AMSTERDAM
BESCHREEVEN»
DOOR
JAN WAGENAAR.
IN DRIE STUKKEN.
|
||||
OP DE
TITELPRENT.
EU RiEscHRYFSTERjgy, gyzelve ontvouwt den zin
Der Prent, waaraan geen kunst of vindingen ontbreeken: Gy zelv' gaaft PLOOS de ftof dier fchoone teekning in:
De Beelden luistren hier: dus hoort het oog u fpreeken. 't Is AMSTERDAM, een telg des Amstels, die gy ziet*
Aloude Visschkrs, ja, wier wieg gy met uw riet
En zeelisch hebt getooid, naar uw eenvoudige orden;
Die Spruit is, finds uw tyd, zo fchoon, zo ryk geworden.
Nu praaltze, aan 't zeilryk Y, in ongemeene pragt,
En met een heerlykheid, die de uitgebreide magt
Dier ryke Zeevorflin, hoe^fchamel opgewogen,
Vertoont, in vollen dag\ iaan uw veiswonderde oogen.
Nog fiert uw IStroomtuijt',:en uw V&sthivant haaren Stoelt
Vanwaar zy 't minzaam oog laat fpeelen op 't gewoel,
Dat om haar' drempel dringt, en wemelt op de baaren.
T f l 'T O * X
Zy heeft uw-hutten reeds gefloopt, in vroeger jaareh;
Daarze, op den zelfden grond, Paleizen, fier van kruin,
En Tempels heeft gefh'gt van marmer en arduin.
Hier komt de Wee re ld,'van vierOorden aangedrongen,
Bekoord door haare faam, die roemftof aller tongen,
Haar, ifaatig, hulde dqen, of vallende op de knien,
Haar Schatten, en Ceixnu^- en Kunstgewrogten biên;
Terwyl haar Kielen, door de verfte zeen en vloeden,
Zig, daaglyks, van haar ree naar alle kusten fpoeden.
Zy kweekt den handel , lokt de wetenfchappen aan:
Geleerdheid koestert zy : ze ontfluit de gloriebaan
Voor 't yverend vernuft: zy handhaaft de eêlfte panden,
De Vrede en Vrydom, en de Hoogheid deezer Landen,
En fchemert uw gezigt op 't goud van haare Kroon;
En vraagtge naar den Rei, die, minnelyk en fchoon,
Haar zyde en zetel fiert, en neerziet op uw grysheid;
Het is Standvastig HEiD, VooRZiGTiGii Eid en W vs HEiD,'
Drie Deugden, door wier hulp en invloed, de agtbre Maagd
Zig tot dien ftand verhief, en 't Staats vermogen fchraagt.
Een Koning heeft die Kroon, een rykskroon, haar gefchonken,
Niet om met de Oppermagt, maar 's Vorften gunst te pronken.
Haar regten, rang en eer, van aanzien en gewigt,
Vertolkt u 'ï Pergament, ontrold voor uw gezigt.
Myn Feder heeft de Schoone, uwe eeuw, haar' groei befchreeven,
Haar' rykdom en bedryf geboekt voor laatre neeven.
Zy blyv', daar 't Vaderland zig in haar' glans vermaakt,
In onverwelkbren bloei, zo lang de Dagtoorts blaakt!
|
|||||
PIETER HUISINGA BAKKER,
|
|||||
($«*. 3&a! ><m . Imstil •'-
|
||||||
Te AMSTHBJtBAM ,
^q7 YKTJMA en TIEIOEL ° |
||||||
AMSTERDAM,
IN ZYNE
OPKOMST, AANWAS,
GESCHIEDENISSEN,
VOORREGTEN, KOOPHANDEL,
GEBOUWEN,
KERKENSTAAT, SCHOOLEN, SCHUTTERY E, GILDEN
E N
REGEERINGE,
BESCHREEVEN,
DOOR
JAN WAGENAAR,
HISTORIESCHRYVER DER STAD
|
|||||||
EERSTE STUK.
|
|||||||
Te AMSTERDAM,
By I S A A K T I R I O N. ltfo. Met Privilegie van de Edele Groot-Mogende Heeren Staaten van Holland en Weftvrieslaüd.
|
|||||||
AAN DE
EDELE GROOT-AGTBAARE HEEREN,
SCHOUT,
BURGEMEESTEREN,
SCHEPENEN, |
||||||||||
E N
|
||||||||||
R A A D E N
|
||||||||||
DER STAD
|
||||||||||
AMSTERDAM.
|
||||||||||
EDELE GROOT-AGTBAARE HEEREN,
jLj Ang, veel te lang, hadt het uw A H s t e r o a m ,
die welbeßierde Stad,
ontbroken aan eene uitvoerige, naauwkeurige en nuttige
Befchry ving, dan dat eene Wethouderfchap, die van * z ' het
|
||||||||||
O P D R A G T.
het dienen en helpen der Burgerye een voornaam voor-
werp haarer zorgen maakt, niet, eindelyk eens, de mid- delen uitvinden, en in 't werk flellen zou, om het reik- halzend verlangen van het opmerkzaamft gedeelte der ingezetenen naar zulk eene Befchryving , te boeten en te voldoen. ■ ■ vJL
Uwe Voorzaaten , Edele Groot-Agtbaa-
RE Heeren, verflonden , reeds voor ruim der- tig jaaren , dat zy , om de goede Gemeente van zulk eene Befchryvinge te voorzien, de Stads Regiflers , de egte bronnen, waaruit de gegronde kennis der ou- de en laatere gelegenheid , gefchiedeniflèn en Regeerin- ge der Stad gefchept moet worden, moeften openleggen voor zulken , die 't werk der Befchryvinge op zig zou- den neemen. Maar het voltrekken van dit befluit; het daadelyk open-
leggen van alle oude en laatere Regifters, Brieven en Stuk- ken, die van eenigen dienft konden zyn , om de Stad Wel te kennen, fcheen gefpaard te wezen voor deezen tyd , en voor de befcheidene en Vaderlyke Regeerin- ge van Uwe Edele Groot-Agtbaarheden, welker grootmoedige Burgerliefde , eindelyk, te raade geworden is , die ryke Schatkamers van nutte kundighe- den, ten dienfte van alle eerlyke ingezetenen , te ont- fluiten. Waren er , naar 't zeggen van iemant der Ouden,
zeldzaam zulke gelukkige tyden, waarin V vry fiondt te
|
||||
O P D R A G T.
te gevoelen wat men wilde, en te zeggen wat men
gevoelde van 't gene 's Lands of der byzondere Steden ge- fchiedeniflèn aanging; nog zeldzaamer, voorwaar! zyn, hier ter Stede, geweeft zulke tyden , waarin de Over- heid zelve den ingezetenen gelegenheid gaf, om van de Stad, en derzelver ouden en hedendaagfchen toeftand, te gevoelen , niet wat zy wilden , maar wat waar is; en om 't gene zy daarvan gevoelen, onbefchroomdelyk, voort te zeggen. Doch die zonderling gelukkige ty- den beleeven de ingezetenen deezer Stad, tegenwoordig. De gunft van Uwe Edele Groot-Agtbaar- heden ffcelt hen in ftaat , om al wat voor hun wee- tenswaardig is te leeren kennen van de Stad , in grooter volkomenheid, dan zy 't, ooit voorheen , hebben kön- nen kennen. En 't ftaat hun vry, de verkreegen kundighe- den , befcheidelyk, mede te deelen, daar zy 't goed vinden. Zo 't my, een' gebooren Burger deezer Stad, nevens
andere myne Medeburgers, hadt mogen gebeuren, bloo- telyk te ontvangen , 't gene Uwe Edele Groot- Agtbaarheden aan allen gemeen willen maaken; ik zou reden t'over gehad hebben, om my in Uwe goed- heid te verheugen. Maar nu 't Uwen Edelen Groot-Agt-
ba ariieden behaagd heeft, myne pen te gebruiken, om den Schat van nutte kundigheden, die dians ontdoo- ien is, aan alle ingezetenen en anderen mede te deelen, is myne erkentenis zo veel grooter, als het meer eere en geluk is, te mogen medewerken, tot bevordering van * % nut-
|
||||
O P D R A G T.
nutte kenniflè in anderen en in zig zei ven, dan alleenlyk te
leezen of aan te hooren, 't gene ons wetenswaardigs, door anderen, medegedeeld wordt. 't Zou vermetelheid zyn, zo ik immer denken durfde,
om deeze en andere gunften , my betoond , aan Uw E Edele GRooT-ÄGTBAARHEDENte vergelden. De wil mögt 'er zyn; maar de kragten zoude verre te kort fchieten. Een ding is 'er egter, waardoor ik myne erkentenis en
dankbaarheid aan al de weereld zal können doen blyken, en 't welk Uwe Edele Groot-Agtbaarhe- d e N, des houde ik my verzekerd, gunftiglyk, voor eene genoegzaame vergelding zullen willen aanzien. Gelyk Uw oogmerk, in 't ontfluiten der Schatkift van nuttige kenniflè, die uit de Stads Regifters te haaien is, eeniglyk of voor- naamlyk was, door myne pen, dienft te doen aan U w e goede Burgerye, en aan 's Lands ingezetenen in 't gemeen; zo zullen Uwe Edele Groot-Agtbaarhe- den zig vergolden rekenen, wanneer myn arbeid veel nuts toebrengt aan veelen, en aan de ingezetenen deezer Stad in 't byzonder. En 't zal myne poft zyn, my hierop met de noodige naarftigheid en omzigtigheid toe te leggen.. De tyd alleen zal doen zien, welk een' uitflag myne poogingen, ten gemeenen dienfte, zullen gehad hebben. Betaamlyk is 't, ondertuflchen, dat ik mynen arbeid,
waarvan nu de eerftelingen het licht zien, eerbiediglyk toe- wyde aan Uwe Edele Groot-Agtbaarhe- den", van welker gunft, in 't openleggen der Stads Regis- ters, |
||||
O P D R A G T,
ters, het Werk, zo 't eenige waarde geoordeeld wordt te
hebben, zyne meefte waarde ontleenen moet. Uw AMSTERDAM, Edele Groot-Agt-
bAareHeeren, wordt U dan wedergegeven, wien het eigenlyk toebehoort. Niet eeniglyk op dat het, door Uwe magt en aanzien, zou befchermd worden. Dat het $ Werk, zo 't zig zelf niet ftaande houden kan, liever daale in de diepfte vergetelheid, dan dat men Uwe Agtbaar- HEID hoonen zou, door 'er, in zulk een geval, befcher- ming van te vergen ofte verwagten, 't Wordt Uwen E- delen Groot-Agtbaarheden, eigenlyk, opgedraagen, op dat de goede Gemeente het uit U w E Waardige hand zelve, niet uit de myne, ontvangen zou. Dat de Stad, onder Uwe wyze en vredelievende Re-
geeringe, beftendiglyk bloeije; dat het Regt aldaar belchei- delyk gevorderd, onzydiglyk gehandhaafd worde $ dat de ruft, de welvaart, het eerlyk genoegen van alle Ingezetenen het groot oogmerk blyve van alle Uwe Opvolgeren, ge- lyk het het beftendig oogmerk is van U w E Edele Groot-AgtbaarhedeNj dat, eindelyk, in 't behertigen van den welftand der Stad , ook het heil en den welftand des gantlêhen Lands, waarvan zy zulk een aenzienlyk deel uitmaakt, moge gezogt en be'hertigd wor- den , is myne opregtfte en vuurigfte bede. Zo zullen 's Lands ingezetenen, by aanhoudende bevin-
ding, overtuigd worden van het duurzaam en wezenlyk heil, welk , door de goede Regeeringe eener aanzienlyke Stad,
|
||||
PNpuw. i »■«■■.. . . ^af*wgji _ |i„. ■' i. »■juin.....mm iiimpiiuiiP.....ipmnif ii§p i
|
|||||||||||||
—-*■■
|
|||||||||||||
Ö F D R A G T.
Stad, over het gantfche Vaderland verfpreid wordt! Zo
zullen de inwooners deezer Stad in 't byzonder zio- Geluk- kig rekenen, dat zy den gunftigen invloed deezer heilzaa- me Regeeringe, van nader by, ondervinden f De naam van A M s T E R D A M M E R zal altoos een der loffelykfte naa- men blyven,en ik tot eere rekenen,dat ik my beftendiglyk moge noemen, |
|||||||||||||
EDELE GROOT-AGTBAARE HEEREN,
|
|||||||||||||
UWER EDELE GROOT-AGTBAARHEDEN
|
|||||||||||||
Getrouwe ingezeten en
gehoorzaame dienaar, JAN WAGENAAR.
|
|||||||||||||
*£skés
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wm
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IB
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
a
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ótr ij&ö.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IST
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
.IE S
a.
ifdki
|
1YVEI DEI
|
STAB AMSTE»»
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
,en 2i O et ob er i7°5>°
fan. ttW HistoMefcliryver, ^
met mT> zpi x*«l.eidnnm. ,t ons reohtfch-F^ Jvel" |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
,aar oei
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
oren
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
icw" die beelcLteELis
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
o Neerl
|
L- , en ejriken,
JidliiMieidL Ie ei-lueldL en men WAGE |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nn ~wyze
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
xan ' 2J"111- peÄ Tei-plinyten .
Kêlv' e*»« eerzuil itickten o JAN DE ÏRÜYFF. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ZJl«
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zym. "VaAerlaittA , zyri. StadL, ziel
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^^OT^ & täfaf «**>
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
CS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VOORREDE.
|
||||||||||
z
|
O 'er ooit eene Stad ware, in of buiten ons Vaderland, die, in haare Op- Qe stad
komft, Aanwas en tegenwoordigen Staat, omftandiglyk en naauwkeurïg- Amfter- |
|||||||||
lyk, verdiende befchreeven te worden; 't is, buiten tegenfpraak, Jg^ ?
^B __ . ,v«- naar be-
AMSTERDAM. hooien
be-
Amsterdam, zeg ik, zonder eenigen eerlyken bynaam; om dat 'er alle by- gg*£
naamen, die men gewoon is te gebruiken, om den roem der Steden te verheffen, worden: op paffen, die van aloud, veelligt alleen., uitgenomen: en men 'er, mét een' der wet^ Puikdieteren van de voorgaande eeuwe, van zeggen kan: ten oP. ö zigteva»
Die fihrkk'lixi van my fwyghi heeft allerbefi gefeit. haare
Ziet men op de geringe beginfels, van welken deeze Stad , voor minder dan' zes opkomft
eeuwen, opgekomen, en op den fpoed, met welken zy, in twee of drie eeu-^sAan- wen, aangewaffen en groot geworden is; ziet men, vooral, op de verbaazende a! Vergrooxingen der Stad, in de jongft voo.rleeden eeuwe; men verlangt te weeten, door welken zonderlingen famenloop van oorzaaken, de flegte Amftelbuurt tot eene Weereldftad uitgedyd, en de laage Viffchers ftulpen in pragtige Paleizen verkeerd zyn. En't ontvouwen deezer oorzaaken is eene omftandige en naauwkeu- rige befchry ving waardig. De Geßhiedenifen van zulk eene Stad verdienen, insgelyks, Gefchie- uitvoeriglyk befchreeven te worden; zo om dat zy, naar gelang van de grootte der «kniffen, Stad,memgvuldiger zyn, als inzonderheid, omdatveelen derzelven, naar maate dat de Stad meer invloeds gekreegen heeft op deRegeeringe des gantfchen Lands, yeel gewigtiger zyn geweeft, dan die der meefte andere Steden van Holland: 't welk ééne van de redenen is, waarom inwooners van andere Steden onzes Vaderlands zig ook nuttiglyk oefenen können, in de byzondere gefchiedeniffen der Stad Am- ilerdam. De uitgebreide Koophandel dëezer Stad, die aan geen enkel weereld-Koop.. deel bepaald is, en mogelyk nergens weêrgade heeft, is dubbel waardig, van zy-handel, nen oorfprong af, opgehaald, en in zynen voortgang vertoond te worden. Het Gebou. <n-oot getal van treffelyke Gebouwen, welk nog, van tyd tot tyd, toeneemt, en wen, waarin Amfterdam de meefte Steden van den Aardbodem te boven gaat, is eene waardige ftof voor eene naauwkeurige befchry ving. 't Beflier der Godshuizen , Tugthuizen en andere Gefiigten, zo vermaard buitens Lands, dat vreemde Mo- gendheden zig, desaangaande, wel hebben willen laaten onderregten, verdient, bovenal, naar waarheid, befchreeven te worden: om niet te fpreeken, van denKerken> ftaat en 't bellier der Gereformeerde en andere Kerken, der Doorlugtige en La- Schoo- tynfche Schooien, en zo veele andere Gefügten, die hier in overvloed gevonden JjJjJJJj worden. Jeder burger, ieder inwooner van Amfterdam heeft, voor anderen, Geftig- belang, om de natuur en herkomft der Schutteryen en Burgervendelen, en derzel- jf " > ver voorregten en pligten te kennen: gelyk de oorfprong en Keuren der byzon- ryceh^te" dere Gilden voor alle Gildebroeders en veele anderen weetenswaardig zyn. DeGUd^ Privilegien en Voorregten der Stad en Burgerye in 't gemeen, en die der Regee-privile' ringe in 't byzonder, welke laatften, boven die van veele andere Steden, uit-gien munten, verdienen dubbel, naauwkeuriglyk gekend te worden. Maar de RE-enRe- ge kring zelve, waardoor wy verftaan de byzondere Ampten van Regeeringe,|eeenn- en de wyze, waarop dezelven,ten gemeenen nutte van zulk eene volkryke Stad, bekleed worden; de Regeering zelve is,om haaren luifter en aanzien niet alleen, maar vooral om den grooten clienft, dien zy aan Stad en l>and toebrengt, eene gegronde, uitvoerige, en naauwkeurige befchry ving waardig. Met één woord, aantfch AMSTERDAM, met al wat'er in is, het leevende en leevenlooze, Verdient, zo wel als eenige Stad, en meer dan de meeiten, opgemerkt en gekend, en, ten deezen einde, behoorlyk befchreeven te worden. * * Doch
|
||||||||||
O O R- R E D E.
|
|||||||
II.
|
|||||||
Drie te- Doch, 't gene, miiTchien, minder te verwonderen dan te beklaagen is,'t heeft
denen den Amfterdanimeren, tot hiertoe, ontbroken aan eene naauwkeurige en uitvoe- zdk&m rige Befchryving hunner Stad: 't welk men, voornaamlyk, aan drie oorzaaken , tot hi'er- fchynt te mogen toefchryven. «fcnied l' ^ 'c a^gemeen gefproken, is een Inwooner van Amfterdam beft bekwaam,
is. tot het befchryven deezer Stad. Doch toen de Stad nog in 't opkomen en aan-- l'Dh*J' xvü^en was» leiden verre de meefte inwooners zig zo vlytiglyk toe,op hetvoort- der in- zetten hunner neeringe en Koophandel, dat hun geen tyd tot fchry ven overfchoot. woone- Zy zullen zelfs bezwaarlyk tyd tot leezen gevonden hebben: 't welk anderen ook hunnen1 den lu^ benomen heeft, om iet te fchry ven, dat voornaamlyk door hen gelezen Koop- nioeft worden. Hadrianus Barlandus of Adriaan van Baarland, die, en nee- 'n 'c be§m der zeftiende eeuwe, bloeide , gewaagt van deeze nyverheid der ring Amfterdammeren, in zyne korte Latynfche Befchryving van Holland, met deeze voort te woorden: Hoc cceteris, qua nominavi, recentius Oppidum, genus hominum incolit heeft Aenpecuniafludiofius. Quo circa in remotijjimis etiam terris negotiantur, babentque to- hüitot to fere anno externum domi jua mercatorem. Praflat boe Ulis commoditas portus. fenü>e dat is „ Amfterdam is jonger dan de andere Steden, welken ik genoemd heb'* gen, in't [Dordrecht, Haarlem, Delft en Leiden] „ en wordt bewoond door eene föorc ftrem'dge » van Luiden, die zeer op winft gezet zyn. Hierom dryven zy handel,zelfs „ in de afgelegenfle Geweften, en hebben, fchier jaar uit jaar in, vreemde „ Koopluiden by zig t'huis. De bekwaamheid hunner haven is hier oorzaak „ van (a)" Maar daar de winftploeg zo fterk gedreeven wordt, fchiet zeld- zaam gelegenheid tot boekoefeninge over. 2- De 2. Toen de Stad haaren vollen wasdom gekreegen hadt,en toen 't, na de.op- omflag regting der Doorlugtige Schoole, voor omtrent honderd en dertig jaaren, hier van 't niet ontbrak aan geleerde en fchrandere mannen, heeft de groote omflag, die heeft 'er aan 'c behoorlyk befchryven van zulk eene aanzienlyke Stad vaft was, ongetwy- veeien feld, veelen van 't werk afgefchrikt» Hadt de vermaarde Petrus Fran- fch"'kfge*clus z^ne zu^vere pen können en willen leenen tot het befchryven der Stad,
daar hem zo veel eers beweezen werdt; men zou niet over gebrek aan goede be- fchryvingen van Amfterdam hebben behoeven te klaagen. Maar 't werk zal hem te uitgebreid gefcheenen hebben. Ook riepen hem zyn beroep en neiging tot anderen arbeid. En onze medeburgers, die der Latynfche taaie kundig zyn, moeten zig met een keurlyk Lofgedigt aan den Amftel, welk uit zyne nette pen voortgevloeid is, en met eenige verzen op beroemde Amfterdammers ,Hudden, Huidekoopers, Hoofden, HoPPEN , CoRveRs, SixeN en anderen, te vrede houden. Andere bekwaame mannen, in vroeger en laater tyd, zyn in het zelfde geval geweeft, of door de dood verraft geworden, eer zy 't onderno- men werk voltóoijen konden. 3. De 3. Doch de voornaamfte reden, die veelen wederhouden heeft van de hand te ^^i" flaan aan eene uitvoerige en naauwkeurige Befchryving deezer Stati, is , on- heeft, in getvvyfeld, deeze geweeft, dat de Magiltraat, in vroeger'tyd, en zelfs, zo ik vroeger my piet bedriege, tot voor ruim dertig jaaren toe, zeer agterlyk geweeft is, zwaarig- om iemant vryen toegang te geeven tot de Stads Regifters, Stukken en Pa^- heid ge-pieren, zonder welken, het opftellen eener goede Befchryvinge van Amfter- omlbyl dam volftrekt onmogelyk is. Een Amfterdammer Digter, die, in't begin der zonde- voorgaande eeuwe, bloeide, en de opkomft der Stad in Latynfche Digtmaat be- foSnen" fcfireeven heeft, gaf te verdaan dat hy, om verder te gaan, 't gezigt der oud- toegang fte Stads Regifters noodig hadt; doch tevens, dat hy wanhoopte, dat dit ge- feenen z^ hem immer gebeuren zou. Zie hier zyne woorden: tot Stads
fchriften. Publica fcrutari modo fi quoque fcrinia f as fit:
Credo, in iis qua dam non reticenda latent.
Jpfê
(«) Hollandie compendiofa Defcript. in P. Scriverïi Batav. ilhiftr. p. 143-
|
|||||||
VOORREDE. in.
Ipfè. etiam, juflo quem dignor bonore, [enatiis
Multa patrum longa tradïtione temt
Jn medium exponenda. temt quoque nomina rerum Nempe vetufiarum quid fibi cafca velint.
Simque ego, qui verfus faciam, non pauca docendus, Pollice qua. nequeo fugere du&a meo,
Sed ß memdrana veter es, fi Curia deßt, Forfan abortivam te tarnen ipfe dabo (V),
Be T-liHoiiefchryver Pi et er Korneliszoon Hooft zou gaarne toe-
gang tot de Stads Regiflers gehad hebben, om nader kennis te krygen van de partyfchappen, die, omtrent den aanvang der Spaanfche beroerten, hier ter Stede, in zwang gingen. Doch 't mögt hem nier gebeuren. „ Ik zoude," Ichryft hy, den twee-entwintigilenjanuary des jaars 1634 „ dezelve [de gemelde ï, partyfchappen] noch wel naakter ontdekt hebben, waar my vrye toegank ver- „ leent geweefl tot de fchriften der Stad. Maar, (ach armen J) voor zo vreemdt • „ word ik hier gereekent. dat my, op aanbodt van eedt om te zwygen, watBiir- j, germeefteren té heelen docht, niet heeft moogen gebeuren,'t geen de Heeren » Staaten van Uitrecht zo mildelyk aan PieterBor, by openbaar fchnftelyk be- „ fcheidt, gegunthebben (f)." Zo lang dan de Stads fchriften, voor anderen dan Leden..der Regeeringe, geflooten bleeven, moeiten byzondere Perfoonen fterk afgefchnkt v/orden van het onderneemen eener Befchryvinge van de Stad, die haare voomaamite waaide, zekerlyk, ontleenen moed van het gepaft ge- bruik, welk, in dezelve, van deeze Stads fchriften gemaakt was. Maar fchoon de opgenoemde en andere oorzaaken ons, tot hiertoe, verfleken Nogtans
hebben van eene uitvoerige en naauwkeurige Befchryving der Stad Amilerdam, ^ ^ zyn'er egter, van tyd tot tyd, maar voornaamlyK na 't jaar 1660, kleine en tot tyd, groote Befchryvingen in 't licht gegeven , die wy den Leezer hier zullen doen gjjgy. kennen; om daärnä, te bekwaarner, te können overgaan, tot het ontvouwen vingen van ons oogmerk, in de Befchryving 3 van welke wy hem nu'c begin aanbie-™ddJ.t_ den. gegeven.
Wy maaken egter geen gewag van de Befchryvingen van Guicciarflyn, Le Pe- optei-
tit, Boxhorn, Schook, de Laat, Blaaim en veele anderen; die, Holland in 't ^fftfr algemeen befchry vende, ook Amilerdam kortelyk befchreeven hebben; veel min en voor. van eenige kleine Werkjes, Amilerdam betreffende, die, van tyd tot tyd, uit-jgamfte gekomen zyn. veren Wy zuilen ons, voornaamlyk, bepaalen, aan zulken, die Amilerdam op zig™de
zelf hebben befchreeven, en onder de anderen alleenlyk melding maaken vanzeve' twee oude Schryvers, door Pont anus uitgegeven. De eerfte en oudlle heeft, in eene korte Befchryving van Holland, dienaauw- EenLon_
lyks zeven bladzyden in folio beilaat, eene Befchryving van Amilerdam van om-genoemd trent vier bladzyden ingevoegd, waarin hy verfcheide byzonderheden aantekent, ^yver do gelegenheid en handel der Stad, ten zynen tyde, betreffende, welken men tl.ent het elders vergeefs zoeken zou. Hy heeft geleefd omtrent den jaare 1500, gelyk jaansoo. af te neemen is, uit het gene hy Qd) van 't Karthuizers-Kloofler meldt, te wee- ten, dat het, honderd jaaren geleeden, geïligtwas. „ [ExtrapoftamCarthupen.. 5, fium, unde itur verfus Harlem, efl monafterium Carthujienfium pulchemmwn, ante i, centum annos fundatum, per ÄWertum BavarU ducem & Pldlamice comittrrff. En men weet, dat dit Klooiter, in't jaar 1393, was gefügt- Pont anus heeft den naam van den Opfleller deezer Befchryvinge nergens Können ontdekken. Ook is hy my nergens voorgekomen. Gerard van Nieuwmegen, beter bekend by zynen Latynfchen naam Gerardus Roviomagus, telt, m zyne Hifiona Ba- tavo-
(6) C. G. Plempii Amfterod. Monogramm, p. 33-
(c) Hoofts Brieven N. 399. M. 313.
00 Ai calcem Pontani Amft. p. 5. •-..•-'
** o
|
||||
iv. VOORREDE.
tavorum (e), die in 't jaar 1510 uitkwam, onder de geleerde mannen van zynen
tyd, vier Amfterdammers, Alard van Amfterdam. Nikolaus Kan, Kornetts Krok en Jan Snyders, of, gelyk hyze in 't Latyn noemt, Alardus Amßerodamus, Ni- co/aus Cannius, Cornelius Crocus en Joannes Sartorius. Veelligt, is onze onbe- kende Schryver één van deezen vier geweeft; en , zo 't vryftondt nog verder te giffen, zou men mogen vermoeden, dat Alard van A msterd am onze oudfte Befchryving heeft opgefteld: want, in deeze ßefchr'yving, wordt beweerd, dat Holland , van ouds, geheel tot Batavia behoord heeft: en dat Alard van Am- fterdam ffcerk voor dit gevoelen geyverd heeft, blykt uit eenen zyner Brieven , in den jaare 151 f, aan homelis van der Goude, bekend by den naam van Corne- lius Jurelius, gefchreeven (ƒ). Doch wy geeven deeze onze giffing gaarne om een beter Wy merken, ten opzigte van deeze oudfte Befchryving van Amfter- dam, alleen nog aan, dat Pont anus het Handfehrift, waar naar hy dezelve uitgegeven heeft, bekomen hadt uit de boekery van Doctor Jan ten Grog- tenhuys, Schepenen Raad, en naderhand Schout van Amfterdam; en dac hyze zo hoog waardeerde,dat hy, volgens zyne eigene verklaaring „ deBefchry- ;, ving van oud Amfterdam nooit ernftig zou hebben durven voorneemen,zohy, „ door deezen Schryver, niet voorgelicht geweeft was'''(g). 11. Omtrent zeftig jaaren na deeze oudfte bekende Befchryving, kwam 'er eene Pieter zeer korte van honderd en zestien Latynfche verzen in 't licht , gefield door ferden. Petrus Apherdianus, een Wagemnger van geboorte (i>), die, in de Stads Regïjiers (0, Pi et e r van Aihert, dat is, Ajferden, een Dorp in'c Ampt van tuiïchen Maaze en Waale, genaamd wordt Na dat de Vroedfchap, op 't einde des jaars 1555, beflooten hadt, de twee Latynfche Schooien, aan de Oude en aan de iNieuwe-zyde, te vereenigen {k) , werdt Apherdianus, den dertigften january des volgenden jaars, tot Onder-Rector der vereenigde Schoole aange- fteld (/). Doch in't jaar 1561, werdt de School wederom in twee gefcheiden, gelyk te vooren f tn). En in deezen tuiïchentyd, heeft Apherdianus zyne Be- fchryving van Amfterdam opgefteld: 't welk niet alleen blykt, om dat hy, in dezelve, flegts van ééne Schoole gewaagd; maar 't wordt ook, ontwyfelbaar , beveftigd, doordien zyne Befchryving, reeds in 't jaar 1560, te Antwerpen, ge- drukt geweeft is n~). Sommigen tekenen aan, dat hy, in der Geuzen beroerte , van zynen dienft verlaaten is (e)i \ welk, vermoedelyk, eerft na de verandering der Regeei inge van 't jaar 1578, gefchied zal zyn, om dat ik vind, dat Bürge- ineefteren toen twee nieuwe Rectoren der twee Latynfche Schooien hebben aan- gefteld (p). Wat zyne Befchryving van Amfterdam betreft „ eerft roemt hy, „ in dezelve, den uitgebreiden Koophandel der ingezetenen, naar Ooften en „ Weften,en in allerhande waaren,onder welken hy ook de Speceryen telt, die „ egter toen, niet uit de Indien, maar van Venetië of uit Portugal, herwaards „ gevoerd werden. Ook fpreekt hy, byzonderlyk, vanden handel in uitheemfch „ Bier, en telt 'er zes foorten van op, Hamburger, Breemer, Lubekker, En- „ gelfch, Roftokker en Dantziger. Daarna verheft hy de luftige wandelwegen „ langs de Stads muuren; van waar men de groene weiden en zeilende kielen i} befchouwen kon. Dan gaat hy over tot de pragtige Gebouwen, roemende, bo- j, ven al, de Nieuwe Kerk, by welke zyne School geftigt was. De wysheid en j, voorzigtigheid der Regeeringe wordt, vervolgens, van hemgepreezen,en ten 5, bewyze daarvan, gedenkt hy aan haare zorg voor de Gemeente, by gelegenheid „ van de duurte des jaars 1557. Hy vergeet ook niet de Geeftelyken te pryzen. „ Hy begroot de JÉloofters op twintig: en 't getal was, inderdaad, zo groot, „ als
(e) P. 61. in Scriverii Batav. illufcrata. (ƒ) yüc Scriverii Batav. ilfuftr. p- ?6'
Q) In Dedic. ad Johannem Grotenhusium. (/j) J. F. Foppens Bibl. Belg. Tom. II. p. 951.
(i) Groot-Memor. N. 11. f. 60. (*) Refol. Vroedfch. N. 1. 31 Decemb. 1555.
(/) Groot-Memor. A". II. ƒ. 60. (»«) Refol. Vroedfch. N. 1. 10 Decemb. 1561.
(n) In Epigramm. Moralium Libr. II. (0) J, F. Foppens Bibl. Belg. Tom. I. v. 20I0
(p) Refol. Vroedfch. N. 4. 13 Juny 1578.
|
||||
VOORREDE. m
" ?enTIi'tpegyn"hof mede' en de Karthuizers- en Reguliereri-Klooftersbui-
" de bt^, met mede rekent. Wyders, gewaagt Iiy van de Gafthuizen, en " jf jJetrwJeshuis, en roemt, ter deezer gelegenheid, de barmhertigheid " yetene eren' omtrenc allerlei behoeftigen. Hy befchryft de Snge- " drast SlS fchoon> groot en fterk« Hy roemt hanne vreedzaamheid?eneen-
" Dopl' e-? be{luit met een kort berigt van de Schutters-Doelen, en jaarlvkfchè van Ai ? .eelten"- Wy hebben den inhoud deezer Latynfche Befchry vinge '/eirclm^erdam^hier wel willen inladen, om dat zy aan weinigen bekendis. Aan meded i eZei'V°0rrede' zuIlen wy den taalkundigen Leezer het Gedigt zelf van Aft" j mind(rr n°gtans» om de fraaiheid derPoëzije, dan om de Oudheden Q p mlterdam, die 'er m vervat zyn, in gedagteniffe te houden. In de Delitïé ' oetarum Belgicorum van Janus Grüterus (q), zyn eenige betere Ver- zen van onzen Apherdianus te leezen. menige jaareh na't uitkomen van dit Digtftuk, befchreef Kornelis van m.
derlE^R0DJ gantfch BaMvza, waardoor hy niet alleen Holland, maar ook Gel-j£meU* Dp Tlr\QÏ1 Provincie van Utrecht verftondt, ïri twaalf btedzyèen in fotio.iSenuo- eeni 1 yV,ing Van Amflerdam bellaat hier nog Seene halve bladzyde : en 't <fe-
Ivf i ^Z0!lctere> dat men'er in vindt, is de juilte aanwyzing der waarfchyn- H Jr? Van het oude Slot der Heeren van Aniftel. Pontanus, die 't ko 't. van dj5 Werkje van den Notaris, Meefter Jakob Gysbrecbtszoon, be- - ra^?/lacit> heeft betagter den eerilgemelden ongenoemden Schryver willen j>, .c llcht geeven. Haemrode hadt dit^Handfchrift^ en nog een ander, de ge- icmedemfien der Nederlanden ten tyde des Hertogs van Alva betreffende * aan JaKüb Gysbrechtszoon , by uiterften wil, nagelaateri. Pontanüs meldt metjj van welk beroep de Schryver geween: zy. Doch daar is nog een Stuk voor han- den (r), doorhem zei ven, in"'t jaar 1572, opgefteld, waarby blykt , dat hy toen tXotaris te Amflerdam geweeft is. Sommigen hebben gegiir., dat dit werkje, oor Haemrode, in zynejeugd, en terwyl hy te Leuven fcudcerde, gefchree- 'en zy Q). Doch naardien hy 'er in gewaagd van 't inneemen van Naarden, en van ce belegeringen van Haarlem en Leiden, welke laatfte Stad hy zegt „ door >, God verloft te zyn", komt het my veel waarfchyniyker voor, dat hy 't, na 't jaar 1778, te Amsterdam heeft opgefteld. Want met P o n t a n u s te giffen, dat het gene men van Leiden, Haarlem en den moord te Naarden, in zyn Werkje leelt, byvoegfels Zyn van eene andere hand, of van Haemrode zelven, in ha- ter tyd, fchynt my luttel gronds te hebben, om dat zulks, gelyk te vermoeden is, inhet.by uiterften wil gemaakte Handfchrift, zou hebben können befpeurd worden: 't welk nogtans niemant meldt gefchied te zyn. Haemrode is, volgens iom«»ger aantekening (*), in 't jaar 1599, te Amfterdara »overleeden. Maar m 't jaar 1611, kort na dat de zogenaamde derde uitlegging der Stad valt- ïV.
geftelden aangevangen was,gaf Joan Izaak Pontanüs, toenProfeffor der Ja™ J~ •rüozoofie in de Hooge Schoole te Harderwvk, de eerfte uitvoerige Befchryving Ponta- van Amfterdam in 't licht. De Schrvver was wel te Elfeneur in de Zond geboo-nus- ren, doch uit Haarlemfche Ouders (u), en, van zyne vroege jeugd af, te Amfter- dam opgevoed; gelyk hy zelf, in de Opdragt aan Schout, Burgemeefteren, Sche- penen en Raaden, te kennen geeft, 't Werk is in drie Boeken verdeeld. In 't eerfle, vindt men eene algemeene befchry ving van Holland, Batavia en Amftel- land, en eene fchets van de Opkomft, Vergrootingen en GefchiedenilTen der Stad, tot op het jaar 1585. Het tweede vervat eene Befchryving der Godshui- zen, Tugthuizen, Stadhuis, Waag, Doelen en andere openbaare Gebouwen, Marktplaatfen enz. Hierby komt een uitvoerig verhaal der eerfte reizen naar Ooftindie, getrokken uit de Reisbefchryvingen, die toen in menigte m 't licht kwamen. Dit verhaal beilaat meer dan een derde van 't geheele Werk, waarna dit
(?) Tom. I. p. 165 Ö>'/w. rr) By Dapper Amft. hl. 327. zVe ook Le Long Reform, van Amft. hl. 543-
y) Vid. PoNTAHi Pvsfatiuncula ff, F. Foppens Bibl. Belg. Tom- I. p. 202.
<f) J. F. Foppens Bibl, Belg. Tom. I. *. 202. O) J- F- Foppens Bibl. Belg. Tom. II. p. 67°- ** 6
|
||||
VOORREDE.
|
|||||
dit Boek, meteene Befchryving van de Beurs, die toen naauwlyks drie jaaren
geftigt geweeft was, en met eene korte fchets van de leevens en werken eeni- ger Amfterdamfche Geleerden, beflooten wordt. In het derde Boek, wordt, de Regeering der Stad befchreeven , genoegzaam eenigiyk uit de Hand- veften, zo verze toen het licht zagen. Doch van de waardigheden van Schout, Burgemeefter , Schepenen Raad wordt, in deeze Befchryving, naauwlyks gerept. Het Boek worckbeflooten met eene Naamlyft van Schouten, Burge- meefleren, Schepenen, Thelaurieren, Weesmeefteren enz van 't jaar 1413 tot het jaar 1611. Men heeft, in deeze Befchryving, die in 't Latyn opgefteld was, en in 't jaar
1614, eenigszins verbeterd, in 't Nederduitfch in't licht kwam, altoos berispt de menigvuldige breede uitweidingen, die weinig of niet te paffe kwamen, en 't Boek, zonder noodzaake , deeden uitdyden. Van de geweldigfte deezer uit- weidingen hebben wy reeds gefproken. In de twee eerfte Boeken, zyn 'er no^ meer, die 'er even weinig voegen Wie zou , bv voorbeeld, in eene befchryving van Amflerdam, verwagten eene vergelyking tufTchen den afval der Nederlan- den van Spanje, onder Prinfe Willem den I., en den opftand der Batavieren on- der Claudius Civilis? Wie zou hier eene verhandeling van de Pefl zoeken? of van den oorfprong van 't Kloofterleeven ? Zeker, zo zulke en diergelyke din- gen tot de befchryving eener byzondere Stad behooren; dan kan men in eene Stad als Amflerdam, de geheele weereld befchryven, om dat deeze Stad of'c gene 'er in gevonden wordt, eenige betrekking tot het overig gedeelte der wee- reld heeft. Pontanus is egter, eenigszirs, te verfchoonen. Hy wilde een boek maaken van Amflerdam. Maar hy hadt genoegzaam geene voorgangers. Hy woonde niet in de Stad. Hy kon, derhalve, geenen toegang hebben tot de Stads Regiflers. Was 't wonder, dat hy, van veele gewigtige zaaken, weinig of niet fprak, en zyn boek vulde met uitweidingen, die overal, zo wel als in eene Be- fchryving van Amflerdam, zouden gevoegd hebben? v. En nogtans was dit werk fchier het eenige, dat, in den tyd van eene halve eeuw Korneüs aangaande Amflerdam, in 't licht kwam. Het Gedigt van Doclor Kornelis bertsz. Gysbertsz. Plemp, Amßerodamum Monogrammon genaamd, fchoon 'er de Plemp, opkomft en oude gedaante der Stad keurlyk in verhandeld werdt, befloe°- maar ruim dertig bladzyden//* Quar:o9 en was geenszins gefchikt, om voor eene eV genlyke befchryving van Amflerdam door te gaan. .Het werdt, in 't jaar 1616, in 't licht gegeven. En 't is aanmerkelyk, dat de Digter, in 't Werkje of in 't Voorberigt, zo weinig gewag van Pontanus Befchryving maakt, als of hy 'er niets van geweeten hadt. Plemp was nogtans een gebooren Amilerdammer. Hy heeft 'er 't grootfle deel van zyn leeven geileeten, en woonde 'er niet verre van de Lange-brugge, gelyk hy zelf, in deeze woorden, te kennen geeft: —— Nunc alius longi quoque nomina pontis
Serval, abeflque med non procul ille domo (v). Hy hadt Pieter van Jf erden, van wien wy, hiervoor, gewaagd hebben, tot zynen
Leermeefter gehad, na dat deeze van zynen dienfl inde Latynfche Schooien verlaa- ten geworden was. Wanthy was in denRoomfchen Godsdienfl opgevoed, dien hy ook, tot zynen dood toe, die in 't jaar 163 8 voorviel f», bleef aankleeven. 't Schynt, dat hy voorgehad heeft, meer van Amflerdam te fchryven. Doch my is niet be- kend , dat hy zyn voorneemen voltrokken heeft. Twee anderen hebben nog, na Pontanus, de hand gelegd aan 't befchryven van Amflerdam, zonder dat zy 't werk ten einde gebragt hebben (V). Men
(V) Amfterod. Monogramm, p. 23. (w) J. F. Foppens Bibl. Belg. Tom. I. p. 201.
(x) Zie Domselaars Voorbericht.
|
|||||
VOORRED E: vu,
Men behielp zig dan met Pont anus Befchryving, totdat, in 't jaar 1657 ,be- De iaat-
"ooten werd; tot de zogenaamde vierde of laatfte Vergroqtinge der Stad, van wel-^J^" *e reeds, in 't volgende jaar, een aanvang gemaakt werdt. De jongft voorgaan- L stad ae Vergrooting hadt Pontanüs aanleiding gegeven tot het onderneemen zyner seeft. Befchryvinge: doch deeze hielp verfcheide pennen aan't werk. Niet minder dan Sftot vytinwooners van Amfterdam, Melchior Fokkens, Olfert Dapper, eenige iZAAK COMMELYN, TOBIAS VAN DOMSELAAR, enFlLlPS VAN ZfcS
sfF;N' arbeidden, genoegzaam op eenen tyd, aan het befchryven der Stad. Men vingen
, een Amfterdam, ter gelegenheid der nieuwe uitlegginge, te willen overlaa- °eni met Befchryvingen, tot boertige» toeQi), gelyk het, ter zelfder gelegen- heid, van alle kanten, met Grondtekeningen en Afbeeldingen der Stad, over- laden werdt. Kik bevlytigde zig om eerft gereed te zyn , en de nieuwsgie- righeid en het verlangen zyner medeburgeren fpoedig te voldoen: 't welk hun Biet veel gelegenheid liet ^ om hunnen arbeid te befchaaven naar behooren. . Melchior Fokkens, een Groninger van geboorte, kwam. eerft voor den MeY_L £ag, in 't jaar 1662, met eene Befchry ving der Stad van ruim drie honderd chior bladzyden in twaalve: waarin hy eerft haare opkomft en een gedeelte haarerFokken*. GefchiedenüTen verhaalt; daarna tot eene breeder befchry ving der Gebouwen, fliet het minfte gedeelte van 't Werkje , overgaat, en eindelyk , met eene korte fchets van de gefteldheid der Regeeringe, befluit. Hem volgde Doólor Olfert Dapper, die, in't jaar 1664, zyne Hiflori- vii.
[che Bejcbryving der Stad Amfierdam, in een bekwaam ftuk in folio, in 't licht §^"r> gaf. 't Werk is in vyf Boeken verdeeld. In 't eerfie, wordt Oud-Holland; en Oud-Amftelland, met de Ambagtsheerlykheden in het zelve, befchreeven. Hec tweede handelt van de Gelegenheid, Vergrootingen en GefchiedenüTen der Stad, tot op de overdragt der Landen aan Filips den IL., Koning van Spanje. Het derde vervolgt de gefchiedeniiten, tot op het jaar 1652, en is, doorgaans, uit de fchrif- len van Hooft en Aitzema, famengeftekL In het vierde, worden de oude en nieuwe Gebouwen, en het Stadhuis zeer uitvoeriglyk befchreeven. Het vyf- <de en laatfte handelt van de Regeeringe, Schutteryen,' Poorters, Soldaaten en geleerde en vermaarde Mannen. Op 't einde * vindt men eene korte Befchry- ving der Eilanden Urk en Emmeloord. 't Werk van Dapper overtrof, buiten tegenfpraak, al wat, tot hiertoe, wegens Amfterdam, het licht gezien hadt. Doch Domselaar merkt Q) aan, dat eenige zaaleen, door Dapper., breed genoeg verhandeld; anderen, door grooten haaft , te kort overgeloopen waren. Hy heeft, daarenboven, het ongeluk gehad, dat hem geen toegang tot de Stads Regis- ters gegund geweeft is. Alleenlyk, hadt men hem, uit de boekery van den Oud- Burgemeefter KoR NeL1 s Wits en, van eenige aloude gedenktekenen enfehrif- ten voorzien. Doch hy klaagt, dat eenige voornaame perfoonen hier ter Ste- de , die een fchat van gewichtiger zaken en eenige gedenkwaardiger Stads aeloud- beden bezaten, zig ongeneigd getoond hadden, omze hem, ten gemeenen nut- te, mede te deelen (z). Izaak Commelyn, Regent van 't Nieuwe-zyds-Huiszitten-Huis (a), ^jjjjjj*1,
Schryver en Uitgeever van eenige andere Werken (£), hadt, ondertufTchen , ^0^mc-_ insgelyks, aan eene uitvoerige Befchry ving van Amfterdam gearbeid. Ook ftelde iyn. hy 'er een kort Begrip van op, welk, naderhand, agter de Reizen door Frank- ryk, in 't licht gegeven is. Doch 't gene van de uitvoerige Bcfchryvmg in orde k. gebragt was, heeft Tobias vanDomselaar, Amfterdarnmer, en Schry- ;°nbias ver van het Ontroerde Nederland door de Wapenen des Konings van trankryk (c), Domfe- ingevlyd in zyne Befchry ving der Stad, die, in 't jaar \66%, in een dik Stuk mlaar- quar-
(y) In zyn Voorbericht. (2) Zie zyne Opdracht. («)' Zfe Commelin bl. 542.
(6) Zie Commelin bl. 866. (e) Zie Commelin bl. 8ó6.
„ ^) Zodanige was La Defiription de la Vilte d"Amfterdam en ven burlcsfutt, die, in 't jaar i<566,
ln t licht kwam. |
||||
vin. VOORREDE.
quarto, het licht zag, en met grooten haaft famengefteld en gedrukt was : 't
welk, onder anderen, af te neemen is, uit het, tot driemaal toe, herhaald be- gin der bladzyden van 't Werk, die eerfl van i tot 282; dan van 1 tot 312 , en einJelykvan 1 tot 446 loopen: waaruit blykt, dat, tot dit Boek, ten min- ften drie Drukperfen, op eenen tyd, gebruikt zyn. De inhoud en verdeeling van 't Werk toont ook, dat men 'er zeer mede gehaafl heeft. Hetbefïaat uit zes Boeken. Het eerfievevvzt. eene Befchryving van oud Amflelland, door A r- nol dus Mo NT anus, reeds te vooren, opgefteld, en in 't licht gegeven. In het tweede, vindt men de Hiftorie der Heeren van Amftel tot op het jaar 1323, door Tobias van Domselaar, opgefteld, en ook reeds te vooren ge- drukt. In het derde, wordt gehandeld van de Gelegenheid, Opkbmft en ver- fcheide Vergrootingen der Stad, tot op het jaar 166$. Het is, in drie afdeelin- lingen, onderfcheiden. De eerfte, die de Stad tot op het jaar 1482 vertoont, is s door Domselaar famengefteld; de tweede, die haare gedaante en vergroo- ting, tot op 't jaar 1585, aanwyft, door Iz aak Commelyn; en de derde , waarin de Befchryving der Vergrootingen, tot op 't jaar 166 $, vervolgd wordt, wederom door Domselaar. In het vierde Boek, vindt men eene Befchry- ving van de oude en nieuwe Gebouwen der Stad, door Iz aak Comme- lyn. Het vyfde behelft eene Befchryving der Ilegeeringe, die byna geheel- ïyk uic Dapper ontleend is, hebbende Domselaar daar alleenlyk eenige Keurenen eenige geleerde Mannen bygevoegd. En in het zesde en laatfte , wordt de Hiftorie, die in het tweede Boek afgebroken was, door Domse- laar tot op het jaar 166$, grootendeels woordelyk uit Dapper en voorts meeftuit Ai t ze ma, vervolgd. Izaak Commelyn hadt, tot de Befchry- ving der oude Gebouwen,eenig gebruik gemaakt van Kloofeer- en andere Schrif- ten, die by de Godshuizen, en voornaamlyk, naar 't fchynt, in 't Nieuwe-zyds- Huiszitten Huis, waarvan hy Regent was, bewaard werden. Doch 't blykt ner- gens, dat hy of Domselaar toegang tot de Stads Regifters gehad heb- ben. x> Ruim een jaar voor dat deeze uitvoerige Befchryving het licht zag, hadt Fi- Füips' LiPs van Zesen, Ridderen Raadsheer van zyne Hoogheid, den Prinfe van van Ze- Inhalt (d), en Saxer van geboorte (e), eene Hoogduitfche Befchryving der fen' Stad uitgegeven, die omtrent vierhonderd bladzyden in quarto beflaat (2). Zy was, volgens des Schry vers eigen getuigenis (ƒ), in den tyd van vier maanden, terwyl zy gedrukt werdt, opgefteld, en werdt, hier ter Stede, uitgegeven by Joachim Nofchen, op de Haarlemmerftraat, in denlïoogduitfchenBybeL 't Werk is in ^/"Boeken verdeeld, In de twee eerfien, wordt de Hiftorie der Stad, van haare opkomft af, gebragt tot op den tyd der jongft voorgaande vergroo- tinge. In het derde, vierde en vyfde, doorwandelt de Schry ver de gantfche Stad, en befchryffalle de weereldtyke en geeftelyke Gebouwen, in die orde, alsze hem voorkomen. Het vyfde Boek wordt beflooten met eene Befchry- ving der Regeeringe en eene Lyft der vermaarde Mannen. De Schry ver, die der Augsburgfche belydenilTe toegedaan was, is naauwkeurigfl, in 't gene den Lutherfchen, hier ter Stede, betrof. Ook was hem het uiterlyke van de Stad ten zynen tyde zeer wel bekend. Hy getuigt, in de Voorrede, dat hy, reeds twee en twintig jaaren, in Amfterdam, gewoond hadt, en aldaar, in 't jaar 1662, met het Burgerfchap vereerd geworden was. Men vindt nogtans niet veel gewigtigs in deeze Befchryving , 't welk ook niet elders te leezen is. Doch zy vervat, daarentegen, wederom verfcheide kleine byzonderheden, die men, te vergeefs, by anderen zoeken zou. De
I 00 ZieB. HuYDECorER Proeve van Taal- en Dichtkunde, hl. 379.
(e) Vid. Witte Diar. Biograph. Tom. II. ad 13 Novemb. 1689. p. 171. (ƒ) P. 398. en Narede. O) Op den Titel, ftaat het jaar 1664; doch de Öpdragtis, den eerften Augnftus des jaai's 1663,
getekend. |
||||
VOORREDE.
|
|||||||
IX.
|
|||||||
^ De Befchryving van Amflerdam, door Tobias vanDomselaar uitgege- xi.
ven, na verloop van eenige jaaren, zynde uitverkogt, werdt Casparus CoV- £gJJ££ Melin, Zoon van bovengemelden Izaak Commelyn, aangezogt, om iin°T daarvan eene nieuwe, verbeterde en vermeerderde uitgave te bezorgen. Cas- parus Commelin hadt, Regent van 't Oude-zyds-Huiszitten-Huiszynde,ee- nige oude Brieven en Schriften, die aldaar bewaard werden , in handen gekree« flf11" uk Waren hem eenige ftukken, den huize van Amftel betreffende, van ~5 t toegezonden. Hy liet zig dan overhaalen tot het werk, en gaf, in't jaar vn\Keene Mchryving van Amflerdam in 't licht,in twee (tukken in folio. Men Epfï er de uitgave van Doms el aar, in de zelfde orde. Het eer/te Boek, de eicnryvmg van Amftelland van Montanus behelzende, is gebleeven zo als cwas. In het tweede, vervattende de Hiftorie der Heeren van Amftel tot op net jaar 1323, zyn geplaatft eenige Brieven, de Heeren van Yffelftein en Myn- «en , voornaamlyk , betreffende. Het derde Boek, waarin de Opkomft en Ver- grootingen der Stadbefchreeven worden, is opgehelderd, door eenige Schepenen- oneven j de oude gefteldheid der Stad raakende. En dit mag men wel voor het nuttigde gedeelte van Commelins arbeid rekenen. Voorts, vindt men, in deeze twee Boeken, een goed getal van Hiftorifche byvoegfels, uitlaatereSchry- yers, gelyk MattheusFoffius; Schotanus, Sligtenborfl , zelfs uitheemfchen , als Mezeray, en anderen; behalve dat ook, in het derde, aangetekend wordt, welke voornaame veranderingen de Stad , in den tyd van omtrent twintig jaaren, on- dergaan hadt. In het vierde Boek, de Gebouwen betreffende, vindt men de nieeftebyvoegfels en veranderingen. Ook worden, in het zelve, eenige weinige Schepenen- en andere Brieven aangehaald. In het vyfde Boek, de Regeering aan- gaande , zyn de by voegfels zeer weinig, en van klein gewigt. Comme lin haalt hier, daar 't zo noodig was, byna geene oude itukken aan. Voorts, heeft hy de Lyft der vermaarde Mannen, in Domselaars uitgave te vinden, met eenige Perfoonen vermeerderd. Maar in 't zesde Boek, waar de Hiftorie der Stad, van 't jaar 1323 af, tot op het jaar 1664 vervolgd wordt, zyn veele byvoegfels; «och,tenopzigte der oudfte tyden,zeer zeldzaam uit tydgenooten ontleend. On- der de weinige oude Brieven , die in deeze byvoegfels voorkomen, zyn 'er twee van aanbelang, eene Ordonnantie op eene uitrufting ter Zee, door Amfler- dam en de Waterlieden, van den vyftienden April des jaars 1475 (g), die niemant voor CoMMELiN in't licht gegeven hadt, en die, fchoon hy zulks niet meldt, uit de Stads Regifiers (h~) ontleend is ; en de Huwelyksvoorwaarde van Jan, Hertog van Touraine, en Jakoba van Beieren van den zesden Auguftus des jaars 1415 (*)• Doch deeze betrof het Land in 't gemeen; niet Amfterdam in 't byzon- der. De Schryver gafze uit, om dat hy die nog nergens, hy eenige Schryvers, ge- zien hadt. Hy zouze egter, in 't III. Deel van 't Groot-Plakaatboek (£), welk reeds in 't jaar 1683 uitgekomen was, hebben können zien: en zelfs in de Chronyk van ZArfjdoorMARKüsZuERius van Boxhorn uitgegeven (/), die, reeds in 't jaar 1644, het licht gezien hadt. Wyders, heeft hy de Hiftorie vervolgd, daar Doms e laar dezelve gelaaten hadt, tot op het jaar 1692. Zie daar,kortelyk, watCommelin heeft,bovenDomsel'aar.'tVoornaam-
fte zyn eenige Schepenen-brieven, meeft, naar 't fchynt, bekomen uit het Oude- zyds-Huiszitten-huis, van welk hy, veele jaaren, Regent geweeft was (m> Immers, ik vind niet, dat hy eenige Schepenen-brieven aantrekt, met aanwyzing van de plaats, daar zy beruften , dan zulken, die hy , in 'c Oude-zyds-Huiszitten- Huis, gezien hadt (ra). Ook klaagt hy, in zyne Voorrede (0), dat de Regenten van 't Burger-Weeshuis hem toegang tot hunne oude Brieven geweigerd hadden, 't Is waar, dat hy, tér zelfderplaatfe, zegt „ dat hy alles, wat hem noch van Out- „ beden uyt eenige Godshuifen middelerwyle was ter hand gekomen, en ook 'ter Se- „ cretarye te vinden was, opgeflelt hadt." Doch 't geneny, uit andere Gods- hui-
(g) Bladz. 915, 916. (h) Groot-Memoriaal, AT. I. ĥ 33- (0 Bl^z. 901,
Cfe) Bladz. 6. (/) u Dcel bL 182. O) ^ie Commevw, U. 539-
C'0 Zie COMMEUN.É/. i7o, i?6, 191,198',437'II<56' ^ Blad3' * 2'
^ * #
|
|||||||
x> VOORREDE.
huizen, bekomen hadt, moet zeer weinig geweeft zyn , om dat hy 'er zo wei.
nig gebruik van gemaakt heeft. Maar niets heeft ons meer verwonderd, dan dat hy hier ook zegt, opgefteld
te hebben alles, 't gene ter Secretarie te vinden was. Zo 'er, voorwaar! ter Se. cretarye, niets meer te vinden ware, dan hy 'er toont gevonden te hebben, zou- den braave mannen, vergeefs, zo veel moeite hebben aangewend, om toegang ter Secretarye te bekomen, Ik heb byzonderlyk myn werk gemaakt, om naar te "-aan, welke Stads fchiïften Commelin aanhaalt, en hoe dikwils; en ik ben vo&omenlyk overtuigd geworden, dat hy nimmer eigenlyken toegang tot de Stads fchriften, die, of ter Secretarye, of elders, bewaard worden, gehad heeft. Ik vind niet, dat hy ergens de Refolutieboeken der Vroedjchap aanhaalt, een' der voornaamfte Regifters ter Secretarye, en daar zo veel in te vinden is, tot ophel- dering van den Staat, Gefchiedeniilen en Regeeringe der Stad: de eenige aanhaa- ling (ƒ>) van het Refolutieboek Lr. O. ƒ. 59. uitgenomen. Doch deeze aanhaaling is nog verkeerd, en moeft zyn Refolutieboek F.f. 42 verfo, ten duidelyken be- wyze, dat hy 't Regifler zelf niet ingezien ; maar 't ftuk, welk hy aanhaalt, vermoedelyk uit het Ver-volg op de naaftlaatfte Uitgave devHandveflen (q), of van elders, overgenomen heeft. In de laatfte Uitgave der Handvejlen, vindt men 't op BI. 124. Ik heb, wyders, niet gevonden, dat hy, meer dan eens (r), een ftuk aanhaalt, uit de menigvuldige Stukken , die in de Oude Kerke be- waard worden; onder welken 'er nog veelen zyn, die nimmer in 't licht zyn gegeven. Wat is 'er waarfchynlyker , dan dat hy geen' toegang tot de oor- fprongkelyken gehad, noch 'er immer affchriften van gezien heeft? Hy fpreekt, 't is waar, Cf) van Stads Boeken ,(t) van oude Stads Regifters, (u) van een oud Stads Regifter. Doch deeze wyze van aanhaalen toont genoegzaam , dat hy die Boeken en Regifters zelf niet ingezien heeft; anders moeft hy byzonder« ]yk hebben aangeweezen, van welk Boek, van welk Regifter hy fpreeken wil. Zo haalt hy ook, op eene enkele plaats (v), een Sententie-boek aan; doch al« zo hy dit Boek niet numereert, gelyk, tot onderfcheiding, behoorde gefchied te zyn, blykt wel, dat hy, 't gene hy 'er uit ontleent, niet uit de eerfte hand heeft. Een enkel ftuk van een Stads Regifler fchynt hy egter te hebben ingezien, te
weeten het eerfle Groot-Memoriaal; alzo hy dit, tot zeven maaien toe, aanhaalt (w). Doch onder deeze zeven aanhaalingen, van welken 'er twee op bl. 857 gevonden worden, zyn 'er twee van eene en dezelfde plaats, die bl. 174, wordt aangeweezen, als ftondtze in 't eerfle Groot-Memoriaal op f. 52 verfo en 53; en bl. 857 op ƒ. 31 geplaatft wordt, welk laatfte alleen goed is. Op bl. 924 wordt, uit het zelfde'Groot-Bdemoriaalf. 206, verhaald, dat de Slotvoogdy van Gouda, in't jaar 1491, aan Jacob van Kralingen Florïs Zoon opgedraagen werdt. Doch 't ftuk, waartoe men ons wyft, zegt, dat Romert Jacobs, in de plaats van Jacob van Cralingen Florysfoen, tot Slotvoogd van Gouda werdt aangefteld. Uit het een en 't ander blykt dan, dat Commelin, zo hy dit eerfte Groot-Memoriaahlheeft gezien, niet alleen van het zelve zeer weinig gebruik gemaakt; maar het ook niet, met de vereifchte aandagt, gelezen heeft. Meer aanwyzingen van Stads Schriften zyn my, in 't gantfche Werk van Com-
melin, niet voorgekomen: ten ware men ook tot de Stads fchriften betrekken wilde eenige Ordonnantien en Sententien van den Burger-Krygsraad, op bl. 809, 810, 814', 8*5, 816, 817, 818 en 819 te vinden,van welken hy, afsProvooft van 't geele Regement, gelyk bl. 8;ó~, 817 blykt, goede kennis hebben kon. En nu oordeele de Leezer zelf, in wat zin, hy hebbe können zeggen , dat hy alles opge/teld hadt, wat ter Secretarye te vinden zvas. Menbe- Myn voomeemen is geenszins, deeze Voorrede te vullen met eene verdere merkt de aanwyzing der misflagen en onnaauwkeurigheden , in Commelins uitgave te &**• vin- (p) Bladz. 858. (?) Bladz. 903. (r) Te weeten, hl. u66. 0) Bladz. 191.
(t) Bladz. 207. (u) Bladz. 190. (v) Bladz. 939- (w) Bladz. 174, 857, 91A, 917,919,924-
|
||||
V O O R ß- Ë D ■ Ë. xi.
vinden, 't Zy my genoeg, aan te merken, dat men, by't uitgeeven van den ïykheid
tweeden druk derzelve, die in 't jaar 1726 het licht zag, reeds befpeurd hadt,^°sm" dat daerin twyffelachtigheden en feylen gevonden werden; en dat men veelvo/ßage-uitgave ver en netter werk kon vervaerdigen. Ook zagen de uitgeevers toen reeds om, f"Ber mer middelen, zvaer door Commelins uitgave verbetert, vervult en vervolgt ^^ mocht worden (# \ Amiier- V*n 't jaar 1694, af, tot omtrent het jaar 1726 toe, hack niemant aan eéneuit- ™ï
voenge Eefchryving de hand willen üaan. Doch toen ondernam de Heer Pi e- ELg TER Vlaming, door zyne Poëzye en uitgave van Spiegels Rertjphgel, arbeidt vermaard, deezen moeilyken arbeid. Men hadt hem, ongevraegd, vee/e zeerder?* gewichtige en voorhenen nooit gedrukte Gedenkftukken aangebooden , tot welker Befchry- vekooming hem, fchryft hy , mogelyk meerder gelegenheidt dan anderen gebeurt vins- Was. Be kunfilievende Heer Christoffel ß e u d e k e r en veele andere Lie- den van rang en geboorte hadden hem hunne hulp toegezeid. De ryke Verza- meling van den onvermoeide» Gerard Schoem aker -ftondt voor hem open. •En 't gene hem bovenal aanmoedigde tot dit Werk, de Ed. Gr. Achtb. Heeren Burgermeefteren deezer Stede gaven hem, op zyn verzoek, eene Burgervaderlyke toe- zegging van behoorleken toegang tot zodanige zaeken en papieren, als tot zyn voor- neemen dien/tig mogten zyn (j> Men viel, hierop, vlytiglyk aan den ar- heid. Men verzamelde , vooreerft, al wat men bekomen kon, de Ker- ken, Kloofters en Godsdienftige Geftigten betreffende. Ook werden 'er ee- nige • Konftplaaten vervaardigd. Men maakte zelfs, na verloop van ee- , nige jaaren, eenen aanvang met drukken: en zyn 'er, toen reeds , zes bladen van 't werk afgedrukt geweeft, het grootfle gedeelte van de befehryvinge der Oude Kerke behelzende. Doen de dood van den Heere Vlaming, en eenige j wert andere beletfels zyn oorzaak geweeft, dat een arbeid, die met zo veel luftfteye[.en> begonnen was, plotfelyk is blyven fteeken, zonder dat iemant, in eenige jaa- ren, genegenheid getoond heeft, om 't begonnen Werk met yver voort te zetten. Alleenlyk, hadt Is aak le Long, van wien de Drukkers der onderhanden mak ie
zynde Befehryvinge zig zogten te bedienen, tot de uitvoeringe van een gedeelte Long van 't Werk, 't welk egter niet gelukt was; in 't jaar 1729, een ftuk in folio in't licht fSeffls- gegeven, onder den titel van Hiflorijche Befehryvinge van de Reformatie der Stadt tone de* Amfterdam: een Boek, waarin veel gebruik van Commelins Befehryvinge ge-^°l' maakt is; en dat, van de eerfte beginfelen der Reformatie hier ter Stede omtrent van Am- het jaar 1525, byna niets inhoudt, en van de Reformatie, in de jaaren 1566 en?ner,Jaln .1578, veel minder, dan men by Brandt en anderen leezen kan: zo dat hetuAt zeer kwalyk aan zynen titel voldoet. 't Werk der Befehryvinge van Amfterdam zou, veelligt, tot hiertoe, door nie- Aäniei-
** o . . 1 ^7- dmff tot
mant, voortgezet geweeft zyn, zo ik, voor eenige jaaren, na dat myne VA-hetsOD.
DERLANDscHE Historie reeds afgefchreeven was, geene aanleiding gekree- dernee-. gen had, om te hoopen, dat het Burgemeefteren niet onaangenaam zyn zou, dat ™^nder ik dit werk ter hand nam. Ik had, reeds voor omtrent twintig jaaren, deBefchry- woordi- vingen van Amfterdam gelezen, en daaruit aangetekend, wat my dienftigfcheen, |eh^^ om de Stad wel te kennen. Het famenftellen der Vaderlandfche Hiftorie hadt my ge. gelegenheid gegeven, om veel te zien van Amfterdam, 't welk niet bekwaamlyk in eene algemeene Hïftorie kon worden ingevlyd, en nogtans der géheugeniffe wel waardig was. Ik fcheen dan niet t'eenemaal ongefchikt tot dit werk. Nogtans te zeer, om het met hoop van eenen gelukkigen uitflag te durven onderneemen , in- dien die hoop niet opgewekt ware,door haare Edele Groot-Agtbaarhedenzelven, die,my, op myn nedrig verzoek,toegang verleend hebbende tot deiiegnters dei- Stad, ter Secretarye en elders beruftende, ook tot de Godshuizen, en waar ik het verder dienftig zou oordeelen; my, naderhand, by fchnftelyke Acte, den eer. naam van Hifiorie-Schryver deezer Stad toeftonden,en zeirs verlof gaven, om de |
|||||||||||
ge-'
|
|||||||||||
(
|
S) P. Vlam-ings Vososbsrigt als boven, ^_ . _,
fyl ^P ^
|
van Co&a&iiÄ
|
|||||||||
3
|
|||||||||||
VOO R Ë. E D E,
|
|||||||||||||
XII.
|
|||||||||||||
gemelde Regifters, onder behoorlyke verzekering, voor eenigen tyd, tot myn ge-
bruik ten mynen huize te mogen hebben: eene gunft, voorwaar!zo groot, datik- ze altoos, met de opregtfte en gevoeligfle dankbaarheid, erkennen zal. Én tot! Op deeze wyze aangemoedigd, befloot ik,een goed gedeelte van mynen tyd te het uit- befteeden aan het befchry ven van myne Geboorte-Stad, A M S T £ R D A M. Ik laiTden maakte, terftond, gebruik van de vryheid, my door Burgemeefteren vergund^ viel aanvang vlytiglyk aan 't leezen en doorbladeren der gewigtigfte Stads Regifters, en verza- derzeive. m'j^ daaruit _aues, wat my eenigsziiis fcheen te paffen, in eene uitvoerige en naauwkeurige Befchryvinge der Stad. Ik vergeleek het mét het gene ik, reeds van elders, voor veele jaaren, verzameld hadt: bragt myne aantekeningen in orde, en befloot, eindelyk, om aan het verlangen van veelen te voldoen, het eerfie Stuk van 't Werk ter drukperfe over te geeven, met oogmerk om de overigen, op hec eerfte, te laaten volgen, met zo veel fpoed, als met de vereifchte naauwkeurig- heid en gepaftbeid in de uitvoeringe beftaanbaar is. Zy zal . Geenszins, heb ik voor, het werk deezer Befchryvinge tot eene geweldige groots met met te te ^QQn ujtjyjen> Ware dit myn oogmerk, 't zou my zeer gemakkelyk vallen. stukken Ik had het werk maar te vullen met oude Stigtingen van Kloofteren, Vicaryen, deTw*" Altaaren enz. die ik in groote menigte in handen heb; doch van wrelken weinigen den. ' het regte gebruik weeten te maaken, en die de meeften naauwlyksleezens waardig rekenen zouden. Myn toeleg is, deeze Befchry ving niet zo groot, maar zo nut- tig te maaken als my mogelyk is, eerft voor de ingezetenen deezer Stad, en daarna voor alle myne Landsluiden, die hier ook veel ontmoeten zullen.,'t gene anderen Steden,en 't Land in 'c gemeen, zo wel als Amfterdam in 'tbyzonder,aangaat.Ik Doch zal dan de Befchryving niet overlaaden met egte Stukken; maar, uit de menigte, vln^r die ik reeds heb, en dagelyks bekomen kan, alleenlyk zulken uitkippen, die de ge- nuttig- wigtigften en nuttigften, en voorheen nooit, ofte gebrekkelyk uitgegeven ge weeft ^ot kit zyn" Zy zuü^n» doorgaans, "ageer ieder Boek, waarin zy eerft worden aangehaald, toe on- geplaatft worden. Van de overigen, die ik niet dienftig agt geheel in 't licht te gee- gediuk- ven> zai ik5 dikwils, de eigen woorden aanhaalên, zo ver zy te pafte komen; 't zienzyn. welk den Leezer, doorgaans, aan de hand geeven zal al het gebruik, welk'er, tot opheldering der Befchryvinge van Amfterdam, van te maaken is.
De mees- De meefte ongedrukte egte Stukken, uit welken een groot gedeelte myner Be- slukïen''fchryvinge opgemaakt wordt, heb ik gevonden, ten deele in eene ryke verzame- zyn'ont- ling derzelven, door den Heere Vlaming en anderen, byeengebragejtendee* leend, je en yoornaamlyk, in de Stads Regifters. uit de De verzameling van den Heere Vlaming en anderen is, door koop, in bezit
meling gekomen van den Boekhandelaar Tir ion, door wienze my ter hand gefteld is. derzei- In dezelve, munten uit de Affchriften van alle de oorfprongkelyke Stads Stukken, [nend'edie die, in de Oude Kerke, bewaard worden, en verfcheide eeuwen bewaard |
|||||||||||||
geweeftzyn; onder welke ftukken, nog veelen gevonden worden, die nimmer
gedrukt zyn geweeft, en van welken wy 'er eenigen in 't licht geeven zullen. De |
|||||||||||||
Oude
Kerke |
|||||||||||||
woi-dtï gedrukten vindt men, byna allen, in de Handvefien deezer Stad, met naame in
en de laatfte uitgave, die, door den beroemden Heere Hermanus Noordkerk, den luider der Regtsgeleerden van ons Vaderland, bezorgd is. Wy wyzendanden Leezer, wanneer wy gedrukte Stukken uit de Oude Kerke aannaaien, alleenlyk tot de Handveflen; in onze aanhaalingen van welken, op dat wy dit hier,in 't voor- bygaan, melden, men doorgaans twee biadzyden zal aangeweezen vinden, waar- van de eerde die der uitgave van den Heere Noordkerk, de tweede,dietus- ichen [ ] haakjes ftaat,die der uitgave van den jaare 1662 met de Vervolgen aan- duidt. Maar wanneer wy ongedrukte Stukken uit de Oude Kerke aannaaien, noemen wy, nevens den naam van Oude Kerke ,de byzondere Laaden, iri welken deeze Stukken bewaard worden. Men moet, naamlyk, om dit te beter te ver- ftaan, weeten, dat, in den Weder muur van hetZuider kruispand der Oude Ker- ke» oudtyds het Handboogsfchutters-Choor, en nu de gewoonlyke Catechizeer- plaats, omtrent vyftien voeten uit den grond, eenyzeren deuris;en agterdezel- ve een eekenhouten, die een Vertrekje van omtrent tien voeten in 't vierkant af- fluit. |
|||||||||||||
VOORREDE xin;
i
'ten h Ia dit VercrekJe> ftaät een zwaare eekénhouten kas van omtrent agt voe-
envew™" vooren en van ter zyde,weldigt met yzer beflaagen. Zy heeft vyf- dee T§^,dieietier een en eennalvevoet Ian§ en twee duim diep zyn. En te Ze ™d(;n> die allen genommerd zyn, befluiten de oude en laatere Handves- k en ™legien der Stad, en veele andere egte Stukken, de oudften van wel- Vertrek ^ Wel bewaard zyn, en n0S Saave ze§els hebben- Men noemde dit
lvkmv i ofdeezeKas, vanouds, bei Secreet, dat is, de geheime Plaats; ge- goedv g, eeken is> uit eene Refaktie van den jaare 1588; toen deVroedfchap vonüt 5j eenjge Privilegien, door den Koning van Deenemarke aan de Stad hier h d,teli§ten uit bet Secreetin äe Oude Kerke (s)." Onder de Stukken, die ^in d Iaard worden5 zyn vooral opmerkelyk de Privilegien, die de Stad, in't be- zvd •Beroerten onder Alva en Requefens, verkreeg, om dat zy de Spaanfche ülnQ- Z0 Setrouweiyk aankleefde; doch die zy, naderhand, by de Satisfaclie van hehhaare l^^3 wederom afftondt. Zy zyn nog nimmer gedrukt geweeft: enwy tvH 6-n v,00r' omze den Leezer, als Bylaagen tot de Hiitorie der Stad van dien • D *S A vervol§> mede te deelen.
-e 1^ ReSifters,die ter Secretarye en elders op't Stadhuis beruften, zyn zeer Uit de menigvuldig en uitgebreid. De vöornaamften zyn de Privilegie boeken, de Refolu- StadsRe- weekender Vroedfchap, èt Keurboeken, de Groote Memoriaalen, het MünimenU*S?^- gijter7 de Mifliven-boeken, de Confeffie- en Sententie-boeken, de Krygsraads-boe- me uit
en enz. En onder dcezen, zyn van het meefte gebruik, tot eene behoorlyke Be- cnryvmge der Stad , de Resolutieboeken der. Vroedschap, de ■^eurboeken en de Groote Memoriaalen. „ r,1. . Resolutieboeken der Vroedschap, vindt men veel, de ge-de Refo-
ïïeldheid der Stad s en haare verfcheiden' Vergrootingen, en de Stads Werken en J£ien bebouwen betreffende. Ook is, uit dezelven, het meefte licht te fcheppen, aan- vroed- gaande de Stads gefehiedeniffen, door alle tyden, zo ver dit Regifter gaat: want fchaP> net vangt eerft met het jaar 1536 aan,'t zy dat 'er, in vroeger tyd, geen Regifter Vai1« ü ba.ndeüngen en belluiten der Vroedfchap gehouden zy; 't zy dat de vroe- geie Regifters, by ongeluk van brand, of andere ongelegenheid, verlooren ge- raakt zyn. De natuur en herkomft van de voornaamite Ampten en Kollegien van Regeeringe is ook, uit dit Regifter, met den meeften grond, op te maaken. De K e urboeken dienen, voornaamïyk, om de wyze, op welke de Stad, van de Keur-
vroeg af aan, beftierd geweeft is, te leeren kennen. Men ziet 'er de herkomft in be°ekeIli van^oude en laatere neeringen en handwerken, met de verfcheiden fchikkingen, aie 't Geregt, van tyd tot tyd, op de oefening derzelven gemaakt heeft. De oud- heid der Gilden, der Schutteryen, der Burgervendelen,met derzelver byzondere Voorregten, wordt 'er in vertoond: voorts, de dienft en 't gebruik der Sluizen en Waterkeeringen, de wyze van 't brandbliuTchen en verlichten der Stad, in vroe- ger en laater' tyd, en oncelbaare andere zaaken, die de wysheid der Regeeringe, tot befcherining der ingezetenen, tot bevordering der goede orde en ruft onder dezel- ven, tot bewaarmg van derzelver gezondheid, en zelfs om hun een eerlyk genoegen en vermaak te verfchaffen ,op verfcheiden tyden, heeft goedgevonden te beraamen. Het oudfte/i^rZ'ö^,A. getekend, begint met het jaar 1465,^0011 'er ook eenige ouder Keuren in gevonden worden. Maar voor het zelve, is eene verzameling van ouder Keuren gevoegd, die zeer net op franchyn gefchreeven zyn. Eene diergelyke Verzameling van oude Keuren, insgelyks, op franchyn, doch wat laater gefchree- ven, isgeplaatft voor het Keurhek C. De eerfte beflaat veertig, de tweede twee- endertig/ö//m. De Keuren, in deeze Verzamelingen vervat, zyn byna allen zonder dagtekening (3): waaruit af te neemen is, dat'zy, öp laft der Regeeringe, naar alle waarfchynlykheid in 't begin der vyftiende eeuwe, uit -ouder Keurboeken t zul-
- (2) Refol- Vroedfch. N. 6. i Aus.
|
|||||
##*
|
|||||
xiv. VOORREDE.
zullen getrokken wezen; welke ouder Keurboeken, federt, verlooren zullen zyn.
Het maakfel der letteren toont klaarlyk, dat deeze franchyne Regiflers niet laa- ter dan in den aanvang der vyftiende eeuwe gefchreeven zyn. Maar uit de taal ftyl en inhoud der Keuren, blykt, dat men veelen derzelven,zo niet de meeflen' tot de veertiende eeuwe brengen moet. Beide deeze Verzamelingen worden nu en dan, aangehaald in andere Regifters. Zo lees ik van \francyne Kuer-boeck en van het francyne Willekeur • boeck in de Refolutien der Vroedfchap (a~), waarmede op de tweede Verzameling wordt gezien; die elders (b) tnyewe Willekeure-boeck genoemd wordt. deGroo- DeGitooTE Memoriaälen, die met het jaar 1474 beginnen; doch waar- te Me- jn 00k ftukken van veel ouder tyd geplaatft zyn, zyn van dienft, om deherko'mft moma- van vee{e mindere en kleine ampten en bedieningen te leeren kennes. In de oudften, zyn ook veele brieven, door Burgemeefteren afgevaardigd , en veele overeenkomften, by verfcheiden' gelegenheden, van wege de Stad, gemaakt tê boek gefield; waaruit der Hiftorie' geen gering licht bygezet wordt, op wat De opmerkende Leezer zal, ondertuflchen, ligtelyk gewaar geworden zyn deezee"' dat de oudfte Regifters der Stad, hoe veel nuts 'er ook , tot eene naäuwkeüfige Befchry- Befchryvinge, uit te haaien zy,ons geenszins brengen tot de eerlie ODkomft vari Stal *' Amfterdam j omtrent de dertiende eeuwe.'t Gemeen gevoelen is, dat Veele oude de aiïer ftukken en papieren, in den brand van het oude Stadhuis, die den zevenden Ta- oudfte ly des jaars 1652 voorviel, vernield geworden zyn. Doch 't kan ook zeer wel géveft'igd wezen, dat men, in de oudfte tyden, toen Amfterdam weinig aanziens hadt en 'tfchryven, onder weereldlyken, ook niet zeer gemeen was, -weimV aansete- kend heeft. Amfterdam ftaat hierin gelyk, met de meefte Hollandfche Steden van welken men ook, voor de vyftiende eeuwe, weinig te boek gefteld vindt' buiten de Graaflyke Privilegien, die elk zorgvuldiglyk gadelloeg , en die hier ter Stede, zo getrouwelyk als ergens, bewaard geworden zyn. Wy hebben'hier- om, de alleroudfte gefteldheid en gefchiedeniiTen van Amfterdam, zo ver he't een en't ander met zekerheid te weeten is, alleenlyk können veftigen op onze oudfte Privilegien, die, in de Oude Kerke en in de Privilegie-boeken, voor handen en voor het grootfte gedeelte, in de gedrukte Handveflen, te vinden zyn: e'n op veele andere oude Brieven, van tyd tot tyd, federt eene eeuwe omtrent in \ licht gegeven. En hier is ons veel dienft geweeft het Groot-Charterboek derGraa- ven van Holland, onlangs, in IV. Deelen in folio, door den Heere Frans van Mieris, uitgegeven, waarin veele ftukken geplaatft zyn, oud Amfterdam be- treffende, de meeften van welken hem, uit de Leen- en Regifterkamer van Hol- land , zyn medegedeeld. Zie daar, Leezer, de voornaamfte behulpfels aangeweezen, van welken ik mv
bediend heb, en nog bediene, om myne Medeburgers en Landsluiden te voor- zien van eene voIkomener,naauwkeuriger en allenthalve nuttiger Befchry vin<* van Amfterdam, dan hun, tot hiertoe, is medegedeeld. Myne voorgangers in dit werk mogen bekwaamer geweeft zyn dan ik; maar zy zyn zo gelukkig niet ge- weeft, 't Heeft hun ontbroken aan behulpfels, die my, in overvloed, ter hand gekomen zyn. En fchande ware het, zo iemant zelfs van maar maatige bekwaam- heid en ervaarenis, van zulk eene gewenfchte gelegenheid, niet ten minfte zo veel gebruik wift te maaken, dat hy deedt zien, dat de Schatkamers van de ge* grondfte kundigheden niet te vergeefs vóór hem ontflooten geweeft waren. ü~ Waarop In eene nuttige Befchry ving van Amfterdam, moet ieder Amfterdammer, van "eeft'ïivvat ftaaE of beroep hy zy» können vinden 't gene voor hem, in zyne omftandiV- toeiegf3 heden, aangaande de Stad, weetenswaardigs is, van haaren oorfprong af,zo ver gen, in men daarvan let met grond te weeten komen kan, tot op den tegenwoordigen tvd SryTen toe- De overige ingezetenen onzes Lands, die zig, gelyk wel behoort, iet ka- der ten gelegen zyn aan eene Stad, welke zo veel invloeds heeft op het gahtfche Ge- meenebeft der Vereenigde Provinciën, moeten'er ook in können voldaan wor- den. ' 00 2V. 1. 6 May 1555. TV. 3. 7 'jug. 1577. (*) Kem-b. rf, f. 75 veifo.
|
||||
voorrede. «
en. Of nnyne Befchryving deeze hoedanigheid hebben zal, ftaat anderen te oor-
ochoon myn oogmerk is, niets van belang over te flaaii, wat tot eene nut- Gebou-
«ge Befchryving der Stad kan geagt worden te behooren, is myn toeleg eg-wen» ter, voornaamlyk, eenige zaaken uitvoerigtyk en naauwkeuriglyk te verhau- üelen, die anderen, of zeer onvolkomen, of geheel niet befchreeven heb- ben. De Befchryving der Gebouwen zelve, die uitvoerigft by ande- ren gevonden wordt , zullen wy niet flegts met de befchryving der nieuwe oeoouwen vermeerderen;, maar ook, omtrent de ouden en derzelver iligtingeen J,rleringe, veele weetenswaardige zaaken aantekenen, die by anderen zynover- |,eiiaagen. Ik zwyge,dat eenige °voornaame Gebouwen, oude en nieuwe, kon- Jgiyk, in 't koper gebragt, by de uitgave in folio zullen worden gevoegd: onder welke Konilplaaten uitmunten de keurlyke afbeeldfels der oude Kloofte- ren, die reeds voor de uitgave van den Heere Vlaming vervaardigd wa- ren, en die wy, hierom, te gereeder by het eerfte gedeelte onzer Befchry- vwge hebben können voegen. Zy zyn ontleend uit de egte en nette Houtfnêe- kaart van Cor melis ÄNTHONiszooN,het befte gedenkftuk van oud Am- n "J.' W€lk ,teSenvv°ordig voorhanden is. Doch onder 't gene tot eene nuttige Befchryving van Amfterdam behoort, tel-
len wy byzonderlyk drie zaaken, die, tot hiertoe, zeer gebrekkelyk verhandeld zyn, en die nogtans, meer dan anderen, verdienen uitvoeriglyk en naauwkeurig- lyk verhandeld te worden, te weeten, de Hiflorie, den Koophandel en de liegee- mg der Stad. Wy hebben ons, hierom, op het verhandelen deezer drie zaa- ken, met verdubbelden viyt, toegelegd. In de Historie, hebben wy ons bepaald tot de Stad alleen, en niet geraa- Gefehlt
den gevonden, het Werk, buiten reden, te doen ukdy den, door een Verhaal van demflen> t gene Amftelland, en den ouden Heeren van Amftel aangaat, zonder dat 'er de Stad eenig deel in gehad heeft. Van de gefchiedenhTen van Holland en van de Vereenigde Geweften in 't gemeen, die een aanmerkelyk gedeelte van de Hiftorie oer voorgaande Befchryveren van Amfterdam uitmaaken, hebben wy niet meer aangeroerd, dan volflrekt vereifcht werdt, om de Hiftorie der Stad, die ons ftof in overvloed uitlevert, wel te verftaan. Men verwagte , derhalve , niet, hier nog eens te zullen herhaald vinden, 't gene, in de Vaäerlanäfche Hißorie,alreeds uitvoerig genoeg te boek gefield is. 't Gene, in dieBißorie, Amfterdam aangaan- de , gevonden wordt, is hier alleenlyk omftandiger en naauwkeuriger verhaald. En men vindt hier, daarenboven, eene ontelbaare menigte van byzonderheden, de Stad betreffende, van welken het niet gevoegd zou hebben, in eene algemeene Hiftorie des Lands,gelyk de Vaäerlanäfche is,gewag te maaken. Zodanigen zyn, by voorbeeld, een omftandig berigt van de gelegenheden, by welken de Stad haa- re oudfte en voornaamfte Privilegien verkreegen heeft, met eene korte verklaa- ring der duiftere plaatfen in die Privilegien; een uitvoeriger verhaal, dan men er- gens vindt, van de eerfte beginfelen der Reformatie in de Stad,omtrent het jaar 1525 ; een volledig berigt van het invoeren en affchaifen der openbaare Preeke hier ter Stede,in de jaaren 1566 en 1567, en van de gewigtige verandering des jaars 1578, met het gantfche beloop van de handeling over de SatisfaBie of Vol- doening, in het laatftgemelde jaar, door den Prinfe van Oranje en de Staaten van Holland, aan de Stad toegeftaan; van welke handeling nog geen onzer Hiftorie- fchryveren een eenigszins voldoend berigt gegeven heeft: een naauwkeuriger ver« haal, dan men tot hiertoe gezien heeft, van 't voorgevallene hier ter Stede, inde jaaren 1626, 1627, 1628, 1629 en 1630, toen de gefchillen tuffchen de Regee- ring en eenige Kerkelyken hier zeer veel beweeging maakten: voorts, veele by- zonderheden der onluften van de jaaren 1650, 1672, 1684, 1690 en der vol- gende tyden, die men vergeefs elders zoeken zou. Het ontvouwen van zo vee- le gewigtige gebeurteniffen, die, van tyd tot tyd, in den loop des verhaals, voorkomen, zal, hoop ik, aan onze Hiftorie van Amfterdam een leeven by- zet-
|
||||
VOORREDE.
|
||||||
zetten, welk, anderszins, bezwaarlyk te brengen is in de Hiflorie eener by«
zondere 'Stad. In de fchets, die wy van Amfterdams Koophandel voorhebben te gee-
ven, Hellen wy ons voor, deeze bron van de welvaart der Stede, in haaren eerften en tederften oorfprong, naar te fpooren, ên vervolgens te doen zien, hoezy, allengskens, aangevallen is, en zig, eindelyk, wyd en zyd verfpreid heeft, over den gantfehen bekenden aardbodem. En hier zal 't byzonderlyk te pas komen, te doorloopen de meefte en voornaamfle Verdragen van Zeevaart en Koophandel, die de Staat ooit met uitheemfche Mogendheden geflooten heeft, en den inhoud en het waarc oogmerk van dezelven , met de veranderingen , die daarin, van tyd tot tyd, gekomen zyn, aan te wyzen. Wantfchoon dee- ze Verdragen den Vereenigden Provinciën in 't gemeen aangaan, is 'er geene Stad in den gantfehen Staat, die zo veel belang by dezelven heeft, als Am- sterdam. De verhandeling van de natuur en het oogmerk deezer Verdragen zal niet alleen voor Koopluiden; maar ook voor alle zulken, die begeerig of verpligt zyn, den Staatkundigen toeffcand des Koophandels te leeren kennen, van dienffc können wezen. De voorgaande Befchryvingen van Amflerdam zyn naauwlyks ergens in zo
onvolkomen geweeft, als in het verhandelen van het Stuk der Regeeringe, het gewigtigfte van allen. Pontanus heeft het weinige, welk hy van de hooge Ampten van Schout , Burgemeefteren , Schepenen en Raaden te boek gefield heeft, nog aangevuld , met Romeinfche en Middel-eeuwfche Oudhe- den. Dappers befchryving der Ampten van Regeeringe is beter; doch ook korten onvoldoende: en Domselaar en Commelin hebben Dapper byna woordelyk gevolgd. De Stads Regißers hebben ons gelegenheid gegeven, om de natuur deezer hooge Ampten en Dienflen , gelykze oudtyds genoemd werden, nader te leeren kennen, te gelyk met de wyze van verkiezinge tot dezelven, en van de vereifchten in zulken, die 'er toe bevoegd geoordeeld wor- den. De oorfprong, de inflelling, het gezag en de bezigheid der byzondereKa- mers of Kollegien van Regeeringe en Regtsoefeninge is ook niet beter te lee- ren , dan uit de Stads Regifters. Van dit alles en nog meer heeft de Leezer, in onze Befchryving, een omflandig en gegrond berigt te wagten. Veel nut- tigs zal 'er ook nog te zeggen zyn van de wyze, op welke de Regeering haar aanzien en gezag handhaaft, waarin de verhandeling der Schutterde en Stads be. zettmge te pas komen zal; omtrent de eerfle van welken twee, eenige ingezete- nen, nu en dan, zeer verkeerde bevattingen gevoed hebben, die, eens vooral, dienen te worden verbannen. Omtrent het bellier der Stad in veele opzigten is ook een groot getal van nutte kundigheden te haaien uit de Stads Regißers, welken, in de voorige Befchryvingen, niet aangeroerd zyn. Doch deeze Voorrede, die reeds lang genoeg is, zou veel te ver uitloopen,
zo wy den Leezer breeder verilag deeden van 't gene hy, in 't vervolg deezer Befchryvinge, te wagten heeft, 't Is meer dan tyd, dat wy afbreeken, met ee- nen hertelyken wenfeh, dat onze Medeburgers en Landsluiden zo veel nuts trekken mogen uit deeze onze Befchryvinge, dat wy ons den arbeid van eenige jaaren, daaraan naariliglyk te kofte gelegd , nimmer beklaagen mogen. Am- sterdam, onze loffelyke Geboorteftad , bloeije lang, onder de wyze en vriendelyke befliering van braave Overheden, en zy, tot in het laatfle nage- flagt, de Kweekfchool van nuttige Weetenfchappen, Konften en Handwerken, de Voedfter van nyvere en eerlyke Koopluiden, de Voorftandiler van redelyke Vryheid in den Godsdienft en in den Burgerftaat! |
||||||
P E-
|
||||||
XVII.
|
||||||||
PETRI APHERDIANI
|
||||||||
Defcriptio
ELODAMENsis. Germania f nes per omnes: «?
Templa quod ipfa queunt docere.
Non poenitendi follicita duo Conflrutla cernas artificis manu, Miranda pigmentis & aris Sunt opera, atqite foris polita. 40
Alt are quantis fumptibus in Novo Templo locatum ! quis fimilem locus Vicluram habet ? pulchris tapetis Cniäm locus efl decoratus ille ! Res c'onflituta efl publica legibus 45 JEquis, Senatus jußitiam colit,
Et avium quarit falutem, Utilitate fua relicla. Mufas amat cum Delphicola Deo, Er exit Ulis magnificam domum, 50 Bonas tibi pubes tenella
Cum pietate docetur artes. Praclarius quo nil fieri potefl, Cum civitatis fint pueri feges. Et prima qualis difciplina, 55 Talis & eflpopulus futurus.
Et contineri cafiius h<ec nequit Mtas, par ent um quam ante oculos: minor Et fumptus efl Ulis futurus In patria, atque domi educando. 60
Quid qubd facultas non datur omnibus, Curare proles inflitui ut queant Extra folum natale : nonne Hie bene confuluit Senatus? Prudentia ejus confpkua extitit, 6$ Cum dira panis nos premeret fames: Jo.1557.
Nam providus tune ni fuif et, ____I Innumeri mifere periffent.
. O quan-
|
||||||||
Brevis
Urbis amst
lnfignibus funt oppida dotibus
Ver muit a 'paffim pradita: fed tuuM Amflelredamum non videmus Effe decus minimum inter illa* Dit ar is undis quinque fluentibus, Amflella quarum latius explicat Vires fuas, dans civitati Nobile nomen ubique notum. Vort um fr e quem em navigüs habes: 1 c Vort ant que uier ces omne genus tibi A Gange & extremis Eois, . Occiduaque plaga repente. Frumenta, pifces, vina fuavia, Gratumque potum, quem celebris coquit 15 Homborga, Bremenfes, Lubecum, Anglia, Roftochium, & Gedanum.
Lac, cafeos, & nobile butyrum, Carnes, piper, cum purpureo croco, Et faccaro, Vangtea abunde 20 Cynnama, amoma, & odora thura. Ficus, nuces, & verficoloria
Poma, Atticum mei, lanificai De<e Munus, colorati feruntur Oiialia veilera habere Seres. 25 Circumjacentes quce populos fibi Emptum venire huc quottidie vides ,
Ut cceteris pajfim revendant, Et fibi lucra domum reportent. Sunt ambulacris moenia commodis, 3° Speclarc campos unde virentibus Herbis licet, curvas carinas, Et fluitantia vela malis. Strutlura quam fit magnifica adium, Quid diclo opus ? cum vix videas parem I- STUK. |
||||||||
XV lil.
|
||||||||||||||||||||||||||
O quanta paffm tune querhnonia
Audita, quantis flstibus omnia Tune plena erant ? nulluni paiebat Perfugium, nïfi ad hunc Senatum. Profpexerat qui civibus antea Edicio in annum dimidïum fuh> Et deinde frumentum coëmh, Quo miferos ahm benigne. Quid clerus hujus non minimum decus *****
Urbis?pil, ne prateream, colit
Vitam: facras <£ des frequent at, At que Deum celebrare gaudet. Vifuntur bic & Coenobia inelyta, Cafli & boni quee condecorant viri, Et virgines omni fupremum Sedulitate Deum colentes. Quid ampla ducam »«o-o««/«"* s ubi Gratis foventur languida corpora? Quid pauperis cur am popelli? Egregiumque ^«p«^ «^7« ? Sunt nota cun&is hcec fatis in locis: Namque hujus urbis tanta henignitas Spetlatur in quosvis egenos, Ut vocitetur alumna eorum. |
||||||||||||||||||||||||||
Procerhatem nunc qitoque civium,
Forma m venu ft am & f ort ia corpora Hor urn, puto omnino tacenda. Nam periergon id effe dicas. Concordiae quam fint potius decet Omnes amantes dicere. non vides Certare de lana caprina, |
||||||||||||||||||||||||||
70
|
||||||||||||||||||||||||||
95
|
||||||||||||||||||||||||||
75
|
||||||||||||||||||||||||||
Nee tetricas agitare Utes.
|
100
|
|||||||||||||||||||||||||
Hortos fcoporum confpicuos habent,
ALdesque in Ulis aëreas, ubi Exerchant fefe fagittis, At que epulas celebrant frequente!.
Et difciplinam confpicias ibi 105 Tantum int er illos, improba j&rgia
Rixteque ut [baud unquam audiantur: Sedjoca lata & honefla verba. ConfpeBui fe fulgida publica Prcebent, gerent es ar ma, nitentibus 11 o Solemnem agant tanquam triumphum Veftibus, hoc quoque bis quotannis. jfamplura poffes dicere, fedfatis: Cum nota cunclis fint, minus arbitror Hoe effe opus. Mufa ergo finem 115 Pik facias, alioque tendas.
|
||||||||||||||||||||||||||
80
Kutnero
|
||||||||||||||||||||||||||
85.
|
||||||||||||||||||||||||||
90
|
||||||||||||||||||||||||||
Extat EPIGRAMMATUM MORALIUM
Libr. II. ANTVERPIM 1560. |
||||||||||||||||||||||||||
INHOUD
|
||||||||||||||||||||||||||
XIX.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I N H O U
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
D
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van ds
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
deelen " boeken
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
der volgende Befchryv'mge van
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAM.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zevende Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
EERSTE DEEL.
PKOMST, Aanwas en Vergrootingen
van Amsterdam |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stu
|
^^^^^^ Stuk. Bladz.
I. 1 - 78 Van 't jaar 1555, tot in 't begin des jaars _______, . 1567. . • I- 267-302 Agtste Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Eerste Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Oorfprong, aanwas en Gelegenheid der Stad
Amsterdam , tot omtrent den aanvang der zejliende eeuvae. . . . I» I Tweede Boek.
Vergrootingen der Stad, in de zefliende
en zeventiende eeuvoe, en derzelver tegen- |
fan 't jaar 1567, tot in bet jaar 1575. I. 303-344
38 Negende Boek.
Van't jaar 1575, tot op de Verandering der
Regeeringe in't jaar 1578. . . I. 345-380 Tiende Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
woordige Gelegenheid. . . 1.41 - 78
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
_______ Van 't jaar 1578 , Ut bet einde van 't bewind
des Graaven van Leicefler, in 't jaar 1587. t 3S1 - 402
* Elfde Boek.
I. 79-743 Vm h jaar I538, tot in bet jaar 1612. I. 403-416
Twaalfde Boek.
Van 't jaar 1612 , tot in 't begin des jaars
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
TWEEDE DEEL
Geschiedenissen van Amsterdam.
Eerste Boek.
Amsterdams Geschiedenisse
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1617- . •
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van de Gpkomfi der Stad af, tot op bet jaar
1334» Tweede Boek.
Van 't jaar 1334, tot bet jaar 1401.
Derde Boek.
Van 't jaar 1402, tot bet jaar 1477. Vierde Boek.
Van 't jaar 1477, tot bet jaar 1506. Vyfde Boek.
Van 't jaar 1506, tot bet jaar 1534. Zesde Boek. .Van'tjaar 1534, tot bet jaar 1555« |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I. 79-104 Dertiende Boek.
Van 't jaar 1617, tot in bet jaar 1626.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I. 105-136
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Veertiende Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
j 137.174 Van'tjaar 1626, tot in bet jaar 1632.
Vyftiende Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I. 175-206 Van Him l632' t0t betjmr l649'
Zestiende Boek.
1.207-232 Van'tjaar 1649, tot bet jaar 1651.
Zeventiende Boek.
I. 233-266 Van 't jaar 1651» tU bet jaar 1661.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
HOUD.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
N
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XX.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bladz.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stuk.
11 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stuk. Bladz.
Agttiende Boek. Van 't jaar 1662, tot bet jaar 1671. I- 609-624 Negentiende Boek.
Van'tjaar 1672. . I. 625-654 Twintigste Boek.
Van 't jaar 1673, tot in bet jaar 1684. I. 655-686
Een en twintigste Boek.
Van 't jaar 1684, tot in bet jaar 1695. I. 687-710
Twee en twintigste Boek.
Van 't jaar 1696, tot op de Utrecbtfcbe Vre-
de des jaars 1713. • • *• 7II_729 Drie en twintigste Boek.
Van 't jaar 1713, tot bet jaar 1740- L 73°'743
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1.
|
Regulier s-Toor en.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan-Rooden-Poorts-Tooren.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
O'
4-
5- |
Haringpakkers - Tooren.
Scbreijers-Toóren.
Montelbaans-Tooren
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sluizen era Waterkeeringen.
Waalen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XVIII.
XIX. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XX. Havens.
XXI, Kraanen. . ,
XXII. Bruggen, en in 't byzonder
Oude Brug. . , Nieuwe Brug, ' . -
Paapen-Brug. . . _
Lange Brug.
Doele Brug. Halvemaans Brug, .
Blaauwe Brug. Magere Brug. Amjtel Brug. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XXIII.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Doelen.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. Handboogs-Doele.
2, Kloveniers-Doele.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XXIV.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stads Herbergen.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. Oude-zyds-Heeren-Logement. -
2. Nieuwe-zyds-Heeren-Logement. -
3. Nieuwe-Stads-Herberg.
4. Nieuwe Stads Herberg in de
Plantaadje. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XXV.
XXVI. |
Generaal-Post-Comptoir. —
Admiraliteits Gebouwen.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
DERDE DEEL.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. Admiraliteits- of Prinsen-
hof. - . . 2. Admiraliteits -Magazyn en
scheepstimmerwerf. 3. Admiraliteits-Lynbaan.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gebouwen der Stad Amsterdam. II. 3-412-
Eerste Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
H. 3- 88 XXVII
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gebouwen der Oostindische
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Weereldlyke Gebouwen en Werken.
I. Stadhuis. II. Beurs. lil Koorenbeurs. IV. KOORENMEETERS-HuiS.
V. Stads-Excyns-Huis. . «
VI. Oude Waag. • • Vil. S. Antonis of nieuwe Waag.
V11I. Reguliers Waag. IX. Lomberd of Bank van Leening.
X. Vleesciihallen.
1. Groote Vlesfcbbat.
2. Kleine VleeJ'cbbal. .
3. IVefler-bal.
4. Heerenmarkts'bal.
5. Nieuwe of Botermarkts-bal.
XI. Staalhof , Zydehal en Saaihal. XII. Kistenmaakers Pand.
XIII. Witwerkers Pand.
XIV. Stads-Werkplaatsen.
j. Stads-Timmertuin.
2, Stads - Steenbouwery enMetfel-
tuin.
3. Stads-Scbuitenmaakers- Werf.
A. Stads-Gefcbut- enKlokgietery. 5. Proef werf van t Uejcbut.
6. Stads Salpeterbuis.
7. Stads Kar- en Paardenjtallen.
XV. Stads-Wapenhuizen en Kooren-
pakhuizen.
XVI. Wagthuizen. ,
XVII. Toorens. • .
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Compagnie.
1. OosTiNDiscii Huis.
2. OOSTINDISCH ZEEMAGAZYN
en Sci-ieepstimmerwerf.
3. Lynbaan der Oostindische
Compagnie.. . . _ XXVIIl. Westindisch Huis en Pakhuis. -
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3
29 31
3a 33 33 34 34 35 39 39 40 40 40 40 41
44 44 45 45 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tweede Boek.
Kerken en Kerkbestier der Ge-
reformeerden. Jf, I. Oude Kerk. II, Nieuwe Kerk. III. Nieuwe-zyds-Kapel.
IV. Oude-zyds-Kapel. . -
V. Gasthuis-Kerk, . . - VI. Zuider-Kerk. . .
VU. Wester-Kerk. - . -
VIII. Noorder-Kerk. . . -
IX. Ooster-Kerk. . .
X. Eilands Kerk. . . _
XI. Amstel-Kerk. . . XII. Kerkbestier der Nederduitsche
Gereformeerden. . -
XIII. Oude-Waalen-Kerk.
XIV. Nieuwe-Waalen-Kerk.
XV. Engelsciie Presbyteriaansche
Kerk.
XVI. Engelsciie Episcopaale Kerk. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
89-180
II. 89 — 108 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
------ 45
------ 45
------ 46
------ 46
------ 46
------ 47
------ 47
------ 49
------- 50
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
N H
|
O
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
U
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
D.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XXL
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Derde Boek.
t> ,t I)k'!EN 5z Kerkbestier der byzon-
hre Gezindheden, buiten de Ge- lvfiFORMEERDEN.
II r"Thersche Kerken.
III. Doo°NSTRanten-Kerk-
IV. QorPSGEziND£N Kerken.
V.* Qu gianten-Vergaderplaats.
Vl. g AKp-Rs-Ver.gaderplaats. Vil' a„Ken der Roomschgezinden. VI|[ Punische Kerk. IX PIEksche of Russische Kerk. v'-looDscHR Synagogen. v' Berkhoven. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stuk
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
, Bladz.
ll- 357 — 357
— 358
~ 358 — 359
— 359
— 36o
— 3Ó0
— 361
— 361
— 361
— 361
— 361
— 361
— 362
— 362
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
13- Rypen-Hofje.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stuk. Bladz
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
14. Hofje Venetia.
|
of Maarloops-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hofje.
15. Suiker-Hofje.*
16. AnsloS-Hofje.
17. Huisjes van Bosch.
18. Hofje in de SchuijermaIkers-
gang.
19. Roozen-Hofje.
20. S. Andries-HofJe.
21. Claas-Reiniersz-Hofje.
22. Hamers-Hofje.
23. Bouwers-Huisjes.
24. Moens- Hofje.
25. Hofje de Zeven Keurvorsten.
26. Paarslakens-Huisjes.
27. Nieuw Suiker-Hofje. . .
28. swigters-hofje.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. 183-240
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
183
188 191 204 206 207 218 ai8 219 234
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vierde Boek.
VOüSHuizEN en Godsdienstige Ge- STlGTEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. 241-367
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vyfde Boek.
Gebouwen, tot bevordering van weeten-
schappen en nuttige oefeningen aange- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I. Gasthuis en Pesthuis.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. 241
— 250
— 256
— 261
— 26a
— *75
— 286
— 301
— 307
— 311
— 316
— 319
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1ÏI.
IV.
V. VI.
VII. VlII.
IX.
|
Mannen-Tugtiiuis o/ Rasphuis. —
Spin- en Nieuwe Weekhuis. — Veubeterhuis. . . —
Huiszitten-Aalmoesseniershuizen
e« Weduwenhof. . — Burger-Weeshuis. . —
Aalmoesseniers-Weeshuis. —
Oude-Mannen- en Vrouwen-Gast-
huis. . . — |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
il. 369-412
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
LEGD.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I. Doorlugtige School. .
II. Latynsche School.
III. Stads Schoolen.
IV. Collegium Medicum of Genootschap
DER GeNEESMEESTEREN.
V. Anatomie of Ontleedplaats.
VI. Hortus Medicus of Stads - Artseny-
tuin en Plantaadje.
VII. Stads-Apotheek. VJII. Stads-Regenbakken. IX. Stads-Couranten-Drukkery. X. Schouwburg. XI. Tekenschool. XII. Maneges of Ryschoolen. XIII. DP-JLSCiHOOL.
XIV. SCHERMSCHOOL.
XV. Doolhof.
|
II. 369
'------■ 373
------• 378
------ 380
- 383
-----" 386
------ 389
■—- 39°
•----- 390 •----- 391
------ 406
------407
------ 408
------ 408
■----- 408
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Krankzinnigen-Huis. -. —
X. Leproozen-Huis. • 5 —
JjJ' S' JORIS-HOF. . jj -
vm ?YDe-Windi-iuis. ? , -
AUL Diaconie«Weesïiuis.
Aiv. üiaconib-Oude-Vrouwen- en Man- ken-Huis. . . _ XV. CORVERS-HOF. . . -
X\ I. Waalen-Wees- en Oude-Vrouwen
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
326
33°
332
335
336 338 340
341 344
345
345 34Ö 348 352 352 353 353 353 353 3 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XVII.
XVIII.
XIX.
|
en Mannen-Huis. . . _
Engelsche-Wees- en Oude^Vrou-
wen-Huis. . . . _ Luthersche-Weeshuis. ". -
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
r Weeshuis der Doopsgezinden. -
XX. oude-Vrouwen-Huis der Doopsge-
\vr ^INDEN- • •
wri' weeshuis der Collegianten.
■4ÄU. Roomsch-Katiiolyke-Ouden- Ar- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VIERDE DEEL.
KOOPHANDEL van AMSTERDAM. IL 413-547
EERSTE BOEK.
Handel in de Stad , voornaamlyk ten
gebruike der ingezetenen. . — 4i3-492
I.
OPENBAARE MARKTEN. IU16-430
Dam. . . — 416
S. Antonis of nieuwe Markt. • — 416
Heerenmarkt., . * — 417
Westermabkt. . • ■— 417
Noordermarkt. • . • -—417
Botermarkt. • • • — 417
Vischmarkt(groote, boeren- era kleine). — 418
Beestenmarkt. • . — 42I
Ossen-, Varken-, Schaapen- en
Kalverenmarkt. t ; - 422
**** K00-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XXin.
|
men-Comptoir.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Weeshuizen der Roomschgezinden. ■
Maagdenhuis. Xvrvr „ Jongenshuis. *MV. Begynhof. ... *XV. Hofjes. . . 1. Deutzen-Hofje.
2. Raapen-Hofje.
3. roeters-hofje.
4. ockers-hofje. . .
5. Medenblikker-Hofje.
6. FoNTAINE-HoFTE.
7- Lutiiersche-Diaconie- of Kony-
nen-hofje.
8. Van Brantzen-Rus-Hofje. 9- Zwaardveegers-Hofje. 10. Grills-Hofje.
11. Hofje de Zon en Arke Noach.
12. LINDEN-HOFJE.
I-. STUK. J
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
354
355 356 356 356 35? |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
H O U D.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
N
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XXII.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stak. Bladz.
II. 423 — 423
— 424
— 424
— 4-5
— 426
— 427
— 427
— 427
— 428
— 428
— 428
— 428
— 428
— 428
— 429
— 429
-.429 — 430
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stuk.
XXXIII. S. Victors- of Koorenmole-
NAAR.S-GILDE. . IJ,
XXXIV. Broodbakkers-Gilde. —
XXXV. Koeken-, Biscuit- en Pastei- bakkers-Gilde. . . — XXXVI. Makelaars-Gilde. . . —
XXXVlï. Kuipers- en Wynverlaaters- Gilde . . —
XXXVIII. Wynkoopers-Gilde. . —
XXXIX. Schaatsen-, Leesten- en
Klompenmaakers-Gilde. —
XL. S. Lucas-Gilde. . —
XLI. Boekverkoopers-, Boekdruk-
kers- en Boekbinders-Gilde. XLII. Tinnegieters-Gilde. XLIII. Glazen-Kannen- en Aarden- WERKSVERKOOPERS-GlLDE.
XLIV. Mandenmaakers-Gilde.
XLV. RoEi-eTz Steigerschuitenvoer- DERS-GlLDE.
XLVI. Vlotsehuitenvoerders-Gilde,
XLVII. LoOTSMANS-GlLDE.
XLVIII. Sleepers-Gilde.
XLIX. Hoedenmaakers-Gilde. L. Lint- en Passementwerkers-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bladz»
464
465 466
467 468
469 470
470 471
471 47a
472 473
473
474 475 476 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
KOORENMARKT (STIGÏSCHE «71 GoOISCHE).
.-----------:-------(Westfriesche).
BlERKAAIJEN.
melkmarkt.
Groenmarkten.
Fruit- of Appelmarkt.
Boommarkt. • •
Bloemmarkt.
Turfmarkten.
Houtmarkt.
KuiPERS-MARKT. •
Boommaakers-markt. . .
Hoepen-markt. « .
Hennip-markt. . . .
Hooimarkt-
StPvOOMARRT' •
Zandmarkten.
Kalkmarkt.
Stoelenmarkt.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Manden-markt. . . »••■
Pypen-markt. ♦ • •
II.
GILDEN van Neeringen, Hand-
werken en Arbeiders. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 45°
— 43°
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 431-477
— 433
~ 434 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gilde. • »
LI. Compassenmaakers- en Zeilen-
maakers-Gilde. |
— 47<5
— 476
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
I. S. PiETERS-GiLDE.
II. Vleeschhouwers-Gilde.
III. Spek- of Verkenslaagers-
GlLDE.
IV. Hoender- en Vogelkoopers-
Gilde.
V. Groot-Kraamers-Gilde. VI. Klein-Kraamers-Gilde. VII. Lakenbereiders- en Droog-
sciieerders-Gilde.
VIII. Lakenverwers-Gilde.
IX. Zydeverwers-Gilde. X. Weevers-Gilde. .
XI. Fruitverkoopers-Gilde.
XII. Peltiers- of Bontwerkers- Gilde. XIII. S. Eloijen- of Smids-Gilde.
XIV. Goud- en Zilversmids-Gilde.
XV. BlERDRAAGEU.S-GlLDE-
XVI. BlERBESCHOOIJERS-GlLÜE. XVII. Koorendraagers-Gilde.
xvhi. koorenmeeters- ê7j kooren- zetters-Gilde. XIX. KOOREN - LlGTERMANS - GlLDE.
XX. Waagdraagers-Gilde.
XXI. Turfdraagers-Gilde. XXII. GROOT-BINNEN e72BuiTENLANDS-
VAARDERS-GlLDE. XXIII. Klein - Binnenlandsvaarders-
GlLDE.
XXIV. KLEêRMAAKERS-GlLDE.
XXV. Huidenkoopers-, Looijers- en*
SCHOENMAAKERS-GlLDE,
XXVI. Oude Schoenmaakers- cf
Schoenlappers-Gilde. XXVII. BergenvaardeRS-Gilde.
XXVIII. S. Jozefs-Gilde. •
XXIX. Scheepstimmerman*- en Mas- tenmaakers-Gilde.
XXX. Metselaars-Gilde. XXXI. Chirurgyns-Gilde. XXXII. Hout«aagmolenaars-Gilde. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III.
VOORNAAME NEERINGEN,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 435
— 4 36
— 436
—Ï437
— 437
— 440
— 442
— 442
— 443
— 443
— 444
— 445
— 446
— 447
— 447
— 448
— 449
— 449
— 451
— 453
— 454
~ 455 — 456
— 457
— 458
— 458
— 460
~ 461 1— 46a
—■ 463 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tot geene Gilden behoorende._
*
I. Brouweryen. . . _
II. Mouteryen.' . . —
III. Brandéryen. . . —
IV. Azynmaakeryen. . —
V. Meedemaakeryen. . — VI. Haring- en Zoutenviscbkoope-
RYEN. . . —
V!I. Zoutkeeten. . _
VIII. Suikerrafineerderyen. —
IX. Tabaksspinneryen. . —
X. Touwslaageryen. - —
XI. Teerkooperyen. . —
XII. Zeepziederyen. . . ~
XIII. Houtkooperyen. . —
XIV. Steenkooperyen.
XV. Zydereederyen. . _ XVI. Zydeweeveryen. , _
XVII. Goud- en Zilverjdraadtrekke-
ryen. . . XVIII. TwYNERYEN.
XIX. Katoendrukkeryen. . -
XX. Parsseryen. . . —
XXI. Kalanderyen. XXII. Yzergieteryen. . -
XXIII. Salpeeterrafineerderyen. -
XXIV. Zwavelrafineerderyen. —
XXV. Kruidmaakeryen. . —
XXVI. Loodgieteryen. . . —
XXVII. Glasblaazeryen. . —
XXVIII. Smeersmelteryen. . —
XXIX. Vermillioen-, Vernis-«72 Tere- binthynmaakeryen. . —
XXX. Potten-, Steentjes- en Pla-
teelbakkeryen. |
- 477-492
-477
- 481
- 481
- 482
- 482
- 482
-481 -483 -484 -484 -485
-485 - 485
- 4S6
- 486
- 487
- 487
" 488 - 488
-489 -489 -489 r 489
- 489
-489 - 490
- 491
- 491
- 491
- 492
TWEE- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
U
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
H O
|
D.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XXIII.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
N
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stuk. Bladz. -
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
TWEEDE BOEK.
|
IV. Maat en Gewigt.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BlNNENLANDSCHE KOOPHANDEL, VEER- VI. EXUE.
of Bk.uu.t- en Markt-Schepen en VIL Paalgeld.
Schuiten. _ jjt 493-522 VIII. Renten. ,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
DERDE BOEK.
Buitenlandsche Koophandel , Wissel-
handel en Behulpsels van den Koophandel in 't gemeen. I.
Buitenlandsche Koophandel en
Scheepvaart. |
COUSTUMEN of GEWOONTEN.
KEUREN. II. 523-552 *• °P het Timmeren en Rooijen.
2. Op de Straaten.
3. Op bet Brandblusschen.
4. Op de Lantaarnen.
5. Op het byten.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
22- 34
34- 49 37
40
41
44 47 47 48 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
523- 536
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6. Op bet nagtwerken.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7. Op bet dobbelen.
8. Op het houden van Bordeelen.
TWEEDE BOEK.
VOORNAAMSTE BEZITTIN-
GEN der STAD. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Pp HambüPvG en Breemen.
~—- Brabant en Vlaanderen.
"b—- Zweeden , Deenemarke en Noor-
wegen. . . . •-----Duitschland.
-—■ de Oostzee.
—^— Frankryk,
■-----• Engeland , Schotland en Ier-
land. —— Spanje. . . .
*----- Portugal.
--^— Zwitserland.
—— Italië , de Middellandsche Zee
en de Levant. *----1 MüSKOVIE.
—— Oost- en Westindie. *
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 525
— 527
— 527
— 528
— 529
— 530
— 531
— 53a
— 533
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 52-139
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMBAGTSHEERLYKHEDEN. — 52-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^^^^^^B I. Amsterveen of Nieuwer-Amstel.
IL Ouderkerk 0/Ouder-Amstel. — 533 III. Diemen. „
"534 IV. Slooten,Slooterdyk, Osdorp,de
— 535 Geer en Vrye Ameagten.
V. Kudelstaart. . .
VI. Leimuiden en Vriezekoop.
---- 536-54» VII. VOLEWYK. . .
VIII. Urk en Emmeloord.
IX. Aandeel der Stad in Suriname. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
52
60 64
75
78 82 84 88 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wisselhandel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
POLDERS, WATEREN, DYKEN
en WEGEN. I. Watergrafts- of Diemer-Meer.
II. Bylemer-Meer.
III. Abkouder-Meer.
IV. Zeeburg of Diemerdyk.
V. Zeedyk beoosten Muiden. ,
VI. Hoogheemraadschap van Am-
STEELAND.
VII. Amstel.
VIII. Westfriesche Dyk. ,
IX. Hondbossche. ♦
X. Slaaperdyk. ;
XI. Heilige Weg:
XII. Vaart , Trekpad en Wagenweg op Haarlem. XIII. Wagenweg en Trekpad op Weesp.
XIV. Trekvaart en Weg op Muiden en
Naarden.
XV. Trekpad en Vaart op Gouda. XVI. Trekpaden en Vaarten over Mo- NIKENDAM en EdAM, «» °™r PUR-
MERENDE naar Hoorn.
XVII. Zandpad tujfcben Ouderkerk en Breukelen._
XVIII. Zandpad van Weesp naar VGraa- venland. XIX. Weg van Duivendrecht op Ab- KOUDE.
**** a
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Behulpsels en Bedienden van den
Binnen- en Buitenlandschen Koophandel.
Posteryen.
Wagenaars. Jagers. Pakkers. .
Ballasters enz.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
89-114
89
93
95
•95
■ 101
-103
- 107
■ 108
■ 109
- 109
• XIO
- IIO
• III
- 112
- Ha
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 543-552
— 543
— 545
— 547
— 547
— 547
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VYFDE DEEL.
VOORREGTEN ,, GEWOON-
TEN, KEUREN en BEZIT- TINGEN van AMSTER- DAM. . . . III. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
139
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
EERSTE BOEK.
PRIVILEGIEN of VOORREG-
TEN, COUSTUMEN of GE- WOONTEN en VOORNAA- . ME en ALGEMEENE KEU-
REN. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 113
— 113
— 114
— 114
ZES- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III. 1 -49
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
PRIVILEGIEN. — 1
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• 22
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I. Jurisdictie of Vryheid.
II. Vereeniging met Holland.
III. Wapen.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 1
-— 9
— 9
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
N H O U
|
D.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XXIV.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stuk. Blads~
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stuk. Bladz.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
TWEEDE BOEK.
Commissarissen der Collegie n van
Regeeringe of Bewind. III. 366-424
I. Thesaurieren Oruinaris. .----- 367-376
II. Websmeesteren. . .-----2/6 - q8o
III. Thesaurieren Extraordinaris.------3H9-395
IV. Rekenmeesteren. . ------395-401
V. Commissarissen van de Wissel-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ZESDE DEEL.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
POORTERSCHAP, SCHUTTERYEN,
KRYGSRAAD,BEZETTING en VER- MAARDE PERSOONAADJEN VAN AMSTERDAM. . • *1L 141 • 268 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
EERSTE BOEK.
POORTER- of BURGERSCHAP en
deszélfs VOORREGTEN. III. 141-163
TWEEDE BOEK.
SCHUTTERYEN, BURGER -COM-
PAGNiEN, WAGTEN en BEZET- TING- . . in. 164-194
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bank.
VI. Commissarissen van de Bank van
Leening. VII. Excynsmeesters of Commissaris-
sen van den grooten Excyns. |
401-407
405-412 412-420 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VIII, Commissarissen tot den ontvangst
van de honderdste en andere Penningen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
420-424
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
DERDE BOE K.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Commissarissen der Collegien of
Banken van Justitie of Regts- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Oude Schutteryen.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
164-169
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
OEFENING. . -
|
425-469
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II.
|
I. Commissarissen van Huwelyksche
Zaaken en Injurien. , . —___425-4^ II. Assurantie-Meesters of Commis-
sarissen van de Assurantie-Ka- mer. . . -—-435-444, III. Commissarissen van kleine Zaa-
ken. . . -—-444-4^3 IV. Commissarissen van de Zeezaaken. -— 453-461
V. Commissarissen van de desolaate Boedels. . . —,461-469
Twee Alphasetische Registers van de Naamen der
Magistraatspersoonen van Amsterdam. I. Voor, en tot op het jaar 15-8. III. 472 enz.
II. Van de Verandering des jaars 1578,
tot op bet jaar 1768. . -----. 43! eB2#
VIERDE BOEK.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nieuwe Schutteryen of Burger-Com-
pagnien en Krygsraad. - . —— 169 -181 III.
Ruiterwagt en Ratel wagt. ï ------181-184
Guarnizoen o/Bezetting. ï ——184-187
DERDE BOEK. VERMAARDE PERSOONAADJEN. .-----. 195- 268 ZEVENDE DEEL.
REGEERING DER STAD AM-
STERDAM. . . III. 269-502 E ER S T E BOEK.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voornaamste Ministers en mindere
beampten der Regeeringe. - I. Pensionarissen en Secretarissen
der Sta». . . _ II. CONCHERGE , ClPIER, BODEN , I\A-
MERBEWAARDER , WaGTERS Van de
Vierschaar en Deurwaarders
van de Hoven en gemeene Mid- delen. . _ BYVOEGSELSra VERBETE-
RINGEN. . . _ LYS T van egte Stukken, Amster-
dam betreffende. . . __ BLADWYZER van PERSOO-
NEN en ZAAKEN. _
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
' 491-502
491 enz. 499 enz.
503 enz. 514 enz. 518 enz. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Regeering in 't gemeen. Byzondere be-
SCHRYVlNG DER AßlPTEN VAN ScHOUT
Burgemeesteren, Schepenen en '
Raaden. . . ui. I. Oude en laatere Regeering der
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
269 - 365
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stad in 't gemeen.
II. Schout.
III. Burgemeesteren.
IV. Schepenen. •
V. Raaden. . . . |
• 269 - 279
•279-285 •286-306 ■307-349 ■349-363 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AM-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMST E^D A M,
I N Z Y N E
OPKOMST AANWAS, GESCHIEDENISSEN
VOORREGTEN, KOOPHANDEL, GEBOUWEN, ' KERKENSTAAT,SCHOOLEN,SCHUTTERYE, GILDEN
E N
REGEERINGE,
BESCHREEVEN.
|
|||||||||||||||||||||||||
EERSTE DEEL.
OPKOMST, AANWAS en VERGROOTINGEN
van AMSTERDAM. |
|||||||||||||||||||||||||
EERSTE BOEK.
Oorfprong, aanwas, en Gelegenheid derStad AMSTERDAM, tot omtrent den
aanvang der zefliende eewwe.
|
|||||||||||||||||||||||||
Naams-
reden dei- Stad. |
|||||||||||||||||||||||||
deelen. Men zegt en fchryft ook Schie-
dam , niet Schie-erdam, en Edam, niet Ee- erdam, of 1-erdam. 't Schynt dan dat men, op gelyken grond, ook Amfleldam fchryven moge. De Amflel, die Amfterdam den naam Loop
geeft, neemt zynen aanvang omtrent drie g5 Am. uuren gaans ten zuiden van de Stad, daar e S- de Waters de Dregt en de Kromme Mydregt of Miert famenlopen; deelt Amflelland in twee deelen, en loopt, voorby Ouderkerk, naar en door de Stad, alwaar hy zig ver- eenigt met het Y , den bekenden inham der Zuiderzee. Door den Dam, die het ander gedeelte Plaats en
van den naam der Stad uitmaakt , moetn^™^ men, naar alle waarfchynlykheid, den te- Dam genwoordigen Middeldam of Vygendam ver- ftaan, die den eerften deezer twee naamen fchynt gekreegen te hebben, om dat hy midden in den Amflel, of liever, omdathy midden in de Stad legt: de laaüte naam werdt, in de zeftiende eeuwe, gegeven aan het gedeelte van het Water, welk van de Zoutfteeg tot aan den Dam loopt, zo ge- . tuigd wordt (a)>*er oorzaake vaneene par- ty (2) In 'tfiljße jaar [1526], lees ik, in eene
aantekening, op de laatfte bladzyde van het eerjk Ä Stads
|
|||||||||||||||||||||||||
M S T E R D A M , waarvoor men
|
|||||||||||||||||||||||||
-/T\. oudtyds Amflelredamme of Aemflel-
redamme fcbxeef, en waarvoor fommigen nu verkiezen Amfleldam te fchryven, heeft, ongetwyfeld, zynen naam gekreegen naar den ftroom den Amflel, van ouds ook Ameflelle geheeten, die de Stad doorfnydt; en naar eenen Dam, in deezen ftroom ge- legd. De Plaats is Amflelredamme, dat is Amflelerdam, genoemd (i), welk zo veel als Dam des Amflels betekent; even als Rotterdam, Dam der Rotte, een bekend Water in Schieland; en Zaanredam, of Zaanerdam, en by verkorting Zaardam en Sardam, Dam der Zaane zeggen wil. Wy verkiezen Amflerdam te fchryven,
niet flegts om ons naar het tegenwoordig gemeen gebruik te voegen, maar voor- |
|||||||||||||||||||||||||
Of
|
men
|
||||||||||||||||||||||||
•dmfier-
dam of
■Amflel- |
|||||||||||||||||||||||||
nam bc- naamlyk, om te nader te blyven by de
noorc te ou^e fchryfwyze van Amflelredamme. Wy ven? willen egter zulken, die tegenwoordig lie- ver Amfleldam fpellen, geenszins veroor- (i) De ouden fchreeven, ook in andere gevallen,
re, daar wy nu er fchryven. Zie Stoke in Floris den III. bl. 51. Dif re waren gevaen hielden 't leven.
Dit waren d'Edelinghe die re bleven.
en in Ma bl. 69. Menich appelboom die re ßont.
I. STUK. J
|
|||||||||||||||||||||||||
■BIB
|
|||||
'
|
|||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||
I. Deel.
|
|||||||||||||||||
tv bedorven Vygen, die aldaar, metve|f^of op bevel der Regeeringe, gelyk in dB?
gelyke gevallen gebruikelyk is, in 't water geworpen* waren. Doch in de zeventien- de eeuwc, heeft dit gedeelte, zowel als bet ©yerig« van den burgwal langs het Dam- rak, den naam van het Water gekreegen, en de naam van Vygendam is op den iviid- deldam gepaft geworden. SÄ? Dochte nette tydN, wanneer deezeDam |
s Biffchops Leenman; daar 't bekend is
dat Gelder, met voor 't jaar 1079, met den titel van Graaffchap vereerd werdt Cd) en dat de Heeren van dit Geweft, ten tyde van Biflchop Adelbold, den titel van Poéê den voerden. -Voeg hier nu nog 2 fef dat m de Lvft, van welke wy fpreeken ' %q alsze door He da in 't licht gegeven is, geheel geen gewag gemaakt wordt van. den Here van Amfiel Zulks gefchiedt al- leenlyk, m eemge andere uitgaven van dee- ze Lyft (0, waarop minder, immers geen meerder ftaat te maken is, dan op de uit- gave van He da. Maar genomen, 9 dat 'er, zo vroeg in de elfde eeuwe, reeds een Heer van Amfiel geweeft ware; dan zouno«- te bezien ftaan, bf men, door Amfiel, fuift bepaaldelyk een Dorp of Gehugt van dien naam en met veel liever hetgantfche Land van -Amftel, welk zig, van den oorfprons des Amftels,, tot aan het Y toe, uitftrek- te, verftaan moeft. Voorwaar, de naam van Amfiel km zo wel op gantfeh Amftel land, als op een Gehugt of Dorp in'tbyzon- der, worden toegepaft; en paft 'er, daar van eenen Heer van Amftel, die zekerlvk uitgeftrekter gebied hadt dan over een en- kel Dorp of Gehugt, gewaagd wordt, myns oordeels, ruim zo natuurlyk op. Men tragt, wyders,de oudheid van Am- Tweede
lterdam te bewyzen, uit eenen LatynfchenReden', Bnef van den jaare 1105 (ƒ)., waarin ^T VlATt hScultetus/% fnftelle'dat is >«
Wolf ge, Schout van Amfiel, genoemd wordt van Am-
Hieruit, wordt zelfs opgemaakt, dat hetfteI en Dorp Amfiel'reeds eenig aanzien moeft ver-SchoiA' kreegen hebben, om dat het eenen Schout S£ A ondernouden kon (g). Doch 't is immers ten hoogden onzeker, of men, door Am. fiel, een Dorp van dien naam, of, gelyk wy zo even aanmerkten , niet veel eer gantfeh Amfielland verftaan moet. In eenen Brief van den jaare 1126, wordt Wolfee. rus de Amefielle genoemd (/,), dien men, niet zonder reden, voor den zelfden houdt, ««*■»« ja» 1105, Wolfger, Schout van Amfiel, genoemd is. 't Is ook te vermoe- den, dat hy uit den Huize van Amftel ge- fprooten is, om dat de Heeren uit deezen Huize, op gelyke wyze, in oude Brieven genoemd werden. Zo leeft men van Eg* hertus van Arne fiel of Amflelle, in Brieven van de jaaren 1131, 1143, "45, "65, 1172 en 1176. Van Godefridus van Arne- fielle, in eenen Brief van den jaare 1131 |
||||||||||||||||
geferdC allereerll gelegd werdt, is t'eenemaal on-
werdt, is zeker. Alleenlyk weet men, dat dezelve onzeker, in 't jaar 1275 in wezen was, om dat de Plaats toen den naam reeds hadt van Am- fielredamme, gelyk wy beneden zien zullen. Pn^er De opkomft en eerfte aanwas van Am- redenen1 ftei^am is bedolven, onder eenen dikken voor de rnift van twyfelagtigheid en onzekerheid. De oudheid Plaats is, waarfchynlyk, vanzeer geringe van Am- beginfelen aangegroeid: en heeft, in't eerft, er am- denkelyk, geenen byzonderen naam gehad, tot dat zy, allengskens aangewaflen, vcr- moedelyk niet voor de dertiende eeuwe , den naam van Amfielredamme heeft aange- nomen. EerfliRe- ■ Ik weet wel, dat fommigen de Plaats veel feend°uit 0U£^er maaken5 docn laat ons, kortelyk,
de LyftU1 onderzoeken, op wat grond. Zy vinden , derllcen- in eene Lyft der Leenmannen des Biffchops mannen van Utrecht, die tot het jaar 1021, en den van 't tyd van Biffchop Adelbold gebragt wordt (a), Utfecht.11 §ewaaSd van eenen Here van umfiel, die
dat meefie deel van zyn Heerlykheit van den Sticht van Utrecht ter leen hieldt: en hier uit maakenze op, dat 'er, reeds in de elf- de eeuwe, eene plaats, Gehugt of Dorp in wezen geweeft is , welk toen Amfiel ge- noemd werdt, en het eerfte begin van Am- fterdam geweeft is (b). Doch men moet hierop aanmerken, 1. Dat deeze Lyft der Leenmannen van 't Stigt, by veele Geleer- den, verdagtis, en door fommigen, die ze met geheellyk verwerpen, tot laatere tyden gebragt wordt (c). 't Laatfte blykt, onbetwiftbaar, met grond te gefchieden , naardien 'er,in de gemelde Lyft,gewaagd wordt van eenen Graaf van Gelder, als (a) Vid. HHDAHift. Ultr.^.iii.
Stads Groot-Memoriaal een mme burchwal gemaekt
ftreckende van de Smfleegbe m den damv,u\o7 t- naempt Fyghcndamme, omme arghe vygfon dairin te- worpen. Zie 00K t.v. Domselaar AmftAU Boek: bl. 194. en C. CoMMELiN Amfl. bl. I?2. ïn Xzzlièk Groot Memoriaal t 291 w/o, vergeleeken met f 287, wordt ook gefproken van huizen, ftaande op |
|||||||||||||||||
>
en
|
|||||||||||||||||
den bouck van de Zoutfleeghe, ende Vwhenäam ■ waar
uit blykt, dat dit gedeelte van het^ Water toen'de Fygendam genaamd werdt. En dien naam draagt het nog, in de groote Kaart van Balthazar Moris- zoon, die, in 't jaar 1625, eerft gemaakt; doch naderhand mcrkelyk vermeerderd is. |
|||||||||||||||||
(d) Vide PONTANl Hift. Gelrise, Lihr. V. p. 9S.
(e) l'id. Chron.de Traje&o. in MAtti«i Ana' 7ïj
V. p. i 1 i- Groote Chr. Vil. Div. XIV. Ca?, ƒ, i7 ,,,r> (g) LE LONG*^. gï.
\%) „4/>.BUCHEL.«rfHEIÏAMp. ljä.
|
|||||||||||||||||
I. Boe
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
OPKOMST en AANWAS.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
K.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
envmGifelbertusvan Amcfielk, in Brieven heel wat anders. Zy fpreeken van eeiie
^JndeJaareniI76,i22o,i224en 1225(3). tolvryheid in OveryfTel, alwaar de Graa-
ïviaar wat waarfchynlykheid heeft het,dat ven van Holland, voor 't jaar 1275, en
van T den Öuizevan Amftel Schout nog meer dan twee eeuwen daarna, niets
• een enkel Dorp zou geweeft zyn? 't Is te gebieden hadden, en gevolgdyk geene
nmers veeleer te vermoeden, dat hy , tolvryheid verleenen konden. OveryfTel ,
et ampt vm Schout of Baljuw over gantfch oudtyds het Overfligt genaamd, ftondt on-
Amitelland bekleed zal hebben. Denaam der den Biflchop van Utrecht; en deeze
% van Schout was niet te gering, voor eenen alleen hadt regt, om aldaar tolvryheid te
Weer uit den Huize van Amïtel. Hywerdt verleenen. Doch of hyze, zo vroeg, aan
ook, iomtyds,aan de oude Heeren van Woer- Amftelland verleend hebbe, is my uit gee-
oen en Amersfoort gegeven (z). En zo Wolf- ne oude Hukken gebleeken. Wel vind ik, dat
ger Schout van Amftellandgeweeftzy; dan Amfterdam, in't jaar 1478, aan Biflchop
is er,uitdennaamvan&/joH£üarc^/7jyle/,niet David van Bourgondie verklaard heeft, in
°P t(j maaken,dat 'er, reeds in't begin der den befitte der Fryheyt van de [Stichtfche]
twaalfde eeuwe, een Dorp of Gehugt in we- Tollen geweeß te hebben, foo langhe dat ge-
zen was, welk toen Anfiel, en naderhand Am- dachteniffe van menfehen anders daer over
Jteiredam genoemd werde. In de gantfche niet en is; en dat de Biflchop de Stad, daar-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
twaalrdeeeuwezelfs,ismygeenbewysvoor- op, tot aan Rheenen toe, tolvry
gekomen,dat 'er een Dorp, ^m/Wgenaamd, klaart (/). Ook blykt, dat de Stad ^wui-
Hvwezen was. Zulks alleen uit de naamen van Ie en die van Amfterdam eikanderen, in 't
Wöliger Egbert, Godefrid enGysbrecht jaar 1469, wederzyds, tolvry verklaard
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van Amltel te willpn Vipflniran i,-»^«)-
|
hebben (m), en dat 'er, omtrent honderd
jaaren vroeger, tufïchen Deventer en Am- fterdam , meer dan eene overeenkomft op 't ftuk der tollen gemaakt is (n). Men vindt zelfs eene Verklaaring van die van — • • _ i
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van Amltel te willen befluiten, loopt aan
tegen alle waarfchynlykheid. Al was 'er, ten hunnen tydc, een Dorp Amfielm we- zen geweeft, de Heeren van Amftel zouden t> niet naar dit Dorp, maar zekerlyknaar
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nunne gantfche Heerlykheid van Anfiel of Staveren van 't jaar 1353 , omtrent de
^mßeiiand, hebben willen benoemen. vryheid van des Biffchops tol aldaar,voor
word V00r de 0U(meid van Amfterdam die porters der vryen fieden in Holland in 't
deneerflSeene reden by§ebragt' die' in gemeen (°> Doch uit dit alles volgt niet,
In het a°PflaS'meerfchyntteklemmcn- dat Amfterdam, lang voor 't jaar 1275 ,
enn'~ 1 < ^ Groot - Memoriaal, f. 31, in Overyffel tolvry geweeft is; en gevolge -
en ,!f'raiSCoMMELIN fchryft,f. 52vers. lyk reeds eenig merkelyk aanzien gehad
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Derde
Reden ,
argeno-
iii.-n uit
zeker
fchry.
vens van
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
't jaar' van Stad ^ Bnef §eregiftreerd» die» heeft. Zulks zou, derhalve, alleenlykbly-
1475- Maan <?P« ^^ ' den een en dertigften ken moeten, uit het fchryven der Stad aan
Vt7/trtTsfWL l*75, aan den Schölte en die van Vollehhove, in 't jaar 1475. Doch
Stad tot Vollenhoe „ of Vollenhove in Over- £ dit fchryven volgt, ten fcherpften,niet
ynei, geienxeeven is; en waarin men on- meer, dan dat Amftelland, voor driehon-
der anderen leeft: dat my ende alle onfe me- derd jaaren, dat is, in de twaalfde eeuwe,
Aepoirteren, als een Lit van Aemfierlant, en- van de Stigtfche tollen vry was geweeft.
tn Kf"Paelfie Uu van dien, fculdig Men voldoet zelfs aan de woorden , als
daeZnrentZknZtVei "f"! ""* mmZ° Z° T*a' a* ^ tolvryheid, maar
eevieed hebben ZV weßn ^n^e altyt vry federt tweehonderd jaaren, genooten was. ge aeeß Hebben, over pc. ende n]c. jaren, off Zv bewyzen geenszins, dat Amfterdam, al meer ende ymmer aljoe lange jaren, dat geen Jde twaalfde eeuwe, in wezen geweeft is menfche ter contrarie gedynken en mag. Uit en gebloeid heeft. Laat ons toegeeven, deeze woorden, hebben fommigen(*) op- dat Amftelland, in de twaalfde eeuwe,van gemaakt dat Amftelland, en derhalven de Stigtfche tollen vry verklaard geweeft |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
oo
|
i, j 7,' Jddr I275> tol- is-Amfterdam,ichoonlaateropgcKux—,
•yheid van de Graaven van Holland gehad kon zig immers die vryheid toeèigenen, om
;etL Doch de woorden fpreeken van ge- dat het in Amftelland gefügt, en, door den tyd, datprïncipaelfie LU van Amftelland ge-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
T
|
worden'was. De aangehaalde woord
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en zeg-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(k) COMMF.LlNAmft. hl. 174.
(3) Eenigen van deeze Brieven zyn IwHeda in
de aantekeningen van BücHELIUS 0p Heda, inde werken van Matthäus , en elders te vinden: van hphiv aderen , die in Utrecht bewaard worden, vervol- riften °nder my- WY zulIen ' in 'c
•Trhrnik 'n,^ fommiSen dsez£r Brieven nog verder gebruik moeten maken. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
am zig
een
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gen
|
nnV mpfir niet, dan dat Amlterd
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amft.^- "9- [9J.] Gi. Utr, Wacaatb,n,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
f« mndv. hl. «7.-[lfiI,lSl.]
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
>„) Handv.
A 2
|
W. 130.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■ ■ .
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
)
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
TIL.
|
|||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||
1. Deel.
|
||||||||||||||
een voorregt toeëigende, welk Amftelland in
't gemeen bezat; en deRegeering heeft geens- zins voor, te zeggen, dat de Stad in wezen en bloei was, toen de tolvryheid aan Am- ftelland eerft werdt verleend. |
||||||||||||||
gefteken werdt [indixere , ut communi im-
petu aggerem Amflel interrumperent ("u).] B e K A, die in 't laatft der veertiende eeuwe leefde, zegt „ dat de Kennemers den dyk „ doorftaken, en alle de Amftellandfche „ weiden lieten onderloopen". \Walterus quidem &? Albertus, prafati muit es, Kine- maris induxerunt [1. indixcruntj clajfem ajju- mere, aggerem interrumpere &? prata totius Amflelandia: fubmergere (V)]. En He da, dit nader vcrklaarende, paft het woord dyk duidclyk op den dyk langs den Amfiel- ßroom [aggerem ad flumen Aemflel (x~)~].Wy zien, uit dit alles, hoe weinig grond'er zy, om Melis Stoke hier van een Dorp Amflel te doen fpreeken. Doch hy ge- tuigt verder, dat Aemflel fine 'Veflen, of, endoor gelyk men in een ander oud Handfchrift ^yek. leeft (y), Aemflel fine Vefle in brand ge- ftoken zy: en veelen meenen dat deeze woorden op Amfierdam zien, welk toen reeds in wezen , en eene Stad geweeft zou zyn. Doch hier helpt ons de meerge- melde ouder Schryver wederom te regt, ter aangehaalder plaatfe,duidelyk zeggen- de „ dat het Huis des Heeren van Amftel, „ een treffelyk gebouw, aan kooien gelegd „ werdt; en dat zelfs de Appelboomgaard, „ nevens het huis gelegen, aan de vlam „ werdt ten befte gegeven". \Inter qucs domum Gifelberti honor'xficce ftruclurce favilla tenus exußerunt. Arbores pomiferce dcmui vicince exufiulatce fine fpe germinis reüiïce funt J]Mz lis Stoke gewaagt ook van dit verbranden des Appelboomgaards, waar- uit ten hoogften waarfchynlyk wordt , dat hy denLatynfchen Schryver gevolgd heeft : en is dit zo; dan kan hy, door Aemflel fine Vefie, niet anders dan het Huis of Slot des: Heeren van Amflel verdaan hebben. Vefle was, gelyk men weet, oudtyds, en inzon- derheid ook by S t ok e (z) , de naam van een bevefiigd of verflerkt Huis of Slot. Wy zien, uit het bovenftaande, dat, noch Hy ver-
MelisStokes^c t'Aemftel,nochzyneftaat 'er Aemflel fine Vefie onswyfttot de Plaats, die 4mfteIj~et federt Amfierdam genoemd is. Nogtans is d™r. 't my waarfchynlyk, dat deeze Plaats , omtrent deezen tyd, opgekomen is. Men zal ons hierin ligtelyk medevallen, na dat wy zullen aangeweezen hebben, waar het Slot der Heeren van Amftel, naar alle waar- fchynlykheid , geftaan hebbe. Onder de laatere Schryvers , plaatfen Aanwf-
fommigen dit Slot te Ouderkerk aan den zing de< Am.plaatfe
van nu (v) /«MATTh^i Anal. Tu«. II./i. 49i,
(w) In Theodor. II. p- &+■
(x) In Theodor. II. p. igiï.
(y) fiyLELoNGW. 2°7-
(z) Ir. Disk VU. il. <>o. 'm A.dï, il. 6t, J°,?t,7I.
|
||||||||||||||
De Stad
is niet bekend |
Wy vinden, derhalve, nog geen bewys
altoos, dat Amfterdam, of de Plaats, die |
|||||||||||||
t naderhand Amfierdam genoemd is, in de
voor het twaalfde eeuwe, in wezen is geweeft. Een begin der der oudfte Befchryveren vanAmfterdam (ƒ>), dertien- die voor 't einde der zeftiende eeuwe over- de eeu- jeeden is, noemt de Stad nieuw, en getuigt dat zy geloofd werdt, eerft omtrent het jaar 120c, opgekomen te zyn. Amfieroda- mum, zegt hy, urbs recens anno falutis humance millefimo ducentefimo aut circiter primum exorta creditur. Een ander, die omtrent honderd jaaren eerder gebloeid heeft (q), befchryft de Stad ook als van eene zeer jonge herkomft [Oppidum Am- flelredamenfe — ortu novijjimum^] Daar dan de oudfte Schryvers, die Amfterdam be- fchreeven hebben, de Stad als van jonge herkomft hebben aangemerkt, behoeven wy'er ookgeene zwaarigheidinte maaken. De Plaats is, naar waarfchynlykheid, niet voor 't begin der dertiende eeuwe, bekend geweeft. Men vindt, op het jaar 1204, in onze oudfte Chronyken, gewaagd van ee- nen inval der Kennemeren in Amftelland „ daar zy den Amfteldyk doorftaken, de „ Amftellandfche Veenen afliepen en plat „ brandden, het Hot des Heeren van Am- „ ftel aan kooien leiden, en den boomgaard „ by dit flot verdelgden". Op deeze wy- ze, fpreeken de Schryvers van deezen in- val, een van welken den tyd beleefd heeft, waarin dezelve voorviel (f). Laat ons nu zien , hoe uit hun verhaal af te neemen zy, dat de Plaats, die federt Amfterdam Wat Me genoemd is 5 toen reeds in wezen ware. lis Stoke Melis Stok e, die in de dertiende en in't verfta, begin der veertiende eeuwe bloeide, fpre ekt door den (j) Van het doorfteeken van den dyc fAem- t'Je-nßel fiel Sommigen verftaan hierdoor eendyk, " waarmede de rivier in het Dorp Amfielhe- dykt was (;). Doch 't heeft weinig fchvn van waarheid, dat onze Chronykfchryvër, den Amfteldyk willende befchryven, dien genoemd zou hebben den dyk by het Dorp Amftel, daar die dyk zig veel verder, en on- getwyfeld langs den gantfchen ftroom uit- ftrekte. Ook getuigt een Latynfch Schry- ver, die honderd jaaren eerder gebloeid heeft, blootelyk, dat de Amfteldyk door- CT)) Cornel. haemkodius ad calcem J. 1. eontant Amftel. p. 16, (.q) Anonym. IHdemp.z.
(r) I-'ideMatthmi Anal. Te»».II.Ö.45*1, «*#•/>» +»«•
(0 l" Ada , hl. 69.
(t) Le Long bl. tos.
|
||||||||||||||
i|
|
||||
___
|
||||
I. Boe
|
|||||||||||
OPKOMST en AANWAS,
|
|||||||||||
K.
|
|||||||||||
gotdex Amftel («); anderen omtrent de plaats,
van Am-?f ?u.h/t oudfte gedeelte van Amfter- rnïlIT ulceßeichryveren vanAmfterdam,
NEL LIö(jYSBERTSZ.PLEMPenK0R-
hier^! Van1Haemrode, overeen. Zie
ae woorden van den eerftgemelden (i): #aad a ^0/2fe ^roca/j BÄCrir cui mmn inhceret; Merhtfque, olim qiii pao jaiïus erat. ronteprocul nee ab hoc, nomen cui tran- . Jitus olim JPfi ßcerdotum, myfiica pompa, dedit.
J-uncfun, ut nunc efi, ripa contraria ripa:
■rJ locus, occafum qua tenet,arcis erat.
Van welken de zin is „ dat het Slot der
O ren ™n Amtel ftondt, tuffchen de
ï ?n ,aaPenbrug, aan de weftzyde
des Amltels". „ De eerfle Heer van
Amitelland , welks hoofdflad Amfler-
£am is, was, zegt de laatftgenoemde ,
^ngelbert, die een Slot gefügt heeft aan
> Jen oever des Amftels, byna op dezelf-
' ïe,Piaats' en teêeri over het Huis, welk
' ,7,11 Hm\mn SP<™je genaamd wordt, op
» welke plaats, nu het Huis Hinloopen flaat.
« "e grondflagen van deszelfs toorenszyn
a daar gevonden in 't jaar 1564, toen de
l? »van'thius, ^oBiSont^.al-
» deSte?en lt0t em heimelyk gemak
/w, gra?ven-" [Primus dominus Am fier- UMia, ay w M/)Mt eß Amflerdamum, >& Am(inUS ' gi" arcm e«/^saÄ m rita
„ iUMMte ibidemfuntinvmJmhi^U
tellet f ödere/erobern, excipiendis hominum
jxeremems idoneum (C)]". Het Huis, welk,
sLJd%dl?es ScWvers, toJ&fr M?
wel ^asïn0^1^ Spmje (4), genoemd
werat was eene voornaame Herberg (d) en heeft geilaan aan den NieuweS, ter" plaatfe omtrent van de Dirk van Haffelts- iteeg, m welken nog een fleegje uitloopt, de bpanjaards-oïSpanjes-Poort genaamd.Op ot omtrent deeze plaats , heeft dan hqt M VAN der Houve Handv. Chron, hl. i,+
ib) Amftcrodam. Monogramm, p. 20. Ei. isit y> Ad- calc- Ainftel. PoNTANi?. is. (4) Met deezen laatften naam, vind ik hef ön-
geweezen, in eenen Brief van verzoening voor * Cellebroeders-Kloofter in de Nes, van den wordt11 i/iny ,S jaars IS36' die dus beflooten
ftelredm S n'Umm der voo"^fiede van Am- Soaenanen' *t" fay^ Mn ?a" Vm^ken Zoen, in
'' TV »!• , en' ^ßC" ara rfe Windtmoelen-zyde wyzen Hlm»l^n-zyde zullen Wy terftond aan- |
|||||||||||
Slot van Amftel ook geftaan. Pontanus
heeft dit met alleen op den rand van het Werkje van H a e m r o r> Eaangetekend(5), en elders (e) beweezen,uit de oude overleve- ring, en uit de grondflagen van een zwaar gebouw, welk men aldaar, voor veele jaa- ren, in 't graaven, gevonden hadt; maar 't wordt ook beveftigd, uit den eigendom, dien de Graaven van Holland , na dat hun de Heerlykheid van Amftel afgeflaan was, aan den grond hier omtrent gehad hebben: 't welk wy hier alleenlykter loops aanroeren; doch onder, daar wy van de ge- legenheid der Stad in de veertiende eeuwe zullen moeten fpreeken, omftandiglyk be- wyzen zullen. De grond, daar't Slot der voorige Heeren geftaan hadt, of nog ftondt, kon gewifTelyk niemant dan hunnen opvol- geren in eigendom toekomen. Uit het gezeide neemen wy af, dat hetAmftcr-
Slot der Heeren van Amftel, omtr ent tegen dam over de Oude Kerk, bewerten het Damrak, ^r alle aan den Nieuwendyk, binnenwaards, geftaan waar- heeft. Dit Slot was, reeds in de twaalfde fchynlyk- eeuwe, in fland. Maar hieruit volgt yan heid' ZY' zelf, dat zig, omtrent dien tyd, of weinig ftenaan- laater, eenige luiden metterwoon omtrent vang om- dit Slot hebben nedergezet. De bevinding trent dit heeft altoos geleerd, dat byna overal, waar ^ §e* hier te Lande Heeren-Sloten van eenig aan- zien wer den geftigt, al ftondenz e in't eerfl ge- heel alleen, niet lang na derzelver opregting, de naafle grond met eenige huizen bezet werdt, die, allengskens toeneemende in getal, dikwils tot Vlekken en Steden zyn aangegroeid. Zo is 't ook omtrent het Slot der Heeren van Amftel gegaan. Eenige opgezetenen van Amitelland , en waar- fchynlyk ook van Waterland hebben zig, is het te denken, al in de twaalfde eeuwe, omtrent het zelve nedergeflaagen. De Am- fterdammer Arts Nicolaas van Was- senaar tekent, in de Opdragtdes Zeven- den Deels van zyn Hiflorifch Verhaal, aan, dat Amfterdam „ eerfl van enckele huy- „ fingen, met een rond fort verfekert , „ zynen oorfprong genomen heeft": en dat 'er, naderhand „uit de naburige plaatfen" van Waterland en Weflfriesland, inwoo- ners bygekomen zyn. Doch 't is jammer> dat hy niet meldt, op wat grond, deeze J zy- (e) Amft. LUr. I. Cap. III. p- 9- orhn7„Pr,.
(5) Ik houd Pontanus voor den Schiyve deeze r
aantekeninge , zo om dat h| ^ |^n als aante- kenaar op Haemrodk, in ^ Opdiag van zyn ei- gen werk, opgeeft; als om dat hy (flrf cak_ p ^ erkent iet op den rand van den ongenoemden Schrvver te hebben ter nedergefteld: 't Welk wy hier byvoegen, op dat men, met LeLong(«. in) niettwyfele, of de aantekening ook door Haem- RODfizelven gefield'zy, A 3
|
|||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||
I. Deel.
|
||||||||||||
zyne aantekening rufte. Dirrick A-
driaensz Valcooch zegt (ƒ) „ dat „ een van de Gr ebbers zig, in overoude 5, tyden, uit Weftfriesland, metterwoon „ begeven heeft naar de plaats, daar fe- i, dert Amfterdam geftigt is". Doch op dit getuigenis is geenen vallen ftaat te maa- ken. Meer gronds heeft het zeggen van den Amfterdammer Digter, Kornelis Gysbertsz. Plemp, die ,in 't begin der voorgaande eeuwé, bloeide, en (g) ge- tuigt „ dat zyn Overgrootvader, een Zaan- „redammer, zig, tot voortzetting zyns „ Koophandels, metterwoon, naar Am- „ fterdam begeven hadt". En fchoon dit getuigenis ons op verre na niet brengt tot vroeg in de dertiende eeuwe, wanneer het Slot der Heeren van Amltel verwoelt werdt, zullen egter de opgezetenen der Plaatfe , die federt Amfterdam genoemd is, toen reeds tot een merkelyk getal zyn aange- groeid; 't welk hier uit is af te neemen, om dat zy, omtrent zeventig jaaren laater, reeds zo veel Koophandel dreeven, dat zy voor eene gunlt rekende, dat hun, in 't jaar 1275, tolvryheid in Holland gefchon- ken werdt (h). Het Privilegie, hiervan verleend, is het oudfle gedenkftuk, my bekend, waarin de naam -vmAmfielr e däm- me voorkomt. De ingezetenen der Plaatfe worden genoemd Luiden woonende te Am- ' fielredamme \Homines manentes apud Amfiel- redamme.~] De dam, waarnaar de Plaats haaren naam gekreegen heeft, moet dan, ten deezen tyde, reeds gelegd geweeft zyn. Doch hoe veel vroeger, is geheel onzeker. De eerfte Wy vinden, derhalven, Amfterdam klaar- mgezete- ^ jn ^en d^iende eeuwe: wy vinden de nen,gCroo-beginfels der Plaatfe reeds j met veel tendeels, waarfchynelykheid, in de twaalfde. Doch Viffchers wy vinden nog niet , waarmede de inge- ff^eft zetenen zig geneerden. DeoudfteBefchry- il zyn. A n i 1
ver van Amlterdam, meermäalen aange-
haald, zegt „ dat Amfterdam, zo lang het „ onder de Heeren van Amftel ftondt, zeer j, klein was, en weinige ingezetenen hadt, „ die, voor 't grootfte gedeelte, Viffchers „ waren (*)". Hiermede ftemt de oude overlevering overeen ; en de gelegen- heid der Plaatfe aan 't Y en den Amftel maakte dezelve bekwaam tot de Viffcherye De Amfterdamfche_■ Viffchers en andere inwooners hebben zig, derhalve, na dat de Dam in den Amftel gelegd was, voor 't grootfte gedeelte, beneden den zelven ten ooften van den ftroom, of eigenlyk van het Damrak, zo als het, van vroeg af aan, (f) Chron. van de Sype, */. ?4.
(g) Amllerodam. Monogramm./». IX.
(/>) ZïtHandv.tl. izj. [1]. (') dd calc. fONTANI,/). 3, |
genoemd is, nedergezet; de Viffchers,
vermoedelyk, digtft naar den Y-kant, de overigen ingezetenen meer binnenwaards. De ooftzyde des Amftels,dus eerft bewoond zynde, heeft hierom, federt, den naam van oude zyde behouden. Zo veel alleen kan men met zekerheid,
of met eenige merkelyke waarfchynlyk- heid, zeggen van de gelegenheid van Am- fterdam , in de twaalfde en dertiende eeu- we, dat is, eer nog 't Slot der Heeren van Amftel verwoeft, en na dat het weder- om herfteld was. En volgens dit geleide, verbeeld ik my de Stad, in haare eerfte gedaante, op deeze wyze. De Amftel, die van ouds den zelfden loop gehad heeft, welken hy nog behoudt, was, daar nu de Vygendam en groote Vifchmarkt is, afgedamd, en ter wederzyde, gedeeltelyk ten minfte, bedykt. De dyk langs den lin- ker oever was de gewoonlyke weg naar 't Slot der Heeren van Amftel, welk binnen- waards tegen den dyk, ten weften van den ftroom, beneden den dam, geftigt was, een'fchoonen boomgaard agter zig hadt, en digt by welk, geene of byna geene ge- meene huizen ftonden; 't welk met het aanzien, en met de vereifchte fterkte van het Slot, niet beftaanbaar geweeft zou zyn. De buurt of het gehugt lag aan de ooft- zyde van het Damrak, in het gezigt van 't Slot, vong aan, omtrent de plaats, daar de oude Kerk ftaat, en de grond hoogft is, en liep, in de oudfte tyden, naar den Dam, en wat laater, zo 't ons voorkomt, ook naar den Y-kant, tot op de hoogte der nieuwe brugge toe. Of Amfterdam, in't begin der dertiende eeuwe, reeds metee- ne graft omringd geweeft zy, is onzeker. Miflchien, hebben de huizen toen geftaan van vooren tegen het Damrak , op den Oofter-Amfteldyk, nu de Warmoesflraat: en miflchien hebben zy, van agteren, geen ander water gehad dan de binnen-floot van den dyk, die federt de Oude-zy ds-Voor- burgwal geworden is. Ten weften, daar weinig meer dan 't Slot ftondt, heeft, ver- moedelyk, een diergelyke binnen-floot ge- loopen, die federt in de Nieuwe-zyds-Voor- burgwal veranderd is. De gantfche Plaats werdt dus, m deezen vroegften tyd, ten Ooften en ten Weften, bepaald door de twee Voorburgwallen, zo men anders den binnen-flooten van den Amfteldyk dien naam geeven wil. Ten Zuiden en ten Noorden, ftrekte zy zig van den Dam tot aan 't Y toe uit. Doch een groot gedeelte der erven, die in deezen omtrek vervat waren, lag nog onbebouwd. Ook is 't niet te denken, dat de Plaats Poort of Poor-
|
|||||||||||
BcfchoU'
wing vaö j Amfter- dam, om trent de9 aanvang der der- I tiende eeiv.ve- |
||||||||||||
I
|
||||||||||||
\I.
|
|||||
■
|
|||||
I- Boek.
|
||||||||||||
OP KOMST en AANWAS.
|
||||||||||||
Poon gehad heeft, in fe begin der
U(~rtiende eeuwe r»f > u ï. i > ei ecnig ander KerkJS cr' behalve t Slot, bouw geftaan hoil yk- ^-^««Wlyk ge- Gene fomShebbe' ls geheel onzeker, 't 5. O/oft gej' oprent het ftigten der twaalf■ nU 0udezyds-Kapelle, in de feont op E' hr^bben »Wtekari (*)
wvs T,™e êjffingen, zondereenigbe-
Meer redaS* ' gdyk eenigen doen'
Kerke S£ ^J agt *£«* der 0«de len hierin j g,eeven- Doch wy »* Wer ter VU Ir er 0ok' zo vroeg, reeds
ftaanhebbf :n'?!^ °f Regth»isge"
Kapel , alw' e" Wel teSen wer de S.Olofs kelders InS 'T" Zwaare overwelfde
vze en Wnden heeft> in melken eroote mai me S 5 en traIicn Plagten £^MD ,
derf? m^r!dk?n m ^yfel getrokken^ iS dat AmftlrS nnCn Wd' mÊtfommigen,
Oudt KeTkt ^ VSn °mtrent de Plaats de; zeer'v oei Ä t0t f9 de" Y^> aI
boiiw/1 i' lchoon niet allervroerit bc- ÏiïtK geweeft is. 't Is ook' niet
in decze ff%k'dat het oudfte Raadhuis, «Ä van"''?ffigt is gewe^ ter ge'- Huis n rS' ™nlang> voor zeker n°g voor T etó^"" ; welk opfehrift,
doch of hot > ge Jaaren' vernieuwd is; xelfs i, v K\er,5ecdsin de twaalfde, of ftaao hebk? gm der,dcrtiende eeuwe, ge- eenen Brfef'vÜL? hoogften onzeker. In tPe^^^£s:ilti ,gewaagt
dere goederen m/7 ' ^**"» e" an-
bez-t r,J. 7 tV, Amftekedamne (6)
^eeds zo vroeJ 5*°*g» geweft zyn,
«*. in ArXrd,™ ' m de ^aalfde eeu- geene zekerheid 7" gCWecft ' is met *niet,da 'e a^teWyzen-Zel^vind
KapdinÄmSdrS^^V'
dat 'er, vermcedelyk,VS^ ' tÄ Jer tyden, eene l4p'el aïof n ? w AtSrdam b^UrT °f ^^enen v™
iVeripel van Ouder-Amftel, welks (tf\ f" MlERIS CtMterB. I. 7W *,
K,r/- bl- 4 'dïedn; ? fEt00M ^MryvJmJT^
bl- 135) get'o^ ?°,r L* ^Hfrfö^vanJmß. ««; maar -*fc§!"» w\me"' niet Anefielredam- voor de waare '"*• WY ^oikIqu de ecrice leezln." |
||||||||||||
Kerfpelkerk te aidcrkerk ftondt;en waar-
mede de eerfte Kerk van Amfterdam, zyn- |
||||||||||||
de de Oude Kerk, in 't eerfl
|
vereemgd
|
|||||||||||
geweelt is: al 't welke beneden klaarder
blyken zal.
Ondertuflchen, zal het fommigen vreemd Wat men
voorkomen, dat wy Amfterdam, in dete hou' twaalfde, en zelfs in 't begin der dertien- benvheb" de eeuwe, zo klein maaken, daar men een heUi!Lr- Kaartje der Stad voor de Handveßen ge- tje der plaatft heeft, waarin zy vertoond wordt , Stad, i i_ • j-i «oor
zo als ze, omtrent het jaar i22o,geweeitzou chriftof-
zyn ; en waar in men het oude Stadhuis fel van op den Dam, de Oude Kerk en verfchei- Hartog • de Kapellen en Kloofters afgebeeld zyn.vf^ oriti Ook heeft de Stad daar reeds vyf Poorten,en worpen' legt, ten Ooften en ten Weilen, in eene graft, nu de Oude- en Nieuwezyds-Voorburgwal, en houten wallen beflooten. Doch als men aanmerkt, dat ditKaartje, door Christo f- felvanHartogve LD,eerftin de zeven- tiende eeuwe, voor zyn byzonder vermaak, opgefteld is (») , zal men terftond moeten erkennen, dat daaruit, omtrent de waare oude gedaante der Stad, niets met zeker- heid te beiluiten is. Anderen hebben reeds voor ons gezien, dat 'er gebouwen in ge- plaatft waren , die, in 't jaar 1220 , nog niet waren geftigt. Domselaaë heeft hierom geoordeeld (o), dat 'er de Stad in vertoond werdt, zo als zy omtrent het jaar 1260 of 1270 beftondt. C as pa rus Commelin meende, dat hy 'er de Stad in zag, zo als zy was omtrent het jaar 1300 (p). En Dapper (q) hadt, reeds voor hem, gefchreeven, dat het gemelde Kaartje de Stad afbeeldde, zo als zy was voor 't jaar 1400. De laatite kwam ze- kerlyk naafl aan de waarheid. Doch uit het verfchil deezer Schryveren is klaarlyk af te neemen, dat, uit het Kaartje, waarvan wy fpreeken, omtrent de waare gedaante dei- Stad in 't begin der dertiende eeuwe,niets met zekerheid te befluiten is. Le Long heeft dit zo klaarlyk getoond (r), datwy noodeloos_ agten, daarop langer ftil teftaan. Maar in 't einde der dertiende en inDeKoop
de veertiende eeuwe, begon Amfterdam ^an^ allengskens aan te waffen. Het Privilegie fter(jam " van tolvryheid door Holland, welk de Plaats, toenee- in't jaar 1275, ontvangen hadt, gaf den men. Ingezetenen gelegenheid om hunnen handel uit te breiden, niet flegts door de nabuurige geweften; maar ook allengskensüoitwaards, naar Hamburg en verder,enWeitwaards, naar
(») ZU DöMSELAA» Ut. ä"k, bl. i93, Commelin,
;'f»7ïil. Boek, bl. 19z, 193.
(t>) Tufthtn hl. 170 <™ I?I. (ai Amft. tuffeben bl. 44. en +j. \r) Reform, van Amft. bl, lu> u3i |
||||||||||||
w.
|
|||
8 AMSTERDAMS I. Deel.
|
|||||||
naar Brabant: van al 't welke wy omftan-
diger handelen zullen, als wy, in 't ver- volg, den Koophandel van Amfterdam zul- len befchryven. De handel kon, in 't klei- ne Amfterdam, niet toeneemen, of het getal der huizen moeft naar gelang aan- waffen. Het Slot der Heeren van Amftel, welk, in 't jaar 1204, verdelgd geworden was , fchynt naderhand wederom opge- bouwd, en omtrent het jaar 1282 , door jAN Persyn, Heere van Waterland, en ook, zo 't ons voorkomt, voor eenen tyd,Hee- re van Amfterdam, bezeten te zyn (s). Maar toen, in 't jaar 1297, Amfterdam, met alle de goederen der Heeren van Am- ftel, aan de Graaven van Holland verviel, nam de hoop toe, om de Plaats, onder 't aanwaffend gezag deezer Graaven, nog fpoediger en fterker, te zien bloeijen. Graaf Jan de II. gaf deeze goederen, in'tjaar 1300, aan zynen Broeder Guy (0, die fe- dert Biffchop van Utrecht werdt, en Am- fterdam, volgens het verhaal van eene on- zer oude ChronykenfV), met Keuren voor- zien heeft. Doch terwyl hy Heer van Am- fterdam was, gaf Willem, oudfte Zoon vanGraave Jan den IL, in 't jaar 1304, be- vel aan die van Amfterdam, om hunne bruggen te breeken, en alle hunne veflen te flechten Qu): waaruit ten minften blykt, dat de Plaats, voor dien tyd, bruggen en ves- ten, 't zy het Slot vanAmftel alleen, of, gelyk, uit den boven (bl. 7.) aangehaalden Brief van denjaare i282,waarfchynlykeris,nog andere Sterkten nevens het zelve gehad heeft. Van de bruggen der Stad is, on- getwyfeld, de oude brug eene geweeft; 't welk men niet alleen uit den naam afnee- men kan: maar ook, uit de noodzaakelyk- heid, die 'er al vroeg geweeft is, om ee- nen toegang van de oude naar de nieuwe zyde te hebben, nader dan over denDam. Men vermoedt, wyders, dat Biffchop Guy, die, in 't jaar 1311, de Heerlykheid van Amftel aan Willem den III, Graave van Holland, te rug gaf, (w), te vooren reeds, Kapellen en Kioofters te Amfterdam geftigt hadt, waarvan egter geen duidelyk blyk gevonden wordt. Miffchien was de S. Olofs Kapel nu reeds in wezen; doch de Oude Kerk, die thans de eenige Kerk van Amfterdam, en aan S. Nikolaas toegewyd was, was zekerlyk reeds geftigt. Zy was, nog in 't begm deezer eeuwe, onderhoo- rig aan, of famenge voegd met de Parochie- fj) Zie Mieris Charterb. I. Deel, bl. 4,3; +,+> fm letken mit SoetEBOOm Waterl. bl. *7- (t) Mieris Charterb. II. Deel, bl. i '• (u) Ongen Klerk, il. 187. (v) Mieris Chartorb. II. Deel, bl. +0. (w; ld. il. Deel, bl, ui. |
|||||||
of Kerfpelkerk van Ouder-Amftel , te Ou-
derkerk , en werdt door een en denzelfden Paftoor bediend, gelyk duidelyk blykt uit eenen brief van Graave Willem den III. van den jaare 1323, vergeleeken met eenen an- deren van denjaare 1334 (x). Doch in 't laatftgemelde jaar, werdt verklaard „ dat „ de Kerfpel-Kerk van Aemftelredamme, „ uit zig zelve, afgezonderd en gefcheiden „ was van de Kerken van Oude Aemflelle „ [Ouderkerk] en Nieuwe Aemftelle [Am-^fer~ „ fterveen]". Amfterdam kreeg, derhalve, WOT(jt hoe langer hoe meer aanziens, en draagt, Stad g<r zelfs in Brieven van de jaaren 1336 ennoemd- 1339 (3O, den naam van Porte, Poirte of Stad: 't zy dat Graaf Willem de III., of één zyner Voorzaaten de Plaats tot eene Stad verheven hebbe; 't zy dat zulks ge- fchied zy, by de Keuren en Voorregten , door Biffchop Guy, aan dezelve gefchon- ken. In deezen ftaat der Stad, begon men met DeWem
ernft de hand te liaan aan het betimmeren of Nief' der erven, die op veele plaatfen binnen de we p graft ledig lagen. Na het andermaal fleg- fterker ten van het Slot van Amftel, in 't begin betim- der veertiende eeuwe, was de grond, waar merd- op het zelve geftaan hadt, en die den Graa-- ve in eigendom toekwam, gedeeltelyk ten minften onbetimmerd gebleeven. Van dee- zen grond gaf, naar alle waarfchynlykheid, Graaf Willem de III., den eerften May des jaars 1333, vier hoffleden op die Weftzide van der havene, flreckende ute f Te tolt der grafie, elke hofflede dortich voeten breet, in eeuwige erfpagt uit (z). In deeze weini- ge woorden, worden verfcheide ftellingen beveiligd, die wy te vooren gemaakt heb- ben. Wy zien 'er uit 1. dat de Weftzyde van de haven, of het Damrak, nog niet overal betimmerd was, en derhalve, met reden, federt, den naam van nieuwe zyde kreeg. 2. Dat de Stad, ten deezen tyde, maar ééne graft hadt, aan welke deeze Hoffleden of erven (7) paalden, en die hier geene andere dan de Nieuwe-zyds-Voor- burgwal kan geweeft zyn, of ten minften om-
(x) Zie Mieris Charterb. II. Deel, hl. 304, j6z.
(y) By den zelfden, II. Deel, H. 57s,«2j. (zj Zie Mieris Charterb. II. Deel, bl. 54.).. (7) Het woord Hofflede heeft hier, en geraeen-
lyk in oude Brieven, geene andere betekenis dan die van Erve. In eenen Brief van Hertog Albrecht .van den jaare 1387, leeft men Kan eemg huys op den Middeldam alhier, dat men breed van der Hof- flede daer't op flaen fal. Zie Handv. bl. 709. [6.] Zelfs vindt men, nog in eenen Brief van denjaare 1518, agter Eikelenbergs Gedaante van Weftfries- land bl. 97- gewaagd van die Hoffleden in het Dorp S. Pancras, daer die hwjffen op flaen. In beide wel- ke plaatfen, 't woord Hofflede niet dan in den. zin van erve of grond kan genomen worden. |
|||||||
ï> Boë
|
|||||||||||
Ö PKOMSTe n AA K W A S,
|
|||||||||||
K,
|
|||||||||||
omtrent op de zelfde plaats, en in de zelf-
de ftrekkmg geloopen heeft. De zelfde ßnef zegt ook nog, dat Griete Clays Héy- SSe vier verpagte Hoffteden, op mm fey bek^nLdt, en 's Graaven Nart&rl , Lóuwekyn op éoehdè, op die h°{e: \Wé,k' t« J.? beveiligt, dat är,^ t' T5 Boomgaard, en veelligt nog «Klere Landeryen der Heeren van Amftel nier gelegen hebben; alle welken aan de vjaaöykheid gekomen waren, en dus door jen ^raave bezeten werden. Een andere ßnet van den twaalfden May des jaars 1336 opent ons de gelegenheid deezer Weftzy- oe van het Damrak nog nader. De zelfde ^raar geeft, daarin, aen Góppe Heynen *one, zynen Schouie van Aemfiekedamme , zynen Molenwerf, alfo als 't ghelegen is bin- ™* der Porte Van Aemfiekedamme, op die rrejtztde van der haven, tukhen der Porte erve van Aemfiekedamme op 'die Nortzide, en LL°u™en Jwdaens Soens erve op die Zuyt- nm r, Zo men onderftek, gelyk niet onwaarfchynlyk is, dat deeze Louwen Jur- daens Soen (8) de zelfde is, die, in den '°5f m,eIden Brief, Lmiwekyn genoemd vorat;. dan paalden de vier eerftgemelde erven aan het zyne; het zyne aan de Mo- lemverf, en de Molenwerf aan de oudfte £r iCm^er"Pooit'die i bezuiden de plaats, ftin Li? °"de ^^erflmslegt, ge- len on A ongetwyfeld naar den Mo- den ia e6Ze Molenwerf> in brieven van Wy- fcJm1418' der mnd-mokn-zyde Poirt- ** van^fJS ëenlanid is- °ok draagt de nieu- de mnd-7,L7 ' m bneven van 't begin der vvf-
tnolenzv- tlende eeuwe,noe dikwil« A*n V j. *j jTT- j , »,w& uikwhs den naam van dp
fecn tvindmolcn-zyde (q) n^i, ™ . ,
in bepaaldelyk gepaft op 't gene men
nu de* Nteumndyk noemt (V) , van den denmnaaa 0t ^ S: Jak°bsftraat, zynde eeuwe ^1i?" I2?,tew«^*. in de vyftiende eeuwe, alleenlyk gegeven aan het gedeel- te van den tegenwoordigen Nieuweïdyk welk zig van de S. Jakobsftraat ftrek/tot (<«) Mir.RO Charterb. II. Dttl ,hl „.
(8) In de Dirk van Haffeltsfteeg , loopt een
dwarsfteegje Louwen-Poortje, en in de Kaart van BalThAZAR Floriszoon, Meefler Louwenfleeye ge- "die zekerlyK hie* omtrent gewoond heeft
(9) Zie CoMMELiN bl. 201. Aant. b In eenen
S|^enen-brief van den vierentwintig S wordt iV42,3' m C LeProozen-Huis bewaard ander Lede n^fj^f™ der QU^ $™fte t(*
I. STUK. 6 "'
|
|||||||||||
aan de oude Haarlemmerfluis, welk gedeel-
te dyks reeds voor het jaar 1426" gelegd was (d): waarom, federt, ook de naam van Windmolenzyde - Poirthuys in dien van Nieuwendyker-Poort , is veranderd. Tuffchen de Kolk en Dirk van HalTelts- fteeg, plagt een fteeg te looperi, die den' naam' van Windmoïenfieèg voerde O), en befcheidelyk te zien is, inde grooteHout- fnêe-Ka'art van't jaar 1544,gemaakt door Cornélis Jnthniszoon. Schuin tegen over deeze fteeg, aan de Ooftzyde van den Nieuwendyk, ffcondt de Lieve-Vrouwe-Ka- pel , ter zyde langs eene fteeg, de Lieve Vrouwenfieeg, nu de Frowwenfieeg geheeten; gelyk my dnidelyk gebleeken is, uit een Affchrift van een' Schepenen-brief van den jaare 1360, waarin van Onfer - Vrouwen- CapeHe, die fiaet in die Wintmolen-firaete + gewaagd wordt, en die, derhalve, ook reeds in de veertiende eeüwe, moet gefügt geweefl zyn. Wy hebben de plaats der Windmolen-zyde en Poort, zo duidelyk, willen aanwyzen, op dat men deeze Poort» met CoMMELiN (ƒ), niet aan de Ooft- of Oude zyde zoeken zou; en te minder, daar hy zelf, op eene andere plaats (£), de Windmolen-zyde fielt, daar 't behoort; gelyk reeds door Le Long Qi) is aange- merkt. Ondertüffchen, ziet men, aan het uitgee- £je y™.^
ven van zo veele erven aan de Nieuwe zy- heid der de, dat de Stad, aan de Oude zyde, tot Stad aan of over den Dam , ten deezen tyde, wordfbe- reeds grootendeels betimmerd geweeftmoet ^jaar'm zyn. 't Leedt zelf niet langer dan tot in 1342. 't jaar 1342, wanneer Willem de IV., Graaf van Holland, goedvondt, de uitge- ftrektheid van de Vryheid of JurisdiStie der Stad nader te bepaalen, in eenen Brief, die, den negenden December desgemelden |aars, in den Haagé, gegeveri werdt. Zie hier de woorden van dien Brief, zo als ze, uit het eerfie Stads Privilegie-boek f. 2., in de Handvefien (i), zyn nagedrukt: In den eerfien, fo Julien die palen van ha-
re vryheyt we/en op die Oofi-zyde van der Poorten, aen Jans Witten Hoffiede ; op die Noort-zyde, aen het grobte Gods-huys-Lant; op de Wefi-zyde, aen den uytere egge van der Laen, die leghet in Tsbrandts Landt van der Zydwynde; op die Zuidt-zyde, in die NeJJe tegens der Lane over: alfi alst met- ter Graft begrepen is. Ende in die Haven, ten
(d) Schepenen-brief van is 7"«- Hl«, in 't Groot Memor.
N. l.'f. 215 r , „T
(e) Handv. */. 9«i- [ƒ90-'•
(ƒ) BI. 17«- Aant- °' (g) BI. zoi- (b) Reform. *»• 4°4-
(i) Bl. i°' Ol« 3
|
|||||||||||
XX.
|
|||||||
3 • 2)<2_X^i£, ?iä tr
|
|||||||
A M S TER DA M S
|
|||||||||||||||
ï. Deel.
|
|||||||||||||||
IÖ
|
|||||||||||||||
ten hahen flroom toe in 't Te, ende voorts-
flreckende in. 't Te, langhes den Dycke Oofl- waar ds, vyftigh roeden buiten de Pfintmolen, die haer Willem van Outshoorne van onfen wegen maken- dede. - De oorfprongkelyke Brief wordt tegenwoordig bewaard in de Oude Kerk, Laade N. 4., en komt, inde ftelling en fpelling der aangehaalde woor- den, na genoeg met de gedrukte uitgaaven van den Brief overeen. Laat ons nu zien';, hoe ver wy tegenwoordig de uitgeftrekt- heid van de vryheid der Stad, uit de aan- gehaalde woorden, können opmaaken. Nadere Stads Vryheid te Lande,wordt, by de<
aanwy- zelven, bepaald,
jglg ava! 1. Ten Oofien, of aan de Oude zyde, tot
ten der aan Jans Witten Hofjlede.
Stad» 2. Ten.Noorden, aan het groote Godshuis-
Land.
3. Ten Weflen, of aan de Nieuwe zyde,
aan den uiteren egge van der Laen, die leg- het in Tsbranßts Landt van der Zydwynde. 4. Ten Zuiden, in die. Neffe tegens der
Lane. over, Waarby , tot nadere aanwyzing der
paaien van de Stads vryheid , gevoegd wordt alfo alst metter Graft begrepen.is. Men zal zig niet zeer verwonderen, dat
4e aangehaalde woorden , voor ons , na verloop van vier eeuwen, niet klaar zyn. Wy zullen egter beproeven, of wy'er niet eenig licht aan geeven können., Zyhadt- 1. Wy, zien'er uit, dat de Stad;, inde maar veertiende eeuwe, nog maar. ééne Graft era!" ^adt, die Seene andere dan de Oude- en zyndè Nieuwezyds-Voorburgwal kan geweéft zyn; den en, na dat deAgterburgwallen gegraaven, Voor- 0f onder de Vryheid der Stad betrokken burgwal. waren ^ ^e oude Graft genoemd werdt, kry- gende de Agterburgwallen den naam van nieuwe Graft. Zo leeft men, inSchepenen- brieven van de jaaren 1415 eh 1425, dat het S.: Paulus-Broeders-KIoofter, nu het S. Jpris-Hof, ftondt binnen der vryheden vanAem- ftelredamme buten ander Stede Nye. Graf- te (£). En in eenen Latynfchen Brief van de.n jaare 1437,. dat het S. Cecilien-Kloo- fter, nu het Prinfen-Hof, ftóndt tujfchende Wee graf ten \jnfra duo fojfatd] (/). In, ee- nen Latynfchen Brief van den jaare, 1493, van welken een Affchrifc onder my beruft, wordt het S. Barbaren-Kloofter befchreeven als gelegen „ m Grimmene{fe tulrchen den „ Amjiel en de oude Graft (infraripamflii. „ vü, qui vulgartter dle Aemftel diciiur, „ & infra antiqiium foifatum.]" Vergelyk hier mede den Schepenen-brief van den jaare 1455, byCoMMEMN, bl. 209. Debe- 2. Van de vier Vryheidspaalen is de Zul. |
|||||||||||||||
delyke tegenwoordig beft bekend. De ftraat» der Stad
die, oudtyds, de Neffe enGrimneffeofGrim aan de meneffe genaamd werdt, en thans nog de Nes Zuidzy- heet, was weleer een ftuk laag Land,wa-1e^ss terig en met biezen bezet. Ten minfte e e " blykt klaarlyk, dat het Zuidelyk gedeelte der Nes, naar de GrimmeneJJefluis toe, zo gefteld was. Het Noordelyk gedeelte, vanouds Gansoïrde genaamd (10), en zig tot aan den Middeldam uitftrekkende , fchynt wat hooger gelegen te hebben. Zulk laag Land lag 'er meer langs den Amftel, en droeg, gemeenlyk, den naam van Afo. Hertog Albrecht fchonk, in 't jaar 1386, twee zulke Neffen weg (m). De Zuidely- ke paaien der Stad hebben zig, derhal- ve, tot aan 't einde der Nes, by de plaats, daar federt de Grimmeneiieïluis gelegd is, uitgeftrekt. 3. Wanneer wy nu, van hier naar 't Aan de
Wefteu, voortgaan, zullen de tVeftelykeWeAzy~.
paaien ook niet moeilyk te ontdekken zyn. de,de bf
v T ï ■ 1 • , , J ■ teiiKant : t Is waar, dat wymetnaauwkeunglykwee- van de
-ten, waar Tsbrandts Land, en de Laan in Laan in
het zelve, gelegen heeft: maar die Laan Ysbran* lag tegen over de Nes: wy konnenze, der-Land' halve, nergens anders dan in de Kalver- ftraat, of weinig Weftelyker zoeken; mids blyvende binnen denNieuwezyds-Voorburg- wal. De uyteren egge oïuiterfte kant van dee- ze Laan was de uiterfte paal der Stads Vryheid aan deeze zyde. Doch Tsbrand en,zyn Land, welk egter ook hieromtrent moet gelegen hebben, zyn my geheel on- bekend. De Zydwinde, aan welke dit Land fchynt gepaald te hebben, was, naar alle waarfchynlykheid, de dyk, die hier het Am- ftelwater keerde, of tot eene Landfchei- ding tulTchen Ouder- en Nieuwer-Amftel, plagt te ftrekken. Immers, dat het woord Zyd'Winde, in de betekenis van Landfchei- . ding of' tVaterkeering, dikwils, voorkomt, können verfcheide oude brieven getuigenfw). 4. Van 't Wellen naar't Noorden voort-
gaande, is de uiterfte Grenspaal der Stads Aan de .Vryheid , aan de Noordzyde, het groote Noord-
Godshuis Land. Pon tan ijs maakt hier-zyde>heC van het Land van het groote Kloofler (0) : Q^e doch'hy zegt niet5 wat Kloofter hy op 'thuis oog heeft : behalve dat het niet zeer waar-Land, fchynlykis, dat 'er, reeds zo vroeg, een Kloofter in Amfterdam zou geweeft zyn, welk den naam van groot' draagen mögt, Le Long verftaat 'er het Lieve-Frouwe' . . Gaß.- (m) Zie Mieris Chartert). III. Diel, bl. 44«.
(n) Zie Mieris Chaucrb.■■II.1/Bett. bl. 604. Handy,
van Rynl. bl. i0) u, 107, J°9- . (e) Amtt. Cib. I. Cap. IV. p. 10. (10) Dit blykt, onder anderen, uit een Schepe*
nen-Brief van 't jaar 1425, ten behoeve1 van 't Margrieten-Kloofter i» Gmisonde, |
|||||||||||||||
paaling
|
|||||||||||||||
(k) Uit Affchi'iften , onder my beruflindt.
(Ij Uit een Affchrilt , als btven. |
|||||||||||||||
1
|
|||||||||||||||
X
|
|||
!• Böek.
|
|||||||||||
OPKOMST én AANWAS.
|
|||||||||||
it
|
|||||||||||
Gafthuis door, by welk hy onderftelt dat
eemg Land zal gelegen hebben (p). Doch üit Galthuis flondt aan de Windmolenzy- de, dat is, aan de Weftzyde,niet aan de Sri Yi ider Stad: en £ is zeer nyyfcI"
S g5 ot het ten deezen tyde nog wel ge-
lugt was. De Lieve-Vrouwe-Kapel , te- gen over het Gafthuis, was,'t is waar , in wezen, gelyk my, uit een'Schepenen-brief van den jaare 1355, gebleeken is; doch van het Lieve-Vrouwe-Gafthuis vindt men niet voor de vyftiende eeuwe gewaagd (q). Wat my dan betreft; ik verfta, door het groot e Godshuis, de Oude Kerk, welker Kerkmecfters , in de oudfte tyden , den naam van Godshuis-Beraaders droegen (r). Dit Godshuis was thans het groot/te van de Stad: en zal, waarfchynlyk, een ftuk i-ands bezeten hebben, welk zig, Noord- waards van de Kerk af, agter de tegen- woordige Warmoesftraat heen, naar den kant van 't Kamperhoofd uitftrekte. Men mag vermoeden, dat dit Land, omtrent deezen tyd* tot moestuinen verhuurd ge- weeft is, en dat de naafte ftraat hiervan den naam van Warmoesftraat (11) gekree- gen heeft. Meer Zuidwaards , naar den Middeldam toe , droeg zy van ouds den naam van de Kerkfiraat ,en in de vyftiende en zeftiende eeuwe, ook dien van de Oude- zyds-Kerkfiraat (j). Dus hebben wy dan ook de paaien der Stad Noordwaards ge- vonden. Öoftïde 5' D£ Ooftehke Pralen der PoorteoïStad
Jans Wit-War^n Jans Witten Hofftede, welker gele- ten Hof-genheid thans t'eenemaal duifter is; doch «We. 01e, tuflchen den Oude-zyds-Voorburgwal en de Warmoesftraat , gezogt moet wor- den. Wie Jan Witte gcweeft zy is ook (p) Reform, hl. 191.
(A) Vide 1'ONTANl Amft. Lier. II. Cap. III. p. 71.
f< r, CCn gefchieeven Lvft van dczelveri.
Palh^ïnerKlfofir"0" M ^ Iuk°mfteU Va" ll£t
(111. hoek bl. 191.) dat deeze ftraat ten onregte
Wamoesftraat, nzzx zekere Warmoe stuinen, genoemd wordt, en eigenlyk Warmeftraat heeten moeft, om dat dezelve warmer was dan de naaftgelc-en Zee- dyk, daar men bloot flondt voor de guure" Noord ooften-winden. Doch wy houden ons aan den .ouden en gewoonen naam, die overal, in deoud- ue bchepenen-Brieven en andere egte ftukken voorkomt, en ook by den eerften bekenden Be- fchryver van Amfterdam Qad calcem Pontanid < ï gelezen wordt. Efl etiam, zegtby, «kéfrM parocbia, platea Olenm diüa. 't Is waar dat de ftraat, van welke wy fpreeken, in de Kaart van CorNELIS Anthoniszoon, de Warmesftraat heet: 't gelk.weinig van Warmeftraat fchynt te verfchillen. welkkifar,Timat is e'Senlyk Warmoesftraat , 't MindeÄWy^' uit deGrondtekeningvanhet Ïr tetKloote! J" J J-i 1578 gedaan, Moestuin Lt^2'' gezeid BlIhamer: in welke ds Mosmmdetv*rmeStuyn genoemd wordt. * |
|||||||||||
geheel onbekend. De Digt» Joost van
den Vondel, wiens vindingryke geeft oud Amfterdam met veele treffelyke Gebouwen heeft opgefchikt, van welken men, in 't begin der veertiende eeuwe den tyd waarop hy ziet; geen fpoor altoos vindt in egte Gedenkfchriften; fchynt van Jan Witte ook een aanzienlyk man te heb- ben willen maaken, als hy Gysbrecht van Amftel, in het derde Bedryf van het Treur- fpel, welk zynen naam draagt, doet zeggen : Ik zag het groot Gebouw Jan Witten gevels vallen.
Hy heeft den naam van Jan Witte,
ongetwyfeld, ontleend uit den Brief van den jaare 1342. Doch miiïchien heeft hy 't woord Hofftede in den Brief voor eene Bui- , tenplaats genomen, en daar uit 's mans rang
afgeleid. Maar wy hebben reeds te voo- ren (bl. 8) gezien, dat het, van ouds , blootelyk erve betekende. Voor 't overige, is my, in oude Schriften, niemant van dee- zen naam, hier ter Stede, voorgekomen, dan een Jan die Witte en een Heynric de Witte, die de Gafthuis-Molen van 't Oude of Heiligen-Geeft-Gafthuis gepagt hebben om acht oude Vrancryxe Schilden in 't jaar, mids zy ook alles, wat het Gafthuis noo- dig hadt, maalden (f). Deeze twee Wit- ten fchynen, derhalve, Molenaars geweeftte zyn. Ten befluite, merk ik aan, dat dé gantfche Vryheid dèr Stad te Lande, wan- neer menze naar de tegenwoordige gele- genheid zou willen befchryven ,-. zig be- paalde, van omtrent het Kamperhoofd af, langs de Weftzyde van den Oude-zyds-Voor- burgwal , tot aan den Grimburgwal; van daar voort, over de Langebrug en agter de Begynen, tot aan den Nieuwe-zyds-Voor- burgwal, en , langs de Ooftzyde deszelfs, tot by de oude Haarlemmerfluis tóe. 6. Doch te Water werdt Stads Vryheid Vryheid
bepaald uit de Haven, of het Damrak, in der Stad 't Y, ten halven ftroom, dat is, tot op denteWater- halven afftand tuflchen de Stad en de over' zyde van den Y-kant, 't zy aan de Vole- wyk,of aan den Waterlandfchen dyk; want dit blykt niet zeer klaar: en voorts Ooft- waards langs den dyk, dat is, langs deri Zeedyk, die nu binnen de Stad legt, en nog dien naam draagt, vyftig roeden buitenden Windmolen van Heere Willem van Ouds- hoorn , die op of aan den Zeedyk, op eene plaats, welke federt in de Stad getrokken is, zalgeftaan hebben, en buiten welken Molen, Y-waards , Stads Vryheid zig vyf- tig roeden uitftrekte. t Is zeer te ver- moeden , dat de gelegenheid van deezen Mo-
(1) ro.gefcluewn Awuckemngen, hei Gafihui* fce-'
treffende.
B %
|
|||||||||||
XL.
|
|||
A M S T E R D A M S
|
||||||||||||||
I. Deel.
|
||||||||||||||
12
|
||||||||||||||
Molen aangeduid wordt, door de Molen-
fieeg op den Zeedyk, die, van ouds, een toegang naar denzeiven geweell zal z.yn. En zo de Molen over deeze fteeg op den dyk gellaan hebbe; dan zal de lengte van vyftig roeden langs denzeiven , ons niet verder brengen, dan tot op de hoog- te van de Waterpoortslleeg, daar de Vry- heid der Stad aan deeze zyde zig bepaal- de. Wie Heer Willem van Oudshoorn, de Stigter van deezen Molen, geweell zy, kan by van Leeuwen (v) wordennagezien, die egter niet meldt, dat hy het Amptvan Rentmeeller van Graave Willem den III. bekleed heeft; 't welk my, uit eenen Brief van den jaare 1333 (w), gebieeken is. Gebou- Eer wy geheellyk afilappen van de be- wen der paaling Van Stads Vryheid in 't jaar 1342, deezèrf" mo6ten WT alleenlyk nog aanmerken, dat tyde. 'er, ten deezen tyde, zekerlyk verfcheide Weereldlyke, en vooral Kerkelyke gebou- wen binnen de Vryheid geffigt waren, fchoon men niet zeker Weet welken. Van de Oude Kerk en Lievè-Vrouwe-Kapel, is het klaar: van eenigè andere Godsdienfti- gen geiligten, gelyk van de Heilige-llede, thans deNieuwe-zyds-Kapel,meer of min School, waarfchynlyk. Vermoedelyk, was 'er ook een openbaar School in de Stad, om dat, in den zelfden Brief van 't jaar 1342, de 'bégeeving van het School-ambagt aan de Stad gelaaten werdt. En 't is waarfchyn- lyk, dat deeze School, aan of in de Oude Kerke, de Kerfpelkerk der Stede, zal ge- plaatll geweell zyn. Immers, in laater' tyd, hadden de beide Parochie- of Kerlpel- kerken van Amllerdam, en veelligt ook verfèhèiden' Kloollerkerken haare Schoo- ien O). Een Stadhuis is 'ér, öngetwyfeld, geweell, gelyk wy reeds hebben aange- merkt. En naardien Graaf Willem de III., in 't jaar 1323 , bevolen hadt, dat het Ooilerfch Bier ook te Amllerdam vertold zou worden (y); zal'er,waarfchynlyk, tot het ontvangen van deeze en andere Tollen, 90k een Tolhuis opgeregt geweell zyn. öndertulTchen, lagen 'er, binnen de Stads graft, en vooral ten Wellen enten Zuiden, nog veele «rven ledig, die tegen 't einde der veertiende, en in 't begin der vyftien- dè eeuwé, betimmerd werden. De Vry- De Koophandel deedt de Stad zo fpoe- heidder dié aänwaflefl > dat men, na ruim veertig |
||||||||||||||
deezen tyd, een verbondopgeregt; en 't
blykt, uit egte Hukken van den jaare 1370, dat Amllerdam toen reeds onder deeze Kooplieden geteld werdt (z). Men kan , van het toeneemend vermogen der Stad rekening maaken, uit de boete van tien dui- zend Schilden, van vierentwintig Dordrecht- fche of Vlaamfche grooten ieder Schild, welke zy, in 't jaar 1366 [1367], aanHer- toge Albrecht, Ruwaard van Holland, op- brengen moell (a): 't welk,, ten:dien ty- de, eene zeer aanzienlyke fommewas. De zelfde Ruwaard vermeerderde, derhalve, by eenen Brief van den zevenden January des jaars 1386 [1387] (12), de Vryheid der Stad, van der ouder Frihede , die zy toen hadt, tot botidertgaerdenohoeden(i^) toe, ter goeder fchepe (14), gaende al out die Stede te Water ende te Lande.; met ver- lof om dit ruum te mogen betimmeren en bewoonen, elck op 't zyne die daar binnen erve leghende hebben Qi). Sommigen heb- ben gefchreeven (c), dat de Vryheid der Stad, by deezen Brief, niet vermeerderd werdt, dan tot aan den Oude- en Nieuwe- zyds-Agterburgwal: en indien zy hierme- de alleenlyk willen zeggen, dat.de eigen- lyke Stad, van omtrent deezen tyd af, bin- nen de Agterburgwallen, toen de nieuwe graft genoemd, bellooten geweell is, kan men hun zeggen aanneemen. Doch de Vryheid of Jurisdictie der Stadllrekte zig, volgens den Brief van Hertoge Albrecht, een goed Huk wegs buiten de Stads nieuws graft, of Agterburgwal. Men behoeft, om hiervan overtuigd te zyn, flegts eene Kaart van Amllerdam voor zig te leggen, en met de palier honderd roeden te. mee- ten,
(z) Zie Lunich Reichs Archiv. Part. Spec. Cent. IV.
2 Tb. s Abth. p. t. Dumbar Deventer */. 54.0. (a) Zie Mieris Chavtetb. III. Deel, iL 1J4. (i) Handv. hl. 11. [«]. (c) LE LONG, il. 228. (12) In Mieris Cbarterboek, ftaat deeze Brief
tweemaal, eens verkeerdelyk, op 't jaar 1380. II{. Deel, bl. 362: en eens op 't regte jaar 1386. III. Deel, bl. 430. (13) t Woord gaerden wordt met het woord roe-
den verklaard, in het Privilegie van Maximiiiaan en Filips, van den zesden February des jaars 1488 [1489]. Zie Handv. bl. 14. [42]. (14) My ftaat niet voor, deeze uitdrukking, ter
goeder fchepe, immer, in eenig oud Stuk of Schrift, gelezen te hebben. De betekenis derzelve is duis- ter. Waurfchynlykit- is 't my, dat 'er door verdaan wordt, dat de Vryheid zig, in eene goede of be- kwaamegedaante offlrekking, rondsom de Stad, uit- breiden moert. In 't Engelfch, zegt men nog Sba- pe, voor gedaante, gefialte, vorm, f at/oen. Men weet, dat onze oude Taal veel overeenkom!! met het Engelfch heeft. En Scbepe heeft geen minder overeenkom!! met het Engelfch Shape , dan ons Schaduw, Schaamte, Scherp, Schip, met het Engelfch 'Shadtm, Sbame, Sharp,Sbip. |
||||||||||||||
Stad, jaaren, om eene nieuwe uitbreiding haarer
tóge- paaien- denken moell. Be vermaardlle breid. Kooplieden van Europa hadden, omtrent |
||||||||||||||
(11) Batav. illuftr. ///. 104J.
(w) Zie MIERIS Charterb II. Deel, il. J44. \xj Zie -Alich SYVAERTS Roomlche Myfter. ont- dekt, hoorreten. (7) Z>e MiEKis Charterb. 11. Deeh ** 3«.
|
||||||||||||||
XII.
|
|||
'*» Boek.
|
|||||||||
OPKOMST en AANWAS.
|
|||||||||
ten van de Oude- en Nieuwe-zyds-Voor-
burgwallen af, Zynde d d ^ Smf 'vTn WeIke de ««* w#4 der
& geteld Van *? £» W
den »,,i'b . t was: en die honderd roe- Wk Z$ veel verder dan de twee
grerburgvirallen uitftrekken: zy zullen ons 3en\nen 0often' tot °ver de Nieuwe-
narjo: en Kloveniersburgwal; en ten Wellen, derhXentKde Keif rSSrafL De Stad is'
utrnaive bmnen de twee Agterburgwal- jen ^bepaald geweeft;doch haare Vryheid
f1L Z3 ™rkelyk verder uitgeftrekt. En öeeze Vryheid werdt ook al fpoedig be- timmerd. Immers wy hebben, hier voor \pl. io) reeds gewaagd van twee Brieven van de jaaren 1415 en I425? waarin ge_ iproken wordt van het S. Paulus-Broeders juooiter, nu het S. Joris Hof, welk men weet buiten denOude-zyds-Agterhurgwal te itaan; als gelegen, niet binnen de Stad, maar binnen der VRinzvixvanJemfielre- aamme, buten ander ftede nyegrafie. De £tad zeive werdt ook meer en meer be- bouwd. Het getal der Kloofteren, Gaft- nuizen en andere Godsdienftige Gefügten nam fterk toe. De welvaart der ingezete- nen , die van tyd tot tyd aanwies, lokte de Geeftelykheid van alle oorden herwaards. Hertog Albrecht begunftigde het opregten der geeftelyke gefügten %fyj waarom het getal derzeïven, terwyl by regeerde., zeer vermeerderde, te Amfterdam. Zelfs wer- den 'er, ten zynen tyd<?, twee Kloofters buiten de Stad gefügt; een van Regulieren, een ltuk wegs buiten de Vryheid ten Zui- den, op de hoogte der Keizersgraft, by de Utrechtfcheftraat (e), en een van Kar- thuizers, ten Weilen, ook omtrent hon- derd roeden buiten de Vryheid, terplaatfe waar nu het Karthuizers Kerkhof is (ƒ). Van de jaarlykfche Pitancie of maaltyd ,' die Margriet e Heertgens, Huisvrouw van Bartholomeus Jacobszoon , ' Burgemeefter der Stad , in laater' tyd, aan dit Kloofter befprak;en van het lekker leeven derKar- thuizeren kan men, by Wal ich Sy- vaerts (g), een omftandig berigt vin- den. In de vermeerderde Chronyk van Beka xvordt de fügting van dit Kloofter gefield ^phet jaar 1393.00k leeft men daar, dat er, ten zelfden tyde,een Nonnen-KIoofter by Amfterdam geftigt werdt (£). Maar van dit Nonnen-Kloofter vind ik nergens eenig befcheid. Miffchien moet het niet by, maar 2« de Stad gezogt worden; of miffchien K«k- fJa?y"vB n'T ,b,y VAN Heussen en van Ryn ,
|
|||||||||
heeft de Schryver van het Mannen-KIoo-
fler der Regulieren, by verzinning, een Nonnenkloofter gemaakt. Tot hetftigten . van het Regulieren-Kloofler is eerft in 't begin des jaars 1395 verlof gegeven (j). Doch het aantimmeren van Burgerwoo- Keur we-
ningen langs de Oude en Nieuwegraft,was §ens h& egter niet zo algemeen, of het Geregt keur. le^en de, op den twee en twintigften April dê^en gang jaars 1399 : So wie fyn erven tuffchen &?ofweg,te twee Gr aft en niet en betimmert, die f al hou- yan 't den ende maecken een ganck,. buyten aen die-*™1599» oude Grafie acht voeten breet, alle de Stede klaard. alomme; ende binnen aen den nye Grafie een ganck houden ende maecken zes voe,ten breet die Stede alomme, by XL. fchellingen Hol- landfeh, uytgezeyt Zuytwaart van der Ca- noniffen-Brugge, by de oude Graft (fc). Uit deeze Keure blykt, dat de buitenzyde van de oude Graft of Voorburgwal nog niet alom- me betimmerd was, veel min de nieuws Graft , of Agterburgwal; langs welke , z,elfs aan de binnenzyde, nog ledige erven lagen. Men oordeelde hierom, dat de ei- genaars der erven van de buitenzyde der oude en van de binnenzyde der nieuwe Graft, elk op zyn erf, tot geryf der voorbygan- geren, langs de graften, eenen gang of ftraat leggen moeften, die, langs de buiten- zyde van de oude Graft, agt ,en langs de bin- nenzyde van de nieuwe Graft, zes voeten breed zyn moeft. Zo men, derhalve, on- derftelt, dat, langs de twee gemelde zy- den der twee Graften, geene huizen ge- ftaan hebben, heeft de ruimte tuffchen die twee graften zig vertoont als een laan of weg, ter wederzyde met twee fteenen pa- den belegd, en miffchien in 't midden met gras begroeid. Waarom nu, langs de bin- nenzyde der nieuwe Graft, Zuytwaarts van der Canonijfen-hrugge , geen weg van zes voeten breed behoefde gelegd te worden, zal men ligtelyk begrypen., als wy zullen hebben aangeweezen, waar deeze Cano^ Aanwy- nijfen-brugge geweeft zy. Uk veele oude^inSwaar brieven blykt, dat de CanoniJJen dezelfdennfsfen° " zyn als de oude Nonnen, die, voor het ein- brug ge- de der veertiende eeuwe, een Kloofter be- legen woonden, wejk buiten de nieuwe gr aft aan e e* de oude zyde geftigt was , op de plaats daar nu het Gafthuis en Oude-mannenhuis. ftaat (O- Een Opdragtbrief van den vier- den April des jaars 1460 , die in t S. J0- ris-Hof bewaard wordt, en waarvan ik een affchrift voor my hebbe, begint m deezer voege: Wy fußer Dyert Jacobs dochter, Prio-
ri) Zie den Biief by DAPPÏR,^, 3,+i <(J L£ lqjjc^ /Ä) ^«COMMELIN, tl. ZO9.
(I) Zie C0MMEL1N, U, j4+> £ 3
|
|||||||||
jan.
|
|||
AMSTERDAMS
|
||||||||||
I. Deel,
|
||||||||||
i4
|
||||||||||
Priorin en 't ghëmeene Convent der Canonis-
fen Regulieryffen des Cloifters Marienvel- de, gheheten die oude Nonnen , binnen der Stede van Aemfielredam, doen conde alle lu- den , dat wy wittelic ende wel vsrcoftbebben den breuderen van, der derden Oerden van Sinte Paulus Convent, binnen dérfelver Ste- de, [nu het S. Joris Hof], een erve gelegen an die Noertfide van de breuderen voorf.flrec- kende van der Stede gr aft [den Oude-zyds- Agterbürgwal] an Jan van Ghelres Tuyn. Uit deezen brief blykt klaarlyk, dat de Canonißen en oude Nonnen dezelfde zyn. De Canonijfen-brugge nu vind ik in eenen veel ouder' Schepenen-brief van den jaare 1396, die in 't Gafthuis, Laade LXXV., bewaard wordt, en aldus begint: Wy Jan Jans Soen en k'eynric Hoec Dircxfoen, Sce- pene in Aemflelredamme, oirconden dat voir ons quam Piet er Hofe , ende gaf eenen vrien cyghendöem den CanoniJJen Reguliers, ghele- ghen binnen der Vriheden van der Stede voerfi van den erue , Van den tymmert en boute dat daer op is, ghelegen tujfchen den twien graf ten, up tie zuutfide van der Canoniifen- brugge, daer die CanoniJJen an beyde fidên an gheè'ruet fin, en gheliede enz. Uit dee- ze woorden blykt, dat de CanoniJJen-brug nergens anders kan gelegen hebben, dan' op of omtrent de plaats, daar nu de brug voor de poort van 't Gäfthuis, Over den Oude-Zyds-Agterburgwal, legt. Ook ziet men hier, in de groote Kaart van Cornelis Anthoniszoon, regt voor het Kloofter der Canoniffen of oude Nonnen, eene brug af- gebeeld. Maar zo deeze de CanoniiTen-brug is ,
dan blykt de redeil, waarom men, ten Zui- den van dezelve, van de nieuwe naar de oude graft toe, geene ftraat van zes voeten breed behoefde te leggen. De oude 'en nieuwe graft liepen hier, van ouds, gelyk zy nog doen, zo digt aan eikanderen, dat de gang van agt voeten breed, die langs de oude graft loopen moeit., genoeg aan 't oogmerk voldeedt. Wy hebben de plaats deezer CanoniJJen-brugge hier wel willen aanwyzen, om dat Commelin dezelve , vergeefs, agter de Oude Kerk gezogt(m), en Le Long (m) Commelins mis 11 ag wel gezien; doch de netteplaats der brugge niet aangeweezen heeft. Aanwas De Stad nam, in. den aanvang der vyf- derStad , tiende eeuwe,zo merkelyk in welvaart toe, in'tbegin dat het aanwalTend getal der Ingezetenen tiende eene nieuwe KerfpeJ-Kerk aan de Weil- eenwe. zyde of Nieuwe - zyde vorderde , die, omtrent het jaar 1410 , gefb'gt werdt. (>») BI. 209. Aant. b.
(n) Reform, II. Z40. |
||||||||||
Naar deeze Kerk, federt de Nieuwe Kerk
genaamd, die aan de H. Maagd werdt toe- gewyd, en niet, gelyk L e L o n g (0) wil, naar de Lieve-Vrouwe-Kapel, werdt de Nieuwe-zyde, federt, dikwils, Onze Lieve Vrouwe Parochie genoemd; gelyk de Oude- zyde S. Nicolaas Parochie geheeten werdt, om dat de Kerk dier Parochie, thans da Oude Kerk, aan S. Nikolaas was toege- wyd. Dé Kloofters waren, in de veer- tiende , en in 't begin der vyftiende eeuwe , ook zo zeer toegenomen in de Stad , dat Hertog Willem van Beieren den Kloofterlingen, in't jaar 1411, verboodt, . aldaar eenige erven meer aan te koopen (p): welk verbod egter kwalyk naargekomen werdt. De Regeering kogt, omtrent dee- zen tyd, ook een of twee Huizen op die Plaetfe of Dam ^ tot een Stedehuis (q): en men ftigtte verfcheide Gafthuizen enHuis- Zittenhuizen. De erven binnen de nieuwe graft werden meer en meer betimmerd, zelfs bouwde men , naar 't fchynt, om- trent het midden der vyftiende eeuwe of eerder, reeds aan de buitenzyde der nieu- we graft, Burgerwooningen, na dat men al- daar, aan de Oude zyde, met het fligten van Kloofteren begonnen was. Ook is toen, vermoedelyk, eene derde Stads graft, nu de Singel en Kloveniers-burgwal, gegraaven: 't welk onder anderen blyken kan uit den naam van middelfie graft, die, ten deezen tyde, aan den Oude - zyds - Agterburgwal gegeven werdt (;■). Wyders, lees ik, in eenen Schepe- nen-brief van den jaare 1447, dat aan 't Margrieten-Kloofter in deNesopgedraagen werdt een Warmoestuyne, twee roeden wyt, gelegen up tie Karcfyde [dat is, de Oude zy- dej over die uterftc graft e: door welke ui- terjle graft , men den Kloveniersburgwal fchynt te moeten verflaan; indien, door de middelfie graft, gelyk duidelyk blykt, om- trent deezen tyd , de Agterburgwal ver- ftaan werdt. In deeze graften, en in eenige poorten, Poorten
beitondt, ten deezen tyde, de voornaam-derstaJ, fte iterkte der Stad. Na dat haare hou- in dien tenwallen, of andere fterkten, in 't begint- der veertiende eeuwe, geflegt geworden waren, vindt men geen blyk, dat zy, van nieuws , rondsom bemuurd geworden is. Zulks fchynt, niet voor het jaar 1480, ge- beurd te zyn. Maar voor en op dien tyd, hadt de Stad reeds verfcheide Poorten. Men leeft, in vroeger of even vroege Brie- ven der vyftiende eeuwe, van eene S. An- to-
(0) Reform, hl. ,gI) 33g.
(t>) Zie Handv. hl. tu- [16]. {q) Zie Jen Brief hy COMMILIN, U. 2J4. (r) Schepenen-brief van 't jaar j4jJt èy comjiiiWj W. zoj, Aatit, '<W |
||||||||||
{
|
||||
jav:
|
||||
!• Boe
|
|||||||||||||||
OPKOMST en AANWAS.
|
|||||||||||||||
K.
|
|||||||||||||||
ï$
|
|||||||||||||||
Soort COJ van eefae Kerkzyde,, of
^^^"fWarmoesftraat-Poort (0 , ook de b. Olofs-Poort genaamd; van ee- ^f;;i™dyker-Poort (M), van eene Bynd- Sï Byntvvyker-Poort (», en van uie Heihge-wegs-Poort <». Veelligt zyn weeft g °ene °f tWee andere Poorten ge-
hht waarvan my egter geen duidelyk pi ,voorrêek°men is. De S. Antonis- roort heeft aan denZeedyk geftaan, op of S? Plaats» alwaar tegenwoordig de Waag op de Nieuwemarkt is. De Kerk-
Jtraat- of 5. Ohfs-Poon ftondt aan 't einde van de ÏVarmoesftraat. De Nieuwendyker- roort heeft geftaan omtrent de plaats van öe oude Haarlemmerfiuis, aan den Nieu- wendyk: de Byndwyker-Poort, die, in vroe- ger tyd, de Reguliers-Poort plagt te hee- ten (x), in de Kalverftraat, ter plaatfe öaar nu de OlTenfluis is. Het gedeelte der ivalverftraat, ten Zuiden der Nieuwe-zyds ^!Pelle? er* byzonderlyk ten Zuiden der Uileniluis, droeg den naam van Byndwyk, ot Bindrtyjt (15). in eenen Schepe- nen-brief van den jaare 1434 , wordt gefproken van een Pluis en Erve , gele- gen in^ die Byndwyk , ter halver flraet tot aan die Bagyngraft: en in eenen ande- ren van den jaare 1457 •> leeft men van een Huis in die Byndwyk, op ten hoek van de firaet, die men gaat totter Langebrugge toe (y). Amfterdammers weeten, dat de 0) Zie ten Brief van i4«9. by Commelin Ü. i?2.
moriaal V VT" VM deJaarm H2+en 1+31. en Groot Me- (*J Schepenen-Brief van i+si.iv my. (wj Schepenen-brief ra» i4Ro. *y W7.
I (*) Keurb. A. ƒ. 153. wr/o. (yj ^i'f Commelin, hi. 171 ^rt»r. b. (15) Domselaar (III. Boek, bl. 193), en Com-
MEUN^bl. 172), uit hem, fchryven ook Bmtwyk- doch deeze Tpelling is my in geen oud Huk voor- de n,™^ 7 b?ke,nnen ook, niet te weeten, wat Z vïete'v°f Biwrfwy* betekenen mag. Doch zulks ÖS 3M* «/1-n heeft my Poort,Bmnenwyker-Poort. In de Keur van 't fear
1487, die wy terftond zullen aannaaien, leeft men JtyKfcwy*, eene verkorting van Bimiendewyk, en in eene andere van den zesentwintigften Auguftus r5o2 £Kw6 B.f. 68.) duidelyk Binnenwyk, wordende n dezelve bevolen, geene Offen te koop te Hel- len, dan milchen die Bimwnwycker Ponte ende die Reguliers Ponte. Men gaf, aan dit gedeelte van de Kalverftraat, den naam vmBinnenwyk, die eerlang in Bmdwyk veranderde, tot onderfcheidine d4 Buxenyk of Buurt luiten de Poort êVS0CÏ SS" rt> ln,£ Jaar 1480 of daaromtrent ,
Haalemrcrpfe(naIS' ^ fflgtefl ^r nieuwe
nog ee^er^°0rt'aten zJlfdfen ?&, de oude, die refe«Ä,£T ftaan,bleef^ de ^'nenvycker Ha- eene Verkl£dff°emd,werdt 5 Sflyk blykt, uit 1493, te vinden® van den zevenden November 4V3, \ meien m >t Gwj-MemOT««/,N.I.f.2oo. |
|||||||||||||||
Begynen-graft langs de Kalverftraat loopt,
en dat deTakfteeg, door welke men naar de Langebrug gaat, ook in de Kalverftraat is. In eene Keur van den jaare 1487 wordt de Offenmarkt gefchikt in die Bynde- <wyk , tußchen den tween Reguliers - Poir- ten (z). In eenen Schepenen-brief vanden jaare 1471 , die in 't Gafthuis j Laade LXVI. bewaard wordt, lees ik van een fiucke Lants gelegen buten de Byntwycker Poort e, neffens die Molen, die men diepape- gaey of plagen te fehlet en. De plaats, waar de Molen ftondt, op welken de Schutters de papegaai,naar welke zyom prysfehoo- ten, vaft maakten, fchynt dezelfde, die federt tot eene Schuttersdoele gefchikt werdt. De Hand- en Voetboogftraaten aan 't Spuy by de Kalverftraat hebben 'er den naam nog van. De Bjndwyker-Poort is, eerft in 't jaar 1526, in January , afge» broken, en toen is aldaar de brug ge- legd O) , die nu de OlTenfluis genoemd wordt. De Heiligewegs-Poort, die ik, in 't jaar 1480, gemeld vinde, en die mis- fchien niet veel eerder gemaakt geweeflis, ftondt, volgens de Kaart van Cornelis An- thoniszoon, ten einde van de ftraat, die nog de Heilige weg genaamd wordt, aan den Singel. De Oorlog tegen de Utrechtfeheri, die
in 't jaar 1481 aanving, doch waarvan dé beginfels reeds eenige jaaren te voorenbe- fpeurd waren, hadt der Regeeringe van Am- fterdam aanleiding gegeven, om haare Stad, rondsom, met fteenen muuren en toorens,- te omringen, en dezelve daar door te fter- ken tegen de aanvallen der Stigtfchen. De ongenoemde Befchryver van Amfterdam, door Pont anus uitgegeven, die deezen tyd beleefd heeft v fpreekt van dit werk , met deeze woorden (F). „ Amfterdam is, „ zonder muuren, en alleenlyk met eene „ diepe graft omvangen geweeft, tot in „ 't jaar 1482. Toen hebben de Burgers, „ aangezet door den nood des Oorlogs, de „ Stad, in den tyd van een jaar, voor 't „ grootfte gedeelte, met eenen muur en „ fchoone toorens omringd,na datzydaar- „ toe, van de nabuurige•Haarlemmers, ten „ deele tot wederopzeggens toe, ten deele on- „ der zekere lafiige verbindtenifje, verlof 5, verworven hadden. Voorts, hebben zy5. „ in de volgende jaaren, het overige ge- „ deelte van den muur, met twee Poor- „ ten, de S. Antonis-Poort en de Regu, „ liers-Poort, voltooid, behalve langs het „ gedeelte der Stad aan den Y-kant; waar „ hec
(z) Keurb. A. /. 15 8. ver/o.
(a) Groot-Memoriaal, N. I. f f.
|
|||||||||||||||
De Stad
wordt,- met muu- ren, Poorten i
en Too- rens, om- ringd , kort na 't jaar 1480, |
|||||||||||||||
XV.
|
|||
A M ST E R D A M S
|
||||||||||||||||||||||||
I. Deel.'
|
||||||||||||||||||||||||
I*
|
||||||||||||||||||||||||
„ het geweld der. Schep en nu, door drie
,;, ryen paaien, wordt afgekeerd. [Fuitautem
,, Amßerdam absque muris, foffa tantum pro-
„ fundacircumdatum., u/que adannum\\%%.
tune urgente bello cives animati oppidum mi
anno pro majori parte muro ac turribus pul-
cherrimis cinxere, venia ad ad a vicinis
Harlemenfibus partim precariö partim
titulo onerofa obtenta. Demum annisfe-
quentibus _ reliquum murorum cum duabus
portis, fcilicetS. Anthonii& Regularium,
compleverunt, prester eam oppidi partem,
quee Tya fluvio abluitur, £f nunc tribus
palorum ordinibus contra vimnaviumclau-
ditur"].
Aanmcr- Wy zullen, over deeze woorden, die in
kingen verfcheide opzieten duifter zyn, eenige
over een i i • i oud ver- korte aanmerkingen maaken.
haal des- *• Wanneer hier gezeid wordt, dat Am- aangaan- flerdam, tot in 't jaar 1482,met eenedie- de. pe graft omringd geweeft is, moet men , Stads ou- ^oor deeze graft, in de oudfte tyden , de ten. Voorburgwallen, in katere tyden? de Ag- terburgwallen, en eindelyk den Singel en Kloveniersburgwal verftaan. Wan- 2. Het bemuuren en verfterken der Stad neer het is,waarfchynlyk, in 't Jaar 1482, yverigft beimm- voortgezet; doch het was, al eerder, be- gonnen. Men heeft nog eene Keur van |
||||||||||||||||||||||||
toe, ten deele titulo onerofi».of onder}laflige\0f geg(~
verbindteniffe, waardoor, veeltyds, het op- yen te brengen of betaalen van zekere geldfomme hebben- verftaan wordt. A m p z i n g , die (d) de woor- den van onzen ongenoemden Schryver ook aangehaald; doch het woord precariö, ver- keerdelyk, door bidden, overgezet heeft , maakt uit dezelven dit befluit op: „ Hoe ver ook onfi [Haarlems] magt by
ouds beeft uitgekeken,
„ Is dat aen Amfierdam niet merkelyk ge- bleken ? „ Zy niogt bet minfi niet doen aenrhuur^ aen vefi, en wal
„ 't Mofi Haerlems wille fyn, en Haer- lems welgeval. Ik wéét niet, of anderen ook , gelyk
Ampzing, geoordeeld hebben, dat Arnfter- dam zig niet verfterkeri mögt, dan met toe- ftemming van Haarlem; maar ik weet wel, dat dit oordeel zeer ongegrond, en zeer ongerymd is. 't Is ongegrond, om dat van zulk eene zonderlinge magt van de eene Hollandïche Stad over de andere een egt en duidelyk bewys zyn moeft; 't welknie- mant, tot hiertoe, te berde gebragt heeft. Zo de Stad Haarlem ooit zulk een regt gehad hadt, en hiervan flegts het minfte bewys vóot handen was, behoorde men het geplaatft te hebben, in de jongfte uit- gave der Handveflen van Haarlem. Doch men vindt daar , noch ergens anders, zo' ver my bekend is, van zulk een zonder- ling regt eenigen den minften fchaduw van bewys. Te oordeelen dat Haarlem het waarlyk gehad hebbe, is, daarenboven, ten hoogften ongerymd. Men plagt altoos verlof tot het bemuuren , verfterken en vergrooten eener Stad te verzoeken van den Souverain, den Graaf (e); en nader- hand de Staaten van Holland : nooit van eene nabuurige Stad. De Steden over- troffen elkanderen,in ouderdom, rang,groot- te, rykdom; maar hadden geen regt van ge- bieden over eikanderen, noch konden eikan- deren beletten zig te fterken, wanneer het haar, door den Graave, veroorloofd werdt. Maar, zal men vraagen, wat betekenis
hebben dan de woorden van den ongenoem- den Schryver, die duidelyk zegt, dat Arn- fterdam verlof om zig te fterken van het nabuurig Haarlem verkreegen heeft ? Ik kan hierop niet dan by gifling antwoorden; en zal elk van de gegrondheid myner giffinge laten oordeelen. 4. Toen Willem , Zoon van Jan
DEN
(d) Befchr. van Haarl. */. 3*8-
(e) 2>e by voorb- Mieris Charterb. I. Deel. hl. 3J7.
II. Deel, il. m. lil. Diel, bl. ^. ß4LEN Dordrecht » |
||||||||||||||||||||||||
gönnen
i». |
||||||||||||||||||||||||
den veertienden September des jaars 1481,
|
||||||||||||||||||||||||
waafby elk, jongb of out, wyf of man >
poorter of gafl, wiehyfy, verboöden wordt, eenige onßant ofte vermindertbeyt te doen aen de muragien ende büßen (16) van der Stede, alfooweidievanouts g'emaecktfyn(17) als "dik men nu MAECKT, endedesgelycx aen de flrate die men nu maeckt, ofte maken fal, aen de veflen van der Stede (c). |
||||||||||||||||||||||||
In wat
|
3. Doch het gene duifterft is, in de
|
|||||||||||||||||||||||
zin, die woorden van den ongenoemden Schryver,
lemHaar" betreft het verlof tot het bemuuren der zeidwór-Stad, welk die van Arnfterdam van het den,daar-nabuurig Haarlem verworven zouden heb- toe ver- ben, ten deele precariö, of tot weder opzeggens (c) Handv. hl. yos.
(16) Boffen of Bußen waren de (lukken gefchuts,
die op de veften lagen. Zie Keurboek A. ƒ. 115 ver/o. 129 verfi. (17) Hier uit fchynt te volgen, dat de Stad, voor
deezen tyd, ten minften hier en daar, bemuurd en veriterkt geweeft is. Ook wordt dit beveiligd , uit eenen bnef van Hertoge Filips van Bourgon- die vari den vyrentwmtigften Juiy des jaars 1452, die, in de Oude Kerke, Laade Vil., bewaard wordt, en gewaagt van eenen zwaaien brand vandenvier- entwintigflen May des gemelden jaars, waarin de Poort, de Toorens en de Bolwerken tegen de Stad U- trecht [la porte, les tours, O lss bolwercbs devers la Ville d'Utrecbt] door de vlam vernield werden. CoMMELiN fpreekt (bl. 1166. Aant.è.) ook van dee- zen Brief; dieegter nog nooitin 't licht gegeven is, en hierom van ons, aan 't einde van dit I. Boek, onder de Bylaagen Letter A. gevoegd zal worden. |
||||||||||||||||||||||||
XVI.
|
|||||||||||||||||
IIMiiMIJIflIINIIl' '
|
|||||||||||||||||
kJ
|
|||||||||||||||||
BS
|
|||||||||||||||||
EBB "Hik
XLU
'izBurger Meisjes-
^Weesliuis. |
|||||||||||||||||
^r: JL.2>eJCer%,
|
|||||||||||||||||
iiiii'fl']lSB'>'P i,",'i"' i' ■ i' • u' '
|
|||||||||||||||||
*:..-:
|
|||||||||||||||||
.
|
|||||||||||||||||
I. Boe
|
|||||||||||||
OPKOMST en AANWAS.
|
|||||||||||||
K.
|
|||||||||||||
17
|
|||||||||||||
ïE Ntt!L ' ie, nadeAand Graaf Willem
J'fr?' in 't jaar 1304, beval, a r,m zynebruggen breeken, enzy- ne veflenflegten zou, behieldt hy zig, on- der anderen, het regt voor, omuitïpraak 7vnc 'J°Ver 'l Scne die van Amfterdam,
yns oordeels, jegens die van Haarlem, ^nisdaan hadden, waarfchynlyk in denbin- "eniandfchen kryg, ter gelegenheid van net ombrengen van Graave Floris den V. ontitaan. Zie hier zyne eigene woorden: yort houden wy noch ane onfe Jegghene , als rot mlkn, van alfulcke broke , als fi [die van Aemftelerdamme~\ misdaenhebben, jegens ons jegens onfe porte van Hzrkm, jegens onje goede luden van Kenemerlant ende van Wa- terlant, ende jegens andere onfe goede luden, Jo wie darfyn, te verbeter ene, naflondeenna onjtonde: dat is, tydig en ontydig (ƒ). Veel- ngt, heeft hy, of één zyner opvolgeren , naderhand, belaft, dat Amfterdam zig met van nieuws verfterken zou, zonder, vooraf, Haarlem , onder anderen, genoe- gen gegeven te hebben, wegens den eifch, dien deeze Stad vooronderfteld werdt op Amfterdam te hebben. Het niet voldoen aan deezen eifch zal mogelyk eene der re- denen gcweeft zyn , waarom Amfterdam zo lang onbemuurd gebleeven is. Maar omtrent het jaar '1480, zal Amfterdam met Haarlem , wegens deezen ouden eifch , overeengekomen zyn. Amfterdam zal Haar- lem in zo verre voldaan hebben, dat Haar- lem zig niet heeft willen kanten tegen het bemuuren van Amfterdam, terwyl Haarlem egter, op deezen tyd, nog niet geheellyk van zynen ouden eifch fchynt te hebben willen afftaän; en hierom zal de ongenoem- de Schryvef zeggen, dat Amfterdam van Haarlem verlof verworven heeft om zig te fterken, „ ten deeleprecarïb, dat is, ter- „ wyl Haarlem noch zekeren eifch op Am- „ fterdam openhieldt, en ten deele, titulo „ onerofo, of uit kragte der voldoeninge „ van zekere fomme gelds". Men moet hierby nog in aanmerking neemen , dat Jongkheer Willem ook gewild hadt, dat de Amfterdammers hunne bruggen en veften nimmer hermaaken zouden, het enfie, zegt hy, bi ons, dat is, met ons verlof, en bi onfen goeden luden van onfen Landen. Maar onder die goede luden bekleedde de Stad Haarlem eene voornaame plaats; waarom derzelver verlof tot het bemuuren van Am- fterdam, nevens dat van andere goede lu- den, veelligt, ook omtrent het jaar 1480, verëifcht werdt, en gegeven is. Hoe 'tzy, dit is, ten minften , onzes oordeels, de I. STUK.
|
|||||||||||||
waarfchynlykfte betekenis, welke men,zo
lang ons geen meerder licht opgegaan is, geeven kan aan de woorden des Latynfchen Schryvers; wiens zeggen, om dat hy den tyd, waarvan hy fchryft , beleefd heeft, wy niet loffelyk verwerpen moeten; doch die, uit onkunde in zaaken van Regeerin- ge, 't gehandelde tulTchen de twee Steden wel wat gebrekkelyk befchreeven kan heb- ben. Amfterdam kreeg, door deeze bemuu- Schilde-
ring, eene lang-ronde gedaante, en werdt, *7en- °i 1 1 i • 1 „„Kaart der
merkelyk toegenomen zynde in getal van Stad van
huizen, in't jaar 1536, in platten grond cornelis
gefchilderd, en in't jaar 1544, op twaalf Antho- bladen , in hout gefneeden, uitgegeven nisz00n- door Cornelis Anthoniszoon(i7). Men houdt deeze Houtfnêe - Kaart , die Pontanus, Dapper, Domselaar, Commelin en Le Long, in 't koper, hebben doen nafnyden , voor het oudfte en befte gedenkftuk, dat ons van oud Am- fterdam overgebleeven is. Wy hebben hierom dienftig geoordeeld, de Stad, zo als zy zig, na de bemuuring omtrent den jaare 1480, vertoond heeft, op het gelei- de van deeze Kaart, die w,y hier, insgelyks, verkleind, bygevoegd hebben, eens om en door te wandelen. De Kloveniers-burgwal en Gelderfche- Omwan-
kaai ten Ooften, en de Singel ten Weften, deling was nu de uiterfte graft der Stad geworden.der Stad De muur tenOoften begon aan denSchreijers- ^an ui" tooren, en eindigde in't Weften, pas be-deez'en noorden de Haarlemmer-Poort, die toen tyde. ftondt omtrent daar nu de nieuwe Haar- lemmerlluis legt, aan den Haringpakkers- tooren: terwyl de Y-kant onbemuurd bleef. Wy beginnen het befchouwen van deezen omtrek der Stad van den Schreijers-tooren af. Van hier , Weftwaards voortgaande, ont- moet ons eerft een uitfteekend hoofd met gefchut beplant , nu het Kamperhoofd: voorts de Oude-zyds- Houttuinen, nu de oude Teertuinen, daar de houtwaaren ftonden: ten einde van welken, men, door de S. Olofs-Poort,regts af, kwam in de Nieuwe- brugsfteeg, van ouds ook dcuyterflebrugs- fieeg genaamd (g) en langs dezelve, over de Nieuwebrug, toen nog, gelyk de ove- rige bruggen inde Stad, van hout gemaakt, in de Meuwe-zyds-Houttuinen, nu de Texel- fche kaai en Haringpakkery. Omtrent op 't midden der nieuwe brugge, ftondt een vier- kant (g) Zie een' Brieft» 1+48, h COMMELIN, bl. 170.
A&nt. c. d7) Deeze Schilder was een man van aanzien iii
de Stad. Hy werdt, indejaaren 1544, ,546,1548, en 1550, tot Schepen, en in 't jaar i547, tot Raad verkooren. |
|||||||||||||
AMSTERDAM Qjeconterfey-t door Cohnelis Authoniszoon, Schilder, en ^ghegeven mt jaer 1544
|
|||
XV2T
|
|||
AMSTERDAMS
|
|||||||||
I. Deel.
|
|||||||||
kant Blokhuis : en ten einde' der zelfde
brugge, op den Noordwefterhoek van het Damrak, was een diergclyk Blokhuis ge- fügt. Ten einde der Weftzyde van de nieuwe gr aft, of Nieuwe-zyds-Ägterburgwal hier het Sparendammer Hoofd genaamd , e- ven buiten de (luis, die nu de oude Haar- lemmerfluis heet, was een zeskante Too- ren of Blokhuis geplaatfl. Ten einde der Houttuinen, nu de Haringpakkery, ont- moette men den Heilige-Kruistooren, nu de Haringpakkers-Tooren, die met een gor- dyn gehegt was aan de Haarlemmer-Poort, welke, kort na de bemuuring des jaars 1482, nog de buiten Haarlemmer-Poort ge- noemd werdt; om dezelve te onderfchei- den van de binnen Haarlemmer-Poort ot'Nieu- 'wendyker-Poort, die, eerft in 't jaar 1506, werdt afgebroken (/ƒ). Buiten de Haarlem- mer-Poort , zag men een plas, de Braak genaamd, die federt gedeeltelyk gedempt, betimmerd, en in de Stad getrokken is. Langs den wal, nu den ooflkant van den Singel, voortgaande, ontmoette men een Korenmolen, tuffchen twee kleine Toorent- jes, waarvan het zuidelykfle Sint Jeroens- tooren genaamd werdt. De Molen en Too- ren hebben hunnen naam gelaaten aan de Molenfleeg, die, federt;, regt over den Mo- len , werdt aangelegd, en aan de Jeroenen- fieeg, benoorden de Lutherfche Nieuwe Kerk, op den Singel. Wat verder, volg- de Heymans-Tooren, en nevens denzelven een Poortje onderden wal door, welk, waar- fchynlyk, naar Kors Tymensz. Houtzager, die, in 't jaar 1528, en veelligt al eerder, Heymans-Tooren bewoonde, den naam van Korsjes-Poort gekreegen heeft (i) ; welke naam hier nog in de Korsjesfteeg of Kors- jes-Poortsfteeg is overgehleeven. Na Hey- mans-Tooren, volgde nog een groote Too- ren tuffchentwee kleinen, en dan de Jan- Rooden-Poort, die nog in wezen, doch fe- dert tot een hoogen Tooren verbouwd is. De Jan-Rooden-Poort en de Korsjes-Poort waren flegts uitgangen naar de tuinen, die hier even buiten de veften lagen. Op de Jan-Rooden-Poort, volgden de S. Jakobs- Tooren, een kleine Tooren, die niet ge- noemd wordt, S. Pieters-Tooren, de Lieve Vroime-Tooren, de Tooren agter oude Jair Bannings tf w/t Waterpoortje agter den Gaft- huis-molen, de Tooren by Fechters Boom- gaard, S. Jndries-Tooren, de Tooren agter Melis molen, en emdelyk Oude
Leeuwen-
burg : alle welke plaatfen wy niet naauw- keuriglyk befchryven können, om dat de (H>) Groot Memoriaal, N. I. ƒ• *T3 vtrfi- *4i ver/i,
323 ver/o. (i) Zie COMMEJLIN, il. ij>i, AtmU i-
|
|||||||||
Lyffc, uit welke wyze ontleenen (T), hier
niet met de Kaart van CornelisAn- thoniszoon overeenkomt. Maar na oude Leeuwenburg, volgde de Heiligewegs- Poort, die, gelyk wy reeds hebben aange- tekend , ftondt ten einde van de Straat, die nog den Heiligen weg heet. Op deeze Poort, volgde een Toorentje, Meyert genaamd, en daarna de Reguliers-Poort , die federt in den Reguliers-Tooren en herberg de Munt veranderd is. Men ging, vervolgens, over den Amftel,nu hetRokin,langseenebrug, toen deRoodebrug genaamd, bewerten wel- ke een Wagttooren ftondt, Leeuwenburg geheeten , en beooften, een groot half roM^(i8),nu tot eene burgerwooning ver- bouwd , en het Rondeel genaamd. Tuiïchen dit Rondeel, en den volgenden Tooren , Swycht Utrecht geheeten, die nu een gedeelV te van de nieuwe Kloveniers-Doele uitmaakt lagen eenige ftukken gefchut. Voorts kwam men aan den Tooren Uilenburg, denS.Se- bafliaans-Tooren, den Tooren agter de Bekeer- de Zuflers, dat is,agter het Bethanien-Kloo- fler, welk ftondt, daar nu de Bethanien- ftraat is, en nog twee Toorens, ter weder- zyde van deezen laatften. Over den Too- ren Uilenburg, ftonden, langs de buiten- zyde van de Graft, eenige Laakenraamen, naar welken men, door een Poortje onder den wal, omtrent op de hoogte van de Spin- huisfteeg ftaande,toeganghadt. DeRaam- graft heeft den naam van deeze Raamen gekreegen. Voortgaande, ontmoette men de S. Antonis-Poort, nu de Waag op de Nicuwemarkt; daar na den Heyman-Ruyfchen of S. Nikolaas-Tooren, het Toorentje Soet- gens genaamd, en nog een of twee ande- ren , behalve het Waterpoortje , welk uit- liep naar de Laflaadje, zynde de overzyde der Gelderfche kaai; waarna men wederom kwam aan den Schreijers-Tooren,daar de Stads muur eindigde. In den muur der Stad, waren alomme overwelfde booten gemetfeld, waarin de Regeering, eenen tyd lang, arme luiden om niet woonenliet(/). De Stad dus van buiten befchouwd heb-D
bende, moeten wy dezelve ook van binnen wan°de- doorwandelen. Wy beginnen aan de Oude Hng der zyde, by de S. Olofs-Poort, of der Stede Stailaaf Kerkflrate Poirthuus (19), ten einde vandc,°L1 zyde.
de
(k) Zie C0MME1.1N, hl. 190. Aam. a. LE Long hl
405. (0 Z,e D°MSEI.AAR, III. Beek, il. I4J. COMMEi.lv
*;. 217. * »
(18) In eene Keur van den jaare 1566, wordt
gewaagd van de geërfde tuffchende Griminenefïe fluvs en 't halfront aen den Jmfiel. Zie Handv. bl. 900. (19) Deezen naam vind ik, in eenen Brief van
den 27 Jïinuaiydes jaars 1424, die in 'tLeproozen- huis bewaarde wordt. Ook leeft men, in eenen Sehe-
|
|||||||||
xwzr.
|
|||
LB
|
|||||||||||||||||||||||||
OEK.
|
|||||||||||||||||||||||||
OPKOMST en AA N WA SI
|
|||||||||||||||||||||||||
War-
ffioes-en •K-Crk-
ftraat £■ OloFs. ^oort en Kapel. S. Niko- laasKerk. Liesdel- le. Gansoir-
de> Neffe ofGrim. neffe. |
|||||||||||||||||||||||||
deWarmoesflraat. Hier ontmoet ons eerft,
S nkf??r 7,de der §emelde poorte , de
;2ff' federt de Oude-zyds-Kapel
Kerk K • na de S- Nikolaas-ofOude
deïleèn fZiXlden de Niezel, oudtyds de Lies-
laaptn cT, §enaamd, 't welk zo veel als
%e °* rfa/>,met & of Hes bezet, betekende.
-öezuiden deOude Kerk,daar deWarmoes-
"■aat den naam van Kerkfiraat aannam,
il /ie,x^dezelve'noch aan de Ooft-,noch
dan de Weft-zyde, geene andere openbaa- |
|||||||||||||||||||||||||
een tuin ofte erve, in het Kloofter gele-
gen, en de Vogelenzang genaamd, o-mhon- derd-gouden Andries guldens (p) : en zy heb- ben dus, vermoedelykj door den tyd, den eigendom beide aan den grond en opftal van hun gantfche Kloofter bekomen. Naaft aan het S.Margareeten-Kloofter, volgde, aan de zelfde Ooftzyde van de ftraat, die hier nu den naam van Nejfe en Grimnejfe aan- nam , .het Maria-Magdalenen-Kloofier, nu de Bank van Leening of Lomberd (ai)] De Nonnen van dit Kloofter woonden, in 't jaar 1411, in Willems die Bruyne Roelofs- foens huifinge, gbelegen in Grymnejfe (q) Sedert fchynen zy deeze Huizing gekogt te hebben. Zy hebben altoos ter deezer zelfder plaatfe gewoond: 't welk wy te lie- ver aanmerken, op dat men niet,metfom- migen, het Maria-Magdalenen-Kloofter op Spidj, tuffchen de Offen-fluis en het Boeren- verdriet, zoeken zou, wanneer men, in oude Brieven (r), las, dat het ftondt aan de graft, door de wandeling op de Spoij e ge- naamd. Ik erken, dat zulks in veele oude Brieven gelezen wordt. Ik heb 'er zelfs eenige Affchriften van onder my. Doch deeze Spoije of Spuije moet nergens dan in de Nejß'e gezogt worden. Wy zullen dit klaarlyk bewyzen. Men weet, dat, oudtyds, door een Spuije, een klein Sluis- je of duiker verftaan werdt; welk eenig fmal water fchutte, of doorliet, 't Water zelf, waarin de Spuije lag, kreeg vervol- gens ook den naam van Spuije; en de Hui- zen , die langs dit water of deeze graft ge- bouwd waren, werden gezeid langs de Spuije gebouwd te zyn. Zulk eene graft of'Spuije nu liep, in de vyftiende en in 't begin der zeftiende eeuwe, tuffchen de S. Margaree^ ten-en S.Maria-Magdalenen-Kloofters, van den Burgwal af, tot in het Rokin, gelyk men duidelyk zien kan in de Schildery van Cornelis Anthoniszoon van 't jaar 1536, en zelfs, eenigszins, in den Houtfnêe-Kaart; alwaar eene brug, dwars voor de plaats der
(p) Uit een Schepenen-briefte« 14 July 1479.
(q) Uit een Sehe penen -brief var. 4. Dee. 1411.
(r) Zie VAN HEUSSEN en VAN K.YN , Kerk. Oudh. IV.
Deel, bl. 197. Le Long, bl. 308. (21) Wy fpreeken niet van pet Oude-zyds-Huis-
zitten-Huis, welk, in Le Longs uitgave van de Kaart van Cornelis anthoniszoon, tuflehbn de Mar- gareeten- en Maria-Magdalenen -Klooiters ,ge- plaatft wordt; om dat het, in 't jaar i544>toende gemelde Kaart eerft uitkwam , n°f met gebouwd was, gelyk uit twee Brieven van den jaare isso> by Commelin bl. 535 te vinden, diudelyk blykt Irr 't jaar 1567, werdt den Gereformeerden toegelaaten in het Huiszitten-Huis in de Ne [Je te prediken, Zie G. Brandt Hifi- der Reform. I. Deel,: bl. 427. ver- geleeken met CoMMELiN bl. 1004. welke laatftë het Margareeten-Klooiter kwalyk het Geertruide- Kloofier noemt. Ca
|
|||||||||||||||||||||||||
S. Maria
Magda- lenen- Kloofter* |
|||||||||||||||||||||||||
™ gebouwen. Voorby denMiddeldam,kwam
i™ ? CTe ftraat> nu de Ne*> en toen,
^ op de hoogte van de Lomberdsfteeg ,
Gansotrde of Gansoord, en verder tot aan
S-PieterscTi Gnmnefre-fluis de Ne(fe en GrimneJJe
Keiken' bC j !?■ nHier ontmoette men,vooreerit,
Kerkhof, aande Ooftzyde, S. Pieters-Kerk of Kapel en
W6o/5 nu de groote Vleefchhal5 en het
plein daar nevens en agter. Sommigen heb-
oen deeze Kerk voor de oudfte der Stad gehouden f»; doch zonder eenige waar- ichynlykheid.De grond hieromtrent was laag en waterig, en is hierom, ongetwyfeld, laa- s- Pieter« T °ebouwd» dan het hooger gedeelte Gafthuis" er Stad omtrent de Oude Kerke. Tegen over de S. Pieters-Kerk of Kapel, ftondt het o. Pieters-Gafihuis, een ruim gebouw, voor mannen gefchikt, en waarin ook Koftgan- gers of Proveniers werden aangenomen. Het werdt, in 't jaar 1584, tot burgerwöö- ningen verbouwd (n). De Poort, nog de £ Iteters-Poort genaamd, fchynt alleen overgebleevcn te zyn. Naaft aan S. Pieters |
|||||||||||||||||||||||||
Waar 't
Spui) ge- weeft zy, waaraan het zelve ftondt. |
|||||||||||||||||||||||||
^•Marga
^eeten-
iVloofter,
|
Kerk, a_an de zelfde Ooftzyde van de Nes
• of Gansoord, ftondt het S.Margareeten-Kloo- |
||||||||||||||||||||||||
.<% 'r uT ,kS Kerkje of KaPel de kleine
Vleefchhal is, zynde het Kloofter, Zuid- waards van de Kapelle gelegen, federt
tot burgerwooningen vertimmerd. Het Kloo- fter van S. Margareet in Gansoirde, gelyk het m oude Brieven genoemd wordt, was een Vrouwen-Kloofter, en door de Nonnen, die het bewoonden, eerft gehuurd (20); tot dat haar, in «paar 1425, door GeertruydSplin- ters van RoJJen Weduwe, een gedeelte van den grond an eigendom opgedraagen werdt (0). In t jaar 1479, kogtenzynog (•») r-ONTANi Amft. Libr, I. Cap. VI p IA.
(n) Zie COMMELIN , bl. 544. *"
{») Uit een Schepenen-brief van 16 Off. i42J.
Schepenen-brief van den tienden July des jaars
1431, die ter zelfder plaatfe beruft, van een eruen, gbelegen buten der Kertfirate poirtbuus, an den Zee- K'n nZeedyk' M^fledefiufe, dat is, de ou-
«e Kolksfluis. (20) ik heb een Affchrift onder my, van den Huuf-
KIoo(lPVanreen. SedeeIte van den grond van dit ZCTene.' ' m 'l jaar I415' vo°ïden tyd van beiieo ^..-"^ntigjaaren, gemaakt was. De huur jaer m4e francrixe feilde goet van goude in 't |
|||||||||||||||||||||||||
XIX.
|
|||
AMSTERDAMS I. Deel.
|
|||||||
dat de Nonnen van S. Barbaren-KIoofter
verpligt waren, het Lynwaat, welk tot de Oude Kerke behoorde, te wallenen en te bleeken; waarvoor haar twintig guldens 's jaars werden toegelegd (u). Tegen over de twee laaftgemelde Kloo- Celle-
fters, ennaaft het S. Pieters-Gafthuis, ftondt broeders- een Mannen-Kloofter van Cellebroeders 5 Kloofter. welks Kerk juift de plaats befloeg, die nu door de Huizen der Zuidzyde van de Wy- de-Lomberds-fteegbeflaagen wordt. Men weet niet, wanneer dit Kloofter geftigt zy; doch het was, in 't jaar 1440, reeds in wezen O). De Broeders in dit Kloofter, in eenen Brief van den jaare 1453, die in 't Leproozenhuis bewaard wordt, genoemd de Broedertgyns die om broot gaen , maak- ten hun werk van 't oppaffen van kranke, en vooral met peft befmette luiden (w), en moeften, hierom, inde Oude Kerke, op eene afgezonderde hangkamer, boven in de Smids - Kapelle, by de Zuider-deur, zitten (x). Zy hadden nog andere Kloo- fterlyke dienften waar te neemen: doch kweeten zig daarin zo kwalyk, dat zy, in 't jaar 1536, niet dan met moeite,vergif- fenis verwierven van 't Kapittel der Lieve- Vrouwe-Kapelle indenHaage, waaronder zy en de andere Amfterdamfche Kloofters ftonden (y). Het Cellebroeders-Kloofter is- geheel in Burgerhuizen veranderd. By 't omgraaven der grondflagen van twee derzelven , die, in of omtrent het jaar 1721, vertimmerd werden, heeft men nog oude doodkiften en doodsbeenderen gevon- den. De huizen, van welken wy fpreeken, ftonden aan de Zuidzyde der Wyde-Lom- berds-fteeg, en dus juift op de plaats, daar de Cellebroeders-Kerk of Kapelle geftaan hadt. De naam van het Cellebroeders- Kloofter is nog in dien van de Cellebroeders- fleeg overgebleeven. Volgens fömmiger aantekening (2), heeft, nevens het Celle- broeders-Kloofter ten Zuiden, een Peßhuis geftaan , waarvan my weinig befcheids voorgekomen is. De Cellebroeders kree- gen, in 't jaar 1505, verlof van den Gereg- te , om 't water, genoempt Speuijtgen, lo- pende bezyden beuren Convente en flreckende tot an d'Jmfiel of het Rokin, te mogen over- welven (a): waaruit beveiligd wordt, 't geneik, boven (bl. 19) aanmerkte, dat het Spuij, welk uit de oude graft voor de Lom-
(u) O. KerksBoek.
(v) Uit een' Schepenen-brief in de Oude Kerk.
\vf) Anonym, ap. Pontan. f. 4-
(x) Zie COMMELIN bl. 434-
(y) Uit den Oorfptongkel. Zoen-brief, va„ den i Tun*
1S}6. J (z) COMMEDN.W. 194.
(a) Groot Memoriaal, jv. I./. 2ji,
|
|||||||
der Lomberds-fleeg, aan den burgwal legt,
die'er niet te pas kwam, zo. deez e Lom- berds-fleeg toen geene graft geweeft was, welke, federt, gedempt geworden is. Langs deeze graft of Spuije, ftondthet Maria-Mag- dalenen-Kloofter. Allerklaarft vind ik dit, in eenen Brief van 't jaar 1422, die dit Kloofter befchryft als ghelegen an den Burch- walk in GrymeneJJe ; en waarin , aan het zelve, opgedraagen wordt de helfte van den hufe en erue ghelegen in GrymeneJJe, up ten hoeck van der Spotje, daer die voirf. Süßeren erue naeß gheeniet is (s). In eene verklaa- ring van den Geregte van den twintigften Auguflus des jaars 1489, diein't Gafthuis, Laade LXXII., bewaard wordt, leeft men, dat Sinte Maria-Magdalene- en Sinte Mar- grieten-Kloofler elcx' die eene fyde aen de wal- len en firaete van der Spoijbrugge, dat is, de ■ brug, van welke wy zo even fpreken, alleen, onderhouden füllen, 't Is waar, de graft of Spuij, waarvan hier gewaagd wordt, moet zeer frnal geweeft zyn. Doch zulke fmal- le graften waren 'er van ouds veelen, en zyn 'er nog eenigen in de Stad. De graft wordt hierom met regt het Spuijtgen genoemd , in een Accoord tufichen de Nonnen van Ma- ria-Magdalena en deLeproosmeefterenvan den veertienden July des jaars i57o;waar- by de Klooftergoederen, onder zekere voor- waarden, aan 't Leproozen-Huis worden overgegeven. Het Kloofter wordt, in dit Accoord, welk in 't Leproozen-Huis be- waard wordt, genoemd het Convent van Maria-Magdalena op 't Spuijtgen, binnen defer Stede. Ik heb nog verfcheide andere brieven onder my, waarin van deeze Spuije, by verkleining , gefproken wordt. Doch wy hebben ons reeds lang genoeg by dit Kloofter opgehouden. S. Barba- Bezuiden het zelve, ftondt het S. Bar- ^en" baren-Kloofler , welk geheel in Burgerwoo- o er-ningen veranderd, en waarvan de naam alleen in de Barberfiraat overgebleeven is. TmTchen dit en het Maria -Magdalenen- Kloofter, liep een fteeg, die beide den Kloofteren, elk voor de helfte, toebehoor- de , en in de Nes met eene gemeene Poort geflooten was. Men kwam, in 't jaar 1431, overeen, dat men zulk eene Poort ook aan den Burgwal maaken, en de fteeg niu be- timmeren zou (0- De twee zo digt nevens eikanderen gelegen Kloofters hebben,dik- wils, by v-erriinmering van 't een of't an- der, onderling overhoop gelegen, gelyk my, uk oudeftukken, gebleekenis; doch 't is noodeloos, dat wy ons hiermede op- houden. Alleenlyk merken wy nog aan, (s) Uit een Schepenen-brief van 27 Jännary 1423,
(t) Uit het Ooifprongkelyk Accoord. |
|||||||
XX-
|
||||||
IteCuliers ELLo alter, buiten de Reguliers Poort.
O °
|
||||||
Hartkcuisers Mooiter, buiten de Haarlemmer of Kartkuzers Poort. 1602.
|
||||||
I. Boei«
|
||||||||||||||||
OPKOMST en AANWAS.
|
||||||||||||||||
21
|
||||||||||||||||
Lomberds-fteeg begon, tot in 't Rokin ge-
K. kopen heeft. van?'1' °P het S- Barbaren-Kloofter volgde,
Clara.' no§ in.de Nes, het Klooflervan S. Clara, welk zig tot digt aan de Grim oïGrimburg- wal uitftrekte, wordende alleenlyk , dooi- de huizen,, die langs den gemelden burg- Wal ftonden, van denzelven afgefcheiden. Le Long heeft getoond (li) , clat dit Kloofter, in't jaar 1475, reeds in wezen geweeft is. Doch men kan bewyzen, dat het zeer veel ouder is. My is, uit eenen Brief van het Kapittel der Lieve-Vrouwe in den Haage van den negenden November des jaars 1414, gebleeken, dat het toen al in ftand was, eene Kapel hadt, en ge- fchikt werdt, om tagtig Nonnente huis- veften. Het is nu in Suikerbakkeryen en Woonhuizen veranderd, en midden door het zelve is eene dwarsftraat gefchooten , het Gebed zonder end genaamd. Mia- Tegen over het Kloofter van S. Clara, Kioofter en naa^ ^et Cellebroeders-Kloofter, of ei- 'r' genlyk naaft het Pefthuis , ftondt nog een Nonnen-Kloofter, S. Marias- Kloojler ge- naamd, liet heeft dit met de meefte Amfterdamfche Kloofters gemeen gehad, dat men niet weet, wanneer het geftigt geweeft is. De lieer Caspar Bur- han (c), en uit hem Le Long (fi) haa- ien eenenBrief van den jaar e 1459 aan'waar- in van dit Kloofter gewaagd wordt. Doeh ik bezit een affchrift van eenen Brief van den zeventienden November des jaars 1431, waarby het Kloofter van S. Maria, op den An- fiel gelegen, door het Kapittel onzer Lieve- Vrouwe in den LIaage, voor vyftig Non- nen gefchikt wordt, 't Gebouw van dit Kloofter befloeg het overig gedeelte der Nes tot agter tegen de huizen der Lange- brugs-fteeg, en is geheel tot Burgerwoo- ningen vertimmerd. De Kloofter-Kerk al- leen, die aan't Rokin ftondt, op den hoek van het Styffel- of Kalfsvelfteegje, is wel zeer verbouwd; doch noch tegenwoordig zeer kennelyk voor 't gene zy eertyds was. Zy is, in de voorgaande eeuwe, eenigen tyd tot eene Lakenhal gebruikt geweeft. daarom Dus zyn vvy de Nes, de grootfte Kloo- 4e Nes fterbuurt der Stad, ten einde geraakt. De K?0Vofte- Kloofterlingen hebben, waarfchynlyk,den geweeft laagen en waterigen grond deezer plaatfe ZY- verkooren, om dat dezelve onkoftbaarft en ligtft te bekomen was, enveelligtook, om dat de andere ledige erven der Stad reeds met een genoegzaam getal van Kloo- (*) Reform, hl. 390.
(d) Reform, bl. iS3. |
||||||||||||||||
fters bezet waren, toen de meefte Kloofters
in de Nes werden Wanneer wy nu uit deöNes, de houten Kloofter
brug overgaan, gelegen daar nu de Grim- dernieu- neflefluis is, ontmoeten wy het Kloofler ter we Non" Leliën of der nieuwe Nonnen, welks Kerkncn" nu een gedeelte der Gafthuis-Kerke is. Het Kloofter is meeft in Burgerwooningen veranderd, en een gedeelte van deszelfs aloude gedaante nog aan het Gafthuis-Hof te kennen. De oude ingang des Kloofters is ook nog overgebleeven. Men ziet dien, in't afgaan der Grimneflefluis, en boven denzel- ven een onthoofde S. Denys, die zyn ge- myterd hoofd voor zyne borft houdt: 't welk beveftigt, 't gene ook uit veele oude ftuk- ken blykt, dat dit Kloofter aan S. Denys of Dionifius is toegewyd geweeft. De Non- nen worden , in Brieven van de jaaren I432' HS8* !439 cn *4®SS die allen in
't Gafthuis bewaard worden , genoemd' Canonijfen t'Sint e Dionifius , oït'Sint e Dio- nifius in die Lelyen; en 't Kloofter', in ee- nen Brief van den jaare 1495, hetHuisvan S. Dionifius. De juiftetyd, wanneer dit Kloofter gebouwd zy, is na genoeg be- kend. Men weet, uit twee Schepenen- Brieven van de jaaren 1395 en 1400 , dat de grond van het zelve toen nog on- betimmerd was. In den eerften deezer twee Brieven, gefchiedt de Opdragt van enen tune , ghelegen over den nye 'grafie by der Zufieren houe (22), daer Hille die Wigger Gherytsfoens wyf was , ende hoir kinderen mit enen tune by gheerft fyn an die ene fy- de, ende Heynric Bruninxfien mit enen tune op die ander fyde, fireckende van Barent Claasfoens tune tot Heynrik Dirkfoens Lant toe (<?)• In den Brief van 't jaar 1400, ge- fchiedt eene Opdragt van der weederhelfie van eenen fioete, in den uterfie Neffe gele- gen — fireckende van der Aemfielnoirtwaert tot an Barent Claeszoen die Stilgancmakers erve (ƒ). Doch in 't jaar 1403 , geeft Claes Jansfoen aan Griete Ar ent s dochter en- de horen Sufieren in den hu/e ter Lelyen enen vryen eyghendoem van enen erue ghelegen twijfche den twien graften neffen den nu- wen hufe ter lelye, dat die voirf. Zu&eren nu tymmeren, van Willem Ruufcben tune tot Bieter Vuyden tune waert an vier roeden breet, mit zulken ganc als daertoe behoert, W
|
||||||||||||||||
m izFebr. H9S-
1400. |
||||||||||||||||
(e) Schepenen-brief»«
|
||||||||||||||||
( f) Schepenen-brief va» z ^UZ- "»
f22) Door der Zufieren Hme, verfta ik hier den
Hof van 't Kloofter der Oude Nonnen ,■ die, in twee Schepenen-Brieyen van den jaare 1392,reeds zo genoemd wordt. Men bewaartze, 'm'tGafibuis, Laaie LXIX. . C 3
|
||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||
21
|
||||||||||||||||||
I. Deel,
|
||||||||||||||||||
en mit zulker tymeringe ende hueve als nop ten zelven erue is (g). Uit welke woorden blykt, dat de nieuwe Nonnen, in 'f- jaar 1403, bezig waren met _ een nieuw
Kloofler te timmeren. Maar uit eenen Latynfchen Brief van Fredrik van BlankenhrimBifTchop van Utrecht, zie ik, dat 'er,nievoor 't jaar 1419» verlof toe verworven isvan den Utrechtfchen floeJ Qf). Uit eene
oude tekening van dit Kloofler en dat der oude Nonnen, blykt, dat, nevens den Tuin van het eerflgemelde, ter plaatfe daar nu het Oude-zyds-Heeren-Logement flaat, eene Werf was, de Schaffery genaamd, daar Stads- de Stads Timmertuin lag, der Stede ScafTimmcr-ferie genoemd, in eenen Brief van den jaa- tuin. re x^ ^2£ ^ toen ^eeze Timmertuin reeds verplaatft was. Omtrent eene eeuw vroe- ger , lag by der nieuwe Nonnen ter Lely een Tuyne., ader dat Baerdfehuys toen gemaect was (f): welk Baerdfehuys, vermoedelyk, de zelfde Timmerwerf geweeft is. Immers men weet, dat Baerdfen eene foort van Vaar • tuigen waren, die in den oorlog te water gebruikt werden (F). Kloofter Het Kloofler, waarvan wy fpreeken, der Oude was, Ooflwaards, door eene floot, die Nonnen. met den Oude-zyds-Agterburgwal gemeen- fchap hadt, gefcheiden van het Kloofler der Oude Nonnen, nu het Gafthuis en Oude- Mannen-huis. Het wordt reeds gemeld in eenen Schepenen-brief vandenjaare 1389; hoewel men elders (/) leeft, dat het,eerft in 't jaar 1394, een begin genomen heeft. De naam van Oude Nonnen fchynt te ken- ,iien te geeven, dat dit Kloofler voor dat der Nieuwe Nonnen gefligt geweeft is. In ver- fcheide oude Brieven, draagt het ook den naam van Marienvelde (m), in 't Latyn Do- mus Campi beatce Maria (n), waarvan fom- migen (0) Marienkamp gemaakt hebben. Wy hebben, hiervoor, (bl. 14.) by eene andere gelegenheid, reeds getoond, dat de Oude Nonnen ook Regulieren Canoniffen ge- weeft zyn. Imme Eggerts, Dogter van Wil- lem Eggert, heeft, in 't jaar 1415, groote goe- deren, en Heyndrik van Borjfel, Hr. van der peere, van Zandenburg ende van Heemfiede-, in 'c jaar 1461, zyne Landen, leggende |
binnen den Ban van Amflerveen an die nieuwe
Meer, aan dit Kloofler gefchonken, waar- van de bewyzen nog in 't Gafthuis bewaard worden. Het Geregt der Stad beval, in 't jaar 1489, den twintigflen Auguftus, dat men, van flonden an, wederom op nieuw, als men eerfi can en mag, maken ende repareren fal die oude Nonnen lange brugge, flaende op beyde die burcbwallen; ende 't Spoijbrugge (p). De Oude Nonnen moeften een derde tot de koften draagen 3 een derde moeft be- taald worden door de vyf daaromtrent ge- legen Klooftere, van S.Maria-Magdalene S. Agnict, S. Clara, S. Maria en S. Bar- bara , mit die Buy/en, Tuynen en Eruen an beyde fyde van de burchwalle, beginnende van de Spoijbrugge voirf. tot die langebrugge toe; en het overige derde door de Stad (q). De oude Nonnen langebrug, die op beide de Burg- n,7riP wallen, dat is, op beide de zyden van den Nonnen Oude-zyds-Voor-, of Fluweelen-burgwal l™ge- itondt, kan nergens anders gelegen heb-bmg* ben, dan daar nu de fteenen brug voor 't Heeren-Logementlegt. De plaats der Spuü- brugge, hebben wy hier voor (bl. 19) aan- geweezen. Tot het Kloofler der oude Non- nen , behoorde ook de Canoniffen-brug die wy,te vooren(bl. 14)getoond hebben,'dat omtrent of op de plaats, daar nu de brug voor . t Gafthuis legt, moet gelegen hebben. Van de vyf Kloofters, die het tweede Oude
derde deel der oude Nonnen Langebrug- £fttf ge mede bekofhgen moeften, hebben wy 'er burgwal , reeds vier gevonden, ter wederzyde der0oflzyde' Neffe, te weeten die van Maria-Magdale- na, Barbara, Clara en Maria. Hetvyfde zal ons ontmoeten, alswyuithetKloofter derou- de Nonnen1 de Canoniffen-brug overgaan tot op de Ooftzyde van den burgwal, of oude graft,nu den Fluweelen-burgwal.Hier ftondt maar weinige huizen van der oude Nonnen«: a • langebrugge,het S. Agnieten-Kloofier, ook ten- gelyk dat der oude Nonnen, geftigt VoorKIoofter- Reguliere Canoniffen. Het is, in't jaar 1406, reeds bekend geweeft, gelyk blykt uit eenen Brief van dat jaar, die in 't Gafthuis be- waard wordt. In eenen Opdragt-brief van 't jaar 1424 , wordt dit Kloofler befchree- ven als het Convent der Zufieren van Sinte Agneten der Oer den vanpenitencie Sinte Fran- cis cus, ghelegen binnen der Stede van Aem- flelredamme twiffchen die twee grafie, aen die Oeflfide van derßher Stede (?•). Tegen- woordig is dit Kloofler, voor 't grootfte ge- deelte, in Burgerwooningen veranderd. De Kerk of Kapelle heeft nog het meeft van haa- |
|||||||||||||||||
, (g) Schepenen-brief van I2 y
(b) Diploma Frederio Episcopi. MS
(•) Schepenen-brief »<»» i+ss.
(k) Zie VELIUS Hoorn, il. 43 y ItJ
(V) Chron. Windeshem. p. i%9.
(m) Opdragt-Brieven van i+zi, i^iiy I+l!o>
(n) Charta n Maji 1473-
{') H. v. HEUSSEN er. H. V. RYN, Kerk. Oudh. IV. Deel
tl. 197, ' (23) De Schepenen, die in deezen Brief fpree.
ken, waren Cornelis Anthonisfoen, Schilder en maa- ier van de vermaarde Houtfnêe-Kaart der Stad van 1544, en Jonge Jacob van Collen, |
||||||||||||||||||
re
|
||||||||||||||||||
(p) Keurb. A./. 5I-
U) Uit een Brief ;„ >t Gafthuis , Laadt LXX1I
(r) Opdragtbricf van z« Jan. i+ï+, l°
|
||||||||||||||||||
I.Boe
|
||||||||||||||||||||||
OPKOMST en AANWAS.
|
||||||||||||||||||||||
K.
|
||||||||||||||||||||||
2j
|
||||||||||||||||||||||
? oude gedaante behouden, en is in drie ge-
feiten onderfcheiden. Het onderfte ver- dekttot een Pakhuis voor de Admirali- sTh middelfte totdeGehoorplaatsvan aas Athenäum Illuflre of'Doorlugtige Schoo-
' en het bovenfhe tot de Stads openbaa-
j"e Bibliotheek of Boekzaal De naam van et S. Agnieten-Kloofter is in de naaftgele-
§en Agnieten-flraat overgebleeven. Noordwaards langs de Ooftzyde der oude
trraft voortgaande, kwam men aan het S. Margareeten-Kloofler, wdk maft het S. Ag- nieten - Kloofter ftondt, en dikwils, moge- lyk om het te beter te onderfcheiden van het S. Margareeten-Kloofter in Gansoord, het 5. Catharynen Kloofler genoemd werdt. Het moet, reeds voor 't jaar 1414,gefügt geweeftzyn, (*), en fchynt, in 't eerft, gemeenlyk, S. Catharynen- naderhand S. Margareeten-Kloofter genaamd te wezen (f); onder welken laatftennaam, het, in de groote Kaart van Cornelis Anthoniszoon, voorkomt. Van dit Kloofter is niets in we- zen gebleeven, dan eenige zwaar gewelfde kelders. De grond, waar het geftaan heeft, is geheel met deftige Burgerhuizen bezet; nevens een van welken, een gang loopt, die nog de S. Catharynen-Khoflers-gang ge- naamd wordt. Verder Noordwaards, ftondt, naaft dit
Kloofler, ten Zuiden van de fteeg, die oudtyds de S. Cecilien-, en tegenwoordig de Prinfen-Hofs-fteeg genoemd wordt, het S. Cecilien-Kloofter, een ruim gebouw, op welks grond, ledert, het Prinfen-Hof geftigt is. De Klooflerkerk is, veele jaaren , tot een Comptoir van de Convoojen gebruikt ge- worden, en, eerft in 't jaar 1758 , geheel- lyk afgebroken. Het Kloofter, waarvan wy fpreeken, was, reeds in 't begin der vyftiende eeuwe, geftigt, voor Nonnen , die naar den derden regel van S. Francis- co leefden. Het wordt, in eenen Brief vandenjaare 1437, befchreeven als gele- gen tuffchen de twee graften aan de Ooßzyde van de Stad [tnfra duo 'fojjata , in parte orientali (z/)-] Even voorbyhetS. Cecilien Kloofter,lag
eene brug , de Pieter-Jacobs-brugge ge- naamd, die op de Pieter-Jacobszoene-fiege, nu de Pieter-Jakobs-ftraat, aanliep, en fe- dert , zo wel als de Dirk-F'ylen-hrugge, die regt voordePylfteeg lag, afgebroken is (V). Hieromtrent was de Doele der oude Schutte- ren, die tuffen en de twee graften langs de middel/te graft fchynt gelegen te hebben , (s) Separatio Dom. S. Katherinx 3 o OS. i4i4.
(0 van Heussen «»VAN Ryn , Kerk. Oudh. IV. Deel,hl.
I98 , 201.
(«) Separacio Dormis s. Cecilie isJm!i I+I7.
(v) ZK C0MMEX.1N il. l9S. Aant. a.
|
||||||||||||||||||||||
gelyk uit eenen Schepenen-Brief van den
jaare 1455 af te nee-men is (w). Voorts, ontmoeten ons, langs de Ooftzy- Nieuwd
de der oude Graft, of Fluweelen Burgwal, Grafts geene openbaare gebouwen meer. ^Ten °oftzy- einde derzelve, door eene fteeg, van oudste. Cornelis Jacobsz> Brouwers ficge, en nu het zufters- Rottenefl,of ook deZoutkoopers-, endene- Kloofter. denburgs-fteeg genaamd; en langs de brug, die over dezelve legt , aan de Ooftzyde der nieuwe Graft of Oude-zyds-Agterburg- wal gekomen zynde,' komt ons eerft: voor het Cellezufiers- Kloofler, welk tuffchen de Boomfteeg en Molenfteeg geftaan heeft, en agter, aan den Zeedyk, nu reeds in de Stad getrokken, en betimmerd, uitkwam. De Nonnen, Faly Suflerkyns, en Alexius- of Celle-Siiflerkyns, in oude Schriften, ge- heeten, moeften, volgens haaren reo-el , even als de Cellebroeders, de zieken op- paffen , en werden, onder voorwaarden , dat zy zig hiervan getrouwelyk kwyten zou- den , by eene Akte van Scout, Burgermee- fleren, Scepenen ende Rade, dentwintigften Juny des jaars 1475 gedagtekend (V),hier ter Stede toegelaaten. Zy namen, in 't kort, zo zeer toe in vermogen,dat het Ge- regt , nog voor 't einde der vyftiende eeu- we , den Overmannen der Timmerluiden en Metfelaaren beval, niet te gedoogen, dat hunne Gildebroeders iet aan dit Kloos- ter maakten of herftelden (3/). Na de veran- dering der Regeeringe , werdt het voor- naamfte gedeelte van het zelve, eenen tyd lang , tot 's Lands-Convoi-Comptoir ge^ bruikt (z); doch na dat dit Comptoir in de Kerk van 't Cecilien-Kloofter verplaatft was, is het gantfche Cellezufters-Kloofter tot Burgerwooningen vertimmerd. Aan het zwaar muurwerk van het hoekhuis der Mo- lenfteeg , fchynt men egter nog te können zien, dat het een overblyffel der Cellezus- ters-Kapelle is. Zuidwaards naaft hetCellezufters-KIoos-Mindci-
ter , ftondt het Kloofler der Minderbroede- broeders ren, het grootfte Mannen-Kloofter in deKlo° Stad; alzo het zig, van omtrent de Molen- fteeg , tot aan de Barndefteeg ftrekte, en van agteren aan den Zeedyk en Kloveniers- burgwal, tot voorby de S. Antonis-Poort, uit- kwam. De brug over den Oudczyds-Agter- burgwal, langs welke, men naar dit Kloo- fter toegang had, fchynt den naam van de Minderbroedersbrug gedraagen te nebbenfV). Sommigen hebben aangetekend, dat dit Kloos-
bl. 209. Aant, n.
|
||||||||||||||||||||||
«eten.
°fS.Ca- »en.
Kl°oftei..
|
||||||||||||||||||||||
S-Ceci-
«en- ^Ioofter,
|
||||||||||||||||||||||
Pieter-
lacobs- Jylen-
bïuggen. |
||||||||||||||||||||||
:chutte,
ïen. |
||||||||||||||||||||||
(4 W. SYVAERTS, Roomfche Myfterien ontdekt, ƒ.
ver/'<
|
||||||||||||||||||||||
\
|
|||||||||||||||||||
A MS TER D A M S
|
|||||||||||||||||||
I. Deel.
|
|||||||||||||||||||
1±
|
|||||||||||||||||||
Kloofter, inzynen eerflen aanleg, in't jaar
1304, veel kleiner was, en door eene ze- kere foort van Minderbroederen, Gandentes, dat is, ruimen of rekkelyken , genaamd, be- woond werdt (b). Doch in 't jaar 1462, maakten deeze Monnikken plaats vooreene andere foort van Minderbroederen, Obfer- vantes of naauwgezetien geheeten , die , voorfpraak ten Hove van Karel van Bour- gondie in den Haage hebbende weeten te verwerven, zig, tegen den wil der Regee- ringe, ter Stad wiften in te dringen, en al- daar te handhaaven (c). De voornaamfte van 't gezelfchap was Jan Brugman , die gehouden werdt voor zowelbefpraakt, dat 'er van hem een fpreekwoord nagebleeven is , al kofi gy kallen o? praat en ah Brugman. Doch wy zullen van hem en zyn bedryf, in de Hiftorie der Stad, omftandiger handelen. Hendrik Koemam van der Schellink, een ryk Inwooner, heeft veel tot den opbouw van het Minderbroeders - Kloofter toegebragt. Ook werdt hy in de Klooiler-Kerke begraa- ven; vanwaar zyne Grafzerk, naderhand, in de Oude Kerke is overgebragt. Na de Beeldftorming des jaars 1566, werdt de Kerk der Minderbroederen, by voorraad, aan die van den NyeuwenGhcreformeerde Re- ligie ingeruimd; die 'er,flegtstot in 't vol- gende jaar, gebruik van gemaakt hebben. De Minderbroeders behielden, van dien tyd af, hunne Kerk en Kloofter tot in 't jaar 1578, wanneer zy, met de Roomfche Re- geering, ter Stad uit werden geleid: al 't welke wy hier flegts ter loops aanroeren, om 'er, in de Hiftorie der Stad, uitvoeriger op ftil te ftaan. Het Kloofter, welk toen geplonderd werdt, is, weinige dagen na de plondering, door den beroemden Am- fterdamfchen Konflenaar, Joofi Janszoon, gezeid Bilhamer, naar 't leeven, afgete- kend , en federt geheellyk tot Burgerwoo- ningen vertimmerd, behalve dat'ereenige ftraaten en dwarsftraaten door gerooid zyn. In 't jaar 1662, ftonden 'er nog ee- nige Huisjes of Celletjes van dit Kloofter agter de Bloedftraat, die toen door de vlam verteerd werden. |
tuigenis des ongenoemden Schryvers by
Pontanus(J), ten zynen tyde, dat is, omtrent het jaar 1500, zeldzaam werden aangenomen. Het Kloofter was toen, veel- ligt, nog geene vyftig jaaren oud. Immers het wordt, in eenen Brief van het Kapit- tel der Lieve-Vrouwe-Kerke in den Haage, gedagtekend den derden May des jaars 1462,, e ene nieuwe, ftigting [nova plantatio] genoemd (e). Ik vind ergens aangete- kend, dat Katryn Boelen, Dogtervan Dirk Boel Dirksz , die in 't jaar 1447. Burge- meefter werdt , Nonne in 't Bethanien- Kloofter geweeft is. Haar Broeder, Mees- ter Claes Boelen, is aldaarPrieftergeweeft, en den dertienden Juny des jaars i5iiover- leeden. De Kerk of Kapel van dit Kloos- ter is, in 't jaar 1594, tot eene StadsLa- tynfche School gefchikt, die haaren ingang in de Koeftraat hadt (ƒ), en lang daarna eene Herberg geweeft is, het groote School genaamd; doch onlangs tot Burgerhuizen vertimmerd. Het overige gedeelte van 't Kloofter is, reeds in 't jaar 1679, met Bur- gerwooningen bezet geworden (g). Denaam van het zelve is nog in dien van de Betha- nien-ftraat enBethanien-D-warsfiraat bewaard gebleeven. Omtrent tegen over dit Kloofter,op den Oude-
hoek van de Huiszitten-, nu de Stoofßeeg , zyds- ftondt een Oude-zyds-Huiszitten-Huis waar- Huiszft*, in twaalf wooningen of kamers waren voor'en'HuI^ behoeftige Vrouwen. Doch het werdt, in 't jaar' 1548 bouwvallig geworden zynde , van daar in de Nes verplaatft (h). Van het Bethanien-Kloofter , langs de Kloofter
Ooflzyde der nieuwe Graft, of Oude-zyds- der S. Agterburgwal, voortgaande, kwam men,Paul"s' even voorby de Hoogftraat, aan het Kloos- Broede' ter der S. Paulus-Broederen, of'Paidiniaanen: ook wel Tertiaanen of'Tertiärijfen genoemd om dat zy naar den derden regel van s! Franciscus voorgaven te leeven. Menftelt^ in 't gemeen, vaft, dat dit Kloofter, in 't jaar 1409, geftigt werdt: 't welk ook, in een Franfch Opfchrift, nog tegenwoordig, aan de Kerk, thans de Oude-Waaien- of Franfche Kerk, te leezen, beveftigd wordt. En het Gebouw kan niet veel jonger zyn, om dat wy, hier voor(bl. 10.) eenen Brief van 't jaar 1415 hebben aangehaald, waar- in van het zelve gewaagd wordt. Eenigen der Klooflerlingen begaven zig, in 't jaar 1457, naar Hoorn, daar zy, insgelyks, een Kloofter betrokken; doch fommigen van dee.
(d) Ai calcem Amft. p. 4.
(e) Separacio Domus ß. Mar« Magdalena in Bethama .
3 Maji i+öz. (/) Zie C°MME1.IN hl. (J4S-
ig) Z'f C°MMEI.IN */. 197. (ój Zie COMMEI.1N il. 530, ijc.
|
||||||||||||||||||
Bctha-
nien- |
. Naafl aan het Minderbroeders-Kloofter,
|
||||||||||||||||||
ftondt het Bethanien-Kloofter, ook wel het
lilooüer. J{looßer van Maria-Magdalena in Bethanie genoemd. Het ftrekte zig, van de nieuwe Graft of Oude-zyds-Agterburgwal , tot aan de Stads Vefie uit. Het was gefügt voor Vrouwsperiöonen, die zig van een erger- ■lyk gedrag bekeerd hadden; hoewel 'er zulke Vrouwsperfoonen , volgens het ge- |
|||||||||||||||||||
(*) Zie VAN Heussen in VAN RYN, Kerk. Oudh. IV.
O'el, bl. !$>+. (c) Zit Walich Syvaerts Roomfche Myfterien ont-
dekt, f, 47. |
|||||||||||||||||||
I. Boek.
|
||||||||||||||||||
OPKOMST en AANWAS.
|
||||||||||||||||||
25
|
||||||||||||||||||
deezen, zig met de overigen niet konnende'
verdraagen, keerden, in 't jaar 1462,naar- hun oude Kloofter, te Amfterdam , te mg (ï). Het Kapittel der Lieve-Vrouwe- Kerke in den Haage gaf den S. Paiilus- Broederen, in den jaare 1470, verlof om hun Huis verder op te bouwen, en daarin tot vyfentwintigBroeders en vier of vyfKoft- gangers [Commenfaks] te ontvangen (*) : «och vermeerderde, in 't jaar 1493, 't ge- tal der Broederen op veertig, en dat der Koftgangeren op zes of agt (/). Uit eene Lyft der Inkomften van dit Kloofter in de zeftiende eeuwe, blykt dat dezelven jaar- lyks vierhonderd agt guldens vier ftuivers en een oortgen beliepen ; waartegen jaarlyks agtenvyfiig guldens en dertien ftuivers moes- ten worden uitgekeerd. Doch in 't jaar 3558, was dit Kloofter genoegzaam uitge- storven; waarom by de Vroedfchap befloo- . ten werdt, het zelve, voor de Stad , tot een Gafthuis te verkrygen (ni) Na de ver- andering der Regeeringe, werdt de Kerk van dit Kloofter aan de Walfche Gerefor- meerden ingeruimd, en het Kloofter ge- fchikt tot een Proveniers-Huis, gelyk het reeds te vooren eenigszins geweeft was. De Koftgangers of Proveniers, uit het S. Joris- Hof in deKalverftraat, werden derwaards overgebragt (b), en het verbouwde Kloos- ter der Pauliniaanen nam den naam van S. j ons-Hof aan, dien het nog heden draagt, len v y°orby het -Pauliniaanen-Kloofter ten kloofter 7mdeil> ftondt het Kloofter van S. Urfula of ■der elfduizend Maagden, welk zig agtertot aan de Stads-Graft uitftrekte, en ten Zui- den aan het Rusland paalde. Men weet niet, wanneer het geftigt werdt; doch in 't jaar 1419, werdt het, door het Kapittel der Lieve-Vrouwe-Kerke in den Haage , voor vyf en zeftig Nonnen en zes of zeven Koftgangfters [Commenfaks] gefchikt (0). In eenen Brief des jaars 1420, wordt het befehreeven, als gelegen over de twee graf - ten [ultra duo foffatd]. Na de verandering der Regeeringe, werdthet, in't jaar 1596, grootendeels vertimmerd tot een Spinhuis of Vrouwen - Tugthuis, welk, in 't jaar 1643, afbrandde; waarna het tegenwoor- dige Spinhuis, op dezelfde plaatfe, gebouwd is (p). Het gedeelte van het Urfelen-Kloos- ter, welk agter aan de Vefte, nu den Klo- veniersburgwal , uitkwam, is tot een Krank- zinnigen-Huis gefchikt. |
||||||||||||||||||
■ Dus hebben wy de Oude-zyde der Stad, Door-
zo als dezelve zig, omtrent den aanvang der zeftiende eeuwe, vertoonde,doorwan-'ingderi deld. Wy gaan nu over aan de Nieuwe-^fS, zyde, en vangen aan van de Haarlemmer- we-zyde" Poort, die, gelyk wy boven (bl. i7.) aan- tekenden, ftondt daar nu de nieuwe Haar- lemmeriluis legt. Hier ontmoet ons eerft Haarlem- de Haarkmmer-ftuis, nu de oude Haarlem- mer-fluis. merfïuis, die van ouds eene andere gedaante hadt dan tegenwoordig, gelyk uit de Kaart van Cornelis Anthomszoon te zien is. Over K'Jael° s deezeSluis voortgaande, kwam men,tenOos- ten van den Nieuivendyk, aan de S. Jakobs- Kapel, die, naar fommiger gedagten, reeds in de veertiende eeuwe geftigt is (g); hoe- wel my daarvan geen bewys altoos is voor- gekomen. Het tegendeel blykt veeleer uit eene Akte van Scout, Sccpenen ende Ra- ' de van den zevenden Ottober des jaars ' 1435, waarby aan die Broederen van Sinte
Jacobs Broederfcip en Capelle op ten Nieuwen- dycke verlof gegeven wordt om een Capelle, gheheten Sint e Jacobs Capelle, te volmaken. De S. Jakobs-Kapel ftondt digt aan den Nieuwendyk, en hadt eenen uitgang in de Haflelaarsfteeg , oudtyds het Trouwloos- fteegje genaamd (r), zo men wil, omdat, wanneer het huwelyk tuffchen twee Egtge- nooten, in de S. Jakobs-Kapel, van wege het Geregt, gefcheiden verklaard was, de een de deur der Kapelle aan den Nieuwen- dyk , en de andere de deur in deeze fteeg uit- ging (V). OndertulTchen is aanmerkelyk, dat van dit zonderling gebruik, in het oorfprong- kelyk Kapelboek, dat nog voorhanden is , en in deNieuwe Kerke bewaard wordt, geen het minfte gewag is gevonden. De zangers van de S. Jakobs- en de S. Olofs-Kapellen erkenden zelven, dat zy liefhebbers wa- ren van goeden fier te maaken, verkiezen- de , in zekere Loterye, tot hunne byfpreuk: De Sanghers van Sinte Jacobs- en Sinte
Olofs-Capel
Mogen haer natgen ende haer droochtgen wel (f).
De goederen derS. Jakobs-Kapel Ie zyn,
in 't jaar 1578, overgegeven aan de Nieu- we Kerke, welker Kerkmeefters hetToo^ rentje en uurwerk der Kapelle nog onder- houden; zynde dit het eenige overblynel van dezelve («), en het overig gedeelte tot Burgerwooningen vertimmerd. De
(?riE Long, hl. in.
ö SSftÄl-1^«" **• Oudh.IV.2)^-
WVo°W. SYVAERTS Roomfche Myfter. ontdekt, Voor-
reden. ,, ' (u) COMMELIN,«. 504. . -
D
|
||||||||||||||||||
(') Veltus Chron. van Hoorn, hl.
(k) Separacio Domus Sanfti Pauli,
v M Separacio Domus Sanfti Pauli i
\m) Refol. Vtoedfch. jV. I. 29 Jimy
|
39,41.
19 Ntv.
8 Sept. 1493. 1JJ8. |
|||||||||||||||||
I47a.
|
||||||||||||||||||
Y{ f'e COMMELIN hl. 566.
|
||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
26
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
I. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Lieve- - De Oude-brugs-fleeg en MandemaakerVrouwe- fteeg voorby gegaan zynde, kwam meKaPeI- aandzLieve-Vroime- Kapel, die op den hoeder Lieve-Vrouweßeeg, nu de Vrowweßeegftondt; doch geheellyk verdweenen en aaBurger huizen verbouwd, is. De Lieve-Vrouwe-Kapel is, vermoedelyk, eene der oudftKapellen der Stad geweeft, en, naar 't fchyntgeftigt op of omtrent den grond, die tot heSlot der oude Heeren van Amftel behoord
hadt. Ve tyd der ftigtinge is egter onzeker; doch in de Oude Kerke, wordteen Brief bewaard, waarby blykt, dat de.O«dermans van onfer Vrouwe - Capelle, naderhand Kapehneefiers genoemd, reeds in 'jaar 1355, eene rente van drie pondHollandfch, tot onfer Vrouwe-Capelle behoufLieve- gekogt hebben. De Oudermans, van weiVrouwe- ken wy fpreeken, waren te gelyk GafihuysGafthuis. meefiers van onzer Lieve-Vrouwe-Gaflhuis, welk fchuin tegen over de Kapelle ftondt, aan de Weftzyde, van den Nieuwendyk , tufïchen de Dirk van Hafleltsfteeg, en de plaats, daar federt de Nïeuwfiraat gefchoo- ten is. Van dit Gafthuis, weet ik niet, dat melding gemaakt wordt, voor devyf- tiende eeuwe (v). Het was voor Vrouwen gefchikt, en men ontving 'er ook eenige Koftgangfters. Tot het zelve behoorden een Bayert en Peßikncie. huis, gelyk my, uit oude Brieven, die in het tegenwoordige Gafthuis bewaard worden, gebieeken is. Het Kapittel der Lieve-Vrouwe-Kerke in den Haage gaf aan hetLieve-Vrouwe-Gaft- huis, in 't jaar 1523, regt o?« aldaar alle Sondaghen des morgens omtrent half acht uren, mit open deuren, te preeken voor den zieken ende andere, die daer komen na ouder 'gewoonte (w). Het Hof van Holland be- veftigde het Lieve-Vrouwe-Gafthuis, welk groote profyten hadt uyt dien dat men daer preeckte , in deeze vryheid, wehierflaende, dat men nyemant Hete preeken, die gediffa- meerd was van Seele Lutherane te ivefe, of die eenighe fcandaloefe of quade Leringe fay- de (ar). Het Lieve Vrouwen-Gafthüis kreeg, |
Voortgaande langs dezelfde Weftzyde Graven-
van den Nieuwendyk , kwam men, voor- kaatje. by de S. Nikolaas-ftraat, aan 't Graven- ßraatgen en de wyde Kercx-fiege (z), beide Wyde toegangen naar de Nieuwe Kerke, die hier Kerks" aan de oude Graft of Nieuwe-zyds-Voor-fteeg', burgwal ftondt. De Gravenftraat is nog KT m wezen; doch de wyde Kerksfteeg, die tuffchen de Kerk en een groot blok Hui- zen, welk tmTchen deeze fteeg en 't Oude Stadhuis ftondt, plagt te loopen, is, met het afbreeken deezer Huizen, ter gelegen- heid van het bouwen van het Nieuwe Stad- huis, aan den Dam getrokken en verdwee- nen Weinige huizen voorby de wydeoePlaa« Kerks-fteeg, kwam men aan de Plaats nu den Dam genaamd, om welke te ver grooten,de Stad,in 't jaar 1506, Janvan Gbelders huyfinge op den middeldam, met het huis daar tegen over; in de jaareni<rio 1511 en 1525, nog verfcheide andere er- ven en zelfs in 't jaar 1540, Thyman Geiycsz. varekendryvers-huys ende crus fiaende an de plaetfe, gekogt enovergeno- men heeft («). Op de Plaats , ftondt het oude Stadhuis, vry wat meer voorwaardeer dan het tegenwoordige, en omtrent op g* i£- lyken rooijing met de huizen der Weftzyde van den Nieuwendyk. Het was nog niet veele jaaren in den ftaat, waarin hei toen beftondt gebouwd geweeft; alzo het voo- rige Stadhuis hier ter plaatfe, waartoe de Stad, nog in t jaar i4i8,een erf gekogt hadt (£), m den grooten brand de* jaaFs 1452, met ane vierde gedeelten der Stad door de vlam verteerd geworden was! t Geval wordt m zeker O&oi van Her- tog Fihps van Bourgondie, waarvan wy bo- ven (bl. 16. Aam. 17.) fpraken , met deeze woorden, in de Franfche taaie,befchree- ven (e): De la partie des deputez de par ceulx de notre ville d'Amfielredam , ennotre dit pais d'Hollande, nous a efiè expofé mie Ie xxiiij. jour de May derrenierement ValTé par feu de mefchief qui fi point a unze hen- res de nmt ou environ en laditteville, ks trots f arts d'icelle ont eté arfées R brulées, Rm eß demouré que la quarte partie de laditte |
||||||||||||||||||||||||||||||
door den tyd, merkelyke inkomften
|
ge-
|
||||||||||||||||||||||||||||||
ijk, onder anderen, uit de rekening, die
de l^genten, in 't jaar 1545 , aan Burge- meefteren deeden, blyken kan (y); doch na de verandermg^derRegeeringe ,werdthet, met alle deszeift.goederen, vereenigdmet het tegenwoordig; Gafthuis. De plaats daar 't geftaan heeft, is federt met Burgerwoo- ningen betimmerd geworden. 0>) In een Accootd tuffchende Gafthttism. enhetConv
van S. Geertruïd, van 9 OS. Hi*- (w) De Brief is in 't Gafthuis, en ty Dapper, h (x) By een befl. Miflïve van J December iJ30j jn >t
Gafthuis, |
|||||||||||||||||||||||||||||||
ville entiere, R anti e autres chofes ont eté
brulées la port e, les tours R les bolwercbs |
|||||||||||||||||||||||||||||||
devers la ville d'Utrecht, la Maifon de la
Ville R phfieurs Eglifes , R 0nt efié, R font tous lesbiensRMarchandifes quiefioient |
|||||||||||||||||||||||||||||||
es
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
(y) Groot Memoriaal, N. I. f, 32-
(z) Zie Handv. bl. 9gI. [„öi. "* {a) Groot Memoriaal, JV.l. ƒ. 2 j+wr/, iss vtrr ,,„ 283 verf. 284, 297 verf. iJV'U-,26o, (b) Zie Commeun,W. 2j+. Jiant. a.
(c) siie den Brief van HertoK Fii;P3 van Pmrm ..
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
ï. Boe
|
|||||||||||||||
OPKOMST en AANWAS.
|
|||||||||||||||
K.
|
|||||||||||||||
niaißns des altes trois parts ainß arfèes
^bpkes du tout-perduz & deflruiz par Ie Wfeuslesquels bien & Marchandifis valoient Wfmcomeraifa que lesdittes maifins: ~' onzer \ a Wege de A%evaardigden
' T mj d Amfterdam, gelegen in ons f den Van HoIland' is ons vertoond, dat ' ui vierentwintigften May laatftleeden, » ooor eenen ongelukkigen brand, die des o^5 omtrent elf uuren in de gemelde " f ad beS°n, drie vierde deelen van de- " ^eive aangeftoken en verbrandzyn,zyn- » ae een vierde gedeelte alleenlyk over- " §ebJeevcn, en onder anderen verbrand » de Poort, de Toorens ende Bolwerken » tegen de Stad Utrecht, het Stadhuis en » verlcheide Kerken. Ook zyn de Goe- „ deren en Koopmanfchappen, in de Hui- " f" n f gemelde drie vierde deelen, ge- " ne<%k door den brand vernield gewor- >s clen;welke goederen en koopmanfchappen ■" Zeer veel meer waardig waren dan de ge- 3» melde huizen". Het Stadhuis, welk in de pJaats van het afgebrande Stadhuis gefügt werdt, was eenredelyk fchoon Gebouw van gebakken fleem Doch de ingang en Vier- Icnaar waren van witten gehouwen fleen op- gemaakt. Boven de traliën derVierfchaar, itonden de Beelden van HertogeWillem den Vi., Vrouwe Jakoba en Hertoge Filips van 1 vif S- jDdie' waanut met veel waarfchyn-
iVKneid beflooten wordt, dat het Stadhuis, ™ ten minden de Vierfchaar, ten tyde van a£n laatften, gebouwdis. Het Gebouw pronkte met eenen hoogen fpitfen Tooren, pin^nV Jaai; 1<fol» vrv veel mw de
eene zyde overhellende , binnen drie dagen, wederom regt gezet werdt. Het hadt van binnen, verfcheide vertrekken, en onder andere twee fchoone Zaaien ter Wederzyde van den ingang (d). Men weet, dat het,den zevenden July desjaars 1Ö52, Sy\mcu *?eziS was met het tegenwoor- Naaft en tegen het Stadhuis ten Zuiden,
ftondt een Gafthuis en Kapel, S. Elizabets Kapel m Gafihuis genaamd, waarvan my weinig befcheids voorgekomen is. De tyd wanneer het gefligt werdt, is onzeker', tiet itondt er reeds omtrent het einde der vyxtiende eeuwe (ƒ). Doch het is zekerlyk veel ouder: 't welk alleen hieruit blykt om dat het den naam vart het Oude Gafthuis plagt te voeren. In 't gemeen, werdt het, Wpontani Amft.Libr. II. Cap.xi.p IIO
7^" COMMELIN, U. ZS7. V P' ""• ' > An°nym, ai tak, Pontani,/>. s.
|
|||||||||||||||
het Heilige-Gcefis-Gafihuis genaamd : en
deezen naam meent Le Long (V), in ee- nen Schepenen-Brief van den jaare 1363 gevonden te hebben. In eenen diergelyken van den jaare 1437, vind ik gemeld van een huyße en erfve, gelegen achter 't oude Gafihuys van den Heyligen Gbeefi, over die oude gr acht e (h). En op dat men niet twy- felen zou , welk Gafthuis hiermede ge, meend werdt; in het tegenwoordige Gaft- huis , worden twee Boekjes bewaard, op Franchyn gefchreeven , en tot opfchrift voerende, het eene: Dit ßyn die Landen en Renten des Gafihuys van den Heyligen Geeß tot Aemßelredamme: en het andere: Dit 's Boec van Renten toebehorende dat oude Gafi- huys binnen Aemfielredamme en wert gemaect A°. LXXII. ende XIIII.c In deezeBoekjes, leeft men dat Sytnen Abbe Piet er s f oen, die in 't jaar 1371 Schepen der Stad geweeft is, en Katharyn fiyn JVyf den Gafihufie be- fproken hadden een half huys ende een erue mitte Carthufers ghemeen , ende geleghen bi den Gafihuße an der plaets, dat is, aen den Dam , alnaifi Willem Noirts. Nog vindt men aldaar deeze woorden; Ditfyn die Renten, die die van der Stede den Gafihufie bewyß hebben, voir des Raathuus erue, dan- dat Gafihuus 't huus af hebben fial als men 't afbreect enz. Uit welke woorden blykt, dat het Stadhuis, gedeeltelyk ten minften,op het erf van 't Gafthuis gefligt was, en dat de Stad het Gafthuis, voor dit erf, eenige Renten afftondt, benevens den opftal van het Raadhuis, wanneer men het, t'eeni- gen tyde, afbrceken mögt. Voorts is my, uit Brieven van de jaaren 1410, 1411 en 1413, gebleeken , dat, in het Heilige- Geefts-Gafthuis, ook Koftgangers ontvan- gen werden, fomtyds op zeer zonderlinge voorwaarden , gelyk uit de Brieven zel- ven, die wy in de Bylaagen (1) voegen zul- len, blyken zal. Het oude Gafthuis werdt, omtrent het einde der vyftiende eeuwe , waarfchynlyk ter gelegenheid der vergroo- tinge van het Stadhuis, overgebragt naar het S. Pieters Gafthuis in de Nes. De on- genoemde Befchryver van Amfterdam by Pont anus, die in dien tyd leefde, ge^ft dit klaar genoeg te kennen. Efi quoque in eadem parochia [vetere'], zegthy, bofipit^e totius Hollandia celeberrimum — ex duobus hofpitalïbus confettum, S. Petri &S> £'!/*- beth, ex novo latere eo translatum C*> Doen de
|
|||||||||||||||
(|| Anonym." ad. calc. PONTANI, p. f.
D 2
|
|||||||||||||||
28 AMSTERDAMS I. Deel.
|
|||||||||||||
de vëreenïging deezer twee Gaflhuizen ,
fchynt, in 't jaar 1491, nog niet gefchied te zyn. Immers, my is een uittrekfel ter hand gekomen uit een Teflament van Ca- tharyn Foppens Dogter, die, in dat jaar , befprak aen 't Hofpitael van S. Piet er, 12 Rynfche guldens, aen 't oude Hofpitael, 12 Rynfche guldens, en aen 't Vrouwen-Hofpi- tael, .6 Rynfche guldens. Doch uit eenen Schepenen-brief van 't jaar 1497, die in het tegenwoordige Gaflhuis bewaard wordt, en waarby een vierendeel van twaalf maden lants aan de Gafihuysmeefleren van Sinte Pieters en Sinte Elifabethen Gafihuyfen wordt opgedraagen, fchynt af te neemen te zyn, dat de vereeniging der twee Gaflhuizen toen reeds voltrokken was. Ook is my, uit de Stads Regiflers, gebleeken, dat de Heeren van den Geregte en de zesender- tig Raaden, mitten Ryckdoeme deferStede, op den zevenentwintigflen Juny des jaars 1508, op de Sael van 't Gafihuys vergaderd geweefl zyn (I): waaruit blykt, dat , het Gaflhuis toen reeds aan het Stadhuis ge: trokken was. De S. Elizabets-Kapel, naafi het Stadhuis, was, zo 't fchynt, nog in't jaar 1570, in wezen, zynde, uit aanteke- ningen van dien tyd, klaar, dat toeneene Vicary in die Kapel, door Pieter Pieters- zoon, Schout, Joofi Syhrandszoon Buik, Oud- Burgemeefler, en Cornelis de Ryk, Oud Regent van 't Hofpitaal van S. Pieter, aan Pieter Henrikszoon, Provifoor van Amflel- land, Waterland en Zeevank, opgedraa- gen werdt. Na de verandering derRegee- ringe, is de Kapel, zo wel als het Gafl- huis , geheellyk verdweenen. Van het Gaflhuis is de naam overgebleeven in de Gaflhuis-fieeg bezuiden het Stadhuis, en in de twee Gaflhuis-Molen-fleegen, tufTchen den Nieuwe-zyds-Voorburgwal en den Sin- gel , zo genaamd naar den Gaflhuis-Molen, die op een bolwerk aan de Vefl, agter het Gaflhuis, opgeregt was. Waag. De Waag, die eerfl in't jaar 1565 op fedeil' den Dam werdt opgeregt, was 'er nog niet, |
|||||||||||||
en 1540, wordt gewaagd van eene Waag-
ßeeg,wd.a.fm hetFleyfchhuys flondt: en 't blykt klaarlyk, dat 'er, in 't jaar 1550, eene Waag omtrent dePlaats of den Dam geweefl is (n), TufTchen het Stadhuis en het Blok hui- Vogel-
zen, welk de Nieuwe Kerk van het Stad-fteeg. huis fcheidde, liep een fleeg, de Vogelfieeg genaamd, die, met het bouwen van het tegenwoordige Stadhuis , verdweenen is. DegrooteAmflerdammer, PieterCor- neliszoon Hooft, wien'tgeluflheeft, Amflerdam, zo als 't omtrent den aanvang der zeventiende eeuwe beflondt, op eene overaartige wyze, af te beelden, in zynen Warenar, maakt gewag van deeze Vogel- fieeg, als hy {Acl. II. Sc. I.) den ouden Vrek van de Vifchmarkt doet loopen „ De Veugelfleeg deur, de kercksbrug over,
„ na myn Heer de Scheut. Voorts, lagen'er, agter dit blok huizen, Elendig*
twee Kerkhoven, een van welken, leggen-Kerkb de beooflen de Zuiderdeur der nieuwe Ker- ke, die nu op den Dam ziet, het elendige Kerkhof genaamd werdt (0), om dat 'er geenen dan misdaadigen begraaven wer- den. Dit Kerkhof en het andere doet de Ridder Hooft ons ook kennen , in het zelfde Blyfpel, AEt. III. Scen.V., daarhy een harbier mit zyn wyf eerfl een Kerkhofje om doet wandelen, tot op de hoogte van 't Groot-School, welk agter de Nieuwe Kerk flondt, aan het federt genaamde Blaaum erf. Hier was aan het Kerkhof geplaacfl het kniels-vat, dat is, het bekkeneek- of doodsbeenderen-vat, waaruit de Barbier een doodshoofdt zoekt, welk zyne Vrouw draagt, 't Grave-firaetjedeur, deNuwedyk over tot op het Water veur de Zoutfieegh, daar de jon- gens 't fluk ontdekken. Warenar befluit hierom, zyne Pot niet in 't Kniels-vat te ver- bergen. Maar, zegt hy, „ Ikgae ze liever begraeven op1't ellendige
„ Kerkhof,
„ Daer wort niemant begraeven as verwe- „ zen tien,
„ En daer zei tuffchen dit en morgen geen „ Jufiicy gefchiên.
Beide deeze Kerkhoven zyn ook ver-
dweenen. Doch de fbraat of fleeg, die ten Ooften langs de Nieuwe Kerk loopt,plagt de elendige fleeg genaamd te worden. De Plaats of Dam dwars overgaande , Kalver-
kwam men in de Kalverflraat, veelligt zoftraat. genoemd, omdat, in dezelve, voormaals, de
(n) Groot-Memoriaal, N. I. ƒ. 284, 297 vtrfi. Refol.
Vroedfch. N. I. 23 ^pr. 1550. (t>) ZU COMMELIN , U. 4S9.
|
|||||||||||||
uier.
|
t0,en de Schildery en Kaart van Cornelis
|
||||||||||||
Anthoniszoon gemaakt werden. Nogtans
ftondt 'er een ander gebouw in'tgezigtvan 't Stadhuis,welk beneden tot eene Waage, en boven tot eeneRederykers-Kamer gebruikt werdt f» Doch of 'er zulk eeneWaag, reeds in de dertiende eeuwe, geweefl zy, ge- lyk het zogenaamd oud Kaartje van Chris- toffel van Hart&gveld aanwyfl, is bezwaar- lyk te zeggen. In ftukkenvandejaaren 1525 (l) Groot-Memoriaal, N. I. f- *}*• .ver{- in ""»g-
(m) Vtdt^L. Hortens. de Tumult. Anaoapt. »»Collect, S.SCHABDÏI, Ttm.ll. p. jn. |
|||||||||||||
I-Boek. OPKOMST en AANWAS. 29
°Y vtSrï O^ t£ SS ,geIyk me"' delen- ?i£r t?k1Cnen W? alleei%k aan, dätzy, lluck-in.
SS? de Offen fluis ST"**- *£' '"^T T*^ ïfi? ^teêem™ordig, agteraan «, ,n" n/r™*U1S' in de zefhendeeeuwe, de den Amftel, federt, het RurhL %A nf Sr ATT -O^-^-^ge- ^^fA&u&ï
Schaapen verder , bv'deu""? V°f E" ^g , Y'? 'W- p" ^ Stede af,Byntwyk„
markt SchaapennLt ReSu*iers-f00"' was de deKalverftraat,ruer£F^^ genaamdCü) S. Joris- Veen, f-' zo at de voornaamlte door-, ende Oflenmarkts-fluis overs-aan Kapcl en ren ï1 eVier' van ouds' hY elkande- de, kwam men, ten Ooften tegen over den '
Jon§e- ontm ren' n WeftenindeKalverfb-aat, Heiligen-Weg, aan S. Joriaans-oïS. Joris- fi0eIe,> zo a?ettC mCn eerft * Jonge Roelen-fleeg, Kapel en #<ƒ, gefchikt voor zieken en Le- ee§* daarna r) ?T ?enoemd werdt (?) , en proozen, en waarin ook Proveniers of Kofl- over riIR ^"^^S'door welke men, gangers werden aangenomen. S. Joris-Hof KlnnßZ ßegy"en-graft'kwamaan't5.Z««CT- en Kapel ftondentou binnen de Stad; doch S;Lu-' X;' Al] net Burger-Meisjes-Weeshuis, waren, reeds in de veertiende eeuwe , S'a ohtpL- ■?er, %tinge van dit Kloofter is buiten de Stad gebouwd. In eenen Sche- fter-tTenï ; doch fchynt tot vroeg in devyf penen-brief van den jaare 1399 , wordt Ik vin/wWe f bragt te moeten worden, gewaagd van enen vryen eygendom totter van den rwinf n8 veTrmeId> jn eenen Brief zieken behouf, die Jenen tot Sinte Joe- bvdnnnn glle"Jf"aiT des jaars 1420, riaens buten der poerten van Aemflelredam- 1„ Man? van de Süßeren van Sinte Lu- me O). In een' anderen Schepenen-brief -BmdZTff a'hterJen Baghynenin. die van den jaare 1441, wordende Regenten vW i°'i De.Nonnen van S- Lucia van S. Joris-Hof genoemd bewarers van den wcuen verbonden zig te voegen naar den zieken van Lazaryen 't Sinte Joryaens bute aeroen regel van S. Franciscus (j). Van der Byndwiker Poorte , die wy hier voor oit llloolter was, in de voorgaande eeuwe, (bl. 15.) gevonden hebben, ter plaatfe nog • veel overgebleeven; doch het Ge- daar nu de Oflen-fluis is. De plaats van bouw wordt, van tyd tot tyd, vernieuwd S. Joris-Hof was, na de vermeerdering en verbeterd, zo dat het tegenwoordig van Stads-Regtsgebied door Hertoge Al- Be"vne naamJ]yks te kennen is, voor het gene het brecht in 't jaar 1386 [13871, egter bin- hotyn- voordeezen was Agter het zelve, legt nen de Vryheid , en wordt hierom, in ee- onl P °te Begynhof, waartoe men nen Schepenen-brief van 't jaar 1429, ge- fW T to?S^g heeft uit de Kalver- noemd de zieken van Lazaryen 't Sinte Jo-
nn»™ 1 Be§yncnfteeg. Het heeft riaens binne de Vrybeyt van der Stede. houden Jl vanzyne oude gedaante be- Doch 't Gebouw kwam, met de nieuwe
verfchpU.fr- ' tegenwoordig, met bemuuring van omtrent den jaare 1480, LcUp\]e/0Qnmgen' bezet is' binnen de Stad, en werdt hierom, reeds Vn^KrLrJnp p : die m door de in eenen Schepenen-brief van den jaare ^k^w^,^mS^^,ï,0* 1482, genoemd Sinte Jorys Cappelle, off uug m wezen, liet Uegynhof is een die zieken Cappelle binnen der Stede van Am-S. Niko-
van de oudlte geeftelyke Gebouwen der flelredamme. Doch voor het einde der vyf- laas"°f S. ecacr. Het was, in den jaare 1389, reeds tiende eeuwe, werden de Leproozen, uitAnt~" A & ZZfl in 'C jaar I3?3' door S- J°risJiof' overgebragt m het S.Niko-Z^
^enonin rA r'j m Zy"e befchermmg laas' of s- Antonis-Gaflhuis{x) , welk, inLeproo-
iu„i„,ei1 ledertmetverfcheidegee- den aanvang dier eeuwe, gefügt werdt,zenhuis-
Ï^SS* ****&* - « Sr den „aam £a» hprZl
KaPel wS wv nn > t, i ^^ in wezen ls- Het ftondt toen buiten
der' m,.*l;Tay ' van S tfegynhof, naar de Stad, en wordt, in eenen Schepenen-
lseSte- «„c j ^ A j™5 kceren' ontmoet brief van den jaare 1402, befchreeven met
r:3,aT. 0oftzyde > ^ntrent op de hoog- den naam van Synte Nyclaes Gafibuus, dat
vlij Vilcien-Ki00lter, de vermaarde nu geordineerd ende gbemaect is,flaendeop
^apeider Heüige Stede, nu de Nieuwe, ten Zeedyck twyßcben Aemßekedamme ende
zyds-Kapel, die omtrent in 't midden der Oetenwael (y): welk Oetenwael of Outen-
veertiende eeuwe gefügt is. Wy zullen'er, waal eene kleine buurt was, gelegen aan
mi tvervolg, omftandiger van moetenhan- den Diemerdyk: gelyk duidelykfl te zien
|
|||||||||
1
|
|||||||||
(p) Handv. il. 981 [J90.]
(?) Handv. W. ?gi [j9o.] foL Vloedfch. JV. 1-7 Ä«. IJJ9.
V' ^aen Boek I-- /• ï«9. >*i ê« hier voor M. »J- -<-«*• f'J)•
ft) "v? C0MMELIN «• 202, j«2. VJ) schepenen-brief van 21 ^r»/ i399-
*/. zio** HEUSSEN « V*N RYN Kerk. OuOh. IV. />«/, W Anonym, fff™ 'fTJiï*1 Amft' ^ f*
D 3
|
|||||||||
3o A M S T E
is, in eene gemeten Kaart van Rynland
van denjaare 1647. Outenwaal is, met de laatfte vergrooting der Stad, verdweenen, en de plaats is nu langs de Middellaan der Plantaadje, naar't einde. Wydersismy,uit Schepenen-brieven van de jaaren 1404 en 1410, gebleeken, dat men toen reeds Koflgangers in het S. Nikolaas-Gaflhuis aannam. Aan dit Gaflhuis, was ook eene Kapel gevoegd (z): en 't gantfche Ge- bouw wordt, in Schepenen-brieven van den jaare 1427, genoemd de Capelle ende Gaflhuze 't Sinter Nycolaes en Sinte Antho- nis, fiaende tujfchen Oetewael ende der Stede van Aemflelredamme (a), of 't Sinter Nyclaes Capelle ende Gaflhuys, fiaende an den Zeedyc tujfchen die voirf. Stede ende Oetewael, dat men ghemeenlik.cn noempt 't Sinte Anthonis (b). Het Gaflhuis , van welk wy fpreeken, mögt ook verkens hou- den, ten kofte van 't gemeen, die vryelyk door de Stad liepen, en door 't volk on- derhouden werden, uit eerbied'voor S. Antoni, wien zy waren toegewyd, en die, als een Patroon der dieren, en inzonder- heid der Verkens, zo wel hier als elders hier te Lande (c), geëerd werdt. In de oudfle Keuren deezer Stede, die op per- gament gefchreeven, en in de veertiende, ©f in het begin dêr vyftiende eeuwe, ge- maakt zyn, wordt verbooden, Verkens te houden, die jladelic by der firate gaan, wtghefet dat Sinte Anthonys ende Sinte Cor- nelys (24) moghen fiadelike houden elcx twee verkene, gaende wail gheringet mit bellen, ende elc verken een oir afgefneden. Dats te •wetene, Sinte Anthonys twie verkene elcx hoir rechter oir, ende Sinte Cornelistwiever- kene elcx hoir luchter oir afghefneden. Ende zo wes verken men ixil offeren Sinte Antho- nys , ofte anders eenighen heylïghen , die fal men eerften leueren den ghenen die 't beuo- len is -van dier heylighen weghen , eer men ze laet gaen (d). Walich Syvaerts- (z) A&e van 't Geregt van 30 Jan. 1417.
(") Schepenen-Brief van 10 January 1417. {b) Schepenen-brief van 6 July 1417. (c) VideM.\TTnmi Fund. & Fata Eccles. 8. J61, en K.
BURMAN Utr. Jaarb. i. Deel, bl. ZZ8 enz. (d) Keurb. A.f. ï3 vtTfo.
(24) Wat plaats of gebouw, hier ter Stede, aan
S. Cornehs toegewyd geweeft zy, vind ik nergens gemeld. Want het is niet te denken, dat men, in de Keure, S. C^rieUs voor S. Nikolaas ge- fchreeven hebbe. Ondertuffchen, blykt, uit ee- nen Brief van Karel den V. van den jaare 1535, (by Matthteus Fund. & *ata ««* P- 9-)datS. Cor- nelis, eender eerfte Paulen yan Rome, wien 't vermogen om de vallende ziekte te geneezen werdt toegefchreeven, ook hier te Lande, bekend was,. en geëerd werdt. |
R D A M S I. Deel.
so on gewaagt ook van de S. Antonis ver.
kens (e). Het S. Joris-Hof bleef, na dat de zieken daaruit waren overgebragt in 't S. Antonis-Gafthuis, een bloot Proveniers- huis. Doch in de Kapel, die, ingevolge eener overeenkomfl van den vyftienden January des jaars .1540^ tuffchen de Re- genten van S. Joris-Hof en de gebuyren wo- nende buyten de Byntwycker Poorte, door de laatften, in raeck ende dack, mit vyffMiffen ter weecken, moefl onderhouden worden (ƒ), werdt gepredikt en dienfl gedaan, tot na de verandering der Regeeringe; wanneer, in 't jaar 1579, de Proveniers werden over- gebragt in 't Kloofler der Paulus-Broede- ren, welk toen den naam van S. Joris-Hof aannam (g), dien het nog heden draagt. Het oude S. Joris-Hof, boven welks por- taal , S. Margareet, by S. Joris en den Draak, afgebeeld (/;), en welks platte grond, in't jaar 1578, door Joofi Jansz. afgetekend was, werdt toen aan Perceeleu verhuurd en verkogt. De plaats is, federt, met Burgerwooningen bezet. Doch de Ka- pel , op den hoek van de fleeg, die thans de Olieflagers-fleeg heet, flaande, dient tot een Kiftenmaakers-pand. De naam va« S. Joris-Hof is hieromtrent alleen overge- bleeven in de S. Joris-fieeg, tot aan welke hetfzig', van de fleeg, die nu de Oliefla- gers-fleeg heet, plagt uit te flrekken; ge- lyk uit de tekening van Joofi Jansz. te zien is. Tegen over het oude S. Joris-Hof, agter ciaris-
de huizen der Zuidzyde van den Heiligen- fen- /Feg,flondthet Kloofler van S. Clara,welk, Kl°ofter' om het te onderfcheiden van het Kloofler van S. Clara in de Nes, het nieuwe Klooßer van S. Clara , of het Clarijpn-Jüoofler ge- noemd werdt. Het flrekte zig, in de breed- te , uit tot digt aan de Reguliers-Poort en Stads Wal. De Nonnen van S. Clara maak- ten, eerfl omtrent het jaar 1496, toeleg om hier een tweede Kloofler te betrekken. Doch het Geregt en de Vroedfchap der Stad, de Burgery reeds te zeeroverlaaden vindende met eene menigte van Kloofle- ren, kantten zig tegen 't opregten van 't nieuwe Gefligt by eene waarfchuwing , die den drie-entwintigflen November des ge- melden jaars van de puije van 't Stadhuis werdt afgekondigd (ï). In de jaaren 1498 en
(e) Roomfche Myfterien ontdekt, f. 19.
(f) Groot-Memoriaal N. I. ƒ. 295 vers.
(g) Uit oude Aanteken, in het S. Joris- Hof.
(h) Zie Walich Syvaerts Roomfche Myfter. ont- dekt, Voorreden. -, (i) Groot. Memor. JV. I. ƒ. M4- zie ook VAN HEUSSEN
en van RVN Kerk. Qudh. IV- Oeel% bl. ip9. Comme- LIN, bl. Si*. |
|||||
h Bork.
|
|||||||||||
OPKOMST en AANWAS.
|
|||||||||||
31
|
|||||||||||
Sffenfl' rdt,het timraeren aan 't Cla-
Äd n°af "eren en 't bouwman het 5ll} : TO?«d*r de °P" ftremd werdt r ' eeI11Se Jaaren, ge- van den Hm7n\ Peene Geflagtrekening DiemPn j- y c Boeren dogter van
Sehnli ^oö. Schout van Amfterdam,
loX WaS' Stl§tfter van '^ ClarifTen- fiSu fweeft zyn; doch * de oor-
I dS MePnfVen en ^kkenvandeOr-
diP Zl ^»broederen in Nederland , mv „•; ,V, bewaard woeden, en waarvan my uittrckfels ter hand gekomen zyn,lees ■» » dat ƒ«„ & ^raf/j B r en K " f13",1? Amfterdam,een CÏariffen-Kloos-
fe ter aldaar_ willende ftigten, ten dien ein- " ?f'j ee^lge Huizen met eenen Tuin
" aï de Reguliers Poort, en buiten de 4. xuynwycier [Bintwykerj Pow-f, onder.on- » zer Lieve-Vrouwe-Parochie-Kerke gele- » gen, gcfchikt hadt;alwaar reeds, federt " menige jaaren, eenige ongeordende Maag- » den van een eerlyk gedrag gewoond had- " rT'n. y' tot de opregting van een-
5> KlooUer voor deeze maagden, de toe-
s> itemming van den Roomfch-Koning Maxi =, muiaan en den Aartshertog Filips , bv * Brieven van den zesden Oftober des jaars
* 1494, te Mechelen getekend, verkree-
" ?w;.dat Werby, in't volgende jaar, 4, de beveftiging van Paus Alexander den " x1;.ge™1?™ was; waarby Herman van " en ïf'-?eï,en V3n S-Salvators-Kerke, * Kerf f?' t/0'l' Kano™& der Dom-
„ Kerke te Utrecht, gemagtigd waren * om tut het ClarnTen^loóftel J Ddft
„ drie of vier wel geoefende Nonnen naar *, Amlterdam over te brengen, en eene » haarer te kiezen tot Abtdis over het ■ SVC ÏAen Dat David van Bout-
" Ä; Bl{rchop^van Utrecht, nog in 't " tiÄlt nde'/a#lyle Blllle beklag-
" 5? ^ ' ?at-de Gemaetigden hierop " den eenendertlgflen Odober des Zl '' l45u' de ^W van het Kloofter
5513, * ftand: fchoon de Raad, S
tü Jaar I15?6' beflooten ha*> zig, ?en
befte mogelyk, naar 's Vorften bewerte ' ^ voegen (*> Het Hof van HoSZOndt |
|||||||||||
toen Gemagtigden naar Amlterdam , die
eene overeenkomft troifen tuffchen de Re- ge enng en de Nonnen, Waarb aandelaat. ften onder zekere voorwaarden, vergund werdt, haar Kloofter te volmäaken. Wv zullen deeze overeenkomft, die iri ver- fcheide opzigten merkwaardig, en no^ nooit in 't licht gegeven is, hier agter onder de Bykagen (n) plaatfen. Het Clariffen-Kloos- teris, midlerwyl, naauwlyks tagtig jaaren in ftand gebleeven. De Regeering fchikte het, in 't jaar 1595 en federt, ten deele tot een Mannen-Tugthuis of Rafphuis; ten deele tot een Verbeterhuis, en ten deele tot een Aalmoeffeniers-huis; welk nu de Latynfche School is (0). Door het overi- ge gedeelte, welk met kleine Burgerwoo- ningen bezet werdt, zyn drie ftraaten,van welken maar eene tot in de Kalverftraat doorloopt,- en. eene dwarsftraat gefchoo- ten, die nog het Khofier genaamd worden. Agter de Noorder-huizen van den Heili- Doeleti
gen-Weg, tegen over het ClariiTen-Kloos-derHand; ter, ontmoette men de Doelen der Voet- eraboo^" Handboog-Schutteren, die, van de Veftby Schutte- de Heilige-wegs-Poort, liepen tot agter te-ren- gen de Huizen van de Kalverftraat. De plaats, alwaar deeze Doelen, in of kort na 't jaar 1517, werden gebouwd, heette te vooren het. Schaapenveld (p). Zy werden, in't jaar 1650, afgekeurd, en de erven verkogt (q) ; dwars door welken, van den Heiligen-Weg af tot aan 't Spuij toe, twee ftraaten gefchooten werden , die nog den naam draagen van Handboogßraat en Voet- hoogflraat. Van den Heiligen-Weg te rug keerende Wet- *
door de Kalverftraat, naar de OiTen-fluis, fteeë> en over dezelve voortgaande, voorby de Wet-fieeg (r), nu de Roozeboom-fteeg, en de Begynenfteeg; kwam men, voorby de laatfte, aan dezelfde Weftzyde, wederom aan de S. Lucien-fteeg, en door dezelve over de S. Luden-brugge■ op de Deventer-o Tu Houtmarkt, nu de Bloemmarkt. Langs dee- den-" ze voortgaande, kwam men, voorby de brugge. Stilfteeg, aandeHuiszitten-fteeg, op denDe^en" Zmderhoek van welke, aan de nieuwegraß.Z*?*' of Nieuwe-zyds-Agterburgwal , in 't jaar i486, het Nieuwe-zyds Huiszitten-Huis-mevwa- werdt getimmerd; waarin de voorraad voor zvds- de behoeftigen bewaard werdt. Ook waren Huiszit- 'er eenige wooningen in, voor arme Vroii-ten"Hui?' wen. In het tegenwoordige Nieuwe-zyds- Huis,
(n) Letter D. '
(e) Zïe Commeun, W. 199»'f°7-
(p) Groot-Memor. If. t. f- 259 verf., 2j, v, .
(q) COMMEL1N, W. 199, 12J. *"
(r) Zie Handv. */. 981. fssoj.
|
|||||||||||
AMSTERDAMS I. Deel.
|
|||||||||||
3a
|
|||||||||||
Huiszittenhuis , wordt nog een brief be-
waard van den jaare 1477, waarbyblykt, dat Geryt Gerbrant Pauwen/oen die Huysfit- ten aen die Nieuwe fyde geichonken heeft, een fmeerhuys en een dwershuys daar aan, de Peereboom geheeten, gelegen in de Gaflhuys- fieege by de. brug aan der Steede middelfie grafie , willende dat dit Huys en Erve be- woond fal worden door tien Maagden of We- duwen, die onbefprooken fyn, de naafie van den bloede■. Zo men will, dat de te- genwoordige v Huiszittenileeg toen de Gaflhuisfleeg geheeten hadt, gelyk zeer wel zyn kan , zou men agten mogen , dat de Huizitten-meellers aan de Nieu- we zyde, door deeze gifte, in ftait gefield zyn, om het Huis, waarvan wy fpreeken, te können hertimmeren. Het is, federt, in Pakhuizen en' Burgerwooningen veran- derd. Doch in een ouden fteen, die in den zydmuur van het hoekhuis gemetfeld is , leeil men nog, in oude Letters,- mt ï>uu£ i$ ö&etimert in
ixit ttt $0h£ tct örijaftc be$ 5Hrraé ïjii^gitttn / amia MCCCC e« LXXXVJ.
Waar onder, in nieuwe Letters, ftaat
EN HERBOUWT A°. 1710.
Nieuwe Den Voorburgwal langs voortgaande , fteeg, voorby deMolfteeg, de nieuwe fleeg, ge- genzamd naamd RuyJJen-fieyn, en Geleynen-fieegje , Ruyffen- we]ke twee iaatften nu de Moflaardpots- Gelev- &eeg en kleine Lynbaans-lteeg genoemd nen- worden, zag men, fchuin over de laatlle, fteegje. aan de Ooflzyde der oude graft, de Kapel s. Geer-en het Kloofler van S. Geertruid, ook Maag- tg*ids' dendaal genaamd, welk van agteren aan Kiooftcr.het Lieve.Vrouwe-Gafthuis paalde. Le Long fchryft (V), dat het, omtrent den jaare 1455, gefligt werdt. Doch het is zekerlyk veele jaaren ouder, alzo Gheertruyd Tydemans, Moeder van S. Geertruids-Kloos- ter, reeds in 't jaar 1432 , eene overeen- komfl met het Lieve-Vrouwe-Gaflhuis ge- flooten heeft (0- In 't volgende jaar, verwierf dit Kloofler vryheid van het Kapittel der Lie- ve-Vrouwe-Kerke in den Haage, om tot vyftig Nonnen, en zes of zeven Kofigang' flers [Commenfales] te mogen aanneemen (u). Het getal der Nonnen werdt, in 't jaar 1493, tot op tagtig vermeerderd (V). Na de verandering der Regeeringe, is dit Kloos- ter, welk zig van de Suikerbakkersileeg (s) Reform, tl. 339.
(t) Zie hier voor il. iS. (u) Charta 6 Novemir. 1433. (v) Charta 19 03ebr. 1+93» |
|||||||||||
tot aan de S. Geertruids-fleeg uitflrekte,
grootendeels in Pak- en Woonhuizen veran- derd; doch dwars door het zelve, endoor het Lieve-Vrouwe - Gaflhuis, tot op den Nieuwendyk , is eene flraat gerooid , de Nieuwflraat genaamd. De S. Geertruids- Kapel, die nog veel van haare oude ge- daante behouden heeft, en op den hoek van de Suikerbakkers-fleeg flaat, is in eene Suikerbakkery veranderd. Voor 't overige, vondt men, omtrent den
aanvang der zeftiende eeuwe , langs de Nieuwe-zyds-Voor- en Agterburgwallen , en langs de Stads veften, geeneopenbaa- re geeflelyke of weereldlyke Gebouwen meer. Wy eindigen derhalve de door- wandeling der Nieuwe-zyde van oud Am- flerdam aan de Haarlemmer-Poort, daar wyze begonnen hebben. Wy hebben, in de Stad, beide aan de Korte
Oude en aan de Nieuwe-zyde, veel meer °Pte!' gfeeflelyke Gebouwen ontmoet danweereld- ^"gc-2 lyken. De laatflen waren alleenlyk 't Stad- bouwen huis, de Waage en de Boelen: doch onder der Stad- -de eerflen, waren de Kloofiers alleen ne- gentien in getal,drie voor Mannen, en zes-, tien voor Vrouwen. De drie eerflen , die aan de Oude-zyde flonden, waren die van de Minderbroeders op den O.ude-zyds-Agter- burgwal tuffchen de Molen- en Barndeflee- gen; van de Paulus-Broeders, daar nu het S. Joris-Hof is, en van de Celkbroeders aan de Weflzyde van de Nes tuffchen de Wyde- Lomberds- en Cellebroeders-fleegen. Van de Vrouwen-Kloofters flonden 'er dertien aan de Oude-, en drie aan de Nieuwe-zyde. In de Nes, flonden die van .S'. Margareet, welks Kerk nu de kleine Vleefchhal is; van S. Maria-Magdalena, nu de Bank van Lee- ning , van S. Barbara, van S. Clara en van S. Maria, allen verdweenen , en in Bur- gerwooningen veranderd. Over de Grim- neffe-fluis, was dat der nieuwe Nonnen, nu gedeeltelyk de Gaflhuis-Kerk en Hof. Naafl het zelve, dat der oude Nonnen, nu het Gafl- huis en Oude Mannenhuis. OpdenFluwee- len Burgwal aan de Ooflzyde dat van S. dgniet, nu het Doorlugtige School, dat van S. Catharina of S. Margareet, geheellyk ver- dweenen, en dat van S. Cecilia, nu het Prinfen-Hof. Op den Oude-zyds-Agterburg- wal, flonden het Kloofler der Cellezußeren aan den Zeedyk; het Bethanien-Kloofler , zuidwaards van dat der Minderbroederen; welke twee Kloofiers verdweenen zyn; en eindelyk dat van S. Urfula, welk nu het Spinhuis is. De drie Vrouwen-Klooflers aan de Nieuwe-zyde waren het 6'. Geertruids- Kloofler, op den Nieuwe-zyds-Voorburgwal, be-
|
|||||||||||
\
|
|||||||||||||||
!• Boek.
|
|||||||||||||||
OPKOMST en AANWAS.
|
|||||||||||||||
33
|
|||||||||||||||
tszuiden de Dirk van HafFelts-fleeg, nu tot
r■ i M ^uikerbakkery enBurgerwooningen ge- *, .'S»net5. Lucien-Kloofler,,nuhetBurger- of c/SJevrWeesbuis ' enhetnieuwe & C^mV / '™"Wen-Kloofier, nu voor een gedeelte tot «et Kasphuis verbouwd. Buiten de Stad,
van ft n°g ïwe Mannen-Kloofters, een orj i\e^ieren' buiten de Reguliers-Poort, tre hr §te van ^e Keizersgraft en U- cntfche-flraat, nu verdweenen; en een van arthuizers, buiten de Haarlemmer-Poort K zTtImizers - P°°rt, waarvan alleen het j^erkhof en eenige oude muuren overge- Weeven zyn. Deeze eenentwintig Kloos- ters en het ronde Begynhof, welk nog inwe- ken is, en agter de Kalverftraat ftaat , nadden allen hunne Kerken of Kapellen. AJe Stad hadt, daarenboven, twee Paro- chie- ofKerfpel-Kerken,eene aan deOude- zyde, de Oude of S. Nikolaus Kerk ge- naamd , en eene aan de Nieuwe-zyde, de JMeuwe of Lieve-Vr ouwe-Kerk geheeten. voorts, waren 'er nog vier Kapellen,eene aan de Oudezyde, de S. Olofs, nu de. Ou- de-zyds-Kapel, en drie aan de Nieuwezyde, ae Kapel der Heilige Stede, nu de Nieuwe-zyds- Xapel, deLieve-Vrouwe-Kapelen de S.Jakobs- Jtapel, beide op den Nieuwendyk, van wel- ken twee de eerfte geheellyk verdweenen is; envandelaatfte is alleenlyk een Toorentje overgebleeven. Doch de Gafthuizen had- oen ook hunne Kapellen. Zy waren vier m f t> Iet S- Pieters Gaßhuis^mdeNes,
welles Kapel nu de groote Vleefchhal is , was het eenigfte Gafthuis aan deOude-zy- . de Aan de Nieuwe-zyde, Honden'er drie, het Lwve-Frouwe-Gafihuis, op den Nieu- wendyk over de Lieve-Vrouwe-Kapelle het Oude, H.Geeßs oïS.Elizabets-Gaflhuis] naait het Stadhuis aan de Zuidzyde, en het S. Joris-Hof in de Kalverftraat over den lidhgen-Weg. De twee eerïlen zyn ver- dweenen, en de Kapel van het derde is nu liet Küïenmaakers-Pand. Dit laatfte was ook een Leproozen-Huis; doch de Leproo- zen werden, eerlang, uit het zelve over- gebragt m het S. Nikolaas en S. Antonis- bajtbuds buiten de S. Antonis-Poort,welk nog in wezen is, en het Leproozen-Huis ge- naamd wordt. Tot fchuttinge en doorlaatinge van't wa- |
|||||||||||||||
ter, was de Stad, reeds ten deezentyde, sluizen.
voorzien van vier Sluizen : twee in den Middeldam, waardoor het Amftel- en Y- water doorgelaaten of gefchut werdt; eene ter plaatfe daar nu de oude Haarlemmer- fluis legt, die 't water vandeNieuwe-zyds- Vobr- en Agterburgwallen doorliet of op- hieldt, en eene ten einde van den Oude-zyds- Voorburgwal, daar nu de Oude-Kolksfluïs is, door welke het water der Oude-zyds- Voor- en Agterburgwallen opgehouden, of doorgelaaten werdt. De ongenoemde Schryver, door P o N- Bruggen.
TANUS uitgegeven, tekent (iu) aan, dat men van de eene Parochie naar de andere toegang hadt over vyf houten Bruggen, van welken 'er twee over den Amftel, en drie over het Damrak lagen. De twee eerften wa- ren de Roode-brug, nu deDoelenbrug en de Langebrug; de drie anderen de Paapen- brug, zo genoemd, naar 't fchynt, om dat zy veel vanPrieflers en Geeflelyken betreden werdt (26), de Oudebrug, en de Nieuwe- brug. De Oudebrug was, zekerlyk , de oudfte van de drie: de Nieuwebrug is ook reeds voor 't jaar i424gelegdgeweeftcV); doch of de Paapenbrug toen al in wezen was, is my niet klaarlyk gebleeken. De Graften. Schryver, van wien wy fpreeken, voegt 'er by, dat de Oude- en Nieuwe-zyde ieder van twee Graften doorfheeden werden, die van 't Zuiden naar 't Noorden liepen, en elke zyde in drie deelen deelden: over welke vier graften, in 't geheel dertig houten bruggen lagen. Nog meldt hy (y), .vJat de Tuinen, ingezetenen, in de moerafTen rondsom de Stad, den Y-kant uitgenomen, een groot getal van Tuinen , niet zonder zwaare kos- ten , hadden aangelegd, en dat de Voor- lieden ook met Poorten, Graften en Boo- men waren afgeflooten. Hy heeft hier waarfchynlyk byzonderlyk het oog op de Voorftad, deLaflaadje, van welks gele- genheid en den verderen aanwas der Stad wy, in het volgende Boek, handelen zullen. (w) Ad ealcem PONTANl, p. 4.
(x) Groot-Memor. N. 1. f. 245, 251, 272 vers. \
(y) P. 5.
(26) Walich Syvaerts tekent aan (Roomfihe
Myflerien ontdekt, f. 18 vers.) dat de Paapenbrug zo genaamd werdt, na dat eene voorgaande, die ter zelfder plaatfe lag, door dePriefters, op eenen Vaften-avond, moedwilliglyk afgebrand was. |
|||||||||||||||
E
|
|||||||||||||||
B Y-
|
|||||||||||||||
/
|
||||||||||||
Si
|
AMSTERDAMS I. Deel.
|
|||||||||||
B Y L A A G E N
op hei ï. Deel. I. Boek.
1/. A. Filips, Hertog van Bóurgondie, verklaart Amfterdam vry van eene tienjaarige Bede, en
van 't voldoen van zekere Lyfrenten, mids de Huizen en Muuren der Stad, die door ee- nen zwaaren brand befchadigd waren, behoorlyk herbouwd worden. Gegeven te Bruflel den vyfentwintigftënjulydes jaars 1452. |
||||||||||||
de noz amez Qffeaulx, ks gern de noflre confeil,
£j? des comptes a la Haye en notre dit pais de Hollande, par quoy nous efl apparu, que la part & portion a la quelle ceulx de noflre dite ville font ou feront affltiz & impofez a caufe dudit ay- de monte par cbacun an trois mil Clincarsdupois de trente gros de -noflre monnoye de Flandres la piece, qui font pour dix ans trente mil Clincars, aux babitans de noflre dite' ville dAemflelredam, affin que icelle ville puift eflre reediffiee, remife fits , & fortifiee , avons par la deliberation de noflre confeileftant cbez nous, ottroie, Qfottroions de grace efpecial que dudit ayde a nous ottroie pour dix ans comme dit efl, enfemble de la dite compofition, Ilz fioient & demeurent pour Ie dit temps de dix ans, frans, quittes, defchargiez, &paifibles, & tant dicellui ayde, comme de la dite compofition, les avons pour Ie dit temps quit- tez, affranchiz & dechargiez, quittons, affran- cbijfons & dechargons par ces prefentes, voulans de notre dite grace, & pour les caufes dejfusdi- tes, que ils en fioient tenuz & demeurent quittes & paifibles pourveu teutevoies que par mi ce les dits babitans de notre dite ville dAemflelredam, feront tenuz faire refaire & ediffier les murailles des maifons & edifices,qui fe feront en icelle vil- le, dumoins des deux coflez, de bonne pierre ou de brique, & les couvrir de tieule, £f que pour ce faire, ilz feront ayde & fecours de teile por- tion & fomme de deniers, que par eulx conioinc- tement f era advifie Qf conelu, & ainfi que ont fait & font plufieurs autres noz villes de Hollande &" Zellande, comme la Goude, Rotterdam, Hem- mer sixale, Qp autres diceulx noz pais pourpareil cas ; fi vous mandons commandont & expreffe- ment enioingnons Qfa cbacun de vous ,fi comme s lui appartiendra , que de notre dite grace oc- trey, deficbarge Q> quittance, vous feriez, foüfrcz Qf laijfiez ,fbubs ks conditiom deffbsattes, lesdits babitans de noflre dite ville dAmflelredam, joir <gf ufier plainnement & paifiblement, en ks tenant &' faifant tenir leur dite part & portion. dudit ayde, '& de la dite compofition, pour tout Ie dit temps de dix ans, que Ie dit ayde a cours, quittes deficbargies & paifibles, fans aucunement les contraindre traveiller ou mokfler au contraire, Et par rapportant ces prefentes, ou Vidimus di- celles fait foubs feel auttentique, ou copie colla- tionee & fignee de lun de nos Secretaires ou en notre dit chambre des comptes a la Haye, pour une joiz fieulement, ßj5 Recognoiffance des dits babi- tans de noflre dite ville ou de la loy dicelle, pour cbacun an & pour tant de fioiz que befoing fera, quilz auront efle Q? feront tenuz quittes & nau- ront aucune cbofie paie dudit ayde, ne de la dite compofition, Ce a quoy monte la portion impofie a la dite ville, a caufe dudit ayde, jusques a la fomtne de i'/ƒ»clincars duditpris, par an, fera al-
|
||||||||||||
PH e L1 p p e , par la gr ace de Dien, Duc de
Bourgoingbe, &c. A noz aimez &feaulx confeilkrs, les commiffaires ordenezfur Ie fait de noz finances, £f a notre Rentmaiftre gencral de Hollande, ou autre commis ou a commettre a re- cevoir ï ayde a nous derrenierement ottroie fif con- fenti en nötre dit pais de Hollande, falut & di- leftion. De la part ie des deputez de par ceulxde notre ville d'' Amftelredam en notre dit pais de Hol- lande nous a efle expofe que Ie xxHij. jour de May derrenierement paffe, par feu de mefchief «ui fe point a unze beur es de nuit ou environ,en lakte ville, les trois pars dicelle ont efle ar fes & brulees, & ny efl demoure que la quarte part ie de laclite ville entiere, ß5 antre autres cbofes ont ete brulees, la porte, les tours, & les Bolivercbs devers la ville d'Utrecbt, la maifon de la ville & plufieurs Eglifes, & ont efle, & font tous les biens & marcbandifes qui efloient es maifons des- dites trois pars ainfi ar fes & brulees, du toutper- duz & deftruiz par ledit feu les quelx biens & ■marcbandifes valoient plus fans comparifon, que lesdites maifons. Et jafoit ce que pour obvier a la totale deftru&ion de notre dit e ville, ilfoit ne- cejjite de la refaire ,remettre fus Q? refortiffier en toute diligence tant pour caufe des marcbans qui y afflue-tft de toutes pars, pour Ie notable port qui y efl,~& que cefi la ville plus marebande de tont notre dit pais de Hollande, comme pour obvier mix entreprinfes que pourroient faire fur icelle, ceitlx dela ville d'Utrecht, qui ne Paiment point. Neantmoins ceulx dicelle notre ville d'Aemfielre- dam, ne pourroient en quelque maniere, encom- mencer, faire ne accomplir la reparation & for- tification dicelle, obfiant ce quilz font ainfi gran- dement appovriz par ledit feu de mefchief & mëf 'mement quils font tres fort cbargiez de Rentes tant beritables comme viagieres lesquelles ils paioient de laffis qui de prefent par Ie cas dudit feu adventi, efl de nulle valeur, & ainfi iceulx de notre dite ville qui tousjours ont efle enclins de nouz fiervir & complaire en toutes nos deman- des gp affaires, comme noz bons Qf loyaulx fuh- gez doi-óent faire, font demourez en grande tri- bulaiion £f mifere,& en voie de perditiou,fiepar ilOÜS ne leur efloit pourveu & fecouru de notre gr ace, ficomme ilz dient,requerans fur plufieurs poins & articles, pour ce par eulx advifiez, nof- tre dite gr ace leur eflre impartie, & antre les autres, que comme tl leur fit impoßble par ce quie dit efl, decontrtbuer a layde a nous derrenie- rement ottroie en noflre dit pais de Hollande pour dix ans, & de paier la compofition des rentes viagieres, dont ils feroieni feaus, en paiant leur portion dudit ayde,nous ks vueillions dudit ayde, & auffl de la dite compofition faire tenir quittes & paifibks. Pour ce efl il fte nouz les cbofes deffm dites confiderees, & fur icelles eu P adv is |
||||||||||||
I» Boe
|
|||||||||||||||||||||||||||||
OPKOMST en AANWAS.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
K.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
o)
|
|||||||||||||||||||||||||||||
„ melde Land van Holland is, alsomte voor-B^laage
„ komen de onderneemingen, welken die van Lr. A.
„ de Stad Utrecht, die haar niet ganflig zyn,
„ op de Stad zouden können doen; en die
„ van onze Stad Aemftelredam, nogtans, in
„ geenen deele, de herftelling en verflerking
„ van dezelve zouden können beginnen, voort-
„ zetten, of voltooijen, naardien zy, door den
„ gemelden ongelukkigen brand, zo groote-
„ lyks verarmd zyn, en zelfs zwaarlyk be-
„ laft met erfelykê en lyffenten, die zy vol-
„ deeden uit de excynzen, welken tcgenwoor-
„ dig, uit hoofde van den gemelden voorge-
„ vallen brand, niets waardig zyn; en dat dus
„ die van onze gemelde Stad, welken altoos
,, geneigd geweeft zyn, om ons, in alle on-
„ ze eifchen en zaaken, te dienen en te be-
„ haagen, gelyk onze goede en getrouwe On-
„ derdaanen fchuldig zyn te doen, in groote be-
„ kommering en elende, en zelfs op den weg
„ van hunnen ondergang gebleeven zouden zyn,
„ zo wy daar in, uit onze gunde, nietvoor-
„ zagen, en hen onderfteunden: ten welken
„ einde, zy dan ook, gelyk zy zeggen, onze
„ gemelde gunfte, in verfcheide punten en
„ artikelen, door hen voorgeflaagen, verzoet
„ hebben, en onder anderen, dat, naarde-
„ maal het hun, gelyk uit het gezeide blykt,
„ onmogelyk is, te betaalen tot de Bede, die
„ ons, laatftelyk, in ons gemelde Land van
„ Holland, voor tien jaaren, toegeflaan is,
„ noch te voldoen aan de overeenkomft we-
„ gens de Lyfrenten, waarvan zy vry zyn
„ zouden, wanneer zy hun aandeel in de ge»
.„ melde Bede opbragten; wy hun van dege-
„ melde Bede en ook van de gemelde Over-
„ eenkomft kwyten en ontheffen wilden ; ZO
„ IS 'T, dat wy, het voorftaande in aanmer-
„ king genomen, en daarop gehad hebbende
„ het advis van onze lieven en getrouwen,
„ de Luiden van onzen Raade, en van de Re-
„ keninge in den Haage, in ons gemelde Land
„ van Holland, waarby ons gebleeken is dat
„ het aandeel, waarop d'ie van onze gemelde
„ Stad, uit hoofde van gemelde Bede, gefchat
of aangeflaagen zyn, of zullen worden ,
„ jaarlyks beloopt drie duizend Klinkaarts van
' 't gewigt van dertig grooten van onze munt
„ van Vlaanderen het ftuk, 't welk, in tien
„ jaaren, dertig duizend Klinkaarts uitmaakt;
„ aan de inwooners van onze Stad Amftelre-
„ dam, op dat die Stad herbouwd, wederom
„ opgeregt en verfterkt zou worden, met over-
„ leg van onzen Raade by ons wezende, uit
„ byzondere gunft, verleend hebben en ver-
„ leenen, dat zy van de gemelde bede, aan
„ ons, gelyk gezeid is, voor tien jaaren, toe-
„ geftaan, en tevens van de gemelde Over-
„ eenkomft, voor denzelfden tyd van tien jaa-
„ ren, vry, ontheeven en ontlaft zullen zyn..
„ Wy hebben hen dan, voor den gemelden
„ tyd,bevryd, ontheeven en ontlaft, en oe-
vryden, ontheffen en ontlaften hen, mids
deezen willende, uit onze ge«"^eg™--,.
en om de gemelde oorzaaken, dat zydaar-
van vry en ontheeven zyn en gehouden zul-
len worden. Met dien verftande nogtans ,
" dat de gemelde inwooners van onze gemel-
" de Stad Amftelredam, ondertuflehen, ge-
" houden zullen zyn, de muuren der Huizen
" en Gebouwen, die in die Stad gemaakt zul-
" len worden, te maak en, te hermaaken en te
|
|||||||||||||||||||||||||||||
!?£«
|
n e es comptes, £? reto« <& 2« receptedevous
ou f'fir<r, general de Hollande, ou de cellui, ceulx qui fint ou feront commis a cueillir & cevoir ledii ayde par nos dits gern de comptes a
c t?e' aii^1ue^x n°us mandons, que ainfi lefa- a ld***c*w contredit ou difficulte, pourveu tion R-Mtmaißre ou commis en facent men- „ Par chacun an en leurs comptes, & non ob- cont ^.Ue^xconaues mandemens ou defenfes a ce faires. Donne en notre mik de Bruxelles Ie ƒ v. jour ds Juillet, lan de gr ace mil quatre-
ce'K cinquante g? deux. Par Monf.le Duc, nous levesque
de Tournay & autres prefens, (Op den rugdeezes Briefs ftaat het volgende)
-Lm commijjaires ordonnez par Monfeigneur Ie ■Duc de Bourgoinge fur Ie fait de ces finances, confentent ©> accordent que ceulx de la ville dAm- per dam joiffènt & ufent de la gr ace & oSroy que ynn'ditSèig'. kur a fait fetön Ie contenuoublanc e ces prefentes ainfi & pour les caufes que mon |
||||||||||||||||||||||||||||
m Seig\ je veujt gs mande efi fait par
|
icelles.
|
||||||||||||||||||||||||||||
■bfcript foubs Ie feïng manuel de lun desdits Com-
milfaires Ie premier jour de Septembre lan milcccc cinquante deux. |
|||||||||||||||||||||||||||||
B. DOYNVIIXE.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
VERTAALING
Van den voorfiaanden Brief.
v Philips, door Gods genade, Hertog van
55 Bourgondie, enz. aan onze lieve en „ getrouwe Raaden, de Gemägtigden ter zaa- 5, ke van onze Geldmiddelen, en aan onzen „ algemeenen Rentmeefter over Holland, of „ icmant anders, gefield of nog te flellen , „ tot den ontvangft der Bede, ons laatftelyk „ in ons gemelde Land van Holland toege- „ ftaan en ingewilligd: Onze Groete en Lief- „ de. „ Van wege de Afgevaardigden van die van
„ onze Stad Amftelredam , in ons gemelde „ Land van Holland, is ons vertoond, dat „ den vierentwintigften dag van May laaftle- „ den, door eenen ongelukkigen brand, die „ des nagts omtrent ten elf uuren in de ge- „ melde Stad begon, drie vierde deelen van „ dezelve aangefteken en verbrand zyn, zyn- • „ de een vierde gedeelte alleenlyk overgeblee- „ ven, en onder anderen verbrand de Poort, -M de Toorens, en de Bolwerken tegen de „ Stad Utrecht, het Stadhuis, en verïcheide „ Kerken. Ook zyn de goederen en koop- „ manfchappen , in de huizen der gemelde „ drie vierde deelen, geheellyk door den brand „ vernield geworden ; welke goederen en 5, koopmanfehappen zeer veel meer waardig 5, waren dan de gemelde huizen. En naardien ?5 het noodzaakelyk is, tot voorkominge van « den geheelen ondergang van onze gemelde 55 Stad, dat dezelve, ten fpoedigfte, herbouwd, 55 wederom opgeregt, en van nieuws verfterkt „ worde; zo uit hoofde van de Koopluiden, 55 die van alle kanten dcrwaards komen, om „ de aanmerkclyke haven aldaar en om dat het „ de kooprylcfte Stad van ons gantfche ge- |
|||||||||||||||||||||||||||||
ftia
|
|||||||||||||||||||||||||||||
E 2
|
|||||||||||||||||||||||||||||
A M S T E P. D A M S
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3ö
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BYLAAG2 35 ftigten, ten niinften aan twee zyden, van
L'. A. ** ,5 goeden gehouwen of gebakken fteen , en de „ zelven met hard dak te doen dekken; waar „ toe zy geholpen en onderfteund zullen wor- „ den, met zulk een gedeelte én fomme van „ penningen, als by hén gezamenlyk zal ge- „ raaden gevonden, en beflooten worden, op „ gelyke wyze, als verfcheide andere van. on- „ ze Steden van Holland en Zeeland, als Gou- „ da, Rotterdam, Remmerswale en andere „ Steden van onze gemelde Landen, ingelvk „' geval, gedaan hebben, en nog doen. Wy .,-. beveelen, gebieden, en verpligten ulieden „ en een iegelyk van u, die het aangaat,dan - wel uitdrukkelyk, dat gy de gemelde in- „ woon ers van onze gemelde Stad Amftel- „ redam,deezeonzegunft,ocl:roi, ontheffing, en kwytfchelding, onder de voorgemelde |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
verleend heeft.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
genieten en gebruiken, opBylaa.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ zulk eene wyze, en uit zulke oorzaaken, afs GEN
„ myn gemelden Heer gewild en by deezen L-. A. B-
„ bevolen heeft, . Gefchreeven onder handte-
„■ kèning van eenen der gemelde Gemagtigden,
„ den eerften dag van September, in 't jaar,
„ veertienhonderd twee en vyfeig..
B. DöYNVILLË. .
L'. B.
Brief van Gr ave Willem ixeegens Brug.
gen te breeken, Veflen neder leggen, ah an- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ders, ^^^^^^^^^^
fy Jan Van Aemflel hadden ïngehaelt. Gege- ven te Aalbrechtsberg, den twee en twm- tigften May des jaars 1304. . |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
voorwaarden, volkomenlyk envredelyklaat
|
WY Willaem outfte zoé s'graue van He-
neg: van Hollant, van" Zeelant ende |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gciiicLt-u , en gebruiken, dczelven vry en heeiJe van Vrieslant, maken kont allen Luden
ontlaft houdende, en doende vryhoudenvan omme dat die van Aemftelredamme die Phenen hun aandeel in de gemelde Bede en in de ge- waren die Janne van Aemftelle inhaekV eiï melde Overeenkomft, voor den gantfehen die ghenen die dien graue Florenfe mettelrint gemelden tyd van tien jaaren, dien de ge- vermorede, die wi ute die Landen verfworen |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ melde Bede loop heeft ^^^^^^^^^^
„ zins tot het tegendeel te dwingen, ofte per ,, fen. En zullen zy, op het vertoonen van deezen Brief, of van een Vidimus van den |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Radde ende fo mede omme die broke en mis-
daet di fi daer ane jegens [ons] misdaen heb- ben , fö es Ons feggen, in den eerften, dat fi |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
haere brugge breecken lullen end alle haer.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ zelven onder een behoorlyk zegel, of een veften flecliten, ende nu in manedagc die nacft
■„ Affchrift, door een van onze SekretarifTen, comet dat te beginnene en binnen viertienda- „ of in onze gemelde Kamer van Rekeninge ge daer naeft coemende al vuldaen, ende nie- „ in den Haage, vergeleeken en getekend, mer meer brugge en vefte weeder te maekene „ voor een enkele reize alleen; en op erken- het en fie bi ons en bie onfen o-oede Luden „ tenis der gemeldeinwooneren.van onze ge- van onfen Landen, vort foo ontWe wi hen ,, melde Stad, of van derzelver Wethouder- al hare vryheyden en marélen die fv van ons „ fchap, eens s jaars,. of voor zo veele rei- ende van onfe voorvaders hebben, vort dat men' „zen als t noodig zyn zal, vry zyn en vry dat gruytgelt dubbelen oft twievoudich San „ gehouden worden, en niets van de gemelde o-euen fal . i „ Bede of van de gemelde Overeenkomft te feer nae te Spaerneclammé leghct "na den™
„ betaalen hebben Waarom ook het aandeel, ncndage in te ghane, behouden elke manne fvi s |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bede, opgelegd, ter fomme van drieduizend
Klinkaarts van den gemelden piys in't jaar, in rekening geleeden en afgetrokken zullen worden van de rekening van u algemechea |
rcchts, ute ghenomen die van Aemftelredam-
me, dien wy met defen brieven ontfe°-<ren hoer recht alft voors:es: vort houden wy noch ane onfe fegghene alfe wi willen van al fulc- ker broke alfe fi misdaen hebben jegens ons |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
of van hem
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
53
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
of
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
jegens onfe porte van Hartem, jegens onfe goe-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hun
|
die tot het inzamelen en ontvangen dei-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ter-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hint, end jegens anderen onfe goede Lud
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den, door onzkeninge in denveelen, dat zy
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fo 'wie dat fyn te verbeterene na ftonde en na
'ontftonden. in Ren effen van defer dinc fö |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hebben wy defen brief bezeghelt uythano-ende
met onfen Zegelen. Gegeuen in't fair ons hert MCCC en viere des vriendagh naPynft-dagh toit Aelebrechtsberge. Ende wy broeder Brune, Prioer van onfer
Vrouwen broeders te Harlem, ende mieft. Cheryt Prieft. en Scholaft. te Harlem, Oircon- den allen Luden, die defen brief gen feilen |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
derzeggen of zwaarigheid, midsde gemelde
Rentmeefter of Gemagtigden daarvan, jaar- lyks, in hunne rekening melding maaken, en mettegenftaande alle andere bevelen of ver- boden, hoe genaamd, hiermede ftrydende. Gegeven in onze Stad van BrafTel, den XXV dag van July, in 't jaar onzes Heeren veer- tien honderd twee en vyftig. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
r ofte horen lefen, dat wi, in den Jairc ons heil
By myn' Heere den Hertoge. MCCC én viue, des manedagh voer fent Tans-
In de tegenwoordigheid van dagh baptifte te middezomerdefe letteren voois: |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nik, en anderen,
(Op den rug flondf) „ De Gemagtigden, door myn' Heere den Hertóge van Bourgondie, gefteld ter zaake van zyne Geldmiddelen, bewilligen en ftaan toe, dat die van de Stad Amftcrdam de gunft en het Gxlroï, welk myn gemelde Heer hun volgens den inhoud of het'witte van deezen, |
gans goet en hiel, [gelyk] fi horen te wefen,
en wel gefegeld mit des grauen Willaems ze-
gel van Hollant, in felkdanige woorden als hier voirfcreuen ftaen, hebben gefien en ge- zegelt met onfen zegele in den felver tydvdir- fchreucn. Wefene bezegelt mit een langachtich en
een klyn rond zegelken, beyde in zoe- nen waffe , onder uythangende eendou- ble rranchynen ftaerte, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
L\ C,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I. Boek.
|
||||||||||||||||
OPKOMST en AANWAS.
|
||||||||||||||||
3?
|
||||||||||||||||
Smit, Coppe Jans, Tiederaan Heynricx en Claes Rv; VJ.'
Dammas, van des gafthuus we?hen voirf. opf c'hüt d'eene fyde en Harment Ditmers op d'ander ' " fide, en geliede bi confente van der Rade van der Stede dat fi fyn overdraghe dat Härmen voirf. heeft quytgefcoude tots gafthuus behouf alle rorende en onrorende goederen die hy heeft of namaals uercrygen zal, des zo fal harman heb- be in de gafthuus voirf. fyn cofte foe langhe hy leeft etc: in oirconde deze brieue bezegbxk mit onfen zeghelen gegcuen op te zeuentienden dach in Apriile int jair ons heren MCCCC. en elue.; Wy Claes Brunincx, 'en Vranke noirt Sce-
pene in Aemftelredamme oirconde en kenne dat voir ons quame die beraders en oudermans, van des Heyligen gheefts gafthufe, binnen der Ste- de van Aemftelredamme alze gheryt Willems, Seruaes Roelofs, Jan beth Walichs, en Vrcd :nc Jans , van des gafthuus wege voirf. an d'eene fide, en Claes Willems op d'ander zide, ch gheliede bi confente der Rade van der Stede voirn. dat zy mit malcander zyn overdrao-hen in defer manieren ende voirwaerde, eerfr dat Claes voirn. fal hebben in den voirf. gafthufe fyn leuen lanc durende huusveftinge beddinge beddecleede, luchte en vuer, alfe redeliken is, en finen cofte van bequamelike brode en fpife zoete ende zuere alst in den gafthuze gewoon- liken is, en voirt tot finen" dranke "cjageiixe drie pyntcn Hoppenbiers, voirt fo ferciaas voirn. bewaren die huusraet in den gafthufe , ghelikerwys als hi fyns felfs huusraet beware zoude, dats te wetene den cofte te bezettene van rogghe, vleyfche, zoute, barninge en an- ders dat daertoe behoert, te copen, en oec die huzinge te doen floppen, en te verhemelen, en des zoe zullen die oudermans van de gaft- hufe dfe nu fyn of namaels zullen wefen hem van alle ftucken voirf. dat ghek daertoe leve- ren iof doen him betalen van den gafthuus we- ghen voirf. item zoe zal hi alle zeuentughe van des gafthuus weghe bewaren buten der vriheden van der Stede, na behiets en goet- dunken der oudermans van der Gafthufe voirn. die nu fyn of namaels zullen weefen op hare confiencie, en op des gafthuus cofte, item zoe zal hi den zieke in den gafthufe hoer behoefte doen hebben, van des gafthuus goede en boe- de , en oec die vreemde gafte beftuwen, en gheviel hem daer hinder in dat hys niet mach- tich en ware, zoe foude hyt den oudermans toeghen, en die fouden hem daer in fterken, en te bate koomen, item wairt zake dat joeft euerts, en Härmen ditmer beide ziec worde iof wt ware iof aflivich worden zoe foude claes voirf. die clocke luden en dat Outacr be- reyden , mer gheen fwair werc te doen als dir ken dammen floethe zieken te hauene o_f te uerbedden of diergelyc, en niet te bidden, item wairt fake dat hi eenige onbehoorlike puntp deede of hantierde, dat zoude hiwtgaenbiden gerechte te nerbetere. item zoe zal claes voirn. moghen utreyfen om zyn neringe te doen en anders daer hi te doen zal hebben tot allen ti- den, alset hem genoecht, en telken als hi we- der cocmt, hi zy cort of lange wtgeweeft, foe fal hy weder comen op fyn proucn voirf. voirc fo heeft claes voirn. m defen gafthufe gebracht een bedde, een paer flaepkkeneö en een dée- ken, ende daer toe m ghelde hondert francrixe E 3 kroo-
|
||||||||||||||||
Lr. C.
|
||||||||||||||||
L . C.
|
||||||||||||||||
Brie Schepenen-Brieven van.den 10 May 1410,
»e« 17 ^';r// 1411 e« J(j« !p December 1413, tet Oude-, ofHeiligen-Geeßs-,ofS. Elizabets Gafihns. betreffende. \A/"Y' dure heynenfoen en ghysbert peter-
foen Scepene in Aemftelredamme oir- conde en kenne dat voir ons quame die bera- ders en oudermans, des Heyligengheeftes Gaft- huusbinne deler Stede alze Jacob'yfebrants die Smit, Claesdie ZaelJacobs, gheryt Willems, en Jan beth walichs, van des" gafthuus weghen voirn. an d'eene fyde, en Joeft cuerts ende agnefe fyn getruwede wyf, mitte felve Joell hore man hore mondbair up d'ander fide, en geliede an bcyde fide by confente der rade van der Stede, dat fy mit malcandere fyn. ouer- draghen inder maniere en voirwairde nabe- fcreuc te wetene is eerft dat joeft euerts en agnefe fyn wyf voirs. hebben quyt gefcouden en ouergaue tenen vryen eighene denberaders en oudermans voirn. tots gafthuus behoef voirs. alle die goede die joeft en agniefe fyn wyf nu ter tyd hebben en namaels füllen uercrighe rorende en onrorende, foe waer en an wat goede die fyn, en lullen wefen ghelegen, be- noudelikcn dat joeft'en agniefe fyn wyfvoirf. befighcn en bruken zullen in den. gafthuze voirn. alfulke ingeboedele en tilhair gbede als fy nu hebben, en namaals uercrighemoghen, durende alfoe lange als een van he beide voirn. leuet en niette langher en na hoirc beyder doot te mael in den gafthufe voirf. te bliue des foe lullen joeft eil agniefe fyn wyf voirn. hebben m den gafthufe voirf. hore cofte alfoe langhe ais iy beycle of hoire ene leuet, alfe te eten van_ iuker fPyfe alsme in den gafthufe ghewoen- nc is te ghcuen, en tot hore dranke een y<me- 11 c van hem beyde een minghele biers elkes daghes:voert foe fal Joeft voirn. tot allen ti- den alst te doen is die Clocke luden en dat 0'utaer bereyden, item foe fal hi mitten bor- den pmgaen bidden, in den gafthufe als die beraders en oudermans daer niet en fyn, item foe fal hy opter Market gaen bidden, vifiche, en [vlyfch] cope daertoe van des gafthuus we- gc alfoe veel alsme daer behoeft, item foe' fiü hy tots voirf. jafthufe en profytdocn, alle dat- ten beraders en oudermans van den zelue gaft- hulc die nu fyn en naemaels wefen füllen' re- dclikc fal duncke alfoe lange als hi levet, wt- .genome zwair werke, alze dyken damme of zieken te uerbeddencndierghelyc, item zoe fal agniefe voirn. de dekene cuffene en flae pla- kenen najen tot allen tiden, als des te doen is, en voert fal fy die flotelen, en alle dinghe in de gafthufe bewaren, ter tyd toe dat die be- raders en oudermans van den gafthufe voorf. een ander vrouwe dairtoe aennemen. in Oir- eonde defen brieuc befegelt mit onzen zeghe- len, gcgciien uptcn tienden dach in Meye int jair oiis 'heren MCCCC en tien. f Wy ciacs Brunincx, en Jacob Jan Adams-
-oens focn Scepene in Aemftelredamme Oircon- den en kennen dat voir ons quamen, die be- raders en oudenrians des Heyligengeefts gaft- huys der Stede voirn. alle Jacob ITebrants die |
||||||||||||||||
1
|
||||||||||||||||
AMSTERDAMS I. Deel.
|
|||||||||
33
|
|||||||||
Bylaa- kroonen, drieenviertich enkele vlaemfe botgins
gen1 v00r eiken croen voorf. gherekent te bliue in L:.CD. den zelue gafthufe tot ewigen dage_, mer alle zyn andere goede zullen comen op zinen erfna- men ten waere dat hi daer af yet befprake. in oirconde defen brieue bezeghelt mit onfen ze- ghelen gegeven opten negentienden dach in Decembri int jaar ons heren MCCCC. eö der- tien. V. D.
Ëerfle Compackt of Overeenhmfl van den der-
tig'fien April des ja ars 1513, tujfchenbet Hof van Holland en de Regeering van Amflerdam, wegens het fligten van het Clarijfen- Kloos- ter op den Heiligen Weg^ Jn nomine Domini, Amen. Nicolaus Everard
Prefident Jan Boudewynsz ende Jan Ban- ninck Raden shoefs van Hollandt ghecommit- teert by onfe ghenadichfte vrouwe Eertherto- ghinne van Oeftenryck Hertoginne en Graef- vinne van bourgoug-" &c. Regente en Gou- vernante van Hollandt, zcelant en vryellant. Omme te verenighen fekere Sufterkens die ger- ne doerde van Sinte Clara fouden annemen an d'een zyde En die Stede van Aemftelredamme des nyet admitteren wilde ter andere, int mo- gelick waere Oft anders ons op beyden partien recht te informeren all nae luyden der commis- fien mit fekere requefte ons daer aff oever ghe- fonden ter eender zyden. Ende die Scout Bur- germeefters Scepene mit die alinghen Vroet- ïcap der voerfcreven Stede ter andere zyden , Doen kondt en openbare Dat wy mit minnen en vrienfcape oever coemen zyn ter eeren Goids vermeerderinghe fyns godlicken dienftsDatdie voerfchreven Sufterkens plaetfe en ftede heb- ben zullen omme inder felver Stede heure Con- vent te crighen, tymmeren en volmaken In manieren cfi op conditien en voerwarden hier naevolghende Efi eerft dat die plaetfe van tfelvc Convent groet zal zyn tfeftich roeden ommegacns en" niet groeter nu noch tot ghenen tyden. Item dat die plaetfe zal wefen langes de vellen by den heilighen wech blivende all omme dertich voeten vanden platten mure van- der Stede. En twe Roeden van booghen van de mürc van der Stede van de floet after ande zuytzyde vanden heilighen wech beghinnende En foe voertan nae die Reguliers poirte zuyt- waert opgacnde. XV. Roeden envandairoift- waeft op nae die ftrate Ende foe noirtwaert langhcs den huyfen die mit hoeren erfven on- ghequeft bliven zullen wedcromme tot ande voerfeyde floet comende Ende foe voert oeft- waert an comende daermen beghonnen heeft. In all nyet meer inden ommeganck makende dan tfeftich Roeden, maer wel min. In alder manieren alsmén die lyn hier op fcheren fall. Voeit an zullen zy ende hoere naecomelinghen gehouden wefen alle erfven pachten cii renten die zy nu hebben oft namaels zullen moghen vercryghen by coope, ghifte, teftament'ofte enighe'andere manieren buyten de voerfcreven limiten binnen der Stede ende hoere vryheit te doen vercoopen an waerlicke luyden_ handen voer tjaer alsmen fcrieven zal van Goids ghe- boertten xvc. efi xuij. Item indien zy nae dien |
|||||||||
tyt enighe vanden voerfeiden goeden vercre- Bylaa gs
ghen inder manieren voerfcreven directe vel Lr. D. indirecte by hem ofte hoeren vaderen die zul- len zy oft hoere vaderen doen vercopen an waerlicker luyden handen binnen drie maenden na dat fy die vercreghen zullen hebben. Op pene indien bevonden wordde yett contrarien van tgene dat voerfcreven is van die goeden verbuert te zyn tot behouff van der Stede Die alsdan alfulcke goeden mitter daet antaften , ghebruyeken, oft vercoopen zal moghen als hoer eyghen goet fonder voerder treyn van Rechtveirderinghe daer op te doen fonder con- tradictie van heure oft van hoeren vaderen , oeverften, geeftelick ofte waerlick ofte yemant anders daer aff zy mits defen ten ewyghen da- ghen renuncheren Eö hoer recht dat fy heb- ben oft cryghen zullen moghen in handen van der Stede tranfporteren Eil dit recht vander Stede en fal nyet moghen gheprefcribeert werd- den by verfumenhTe oft by de contrarie te ghe- bruyken, oeck hoe langhe den tyt verloepen waere all waert oock faeke dat zy in toeco- menden tyden by enighen weghen confentvan den Burgermeefteren int gheheel oft int deel daer toe ghecreghen hadden, des zullen heure die Burgermeefteren behulpclick zyn omme tot redelycken pryfe te vercryghen die erfuen die zy noch nyet en hebben binnen die voerfcre- ven limiten hoere byder Stede ghegunt. Item fy zullen tot ghenen tyden meer in ghetalle zyn dan dertich befloeten Nonnen en vier uyt- ganckfters. Item zy en zullen tot ghenen ty- den als daer plaetfze waere enighe vreemde maechden annemen indien daerom bidt een poir- terfle bequaem fynde. Item fy zullen hoer tot ewighen daghen houden onder die obedientie vanden obfervanten binnen defe Stede woe- nende Ten waere dat God verhoeden moet dat die obfervanten vander puerheyt hoers re- gels merckelicken dwaelden. Item fy zullen der Stede altyt onderdanich zyn in tamelicken faeken. Ende hoere vaderen kyefenbyadvys en wille vanden Burgermeefteren Op dat alle beloften te bet onderhouden moghen werdden. Item dat fy die plaetfe heure gheconfenteert nyet en zullen moghen betymmeren voer dat alle defe voerwaerden an beyden zyden ghe- vefticht zullen zyn, hoger dan een vadem bo- ven der aerden. Item om.dit te veftighen, Die voerfcreven Sufteren voer hoer en hoe- ren naecomelinghen zullen loeven alle die voer- fcreven Articulen vaft ende onverbreckelick te houden op die zalicheyt huerder zielen ende penen inden Articulen begreepen, fub inftru- mento publice ÏLnde dit geconfirmeert by trans- fixe vanden Hove van Hollandt ende van hoe- ren Vicarys generael en Capittel. In kenniilè der waerheit hebben wjr, Nicolaus Everardi Prefident, Jan Boudcwynfz°en ende Jan Ban- ninck Raden voerfcreven onfe ghewoenlycke hantcykenen hier beneden ghefereven Ende wy fcout Burgermeefteren Scepenen eaRaedc voerfcreven der voerfeider Stede van Amftel- redamme zeghel ten faken hier beneden an doen hangen. Gegeven op den dartichften dach van Aprille int jaer ons Heren duyfent vyf hondert en derthicn. Ondergeteykent, N. Everardi, Jo. Boudewynsz ^ Jo. Banninch En- de opde plycke was geteykent Ja. Pouwelsz« |
|||||||||
ALLE DE
KLOOSTERS
VAN
OU D
A M S T E R DAM,
OP T W I N T I G P L A A T E N,
AFGEBEELD.
|
||||
//<?
|
||||
M
|
||||
AM STERDAM
BESCHREEVEN.
|
|||||||||||||||||||||
EERSTE DEEL.
OPKOMST, AANWAS en VERGROOTINGEN
van AMSTERDAM. |
|||||||||||||||||||||
TWEEDE BOEK.
VERGROOTINGEN der Stad in dezestiende en zeventiende eeuwe, ender-
zeher tegenwoordige GELEGENHEID. |
|||||||||||||||||||||
Wras
*ade be- Jaa*H8o.
|
|||||||||||||||||||||
't T eedt niet veele jaaren, na dat Amfter-
8 i dam, omtrent het jaar 1480, al- omme, uitgenomen langs den Y-kant , met muuren, toorens en poorten om- ringd was, of de Stad werdt te klein voor de menigte van inwooneren , die 'er, van alle kanten, naar toe zakten. Zy hadt zulk een' ongemeenen aanwas eeniglyk te danken aan haare toeneemende Scheep- vaart en Koophandel. Maximiliaan en Fi- lips, den zesden Fe bruary des jaars 1488 [1489], der Stad regt geevende om aller- lei misdaadigen e ene myl buiten de Vryheid te mogen vangen en bannen, noemen haar reeds een Coopflede, lüaer converferen veel en divsrfihe Coophiyden, ende menightevanVokk (a). En Keizer Karel de V. getuigt, in 't jaar 1544, dat Amsterdam principaelickge- fondeert is op de Seilagie van Wefien enden Oofien, daar by de inwooners leven, en 's Vórften beden en fabventien betalen, dyeken ende dammen onderhouden (£)• Geen won- der , dat de Stad haait zo digt betimmerd werdt, als de Kaart van Cornelis Anthonis- zoon uitwyfl (1), en Henrik Lau- renszoon Spieghel beveiligt (O, zingende van Het fchipryck Arnflerdam\ vol nauw-bè-
huysde Huyfen
Ghepropt |
ter, in den aanvang der zeftiende eeuwe, en waii-
nog houten gevels, en houten wanden ter den aan wederzyde, en raakten eikanderen niet;de hui" doch Honden ook niet zo ver van een, datzen* men, by ongeval van brand, tuffchen de fnyding in komen kon, om 't vuur te blus- fchen of weg te neemen: waarom Keizer Karel de V. der Regeeringe , reeds in 't jaar 1521 , magt gaf, om de ryeke ende ntachtighe Poorters ende Inwoonders te nood- zaaken, om hunne houten huizen af te bree- ken, en fteenenin de plaatste bouwen;en om den onvermogenden daartoe de behulp- zaame hand te bieden (i). En in gevolge van deeze magt, vindt men , dat eenige bewooners der oude-en nieuwe-brug-ftee- gen* in 't jaar 1536, bevel gekreegen heb- ben , om de houten wanden hunner huizen in ileencn te veranderen (e). Van dien tyd af, namen de iteenen huizen allengskens toe in getal. De toevloed van Inwooneren en het aanbouwen van huizen maakte de Stad, ondertuffchen, binnen weinige jaa- ren, te klein; en gaf gelegenheid totfterkHet tim- timmeren binnen de Vryheid; 'twelk zo ver mereri gegaan was, dat het Geregt, in de jaareng^ende' 1542, 1543 en *54?> voor eenen aanval „^ der Geldcrfchen dugtende, beval, allefterktoe. timmeraadjen, ftaande binnen de zeftien roeden buiten de Stads muuren , ten gron- de toe, af te breek en (f); welk bevel nog- tans niet in allen deele naargekomen , en, toen 't gevaar over was, ook minder noo- dig werdt. Fiet timmeren binnen de'Vryheid wasinzon-
nergens rykelyker gefchied dan op de derheid |
||||||||||||||||||||
fouten
|
|||||||||||||||||||||
gevgij11 De meeile huizen der Stad hadden eg-
(a) Handv. hl. 14 [42].
(*) Handv. hl. 352 [63].
(<Ó Apui PONTANUM Lïbr. II. Cap. XXVII. p. 234.
(1) 't Schynt nogtans, dat 'er, in deeze Kaart,
plaatfen betimmerd worden gcileld, die,in 't jaar I544, toen dezelve eerfl: uitkwam, nog niet. be- timmerd waren. Onder anderen, wordt de plaats tuffchen de Graven-ftraatenDirkvanHaiTelts-fteeg vertoond als betimmerd , en in 't jaar 1552 befluit üc \ roedfehap eerft, eene Kaart van die plaats te aoen maaken , om te zien of men daar huizen zou kOTfei^^B}-Refol.Froedfcb. N.J. 26. Nov. 1552. |
|||||||||||||||||||||
Lafiaadje gelegen buiten de S. Anonis-JP-
poort, terpWe waar nu: de overzyde der£^ Gelderfche kaai is. Hier waren, ai voor |
|||||||||||||||||||||
00 Handv. hl. 97« E»3-
(e) Groot-Alcmor. .N. >■■ /• 3°? verjt.
(f) Handv. t>l. reteï U»PJ-
F
|
|||||||||||||||||||||
i
|
|||
A M S T E R D AM S
|
||||||||||||||
42
|
||||||||||||||
I. Desl.
|
||||||||||||||
den aanvang derzeftiendeeeuwe,,fcheeps-
timmerwerven, in merkelyken getale, op- geregt, die, met de gebouwen, welken 'er toe behoorden, zig ftrekten, van omtrent het Leproozen-huis aan den S, Antonis- dyk af, tot omtrent den Y-kant toe (g). Zy Honden allen op buitendyks land; welk hier, met het verloopen des Y-ftrooms , aangewaffen was. Men gaf aan deeze ftreèk, veelligt, den naam van Laflaadje, welk woord, in baftaard-latyn der middel- eeuwe, zo veel als Bailaß betekende f 2) om dat de Schepen hier ook beballaft wer- den. Gele. Regt yoor de Laftaadje, was de Waal genheid met paalwerk afgeflooten, waarin de Sche-
VoorftadPen' by ™tyd gebergd werden. In in de zes- c Jaar ^-5^, hadden de Gelderfchen hier tiende een groot getal van Schepen in den brand eeuwe. geftoken (/;) : 't welk de Regeering, federt, bewoog, de plaats te fterken met een aan- zienlyk Blokhuis, 't Huis te Montelbaan ge- naamd ,en gefügt ter plaatfe, daar nu nog de Montelbaans-tooren ftaat. Voorts werdt'er, langs de Laftaadje, naar den S. Antonis- dyk toe, eene breede graft gegraaven, en van de uitgegraaven aarde eene Schans op- geworpen , ter plaatfe, die nog de Oude Schans heet. In 't midden deezer Schanfe, ftondt een gemetfeld half rond, waardoor de Schans beftreeken werdt. Men kwam, uit de Stad, op de Laftaadje, door een Waterpoortje , tmTchen de S. Antonis- poort en den Schreijers-tooren, over eene ophaalbrug, gelegen, daar nu nog de Wa- terpoort s-brug legt. In deezen ftaat, was de Laftaadje voor 't jaar 1536, toen de Stad door Comelis Anthoniszoon gefchilderd werdt. Doch 't bevel om alle buitentim- meraadjen, tot op zeftien roeden van de Stads muuren te flegten, welk, in de jaa- ren 1552 en 1553, vernieuwd werdt,was oorzaak dat de fcheepstimmerwerven en huizen voor 't arbeidsvolk op de Laftaad- je , ledert, werden afgebroken. Filips de II. egter, een ambagt van zoveel belangvoor den Lande, als het Scheepstimmeren was, willende begunftigen, gaf,in >t jaar I55Ö verlof, om binnen de vyf en twintig roeden zekere hutten met week dak en houten wan- den te mogen opflaan.En onder dekfelvan dit verlof, werdt de Laftaadje, wel haaft |
||||||||||||||
met Schuuren, Pakhuizen en Huizen be-
timmerd. De Regeering , na eenige jaa- ren, de zaaken willende doen herfteïlen op den voongen voet, ontmoette veel tegen- kantens van de geërfden in de Laftaadje, die verftonden, dat hunne fchade, tegelyk met het gevaar voor de Stad, voorkomen kon worden, als men de Stad uitleide,en de Laftaadje binnen de muuren trok. Doch eer men hierover befluiten kon, deedt de vrees voor de aankomft van den Graave van der Mark, die de Stad, in Au-mftus des jaars 1572, beftondt te belegeren, de Regeering overgaan tot het afbranden 'der Laftaadje (i), die, eerft na het uitleggen der Stad, wederom betimmerd werdt. Men begon op dit uitleggen ernftelyk te
raadpleegen, na dat de Stad , in 't jaar 1578, de Staatfche zyde gekooren hadt Willem de I., Prins van Oranje, die zig in 't jaar 1581, te Amfterdam bevondt' nedt de vergrooting der Stad aan, en Ro- bert Dudlei, Graaf van Leicefter alge- meen Landvoogd der Nederlanden ver- leende 'er verlof toe, op den eene'ntwin- tigften Maart des jaars 1586 (*), wanneer hy zig ook te Amfterdam ophieldt De Staaten van Holland beveiligden dit ver lof m 't jaar 1594 0. De toeleg was, de Stad van den Haarlemmerdyk af, tot den Amfteldyk toe uit te leggen en te verfterken, en de Regeering verwierf Oc- troi om de erven, die tot graftenvergraa- ven, of tot ftraatengerooidftondentewor- den, van de eigenaars, volgens de waar- deering var.Schepenen , over te nee- men (m). Doch eer men deeze mèrkely- ke vergrooting begon, ving men aan met het betimmeren der Laftaadje, van het plein buiten voor de S. Antonis - Poort af langs den Stads-Buitenfingel, tot aan den' Y-kant, over den Schreijers-Tooren, daar eene ry huizen gezet werdt, die nog de Laflaadje heet. Van hier vervol«?! de vlZt T^g',met eene b°St]a^s den
™« A ifaa\\ m de 0ude *r&> tot
aan den Montelbaans-Tooren: van waar
de Schans, nu de Oude Schans, ook met huizen betimmerd werdt, tot aan den S. Antonis-dyk nu de S. Antonis-Breeftraat, toe. De dyk was buitenwaards bezet met houten ftaketfels, die geopend en gefloo- ten konden worden, en deStadnogfcheid- den van de Laftaadje. Voorts waren, door dit gantfche blok, gefchooten zes groote en
O) Handy, hl * ff^i
(v) Handy. H. \ [l;sf |
||||||||||||||
Vergro"'
tiug,.dd
Stall!
voor iie
eerfle ge'
rckeiid
wordt-
|
||||||||||||||
(z) Anonym, "d cah. Pontani , p. s.
(h) Pontan. Hift. Gek. Libr. XI. p. 6+s. (2) Dit blykt, onder anderen, uit deeze woor-
den van eenen Brief van Waldemar, Koning van Deenemarke, van den jaare 1324: Item liceat ipfis LASTADiA fumere infiuttibus maris ubi volunt. Vide Boxhornh Apol. po Navigat. Holl. p. 12. Adde Uu Cance Glojfarium Voeg Lasxagiüm. |
||||||||||||||
AANWAS en GELEGENHEID.
|
|||||||||||||||||||||||
IL Boek.
|
|||||||||||||||||||||||
43
|
|||||||||||||||||||||||
fluis legt. Op dit Bolwerk plagt eene Goud-
ledermaakery te flaan. Binnenwaards tegen het zelve, waren groote Lynbaanen aan- gelegd , daar nu de nieuwe Raapenburger- ftraat is. Ten einde derzelven, ontmoette men het derde Bolwerk, gelegen digt aan denS. Antonis-dyk, die hier door de Stads wallen liep, en op welken de nieuwe S. An- tonis-poort van hout gemaakt was, fchuins tegen over het Leproozen-huis, welk nu binnen de wallen getrokken werdt. Het vierde Bolwerk lag tegen den Amftel, ag- ter het Oude-zyds-Huiszitten-Huis, en juifl op de plaats, daar federt de Synagoge der Hoogduitfche Jooden gebouwd is. Hier ftondt het Stads Salpeterhuis , alwaar de Salpeter , voor de Stads Kruidmaakery, gezuiverd werdt. Deeze vier Bolwerken waren de eenigflen aan de Oude-zyde; doch beflooten , met de wallen, waardoor de- zelven aan een gehegt werden, een uitge- ftrekt gedeelte van de Stad: eerfl gantfeh Raapenburg,aan den Y-kant;daar na Marken en Uilenburg, twee Eilanden, met de ftraa- ten en dwarsflraaten, die 'er door gefehoo- ten waren: voorts, de Houtkoopers-graft en S. Antonis- of Jooden-Breêflraat. Op Raapenburg, werdt eene houten Loots ge- zet, de Oofler-Loots genaamd, waarin , by voorraad , werdt gepredikt. Wy- ders , waren, bezuiden den dyk, nog vier grooten blokken in deeze uitlegging begreepen, twee ten Ooften, en twee ten Weiten van den Zwaanen-burgwal- In de twee eerflen, ftonden het Leproozen-huis en het Oude-zyds-Huiszitten-Huis. In het Noordelykfle der twee laatften, werdt, in 't jaar 1611, de Zuider-Kerk volbouwd. Het Zuidelykfte beftondt grootendeels uk Verweryen. Voortgaande naar de Nieuwe-zyde, over
de Amftel-, nu de Blaauwe-brug,ontmoet- te men, terftond, het vyfde Bolwerk, ge- legen daar nu de Amftelftraat eindigt. Tus- fchen dit Bolwerk en het zesde, ftondt de nieuwe Reguliers-Poort, die ook maar van hout gebouwd, doch met twee Ophaal- bruggen voorzien, en geplaatfl was, daar nu de Waag op de Botermarkt ftaat. Bin- nen deeze Poort,op de Reguliers-Breêffraat, werdt, ten deezen tyde-, de vette Beeflen- markt gehouden. Het zesde Bolwerk lag digt aan deeze Poort, omtrent de plaats, daar de Reguliers-dwarsftraat eindigt, en het zevende, daar dezelfde ftraat aan- vangt , digt by de nieuwe Heihge-wegs-Poort, -ook van hout gemaakt, ten einde van 't Konings-Plein, zo als het federt genoemd F 2 is.
|
|||||||||||||||||||||||
en eenige kleine ftraaten en dwarsflraaten,
nevens eene -graft en dwarsgraft, Boom- floot en Dwars-Boomfloot genaamd, en eerfl Cornelis-Boomen-ßoot, naar Cornelis Boom , die dezelve, naar 't fchynt, hadt doen graaven (nj. En naardien men voorhadt, de Stad, aan deeze zyde, nog verder uit te zetten, werden 'er, voor eerfl, geene nieuwe toegangen gemaakt, naar de nieuwe uitlegging. Men kwam 'er alleenlyk door den ouden uitgang naar de Laflaadje , zynde het Waterpoortje en de Water- poorts-brug. De uitlegging, van welkewy fpreeken, draagt, in 't gemeen, den naam van de uitlegging van 't jaar 1585, waar- fchynlyk , om dat zy toen werdt aangevan- gen (0). Doch 't lcedt maar weinige jaaren, of
Burgemeefteren en Raaden beflooten , de voorgenomen vergrooting der Stad verder uit te (trekken tot op den Zuiderhoek der Waale, en, van daar, door't buitens- en binnensdyks Land, tot aan en over den Amftel, daar de Stads muur, aandeNieu- we-zyde, eindigde. De Staaten van Hol- land verleenden, den agtften Maart des jaars 1591, het gewoonlyk Oclrroi tot het overneemen der noodige erven, volgens ■waardeeringe van Schepenen (p): en ver- klaarden, den zevenden September des zelf- den jaars, dat de Vryheid, en het Ban- en Vang-Regt der Stad zig zo ver buiten de nieuwe Graften uitftrekken zouden, als dezelven zig eertyds buiten de oude Graf- ten hadden uitgeftrekt, te weeten de Vry- heid tot op honderd roeden , en het Ban-en Vangregt tot op eene myl in 't ronde (q)Men beoogde egter , met deeze vergrooting , inzonderheid ook de verfterking der Stad. 't Werkjwerdt, in 't jaar 1593, aangevan- gen , en was , in 't jaar 1601, grooten- deels voltrokken. De Stad werdt, in deeze vergrooting, met
eenige nieuwe houten Poorten voorzien, en voorts verflerkt met aarden wallen en twaalf . Bolwerken , gefchikt naar de wyze van veftingbouweiv die toen in gebruik begon te komen. Aan de Oude-zyde , werdt de Stad meefl, aan de Nieuwe-zyde minfl uit- gelegd. Het uiterfle Bolwerk aan de Oude- zyde , het Ryzenhoofd genaamd, lag ten einde van de Y-graft, omtrent de plaats , daar nu de Kattenburger-brug legt. Hier op volgde het tweede, een weinig bewes- ten de plaats, daar nu de Raapenburger- \KV, 5andv' il' ro°7 [601]. ■ '
U, Handv. U. il [977j
|
|||||||||||||||||||||||
*>e Stad
Wordt, y°or de ^eede reize, legd.
|
|||||||||||||||||||||||
En
|
|||||||||||||||||||||||
met
|
|||||||||||||||||||||||
t'.V
|
aalf
|
||||||||||||||||||||||
NVr-
|
|||||||||||||||||||||||
(i u ver-
«erkt. |
|||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||
I. Deel.
|
|||||||||||||||||
44
|
|||||||||||||||||
alzo dezelven vlak tegen den Stads wal aan ringe
kwamen, waar weinige deftige luiden ver-Huizen' kiezen te woonen. Van deeze geringe hui-ftaan* zen zyn nog eenigen overgebleeven : en van deherbouwden zyn de erven doorgaands imal. DeAmftel en het Y waren, buiten de Paaien fu
Stad, met twee ryen paaien afgeflooten, den Am- eenevan welken verder rondsom de Stad ftel >het door de buitengraft liep. jn deeze ryen Jt.fdns de waren, op zekere afftanden , bekwaameGraft doorvaarten gemaakt, die met boomen ge- flooten werden. De Vergrooting, van welke wy fpree-Over-
ken,m 't jaar ióoi,meeft voltrokken zyn-Myffeb de, begon men, met vlyt,te arbeiden aandei' ouda 't betimmeren der erven, die nu binnen detoorens' Stad getrokken waren. De oude muuren en de meefte toorens, te vooren (bl. 17.) door ons opgeteld, werden afgebroken. Doch op de Jan-Rooden-Poorts- en'HKruis- toorens , welke laatfte nu den naam van Harmgpakkers-tooren aangenomen hadt, wer- den nieuwe fpitfen gezet. Op de grondla- gen van het Huis te Montelbaan, ftigtte men, in 't jaar 1606, den Montelbaans-too- ren (*■), die nog in wezen is, en, na twee of vier jaaren verloops, wel vier voeten 0- ver zyde hellende, met veel beleid, we- derom regt gezet werdt. De Schreiiers- tooren, en de tooren aan de Kloveniers- Doele, Swycht Utrecht genaamd, bleeven in wezen. Ook is nog tegenwoordig, aan de Bantammer-brug, een voet van eenen too- ren te zien , waaraan nog eenige Kareel- fteen is; die den S. Nikolaas-tooren plagt te heeten (ƒ). De oude Reguliers - Poort, in 't jaar 1618, meeft afgebrand zynde, werdt, op de grondflagen, de tegenwoordige Re- guliers-tooren geftigt. De oude S. Antonis- poort werdt in ftand gehouden, en is te- genwoordig de Waag op de nieuwe Markt. Voorts, hadt de Stad, ten deezen tyde, nog eenige kleine Poorten, als ócHeipoortl daar nu de Heiïteeg is; de Ruspoort, ten einde van de oude Hoogftraat, die ook de Busfiraat genaamd werdt, om dat'er Stads Bushuis ftondt; en de Gafihuispoort, daar nu de Gafthuismolen-fteeg is (3) ; om niet te fpreeken van twee of drie anderen, die, reeds te vooren, in wezen gewecft waren. De gedagtenis der voornaamfte verande- ringen, die in en omtrent het jaar 1601 in de
(r) Refol. Vrocdfch. N. 10. 20 Aug. I6oï. f r0
(s) Refol. Vroedfch. N. 1. S April i>j4. |
|||||||||||||||||
' is.Het agtfïe Bolwerk lag omtrent tegen ovede Leidfche-graft, daar de Wal toen, gelyk
nog, begon te wenden. Op het zelve wade Stads-Steenhouwery. Het negende Bowerk lag omtrent de plaats daar nu de Wolvenftraat begint. Digc aan het tiendewelk omtrent tegen over de plaats , daanu de Warmoesgraft eindigt, gelegen wasftondt de nieuwe Jan-Rooden-Poort, gemeenlyk Jan-Roon-Bniten-Poort genaamd. Zy was van hout gemaakt, liep onder den Wal door, en hadt, van buiten, twee ophaalbruggen en eene hameije. Het elfde Bolwerk lag omtrent de plaats, daar te- genwoordig de Heerenflraat begint , en dus tegen over den Blaauwburgwal. Hier op volgde de nieuwe Haarlemmer-Poort, die ook van hout gemaakt was, twee ophaal- bruggen en eene hameije hadt, en ftondt tegen de Brouwersgraft, daar nu de kaai van de Heeren-markt is. TulFchen deeze en deJan-Rooden-Buiten-Poort, Honden , aan den binnenkant van den Wal, Lynbaa- nen, die van vooren met boomen beplant waren. De gedagtenis deezer Lynbaanen is in de Lynbaansfleeg en Lynbaansbrug , door en over welken men derwaards ging, bewaard gebleeven. Even voorby de Haar- lemmer-Poort , kwam men aan het twaalfde of laatfte Bolwerk, welk op en over den dyk gelegd was, ter plaatfe daar de brug begint, die naar de Oude-Stads-Herberg plagt te loopen. De agt Bolwerken en de Wallen aan de Nieuwe-zyde lagen, gelyk men uit het voorgaande heeft können mer- ken , niet ver van den Singel, die langs de oude muuren liep. De Stad werdt, der- halve , door deeze vergrooting, aan de Weil- of Nieuwe-zyde, niet merkelyk uit- gelegd. Menfchynt, in dezelve, meeft op de verfterking der Stad gezien te hebben. De vergrooting der Stad aan de Nieuwe-zy- de was, in de breedte, bepaald tuffchen den Singel of Konings-graft, en't gene men nu de Heeren-graft noemt, en in de leng- te, van omtrent de Buiten-Wieringerftraat op Droogbak, tot aan de Botermarkt. Doch de Heeren-graft, die, ten dien tyde, maar half zo breed was als zy tegenwoordig is, liep van de Brouwersgraft, tot omtrent de Huideftraat of Leidfchegraft, daar zy ein- digde. Waarom, 't Gene in deeze uitlegging der Nieuwe- ^an/e, zyde begreepen was, werdt al ras betim- vande merd- De Weftzyde van den Singel, eer- Heeren- tyds de Stads buitengraft, werdt met aan- |
|||||||||||||||||
graft, zienlyke huizen bezet. Doch aan de Ooft-
nog ee- Zy^e ^er Heeren-graft, voorheen de Sin- |
|||||||||||||||||
Tv/3*? Z>'/!V°rden genoemd in de Refol. Vroedfch.
L\- 9 19 Oft. j596( 27N0V. i6oo f. 149verfoei. |
|||||||||||||||||
J — — •* ~a vil C-tULL ^ V KS\JJ- J-*-— —-- ------
gel-floot, timmerde men geringer huizen;
|
|||||||||||||||||
nige ge-
|
|||||||||||||||||
II. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||
AANWAS en
|
4?
gedaante geweeft zyn. Ook blykt, dat de
opening in de paaien om de Stad, welken men al vroeg, gelyknog, met boomen plagt te fluiten, vanouds Oorgat en genoemd wer- den (w). De volgende regels van den Am- fterdamfchen Digter HenrikLaürens- zoonSpieghel können ten befluite die- nen van onze Befchryvinge der twee laatft- gemelde uitleggingen Van Amfterdam. Hetfchipryck Amfierdam ,volnauw-behuys-1585*
de Huyfen Ghepropt, den Amfiel damt met fes ghe-
welfde Sluyfen: Die (als de vruchtbaer Nyl) door feven ar-
men braackt 't Veen overtolüch nat, en thien Eylanden
maackt. Dus wast bemuert, doe dit gherym wert^oOi
voorghenomen: Sint ijfer niette wall noch vyfthien by ghe-
comen. Weinige jaaren verliepen 'ermaar,ofdéDeri,?
Stad moeft van nieuws worden uitgelegd; Uitleg- De opregting der Ooftindifche Maatfchap-|inf der pye in 't jaar 1602 bragt, onder anderen, veel toe tot den aanwas der Stad, die wel Gelegen- haait wederom overkropt werdt van in-heidtot wooneren. Allermeeft was deeze uitleg- dezelve; ging noodig aan de Weflzyde, daar zy, gelyk wy boven (x) aanmerkten, kleinft ge- weeft was, en daar een groot getal van paden liep, die allen betimmerd, en ee- nigen van welken, by de jongfte vergroo- ting, gedeeltelyk, in de Stad getrokken wa- ren. De buiten-erven werden geduuriglyk gehoogd, en met wooningen bezet , on- aangezien zulks met de Keuren ftreedt,die zeldzaam ftreng werden uitgevoerd, om dat het krenken derzelven een bewys was van de toeneemende welvaart der Stad. Men hadt, tuffchen de jaaren 1586 en 1589, een Singel en Singel-floot, famenvyftig voe- ten wyd, doengraaven buiten de nieuwe wallen,die zig, toen reeds, vandenHaar- lemmerdyk, tot voorby de Jan-Rooden- Poort ftrekten ; doch men bevondt, in 't laatftgemelde jaar , dat 'er , onaangezien het verbod, reeds veele thnmeraadjen en af- gefchutte tuinen gefield waren binnen de vyftig roeden van den buitenkant der Sin- gel-floot (y). De Wethouderschap ver- zogt (z) en verkreeg dan, ia't jaar i6oq, wederom een gewoonlyk Octroi van 's Lands
|
||||||||||||||||||||||||||
de Stad voorvielen, zyn inde volgendery-
men bewaard: In 't jaer duyfent fes hondert ien,
Sagh men t' Amfierdam veel wonders ge-
fehlen,
De Stads Tooren rechten, De Stads muur en flechten, Twee fieenen fluyfen ficht en, En feven hondert huyfen richten (f). Of, gelyk men elders (u) leeft : In 't jaar fefihien hondert een, Werden des Stads Veflen gheflechtt De Toom gherecht, Ende ghemaeckt dry fluyfen, En wel fes hondert huyfen. Het regten van den Stads Tooren, waar-
van deeze rymen fpreeken, ziet op het regt zetten van den Stadhuis-Tooren, die ruim zes voeten overhelde, en binnen drie dagen wederom regt gezet werdt. Men leert dit, onder anderen , uit een Rym , in 't jaar 1628, famengefteld en uitgegeven door Ja- cobus Laurentius, toen Predikant te Amfterdam, ter gedagteniffe van de Stads Werken, die, onder het opzigt van Hen- riek Jacohsz. Staats , Stads Timmer- man, en toen in den ouderdom van zeven- Sj . tig jaaren bedlegerig, gemaakt waren. Uit UlZen- dit Rym, blykt ook, dat de S. Antonis- en nieuwe Haarlemmer fluis, in 't jaar 1601, en de Heilige Wegs- en de Jan-Rooden-Poorts- fiuis, in 't jaar 1602, gemaakt zyn:'t welk, zo wel tot opheldering van de aangehaalde rymregels, als van 't gene Domselaar en C 0 mm e Li N daarover aangetekend heb- ben, {trekken kan. Wy zullen hierna nog meer dan eens gelegenheid hebben om ons van het Rym van Laurentius te be- dienen. Hier tekenenwe 'er alleenlyk uit |
|||||||||||||||||||||||||||
ruid-
|
aan, dat, in de Vergrooting van welke wy
|
||||||||||||||||||||||||||
fpreeken, nog gemaakt zyn twaalf Kruid-
|
|||||||||||||||||||||||||||
to0
|
|||||||||||||||||||||||||||
rens.
|
|||||||||||||||||||||||||||
roomponder de Wallen, in 't jaar 1601;
Oo en dat de Timmerman Staats, reeds in 't tej)'ga- jaar 1596, de Oorgaten uitgevonden hadt, die toen aan de bruggen in het Damrak * en federt ook aan andere bruggen in de Stad gemaakt werden. Dit moet egter zo niet verftaan worden, dat 'er, in vroeger tyd, nergens Oorgaten geweeft zouden zyn. In eene der oudfte OrdonnantienopdeBur- gerwagt van 't jaar 1481, wordt reeds van het Oirgat aan de nieuwe brugge gewaagd (v). Doch deeze Oorgaten zullen , naar alle waarfchynlykheid, van eene andere CO Zie Domselaar III. Beek, M. 24+. Commeun,
(») Apui Pontan. Lihr. II. Cap. &XVII. 9. ziS.
(v) Groot-Meraor. N. I. /. 3j/4 enz. |
|||||||||||||||||||||||||||
verß.
|
|||||||||||||||||||||||||||
14
|
|||||||||||||||||||||||||||
(w) Keurb. A. ƒ.
(x) Bladz. 4-f- r,
W) Handv. hl. 1007, IO07- [<5oi, fioi"],
(z) Refol. Vioedfch. N, ro, lojttty ,«■„„, f_ 207,
F 3
|
|||||||||||||||||||||||||||
A M S T E R D A M S
|
|||||||||||
40
|
|||||||||||
I. Deel.
|
|||||||||||
Lands Staaten , tot vergrooting der Stad
en overneeming der vereifchte erven. Zy hadt geklaagd „ dat het timmeren en hoo- ,, gen tegen de Keuren den jongflen aan- „ leg der Veflingwerken byna nutteloos a, gemaakt hadt; en dat de buitenwooners a, ook groote gelegenheid hadden tot het „ fluiken van der Stede Excynzen:" Hier- op hadt zy verzogt om Oclroi „ tot zulk „ eene vergrooting der Stad, als zy beft „ dienftig oordeelen zou; en om uitbrei- „ ding \d.njurisdiäie ofRegtsgebied, naar „ gelang van de vergrooting:" al't welke 'haar vergund werdt (V). Men begon dan, eerlang, een ontwerp der aanftaande ver- grootmge te maaken. De toeleg was, de Stad wel een vierdendeel uurs aandeland- zyde uit te zetten; en om dat dit werk niet fpoedig uit te voeren was, midlerwyl, Oc- troi te verwerven tot' de uitbreidinge van de Juris diclie, naar alle zyden, tot op hon- derd gaarden buiten de ontworpen' Ves- tingwerken. De voorgenomen' Vergrooting werdt, met overleg van.Prinfe Maurits, 's Lands Stadhouder, in eene Kaart gebragt (Z>), en elk wel uitdmkkelyk bevolen, bin- nen de honderd gaarden van de Stads graf- ten of Singel-flooten, niet te timmeren , noch erven of tuinen te hoogen. Ook ge- fchiedde dit niet, van buiten de Haarlem- mer-, tot buiten de Heilige-Wegs - Poort, daar de Vergrooting, ten deezen tyde, vol- bragt werdt. Doch men was bedugt, dat het, buiten de andere poorten, alwaar de Vergrooting , om de moeilykheid van 't 'Verk, en de kollen die 'er aan vail .waren, nog moeft uitgefteld worden, ligtelyk zou können gefchieden. Om 't welk te voor- komen, de Regeering,in 't jaar 1613, ver- zogt, dat 's Lands Staaten de ontworpen' Vergrooting volgens de Kaart, ook buiten de andere poorten, als voltrokken wilden aanmerken; in welk verzoek bewilligd werdt (c). Hierdoor kreeg de Stad vry- heid om het buiten-timmeren, ook aan de Ooftzydé , daar de Stad, vooreerft, niet vergroot werdt, te beletten, niet flegts tot binnen honderd, maar zelfs tot binnen twee- honderd gaarden , buiten de toenmaalige graft aan dien kant. Men ftelde, terftond, nieuwe paaien, die de uitgeftxektheid dei- Stads Vryheid aanweezen , en die, van buiten de Haarlemmer-, tot buiten de Hei- lige Wegs-pooit, ftonden, op den afftand van honderd gaarden van de nieuwe Ves- X") Handv. il. 6 [104!-
(b) Refol. Vioedfch. A. 10. fi Tér. ICIO. ƒ. 224 vcrfi,
N. II- 9 Atnil t6lz. f. Co. (c) Handv. U. n [Io8],
|
|||||||||||
tingwerken; doch van den Heiligen-Weg
over den S. Antonis - dyk, op den afftand van tweehonderd gaarden van de ouden- 't welk duidelyk blykt uit eene Keure van den dertienden Auguftus des jaars 1613, v/aarby myne Heeren van den Gerechte .ach- tervolgende d'Arnpliatie van het Oclroy, van de Ed. Mo. Heeren Staten van Holland geob- tmeert, verdaren ende ordonneren, dat binnen de naergenoemde limit en geen timmeragie ,repa.r ratie ofte hooginge fal mogen gedaan worden; te weten van de tegenwoordige Stads gr aft en buyten de nieuwe fortificatie van den Te buy- ten de Haarlemmer dyck, tot aen de Heyli- ge Weg fireckende, tot honden gaerden toe, ende van de voorsz. Heyligen Weg over de St. Antonis dyck mede tot twee hondert gaer- den toe, uytwyfende de palen tot dien eynde buyten de refpeStive plaetfen gefielt (d). De uitlegging, van welke wy fpreeken, Elf nie*
was, in t jaar 1611, aangevangen, fchoon we Bol- de nieuwe Waal, een gedeelte derzelve werken al eerder, begonnen was In de plaats der'j^f' vyf Bolwerken die tuffchen den Haarlem- -VÏ mer-dyk en Heiligen Weg lagen, werden van vyf nu, op verderen afftand, elf Bolwerken °-e-ouden' legd, die nog in wezen zyn. De drie eer- fte en uiterfte Bolwerken in 't Noorden leg- gen buitens-dyks, aan den Y-kant op een ftuk Rietland en begrypen drie Eilanden, die, federt, het Reaalen-,Prinfen- en Bik- kers-Eiland genoemd zyn, en voor welken, ten poften, eene geheel nieuwe Waal, tot berging van Schepen, gemaakt werdt, wel- ke men, vooraf, gerekend hadt, wel twee- honderd en vyftig duizend guldens te zul- len koften (e). Het Weftelykfte deezer drie Bolwerken werdt met een fteenen Beer gehegt aan den Haarlemmer-dyk, op wel- ken, een weinig binnen - waards, in 't jaar Haar 1615, de Haarlemmer - Poort werdt aange- lemmer- legd, die nog in wezen is. Even voorbyPoort- dezelve, en dusbinnensdyks,legt het vier- de Bolwerk over de Brouwers-graft Het vyfde legt tuffchen de Palm- en Linden- gratt; het zesde tuffchen de Linden- en Anjehers-graft, tegen het Zaagmolens- i oortje ten Noorden, welk egter laaterge- bouwd is; het zevende tuffchen de Anje- hers- en Egelantiers-ftraat; het agtfte, ten Zuiden van welk, federt, het Raam-Poort- je gemaakt werdt , tuffchen de Egelan- tiers- enBlom-graft; het negende tegen over de Roozen-graft; het tiende tegen over de Elands-ftraat, en het elfde en laatfte, tus- fchen
rtfl Këutb. j.f. 39. Handv. o. toog [So2-j.
237 Vtr/t, 231, •" ' •> I luiu- /•
|
|||||||||||
AANWAS en GELEGENHEID.
|
|||||||||||||||||
II. Boek.
|
|||||||||||||||||
4:
|
|||||||||||||||||
volbouwd. De oude Waal, aan den Y- Niemw
kant, voor den Montelbaans - Tooren Waals- gelegen, werdt, in 't jaar 1644,gedeelte-Eiland' lyk, tot land gemaakt, welk den naam van Niéuwe-Waals-Eiland kreeg. Dit Ei- land werdt in drie blokken gefcheiden. Door het zelve, liepen twee ftraaten. Al- les was in honderd twee en twintig erven verdeeld, die, in't jaar 1646, voor vier- honderd vyf en zeventig duizend agt hon- derd en agt guldens verkogt (h), en eer- lang, langs den Binnen-en Buitenkant, met aanzienlyke Huizen bezet werden. Voorts, werdt de nieuwe Stad met veele fteenen en houten bruggen voorzien. De geringe Nieuwe houten Poorten van de voorige uitlegging fteenen werden ook, gedeeltelyk , weggenomen Po01teili en in fteenen veranderd. DeHeilige-wegs- Poort werdt, in 't jaar 1636,vangraauwen gehouwen fteen fierlyk herbouwd. Buiten dezelve lagen, over de breede Stads-graft, twee ophaalbruggen. Van binnen liep naar deeze Poort, en onder door den Wal, eene graft, die naderhand gedempt geworden, en 't Konings-Plein genaamd is. De Regu- liers Poort werdt, eerft in 't jaar 1Ö55, zeer fraai, meeft van gebakken fteen, herbouwd. \ Zy was eene der zwaarfte en fterkftePoorten der Stad, is, nog tegenwoordig, op de Botermarkt, in wezen, en dient nu, ondef anderen, tot eene Stads Waage. De hou- ten S. Antonis-Poort was, reeds in 't jaar 1636, meeft van graauwen gehouwen fteen, fierlyk herbouwd, en ftondt op den Dyk aan 't einde der S. Antonis- of Jooden- Breêftraat, nevens de plaats, waar federt de Portugeefche Jooden-Synagoge gebouwd is. De ban- of mylpaalen buiten de Stad waren, al in 't jaar 1624,_ wel honderd roeden verder uitgezet. En in 't jaar 1611, hadden Dykgraaf, Hooge-Heemraaden en Hoofd-ingelanden vanRynland, ten behoe- ve van de Regeering der Stad, reeds afftand gedaan van hun Regtsgebied over de Dy- kaadje en Wateren , die, met de jongfte vergrooting, binnen de Stad of derzelver Vryheid getrokken waren, mids men aanna- me, dat gedeelte der Dykaadje,teneeuwigen dage , te onderhouden , en, ten behoeve- van Rynland, eene rente van tweehonderd guldens 's jaars opbragt (?'). De Stad dus, aan de Weftzyde, meerHet tun-
dan ooit te vooren,zynde uitgelegd, bieer meren de voorgenomen uitlegging aan de Ooft-buiten de zyde , omtrent veertig jaaren , fteeken. ^Saat |
|||||||||||||||||
fchen de Looijers- en Paffeerder-graft. Van
hier ftrekte zig de wal Ooftwaards tot voor- by de plaats , daar federt deLeidfche graft gegraaven werdt, alwaar, in 't jaar 1630, een twaalfde Bolwerk gelegd werdt. Voorts liep de wal Noor dooftwaards naar delieilige- Wegs-Poort en oude wallen toe. De oude wallen, van de houten Haarlemmer-poort, of Heeren - markt, af, tot omtrent de Heilige- "Wegs-poort toe, waren, al in of kort na 't jaar 1613 , geilegt (ƒ). Wat bin- Door deeze uitlegging, werdt de Stad aan ^n de de Weftzyde vermeerderd met drie aan- dien-- zienlyke graften, de Heeren-graft, de Kei- giig be- zers-graft en de Prinfen-graft, die van 't &eepen Noorden naar 't Zuiden liepen, en omtrent as- de plaats der Leidfche-graft eindigden. Ook liep 'er eene graft, de Lynbaans-of Baangraft genaamd , langs de nieuwe Wallen, omtrent van het een tot het ander einde. Van den Singel, tot de Heeren-, van de Heeren-, tot de Keizers-, en van de Keizers-, tot de Prinfen-graft, werden eenige ftraaten en graften gefchooten: en in de uitgeftrekte ruimte tuffchen de Prin- fen- en Baangraft, veele graften, ftraaten en dwarsftraaten gerooid, in welken nog een groot getal van floppen en gangen lie- pen, die, door den tyd, zeer digt met Huizen en Huisjes betimmerd werden. Het Karthuizers-Kloofter was het eénige oude Gebouw, welk, met deeze vergroo- ting , binnen de Stad kwam; doch de nieu- we Stad werdt, eer men op verdere uit- legging dagt, met verfcheide openbaare en andere gebouwen , betimmerd. Li 't jaar 1614, werdt de Weftzyde van de Heeren-graft of oude Stads Wal reeds met verfcheide aanzienlyke Huizen bezet. Op het betimmeren der beide zyden van de Kei- zers- , en der Ooftzyde van de Prinfen-graft, kwamen, in de jaaren 1615 en 1616 , verfcheide Keuren uit (g). Omtrent den- zelfden tyd, maakte men, aan de Noord- zyde des Binnen-Amftels , tegen over de Kloveniers Doele, van de Halvemaans-tot aan de Blaauwe-brug, veel water tot land, waarop deftige Huizen gebouwd werden. DeNieuive Doeleßraat,tengs welke voorheen de Stads Wal plagt te loopen , werdt , vervolgens, met fchoone Pluizen bezet, en de Stads Timmertuin, die hier lag, naar elders verplaatft. Ook werdt toen de fraaije fteenen Doelebrug gemaakt. De Weiter- en Noorder-Kerk werden aangevangen en xs\? ftCf- Vroe<1r^. N. ir. 28 OU. 23 Nov. 31 DeC.
lV\ u J 9Z ver-ro> SS ver/o. |
|||||||||||||||||
Vee-
|
voort,
aan de |
||||||||||||||||
(6) DOMSELAAR III. Boik, M. 2*4. COMMEUN W.
225. F. VON ZESEN. bl. J77 i '78- (i) Oude Kerk Laadt XXXII. Handy, bl. p [i5<s].
|
|||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||
I. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
48
|
||||||||||||||||||||||||||||||
de de Oude- en Nieuwe -zyds- Voorburg-
wallen , bepaald w-erdt, befloeg . . . 59 Morgen 503! Roeden. Toen zy zig, wat laater j
tot aan de nieuwe Graft,
' of Oude- en Nieuwe- zyds-Agterburgwallen ,
uitftrekte, werdt zy ver-
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Vcelen, hierdoor in den waan geraakt,
dat zy geheel agterblyven zou, begonden, naar gelang dat de nieuwe Stad van bin- _ nen bebouwd werdt, fterkvan buiten,aan Zuidzy- de Ooft- en Zuidzyde, te timmeren,zon- de, der het gevaar te ontzien van, by het voortzetten der ontworpen' Vergrootinge, tot het afbreeken hunner timmeraadjen , zo ver dezelven tegen de Keuren waren opo-eregt, genoodzaakt te worden. De Wethouderfchap, ondertuflchen, geduu- riglyk het oog houdende op de voorgeno- men' VergroGting, hadt, in 't jaar 1625, by wege van verklaaring van 't Oclroi des jaars 1609, van 's Lands Staaten verkree- gen, dat zy alle erven en timmeraadjen, die binnen de paaien der voorgenomen' vergrootinge gelegen waren, na 't betaa- len der waarde, zou mogen naar zig nee- men , zonder daartoe eenige overdragt of kwytfchelding noodig te hebbeu (k). 't Ver- krygen van zulk eene verklaaring op het vooiïge Oclroi behoorde de Luiden te hebben afgefchrikt van het bouwen binnen de paaien der voorgenomen' vergrootin- ge , alzo 'er duidelyk genoeg uit bleek, dat de Wethouderfchap die Vergrooting geenszins uit den zin ftelde. Evenwel ging het buiten-timmeren voort, aan de Zuid- en Ooftzyde der Stad, daar menigten van paden liepen, die met tuinen en huizen be- zet werden, in zo grooten getale, dat 'er, "by de jongde Vergrooting, naauwlyks, een vierde van de buiten - timmeraadjen , die nu in de Stad getrokken ftonden te wor- den , binnen dezelve gebragt geweeft wa- re (O- |
||||||||||||||||||||||||||||||
18
|
||||||||||||||||||||||||||||||
groot met
|
||||||||||||||||||||||||||||||
92
|
||||||||||||||||||||||||||||||
En befloeg dus . 77 Morg. 595! Roeden*
Na dat zy, omtrent het
jaar 1480 , met eenen fteenen muur, omringd was, en den Singel tot haare uiterfte graft ge- kreegen hadt, kwamen : hierby nog . 52 Morg. 387 Roeden. |
||||||||||||||||||||||||||||||
Zy befloeg, derhalve, toen
130 Morg. 3 8 2§ Roeden.
De Vergrootingen van de jaaren 1585 en 1593 ,
hierby gekomen zynde,
vermeerderden de Stad
met • • • 96 --------- 233i-----------
|
||||||||||||||||||||||||||||||
waardoor zy groot werdt
227 Morg. iö Roeden.
Doch de Vergrooting, die in 't jaar 1 onbegonnen
werdt, maakte de Stad
meer dan tweemaal zo
groot,enbefloeg 303--------• 346 --------1
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Zo dat zy toen groot werdt
530 Morg. 362 Roeden.
Eindelyk kwam hier de
Vergrooting , van wel- ke wy fpreeken, by, waar- door aan de Stad werden toegevoegd. . 362--------260 ---------. |
||||||||||||||||||||||||||||||
Vierde
en laat- fte uit- legging |
Eindelyk , werdt, 111 't jaar 1657 ,
een ernfKg befluit genomen, om de ont- worpen' Vergrooting te voltrekken, en, in |
|||||||||||||||||||||||||||||
deTsüd.'t volgende jaar, maakte men eenen aan-
vang met het graaven der nieuwe Graften. In de plaats van de zeven Bolwerken der twee- de uitlegging, werden 'er veertien gelegd, zo dat de Stad nu, met de voorige elf, en nog een twaalfde , welk ten Wellen der Leidfche - graft opgeworpen was, in 't ge- heel zesentwintig geregelde Bolwerken hadt, die, eerlang, met fteen bemuurd, en, door hooge fteenen gordynen of muu- ren, die voor de aarden wallen lagen, aan eikanderen gehegt werden. Een groot ge- deelte van den buitengrond kwam, door deeze Vergrooting, binnen, de Stad. Men rekent, dat zy, in 'c begin der veertiende eeuwe, toenzy, door de oude Graft, zyn- <k) Handv. bl. 7 [113].
{ij Domselaar III. Betki Ü> Z7T-
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Weshalve zy nu binnen
haare muüren beflaat
893 Morg. 22 Roeden.
Uit welke onderfcheidene aanwyzing, niet alleenlyk blykt, hoezeer de Stad,vantyd tot tyd, vergroot geworden is; maar men kan 'er ook byzonderlyk uit afheemen, dat er ,met de laatfte Vergrooting, veel meer
gronds binnen de Stad gekomen is, dan met de onmiddelyk voorgaande. De Regeering hadt, by de jongfte Ver-
grooting , geraaden gevonden, de overge- nomen' erven, die niet aan flraaten of graf- ten verdeeld werden, te rug te geeven aan de voorige eigenaars, mids dezelven, on- der |
||||||||||||||||||||||||||||||
Oäro-
jen en Keuren deeze uitleg" o-inP" b^'
&l"B treilen-
|
||||||||||||||||||||||||||||||
AANWAS en GELEGENHEID.
|
|||||||||||
lï-BoÉK.
|
|||||||||||
49
|
|||||||||||
we Vergrooting, langs de Zuid- en Ooftzvde Naamen
der Stad, gelegd werden , begonden van'hetvan de twaalfde Bolwerk af, welk, in 't jaar ^o, «s en beweften de plaats der Leidfche Poort oprBolwef- geworpen was, en liepen, met de nieuwe ken der Wallen en Graften, dwars over de Heilige.Stad- wegs Vaart, tot aan den Amftel, over welken eene fraaije ileenen brug gelegd werdt. Van den Ooftkant van dien ftroom, vervolgden de Wallen en Bolwerken tot aan eene breede gegraaven' Vaart, de nieuwe Vaart genaamd, die tuffchen den Zeedyk, en de nieuwe Eilanden, 'Kattenburg, Wit- tenburg, zo genaamd naar Jan Witten, een' Houtkooper, die aldaar de eerfte Scheeps- timmerwerf aangelegd hadt (J>),en Ooßen- burg liep; en over welke nog twee Bolwer- ken lagen, die de Stad, aan de Oofczy- de, beflooten. Van de veertien Bolwerken, lagen 'er zes beweften , en zes beooften den Amftel. De twee Bolwerken beooften de nieuwe Vaart maakten met deezen twaalf het getal van veertien Bolwerken uit. Zie hier de naamen van alle de zes en twintig Bolwerken der Stad, die nog tegenwoor-s dig in wezen zyn. De twaalf Bolwerken van de voorige
vergrooting, beginnende van den Noord- Wefterhoek van 't Y, heeten 1. Leeuwenburg oft 7. Slooter-Meer.
Blaauwhoofd. 8. Ryker-Oord.
2. De Bogt. 9. Ryk.
3. De Wefterbeer. 10. Nieuwerkerk.
4. Slooterdyk. n. Osdorp.
5. Haarlem. 12, Slooten.
6. Karthuizers.
De veertien nieuwe Bolwerken zyn
13. De Schinkel. 20. Weesp.
14. Amiterveen. 21. Diemen.
15. Weteringspunt. 22. Muiden.
16. Reguliers. 23. Outewaal.
17. Ouwerkerk. 24. De Oofterbeer.
18. 'tWefler-Blok- 25. Jaap Hannes.
huis. 26. Zeeburg.
19. 't Oofter-Blokhuis.
Ieder van deeze Bolwerken ruft op vier
en veertig overwelfde boogen, en heeft vyf en vyftig roeden in zynen omtrek; en juift zo lang is ook elk der gordynen, die de Bolwer- ken aan een hegten, en ieder zeven en veer- tig overwelfde boogen onder zig hebben. In 't midden van eenigen deezer Gor-Poorten,
dynen, zyn nieuwe Poorten gezet, wor- dende de voorigen, die nog maar weinige jaaren geftaan hadden, of afgebroken, of tot een ander gebruik gefchikt. Tus- fchen de Bolwerken, Slooten en de Schin- kel, O) F. vonZesen, 61. i8J.
G
|
|||||||||||
der den titel van Melioratie of Verbetering,
wat meerder betaalden voor hunnen ouden grond, dan zy 'er voor genooten hadden, gelyk dezelve ook, inderdaad , meerder waardig geworden was, na dat men dien in de Stad getrokken hadt. Doch het fchat- ten deezer Verbeteringe, welk door Sche- penen gefchiedde, hadt, nu en dan, mer- kelyke onlaftcn veroorzaakt. Ook waren voelen onvermogend geweelt, om de pen- ningen , waarop hunne verbeterde erven ge- fchat waren, te voldoen. Men vondt, der- halve, geraaden, by 's Lands Staaten, Oc- troi te verzoeken „ om alle Landen, tuinen, „ erven en gronden, die met de voorgeno- „ men Vergrooting binnen de Stad zouden „ getrokken worden, van Stads wege, naar de fchattingvan den Geregte,te mogen
„ naar zig neemen niet alleen; maar ook zul- „ ken, die niet tot graften, ftraaten, mark- „ ten en diergelyke openbaare werken of „ plaatfen gebruikt, maar tot erven om te „ betimmeren gerooid zouden worden, in „ volftrekten eigendom, te mogenbehou- „ den". En dit verzoek werdt der Stad, op den tweeden May des jaars 1663,toe- geftaan (m). De Stad nam, derhalve,_fe- dert, alle de erven aan, die binnen de nieu- we uitlegging kwamen, en verleende, voor de waarde, waarop dezelven, door het Geregt, gefchat waren, Rentebrieventen behoeve der eigenaaren: op welke llente- brieven, zulken,die te voor en op de erven geld gefchooten hadden, regt van wettige pandfchap bchielden,terwyl de erven zelven in volkomen eigendom aan de Stad behoor- den , en federt, van tyd tot tyd, voor een zeer groot gedeelte, in 't openbaar ver- kogt zyn. Wyders, werdt de Regeering, in 't jaar 1670, gemagtigd door's Lands Staaten, om de uitgegeven Rentebrieven, binnen zes jaaren, afteloffen (n); gelyk fe- dert gefchied is. Doch de eigenaars van de opflallen derbuiten-timmeraadjen, die, na 't jaar 1613, tegen de Keuren, waren opgeregt, werden verpligt , om dezelven ten hunnen kofte af te breeken: alleenlyk was hun, in 't jaar 1663, van Stads we- ge , toegeftaan het gebruik hunner erven, tot dat hun het opruimen derzelven nader gelaft zou worden, mids zy zig terftond verklaarden, of zy dit gebruik, tot dien tyd toe, begeerden te behouden, dan of zy hunne erven, van ftonden aan, aan de Stad wilden overgeeven (0). De veertien Bolwerken, die, met de nieu-
(») Handy, bl. 8. [887].
(») Zï' UOMSELAAR, UI. Beek, hl. zs9.
|
|||||||||||
AMSTERDAMS I. Deel.
|
|||||||||||
S°
|
|||||||||||
De vier Poorten der nieuwe uitlegginge,
de Leidfche, Utrechtfche, Weesper- en Muider-Pöort, maaken, met de Haarlem- mer-Poort in de oude Stad, de vyf voor- naamfle Poorten uit. Voorts, zyn 'er drie Poorten onder de Wallen door, het Zaag- molens- en Raampoortje in de oude, en het Weteringspoortje in de nieuwe Stad. Aan den Y-kant blyft de Stad,gelykvan ouds, nog onbemuurd; doch bezet met twee ryen paaien, binnen welken de Scheeps- Waalen afgeperkt zyn, waarin, doorgaands, en vooral des Winters, een groot getal van Schepen leggen, behalve zeer veele anderen, die hunne legplaats binnen de paaien voor de Stad, of buiten tegen de- zelven, en verder af op ffcroom verkiezen. De Stad vertoont zig, van buiten, ner- gens zo grootfeh én aanzienlyk als van den Y-kant, waarom zy ook doorgaands, van die zyde , gefchilderd en getekend wordt. Zy is, na de uitlegging, van wel- ke wy nu gefproken hebben, niet verder vergroot; doch van binnen, meer en meer, betimmerd geworden; en laatftelyk, langs den nieuwen Zeedyk, tuffchen de Raapen- burgergraft en niéuwe Vaart, daar twee Straaten gelegd zyn: ook op de Keizers- graft aan 't Oofteinde, en elders; doch in de nieuwe uitlegging, behooren nog veele erven aan de Stad, die nietverkogt of uk- gegeven, en derhalve nog niet betimmerd zyn. Zy leggen egter na aan de Wallen. De Stad is van binnen alomme digt.be- bouwd. Het getal der Pluizen en Inwooneren in Begroc
Amfterdam is, van ouds, en zelfsnogte-«ng vafl genwoordig, aan geduurige veranderingen het Se' onderhevig geweeil; waarom het niet met f juizeQ volkomen' zekerheid te bepaalen is. De Inwooners zyn zeldzaam geteld; en nu, in veele jaaren, niet: Weshalve het geril derzelven, met nog veel minder naauw- ■ keurigheid, dan dat der Huizen gemeld kan worden. Zie hier, wat wy, omtrent het een en het ander, hebben aangetekend. In 't jaar 1515, toen de Singel ten Wellen, en de Kloveniers-Burgwal en Gelderfche- kaai ten Ooften de uiterfle paaien der Stad waren, werden 'er maar tweeduizend vyf honderd een en dertig Haardfteden in de Stad geteld (q). 't Is te vermoeden, dat het getal der Huizen toen niét veel boven de twee duizend zal geweefl zyn, alzo'er zekerlyk veele Huizen waren, die meer dan ééne haardilede hadden : ten ware dat men toen verfcheide haardfteden niet |
|||||||||||
kei, bouwde men de Leidfche Poort, in de
plaats der onlangs gebouwde Heilige-Wegs- Poort aan 't Konings-Plein, die afgebroken werdt. Tuffchen de Bolwerken Amfler- veen en Weteringspunt, kwam het Wete- rings-P oortje, zynde een uitgang onderden Wal door. Tuffchen de Bolwerken Ou- werkerk en 't Wefier-Bhkhuis, bouwde men de fraaije Utrechtfche-Poort, in de plaats van de Reguliers-Poort, die nog in we- zen, en nu de Waag op de Botermarkt is. De Weesper-Poort, ook zeer wel ge- bouwd, werdt geplaatft tuffchen de Bolwer- ken Oofier-Blokhuis en Weesp; en de Mui- der-Poort, die juift dezelfde gedaante heeft als de twee voorgaanden, werdt tuffchen de Bolwerken Muiden en Outewaal ge- praatft; waartegen de net gebouwde S. An- toms-Poort afgebroken werdt. Graften . De grond, die, door deeze Iaatfte groote en Straa-uitlegging, in de Stad getrokken was, werdt ten der haaft aan Graften en Straaten verdeeld. In Iaatfte ^e plaats van den ouden Stads Wal tegen éi-rjvf" 'tOoften, die van tegen over de Beuling- ftraat liep tot omtrent de plaats daar toen het Peilbuis flondt, en tegen welken de Heeren-, Keiz ers-, en Prinfen-gr aft en plag- ten te fluiten, werdt eene graft gegraa- ven, die federt de Leidfche-graft genaamd werdt, en van de Heeren- tot de Baangraft loopt. Voorts liepen de Heeren-, Keizers- en Prinfen-graften door de gantfche nieu- we uitlegging, de eerile tot door deRaa- penburger-fluis in 't Y ; de tweede tot in de Muider-graft, agter de plaats, daar fe- dert de Hortus Medicus ot Artfeny-tuin werdt aangelegd; en de derde tot inde nieuwe Raapenburger-graft. De Baangraft liep zo ver als de Heeren-graft, tot in de nieuwe Vaart. De Straaten en Graften, die, van 't Noorden naar 't Zuiden, door de nieu- we uitlegging, gerooid werden, waren de Leidfche-Jtraat, de Spiegel-firaat en Graft, de Vyzel-flraat en Graft, de Reguliers-graft, de Utrechtfihe-firaat, de Weesper-flraat, de Muider-graft, de Muider-flraat, nu ook de middellaan der Plantaadje, en de niéime Raapenburger-graft; om niet te fpreeken van de Straaten en Dwarsflraaten, die, dooi- de drie Eilanden benoorden de nieuwe Vaart, Kattenburg, Wittenburg en Ooflen- burg, gerooid werden. Nog Hepen'er, in gelyke ftrekking met de Keizers- en Prinfen-graft , eenige flraateh én dwars- ftraaten, van welke de Kerkflraat, tuffchen de Keizers- en Prinfen-graft, de vóornaam- fteis; en eene Graft, de Agter gr aft ge- naamd, tuffchen de Prinfen- en Baangraft, van de Reguliers- tot aan de Muidergraft. |
|||||||||||
ge-
|
|||||||||||
(?) Zk Orxers Leiden , il. si.
|
|||||||||||
AANWAS en 'GELEGENHEID.
|
|||||||||||||||||||||
■II. Boek.
|
|||||||||||||||||||||
in de Stad, negen en negentig duizend
vyf honderd zes en tagtig menfehen: in de Voorftad buiten de S. Antonis-Poort, ze- ventien honderd negen en tagtig; buiten de Reguliers-Poort, veertien honderd zes en zeventig; buiten de Heilige-Wegspoort, veertien honderd drie en twintig; en buiten de Haarlemmer-Poort i drie honderd zeven en tagtig; en dus, in de vier Voorfleden met eikanderen i vyf duizend drie honderd vyf en zeventig: en inde Stad en Voorde- den famen, honderd en vier duizend negen honderd een en zeflig ingezetenen («). De Vroedfchap heeft Burgemeederen, nog in 't jaar 1630, gemagtigd, om alle de zie- len in de Stad te doen opfehryven (v). Doch of zulks gefchied zy, is my niet gebleeken. Naderhand, is 'er geene nét- te telling gefchied. Men kan, derhalve, het tegenwoordig getal der ingezetenen , niet dan uit gisrekening,weeten. De Heer N1 c o L A A s S T R u Y c K heeft zig, voor ee- nige jaaren, veel moeite gegeven,om het getal der inwooneren van eenige Dorpen te laaten tellen, en uit vergelyking van de getrouwden , geboorenen en gedorve- nen aldaar, met de getrouwden en geboore- nen, en vooral met de gedorvenen alhier, opgemaakt, dat het getal der ingezetenen deezer Stad, naauwlyks fwee honderd dui- zend beloopt Qw). Anderen dellen 't groo- ter ; doch, zo 't ons toejchynt, op loffer grond. Veiligd is 't, nogtans y Ül een? zaak van deezen aart, die niet op bevin- ding rud, niets als volkomen zeker valt te dellen. Tot de regte kennis van de Stad, en van
derzelver Gelegenheid en Gefchiedeniffen, is van veel dienft, dat men de gelegen- . heid van alle Graften, Straaten_ en Stee- o-en wel kenne. Wy hebben hierom de moeite genomen, om van deeze allen , twee Naamwyzers op te dellen, die wy hier tuffchen voegen. (u) N. StrüYCK Nader Ontdekk. il. 117.
(v) Refol. Vroedfch. /V. 16. i Nov. ifijo./. i6y verß.
(w< N. STKuyczi Nadei Ontdekk. II. 14s.
|
|||||||||||||||||||||
geteld hadt, om dat de huizen, in welken
zy gevonden werden, aan onvermogenden behoorden, die niet in't Haarddcdcgeïd droegen; gelyk men, zckerlyk,de haard- deden der Klooderen en Godsdiendige Gefügten overgeflaagen heeft. Het ge- tal der Huizen zou, in zulk een geval, ook grooter geweed zyn. In 't jaar'1632, toen de derde uitlegging, reeds voor een goed gedeelte, betimmerd was , fchoon 'er, tuffchen de Prinfen- en Baangraft, nog vecle erven ledig lagen (r), werden veertien duizend vier honderd en veer- tig Huizen in de Stad , en elf honderd twee en twintig in de Voordeden, famen vyfiien duizend vyf honderd twee en zeflig, geteld (Y). Men zict hieraan, hoe zeer de Stad, in den tyd van ruim honderd jaaren, in getal van Huizen, toegenomen "was. Met de laatfte uitlegging, zyn dee- ze Voordeden, grootcndeels, in de Stad getrokken, en, na 't genoegzaam betim- meren dier uitlegginge, zyn 'er, in 't jaa.r 1732, binnen de Stad en de Vryheid, zes en twintig duizend vyf en dertig Hui- zen in de Lyden der Verpondinge gebragt; welk getal, tot in't jaar 1740, met twee honderd twee en tagtig vermeerderd was ((); zo dat 'er toen zes entmutig dui- zend drie honderd zeventien Huizen. geteld werden , die verponding fchuldig waren, 't Getal der Huisgezinnen is , in 't jaar 1747, opgenomen, en bevonden te zyn een en veertig duizend vyf honderd een en zes- tig , naamlyk twee en twintig duizend agt honderd een en twintig Huisgezinnen, die in Huizen, en agttienduizend zevenhon- derd en veertig, die in Agterhuizen , in Kelders en op Kamers woonden. Zo na weet men, tegenwoordig, 't ge-
|
|||||||||||||||||||||
W0
|
|||||||||||||||||||||
Her
|
reo
|
taI der Huizen en Huisgezinnen. Het te
|
|||||||||||||||||||
Jiatl 4m- genwoordig getal der ingezetenen is moei-
erdam, lyker te bep aaien. In't jaar 1622, zynze geteld geworden, en bevondt men toen (r)' Refol. Vroedfch. iV. 16. 6 Oft. ifizs. ƒ. js.
(5) Chron. van Medenblik, hl. ïoo. (t)Zie N. STRUYCK Nader Ontdekk. omtr. den ftaat van 't Menfch. geflagt gedr. 1753. U. 132. |
|||||||||||||||||||||
NAAM-
|
|||||||||||||||||||||
G 2
|
|||||||||||||||||||||
52 AMSTERDAMS I. Deel.
N A A M- e N P L A A T S-W Y 2 E R
Fdn alle GRJFTEN, STRAATEN, STEEGEN en
•voornaame G A N G E N der Stad
AMSTERDAM.
|
||||||
B E R I G T.
De volgende Naam- en Plaatswyzer is verdeeld in zeven Hoofddeelen, mee
I. II. III. IV. V, VI. en VII. aangeweezen, gefchikt naar den oudften beken-' den ftaat der Stad en derzelver verfcheide Vergrootingen. In ieder derzelven ,; vindt men de voornaame Graften, S traaten en Eilanden, met groote letters, en A. B. C. D. enz. getekend: de mindere Graften, Straaten,Steegen, Gan- gen, op de voornaame Graften of Straaten beginnende of eindigende, met i. 2. 3. enz., a. b. c. enz., f. {. *. enz., en kleine letters; gaande de telling derzelven o- veral van binnen naar buiten, of, in de oude Stad, naar den Y-kant,en in de twee laatfte uitleggingen VI. en VII., naar de Vellen, Agter de naamen der doorloopen- de Graften, Straaten, Steegen, of Gangen, wordt overal aangeweezen, waar zy uitkomen. Als 'er niets agter ftaat, blykt, dat zulk eene Graft, Straat enz. niet door- loopt, ten ware het tegendeel daarby aangetekend ftondt, gelyk fomtyds, omtrent; Graften, Straaten of Steegen, die op Markten, Pleinen, of aan de Schans uitkomen, gefchiedt. De Naam- en Plaatswyzer toont dus, welke Graften, Straaten, Steegen enz. in de oudfte en jongere gedeelten der Stad leggen, en wat 'er, in elke, vergrooting'/ bygekomen is. De ftrekking of loop dier Graften, Straaten enz. wordt'ér insgelyks in aangeweezen. Ook kan men 'er den naam in vinden van eene Graft' Straat of Steeg, welker plaats bekend is. Zomen, by voorbeeld, weetenwil, hoe'de zeven- de Steeg aan de Ooftzyde van het Rok in heet , ziet men, in Hoofddeel I op. de Letter A., by 7., M dmelver^naam Iferemytm-fieeg is. Agter dien naam, ftaat,. Zie I. /. 14. twelk, 111 t zelfde Hoofddeel, wyft op de Letter/, zynde het teken van de Nes; waar men,by 14., de zelfde Heremyten-fieeg getekend vindt: waaruit blykt, dat dezelve in de Nes uitkomt. Zo de naam van eenige Graft, Straat of Steeg bekend is, en men derzelver plaats begeert te weeten;kan men, in de L yst naar orde van't A. B. C., die op den Naam- en Plaatsivyzer volgt, vinden , waar dezelve , in den Naam- en Plaatswyzer, getekend ftaat. J de Mozes- en Aäron-ftraat. Zie I D 14
Beooften of agter de Nieuwe Kerk,'gemamd
Het oudfte bekende gedeelte der Stad, toen zy, ,_ *l]™Se-J.eeS- J™ *• M. 12. a. in 'tjaar i34a, fen Oosten, met denOum- de NlEÜ™™- Zie LM.
ZYDS - Voorburgwal , ten Westen met den r
TSTIEUWE-ZYDS-VOORBURGWAL , ttwZüIDKN, ^ R A F T E N ,
A. 't Rokin, oudtyds , de Anfiel.
D E D A M h- T Water °f Damrak. legt omtrent midden in de oude Stad. Aan de °oft' "/ °ude zydc ■'
Op oen zelven loopen mt . , m . ,.T.
^ Aan de Weft- of Nieuwe zyde:
het Damrak of Water. Zie I. B D. Nieuwe-zyds-Voorburgwal.
de Vygendam of Middeldam Ziel. I. IS. de Beurs-fteeg (Zie I. A. 18.), uitkomende op - In l Z"ldf'
het Rokin. Zie I. A. £• de G^m-burgwal, oudtyds, de Grim.
de Kromelleboog-fteeg. Zie I. A. 17. *■ «etbpuij.
de Kalverstraat. 'Zie I. L. de Gafthuis-fteeg. Zie I. D. 13. In
|
||||||
AANWAS en GELEGENHEID.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IL Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
53
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
a. 't Gebed zonder end. 2..z.ZieLE. 1.
a. Barberftraat. Zie I. ƒ. 2. 3. Lomberds-fteeg. Zfe I. f, 3.
4. Engelfcbe Poort.
5. Agter de Hal, en ter wederzyde
van de Groote Hal.
ten Zuiden heette ook S. Pieters -fteeg.
Zie I. I. 5. 6. Pieter Jakobsz-ftraat. Zie 1.1- 6. en in de-
zelve
a. Pieter-Jakobsz-Dwarsftraat. {Zie I. C. 7. a.), in welke is O. z. de
f. Steenhouwers fteeg op .den Voorburgwal uitkomende. 7. Hal-fteeg, waarin
a. Pieter-Jakobsz-Dwarsftraat {Zie I. C. 6. a.)
uitkomt. Zie I. ƒ. 7. 8. Pyl-fteeg. Zie l. K. 1. heeft Z.z. twee gan-
gen en N. z. een: Ioopende in de
9. Jan de Vriezen-fteeg: heeft N. z. een gang,
Ioopende in de
10. Servet-fteeg, oudtyds, Ravetfleegje. Zie I. K. 2.
in dezelve is N. z. een gang, Ioopende in 't
11. Duive-fteegje, oudtyds, Arend Jakohszoons-
fteeg, heeft ook N. z. een gang, loo- ■ pende in de.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In 't Noorden:
0. Oude Teertuinen, oudtyds, Houttuinen.
H. Texelsche Kaai, oudtyds, Nieuwe-zyds-Hout~
tuinen. Groote Straaten.
Aan de Ooft- of Oude-zyde.
1. Nes , oudtyds, ten deele, de Nejje of Giimnes-
fe, ten deele, Gansoord.
K. Warmoesstraat, oudtyds , ten deele, Kerk- ßraat, ten deele, Warmoe sflraat. Aan de Weft- of Nieuwe-zyde :
L. KalverstraAt, oudtyds, ten deele Bindwykoï
Binnenwyk.
M. Nieuwendyk , oudtyds, Windmolenflraat. Kleine Straaten en Steigen.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A. op 't R
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
O K - I N.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van de Lange -brug tot den Dam.
Ooflzyde.
Lange-brugs-fteeg. Zie I. 7. 8.
Kalfsvel fteeg of Styffel-fteeg. Zfe I. I. 9. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Cellebroêrs-fteeg of Pens-fteeg. Zie I. ƒ. io
|
12.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wyde-Lomberds-fteeg. Zie I. ƒ. 11.
S. Pieters-Poort. Zie I. ƒ. 12, ^Nadorft-fteeg. Zie I. ƒ. 13. , Heremyten-ffeeg , eertyds, Utrechtfche Stei- 13. S
gers-fleeg. Zie 1. I. 14. |
houten-fteeg, oudtyds, Jan Schouten-Aarts-
zoom-fteeg. {Zie I. K. 3.) heeft een gang
Z. z., Ioopende in'tDuive-fteegje, en
een N. z. in de
Jans-ftraat. {Zie I. Ä". 4.). In dezelve is N- z. een gang, Ioopende in de
eidekkersfteeg,komt Z.z. door een gang in de S. Jans-ftraat.
ooijers-fteeg. laauwlakens-fteeg. wartlakens-fteeg. . Anne-ftraat. Zie. I. K. 5. in dezelve N. 2.
S. Anne-Dwarsftraat, in welke, tenOoflen, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Weflzyde.
, Tak-fteeg. Zie I. L. 1. Water-fteeg. Zie I. Z,, 2. Enge Kapel-fteeg. 2Tïc I, L. 3. Wyde Kapel-fteeg. Zie I. L. 4 |
14.
15-
16. 17-
18. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9-
10
II.
1213
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mooren-fteegje.
Duifjes-fteeg. Zie I. L. 5. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uitkomen.de volgende twee Steegen,
die op den Burgwal ingaan.
Dolle Begynen-fteeg. Trompetters-fteeg of Zoger-fteeg. Oude-Kerks-Plein. Zie.L K. 6. 7. 8. Agter de Oude Kerk, in de Bogt. Sleepers-fteeg, eertyds, Paternoßersßeeg. Niezel. Zie 1. K. 9. Heintje-Hoek-fteeg. Zie I. K. 10. Zak-fteeg of Suikerbakkers-fteeg. Oude-zyds-Arm-fteeg. Zie I. K. 11. Wyngaardsftraatje. Zie l.K. 12. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
14.
16,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gaapers-fteeg, oudtyds, Ouen-fleeg. Ziel
|
. L. ó\
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Spaarpots- o/ Spreeuwpots - fteeg, oudtyds,
Jakob van Olen-fleeg. Zie I. L. 7.
Paapenbroek-fteeg , oudtyds , Popius -fleeg Kromelleboog-fteeg, oudtyds, 't Roode'-leéu-
wen-fleegje, komt uit op den Dam. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
19.
20.
21. 22. 23-
24.
25-
26.
27.
2S.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het RoKiN ter wederzyde de Beurs
beet 18. Agter of bezyden de Beurs,
en Beurs-fteeg. B. Water of Dam rak.
Weflzyde.
1. Valken-fteeg. Zie I. M. 1.
2. Dubbelde-Worft-fteeg, eertyds, Romeni-ßraat.
Zie I. M. 2.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
jD. Nieuwe-zyds-Voorburgwal.
Ooflzyde.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
S. Lucien-fteeg. Ziel. L. 11.
Turfhok-fteeg of Turkfche Keizers-fteeg. Zwarte Paard-fteeg. Witte Kelk-fteeg. Mooriaans-fteee |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3-
4- 5- 6. 8.
9- |
Zout-fteeg. Zie I. M. 3.
Baafjes-fteeg. Zie I. M. 4. Vrouwen-fteeg. Zie I. M. 5. Mandemaakers-fteeg. Zie I. M. 6. Oude-brugs-fteeg. Zie I. M. 7. Karnemclks fteeg. Zie I: M. 8. Kapel-ftceg. Zie I. M. 9. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stoutehaans-fteeg of Penfionaris (leeg-
Slooterdyks-fteeg. 8. Melkmeisjes-fteeg.
9. Azynmaakers-fteeg of Zwartlakens-fteeg.
10. Spykerboors-fteeg. 1 r. Jonge Roelen-fteeg. Zie ft L. I2-
12. Boeren-fteeg of Melkboeren-iteeg, o/Blaau- wehaan-fteeg- Gaftbuis-fteeg. C «omen uit oP Mozes en Aäron-ua'aat: _ f den Dam. .
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ten einde van 't Water , komt men Weßvoaaräs
aan de Texelsche Kaai. Zie I. H. OUDE-ZYDS-VOORBURGWAL.
Weflzyde.
Svir? fteCS °f Züver"fteeS- Zis I. *• l-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
14
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
15. Gravenftraat. Zie I. M. 12.
16. Zwarrehand-lleeg, eertyds, School fleeg. Zie
X. M. 12. a. f. J b
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
C 3
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
't Hol
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
17-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
54
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
17. 't Hol. Zie LM. 13. •
18. S. Nikolaas-ftraat. - Zie l.\M. 14.
19. Geemukl-fteeg, komt N/z. met een gang
uit in de
20. Nieuwftraat. Zie I. M. i5- In deeze is N-Z-
een flop , waarin Ooflwaards een ande-
re loopt, a. Spamaards- of Spanjes-poort genaamd, meteen winkelhaak in de Dirk van Haffelts-fteeg uitkomende: en WeftvJaards de |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
15' Vygen- of Middeldam : en daar op
een poort of doorgang ten Zuiden naarde
Bcurs-fteeg, en
twee ten Noorden naar de groote Vifch- markt. K. Warmoesstraat.
Ooflzyde.
Pyl-fteeg. Zie I. C. 8.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
L
L IC
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Servet fteeg. Zie I. C.
Schouten-fteeg. Zie I.
S. Jans-ftraat. Zie I. C.
|
10.
C 12.
13-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
21.
22.
|
Suikerbakkers-fteeg.
Dirk van Haffelts-fteeg. Z?e I. M. ig.: en
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in dezelve
aan de Zuidzyde,
Louwen-poort of Meefter Louwen-fteegje. Spanjaards- of Spanjes-poort, uitkomende in de Suikerbakkers-fteeg. aan de Noordzyde, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
S. Anne-ftraat: in dezelve*
a. een Dwarsftraat, hebbende ten Weflen
\. Goudbergs-fteeg. \. Bethlehems-fteeg. \. Trompetters-fteeg. ten Ooflen, Zie I. C. 18. a.
6. Zoete-naam-Jezus-fteegje. T komen uit op 't
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
C
d
23-
24.
|
Zilverfmids gang, of Kruimans-fteegje.
Stuivers gang. Kolk en Kolk-fteeg. Zie I. M. 17.
S. Jakobs ftraat. 7Ae I. M. 18. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
t. Wyde-Kerks-fteeg.
8. Enge-Kerks-fteeg.
|
VOude-Kcrks-
J plein. Ziel.C.21, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aan de Zuidzyde
Dwarsftraat, uitkomende op de Kolk. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9. Niezel. Zie I. C. 24.
10. Heintje-Hoek-fteeg. Zie I. C. 25.
11. Oude-zyds-Arms-fteeg. Zie I. C. 27.
12. Wyngaards ftraatje. Zie I. C. 28.
13. Oude-zyds-Kapel-fteeg, loopt naar de O. Z. '
Voorburgwal Weflzyde.
het einde der Warmoesfiraat heet 14. S. Olofs-poort,
buiten welke is de
15. Kamper-fteiger.
Weflzyde.
16. Vifch-fteeg, oudtyds , Henrik Katrynszotms-
fteeg, loopt naar de Vifchmarkt.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
25-
|
Oude Braak
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in dezelve f drie niet doorloopende gan-
gen, een gang , uitkomende in de a. Kromelleboog-ftaeg op den Nieuwendyk. Zie 1. M. 19., en een gang, uitkomende in de 26. Nieuwe-zyds-Arm-fteeg. Zie I. M. 20.
27. Brouwers-fteeg. Zie I. M. 22.
JE. Grim burgwal.
I. Gebed zonder end, hebbende
ter wederzyde een niet doorloopende dwars-gang , en uitkomende in de Kuipers-fteeg. Zie
I. C. I. I. I. 1.
F. S p u ij.
1. Noordzyde, of agter de begynen.
G. Oude Teertuinen,oudtyds,
■w-r . • r-f. TTT /?
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
17.
18. 19. 20. 21. 22. |
Eerfte Waaigat. -^
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Paapenbrug-fteeg.
Tweede Waaigat. [_ Oudebrug-fteeg. <* Guldehand-fteeg. j Nieuwebrug-fteeg.J |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
loopen regt tegen 't
Water Ooflzyde. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
L. Kal.verstraat.
Van de OfTen-fluis tot den Dam.
Ooflzyde.
1. Tak-fteeg. Zie I. A. 8.
2. Water-fteeg. Zie I. A. 9.
3. Enge-Kapel-fteeg. Zie I. A. 10.
4. Wyde-Kapel-fteeg. Zie I. A. 11.
5. Duifjes-fteeg. Zie I. A. sg.
6. Gaapers-fteeg. Zk I. A. 14.
7. Spaarpots-fteeg. Zie I. A. 15,
8. Paapenbroeks-fteeg, Zie 1. A. 16.
Weflzyde.
9. Roozeboom-fteeg, loopt regt agter de Be-
gynen. Zie I. F. 1.
10. Begynen-fteeg, loopt naar 't Begynhof.
11. S. Lucien-fteeg. Ziel. D. 1.
12. Jonge Roelen-fteeg. Zie I. D. u.
M. Nieuwendyk.
Van den Dam tot de Oude Haarlemmer-fluis. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
V
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Houttuinen. Zie III. F.
1. Zeedyk. Zie onder III. /.
H. Texelsche Kaai. 1. Haffelaai-s-fteeg, oudtyds, Trouwloos-ßeeg.
l.ic I. M. 1 o.
2. Ramskooi. Zie I. M. 11.
I. Nes.
Ooflzyde. 1. Kuipers- of Zilver-fteeg. Zie l.C I.
waar in
a. 't Gebed zonder end Z.z. Ziel. E. I.
2, Barber-flraat. Zie l. C. 2.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3-
4. 5-
6.
7-
|
Lomberds-fteeg. Zie I. C. 3.
Hal-plein of Boeren-Vifchmarkt. Ziel. C. 5. Aster of nevens de Hal, eertyds S. Pieters- (leeg. Zie \.C. 5.
p;eter-Jakobsz ftraat. Zie I. C. 6. Hal-fteeg. Zie I. C, 7. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ifefizyde.
Langebrug-fteeg. Z& *• -<£ *•
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ooflzyde.
1. Valken-fteeg. Zie I. B. 1.
2. Dubbelde Worft-fteeg. Zie I
3. Zout-fteeg. Zie I. JS. 3.
4- Baafjes-fteeg. Zie I. 5. 4 5. Vrouwen-fteeg. Z« I. B, 5.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9.
10
|
Kalfsvel- <ƒ Styffcl-fteeg. Ä« I. A.2.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Cellebroêrs-fteeg o/Pens-fteeg. liel.A. 3.
11. Wyde-Lomberds-fteeg. £** *• A- 4-
12. S. Pieters-Poort. Zie I. ^ 5-
13. Nadorft fteeg. Zz'ir I. X 6.
14. Heremyten-fteeg. Z/'e I. A. 7.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ß. 2.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
<5. Man-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
OPKOMST EN AA N..W A S.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I. BoEjt.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
SS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9. Mostaardpot-fteeg o/ Schuitmans fteeg. Zie
II. Z). 8. 10. Korte Lynbaans-fteeg of Kleimans -fteeji. Zie
II. D. 9-
11. Pottebakkers fteeg. Zie II. D. io.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II.
2?.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mandemaakers-fteeg. Zie I. jB. 6.
Oudebrugs-fteeg. Zie 1. B. 7. Karnemelks-fteeg. Zie I. 5. 8. Kapel-fteeg. Zie L .B. 9. Haffelaars-fteeg. Zie I. 77. 1. Ramskooi. Zie I. H. 2. Weflzyde.
Graven-ftraat. Zie I. D. 15. aldaar te;j Zuiden
. Agter de Nieuwe Kerk, of Elendige fteeg, uitkomende op den Dam.
ten Noorden . de Blaauwe ftraat en erf, loopende Wefivoaards, naar de
f. Zwarte hand-fteeg. (Zie I. D. 16.) en Oojlvjaards, naar het
Hol, (Zie 1. D. 17.) welk ook ten Noorden uitloopt in de
S. Nikolaas-ftraat. Zie I. ZX 18. Nieuw-ftraat. Zie I. D. 20. Dirk van Haflelts-fteeg, -Zie L D. 22. Kolk-fteeg. Z& I. D. 23. S. Jakobs ftraat. Zie I. D. 24. Bromelleboogs iteeg. Zie I. D. 25. a. Nieuwe-zyds-Armfteeg. Zie I. D. 26. Klapmuts-fteeg, eertyaLr, Malle Frans-fteeg. Brouwers-fteeg. Zie I. D. 27. II.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6.
7.
8.
9- 10.
11.
12.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
12. Waterfcheeps-fteeg of Hopkuil
|
•fteeg. Zje
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. D. 11.
13. Klimop-fteeg. Zie II. D. 1-2.
C. Oude-zyds-Agterburgwal,
Weflzyde.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
C.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Agnieten-ftraat. Zie 11. ^. 1,
Prinfcn-Hof-fteeg. Zie 11. A. 3. Oude Doele-ftraat. Zie .11. A. 4. Stoof-fteeg. Zje II. ^. 5. Kreupel-fteeg. Zie II. Jf. 6. Minderbroeders-fteeg. Zz'e II. ^f. Korte-Niezel. Zie 11. y£ 8. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
J3-
14.
ï'i-
16. 17-
18. 19. 20.
21. 22.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
8. Rotteneft. Zie 11. ^. 9.
D. Nieuwe-zyds-Agterburgwal, _q.
Oofizyde. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
•1. Roskam-fteeg. Z/e II. B. 1.
2. Roosmaryn-fteeg. Zie II. B. 2. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3-
4- 5- 6. 7- 8. 9- 10.
II.
12.
|
Wyde-fteeg. Zie II. B. 3.
't Keizerryk. Zie 11. 5. 5.
Stil-fteeg. Zie II. 5. 6.
Huiszitten-fteeg. Zie II. Z?. 7.
Mol-fteeg. Zie II. 5. 8.
Mostaardpot-fteeg. Zie II. 5. 9.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vergrooting der Stad, federt het graaven der
NIEUWE GRAFT , »M f/e OuDE- en NlEUWE-
Zyds-Agterburgwal , voor het jaar 1400.
Grapten.
A. Oude-zyds-Voorburgwal Oofizyde, of Fluwee-
LEN-BURGWAL.
B. NiEUWE-zYDS-VooRBURGWAL Weflzyde.
C. Oude-zyds-Agterburgwal Weflzyde.
D. Nieuwe-zyds-Agterburgwal Oofizyde.
A- OUDE-ZYDS-VOORBURGWAL,
Oofizyde,
of Fluweelen-Bukgwal. 1. Agnieten-ftraat. Zie II. C. 1.
2. S. Katrynen-Kloofters gang.
3. Prinfen-Hof-ftecg, oudtyds, S. Cecilien-fleeg.
Zie 11. C 2.
4. Oude Doele-ftraat. Zie II. C 3.
5. Stoof-fteeg, oudtyds, Huiszitten - fteeg. Zie
II. C. 4.
6- Kreupel-fteeg. Zie 11. C. 5. 7. Minderbroeders-fteeg, ooitOude-Kerks-fteeg,
in 't gemeen Oude Kennis-fteeg. Zie
11. c:6.
8. Korte-Niezel o/B'aauwe Lelie-ftraat Zie
II. C. 7.
9. Rotteneft, of Zoutkoopers-fteeg, o/Vreden-
burgs-fteeg. Zie II. C. 8.
5. NlEUWE-ZYDS-VoORBURGWAL,
Wefizyde.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Korte Lynbaans-fteeg.
Potte bakkers-fteeg. Zie |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ie 11. 5. 10.
II. B. 11. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Waterfcheeps-fteeg. Zie II. B. 12.
Klimop-fteeg. Zie II. B. 13.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III.
Pergrooting der Stad, omtrent het jaar 1480,
door het bemuuren derzdve, langs de Oo'st- zyde van den Singel , en de Westzyde van den Kloveniers - Burgwal en Geldersche Kaai. G R A F T E N.
A. Oude-zyds-Agterburgwal Oofizyde.
B. Nieuwe-zyds-Agterburgwal Weflzyde.
C. Singel Oofizyde.
D. Kloveniers-Burgwal Weflzyde.
E. Geldersche Kaai.
F. Oude Teertuinen, oudtyds, Houttuinen.
G. RoKiN,vande Schaapenmarkt tot de Lange brim;
H. Oude Turfmarkt. GrooteStraaten.
I. Zeedyk. K. Kalverstraat , van de Schaapvimarkt tot de Ofljen-fluis.
L. Nieuwendyk , van de Oude tot de Nieuws Haarlemmer-fluis. A. Oude-zyds-Agterburgwal,
Oofizyde.
1. Blyde Hoek, zynde het Zmdeindc van dien
Burgwal. „. TTI n
2. Oude-man-huis-Poort^Z« lil. D. 2.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. Roskam-fteeg. Zie II, D. I-
2. Roosmaryn-fteeg. Zré"lï- Ö.
3- Wyde-ftecg. Zie 11. D. 3.
4- Kaatsbaans-fteeg.
5- 't Keizerryk. Zie II. D. 4.
<3. Stil-fteeg. Zie 11. D 5. 7- Huiszitten-fteeg. Zie 11. D.
>Mol-fteeg. Zie 11. D. 7. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
?,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
j. Slykftraat. ZieUl.V- 3-
4. Rusland. 7JeU}-D- f 5 Spïnhuis-fteeg. Zie III. D. 5. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6. Kor-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A 'M S T E R t> A M S
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
56
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■I. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6. Korte-Spinhuis-fteeg.
Deeze, twee Spinhuis-fteegen loopen in
't midden door een a. Dwarsftraat in eikanderen, in welke dwars-
|
en tuffchen den Nieuwendyk en de Ha-
ringpakkery, de 21. Martelaarsgraft. _
22. Haringpakkery. Zie III. C. 19.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ftraat, Oqflwaards een niet doorloo-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
pende fteeg loopt, genaamd de
b. Zak-fteeg.
7- Waalen-Kerks-Pleinv tti „ ■ ■ . 8. Oude Hoog-ftraat. Zie III. D. 6. en daarin, * ten Zuiden,
a. Éethanie-Dwarsftraat. u^i^nie-ftraat. Zie III. D. 9. in dezelve |
ur PINGEL»
Ooßzyde
't Kioofter hebbende drie ingangen, een
Dwarsftraat, en de raiddelftl ingang in Ä-ltsang in de Kalverftraat- z»>
'• Heilige-Weg -(Zfä m. £ 4>) en den
zelven Z. z. de a. Vrouwen gang: en N. z
b. Handboogftraat. Zie III. Cj a
c. Voetboogftraat. Zie III. C 3' b'
d. Schaapen fteegje , in de Voetboosffraat
uitkomende,
i. 't Spuij, (Zie UI. K. 5-) waarop uitkomen, aan de Z.z. a. Handboogftraat. Zie III. C. 2. b.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
a Bethanie-Dwarsftraat, waar in uitkomt de
'+. Boeren-fteeg, die ook in de Bethanie- fltaat, en op den Kloveniers-Burgwal (Zie UI. D. 8.) uitkomt. 10. Koeftraat. Zie llLDiio. en in dezelve Z.z.
a. Oude Hoefyzers gang.
b. Nieuwe Hoefyzers gang.
11. Hoogkamers-fteeg of gang.
12. Barnde-fteeg.(Zie lil. D. 11.),waarin,N.z.
a. Bruiniften gang. 13. Bloedftraat. (Zie III. D. 12.), waarin ,N. z.
twee Dwarsftraaten, de Ooftelyke ge-
naamd a. de Gordynen-fteeg, de Weftelyke
b. de Bloed- of Monniken-dwarsftraat, beide
uitloopende in de
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b. Voetboogftraat. Zie lil. C. 2.
|
c.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Korte Hei-fteeg. Zie lil. B. 1.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vliegende-fteeg. Zie III. B. 3.
Kaatsbaans-gang. Raam-fteeg. Zie III. 5". 4. 8. Kruis-fteeg of Schoorfteenveegers-fteeg. Zie
III. xi. 5,
9. Korte Gafthuis-MoIen-fteeg. Zie 111. B 6
10. Korte Huiszitten-fteeg. Zie III. 5 9
11. Jan-Rooden-Poorts-Tooren-fteeg o/fooren-
fteeg. Zfclli.j.I0. s^100rei1
12. Spaarpots-fteeg. Zie lil. B rj
13. Lynbaans-fteeg. Zie in. ß I2"
14. Korte Korsjes-poort-fteeg. Zje III B i*
15. Osjes-fpook-fteeg. Zie III. B ia a °'
16. Jeroenen-fteeg, uitkomende op de
17. Kuip of Stroomarkt, waarop nog uit-
loopen. r °
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^4
15 |
Monniken-ftraat. Zie lil. D. 13.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Molen-fteeg. Zie III. I. 6.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
16. Boom-deeg. Zie III. 7. 7.
17. Korte Storm-fteeg. Zie lil. I. 8.
B. Niéüwe-zyds-Agterburgwal,
Weßzyds.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I.
2. 3-
4.
5- 6.
|
Korte Hei-fteeg. Zie III. C. 4.
Houtzaagers gang.
Vliegende fteeg , oudtyds, Fye Vliegenßeeg
en Vyf vliegen-ßeeg. Zie III. C. 5.
Raam-fteeg. Zie III. C. 7. Kruis-fteeg o/ Schoorfteenveegers-ftécg. Zie III. C. 8.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
a.
b. c. |
'tKattegat. Zie lil. B 14
Engelfche-fteeg. Zie 111/ 3 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Smak fteeg. (Zfe III. Z.. 4.)'waarin N.z.
een gang. d. Gouwenaars-fteeg. (Zie III L <; ) 18. Nieuwendyk Zie onderin I
19. Haringpakkery. Zie III. ï.k aldaar
a. Panaals-fteegje , eertyrfj- Holmans-fteegje.
Zie III. L. 2. .• D. Kloveniers-Burgwal
TVeflzyde.
1. Nieuwe-Doele-ftraat. Zie Hl, ƒƒ. r/
2. Oude-Manhuis-Poort. Zfe Ilf ^f 2"
3. Slykftiaat. Zie III. A.^.
4. Rusland. Zje III. A. 4.
5. Spinhuis-fteeg. Zje \\\. A. Sf6.
6. Oude Hoogftraat. Zie lil. A. 8.
7. Klokken fteegje.
8. Boeren-fteeg. Zfe III. ^T. 9. a. +.
9. Bethanie-ftraat. Zie lil. A. 9.
10. Koeftraat. Zfe III. A. 10.
11. Barnde-fteeg. Zie III. A. ia,
12. Bloed-ftraat. Zie III. ^. 13.
13- Monniken-ftraat. Zie III. A. 14.
E. Geldersche-Kaai,
i- Stonn-fteeg. Zie III. 7. 1.
2- Waterpoorts-fteeg. Zie III. 7. 2.
3- Frans Talingen fteegje, of Frans Teilingen-
fteegje, ook Kromclleboog-fteeg. Zie lil.
*■ 3- F. On-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Korte-Gafthuis-Molen-ft
en daar in, N. z.
. Naaldenmaakers-gang, Wyngaards-fteegje.^ Sprokkelbeurs-fteegje. |
,8. (ZfelII. G.9.),
, eertyds, Hamfleegje.
Zie UI. C. 10.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9-
10. 11.
12. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Korte Huiszitten-fteeg.
Jan-Rooden-Poorts-Tooren-fteeg,o/Tooren- fteeg. Zie UI. C. 11.
Spaarpots-fteeg. Zie 111. C. 12.
Lynbaans-fteeg. (7Je III. C. 13.) in dezelve een Dwarsftraat, genaamd de
. Oude Nieuw-ftraat, uitloopende in de Korte Korsjes-poorts-fteeg. (Zie III. C. 14.), waar in nog een Dwarsftraat, genaamd
de
. Teerketels-fteeg, komt uit aan 't water van 'tKattegat. (Zie III. C. 17. a.), waar in, Z.z. een fteegje, uitloopende op den Singel,
genaamd
. Osjes-fpook-fteeg, eertyds, Steeg naaft de Brouwery van den Os. (Zie 111. C. 15.),
en N.z. een diergelyk, uitloopendeop
den Agterburgwal, genaamd het.
Hemelryk. 't Kleine Hemelryk. Zwarte-byl-fteeg. Smids-fteeg. r Nieuwendyk. He lil-L-
De Nieuwe-zyds-Agterbiirgwa toflehen t |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1.3'
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
H
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IS-
16. 17.
18. 19. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
heet het
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
, Kattegat en den Nieuwendyk, **«■ *-
Hekelveld. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
20.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Boek. AANWAS KN GELEGENHEID.
|
|||||||||||||
57
|
|||||||||||||
B. De Waal of Oude Waai.. IV.
C. Boomsloot en Dwarsboomsloot.
£>. Oude Schans of Montelbaans-Burgwal.
i LiSTHDjE. J.
i. Dykftraat. Zie IV. C. 3. d.
waarin, Je?j Noorden,
a. Dyk-Dwarsftraat. 2. Keizers ftraat. Zie IV. C. 3. f.
waarin , ten Noorden,
a. Keizers Dwarsftraat. 3. Konings ftraat. Zie IV. C. 3. g.
waarin, ten Noorden,
a. Brandewyns-fteeg. Zie IV. C. 1.
ten Zuiden.
b. Suikerbakkers-fteeg.
waarin
t Zak-fteeg. O. z. 4. Boomdoot. Zie IV. C.
5. Ridder-ftraat. (Zie IV. D. 6.), waarin
a. eerfte Ridder-Dwarsftraat. Zie IV. C. 4.
b. tweede Ridder-Dwarsftraat. Zie IV. C. 5.
6. Jonker ftraat. (Zie IV. D. 7.), waarin
a. eerfte Jonker-Dwarsftraat. Zie IV. B. 2.
b. tweede Jonker-Dwarsftraat. Zie. IV. B. 3.
7. Bantammer ftraat. (Zie IV. B. 5.), waarin
a. de Kollegats -fteeg, loopende toe door de
tweede Jonker-Dwarsftraat. 8. Schippers ftraatje. Zie IV. B. 6.
9. Lelie ftraatje. Zie IV. B. 7.
10. Wittepaards-fteeg.
11. Smids-fteeg. Zie IV. B. 8.
B Waal of Oude Waal. B.
1. Smids-fteegje.
2. eerfte Jonker Dwarsitraat. Zie IV. A. 6. a.
3. tweede Jonker Dwarsitraat. Zie IV. A. 6. b.
4. Kollegats dwars-fteeg. Zie IV. A. 7. a.
5. Bantammer ftraat. Zie IV. A. 7.
6. Schippers ftraatje. Zie IV. A. 8.
7., Lelie ftraatje. Zie IV. A. 9. 8- Smids-fteeg. Zie IV. A. 11.
C.BOOMSLOOT fflDwAKSBOOMSLOOT. C.
Zuidzyde van Boomsloot.
1. Brandewyns-fteeg. Zie IV. A. 3. a.
2. Korte Konings Dwarsftraat. Zie IV. D. 4.3.
3. Tuffchen beiden loopt Dwarsboomsloot.
en daar op ten Ooflen
a. Korte Dyksftraat. Zie IV. D. 2.
b. Korte Keizers-ftraat. (Zie IV. D. 3.), in
welke ,
\. Korte Keizers-Dwarsftraat. ZielV. D. 3.3.
c. Korte Konings-ftraat. (Zie IV. D. 4.), waarin
\. Korte Konings -Dwarsftraat. Zie IV, D. 4. a. ten Weflen,
d. Dyk-ftraat. Zie IV. A. 1.
e. 't Slootje, uitloopende, met twee uitgan-
gen in de Keizers-, en met één uitgang
in de Dyk-ftraat. f. Keizers-ftraat. Zie IV. A. 1.
g. Konings-ftraat. Zie IV. A. 3.
h. Boom-fteeg. Noordzyde van Boomsloot.
4. eerfte Ridder-Dwarsftraat. %*? *V- A- 5- a.
5. tweede Ridder-Dwarsftraat. Z*e IV. A. 5.b.
D. Oude Schans of MontelBaans. £.
Burgwal.
|
|||||||||||||
F. Oude Teertuinen, oudtyds
HoUTTUINNEN.
i. Zeedyk. Zie III. I.
2. Kamperhoofd, en
3. Schreijers-boek.
4. Oudezyds-Kolk. Zie III. L 4.
G. Rok in, van de Schaapenmarkt tot de
Langebrug. 1. S. Joris-fteeg. Zie III. K. 1.
2. Katersfteeg: heeft ter wederzyde een dwars-
gang.
3. Olieflaagers-fteeg. 7Je 111. K. 2.
H. Oude Turfmarkt.
1. Nieuwe Doele-ftraat. Zie III. D. 1.
2. Gafthuis-Hof, eertyds Gafthuis-Kerkhof.
3. Grimmenefle-lluis.
/.Zeedyk.
Ooflzyde.
1. Storm-fteeg. Zie III. E. r.
2. Waterpoorts-fteeg. Zie III. E. 2.
3. Frans Talingen-fteegje of Frans Teilingen-
fteegje, ook Kromelleboog-fteeg. Zie
UI. E. 3. 4. Oudezyds-Kolk. Zie lil. F. 4-
5. Muggebeensgang.
Weflzyde.
6. Molenfteeg. Zie III. A. 15'.
7. Boomfteeg. Zie III. ^rf. 16.
8. Korte Storm-ileeg. Zie lil. A. 17.
een gang.
9. Oude-zyds Wyde Kapelfteeg , uitloopende
op de O. z. Voorburgwal Weftzyde.
K. Kal verstraat, van de Schaapen-
markt tot de Offcn-fluis. Ooflzyde.
1. S. Joris-fteeg. Zie III. G. 1.
2. Olieflaagers-fteeg. Zie II1. G.3.
fPeßzyde,
3. 't Kloofter. Zie III. C 1.
4. Heüige-Weg. Zie 111. C. 2.
5. 't Spuij. Zie 111. C. 3.
6. O.flen-fluis.
£. Nieuwendyk, van de Oude tot de
• Nieuwe Haarlemmer-ßuis.
Ooflzyde. 1. Roozebooms-fteegje. 2 Panaals-fteegje, oudtyds, Holmans-fteegje. Zie III. C. 19. a. Weflzyde. 3. Engelfche (leeg. Zie III. C. 17. b.
4. Smak-fteeg. Zie III. C. 17. c.
5. Gouwenaars-lleeg. Zie III. C. 17. d.
IV.
Vergroot ing der Stad in "'t jaar r$8$,gemeenlyk
de eerfte Vergrooting genaamd. Grapten.
A. De Lastaadje. I. STUK. |
|||||||||||||
1. Snoekjes-graft/en daarop
|
|||||||||||||
Oofi-
|
|||||||||||||
H
|
|||||||||||||
58
|
|||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||
I. Deel
|
|||||||||||||||||||||
Ooßzyde, alleen
Ij. Staal-ftraat. Zie V. A 2 b. Verwers-ftraat. Zie V Va"'a
c. Zwaanen-burgwal. Zie V.' B.
ten Noorden, d. Zand-Dwarsftraat. Zie V. ^. 4. a. 6. a.
e. Beeren-fteeg. *
f. Moddermolen-fteee 7« V / ^
g. Körte Raam-graf,|f/^>; J;4'
4; 7»nÄaat' rWaarin'ter wederzyde,
a. Zand-Dwarsftraat. Zie V. A. 3. d 6. a
b. Trompetters gang Z.z. 3 ' °
c->,A°tonis-Breê-ftraat. ZfeV / 6. Nieuwe Hoog-ltraat. (7.i, V. 1.3.), waarin
ten Zuiden
a. Zand-Dwarsftraat. (Zie V. A 3 d a a ï in welke °' '4' '» Wefiwaards uitloopt
T- Onkelboer-fteeg. Zie V. A. 5. ten Noorden,
o. Spykermaakers gang. 7. Water-fteeg. (Zie V. I. 1.)
8. S. Antonis-Breê-ftraat. Zie V. J.
5. ZwAANEN-BüRGWAL. Zie V. ^. x. b. 3. c.
Pf^efizyde.
1. Binnen-Amftel. Zie V. ^. 1.
2. Staal-ftraat. Zie V. A. 2.'
3. Raam-graft. Zie V. ^. 3#
Ooßzyde.
4. Zwaanenburg-ftraat, waarin
£e» Zuiden,
a. Waaigat.
f era Noorden,
b. VIooijenburgs-Dwarsftraat. ZieV C -
5. Vlooijenburg waarop gemelde "
a. Dwarsftraat. Zie V. C. 3. C. HoUT.GBAPT«/JoaDBN.
VJROENMARKT.
Noordzyde.
1. Vlooijenburgs-fteeg. Zie V. ƒ 7
2. Leproozen-«/ Lazarus-fteeg. V.J. 8.
Z.uidzyde
3. Vlooijenburgs-Dwarsftraat. Zie V. B. 4. b.
D. Leproozen-o/Huiszitten
Burgwal, o/Türp-grapt. r. Turf-fteeg. Zie VIL H. 8. a.
E. HOÜTKOOPERS.GRAFTO/Too_
DEN-HOUTTUINEN.
1. Uilenburgs-fteeg. Zie V. I 14.
2. Markens-fteeg. Zie V. /. 15.
3- Raven-gang, en nog vyf anderen.
F. Oude Schans <ƒ Montelbaans-
BïJRGWAL.
i. Heeren gang.
2. eerfte Batavier-Dwarsftraat. Zie V Ä" r a
3' ^fe?de Batavier-Dwarsftraat. Zie. V Ä" 1 h
4. Oofterfche Kaai. ^-v.Ä.i.fa.
G- Raapenburg.
|
|||||||||||||||||||||
Ooßzyde,
a. Dwars-Boomfloot. Zie IV. C 3.
Weßzyde,
b. Snoekjes-fteeg of Korte Hoog-ftraat. Zie
V. /. 11.
c Linker vleugel van de S. Antonis-fluis. Zee V. I. 12.
2. Korte Dyk-ftraat. Zie IV. C. 3. a.
3. Korte Keizers-ftraat. (Zie IV. C. 3. b.) en
|
|||||||||||||||||||||
a. Dwarsftraat. Zie IV. C. 3. b j
4. Korte Konings-ftraat. (Z«e IV. C 3. c.
a. Dwarsftraat. Zie IV. C. 2. < BoomOoot. Zie IV. C.
6. Ridder-ftraat. Zie IV. yf. 5.
7' Jonker-ftraat. Zie IV. ^?. 6.
8.' Oude Waal. Zie IV. S.
|
|||||||||||||||||||||
) en
|
|||||||||||||||||||||
V.
|
|||||||||||||||||||||
yergrooting der Stad van 't jaar 1593, gemeen-
lek de tweede Vergrooting genaamd. Aan de Oude zyde.
Gräften. A. Klovenlers- Bürgwal Ooßzyde.
B. ZwAANEN-BURGWAL.
C. Hout-Graft.
D. Leproozen-Burgwal.
E. Houtkoopers-Graft of Jooden Houttuinen.
F. Oude Schans of Moütelbaans - Burgwal ,
Ooßzyde.
G. Raapenburg.
H. Y- Graft. Straaten.
J. S. Antonis- en Jooden-Bre6-straat. Eilanden.
K. Uilenburg.
L. Marken. Aan de Nieuwe zyde.
G R A F T E N.
M. Amstel, van de Reguliers- tot de Blaamoe-hnig.
N. Singel , Zuid- en Weflzyde. O. Heeren-Graft, Ooßzyde, van de Beuling-ßraat tot de Browwers-graft. A. Kloveniers-Burgwal,
Ooßzyde.
1. Binnen-Amftel, Noordzyde. (Zie V. B. 1.),
en daarop
a. Verwers-graft of Groene-burgwal. Zie V.
A. 3. a.
b. Zwaanen-burgwal. Zie V. B.
2. Staal-ftraat. (Zie V. A. 3. a. ff. \.{. en V. B.
2.), door dezelve
a Verwers-graft of Groene - burgwal. Zie V.
A. 3- a-
b. Verwers-ftraat. Zw V. A. 3. b. 3. Raam-graft. (Zfe V. 5. 3-)> en daarop,
a- Verwers-graft.(Z«W.^.i.a.)hebbendeaan de
Weßzyde,
\ Ian Krimpen gang.
+• woene gang. TT- Staal-ftraat. (zieV. A. 2.), en aan de |
|||||||||||||||||||||
twee gangen.
1. Peper-ftraat. Zie V. #. 1, |
|||||||||||||||||||||
2. Foe-
|
|||||||||||||||||||||
AANWAS en GELEGENHEID.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
59
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Af. A MS tel, ca« de Reguliers- tot
de Blaawwe-brug.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. Foelïe-ftraat (Zie V. H. 2.), waarin
a. Foelie-Dwarsftraat. (Zie V. H. 4. a.), heb-
bende ten Zuiden, vier, ten Noorden , drie gangfen,
3. Schippers-graft. Zie V. H. 4.
H. Y - G R A F T.
i. Peper-ftraat. Zie V. G. 1.
2. Foelie-ftraat. Zie V. G. 2.
3. Drie Kardoezen gang.
Nog twee gangen. 4. Schippers-graft. (Zie V. G. 3.), waarop uit-
loopt
a. Foelie-Dwarsftraat. Zie V. G. 2. a. jT. S. ANTOMS en JoODEN-BREê-STRAAT.
Wefl- en Zuidzyde.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
V.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. Reguliers-Brêeftraat, loopt
|
°P de Boter-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
markt.
aan en in dezelve zyn Zuidzyde.
a. Houtzaagers-gang.
b. Arend-Bouwen-fteeg.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
,a.f.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
c. S. Pieters-fteeg. ZieV.N. I.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
d. Suikerbakkers-fteeg. Zie V. N. i.a.j-
e. Land-van-Beloften- of Blindemans-iteeg.
f. Schaapen-fteeg. Zie V, N. i.a. ]].
Deeze vyf fteegen , die in eikanderen
loopen, en gedeeltelyk in de Vyzel- ftraat en Reguliers - Dwarsftraat' uitko- men, heeten ook den Duivels-hoek. een gang, g. Korte-Reguliers-Dwarsftraat. Zie V. TV.
1. a. 4L
Noordzyde.
h. Water-fteeg, komt uit op den Amftel. drie gangen, 2. Waccr-fteeg. Zie V. M. 1. h.
3. Schuitevoerders-fteeg.
4. Halvemaans-fteeg, uitkomende op de Bo*
termarkt,
heeft, ten Wefien,
twee gangen, en ten Ooflen,
een gang. 5. Sleepers-ftéeg.
6. Balk in 't Oog-fteeg, uitkomende op de Bo.
termarkt, heeft
PFeflwaards,
een kromme gang. 7. Bakkers-ftraat, uitkomende op de Boter-
markt, heeft
Weftïüaards.
een gang. ■ 8. Paarden-ftraat, (Zie V. M. 12. a.) waarin ter wederzyde een gang. 9. Suikerbakkers-fteeg. 10. Wapen van Delfts-fteegje.
11. Wagen-ftraat, (Zie V. M. 12. b.) waarin , aan
elke zyde, twee gangen.
12. Amftel-ftraat , waarin , aan de Noordzyde ,
uitkomen
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Water-fteeg. Zie V. A. 7.
Salemanders-fteeg. Nieuwe Hoog-ftraat. Zie V. A. 6. Moddermolen-fteeg. Zie y. A. 3. f. Korte Raam-graft. Zie V. A. 3. g. Zwaanen-burgwal. Zie V. 5. Vlooijenburgs-fteeg. Zie V. C. 1. Leproozen- o/ Lazarus-fteeg. Zie V. C. 2. Plein voor 't Leproozen-huis en de Portu- geefche Jooden-Kerk. Oofi- en Noordzyde. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■'.
2. 3- 4- 5- 6. 7-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
10
11. 12.
13'
14. 15
16.
|
Brandgang.
Snockjes-fteeg of Korte Hoog-ftraat. Zie
IV; D. 1. b. Linker-vleugel van de S. Antonis-fluis. Zie IV. D. 1. c.
Regter-vleugel van de S. Antonis-fluis. Uilenburgs-fteeg. Zie V. E. 1. Marken-fteeg. Zie V. E. 2. Plein voor de nieuwe Raapenburger-ftraat. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
K. Uilenburg.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. Batavier-ftraat, waarin
a. eerfte Batavier-Dwarsftraat. Zie V. F. 2.
een gang. b. tweede Batavier-Dwarsftraat. Zie V. F. 3.
2. Uilenburgs- of Agterftraat,
waarin, ten IVeflen,
a b. de twee Batavier-Dwarsftraaten. Zie V. F. 2, 3. en ten Ooflen, Agt gangen, üitloopende aan 't Water: waar onder c. Fortuinen gang.
d. Engel-Gabriels-gang.
e. Koks-hofje.
f. Schollevangers gang.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
a.
b.
|
Paarden-ftraat. Zie V. M. 8.
Wagen-ftraat. Zie V. M. 11. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
twee gangen, waar onder
c. Splintermaakers gang. . N. Singel.
Zuid- en fFeßzyde. [. Vyzelftraat, (Zie VII. B. 3.) waarin,
ten Ooflen, drie fteegen van den Duivelshoek: en ter wederzyde ■ a. Reguliers - Dwarsftraat, (Zie V. N- 8. a-) waarin, ten Noorden ook . .
drie fteegen van den Duivelshoek uitko-
men, te weeten |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
N.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
N.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
K
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
L. M A
De Straat, die 't Eiland in de lengte door-
loopt, heet ook 1. Marken. In dezelve zyn,
ten Wefien
\agttien, en ten Ooflen
twaalf gangen. Aan 't Noordeinde van Marken, loopt, PFeftviaards, 2. 't Nieuwe graftje, en
Qoflivaards,
3- Boltens graftje. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
f.
tt- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
S. Pieters-fteeg
Suikerbakkers-fteeg |
•}
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zie V. M. c. d. f.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Schaapen-fteeg -
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voorts zyn aan de zelfde zyde,
44. Korte Reguliers-Dwarsftraat. Zie V.M.i.g. +tf. Slaagers-gang. Bog een gang. H 2 a. Man-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
63 AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
I. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
18. Molen- of Roo-molen-fteeg. Zie V. A7". 28.
vier gangen. 19. Brouwers-graft. Zie V. Ar. 29.
VI.
Vergrooting der Stad van 't jaar 1611 en ver-
volgens, in 't. gemeen de derde genaamd. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
. 2. Mandemaakcrs-fteeg. Zie V. N. 8. a. f-
3- Geelvinks-fteeg. Zie V. N. 8- a. L
4- Openhart-fteeg. Zie V. N. 8. a. ft-
Door deezen drie, loopt een dwars-ftoeg.
5, 6. Twee Karffebooms-fteegen. 7- S. Joris-ftraat, Zie V. N. 8. a. U. 8. Konings-Plein (Zie VIL B. 2.), alwaar be-
gmt' Ooßzyde.
a de Reguliers-Dwarsftraat (Zie IL N. I. a.) in welke, uitkomen + Mandemaakers-fteeg. Zie V. N. 2. 1.' Qeelvinks-fteeg. Zie V. iV. 3. Art. Openhart-fteeg. Zie V. AT. 4. Ij.. S. Joris-ftraat. Zie V. N. 7. 9. Katers-fteeg. Zie VII. B. 1.
IC' Beuling-ftraat. Zie V. O. 1. !i. Dubbeldeworft-fteeg. Zie V. O. 2.
xi. Heifteeg. Zie V. O. 3. 13. Goudsblom-fteeg. Zie V.O. 4.
14. Vlasblom-fteeg. Zie V. O. 5.
15. Oude Spiegel-ftraat. Zie V. O, 6.
16. Romeins-Arm-fteeg. Zie V. O. 7.
17. Koks-fteeg. Zie V. O. 8.
18. Treeft-fteeg. Zie V. O. 9.
19. Gafthuismolen-fteeg. Zie V. O. 10.
20. Wannoes-graft. Zie V. O. 11.
ai. Schilders-fteeg. 22. Drie Konings-ftraat. Zie V. O. 12.
23. Ham-eeters-fteeg.
24. Oude Lelie-ftraat. Zie V. O. 13.
25. Bergftraat. Zie V. O. 15.
26. Blaauwburgwal. (Zie V. O. 16), en op de-
zelve Noordzyde
a. Lange-ftraat. (Zie V. N. 29. a.), die dwars doorfneeden wordt van de 27. Korsjes-Poort-fteeg. (Zie V. O. 17.) en
■ 28. Molen- ef Roo-molen-fteeg. Zie V. O. 18.
29. Brouwers-graft. (Zie VI. E.), op welke uit-
komen
ten Tjuiden, de
a. Lange-ftraat. Zie V. N. 26. a. V. O. 16. a. ten Noorden, Zie VI. E. n. enz. 30. Haarlemmer-Dyk of Straat. Zie VI. H.
31. Haarlemmer-Houttuinen. Zie VI. F.
0. He e ren-Graft, Ooßzyde , van de
Benling-ßraat tot de Brouwers gr aft. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
<J R A F
A. Heeren-Graft, Wefizyde.
B. Keizers - Graft.
C. Prinsen - Graft.
|
N.
de Leidfche
Noordwaards. |
||||||||||||||||||||||||||||||||
}vangraft,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
D. Lynraans-o/Baan-craft.
E. Brouwers-graft. ^^^
F. Haarlemmer-Houttuinen.
G. Nieuwe Teertuinen.
Straat.
H. Haarlemmer-dYK, van de Nieuwe Haarlemmer-
fluis tot de Haarlemmer-Poort. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
E
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
N
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
N.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
I. Bikkers-Eiland.
K. Prinsen-Eiland.
L. Reaalen-Eiland.
M. Nieuwe-Waals-Eiland.
A. Heeren-Graft.
Wéflzyde.
1. Leidfche-graft. Zie VI. B. 1.
2. Huiden-ftraat. Zie VI. B.\,"
3.. Wolven-ftraat. Zie VI. B. 3'. 4. Harten-ftraat. Zie VI. b'. a'
5. Lelie-graft. Zie VI. B. 5'.
6. Heeren-ftraat, Zie VI. M. 6"
7. Brouwers-graft. Zie VI. B. 7.
B. K E I Z E R s . G R A F T.
1. Leidfche-graft. Zie VI. A. 1
2. Huiden-ftraat. Zie VI. A. ■>'
3. Wolven-ftraat. Zie VI. A~\
4. Harten-ftraat. Zie VI. A.\.'
5- Lelie-graft Zie VI. A. 5'. 6. Heeren-ftraat. Zie VI. A. 6.
7. Brouwers-graft. Zie VI. A. 7.
IVeßzyde.
8. Leidfche-graft. Zie VI. C. 1.
9. Molen-pad. Zie VI. C. 2.
10. Runftraat. Zie VI. g.^j. '
11. Beeren-ftraat. Zie VI. C x<?
12. Ree-ftraat. Zie VI. C. i'ö. ~
13. Weftermarkt. Zie VI. C. 'n.
14. Lelie-graft. Zie VI. C. 18.''
. IS- Prinfen-ftraat. (Zie VI. C. 19.) waarin
ten Zuiden, de a. Wyde gang.
ten Noorden.
b. Arke Noachs gang.
Nog een gang. 16. Klaver-gang. .
17- 't Keizers-hof. 18. Zaaijers-gang.
19. Brouwers-graft, (Zie VI. C. 24 en VI. E.)
waar op,
aan de Zuidzyde.
drie gangen, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
1.
2'.
3-
4- 5- 6. 7-
8. 9- 10.
II.
12.
13-
14-
IS- 16. |
Beuling-ftraat. Zie V. N. 10.
Dubbeldeworft-fteeg. Zie V. N. II. Hei-fteeg. Zie V. N. 12. Goudsblom-fteeg. Zie V. N. 13- Vlasblom-fteeg. Zie V. N. 14. Oude Spiegel-ftraat. Zie V. N. 15. Romeins-Arm-fteeg. Zie V. N. 16. Koks-fteeg. Zie V. AT. 17. Treeft-fteeg. Zie V. N. 18. Gafthuismolen-fteeg. Zie V. N. 19. Warmoes-graft. Zie V. N. 20. Drie Konings-ftraat. Zie V. AT. 2.2. Oude Lelie-ftraat. Zie V. N. 24. Pottebakkers gang. Berg-ftraat. Zie V. N. 25. Blaauw-burgwal. Zie V. N. 2.6. |
||||||||||||||||||||||||||||||||
op welken zyn, ten Noorden,
een san?, en
Lange-ftraat. (Zie V. N. 26. a.V.N. 29. a), in welke zyn
ten Ooflen
tWee gangen, en ten fVeftsn
"Sen gangen. KoHsjes-poort-fteeg. Zie V. AT. 27, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
17'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
C Prix-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
AANWAS en GELEGENHEID.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
61
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
d, de Hoekfteen.
34. Elands-graft. (Zie VI. D. 6 ) waarop
/Aiidzyde. l
a. b. de twee Looijers-Dwarsftraaten. 2*«yi c.
33- a. b. zes gangen. Noordzyde.
c. Haazen-ftraat. Zie VI. C. 35. a.
twaalf of veertien gangen, waaronder d. Een uurs gang.
c. Zevenhuizen-gang.
£ Kuipers-gang. g. Sleepersrgang. h. Drie Lelien-gang.' i. Arke Noachs-gang. 35. Elandsftraat. (Zie VI. D.S.) waarin, ter we-
derzyde
a. Haazen-ftraat. (Zie VI. C. 34, c.) en in
dezelve
Osflzyde.
drie gangen. Weflzyde.
drie gangen, waar onder b. Turkfche Keizers-Poort.
en ter Noordzyde in de Elandsftraat
c. Konyncn-ftraat (Zie VI. C, 36. c.) waarin ter
wederzyde
drie gangen, 2 O. z. 1 W.z. ter wederzyde in de Elandsftraat
tien of twaalf gangen, waaronder, Zuidzyde. d. S. Jans-Vredehof.
e. Ketelmaakers-gang.
3e. Laurier-graft. (Zie VI. D. 10,) en daarop
Zuidzyde. - a. Haazen-ftraat. Zie VI. C. 34. c. 35. a.
b. Koperflaagers-gang.
c. Konynen-ftraat. Zie VI. C. 35. c.
d. Terebinthyns-gang.
Noordzyde.
e. eerfte Dwarsftraat. (Zie VI. C. 37. a.)
waarin een gang W.z.
f. Prinfenhofs-gang.
g. tweede Dwarsftraat. Zie VI. C. 37. c.
37. Laurier-ftraat. (Zie VI. D. 11.), waarin
ten Zuiden.
a. eerfte Dwarsftraat. Zie VI. C. 36. e. vyftien gangen, waar onder de |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
C. Prinsen- Graft.
Ooflzydc.
Leïdfche-graft. Zie VI. B. 8.
Molenpad. Zie VI. 5. 9. Lindebooms-gang. S'teenkoopers-gang. Glazemaakers-gang. Bleekers-gang. Kuipers-gang. Sleepers-gang. Run-ftraat. Zie VI. 5. 10. Kalver-gang. Schaaven-gang. Beeren-ftraat. Zi« VI. B. 11. een gang. Rotterdammer-gang.
Arnouds-gang. Begynen-gang. Reeftraat. Zie VI.7J.I2. een gang. Weftermarkt. Zie VI. 5.13.
Lelie-graft. Zie VI. B. 14. Prinfen-ftraat. Zie VI. 5. 15. Schippers-gang. > Lindebooms-gang.
Prinfenhofs-gang. Kruis-gang. een gang. een gang. Brouwers-graft. Zie VI. £. 19.
vier gangen. Haarlcmmerdyk. Zie VI. /f.
Haarlemmer-Houttuinen. Zie VI.//. Weflzyde.
Leidfche-graft. Zie VI. ö. 1. Raam-ftraat. Zie V I. D. 2. Paffeerder-graft, eertyJ.s Parfumeerders-graft, (Zie VI. D. 3.) en daarop, . Waalenhoek.
. Ketel-gang. . Nieuwe-gang. Nog drie gangen. Noordzyde.
twee gangen.
. Paffeerder-Dwarsftraat (Zie VI. C. 31. a.), en daar in
drie gangen aan de Weflzyde. Knollen-gang. Pafïeerder-ftraat, eertyirParfumeerders-ftraat
(Zie VI. D. 4.) en daar in ter wederzyde. . PalTeerder-Dwarsftraat. Zie VI. C. 29. d. en aan de Noordzyde.
,. Prinfen-gang, loopt uit op t. Blok-en-hofje. Looijers-graft (Zie VI. D.5.)', en daarop Noordzyde.
. eerfte Looijers-Dwarsftraat. 1. tweede Looijers-Dwarsftraat. door de eerfte tot in de tweede loopt de
L Looijers-ftraat. (Zie VI. C. 33.) en in de twee Dwarsftraaten zyn tien of twaalf gangen. Zuidzyde.
drie gangen. Looijers-ftraat (Zie VI. C. 32. b.f). waarin ■• b. twee Dwarsftraaten (Zie VI. C. 34. a. b.) en tien of twaalf gangen, ter wederzyde, waaronder, aan de Zuidzyde. '. de Kerkkroonen-gang.. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i.
2.
3-
4- 5- 6. 7. 8. 9-
io.
II. 12.
ï3-
U- IS- 16. 17-
ï8. 19. 20. 21. 22. 23. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
24.
25-
26. 27.
28.
29.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b.
c. d,
e. |
Waalen-wees-poort.
tweede Dwarsftraat. Zie VI. C. 36. g, ten Noorden.
eerfte Dwarsftraat. Zie VI. C 38. a. tweede Dwarsftraat. (Zie VI. C. 38. b.), in |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
30.
31- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
welke is,
Weflwaards, het
f. Vuile weespad, loopt door, in de Roo- zen-ftraat, en Ooflwaards het
L Schoone weespad. f. Prinfen-gang, loopt door. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
32.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
38. Roozen-ftraat. (Zie VI. D. 12.),
|
waarin
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ten Zuiden
a. eerfte Dwarsftraat. Zie VI. C |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
d.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
37.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b. tweede Dwarsftraat. Zie VI. C. 37> e'
dertien gangen. ten Noorden
c. Zak-fteeg.
d. Stuurmans-hofje. Zie VI- c- 39- a-
e. eerfte Dwarsftraat. Zie VI. c 39- b.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
f.
|
tweede Dwarsftraat. Zje V 1. C. 39. c.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
33>
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tien gangen, waaronder
Smids-fteeg-
Bierdraagers-gang. '<■ Keizers-hof.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
39. Roozen-graft. (Zie VI. /). Ig<)j waar op
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ten
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II 3
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
I. Deel.
|
|||||||||||
6i
|
|||||||||||
d. derde Dwarsftraat. Zie VI. C. 43. k, \7 T
drie gangen. *" Noordzyde ,
twee gangen. C e. eerfte Dwarsftraat. Zie VI. C. 45. a.
zes gangen. f. tweede Dwarsftraat. Zie VI. C. 45. b,
zes gangen, waar onder g. Kuipers-gang.
h. derde Dwarsftraat. Zn VI. C45. c.
vyf gangen. 45. Tuin-ftraat..(Zie VI. D. 19.), waarin
Zuidzyde,
a. eerfte Egelantiers Dwarsftraat. Zie VI. C.
44. e.
negen gangen. b. tweede Egelantïcrs-Dwarsftraat. Zn VI.C
44. f.
negen gangen. c. derde Egelantiers-Dw'arsftraat. Zn VI. C.
44. h.
Noordzyde,
zes gangen , waar onder d. Karffebooms-Hofje.
e. eerfte Tuindwarsftraat. Zn VI. €.46.3,
twaalf gangen, waar onder f. Haverzaks-gang.
g. Bierdraagers-gang.
h. tweede Tuindwarsftraat. Zn VI. C. 46. b.
waar in, een gang W.z. vyf gangen. i. Ratelwagts-ftecg , of kleine Anjeliers-ftraat. Zie VI. C 46. c.
k. Maagdelieven-ftraat. (Zn VI. C 46. d-) in welke, ten iVeflen, \. Slootftraat. (Zie VI. D. 20), waar in een gang, Z.z. 46. Anjeliersftraat. (Zn VI. D. 21.) waar in
Zuidzyde,
vier gangen. a. eerfte Tuindwarsftraat. Zie VI. C. 45. e.
vier gangen. b. tweede Tuindwarsftraat. Zie VI. C45.ru
twee gangen. c. Ratelwagtsfteeg. Zn VI. C. 45. i.
d. Maagdelievenftraat. Zn VI. C. 45. k.
Noordzyde,
twee gangen. e. Violetten-ftraat. (Zn'VI. C. 47. a.)', waarin
een gang W. z.
vyf gangen. f. eerfte Dwarsftraat. (Zie VI. C 47. b.) .
waarin een gang W. z.
zeven gangen. g. tweede Dwarsftraat. Zie VI. C.47. c.
drie gangen. h. Kromme Tuin-ftraat, heeft twee uitgangen
op de Anjeüers-, en een op de Baan- graft. Zn VI. C. 47. d. e. VI. D. 22. zes gangen. 47- Anjeliers-graft. (Zie VI. D. 23.), waar op Zuidzyde, vier gangen. a. Violetten-ftraat. Zn VI. C 46. e.
vyf gangen. b. eerfte Dwarsftraat. Zn VI. C. 46. f.
zeven gangen.
c. tweede Dwarsftraat. Zn VI. C. 46. g.
twee gangen. d- e. twee uitgangen van de Kromme Tuin-
ftraat. Zn VI. C 46. h. Noordzyde, twee gangen. f. eerfte Dwarsftraat. Zn VI. C. 48. a. f. a§t gangen. g. twee-
|
|||||||||||
yj J ten Zuiden
a. Stuunnaris-hofje. Zie VI C.3SA.
b. eerfte Dwarsftraat. Zie VI. C. 38. e%
C. c. tweede Dwarsftraat. Zie V I. C. 38- f. ten Noorden.
4 eerfte Dwarsftraat- (Zie VI. C. 40. a.,, waarin oen gang O. z.
e. tweede Dwarsftraat. Zn•VI. C. 40, b. f Acolye-ftraat. Zie VI. C. 40. c. 40. Blom-ftraat. (Zn V I. D. 14.), waarin te« Luiden eerfte Dwarsftraat. Zie VI. C. 39. d. {V tweede Dwarsftraat. Zie VI. C. 39. e. c'. Acolye-ftraat. Zn VI, C. 39. f. twintig gangen. few Noorden.
c. eerfte Dwarsftraat. Zie VI. C. 41. a.
d. tweede Dwarsftraat. Zn VI. C. 41. c.
drie-entwintig gangen. 41. Blom-graft. (Zje VI. Z). 15.), waarop
te« Zuiden een gang. a. eerfte Dwarsftraat. Zie VI. C. 40. c.
b. Vrede-hofje.
Vier gangen. . c, tweede Dwarsftraat. Zn VI,C 4c, d.
tien gangen, tflj Noorden
d. eerfte Dwarsftraat. (Zie VI. C. 42. a.) waar-
in een gang W. z.
twee gangen. e. tweede Dwarsftraat. Zn VI. C. 42.b.
een gang, f. derde Dwarsftraat. Zie VI. C. 42. c.
42. Nieuwe Lelie-ftraat. (Zie VI. D. 16.) waarin
ter wederzyde.
a. eerfte Lelie-Dwarsftraat. Zie VI. tt 41. d.
43. a.
een gang. Z.z. b. tweede Lelie-Dwarsftraat, Zn VI. C, 41. e.
43. b.
een gang. Z. z. c. derde Lelie-Dwarsftraat. Zn VI. C. 41. f.
43- c-
twee gangen Z. z. twee gangen N. z. 43. Egeiantiers-graft. (Zn VI. D. 17.) waarop
Zuidzyde.
een gang. a. eerfte Dwarsftraat. Zn VI.C 42. a.
een gang. b. tweede Dwarsftraat. Zn VI. C. 42- b-
vier gangen. c. derde Dwarsftraat. Zn VI. C 42- c-
drie gangen. Noordzyde.
d. eerfte Dwarsftraat. Zie VI. C. 44. a.
vyf gangen, waar onder e. Wittevoets-gang.
f. Schuitebooms-gang.
g. Knoopemaakers-gang.
h, tweede Dwarsftraat. Zie VI. C.44.b.
drie gangen, waar onder
i. Hoedemaakers-gang k. derde Dwarsftraat. Zn VI. C 44. d. 44.ElelSSUt. (ZnVI^.tSOwaar-
in, , ,
Zuidzyde,
»• eerft!aDwarsftraat. Zn VI. G 43- 4
, agt gangen. „ . b- tweede Dwarsftraat. Zie VI. C. 43- «•
vier gangen, waar onder ; c. 1 waalfuurs-gang. |
|||||||||||
AANWAS en GELEGENHEID.
|
|||||||||||||||||||||
II. Boek.
|
|||||||||||||||||||||
63
|
|||||||||||||||||||||
g. tweede Dwarsftraat. Zie VI. E. 4. c.
agtgangen.
h. Tichel-ftraat. Zie VI. C. 48. b. \. * « agt gangen. 48. Noorder-markt, en daar op, tenlVeflen, a. Boom-ftraat, looptin de tweede Anjeliers-
Dwarsftraat.(ZieVI. C. 47. g.) en heeft,
ter wederzyde, een |4. Dwarsftraat. (Zie VI. C. 47. f. 48.D.L), in welke, ten Noorden, een gang aan de W. z. Voorts, zyn in de Boom-ftraat, ten Zuiden, vyf: ten Noorden, zes gangen. b. Lindcn-ftraat, loopt tot aan het Karthuizers
Kerkhof, en heeft
Zuidzijde, vyf gangen , waar onder f. Melkmeisjes-gang : een |. Dwarsftraat- (Zie VI. C. 48. a. \.) en een gang. Noordzyde,
ff. eerfte Dwarsftraat of Kerkftraat. (Zie VI. £. 4. a.) , waar in , ten Ooflen, twee gan- gen , ten Weften, een. vyf gangen. \\. tweede Dwarsftraat. (Zie V I.E. 4. b.), waarin, ten fPeflen * S. Hierohimus Hofje. Ten einde van de Boom- en Lindenftraaten, ioopen tuffchen beide twee gangen, en f/'efl-w aards,
$. Karthuizers-ftraat, waar in, ten Zuiden, uitkomt de *. Tichel-ftraat. Zie VI. C. 47. h. en ten Noorden, twee gangen, en de **. Bündemans-fteeg. Zie VI. E. 4. d; beweflen de Kartluizers-flraat, is de 5. Gieters-ftraat. Zie VI. D. 24. en daarin *. Tichel-ftraat. Zie VI. E. 4. e.
Nog zyn op de Noorder-markt, Noordzyde, vier gangen, waar onder de c. Blaauwhuizen-gang. 49. Brouwers-graft. Zie VI. E.
een gang. 50. Vinken-ftraat. (Zie VI. G. 24. a.), waarin,
ZwtóZy*?,
vyf gangen.
a. Oranje-ftraat. Zie VI. E. 20;
b. Mouthaan-fteeg. Z« VL E. 21.
een gang. c. Dommer ftraat. Zie VI. £. 22.
een gang. d. Baanbriig-fteeg. Zie VI. È. 23.
twee gangen. Noordzyde
zes gangen. e. Oranie-Ytraat. Zie VI. #. 10.
f. Mouthaan-fteeg. Zie VI. #. 11.
g. Dommer-ftraat. Zie VI. F. 12.
h. Baan brug-fteeg. Zie VI. H. 13. twee gangen.
51. Haarlemmer-dyk of Straat. Zie VI. F.
een gang.
52. Haarlemmer-Houttuinen. Zie VI. F.
D. Baan-graft of Lynbaans-graft.
1. Leidfche-graft. Zie VI. C. 27.
2. Raam-ftraat. Zie VI. C. 28.
3- Paffeerder-graft. Zie VI. C. 29.
'4- PafTeerder-ftraat. Zie VI. C 31. 5- Looijers-graft. Zie VI. C. 32. 6. Elands-graft. Zie VI. C 34-
7. Leertouwers-gang.
|
|||||||||||||||||||||
Elands-ftraat. Zie VI. c
|
35.
|
||||||||||||||||||||
VI.
|
|||||||||||||||||||||
Kramers-gang.
Laurier-graft. Zie VI. C. 36. Laurier-ftraat. Zie VI. C. 37. Roozen-ftraat. Zie VI. C. 38. een gang. Roozen-graft. Zie VI. C. 39.
Blom-ftraat. Zie VI. C. 4°- Blom-graft. Zie V I. C. 41. Nieuwe Lelie-flraat. Zie Vi. C. 42. Twee gangen. Egelantiers-graft. Zie VI. C.42.
Egelantierftraat. Zie VI C. 43, Tuin-ftraat. Zie VI. C. 45. Sloot-ftraat. Zie VI. C. 45. f. Anjelier-ftraat. Zie VI. C. 46. Kromme Tuin-ftraat. Zie VI. C. 46. h. 47, d. e.
Anjeliers-graft. Zie VI. C. 47. Gieters ftraat. Zie VI. C. 48 b.jj. Linden-graft Zie VI. E. 4. Goudsbloms-ftraat. Zie VI. E. 5. twee gangen. Goudsbloms-graft. Zie VI. E. 6.
twee gangen. Palm-ftraat. Zie VI. E. 7. Palm-graft af Nieuwe Braak. Zie VI. £.8. twee gangen. Kromme-Palm-ftraat. Zie VI. E.B.e.
Drie-hoek-ftraat Zie VI. E. 8. d. Brouwers-graft Zie VI. E. Schaapen-fteeg. Zie VI. E. 24. b. Haarlemmer-Plein of Wagen-Plein by de Haarlemmer-Poort. |
|||||||||||||||||||||
9-
10.
11. 12. 13-
14.
15-
16. 17.
I8. 19. 20. 21. 22. 23-
24.
25-
26. 27.
28.
29. 30.
31. 32- 33-
34- |
|||||||||||||||||||||
E. Broüwers-Graft , waarop
Zuidzyde, Zie V. N. 29.
en verder,
1. Heeren-graft. Zie V. O. en VI. A.
2. Keizers-graft. Zie VI. B.
3. Prinfen graft. Zie VI. C.
4. Linden-graft (Zie VI. D. 25.) waar op,
Zuidwaards,
vyf gangen. a. eerfte Dwars-ftraat. Zie VI. C. 48. b. ff.
vyf gangen. b. tweede Dwars-ftraat. Zie VI. C. 48. b. |L
zes gangen. c. derde Dwarsftraat. Zie VI. C. 47. g.
d. Blindemans-fteeg. Zie VI. C.48. b.i,**.
c. Tichel-ftraat. Zie VI. C. 48.b.j.*. Noordwaards,
zeven gangen, waar onder
f. Schuitemaakers-gang. g eerfte Dwarsftraat. Zie VI. E. 5. i. vyf gangen, waar onder
h. Eendragts-gang. i. tweede Dwarsftraat. Zie VI. E, 5. b. zes gangen, waar onder
k. S Jakobs-gang. 1. derde Dwarsftraat. Zie VI. E. 5. c. agt gangen
5. Goudsbloms-ftraat. (Zie VI. D. 26.) ^aar ia
Zuidwaards,
zes gangen.
a. eerfte Dwarsftraat. Zie VL^'4-S«
agt gangen. ■ ' . b. tweede Dwarsftraat. Zie Vi.fi. 4.1.
agt gangen. „T _.
c. derde Dwarsftraat. Zte VI. t. 4.1.
vyf gangen.
Noerdwaaras,
vyf gangen. 4. eer-
|
|||||||||||||||||||||
E.
|
|||||||||||||||||||||
I. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AM S TE R D A MS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
64
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VI.
F
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
d. eerfte Dwarsftraat. Zie VI. E. 6. a. :
. vier gangen. c. tweede Dwarsftraat. Zie VI. E. 6. b.
vyftien gangen.
6. Goudsbloms-grafto/Franfche-Pad. (ZieVi. D. 27.) waar op
Zuidivaards, , SfS^a, Zt. VI. *. 5. d.
1/SegD&raat.ZfeVI.E.S.e.
zeventien gangen. Noordwaards,
negen gangen, waar onder de c. wyde-gang , die doorloopt in de Palm- ftraat. Zie VI. E. 7. a. : d. eerfte Dwarsftraat. Zie VI, E. 7. b. vier gangen. e. Rottige o/Roozebooms-fteeg.Zie VI. E. 7. c.
7. Palm-ftraat. (Zie VI. .D. 28 ) waarin
Zuidwaards,
zes gangen, waaronder. a. Wyde-gang Zie VI. £. 6. c.
b. Dwarsftraat. Zw VI. £. 6.d.
vier gangen. c. Rottige of Roozeboomsfteeg. Zie VI.
£. 6. e. Noordwaards,
twee gangen. d. Dwarsftraat. Zz'e VI. E. 8.c.
tien gangen. 8. Palm-graft of Nieuwe Braak (Zie V L Z). 29.)
waar op
Zuidwaards,
drie gangen , waar onder a. Turfdraagers-Agterhuis.
b. Koorenmeeters-Agterhuis.
c. Dwarsftraat. Zie VI. E. 7. d.
■ zes gangen. d. Drje-hoek-ftraat, komt uit op de Brouwers-
en Baangraft. Zie VI. D. 31. E. 9.
c. Kromme Palm-ftraat. Zie VI. D. 30. 5. Drie-hoek-ftraat. (Ziê VI. D. 31. £. 8- d.) ■ -' " waar in een gang. W.z.
10. Lynbaans- of Baangraft. Zie VI. D. Brouwersgraft Noordzyde van den Singel af,.
vyf gangen, waar onder de |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
F. Haarlemmer-Houttuinen,
beginnende van de kleine Vifchmdrkt en
Droogbak. 1. Buiten-Viflchers-ftraat. Zie Vl.H.15.
2. Buiten-Wieringerftraat. Zie VI. H. 16.
3. Buiten-Brouwers-fcraat. Zie Vl.H.17.
4. Eenhoorns-gang.
5. Schager-gang.
6. Paauwen-gang.
7. Schiedammer-gang.
8. Korte Prinfen-graft. (zieVLH. 18.)waarop,
IVeßzyde,
twee gangen, 9. Buiten-Oranje-ftraat Zie VI. H. 19,
zes gangen, waar onder
10. eerfte Diftels-gang.
11. tweede Diflels-gang.
12. Hagedoorns-gang.
13. Buiten-Dommer-ftraat. zie VI H. 20.
14. kleine Hout-ftraat Zie VI. H. 21.'
Teneinde de Houttuinen, loopt, in de-
zelfde ftrekking f-f'eßwaards, de 15. Groote. Hout-ftraat, tot aan de Schans.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VI.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
E.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
G. NiEuvrE Teertuinen, beginnende G.
by de groote Houtfiraat. in dezelven Zyn
1. Slooterdyks-ftraat.
2. Breeuwers-ftraat,
Agter welke ßraaten loopt het
3. Smalle-Pad, langs de Schans:
ten Noordeinde van welk, men komt op de
4. Zoutkeets-graft, waarop zyn
a. Karffebooms-gang.
b. Baan-fteeg: en om den Oofterhoek <ie
c. Bokking-hangen, waar zyn
d. Blaauw-hoofd.
vier gangen. y H. Haarlemmer-Straat , of Dyk, B-
van de nieuwe Haarlemmer-fluis af. waar op zyn
Zuid zy de, i. Rotgans fteeg. 2. Hooiwagens-fteeg, eertyds, 'tFraaije Steegje.
3. Brandewyns-fteeg.
4. Binnen-Viffchers-ftraat. Zie VI. E. 12.
5. Rookoes gang.
6. Binnen-Wieringer ftraat. Zie VI. E. 13.
7. Heeren-markt. zie VI. E. 14.
8. Binnen-Brouwers-ftraat. zie VI. E. 15.
een gang.
9. Prinfen-graft. zie VI. E. 19.
10. Binnen-Oranje-ftraat. zie VI. C 50. e.
11. Mouthaan-fteeg. zie VI. C. 50. f.
12. Binnen-Dommer-ftraat. Zie VI. C. 50. g.
13- Baanbrug-fteeg. zie VI. C. 50. h.
14- Wagen-ftraat. Zie V I. £. 24.
Noordzyde,
15- Buiten-Viflchers-ftraat. 2« VI. F. r.
16. Buiten-Wieringer-ftraat. zie VI. F. 2. 't 17- Buiten-Brouwers-ftraat. Zie VI. F. 3.
een gang. 18. Korte Prinfen-graft. Zie VL F. 8.
19. Buiten-Oranje ftraat. Zie VI. F. 9.
20. Buiten-Dommer-ftraat. Zie VI. F. 15,
21. Kleine Hout-ftraat. Zie VI. F. 14.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
n
|
Rotgans-gang.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Noordwaards,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
12
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Viffchers-ftraat. (Zie VI. H, 4.) waar in
drie gangen Ooßzyde. twee gangen Weßzyde. 13. Wieringer-ftraat. (Zie VI. H. 6.) waarin
twee gangen Ooßzyde.
14. Heeren-markt. Zie VI. i/. 7-
15. wouwers-ftraat (Zie V LH. 8.) waar in
vier gangen Ooßzyde.
. zes gangen Weßzyde. 16. Mandemaakers-gang.
17. Steenkoopers-gang.
18. Olie-flaagers-gang.
To Korte Prinfen-graft. Zie VI. .H. 9.
„«' Oranie-ftraat. Zw VI. C. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
21
22 |
' Mouthaan-fteeg. Zie VI. C. 50. b.
Dommer-flraat. {Zie VI. C. 50. c.) waar ia |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
een gang 0. z. r ,
23.BaanbrUg-fteeg.Z«VI.C5o.d.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
waar in,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
24. Wagen-ftraat. (Zw VI. «• HO *
Oojhxiaaras, een gang, en _
*•• Vinken-ftraat. Zie VL c«5a
en
, c , Weßwaards, b. Schaapen-fteeg. Zie VI. #• 33-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I. Bn>
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AANWAS en GELEGENHEID.
|
|||||||||||||||||||||||||
IL Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||
tfs
|
|||||||||||||||||||||||||
VI.
I |
|||||||||||||||||||||||||
7. Kerk-ftraat loopt door, totaandenAmftel.
(Z«e VIL H.) en over denzelren tot aan
't Weefper-veld. (zie VIL I. 6\ 8. Prinfen-graft. Zie V11. O.
9. Lange Leidfche Dwarsftraat. (zie Vil. d.
14. a.)
loopt door tot aan de a. Spiegel-graft. zie VIL D. 17- 10. Korte Leidfche-Dwarsftraat. Zie VII. D.
14. b.
11. Lynbaans-of Baangraft. Zie VII. E.
B. Heeren-Graft.
van de hoogte der Leidfche-gr aft af.
i Noordzyde, 1. Katersfteeg. Zie V. N. 9.
2. Konings-Plein. (zie V. N. 8.) waarop
Ooflzyde
a. Reguliers-Dwarsftraat. Zie V. N. 8. a. 33Vyzelftraat. (zie V. N. 1.) waarin fVeßwaards, een gang x Ooflwaards,
a. drie ftraaten van den Duivelshoek. zie V N. 1. a. 4. Reguliers-graft. Zie VIL G.
5. Utrechtfche-ftraat, komt uit op de Botermatkt.
6. Binnen-Amftel. zieV.M.
7. Muider-graft. Zie VII. I.
8. Muider-ftraat. Zie VII. L.
Zuidzyde.
9. Leidfche-graft Zie VIL A. enC. r.
10. Leidfche-ftraat. zie VII. C 2.
11. Spiegel-ftraat. Zie VII. C. 3.
12. Vyzelftraat. Zie VIL C. 4.
13. Reguliers-graft. Zie VIL C. 5.
14. Utrechtfche-ftraat. Zie VIL C. 6.
15. Binnen-Amftel. Zie VIL C. 7.
16. Weesper-ftraat. Zie VIL C. 8.
17. Muider-graft. Zie VIL C. 9.
18. Muider-ftraat o/eerfte Middellaan der Plan-
taadje. Zie VU. 0.11.
19. Nieuwe Raapenburger-graft. ZieVlï.D. 13.
C. Keizers-Graf T.
ï)«w *fe Leidfche-Graft af.
Noordzyde.
1. Leidfche-graft. Zie VIL B. 9.
2. Leidfche-ftraat. Zie VIL B. 10.
3. Spiegel-ftraat. Zie VIL B. .11.
4. Vyzel-ftraat. Zie VIL B. 12.
5. Reguliers graft. Zie VIL fi. 13.
6. Utrechtfche-ftraat. zie VII. B. 14.
7. Binnen-Amftel. Zie VIL B. 15.
8. Weefper-ftraat. Zie VII.fi. 16.
9. Muidergraft of agter 't S. An tonis-Kerkhof.
Zie VIL fi.17.
Zw'feyde.
10. Leidfche-graft. (zie VIL Z). 1 ) en op de-
zelve
Ooflwaards.
a. Kerk-ftraat. Zie VIL A. 7. C. 11. 11. Leidfche-ftraat (zie VIL Z>. 2.) en daarop
fee wederzyde
a. Kerk-ftraat. Zie V11- <?•IO- f . 12. Spiegel-ftraat. (Zie VII- ■»•) en daarin
a. als boven. n .
13. Vyzel-ftraat. (zie Vil. u. %.) en daarin
a. als boven.
14. Reguliers-graft. (Zie V II. ü. <j#) en daar op
a. als boven.
15. Utrechtfche-ftraat. (Zie V11, Z). 8.) en daarop
1 a. als |
|||||||||||||||||||||||||
I. Bikkers-Eiland, benoorden de Hout-
tuinen , op de hoogte der Oranje-ßraat: x waar op,
1. Bikkers-graft,
■ 2. Bikkers-ftraat, en in dezelve,
a. Minnemoers-ftraatje.
b. Kleine Bikkers-ftraat.
.beide uitkomende op de Bikkers-graft.
■K. Prinsen -Eiland, beweßen 't-
Bikkers - Eiland: waarop de
i. Galge-ftraat of Prinfen-Eilands-Dwarsftraat. L. Reaalen-Eiland, benoorden de
Bikkers- en Prinfen-Eilanden; waar op,
i. Taan-ftraat. 2. Taan-Dwarsftraat.
3. Vier-winden-ftraat.
4. Zandhoek.
M. Nieuwe-Waals-Eiland , tus-
Jchen het Kamperhoofd en de T-graft, is verdeeld in
1. Binnenkant, en
2. Buitenkant, tuffchen welken, aän de Oofl-
zyde, is de
3. Kalk-markt, en door welken loopen
4. Nieuwe of Buiten-Bantammer-ftraat.
5. Schippers-ftraat.
VII.
Vierde en laatfte Ver groot ing der Stad, begon-
nen in 't jaar 1658, in 't gemeen de nieuwe uitlegging genaamd. G R A F T E N.
A. Leidsche-graft.
B. 'Heeren-graft , van de hoogte der Leidfche-grafl
af, Ooflwaards.
C. Keizers-GRAFT , als boven.
Z),.Prinsen-graft, als boven. E. Lynuaans- of Baan-graft, als boven,
F. Agter-graft.
G. Reguliers-graft.
H. Binnen-Amstel. ƒ. MlJIDER-GRAFT.
K. Nieuwe-Raapenburger-graft.
|
|||||||||||||||||||||||||
K.
|
|||||||||||||||||||||||||
L.
|
|||||||||||||||||||||||||
U.
|
|||||||||||||||||||||||||
Vil
|
|||||||||||||||||||||||||
N.
|
|||||||||||||||||||||||||
L Muider-straat.
M. Nieuwe Zeedyk of Kadyk.
Eilanden.
N. Kattenburg.
O. Wittenburg. P- Oostenburg. A. Leidsche-graf
waar op
Weftzydc. i. Heeren-graft. Zie VI. A. 2. Keizers-graft. Zie VI. B. 3- Prinfen-graft. Zie VI. C.
4- 't Kleine Plein, aan de Schans.
TT Ooflzyde. 5. Heeren-graft. zie VU. B.
6. Keizers-graft. Zie VU. C.
I. STUK. |
|||||||||||||||||||||||||
66 AMSTERDAMS I. Deel.
|
|||||||||||
waarin Zuidzyde, y J J,
f. HoutkoopdrsHofje, en Noordzydt,
$. Dwarsftraat. Zie VI I.D. 21. 20. Nieuwe Looijers-Dwarsftraat. £*•
21. Reguliers-graft. Zie VIL F. 7.
22. Utrechtfche-ftraat. (Zie VIL F. 1.),waarop,
ter itfederzyde,
a. b. Utrechtfche Dwarsftraat. Zie VIL G. 13. S. 5. 23. Binnen-Amftel. zie VII. F. 2.
24. Weesper-ftraat. (Zie VII. F. 3.), waarop
ter wederzyde,
a. b. Lepel-ftraat. 25. Roeters Burgwal. Zie VII. F. 4.
26. JVIUider-graft, langs de Plantaadje. Zie VII.
F. S.
27. Muider-ftraat of eerfte middellaan der Plan-
taadje. Zie VIL £.'13.
28. Nieuwe Raapenburger-graft. ZieVII.F. 14.
E. LïNBAANS- of BaaN-GRAPT, jE.
van de Leidfche graft af.
1. Leidfche-graft. Zie VII D. 14.
een gang.
2. Leidfche Plein of Wagen-plein by de Leid-
fche Poort.
3. Korte Leidfche - Kruis-ftraat. Zie VIL D.
15. c. f.
4. Spiegel-graft. Zie VI LD 17.
5. Weterings-ftraat. Zie VIL D. ig.
6. Vyzel-graft. Zie Vil. D. 19.
een gang.
7. Reguliers-graft. Zie VIL D, 21.
8. Binnen-Amftel. Zie VIL F. 9.
9. Weesper-plein. Zie VIL F. 11.
10. Roeters-Burgwal. Zie VIL F. 12.
11. Roeters-Eiland. Zie VIL F. 14.
12. Muider-graft, langs de Plantaadje. Zie VII.
F. 13.
13. Muider-ftraat, o/ eerfte middellaan der Plan-
taadje. Zie VII, D. 27.
14. Nieuwe Raapenburger-graft. Zie VIL D. 28.
15. Nieuwe Zeedyk of Kadyk. Zie VIL M.
F. Agter-graft, beginnende aan de F.
Regulier s.graft* NoQfdzydei
een gang.
I. Utrechtfche-ftraat. Zie VII.Ö, 22. een gang.
a. Binnen-Amftel. Zie VIL D. 23. 3. Weesper-ftraat. Zie VIL D, 24*
4. Roeters-Burgwal. Zie VIL D, 25.
5. Muider-graft, langs de Plantaadje. Zie VIL
D. 26.
Zuidzyde.
6. Offen-markt.
7. Varken-markt.
8. Nieuwe Amftel-ftraat.
o. Binnen Amftel. Zie VIL Ë. 8.
ten Noorden van de Agter - graft, die bebos-
ten den Amftel ook de Onbekende-graft heet, loopt aldaar eene hitte Graft, ge- naamd bet 10. Onbekende graftje.
twee gangen. 11. Weesper-Plein. Zie Vil. E. 9.
12. Roeters-Burgwal. Zie Vil. E. 10.
13. Muider-graft langs de Plantaadje. Zie VIL
E. 12.
Tuffchen de Baan-en Agter-graft, en den
Roeters-Burgwal en Muider-graft, legt het 14. Roe-
|
|||||||||||
a. als boven,
io*. Binnen-Amftel. (zie VI I.D. 9) en daar op a. als boven. , , 17. Weefper-ftraät. (zie VII. ö.io») eö daarop
a, als böven.
en ten Ooflen
b Weefper-veld. Zte VII. i.6. 18. Muider-graft. (^ VIL D.U.) kopende langs
de Plantaadje.
£). P R I N S ■ B- N*G R A P T. t)fl» de Leidfche-graft af. ■
Noordzyde.
ï. Leidfche-graft. zu? VII. C. io. 2.' Leidfche-ftraat. Zie V11. C. 11. 3! Spiegel-ftraat. Zie VII. C. 12. 4. Turfdraagers Hofje of gang.
5. Vyzel-ftraat. Zie VII. C. 13.
6. Reguliers-graft. zie VIL C. 14.
7. Amftel-veld. Zie VII. G. 11.
8. Utrechtfche-ftraat. Zie VIL C. 15.
9. Binnen-Amftel. Zie VU. C. 16.
10. Weesper-ftraat. Zie VIL C. 17.
11. Muider-graft. zje VIL C. 18.
12. Muider-ftraat, of eerfte middellaan der Plan-
taadje. Zie VIL B. 18.
13. Nieuwe Raapenburger graft. zie VII. 5.19.
14. Leidfche-graft. (Zie VIL £. 1.), en daarop
a. Lange Leidfche-Dwarsftraat. Zie VIL D.
15. a.
b. Korte Leidfche-DwarSftraat.Zie VIL D. 15-b.
15. Leidfche-ftraat. (Zie VIL E. 2.), en daarop
ter voedérZyde
a. Lange Leidfche-Dwarsftraat. Zie VIL A,
9. D. 17. a.
ten JVeften,
b. Korte Leidfche-Dwarsftraat. Zie VI I. .A 10.
feu Oq/?é«,
c. Leidfche Kruis-ftraat. (Zie VII. D 16.),
waarin
drie gangen, en f. Korte Leidfche-Kruis-fttaat. Zie VIL£.3. 16. Leidfche-Kruis-ftraat. Z*'e Vil. D. 15. c.
17. Spiegel-graft.(zie VIL E. 4.), en daarop
ten PPeflen,
a. Lange Leidfche-Dwarsftraat. Zie VIL
D. 15. a.
b. Korte Leidfche-DWarsftraat.Zie VII.D.15.D.
ten Ooflen,
c eerfte Weterings-Dwarsftraat. Zie VIL D. 18. a. d. tweede Weterings-Dwarsftraat. Zie Vll.D.
18. b.
18. Weterings-ftraat, (zie VIL E. 5.), en daarin
terioederzyde,
a. eerfte Weterings-Dwarsftraat. Zie VIL D.
17- c.
b. tweede Weterings-Dwarsftraat. Zie VIL
D. 17. d.
ten Ooflen,
C. derde Weterings-Dwarsftraat of 't Vlakke- veld. Zie VIL D. 19. c 10 Vvzel-graft. (Zie VU. E. 6.), waarop 3 ten Weften a. eerfte Weterings-Dwarsftraat. zie VIL D:
b. tweeïê Weterings-Dwarsftraat. zie VIL
c derde Weterings-Dwarsftraat, o/'t Vlakke-
veld. zie VIL D. 18. c.
j to ten Ooflen, d. Nootder-ftraat. Zje VIL G.' 5- waar 111
T- Dwarsftraat.
'• Nieuwe Looijers-ftraat. (zie VIL C. 6.
|
|||||||||||
VII.
C. |
|||||||||||
Z>,
|
|||||||||||
!
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
AANWAS en GELEGENFIEID. 67
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
14. Roeters-Eiland, doorfneeden in de lengte
van de Roeters-floot. |
L. Muider-straat, begint by het vil
Plein der Portugeefibe Jooden-Kerke. . |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Weflwaards, Li
1. Heeren-graft. Zie V11. 5.
2. Prinfen-graft, in ie Plantaadje. Zie Vil. D
3. Lynbaans- of Baan-graft, ten einde der Pian'.
taadje. Zie VIL E.
Ooflwaards, 4. Raapenburger-ftraat, of Vinkebuurt, komt uit
op de Schippers graft. (Zie V. G* 3.),
waarin ten Noorden,
z. eerfte Waaigat. b. tweede Waaigat.
■ ten Zuiden, '.
c. een gang naar 't Hofje BuiTenfchüt.
twee gangen. 5. Heeren-graft, over de Plantaadje. Zie VIL B.
6. Prinfen-graft, in de Plantaadje. Zie VIL D.
7. Lynbaans- of Baan-graft, ten einde der Plan-
taadje. Zie VIL E.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
G. Reguliers-graf T.
Weftzyde.
1. Heeren-graft. Zie V W.B.
2. Keizers-graft. Zie VIL C.
3. Kerk-ftraat. Zie VIL A. 7.
4. Prinfen-graft. Zie VIL D.
5. Noorder-ftraat. Zie VII. D. 19. d.
6. Nieuwe Looijers-ftraat. Zie VIL D. 19. e.
7. Lynbaans- of Baan-graft. Zie Vil. E.
Ooflzyde.
8. Heeren-graft. Zie VI LS.
9. Keizers-graft. Zie VIL C.
10. Kerk-ftraat. Zie Vil. A. 7.
11. Amftel-veld. Zie VIL D. 1.
12. Prinfen-graft. Zie VIL D.
13. Utrechtfche-Dwarsftraat. Zie VIL D. 22. a.
14. Agter-graft. Zie VIL F.
H. Binnen-Amstel,
van den Blaauw-burgwal af. Weflzyde.
1. Heeren-graft. Zie VIL B.
2. Keizers-graft. Zie VIL C.
3. Kerk-ftraat. Zie VIL A. 7.
4. Prinfen-graft. Zie VIL D.
5. Utrechtfche-Dwarsftraat. Zie VIL D. 22. b.
6. Agter-graft. Zie VIL F.
7. Amftel-graft of Baan-graft.
Ooflzyde.
8. Amftel-ftraat, loopt naar de Jooden -Hout-
markt, waarin
Noordwaards *
a. Turf-fteeg. Zie V. D. 1. 9. Heeren-graft. Zie VIL B.
io. Keizers-graft. Zie VIL C. 11. Kerk-ftraat. Zie VIL ^. 7. J2. Prinfen-graft. Zie VU. D. 13. Korte Amftel-ftraat, loopt regt op de Agter-
graft.
14. Lynbaans- of Baan-graft. Zie VIL E.
I. M U I D E R - G R A F T.
Ooflzyde.
x. Heeren-graft, over de Plantaadje. Zie VII.B.
2. Prinfen-graft, dwars door de Plantaadj1!. Zie
VIL D.
3. Lynbaans- of Baan-graft, ten einde der Plan-
taadje. Zie VU. E.
Weflzyde. 4. Heeren-graft. Zie VII. E.
5. Keizers-graft. Zie VIL C.
<5. Weesper-veld. Zie VIL C. 17. b.
7. Prinfen-graft. Zie VIL D.
8. Agter-graft. Zie VIL F.
9. Roeters-Eiland. Zie VIL F. 14.
iqi Lynbaans-o/Baan-graft. Zie VIL E. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
M*
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
M. Nieuwe Zeedyk of Kadyk*
verdeeld in de
1. Hoogte van den Kadyk, en
2. Laagte van den Kadyk.
elk, aan ééné zyde, ten einde toe, bebouwd,
en aan 't Wefteinde elk, aan twee zyden, hopende, door de Laagte, de a. Kerk-ftraat. (Zie VIL K. 2.) en nog een
b. Dwarsftraat.
beide uitkomende op de
nieuwe Raapenburger-graft; Zie VIL K.
op de hoogte is c. een Waaigat aan de nieuwe Vaart.
een gang. De nieuwe Vaan loopt langs Kattenburg, Wit-
tenburg en Ooftenburg. N. Kattenburg: waarop
1. Groote Kattenburger-ftraat, hebberide
Ooftwaards,
a. eerfte Kattenburger-Dwarsftraat. Zie VIL N. 2. a.
b» tweede Kattenburger-Dwarsftraat. Zie VIL JV. 2. b.
e. derde Kattenburger-Dwarsftraat. Zie VIL N. 2. c. twee gangen. 2. Kleine Kattenburger-ftraat, hebbende
Weflwaards,
a. eerfte Kattenburger-Dwarsftraat. Zie VIL
N. 1. a.
b. tweede Kattenburger-Dwarsftraat. Zie VII.
N. 1. b.
c. derde Kattenburger-Dwarsftraat. Zie VIL
N. 1. c.
Ooflwaards,
d. eerfte Waaigat.
e. tweede Waaigat.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ut.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
O.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
K. Nieuwe-Raafenburger-graft. O. Wittenburg: waarop
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
t. Groote Wittenburger-ftraat, hebbende
Weflwaards, a. eerfte Waaigat.
b. tweede Waaigat.
Ooflwaards,
e. eerfte Wittenburger-Dwarsilraat. Zie VIL
O. 2. a. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Weflwaards.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
ï.
|
De Plantaadje, verdeeld in vyftien 'Perken.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Ooflwaards.
2. Kerk-ftraat {Zie Vll.A. 7-) en nog een
3. Dwarsftraat, uitkomende op den
Niéuwen Zeedyk «/Kadyk. Zit VILM.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. twee-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 4
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
I. Deel.
|
||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||
<S8
|
||||||||||||
i. Kleine Ooftenburger-ftraat, waar in Vil«
Weßwaards,
a. een Waaigat.
Oofiwaards, F'
b. Ooftenburger-Dwarsftraat. ZieVH.P-3-a.
2. Groote Ooftenburger-ftraat.
3. Agter-ftraat, waar in
ten fPefien,
a. Ooftenburger-Dwarsftraat. ZieVlLP-i.k
Ooßwaards,
een gang. b. een Waaigat.
Beooflen Ooftenburg is
4. Funen en
5. Keerweêr, daar de uiterfte Wagt der Stads
Soldaaten is.
|
||||||||||||
d. tweede Wittenburger-Dwarsftraat. ZdeVll.
0. 2. b.
2. Kleine Wittenburger-ftraat, waar in
JVeffivoaards, a. eerfte Wittenburgei-Dwarsftraat. Zie VII.
b. tweede Wittenburger-Dwarsftraat. ZieVU.
De Groote'Witfênburger-ftraatis, van detwee-
deïi af tot aan het einde, alleen Z Weftzyde bebouwd. DeaKleine Wittenburger-ftraat is, van de twee-
de Dwarsftraat af, terwederzyde, onbebouwd. P Oostenburg: waarop
een gang.
|
||||||||||||
LYST
|
||||||||||||
II.Boek. AANWAS en GELEGENHEID.
|
||||||||||||||||||||
69
|
||||||||||||||||||||
T,
|
||||||||||||||||||||
L Y
|
||||||||||||||||||||
Waarby de plaats der GRÄFTEN, STRAATEN, STEEGEN
en voornaame GANGEN van
A M S'T E R D A M,
in den voorgaanden NAAM- en PLAATSTWTuER,
< aangeweezen wordt.
|
||||||||||||||||||||
Beeren-fteeg. V. A. 3. e.
Beeren-ftraat. VI.fi. u.
Begynen-gang. VI. C. 15.
Begynen fteeg. I. L. 10.
Begynen-fteeg (dolle). I. C. 19.
Berg-ftraat. V. N. 25.
Bethanie-ftraat. III. A. 9.
Bethanie-dwarsftraat. III. A. 8.a.
Bethlebems-fteeg. I. ÜC 5. a. 4.
Beuling-ftraat. V. N. 10.
Beurs-fteeg. I. A. 18.
Bezyden de Beurs, I. A. 18.
Bierdraa'gers-gang. VI. C. 38. h.
Bierdraagers-gang. VI. C. 45. g.
Bikkers-Eiland. VI. L
Bikkers-graft. VI. ï. r.
Bikkers-ftraat. VI. 7. 2.
Bikkers-ftraat (kleine). VI. I. 2. b.
Binchvyk of Binnemsayk. Zie Kalverstraat.
Binnenkant van 't Nieuwe-Waals-Eiland. VI.
M. 1.
Binnen-Amstel. V.M. VIL H. Binnen-Brouwers-ftraat. VI. E. 15. Binnen-Viflchers-ftraat. VI. E. 12. Binnen-Wieringerftraat. VI. E. 13. Blaauwburgwal. V. A7. 26. Blaauwe Erf. LM. 12 b. Blaauwe-Haan-fteeg. I. 0.12. Blaauw-hoofd. VI. G. 4. d. Blaauwe Lelie-ftraat, of korte Niezel. 11.^.8. Blaauwe-ftraat. I.Mi2.b. Blaauw huizen-gang. VI. C. 48. c. Blaauw-lakens-fteeg. I. C. 16. Bleekers-gang. VI. C. 6. Blindemans-fteeg. V. M.i. e. Blindemans-fteeg. VI. C. 48.b. J.**. Bloed-ftraat. III. A. 13. Bloed-dwarsftraat. III. ./f. 13. b. Bloks-Hofjc.VL C. 3i.b.t- Blom-graft VI.C. 41. Blom-ftraat. VI. C. 40. Blom-dwarsftraat (eerfte). VLC-4.0. a. Blom-dwarsftraat (tweede). VI.C. 40.b. Blyde-hoek. III. ^. 1. Boeren fteeg. I. D. 12. Boeren-fteeg. III. A. 9. a.f- Bogt agter de Oude Kerk. L.C 22' Boltens-graftje. V. L.M- Bokkinghangen. VI.C 4 e- Boomsloot. IV. C _ Boomsloot (Dwars)..IV.X.3.
Boomfte«g.-UI- «* I(5- I 3 Boom- |
||||||||||||||||||||
jrVcolye-ftraat. VI. C. 39. f.
Agnieten-ftraat. 11. A. 1.
Agter-burgwal (Nieuwe-zyds-) II. D. III. B,
Agter-BUROWAL , (OuDE-ZYDS-) II. C. III. A.
Agter de Begynen. I. F. 1.
Agter de Hal. I. C. 5. Agter de Nieuwe Kerk, of Elendige-fteeg. I. M.
12. a.
Agter de Oude Kerk. I. C. 22. Agter, of bezyden de Beurs. I. A. 18. Agter 't S. Antonis Kerkhof. VIL C. 9. Agter-graft. VII. F. Agter ftraat. V. K 2. Agter-ftraat op Ooftenburg. VII. P. 3- Amstel. V. M. VII. H. Amftel-graft. VIL H. 7. Amftel-kerk-ftraat. Zie Kerk-ftraat. Amftcl-ftraat. V. M. 12. VIL H. 8. Amftel ftraat (korte). VII. H. 13. Amftel-ftraat (nieuwe). VIL F. 8. Amftel veld. VIL D 7. Anjeliers-graft. V I. C. 47. Anjeliers ftraat. VI. C. 46. Anjeliers-itraat (kleine) VI. C. 45. i. Anjeliers-dwarsftraat (eerfte). VI. C. 46. f. Anjeliers dwarsftiaat (tweede). VI. C. 46.g. ArenJ-Bou venfteeg. V. M. i-b. Arend Jakobszoonsjkeg. 7Je Duiven-fteegje. Afkê Noachs-gang. VI. B. 15.b. Arke Noachs gang V I. C. 34. i. Arm-fteeg iNieuwe zyds). [. D. 16. Arm-fteeg (Oude-zyds). 1. C 27. Arnouds gang. VI. C 14. Azynmaakers-fteeg, of Zwart Lakens-fteeg I. D. 9. |
||||||||||||||||||||
B.
|
||||||||||||||||||||
B
|
„'aafjes-fteeg. LS. 4.
Baanbrug-fteeg. VI. C. 50.d. Baangraft. VI. D. Vil £. Baan-fteeg. VI. C 4.b. Bakkers-ftraat. V- M. 7. Balk in 't Oog-fteeg V. M.6. Bantammer ftraat. IV. A- 7. Bantammerftrant (nieuwe). VI. M. 4. Barber-ftraat I. C. 2. Barnde-fteeg. III. ^. 12. Batavier-ftraat. V. /f. 1.. Batavier-dwarsftraat (eerfte). V. F. 2. Batavier dwarsftraat (tweede). V.P.3. |
|||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||
I. Deel»
|
|||||||||||||||||||||
?o
|
|||||||||||||||||||||
Egelantiersdwarsftraat (derde). VI. C.43.
Eiland (Bikkers-) VI. I. Eiland (Nieuwe-Waals-) VI.M. Eiland (Prinsen-) VI. K. Eiland (Reaalen-) VI. L. Elands-graft. VI. C. 34. Elands-ftraat. VI. C. 35. - Elendige-fteeg. I. M. 12. a. Enge Kapel-fteeg. I. A. 10. Enge Kerk fteeg. I. K. 8. Engel-Gabriels-gang V. K. 2. d. Engelfche-fteeg. III. C.17. a, |
|||||||||||||||||||||
Boomfteeg. IV. C. 3. h.
Boom-ftraat. VI. C. 48. a. Boom-dwarsftraat. VI. C.48. a.f.L Braak (nieuwe) of Palmgraft, VI. E. Z-. Braak (oude). I. D. 25. Brandewyns-fteeg. IV. A. 3-a. Brandewyns-fteeg. VI. H. 3- Brand-gang. V. ƒ. 10. Breêftraat (Reguliers-)- V.M. r. Breêftraat (S. Antonis- en Jooden-) V.J. Breeuwers-ftraat. VI. p- 2- Brouwkrs-graït. V. IV. 29-VI. E. Brouwers-fteeg. I. ö. 27. Brouwers-ftraat. VI. *.. 15. Bruiniften-gang. III. A. ia. a. Burgwal (Blaauw-)V. IV. 26, Burgwal (Fluweelen-, 11.^.
Burgwal (Grim-) I. E.
Burgwal (Groene). V. A. I. a.
Burgwal (Kloveniers-). 111. D.
Burgwal (Lepuoozen-). V. D.
Burgwal (Nieuwe zyds-Voor-) I.D. II.B.
Burgwal (Nieuwe-zyds-Agter-) II.D. III. B.
Burgwal (Oude-zyds-Voor-) I. C. 11.^.
Burgwal (Oude-zyds Agter ) II. C.lll.A.
Burgwal (Roeters-) VIL D. 25.
Burgwal (Zwaanen-)V. B.
Buitenkant van 't Nieuwe - Waals - Eiland. VI.
M. 2.
Buiten-Bantammer-ftraat. VI. M. 4. Buiten-Brouwersftraat. VI. F. 3. Buiten-Dommerftraat. VI. F- 13. Buiten-Oranjeftraat. VI. F. 9. Buiten-Viflbhersftraat. VI. F. 1. Buiten-Wieringerftraat. V I. F. 1. Buffenfchutsgang. VII. L. 4- c. |
|||||||||||||||||||||
J^ luweelen-Burgwal. 11, A.
Foelie ftraat. V. G. %■
Foelie-dwarsftraat V. G. 2. a.
Fortuinen gang, V. K. 2 c.
Fraaije-fleegje. Zie Hooiwagens-fteeg.
Franfche Pad. VI. E 6.
Frans-Talingen-fteegje, of Frans-Teilingen-fteegjc
III. E. 3.
Funen. VIL P. 4. Fye Vliegen- en Fyf-Fliegenfieeg. Zie Vliegende fteeg.
G.
\jjraapers-fteeg. I. A. 14.
Galge-ftraat VI. K. 1. Gansoord Zie Nes. Gafthuis-hof. III H. 2. Gafthuis-molen-fteeg. V Af. 19, Gafthuis-molen-fteeg (korte) III, /?,<5, Gafthuis-fteeg. I. D. 13. Gebed zonder end. I. C. 1. a. Geelvinks-fteeg. V. IV. 3. Geertruids fteeg I. D. 19. Geldersche-Kaai. III. E. Gieters-ftraat. V1 C 48, b. ;£. Glazemaakers-gang, VI. 0.5. Gooijers-fteeg.I. C. 15. Gordynen-fteeg. 111. A. 13. a. Goudbergs-fteeg. I. K 5. a. f. Goudsbloms-graft. V I. £ 6. Goudsbloms-fteeg, V. N. 13.' Goudsbloms ftraat. VI, E 5. Goudsblomsdwarsftraat (eerfte). VI.iE. 5. a. Goudsbloms-dwarsftraat (tweede). V I. E. 5. fes. Goudsbloms-dwarsftraat (derde). VI. E. 5,c, Gouwenaars fteeg. III. C.17. d. Graven-ftraat. I. D. 15. Grim. I E. Zie Grimeurowal. Grimburgwal. I. E. Grimmeneffe-fluis. III. H. 3. Grimneffe. Zie Nes. Groene Burgwal. V A. 1. a„ Groene-gang. V. A. 3. a. 1. Groote Hout-ftraat. VI. E. 15. Groote Kattenburger-ftraat. VII. AT. 1. Groote Ooftenburger ftraat. VII. P. 2. Groote Wittenburger-ftraat. VIL O. 1. Guldehand-fteeg. I. K. ai. H.
JTlAARLEMMER-DYk-, <ƒStraat. V. TV. 30. VI.ff.
Haarlemmer-Houttuinen. V. AT. 31. VI F Haarlemmer-Plein. VI. D. 34. Haazen-ftraat. VI. C. 34. c. Hagedoorns-gang.VI. jP. 12.
Hal-Plein. I. ƒ. 4 Hal-fteeg. I. C. 7.
Hal-
|
|||||||||||||||||||||
V_xellebroêrs- of Pensfteeg. I. A. 3.
|
|||||||||||||||||||||
D.
|
|||||||||||||||||||||
mm ■* ■
|
|||||||||||||||||||||
L/amraKv I. B.
Dirk van Haffelts-fteeg. I. D. 22. Diflels-gang (eerfte) VI. F. 10. Diflels-gang (tweede) VI. F. 11. Doele-ftraat (Nieuwe) III. D. Doele ftraat (Oude) II. A. 4. Dollebegynen-fteeg. I. C. 19- Dommer-ftraat. VI. G. 50. C. Drie-hoek-ftraat. VI. E. 8. d. Drie Kardoezen gang. V.H. 3. Drie Konings-ftraat. V. N. 22. Drie Lelien-gang. VI. C. 34. h. Droogbak. VI. F. Dubbelde Worft-fteeg. I. B. 2. Dubbelde Worft-fteeg. V. N. 11. Duifjes fteeg. I. A. 13. M Duiven-fteegje. I.C.11.
Duivels-hoek. V. M. 1. b. c. d. e. f. DWARS-BOOMSLOOT. IV. C. 3,
Dyk-ftraat. IV. ^.i.
Dyk-dwars-ftraat. IV A. i. a. Dyk-ftraat (korte). IV. C. 3. ». E.
E endragtsgang. VI. E.4.I1.
Eenhoorns-gang. VI. £ 4»
Eenuurs-gang. VI.C.34-d'
Egelanuer8-graft.vi. C.42.
Ege antiers-ftraat. VI. C/44.
Ege antiers-dwarsftraat (eerfte). VI. C. 43- d- ,
Egelantiers-dwarsftraat (tweede). VI. C43-*1-
|
|||||||||||||||||||||
AANWAS en GELEGENHEID.
|
|||||||||||
IL Boek.
|
|||||||||||
71
|
|||||||||||
Halvemaans-fteeg. V. M. 4.
Hameeters-fteeg. V. N. 23.
Hamfieegje. Zie Naaldemaakers-gang.
Handboogs-ftraat. III. C. 2. b.
Haringpakkery. III. B. 22.
Harten-ftraat. VI. A. 4.
Haffelaars-fteeg. I. H. 1.
Haverzaks-gang. VI. C. 45. f.
Heeren-gang. V. F. 1.
Heeren-Graft. V. 0. VI. A. VII. JS.
Heeren-markt. VI. E. 14.
Heeren-ftraat. VI. A. 6.
Heilige-Weg. III. C. 2.
Heintje-Hoeks-fteeg. I. C. 25.
Hei-fteeg. V. N. 12.
Hei-fteeg (korte). III. B. 1.
Hekelveld. III. B. 20.
Hemelryk. III. B. 15.
Hemelryk (kleine). III. B. 16.
Henrik-Katrynenzoons-fieeg. Zie Vifch-fteeg.
Heremyten-fteeg. I. A 7.
Hoefyzers-gang (nieuwe). III. A. 10. b.
Hoefyzers-gang (oude). III. A. 10. a.
Hoedemaakers-gang.VI. C. 43. i.
Hoek (blyde). III. A. 1.
Hoek (Duivels). V. M. 1. b. c. d. e. f.
Hoek (Waaien-). VI. C. 29. a.
Hoek (Zand-). VI. I. 4.
Hol. I. D. 17.
Holmans-ßeegje. Zie Panaalfteegje.
Hoofd (blaauw). VI. G. 4. d.
Hoogkamersfteeg , of gang. III. A. 11.
Hoogftraat (korte). IV. D. 1. b.
Hoogftraat (nieuwe). V. A. 6.
Hoogftraat (oude). III. A. 8.
Hoogte van den Kadyk. VIL M. 1.
Hooiwagens-fteeg. VI. H. 2.
Hopkuil- o/Waterfcheeps-fteeg. II.fi. 12.
Hout-Graft. V. C.
Houtkoopers-Graft. V. E.
Houtkoopers-hofje. VII. D. 19. e. f.
Houtftraat (groote). VL F. 15.
Houtftraat (kleine). VI. F. 14.
Houttuinen. Zie Teertuinen (Oude).
Houttuinen (Haarlemmer). V. N. 31. VI. H.
Houttuinen (Jooden-). V. E.
Houttuinen (Nieuwe-zyds-). Zie Texelsche Kaai.
Houtzaagers-gang. III. B. 2.
Houtzaagers-gang. V.M. 1. a.
Huiden-ftraat. VI. A. 2.
Huiszitten-Burgwal of Turfgraft. V. D.
Huiszitten-fleeg. Zie Stoof-fteeg.
Huiszitten-fteeg. II. B. 7.
Huiszitten-fteeg (korte). III. B. 9.
J.
I akob van Okn-fleeg. Zie Spaarpots- of Spreeuw-
" pots-fteeg. Jan de Vriezen-fteeg. I. C. 9.
Jan-Krimpen-gang. V. A. 3. a. f. Jan-Rooden-Poorts-Tooren-fteeg. III. B. 10. Jan Schouten Aartszoons-ßeeg. Zie Schouten-fteeg. Jeroenen-fteeg. III. C. 16. Jonge Roelen-fteeg. I. D. 11. Jonker-ftraat. IV. A. 6. Jonker-dwarsftraat (eerfte). IV. A. 6. a. Jonker-dwarsftraat (tweede). IV. A. 6. b. Jonquiel-boeren-fteeg. V. A. 5. JoODEN-BREêSTRAAT. V. /•
Jooden-Houttuinen. V. E.
. K.
JVaai (Geldersche). III. E. |
|||||||||||
Kaai (Oofterfche). V. F. 4
Kaai (Texelsche). I. H.
Kaatsbaans-gang. III. C. 6.
Kaatsbaans-fteeg. II- B- ^•
Kadyk. VII. M.
Kalfsvel- of Styffel fteeg. I. A. 2.
Kalkmarkt. VLM. 3.
Kalver-gang. VI. C. 10.
Kal verstraat. I. L. III. K.
Kamperhoofd. III. F. 2.
Kamper-fteiger. I. K. 15.
Kapel-fteeg. I. B. 9.
Kapel-fteeg (enge). I. A. 10.
Kapel-fteeg (wyde). I. A. 11.
Kapel-fteeg (Oude-zyds-). I. K. 13.
Karnemelks-fteeg. I. B. 8.
Karffebooms-gang. VI. G. 4. a.
Karffebooms-hofje. VI. C. 45. dl
Karffebooms-fteegen (twee). V. N. 5. 6.
Karthuizers-ftraat. VI. C. 48. b. i-
Katers-fteeg. III. G. 2.
Katers-fteeg. V. N. 9.
Kattegat. III. B. 14.
Kattenburg. VII. JV.
Kattenburger-ftraat (groote). VII. AT. 1.
Kattenburger-ftraat (kleine). V11. N. 2.
Kattenburger-dwarsftraat (eerfte). VII. JV. 1. a.
Kattenburger-dwarsftraat (tweede). VII. N. 1. b.
Kattenburger-dwarsftraat (derde). VIL N. 1. c.
Keerweêr. VIL P. 5.
Keizerryk. IL B. 5.
Keizers-Graft. VI. B. VIL C.
Keizers-hof. VI. B. 17.
Keizers-hof. VI. C. 38. 1.
Keizers-ftraat. IV. A. 2.
Keizers-ftraat (korte). IV. C. 3. b.
Keizers-dwarsftraat. IV. A. 2. a.
Keizers-dwarsftraat (korte). IV. C, 3. b.f.
Kerkkroonen-gang. VI. C. 33. c.
Kerkflraat. Zie Warmoes-ftraat.
Kerk-ftraat. VII. A. 7.
Ketel gang. VI. C. 29. b.
Ketelmaakers-gang. VI. C. 35. e.
Klapmuts-fteeg. I. M. 21.
Klaver-gang. VI. B. 16.
Kleimans-fteeg of Korte Lynbaans-fteeg. 11. B. 10.
Kleine Anjeliers-ftraat. VI. C. 45. i.
Kleine Hemelryk. III. B 16.
Kleine Houtftraat. VI. F. 14.
Kleine Kattenburger-ftraat. VIL N. 2.
Kleine Ooftenburger-ftraat. VII. P. 1.
Kleine Plein. VIL A. 4.
Kleine Wittenburger-ftraat. VIL O. 2.
Klokken-fteegje. III. D. 7.
Kloofter. III. C. 1.
Kloveniers-Burgwal. III. D. V. A.
Knollen-gang. VI. C. 30.
Knoopemaakers-gang. VI. C. 43. g.
Koe-ftraat. III. A. 10.
Koks-hofje. V. K. 2. e.
Koks-fteeg. V. A^. 17.
Kolk. I. D. 23.
Kolk (Oude-zyds-). III. F. 4.
Kolk-fteeg. I. D. 23.
Kollegats-fteeg. IV. A. 7. a.
Kollegats-dwarsfteeg. IV. B. 4.
KONINGS-GRAFT of SlNGEL. III. C.V-N-
Konings-Plein. V. A'. 8.
Konings-ftraat. IV. A. 3. Konings-ftraat (korte). IV. & 3- «• Konings-dwarsftraat (korte). ■» V. C. 2. Konynen-ftraat. VI. C. 35- c. Koorenmeeters-Agterhuis o/gang. VI. E. 8. b. Koperftaagers-gang. VI. c. 30. b KorsjesToorts ftceg (koite). III. D. ,3< Kors-
|
|||||||||||
I. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||
A MS T E R D A M S
|
|||||||||||||||||||||||
72
|
|||||||||||||||||||||||
Linkervleugel van de S. Antonis-fluis.IV.D. i.e.
Lomberds-fteeg. I. C. 3. Looijers-graft. VI. C. 32. Looijers-ftraat. VI. c. 32. b. f. Looijers-dwarsftraat (eerfte). VI. C. 32. a. Looijers-dwarsftraat (tweede). VI. C. 32. b. Looijers-ftraat (Nieuwe). VIL X>. 19.e. Looijers-dwarsftraat (Nieuwe). VII. Z). 19.'e. f. Louwen-Poort o/ Meefter-Louwen-fteegje. I. Ä 22. a.
Lynbaans- o/Baangraft. Vi. D. VIL £. Lynbaans-fteeg. III. B. 12. |
|||||||||||||||||||||||
Korsjes-Poorts-fteeg. V. N. 27.
Korte Amftel-ftraat. VII. H. 13.
Korte Dyk-ftraat. IV. C. 3.
Korte Gafthuis-molen-fteeg. II £ B. 6.
Korte Hei-fteeg. III. B. 1.
Korte Hoogitraat. IV. D. 1. b.
Korte Huiszitten-fteeg. -11* 1?'
Korte Keizers-ftraat. IV. c;-3-ft'
Korte Keizers-dwarsftraat. IV. C. 3.b.t-
Korte Konings-ftraat. I V. <-. 3. c.
Korte Konings-dwarsftraat. IV C 2
Korte Korsjes-Poorts-fteeg III. B. .13.
Knrre Leidfche dwarsftraat. V II. A. 10.
Korte Leidfche-Kruisftraat. VIL D. 15. c. f.
Korte Lynbaans-fteeg o/ Kleimans-fteeg. 11. B.iq.
Korte Prinfen-graft. VI. E. 19.
Korte Raam-graft. V. A. 3. g.
^■orte Reguliers-dwarsftraat. V. M. 10,
Korte Spinhuis-fteeg III. A. 6.
Korte Storm-fteeg. III. A, 17.
Kramers-gang. VI. D. 9.
Kreupel-fteeg. II. A. 6.
Kromelleboogs-fteeg. I. A. 17.
Kromelleboogs-fteeg. I. D. 25. a.
Kromelleboogs-fteeg. Zie Frans-ïalingen-fteegj'e.
Kromme Palm-ftraat. VI. E. 8. e.
Kromme Tuin-ftraat. VI. C. 45. h.
Kruimans-fteegje of Zilverfmids-gang. I. D. 22. c.
Kruis-gang. VI. C. 23.
Kruis-fteeg. III. B. 5.
Kuip. III. C. 17.
Kuipers-gang. VI. C. 7. ,
Kuipers-gang. VI. C. 34. f.
Kuipers-gang. VI. C. 44. g.
Kuipers-fteeg of Zilver-fteeg. I. C. 1.
|
|||||||||||||||||||||||
M.
|
|||||||||||||||||||||||
]
|
[aagdelieven-ftraat. VI. C. 45. k.
Mandemaakers-gang. VI. £.16. Mandemaakers-ftéeg. I. B. 6. Mandemaakers fteeg. V. A^. 2. Marken. V. L. Marken-fteeg. V. E. 2. Martel aars -graft. III. B. il. Meefter-Louwen-fteegje of Louwen Poort. I. D. 22. a. "
Melkboers-fteeg. I. D. 12. Melkmeisjes-gang. VI. C. 48. b. f. Melkmeisjes-fteeg. I. D. 8. Middeldam of Vygendam 1.1. 1. Minderbroeders-fteeg of Oude-Kennis-fteeg. II. A. 7- Minnemoers-ftraatje. VI.J. 2. a.
Moddermolen-fteeg. V. A. 3. f.
Molenpad. VI. -B. 9.
Molen-fteeg. HL A. 15.
Molen- of Roómolen-fteeg. V. N. 28.
Mol-fteeg. 11. JS. 8.
Monniken-ftraat. III. A. 14,
Monniken-dwarsftraat. III. A. 13.
Montelbaans-Burgwal. IV. D. V. F.
Mooren-fteegje. I.A. 12.
Mooriaans-fteeg. I. D. 5.
Moftaardpots-fteeg o/ Schuitmans-fteeg. 11. S. 9.
Mouthaan-fteeg. VI. C. 50. b.
Mozes- en Aäron-ftraat. I. D. 14.
Muggebeens gang. III. ƒ. 5.
Muider-graft. V 11 I.
MyiDER-STRAAT. VIL L,
|
||||||||||||||||||||||
j >aagte van den Kadyk. VII. M. 2.
Land-van-beloften-fteeg. V.M. 1. e. Lange-brugs-fteeg. I. A. 1. Lange Lëidfche-dwarsftraat. VII. A. 9. Lange-ftraat. V. N. 26. a. Lastaadje. IV. A. Laurier-graft. VI. C. 36. Laurier-ftraat. V I. C. 37. Laurier-dwarsftraat (eerfte). VI. C. 36. e. Laurier-dwarsftraat (tweede). VI. C. 36. g. Lazarus-fteeg. V. C. 2. Leertouwers-gang<» VI. D, 2. Leidekkers-fteeg. I. C. 14. Leidsche-graft. VI. A. I.VII. ^. Leidfche-ftraat. VII. B. 9. Lëidfche-dwarsftraat (korte). VII. A.10. Lëidfche-dwarsftraat (lange). VII. A, 9. Leidfche Kruis-ilraat. V11. D. 15. c. Leidfche Kruis-ftraat (korte). VIL D. 15. c. f. Leidfche-Plein. VII. E. 2. Lelie-Graft. VI. A. 5. Lelie-ftraat (nieuwe). VI. C. 42. Lelie-dwarsftraat (eerfte) VI. c. 42. a. Lelie-dwarsftraat (tweede) VI. c.42. b. Lelie-dwarsftraat (derde). VI. c.42. is. Lelie-ftraat (oude). V. iV. 24. Lelie-ftraatje. IV. yf. 9- Lepelftraat. VIL V. 24. ab. Leproozen-Burgwal. v . -u. Leproozen- »ƒ Lazarus-fteeg. V. C. 2. Lindebooms-gang. VI. ^- 3: Lindebooms-gang. VI. C.21. Linden-graft. VI. E, 4. Linden-ftraat. VI. C. 48. b. : Lmden-dwarsftraat(eerfte). VI. C.48.0.TI •
Linden-dwarsftraat(tweede) VI. C.48.b4J. Linden-dwarsftraat(derde) VI. £, 4.c |
|||||||||||||||||||||||
N.
|
|||||||||||||||||||||||
N
|
laaldenmaakersgang. III. B. 6.a.
Nadorft-fteeg. I. A. 6 Negelantiers-graft en ftraat. 'Lie Egelantiers-graft en ftraat.
Nes. I I. Neffe. Zie Nes. Nieuwe Amftelftraat. VII. F. 8.
Nieuwe Bantammerftraat. VI. M. 4. Nieuwebrug-fteeg. I. K. 22. Nieuwe Doele ftraat. III. D. 1. Nieuwe gang. VI. C. 29 c. Nieuwe Hoefyzers-gang. III. A.io.b. Nieuwe Hoogftraat. V. A 6. Nieuwe Lelie-ftraat. VI. C. 42. Nieuwe Looijers-ftraat. V II. D. ig.e. Nieuwe Looijers-dwarsftraat. VII. D. 19. e. L Nieuwendyk. LM. III. Z. Nieuwe Raapenburger-graft. VII. K. Nieuwe Spiegelftraat. VIL B. 11. Nieuwe Teertuinen. VI. C. Nieuwe Waals-Eiland. VLM. Nieuwe Zeedyk. V11. M. Nieuwe-zyds-Agterburgwal. II. ö. III. B. Nieuwe-zyds Armfteeg. I. D. 26. Nieuwb-zyds-Voorburgwal. L D-IL -B. / Nieu-
|
||||||||||||||||||||||
AANWAS en GELEGENHEID.
|
|||||||||||
IL Boek.
|
|||||||||||
73
|
|||||||||||
Poort (Spanjaards- of Spanje's-). 1. ß 2Q ^
Poort (S. Pieters-). I. A. 5. Poort (Turkfche Keizers-)- VI. C. 3S. u Poort (Waaien-Wees-). VI. C. 37. b.^ Popius-fieeg. Zie Paapenbroek-fteeg, Pottebakkers gang. V. 0. 15. Pottebakkers-fteeg. IL B. II. Prinsen-Eiland.. VI. K. Prinfen-Eilands-dwarsftraat. VI. K. I. Prinfen-gang. VI. C. 31. b. Frinfen-gang. VI. C. 37. f. Prinsen-graft. VI. C. VIL Z>. Prinfen-graft (korte). VI. E. 19. Prinfenhofs-gang. VI. C. 22. Prinfenhofs-gang. VI. C. 36. f. Prinfenhofs-fteeg. II. -dT. 3» Prinfen-ftraat. VI. B. 15. Pyl-fteeg. I. C. 8. R.
JCVaam-graft. V. ./£ 3.
Raam-graft (korte). V. A. 3. g.
Raam-fteeg. III. 5. 4.
Raam-ftraat. VI. C. 28.
Raapenburg. V. C.
Raapenburger-graft (nieutve). VII. Ki
Raapenburger-ftraat. VII. L. 4.
Ramskooi. I. H. 2.
Ratelwagts-fteeg. VI. C. 45. i.
Raven-gang. V. E. 3.
Ravet-fleeg. Zie Servet-fteeg.
Reaalen-EiLand. VI. L.
Ree-ftraat. VI. B. 12.
Regtervleugel van de S. Antonis-fluis. V. J. 13,
Reguuers-graft, VIL G.
Reguliers-Breêftraat. V. M. r.
Reguliers-dwarsftraat. V. AT. i. a.
Reguliers-dwarsftraat (korte). V. M. i. g.
Ridder-ftraat. IV. A. 5.
Ridder-dwarsftraat (eerfte). IV. A. 5. a.
Ridder-dwarsftraat (tweede). IV. A. 5. b;
Roeters-burgwal. VIL D. 25.
Roeters-Eiland. VIL E. 11.
ROKIN. I. ^. III. G.
Romeins-Arms-fteeg. V. Af. 16.
Romeni-ftraat, Zie Dubbelde Worft-fteeg. l.B. 2.
Roode Leeuwen-fteegje. Zie Kromelleboog-fteeg.
Rookoes-gang. VI. H. 5.
Roomolen- of Molen-fteeg. V. AT. 28;
Roosmaryn-fteeg. II. B. 2.
Roozebooms-fteeg. 1. L. 9.
Roozebooms- of Rottige fteeg. VI. E. 7. c.
Roozebooms-fteegje. III. L. 1.
Roozen-graft. VI. C. 39.
Roozen-ftraat. VI. C. 38.
Roozen-dwarsftraat (eerfte). VI. C. 38. a.
Roozen-dwarsftraat (tweede)i VI. C. 38. b.
Roskam-fteeg. IL B. 1.
Rotgans-gang. VI. E. 11.
Rotgans-fteeg. VI. H. 1.
Rotteneft. IL A. 9.
Rotterdammer-gang. VI. C. 13.
Rottige- of Roozebooms-fteeg, VI. E. 7. e*
Run-ftraat. VI. B. 10.
Rusland. III. A. 4.
S.
Oalamariders fteeg. V. J. 2>
Schaapenmarkt. III. G. Ä* Schaapen-fteeg. V. M.i-*' Schaapen-fteeg. VI- l>. 33- Schaapen-fteegje. M. C. 2. d. Schaaven-gang- VLi-.H. K Scha- |
|||||||||||
Nieuwe-graftj e. V. L. i,
Nieuwftraat. I. D. 20.
Nieuwftraat (Oude). IILB. 12. a.
Niezel I. C. 24.
Niezel (korte) of Blaauwe Lelie-ftraat, 11. A. 8;
Noorder-markt. VI. C.48.
Noorder-ilraat. VIL D. 19. d.]
Noorder-dwarsftraat. VILD. ig, d. f.
O;
V/lieflaagers-gang. VI. E. 18.
Olieilaagers-fteeg. III. G. 3; Onbekende Graftje. VII. F. 10. Onkelboer-fteeg. V. A. 5. Oostenburg. VII. P. Ooftenburger-ftraat (groote). VIL P. 2. Ooftenburger-ftraat (kleine). VIL P. 1. Ooftenburger-dwarsftraat. VIL P. 1. b. Oofterfche Kaai. V. F. 4. Openhart-fteeg. V. N. 4. Oranje-ftraat. VI. C. 50. a. Osjes-fpook-fteeg. III. B. 14. a. OfTen-markt. VIL F. 6. Offen-fluis. III. K.6. Oude Braak. I. D. 2<?. Oude-brugs-fteeg. I. B. 7. Oude-brugs-fteeg. I. K. 20. Oude Doele-ftraat. .IL A. 4. Oude Hoefyzers-gang. III. A. 10, a. Oude Hoogftraat. III. A. 8. Oude Kennis-fteeg. II. A. 7. Oude Kerks-Plein. I. C. 21. Oude Leliestraat. V. N. 24. Oude-Manhuis-Poort. III. A. 2. Oude Nieuw-ftraat. III. B. 12. a. Oude Schans. IV.D.V.F. Oude Spiegel-ftraat. V. N. 15. Oude-zyds-Agterburgwal. IL C. III. ^ Oude-zyds-Arm-fteeg. I. C. 27. Oude-zyds-Kapel-fteeg. I. /f. 13. Oude-zyds-Kolk. III. F. 4. OUDE-ZYDS-VOORBURGWAL. I. C. I I. A.
Oude-zyds-wyde-Kapel-rteeg. III. I. 9.
Oven-ftceg. Zie Gaapers-fteeg. P.
J7 aapenbroek-fteeg. I. A. 16.
Paapenbrug fteeg. I. K. 18.
Paarden-ftraat. V. M. 8.
Paauwen-gang. VI. F. 6.
Palm-graft of Nieuwe Braak. VI. E. 8*
Palm-ftraat. VI. E. 7.
Palni-dwarsftraat. VI. E. 7. d.
Palmftraat (kromme). VI. £.8. e.
Panaals-fteegje. III. C. 19. a.
Parfumeerders-graft. Zie Pafleerder-graft.
Parfumeerders-flraat. Zie Paffeerder-ftraat.
Pafleerder-grait. VI. C. 29.
Paffeerder-ftraat. VI. C. 31.
Paffeerder-dwarsftraat. VI. C. 29. d.
Paternofters-fteeg. Zie Sleepers-fteeg. I. C. 23.
Penfionaris-fteeg of Stoute-haan-fteeg. I. D. 6.
Pens- of Cellebroêrs-fteeg. I. A. 3.
Peper-ftraat. V. G. 1.
Pieter Jakobsz-ftraat. I. C. 6.
Pieter Jakobsz-dwarsftraat. I. C\ 6. a.
Plantaadje. VII. K. 1.
Plein (Haarlemmer-). VI. D. 34.
Plein (kleine). VIL A. 4.
Plein (Konings). V. N. 8.
Plein (Leidfche). VIL E. 2.
Plem (Weesper). VIL E 9.
Poort (Engelrche). I. C. 4.
Popit (Louwen-). L D, 22. a,
|
|||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||
I. Deel;
|
||||||||||||||||||||||||
74
|
||||||||||||||||||||||||
Schager-gang. VI. F. 5.
Schans (Oude). I y. D. V. F.
Schiedammer-gang. VI. .F. 7. '
Schilders-fteeg. V. N. 21.
Schippers-gang, VI. C. 20.
Schippers-graft. V. G. 3.
Schippers-ftraat. VI. M. 5-
Schippers-ftraatje. IV. A.$-
Schollevangers-gang. V. K._ 2* r.
Scbool-fleeg. Zie Zwarte hand-fteeg.
SchooneWeespad. VI. C'. 37. e.j.
Schoorfteenveegers-fteeg. III. B. 5.
Schouten-fteeg. I. C. 12.
Schreijers-hoek. III./-. 3.
Schuitebooms-gang. VI. C. 43. f.
Schuitemaakers-gang. VI. £. 4. f.
Schuitevoerders-fteeg. V. Af. 3.
Schuitmans fteeg o/ Mofterdpots-fteeg. II. 21.9.
Servet-fteeg. I. C. 10.
Singel o/ Konincsgraft. III. C. V. iV.
S. Agnieten-ftraat. II. .4, 1.
S. Anne-ftraat. I. C. 18.
S. Anne-Dwafsftraat. Li C. 18. a. .
S. ANTONIS-BltEêSTRAAT. V. /.
S. Ceciüen-fleeg. Zie Prinfenhofs-fteeg.
S. Hieronimus-Hofje. VI. C. 48. b. LU*.
S. Jakobs-gang. VI. E. 4. k.
S. Jakobs-ftraat. I. D. 24.
S. Jans-ftraat. I. C. 13.
S. Jans-Vredehof. VI. C 35. d.
S. Joris-fteeg. III. G. 1.
S. Joris-ftraat. V. N. 7.
S. Katrynen-Kloofters-gang. II. A. 2»
S. Lucien-fteeg. I. D, 1. ;
S. Nikolaas-ftraat. I. D. 18.
S. Ölofs-Poort. I. K. 14.
S. Pieters-Poort. I. A. 5.
5. Pieters-fleeg.h C. 5.
S. Pieters-fteeg. V. Af. 1. c.
Slaagers-gang. V. N. 1. a. -fff,-
Sleepers-gang. VL C. 8.
Sleepers-gang. VI. C. 34. g.
Sleepers-fteeg. I. C. 23,
Sleepers-fteeg. V. Af. 5.
Slooterdyks-fteeg. I. Z>. 7.
Slooterdyks-ftraat. VI. G. i.,
Slootje. IV. C. 3- ?.
Sloot-ftraat. VI. C. 45. k. f.
Slyk-ftraat. III. A. 3.
Smak-fteeg. III. C. 17. c.
Smalle Pad. V I. G. 3.
Smids-fteeg. III. B. 18.
Smids-fteeg. IV. A. 11.
Smids-fteeg.' V I. C. 38. g.
Smids-fteegje. IV. JB.i.
Snoekjes-graft. IV. D. 1.
Snoekjcs-fteeg of korte Hoog-ftraat. IV. D. I.b.
Spaarpöts- o/ Spreeuwpots-fteeg. I.-4.15.
Spaarpots-fteeg. III. B. 11.
Spanjaards- of Spanjes:Poort. I. D. ie. a.
Spiegel-graft. VIL D, 17.
Soiegel-ftraat. VIL B. ir.
Sniesel-itraat (Nieuwe). VIL 2?.„, .
sSel-ftraat(Oude)^ViV.I5.
Spinhuis-fteeg. IlL^ 5-
Spinhuis-fteeg(korte).IIL^6.. Spinhuis-dwars-fteeg. III.^-6-a Splintermaakers-gang. V. M. 12. c. Spook-fteeg. III- 5. 14- a- T ,
Spreeuwpots- <ƒ Spaarpots-fteeg I. <rf. 15.
Sprokkelbeurs-fteegje. III. ■#• °- Spuij. lï UI. c. 3. Spykerboors-fteeg. j. #. I0, Spykermaakers-gang. V. .rf.-6.-W
Staal-ftraat. V.^2
|
||||||||||||||||||||||||
Steenhouwers-fteeg. I. c. 6. a. f.
Steenkoopers-gang. VI. c. 4. ' Steenkoopers-gang. VI. E. 17. Stil-fteeg. II. B. 6. Stoof-fteeg. II. A. 5. Storm-fteeg. III. e.'i. Storm-fteeg (korte), lij \& I7 Stoutehaan-fteeg of Penfionaris'ftceg. I.D.6.
Stroomarkt. III. c. 17. Stuivers-gang. I. d. 22'. d. Stuurmans-hofje. VI. C. 38. d. Styffel- o/ Kalfsvel-fteeg. I. a'. 2. Suikerbakkers-fteeg o/ Zak-fteW. I. C 2Ä, Suikerbakkers-fteeg. I. D. 21. Suikerbakkers-fteeg. IV. A. 3, b. Suikerbakkers-fteeg. V. Af. 1. d. Suikerbakkers-fteeg. V. M. 9. T.
JL aan-ftraat. VI. L. 1.
Taan-dwarsftraat. VI. L. 2.
Tak-fteeg. I. A. 8. ïeerketels-fteeg. III. B. 13. a. Teertuinen (Nieuwe). V L G. Teertuinen (Oude). I. G. Terebinthyns-gang. VI. C. 36. <j, Texelsche Kaai. I. H. Tichel'-ftraat. VI. C. 47. h. Tooren-fteeg. III. B. 10. Treeft-fteeg. V. N. 18. Trompetters-gang. V. A. 4. b. Trompetters- of Zoger-fteeg. I. C. 20. Tromvloos-fleeg. Zie Haflelaars-fteeg. Tuin-ftraat. VI. C. 45. Tuin-dwarsftraat (eerfte). VI. C. 45, e; Tuin-dwarsftraat (tweede), VI. C. 45, h* Tuin-ftraat (kromme). VI. C. 46. h. ' Turfdraagers-Agterhuis of gang. VI E 8 a" Turfdraagers-Hofje o/gang. VII. ö. 4 TURF-GRAFT 0/ HuiSZITTEN-BuRGWAL. V. D
Turfhok-fteeg of Turkfche Keizers-fteeg. I. D. 2;
Turfmarkt (Oude) lil H
Turf fteeg. V. D. 1.
Turkfche Keizers-Poort. VI. C. 35. b.
Turkfche Keizers-fteeg of Turfhok-fteeg. I. D.2.
Twaalf-uurs-gang. VI. c. 44. c.
|
||||||||||||||||||||||||
U.
|
||||||||||||||||||||||||
U.
|
||||||||||||||||||||||||
LENBURG. V. K.
|
||||||||||||||||||||||||
Uilenburgs- of Agter-ftraat. V. K. 2.
Uilenburgs-fteeg. V. £.-i. Utrecbtfcbe Steigers-fieeg. Zie Heremyten-ftee«? Utrechtfche -ftraat. V11. B. 5,14 y S* Utrechtfche-dwarsftraat. VIL D. 22. a. b.
|
||||||||||||||||||||||||
V.
|
||||||||||||||||||||||||
Va
|
||||||||||||||||||||||||
. alken-fteeg. I. B. 1.
Varken-markt. VIL F. 7 Verwers-graft. V. A. 1. a. Verwers-ftraat. V. A. 1. b. Vierwinden-ftraat. VI. L. 3. Vmkenbuurt. VIL L. 4. Vinken-ftraat. VI. C. 50. Violetten-ftraat. VI. C. 46. e. Vilch-fteeg. I. E. 16. VifTchers-ftraat. VL E. 12. Vlakke-veld. VIL D. 18. C Vlasblom-fteeg. V. N. 14. Vliegende-fleeg. III. B. 3. Vlooijenburg. y. S. '5. Vlooijenburgs-dwarsftraat. V. S. Vlooijenburgs-fteeg. V. C. 1. |
||||||||||||||||||||||||
4.W
|
||||||||||||||||||||||||
Voet-
|
||||||||||||||||||||||||
I
|
||||||||||
GELÉGÉNËEIÖ. 75
iVinimolen-firaat. Zie NiEuwENDtK
Witte kelk-fteeg. I. D. 4. Wittenberg. VIL O. Wittenburger-ftraat (groote). VIL o. t. Wittenbürger-ftraat (kleine). VII. O. 2. Witcenbürger-dwarsftraat (eerfte). VIL O. f. c- Wittenburger-dwarsftraat (tweede). VIL O; t.£ Witte paards-fteeg. IV. A. 10. Witte-Voets-gang. VI. C. 43. e. Wolven-ftraat. VI. A. 3. Wyde gang, VI. B. is. a. Wyde gang. VI. E. 6. c. Wyde-Kapel-fteeg. L A. 11. Wyde-Kerks-fteeg. L K. 7. Wyde-Lomberds-fteeg. I, ^. 4. Wyde fteeg. II. £. 3. Wyngaard-fteegje. III. B. 7. Wyngaard-ftraatj'e. I, C. 28. . . -Y.
Y - Graft. V» //.
Z.
il^aaijers-garig. VI. B. iB.
Zak-fteeg of Suikerbakkers-fteeg. I. C. 26..
Zak-fteeg,in de Spinhuis-dwars-fteeg. lll.A.6.b;
Zak-fteeg. IV. A. 3. b. f.
Zak-fteeg. VI. C. 38. C.
Zandhoek. VI. L. 4.
Zand-ftraat. V. A. 4.
Zand-dwarsftraat. V. A. 3. d.
Zeedyk. I. G. 1. III. ƒ.
Zeedyk (nieuwe). VIL M.
Zevenhuizen-gang. VI. C. 34; e.
Zilverfmids-gang of Krüimans-fteegje. I. D. 22. c;
Zilver-fteeg of Kuipers-fteeg. 1. C. 1.
Zoete naam Jezus-fteegje. I. K. 6.
Zogers-fteeg of Trompetters-fteeg. I. C. 231.
Zoutkeets-graft. VI. G. 4.
Zoutkoopers-fteeg. II. A. gï
Zout-fteeg. I. B. 3.
Zwaanen-Burowal. V. B.
Zwaanenburg-ftraat. V. B. 4.
Zwarte byl-fteeg. III. B. 17;
Zwarte hand-fteeg. I. ö. 16.
Zwarte paards-fteeg. I. D. 3'.
Zwart-Lakens-fteeg. I. C. 17.
Zwart-Lakens-fteeg, of Azynuiaakers-fteeg. t.Ü.g\
|
||||||||||
IL Boek. AANWAS EN
Voetboogs-ftraat. III. C. 2. c.
Voorburgwal (Nieuwe-zyds-). I. D. II. B, Voorburgwal (Oude-zyds-). I. C. II. A. Vrede-hofje. VI. C. 41. b. Vredenburgs-fteeg. II. A. 9. Vrouwen-gang. Hl. C. 2. a. Vrouwen-fteeg. I. B. 5. Vuile Weespad. VI. C. 37. e. f. Vygendam of Middeldam. I, ƒ. 15. Vyzel-graft. VII. D. 19. Vyzel-ftraat. V. AT. i. w.
VV aaigat (eerfte). I. K. 17.
Waaigat (tweede). I. K. 19.
Waaigat in de Zwaanenburg-ftraat, V. B. 4. a;
Waaigat (eerfte) in de Raapenburger-ftraat. VII.
L. 4. a.
Waaigat (tweede) in de Raapenburger-ftraat. VII. L. 4; b.
Waaigat aan de Nieuwe Vaart. VIL M. 2. c. Waal of Oude Waal. IV. B. Waale-lierks-Plein. III. A. 7. Waaien hoek. VI. C. 29. 3. Waaien-Wees-Poort. VI. C. 37. b. Wagen-Plein by de Haarlemmer-Poort. VI. D. 34i Wagen-Plein by de Leidfchc-Poort. VIL E. 2. Wagen-ftraat. V. M, 11. Wagen-ftraat. VI. E. 24. Wapen van Delfts-fteegje. V. M, 10. Warmoes-graft. V. N. 20. Warmoes-straat, I. K. Water. I. B. Warerpobrts-iteeg. III. E. 2.
Waterfcheéps-fteeg of Hopkuil-fteég. II. B. 12. Water-fteeg. I. A. 9. Water-fteeg. V. A. 7. Water-fteeg. V. M. 1. h. Weespad (fchoone). VI. C. 37. e. L Weespad (vuile). VI. C. 37. e. f. Weesper-Plein. VIL E. 9. Weesper-ftraat. VIL B. 16. Weesper-veld. Vil. C. 17. b. Wel'ter-markt. VI. B. 13. Weterings-ftraat. VII. D. 18. Weteiïngs-dwarsftraat (eerfte). VIL D. 17. c. Weterings-dwarsftraat (tweede). VIL D. 17. d. Weterings-dwarsftraat (derde), of Vlakke - veld. VIL D. 18. c.
Wieringer-ftraat. VI. E. 13. |
||||||||||
É 2
|
||||||||||
Tot
|
||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||
I. Deel.
|
||||||||||||||||
7*
|
||||||||||||||||
ter toè, door te zaagen, en aan ftukken en
brokken weg te voeren : 't welk , onder anderen, by 't graaven der nieuwe vaart op Kattenburg, gefchied is (x). Voorts, loopt, door een gedeelte der Stad, naar 't midden toe, een ftrook van 't Muider-zand. De purten , die tot in deeze ftrook ge- maakt worden, leveren veel beter put- of pompwater uit, dan de putten, die men elders in de Stad vindt (y). Het water in de graften, die de Stad
omringen en doorfhyden, is tegenwoordig, en federt lang, overal brak, en onbekwaam om gedronken te worden. Het meefte pomp- of putwater is ook flegt. Men be- dient zig, hierom, meeft van regenwater, tot drank en ander gebruik, hebbende ie- der huis een of meer bakken, waarin het water, uit gooten, die langs de daken leg- gen, en uit buizen, die langs de wanden of gevels der huizen loopen, gevangen en be- waard wordt. De Brouwers haaien het zoete water tot het brouwen van bier, den ge- woonlyken drank hier ter Stede, van boven Weesp, uit de Rivier de Vegt. De waterige en moeraffige grond, in en
om Amfterdam, maakt de lugt aldaar , voor zulken, die 'er niet aan gewend zyn, meer of min zwaar en dampagtig. De graf- ten, van welken de Stad doorfneeden wordt, geeven, inzonderheid by dampig en vog- tig weder, ook een' onaangenaamen waas- fem uit. Nogtans, bevindt men niet, dat 'er, het groot getal van ingezetenen in aan- merking genomen zynde, te Amfterdam, meer menfchen fterven of ziek zyn dan in andere Steden van Holland. De Amftellandfche wateren, en deftroom
de Amftel inzonderheid, voorzien de Stad van veeler'lei leevende Vifch, met naame van Aal, Snoek, Karper, Vooren, Braas- fem , Zeelt , en vooral van fmaakelyke Baars. Het Y en de Zuiderzee levert Both, Paaling en anderen Vifch uit. Uit de Noord- zee, met naame over Wyk- en Egmond- op-Zee, wordt de Stad voorzien van Zee- vifch. De Amftellandfche Veenen leveren der Stad een gedeelte van de turf, die hier verbrand wordt. Uit de Amftellandfche Weiden, bekomt de Stad melk, eenige bo- ter en eenige vetgeweide beeilen. Ook zyn 'er , omtrent Amfterdam , veele moes- tuinen aangelegd , welker gewas in de Stad vertierd wordt. Doch het groot- fte gedeelte van haar onderhoud bekomt zy van veel verder. Veele aard- en boomvrugten krygt zy uit Kennemerland, uit
(x) ^>DOMSF.LAAR lil. Boek, W. 17«.
(y) Dezelfde Iv, B„,^t bL +7j+s.
|
||||||||||||||||
Over- Tot hiertoe, hebben wv Amfterdam
gang tot befchouwd in zyne Opkomft, Aanwas en
de be- verfcheiden' Vergrootingen. Doch 't zal Wdéngniet ondienilig zyn, de gelegenheid der grond, Stad, in opzigpvandertgrond, daar zy op waarop ftaat en de Landftreek, die haar omringt, de,Stad. een weinig byzonderer dan in den aanvang §e St IS- van het eerfle Boek gefchied is, aan te wyzen. De Stad legt,eigenlyk, aan het Woord- einde van Amftelland, eene laage, moe- raflise , broek- en veenagtige Landftreek in Holland, gehecllyk uit Wei- of Veen- land beftaande. Het Veenland levert turf uit en, daar 't uitgeveend is, waterplaffen van meerder of minder uitgeftrektheid. Het Wei- en Hooiland is verdeeld in verfchei- den' polders , die met kadyken omringd zyn, op welken watermolens ftaan, die 't water uit dit laage Land opmaalen , en door menigvuldige togtilooten loozen, in den Amftei, in het Y en in de Haarlem- mer-Meer. De Stad legt op deezen zelf- den weeken, waterigen veengrond, die eg- ter, buitens-en binnensdyks, nog eenigs- zins onderfcheiden is. Buitens dyks vindt men eerft omtrent drie voeten harde klei, daarna tien of elf voeten veengrond, aan welken een korft zit van derri, zynde eene toffe, pypagtige ftoffe , die, van 't veen gefcheïden zynde, op 't water dryft. Dee- ze derri-korft is twee of drie voeten dik, en onder dezelve legt wederom klei, ter dikte van negentien, twintig en zelfs twee- of drie-entwintig voeten. De klei is dik- ker , naar gelang dat men verder Y-waards graaft, en onder deeze klei, vindt men, eindelyk, den harden zandgrond, in wel- ken de paaien geheid worden, die de muu- ren van alle de huizen en gebouwen van Amfterdam draagen moeten. Binnensdyks, beftaat de grond eerft uit een voet of wei- nig meer loffe aarde, die meeft aangehoogd is uit mefr., vuilnis, zand en andere ftof- fen, toen hier nog vee geweid werdt. On- der deeze aarde, heeft de veengrond om- trent twaalf voeten dikte; daarna volgt de derri, het klei en het zand, even als op den buitendykfchen grond. Voorts , zyn de ftraaten en erven binnen de Stad, met zand en veelerlei andere ftoffen, zeer aan- gehoord ; welk aanhoogfel eerft weggedol- ven moet worden , eer zig de eigenlyke grond van Amftelland en Amfterdam , zo als dezelve hier befchreeven is, ontdekken kan. 't Gebeurt dikwils, m 't graaven, dat de grond , die hier alomme water onder zig heeft, wanneer men omtrent de dem komt,Hgter zynde dan het water,opdryft; zo dat men, fomtyds, genoodzaakt is, de ligte aarde- of derri-korft, tot op het wa- |
||||||||||||||||
Van het
water, welk, door de zelve, loopt. |
||||||||||||||||
Van dë
lugt, die 'er inge* ademd wordt. |
||||||||||||||||
Van de
leevens- midde- len , die de om- leggende en afge- legene Wateren en Lan- den aan de Stad verfchaf- fen. |
||||||||||||||||
II.Boek. AANWAS EN GELEGENHEID.
|
||||||||||||||
77
|
||||||||||||||
Wyk genaamd (d), 't welk zo veel als Vogel
wyk fchynt te betekenen. Tot aan en op dit fluk Lands, ftrekt zig de Vryheid der Stad te water uit. Zy heeft dit Land, al voor meer dan drie eeuwen, doen bedy- ken, en onderhoudt het nog wel met fchoeijinge en paalwerk, om, door mid- del van het zelve, fchuuring en diepte aan den Y-kant en voor de paaien te behou- den. Ook zyh, op den hoek der Vole- Gaige- wyk, een fteenen Galg en eenige raden en veld- ftaaken geplaatft; waar aan en op de ly- ken van misdaadigen, die met de dood geftraft geworden zyn, gehangen en vaft- gemaakt worden. Wat meer Noordweft- De Nes. waards, omtrent voor Buikiloot, legt nog een kleiner flrook buitensdyks Land, de Nes, en van ouds de laaie Nes geheeten. Dit Land wordt ook, door de Stad, met paalwerk onderhouden, hebbende zy , in het jaar 1662, niet willen gedoogeii, dat die van Waterland, fchoon eigenaars van 't Rietland tulTchen de Nes en den Wa- terlandfchen Dyk, eene doorgraaving in het gemelde Rietland maakten (b). Het Y loopt, voorts , Noordwellwaards, buiten de Vryheid van Amfterdam, tot in de Wy- ker-Meer, daar Holland op 't fmalft, en niet boven een uur gaans breed is. Ten Zuiden van het Y, loopt de Baar- sioote>
lemmer- of Spaarnedammer-Dyk, die in de dyk. Stad aanvangt, en, door de Haarlemmer- Poort , daar dezelve van de Stads graft doorfneeden wordt, voortgaat, tot heel aan het Dorp Spaarnedam. Naaft aan Amfter- dam, binnen deezen Dyk, legt het Dorp Sloo- terdyk, een half uur gaans van de Stad ten Weften. Een uur gaans ten Zuid-weflen Slootert. van de Stad, legt het Dorp Slooun, niet verre van de Haarlemmer-Meer, die haar overtollig water looft in 't Y, door drie zwaare Sluizen, op half weg tuffchen Haar- lem en Amfterdam, en door vier anderen, te Spaarnedam leggende , terwyl het , door den Dam aan den Overtoom, een half Over- uur gaans van de Stad, aan den Heiligen-toom, weg gelegen , belet wordt , langs den Schinkel, in de Heilige-wegs- en Kofiverloo- ren-Vaart, en voorts in de Graften van Amfterdam te loopen. Het Dorp Amfier- Amfter- veen legt een uur gaansten Zuidenvan den veen. Overtoom. Langs den Amftel, isheteer- fte Dorp, welk men, Zuidwaards van de Stad, ontmoet, het Dorp Ouderkerk, al-Ouder* waar eene groote houten brug over den kerk. ftroom legt. Ook hebben de Portugeefche Tooden van Amfterdam, by dit Dorp, een Kerk-
(a) Handv. bl. 2,337- [';>I5>-
K 3
|
||||||||||||||
uit Rynland, uit de Provincie van Utrecht,
en uit Gelderland. Zy ontvangt haar mees- te Boter uit Rynland, uit Delfland, uit O- veryffel, uit Groningerland, en vooral uit Friesland; om niet te fpreeken van de uitlandfche Boter, die hier, onder de klei- ne Gemeente, en tot Scheepsgebruik ver- tierd wordt. De meefte Kaas komt uit Ryn- land, de Krimpenerwaard en het Noorder- kwartier van Holland. DeGraanen, tot brood en andere fpyze dienende, komen, voor't grootfle gedeelte,uit Poolen, Pruiffen, Pome- ren, en van omtrent de Elve: voorts. van na- derby, uit Vlaanderen, Gelderland, Fries- land en andere nabuurige Provinciën. Gooi- land levert veel Boekweit aan Amfterdam. Wy fpreeken niet van 't gene meer tot on- derhoud van 't leeven, uit verren Lande, herwaaxds gevoerd wordt; om hier niette verhandelen, 't gene hierna, in't befchry- ven van den algemeenen Koophandel van Amfïerdam, te pas komen zal. Het Y, welk Amftcrdam Noordwaards
befpoelt, heeft gemeenfchap met de Zui- der-Zee, die, tuffchen de Hollandfche en Friefche Eilanden door, gemeenfchap met de Noord-Zee heeft, waardoor veroorzaakt wordt, dat 'er, tweemaal in vierentwintig uuren, vloed en ebbe is, voor; en in de Graften, diebuitensdyks leggen, ook bin- nen de Stad. By gewoone tyden, heeft men, als de Maan nieuw of vol is, het hoogfte water voor Arafterdam, des mor- gens en des namiddags ten drie uuren, en als de Maan in de kwartieren is, heeft men hier,op dezelfde uuren, het laagfte water. De afftand tulfchen deeze Stad en de reede van Texel, die op omtrent zeftien mylen gerekend wordt, is oorzaak ■dat men hier het; hoogfte water heeft, wan- neer het, voor Texel, het laagfte water is. Tegen over Amftcrdam ten Noorden, wordt het Y gefluit door den Waterland- fchen Dyk, ■ op en aan welken, in 't gezigt van de Stad , leggen de Dorpen Durgcr- dam , Schellinkwoude , Nieuwendam en Buikiloot. Beneden Durgerdam, legt, aan den mond der Zuider-Zee, eene droogte, Pamphuis of Pampus genaamd, over wel- ke , diepgaande Schepen, door Kameelen, zynde eene foort van piatte Schuiten, die men eerft vol water laat loopen, en nader- 'hand ledig pompt, gcligt worden. Keizer Karel de V. heeft, reeds in 't jaar 1544, bevolen, op 't Pampus geen ballaft over boord te werpen (z). TulTchen Nieuwen- dam en Buiküoot, legtéenftukbuitensdyks Land, de Voleixsyk, en oudtyds de Voel- (z) Zh Handv. bl. 3Sz [«*].
|
||||||||||||||
Ebbe en
Vloed voor, en °ok, hier ?1 daar, inde Stad. |
||||||||||||||
Naaftgc.
ifgen' * 'aatfen ömde stad. ?ainpus.
|
||||||||||||||
Vole-
|
||||||||||||||
78 AMSTERDAMS AANWAS en GELEGENHEID. I. De Et.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
fterdam gelegen zyn, en dagelyks, zo wel
als Haarlem en Leiden, Utrecht en ande- ren , met Zeil- en Trekfchuiten , bevaaren worden. Amfterdam, welk, nevens "de gantfcheRangdei
Heerlykheid van Amftel, oudtyds, onder Stad on- het Stigt van Utrecht behoord hadt, heeft, der,de omtrent het einde der dertiende eeuwe , ^dg,i- met het Graaffchap van Holland vereenigd iand. geworden zynde, eerlang,, zitting en ftem ter Dagvaart van Holland gekreegen, on- middelyk na de vier Hoofd- of groote Ste- den , gelykze fomtyds genoemd worden (f), Dordrecht, Haarlem, Delft en Leiden, en bekleedt de vyfde plaats onder de Holland- fche Steden. Het oudfte blyk, my voor- gekomen, dat Amfterdam de Dagvaar- ten , die gemeenlyk in den Haage gehou- den werden, bygewoond heeft, en, ne- vens andere Steden , by 't verleenen van Graaflyke Brieven, gekend geworden is, vindt men, in eenen Brief van den vyfden January des jaars 1348 [1349], waarinde Hollandfche en Zeeuwfche Steden, die Her^ tog Willem den V. tot Graave inhuldig- den, in deeze orde, worden opgenoemdj Dordrecht, Middelburg, Zierikzee,Geer- truidenberg , Leiden, Delft, Haarlem, Alkmaar, Amflerdam en Oudewatef (g). Ook heeft men eenen Brief van denzelfden Hertoge Willem vanden jaare 1351, onder . welken gelezen wordt: Juffit domini comi- tis. Per commune Confilium Villarum Delf, Leyden, Amstelredam, Jlkemaer. dat is „ Ten bevele van den Heere Graaf, by „ gemeenen raade der Steden Delf, Ley- „ den, Jmfielredam, Alkemaer(£)". Doch wat laater komen hiervan overvloedige be- wyzen voor, in oude ftukken (0- Ook zal 't, in 't gevolg, te pas komen, hiervan nader te gewaagen. 't Gene wy, tot hiertoe, van de Oud-
heid , Opkomft, Aanwas en tegenwoordi- ge Gelegenheid van Amfterdam te boek gefteld hebben , kan dienen om den Lee- zer voor te bereiden tot het beter verftaan % van de Hiftorie der Stad, tot welke wy nu moeten overgaan. (f) Zie eene Handveft, by Bauen Dordrecht , bl. 52z.
ig) Zie Groot-Plakaatb. III. Deel, bl. 1. Mieris Char. |
||||||||||||||||||||||||||||||||
Kerkhof. TuiTchen den Zeeburg of Die-
mer-Dyk en den Amftel, omtrent een vier- dendeel uurs van de Stad, legt de Wa- ter graaf s- of Diemer-Meer, die Amfter- dam in eigendom toekwarn (V); omtrent het jaar 1Ó30, droog gemaakt werdt, en federt, met fchoone Luftplaatfen en Moes- tuinen , bezet is. Het Dorp D/m^ en de buurt Diemer-brug leggen een weinig beoos- ten de Diemer-Meer. Tulichen de Meer en den Zeedyk ten Noordweften, legt een klein Meertje of Braak, het Nieuwe Diep genaamd, welks water, door het Polder- water der Meer i en vooral door het Am- ftellandfche water, zynde aangewalTen , door de Tpëflooter-fiuis, even boven Jaap Hannes gelegenen 't Y geloosd wordt. Het gemeen Landshuis van het Hoog-Heem- raadfchap van den Zeedyk flaat, tuflchen de fluis en de kleine buurt Jaap Hannes. Ypeßoot was ook eene buurt hier omtrent, die, door het inbreeken van 't Nieuwe Diep, weggeraakt is. Digter naar de Stad, op een' hoek van den Zeedyk, werdt, in't jaar 1649, een fteeilen r'edüit opgeworpen, Zeeburg genaamd; doch twintig jaaren daarna, werdt dezelve wederom afgebro- ken , en eene Herberg, in de plaats geftigt, die nog den naam van Zeeburg draagt. Niet lang na 't ftigten van de reduit , gaf de Stad verlof tot het opregten eener Traan- kookerye, digt aan Jaap Hannes, mids men daar geene andere waaren bergde, niet dan eigen fpek kookte, en niet ftookte met een' Ooftenwind (i). Deeze Traankookery is nog in wezen. De Stad heeft, in 't jaar 1697, het onderhoud van den Dyk, tot aan de Traankookerye toe, alleen op zig genomen (e). De voornaame Steden naai! aan Amfter-
dam gelegen, zyn Haarlem ten Weften , op den afïland van drie uuren gaans, Lei- den ten Zuidweflen, op den afftand van agt uuren , en Utrecht ten Zuid-ooflen , insgelyks op den afftand van agt uuren. Wy fpreeken niet van Edam, Monniken- dam en Purmerende in 't Noorderkwartier van Holland, noch van Weefp, Naarden en Muiden in Gooiland, alle welke Ste- den ook op eenen kleinen afftand van Ara- |
||||||||||||||||||||||||||||||||
Water.
graafs- of Die- mer- Meer. Diemen
enDie- merbrug |
||||||||||||||||||||||||||||||||
Nieuwe
Diep. |
||||||||||||||||||||||||||||||||
Ypefloo
ter Huis. |
||||||||||||||||||||||||||||||||
Jaap
Hannes,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Zeeburg
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Traan-
kookery. |
||||||||||||||||||||||||||||||||
Naafte
Steden
rondsom
Amfter-
dam.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
te™
|
/■:. • ' ''t"
\n) Zie Privileg, van Haarlem, bl. 3$.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
(c) Zie Handv. /</. 3 38 [m].
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
«jo. N. zo./; 115. verf.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
{.<*) —
(e) Handr. bil 37°
|
h. 10 Sept. i
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
<*) Zie,onder
|
anderen, Mieris Charterb.III, ß«/, bl,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
4i<>, 417,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
TWEEDE DEEL.
GESCHIEDENISSEN VAN
AMSTERDAM.
|
|||||||||||||||||
EERSTE BOEK.
•
Amsterdams Geschiedenissen, van de Opkomfi der
Stad af', tot op het jaar 1334. |
|||||||||||||||||
In het voorgaande eerste De el, heb-
ben wy de opkomfi en aanwas van AM- STERDAM befchouwd, en deszelfs tegen- woordige gelegenheid kortelyk aangewee- zen. Nu gaan wy over tot de H1 s t o r 1 e der Stad, die wy, van de vroegfte tyden af, opnaaien, en tot digt aan den tegenwoordi- gen tyd toe, vervolgen zullen. Wy hebben, in 't eerfie Boek van 't eer-
He Deel, op Waarfchynlyke gronden , zo wy vertrouwen, getoond , dat het ftigten van het Slot der Heeren van Amftel gele- genheid gegeven heeft tot den eerften aan- bouw van eenige huizen, die naderhand Am- fierdam geworden zyn. Wy hebben ook gezien, dat Egbert van Amstel voor Stigter van dit Slot gehouden wordt. Hy bloeide in de twaalfde eeuwe ; en, voor hem,vindt men geen gewag van iemantuit dit huis,uitgenomen van Wolfger van Amstel, die, in brieven van de jaaren 1105 en 1126 , gemeld wordt .(#). De Heeren van Amftel waren, ten deezen ty- de , Leen- en Dienfimannen des Biffchops van Utrecht: 't zy dat zy eenige ampten uit zynen naame bekleedden; 't zy dat zy eenige goederen van hem ter leen hielden. Wolfgert, Schout van Ameflelle, wordt, in den aangehaalden brief van 't jaar 1105, geteld onder de Servientes Ecckfia of Dienfi- mannen der Kerke. Egbert van Amftel draagt, in eenen Brief van den jaare 1156, die in de Domkerke te Utrecht bewaard wordt , en waarvan my een affchrift ter hand gekomen is, den naam van Minifie- rialis Beati Martini, dat is, Dienfiman van S. Maarten, aan wien de Utrechtfche Hoofdkerk gewyd was. De Brief is, door Keizer Fredrik den I., gegeven, en by den zelven worden zekere goederen, in Brun- thesloithe , in Hurfceldrecht, in Wijepe, in (a) Apud, Buchïx. ai HKDAM f. 145, 153.
I. STUK.
|
|||||||||||||||||
^iftorie
<f r Stad Amfter- dam |
|||||||||||||||||
Curtevenne en elders , op welken Egbert
regt voorgewend hadt , toegeweezen aan het Kapittel van S. Maria te Utrecht (i). In eenen anderen Brief van den jaare 1172, die my,uit het Kapittel der S. Jans Kerke, ter hand gekomen is, wordt Egbert van Amftel ook onder de Dienfimannen [Minis- teriales] des Bifichops gerekend. 't Blykt, uit egte ftukken , dat Egbert Twift
van Amftel, meer dan eens, met de Bis- der^ee" fchoppen van Utrecht, zyne Leenheeren, amftel1 overhoop gelegen heeft; 't zy dat hy, ge-met de lyk men hem befchuldigde , zyn gezag, Biffchop. ten nadeele zyns Leenheers, te zeer zogt Pen varl uit te breiden; 't zy dat de Leenheer meer e vorderde dan hem toekwam. Egbert van Amftel hadt reeds met Biffchop Herbert, die den Utrechtfchen Stoel van 't jaar 1139 tot het jaar 1150 hadt bekleed, verfchil gehad. Doch 't was bygelegd. De twift verrees wederom, na dat Godefrid van Rheenen, in't jaar 1156, tot de Biiïchop- pelyke waardigheid verheeven geworden was. Godefrid was dapper uit den aart, en ontzag zig niet, de wapenen op te vat- ten , om de regten der Kerke te verdedi- gen tegen 't gene hy de geweldenaaryen der Leenmannen noemde. Hy was inzon- derheid geftoord op Heere Egbert, die hem de inkomften uit Amftel en het omgelegen Land onthieldt, onaangezien hy 'er een ge- grond regt op oordeelde te hebben. Hy daagde Egbert voor zyne .Vierfchaar, en bande hem, eerlang, ten Lande uit. Eg- bert vervoegde zig, naar 't fchynt, ten Keizerlyken hove, daar hy even weinig ge- hoor vondt. Keizer Fredrik de I. verklaar- de hem fchuldig aan gekwetfle Keizerlyke Majefteit, en deedt hem in den Ryksban. Em- Verdrag. de-
(:)• zie den Brief in de Bylaagen £,-. A. en ver-
gelyk daarmede eene andere Uitgaave, in Miebis Charterb. I. Deel, bl. 103. L 2 |
|||||||||||||||||
^derde
^egee- *ir>g van de« Hui- 2e van |
|||||||||||||||||
Atfift
|
|||||||||||||||||
el.
|
|||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||
So
|
||||||||||||||||||||
ben, die naderhand Amfterdam geworden
zyn. De bewooners derzelven zullen zig dan ook hebben moeten voegen, naar de nieuwe fchikking op de Regeering, die,by de overeenkomft, van welke wy fpreeken, gemaakt was. Weinige jaaren verliepen 'er maar , ofOys-
Gysbrecht van Amflel, Zoon en Opvolger bJechL. van Egbert, ftak zig in den twift, die, inft^fteejit 't nabuurig Holland , welk door Graaven zig in geregeerd werdt, ontftaan was. Dirk den den twift VIL, Graave van Holland, in 't jaar 1203,in ^oI" overleeden zynde, zogt 's Graaven Wedu- p "er'de we, Vrouw Jleid, de Graaflyke RegeeringRegee- te doen opdraagen aan haare Dogter Ada, ringe. die zy met Lodewyk, Graave van Loon, in de egt hadt doen treeden. Eenige Edelen hielden haare zyde. Doch eenige anderen zogten 't Graaffchap te verzekeren voor Willem, Broeder van den overleeden Graa- ve. Zy kreegen de Kennemers aan hunne koorde, die zig fterk maakten om Vrouw Aleid en de jonggetrouwden , terwyl zy denMaandelykfchen Lykdienfl voor denaf- geftorven Graave, te Egmond, zouden ko- men bywoonen, te overvallen en in hegte- nis te neemen. Doch Vrouw Aleid en hec Paar kreegen kennis van den toeleg te Haar- lem , en beflooten, terftond, zig te bedie- nen van de aanbieding van den Heere Gys- brecht van Amftel, die aannam, het Vor- ftelyk huisgezin te fchepe uit Holland, en naar de Stad Utrecht te voeren, 't Geluk- te ; fchoon de buuren van Aalsmeer en Os- dorp de vlugtenden dagten te onderfcheppen (f). Hoe, federt, uit deeze oneenigheid, een felle kryg in Holland ontftondt, tuffchen de Graaven Lodewyk van Loon en Willem van Holland , waarin de eerfle door den Biffchop van Utrecht geholpen werdt, en de laatfte, eindelyk, de overhand behieldt, ftaat ons hier niet te verhaalen ; alzo niet blykt, dat de Heer van Amftel eenig ver- der deel genomen hebbe in den Holland- fchen tweefpalt. OndertufTchen, hadt de hulp , aan het De Am-
Graaflyk huisgezin beweezen , hem, in 't fteldYk jaar 1204, eenen inval der Kennemeren op J^L. den hals gehaald. Wouter van Egmond en fteken, Albrecbt Banjaard van Br ederode, aan wel-en't Slot ken Graaf Willem 't bevel over de Kenne- te Amftel mers badt toevertrouwd, voerden dit volk, ™^% te fchepe,waarfchynlyk langs de Haarlem-Kenne- mer Meer en Schinkel, naar Amftelland; mers. deeden den dyk langs den Amftel, vermoe- 1204. delyk aan de weftzyde, doorfleeken, en de landeryen in Amftelland onder water zet- ten; 't welk de opgezetenen , van eenige am, 1203 &■ 1104;
|
||||||||||||||||||||
delyk,werdt 'er, door bemiddeling van Filips,
Aartsbiffchop van Keulen, onder wien het Bisdom van Utrecht ftondt, en die, van 't jaar 1167 tot het jaar 1191, in't bewind geweeft is, een verdrag getroffen, tuffchen Biffchop Go- defrid en Heere Egbert, omtrent opgelyken voet, als de overeenkomft , die ten tyde van Biffchop Herbert gemaakt geweeft was. De Heer van Amftel beloofde alles, wat |
||||||||||||||||||||
„ hy zi
|
te vooren, in den gantfchen om-
|
|||||||||||||||||||
" trekzyns Lands, naar Leenregt, toege-
" eisend hadt, aan den Biffchop te zullen ' afttaan, om het , voortaan , als 's Bi3- fchops Stedehouder [in Officium Villica-
'„ tionis] te bezitten; gelyk een zyner Zoo- „ nen, Gysbrecht naamlyk, het ook, na zy- „ nen dood , bezitten zou, mids hy zyn „ ampt wel waarname , en den Biffchop „ getrouw bleeve. Doch het Moeras Ben- „ dehnerbruc [waarfchynlyk de Bylemermeer] „ met het gene 'er toe behoorde, en de „ helft der tienden in Wispe [Weesp], die „Egbert zig, naar 't oordeel des Biffchops, „ ten onregte toegeëigend hadt, moefthy, „ voor altoos, aan de Utrechtfche Kerke „ overgeeven (F)." Men weet niet, wan- neer deeze overeenkomft getroffen werdt. Doch zy moet, voor 't midden des jaars 1176, geplaatfi worden, alzo 'er, in 't Ka- pittel van S. Maria te Utrecht, een brief van dien tyd wordt bewaard, by 't geeven van welken , niet Egbert, maar Gys- brecht van Amstel , zyn Zoon , te- genwoordig is geweeft: waaruit af te nee- men is, dat Egbert toen reeds overleeden geweeft zal zyn. Ik vermoed ook, dat de overeenkomft, van welke wy fpreeken, na 't jaar 1172 geflooten is, om dat Egbert, in dat jaar, nog als getuige geftaan heeft over eenen Brief van Biffchop Godefrid, die in 't Kapittel der S. Jans Kerke te U- trecht beruft: waaruit volgt, dat de twift tuffchen den Biffchop en Egbert van Am- ftel toen nog niet op 't hevigft geweeft kan zyn, en derhalve, eerft naderhand, byge- legd is. Ik plaats de overeenkomft dan tus- fchen de jaaren 1172. en 1176. Wy zien, uit dezelve, dat Egbert regt
oefende over Amftel, over de Bylemer- meer, en in Weesp. Doch wy zien niet, dat de plaats, die naderhandAmfierdamge- noemd is, reeds in wezen was, en deel hadt aan 't gene 'er geflooten werdt. Zo Egbert van Amftel egter , gelyk de overlevering wil, het Slot gefügt heeft, welk het begin aan Amfterdam gegeven heeft, kan het zeer wel zyn, dat 'er thans, omtrent dit Slot, reeds eenige wooningen geftaan heb- |
||||||||||||||||||||
Of Am-
fterdam, in de twaalfde eeuwe,in wezen, enindit Verdrag begree- pen ge- weeft zy. |
||||||||||||||||||||
(b)Fide BUCHE!.. «IHK1AMM7J.
|
||||||||||||||||||||
I. Boek. GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||
door de gemelde Abtdiffe , zou gegund
worden (*). In eenen Brief van den jaare 1252, vind ik gewaagd van eenen Gerard van Amstel, Ridder, en van eenen Gys- brecht, Jongkheer van Amflel, welke laatite ik vermoed , dat , naderhand , Heer van Amftel geworden is. Hy wordt, by vee- len, Gysbrecht de II. genoemd. Terwyl de Heerlykheid van Amftel dus
van Heer veranderde , was het Slot der Heeren van Amftel, welk, in 't begin dee- zer eeuwe,verwoei! geworden was,weder- om opgebouwd , zonder dat men weet , door wien of wanneer. De huizen omtrent dit Slot waren ook zo zeer toegenomen in getal, dat zy reeds eene bekwaame buurt of gehugt uitmaakten , aan welk het leg- gen van eenen dam in den Amftel, eenftuk wegs boven het Slot , eerlang den naam van Amfierdam gaf; onder welken naam, de plaats, zekerlyk, in 't jaar 1275, be- kend geweeft is. Doch voor deezen tyd, was Gysbrecht
de II. wederom in moeilykheid geraakt met Henrik van Vianden, Biffchop van U- trecht, die Gozewyn van Amflel, wien men genoodzaakt hadt afftand te doen van de Biffchoppelyke waardigheid, in 't jaar 1250, opgevolgd was. De ftap, tot welken men Biffchop Gozewyn gedrongen hadt, fmertte zynen Bloedverwant, Gysbrecht, zozeer, dat hy, zig met Otto, Graave van Gelder, en Herman, Heere van Woerden, verbon- den hebbende, Biffchop Henrik den oorlog aanzeide. Men deedt eikanderen, weder- zyds, alle mogelyke afbreuk. Amftelland, en veelligt ook Amllerdam leeden veel by deeze gelegenheid. Doch partyen raak- ten, eerlang, in een hevig gevegt, buiten de Weerdpoort van Utrecht. De Heeren van Amftel en Woerden kreegen de neder- laag, en werden gevangkelyk binnen U- trecht gevoerd; doch eerlang, op de voor- fpraak van Willem , Roomfch Koning en Graaf van Holland, wederom op vrye voe- ten gefteld (l). Het duurde egter tot in 't jaar 1257, eer de Vrede, tuffchen den Bis- fchop ter eener, en Floris, Voogd van Hol- land, en Broeder van Koning Willem, die toen reeds dood was, en Gysbrecht van Am- ftel met de zynen ter anderer zyde, getrof- fen werdt. Guy, Graaf van Vlaanderen, en Otto, Graaf van Gelder, m et welken laatften, de Biffchop reeds te vooren ver- zoend was, bewerkten deeze Vre^e' ^y werdt, teBodegrave, op S.Odulfs-dag, dat is, den twaalfden Juny des gemelden jaars, ge-
Ct) fide Matthüi Anal. Tom. III. p. 46j> \l) BEKA/>. 84,85- HEDA p. ZH>
L 3
|
|||||||||||||
Utrechtfche knegten geholpen, vergeefs had-
den gezogt te voorkomen. De Kennemers, door den uitflag hunner onderneeminge aangemoedigd, liepen de Amftellandfche Veenen af, alles alomme ledig plonderen- de en plat brandende. Zy ontzagen zelfs het deftig Slot van Heere Gysbrecht niet; maar ftaken 'er den brand in , en offerden ook den Appelboomgaard, die by het Slot ftondt, op aan de vlamme (d). Wy heb- ben, voorheen (e), getoond, dat dit Slot, naar alle vvaarfchynlykheid, bewellen den Amftel, op of aan den dyk, omtrent op de hoogte der Oude- en Paapenbrugge , ge- ftaan heeft. Of de huizen omtrent dit Slot, die 't beginfelaanAmfterdam gegeven heb- ben, by gelegenheid van deezeninval,ook. eenigen overlaft hebben geleeden , blykt nergens, hoewel 't niet buiten waarfchyn- lykheid is. De woedende Kennemers, voort- gerukt naar Muiden en Weesp, welke Ste- den ook onder Heere Gysbrecht ftonden, leiclenze beide, insgelyks, aan kooien, en ftroopten de Vegt langs, tot aan Breuke- len toe (ƒ) De vyandelykheden eindigden niet volkomenlyk, dan na dat 'er, in't zelf- de jaar 1204 , een Verdrag tuffchen Bis- fchop Dirk van der Aare en Graave Wil- lem getroffen was. By dit Verdrag, werdt, onder anderen, vallgefteld „ dat de Ste- „ dehouders [Villicï] eerft hunne ampten „ van den Biffchop , en daarna van den „ Graave zouden komen ontvangen, en den „ eed van getrouwheid aan beide afleg- j, gen (#)•" .De Heer van Amftel, die, ge- ]yk wy gezien hebben , ook Stedehouder des Bifïchops was , geraakte , in gevolge van dit Verdrag, ook in eenige af h'angke- lykheid van den Graave van Holland. Ook droeg hy Graave Floris den IV., in 't jaar 1231, zyn fteenen. huis te Utrecht op, en ontving het wederom van hem ter leen (h); door welke handeling, hy tot hulde en man- fchap aan den Graave van Holland verbon- den werdt. In 't jaar 1225,was hem,daar- entegen, het Geregt van Muiden, Weesp en Diemen, welk hy, te vooren,met Hen- rik van Felde in gemeenfchap bezeten hadt, door Biffchop Otto den IL , alleen opge- draagen (i). Maar ten opzigte van Nardin- gherland, federt Gooiland genaamd,welk hy, door gunft van de Abtdiffe van Eken, be- zat, hadt hy, in 't jaar 1224, verklaard, dat zyne erfgenaamen geen regt altoos op het zelve hebben zouden, dan 't gene hun, Wilhelm. Procurat, ai ar.n. 1104. p. 451,
V' ^J?f,s Stoke in Ada, hl. 68. >
UI Tt d- HEDA P- 18S.
>■} wet? Affehrift van 't Oorfprongkelyke.
(,) ytdtni. M4TTHÄUS de Jute Gladii. p. 4t+.
|
|||||||||||||
Het leg-
gen van eenen dam in den Am- ftel geeft den naam aan Am- fterdam. |
|||||||||||||
Oorlog
tuffchen Gys- brecht van Am- ftel en Biffchop Henrik van Vianden. |
|||||||||||||
Vrede.
1257-
|
|||||||||||||
ir
|
|||||
82 AMSTERDAMS II. Deel.
getekend. Men kwam overeen „ dat de Doch hy belegerde dit Slot vergeefs. Hy
„ wederzydfche gevangenen geflaakt zou- voerde de Kennemers , vervolgens , voor „ den worden, tegen voldoening der kos- Utrecht, daar de Gemeente, op hunne aan- „ ten; dat Gysbrecht van'Amftel endezy- komft,eene geheele verandering maakte in „ nen denBiffchop een duizend pondenbe- de Regeering, die, federt, uit en door de , taaien zouden; welke fomme hun egter Gilden, verkooren werdt. Öok floot zy een T door den Biffchop gunfliglyk zou worden Verbond met de Kennemers , die hierop " kwytffefcholden. Dat zy, wyders, ten aftrokken, en de Sloten van Gysbrecht van " o-etale van vyfhonderd, ontfchoeid en in Abkoude, Willem van Ryzenburg en.Huibert " ^0ilen kleedinge, denBiffchop, ten naaft- vanViane, byzondere vyanden des Heeren " aanftaanden Zondage, in de S. Maartens van Amftel , ten gronde toe verdelgden. " Kerke van Utrecht, knielende om ver- Vervolgens, lieten zy zig, door Heere Gys- " o-iffenis zouden komen bidden; die hun brecht, overhaalen, om te rug te keeren ook, terftond, verleend zou worden. Dat naar Kennemerland, en't beleg te flaanvoor Gysbrecht van Amftel en Gysbrecht van Haarlem , binnen welke Stad, de voor- ', Goye, een Stigtfch Edelman, die Amftels naamfte Kenn em er Edelen geweeken waren. „ zyde gehouden hadt , den eed van ge- Doch Jan Perfyn, Heer van Waterland, en „ trouwheid aan hunnenHeere,denBiffchop, een deezer Edelen, vondt middel om hen „ van nieuws, zouden afleggen; en dat de het beleg te doen opbreeken. Hy reedt hei- „ eerfte de agterftallen der Biflchoppelyke melyk ter Stad uit, maakte zig meefter van „ inkomften getrouwelyk voldoen zou (ra)." eenige agtergebleeven'wagenen der Kenne- Gysbrecht won, na het treffen van deeze meren, en ftak den brand in eenige Ken- Vrede , het vertrouwen des Biffchops zo nemer Dorpen. De belegeraars, de vlam zeer, dat hy, in 't jaar 1265, verkooren hunner wooningen agter zig ziende opgaan, werdt, tot eenen der Zegsmannen van 's verlieten de Stad , en keerden naar huis. Biffchops zyde, om de gefchillen, die tus- Biffchop Jan van Nqßau, van den Graave fchen de Gelderfchen en Stigtfchen ontfton- van Gelder geholpen , trok , federt, ook den, af te doen (n). voor Utrecht, en werdt eindelyk meefter Opftand Doch omtrent het jaar 1268, geraakte hy van de Stad, by verraffing. Men verdreef
der Ken- -m nieuwe moeite, ter gelegenheid van den de nieuwe, en herftelde de voorige Regen- "ee™"fsn opftand der Kennemeren, die de minder- ten; doch de eerftgemelden kwamen, na Lands jaarigheid van Graave Floris den V. waar- verloop van eenigen tyd, heimelyk in de Edelen, namen (0), om 's Lands Edelen den klem Stad, en verwekten nieuwe beroerte, die der Regeeringe uit de handen te wringen, niet geftild werdt, dan na dat Nikolaus vun Zy hadden zig met de Weftfriezen en Wa- Kat s, met vyf honderd man in de Stad ge- terlanders verbonden, en vielen eerft aan komen zynde, de ruft herfteld, en de Re- op de adelyke floten in Kennemerland, die geering naar zynen zin gefchikt hadt. Som- gedeeltelyk bemagtigd en vernield werden, migen fchryven, dat deeze Heer van Kats Toen rukten zy in Amftelland; 't zy dat de Voogd was van Floris den V. Graave van oude wrok tegen den Huize van Amftel nog Holland (p). Vaft gaat het, ten minfte, niet verftorven was, 't zy dat zy, op hun- dat hy diep in deszelfs gunft ftondt (q). 't nen togt, geene fterkten agter de rugge Schynt, dat de vyandelykheden der Kenne- Uitffag Zyruk- laaten wilden. De ingezetenen van Am- meren, ondertuffchen, een einde genomenzy»er ken in fterdam, daar nu reeds eenige Koophandel hadden. Ook mag men vermoeden, datmdel'.' f nd en was' leeden vry wat > ter gelegenheid van Gysbrecht van Amftel zig met denBiffchop JJem Amfter- deezen inval. Gysbrecht, zig onmagtig be- Van Utrecht zal hebben bevredigd; en zal dam. vindende om den woeften hoop te fluiten, hy, by deeze gelegenheid, het Slot te Vreê- Gys- floot een Verdrag met de Kennemers, en land in pandfchap verkreegen hebben (r), brecht jetzig tot hunnen Hoofdman aanftellen. Zyn welk men weet, dat hy, weinige jaaren laa- aaïh'n toeleg was, zig van de magt, die hem toe- ter, bezeten heeft. De opftand der Ken- hoofdden vertrouwd werdt, te bedienen , om zyne nemeren hadt, midlerwyl, Graave Floris trektn'aar byzondere vyanden in 't Stigt aan te tas- den V. gelegenheid gegeven, om zyn gezag Utrecht. teJn en te beteugelen. Eerft trok hy voor uit te breiden in 't Stigt. Nikolaas van Kats 't Slot Vreeland, welk Biffchop Henrik, ter hadt zig , gelyk wy gezien hebben , ten gedao-tenifïe, naar alle waarfchynlykheid, dienfte van Graave Floris, niet alleen mees- van de Vrede des jaars 1257» gefliSc hadt- ter (m) £/;« een Affchrif- van 't Oorfprongkelyke. Zte ook Klerk,*/. H> enz.
Mieris Chanetb I Deel bl 319. • r Vi f" MlERls Chartetb. I. Deel, hl. ,6?, 383 , 388.
(») Vh een Afichiift van den Oorfpiougkelyken Bue.. (r) Beka p. 9S. zu ook Mie»1s Chaueib. I. Deel,
(0) HEDA in ]oanne f ^ */■ 3*S>.
|
|||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||
I. Boek.
|
|||||||||||||||||||||
H
|
|||||||||||||||||||||
fterdam gehad heeft, en dat hem dit, met
bewilliging des Graaven van Holland, op- gedraagen geweeft is. En hieruit volgt klaar- 'lyk, dat Amfterdam mede in het Verbond van Vriendfchap met Graave Floris den V. begreep en is geweeft. 'Het oudfte Privilegie van Amfterdam, Amfler-
waarvan wy terftond gewaagden, verdient, damver- ondertuflehen, wel, dat wy"'er eenige aam 01uyfj{ehet merkingen over maaken. Het luidt aldus: privile- gie van Florentius Comes I-Iolland'ne univerfis pr<e~\0\vry„
fentes littsras infpeSluris Salutem. Noverit uni- jie[j.
verfitas vefira quod nos bomines mammes apud amfidredatnme in reflitutionem damnorum qtiënbs et bomines nofiri ipfis fecimus abhinc deinceps ab omni exa&ione nofiri tehnii cum hints fuis pro- priis qu<z deducent feu deducunt per- totam terram noftram duximus eximet/dos. In cujus rei teftimo- riium, prafens fcriptum figillo noflro fecimus com- muniri. Datum apud Leyden dominica ante dient Simonis et jud<e Apofiolorufn anno Domini iv.ilh- fimo ducentefimo feptuagefimo quinto. Onder aan hangt 's Graaven zegel in
wit wafch, aan een enkelen francby- nen ftaart, vertoonende den Graaf te paarde, zonder helm, met een fper- . wer op de hand. Dat is, volgens eene oude overzetting:
Florens grave van Hollant doen condt ende
kenlic allen Luden, dat wy onfen Luden van Aemftelredamme overmids een verfettinge hoir- re feade die wy ende onfe Lüde hem ghedaen hebben. Soe gheven wy hem toïlenvry te va- ren, mit horen eyghen goeden wair dat fy in onfen Lande varen of keren. In oirkonde dec wairheyt foe hebben wy dcfen brief bezegelt mit onfen Zegele. Gegeven tot Leyden des Son- nendages voir finte Symons ende Juden dach A- poftolen, Int Jare ons heren Mcc en Lx s.v. 1. In de eerfle plaats, merken wy korte- Aanmer-
lyk aan, dat dit Privilegie, gelyk veele an- kingen deren van deezen tyd, te Leiden gegeven ovei' het is, alwaar Graaf Floris zig, in zyne jeugd,'zeLve' veel fchynt opgehouden te hebben. Ook houdt men voor zeker, dat hy aldaar ge- booren is (z). De Feeftdag der Apoftelen Simon en Judas komt op den agtentwintig- fteri Oclober, en de Zondag voor den zel-
ven, viel, in 't jaar 1275, op den zeven- entwintigften. 2. Floris de V., Graaf van Holland, de
1____1___________ -1*._ Tv * -1 • _ 1 _ ■ _ -v/a.
|
|||||||||||||||||||||
ter gemaakt van de Regeering te Utrecht;
maar Gysbrecht van Amftel was, reeds in 't jaar 1270, tot 's Graaven Raad aange- nomen (Y): en op den vyfentwintigftenjuly des jaar s 1274, floot de Graaf een Verbond 'van Vriendfchap met de Stad Utrecht, en met den Raad en gez-voooren gemeente [Con- cilium 8? Univerfitas Conjuratorum'] van Muiden, Amftel, Mydrccht en Loenen(r)- Biiïchop Jan van NaiTau zelf zag zig ver- pligt, om alle zynenogopenftaandegefchil- lm met Gysbrecht van Amftel te onder- werpen aan de uitipraak des Graaven van Holland (*), Men zou hier können onderzoeken, ot
Amfterdam zig ook begeven hebbe in het Verbond, welk die van Amftel onder ande- ren in 't jaar 1274 , met Graave Floris maakten. En fchoon men hier van geen duidelyk bewvs vindt, is het my egter ten hooefte waarïchynlyk. Het oudfte Privile- gie, welk Amfterdam heeft, is, den zeven- entwintigften Oclobcr des jaars 1275 > door Graave Floris den V., gegeven : doch dit zou, vermoedelyk , ten deezen tyde , niet ge- fchied zyn, zo Amflerdam zig gehouden hadt buiten het Verbond , welk, door 't Land van Amftel , met den Graave van Holland gemaakt was. Biiïchop Jan van NafTau hadt ook aan Jan Perfyn, Heere van Waterland, zo 't fchynt, in erkentenis van den dienft, door hem in 't verdryven der Kennemeren beweezen, met bewilliging van Graave Floris, eenig regt over Amfterdam, in eenen Brief van den jaare 1285, de gifte Van AmßeJreäamme genoemd (w), met ze- kere huizen, perkten en andere goederen, opgedraagen (x). Waarfchynlyk is dit regt het regt van Heerlykhcid geweeft, welk de Biiïchop , met 's Graaven toeftemming , Heere Gysbrecht, wiens goederen verbeurd geagt werden, benomen, en Heere Jan toe- geweezen heeft: en mogelyk is hieruit ont- ftaan, dat Gysbrecht, in zekere Handveft Van Jan Perfyn, in den jaare 1275, aan die van Waterland gegeven, met nadruk, Heer van Jmfierlandt, niet Heer van Amftel ge- noemd wordt (y); alzo Amflerdam, welk tot de Heerlykheid van Amftel plagt tebe |
|||||||||||||||||||||
Ho„d
?e!1ande.
P met «en V
|
|||||||||||||||||||||
Jaarin
^fter, S zig
fSt
t Yven ; heb. beiji |
|||||||||||||||||||||
t>dt
|
|||||||||||||||||||||
hooren,ten dien tyde, eenen anderen Heer
|
|||||||||||||||||||||
hadt.' Doch van den juiften tyd en wyze fchenker van dit Privilegie, begon zig, ge;
|
|||||||||||||||||||||
deezer opdragt is my,tot nog toe, geen egt
befcheid voorgekomen, 't Zy ons genoeg, dat Jan Perfyn eenig regt in of over Am- (') Zie Mieris Charte*. I. Deel, hl. i$z-
(O Zie MiHKis Charterb. 1. Deel, tl 375,375- (v) Zie MiftRls Chatterb. I. Deel, bl. ij6- (w)Zie, onder anderen, Miekis Charterb. I. Deel, II. 4<>°- (xfZU MiF.rtis Chatterb. I. Deel, hl. +25.
(?) z,e MiKMs Charterb. 1. Deel, bl. 37». |
|||||||||||||||||||||
lyk wy gezien hebben, ten deezen tyde, wel
toe te leggen op het uitbreiden van zyn ge- zag in 't Stigt van Utrecht; doch hy was nog geen Heer van Amftelland or Amlter- Ä Hierom noemt hy de Amfterdam- mers niet Hominis noflro, dat is .onze Lui- den; maar blootelyk Hommes manentes apud 'ättti
(e) OBI.BBS Leyden, bl. i$%.
|
|||||||||||||||||||||
84 AMSTERDAMS II. Deel.
Amfielredanime, dat is, de Luiden woonende vergoeding der geleeden' fchäde hebben
te Amflelredamme. 't Is een misflag in de können toegerekend worden. Doch het voor- aangehaalde oude overzetting, dat aldaar, regt was alleen bepaald aan hunne eigene Voor homines, onfen Luden gelezen wordt, goederen. Of hieruit volge , dat zy ook 3. Amfterdam fchynt, ten deezen tyde, vreemde goederen in Holland plagten te bren- ook nog geene Stad geweefl: te zyn. lm- gen, en, derhalve, ten deezen tyde,reeds mers GraafFlorisgeeft zulks,nergens door, eertigen uitheemfchen handel dreeven, is te kennen. Hy noemt de ingezetenen gee- mogelyk met geene volle zekerheid te be- ne Oppidanos of Burgenfes, Burgers of Poor- paaien.. ters; maar blootelyk Homines, Luiden.' 6. Ten befluite van onze aanmerkingen
4' De gelegenheid, waarby den Amfter- over het oudfte Privilegie van Amfterdam,
dammeren dit Privilegie gefchönken wordt, melden wy alleenlyk, dat het, den derden. is de fchade, hun , door den Graave en February des jaars 1291, door den zelfden 's Graaven Luiden, aangedaan;welkefcha- Graave, van woord tot woord, vernieuwd de de Graaf, door het fchenken van tolvry- geworden is (a). heid, vergoeden wil. Vermoedelyk heeft Weinige jaaren na 't verleenen van dee- Qys-
hy het oog op den jongften inval der Ken- ze Handveft, geraakte Gysbrecht van Am-brecht neme'ren, die zelven denAmfterdammeren ftel wederom in moeite met Biffchop Janva"^5 merkelyke fchade zullen hebben aangedaan, van NafTau. Hy hadt eenen tol gelegd op j^f 0f bet pionderen en branden, of, ter gelegen- het Slot te Vreeland,dien de Utrechtfchen ^euws»11 heid van welken, of van eenen laaterentogt ongaarne betaalden. De Biffchop, de zy-moeitf tegen de Weflfriezen, de Graaf en 's Graa- nen voor altoos van deezen tol willende be- ™?i^%, ven luiden eenig nadeel aan de Plaats had- vryden , zogt Heere Gysbrecht het Slot 0\^ 'l den toegebragt. Hoe 't zy, de Graaf re- wederom afhandig te maaken, door het op- bezitvaö kende zig gehouden , tot vergoeding der fchieten der pandpenningen. Men tradt in Vreê- fchade, die zyne onderzaaten den onderzaa- onderhandeling. Eenige Hollandfche Ede-land,> ten van eenen anderen Heer veroorzaakt len, tot zegsmannen verkooren, verklaarden, hadden. En dit oudfte Privilegie van Am- den eenentwintigften January des jaars 1279, fterdam is, zo wel als veele laateren,door te Waffenaar ,, dat de Fleer van Amftel, na de Landsheeren zelven verleend, niet ver- „ dat hem de pandpenningen waren opge- kreegën uit loutere gunft van den Vorft , jb bragt, nog een jaar op het Slot zou mo- maar uit erkentenis van 's Vorften verplig- „ gen blyven; waarna hy het den Biffchop ting aan het volk. ö zou moeten inruimen (£)." Doch 'tzy dat 5. De gunft of erkentenis, welke hierbe- deeze uitfpraak, van'sBiffchopsofvanïiee-
weezen wordt, is een verlof aan deAmfter- reGysbrechtszyde, niet naargekomen werdt, dammeren, om hunne eigene goederen tol- de Biffchoppelyken hadden, midïerwyl,ee- vry te voeren door gantfeh Holland. Men nen inval gedaan in Amftelland, daar zy, van weet, dat de Graaven van Holland, al van Heere Gysbrecht, en van Herman van Woer- ouds, eenen tol plagten te heffen van alle den> met wien hy verbonden was, zulks ont- waaren en koopmanschappen , die in hun vangen waren, dat zy met groot verlies wy- Land gebragt werden: om welken tol te ken moeften. Steven en Fredrik van Zuilen ontvangen, op verfcheiden plaatfen langs de fneuvelden in deezen ftryd, aan de zyde des ftropmen, tolhuizen waren opgeregt. De BiiTchops. De Biffchop nam toen zyne toe- Amfterdammers kreegen hier dan vryheid, vlugt tot Graave Floris, die 't Verbond van om deeze tolhuizen, met hunne eigenegoe- 't jaar 1274, in de jaaren 1277 en 1278, deren, voorby te vaaren, zonder dat hun met den Biffchop, met eenige Stigtfche E- eenige tol mögt afgevorderd worden. Doch delen, en met de Stad Utrecht vernieuwd 't gene, in1 deeze vryheid, onze opmerking hadt (O, en terftond het beleg floeg voor meeft verdient is, dat 'er klaarlyk uit blykt, 't Slot te Vreeland, welk, door Amoud van dat de Amfterdammers ten deezen tyde, Anfiel, Gysbrechts Broeder, verdedigd reeds eenigen binnenlandfchen Koophandel werdt. Gysbrecht zelf, midlerwyl, eenig; dreeven, en het nabuung Holland voorza- volk byeen gerukt hebbende tot ontzet van gen van 't gene hunne wateren en weiden 't Slot, werdt , by Loenen, aangevallen, uitleverden. Zy hadden fchade geleeden van door eenen hoop Zeeuwen, onder Kofiyn van 's Graaven luiden, en in vergoeding van die Renejfe. De ftryd was hevig; doch Gvs- »vwot* fchade , wordt hun tolvryheid door Hol- brecht kreeg de nederlaag, en werdt ge- geval- land toegeftaan. Zy moeten, derhalve, ge- vangen genomen; waarna het Slot zig, op gen. woon geweefl: zyn , met hunne koopman- ö £ fchap, door Holland te vaaren; of de tol- (') Hand,, u. „, oj
vryheid zou kin, niet gevoeglyk, tis eene gj S ffft *%££!% * - |
||||
GESCHIEDENISSEN,
|
||||||||||||||||||||||
ï, Boek.
|
||||||||||||||||||||||
ander' Chronykfehryver (T), beveftigd, die
getuigt, dat de Broeders van Amftel zeven jaaren gevangen gezeten hebben. Nu is 't bekend , dat hunne gevangenis, ten tyde van het bemagtigen van Vreeland begonnen is, en wy zullen terflond zien, dat zy, in 't jaar 1285, geflaakt zyn. 't Was noodig den tyd van het winnen
van Vreeland naauwkeuriglyk aantewyzen, om dat dit voorval den weg baande tot eene geheele verandering in de Regeering van Amftelland, en eerlang ook van Amfberdam zelf. Wy hebben, onder anderen uit den aangehaalden Brief des jaars 1280, reeds gezien, dat Biffchop Jan de leengoederen van den Huize van Amftel aanmerkte als verbeurd, en dat hy dezelven, gedeeltelyk, aan Graave Floris opdroeg. Gysbrecht van Amftel en zyne Broeders verklaarden ook, in 't jaar 1285, dat hun dat lam van Arne- ßelle ontwifet was (£). En wat Amfterdam betreft; wy hebben reeds getoond, datBis- fchop Jan zeker regt tot de Plaatfe, naar alle waarfchynlykheid de Heerlykheid der- zelve , gefchonken hadt aan Jan Perfyn. Doch deeze droeg , den zevenentwintigften July des jaars 1282,nevens zyne Heerlykheidin Waterland en Zeevank, alles wat Biffchop Jan hem in Amflebedamme afgeftaan hadt, met de huizen, fierkten enz._, tegen verwis- feling van eenige goederen in Lire en Zoute- vene, aan Graave Floris den V. op (/); die dus, veel vroeger dan men in 't gemeen ge- loofd heeft, Heer van Amfterdam fchynt geworden te zyn; ten ware, naderhand, ee- nige verandering in deeze opdragt geko- men mögt zyn,'t welk wy, wat laager, on- derzoeken zullen. De Broeders van Amftel, fchoonzy, zo
als Graaf Floris zelf, naderhand, verklaar- de O), heufchelyk gehandeld werden, kree- gen egter, door "den tyd, verdriet in hunne langduurige gevangeniffe, en zagen om naar middel, om zig met den Biffchop en met den Graave te verzoenen. Zy namen hunne toevlugt tot hunne vrienden en maagen, die eindelyk den Zoen troffen, op den zevenen- twintigften Oclober des jaars 1285, op de volgende voorwaarden:,, Gysbrecht,Heer „ van Amftel, beloofde, nimmer eifch te „ zullen maaken op Nardingerland, dat is, „ Gooiland , welk de Graaf van Holland „ van de Abtdiffe van Eken gekogt nactt. „ Hy ftondt af van zyn regt op Muyaen „ Muyderpoort, Vindelmerebroecke, enae aat „ bujehedaer die reygers inne broeden, ten j, be-
cmee-el. Hiftor. Cap. XLV. hl za%,
(k) Zie MIERIS Cha e
tl) Zie MJBB.S Chart« ,4 3.
'm) Spiegel. Hi"°'- ^ i y< , ,
M
|
||||||||||||||||||||||
genade en ongenade, overgeeven moeft. Het
Huis te Montfbort, welk Herman van Woer- den in pandfchap hadt, werdt ook ingeno- men door den Graave van Holland, na dat het, omtrent een jaar, belegerd geweeft was. Doch Heer Herman was, ondertuffchen , ten Lande uit geweeken. Gysbrecht en Ar- noud 'van Amftel waren, reeds lang te voo- ren, gevangkelyk naar Zeeland gevoerd (d), °nder- De oude Schryvers hebben niet naauw- *°ek keuriglyk aangetekend, wanneer deeze din- nettreden êen gebeurd zyn. Doch Be ka plaatft de- tyd jee- zelven, ten onregte, onder de Biffchoppe- |
||||||||||||||||||||||
De Heer.
lykheid van Am. fterdam wordt aanFloris den V., Graave van Hol- land, op gedraa- gen. |
||||||||||||||||||||||
*er
|
||||||||||||||||||||||
se-
|
lyke Regeeringe van Jan van Zierik, die Jan
van Naffau, eeril in 't jaar 1288 , opgevolgd is. Heda begaat (e) den zelfden misflag. Melis Stok e fielt (ƒ), naar waarheid, dat alles,onder de zwakke Regeeringe van Jan van Naffau, gebeurd is. Men heeft nog eenen Brief van den vicrentwintigften Janua- ry des jaars 1280 , waarby Biffchop Jan van Naffau, ter voldocnrnge van zesduizend ponden Hollandfch, welken hy Graave Flo- ris fchuldig was, voir ßnen aerbeyt ende fire liede, die, zegt hy, harde groet gewefet he- vet in onfen hulpe,ende in onfin oirloghe; voir fine doode liede, ende mennighe jwaere wonde ende fmarte, die fyne liede ontfaen hebben, behahen den cofle, die hy gedaen hevet vore Vredelant ende Montforde, aan den Graave, uit de goederen des Heeren van Amftel, Mü- den , JVefepe , Diemen en Bindehnerebofch, vierduizend'ponden; en uit de goederen des Heeren van Woerden, Oudewatre, Worden ende Bodegrave, tweeduizend ponden toewyft (g). Uit welke woorden, klaarlyk blykt, dat de Sloten Vreeland en Montfoort, reeds voor 't jaar 1280, en, derhalve, ten tyde van Bis- fchop Jan van Naffau, bemagtigd geweeft zyn. En luft het ons, den juiften tyd van het winnen deezer twee Sloten- nog nader naar te fpooren; onze oudfte Chronyken (£) getuigen, dat Montfoort niet belegerd werdt, dan na dat Vreeland gewonnen was; en dat het beleg van Montfoort een jaar geduurd heeft. Hieruit volgt, dat Montfoort, in 't jaar 1279, en Vreeland, in 't jaar 1278, overgegaan is. Melis Stoke geeft te verftaan, dat Graaf Floris in den Zomer voor Montfoort gekomen is, en dat hy 'er, den gantfehen volgenden winter, voor ge- legen heeft. De Plaats zal dan, onderftel ik, omtrent het midden des jaars 1279,zyn overgegaan. Immers, dat Vreeland, in 't jaar 12*78, gewonnen is, wordt, dooreen' y> {" Joanne II. p. 125.
u ' '"Floris V. hl. loi.
(A( f?' MiER's Chartérb. I. Deel, hl. 401.
(*; melis stom */. ioi. Origen. Klerk, hl. 153. ÈE-
KA 1>. 9"-
I. STUK.
|
|||||||||||||||||||||
benvte-
öifle. |
||||||||||||||||||||||
1282.
|
||||||||||||||||||||||
Gys*
brecht verzoent zig met den Bis- fchop en met den Graave. |
||||||||||||||||||||||
120 S'
|
||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
IL Deel.
|
|||||||||||
8<5
|
|||||||||||
houden. Doch de Zoen met die van Am-
ftel verdient wel, dat wy 'er nog eenige aanmerkingen over maaken. 1. En wel voor eerfl, dat Gysbrecht van Aanmer-
Amflel, by deezenZoen, niet alle de Heer- kingeL. lyke en Leengoederen, welken hy bezat, aan ™" den Graave van Holland heeft afgeltaan , Zoen. fchoon zulks gemeenlyk zo opgevat wordt. De woorden zelven van den Zoenbrief gee-
ven te verftaan, dat hy nog Goet hadt bin- nen den Stifte van Utrecht, welk hy verbeu- ren zou, als hy den Zoen fchondt.Hy noemt dit goed all onfe Goet, ende al onfe Lant, en- de al onfe Heerfcap.'tBlyktook klaarlyk,dat hy dit goed ter leen hieldt van den Biffchop van Utrecht; want de Zoenbrief hieldt in, dat de Graaf, wanneer het, t'eenigen tyde,ter gelegenheid van het fchenden van den Zoen door die van Amftel, aan hem vervallen mögt, daerajf doen zou alfulcken dienfl, als men daerajf fchiddich was te doene den Stif- te , ende betalen alfulcken pacht als daerop ftondt. Maar wat dienfl kon men van dit goed den Stigte fc huldig zyndanLeenmans- dienfl, waartoe die van Amftel verbonden geweeft waren ? En wat pagt kon daarop flaan,dm die 'er, ten tyde der Heeren van Amftel, op geftaan hadt? Ook zouden de Graaven van Holland zig niet hebben wil- len verbinden , om de goederen van den huize van Amflel, in eenig geval, onder lafliger voorwaarden, te aanvaarden, dan dezelven, door die van Amftel, bezeten ge- weeft waren. De goederen, waarop hier gezien wordt, waren , derhalve , Leenen van den Utrechtfchen ftoel. 2. Doch welke de goederen waren, die
de Heer van Amftel, ten deezen tyde,nog behieldt, wordt in den Zoenbrief niet klaar- lyk uitgedrukt, 't Komt ons egterten hoog- flen waarfchynlyk voor, dat'erde Heerlyk- heid van Amftel, Amfterdam uitgezonderd, onder begreepen geweeft is. Gysbrecht wordt, na deezen tyd, in alle de brieven, waarin men zynen naam vindt, tot in 't jaar 1296 toe, Heer van Amflel genoemd. Hy ge- waagt , in den Zoenbrief zelven, van al zy- ne Heerjcap, als dezelve nog bezittende: en op welke Heerfcap oï He er lykheid kan hy hier eigenlykerhet oog hebben, danopdeHeer- lykheid van Amftel, waarnaar hy en zyne voorzaaten zig altoos plagten te benoemen? 't Is waar, dat Gysbrecht, in den Zoen- brief, erkend, dat hem dat lant van Ame- fieïle ontwifet was, altemale van des Stifftes mannen van Utrecht, met vonnijfe ende oerde- le voor den Biffchop van Utrecht, met vollen gevolge.Doch dat dit vonnis van verbeurdver- klaring, by het treffen van den Zoen, we- derom te niet gedaan, en Gysbrecht in 't be-
|
|||||||||||
„ behoeve van den zelfden Graave, die al
„ dit goed van het Stigt ter leen houden „ zou, als hy ander goed deedt. De Graaf „ fcholdt Heere Gysbrecht, daarentegen, „ tweeduizend ponden kwyt van devier- „ duizend, die hem, door den Biffchop, „ uit den Lande van Amfte waren toege- weezen Gysbrecht, noch zyne maagen " zouden'geene vefle maaken tuffchen de Stad Utrecht en het Graalfchap van Hol- " land, noch ergens anders in zyn Land, " noCh'in het Bisdom, dan met 'sGraaven " bewilliging- Hy en zyn broeder verbon- den zig, op verbeurte van al hun goed, ende al Gysbrechts Heerfcap geheelicke , ten behoeve des Graaven, en met onder- „ werping aan den Paufelyken enBiffchop- „ pelyken ban, dat zy nooit eenige vyande- „ lykheid pleegen zouden jegens den Graa- „ ve of zyne helpers, noch binnen noch „ buiten de Stad Utrecht; zy zouden, daar- „ entegen, zig tragten te verzoenen met „ de maagen der gefneuvelden in 't gevegt „ by Loenen. Gysbrecht en Arnoud droe- „ gen, daarenboven, hun eigen goed den „ Gräave van Holland op, en ontvingen 't „ wederom van hem ten regten leen. Ook „ zouden zy de Graaven van Gelder en 3, Kleeve, den Hertog van Brabant en den „ Biffchop van Utrecht zoeken te bewee- , gen, om fchriftelyk te verklaaren, dat zy , die van Amftel, nimmer, in eenen oor- „ log tegen den Graave van Holland, zou- „ den byftaan. Tot borgen voor dit Ver- „ drag, verbonden zig, van de zyde der „ Amftels, drie-entwintig Edelen, te wee- „ ten drie Ridders en negen Knaapen uit „ Holland,en zeven Ridders en vierKnaa- „ pen uit het Bisdom; die bedongen, dat, „ in geval de Graaf eenen onmondigen Zoon „ nalaaten mögt , deszelfs Voogd geene „ verandering in dit Verdrag maaken zou, „ voor dat 's Graaven Zoon twintig jaaren „ oud geworden zou zyn. Of zo de Graaf „ eene Dogter naliet, die in de egt tradt, „ zo zou het Paar dit Verdrag niet mogen ,-, veranderen, dan na dat het zes jaaren n getrouwd geweeft was. Doch behalven „ deeze borgen, fielden 'er de Amftels nog zeven uit de Hollandfche Ridderfchap, " die beloofden, den Graave van Holland, " met honderd en twintig man, tegen hen " te zullen dienen,zo zy ooit deezenZoen " fchonden («>" Op den dertigflen Maart des jaars 1287, werdt de Zoen ook met Hee- re Herman van Woerden getroffen, met welks inhoud wy ons hier niet zullen op- (») 2U doezen Zoen av. MatTH^üM de Nobil. Tom.
ll.Pr&f „per alkemad.es Melis Stolce,«»MlEKlS Char- terb. I. a«d,M.+6o, e„ aders. |
|||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||
87
|
|||||||||||||||||||
I. Boek.
|
|||||||||||||||||||
Muyderpoort, de Stad Muiden in 't byzon-
der verftaan. Vindelmerebroecke, of, gelyk het gemeenlyk heet, Bindelmerebroèk was, gelyk wy, hier voor (bl. 80.) hebben aan- gemerkt", al van ouds, onder de goederen van Amftel gerekend geweeft. Men neemt 'er, in't gemeen, de Bylemermeer en't naafte Land voor. Het Bofch, daar de reigers in broedden,vzn welken men zig bediende in de vogeljagt, fchynt niet verre van of in de Meer gelegen geweeft te zyn, om dat het, meermaalen, te gelyk met, of in plaats van de Meer, ge- noemd wordt. Veelligt wordt het hierom, in den Brief van den jaare 1280, dien wy boven (bl. 85) aanhaalden, onder den naam van Bindelmerebofch betekend. In eenen Brief van den jaare 1298, wordt gewaagd van Bendelmerebroeke ,daer die reygers in broe- den (r) : waaruit volgt, dat het bofch in de broek gelegen geweeft is. Hertog Al- brecht meldt ook, in eenen Brief van den negenden July des jaars 1386 , van zyn Reygerbofch in Bindehnerbroec (x). Zyfchy- nen dan van den weg af te zyn, die dit Rei- gerbofch, aan of omtrent den Amftel, even boven Ouderkerk , geplaatft , en 'er een Lufthuis der Heeren van Amftel van ge- maakt hebben. 4. Doch behalve deeze Leengoederen,
droegen de Broeders , Gysbrecht en Ar- noud van Amftel, al hun Eygen of allodiaal goed den Graave van Holland op, en ont- vingen 't wederom van hem ten rechten Lee- ne, dat is te zeggen, dat het alleenlyk op hunne mannelyke nakomelingen verfterven kon, en, by mangel van dezelven, verviel aan de Graaflykheid. Welke goederen al onder dit eigen goed van den Huize van Amftel begreepen waren, is bezwaarlyk te zeggen. Zekerlyk behoorden 'er de gebou- wen [cedificia] in Loenen onder , die Gys- brecht, Heer van Amftel, in 't jaar 1291, erkende, zo wel als zyn ander goed, ter leen te houden van zynen Heere, den Graave van Holland (0- Men moet 'er de tienden te Bodegrave, die Gysbrecht, in 't jaar 1289, fchonk aan het Witte Vrouwen-Kloos- ter te Utrecht, ter gelegenheid dat zyne Dogter, Elizabet, aldaar Nonne werdt («), ihsgelyks onder rekenen. Men weet, uit Brieven van dejaaren 1319 en 1408(11)), dat de Graaven van Holland, naderhand, dee- ze tienden, met zekere jaarlykfche fomme, voldeeden. Ook behoorden 'er de Lande- ryen toe, die in de Geyne, mRephckerweer- cic,
|
|||||||||||||||||||
bezit zyner Heerlykheid van Amftel herfteld
geworden is, kan hieruit afgenomen wor- den „ dat de Biffchop den Graave van „ Holland,te vooren, uit deinkomftenvan „ het verbeurdverklaarde Land van Amftel, „ vierduizend ponden toegeweezen hadt, „ die Heer Gysbrecht nu gehouden werdt „ te. voldoen:" 't welk hem met geenen fchyn van regt gevergd kon worden, zo hy niet in 't bezit van 't Land van Amftel her- fteld geworden was. Ook beloofden de drie Broeders van Amftel, Willem, Prooft van S. Jan te Utrecht, Gysbrecht en Arnoud, by een byzonder Handfchrift, ten dage van den Zoen getekend , tweeduizend ponden van deezen vier, tegen S. Maartens Mille in den Winter des jaar« 1286, te zullen vol- doen (0). De andere tweeduizend ponden waren hun,by denZoenbrief zelven,kwyt- gefcholden. 3. De Leengoederen, die de Heer van
Amftel den Graave van Holland , by den Zoen, afftondt, waren Nardingerknt, Muy- den en Muy derpoort, Vindelmerebroecle, en dat bujjcbe , daer die Reygers inne broeden. Nardingerland bezat de Heer van Amftel flegts voor zyn leeven, door gunft der Abt- dille van Eken; doch Graaf Flons de V. hadt het, geduurende de gevangenis van Heere Gysbrecht , in 't jaar 1280 ,_ voor vyfentwintig Utrechtfche ponden 's jaars, gekogt van de tegenwoordige Abtdiffe Go- dela of Godelinde , naar wie het Land den naam van Godelenland, by verkorting Gooi- land, gekreegen heeft. De Abtdis bedong egt er, dat de koop te niet zyn zou,zo Gys- brecht van Amftel bewyzen kon, meerder regt tot dit Land te hebben, dan de Graaf daar op, van wege de Abtdiffe, verkreegen hadt (ƒ>). Doch dit bewys fchynt agter- gebleeven te zyn, en Gysbrecht heeft al zyn regt op Nardingerland, by den Zoenbnef, aan Graave Floris afgeftaan. 't Geregt van Muyden was Gysbrecht den I., reeds m 't jaar 1225, door den Biffchop van Utrecht, opgedraagen geweeft, benevens de tienden, den tol, de landeryen, de viffcheryen, en 't ,rene 'er verder toe behoorde ($). Doch de naam van Muyderpoort is my , tot nog toe, nergens, dan in den Zoenbnef, van welken wy fpreeken, voorgekomen. Al- kemade fchynt 'er Muiderberg door ver- ftaan te hebben. Doch naardien Muider- berg nooit eene Poort of Stad geweeft is, zou ik hier liever, door Muyden, het gant- |
|||||||||||||||||||
fche Geregt of de Ban van Muiden, en door
f»; Zit Mieris Charterb. I. Deel, bl. 461 en Mat-
thäus de Jure Gladii. p. 4*7- lp) Vide Matth.ïi Anal. Tom. III. p- 45« > 459, +«•
MIRBIS Chartert*. I. Deel, il. 404,406,408,40*. (f) Zie MjEius Chartetb. I. Deel, il. ij«.
|
>t öorfpro'gk^'ke-
|
||||||||||||||||||
(r) Uit een AfTchrift van
|
,11 Deel , bl. 44S.
|
||||||||||||||||||
(O Zie MlEIUS Chartetb. II ^ Q
(t) Tii. MAT1HSUS de J^'^^ r '-P417-
Mieris Chatterb I. f"JA3t\ & Fata Eccleü p. i,Jt
\V) Zt$& S-v- Alb«. Domin. TrajeaV*
M 2 |
|||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
IL Deel.
|
|||||||||||
88
|
|||||||||||
't byzonder. De brief heeft egter nog eenning vara
punt, welk deeze Plaats byzonderlyk aan-een punt gaat, en hierom verdient, op zig zelf, over-™ den woogen te worden. Dus luidt het: ~°™" Voert fo hebben wy dat gelooft mit goeder Amflèr-
trouix>en,dat die gifte van AMSTELRE-dam in't dämme , die gegeven was Heren Jan Per-kyz°nder fynne, ende al dat daer toe behoort, als van^'^' verhoede [lees verboerde, dat is, verbeurde~\ goede, geflade Jolen houden voer ons ende on~ Je nacomelingen. Wy hebben hier voor (bl. 83.) gezien,
dat Biffchop Jan van Naffau,na't jaar 1268, eenig regt in Amfterdam, waarfchynlyk on- der anderen de Heerlykheid der Plaatfe , aan Jan Perfyn hadt opgedraagen: wy heb- ben (bl. 85.) ook getoond, dat Jan Perfyn zyn regt in Amfterdam, in 't jaar 1282, aan Graave Floris den V. afgeftaan heeft. En hier leezenwe, dat de gifte van Amflel- redamme , aan Jan Perfyn gedaan , ftand houden zou. In den eerften opflag, zou dit fchynen te betekenen , dat de afftand van Amftelredamme aan Graave Floris hier- by vernietigd, en dat Jan Perfyn in 't be- zit van de Heerlykheid der Plaatfe , die hem, door Biffchop Jan van NaiTau, op- gedraagen was, herfteld werdt. Ook heb ik zelf, voor deezen, de woorden in dien zin opgevat. Doch in aanmerking neemen- de, dat Jan Perfyn , volgens de Doodlyfi derEgmondjche Abtdye, door Mattheus uitgegeven , den zesentwintigften Decem- ber des jaars 1283 > reeds overleeden, en in zyne Heerlyke goederen , door zynen Zoon Claas of Nicolaas , opgevolgd was, vanwien, onder anderen, in brieven van de jaaren 1291 en .1293, gewaagd wordt («0; zo zag ik klaarlyk, dat de Zoenbrief des jaars 1285 niet fpreeken kon van eene Gijt van Amfterdam , die toen nog door Jan Perfyn bezeten werdt; en ik befloot, dat de woorden geenen anderen zin heb- ben konden, dan „ dat die van Amftel ver- „ klaaren te beruften in de gifte van Am- „ fterdam,die, voor deezen, door den Bis- „ fchop van Utrecht, uit de verbeurdver- „ klaarde goederen van hun Huis,aanwy- „ len Heere Jan Perfyn gedaan was;" waar- uit klaarlyk volgde, dat de overdragt van die Gifte, in 't jaar 1282, aan Graave Flo- ris den V., wel en wettiglyk gefchiedwas, en derhalve ook tegenwoordig ftand grypen moeit. Zo wy de meening van den Zoen« brief wel gevat hebben; komt de inhoud overeen met andere egte Hukken, en met de Hiftorie deezer tyden. Gysbrecht van Amftel is , na den Zoen des jaars 1285, Heer
(w) Zit MiEa;t Chaitsrb. I. Biel, bl. 53 + , Jji-
|
|||||||||||
de, in Pohbroec, in Benßhop, en in Hoencop
gelegen, en door Arnoud van Amftel, tot een lyftogt, aan Janne, zyne Weduwe, na- gelaaten waren; doch die zy niet bezitten kon, dan na bekomen verlof van.Janden II , Graave van Henegouwen en Holland ;gelyk ffly uit een egtaffchrift van eenen Brief van den'iaare 1299, gebleeken is. En indien't der moeite waardig ware, zou men, uit ou- de Gedenkfchriften, nog meer van deeze goederen können opfpooren. Doch 't zy ons <>enoe°-, met drie voorbeelden getoond te hebben' dat die van Amftel, welken, te vooren reeds, Leenmannen beide van Hol- land en van 't Stigt waren, door deeze op- dragt van hun vry eigen goed aan Graave Floris nog nadere verbindteniffen aan Hol- land hebben gekreegen. 5. Wy moeten, wyders, niet verzuimen,
in den Zoenbrief, op te merken, dat die van Amftel zig verbonden, nergens tujjchen de Stadt Utrecht ende die Graeffchap van Hollant, nochte nergent in hunnen Lande, noch in den Bisdomme, eenige vefle of Sterkte te maec- ken, dan met bewilliging van de Graaven van Holland. Deeze plaats zal ons, tot opheldering van 't vervolg der Hiftorie van Amfterdam, eenigszins te paffe komen. 6. De Borgen, die zig voor de onderhou-
ding van het Verdrag, van de zyde der Broe- deren van Amftel, verbinden, zyn een tas- telyk bewys van de zwakheid derVorftely- fce Regeeringe deezer Landen , op zig zelve aangemerkt. De Graaf van Holland fluit een Verdrag met een' byzonder' Heer, zynen Leenman, en hy is niet in ftaat, om dien Heer tot naarkoming van de voorwaarden des Verdrags te dwingen, zonder de hulp van eenige Edelen, die hem daartoe van manfchap voorzien moeften. Zo lang de Vorflen geene bezoldigde Knegten in dienft hadden , warenze altoos genoodzaakt , in geval van binnenlandfche beroerte of uif> heemfchen oorlog, hunne toevlugt te nee- inen tot 's Lands Edelen, en naderhand ook tot de Steden: 't welk hen eenigszins af- hangkelyk hieldt van den adel en de ge- meente; en den Steden, die maar in zekere gevallen en tot bepaalde hulp verpligt wa- ren , veele Privilegien verworven heeft , wanneer zy , om den Vorft te believen , meer gedaan hadden dan zy gehouden wa- ren te doen: 't welk wy,by deeze gelegen- heid, flegts in 't algemeen hebben willen aanmerken, zullende 't gevolg deezer His- torie ons daarvan byzondere bewyzen uitle- veren. Onder- De aanmerkingen, welken wy, tot hier-
zoeknaar toe, over den Zoenbrief des jaars 1205, ge- de mee- maakt hebben, betreffen Amfterdam nietm |
|||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||
89
|
|||||||||||||||||||||||||||
I. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||
ongelyke en zwaare fchatting , te weeten
den vierden penning hunner inko'mften, hadt opgelegd. Men mag 'er byvoegen, dat de Graaf, federt eenige jaaren, zyn werk ge- maakt hadt, om het aanzien der Hollandfche en Zeeuwfche Steden, door het verleenea van gunftige Handveften, te doen toenee- men ; 't welk den Edelen , ongetwyfeld, zeer in den krop gefteken heeft. Melis Stoke geeft (i), niet donkerlyk, te ken. nen „ dat Floris de V. de gunft der Ge- , meente hadt weeten te winnen; dat zulks , den Grooten tegen de borft was; doch , dat de Graaf volhardde by de genomen' , maatregels. Dat de Edelen zig hierom , aanmerkten, als te zeer onder bedwang , van den Graave, wiens gezag , onder- , tuffchen, door het toeneemend vermo- , gen der Steden, kragtiglyk geftyfd werdt." Zie hier de woorden des Rymchronykfchry- vers, waaruit wy dit afneemen: BI. 106. Doe die Vriefen hadden verloren,
Ah ie u feide hier te voren, Den feghe, ende hi Je had ontfaen, Ende ten befie was vergaen, Alfo ah ie te voren feide, Dat hi fineßnnen daer an leide, . . Hoe hi berechte fine Liede., Dat rike ende arme ghediede ; Ende hoe hi dat volbringhenmochte. Den Heren van Zelant doe dat doch- ten , Beide den Ouden ende den Jonghen, Dat fi te fere waren bedwonghen. |
|||||||||||||||||||||||||||
Heer van Amftelland gebleeven. Doch
Graaf Floris de V. is beveiligd geworden in de Heerlykheid van Amfterdam, welke hy, reeds van 't jaar 1282 af, door den afitand van Heere Jan Perfyn, bezeten hadt. Höe lang Jan Perfyn Heer van Amfterdam geweeftzy, weet men niet, om dat men niet weet,wanneer hem deeze Heerlykheid opgedraagen geweeft is. Doch hy heeftze, waarfchynlyk , niet veel boven de twaalf jaar en bezeten. Jn of kort na 't jaar 1268, deedt hy den dienft, die hem deeze gifte verwierf (a-), en in 't jaar 1282, deedt hy reeds afftand van zyne Heerlykheid. Öf wyders Heer Jan Perfyn, als Heer van Am- fterdam, ecnige Keuren gemaakt, of eenige Wetten gegeven hebbe, is niet tot myne kenniffe gekomen. Alleenlyk kan ik niet voorby, hier aan te merken, dat men Hand- veften voor Waterland van hem heeft, die in de jaaren 1273 en I275 gegevenzyn. De eerfte deezer Handveften is gevoegd agter den Druk der Handveften van Amfterdam van den jaare 1624. De andere wordt ge- vonden onder eene Verzameling van ge- fchreeven' Handveften der Stad (y). Of hieruit te beiluiten zy, dat deeze Handves- ten van Waterland , gegeven , terwyl de Heer van Waterland ook Heer van Am- fterdam was, van ouds zyn aangemerkt, als Amfterdam betreffende, wil ik gaarne aan het oordeel van kundiger overlaaten. Wy hervatten den draad der Hiftorie. Gysbrechtvan Amftelwerdt, terftondna
de verzoening des jaars 1285, niet alleen op vrye voeten gefteld; maar de Graaf van Holland liet hem ook wederom toe in zy- nenRaad (2) vwaar in hy, reeds te vooren, plaats gehad hadt (V). Herman van Woer- den genoot gelyke eere. En zo men ftaat maaken mag op't gene MiRjT-Us verklaart, uit een oud Regifter derRidderfchapinden Haage, getrokken te hebben,is Gysbrecht van Amitel, nevens elf andere Edelen, in 't jaar 1290, door Graave Floris den V., met eene nieuwe Ridder-Orde van S.Jakob vereerd geworden (b). Doch omtrent deezen tyd, rees 'er, on-
der de Hollandfche en Zeeuwfche Edelen, een zwaar misnoegen tegen deRegeering van Graave Floris den V., waarvan de oorzaa- kennergens, myns weetens, klaarlyk zyn aan- geweezen. Wilhelmus Procura tor tekent aan (c),da.t de Zeeuwfche Edelente onvrede waren, om dat de Graaf hun eene (xj Zie hier voor, il. $z.
O; <=?« dezelve ook in MlEKis Charterb. I. Deel, il.
379- (*) Mfxis Store, U. 114. (a) Zie hier voor, il. g3. y) ;',IliE1 Op«« DipSom. Tam. I. p. 441,
O) AAannum iig7, p\ u% |
|||||||||||||||||||||||||||
Hoelang
Jan per- 'Vn Heer > Am- »erdarfï Seweeft 2y?
|
|||||||||||||||||||||||||||
Ofhy
d£t Stad gandves-
te« ge-
leven 'lebbe ? |
|||||||||||||||||||||||||||
Nrdt
i«6raa-
>et,
|
|||||||||||||||||||||||||||
BI. 107.
|
|||||||||||||||||||||||||||
Grave Florens, die grote minne
|
|||||||||||||||||||||||||||
Hadde gheleit an fine Liede,
Dat hy, dor have, no dor miede, Noch doer bedwanc ivoude late, Dat hy den armen ende den maten Aldus woude laten verduwen Pensde enz. BI. 106. Mer die Ghemeente ende die Steden
Hilden (*) doe in mogentheden. * HieI"
derihem,
Onder de Zeeuwfche Edelen, die op den^aaJen
Graave geftoord waren, bevonden zig Wol- ford en Floris van Borfekn, 's Graaven Raa- den (e), en Jan van Reneffe: onder de Hol- landfchen, Dirk van Brederode, Zwager van Reneffe. 't Misnoegen ging zo ver, dat de Zeeuwen ondernamen , Guy , Graaf van Vlaanderen, in Walcheren te lokken, die egter, eerlang, genoodzaakt werdt, het Land Wordt te ruimen. Brederode en Reneffe waren bygelegd. midlerwyl, Graave Floris in handen geval- len, en werden te Geertruidenberg in heg. te-
|
|||||||||||||||||||||||||||
Jaeïen
Veplor». |
|||||||||||||||||||||||||||
(d) In Floris den V. ";."?'„„/• 1,
(e) Zie MlEKis Charterb. I. B*it M.
M 3
|
|||||||||||||||||||||||||||
5I0i $n.
|
|||||||||||||||||||||||||||
\
|
|||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
po
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ hem, zyn leeven lang, gevangen hou-
„ den zou, terwyl men 't Graaflyk be- „ wind zynen Zoon Jan in handen zou fiel- „ len (/)." Hoofden van dit eedgefpan wa- Gys- ren Gerard van Velzen, een der borgen van brecht den Zoen des jaars 1285, Herman van van Am- Woerden en Gysbrecht van Amflel. Woer- f^j^ den hadt Amflel, die hoog bejaard was en "wikke- weinig loosheid bezat , in het eedgefpan len. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tenisgehouden (ƒ), tot dat zy zig, in 't
begin des jaars 1291, met den Graave ver- zoenden (g). Verfcheiden' Edelen ftonden borg voor 't gene met Dirk van Brederode geflooten werdt;en onder anderen ookGys- brecht van Amftel, die beloofde,, den Heer van Brederode, zo deeze 't Verdrag feilen- den mögt, te zullen helpen uit het Land |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»»
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
houden; of deedt hy 't niet, al zyngoed
aan den Graave te zullen verbeuren, en zi"- aan 's BifTchops ban, als een trouw- " boze en meineedige, te zullen onder- " werpen (&)." Het Verbond van Vrede en Vriendfchap, tuffchen Graave Floris en Biffchop Jan van Naflau geflooten, werdt, in 't jaar 1293, met Biflchop JanvanZierik vernieuwd. Onder het groot getal borgen voor de onderhouding van dit Verdrag, wei- leen Graaf Floris den Biflchop ftelde, be- kleedde Gysbrecht van Amflel de tweede plaats (i). |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
weeten in te wikkelen. De Graaf werdt, in
|
129&.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den Zomer des jaars 1296, verzogt, te U-
trecht te komen, om Gysbrecht van Amflel te verzoenen met de maagen der Heeren van Zuilen, die, in den oorlog des jaars 1278, gefneuveld waren. En deezen tyd dagt men waar te neemen, om den Graaf te ligten en te vervoeren. Na het treffen van den Zoen, hieldt men de middagmaal- tyd te Utrecht, op welke de Graaf, geze- ten tuffchen Amflel en Woerden, het ge- zelfchap aanfpoorde tot vreugde. Na de maaltyd, begaf hy zig een weinig ter rufte; doch, toen men alles tot het uitvoeren van den toeleg gereed gemaakt hadt, werdt hy gewekt van den Heere van Amflel, die hem tot eene Vogeljagt nodigde. Hy toonde zig bereid; doch verzogt Amftel vooruit te ry- den, hem, in 't affcheid neemen, ter ge- dagtenifle van S. Geertruid, naar het ge- bruik dier tyden, een beker wyns toebren- gende. De Graaf was maar een halfuur gaans Graaf
buiten Utrecht naar den Vegtkant gekomen, Floris toen Amflel, Woerden, Velzen en anderen word£> te voorfchyn kwamen, den Graaf aangree- f™lv pen, en eerft naar 't Slot Kroomnburg aan de ver- Vegt, den Heere van Amftel toebehooren- moori« de, en daarna naar 't Slot te Muiden voer- den. Hier hieldt men hem vier dagen gevan- gen, binnen welken tyd, het Slot, door de Kennemers, Waterlanders en Weftfriezen, te water en te lande, belegerd werdt. Men vondt hierop geraaden, den Graaf te paar- de te zetten, en langs eenen afgelegen weg naar Brabant of Vlaanderen te brengen, 't Befluit werdt, den vyfden dag na's Graaven gevangenis, in 't werk gefield. Men floeg den weg naar Naarden in. Maar Velzen, vooruit gereeden , kreeg, niet verre van Muiderberg, eenen hoop Naarders in 't oog, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nieuwe
toeleg van ee- nige Edelen op 's Graaven vryheid. |
't Blykt hieruit klaarlyk, dat Heer Gys-
brecht , ten deezen tyde, in gunfl was by Graave Floris: doch 't leedt maar weinige jaaren, of hy Het zig inwikkelen in eenen toeleg op de vryheid van den Graave, die met deszelfs ongelukkigen dood eindigde. Wy hebben, by eene andere gelegenheid |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(T), omftandiglyk gehandeld van de oor-
zaaken van deezen toeleg. Hier moetenwe 'er alleenlyk van fpreeken, voor zo ver 'er de Heer van Amflel in gemengd geweefl is, en voor zo ver de gevolgenvan denaanflag betrekkelyk geweefl zyn op de gefchiede- niflerr van Amflerdam. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aanlei-
|
Floris de V. ,naauw verbonden geWeefl
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ding daar zynde met Eduard den I., Koning van En-
toe. geland, en zelfs een Huwelyk geflooten heb- bende tuiïchen zynen Zoon Jan en 's Ko- nings Dogter Elizabet, bevondt, na eenige jaaren verloops, dat de Koning zig met Guy, Graaf van Vlaanderen, met wien hy thans in oorlog was, zogt te verbinden: 't welk hem bewoog tot het fluiten van een Ver- bond met Filïps den IV., Koning van Frank- ryk. Doch hy gaf hiermede zo veel onge- noegen aan 't Engelfche Hof, dat Koning Eduard een bef luit nam, om zig van 's Graa- ven perfoón te verzekeren. Hy bewerkte, federt, onder de hand, eene verbindtenis |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van veele Edelen, die, uit meer dan eene die den Graaf, hunnen Heer federt het jaar
oorzaak, misnoegen opgevat hadden tegen 1285 (m), kwamen verloflen. Velzen be- den Graave, en, in 't begin des jaars 1296, geeft zig, hierop, in alleryl te rug: en toen teKameryk byeengekomen zynde, een be- eerft fchynen de Edelen eenfchielyk en een- fluit namen „ om Graaf Floris te hgten, en paarig befluit genomen te hebben, om den » naar Engeland te voeren, alwaar men Graaf van kant te helpen. Velzen gaf hem |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(ƒ) W,lh. PROCÜRAT. od ann. I2»7. ?• Sii-
(S) Zie Muris Chaiterb. I. Dtil, «• St6, J2P.H7.
(*) Id. ibid. bl. $M. , ,,
(») Z'« Mieris chaiterb. I. Diel," SSU
(*) Vaderl. Hift. m. Deel, tl. 6i enz.
|
den eerften houw; waarna hy, door deezen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(l) Ongen. Klerk, il. HiS.
(n>) Zit hiec voor, H, »j. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Eeka in Joanne II. p. »%.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||
h Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||
gt
|
||||||||||||||||||||||||||||
en eenige anderen, met meer dan twintig fiele, hadde ende houdende was in 't Ghefiifte
wonden, afgemaakt werdt (n). van Utrecht, mme die grote openbare ondaet, Wv hebben niet voor, omftandiglyk te die hi gedaen heeft an zynen heven Here, 's
vernaaien hoe't met de Edelen, die deel Graaven Vader, Haren tlorenje,wilenneer aan deeze'n moord hadden, afliep. Eenigen Grave van Hollant, van Zelant ende Here van werden g»vat en geftraft. Anderen weeken Vrieslant, daer God die Ziele of hebben moete, ten lande uit: van welke laatften ook eeni- ende mede dat hyt verwilcoert heep met zine een'eerlan"- te rug keerden, en zig met de openen letteren, naamlyk, by den Zoen des Opvolgers "des vermoorden Graaven ver- jaars 1285. Ende in den voer ghenoemden zoenden. Wy bepaalen ons by het lot van goede zou de Graaf zetten enen man, die zy- Heere Gysbrecht en van de Heerlykheid nen lieven Neve , Haren Wilame ,Bisfcop van van Amffceh Utrecht, van defen daghe voert dienen zou * Een «root getal van Edelen en de voor- ende ghelden van den voer ghenoemden ghoede
naamfte&Steden, die allen den moord ver- alfulken pacht, al/en Ghifebrecht voerfeyt, die foeiden waren terftond op middelen! be- men hiet Here van Aemfiele, die wile dat hi dagt om de moorders in handen te kry- een befitter daer af was, fchuldich wasteghel- gen 'en 't bewind der Regeeringe, voor 's den, weder dat hi den pacht ghave jofenne dee- Gra'aven Zoon, Jan den L, te verzeke- de, dat is, 't zy dat hy de pagt betaald ren Gysbrecht van Amflel vondt toen ge- hadt, of niet (2). Voert zou die Bisfcopvan raaden het Land te mimen, en onthieldt Utrecht voerfeyt behouden an den voerghenoem- zig in 't jaar 1297, eenigen tyd in Vlaan- den ghoede alle dat recht, efi hoghe Gherechte, der'en (0). Eenige Chronyken melden, dat jof anderfins dinghe, die hire fchuldich es ane hy buitens Lands, van zyne vrienden on- te hondene en te hebbene, in wat maniere dat der'houden werdt, zo lang hy leefde Q>). het zi. In Weesp, Muiden ende 't goet hl Ofhy gelykfommigen fchryven (q), na der Vecht, veelligt, ten mmften onder an- de dood van Tan den L, nog wederom in deren,het Huis te KroonenburgbyLoenen, Amfterdam ^ekomen zy, zullen wy bene- ZOu de Graaf boden mogen zetten, tot dat den onderzoeken. de Biffchop plegtiglyk vendaard zou heb- Willem van Mechelen , Biffchop van U- ben, dat deeze goederen aan t Stigt be-
trecht zyn voordeel willende doen met de hoorden, gelyk hy, tien dagen laater, deedt verwar'rino-en, waarin Holland, na de dood (r). De Graaf van Holland zou, daarente- van Floris^den V. geraakt was, floeg het be- gen, met zynen Raad onderzoeken, ofBin- leg voor het Slot te Muiden, enbemagtigde delmaerbroec aan 't Stigt, of aan den huize het, na eenige dagen verloops. Jan van van Amffcel behoorde, en, zo hy 't laatfte Avenues, Graaf van Henegouwen, die zig bevondt,dan zouhy, in 't bezit van het zel- voor Voogd van Graave^Jan den I. hadt ve blyven. Ook wees hy't, m 't volgende doen erkennen, was reeds, met een Leger, jaar,zig zelvenen zynen nakomelingen toe te Aemßelrcdam gekomen, om het Slot te (r). Wyders, beloofden de Biflchop en de neerren- doch't was overgegaan,eer hy Graaf eikanderen, dat zy zig nimmer met zvnen toele-in 't werk Hellen kon (r). Wy Ghyfebrecht, die men biet Here van Amflel, melden deele byzonderheid, om dat deeze zouden laaten verzoenen, noch hem op zyn T^&^klLwyim^mm^mJm- goed, dat hy in't Stigt plagt te bezitten, flerdam, by oude Schryvers , gefpeld ge- laaten wederkeeren «• ionden hebben. Wy zien,uit de voomaarden deezerVre- Verder,
De BnTchoD, in 't jaar 1297, eenen on- de, dat de Graaf van Holland nu eerft in t gevolgen
gelukkigen togt in Waterland gedaan heb- bezit raakte van den Lande yan Amftel, op ™*J™ bende zag zig, eerlang, genoodzaakt, vre- gelyken voet als Gysbrecht het zelve beze-vanFlo. de te maakenömet Graave Jan den I. Zy ten hadt, dat is, leenroerig van het StigtrisdenV. werdt den ne^enentwintigften September, van Utrecht, en terwyl de Biffchop het hoog te Kampveerc in Zeeland , getekend. Wy geregt over het zelve behieldt. Gysbrecht |
||||||||||||||||||||||||||||
pys-
brecht
*Vkt ten ^ande tet
|
||||||||||||||||||||||||||||
Jan,
G*aaf
St te
>fter- |
||||||||||||||||||||||||||||
feSoe-
brecht
$el Wo}e« aan
|
||||||||||||||||||||||||||||
zullen 'er niets uit aantekenen, dan 't gene
de goederen van den huize van Amftel be- , treft. Graaf Jan verkreeg of behieldt, by deeze Vrede, gheheelike ende al alle dat ghoet, dat Ghifebrecht, die men hiet Here van Am- (1) Wilh. PROCUH. ad ann. 129«. p. 537 &*• MELIS
Stoke bl. ui er.z. Spicg. Hift. bl. 202 enz. (o) Zie Melis stoxe in Jan I. bl. 151. (p) Ongen. Klerk, ui. 174. BEK.A in Joanne II. ƒ>. 99. (.11 nEKA. im Wühelnio II. p. 102. (r) Melis stoke il. 137. |
||||||||||||||||||||||||||||
]a« den
|
||||||||||||||||||||||||||||
Graj
|
||||||||||||||||||||||||||||
Ve
|
||||||||||||||||||||||||||||
Mieris
|
||||||||||||||||||||||||||||
Holland
ftaan.
l297 |
||||||||||||||||||||||||||||
422'
|
||||||||||||||||||||||||||||
(s) VU. Matth.eüs de Jure Gladii, p.
Charterb. 1. Deel, bl. S9°- (t) MIERIS Charte*. I. Deel, bl. S93' g
(u) Zit MlElüS Charterb. I. Deel, bl. S»7, SS% , S%9 ,
S9°-
(2) Dienrelvke fpreekwys vjndt men in eenen
Bref'van Vrouwe Janne,.Weduwe van Amoud van Amftel die zegt, W«1 tc kmdel ™™ne, off endede, JatTs '>t% tVnderen kreeg,, of niet. Zie Mie*« CtowW«. Deel, bl. 7« |
||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
II. Deel»
|
|||||||||||
5)2
|
|||||||||||
Jan , of deszelfs nakomelingen vervallen
zouden. De Brieven , hiervan verleend, waren den eenentwintigflen May des jaars 1300 getekend (z). In dezelven is meeft opmerkelyk, dat Graaf Jan de manfehap der goederen van Amflel, welke de Graaven, zyne voorzaaten, erkend hadden aan't Stigt fchuldig te zyn, aan zig behieldt;'t zy dat hy geoordeeld hebbe, dat Biflchop Willem deeze manfehap, door 't fchenden der Vre- de, verbeurd hadt; 't zy dat hy Guy eene manfehap heeft willen afvorderen, wegens goederen, die hy zelf van 't Stigt ter leen hieldt, en die, door deeze zyne opdragt, agterleenen van 't Stigt werden. Dus kreeg Amflelland, welk, eerfl in 't Hy geeft'
jaar 1297, aan denGraave van Holland op ge- Keuren draagen geweeft was, wederom eenen nieu- 5;nAjf' wen Heer aan Guy van Henegouwen. Niet aan ^m- geheel zeker is 't, of hy ookHeer van Am- fterdam- flerdam geworden zy. Doch 't is ten hoog- fte waarfchynlyk. Amfterdam hadt, voor- heen, altoos tot de Heerlykheid van Amflel behoord, en was 'er . eerfl na 't jaar 1268, van afgefcheiden, en in't jaar 12 82 aan den Graave van Holland opgedraagen. Het zal, derhalve, na dat gantfeh Amflelland, in 't jaar 1297, aan Graave Jan denl. afgeftaan was, wederom met het zelvevereenigdge- weeft zyn, en nu, in 't jaar .1300, te gelyk met Amflelland, aan Guy van Henegouwen opgedraagen zyn geworden. Deeze waar- fchynlykheid wordt beveiligd door de woor- den van den O n g e n o e m d e n K l e r k, die maar omtrent vyftig jaaren na deezen tyd ge- bloeid heeft, eif (V) dus fchryft: Gy fult wet- ten , dat defe Ghye [van Henegouwen, Broeder van Gr ave Jari] eer hy Biscop f Utrecht wart, der Stede van Amßelredamme gaff veel vryhee- de van keuren ende van rechte, daer men die Stede mede regeerde. Doch 't getuigenis van deezen Schryver is te merkwaardig, dan dat wy 'er niet eenige aanmerkingen over maa- ken zouden. 1. Schoon ons, tot hiertoe, nergens, noch Aanroep
in gedrukte, noch in ongedrukte"fchriften, ki"ge" noch in de oude Kerke deezer Stad, daar de ove^cue oude Handvellen bewaard worden, noch op ren eIÏ 't Stadhuis, noch elders, de Keuren of Hand- Vryhe- veflen van Heere Guy van Henegouwen den. voorgekomen zyn; durven wy egter het getui- genis van zulk een' ouden Schryver geens- zins van de hand wyzen. Te minder, daar hy blyk van naauwkeurigheid geeft, in het aanwyzen van den tyd, wanneer deeze Keu- ren aan Amfterdam gegeven zyn, te weeten eer Guy Biflchop van Utrecht werdt: en dit
(z) Zie Mieris Charterb. II. Deel, II. u.
(a) Bladz. is?.
|
|||||||||||
werdt de naam van Heere van Amflel voor-
taan onwaardig gekeurd. Het deel, welk hy aan den moord van Graave Floris den V. gehad hadt, werdt gehouden voor zulk eene blykbaare fchending van den Zoen des jaars 1285, dat hy geoordeeld werdt, zyn Land aan den Graave van Holland verbeurd te hebben. Amfterdam in 't byzonder was, reeds te voeren, in 't bezit van den Graave van Holland geween:. De haat tegen Hee- re Gysbrecht bleef zo beftendig, dat Jan, Graaf van Henegouwen, en Jan, Graaf van Holland, den zeventienden October des jaars 1299, een Verbond flooten met de Steden Dordrecht, Middelburg , Zierikzee , Lei- den , Delft, Haarlem, Alkmaar en Geertrui- denberg, waarby men beloofde , met de Verraaders enMoorders vanGraaveFloris, en onder anderen met Ghyfebrecht, die men hiet Heer e van Aeniflelk, en met hunne man- nelyke nakomelingen, tot in 't zevende Lid toe, geene Vrede te zullen maaken; maar hen uit het Land te zullen houden, en hun aan lyf en goed alle mogelykefchade te zul- len doen (u). Verfcheiden' Hollandfche en Stigtfche Edelen traden, naderhand, in de- zelfde verbindteniffen (w). \ De Vrede met den Biflchop van Utrecht
was midlerwyl van korten duur geweeft. Hy begon de vyandelykheden reeds in 't jaar 1297 (x); doch de Hollanders wonnen 't Slot te Yflelflein, welk, door Gysbrecht van Tjjél- flein, Zoon van Arnoud van Amflel, of lie- ver door deszelfs Egtgenoote , Vrouwe Baarte van Heukclom, verdedigd was (y). Graave Jan den I., federt, in November des jaars 1299, overleeden zynde, ging het Graaffchap van Holland over aan Jan van Avennes, Graave van Henegouwen, wiens Moeder eene Moei van Floris den V. ge- weeft was. Guy van JAN de.II. was nog maar weinige maan- Hene- den Graaf van Holland geweeft, toen hy de gouwen inkomften van alle de goederen, die, door H^7van^Üken' welken deel aan den moord van Sei Graave F1Sris den V- gehad hadden, beze- 1*00 ten geweeft> en in 't Stigt van Utrecht ge- 3 legen waren, en 111 't byzonder alle dat goet ende gherechte van Ghifibrecht van Amefielle uuytghenomen den reygherboßb in 't lant van Amefielle ende de manfehap vm alles, opdroeg aan Guy van Henegouwen, zynen Broeder, mids dat dezelven, na deszelfs dood, of wanneer hem een bisdom, of eenig ander goed zo waardig als een bisdom mögt opgedraagen worden, wederom aan Graave (v) dualen Dordrecht il. 7*«- MlER1S cliarteib- I-
Deel, lil. 6ij. (w) Zie Mieris Charterb. II. Deel, il. 16, *7> 2« > 3i.
(x) BEKA in wilh II. p. i02.
O) MEI-1S Store in jan I. il. U5 tnt.
|
|||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||
I. Boek.
|
|||||||||||||||
93
|
|||||||||||||||
„ meente van Waterland , en de burgers flesten
„ van Haarlem, Gysbrecht verjaagd heb-van Am« „ bende, verbrandden de bruggen en fterk- fterdam. „ ten tot aflehe." [Pofi ejusdem Domicelli [Joannis I.] mortem, Gifelbertus de Aemftel oppidum fuum ligne'is pontibiis ,& turritis pro- pugnaculïs undecunque munivit. Sed vulgus IVaterlandice cum oppidanis de Harlem,profu- gato Gifelberto, pont es & munitiones favllla- tenus inflammavit (e).] En naardemaal de o- verlevering dit vernaai meer of min beves- tigd , en het Hoofd der Nederduitfche Dig- teren, Joost van den Vondel, op het zelve , zynen deftigen Gysbrecht van Amflel, die nog, jaar op jaar, te Amfter- dam ten tooneele gevoerd wordt, gebouwd heeft; zo zal 't niet ondienftig zyn, dat wy, met de vereifchte naauwkeurigheid, onder- zoeken , hoe veel ftaats 'er op te maaken zy. 1. Wy moeten, in de eerfle plaats, aan-Getuige-
merken, dat Beka, die op "t einde derden veertiende eeuwe bloeide, de oudfte Schry-van an" veris, die van Gysbrechts wederkomfl: te^ Amfterdam, en van het fterken en (legten vers^ der Veilen ten dien tyde gewag maakt. De aangaan- ouder Schryvers, met naame de Onge-^ Ge- noemde Klerk, Wilhelmus Pro-^ curator en Melis Stoke, welkeftei. twee laatilen den tyd beleefd hebben, waar- in deeze dingen zouden moeten gebeurd zyn, maaken 'er geen het minde gewag van. De ongenoemde Klerk drukt zig, omtrent het lot van Heere Gysbrecht, op deeze wyze, uit (ƒ): Ghysbrecht [van Amftel] ende Her- man [van Woerden] en woudens den hufe [van Cronenburch] nyet betrouwen , pynden hem op V rume te comen, .ende toegen butens Lants. Hermanflerf in ellende, maer Gys- brecht , want hy een outßmpel man was, wart buitens lants van zyn vrinden onthouden, zoe lange als hy leefde, 't Was hier de regte plaats geweeft, om van Gysbrechts te rug komil te Amfterdam te gewaagen; doch hy rept'er, noch hier noch naderhand, geen enkel woord van. Wilhelmus Procu- rator zegt alleenlyk „ dat de Heeren van „ Amftel en Woerden gevlugt, en in bal- „ lingfchap geftorven zyn." [Hujus verh malcdïStionis primi & preecipui, Dominus vi- delicet de Aemflel & Dominus de Woerden , fuga fubtrahuntur & in exilio moriuntur (g)l- Melis Stoke (preekt (/;) ook alleenlyk van de vlugt der twee Heeren. Onderde laat ere Schryvers, die B e ka gekend en ge- bruikt hebben, zyn 'er ook eenigen, die hem, in 't gene hy van Gysbrechts wederkomft te
|
|||||||||||||||
dit werdt hy , waarfchynlyk , in July des
jaars 1301, op den vierden van welke maand, zyn Voorzaat overleeden was(ö); naardien hy zelf, op den negenentwintigden May des jaars 1317, geftorven is, en men aange- tekend vindt, dat hy de Biffchoppelyke waar- digheid zeftien jaaren bekleed heeft (c). Hy moet, derhalve, overeenkomftig met het getuigenis van den ongenoemden Klerk, de Keuren aan Amfterdam, na den eenen- twintigden May des jaars 1300, toen hy eerft Heer van Amftel geworden was, en voor de maand July des jaars 1301, toen hy Biffchop van Utrecht werdt, gegeven hebben. 2. De aangehaalde plaats is de oudfte,
in welke Amfterdam met den naam van Ste- de of Stad voorkomt. In de gedrukte Hand- veften, vindt men geen ouder' Brief dan van 't jaar 1339 (ß), waarin de ingezetenen van Amfterdam Poorters genoemd worden : 't welk onderftelt, dat de Plaats toen Stads geregtigheden hadt. Wy zullen dit egter beneden nog met oud er Brieven toonen.Doch zooud als het jaar 1300 of i3oizynonsgee- ne Brieven voorgekomen, waaruit dit bly- ken zou. 3. De ongenoemde Klerk alleen fchynt te
onderftellen, dat Amfterdam eene Stad ge- weeft is, omtrent het begin der veertiende eeuwe. Zy zal, derhalve, naar alle waar-, fchynlykheid, by de Keuren van Heere Guy, met Stads Regt, dat is, met eene Regee- ring, uit Schout en Schepenen beftaande, en met befchreeven' Keuren, waarnaar de- zelven regt oefenen moeften, befchonken geweeft zyn. De Steden Alkmaar, Hoorn, Enkhuizen , Medenblik en anderen hebben ook diergelyke oude Keuren, by welken zy voor Steden erkend, en aan eene Regee- ring , gelyk in de Steden deezer Landen ge- bruikelyk was, onderworpen zyn. Jammer is 't maar, dat de Keuren van Heere Guy niet meer voorhanden fehyi. n. Zy zouden ons, vermoedelyk, omtrent de oudfte ge- fteldheid der Regeeringe van Amfterdam, eenig licht geeven. Het jaar 1300, waarin Guy van Hene-
gouwen Heer van Amftelland en Amfter- dam werdt, is juift het tydpunt, waarin B e- ka de wederkomfl van Gysbrecht van Am- ftel , en het fterken en wederom (legten van Amfterdam geplaatft heeft. Zie hier zyne woorden: „ Na de dood van Graave „ Jan den J., beveiligde Gysbrecht van „ Amftel zyne Stad rondsom met houten „ bruggen en toorenburgten. Doch de ge- (h) Beka p. ,0?.
(C) KEK.A p, IOj>> (rf/ Bièdz 3,0 I, STUK'.
|
|||||||||||||||
Al
vecht
fel fter-
|
|||||||||||||||
(e) EEICA p. 101.
(f) Bladz. I7+-
(g) Ad ffl»»* **&• ?• 5+
(h) In Floris V. *'• J17- |
|||||||||||||||
N
|
|||||||||||||||
AMSTERDAMS IL Deel.
|
|||||||||||||
9+
|
|||||||||||||
te Amfterdam verhaak, niet gevolgd zyn. Haat Graaf Jan de II. zig,ten deezen tyde,
Veldenaar komt met den^Ongenoemden bevondt. Gysbrechts goederen waren, Klerk overeen (ï). 't Goudtfche Kronycxken reeds in 't jaar 1297, allen verbeurd ver- zwygt 'er geheellyk van: en de Haarlem- klaard; hy zelf zworf balling 's lands, in mer Karmeliet JoanGerbrandsz. van hoogen ouderdom, en zo arm, dat hy door Leiden, die immers wel weeten moeit, zyne vrienden onderhouden moeft worden, wat'er, ruim honderd jaaren voor zynen Graaf Jan de II. was, daarentegen, in 't be- tyd, omtrent Amfterdam voorgevallen Wa- zit van alle de goederen van den huize van re, 'wykt hier af van Be ka, dien hy door- Amftel, en hadt, reeds ten tyde van Jan gaands volgt, en zegt alleenlyk „ dat Gys- den I., met den Biffchop van Utrecht niet brecht, van zyne goederen beroofd en alleen, maar ook met devoornaamfteHoI- 1' buitens Lands gebannen zynde,totzynen landfche en Zeeuwfche Steden, een Ver- " dood toe, door zyne vrienden, onderhou- bond geflooten, om Gysbrecht van Amftel „ den is (£)." En meer vindt men ook niet uit het Land te houden. Van waar toch in de Oude Holland/ehe Chronyk (/). Al het kon de arme balling volk, geld en andere welke ons byna zou doen vermoeden, dat Be- middelen bekomen, om eene Stad, die in ka, in zyn verhaal van Gysbrechts weder- de handen van zyne vyanden was, te fter- komft te Amfterdam , kwalyk onderregt ken, rondsom te fterken, met bruggen en geweeft is. toorens te fterken? Moet men niet zeggen, Zwaarig- 2. Voeg hier nu nog by , dat Be ka dat, zo hy dwaas genoeg geweeft ware om
heid om- Zelfden tyd deezerwederkomfte niet naauw- het te onderneemen, de ondervinding hem, fydïyneT keuriglyk aanwyft. Hy plaaftze alleenlyk, terftond zou geleerd hebben, dat de uit- weder- na de dood van Graave Jan den I. Doch voering onmogelykwas? Men mag hierby, komftete wy hebben reeds gezien, dat Amftelland en miffchien, nog m aanmerking neemen, dat ^mfter- Amfterdam, kort na de dood van Jan den hy, volgens den Zoen des jaars 1285, bui- • I., door Jan den IL, aan Guy van Hene- ten bewilliging des Graaven van Holland, gouwen opgedraagen werden; 't heeft, der- geene vefle of fterkte tuffchen Holland en halve,weinig fchyns, dat Gysbrecht, voor Utrecht maaken mögt (ri) : hoewel hierte- deeze opdragt, van buitens Lands, te Am- gen wederom in bedenking komt, dat dee- fterdam zou hebben können wederkeeren ze Zoen, door den moord van Graave Fio- niet alleen; maar zyne Stad, daarenboven, ris, en 't gene'er opgevolgd was, als reeds rondsom met wallen en toorens verfterken. geheel verbroken, werdt aangemerkt. En na de opdragt kan men dit werk niet ge- 4. Sommigen, naar't fchynt, deeze zwaa-Som- voeglyk aan hem toefchryven,omdatHeer righeden merkende, hebben hierom gefield, migen Guy toen meefter van Amfterdam was. De dat het bewallen en verfterken van Amfter-Wlllen' Amfterdammer Schryver Petrus Op- dam en van het S'ot aldaar flegts begonnen ^itü meer, die in de zeftiende eeuwe bloeide, geweeft, en terftond, door de Kennemers khig heeft wel begreepen , dat men het fterken en Waterlanders, gefluit geworden is (0). flegts Van Amfterdam door Heere Gysbrecht voor Doch, behalve dat zy de dwaasheid derbeSon', de opdragt aan Heere Guy fïellen moeft ; onderneeminge dan nog niet verdedigen, zo ^ftgfs'. doch hy plaaft het in 't jaar 1304 (m), en verfchilt hun verhaal ook van dat van BE- dus wel vier jaaren na den tyd, waarinwy, ka, dien zy nogtans gevolgd zyn; doch die uk egte Hukken, getoond hebben, dat de niet zegt, dat de verfterking flegts begon- opdragt aan Heere Guy gefchied is. nen geweeft, maar rondsom [undecunque] vol- Omtrent 3. Maar al was 'er kans, om eenen be- tooid geworden is. Alles fchynt dan famen
demidde-kwaamen tyd aan te wyzen, waarin Gys- te loopen, om opmerkenden te doen ver- zyneTtad Drecn^zyne Stad zou hebben können fter- moeden, dat Be ka kwalyk onderregt is ge- |
|||||||||||||
ron
|
dsom ^en;. j°e komt hy aan 't vermogen en aan weeft, in 't gene hy van Gysbrechts weder
|
||||||||||||
te ver. de middelen om een werk van zo veelom- komft te Amfterdam en 't gene 'er op ge-
fterken. flags..onder t oog zyner doodvyanden, die volgd is te boek heeft geliefd.
zig, federt net jaar 1297 0f eerder in 't 5. Eene bedenkelykheid blyft 'er egter Beden-
bezit van alle zyne goederen geileld had- nog overig, volgens welke, aan het verhaal king of den, ter mtvoennge te brengen? Men be- vanBEKAeenigewaarfchynlykheidzou kon-V denke eens,aan de eene zyde,in welkeen' nen worden bygezet. Wy hebben, hier-blT'htet . ftaat Gysbrecht, federt het jaar 1296 ge. voor ^ gQJ^ dat de fcg^ ^ ^-kmj weeft ware; en aan de andere, m welkeen trecht de vyandelykheden tegen den Graa-fchop
('") Zie Chron. il. rs>. Ve
(k) Chron. Libr. XXIV. Cap. XXX. p. "7- (n) Zie hier voor, II. 88.
> K „lVif- XIX- CüP- XXVI- ir» fc r>„ 11 (V An0nym. ap. PontaNUM p. ,. H van Rtn cd de
(m) Chronograph, p. «74. *, VAN HKUSSEN, Kerk. Oudh. Kerk. Oudh. iV. FDell kL I8I- P' 3' "' VAN RTN °? *'
IV. Deel, U. i7\. F ' (p) Bladzs 91. |
|||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
95
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ve van Holland, in 't jaar I297, konnahet dar», »^JaAnJS» S
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van ü-
L ,u
"echt
hebbs
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„uiten der X^r*r»Ä°rÄ^
en M e L i s S T o K e verhaalt (q), dat ny m
|
ten eenau ïic^ai-j——-—-.v.^^
na de dood van Graave Jan den I., ofzelfs
in 't jaar 1301 , doof de Haarlemmers en
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'
|
't jaar 1301, eenen inval deedt in Amitel-
|
m t jaar 1 , fl ^^
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
jannen.
|
land welk aan Heere Guy afgedaan was Waterlanders, & £
KelThy, met geweld wederom aatl 't In dit opgt maakt ^^^^
Bisdom zoV te brengen^ De Rymchronyk- ^««^^ daarentegen, 1« an-
fchryver voegt 'er by, dat deeze togt den ^cn.me ]k Bek'as verhaal waarfchyn-
Bilfdiopkwalyk bekwam; dat de Holland- de«^^ voorkomen. Jongkheer
fche Edelen en Steden de wapenen aangree- $« £Ott °° , ons af/chrift van
pen, ende Stigtfchen overwonnen in en ^^ett^or *den van zyne ftreng-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fe^ÄfflSÄff^ ™ Amftel deel gehad hadt aan de onder-
|
de moorders van Graave Flons hadden
„ ingehaald." Maar onder deeze moorders werdt Gysbrecht van Amftel geteld. Is 't |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vdii iii"— W-rri* Ph rW deeze riem
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
neeming des Biffchops, en dat deeze hem
necuinig ____ir„i,or» winrzien hadt.
|
flie£ t£ vermoeden, dat zy deezen, zo
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van middelen en™±^%™™m™In wel als zynen Zoon, Jan, in de Stad ont
om Aniftf da» wederom in te nee™ ai ^ hebben? En zo ^
te verfterken; dan zou het verhaal Van öe | de verfterki der Stedc
*A veel meer fchyn van waarheid hebben, J^ jiebbrnkonnen uitvoeren? Of al-
« niet zo zeer aanloopen tegen deHto dan "iet n ft_ ^
en gefteldheid dier tyden, als■ hetnufchynt ^IJh" door zynen Zoon ondernomen,
te doen. Doch jammer is't dat zulk eene ^^^ k ^ hem können worden
onderftelling op loutere gisfing fteunt en me^egr^y ^^ dg vgft ^
door geen egt ftuk of oud getuigenis, mybe- ^f^6^ op bevd Van Jongkheere
. kend,beveftigd wordt Wfflem hebben können geflegt worden ? En
5«frys 6. Maar nu zal ik, ten belluite, een egt fl m£t aan de Haar.
Cl ftuk bybrengen, waardoor ^g*J* f^Zsen Waterlanders toelchryft gelyk
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
S
|
„j„.pn waarfchvnlvkef üekaooci, imi^u^v......;..,_ ,
ram. _, T ----- fferen» TaanSrde van Amfterdamzig, in't jaar 1304, met zeer
jNam, gemaakt wordt. Volgens de aangeroerae etoond hebbende tot het vernielen Ervoor Snderftelling,zoüGysbfecht,intjaari30i, ^^
^ teAmfterdam wedergekeerd moeten zyn; ^^^jlZlmmer. enwJrhnd-
kenware;BEKA en and^'^f^g, onnaauwWig moeten gehouden worden,
volgd zyn,verhaalen;, dat de 'f^^f h w gt niet van tmhaalen van en Waterlanders Gysbrecht= ^^^ ]an van Amftel, Zoon van Gysbrecht, waar- de nieuwe werken om de Stad aan kooien j affchrïft van den Brief van den gelegd hebben: en zy plaatfen dit hun ver- vamon 1 ^^ ^^ haal lang voor het verhaal van het omko- jaare 13 4 Jitgaave van den Heeren« l3o4. men des^ilTchops ^^S ffi ?A ^ een' miSÜaS
heeft nog eenen Jnc^0 v^^;^«" van den uitfchryver of letterzetter, overge-
van Graave Jan den IL£f jf ™X flaagen is: welke uitlaating, ondertuffchen,
den twee-entwmtigften May des jaars 1304, ^^ ^ dm mé merkdyk verandert,.
gedagtekend.waarbyblykt dat^Am^erdam ^ ^ ^^ foennogèrW« ^w^Äeken ra» 7- Zomen, eindelyk, na al 't gezegde* Onder-
S«^^^^^1toïïSÏ nog7zo veel agting vJor Beka b^d«»/
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ brecht van Amite na - ^^ ^ ^ ^
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
by believen van hem,en van endden
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ Wen van zyne ton&n." Zo nu Amiter-
(«) -f« lan II. */. 191. _ .
(r) Zie muh« chlncxb.n.Deelpbl.W»»"'^1™^*
lp 1. Deel, l. ßtek, Lt. B. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
" VC Jan dT aaniSnen heeft met Bis- f f-
,, men zvnde, aangeip* doet o- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fchop Wille
|
m ,, me "*»~- — ^mi. g^iLvi" vereen-
waarfchynlyk onder beleid komen,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ heeft om ,
N *
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||
5><S
|
||||||||||||
Om Aemfieh veflen te verßooren.
En nogtans doet hy QAiï. IV. Sc. II.) Arend
van Aemflel van Amflerdam zeggen:
De groot e aeloude Stad, vermaert in oor e-
logen, Zoo Scheepryck f en voor wie zich zee en
flromen bogen, Gaet plotfelijck te grondeen zinckt met ee-
nen flagh. Doch men ziet ligtelyk, dat de Digter zig
hier Amflerdam verbeeld heeft, zo als het in de zeventiende, niet zo als het in de veer- tiende eeuwe was. Al dit zy egter niet ge- zeid, om de waarde van zyn fchoon Too- neelfluk te verkleinen; maar alleen om min opmerkende te binnen te brengen, dat men de waarheid der gefchiedenifïen uit andere bronnen fcheppen moet. Werwaards Gysbrecht van Amflel, 't zy Onder-
na den moord van Graave Floris, in 't jaar^oek' ° 1296, 't zy na het flegten der veflen van bl.gScht Amflerdam, in't jaar 1304, eindefyk ge-van Am* weeken, en waar hy overleeden zy, is, on-ftei zig. zes weetens, van geen oud Schryver aan-°Ptlaa getekend. Wy hebben, hier voor (j), reeds [geven" gezien, dat hy zig , in 't jaar 1297 , tenmet der minflen eenigen tyd, in Vlaanderen onthou-woon den heeft. Zyn Zoon bevondt zig,volgens naaF 't gene men Melis Stoke berigt hadt,l™1^ in 't jaar 1304, te Utrecht (t). Maar zo hy hebbe. zelf, van deezen Zoon verzeld, omtrent het jaar 1300 of 1301, wederom in Amflerdam gekomen is, fchynt hy aldaar, tot in 't jaar 1304, gebleeven te zyn. Doch werwaards hy toen vertrokken zy, is onzeker. Eene oude overlevering, van welke ik egter geen ouder gewag vindt, dan byMoNTANUs (u\ ten ware men zig hier ook op de gedagten van den Digter Joost van den Von- del beroepen wilde (ü); berigt ons „ dat „ Gysbrecht naar Pruiffen getrokken is, en „ aldaar eene Stad, Holland genaamd, ge- „ bouwd of bewoond heeft." En fchoon de gegrondheid deezer overleveringe, tot hier- toe , door geene egte bewyzen, heeft kön- nen beveiligd worden, agt ik het der moeite waardig,ineenige aanmerkingen te doen zien, dat zy niet van waarfchynlykheid ontbloot is. 1. Wy merken, in de eerfie plaats, aan,
dat Pruiffen, ten deezen tyde, een land was, waarin zig edel en onedel, uit Duitfchland en uit de Nederlanden, begon neder te zet- ten. (j) BUiz. 91.
(t) Zie hem ir. Jan den IT. */. zsi.
(u) Leeven der Heeren van Amftel, hy DOMSELAMfc II. Sak/, *'• HS- en h COMMF.LIN */. 122. (v) Zie zyn' Gysbrecht van Aeflift»!, Aa. v. Sten, IV. |
||||||||||||
„ van zynen Zoon Jan, Amflerdam weder-
j, om in te neemen en te fierken , in't jaar „ 1301. Dat Gysbrecht, tot in 't jaar 1304, „ in 't bezit van Amflerdam gebleeven is, „ alzo de Hollanders, in dien tuflchentyd, „ de handen vol werks hadden aan het ver- „ dryven der Vlaamingen uit Holland en „ Zeeland. Dat Jongkheer Willem , dit „ werk, gedeekelyk ten minden, onder de j, knie hebbende, om het verzwakken van „ Amflerdam begon te denken; dat hy, ten „ dien einde, het af breeken der bruggen en „ het flegten der veflen beval, by den aan- „ gehaalden Brief. Dat Gysbrecht en de „ Amfterdammers zig hiertoe ongereed ge- „ toond hebbende, de Haarlemmers en Wa- v terlanders, of uit eigen beweeging enou- „ den wrok tegen de Amflerdammers, of „ aangezet door Jongkheer Willem, opge- „ trokken zyn naar de Stede, en bruggen en „ veflen in den brand gefteken hebben, na „ dat zy den ouden Heer van Amflel, an- „ dermaal, genoodzaakt hadden, zyn Va- „ derland te ruimen." Op deeze wyzekan, dunkt ons, het verhaal van B e k a,zo men 't niet geheel verwerpen wil, met de egte Huk- ken en gefchiedenifïen deezes tyds, worden overeengebragt. 't Is mifïchien niet onnut, hier, met een
enkel woord, aan te merken, dat de Digter Joost van den Vondel,hetkortver- haal van Be ka tot een deftig en uitvoerig Treurfpel willende herfmeeden, het verjaa- gen van Heere Gysbrecht, en het flegten der bruggen en veflen van Amflerdam opgefierd heeft met omflandigheden, die geenen grond altoos hebben in de Hiftorie. De Tooneel- digters oordeelen, dat zy hiertoe vryheid hebben. Doch de leezers en aanfchouwers hunner Tooneelflukken behooren zo wys te zyn, dat zy 'er de waarheid der gefchiede- niffe nimmer in zoeken. De wyze van het inneemen der Stad, het bemagtigen van de nieuwe Kerke, die eerfl honderd jaaren ka- ter gebouwd werdt; de moord in 't Iüoofler van S. Clara, dat ook nog niet in wezen was; de bedryven omtrent den Schreijerstoo- ren, het Stadhuis , de Beurs zelve, welke laatfle wel drie eeuwen laater gefligt is; dat alles en veel meer bewyft, dat de Tooneel- digter Amflerdam eer heeft willen vertoo- nen, zo als het kort voor en in zynen tyd was, dan zo als het beflondt, in 't begin der veertiende eeuwe. Hy erkent, in het Voorfpel, dat hy eene gefchiedenis ten too- neele voert, die toen drie honderd jaaren oud was; zingende Het nieuw Toonecl dry eeuwen fpringbt te
rugh.
|
||||||||||||
Aanmer-
kingen over Vondels Gysbrecbt van An- fiel. |
||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||
I. Boek.
|
|||||||||||
97
|
|||||||||||
„ fen, in de Landftreek Pazlaken, gebouwd,
„ en naar de eerfte bewooners, die uit Hol- „ land gekomen waren, Holland genoemd „ is (2)." Een ander Hoogdukfch Schry- ver tekent aan „ dat de Stad Holland, door „ eenige Hollanders van Adel, die uit Hol- „ land verdreeven waren, gebouwd is (d)." 't Is waar, dat, volgens onze onderftelling, de Hollandfche Edelen, niet voor het jaar 1296, in Pruiffen gekomen zyn , en Gys- brecht van Amftel nog laater; daar Hart- knoeh het ftigten van Holland vroeger fchynt te ftellen ; doch men moet hierop , voor eerfi, aanmerken, dat Hartknecb met eenige ruimte fpreekt van den tyd van het ftigten van Holland, dien Hellende omtrent het jaar 1290, 't welk zeer wel zo opgevat kan worden, dat het met onze onderftelling, volgens welke, de Hollanders, niet voor het jaar 1296, in Pruiffen gekomen zyn, overeenftemt. Hart* knoch fchryft, ten anderen, het ftigten van Holland toe aan Meneko van Querfurt, Op- perkommandeur van Pruiffen. Doch, vol- gens de boven aangehaalde Chronyk van de Ridderen der Duitfche Orde, is 'er geen Kom- mandeur in Pruiffen geweeft, die diergely- ken naam gevoerd heeft, voor het jaar 1299. Zie hier de eigen' woorden deezer Cbronyh; Ende in den jaer M. C C. ende X CIX. fitte defe Hoichmeifier [Godefridus, Grave van Hom' loch], enen anderen Lantmeifter in Pruyffen , ende heit Heer Mencke van Overbrouwe, ende was die dertiende Lantmeifter in Pruys- fen (b). Zo Menke van Querfurt of van O* verbrouixe, in 't jaar Ï299, eerft gebied in Pruiffen gekreegen heeft, fchynt hy de Stad, voor dien tyd, niet te hebben können ftigten: hy heeftze, derhalve, naar de aangekomen' Hollanders, die na, en, miffchien, eenige jaaren na het jaar 1296, in Pruiffen aan- kwamen , zeer wel Holland können noemen. De Ridders der Duitfche Orde behielden, wyders , de Stad en het Slot Hollant, by de verdeeling van Pruiffen, die, in 't jaar 1466, tuffchen hen en den Koning van Poo- len, gemaakt werdt; gelyk uit de lyftvande plaratfen, welken in die verdeeling kwamen, te zien is (c~). 3. Wat nu, in de derde plaats, Gysbrecht
van Amftel in 't byzonder betreft; 't ver- trek van veele Hollanders naar Pruiffen was, veelligt, nog de eenige reden niet, welke hem befluiten deedt, omderwaards de wyk te neemen. Hy was een Stigtfeh Edelman. En
(z) De Ong. Gent. Pmflic. h «• VAN RYN °PdeKerk.
Oudh. IV. Deel.bl. 182. . , „„._«. -irr, „ , (a) CASP. HENNMMGVerkl. dei groots Priuffifche LmkU "'S) Chron.' Equit. Ord. Teuton. p. 7««.
(e) Vide CU^n, Kq. Ord. Teuton, p. tl(, N 3
|
|||||||||||
ten. De Ridders van de Duitfche Orde had-
den, omtrent het jaar 1226, eerft voet ge- kreegen in Pruiffen, welk toen nogongeloo- vig was. De overwinningen, die zy op de ongeloovïgen behaalden , waren oorzaak, dat hun, door den tyd, een groot gedeelte van 't geweft onderworpen werdt (iß). De roorfpoed der Ridderlyke wapenen lokte elk uit, om zig naar Pruiffen te begeeven, en deel te verkrygen aan de zege, die aldaar bevogten werdt. Veele Duitfche en Ne- derlandfche Edelen traden zelfs in de Orde, en, in de veertiende eeuwe in 't byzonder, werden, onder de vreemden , die zig in Pruiffen onthielden, Brabanders, Vlaamin- gen, Gelderfchen en Hollanders zelvenop- geteld (x~). Wat wonder is 't dan, dat ook veele Hollandfche Edelen, die, na hetom- brengen van Graave Floris, balling 's Lands zwerven moeften, zig naar Pruiffen onder de Ridders der Duitfche Orde begeven heb- ben ? En wat onwaarfchynlykheid is 'er in, dat Gysbrecht van Amftel zig, toen hy 't hier te Lande niet langer houden kon, by zyne oude vrienden in Pruiffen vervoegd heeft ? Sommigen , 't is waar , fchynen vreemd te vinden, dat Gysbrecht een ver- blyf zou hebben gaan zoeken in een land, daar 't, federt veele jaaren, vol onruft en oorlog was (y). Doch de oorlog, en voor- al een oorlog tegen de ongeloovigen was juift, 't gene de Ridders van deezen tyd fterk aanlokte; inzonderheid, wanneer de- zelve , gelyk in Pruiffen, met voordeel ge- voerd werdt. En zo men ai waanen mögt, dat Gysbrecht, die, toen hy Amfterdamof Amftelland verliet,al zeer hoog van jaaren geweeft moet zyn, weinig luft ten oorloge kan gehad hebben; was hy gewiffelyk ner- gens veiliger, dan onder zyne vrienden, de Hollandfche Edelen, welken men, volgens onze onderftelling, in Pruiffen een verblyf hadt toegeftaan. 2. Men voege hier nu, in de tweede plaat-
fe, by, dat het meer dan eene bloote on- derftelling is, dat 'er, omtrent het einde der dertiende, of het begin der veertiende eeuwe, Hollanders in Pruiffen aangekomen zyn, naar welke het Steedje Holland, welk nog in wezen, en drie myten zuidooftwaards van Elbing gelegenis,den naam gekreegen heeft. CHRISTOFFELHARTKNOCHheeft,
uit oude Handveften, dit Holland betreffen-
de, opgemaakt „ dat het, omtrent het jaar » 1290, door Meneko, of Meinhardus de » Querfurt, Opperkommandeur van Pruis- (w) Vide chron. Eq. Ord. Teuton. in MATmaei Analeft.
(x) Chron. Eq. Ord. Teuton. p. 78I, 791.
(y) H. van Kyn in de Kcik. Oudh. IV. Dttl,bl. i»z. |
|||||||||||
9B AMSTERDAMS IL Deel,
En de Ridders der Duitfche Orde hadden, in langen tyd niet voeren. Sommigen na<
reeds van omtrent het jaar 1^30 af, een men, volgens eene oude overlevering, die een Huis by Utrecht gehad, 't Is zeer te in den huize van Wi t se n bewaard is den vermoeden, dat Gysbrecht, onder deeze naam van Banning aan, om dat zy balling Ridders ook zyne vrienden gehad zal heb- s Lands gezworven hadden , of gebannen h™ die hem gelegenheid hebben können geweeft waren (g), en geraakten hier, door, éeeven tot een verblyf in Pruiflen onder den tyd, in de Regeeringe Eemgen bega- hunne medebroeders: en zal dit dan de ven zig tot denJandbouw, en betaalden fchot, plaats buitens Lands zyn geweeft, alwaar gelyk de onedelen plagten (*). Denaam ™ hem volgens het getuigenis onzer Chro- van Amflel is dus, voor eenen tyd, hier te nvken fk tot aan zynen dood toe, vanon- Lande, geheellyk ondergegaan. DeZoonen derhoud zullen verzorgd hebben. Men vindt, van Arend van Amflel, Gysbrechts Broe- aeniuuu ;n hatei- tvd, een, uit der, namen den naam aan van TJelßem, Ti:^^vl%&J^M^^^ welk hy by huwelyk yerkreegen hadt (i>
SrtX=äS%»i den Duit- Doch hunne nakomeJmgen^hebben, in laa- fden Huize te Utrecht geweeft is (0. ter' tyd, den naam van ^m/Wwederom aan- 4 Wanneer wy hierby nu, eindelyk, in genomen: die ook, federt, door anderen aanmerking neemen, dat men niet alleen o- van burgerlyken flamme, doch uit deezen verblyffels van Nederlandfche, maar zelfs huize herkomflig, gevoerd is. in 't byzondervanStigtfche naamen in Pruis- Het jaar 1304, waarin jongkheerWillem Amftef, fen vindt dan zal de overlevering, dat van Holland, gelyk wy boven zagen, hetdamvef Gysbrecht'van Amflel, een Stigtfch Edel- breeken der bruggen en het liegen der ves-Heft zr man zig, in zynen hoogen ouderdom, naar ten van Amflerdam beyal, was, ook in an-~a Pruiflen begeven heeft, nog al meerbeyes- dere opzigten, ongelukkig voor de Stede, he. ^worden Men vondt aldaar, nog m 't Volgens de uitgaave van Jongkheere Wü- den. tigd worde n- * Belsenborch, ver moede- lems Briefin het Charterboek van den Hee- ff z^^MS*» of Nederlan- re van *»«.(*).garendeAmflerdam, 1 T.Z Stad Rorenborcb , van welken mers fchuldig geweefl aan den moord van: ders; eene ^^^Sa, een Slot hadt Graave Floris den V. Men leeft aldaar, "^"hen Leiden en den Haage; een Slot dat die van demßelerdamme die geene ivaaren, MHdenborch, vernoemd, zo 't fchynt, naar die dier Graue Floris mettcr bant vermoorden,. Huis van dien naam, te Vegten by U- die wy ute 'die Lande verfwooren hadde Doch eCn ht en eene Stad Vredeland , welken in deeze leezing fchuilt een blykbaare mis- naïm ook het Slot aan deVegt droeg, welk flag, die zig, voor kundigen en opmerken- pprtvds door Gysbrecht van Amflel, beze- den, terflond ontdekken moet. Nergens ten geweeft was; om niet te fpreeken van vindt men, dat de ingezetenen van Amller- erfcheiden'andere Steden en Sloten in Pruis- dam deel aan den moord van Graave Flo- y welker naamen van Stigtfche of Hol- ris gehad hebben; veel min, dat zy dit werk, 1 ndVche Plaatfen ontleend fchynen(/). Al met eigen hand, zouden hebben uitgevoerd; het welke gevoegd by den naam der Stad eneven weinig, dat zy daarom uit den Lands w„H«»/JKvFlhinff het meer dan waarfchyn- verzwooren waren. De moord des Graaven iTmaakf da gzig omtrent den aanvang was een werk van de Edelen, niet van de . £ veertiende eeuwe, Hollanders enStigt- Steden of van de Gemeente. Men hadt zig: fchen in Pruiflen hebben nedergezet, en on- ook by eede verbonden (/), met om de in- zes agtens niet weinig flrekt tot beveiliging gezetenen van eenige Stad, 't welk in zig der overleveringe, dat Gysbrecht van Am- zelf ongerymd geweefl zou zyn, maar om ftel zig op 't einde zyns leevens, met der zeker getal van Edelen uit het Land te hou- woon naar Pruiffen begeven heeft. den. Gysbrecht van Amflel, een deezer; v 1 Doch wat 'er van de gegrondheid deezer Edelen, was zelfs geen Heer van Amlterdam. v-ÜT? overleveringe zyn moge, het huis van Am- meer, toen hy Graaf Floris hielp vangen en Huis van ftei heeft, na deezen tyd, nooit wederom ombrengen. Men ziet, tut dit alles, klaar- Amftel. ni bewind over Amftelland of Amfter- lyk.dat Jongkheer Willem niet kan hebben dam o-ehad. Zelfs durfden zy, die uit dee- willen zeggen, dat die van Amflerdam Graaf zen huize in 't Land bleeven, of naderhand Floris vermoord hadden, en daarom ten lan- uit hunne ballingfchap te rug kwamen, den de uit verzwaren waren. In de uitgaave voorigen naam, of het oude geflagtwapen van (g) Vit Aantek. van Bürgern. N. WlTSEN.
... „. , . „„, 1, . lb) Oneen. Klerk , tl. 178- \i Mlxx"rc^n.&o„.Ord.Te«to„.?.*H.MON. \i »"Wij CWWft. «• W, * W>W
TANUS by DOMSEI.AAR II. B,ek, «• »49. , W %^K vL il 91
(ƒ; Viit Ctaen. EH. Ord. Teuton. /. IJ*, !'!• (0 Z" tu8t voot' "* »l*
|
||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
99
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van den Heere van Mieris, zyn eenige V., gefchonken. 't Vonnis alleen leert ons
woorden uitgelaaten, die, in ons affchrift van dat zy ook markten, 't zy week-, of jaar- of
den Brief, bewaard zyn, en alle zwaarig- andere markten, gehad heeft, die haar nu
heid ophelderen. Wy leezen, dat die van nevens alle haare andere vryheden, en der-
Jemflelredame die ghenen waren die Janne van halve ook met de tolvryheid, benomen wer-
Aemftelle inhaelde, en die ghene die dien ,den'. Wy hebben tegenwoordig te weinig
graue Florenfe mette ham vermorede, die wi kenn,lS van de omftandigheden, waarin, en
',.-_, r 7 i.i T? u- van het oogmerk, waarmede dit vonnis ge-
ute die Landen verfworen hadde. En hier ,, ,? ' j *. i. -jPr
" ' . aJ A ■ . , veldwerdt, om van de regtvaardigheid ot
worden de Amfterdammers met van den . ',. , ., ■, ötva 5,
, , y i ij- i i .. • 7 7 onregtvaardigheid van het zelve te können
moord befchuldigd; maar van het inhaalen P , ts . "- . ,
u ö » ^„„w oordeelen. Wy weeten niet, hoe veel mast
«oor m7f van an van Amftel, Gysbrechts , - / A a j ut v;u ""o „ J t J, „ ' i-J r i ,.• de ingezetenen van Amfterdam gehad heb- Zoon, en ten anderenvm zulken, die lchuldig , ®. , i>uu" "^ j i n. j .. T ben, om den mtogt van Tan van Amftel
aan den moord geweeft, en daarom ten Lan- jn j A ' .
de uit gezwooregn waren; onder welke laat- ^^^ ?aave Flons te
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
weeren.
hoe ver zy over dit inhaalen te befchuldi-
't Moet ons zelfs zeer vreemd en, dat Jongkheer Willem, in 't jaar 1304, zo flreng een vonnis velt over eene Plaats, waarvan de Heerlykheid, in 't jaar 1300, aan zynen Oom Guy opgedraa- genwas, en die, na deeze opdragt, keu- ren en voorregten van denzelven ontvangen hadt. 't Komt daarom by my zeer in be- denking , of men niet agten moet, dat Jongk- heer Willem, het Graaffchap van Holland, ten deezen tyde, ingewikkeld vindende in den oorlog met Brabant en Vlaanderen,om welken te voeren onder anderen geld noo- dig was , het vonnis van Amfterdam zo |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ften , volgens Beka, Gysbrecht zelf ge-
weeft:is.'t Schynt, dat de Heer van Mie-
ris, in zyn Affchrift van den Brief, juift
zo als wy gelezen heeft, om dat hy,inden
_-'c', i rill! r*. i.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
inhoud varTden zelven, gefield heeft, dat
Amfterdam veroordeeld wordt, om bruggen 'en veflen te (legten, ah ingehaald hebbende Jan van Aemflel, en de genen, die Graaf Flo- renz vermoord hadden: 't welk, in zyne uit- gaave van den brief zelven, is overgeflaa- gen. Dat nu de Stad zulke Luiden ingelaa- ten, of ingehaald hadt, werdt haar zo duur aangerekend, dat haar „ alle haare vryhe- „ den en markten, die zy van den Graave „ of van deszelfs Voorvaders verkreegen |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ h
|
flreng heeft willen flellen, om de Plaats,
taaien: en nog behFeldtVGraaTen'Zoon d[\m haare, eerlle °Pk(?mfl was' !j ™od-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ aan zig,
|
haar te doen boeten voor 't ge- zaaken om hem,tegen hergunning der voo-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nge vryheden, eenige penningen op te fchie-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ten. Wat hiervan zy, zeker is't, dat de
Stad de voórige vryheden, en nog meer an- deren daartoe, eerlang, wederom gekree- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ ne zy, jegens hem, jegens de Stad van
„ Haarlem , jegens de goede luiden van „ Kennemerland en Waterland, en jegens |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
., andere goede luiden misdaan hadt (m)." _ ,-, ,- , . - „
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Smer-
7'geii ten
|
Menziet hieruit ligtelyk, dat Amfterdam, gen heeft, gelykwy beneden toonen zullen.
doofzuüc een vonnis, in veel erger flaat , 2. Dat het ondertuffchen jTongkheere Wil-Wat
aoor zuiK een vuuma , & j ^ d was 5]^ mt ^ £
geraakte dan het te vooren geweeft wa I-o g^ ^ £ b G,«
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lna; OndertufTchen geeft ons dit vonnis zf ^mfterdam belaft wordt, het Gra^/J dub g-'^ft
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eledereemggeringhcht omtrent den voorigentoe-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ftand der Stede, welk men elders
geefs zoeken zou. Wy moeten |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bel te betaalen. De Graaven van Hollandzy"
vorderden, ten deezen tyde, onder andere laften, zeker Gruitgeld van 's Lands inge- zetenen , die bier brouwden, en van zulken, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
te ver-
er, der- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
halve , nog eenige korte aanmerkingen over
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
m
|
eerfl, blykt nit dit vonnis, welk welker beroep brouwen was in't byzonder,
men met regt een Graafiyk vonnis noemen Jan van Hout, een Schryver der zes- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tongkheer Willem, ten deezen "ende eeuwe' vermoedt, met zonder grond,
J -° • dat het woord grut e of grutte afkomftig is |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
mag, alzo
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tyde, 's Lan
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van gruijen, aat is, groeijen , en zo v<
betekent, als mout, zynde gerfl of ander graan, welk, eenigszins vogtig gemaakt, groeit of uitfpruit, en zo om bier van te koo- ken gebruikt wordt («). De Graaven wa- ren van ouds gewoon, de gr«*'? of het mout te leveren aan elk, die bier brouwde, en hiel- den 'er voorraad van, in een Gruithuis of Mou-
(„) Dienftbouck d«c Stede Leyden, U, 14.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vader, Graave Jan den II., waarnam, dat
Amfterdam, voor deezen tyd, vryheden en markten van den Graave of deszelfs Voor- zaaten verkreegen hadt. Maar men heeft, tot nog toe, geen blyk gevonden van eeni- ge andere vryheid, aan de Stede verleend, dan van de tolvryheid, haar, in 't jaar 1275 en in 't jaar 1291, door Graave Floris den (m) Zh in ie Eyhagen op I. Deel, I. Beek, Lr. B.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||
Ä M S T E R D A M S
|
|||||||||||
lOO
|
|||||||||||
Jongkheere Willem vindt. Doch wy durven
hier niets befluiten. De plaats is verminkt en duifter. 3. Wy maakengeene aanmerking over't
regt, welk Jongkheer Willem zig voorbe- hieldt, om de Amfterdammers te doen boe- ten wegens 't gene zy, tegen de Haarlem- mers, Kennemers, Waterlanders en ande- ren , geoordeeld werden misdaan te hebben; om dat wy'er, te vooren (x), reeds van hebben gewaagd. Guy van Henegouwen, Heer van Amftel- Guy va°
land en Amfterdam, was, in 't jaar i'^oi ,Bc^'eüt Biffchop van Utrecht geworden, en moeft f °[fchop derhalve, volgens de voorwaarden, waarop gewor- hem die Heerlykheden waren opgedraagen den, blyft (y), van toen af, afftand van dezelven ge- f|ter va0 daan hebben ten behoeve van zynen Broe-Amfi.e|. der, Graave Jan den II. Doch hy deedtden den Graave zo veel dienft in den kryg tegen de Vlaamingen, in welken hy zelfs -gevan- gen , en niet dan na verloop van eenen ge- ruimen tyd, tegen den Zoon des Graaven van Vlaanderen , uitgewiffeld werdt ; dat Graaf Jan hierdoor fchynt bewoogen gewor- den te zyn, om Guy in 't bezit der Heer- lykheid van Amftel te laaten. Maar toen Willem de III., in Auguftus des jaars 1304, Graaf geworden was, fchynt hierin eenige verandering gekomen te zyn. De Graaf werdt, zo 't ons voorkomt, bedugt, dat Biffchop Guy de Heerlykheid van Amftel, die van ouds tot het Stigt behoord hadt, voortaan , als Biffchop, en niet meer uit hoofde der gifte van Graave Jan den II. zou willen blyven bezitten; waardoor hy van het regt, om, ten minfte na Guys dood, we- derom in 't bezit der Heerlykheid te tree- den , verfteken geweeft zou zyn. En de T.309' Biifchop fchynt hem hieromtrent niet te heb- ben können geruft ftellen,dan door het ver- kenen van eenen Brief, die nog voorhan- den, en den negenentwintigften Juny des jaars 1309 gedagtekend is. De Biffchop verklaart, in den zelven „ dat hy de Heer- „ lykheid van Amftel niet hieldt, uit hoof- „ de van zyn Bisdom van Utrecht; maar „ eeniglyk uit hoofde der gifte van zynen „ Broeder, Graave Jan den II. hem, eer hy „ Biffchop van Utrecht werdt, gedaan (z)." Óp deezen voet, liet Graaf Willem de III. Biifchop Guy in 't bezit der Heerlykheid van Amftel. Doch 't leedt niet lang, of daar viel iets Hy d^
voor, 't welk Graaf Willem, eerder dan men af vaia verwagt zou hebben, treeden deedt in 't be- ^e%^ zit deezer Heerlykheid. De aanhoudende he7d i«0 be-
(x) I. Deel, I. Boek, bl. 17.
(y) Zie hier voor, H. 92.
(■*) Zie Mltuis Charterb. II. Deel, bl. s«.
|
|||||||||||
Moutery, ten deezen einde opgeregt, wel-
ke zy gewoon waren te verhuuren; gelyk duidelyk blykt uit eenen Brief van Graave Willem den III. van den zeftienden May des jaars 1322 (0). Doch 'tfchynt, dat zy, door den tyd,ook aan byzondereperfoonen hebben toegedaan, hun eigen mout te maa- ken, en zelfs bier met hoppe, welk duuren kon,te brouwen (p), mids men hun zeker regt betaalde, welk gemeenlyk gruitgeld, en ook wel ketelgruit, naar den hromvketel, waar- in de eruit werdt gekookt, genoemd werdt (q). De Amfterdammers, die, federt het \ti'r T9o7 den Graave van Holland niet al- leen ter heirvaart plagten te volgen, maar hem ook zekere laften te betaalen (r), vol- deeden ook dit Gruitgeld. In 't begin der zeftiende eeuwe, beloofden negen brouwers, en veelligt waren 'er, ten dien tyde, geen meer in de Stad, vier ponden grooten vlaams 's jaars voer de grute te zullen betaalen in Stads Kaiïe, mids dat de Regeering deGraaflyk- heid voldeede (V). 't Gruitgeld beliep, eeni- ge jaaren laater , wanneer het, door den Graave, aan de Stad verkogt werdt, een negenmanneken of deutgen op elk vat bier (0- 't Was dit regt, welk zy, in 't jaar 1304, verpligt werden dubbel op te brengen. In Mieris uitgaave van den Brief van Jongk- heere Willem, leeft men, desaangaande, voort dat men dat gruitgeld dubbeld oftwevou- dig aldaer geeven zal, dat hier na Sparendam- me legghet na en maendaghe in te gane, behou- dende elke manne zyns rechts, utegenomen die van Aemflelredamme. Doch het oorfprong- kelyke van ons affchrift was, na de woor- den geiten fal, ten minften een regel ver, onleesbaar, en dan volgden eerft de woor- den dat hiernae te Spaernedamme leghet; die ons, by gebrek van kenniffe van 't gene 'er onmiddelyk voorgaat, duifter blyven, en die ook in Mieris uitgaave geenen zin hebben. Zienze op het Sluisgeld, welk te Spaarnedam betaald werdt (a)? of zienze op het leggen van den Spaarnedammerdyk, dien Graaf Floris, in 't jaar 1285, belaft hadt te leggen, naar de raaminge der Heem- raaden van Rynland, die toen Heemraaden van Spaarnedamme genoemd werden (V) , behouden elkes mansfyns rechts O)? 'tLaat- fte zou eenigen fchyn hebben, om dat men deeze laatfte woorden ook in den Brief van (o) Zie MiektS Chartert). II. Deel, tl. z%».
(pi ld. ibidi hl. 256.
(q) Vide MATTH.de Jure Gladu. P. 2I8 , z+8. ejusd.Not.
in Tom. lil.Anal.p.zsi &ßl'l- &LEYSWYCK Belehr. van Bellt il. 696 enz. (r) Zie Mieris Charteib. II. Deel, bl. n.
(s) Groot Memoriaal!). N. I. ĥ 2J3 verf.
(t) Handv. bl. its- [72-]
(u) Handv. van Rynl. tl. 1.
(v) Ibid. bl. 7.
(w) Ibid. il. s.
|
|||||||||||
t Boek. GESCHIEDENISSEN. iot
'Hoeve beweerden der Stellingwerver Friezen had- twintigften April des _ jaars i32r , Jakob,
v*iGraa-den Biffchop Guy aangezet, om, ter hunner Biffchop van Zuden, in t eiland Creta, Si- i'e Wü- beteugeling een Slot op te weroenteVol- mon van Benthem en Gerard van Raap- toden lenhove Voor dit Slot, floecen de Stelling- horft , Ridders, en Engelbrecht, zynen wervers het beleg. Doch Graaf Willem , Rentmeefter in den Haage, om met de bal- om byftand aanc;ezogt door zynen Oom , be- lingen te handelen over de voorwaarden , fchrcef Hcirvaart in'Holtand, ftak de Zui- waarop zy zig met den Graave verzoenen, derzee over met een Leger, en noodzaakte en voortaan veiliglyk in 't Land van Amftel de Friezen tot het opbreeken van 't beleg; verblyven zouden können (d). En tis ten l<m waaroo eerlang een Verdrag volgde (a). De hoogften waarfchynlyk , dat verfcheiden' ' dienft, dien Graaf Willem, ter deezer ge- zig van deeze gelegenheid bediend zullen koenheid, deedt, was Biffchop Guy zo veel hebben, en federt in hun Vaderland weder- waardig, dat'hy hem, oreer, of kort na gekeerd zullen zyn. dat dezelve gedaan was, by eenen brief van In wat ilaat, Amfterdam zig, omtrent Staat der
den elfden Öciober des jaars mi, onder deezen tyd, bevondt, hebben wy, in 't^d,^* andere goederen, alle de inkomftenvanden eerfieBoekvm't eerfie Deel, kortelykonder-^ dge_' Lande van Amftel opdroeg, alle imvooners zogt. De Plaats hadt, naar 't fchynt, in't zen tydei vanden gameiden Lande ontbiedende, datfi jaar 1300 of 1301, Stads regten verkree- hem vbehorich ende onderdanich zouden fien al gen van Heere Guy. Doch haare vryhe- fe baren Her e, tot alle finen ghebode ende wil- den en markten waren haar, in 't jaar 1304, Ie met beding dat hy alles zolang bezitten benomen: haare bruggen werden afgebro- zou, tot dat het Bisdom hem de koften, in ken, en haare wallen 'geflegt, in 't zelfde denVriefchen oorlog gemaakt, volkomen- jaar. Hoelang zy haare Vryheden heeft lyk voldaan zoü hebben (b). Op deeze wyze, moeten miffen, is my tot hiertoe nergens kwam Willem de III. wederom in'tbe klaarlyk gebleeken. Zy is egter,ongetwy- 1323, zi<- der Heerlykheid van AmftellandenAm- feld voor 't jaar 1323, eenigszins verzoend flc'-dam, die, in 't jaar 1300, aan Gny, te- geweeft met Graave Willem den III die, eenwoordiff Biffchop van Utrecht, opgedraa- in eenen Brief van deneerften Auguftusdes *eii geweeft was. gemelden jaars, beveelt, het Oofterfch en ïiie A Ö Ondertuffchen, was, ten deezen tyde, nog Stigtfch bier, welk in zynen Lande gevoerd
*eWe niet klaarlyk beflift, of de Graaf van Hol- werdt,in eene der twee Steden. Medenbhck ter land de Heerlykheid van Amftel niet nog ter öf Jmßelredamme, te komen vertollen (e): leen bleef houden van het Bisdom van U- uit welken Brief niet alleen op te maaken |
||||||||||||||
ieldt
Vlecht |
||||||||||||||
trecht. Immers Graaf Willem de V. ver- is> dat de buitenlandfche handel, ten dee-
- klaarde, in de jaaren 1351 en 1356, dat hy zen tyde, begon toe te neemen te Amfter- |
||||||||||||||
.
|
||||||||||||||
She'i deeze Heerlykheid nog op den zelfden voet dam; maar ook, dat de Graaf de Plaats
t0el- van't Stigt houden wilde, als zy, door de wel wilde begunftigen met den ontvang« laatfte Heeren van Amftel, bezeten geweeft van zynert tol: 't welk overal, waar het «re«, jrelvk wv in 't vervolg deezer Hifto- ooit gefchiedde ,neering en vertienng plagt He zfen zullen. Eenige oude Schryvers aan te brengen. Men merke hier ook m hebben aang tekend, da&t Willem de III., 't voorbygaan aan, dat de Graaf Amfter- eeidl na degdood van Biffchop Guy, die op dam eene-Stad noemt Ook leeft men, m den negenentwintigften May des jaars 1317 eenen anderen zyner brieven van den jaare voorviel, in 't bezk tradt der Heerlykheid 1336, reeds in t eerfie Boek van t eerfie van Amftel (O; doch't is ten hoogften waar- Deel (ƒ), aangehaald, van der potte, dat fchvnlvk dat hyze, al terftond na de op- is, de Stad van Jemfielredamme. 't Eenen dr4t des iaars 1311, bezeten zal hebben, 't ander toont klaarlyk, niet alleen dat Am- ^niee Willem de III. was nog niet veele jaaren fterdam, niet eerft in 't jaar 1342 , gelyk ba1'in- in 't bezit deezer Heerlykheid geweeft, of in 't gemeen geloofd wordt, voor eene Stad ■?enkee- eenio-en die ter gelegenheid van den moord erkend geweeft is; maar ook, van Willem Laj!/1 van Graave Floris, uit den Lande van Am- den III. eenige Privilegien ontvangen heeft, Vtr fiel voorvlugtig geweeft waren, zogten naar die met 111 de uitgegeven HandveJWë, *e<kr. middel, om veiliglyk derwaards weder te plaatft, en daarom aan onze Belcnry keeren. En 't gelukte hun, eerlang, den van Amfterdam onbekendgeweeitzyi yj>
|
||||||||||||||
Graaf te beweegen, om hun zulks te ver- 't Is, wyders, ten hoogfte waaiituyuiy
|
dat
|
|||||||||||||
*3ai. oorlooven. Hy magtigde, op den agten-
(d) Zit Mieris Charterb. n./"//'*'; 23J'
(") Eeka in GuMone p. i°7, iet. <<) Miekis Charterb. H- -""'> ' (h) Zie Mieius Charterb. II. Deel, ld. 111. \) BUiz. 9-
(c) Beka. in Guidgire p. ioS. Veldknaar H. 75. (S) LE Long tl. W
I. STUK. O
|
||||||||||||||
Ä M S T E R D A M S
|
II. Deel.
|
||||||||||||||||||
102
|
|||||||||||||||||||
der Amfiel of Ouderkerk behoord hadden An^el;,
(i). Nogtans blykt niet, dat zy tegenwoor-&ex^6£ dig nog in eenige Staatshandelingen ge-kiaard. kend , of tot bekragtiging van Graaflyke 1334- Verdragen geroepen werdt; gelyk, ten dee- zen tyde, van de Steden Dordrecht, Haar- lem, Delft en Leiden aangetekend is (£). Doch daar verliepen maar weinige jaaren, of Amflerdam werdt onder de goede Ste- den van Holland geteld, in gewigtige Graaf- lyke handelingen gekend, en ter gemeene Dagvaarten befchreeven; gelyk wy, in 'C volgende Boek, zien zullen. |
|||||||||||||||||||
dat die van Amflerdam ook geweefl zyn
onder de ingezetenen van Amitelland, die, in 't jaar 1332, of wat eerder, onder be- leid van Willem Kufer, Baljuw van Ryn- land, het Slot te Hageflein, waaruit de Slotvoogd Henrik het Stigt van Utrecht veel overlaft plagt aan te doen , ten be- hoeve van Graave Willem den III., hiel- pen bemagtigen (V). |
|||||||||||||||||||
Haare
Kerfpel kerk wordt van de |
De Stad was nu zo zeer aangenomen
in getal van Huizen en ingezetenen , dat haare Kerk , in 't jaar 1334, verklaard werdt voor eene Kerfpelkerk op zig zel- |
||||||||||||||||||
K«kdviii ve '■> daar de inSezetenen der Stede ' no§
Ouder- in 't jaar 1323 , tot het Kerfpel van Ou- (h) BEKA «'» Joanne III. ƒ>. 114.
|
|||||||||||||||||||
(!) Zie Mieris Charterb. II. Diel, tl. 304, j«z.
(k) Voiez p. d'Oudegherst Chr»n. de Hlandtes Cl. CXLIX. f. »4« verf. |
|||||||||||||||||||
B Y-
|
|||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
I. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
B Y L A A G E
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
op het II. Deel, I. Boek.
Lr. A. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Keizer Fredrik de I. beflift het gefchil tuffchen de Kanonniken van S. Maria te U-
trecht, en Egbert van Amftel, in 't jaar 1156. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ex Copia, quje feïvatur in Scriniis Majoris Ecclefis Trajectin«.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
In nomine fantla & individua Trinitatis Amen.
Ego Fredericus Dei gratia Romanorum Im- perator Auguflus notum facio tam pofleris quam prafentibus , quomodo contentionem , qutz inter fratres noflros Canonicos videlicet Beata Maria ^Engbertum Minifterialem Beati Marti- ni/kr«?, abfciderimus ,& quomodo eorum que- rimoniam, qua cor am nobis mota efl« prudenti principum confilio terminavcrimus. Cum enim dicli fratres cum ipforum Advocato, Henrico vi- delicet Comité de Gelte, coram nobis conquereren- tur, quod idem Engbertus quorumdam novalium juflitiam , cenfum , decimas , quas coram Her- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
copo, Godefrido TrajeBenfl ele&o, Comitibus Hen-
rico de Ghelre, Tbeodrico de Hollant, Tbeodri- co de Cleve. VERTAALING
Van den voorflaanden Brief.
„ Tn den naam der heilige en onverdeelde
„ X Drie-eenheid, Amen. Ik Fredrik 5, door Gods genade, Roomfch Keizer, Ver- ,, meerderaar des Ryks , doe kond beide aan |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
berto bona memoria Epifcopo eis recognoverat
|
•> "
|
nakomelingen en tydgenooten , dat wy den
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
iterum invafijfet, & ad boe probandum telles ido
neos produxijfent, ipfe artatus difpenfalionem tandem ceßi, &ea, de quibus fratres cohquere- bantur, tam Ecclefia quam Advocato & fratri- bus coram nobis refignavit. Sed, nihilominus or- ta contentione de latitudine terminorum, princi- pum conßlio & utriusque partis confenfu pruden- tes regionis illius viros Walterum videlicet de A, Alberonem de A, Henricum de Londerßoethe , Alardum Cultell facramento conflrinximus, ut ac- cept is judiciis ficut fcirent, vel ficut perfcrutari a veracioribus terra po (/'ent fub atteflatione juris ju- randi fut eos veraciter fequeflrando difcemérent. Idem ad nos reverfi comeftati funt, a Brunthe- floithe fratrum effe qmnem decimam nova terra ufque ad terram Wilhelm de helfen & domum Walteri & ad valium quod Dyck vocatur, ex- cetto uno Voirlant menfurato brevi virga, vir ga un lecrm.pedum, A terra ver o Wilhelmi ijf domo Walteri ufque ad Hurfceldrecbt & ad terminum Wïfepe C53 contra flumen ufque ad loca, ubi funt curvatura quas Kui vocant Ubi ver o hac non funt, ad menfuram diEla prins Voirlant, deci- mam fratrum effe conteflati funt. Decimam e- tiatn earutn terrarum, qua Retfelt vocantur & juifi't'ti'am & cenfum ibidem fratrum effe contef- tati funt. Item ex altera parte fluminis ab Am- ne Sidubbinde ad lacum qui dicitur Vuermere juflitiam c? cenfum, &f 'in Curtevenne juflitiam É? cenrum 6? omnem decimam Ecclefia ejfe con- teflati funt, Hac itaque omnia Ecclefia £f fratri- bus au&oritate noflra firmavimus, &f ne quis in- pofterum infringere prèfumat, bac pagina, fi- gilli noftri imprefftone roborata ,probibuimus. Ce- tera vero , qua adhttc de ecclefia B. Maria , fratribus contradicentibus , prefumptuofe £p con- tumaciter retinet, judic-io epifcopi difcutienda relinquhnm. Acta funt hac Trajecti anno Do- minica incarnationis milleßmo centefimo quinqua- gefimo fexto, anno regni noftri quinto, imperii primo , principibus feflibus Arnoldo Venerabili Colonienfi Arcbiepifcopo Henrico Leodienfl Epif- |
twift, die, tuflehen onze broeders, de Ka-
,, nonniken van S. Maria, en Engbertus, „ Dienftman van S. Maarten, geweeft is be- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
5'
|
liegt, en de klagte, diezy voor ons hebben
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
gebragt, by wyzen raade onzer Vorften,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
35
|
ter neder gelegd hebben. Want naardien
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
de gemelde Broeders , met hunnen Advo-
kaat , Henrik , Graaf van Gelder, aan ons „ geklaagd hadden , dat gemelde Engbertus ,, zig, op nieuws , hadt toegeëigend het regt ,, van eenige novalen, cynzen en tienden, wel- „ ken hy , voor Biffchop Herbert goeder ge- „ dagtenifle, erkend hadt, hun toe te behoo- „ ren ; en zy, ten bewyze hiervan, wettige „ getuigen hadden bygebragt; zo is hy ten laatfte ,, genoodzaakt geworden, het [aangenomen] „ bewind af te ftaan , en alles , waarover de „ broeders geklaagd hadden , aan de Kerk , aan den Advokaat, en aan de broeders, in „ onze tegenwoordigheid , over te geeven. „ Doch, alzo 'er, daarenboven , gefchil ont- „ ftaan is , over de uitgeftrektheid der gren- „ zen, zo hebben wy, by raade der Vorften, „ en met toeftemmmg van beide de partyen, „ de voorzienige mannen van die Landftreek, v Wouter van der A, Albrecbt van der A, }, Henrik van Londerßoethe , en Alard Cultell „ by eede doen beiooven , dat zy, op ge- 3> daan onderzoek , naar hunne befte kennis, „ en naarfpooring by de eerlykfte Landzaa- •,, ten, die zy onder eede zouden moeten boo- „ ren, de grenzen regelen zouden. En dee- j, zen, tot ons zynde wedergekeerd , hebben „ verklaard, dat de gantfche tienden van het „ nieuwe Land , van Bruntbefloitbe at, tot „ aan het Land van Willem van Velzen, het ,. huis van Wouter, en den Dyk toe, den ,, broederen toebehoort, een ftuk Voorlands, „ gemeeten met de korte roede van elf voe- ,, ten , uitgenomen. Voorts , van het Land „ van Willem en het huis van Wouter af tot ,. aan Hurfceldrecbt en de banne van Wife- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
O a
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
, pe.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
V
|
||||||
104 AMSTERDAMS GESCHIEDENISSEN. IL Deel.'
Bylaa- « P', en tot tegen den ftroom .[de Vegt] tot „ bevolen, dit gefchrift met ons zegel te be-Bylaa-
ge. j, aan de plaats, daar de kromten zyn, Kut „ kragtigen. Het overige, welk hy [Engber-ge. L"-. A. „ [of het Keuijenland'] geheeten : en daar die „ tus] van de Kerk van S. Maria, tegen den L'. A.
j, kromten niet zyn , hebben zy verklaard , ,, wil der broederen, hoogmoediglyk en hard- „ dat de tienden, volgens de maat van 't ge- „ nekkiglyk, onder zig houdt, fteïlen wy ter „ melde Voorland, den broederen toekomen. „ befliffing van de BifTchoppelyke regtbank. „ Ook hebben zy verklaard , dat de tienden ,, Gedaan te Utrecht, in 't jaar van des Hee- „ der Landeryen , Retfelt [Rietveld] ge- „ ren Menfchwordinge duizend, eenhonderd, „ naamd , en de geregtigheid en cyns aldaar „ zes en vyftig , in 't vyfde jaar onzer Ko- „ den broederen toekomen. Voorts, hebben „ ningklyke, en in het eerfte onzer Keizerly- „ zy verklaard, dat, aan de andere zyde van „ ke R egeeringe, in tegenwoordigheid deezer 5, den ftroom , van het water Sidvvinde af, „ Vorftelyke getuigen , de eerwaardigen Ar- „ tot aan de Meer , die Vuermere genaamd „ nold, Aartsbiffcbop van Keulen, Henrik,Bis- „ wordt, de geregtigheid en cyns, en in Cur- „ fthop van Luik, Godefrid, verhoren Biffchop „ tevenne de geregtigheid, de cyns en de ge- „ van Utrecht , en de Graaven Henrik van , heele tienden der Kerke toebehooren. Wy „ Gbelre , Dirk van Hollant, en Dirk van ', hebben, derhalve, de Kerk en de broeders, „ Cleve. „ door ons_ gezag, in dit alles beveiligd, en „ op dat niemant zig vermeete hierin, na dee- Uit een Affdrift, welk in de Archiven der
„ zen , eenige inbreuk te doen, hebben wy Domkerke van Utrecht bewaard wordt.
|
||||||
TWEE-
|
||||||
i°5
|
||||||||||||||||||||||||||||
TWEEDE DEEL.
GESCHIEDENISSEN
|
||||||||||||||||||||||||||||
VAN
E R D A M.
|
||||||||||||||||||||||||||||
A M S T
|
||||||||||||||||||||||||||||
TWEEDE BOEK.
|
||||||||||||||||||||||||||||
Amsterdams Geschiedenissen, van't jaar 1339
tot het jaar 1401.
|
||||||||||||||||||||||||||||
Niet lang na dat Graaf Willem de III.,
die injuny desjaars i337overleedt, |
||||||||||||||||||||||||||||
„ deelde, daarenboven, XXXV. pond met
„ Jan Perfyn van Felfen, Here van Water- „ land, eenen der Edelen, die de ukfpraak „ gedaan hadden. De overige XII. pond „ werden, naar 't goedvinden dier Edelen, ,, verdeeld. De maagen der fchuldigen „ moeiten, wyders, op den middeliten ter- „ myn van den betaakyd , overveede of oir- „ veede doen," dat is , plegtiglyk zwee- ren, dat zy nimmer iemant, ter oorzaake van deeze uitfpraak, eenig leed zouden aan- brengen (a). „ Op den laatiten termyn, „ moeiten zy,naar 's Lands gebruik, voet- „ val doen met vyftig man, dat is, Goden „ 't Geregt plegtiglyk om vergiffenis bid- ,, den. De ballingen mogten nergens ge- „ huisd noch gehoofd worden. De huizen „ in Waterland, daar zy zig onthielden , „ mogten vryelyk, by nagt en by dage, „ omringd, en daarna door den Regeer be- „ zogt worden, zonder dat 'er zig iemant „ tegen verzetten mögt." Al het welke om« itandiger te vinden is in den Zoenbrief zel- vèn, die, den vierden July des jaars 1339 , te Monikendam, gedagtekend is (è). Wy hebben 'er wel zo veel uit willen aannaaien, om dat 'er uit blykt, welk eene wyze van regtpleegen men, van ouds, in Amftelland en te Amfterdam, in geval van doodflag, plagt te houden. Wat laater, in 't zelfde jaar, werdt'er, Gefdiil
door 's Graaven Raaden, Jan van Polanen^hexi en Jan van Sqjfenheim,<yp 's Graaven naam, dam " nog een ander gefchil afgedaan, welk, tus- siooten fchen der poirte of Stad van Jemftelredamme bygelegd, en die van Siooten, ontitaan was. De Am- iterdammers , die, met het toeneemen van hunnen Koophandel, ook hun vermogen za- gen (a) Leg. Ssxon. Tit. II- Leg. s~ Longobard. Til. XXX.
Lrg. 8. Vidend. & S. S1CCAMA ad Leg. Fliüoa. p, 13J,
(b) Zie mieris Chaiteib. Il, Deel, hl. 6iu
O 3
|
||||||||||||||||||||||||||||
Sdflag
?339- |
||||||||||||||||||||||||||||
door zynen
IV.,
land
|
Zoon, Graave Willem den
olgd was, viel 'er, in Amitel- |
|||||||||||||||||||||||||||
een doodflag voor, zonder dat men
weet by welke gelegenheid. De nederge- flaagen was Dieric Frederics foen , en de fchuldigen aan den manflag waren Baerde Hoeft [of Hooft] en Fedeke Ghyerlofs fine. De manflag werdt, naar het gebruik dier ty- den , en na den rechte van Aemßelr eland, op laft van den Graave, door eenige Ede- len , onder welken ook was Gherard van Heemskercke, Bailiu van Aemfterland , ver- zoend , op de volgende voorwaarden: „ Baer- „ de Hoeft en Fedeke werden ten Lande uit |
||||||||||||||||||||||||||||
55 tr
|
bannen. Hunne onfchuldige maagen
|
|||||||||||||||||||||||||||
moeiten, in drie termynen, tot Aemfiel-
redam, betaalen bonden ende tfefiig -pond Hollands ; van welken , tagtig ponden onder de maagen van den nedergeflaagen „ verdeeld werden. De Vader kreeg XX. -, pond: de overige maagen,taB voerfoene,XV. „ pond, die zy onderling deelen moeiten, „ of die , zo zy eikanderen, niet mogten „ können verftaan, door den Baljuw en ee- j, nigen hunner, naar zyn welgevallen te „ kiezen, gedeeld moeiten worden, mids „ 'er veertigfchellingenHoilandfch vanwer- „ den uitgekeerd aan een Keefs- oïBaflaard- „ kind van den nedergeflaagen. Het zelfde „ Baitaardkind kreeg, daarenboven, kos- „ teloos, voor fine erfzoene, XX. pond, en „ de overige XXV. pond werden, als maech- „ zoene, onder de maagen, verdeeld. Uit ,, de andere tagtig pond , werden VIÜ. 5» pond uitgekeerd aan Hanneken Felyensz, s> die, zo 't fchynt, in 't gevegt, gekwetit „ geworden was , vor fine finerte. De Graaf „ kreeg XXV. pond, om dat die doitflag in „ finen Lande van Acmftel ghefih'iede. Hy |
||||||||||||||||||||||||||||
D A M S II. Deel.
gen, af te leiden van het Bod, welk de Ste-
den op 's Graaven bede deeden, heeft te minder fchyns, om dat de gewoonlyke Bot' tingen, niet in gevolge van zeker Bod, welk men verhoogen of verhagen kon; maar, in gevolge van eene vaflgeflelde fchikking , werden opgebragt, gelyk wy terflond zien zullen. In eene Handvefl der Stad Leiden van denjaare 1266, wordt, voor het woord Bottinghe, het Baflaard-Latynfch woord Caligia of Callega gefield (//); 't welk fchat- ting of helafling betekende (ï): en dierge- lyken zin hadt ook het woord Bot, van ouds , in 't Anglo-Saxifch (£); waarvan, veelligt, by onze Voorouders, zo wel Bot- tinge als Boete gemaakt is. Doch wat ook van de waare betekenis deezes woords zyn moge; de Graaven vorderden gewoonlyke Bottingen en Beden, die jaarlyks (/), of om de drie jaaren, betaald werden. Ook werden- ze buiten gewoon opgebragt, wanneer de Graaf, of zyn Zoon of Dogter, Broeder of Zufler trouwden; wanneer hy of zyn Zoon of Broeder Ridder werden; en wanneer hy ten Keizerlyken Hove trok. De grootheid der BottingewcLsby de Handveften bepaald; doch beliep, in alle Steden, niet evenveel. De burgers van Leiden moeflen, by voor- beeld, om het derdejaar, maar drie pon- den vyf fchellingen, voor gewoone Bottin- gen, opbrengen, en, in ieder der andere genoemde buitengewoone gevallen , tien ponden Hollandfch Qri). Die van Haarlem betaalden , daarentegen , jaarlyks twintig pond; doch in de andere genoemde buiten- gewoone gevallen, gaven zy, zo dezelven den Graaf in perfoon betroffen, twintig, an- ders maar vyftien pond (ri). Maar die van Rotterdam moeflen, zo wel in alle de bui- tengewoone gevallen, als jaarlyks, twintig pond geeven (0). De Kennemers zaten, ge- lyk die van Leiden, twee jaaren vry van Bottingen (ƒ>); doch hoe veel zy in het der- de jaar moeflen opbrengen, vind ik nergens gemeld. Ook weet ik niet, wat Amfler- dam, 't zy jaarlyks, of om de drie jaaren, aan Bottingen opbrengen moefl: 't welkten minflen, uit hoofde der Landeryen in Sloo- ten gelegen, niet meer geweefl zal zyn, dan men in Kennemerland plagt te geeven. Doch 't blykt, uit eenen Brief van Graave Willem den IV. van den jaare 1342, waar- van wy terflond nader zullen moeten han- de-
(h) Zie Jan VAN HouTDienftb. der Stede Leyden,W. y=
(ij Vide Du CANGE Voce CALLEGA.
(k) V>&' Du Cangb Voce BOT.
(/) Mieris Charrerb. II. Deel, bl. 539.
(m) Mieris Charrerb. 1. Deel, bl. 344.
f«) Privil. van Haarl. bl. is.
(0) Zie Mieris Cliarterb. II. Deel, bl. «3».
\f) Handv. van Ksnneinerl. bl. 41.
|
|||||
io<5 A M S T E R
gen aanwaflen, waren, ten deezen tyde,
reeds bezitters van eenige Landeryen, in het Ambagt van Slooten gelegen. Van deeze Landeryen begeerden zy mindere lallen te betaalen, dan die van Slooten oordeelden dat zy fchuldig waren. Hieruit was de twifl ontflaan, die 's Graaven Raaden, den twee- den December des jaars 1339, in deezer voege, afdeeden „ dat de Amflerdammers „ van alle Landen, die zy in den Ban van „ Slooten reeds bezaten, of na deeze ver- „ krygen mogten, zo veel dyk- , dam- , „ weg-, watering- en fluisgeld betaalen zou- den , als de andere Landen aldaar betaal- " den." Ford, flaat 'er wyders, in deuit- fpraak, füllen fi ghelden met hor en lande, gh e- liken dien van Sloten, onfe rechte jairfcot,bot- t'mghe, ende onfe rechte herevaird (c): welke woorden eenige opheldering noodig hebben. Aanmer- De Graaven van Holland vorderden van over™ ^unne onderzaaten zekere fchatting in geld, Graaven en zekeren Krygsdienfl, in geval van oor- Schot, loge. De fchatting in geld ftaat, in oude Hukken, bekend onder de naam en van Schot en van Bottingen: de krygsdienll, onder den naam van Heirvaart. Schot, welk zo veel is zhfchat of fchatting, en daarom, fom- tyds, met het woordfchat, verwiifeld wordt (d), was eene jaarlykfche belailing op per- foonen en goederen,en werdt,onder ande- ren, geheeven in Kennemerland (e), waar- onder Slooten gelegen was: waarom niet vreemd is, dat de Amfterdammers ook van hnnne Landeryen in den Ban van Slooten de rechte of gewoonlyke jairfcot moeften op- brengen. Het hoogfte fchot, waarop de perfoonen gefield waren, fchynt, in Kenne- merland , tien pond beloopen te hebben (ƒ). De Vorflen uit den flam van Karel den Groo- ten , van wélken de oudfle Graaven van Holland hun gezag ontleend hebben, plag- ten dit fchot reeds, hier te Lande, te hef- fen ; doch zy hadden 'er 't Stigt van Utrecht, al in de negende eeuwe, van vry verklaard (g); weshalve niet te vermoeden is, dat Amflelland en Amflerdam aan het zelve onderhevig geweefl zullen zyn, voor dat zy onder 't gebied der Graaven van Hol- land kwamen. En na dien tyd, fchynt men, ten minflen in Amflerdam, deGraaflykein- komflen, onder den naam van Jaarfchot, onder verfcheiden' andere naamen, en ook onder dien van Bottingen en Beden te hebben Bottin- opgebragt. De naam van Bottingen is van gen, onzekere betekenis: want dien, met fommi- (c) Zie Mieris Charteib. II. Deel, bl. 6ig. Handy,
van Kennemcrl. bl. 750. (d) Zie Handv. van Kennemerl. bl. 40.
(e, Handv. van Kennemerl. bl. 6, 44, 74.1, jji,
(f) Handv. van Kennemerl. bl. <s. (SJ Diplom, ap. HEDAM p. 4J , «3. |
|||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||
II. BOEK.
|
|||||||||||
io;
|
|||||||||||
delen, dat dé Gfaäven, ook van de Stad op
zig zelve, Bottinge heften. Soo waer dat der Poorter goet gheicgen is , leeft men in dien Brief, dat en/al nerghens ongelt gelden dan binnen Amflelredamme, anders dan onfe Jaerfchot, bockinghe, [lees» vooral, botiin- ghe, gelyk lommigen (q), te regt,gelezen hebben] zwynbede [waarfehynlyk, een regt op de Zwynen, die, ten deezen tyde > in en om Amfterdam, gemeft werden] wederbede [een diergelyk regt op de Weder s, weeren of fchaapen (r)], ende diergelycke Dyck-, Dam-, Wegh-, Wetering- ende Sluysgelt (s). Men ziet, uit deeze woorden, dat de Stad Am- fterdam den Graave geene andere fchatting fchuldig was, dan het bepaalde Jaarfchot, de Bottinge ei> andere bekende regten. En zo was 't ook gelegen met de andere Hol- landfche Steden, Ten opzigte van Leiden, by voorbeeld, hadt Graaf Floris de V., in de aangehaalde Handveft van't jaar 1266, reeds verklaard „ dat die Stad niet verpligt „ zou zyn, hem of iemant eeriige andere „ fchatting op te brengen dan de driejaari^ „ ge en buitengewoone Boitinge (0% van welke wy, zo even, gefproken hebben. De Graaven vorderden, 't is waar, naargelang dat zy zig dieper inwikkelden in uitheem- fche oorlogen, door den tyd, zwaarder Be- den van de Steden; doch 't fiohdt aan dee- Zen, in dezelven te bewilligen, of niet: 't welk, uit het vervolg deezer Hiftorie, by verfcheiden' gelegenheden , klaarlyk bly- ken zal. Doch die van Amftelland, en ge^ volgelyk ook die van Amfterdam dienden den Graave, reeds voor 't jaar 1300$ in heervaarden; gelyk, uit eenen Brief van Guy van Henegouwen van den dertienden May des gemelden jaars, klaarlyk af te neemen is («)• De Kennemers lagen onder dezelf- de verpligting (V). 't Was dan geen won- dfer, dat de Amfterdammers, wegens hun- ne Landeryen, onder Slooten gelegen , in den Brief, welken wy onderzoeken, verpligt werden, den Graave, in zyne rechte here- vaird, te ghelden. Toen de Graaven hier te Lande nog van de Frankifclie Koningen afhingen, werden zy, by derzelver Wet- ten, verbonden, 's Konings Leenmannen, die in hun Graaffchap woonden, en alle de Ridders, by't ontftaan van eenen oorlog, ter Heirvaart te befchryven. De onedelen, ofgemeenen werden ook verpligt, een ze- ker getal van manfehap te leveren, welk, tl) Mieris Charterb. II. Deel, hl. 669.
(/) Zie Kiliani Di&ion. Etym. op vutr i. e. vieiet. O)I Handy, il. „. [j-j (t) Zie van Hout Dienftb. */. 9. Mieris Charterb.
1. Deel, hl. 344. ■ ("\ Z" Mieris Charterb. II. Deei, hl. n,
(t/J Handy, van Kennemcrl. il. 43. $7- |
|||||||||||
fomtyds, op een van de Zeven bepaald
werdt (ia). En toen de Graaven zig, na- derhand , genoegzaam ohtflaagen hadden van de afhangkelykheid van uitheemfche Vorften, bedienden zy zig van het zelfde regt, om de Edelen en Steden ter Heirvaart te befchryven. liet getal der mahfehap , welke de Steden leveren moeflen, was, by de oude Hand vellen , bepaald. Haarlem moeft, by voorbeeld, vierenzeftig man te velde brengen (x); Leiden maar vyfentwin- tig maft (;y); Rotterdam , insgelyks, een kogge van vyfentwintig man (zj, en de an- dere Steden naar evenredigheid. Doch hoe veel manfehap Amfterdam te velde bren- gen moeft, is rrty nergens klaarlyk geblee- ken. Alleenlyk weet ik, dat,by de Hand- veil van Graave Willem den IV. van den jaare 1342, gevorderd werdt, dat de Am- fterdammers deri Graave dienden tot zyner wille, naer hare macht (d); en dat 'er in 't jaar 1405, tot denArkelfchen oorlog,'hon- derd en twintig gewapenden van de Stad gevorderd werden. Doch toèii moeft Haar- lem tweehonderd en vyftig, en Leiden twee- honderd man leveren Qb): waaruit blykt, dat de Graaf de paaien reeds te buiten ging, die by de oude Handveften gefield Waren; in welke gevallen, de Steden niet gehou- den waren , aan 's Graaven eifch te vol- doen , en hy 't voor eene gunft rekenen moeft, wanneer zy 't egter deeden. De in- gezetenen deezer Landen waren, wyders, oudtyds, niet verpligt, buiten hunne Land- paalen ter heirvaart te trekken. Hiervan kwam de gewoonte om 's morgens uit te trekken, en 's avonds wederom t'huis te zyn. Melis Stoke gewaagt hiervan duidelyk, met opzigt op de Friezen, zeggende (c), Maer jeghen nacht ginghen fl fcaven
Die Vrïefen weder te haren wiven: Want hare Jede nes niet dat bliven Bi nachte felden of nimmermee , Van haren hu/e, wien lief of wee. En 't wordt beveiligd in de oude Friefchë
Regten (d), die dus fpreeken i It is riuckt dat dy frie Frefa oen nen heerferd thoer for f ara dan mitta ebba vit, ende mitta floed op< En wat verder wordt hun vergund, dat fe- rnen heerferd fordern folgia wolden enicb Hera dan aefler toda wifere ende wefler toe da flee, vit mitta ebba, ende op mitta floed: van wel- ke (w)Capir. Règ. Franc. Tom. I. '■ 4S9- ■&/>'• BALUZII.
(x) Privil. van Haarl. il. 19.
il) Zie VAN HOUT hl. 9- , ,,
(2) Mieris Charterb. 11. Deel, hl. 639.
(a) Handv. il. 13. [3]
(b) Ziê Mieris Charterb. IV. Dell, hl. i3„
(c) h Dirk den VI. hl. 44.
(d) By C. schotanus Belehr, van Friesl. il. 41, s<<
|
|||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||
A M S T E R D A M 5
|
||||||||||||
ic8
|
||||||||||||
ke woorden de zin is „ dat de vryeFriezen „ de kdfk\ en buyten.dsr Schutteren hfie(Jj\
, niet'g-ehouden waren, eenigen Heere ver- . WanneeT.de Graaf na , in 't gebieden
" der ter Heirvaart te volgen, dan ooft- van Heirvaart, zig hielde aan 's Lands wei
tot aan deWezer,enweftwaards herbragte Gewoonten, of aan de befchree-
|
||||||||||||
" tot aan 't Vlie, uittrekkende met de ebbe, ven' Handveften, dan werdt hy geagt, rech*
en te ?'ug keerende met den vloed." 't te Herevaird, gelyk de Brief, dien wy on- l's waar, dat onze Landsluiden , in laater derzoeken, fpreekt, te gebieden , en dan tydjdikwils verder trokken, en langer uitblee- waren 's Lands ingezetenen en de Amfter- ven Ce): doch dan weekenze af van hunne dammers in 't byzonder verpügt, hem in gewoonte, om den Graave te believen, die den kryg ten dienfte te ftaan: \ welk wy, eï hun dikwils byzondere gunften voor toe- nevens het gene wy van het Jaarfchot en ftondt1 gelyk wy, «i 't vervolg,metopzigt de Bottingen gezeid hebben, hier wel heb- on Amfterdam, toonen zullen. Eindelyk, ben willen aantekenen, niet flegts om dm waren de ingezetenen deezer landen, oud- Leezer op te leiden tot de kennis van de ty'ds, niet verpügt , den Graaf op hunne gefteldheid der aloude Regeeringe. deezes eigene koften in den kryg te dienen. Me- Lands in 't gemeen; maar vooraf ook, om lis Stok e tekent, als heel iet byzonders, dat het dienen kan, tot beter verftäöd"vah en dat te vooren 'in Holland nooit gezien het vervolg onzer Hiftorie van Amfterdam, was aan (ƒ), dat zulks, in 't jaar 1303 , tot welke wy nu wederkeeren. door' de Edelen en Poorters, in den krygté- Op 't einde van 't voorgaande Boek, za-De stad gen de Vlaamingen, gefchiedde. Van der genwe, dat Amfterdam, welk, in 't )aar verkryg*' Steden-Poorteren in 't byzonder, zegthy: I3°4> gevonnift was, om bruggen en ves-nieu«fe ■ ten te Hegten, en markten en andere vry--en ™eLe
Oec dienden hem Porters (fonder waeri) heden te nuffen, nog voor 't einde der Re- JgJJJJj Die hem doe der eren jêiden, geeringe van Willem den III.,meer ofmin, ten**** So ft alrefcoenfie konden, herfteld werdt in 's Graaven gunil. De Stad Graave
Op haren cofi met haren vrienden, verkreeg egter de verlooren' vryheden nietWÜI^;
Sonder die hem anders dienden volkomenlyk wederom, voor dat Graaf Wil- den \[
Op ter Porten cofi ghemene. l f.m de IV. aan't bewind gekomen was. Ger *34 '
Alleenlyk fchynt gebruikelyk geweeft te zyn, Hgnh.eid hiertoe gaf, dat de Graaf zig inwik-
da de Poorters ,\y hunnen uittogt, en tot kelde m verre re^togten, en m verfcheideir dU-d^ ;
na, en zo lang als de oorlog duurde, kwam kere fom™e gelds aan, zo hy hun de voo-
hun onderhoud ten lafte van den Graave. «g? vlThcde« wedergeeven en vermeerde- hnmers, men leeft zulks, met duidelyke ren wilde; waartoe hy belloot 0). Op den borden,?« de meeraangehaaldeHandveft "egenden December des jaars tu^m den " ', ., , P n,,f N r-„ Haagezynde,garhyhunverfcheiden hand- der Stad Leiden van den laare 1206 (g).t,n ,& ■> '? »■, , ,
, , " , j c. j A n j ;„ veften, en onucr anderen de vohrende:
dat de Steden, en de Stad Amfterdam m ' f-"ul"
't byzonder, alleenlyk eenige koften droe- In den Name des Faders des Soom ea£
gen, die, door de Poorters, by hunnen int- des H. Geeßs Amen. *
togt ter Heirvaart, gemaakt werden, blykt
uit eeneKeur op de oude Amfterdamfche Willem, Gr ave van Henegouwen , van Hol-
Schutterye van den vyfden September des landt, van Zeelanr., ende Heere van Vrieslant
iaars IQ94 , die dus fpreekt: „ Wanneer doen kont ende kennelyck allen Luyden, dat
r o L * «>/•?,»*- j D j i a;. wYi by omen goede lüde van onfen rade, ghe-
„ wy ISchout Schepenen ende Rade^dte ^ yhebben »nde hev£n ^jg poort^van
n Schutters uytheden in ons liefs Heeren Heer- Amftelredamme , voor ons ende voor onfen
)} vaart of elwaer,daer wy van der Stede we- nakomelinghen, äifiilck regln ende alfulcke vry-
„ gen te doen hebben te varen, met hare bo- hede, eeuwelyck te dueren , als hier na be-
, gen, foo füllen wy hen mede geven aljo ve- *"cnreven iïaat.
„ Ie Knechten als den Gherechte van der Ste- l' \ den eei?en fo flfM'*g Pa,len van 1]a'
' 7 u j„, /-> ,„.*<■«.„. j re vryheyt welen, op die Ooftzyde van der „ de voornoemt ende den Overnam van der poorten, acn Jans Witten hofftede , op de noord-
„ Schutteren Gilde Jal goetduncken, die hun zyde, aen.het groote Gods huys lan't; op de „ haer Taertfen [toortfen] dragen , op der Ste- weftzyde aen den uytere egge van der laen die leget in Isbrandts lande van' der Zydwyade; op
(e) Zit Handv. van Kennemerl. il. +3. c*ie
(f) Ik jan den II. il. zis, 22«. ] (h) Handr. hl. 140. [ijo.]
(g) Zie van Hout Dienftb. il. s. MierisCharteib. 1. (ij Zit Vaderl. Hift. III. Dtel,bl. 237, 140,245,252.
Vttl, il. 342 mit. (k) 2ie Mieris Charterb. II. Deel, H. «?e. |
||||||||||||
V
|
||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||
II. Boek.
|
|||||||||||
100
|
|||||||||||
flaghe, vredebrake ende diergelycke dat fal
alleene aen ons komen. 8. Voort fo waer een vechtelyck is, ende die
Schout met twee Schepenen vrede eyflchet,of twee Schepenen, daer die Schout niet by en is, fo wie die des weygherde, die waers op vyf pont hollants, tot elcker tyt dat men hem eys- fchede, tot dryen tyden; ende fo fal dat ghe- recht helpen den genen dies vreden begheert. 9. Ende foo wie an der Schepene eedt
fpreeckt, die waers teghen el eken Schepene op twee pont hollants, ende ons alfoo veel als hem allen. 10. Wat vonniflen den Schepenen wert ghe-
vraeght, ende zy zyns niet wys, foó füllen zyt foecken te Haerlem, ofte daer zys befte wys mogen worden, binnen onfen lande; ende dan fal 't voortgacn ; maer en gheen vonnüTe langer te dragen dan drie veerthien naghten. 11. Wat Willekore dat die Schout metten
Schepenen maeckt, dien moghen fy houden een jaer, alfoo verre als hen goetdunkt behouden ons ons rechts, ende ten eynde van den iaere te vernieuwen. _ 12. Ende wat poorter dat die Schoute ende
die Schepenen entfaen , die goedt knaep is, en- de onberuft daer en füllen wy niet weder feggen. 13. Ende foo waer dat der poorter goetghe-
leghen is, dat en fal nerghens ongelt gelden dan binnen Amftelfedamrne , anders dan onfe jaerfchot, bockinghe \Jees bottinghe], zwyn- bede , wederbede ende diergelycken dyck , dam, wegh, weteringhe ende fluysgelt. 14. Ende foo wat poorter fy ontfaen, die
heeft fes weken hem te bereyden, ende dan binnen te komen metter woone. 15. Ende die binnen der poorte woonach-
tigh zyn, foo moch elck poorter buyten we- fen zynen lenten te doen fes weken, ende in den ooft zynen bouwen te doen fes weken. 16. Voort wat poorter dat uyt der poorte
vaert, buyten ons of buyten den Schepenen en buyten den rade, rooven ende bonnen , of luyden te vaen, die is op thien pont Hollants, ende zyns poortrechts quyt : ende defe boete fal gaen als die ander, daer wy die twee deelen af hebben ende die poort, Schepenen ende Schout dat derden deel. 17. Waer dat zaeke dat een poorter buyten der
vryhede in noode quame, of buyten belegen worde, foo fal die ghemeyne poorte dien man ontfetten, ende uyt zynen noot helpen,iftdat faecke dat zy willen, by den gemeenen rade des Schouten ende der Schepenen, daer 't te- gens ons niet en gaet: ende van dien uitvaren füllen zy teghens ons niet misdoen maer floe- ghen zy yemant doodt of lam of wonde, of de- den zy overdaet, dat fouden zy beteren ons ende den genen daer zy op misdeden,nae den rechte van den lande. 18. Voort wat gheïchiede binnen der vryhe-
den van Amftelredamme, dat fal berechten on- fen Schout met den Schepenen van binnen, daer 't tegen onfen heerlyckheyt niet en draget. 19. Voort daer die rechter of Schepenen ye-
mant vermaent onfen recht te ftereken, die des weygerde, die is op een pont hollandts. 20. Voort füllen zy ons dienen tot onfer
wille, naer hare machte. P 21.
|
|||||||||||
die Zuydzyde in die neiTe tegens der lane over,
alfo alft metter graft begreuen is, ende in die Haven ten halven ftroom toe in 't ye, ende voorts dreckende in 't ye, langhes den dycke ooftwaerts, vyftigh roeden buiten de Wintmo- len , die haer Willem van Outshoorne van on- ien wegen maken dede. a. Voorts foo füllen fy tollen vry varen met
alle hare goeden voor by alle onfen tollen in onfen landen, beyde te water ende te lande, ende niemant en fal tollen vry varen, eer hy jaer ende dagh poorter gheweeft is , ende in der poorten gevvoont heeft: ende der poorte bricve, daer die poorters mede varen voor by onfer tollen, die füllen fy alle jaren vernieu- wen,^ en ware fy buytens lants al foo langhe gheweeft hadden, dat fy ze binnen den jare niet vernieuwen .en moghten; ende tot elcker tollen aen te varen daer fy voor (*) Iiden zei- len , ende oorlof te nemen; ende waert fake, dat eenigh poorter, by nvontuere, fonderbrief ter rolle quame met zyns felfs goede , zoe zou- de hy weder achterwaert varen ende halen zyn betoogh, ende daer mede foude hy quyt wefen; ende waer oock dat fake dat eenigh poorter hem misgrepe of misdede voor onfer tollen, dat foude komen op hem felve; ende die gemeene poorte en fouder niet by verliefen , noch aen rechte, noch aen vryheden, noch aen tollen. 3. Voorts foo wie dat eenen man doodt flaet,
ende daer mede begrepen wort, die falzynlyf verliefen, wordt hy vcrwyft als recht is, ende ons ghclden 20 pont hollandts van zynen goe- de. .Ontruymt hy, ende wort hyballinckghe- maeckt, als recht is, foo füllen wy hebben van zynen goede ao pont hollandts * ende die Schout fal voorts rechten by den Schepenen, als recht is. voorts willen die maghe klagen metten dooden, foo füllen vier mannen uyt der jnaegfchap zweren, die den Schepenen dunc- ken goede knapen zyn, dat fy ghene onfchul- uigen man beklagen en fallen. Ende worde een eÜendigh man doot gheflagen, daer foude die balljeu, of dien hy 't beval van onfen weghen mede klagen, ende die Schepenen daer af wy- fen dat recht is. 4. Voort waer dat faecke dat een menfch den
anderen lemde, dat waer om vyf pont hollandts, of op zyn handt. het en waer of hy hem leem- de te vollen, als van eenen ooge uyt of voet of hant al af, die waers op tien pont hollandts. 5. Voorts foo wie vrede brake, die waers op
lyfende goet. 6. Voorts fü wie een huys aenftormt, by da-
ge , die waers op vyf pont hollants, ende by nachte op thien pont hollants. 7. Voorts foo wie knyf of fwaert toghe in
arren moede, die waers op een pont hollants; of die vochte met ftavcn of met verbodene wa- penen, die waers op een pondthollandts; ofte die metter vuyft floege, die waers op thien fchellingen hollants. Voorts foo wie eene Coor- wonde "den ander dade, die waers op drie pont hollandts: ende van allen vervochte boeten, fo füllen wy hebben die twee deel, ende die poorte ende die Schepenen metten Schoute dat derden deel, ende van dien derdendeele half de poorte ende half den Schoute ende den Sehepe- ne' eoe^T£e,yck ^ deelen, fonder van doot- |
|||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||
HO
|
||||||||||||||||||||
hoeve des Graaven, geboet zal worden. De
reden, waarom, boven de doodftraf, nog eene geldboete gevorderd werdt , fchynt deeze geweeft te zyn. In de oudfte tyden, plagt de doodllag, in deeze Landen, niet met den hals, maar met een zeker getal van vee of van wapenen (n) , en naderhand met eene zekere fomme gelds geboet te worden. De Friefche en andere Wetten, voor en na den tyd van Karel den Grooten gegeven (o), Rellen zulks buiten twyfel. Deeze gewoonte is, eeuwen lang, hier te lande gevolgd. In de oudfte Handveft van Haarlem van den jaare 1245, wordt op voor- bedagte moord wel doodftraf gefteld; doch enkele doodflag werdt met twee en dertig, en als hy in des nedergeflaagen huis gefchied was, met vier en zeftig ponden geboet (p~). De geduurige oorlogen, waarin deeze Lan- denwerden ingewikkeld, veroorzaakten, on* dertuflehen, naar 't fchynt, zo veel woeft- heid en tweedragt onder de byzondere per- foonen, dat men, om de menigvuldige dood- {lagen, die hieruit ontftonden, te voorko- men , kort na deezen tyd, geraaden vondt, den doodflag met halsftraffe te doen boe- ten. Het oudfte blyk, my daarvan voorge- komen , vindt men in eene Handveft van 's Graavenzande van 't jaar 1246, waarin men leeft, die den ayideren doot fal men ont- hoofden. Doch 't is twyfelagtig, of zulks niet zie op doodflag met verbooden geweer, waarvan te vooren gefproken was; naar- dien , terftond daarna, verklaard wordt, dat men een doodgeflaagen Poorter zonder doodelyk geweer, met twee en dertig pond, zal beteren (q). Maar eene Handveft van Dordrecht van den jaare 1252 fpreekt klaa- rer, Hellende, duidelyk, halsftraf op dood- flag. Qiiicumque, ftaat 'er, homicidiumfecerit illipoena capitis inferetia\ dat is, volgens eene oude vertaaling, Soe ime een doodflach dede, die fal men 't hoofd of flaen (f). Van dien tyd af, begon men, hier te Lande, den doodflag met de dood te ftraffen,eerft,zo 't fchynt, in 't Zuiderkwartier, en vervol- gens ook in Weftfriesland en 't Noorder- kwartier, daar men langft aan de oude ge- woonten plagt te kleeven. Immers, in eene Handveft van Enkhuizen van den jaare 1299, en zelfs in eene andere van den jaare 1346, ftaat nog geldboete op doodflag (J); hoewel dezelve, in laater' tyd,aldaar met denhals en
(k) Tacit. de Morib. German. Cap. XII.
(e; Leg. Fnfior. Tit. I. II. XX. . Salior. Tit. XLIII.
|
||||||||||||||||||||
BI. Voort dat men gheenen poorter van Am-
ftelredam noch zyn goet befetten en mach van fchade of van fchoude onverwillecoeurt , be- noorden der mafe, in al onfen lande, uytghe- nomen onfen vrye Steden. 22. Voort foo en fal men geenen poorter
campen moghen binnen onfen lande, hy ne wil hem felven daer in verwilcoren. 23. Ende alle ftucken voorfz. fonder argelift,
ende behouden ons onfer heerlyckheden. 24. Mer zy füllen behouden die Schole,dat
Schryfambocht ende die Cofterye binnen hare vryhede , te geven den genen die 's hen ge- noeght. 25. Ende want wy alle defe punclen voorsz:
vaft ende gheftade willen houden , voor ons ende voor onfe naekomelinghen, hen ende al- le hare nakomelinghen , duerende tot eeuwe- lycken jaren; hier omme foo hebben wy de- fen brief bezeghelt met onfen grooten Zegele. Gegeven in den Hage, op den negenden dagh in Decembri, in 't jaer ons heeren duyfent drie hondert twee ende veertigh. (geteykent)
Per Dominum Comitem prsefentibus dominis
de Mourmont. Th. de Brederode. W. d'OutshOorn. Th. Mulnaer. P. de Ha- ye mag. N. Stuye & G. Alewin. P: R: V: Lee. Dominus C. H. de MatthenifTe. Ophelde« Wy hebben deeze Handveft hier wel vol-
rende komenlyk willen invoegen, naar een affchrift aanmer- van 't oorfprongkelyke , welk in de Oude ^vne|en Kerke, Laude IV. bewaard wordt, niet flegts om dat zy nog nooit met de ondertekenin- gen in 't licht gegeven is; maar voornaam- lyk om, over dit oude Huk, te bekwaamer, eenige ophelderende aanmerkingen , ge- fchikt naar de punten , waarin wy het zelve verdeeld hebben, te können maaken. Stads l' Over de bepaaling van de uitgeftrekt- Regtsge- heid der Stads Vryheid, hebben wy, in 't
bied, eerße Boek van 't eerfle Deel (/), onze ge- dagten reeds geopend , waartoe wy den Leezer wyzen. Tolvrv- 2' ^et twee^e Punt herfielt de Amfter- heid, dammers volkomenlyk in de tolvryheid door 's Graaven Landen, welke hun, door Floris den V., toegeflaan, en in 't jaar 1304 be- Markten, nomen ge weeft was. De Markten, welken zy toen ook kwyt raakten, hebben zy, waar- fchynlyk, ten deezen tyde, zo niet al eer- der, wederom gekreegen. Immers, men vindt, in de oudfte Keurboeken der Stad, be- wyzen, dat 'er, reeds in de vyftiende eeu- we, weekmarkten gehouden werden, waarop vrygegeleide plagt verleend te worden (V). Straffe 3- *n 'c derde punt, wordt verklaard, dat des een doodflag, <&mt mede de daaderbegrepen, Dood- of waarop hy gevat wordt, met den hals, flass' en met twintig pond HollandXch, ten be- (/) Bladx. 9 enz.
("0 Keurb. B. ƒ. 13 verft, i« vtrß, !».
|
||||||||||||||||||||
Ripuarior. Tit. VII. X. Anglor
(p) Privil. van Haarl. bl. 12,
\q) Zie MlElus Charterb. I. D
(r) Balen Dordrecht tl. 42°
|
||||||||||||||||||||
Tit.
|
SaXOÜ. Til. II.
|
|||||||||||||||||||
13.
, -.. 23«.
MiERiij Charterb.
|
||||||||||||||||||||
I,
|
||||||||||||||||||||
Deel, il. 263 , 26*.
(t) Handv. van Enkh. tl. 1
|
||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||
II. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||
in
|
|||||||||||||||||||||||
eikanderen, terwyl hun geding onafgedaan
hing, noch met woorden, noch met daa- dens te beledigen. Die de vrede niet aan- nam, verbeurde zekere fomme, ten behoe- ve des Graaven. Doch gemeenlyk werdt zy,van beide de zyden, aangenomen.'t Ge- bod om vrede te houden werdt (tot drie da- gen toe, en daarna, voor jaar en dag,ver- nieuwd O). Doch zo, ondertuffchen, een van beide de vrede brak, werdt hy aanlyf en goed ftrafbaar. 6. 't Aanflormen van iemants huis, welk Huis aan-.
in 't zesde punt verbooden wordt, was, inftormen» deeze onbefchaafde eeuwe, ook niet onge- meen ; en werdt hpoger genomen, wanneer het by nagt, dan wanneer het by dage ge-
daan werdtj om dat 'er, by nagt, minder gelegenheid, was om hulp te bekomen. 7. Het trekken van een zwaard.ofknyf, Vegten,
dat is, een puntmes of opfteeker (y~), wan- i neer het in arren, of haafligen moede ge-
fchiedde, en het.vegten met Jlaaven of hal- ve pieken, en ander verbooden geweer; ja het geeven van een', vuiftflag, welk laat- fte ook. reeds, in de oudeFriefche Wetten, verbooden was (2), werdt, volgens hetze*; vende punt, ook met geld, geboet Doch wanneer hierdoor eene wonde veroorzaakt werdt, die minder was dan Leemte en eg- ter by de oude Keuren bekend ftondt, waar- om zy Coorwonde of Kewwonde werdt ge- Keur- naamd, werdt de daader in drie pond Hol-wonde» landfeh gebreukt. In den aangehaalden XXII Titel der oude Friefche Wetten, vindt men eene byzondere optelling deezer Keurwon-- den. In de Graaflyke Flandveften, worden zy niet zo naauwkeuriglyk onderfcheiden. En in die van Amfterdam, was zulks te min- der noodig, om dat alle Keurwonden, met eene en dezelfde boete, werden afgemaakt. Wyders, ziet men, uit dit zevende punt, dat de Graaf de boeten der zwaarfte mis- daaden voor zig alleen behieldt: van de vegtboeten kreeg hy zelfs twee derde dee- leni.het overige derde kwam, voor de helft, aan de Stad, en de andere helft werdt tus- fchen den Schout en de Schepenen gelyke- lyk gedeeld: doch hierin is.,, naderhand, om gewigtige redenen, verandering gekomen. 8. In het agtfie punt, handelende van Vrede
vrede te eifchen., wanneer 'er. een vegtelyck■ ,eifchen» gevegt of twift voorviel, wordt beveftigd, 't gene wy, over 't gebieden van eene Frede,
tot verklaaringe van het vyf de punt, hebben aangemerkt. 9. An der Schepenen eedtefpreeken, 't ge- Aan der
ne Schepq,
(x) Zie Eifgraifl. Bedien, hl. 271. Privileg, van Haail.
II. 11. (.%). Du CANGE Vace CAN1PULUS.
(z) Leg. rulioa. 7i'. XXII, Lt£. IS, p %
|
|||||||||||||||||||||||
en zeitig ponden geboet werdt (f)- 't Was
dan niet vreemd ji dat Graaf Willem de IV. ook oordeelde, dat een doodflaager in Am- fterdam den hals verbeuren moeft. Maar alzo de Graaven niet gaarne de geldboeten mitten, welken zy, voorheen, van enkele doodflaagers plagten te trekken, vonden zy goed, behalve 't lyf, eene zekere fomme te vorderen, die meerder of minder was, naar gelang van 't vermogen der Steden., of veelligt naar gelang van de grootte der geldboete, die daar, van ouds, op den dood- ilag plagt te {taan. In Amfterdam, verbeur- de de doodflaager, behalve zyn lyf, maar- twintig, pond uit zyne goederen, ingevolge yandeeze Handveft. De maagen des doo- den, hem willende befchuldigen, moeften vier'm getal, en allen voor goede knapen, dat is , voor eerlyke luiden, bekend zyn, en vooraf zweer en, dat zy geenen onfchuhli- gen zouden, aanklaagen. Doch zo de doode. een ellendig manwzxe, dat is, iemant die. arm en zonder maagen was, die zig zyns aantrokken, klaagde de Baljuw, of iemant; van zynentwege,-uit 's Graaven naam, den doodflaager aan, en de Schepenen fpraken 'er regt over. De Baljuw fchynt dezelfde te zyn,.die te vooren Schout genoemd was, ten ware men hier om den Baljuw van Am- itelland. denken moeft, die',omtrent deezen tyd, zelfs, wel eens gemagtigd werdt, om den Schout van Amfterdam aan te {tei- len (#.}; . 4. Het vierde punt handelt van zwaare
kwetfing of verminking, oudtyds Leemte ge- naamd , die, als zy een gedeelte van een Lid betrof, met vyf, en betrof zy een geheel Lid, eenoog, voet of hand, met tien pond geboet werdt. Doch die de boete niet vol- doen kon, moeft zyne hand miffen. Al dit kwam met de oudeFriefche en andere Wet- ten (v), en met de Handveften van andere Steden (a>) overeen. 5. 't Br ecken van Frede, welk, in'trvyf
de punt, op ftraffe van lyf en goed, ver- booden wordt, zal ligtelyk begreepen wor- den , als men weet, waarin het maaken of leggen van Vrede beftondt, waarvan, hierna, in 'tagtße punt, wordt gefproken. De oude Keuren leer en ons, dat, wanneer twee perfoo- nen gefchil famen hadden, en zulks tot ken- niffe van 't geregt gekomen was, den ver-! fchiilenden,. door den Schout of Regter , eene vrede gebooden, dat is, belaft werdt, |
|||||||||||||||||||||||
fkwet
|
|||||||||||||||||||||||
V;.
|
ede-.
|
||||||||||||||||||||||
I*
|
*ak.
|
||||||||||||||||||||||
OO Handy, van Enkh. il. +2.
(") Zie een' Blief ra« 1327- h MIERIS II. Deel, bl.
t,VS. (v) Leg. Frifion. Th. XXII. Ripuar. T/r. V. Saxon.
Tit. I. (vi/ Privileg. »an Haatl. */. il. Mieris Sharttib, I.
Deel, ol, ~a , ij;. |
|||||||||||||||||||||||
\
|
|||||||||||||||||||||||
IL DëeL«
|
|||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||
112
|
|||||||||||||||||||
den Schout en Schepenen , dat die Raden
van der Stede, zo werden toen de Burge- meefters genoemd, met hen willekeuren mog- ten (<r): en van dien tyd af, zyn de Keuren meelt altoos gemaakt by myne Heeren van den Geregte , zynde Schout , Burgerne e fier en en Schepenen. 12. Volgens het twaalfde punt, namen'£ Aan-
Schout en Schepenen Poorters of Burgers neemetf ^ aan. Doch by eene Handvelt van Hertog vanPo0 Willem van den jaare 1411, werdt zulkstere aan Burgemeefteren en een of twee Schepe- penen gefteld (d): en in laater' tyd , is het aan Burgemeefteren alleen overgelaaten.
Wyders , vordert dit punt, dat iemant,die Poorter begeert te worden, zjgoedtKnaep, of een eerlyk perfoon, ende onberuft, of on- befproken. 13. Over de Graaflyke en andere regten, de beIasJ
die de Amfterdammers, volgens het der- 'inS vans tiende punt,van hunne goederen,evenveel °°Jg_ waar hier te Lande gelegen, fchuldig wa-reilj ren, hebben wy hier voor (e) reeds genoeg gezeid. Dat hier wyders verklaard wordt dat de Amfterdammers nergens gelden, dat
is, eenige fchatting van hunne goederen geeven zouden, dan te Amfterdam, heeft niet können worden naargekomen. De Graa ven en naderhand 's Lands Staaten hebben verfcheiden lallen ingevoerd, die ook bui- ten Amfterdam geheeven werden, en waar- aan de goederen der Amfterdammeren , buiten de Stad leggende, onderhevig ge- maakt zyn. Zelfs hebben de Steden Excynzen opgefteld, die ook van de goederen , door inwooners van andere Steden derwaards ge- voerd , hebben moeten betaald worden. En als men zyne eigene ingezetenen niet min- der belaftte dan zyne nabuuren , heeft men 'er, om dat het over en weder gefchieddej ook over en weder in beruft. 14. Uit het veertiende punt, welk den den Tyd/
buitenluiden , die te Amfterdam Poortersbinnel1 werden, zes weeken tyd geeft, om zig ter^eepoeor. inwooninge gereed te maaken, is af tenee-terszig men, dat zig, ten deezen tyde, vreemden in de Sta* hier ter Stede begonden neder te zetten, moefte» welken men zulks, onder anderen door dit n°™eer? punt, gemakkelyk wilde maaken; hunee-zetten, nen bekwaamen tyd toeftaande, om zig te bereiden. Deeze tyd werdt nogtans niet te lang genomen, op dat de opkomende Stad
het voordeel van de inwooning haar er Poor- teren niet lang miffen zou. 15. Het vyftiende punt, welk den Poor- den Tyi
teren verlof geeft, om zes weeken in de aan de Len-
|
|||||||||||||||||||
nen
|
eed ne' *n ^et ^geK^Punt>veroorc'eeld wordt,
|
||||||||||||||||||
Cnreeken, fèhynt het zelfde te zyn, als 't gene j in fom-
' mige andere Handveflen, genoemd wordt eens fchepens oirdeel te niet of vrugtehos ma- ken («)-: 't welk gefchieden kon, door 'er zig tegen te kanten, of het niet naar te ko- men : en dit werdt zo hoog genomen, als of men an of tegen der Schepenen eed,in gevol- ge van welken, zy moeiten geagt worden gevonhift te hebben, gefproken, en hen voor meineedig verklaard hadt. •t Wyzen lö. In het tiende punt,worden Schepenen, van Sehe- zo zy vonniffen moeflen, over zaaken, waar- penen -m geene genoegzaame doorzigt hadden, vraar geweezen naar Haarlem, of eenige andere omvon-'Stad, daar, omtrent het Huk in gefchil, niffen te meerder klaarheid te bekomen was, En haaien, hiervoor was, ten deezen tyde, gewigtige reden. Amfterdam was eene opkomende Koopftad. Ongetwyfeld , vielen 'er, van tyd tot tyd, gefchillen voor over 't ftuk van den Koophandel, die, naar 't gene, hier te Lande, onder Koopluiden, gebruikelyk was,beregt moeflen worden. En waar toch kon men deeze kennis beter bekomen, dan by de Regters van ouder nabuurige Koop- lieden, in eenen tyd vooral, waarin nog niet gebruikelyk was, dat Schepenen der Steden met Regtsgeleerden raadpleegden? Schepenen van Amfterdam werden dan, in Zulke en diergelyke gevallen, met reden, geweezen naar Haarlem; even als Schepe- nen van Delft, reeds in 't jaar 1259, inge- lyke gevallen, naar 's Hertogenbofcn; Sche- penen van Gouda, in 't jaar 1272, naar Leiden, en Schepenen van Schoonhoven, in 't jaar 1322 , naar Dordrecht gewezen waren (b). Wyders, wordt, in dit punt, ook het doen van kort regt aangepreezen. De langwyligheid in de Regtspleegingenis, eerft onder de Regeering van 't Huis van Bourgondie , hier te Lande, ingevoerd ge- worden. de duur- ll- *n net effle Punt 1 wordt bepaald,
zaamheid dat der Stede Keuren niet langer dan een der jaar van kragt zouden blyven: en dit regt -euren, duurt nog, tot op den tegenwoordigen dag.
Met het afgaan der jaarlykfche Wethouder- fchap, worden alle Keuren aangemerkt als vernietigd, zo lang zy niet , door de aan- komende Wethouderschap, vernieuwd zyn; 't welk, ook in gevolge van dit zelfde punt, zonder uitftel, gefchiedt. Wyders , wor- den Schout en Schepenen hier alleen gemag- tigd om Keuren te maaken, alzo de Stad, ten deezen tyde, nog geene Burgemeefters hadt. Doch eenige jaaren laater, willekeur- (a) Privileg, van Haarl. bl. is.
(&) nie BOXHORN. Theatr. Bib. Holl. p. 270. MlERl»
Ckatterb. I. Bul, l/i. as, Hz, 3«3. II. Dttl,U.iii. |
|||||||||||||||||||
bl. 103 [i»7-l
|
|||||||||||||||||||
(e) Keurb. A. ƒ. I. Handv.
(d) Handv. bl. m [»«.]
(e) Bladz. lot.
|
|||||||||||||||||||
GESCHI ED ENISSEN.
|
|||||||||||
ii^
|
|||||||||||
II. Boek.
|
|||||||||||
ders niet (i> Men ziet hieruit, dat de ge-
vallen , waarover de Graaf de regtfpraak aan zig zelven behieldt , alleenlyk waren 1. zekere zwaare misdaaden, 2. de hoogftè misdaad van gekwetfte Hoogheid, het ge- wapend aantallen van 's Graaven perfoon, en 3. het benadeelen van 's Graaven Jagt- huis in Reigerbroek, onder Ouder-Amflel of Ouderkerk, en van zyne Koriynenjagt in Gooiland. Alle burgerlyke regtszaakeri niet flegts; maar ook alle gemeene misdaa- den, als , manflag, kwetfing, hoon, die- very, gemeene roof en diergelyken werden, door de Geregten van dePlaatfen, daarze voorvielen, en gevolgelyk, zo ze in Am- fterdam begaan werden , door Schout en Schepenen aldaar, beregt. De Stad is al- toos zeer zorgvuldig geweeft,om haare in- gezetenen by dit voorregt te handhaaven; gelyk wy, in 't vervolg deezer gefchiede- nifle, meer dan. eens , zullen können op- merken. 19. By hetnegentien de punt, wordt elk ver-'s Gm-
pligt, ter vermaaninge van den Regter, 'éJeTkregé Graaven recht te fiereken, 't zy zulks gefchied- ken de door het geeven van getuigenis der waar-
heid , of door Schepenen by te flaan, in het onderzoeken van , of oordeelen over het gene regt was. Want dat dit laatfte ook, ten deezen tyde, plagt gevorderd te wor- den , is, uit deeze woorden van het oudfté Privilegie van Haarlem, af te neemen: Tut- ten rade der Jeep ene f al nyemdnt gaen, hi en fi van hem geroepen (£). 20. Het twintigfie punt vordert, dat de denGi-aa-
Amflerdammers den Graave in den kryg veinderi dienen totzjner wille; doch ook naar hare-\H^. macht. En wy zullen hierna gelegenheid hebben om te doen zien, dat zy zelven oor- deelden, of hun eenige krygsdienfl, boveü hunne magt, werde afgevergd. 21. Het voorregt, welk den Amfterdam- de Poor-
meren, in het eenentwintigfte punt, gegeven' ters niet wordt, bewyft dat de Graaf hunnen opkö- arreß"bel menden Koophandel wilde begunftigen. Ply bdll°°dl' vordert, dat hunne goederen, nergens iilMaaze, zyn Land benoorden der Mafe, om Jchade, uitgeno- van hun voorheen geleeden, of om fihoude, f™T% dat is, fchuld, die niet verwillekeurd is, of, s^den» om welke te voldoen, men zig niét, by Schepenenkennifle of anderszins, geregte- lyk verbonden heeft, zullen befit, of, ge-
lyk men 't, federt, met een onduitfeh woord, genoemd heeft, gearrefieerd worden, uyt- ghenomen, zegt de Graaf, in onfen vry e Ste- den. Hy bepaalt, voor eerfi, het voorregt, hier verleend, benoorden de Maaze, om Am- fter-
(!) HïihIv. il- 73- M
(k) Piivil. van Haarl. tl. 16^
P 3
|
|||||||||||
Poorters, Lente, en zes weeken in den Ilerfft, tot
l6t het ' het waarneemen van hunnen akkerarbeid, ^ortzet- uit de Stad te zyn, bewyfl niet alleen, dat denL-^d ^e Amfterdammers zig, ten deeze.n tyde* bomv n "nog met den landbouw bezig hielden;maar j°ege- toont ook,hoe zeer men 'er op gefield wa- aan> re, om de Poorters, zo veel mogèlyk, in de Stad te houden.
'tRooven iö. Het zcfliende punt levert een nieuw DPeigen bewys'uit van de woeftheid deezer tyden; ^ZaS) waarin de Poorters, door geldboeten en't verlies van hun Poorterregt, wederhouden moeiten worden van op eigen gezag te gaan rooven, branden en vangen. Doch men ziet 'er ook uit, dat Schepenen en Raaden regt hadden, om hunne Poorters tegen der Stede vyanden te doen uittrekken ; 't welk ons öok reeds , uit eene Keur van den jaare 1394, gebleeken is (ƒ). 'th 17- Volgens het zeventiende punt,fchynt v,ne^,n het den Poorteren vry te ftaan, hunnen me-
''«poor- depoorter, die zig , buiten de Stede, in ters bui- nood bevindt, op eigen gezag, by te fprin- Ste/01 êen- Doch zy behoorden 't, als 't hun ge- ' vergd werdt, ook te doen by den gemeenen Rade des Schouten ende der Schepenen, zo de peribon, dien zy hielpen, niet om eenige misdaad jegens den Graave, in ongelegen- heid gekomen was,'t welk ik meen den zin te zyn van de woorden daer 't tegens ons niet en gaet. En op zulk een' togt, verbeurden de Poorters tuet, ten ware zy overdaet dee- den, dat is, onfchuldigen beledigden. .^Bereg- 18. Het agitiende punt vervat een der ^voor merkwaardigile voorregten van Amfterdam, 6en pe" zo wel als van de Steden van Holland in 't allesv^"t gemeen. Volgens het zelve , moet al -wat l)it»ien binnen der Stede vryheid voorvalt , door j|e_Vry- Schout en Schepenen, van binnen, dat is, voodr in de Stad, beregt worden. Geenerlei zaa- ' ken worden hiervan uitgezonderd, dan zul- ken, die tegen 's Graaven hcerlyckheyt dra- gen of ftryden: en welke deeze zaaken wa- ren, blykt klaarlyk uit eene Handveft van Hertog Albrecht van den jaare 1387, aan Amfterdam, met Amftelland en Gooiland in 't gemeen, gegeven. De Ruwaard zon- dert , in deeze Handvell, alle de gevallen uit, waarover hy zelf met zyne heerlykheyde regten wil, te weeten, moort, moortbrant of brandftigtinge met gevaar van moord (g), vrouwen verkraft, raeroof, dat is,Kerk-,of liever grafroof (h), endè die hem teghens 's Graaven lyffet met ghewapenderhandt, ende die misdede binnen den Raefloet of Ringfloot van zynen reygherbroeck ter ouder Amflel, en- de an zyne Konyncn in Goylandt , ende an- (f) Zie hict voor, bU 1(8
Al ,Jd' s- Siccama ai Leg. Frifion. Tit. Sll.p.96.
(t>) Idem p, 1<M. r |
|||||||||||
ii4 AMSTERDAMS II. Deel.
flerdarri niet te zeer te begunftigen ten na- Maefe ,vuytgefeyt in befloten Steden (vi).
deele van de Kooplieden bezuiden deMaa- 22. Onder de zogenaamde Jiidicia Dei, de Poor ze, met naame Dordrecht in Holland, en of Goddelyke Regtfpraaken,warm,gdyk\vy,w*^, Middelburg en Zierikzee in Zeeland. Hy reeds by eene andere gelegenheid , getoond g JyP voegt hierby, ten tweeden,nog eene bepaa- hebben (n), hier te Lande, de Kampvegteng,in[ ling, volgens welke hy de vrye Steden, be- in'een overoud gebruik geweeil. Zy had- noorden de Maäze zelfs, uitzondert van de den, inzonderheid , plaats , wanneer een Plaatfen, waar men de goederen der Am- befchuldigde zyne onfchuld niet anders wilt fterdammeren nietbezetten mögt. Door vrye te bewyzen. In zulk een geval, daagde hy 1 Steden, zou hy zulken können verftaan, die zynen befchuldiger tot eenen Kamp of twee- onder 'geenen byzonderen Lieer ftonden, en gevegt uk. 't Gebeurde ook, dat de be-i welken, ten deezen tyde, naar 'tfchynt,in fchuldiger, om zyne befchuldigingtebewy- »t Zuiderkwartier, benoorden de Maaze, al- zen , den befchuldigde te kamp daagde, leenlyk Haarlem, Delft en Leiden waren. De overwinnaar werdt voor onfchuldig ge- Want Gouda, Gorinchem , Schiedam en houden. Doch men was niet verpligt, in Schoonhoven, om van geene kleinere Ste- perfoon te kampen, 't Stondt vry, eenen den te fpreeken, ftonden, ten deezen tyde, kampvegter te huuren (0). 't Kampen ge- allen nog onder byzondere Heeren. De Ste^ fchiedde ten overftaan van den Graave, of den van't Noorderkwartier, zo ver zy gee- van 's Graaven Gemagtigden. De Graaf nen byzonderen Heer hadden, werden, ten zelf hadt zynenMeefier fihermer om kempen deele, aangemerkt, als door 's Graaven te loeren, enom, by gelegenheid, enen camp voorzaaten overheerd , ten deele als aan voor hem te vechten (p~). Ente Leiden was hun, door de voorige Heeren, afgeftaan, eene vermaarde Crythoeve, die Willem de waarom hyzë niet gevoeglyk vrye Steden Uk 5 in't jaar 1322, onder geene andere voor* fcheen te können noemen; fchöon zy, na- waarden, aan Gerard Jlewynszoon , zynen derhand, altoos, voor vry erkend zyn. Dé Knaap, verhuuren wilde, dan dat nier cain- drie Steden , Haarlem, Delft en Leiden, pe in vechten zou, als men, tot dientydtloei die ouder waren dan Amfterdam, en die, gedaen hadt (q). Het toeneemen der ge- te vooren , de goederen der Amfterdam- fchillen onder 's Lands ingezetenen,, door meren hadden mogen bezetten, zouden dan, het toeneemen van den Koophandel veroor- in deeze Handveft , gelaaten zyn by haaf zaakt, fchynt, ondertulïchen, de Graaven, regt: 't welk ook aan de Graaflyke Steden al in de dertiende eeuwe,bewoogen te heb-* van 't Noorderkwartier zou toegekend ge- ben, om de Poorters der Koopltedenteont- weeftzyn. HertogAlbrecht,in'tjaar 1401, flaan van de verpligting, omhünne gefchil- de Poorters van Amfterdam beveiligende len, door middel van eenen Kamp", af te in de Vryheid, om nergens benoorden de doen. De Poorters van Haarlem mogten, Maäze van eenighen breuckente mogen bezet volgens eene Handveft van 't jaar 1245^), en bekommerd worden, dan binnen de Stad en die van Delft, volgens eene Handveft zelve re berechten; voegt 'er, insgelyks,by: van 't jaar 1246 (ƒ), door niemant te cam- maer breückie eenighePoorter vanAmflelredam- pe geroepen worden: 't welk egter, zo fchynt »ze erghent anders binnen onfen vfyen Steden', te moeten verftaan worden, dat zy zig wel' dien foude meri,in dier Stede , van dier breucke mogten te kamp laaten uitdaagen, indien niogheii befetten ende be'commeren (/): 't welk zy 't geraaden vonden. Immers, eene Hand- men, in gelyken zin,zou können opvatten, veil, door Graave Willem den IV., in 't Nogtans, is"'tmy waarfchynlykër, dat men jaar 1340, aan die van Rotterdam gege- dè woorden vrye Steden ruimer behoort te ven, behelft deeze uitdrukkelyke woorden,- neemen. Men kan 'er, gevoeglyk, alle be- voert en f al men onfen poort er s nergent campen muurde Graaflyke Steden door verftaan, Wel- binnen onfen landen, tenivaere dat fy 't felve ken, door de bemuuring,in zig zelven, te- verixiillekoordevoor inctachtige luyde (t). Ert gen aanftoot van buiten, gevryd werden. In dit is 't ook juift, dat,by het t-iveeent-win- deezen zin, is het woord vrye, door deRe- tigfle punt van de Handveft van Amfter- geering deezer Stad zelve, opgevat, in 't fterdam, welke wy onderzoeken , vaftge- jaar 1570, töön zy, op dit Privilegie zien- Held wordt. v de, zig dus uitdrukte: Item heeft de Stede 23;
van AemMredamme priuilegie , ende es daet [mJ ^fbi vroedfch. n. z. 9 jan. u7°. ƒ• «# z*
, J J ; 7 »sft.nanav. */. ++7-
aff in gebruyek, dat men gheenen poorter der (»; vavtöi; mrt. m. r>Cei, u. n% <■**.
zeker Stede noch zynen goeden mach arreflee- f>} |f2ffl| cSÄf Wi^t' * *'7'
ren, in eenigen Dorpen, gelegen benoorden der (?; id. ibid. n. Z97.
ö r ° (r) ïrivil. van Raarl. II. ij.
(j) MIERIS Clianeib. I. Diel, LI. Z34..
(I) Handv. il, 134. [1+] (') Zh Mieris Cbaitetb. II. Deel, bi.■«•»,■ |
||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||
II. Boek.
|
||||||||||||||||||||
HS
|
||||||||||||||||||||
land, Kennemerland, Friesland , dat is,Pri¥ile-
Weftfriesland,en in al het Land benoorden gie ge- de Maaze, die van Amfterdam alomme tol- k°gc vry zouden laaten vaaren (y). Ook mag-heeft° tigde hy Schout, Schepenen en Raaden,, om zes goede Knapen in den eed te neemen, en , met derzelver hulp, de penningen, die zy hem voor het verleenen der vryheid fchuldig waren, over de ingezetenen der Stede te ontfetten of om te fiaan (z); ge- lyk ongetwyfeld gefchied zal zyn. En heeft dus de Stad eene der oudfte Handveften, welken zy bezit, niet uit loutere gunft des Graaven, maar voor haar geld, en derhal- ve , buiten tegenfpraak , op eene wettige wyze, verkreegen. 't Was, voor de opkomende Koopftad, Oor-
van veel aanbelang, dat zy zig tolvryheid fprong verkreeg, daar 't maar eenigszins mogelyk va" den ware. Doch daar zulks niet gefchieden kon, JSe°et was 't haar pligt en haar belang beide, zorg ter.ov« te draagen, dat men haar niet tegen reden tle Ko- met tollen bezwaarde. Zulks gefchiedde,terto1' naar men 't hier inzag, ten deezen tyde, door de Stad Deventer, alwaar de Amiler- dammers thans vry wat handels dreeven. En naardemaal de twift , die hieruit ont- ftondt, reeds tot hevige daadelykheden uitgeborften was, en nog veele jaarea duurde, zal het der moeite wel waardig zyn , dat wy deszelfs oorfprong hier wat naauwkeuriger aanwyzen, dan tot nog toe, door de Befchryvers van Amfterdam , ge- fchied is. Weftwaards van de Stad Zwolle, aan Oude
den Yffel, lag al van ouds, en legt nog te- ftaat van genwoordig eene kleine buurt, Kote of Ka-dien w1, te, dat is, in de landtaale, zo veel als Hoe- ve , genaamd; by welke, in laater' tyd, eene fchans opgeworpen is, den Koter-Schans ge- heeten (a), en alwaar nog een veer is, hec Koter- of Kater-veer genaamd. Hier werdt, al in de tiende eeuwe of eerder, een tol ge- heeven, naar de plaats, daar hy ontvangen werdt, Koter- of Katertol geheeten (i); dien Keizer Otto de I., in 't jaar 973 , aan de Abtdye van Eken opdroeg (£). Keizer Ot- to de III. beveiligde deeze gifte, in 't jaar 996; want, fchoon de tol, in den brief, hier
(y) Handv. bl. zz, IZS. [,].
(z) Zie Minus Charterb. il. Detl, bl. «70.
(a) Alting. Not. Germ. Infer. F. II. j>. }t-
(t) Dipl. Pide ap. PüNTANUM Hift. Gein*. Ltbr.Y.p.
69 8c accuratius apud DUMBAR Kerk. en Vfeer. Deventer» bl. 4*4. en in 't Landb. van Vrieslant. MS. f- I*»* (1) Deeze afleiding van den naam van Kater-
tol is veel natuurlyker, dan die van Matthäus, volgens welke, Katertol een tol zyn zou, die be- taald werdt van goederen, welken, met een takel of Katrol, uit de Schepen gearbeid werden. Vidi» AmleSl. Tom. III- P- 464. Ntt. f., |
||||||||||||||||||||
23. Wat de Graaf rneene, met de woor-
■ den in het drie en twintigfie punt, behouden ons onfen heerlyckheden, is, uit het gene wy
over het agttiende punt hebben aangemerkt, genoegzaam af te neemen. 24. In het vier en twintigße punt, wordt
verklaard, dat de Stad de vrye begeeving behouden zou van die Schole, dat Schryfam- bocht ende die Cofierye, die anders, alomme hier te Lande, ter begeevinge van de Graa- ven plagten te ftaan; fchoon zy hun regt daartoe, op de meefte Plaatfen, van tyd tot tyd , aan de Steden afftonden. Van het Schoolambagt of ampt te Amfterdam hebben wy, in het eerfie Boek van het eerfle Deel, reeds gefproken (u). Het Schryfambagt was het Secretarisfchap der Stede. De Secretary werdt hier, nog in de zeftiende eeuwe, derSte- de Scryfkamer genoemd Qo). De Kofiery of het Koftersampt der Oude Kerke, thans de ee- nige Kerfpel-Kerk der Stede, is ongetwyfeld zeer voordeelig geweeft: en het zal, met het toeneemen der Stad, van tyd tot tyd, voordeeliger geworden zyn; waarom het, voor de Stad, veel waardig was, dat haar de begeeving van dit Ampt werdt overge- laaten. Het beftondt, ten deezen tyde, in het bewaaren der Kerkfieraaden en kofte- lykheden, het openen en fluiten der Ker- ke, het ontfteeken en uit bluffchen der kaar- fen, het verzeilen van den Priefter in 't waarneemen van eenige kerkelyke dienften, en in veele andere dingen, die, by fom- migen , naauwkeuriger aangeweezen zyn (w). De Kofteryen waren, in 't algemeen, voordeeliger dan de Schoolafteryen; waar- om de Graaf de begeeving der eerften op veele Plaatfen aan zig behieldt, terwyl hy van de begeeving der anderen, op de mees- te Plaatfen, afftondt (#)■ 25. In het vyf en twintigfie punt, is al-
alleen merkwaardig, dat alle de voorgaan- de punten verklaard worden eeuwiglyk te zullen duur en. De ondertekening gefchiedt door den Heere Graaf, in de tegenwoordigheid der Heeren van Moermont, van Er ederode, van Oudshoorn, Mulnaer [Molenaar], de Haye, Stuye, Aleixyn, van Lee , en van Mathe- nejje, die allen 's Graaven Raaden in den Haage, en ten deele Hollanders, ten dee- le ook Henegouwers fchynen geweeft zyn Ten deezen zelfden tyde, beval de Graaf
nog, by twee byzondere Brieven, dat alle zyne Amptenaars in Holland , byzonderlyk in Rynland, het Land van Woerden ,Delf- C*0 nuiz. il.
yj,^°ot Memor. N. I. ƒ. 240.
ywj rld% Matthäus «Ie Fundat. & Fata Ecclef. ?. 1«+
(x) Zit Erfgtaaf. Bedien> VIIL Dtelf tl J3Ï) ,33<
|
||||||||||||||||||||
s Graa-
l'^heer feeid, |
||||||||||||||||||||
Js*ool
Hryf.
*n Kos.
|
||||||||||||||||||||
s
|
stde
|
|||||||||||||||||||
s
|
||||||||||||||||||||
bS het
|
||||||||||||||||||||
ii<5 A M S T E' ï
hiervan verleend, Hachdoll genoemd wordt,
twyfelt men niet, of zulks is aan eenen rnis- flag der uitfchryveren te wyten, naardien dezelve wordt befchreeven als „ een tol op „ de Viffchery in Salland, en in denYflel" [Theolonen de pifcatione in Pago Salon Ê? in fiuvio Ifula, quod vulgari numero Hachdoll dicunt (c)]i en Keizer Lotharius, in eenen brief van den jaare 1134, van dezelfde Gif- te gewaagende, den tol klaarlyk den naam van Coetertol geeft (d). De Abtdis van El- ten plagt deezen tol aan byzondere Perfoo- nen, doorgaands Edelen, te verpagten; doch, in 't jaar 1241, gaf zy dien aan deStadDe- venter in erfpagt uit, voor twintig ponden, tien fchellingen , Deventerfche munt, 's jaars, ten behoeve van de Abtdye, en nog zeven fchellingen, ten behoeve vandeAbt- difle (e)- Na honderd jaaren verloops, was de waarde van 't geld zo zeer veranderd, ■ dat men overeenkwam, om de pagt van der Tolle te Cot en te voldoen met twee en ne- gentigfte halve gouden overlandfche Keur- vorften Rynsguldens : 't welk geduurd heeft tot omtrent het einde der zeftiende eeuwe, wanneer de Erfpagt op drie honderd en twin- tig Karels guldens en vyf ftuivers gefteld werdt; zo als dezelve, indien ik my niet be- driege, nog tegenwoordig betaald wordt (ƒ). Daade- Over 't betaalen van deezen Koter- of lykhedcn Xatértolnu, was, omtrent den jaare 1330, Deventer ge£chïl ontftaan tuflchen de Steden Deven- en Am- ter en Amfterdam , welk Reinoud, Graaf fterdam. van Gelder, wien Jan van Dieß, Biflchop van Utrecht, in 't jaar 1336, een groot ge- deelte van Overyflel, en onder anderen ook de Stad Deventer verpand hadt (g), ver- geefs gezogt hadt by te leggen. Zo hoog was de twift geloopen, dat de wederzyd- fche ingezetenen handgemeen geraakt, en 'er, van de eene en de andere zyde, eeni- gen gefneuveld waren. De Regeering der twee Steden, voor erger bedugt, kwam, eerlang, overeen, dat men de gefchillen verblyven zou aan drie Steden, van elke zyde te benoemen; en dat men, ondertus- fchen, eikanderen, voor zekeren tyd, eene volkomene Vrede geeven zou, of, gelyk men nu zou fpreeken, een Beftand toeilaan, welk, Eefland. van tyd tot tyd, verlengd werdt. Willem de Cu/er, Baljuw van Amftelland en Waterland, zeide op S. Thomasdag, zynde den eenen- twintigften December des jaars 1336, die van Deventer, van wege de Stad Amfter- (c) Vide Pontan. M fupra p. 72.
(d) Vide PONTAN. ubi fupra Liir. VI. p, 102.
(e) Zie DumbaK Deventer, tl. +64.
(f) Dezelfde il. 46 7-
(S) Dumbar Deventer i,\ 4sj.
|
|||||||
L D A M S II. Deel.
dam, verlenging van vrede aan tot belooken
Paafchen naaftkömende. Schout, Schepenen en Raad van Amilerdam verlengden die vrede, op S. Matthys avond, zynde den drie-entwintigften February des jaars 1338, tot belooken Pinkfteren aanftaande. De Ste- den , die tot zegsluiden verkooren waren, te weeten Haarlem, Leiden en Delft van de zyde van Amfterdam, en Kampen, Har- derwyk en Amersfoort van de zyde van De- venter , deeden, niet voor den Herfft des gemelden jaars, uiefpraak over 't gene men wederzyds geeven zou, om het geftortte bloed te verzoenen; 't gefchil over den tol laatende aan den eed van twaalfSchepenen en twaalf Raaden van Deventer, onder ver- beurte van duizend ponden Hollandfch, ten behoeve der zegsluiden. Doch Amfterdam was niet te vrede met deeze uitfpraak, en bragt, zo fommigen verhaalen, te wege, dat den inwooneren van Deventer, die de Amfterdammers met hunnen Kotertol be- zwaard hadden, in Holland ook meer tol werdt afgevorderd dan naar gewoonte: 't welk Graaf Willem de IV., egter,in'tjaar 1339, verbieden deedt (b): daar tegen te wege brengende, dat de Amfterdammers, ook te Deventer en elders langs den Yffel, op hunne oude tollen voeren; waarvan, in 't jaar 1342 , brieven verleend werden. Doch alzo zulks, volgens de gemaakte o- vereenkomft, flegts tot Kersdag des gemel- den jaars, duuren moeit, bleef het gefchil onafgedaan. Graaf Willem verlengde,mid- 1343- lerwyl, zelf de Vrede of het Beftand tus- fchen de twee Steden, eens in 't jaar ^343, en eens in 't jaar 1345 , wanneer de ver- 1345- lenging tot Allerheiiigendag, zynde den eer- ften November des gemelden jaars, werdt uitgerekt (ï). Doch de Graaf beleefde dee- zen tyd niet. Hy fneuvelde, den zesentwin- tigften of zevenentwintigften September te vooren, op eenen togt tegen de Friezen,op welken hy , naar alle waarfchynlykheid , door de Amfterdammers met fchepen by- geftaan is; en zal dit, onder anderen, de reden geweeft zyn , waarom hy, nog zo onlangs , het Beftand met Deventer ver- lengd hadt. Wy zullen 't gefchil over den Kotertol hier eene wyle laaten beruften, en eerft zien, wat 'er, terftond na 's Graa- ven dood , met opzigt op Amfterdam, werdt vaftgefteld. Zyne oudfte Zufter , Vrouw MARGA-vroutf
REET, Margä*
(b) Dumbar Deventer il. s°6, J°7- MOOnI.N Chron.
van Deventer, bl. J4. (,•) Dumbak Deventer il. 5 13, 514. MierisCkaitetb..
II. Deel, il. 6510. |
|||||||
■-^;
|
|||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||
II. Boek.
|
|||||||||||||||
117
|
|||||||||||||||
een Lid van Holland gebleeven.
|
|||||||||||||||
lQ^be- reet, die met Keizer Lodewyk gehuwd
amfter- was' v°lgde ^em °P 'm '£ Graafiyk bewind,
S en kwam, in de Lente des jaars 1346, in jL°°itvan Holland en in den Haage, daar zy denLan- °'land de, by haare inhuldiging, verfcheiden' voor- fcheiü regten toeftondt, onder anderen belooven- ' de „ niet buiten de paaien van Holland , „ Zeeland en Friesland, te zullen oorloo- „ gen, dan by goeddunken der Ridderen, „ Knaap en en goede Steden; of deedt zy't, „ dan zouden 's Lands ingezetenen niet ge- „ houden zyn, haar te dienen, dan uit gunffc 1346. „ en vrywilliglyk (£)." Doch ten opzigte van Amilerdam in 't byzonder, beloofde zy, den zeventwintigften May „ dat zy, noch „ haare nacomelingben de Stad nimmermeer „ in geenre mattieren vervreemden nochfchey- „ den zouden van der Graeflyckheden van „ Hollandt, zullende dezelve, in tegendeel, „ blyven aen der Graeflyckheyt van Hollandt, 5» gelyck anderen Steden in Hollandt, fonder „ eenigh verfcheyt, tot eewwelycken jaren (/)." En deeze belofte was van veel belangvoor de Stede. Zy was , eerft onder de Graaf- lyke Regeering, begonnen op te komen, en, onder 't gebied van den Huize van Amftel, naauwlyks bekend, en in geduurige zwaa- righeden ingewikkeld geweeft, zonder dat zy van haare magtelooze Heeren hadt kön- nen befchermd worden naar behooren.Heel wat anders beloofde zy zig van de Graafly- ke Regeering, die ook, door haaren invloed op vreemde Ryken en Staaten, den buiten- landfchen Koophandel der Stede kon doen aanwaflen. Zy fchynt, ten deezen tyde , bedugt geweeft te zyn, dat Vrouw Marga- reet, die verfcheide Zoonen hadt, de Heer- lykheid van Amftel en Amfterdam aan ee- nen der zelven weg fchenken mögt. Men wift, wat, onder Graave Floris den V., toen Jan Perfyn de Heerlykheid van Amfter- dam verkreeg, en onder Jan den II., toen de Heerlykheid van Amftel aan Guy van Henegouwen opgedraagen werdt, gebeurd ware. Men wift zelfs, dat Willem de III., in 't jaar 1308, de Heerlykheid van Gouda, en, in 't jaar 1309, de Heerlykheid van Schoonhoven aan zynen Broeder, Jan van Henegouwen, Heere van Beaumont, hadt gefchonken (m). Men zal, derhalve, Vrouw Margareet, by haare inhuldiging, bewoogen hebben, om zig te verbinden, dat Amfter- dam, door haar,noch door haare nakome- lingen , nimmer van dé Graaflykheid ge- fcheiden zou worden; welke verbindtenis de volgende Graaven altoos naargekomen zyn: en is Amfterdam, van deezentyd af, altoos W ?ï' Mieris Charterb. II. Diel,hl. ya% , 7IO, 7iï.
(m) Z,e M.Eius chaiterb. II. Bttl, H. 77, n. I. STUK.
|
|||||||||||||||
Vrouw Margareet beveftigde, twee da-zy be
|
ves-
|
||||||||||||||
gen na 't verkenen der Handveft van wel- tigt de
ke wyfpreeken, alle de Handveften, dievooris°. den Poorteren van Amfterdam, door haare en §eefc. Voorzaaten, de Graaven van Holland, ge-J^f™.1" geven waren. Zy voegde 'er nog deeze we Haiïd- byzondere Handveft by „ dat een Poorter, vetten. ,, eenen dootflagh doende buyten der Stede , „ na dat hy zig met de 'magen des dooien „ verzoend hadt , der Graaflykheid niet „ meer dan twintig pond fchuldig zyn zou, „ thien pondt van boeten, ende thien pondt ter ,, Landtwinninghe, of verkrygingè van vry- „ geleide (»)." In de Handveft van den jaare i342,was,gelyk wy boven (bl. 110) zagen, vaftgefteld , dat een doodflaager, die op de daad gevat werdt, den hals en twintig pond verbeuren zou; en dat een ge- weekene balling verklaard zou worden, en dezelfde boete betaalen; doch VrouwMar- gareet fchynt hier wat nader te hebben wil- len komen by de aloude gewoonte, en toe- ft aan , dat een doodfiag, die iuyten der Ste- de begaan was, na dat de daader zig met de maagen des nedergeflaagen verzoend zou hebben, alleen met geld geboet werdt. De doodfiag binnen de Stad , aan welker in- wendige ruft meeft gelegen was, bleef al- leen nog ftrafbaar aan den hals. Midlerwyl, duurde de twift met Deven- Amfter-
ter nog. De Stad Amfterdam deedt haar dp ver- beft , om de andere vrye Steden van Hol- b zi? land over te haaien, om zig haare belangen ge steden aan te trekken: en 't gelukte haar,eerlang, tegen eenige Steden hiertoe te beweegen. Men Deven- kan zulks afneemen uit een Verbindfchriftter- der Stede Beverwyk, welk nog,behoorlyk^?t^'_ bezegeld, in de Oude Kerke, Laade XXVI., ZOIKjer bewaard wordt, en onder anderen ten be- met Be- wyze verftrekt, dat byzondere Steden, ten vcrwyk. deezen tyde, verbonden van onderlingebe- fcherminge plagten te fluiten. Het is nog nimmer in 't licht gegeven; waarom het den Leezer niet ongevalüg zal zyn, dat wy 't hier invoegen : Wy fcoute fcepenen ende raedt van Beverwike
make cond allen luden alffe dat %vi ons verwilkoert hebben mitter Stede van Amfterdam hare helpen te wefen ende^ here befte te doene mit den anderen vryenßeden in hollant alffe van den twifte de zi nu hebben theghens de van Deventer. In or- conde defen letteren befeghelt mit onfer ftede ze- ghele, gbegbeve des dyngsdach nae onfer vrou- wen dach annonciatie int jare ons heren dujent drie hondert feven ende veertich. Hier onder hing het zegel der
Stede Beverwyk , in groen wafch, aan eenen enkelen franchynen ftaart. Men
(n) Hand*, tl. 7°> >3J [+]•
Q
|
|||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||
nS
|
|||||||||||||||||
fterdam werdt thans onder de vrye Hol-
landfche Steden geteld. De Stad hadt, niet al- leen, reeds in't jaar 1351, eene Dagvaart dier Steden, in denHaage, bygewoond (V); maar was zelfs , gelyk wy wat laager zien zullen, in't jaar 13 49, op eene Dagvaart der Holland- fcheSteden te Geertruidenberg verfcheenen. 't Was dan niet vreemd, dat zy zïg het voor- regt toeêigende , welk de Regeering van Staveren aan de Hollandfche vrye Steden in 't gemeen verleend hadt , en dat zy den Brief dier Regeeringe plaats gaf onder haa- re Hand veften. In 't jaar 1360, kogt zy zig ook vry van den tol der Heeren van Was- fenaar, die te Leiden, te Gouda en te Kat* wyk ontvangen werdt Qw), voor eene jaar- lykfche rente van twee en dertig pond Ho 1- landfeh; welke rente, eerlang, aan Heere Flo- ris van Alkemade ver kogt werdt, diezeder Stad, in 't jaar 1403, kwytfcholdt. Alleen- lyk bleef zy verpligt, de WalTenaarfche marktollen, te Vlaardingen, te Voorfchoo- ten en te Valkenburg, te voldoen (x). Doch terwyl de Stad dus zorgde voor 't oor-
belang van haaren Koophandel, was, hier fprong te Lande, ontftaan de hevige tweefpalt der van dfil1 Hoekfchen en Kabbeljaauwfchen, die om-^^'eii trent anderhalve eeuwe geduurd heeft, en Kabbel' waarin Amfterdam ook diep gemengd ge- jaamv- weeft is; waarom het wel dienftig zyn zal, fchen dat wy deszelfs oorfprong alhier kortelyk ^va"" aantekenen. p Vrouw Margareet hadt het bewind der
Regeeringe van Holland, reeds in Septem- ber des jaars 1346, afgeftaan aan haaren tweeden Zoon, Hertoge Willem,onder den titel van Stedehouder en Regent [Vica- rius & Gubernator (y)], dien hy egter niet gevoerd heeft. De Graavin was, hierop, naar Henegouwen, en federt naar Beieren vertrokken. Hertog Willem hadt, in haar 134?' afzyn, zo veel gezags weeten te verkrygen hier te Lande, dat Vrouw Margareet zig genoodzaakt zag, hem, in 't begin des jaars 1349, het Graaffchap van Holland, Zee- land en Friesland af te ftaan, alleenlyk He- negouwen voor zig behoudende. De brie- ven , hiervan verleend, werden bezegeld, Eexüs door de Edelen en Steden van Holland enblyk,^ Zeeland, die te Geertruidenberg befchree- Am(iet'n0 ven waren. Amfterdam bevondt zig ook^^rc onder de Steden (2): en deeze is de eerfte de^E*' reize, dat ons de Stad, in oude Schriften, len en op eene Dagvaart der Edelen en Steden van StedeJj0i Holland, is voorgekomen. vanH
0 TA 1 'and
Doch heeft
(v) Zie Privileg, van Haarl. hl. 3«. hvae- > (w) Zit Groot-Plakaatb. irr. Deel, */. 7r?. yb j,
(x) Handv. bl. iz7, ug. [5], MiEius Chartert». III. w0°"
Deel, il- "9, 120, rit, 778 , 781, 783.
(y) Zie Mieris Charterb. II. ütel, bl. 728. (z) Groor-Plakaatb. III. Deel, il. 1. Miehis Chartert. II. Deel, il. 745, 768.
|
|||||||||||||||||
Men weet niet regt, welke gevolgen dee-
ze en diergelyke verbindteniiTen gehad heb- ben; doch't blykt, dat die vanAmfterdam, de fchade,hun door de Stad Deventer toe- gebragt, op derzelver ingezetenen willende verhaalen, dezelven van eenige goederen beroofd hebben. Jan van Jrkel,midierwyl tot Biflchop van Utrecht verheeven zynde, en het gedeelte van Overyffel, welk aan den Graave, nu Hertoge van Gelder, ver- pand geweeft was, wederom geloft hebben- de, bewoog Vrouw Margareet, om haar beft te doen, tot het verzoenen der twee Steden: 't we'lk eerlang gelukte (0). Men kwam overeen, dat Amfterdam den Koter- tol voortaan niet betaalen zou van boter, kaas en zout; en van andere waaren zo.veel, als twaalf Schepenen van Deventer, op hun- nen eed, verklaaren zouden regt te zyn. En deeze verklaaring , waarin Schepenen en Raad van Amfterdam benutten, gefchied- de op Dingsdag na S. Vi&orsdag, zynde den zevenentwintigften February des jaars 1347 (p). Wat laater, in 't zelfde jaar, be- taalde Amfterdam aan Deventer fwalfpunt groete ende drie punt groete, die den burghe- ren der laatftgemelde Stad , door die der eerftgemelde, ontnomen geweeft waren (q). En in 't begin des jaars 1348, erkende De- venter nog vierhundert punt fwarte tornoyfe, voor zoengeld, van Amfterdam ontvangen te hebben (r). De twift uüTchen de twee Steden was hiermede, voor eerft, bygelegd. De andere Hollandfche Steden, die Deven- ter , federt eenigen tyd, ook zwaarer tol- len hadden afgevorderd, kreegen, eerlang, bevel van Hertoge Willem van Beieren , Zoon van Vrouwe Margareet, om de inge- zetenen deezer Stad, op hunne oude tollen, te laaten vaaren (j). Amfterdam moeft zig, ondertuffchen, te vrede houden met zo veel vryheid van den Kotertol , als men , ten deezen tyde, hadt können bedingen. De Regeering der Stad, bezeifendc, hoe
veel 'er, voor den opkomenden Koophan- del haarer ingezetenen, aan gelegen ware, dat zy, in Holland niet alleen, maar ook in 'tStigt vanUtrec-ht, voor tolvry erkend werdt, bragt tewege, dat men haar, in't jaar 1350, tolvry verklaarde in Waterland (f). DeRe- o-eering van Staveren , de Biflchoppelyke tollen aldaar aan zig genomen hebbende, verklaarde ook, in 't jaar 1353, de Porten der vryen Steden in Holland tolvry (u). Am- fc) DUMBAR Deventer, bl. $14, jij.
(>) Handv. */. 67 [i«ij DUMBAR il, m.
\<l) Quitantie, in de Oude Kerke, Laaie XXVI.
(r) Qiiitantie ah boven.
(s) Zie DUMBAR il. si6. MlEHIs Charterb. II. Deel,
*'. 73 J.
(«) Handv. il. 24. («) Handv. il. iso. |
|||||||||||||||||
Zoen
tuflehen Deventeï en Am- fterdam. |
|||||||||||||||||
I348.
|
|||||||||||||||||
Amfter-
dam ver- krygt tol vryheid in Wa- terland en elders |
|||||||||||||||||
GESCH1E D E N 1 S S E N.
|
||||||||||||||||||
II, Boek.
|
||||||||||||||||||
119
|
||||||||||||||||||
Amfter-
dam v°egt zi.
aan de fabbel- Jaauw- Pie ■ *Me. |
||||||||||||||||||
dien zy aan zyne Vrouwe Moeder <*edaan
hadden, en hunne hulde ontving (ef. Hertog Willem, de gunft der Edelen en Hertog
Steden, die zyne zyde gekooren hadden, Willem noodig hebbende, vooral na dat hy, in 'tbelooft begin des jaars 1351, den Scheepsftryd voor J" 'J™ Veere verlooren hadt, beloofde hun, wat steden, laater, dat hy , ten naailen jaare, geene waaron- erffenijje, renten noch heerlykheden vercoopen, ^"£eok verfetten, noch weg geeven; geene Vryheden (lam Wa"s verpagten, noch geene Baljuwfchappen of te zullen' Schoutampten, voor 't leeven of erfelyk,inne?- opdraagen zou, dan by zynengemeenenRa-mQn' de en tien Hollandfche Steden', van wel- ken Amfterdam de vyfde in rang was; of deedt hy 't, zo zou 't niet, en van geener waarde zyn (ƒ). Hy begunftigde Amfter- dam, wat laater, nog in een ander opzigt: want, by eene Handveft van den vyftien- den December deszelfden jaars, 't verkoo- pen van uitheemfchbier,inKennemerland, Weftfriesland, Amftelland, Waterland en Zeevank, verbiedende , geeft hy aan de Stad alleen verlof, om, binnen haare vry- heid, zulk bier te verkoopen, als zy goed- vondt (g). Doch Hertog Willem, thans zo zeer in- Hy ver-
gewikkeld in den oorlog met den aanhang draagt zyner Moeder, hadt, kort te vooren, vrede j"sn's wde&' gemaakt met Jan van Arkel, Biffchop van Heerlyk- Utrecht, wien hy, in 't jaar 1348, den oor- heid van log verklaard hadt. De Biffchop beloofde Amftel, by 't Verdrag van Vrede, Hertog Willem ^hon te zullen beleenen met de Heerlykheid van van tj. Amftel, op gelyke wyze,als de Heeren van trechc Amftel dezelve van den Stigte plagten te houden, behoiidelick elk zyns rechts (h). Doch hy floot, in't volgende jaar, den vierentwin- tigften July, juifl op dezelfde voorwaarden, een Verdrag van Vrede met Vrouwe Mar- gareet (/), die hy, naar 't fchynt, zo wel als haar Zoon /onverkort laaten wilde in haar regt tot de Landen. Ondertuffchen, moet men niet denken, dat de Heerlykheid van Amftel, en de Stad Amfterdam in 't by- zonder thans meer afhangkelyk werden van 't Stigt, dan zy, federt eenige jaaren, ge- weeft waren. De uitdrukking behoudclick elk zyns rechts geeft wel te kennen, dat de Bis- fchop nog eenigen eifch op deeze Heerlyk- heid open hieldt; maar te gelyk,dat hem, van de andere zyde, deeze eifch niet toe- geftaan werdt. Voorts, hadden de Steden Delft, Haarlem, Leiden,Amfterdam,Alk- maar, Schiedam en Rotterdam zig verbon- den, om den Biffchop en der Stad vanUtrecht vyf-
(e) Zie Mieris II. Deel, tl. 7S«.7S°-
(ƒ) Zie Mieris II. Deel, tl. 795. (g) Privilegien van Haarl. tl. 3 5- (b) Zie MIRRIS II. Oeel, tl. 7yl, 793. («> Id. ibid. il. Sio, »U, Q2
|
||||||||||||||||||
Doch 't leedt niet lang, of daar ontftondt
een hevige twift tuffchen Moeder en Zoon, 5 ter gelegenheid, naar 't fchynt, dat Hertog Willem draalde met zyner Moeder bezegel- de Brieven te leveren, waarby haar eene jaarlykfche fomme,uit de inkomffcender af- geftaane Landen, werdt toegelegd («). Zo ver ging de afkeerigheid, dat Vrouw Mar- gareet zig, met eenen aanhang van Edelen, zogt te ftcrken, om haaren Zoon wederom te ontzetten van de Regeeringe; terwyl Her- tog Willem ook zyne vrienden hadt onder de Edelen, en vooral de voornaamfte Ste- den aan zig hadt weeten te verbinden. Die de zyde des Zoons hielden , werden Kab- beljaawwfcben genaamd , veelligt, om dat zy de magtigften waren, en als groote vis- ■fchen de minderen dreigden te verflinden. Die der Moeder aanhingen, heetten Hoek- fchen, om te kennen te geeven, datzy mid- del hadden, om hunne partyen te verkloe- ken, gelyk de Kabbeljaawso met den hoek gevangen wordt. Men vindt dat, reeds in 't bégjn des jaars 1350, Wolferd, Nikolaas en Fioris van Borfelen, onder deZeeuwfche, en. Dirk van Br ederode, onder de Hollandfche Edelen, zig verbonden hebben, om Vrouwe ï ''"reet getrouw te zyn. Jan vanNoor- deloM verbondt zig, wat laater, om haar t nen, doch niet tegen haaren Zoon, ten ware deeze haar eerft met de wapenen iantaftte (». Maar Hertog Willem floot, ir .en Verbond met die van Ark el, E and , Heemskerk en andere Edelen,
en met twaalf Hollandfche Steden, onder welken ook Amfterdam was, die allen be- loofden , hem te zullen handhaaven in 't Graaflyk bewind (V). Men kwam, van de eene en de andere zyde, tot hevige daade- lykheden, waarin ook die van Amfterdam de hand hadden. Eenige Hoekfche Sloten werden bemagtigd en vernield, door de Kabbcljaauwfchen. Het Slot te Geertrui- denberg,welk, door Filips van Polanen,die de Hoekfche zyde hieldt, bewaard werdt, ging over by verdrag (d). 't Schynt, daaren- tegen, dat de Hoekfchen eenigen tyd mees- ter van Dordrecht geweeftzyn, en dat Her- tog Willem toen, by eenen Brief van den zeventienden September des jaars 1350, te Geertruidenberg gedagtekend, de Landzaa- ten in 't gemeen en die van Dordrecht in't byzonder veroorlofd heeft Vrouw Marga- reet te erkennen; doch 't leedt maar tot in April des volgenden jaars, toen hy die van Dordrecht wederom ontfloeg van den eed, (<») Zie Minus Charrerb. II. Deel, hl. 771.
<*) Zie Mieris Charterb. II. Dnl, tl. 767,773,774.
,/'i Q,'°ot-flakaab. III. Deel, tl. z. Zie tok. MlKRlS II. Oeel, hh 77!. ^ * (d) Z,e Mukis II. Deel, il. 7!J,«««» 813, *4+.
|
||||||||||||||||||
J35o.
|
||||||||||||||||||
3
|
||||||||||||||||||
:5X.
|
||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||
IAO
|
||||||||||
vyfendertighonderd ponden en vierhonderd met geld en volk, boven verpligting, ge-Handves*
ponden zwarten tournois te zullen voldoen, diend hadden, op allerlei wyze, genoegen ten. in vergoedinge van zekere geleeden fchade te geeven. Aan zyne goede Luydenvan zy- J355' en gedraagen' kollen; welke penningen Her- ne Stede van Aemfielredamme onder anderen, tog Willem den Steden beloofde te zullen beloofde hy, by eenen Brief van den der- wedergeeven: ook verpandde hy haar, daar- tienden May des jaars 1355, in denHaage tegen, eerlang, zyne renten van Noordhol- getekend, dat hyze ontheffen zou van alre land, dat is van Holland benoorden de Maa- Borchtochten, die fy voor hem ghelooft had- ze, tot aan Kennemerland en Amftelland den; ende dat hyze quyten zou van al/ukken toe, en alle de goederen, die, ten behoe- gbelde, als fy voor hem beiaelt hadden, ende ve der Graaflykheid verbeurd verklaard wa- fy wettelyck betoogen mogten (0). By eenen Merk- ren (£). De zeven genoemde Steden, ne- anderen Brief van den zelfden dag, beves- waardig vens Geertruidenberg, Oudewater,Meden- tigde hy niet alleen de Handveft van Graa- Verbond ^fc. enviaardingen,flooten, in September, ve Willem den IV. van den jaare 1342, en ft^dam^" een onderling Verbond, inhoudende,, dat alle andere Handveften van de Graaven, erftien* » ZY' z'g onderwonden hebbende Hertog deszelfs Voorzaaten; maar hy verbondt zig andere „ Willem Her e te maken ende machtich fyns ook, om alle verouderde of verdonkorde 1 Holland- M Unds, en zig, ten dien einde, in zwaare Handveften te vernieuwen; hy beloofdezy- - Steden. " ^hulden hebbende gefteken, eikanderen ne lieve Stede van Jmßelredam nimmer te „ byftaan zouden, wanneer eene van allen zullen fcheiden van 't Graaffchap van Hol- „ daarom in ongelegenheid ofvyandfchap land; en hy verklaarde, dat een Poorter, „ kwame. Ook zouden zy, na 't affterven die zyn Lyf met recht e verbeurde, aan hem j, van Hertoge Willem , geenen anderen niet meer dan half zyn eyghelyke goedt zou j, Heer aanneemen, dan gelykelyk enover- mogen verbeuren, zullende de andere helft „ eenkomftigmetdeKeizerlykeBrieven(T)," blyven zynen wyve, wettige kinderen, en by welken de Landen, na Hertog Willem, regten erfgenaam. Volgens de Handveft aan zynen jonger Broeder , Hertoge Al- van 't jaar 13 42, verbeurde een doodflaager, brecht, waren toegezeid (m). . gelyk wy boven (bl. 110) zagen,niet meer Zoen Voor 't fluiten van dit Verbond, was 'er, dan twintig pond uit zyn goed, boven den
tuffchen op den vierden July, wederom een Scheeps- hals of de ballingfchap. Doch 't fchynt,
Vrouw ftryd voorgevallen by de Zwarte Waal,op dat men,om zwaarder misdaaden,ten dee- reetSen ^e Maaze, waarin Vrouw Margareet te kort zen tyde,fomtyds al de goederen verbeurd Hertog gefchooten was. Zy week federt naar En- verklaarde. En hiervan heeft Hertog Wil- Willem. geland, en bewoog Koning Eduard den III., lern de Poorters van Amfterdam willen be- die met haare Zufter,Fi/ipja, gehuwd was, vryden, verklaarende dat iemant wel min- om aan de verzoening met haaren Zoon te der, maar nooit meerder dan zyn lyf ende arbeiden. Hy wendde 'er, eenen tyd lang, helft van zyn goed zou mogen verbeuren, zyne poogingen toe aan. Doch de Zoen Eindelyk, ontheft hy die van Amfterdam werdt, eerft op den zevenden December ook van alle verpligting tot betering der fcha- des jaars 1354, te Bergen in Henegouwen, de, die zy hunnen Landsluiden van de Hoek- door bemiddeling van Jan van Henegouwen, fche zyde, in den jongilen inlandfchen oor- Heere van Beaumont, en Walraven van Lu- log, hadden toegebragt. Voort, zegt hy, xemburg, Heere van Liny, getroffen. Her- foo nemen wy op ons , ontheffen ende füllen tog Willem werdt verpligt, zyne Moeder ontheffen onfen goeden luyden van Jmfielre- om vergiffenis te verzoeken. Holland, Zee- dammeghemeynlyckalledoodjlaghe,roof,bran- land en Friesland werden hem, op nieuws, de, fchattinghe, rechteniffe [lees vechteniffe, afgeftaan. Vrouw Margareet behieldt al- dat is, gevegt, gelyk anderen (j>) te regt leenlyk zeker jaarlykfch inkomen uit dee- leezen] van lyve, vangheniffe, brekinghe van ze Landen, benevens het Graaffchap He- Huyfen ende vanVeßen, dat in defen oorloghe negouwen (n). Doch zy ftierf, kort hier- om des oorlooghs willen gefchiet is, ende dat na, op den dertigften September des jaars gheweeß heeft tuffchen onfer liever Vrouwen 1355. ende Moeder ende hare hulperen, ende ons en' Hertog Hertog Willem zag zig zo dra niet ge- de onfen hulp er en, f onder ons ofte yemande be-
Willem fteld in 't geruft bezit deezer Landen, of teringe daer af te doene (q). Volgens de ge- verleent ^y bevlytigde zig, om den Steden, die hem, woonte deezer tyd en en het regt des Lands, verfehl in den verzoenden binnenlandfchen oorlog, waren zy, die, in eenenburgerkryg,ande- rn- 1 * ren befchadigd hadden, gehouden tot ver- (k) Zit Mieris Charterb. II. D"l, U. 79S, «»»• ZOe-
(l) Groot-Plakaatb. III. Deel, il. 3. (#) Handv. */. 7$. [s]
(n) Mieris Charterb. II. Detl, bl. 727. (p) 2ie MlSRis Chartert). II. Dril, il. »42.
(n) Groot-Flakaatb..111, Dttl, U. 4- (f j Htndv. il. iiS. £+]
|
||||||||||
\
|
||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||
121
|
|||||||||||||||||||
II. Boek.
|
|||||||||||||||||||
digwas, herwaards begeven, en zogt zig
het Slot te Geertruidenberg , welk toen , door Simon van Teilingen, bewaard werdt, te doen in handen Hellen. Vrouw Magteld, die zig binnen Aath in Henegouwen bevondt, fchreef van daar brieven naar Holland , waarby de Edelen en Steden vermaand wer- den , om de Stad en 't Slot van Geertrui- denberg te befchermen tegen Hertog Al- brecht (y). In Auguflus , keerde Hertog Willem wederom naar Holland (V); en kort na zyne te rugkomft, befpeurde men, in hem, taftelyke blyken van krankzinnigheid; waarop hy, eerft in den Haage,vaftgezet; en naderhand naar Quesnoi in Henegouwen gevoerd werdt; alwaar hy, tot aan zynen dood toe, die in 't jaar 1389 voorviel, op- geflooten geweeft is (x). Doch in deezen Hand der dingen, herleef- Hertog-
de de voorige partyfchap der Hoekfchen Albrecht en Kabbeljaauwfchen wederom. Delaatflen wordt, waren, door Hertoge Willem, alommebe- $°?T., gunftigd, en hadden der Steden Regeering derHoek- in. Zy beweerden, derhalve, dat men,fchen,tot geduurende de ongeileldheid van Hertoge Ruwaard
|
|||||||||||||||||||
zoening met de befchadigden of derzelver
maagen,en tot boete aan den Graave.Doch van 't een en 't ander ontheft Hertog Wil- lem de Amfterdammers, om dat de'vyan- delykheden, ten zynen behoeve, gepleegd waren. Zo hadt hy reeds te vooren aan die van Leiden het doodflaan van Klaas van Zwieten vergeeven, en voor zyne rekening genomen af't gene die van Dordrecht tegen zyne vyanden gedaan hadden, en nog doen zouden (f). Ondertuiïchen, ziet men, uit de aangehaalde woorden onzer Handveft, tot welke uiterften, de partyfchap, in zo wei- nige jaaren, reeds gekomen was. 't Was by geen beftormen en vernielen van Huizen en Sloten gebleeven; maar't Land was met roof en brand, met vegten, vangen en dood- flaan, vervuld geweeft. En fchoon de he- vigheid, na den Zoen des jaars 1354, be- daard fcheen,herleefde zy egter geduurig- lyk, gelyk wy, wel haafl, zien zullen. 't Jaar 1355 was nog niet verkropen, toen
Hertog Willem, t'onvredeop deStigtfchen, die, na 't jongfle Verdrag, eenige vyande- lykheden gepleegd hadden, befloot, den Bis- |
|||||||||||||||||||
Willem, 's Lands Regeering aan zyne Ge- no^
maalin, Vrouwe Magteld , toevertrouwen moeft. Doch Hertog Albrecht, hiervan niet onbewuft, hadt zig, ondertullchen, ee- nen magtigen aanhang weeten te verkrygen onder de Hoekfchen, die eenpaariglyk (taan- de hielden, dat men hem , tot Ruwaard, Toeziender en Be/c hermer der Landen behoor- de te verkiezen: en zy bragten 't zo ver, dat hiertoe, den zevenentwintigftenFebriia- 135^- ry des jaars 1358, op eene Dagvaart der Edelen en Steden te Dordrecht, zelfs met bewilliging van Vrouwe Magteld, beflooten werdt (y). Hertog Albrecht werdt, ver- volgens , in de voornaamfte Steden van Holland en Zeeland, als Ruwaard ingehul- digd, zelfs te Amfterdam, daar men, te vo°oren, de Kabbeljaauwfche zyde gehou- den hadt. Hy beloofde, alommé, en ook Ook te hier ter Stede „ de Landen te zullen regee- Amfter' ren, by de goede Steden, en by den raad dam> der genen, welken hy,met gemelde Ste- den, daartoe neemen zou, opfulke goede Coflutnen ende recht, als zyne lieue Ouders voertyts 't Land gereghiert ende bekethad- „ den: alles behoudelic Ridderen, Knapen, ,. Steden, ende eenen yghelikenfyns rechts (z>" De brief was te Amfterdam gegeven, inde tegenwoordigheid van verfcheide Duitfche ° ° Ede- Cu) Zh Mixris Charterb. III. WH *ƒ• "» 2'-
(w) Aft. publ. Angl. Tem. III. ?■}' f- I++" (x) Vsdeil. Hift. III. Oul, f'- ff1' „. n . . (y) Groot-Plakaatb. IV. Oti', «■ »• «»• Olil, bl. j. Mieris Charterb. III. D«l, «• 19, 4° , 4J. Pnnl. van Haarl. hl. 3v- r ■, z) Handv. tl- 7'- UJ'
Q3
|
|||||||||||||||||||
St
ku,Iïeer- 4 **-
|
fi-hop van Utrecht den oorlog te verklaaren.
De oorlog werdt, van wederzyde , flerk voortgezet. Weesp en Muiden vielen, in 't volgende jaar, den Biffchop in handen. Doch Hertog Willem bragt hem, eerlang, zo zeer in 't naauw, dat hy genoodzaakt werdt tot het aangaan van een Verdrag , welk, den dertigften Juny des jaars 1356, ■op de Hoogewoerd by Utrecht, getekend werdt. Het behelsde, onder anderen „ dat „ de Biflchop Hertog Willem, als Graaf M van Holland, verlyden zou met deHeer- „ lykheid van Amftel, behoudelick hem ende „ zynre Kerken haaren pagt, gelyk van ouds, „ ende elckermakk zyns recht (ƒ): 't welk, met den Zoen des jaars 13 51 (0. overeenkwam. Hertog Willem deedt, in 't volgende jaar, een' keer naar Engeland , alwaar , zo 't fchynt,nog eenige zaaken te regelen waren xnet Koning Eduard, wien Vrouw Marga- reet, reeds in't jaar 1350, de Regeering haarer Landen,voor een bepaald getal van jaaren, afgeftaan hadt (u). Magteld, Dog- ter van Henrik, Hertog van Lancafier, en Gemaalin van Hertoge Willem, nam de Re- geering der Landen waar, in 's Hertogs af- wezendheid. Maar Hertog Albrecht, zo 't fchynt, bedugt, dat 'er, in Engeland, iet geflooten mögt worden , ten nadeele van zyn regt van opvolginge in 't Graaflyk be- wind, hadt zig, terwyl zyn Broeder uit'lan- (r) zze Mieris Charterb. II. Deil, tl. 804, S14.
Y' ??.e MlERis Charterb. III. Deel, tl. 1, 1. V\fr'eM^ voor, il. 119. (») \ad«l.Hift. ui. Dal, il. ï77, *J>«. |
||||||||||||||||||
x3'
|
|||||||||||||||||||
AMSTERDAMS II.Def.l.
|
||||||||||||
digden de Delvenaars de Sloten Polanen en
Binkhorft. De Ruwaard belegerde hierop- de Stad omtrent tien weeken agtereen, in de Lente des jaars 1359, en bemagtigdeze ten laatfte : waarna de ruft aldaar, voor eene wyle tyds, herfteld werdt. Te Haar- lem en te Leiden, was ook eenige bewee- ging geweeft (e), die , vermoedelyk, uit de zelfde oor zaak ontftaan was: doch waar- van ons, myns weetens, nergens cenig klaar befcheid nagelaaten is. Even weinig is my gebleeken, hoe't zig, Onder-
by deeze verandering der Regeeringe , te zoek, of Amfterdam hebbe toegedraagen. 't Is ge-^e ^. heel onzeker, of Hertog Albrecht ook hier^L"^ de wet buitens tyds verzet hebbe. Zulks Amfter- zou niet te wagten geweeft zyn, zo de Stad, dam, te" gelyk fommigen aantekenen(ƒ),voorheen,deezeI1oK derHoekfchepartye toegedaan geweeft wa-^énge' re. Doch wy hebben, uit egte (lukken, ge-WOonlyIC toond, dat zy altoos de Kabbeljaauwfche veran- zyde gehouden hadt. Zy hadt, 't is waar,dcrd ^' gelyk de meefte Steden van Holland, Her- tog Albrecht voor Ruwaard erkend; doch hy oordeelde, veelligt, dat zulks niet zeer van herten gefchied was; en zo hy dus ge- oordeeld hebbe, heeft hy, müTchien, on- tydige verandering gemaakt in de Wet. Maar 't zou ook zyn können, dat de Wet- houderfchap van Amfterdam zig zo fpoedig gevoegd heeft aan de zyde van Hertoge Al- brecht , die thans de magtigfte was, dat zy, daardoor, zyne genegenheid gewonnen heeft, en in't bewind gebleeven is. WatHetPa*" 'er van zy, ik vind niet, dat Hertog Al-toor' ^ brecht, ten deezen tyde, eenige verande-q^ ring te Amfterdam gemaakt heeft, dan dat Kerke hy Gerard Hert, die de Kerfpelkerk,zyndewordt ' de Oude Kerk,eenigen tyd kwalykbediend aan P£ hadt, van den dienft afzette, en het Pas- ^ op. toorfchap, in Juny des jaars 1359, aan Jan gedraa- van Alten opdroeg; in welke opdragt, merk- gen. waardig is, dat dezelve gefchiedde, op be- is59' vel van den Heere Hertoge, b-j gerne enen Raade der Heeren en Steden, toen tegenwoordig. [_Jus- fu Domini Ducis, per commune ConfiUum Do- minorum £f Villarum tune prefens (g)]. Kon En heC [ hierna,ftondthy het regt om deezePaftoo-Patroon' ry te begeeven aan zynen Raad, Gerrit van ^".£3 Heemflede, af. Ook gaf hy eene opengeval- aan G«1'' len Kapellaansplaats aan S. Katherynen - al- rit van taar, in dezelfde Kerke, aan Heere Ever'artfHeem- Ludekyn (h). Al dit gefchiedde, uit krag- ftc te van het Regt van Patroonfchap, welk de Graaven, hier te Lande, hadden, over alle Ker-
(t) Zie Mieris III. Deel, il. st, «7-
|
||||||||||||
Edelen van des Hertogs gevolg, op ten elfden
dach der maent van Maerte,in't jaer om he- ren du/ent drie hondert zeven ende vyftich, dat is, naar de wyze van rekening, die Hertog Albrecht volgde, en, volgens welke, het jaar met Paafchen begon, 1358- Aanmer- Men ziet, uit de voorwaarden, op wel- kingen ken Hertog Albrecht Ruwaard werdt, voor over zy- ggrß . dat ^e Edelen en Steden zekere reg- fteUing". »«»hadden, naar welken de Graaven ge- houden waren te regeeren; en ten anderen, dat zelfs de oude en welherbragte Coflumen of gewoonten een regelmaat verflrekten voor de Graaflyke Regeeringe. 't Laatfle was, reeds in 't jaar 1281, door GraaVe Floris den V. erkend, die, in eene Huwelyks- handeling tuffchen zyne Dogter Margareet, en Alfonfus, Zoon van Eduard den I., Ko- ning van Engeland, verklaarde „ dat de voorwaarden van het geflooten Huwelyk , geenen ftand zouden können houden, zo „ zy bevonden werden onbeftaanbaar te 5, zyn, met 's Lands Wetten en Gewoon- „ ten." [Quodfi forte pacla hujusmodi adeo formari & ajfecurari non pojfint, quodfecun- dum leges £? confuetudines term nofirce habeant perpetui roboris firmitatem, pro infeclis om- nia, quce promifimus, habeantur («).] Zoen der Wat laater, in't jaar 135^ betaaldede Stad we- gtad Amfterdam aan Dirk Foppens zoon, 's delftaSt" Hertogs Klerk, zeshonderd bruxer of Brus- felfche Schilden, die zy, wegens zekere be- lediging , den buuren van Kudelftaart aan- gedaan, jegens de Graaflykheid verbeurd hadt. De kwytfchelding , die door Her- toge Albrecht bezegeld, en op finte Lucas dacb, dat is, den agttienden Oclober des jaars 1358, te Geertruidenberg gedagtekend was, is in het eerfle Prhilegieboek der Ste- de f. 7 te leezen (b). Doch by welke ge- legenheid , of om wat reden, die van Am- fterdam den opgezetenen van Kudelftaart cenige fchade hadden toegebragt, is niet tot myne kenniffe gekomen. Bewee- Ondertuffchen, was Delft de eenige voor- gingen te naame Stad in Holland, die Hertog Albrecht Delft te niet hadt ingehuldigd, of die, na dat zy hem fnaatre ingehuldigd hadt, tegen hem opftondt. De Leiden, reden van deezen opftand fchynt geweeftte zyn, dat de Ruwaard aldaar, buitens tyds, eenige verandering in de Regeeringe maa- ken wilde, welke men hieldt te ftryden met der Stede Privilegien (c). Hieruit rees zo groot eene beweeging in de Stad, AztDirk Aderop gedood, en eenige anderen in heg- tenis genomen werden (ß)- Zelfs overwel- (4) Aft. publ. An?I. Tom. I. P. II. P- iSj.
(b) Zie ook. Mieris Charretb. III. Deel, kl. 6s. (e) ïiagra. Chron. Rhytm. in MATTH.BI Anal. 7m. t. p. 65- (d) Zit MiSRi« Chwteib. III. Ditl, **. 4t.
|
||||||||||||
(f) M. VOSSII Atnal. Libr. X. />. 331.
|
||||||||||||
.. MlSRis Chaitetb. III. Deel, bl. 99.
\h) MIERIS Chairerb. UI. Deel, bl loz, ioj. Ei RlE- ME» 's Ciaveah, I. Betl, il. 314. Aant. (j) |
||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||
II. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||
123
|
||||||||||||||||||||||||
geheel ander oogmerk gehad hebbe, ende
negentien perfoonen, naderhand, zwaarder gebreukt zyn, zou ik, by gebrek van egte aantekeningen, niet durven verzekeren. Nogtans wil ik niet ontveinzen, dat de eer- fte giffingmyde waarfchynlykfte voorkomt. De Stad, fchoon Kabbeljaauwfch, hadt zig van de eerften verklaard voor het Ruwaard- fchap van Hertoge Albrecht, en hem, in perfoon ,. ontvangen en gehuldigd. Doch de Ruwaard zal, waarfchynlyk, naderhand, zy- ne Hoekfche vrienden, op welken hy meelt vertrouwde, zowel te Amfterdam, als in andere Steden, ter Regeeringe hebben wil- len indringen. Maar dit heeft niet können toegaan zonder opfchudding, welke, door de negentien perfoonen, die ik voor Hoek- fchen houde, verwekt of gevoed geweeft zal zyn; waarom de Ruwaard hen zal heb- ben willen ontheffen van hun aandeel in de boete, die de overige ingezetenen, en on- der dezelven ook de voorige Regenten,om hunne Kabbeljaauwfchgezindheid, verpligc werden op te brengen. De opmerkende Leezer zal, ondertuilchen, deeze onze gis - fingen zeer wel weeten te onderfcheiden van 't gene wy voor egte Hiftorie opgeeven. Ruim een jaar voor 't verkenen van dee- i/rye uit*
zen Zoen, hadt Hertog Albrecht de Dor- watering pen Nieuwveen en Kalilagen beveiligd in van dc het regt van uitwatering, langs de Drecht ^?rPen en Amilel door Amfterdam, vry van dyk-en v>een en fluisgeld; welk regt deeze twee Dorpen, Kaïfla- eertyds, van Gysbrecht van Amilel en des- Sen door zelfs Broeder Willem , Prooit van S. Jan, J^91" gekogt hadden. De brief, hiervan ver- leend , was , den vyftienden November des jaars 1364, in den Haage getekend ('m). Amfterdam kogt zig, daarentegen, in't De Stad
jaar 1367, voor vier Ceulfche marck Lodichs koopt zig of Luikfch Silvers, fefiien loot voor de marckvr^ van ghereeckent, in 't jaar, vry van de tollen te ^" d Gouda en te Schoonhoven, de marktollen fchentol. uitgenomen; waarvan Jan van Blois, Heer 1367. van Schoonhoven en Gouda, der Stad brie- ven verleende, die, den twintigilen July des gemelden jaars, te Schoonhoven, getekend waren (0). Dat de Stad zig, Van tyd tot tyd, zogt Gelegen-
vrytekoopen van de tollen, die hier en heid> daar, door byzondere Heeren, binnens Lands Je%tli geheeven werden (p), was een tailelykbe-
haaren
wys van haaren toeneemenden Koophan- handel in
del. Doch zulks bleek nog klaarder, uit Zweeden de vryheid van handel in Zweeden en Dee-en Dee- nemarke, welke zy zig, ten deezen tyde, "uJrlid^ wift
(n) Zie Handy, van Rynl. */• 3 54.
(o) Handv. bl. 128. [12]. Mieris Charterb. m. Zeel, il. zo9. (p) Zie hier voor, W. 118.
|
||||||||||||||||||||||||
Kerken , die geene byzondere Patroonen
hadden. Sedert, verliepen'er eenige jaaren,zon-
der dat men veel van de partyfchap der Hqekfchen en Kabbeljaauwfchen hoorde. Doch op den vyfentwintigften Julydesjaars i364,ontftondt 'er eene merkelyke opfchud- ding te Delft, waarin drie perfoonen dood bleeven. Verfcheiden' Edelen, die de Iioek- fche zyde hielden, hadden de hand gehad in deeze beroerte. Doch 't fchynt, dat de Ruwaard zig ligtelyk met hen heeft laaten verzoenen (z), even als hy, in 't volgende jaar, het dooden van Willem Bort vergaf aan eenige Edelen, die ook altoos de Hoek- fche zyde gehouden hadden (£). Te Haar- lem, viel, omtrent deezen tyd, insgelyks, een opfland voor,waarin de gewezen Schout, Simon van Zaanden, de hand hadt, en die drie menfehen het leeven koftte (/). En Amfterdam bleef ook niet vry van bewee- ging, fchoon my nergens eenig klaar be- fcheid voorgekomen is van 't gene 'er, ten deezen tyde, voorviel. Men weet alleen- lyk, dat Hertog Albrecht zig, den zeven- tienden February des jaars 1366,verzoende met de Stede „ die, om menigen trouwen „ dienft, hem en zynen voorouderen gedaan „ en nog te doen, in alle haare Handves- „ ten en regten beveiligd werdt, mids zy „ den Hertoge tienduizend Schilden van „ vierentwintig Dordrcchtfche of Vlaam- „ fche grooten ieder fchild opbragt ; in |
||||||||||||||||||||||||
SPfchud
Sgte
Delft,
|
||||||||||||||||||||||||
i%ar-
|
||||||||||||||||||||||||
Vim.
|
||||||||||||||||||||||||
l366.
Stad
|
||||||||||||||||||||||||
^oent
barnet C°ee
Vht.
|
||||||||||||||||||||||||
35
|
welke fomme, alle de ingezetenen draa-
|
|||||||||||||||||||||||
gen zouden, negentien perfoonen uitge-
s, nomen, die de,voorwaarden van hunnen „ Zoen byzonderlyk aan den Ruwaard ver: „ bleeven hadden (2)." Ook vindt men, dat die van Amfterdam de boete, in welke zy verweezen waren, tenbehoorlykentyde, met tien borniert pont groet e betaald hebben (m). Of nu de beweeging, die gelegenheid gegeven hadt tot deeze verzoening, gellrekt hebbe tot verandering der Regeeringe van Kabbeljaauwfch in Hoekfch; en of de ne- gentien perfoonen van den Zoen uitgeiloo- ten zyn, op dat zy te genadiger van Herto- ge Albrecht, ten wiens behoeve zy, mis- fchien, gewerkt hadden , zouden können gehandeld worden; dan of de beroerte een (!) MIERIS Chartert». III. Deel, il. 171.
|.(4) Id. ibid. U. 179. (i) Id. ibid. */. 182. (*•) I. Piivilegieboek ƒ. 8. en Eylaagen L*. A. JV". z. (2) Zie de Bylangen L'. A. Ar. 1. en Mieris
Cbarterboek III. Deel, bl. 184; daar men ten onregte leeft Waeringhelden, in de plaats van Wiringerland, gelyk ons affchriftheeft; welk, naar het oorfprong- kelyke, dat inde Oude Kerke, Laaie XX., bewaard wordt, vergeleeken met het eerße Stads Privilegiebotk, f. 8., gemaakt is. |
||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
II. Deel.
|
||||||||||||||||
124
|
|||||||||||||||||
wegens elke Plaats aangefteld, geregtelyk
bewind hadt. De voorige Koningen van Zweeden hadden zulk een voorregt reeds aan eenige Steden hier te Lande verleend, en 't fchynt dat Kampen een van de eerften geweeft is, aan welken het zelve gefchon- ken werdt. Amfterdam fchynt het ook, al voor deezen tyd, gehad en gebruikt te hebben; doch de Stad werdt 'er, ten dee- zen tyde, in beveiligd. Zy kreeg, zo wel als de andere Plaatfen, regt „ om in haare „ Vkten (3)",zo werden haare Kantooren of Volkplantingen genoemd „ op Schoo- „ nen, en te Falfterbode in 't byzonder, „ Voogden te mogen zetten, die regtfpra- „ ken over alle haare burgeren en anderen, „ die op deeze Vkten lagen of woonden, „ tot halsregt toe; en die hierin hun by- „ zonder Stadsregt volgde. De bewooners „ deezer Volkplantingen mogten vry wyn „ en bier tappen, laken en lynwaat uitfny- „ den enverkoopen, en eenige handwer- „ ken oefenen. Zy mogten vry vilfchen, „ in de wateren van Schoonen, en daartoe „ hunne eigene Visfchuiten gebruiken, mids „ betaalende, van elke fchuit, eene halve „ mark Schoons. Ook mogtenze zig, on- „ der gelyke belafting, bedienen van hun- „ ne eigene wagenen en praamen. De „ Koopluiden mogten hunne eigene goede- „ ren, in de havens des Ryks, van 't eene „ fchip in 't andere overfcheepen; en bin- „ nens Lands, van de eene markt naar de „ andere, voeren, zonder tol fchuldig te „ zyn. Ook ftondt het hun vry, hun ge- „ weer te draagen, van fcheepsboord tot „ aan
(3) 't Woord Vkten is van eene onzekere bete-
kenis , en wordt ook overal niet even eens gelezen. In de Haiidveflen van Amfterdam , leeft men byna overal Vkten: en zulk een woord zou men van het Latynfche woord Victus, Leeftogt, Onderhoud, kön- nen afleiden, en by overbrenging doen zien op eene Plaats,daar men zyn onderhoud of kqfi won. Doch in de Privilegien van den Briel, bl. 42, 52. leeft men. voor Victen, Vitten; 't welk men wil, oudtyds, hutten betekend te hebben, en derhalve zou können zien op de tenten oïlogien, gelyk menze nu noemt, die de buitenlanders op Schoonen hadden opgeflaagen. By KiLiAMï, betekent Vitfe zwaare teenen of rys, en vitfelen teenvlegten: 't welk ook plagt te ge- fchieden, om hutten ter wooninge te maaken. Ein- delyk , hebben Witsemius, Chron. van Friesland, bl. 207, en Schotanus, 'Chron. van Friesland, bl. ior. voor Victen, of Vitten, Witten gelezen: welk woord, in KiLiAANs tyd, de huive of tent van een' Wagen betekende, en derhalven eertyds zeer wel voor eene tent of hut in't gemeen kan genomen geweeft zyn. Zo eene der twee Iaatfte leezingen de waare zy, zou men, in onze Handveften, voor Victen, ook Vitten of Witten leezen moeten. En deeze Iaatfte leezing vindt men, in de oudftp uitgave cener Handveft van Hertoge Albrecht van 't jaar 1391 [1392]. (Zie Handv. van Amft. druk van 1597. bl. 24.) en in de oudfte Affchriften van het zelve. |
|||||||||||||||||
will teverkrygen. Zie hier, by welke ge-
legenheid. Schoonen, een Landfchap in Zweeden,
was, eenige jaaren geleeden, in bezit ge- nomen door Waldemar den III., Koning van Deenemarke, die 'er , voorheen, eenigregt op gehad hadt (3). Magnus, Koning van Zweeden, hadt hiertoe zelfs aanleiding ge- geven , en was, daardoor, en uit andere oorzaaken, zo zeer in den haat geraakt der ZweedfcheGrooten, dat deezen Albrecht, Zoon van Albrecht, Hertoge van Mekelem- burg, in 't Ryk haalden, en tot Koning uit- riepen, in 't jaar 1363. Albrecht hadt, om zig in 't nieuw bewind te veltigen, niet alleen de hulp zyns Vaders noodig (r): maar hy zogt ook onderftand hier te Lande, die hem, onder anderen, door Amfterdam, Enkhuizen, Wieringen en den Briele , in Holland; door Staveren en Hindeloopen, in Friesland, en door verfcheiden' andere Nederlandfche Steden, beweezen werdt (j). Men weet niet zeker, of deeze onderftand in fchepen beftaan hebbe; hoewel zulks ten hoogfle waarfchynlyk is. Ook weet men niet naauwkeuriglyk, wat 'er mede verrigt zy. Alleenlyk blykt, dat Koning Albrecht, eerlang , Schoonen gedeeltelyk wederom veroverd heeft. Doch eer hy 't nog zo ver gebragt hadt, gaf hy, den vyfentwintigften July des jaars 1368 , allen den gemelden Hollandfchen enFriefchenPlaatfen, en Am- fterdam in 't byzonder „ vryheid om in „ Deenemarke, of in Schoonen, zo ver hy „ beide deeze Landen, binnen den tyd van „ 't Verbond, welk hy met Amfterdam en „ de andere Plaatfen gemaakt hadt, mögt „ magtig worden, te komen handel dry- „ ven, te water en te lande; zonder dat ,, zy , in geval van fchipbreuk, eenig ftrand- „ regt fchuldig zouden zyn; maar in tegen- „ deel vryheid hebben, om haare geftrand- „ de goederen alomme te benaderen. De „ tollen, welken men van allerlei waaren „ hadt te betaal en, werden ook, op eenen „ maatigen prys, geregeld." Doch 't by- zonderfte van de vryheid, die Koning Al- brecht , ten deezen tyde, verleende, was de beveiliging in het voorregt van elk der gemelde Plaatfen, en onder anderen van Amfterdam, om op Schoonen, en inzon- derheid te Falfterbode, aan den zuid wes - terhoek van Schoonen gelegen, eene foort van Volkplantingen of Kantooren te mogen hebben, over ieder van welken, een Voogd, (j) Alb. Krantzii Danis Libr. II. p. 34.
(r) Alb. Krantzii Dania: Libr. VII. p. 176. ld. Sue-
c]x Libr. V. p. 3 IJ. S. PUFENDORE Inl. tot de Zweed-
fche Hiftorie, H. 114, 117, 118, IM'» 124, MJ- (*) Handv. van Amft. bl. 51. [go]. Privileg- van den
Stiel, bl. 41. wiNSEMlus Chion, van Eriesl. bl. z°7- |
|||||||||||||||||
Zy on-
derfteunt
Albrecht,
Koning
van
Zwee-
den.
|
|||||||||||||||||
1368.
|
|||||||||||||||||
fly geeft
haar regt, om ee- nen Voogd op Schoo-
nen aan te Hellen. |
|||||||||||||||||
IL Boek.
|
||||||||||||||||||||||
GESCHIE
|
!2|
drecht ende mit den Cooplieden van Aelmanje
uitten Roomfchen Ryke, der Duytfiher Anze toehehoorende, om vier tonnen te leggen in 't gat van de Maaze (p). Hoe oud dit Ver- bond , ten deezen tyde, reeds ware, iSj myns weetens, nergens klaarlyk aangete- kend. Doch Albertus Krantzius geeft, op het jaar 1381, te kennen, dat de Hanze-Steden, reeds lang tevooren,vryen handel gedreeven, en openbaare Hallen ge- had hadden, te Brugge in Vlaanderen, te Londen in Engeland, te Bergen in Noorwe- gen, en te Novogrod in Rusland (.%•). 't Is my, ohdertuffchen, niet waarfchynlyk, dat de Nederlandfche Steden, en Amfler- dam in 't byzonder, lang voor 't jaar 1368, met die van de Duitfche Hanze, verbonden geweeft zyn, alzo ik 'er, voor dien tyd, ner- gens eenig gewag van gemaakt vinde. Wat nu 't Verdrag zelf betreft, welk met Koning Waldemar geflooten werdt, het behelsde dezelfde vryheden voor de Steden in 't ge- meen , en metnaame ook voor de Stad Am- fterdarn, zo wel in Schoonen als in Deene- marke, welken haar, in 't jaar 1368, door Koning Albrecht, verleend waren. Alleen- lyk merk ik aan, dat fommigen, in de af- fchriften van't Verdrag met Koning Walde- mar, Vesten,voor Victen of Vitten, gelezen hebben (j): doch anderen (2) leezen klaar- lyk Vitten,aan welke leezing ikagtdatmen zig houden moet. Wy moeten niet vergeten te melden, dat Koning Waldemar, by eene afzonderlyke Akte, beloofde, den Steden en daaronder ook Amfterdam, voor den tyd van vyftien jaaren, in handen te ftellen twee derde der inkomften van Schoonen, en eeni- ge Sloten, tot dat zy vergoeding gekreegen zouden hebben van de fchade, welke zy, in den jongllen oorlog, geleeden hadden. Doch na vyftien jaaren verloops, zou alles wederom keeren aan de Kroone van Deene- marke O). De verdragen, van welken wy fpreeken, werden, in 't jaar 1376, door Olaus den IV, Dogters Zoon en Opvolger van Koning Waldemar, bekragtigd (Z>). Van deezen tyd af, of eerder, ftelde de
Stad Amfterdam, veele jaaren agtereen, van jaar tot jaar, eenen Voogd op Schoo- nen aan. En Hertog Albrecht, toen niet meer Ruwaard, maar Graaf van Holland, ftondt haar , den zesden April des jaars ï3QI5 toe, datfy tot eeuixiighen dagen jaer- liex een Voocht fetten mögt op den Landen te Scho-
(y>) Privil. van den Eriel, */. 3 7-
(x) Wandal. Libr. IX. f- *°7- ' , ,, (y) Zie MIERIS Charterb. Ut. Deel, hl. IJl. |
|||||||||||||||||||||
„ aan hunne herbergen, en wederom van
„ d^ar te rug naar fcheepsboord; doch zo „ zy 't, by eenige andere gelegenheid, droe- „ gen, verbeurdenze, t'eiken reize, een „ mark Schoons. De goederen der over- „ leedenen werden door den Voogd aan- „ vaard, en aan de wettige erfgenaamen, ,j 't. zy binnens- of buitens Lands, uitge- „ keerd (»," Alhoewel nu de vryheid, van welke wy
1 fpreeken, alleen aan Schoonen, en in 't eerft nog maar aan een gedeelte van Schoohen be- paald was, alzo Koning Albrecht, in Dee- nemarke, niets te gebieden hadt; zo kan men niet twyfelen, of de Stad Amfterdam heeft, onder begunftiging der verwor- ven' voorregten in Schoonen, haaren han- del fterk voortgezet in 't Noorden. De ge- legenheid werdt haar hiertoe nog gunftiger, na dat zy, nevens de Wendfche , Pruisfi- fche, Lyflandfche en Nederlandfche Ste- den , met welken zy, ten behoeve van Ko- ning Albrecht, tegen Waldemar den III., Koning van Deenemarke, verbonden ge- weeft was, zig, in't jaar I370,metdeezen bevredigd hadt. 't Verdrag werdt, den vier- entwintigften May , te Straalzond in Pome- ren, getekend. De Steden, die het floo- ten, worden in deeze orde opgenoemd: de Wendfche en Pruisfifche Steden Lubek, Roftok, Straalzond, Wismar, Grypswal- de, Stettyn, Kolberg en Nieuw Stargard; voorts, Keulen, Hamburg en Breemen;de Lyflandfche Steden Riga, Dorpt,Revel en Pernau; de Steden aan de Zuiderzee en in Holland en Zeeland, Kampen, Deventer, Utrecht, Zwol, Haflelt, Groningen, Zut- fen, Bricl, Middelburg, Arnemuiden,Har- derwyk, Zirikzee, Elburg, Staveren, Dor- drecht en Amflerdam. Men heeft deeze Ste- den en veele anderen, van ouds, Hanze- Steden genoemd , naar de Hanfa of alge- meene Vergadering, welke zy, van tyd tot tyd, plagten te houden, tot bevordering van het onderling belang des Koophandels (u), welk haar ook fomtyds,gelyktendee- zen tyde, inwikkelde in oorlogen, waarin zy eikanderen byftonden. De Steden langs de Ooftzee en eenige andere Duitfche Ste- den zyn, naar alle waarfchynlykheid, vroegft in het Hanze-Verbond geweeft; waarom de verbonden Steden, in de veertiende eeuwe, den naam van Duitfche Hanze droegen (V). Zo leeft men, in eenen Brief van Vrouwe Machteldvan Voomevmden jaare 1358,dat zy overeengekomen was met de Stad Dor- (O Handv. 11. ji, ji. [so, 80],
(u) Zie vaderl. Hift. III. Deel, hl. joo. Aant. (z). (v) Vide A. Krantzii Wandal. Libr. IX. p. 2ij, Libr- X. p- *4i. Lihr. xu. p. 27z, Libr. XIV. p; 323. I. STUK,
|
||||||||||||||||||||||
itofier-
Phgaat
»evens
Beden,
erdrae
> met l'ra!de- Prden |.,Ko- 5}ng van ueene- Iwke. *37o.
|
||||||||||||||||||||||
(
|
z) DUMBAR Deventer, »»•""•. ,
|
|||||||||||||||||||||
<<:
|
) Zie Mieris Charterb. III. Deel , hl. 2Si.
) Zie scHRASSSRT Belehr, van Haidetw. *'/. téfï
|
|||||||||||||||||||||
R
|
||||||||||||||||||||||
I2Ó AMSTERDAMS II. Deel,
|
|||||||||||||
Schonen op haaren Victen \Vitten\ ende landt\
dat fy nu daer hadt, of naemaeh daer verkry- ghen mögt van den Coninck van Denemarcken (4), alle faken ende recht van der Stede we- ghen te bedryven ende te bewaren, als fy daer te doen hadt (c). Doch Hertog Jan van Beieren ftelde, als Heer van Voorne, in 't jaar 1402, van wege de.Stede van den Brie- Ie , eenen Voogd op Schoonen, voor des- zelfs leeven, aan (d). Amfter- 't Verbond van Amfterdam met de Han- dam ze-Steden en de Verdragen van vryen Koop- neemt handel in Zweeden en Deenemarke, wel- geeliely- ken daarvan de gevolgen waren, beweezen ke ge- ten klaarfte, dat Amfterdam begon aan te bouwen, walTen. Ook nam aldaar, in deeze eeuwe, het ftigten van geeftelyke gebouwen fterk toe. De Kapel der Heilige Stede, thans de Nieuwe-zyds-Kapel, ftondt 'er reeds, ten deezen tyde. Ook was 'er een Gafthuis , waarfchynlyk het Heilige Geefts- of S. Eli- zabets-Gafthuis aan de Plaats of Dam, alzo het zelve, in laater' tyd, toen 'er meer Gaft- huizen kwamen, het oude Gaflhuis plagt ge- Het Gaft- noemd te worden (e), 't Schynt zelfs , dat huis al- dit Gafthuis, ten deezen tyde, reeds eenig daar be- merkelyk vermogen hadt, alzo het, in 't jaar met^eV I37I» net onderhoud op zig nam van den onder- Heiligen weg, die, van den Amftel by de houd van Heilige Stede, tot heel aan Slooten liep, en, K^Hei kv eenen Schepenen-Brief van den negen- |
|||||||||||||
fterdam hadt ook, nevens de Edelen en Ste-^e'vys*
den van Holland, de voorwaarden bekrag- J^J& tigd van het Huwelyk, welk,den zevenden goede April des jaars 1377, tulTchen Katharina, Steden Dogter van Hertoge Albrecht, en Willem, van Hol' Hertog van Gelder, geflooten was. In het jf"^ Verdrag,hiervan gemaakt, werden de Ste-^srrjt. den van Holland, in deezen rang, opge- noemd: „Dordrecht, Haarlem, Leiden, „ Delft, Alkmaar, Amfterdam, Rotterdam, „ Schiedam, Geertruidenberg, Vlaardin- „ gen, 's Graavenzande, Oudewater, Mo- „ nikendam , Edam, Medenblik, Hoorn, „ Enkhuizen, Grootebroek: en de Steden „ van Zeeland, in deeze orde, Zierikzee, „ Middelburg, Briel, Weftkapelle, Vlis- „ fingen, Reimerswaale (h):" in welke op- telling, aanmerkelyk is,dat Briel onder de Steden van Zeeland gerekend wordt. Terwyl Amfterdam dus toenam in ver-Hertog
mogen en aanzien, kon 't niet agterblyven, AlbrecW of de Stad moeft uitgelegd worden. Ook JJerm?|^ befloot Hertog Albrecht,' om menigen trou- vG^e\i wen dienfi, dien de ingezetenen hem ghe der Sta<* daen hadden , ende noch doen moghen , de met ho»' vryheid der Stede te vermeerderen metderci, n, hondert gaerden buiten de voorige vryheid ;gaargt elk, die binnen deeze honderd gaarden of *•* roeden woonde, het zelfde regt en dezelfde vryheid geevende, die de inwooners der Stad, tot hiertoe, gehad hadden. In den Brief, waarby deeze vermeerdering van der Stede vryheid gefchiedde, en die den ze- venden January des jaars 1386 [1387J ge- tekend was (2),wordt het nieuwe voorregt gratie of gunfi genoemd; doch dat dit woord niet te zeer moet aangedrongen worden, blykt, uit de boven aangehaalde woorden zelven, waarin de Ruwaard erkend, dat hy deeze zogenaamde gunfi bewyft, om meni- gen trouwen dienfi, hein reeds gedaan, en nog te doen. Voorts, hebben wy, by eene andere gelegenheid (k), nog cenige ande- re aanmerkingen over deeze Handveft ge- maakt, tot welken wy den Leezer wyzen. Sedert dat Amfterdam met deGraafelyk- jjyge^c
heid van Holland vereenigd geworden was, haar se en zitting verkreegen hadt in de Vergade- Amfte^ ring der Edelen en Steden van 't Geweft,1*^.. fcheen de Stad te mogen worden aange-land merkt als afgefcheiden van Amftelland , eene waartoe zy oudtyds behoord hadt. Hertog merlc- Albrechtvondt egter geraaden, haar, op den ^a*rd_ vyftienden Maart des jaars 1387O388], eene veft. aanmerkelyke Handveft, met Amftelland en 138^ Gooiland in 't gemeen, te verleenen. Wy heb-
(6) Vide PONTANi Hift. Gelrix Liir. VIII. />. 3ifr
(i) Zie Handv. il. n. [«•] M) I. Deel, I. Beek, il- i», |
|||||||||||||
ligen
|
|||||||||||||
entwintigften December des gemelden jaars.
|
|||||||||||||
iq7i. ^oor ^e Prwifiors en hewarers der Heilige
Stede, aan't Gafthuis opgedraagen werdt (ƒ). De Stad De Stad werdt ook bellendiglyk gerekend doet, onder de goede Steden, met welker raad, nevens je Ruwaard , Hertog Al brecht, beloofd f,^!I!l' hadt, het Land te zullen regeeren: 't welk, over een onder anderen, hieruit at te neemenis,dat gefchü zy, in't jaar 1385, op 't verzoek van de met Dor. gtad Dordrecht, die geoordeeld werdt tegen V' de Graaflykheid misdaan te hebben, nevens '3 5- Hertog Albrecht en deszeifs Gemaalin, en nevens de Steden Delft, Haarlem en Lei- den , den zeventienden September, op eene Dagvaart in den Haage, uitfpraak deedt o- ver 't gefchil; volgens welke, Dordrecht, onder anderen, in eene boete van zesduizend Verder 0llc*e fchilden verweezen werdt (g). Am- (c) Handv. il. «i. [10.]
(d) Privileg, van den Briel, W. $*.
(e) Zie hier voor, i. oteif i. Boek, tl. 27, 2!,
(f) Oude Kerk, Laadt x. Handv. */. 421.
(g) Zie Mieris Charteib. xn. Dttl, il. 42«, 41?.
(4) Hertog Albrecht fpreekt, van eenen Kming
van Deenemarke. Doch Deenemarke, Zweeden en Noorwegen ftonden, federt het jaar 1389, on- der de Regeering van eene en dezelfde Koninginne, Vrouwe Margareet, die Koning Albrecht hadt doen onttroonen. Vide Alb. Krawtzu Daniam , Libr. VII. p. 176. sueciam, Libr. V. P< 3NS. ffandal. Libr. IX. p. 3,16. |
|||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||
II. Boek.
|
||||||||||||||
'O*-*
|
||||||||||||||
„ op de Dorpen geweezen, niet zou mo*
„ gen beroepen; doch dat een der twee par- „'tyen,op koften van hem, die ongelyk „ hadt, een vonnis te Amfterdam zoumo- „ gen haaien. DatBaftaarden-goed aan den „ erfgenaam kwam, indien de Baftaard zon- „ der wettige nakomelingen overleedt:" 't welk, by eene Handveft van den zesden December des jaars 1389, nader verklaard werdt „ dat aangeërfd of gegeven goed vati „ eenen Baftaard, die binnen Amfterdam, „ zonder wettige geboorte, overleedt, ko- ,, men zou op de erven van dengeever;en „ dat zyn moederlyk goed, tuflchen den j, Graaf en de maagen zyner Moeder, half „ en half gedeeld zou worden Qn). Dat „ alles, wat in deeze Keure niet gemeld „ Was, beregt zou worden na der befle re- „ den, hy vonnis der Schepenen, nae der handt- „ veflen, nae keuren, nae reebten ende oude „ coßumen der flede of landts, daar het voor- ,, valt." Wyders, is merkwaardig, dat alle de Steden en Dorpen van Amftelland en Gooiland verwillecoerden of beloofden , de Keuren, hun door Hertoge Albrecht ge- geven , te zullen naarkomen, behoudelyken de handtvefien, die zy van hem of zyne voor- ouders gekreegen hadden, en naar welken, de punten, die in deeze Keuren niet begree- pen waren, bef egt zouden worden (n). In 't zelfde jaar 1388, werdt Amftelland, Amftei"-
met de Steden en Dorpen daarin gelegen, dam en gevolgelyk ook Amfterdam, door Herto- wordt ge Albrecht, ontflaagen van het draagen totontflaaJ de koften der dykaadje van de Zype, een|ekoften groote Polder in Weftfriesland , van wel- der dy- ke, zo 't fchynt, reeds in 't begin der der- kaadje tiende eeuwe , gewag gemaakt wordt (0), I en die , te vooren, op 's gemeenen Lands koften , bedykt geweeft: zynde, omtrent dee- zen tyd of eerder, doorgebrqken was, en nu, zo fommigen aantekenen(p),wederom bedykt werdt. Hertog Albrecht verklaar- de, op Dingsdag na S. Lucien dag, zynde den vyftienden December , dat hy zynen Lande van Amftel voortaan niet vergen zou, meer aan de Zype te dyken, ten ware zulks ook, door de andere Landen en Steden van Holland, gefchiedde (q). In Auguftus te voo- ren, hadt hy diergelyke verklaaring ook ten behoeve van Rynland en Schieland gedaan (f). En federt fchynt het bedyken der Zy- pe , doof byzondere Heeren, ondernomen te zyn. Immers, de Haarlemmer Karme- liet (m) Mieris Charterb. III. Deel, hl.j\°.
(n) Handv. bl. yi. [7-] M,ERIS clia[terb- HI. Diel, |
||||||||||||||
hebben, hiervoor (7), reeds van eenigepun-
ten uit deeze Handveft gewag gemaakt. En 't zal hierna te pas komen, byzonderer van eenige andere punten te fpreeken. De merk- waardigften zyn „ dat elk, naar 's Lands „ regt" en Coußume of gewoonte, regt ge- „ fchieden zou, en wel by Schepenen-von- „ niife, in de Stad, of op het Dorp , daar „ de zaak voorgevallen was. Dat men nie- „ mant, die borg Hellen kon naar 't goed- „ dunken van Schepenen, vangen, bekom- „ meren, of te gyzcl daagen zou. Dat alle ,, misdaaden binnen's jaars vervolgd moes- „ ten worden, of dat 'er de misdaadige an- „ ders kwyt van zou zyn, ten ware hy, ,, voor dien tyd, voorvlugtig geweeft wa- „ re. Dat hy, die eene vrede brak binnen „ Amfterdam, zyn lyf en de helft van zyn „ goed verbeuren zou, behalve dat de hand- „ daadige borg ftellcn moeft, omzynemis-( „ daad te beteren, of men zou't rechten aen „ zyne rechter hand. Dat iemant, die Ding- „ fiooringe deedt, dat is, het geregt ont- „ ruftte, met vechtender handt, twintig pond „ verbeurde; en dat men,op gelykéboete, „ niet op Schepen of op feven (5) fpreeken „ mögt. Dat de Graaf, noch iemant van „ zynentwege geene Schepenen noch feven 5, corrigeren zou, zo zy op hunnen eed ge- j, vonnift hadden, ten ware de andere Sche- „ penen, onder eede, verklaarden, dat zy j, daarvoor myede of gefchenken genoöten 9, hadden, in welk geval zy twee-endertig }, pond verbeurden: en hun gewysde mögt „ nimmer in regte worden bygebragt. Dat „ de Amftellanders en Gooilanders niet 3, meer, omtrent de Stigtfchen, verbeuren „ zouden, dan de Stigtfchen omtrent hen „ verbeurden, in gelyke gevallen. Dat nie- „ mant beeilen weiden zou op den zeedyk „ tuilchen Amfterdam en Muiderberg, uyt- „ gefeyt die geringhede Vereken (6); doch dat j, die van Nieuwer-Amftel hunnen eigen „ Amfteldyk, het oude Loopveld, en de „ Kerklaan beweiden mogten. Dat, inOu- „ der- en Nieuwer-Amftel, in plaats van j, Afingen, zynde eene foort van buurf eg- „ ters, voortaan, Schepenen regt fpreeken „ zouden. Dat men zig van de vonniiTen, (l) Sladz. 113.
(5) De Regtfpraak van zeven, zesentuig ge-
ïlaamd, beftondt in eene uitfpraak van zeoennaaft- geërfden , over verfchillen, de Landeryen of gron- den betreffende, en hadt hier volkomen kragt van gewysde. Zie Handv. bl. 446. . (6) Wat geringde Verkens waren,zal men eenigs-
z\ns nader begreepen hebben, uit eene Keur, die, niet veele jaaren na 't geeven deezer Handveft, ichynt gemaakt te zyn ; in 't Keurboek A. f. 13 verfo gevonden wordt, en door ons (Ï.Deel, 1.Boekt bl. 30) reeds aangehaald is> |
||||||||||||||
'C]"ZU MELIS STOKE'« Ada, hl. 67.
(p) VELIUS Hoorn, <«• 10. YA Zie Mieris Charterb. III. Deel, il, (l) Handv. van fcynl. */. tl. R 2
|
||||||||||||||
51»,
|
||||||||||||||
/
|
||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
IL Deel.
|
||||||||||||
128
|
|||||||||||||
huldiging te Amfterdam werdt , eerlang, veftigten
gevolgd van eene beveftiging van alle der vermeer- Stede Privilegien , die daarenboven nog ïïeg- vermeerderd werden met dit byzonder voor- ten jer regt „ dat een van de Schepenen, of van stad. „ den Raade, met eenen Poorter der Stad, ,, eene Vrede maaken mögt, en met eenen ?) Poorter deswege getuigenis geeven; daar „ zulks, volgens de voorige Handveften, „ niet dan door den Schout en twee Sche- „ penen plagt te mogen gefchieden (#)•" Het regt van den Graaflyken Schout werdt dus , door dit nieuwe voorregt, eenigszins bemoeid, en dat der Schepenen en Raaden of Burgemeefteren , ja dat der Poorteren zelven, juift zo veel uitgebreid. Doch eer Zy vet- dit nog gebeurde, hadt de Stad, die't van krygt # haar belang rekende, om zig, op eene wet- ,Ma^0eu. tigewyze, zo veele Graaflyke Domeinen^yya- te verkrygen, als zy bekwaamlykkonde mag- ter in tig worden , 's Graaven Water binnen en eeuwig« buiten de Stad, het Gouden Water genaamd, ert~PaS'' en 's Graaven Maat in de Stad, die, door den Graaflyken Rentmeefter van Amftel- land, plagten verhuurd te worden , voor agt en veertig pond in't jaar, in eeuwige erf- pagt, gepagt. En hiervan werdt eene Hand- Iogo. vel! verleend, welke, des Woensdags na S. Lucien dag, dat is, den vyftienden Decem- ber des jaars 1389, in den Haage , getekend was (y). Tot opheldering derzelve, mer- Watdoot ken wy aan, dat, door de Maat, ongetwy- de Maf*. feld, verftaan wordt het regt om opzigt te [f ve^' ? hebben op de Maat van allerlei natte en aan drooge waaren, en om Meeters van dezelven aan te ftellen. 't Is zelfs niet onwaarfehyn- lyk, dat het woord Maat zo ruim genomen moet worden, dat 'er ook het regt der Waa- gt , dat is, het regt om goederen, die by 't gewigt verkogt worden, behoorlyk te doen weegen, onder begreepen zy. Zeker is 't, ten minfte, dat het regt der Waage, oud- tyds, tot de Graaflyke domeinen behoord heeft, 't Is niet minder zeker, dat het, al zeer vroeg, door de Stad bezeten geweeft is. En my is geene Graaflyke Handveft bekend , waarby het aan de Stad is afge- ftaan, zo het by deeze Handveft niet ge- fchied zy. Doch wat men, door het Gou- den Water, te verftaan hebbe, en waarom het zo genaamd zy , is tegenwoordig, in 't algemeen, zo bekend niet. 't Laatfte is ten minfte bezwaarlyk te zeggen. Ook heefc het niemant der Befchryveren van Amfter- dam, tot hiertoe, ondernomen. Wy können 't ook niet doen, met verzekering, dat wy niet zullen mistaften. Nogtans zullen wy 't
fx) HannV. hl. 7+. [1».]
(y) Handv. bl. 2. [9.") |
|||||||||||||
liet Joan Gerbrandszoon van Lei-
den heeft aangetekend, dat Willem, eerfte Heer van Schagen en natunrlyke Zoon van Hertoge Albrecht,een groot en fchoonfluk Lands, uit het Eiland van de Zype, digt by het Dorp S.Maarten, bedykt heeft, welk hy het nieuwe Land [novam terramj noem- de o> De Stad De jongfhe overeenkom!! tuiTchen Am- raakt op fterdam en Deventer, wegens denKotertol nieuws jretroffenCO» werdt niet zo volkomenlyk on- m«De- derhouden, of daar ontftondt, van tyd tot venter tyd, nieuw gefchil tuiTchen de twee Steden: over den 't zy dat de tollenaars meer tol vorderden Kotertol. ^m hun toegeweezen was,'t zy ook dat de handeldryvende ingezetenen van Holland, en van Amfterdam in 't byzonder fomtyds middel vonden, om den verfchuldigden tol te ontgaan. Men vindt, dat de Tollenaars van Deventer, reeds in't jaar i3Ó8,eenige Hollandfche goederen hadden aangehaald, die op den tol verzweegen waren geweei!: waarover Hertog Albrecht eenen fcherpen brief aan de Wethouderfchap van Deventer liet afgaan. De Wethouderfchap zondt, fe- dert, op 's Hertogs vrygeleide, Gemagtig- dén naar den Haage,en 't gefchil werdt ge- vonden (u). Doch 't blykt niet,dat deeze aangehaalde goederen Amfterdamfchen ge- weef! zyn. Zeker is 't egter, dat Amfter- dam , omtrent deezen tyd, over 't betaalen van den Kotertol, wederom gefchil met De- 'tWordt venter gehad heeft, welk, in July des jaars bygelegd. 1388, bygelegd werdt, in een Verdrag by voorraad, inhoudende „ datdie van Amfter- dam , voortaan, een ouden Vranckryckfche '', of Keyfers fihilt y of de waarde daarvan, „ aan tol betaalen zou, tot dat de zes Steden, „ Kampen, Harderwyk, Amersfoort, Haar- „ lern, Leiden en Delft, deswege nadere „ uitfpraak zouden gedaan hebben (»)••" Amtier- Hertoge Willem van Beieren, in de Len- dam doet te des jaars 1389, overleeden zynde, werdt eene Hertog Albrecht, die Holland, tot hiertoe, ee^ftk onder ^en titel van Ruwaard ' gei*egeerd
fangHer-hadt, alomme, voor Graave erkend. By toge Al- deeze gelegenheid, werden hem, door de brecht, Steden, vrywillige giften gedaan. Enfom- nu Graaf mjgen hebben, uit oude gedenkftukken, aan- deiT.01" getekend, dat hy van Haarlem 5000, van Delft 4000, en van Amfterdam 3000 pon- den ontvangen heeft O); waaruit het ver- mogen der laatftgemelde Stad ten deezen tyde, in vergelyking der twee anderen , ee- Hy be- nigszins is af te neemen. 's Graaven in- |
|||||||||||||
(s) JOANN. A I/EYDIS Libr. XXXII. Cap, z%.
(t) Zie hier voor, il. ns.
(«) DUMBAR Deventer, il. S19'
(v) Handv. il. «7 [rfii.]
(w) Vossn Annal. Var, XIII. p- +°*-
|
|||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
II. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
129
|
|||||||||||||||||||||||||||||
de Schuttery nog in wezen was, en, onge-
twyfeld, de Viffchery in de Stads graften behieldt. Met Gouden Water wordt, daar- enboven , klaarlyk van de Stads graften on- derfcheiden, in eene Keur van den jaare 1479, die dus luidt: Item dat oick nyemant en moet dat gouden water noch der flede graf. ten vijfchen in gheenre manyeren, anders dan alleen mitten angel op een boet van 11J ® (e). Ook wordt het, in eene Refolutie der Vroed- Jchap van den jaare 1555 , onderfcheiden van de veflen buyten, ende de fluifen binnen defer Stede (ƒ). Maar zo het Gouden Wa- ter de Stads graft niet geweeft is, dan kan het geen ander water, in en buiten de Stad, geweeft zyn dan het water van den Amftel, welk door, of het water van het Y, welk langs en in de Stad liep, en die beide Gou- den- of Landwater können genoemd geweeft zyn, om dat zy,van ouds, langs het Land van Amftel geloopen, of hét zelve doormee- den hadden. En men zal naauwlyks twy- felen können, welk van beide ons Gouden Water geweeft zy, als men aanmerkt, dat, nog tegenwoordig , van tyd tot tyd, van Stads wege, verhuurd wordt de Viffchery in het Gulden Water, gelyk het nu genoemd wordt (g), welk zig ftrekt, van de Beurs- fluis af, tot buiten de Stad , in den Am- ftel, by Meerhuizen toe. Het Gouden Wa- ter is, derhalve, het water van den Am- ftel , binnen en buiten de Stad. De naam is alleenlyk, van Gouwen-, in Gouden-, en eindelyk in Gulden-Water veranderd Eer wy van het Gouden-Water afftappen, mer- ken wy alleenlyk nog aan, dat de agt en veertig ponden 's jaars, waarvoor het zel- ve , nevens de Maat , verpagt was , den vyfden Auguftus des jaars 1393, door Her- toge Albrecht, aan 't Karthuizers Kloofter buiten Amfterdam gefchonken werden. De brief, waarby zulks gefchiedde , is nog nooit in 't licht gegeven. Men vindt dien, in een Vidimus van Schepenen en Raaden, welk, tuffchen Stukken van 't jaar 1501, in 't eerfte Sra* Groot-Memoriaal,f. 239 ge- boekt , en hier agter, onder de Bylaagen (h), te leezen is. Hertog Albrecht hadt , nog Ruwaard
zynde, in't jaar 1388, by raade van zy- nen Raad, van de gemeene Steden van Hol- land en Zeeland, en ook van Amfterdam beflooten, eenen gouden penning te doen munten, die Dordrechtf che Schild genaamd werdt, en voor veertig grooten gangbaar zyn zou. Zulke grooten befloot men, ten zelf-
r«) Keutb. A. ƒ. ios. C. f. is.
(f) Refol. Vioedfch. N. I. s Jan. ijjj,
<g) Zie Handy, bl. 7+*- [3°;-]
(b) Lr. JB.
R3
|
|||||||||||||||||||||||||||||
't waagen, den Leezer voor te houden, \
gene ons onze nafpooringen van dit duifter punt der oude gelegenheid en Hiftorie dee- zer Stad, met de meeite waarfehynlykheid, hebben opgeleverd. De naam van Gouden Water moet ons
niet doen denken om het bekend metaal, Goai.geheeten. Ons Amftellandfch water, en onze loffe Amftellandfche grond leve- ren geen het minfte goud uit. 't Is hierom niet te vermoeden, dat men hier een Wa- ter , naar het Goud, zou genoemd hebben. Maar men noemde, van ouds, de Landen, Gouwen (z). Voor Ooflergo en Wefiergo, zynde het ooftelyk en weftelyk gedeelte van Friesland, zeide men, eertyds, Ooftergou- we en Weftergouwe : en nog tegenwoordig wordt het Landjchap aan de Haine , in 't Franfch Hainaut, in 'tNederduitfch Hene- gouwen genaamd. En hierom komt my zeer waarfchynlyk voor, dat Gouwen-Water, of by verandering Gouden-Water (gelyk men , voor Vleefchhoumr, Vkefihhouder plagt te fchryven («)) zo veel als Landwater be- tekent. De Gouwe, cene gegraaven Vaart door 't Land by Gouda, plagt van ouds de Goude vaart,dat is, de Landvaart genoemd te worden (¥): en het Water tuffchen 't Eilandje Marken en Waterland wordt, veel- ligt, de Goudzee genoemd, om dat hettus- fchen de Gouwen of Landen loopt. Vraagt men nu, waar ons Amfterdamfch Gouden- of Landwater geloopenhebbe;wy antwoor- den , dat denaam van Gouden Water zo zeld- zaam , in onze oude Stads Papieren, voor- komt, dat men daaruit weinig lichts om- trent de waare plaats van het zelve haaien kan. Uit de Handveft, welke wy onder- zoeken, blykt, dat het binnen en buiten de Stad liep. Hertog Albrecht verpagt zyn Water, gheleghen binnen der Stede ende daer buyten, gheheeten dat Gouden Water. Even- wel , moet men 'er, zo 't ons voorkomt, de Stads graften , zynde ten deezen tyde de Voor- en Agter- burgwallen, niet door verftaan ; want de Viffchery in de Stads graften werdt, in 't jaar 1394, aan het Schutters-Gilde, welk naderhand de Oude Schuttery genoemd werdt, gefchonken (c): en de Viffchery van het Gouden-Water kwam, eerft jaaren laater, aan twee federt opgeregte Schutteryen, te weeten, de jon- ge Schuttery van de Voetbooge en de Schut- tery van de Handbooge (J), terwyl de Ou- |
|||||||||||||||||||||||||||||
fit de
"aam Neke-
iie? |
|||||||||||||||||||||||||||||
*o
|
|||||||||||||||||||||||||||||
?t
|
|||||||||||||||||||||||||||||
1393-
|
|||||||||||||||||||||||||||||
til
|
ioet
|
||||||||||||||||||||||||||||
Hertog
Albrecht munt by raade on- der an- deren van Am- fterdam.1 |
|||||||||||||||||||||||||||||
fs) mit Jünii Gloflär. Gothlcum. V«<* Gauje p. ui.
KlLiANi Diaionat. Voce GüUW. (a) Croot-Memor. N. I. f. IS8.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
(O Handy, hl. 1+0. f ico']
(d) Handr, bl. ,4Ii j-^, j |
III. Diel, iL j*.
|
||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||
*3° 1
zelfden tyde, ook van nieuws te doen (laan
(z). Doch 't zy dat dit beflait niet uitge- voerd werdt; 't zy dat Hertog Albrecht voordeel zag in op nieuws diergelyke pen- ningen te doen munten; hy beüoot, Graaf geworden , by gelyken raade , in 't jaar 1393 , een gouden Hollandfchen Schild van gelyke waarde en een zilveren groot met derzelver gedeelten te doen munten (#> By deeze nieuwe munt, zou men, voortaan, alleen hier te Lande koopen en verkoopen mogen. De vreemde munt, welke men hier vondt, diende den Koopman, om met dezelve zyne inkoopen buitens Lands te doen. En om dezelve, ten zekeren bepaalden pryze, voor de Graaflyke Itandpenningen te können bekomen , kon hy zig vervoe- gen in 's Graaven Wijjelen of Wiffelbuizen, die, ten deezen tyde, in alle of de meefte Steden, waren opgeregt. In ieder van dee- ze Willelhuizen, was een Graaflyke Wis- selaar aangeiteld : in den WiiTel te Dor- drecht, daar de Munt was, waren'ertwee. En deeze Wiflelaars moeiten den Koop- ■ man, voor inlandfche , vreemde, en ver- moedelyk ook voor vreemde , inlandfche penningen leveren ; voor welke verwiife- lingen, zy maar twee penningen Hol- landfch van ieder Schild genieten mog- ten (/). De Wijjel werdt fomtyds door den Graave verpagt (m): fomtyds aan de Steden gefchonken (n). Te Amfterdam, werdt dezelve, in 't jaar 1417, door Vrou- we Jakoba , aan den regeerenden Burgemees- ter Tsbrand Heynen gegeven, dieze, reeds voorheen , waargenomen hadt (0). Behalve den Graaflyken Wiffelaar, mögt niemant zig het wiffelen onderwinden. Doch het in- voeren der Wiffelbrieven deedt, door den tyd , den Wiffelhandel geheel van natuur veranderen: de Graaflyke Wiffel werdt noo- deloos, en 't verwiffelen van geld, dat nu veel minder gefchiedde dan het plagt, een handel, die aan elk vrygelaaten werdt. |
|||||||||||||||||||
er we-
|
|||||||||||||||||||
waren (p). Ten deezen tyde, was
derom gefchil over ontilaan, tuffchen Dor- drecht ter eener,en de meefteHollandfche Steden, en daaronder ook Amfterdam, be- nevens eenige Dorpen, ter anderer zyde, die egter thans zo veel vermogten op Her- toge Albrecht, dat hy ,om andere redenen, ook op Dordrecht misnoegd Qq), de Steden,
1394-
by eene Handveft van den tweeden January
des jaars 1393 [1394], die den dertienden Oclober daaraan, door zynen Zoon Willem, Graave van Oofiervant, beveiligd werdt, van het Dordrechtfche Stapelregt, en van alle ongelden, die te Dordrecht plagten gehee- ven te worden, voor altoos, vry verklaar- de (r). Doch die van Dordrecht, gelyk zy naderhand beweerden, op deeze vryver- klaaring ten behoeve der andere Steden , niet naar behooren gehoord geweeil zyn- de, willen zig in 't bezit van het Stapel- regt, ook door de gunft van eenige volgen- de Graaven, te handhaaven. En men was den anderen Steden niet verder te wille , dan dat het Dordrechtfche Stapelregt, by laatere Handveften, in eenige opzigten, be- paald werdt (j-). Het Ambagt, of Ampt van Stads- of Ge- Hst Bo-
regts-bode plagt, vanouds, alomme, en^^p ook in Amfterdam, door den Graave, be- aan jg geven te worden. Dit Ampt, welk thans, stad. hier ter Stede, door Daniel Sappel,'s Graa- ven knegt, werdt bekleed , werdt , door 1303- Hertoge Albrecht, by eene Handveft van den eenentwintigften January des jaars 1394 [1395], na dat Sappel overleedenzouzyn, ten eeuwigen dage, aan de Stad afgeftaan. In de zelfde Handveft, werden de Qiiaack-T>obb& borden, vermoedelyk, Tiktakborden, en Dob- ^°°0, belfchoolen, die, in andere Steden, zelfs uit den> kragte van Graaflyke Privilegien, openlyk gehouden werden (?), binnen Amfterdam, uitdrukkelyk verbooden. De Tynze-pen- ningen of erfpagt, die de Graaflykheid op zekere Hoffieden of erven in de Stad te vor- deren hadt, werden aan dezelve, om tien ponden tien fchellingen ?s jaars, verhuurd. Eindelyk , werdt verklaard , dat niemant Schout, Schepen of Raad zou mogen zyn, dan die zeven jaaren Poorter geweeil was O): uit welke laatlle fchikking, fchynt te mogen worden afgeleid, dat de Stad reeds zo ver in getal van Poorteren toegenomen was, dat zy Perfoonen genoeg tot de Re- gee-
(p) V,de Wilhelm. Procurat. ad anttum 132J. P<-
<40, S+t.
(q) Zie Mieris Chartetb. Hl- Deel, *'• 6l6 > 6z7'
(r) Zie Handv. bl. 26, 27 [IO > "•]
(s) Zie Vadeil. Hi(t. V. Deel, il. 188 enz.
(t) Zie Mieris Charterb. IV. Dtel, bl. 741» 77°»
(o) Handv. bl. iU. [11.]
|
|||||||||||||||||||
Wat 's
Graaven IViffel in deSte- den, en te Am- fterdam in 't by- zonder geweeft zy? |
|||||||||||||||||||
Amfter-
dam en andere Steden verfchil- len met Dor- drecht over 't Stapel - regt. |
De Stad Dordrecht, eene der oudite Koop-
lieden van Holland, hadt, by verfcheide Handveften, verkreegen, dat de meefte waa- ren, diedeMerwe en Lek op- of afgevoerd werden, aldaar of verbodemd en geveild moeiten worden, of zeker regt betaalen, vjtWStapelregt, of Marktregt genaamd werdt. 't Betaalen van dit Regt viel den anderen Hollandfchen Kooplieden laftig, die fom. |
||||||||||||||||||
tyds door de Graaven befchermd geworden
|
|||||||||||||||||||
(i) Mieris Chaiterb. III. Deel, il. 5<=+. ,
\k) ld. 111. Dtel, bL 593.
tl) ld. III. Deel, II. 50J.
(«) ld. II. Deel, il. 209. IV. Deel, bh IJ4, l;i.
(n) ld. II. Deel, il. 806, 807,
(0) ld. IV. Deel, il. 429.
|
|||||||||||||||||||
II. Boek. GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||
131
|
||||||||||
9flM ., ,. • -n Gewapenden. Timmerl. Metfei. Smids. Arbeide
geering uitleverde, die zeven jaareni'oor- Alkmaatj g00, s. $. Si ____
ters waren geweeft. Amsterdam- 3°°- 5» 5-
|
||||||||||
^ifefche Men moet zig geenszins verwonderen, Rotterdam. 200. ——■ 4. 4.____„
r'°tiog. dat Hertog Albrecht den Steden, en Am- Schiedam. 100. 4- 3- 3.-------
fterdamin't byzonder, omtrent deezentyd, °"dne„w*^- ];5°- f l' f------
r, . , •> „. TT 1 n. 1 j Schoonhoven. 250. 6. 5- 3» •------.,
verfcheide gunftige Handveiten verleende; Gouda, 400. 10. 5- 5- ■ *
hy hadt derzelver byftand noodig in den Beverwyk en
Friefchen oorlog, dien hy in den zin hadt. Wyk op Zee. 100. 4. 4. 4- -----*■*
De Friezen, den ftorm ziende aankomen, Geertruiden-____________^
flooten,in de Lente deezes jaars, een Ver- Heusd'en. 80' —__ ■ . .. ■__ 8*
drag met Fredrik van Blankenheim, BilTchop 'sGraavenza»de.2o. —■-----'<--------- 4.
van Utrecht, die zig verbondt, om Herto- Vlaardingen. 20.------------------4.
ge Albrecht geenen onderiland noch door- Medenbiik. 100. 4. 3. 3. -_-
ö 1 , p. ,, , . Monikendam. 100.------------------■■—- 8.
togt door t Stigt te zullen verleenen,mge- Edam> so-____________, 6
val hy Friesland met de wapenen mögt wil- Enkhuizen. »50. -----. 3. 3. ----«-
ien aantallen (V). De togt moetl, derhalve, Grootebroek. 50.------------------6.
te water ondernomen worden; waartoe, van Woudricheirr. 60. _£•_ __*•___*; -j—
alle kanten, met naame uit Holland en Zee- Middelburg. 500.' 20. 10. 10. ■—__.
Mer- land, Schepen verzameld werden. Am- Zierikzee. 500. 2c. ïo. 10. ■-
'"Me- fterdam leverde, tot den zelven, eenige Reimerswaale. 60.-----------.----- 8.
g£ groote en vyftig kleine Schepen. De Vloot Jhooien^ Ä ----------------_ 8.
VP6n landde aan de Kuinder , m Augultus des Land van
l3oó Jaars I39(^5 de Friezen werden geilaagen, Voorne. 100. 4, 4. 4, ____
en een gedeelte derzelven genoodzaakt, Weftkapelle. 20.------------------4.
Hertog Albrecht voor Heer aan te neemen H^^aive Z°' ' 4'
(w). Doch 't leedt flegts tot in de Lente d^knegtenJ 100. __- -■ - - -- , -___«
des jaars 1398, toen de Friezen, tegen Her- Goes. 40.----------------— -----,__
toge Albrecht zynde opgeflaan, wederom ' ------------•----'——-----
met de wapenen bedwongen moeiten wor- S98s' *$£• Iöt* I00, ?2'
den. Men vaardigde, uit's Hertogs naam, - . , , ^T v 1 *
brieven af aan alle de Steden, en ook aan , Behalve de manfchap, die van de Ste
*398 Amfterdam, die, den tweeden May des ge- ?en#™£df ^ wef' werden, van de Hol* . melden jaars, in den Haage, getekendla- ^fcheEdelen, ló^vandeZeeuwfchen, S ren. Van elk deezer Steden werdt zeker 800 gewapenden gevraagd (*), en buitens
f getal van gewapende mandfchap , hand- {fids werdt ook Tuüp gezogt. De Steden > werksluiden en arbeiders begeerd: van Dor- Haarlem , Delft Leiden en Amflerdam drecht daarenboven een groot deel horden, fchootIeJn Uftop Albrecht ook zekere fom- vermoedelykgefchikt,omde kuilen te be- ™eSfel£? teïy' binnen fen Jaar na daC dekken,die^Fnezen,^ zig ongenaakbaarder te maaken, gedolven ^ dan zou menZe op zyne eerile bede
hadden (x). Van Amfterdam werden drie- n korten> HaarIem hadt 50oo,Delft honderd gewapenden, vyf Timmerluiden , Qude Schilden,Leiden 3000, en Am*
vyfSmids, en vyf Metfelaars gevorderd, l^ Dordrechtfche guldens ge-
Doch op aat de Leezer de tegenwoordige 'fchooten (fl)# Voorts , werde&n weder*m
magt deezer Stad, m yergelyking van die , geleverd tot den togt. Van An> 4er andere Steden, te beter begrypenzou, ft £ ^ oftdef andeër ief
zullen wy hierby eene nette Lyfl voegen te gchepen gevraagd, in ieder van welken, van 't gene van alle de Steden van Holland ' b/overfs gem*tfdd £ b Vieder ^ en Zeeland begeerd werdt. Zy is uit een 7elken, een &. meC 'J^ * d ZQU oud ftuk getrokken (y). worden> 0ok ^ ( £e AJtad^a, de r, r .; . ^ ., haring gekogt en gepakt, die 't Krygs- en
t**Jt^^^^^2S *****>* sebfuiken zou (*)• De verza'
Haarlem. 600. 20. 10. ie------- melplaats van 't Leger was te Enkhuizen.
Delft. 500. 20. 10. 10. —■—- De groote Schepen, die uit Zeeland en tut
Leiden. 400. 10. 5. 6- —----- de Maaze kwamen, voeren buitenom door
het Marsdiep ; de kleine fchepen binnen
l*\ *2.d- Matthäus «^Anonym, de RebusTJltraj.», jj. ,, QOO?,
\ > •£? Vaderl. Hirt. in. Deel, tl. at enz. (2) Mieris Charterb. ill. Deel, tl. 673, &T%.
V' „MiKRis Charterb. III. Deel, tl, 670. («) Zie Mieris Chaiterb. III. Deel, tl, 671,
(IJ ld- ibUl. H. «7e. {t) id. ibid. tl. «»•
|
||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||
i32
|
|||||||||||||||||||||||
door, door Haarlem en Amflerdam, der-
waards (<;). Hier werdt al 't volk gemon- fterd. De Graaf van Ooflervant hadt het opperbevel over 't Leger. De Vloot land- de in de Lemmer , en 't Leger trok voort naar Staveren, welk bemagtigd werdt (d): waarna die van Ooftergo enWeflergo,den eerften Auguftus , wederom een Verdrag van verzoening met Hertoge Albrecht en Graave Willem flooten te Staveren, welk, door 's Hertogs Raaden en door de Steden Dordrecht, Haarlem, Delft, Leiden, Alk- maar, Amflerdam, Middelburg en Zierik- zee, bezegeld werdt (O- De Friefche oorlog hadt, midlerwyl, de
Steden in 't gemeen en Amflerdam in'tby- zonder in zulke zwaare kollen ingewikkeld, dat Hertog Albrecht op middelen verdagt zyn moeft, om haar daar voor vergoeding te bezorgen. Amflerdam hadt veel gelds gefpild aan 't leveren van fchepen en man- fchap, en Hertoge Albrecht, daarenboven, vierduizend Dordrechtfche guldens gefchoo- ten. De Stad hadt den Hertoge ook eene goede Kogge geleend, die met Zout gelaa- den was, en door Heere Gerrit van Heems- kerk, met deszelfs gezellen, gevoerd werdt. En dit fchip was, op de reize, door ftorm gebleeven. Om de Stad voor 't een en 't ander vergoeding te verfchaffen, verleende Hertog Albrecht haar, den eerften Oótober des jaars 1398, verlof om excynzente mo- gen zetten op alle goede, daar haar op genoe- gen faU binnen der Stede of havenen (ƒ). Voor de gebleeven Kogge betaalde hy haar vierhonderd en vyftig Hollandfche fchilden. Doch alzo dezelve meerder waardig ware, onthief hy haar, daarenboven, van eene jaarlykfche erfpagt van vier mark zilvers, die zy verpligt was voor de Goudfche tol- len te betaalen. En hy kon dit met regt doen, alzo de Heerlykneden van Guy van Cbaßillon, Graave van Blois, onder welken, ook Gouda en Schoonhoven waren, by des- zelfs overlyden, op den twee-entwintigflen December des jaars 1397 , wederom aan de Graaflykheid van Holland gekomen wa- ren. De Handveft, waarby de Amfterdam- fche Kogge vergoed werdt, was, den twin- tigftenOclober des jaars 1398,in den Haa- ge, getekend (g): en wy hebben 'er te liever van willen gewaagen , om dat 'er klaarlyk uit blykt, dat deHollandfche Steden niet verpligt waren, buitengewoone kollen te doen ten behoeve des Graaven,zonder dat (e) Id. ibid. il. «83.
(d) Vaderl. Hift. III. Deel, tl. 339.
(O Zie Mieris Charteib. m. Deel, il. a+,
(f) Handv. il. 171.
(l) Handy. H, 119, [ij.jj
|
haar daarvoor, op de eene Of de andere wy-
ze, vergoeding gedaan werdt. Wat het.ver- Ichot van vierduizend Dordrechtfche of Hol- landfche guldens betreft; Hertog Albrecht beloofde, op den zelfden twintigften Ofto- ber , deeze fomme, binnen 's jaars, te zul- len afleggen, of van de eerfte bede te zul- len laaten korten. De Handveft, waarby deeze belofte gefchiedde, wordt, in de Ou- de Kerke, Laade XVI. bewaard. Zy is nog nooit gedrukt geweeft: waarom wy vertrou- wen , dat het den Leezer niet onaangenaam zal zyn, dat wyze, onder de Bylaagen (ö) plaats geeven. De Friezen konden, ondertuilchen, niet öhve'j
ruften. Zy begonden de vyandlykheden op l^hG^tt |
||||||||||||||||||||||
De Stad
bezegelt een Ver- drag met de Frie- zen. |
|||||||||||||||||||||||
Zy ver-
krygt, tot vergoe- ding van dienll en fchade in den Frie- fchen kryg, |
|||||||||||||||||||||||
nieuws in't jaar 1399, en dreigden Staveren
met een beleg. Veelligt, maakten zy de Zuiderzee ook onveilig. Men weet ten mih- ften, dat de fchepen, die langs de ftroomen naar Amflerdam wilden, ten deezen tyde ^ |
langst
zee na?
nrnftef' dam.
13&
|
||||||||||||||||||||||
zo dikwils aangetaft en beroofd werden,
dat Hertog Albrecht, den zesentwintigflen September des gemelden jaars , tot weder- opzeggens toe, verlof gaf om geweld met geweld te keeren , zonder dat men daar door jeghens hem ende zyne heerlicheit mis- doen zou («')• Midlerwyl, was de GraafTogt^1 van Ooflervant, niet, gelyk te vooren , van voor «^ Enkhuizen, maar van Amflerdam fcheep ^ai']e- gegaan naar Friesland, en hadt de Friezen, \^s\i4' op nieuws, tot een Verdrag genoodzaakt, Doch in 't volgende jaar, braken zy de Vre- ldpQ' de al wederom. De Heeren van Egmond en van Brederode hadden toen het beleid over den togt naar Friesland, die ongelukkig- lyk uitviel, en met een Beftand voor eenige jaaren eindigde (£). Hertog Albrecht, ten hoogfte voldaan o-uerto£
ver den byfland, dien de Stad Amflerdam AJbre^ hem, in den Friefchen oorlog, beweezen Haatw hadt, voer voort met haar te begunfligen, Schrct %A zo lang hy leefde. Op den zeftienden Ja- ^n e,J nuary des jaars 1399 [1400]; verklaarde naar ^ hy,dat alle fchepen en goederen het Mars -fte^al' diep en het Vlie, van en naar Amflerdam, uit- en ingevoerd zouden mogen worden, zonder iets fchuldig te zyn dan de gewoon- lyke Graaflyke tollen, van welken de Poor- ters goederen egter vry waren; en andere Graaflyke regten. En dit voorregt werdt, naderhand, door zynen Opvolger, Graave Willem den VI., beveiligd. Ten zelfden dage, ftelde Hertog Albrecht ook de ver- kiezing van drie Burgemeefteren aan allen, die Burgemeefter of Schepen waren of ge- weeft (h) L'. C
(i) Handv. il. 2J.
(k) vaderl. Hift. III. Dell, il. 341 eng.
|
|||||||||||||||||||||||
vryheid
om Ex- cynzen te heffen, |
|||||||||||||||||||||||
en ont-
flag van de Goud- fche tollen. |
|||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||
II. Boek.
|
||||||||||||||||||
133
|
||||||||||||||||||
„ ninge der Raaden O)." Wy fpreeken
niet van eenige andere Handveflenvan Her- toge Albrecht, ten deele, om dat wy 'er, reeds te vooren, melding van^gemaakt heb- ben, ten deele, om dat wy 'er, by andere gelegenheden, nog van zullen moeten fpree- ken. In Maymaand te vooren , was de Hertogin , Vrouw Mar gar eet van Kleeve, Gemaalin van Hertoge Albrecht, in Amfter- dam geweeft, daar zy eenen nagt vertoef- de, en van Stads wege, met vyftien (hoe- ken, befchonken werdt (7). (m) Handv. il. 134. [13.]
(7) Dit is my gebleeken, uit eene oude Reke-
ning van 's Graaven Huishouding , op pergament gefchreeven, waarin ik deeze woorden \eeze: Des donredaghes avonts XIX daghen in meye 'quam myn Vrouwe die hertoginne mid een deel hore herbbrge tote aemflerdämme ende bleef aldaer dier. nacht anno CGCC ende een -— ---- Ende die van aemflerdamme miere
Fr ouwen fchenkeden XV grote fnoeken. ende uten rey-
gherbofch gheleuert waren XIX reyghers. Men moet niet vreemd vinden, dat hier vierhonderd en een, in plaats van veertienhonderd en een gelezen worde. Kundigen weeten , dat men, in deeze eeuwet dik- wils , in 't melden van 't jaartal, de duizend ■overfloeg. |
||||||||||||||||||
weeft waren; en de verkiezing van eenen
Oud-Bürgemeefter uit de a'fgaanden , aan deezen drie (/). Op den zesentwintigflen Juny des jaars. 1401 , verleende hy der Stad „ dat geen haarer Poorteren, 's Graa- ven dienftluiden , als Baljuwen , Rent- meefters, Tollenaars en Schouten, die in- hijn ampt misdaan hadden, uitgeno- men , wegens eenigerhande breuken, er- gens benoorden de Maaze, zou mogen in regten worden aangefproken dan binnen Amfterdam, voor de bank van Schepe- nen; ten ware hy vegtenderhand, of ge- ftolen goed voerende , betrapt werdt. Ook zou een Poorter, die binnen eenige andere vrye Stad misdeedt, aldaar mo- gen bezet en bekommerd worden. Wy- ders, werdt, by dezelfde Handveft, be- paald , dat de Stads Excyns op elk vat biers niet hooger dan zes grooten zyn mögt, en op andere middelen zo veel als de Raaden redelyk zouden oordee- len: en werdt den Schout gelail, over de Excynzen, met Schepenen, regt te doen en pande te geeven, op vermaa- (/) Handv. hl, is- in, i+.]
|
||||||||||||||||||
Andere
voorreg-
'en door
5em aan
f2 Stad
ver. leend.
Hoi.
|
||||||||||||||||||
I. STUK.
|
||||||||||||||||||
S
|
B Y-
|
|||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||
IL Deel.
|
||||||||||||||||||||||||
134
|
||||||||||||||||||||||||
BYLAAGEN
|
||||||||||||||||||||||||
Bylaa-
GEN
L". A.
N. i. |
||||||||||||||||||||||||
GEN
N. i-
|
||||||||||||||||||||||||
op het II. Deel, II. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||
Lr. A. N.
|
||||||||||||||||||||||||
i.
|
||||||||||||||||||||||||
Zoen van Herme Albrbciit »*» Beieren«* de Stad Amsterdam. Gegeven in den
Haage, den zeventienden February des jaars 1366. |
||||||||||||||||||||||||
AELBRECH-rby goeds ghenade hertoge in
beyeren palensgraue opten Ryn Ruwaert van hollant,van zeelant ende van vrieslant doen cond alle luden dat wi nenghezien meneghen trouwen dienften die onfe goede luden van Aem- ftelredam en hore voervorders onfen lieven broe- der hertoge Willem grave van Henegouwen van Hollant van Zeelant ende Heere van Vrieslant ons ende onfen voervorders dickwilen gedaen hebben ende ons noch doen moghen onfe fte- de ende porteren van Aemfterdam ghemeenliic, Uytgefet die neghentien perfonen die hare bro- ke bezonderlinghe an ons gebleven zyngheno- men hebben ende nemenfe tot onfer zoene ende volre vriendfcapendekennenfejeghens ons vas- telic verfoent van alre broken ende van allen punten die wi hun opghefeit ane getegen heb- ben ende brokich in gevonden hebben jof eni- ge andere die der ftede ende den porteren ge- menelich roeren mach tot defen daghe toe en- de bekennen hun weder dat fi bliven ende we- len rullen in allen handveften ende rechte alfo fi waren ende fchuldich waren te wefen eer wife bezaeten jof befchuldigheden van den pun- ten jof broken voerfz. voer welken broken fi ons ter zoene ende beteringe geven zeilen en- de ghelevert hebben te gheven tienduzent feil- den vier en twintich dordrechtfe jof vlaemfe gro- ten voer elcken fcild gerekent jof andere paye- ment na dier waerde dewelk zi verfekeren zei- len ende loven an des heren hande van Egmon- de ende van Ylfelfteine in betalinghe van den ghelde dat wi ende onfe medelovers ende bor- ge hun fchuldich zyn van der loffenhTe van Wieringerland ende fi feilen den here van Eg- 'monde voerfz. alfo voldoen mit zekerhede en- de mit beloeften twifchen dit ende grote vaf- telavont naeftcomende dat hi ons overgheve onfen brief ende onfe medelovers ende bor- ge dien hy van ons hevet van tiendufent feilden vier en twintich groten voer den fcild bezegelt mit onfen Zegele en mit den Ze- ghelen vele onfer raden ende Heden ende zo wanneer fi ons dien brief overleveren zo loven wi hun te gheven onfen openen brief dat wi ons ghelyen ende kennen wel betaelt van de fom- |
||||||||||||||||||||||||
men voerfz. ende dit voerfeide ghelt zeilen
ghelden alle de ghene die porters waren tot Aemftelredam up die tyt doe wife eerft befcult ghedaen van den voerf. broken ende waer ie- mant die daer in onwillich ware jof die niet mede gelden en woude des befceidelic tip hum gherekent ende ghecoornen worden na den be- loepe van andere poerters die loven wijeghens ons nimmer meer te laten verfoenen voerder tyt dat 11 dat vol ende al betaelt ende voldaen hebben ende loven den willeghen poerters'daer inne te helpe comen mit onfen baeliu ende rechters datmen van der onwilligher lüde goeds fo waert ghelegen is dat ghelt dat up hun ghecoor- nen wort geinnet werde ende allen feade ende coft die daerom te vervolghen gedaen jof ghele- denwort. maer hier mede en zeilen die neghen- tien perzone die te voren fonderling an ons ghe- bleven waren niet belaft noch befcaedt wefen want wife fonderlinghe tot onfe zeggen ende be- teringhe gehoude hebben en mit defen punten en up den vorwerden verfcreven hebben wi qui- te gefcouden ende fcelden quite onfe ftede van Aemfterdam ende die porters aldaer uytgheno- men die neghentiene voerf. van alle punten daer wife up befchuldicht hebben ende van anders allen broken roerende de ghemiene ftede ende porters tot defen daghe toe. Ende om dat wil- len dit vafte ende geftade houden ende gehou- den hebben van ons lieves broederswege voer- fereven ende van den onfen, der ftede ende den porters van aemfterdam uytghenomen den neghentiene voerf. fo hebben wi defen brief open bezeghelt mit onfen zeghel, ghegheven in den Hage des dengesdaghes na finte Valen- tyns dach in tjare ons here M. CCC feffe ende tfeftich. JufTu domini ducis Alberti prafentibus domi-
no de Brederode domino Philippo de Pot. domino C. de Heimftede domino Johanne de Langh. & domino Coenrade. Onder aen hing sbertogen Zegel
in groenen ivafche aen eene dubbele j'rancyne fiaerte. |
||||||||||||||||||||||||
V. A.
|
||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
135
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
L'. A. N. 2.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Byl aa-
oen den L;. A.
N. 2.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GEN
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ïf.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Quytfceldingbe der betalinghe van den dedlnghe voirfcreven. Gegeven te Geertruidenb
|
.erg,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
negenden Maart des jaars 1366.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
die zy dair af hebben mit onzen Zeghel beze-
ghelt. ende gehen dat zy ons overghelevert heb- ben dien brief dien die heere van Egmonde en- de van Yffèlfteyne van ons ende van onfen me- delovers hadden van fynre fcout, die wy hem fculdich waren inhoudende die fomme voirfcre- ven ende fchelden onfen goede luden van Aem- ftelredam dien dit daghedinghe roert na den Zoenebrieve voirf. daer af vry ende quyte mit dezen brieve bezegelt mit onzen Zegel, ghéghe- ven tot finte gheerdenberghe up den negenden dach van Mairte Int jair ons heren dufent drie- hondert zeffe ende tzeftich. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aelbrech't by goeds ghenade hertoge in
beyeren palensgraeve opten Ryn Ruwaert van hollant, van zeelant ende van vrieslantdoen corid alle luden dat onfe goede luden van Aem- ftelredam ons voldaen hebben anhande s heren van Egmonde ende van Yffèlfteyne dien wyze hebben doen innemen voir al zulke fcout als wy hem fculdich waren van der Loffeninge van onzen lande van Wiringeland tien hondcrt pont groete die welke onze goede lüde van Aemftelredam ons fchuldig waren te beteringhe van alrehande broken die\vy den ghenen dair die fomme op gezeyt ende ghezet wort tyenden waren gheliker wys alze die Zoenbrief inhout, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rylaa-
GEN
Lr. B.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
V. B.
Vidimus van Schepenen en Raaden van Amflerdam van eenen Brief van Hertoge Albsecht
■van Beieren, Graave van Holland, -waar by zekere rente, die de Stad den Hertoge voor 't Gouden Water en de Maat fchuldig was, aan 't Karthuizers Kloofler, opgedraagen wordt. Gegeven in den Haage, den zevenden Auguftus des jaars 1393. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Alten den ghenen die defen brieff füllen fien
off horen lefen falut maken condt ende kenlick wy feepenen ende rade der Stede van amftelredamme dat wy wel gefien hebben ende gelefen eenen bricff ganffe ende gaue ongecan- felecrt ende zonder eenige rafur wel befegelt met des hoich geboren Vorftens zegels ons liefs geduchts heeren hertoge aelbrechr faliger ge- dachten ende geteykent gelyck beneden op de fpacie van defen brieue gefcreuen ftaet ende inhoudende van woerde tot woerde gelyck hier 11
|
te der broederen die den dienft Gods doen
füllen by daghe ende by nachte die acht en- de veertich pont sjaers die onfe ftede voirf. ons jaerlicx fchuldich is van den gouden wa- teren ende van den maten, dat zy jegens ons gepacht hebben tot eweghen dagen. Ende want wy willen dat dit tot e wegen dagen fta- de ende vafte gehouden worde voor ons en- de voor onfen nacomelingen foe ontbieden wy gebieden ende beuelen onfe feepenen ende ra- de van onfe ftede voerf. die nv zyn ofte na- mals welen füllen dat fy defe voorf. renten den Cloefter voorf. alle jaer betalen zonder eenich wederfeggen , Behoudelyk dat wy en- de onfe nacomelingen de vorf. rente lollen mogen ende vryen mit duyfent guldens voorf. ende een jaer renten wanneert ons ende onfe nacomelingen genougen fall. In oirconde de- fen brieue befegelt mit onfen fegele gegeuen in den haage op ten vij',ea dach in Augufto in 't jaer ons heeren duyfent ijj? xcnj. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nae volghet.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aelbrecht by gods genaden palensgrauen op-
ten Ryn hertoge in beyere graue van hene- gouwe van hollant van zeelant ende heere van vrieslant doen condt allen luden dat wy voor ons ende voor onfen nacomelingen gegeuen hebben ende geuen mit defen brieue onfen Cloeftre van den fartreyfen by onle ltede van amftelredamme voor duyfent dordrecht- fche gulden die wy hem noch fchuldich zyn ende gegeuen hebben te helpen tot nootdorf- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
S 2
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
V. C.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS GESCHIEDENISSEN. ILDeel.
|
||||||||||||||||
I'
|
||||||||||||||||
v. c.
Brief waarin Herta? Alb re cht belooft, de Stad Amfierdam te voldoen vcm'tverfchot, welk
zyvoor hem tot denFriefchen oorlog gedaan hadt. Gegeven in den Haage den twmugften Qe- tober des jaars 1398. |
||||||||||||||||
Byi-aA'
GEN-
LA C |
||||||||||||||||
B.Y LAU-
GEN Lr. C. |
||||||||||||||||
kerke getogen waren van onfentwege op die
Ooft'Vriefen boven nochtan vrihedcn die wy onfer ftede voorfz. daerom gedaen hebben van der tolle tot Sparendamme ende van den vier mark füvers die fy daer of onfen neve van Bloys te geeven plagten 450 Hollandfe fchil- den. Item noch ende onfe ftede voorfz. ge- levert heeft onfer lieven ende getruwen Tre- forier den Domprooft van Utrecht die re ons goede rekening ende bewifinge of doen IÏ1I750 Hollandfe fchilden. komt te famen dat onfe ftede voorfz. betaald heeft 2800 Hollandfe fchilden, die maken 4000 Hollandfe guldens voorfz. welke 4000 guldens voorfz. wy gelooft hebben voor ons ende onfe nakomelingen on- fer goede ftede voorfz. wael te betaelen binnen 's jaers of van den eerften beden die ons ver- fchynen füllen in onfer lande van Aemfter- lant van Waterlant ende van den Zeevank. In oirkonde defe brieve befegeld met onfe fegele. Gegeven in den Hage op den 20= dag in Oclo- bri in 't jaer onfes Heeren 1398. Onder aen hing's Hertogen
fegel in groene wafle aen . een enkelen Francynen ftaerte. |
||||||||||||||||
AELBRECHT by Godes ghenade Palyns-
graue op ten Ryn, Hertoghe in Beyeren, Grave van Henegouwen, van Hollant, vanZee- lant, ende Heere van Vrieslant doen cond al- len luden dat ons onfe goede ftede van Aem- ftelredamme gelient ende verleid heeft tot on- fe reife behoef van Ooft-Vriesland diewy left deden 4000 Wilhelmus Hollandfe gulden die zy van onfentwegen uitgedaen hebben in ful- ker maniere als hier na gefchreven ftaet; dat 's te weten eerft van allerhande fchip - huur die by onfen Ammirale binnen onfe ftede voorfz. gehuurt waren in ons reife voorfz. ende gefet worden bi onfen getrouwen Heere Jan van Heenvliet ende onfen gerechte van onfer ftede voorfz. bi onfen bevele daar die fomme of be- liep gelykerwys als dat by onfe Clerke gere- kent word 1390 Hollandfe fchilden item noch die zy Huge Starken ende Symon van Zaenden Gerytsfoen gegeven hebben bi onfen bevele bier mede te betaalen op onfen reis voorfz. aio Hollandfe fchilden: item noch ende onfen ftede voorfz. van onfentwegen bi onfen bevele betaeld heeft van eenen Coghe die geladen mit een deel Souts verloren word in eenre ryfe als Heer Jan voorfz. en Heer Geryt van Heems- |
||||||||||||||||
TWEE-
|
||||||||||||||||
137
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
TWEEDE DEEL.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
VAN
AMSTERDAM.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
DERDE BOEK.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Amsterdams Geschiedenissen, van 't jaar 1402
tot het jaar 1477.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
De Friefche ' oorlog , waarin Amfter-
dam zo veel deels genomen hadt , was naauwlyks met een beftand geëindigd, of Hertog Albrecht befloot,de wapenen op te vatten tegen Jan, Heere van Jrkel, die tien jaaren Rentmeelter of Thefaurier van Holland geweeft was, zonder rekening ge- daan te hebben: 't welk den Hertog, die thans verpligt was zyne inkomften te raade te houden, zeer ongelegen kwam.Hyhadt, in 't jaar 1397, een begin gemaakt met zy- ne Rentmeefters tot het doen van rekening te verpligten, en Bruflyn van Herwyne, Rent- meelter van Zeeland Bewelter - Schelde , te Amfterdam, doen gyzelen (<j) ; waarna hy, met eenige moeite, tot reden gebragt was (V): doch Jan van Arkel, veel magti- ger Heer, moeit openlyk, en met geweld van wapenen worden aangetaft. De weder- zydfche vyandlykheden werden aangevan- gen, in 't jaar 1401. De Poorters derllol- landfche Steden, en die van Amiterdamin 't byzonder leverden manfehap tot denAr- kelfchen kryg (c). Ook werdt den goeden Steden, in 't jaar 1402, gevergd, eenige penningen , ten dienfte van Hertoge Al- brecht , in deszelfs reyfe op zyne vyanden, den Arkelfchen, te ligten. Amfterdam ver- ftrekte hem vyftienhonderd goede gouden gent- fche Noblen, waarvan hy tien ten honderd jaarlykfche rente beloofde; om welke te vin- den, hy der Stad, by eene Handveit van den negenden Juny des gemelden jaars, die nog nooit uitgegeven geweeit, en daarom van ons, onder de Bylaagen (d), geplaatit is, een groot getal van Graaflyke renten en pagten in handen ftelde. Onder deezen, waren „ die grute tot Aemfielredamme" die [*) fw-MiERit Chsrterb. III. Deel, H. *S7.
y{ ^°ANN- * LEYD1S Liir. XXXI. Cat>. s+. V ;eri»eerd. Beha ,'»MATTHä;i Anal. Tom. III. p. 1 lt.
[t) Lt. A. r |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
de Amfterdammers, in 't jaar 1304 , ver-
pligt geworden waren dubbel op te bren- gen O) „ verfcheide Hoffieden of erven in „ en buiten de Stad, met naame die van |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
1402.
Graafly-
ke rente11 en pag- ten |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
il
|
der moolen flege, van der moolen hut en der
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Bynwiker poirt,van der moolen op de weft-
„ zyde, en van der moolen op de ooltzyde „ der Stad; verfcheide erven op deflufe; „ de flempels van der fiufe ; het veemeffens „ Ouadoclen; het veer neffensTppenflote; het „ "veer neffens Diemer dam; de Walen by de „ Stad; de fiufen aldaar, te Yppenflote, en te „ Diemer dam; de cynfe [tynfe'] te Amlter- „ dam, te Monikendam, en te Diemen; „ de jaarlykfche beden van Waterland, van „ Warder, van Middel-ie en van Koedyk; „ de Maybedetot Marken, en de Koren- „ tienden te Ward er, te Middel-ie en te „ Koedyk." Twee dagen na 't verleenen deezer Handveft, gaf Hertog Albrecht die van Amfterdam vryheid, om, voor de op- gefchooten vyftienhonderd nobelen , Lyf- of erfelyke renten te mogen verkoopen.De brief, die door Willem, Graave van Oos- tervant, bezegeld werdt, wordt, in de Oude Kerke, Laade XIII. bewaard. Hertog Albrecht, op deeze wyze inftaat
gefteld zynde, om den Arkelfchen oorlog voort te zetten, verzamelde, in 't jaar 1403, een aanzienlyk Leger. Graaf Willem hadt 'er het opperbevel over. Hy floeg het be- leg voor Gorinchem , de Hoofdftad der Heerlykheid van Arkel, en drong Heer Jan tot een Verdrag (ƒ), welk egter niet lang gehouden werdt. Midlerwyl, was Hertog Albrecht, den
twaalfden December des jaars 1404, over- leeden, en opgevolgd door zynen Zoon, Willem den VI., die alomme m de Ste- den |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Zy ver-
krygt
verlof
tot het
verkoo-
pen van
renten.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
H02.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Graaf
Willem de VI. beves- tigt en venneer- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
(e) ZU II. B
|
Hi'ft.' »!• Beet, il. H7 <«z.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
(f) Vadeil
S 3
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||
i38
|
||||||||||||||||||||||||
Aimilius Jobannis , of Amel Janszoon. In
den naam van Dirk Symonszoon, is noggroo- ter verfchil. De oude Schryver noemt hem Tbeodoriciis Symonis de Heemskercke, o£Dirk Symonszoon van Heemskerk. Onder de laa- teren, noemen Dom sela'ar en Dapper hem Symon Dirkszoon, en Commelin Dirk Symonszoon Bennink , die te vooren Schout der Stad geweeft was. Enmetdee- zen laatften, zou ik het houden; te meer, om dat de oude Schryver zelf Dirk Symons- zoon befchryft als emmuitzugtig burger van Amßerdam [ejusdem Oppidi civis faÜiofus~]: 't welk zeer wel op een gewezen, en ver- fnoedelyk misnoegden Schout paffen kan. 't Is waar, dat hy Dirk Symonszoon den toe- naam van van Heemskerk, niet van Bennink geeft; doch hy fchynt Dirk Symonszoonvan Amfterdam verward te hebben, met eenen Dirk Symonszoon van Haarlem, die ook, om- trent deezen tyd, gedood werdt (k), en veelligt van Heemskerk bygenaamd geweeft is. Voorts, is my nergens gebleeken, of 'er, ten deezen tyde, te Amfterdam, eeni- ge verdere buitengewoone verandering ge- maakt zy in de Regeering; dan of de Re- geering , op den gewoonlyken tyd, in Fe- bruary, verzet zy geworden. Indien het eerfte gebeurd is, dan zal Hertog Willem, vermoedelyk, aan de Stad eene Akte ver- leend hebben, waarby hy verklaarde, dat zulk eene afwyking van de Privilegien haar, voor het toekomend e, niet tot nadeel ftrek- ken zou; alzo het geeven van diergelyke Akten, in zulk eene gelegenheid, reeds om- trent deezen tyd, in gebruik was (o). Doch 't zou ook können zyn, dat Hertog Willem, de Wethouderfchap te Amfterdam, op den gewoonlyken tyd, in February des jaars 1405, veranderd hebbende, eerft in Maart daarna, en dus door de nieuwe Regeering, ingehuldigd was. De binnenlandfche oneenigheden verhin-
derden , ondertulTchen, Hertog Willem niet, in het voortzetten van den Arkelfchen oor- log. In den Zomer des jaars 1405, werdt het beleg der Sloten Hageftein en Everftein ondernomen. Het duurde tot in December, en eindigde met het overgeeven van beide deeze Sloten ; waarna, een beftand voor eenige maanden , met den Heere van Ar- kel, getroffen werdt (p). Amfterdam en eenige andere Hollandfche
en Zeeuwfche Steden hadden, om Hertog Willem tot het uitvoeren van dit beleg in ftaat te Hellen, twaalfhonderd Engelfche JNobelen aan Lyfrenten verkogt in Brabant; van
(k) JOANJJ. a LEYDIS £;'4rvXXXI. Cap. «4.
(0) 2ii Handv. van Oudewater, iL 3J9. (pi Vaiieil. Hift. in. Deel, tl. 372 f«*,. |
||||||||||||||||||||||||
den werdt ingehuldigd: ook te Amfterdam;
by welke gelegenheid, hy de Stad, den tvvin- tigften Maart des jaars 1404 [1405], be- veiligde in alle haare Privilegien (g);haar, den volgenden dag,tot belooninge van ge- daane en nog te doene dienften, ende oock om dat die Coopman te bet zyne goede Stede verfielen, dat is, bezoeken zou, byzonder- lyk vergunnende, dat elk onbelemmerd het Marsdiep en het Viie, naar enyandeStad, in en uit zou mogen vaaren, zonder iet an- ders dan 's Graaven rechten toll van Anfiel- redämm fchuldigte zyn. Ook zou een Poor- ter, voortaan, niet meer dan zyn Lyf en honderd pond uit zyn goed verbeuren (h~). Doch Hertog Willem was naauwlyks tot Graave ingehuldigd, of hy kreeg de handen vol werks aan het füllen der beweegingen, die,.tuffchen de HoekfchenenKabbeljaauw- fchen, in verfeheide Steden, en ook te Am- fterdam, ontftaan waren. De Kabbeljaauw- Ichen waren, op 't einde van Hertoge Al- brechts Regeeringe, alomme in 't bewind geraakt. Doch Hertog Willem hadt altoos de Hoekfchen begunftigd. 't Was dan niet vreemd, dat hyze in 't verlooren bewind zogt te herftellen: 't welk egter, niet zon- der merkelyke opfchudding, toeging. ' Te Amfterdam, werdt de Priefter Willen Bruins- zoon, op het Kerkhof der Oude Kerke, of in de naafte ftraat, in eenen oploop, van kant geholpen (i). De fchuldigen werden, federt, voor het Kerkelyk Regt des Bis- fchops van Utrecht, betrokken; gelyk blykt uit eenige egte {lukken, die nog nooit in't licht gegeven, en daarom van ons, onder de Bylaagen van dit Boek (£), geplaatft zyn. Hertog Willem deedt Jan Nott aard, Schout der Stad, Amel Jansfoon Ryzer, die de hand gehad hadtin 't ombrengen des Priefters, en Dirk Symonszoon, voorn aame burgers van de Kabbeljaauwfche zyde, onverhoeds ligten, en ter Stad uit voeren: waarna, eerft Not- taard en Ryzer, en wat laater ook Dirk Sy- monszoon, op verfeheide Plaatfen, onthalsd, en hunnen vrienden dood t'huis gezonden werden. De drie lyken werden, buiten de Stad, in den omgang van het Karthuizers- Kloofter, begraaven (/). De oude en laatere Schryvers zyn 't niet eens, omtrent de naa- men der twee laatftgemelde onthalsden. De ongenoemde oude Schryver noemt den eer- ften van de twee, dien laatere Schryvers (m) Amel Janszoon Ryzer heeten, blootelyk |
I4°5'
|
|||||||||||||||||||||||
dert de
Privile- gien der Stad. I405. |
||||||||||||||||||||||||
Op-
Fchud- diug te Amfter- dam. |
||||||||||||||||||||||||
Ondel-
zoek,of 'er, te"1
deezen tyde, tS
KmWv dam, °°* eenig* buitefl" gevv°°' ne ver- 1 andern»1 in de Reges- ring ës' maakt zy?
|
||||||||||||||||||||||||
De
Schout
en twee burgers worden onthalsd |
||||||||||||||||||||||||
Amt'1?
dam f
ande^ Stede»
Helle»
tfertoS |
||||||||||||||||||||||||
(g) Handv. hl. 74. [14.]
\h) Handv. il. zj. [14.] (i) Joann. A LEYDis Lifr, XXXI. Cap. «4. (*) L'. B. (I) Anonym, ad calc. Pontani ƒ>• *•
(m) DOMSKLAAR VI. Dtek, il, IJ7- DAFPHR W. IOO. COMMEUN tl. S?8. |
||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
III. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
139
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
„ tig jaarenen langer, gedaan hadt, zon- IAOO
„ der eenig. wederfeggen van den Graave y „ van deszelfs nakomelingen, of van ie-
„ mant anders van zynenwege." Alle welke voorregten begreepen waren ineeneHand- yeft , den vyftienden July des jaars 1409, te Rotterdam, gedagtekend (0 Den der- tigften April te vooren, hadt hy haar, daar- enboven , van de Woudrichemfche en Heus- denfche Markttollen vry verklaard (u). Voorts, blykt, dat Hertog Willem, na 't verleenen der eerftgemelde Handveft, de pagten en renten, die de Stad hem daarby te rug gaf, inderdaad bezeten heeft; alzo hy, by eenen brief van den vyfden Oftober 141c des jaars 1410, een groot gedeelte der zel- ven, en daar onder ook de gruitc te Amfter- dam, aan Jongkvrouw AkidvanHonthuizen> die tweehonderd guldens 's jaars fpreeken- de hadt op het Baljuwfchap van Amftelland en Waterland, heeft afgeflaan (o). Maar de voorregten\ die Amfterdam ten
deezen tyde verkreeg, konden de overgiè der voorheen bedongen pagten en renten rykelyk opweegen. De uitbreiding van der Stede vryheid te water was haar veel waar- dig ; vooral, na dat de Koophandel en Scheepvaart der Stad zig begonden uit te breiden, en 't Y, fomtyds, met fchepen be- zet was. Ook was 'er den burgeren veel aan gelegen , dat zy alleen door 's Graaven Schout aan regt gevorderd konden worden, en in geenen deele van eenen Baljuw van Amftelland, waaronder zy oudtyds plagten te ftaan, hadden af te hangen: welke fchik- king de Stad, eindelyk, geheellykfcheidde van Amftelland, waartoe zy, eertyds, be- hoord hadt. Doch 't meefte nut hadt de Stad te wagten van het voorregt, dat alle Ampten en dienften, die,federt meer dan vyftig jaaren, dat is, federt de Handveft van Willem den IV. van't jaar 1342, waar - by haar eenige ampten waren afgeflaan , door de Stad begeven waren, voortaan ook, ten behoeve van de Stad, en niet van den Graave of de zynen, zouden gebruikt wor- den. Zeker, in eene aanwalfende Stad , moeften alle Ampten, van tydtottyd,ver- meerderen in getal en in waarde; en daar was den burgeren in 't gemeen veel aan ge- legen , dat het begeeven der zelven niet ftondt aan eenen dikwils uitlandigen Graa- ve , of aan deszelfs Staatsdienaaren; maar aan de Wethouderfchap zelve, die uit de befte burgers gekooren werdt, en de bur- gery verbeeldde. Men ziet dan,uit deeze aanmerkingen, klaarlyk,van hoe veel aan- be- et) Hand?, hl. 2. [u-1 C«) Hand». H. ■»>■ L'J-J (v) Zie Mieris Charterb. IV, Deel, hl, i;j. |
||||||||||||||||||||||||||||||||
van welke renten hv. den een-entwintigften.
en twee-entwintigften November, beloofde, de Steden fchadelóos te zullen houden , doende dezelven jaarlyks betaalen doorzy- ri'eRentmeefters van Kennemerland en Fries- land, dat is, Weftfriesland, en de Steden magtigende, om de Graaflyke inkomften zelven aan te tauen, in geval de Rentmees- ters, in het voldoen der renten, nalaatig bleeven (q). Toen, wat laater, de Arkel- fche oorlog werdt voortgezet, en Hertog Willem 'het eindelyk zo ver bragt, dat hy tot Heere van Arkel werdt ingehuldigd, hadden Amfterdam en de andere Steden hem wederom met geld onderfteund, en, ten dien einde, omtrent duizend en vyftig Engelfche nobelen aan jaarlykfche Lyfren- ten verkogt; voor de voldoening van welke fchuld, de Hertog, in Maymaand des jaars 1407, gelyke verzekering gaf (f). Wy te- kenen 't een en 't ander hier te liever aan, om dat 'er klaarlyk uit af te neemenis,dat de Steden, van ouds,niet gehouden waren, zig, ten behoeve des Graaven, in fchulden te fteeken; en dat zy 't niet deeden,danop goede verzekering voor de voldoening van hun verfchot. Wy hebben, hiervoor (ƒ), gezien, dat
Hertog Albrecht, tegen een honderd vyftig nobelen 's jaars, die hy der Stad Amfter- dam fchuldig was, een groot getal van Graaflyke pagten en renten aan haar afge- ftaan hadt. 't Zy nu,dat de Stad haare re- kening niet gevonden hadt by deezen af- ftand; 't zy dat Hertog Willem niet gezind was, haar nieuwe en grooter voorregten te verleenen, ten ware zy de afgeftaane ren- ten en pagten wederom opdroege aan de Graaflykheid; men kwam, eerlang,wegens dit Iaatfte, overeen, mids de Hertog der Stad overgaf „ de viifchery van de twee „ Huizen binnen haare Vryheid, en van alle „ anderen, die, in den Zeeburg, of Zee- „ dyk, tuflchen de Stad en Ypelloot, zou- „ den mogen gelegd worden. Voorts,ver- „ meerderde hy haare Vryheid in't Y, van „ de Volewyk af, tot zo ver als de Vry- ,, heid te lande zig uitftrekte, dat is, hon- 5, derd gaarden. Hy gaf zynen Schout van „ Amfterdam magt,om alle breuken te be- „ regten , ßnder eenich toefeggen van den „ Baljuw van Amftelland en Waterland,of >* van iemant anders, van 's Graaven wege. 5> De Stad kreeg ook het merkwaardig voor- » regt, om alle Officien, dienßcn ende goe- » den, ten haaren behoeve, tot eewwighen » daegben, te gebruiken, gelyk zynu,vyf- (j) M,Er,s chartcrb IV> Detl hl ls
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
H05.
'n ftaat,
5« het "itvoe-
> der
Wiege- Hnge
> Ha-
Seftein,
Nthet
Ner
Vc. Jetten > den
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
fcl
|
«en
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
rS'g.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
H07.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
her.
£" be- W,den
1 nd |
||||||||||||||||||||||||||||||||
fee-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
c»-
ik\ver-
H09,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
»flui-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
de $ van
Ste |
||||||||||||||||||||||||||||||||
«il,
Sa
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||
A M STE.RDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||
140
belang de Handveft van den vyftiendenju-
ly des jaars 1409 voor Amfterdam geweeft zy-
Reinoud, Hertog van Gelder, met Jan,
Heere van Arkel , . zynde ■ aangefpannen , hadt, reeds in 't jaar 1407, de wapenen opgevat tegen Hertoge Willem. Hierop was, in 't volgende jaar, een Beftand ge- volgd. Doch de kryg ontftak op nieuws, in 't jaar 1411, en eindigde, in 't jaar 141a, met een Verdrag van Vrede, waarby Go- rinchem en 't Land van Arkel aan Holland werden afgeftaan. Midlerwyl, hadt de Gelderfche oorlog
Hertoge Willem gelegenheid gegeven tot het doen eener buitengewoone bede aan de goede Steden van Holland, en ook aan Am- fterdam : in welke bede niet bewilligd werdt, dan na dat de Graaf zig verbonden hadt, om zulk eene gunft, door het ver- kenen van nieuwe voorregten, te erkennen. Haarlem, welk Hertoge Willem zesduizend oude fchilden, in drie jaarente betaalen, hadt toegeftaan , verkreeg Privilegie, om tot op driehonderd roeden buiten de Stad excynzen te mogen heffen (?y). Wat Am- fterdam opbragt, vind ik nergens aangete- kend. Doch, by eene Handveft van den negenentwintigften May des jaars 1413, die in de Oude Kerke, Laade XIII. bewaard wordt, kreeg de Stad, tot voldoening der ingewilligde bede, Odlroi om tot tweehon- derd en vyftig nobelen 's jaars aan renten, tegen den twaalfden penning, te verkoopen; waaruit men fchynt te mogen afneemen, dat zy den Hertoge drieduizend nobelen hadt toegeftaan. Doch wat hier van zyn moge; de Stad en Poorters, den Hertoge nu gunßelyck ende willichlyck ghegeven heb- bende alfulcken bede, als hy op henluyden be- geert hadt,. verwierven, den vierden No- |
|||||||||||||||||||||||||
„ Stad van geen' Poorter minder dan zes 141!'
„ nobelen leenen mögt: dat geen e Kloos- „ ters of Geeftelyke Geftigten , de Kers- „ pelkerken en Gafthuizen uitgenomen , „ voortaan eenige erven of timmering zou- „ den mogen koopen of verkrygen: dat de „ Raaden, met twee of drie Schepenen, „ twee, drie of meer goede knapen zouden „ mogen aanftellen, om opzigt te hebben „ op de herftelling van bruggen, ftraaten, „ fteigers of kaaden binnen de Stad." Voorts, behelsde deeze Handveft eene or- de op de wyze van panding door den Schout der Stad (x); waarop wy hier niet zullen ftilftaan. In eene Handveft van den twin- tigften September des jaars 1413, die in de Oude Kerke, LaadeXllL, beruft, wordt de fomme, welke men te Amfterdam gee- venmoeft om Poorter of Burger te worden, van vyf Kroonen, op twee Kroonen en elf grooten verminderd : 't welk niet nalaaten kon te ftrekken tot aanwas der Stede, in getal van burgeren. De zee was, gelyk wy, reeds by eene \m{ter
andere gelegenheid (y) , getoond hebben, dam tv* al federt veele jaaren , onveilig gemaakt, fchepe^ dooreene foort van fchuimers, Victualie-^q^., broeders en Likedeelers of Gelykdeelers ge- fn-efch^ naamd, die zig, wanneer zy aan land wa- zeefcllUl' ren, veel in Ooftfriesland onthielden ; al- mers. waar hun, op de Sloten van fommige Ede- len, met naame van den ouden Keno ten Broeke , hu is veiling vergund werdt. De Hanze-Steden en Hamburg in 't byzonder hadden, al lang, jagt gemaakt op deeze zeefchuimers , en fommigen , die hun in handen waren gevallen, eenen harden dood aangedaan (z). Doch 't neft was niet ge- makkelyk uit te rooijen. De jonge Keno ten Broeke, Zoon des gemelden, eenige jaa- ren laater, gefchil gekreegen hebbende met andere Ooftfriefche Edelen, oordeelde den byftand van Lubek\n Hamburg en andere Hanze - Steden noodig te hebben , en liet hierom na, de zeefchuimers te onderfteu- nen,gelyk zyn Vader, en hy zelf, te voo- ren, gedaan hadden. Zelfs boodt hy Lu- bek en Hamburg zyne hulp aan tegen de roovers, mids men hem met Schepen en manfehap byftonde tegen de Edelen , die hun huisvefting verleenden, en zyne by- zondere vyanden waren. De twee Steden, dit werk alleen niet willende op zig nee- men , zonden afgevaardigden naar Amfter- dam, alwaar ook eenige andere Holland- fche, Stigtfche en Friefche Hanze-Steden be-
(x) Handy, il. m, [ij.]
(y) Zie 11. Deel, 11. Boek, hl. 132. (z) E. Beninga Hift- van Ooftfi, I, B»lK, Cap.CUl* CUV. CLY. II. i+7> i4Sj ijo. |
|||||||||||||||||||||||||
1410.
|
|||||||||||||||||||||||||
Amfter-
dam be- willigt in eene Graafly- Ke bede |
|||||||||||||||||||||||||
I4II
|
|||||||||||||||||||||||||
Verkrygt
het regt omWaar- dyns der Lakenen te mogen ftellen, en ande- re voor- regten. |
vember des jaars 1411 „ dat Schepenen en
„ Raaden, jaarlyks, Waerdyns of Opzig- „ ters over de Lakenneeringe (1) mogten „ kiezen, zonder dat 'er de Graaf of ie- „ mant anders eenig zeggen in hebben zou: „ dat de Raaden, met een of twee Sche- „ penen, Poorters mogten aanneemen, zon- der 's Graaven bewilliging te behoeven: |
||||||||||||||||||||||||
35
|
|||||||||||||||||||||||||
dat geen Poorter aan de Stad geld zou
„ behoeven te leenen, dan tegen eeneren- „ te van den twaalfden penning, en dat de |
|||||||||||||||||||||||||
(w) Piïvil. van Haarl. hl. «S.
(1) 't Woord Waardyn, 't welk ook nog in ge-
bruik is, om Opzigter derMunte te betekenen,is afkomftig van het oud Vlaamfch woord waarden oiwaaren, dat is, toezien, bezorgen; en van eenen oorfprong mee het Franfche Gardien, welk genoeg- zaam het zelfde woord is. ZinliiLumDiäionarium Etymologicum. |
|||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
III. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
141
|
||||||||||||||||||||||||||||||
geflooten, eer de Amfterdamfche fchepen 1412,
uitgeloopen waren, zullende zy zig> Zon^ der een behoorlyk Verdrag, niet nebben durven vertrouwen aan eenen Heer, die hunne vyanden, de zeefchuimers, te voo ren, begunftigd hadt. Doch wat ook van den juiften tyd van
den Ooftfriefchen togt zyn moge; wy heb- ben dienftig geagt,van den zelven een wei- nig omftandiger gewag te maaken, om dat ons geen ouder blyk bekend is, dat Am- fterdam, op eigen koften, en vermoedelyk onder Hoofdhiiden, door de Stad. zelve aan- gefteld, krygsvolk geworven en bezoldigd, en oorlogsfchepen uitgeruft heeft: waarvan ons, in't vervolg deezer gefchiedeniffe, nog duidelyker bewyzen zullen voorkomen, 't Is waar, dat, in het geval , waarvan wy fpreeken, de bewilliging des Graaven fchynt verzogt te zyn geweeft. Doch zulks ge- fchiedde niet altoos; gelyk hierna getoond zal worden. En 't was ook doorgaands ge- makkelyk, deeze bewilliging te verkrygen, als de uitrufting noodig of dienftig bleek, en de Graaflyke fchatkift niet bezwaarde. Het Beftand, welk, ten tyde van Herto- Harule-
ge Albrecht, met de Friezen was geiloo-ling tc ten, was, van tyd tot tyd,verlengd gewor-Ja^f^"er den. Het jongfte liep, in de Lente des jaars Cen Be- 1414, ten einde. En 't was niet of naauw- ftand met lyks uit, toen die van Weftergo Staveren,de Frie* op den twaalfden Maart, innamen by ver-zen' raiflng, de Hollandfche bezetting ter Stad I4I4" uit jaagende (e). De Prelaaten , Grietman- nen en Mederegters van Ooftergo en Wes- tergo zonden , terftond hierna , Afgevaar- digden naar Amfterdam, alwaar eene by- eenkomft aangelegd was tegen den zesen- twintigften April. Van 's Hertogs zyde, verfcheenen hier Willem Eggart, Heer te Purmerende, Thefaurier van Holland, ne- vens eenige andere Raadenen Vrienden des Hertogs. Men trof een Beftand, welk, op den dag van S. Pieters banden, zynde den eerften Auguftus, ingaan , en drie jaaren duuren zou. Doch die van Ooftergo en Weftergo waren gehouden, den Hertoge, voor dit Beftand , vyf en twintighonderd Vrancrixe cronen uit te reiken , indien de Sendeboden of Afgevaardigden zo veel van de Landen verkrygen konden. En zo zy dit niet konden doen, moeiten zy ten min- ften twaalfhonderd Kroonen opbrengen. Maar dan zou 't aan 's Hertogs keur ffcaan, of hy 't Beftand wilde houden, of op een jaar bepaalen , zonder eenig geld xlaar- voor te ontvangen. Men beloofde, Weder- zyds, op alles , binnen drie weeken , te Am-
CO E. Beninga Bift. van Ooftfi. l.Soek. il. 18 5.
T
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Hu. befchreeven werden (a). En hier werdt,
mét bewilliging van Hertoge Willem, be~ floot en, eene Vloot uit te ruften, die, te Embden, welk, omtrent deezen tyd, door Keno ten Broeke, ingenomen was (b), ver- zamelen zou. Amfterdam ruftte eene groo- te Hulk uit, die onder Schipper Jan Ger- ritszoonttondt, en eenen groot en Ever, waar- over Jan Jlfaartszoon het bevel hadt. Al 't bootsvolk was gewapend. En de fche- pen hadden , daarenboven , honderd zes en dertig Soudenaars, of bezoldigde kneg- ten op , onder den Hoofdman Klaas Pie- terszoon. De koften der uitruftinge werden gevonden, uit een pondgeld van fchepen en goederen. De Amfterdamfche fchepen liepen, omtrent Pinkfteren, uit, en voeg- den zig, te Embden, by de Vlcote hunner Bondgenooten. 't Krygsvolk tradt hier aan |
||||||||||||||||||||||||||||||
land. Keno ten Broeke voegde 'er zig by.
Men trok aan op de Sloten, in welken de zeefchuimers zig ophielden. Agt der zel- |
||||||||||||||||||||||||||||||
ven werden bemagtigd, eenigen geflegt,
en de overigen aan Keno ten Broeke afge- ftaan, onder voorwaarde, dat hy 'er nim- mer zeefchuimers in zou laaten neftelen. Na 't gelukken van den togt, keerden de Am- fterdamfche fchepen , omtrent den dag van Marias geboorte, die op den agtften Sep- |
||||||||||||||||||||||||||||||
Si«.
«fik !?>
?dee- |
tember valt, voor Amfterdam te rug (V)-
De oude Schryvers, die dit voorval ver-
haaien, hebben niet naauwkeuriglyk aan- getekend , in wat jaar , het gebeurd zy. Eggerik Beninga en anderen plaatfen het, omtrent het jaar 1407 , of vroeger. |
|||||||||||||||||||||||||||||
e.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
%
|
||||||||||||||||||||||||||||||
e.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Doch,volgens de Vermeerderde Chronykvan
Be ka , is de Vloot te Embden geland , daar Keno ten Broeke zig toen onthieldt: en Ben in ga zelf tekent aan, dat Keno ten Broeke, eerft in't jaar 1413, meefter van Embden werdt , welke Stad hy vier jaaren inhieldt. Ik vermoed ook, dat men den togt naar Ooftfriesland niet voor J4i2 het jaar 1412 of 1413 plaatfen moet,voor-
naamlyk, om dat 'er nog een Brief voor- handen is , den twaalfden May des jaars 1412, in den Haage, getekend, waarby Hertog Willem, om ootmoedich verfoek ende om bede wille zyner getruwer flede van Aem- ßerdam, een Beftand maakt met Kenen Ho- vetling then Broeck, welk, op S. Georgius dag, "zynde den drie entwintigften April, ingegaan was; van dien dag, tot aan Ma- ria-Hemelvaart, zynde den vyftienden Au- guftus, en voorts nog twee jaaren laater duuren zou Qd). Veelligt, is dit Beftand |
||||||||||||||||||||||||||||||
(«) E.
|
Bentnga I. Btekt CaP- CXCI. il. 175. met de
|
|||||||||||||||||||||||||||||
jtantek.. ^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^
(*) M. ibid. Cap. CXCV1I. hl. ISO. (/A ^Crm«rd«de EEKA, hl. }}6. (d) Z'( Mieris chaneib. IV. ZJeel, il. 201. I. STUK.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||
142
|
||||||||||||||||||||||||
Amilerdam befcheid te brengen. Van de
beraamde voorwaarden werden drie affchrif- ten op één blad gemaakt, die uit eikande- ren gefneeden, en van welken een aan den Thefauricr, een aan de Friefche Afgevaar- digden , en. een aan de Steden Haarlem en Amilerdam, ten overflaan van welken, de handeling fchynt gehouden te zyn, ter hand gefield werde (ƒ). Het Befland kreeg fe- dert zyn beflag: doch het werdt niet lang gehouden. |
my bekend, van de wyze waarop, in 't be-
gin der vyftiende eeuvve, de zaaken der Ad- miraliteit, hier te Lande, en met naame te Amfterdam , geregeld werden. Doch of de üitrufling hier ter Stede, ten deezen ty* de, voortgang hadt; en wat'er't gevolg van geweeft zy, is my nergens gebleeken. Men weet alleenlyk, dat, den eerflen Au- guftus hier na, tuffchen Hertoge Willem en de Regeering van Schotland, een Ver- drag van Koophandel geflooten werdt (h); waarmede de overlafl der zeefchuimeren, vermoedelyk, voor eerfl, een einde geno- men zal hebben. Jan, Heere van Egmond, en zynen Broe-
der Willem, Heere van TJJelßein, zig ver- dagt gemaakt hebbende van eenen toeleg op het leeven of de vryheid van Hertoge Willem; werdt de eerfte, in dit zelfde jaar i4i6,voor 's Hertogs Raad in den Haage, gedagvaard, en, niet verfchynende, op het Slot te YfTelflein, werwaards hy geweeken was, belegerd. Men trof eerlang een Ver- drag, volgens welk, alle de goederen van Egmond en YfTelflein aan Holland werden afgeflaan , mids de Graaflykheid zekere jaarlykfche fomme aan de twee Broeders en aan Tolande, hunne Moeder, uitkeerde (ï). Wy maaken hier melding van dit Verdrag, om dat de Stad Amfterdam zig , nevens Haarlem , Delft, Leiden en Gouda , den eerflen Auguftus, verbondt tot het voldoen van tweeduizend Franfche fchilden 's jaars, die, by het zelve, aan Heere Jan van Eg- mond , en van agthonderd Franfche fchil- den , die aan Heere Willem van YfTelflein beloofd waren. Hertog Willem verklaarde, wat laater, dat hy de vyf Steden van deeze verbindtenis fchadeloos houden zou (&). Doch zy waren niet geruft, voor dat de meefle Hollandfche en Zeeuwfche Steden in de zelfde verbindtenis getreden waren: 't welk den twintigften September gefchied- de (/)• De verwarringen, die, kort hier- na, binnen 's Lands ontflonden, waren,fe- dert , oorzaak , dat de vyf Steden haare verbindtenis niet fliptelyk naarkwamen. Im- mers, in 't jaar 1421, waren zy dertien- duizend Franfche fchilden aan Heere Jan van Egmond tekwaade; gelyk blykt uit een' fchuldbrief, die, onder anderen, door Dirck Hollant, Burgemeeßer der Stede van Amfler- dam, getekend is Qm). De renten, aan Wil- lem van YfTelflein verfchuldigd , werden, eerfl in't begin des jaars 1431, volkomenlyk afgedaan (n). Her- (b) Zie Mikkis Chanerb. IV. Deel, bl. 378.
(i) Vaderi. Hitt. UI. Deel, bl. 390 er.z.
(£) Oude Kerk, Laaie XIV.
(/) Mieris Charten. IV. Deel, bl. 379, 381, 3S».
(m) Zie Mieris Chaiterb. IV. Deel, lil..563.
(n) Zie Mieris Charterb. IV. Deel, èl. jiji.
|
i4ïC
|
||||||||||||||||||||||
1414,
|
||||||||||||||||||||||||
Amtier-
dam
wordt |
De toeneemende Scheepvaart en Koophan-
del der Amfterdammeren hadt niet flegts, |
|||||||||||||||||||||||
gelyk wy boven zagen, Ooflfriefchen Zee-
gemag- rchuimeren aanleiding gegeven om op hen tigd om 1X- , . o ö o , r
fchepen te kaapen; maar de Schotten maakten, om-
tegen de trent deezen tyd, ook de-zee onveilig. Te ^chft" Edenburg , onthielden zig ook Likedeelres Eaapers ofkaaPers> die den Koopluiden van Am- uit te ' flerdam en van eenige andere Hollandfche ruften, Steden, met naame van Haarlem en Mo- en de nikendam , reeds grootelyks befchadigd |
||||||||||||||||||||||||
Amfter-
dam & ander" Steden verbio' den ZÏ tot het ■ voldoe" van 1?' kere Graaf' lyke fchuMj aan d" Heere» van ß>' mond«" Yflel- ftein. |
||||||||||||||||||||||||
onkoften
te vin uit een pond- geld. |
||||||||||||||||||||||||
hadden, en van welken men nog verdere
fchade vreesde. Men was, derhalve, be- dagt op middelen, om zulk eenen overlafl |
||||||||||||||||||||||||
te weeren. Hertog Willem , in 't begin
des jaars 1416 , naar Engeland verreisd zynde, hadt de Regeering des Lands ver- trouwd aan Hubrecht, Heere te Kuilenburg, XA.16. en aan Walraven, Heere te Br ederode. En ' deezen magtigden, den zevenentwintigften May des gemelden jaars, de Stad Amfler- dam, om de vereifchte fchepen uit te rus- ten, en met dezelven op de Schotfche Kaa- pers te kruifïen. De Stad kreeg verlof, om de Kaapers op te brengen, en over dezel- ven te regt te zitten, zonder dat zy ver- ftaan werdt, daar door eenigszins te mis- doen, tegen denHertoge, of iemant van zynen wege. De buit, dien men den Kaa- peren ontjaagde, moefl naar behooren ge- deeld worden, volgens de uitwyzing van den Hertoge en van de Stad. Tot verval- ling der onkoften, kreeg de Stad wederom verlof, om een pondgeld te heffen van alle in- en uitgaande fchepen en goederen: welk, door alle onderzaaten des Hertogs, en voor- al door de Poorters van Amfterdam, fche- pen of goederen ontvangende of uitzenden- de , betaald zou worden; doch niet langer ftand houden, dan tot dat de Stad vanhaar verfchot voldaan zou zyn. De gaarders van het pondgeld zouden, des vermaand zyn- de , aan den Hertoge en aan de Stad reke- ning moeten doen. Doch deeze orde was, flegts by voorraad , en tot wederzeggens toe, gefield. Het fluk, waaruit wy dezel- ve ontleend hebben (g),is het oudfteblyk, (f) Zit Mieris Charter!). IV. Deel, bl- 28«.
(/) Zie Mieris Charterb. IV. Deel, il. 3 7°« |
||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||
III. Boek.
|
|||||||||||||||||
H3
|
|||||||||||||||||
heeten, opgedraagen hadt O): al 't welke .l8
klaarlyk doet zien, dat haar gezag in Am- 4 '
fterdam erkend werdt: waarom zy de Stad, in verfcheiden der aangehaalde brieven, ook onder haare goede en getrouwe Steden rekent. Wy hebben dienftig geoordeeld, zo klaar-
lyk te toonen, dat Amfterdam de zydevan Vrouwe Jakoba hieldt, om dat men daarin de reden ziet van de buitengewoone veran- dering in de Regeeringe , die hier, in 't volgende jaar, voorviel. Hertog Jan van Beieren, Oom van
Vrouwe Jakoba, haar het bewind over de Landen misgunnende, hadt zig,reeds voor eenigen tyd, te Dordrecht en te Briele, in welke laatfte Stad hy, als Heer van Voor- ne, groot gezag hadt, voor Ruwaard doen erkennen. Naderhand wift hy zig, door Keizer Sigismond, met de Graaffchappen van Holland , Zeeland en Henegouwen, te doen verlyden: en toen nam hy, openlyk, den naam van Graave aan (u). De Hoekfchen, die,in demeefteSteden,
op 't kulfen zaten, bleeven, in deeze ver- deeldheid , Vrouwe Jakoba getrouw; terwyl de ■ Kabbeljaauwfchen , eenige jaaren bui- ten bewind geleefd hebbende, het oog be- gonden te wenden naar Hertoge Jan van Beieren, die, heimelyk en openlyk onder- fteund, toeleg hadt, om zig van de eene Stad na de andere meefter te maaken, en Rotterdam, by verrasfing, innam, op den tienden Oktober (u). In deezen ftaat der zaaken, was Vrouw Amfter-
Jakoba met reden bedugtvoor Amfterdam. dam In Amftelland, was reeds geftroopt, door j^^; den aanhang van Jan van Beieren (w). De rc^e jje. Stad liep ook gevaar van overrompeld te zetting worden. Om hierin te voorzien , zonden in- Hertog Jan van Brabant en Vrouw Jakoba, in November, Heer Bertout van djjendelfi en Heer Gerrit van der Zyl, ieder met een- endertig gewapende gezellen onder zig, naar Amfterdam; met laft, naar 't fchynt, om de Stad, tegen aanflagen van buiten, en veelügt ook tegen oproer van binnen, te ver- zekeren. Doch de eerfte bleef 'er maar agt- entwintig, en de andere niet boven negen- endertig dagen. Ieder gewapende hadt agt grooten , en ieder Hoofdman een gouden fchild 's daags aan foldye bedongen, die, nevens eenige andere koften, door de twee H-eren gemaakt, in alles, met de foldye, vyf honderd en vyftig gouden Hollandfche fchilden en eenendertig grooten, den fchild voor
(t) Mieris Ckarterb. IV. Deel, hl. 4;c.
(«) Vaderl. Hiit. III. Deel, **. 41J, 424, 4^
(v) Vfxdenaar, il- il".
>w) Zie üroot-flakaatb. III, Dttit il. x».
T 2
|
|||||||||||||||||
Hi6.
|
|||||||||||||||||
Hertog Willem, geene wettige kinderen
hebbende., dan eene eenige Dogter, Jako- b A genaamd, zogt haar, omtrent deezen tyd, van de opvolging in 't Graaflyk bewind der Landen te verzekeren; en vergde , onder an- deren , den Edelen en Steden van Holland en Zeeland, in Auguftus des jaars I4i6,eene plegtige verbindtenis af, om Vrouw Jakoba na zyn óverlyden als Graavinne in te huldi- gen (o). Amfterdam hadt deeze verbindtenis ook
op zig genomen, en deedtze, na de dood van liertoge Willem , die den eenendertig- den May des jaars 1417 voorviel,in meer dan één opzigt, geftand. Onze Chronyken melden, dat Vrouw Jakoba, in alle de Hol- landfche Steden, behalven te Dordrecht, ingehuldigd werdt (ƒ>)• Zv ?al •> derhalven, ook te Amfterdam ingehuldigd zyn;fchoon my daarvan, in de oude Stads Re gifiers * geen het minfte blyk voorgekomen is. Ook vind ik niet, dat zy, gelyk gewoonlyk by zulk eene gelegenheid gebeurde, de Stads Privilegien beveftigd heeft. Maar men heeft blyk , dat Amfterdam zig, op haar ver- zoek , nevens Gouda, Alkmaar,Rotterdam, Schiedam, Hoorn en Oudewater, in Janua- ry des jaars 1418, verbonden heeft, om eene Lyfrente van omtrent vyf honderd negenen- twintig Engelfche Nobelen, door Haarlem, Delft en Leiden, ten haaren behoeve, in Brabant verkogt , te helpen draagen (q); gelyk, onder anderen, uit eenen Brief der Graavinne van den agtften January des jaars 1417 [i4iB],die,in de Oude Kerke, Laade XIII. bewaard wordt, blyken kan. Nader- hand, fchynt de Stad, nevens Haarlem, Delft, Leiden en Gouda,nog tweeduizend nobelen jaarlykfche lyfrenten, in Brabant en elders, ten behoeve van Vrouwe Jako- ba en haaren tegenwoordigen Egtgenoot , Hertoge Jan van Brabant, verkogt te heb- ben; tot voldoeninge van welken, alle de tollen van Holland en Zeeland aan de vyf Steden verbonden werden, by brieven van den zesentwintigften Auguftus des gemel- den jaars, door Hertoge Jan en Vrouwe Jakoba gegeven (f). Wyders, blykt, dat Vrouw Jakoba , reeds in November des jaars 1417, Tsbrand Heynen, tot het waar- neemen van haaren fViJfeite Amfterdam, hadt aangefteld <Y); gelyk zy ook, op den eenendertigden January des jaars 1418, het Schoutampt der Stad aan Thyman Heinrics- z°on, in deNaamlylt der Regeeringe, 'ly deman Hendrick Dircksz. van der Schelling ge- (') 2Tie Mieris Chwerb. IV. Deel, II. 383, 384, 585-
y\ Y^DFNAAU */. Ii:.
lil\ MA Charter!,. IV. Deel, h. 443,443,44«.
V' „ R,s c,'"tetb. IV. Deel, hl. 494. O) MlïRls ChMtwb. IV. Deel, il, w. |
|||||||||||||||||
?e Stad
>ndt
Nba
tehul- |
|||||||||||||||||
?'aft
*'§ met S lyf.
c«oeve.
|
|||||||||||||||||
ak°ba
|
|||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||
IL Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||
144
|
|||||||||||||||||||||||||||
nenszoon tot Schout aan. Burgemeefters »uk
werden Dirk Holland, Willem ReynersZoon, Herman Hermanszoon en Heyn Noiert, wel- ke laatfte, in 't jaar 1417, Schout geweeft, en door Vrouwe Jakoba van zyn ampt ver- laaten was. Tot Schepenen werden aange- fleld Symon Meeuszoon , Bruinink Spruit, Jan Oude Symonszoon, Dirk Bardsus, Ger- rit Deyman Janszoon, Gysbert van Amftel en Ruifch Jakob Koppenszoon: onder wel- ken 'er vier waren, die ook door Vrouwe Jakoba aangefleld waren geweeft. En dee- ze is de eerfte reize, dat men, omftandig- lyk, van eene buitengewoone verandering in de Regeering te Amllerdam gemeld vindt. Zy ftreedt regelregt met de Privilegien. Vol- Aan«'?' gens de Handveft van Hertoge Albrecht van zil?g.£e. den zeftiendenjanuary des jaars i399[i4oo], [^ moeften drie Burgemeefters gekooren wor- waari»| den, door allen, die Burgemeefter of Sehe- de zuW pen geweeft waren, en deezen drie moes- ftry^'S ten den vierden, uit de afgaande Burgemees-was' ters, tot zig kiezen,om nog een jaar tere- geeren (a). Doch nu ftelde Hertog Jan van Beieren vier nieuwe Burgemeefters aan , zonder dat de voorigen hunnen tyd hadden uitgediend. By de Handveft van Hertog Albrecht van den vyftienden Maart des jaars 1387 [1388], aan Amfterdam met Amftelland en Gooiland in 't gemeen gege- ven, was beraamd, dat de Graaf, of iemant, dien hy 't beval, jaarlyks, op den tweeden February, zeven Schepens kiezen zou, die een jaar Schepen zouden blyven (b). En nu werden zy, binnens jaars , verzet, door Her- toge Jan van Beieren:die zig,veelligt,ver- genoegd zal hebben met de verklaaring, dat het krenken der Privilegien, voor deeze reize, de Stad, in het toekomende, in haa- re voorregten niet benadeelen zou; hoedaa- nige verklaaring, gelyk wy boven (c) reeds hebben aangemerkt, omtrent deezen tyd, gebruikelyk was. Omtrent de Perfoonen, die, ten deezen tyde,inde Regeering kwa- men, merken wy alleenlyk aan, dat Dirk Holland, die eerfte Burgemeefter werdt,en aan wien wy, reeds by eene andere gele- genheid (d), gedagt hebben, een man van vermogen fchynt geweeft te zyn. Immers Hertog Jan van Beieren gaf hem, in 't jaar 1422, verlof, om, uit zyne eigene goede- ren, een Gafthuis te ftigten binnen de Stad, tegen over de Heilige Stede, en dus op of omtrent de plaats van het tegenwoordige Burger-Weeshuis; en om een altaar op te |
|||||||||||||||||||||||||||
voor vyftig grooten gerekend,beloopehde^
van wege de Graaflykheid, der Stad Am- llerdam werden afgevorderd, in afkorting op de bede, die tegen Kersmis des jaars 1419 vervallen zou (a;). Doch op den der- tienden February des gemelden jaars, was de verzoening, tulTchen den Hertog en de Hertogin van Brabant ter een er, en Hertog Jan van Beieren ter anderer zyde,teWou- drichem, getroffen, en daarby, onder an- deren , bedongen „ dat de Landen, vyf jaa- „ ren agtereen, door de twee Hertogen in Il 't gemeen, geregeerd zouden worden, die de Schouten en Geregten in de Ste- den gezamentlyk zouden ïiellen, fchoon " dezelven, aan Hertoge Jan van Brabant „ en Vrouwe Jakoba alleen, eed zouden „ doen; aan Hertoge Jan van Beieren, on- „ der Jan en Jakoba, flegts gehoorzaamheid „ beloovende (y)." Te Amllerdam was, weinige dagen voor
het treffen van deezen Zoen, degewoonly- ke verandering*'der Wethouderfchap ge- fchied. Tydeman Henrik Dirkszoon van der Schelling, in't jaar 1418, door Vrouwe Ja- koba, tot Schout aangefleld, was in zyn ampt gebleeven. Servaas Roelofszoon, Gys- bert Huisman en Daam Brafeman waren tot Burgemeefleren verkooren : en uit de Bur- gemeefleren, die het voorgaande jaar ge- diend hadden , was Jan Arendszoon , als Oud - Burgemeefter , aangebleeven. Tot Schepenen waren gekooren Ysbrand Hein Meinertszoon de Wiïfelaar (z), Klaas Brui- ning , Gysbert van Amflel , Ruifch Jakob Koppenszoon, Jan Oude Symonszoon, Brui- nink Spruit, Steven Dirk Meliszoon en Mei- nerd Symonszoon. Men verwagtte, derhal- ve , dat 'er geene ongewoone verandering in de Regeeringe voorvallen zou. Doch regt het tegendeel gebeurde. Hertog Jan van Beieren, niet vergenoegd met het aandeel in de Regeeringe, welk hem, by den Zoen, opgedraagen was, ftondt wel haaft naar meer gezags. Hy bemagtigde de Stad Lei- den met de wapenen, en hadt zig, tevoo- ren reeds, meefter gemaakt van Amfter- dam, fchoon ik niet vinde, op welk eene wyze, noch by welke gelegenheid. Toen raakten ook de Hoekfche Regenten van 't kiviTen , welk terftond met Kabbeljaauw- fchen voorzien werdt. De verandering ftaat, in de Lyften van de Regeeringe der Stad, op het jaar 1419, met deeze woorden, aan- getekend : In dit jaer, verwandelde Hartog Jan van Beyeren 't Gerecht, en al de Heeren wierden ver/et. De Hertog ftelde Jan Hei- (x) Zie Mieris Charterb. IV. Deel, il. Sa7>
(y) Uroor-Plakaatb. III. Dtel, tl. 9, lz) Zie hics voor, il. 143, |
|||||||||||||||||||||||||||
1418.
|
|||||||||||||||||||||||||||
1419.
|
|||||||||||||||||||||||||||
Gewoon-
lyke ver- andering der Wet- houder- fchap. |
|||||||||||||||||||||||||||
Hertog
Jan van Beieren veran- dert de- zelve , op een' on- gewoo- nen tyd en wyze. |
|||||||||||||||||||||||||||
regten in de nieuwe Parochie
|
Kerke der
Lie- |
||||||||||||||||||||||||||
(a) Handv.
(b) Handv.
(c) Bladz.
\d) Boven, |
is. [ij.]
7'- [?•] 138.
tl, HZ.
|
||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
HS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lingen van Vrouwe Jakoba, waren töege-
bragt. De Steden Utrecht en Arners foort hadden zig verbonden met de Hoekfchen tegen Hertoge Jan van Beieren, en gevol- gelyk ook tegen de Steden, die zyne zyde hielden, onder welken Amfterdam, federt het jaar 1419, gerekend was. Die vanU- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1419, Lieve Vrouwe (0, die nog de nieuwe Kerk
heet, en in 't jaar 1414, door Willem Eg- gert, Heer te Purmerende, aangelegd was. Ook was hy 'er, den vyftienden July des jaars 1417 , begraaven (ƒ). Dirk Holland is, kort hierna, 's Hertogs Raad gewor- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
142 f,
dam, en
liaan en vangen eenige Stedeün- gen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den(g).
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• Vier.
te*
laauwfch.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De verandering der Regeeringe des jaars treek waren'hierom, in't jaar 1420, om
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hadt de Stad Amfterdam geheellyk
|
trent Remigius-dag, die op den eérften Oc-
tober valt, heimelyk voor Amfterdam ge- trokken, daar zy zig in eene hinderlaage hadden nedergeflaagen ; terwyl zy eenige ligt gewapende manfehap zonden naar de weiden, onder de Stad, om, onder dekfel van de koeijen weg te voeren, de Amfter- dammers naar buiten, en in de hinderlaage te lokken. De toeleg gelukte ten deele. De Amfterdammers , onraad verneemende in de weiden, liepen te wapen, en toogenter Stede uit, den wykenden vyand agter na; doch de hinderlaag nog even by tyds ont- dekt hebbende, keerden zy Stedewaards, De Utrechtfchen vervolgden hen toen met hunne gantfche magt, en floegen of vingen wel tweehonderd en vyftig Amfterdammers. 't Geragt van deeze nederlaage, fchielyk vooruit gevloogen , hadt , midlerwyl , zo groot eene verflaagenheid onder de overi- ge ingezetenen veroorzaakt, dat veelen aan 't zakken en pakken gevallen waren, ge- reedfehap maakende om de Stad te ruimen, met het gene zy konden medevoeren. En meent men, dat de Stad ligtelyk overrom- peld geweeft zou zyn, zo de Utrechtfchen tot digt onder dezelve genaderd waren ge- weeft. Doch zy hadden zig te vrede ge- houden , met de Amfterdammers alleenlyk een fluk wegs agter na te zetten , en waren toen, met den buit en de gevangenen , naar Utrecht te rug gekeerd (£). By gelegen- heid van deezen aanflag der Utrechtfchen, en terwyl zy tot by 't Reguliers-Kloofter', omtrent de Reguliers-fluis, genaderd wa- ren, gebeurde het, dat een Poorter, Ti- deman Simonszoon, door het onverhoeds af- gaan van eene der Stads Buflen , in den regter arm gewond werdt, zo ongelukkig. lyk, dat hy den arm moeft laat en afzetten. Doch tot vergoeding van dit verlies,werdt hy, van Stads wege, voor al zyn leeven, heervairtvry , fcotvry en waeckvry verklaard: gelyk blykt by de Akte, hem hiervan ver- leend , en van ons onder de Bylaagen (I) geplaatft. Sedert, ruftten de onzen, den Stigtfchen den gepleegden moedwil willen- de betaald zetten, in 't jaar 1421, twee groote fchepen, Hulken of'Koggen, en veele Baard-
(k) Vermeerderde BEK4 tl, 3J>f.
dj L*. C. T3
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
14I9
doen overflaan tot de Kabbeljaauwfche zy
de,die zy, federt, byna beftendiglyk bleef
aankleeven. Hertog Jan van Beieren, die haare hulp, tegen de Hoekfche aanhangers van Vrouwe Jakoba, hoognoodig hadt, be- wees haar , van tyd tot tyd , merkelyke gunften; vooral na dat Vrouw Jakoba, mis- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
««op
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ïcl Van noegdop haaren Egtgenoot, Hertog Jan van
ïeejj11 Brabant, in 't begin des jaars 1421, naar En- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ff
|
Ver-
ve^6 |
geland verreisd was, en haaren Oom de
nUnrfrlie Reïreering van Holland en Zeeland |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in handen gelaaten hadt. Op den agttien-
denjanuary des gemelden jaars, gaf hy der Stad, op haar verzoek, en in erkentenis van gedaane en te doene dienften, eenige vry- heden en regten, die hy verftondt, noch hem, noch der Graaflykheid tegen te draa- gen: als „ 1. tolvryheid voor allen, die tot |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»j
|
Poorters zouden worden aangenomen. 2.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dat men geen' Poorter, in Holland, Zee-
land of Weflfriesland, tot zeventuigzou |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3?
|
mogen daagen, dan op koften van hem,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
die in 't ongelyk gefteld werdt. 3- Dat
die van den Geregte, noch derzelver die- naars geene Stads Excynzen zouden mo- gen huiiren. 4. Dat Schout, Bargemeefle- ren, Schepenen ende Raede , op dien tyd wefende, willec euren mogten op eenen dach, te weeten op Sinte Pawwels 'avont naefleo- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»>
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
mende, ende daerna niet meer, datfaldue-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tideman
Simons- zoon ge- wond. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
11
|
ren tot eeuwigen dagen (h):" in welk laat-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fte punt eene merkelyke duifterheid fchynt,
óver welke wy, by bekwaamer gelegen- heid , in 't handelen over de magt om wil- lekeuren te maaken, eenige ophelderende aanmerkingen zullen voorftellen. By de ge- melde voorregten, voegde Hertog Jan van Beieren, den derden November des jaars 1422, nog de beveiliging in het voorregt, dat de Poorters , in perföon, noch in goe- deren , tuflehen de Maaze en de Zype, niet zouden mogen bekommerd worden (ï). Ondertufïchen, hadt Amfterdam deeze |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fchen^ gunften niet verworven, zonder zig, voor-
A5n vooï-af' te hebben blootgefteld voor verfcheide
"•HerV nadeelen, die der Stad, door de aanhange-
9f) ?" MlER,s Charterb. IV. Diel, hl. 661, 661.
yl S?Seer Lvft voorde Handv. op ie jaaten 1414 en 1+17. (I) 4>e Mit.Kis Chatterb. IV. Deel, ii. 640. (b) Handv. H. I2S. r19 i 0) MIÏRH Chaweib. IV. DttltH. 66U
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Am-
fterdam- mers ruften eenige fchepen |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
14-6
|
||||||||||||||||||||||||||||||
geld van een' nieuwen fchelling van elk pond
groot aan goederen, die de Koopluiden der twee Steden in Pruiffen zouden brengen; en van twee oude penningen van elke ou- de mark aan goederen , die zy van daar voeren zouden. Tot het ontvangen van dit pondgeld, werden twee perfoonen te Dant- zig aangefteld, te weeten,'^« Huge,vv,n Amfterdam, en Michiel Michielszoon, van Zierikzee. De gantfche overeenkomft werdt, den twee-entwintigften May, door Herto- ge Jan van Beieren, in den Haage, bekrag- tigdQ,). Wy hebben, reeds meer dan eens, ge-
toond , dat het wederftaan van Schepenen te Amfterdam , by verfcheide Graafiyke Handveften , ongeoorlofd verklaard was Maar omtrent deezen tyd, hadt zekere Dirk de Smid Juwel Pieterszoon, die, in 't jaar 1420, tot Schepen aangefteld geweelt, en in 't jaar 1^22, Burgemeefter geworden was, om des rechts wille van der Stede, ter dood toe. gekwetft; en was daarna ter Stad uit gevlugt. Hertog Jan van Beieren gaf, ter deezer gelegenheid, der Stad, die anders, niet dan binnen haare Vryheid , vangen mögt, op den derden Auguftus des jaars 1423, byzonder verlof, om Dirk den Smid, overal waar zy hem in 's Hertogs Landen mögt aantreffen, te mogen vatten,.Jonaer dair oftegens hem of zyne Heerlicheit te breu- ken of te misdoen, in enigerwys (q). Onder- tuflchen, blykt, uit eenen Brief van den der- den November des jaars 1425, dat deOud- Burgemeefter Auwel Pieterszoon, aan zyne wonde, niet overleeden was (r). In de Lente des volgenden jaars, werden
Dirk Holland, Oud-Burgemeefter van Am- fterdam , en Jan Jan Heinenszoon, Schout der Stad , door Hertoge Jan van Beieren, gemagtigd, tot het bywoonen eener Dag- vaart te Elburg, alwaar over een Verdrag met de Friezen van Ooïtergo en Weftergo ftondt gehandeld te worden. Ook gelukte het hun, aldaar, op den zevenentwintigften Maart des jaars 1424, een Verdrag te tref- fen, waarby bedongen werdt „ datdefrie- „ zen Hertog Jan voor Heere erkennen, en „ hem de gewoonlykeHeerenregtenbetaa- „ len zouden (ƒ)." Midlerwyl, hadt Vrouw Jakoba haarHu-
welyk met Jan van Brabant, door Benedic- tus den XIII., die alleen in Spanje voor Paus erkend werdt, doen fcheiden, en was, fe- dert, in Engeland , hertrouwd met Hum- frey, Hertoge van Glochefler, die haar, met eenig
(p) Zie Mieris Charte*. IV. Deel, bl. «j«.
\q) Zie Mieris Charterb. IV. Deel, bl. 691. (r) Zie Mieris Cliaiterb. IV. Deel, bl. 800. (s) Zie Mieris Charterb. IV. Utel, bl. 715,717» 71«. |
||||||||||||||||||||||||||||||
Baardfennit, met welken zy de vaart op de
Eem belemmerden, en onveilig maakten: waardoor de Steden Utrecht en Amersfoort, die haaren meeden toevoer uit OveryfTel, en byzonderlyk van Kampen, langs de Eem, bekomen moeiten, in merkelyke verlegen- heid gebragt werden (m). De vyandlykhe- den tegen de Stigtfchen eindigden eerft in 't jaar 1423; en werdt het Verdrag, welk toen, tuffchen Hertoge Jan van Beieren en hen, getroffen werdt, onder anderen, door de St ad Amfterdam, benevens de Steden Haar- lem, Delft, Leiden, Middelburg enZierik- zee,'bezegeld («). |
||||||||||||||||||||||||||||||
ft*
|
||||||||||||||||||||||||||||||
14
|
||||||||||||||||||||||||||||||
1421.
uit, cm
den toe- voer lansrsde Eem te belem- meren. |
||||||||||||||||||||||||||||||
De St»J
kry0g>
magt," ieina^'
die ee- nen I3üf gerne«5', ter gf' kwetft hadt. te n\of
vatte"' 1423'
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Zwaars
brand, die een derde
der Stad verflindt |
Maar het jaar 1421, welk de Stad Am-
fterdam in de kolten van eene aanmerkely- ke uitrufling ter zee ingewikkeld hadt, was, nog in een ander opzigt, nadeehg voor haar geweelt. Op Zondag, den drie-entwintig- |
|||||||||||||||||||||||||||||
ften April, was 'er een felle brand in de
Stad ontftaan, die wel een derde deel der zelve verflonden hadt. Onder de openbaa- re gebouwen, die, ten deezen tyde, door de vlam vernield werden , worden met naa- me opgeteld de nieuwe Kerk, die naauw- lyks zes jaaren geftaan hadt, het Raadhuis, het Gafthuis, waarfchynlyk het oude of H. H. Geefts-G althuis, welk nevens het Raad- huis ftondt, de Heilige Stede, nu de nieu- we zyds Kapel, en het Begynhof met des- zelfs Kapelle (0). Uit de Itandplaats dee- zer gebouwen, is af te neemen, dat de brand zig, van omtrent de nieuwe Kerke, over de Plaats of Dam, door de Kalveiitraat, tot digt aan de Bindwyker-Poort, die geftaan heeft omtrent de plaats, daar nu de Offen - fluis legt, heeft uitgeïtrekt; en dus zeer wel een derde van de Stad, die toen nog maar bin- nen de agterburgwallen begreepen was, ver- teerd kan hebben. Men kan hieruit ligte- lyk afneemen, hoe groot de fchade geweelt zy, welke de ingezetenen, by deezen brand, geleeden hebben. De fcheepvaart op de Ooltzee hadt, fe-
dert eenige jaaren, merkelyk gebloeid te Amfterdam ; doch . ter gelegenheid der zel- ve , was eenig gefchil ontftaan met de Stad Dantzig, die een pondgeld vorderde, welk onze Koopluiden ongaarne voldeeden. Men verdroeg zig egter,in 't jaar 1422, met be- williging van Hertoge Jan van Beieren. Die van Dantzig hadden, van Amfterdam en Zierikzee, zevenhonderd Nobelen aan ag- terftallen gevorderd; welke fomme de twee Steden beloofden te voldoen,uit eenpond- |
||||||||||||||||||||||||||||||
Twee
vanB<f
ren g 1 magóë' om $t
de Ff'6 zen tS han#' len. |
||||||||||||||||||||||||||||||
Gefchil
tuffchen Amfter- dam en Dantzig veref- fend. 1422.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
(m) Vcrmeerd. EEKA, bl. 399- 2>* w* Burman Utr.
Wh. I. Deel, bl. zs6. . (n) Vide Matthsum ad Rerum Amortort •Script, p.
258. Vergel. met Bukman TJtr. Jaatb. I. Deel, bl, l6$i<nz. {o) Vermeerderde seka, bl. 39S.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||
III. Boek.
|
|||||||||||||||||
Hl
|
|||||||||||||||||
moorders nog niet ontdekt waren (x).
- Terftond na zyn overlyden, werdt,' door 1f4' den gemeenen Raad en' Ridderfchap van j.^ Holland en de goede Steden , die op de erkent Dagvaart in den Haage befchreeven waren, Hertog -en waaronder zig ook Amfterdam bevondt, Jan v™ _ _ JpJ r'lKnrif
by een befluit van den agtften January desvoor
jaars 1425, vaftgefteld, dat men zig zou Graave-, houden aan de zyde van Hertoge Jan van en Her- Brabant, op wiens naam, men, voortaan, wgEl!lPs bede vorderen, en regt oefenen zou (y). Zy gour- vermaanden ook de Steden, die de zydegondie van Vrouwe Jakoba hielden, immers de™01' Stad Oudewater, om te blyven, daar de Zwaard. vier Hoofdfteden van Holland, Dordrecht, *4£5' Haarlem, Delft en Leiden, bleeven (z). Doch hunne vermaaningen vonden weinig ingang. Midlerwyl, was Hertog Jan van Brabant, in de meefte Steden en ook te Am- fterdam , als Graave ingehuldigd. Hertog Filips van Bourgondie werdt, in dezelfde Steden, voor Ruwaard erkend, en beves- tigde dezelven, in deeze hoedanigheid, in alle de voorige Privilegien,. met naame in die, welken, door Hertoge Jan van Beie- ren, verleend waren (V). Midlerwyl, hadt Jakob van Gaasbeek, De Stad
Heer van Abkoude, die, door de Hertogen, vei'l^a tot Stadhouder van Holland aangefteld was, ^^ itl in 't begin der Lente, het beleg geflaagendenflag voor Schoonhoven. Het duurdezes maan-byAlfen. den, en werdt, eindelyk. vrugteloos opge- broken. Doch toen werdt Gouda , waar Vrouw Jakoba zig onthieldt, gedreigd met een beleg. De Poorters der meefte Hol- landfche Steden, ook die van Amfterdam, waren, onder hunne banieren, uitgetrokken in Oftober, om de Stad, langs den Ryn- kant en "t water de Gouwe, te naderen. De Hoekfche aanhangers van Vrouwe Jakoba, zig met deStigtfchen vereenigd hebbende, trokken hun te gemoet, en op den eenen- twintigften, viel 'er een hevig gevegt voor by Alfen, waarin de Hoekfchen en Stigt- fchen de overhand behielden, en met veele gevangenen, en met de banieren der Ste- den Haarlem, Leiden, Amfterdam en an- deren, naar Gouda te rug keerden (b). Hertog Filips fchreef, twee dagen na 't Hertog
gevegt, een' trooftbrief aan Amfterdam en FiliPs de twee andere Steden, welken hy twee Ka- £aharr gen' piteins zondt, Frank van Borfele, en nog een, trooft- dien hy niet noemt; doch die, veelligt, Jan brief, de Villers, Heer van risle-jdam,geweeitis. Hy vermaande haar ernftelyk, moed te hou- den, (x) Zie Groot-Plakaatb. III. Deel, hl. 17.
(y) Zie Mieris Charterb. IV. Heet, bl. 74«,747j 7+7»
(z) ld. ibid. bl. 74»-
(a) Handv. bl. 7+. .
(Il) Gioote Ctuon. Divif. XXVIII. tap. 31,
|
|||||||||||||||||
eenigKrygsvolk, in Oftober des jaars 1423,
over Calais, naar Henegouwen geleid hadt. Terwyl hy een keer naar Engeland deedt, werdt Vrouw Jakoba, door Filips, Hertog van Bourgondle, haaren Neef, die zig aan de zyde van Hertoge Jan van Brabant ge- voegd hadt, uit Bergen in Henegouwen ge- ligt,- en gevangkelyk naar Gend gevoerd, op den dertienden Juny des jaars 1424. Zy ontfnapte gelukkiglyk uit de hegtenis, in't begin van September, en begaf zig, over Antwerpen, naar Holland, alwaar zy, dooi- de Steden Gouda, Schoonhoven, Oudewa- ter en Woudrichem, als Graavinne, ont- vangen werdt (t). Doch terwyl zy nog in hegtenis zat, was
Hertog Jan van Beieren, bedugt voor de Engelfche Krygsmagt, die met den Herto- ge van Glochèller overgekomen was, op middelen verdagt, om 't gevaar, welk den Landen van den kant der Engeifchen dreig- de , af te keeren. Hy zondt, den vierden July, rondgaande Brieven af aan de Balju- wen, Schouten, Burgemeefteren, Schepe- nen, Raaden, Vroedfchap, ende dinge ge- meynte van alle de Steden, en derhalven ook van Amfterdam, om hun harnafch, arm- borften en ander geweer gereed te houden, en, ingeval Glochefter, of de zynen er- gens iet vyandelyks ondernamen, den klok- llag te volgen, op verbeurte van lyf en goed, en den vyand tegenftand te bieden (u). De Engeifchen hadden, ten deezen tyde, ook eenen aanflag gefmeed, om Hertog Jan van Beieren, door vergif, van kant te helpen. Zeker Koopman uit Engeland, die zig Jan Henrikszoon noemde, hadt hiertoe bewilligd Heer Jan van Vliet, die onlangs tot Baljuw vanAmftelland aangefteld geweeft was (V), en 't vergif, welk men hem, in hartenleêr om- vangen , in een doosje ter hand hadt ge- field, aan 's Hertogs broek geftreeken hadt. Al 't welk hy, federt, beleedt, voor 's Her- togs Raaden, en voor Gemagtigden der Ste- den Dofdrecht, Haarlem, Delft, Leiden, Amfterdam , Gouda, Briele, Oudewater, Rotterdam en Schiedam: waarop hy, den derden Auguftus, in den Haage, onthalsd werdt O). Hertog Jan van Beieren leefde maar tot den zesden January desjaars 1425. 't Zy dat het vergif des Heeren van Vliet zo langzaam gewerkt hadt;'t zy dat men hem, naderhand, op nieuws, vergif hadt weeten in te krygen; men ftelde ten minften, in't jaar 1428, nog vaft, dat hy eenen gewel- digen dood geltorven was, en dat de regte (O Vaderl. Hift. III. Deel, il. 4JJ enz.
(u) 4,e Mieris Chaltcib. IV. Deel, tl. 72S. (v) ld. ihid. hl. »o». (WJ Id. ibid. ii. '7 |
|||||||||||||||||
Hh.
|
|||||||||||||||||
Nam
!?gen
:fchry-
Xom
&n de fc °P
Sde te
7H
|
|||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||
148
|
|||||||||||||||
gemaakt, in het zenden van een groot getal i4a<'
van Schepen en Poorteren voor deEem, tot belemmering van den handel der Stigtfchen: of, zo deeze kollen meer dan duizend fchil- den beliepen , zoudenze het meerder van de eerilvolgende Bede korten mogen (£). _ 't Verlies van den fcheepsftryd by Wie- Amfl^'et ringen, die federt voorviel, en waartoe Am- ^aineCd ilerdam ook fchepen en manfehap geleverd J," hadt, bragt de zaaken van Vrouwe Jakoba Hertog in zulk een verval, dat zy, eindelyk, ge- Filip5, noodzaakt werdt, een Verdrag aan te gaan, met Hertoge Filips, zynde Hertoge Jan van Brabant reeds overleeden: waarbyzy, hem voor Ruwaard ■ en Oir of Erfgenaam der Landen erkennende, de Regeering genoeg- zaam aan hem afilondt. Dit Verdrag werdt, den derden July des jaars 1428, te Delft 142^ geflooten (/): en in gevolge van het zelve, leidende Ridders, Knaapen en Steden,en ook Amflerdam den eed van getrouwheid en onderdaanigheid af aan Hertoge Filips (m~); die, federt, de Stad Amflerdam, om Bekom' de groote koflen, die zy, geduurende den zeker a binnenlandfchen oorlog, gemaakt hadt, ont- vo0\^- hefte van de uitkeeringe der ontvangene in- komflen van de goederen der zulken, die, ter oorzaake der voorige onluflen, ter Stad uit gezet of geweeken waren. De brief, hiervan verleend , is den eerflen Auguftus getekend, en wordt in de Oude Kerke, Laa- de XII. bewaard. Wy hebben, hier voor (n), gezien, dat Wor^'
Amflerdam, nevens eenige andere Steden, door tot zig, ten behoeve van Vrouwe Jakoba,met heÏÏÓe- ---•___ 1 f 1— 1 111. T^V VOl" „ft
|
|||||||||||||||
I425- den, haar verdere hulp toezeggende (V).
Tweede Ook verlooren de Engelfchen en Hoek- gevegt fchen, op den zevenden January des vol- by Alten, genc|en jaars ? jen fcheepsftryd hy Brou- deeie der wershaven. Vrouw Jakoba belegerde , wat Amftér- laater, Haarlem, tot tweemaal toe, te ver- damme- gecfs. Doch toen zy de Stad, voor de twee- ren- Y de reize, verliet,lloeg zy de Kabbeljaauw- 14261 fchen andermaal by Alfen, op den dertig- ften April, alwaar wederom eenige Amfter- damfche Poorters omkwamen. Ook wer- den 'er eenigen gevangen. Zes of zeven van de aanzienlykften Honden af van hunPoor- terregt, en hingen Vrouwe Jakoba aan (d). Zy ftui- De Kennemers, die deeze zelfde zyde volg- ten de den, liepen, hierna, 't gantfche Land af; Kenne- ^och berden, voor Hoorn, door den Heer ™0eór van 1'Isle-Adam, met hulp, onder anderen, Hoorn, van eenige Amilerdamfche Poorters, geftuit en geflaagen (Y). Sedert, werden zy te Amltcrdam gedagvaard, alwaar hunne Pri- vilegien verbeurd verklaard , en zy, daar- enboven, in eene zwaare geldboete verwee- zen werden (ƒ). De toe- De hulp, cüe de Stigtfchen Vrouwe Jako- voer ba beweezen, gaf, kort hierna, gelegen- naar t j-^y ^ fi.^ piert0g Filips allen toevoer naar wordt te Utrecht en naar 't Stigt in 't gemeen, te Am- Amfter- ilerdam, en door gantfch Amflelland en dam ver- Gooiland, verbieden deedt. Zelfs flelde booden. ^y, in deeze Stad, twee perfoonen aan, om toe te zien, dat dit verbod ftiptelyk naar- gekomen werdt (g). Amfter- Ondertuffchen , deedt hy , in Oftober, dams eene bede van 30000 fchilden van vyftien *tw ^mvers ied£r van ^e Hollandfche Steden ; Graaf- in welke fomme , Haarlem 5000 ; Delft lyke 4250; Leiden 3500; Amflerdam 3000 ; Rot ■ Beden, terdam 1250; Hoorn 2000, Enkhuizen 625 1427. fchilden, en de andere Steden naar evenre- digheid draagen moeften (h). In de Lente des volgenden jaars, deedt Hertog Filips eene nieuwe Bede van aoooofchilden; waar- in Haarlem 4622; Delft 3305; Leiden ook 3305; Amflerdam 2833; Rotterdam 833; Enkhuizen 100 fchilden, en andere Steden naar gelang van haar vermogen moeften draagen (J). ■ Amflerdam was, kort voor dat deeze laatfte bede gedaan werdt, nog duizend fchilden op de voorigebede fchul- dig. Doch Hertog Filips gaf der Stad,op den veertienden Maart des jaars 1427, ver- lof, om van deeze duizend fchilden te kor- ten het beloop derzwaare koften, door haar |
|||||||||||||||
eenige lyfrenten bezwaard hadt. Deeze ^ng'
fchuld hadden de Steden nog te vorderen zekeff van de Graaflykheid. Flertog Filips wees fchu! ' haar,derhalve, in 't jaar 1430, op detien- °P ni. jaarige Bede, die Vrouwe Jakoba en hem, meïb$ onlangs, door eenige Steden en Dorpen van gSw£s' Kennemerland , Weflfriesland en Water- zen. land, was toegeftaan. Zelfs beloofde hy, J4-3 haar fchadeloos te zullen houden, in geval eenigen der gemelde Steden of Dorpen, ter oorzaake van dykbreuken, oorloge, we- derfpannigheid of anderszins, in 't opbren- gen der verfchuldigde Bede, nalaatig wa- ren; haar ook magt geevende, om de per- foonen en goederen der fchuldigen, voor de agterftallen, aan te fpreeken: van al 't welke brieven verleend werden, die, den vyfden en zesden December des gemelden jaars, getekend waren (0). Vrouw
(k) Zie Mieris Charterb. IV. Deel, il. sii.
(i) Groot-Plakaatb. III. Deel, il. 14. (m) Mieris Charterb. IV. Deel, bl. 913. (n) Blaiz. 143. (o) Oude Kerk, Laaie V. ZU enk MIERIS Chatterb.
IV. Diel, bl. sg8, 989, 990. |
|||||||||||||||
(e) Zie Mieris Charterb. IV. Diel, il. 79+-
(d) Velds.naar bl. 128, 129.
{e, VELIUS Hoorn, il. 16, (f) Mieris Chartert), IV. Deel, tl. 847.
(g) ld. ibid. lil. g«s , 867.
(h) Oude Regift. by Ampzing Haarl. ^ 39> J02<
(i) Oude Regift. als ioven, bl. soz. |
|||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
149
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in die van Amflerdam ook deel gehad had- „/•
den, hebbende zy den Engelfchen vry wat *43 nadeels toegebragt op zee, eindigden, eer- lang, met een Beiland, welk, naderhand, meer dan eens, vernieuwd werdt O). Doch terwyl de Engelfche kryg nog duur- Schade'
de, was Holland in oorlog geraakt met de der Am- Kooplieden langs de Ooftzee. Het koopbe- ft«dam- , r b, , 1 meren
lang was oorzaak van deezen oorlog, enby dea
Amflerdam, welk fterker dan eenige ande- oorlog re Hollandfche Stad op de Ooftzee handel- met^de |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vrouw Jakoba zig, daarna, tegen haa-
re belofte, buiten bewilliging van Hertoge Filips en de Staaten, in huwelyk begeven hebbende met Frank van Borfele, gaf daar- door den Hertoge gelegenheid, om haar te noodzaaken tot eenen geheelen affland ook van den naam van Graavinne, dien zy, tot hiertoe, nog behouden hadt. Filips nam, van toen af, den titel van Graave aan (p~). Hy wikkelde zig, federt, in, in eenen oor-
log met Frankryk, die, in't jaar 1435, met de Vrede van Atrecht eindigde. De goede Steden van Holland, en ongetwyfeld ook Amfterdam,hadden haare Afgevaardigden gehad op de Vredehandeling te Atre'cht^). Terftond na 't duiten der Vrede, ving Her- tog Filips eenen nieuwen oorlog aan tegen Henrik den IV., Koning van Engeland, die brieven afzendt aan de Steden deezer Lan- den, waarby hy dezelven vermaande tot het bewaaren der Vrede,(r). Dochdekryg werdt egter voortgezet. De Hollandfche Steden onderfteunden den Hertog (s) met geld,manfchap en fchepen, onder anderen in 't beleg van Calais, welk, in 't jaar 1436, vergeefs ondernomen werdt, en waarin Haar- lem en Leiden ieder een zwaar ftuk gefchuts verlooren (f). Men vrees de, federt, voor eene landing der Engelfchen in Zeeland, of in de Maaze, en ftelde orde om'er, bin- nen korten tyd, door middel van vuuren van de toorens , door 't gantfche Land, van Vliflingen af tot Texel toe, kennis van te geevcn. In Amflerdam , moeit gevuurd worden, zo dra men, aldaar, van den too- ren te Haarlem, hadt zien vuuren. Zo de landing in de Maaze gefchiedde, moeiten de Steden , terftond , te Delft of in den Haage,daar de Stadhouder en Raadenwa- ren, byeenkomen,om op 's Landsbefcher- ming te raadpleegen. Zo de vyand in Zee- land landde, moefl Holland den Zeeuwen met agtduizend man byfpringen; en ge- fchiedde de landing in Holland,dan waren de Zeeuwen gehouden, hunne nabuuren te helpen uit al hun vermogen (u). De Stad- houder, Hugo van Lannoi, Heer van Santes, met eenige manfehap naar Zierikzec getrok- ken zynde, om eene gevreesde landing der Engelfchen te beletten,ontboodt derwaards Gemagtigden der Steden Haarlem, Delft, Leiden en Amflerdam. Doch de Steden wei- gerden te komen. Ook was men met de vree- ze vry geraakt. De vyandlykheden, waar- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
HS4-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Oofter-
lingen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
H35.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de, leedt ook, boven de andere Steden,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
by den kryg tegen de Oofterlingen. Men
hadt de beginfels der vyandlykheden reeds befpeurd, in 't jaar 1428: en federt was'er een BeiTand getroffen. Doch 't werdt kwa- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lyk gehouden: en in't jaar 1437, werden al-
|
I437-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
le de Hollandfche Koopvaardyfchepen ,
waaronder zeer veele Amilerdamfchen wa- ren , in de Ooftzee, bekommerd en verbeurd verklaard: ook namen de Oofterlingen alle de Hollandfche fchepen weg, de laading prys verklaarende en het Boots volk in de ge- vangenis fmytende. De fchade, die hier te Lande werdt geleeden, werdt op vyftigduf- zend goudguldens begroot. Men tradt in onderhandeling over een Verdrag: waartoe, Een van de Hollandfche zyde , onder drie of Schepen vier anderen, ook Even Jakobszoon, Sehe-der Stad pen van Amiterdam, gemagtigd werdt. 1™-^"^ Doch de Oofterlingen hadden geenen wil, nng ge- om zo groote fchade te vergoeden. Ookmagtigd. werden de onderhandelingen, eerlang, vrug- teloos afgebroken Qw). Het ftremmen van de vaart op de Oofl- Tocvus-
zee veroorzaakte, midlerwyl, groote duur- tïtig te te in de graanen te Amiterdam, en door Yat<w./ 't gantfche Land. Men was, derhalve, dam- op middelen bedagt , om de Oolberlin- lingen, door de wapenen, tot reden te bren- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
H36.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hder
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gen. De Ridderfchap en Steden beflooten,
|
1438.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bn.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in May des jaars 1438 , na 't houden van
verfcheide Dagvaarten, om alle groote fche- pen, als Hulken, Kraaijers, Balïengiers,Buizen, Koggen, Evers en anderen, ten oorloge toe te ruften, en daarenboven omtrent tagtig nieu- we Baard/en te timmeren, waartoe Amiter- dam 'er vier leveren moeit, zynde het groot- ite getal, dat door eenige Stad geleverd werdt. Hertog Filips beval, den zeitienden May, dat elk dit befluit zou naarkomen (x). Ook gaf hy verlof, om op de Oofterlingen tekaapen, de gemaakte pryzen geheellyk toeleggende aan de Kaapers. De Vloot raak- te , nog voor den Herfil, in zee, en ftondt |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bevel van Klaas de Grebber en A-
rend
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(P) Oude Kerk , Laaie V. Zie ook Mieris Charterb. onder 't
*1- Deel, hl. 1012. (?) MONSTKELET Vol. II. ƒ. 108 ver/o.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
\r) MoNSTi'.ELET Vol. II./. !!4»/l.
|
(v) Varterl. Hift. III. Deel, il. 5is,J29- IV.Deel ,bl, s.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(O MiiLKis Charterb. IV. Deel, il. 1079.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VA S'lei!- Hift. III. Deel, H. ,z7.
|
(w) VELIUS He
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
..., ■-■■ ,- ,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
l»; <-H MiKius pharterb. IV. Deel, H. I»8t,lo8j. (x) Zie DE iUEMïft 's Gravenh. II. Uiel, M. 4051,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I. STUK.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
V
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
15°
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
ge der Steden:Ook zaten zy te Amfterdam 1441'
op 't kuffen. Doch, na'dat Willem van La- te &m- lamg, Heer van Bingukourt, in 't jaar 1440, fterdam_ Stadhouder van Holland geworden was, op't1"11* begonden de Hoekfchen, welker hoofd Rei- is'\en, noud, Heer van Breder ode, met Tolanda van Lalaing, Dogter des Stadhouders, getrouwd was, 't hoofd op te fteeken. Te Amfter- l^' dam, zogtenze zig, by de gewoonlyke veran- dering der Wethouderfchap, in 't jaar 1444, wederom ter Regeeringe in te dringen. Lo- dewyk van Montfoort en Gysbrecht van Via- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
rend Jakobszoon, die door Amfterdam als
Kapiteins en Hoomans waren voorgeflaagen. Zy deedt den'Oofterüngen, in dit en in de twee volgende jaaren, zeer veel afbreuk. Doch, in 't jaar 1440, werden Jan Jan Hei- neszoon, Schout, Jan Klaaszoon , Burge- meefter van Amfterdam, nevens nog vier aanzienlyke Burgers, Dirk van Warmer, KIe- ment Klaaszoon , Jan Pauwehzoon en Wil- lem Zaal, met eene Vloot naar 't Ooften ge- zonden, om-een Verdrag te bewerken (y). En op den drie-entwintigften Auguftus des volgenden jaars, werdt, te Koppenhagen, een tienjaarig Bëftand geflooten met de Wendfche Steden , Lubek, Hamburg, Ros- tok, Straalzond, Wismar £n Lunenburg, welk , federt, dikwils vernieuwd werdt. Ook werden 'er, ten dien tyde, nog drie Verdragen van Vrede getroffen, metDee- nemarke, Holftein en PruiiTen (2) , waar- door de Amfterdarnfche fcheepvaart op de Ooftzee, die lang gekwynd hadt, wederom herfteld werdt. Chrifioffel, Koning vanDee- nemarke, verleende der Stad, in 't jaar 1443, vryheid, om alomme in Noorwegen te mo- gen handelen, uitgenomen op Ysland en an- dere Schattenden, op welken deuitheemfche handel verbooden was (a). Doch in't jaar 1438, toen de oorlog tegen de Oofterün- gen op 't hevigft werdt voortgezet, hadden die van Amfterdam, onder anderen, drie- entwintig fchepen genomen van die van PruiiTen en Lyfland, en in Zeeland opge- bragt, daar de buit, tegen 't bevel des Stadhouders van Holland en Zeeland, ge- deeld werdt. Izabel, Hertogin van Boiir- gondic, die de Nederlanden, in afzyn van denHertoge, haaren Gemaal, regeerde, nam dit den Amfterdammeren zeer kwalyk, en vorderde hun, na het fluiten der Vrede, uitkeering af van 't voordeel, door hen op die van Pruiffen en Lyfland behaald: en toen de Stad dit weigerde, beval zy, dat de Per- foonen en goederen der Amfterdammeren alomme zouden aangetaft worden. My is niet voorgekomen, wat de Stad tot haare verdediging bybragt: ook niet, hoe 't af- liep met dit gefchil, welk zekerlyk fpoedig werdt bygelegd: doch wat men tegen de Amfterdammers hadt, kan blyken uit het Mandament der Hertoginne zelve, welk nog nooit uitgegeven, en daarom, hier agter, onder de Bylaagen (b), geplaatft is. De Kabbeljaauwfchen waren nu, eenige
jaaren, rneefter geweefl van de Regeerin- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
1438.
Zes Am-
fterdam- mers ge- magtigd tot han- deling. 1440. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
1441.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Raaden , waren.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hertogs
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
ne.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
tegen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
einde van January, te Amfterdam gekomen,
om de Wet te vernieuwen. Zy vonden de Opr°s |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
de
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stad vol beweeging. Beide de partyen yver- 'n f'
den, om zig aanhang te verkrygen uit de burgerye. Men hieldt afgezonderde Ver- gaderingen. En eerlang raakte de gemoe- den zo zeer aan 't giften, dat de klokken getrokken werden, en 't graauw en de bur- gers alomme op de been kwamen. De Schout Klaas de Grebber, de zelfde, meen ik, die, , in 't jaar 1438, tot een' der Hoofdmannen over de Vloot tegen de Oofterüngen aange- fteld geweeft was, werdt gewéldiglyk aan- gevallen; en iemant, die ondernam de me- nigte met woorden tot bedaaren te brengen, in 't heetft van den oproer, doodgeflaagen. De Priefter, zig met het Sakrament op ftraat en onder den hoop begeven hebbende, was naauwlyks in ftaat, om 't graauw een wei- nig tot bedaaren te brengen. Vierendertig Perfoonen, die, naar men 't in den Haage begreep, deel aan den oproer gehad hadden, werden voor 't Hof gedagvaard. Zie hier hunne naamen: Ruyfch Jacobsz., Meefter Jacob Ruyfch, Melys Aelbrechtsz., Pon- ivels Aelbrechtsz. , Grebber Dircxz., Mens Peter Reynersz. , Andries Jacobsz., Claas Abbelsz., Henrich Auzvelsz. , Claas Rodde [lees Rolle'], Jan van Iliip , Jan Claasz., Sy- mon Henricxsz., Clement Claasz., Meyert Hoyfch Jansz., Willem Zael, Goofen Dircxz., Dirck van Wormer, Jan Ruyfch van Lants- mer, Jan Allaartsz. , Jooft Gerytsz. den Ouden , Claas Jacob Euvel , Jan Schout- gen , Lambert Jacobsz., Jan Melys Ge- rytsz. , Geryt Jansz. van Loenen, Henrich Cuper,, Jan Vont Aelbertsz., Jacob Jonge Jacobsz., Govaart Wermboutsz., Symon Co- lyn, Ghysbrecht Jacobsz., Symon Jan Hent- gensz. en Huge Heynensz. (V)- Onder dee- zen, waren veelen in de Regeering geweeft: welker naamen wy met een onderfcheiden letter hebben doen drukken. Doch of zy, of eenigen hunner voor 't Hof verfcheenen zyn, -
(c) IX. Memor. Rosa f. 6; hy EOEY over de Oudheid
van 't Hof, Byl. Num. XL. bl. 2+j. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gefchil
der Graaflyk-
heidmet Amfter- dam, over 'tneemen van ee- nige fchepen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
DeHoek
fchen
zoeken
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
(y) Vader!. Hift. Hl. Deel, hl. $3« ette.
(z) Keiub. A. f. 62. verfo enz. Ziensi AlTZEMAl. Deel], tl. 192 er.z. (a> Handv. bl. $3. [81,]
(b) L'. D. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISS EN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
UI. BOEft.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
15'
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ren voornaamften fteun.. Ook fchynt de
gewapende manfehap, die door de Bre- derodesin de Stad gebragt was, dezelve, federt, wederom verlaaten te hebben.Her- tog Filips dan, in November, aan 't hoofd van eenig Krygsvolk, in Amfterdam geko- men zynde, dreef alle de Hoekfchc Regen- ten ter Stad uit, eenigen derzelven in zwaare geldboeten bellaande. De verdreeven Kab- beljaauwfchen keerden, op S. Elizabets dag, zynde den negentienden November, in de Stad, en werden herfteld in de Regeerin- ge,om den gewoonlyken tyd uit te dienen. De Schout de Grebber zelf werdt van zyn ampt verlaaten, en in deszelfs plaatfe aan- gefteld Meefler Jakob Ruifch. Tot Burge- mceftcrs werden gekooren Jakob Bra/eman, Paulus, Albertszoon , Grebber Dirkszoon en Bartholomeus Doos Dirkszoon , en tot Sche- pens, Godevaart Wormbout szoon, Melis An- drieszoon, Willem Symonszoon, jonge Gerrit Janszoon , Jan Allertszoon , Meeus 'Pieter Reinier szoon en Gerrit Pieter Boutenszoon.Dc dag, waarop deeze verandering voorviel, werdt, federt, nog veele jaaren agtereen, met eene plegtige maaltyd, gevierd. De Kabbel jaauwfehen bleeven, van deezen tyd af, in 't bewind der Regeeringe, fchoon zy, nu en dan, eenigen der aanzienlykfte en rekkelykfte Hoekfchen nevens zig op 't kus- fen bragten, meer ziende naar zulken, die bekwaam waren om de Stad naar behooren te helpen regeeren-, dan naar de party, die zy gehouden werden meeft toegedaan te |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zyn, is ons niet gebleeken. 's Hertogs Ge-
nragtigden troffen, eindelyk, op den eer- fien February, een verdrag$ welk, door tien Peribonen uit ieder partye, getekend wer-dt (ft')- Ook is, uit de naamen der Bur- gemeeileren en Schepenen , die thans in de Regeeringe kwamen , af te neemen , dat fommigen derHoekfche en andere derKab- beljaauwfehe partye zyn toegedaan geweeft; hoewel de eerftcn, veelligt, onder de nieu- we Regenten, het grootfte getal uitmaak- ten. Sommigen hebben aangetekend, dat de Hoekfchen veel geldsgefpild hadden ten Iiove , om te Amfterdam op 't kuffen te geraaken (e). Doch hiervan is my niets met zekerheid, gebleeken. De Hoekfchen toonden nogtans wel haaft, dat zy den Kab- beljaauwfchen geen deel gunden aan 't be- wind. Tegen 't einde van het jaar hunner Rereeringe, lieten zy Reinoud en Gysbrecht van Brederode, met. een goed aantal van ge- wapende manfehap, by nagt, ter Stad in, rnet oogmerk om , met derzelver hulp , de Kabbcljaauwfchen uit de Regeering te zet- ten , en de Stad te doen ruimen. Ook ge- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1445«
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
H44.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
H45.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ft ;Tock
Mn
ft de V
|
lukte dit. De Kabbeljaauwfche Regenten
werden,na verloop van weinige dagen, on- verhoeds overvallen, en ter Stad uit gejaagd. Zy begaven zig naar Haarlem, alwaar die van hunnen aanhang de overhand behouden, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en de Hoekfchen verdreeven hadden: waar-
om zy aldaar met opene armen ontvangen werden (ƒ). Na hun vertrek, gefchiedde de gewoonlyke verandering der Wethouder- fchap , die nu geheellyk met Hoekfchen 'vervuld werdt. Klaas de Grebber bleef Schout. Feuert Èrdfeman Vechterszoon,die in 't voorleeden jaar tot Burgemeefter ge- kooren geweeft was , bleef als Oud-Bur- gemeefter aan. Voorts, werden, van nieuws, tot Burgemceftcrs gekooren Claas Rolle, Ruifch Pieterszoon en Gerrit Groot e Pieters- zoon: en tot Schepenen, Jan Symonszoon van Muiden, Jonge Dirk Jakobszoon Zaal, Klaas Lambertszoon van Goyen , Kinne de Waal, Willem Blok Ar endszoon, Jan Dob- benszoon en Härmen Byenszoon. Hertog Filips wasegter ten hoogften mis-
noegd , over deeze verandering te Amfter- dam; en kwam, eerlang, zelf in Holland, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
h
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
He-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^^^_ „ °e Stad
eertienden April des jaars 1440, "de drie bekomt
^"~*W*M '- eene Handveft
om Sche-
penen te benoe- men. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zy
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bdvial
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
meynte waren ghekoren , jaarlyks veertien
P'erfoonen te benoemen , uit welken, de Graaf of zyne Gemagtigden zeven Schepens kiezen zouden, om een jaar lang te dienen. En deeze fchikking zou agt jaaren duuren; doch werdt, den twee entwintigften May des jaars 1452, nog tien jaaren, na 't ein- digen der gemelde agt jaaren, verlengd (/;). De oorlog met de Oofterlingen, die den Anifterdammeren aanleiding gegeven hadt, om eenige fchepen ter kaap uit te ruften, hadt, gelyk ook uit het ftuk,boven(i) aan- gehaald, heeft können blyken, klagten ver- wekt in fommige onzydige Kooplieden, die onzen kaaperen te laft leiden, dat zy haare Koopvaaräers beroofd hadden op zee. Brug- ge , eene voornaame Vlaamfche Koopftad, in
O) Anonym, ai calc. PoNTANi p- «.
(h) Oude Kerk, Laadt I. Handv. bl. 104. [14.]
(i) Blaas. ijo.
V 2
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I449.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
k''PS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Klagten
vanBru-g-
ge over
Amfter-
damfche
kaape-
ryen.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
he[jW
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■om de zaaken te herftcllen op den voorigen
voet. De Stadhouder Willem vanLalaing, die de Hoekfchen zeer begunftigd hadt, was, reeds in't voorleeden jaar, verlaaten van zyn arnpt. De tegenwoordige Regee- Tlng van Amfterdam mifte, derhalve, haa- W^fel- Hift. IV. Biel, bl. s.
VA A°nym- ai ca!c- PONTANl p. 6. X p 14 nym- cd «Ie. PONTANI f. 6. R. Skoi Lilr.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS II. Deel.
|
|||||||
t-S'
|
|||||||
in't byzonder, klaagde over meer dan twin- te zullen verleenen door Holland of Zee- i452-
tig Amilerdamm.ers , onder welken zelfs land (p). Hy nam alle bezendingen, die, eenige Regenten waren, die haare fchepen ten dienfte des Lands in't gemeen, gedaan op zee zouden aangetaft, en haare goede- werden, en, volgens voorige Ordonnantien, ren beitaande in Hamburger en Ooilerfch ten lalle van den Graave en van 't Land in bier', Wagefchot, Kooren , Wyn, Zout, 't gemeen plagten te komen,fchoon menze Meel, Spek, Pelteryen, Kleederen, Kis- dikwils door't Land alleen hadt doen be- ten, hamafch of krygsgereedfchap enz. ge- taaien, ten zynen byzonderen lafte(g). Hy roofd hebben. De Stad werdt, hierover, verbondt zig, nimmer Brieven te zullen vanwege die van Brugge, in regten betrok- geeven , die met der Steden Privilegien ken voor Stadhouder en Raaden, in den (treeden: en beveiligde het voornaam Pri- Haage. Zy bragt, tot haar verdediging, vilegie van niet buiten de paaien des Lands in dat de overlaft, over welken die van te regt gefield te worden, de gevallen van Bru^o-e klaagden , zo dezelve al gebeurd wederfpannigheid , oproer , gefchil onder mögt0 zyn , het werk was van byzondere de Steden, en zulke anderen, die voor den Perfoonen, niet van de Stad, die 'er nim- gewoonlyken Regter , en voor den Raad mer verlof toe gegeven, noch kennis van in den Haage, niet konden worden afgedaan, 14*2. gehad hadt. Ook ontheften Stadhouder alleenlyk uitgezonderd. Hy beloofde, voor- en Raaden, op den zevenden February des taan, geene Beden te zullen doen vorderen jaars 1451 [1452],de Stad vandeaanklag- in's Graaven afwezendheid , en de Lan- ten en eifch van die van Brugge, welken den, in geval van oorloge of overilrooming, egter hun regt behielden op de byzondere van de ingewilligde tienjaarige Bede te zul- ingezetenen van Amilerdam, door welken len ontheffen (f). zy meenden verongelykt te zyn. De Sen- Alle deeze Privilegien hadt Amilerdam Bekom'
tentie, waaruit zulks blykt, wordt nog in met de andere Hollandfche en Zeeuwfche daar de Oude Kerke, Laade VIII. bewaard. Steden gemeen; waarom ook de meelten,™°f' e Amfter- De oorlog met de Gentenaars, in welken in de uitgegeven' Handveften der Stad, ge-j^Je-
dam Hertog Filips zig, ten deezen tyde, geile- plaatfl zyn. Doch der Stad in 't byzondergien. helPt ken hadt , veroorzaakte wederom nieuwe was, op den zeflienden May, verlof gege- FTt0Ste laften v0or de Steden van Holland, en ook ven, om het Paalgeld, welk zy, voor het genPde voor Amilerdam. De Stad hadt, nevens leggen van omtrent zeitig tonnen, en het Gente- de andere Hollandfche Steden, in 't jaar flellen en onderhouden van vier Kaapen, naars. 1447, bewilligd in eene tweede tienjaarige plagt te heffen, van eenen halven Filips pen- Bede (£); doch nu moefl zy haar aandeel ning, op eene goede Vlaamfche groot van opbrengen in drieduizend man, die Holland 't laft, te verhoogen (7). Ook beval Her- en Zeeland leveren moeden, tot verilerking tog Filips, dat, tot op een vierdendeel uurs - van 't Leger tegen de Gentenaars (/). Her- buiten Amilerdam, niet mögt getapt noch tog Filips vergoldt deezen dienft nogtans gedronken ^ worden, dan op Stads excyn- met verfcheide wydluftige Privilegien, zo zen (t): uit al het welke, klaarlyk blykt, aan 't Land in 't gemeen, als aan de Ste- dat de Hertog den dienft erkennen wilde, den, en aan de Stad Amilerdam in 't by- dien de Stad hem, met bewilligen in zyn e zonder. Hy maakte, ten behoeve der Hol- Bede, en met leveren van manfchap tot be- landfche en Zeeuwfche Kooplieden, eenige teugeling der Gentenaaren, beweezen hadt. verandering in het verbod op den invoerder Een deerlyk ongeluk, welk Amilerdam, Bran<^ EngelfcheLakenen(m) , en gaf Amilerdam omtrent deezen tyd, overgekomen was, gaf de Sty in't byzonder verlof, om een of twee der zelfs gelegenheid, dat de. Stad geheellykd;ei£°(i(i|J oude Waardeins van de Laken-neeringe in ontheeven werdt van het opbrengen der m-^äo^ dienft te mogen houden («). Hy onthefte gewilligde tienjaarige Bede. Den drie-en- dersÄ, Holland en Zeeland van den tol, dien men twintigften Maydeezes jaars 1452, omtrent vert^ te Grevelingen vorderde van de Engelfche ten elf uuren des nagts, was 'er wederom Wolle, welke, van Calais, voorby deeze een felle brand ontflaan, die wel drie vier- Stad, herwaards gevoerd werdt, zo ver hy de gedeelten der huizen en gebouwen ver- eenigen zyner andere Landen van den zei- teerd hadt. De Poort, de toorens, de bol- ven ontheffen zou (0). Hy beloofde, daar- werken naar den kant van Utrecht waren, entegen, geenen uitheemfchen tolvryheid geheellyk, verbrand: ook het Stadhuis, ver- fchei-
(k) Vaderl. Hift. IV. Deel, tl. 21. (p) Handv. tl. I33. (><;.]
(I) Vaderl. Hift. IV. Deel, tl. 36 enz. (q) Hanav. 1,1. 75.
(m) I. Privileg. Boek , ƒ. 43. (r) Handv. il. 74 , 75 , 76. [2.8.]
(k) Handv. tl. 112. [23.] O) Handv. bl. 2% [2+.]
(0) I. Privileg, Boek,/. 47 verf. Handv. tl, Hl. (t) Handv. il. 17, ig, 171. [26, 28.]
|
|||||||
III. Boek. GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||
'53
|
||||||||||||||
1.152. fcheiden' Kerken, waaronder de Kapelle Kloofters en Geeftelyke Gefügten. Doch, 14<j4
der Heilige Stede 00, en eene zeer groote 't zy dat eenigenderzelvén, door den brand, s PaüI'j menigte van koopmanfchappen, die meer- befchadigd waren geworden, en daarom het Broeders der waardig gefchat werden clan de verbran, gewoone getal van Klocfterlingen niet be-verlaa- de huizen ;°zynde de Stad, reeds ten dee- vatten konden;'t zy dat 'er andere redenen ten hun zen tyde, volgens de bcfchryving in den waren, waarom fommigen, omtrent deezen felo^er brief van Hertoge Filips zelven, uit welken tyd, hun Kloofter in deeze Stad verlieten;fterdajrL wy.'t verhaal van deezen brand ontleenen, men vindt ten minfte, dat eenige S. Paulus 1457. de voomaamfle Koopßad van Holland IIa Broeders,die naar den derden regel van S. Ville plus marchandc de tont notre dit Pais de Franciscus leefden, en daarom ook Tertiaa- y Hollande']. 'tWasnoodig, dat de Stad ten nen of Derdelingen genoemd werden, uit oö°!'dt* jpoedigfte herbouwd werdt. Ook moeftzy, hun Kloofter, nu het S. Joris Hof, vertrok-
2e]^r naar den kant van Utrecht, noodwendig ver- ken, en naar Hoorn verhuisden, in't jaar voor. fterkt worden, alzo de Utrechtfchen, die het, M57- Hier woonden zy eenige jaaren, tot garden, ten deezen tyde, met de Hoekfchen hiel- dat de meeften eene ftrenger Orde aanna- o_ v^hee- den, den Amfterdammeren niet gunftigwa- men; waarna de overigen wederom naardee^1Cl1 liajrVan ren. De Stad vervoegde zig , derhalve, hun oude Kloofter in Amfterdani te rugwaards ^eiin*' aan den Hertoge , begeerende ontflag van keerden (2). weder. Nen- haar aandeel in de tienjaarige Bede, welke Het Minderbroeders-Kloofter in deeze De Min-
fcge drieduizend Klinkaarts van dertig grooten Stad werdt, wat laater, zeer tegen dankderbroe- e- Vlaamfche munt in 't jaar, en dus, in tien der Regeeringe, ingenomen door eene an flÏS,0b" jaaren, dertigduizend Klinkaarts beliep.De dere foort van Minderbroederen, ObJèrpafctmTê- Flertog bewilligde in haar verzoek, mids dat ten of naauwgezetten genaamd; daar het»naamd, de Stad herbouwd, en, ten minften aan twee federt veele jaaren, door de Gaudenten, 0fbetrek- zyden, met fteenen muuren beflooten werdt. rekkelyken, bewoond geweeft was. óm^"^ En hier van werden brieven verleend in de trent Pinkfteren des jaars 1462, kwamen in de Franfche taaie, die, den vyfentwintigften deeze nieuwe Kloofterlingen in de Stad ,Stad, te- Tuly, te Bruflel, getekend waren; en nog hunnen intrek neemende in zeker Huis of gen dar* in de Oude Kerke, lande VII. bewaard woi> Huisje, welk zy zeiden hun gegeven, of be-^1^' den (V). De Regecring van Utrecht, nog fproken te zyn, waarom zy 'er blyven wil-ge. gecnen wil hebbende, om haare ongunft je- den tot der dood toe. De Stad hadt, gelyk 1462. gens die van Amfterdam te doen "blyken, wy boven (a) hebben aangetekend, reeds verleende den inwooneren der Stad, ter in't jaar 1411, eene Handveft verkreegen gelegenheid van deezen brand, vryheid om van Hertoge Willem, waarby allen Kloos- zig, met hunne goederen, daar ter Stede, terlingen het aankoopen of erven van nieu- te komen ophouden, en te rug te kceren, we vaftigheden uitdrukkelyk verbooden als zy 't goedvonden: ook van daar te mo- was. De aankomft deezer nieuwe Klöos- <ren haaien, 't gene zy van bouwftofren en terbroederen, die, dit wift men, door ui- andere behoeften zoudennoodig hebben: al terlyke ingetoogenheid, zeer veel vermog- 't welke blykt, by een beiluit van 's maan- ten op 't gemeen , flondt, derhalve, der dags na Magdaleencn-dag, dat is, den vier- Wethouderfchap zeer tegen de borft. Maar Predik- entwintigften July: welk wy, hier agter, de Minderbroeders hadden eenen wakkeren wyze van onder de Bylaagen (tu), geplaatft hebben, voorftander aan hunnen Medebroeder ,1™Brug" |
||||||||||||||
man.
|
||||||||||||||
Met het herbouwen der Stad, werdt ook, Jan Brugman, geboortig van Kempen, en1"""
terftond, eenen aanvang gemaakt. Doch Voorleezer der Godgeleerdheid in 't Min- de bemuuring bleef nog omtrent dertig jaa- derbroeders-Klooftervan S.Omer (b~), wien ren agter. De Stad was, ten deezen tyde, de tong zo wel hing, dat hy 't volk daar- nog omringd met eene graft van vyf roe- mede wift te leiden,waar hy't hebben wil- j den wyd (i), en met aarden veftenofwal- de. Ter gelegenheid dat men, te Amfter- ^54- len, die met boomen bezet waren, 't Laat- dam, een Oclave of Byeenkomft hieldt van fte blykt, onder anderen, uit eene Keur van de Franciskaaner Orde, predikte Brugman, den twaalfden April des jaars 1454? waar- dagelyks, zonder verlof van den Parochie- by bel aft wordt, de boomen op de Veften priefter, doch met eenen geweldigen toe- jffi . niet te kwetfen (y). loop, in het Huis, welk hy en de zynen be- ' Ulge Amfterdam was nu rykelyk voorzien van trokken hadden. Zyne wyze van prediken
was zeer gefchikt om 't gemeen gaande te
|
||||||||||||||
maa>
|
||||||||||||||
f*0 g« Lf. long, hl. U4.
i'tf'' «Vladen »p I. Deel-, T. Scck, I-r. A.
\W),, ■ E- üienok BURMAW-ütr. faab. l.ßeel.lil.zoS. (z) VELIUS Hoorn, hl. 3S,.4i-
(x, Kcub. A. ,- 8_ ,a) Bladz. I+0.
(yj ^e-"t>. A. ƒ. is verfi, \b) viie Biblioth. Belg. Tom. \. p, m>
V 3
|
||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
ï54
|
|||||||||||
zo men met zekerheid meende te hebben 14^
opgemerkt, Meefier Jelis Krabelyn, Raad van Hertoge Filips, en van deszelfsZoon, den Graave van Charolois , die, ten dee- zen tyde, in Holland was, en de Regeering van 's Hertogs wege waarnam. Men hieldt Ooïc 's voor zeker, dat Brugman en de zynenKra- Hertog5 belyn hadden weeten te winnen, en dat zyf^sitt' hem verzogt hadden, Bmgmans Sermoen belyn. te komen hooren,op dat hy, in tyd enwy- le, getuigenis zou können geeven van de gunft, die de Gemeente hem toedroeg. De Wethouderfchap deedt, federt, door den Provifoor en Deken van Amftelland, Wa- terland en Zeevank, een getiiigfchrift we- gens 't gebeurde opftellen, welk, door twee Priefters, Heer Bartholomeus Peterszoon en Heer Hilbrand Willemszoon, beveiligd was, en waaruit wy al het bovenftaande ontleend hebben. Het was den twee-entwintigften Oclober des jaars 1462 getekend. Kort voor dien tyd, was Meefter Jelis Ondei"
Krabelyn in de Stad gekomen, met brie- j1.3"^ ven van voorfpraak voor de Minderbroe- jl^en ders, gefchreeven door Graave Karel van meC de \ Charolois , en door den Stadhouder van Wetn°l' Holland, Jan van Lannoi, aan Schout, Bur- (-lerfch3 gemeeßeren, Schepenen en Kaaien en Vroed- fchap der Stede van Amfielredamme. Met deeze brieven, vervoegde hy zig, 's mor- gens by tyds, ten huize van denvoorzitten- den Burgemeefter Gerrit Mattheuszoon, die aanboodt de brieven te ontvangen en dezel- ven, met drie of vier der Raaden, te lee- zen. Doch Krabelyn weigerde de brieven over te geeven, anders dan aan de volle Vroedfchap en Rykdom der Stede, die hy daarop vergaderd wilde hebben. De Bur- gemeefter hieldt hem voor, dat zulks met de aloude gewoonte ftreedt; en deedt, nog dien zelfden nademiddag, de vier Burge- meefters en zes Schepens, alzo de zevende van huis was, byeenkomen. Men ontboodt Meefter Jelis, en zeide hem aan, dat het Geregt vergaderd, en bereid was om zyric brieven te ontvangen , zynde het zelve , daartoe niet alleen, maar zelfs tot veel ge- wigtiger zaaken, volkomenlyk, bevoegd en gemagtigd. Hy antwoordde „ dat hy geen ,, bode was; maar Raad van den Hertoge, „ en van Graave Karel; dat hy leezen en „ fchryven kon, dat alle boden niet kort- „ den ; dat het opfehrift zyner brieven „ hieldt aan Schout, Burgemeefteren, Sche- „ penen en Raad en alle Vroedfchappen „ en Rykdom van der Stede, die hy allen „ zien en by naame optekenen wilde, eer „ hy zyne brieven wilde overleveren," vorderende andermaal, dat men dezelven, zonder uitflel, byeen riepe. Doch het Ge- regt, |
|||||||||||
ïA.62. maaken, en om aanhang te winnen. Somtyds,
trok hy een briefje uit den zak, waaruit hy, zo 't heette , zig zelven eenige vraagen deedt, die hy terftond beantwoordde, zig, onder anderen, van deeze woorden bedienen- de : Och Brugman, Brugman, wat erger quaedt tnenfche plagflu te toefen! duplaghfle te geen met lange meffen, bordeelen te helpen houden; fegg my, Brugman, waerom bißu gekomen ? om die noch te houden ? Trouwen, neen. Du lailfle die nu Verjaegen, foo daer anders, Goch betert, niemant en is, die die denkt te verja- gen. Brugman, bißu gekomen om Schoutam- bachten ende Kerken te pachten ? Neen, du en isilße immer geen Sitnony doen, maer fimpe- lyk gaen in een arme verworpen lapte Kapken. Brugman, wilflu Pater, eerfle Klooßer, alle andere Klooßer en ende ook die prochiekerken verderven ? Trouwen, neen. Brugman, wil- l flu biecht hoor en om geit ? Trouwen, neen. Brugman wil de fihapen haer wolle laten, ende '. gaerne een jegelick fyn biecht hooren om Gods wille, fonder geit. Brugman, wilßu ook van den luiden hopen die peßilenci hebben, als fom- mige wel doen"? Trouwen, neen: du wilfie altoos daer by blyven, fyn fy ryk off arm: dynen mont op beuren mont leggen, ende ter doot toe daer by blyven. Doch hy verzuim- de , ondertuffchen, niet, te kennen te gee- ven, waar 't hem meefl om te doen ware. Als hy de aandagt van 't gemeen, door zy- ne zonderlinge wyze van prediken, genoeg- zaam meende te hebben opgewekt , trok hy een kruisbeeld uit de mouw ; de Ge- meente, terwyl hy 't om hoog hieldt, aan- fpreekende, in deezer voege: Gy goede lui- den, gy hebt wel gehoort, waerom ik mitmyn arme fchamele broederkens hier gaerne mit ü woonen, ende een arm fnoode Klooflerken heb- ben foude, om u allen den weg des eeuwigen levens te wyfen, ende daer in te helpen. Maer overmits datter eenige fyn, die 't gaerne behin- deren f ouden, mögt en fy, dies nochtans geen magt hebben en füllen; wilt weldoen ende bid- den devotelyk voor die luyden, op dat fy van beuren quaden opfet in defe faeke aflaeten. En- de lieve vrienden in Chrifio, want wy hier doch blyven willen, ende i«y wel byflant ende hitlpe behouven füllen, om in defe faeke tot onfemee- nige te komen, foo begeer ik om den gehüls- ten Godt, daerna dit Cruicifix gemaakt is, dat alle die geen, bier nu tegenwoordig wee- fende, die by ons blyven willen om niet off te gaen , dat die heur vinger opßeeken willen. Hykrygt Opzulke woorden, ftaken veelen de vingers deburge-op. Eenigen , die digt by den predikfloel ry aan zaten, riepen, Heere, wy willen by u blyven koorde ter d°°d t(>e: waarop Brugman hernam, dat hy zynen ouden hals daar voor haten wilde. Onder de toehoorders, bevondt zig ook. |
|||||||||||
G ESCIIIEDENISSEN.
|
|||||||||||
III. Boek
|
|||||||||||
155
|
|||||||||||
H62. regt,van zulk eene talryke byeenkomftniet
dan verwerring en tweedragt te gemoet ziende, hielde op nieuws aan om de brieven; die Krabelyn weigerde over te geeven, ten ware de vergaderde Peribonen verklaaren wilden, dat zy niet alleen Burgemeefteren en Schepenen; maar ook de gantfche Vroed- fchap en Rykdom waren. . Doch zy maak- ten' zwaarigheid in het doen van zulk eene verklaaring! Zy hielden Meefter Jelis nog voor, dat de Schout, die ook in 'topfehrirt zyner brieven genoemd werdt, tegenwoor- dig van huis en in den Haage was, hem trag- tende te beweegen, om tot deszelfs terug- kpmlt te vertoeven, wanneer men zyn'voor- flag, pp nieuws, in beraad wilde leggen. Doch hy, hiernaar geene ooren hebbende, vertrok met de brieven, en hieldt zig nog wel vier of vyf dagen tyds op in de Stad, dagelyks raad houdende met de Minder- broeders, en derzelvcr Sermoenen vlytig- lyk bywoonende (c). De Wethouderfchap gaf, midlerwyl, beriet van 't gebeurde aan den Deken'en 't Kapittel der Hofkapellein den Haage , onder welke de Kerken en Klooilers der Stad ftonden. Doch met zulk een ongunflig gevolg, dat de Minderbroe- ders zig, tegen dank der Regeeringe, in 't betrokken Kloofter wiften te handhaa- ven: 't welk, in de oude gefchreeven en gedrukte Lyften der Regeeringe, met dee- ze woorden, ftaat aangetekend : „ Den 22 „ November (2) , is Brugman, wefende van „ de Oorden der Minnebroederen, in defe Stad ~, gekomen, en tegen wille der Heeren Magi- „ Jlraten in de, Stad gebleven, door fyn wel- ' fprekentheyd aen de devote Gemeente: waer „ van nog een fpr eekwoord is gebleven , Al j, kofl gy praten als Brugman." In kater tyd, hebben de Minderbroeders nogtansde gunft der Regeeringe weeten te winnen , in zo verre, dat zy met het meetën der Olie begiftigd geworden zyn, en den Bierdraage- ren, by derzelver Ordonnantie, gelaft is, hen om Gods wille te bedienen. Doch wat Brugman betreft, hy fchynt niet veele jaa- ren in Amfterdam gebleeven te zyn. Im- mers , men vindt, dat hy, in 't jaar 1473, te Nieuwmegen oveileeden is. Hy heeft eenige Aanmerkingen over 's Heeren Lyden gefchreeven, als mede een Leeven van de Scbiedamfcbe Heilige Ledwin , Lidwig , 0f Lydewyd (d): uit welke fchriften , of ten (') Uk egte Stukken van deezen tyd.
\<t) Uiblioth. Ec!g. Tom. I. p. 59z. (2) In deeüe dagtekening , fchynt een misflag
«egaan te 'zyn. Immers, uit de boven aangehaal- de Hukken , blykt , dat Brugman . al voor den t\vee-entwintigftcn 0f twintigïten Oftober, in de Stad geweeft is. |
|||||||||||
minften uit het laatfte, Le Long eenige I4Ö2.
ftaaltjes heeft aangehaald (e). De Predikwyze van Brugman, en 't ge- Keur
drag zyner toehoorderen zelf bewyft klaar- ceSen lyk,dat het, ten deezen tyde,in de Kerken ?pl^op deezer Stede, niet altoos even gefchikt toe- Kerken ging. Doch zulks wordt nog beveiligd, uiten op de eene Keure van den jaare 1465, waarin niet Kerkho- alleen verbooden wordt, in de Kerken of op ven* 't Kerkhof, e enig rumoer of toeloop te maa- ken; maar waarin ook verklaard wordt, dat, op het Kerkhof of in de Kerken, een mes of ander geweer te trekken, met de regter hand; iemant te kwetfen, met den hals, geboet, en iemant te dooden, als moord geregt zou worden (ƒ). In 't jaar 1464, hadt Amfterdam een Ver- De Stad
drag van onderlinge Vrede en Koophandel fluit een gefiooten met de Stad Rugenwalde in Po- Verdrag meren, waarby, onder anderen, bedongen^"g^16" werdt, dat men eikanderen, in geval van Koop- nieuwen twifl, de Vrede, een jaar voor 't handel beginnender vyandlykheden, opzeggen zou. met Ru- Amfterdam hadt van deeze overeenkómft ^,nwal" brieven verleend, die, den zetfenden July j^qV des gemelden jaars, getekend, en met Stads Zegel ter. zaaken bekragügd waren. Een affchrift derzelven , in 't jaar 1703, uit de Archiven van Rugenwalde gemaakt, is my, onder eenige andere Papieren van den Bur- gemeefter Nico laas Wits en , door zynen Neeve,den Heere Secretaris Nico- la as Witsen, gunftiglyk ter hand ge- fteld. En ik zou het, hieragter, onder de Bylaagen,hebben doen nadrukken-, zo het, in ftelling enfpelling, niet al tegebreklyk geweeft ware. Zo veel blykt 'er uit, dat de Stad Amfterdam beloofd heeft, de vrede met Rugenwalde te zullen houden, en doen houden van allen den ghenen die om haaren wille doen ende laten willen, al fo verre als haar ghebiede ende vryheyt flrecket. In de Stads Regiflcrs, heb ik geen fpoor van deeze handeling gevonden. Het Groot-Memoriaal, waarin diergelyke Brieven, in de vyftiende eeuwe , geregifireerd werden, begint eerft in het jaar 1474. Hertoge Filips, van wien Amfterdam zo Hertog
veele vöordeelige Privilegien ontvangen Fïlipte. hadt, den vyftienden Juny des jaars i467,fterft- ovèrleeden zynde, liep het nog aan tot in het volgende jaar, eer zyn Zoon en Opvol- 146S. ger, Hertog K a r e l , in Holland kwam, en ingehuldigd werdt. Voorheen was deeze inhuldiging in de voornaamfte Steden ge- fchied; doch nu vervoegden zig de Edelen en de Afgevaardigden der Steden, ook die van
(e) Zit Reform, van Amft. bt..l6\, 370.
(ƒ; Handy, tl. S71. |
|||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
156
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
de Soute See, ende 't recht van te lichten ofte i^'9'
beuren eenen groote Vlaemfch op alle tvaren, gereeckent oft nyet gereeckent by laß-taelcn, geheellyk vernietigd, de Stad lattende by haar regt, om deeze Ampten en dieniten, voortaan, te begeeven, gelyk te vooren (f). 't Was, ondertuiTchen, geenszins te ver-Amft3r'
wonderen, dat Hertog Karel den Holland-dam ^ fchen Steden, ten deezen tyde, zo gunftig^n jefl was. Zy golden, gelyk hy zelf verklaart (&), beWiU'' mede in de fubventien, beden ende andere Zax-geni0'* ten van den Lande. Hy hadt, by zyne in-Hertoê' huldiging, van zyne Landen van Holland bede' en Zeeland, verzogt 240000 Leeuwen van 30, of 480000 fchilden van 15 ftuivers ie- der, voor zig; 32000 fchilden, tot fpe!de- geld voor de Hertoginne; 16000 fchilden , tot gefchenken en heufchheden aan eenige Dienaars, en 4800 fchilden , tot reis- en andere koften, ter deezer gelegenheid ge- daan: in alles 532800 Schilden, van welken Holland met Weftfriesland 372800; Zeeland 160000 fchilden moeft opbrengen, in den tyd van vyftien halve jaaren. in het aan- deel van Holland met Weftfriesland, droe- gen Dordrecht en de Zuidhollandfche Dor- pen 39200 fchilden, Haarlem 3549; Delft: 3375 ; Leiden 3375 ; Amfierdam 2875 ; Gouda 1770; Alkmaar 800; Rotterdam 1150; Schiedam 350; Hoorn 2000; Me- denbhk45o; Enkhuizen 470 Schilden, en de andere Steden naar evenredigheid (/). Het bewilligen in zulke zwaare en ongewoo- ne Beden kon niet nalaaten, Hertog Karel te verpligten tot het verleenen van nieuwe en wydluftige Voorregten aan de Steden. Met de Stad Zwolle, hadt Amfterdam, GefdJ
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
1468. van Amfterdam, in den Haage, alwaar Her-
Hertog tog Karel hunne hulde ontving. In de be- Karel veftiging der Privilegien, door de Graaven beveiligt en Graavinnen, zyneVoorzaaten, aan de Stad Privile- verleend, welke hierop volgde, belooft de gien van Hertog, de Privilegien van Amfterdam eer- Amfter- der te zullen vermeerderen dan verminderen, |
||||||||||||||||||||||||||||||||
dam.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
de Stede in Rechte ende Jufiitie te houden, en-
de oic de goede Cofiumen, gewoonten endehair- comen te obferveeren ende te be-waeren. Voor- af hadt hy erkend, dat die vanzyner goeder Steden van Aemfielredam hem onlanx zeere minlic gebult ende ontfangen hadden, tot hun- nen gerechten geboeren Lantsheere ende Gra- ve (g)- Ook bleek, eerlang, dat hy zor- gen wilde voor 't belang van den Koophan- del , daar de welvaart van Amfterdam van afhing: alzo hy, op den eerftenjanuarydes jaars 1469, by eene Handveft,teGendge- dagtekend, den Steden van Noordholland en Weflfriesland vryheid gaf, om, by on- geval van fchipbreuk , haare zeedriftige goederen alomme te mogen naar zig nee- men , zonder 'er iet van verfchuldigd te zyn aan de Graaflykheid (h) : welke vryheid van zo veel belang was voor de Stad Amfter- dam, dat zy de Handveft, waarby dezelve aan de Steden van Noordholland en Wefl- friesland in't gemeen verleend werdt, al- toos , onder haare byzondere Handveften, be- waard heeft. Ruim twee maanden laater, deedt Her-
tog Karel nog eene andere gunftige verklaa- |
||||||||||||||||||||||||||||||||
1469.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Hy be-
veiligt |
||||||||||||||||||||||||||||||||
bet punt £Jng ten behoeve van Amfterdam en van
ïigev '" eenige andere Steden. De Stad hadt, ne- Hand- vens andere Steden, by Graaflyke Privile- veilen, gien, regt verkreegen „ om alle Officien of vo!fen;j dienßen, nootfaecklick tot haare welvaart Amp'ten6,, en goede regeeringe , te mogen begee- |
||||||||||||||||||||||||||||||||
<
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
tollen, welk, in dit jaar 1469,werdt afge-^™ 1
|
,"i'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
daan. De Amfterdammers moeiten te Zwol z«rol,e
tol geeven van de goederen, die zy aldaar over ^ ter markt bragten; waartegen den Zwolle-10''6!^. naaren, ook hier ter Stede, excyns werdts afgevorderd van de waaren, die zy her- . waards voerden, en die voornaamlyk be- ftonden, in Bier, Zaad en Brandhout. Doch nu kwam men overeen, dat deeze belaftin- gen wederzyds zouden worden, afgefchaft. Alleenlyk zouden die van Zwol, goederen naar Amfterdam voerende, die de Maat onderworpen waren, van dezelven zo veel betaalen,als de Amfterdammers zelvenbe- taalden. Doch de goederen, die zy hier ter Stede veilden, en niet verkoopen konden, zouden zy vryelyk te rug mogen voeren, zonder daarvan eenige regten fchuldig te zyn. Hier van werdt eene Acte gemaakt, die
(i) Oude Kerk, Laade III. Handv. il. lij.
(k) Handv. il. 7?. [jo.] (ij Okleus Leydcii, il. $z. |
||||||||||||||||||||||||||||||||
en dien
fien aan de Stad blyven. |
„ ven." Doch fommigen hadden Hertog
Karel weeten te beduiden, dat het begee- ven deezer Officien en dienßen of ampten aan |
|||||||||||||||||||||||||||||||
hemftondt: voorts, op hem begeerende,
dat hy 'er hen mede wilde begunftigen, ge- lyk nu en dan gefchied was. Amfterdam en eenige andere Steden waren, deswege, klagtig gevallen. Hierop hadt de Hertog de Privilegien der Steden doen onderzoe- ken. En na dat hem van den inhoud der- zelven verflag gedaan was, verklaarde hy, op den tienden Maart, ten opzigte van Am- fterdam , in 't byzonder, de giften, door fom- mige byzondere Perfoonen, van hem ver- kreegen van de Officien ofte dienßen van den Schoole, Scryfambocht, van der Cofierie, van 't Bode-ambocht, van 't Gouden Water endede Maet, van te leggen ende ßellen de Capen in |
||||||||||||||||||||||||||||||||
(g) Oude Kerle , Laade XXXI. Handv. W. 7«.
(h) Handv. H. 77< t2»-] |
||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||
UI. Boek.
|
||||||||||||||||||||
157
|
||||||||||||||||||||
tienden. September des jaars 1471 ten ein- 14 ~0
de te loopen: en 't fchynt, dat eenigen te, Amfterdam zig reeds gereed maakten, om pen o"" fchepen ter kaap uit te ruften. Immers, het de oós- Geregt keurde, op den eerften July „ datterlin- „ men niet op de Wendfche Steden zouSen- „ mogen rooven, voor het uitgaan van het I4?i- „ Beftand (x):" welk federt ten einde liep, eer het nog vernieuwd was. De Regeering van Amfterdam, nogtans geenen wil heb- bende , om zig op nieuws te fteeken in de koften van eenen hagchelyken oorlog, be- floot, den negenden Oétober, in eene ver- gadering van het Geregt en van de Vieren- twintigen, uit welk getal, ten deezen ty- de, de Vroedfchap beftondt „ niets te doen „ tot den oorlog, dan met eenpaarige be- „ williging van äffe die gemene Steden ende „ Landen (£).■' En op den zeftienden der gemelde maand , werdt gewilkoert by den fcout, burgermeefieren, fcepene, XXIIIL en- de alinge gemeente van derflede, ende van der Stedehuys afgekondicht, dat nyemant en moet wt vaeren rouen vp nyemant voir deriyt dat wy confent hebben van mynen genadigen beere, ende oic by-die gemeene landen van hollant, zeelant ende vrieslant ouerdragen is vp wat' manier dat men ten oirloge vaeren fal. Te gelyk werdt vaftgefleld, niet oofhvaards te vaaren, dan naar Friesland (u). Doch hier- in kwam'verandering, na 't vernieuwen van 't Beftand, welk kort hierna gelukte. Maar Hertog Karel raakte, ten deezen Hertog
tyde, ingewikkeld in eenen oorlog met Lo- K^rel dewyk den XL,Koningvan Frankryk,waar-^tet. door hy in de noodzaakelykheid gebragt(jam tot werdt, om Holland, en Amfterdam in 'thee ver- byzonder, het verkoopen van Ivf- en lós-*°°Pen renten, ten zynen behoeve, te vergen. ir»ten teQ July des jaars 1472 , zondtny Gemagtigdenzynèn naar deeze Stad, met laft om de Poorters,behoeve. door alle behoorlykemiddelen,tot hetkoo- pen van renten te noodzaaken, gelyk blykt uit eenen Brief van den twaalfden der ge- melde maand, die in de Oude Kerke,Laade XVII., bewaard wordt. Uit eenen anderen Brief van den volgenden dag., die in de zelf- de Laade beruft, ziet men, dat Burgemees- teren, Schepenen en Raaden beloofd had-„ den, zeftienhonderd Ryns-guldens jaarlyk- fche los- en lyfrenten, op een en twee ly- ven, ten lafte der Stad, en ten behoeve des Hertogs, te verkoopen. En uit nog eenen Brief van den zeftienden, al mede in dezelfde Laade leggende , blykt, dat de Stad reeds voor veertienduizend vierhon- derd Filips Klinkaarts, van. vyftien witte ftui-
(s) Keuib. A. f. 6z.
(t) Keutb. h.'f. 6i. (u) Keuib. A. ƒ. 70. X
|
||||||||||||||||||||
die den dertienden Maart gedagtekend
was (?»). De oudfte ongenoemde Befchryver van
Amfterdam tekent aan (n), dat deeze Stad, in de laatfte helft der vyftiende eëuwe, dik- wils met pefb bezogt geweeft is. Ook vindt men hiervan, op dit jaar 1469, en federt, verfcheide blyken in het oudfte Keurboek der Stad , welk tegenwoordig voorhanden is. Onder anderen werdt, op den agtftenMay deezes jaars, gekeurd, dat voor huizen, met peft befmet, een groet bqffche firoemoeü; uit- gehangen worden. In de jaaren 1471 en 1493 , werdt deeze Keur vernieuwd , en daarenboven bepaald, dat zulken, die van de peft herfteld Waren, zes weeken agter- een, met eene witte roede in de hand gaan moeften (0). 't Schyntdat defterfte, die, door depeft,
omtrent deezen tyd , veroorzaakt werdt, onder anderen , aanleiding gegeven heeft tot de eerfte overeenkomften met fommige Steden, om het rest van IJJiie of Exue , welk betaald werdt van de erfeniflen, die door buitengezetenen gebeurd werden, over en weder, te niet te doen. De oudfte over- eenkomft van deeze natuur, mybekend,is, tuffchen deeze Stad en het nabuurig Haar- lem, gemaakt, op den zeventienden April des jaars 14154 (p). En in 't jaar 1470, is diergelyke overeenkomft met Deventer ge- troffen, op den dertigften April (q). In laater' tyd, zyn zulke overeenkomften zeer dikwils gemaakt. De Stad heeft zig altoos gereed getoond, om dezelven met binnen- en buitcnlandfche Steden aan te gaan, en het miffen van de inkomilen uit deeze be- lading op de erfeniffen van minder belang gerekend, dan het miffen van den toevloed veeier vreemdelingen , die gewiilelyk eer- der befluiten moeften zig hier ter Stede met der woon neder te zetten, als zy verzekerd konden zyn, dat hunne nalaatenfchap, zon- der belalüng, aan \ hunne buitenwoonende erfgenaamen zou können overgaan. De Ste- den, die de overeenkomften, van welken wyfpreeken, met Amfterdam hebben ge- maakt, hebben ook haare rekening by de- zelven kennen vinden, alzo 'er gemeenlyk meer van haare inboorlingen te Amfterdam komen woonen , dan zig Amfterdammers tot haarent nederzetten. Het Beftand , in 't jaar 1441, met de
Wendfche Steden geflooten (r), en federt meer dan eens vernieuwd, ftondttegen den (•») Oude Kei!;, Laadt XXVI. Handy, bl. 130.
(ö\ ifd c:üc" PoNTAN1 Amfteli p. 3. (r; Zii hier ^^ IJQ<
I. Stuk.
|
||||||||||||||||||||
H69.
|
||||||||||||||||||||
IS
<Ne-
vte-
|
||||||||||||||||||||
•?o.
|
||||||||||||||||||||
V
Va
|
||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
JI. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
158
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
ondertekend Uwe onderdanige ende ootmoedi- j^f4»
ge Steden, alze Dordrecht, Halrlem, Delft, Leyden, Amflerdam ende Goude (a~) , welken zes, ten deezen tyde, nevens de Edelen, ter gewoonlyke Dagvaarten in den Haage, door den Stadhouder, Prefident en Raaden van den Hove, plagten befchreeven te wor- den. Doch behalve deeze fchepen , werdt den Edelen en Steden ook manfchap afge- vergd, om in 't beleg van Nuis te dienen. De brieven, waarby de Edelen en Steden, tegen den vierentwintigften January des i4P' jaars 1475, werden opontbooden, ftaan in de Stads Regtßers geboekt (F). Ook zon- Amft^ den de Steden haare Schutters en Poorters, danl'ter* onder't bevel van een' oftweeHoofdluiden v°°ot uit de Regeeringe, en uitgedoft in de by- Nuis« zondere livreije van elke Stad, naar 't Le- ger voor Nuis (c). De Poorters van Am- fterdam , die een wapenrok droegen half rood en half wit, rood boven en wit onder (i) , trokken uit , onder den Hoofdman Henrik Janszoon Akkerman , Oud-Schepen en Raad der Stad, en toonden, nevens de andere Poorters , hunne dapperheid , ter gelegenheid van eenen uitval der beleger- den (e). Het beleg werdt egter, injuny, |
||||||||||||||||||||||||||||||||
ftuivers ieder, aan renten, verkogt, en dee-
ze fomme aan's Hertags Rentmeefter over- handigd hadt. De Hertog .beloofde haar van deeze penningen negenhonderd Filips Klinkaarts in 't jaar aan renten te zullen be- taalen, en verpandde haar, daarvoor, de ■paght ende inkomyngen van zynen Schout am- bochte van Amfleiredamme, welk hem, ten deezen tyde, vierhonderd en vyftig pon- den van veertig grooten 's jaars opbragt; een ftuk Lands, Waerderbroek geheeten, waarvan jaarlyks honderd zesentagtig pon- den kwamen, en de fluis te Ypefloot, die zevenentagtig ponden 's jaars opbragt. De Brief, waaruit wy deeze dingen ontleenen, is, zo ver ons bekend is, nog nimmer ge- drukt geweeft, waarom wy dien, onder de Bylaagen (v), geplaatft hebben. De Stad hadt gewigtige reden om Her-
tog Karel te onderfleunen, in den oorlog tegen Frankryk. De Franfchen deeden den Amféerdamfchen Koopvaarderen veel af- breuks op zee. Onder anderen , haddenze een Oorlogsfchip uitgeruft, de Kolom ge- naamd , welk verfcheide Amfterdamfche Koopvaardyfchepen overweldigde en op- bragt (iy). Doch men trof eerlang een Be- fland, welk, tot den eerften April des jaars 1474, duuren moeft; en, voor dien tyd, nog verder verlengd werdt (x~). Hertog Karel , die zeer oorlogszugtig
was, ftak zig, ondertuflchen, in den twift, die, over de verkiezing van eenen Aarts- biffchop van Keulen , ontftaan was , en floeg, in den Zomer des jaars 1474,'t be- leg voor de Stad Nuis. Deeze ondernee- ming wikkelde de Landen in nieuwe koftea in. De Hertog gaf, den twaalfden July, den Staaten van Holland OcTxoi om twee- honderd ponden vlaams lyfrenten te ver- koopen ten zynen behoeve, op een en twee lyven (y). Hierby bleef het niet.Hy verg- de hun een zeker getal van fchepen af, van welken hy zig fcheen te willen bedienen, tot het vervoeren van manfchap of voor- raad naar 't Leger voor Nuis. En toen dee- ze fchepen te langwegbleeven,fchreefhy, den vierentwintigften Auguftus, eenen brief aan de Staaten , van welken nog een af- fchrift, in de Regiflers deezer Stad, voor handen is (z), en in welken hy zeer klaagt over der Staaten traagheid in het afzenden der gevorderde fchepen. De Staaten be- loofden , in antwoord, hem twaalf fchepen en twee Baardfen te zullen zenden, van wel- ken zy, twee-enveertig dagen agtereen, de onkoften draagen zouden. De brief was (v) Lr. F.
(w) Velius Hoorn, il. si- DAPPER Amft, hl. Uj,
(x) Vadert. Hift. IV. Deel, hl. 124, HS.
(y) Groot-Memoriaal N. I. ƒ. 3 ver/o.
(z) Groot-Memor. N. 1. ƒ. ij ver/a.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
1472.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
De Frah-
fchen
kaapen op de
Amfter-
darnmers.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
vrugteloos opgebroken, 't Liep aan tot
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
den veertienden February des jaars 1477,
eer, hier ter Stede, openlyk afgekondigd werdt, dat men elk der Poorteren voldoen zou zyn verfchot, betaald tot die reyfe ende dienfle, die wy, zo fpreekt de afkondiging, |
||||||||||||||||||||||||||||||||
De Ste-
den, en Ainfter- dam in 't by- zonder, helpen Hertog Karel in't beleg van Nuis. WM-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
voir nuys gedaen hebhen (ƒ).
|
^
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Midlerwyl, was het Beftand met Frank- Fra"£
ryk ten einde geloopen. De Franfche kaa- ^3n, pers deeden den Hollanderen en Zeeuwen,iy |
||||||||||||||||||||||||||||||||
en vooral ook den Amfterdammeren , op c
|
&
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
nieuws, veel fchade op zee. De Wethou- De
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
derfchap der Stad, altoos gewoon te zor-
|
waäf
|
é
|
||||||||||||||||||||||||||||||
fcb«'.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
gen voor 't belang van de Scheepvaart en fó'&°?L
Koophandel, zondt een vaartuig naar de vaaf* Hoofden, om de Koopvaardyfchepen, die van 't Wellen kwamen en Ooftwaards wil- den, tegen het dreigend gevaar, te waar- fchuwen (g~). Doch hierby liet zy 't niet. Zy befchreef de Steden Hoorn, Enkhuizen, Zy \ Monikendam en Edam, die, nevens Am- ^V"" fterdam,het meefte belang hadden by het terft«' beveiligen der vaart van 't Weften naar de dei>- Ooftzee,in de maand April des jaars 1475, binnen haare Stad, om op de befcherming der Scheepvaart te raadpleegen, zonder dat men eenig blyk vindt, dat zy, hiertoe, van Hertoge Karel, of van den Stadhouder en Raa-
(a) Groot-Memor. N. I. ƒ. 14 vir/o.
(h) Groot-Mcmor. N. I. ĥ 28. (c) VELIUS Hoorn , hl. 54.
(d) Keurb. A. ƒ. 159.
(e) PONTANus Amft. Lihr. I. Cap. VIII. p. zï.
(f) Keurb. A. ƒ. s8.
(g) Groot-Memor. N. I. ƒ. *3.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
DENISSEN. 159
„ voortgezet, mogten bevonden worden te 1475.
„ kort te komen aan hunne laading. 8. Dat „ men den vier fchepen, nog daarenboven, ,, eene heufchheid zou toeleggen, te rege- „ len door de vyf Steden en de vier Onder- „ Admiraals. 9. Dat de Vloot altoos by- „ een blyven, en de fchepen eikanderen „ befchermen zouden. Of zo eenig fchip „ zo onredelyk gelaaden ware, dat het de ,, Vloot niet volgen kon, zou het een deel „ Zouts moeten overfchieten. 10. Dat zulk „ een, die zig niet naar den inhoud -deezer „ Ordonnantie voorzien hadt, fchip en goed „ verbeuren zou, een derde ten behoeve „ van mynen genadigen Heere [Iiertoge Ka- „ rel], of van den Baljuw of Schout ter plaat- „ fe zyner wooninge; een derde ten behoe- ,, ve der vier Admiraalen, en het overige „ derde t en behoeve derVloote in 't gemeen. „ 11. Dat men de tvapenfchoiming of mon- „ ftering der fchepen doen zou, ter plaatfe „ daar zy nu lagen, en nog eens, zo 't noo- „ dig ware,in Texel, eer zy uit hetMars- „ diep zeilden, door de Afgevaardigden der „ vyf Steden. 12.Dat de Schippers, in dé „ baai komende, zorg draagen moeften, dat „ hun volk zig niet ginge dronken drinken „ aan land; maar de fchepen bleeve bewaa- „ ren. 13. Dat de Admiraals enOnder-Ad- j, miraals zweeren zouden, deeze Ordon- „ nantie te zullen onderhouden, en doen 011- „ derhouden, zo veel in hun vermogen wa- „ re, de overtreeders, na 't afleggen der rei- „ ze, aanbrengende, zonder iemant te ver- „ fchoonen. 14. Dat Admiraals van de Vloo- „ te zouden zyn TsbrandJanRemszoon van „ Amilerdam, Jakob Klaaszoon van Hoorn, „ Reinier Martszoonvan Enkhuizen, en Jon- „ ge Jakob van Monikendam, die op de vier „ fchepen bevel zouden voeren, entotOn- „ der-Admiraals hebben Jan uit de Poort „ van Amfterdam, Dirk Fonk van Hoorn, „ Albert Janszoon van Enkhuizen, en Jan „ Buen van Edam. .15. Dat de Admiraals zou- „ den mogen regt oefenen, op gelyke wy- ,, ze, als de Schouten en Geregten der vyf „ Steden te doen gewoon waren. 16. Dat zy, 5J in zee gekomen zynde, aan de Oorlogs- ,, fchepen van Engeland en van Bretagne „ verklaar en zouden, dat zy aangefteld, en „ daar gekomen waren,van wegedenHer- „ toge van Bourgondie, om de Vloot te be- „ fchermen: en dit omme te bewaar en die eere „ van mynen genadigen Heere. 17. Dat zy, in „ hunne fchepen en marfen, het wapen en „ de Standerds van Hertpge Karel voeren „ zouden. iS.DatzulkeKoopvaardyfchepen, „ die nog niet gereed waren, maar eerftte- „ gen den Zomer Ooflwaards vaaren wil- „ den, evenwel hun aandeel in de koften dee- X 2 „ zer |
||||||
III. Boek. GESCHIE
Ï475. Raaden verlof verzogt of verkreegen heeft
(3); ten duidelyken bewyze, dat de Koop- lieden, vanouds, niet verpligt waren, 's . Graaven verlof te verzoeken, om op haare beveiliging te water te raadpleegen en te Nakt befluiten. De vyf Steden, ten beftemden fef de" tyde byeengekomen zynde, beflooten, den ccnee0r_ veertienden der gemelde maand , na ryp Snan- overleg „ 1. Dat ieder fchipper, op elke [* op de „ tweehonderd Zouts, die hy voeren kon, ^eili- „ drie man ophebben moed, die te roer Heep!1 » gaan, of ten minften voor kloeke man- v.aart. " 35 nen verflrekken konden: welke Scheeps- „ kinderen allen van harnafch behoorlyk „ voorzien moeften zyn. 2. Dat de Sche- ,, pen ook voorzien zouden moeten wezen „ van BoJJlen, Cluroenerynen , Bogen , Py- „ len, Glauyen , Bylen , BoJJchenkmydt en ., andere noodwendigheden , te weeten, „ op elke tweehonderd Zouts, een BoJJe, „ een Böge met zyn toebehooren, een goe- „ de Cluvemcr ; op elke Bqffe tien pond j, kruids, en ieder twee Glauyen, een Byl „ of een Hamer. 3. Dat alle de Koopvaar- 5, dyfehepen, onder de vyf Steden behoo- ,, rende, 't zy ze tegenwoordig in Zeeland, ,, of in de Zuiderzee lagen , eikanderen ,, zouden afwagten, en niet dan geiykelyk „ en vlootswyze weflwaards om Zout vaa- „ ren; of zo zulken, die in Zeeland lagen, „ hiertoe geene gelegenheid mogten heb- „ ben, zouden zy een fchip moeten uitrus- „ ten, en zig, onder deszelfs geleide, in „ zee begeeven. 4. Dat de fchepen, met „ eikanderen, vier van de bekwaamde fche- „ pen zouden uitruilen, om allen met bal- „ laft mede te vaaren, en tot geleide en be- „ fcherming der Vloote te dienen, ten wel- „ ken einde, twee derzelven zig voor, en „ twee agter de Vloote houden zouden. „ 5. Datdeeze vier fchepen bemand zou- „ den worden met het volk, welk de ande- „ re fchepen over hadden, tot vyf honderd „ man toe, behoorlyk gewapend, naar de j, verkiezinge der vier Admiraalen. 6. Dat „ de andere fchepen het volk, welk zy in „ de vier fchepen zouden overzetten, van „ leevensmiddelen voorzien zouden , tot „ genoegen der vier Admiraalen. 7. Dat „ men de vier Admiraals-fchepen, die,ydel » °ff ftyff gebaUafi, mede zouden vaaren, ,, in de Zont zo veel Zouts zou overdoen, 5, als zy, de reize tot daartoe hebbende (3) Ik weet wel, dat Pontanus (dmfl. Libr. L
CaP- VIII. p. 22) fchryft, dat zulks of bevel,en Ve- *rIlJs (Chron. van Hoorn, bl. 54) dat zulks »iet con- Jent van Hertoge Karel gefchied is: doch ik weet niet, op Wat gronc] Zy ,jit fchryven ; en het blykt niet m de Ordonnantie op de uitrufting, de regte plaats nogtans, om 'er meldirjg van te maaken. |
||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||
i6o
|
||||||||||||||||||
1-45."
|
||||||||||||||||||
dreigden, waarvan de uitvoering aan den
Krygsraad der Admiraalen opgedraagen werdt, niet uit op den naam van Hertoge Karel;maar op haare eigene naamen: al 't welke klaarlyk doet zien, dat de Steden, van ouds,op zig zelven, en zonder den Graaf te kennen, veel bewinds gehad hebben over de zaaken van de Zee. De Koopvaardyvloot, omtrent tagtig zei-
len fterk, ftak, eerlang, onder het geleide der vier gewapende en fterk bemande fche- pen, in zee, en volbragt de uïtreize geluk- kiglyk, alzo zy zig zo digt byeen wift te houden,dat deFranfchen haar niet durfden aantallen. Dochtoen zy, met Zout beka- den (4), te rug keerden, raakten zy,of by ongeluk, of door onvoorzigtigheid en klein- agtinge des vyands, verftrooid, en werden, op de hoogte van Klaasduinen, aangevallen door de Franfchen, die de meefte fchepen veroverden en medefleepten. 't Meefte bootsvolk viel den vyand ook in handen. Een klein gedeelte ontkwam 't gevaar, en redde zig met de boot. Groot was de fcha- de, die de Hollandfche Kooplieden, ter deezer gelegenheid, leeden. Amfterdam verloor een groot getal van fchepen; van Hoorn bleeven 'er wel dertig, welker waar- de op agtenveertigduizend Rynsguldens ge- rekend werdt. In 't zelfde jaar, kwamen 'er nog twee Kaapers door 't Marsdiep, tot ver in de Zuiderzee: doch keerden weder, van waar zy gekomen waren, zonder dat het hun gelukt was, eenigen buit te behaalen (ï). Doch de vyandelykheden hielden op, na 't fluiten van een negenjaarig beftandtulTchen Hertog Karel en LodewykdenXI., welk den dertienden September getekend werdt (£). Amfterdam hadt, ondertullchen, ook ver-
fchil gekreegen met Chrißiaan den I., Ko- ning van Deenemarke; van wien de Stad, by verfcheiden Privilegien, vryheid, om op de gewoonlyke tollen, binnen zyne Lan- den, te komen handelen, verkreegen hadt (/). Doch de Koning hadt, onlangs, goed- gevonden , deeze tollen te verhoogen. De Stad klaagde over deeze nieuwigheid, en zondt Tydeman Frederikszoon aan den Ko- ning , om, ware 't mogelyk, herftelling der zaaken op den voorigen voet te verwerven (m). Zy fchreef ook eenen brief aan Her- to-
(i) PONTANUS Vlhr. I. Cup. VIII. p. II. VELIUS
Hoorn, il. J4. (k) Vaderl. Hift. IV. Deel, il. ij«.
(I) Handv. bl. js , 5+, SS- [82, 83, 84> 85.]
(m) Groot-Memor. N. I. ƒ. 50, 52.
(4) Onze Befchryvers van Amfterdam Dapper
(bl. 125); en Domsela ar (VI. Boek, bl. 154) en CoMMELiN (bl. 916), die hem gevolgd is,zeggen, dat de fchepen ryk gelanden waren; doeh dit kan men van geene zoudaading zeggen. |
||||||||||||||||||
„ zer uitruftinge zouden moeten draagen."
De gemaakte Ordonnantie werdt , den vyftienden April, alomme verzonden, op den naam van Schout, Burgemeefleren, Schepe- nen en Raaden der Stad Amfterdam, en van de Gedeputeerden der Steden Hoorn, Enk- huizen, Monikendam en Edam,met bevel aan alle Schippers, en anderen, die 't aan- ging , om zig daarnaar te rigten. De brief, waarby de Ordonnantie, op welke het Stads Zegel van Amfterdam gedrukt was, verzon- den werdt, hielde in „ dat dezelve gemaakt „ was, tot eere van mynen genadigen Heere, *en tot behoudenis van de fchepen en goe- deren der ingezetenen." Voorts, las men 'er in, dat tot Admiraal der Vloote gefield werdt Klaas Roelenszoon, en tot Onder-Ad- miraal , Schipper Brandet gen Kogman, geby- naamd de oude brug (h): welken twee ik ver- moed, dat, boven de vier gemelde Admi- raals en de vier Onder-Admiraals , die ei- genlyk Kapiteins en Luitenants fchynen te zyn geweeft, bevel gevoerd hebben. 'tBlykt klaarlyk, uit deezen brief, en uit
de Ordonnantie zeive, dat de Stad Amfter- dam, ten deezen tyde, in 't Noorden van Hol- land, een uitfteekend bewind voerde over het uitruilen van Oorlogsfchepen , tot beveili- ging der Scheepvaart naar 't Weften en naai- de Ooftzee. Zy befchreef de Waterfleden; ge- lyk, omtrent deezen tyd, de Steden van 't Noorderkwartier genoemd werden, by zig, om op zulk eene uitrufting te raadpleegen en te befluiten, en zy vaardigde het befluit der Steden af, onder haar byzonder zegel. Mogelyk heeft zy alleen ookdetweeopper- fte Admiraalen benoemd en aangefteld, hoe- wel ons hiervan geen duidelyk blyk is voor- gekomen. Ook vindt men niet, gelyk wy reeds hebben aangemerkt, dat de Steden, tot deeze uitrufting, verlof of Oclroi van Her- toge Karel verkreegen., of noodig geoor- deeld hebben. Zy befluiten wel, buitens Lands te doen verklaaren, dat de Admiraals, die zy zelven hadden aangefteld, door Her- toge Karel,gemagtigd waren,omdeKoop- vaardyvloot te geleiden en te befchermen ; doch dit fchynen zy voornaamlyk gedaan te hebben,op dat zy,by vreemden,onkundig van devoorregten en gewoonten der Steden van Holland, niet als zeefchuimers zonder behoorlyken laft zouden aangemerkt en be- handeld worden; of, gelyk zy zelven zeggen, emme te bewaaren die eere van mynen genadi- gen Heere; waartoe ook diende het voeren van zyn wapen, in de marfen der fchepen. Voorts, gaven de Steden haare Ordonnantie, op welker overtreeding zy eene ftrenge ftraf (*) Groot-Memor. W. !.ƒ. 3j.2i>««£ Commelin W.sij.
|
||||||||||||||||||
1475-
|
||||||||||||||||||
DeKoof
vaardf vloot van A'°' flerd-atf en de vier f* valt de"
Fran- fchen swot£V
deels ifl hande»' |
||||||||||||||||||
Groot
bewind der Stad, ten dee- zen tyde, over de zaaken der Zee. |
||||||||||||||||||
De SA
raakt>
verfeHB metS<
over <"
Zont- fche tolle"' |
||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||
HL Boek.
|
|||||||||||||||||||||||
161
|
|||||||||||||||||||||||
*475- toge Karel, en verzogt hém om zyee krag-
tige voorfpraak by Koning Chriftiaan. De brief was, den vyftienden July deezes jaars 1475, gedagtekend, en onderfchreeven U- we ootmoedige ende arme Stede van Amßel- redamme (11). Doch de poogingen der Stad fchynen, ten deezen tyde, vrugteloos ge- weeft te zyn. 't Blykt ten minften, uit de Stads Regffiers, dat 'er, nog lang na dee- zen , over de Zontfche tollen, gefchreeven en gehandeld is (0). Hertog Karel hadt geen Beftand met
Frankryk geflooten , om dat hy van zins was , daarna de wapenen af te leggen. Naauwlyks eene maand na dat het getrof- fen was, viel hy in Lotharingen, en bemag- tigde Nancy. In 't begin des jaars 1476, toog hy naar Zwitferland , daar hy , tot tweemaal toe, geflaagen werde Midler- wyl, hadt René, Hertog van Lotharingen, Nancy herwonnen. Doch Karel floeg 'er andermaal 't beleg voor. De Hertog van Lotharingen rukte al zyne magt byeen, onl Hertog Karel tot het opbreeken van 't be- leg te noodzaaken. Op den vyfden Janua- ry des jaars 1477, raakten de Legers aan eikanderen. Hertog Karel kreeg de neder- laag, en fneuvelde in den ftryd, eene Dog- ter van omtrent twintig jaaren, Maria genaamd, nalaatende {f). J^fter- De aanhoudende en zwaare oorlogen , Hg"1 x'ei'- door Hertoge Karel gevoerd, en de onge- in evrdert woone Beden, die hy ter deezer gelegen- '^ogt'de heid deedt, hadden de Landen in 't gemeen, 'ic?n- en de Steden van Holland in 't byzonder u% diep in fchulden doen vervallen. en genood- zaakt tot het opftellen van nieuwe excyn- zen , om de renten deezer fchulden te vin- den. In Amfterdam, hadt men, federt ee- nige jaaren, den bier-excyns, eene deroud- fle beladingen op de verteering, merkelyk moeten verhoogen; en tegenwoordig moeft, van 't vat vreemd bier, veertien, en van 't vat binnenbier, negen fluivers betaald wor- den. Alle andere mondbehoeften waren daarenboven bezwaard (q). Sommige Ste- den, die leevensmiddelen herwaards plag- fti) Groot-Memor. N. f. ƒ• *4. (e) Groot-Memor. N. I. ƒ• te vtrf. Si ,tt, 94,91 verf.
ïlo ver/. 114 verf. enz. (p) Vaderl. Hift. IV. Deel, il. Ij« enz. \<l) Groot-Memor. N. I. ƒ. 79. |
ten te zenden, klaagden, nu en dan, over
deeze beladingen : en onder anderen de Stad Amersfoort, die veel bier op hier zondt. Doch de Stad Amfterdam antwoord- de haar, den tienden Auguftus des jaars 1476 „ dat de zwaare beden, die zy, fe. „ dert eenige jaaren, hadt moeten opbren- „ gen, haar genoodzaakt hadt, om denex- „ cyns ophetAmersfoorterbier te verhoo- „ gen (r)." De fchulden, waarin de Stad zig gefteken hadt, om aan de Graaflyke beden te voldoen, deeden haar ook, om- trent deezen tyd, zorgvuldiglyk letten,dat geene gegoedde Poorters de Stad verlie- ten , om zig elders neder te zetten, Zonder hun aandeel in deeze fchulden te voldoen. Men vindt hiervan een merkwaardig voor- beeld in de Stads Regiflers. Roelof Jakobs- zoon, Poorter, en zelfs, zo ik meen, Oud- Schepen der Stad, was met der woon naar Utrecht vertrokken. Doch de Wethouder - fchap vermaande hem, by fchryvens van den derden Auguftus „ dat hy zyn aandeel „ moeft komen voldoen van de fchulden, „ waarin de Stad, onder anderen om zy- „ nentwille, vervallen was, zullende men „ anderszins zyne goederen daarvoor aan- |
||||||||||||||||||||||
H7S-
1476,
|
|||||||||||||||||||||||
Draagt
zorg voor 't vertrek- ken der gegoed- de Poor- teren. |
|||||||||||||||||||||||
„ fpreeken (/)." Doch onaangezien de
nieuwe excynzen , welken de Stad hadt moeten invoeren, om de renten haarer |
Piys van
't brood hier ter Stede-. |
||||||||||||||||||||||
fchulden te vinden, waren de pryzen der
eetwaaren , wanneer menze met die van katere tyden vergelykt, gantfeh niet hoog : 't welk egter, voornaamlyk, aan de groote fchaarsheid van 't goud en zilver moet wor- den toegefchreeven. Men kan zulks, on- der anderen, afneemen, uit eene Keur dee- zer Stede van den negenentwintigften Maart des jaars 1477, waarin bevolen wordt,, een „ roggenbrood van twaalf ponden niethoo- „ ger te verkoopen dan een ftuiver (t)." De dood van Hertoge Karel, die, in'fom- mige Steden, gelegenheid gaf tot merkely- ke beroerte , bragt, voor den Staat des Lands in 't gemeen, en voor dien der Stad Amfterdam in 't byzonder , eene gunftige verandering voort, van welke wy , in 'C volgende Boek, verflag zullen doen. (t) Groot-Memor. N. I. f. 7J.
(s) Groot-Memor. N. I. f. 7$ vnf. O) Kewb. A. /. 19. |
|||||||||||||||||||||||
B y-
|
|||||||||||||||||||||||
X3
|
|||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||
i6a
|
|||||||||||||||||||
BYLAAGEN
|
|||||||||||||||||||
gen ■
Lr. A-
|
|||||||||||||||||||
op het IL Deel, III. Boek.
|
|||||||||||||||||||
Lr. A,
|
|||||||||||||||||||
Hertog AlbekcH t fiaat der Stad Amflerdam eenige Graaflyke Renten en Pagten af, tegen ^
de rente van vyftienhonderd nobelen , die zy hem tot den Arkelfchen kryg gefchooten badt.' Gegeven in den Haage , den negenden Juny des jaars 1402. |
|||||||||||||||||||
Abbrecht by goeds ghenade hertoge in
beyeren palensgraeve opten Ryn Graave van henegouwen , van hollant , van zeelant ende Heere van vrieslant doen cond allen luden dat wy mit goeden voirfien ons liefs foons van Oiftrevants ende ons gcmeyns raits overdragen fyn eene reyfe te doen op on- fe vyanden den Arkelfchen dair wy veel gelts ende goets toe füllen moeten behoeven om provyanchien ende anders goede ende ree- fchip die wy toter voirfeyde reyfe füllen befi- gen wairom wy mit. onfer getruwer ftede van Aemftelredamme fyn overdragen ons te Henen eene fumme gelts van vyftien hondert goede gouden Genfehe noblen ofpayment hoire wair- de die wy van den felver onfer ftede ontfaen ende opgebeurt hebben an gereden gelde ende hebben onfe voorfz. ftede geloifc ende gelo- ven mit defen brieve voir defe voïrgenoemde fumme gelds jairlyks te geven anderhalf hon- dert Genfehe Noblen dat is te weten van el- ke tien Noblen eene noble jairlixfe renten en- de overmits dat wy willen dat onfe ftede voir- noemt wail betaut ende voldaen worde fon- der eenigen fchade ofte hinder dairomme te liden an ons ende an onfen Rade dairomme te ver- volgen , foo hebben wy onfer voornoemde Stede bewyft ende in handen gefet bewyfen en- de in handen fetten mit defen brieve fulke goe- de , renten, ende pachten als hier na befchre- ven ftaen eerft die grute tot Aemftelredam- me item Jan Robbekins foons halve hoffte- de item die vyf hoffteden item Rynar Tra- den foons hofftede item van der moolenftege item van der moolen buten der Bynwikerpoirt tot Aemfterdam item van der moolen up tie weftzide van Aemfterdam item van der moo- len up tie oiftzide van Aemfterdam item van Ludeman Jans foons hofftede up ter flufe item van Willem Gyskins foons hofftede up ter flufe item Griete Coman Pieters hofftede up ter flufe item Jan Willemfoons des barbiers hofftede up ter flufe item die ftempcls van der flufe item dat veer neffens Quadoelen item dat veer neffens Yppeflote item dat veer neffens Die- merdam item elf margen lants ende Pauwels wyde gelegen ter Ouder Aemftel die Jan Bartoutfoons kinderen van Affendelf in pachte hebben; item negen margen lants an Pauvvels wyde voorfz. gelegen item den ghier gelegen ter Ouder Aemftel die Huge van Diemen in pachte heeft item achte margen lants an den voirnoemden ghier gelegen item di Walen ge- . legen bi der ftede van Aemfterdam item die |
|||||||||||||||||||
flufen tot Aemfterdam item die flufe tot Yp-
penflote item die flufe tot Diemerdam item die cynfe tot Aemfterdam item die cynfe tot Monickedam item die cynfe tot Diemen item. die jairlicfe beden in den lande van Water- lant alfle die beden tot Karsavond tot meye te midfomer ende tot bamiffe item die meye bede tot marken item die jairlicfe beden tot Warder alffe te meye ende bamiffe item die corentiende tot Warder item die jairlicfe be- de tot middel-ie alife tot bamiffe ende meye item die corentiende totmiddcl-ie item die jairlic- fe beede tot Coedyk alfle tot bamiffe ende meye ende den corentienden aldair in defer manieren dat onfer ftede voirnoemt jairlics opbeuren en- de ontfaen fal alfulke renten ende pachten als van de voirfz. goeden füllen comen ende machtigen derfclver onfer ftede alfle wairt dat eenige van defe voirnoemde goeden tot erfhuyr ofte tót jairlicfe renten wtgcgeven ende virpacht wair dat fi die renten dairaf op bueren füllen gelyk fe virpacht ende virhuurt fyn ende tot welker tyd eenige van defen felven goeden wt den pacht fyn dat onfe ftede voorfz. dan die goeden fal mogen virpachten ende virhuuren ende oik die viflchen van de viffcherien te vircopen ten hoigften gelde tot hooren oirbair ende profyt tot allen tiden als derfclver onfer ftede oft den genen dien fy 't füllen bevelen oirbairlyk ende goet fal dunken en die felve die, onfe voorfz. ftede dair toe voegen fetten ende ordineren dien houden wy dat vafte ende geftade in allen fchyn oft onze rentemeifter felve dede van onfent wegen, voïrt wairt dat defe goede ende pach- ten voorfz. meer gouden ende renten dair of quamen dan wy onfer ftede voorfz. geloift heb- ben ende voorfz. ftaen dair fouden fy ons of onfen rente-meifter van Aemfterland van ■ Wa- terland ende van den Zeevank die nu is of na- mails wefen fal goede rekenynge ende bewi- flnge of doen mar gouden defe voirnoemde goe- den min tot enigen jaren dan die voirfz. fumme gelts ter renten belopen dat foude onfe rente- meifter voirnoemt onfe voorfz. ftede wtreyken voldoen ende wel betalen fonder enig weder- zeggen ende ontbieden ende gebieden allen on- fen baileuwen, fcouten, rcntemeifteren ende rechteren overal in onfen lande dat fy onfer voirfz. ftede of dien fy dit bevelen füllen hul- pelic ende vorderlic fyn tot defe voorfz. renten te innen ende te vercrigen. ende wairt dat ymandt derfelver onfer ftede of horen gewairde bode an den voirfz. goeden renten ende pachte eeni- gen hinder ofte fchade dede dat wilden wy hou- den |
|||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||
III. ËOEK.
|
||||||||||||||||||||||||||
163
|
||||||||||||||||||||||||||
gelden ende renten fo hebben wy bevolen ende BylAA.
gebeden onfen lieven foon den Gravevan Ois-gen tervant dat hi defe voirfz. voirwairden mit ons Lr. A. loven wil ende befegelen ende wy Willem van Beyeren, van Henegouwen, ende van Hollant bi der genaden Gaids Grave vanOiftervantom bevelihg ende beden wille ons liefs Heeren ende Vaders voirfz. hebben defe voirfz. voirwairden mede gcloift vafte geftade ende onvirbroken te houden in allen manieren als voirfz. ftait. ende befegelt met onfen fegele hier an gehangen na onfen lieven Heeyen ende Vader voirf. Gege- ven in den Hage up ten negenften dach in Juri io in 't jair ons Heeren dufent vierhundert ende |
||||||||||||||||||||||||||
'Laa- Jen ende rechten an fyn lyf ende goet als an
j^N den genen die ons ende onfe heerlicheden wil- ** • A. den vermynderen ende te nyete maken voirt
lbo fyn 't vorwairden als tot welker tyt dat wy onfer ftede voirnoemt van der alinger fummen geks voorfz. ende van den rente die hun dar an gebreken bi den lopc van der tyd voldoen en- de betalen lbo füllen alle onfe goede pachten ende renten voirfz. vry quyt ende onbecommert wefe van onfe voorf. ftede voirt foo fyn 't vor- wairden dat onfe ftede voirfz. die renten die wy hen bcwyft hebben ende voirfcreven ftaen op- bueren fal ende ontfaen ten eerften dat fi nu lullen virfchinen ende alfo voirt van jaer tot jaer ter tyd toe dat wy hun voldoen hebben alfe voorfcreven ftaet in kenniße der wairhede fo hebben wry defen brief befegelt met onfen fe- gele ende omdat wy willen ende nieynen dat onfe voirfz. ftede welbewairtfy in defe voirfz. |
||||||||||||||||||||||||||
twee.
|
||||||||||||||||||||||||||
Onder aen hingen twee fegels
in groenen waffc aan dubbele Francyne ftaerten. |
||||||||||||||||||||||||||
|aa. Lr. B.
Stukken van het Kerkclyk Regtsgeding des Bïflchaps van Utrecht, tegen de fchuldigen aan
den moord van den Amfterdamfchcn Priefter Willem Bruinszoon. Gegeven in c\e jaaren 1404 en 1405. |
||||||||||||||||||||||||||
l!
|
||||||||||||||||||||||||||
Bylaa*
gen Lr. B.
|
||||||||||||||||||||||||||
N. 1.
|
||||||||||||||||||||||||||
T7redericus Dei Gratia episcopus Trajec-
■*- tenfis, nee non Joannes de Montfberde eadem gratia Praepefitus et Archidiaconus Traje&enfls Provifori et Decano noflro Amfletiandiae, Presby- teris in Amfterdam, in Haerlem ac univerfis Pres- bytern Capellanis et Clericis nobis fubditis, ad quas praefens noflrum mandatumpervemrit, Salutem in domino fempiternam. ad audientias noftras fama publice referente etprociiratoribus ac promotoribus euriarum noflrarum id nobis infinuantibus nove- ritis pervenifle , quod quidam iniquitatis filii, videlicet Johannes filius Johamiis, alias Johan- nes Heynensfen, Amilius filius Jobannis, Lam- bert usfiUus Jacobi Reyi/eri, Heinricus filius Joan- nis Deymans, Splint er us Baflardus deNyenrode, Nicolaus Baflardus quondam Simonis de Zaen- den, Nicolaus Preyer, filius Nicolai, Johannes Laurentii, Judocus Gcrardi, Jacobus Coppeu- foen, Magifter Theodoricus Coppardi, Nicolaus Buze, hbrandus filius Petri, Wilhelmus di&us Dachde, Fhrentius Korf', Wilhelmus Florentii Kor ffs, et Johannes Flor* ntii Karffs ac nonnulli alii ipforum in hac parte complices et fautores Laici dioecefis et Archidiacouatus noflrarum alias anno Domini millfimo quadringentefimo quarto prae- fenti in Crafiino diviflonis Apoflolorum aufu fa- crilego, Deique timore poflpofito, ac f at ore malo- rum operurn omnium inftigante diabalo ,difcretum virum Dominum Wilhelmum Brumnis Presbyte- *um quem in cimitcio Parochialis ecclefiae de Amfterdam corporaliter invenerunt violenter in- vaferunt, manufque in eundem dominum Wilbeh mum Presbyterum quem talem effe fciverunt, vel faltem fcire'potuerunt, et debuerunt ,habitum et cenfuram publice deferentem presbyteralem inj'e- cerunt temere violentas, ac eundem exftraclis gla- . e^a§}natisque cultellis, ac aliis diverfis armis tnvajoriis miferabiliter occiderunt praemiffa, et a- |
||||||||||||||||||||||||||
Ua diverfa enormia v'tolentia-rum eidem Presbytero
in diclo cimiterio et extra intulerunt, prout la- hor at de hac fama publica et manifefia in omni- potemis Dei ofenfam, Cleri opprobrium, anima- rum fuarum grave periculum , et fcandalum Chrifli fidelium plurimorum, Canonumque et fla- tutorum tam provincialium quam fynoaalium fibï in hac parte locum vindicantium ac contra alia et fimilia perpetrantes falubriter editorum con- temptum fefe per hoc poenis et fententiis ineisdem canonibus et ftatutis pofitis et expreffis damnabili- ter involvendo. Quare vobis ei cuilibet veftrum in virtute fanftae obedientiae, et fub poenis fuf- penfionis et excommunicatianis diflricle praecipien- do mandamus , quatenus jam vifis praefentibus accedentes quo propt er hoc fiter ie accedendum , et accedere fueritis acquifiti, et alter veflrum acce- dere fuerit requifitus, moneatis auBoritate noflra ordinaria praefatos Joannem, Amilium, La |
||||||||||||||||||||||||||
bertum, Henricum, Splinterum, Nicolaum, Ar/-
colaum, Joannem, Judocum, Jacobum, Magis- trum Theodoricum, Nicolaum, (3 er ar dum, Ts- brandum, Wilhelmum, Florentium, Wilhelmum et Jobannem ac alias quofeunque in praemißs qualitercunque culpam habentes, de quorum nomi' nihus vobis confliterit, ac quas lator prefentium vobis nominaverit nominatim et in fpecie reliquos vero in genere, quos et eorum quemUbet , nos efiam tenor e prafentium fle tnonemus, ut infra- novem dies veflram monitionem hujufmodi immz* diate fequentes, quorum dier urn tres pro prima, tres pro fecundo, et reliquos tres dies pro tertti ac peremptorio termina et manitione canonica eis et eorum cuilibet praefigimus, et affignamus, Deo, ecclefiae,. ac nobis, de hujufmodi nephando excef- fu et temeritatis audacia emendam laudabilem praeftent et condignam, ac fatisfaciant compe* temer, alioquin contra ipfos et ipforum quemlibet ad
|
||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS , II. Deel.
|
||||||||||||||
iö4
|
||||||||||||||
dericnm Coppardi, Tsbrandum filium Petri , ßyt,**"
Wilbelmum di&um Dochde, Florentitan Korff's, GE>< Wilbelmum Florentii Korffis et ^foannem Florentii y. $• Korffs Laicos diocefis et Arcbidiaconatus eorun- dem reos nocentes, et obnoxios, ipfosque conjun&im vel divifim crimina et facrilegium de quibus infra dicitur et fequitur commififiè, eos corrigatis et canonice puniatis , pro modo culpae ac deliBorum commifibrum qualitate, et etiam ad alium quem cumque juris effe&um. et fuper bis petunt di&i pro- curatores Jeu promotores officii bujufmodi inquifitio- nem fieri et adreddendum fingulariter fingulis po- fit ionibus ac articulis praedï&is et fubferiptis per partem adverfam medio feu juramento compelli, et ulterius in ipfio inquifitionis negotio prout jus exiget et juflitia fuadebit fert i ac procedi. In primis ponunt ac articulantur etprobare in-
tendant procuratores feu promotorespraedi&i quod quondam bonae memoriae Dominus Wilhelmus i'.ru- nonisdiu ante mortem fuam et tempore mortis fuae, de quo infra dicitur ,fuit et erat Presbyter, ac ba • bit urn et tonfuram presbyter ales deferre confuevitet detulitpalam et publice ,quodque di&o tempore et ante ipjüm tempus in opido de Amflerdam , dioecefis et Arcbidiaconatus praedi&orum moram traxit et babitare confuevit. et Jicfuit di&um, babi turn, et reputatum , dicitur, babitur, et reputatur, in ci- vitateet dioecefi Traje&enfi communiter et notorie. Item quod praefati rei nuper anno Domini
MC CC Cl F praefenti in craflino divifionis A- poftolorum aufu facrilego, Deique timorepoftha- bito et fatore malorum operum infligante diabolo praedi&um quondam Dominum Wilbelmum quem Presbyterum effe fciverunt, feu fcire potuerunt in cimiterio Parocbialis ecclefiae di&i opidi de Amflerdam perfonaliter exiftentern invenerunt; et invadendo per violentam imprejfionem de di&o cimiterio difcedere compulerunt, jeu eum invitum et renitentem abflraxerunt manusque in eundem Dominum Wilbelmum injecerunt temere violentas |
||||||||||||||
Bylaa- a^ excommunicationis fententiam di&orum Cano-
GEN num, et flat ut or urn dedarationem, et alias pro- L . li, ut juxta qualitatem bujufmodi deli&i de jurepo-
terimus procedemus, nifi caufam prodere vakant efficacem, quare ad pramiffa minime ieneantur, ad quam prodendum , audiendum , et videndum nobis fidem fummariam fieri de praemijfis ceteris eosdem f ore factor es fuperius nominatos, eorundem complices et fau&ores et eorum quemlibet, etiam divifim peremptorie cor am nobis Traje&o fi ibidem praefentes fuerimus, alioquin cor am officialibus noflris quibus extunc vices noflras in hac parte committimas, donec eas ad nos duxerimus revo- candas ad ultimum diem monitionis bujufmodi, fi dies ipja juridka fiterit, alioquin ad proximam diem juridicam deinde immediate proxime fubfe- quentem contrapraefatos Curiarum nofirarumpro- curatores ,. et procuratoren caufam bujufmodi i oftenfuros, recepturos, et fa&uros quod di&averit juris ordo cum intimatione debitaet confueta nomi- na vero monitor'um et citatorum, ac diem feu dies monitionum et executionum veftrarum, et quicquid alias in praemijjis fecerith nobis, feu officialibus noflris praedi&is vefiris literis praefentibus trans- fixis, liquide refcribatis, vos praefentium execu- tores. Datum anno domini M. CC CC IV in craflino Beati Egidii Abbatis. N. 2.
Item tenor executionis jam di&i procejfus di-
nofcitur effe talis. Reverendo in cbriflo Patri ac ^ domino Frederico Dei gratia Epifcopo nee non venerabili et circumjpe&o viro Domino yoannide Montfoerde eadem gratia Praepofito et Archidia- cono Traje&enfi ego Wilhelmus de Backervoerde Clericus Notarius Publicus reverentiam et obedien- tiam debitas in mandatis. Noveritis me veflrum mandatum cui haec meapraefens fcedula efi trans- fixa in omni fua forma, prout jacet, in fan&a fynodo generali Traje&i die infrafcripta celebra- ti, coram cleri multitudine, ad di&am Synodum congregata in domo Capitulari majori ecclefiae Traje&enfis fidelher f ore execu turn, monendo vi- delicet et citando omnes et fingulos in praefenti mandato comprebenfos et alias facienda in omni- bus et per omnia juxta ejusdem mandati veftri formam et tenorem praefentium tefiimonio Lite- rarum figillo meo jïgillatarum. Datum et exe- cu tum anno Domini MC CC Cl F. in craflino beati Remigii mane hora Caufarum. N. 3.
Pofitiones et articulos infrafcriptos dant et exhi-
bent ac prob ar e intendunt procuratores caufarum criminalium, et negotiorum Curiae et Arcbidia- coni Trajectenfis, feu InfiruBores, et pulfatores, ac promotor es negotii inquifitionis praefenti s a&o- res coram vobis Venerabilibus viris hominis of- ficialibus Curiae et Archidiaconi Traje&enfis prae- dictorum ad finetn Ut ipfls probatis feu fi per in- quifitionem bujufmodi vel alias inveneritis legiti- me jFobannem jfóbannis alias Heymensfoen, ^fr»,?- lium Jobannis, Lambertum filium Jacobi Rey. neri, Henricum filium J'obannis Deymans, Splin- terum baflardum de Nyenrode, Nicolaum Putger filium'Nicolai, Johannem Laurentii, jPudocum Cerardi, yacobum Coppenfoen, Magiftrum Theo- |
||||||||||||||
gladiis, et cultellis fuflibusque et ceteris
|
||||||||||||||
armis
|
||||||||||||||
invaforiis in eodem cimiterio feu in platea publice,
dictae ecclefiae proxima infidiofe^ et miferabiliter occiderunt. Item quod praefati rei fuerunt et fint graviter
et publice diffamati apud bonos et gr aves, idque clamorofa infinuatio ad vefiras aures et pene om- nium incolarum utriusque fixus di&i opidi de Amflerdam et bominum locorum vicinorum etcir- cumjacentium perduxit, quod ipji quondam Do- minum Wilbelmum in crajlino divifionis apoftolo- rum fupiradi&o in quarta hora no&is vel circiter de di&o cimiterio per violentiam extraxerunt feu de eodem cimiterio -difcedere per imprejjionem terribilem Compulerunt , noftrumque cum armis invaforiis in ipfio cimiterio, feu, utpraemittitur, in platea publica di&ae ecclefiae contigua lamenta- biliter occiderunt. Item in cafum et eventum quo clare et fujficien-
ter per iiiquifltionem vel alias probari ac conftare non pofl'et , quod nonnulli ex eis praenominatis manus violentas in di&un quondam Dominum Wil- belmum non injecerunt nee eum manibus propriis occiderunt, ponunt tarnen et probare intendunt procuratores antedi&i, quod praefati rei omnes et finguli eum in perfonis propriis occiderunt vel [al- tem in ejus interfe&ione ad occidendum ipfum in- fidiofe et ex malo propofito opem vel operam et confilium dederunt. 1 Item
|
||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||
IIf. Boek.
|
|||||||||||
165
|
|||||||||||
pronunciari, dicerni, et dedarari,praefatos reos, .>...
tam vigore ftatutorum,et canonum contra violen- Gm larum injeBores manuum in dericos, quam etiam £,r flatutiProvincialis, nee non flatuti fynodalis con- tra Clericorum occifores editorum JupradiBomm excommunicationis fententiam, et alias poenas in ipfis ftatuiis d-efcriptas, damnabiliter incidijfs, eosdemque reos ufque üdfatisfaBionem condignam excommunicatos publice denunciandos f ore et per vos etiam denunciari ,nec non eos etiam alias Ca- nonice puniendos fuifiè et efie, et per vos corrigi et puniri ,praemifia petunt iidem procuratores, Jeu promotores, conjunBim et divifim cum expenfis. faBis protefiando de fatisfaciendo, et quod prae- miffa eis liceat emendare, corrigere, et alia de novo date totiens, quotiënt eis vifum fuerit expedite et Qpportunum, N. 4.
FrideriCus Dei gr at ia Episcopus nee non
Rabannes de Montfoerd eadem gratiapraepofitus et Arcbidiaconus TrajeBenfis venerabili viro et discreto domipo Henrko Hombercb Cboriepifcopo et Canonico TrajeBenfi falutem in domino debi-- tafnque diligentiam in commiffis. Caufamfeücau- f as, quam- feu quas procuratores feu promotores Curiarum nofirarum a&ores movent, et jam du- dum cor am ojficialibus nofiris, quibus vices nos- tras in bac parte commifimus, donec eas ad nos duxerimus revocandas moverunt contra J'obannein filium Jobannis, alias jfoannem Heytienflèn, A- melium Jobannis, Lambertum filium ^facobi Rey- neri, Heinricum filium jobannis Deymans, SpMn- terum Baflardum de Nyenrode, Nicolaum bafiar- dum quondam Simonis de Zaenden , Nicolaum Puinen filium Nicolai, jFoannem Laurentii, jftf- docum Gerardi, "facobum Coppenfosn, Magiftrum Theodericum Coppardi, Nicolaum Buze, Gerar- dum Buze ,Tsbrandum filium Petri, Wilbelmum diBum Docbde, Florentium Korps, Wilbelmum Florentii Korff's, ac ipforum in bac parte compli- ces , et fautores laicos reos de et f/per homicidio ■ alias in bonae memoriae quondam Dominum Wil- belmum Brunonis Presbyter urn in opido de Am- flerdam Dioecefis et Arcbidiaconatus nofirorum praediBorum per eosdem reos ut dicitur perpetra- to, vices igiiür nofiras bujufinodi ad nos revocan- ies vobis de cujus indufïria et legalitate plsnam in domino fiduciam obtinemus in eo fiatu in qud jam funt et indecifae pendctU ex certis caufis anl- mum noftrum ad 'boe moventikus,tiiter'tus cognof- cendas, audiendas decidendas, et fine debito ter- minandas cum omnibus et ßngulis fürs incldenti- bus , dependentibus, emergentihus , tt connexis omnimodafque vices nofiras in praemiffis tenore praefentium comtnitimus, donec eas ad nos duxe- rimus revocandas nofirarum tefiimonio liter ar urn. datum anno Domini MCCCCF. die Sabbatbi poli feftum Epipbaniae Domini. N. 5.
In Dei nomine amen. Prmmnciamus et decemi-
mus interloquendo nos in bac eau fa fore judicem compeientem , non olflantibus ex adverfo propo- fitis, et praefigimus binc inde terminum parti-- bus in hujusmodi eau fa ad procedendum et procedi videndum videlicet ipfis reis in perfonam fui pro- curatoris praediBi contra procuratores aBoris praedicïes diem fabbathi poft feftum beate Falen- Y tint |
|||||||||||
Item ponv.nt et probare intenduni procuratores
feu promotor es praediBi quod alias psr recolendae memoriae Dominum Arcbiepifcopum Colonienfem jam funtplures anni retroaBi in Confilio fynodali tt pojltnodumper bonas memoriae Dominum Hen- ricum Arcbiepifcopum Colonienfem ejusque fupfra- ganeos in confilio approbando inter alia fiatutum f uit et legitime or'dinatum. quod occifores vel mu- tilatores Clericorum et omnes opem, operam feu confilium ad boe adbibentes fmgulis diebus Do mi- nicis feflivis et non feflivis , campanis pulfat is, et candelis accenfis nominatim , quorum nomina fcientur , alioquin in genere excommutiicati de- nuncientur, et ab omnibus artius evitandi, donec fufficienter fatisftcerunt, et a fede Apoftolica re- dierunt. abfoluti., Propt er ea locus omnis,ad auem venerint fit interdict us , quandiu ibi fuerint, et per fequens triduüm, fi ibi biberint, vel comede- rint, et per feptet/r dies tibi eos contigerit pernoc- tare. Caeterum fi nobilcs fuerint, vel,alti ter- ram ac jurisdiBionem , feu defiri&um habentes, infra tres menfes, non fitisfecerint, terra- eorum et defiriBus ex tune fit ipfo faBo Ecckfiaftico fuppofitus interdicto. 'prout in- ecdefiae fiatuto fiub titulo de occiforibus et mutilatoribus Clerico- rum evidentius et plenius contineiur., quod inci- pit: item de occiforibus, ad cujus flatuti teno- rem fe referunt procuratores fupradiBi. Item ponunt et probare intendunt per b$nae me-
moriae dominum Guidonem epifcopum TrajeBen- fem in 'Confilio fynodali f uit provide fiatutum, et falubriter ordinatum. et fubfequenter per recolen- dae memoriae Dominum ffibatinem episcopum le- fitime confirmatum ac approbatum. quod fi Pres- yter vel Clericus in civitate vel dioecefi Trajec- tenfi occidatur, Hifi vel ille vel Uli qiiis Jurisdic- tion mihi praefunt temporali infra menfem a die perpetrati deliBi enumerandum Deo et ecdefiae de tanto excejfu condignam , quantum in ipfis fuerit, procuraverint praefiari emendam , quod extunc illud territorium , officium , civitas, vel opidum, in quo deiiiïum tal'e fuerit perpetrat urn, etiam fi in eis plures fint ecdefiae ecckfiaftico fub- jaceant interdiao, prout in eadem fiatuto ferio- fius efl exprefum quod incipit: fi vero occida- tur, quod abfit, quod quidem 'fiatutum diBipro- curatores pofitioni et articulo inter f runt, et pro inferto baberi voluut de verbo ad verbum. Item ponunt et probare intendunt, quod tam
Provinciale , quam Synodale ftatuta fupradicta fuerunt et funt notariae recepta et ufiiata a tem- pore aditionis ipforum in civitate et dioecefi Tra- ject enfipraediBis publice obfervata et bodie com- muniter recipiuntur , obfervantur , et ufitantur publice et notorie. Item ponunt ar tic ui an tur et. probare intendunt,
quod fcultetus feu judex temporalis, confules et fca- bini diBi opidi de Amfterdam qui tempore diBi ba- mi cidii in prae fatum quondam dominum Wilbel- mum perpetrati. utpraefertur fuerunt, infra men- fim a dii comr.iiffi deliBi numerandum Deo, eccle- fiae,et vobis dominis ofpcialibus antediBis detan- t0 f'Xceffïi condignam , quantum in ipfis fuerit, non Itopuraverint, f'd omnes neglexerunt a prae f at is ten Praefiari emendam, et ponunt divifim. tem de praemiffis omnibus et ßngulis fuiteteft
piinnca vox et ßma -n cjvitate ~et dioecefi Trajec- tenlipraedietis et alibi, ipfaque fuerunt et funt ver'a. , ^x Plfitmi'Jh probatis vel bis quae ad ea fuffi- aunt, peiunt^ diii; procuratores, feu promotor es, Per ™U™™0SOfficiales, ei vefiram fententiam |
|||||||||||
i66 A M S T E R
Bylaa- tini proxime venturum ad contefiandam litem fu-
GEN per pofitionibus et articulis cumpetitione fumma- L\ B. rum pro parte di&orum procuratorum aclorwri jpfls reis alias cor am Venerabilibus viris Dominis officialibus curiae et Archidiuconi Traje&enfis oblatis, qua interlocutoria lata praefatus Chrifli- anus procurator di&orum reorum quo fupra nomi- ne proteflatus fuit et efl de gravamine et appel- lando. Datum et-a&um anno Domini MCCCCV feria quarta pofl feflum beatae Scbolaflicae vir- ginis de mane hora caufarum. N. 6.
Fredericus dei gratia Epifcopus nee non Johan-
nes de Montfoerde eadem gratia Praepofitus et Arcbidiaconus Traje&enfis Fenerabili viro et dif- creto Domino Henrico Honberch Cboriepiscopo et Canonico Traje&enfi falutem. Cum veritatis no- titiafabferiptorum dudum caufamfeu caufas quam feu quas procuratores feu promotores caufarum criminalium Curiarum noftrarum a&ores move- bunt, et movent Johanni filio Johannis alias Jan Heynensfoen, Amilio Johannis , Lamberto filio Jacobi Reyneri, Henrico filio Joannis Dey- mans, Splinterode Nyenrode baflardo, Nicolao Simonis de Zaenden, Nicolao Putgens filio Ni- colai , Johanni filio Laurentii, Judoco Gerardi, Jacobo Coppenfoen, Magiflro Theodrico Coppardi, Nicolao Buze, Gerardo Buze, Tsbrando filio Pi- tri , Wilhelmo diclo Dochde, Florentio Korff, et Joannes Florentii Kor ffs, ac ip forum in hac parte complicibus reis conjun&im, et divifim de et fuptr homicidio nuper inperfonam bonae memoriae quon- dam Domini Wilbelmi Brunonis ,in opido de Am- fier dam, Dioecefis et Archidiaconatus noßrorum per eosdem ut dicitur perpetrato vobis de cujus induftria et legalitate plenam in domino fiduciam geffimus et gerimus in eo fiatu in quo pro tune cor am venerabilibus officialibus noftris ac commif- fariis in bac parte indecifae pendebant ex ceriis caufis animum nofirum tune moventihus commifi- mus ulterius cognofcendas, audiendas, decidendas, et fine debita terminandas cum omnibus et fingulis incidentibus, dependentibus, emergentibus et con- nexis omnimodas etiam vices noftras in praemiffis vobis nicbilominus committendo donec ad nos du ■ xerimus revocandos prout boe in literis defuper confeclis a£tis bujufmodi caufae infertis plenius continetur. Cujus quidem commijftonis vigore ad nonnullos atlus judiciales, citra tarnen conclu- fionem, dicimini proceffiffe. Nunc autemexcertis caufis rationabilibus nos moventibus confulto deli- berati caufamfeu caufas praediclas ad nos in eo fiatu quo Junt duximus advocandas et advocamus, vicefque hoflras ut praemittitur -vobis commijfas tenore praefentium ad nos revocamus. et nïbil ominus easdem caufamfeu caufas in eo fiatu quo jam funt venerabilibus officialibus noflris prae- diftis committimus ulterius cognofcendas , au- diendas* et fine debito terminandas, quos vobis ac omnibus et fingulis quorum interefl vel inte. rerit infinuamus et notificamus ac ad veftram et cujuslibet eorundem notitiam deducimus et dedu- ci volumus per praefentes nofirarum tefiimonio literarum. Datum anno Domini MCCCCV in crafiino beatae Margaretas virginis. |
D A M S II. Deel.
VERTAALING B«-AA
oer»
der voorftaande zes Stukken. L(. »• N. i.
"pREDRiK, door Gods genade, Biflchop
A van Utrecht , en Jan van Montfoort, •>, door dezelfde genade, Prooft en Aartsdiaken ,3 van Utrecht, aan onzen Provifoor en Deken „ van Amfterland, den Priefteren in Amfter- jj dam, in Haarlem, en allen onzen onderhoo- „ rigen Priefteren, Kapellaanen en Kerkelyken, „ welken ons tegenwoordig bevel ter hand ko- „ men zal; altöosduurend heil in den Heere l „ Gy zult weeten, dat ons, door 't gemeen „ gerügt, en door het aanbrengen der voor- 3, ftanderenen bezorgeren onzer Geregtshoven, ,, ter ooren gekomen is, dat eenige kinderea „ der ongeregtigheid, te weeten, Jan Jans- „ zoon, anders Jan Heinenfen , Melis Jans- „ zoo/?, Lambert Jakob Reinierszoon , Henrik ,, Jan Deymanszoon , Splinter , Baß aard van ,, Nyenrode, Klaus, Baßaard van wylen Simon „ van Zaanden, Klaas Preyer Klaaszoon, Jan „ Laurenszoon, Joofi Gerritszoon, Jakob Kop- „ penszoon , Meefter Dirk Koppards , Klaas ,, Buze , Tsbrand Pieterszoon , Willem gezeid „ Dochde , Flor is Korf, Willem Flor is Kor fis- „ zoo» en Jan Floris Korfszom, en eenige an- „ dere leeken van ons Srigt en Aartsdiaken« „ fchap, hunne medepHgtigen en bcgunftigers „ in deezen, in het loopende jaar des Heeren „ een duizend vier honderd en vier, 's daags „ na den Feeftdag van de Scheiding der Apos- „ telen (*), door eene heiligfchendende ftout- „ heid, met agterfteiling van de vreeze Gods, „ en door aatihitfinge van den Duivel, den Va- 3, der van alle booze werken, den voorzieni- „ gen Heer Willem Bruinszo on, Pries- ^, ter, dien zy op 't Kerkhof der Kerfpelkerke ,, van Amfterdam, in perfoon, aantroffen, ge- „ weldiglyk aangevallen hebben, hunne wreede „ handen moedwilliglyk flaande aan gemelden „ Heere Willem, Priefter, dien zy voor zodanig „ kenden, ten minften konden en moeflenken- ,, nen, alzo hy openlyk als een Priefter gekleed „ ging, en een gefchooren kruin droeg; en hem, „ met uitgetoogen zwaarden, bloote meflèn, j, en verfcheide andere wapenen, deerlyk om- „ brengende; na dat zy den gemelden Priefter „ op het zelfde Kerkhof en daar buiten, nog ,, verfcheide andere fnoode geweldenaaryen „ hadden aangedaan, gelyk het algemeen en o- j, penbaar gerügt daarvan geloopen hadt; tot „ hoon van God almagtig , tot fchande der ,, Kerkelyken, met groot gevaar voor hunne ., zielen, tot ergernis van veele Chriftgeloovi- ,, gen, en met veragting van de Provinciaale ,, en Synodaale regels en inzettingen, die, in „ zulk een geval, plaats hebben, en tegen hen, „ die zulke en diergelyke dingen bedryven, „ wyflelyk uitgegeven zyn: waardoor zy zig ,, aan de ftraffen en uitfpraaken, in de gemel- ,, de regels en inzettingen voorgefteld en uitge- ,} drukt, fchuldig en onderhevig gemaakt heb- ,, ben. Waarom wy ulieden in 't gemeen, ea „ elk van u in 't byzonder,uit hoofde der hei- ,, ligë verbindtenis tot gehoorzaamheid, en op „ ftraf-
{*) Dat is, na den vyftiendcn July. |
|||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||
III. Boek.
|
||||||||||||||||||||
167 •
|
||||||||||||||||||||
„ Heere Jan van Montfoort, door dezelfde ge- Bylaa-
„ nade, Prooft en Aartsdiaken van Utrecht.lk Gen
„ Willem van Backervoerde, Klerk, openbaar H. 13.
„ Notaris, de vereifchte eerbiedenis en gehoor-
„ zaamheid aan uwe bevelen. Weet, dat ik tiw-
,. lieder bevel, door welk deeze myn briefge-
„ fteken is, in zynen volkomen vorm, zo als
„ het legt, inde heilige algemeeneSynode, te
,, Utrecht, op den ondergefchreeven dag gehou-
3, den , voor de menigte' der Kerkelyken, in de
„ gemelde Synode vergaderd, in het Kapittel-
„ huis der Domkerke van Utrecht, getrouwelyk
„ ter uitvoeringe gelegd heb, vermaanende en
,, daagende, naamlyk, allen en een iegelyk,
„ die in het tegenwoordig bevel vervat zyn, en
„ verder alleszins en in alles handelende, volgens
j, den vorm en inhoud van het zelfde uwlieder
„ bevel, 't welk ik, door deezen brief, met
„ myn zegel bezegeld, getuige. Gedaan en uit-
„ gevoerd in 't jaar des Heeren MCCCCIV.
„ 's daags na S. Remigius-dag (*), 's morgens
„ op het uur der Regtspleeg'inge.
N. 3.
„ De Procureurs der Crimineele en andere
j, zaaken van het Gcregtshof en Aarts-Diaken- 3, fchap van Utrecht, oflnftruéleurs enbezor- „ gers, als eifchers in het tegenwoordig' pleit en „ onderzoek, geeven, vertoonen, en tragten te „ bewyzen de ondergefchreeven ftellingen en „ punten, voor ulieden, eerzaame mannen, „ Heeren Officiaalen van het Gëregt'shöF en „ Aartsdiakenfchap van Utrecht voorgemeld, „ ten einde dat, wanneer dezelven be weezen j, zullen zyn, of wanneer gy,door onderzoek „ of anderszins, bevinden zult, èzx.'Jan'Jans- „ zoon, anders Heinenszoon, Melis janszoon, ,, Lambert yakob Reinierszoon , Henrik y<m „ Deymanszoon, Splinter, Baflaard van Nyen- „ rode, Klaas Putger Klaaszoon, jPanLaurens- ,j zoon, fóofi Gerritszoon, yakob Koppenszoon, „ Meefter Dirk Koppards, Tsbrand Pieter szoon, „ Willem, gezeid Dochde, Floris Korfs, Willem „ Floris Korfszoon en jfan Floris Korfszoon, Lee- „ ken van het gemelde Stigt en Aartsdiaken- j, fchap, wettiglyk aan dezelven fchuldig ge- „ bleeken zyn, en dat zy gezamentlyk, of af- „ zonderlyk, de misdaaden en de heiligfchennis, „ waarvan onder en in 't vervolg gefproken zal „ worden, begaan hebben; gy dezelven berispt, „ en kerkelyk ftraft, naar maate der fchuld, „ en der hoedanigheid der misdaaden, en ver- 3, der tot alle zulke einden, als naaf Regten. En „ hierop verzoeken de gemelde Procureurs en „ bezorgers van dit Officie dat onderzoek mo- „ ge gefchieden , en dat zy, tot beveiliging der „ voorgedagte Hellingen en punten, hieronder „ befchreeven, door de wederpartye , onder „ eede mogen gebragt , en verder in het on- „ derzoek zelf, zodanig gehandeld en voortge- ,j vaaren worden, als het Regt vorderen, en „ de Geregtigheid raaden zal. „ De gemelde Procureurs en bezorgers flel-
,, len, vobreerft, en maaken zig flerk te bewy- „ zen, dat wylen Heer Willem Bruinszoon, „ goeder gedagtenifïè, lang voor zynen dood, „ en ten tyde van zynen dood, waarvan onder „ gefproken zal worden, een Priefter geweeil „ is, en was, het kleed en den kruin van een „ Priefter gewoon was te draagen, en openlyk |
||||||||||||||||||||
ftraffe van fchorfinge en ban, fliptelyk bevee-
len , dat gy u, op 't zien van deezen , be- geeft , daar gy u, ter deezer oorzaake, be- hoort te begeeven, en daar de tegenwoordig- heid van ulieden, of van één uwer, vereifcht zal worden , en daar, uit onzen gewoonlyken laft, de voorgemelde Jan, Melis, Lambert, Henrik, Splinter, Klaas, Klaas, Jan, Jooft, Jakób, Meefter Dirk, Klaas, Gerrit, Ys- brand, Willem, Floris, Willem en Jan en anderen , wie zy zyn, die tot het voorge- melde eenigerhande fchuld hebben, en welker naamen u bekend zullen zyn, en die brenger deezes u, met naame en byzonderlyk, noemen zal, en de overigen in 't gemeen vermaant, wel- ken, en ieder van welken wy, door den inhoud deezes, insgelyks, vermaanen, datzy, bin- nen negen dagen, op deeze uwe vermaaning onmiddelyk volgende, van welke dagen wy hun en elk hunner, drie, voor den eerften, drie, voor den tweeden, en de overige drie dagen, voor den derden en laatften termyn en Kerkelyke vermaaning, betekenen en aan- zeggen , Gode, der Kerke e'n ons, van zulk eene fnoode ondaad en geweldige ftoutheid, eerlyke en fchuldige boete doen, en behoor- lyke voldoening geeven: anderszins zullen wy, tegen hen , en tegen elk hunner over- gaan tot het Banvonnis der gemelde regelen, tot de verklaaring der inzettingen, en verder, zo als wy, naar de hoedanigheid van zulk eene misdaad , met regt, zullen können, ten ware zycene kragtige reden konden bybren- gen, waarom zy tot het voorgemelde niet zouden gehouden zyn ; om welke reden voort te brengen, te hoorcn, en om onshetvoor- ftaande verder ftukswyze te zien waar maa- ken, wy dezelfde bovengenoemde mïsdaadi- gen, en derzelver medcpligtigen en begunsti- gers , en ieder van hun ook byzonderlyk, ui- terlyk, voor ons te Utrecht, zo wy daar te- genwoordig zyn, of anders voor onze Offi- ciaalen, die wy dan , in dit geval, in onze fte- de Hellen, tot herzeggens toe, op den laat- ften dag deezer vermaaning, zo zulks een regtdag'is , anders op den eerften regtdag daarna, onmiddelyk op den gemelden laat- flen dag volgende, dagvaarden, tegen de voor- gemelde bezorgers onzer Geregtshoven, en tegen den bezorger van deeze zaak in 't by- zonder, die toonen, ontvangen, en doen zul- len , 't gene de orde, van het Regt zal voor- fchryven, met de vereifchte en gewoonlyke aantuiging. De naamen der vermaanden en ge- daagden zult gy, uitvoerders van dit bevel, nevens den dag of dagen uwer vermaaningen en uitvoeringen, en wat gy verder in 't voor- gemelde zult gedaan hebben, aan ons, of aan onze voorgemelde OfEciaalen, met uwe brie- ven , door den tegenwoordigen gefteken , duidelyk overfchryven. Gegeven in 't jaar des Heeren M. CCCC. IV., 's Daags naS. Egidius-dag (f}. N. 2.
|
||||||||||||||||||||
55
35 55 53 JJ 3J 55 3> 33" 35 33 33 3> 35 35 33 33 33 35 33 33 35 33 33 33 J> 33 33 33 3> 33 » V J> 3' a>
3»
33
5»
93 3> 33 ij 3» 33 33 33 35 33 33 33 »J 33 33 33 = 3 33 33 '3 35
35
35 33 |
||||||||||||||||||||
- V koorts, blykt, de inhoud der uitvöerïnge van
" t ^eds gemelde geding zodanig te zyn: 'V S den eenvaardigen Vader in Chrlftus, " Riïïchoere FrED RIK' d00r Gods genade5
3, r> nop s en clen eerzaamen en voorzigtigen (T) Dat is, w den ewften Septcmbei%
|
||||||||||||||||||||
ge«
|
||||||||||||||||||||
(*) Dat is, na den eerften O&ober,
y 3
|
||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i68
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ onder 't luiden der klokken, en met bran-
„ dende kaarfen, by naame , zo derzelver naa- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5, hy als zodanig gekend, benoemd en gehou
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ den geweeft is, geken,, den wordt,in 't geme„ Stad en in het Stigt va
„ Voorts, dat de voorg't loope
|
„ men bekend waren, en anders in 't gemeen,
„ in den ban gedaan zouden worden, en hun ,, alle Kerkelyke gemeenfchap ontzeid, tot dat " lY SenoeSzaame voldoening gegeven zouden „„„ j- -----y-- " nebben, en door den Apoïtölifchen ftoel .gs narden Feeftdagvan „ van den ban ontheeven zyn. Hierom zyn
""*" """" "' "* 35 alle plaatfen, daar zy komen, in den ban,
„ zo lang zy 'er zyn; en drie dagen daarna,
zo zy 'er gedronken of gegeten; en zeven
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ M C C C CIV., 's daa
„ der Apoftelen fcheidi„ fchendige ftoutheid, m„ de vreeze Gods, en d
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dagen.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zo zy er vernagt hebben. Wvders
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
., uuivci, v~« ■-----— ~^w,v vn,iivv.u, wjr ,,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ zo zy edelen zyn, of anderen, die ecnig
„ land, regtsgebied offtreek bezitten en bin-
„ nen drie maanden geene voldoenïno-'o-eeven
„ zo is hun land of regtsgebied, daadefyk en ter-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ willen, of weeten konden een Priefter te zyn,
„ op het Kerkhof der Kerfpelkerke van de ge 33
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
j, ft„ w■„ v„ z„ t
|
<Wfc U„UU-„ ««„»««flB» »„ !,„„ ™_ j5 ftond> aan den Kerkelyken regtsb:ln onder.
„ worpen; gelyk, in de Kerkelyke inftelling
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3 35
|
van de doodjlaagers en verminken der Kerke-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
.. lyken , klaarder en volkomener vervat is ,
„ welke begint: Voorts van de Doodßaagers:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
,, ftoutelyk, geweldige handen aan den zelfden
„ Heere Willem hebben gelegd, en hem, met |
tot den inhoud van welke inftelling , de
„ voornoemde Procureurs zig gedraagenT ,, Voorts,ftellen zy,en maaken zig fterkte |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
z.ïïttftiutu ? im.nvu ? j.i.wA.iv'-.ii ^ii ciiiwk-i. £«-w\-v-x,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
,, op het zelfde Kerkhof, of op de openbaare „ bewyzen, dat, door Guy, Biffchop van U-
„ ftraat, naaft aan de gemelde Kerk, liftiglyk „ treebt, goeder gedagteniflè' in' eene Kerke- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ en jammerlyk, hebben omgebragt.
„ Voorts, dat de genoemde befchuldigden,
j, zwaarlyk en openlyk , befproken zyn, by „ vroome en deftige luiden, waarvan 't ge- „ rugt tot uwe ooren, en tot die van byna al- ,, Ie de inwooners van beide de kunnen van „ de gemelde Stad Amfterdam, en van de in- „ wooners der naafte en omgelegene plaatfen „ gekomen is, dat zy, naamlyk, wylen Heer „ Willem, 's daags na den Feeftdag van der „ Apoftelen Scheidinge bovengemeld, ten vier „ uuren in den nagt, of daaromtrent, met-ge- „ weid , van 't gedagte Kerkhof gerukt, of, ., door geweldig' dringen, genoodzaakt hebben „ van het zelve af te gaan, en hem, met ge- „ weer, op het Kerkhof zelf, of, gelyk te voo- „ ren gezeid is, op de openbaare ftraat, digt „ aan de gemelde Kerk, deerlyk hebben om- „ gebragt. „ Voorts, in geval het, by onderzoek of an-
„ derszins, niet klaar en genoegzaam bewee- |
„ lyke Vergadering, voorzigtelyk vaftgefteld,
j, en gunftiglyk geordonneerd, en in vervolg „ van tyd, doorBiflchop^wvan geëerder ge- „ dagteniffè, wettig!yk bekragtigd en goedge- „ keurd is, dat,indien een Priefter of Kerke- ,, lyke, in de Stad of in 't Stigt van Utrecht, j, gedood wordt, en hy, ofzy, die aldaar het „ weereldlyk bewind in handen hebben, bin- „ nen eene maand, te rekenen van den dag af, „ dat de daad begaan is, Gode en der Kerke, ,, wegens zulk eene euveldaad, zo veel in hun ,, is, geene wettige vergoeding hebben doen „ geeven; van dien tyd af, dat geweft , am- „ bagt, ftad of vlek, waarin zulk eene mis- ,, daad begaan is, al fehoon in dezelven ver- ,, fcheide Kerken mogten zyn, onder 't Kerke- ,, kelyk interdiSt vervallen, gelyk ernftelyker „ en uitvoeriglyk vervat is, in dezelfde inftel- „ ling, welke begint: zo 'hy gedood worde, 't ,, tv elk God verhoede: welke inftelling de gezei- „ de Procureurs, van woord tot woord, iii |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ zen, noch getoond mögt können worden
|
3 "
|
hunne fteiling en artikel invoegen, en voor
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ dat eenigen van de voornoemden geweldige
„ handen aan wylen den gemelden Heer Wi.1- „ lem gelegd, en hem met eigen handen ge- ,, dood hadden; zo ftellen nogtans de gemelde „ Procureurs, en maaken zig fterk te bewyzen, „ dat de voorgenoemde befchuldigden, allen „ in 't gemeen en elk hunner in 't byzonder, „ in eigener perfoon, hem, of gedood, of tot „ zynen moord, liftiglyk en met een boos op- „ zet, hulp en raad gegeven hebben. , Voorts, ftellen de Procureurs en bezorgers
|
„ ingevoegd gehouden willen hebben.
„ Voorts, ftellen zy, en maaken zig fterk te ,
„ bewyzen, dat,. zo wel de Provinciaale als „ Synodaale inftellingen, boven vermeld, blyk- ,, baarlyk aangenomen en in gebruik ge weeft, ,, en van den tyd van derzelver vaftftelling af, „ in de Stad en in 't Stigt van Utrecht voorge- j, meld, naargekomen zyn; gelyk zy nog te- „ genwoordig, in 't gemeen, openlyk aange- „ nomen, naargekomen en gebruikt worden. „ Voorts, ftellen zy ftukswyze, en maaken
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bovengemeld, en maaken zig fterk tebewy- n zig fterk te bewyzen, dat de Schout, ofwee-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
33
|
zen, dat door den Heere, Aartsbiffchop van ;5 reldlyke Regter, de Burgemeefters en de Sche-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
" Keulen, geëerder gedagteniflè, reeds voor „ pens van de gemelde Stad Amfterdam, die
' veeleiaaren,in eene Kerkelyke Vergadering, „ 'er, zo gezeid wordt, waren, in den tyd van |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
,, onder anderen, vaftgefteld, en wettigiyk ge-
„ ordonneerd, en naderhand door den Heere
„ Henrik, Aartsbiffchop van Keulen, goeder ge-
, dagtenilïè, en zyne onderhoorige Biflchop-
|
„ den gemelden doodflag, aan wylen den"voor-
„ zeiden Heere Willem begaan, binnen eene „ maand, na 't pleegen der genoemde misdaad „ te rekenen, Gode, der Kerke en Ulieden. TJT-----..___Am _•. 1
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'„ pen, in eene Synode, goedgekeurd is, dat ,, Heeren Officiaalen voorgemeld, wegens zo
„ grooc
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III. Boek.
|
|||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||
169
|
|||||||||||||||||
^vlaa. 35 groot eene ondaad, zo veel in hen was, gee-
<*n „ ne gepafte voldoening verzorgd ; maar allen,
**"•• B. „ en, gelyk zy ftellen, elk afzonderlyk, ver-
» zuimd hebben, de voorgemelde befchuldig-
„ den daar toe te houden.
„ Voorts, is het, in de Stad en in het Stigt
„van Utrecht en elders, bekend, by algemee- „ nen gerügte, dat al het voorgemelde, in 't ,-, algemeen en in 't byzonder, waarlyk gebeurd, „ en waar is. „ Uit hoofde van het vooraf beweezene, of
„' van het gene uit het zelve genoegzaam bewee- „ zen is, eifchen de gemelde Procureurs of be- „ zorgers, dat de voorgemelde befchuldigden, „ door Ulieden, Heeren Officiaalen, en door „ uwlicder vonnis, uitgefproken, beflooten en „ verklaard worden, zo wel uit kragte der in- 3, ftellingen en kerkregelen, tegen zulken, die „ geweldige handen aan Kerkelyken flaan, als |
|||||||||||||||||
„ ons betrekkende, ftellen, by deezen U
„ wiens naarftigheid en getrouwheid'wv'len BVLAA"
„ volkomen vertrouwen in den Heere hebben tr
„ uit zekere oorzaaken, onzen geeft daar to '
„ beweegende , aan , om dezelven , 'in ^
„ ftaat waarin zy thans zyn, en onbeflift han-
„ gen, verder te kennen, te hooren , te be-
„ fliflèn, en wettiglyk af te doen, met alles
„ wat 'er tuflehen komt,van afhangt, uit op-
„ ryft, en gemeenfehap mede heeft, in 't al-
„ gemeen en byzonder,hoe ook genaamd om
„ onze plaats in al het voorzeide te bekleeden
„ tot dat wy dezelven, met onze brieven we-
„ derom aan ons trekken. Gegeven in 't iaar
" ues £e^en MCCCCV. op Saturdag na
„ het Feeft van Drie Koningen (*)•
N. <.
|
|||||||||||||||||
„ uit kragte der Provinciaale en der Synodaa-
„ Ie inzetting, tegen de doodflaagers der Ker- „ kelyken uitgegeven, en boven vermeld, ver- M vallen te zyn onder 't veroordeelend vonnis ?, van den ban, en van andere ftraffen, in de „ inftelling zelven befchreeven; en dat dezelfde „ befchuldigden , openlyk en door Ulieden, .„ worden uitgeroepen, als in den ban gedaan; „ ook dat zy andervvyze kerkelyk mogen ge- „ ftraft worden, en zyn, en door u geftraft mo- „ gen worden. Het voorftaande vorderen de „ gezeide Procureurs of bezorgers, geheellyk „ en gedeeltelyk, met de gedaane koften; zy „ doen aantuiging wegens de voldoening der „ zelven, en dat zy het voorftaande ook mo- |
„ In den naam des Heeren, Amen. Wy
„ doen uitfpraak en bepaalen by voorraad, dat „ wy in deeze zaak bevoegde Regter zyn, „ niettegenftaande het bygebragte van de ande- „ re partye; en ftellen partyen ter wederzyde „ dag in deeze zaak, om regt te doen, en rege „ te zien doen, naamlyk, den befchuldigden „ zelven, in den perfoon van hunnen voor- „ noemden Procureur, tegen de voornoemde „ Procureurs van den eifcher, op Saturdag na „ den Feeftdag van S. Valentyn £dat is, op „ den een en twintigften February]] eerflkomen- „ de, om zig te verdedigen, op de ftellingen ,, en punten, met den eifch der penningen,o- „ vergeleverd, van de zyde der gemelde Pro- „ cureurs, als eifchers, aan de befchuldigden „ zelven, voor de eerwaardige Heeren Officiaa- „ len van het Geregtshof en Aartsdiakenfchap „ van Utrecht. Welke uitfpraak by voorraad „ gefchiedzynde, zo heeft de voorzeide Chris- „ tiaan, Procureur van de gemelde befchuldig- „ den, in dea naam als vooren, geprotefteerd, „ zig bezwaard verklaard, en geappelleerd. Ge- „ geven en gedaan, in 't jaar des Heeren „ MC CC CV.'s Woensdags naden Feeftdag „ der H. maagd Scholaftica, 's morgens op 't „ uur der Regtspleeginge. ■ N. 6.
„Fredrik, door Gods genade, BifTchop,
„ en Jan van Montfoort, door dezelfde genade, „ Prooft en Aartsdiaken van Utrecht, aan den „ eerzaamen en voorzienigen Heere Henrik „ Honberch, Wybisfchop en Kanonnik van U- „ trecht,_heil! Naardien wy, met kennifleder „ waarheid van de ondergefchreevenen, voor „ lang, de zaak of zaaken, welke of welken „ de Procureurs of bezorgers der ftraf baare „ zaaken van onze Geregtshoven, als eifchers, j) voortgezet hebben, en nog voortzetten, tegen 3, Jan Janszoon, anders Jan Heynenjjoon, Me- 3, lis Janszoon, Lambert Jakob Reinierszoon, „ Henrik Jan Deymanszoon, Splinter <oan Ny- j, enrode , Baflaard, Klaas Symonszoon van „ Zaanden , Klaas Putgens Klaaszoon, Jan „ Laurenszoon, Joofl Gerritszoon, Jakob Kop- j, penszoon , Meefter Dirk Koppards, Klaas „ Buze , Gerrit Buze , Tsbrand Pieterszoon, 3, Willem, gezeid Docbde,. Floris Korfs en Jan „ Floris
(*) Dat is, na cjgn zesde» Janiiary, Y3
|
||||||||||||||||
33 Q~ - ----- —v - -------jr-----------" -ir -"-----" ■■*
„ voorftellen, zo dikwils als het hun raadzaam
„ en dienftig dunken zal. N. 4.
„Fredrik, door Gods genade, Biffchop,
„ en Jan van Montfoort, door dezelfde gena- „ de, Prooft en Aartsdiaken van Utrecht,aan „ den. eerzaamen en voorzienigen Heere, Hen- . rik Honberch, Wybisfchop en Kanonnik van Utrecht, heil in den Heere en de verfchul- digde naarftigheid, in 't uitvoeren van den opgelegden laft! De zaak of zaaken, welke „ of welken de Procureurs of bezorgers onzer „ Geregtshoven , als eifchers, voortzetten, en, „ federt lang voor onze Officiaalen, welken „ wy onze plaats, in dit geval, hebben toe- 5, vertrouwd, tot dat wyze wederom voor ons • „ hebben willen betrekken, voortgezet hebben, „ tegen Jan Janszoon, anders Jan Heynenjfen, „ 3Ïelis Janszoon, Lambert Jakob Reiniers- „ zoon, Henrik J*n Deymanszoon , Splinter, „ Baflaard van Nycnrode, Klaas , Baflaard „ van wylen Simon van Zaanden, Klaas Pui- 3, nen Klaaszoon, Jan Laurenszoon, Joofl Ger- 3, ritszoon, Jakob Koppenszoon, Meefter Dirk 33 Kopp ar ds, Klaas Buze, Gerrit Buze, Tsbrand S) Pieterszoon, Willem, gezeid Dochde, Floris 33 Korfs , Willem Floris Korfszoon , en hunne si niedepligtigen en begunftigers uit de Leeken, 33 in dit geval, befchuldigd over den mandag 33 aan wylen Heere Willem Bruinszoon, Pries- 33 ter in de Stad Amfterdam , in ons voorge- 3, noemde Stigt en Aartsdiakenfchap, door de 3, gemelde befchuldigden , zo gezeid wordt, 33 begaan; Wy jan? <je gemelde zaaken voor |
|||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
170
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fende. OndertuiTehen, verftaan wy, dat, uit Byi^*"
kragte van deezen laft, eenige daadcn van reg- gen \ ten gepleegd zyn, zonder dat dezelven nog L'. ™'
ten befluite zyn gebragt. Doch nu vinden wy, om zekere billyke oorzaaken, ons be- weegende, na ryp beraad, goed, de voorge- melde, zaak of zaaken , in den ftaat waarin zy zyn, aan ons te betrekken . gelyk wy doen, . by deezen , onzen laft, u, als voorzeid is, ' opgedraagen, by deezen, wederom intrek- kende. En niettemin draagen wy dezelfde zaak of zaaken, in den zelfden ftaat, waarin zy nu zyn, op, aan onze eerzaame Officiaa- len voorgemeld, om 'er verder kennis van te neemen, dezelven te hooren, en wettig- lyk af te doen: 't welk wy u, en allen en een iegelyk, die het aangaat, of aangaan zal, aankondigen en bekend maaken, en door on- ze tegenwoordige brieven tot kenniiTe van u en van een iegelyk hunner brengen , en wil- len doen brengen. Gedaan in 't jaar des „ Heeren M C C C C V. 's daags na den Feeft-
„ dag der H. Maagd Margareet (*).
(*) Dat is, na den twintigften July. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Floris Korfszoon en tegen hunne medepligti-
gen in dit geval, allen en elk in 't byzonder, befchuldigd, aangaande en over den manflag, die, onlangs, aan den perlbon van wylen Heer Willem Bruinszoon, goeder gedagtenis- fe, in de Stad Amiterdatn, in ons Stlgt en Aartsdiakenfchap, door hen gezeid wordt be- gaan te zyn; aan U, van wiens naarftigheid en getrouwheid wy een volkomen vertrou- wen in den Heere hadden, en nog hebben, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bylaa-
GÉN
L\ B.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
voot de eer-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i
|
waardige Heeren onze Officïaaleri en Gemag-
rigden in dit geval, onafgedaan hingen, om zekere redenen onzen geeft toen beweegen- de hebben opgedraagen, om dezelven ver- der te kennen", te hooren, te beflhTen, en wettiglyk af te doen, met alles wat 'er tus- fchen kwam, van afhing, uit oprees, en ge- meenfchap mede hadt;zo hebben wy unog- tans alleenlyk in onze plaats gefteld, tot dat wy deeze zaaken wederom voor ons betrek- ken zouden; gelyk volkomenerblykt,byde brieven, op het voorgemelde gemaakt, en gevoegd by de Hukken, deeze zaak betref- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
V. C.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bylaa
GEN
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bylaa'
GEN
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lr. C. /iele van Schout, Schepenen en Raaden vanAmflerdam ,waarby Tideman Simonszoon,zménarm Lr d
in Stads dienfl verhoren hebbende, van Heirvaart, Schot en IVagt vry ver klaar dwordt. Gege- ven den agt en twintigften January des jaars 1421. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fteede Busmeyft' voirf: mit der haefte qua en
hadde een ander kamer ghevullet , mit verf- fchen Crude, en leyde t' vuur opter voirf: buf- fe alfoo dat die buffe liet, en Tideman voirn: bi onghevalle gheraect we vanden fteen aen fi- nen rechteren arme, die hi dair om nootzaken van finen liuen heeft doen affnyden, daer hi zyn leuen lanc bi verleemt bliuen moet. Soo ieft dat wy dat aen ghefien hebben, en hebben hem vander voirn: fteede wegen ghegeuen, en gheue mit deefen brieue den feluen Tideman Simons foen, dat hi fal fitten heirvairt vry, fcotvry, en waeck vry fyn leuen lanck, efi niet langer duerende behoudelic dat hi gheuen fal kerc ghelt, en anders onghelde , gheliken anden onfen der ftede poirten. in oirconde de- fen brieue befeghelt mitten voirn: ftede fegele, hier aen ghehangen ghegheue opte achte en twintichften dach in Januario, int iare ons hen Dufent vierhondert en een efi twyntich. Hier onder aan hing, aan een uyt-
hangende Franchyne ftaavte, het Seegel der Stad Affifterdamme, in groenen wafle. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
"Vjyy Scoute, Scepene, en Rade der Stede van
* ' Aemftelredamme doen cond en te wete- ne allen luden, want die Stad va Utrecht,mit horen hulperen, onfe ghenedigen hee, van Hol- land, en der Stede van Ameftelredame ontfeit hebben, eïi op deefe tyt onfe vyande fyn , ghe- liken zy op Sinte Jeronimus dach, left ghele- den, mithoire machten, by den Reguliers Cloes- ter,voirder Stede voirf: ghecomen waren,om der voirf: ftede te ouervallen, en te winnen, tot des Biscops en tot hoir felfs behoef van U- trecht, geliken Tideman Symons foen, en an- ders goede Poirten van der fteede voirn: nahoi- re machten gerne ghekeert hadden, als fy dee- deri. des der fteede Buff-Meyft' der fteede Buffe, die onder der uterfte moeien lach feie- ren foude na die van Utrecht dair fy mit hoire wimppele biden reguliers fluyfe ftonde dair Ti- deman voirn: bi der Buffe ftond, dair die buff- meyft', een warf en ander warf t ouer op ley- de, mar die bufie niet laten en woude, wair bi dat een ander Perfone en Tideman voirf: een ander buffe voir die voirf: buffe die niet laten en woude dragen foude, om die te ftellen en te fcieten ,-als dat ghebuerde, alfoo dat der |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
L1. D. ByI>'
GEI»
Brief van IzabeLLE , Hertoginne van Bourgondie, waarby die van Amflerdam , in perfoonL'. "'
en goederen, bekommerd worden, ter oorzaake van bet opbrengen en verbeur dver klaar en van ee- nige Pruijjifche en Lyflandfche Koopvaardyfcbepen. Gegeven te S. Quintin in Vermandois , den negenden Maart des jaars 1441. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bylaa-
GEN
Lr. D. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fart van brabant den admirael van der Zee den
zouuerain bailiu van Vlaendren , ende voirt allen andren droffaten Rentmeyfters baillus, fcouten Tolnere ende andren Omarien ende dieneren myns voirfz Hr fynre voirfz. Landen en eiken bezonder faluyt. Alfo die ftede van Aemftelredame in den Jare
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
"VTabel dochter des Conincx van Portugal by-
-*- der gracie Goides hartoginne van bourgoii van Lothr. van brabant en van- Lymborch Grave van Vlaendren van Artois etc 't gou- vernment hebben van mynen lieuen Hr, en in fyn abfentie van allen finen Landen ende Heerlichyden van hairwarde ouer, den drof- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
171
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jare van achtendertigen leftleden iri den maent en hebben mogen vaeren noch keren tot riu • «
van Aprille, by goetduncken eil ouerdrachte dat myn voirfz heer van finen Rade mitten ge- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van der Vroetfcap ende Rycheit van der fel ver
ftede, wtgemaict hebben ene grote vlote van Scepe mit luden van Coopmanfcapen ende dair toe mit luden van wapenen om die felve fche- pen eil die eoopmanicip die fy dair in laden fouden te befcudden eii te befcermen tegens haire vyanden die van den zes Wendfchen lie- den van der doytfcher hanze, en oick die felue |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
deputeerden der lieden ende landen voirfz ge-
feilt heeft ter dachv': tot Coppenhaven in De- nemareken, om mit dien van Pruyflen en van Lieflant en oic andere Landen die bymyns he- ren onderfuk befcadicht hebben geweeft te da- dyngen up welker dachvaert overdragen ende befloten is minlike overdrachte ende dadingen daer onder and'c: punten dien van Pruyflen van i
|
GEN
Lr, D« |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wter zee te wencken jndien dat fy malcander L
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ouercommen mochten, In welker vlote fy ge- fomen van pennynge voir den fchade van den
fet eii geordineert hadden Capiteinen_ efi hoif- drie en twintich fcepen, mitten goeden voirfz,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
mans, die fy van der ftede wegegefet eii ge-
boden hadden die reyfe te doen foe fin a!fo mitter feluer vlote wtgefeilt weftwairt vpter Zee en als fy vpter trade gecommen fyn, heb- ben aldair geuonden een vlote van fcepen gela- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van welker overdrachte eii compofitie , myn
voirfz. Heere efi die Ridderfcap en lieden, die gene diefe gemaict hebben, grotelic bedangt hebben, van den arbeyt ende duechden, dié fy dair in gedaen hebben,vóir die gemeynou- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den mit Zoute eii andre goeden, onder dewel- bair efi waelvairt, en dat fy die landen älfo in
ke mede waren drie en twintich fcepen geladen ruften en vreden gebracht hebben, byden wel-
mit gelycker coopmanfcip, toebehorende coop- ken coopmanfcip horen loip hebben mach ;
luden van Pruyfen en van Lyflant, dair oic Ende om hier toe te commen fo fyn die ftede
andre luden van veel nacien goeden in hadden van Amftelredamme en die hopmans van der
altefamene toebehorend den Vriendc ;n en gene voirfz vlote omboden gewefl ^ om rekeningen
vyanden onfer Landen van Hollant van Zeelant te doen van den voirfz fcepen ende goeden^ie
en van Viieslant, Ende als fy dair inne geco- fy dair wt genomen hebben, voir den rade Rid-
men fyn en dier machtich welen hebben fy die derfcap en lieden van Hollant, alfo fy fculdich
genomen efi die Scippers en Coopluden eerft waeren te doen ende gelooft hadden voiren efi
doen gelouen ende zekeren hun na te zeylen en na up zeker dachvairt die in tyden voirleden up
te volgen, dair fy voir zeylen fouden, latende de voirfz nemyngen byden heer van Santes
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
voirfz , als Gouverneur gehouden was, dair
vergadert waeren, die meèftendeel van al den Raden Eedelen Ridderfcip eü goeden Heden |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hoir rëyfe efi meyninge die fy hadden weft-
wairts om coopmanfcip te varen, mer quamen wederome mitten voirfz drie efi twintich fche- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
pen in de Wyelinge in den lande van Zeelant, der Lande van Hollant Zehnten Vrieslantvoirn.
dair fy wt horen eygen wille efi bouen zeker zy_ geloofden wederkeringe te doen van den
beuel efi fulc mandement als van wegen myns voirfz fcepen eü goeden up dat in tyden toeco-
voirfz heren by ons lieuen ende geminden Heer mende, bevonden worde, datfy die mit rech-
van Santes doe gouwerneur der landen voirfz te nyet fculdich en waeren te hebben noch te
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
behouden die welke dair gecomen fyn eii een
rekeninge ^overgegeven hebben , zeir mhTelyc |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
prefent was, ende Heer van der Veere, byden
welken myn voirfz heer verboodt, dat fy die |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
voirfz fcepen noch goeden bueyten noch pair- ludende, efi diemen nyet en heeft willen laten
ten en fouden, mar leggen in gewairder hant, lyden, noch fculdich en was te laten doergaen, die felue fcepen efi goeden gebueyt en gepairt om veel pointen die hun wael eü befeeïdelic hebben, wair om onfe geminde die heer van onderwyft fyn , want fy die gelden rekenen Santes voirfz, die by minen Heer geweeft had- eensdeels hun felue betaelt , eensdeels haren de weder binnen der ftede van Middelburch luyden van wapen: ende eensdeels in der ftede comen wefende, by hem ontboot den Heer van oirbair van Amftelredame , fonder bevel off der Veere voirn:,ende fommige andre van Am- concente van minen here. Ende want de ftede ftelredam, om van hun te weten by wat rede- van Amftelredame aldus by gemene overdrach- nen die voirfz fcepen genomen en in die Wie- te hem fel ven befculde gemaict hebben in der lynge gebracht hadden, die dair vp gaven ful- voirfz nemynge, fo is hun by den Rade Rid- ken antwoirde als hun geliefde, eii fo dat hy derfcip en fteden voirfz voir ogen geleyt, dat Wael verftaen mochte an hoire autwoirden eii fy een redelycke fomme veel min dragende dan oick an dat gemeen gerufte, dat fy die fche- die helfte , die fy felve rekene ontfaen hebben- pen efi goeden houden boeyten ende pairten de, hoewael nochtans zy nochtans hoir ont- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fanc veel te cleyn niake hadden willen lenen
en verleggen om dair mede inden eerden te vervallen, die gelden diemen uptcr voirfz dach- vairt-tot Coppenhaven gelooft heeft te betalen, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wouden het wair mit recht of fonder recht, doen
vraechde hy vorder den Heer van der Veere als Rentraeefter van Zeeland, hoe hy inder faken na inhout van den voirfz mandement ge |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
daen hadde , diewelke dair vp verantwoirde, dair die dagen van betalinge airede off verfche
dat hy inder fake gedaen hadde hoe hy beft nen en gevallen fyn ei dairom men fal moeten
mochte, en fo dat fy hun gelooft ende verfe- leyften mit veel Pcrfonen en Paerden, tot U-
kert hadden, dair off te verantwoirde in recht trecht efi tot Hairlem tot myns Heren en finnë
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Landen groter ongenuechten , fcaèmpten efi
fchanden', mar fy en hebben niet willen dair voir geven noch betalen, nyet jegenftaende die geloffte die fy gedaen hadden als voirfz ftaet. Ende dat meer is, boven dat fy mitten andren |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
f-n redenen dairt behoirt, feggende dat, hadde
hy vorder inder faken willen procederen, die nemers waren in willen die voirfz fchepen doir te boren eïi in die gront te laten Om welke faken efi nemynge wille die landen van Hollant |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vanZelant efi vanVrieslant fint dien tyt in ongun- Lande, van al dat den oirloge ende nemynge
ften geftaen hebben mit dien van Pruifienende anroeren mach, gebleven fyn an minen heren Y»n Lieflant, fo dat fy ondermakanderen nyet Ende bliven aldus mine voirfz her ende allen fmen
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||
172
|
|||||||||||||||||||||||||||||
tucie Ende de Liven efi Perfonen van den voirfz
van Amftelredam fult ghy myns heren gevan- genen houden, fonder die te delivereren of te Haken in enigerwys ten tyt toe dat fy hun in onderdanicheyt en genoegen gefet füllen hebben als voirfz ftaet. Van welken^Exploiten efi exe- cucie te doen ghy en clc van u vernucht en be- taelt fult wefen, wael ende redenlyke, te we- ten, van de pennynge die daer of commen füllen ter ordinancie van den rade voirf. En vake fo füllen wy die ghene die de voirfz Lenen Erven renten of vervallen copen lullen fulke wair- nynge en brieven van hueren cope geven als behoren fal, by goetduncken van den rade voirfz. Voirt fo doet beveel ende verbodt van wegen myns voirfz. heren, dat nyemant wie, of van wat ftaet hy fy onderfate van minen voirfz he- ren van finen Landen van hairvvairden alfe bra- bant vlaendren heneg. hollant zelant en vries- lant , en trecke tot Amftelredam noch dair- wairt voere noch van daer en hale enige Lyf- tocht goeden noch coopmanfeippen te water noch te lande noch mit hun en verkere coopmansge- wyfe noch anderfins in wat maniere het fy, ter tyt toe dat fy hun gefubmitt: füllen hebben als voirfz ftaet, up dair off gecorrigeert te fyn by mkien heren voirfz of by zynen rade van hol- lant, ende te verliefen endete verbueren fulke goeden of coopmanfeippen als fy dair voren of van danen brengen füllen, Ende van defeExe- cucie te doen en fyt in genen gebreken up al ghy en elc van u meynt te misdoen en te bruec- ken tegen minen voirfz heren die hun des an u houden ende verhalen foude aift behoirde. En- de up dat nyemant reden of onfculde hebben en mach, wt caufen van verfuymeniiTen defe onfe voirfz ordinancie ende bevel te houden, ende oick up dat een yegelic voerhoedt ende befcermt moge wefen voirfcade, wy willen efi bevelen u als boven, dat ghy en elc van u dit onfe mandement doet kondigen efi wtroepen in uwen bedrieve ter fteden en plaetzen dair men fulke en gelycke faicken plecht te kundigen en- de wt te roepen, ende oick om dat men van defen brieve tot veel en diverfchen platzen te doen mach hebben fo ontbieden wy u efi beve- len voirder dat ghy an 't vydmus van defen fulke gelove draecht en gheeft, als totten Ori- ginale brieven. Gegeven finte Quyntins in Ver- mandois IX dach in maerte In ,'t Jaer ons he- ren CIO CCCC een en veertich. |
|||||||||||||||||||||||||||||
finen rade Ridderfcip ende ïleden voirfz rebel
en ouerhoorch efi en willen van all dat fy te- gen goe recht ende redenen genomen hebben nyet wederkeren noch berechten, dat in geen- rewys langer en ftaet te gehenge mynen voirfz heren hy en wilre terftont inne voirfien als dat behoren zal, ofte anderfins de voirfz overdrach- te en traiftaet tot Coppenhaven gemaeckt wa- ren gefchepen dair by verbroken te fyn , 't wel- ke Wair in gróter verafteringe van de coopman- fcap én die gemein waelvaert, daer in dat myn voirfz heer en wy immer inne vorfien willen, totter. waelvaert van hun en fyn voirfz. landen waerom wy defe faecken aenfiende, ende oick in vordcrniffen vander matroijen, hebben wy groten efi rypen raede dair up gehadt, mitten raden myns voirfz heren by ons wefende, En- de naby deliberacien en goedancken oick dair up gehadt efi ons beteykent by den raden en ftaten der voirfz landen van Hollant Zelant en Vrieslant gewillekoert efi geoirdineert, willen en oirdineren by defen onfen brieven, dat van nu voirtan alle die Poortren ende Inwoenren van Amftclredam voirü: , ende desgelex haer leencn erven renten vervallen coopmanfcapperl en andre goeden hoedanich die weferi mogen hun toebehorende, waer die zyn leggen ofbe- vonde mogen worden, in alle myns voirfz her landen van hairwaerden over, gearrefteert en upgehouden worden, beyde te water ende te lande hoir lyven gehouden in goeden efi vallen vangnuTen, efi hoir goeden alfo gearrefteert, vercochten gepenyngt up dat des nootfy, by ordinancie efi goetduncken vanden rade van hol- lant voirfz ten tyt toe dat fy onderdmich we- fen en hun voegen füllen ter ordinancie vanden rade en ftaten der Landen voirfz,: willen ont- bieden efi bevelen erenftelic van wegen ons voirfz heren en eiken van u bezonder, in hun fel ven en alfo hun toebehoirt, dat ghy de voirfz Poirtren en Inwoneren van Amfbeïredam,ende alfo wael hair voirfz leenen' erven renten ver- vallen coopmanfeippen eri^ander goede wair ghy die vinden off gecrigen fult connen in uwenbe- dwinc te water of te lande, in myns voirfz heren landen van hairvvairden antaft en vanget en fet in myns voirfz heren handen, Ende die voirfz Lenen Erven renten vervallen coopman- feippen efi ander goeden vercoipt ende pennyn- gen ten oirbairlycften dat ghy moicht om die pennyngen dair off commende beleit en gege- ven te wefen in de voirfz compoficie efi refti- Lr.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
BylaA'
GEN
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Bylaa-
GEN
Lr. D. |
|||||||||||||||||||||||||||||
B^A'
|
|||||||||||||||||||||||||||||
E.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Bylaa-
GëN
I-r. E. |
|||||||||||||||||||||||||||||
Extraft uit het Buerfpraek-boek der Stad Utrecht van T452, des Manendages nae Magdalene,
zynde den vier en twintigfien July, waar by die van Amflerdam, door den brand veel gelee' den hebbende ,vry verblyf en handel te Utrecht wordt toegeflaan. |
|||||||||||||||||||||||||||||
Wa
|
nt die ftede van Amfterdam, Got betert, der ftede voirfcreve, binnen onzer ftat ende ftat
|
||||||||||||||||||||||||||||
grote fcade van brande gehat ende gelede vryheit te comen, te marren ende te verkeren,
heeft, foo will die Raet van onfer Stad, aen- ende hoir goede binnen onfer ftat te brengen, ziende armoije ende onverwinlicke fcaije der te gebruken, ende weder van her te halen , des poirteren ende ftede voirfcreve, gunnen ende hem tot hoire tymmeringe ende anders be- beheven allen den poirteren ende inwoenres hoeft is. tf. F. ^^
Brief, waarby Hertog Ka rel van Bourgonuie het inkomen van zyn Schout ambagt van
jjmflerdam en eenige anders Domeinen verpagt aan de Stad, die veertienduizend vier honderd Filips Kl'inkaarts aan Renten voor hem verkogt hadt. Gegeven voor Beauvais, den zeftiendenjuly i4"3' |Z~arel by der gracien Goids Hertoge van Vlaendren van Artois van bourgoengnen pala"
*" Bourgoengnen van Lothr. van Brabant van tyn van Henegouwen van Hollant van Zeelant
Lymburch ende van Lutfemburch Grave van ende van Namen Marcgrave des heiligen i*ycX
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Bylaa-
GEN
L. F.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||
III. Boek.
|
|||||||||||
J73
|
|||||||||||
V>4A. here van Vrieslant van Salins ende van Meche-
fEU len._ Doen condt allen luyden alfoe onfe wel • F. geminde ende getruwe Stede van Aemftelre- damme tot onfen zeer ernftiger begeerten en- de verfoecke nu tegenwoerdtlicken op ter fel- ver onfer Stede ende tot haeren groten lafte vercoft ende verfekert heeft alrehande perfonen zekere groite jairlicxe renten in fulker voegen als onfer voirfz: Stede van aemftelredamme dat alrebeft gelegen ende doenlic is geweeft omme tot hoeren minfte quetfe zonder enich ver- treek gerede penningen dair off gecregen te heb- ben ende heeft die felve onfe Stede by hoeren openen brieven in der jairlixer betalinge van van den felven renten alfoe by hair vercoft ver- bonden hair felven ende voirt die lyve ende goeden van allen hoeren poirteren ende inwoo- nerts ende van welker vercopynge der renten voirfz: ende den pennyngen dair aff gecomen on- fe voirfz: Stede van Aemftelredamme ons nu ter- ftont goetwillichlicken ende fonder eenich we- derfeggen gelevert ende overgegeven heeft in geraten pennyngen die fomme van veerthien duyfent ende vier hondert goede Philïppus bour- goenfche Schilden geheiten clinckairts tot vyf- tien witte ftuvers die voir defen tyt loip ge- hadt hebben eiken clinckairt gerekent ende die welke fomme van den pennyngen voirfz: wy geheelickcn hebben doen opbueren ende ontfaen by onfen getruwen raidt ende rentmeefter ge- nerael van allen onfen financiën Pieter lanchals ende die onfer voirfz: Stede behoirlic acquyt dair afgegeven heeft om die felve pennyngen terftont voirt behiert ende vuytgegeven te we- len in onfen treflicken nootfaken ende noodoir- baer van defer onfer tegenwoirdiger wapenyn- ge die wy van rechten noodswegen zeer groot ende coftelic hebben moeten opftellen ende dair wy felve in onfen perfoon mede fyn in den velde om by der hulpe Goids almechtich te wederftaen ende tot bekenniffe te brengen na onfen ganflèn vermogen die gene die onfe ende onfer landen ende- onderfaten vianden ende . quaet willende fyne ende overmits welker groter gunfte liefte ende onderdanige getruwic- neyt die ons onfe voirfz: Stede van Aemftelre- damme hier inne goedtwillichliken gedaenende bewyft heeft mit der daet wy wederomme ge- loeft ende toegefeyt hebben geloven ende toe- feggen mit defen onfen brieve in goeder trou- wen ende in Princhelicken woirden voir ons ende onfen oyren ende nacommelingen Graven ende Gravynnen van Hollant der felver onfer ftede ende hoeren poirteren ende inwoonres Wel ende duechdelic weder te verwiffen te ver- fekeren ende te veftigen in ende an onfen pro- peren vryen goeden ende demeynen tot der fomme toe van negenhondert philippus bour- goenfche Schilden geheiten clinckairts elc ftuc ' ten pryfe voirfz: goede vrye erflicke ende ewi- ge renten die onfe voirfz: Stede van Aemftel- redamme jairlicx opbueren ende ontfaen fall van den felven onfen goeden ende demeynen omme hair felven ende hoeren poirteren endeinwoon- *es in foe verre als die felve renten ftrecken füllen jairlicx dair mede te mogen ontlaften yryen ende quyteil tot ewigen dagen van den jairhxen renten die zy duer onfe begeerte tot jioeren laften vercoft' heeft gelyc voirfz: ftaet behoudene ende mit fuiken voirwairden datwy ort onle oiren ende nacommelvngen graven en- de gravynnen van Hollant onfe voiffz: goeden ende demeynen ende die renten van den negen-x hondm philippus Schilden jairlix dair aff com- 1. bl U &..
|
|||||||||||
mende füllen mogen an ons lofTenen afcopen Rvi k.
ende bevrien mits dair voir eens betalende en- de vuytreyckende onfer voirfz: Stede van Aem- ff* f ftelredamme die fomme van viertien duyfent ' ende vier hondert phillips bourgoenfche Schil-
den 't ftuc ten prife gelyc voirfz. ftaet off an- der payment dat dair voir goedt ende ganebair wefen fal in den tyt der betalinge ende dat wy oic als dan der felver onfer Stede betalen fül- len alle verfchenen onbetaelde renten na den beloope des tyts ende is te weten dat die voirfz: negen hondert Philippus Scilden sjaers alfoe geextimeert ter loffynge eiken pennynck sjaers mit zeftyn der felver pennyngen eens belopen juyft die principale fomme van den vierden duyfent ende vier hondert Schilden voirfz: en- de want wy ymmer in defer fake uferen ende voirtvaeren willen mit onfer voirfz: Stede van Aemftelredamme tot goeder trouwen ende tér
volcominge van onfer geloften voirfz: Soe ift dat wy dair omme vut onfer rechter wetent- heyt ende by goeder voirfienicheyt ende rype deliberacie van onfen raide bewyft ende in han- den geftelt hebben bewyfen ende in handen Hellen mit dezen zelven onfen brieven der fel- ver onfer ftede van Aemftelredamme die par- ceelen van onfen goeden ende demeynen hier na verclaert dats te weten der pacht ende in- comyngen van onfen Schoutambochte van Aem- ftelredamme voirfz: belopende op defe tyt vier- hundert ende vyfftich ponden sjaers tot veer- tich groiten 't pondt item een ftucke lants ge- heyten wairderbroek ons jairlicx waerdich we- fende hondert zeffendetachtich ponden pay- ments voirfz: ende onfe fluyfe tot yppefloot en- de gelt op defe tyt in pachte elex jairs zeven ende tachtich ponden tot veertich groit 'c pondt gelyc voirfz: ftaet om van den felven onfen goeden ende demeynen ende van den renten ende pennyngen jairlicx dair aff comen- de toe der fomme toe van den negenhondert philips Schilden voirfz: elcx jairs ende die on- fe voirfz: ftede jairlicx in hoeren proffyte op- bueren ende ontfangen fal , in zoe verre als die ftrecken füllen te mogen betalen die voirfz, renten die by hair alfoe vercoft fyn geweeft tot fuiken dagen ende termynen als die felve onfe ftede dair in verbonden is ende die ge- loeft heeft te betalen die welke bewyfingen van onfen demeynen ende renten voirfz. ingain ende begynnen fal op ten eerften dach van au- gufto nu naiftcomende in die tegenwoirdige jair ende dair aff dat eerftejairvan der betalin- ge verfcheynen fal op ten eerften dach vatt Au- gufto in den jaere 1400 dry ende tzeventich naift- comende ende alfoe voirt van jaere te jaere en- de van termyne tot termyne geduerende den tyt in der maniere gelyc hier boven ende oic hier na verclairt ftaet ende wy geloven in goe- der trouwen ende in piïncelicken woorden on- fen voirn: ftede van onfen voirfz: goeden ende demeynen te doen ende laten hebben ende_ ge- nyeten die volcomen adminiftracie handelinge ende bewindt fonder yemant anders onfer we- gen hun dair af yet te bewinden in eniger wys, mer fal onfe voirfz: ftede felve die voirgen: onfe goeden ende demeynen voortan mogen verhuyren ende verpachten tot onien meeften oirbaer ende proffyt mit keregeboden ende an- ders gelyc dat gewoenlic is tot allen tyden als dat gebueren ende behoeren fal om van jaere te jaere ende van termyne tot termyne dair af op te bueren ende tontfaen die voirfz: negen- hondert Philippus fchilden payments voirfz: ge- Z due«
|
|||||||||||
AMSTERDAMS GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||
274
|
|||||||||||
in princheliken woirden ende vuyt onfen vryen BV1-*
wille ende rechter wetentheyt geloeft hebben GElJj?# ende noch geloven voir ons ende voir onfen oi- kr' ren ende nacomelyngen Graven ende Gravyn- nen van Hollant onfer voirfz: ftede van Aem- ftelredamme alle punten ende voirwairden hier boven gefcreven te famen ende elk van dien by- zonder wel ende volcomelic te houden ende doen houden onverbroken ende fonder enich gebreck dair in te laten gefchien foe hebben wy in kenniffe der wairheyt onfen Zegel aen de- fen brieff doen hangen gegeven in onfe parek voir der Stede van Beauvais in 't jaer ons Hee- ren duyfent vierhundert twee ende tzeventich op ten zeftienden dach in Julio (In de plye ftond)
By mynen Heer den Hertoge ghy die proeft van finte donaes te brugge die prothonotaris van Eligny meeftre Thomaes Malet ende andere tegenwoirdich (was gef.)
Grus. (In dorfo ftond) Des commis fur Ie fait des demeines et finan. de monfr: Ie duc de bourgnc: et de brabant confentent et accordent en tancque en eulx eft Ie conteinue au blanc decet effect interine furny et acomply felon et per la forme et ma- niere que mon dit Sr Ie duc la veutz et mande eftre fait per icelles fon fcript par Ie Seing mamiel...... (Hyr aen hingh)
Je Pierre lanchals Confeillier et receueur gene-
ral de toutes les finances de monf,. Ie Duc de Bourg"' confeffe avoirreceu des bourgmaiftres efcheuins et confeil de la ville daemftredam- me la fomme de dix mille huit eens livres du prix de XL gros monnoye de flandren la livre pour la vendicion de neuf eens clincars de trente gros du dit monnoye piece de rente par an nagaires vendue par la ditte ville Daem- ftredamme a la requefte et charge de mon dit Sr au deniers payez pour convertïr au fait de mon office de laquelle fomme de 10800 <£. du dit pris je fuys content tesmoing mon faing ma- nuel cy mis Ie 9 Jour d'Aouft 1'an mil 1472. (get:)
P. Lanchals.
(nog hing er aen) Copiegetranflateertuten waelfche in duutfehe.
Ie Pieter Lanchals raet ende ontfangher generael
van alle de financiën myns ghenadichs Heeren shertogs van bourgoingnen kennis ontfaen heb- bende van Buerchmeiftren Scepenen ende raet der ftede van aemftredam de fomme van thien duuft acht hondert ponden van viertich groten vlaems 't pont voor die vercopinghe van 900 Clincars te dertig groten der felver munten 't ftuc rente sjaers onlancx vercoftby der voorfz: ftede van aemftredam ten verfoecke ende lafte myns voorfz: heeren in penninghen betaelt om te bekeeren in 't ftuc van mynder office van welker fomme van 10800 c£ ten pryfe voorfz: ie ben content des toorconden myn hanteykin hier onder geftelt den 9 dach in augufto in tjaer duuft vierhundert twee ende tfeventich allens gheteyket P. Lanchals (onderft:) Defe tegenwoirdige Copie getranslateerc
is in fubftanciegecollationeertendecon- cordeerttegens die oroiginale des thalua ' feymy (get:) Podyc.
TWEE-
|
|||||||||||
' duerende alfoe lange ende ter tyt toe dat wy
off onfe nacomelingen voirfz: die felve onfe de- meynen ende renten an ons geloffent gevryet - ende afgecoft füllen hebben eiken pennynck zeftien belopende ter fomme van vierden duy- fent ende vierhundert philips fchilden voirn: ende dat wy voirt alle die afterftallige onbe- taelde renten na den belope des tyts volcome- licken betaelt ende onfe voirn: ftede ende alle hoeren poirteren ende inwoonres wel ende duechdelick dair af genuet ende gequyt füllen hebben behoudelicken dat onfe voirfz: Stede van onfen goeden ende demeynen voirfz: jair- licx goede rekenynge doen ende dat overfchot boven den negenhondert fchilden sjaers indien dair eenich is leveren fal in handen van onfen rentmeefter van Kennemerlant in der tyt we- fende mits van hun jairlicx nemende fyne be- hoirlike quitancien ende die welke onfe rent- meefter voort gehouden wefen fal ons dair aff jairlicx goede rekenynge ende bewys te doen als dat behoeren fal ende wairt fake dat onfe goeden ende demeynen voirfz: hier naemaels tot eniger tyt alfoe vermindert ofte verarcht worden zoe dat ze jairlicx niet en fouden mo- gen ftrecken tot der fomme toe van negenhon- dert philips fchilden voirfz: foe hebben wy ge- loeft ende geloven als boven onfer voirfz: fte- de dair aff wel ende duechdelic te verwiflèn te veftigen ende te verfekeren in anderen onfen properen vryen goeden ende demeynen tot ful- ker fomme toe als onfe voirfz. goeden ende de- meynen verarcht ende vermindert füllen wefen off daer en boven ende dat tot allen tyden als dat gebueren fal, ende wairt dat by ons eenich gebreck off vertreck gefchiede in der bewyfin- ge voirfz: foe bevelen wy onfen rentmeefter van Kenmerlant in der tyt wefende dat hy derfelver onfen ftède jairlicx van anderen onfen renten ende incommingen binnen zynen bedrive vuytreycke ende betale alle 't gene datter jair- licx gebreken fal an onfen voirfz: goeden ende demeynen tot der volre betalynge toe van den negen hondert philippus Schilden sjairs voirfz: off dat by gebreck van dien onfe voirfz: ftede die gebreken ende vermyndertheyden van on- fen demeynen voirfz: jairlicx fal mogen felve inhouden ende ons afcorten van onfen anderen incomyngen die ons die felve onfe ftede jairlicx fchuldich wefen fal fonder enich verbueren off fonder meer beveels van ons dair aff te verwach- ten ontbieden dair om ende bevelen onfen lie- ven ende getruwen Stedehouder ende luyden van onfen raide in hollant onfen luyden van on- fen fynancien ende rekenyngen onfen rentmees- teren van hollant onfen Schout van Aemftelre- damme voirfz: ende voort allen onfen anderen dienaeren officieren ende onderfaten in der tyt wefende ende eiken van hun byfonder dien de- fe faken aengaen mogen dat fy onfer voirn: fte- de van Aemftelredam van den inhouden van defen onfen brieve ruftelic vredelic ende volco- melyc doen gedogen ende laten gebruyeken ende genieten fonder hun luyden dair in te doen off te laten gefchien heymelic off openbair enigen hinder off letfel ter contrary want ons belieft ende willen dat alfoe gedaen te wefen niettie- genftaende enigen brieven van reftri&ienoffor- dinancien hier voirtyts gemaict of namaels te maken op 't ftuc van onfen demeynen ende fi- nanciën ter contrary van des voirfz: ftaet hoeda- nich dat fe wefen mogen dewelke wyin defer fake niet en willen enige ftad te hebben off ef- fect te fortieren in eniger wys ende om datwy |
|||||||||||
175
TWEEDE DEEL.
GESCHIEDENISSEN
VAN
AMSTERDAM.
VIERDE BOEK.
Amsterdams Geschiedenissen, van 't jaar 1477-5
tot het jaar 1506.
Hy~ T~"\e RegeerinS ^er twee Vorftenuitden oorlogen in, zonder bewilliging der goede 14.77,
|dat _l_^.Huize vanBourgondie,FilipsenKa- Steden, die egter genoodzaakt werden, .%^x' rel, die in magt en aanzien verre boven de hen, met fchepen,. manfchap en geld, te /'ips'en voorige Gfaaven uitftaken, was, in meer onderileunen. Wy hebben gezien Qd), dat Ä dan één opzigt, nadeelig gevveefl voor de Hertog Karel, in 't jaar 1472, Gemagtig- de StaH vryheid des Lands, der Steden, en der Stad den naar Amfterdam zondt, om de Poor- % en" Amilerdam in 't byzonder. In 't Groot- ters te noodzaaken, tot het koopen van ren- ner- Privilegie van Vrouwe Maria, waarvan wy, ten, ten zynen behoeve, en ten lafle van hj^'n't terftond, nader gewaagen zullen, wordt uit- de Stad. Doch de woorden van devolmagt k ^derdrukkelyk toegeftaan, dat de Steden groote- zelve, die aan Schout ende Gerechte derSte- b5Sr' bcx afgenomen ende inghehrokenwarm,indi- de van Amflerdamme gerigt is,zyn zeer op- Jiviiä- verf chemanier-en, de Rechten, Privilegien ,Cof merkelyk. Hertog Karel, of eigenlyk de ^ni!61'"tumen en^e Ufagün van denfelven (a). En Her- Raad van Holland, Zeeland en Weftfries- \had-tögFilips hadt, reeds in't jaar 1452, erkend, land, uit zynen naam, aangehaald hebben- W dat hy, by inadvertentie of anders, tot begee- de, dat de oorlog, in welken hy ingewik- ren ende vervolgen van party en, hier voortydts, keld was, hem in nood van geld gebragt wel gegeven ende verkent hadt Brieven ende hadt, vervolgt in deezer voege: Soe ijl dat Mandamenten, contrarie ende tegen den Rech- wy u [Schout en Geregt van Amfterdam] ten, Privilegien ende Vryheden der goedeSte- daerom ontbieden, laßen ende bevelen, dat gy den, tot haeren groot en hinder, ende achter- terfiont, ende fonder eenige diffimulatie of'ver- deel, ende verkortinghe (b). Het voorige ge- treek, verflaet tot de voirfi. wapeningen; en- deelte deezer gefchiedenifle heeft ook doen de, omme die voirf rente te coipen, van on- zien, dat de Privilegien der Steden in't ge- fent wege, heerlicken hedwinget ende confirin- meen, en der Stad Amfterdam in'tbyzon- geert, by allen behoorlicken wegen van be> der dikwils gekrenkt geworden waren, dwange, die poirteren ende inwoonderen onfer Vrouw Margareet hadt beloofd, niet bui- voirf flede van aemflerdamme , des machtig ten de paaien van Holland , Zeeland en wefende, elc na den flaet van fynen goede , Weftfriesland te zullen oorloogen, dan by finder verdrach, faveur ofte diffimulatie -----
goeddunken der Ridderen, Knaapen en goe- Ende daer van en zyt in genen gebreke, op al
de Steden; of zo zy 't deedt, dan zou men dat ghy ons duchtende fyt, ende op al foe lief niet gehouden zyn haar in den kryg te die- als gy ons welvaert begeert, beveelende voirt nen, dan uit gunft en vrywilliglyk (c). De allen den poirteren ende inwoenende onfer voirf Hertogen Filips en Karel hadden, by eede, fladt van Aemflerdamme dat zy u, dit doende, beloofd, de Privilegien der Graaven en obedy eren, byflant, volle hulpe ende affifiencie Graavinoen, hunne Voorzaaten, en derhal- doen finder des te laten,up te vervallen in on- ven ook dit Privilegie, te zullen houden. En f e indignacie, ende al dat zy teghens ons ver- desniettegenftaande wikkelden zy , en de bueren mogen enz. (e). Men befpeurt, uit laatfle inzonderheid , zig in uitheemfche deeze woorden, dat men der Stad geene u\ Zift: hl- *■ ft'l V) H. Deel, IH. B„k • «• VI-
(<J *>e hi« voor> u> D(elt n Bcekf lL M7< w 0ude Kerki Uaie J5V,,.
Z 2
|
|||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||
176
|
|||||||||||||||||
gemaakt. Men antwoordde „ dat de Lan- i477-
„ den, zwaar gedrukt door de geduurige
„ oorlogen, die Hertog Karel gevoerd hadt,
,, eerder verligt dan meer belaft behoor-
„ den te worden." Men voegde 'er by,
„ dat 'er, federt eenige jaaren, merkelyke
„ inbreuken waren gedaan op der Steden
,, voorregten, en dat dezelven behoorden
„ herfteld te worden, in geval men eenige
„ hulp van de Steden zou denken te wag- 1
5, ten te hebben." Kortom, men bragt,Zyverfl 1
eerlang, te wege, dat Vrouw Maria denwerJ^'
Landen, den veertienden Maart des jaars hpfiviH'
I476 [l477]5 hetGROOT-PRIVILEGIEgjg.
gaf, welks voornaamfte punten hierop uit-
kwamen : , „ Zy zou hylicken ende eenen. Voogd ende Inh°j|ec „ man Hefen, by raade ende goeddunkenva^e, „ der Heeren van haaren bloede en van den „ Staeten der Landen. Zy onthefte Hol- „ land van de Bede, in 't jaar 1475, aan „ Hertoge Karel toegeftaan, en voor wel- „ ke Dordrecht, Delft, Leiden, Amfterdam „ en Gouda zig verbonden hadden. Den „ Steden en Landen werden, daarenboven, „ zekere ingewilligde vyfhonderd duizend „ Kroonen; en Dordrecht en Zuidholland „ in't byzonder zesduizend Klinkaarts jaar- „ lyks kwytgefcholden. Geene Ampten „ van Raad, Hoofd van den Raad, Grif- „ fier, Rentmeefter, Droffaard ,Kaftelein, „ Thefaurier, Dykgraaf, Baljuw of Schout, „ noch eenige andere ampten , klein of „ groot, zouden, door haar, anders dan „ aan inboorlingen, begeven worden. En „ niemant zou twee Ampten te gelyk mo- „ gen bekleeden. Zy zou, in haaren Raa- „ de van Holland, eenen Stedehouder, en „ agt gewoone en twee buitengewoone ,, Raadsluiden aanftellen, voor welken eg- „ ter geene zaaken, van welken de Gereg- „ ten der Steden en Dorpen kennis mogten „ neemen, ter eerfter aanleg, maaralleen ■>•> by appèl, zouden mogen gebragt worden. „ Erfelyke zaaken zouden beregt worden, „ ter plaatfe daar't erf gelegen was;Leen- „ zaaken , daar zulks , naar Leenregt en „ oude herkomen, behoorde, en geeftely- „ ke zaaken, voor den Provifoor en De- „ kens. De oude Privilegien de non evo- „ cando, of, van niet dan voor zynen ge- „ woonlyken Regter, te können betrokken „ worden, zouden ftand houden. De Wet- „ ten en Geregten, in de Steden Haarlem, „ Leiden, Delft, Amfterdam,Gouda,Rot- „ terdam en Schiedam, zouden verzet wor- j, den, gelyk ten tyde van Hertoge Filips, „ en eenige jaaren daarna, gebruikelyk ge- „ weeft was. Die van Dordrecht, Briele, „ Goereede en Middelburg zouden eene „ or-
|
|||||||||||||||||
vryheid liet, om in den oorlog, en in de
koften des oorlogs, te bewilligen of niet. 'tVerzwaaren der Beden, onder Filips en Karel van Bourgondie, hadt de Steden, en Amfterdam in 'tbyzonderook genoodzaakt, tot het opftellen van nieuwe, en tothetver- zwaaren der oude excynzen op de mondbe- hoeften, waardoor de ingezetenen niet wei- nig gedrukt werden. Voorts, waren 'er, te Amfterdam en elders, meer dan eens, buitengewoone veranderingen gemaakt in de Wethouderfchapi't welk niet zonder kren- kinge der Privilegien kon toegaan: waarom de "Graaven , in zulk eene gelegenheid, plagten te verklaaren, dat zulk eene onty- dige verzetting der Wethouderfchap den Steden geen hinder, prejuditie , ofte achter- deel doen , noch den Vorft eenich nieuw recht geeven zou (ƒ). Doch zulk eene verklaa- ring bewees ten volle, dat, in de buitenge- woone verandering derStedelykeRegeerin- ge, de Privilegien gekrenkt geworden wa- ren, 't Zal niet noodig zyn, in meer by- zonderhedên, te toonen', dat zulks ook in andere opzigten gefchied was. Men zal 't genoegzaam können afneemen, uit de pun- ten van hefftellinge der inbreuken, van wel- ker voornaamften wy, terftond, verflag zul- len doen. Zo dra de tyding van het overlyden van
Hertog Karel in Holland gekomen was,be- gondën de Hoekfchen, die na, eenige jaa- ren agtereen , wéinig deel gehad hadden aan de Regeeringe, alomme in de Steden het hoofd Wederom op te fteeken. Doch de Kabbelj aauwfchen verzoenden zig wel haaft met hen. Dé Steden, te Haarlem, te Leiden en in den Haage, ter Dagvaart verfcheenen, beflooten, dat de twee par- tyen élkanderen noch van noch op 't kullen zouden zoeken te helpen; maar de handen in een liaan, om 's Lands oorbaar voor te ftaan, en herftelling der inbreuken op der Steden voorregten te verwerven van Vrou- we Maria, op de algemeeneDagvaart der Geweften, die te Gend was aangelegd (g). Men hadt, ten dien einde, een ontwerp ge- maakt van de punten, in welken men her- ftelling begeeren zou. De byzondere Ste- den , en oildêr anderen Amfterdam, hadden ook vaftgefteld , byzondere Privilegien van Vrouwe Maria te verzoeken. Te Gend, werdt den Afgevaardigden van Holland en Zeeland voorgehouden, dat de Vorftin hun- ne hulp noodig hadt, tegen Lodewyk den XI., die zig reeds van verfcheide Steden, digtft aan Frankryk gelegen, hadt meefter |
|||||||||||||||||
1477.
|
|||||||||||||||||
De Ste-
den ver- zoeken hertel- ling der inbreu- ken van Vrouwe Maria. |
|||||||||||||||||
f/)'Handv. van Oudewater , il. 3*0.
(&) Grootc Chron. Divif. XXXI. Cap.. +. |
|||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||
IV. Boek.
|
||||||||||||||||||
177
|
||||||||||||||||||
„ zou 'er vry van blyven, al hadden fchoon 1477.
„ de meefte Leden bewilligd. De Graaf „ zou zyne bede in perfoon moeten komen „ doen, zonderde Afgevaardigden der Ste- „ den buitens Lands te befchryven. Men „ zou, onder anderen by raade van de Stad „ Amfterdam, eene Ordonnantie maaken „ op de bewaaringe van den Friefchen „ dyk. Niemants goed zou , zonder ge- „ regtelyk vonnis , ten behoeve van den „ Graave, verbeurd verklaard worden.Elk „ mögt zyn ontftolen goed, met kennis van „ den Heer, [Schout of Baljuw] derPlaat- „ fe, overal aantallen. Geen der punten „ van dit Privilegie zou geagt worden den „ byzonderen Privilegien of Coftumen der „ Steden nadeelig te zyn. Verders, zou „ het zelve onverbroken onderhouden, en „ door de Graavinne, by haare inhuldigin- „ ge, midsgaders door naaren Kanfelier en „ grooten Raad, en door haaren Stede- „ houder of Overften Officier, bezwooren „ worden (h)." De korte inhoud deezer vermaarde Hand- Amftar-
vefte toont klaar genoeg, hoeveel belang damver- de Stad Amfterdam moet gefteld hebben, |fS,een in het verkrygen van dezelve. Ook heeft der°Pr[- zyze, altoos, onder haare gefchreeven en vilegie gedrukte Privilegien, plaats gegeven. Doch van zy verwierf, in dezelfde maand van Maart, Jl°™e zonder dat de dag aangetekend wordt, een 0p het Privilegie van Vrouwe Maria, ten haaren benoe- byzonderen behoeve. Wy hebben, in 'tmen Aet voorgaande Boek (ï), verhaald, dat Her- ^*epe" tog Filips, in 't jaar 1449, de benoeming van een dubbel getal tot Schepenen, voor zeker getal van jaaren, gefteld hadt aan de Vroedfchap, toen uit vierentwintig perfoo- nen beftaande, aan de drie Burgemeefters, die alleen een jaar gediend hadden en aan de zeven Schepens. Doch deeze fchikking was, ten tyde van Hertoge Karel, niet ag- tervolgd; en hieruit was veel misnoegen en tweedragt ontftaan in de Stad; ftaande fom- migen naar deRegeeringen't Schepenfchap, die door anderen gedwarsboomd werden. Vrouw Maria beval nu „ dat de zesendertig „ Perfoonen, die, ten deezen tyde, door den ,, Rykdom en Gemeente tot Raaden gekoo- „ ren waren, voortaan, de benoeming van „ veertien Perfoonen tot Schepenen zouden „ doen; en dat de verkiezing van zeven „ Schepens, uit die benoeming, door den „ Graaf, of deszelfs Stadhouder en Raa- „ den, gefchieden zou; en zo één der ge- „ koorenen binnen 's jaars aflyvig werdt, |
||||||||||||||||||
„ ordonnantie ontwerpen, waarnaar de Wet
„ aldaar befteld zou worden. De Steden „ zouden, onderling, en met de andere Ne- „ derlanden , Dagvaarten mogen houden „ over Lands zaaken, als zy't goedvonden, „ zonder daartoe cenig Graaflyk verlof te „ behoeven. Men zou geene Ampten meer „" mogen verpagten of verhuuren,de Schout- „ ampten uitgenomen, die aan, öfter be- „ geertevan de Steden, zouden mogen ver- „ pagt worden. Men zou geene nieuwe tol- „ len of andere laften opzetten, noch de „ ouden verzwaaren, dan by goeddunken „ van de Staaten. De Landen en ingezete- j, nen zouden, by hunne Koopmanfchap, j, Neering, oude couftumen, vryheden en „ hanteering, bewaard worden. Men zou j, geenerlei oorlog aanvangen, dan by goed- „ dunken der Staaten, en in zulk een geval „ zelfs, zouden de Edelen en Leenmannen „ niet verpligt zyn, buiten de paaien van „ Holland , Zeeland en Weftfriesland te „ dienen, en dat nog op 's Graaven redely- „ kë wedden en koften. Zo de oorlog, bui- „ ten goedvinden der Staaten, aangevan- ,, gen werdt , zouden noch Edelen noch „ Steden gehouden zyn , den Graave te „ dienen, onaangezien het tegendeel, ten „ tyde van Hertoge Karel, bevolen, of in „ gebruik geweeft mögt zyn. De Graaven ja zouden, in alle open en beflooten brie- „ ven, de Dnitfche taaie alleen gebruiken. „ Zy zouden ge ene bevelen uitgeeven, ftry- „ dig met der Landen of Steden Privile- „ gien; of deeden zy 't, zo zouden dezel- „ ven nietig en van onwaarde zyn. Elk „ zou zyne zeedriftige goederen mogen „ naar zig neemen, mids alleenlyk rede- „ lyk bergloon betaalende. De Makelaar- „ dyen en Excynzen, die de Steden, van „ ouds, gehad,of naderhand opgezet had- „ den, zouden aan dezelven blyven. De „ Kofteryen , Klerkambagten , Scholafte- „ ryen, Bodeambagten, Kamerbewaarders, „ Maaten en alle andere kleyne Officien,hoe- „ danigh die wefcn moghen, welke, federt „ vyftig jaaren , door de Ridderfchap of „ Steden, begeven waren, zouden, voor- „ taan , door dezelven begeven worden, „ zonder in aanmerking te neemen, 't ge- „ ne, hiermede ftrydig, door de Hertogen „ Filips en Karel, gedaan mögt geweeft 3, zyn. Men zou niet munten, noch de 5j munt op- of afzetten, dan by raade van » den Raad, en by goeddunken der Staaten. » De Graaven zouden geen zeggens hebben 55 over de rekeningen van de inkomften en 3> uitgaaven der Steden, die, naar ouder „ gewoonte, gedaan zouden worden. Die „ in de Graaflyke beden niet bewilligd hadt, |
||||||||||||||||||
zou
|
deszelfs plaats, op gelyke wyze, uit
|
|||||||||||||||||
„ de
|
||||||||||||||||||
[?!.]
|
||||||||||||||||||
(h) Hamlv. il- Tl-
(ij Bladr. 151. Z 3
|
||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
178
|
|||||||||||
Vrouw Maria ftelde, ondertiüTchen, op rAff*
den zesentwintigften Maart, Wolf er d van _. Affl. Borfelen, Heer van Veere, tot Stadhouderfterdatn> van Holland en Zeeland aan. Ook werdt gefchiedt het Hof in den Haage vervuld met nieuwe geene Raaden, onder welken ook was Meefter Ja-bmte^oI)s kob Ruifch (/), van welken naam,in'tjaar^ra„ds- 1445, een Schout, en in 't jaar 1452, eenringi» Schepen van Amfterdam gevonden wordt.de Re- In fommige Steden, kwam, door opfchud-Seerin8' ding, verandering in de Regeering,raaken- de de Hoekfchen aldaar op't kuilen'(wz)- Doch te Amfterdam, daar de gewoonlyke beftelling der jaarlykfche Wethouderfchap, kort na dat men zekere tyding van de dood van Hertoge Karel gekreegen hadt, gefchied was, viel, ten deezen tyde, geene buiten- gewoons verandering voor in de Regeerin- ge: 't welk, veelligt, toe te fchryven is aan een beiluit der Stad, om het bewind te ver- deelen onder luiden van beiderlei aanhang. De Keuren van deezen tyd en andere Keuren
ftukken bewyzen egter , dat Amfterdam van de, thans niet geheel vry was van de ongere- zen ^t geldheden, van welken andere Steden zo je|fgei> veel te lyden hadden. In January en Fe- en %$& bruary, was het kwaadfpreeken van de Re- den <^, geeringe, en 't misdoen derzelve met woor- Wefl$ den of werken, by herhaalde Keuren, ver- rC booden; die nog injuny vernieuwd werden (V). Zekere Jan Bakker, hier ter Stede ge- itraft en naar den Haage geweeken zynde, voer aldaar voort met de Burgemeefters te fmaaden en te dreigen: waarover de Regee- ring aan Stadhouder en Raaden klaagde, in eenen Brief van den agttienden April dee- zes jaars(o). En twee dagen laater, werdt afgekondigd, dat hy, die Albert Pieterszoon gekwetft hadt, zulks moeft aangeeven, of men zou 't regten als moord (p). Henrik Splinterszoon, Jakob Gerbrandszoon, anders Jakob Brouwer, en Willem Jakobszoon, an- ders Schipper Willem, verbonden zig, den dertigften May, onder borgtogt van eeni- gen hunner vrienden, om, op een weet van den Schout, ter Vierfchaar te verfchynen, en, voor dien tyd, binnen de Stad, geen mes met een punt te draagen (q). En den zevenentwintigften Juny werdt gekeurd, dat, buiten die van den Geregte, de zesenderti- gen , derzelver knegten en 's Heeren of Schouts Dienaars, niemant eenige harnafch, bogen, lange mejfen, of ander diergelyk ver- booden geweer draagen mögt (f): al 't wel- ke (l) Groot-Plukaatb. in. Deel, hl. «44.
(m) Vaderl. Hift. IV. Deel, hl. 174 enz. (n) Handi'. U. 570. (0) Groot-Memor. N. I. ƒ. 87 verfi, (p) Keur!). A. ƒ'. 90. (y) Keurb. A. ƒ. 9c ver/o. (r) Keuib. A. ƒ. 91, |
|||||||||||
1477 •> de overige benoemden, vervuld worden.
„ Zo één der zesendertigen flierf, of zig „ van zyn poorterfchap ontvryde, zouden „de overigen eenen anderen, in deszelfs „ plaatfe,kiezen: alles zonder benadeeling „ van de Privilegien der Stede om Bürge- ,'.meefters te mogen kiezen, die in volle kragt blyven zouden. Voorts, zou deeze ,, fchikking, niet flegts voor eenige jaaren, „ maar tot eeuwighen daghen vaß ende van waerde blyven (£)■" De Stad Doch eer dit Privilegie en de groote verze- Handveft nog verkreegen waren, was de kert zig Regeering' van Amfterdam bedagt geweeft c,an het op de beveiliging der Stede, die , na 't o- Muiden. overlyden van Hertoge Karel, en onder de zwakke Regeering eener minderjaarigeVor- ftinne zo wel als de overige Bourgondifche Staaten , blootftondt voor vyandelyke on- derneemingen. Men zogt zig, om 't ge- vaar hiervan af te wenden, onder anderen, te verzekeren van het Slot te Muiden, welk van groot aanbelang was voor de Stad. Dit Slot was, onlangs, nog bewaard geweeft door Jan van Nyenrode. Doch de uitvoer- ders van zynen uiterften wil, Dirk Uiter- meer, Deken van Oude Munfter, Jan van Renejfe, en Gerrit vanRyn, hadden't, na zyn overlyden, op laft en met bewilliging van Lodewyk van Brugge, Graaf van Win- cbefter, Heer van Gruithuizen, en thans nog Stadhouder van Holland, ingenomen, en te bewaaren gegeven aan Dirk , Baflaard van Nyenrode, die 'er flegts vier of vyf man op gelegd hadt. De Wethouderfchap van Amfterdam, weinig beholpen met zulk ee- ne zwakke befcherming, kwam met de drie Executeurs overeen, dat zy, voortaan, het Slot, van wege de Stad, zou doen be- waaren, ten behoeve van Vrouwe Maria, en van 't gemeene Land, de verantwoor- ding deezer fchikkinge geheellyk op zig neemende, en de Executeurs, des aangaan- de, van alle zorg ontheffende (i). Op dee- ze wyze, verkreeg de Stad Amfterdam de bewaaring van het Slot te Muiden, zonder dat my gebleeken is, hoe lang zy dezelve behouden hebbe. (k) Handv. bl. ,0j [30.]
(1) Groot-Memoriaal N. I. f. 80 verf o en Bylaa-
renLr.A. CoMMELiN.die (bl. pi7/3W.)ditftuk ook te boek gefteld heeft, voegt 'er by, da:Vrouw- Maria de bewaaring van 't Slot te Muiden aan de Regeering van Amfterdam aanbevolen hadt. Doch hiervan blykt niets, in het ftuk zelf. Ook is t onwaarfchynlyk, om dat dit (luk, m 't Groot-Me- mortaal, tuflchen 22 January en il February i477 geregiflreerd is, in welken tyd, Amfterdam nog niet met Vrouwe Maria gehandeld hadt. De Regeering zal zig dan, op eigen gezag, van het Slot verze- kerd hebben, zig fterk maakende, dat zy haar ge- drag wel zou können verantwoorden, daar 't ver« cifcht werdt. |
|||||||||||
IV. Boek. GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||
179
|
|||||||||
Den Stadhouder, tegen den winter des 1477.
jaars 1477, beflooten hebbende, het Huis De Am te Schagen te beleggen, ter oorzaake datfteidam- Albrecbt, Heer van Schagen, weigerig bleef, mers om aan verfcheide geregtelyke vonniflen, helpen ten zynen nadeele geweezen, te voldoen; theegc^UIS werden de Poorters van Amfterdam, on- gencWin- der anderen, opontbooden, om in dit be; nep. leg te dienen, 't Slot werdt terflond opge- geven, en Heer Albrecht eerft naar den Haage, en toen naar 't Huis te Medenbük gevoerd; daar hy, in Auguftus des jaars 1480, overleedt (2). Vrouw Maria, in de egt getreden zynde Maximi-
met Ma
ximiliaan, Hertog van Ooften- liaan en
ryk, en naderhand Keizer , werdt, eerft Mar'a
in Oclober, te Dordrecht, alwaar de ande-ingehul- re Hollandfche Steden en ook Amfterdam digd. befchreeven waren, als Graavin van Holland ingehuldigd (a). Doch 't liep aan tot in de Lente des volgenden jaars, eer Maximiliaan, hier te Lande, als Kerkelyke Voogd en Mom- boir van Vrouwe Maria, voor Graavc inge- huldigd, en erkend werdt. Op den derden 1478. April, kwam hy te Amfterdam, daar die van Muiden , Weesp , Amftelland, Wa- terland en Zeevankook befchreeven waren; en na dat men hem gezwooren en zynen Zybeves- eed ontvangen hadt, beveiligde hy, dentigende volgenden dag, allede Handveften, door pfivile" de Graaven en Graavinnen, zyne Voorzaa- Unifter*11 ten, en door zyne Gemaalinne in 't byzon- dam. der, aan Amfterdam en aan de andere Ste- den en Landen verleend (b~). In den eed van Hertoge Maximiliaan, die in de Stads Regifiers is aangetekend (c), is byzonder opmerkelyk, dat hy niet flegts belooft, in 't algemeen, alle de Privilegien te zullen houden; maar ook byfonder dat nyvse priui- legye , gegunt ende verleendt den ghemenen landen van hollant, zeelant ende vryeslant,by onfe jaoirf. gefellinne: met welke woorden, hy blykbaar ziet op het vermaarde Groot- Privilegie van Vrouwe Maria, waarvan wy den inhoud, hiervoor (d)» te boek gefield hebben. De oorlog met Frankryk hadt Maximi- De Stad
liaan en Maria, kort hierna, in de nood-verkoopt zaakelykheid gebragt, om op de Steden van Lvfretne"n Holland te begeeren, dat zy Lyfrenten op behoeve twee lyven voor hen verkogten: 't welk Am- der Vor- flerdam deedt tot eene fomme van driedui-ften- zend driehonderd ponden van veertig groo- £en. De Hertogen beloofden, by eenen Brief van den twee entwintigflen May,die ia
(z) Groote Chron. Divif. XXXI. Cap. H.
(a) Klepb. van Dordr. by BALEN , H. 7*9-
(i) Handv. il. s+. [39O '. . ~' „„_„ ,,
(i) Blode. J7« ln*'
|
|||||||||
H?7. ke doet zien, dat 'er ongeregeldheden voor-
gevallen waren, en gevreesd werden, die de Wethouderfchap voorkomen wilde. •ttlJe op De Koning van Frankryk, terflond na de i J3ken dood van Hertoge Karel, de vyandlykhe- Stälj ^en tegen Vrouwe Maria hebbende aange- vangen, begon zig ook flerk uit te ruften ter zee (/)• Men werdt, derhalve, in Hol- land, bedugt voor uitheemfchen oorlog, te water en te lande. Te Amftcrdam , vondt men geraaden, de weerbaare manfchap te doen wagt houden : en in Maart, werdt reeds afgekondigd, dat een ygelyck die by huus, ende in der ecbtfchap was, off huusraet hieldt, viaken zou onder fyn hooftmanfcap, dair by onder gefeten was, alß hem gefeyt en- de die weet dair off gedaen mart (t). Men vondt egter niet geraaden, voor eerft, eeni- ge vyandlykheden te beginnen, en beval, ten zelfden tyde, niet op roof uit te gaan, dan met oorlof van den geheelen Gerechte en de XXXVI. («); en zelfs niet ooft- noch weftwaards te zeilen, dan na dat de gehee- {j. Ie Gemeente daarin wederom bewilligd zou S^~ hebben (V). Doch 't leedt niet lang, of de \ter Steden van Holland , met naame Amfter- dam,bragten wel vyfendertig Oorlogsfche- pen in zee, die de Franfclien noodzaakten, naar hunne havens te rug te keeren. In July, troffen de onzen eene groote Kraak aan, die zy, den gantfchen nagt, vervolg- den, en eindelyk overweldigden. Nader- hand , veroverden zy nog wel agttien fche- pen. Ook vertoonden zy zig voor de ha- ven van Diepe, om de Franfche Vloot uit te lokken tot eenen zeeflag. Doch toen dit mislukte, ondernamen zy eene landing op de Franfche kuft, pionderden eenige Zee- dorpen, en keerden, rykelyk met buit be- kaden, tegen 't najaar, in de havens dee- zes Lands te rug (w). Ten zelfden tyde, werdt 'er een Beftand met Frankryk getrof- fen, welk, in 't volgende jaar, verlengd werdt (a;). Doch, kort te vooren, hadden Amfterdam en andere Steden beflooten, tot eene uitrufting, ter beveiliging der Koop- en Haringvaart; waarin de Stadhouder en ß-aaden, uit naame der Graaflykheid, be- willigd hadden. De onkoften, op dezelve Vallende, zouden wederom uit een Fondgeld pp alle goederen gevonden worden (j). Maar 't fchynt dat het treffen der verlenginge van c Beftand, welk kort hierop volgde,deeze uitrufting heeft doen agterwege blyven. (*) Velius Hoorn, il. <s+.
y) Keutb. A. ƒ. 88 verf». <«) ld. ibid. J (") ld. ƒ. 90_ Ho{MnG//°°;e Chron- Divif. XXXI. C*p. II, VM.IUS
|
|||||||||
i8o AMSTERDAMS II. Deel.
|
|||||
lem gedaan hadden, den brief der Heeren 147S-
van Egmond en van Waflenaer' te gelyk den volke doende voorleezen: al 't welke blykt, uit de afkondiging zelve, die nog nooit ge- drukt geweefl, en daarom van ons, onder de Bylaagen (ƒ), geplaatft is. Ondertus- fchen, hadt dit voorval merkelyk misnoe- gen verwekt tuflchen Amilerdam en Gou- da , welk gelegenheid gaf tot eene Keur der eeritgemelde Stad, die in de maand November gemaakt, en waarby bevolen werdt „ dat niemant ter Goude vaaren zou, „ dan op zyns zelfs geleide (g)," dat is, op eigen ban en boete. Doch deeze onlus- ten werden door den tyd bygelegd. Maximiliaan en Maria raakten, kort hier- Onlu(tff
na, ingewikkeld in eenen oorlog met derfchen, die weigerden hen in te huldigen, ^iefter onaangezien het regt, welk Hertog Karel d^, efl op hun Land verkreegen hadt. Amilerdam Enk11111' hadt ook zyn deel in deezen oorlog. In 't zen- begin des jaars 1479, deeden de Amller- W' damfche en Harderwykfche viflchers eikan- deren eenige fchade op de Zuiderzee. De Regeering van Amilerdam , verilaande , dat haare ingezetenen ongelyk geleeden hadden, gaven verlof tot fchaverhaaling. En hierop namen de Amilerdammers een Harderwyker Koopvaardyfchip weg, van voor de reede van Enkhuizen, en voerden 't naar Amilerdam. De Enkhuizers nogtans, euvel neemende,dat de vryheid haarer ha- ven gefchonden was, bragten hunne Baard- fen te water, en roeiden de Amilerdam- mers agter na. Zy agterhaaldenze, op de hoogte van Edam, en vielenze, met hulp der Edammeren, zo vinnig aan, dat veele Amilerdammers omkwamen in den llryd, en veele anderen gevangkelyknaar Enkhui- zen gevoerd werden (h). 't Harderwyker fchip werdt ook heroverd, 't Gefchil tus- fchen de twee Steden werdt, federt, ver- bleeven aan Heeren Jan van Egmond en Fi- lips van WaiTenaer, en aan de Steden Haar- lem en Delft, zonder dat my gebleeken is, hoe 't beilegt werdt. Doch 't Geregt van Amilerdam hadt, reeds op den vierentwin- tigilen April, gekeurd, dat men de Enk- huizers niet misdoen zou (1), en wat laa- ter, dat zy, zo fpraken die van den Gereg- te, die met onfe Schip van Oirloge zullen vaaren, alleen op den vyand zouden mogen rooven (£). Ook zag, veelligt, op het be- dryf der onzen, voor Enkhuizen, zekere laatere Keur tegen de rut er en, (welke naam, ten
(f) f. e.
(g) Keurb. A. ƒ. I8j.
ib) Groote Cluon. Div'f. XXXI. Cap, Ij.
(») Keutb. A. ƒ. 10S vtrf.
ik) Kttub. A. ƒ. 107 vfr/f,
|
|||||
1,178. m de Oude ^er^e » Laade XVI. bewaard,
wordt, de Stad deswege fchadeloos te zul- len houden; en weezen haar, om de ren- ten, tegen den penning elf, en dus terfom-, me van driehonderd ponden, te vinden,op de Graaflyke inkomften van Wieringen. Ger- rit , Heer van JJJendelft, en Raad der Her- togen in Holland , die de Domeinen van Wie- ringen gepagt hadt, verbondt zig, by een Handfchrift van den zeilienden July, dee- ze driehonderd ponden aan de Stad te zul- len voldoen (e). Bewilligt 't Bleef niet by deeze geldhgting, ten he- in eene hoeve der Hertogen; zy deeden, eerlang, buitenge-eene buitengewoone Bede van de Steden, woone die zeftigduizend Filips fchilden 's jaars, Bede' voor den tyd van drie jaaren, toeflonden. Vreemd Doch Dordrecht, Gouda, Schoonhoven en gedrag Hoorn, de giinft der Hertogen, voor ande- van vier ren^ zoekende, verhoogden daarna defom- Steden. me tot °P tagtigduizend fchilden 's jaars, en betaalden, terilond, hun aandeel,voor drie jaaren, vooruit, zonder zelfs op de voorwaarden te liaan, die de Steden in 't gemeen, ten oorber van 't Land,bedongen hadden. Zy gingen nog verder. Zy ver- klaarden , op eene algemeene Dagvaart te Bruflel, dat zy in ftaat waren, om den Stad- houder , zo de Hertog hem van behoorlyken lall voorzage, zulk eene hulp te verleenen, dat de Steden in 't gemeen wel gedwongen zouden worden, de bede te verhoogen. Am- ilerdam hadt hiervan kennis gekreegen, uit fchryvens der Heeren Jan van Egmond en Filips van Wajfenaer. Én kort hierna, zag men de uitwerkingen reeds van den yver der vier Steden. Een Inwooner van Gouda , Martyn Kaefe genaamd , verfpreidde , te Haarlem, onder de Regenten en onder 't gemeen, dat Haarlem, Delft en Amilerdam in de groote bede van Hertoge Karel, die onlangs loop hadt, hadden bewilligd: 't welk vlak uit flreedt met de waarheid, en ondertuffchen zo veel onluft verwekte on- der de burgerye, dat de Burgemeefters al- daar veel moeite hadden, om zig van zulk een' blaam te zuiveren. Zy verpandden 'er zelfs lyf en goed onder, zo iemant zulk eene befchuldiging waarmaaken kon; en zy vorderden, dat die van Gouda hunnen Poor- ter naar Haarlem zonden ,om zig te ver ant- woorden : 't welk egter niet blykt gefchied Af kon- te zyn' ^e Burgemeeflers van Amilerdam, digingtein aanmerking neemende, dat dit gerügt, Amfter- niet flegts te Haarlem, maar ook te Rotter- dam , des- dam en elders, verfpreid was, vonden ge- aangaan- raaden,by openbaare afkondiging, dierge- lyke betuiging te doen, als die van Haar- (*) Oude K«k, Laait XVII. „a, „
|
|||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IV. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
iBt
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
J4?9.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dam, Monikendam, Bevenvyk, Naarden, i<7o-
Weesp en Muiden, ter eener, 'en Harder- wyk, Hattum en Elburg, ter anderer zy- de, welk tof den vyfentwintigflen Novem- ber duuren zou (q). 't Liep nog aan tot het begin des jaars 1481, eer Maximiliaan en Maria een Beiland troffen met de Gelder- fchen, waarna zy, in de Steden van Gelder en Zutfen , werden ingehuldigd (r). De Stad Utrecht lag thans zeer overhoop Amfter-
met Biffchop David van Bourgondie, wiens dam gezag, na de dood van Hertoge Karel, wiens ^ Je natuurlyke Broeder hy was, merkelyk was Kiygs- afgenomen; tot zo verre zelfs, dat de U- en mond trechtfchen den BiiTchop genoodzaakt had- behoef- den, de Stad te ruimen, en zyn gewoon feg,naar verblyf te Wyk te Duurllede te neemen, Abk°".e hebbende zy, ondertuflchen, Jan, Burg-de, graaf van Montfoort, die ook, by koop, Heer van Purmerende geworden was, tot hunnen Befchermer aangenomen (Y). De Biflchop, verlegen om krygs- en mondbe- hoeften , vervoegde zig aan de Wethouder- fchap der Stad Amfterdam, die hem, den drie-entwintigften Maart deezes jaars, ant- woordde, dat zy, op zyn begeeren, aan Henrik, Baßaard van Nyenrode, op het Huis te Abkoude, behalven eenige mondbehoef- ten, gezonden hadt hij bojjen, ij fiarpe- tyne, elk mit ij camers, ende dak toe centon bojjecruyts, een achtendeel clovercruyts, een ton fleene dot en, ende een deel loden cloten, een flucke loods, ende een vorm cloten mede dó ghyeten. Doch in den brief lag een half gen of klein briefje , waarin men den Biflchop kennis gaf, dat de Slotvoogd Henrik wei- nig moeds hadt, om 't Slot in te houden (t). Ook leedt het niet lang, of de Stad Amfler- dam maakte zig meefler van het Slot, en leide 'er flerker bezetting in. De byfland, dien Amflerdam den Biflchop bewees 5 was, midlerwyl, de voornaamfte oorzaak van de vyandfchap der Utrechtfclien tegen deeze Stad, die jaaren lang geduurd heeft, en, by verfcheide gelegenheden gedempt zyn- de, geduuriglyk wederom verrees : al 't welke,uit het vervolg deezer gefchiedenis- fe, klaarlyk blyken zal. De kryg met Frankryk, die, voor 't uit- Schade
gaan van 't Beftand, op nieuws, ontfleken aan de |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ten deezen tyde, aan alle gehuurde knegten
gegeven werdt, 't zyze te voet dienden, ol te paarde) die in Stads reize geweefl wa- ren, en van welken, op de flraaten of bin- nen fcheepsboord, oproerigheid ondervon- den was, en gevreesd werdt (l). Weinige weeken te vooren, hadt men, hier ter Ste- de, vier fchepen in beflag genomen, die in Gelderland t'huis hoorden (m). Te Hoorn, hadden de Hoekfchen zig, in
't jaar 1477, in eenen oproer, meefler ge- maakt van deRegecringe. De Schout, Maar- ten Velaar, die,ter deezer gelegenheid, ter Stad uit geweeken en van zyn ampt verlaa- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kr-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
*2et-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
k
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ten was,hadt, in
|
volgende is
|
zyn regt
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tot het zelve verkogt aan den jongen Hee-
re Jan van Egmond, die, in February dee- zes jaars 1479,twee vergeeffche aanflagen fmeedde, om zig meefter te maaken van de Stad (ra)- Die van Hoorn, waanende dat de Amfterdammers deel gehad hadden aan deeze aanflagen, klaagden 'er fcher- pelyk over , in eenen brief, die terftond herwaards gezonden werdt. Doch de Wet- houderfchap van Amfterdam, ontkenderon- delyk, in haar antwoord van den zevenen- twintigften February, dat zy of haare Poor- ters de hand eenigszins in de voorgenomen verraffingen van Hoorn gehad hadden (0). Wy können egter niet ontveinzen, datwy, in een der Stads Regifiers (p), een bevel van 't jaar 1481 gevonden hebben, waarby de Poorters, die met Meynert Willemsz te Hoorn voor rater gelegen hadden, op ver- beurte van hunne regterhand, t'huis ont- booden worden. Doch veelligt waren dee- ze Amfterdamfche Poorters , eerfl na 't fchryven van den voorgemelden brief, te Hoorn gekomen. Ondertuflchen, vielen de Hollanders en
Gelderfchen eikanderen zeer laftig op de Zuiderzee; waar door de fcheepvaart_ van Amflerdam, onder anderen , geweldiglyk belemmerd werdt. De andere Waterlieden leeden ook veel. 't Verveelde zelfs eenigen Gelderfchen Steden , dat de twiffc over 't Hertogdom haaren Koophandel zo veel na- deels toebragt. Zy neigden, derhalve, 'tot een Verdrag met eenige Hollandfche Koop- lieden. Men tradt te Naarden in onder- handeling. En hier werdt, op 't behaagen der Heeren van wederzyde, den veertien- den Oèxober, een Belland getroffen, tus- fchen de Steden Haarlem, Amfterdam, Alk- maar, Hoorn, Enkhuizen, Medenblik,E- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
% aMe.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
was , hadt den Hollanderen en Zeeuwen
|
vloot*
|
E~
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
groote fchade toegebragt. De Franfche Ad-
miraal Couhn hadt hunne gantfche Haring- vloot bemagtigd, by Cherbourg. Doch de flag by Guinegate, in Artois, herftelde de zaaken der Nederlanden. Men floot weder- om (q) Zie J. Schrassert Harderw. TI. Deel f tl. 45,
(r) Vaded. Hift. IV. Deel, hl. 184- (1) Vader]. Hift. IV. Deel, il. aoi. (t) Groot-Memor. N. I. ƒ• «S «trßt Aa
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
y) Kcurb. A. f. 10S Vtrß-
O) G |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
W Groot-Memor. A'. I. ĥ "+ w/).
y{ I*Mus Hoorn, hl. jj.66. yl ^"'"Memot. .V. I. f. III verft.
{p) Kevub. A. f li6 L STUK.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||
iBa
|
|||||||||||
in den Haage werdt ook geheellyk veran- 14°
derd: waarop niet nalaaten kon te volgen, dat de Kabbeljaauwfchen zig, eerlang, we- derom op 't kuiTen hielpen , in de Steden, daar de Hoekfchen zig,kort tevooren,van de Regeering hadden meefter gemaakt. De Hoekfchen vonden, ten deezentyde, V°ot'lS
hunnen voornaamften fteun aan de Stad U- ^J|et* trecht, en aan den Burggraave van Mont- darn tfi' foort, die de verdreevenen of geweekenen, geo ^ eerlang, ontving , met op ene armen (x). ond^. Te Amfterdam, daar de Regeering nu goed nee jes Kabbeljaauwfch was, hadt men, reeds in |eu,g- „de Lente' deezes jaars, bekommering ge- graaïs toond voor eenige vyandelykeonderneeming van des Burggraafs. Op den drie entwintigften M°"t( April, werdt de Gemeente, by openbaare afkondiging , gewaarfchuwd , dat zy zig hoeden moeft, voor vyandlykheden van wege Jan van Montfoort, Heer tot Pur- merende, en deszelfs Kaftelein, Jan van Alf en (y). Men hadt, hier ter Stede, reeds te vooren, verftaan, dat de Steden Moni- kendam en Edam deezen Kaftelein met krygsbehoeften onderfteunden Qz). Hy werdt, omtrent deezen tyd, van wege Her- toge Maximiliaan, belegerd op 't Slot te Purmerende. En in May, kreeg men, te Am- fterdam , tyding, dat de Heer van Montfoort, te Utrecht, gereedfchap maakte tot ontzet van het Slot. Men was, derhalve, bedugt, voor eenen inval in Amftelland, en zelfs voor eene onderneeming op de Stad. Men befloot, mitte clock te laten condigen, dat een ygelick fyn harnafch reede hebben moeft, ende dat een ygelick, die dair toe geboden wart, dair een burgermeyfier off i] andere van der gerech- te van der flede wege voirvaeren , onder die baniere off wimpel van der Stede, op lyf ende guedt, moeft volgen, indien die van Mont- foort en de Stigtïchen hier in 't Land mog- ten komen (a~). 't Slot te Purmerende werdt egter niet ontzet. Maximiliaan werdt 'er meefter van, en verklaarde de gantfche Heerlykheid, en al de goederen, die de Heer van Montfoort in Holland hadt, eerlang, ver- beurd , ten behoeve van de Graaflykheid (b). 0\> De befcherming, die Utrecht, ten dee-pA"
zen tyde, verleende aan de Hoekfchen, gaf tetS.;i<' Hertoge Maximiliaan aanleiding om de U ^tf$& trechtfchen, alomme in Holland, te doen"^ vafthouden (c)- De Regeering van Am- tm^ fterdam, met reden, bedugt, dat haare in-te gezetenen ook in Utrecht bekommerd mog-r6 ten worden, waarfchuwde elk, by eene af- kon-
(x) Vader!. Hift. IV. Deel, bl. »jt, i»j.
(y) Keurb A. ƒ. in.
(z) Groot-Memor. A'. I. ƒ■ 13.?.
(a) Groot-Mctuor. N. I. ƒ. 157.
(ij Groote Chrurfl. Divif. XXxi. Cap. 31.
(c) Vaderl. Hift. IV. Deel, il. zo».
|
|||||||||||
1479. om een beffend voor zeven maanden, welk
federt verlengd werdt (u). Of Amfterdam
öok geleeden nebbe, by de fchade,aan de
Haringvloot toegebragt, vind ik nergens
duidelyk aangetekend. 'tBlykt ook niet zeer
klaar, uit oude ftukken, of men, al voor
deezen tyd , van Amfterdam, ten Haring
plagt te vaaren (t>).
feedevan De oorlog met Gelder, die nog duurde,
Hertog'e gaf Hertoge Maximiliaan gelegenheid, tot
Maximi- het doen eener Bede van tagtigduizend Fi-
voorre- lips - Klinkaarts in 't jaar, voor den tyd van
ten daar- agt jaaren: en, behalven eenige Edelen, tegen waren de Steden Haarlem, Leiden, Delft, |?ege" Amfterdam en Rotterdam de eerften, die n' in deeze bede bewilligden', bedingende zy, daarentegen „ beveiliging der voorige Pri- „ vilegien, byzonderlyk van het voorregt 4, om niet dan voor zynen gewoonlyken >, Regter te regt te ftaan; vrye vaart door „ de Goudfche fluis; verzekering, dat aan j, niemant brieven van Schäverhaling tegen „ Holland ofZeeland verleend zouden wor- „ den, en dat niemant, uit oorzaake der „ Graaflyke beden, die altoos in gang heb- „ bende munt betaald zouden worden, in „ beflooten gevangenis, maar alleen in eene „ goede herberge gegyzeld zou worden: „ ook dat groote ongevallen van brand, „ dykbreuk en inlandfche oorlog van het op- „ brengen van ingewilligde Beden ontdaan „ zou: en dat men geene Vierfchaar zou j, fpannen voor negen uuren, noch daarvan „ icheiden voor dat het regt geëindigd 1480. „ was:"van al het welke brieven verleend werden, die den zesentwintigften May des jaars 1480, in den Haage, getekend waren. 'Doch by de gemelde punten was nog een punt gevoegd , om Haarlem , Leiden en Amfterdam in 't byzonder in te neemen,te weeten, de vryheid, om eene nieuwe vaart door Holland te maaken, waar zy 't goedvon- den; aan welke vaart alle de voorregten ge- geven zouden worden , die de Goudfche Vaart hadt O). De Kab- De Edelen en Steden, die in deeze Bede bel- bewilligd, en deeze voorregten verworven jaauw- hadden , waren thans meeft der Kabbel- laaken jaauwrcl1? zyde toegedaan, welke Maximi- alomme liaan» misnoegd op de Hoekfchen,die zig, op'tkus-zyns ondanks, in verfcheide Steden, ter fen.' Regeeringe hadden ingedrongen, nu, meer dan voorheen, zogt te begunftigen. 't Bleek, terftond na zyne aankomt t in Holland, aan 't afzetten van den Stadhouder Wolferd van Borfelen, Heer van Veere,in wiens plaats, Jwfl van Lalaing gefield werdt. De Raad (a) Vaderl. Hift. IV. Deel, tl. I«9 tnz,
(■j) Zie Handy. 61. 893. (w; Handv. il. 8j. [+0.] |
|||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||
IV. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||
183
|
||||||||||||||||||||||||||||
volgenden dag, ten een uur, op zvn' hoef- 1481.
flag [rendevous'] komen moert, alzo Scoutt Burgermeefiers ende Scepenen wilden gaen om- me fcouwen (f), of, gelyk men nu fpreekt, om te monfteren. Op de tyding, die men , en op wat laater, kreeg, dat 'er vier gewapende het uit_ fchepen, in de Zuiderzee, voor Marken, t^'™ ' lagen, werdt, den agtentwintigften April, den gebooden,dat elk,die van't Geregt belaft vyand. werdt, met een Burgemeefter of twee Sche- pens aan 't hoofd, uit te vaaren, op ver- beurte van lyf en goed, uitvaaren moeft (kj. Doch inzonderheid toonde de Wethou- Amfter-
derfchap van Amfterdam voor de veiligheid d;im, der Stede bezorgd te zyn, door het bcmuu- ^„'drie ren en verfterken der zelve, 't welk, om- zyden, trent deezen tyd, ondernomen werdt. Wy voor 't hebben, hier voor (/), verhaald , dat de eerft>met Poort, de Toorens en de Bolwerken, naar^"^ den kant van Utrecht, in 't jaar 1452, door è'n too- den brand vernield geworden waren: enrens om- ook, dat Hertog Filips, in aanmerking nee-ri"Sd- mende, dat de Utrechtfchen den Amfter- dammeren niet gunftig plagten te zyn, be- laft hadt,dat de Stad, ten minften aan twee zyden, met muuren beflooten werdt. Doch deeze bemuuring was, tot hiertoe, agter- gebleeven, ter oorzaake, voornaamJyk, van de koften, tot het opbouwen der Stad ver- eifcht, en van de zwaare beden, welken men, ten tyde der Hertogen Filips en Ka- rel , hadt moeten opbrengen. Maar nu de nood zo fterk begon te dringen, werdt de bemuuring der Stad, met ernft,by der hand genomen, 't Gemeen gevoelen is, dat dee- ze bemuuring, eerft in't jaar i482,gefchied zy. Ook leeft men, op dat jaar, aan den rand van de gemeene Lyften der Wethou- deren, die, voor de Handveflen en elders, gedrukt zyn, 1482. Is de f e Stad eerjl met een fieene muer en torens bemetfelt geworden. Doch wy hebben, hier voor (m), bewee- zen, dat de bemuuring, al veel vroeger, en ten minften inden zomer des jaars 1481, aangevangen is; hoewel zy, naar alle waar- fchynlykheid, niet voor het jaar 1482, vol- trokken zal zyn. Wy herhaalen hier niet, 't gene wy, te vooren, van de uitgeftrekt- heid deezer bemuuringe te boek gefteld hebben. Wy merken alleenlyk aan, dat, door dezelve, voldaan werdt, aan 't gene Hertog Filips, in 't jaar 1452, bevolen hadt. De Stad werdt, aan twee zyden, met muu- ren omringd: de Y-kant alleen bleef onbe- muurd. De Reguliers - Poort, nu de Munt en Reguliers-Tooren, floot de Stad af, naar den
(i) Keurb. A. f. 117 verf',
ik) Keurb. A. f. 119- (l) II. Deel, III- Beek, *'• IJ2* (m) I. Dtli, I. Bock, H- I*. Aa 2
|
||||||||||||||||||||||||||||
kondiging van den agtentwintigften Novem-
ber, van niet naar Utrecht te vaaren (ß). Doch alzo men ligtelyk voorzien kon, dat de onluften met de Utrechtfchen, eerlang, tot heviger daadelykheden zouden uitbar- ften, in welk geval, de Stad Amfterdam, even als in voorige tyden, den eerften aan- floot zou te lyden hebben, was men, by t'yds?verdagt, op verfcheidemiddelen,om zig te verzekeren tegen verraad en over- rompeling , en om de Stad in behoorlyken ftaat van tegenweer te Hellen. De Stads Regifiers leveren hiervan overvloedige be- wyzen uit, die wy der moeite waardig geagt hebben, hier, ftukswyze, aan te tekenen. Men droeg, in de eerfte plaatfe, zorg,
om de Stad zuiver te houden van geboefte, en te verzekeren togen kwalykgezinden. Op den negenentwintigften December, werdt bevolen, dat allegafihuusboeven, truwanten, netteboeven, rabauten en diergelyk foort van volk buiten der Stede Vryheid moeflen bly- ven (e). En teen, op het einde des vol- genden jaars , zekere gevangen gafihuys- boeuen, by Schepenen vonniffe , gebannen geworden waren, werdt hun gelaft, wter flede ende der Stede Vryheyt te blyven, totter tydt toe dat men hem anders laet weeten, op beyde hoer e ogen te verbueren (/).Eenige in- gezetenen, met naame Franc die Waele, Oude Jacob Florys zoen, Claes Gaef, Jan Brafeman, Symon Willemszoen, Jonge Ja- cob Fkryszoen, Willem Grebher, Dirck Jan, Ghysbert Bartszocn , Matthys Coen , Claes Cleyn, Jacob Roelofsz., Jacob Meyfler, Co- man Claes Janszoen , Arent Jan beerenz. Meefler Symon Dirczoen ende Jan zyn zoen, verfcheide van welken, of welker maagen, in 't Geregt geweeft waren , zig verdagt hebbende gemaakt by de Wethouderfchap, kreegen, op den negentienden January des jaars 1481, bevel, om hun geweer, voor zes uuren, op ter Stede huus te brengen (g). Omtrent den zelfden tyd, werdt'er, door
Scout, Burgemeester en, Scepenen ende Rade, ook orde gefield op het bewaaken der Stad door de Poorters. De Stad werdt in zekere wyken verdeeld, en de Poorters en ingeze- tenen van elke wyk, die bekwaam waren om de wapenen te voeren, gebragt onder vier Kapiteinen (/;): van al 't welke wy, hierna, in de verhandeling van het opregten der Burgervendelen, breederverflag zullen doen. De zorg voor vyandelykheden was oorzaak der Keure van den vier en twintigflen Ja- nuary , inhoudende, dat elk, tegen den Keurb. A ƒ 113 verji.
|
||||||||||||||||||||||||||||
*48o.
|
||||||||||||||||||||||||||||
H8i.
|
||||||||||||||||||||||||||||
0
|
||||||||||||||||||||||||||||
rde
|
||||||||||||||||||||||||||||
h,
|
||||||||||||||||||||||||||||
Op
|
||||||||||||||||||||||||||||
(g) Keurb
|
||||||||||||||||||||||||||||
*.ƒ.
|
||||||||||||||||||||||||||||
(i) Keurb. A; £ ll6- Groot.Memor. jy. ry> iz+vir/o.
|
||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||
i84
|
||||||||||||||||||||||||||
door Stadhouder en Raaden, aangefchree- 1481"
ven, dat zy haare Poorters, die thans om- de Ee& trent de Eem lagen, moeit voegen by het 'fluiten- Leger, welk toen het Utrechtfche Blokhuis op de Vaart zogt te bemagtigen. De Re- geering antwoordde, op den elfden Octo- ber „ dat zy haare Poorters gaarne naar 't „ Leger zenden wilde, zo de Eem maar „ wel bewaard bleeve, en zo de Stigtfchen „ uit Gooiland konden geweerd worden (f)." Veelligt, zyn de Amlterdamfche Poorters , federt, van de Eem af, en naar't Leger ge- trokken; en zal dit dan den Stigtfchen ge- legenheid gegeven hebben, om iet in Gooi- land te onderneemen. Doch, wat hier van De tf- j zy; des nagtsna den negenden December *r^cht" kwamen de Utrechtfchen en Amersfoor- 0cveer"aij ters, ten getale van zeshonderd man, voor] en N^1' Naarden, verralten de Stad, en bedreeven den. 'er veel moedwils. Doch zy bleeven 'er maar twee dagen. De aantogt der Amlterdamme- Worde* ren, die in merkelyken getale uitgetrokken door<# waren, en by welken zig die van Muiden en 4mftej| Weesp, eerlang, voegden, noodzaakte de^1"^ Stigtfchen, Naarden te ruimen. De buit,gejaag*' dien zy medevoerden , werdt hun egter, voor een gedeelte, ontjaagd, door deAra- fterdammers en de anderen, die niet ver- zuimd hadden, den wykenden vyand agter na te zetten (V). En veelligt heeft men, hier ter Stede, ter gelegenheid van dit, of van eenig laater voordeel, op de Utrecht- fchen behaald, de woorden Sw ycht U- trecht, waar voor ik agt, dat men,niet |
||||||||||||||||||||||||||
den kant van Utrecht. Ook werden de ves-
ten aan deeze zyde, met verfcheide toorens gelterkt, enrykelyk beplant met gefchut (n). De binnen!andfche tweefpalt vermeerder- de, midlerwyl, hand over hand. De Hoek- fchen, met Rcyer van Broekhuizen, eenen Gelderfchman, aan 't hoofd, hadden zig, met Utrechtfche hulpe, in January, mees- ter gemaakt van Leiden, uit welke Stad zy, in 't jaar 14.79, verdreeven geweeft waren (o)- De Regeering van Amlterdam , hierop ziende, fchreef, in April daarna, hoe, ley. der! hier in den lande, groot opfial was , en- de genoech open oorlooch, tuffchen ons mit die Steden van Haerlem ende Delff op die eyn fy- de, ende die Steden van Leyden, van der Gou- de ende andere ouer danden zyde (p ). Doch Leiden en Gouda onderwierpen zig, kort na dit fchryven, aan Maximiliaan; die, be- dugt dat de Utrechtfchen, aangemoedigd door 't gene zy op Leiden vermögt hadden, veelligt, iet op Amilerdam onderneemen zouden, de Regeering waarfchuwde , op haare hoede te zyn. En op 't ontvangen van zulk fchryven, werdt, den vyfden M ay, af- gekondigd „ dat, wanneer de wapenklok „ floeg, de oude Schutters, op de Plaats, „ by Schout en Geregte, komen moeiten, „ tot befcherming van 't Stadhuis; dat de „ jonge Schutters de Nieuwendyker Poort, „ ftaande voor de plaats daar nu de oude „ Haarlemmer fluis legt, van binnen en van „ buiten, moeiten komen bezetten; en dat „ de Kerkzyde-Poort, ook de S. Olofs Poort „ genaamd, en ten einde van de Warmoes- ftraat ftaande, door de Handboogfchut- |
||||||||||||||||||||||||||
1481.
|
||||||||||||||||||||||||||
Twee-
fpalt
tuflcheti
Amrter-
dam en
«enige
andere
Steden.
|
||||||||||||||||||||||||||
Voor-
zorg in de Stad, in geval van on- raad. |
||||||||||||||||||||||||||
zwygt, maar zwigt Utrecht leezen moet,
geplaatlt in een der toorens, die, in dit of in het volgende jaar, langs den Stads muur, naar den kant van Utrecht, gemetfeldwer- den. De tooren, waaraan deeze woorden nog langte leezen geweeit zyn, maakt te- genwoordig een gedeelte uit van de Klove- niers Doele. 't Geregt van Amlterdam, berigt ontvan-Ke"f'.
gen hebbende uit Naarden, inhoudende, w,läLg' dat die ruit er en , die deeze Stad oueruallen *ci \>f hadden, in 't openbaar fpxaken van Amlter- tenl*« dam ook te willen overrompelen, keurde, den den dertienden December „ dat alle ballin- ^Li* „ gen uit Leiden en Dordrecht, die zig in °^Qifc „ de Stad bevinden mogten, dezelve, by „ zonnefchyn, zouden hebben te mimen: „ ook zulke Utrechtfchen en Amersfoor- „ ters, die hier, naPaafchen, omtrent wel- „ ken tyd, zig de gerügten van het kwaad „ voorneemen der Stigtfchen meelt hadden » be-
ft) Groot-Merhor. JV. I. ƒ. i«f • {t?) Cliron. ven 14.81 - 14S3. in MATTHar Anal. Tm»-
I. p. 42* > *2«. AmelGAKDI Gefta Ludov. XI. Libr. Vf- Cap. 2j, ap. MARTENK Si DURAND Veter. Mohhjïi. T«*' IV. td, jaz. |
||||||||||||||||||||||||||
5>
|
ters, bezet moeit worden. Wyders, moes-
|
|||||||||||||||||||||||||
ten de zesendertigen, die geene Schutters
„ waren, en alle andere Poorters zig ver- „ voegen op hunnen hoefflag (3)." Wat laa- ter, kreeg men, te Amlterdam, kennis, dat de ballingen van Leiden en de Poorters van Utrecht voorneemens waren, brand te Itig- ten in de Stad. 't Geregt ltelde terltond or- de, om zulk een ongeval te voorkomen, on- der anderen , beveelende, dat elk, 't zy poirter of goß, die iet van den toeleg ver- nam , daarvan behoorlyk kennis geeven moeit (f). Kortom, 't blykt, uit verfcheide Keuren, dat men, te Amlterdam, genoeg- zaam het gantfehejaar door, op zyne hoe- de was tegen de Utrechtfchen (V). Met den aanvang van December , kwam
het gevaar Amlterdam eerit nader. Om- trent twee maanden te voeren, was der Stad, |
||||||||||||||||||||||||||
De Am-
fterdam- mers helpen |
||||||||||||||||||||||||||
(») Keutb. A. ƒ. 129 vlrfi, 130 vtr/b.
(oj Vaderl. Hift. IV- Deel, il. i*>4.
(p) Groot-MeiBor. N. I. ƒ, ijs.
(f) Keutb. A. ƒ. il» vtrfo.
(r) Keurb. A. ƒ. 12} verf«.
(s) Keurb. A. ƒ. 12« vtrfi, 12J vtrfi.
|
||||||||||||||||||||||||||
I. StiiLJiLaJz. 184-.
|
|||||||
*^
|
|||||||
^fcfclBÄ
|
|||||||
S-^POOÄ'I'vaiiljiniienenvanbuiten.iiudeH.EGUI.IEE.S-TOOREN en Herbere-de MUNT
|
|||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
IV. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
185
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
de , liet haare Heerlykheden aan haaren 1482.
vierjaarigen Zoon, Filips (d), Maximi• Vrouwe liaan, zyn Vader, in Holland gekomen,Maria> werdt, door de Steden, en ook door Amfter- Amfter- dam,terftond,alsroogiofÄawaflrJvanzyne Jam |*J' twee kinderen, Filips en Margareta, erkend. J-jJuJjJ De eed, dien hy, en de Edelen en Steden |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ begonnen te verfpreiden, gekomen wa-
„ ren. Voorts, mögt niemant nieuwe flaa-< ,, pers inneemen, zonderze Schout of Bur- „ genieeftercn aan te geeven: 't welk zy, i, cl ie Utrechtfchen of Amersfoorters in huis, „ of huizen aan dezelven verhuurd hadden, „ ook verpligt werden te doen (V)." Nog werdt, tien dagen laater, byopenbaare af- kondiging, aan de Capiteyne van der Wake gelaft, hunne boffen met die camers, cloten, cruyt, proppen enz. op die vcflen te brengen; met belofte, aan de Schippers, die boffen ofteferpentyncn wilden leenen, dat de Stad de fchade, die'er aan komen mögt, vergoe- den zou (x) : 't welk klaar lyk doet zien, dat 'tc men voor onraad van buiten bedugt was. ,ere'gt En om, zo veel mogelyk ware, de over |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
aan
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
s voor
by deeze gelegenheid, afleiden , is, zo ver Voogd,
my bekend is," nergens gedrukt; waarom wy dien, uit het eerfle Stads Privilegieboek f. $6. ontleend, en in de Bylaagen {e) ge- plaatft hebben. Behalve door deezen eed, weet ik niet, dat de Hertog, ten deezen ty- de, eenige Privilegien beveiligd heeft. In Auguflus en September, ondernamen De Stad
de Amfterdammers eenen togt te water te- brengt gen de Utrechtfchen, die, in dien tyd, het menige beleg geflaagenhadden voor het SlotteYs-J^g" felilein, welk zy egter, eerlang, verlaaten tegen de moeiten. De Regeering hadt, den zesen- üuecht- twintigften Juny, wederom orde geileld op fchen- 't bewaaken der Stad, door allen, die bo- ven de twintig, en onder de zellig jaaren oud waren. Men hadt toen vernomen, dat die van Utrecht een'Jprong op Amfterdam- waagen wilden (ƒ): waarvan egter niet blykt iet gekomen te zyn. Doch nu beval zy, den tweeden Auguflus „ dat alle zeefche- „ pen, van voor de païyngen, ter haluer ye zou- „ den gaan leggen (g)," vermoedelyk, om plaats te maaken voor de Vaartuigen, die, van Stads wege, Honden byeen gebragt te worden. Op den tweeden September, werdt belafl „ dat de Rynfchippers, zo vreem- „ den als Poorters, zouden hebben te vaa- „ ren naar Muiden, om daar het Krygs- „ volk van Heere Salezar, een Biskaaifchen „ Overfle in dienfl van Maximiliaan, in te „ neemen , en naar Spaarnedam te voe- „ ren (b)." En drie dagen laater, kwam 'er eene Keur uit, beveelende aan alle Schut- ters, die geboden waren ïüi te vaerentenheer- valrty tegen 's anderendaags, mit hoeren har- nafch ende weer [geweer], op die plaetze te komen, als die flede clock gelnyt is, om fcheep te gaan, en die bannyer te volgen, op ver- beurte van lyf en goedt (1). Men weet niet, Twee hoe veel fchepen de Stad, ten deezen tyde, Utrecht- te water bragt; doch 't blykt, dat dezel-5he„ . ven, de Zuiderzee zynde ingezeild, tot op ^fb™" de hoogte van de Eem, twee Utrechtfche magtigd. Vaartuigen, die van Overyllel kwamen, en denflroom op wilden, bemagtigd hebben. Het eene was met kooren gelaaden: het an- der met falpeter, buskruid , fleenen bus- kloo-
(d) Vadccl. Hift. IV. Deil, «. 207.
(e) Lr. C.
(ƒ; Keurb. A. ƒ. 134.
\g) Keurb. A. ƒ. 13 5 verfi. (b) Keurb. A. ƒ. 137- , (<) Keuib. A, f. lil vtrf», Aa 3
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
S
|
blyffels der partyfehap uit te rooijen, werdt,
en op denzesentwintigften, eene merkwaardi- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
'f^fch ge Keur gemaakt, welke wy, in haare ei-
,Hl. gen bewoordingen, hierby voegen : item,
fVf h °ff ^an yemant ware' Me enighe perfonen, on-
iNe. Je poir teren wefende, quade woerden gaue,die
"• partye angaen, feggende ghy fyt een hoeck
off een Cabbelljau, dat Jahnen myt de clock
alfoe corrigeren, dattet enen ygelyck exempel
vefen fal\y).
De Utrechtfchen , die, eenigen tyd te
vooren, de Hollanders by de Vaart geflaa- gen hadden, werden , op deezen zelfden zesentwintigilen December, door hen, on- der 't beleid van den Stadhouder Joolt van Lalaing, overwonnen in Weftbroek(z).De gevangenen, die omtrent honderd in getale waren, werden naar Amfterdam gevoerd. Ook ftondt de Stadhouder den Amfterdam- meren de veroverde bannier der Utrecht- fchen af, die, ter gedagteniiTe deezer ze- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
\ ge, in de Oude Kerke,werdt opgehangen O).
^S ' De kryg werdt, in 't volgende jaar 1482, NefVfterk voortgezet, fchoon men, onder't roe- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bender wapenen, op meer dan ééne plaats,
C" en onder anderen in 't Reguliers - Kloofter
0(ler. buiten Amfterdam (b), van vrede handelde.
Doch deeze handelingen liepen vrugteloos
af. De Regeering van Amfterdam voer,
u derhalve, voort, met zorg te draagen voor
™a. de veiligheid haarer Stad, en beval, op den
elfden February „ dat de Schutters , by
„ beurten, met hunne boogen en clovers,
„ op de Poorten en boomen, moeiten ko-
Ï)Qq, j, men waaken (c)."
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
htt
|
Vrouw Maria, niet lang hierna, op den
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
zevenentwintigflen Maart, overleeden zyn-
(w) Keutb. A. ƒ. m vtrfi.
(*) Keurb. A. f. 129 ver/o.
(y) Keuib. A. f. '3° verfi.
,z) Chron. van 148I — 1+«5- hL 43° ">*■
Vr< V°KT'^i Amft. Lih. 1. Cap. VIII. f. 24.
W V ibUi P- 'S-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||
136
|
||||||||||||||||||||||||
Regeering van Amfterdam, te weeten 1483'
Schout, Burgemeefters, Schepenen en Raad, jankdag beval, den elfden Oélober, by openbaare desw^S5 afkondiging „ voortaan niemant derStigt- te A111^ „ fchen te misdoen." Ook werdt, metdenfter Provifoor en Deken van Amftelland, die hier ter Stede over Kerkelyke zaaken op- zigthadt, beraamd ,, des anderendaags, ,, na 't eindigen der hooge mille, eenen „ plegtigen ommegang te houden." Flik werdt bevolen, dat eerivairdighe beylige Sa- crament na te volgen, om der flede, ende deuotelyck met alle aendacht te helpen bidden, voir alle gelouige zielen , die in defe voirf vee- de [veete, tweedragt] van den lychaem ver- fcheyden zyn: ende dat God onfe Her e voirn. ons verlojjen wille van de peßilencye, die God betert hier ende ouer all regneert (r). Terwyl de oorlog nog duurde, hadt deBifll-wP
Stad Amfterdam zig meefter gemaakt van David^, de Sloten te Abkoude (s~) en te Vreeland, van^s uit vrees dat de Utrechtfchen zig daarvan |°"<jt verzekeren mogten ; 't welk de vaart en vergs^5 handel haarer ingezetenen en den toevoer aan W langs de Vegt , geweldiglyk, belemmerdde R^g zou hebben. Maximiliaan hadt, by Brie- ^nV1' ven van den veertienden September dee- fterd3"1' zes jaars 1483 , beide deeze Sloten aan op b? Holland gehegt, en aan Amfterdam te be- waaren gegeven (O- En de Stad hieldtze ^en j' nog tegenwoordig bezet. Biflchop Da- A.bk°u |
||||||||||||||||||||||||
klooten, pylen en ander krygsgereedfchap,
ter waarde van omtrent tweeduizend Ryns- guldens (£). Op den drie - entwintigften December ,
werde, te Atrecht, de Vrede getekend met Frankryk, die, op laft van den Raad van Holland, ook hier ter Stede, afgekondigd werdt (/). Doch de kryg met de Stigtfchen duurde nog, tot in 't volgende jaar. De Stad Amfterdam hadt 'er, by aanhoudend- heid, veel laft van. Men moeit hier met flegts zorgen voor de veiligheid der Stad, ten welken einde , het Geregt, den drie-en- twintigften May, beval, met dubbele wa- ke te waaken, en geene dekens of kuflens mede ter wagt te brengen (tn); maar de Poor- ters en ingezetenen, boven de twintig en beneden de zeftig jaaren, werden, by lo- unge , verpligt, ter Heirvaart te trekken, en den bannierdraager en Burgemeefters, die hun voorgingen, te volgen: waarom ook elk bel aft werdt, niet zonder verlof van Bur- gemeefteren of van het Geregt, van huis te gaan (w). Doch zulk eene verbindtenis moeft den ingezetenen eener Koopftad, door den tyd, zeer laftig vallen: 't welk dan de re- den was , waarom veel e Amfter dammers verkooren, niet in perfoon ter heirvaart te trekken, maar anderen in hunne plaats te zenden; in welk geval, zy zig op 't Stad- . huis moeften aangeeven (0). Doch de Re- - geering hadt nog een ander middel gevon- den, om haare Poorters van Krygsdienfl: te verfchoonen. Zy hadt, nevens de ande- re Steden van Holland, beflooten, eenige Ruiters of gehuurdeknegten aanteneemen, die, in de plaats der Poorteren, te velde trokken. De koften, die hierop liepen, wer- den gevonden uit een Ruitergeld, zyndeeen- honderdften en tweehond er dften penning, die, hier ter Stede, door zes Perfoonen aan de oude, en zes Perfoonen aan de nieuwe zyde,werden ingevorderd (p). Dochdeeze laft, die Amfterdam egter minder dan fom- mige andere Steden drukte, begon ook te verveelen door den tyd. Maximiliaan,nu van den Franfchen kryg
ontflaagen, befloot ook een einde te maa- ken van den Stigtfchen, en floeg het beleg voor Utrecht, in den Zomer deezes jaars. De Stadhouder Lalaing fneuvelde in dit beleg, welk, na twee maanden verloops, met het overgaan der Stad en met een Ver- drag, eindigde (q). _ Het was zo dra niet bekragtigd, of de (k) Chron. van 1481—1483. W. 4!j.
(I) Groot-Memor. N. I. ƒ. 181 verf,.
(m) Keurb. A. ƒ. 141 <verfo.
(m) Keurb. A. f. 139, 142, 141 verfo,
(0) Keurb. A. ƒ. 1+2.
(p) Keurb. A. ƒ. 142, 143.
(q) Vaderl. Hift. IV. Deel, II. zzS me.
|
||||||||||||||||||||||||
1482.
|
||||||||||||||||||||||||
De A-
trecht-
fche Vre- de wordt hier af- gekon- digd. 1483.
Laft dei- Stad van den U- trecht- fchen kryg. |
||||||||||||||||||||||||
Zybezol
digteeni gekneg- ten. |
||||||||||||||||||||||||
te
|
||||||||||||||||||||||||
vid van Bourgondie, na 't overgaan vanen te
Utrecht, in zynen zetel herfteld zynde, Vred_ begeerde, dat Amfterdam hem deeze Slo-lan ' ten wederom inruimde,enfchreef 'ereenen ernftigen Brief over aan de Stad; die, in haar antwoord, welk, naar de rondigheid dier tyden,in hartige taaie,was opgefteld, zig hiertoe ongezind verklaarde. „ Zy „ hadt, fchreef zy, zwaare koften moeten „ doen , tot byftand van den Biflchop, die „ haar nog niet vergoed waren. Om zig, „ voor deeze vergoeding, te verzekeren, ^, hadt zy voor, de Sloten, welker bewaa- „ ring haar, door den Hertoge Maximi- „ liaan, was aanvertrouwd, in te houden. „ Nogtans , wilde zy , wegens het bezit „ derzelven, tot 's Biflchops meerder eere, „ wel met hem overeen komen." Het ant- woord der Stad was, den negenden De- cember, gedagtekend (u). Ik weet niet, of de onderhandeling met den Biflchop voortgang hadt; doch zy werdt, ten dee- zen tyde,zekerlyk,niet voltrokken, en de Sloten bleev en, nog eenige jaaren na deezen, in de bewaaring der Stad. De
(r) Keurb. A. ƒ. 143 verft,
(s) Zie hier voor, il. ïgo. (1) Uit de Stukken in 't Vertrek der Thelïurie, Out*
Laaie K. L«. W. W. W. (») Groot-Memoi. N. I. f. i%j verft. |
||||||||||||||||||||||||
Verdrag
met
Utrecht.
|
||||||||||||||||||||||||
Plegtige
|
||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||
IV. Boek.
|
|||||||||||||||||||
187
|
|||||||||||||||||||
gegeven, om het Geregt, de zesenderti- ^
gen, en die beek ryckdom van der Stede van 4?4; Amfterdam byeen te roepen, en, met der-v™- C zelver bewilliging, den Bier-excyns te ver- hoogd. hoogen: waar van der Gemeente, dender- tigften January, op den naam van Schout, Schepenen en Raade, kennis gegeven was (y). De inkomften der Stad namen, hier- Eenige door i en door de andere gewoone midde- renten len, zo zeer toe, dat men, eerlang ^ in itaat a gelpft- geraakte, om de renten, welken de Stad, in de jaaren 1481, 1482, 1483 en 1484, ten haaren lafte gekreegen hadt, wederom af te lollen: 't welk, in 't begin'des volgenden 1485. jaars, openlyk bekend gemaakt werdt (z). In Vlaanderen , daar men Maximiliaan Omme-
niet voor Voogd hadt willen aanneemen,§a"gi" waren, reeds in 't jaar 1483, beweegingen jj^srtajJ> ontftaan , die eerlang uitliepen tot eenen en vrede volflaagen binnenlandfchen oorlog; waarin te ver- Karel de VUL, Koning van Frankryk, zig werven^ ook mengde: 't welk gelegenheid gaf tot het verbreeken der Atrechtfche Vrede (a). Men hadt, te Amfterdam, een zwaar hoofd over de eerfte beginfels der tweedragt, en derhalve, in den aanvang des jaars 1485, eenen plegtigen ommegang bevolen, om ruft en vrede en goed weder te verwerven (£). Doch de onluften buiten 's Lands namen, hand over hand, toe. Die van Sluis, reeds te vooren verfcheide invallen in Zeeland gedaan hebbende , namen Vliffingen in, by verraffing, in May deezes jaars (c). Maximiliaan, inFebruary des jaars i486, Maxinii«
te Frankfort, tot Roomfch-Koning verhee- liaan ven zynde j kwam, kort daarna, in Hol-wordt te land, en werdt, in de voornaamfte Steden, Amfter- ftaatelyk ingehaald: ook te Amfterdam, al- gehaald. waar, den twintigften Maart, afgekondigd 14.86, was „ dat alle de Gilden," die , ten dee- zen tyde, reeds twee-entwintig in getal wa- ren „ en alle de Schutters der drie Schut- „ teryen hunne toreben [toortfen] gereed ,i moeften maaken, en dat elkzyn huis ver- ,, fleren moeft, ter inhaalinge van Koning „ Maximiliaan en deszelfs Vader, Keizer „ FredrikdenlII(^)." De Vorft, eenen oorlog te water tegen Hy
de Vlaamingen en derzelver aanhang in den maakt zin hebbende, raadpleegde, ten deezen ty-eene de, op het inftellen eener nieuwe Ordon- q^ot! nantie op de zaaken der Admiraliteit. Wy nantie hebben, hier voor, by meer dan eene ge- op den legenheid CO» aangemerkt en getoond,dat oorlog (?) Keurb. A. f. 1+7 veïfi.
(zj Keutb. A. ƒ. 156 ver/e,- 157.
la) Vaderl. Hift. IV. Deel, il. 231, »'*•
(ij Keurb. A. ƒ. 15$.
(c) Vaderl. Hift. IV. Deel, il. zji,*'.*-
(d) Keurb. A. ƒ. ijs.
(e; Zie II. Deel, UI. Btekt W. H° , I+ï, 145 s jji etf'
|
|||||||||||||||||||
De Regeerihg hadt zelfs , nög flia het
overgaan van Utrecht, gezogt bezetting te krygen op het Slot te Kroonenburg, irtsge- lyks, aan de Vegt gelegen. Doch alzo zy niet toonen kon, dat zy, hiertoe, door Her- toge Maximiliaan, gemagtigd was, maak- te Anthohis van Amflel, Heer van Mynden en Kroonenburg, zwaarigheid, om haar het Slot op te geeven. Alleenlyk verbondt hy zig, by plegtigen eede, die, den negen- entwintigften September, aan handen van den Burgemeefter Dirk Heimanszoon, ge- ftaafd werdt, dat hy zulks doen zou, zo dra men hem volmagt van den Hertog-e toonde (v). De Wethouderfchap, ondertuflehen, zig
willende verzekeren van de trouwe der Ort- derhoorigenvanhetSlotteAbkoude,fchreef den Kaftelein en Baljuw, Henrik Boetfelaar, den agtentwintigften January des jaars 1484, aan „ dat hy de opgezetenen der Heerlyk- „ heid van Abkoude, die boven de twin- „ dg en onder de zeitig jaaren oud waren, „ tegen den volgenden Zondag,zynde den j, eerften Februaiy,voor 't Huis te Abkou- S, de, moeft doen byeen komen, om al- „ daar, als onderhoorigen vanAmftelland, ,i in handen van haare Gemagtigden, den 3, eed aan den Hertoge te komen afleggen." Ook gefchiedde zulks , op den tweeden der zelfde maand. Men zwoer beide den Her- toge Maximiliaan en der Stad Amfterdam getrouwheid. De brief aan den Kaftelein en de beèediging der opgezetenen van Ab- koude ftaan in de Stads Regiflers te boek gefield: waaruit wyze ontleend hebben, als nog nimmer gedrukt geweeft zynde, omze, hier agter, in de Bylaagen (50), te plaatfen. De Hollandfche Kooplieden , en Am-
fterdam in 't byzonder, leeden, omtrent deezen tyd, wederom merkelyken overlaft van zekeren Ooftfriefchen Edelman , Ede IVymèkyn genaamd. De zes groote Steden raadpleegden, in Auguftus deezes jaars, 0- ver de middelen om zig daar tegen te be- , veiligen, op eene Dagvaart te Alkmaar. Zy heflooten, eenen brief af te vaardigen aan de Graavinne van Ooftfriesland, of, gelyk zy dezelve noemden ,aan de Graavinne van Jimden , die zy den titel gaven van onfe berde [dat is, zeer] Heue, ende wel geminde Vrouwe (ar). En 't fchynt, dat dit fehryven fiiet vrugteloos is geweeft. Immers, ik vind |
|||||||||||||||||||
Ntbe-
Cr'
Ir [ te
S-
Nbmg. |
|||||||||||||||||||
vfieo
|
|||||||||||||||||||
»'S?
f)'%
|
|||||||||||||||||||
JPet) dat 'er, federt, over den overlaft des
ooftfriefchen Edelmans, geklaagd is. . ^ ße laften des jongften oorlogs hadden, |
|||||||||||||||||||
!1 den aanvang 'deezes jaars, gelegenheid
(Zfj l.',.PEïi!!f- Böek, ƒ• >« vtrf* en Bjlaogfn L'. D.
|
|||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i88
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lige Stede, de Plaats en S. Jakobs Kapel (/;). i4#7j
Ook werdt,den agtften November,belaft, dat de fchepen, winterlaghe leggende bin- nen de paaien van de oude zyds Waal by die Laßaige, van daar, voor S. Maarten, zynde den elfden November, zouden moe- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i486, de oorlog te water, van ouds, in Holland,
heel anders gevoerd werdt, dan in laatere tyden en tegenwoordig; dat byzondere Ste- den, dikwilsop eigen gezag en koften, oor- logsfchepen in zee bragten, over welken zy zelven Admiraals en Kapiteinen aanftelden, en dat Amfterdam, voor deezen tyd,in het regelen der zeezaaken, zeer veel, zo niet het voornaamfte bewind hadt. Maximi- liaan, oordeelende, dat hem het opperbe- beleid over den oorlog te water toekwam, vondt dan geraaden, by Plakaat van den 1487. agtften January des jaars 1487, op de naa-
men van hem en van Filips, zynen Zoon, te Brugge ,_ getekend, te beveelen „ dat J5 zyn Admiraal, voortaan, alleen kennis „ neemen zou van de gemaakte pryzen, en „ oordeelen, of dezelven te regt gemaakt „ waren; dat niemant , op eigen gezag, „ eenige fchepen van oorloge zou uitrus- j, ten; maar daartoe vooraf verlof verzoe- „ ken van den Admiraal; dat de Admiraal „ een tiende van alle de pryzen genieten „ zou; dat hy een Luitenant en andere Of- „ fkieren zou aanftellen, om nevens hem „ te regt te zitten enz." De Stadhouder en Raaden in Holland kreegen, onder an- deren, laft, om de hand te houden aan de uitvoeringe van dit Plakaat, in welk nog- tans verklaard was „ dat niemant zou ge- „ agt worden, by het zelve, verkort te zyn „ in zyne regten; in welker vol bezit, elk „ begreepen werdt te zullen blyven onbena- „ deeld(/).'"tls ondertuiTchen twyfelagtig, of de zeezaaken, ten deezen tyde en federt, in Holland, wel naar den inhoud van dit Plakaat gefchikt geweeft zyn: alzo Keizer Karel de V.; meer dan vyftig jaaren laa- ter, eene nieuwe Ordonnantie op de Zee- vaart, op diergelyken voet gefchikt, heeft goedgevonden uit te geeven (g). |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ten weghaalen (0- 'c Gevaar verminderde
nie,t, na dat die van Brugge, in February des volgenden jaars, Maximiliaan in heg- tenis genomen hadden. Te Amfterdam, werdt een plegtige ommegang gehouden, om zyne verloffing van den Hemel te ver-werven (k). Doch 't liep aan tot in May, eer hy op vrye voeten werdt gefteld, in ge- volge van een Verdrag, waarby beraamd |
&& %t
daar,
jrevaOs
van^
xiöii- "ijs-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
werdt, dat Vlaanderen, op den naam van
Filips, door-de Heeren van zynen bloede en van den Raade, en de overige Neder- landen, door Maximiliaan, geregeerd zou- den worden (/). Terftond hierna, hielde men, te Amfterdam, wederom eenen om- megang, tot dankzegging voor's Vorften verloffing (m). Doch de komft van Herto- toge Albrecht van Saxen, die Keizer Fredrik de III., met een Leger, herwaards gezon- den hadt, bragt Maximiliaan tot het befluit, om zig niet langer te houden aan het ge- flooten nadeelig Verdrag. Gend werdt, fe- dert, vergeefs, belegerd door de Keizer- fchen, en Sluis verklaarde zig, openlyk, tegen Maximiliaan (n). la deezen ftaat der zaaken, vervoegde
de Vorft zig aan de Stad Amfterdam, om onderftand in geld: ende Regeering liet zig overhaalen, om, ten zynen behoeve, zes- honderd en veertig ponden van veertig grooten vlaamfche munt erfelyke renten op de Stad te verkoopen. Zy ontving hier- voor , van verfcheide perioonen, tiendui- zend tweehonderd en veertig gelyke pon- den , die Maximiliaan werden ter hand ge- fteld: waaruit blykt, dat de renten tegen den penning zeftien, dat is, tegen zes en een vierde ten honderd verkogti waren. De Vorft ontving zelf negenduizend zeshonderd ponden. De overige zeshonderd en veer- tig ponden werden, op zynen laft, uitge- keerd aan Meefler Henrik Wolf'ertszoon, die hem zulk eene fomme op het Baljuwfchap van Amftelland , Waterland en Zeevank verftrekt hadt. Aan de Stad werden, wy- ders , om de jaarlykfche renten te vinden, in handen gefteld het Baljuwfchap van Am- ftelland, Waterland en Zeevank, voor twee- honderd ; de fluis van Grootebroek voor drie-
(bj Keurb. A. ƒ. i«3.
(')'; Keurb. A. ƒ. iss.
(£; Keurb. A. ƒ. 167.
(l, Vadert. Hift. IV. Deel, il. 240 enz.
(m/ Keuib. A ƒ. icS.
{n, Vadeil. Hill. IV. Deel, tl. 243 enz.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
er<
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3*?
rent;
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ten
hoe
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van
|
riH"'
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
U^
Haaf'
aA
teilt-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zorg tc
Amfter- dam te- |
De onluften in Vlaanderen namen vaft
toe, van dag tot dag. De Hoekfchen, die |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nu alomme in Holland ontzet waren van de
foop°P" Regeeringe 3 zogten zig van deeze onluften te bedienen, om, terwyl Maximiliaan zyne rneefte zorg aan't bevredigen van Vlaande- ren fpillen moeit, zig, hier te Lande, te herftellen in 't verlooren bewind. Te Am- fterdam, kreeg men, in Oclober, tyding van eenig vyandlyk voorneemen, 't welk ge- legenheid gaf tot een beflint van den zeven- en twintigften, om de Stad, in geval van oploop, te verdeelen in zes wyken, eneven zo veele zamelplaatfen der gewapende bur- gerye. De laatften waren S. Olofs Kapel, de huizen van Bartbolomeus Jakobszoon en Aru ßoelenszoon, S. Pieters Kerk, de Hei- C/j Groot-Plakiiatb. IV. Deel, hl. 1203. (g) Zie Groot-Plakaaib. IV. Veel, èl. ms- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en
|
%•
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
va«
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IV. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
189
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fchen, wat laater, eenen yergeeffchen aan- 1480a
flag ondernamen. Doch 't liep aan tot in Rotter- Juny, eer Rotterdam, by verdrag, opge-dam her- geven werdt (r). neemen* De yver, dien Amfterdam toonde , om Het ban- den Roomfch-Koning by te flaan, in het be- envang- leg van Rotterdam, verwierf der Stad, al ^^ der terflond na den uittogt haarer Poorteren , wordt twee merkwaardige Privilegien. Het eerfle uitge- weide, te Delft, alwaar het Leger verza-breid' meld geweeft was, den zesden February des jaars 1488 [1489], op de naamen van Maximiliaan en Filips, gegeven. By het zelve, werdt het regt der Stede, om te mo- gen bannen en vangen, welk, te vooren, binnen de Vryheid bepaald geweeft was, tot op duizend roeden buiten de Vryheid, uitgebreid. En dit voorregt werdt der Stad verleend, overmits die menichvoudige en ge- trouwe dienfien, die zy den VorRgedaen hadt, in diverfche manieren dagelyks deedt, en ,zo men hoopte, voortaen noch.doen zou. Ook was het der Coopfiede, waer veel en diverfe Coopluyden verkeerden, en waar zig menigh- te van volck onthieldt, veel waardig, heb- bende men meermaalen ondervonden, dat de ballingen zig maar even buiten de Vry- heid, dat is, maar ruim honderd roeden buiten de vellen, plagten te onthouden , daar zy dikwils veel moedwils bedreeven (Y), zonder dat menze, van Stads wege, vangen mögt: 't welk men, nu het vang- en banregt zelf, nog duizend roeden ver- der , en dus in alles elfhonderd roeden bui- ten de veflen werdt uitgebreid, ligter voor- komen kon. Het ander Privilegie, weik, Zy ver- insgelyks, op de naamen van Maximiliaan k^t en Filips, den elfden February, te Schiedam, '^jf de daar de Amflerdamfche Poorters, ten dee- Roomfch zen tyde, in bezetting Jagen, gegeven werdt, Koningk- beflondt in de vergunning, om, van nu voor- 'vke taen , tot eeuwighen daghen , de Roomfch- !<roon KoningklykeKroon te mogen voeren boven haarwa- het wapen der Stede; eene eer, die, onzes pen te weetens, nooit aan eenige Stad hier teLan- mogen de vergund geweeft is. De reden van dee-voeren" ze byzondere gunfl was, niet alleen de voo- rige dienfien, door de Stad,iot harenfaa- ren koften, ten behoeve der Vorften, gedaan; maar ook de dienfien, die zy dagbelycx deedt, in de tegemvoordighe ixapeninge, dien de Vor- ften verklaarden, van noots wegen, te moe' ten doen, omme de Stede van Rotterdam, 't Slot ende Stede van Woerden tot reduStie ende gehoorfaemheyt te brengen. Doch deeze re- den hadt ook by andere Steden plaats. Ma- ximiliaan befloot Amflerdam, op deeze wy- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
H38.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
driehonderd en vyftig ponden, en de fluis
van Medenblik voor negentig ponden: van al 't welke brieven verleend werden, die den vyfden February getekend waren. De Stad zou fchadeloos gefield geweeft zyn, zo zy deeze inkomflen hadt mogen ontvan- gen: doch men heeft haar nimmer willen toeftaan, dat zy het fluisgeld te Grootebroek en te Medenblik vorderde (0). Wy zullen wat laager zien, wat haar daar tegen, ein- delyk, werdt afgeftaan. Omtrent deezen tyd, waren eenige Am-
flerdammers, onaangezien de Nederlanden thans vrede, en zelfs een Verdrag van Koop- handel met Engeland hadden, door de En- gelfchen, op zee, genomen en mishandeld. De fchuldigen aan dit wanbedryf waren , federt, te Amflerdam, inhegtenis geraakt, en zouden, waarfchynlyk, naar verdienflen, geftraft geworden zyn, zo niet eenige inge- zetenen de gevangenis g'eweldiglyk opge- broken , en de gevangenen op vrye voeten gefield hadden (p) : 't welk gelegenheid gaf tot eene Keure van den zeflienden Juny , waarby het open-breken van eenige Sloten van den Heer of der Stede, omme gevangen daer uyt te gekrygen , ofte het brengen van eenige inßrumenten, daer fy mede uyt finden komen mogen, op lyfflraffe, verbooden werdt (q). De Hoekichen, Jonker Frans van Brede-
rode tot hun hoofd verkooren hebbende, fchuimden, midlerwyl, langs de Zeeuwfche flroomen op de Hollandfche en Zeeuwfche Koopvaardyfchepen; liepen eerlang de Maä- ze in , en bemagtigden Rotterdam , des nagts na den negentienden November, de nabuurige Steden en het platte Land, ge- duurende den Winter, in ongeruflheid hou- dende , wegens hunne aanflagen. Zelfs was het Slot te^ Woerd en, welk men, ten dee- zen ty de, voor den lleutel van Holland hieldt, door Jan, Burggraaf van Montfoort, bemag- tigd. Maximiliaan hadt hiervan zo dra geene tyding gekreegen , of hy fpoeddezig naar Holland, en befchreef de Steden, die zyne zyde hielden, en daaronder ook Am- fterdam, te Leiden ter Dagvaart, injanua- ry des volgenden jaars. Hier werdt befloo- tcn, de Poorters der goede Steden te doen uittrekken, om Rotterdam te belegeren. Die van Dordrecht, Gouda, Briele en Vlaar- dingen zouden de flroomen fluiten, en daar- door den toevoer naar Rotterdam bekom- meren. Die van Haarlem, Delft, Leiden, Amfterdam , en eenige anderen werden te Schiedam gelegd, op welke Stad, de Hoek- (?) fc£Äw>«k /• **•
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sgcl-
Hl *
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'311
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gen
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
K
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b0t
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ft11
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
«s
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
o
|
X
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
%
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
\
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hen
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ze,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(r) VaJcrI. Hift. IV. Deel) tl. 2+5-2JS.
(5) Hanclv. il. ■■!*• [**•] Bb
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(q) Hinäv.
|
n;
|
' "»•
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
S69.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I. STUK
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
ipo
|
|||||||||||||||||||||||||||||
ze, te vereeren, om dat de Stad nog met
geen behoorlyk wapen gheciert was: en dat haare Poort er en ende ingefetenen, ondertus- fchen, daghelycks, mekharen fchepen ende goe- den, te water ende te lande, in veele verre ende vreemde Rycken ende Landen converferende waren in Coopmanfchappen (t): 't welk, veel- ligt, ten deezen tyde, van geene andere Stad in Holland, in zulk een' uitgebreider, zin, gezeid kon worden. Om den Amfter- dammeren dan, buitenslands , eer aan te doen, heeft de Vorft het wapen der Stad, welk op alle zee- en vrygeleide-brieven ge- drukt werdt, op zulk eene ongemeene wy- ze 5 willen verlieren. In July, werdt de Vrede met Frankryk
getroffen, en in September, met Vlaande- ren. Sluis alleen bleef nog wederfpannig, en de voomaame verblyfplaats der Hoek- fchen, die, in Holland, nog meefler van Woerden waren. Maximiliaan begaf zig dan, in de Lente des jaars 1490,naar Hol- land, daar hy de Steden, of de Edelen en Steden hem bewoogen, om het beleg te flaan voor het Huis te Montfoort; van 't bsmagtigen van welk ook het bemagtigen van het Slot te Woerden afhing, 't Beiluit tot dit beleg gaf die van den Geregte te Amflerdam gelegenheid tot een bevel aan alle Poorters, om, ontbooden zynde, by Burgemeefteren en Thefauriers te verichy- nen. De afkondiging, die dit bevel bevat- te , was den negenentwintigflen April ge- dagtekend , en begon op deeze wyze: Alfoe geaccordeert ende geflooten es by alle die Sta- ten defer Landen, ridderfcip, groete endecleyn- ne Steden, dat men, van flonde an, te velde trecken fal, omme die her e van Montfoort .ende zyn adherenten — te flroffen, Joe iß enz.(w). Ook blykt dat de Poorters van Amflerdam, ten deezen tyde, in 't beleg van 't Pluis te Montfoort, gediend, en dat de zesenderti- gen , den zesentwintigiten Juny, befiooten hebben, tot dit beleg, en tot het uitruilen van fchepen van oorloge, twaalfduizend An- driesguldens op te neemen (V). Zelfs hadt de Stad thans reeds haare Afgevaardigden te velde , omtrent welken, den twee en twintiglten May,beraamd werdt „ dat zy, „ in kleine zaaken, befluiten mogten, zon- „ der dat zy verpligt waren verllag te „ doen O)." De nederlaag der Hoekfchen , in den
fcheepsllryd by Brouwershaven, en het o- vergaan der Huizen van Montfoort en Woer- den, by verdrag, bragt de zaaken deezer |
|||||||||||||||||||||||||||||
partye in zulk een verval, dat zy, geene i$°-
vafle plaats buiten Sluis in Vlaanderen meer inhebbende, zig voortaan meelt met zee- fchuimen geneeren moeit (x). Terwyl het beleg van 't Huis te Mont- De j**'
|
|||||||||||||||||||||||||||||
14-89.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
rinS
|
|||||||||||||||||||||||||||||
foort nog duurde, verwierf Biffchop David ge
|
"
|
||||||||||||||||||||||||||||
ie
|
|||||||||||||||||||||||||||||
eft
|
|||||||||||||||||||||||||||||
van Bourgondie, dat de Stad Amiterdam &s te
hem de Sloten te Abkoude en te Vreeland ^o^9 die zy, federt eenige jaaren, hadt ingehad, en te . wederom overgaf, onder voorwaarde, zo Vreê'3^ fommigen willen, dat hy den Burggraavewed^a van Montfoort geen' onderitand toefchik- ^ pi«' ken zou; hoewel anderen van deeze voor- fcnop waarde geen gewag maaken (y). Ook is van f' my nergens gebleeken, of Biffchop Davidtvectlt' der Stad, ter deezer gelegenheid, eenige vergoeding gedaan hebbe van de zwaare koffen, die zy, ten zynen behoeve, in den jongiten Utrechtfchen oorlog, gemaakt hadt; 't welk egter niet onwaarfchynlyk is. Maximiliaan fchynt, ondertuffchen, ge-Am^l
duurende dien oorlog, het bewind over nog da.nl $ andere Sloten aan fommige Steden te heb- ^ $&' ben opgedraagen. Men vindt ten minfte(s), den^1' dat de Steden Delft, Leiden, Amiterdam ien Cf en Gouda, in September des jaars 1491,11011^ tj Roniert Jacobs tot Kaftelein van het Slotte v°°°i.i Gouda hebben aangefteld, den Slotvoogd aan. Jacob van Cralingen Florys foen, ten zelf- 149*' den tyde, beveelende, hem het Slot in te ruimen (2). f Het fcherp invorderen van het Ruiter- Kz&t
geld hadt, eenige maanden te vooren, ee- Br0.° nen opftand verwekt, onder de Kennemers ^Je en Weftfriezen,die,in 's Lands Kronyken, va0 d«"« onder den naam van het Kaas en BroodsSpel, twee1?3 of den Kaas- en Broods-Oorlog, bekend is. der De zwervende Hoekfchen onderileunden S°ee,i^ deezen opftand, en fchuimden, 't Marsdiep [£abb6'' zynde ingezeild, langs de Zuiderzee; waar jaau^' door de Vaart naar Amiterdam meer of fcW0' min belemmerd werdt. 't Kaas- en Broods- volk bemagtigde Alkmaar, Hoorn, en, in 't jaar 1492, ook Haarlem: doch de Pler- tog van Saxen, met Duitfch Krygsvolk, in Holland gekomen , beteugelde de woeite |
|||||||||||||||||||||||||||||
De Am-
fterdam- mers helpen Mont- foort en Woer- den win- nen. 1490. |
|||||||||||||||||||||||||||||
menigte geheellyk. Sluis, de eenige ver-
blyfplaats der Ploekfchen, werdt, federt, ook ingenomen: en hiermede een einde ge- maakt van den langduurigen tweeipalt der Hoekfchen en Kabbeljaauwfchen (a). Te
(x) Vaderl. Hift. IV. Deel, il. z6l enz.
(y) Hïda in Davide p. 304.
(z) Groot-Memor. N. I. f. zo6.
(a) Vaderl. Hift. IV. Deel, tl. 271-251.
(2) Cömmelin , die (bl. 924.) aantekent, dat
de vier Steden het Kafteleinfcbap, ten deezen ty- de, aan Jacob van Kralingen Floris Zoon opdroe- gen , heeft het (luk , waarop w~y ons beroepen, en welk hy ook aanhaalt, niet wel gelezen. |
|||||||||||||||||||||||||||||
(t) Handv. il. z. [41.3
(») Keuib. A. ƒ. 171 virfo.
(v) Groot-Memor. N. I. /. 29S verft,
(v/) Keiub. A. ƒ. 174 ver/o.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
IV. Boek,
|
|||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
191
|
|||||||||||||||||||||||||||||
H91.
St
>n te
|
|||||||||||||||||||||||||||||
bemuuring der Stad , het opbrengen van 1492.
eene zekere hoeveelheid Leidfchen of ande- ren fteen, die tot de veften en andere Stads werken gebruikt werdt, eene zeer gemeene boete geworden (t). Den oorlog tuitchen Maximiliaan en Ka- Nieuwe
rel den VIII.,Koning van Frankryk, inden bflaftin- Zomer deezes jaars , wederom ontfteken |^jin dc' zyncle, gaf zulks der Regeeringe van Am- fterdam gelegenheid, om den tienden Au- guftus eene nieuwe belafting te leggen op Wyn, Zeep , Olie en andere waaren (£). De fchulden, waarin de Stad zig, ter vol- doeninge der Graaflyke beden, hadt moe- ten fteeken, hadden ook, omtrent deezen tyd, gelyk meermaalen te vooren, aanlei- ding gegeven, dat haare Poorters buiten de Stad bekommerd werden, 't Geregt keur- de hierom, op den derden September, dat men zulke Poorters, voortaan, op Stads koften, zou moeten bevryden (/). De kryg met Frankryk, die tot in 't vol- Orde op
gende jaar werdt voortgezet, gaf het Ge-'twaaken regt van Amfterdam ook aanleiding om, by aldaar- herhaalde Keuren, te beveelen, dat de Stad I4°3' wederom, gelyk in tyden van oorlog en on- raad, bewaakt werdt (m).Doch deeze voor- zorg werdt minder noodig, na dat men, hier ter Stede, kennis kreeg, dat de Vre- de, den drie-entwintigften May, teSenlis, getekend was. De Regeering van Amfter- Vreugd dam beval zelfs, den elfden July,ter gele- devuur genheid van het treffen deezer Vrede, ee-?Tvei,de
o i> Vrede nen openbaaren ommegang te houden, en op van sen-
die Plaets of Dam, een vreugdevuur aan te lis.
fteeken (n). De Friefche dyk by Medenblik was , Amfter-
eenige jaaren herwaards, zo zeer verwaar- dam loosd, dat hy groot gevaar liep van, met wordt be- den minften hoogen vloed, door te bree-"^c™d' ken; 't welk ten uiterfte nadeelig geweeft rekening zou zyn voor 't gemeene Land. Koning Ma-der kos- ximiliaan hadt hierom geraaden gevonden, *en °P eene nieuwe Ordonnantie uit te geeven op ^j^j het onderhoud van deezen dyk, die den van <jen veertienden February des jaars 1492[1493] Frie- getekend was. By dezelve, werdt, onder fchei1 anderen, beraamd, dat de Steden Haarlem, ^ *® Amfterdam, Alkmaar, Hoorn, Enkhuizen 0pneV en Medenblik ieder twee Afgevaardigden, men. op koften van elke Stad, zouden aanftellen, om de jaarlykfche rekening deezer Dykaad- je op te neemen (o). By het Groot-Privilegie van Vrouw Maria (p), was reeds beloofd, on- der (i) Keurb. A. ƒ. 133 ver/o, ntverfo, 14.7, ISzinx.
(k) Keurb. A. ƒ*. 186. Handv. tl. 110.
(I) Handv. hl. 139.
(m) Keurb. A. ƒ. 192 ver/o 193.
(n) Keurb. A. ƒ. 194 vtrß.
(0) Handv. bl. 419. [43-]
(p) Zit hier vooi, il, ?6 tng.
Bb z
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Te Amfterdam, hadt het gemeen, fchoon
zo zwaar gedrukt door de ] aften des oor- logs, dat 'er, ten deezen tyde, weekelyks,
meer dan tienduizend armen bedeeld wer- den (b), geen deel genomen in den opftand van 't Kaas- en Broods-volk. Ook was hier, tot verligting der ingezetenen, de Bier-Ex- cyns, die voor eenige jaaren verhoogd ge- worden was, in September des jaars 1491, wederom verminderd (c). Maar, na dat het Kaas- en Broods-volk, den derden May des jaars 1492, Haarlem ingenomen hadt, begon men, ook te Amfterdam, voor o- verrompeling te dugten. Op den zesden, kreegen de agt oude Kapiteinen, die voor deezen aan de Vellen plagten te waaken, bevel tot lootinge, om op nieuws wagt te houden (d): en alzo men befpeurde, dat er veele vreemde ruiterenen anderen, waar-
fchynlyk van het Krygsvolk des Hertogs van Saxen, in de Stad gekomen waren , werdt den Schutteren der drie Schutteryen, den zcftienden, gelaft, dsgelyks, met een lang mes of degen op zyde te gaan (e). Zelfs fchynt de vrees voor eenige vyandelykeon- derneemingen ook, tot lang na het beteu- gelen van 't Kaas- en Broods-volk,geduurd te hebben. Men vindt, ten minfte , dat nog den twintigften December deezes jaars eene nieuwe Ordonnantie op het waaken uit- gekomen is, om reden dat men ook toen Voor verraad of overrompeling der Stad bedugt was (f). Iwee ingezetenen, Burgemeefteren on-
behoorlyk gedreigd en gefmaad hebbende, waren, eenigen tyd te vooren, veroordeeld, de een om honderduizend Vegtfchen fteen of honderd ponden Hollandfch te voldoen, en Burgemeefters,d/>, zegt het vonnis,als °uerfle, naefi God ende die Prince, defer Ste- de zyn, op de Raadkamer, om vergiffenis te bidden: de ander, om in bedevaart naar de H. Drie Koningen te Keulen te trek- ken, en ook honderdduizend Vegtfchen fteen te verbeuren (g). Het verwyzen tot dier- gelyke ftraffe was, ten deezen tyde, niet °ngemeen , hier te Lande, noch te Am- sterdam. De oude Regifiers der Stad leve- ren 'er verfcheide voorbeelden van uit. Men vindt, dat fommigen, nog in dit zelfde jaar, Veroordeeld geworden zyn, tot eene bede- Vaart naar onze Lieve Vrouwe ter Tenfell [te Ryflel] of naar de H. Drie Koningen (//). ^ok was, inzonderheid federt de jongfte \b) Vehus Hoorn, hl. n'.
U)> Keurb. A./. 177. |
|||||||||||||||||||||||||||||
V
|
|||||||||||||||||||||||||||||
0-
|
|||||||||||||||||||||||||||||
f
|
sr
|
||||||||||||||||||||||||||||
h;
|
|||||||||||||||||||||||||||||
qeii.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
(f) Keurb. 2' Y "
f«)K««b. aVS+- r {h) Keurb. 2'r '9l verJf- *•/■ i«z vtrß 183.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
ipa AMSTERDAMS II. Deel.
|
||||||||||||||||
vtrheeven zynde, vondt, eerlang, geraa- 1494*
den, de Regeering der Nederlanden op teagn. draagen aan zynen Zoon Filips, die nogcv^ri'^c maar ruim zeftien jaaren bereikte. De jon- RegsS" ge Vorft, in September, in Brabant zyndering- ingehuldigd, begaf zig, vervolgens, naar Geertruidenberg, alwaar de Edelen en Ste- den van Holland, ook Amfterdam, ten zelf- den einde , befchreeven waren. Filips, fteu- Hy **L nende, naar 't fchynt, op het aanzien zyns "Jfp^i- Vaders, en op het vreemd Krygsvolk, welk f%[en hy, ten deezen tyde, onder Hertoge Al-beZtf& brecht van Saxen, in zynen dienft hadt, was ren. niet gezind, de inhuldiging te ontvangen, op gelyke voorwaarden, als waarop zyn Va- der en Moeder waren ingehuldigd geweeft; veel min, alle de Privilegien te bezweeren, die, door Maximiliaan en Maria, gegeven of bezwooren waren. Hy deedt den Staa- ten rondelyk verklaaren „ dat hy kwam om „ ingehuldigd te worden als erfachtigh ende . „ natuurlyck Prince en Heere, Grave van Hol- „ land ende Heere van Vriesland; dat hy de „ Privilegien bezweeren wilde, die de Her- • ,, togen Filips en Karel en derzelverVoor- „ zaaten,Graaven enGraavinnen vanHol- „ land, en Heeren en Vrouwen van Fries- „ land, gegeven hadden; doch dat hy de „ Privilegien, na de dood van Hertoge Ka- „ rel verkreegen , wilde te niet doen, en „ met der daad, by deezen, te niet deedt. „ Dat hy egter^ om zekere redenen, toe- W2tJ5, „ ftondt, dat de Wethouderfchap in eeni- ^' i0(' „ ge Steden, en onder anderen te Amfter-^'at. „ dam, zou vernieuwd worden,en dat dee- ,, ze Steden haare Vroedfchappen zouden „ hebben, gelyk by deeze laatere Privile- „ gien bepaald was;doch alleen tot dathy „ vyfentwintig jaarën bereikt zou hebben. „ Dat hy hen ontlloeg van den eed, aan zy- „ nen Vader gedaan, en hun de penningen „ kwytfcholdt, die zy Hertoge Karel, by „ deszelfs overlyden, fchuldig geweeft wa- „ ren. Dat, zo zy, na dat zy hem, op dee- „ zen voet, hadden ingehuldigd , eenige „ nieuwe Privilegien van hem begeerden, „ hy toonen zou, dat hy de dienllen, die „ zy zynen Vader gedaan hadden, niet ver- „ geten hadt (ot)." De Staaten hebben zulk een' voorilag, VebLy
waardoor verfcheide Privilegien, en vooral f^jju'" het Groot-Privilegie, van Vrouwe Maria |
||||||||||||||||
der anderen by raade van Amfterdam, op
het onderhoud van den Friefchen dyk, or- de te flellen. De Vrede met Frankryk, met Engeland
en met het nabuurig Gelderland was nu wel herfteld, doch de Kooplieden, en Amfter- dam in 't byzonder waren, niet zonder re- den, bedugt, dat dezelve van geen' langen duur zou zyn. De Gelderfchen hadden zelfs de vyandelykheden reeds wederom begon- nen , en Buuren bemagtigd. De zesender- tig Raaden van Amfterdam beflooten hier- om , den vyfentwintigflen Oótober deezes jaars, de Waterlieden van defen Quartiere ter Dagvaart te befchryven,ophet zenden van ene notable ambaßaderie — in engelant, in vranckryck ende in gelrelant, tot onderhou- dinge der Vrede met die Landen (q). Ook werdt dit befluit ter uitvoeringe gebragt; doch wat 'er 't gevolg van geweeft zy, is my nergens klaarlyk gebleeken. Alleenlyk weet men, dat 'er, tegen't einde desjaars, een Beftand met de Gelderfchen geflooten werdt (r) : en dat de Vaart op Engeland, in 't begin des volgenden jaars, wederom open raakte (Y). OndertulTchen , verdient het gewiffelyk onze opmerking, dat de Steden van Holland, reeds ten deezentyde, ver- ftonden, regt te hebben, tot het doen van bézendingen buitens Lands, om te hande- len over zaaken van vrede. In den aanvang des volgenden jaars ,
kreeg men te Amfterdam tyding, dat eeni- ge Capiteinen ende Ruteren, met een kwaad voorneemen tegen fommige Steden, byeen trokken: 't welk die van den Geregte be- fluiten deedt tot eene Keure, welke , den drie - entwintigften January , gedagtekend was, en waarby, aan alle Poorteren, be- volen werdt, op klok- of bekkenflag, onder hunnen Hoofdman, op hunnen aangewee- zen hoefflag te verfchynen (t). De tegen- woordige zorgelyke tyd hadt ook, naar 't fchynt, den zesendertigen, drie dagen te vooren, aanleiding gegeven, om vaftteflel- len , dat een Oud-Burgemeefter, dat is, een, die in het tweede jaar zyner Regeeringe was , niet meer dan zes weeken in 't jaar, uit de Stad zou mogen zyn (a). 't Bevel om op zyne hoede te zyn tegen vyandlyke onderneemingen, werdt, voor 't einde dee- zes en in 't begin des volgenden jaars,nog meer dan eens vernieuwd (v). Maximiliaan,onlangs, in.de plaatfe van
Fredrik den III., zynen Vader, tot Keizer (f) Gioot-Memor. N. I. /• *9« verft,
(r) Vadeil. Hift. IV. Hiel, il. 3et.
(1) Kcutb. B. ƒ. 5 verft.
(t) Keurb. A. /. ip7.
(*) Groot-Memar. N. I. ƒ. 299.
(v) Keiwb. B. ƒ. 7 verft. 9.
|
||||||||||||||||
H93-
|
||||||||||||||||
Amfter-
dam en andere Steden doenee- ne be- zending naar Frank- ryk, En- geland en Gel- derland. |
||||||||||||||||
Keuren
tot ver- zekering der Stad. |
||||||||||||||||
1494.
|
||||||||||||||||
°pf
eens, den bodem in geflaagen werden, on-
getwyfeld, met ongenoegen gehoord. Doch
zy waren genoodzaakt, te voldoen aan de begeerte van hunnen Vorft, die thans eene aanzienlyke magt op de been hadt, en op 't punt ftondt, om het Beftand te vernieu- wen.? (vi) Zie Groot-Phkaatb, IV. Dml, tl. s.
|
||||||||||||||||
De Aarts-
hertog Filips
|
||||||||||||||||
IV. Boek.
|
|||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||
193
|
|||||||||||
"f94- wen, welk, voor eenigen tyd, met Gel-
derland geflooten was (ar). Ook hebben fommige Steden, en daar onder ook Am- fterdam,zig hiertoe te ligter laatenbewee- ' gen,om dat zy haareVroedfchappen ende gewoonlyke beflelling der Wethouderfchap behielden, ten minfte tot dat de Vorft vyf- entwintig jaaren bereikt zou hebben, dat is, nog omtrent negen jaaren; in welken tus- fchentyd, 'er ligtelyk iet voorvallen kon, welk haar gelegenheid zou können geeven, om nieuwe Privilegien, of beveiliging der voorigen te verwerven. De inhuldiging ge- fchiedde dan, overeenkomftig met 's Vor- flen voorflag, den twaalfden December, in eene benedenkamer van de herberg de Wil- deman , te Geertruidenberg (y); ook door de Afgevaardigden der Stad Amfterdam; waarom de eeden, die, by deeze gelegen- heid, gedaan werden, in de Regiflers dee- ■ zer Stede (z), te boek gefield zyn: uit wel- ken wyze, hier agter, in de By kagen (a), ï{ geplaatfl nebben. kt^~ Kort na de inhuldiging van den Aartsher-
%i^ toge, kreeg Amfterdam aanfchryvens van otSoIt] den Stadhouder en Raaden, onder bedrei- ftjljge. ging van ftraffe aan lyf en goed, dat men \k°P'tde Poorters moeft doen waaken, endever- \^ eifchte zorg draagen voor de zekerheid der ' Stad, zo men zig 's Vorflen eeuwige indig- nacie en toom niet op den hals haaien wilde. De Winter, in welken der Stede graften dikwils met ys bezet raakten , vorderde > ook, naar ouder gewoonte, dubbele wagt. %.' 't Geregt beval zulks, derhalve, op den vier- entwintigften January des jaars 1495, te ge- lyk orde .Hellende, op het openbytenvan't ^ ys, in de graften om de Stad (b). k\^ Defchulden, waarin Amfterdam zig,na *<n 3^- de dood van Hertoge Karel, hadt moeten \ " fteeken, maakte aldaar, omtrent deezen tyd, het opftellen van nieuwe beladingen nood- zaakelyk. 't Geregt, de zesendertig Raa- den, en de notable ende ryekdom vanderSte- <fe, hierop vergaderd zynde , kwam men °vereen „ dat, om te vervallen de koften, die 5» de Stad gehad hadt van den oirloghe van s> Utrecht, Montfoert, Woerden, Rotterdam, >> de rebellicheit van Vlaenderen enz,, gehee- 3> ven zouden worden een honderdfte pen- » ning van elks goed, zulken uitgenomen, 3> die geene honderd rynsguldens bezaten, 5> ten ware zy groote hanteering van nee- 55 ring hadden; zeflien Huivers van 't vat 5' tuiten.} en tjen ftuivers van 't vat bin- J> ^enbier; de helft meer molengeld;breu- <*) l •«-Watetb. IV. Deel, il. S.
(*') l', triv'lejieboek ƒ.87. |
|||||||||||
„ ken van die tegen de Keuren getimmerd 1495.
„ hadden, ende vyftiende penning exue- „ geld van vertrekkende poorters, en van „ erfeniffen buiten de Stad gaande, tenwa- „ re de Plaatfen, werwaards dezelven gin- „ gen, zulks niet of anders vorderden." Het befluit hiertoe werdt den agtentwintig- ften April genomen: en de Stad werdt met meer lallen bezwaard,dan zy, ooit te voo- ren, hadt behoeven te draagen. Alle haare inkomften bellonden, ten deezen tyde, in het gene van de bovengemelde beladingen, van de Waage, van den Wyn-Excyns, en van de Paalkifte kwam; uit welk laatfte, zy egter de zeetonnen en kaapen of bakens onderhouden moeft (V). De Steden, en Amfterdam in 't byzonder De Stad
kreegen, nog voor 't einde deezes jaars,bekomt eenigen der Voorregten, welken de Aarts- herftel- hertog haar, by zyne inhuldiging, beloofd ^^ hadt. De Steden hadden altoos aanblyven- voorreg- de Vroedfchappen begeerd, nevens het regt ten. om een dubbel getal te mogen noemen waaruit Stadhouder en Raaden de verkie- zing der jaarlykfche Wethouderfchap doen zouden. Doch 't een en 't ander werdt flegts aan eenige Steden, en ook aan Amfterdam toegeftaan, alleen tot dat Filips vyfentwin- tig jäaren bereikt zou hebben. Tot dien tyd toe, zouden de ampten ook alleen door inboorlingen bekleed, en geene Brieven van Marken en Reprefaille verleend worden, dan by raade van Stadhouder en Raaden van Holland. Voor 't overige, werdt het Groot- Privilegie van Vrouw Maria, in eenige an- dere punten , beveiligd, en in eenige an- deren, befhoeid : van al 't welke Brieven verleend werden, die den veertienden De- cember , te Bruffel, getekend waren (d). De Stad Amfterdam ftelde zo veel gewigts in deeze brieven, dat menze den vyfentwill- tigften May des jaars 1498, bouen in de ou- de Kerck, by de hantueflen der Stede, deedt brengen (e), alwaar zy nog beruften. Op den agtften te vooren, hadt Amiter- Zy ver-
dam in 't byzonder brieven verworven, waar krygt het by der Stad eenige inkomften uit de Vor- Baljuw- ftelyke Domeinen verpand werden. Wy £ma(fJaa hebben, hier voor (ƒ), gezien, dat zy, in ianci ^ 't jaar 1488, om zekere renten, ten behoe-pand- ve vanMaximiliaanverkogt, te vinden, ge- fchap. weezen was op het Baljuwfchap van Am- Heiland , Waterland en Zeevank, en op het Sluisgeld te Grootebroek en te Medenblik. 't Blykt, dat zy, federt, de toegeweezen fomme uit het Baljuwfchap ontvangen hadt; doch
(e) Groot-Memor. N. I. ƒ. 3°° vtrfi.
{d) Oude Ke^, Lttade I. «« XXXV. Zie ««* Groct-Pk- kaatb. IV. Deel, tl. 3- (e) Groot Memoi. N. I, ƒ. 303 verß.
(f) Bladz. ist.
Bb 3
|
|||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
194
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
49*
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ld<K doch 't gene haar, uit de twee Sluisgelden, handen der Stad. Burgemeefteren begaven 14/
4P5' toegelegd was, hadt men haar nimmer vol- federt, dit ampt, met advts der zesendertig doo^ |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
daan; en zy hadt 'er, den eerften Oftober Raaden, voor den tyd van zes'jaaren, aan gei»
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Meynaert ïVillems foen van Bretten (h), die
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
deezes jaars,reeds negenhonderd zevenen-zeilig ponden vyftien fcheliingen van te
goede gehad. De Rentmeefter van Hol- land, zig grondende op eene Ordonnantie van den Aartshertoge, waarby belaft werdt, dat alle zodanige vervreemde partyen we- derom aan de Vorftelyke Domeinen gehegt zouden worden, wilde de Stad, daarenbo- ven, bedwingen,om hem rekening te doen van't gene zy, federt het jaar 1488, uit het Baljuwfchap ontvangen hadt: 't welk haar belaft zou iaaten met de gantfche ren- te, zonder 'er eenige vergoeding voor te |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dfr
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
egter, volgens de fchikking des Aartsher- vfOÏ
togs, zynen Laftbrief van hem kreeg, vol- gens welken, hy het ampt zou bewaaren by forme van pagt, voor driehonderd ponden in 't jaar (i). Doch Burgemeefteren kwa- men met hem overeen, dat hy hun alleen- lyk tweehonderd vyfenzeventig ponden van veertig grooten zou uitkeeren, wanneer zy |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de pagt aan de Graaflykheid voldoen zou-
|
ié
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den : 't welk klaarlyk blykc uk zynen brief
van den twee entwintigften January des jaars 1496, in de Stads Regifters (k) te vinden. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
raré
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hoopen te hebben. Om deeze zwaarigheid
te voorkomen, vervoegde zy zig aan den Aartshertoge, dien zy ook voorhieldt, dat zy haare penningen, in 't jaar 1488, opge- bragt hadt in ligten gelde, te weeten den gouden Andries gulden tegen agt fcheliin- gen grooten Vlaamfch het ftuk; daar de munt, federt, merkelyk verzwaard gewor- den was: waarop zy verzogt, dat behoor - lyk agt geflaagen mögt worden. En Filips, overtuigd van den dienft, dien de Stad zy- nen Vader, in het opbrengen van zulk eene aanzienlyke fomme, gedaan hadt, iïondt haar toe „ driehonderd en zeftig ponden 's „ jaars gangbaare munt, dat is, den gou- „ den Andries gulden tegen vier fchellin- „ gen agt penningen grooten Vlaamfch ge- „ rekend. Van deeze fomme zou zy drie- „ honderd ponden trekken uit het Baljuw- „ fchap van Amftelland, Waterland en Zee- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ter gelegenheid, dat eenige Steden van pe r^„
Holland, agterlyk zynde in het opbrengen w»1^ der Graaflyke beden, door 's Graaven Amp- ^o0ts tenaars moelien worden geëxecuteerd ol uit- ste^i- gewonnen, werdt, eenige maanden hierna, van ^ de rang bepaald, tulTchen de zes groote U«^ Steden. De Stad Delft hadt, naamlyk , * ala. geklaagd,dat zy,voor Dordrecht en Haar-F lern,uitgewonnen werdt, om dat zy,nader dan deeze twee Steden, aan denHaagege- legen was. De Aartshertog beval,hierom, den twintigften September, dat men, de groote Steden moetende uitwinnen , zou hebben te beginnen met Dordrecht, en daar- na in orde voortgaan tot Haarlem, Delft, Leiden, Amiterdam en Gouda (/> Of Am- fterdam,omtrent deezen tyd, ook, doorns Graaven Amptenaars, uitgewonnen zy, is |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
my nergens gebleeken.
|
0'
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Gelderfche vyandelykheden duurden M
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dam.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vank, welk Baljuwfchap zelf haar, tegen nog. Men kreeg , te AmfVerdam, in den »^
deeze fomme,in handen gefield zou wor- Herfll deezes jaars, wederom kennis, dat ^M den: zullende de overige zeftig ponden 'er verzameling vanKrygsvolkwas omtrent ^ , haar, door 's Vorften Rentmeefters , uit de grenzen. De Aartshertog hadt eenfcherp fcn^ |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»
|
de inkomften zyner Domeinen van Ken- Plakaat Iaaten afkondigen, waarby belait *^
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nemerland, worden uitgekeerd. En hier werdt
tegen zouden de Vorft en zyne opvolgers |
„ dat men geen volk van oorloge
Iaaten trekken door Holland (m)." |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Doch de Stadhouder en Raaden fchreeven,
aan Amfterdam in 't byzonder, dat men al- daar fcherpe toezigt houden moeft,omniet overrompeld te worden. En hierop werdt, in September, herhaald bevel gegeven tot het zorgvuldig bewaaren der Stede (b). .3rtS" De Aartshertog, onlangs in de egt ge- P^g
treden zynde met Joanna, Dogter des Ko- j^jjpj nings van Arragon en der Koninginne van ^0x$ Kaftilie, en voorhebbende, de Gelderfchen, al^g' door de wapenen, tot reden te brengen, P^juS"' |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
35
|
vry zyn van de renten van zeshonderd en
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ veertig ponden, ten behoeve van zynen
„ Vader verkogt, en van alle de agterftal-
„ len, die de Stad daarop te goede hadt,
„ behoudende de Graaflykheid egter het
„ regt, om de driehonderd en zeftig pon-
„ den 's jaars, ten allen tyde, in dezelfde
„ munte, tegen den penning zeftien,af te
„ loffen; in welk geval, de Stad het Bal-
„ juwfchap wederom zou moeten afftaan,
„ en de Graaflykheid ook van de overige
„ zeftig ponden 's jaars zou ontlaft bly-
„ ven (g)."
Op deeze wyze, kwam het Baljuwfchap
van Amftelland, Waterland en Zeevankin
(g) I. Privikgieboek, f. s+.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vondt geraaden, in den Zomer des
(i) Groot Memor. N. t. ƒ. 208 ver/o, 300.
(i) 1. Privilegieboek, f. 94.
(k) Groot Memor. N. I. /. 208 verft.
(I) git Groor-i'lakaacb. III. Deel, il. is.
(m) Groot-Memor. N. 1. f. zij.
(nj Keuib. B. /. 20, 20 verft.
|
:-..»<; lp. J
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
147?,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Welk,
federt, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||
IV. Boeit.
|
|||||||||||
195
|
|||||||||||
Hove van Holland, die denzelven boven van 1497.
het Stadhuis uitfprak. Beide 'deeze eeden zyn in de Stads Regifiers (q) te boek gefteld: uït welken wyze, hier agter, in de Byiaa. gen (r), geplaatft hebben. Sommigen heb-^eSte\ ben aangetekend, dat de Aartshertog niet NoVrder- verder Noordwaards trok dan Amfterdam: kwartier waarom de Steden van 't Noorderkwartier doen verpligt werden, haare Gemagtigden der- A^g'. waards te zenden, om de inhuldiging te dam hul. verrigten (V). de. De Aartshertog hadt, gelyk uit de woor-Hy be-
den van den eed afteneemen is, ook te-ve^1. genwoordig, geene andere Privilegien wil- ee,n ^rl' len bezweet-en, dan die, door de Hertogen welk'de Filips en Karel, gegeven of beveiligd wa-Scad, na ren. Maar hieruit volgde, dat de laaterede do0cl Privilegien, door Vrouwe Maria alleen, ofvanH"'- met haaren Egtgenoot, gegeven , hunne r°f%Bt kragt verlooren hadden. Amfterdam , die kre'egeri van beide verfcheide Privilegien ontvangen hadt- hadt, leedt hier vry wat by. Doch de Re- geering der Stad verwierf op denAartsher- toge, dat hy, nog in den Haage zynde,op den agttienden July, de Handvefl bekrag- tigde, waarby aan Amfterdam het regt ge- geven was , om de Roomfch Koningklyke Kroon boven 't Stads wapen te voeren (f), welke Handveft, eerft in 't jaar 1489, en dus lang na de dood van Hertoge Karel, op de naamen van Maximiliaan en Filips, ge- geven was (u). Eenige weeken laater , werdt Leerdam Men
door de Gelderfchen ingenomen. Doch deWaakt a'' Stad werdt hun haaft wederom pntweldigd £mm door den Hertoge van Saxen. Het aanhou- tegen de den deezer vyandelykheden gaf der Regee- Gelder- ringe van Amfterdam gelegenheid, om, zelfs 'cnen' nog in de maand December, op een gerügt van vergadering van Krygsvolk, wederom orde te ftellen op het bewaaken der Stad (v) Doch den eenentvvintigften werdt 'er Beftand getroffen voor een' onbepaalden tyd (w), waardoor de bekommering, welke men hier ter Stede gehad hadt, een weinig verdween. Ondertuffchen, wies de Amfterdamfche Aan-
Koophandel en Scheepvaart aan, midden komil in den oorlog. In den Herfft, kwam 'er, ™0? ge- onder anderen, een groot getal van Koop- tal van vaardyfchepen, met veelerlei waaren belaa- Koop- den, voor de Stad. De Regeering, bedugt ^Jjjj^ dat de Koopluiden van buiten mogten ar"-voorAm. gefchrikt worden van herwaards te komen, fterdam. om
(?) I. Privilegieboek, ƒ. 89 verfo.
(r) Lr. G. N. I, 2.
(s) VïLIUS Hoorn, il. S1-
(t) Oude Kerk, Laxit XXXIX.
(u) Zie hier voor, W. 189.
(u) Keurb. B. f. 34.
(w) Vaderl. Hift. IV. ö«/, **'. 3«j>, ji».
|
|||||||||||
Hyó. 1497, eene reis te doen naar Holland, zig
in de voorhaamfte Steden, van nieuws, te laaten inhuldigen, en , by deeze gelegen- heid, naar alle waarfchynlykheid, weder- om eene buitengewoone Bede te doen (0). H97. Te Amfterdam, kreeg men, in't laatft van juny , vermoedelyk uit Haarlem, berigt , dat de Aartshertog, den volgenden dag,in de Stad dagt te komen, 't Geregt, hierop vergaderd zynde, en in aanmerking nee- mende, dat fiin genade Prince ende fouvereyn Here van der Stede was, en waarfchynlyk de voorige Privilegien kwam beveftigen, en veelligt ook eenige nieuwen verkenen, be- floot terftond , den Vorft ftaatelyk in te haaien. Men voorzag ieder Schutter der drie Schutteryen, de oude, de jonge en de Handboogfchuttery, van eene toortfe, op Stads koften Geen fchutter mögt, buiten verlof van Burgemeefteren , ter Stad uit gaan, voor dat de Vorft ingehuldigd ware. Geen Poorter of ingezeten mögt aan den Formen ende maerfchalck van den logyfenvm den Vorft huisvefting voor den Hofftoet wei- geren, op ftraffe aan lyf engoed. Elkmoeft de ftraat voor zyne deur doen fchoon maa- ken. De inhaaling zou door geeftelyken en weereldlyken gelchieden, en niemant mögt de orde, die men, in 't gaan, ftondt te hou- den , eenigszins belemmeren of ftooren. En naardemaal de Stad eenflede van frontier en ■was, palende an diverfche landen ende heerlic- heden,zo werdt den Schutteren en allen an- deren Poorteren en ingezetenen belaft, hun geweer, wel fchoon gemaakt en gefcherpt, voor hunne wooningen te hangen, op dat de Vorft zien mögt, wat wapenen de burgerye hier, ten haaren kofte, en tot befcherminge derStede, onderhieldt. Zo dra,op den dag der inhaalinge,de Stadhuisklok na den middag * geluid werdt, moeften alle handwerken en neeringen ftilftaan,en de Schutters , in hun- ne Pelluere of wapenrok, elk met eene toort- fe in de hand, an die Plaetfe, by de Heeren Van 't Geregt, komen; die hen in orde fchaa- ren zouden, om de inhaaling te doen (p~). 't Is waarfchynlyk, dat alles, omtrent op deeze wyze, uitgevoerd geweeft zal zyn, ta . hoewel ik niet weet, dat zulks ergens aange- Ve°°r tekend is. Alleenlyk vind ik, dat de Vorft, V1 de ingehaald zynde , den zevenentwintigften ^ryjuny, den eed op het Stadhuis heeft afge- '»n. legd, wordende den zelven, door den Bur- gemeefter Andrics Boelen Dirkszoon, uitge- fproken. De eed der Stede en der Poorte- ren gefchiedde, daarna, by monde van Meefter Jakob. van Almonde, Raad in den |
|||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
iS>6
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
waaren te wederopzeggens toe geflooten zynde, werdt, 149 •
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de nieuwlings
|
aangebragte
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
om
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1497.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bezien en te koopen, indien zy uit Steden
kwamen, op welken men hier, uit hoofde van acterftallige renten, eenigeneifchhadt, vondtTgeraaden, op den agttienden Okto- ber, aftekondigen, dat geen vreemd Koop- man, uit zulk eene oorzaak, eenige bekom- mering te vreezen hadt; maar dat elk zig van een vallen volkomen geleide verzekerd kon houden (x). Voorts, blykt de aanwas van den Koophandel der Stad in 't Noor- den uit een Privilegie van Jan den II., Ko- ning van Zweeden, Deenemarke en Noor- |
in dit jaar, wederom
ter Stede gelegenheid ga |
roken: 't welk hier Ven"^
tot vernieuwing winSeil |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
der voorige Keuren op het waaken, en tot ^e\et
een bevel om, niet dan met behoorlyk ver-.^aie* lof, uit de Stad te gaan (d). De vyande- lykheden duurden, tot in het volgende jaar, 149* en eindigden toen, met een diergelyk Be- ftand, welk in Juny geflooten werdt (e). De oorlog hadt, midlerwyl, den Aarts- Tol i"
hertoge aanleiding gegeven, om zyne in- Te** komftén te vermeerderen, door hetopreg-0^ ten van eenen nieuwen tol,die van defche- y^n00' |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
te-
V3"
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
pen, welken Texel in- en uitkwamen, ge- da
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1498.
De Ko-
ning van |
wegen, den zesentwintigften December des
jaars 1498 gegeven, waarby hy aan de Stad van Amflerdam en aan de gemeene Holland/ehe |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
heeven zou worden
|
De Koophandel van Kenft^
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amfterdam en van de Waterlieden in
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
t V'*n gff
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Noorderkwartier ftondt hierby veel te ly- de Wr
den, waarom de gemelde Steden eenpaa-terfte' riglyk een Vertoog inleverden aan de Re- deI1, kenkamer der Graaflyke Domeinen in den Haage , waarby aangeweezen werdt, dat het opregten van zulk eenen tol den handel geweldiglyk drukken zou, en met de oude Privilegien van tolvryheid flreedt (ƒ) : 't welk van zulk eenen uitflag fchynt geweeft te zyn, dat de nieuwe tol, ten deezen tyde, nog niet opgeregt werdt. Eenigen tyd tc^f.^ |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zweeden Steden, die hem Gemagtigden hadden toe
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dee- gezonden, vergunt, twee derde van hunne
vedeènt geftrandde goederen te mogen naar zig nee- nieuwe men, mids bergloon en koften betaalende Privile- (<y). Zeker, dat Amfterdam, in dit Privi- gien aan ]egje j a]leen met naame genoemd wordt, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de Stad.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
toont wel, dat de handel, dien deeze Stad
thans in 't Noorden dreef, dien van de an- dere Steden van Holland ten deezen tyde verre overtrof. Den volgenden dag, gaf dezelfde Vorft nog een ander Privilegie aan de Stad Amfterdam in 't byzonder, haar den vryen handel op Noorwegen, met naa- me op de Stad Bergen, toeftaande (z). 's Daags na S. Thomas-dag, zynde den twee- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vooren, haut Amfterdam ook verworven, han
|
.(ter-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dat de ingezetenen van Utrecht, Harder-A*
wyk en andere Steden op de grenzen, die, ^ste^ |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hier niet vrye- öp -is „
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uit hoofde van den oorlog,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vrye
Vaare naar en van de Stad tóe gettaan. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lyk hadden mogen verkeeren, onbefchroom- gre°
Geregt, de zesendertigen en de geheele buyck delyk in de Stad komen, en hunnen handel t^, ende Poorterye de/er Stede op 't Gafthuis by- dry ven mogten, zo lang die van Amfterdam,fta een geroepen geweeft;daar hun, doorBur- in deeze Steden, wegens agterftallige ren- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gemeefteren, voorgehouden werdt het Pri-
vilegie van Hertoge Willem van den jaare 1405, wegens de vrye Vaart naar en van de Stad, waarvan wy, ter zyner plaatfe (a), gewaagd hebben; en gevraagd, hoe zy 't verftonden? Men antwoordde, eenpaarig- lyk „ dat elk, door 't Marsdiep oftVlie, „ vryelyk, met fchepen en goederen, her- „ waards komen mögt, en wederom van „ hier te rug keeren , zonder aan lyf of 5) goed te mogen bekommerd worden (b)." Omrne- Op ^en dertienden July te vooren, was gang al- te Amfterdam een plegtige ommegang ge- daar, ter houden, om den Hemel te bidden, voor de gelegen geiL1kkige verloffmge van de Vrouwe van de™" Ooftenryk, Graavinne van Holland (O , gerliéid van welker zvvangerheid het Gemeen,kort der Graa- te vooren, kennis gekreegen hadt. vinne, 't ßeltand met de Gelderfchen, flegts tot |
ten , niet bekommerd werden. De brieven,
hiervan verleend, waren, den vierden Ja- nuary des jaars 1498 [1499],te Bruffelge- tekend (g). ■ _ i De Regeering van Amfterdam vondtzig, oe bl ten deezen tyde, in ltaat, om eenige ren-be(1|'„j ten, geduurende den oorlog verkogt, door e°^ middel der inkomften, uit de voor eenige 'f t« jaaren verhoogde Excynzen, af te taffen: ïoff6"' waarop, eerlang, eene fchikking beraamd werdt (h). ^ %, Ondertuffchen, bleef men, in de Stad, V^ al- nog al bezorgd voor vyandelyke ondernee- |^r ^ mingen. De orde op het waaken werdt, in \^°2i dit en in het volgende jaar , dikwils ver- nieuwd (t), Zelfs werdt, om de koften, op het waaken vallende, te vinden, voor 't eerft, zo ver my bekend is, den derden July des jaars 1500, een Waakgeld inge- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
voerd,'t welk van elk, naar zekere gemaak'
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
te
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(x) Keurb. II. ƒ. 32 ver/o.
(yj Oude Kerk, Laaie XLI". Handy, hl. ss. [8ä.]
(z) Id. ibid. (a. Zie [l. Deel, III. Boek , b'. 197- .
(*/ Groot Memoi. N. I./. }cT. «» nier agtet •* * By- laagen I_'. H. (e) Keurb. B. f. 37. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(d) Keurb. B. /. 39.
(e) Vadcrl. Hift. IV. Deel, il. 31«.
(f) Groot Mernor. JV. I. f. 229.
(g) Oude Kerk, Laaie X.iXV. Hindv.il. 134.. [44.]
(hj Groot Memor. N. i. ƒ. 232. (i) Keurb. B. ƒ. 42 , 42 verfi, 45.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||
IV. Boek.
|
|||||||||||||||||||
m
|
|||||||||||||||||||
wonderdaadige geneezmgen gefchiedden 1501,
O). Men hieldt, hier ter Stede, federt veele jaaren , ter gedagtenifTe van het ver- maarde wonderwerk, waarnaar de Kapel der Heilige Stede den naam hadt , eenen plegtigen Feeftdag, omtrent het midden der Vaften; op welken, eene menigte van men- fchen, van alle oorden, herwaards kwamen. De Regeering deedt, vooraf, om volk naar de Stad te trekken, vrygeleide afkondigen voor dentydvan veertien dagen (0). En uit dit Feeft, op welk men ook vèelerlei waa- ren te koop bragt, heeft,. op dat wy dit hier, in 't voorbygaan, aantekenen, de Half- vaftens Jaarmarkt haaren oorfprong gekree- gen ; gelyk de Pinkfter-Jaarmarkt haaren oorfprong aan den Sakramentsdag, die al- toos op Donderdag na den eerften Zondag na Pinkfteren invalt, verfchuldigd is; op welken Feeftdag, hier ook een plegtige om- megang gehouden werde (p). In deeze Ommegangen, vervoegden zigPiegtige
de Parochiaanen of Buuren en Schooiieren Omme- van de nieuwe, by deParochiaanen en Schoo- sang °p lieren van de oude Kerke. De drie Schut-de Sak!:a" teryen plaatften zig, onder hunne Kaerfe, gen% hierby. Men trok, gelykerhand, aan paa- ren, van de oude Kerke naar de Heilige Stede: van waar het Sakrament,door den Priefter, vooruit gedraagen werdt, de Plaats of Dam over, naar de Haarlemmer-Poort, en voorts, den Singel buiten om, tot aan de Reguliers - Poort, door welke men we- derom in de Stad, en tot aan de Heilige Ste- de kwam, alwaar het Sakrament bleef, ter« wyl de fchaare, die het gevolgd was, voort- trok tot op de Plaats of Dam, van waar elk zyns weegs ging (5). Ter gelegenheid nu De Re- van den Feeftdag, die in de Vaften kwam, geering hadt de Paus, ten deezen tyde, menigte ™ea^kt, van graden ,pardoenen ende afl at en herwaards dat Wer gezonden, die, van den zeftienden Maart, Aflaaten tot belooken Paafchen toe, zouden könnente bij- verdiend, worden. De Regeering der Stad men ^a' beloofde, uit kragte van een byzonder Oc- troi des Aartshertogs, het gewoonlyk vry- geleide in lyf en goed, aan allen zonder on- derfcheid, al warenze zelfs fchuldig aan die- very, gemeenen doodflag en andere dier- gelyke misdaaden, zo zy maargeene vyan- den van den Vorft waren, of'Crimen leefee Ma- jeflatis, dat is, Misdaad van gekwetfte Hoog- heid, waaronder, ten deezen tyde,vrouwe- kracht , moirt, brant, merct- en ßraetroef, confpiracie en diergelyke zaaken gerekend werden, begaan hadden, 't Geleide zou zelfs
(») Amfterdams eer én opkomft enz. Lu. LONG , il.
Ij« enz. . («) Keurb. B. ƒ. I* »"/". 71-
(p) Keurb. B. f. zS-
(q) Groot-Memor. N. I. ƒ. 2IS virft. Keurb* E. /. ïj»
W. SYVAERTS ».oomlche Hyft, omd, Vwr, Cc
|
|||||||||||||||||||
*Soc\ te fchatting, werdt opgebragt, en waaruit
de bezoldigde waakers der Stad betaald werden (F). ?.f*bud- In de S. Nikolaas- of Oude Kerke ,_was, ^S'n op den agttienden February deezes jaars, W?Ude vry wat beweeging ontftaan, van welke ee- ve' nig gewag gemaakt wordt, in de Stads Re- -gißers. Een Priefter ,' Dirck Roosgen ge- naamd, hadt eenige Burgemeefters, diezig in de Kerke bevonden, gedreigd te kwet- fen. De oorzaak van deeze baldaadigheid vindiknergens gemeld; maar wel, datde vergaderde menigte terftond in rep en roe- re raakte, en dat de Burgemeefters onbe- fcbadigd bleeven. De Priefter werdt, kort hierop, in hegtenis genomen, met kennis van denProrifoorvanAmftelland, die hem, na drie dagen verloop s , uit handen van den Schout overnam, hem plaatfende ten huize van Peter Fries . dienaer van myn beere den Schout, woonachtich up ten Middeldam- me (/)■ Doch hoe lang hy hier zat, en wat 'er eindelyk van hem geworden zy, heb ik K nergens aangetekend gevonden. Qaf. De aflosfing der renten, die in 't voor- de^11 leeden jaar voorgenomen was , fchynt Vwj niet zo gereedelyk te hebben können ge- Jj'te- fchieden, als men gehoopt hadt; 't zy e'^ dat 'er wederom bukengewoone beden ge- S°i. daan waren, 't zy dat men haaft nieuwen oorlog te gemoet zag. Immers de Rentiers, Poorters zynde, werden., in 't begin van February des jaars T501, op 't Stadhuis by- een geroepen. Hier werdt hun uitftel van de afl'osfing der Renten, die zy ten lafte der Stad hadden, afgevergd; waarin zybe- \ willigden (m). |
|||||||||||||||||||
k
|
|||||||||||||||||||
Het einde der vyftiende eeuwe hadt, vol-
|
|||||||||||||||||||
j^lw gens gewoonte , den Paus, Alexander den
|
|||||||||||||||||||
^°e>" JT., gelegenheid gegeven om aflaaten toe
*Ü* te ilaan aan alle zulken, die de Heilige Ker- N dee ken te Rome, in het voorleeden jaar 1500, jolige Godsdienftiglyk waren komen bezoeken. A^le te Doch zulke Aflaaten werden, door de Pau- \Ci'- fen, ook dikwils gehegt aan het bezoeken van Kerken in andere Steden, die,uit hoof- de van eenig wonderwerk, welk menhieldt aldaar gebeurd te zyn, of uit eenigen ande- ren hoofde, vermaard geworden waren. En zulk eene Kerk was de Kapel der Heilige Stede te Amfterdam. Men geloofde, dat zy gefügt was op eene plaats, alwaar, in 't jaar 1345 , eene hoftie , die door een' krank menfeh was uitgebraakt, midden in een groot vuur, ongefchonden gebleeven was. Ook werdt voor zeker gehouden, dat, door de kragt van het Sakrament des Al- taars , in de gemelde Kapelle, nog veele ik) Keurb B. f_ f ^
(l, Groot Memor. N. ifƒ. 3*4. vetfi.
(m) Gr0ot-Memor. .v. j,V„* v/rß, I. STUK.
|
|||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||
ipB
|
|||||||||||
vangen hadt (10) , de gemeene reeders, den 15°3'
eerften April, up die raetcamer ontbooden hebbende , met derzelver overleg, vaftftel- de „ den Koning van Deenemarke, op des- „ zelfs reize naar Zweeden, met een fchip „ te dienen (#)•" Doch eer hy voor Stok- holm kwam, was de Stad overgegaan. Terwyl de Aartshertog uitlandig was,Omme'
hadden de Gelderfchen de vyandelykheden ga"S3' wederom begonnen. Doch toen hy, inNo-^'de vember des jaars 1503 , in de Nederlanden terUg- was wedergekeerd, waarover, te Amfter-kom* dam, een plegtige Ommegang gehouden^ni\ werdt (y), befloot hy den oorlog "tegen de ]Fs^.g. Gelderfchen, met meer ernft dan voorheen, ?to$' voort te zetten. Gelderland werdt thans van veele behoeften voorzien uit Holland, met naame uit Amfterdam. De Aartsher- verb"^ tog vondt, derhalve, geraaden, allen han-van ^ del op Gelderland in Holland te verbieden. ^s[qS\- En dit verbod werdt, in 't begin des jaars fer0e^ 1504., onder anderen te Amfterdam, afge- ^ok kondigd. De Gelderfchen werden hierdoor niet weinig benaauwd. Doch de Aartsher- tog verzamelde, daarenboven, een Leger by 's Hertogenbofch, met welk eenige Slo- ten veroverd werden op den vyand. De be- zetting van Naarden liep de Veluwe af, ter- wyl het Land van Heusden en de Zuidhol- landfche Waard, door de Gelderfchen, ge- ., plonderd of gebrandfchat werden (z).Doch Sch^i op de Zuiderzee, viel iet voor van meer ge-^.ji- wigt. Amfterdam en de andere Waterfte- Ree- den hadden eene Vloot te water gebragt, die, onder bevel van den Admiraal Pieter van Leeuwaarden, op de Zuiderzee kruifte; en omtrent de Eem lag, toen de Gelder- fchen, met eenige groote en een groot ge- tal Viffchers fchepen, van Harderwyk af- gefteken , den fteven wendden naar den mond des Eemftrooms , om de Hollan- ders aan te taften. De Hollandfche Vloot, niet behoorlyk voorzien van krygsbehoef- ten, ontweek den vyand, en zakte af tot voor de Vegt, by 't Slot te Muiden; van- waar zy een vaartuig naar Amfterdam zondt f, om buskruid. Doch eer dit vaartuig nog we- A^ dergekeerd was, hadden de onzen het an- ^ 0d& ker geligt, en waren naar Waterland ge-jeVl"! zeild, op welk geweft de Gelderfchen 't ge- va'1, f' munt hadden. Het vaartuig met buskruid \S&' ontmoette de Vloot, enkreeg bevel om haar te volgen. De zee krielde van viffchers fchui- ten, die, den vyand ontdekt hebbende, haar beft deeden om 't land te bereiken, zonder dat men de viffchers, met roepen en wuiven» beweegenkon, om zig te begeeven op de Vloot
f w) Z>' hier voor, bl. 19Ä.
(x) Groot-Memor. N. I. ƒ. 3cj.
(y) Keurb. B. ƒ. 7$.
(z) Vaded. Hift. IV. JOeel, bl. 322, 3*1.
|
|||||||||||
1501. zelfs duuren tot zes dagen na belookenPaa-
fchen. Men droeg zorg, dat het geleide niet flegts, maar ook de Lyft der byzonde* re Hukken, waarvoor aflaat en vergiffenis te bekomen was, hier, en in de nabuurige Steden, aan de Kerkdeuren en elders, werdt aangeplakt: en 't is ten hoogfte waarfchyn- lyk, dat, van alle kanten, veel volks naat Amfterdam zal famengevloeid zyn. Het affchrift van den Brief, waarby de Regee- ring van 't bekomen van aflaaten en van het toeltaan van vrygeleide kennis geeft aan die van Haarlem, is in vde Stads Regiflers (r) te boek gefield, en ook elders (Y) teleezen. DeAarts- De Aartshertog hadt, in January des jaars
hertog 1500, een Plakaat laaten'uitgaan, waarby gf^ömte belaft werdt, dat geen e goederen voorby Brugge de Vlaamfche kuft herwaards zouden ge- te ver- voerd worden, ten ware dezelven, te Brugge, ftapelen. verftape!d waren (i). By dit Plakaat, wer- den de Hollandfche en Zeeuwfche Steden geweldiglyk benadeeld. De Stad Amfter- dam in't byzonder, die, ten deezen tyde, veel wolle van Calais haalde, ten behoeve der Lakenneeringe alhier , leedt 'er veel by. Men befloot, derhalve, ter gelegenheid van de eerfte Graaflyke bede, te dringen op het affchaffen deezer nieuwigheid. En 't leedt niet lang, of deeze gelegenheid deedt zig Amfter- op. De Aartshertog, voorhebbende eene dam en reis te doen naar Spanje, deedt, om de kos- andere ten (}aartoe te Vinden, eene aanzienlyke Be- brengen de van ^e Landen. De Steden kwamen ter te wege, Dagvaart, te Leiden en in den Haage, om dat dit hierop te raadpleegen. En de Burgemees- inSc" ter en de andere Afgevaardigden van Am- worden fterdam, die deeze Dagvaart hadden byge- 1502. woond, deeden, den negentienden January
des jaars 1502, aan de zesendertigen, die op de Raadkamer byeen gekomen waren, verflag „ dat men, op geene andere voor- „ waarde, bewilligd hadt in de Bede, dan „ dat de ftapel te Brugge eerft moeit, te „ niet gedaan zyn (u):" gelyk, niet lang hierna, gefchiedde. Amfter- Jan de II., Koning van Deenemarke, voor
dam be- eenige jaaren, ook tot Koning van Zweeden
fluit den verkooren zynde, hadt veel moeite om dit
K°n Dee-^^ t0t onderdaanigheid te brengen. Hy
tiemarke bevondt zig, in de Lente deezes jaars, in
met een Deenemarke, en befloot aldaar , tot eene
fchip te rejs naar Zweeden, om Stokholm te ont-
dienen. zetten> binnen welke Stad, zyne Gemaa-
lin, door de Zweeden, belegerd werdt («).
Wy maaken hiervan alleenlyk gewag, om
dat de Regeering der Stad Amfterdam, die
verfcheide Privilegien van deezen Vorft ont-
'(*•) Groot-Memor. N. I. ƒ. 235 ver/o.
(s) DAPPER bl. 139. COMMELIN bl. S23. \t) Gtoot-Memot. N. I. ĥ 2+3-
(a) Groot-Meoior. N. I. ƒ. 2+1. (vj S. ïurENDORF ZweeUf'clje Hiftorie, il. 23», |
|||||||||||
IV. Boek. GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||
199
|
|||||||
5o4- Vloot die maar maatiglyk bemand was;en De oude Schutters hier ter Stede lieten 1504.
om den gemeenen vyand te helpen beveg- zig, kort na deezen fcheepsftryd, door ee-De oude ten. Op de hoogte van 't Eiland Marken, nige SpaanfcheKoopluiden,overhaaIen,tot Schutters zag men het eerfte vyandelyk fchip, welk, het timmeren van ecne Gakote of grootega- Jf ^m" door den Hollandfchen Admiraal , werdt lei, die beide riemen en zeilen voerde,enteren aangetaft. De Gelderfchen fchooten met van welke men zig ongemeen.e dienften be-eene Ga- handboogen; de onzen mee fleenen klooten loofde tegen den vyand. Hoedanig dit vaar- leote. uit grof gefchut, Op de Gelderfche Vloot, tuig gefield ware, en wat yerwagting 'tge-Wülerri -bevondt'zig een Priefter, wien de vyand de meen 'er van hadt,zal beft begreepen wor- man*s_ Pafloory van Monikendam beloofd hadt, zo den uit de woorden des zo even aangehaal-zoons dra de Stad bemagtigd zou zyn, en die den Schryvers, die wy, uit het Latyn ver- befchry- hierom yverde in den fchutteren de gefpan- taald, hier invoegen: De Galeote zeilt, Vn^van nen boogen aan te reiken. Midlerwyl, fta- zegt hy, wonderlyk fnel, en is van zónderlin- tujg> ken de Monikendammers, in kleine fchui- gen dienfl in eenen fcheepsfiryd. Zy kan /poë- ten, van land, en roeiden der Hollandfche dig op den vyand aan, en evenfpoedig te rug Vloote aan boord,daar zy 't getal derftry- gevoerd worden. Zo men met dezelve roeit, deren vermeerderden. Een geruimen tyd gebruikt men 'er twee en dertig riemen op. De werdt'er gevogten, eer de overwinning zig zeilen zyn zo gefchikt, dat geen fchip fneller voor de eene of de andere zyde verklaarde, vaart maakt. Zy voert vier en twintig ftuk- Eindelyk, behielden de onzen de overhand, ken, ieder met zes welgepafle kamers j biertoe ter gelegenheid dat twee of drie van de beft uitgevonden, op dat men, Jchoon onder 't be- bemande Gelderfche fchepen zig van de o- weegen van 't fchip en als in 't wilde fehleten- verigen afzonderden, om jagt te maaken de, egter doel treffen zou. Voorts hadt zy op een Friefch Koopvaardyfchip. 't Leedt ook twee overdekte tenten [ollarum capita] op. toennietlangjof de anderen gaven zig over. Die den zeekryg befi verflonden zeiden, dat, Men kreeg een goed getal van gevangenen, door eene Galeote, eene gantfebe vloot konver- die groot gevaar liepen van,naar het woefl nield worden. Doch met deeze is niets verrigt, gebruik deezer tyden, in zee geworpen te waardoor aan zulk eene verwagting beantwoord worden. Men voer deze eerfl naar Moni- werdt. Zy heeft de foldy voor 't Krygsvolk, kendam; van daar naar Muiden, en toen en eenige voornaame luiden, nu en dan, over naar Ypefloot. Van hier zondt men iemant zee gevoerd. Men beeft haar verhuurd om naar Amfterdam, om te onderflaan, of de Koopvaardyfchepen te geleiden. Doch, voor 't Wethouderfchap de gevangenen zou willen overige, diende zy mee ft om den vyand, en bewaaren. Doch zy fchrikte, naar 't fchynt, ook ons vrees aan te jaagen. De vyand durf- tegen de koften. Ook dreeven fommigen, de de plaats, daar de Galeote lag, niet nade- ^ dat menze, veeleer, behoorde verdronken ren. Wy waren bedugt, dat de Gelderfchen, \ te hebben. Doch de Schout, Jan Benning baar bemagtigen zouden, als zy zig te veel ^tStl Janszoon (3), bragt te wege, dat zy ge- blootgaf. Want, hadden zyze in hun geweld \\tt noegzaam allen, na 't afleggen van den gekreegen; zy waren meefier van de zee ge- <lele'datgewoonlyken eed, waarby zy zig verbon- weefi. Wy hebben haar, hierom, voorzig- fci^n- den,om het ontvangen leed opniemant der tiglyk, niet tefiout gebruikt. Haar naam en Vir*Hollanderen te zullenwreeken,op vryevoe- roem alleen is infiaat geweeß, om den vyand l%$ ten gefield werden. Sommigen' betaalden te doen zwigten (i). Zo ver gaat deeze Schry- 'V eenig losgeld. De Priefter, van welken wy ver, aan wien men,gewiiTelyk, iet toegee- bovenfpraken, verpandde, om zig vry te koo- ven moet, om dat hy, een Kerkelyke zyn- pen,de Akaarkelkvoorvyfrig goudguldens, de, de grootfle kennis van den oorlog te öe Schry ver, uit wien wy 't verhaal van dee- water niet gehad zal hebben; maar uit wiens zen fcheepsfiryd, welkhy, uit den mond woorden, ten minflen,af te neemen is, dat van ooggetuigen en bevelhebbers zelven, de fcheepsftryden thans nog veel verfchil- te boek gefield hadt, ontleend hebben, be- len moeften van die van laatere tyden, als vondt zig,ten deezen tyde, te Amfterdam, luiden, die niet geheel van verftand ont- haar hy de verpandde kelk zelf gezien en bloot waren, verwagten konden, dat een behandeld heeft (V). fchip van vierentwintig flukken eene gant- . («) guill. HERMANNiHoii.Geir. Bellum in matth-ei fche Vloot vernielen zou. Wy können niet *»*ftTW,LMJ)&/,w,^,(tvE1,DSHooI»>R,!. nalaaten hierbv te voesen dat van deé- (3) Willem Hermanszoon van der Goude, Ka- naaien > nu»_uy ce voegen, u*
»onikvan s. Auguftyn, te Stein by Gouda, ds ze vermaarde Galeote, ook ïnpn« ^taas
Schryrer, dien wy hier volgen, noemt (in Mat- RegifierS, gewag gemaakt wordt. De Stad
T°ZJ?akel- Tom. I. P. 32s) den Schout Pr^r hadt, naamlyk, de penningen opgefchooten,
SZ £msnus' Doch ik *st' rdat men\vooru bt- die de oude Schutters aan het timmeren der
mgnus, Bennmgus leezen moet Immers, de Schout aie ae ouaeocnurcei» «uc*. van Amfterdam heette, ten deezen tyde, Jan Bar «»".
mng Janszoon. J (i} Gmvu hirmanni HoU. Gek. BelUm p. s%«,
■ C c a
|
|||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
20O
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
ï$°y
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Galeote te koft gelegd hadden. En op den
agttienden Juny des jaars 1505, bewillig- den de Onerluyden van de ouden Scutteren, dat de Stad, jaarlyks, op S. Maarten, de Ex- cynzen ontvangen zou, die de Schutters nu, waarfchynlyk uit den vryen Wyntap, hun, tweemaal tien, en eens negen dagen in 't jaar, toegedaan, en milTchien ook uit. de Viffchery in de Stads graften (V), in te ko- men hadden, tot dat zy voldaan zou zyn van 't gene zy, wir den voirf. Scutterie aen den galeyote verleyt hadt (d). Wat, einde- lyk, van deeze Galeote geworden zy , is mynietduidelykgebleeken. Domselaar tekent aan (V), dat hy, voor 't jaar 1631, in den Amftel, omtrent de plaats der Hal- ve-maans brugge, het wrak eener groote Galeije heeft zien leggen, waarvan het ag- terile bind van 't Paviljoen en eenige rib- ben boven 't water uitftaken. Hy houdt dit wrak voor een overblyffel van eene der Spaanfche galeijen, die Prins Maurits,in't jaar 1604, te Sluis in Vlaanderen veroverd hadt. Doch hoe zulk eene Galei, in om- trent vyfentwintig jaaren, zo geheel ver- gaan, en vooral, hoe zy, in of na 't jaar 1604, daar ter plaatfe in den Amftel, ge- komen zou können zyn, beken ik niet te können begrypen. Indien ik giffen mögt, zou ik eerder vermoeden, dat Domse- t aar een overblyffel van onze oude Galeo- te gezien heeft, die men , toen de oude Schuttery te niet gedaan was, of veelligt al eerder, by gebrek van lull; of middel om dezelve te onderhouden, in den Amftel, niet verre van de Stads Schaffery, de plaats, waar zy, naar alle waarfchynlykheid, ge- timmerd was, heeft laaten leggen vergaan. De Gelderfchen maakten zig, tegen 't einde des jaars 1504, wederom gereed tot eenen togt op de Zuiderzee. Men was, der- halve, te Amfterdam, ook wederom be- zorgd voor overrompeling. Op de Laftaad- je buiten de Stad, ftonden veele Houtwaa- ren, die ligtelyk zouden hebben können ge- roofd , of in den brand gefteken worden door den vyand; waarom het Geregt, op den drie-entwintigften November, beval, alle houtwaaren van daar in de Stad te bren- gen , binnen veertien dagen (ƒ). En deeze tyd was naauwlyks verfbeeken ■> of men ver- nam , hier ter Stede, dat de Gelderfchen wederom op de Zuiderzee waren; waarom, op den elfden December, werdt afgekon- digd „ dat alle Waterfchepen zig zeilree- „ de maaken moeiten (g) •." en wat laater, te weeten, op den vyfden January des vol- genden jaars „ dat alle Ruiters, in der Ste- (c) Handv. il. 140. [ijo.]
(d) Groot-Memor. N. I. ƒ 2J2.
(e) III. Bsek, il. 2jj. Zk ook. COMMELIN, bU 12f.
(f) Keuib. E. f. 79.
(g) Keuib. ß. /. si vtr/i.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
gereed
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
1504.
De Stad
hadt 'er der Schutte-
rye geld toe ge- fchoo- ten. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
de foldye ftaande , zig
|
houden
|
||||||||||||||||||||||||||||||
moeiten om fcheep te gaan (k)." Om te
beter tegen verraad van binnen beveiligd te zyn, werdt ook, den vierentwintigften, ge- keurd „ dat zig niemant, na 't luiden der „ boeuechck , die ten negen uuren des a- „ vonds begint, zonder lantaarn , op de „ ftraat zou hebben te vertoonen (i)." De flappe Winter deedt dügten voor eene -'"^„g
vyandelyke onderneeming te water; doch "^eod- omtrent den dag van S. Paulus Bekeering,. jerfcljeI1 die op den vyfentwintigften January valt, 0p . begon het zo fel te vriezen, dat men, in WrsCÏ* Holland, en te Amfterdam in 't byzonder, voor eenen togt over 't ys bekommerd werdt (£). Op den zevenentwintigften , werdt reeds bevolen, om de ftrenge vorft, fter- ker te waaken dan te vooren (/> En agt dagen laater, verftondt men, dat de Gel- derfchen , die, kort te vooren, Hilverfom in Gooiland geplonderd hadden, in aantogt waren naar Weesp. In deeze Stad lag thans |
|||||||||||||||||||||||||||||||
i-J- „«11
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
bezetting, die onder bevel ftondt van Rei-,
nier Moflerd, een' Amfterdammer en wak-^^M |
|||||||||||||||||||||||||||||||
ker krygsman. De vyand was reeds gena-dai»1?6'
derd tot aan het Slot Uitermeer, niet verrëbs^^ van Weesp ftaande, toen hy, verneemendei'voe dat de Poorters uit deHollandfche Stederi,; in grooten getale, op hem afkwamen, hals. over hoofd, naar den Stigtfchen bodem te rug trok. Sommigen willen, dat de beken- de dapperheid van den Overfte Mofterd hem ook aan 't bemagtigen van Weesp heeft doen wanhoopen (nï). Vaft gaat, dat het, 's daags na zynen aftogt, zo fterk begon te dooijen, dat alle vrees voor eenen inval o- ver 't ys in Holland verdween (ti). De Koningin van Kaftilie, in November Om%
des- jaars 1504, overleeden zynde;zo hadt g^|er de Aartshertog Filips, haar Schoonzoon,d |
|||||||||||||||||||||||||||||||
't Geregt
beveelt, dat de houtwaa- ien van de Las- taadje in de Stad gebragt worden. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
niet alleen den titel van Koning van Kaßilie beie0*.
aangenomen, maar ook beflooten tot eene en &$ tweede reis naar Spanje,zo dra hy eenün-z^'i^ de gemaakt zou hebben van den Gelder- l0oi'. fchen oorlog, die hierom, den gantfehenrpo«*^ Zomer , ernftelyk werdt voortgezet. De ge" fl &s meefte Steden van deVeluwe en het Graaf- J?jw' fchap Zutfen vielen Filips in handen (0). ^efi< Kortom, het krygsgeluk liep hem zo zeer mede, dat men, onder anderen te Amfter- dam , alwaar , in 't laatft van May, een plegtige ommegang gehouden was, om 's Hemels zegen over den togt naar Gelder te verwerven ($), eenen diergelyken omme- gang hieldt,om den Hemel voor den voor- fpoed
(h) Keuib. E. f. gi.
(i) Keurb. B. ƒ. 82 verfi.
(k.) Groote Chron. Divif. XXXII. Cap. 30.
(I) Keurb. B. ƒ. 83.
(m) Guill. HMMANNi Holl. Gelr. Bellum, p. jig.
(n) Groote Chron. Divif. XXXII. Gap. 30.
(o) Vaderl. Hift. IV. Deel, il. 327-329.
(p) RegiiL der Correét. agt. 't Keurb. B. ƒ. 77.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Verdere
voorzorg tegen de Gelder- fchen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
1505.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
IV. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
&ot
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
5°5- fpoed van 's Konings wapenen te danken
(q). Op den zevcnentwintigftenjuly, werdt 'er een Beftand voor twee jaaren geflooten \> met de Gelderfchen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ honderd roeden buiten de eer'fte Vryheid i-0~
„ der Stad, bier noch wyn tappen.' Doch 3 *■' „ het laatfte punt werdt verleend, behou- „ dens elk zyn regt, na dat de tien jaaren „ verloopenzouden zyn, en de overige pun. „ ten tot wederzeggens toe («)•" De Gelderfche oorlog en 's Konings aan- rje Ste-
ftaande reize naar Spanje hadden hem, al den en federt eenigen tyd,in de noodzaakelykheid Amfter- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
'n Uit.
|
Omtrent den aanvang deezes jaars, was,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
r^van te Amfterdam , by een Plakaat van Ko-
J^nen, ning Filips, de uitvoer van alle Graanen,
jM:n-' zonder 't betaalen van zeker Verlofgeld,
^tQ?11, ftrenselvk verhoeden. Doch uit dit ver-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
la
|
iL®' bod werdt, met reden, voorzien, dat 'er gebrag
|
t, om wederom buitengewoone Be- r^£ 'fc
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
;'^- "' ook weinig of geen aanvoer van Graanen
^n. te wagten was in de Stad, die egter thans cle voornaamile Koopftad was, waaruit zig de nabiiurige Gewenéri van Kooren voor- zagen. Men vertoonde dit den Vorft, en te gelyk ,, dat men bedugt was, dat de „ Koorenhandel t'eenemaal vervallen, en „ naar buitens Lands verleid worden zou; 3, wanneer de Stad, omtrent welke weinig „ kooren groeide, ligtelyk zelve gebrek zou „ können kry gen." Al't welk zo veel invloed hadt, dat het verbod van uitvoer, by een Plakaat op 's Vorflen naam, den tweeden April des jaars 1505, te Mechelen, gete- L kend, wederom ingetrokken werdt (r). \^- Wat laat er, den negenden July, kwam Vte* 'er bevel van Stadhouder en Raaden, om vetor5'" elk, vryenonvry, te noodzaaken tot be- %d. taalinge der Graaflykheids tollen, van alles wat van Keulen, Wezel en Venlo herwaards gevoerd werdt (V). Doch de Regeering van Amfterdam bewees zo klaar, dat zulks met de Privilegiën van tolvryheid ftreedt (0> dat de ingezetenen der Stede, zo ik meen, ten deezen tyde, van de onderwerping aan jj deeze nieuwigheid ontflaagen bleeven. V<Ad De Stad verzuimde geene gelegenheid, vciS'a om zig te doen herftellen in de voorheen jV0ei- verworven Privilegien, die Filips, by zyne e*>\r" inhuldiging, niet hadt willen bezweeren; en om eenige nieuwe Voorregten te verkrygen. Zy verwierf, op den agtften December, 3, beveftiging van het voorregt, om, tot op 3, duizend roeden buiten der Stede vryheid, 3, te mogen bannen en vangen. Ook mögt 33 zy, voortaan, omtrent onmagtige fchul- 3> denaars, het Steenregt, dat is, het regt 35 om dezelven elders dan in de gemeene 5> gevangenis vaft te zetten, gebruiken. » Rondsom de Stad, mögt, op denafftand j, van eene myl, geene turf gedolven wor- » den, dan'met byzonder verlof van Stad- '3 houder en Raaden, na dat partyen daar- » op gehoord zouden zyn. Ingezetenen, >> met der woon naar elders willende ver- » trekken, zouden, vooraf, hun agterwe- » zen van 't gene waarop zy gefield waren " moeten in bewaaringe brengen. En nie- 33 mant mögt, in tien jaaren, binnen de drie- (17) Keutb. B f »„ r
|
den te doen van de Landen. Amfterdam, der bë-
in eene deezer Beden bewilligd hebbende, willigen was verpligt, in November deezes jaars , «aaglyk eene leening te doen van de ingezetenen, inas^raa" om het aandeel der Stad in 's Vorflen be- ^ de daaruit te vinden (V). Doch na dat Koning Filips, in January des jaars 1506, naar Spanje 1506'. vertrokken was, toonden de Steden in 't ge- meen zig zo gereed niet, om te bewilligen in de Beden, die, in 's. Vorflen afzyn, vernieuwd werden. De Raad te Amfterdam befloot, 't is waar, op den twee-entwintigflen Juny, tot bewilliging (w); doch op den twaalfden Sep- tember , na dat de Steden en ook Amfterdam te Leiden ter Dagvaart geweeft waren (a:), oordeelde men, hier, regt anders, 't Belluit der Vroedfchap viel „ dat niet doenlyk was, „ in 's Konings.bede te confenteeren,om de „ zwaarelaften der Stede." Ook was de Be- de 5 door 's Vorflen Gemagtigden, en te Mechelen, gedaan (y); en veelen verftonden hier nog, dat de Vorfl, in perfoon, en in Hol- land , zyne beden doen moeft. Men draalde, derhalve, lang met bewilligen. Filips hadt, midlerwyl, veel tegenfpoeds gehad op de rei- ze. Iiy was door ftorm genoodzaakt geweeft ïn Engeland in te loopen, alwaar Koning Hen- rik de VU. hem lang ophieldt. Eindelyk, in piijps Spanje aangekomen zynde en de Regeering fterft. van Kaftilie aanvaard hebbende, werdt hy, te Burgos, van eene heete Koorts aange- tafl, die hem, den vyfentwintigften Sep. tember, uit het leeven rukte (2). Zyne z, ne Uitvaart werdt, hier te Lande, plegtiglyk uitvaart gehouden, met naame te Amfterdam, daar wordt te 't, in de S. Nikolaas- of Oude Kerke, des Amfter- Maandags den agtentwintigften December J™dfJ" na de Vesper, en des Dingsdags den negen- entwintigften na den Noen gefchiedde («). Ka rel, zyn oudfte Zoon, die naderhand Keizer Karel de V. werdt , volgde hem op in de Regeeringe deezer Landen, on- der de Voogdyfchap van zynen Grootvader Maximiliaan, die zyne Dogter Mar gar eet van Oofienryk,h^tü. Weduwe van den Iier- toge van Savoje, eerlang, tot algemeene Landvoogdeffe aanftelde. («y Handv. hl. i+. [+s]-
(v) Ketirb. B. f. 90. r
(x) GVILI.. HEKMW« Holl. Gelr. Bellum , p. 33+.
(y) Gioot-Mcinor. N. I. ƒ. IJS. (i) vaderl. Hitt. IV. Deel, bl. 33«. (a) Keurb. B. ƒ. ?i verft. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kaniiv. Ai.
|
("j. verg. il. gp.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
<
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
(sj I. Privileg; Boei Ë; r
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
BY-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Cc 3
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||
202
|
||||||||||||||||||||||||||
B Y L A A G E..N
|
||||||||||||||||||||||||||
Bylaa-
GEJJ
L>', A.
|
||||||||||||||||||||||||||
GEN
|
||||||||||||||||||||||||||
«j> fo* II. Deel, IV. Boek.
V. A. Bekendmaaking der Rêgeeringe van Amfierdam, dat zy de bewaaring van '/ Huis te Muiden op
zig genomen ladt. Gedaan in *t begin des jaars 1477. |
||||||||||||||||||||||||||
ende omme te verhueden dat voirf. flot ijmmer
wel bewairt worde, ende in nyemants handen en come, dairt niet* wel bewairt wefen en föu- de, anfiende tbelanc dat defe ftede ende defen hoeck lants dair an lecht, hebben gelooft en- de gelouen, mit defen onfen brieue, van we- ge ende wter name van den ftede van aemftel- redamme voirn.,den voirf. heren ende execu- cutores, alfe meefter dirc wter weer, Jan van rerieiT ende gerrit van ryn voirn., ende allen änderen, die dit angaan mach, van den lafte, forge ende bewairnilfe van den voirf flote, dat zy angenomen hebben als voirf, is daer aff te vryen, te quyten ende geheelic ende all tontlas- ten, Indien zy ons off den genen, die wy des mit onzen brieuen machtich maken, dat op leueren, nemende voirt op ons tlaft ende die forge van den feluen flote, omme dat wel en- de truweliken te bewaren ende doen bewaren tot mynre genadige joncfrouwe ende tot flants behoeff als voirf. es. Ende belouen dat te ver- antwoirden voir mynre genadige joncfrouwe, ende alle anderen dair dut behoirt. Alle ding fonder argelift. |
||||||||||||||||||||||||||
fan dat huys tot muyen.
Allen den genen geefteiyck ende wairlick,
die defen onzen jegenwoirdighe brieffzul- len fyen off horen lefen doen wyfcoutburger- meefters fcepenen ende rade van den ftede van aemftelredanime eondt ende te weten, wt dien dat die eerwairdige wyfe heren ende geboirtige vrome mannen meefter dirck wter weer deken van oude munfter Jan van reneiTe ende gerrit van ryn, als executores van wylen jan van nien- fode faliger gedachten, dat flot tot muyen in- genomen hebben, by beuele ende confente van mynen heere den graue van wynceftere, heere vanden gruythufen etc. dair aff zy dirck die baeftaert van nyewerode tot cafteleyn gemaect, ende noch vier ofvyff gefellen tot hem tot myn- re genadige joncfrouwe behoeff van bourgondie, ende tot 's lants behoeff van hollant, omme tvoirf. flot wel ende truwelyc te bewaren, dair op geftelt hebben; van welke lafte ende forge, dat die voirf. beeren ende executores hier aff angenomen hebben, zy, als wy verftaen heb- ben, geerne ontiaft waren. Dat wy daaromme |
||||||||||||||||||||||||||
BYLAA; L'. B. Bf
|
||||||||||||||||||||||||||
GEN J*
|
'>
|
|||||||||||||||||||||||||
Afkondiging der Rêgeeringe van Amfierdam, gedaan in of omtrent November des jaars 1478.
tegen een uitflrootfel dat zy in zekere Graaflyke Bede bewilligd hadt. |
||||||||||||||||||||||||||
'' I fis wairachtich dat bouen dien dat die van
•*• Dordrecht van der Goude van Schoonho- ven ende van hoirn die bede die mynen genadigen heere van ooftenryck in den hage wefende ge- confenteert was, tot LXm philips feilden fiairs drie jairen lang gedurende, ende dat vp fekere condicyen ende vorwairden nb onlanx die felue gehoocht hebben tot lxxx"1 philips fchilden fiairs ende alreede van te voren hoer aendeel dair off betaelt hebben dat zy in drien jairen fculdich worden fouden, ouerflaende oick alle die con- dicien punten ende articalen die van flants we- gen ende tot profyte van den lande weder van mynen genadigen heere begheert waren ende dat noch meer is hebben die voirf. 11 ij fteden nb onlanx op die dachuairt tot bruefel voir alle die Itaten van myns genadigen heeren Landen van ghinfwertouer openbairlick gefeyt ende hem vermeten indien myn genadige heere mynen heere van der Veere commiffie gaue omme die bede te gecrygen ende tontfangen, dat fy hem firike hulpe ende byftant doen wouden die lan- den te bedwingen, dat zy oick die bede fouden moeten geuen ende betalen gelyckerwys die brieue die myn heere, heere jan van egmont snde myn heere van waffenair dair off an de« |
||||||||||||||||||||||||||
fer ftede gefcreuen hebben dat breder verclairc
ende begrepen heeft diemen v lefen fal. alle twelk noch niet genoech wefende heeft nb on- lanx een geweeft van der goude geheten martyn kaefe bynnen der ftede van hairlem ende heeft die maere aldair doen gaen mit valfeheit mit boue- rye ende logentale ende dat gebreet ende onder- fteken alfoewel onder veel van der vroetfcap en- de ryckom van der ftede van hairlem als onder die gemeente omme mede aldair twydrachtig- heit ende onvrede te maken ende goede mannen te doen verjagen ende in verdriete te bringen alft in den voirf. hij fteden gebuert is ende noch is, als dat die fteden van hairlem van delft" ende van amftelredamme mynen genadigen hee- re gelooft fouden hebben die grote bede van hertoge Kaerll die left lope hadde dair aff grote twydrachticheyt vpftal ende beroerte was bin- nen der ftede van hairlem eer die burgemeifters tot hoeren onfculde comen mochten ende hoc re onfculde dair off deden, dair toe fy feyde dat dat in der wairheyt alfoe niet en was noch nimmermeer mitter wairheyt beuonden en fal worden, mer dat ouer hem dat mit logental* verfiert ende gefeyt was, want zy dat niet ge' daen en hadden noch gedocht te doen,ended«c hei»
|
||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN,
|
|||||||||||||||||||||||||||
IV. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||
203
|
|||||||||||||||||||||||||||
BïUa. hem dat van mynen genadigen heei'e noch van ende den feluen martyn een vry Vaft geleyde Bïxaa -
jEä nyemant van myns genadigen sheeren wegege- ingaen ende incomen; niettemyn die voirf. mar- gen • ß. vercht noch voirgeleyt en was, ende die burger- tyn en heeft dair niet willen comen noch zyn Lr. B. meifters van hairlem wouden dat verantwoirden faken verandwoirden als hy doch van rechts en- mit hoer lyff ende mit hoer goet, want wairt de van eren wegen fculdich wair te doen, wel- foe dat ment tot enyger tydt conde wairmaken ke anbringen ende verfpreydinge van de voirf. dat zy die groote bede angelooft hadden, als onwairachtige faken niet alken géfciet en is in men nymmermeer en fal, zy wouden hoeren der ftede van hairlem, mer oick op die felue lyuen verbuert hebben tegen mynen genadigen tydt in der ftede van rotterdamme ende meer heere ende hoer goet tot profyte van der ftede andere. Dairomme die burgermeefters van de- van hairlem, dair op by gemeene ouerdrachte fer ilede te kennen geuen enen ygelycken out van der vroetfcap ende rycdom van der ftede ende jong,ryc ende arm dat zy dairaffintlich- van hairlem doe gefcreuen was van der ftede te willen wefen ende willen dat mede verand- van hairlem an der ftede van der goude dat fy woirden mit hoeren Uiden lyuen ende goeden martyn kaefe hoeren poirter alfoe goet hebben dat zys niet gedaen nocht gedocht en hebben te wouden, dat hy quame tot hairlem ende ver- doen tgeent dat men dus mit onwairachtigheit antwoirde zyn faken, ende die maere die hy al- ende mit logentale over hem gef yt ende after dus verbreet ende gefpreyt hadde wair maecte hoeren rugge verfpreyt heeft, ende men fal U ende wairt foe dat hem beliefde mit martyn hoe- nb lefen den briefftot defer materie dienende ren poirter enyge gedeputeerden te fcicken, die die myn heere van Egmont ende myn heere van ftede van hairlem gaue hoeren gedeputeerden wafTenair an defer ftede gefcreuen hebben. |
|||||||||||||||||||||||||||
liv
|
|||||||||||||||||||||||||||
v. c.
|
|||||||||||||||||||||||||||
44.
|
|||||||||||||||||||||||||||
GEN
c.
|
|||||||||||||||||||||||||||
Inhuldiging »MaximiUAAN, Hertog van Ooflenryk, als Voogd' [van zyne Hvee Kinderen1''
Filips en Margareta, tot Graave van Holland enz. Gedaan in den Haage, den eenentwintig- ften May 1482. |
|||||||||||||||||||||||||||
Vpten 21 dach in Meye anno MCCCCLxxxii. wordt hertoge Maximiliaan
als ruwaert van zynen twe kinderen wegen gehult in den hage van den Edelen ende van den gemeene fteden van Henegouwen van Hollant van Zeelant ende van Vrieslant ende dede defe nabefcreven Eedt. |
|||||||||||||||||||||||||||
W
|
y Maximiliaen hertoge van Ooftenryck re heren MaximiHaen Hertoge van Oiftenryk
|
||||||||||||||||||||||||||
^ van bourgonjen &c. Zweren ende belo- van bourgoingen van brabant van Limburch
ven alle privilegiën hantveften ende coftumen van Lucenburch ende van Gelre Grave van
'van onzen landen van Hollant Zeelant ende Vlaenderen van Artois van bourgoingen van
Vryeslant te onderhouden ende die landen voirn: Henegouwen van Hollandt van Zecknd van
ende die onderfaten van dien te befchermen na Namen van Zutphen uwer genaden ende uwer
alle onfe machte ende voirt alle te doen dat een genaden tween kinderen hertoge ende grave
Vader eride_ prince zynen kinderen ende onder- Phelips ende Margareten onfen erfachtige prin-
faten fculdig is van doen behouden ons ende ce ende princeffe als onzen heeren graven ende
onzen kinderen alles rechts. gravinnen gehout ende getrou te wefen ende
alle te doene dat goede getruwe onderfaten
Die Eedt die de Edelen ende ghemeene Steden hoeren heren van rechts wegen fculdich zyn van
gedaen hebben. doene behouden uwer genaden ende onzen
5 voirfz: erfachtigen prince ende princeffe alles
Wy zweren ende beloven V genadige hee- rechts.
S**- Lr- D. Bylaa.
H I) , GEN
Belofte van Antoni van Amflel, Heer van Mynden en Kroonenburg, om het Slot van Kroonenburg^' D*
(tan de Stad Amflerdam te leveren, zo dra zy daartoe Graaflyke volmagt toonen zal. 3 Gedaan den negenentwintigften September des jaars 1483. Die Eedt die Anthonys van Mynden der ftede van Aemftelredamme ge-
daen heeft. y"pten negen ende twyntichften dachinSep- dat die van Aemftelredamme een brieffvanmy-
tembri anno MCDLxxxni. Antho- nen genadighen heere dienvisoffhier naemaels
"ys van der Aemftell heere van Mynden ende weezen fall ofFvan zynen Stedehouder thoonen
Croonenburch heeft der ftede van Aemftelre- dat hy als dan hem luuden 't Hot van Croonen-
oamme een Eedt gedaen die Dirck Heymans burch vpleveren fall in handen van hem tot be-
Aoon der zelver ftede burghermeyftervolcome- fchermenyffe des gemeene landts van hollant
lick van hem genomen heeft tot wilker tydt zonder enich wederfeggen ofte doen leepenen,
V. E.
|
|||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||
204
|
||||||||||||||||||||||||||||
Lr. E.
Brief aan den Kaßekin, en Eeden der Huisluiden en Schepenen van Abkoude, waarhy zy Ma-
ximiliaan , Hertoge van Ooflenryk, en der Stad Amsterdam trouwe belooven. Ge- daan den tweeden February des jaars 1484. N. 1.
An heynrlck boetfelaer CafteleyH éfidé bailliu vari apcoude.- |
||||||||||||||||||||||||||||
Bylaa-
GEN
L'. E.
|
CE»
|
|||||||||||||||||||||||||||
fynre genade té Verbueren , dat zy , vp een fori-
nendage naeftcömende, na denmiddage tot een- re vre comen ende vergaderen an den'huyfe vari apcoude, Om den geenen, die wy daer fcicken füllen, alzulcke eede ende huldinge te doen als die onderfaten van den lande van aemftelandt, wiens rechten ende priuilegien zy voortan ge- bruyeken füllen, mynen voirfch. genadigen hee- re off zynen gecommitteerden gedaen nebben, hemluyden aduerterende, indien zy hiervan in gebreke zyn, dat wy dat an hemluyden alzoe corrigeren willen, dat zy anderen ten exempe- len wefen füllen. Ende hier van en wiltingee- ne gebreke weefen, anders foe foude wy dat an v lyff ende goedt verhalen willen,hierinne.eer- baere guede vrient, doende als voirfch. is, vp dat myns genadigen heren gebot by V onver- mindert bliue. gefchr. metter haefte vpten xxvuj"1 dach in Januario, anno xive lxxxiiij. |
||||||||||||||||||||||||||||
Eerbaare goede vrient. Alzoe myn genadige
heere die hertoge van oeftenryclc etc. in on- fen handen ende tot onfer bewaerniffe geftelt heeft tflot van apcoude met alle zyne heerlic- heyt, toebehoren ende appendencyen, by fine' opene brieue bezegelt met fynre genaden vuyt • hangende fegel, ende die onderfaten van dien berecht wil hebben na den rechten ende priui- legien van den lande van aemfterlandt, foe ift dat wy v achteruolgende dien tegenwoordelick ontbieden ende beuelen , van wegen mynen voirfch. genadigen Heere, vuyt erachte van den voirfch. commüTie, die wy daer ofF hebben, dat ghy ouer all in den dorpen onder der lïeerlic- heyt van apcoude gelegen, die clocken doet ilaen ende allen den onderfaten van dien,bene- den tfeftig jaren ende bouen xx jaren oudtwee- fende, gebiet van wegen myns voirfch. gena- dichs heeren, op zekere groete peynen, tegen |
||||||||||||||||||||||||||||
N. a;
Die Eedt die de buyrluyde van Apcoude mynen genadighen heere van Oos-
tenryk &c: ende der ftede van Aemftelredamme vpten ander den dach in fe- bruario anno Lxxxiiu. gedaen hebben. |
||||||||||||||||||||||||||||
ende ftereken tegen enen ygelycken die enich van
den buyrluyden van Apcoude daren boven zou- de willen vercorten ende moyenifle aridoen en- de dat niet te laten in gheenrehande manyeren noch omme ghiene zakken foe lïelpe v God en- de zynen heyligen. Des fall v die ftede van Aemftelredamme voirfz: in der name van my- nen genadighen hcre ende van hair felve weder- omme alle'die hulpe ende byftandt doen die hair mogelick fal wefen van doen ende nair alle hae- re machte tot allen tyden als dat van noode wardt. |
||||||||||||||||||||||||||||
Dat zwer ghy dat ghy van nv voirtan my-
nen genadighen heere van Ooftenryck ende der ftede van Aemftelredamme houde ende trouwe weezen zult ende hair alle byftandt ende hulpe doen fult die ghy fult connen ende moghen doen wanneer ghy des verzocht wordt ende den Caf- telleyn die de ftede van aemftelredamme vptc n huyze van Apcoude ftellen zall ende zult recht nemen ende gheven na die handtveften privile- gyen ende oude cuftumen van den landen van Aemfterlandt ende malcanderen dair inne ftyven N.
|
||||||||||||||||||||||||||||
Die Eedt die de fcepenen van Apcoude in handen van den burgermeyfter der
ftede van Aemftelredamme alle jaren doen füllen. |
||||||||||||||||||||||||||||
huysman ende den eenen huysman ofte partye
ende den anderen tot allen gebuerlycke tyden als ghy des verzocht zult worden zonder mye- de ofte ghifte dair aff te nemen Zoe helpe v |
||||||||||||||||||||||||||||
Dat zweer ghy dat ghy guede fcepenen wee-
zen zult dit toecomende jare lang ende zult mit- ten bayliu ende mitten fcout elk in 't zyn een guet rechtvaerdich vonnyfle wyzen na die handt- |
||||||||||||||||||||||||||||
veften privilegyen ende oude cuftumen van God ende zynen heyljgen.
Aemfterlandt twyflchen den heer ende den |
||||||||||||||||||||||||||||
U. F,
|
||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
IV. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
205
|
||||||||||||||||||||||||||||||
V. F.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Btlaa-
GEN
Lr. F, |
||||||||||||||||||||||||||||||
Eeden gedaan by de inhuldiging van F1 l 1P s, Aartshertog van Ooflenryk, tot Graave van
Holland enz. op den twaalfden December 1494.
N. 1.
Eedt gedaen by den Eertshertoge Philips van Ooftenryck van bourgoingen den
gedeputeerden van den Staten der landen van hollant ende vrieslant binnen der ftede van finte Geertruden berghe upten iaften dach van Decembre anno vier ende tnegentich in tegenwoerdicheyt van den marcgrave van baden den heeren van berghen molenbaifen end-e berffelen Ridders van der oerdre, de proeft van tricht heer Ladron hofmeefter Phillebert de. vitre gefeit la mouche eerfte ftalmeefter Meefteren Jacob van Almonde Jan boudins. Zoen ende meer ande- ren in groten getale. |
||||||||||||||||||||||||||||||
r^at zweren wy als Grave van hollant en-
"*-^ de heere van vrieslant mit horen toebeho- ren die heilighe kerck voer te ftaen ende in ho- ren rechten ende vriheden te onderhoudene weducn ende wefen te befcherniene ende in rechten ende redene te houdene ende te doen onderhouden die rechten hantveften ende pri- vilegiën onfen Ridderfcap goeden fteden ende ghemenen landen van hollant ende vrieslant voenyts verleent ende gegeven by wylen den hertoghe Philips Kaerle ende hoer voervaderen graven ende gravinnen van Hollant ende heeren Van Vrieslant faliger memoden te houden eri- N.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
de doen onderhouden ende confirmeren ende
veftighen die voer ons ende onfen erven ende nacornelingen mit defen onfen eedt ende: desr geliken onfen voirfz: lauden in rechten ende jufticien te hondene ende te doen. onderhou- dene ende die oude goede couftumen gewoen- ten ende haercommen te obferveren ende te be- waren ende voert onfe voerfz: Ridderfchtp fte- den ende onderfaten van dien te doen al des een goet heer ende prince fchuldich wefen fal van doene alzo moet ons God helpen ende al zyn heilighen. |
||||||||||||||||||||||||||||||
Eedt gedaen by der ftede regierders.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Dat zweren wy dat wy onfen genadighen
heere Eertshertoghe Philips hier tegenwoerdich fynde hulden ende ontfanghen tot onfen gerech- ter geboren lantsheere ende Grave den landen van hollant ende heerlicheit van vrieslant mit horen toebehoerten zyn hoecheit heerlicheit ende graeflike rechten getrouwelic te bewaren ende onderhoudene ende zynre genaden zynen ftedchoudere ende raide van hollant ende voirt alle zyne dienaren ende officieren elcken naer |
zynen toebehoren hueren dienften doende en-
de excercerende te obedieren ende affilieren ende voert hout getrouwe ende gedienftich te wefen tot befchermenifïè van zynen Edelen perfone ende ftate als wy van rechts ende re- dene weghen fchuldich zyn van doene ende voert alle te doene des goede ende getrouwe onderfaten hueren gerechten lantshceren fchul- dich zyn van doene alzo moet ons God hel- pen ende al zyn heilighen. |
|||||||||||||||||||||||||||||
Lr. G.
Eeden, te Amßerdam gedaan,by de plegtige inhuldiging van FiLiPS , Aartshertoge van Ooßen-
ryk, op den zevenenfwintigflen ^uny 1497. N. 1.
Gedaen vpten 27 dach van Junio anno XCVII. ende worde gepronunchjert by
andries boelen zoen burgermeefter. J3at zweren wy goet ende rechtverdieh hee- ende Karel laeft overleden ende hueren voer-
. re ende prince te zyne onfer ftede van ders Graven ende Gravinnen van hollant en- ^ernfterdam ende onfe onderfaten van ^dien en- de al te doene dat een goet ende natuerlick |
||||||||||||||||||||||||||||||
Btlaa-
&EN
L'. G.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
j* te onderhoudene ende doen onderhoudene
j*l'e die rechten previlegien handveften ende |
||||||||||||||||||||||||||||||
heere ende prinee behoeme doene voer zynen
onderfaten alfoe moet ons God helpen ende |
||||||||||||||||||||||||||||||
aerconimen hemluyden verleent ende gecon- zyn heiligen
meert by faliger gedachte Hertogen Philips |
||||||||||||||||||||||||||||||
La N. 2.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS GESCHIEDENISSEN. II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
aoó
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
N. 2.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Byl aa-
gen Lr. G. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Gedaen als voren ende gepronunciert by meefter Jacob vari Almonde raet van L'
hollant boven van den ftadthuys. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
zyn ende obedierne ende zynen edelen per-
foen te befchuddene ende te helpen tegen al- le alfoe wy van rechts wegen fchuldich zyn van doene ende al te doene dat goede ende getrouwe önderfiiten fchuldich zyn te doene horen natuerliken heere ende prince alfoe moet ons God helpen ende zyn heiligen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Dat zweer wy dat wy ontfafigen ende hul-
den tot onfen namerlycke ende erfaftich heere ende prince onfe harde geduchtige Heere Her- toge Philips hier tegenwoerdich als grave van Hollant ende beloven hem zynen raedt van hollant ende den hoghen raide ende allen zyn officiers horen officie doende onderdanich te |
|||||||||||||||||||||||||||||||
U> H.
Refihitie van V Geregt, de zesendertigen en de Poorterye van Anißer dam, tot handhaavlnge der
Vrye Vaart door 7 Marsdiep en'tFile, genomen den 11 December des jaars 1498. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Eylaa-
GEN
Ia H.
|
CEPJ
LA &
|
||||||||||||||||||||||||||||||
C'daechs na Sinte Thomas dach, s'agterrioens,
ziin omme de fufpenfie off twiuel van der zaecke hier voren geróeit, ende geregiftreert, vergadert ge weeft de ze.fendcrtich int meer- der getael, daer by ende toe geroepen waren de gehele buyck en de poorterye defer Stede, zoe men die naeften crygen conde , ende dat op 't Gafthuys , daer hunluyden voirgelezen ende gerepeteert was , dickwyl ende menigh- werve de naefte text ende lettre van de pri- vilegie . Hertogh Willems zaliger gedacht, op t'zelve ftuck enz. Ende wart eiken byzonder gevraecht by monde van Dirck Heymatisz als Burgermeefter, hoe zü dien text, ende lettre verftonden, en hoe zyze gehouden ende ge- bruyet wouden hebben. Ende is heur aller ftemme ende flot geweeft foo wel vanden ge- regte van den gene dier waren van de xxxvj, als van de poorterye , dat,men vry ende vey- ligh zal laten varen ende keeren allen den gee- nen die met heure feepen ende goeden dat Marsdiep off dat vlye verzoecken, ende alhier komen tot defer ftede Haven van Aemftelre- damme , zoewel an haer Lyff als an haer goe- den , zoe dat zü weder vry ende veylich f'cey- den zullen uyter Maersdiep off uyt et vlye zon- der eenich becommeringhe, lctfel, off hinder, hunluyden te doen, off te laten gefcien, naer inhouden denipreken ende verclaringe vanden zeluen priuilegie, daer by namen an ende ouer zyn geweeft, Eerft Van die van den Gerecht.
Dirck Heymensz , Willem Boem , Bruymngh
Claesz Burgermeefteren, Jan Claesz , Jan Clements. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Ende van de Poirterye.
Pieter Reyersz, Jacob van Campen, Sciphee?
Schaek, Claes Gaeff, Claes Hermesz, Corne- lis de Vlamingh, Claes Heinrixz van der Scel- lingh, Gerrit Symon Bardezeen , Coert Jans- zoen , Jan Matthyszoen , Goert Geriitsz, Claes Bueyck , Jan Dircxsz, Aelbert Bofch, Daem Meusz, Symon Boenacker, Heinrick Stuverzoen vander Sccllingh , Michiel inde. Starre, Claes Jacobsz Bleker, Henrik Symonsz, Comelis Cuyper, Dirck Symonsz. Poel, Wa- ll gb Jacobszoen, Jan Wybrantsz, Dirck Smity Pouwels ZachtJeuen , Frans Claes Heynen, Claes Kueytlngh, Claes Gerytsz, Willem Bin- nénzoeri, Wigbout Wlgger, Jacob van Ame- rongen, Pieter Codde, Pieter Weyn, Volken de Geyer, Claes Jacobsz, Hiltebrant Avezoon, Roel Goimenbergh , Jan van Gelre, Geryt Geye, Claes Gaeff, Tsbrand inde Baerdze , Msynaert Willemsz , Jan Lambertsz , Jan Pietersz 'Zylmaker , Claes Jan Matthysz , Tsbrand Holefloot, Jonge Dirck. Claesz, Wil- lem Cantert, Frans Heinsgcman , Michiel Jansz, Dirck Pietersz, Willem Bäcker, Jan van Mareken, Willem Splintersz., Pieter God- de, Pieter van Aeken, Jan Ryci , Jacob Heinricksz, Comelis Symonsz , Gerrit de Goyer, Pieter Coppertsz, Gerrit Meffemaker, Jan Wol- bregtsz, Adaem Hejfeltsz, Dirck Hem, Claes Tymonsz, Wouter Dobbesz , Zwarte DU ck, Jan Symonsz , Scipheer Gaeff, Jan Pietersz, Pieter Jacobsz Graeff, Zybr. Bueyck , Lou Lambregtsz, Claes de Goyer, Mertyn Valck: Willem en Hlllebr. Modder, Coman Lambr: Jacob Ferkerck, Jan Bet de brouwer, Claes Symensz, Thomas H'outersz, Jacob Monick, Heyn Jacob Baertsz, Heyn Wou, Jan Ver- ïttael, Huygen Wolbrantsz, Gerbrani Mertz, Jan Euertsz, Philips Gerrit szoen, Claes Ja- cobsz , Jan Inde Smack, Geryt Symons, Tho- nys de Goutfmit, Coman Jacob, Baernt Baerntsz, Jan Lambertsz , JanvanNuys, Dirck Vlet er sz, Heyn Schout, Jacob van Mare- ken, Jan Pietersz, Roel Jansz, Dirck Wy' brantsz, Jan Koenensz, Olfert Pietersz, Ty- men Henricx, Cropel Geryt, Claes Vrericxz, Jan Meliis Arnsz, Rem Symonsz, Claes Kan, Dirck Hetsz, Dirck Liftingh, Heyn Rode, Symon Heyns, Luytgen Garbrantsz, qua Jath Oude Jan, en kleyne Heinrick Stauer. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Van de XXXVJ.
Br uyt de Brouwer , Vegter Baerntsz , Pieter
Colyll, Jacob van Bergen , Dirck Bardesz, Pieter Haringh, Jonge Jacob Jacobsz, An- dries Boelensz, Claes Heyn, Jacob Wlllemsz, Gysbert Jacobsz, Melys Paeuw, Boel Bleker, Clement Wolffers, Simon Avezoen, Claes Mo- yert, Ruyfcb Jansz, Geryt Bennittg, Geryt Theusz. ende Egbert Jansz. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
TWEE"
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
207
|
|||||||||||||||||||||||||||
TWEEDE DEEL.
GESCHIEDENISSEN
|
|||||||||||||||||||||||||||
VAN
T E R D A M.
|
|||||||||||||||||||||||||||
A M S
|
|||||||||||||||||||||||||||
V Y F D E BOEK.
Amsterdams Geschiedenissen, van 't jaar 1506,
tot het jaar 1534.
|
|||||||||||||||||||||||||||
Het Beftand met de Gelderfehen was,
terflond na het vertrek van wylen Ko- ning Filips , van hunne zyde, verbroken. Hertog Karel van Gelder , met Franfche hulp gefterkt, bemagtigde veeïe Steden in Gelderland, die, by het jongde Verdrag, Filips waren toegeweezen. Wageningen, eene deezer Steden, werdt, federt, bele- gerd door de Ooftenrykfchen. Doch op de tyding van 's Konings dood, werdt het be- leg opgebroken. Ook gaf Lodewyk de Xll., Koning van Frankryk, zynen Leger- hoofden toen bevel, om de begonnen vyan- delykheden in Gelderland , vooreerft, te flaaken (V). In den Zomer des jaars 1507, begaf de
Landvoogdes Margareet zig naar Holland, om in haare nieuwe waardigheid erkend te worden. De inhuldiging gefchiedde te Dor- drecht, werwaards de Steden , ook Am- fterdam, haare Afgevaardigden gezonden hadden, op den zeventienden Juny. Doch de Landvoogdes begeerde geene Privilegien te bezweeren, dan die, ten tyde van Ko- ning Filips, bezwooren geweeft .waren. Al- leenlyk, ftondt zy toe, dat men geene brie- ven van Schäverhaalingter uitvoeringe leg- gen zou, dan by goedvinden, niet alleen van Stadhouder en Raaden; maar ook van 's Lands Staaten (£). Voorts, werdt Kei- zer Maximiliaan, ten zelfden tyde enplaat- fe» ook voor Voogd van zynen Kleinzoon Karel erkend, in "de perfoonen van twee zyner Gemagtigden (O- De eed , dien Bur- gerneefters , Schepenen , Raaden en Ge- beente van Amfterdam , ter deezer gele- genheid, deeden, ftaat, in de Stads Re. êlflers (£), aangetekend. De plegtigheid VA f^F-Flikantb. IV. Deel, hl. s, io.
|
|||||||||||||||||||||||||||
der inhuldiginge gefchiedde, in 't huis van
|
ISO?-
|
||||||||||||||||||||||||||
wylen Zar es "oanSlingelandZareszoon, in zyn
leëven Schout van Dordrecht (e) van de Kabbeljaauwfche zyde (ƒ). De Steden zyn, vermoedelyk, te ligter gekomen tot de in- huldiging, om dat Keizer Maximiliaan haar, op den veertienden April te vooren, by ee- ne Handveft, te Gend getekend, den vryen uitvoer van Graanen hadt toegeïïaan, zon- der dat zy verpligt zouden zyn, daarvan eenig verlofgeld te betaalen (g). Voorts, De Stad verwierf Amfterdam in 't byzonder , van wordt Chrifliaan, Zoon van Jan den II., Koning Jj^gd van Deenemarke en Zweeden, op den der- vryen" tienden September, beveiliging in de voor-handel regten van Koophandel op Noorwegen, die op Noor- der Stad voorheen waren toegeftaan (h). weSen- Midlerwyl, was men, in Holland, reeds Zy zorgt in 't voorleeden jaar, bekommerd geweeft tesen de voor eenen inval der Gelderfehen (2). En *™^et deeze bekommering nam toe, na dat men^g^. kennis gekreegen hadt, dat eenig vyandelyk fchen. Krygsvolk, by gebrek van betaalinge (£), in 't begin van July, op Stigtfehen bodem hadt begonnen teftroopen. Terftond hierop, werdt te Amfterdam afgekondigd „ dat „ niemant der ingezetenen, op de verbeur- „ te van zyn poorterregt, naar Utrecht zou ?, hebben te reizen, uit hoofde van deroo- „ veryen der Gelderfehen (/)." Ook werdt, Wat laater, bevolen „ dat niemant in de „ Stad komen, en daar weder uitgaan mögt, 5, by en zou moeten hebben een teyken van ee- |
|||||||||||||||||||||||||||
v
lSofi
|
|||||||||||||||||||||||||||
SS**
|
|||||||||||||||||||||||||||
So?.
|
|||||||||||||||||||||||||||
)■>
|
nen, by der Stede daertoe gedeputeert, fit-
|
||||||||||||||||||||||||||
tende ten huyfe van aechte Jacob Wittemsz.
„ faliger gedachten Weduwe in de Kerck- „ firae-
(e) I. Privileg. Boek, ƒ. s? verfi.
(f) Eeverw. Dotdr. hl. 17S, *79-
ig) Oude Kerk, Laaie XII. Haudv. bl. S9.
(b) Oude Kerk, Laaie XLI. Handy, hl. j7 [37^ (») Lertr. de Louis XII. Tam. 1. p. 70, 7i, (k) Letrr. de Louis XIX. Tem. I. p. 9J, (l) Keuib. B, f. 97 verf<>' Dd 2
|
|||||||||||||||||||||||||||
\
|
|||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||
208
|
|||||||||||||
tonis-poort en 't Y, te doen af breeken : i5°
waartoe alle Draagers, Iioutzaagers en Tim- merluiden verpligt waren de hand te lee- nen (t). , (, 't Is, uit de Stads Regiflers (u), klaar, V6?$en
dat het inneemen van de Stad en 't Slot te ^\$& Muiden, en van de Stad Weesp, door Her- j^de» toge Karel van Gelder (y), waardoor 't ge- en vaar der Gelderfche vyandelykheden Am- WeS5? - fterdam veel nader gekomen was dan te voo-iru ren, gelegenheid gegeven hebbe tot deeze voorzorg. De meefle Schryvers verfchil- (Ve len zeer, over den tyd , waarin men hetz0^de» bemagtigen deezer Plaatfen moet agten ge- " <j dea' beur d te zyn. Pontanus, die door - de \& $\ laatere Schryvers gevolgd is, fielt het, inbe«r zyne Befchryvïng van Amßerdam (w), op 'tnl jaar 1507. Doch in zyne Gelderfche Hißo- rie (V), plaatft hy 't, op 't jaar 1508, met byvoeging nogtans, dat 'er reden is, om het op het jaar 1507 te plaatfen. Willem H e r m a n s z o o n, de oudile bekende Schry- ver, die van dit voorval gewaagt,bemoeit zig niet met het aantekenen van het jaar, waarin de dingen, die hy te boek fielt, ge- beurd zyn. Doch hy bedient zig, in 't ver- haaien der gevolgen van het inneemen van Muiden en Weesp , van uitdrukkingen, die zouden doen denken, dat dit inneemen, al in 't jaar 1506, gefchied ware, gelyk wy, wat laager, zullen toonen. Ook zou ik gee- ne zwaarigheid gemaakt hebben, om het geval op het jaar 1506 te plaatfen, tegen't gevoelen van P o n t a n u s , en die hem ge- volgd zyn. Doch eene Akte onzer Stad vandenjaare 1512, waarin het overvallen van Weesp , met duidelyke woorden, op 't jaar xvc. ende acht gefield wordt (y), deedt my veranderen van gedagten, en dit geval, met het gene 'er op gevolgd was, en Am- fterdam van naby betrof, op het jaar 1508 te boek flellen. Van de Akte zelve, die ons in deeze duifterheid voorgelicht heeft, zullen wy beneden nader fpreken. -v Hertog Karel dan, in de Lente (1) dee- 2/„
zes jaars,' zig meefter hebbende gemaakt tjft\ van de twee Steden, zondt, van Weesp , jafl1 |
|||||||||||||
1507. >» flraete (m)," dat is, in de Warmoesflraat,
tuflchen de Oude Kerk en den Dam. 't Ge- vaar, welk de Stad ten deezen tyde liep, nam toe, na dat de Gelderfchen, op den zevenentwintigflen Auguftus, het Dorp Bo- degrave verbrand hadden («). Men beval, op den agtflen September „ dat alleinge- „ zetenen , bekwaam om de wapenen te „ voeren, zig gereed houden moeflenyom, „ op de eerfle aankondiging,uit te trekken „ tegen den vyand; waarvoor, aan alle am- „ bagt- en neeringdoende luiden, een ftui- „ ver, en, als zy daadelyk uittrokken,vyf „ ftuivers 's daags werden toegelegd (0)." ! Pontanus tekent aanfjf), dat de Gel- derfchen, in dit jaar 1507,het roodeBlok- huis, welk tuflchen het Damrak en de Haar- lemmer Poort, omtrent de plaats , waar nu de Y-brug legt, op paaien, gebouwd was, hebbende aangetaft, door de Amflerdam- rners, manmoediglyk, afgeflaagen zyn. Doch alzo hy 'er byvoegt, dat zulks, op den S. Jansdag, en even na het bemagtigen van Muiden en Weesp, gefchiedde, heeft men reden om te twyfelen, of hy den aanval op de Schans teYpefloot, die wy,beneden,op het jaar 1508, verhaalen zullen, niet voor eenen aanval op het roode Blokhuis gehou- den hebbe. HetHout Valt gaat het, ondertuffchen, dat men, aan den te Amilcrdam, nog tot in den Winter des Buiten- jaars 1507, voor eene vyandelyke onder- wetdt nceming der Gelderfchen bedugt was: waar- belaft om , den vyftienden December, bevolen weg te werdt „ al het hout uit de houttuinen, tus- doen. ^ fchen Screyehoeck en de Sint Oloffs poirte, „ weg te doen (g)." Ook werdt beflooten, „ een rooilyn tefcheeren, van den hoek „ der huizinge van de Paulus broeders, nu „ oude Waaien Kerk en het S. Joris Hof, „ tot aan den hoek der huizen van 't Pro- ., venhuis van Bethanie, welk toen was daar „ nu de Bethanie flraat is; en al wat daar „ buiten ftondt, af te breeken (f)." De Scheepvaart werdt ook niet veilig geoor- 1508. deeld: waarom het Geregt der Stad, den twee-entwintigften January des jaars 1508, in gevolge van een befluit der Steden van Holland langs de Zuiderzee gelegen, deedt afkondigen „ dat niemant uit diezeeoofl- „ waards of weftwaards zou hebben tezei- Bevel „ len, voor nader openlyk verlof (ƒ)." De om de ZOrg voor den vyand was zelfs zo groot te LfafaadjeAmiterdam, dat de Regeering , in May, breeken. befloot, de Laftaadje, tuflchen de S. An- fraß Keurb. B. ƒ. 9«. (n 1 Groote Cliron. Divif. XXXII. Cap. 38.
(o) Keurb. E. F. 9«. (p).tiir. I. Cap. VIII. />. z6, (//) Keutb. B. ƒ. 98 virfi. (r) Keurb. B. ƒ. 99. (s) Keurb. B./. iel. |
|||||||||||||
daar hy zig ophieldt, eenen Priefler naar
Am-
(/) Keurb. B. ƒ. 104. ver/o.
(uj Groor-Memor. iV. I. f. 270. (v) GUll.1.. HEHMAKNUS p. 33J , ??«, 337- (w) Libr. I. Cap. VUI. p. zä. Zie ook Vaderl. Hift. IV. Deel, bl. 354. (x) Lihr. XI. p. 6lJ.
(y) Keurb. C. ƒ. 59.
(1) Dat Weesp , in May , ingenomen werdt,
wordt ultdrukkelyk gezeid in de Stads Regiflers, op het jaar 1514, waar men leeft ,, dat Claes Heyn, , Burgemeefter der Stede , zes ponden grooten , vlaams beloofd werden, voor zyn timmerhuis op , de Laftaadje , welk afgebrand werdt , toen de , Gelderfchen, in May, Weesp ingenomen had- , den." Groot Memoriaal, N. I. f. 270. |
|||||||||||||
G E S C H I E DE NISSEN.
|
|||||||||||||||
V. Boek.
|
|||||||||||||||
2 op
|
|||||||||||||||
^08. Amfterdam, om de Stad op te eifchen,en dyk,lag een gdmgt,rpeßootgenaamd,om- 1508,
om de Regeering te vergen, dat zy hem trenteenhalf uur gaans van de eerftgemelde werpen |
|||||||||||||||
voor Heere aannam. Doch zy antwoord- Stad. Hier werdt, op 't fmaliï van den dyk,
|
eene
|
||||||||||||||
de „ dat zy Koning Filips trouwe gezwoo- tuffchen 'tY en de Diemermeer, eene Schans Schans
„ ren hadt (2), diezyzynen kinderen hou- opgeworpen, en met manfchap bezet. In °P> by j, den wilde, en dat haare burgery nog niét de Meer, lag een gewapend vaartuig: in n^ >, in zulk eene engte gebragt was, dat het 't Y, verfcheide anderen, om de Schans te zy „ haar lüften kon, van Heere te wiiTelen." dekken. De Gelderfchen, met HertogeKa- wordt, Men weigerde egter, dit antwoord fchrif- rel aan't hoofd, trokken, over't Paapen- ^8ee_fs' telyk te geeven, om dat de Priefter ook veld, aan op Ypefloot, met oogmerk om^ iw maar mondeling geboodfchapt hadt (z). eerft het fchip, weikin deDiemermeerlag, door de Ie (je°e" Midlerwyl, verzuimde men niet, de Stad en daarna de onvoltrokken Schans te vero- Gelder- jW. in ftaat van tegenweer te ftellen. Buiten veren. Tot het laatfte, meende men naauw-^lien* A de S. Antonis Poort, thans de Waag op de lyks honderd man noodig te hebben. De t^te- nieuwe Markt, die naar Weesp leidde, wer- Gelderfchen riepen, van den dyk, ons Boots- \c!t den, in gevolge der aangehaalde bevelen van volk toe, Waterhonden! waterhonden! u zal Hgt_ de Wethouderfchap, alle de huizen, win- 't gelden. Daar de onzen op antwoordden, keis en hutten afgebroken; de tuinen en 't Ecrfi hebben, en dan hangen. Ook fchooten geboomte uitgeroeid. Zelfs werdt defchoo- de fchepen, die in't Y lagen, zo fel op den ne Doele der Handboogfchutteren, die toen vyand, dat hy 't, op den dyk, niet langer buiten de gemelde,Poort ftondt,geflegt:en houden kon; maar zig in de laagte begee- alle de boomen, daartoe behoorende, om- ven moeit. Doch hier deedt het grof ge- verre gehouwen, op dat 'er de vyand niet fchut, welk Reinier Mofterd afflak^deGel- in neflelen zou. 't Geboomte, welk, hier derfchen verftuiven. Hertog Karel zelf, en elders, omver gehouwen lag, moeft,op die langfl fland hieldt, liep groot gevaar bevel der Wethouderfchap van den vieren- van 't leeven. De hut, waarin hy zig be- twintigften May, door het Schoenmaakers vondt, werdt door en door gefchooten, heb- Gilde , in de Stad gebragt worden (a). bende denSchryver, uitwien wy dit Ver- Voorts werdt, by openbaare afkondiging, haal ontleenen, zelv', naderhand, de ga- bevolen, dat niemant eenig goud of zilver ten gezien, die de fteenen of looden kogels, uit de Stad zou voeren; en dat alle de Am- in deeze hut, gemaakt hadden. Menfchoot fterdamfche Koopluiden, die naar de markt niet flegts van de fchepen; maar ook uit de jö? ^ te Antwerpen getrokken waren, ten fpoe- onvolmaakte Schanfe. Eindelyk, trokken !%!*' digfte te rug keeren zouden (£). Tulfchen de Gelderfchen te rug naar Weesp. Zy lie- 'ei's Amfterdam en Weesp, aan den Muider- ten maar weinige dooden agter. Van de , , fm, Rr„™,„„. Hollandfche zyde , was niemant gefneu- (l) GUILL. KF.RMANNUS p. 3JS, 3JÏ, 3J?. , , , N * ö
(a) Keutb. B. ƒ. ioj ver/o. Veld (C).
dj güiix. HEBMANNus p. 338. De Schans te Ypefloot werdt, federt, vol- Tweede
(2) In 't Latynfch verhaal van Willem Her- tooid, en tot aan de S. Antonis-poort toe aanval op
«ansizoon, ftaat Sacramentum diximus Regi Pbi- getrokken Cd) Doch 't Ieedt niet lang, ofdezelve.
Uppoquod fervare not-oportet, dat is, „Wy hebben fy werdt andermaal aangetafl van de Gel-
» Konmg tilips eed gedaan; dien eed moeten wy ,J ~ ■, »* > j- j ■ -L- ^ » houden." En nit deeze woorden, fchynt te vol- derfchen. Zy bedienden Zig, hiertoe, van
§en, dat dit geval, en 't bemagtigen van Muiden den nagt voor den S. J ansdag, zynde den
^ Weesp, 't welk'er voorgegaan was, nog by 't vierentwintigften Juny, die zeer donker was
SdT KS3 üïi SÄ&S E? Erif 5 KryfS,v*e in * **-
*y onderzoeken , verminkt is, of dat de Schryver gelegen hadt, en ledert Uit zynen dienft ont-
?'g hier niet naauwkeuriglyk uitgedrukt heeft. En llaagen was , hadt zig vervoegd by den
*k neig tot de eerfte sedagten, om dat hy zelf net- vyand, en hem de gelegenheid der Plaatfe
«r fpreekt in een Gedigt, agter zyn Werkje ge- J el befchreeven, dat men ondernam .v°egd, waarin hy, dezelfde gefchiedenis verhaa- ^u , , , -, . .' ""L't" tiiiucruaiii,
Jende, de Regeering van Amfterdam (p. 353) dus te SeJvk net 1UllP ln de Diemermeer ende
"°et fpreeken: Schans te bemagtigen. Dertig man omtrent
.. . ■ • ,. begaf zig in kleine fchuitjes, en roeide in ftil-
» N»SJacnm„ devota meute Phhppo naaf de M de g fa bin.
„ Uixttnus, ü natis ia molare net as. . ,,. ' , i.-„„
nen te beklimmen; terwyl een grooter noop,
dat is: langs den dyk, zou aantrekken op deSchanfe,
* Wy hebben Filips eed gedaan : fchande ware <&»n.aar de Stad toe> minfl voorzien was.
" , i' dat*y rr:.--nt zyne kinderen, fchen- Men was gewoon, eenige paarden aan den
" j*f? milder ° d jj.
lec Jen wt * I da£ Fi,iPs ïe^s over.
Gedinthi^;' • 'oren hebben, dit (c) Guill. hermannus p. 339, 34°.
8 ier>ni°ns%, , , -volgen, (</)i«L*.w,
Dd 3
|
|||||||||||||||
AMSTERDAMS II. Deel.
|
||||||||||||||
1508. dyk te haten weiden, die, fomtyds, zelfs tot hen, tot aan het Eiland Ens (3). De Am- $
in de fchanfe, hun voeder zogten. Het eerfte fterdammers zelven, verneemende, in welk gerügt, welk de naderende vyand maakte, een gevaar hunne nabuuren geweeft waren, werdt gehouden voor de beweeging, die men bragten hanne Galeote in zee, die , ge- van deezc paarden gewoon was. ■ Doch de volgd van eenige Vaartuigen, van Muiden Wa?t werdt haait al te onzagt gered uit naar Enkhuizen, en voorts naar 't Eiland haare dooling. De looze Gelderfchen over- Ens ftevende. Doch men ontmoette gee- vielen de Schans, eer 'er iemant op ver- ncn vyand. Iiy was, by tyds, naar deGel- dagt was. Een' of twee bezettelingen v/er fche havens geweeken (g). ^ ■ den, met pieken, doorftooten. Doch de o- Maximiliaan hadt, midlerwyl, een Leger ^^s" verigen op de been gekomen zynde,werdt byeen getrokken te Naarden, welk onder j^r'1- het gevegt voortgezet, van middernagt af, den Graave van Buuren ftondt, en onder tot dat het volkomen licht was. Ondertus- anderen uit Amfterdam van leevensmidde- fchen, wift men, op defchepen, door de len voorzien werdt (//). Met dit Leger, donkerheid, niet te onderfcheiden, wat in werdt het beleg gefhagenvoor Weesp; doch de fchanfe omging ; en men vermoedde, het werdt traaglyk voortgezet (J). Tegen toen het dag werdt, of de Schans niet wel den Winter, werdt de Stad, van drie kan- ver looren mögt zyn, tot dat de Overfte, ten, naauw beflooten, onder anderen door Gerard van Mierop , 't hoofd heen en weer eene Schans, die de Amfterdammers op den A^ets uitfteekende boven de borftweering, Bour- dyk, tegen over 't Paapenveld, hadden op- ?a*be' De Gel- gondle! Bourgondie! riep. Toen werdt het geworpen. Ook kwam 'er toen groot ge- \e%. derfchen gefchut uit de fchepen gelykelyk geloft op brek aan leevensmiddelen in Weesp, zo dat met ver- den vyand, die, hals over hoofd, aan 't ibmmigen,in vyf dagen, geen broodproef- lies afge-vlugten floeg, den weg op naar Amfterdam, den, en fomtyds geen' anderen drank dan ilaagen. alzo hem dewegnaar Weesp door defchan- water wiften te bekomen. Geduurende den fe afgefneeden was, en de kleine fchuitjes Winter, verfpreidde zig, te Amfterdam, in de Meer ook, in 't gezigt van 't Hol- een gerügt, dat de Gelderfchen wederom landfche Vaartuig, niet te bereiken waren, eene onderneeming op Waterlan linden zin, Doch een bende Amfterdamfche Poorters, en, ten dien einde, een groot getal vanys- geleid door Reinier Mofterd, met den dag, fpooren en fchaatfen gereed gemaakt had- ter S. Antonis-Poorte uitgetrokken, onder- den. Doch men bevondt wel haaft, dat dit fchepte de vlugtende Gelderfchen, daarzy gerügt ydel geweeft was (/e). zig, in de ilooten en in 't gras, verfteken De Keizer, die zig, in Auguftus, in Hol-Kei^ hadden. Zy gaven zig terftond krygsgevan- land ophieldt , hadt geraaden gevonden, ^ , gen over. Een enkele, die eenen der on- een' keer te doen naar Amfterdam, en zig j0ety |
||||||||||||||
zen, uit het riet, waarin hy zig verborgen daar , in perfoon , als Voogd van zynen!?eej
|
0
|
|||||||||||||
hieldt, met de piek dagt te grieven, werdt Kleinzoon, te laaten inhuldigen. Hy be- A^
|
||||||||||||||
dat*
|
||||||||||||||
gedood. De gevangenen werden op de S. gaf zig dan, zo 't fchynt uit het Leger om
|
||||||||||||||
Olofs Poort gelegd, eerft te water en te Weesp, derwaards, en deedt eene wande-
brood, waarby, naderhand, ook boter en deling te paarde door de Stad, na dat hy
kaas, en eindelyk zelfs bier gevoegd werdt. den Klooileren, die hy voorby dagt te ry-
Zy zaten een rond jaar in hegtenis (e). Fier- den, hadt doen aanzeggen, dat de Nonnen
tog Karel hieldt zig, na 't mislukken dee- zig allen in devenfters vervoegen moeften,
zer onderneeminge , nog eenigen tyd te om hem te zien. Ook bezogt hy, nader-
Weesp op, en keerde toen, de Stad bezet hand, twee Nonnen-Kloofters , en onder
hatende, naar Gelderland te rug (ƒ). anderen, dat van Bethanie ; den zivileren
De Am- Eene Vloot van vierentwintig Gelderfche van beide een gefchenk doende van gelden
fterdam- fchepen zogt, omtrent doezen tyd , Enkhui- wyn, op dat zy om den voorfpoed zyns Ryks ^
voTgen"" zen' by miftig weder, te verrafïen. Een bidden zouden (T). Doch 't voornaamfte, ÜLffP'
eene deezer fchepen hadt zyn volk reeds begon- welk hy, ten deezen tyde, te Amfterdam r$fc
Gelder- nen aan land te zetten. De anderen, min- verrigtte, was het doen en ontvangen van \$>
fche (jer bezeild, bleeven wat agter, en werden den ^•1°^ nn gelukkiglyk ontdekt van een'Enkhuizervis- ür> GuII;*~ hermannus p. 3+j.
die t Op b o J . , (j,\ Kcurb. B. ƒ. 106
Enkhui- fcher , die maar even uitgeloopen was ; nj guill. hermannus p. 347.
zen ge- doch ftraks te rug keerde, en deStadinrep W Jd. p. 343.
munt en roere bragt. De Gelderfchen, ziende (; P'347' 348'
dat men op zyne hoede was,hielden af, en (3) Brandt plaatft, in zyne Hifiorie -aan Enh
keerden te rug. De Enkhuizers vervolgden AS'SSAÏ ?°gï f«) guill. hermannus p. 3+i, 3+*, 3J3, 354. beurde aan den Muiderdyk, verhaalt, fchynt men
(f) ld. p. 34«, het, in het jaar 1508, te moeten plaatfen.
|
||||||||||||||
V. Boek.
|
||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN,
|
||||||||||||||||||||
211
|
||||||||||||||||||||
*5°3. den eed Van inhuldiging. In den eed ,
|
||||||||||||||||||||
dam, daar hém de wyt gegeven werdt van 1508,
het verbranden van Muiden, onaangezien de Plaats de brandfchatting voldaan hadt. Hy verfchoonde zig , ten bede mogelyk. Voorts, liet hy zig, door een gefchenk van zyden ftoffe, beweegen om te belooven, dat hy de Kerkfieraaden van Weesp onge- fchonden laaten zou (f): waarna hy naar de beflooten' Stad wederkeerde. Drie dagen voor het fluiten der Käme- Ommc
rykfche Vrede, te weeten op den zevenden §?ntte„ December, werdt, te Amderdam, nogbe-&im tot volen, eenen plegtigen ommegang te hou-bsde om, den, om tot pays endg vrede te komen (.f), en dank- By 't Verdrag van Vrede, welk den tien-zeS§in§ den getekend werdt, was, onder anderen y°°|jee beraamd „ dat Karel van Gelder Weesp ,, en het Slot te Muiden, binnen veertien „ dagen, ruimen zou," gelyk hy, niet zon- der weerzin, op 't derk aanhouden desKo- nings van Frankryk, deedt,in den aanvang 1500. des jaai-s 1509 (t). Op den vierentwintig- den January, werdt , te Amderdam, be- volen , eenen plegtigen ommegang te hou- den , tot dankzegging voor de geflooten Vrede (a). De Regeering hadt, niet lang voor het Borft-
treffen der zelve, in de Houttuinen,tujjchen weering 't hooft ende S. Olofs poirte ,nu de oude Teer- ™n h^~ tuinen genaamd, eene bordweering vandeHou£. balken doen leggen, om de Stad aan dien tuinen kant, daar zy niet bemuurd was (4),tebe-wegge- ter, tegen vyandelyke aanvallen te dekken.n0inen- Doch deeze bordweering wasnunoodeloos, na't fluiten der Vrede, en belemmerde, on- dertuffchen, den bewoóneren der Houttui- nen zeer, in het op- en affcheepen hunner hout- en andere waaren. Men dondt hun, derhalve, in May'maand, toe, de leggende balken weg te neemen, mids zy de daande daan lieten, en zig verbonden, om, ten al- len tyde, ter begeerte van Burgemeefteren, den wal, met wagefchot van vier ponden grooten vlaamfch het honderd, te befchoei- jen (v).'
Het doorbreeken van den Muiderdyk, in De Stad
den jongden watervloed, waarby Amder-verkrygt dam zo veel geleeden hadt, was oorzaak <?c geweed, dat de Wethouderfchap zig de zorg ^"den v00r het beter onderhouden van den zelven, Muider* 'hy- dyk.
(r) GUILL. HERMANN, p, 349.
(5) Keurb. B. ƒ. Ui verfi.
(t) Vaderl. Hift. IV. Deel, il, ;s9t 3«°.
(«) Keurb. E. ƒ. ni.
(v) Groot Memor. N. I. ƒ. zs7 verfi.
(4) Onlangs, te weeten,den negenden Novem.
ber des jaars 1508, was by de Regeering beiloo- ten, het Y, van het hoofd, nu het Kamperhoofd, af, tot aan den Kruistooren, nu den Hanngpak- kerstooren, toe,met eenen muur te fluiten. Keur- boek B. f. 108 verfo.Doch dit voorneemen is nim- mer ter uitvoeringe gebragt. |
||||||||||||||||||||
pmer- dien de Keizer deedt, was merkwaardig,
2y"s°ver„ dat hy niet alleen de Handveften be- ee^u ,, zwoer, die by wylen zynen Zoon Fi- „ lips ; maar ook die by de Graaven en „ Graavinnen van Holland, deszelfs voor- „ zaaten, gegeven waren," zonder eenig onderfcheid te maaken, of zulks, voor of na de tyden der Hertogen Filips en Karel van Bourgondie, gefchied ware. De eed werdt afgelegd op den twintigden Augus- tus (m). Een hevige dorm, op den vyfti enden Oc-
|
||||||||||||||||||||
Jatet.
™^i tober ontdaan, hadt het zeewater zo hoog
opgezet tegen de dyken, dat dezelven, op
verfcheide plaatfen in Holland, en onder Scl, anderen tuffchen Amfterdam en Muiden, 'e (^ bezweeken (w). In Amderdam, rees het wa- ^tdayj ter zo zeer, en veroorzaakte zo groot eene ' verwoefting, dat veele huizen daardoor on- bekwaam gemaakt werden om bewoond te worden (o). De Zuiderzee was zo hoog ge- zwollen , dat het water alomme over de dyken liep, en de weiden met fchuiten be- vaaren werden. Die van Waterland meen- den , dat men , ter deezer gelegenheid , Weesp met fchepen zou hebben können in- neemen, en booden 'er zig toe aan. Doch hun ontwerp werdt van de hand geweezen, voornaamlyk, naar 't fchynt, om dat de Vredehandeling , die , voor eenigen tyd, te Kameryk, aangevangen was, thans op j^ eenen goeden voet dondt (p). jiüngid Ondertuffchen, hadt een Hoofdman der |
||||||||||||||||||||
einiei!,1 bezettinge van Weesp aan die van Amder-
|
||||||||||||||||||||
l
|
||||||||||||||||||||
> 'ty dam geichreeven*, dat hy hun de Stad wil-
ve^- de leveren. Zy zonden hem twee Minder- We^ broeders toe, om nader met hem te han- P" delen. Doch hy lag krank te bedde, toen déezen voor de Stad kwamen. Men vraagde hun naar hunne boodfchap. Zy antwoord den, dat zy brieven hadden aan zulk een' Overde. Men bragt, om 't geheim te ont- dekken, eenen anderen by hen, die veins- de de perfoon te zyn, aan wien de brieven gerigt waren. En men hadtze zo dra niet gelezen, of de Moniken werden vadgehou- den, en, tot tweemaal toe, in eenfchuitje gezet, om in de Vegt verdronken te wor- den. Zy ontkwamen egter dit gevaar ge- lukkiglyk, fchoon zy lang in hegtenis za- ten. Doch de Overde, die aan zyne ziek- te overleeden was, werdt onder de galge °egraaven (q). Herman Erkelens, die over de bezetting van Weesp geboodt, kwam, ^at laater, onder vrygeïeide, te Amfter- C"*) ««de Kerk, Laadt XI. Handv. tl. 90.
ii Kreu°rbe ^T- W.XUIU Cap. „. O) GuiLl' „/- IOS V"J'-
(,) GU ll' SFRmANN. p. 34S.
|
||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||
2IS
|
||||||||||||||||
zelfden dage, van het zelve verlaaten; en l5°?'
dat Gerard Willemszoon van Alkmaar, in zy- ne ftede, aangefleld werdt. Doch deeze overleedt, niet lang hierna. En toen werdt, op den negenden Oftober,Gerrit Mattheus- zoon, voor twee jaaren, aangenomen (Z>). Maar hy ftierf ook, op denzesentwintigflen December. En in zyne ftede, werdt, op l5*0'- den vyfden January des volgenden jaars , Symen Claeszoen, die, in de Regeerings-Lyfi voor de Handvefien, Symon Sillemoer Klaesz. Schol heet, tot Schout aangefleld(c); welk ampt hy verfcheide jaaren bekleed heeft. Aanmerkelyk is, ondertuiïchen , dat 'er, ten deezen tyde, niet alleen, gelyk wy zo even zagen, twee regeerende Burgemees- ters; maar ook twee Schouten, binnen 's jaars, overleeden waren. Chriftiaan de IL, die 't Ryk van Deene- Oo^fei
marke, in zyns Vaders plaatfe, regeerde, tutf^. was, ten deezen tyde, in oorlog geraakt °%.i^ met Lubek, Wismar en andere Steden langs jjje v-a" de Ooftzee. De handel der Hollanderen der- U^'\ waards werdt, hierdoor, geweldiglyk be- N**^ lemmerd. Zy hadden, nog in 't voorleeden tf^ai* jaar, een Verdrag met Deenemarke getrof- hic^" fen, waarby, onder anderen, de Zontfche tollen geregeld waren (d). Ook hadden zy toen, naar 't fchynt, den Voril eenigenon- derfland toegezeid tegen zyne vyanden. Vafl gaat het ten minfte, dat die van Lubek, eerlang, alomme in Holland, bekend maak- ten, dat zy geene Schepen door de Zont of näar Deenemarke zouden laaten zeilen. Ook werden, kort hierna, veele Amfterdam- fche en andere Hollandfche fchepen, door de Lubekkers, genomen (<?). Amflerdam en de Waterfleden beflooten hierop, vier groote Oorlogsfchepen in zee te brengen, en met dezelven de Scheepvaart naar de Ooft- zee te beveiligen. Doch naauwlyks was dit Esquader door de Zont geraakt, of het werdt hevig aangevallen door de Lubekkers, en, eerlang, genoodzaakt te wyken. De Koop- vaardyvloot, die door dit Esquader geleid werdt, viel, voor een groot gedeelte, den Lubekkeren in handen. Doch niet lang hier- na, werdt'er een Beftand getroffen tuflchen hen en de Deenen (ƒ), waardoor de Vaart op de Ooftzee wederom open raakte. Maar eer dit nog gebeurde, was, te Am- WK
fterdam , op den veertienden Maart des^j^ jaars 1511, uit den naam van de Stad en de £n 0°^, Waterfleden in 't gemeen, afgekondigd,te»°£ „ dat niemant weflwaards, of naar Noor-f^f, „ wegen zou hebben te zeilen, voor Palm- ** |
||||||||||||||||
1509. byzonderlyk, hadt aangetrokken. Zy ver-
wierf, derhalve, in Juny deezes jaars, op de naamen van Maximiliaan en Karel, twee O&rojen. By het eerfte, werdt een vermift Oftroi van Maximiliaan en zynen Zoon Fi- lips, van den jaare 1485, vernieuwd en be- veiligd, volgens welk, de jongfte Burge- meefter van Amflerdam altoos den dykme- de fchouwen zou (ai). By het andere, werdt aan Burgemeefleren en drie Schepenen van Amflerdam nog eene nafchouw over de wer- ken van den gemelden dyk toegeftaan ,'agt dagen na dat dezelven, door Schout en Sche- penen van Diemen, gefchouwd zoudenzyn Zybe- geweefl (x). De Stad verkreeg, omtrent komtPri- deezen tyd, nog een ander Privilegie van vilegie, Keizer Maximiliaan, te weeten, het regt om een' orn?jn fo plaats van eenen geflorvenregce- meefto renden Burgemeefter, eenen anderen te kie- tc kiezen, zen, om het jaar uit te dienen (y). Gele- in de genheid tot het verkrygen van dit Privilegie plaats > gaf^ naar aj|e waarfchynlykheid, het over- If"e<lor- lyden van twee regeerende Burgemeefters, ven. na eikanderen, in dit zelfde jaar 1509, te weeten Gerrit Gerrit Mattheuszoon en Dirk Ruyfch Heymanszoon (2). Het Maar de Stad hadt, ten deezen tyde, ook Schout- het Schoutampt, welk, tot hiertoe, aan de
ampt begeeving des Graaven geflaan hadt, voor worc!L eene fomme van twintigduizend guldens (5), Stad ver- in pandfchap weeten te verkrygen. Sommi- pand, gen lchryven, dat zulks, reeds in 't voor- leeden jaar 1508, gebeurd was (ß). Doch, in de Lyfi der Regeeringe voor de Handvefien, ftaat, op het jaar 1509, aangetekend: In dit jaer, den 15 Jimy, hebben de Magiflm- ten defer Stede magt gekregen Schout te mo- gen maken. Ook blykt, uit deeze Lyft, dat de Schout Jan Benning Janszoon , die dit ampt, al van 't jaar 1496, bekleed hadt, ten (■W) Our'e Kerk, Logde XXXYI. Handy, bl. 3.*+. [47].
(xj Oirde Kerk, Laaie XXVI. Haodv. bl, 36« [+9 ] (y, Oude Kerk, Laade II. Handy, bl. 102 I.47-} (z> Zie de Lyft dei Regeeringe voor de Handveiten. (a) Hooit Nederl. Hilt. bl. 57. • (5) Zo fchryft Hooft: en 't is ook, uit den Af
fiatid van de iatisfaEtie van 't jaar 1581, te vinden in de Handv. bl. 47. [146] zeker, dat de pandpen- ningen, in laater' tyd, op twintigduizend guldens gerekend zyn. Doch ik bezit een net affchrifc vari eene Lyfi der Graaflyke Amptenaaren , niet lang na doezen tyd, in defranfche taaie, opgefteld; waar- in ik deeze woorden vinde: L'Escoutete d'Amfler- dam tient M'e Jean Hubreffz. uiJ ans rendant par an iij.c dC; neant-moins la ville d'Amflerdam tient les deniers, acaufe d'vng preß de inj.™ viï'j.« ^ par forme de gages, qu'tis ont du dit Qjfue. dat is, Het 'Schoutjchap van Amflerdam wordt hekleed doorMr.Jan Huibrechtsz., [die ia 't jaar^i5i8 Schout werdt], "joor vier jaaren. Het brengt 's jaars driehonderd pon~ den [aan de Graaflykheid] op. Doch de Stad Am- flerdam behoudt deeze penningen, uit hoofde eener lee- fiinge van vierduizend agtbonderd ponden, waarvoor %y dit Ampt in pandfcbap heeft. |
||||||||||||||||
j>
|
Zon-
|
|||||||||||||||
(b) Groot-Memor. N. I. ƒ. 257 ver/o.
(c) Groot-Memor. N. I. ƒ. 25a.
(d) VELiüs Hoorn , bl. 98.
(e) Keurb. B. ƒ. :4J. VEL1USHoorn', tl. 59.
(f) VKUUS HoofO, il. »».
|
||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
V. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
213
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Men bragt dan wederom eenige Baardfen te
water, en behaalde, omtrent den aanvang |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
J5H. „ zondag, en niet ooflwaards voor beloo-
„ ken Paafchen (#}." Ook was, hier ter Stede, kort te vooren, nog een plegtige Om- megang gehouden om vrede en welvaart van den Hemel te verwerven (h). Maar na 't iluiten van 't Beftand, kwamen die van Lubek , met eenigen der veroverde fche- pen, hier te Lande handelen; en werden toen geregtelyk aangefproken om fchadebe- tering: 't welk van dit gevolg was, dat vee- len van onze Koopluiden, voor een groot |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1511,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van November en federt, eenige voordee-
len op de Gelderfchen ; waartoe die van Enkhuizen , meer dan anderen , de hand fchynen geleend te hebben («). De Gelderfche kryg hadt de Landvoog- De oor-
des , Vrouw Margareet, gelegenheid ge- los ir. -ff 1 ui maakt de
geven om de Staaten van Brabant en Hol- Vaart
land te befchryven te Breda, en hen te drin- voor de gen tot bewilliging in eene buitengewoone Amfter- ■ Bede, ter goedmaakinge van de koften des ^f™ oorlogs: en die van Holland hadden, op ze- °n% kere voorwaarden, in eene driejaarige Be- de bewilligd (0). Ook kwam het gevaar dit Geweft hoe langer hoe nader. De GeN derfchen namen Woudrichem in by verras- fing, in den aanvang des jaars 1512. Ook kruiften zy,meer dan in 't voorteedenjaar, langs de Zuiderzee. De Vaart naar 't wes- ten werdt, insgelyks, onveiliger, ter oor- zaake van den oorlog tuflehen Frankryk en Engeland: 't welk het Geregt van Amfter- dam gelegenheid fchynt gegeven te hebben, om op den zesden May de vaart buitens 1512V duins, tot op nader verlof, te verbieden (p). Doch men ruftte, ten deezen tyde, hier De Stad ook een of meer Oorlogsfchepen uit, waar-ruft een fchynlyk tot beveiliging van de Vaart langs qoX"- de Zuiderzee. Men vindt, dat de Stad, fchepeu de manfehap , die op dit fchip of deezefche- uit. pen diende, in foldye genomen hadt. Jan Speek geboodt over een Amfterdamfchfchip van oorloge. En op den vierden May,was openlyk uitgeroepen „ dat elk, die onder „ hem ingefchreeven was, zig gereed maa- „ ken moeft, om binnen zekeren bepaalden „ tyd fcheep te.gaan, onder bedreiging van „ ftrafFe aan lyf en goed." Te gelyk werdt bekend gemaakt „ dat allen, die met Jan „ Speek, of met eenig diergelyk fchip, uit- „ vaaren, en in een gevegt metdenvyand „ gekwetïl of verminkt worden zouden, tot „ cofle van der Stede, genezen zouden wor- „ den(g)." Wy hebben, hiervoor (r), gezien, dat DeHand«
de Doele der Handboogfchutteren, onder boog- andere gebouwen buiten de S. Antonis- fchutters Poort,in't jaar 1508,toen de Gelderfchen ^°'IT Weesp hadden ingenomen, op bevel vandeeite 't Geregt, afgebroken was. De Regeering, van het den Schutteren de fchade, hierby geleeden,Schaa- eenigszins willende vergoeden, hadt hun, Pe"veld» |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gedeelte, vergoeding bekwamen van 't ge-
leeden verlies (z). Te Amfterdam, fchynt men egter den Lubekkeren voor eerft nog niet veel vertrouwd te hebben. Immers, op |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den negentienden December, werdt, uit aan-
merking der fchade, die zy den ingezete- nen , in 't voorleeden jaar, hadden toegebragt, door het Geregt, bevolen „ dat niemant „ geld vertrouwen moeit aan Schippers, die „ naar Dantzig Honden te reizen, omfche. „ pen van daar te haaien, voor datdeDag- „ vaart der Staaten van Holland, Zeeland „ en Friesland, in den Haage, gehouden |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
h?°P«ïe
|
„ zou zyn (£)." Het wantrouwen op die
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van Lubek verdween egter door den tyd.
Doch terwyl de vyandelykheden nog duur- den , hadden de Amflerdammers vieren- vyftig metaalen Haakbußen veroverd op de Hamburgers, die 't met de Lubekkers hiel- den; welke haakbuffen, in den Zomer des jaars 1512, tegen twee guldens het Huk, aan even zo veele fchutters werden overge- daan (/). Hertog Karel van Gelder hieldt de Ka-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
SÄ
|
merykfche Vrede niet lang. In 't voorlee-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jede den jaar, hadt hy de vyandelykheden be-
' ' gönnen tegen den Biflchop van Utrecht, en by deeze gelegenheid ook aan de ingezete- nen van Amfterdam eenige fchade toege- bragt: 't welk, naar 't fchynt, gelegenheid gaf tot eene afkondiging, die, den vierden Oétober deezes jaars, gefchiedde, en in- hieldt „ dat elk, die,federt de Vrede met j, Utrecht, op Stigtfchen bodem befcha- 3, digd geworden was, zynefchade,binnen » agt dagen, op tenferyfeamer, dat is, op 5> de Secrctarye ier Stede, moefl komen op- j> geeven (in)." Doch de Gelderfchen had- den den kryg tegen de Ooftenrykfchen ook hervat, en, van den aanvang deezes jaars af, fberk voortgezet. Harderwyk viel hun onder anderen in handen: 't welk hen in ftaat ftelde, om de Vaart der Amfterdam- ttieren langs de Zuiderzee te bekommeren. (z) Keurb. B. ƒ. n+.
$ Keurb. B,j.til
I. STUIC H2'
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
op den zeventienden February deezes jaars, Doe
|
le.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eene plaats binnen de Stad toegeflaan, te
wee-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(n) Brandt Enkh. tl. 45.
(0) Lettr. de Louis XII. Tem. III,
(p) Keurb. E. ƒ. 147 verfi.
(f) Keurb. B. /. i+7-
(r) Bladz. 209.
Ee
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
p. j«
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
214
|
|||||||||||
de oude Chronyken niet flegts, maar ook de l512'
Stads Regifiers gewaagen. Sommigen teke- nen aan, dat de Voorftad, waardoor zy, waarfchynlyk, de Voorftad buiten de S. An- tonis-Poort verftaan, door de Gelderfchen, in den brand gefteken werdt (y). Ook heeft men nog eenen brief, den zevenentwintig- ften, en dus maar drie dagen na 't gebeur- de , uit de Stad Gelder, door den Baftaard van Gelder, aan den Secretaris Charles Ie Breton te Luik gefchreeven, waarin ditzelf- de gemeld wordt , met deeze woorden : Monfr, Ie Secretaire, de ban cimir a vous me recommande, £f? vous adverty, que la veille de Noel les gens de Monfr. font arrivez en Hol- lande devant Amfterdam, &? ont brulê plus de trois cent batteaux & Ie faulxbourg deladitte Ville. dat is „ Myn Heer de Secretaris, ik „ beveel my aan U van geheeler herte, en „ maak u bekend, dat de knegten van Myn' „ Heer,'s daags voor Kerstyd, in Holland „ voor Amfterdam gekomen zyn, daar zy'. „ meer dan driehonderd vaartuigen en de „ Voorftad verbrand hebben (z)." Doch in de Stads Regifiers wordt niet gerept van het verbranden der Voorftad. Men leeft aldaar, by wyzc van aantekening, alleen- lyk, In den jaar e X V.c XIJ op Kersmis avont, ivordden de fchepen in de oude zycls Wael ver- hrant van de Geldersfen (a). Veelligt, heeft dan de Baftaard van Gelder alleenlyk uit loffe gerügten gefchreeven , dat de Voor- ftad verbrand werdt; gelyk diergelyke ge- rugten hemx ook het getal der verbrande fchepen hebben doen vergrooten, boven de waarheid. Immers, de Gelderfche Hifto- riefchryver zelf tekent aan, dat 'er maar twee-entwintig fchepen verbrand werden^): onder welken, eenige Franfche, Engelfehe en Oofterfchc fchepen waren (c); doch ook eene Baerdfche of Oorlogsfchip der Stad, van welk men, den dertienden Auguftus des jaars 1513, het wrak befloot te verkoopen (d). De Gelderfchen kwamen, na dat zy. dit werk voor Amfterdam verrigt hadden, nog op den zelfden vierentwintigften De- cember , in 't Vrouwen-Kloofter by Utrecht te rug (0- Stii Twee dagen na deezen ramp, beval het Perj£
Geregt, dat de Poorters, voortaan, des a-v!°^' vonds ten zes uuren, ter wagt zouden moe- ^f1 ten komen. Ook benoemde men, langs de w»^' Veften, rondsom de Stad, zeftien Hoef- fiagen of Wagtplaatfen, op ieder van wel- ken, (y) PONTANUS Hift. Gelr. IJbr. XI. p. Ct,S.
(z) Lectr. de Louis XII. "Tom. IV. p. iz. (a) Groot-Memor. N. I. f. 32s ■uerfi.
(b) PONTANUS Hift. Gelr. Libr. XI. p. 64.6.
(c) PONTANUS Amft. Lib. I. Cap. VIII. p. z6,
(d) Groot-Memor. N. I. f. z6i.
(e) henrica van ekp, Chron. p, s«.
|
|||||||||||
1512. weeten, de twee noordelykfte vyfde deelen
van het Scbaapenveld, en dezelfde breedte van de tuinen, leggende nevens de, Voet- boog-Schutters Doele,van welke zy,door eene floot , gefcheiden waren. De voor- waarden, waarop deeze gifte gefchiedde, zyn te zien uit de Akte van Vergunninge zelve (j) , ingefteld op den naam van Bur- germeefier en ende Beraders der Stede; welke wy, om dat zy nergens gedrukt is, hier ag- ier, in de Bylaagen (t),ge#aatft hebben, 't Is deeze Akte, uk welke wy,_hier voor(a), beweezen hebben,_ dat het inneemen van Weesp,eerft in 't jaar 1508, is voorgeval- len. De Handboogfchutters, zulk eene aan- zienlyke Plaats binnen de Stad bekomen heb- bende , maakten dezelve, eerlang, bekwaam tot eene Doele, en ftigtten 'er een deftig huis op; gelyk uit de Kaart van Corne- lis Anthoniszoon te zien is. In ka- ter' tyd, zyn , dwars door beide deezeDoe- len, twee ftraaten gefchooten, die nog de Handboogs- en Voetboogsftraaten genaamd worden. De Gel- In December deezes jaars, ondernamen derfchen de Gelderfchen wederom eenen aanilag op derfde"" Amfterdam: 't zy dat zy voorhadden, de fchepen Stad zelve in te neem en by verraffing, 't zy in de dat zy 't alleen op de Voorftad en op de Oude- Schepen, die in de Waale lagen, gemunt Waaie te hadden. Men was, in de Stad , niet bui- Amfter- ten zorS geweeft: en op den negentienden dam. der gemelde maand, was nog belaft „ de „ toorens rondsom de Stad wel van kruid te „ voorzien, en de Stakettingen voor de S. „ Antonis-, de Reguliers-, en deHaarlem- „ mer Poorten, op zulk eenewyze, te doen „ bekleeden, dat men 'er met Klovers en „ HaakbulFen door fchietenkon: ook kram- „ men te flaau, van binnen tegen den muur, „ waarop men een dwarshout leggen kon, „ om 'er de haakbufïenop tep.laatfen(V)." Doch maar vyf dagen laater, vertoonden de Gelderfchen zig voor Amfterdam. Zy wa- ren, den twintigften, ten getale van elfhon- derd man (tu), in -'t Vrouwen-Kloofter on- der Utrecht gekomen , en trokken , van daar, den volgenden dag, des morgens ten agt uuren, naar Amfterdam O). Doch 't zy dat zy zig lang onder weg ophielden, 't zy dat zy eenigen tyd omtrent de Stad la- gen , zonder iet te onderneemen, 't liep aan tot den vierentwintigften des morgens, eer zy den toeleg in 't werk ftelden, waarvan (s) Keurb. C. f. S9>
(t) Lr. A.
(a) Bladz. 208,
(v) Keurb. D. ƒ. 3 ver/o.
(w) Groote Chron. Divif. XXXII. Cap. +T.
{x) Henrica van Eiip Cluon, f» MA.tTHMï Analect.
Tom. I. p. 96, |
|||||||||||
GES C H IEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
.V. BOEI
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2f5
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dere Hoefflagen, die nu zeventien in getal 15-15.
waren, te doen verfchynen. Ook befloot
de Regeering, om te beter tegen vyandly-
ken overval gedekt te zyn, eenigemanfehap
in Stads foldye aan te neemen,,waartoe elk, N
die 't begeerde, vermaand werdt, zig te faa-
ten infehryven (T).
De jonge Prins Karel, in February dee- prins
zes jaars, in zyn zeftiende jaar getreden Karel
zynde, hadt de Regeering der Nederlanden, WOTdt
federt; in perfoon aanvaard, en zig reeds, in in ^Me-
Brabant, in Vlaanderen en in Zeeland, doen derlan-
inhuldigen, toen hy, te Dordrecht geko- den en
men, op den derden Juny, door de Edelen 00,\,te
en Steden van Flolland, als Graave aange-^™ f*l
i .f, , °i «am ten
nomen werdt, op den zelfden voet, als de Graave
Hertogen Filips en Karel van Bourgondie, ingehul-
en Koning Filips, zyn Vader, waren inge- alSd- huldigd geweeft. Uit de Aéte deezer in- huldiginge, blykt kjaarlyk, dat Prins Ka- rel. eerft, en de Staaten daarna gezwooren hebben (7). Kort hierop, deedt Prins Ka- rel ook eenen byzonderen eed, aan de voór- naamfle Steden in 't byzonder. En op den vyftienden Juny, aan de Stad Amfterdam (iii), die hem, op dien dag, als Graaf fchynr, ontvangen te hebben, alzo van elders (n) blykt, dat hy , ten deezen tyde, in per- foon in de Stad geweeft is. Wat hater, Een Buf- ftelde hy Karel van Poitiers, Heer van Dor- gemees- mans, aan tot Opper-Opzigter over de Hol- !frj landfche Dykaadjen, nevens hem , onder worcjt anderen, ook Ruifch Janszoon,Burgemees- Heem- ter van Amfterdam, magtigende, tot hetraadvan. doen der fchouwe, het maaken van Keu- RynIand' ren, en het aanftellen van Dykgraave en Heemraaden van Rynland (0). Dezelfde Ruifch Janszoon werdt , kort hierna, tot Heemraad van Rynland verkooren (p). De Stad bevlytigde zig, ten deezen ty- Amfter-
de, zeer, om de gunfl te winnen van den jf™ jongen Vorft Zyhadt, op den dertienden deÏKei- July, beflooten, hem tweeduizend gouden 2er tweê- guldens op te fohieten, tegen den penning duizend |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
512- ken, een generael Capiceyn ofte Weyfel[Scr-
jant] tegenwoordig zyn moeft, die ook door 't Geregt werden gefteld. Ten zelfden ty- de,werdt belaft, een plegtige ommegang te houden om ruß, vrede ende welwert van |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fcerP
£ns der
|
den Hemel te verwerven (ƒ).
In 't volgende jaar, werdt 'er een vier-
jaarig Beftand getroffen met de Gelder- fchen, welk, met den tienden Auguftus, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zou aanvangen (g). Het gaf gelegenheid,
dat men zig, in Holland, met naame te Amfterdam, met nieuwen yver, toeleideop |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
%
|
het voortzetten van den Koophandel. In
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
December , werdt, by den Raad deezer
Stad, een Ontwerp op de Scheepvaart en Reedery overwoogen, volgens welk, de- zelven zouden ftaan onder het opzigt van vier üldermans of Overluiden, die door den Raad gekooren zouden worden (b): doch |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5ï*
Hu
|
dit Ontwerp werdt niet in 't werk gefield.
Hertog Karel van Gelder hadt nu beftand
geflooten met de Ooftenrykfchen: 't welk hem gelegenheid liet, om zig, in 't volgen- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de jaar, te ileeken in den twift, die tuffchen
die van Groningen en den Vorft van Ooft- friesland, en tuffchen de Friezen en Hertog Joris van Saxen ontflaan was. Hy werdt, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eerlang, tot Heere van Groningen ingehul-
digd, Ook maakte hy zig van verfcheide Friefche Steden meefter. De Saxifchen kwa- men in Holland om onderftand, en voor- zagen zig, in den aanvang des jaars 1515, te Amfterdam van voorraad. Doch de fche- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
{s
|
pen,waarin dezelve gelaaden was, werden
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IS. voor Hoorn overmeefterd van de Friezen,
die de zyde des Hertogs van Gelder hiel- den , en daarom Gelderfche Friezen genaamd werden. De Hertog van Saxen droeg, fe- dert, zyn regt op Friesland op aan Prinfe Karel, Graave van Holland. Hierdoor raak- te Holland wederom ingewikkeld in eenen oorlog met de Gelderfchen, en met de Frie- zen , die hunne zyde hielden. De Zuiderzee ^erdt zo onveilig, als immer te vooren (i) : t Welk niet kon nalaaten ten hoogfte nadee- % te zyn voor den Koophandel en Scheep- vaart van Amfterdam. Ook begon men, hier ter Stede, in Maart
ueezes jaars , reeds wederom te zorgen voor ds gemeene veiligheid der ingezetenen. De 0rde op het naauwkenriglyk waaken werdt |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ftedegeld, welk, m dit jaar,over Holland g|ld™'
geheeven werdt. 't Getal der Haardfteden bewillig werdt, by deeze gelegenheid, alomme , en 'n een ook in Amfterdam, opgenomen. Wy voe- Haardfte- gen 'er eene Lyft van hier by (r), op dat deéeld' men 'er de grootte deezer Stad, in verge- lyking der voornaamfte andere Steden,uk zou können opmaaken. Dor-
(k) Keurb. D. ƒ. 25.
(I) I. Privilegieboek, f. ies, 103 TOr/è.Groot-Flakaatb.
III. Deel,bl. zo. («t) Handv. hl. 90. (n) Handv. van Rynl. *;. 121. (°) Handv. van Rynl. il. 120. (p) Handv. van Rynl. il. 127- (?) Groot-Memor. N. 1. f. 270. (r) Zit ORLSKS LeyJen, hl. S}. E e 2
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vernieuwd, en den zeftien of zeventien Ka-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
%
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ften Pleinen, overeenkomftig met de beflooten
brieven, die der Wethouderfchap, van 's ^rinfen wege, waren toegezonden, gelaft, hunne onderhoorige Poorters, op de byzon- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
O) GO- IV. Deel, il. il7i
"«om, il. je- enz. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||
II. Deel-
|
|||||||||||||||||||
.10
|
|||||||||||||||||||
j, ftaan, dat het getal der zesendertigen, "
j, ten gewoonlyken tyde, volgemaakt werdt, „ en dat, door dezelven,de benoeming tot „ Schepenen gefchiedde." De Aóle, die hiervan verleend werdt, en te BrufTel gete- kend was, wordt in de Oude Kerke Laade II. bewaard, en is, in de jongfte Uitgaave der Handvefien (t), te leezen. Doch 't liep nog aan, tot den agtften November des gemel- den jaars, eer de Vorft, den raad van Stad- houder, Prefident en Raaden hebbendein- genomen, de Stad beveiligde in het gemel- de Privilegie, voor zo ver zy daarvan deug- delyk genot en gebruik gehadt hadt, en tot *'zyn wederroepen of wederzeggen toe (ii). (. Karel, die, iiiFebruary deezes jaarSjOpHS'.'^ir
de tyding van het affterven van zynen Groot- ^'jjifl vader, Ferdinand , Koning van Arragon,1v!j0'tbe' den titel »van Koning der Spaanfche Heer- taa'eJ| fchappyen aangenomen hadt, verleende Am- va11 f, fterdam nog eene andere gunft, op den veer- vet[i0? tienden April; der Stad veroorloovende het ^ iV uitvoeren van Graanen, zonder dat zy daar-nen. van Verlofgeld zou behoeven te betaaleft: 't welk anders, tegenwoordig, in alle an- dere Steden van Holland, gefchieden moeft (V). De Gelderfchen zig, in Auguftus, berei-V^
dende tot eenen togt naar Holland , gaf z°%ii zulks wederom gelegenheid , om aldaar, tegen, zorgvuldiger dan voorheen, op zynehoede vyaP„- te zyn. Tegen 't einde der maand, namen !j*<y zy Nieuwpoort in, by verraffing; doch deiefy Stad werdt hun, binnen veertien dagen,^b111' wederom ontweldigd (10), alzo de Stadhou- teu &L der, Graaf van Naffau, den vierden man va» uit alle de Steden hadt doen uitlooten, om"etl' den vyand het hoofd te bieden. Ook was, reeds te vooren, belaft, geene Stilzaat te fluiten met de Gelderfchen (a). Te Am- fterdam in 't byzonder, was men bedugt ge- weeft voor overrompeling; 't zy dat hiertoe de tyding, dat eenige vyandelyke knegten te Spaarnedam lagen (y), of iet anders ge- legenheid gegeven hebbe. Op den zeven- entwintigften Auguftus, was bevolen „ dat „ alle fchepen, die in de Oude Waale la- „ gen, met den voorfteven naar de paaien „ moeiten gaan leggen; dat dezelven, op „ koften van de fchepen, zouden bewaakt „ worden, en dat zulke fchepen, die dee- , „ ze koften niet draagen wilden, terftond . „ uit de Waale zouden moeten haaien." Op deeze wyze, zogt men de fchepen te hoeden voor gelyken ramp, als hun, in '£
|
|||||||||||||||||||
Dordrecht . . . 1500;
Haarlem. . . "» 2714.
Delft met Delftshaven. . • 2733.
Leiden. . . - 30I7-
Amfterdam. . 1 -2531. Gouda..... 1694-
Rotterdam. - * , H37-
Gorincherm • • ^ 7C°-
Schiedam. * . . 47°-
Schoonhoven. . * * 46°-
Alkmaar. . . <■ 889.
Hoorn. . • • "18.
Enkhuizen. • • • 720-
Edam, met drie Dorpem . 692.
]VIonikendam. . . . 241-
Medenblik. . . . 321.
Purmerende. . • • 2i°-
Oude wat er. . . . 335.
Woerden* . . . 267.
Heusden. . . . . 247.
Geertruidenberg. . -,* 280.
Naarden. . <; . ' . 500.
Muiden. . . 100.
Weesp. . ... 205.
Haage. . . . .1118. |
|||||||||||||||||||
1515-
Lyftder
Haard- fteden in Holland, |
|||||||||||||||||||
OndertülTchen, kon het niet nalaatender
Regeeringe van Amfterdam onaangenaam te zyn, dat Prins Karel haar niet hadt beves- tigd in het Privilegie van Vrouwe Maria, om het getal der zesendertigen zelve vol te maa- ken,en om veertienPerfoonente benoemen, uit welken de Graaf of deszelfs Stadhouder en Raaden zeven Schepens kiezen zouden. Men vondt dan geraaden, de Vroedfchap hier- op te vergaderen, in 't begin des jaars 1516. De Leden waren niet eenpaarig. Doch by dmeerdeel van de flemmen werdt gefloeten en- de geaccordeert, dat men de mms XXXV"I. en- de XIV. zal kyefen ende feynden in den haghe, nae ouder gewoonten, ende indien daer obfla- kei coempt, dat men, tot cofle van der Stede, an onfe genadichfie beere zal vervolgen conti- nuatie van den privilegiën, die de Stede daer aff heeft, ewich off ad tempus (s~). Men ver- voegde zig , federt, met een Verzoek- fchrift aan Prinfe Karel, waarby beveiliging van het' gemelde Privilegie verzogt werdt. Doch de Vorft kon hiertoe niet verftaan, voor hy 'er den Stadhouder, thans Henrik van Naffau, Heere van Breda, en deszelfs Raaden over geraadpleegd hadt, waartoe de tyd, die tot dien der gewoonlyke veran- dering van de Wethouderfchap verloopen moeft, te kort geoordeeld werdt. Hy liet zig egter beweegen om, op den zeventien- tienden January „ by voorraad, voor dee- „ ze reize, uit zonderlinge gunfte, toe te (1) Groot-Memot. N, I. ƒ. zji.
|
|||||||||||||||||||
Amfter-
dam zoekt lig te doen handhaa- ven by de Privile- gien op het he- itellen der Wet- houder- fchap. 15-i6.
|
|||||||||||||||||||
Koning
Karel beveiligt dezel- |
|||||||||||||||||||
ft) lilaiz. 10«.
(u) Handy. U. 106. [50.]
(v) Handv. il, 69.
(w) Groote Cliron. Divif. XXXtl. Cap. 45.
(x) Repert. der Plak. tjji HoU. H. 1, z.
(y) Repert. H. a.
|
|||||||||||||||||||
v$n.
|
|||||||||||||||||||
GESCHIE DEN I S S E R
|
||||||||||||
V. Boek.
|
||||||||||||
£17
|
||||||||||||
By dit Verdrag, was ook een Beftand voor i$ij.
zes maanden getroffen. Doch men maakte De graf. zo weinig ftaat op het houden van het zei- ten der ve,dat men,te Amfterdam. al térftond be-Stód dagt was, om de Stad in ftaat van tegen- worde| weer te Hellen, wordende alhier, op denverwy ' derden Oftober, beflooten, de graften om de Stad agt roeden wyd, en 'er eene Sta- ketting van paaien in te maaken; dezelven ook met de vereifchte boomen affluitende (ƒ). Om de ruft van binhen te bewaaren, Verbod was, reeds eenige maanden te vooren, be- aldaar volen „ dat niemant vaneenige Heeren,e-^aaijen „ delen of onedel en, kwalyk zou hebben te van on- „ fpreeken, of van eenige 'partyelyeke zaec- ruft. „ ken, ofte quade tydingen tefiroyen. Doch „ vernam iemant iet kwaads , die moeft het „ Burgemeefteren te kennen geeven, ofhy „ zou met een' gloeijenden priem door dé „ tong gefteken, of anderszins goeddun- „ kelyk geftraft worden (g)" Omtrent deezen tyd, werdt, të Amfter-Redery-
dam, eene Rederykers-Kamer opgeregt, al- kers-Ka« waar zig eenige Liefhebbers op het befchaa- T"^. ven der Taal- en Digtkunde , en op het dam op- verbeteren der zeden, door het vertoonen geregt, van Zinnefpelen, toeleiden. Zyfchynende opregting deezer Kamer, hier ter Stede, ondernomen te hebben, zonder uitdrukke- lyk verlof der Regeeringe. Doeh in 't jaar 151e; 1518, vervoegden zy zig aan Burgemees- teren , met verzoek, dat hun de koften, die zy tot opregting hunner Kamer gedaan had- den, en die negentwintig guldens en vier ftuivers beliepen, van Stads wege mogteri vergoed worden; Burgemeefters, begeeren- de, gelykde Stads Regifiers luiden „ dat „ de Rettioryken voortgang hadden," be- willigden , den vierentwintigften Oéïober, voor deeze reize, in dit verzoek, en na- men zelfs de voldoening der Kamerhuur, die vyf grooten vlaams in 't jaar beliep, op zig (h). Men vindt, dat de Rederykers te Amfterdam , in 't jaar 1535 , hunne Ka- mer hadden boven ;de Waage (j), die 5 tegenover 't Stadhuis, aan of in de Waag- fleeg , ftondt: en deeze zal vermoedelyk de plaats geweeft zyn, alwaar dit Genoot- fchap, ook in 't jaar 1518, zyne Vergade- ringen hieldt. De vyandelykhedeh der Gelderfchen wa-zee-
ren , ondertuffchen , wederom beg onnen, fcbuimc' zelfs voor 't uitgaan van 't Beftand. De Frie-^en vaQ zen, die hunne zyde hielden, ftroopten,pire°otea onder Grooten Pier, fterk langs de Zuiderzee, en hielden de Vaart naar en van Amfterdam or>
(f) Groot-Meinor. N. I. f. i7i-
(g) Handv. bl. sjo.
(i) Groor-Memor. N. I./. »7<-
II. p. ju.
jEe %
|
||||||||||||
*5i6. 't jaar 1512. , overgekomen was. Voorts,
werdt belaft „ al 't Hout van de Laftaadje „ in de Stad te brengen (2)." En om dat men ook voor verraad van binnen bekom- merd was, werdt, op den twaalfden Sep- tember, afgekondigd,, dat alle Gelderfchen ,, en Friezen, beide vrouwen en mannen, „ die geene Poorters waren, de Stad, voor „ S. Lamberts-dag, zynde den zeventien- „ den der zelfde maand, zouden hebben „ te ruimen («)." De orde op het ftipt waa- ken werdt ook vernieuwd. Doch zulks ge- fchiedde, van tyd tot tyd, zo lang de Gel- derfche oorlog duurde ; waarom wy te minder noodig agten, zulks voortaan by- K zonderlyk aan te tekenen. fclj Gei. In de Lente des volgenden jaars, fchon- Vete0n den de Gelderfchen een kort Beftand, welk ten dee" in April geflooten was, en begaven zig, eer-, 5clians lang, in de Kuinder fcheep , den fteven wen- (|5t Am. dende naar Medenblik, welke Stad ftor- k^- menderhand veroverd, en geplonderd werdt. 't^sby Van daar ftreefden zy voorby Hoorn naar te%rt. Alkmaar, welk hunner woede , agt dagen ^i^,'agtereen, ten doel ftondt. De Regeering van Amfterdam hadt, midlerwyl, om den naderenden vyand te ftuiten, tuflehen Haar- lem en haare Stad, niet verre van 't Huis ter Hart, op 't fmalft van den dyk, eene Schans opgeworpen , die egter maar maa- tiglyk bezet was. De Gelderfchen, hunnen moed aan Alkmaar gekoeld hebbende, trok- ken 'er, over Beverwyk en Spaarnedam, op aan, en vermeefterdenze, na den twee- den aanval; by welke gelegenheid, omtrent zeitig Amfterdamfche knegten omkwamen (Z>). De Gelderfchen togen toen, voorby Amfterdam, door de Amftellandfche Vee- nen, naar 't Stigt van Utrecht, van waar de Graaf van Naffau hen, eerlang, naar Gel- derland deedt wyken (c). Het uitruilen eener Vloote en de afkondiging van vrye roovery op de Gelderfchen bragt, watlaater,tewe- ge, dat zy de Zuiderzee ook ruimen moes- je ten, en in zulk eene engte geraakten, dat ft^'ad Hertog Karel neigde tot handeling, en op !%'ne" den zeventienden September, Friesland, by /re$te* Verdrag, aan Koning Karel afftondt, te- Vo"' 'Dorg gen eene fomme van honderdduizend Kroo- ]Cj °en; voor welker voldoening, zig verbon- He£s den de Steden Amfterdam, Dordrecht, Go- rinchem en 's Hertogenbofch (cl). P o n t a- üus, die dit (e) verhaalt, merkt te regt, »Is iet byzonders, aan, dat Amfterdam,in dk Verdrag > in de eerfte plaatfe, en voor Dordrecht genoemd werdt. (*) Kemb. D. ƒ. 30.
f-JKeurb. D.>. „ verß.
(cl v£*ï1,vs Amft. Lihr. I. Cap. Vlll. p. s7.
|
||||||||||||
H=nsn«ar^«
|
||||||||||||
\
|
|||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||
HB
|
|||||||||||||||||||||||||||
„ ponden." Koning Karel flondt haar zulks I51?'
toe , by eene Akte van den negentienden January des jaars 1518 [1519], die in de Oude Kerke, Laade XI. bewaard wordt, en om datze nog nooit gedrukt is geweefl,van ons, hier agter, onder de Bylaagen (ra), geplaatft is. 't Liep egtcr nog tot in Anguflus aan 4 eer
de Stad eene overeenkomfl floot met Koning Chrifliaan, ingevolge van welke, zy ver- bonden werdt, hem jaarlyks, zes jaaren ag- tereen, zesduizend Rynsguldens te betaa- len, in mindering der vyftigduizend guldens, die hem, met zyne Gemaalinne, tenHuwe- lyk beloofd waren (0). , t Ondertuffchen, hadt de Stad deezen lafl Ko^V
niet op zig genomen, zonder daarvoor ee- fa$$> |
|||||||||||||||||||||||||||
onveilig. In Holland, was beflooten, al-
leenlyk vefweerenderwyze te oorloogen, 't welk den vyand gelegenheid gaf, om den handeldryvenden Steden , en Amflerdam in 't byzonder vry wat nadeels toe tetren- gen (£). Ook werdt Holland, tegen den Herffl,
nog met eenen anderen flag gedreigd, die Amilerdam nog zwaarder getroffen zou heb- ben. Chrifliaan de II., Koning van Deene- . marke, van wien Amilerdam, voor eenige jaaren , verfcheide voorregten ontvangen hadt, was, in 't jaar 1515, in de egt ge- treden met' Izabelle van Ooßenryk, Zufler van Koning Kar-el, en hadt eene bruidfchat van vyftigduizend guldens met haar bedon- gen (/), die nog niet voldaan was. Om zig te verzekeren van deeze voldoening , hieldt hy wel tweehonderd fchepen, waar- onder veele Amfterdamfchen waren, aan in de Zont, te gelyk dreigende , dat hy de hand leggen zou op al wat van Ooften of Wellen kwam. Doch hy bedagt zig, eer- lang, en ontlloeg, de aangehouden' fche- pen, na fommige dagen verloops (in). Onze Schryvers hebben niet aangetekend,
wat hem bewoogen hebbe, tot deeze fchie- lyke verandering van gedagten. Doch uit egte llukken is af te neemen, dat Koning Karel, terflond, beloofd heeft, zorg te draa- gen voor de voldoening der Bruidfchat; en dat Koning Chrifliaan, zig hierop verlaaten- de, de fchepen heeft vry gegeven. Onder- tufïchen, vondt Karel het vervullen zyner beloften ten hoogfte moeijelyk. De Steden van Holland, die 't meefle belang hadden by den handel op de Ooflzee, en hierom ligtfl fcheenen te moeten bewoogen worden om Koning Chrifliaan te helpen vergenoe- gen , hadden, nog onlangs, bewilligd in eene vierjaarige Bede van tagtigduizend ponden van veertig grooten vlaams jaarlyks : waar- om niet redelyk fcheen, dat haar, tegen- woordig, nieuwe laft gevergd werdt. Ook zouden de meeflen thans niet in flaat ge- weeft zyn, om meerderen Iafl te draagen. Amflerdam alleen voer tegenwoordig zo wel by den Koophandel op de Ooflzee,vooral, na dat de Stad de Graanen uitfcheepen mögt, zonder verlofgeld fchuldig te zyn, dat men zig, eerlang, by haar vervoegde om on. derfland, tot voldoeninge des Konings van Deenemarke. En zy liet zig overhaalen „ tot het doen een er belofte, om vier- of „ vyfduizend gouden guldens op te fchie- „ ten, mids zy dezelven korten mögt op „ de ingewilligde Bede van tagtigduizend (k) Velius Hoorn, il. in enz.
(I) Groot Memor. N. I. ƒ. 277 vtrß-
(w)VEUUS Hoorn, W. IIÏ.
|
|||||||||||||||||||||||||||
1518
|
|||||||||||||||||||||||||||
Eene
groote Vloot Schepen in de Zont aan gehoU' den. |
|||||||||||||||||||||||||||
«t
|
|||||||||||||||||||||||||||
nig voordeel te bedingen. Koning Karel ° „i"
hadt haar „ uit aanmerking van den dienfl, ^\^' „ hem voor lang gedaan, zo in 't bewilli- deiw| gen in de Graaflyke bede in 't gemeen, z^\0o'
|
|||||||||||||||||||||||||||
-Cd
|
|||||||||||||||||||||||||||
„ als in 't bewilligen in de jongfle van tag- ^en ts'
j, tigduizehd ponden in 't byzonder, by degen^, .„ Akte, van welke wy zo even fpraken, be- Priv'^ „ loofd, niet te zullen gedoogen, dat, van |1^, „ zynentwege of anderszins, eenige nieu-at „ wigheden zouden Ondernomen worden te- „ gen de oude Privilegien en Handveflen, „ haar, doorhem of door zyne Voorvaders, „ vergund; maar haar dezelven, in tegen- „' deel, haar derzelver inhoud, ruftelyk en „ vredelyk, te zullen laaten gebruiken (p)." En deeze belofte kon als eene nadere be- veiliging, onder anderen van de Privilegien van tolvryheid, in gevolge van welken, men hier geoordeeld hadt, geen verlofgeld van de uitgaande Graanen fchuldig te zyn; en van de Privilegien op hetbeflellen der Wet- houderfchap, worden aangemerkt. |S, 't Befland met Gelder, hoe kwalyk het ^tt
ook gehouden ware, was, in February dee- H''f,ll zes jaars, wederom verlengd (q). Doch ^Jtfi men hadt 'er zulke geringe verwagting van, da«16 dat de Edelen en Steden van Holland, tenefc^ zelfden tyde, in den Haage befchreeven wer- den, om middelen te beraamen tot befcher- minge van 't Land. De Edelen floegen voor, eenige Oorlogsfchepen in zee te brengen, en twaalfhonderd Bootsgezellen aan te nee- men, om dezelven te bemannen. Haarlem, ' Amilerdam, Alkmaar, Hoorn, Enkhuizen, E dam, Purmerende en Grootebroek bewil- ligden in deezen voorflag. Doch Dordrecht, Delft, Leiden en Gouda, minder belang hebbende by de Scheepvaart naar 't Ooflen dan Amflerdam en de andere Steden, ver- klaar-
(«) Lr. B.
(o) Groot Memor. N. I. ƒ. 277 verft,
(p) Zie Bylaagen X?. E.
(y) Repert. bl. s.
|
|||||||||||||||||||||||||||
Amfter-
daiii
brengt
veel toe
tot der-
zelver,
ohtflag.
|
|||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||
V. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||
119
|
||||||||||||||||||||||||||
Karel, op den derden Julydes jaars 1520, 1520.
de Stad beveftigd in het Oclroi, haar, in 't dara ver. jaar 1516, verleend, omGraanentemogen kiygt op uitvoeren, zonder tot betaalinge van eenignieuws verlofgeld gehouden te zyn (2). Zy beriep oar.oi zig op dit Oétroi, toen, kort hierna, de rat- rv°™ voer van Graanen , wederom, by Plakaa-Uitvoer te, verbooden werdt (a): en ik meen, datvänGraa- men het, ten haaren behoeve, liet gelden. ncn- Op verzoek van Heere Simon, Prioor der De vyf
Regulieren buiten Amfterdam, de Gafthuis- landryk- meefteren van S. Pieters- Gafthuis in de Stad, f^graaf Jan Bannink, Raad in Holland, en KlaasenHeem- Gcrritszoon met de hunnen, alle landrykften raaden binnen denDorpe van Amfterveen, vergun-van Am- de Keizer Karel ook, den eencndertigtlen fte*veen December deezes jaars , dat de vyf Land- iciaarj. rykften altoos Heemraaden, en de oudfte onder hen altoos Dykgraaf over dengemel- den Dorpe zyn zouden (])): 't welk nog te- genwoordig onderhouden wordt. By den Gelderfchen, kwam, in 't begin Oorlog
des jaars 1521, de oorlog met Frankryk,met die, door Francois den I., wien 't aanwas-^nk" f end vermogen van Keizer Karel in de oogen ftak. werdt aangevangen. Holland en de Hollandfche Steden hadden ook hunnen laft van deezen oorlog. Keizer Karel deedt een 1521.' Leger verzamelen by Mechelen. De Leen- mannen des Keizers, als Graave van Hol- land , werden hefchreeven, om zig by het zelve te voegen (c). De Steden moeften ie- der ook zeker getal van manfchap leveren. Ik vind niet, op hoe veel man Amfterdam gefchat was. Doch Hoorn moeft honderd en zeventien man verfchaffen tot den Fran- fchen oorlog (d). Te Amfterdam, werdt, Te Am- op den eenendertiaften Oktober, afeekon- "" .a"ï. vi 1 - T tV r • ° 1 moet eiK ciigd „ dat ieder Poorter of ingezeten, bo- ^ vau
„ ven de twintig en beneden de zeftig jaaren geweer
„ oud, uit hoofde van den zorgelyken tyd, voor« „ zig van geweer zou hebben te voorzien, zien* „ naar gelang van zyne middelen, te wee- „ ten die honderd guldens en daarboven, „ tot vierhonderd guldens toe, bezat, zou „ een Spiets, een Hellebaard of ander kort „ geweer moeten hebben; en die boven de „ vierhonderd guldens gegoed was , zou „ zig van eene Handbus of Booge moeten M voorzien (e)." Vier dagen daarna , ver-De Wet- deelden Burgemeefteren, Schepenen enRaa- ^"^ den zig, by lootinge, aan vier partyen, om, ^^. zig" ingeval van nood, op bevel der Keizerly-om aan't ke Majefteit, aan 't hoofd der Poorteren, te hoofd können uittrekken (ƒ). Doch deeze voor-der Poort |
||||||||||||||||||||||||||
il9- klaarden zig ongelaft (f). Nogtans werdt,
.federt, beflooten tot eene uitrufting (.f), 't Bootsvolk werdt, te Amfterdam, in Water- land en elders, gehuurd, door Jan, Heere van WaJJenaer, wien 't Hofvan Holland den Raadsheer Francais Coehel hadt toegevoegd (?). De Scheepvaart langs de Zuiderzee en naar 't Ooften werdt, meer of min, bevei- ligd door deeze uitrufting. |
||||||||||||||||||||||||||
Si
Her |
Keizer Maximiliaan, in January te voo-
ren, overleeden zynde, werdt, in Juny daar- na, opgevolgd door zynen Kleinzoon Ko- |
|||||||||||||||||||||||||
ning Karel (u), die zig, federt, onder den
naam van KeizerKareldenV., vermaard gemaakt heeft. Over zyne verheffing, werdt, aiomme in Holland, met naame te Amfter- dam , veel vreugde bedreeven (V). De Kei- zer toonde egter, dat hy, met de vermeer- dering van zyn aanzien buiten's Lands, ook I* zyn gezag zogt uit te breiden in de Neder-
' landen. Toen hy in *t volgende jaar, door •dezelven naar Duitfchiand trok, om zig te doen kroonen, en Vrouw Margareet beves- tigd hadt in de Landvoogdye, liet hy een Plakaat uitgaan, waarby hy de Hoven der byzondere Provinciën , en met naame het Hof van Holland aan de Landvoogdeffe en haaren geheimen Raad onderwierp , hun ook verbiedende, voortaan, eenige Brieven van Gratie, RemiJJïe, Vrygeleide of dierge- lyken te verleenen. De Staaten kreegen be- vel , om zig, zo wel wegens byzondere als algemeene zaaken , te vervoegen aan de Landvoogdeffe. Ook werdt den Landzaa- ten in 't gemeen belaft, geene vyandelyk- |
||||||||||||||||||||||||||
heden te beginnen dan met goedvinden der
Landvoogdeffe en der Staaten (w). Keizer Karel bewees ook, niet lang hierna, dat hy zelfs 's Lands Privilegien niet wilde laaten gelden, wanneer zy ftreeden met zyneOr- |
||||||||||||||||||||||||||
donnantien;den Hove van Holland, op den
eerflen April des jaars 1522, befallende „ de » Privilegien, op welken men zig, tegen 3S zyne Ordonnantien, beriep, weg te nee- 3, men, of geheellyk te vernietigen (x):" t welk vierkant ftreedt met het Privilegie van Hertoge Filips van den jaare 1452 (y). De opkomft der Hervorminge, en 's Vorften yver om dezelve te fluiten, gaf de voor- naamfle aanleiding tot deeze ftrengheid. Het nieuwe licht drong egter, al vroeg, door, ook tot in Amfterdam, gelyk wy, ""Ier. ln ^en aanvang des volgenden Boeks, nader
tQonen zullen. Ondertuffchen hadt Keizer y) I. Metnoriaalb. van A. SANBELYN/. ïfj.
tt\ ,VE1-1US Hoorn, il. 117.
(a\ v ?Iemoriaalb. SANDELYN. ƒ. 253.
"» UI. Bliek., U. I52t
|
||||||||||||||||||||||||||
zorg
|
||||||||||||||||||||||||||
(z) Oude Kerk, Laaie XII.
(a) Repert. il. 11.
(b) Handv. bl. 317. [ji.]
(c) Repert. bl. 10.
(d) VELIUS Hoorn, bl. iz.it
(e) Keurb. D. ƒ. 73-
(f) Keurb. D. ƒ. 74 verft.
|
||||||||||||||||||||||||||
IL Deel.
|
|||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||
220
|
|||||||||||||||||||||
Men hadt, nog in den aanvang deezer *5
eeuwe, drie Schutteryen in Amfterdam ge- peou|ie had, de oude Schuttery, de jonge of Voet- 5ch^sit boogfehuttery, en de Handboogfchuttery. ^ niet De oude Schuttery, zig, gelyk wy in 't voor- „gdaafl» gaande Boek (/) gezien hebben, door het en eene |
|||||||||||||||||||||
1521. zor5 fchynt niet zo zeer door den Franfchen
teren uit oor'°S veroorzaakt geweeli te zyn, als door te trek- de beweegingen, die Hertog Karel van Gel- ken, der , ten deezen tyde, in Overyflel maak- te; alwaar hy, in July,tot Befchermervan Zwolle zynde aangenomen, federt, de mees- te Steden bemagtigde. Hierop was, van wege Stadhouder en Raaden van Holland,. by Plakaate, bevolen, dat elk zig in Haat van tegenweer Hellen moeft „alfoHeerKa- „ rel van Gelre Zwol ingenomen hadt(g)." Ook werdt, wat laater „ het vervoeren van „ leevensmiddelen naar Friesland, Zwolle „ en elders," door 't Hof van Holland, ver- booden (/■>)• Amfterdam, zo digt aan de Zuiderzee gelegen, liep gevaar van door de Gelderfchen uit Overyflel beftookt te worden; waarom wel noodig was, dat men zig aldaar gereed hielde tot tegenweer, en om zelfs, des noods, uit te trekken tegen den vyand. •Keizer ^en deezen tyde, waren de meefte hui- Karel zen in Amfterdam nog, rondsom, van hou- ilelt orde ten wanden voorzien. Zy ftonden ook niet op het onmiddelyk tegen eikanderen, noch zo ver van hui- van een' ^at men 'er •> by ongeval van brand, zen met bekwaamlyk tuflehen komen kon , om 't houten vuur weg te neemen. Zulk eene gelegen- wanden ^gjj van 't greifte getai der huizen was fterdam. ten h°°gfte gcvaarlyk, in eene Stad, waar
verfcheide Straaten, Burgwallen en Plaat- fen vol lagen van brandbaare koopman- fchappen, als Vlas, Wafch , Pek, Teer, Wagefchot, Sparren , KIaphout, Zwavel en diergelyken. De Regeering hadt hier- om , al dikwils, Keuren gemaakt op het af- breeken der houten, en het maaken van ftee- nen wanden, in fommige ftraaten. Doch 't fchynt, dat deeze Keuren niet agtervolgd waren naar behoor enrT). Men vervoegde zig, derhalve, omtrent deezen tyd , met een fmeekfehrift aan Keizer Karel, die, op den vyfden Oclober deezes jaars, beval „ dat „ niemant voortaan een huis zou mogen j, bouwen anders dan met fteenen wanden; „ dat het Geregt ook magt hebben zou, „ om de Poorters, die ryk en gegoed ge- ,, noeg waren, te bedwingen , om hunne „houten huizen, vooral op plaatfen, daar „ 't meeft van nooden ware, af te breeken, „ en fteenen in de plaatfe te ftigten; endat „ men de onmagtigén daartoe, uit Stads „ Kafïe, zou mogen in ftaat ftellen (£)." En van deezen tyd af, zyn de houten wan- den en huizen , allengskens , verdweenen uit de Stad, zo dat 'er tegenwoordig nog maar zeer weinigen overig zyn» (g) Repert. il. 10.
(*, Repert. hl. 11.
(•) Zie I. Deel, II. Boek % il. 41,
(kj Handy, il. 97t [jsj
|
|||||||||||||||||||||
timmeren eener Galeote, in fchulden heb- ni£l1^
|
|||||||||||||||||||||
bende gefteken, welker voldoening de Stad va";ers
op zig nam, hadt, daartegen, in 't jaar 1505, Lger«^ haare excynzen moeten afftaanaandeStad, tot dat dezelve van haar' verfchot voldaan zou zyn (ra). De oude Schutters hadden mid- lerwyl, tot onderhoud van hun Gilde, eenige penningen noodig, die hun ook door de Stad verfchaft werden: doch zo fpaarzaam, dat zy 'er zeer kwalyk mede te vrede waren. Hierop befloot de Raad, in 't jaar I5i6jby |
|||||||||||||||||||||
meerderheid van Hemmen, deoude Schut-
tery te verhalen, of te niet te doen, in ge- val zy langer te onvrede was, met het ge- ne haar,van Stads wege, werdt toegelegd (n). Het affchaffen deezer Schutteryevolg- de , niet lang hier na. En op den derden |
|||||||||||||||||||||
November des jaars 1517, werdt beflooten,
de Doele der oude Schutteren te verkoo- pen, en 't gene 'er van komen zou, nevens 't gene zy van de excynzen en van 't water plagten te hebben, onder anderen, te be- fteeden, tot het opmaaken eener Doele voor Kloveniers (0). Zulks gefchiedde federt, ten einde der vefte naar den Amftel, aan de oude zyde, ter plaatfe waar nu de nieu- we Doele-ftraat is: en in den aanvang des i52 jaars 1522, beflooten myne Heeren van den Geregte, met goeddunken der zesendertig Raaden, tweehonderd Kloveniers te kiezen uit de andere Schutteryen, en uitten buyck van der Stede, aan welken zy eene Ordon- nantie gaven, waarby hun de nieuwe Doe- le, met den tooren Swycht Utrecht, by de- zelve ftaande, en het Altaar in de S. Niko- laas- of Oude Kerke, welk de oude Schut- ters plagten te hebben, afgeftaan werdt. De Kloveniers deeden,den twee-entwintig- ften February, den eed op deeze Ordon- nantie (p). Kort hierna, op den zeftienden o^'0,si- Maart, verwierven Burgemeefteren en Sehe-van j^- penen Octroi van Keizer Karel , volgens ze(r {e<1 welk, de nieuwlings opgeregte Schuttery \^.& van Kloveniers , noch de twee andere der ^s- Schutteryen van de Voet- en Handbooge,Sc^ niet aanfpraakelyk zouden zyn , in geval 'T een der Schutteren, onder 't fchieten naar 't wit of naar de papegaai, by ongeluk, iemant kwetfen of dooden mögt, mids zy zorg droegen, om, eer zy naar 't wit fchoo- ten
(/) Bladz. 19». •
(m) Groor-Memor. N, I. ƒ. 2jz. '
(n) Gvoot-Memor. N. I. ƒ. 272.
(1?) Gioot-Mcmor. iV. I. ƒ. 2.73 vtrfi.
(p) Keurb. C. f. 127.
|
|||||||||||||||||||||
tT. Oo€i~e^ deZ. <fc -Jculo, ^. naar cctiz- aitdc i/tffeeZdiJia.
|
|||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||
V. Boek.
|
|||||||||||||||||||||
221
|
|||||||||||||||||||||
^522. ten, op de gewoone wyze, te roepen (q). Terwyl Koning Chriftiaan nog handelde o- 1523.
öe Gel- De Gelderfchen, den kryg te water iterk ver een vergelyk, hielp ^de Stad te wege vryen |
|||||||||||||||||||||
pichen voortzettende, maakten zig, in Jnlydeezes
W^''" jaars, meefter van eene Vloot Koopvaardy- Ooftej.nefchepen, die uit de Ooflzee kwam. De |
|||||||||||||||||||||
brengen, dat Fredrik de I. den Koophiiden handel
van Holland, Brabant, Zeeland en Vlaan- toeftaat. deren den vryen handel in zyne Landen toe- ftondt; waarvan Brieven verleend werden, 1524. die den vyfentwintigften January des jaars 15 24, te Koppenhagen, getekend waren (10). Uit het begeeren en ontvangen van zulke brieven, bleek klaarlyk, dat de handeldry- vende Steden deezer Landen, en Amfter- dam in 't byzonder de gunffc des nieuwen Konings zogten. Men vreesde daarentegen, De Lu- voor ongenoegen met de Lubekkers en an- bekkers dere Ooftcrlingen , die naauw verbond en be m'-
^ meren uC
waren met Koning Fredrik, en, zo draKo-Vaart
ning Chriftiaan zyn verblyf in deNederlan- naar de
den genomen hadt, reeds eenige vyande-Ooflzee. lykheden begonnen hadden tegen de Hol- landers en Zeeuwen, neemende verfchei- den' van hunne fchepen, die naar de Oofl- zee wilden. De Vaart derwaards, die on- langs , meer dan eens, verbooden geweeft was (x), werdt dus geweldiglyk belemmerd, tot groote fchade der Amfterdammeren, die zig, meer dan eenige ingezetenen van Holland, geneerden met den handel op de Ooftzee. De tyding , dat Koning Chris- tiaan, die zig thans te Lier in Brabant op- hieldt, Beftelbrieven gaf aan eenige fche- pen, die te Veere uitgemft werden, en op de Oofterlingen kruiffen zouden, deedt de vrees voor openbaaren oorlog toeneemen, hier te Lande. Meefter Aert van der Goes, I525- Advokaat van Holland, werdt, in Februa- Koning ry des jaars 1525, afgezonden naar Lier, Chrfs- om Koning Chriftiaan af te maanenvanhettiaa" uitruften van fchepen. Ook verbondt hy zig, lelbiïe- om geene fchepen, met zyne Befiel brieven ven, on- voorzien , te laaten vertrekken uit Zeeland, der ande- Doch desonaangezien verftondt men, kortren,aan hierna, dat 'er een Gallioen uitgeloopen was, n.endAm" onder bevel van Meefter Lainbrecht en Klaas mer. J Kuiphoofd, die zig Hoofd- en Bevelsluiden van den Koning van Deenemarke noemden (y), en welker laatfte een Amfterdammer fchynt geweeft te zyn, Roode Klaas, in de wandeling, genaamd (2). Zy hielden zig op in 't Vlie, en namen eerlang eene Hulk, twee Barken en verfcheide andere fchepen, die uit de Ooftzee kwamen. De laadingen deezer fchepen dagten zy te Amfterdam te verkoopen; doch men merkte hen hier aan als zeeroovers , en weigerde hun vrygelei- de. De Regeering van Amfterdam begeer- de (to) Handv. BI. 57. [88.-]
(x) Repert. hl. ïi, ij. (y) Mk. aert van der Goes Regifter der Dagv. ?an
Holland , H. t, 9. (z) Reigersb. Zeeland, II. Z>«/, il, 4.1*. Ff
|
|||||||||||||||||||||
s fchade, die Amfterdam hierby leedt, zal
|
|||||||||||||||||||||
V
|
°°t. egter niet groot geweeft zyn, alzo de mees-
te fchepeh aan Oofterlingen toebehoorden (r). Om diergelyk ongeval te voorkomen, en den Gelderfchen zelfs het uitloopen te ^23, beletten hielden Amfterdam vier , Hoorn twee en de andere Waterlieden een even- redig getal van fchepen op de Zuiderzee; waardoor de vaart, in 't volgende jaar, mer- Q)t. ketyk beveiligd werdt (s~). tij9l)s~, Chriftiaan de IL, Koning van Deene- }> K0e marke , aan wien Amfterdam groote ver- Ävan pligting hadt, en die van zyne zyde ook Ha?e~ verpligt was aan de Stad O), was, omtrent Hdt' deezen tyd, zo zeer in den haat geraakt van ï't zyn zyne Ondérdaanen , dat hy genoodzaakt ?ft ver.werdt, net ^T^ te ruimen. Hy was, in Ju- °eVen. ly des jaars 1521, flegts van drie of vier perfoonen verzeld, heimelyk te Amfterdam aangekomen. Van hier begaf hy zig naar Bruflel, daar hy een mondgefprek hieldt met Keizer Karel; waarin, naar 't fchynt, de wyze geregeld werdt, op welke men hem van 't Ryk zou tragten te verzekeren, en veelligt ook de voet, waarop men hem, hier te Lande, ontvangen zou, indien de nood hem dringen mögt, om herwaards zyne toe- vlugtteneemen. Toen alles geregeld was, keerde hy te rug naar zyn Land («). Doch hy hieldt het 'er naauwlyks twee jaaren. De Dee- nen hadden Fredrik, Hertog van Holflein, in 't Ryk gehaald, die Chriftiaan den II. nood- zaakte het zelve te ruimen. Hy kwam, met veertien fchepen, te Veere in Zeeland aan, in May deezes jaars (u); ftak van daaro- ver naar Engeland, en zogt zig, federt, door onderhandeling, te herftellen in 't ver- loren gebied; 't welk egter niet gelukken wilde. De Hertog van Holftein was, on- der den naam van Fredrik den I., tot Ko- ning verklaard: en Koning Chriftiaan zag Zlg in de noodzaakelykheid gebragt, om Wer> zynverblyf te houden in de Nederlanden. ^ " Amfterdam, welk zo veel belang hadt ^'Pt te by de Vaart naar 't Noorden en de Ooft- Vnt Zee' Zag de onluften, die in Deenemarke !5t Ro.1?'un>^aan waren,met veel bekommering, en <$! Pre- .*"e zeer om zig te voegen naar den mag- l^Hoi- j'Sften, 't welk nogtans het belang van 's keizers Zwaager niet fcheen te gedoogen. (?) Handv. hl ... r,, i
(") Reige'hJ39' 4J6> 4?ä-
(v) RsiGïvJ chl'°n. van Zeeland II. Detl, bl. 4-oS.
*• 01 uk.
|
||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||
222
|
||||||||||||||||||||||||
een weinig laater , aan de Landvoogdefle "
voorhielden (f). ^ Het geflooten Beftand met de Oofterlin D^neX-
gen en met Gelder gaf aan de Regeering van cLs te Amfterdam gelegenheid, om op de vermin- Ain'lef" dering van de laften der ingezetenen ver-da'11^ dagt te zyn. Op den vierentwintigften Oc- 0°^ tober deezes jaars, werdt by de zesender-L,äifM* tig Raaden beflooten, den Molen-excyns af te fchaffen, behalve van 't graan, welk tot de brouweryen gebruikt werdt (g). . De zeegaten, het Marsdiep, het Heers-WA\
diep en het Vlie, federt het midden derrie1. voorgaande eeuwe,allengskens grooter ge-^fae^ worden zynde (¥) , hadden veel hooger van &s vloeden gebragt voor Amfterdam. Hier- graf^. door was, aan de eene zyde, de Scheep-en^ vaart der Stad merkelyk verbeterd gewor- ^j. den; alzo men nu niet alleen met belaaden s fchepen ligter over het Pampus geraaken, maar ook, door de wyder zeegaten, met meerderlei ftreeken van den wind, in- en uitloopen kon; doch het hadt, aan de ande- re zyde, de wateren in en om de Stad ook zeer veranderd van natuure: waarvan niet ondienftig zyn zal, hier een kort verflag te geeven. In de oudfte tyden, toen de zee- gaten kleiner waren, en de vloed zo hoog niet voor en in de Stad kwam, waren de graften, hier, zo wel als in Amftelland, vervuld met zoet of.byna zoetwater. In de- zelven werdt niet alleen zo veel riviervifch gevangen, dat de Viflchery van der Stede wateren eerft aan de Schutteryen tot eene inkomft afgeftaan (f) , en naderhand van Stads wege verpagt werdt; maar, 't gene miflehien tegenwoordig aan weinigen be- kend is,de ingezetenen waren gewoon hun- ne fpyze te kooken, en vermoedelyk ook bier te' brouwen uit de Stads graften, welk laat- fte, nog niet lang voor deezen tyd, ook door byzondere huisgezinnen, tot hun eigen gebruik, plagt te gefchieden (T). Hiervan kwamen, onder anderen, zo veele Keuren, {trekkende om de Stads wateren, die, nog in eene Keur van den tienden May des jaars 1530, zeer coßelyck genoemd worden (7), zuiver te houden: de overtreeders van wel- ke Keuren meermaalen gebreukt werden .$ door 't Geregt. Zo vindt men, om hier- Bey" van één voorbeeld by te brengen „ dat ^ fpfy „ Floertgen de Cleyvoerder ende Friesgen zyn^i^ „ Compaen, in Oótober des jaars 1507,0m ^\0; „ het draagen vmpriuate, inde wateren & „ en graften deezer Stede, daïr de poirte-^ „ ren
(f) Groot-Plakaatb. IV. Deel, hl. 19.
(g) Groot-Memor. N. I. ƒ 28J.
(h) Handv. van Ryn!. 61. 91. (i) Handv. il. 140, 141. [ijo. ifl.]
(k) Keurb. A. ƒ. i4g.
(Ij Keurb. D. ƒ. 153 ver/o.
|
||||||||||||||||||||||||
1525. de zelfs verlof van de Landvoogdefle, om
hen als zeeroovers te mogen ftraffen. Doch Koning Chriftiaan wilde hiertoe zyne ftem niet geeven, fchoon hy ftyf en fterk bleef ontkennen, dat hy hun eenige Beftelbrie- ven gegeven hadt. Nogtans beval hy hun, 's Keizers gebied te verlaaten. Doch zy weigerden dit, zo men hun, vooraf, geene onbepaalde vergiffenis bezorgde van 't gene zy mogten misdreeven hebben. De Stad Amfterdam, die veel overlaft van hun hadt, zondt aan de Landvoogdefle om deeze ver- giffenis. Doch eermenze bekomen hadt, waren de vrybuiters in zee geftoken (a). Zy werden, watlaater, genomen door die van Hamburg, en aldaar als zeeroovers ter |
||||||||||||||||||||||||
Beftand
mee die van Lu- bek. |
dood gebragt (/ƒ). Holland was, midler-
wyl, in onderhandeling getreden met die van Lubek, en op Pinkfteren deezes jaars, |
|||||||||||||||||||||||
werdt 'er, door wederzydfche Gemagtigden,
te Lubek, eenBelfand voor twee jaaren ge- flooten, binnen welken tyd, elk zyne fchade opmaaken zou (V): waarmede de vyande- |
||||||||||||||||||||||||
Vrywaa-
ringvoor den Pen- fionaris van Am- fterdam. |
lykheden, voor eenen tyd, ophielden. Tot
de handeling over dit Beftand, was, zo ik meen, de Penfionaris Cornelis Bogaart,van> wege de Stad Amfterdam, gemagtigd ge- |
|||||||||||||||||||||||
weeft. Immers ik vind, dat Burgemeefte-
ren, op den negenden Juny deezes jaars, beloofd hebben, hem fchadeloos te zullen houden, zo hem, door de Gelderfchen of iernant anders, eenig nadeel mögt worden toegebragt (d). De Steden van Holland en de Stad Am-
fterdam in 't byzonder hadden, omtrent dee- zen tyd , eenige punten begeerd van de Landvoogdefle, waarop, den derden July, antwoord kwam. Amfterdam hadt verzogt „ dat de tollen in Holland en inZeelandop „ eenen eenpaarigen voet geheeven mog- „ ten worden; dat 'er orde mögt worden „ gefteld tegen den overlaft, welken die „ van Genemuiden en anderen , langs de „ Zuiderzee gelegen, den Landzaaten aan- „ deeden, onaangezien het Beftand, welk „ met Hertog Karel van Gelder en met de „ Overyffelfchen geflooten was, en dat de „ vonniflen,in Brabant tegen de Oofterlin- „ gen gevveezen, in Holland of Zeeland, „ niet mogten worden uitgevoerd," met nog eenige andere punten, die de andere Steden, zo wel als deeze Stad, begeerd had- den (<?). Doch het befcheid, welk hierop kwam, was niet in allen deele voldoende. En even het zelfde gebeurde omtrent elf an- dere punten, die de Steden van Holland, (a) Mb. Aebt van de» Goes Regift. il. 9, 10.
(k) Rejgeesb. II. Deel, H. 41J.
(c) Vadetl. Hift. IV. Deel, il. 42j.
(dj Groot-Memor. N. I. ƒ. 284.
(e) Groot-Plakaatb. IV. Deel, tl. ifi.
|
||||||||||||||||||||||||
Amfter-
dam en andere Steden begeeren eenige punten van de Land- voogdes- fe. |
||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
V. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
23
|
|||||||||||||||||||||||||||||
„ de Holendrecht, in 't Gein, in de Waver,
„ en daar 't meer noodig zyn mögt, digt „ te maaken. Wyders, zouden zy, zo ver „ het die van Byleveld, Reyerskoop, Maft* „ wyk en Agthoven betrof, tweemaal 's „ jaars, fchouwen, in Maart en in Augus- „ tus, en voorts zo dikwils als't noodig „ zyn zou («)." De Stad Amfterdam ver- kreeg, door deeze fchikking, inzigt in de Amftellandfche Waterfchuttinge, aan wel- ker onderhoud haar altoos veel gelegen ge- weeft was. Te Amfterdam hadt, federt eenen gerui-
men tyd , een gevaarlyk misbruik plaats gehad, in 't ftuk van het trouwen. DePro- vifoor en Deken van Amflelland gaven dik- wils , voor eenen fleekpenning, die grooter of kleiner gemaakt werdt, naar het vermo- gen van het Paar, verlof tot heimelyke Hu- welyken, die dan, by nagt en ontyde, door eenen Prielier, werden ingezegend. Hier- uit ontftondt, dat fomtyds zulken aan ei- kanderen verbonden werden, die zig, bei- de of een van beide, met anderen verloofd hadden: ook fomtyds verloopen Moniken: al 't welke aanliep beide tegen deKerkely- ke en burgerlyke Wetten, 't Geregt van Amfterdam, hiertegen willende voorzien, beval, by eene Keure, die, den derden No- vember deezes jaars, afgekondigd werdt, „ dat elke Poorter of ingezeten, die op eer „ nigerhande wyze trouwde , zonder dat „ 'er drie gerechte Proclamatien ofte Kerck- ,, geboden, van den Predikftoel of andere ,, behoorlyke Plaatfe, waren afgekondigd, „ agttien Rarels guldens verbeuren zou, „ of anders een half uur op de kaak te „ pronk ftaan (0)." De Provifbor en De- ken , zig , door deeze Keure , benadeeld en verongelykt agtende, bragten wel haaft te wege, dat Henrik van Beyeren, verkoo- ren Biflchop van Utrecht, brieven afzond.t aan die van den Geregte, waarby hun, op ftraffe van den Ban, belaft werdt, de Keur wederom in te trekken, en in de Stads Re- gifters uit te fchrappen , binnen den tyd van negen dagen. Te gelyk werden zy gedagvaard voor de Kerkelyke Vierfchaar des Biffchops te Urxecht, om zig aldaar te verantwoorden. Doch 't was 'er wel ver van af, dat de Regeering van Amfterdam zo veel gezags, in denBilfchop van Utrecht, erkend zou hebben. Men vervoegde zig, terftond, aan 't Hof van Holland in den Haage, en, door middel van het zelve, aan de LandvoogdeiTe, begeerende gehandhaafd te worden by de oude Privilegien, om niet <• voor |
|||||||||||||||||||||||||||||
fS25. 5> re« ew^f? ingefetenen derfeher hsur fpife
,, vuytcoecken, verweezen zyn in de boete ,, van.een pond ieder, en om, daarenbo- „ ven , met eene brandende wafchkaars, „ te gaan voor den weekelykfchen oirirne- „ gang, de kaarfen daarna offerende in de „ S. Nikolaas- of Oude Kerke (m)." Maar het verwyderen der zeegaten maakte het / water in de Stad allengskens zo zout, dat het zeldzaam gebezigd werdt, om fpyze in te kooken. Ook werdt 'er meer oogluiking gebruikt, omtrent de overtreeders der Keu- ren , op de reinigheid der wateren gemaakt. Eene der redenen van het inftellen derzel- ven verdween. En men droeg, voortaan, voornaamlyk zorg, dat de wateren niet te ondiep werden. De ViiTchery in de Stad nam ook af, en werdt, eindelyk, weinig of |
|||||||||||||||||||||||||||||
1525-
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Het Ge-
rept van Amfter- dam maakt eene Keur te- gen liet heimelyk trouwen. |
|||||||||||||||||||||||||||||
SS
|
niets waardig.
Het waiTen der vloeden in de Zuiderzee
|
||||||||||||||||||||||||||||
hadt, in 't Land omtrent de Stad,nog een
ander ongemak veroorzaakt, waarvan de den Stad zelve ook vry wat overlaft hebben A,lvan kon. De Landen onder 't Stigt van Utrecht '^Ée|~ behoorende, die hun water, door de Vegt, in de Zuiderzee loozen moeiten, werden . hierin belet door de hoogte van 't zeewa- ter. Zy hadden, derhalve, om zig van 't binnenwater te ontlaften, zekere dammen of wegen, leggende in den ring der Stigt- fche Dorpen, doorgegraaven en opgeno- men , en daardoor hun water gebragt op de Landen van de Byleveld , Agthoven , Reyerskoop en Maftwyk, die, fchoon on- der 't Stigt behoorende , Privilegie had- den om door Amfterdam uit te wateren, mids zy geen vreemd, en vooral geen Hei- kooper water ontvingen. Om deeze zwaa- righeid voor het toekomende te weeren, werdt, in deezen jaare, een voet beraamd. Keizer Karel beval, op den vyfentwintig- ften September „ dat de Baljuw van Am- » Heiland, als Dykgraaf, nevens twee of drie van de zes Heemraaden, jaarlyks door hem te kiezen uit de Geregten van Am- fterdam, Weesp, Ouderkerk, Amfler- •>■> veen,Diemen en Waverveen,defchouw » doen zou over den gantfchen ring der g^meene Waterfchap van Amflelland, °P gelyke boeten als in Rynland gefchied- » de, zo dikwils als 't noodig zyn zou. Ook zouden zy den ring der Waterfchuttinge, die Amfbelland met het Stigt gemeen hadt, bezien, en van de gebreken den St'gtfchen Dorpen kennis geeven, met verzoek, dat zy die zouden doen herftel- " ^ En zo dit niet gefchiedde, werdt " un S^aft, den ring van Amflelland in |
|||||||||||||||||||||||||||||
Het
wordt
daarover te U trecht gedag- vaard. |
|||||||||||||||||||||||||||||
De dag-
vaarding |
|||||||||||||||||||||||||||||
(n) Hand?. M. 3+y- [jf.J
(#) Keurb. D. ƒ. io<s. Zie ook Repert. hi. r«
Ff 2
|
|||||||||||||||||||||||||||||
WRegift.derCotrea;
|
|||||||||||||||||||||||||||||
:ien a&t. 't Keurb. E. ƒ. »i.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
I
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
2!24
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Zo eenige
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
,, 't vuur, verlooren hadden.'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
voor eene ongewoone Vierfchaar in regten
te mogen, betrokken worden. En op den agttienden January des jaars 1525 [1526], werdt'er, op 's Keizers naam, een fcher- pe brief afgezonden naar Utrecht, waarby 's 'Bifichops dagvaarding en bedreiging van den Ban aan het Geregt van Amfterdam, als ftrydig met 's Keizers Hoogheid, nietig en van onwaarde verklaard, en hy,met zy- ne Raaden, zelf voor 't Hof in den Haage gedagvaard werdt (p~). Prefident en Raa- den, midlerwyl, in aanmerking neemende, dat de Geeftelyke Regters zig dikwils,ook tegen de gemaakte overeenkomften, ftaken in°zaaken, die tot de weereldlyke, of ten minfte tot de eene en de andere Regtbank behoorden , vonden geraaden, de punten op te Hellen, waarvan de weereldlyke Reg- ter kennis neemen mögt, fchoonzy mogten geoordeeld v/orden tot de Geeilelyke Vier- fchaar te behooren; gelyk zy, den drie en- twintigften January, deeden. Zy bevalen 's'Keizers Amptenaaren „ by voorkomin- „ ge, kennis te neemen van alle misdaa- „ den, binnen hun Regtsgebied vallende, „ met naame van Meineedighcid , Over- „ fpel , Heiligfchennis , geweld aan Ker- „ ken , Godshuizen of Geeftelyke Perfbo- „ nen, Godslaftering, Tovery en andere j, misdaaden, die men zou mogen agten te „ zyn mixti fori, of tot beiderlei Geregt be- „ hoorende: voorts, van misdaaden, betref- „ fende huis, erve of grond, evenveel of „ één der twee partyen geeftelyk- ware of „ niet. Zy moeiten ook niet gehengen, „ dat weereldlyke perfoonen, ompagt,ar- „ beidsloon , verteerde koften en andere „ weereldlyke fchuld', voor Geeilelyke „ Regters betrokken werden. Zy mogten „ moedwillige doodflagers, en zulken, die, „ om misdaad tegen den Graave of des- „ zelfs Landdienaars begaan, gebannen wa- 5, ren, vryelyk uit de Kerken van de Kerk- „ hoven haaien, zo zy, daartoe, als tot „ Vryplaatfen, hunne toevlugt mogten ge- „ nomen hebben. Zy moeften niet gedoo- „ gen, dat Luiden, die op de Heilige da- s, gen eenig noodig werk gedaan hadden, „ 't zy aan den dyk of de waterfchap, of „ in den Oogfttyd, door de Provifoors of „ Dekens , gemoeid , of in boete beflaa- „ gen werden : ook niet, dat gehuwde „ Vrouwen befchaamd of gekweld wer- „ den, ten ware zy in openbaar overfpel „ zaten, en daarvan in de Synode beklaagd „ waren: noch ook, dat ouders gemoeid „ werden, om dat zy hunne kinderen, by „ ongeval of verzuim, in 't water, of in (p) Zie VAN HEUSSEN en VAN RïN Kerkel. Oudh, I.
Dtil, bl. 32«. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
1525-
worde
nietig ver- klaard. 1526. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
„ Paap of Klerk overdaad beging, in vrede-
„ breuk , vegten , dronkenfehap of iets „ diergelyks, moeften zy hem vangen , en „ den Provifbpr of Deken overlever««; die „ hem niet ontdaan mögt, dan na dat de ,, breuken aan 's Keizers Amptenaars vol- „ daan zouden zyn (g)." De Schout van Amfcerdam ontving ook een aflbbrift van deeze punten, gelyk blykt uit den brief, waarbydezelven werden overgezonden, en die, in de nieuwe uitgaave der Handves- ten (f) , geplaatft is. 't Verdient, onder- tuiïchen, eenige opmerking', dat, in deè- ze punten , niet van 't ftuk des Huwelyks gewaagd wordt, waarby Amfterdam in 't byzonder thans zo veel belang hädt. Doch veeiligt hieldt men 't gefchil hierover ge- noeg beliegt, door 's Keizers brieven aan den Biiïchop van Ucrecht. Of mogclyk is het ftuk, waarby zulks nader gefchiedde, niet meer voorhanden , of niet tot myne kenniiï'e gekomen. De Wethouderfchap van Amfterdam
hadt, weinige dagen voor het ontvangen van deeze punten , getoond , dat zy zig haare voorregten, door geene Geeftelyke Regtbank, wilde läaten beneemen. Een Moordenaar, op S. Nikotaas Kerkhof ge- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
't Geregt
krygt aanlchry- vens van de pun- ten, waarvan het ken- nis nee- men 111;;:''. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
vlugt zynde, was door 't Geregt van daar
|
naäf'5,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
gehaald en vaftgézet. Terwyl men zyn
geding opmaakte, kwam 'er bevel van den Biiichop van Utrecht, om daarmede niet voort te gaan. .Doch de zesendertig Raa- den , zig luttel kreunende aan dit bevel, beilooten , den veertienden January , het regt zynen gang te laaten gaan (j). Op deezen zelfden veerdenden January,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
mee
Fraf
ry*' |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
was de Vrede met Frankryk geflooten :
waarover, alomme in Holland,en dus ook |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
te Amfterdam, met het branden van pek-
tonnen, en het bedryven van allerlei vreug- de, gevierd werdt (£)• In May, deedt de Landvoogdes de ge-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
woonlyke Bede van tagtigduizend guldens
's jaars aan de Staaten van Holland. Delft, Leiden en Amfterdam, verklaarende hun- ne armoede, toonden zig ongeneigd, om in deeze Bede te bewilligen , en 't liep aantot in November, eer Amfterdam zig tot bewilliging beweegen liet (ju). Met Zweeden werdt, ten deezen tyde,
|
/il»
wh.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
gehandeld over een Verdrag van Koophan-
del: en ter gelegenheid deezer handelinge, werdt, nevens 's Lands Advokaat, Mees- ter (q) Zie Groot-Plaka?.tb. Hl. Heel, U. j$y.
(r) Biaiz. i°o.
(ij Grooc-Meinor. N. I. ƒ. 1S5 vtrfi,
(t) VEL1US Hoorn, bl. 116.
(»j Vaded. Hift. IV. Deel, bl. +52, 4«3-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
V. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
225
|
|||||||||||||||||||||||||||||
bewaaringe der Stede. De Regeerins zondt 1527
|
|||||||||||||||||||||||||||||
^27. ter Andries Jakobszoon van Naarden, die,
in 't jaar i535,Penfionaris van Amfterdam werdt (ü) , gezonden naar Gend aan de Landvoogdefle (tu) , zonder dat my geblee- ken is, dat het Verdrag, ten deezen tyde, ^fter- tot fland kwam. Ook was men, in Hol- ^ is land, federt eenigen tyd , bezig geweefl: Inhe!ï!* met c °Pmaaken der fchäde, die de Koop- |tQotene"fteden, onlangs, van die van Lubek en de <1r fcha. andere Oofterlingen geleeden hadden, en O^n de die men , volgens het jongfte Beftand, we- S&f" derzyds, aan eikanderen vergoeden moeit. s,elee. Amfterdam en eenige andere Steden, veel- 6lJ' ligt meer nadeels gedaan dan geleeden heb- bende, waren zeer agterlyk in het begroo- ten haarer fchade, en fchynen hierom niet te hebben willen ftemmen , tot eene By- eenkomil te Keulen , die , van wege de Landvoogdeffe, voorgeflaagen werdt (a;). Ondertuflehen, waren Burgemeeileren van Amfterdam, den agttienden January dee- zes jaars, cp de grote Camer deezer Stede, met de afgevaardigden van Hoorn, Enk- huizen, Edam en Monikendam, vergaderd geweelt, en hier was beflooten ,, vooreerfi, 3, den nieuwen laft, dien Dantzig vorderde, s, te doen afftellen ; ten tweede, van alle 5, fchepen, by voorraad, een laftgeld te „ heffen, en ten derde, de fchade te doen 3, opgeeven, die elk, federt het jaar 1510, h .. jj van de Oofterlingen geleeden hadt (3/)." tiK). l?d Met den aanvang deezes jaars 1527 , ^4'o was de oorl°g op nieuws ontfteken met ^tetmFrankryk, welk nu met Engeland verbon- L?; den was. > En dit gaf ook den Gelderfchen |
|||||||||||||||||||||||||||||
zelve , omtrent deezen tyd ", een' 'Burg©- 't sk)t
|
t te
|
||||||||||||||||||||||||||||
meefter, aan 't hoofd van' eenige knegten Maiden
naar 't Slot te Muiden, welk flegts,.,i0ór weigert |
|||||||||||||||||||||||||||||
eenen Onderkaftelein en twee of drie man,
|
danifche
|
||||||||||||||||||||||||||||
bewaard werdt. Doch men weigerde al-
|
ezet-
|
||||||||||||||||||||||||||||
daar, de Amfterclamfche bezetting te ont-*ïng~~
vangen («), Amfterdam hadt , federt veele jaaren, De Foor-
een groot getal van Poorters aangenomen tefS van uit de naafte Dorpen, en 't hadt altoos Jraffie^e aan de opgezetenen deezer Dorpen vryge- J"00- ftaan, met der woon te vertrekken naarde ren in de Stad, mids zy , vooraf, hun aandeel be naafte taalden in defchulden, waarin het Darp.:Dorpen . zig, tot op den tyd van hun vertrek, ge- Sen fteken hadt, 't zy uit hoofde van verkogte onthee-' renten , ingewilligde Beden , of anders- ven van zins. Doch nu beftonden de Dorpen Am- defch'J'- fterveen, Ouderkerk en anderen, omtrent J" '"a Amfterdam gelegen , verfcheiden Poorte- trek ge-" ren deezer Stad, die te vooren in deeze maakt. Dorpen gewoond hadden, hun aandeel af te vorderen in de jongfte Bede van tagtig- duizend guldens, waarin, na hun vertrek van 't platte Land , bewilligd was. De Regeering van Amfterdam, niet konnende gedoogen, dat haare Poorters, die de ex- cynzen en andere 1 aften, waaruit de Be- den betaald werden, binnen haare Stad , opbragten, door de Dorpen, tot dubbele betaaling werden genoodzaakt , klaagde hierover, ten Hove. En 't leedt niet lang, of de Schouten en Schepenen der Dorpen kreegen een fcherp bevel, uit 's Keizers naam, gedagtekend den negentienden Ja- nuary des jaars 1526 [1527], om zulke Poorters van Amfterdam, die te vooren in hunne Dorpen gewoond, en derzelver aan- deel in de fchulden, die voor hun vertrek gemaakt waren, betaald hadden, om gee- ne verdere betaaling te moeiien (b\ De Stad Kampen'inOveryltel plagt,van Overeen-
ouds, zo wel als Amfterdam, tonnen te »ooift leggen in het Marsdiep, het Vlie en an- met Kam- dere zeegaten, en daarvoor een zeker Paal- pen' uS~ geld te vorderen. Doch op den vierden onder Maart deezes jaars, kwamen de twee Ste-houden den overeen, dat Amfterdam alle de Kam- ^er zee" per zeetonnen, met het gereedfehap daar- tonnen" toe behoorende, zou overneem en, en voor- taan onderhouden, mids de goederen, ,te Kampen t'huis hoorende, in de Zuiderzee van paalgeld vry zyn, en ook te Amfter- dam , met geene nieuwigheden bezwaard worden zouden (c). De Biflchop van Utrecht, die, door Her- Karel de tog V. wordt
(a) Aert van dek Roes Regift. II. 43.
(4; Oude Kerk, Laaie XXXIV. Handv. hl. 111
(c) Handv. tl. ï9- [?«*, I6J-]
Ff 3
|
|||||||||||||||||||||||||||||
fcrchl gelegenheid, om de vyandelykheden te
Ju ut hervatten tegen Holland. Men ftelde zig 0ln. ^an wederom in ftaat van tegenweer. Am- |
|||||||||||||||||||||||||||||
fterdam bragt een of meer Oorlogsfchepen
te water, om de zeegaten te beveiligen, en verzogt, naar 't fchynt ter deezer gele- genheid , eenig gefchut, met naame twaalf ierpentynen, ter leen van die van Hoorn (2). 't Gevaar te lande nam toe, na dat Hertog Karel van Gelder , in Auguftus , bezetting geworpen hadt in Utrecht. Flo- ris van Egmond, Graaf van Buur en , en thans Kapitein - Generaal over Holland , fchreef aan den Raad in den Haage, dat ^en die van Amfterdam verbieden moeft, wenige mondbehoeften te voeren naar U- trecht, gelyk zy, omtrent deezen tyd, dec- ken , op dat men deeze Stad, door gebrek, Zou mogen dwingen tot de overgaave. Ook zondt de Raad bevel herwaards, om eeni- ge knegten te, fchikken naar Weesp, tot (»Ä^Aem°r- -V. I. ƒ. Sog verfi.
(y) Gtoot/Mem' 1V- Dlll> H- 4<i7- |
|||||||||||||||||||||||||||||
*
|
|||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||
226
|
|||||||||||||||||
de Utrechtfchen nog verdagt hieldt in Hol- ^êz
land, en zulken , die zig in Amflerdam bevonden, en nog geenen eed aan den Kei- zer gedaan hadden, den zeftiendenMaart, ontboodt in de S. Pieters - Kerke in Gans- oort, nu de groote Vleefchhal in de Nes, om aldaar hunne naamen te laaten opfchry- ven, of der Stad eed te doen. Ook mog- ten geene ingezetenen , die uit het Stigt gebooren waren , derwaards reizen , dan met byzonder verlof van Burgemeefteren (£). Doch na dat Utrecht, op den eer- ften July , by verraffing , ingenomen , en Keizer Karel, in Ofilober en November, als Heer van de Stad en 't Land ontvan- gen was , werdt deeze voorzorg noode- loos. Ook verdween hiermede de oude vyandfehap, die, tuffchen Utrecht en Am- ilerdam , geweeft was , geheellyk. Met de Gelderfchen , werdt ook vrede ge- maakt, op den vyfden Oclober, waardoor Amilerdam van eene andere en zwaare zorg bevryd werdt (7). , Doch de oorlog met Frankryk, waarby De f$
de Amilerdamfche fcheepvaart ook vryheeV wat te lyden hadt, duurde nog. Men tradt neIgtté' egter, eerlang, in onderhandeling over ee- ™e o? ne Vrede , te Kameryk. Holland zondt Vtff twee Gemagtigden op deeze Vredehande- ^ $ ling, om vergoeding te vorderen van de 1'"^- fchade, die Holland en Zeeland, geduu-ryu. rende het Beiland, van de Franfchen ge- leeden hadden. Een deezer Gemagtigden was Andries Jakobszoon van Naarden, na- derhand , Penfionaris van Amilerdam {in). De Vrede werdt niet voor den vyfden Au- guftus des jaars 1529 getekend. Doch de Hollanders en Zeeuwen hadden daarby geene fchadebetering können bekomen. De Stadhouder van Holland, AnthonisAv$sj'
van Lalaing, Graaf van H@ogflra.aten , hadt, da"1 t kort voor 't fluiten der Vrede met Gelder, k°pV; den Staaten van 't Geweft gevergd, een ^n ^ duizend guldens 's jaars aan renten te ver- noÊV koopen voor den Keizer, en hem, daaren- &eS- boven, zeitienduizend guldens op te fchie-zef ten. De Leden ftemden meeil allen tot het een en het ander. Doch Amilerdam verklaarde „ geen' raad te weeten , om „ meer koopers der renten te vinden dan „ tot het aandeel der Stad, en niet tot een „ zesde toe (*?):" waaruit men,in 'tvoor- bygaan, zien kan, dat, in geval van ver- kooping van renten, de zes groote Steden ieder een zesde plagten te verkoopen, en dat Amfterdams aandeel in de gemeene Las-
(k) Keurb. P. f. 130.
(I) Vadetl. Hift. IV. Deel, hl. 494, 455, 499.
(m) Vader!. Hift. IV. Deel, il. joj.
(«J Vadetl. Hift. IV. Deel, il. 499.
|
|||||||||||||||||
1527. tog Karel van Gelder, beide in 't Over-en
|
|||||||||||||||||
in 't Nederlligt, geweldiglyk benaauwd
werdt , nam , in Slagtmaand, zyne toe- vlugt, tot Keizer Karel, wien hy het wee- reldlyk gebied over 't gantfche Stigt op- droeg. Ook werdt deeze Vorft, in de hoe- danigheid van Hertoge van Brabant en Graave van Holland, niet lang hierna, als Heer van OverylTel ingehuldigd. Doch het Nederlligt, of het Land van Utrecht in zyne magt te krygen hadt nog meer werks in. De Gelderfchen waren nog meefter van
dit Geweft, en ondernamen zelfs, onder beleid van Maarten van RoJJem, Heere van Pouderoijen , in 't begin van Maart des jaars 1528, eenen togt van Utrecht naar den Haage, welk deerlyk' geplonderd werdt. De Staaten van Holland, die te Delft ver- gaderd waren, beflooten hierop, teritond , te bewilligen in eene werving van drie- duizend knegten en vyfhonderd paarden, die tegen de Gelderfchen zouden gebruikt worden (d). Tot een der KommilTarilTen over de monileringe deezer knegten, werdt Meefter Pieter Kolyn, Schepen van Amfter- dam, aangefteld (e). Maar te Amflerdam was men , na de
plondering van den Haage, op zyne hoede geweeft, om niet te water overvallen of befchadigd te worden. Na dat men, den vyfden Maart, verbooden hadt, 0oilwaards of Weilwaards te zeilen (ƒ), werden de zes Waterlandfche Dorpen , Ransdorp , Broek, Schellingwoude , Sunderdorp, Zui- derwoude en Landsmeer , in de Stad be- fchreeven, en met dezelven, op den twaalf- den, beflooten, twee Hulken en een Kar- viel, die ieder een dubbel feinfchip zouden by zig hebben, tot onderlinge befchermin- ge, in 't Y te leggen (g), voor welken, al- len in- en uitvaarende fc hepen belaft werdt te ilryken , of by te leggen (i). Dirk Janszoon Bors, Kapitein op een deezer fchepen, veroverde, wat laater,in de Zui- derzee , veertien offen op de Gelderfchen, die hy te Amilerdam opbragt (z). Wy- ders, blykt niet, dat 'er, met deeze fche- pen, iet byzonders werdt uitgevoerd. Zo lang de Stad Utrecht nog niet in 's
Keizers magt was, kon hy niet aangemerkt worden , als daadelyke Heer van 't Ge- weft , fchoon hem de Heerlykheid van het zelve reeds opgedraagen was door den Bis- fchop. 't Was dan geen wonder, dat men (d) Vaderl. Hift. IV. Deel, il. 479, 4*3, 4Sj.
(e) Akut van MR Goes Regift. tl- 74-
(f) Keurb. D. f. 119.
(g) Groot-Memor. N. I. ƒ. 289.
(k) keurb. O. f. 130. (;'; Groot-Me.noi. N. I. /. **o.
|
|||||||||||||||||
Heer van
Utrecht en Over- yffel. |
|||||||||||||||||
Werving
in Hol- land. 1528. |
|||||||||||||||||
Amfter-
datn en de Wa- terland- fche Dor- pen leg- gen eeni- ge Oor- lógsfche- pen in 't Y. |
|||||||||||||||||
Voor-
zorg te Amfter- dam, te- gen de Stigt- fchen. |
|||||||||||||||||
I
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
V. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
227
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
*528.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
En om ledigloopende jonge Meisjes van 1520,
de ftraat te houden, werden dezelven, by eene Keure van den eerften September dee- zes jaars 1529, geweezen naar de Kapel- len van S. Joris - Hof en S. Pieters Gaft- huis, daar de Regeering eenige vrouwen, met wielen, haspels, kaarden en ander ge- reedfehap , befteld hadt, om haar een handwerk te leeren (f). Omtrent deezen tyd,ontftak,inDuitfch-En ter
land, eene hevige ziekte, die ook tot in geben- de Nederlanden, en, zo 't fchynt, tot inheid,ee'. -1 Tl Gl* ITC VI"
Amfterdam doordrong. Men noemdeze eziektej
Engelfche zwcetziekte, om dat menze, m~Engeïfebe_ vroeger' tyd, ook in Engeland, meende be- zweet- fpeurd te hebben. De lyders vielen , zo 2zete|e- dra zy van dezelve werden aangetaft, ajnaam ' eenen diepen flaap, en zo men geen mid- del wift , om hen te wekken en wakker te houden , verloorenze het leeven, bin- nen vierentwintig uuren. Die 't langer uit- hielden, kwamen gemeenlyk wederom op (t). Het Hof van Holland gaf een hulp- middel in het licht , tegen 'deeze ziekte (u). Te Amfterdam werdt, op den zeigen- den September, een plegtige Ommegang bevolen, om den Hemel tot afwending dee- zer kwaaie te beweegen (V).Ook vermaan- de het Geregt, ter deezer zelfder gele- genheid , op den agtentwintigften en ne- genentwintigften, de ingezetenen tot boete, tot vaften, en tot het geeven van aalmoes- fen (ty). Men onderftelde, hier ter Stede, dat de ziekte te Deventer e erft befpeurd geworden was (ar). Nogtans vind ik niet, datREVius, in zyne Hiflorie van Deven- ter , 'er eenig gewag van maakt. Het Verlofgeld op 't uitgaande Kooren Amfter-
was , federt eenigen tyd, wederom inge- j*ain voerd , en Amfterdam , fchoon voorzien Werken van verfcheide Oclrojen, waarby het van dat het' de voldoeninge van het zelve ontheeven Verlof- werdt, fchynt het, zo wel als de andere ?e,d °P Steden van Holland, thans te hebben moe-1^^' ten betaalen. De Stad droeg egter deezen Kooren laft zo ongaarne, dat zy, m February des afge- jaars 1530» weigerde te bewilligen in eenefchaft Leening aan den Keizer, en in de voorbe-W0rdot' taaling der helfte eener Bede van tagtig- I^°' duizend guldens , zo lang het verlofgeld niet afgefchaft werdt. Ook drongen zy en de andere Steden van Holland hierop zo ernftelyk, dat Keizer Karel , in 't vol- gende jaar, toeftondt „ dat het uitheemfch |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lauen der zes groote Steden met het ge-
ne onder ieder der zelven behoorde, thans nog minder dan een zesde was; waarom de Stad liefft renten verkoopen wilde, vol- gens haar aandeel, dan dat zy de verkoo- ping van een zesde van 't geheel op zig zou hebben willen neemen. Nogtans liet zy 'er zig, wat laater, nog toe o vernaaien (0). Ook bewilligde zy, in July des jaars 1529, in eene Bede van honderd en der- tigduizend Kroonen, tot 's Keizers Hinve- lyk, de geboorte van zynen eerften Zoon en zyne reize naar Italië (p): eene fomme, die zeer verre te boven ging, 't gene men, volgens de oude Privilegien, tot deeze ein- den, opbrengen moed. TiuTchen de Stad en de naaftgelegen
Ambagtshecrlykheden, waren, van ouds, dikwils gefchillen ge weeft over de gren- zen van elks Regtsgebied: waarom de Re- geering te raade werdt,de bekwaamftege- legenheden waar te neemen, om ten min- ften eenigen deezer Ambagtshecrlykheden in eigendom te verkrygen, voor de Stad. Reinoud, Heer van Brederode , bezat thans de Ambagtsheerlykheid van Amfterveen, Slooten, Slooterdyk en Osdorp, die zyn Vader, Walraven van Brederode, met zy- ne Moeder, Margareet van Borfelen, behu- vvelykt hadt. Hy verkogt, op den vyftien- den Juny , deeze zyne Ambagtsheerlyk- heid aan de Stad Amfterdam, voor eene fomme van drieduizend Karels guldens eens, en eene erfelyke onlosbaare rente van vyf- honderd en zeftig ponden van veertig groo- ten 's jaars. De koop werdt, van wege de Stad, geflooten, door Hillebrand Jans- zoon Otter en Heiman Jakobszoon, of Hei- man Jakobszoon van Ouder-Amflel, de eer- fte regeerend , de andere, op wien, fe- dert, de Heerlykheid verlyd werdt, Oud- Burgemeefter; gelyk breeder te zien is uit de ftukken, die in de nieuwe Uitgaave der Handveflen (q) geplaatft zyn. _ De Regeering van Amfterdam , over-
tuigd dat de welvaart der Stede, grooten- deels , afhing van de arbeidzaamheid en naarftigheid der ingezetenen, maakte, om- trent deezen tyd, meer dan ééne Keure, tegen het ledig gaan beide van vrouws- ^ niansperfoonen. Op den zesentwintig- en Maart des jaars 1527, was reeds be- llen „ dat niemant, die gezond was , 3» zou hebben ledig te gaan ; maar zig, " "es morgens, vervoegen moeft aan de ' hU^ebrugge; daar elk' die hen noodig
dt> hen zou können komen huuren (>)." |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
I
|
529.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
A °Pt de
Sets
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
n.. 5
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
gelyk van ouds ,
,, uit |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kooren, wederom
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
(s) Keurb. D. ƒ. 147.
(t) J. L. Gottfried Kronyk, col. 1409, IJ55.
(«) Repert. bl. 19.
(v) Keurb. D. ƒ. J47 ver/o.
(vi) Keurb. D. ƒ. 14S- verfi. 149.
(x) Keurb. D. ƒ. 1+7 verf».
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
(J) B!«'lz. 3,
(r) Keurb. D
|
'hL soz-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
ft. IV. Deel, il. jo«, J07.
> 3°z, 3G4, 367. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
'" ''s ver/b,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
228 AMSTERDAMS IL Deel.
|
|||||||
gedankt Krygsvolk aan te neemen , om l53r*
daarmede eenen inval in zyne verlooren Ryken te doen. Koning Fredrik, kennis van deeze toerufting gekreegen hebbende, deedt de Zont fluiten voor alle Hollandfche fchepen , die Koning Chrifliaan nogtans noodig hadt, tot overvoering van zyn Krygs- volk. De Wendfche Steden braken de on- derhandelingen te Breemen af, en brag- ten eenige fchepen in zee, om op de Hol- landfchen te kruiffen. Maar in Holland , daar men den oorlog zogt te voorkomen, werdt de Vaart naar 't boften, by voor- raad, verbooden, en ernflelyk belall, dat niemant Koning Chrifliaan, met fchepen of anderszins , onderfteunen zou. Doch dit verbod bragt den Vorfl tot het wanhoopig befluit, om met zyne benden, die om- trent vyfduizend man flerk waren, door O- veryffel, Gelderland en 't Nederfligt, te vallen in het hert van Holland, welk thans onvoorzien van manfchap , en op geene vyandelykheden verdagt was. De togt werdt, in September, ondernomen, en 't platte Land van Holland , tot aan Delft ^ toe , afgeloopen. 's Graavenhaage zelf, De^of waaruit de Leden van denHove naar Haar- yanjeii lem en naar Amfterdam geweeken waren, ^aag« liep niet vry. De Koning toog, aan 't hoofd wj*elU van drieduizend man, naar Alkmaar,welkge^r deerlyk geplonderd werdt. Joris Schenk, ^$p. Stadhouder van Friesland, die zig, in Oc-^, tpber, te Amfterdam onthieldt, tradt, eer- lang , op 's Keizers laft, met hem in on- derhandeling. Doch hy liet zig niet be- weegen om het Land te ruimen, voor dat men hem de vyftigduizend guldens van de bruidfchat zyner Gemaalinne voldeede, en twaalf Oorlogsfchepen leverde tot zynen Noordfchen togt. De Stad Amfterdam droeg een groot gedeelte van deezen laft: , , 't welk Koning Chrifliaan bewoog, aan de fCo^, ingezetenen deezer Stad en aan die van 9'^ gantfch Flolland den vryen handel op zy-J^at'w'' ne Ryken , en de vaart langs zyne ftroo- ftsr^"1 men, naar Ooften en Weften, op de ge-vrycJei woonlyke tollen, toe te flaan; waarvan hyha^ «i» hun Brieven verleende, die den vyftienden^fc'f«^ Ociober getekend waren (6). Hy ging,ujt<|L elf dagen daarna, te Meden blik fcheep,!^11 landde, door ftorm, in Noorwegen, daar 2. hy, in Anslo, belegerd werdt. Geduuren- W de dit beleg, werdt die van Amfterdam , door den Stadhouder van Holland, aange- fchreeven, dat zy zorg moeften draagen, dat hunne ingezetenen Koning Chrifliaan, op
(6) Zie Handv. bl. 58. [88]. hoewel deeze brie-
ven, aldaar, ten onregte, aan Chriitiaan denlll-» die eerft in 't jaar 1533 aan deRegceringekwam» worden toegefchreeven. |
|||||||
1530. „ uit de Maaze en uit het Vlie, vervoerd
„ mögt worden , zonder dat men 'er ver- „ lofgeld van zou behoeven te betaalen." De Stad Amfterdam hadt , te vooren reeds , ge-
verkoopt zogt, 's Keizers gunft te winnen, met we- wederom dtrom te bewilligen in het verkoopen van renten drieduizend ponden iaarlykfche renten ,
voor den , l . V- J 1 Keizer, tegen den penning zeihen , waarvan de
Stad een zesde deel ten haaren lalle nam
(•y). Ook hadden de Nederlanden in 't gemeen en Holland in 't byzonder in an- dere zwaare Keizerlyke Beden bewilligd. Brand te Uit de Stads Regiflers (2), blykt, dat Amfter- aldaar, den veertienden May deezes jaars dam. 1530, groot e brant geweefl was op deLas- taadje , van welken egter geene byzon- dcrheden tot myne kennilTe gekomen zyn. Doch de hooge Watervloed , die op ee- nen zwaaren ftorm van den vyfden Novem- ber volgde en veele Landeryen in Hol- land en Zeeland onder water zettede, ver- Duurte oorzaakte te Amsterdam , alwaar , federt aldaar, het heffen van het Verlofgeld, weinig Oos- terfch Kooren gekomen was, groote duur- te in de Graanen, die eenen geruimen tyd 1531. aanhieldt. De Stad deedt, ter deezer ge-
legenheid, eenige Lallen Rogge koopen, waarvan, ten behoeve der fchaméle Ge- meente, brood gebakken werdt; worden- • de den prys van een Roggebrood van
twaalf pond op een flooter of twee en een halven Huiver gefield , by eene Keure van den negenden November des jaars 1531 («)•
Dagvaart Tot het afdoen der hangende gefchil-
te Bree- len met die vanLubek en de andere Wend- men. fcne Steden, was wederom eene Dagvaart beilemd te Breemen, tegen den eerflen Ju- ly des jaars 1530 , op welke, onder an- deren , Meeller Andries Jakobszoon van Naarden afgezonden werdt. Doch deeze Dagvaart liep vrugteloos af, en werdt, in September des volgenden jaars, eerfl we- derom hervat, wanneer zy, door de on- derneeming van Koning Chrifliaan, t'eene- maal geflremd werdt Qb~). Chris- Die Vorfl hadt, in 't jaar 1529, we- tiaan de derom in ftilte, eenige fchepen doen uit-
II:, Ko- rL1flen; doch de Hollandfche Steden, met Deene-3" naame Amfterdam, het misnoegen vanKo- nemarke, ning Fredrik dugtende, hadden , by de valt in Landvoögdeffe, te w.ege gebragt, dat dee- Holland. zen fchepen het uitloopen belet was. Ko- ning Chrifliaan hadt zig, federt, begeven naar Oollfriesland, daar hy Graaf Enno zulks hadt weeten te beleezen, dat hem, in 't jaar 1531, vergund werdt, eenig af- (y) Vaderl. Hift. V. Deel, tl. 9, i°> U.
(z) Gioot-Memor. N. I. ƒ. iso. Keurb. D, ƒ, jjo verß,
(a) Keurb. D. ƒ. 17;.
(i) Vaderl. Hiit. V. Deel, il. 33.
|
|||||||
V. Boek.
|
|||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||
S2p
|
|||||||||||||||||
*<
|
|||||||||||||||||
„ deels, voor de helft, door den Keizer, 1532.
„ voor een vierde, door 't gemeeneLand, „ en voor het overige vierde, door den „ Koophandel, gedraagen behoorden te „ worden (ƒ")." En terwyl men raadpleegde over het laatfte gedeelte van deezen voor- flag, werdt de Vloot, uitgeruft en in zee gebragt. Men zondt ook Kruipers of Ver- spieders naar Noorwegen , Koppenhage , Lubek en elders, om 's vyands beweegin- gen gade te Haam De Regeering van Am- fterdam waarfchuwde, in de Hoofden , de fchepen, die van 't Weften kwamen, om zig te wagten voor de aanflagen der Oos- terlingen (g). De uitrufting, Van welke wy fpreeken, Vre^e
bragt veel toe tot bevordering der Vrede mot D^" met Deenemarke. De Hollandfche Ge-" magtigden, en onder deezen Komelis Ban- flink, uit de Vroedfchap van Amfterdam, in Juny naar Koppenhage verreisd , von- den Koning Fredrik gereed om te fluiten. De Vrede werdt gemaakt, onder voorwaar- de , dat men, van hier, Koning Chriftiaan niet onderfteunen zou; waarin ligtelyk be- willigd werdt (hy. Doch de Hollanders hadden hunne Vloot, Nieuwe
aan welker uitrufting zy de Vrede te dan- oorloS4 ken hadden, maar even onttakeld , toen Koning Fredrik, opgehitft door die van Lu- bek , nieuwen twift zogt, en vergoeding vor* derde van de fchade, die hem, door toe- ' doen der Hollanderen > in 't byftaan van Koning Chriftiaan, was aangebragt. Doch de Landvoogdes, Vrouw Maria, Koningin van Hongarye, gaf zynen gezanten zulk be- fcheid , dat men zig van wederzyde op nieuws toeruftte ten oorlog : 't welk denWater* Hollanderen byzonder laftig viel, alzo zy, vloed* zo wel als de Zeeuwen, veel geleeden had- den by eenen zwaaren Watervloed, die, e- ven als voor twee jaaren, in 't begin van Slagtmaand, voorgevallen was (i). Op den laatften O&ober te vooren, was Het Re-
'er, in den vooravond, brand ontftaan i«guliers 't Reguliers-Kloofter buiten Amfterdam , Klo°fter die, zo fommïgen meenden, voorbedagte-fterdam lyk gefügt was. Het gebouw werdt t'ee- brande nemaal verdelgd, en de Kloofterlingen, in af. den Zomer des volgenden jaars, overge- bragt naar Heilo by Alkmaar; alzo de Re- geering niet wilde toeftaan, dat het Kloos- ter wederom opgebouwd werdt (k). Men hadt, hier te Lande, al federt lang, ge- waakt tegen den aanwas der Kloofterlin- gen l (f) Aert van der Goes Regift. bl. ist.
(g) Aert van der Goes Regift. bl. isi.
(i) Vaderl. Hift. V. Deel, bl. 45:. (i) Vaderl. Hift. V. Deel, il. 4« enz.
(k) Groot-Memot. N. I. ƒ. 3*s verft. |
|||||||||||||||||
^32. op geenerlei wyze, eenige hulp toefchik-
ten; waartegen zy beloofden te zullen waa- ken. In den Zomer des jaars 1532 , gaf hy zig eerft over aan Koning Fredrik, en bleef gevangen tot aan zynen dood toe, £ die in 't jaar 1559 voorviel (e). v-0r|°it Midlerwvl, hadt de onderfteuning, aan
öootene' ^on'nS Chriftiaan, by deszelfs vertrek uit deeze Landen , beweezen , den Hol land- fchen Steden en Amfterdam in 't byzonder de ongunft van Koning Fredrik op den hals gehaald. De Zont werdt voor de Hollan- ders geflooten. Eenigen hunner fchepen werden genomen. Amfterdam hadt, in February des jaars 1532, brieven laaten af- gaan naar Dantzig , Riga en Revel, om te onderzoeken , of 'men den ingezetenen der Stad aldaar vryen handel wilde toe- ftaan; in welk geval, men van zins was, Oorlogsfchepen in zee te brengen , om de Zont open te houden. Doch 't fchynt, dat ■*er geen gunftig antwoord kwam van de drie Steden. Men befloot dan in onderhan- deling te treeden met Koning Fredrik, eerft te Hamburg , alwaar de Zweeden en die Van Lubek ook hunne Gemagtigden had- den; en daarna te Koppenhage. Terwyl deeze handeling duurde, en de Vaart op de Ooftzee t' eenemaal geftremd was, 't |
|||||||||||||||||
Welk groote duurte veroorzaakte in Hol-
land, floeg Amfterdam, in May,ter Dag: Vaart, voor „ dat men den Oofterlingen den handel door alle deNederlanden be- hoorde te verbieden, en beflag te leg- gen op alle hunne goederen hier te Lan- de ; dat men veertig Oorlogsfchepen in zee moeft brengen, en dezelven met vierduizend man bemannen, tot geleide eener Vloote van honderd Koopvaardy- fchepen , die de helft meer manfchap moeft ophebben dan naar gewoonte; dat de Keizer de helft van het onderhoud der vierduizend man bekoftigen moeft, en de overige helft gevonden worden uit > een inkomend regt van den vyftienden °f twintigften penning op alleOofterfche Waaren (£)." Ook werdt 'er, federt, be- ?ag'gelegd op de Oofterfche goederen (e). Maar de overige punten van Amfterdams v°orflag vonden geen en ingang. De Stad zeverde , hierom , wat laater , een ander ontwerp overj volgens welk „ eerft alle " Vaart naar 't Wellen en naar 't Ooften " Vc*booden , en daarna zeftig Oorlogs- " *cnepen uitgeruft , en met agtduizend ' k°ftPen bemand moeften worden; de >•> Koitenvan welke uitrufting, haars oor- {*) AEUT- »»a- V. Deel, bl. 34—39.
(<) Velids t DER GOES Regift. bl. 18«. |
|||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||
A MSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||
a'3o-
|
|||||||||||||||||||||
den twintigften Juny, alle handel en brief- ^S»1
wiffeling met die van Lubek en derzelveralle aanhang, die opënbaere vyanden defer Stede brl.e * ende Landen genoemd werden, by afkondi- e£ 'Se ging, verbooden (n). De Stadhouder vanvfln Lu" Holland kreeg, eerlang, laftvan de Land-bslc- voogdeffe , om, van 's Keizers wege, der- tigduizend guldens te fchieten t'ot den Oos- terfchen oorlog, en van de Staaten vyftig- duizend guldens, ten zelfden einde, te vor- deren. De Staaten werden, om hierop te Dag',,( befluiten, tegen den tienden van Auguilus, vaarL te Amfterdam befchreeven. En de Stad- StaïljV' houder vondt middel, om alle de Leden,faand,te op den twintigften, te doen bewilligen inAm^1' zynen eifch. De Vloot raakte, in Septem- ^iriu0\- ber, in zee, onder bevel van Gerard van Psjfcbä Merkere, als Admiraal. Zy opende de^"o0t.„ Zont, voor de Nederlandfche fchepen, en 0pent hieldtze, voor alle anderen, geflooten. Mid-Zon1, lerwyl , handelde men met Koning Chris- tiaan den III., die zynen Vader, Fredrik den I., onlangs, opgevolgd was, en met die van Lubek. In de Lente des volgen- ^^ ' den jaars, werdt, met de laatften, een Be- i534' Hand geflooten , en met den eerften een Verdrag van Koophandel, voor den tyd van dertig jaaren (0). De Hollandfche Koop- lieden , en Amfterdam in 't byzonder vlei- den zig, dat zy, hiermede, eindelyk eens, van den laltigen Oofterfchen oorlog ont- llaagen zouden zyn ; doch daar verliep naauwlyks eenjaar, ofzy werden 'er, op nieuws, en zo llerk als te vooren in ingewik- keld; gelyk ons 't vervolg deezer gefchie- deniffe leeren zal. |
|||||||||||||||||||||
1532* gen; e11 Keizer Karel de V. hadt hun,nog.
in't voorleed en jaar, het aankoopen, er- ven of verkrygen van vafte goederen ver- booden (/). 't Was dan geen wonder, dat! de Regeering van Amfterdam den Regulie- ren verlof tot het herbouwen van 't verbran- de Kloofler weigerde. In de Lente des volgenden jaars, kreeg
men, hier te Lande, tyding, dat die van Lubek reeds negen Oorlogsfchepen in zee hadden, en nog meer anderen uitruftten. |
|||||||||||||||||||||
DdeHve
|
|||||||||||||||||||||
Amfterdam en de Waterlieden maakten
hierop terftond een Ontwerp van uitrufling; doch zy konden 't den anderen Leden van Holland niet ïmaakelyk maaken. De Stad- houder vorderde, dat Amfterdam en de Waterlieden vyftig fchepen vooruit leveren zouden. Doch hiernaar hadden deeze Ste- den geene ooren. De Edelen begeerden, watlaater, dat Amfterdam en de Water- lieden dertig groote Oorlogsfchepen zou- den leveren, en dezelven voorzien met het belle gefchut van vierhonderd Koopvaar- dyfehepen, die zy toen nog wel hadden. Amfterdam bewilligde in deezen voorflag. Doch de Waterlieden wilden geene fchepen leenen , zonder 'er huur van te trekken, waartoe de andere Leden niet verftaan kon- den. Men handelde, federt, ook met de LandvoogdelTe, over het voortzetten des oorlogs tegen de Oofterlingen , waarop Holland, en Amfterdam in 't byzonder ilerk gezet waren. Doch daar verliep een geruime tyd, eer men , eikanderen, ook hier, verftaan kon (m). Midlerwyl, was , te Amfterdam , op
(l) Handv. il. t«7>
(m) Vadetl. Hift. V. Deel, il. 54 tnz.
|
|||||||||||||||||||||
len mee
Amfter- dam over de uit- rufting. 1533-
|
|||||||||||||||||||||
De Stad
verbiedt |
|||||||||||||||||||||
(n) Kcutb. D. ƒ. 190 verft.
(u) Vaderl. Hift, V- Deel, il. «e tr.z,
|
|||||||||||||||||||||
B>
|
|||||||||||||||||||||
V* Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
231
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
h
|
<-4i.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B Y L A A G E N
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
%
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bylaa-
GEN
L'. A.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
op het II. Deel, V. Boek.
La • J\*
wief van Burgermeefteren ende Beraders der Stede van Aemftelredamme , waar hy zy den
Handboogfchutteren een gedeelte van het Schaapenveld hinnen de Stad fihenken tot het maakeU. van eene Doele, in de plaats van de hunne buiten de S. Antonis -poorte, die afgebroken was. Gegeven den zeventienden February des jaars 1512. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
boomghaert toe. Ende tot dien noch die noort-
camer mitten erffue daer toe behorende belaft mit twee Wilhelmus fchilden daer op ftaende mit zulcken ghanck ende wateringe als totten thuynen daer afFzy een deell hebben mits de- fen plagen te behoren Weluerftaende dat die oude fchutters indien zy daer namaels heuren doelen maken ende de jonge fchutters mitten anderen gemeenen bueren daer after gelegen zullen deur de voirf. doelen van de drie fchut- teryen heuren wateringe ende vaert houden recht vuyt ende de bueren voor an tftraet be- zyden om tot heuren voorerffuen te comen als fy van outs gewoenlyck zyn te hebben, alle arch ende lift vuytgeïbndert. In kennifle der waerheyt hebben wy Burgermeefteren en- de beraders voirn. by- goetduncken ende con- fent als bouen der voirf. ftede van Aemftelre- damme zegell ten fake hier beneden an ge- hangen. Gegeuen op den feuentienden dach February Int Jaer ons heeren duyfent vyffhon- dert ende twaelif. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Alle den gheenen die defe letteren zullen
fien of horen lefen faluyr. Doen wy Bur- germeefteren ende beraders der Stede van Aem- llelredamme te weten certificerende voor de waarheyt dat wy van der Stede wegen by goet- duncken ende confente van den feffèndertich Raden defer Stede den hantboechfchutteren bin- nen defer ftede in recompenlTe van fekeren fcha- den by hen geleeden int Jaer xvc ende acht als Weesp by den gelderfchen oeneruallen was int afbreken van heuren huys ende doelen die zy ftaende ende leggende hadden buyten fint an- tonis poirte ende ten eynde dat zy heuren doe- len binnen'der ftede maken zoude gegunt ende gegeuen hebben gunnen ende geuen mits defen tot heuren vryen eygen de twee noordlicxte vyftcndeelen van de Scapenuelde in den breet te rekenen ende daer toe van den thuynen oeft- waert gelegen tot an de floot toe zo breet als de Voirf. twee vyftendeele zyn ende weftwaert an de floot ftreckende lynrechtvan de jonge fchut- ters doele tot an meefter Willem andrieszoens |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bylaa-
GEN
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
honing Ka R el belooft, niet te zullen gedoogen, dat, in de StadAmflerdam, die zig verbonden " ''
hadt, om vier- of' vyf duizend gouden guldens, ten behoeve van Chrifliaan den II., Koning van Deenemarke, op te zullen fchieten, eenige nieuwigheden , tegen de Privilegien, worden inge- voerd. Gegeven den negentienden January des jaars 1518. LI5I,9-] |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A lfo die Koningklyke Majefteit van Spanje
*~V. dagelyks fo langs fo meer verfogt ende Vervolgt worde van weegen de Koningklyke geerde Van Dcnemarke zyne Majefteyts broc- er. ende fwaeger omme betaelinge ende aflig- atie te hebben van der heyliik'fe voorwaeV- t^. xetn beseft eilde toegefeyt met zynder fus- j r Vrouwe Ifabel Koninginne van Deneffiar- \\r n^e ende merkende dat hy geen raed en tee.ct denzelve on defe tyd, overmits die groo- tte 1 n en menigvuldige affaires zyner Maje- Ke '^0u lan§s ^ou meer opkomende,temoo- Ln^Vernoen;en en te vrede te ftellen. Sou bv
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zeekant der paelen van Deenemarken naeft.se-
legen is, dat al het geene des by henlieden derzelve Koningl. Weerde van Dcnemarke be- taelt zal werden tot er Ibmme toe van vier of vyfduyfent gouden guldens in mindeiïnge van zyne voorfzv heylicxe voorwaerde, en dat zy daer af goed bewys en befcheyd overbrengen, navolgende die minuten die hem daer van van Konings weegen gelevert zal werden dezelve zyne Koningklyke Majeft yt zal hen 't zelve doen korten ende afflaen van heure portie van der beede van tachtich duyfend ponden van veertigh grootc vlaems het pond die dezelve van Amfterdam met den anderer van den Sta- ten en Steeden van Holl. en Wcftvriesland zy- ner Majefteyt jegenwoordigh geconfenteert heb- ben voor vier jaeren langh geduurende ende achtereenvolgende , daer en alfou het behoo- ren zal, ende hen daeraf doen leveren endeex- pedieeren behoorlyk acquit ende decharges daer- mede fy reedenen hebben zullen des te vreede- Gg a ne |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
adv f ^ezerve fyne Koninglyke Majefteyt
Sin ^y^1' genade Vrouwe die Aersherto- denne douarriere van Savoye, en van de hoof- fitianr-11 *uv^en van zyn fecreten Raeden ende t0e ien neftens haer weelende, gcloeft ende Bur<re ^» Sel°ert e"de zydt toe mitsdefe den $&iieftlmeeit.crcn, Schepenen en Raedt zyner teyts ftcede yan Amfterdam die op den |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS GESCHIEDENISSEN. II. Deel,
|
|||||||||||||
232
|
|||||||||||||
ge nieuwigheden geattenteert ofce gedaen zul- BYt
ïen worden tegens en in contrarien van.hun-°E g; ne oude privilegiën ende handveften henluy- ^r' den gegonnen , geoclroyeert , ende gewille- keurt, fo by zyner Koningklyke Majefteyt als by zyne Majefteyts Voorvaderen Zaliger gedagten, maer zal hen daer van doen en lae- ten gebruyken ruftelyk en vreedelyk na haef forme en inhouden , aftum te Mechelen detl I9de dagh in Januario anno duyft vyfhonderc en achtien. (was geteekent)
H A N E T O m
|
|||||||||||||
ne te zyn, ende voors aenfiende ende mer-
kende den dienft die dezelve van Amfterdam zyner Koningklyke Majefteyt overlange tyd gedaen ende beweefen hebben fo in 't con- fenteeren van zyne beede ende anderfins, fon- derlinge in dit laefte confent van tachtighduy- fend ponden , heeft dezelve van Amfterdam ook gelooft ende toegefeyt gelooft ende feyt toe, als voren , dat zyne Koningklyke Maje- fteyt niet gehengen of gedoogen zal dat van zyner Majefteyt weegen ofce anderfmts eeni- |
|||||||||||||
Bylaa-
GEN
Lr. B.
|
|||||||||||||
233
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
TWEEDE DEEL.
GESCHIEDENISSEN
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
VAN
E R D A M.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
A M S T
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
ZESDE BOEK.
Amsterdams Geschiedenissen, van 't jaar 1534,
tot het jaar 1555.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Maar na dat de Hoogefchool vanLeuveiTj, 1534,
de eenigfle Hoogefchool ten deezen tyde Jtt luthers de Nederlanden, de Leer van Luther, in 't Nieuw^ jaar 1518, veroordeeld hadt; en vooral,naTefta- dat het leezen en bewaaren zyner fchriften, menc in 't jaar 1521, by Keizerlyk Plakaat,ver- ^°rrdge_ booden was, vondt de Hervorming ook haa- drukt. re tegenftanders in Holland, met naame te Amfterdam. Hier was, in 't jaar 1523 , eene Vertaaling in 't Nederduitfch van Luthers Höogduitfch Nieuw Teftament gedrukt by Doen Pieterszoon, die in de Kerckjlraete, dac is, in de Warmoesftraat tuffchen de Oude Kerk en den Dam, in Engelenburg, woon- de (f). Van deeze Vertaaling bediende Heimeiy- men zig, in zekere heimelyke Vergaderin-ke Ver- gen van mannen en vrouwen, die, hier ter êaderin- Stede, in dit zelfde jaar 1523, gehouden êen" werden in tveereldtlyke huyfen. Zy werden, by eene afkondiging van den dertigflen No- vember, onder bedreiging van ftrarFe aan lyf en goed, verbooden. En uit deeze af- kondiging blykt,dat, in deeze Vergaderin- gen , op eene zekere wyze, gepredikt werdt. OndertiuTchen, is aanmerkelyk, dat ook het ftooren van zulke Vergaderingen, zo zy al tegen 't verbod mogten gehouden worden, met fpreekén, roepen, werpen of diergely- ken, aan alle byzondere perfoonen, onder gelyke bedreiging, werdt verbooden(g): en dit is, ook in laatere tyden, doorgaans ge-, fchied, wanneer het Geregt geraaden vondt, eenige Vergaderingen te verbieden. De Keu- ren verklaarden de Vergaderingen ongeoor- lofd; doch het handhaaven der Keuren kon, zonder gevaar van oproer, niet aan ieder- een gelaaten worden, 't Geregt behieldt het wyslyk aan zig zelf, en aan zulken, wien't byzonderlyk aanbevolen was. Toen,
(fl Le Long bh ■»■««•
(g) Keiirb. D. ƒ• »*• Hh 2
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
DE Hervorming, die Maarten Luther,
in 't jaar 1517, in Duitfchland hadt begonnen te prediken, was, kort daarna, in Holland, en tot in Amfterdam doorge- drongen : en naardemaal, onder fchyn der- zelve, omtrent deezentyd, merkelyke be- roerte verwekt werdt in deeze Stad, zal 't niet ondienilig zyn, dat wy de gefchiedenis der Hervorminge van Amfterdam, hier ter plaatfe, van haaren oorfprong ophaalen; zonder dat wy ons byna zullen behoeven te bedienen van het werk, dat, onder den ti- tel van H'ißorißhe Befchryving der Reforma- tie van Amfterdam, het licht ziet; alzo daar- in zeer weiiiig gevonden wordt van 't gene, omtrent de beginfelen der Reformatie in deeze Stad, merkwaardig is. De Leer van Luther was, al in 't jaar
15icS,bekend te Dordrecht (a), vermoede- lyk derwaar ds gebragt doorDuitfcheKoop- luidcn, die veel in die Stad verkeerden. Veel- ligt , is zy, omtrent dien tyd, ook reeds te Amfterdam verfpreid. Immers de Redery- kers, die toen al eene Kamer te Amfterdam hadden (Z>), hebben, naderhand,getoond, dat zy der Hervorminge waren toegedaan (0: 't welk dan ook de reden geweeft is, waarom negen hunner, in 't jaar 1533,een Batement of Spel gefpeeld hebbende, waar- in diverfche Spiticheden op Geeftelyken wer- den gevonden, door het Geregt, veroor- deeld werden om eene Bedevaart naar Ro- me te doen (d). En gaf hun gedrag gele- genheid tot eene Keur, waarby verbooden ^erdt,eenig openbaar Batement te fpeelen, zonder dat het, vooraf, door het Geregt, °nderzogt en toegelaaten was (O- U) EEVERWyK Dordr. hl. 127.
ti) z« „. Dtelt v BMk H 2I7_
t') feutb0°DFTfNed£l1- Hift- H' *6> '»'
O) Keurh." n ff "*•
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
58
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
8e
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
»5
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
^
|
«ar.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||
S34
|
|||||||||||||||||||
Margareet, fchreefhierom den Steden van 1534*
Holland, en dus ook Amfterdam, in Sep- tember des jaars 1525, aan „ dat zy goe- „ de toezigt hebben moeiten op de Predi- „ kanten;" en den Kloofteren „ dat zy nie- „ mant moeiten uitzenden om te prediken, „ dan die voorzigtig, verftandig, en van goede zeden was, en vooral wel geoe- „ ïend in de wyze van prediken,op dathy „ 't gemeene volk niet ergeren rnogt (n).n Te Amfterdam, was ook gebrek in 't pre- diken geweeft. Burgemeefteren hadden hier, dentwee-entwintigftenMaartdesjaarsi524, zo veel hen dat aangaat, den Minderbroede- ren toegeflaan, jaarlyks, in eene van de Kerspelkerken, de oude of de nieuwe, de Pajfie te prediken (0). Ook fchynt 'er, op het gedrag van deezen, minft te zeggen ge- weeft te zyn. Maar hunne flrengheid jegens de Hervormden, die in laater' tydklaarlyk bleek,hadt hen, veelligt,reeds tegenwoor- dig, by de aanhangers der Hervorminge, in kleinagting gebragt. Ondertuflchen, zogt de Wethouderfchap van Amfterdam te vol- doen aan den inhoud van het fchryven der Landvoogdeffe, beveelende, onder ande- ren, op den veertienden November des jaars 1526 „ dat niemant, in Kerken,Ka- „ pellen of Godshuizen, prediken zou, dan „ met bewilliging der Paltooren en des Ge- „ regts; en dat niemant Predikanten, die „ niet toegelaaten waren, zou huyfen, hoef- „ uen, of onderhoud bezorgen; vooral gee- „ ne verloopen' moniken (p)." Doch dee- ze keur zag meeft op zulken, die nogby de Roomfche Kerke bleeven, en reeds eenige m Hervorming in 't hoofd hadden; of op zul- K"1* ken, die hunneKloofters haddenverlaaten, ff$f en zig, heimelyk of openlyk, hielden by de jjrV Hervormden. Ondertuflchen, vondt men 'er yn^ ook, onder de Geeftelyken te Amfterdam, Sch^ die zig, door redenen, zogten te verzettenz]^\[f tegen de Lutherfchen. Kornelis Krok of Cro- ?° ev' cus, Opzigter derLatynfche Schoole alhier, ^i 0\t in 't begin des jaars 1531, aan den Officiaalteg^r des BifTchops van Utrecht, fchryvende, be-Lj^j,/ diende zig van deeze woorden: „ Ik fmeek fcutf „ u, op 't ernftigft, dat het my geoorlofd „ zy, de Gebeden, die ik verpligt ben te „ leezen, om dat ik töt de mindere Orden „ ben ingewyd, flegts voor ééne maand, na „ te laaten. Ik ben begeerig, om my, in „ dien tyd, met heilig werk bezig te hou- „ den, en iet te fchryven, waardoor de ge- „ moeden van eenigen van de Lutherfche „ en Oecolampadifche Kettery afgetrokken, „ of tegen dezelve gewapend können wor- „ den,
(n) Repert. il. is. en Her agttr in de BylaagenLr. A.
(o) Groot-Memor. N. I. ƒ. 2!» verft. (?) Keuib. D. f. 114. vir/». |
|||||||||||||||||||
Toen, omtrent deezen tyd, elk', die Lu-:
thers Leere eenigszins toegedaan was, voor de Vierfchaar van Frangm van der Hulfl, dien de Keizer, tot Inquifiteur of Geloofs- onderzoeker, in de Nederlanden, hadt aan- gefteld, gedagvaard werdt (/O; toonde de Regeering van Amfterdam, nog in een an- der opzigt, haare wysheid, en haare zugt voor de handhiaving van der Stede - Privi- legien. Op het verzoek van eenige ingeze- tenen der Stad, die voor geenen ongewoo- nen Regter meenden te regt te moeten Haan, befloot men, in May des jaars 1524, hen by te ftaan, zo lang het buiten koften der Stede gefchieden kon (i) : hoewel deeze poogingen niet altoos gelukkiglyk uitvielen. Immers, men vindt, dat eenige Amfter- dammers, van Lutheranerye befchuldigd, in 't jaar 1525, op bevel der Landvoogdeffe, uit de Stad geligt, naar den Haage gevoerd, en aldaar, nevens eenige ingezetenen van Haarlem, Delft,Leiden en andere Steden, te regt gefield zyn. Ook vindt men, dat fómmigen de Leer der Hervorminge weder- om verzaakt hebben; en dat anderen, ftand- vaflig gebleeven zynde, op de Sloten te Muiden, te Rupelmonde, te Vilvoorden, en elders, gevangen gezet zyn, tot hunnen dood of verandering toe. Een Prieflervan Woerden werdt, ten deezen tyde , ver- brand (£). |
|||||||||||||||||||
1534.
Vervol-
ging* |
|||||||||||||||||||
Gebrek
van goe- de Pre- dikers onder de Room- fthen. |
De vervolging was egter nog gantfch niet
zwaar in Holland, vooral niet te Amfter- dam , alwaar, federt het jaar 1518 , een Schout geweeflwas, teweetenMeefterJ^rc Huibrechtszoon, die veel oogluiking gebruik- |
||||||||||||||||||
te omtrent de Hervormden, fchoondeezen
zig nogtans, naar 't fchynt, niet altoos e- ven befcheidelyk gedraagen hebben. Men vindt, in de Stads Regißers, eene Keur van den twee-en-twintigften December des jaars 1524, totopfchrift hebbende Van der Lu- theranen quade manieren, waarin verbooden Wordt „ by nagt en ontyde, langs de huih „ zen, te roepen tegen de Predikanten, der- „ zelver Sermoenen, en der luiden leeven: „ en famofe libellen en oneerlyke gefchriften. „ te Hellen aan Kerkdeuren en Altaaren, „ tegen den Paus, de Aflaaten enz. (ƒ)." Doch 't was niet te verwonderen, dat eeni- ge heethoofdige voorftanders der Hervor- minge , nu en dan, onbefcheidelyk uitvoe- ren tegen de Predikers der Roomfche Ker- ke; men was, ten Hove zelf, overtuigd, dat op derzelver Leer en gedrag vry wat te zoggen viel (in). De Landvoogdes, Vrouw (h) Repert. U. u......
(i) Groot-Memor. N. I. f. 28Z wr/i.
(k) Chron. Amersf. apud MATTH^UM Fund. & Fat. Ecclef. p. j.ïz. (Ij Keurb. D. ƒ. 103.
'm) MR. AERT VAN DER GOES tCegift. Ut I+> 17.» ,W,
|
|||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
VI. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
23 S
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
werdt, den veertienden November des jaars 1534.
1526,' om 't fpreeken van woorden, die tot oproer ftrekten, en om 't herbergen van luiden, fufpft van der felle Lutberane, ver- weezen tot Bedevaart naar de Lieve Vrou- we ter Tnfeel [Ryffel], en om vyfentwin- tigduizend Leidfchen Steens op te brengen O). Doch Barte Hubert van Breukelen, die niet alleen verdagte perfoonengeta)?,maar zig ook zelf van Lutberie verdagt gemaakt hadt, werdt, den agtentwintigften May des jaars 1535, voor zes jaaren gebannen (V): en vier dagen te vooren, was Anna Willem de fmits inyff,eenige perfoonen, van Lu- therye verdagt, ten haaren huize gehad, en met dezelven verkeerd hebbende, tot Be- devaart naar Keulen en Aken veroordeeld (x~). Brecht Barent die Guldenberchs wj/, in haar huis, vergadering hebbende laaten hou- den , waar zeker verbooden boek gelezen werdt, was, den agttienden Maart desjaars 1527, in eene boete van vier guldens be- llaagen (y). Nog vroeger, op den eenen- twintigden July des jaars 1524, was Aech- gen arents, haare wooning tot ondeügdelyke vergaderingen geleend hebbende, venvee- zen om in Bedevaart naar Rome te gaan, en niet weder te keeren voor dat zy tien- duizend Leidfchen Steen betaald hadt (» Op den eenentwintigften May des zelfden jaars, waren Dirk Albertszoon , Erm Ba- rendszoon, Quiryn Joofien, Klaas Houtfta- pelaar, Tryntje Fredriks, Baaf Klaas, Heil Arys en Ebel Klaas, die verbooden verga- deringen gehouden hadden, veroordeeld, om met een vierdendeel ponds brandende waskaars voor de Proceffie uit de S. Niko- laas of Oude Kerke, tuffchen de kruiffen, uit te gaan («). Jan Zyuartszoon die Cropel, boeckuercoper, verbooden boeken in huis ge- had en uitgegeven hebbende, werdt, den agttienden Maart des jaars 1527, verwee- zen, om twee maanden op de S.OlofsPoor- te te brood en te bier te leggen; daarna een half jaar in huis te blyven, en twaalf Ka- rels guldens te betaalen (£). Piet er Jans- zoon Tibaut, Drukker, werdt, den zevenden Auguftus des jaars 1528, om het drukken van fchandelyke en oneerlyke briefgens, ver- oordeeld, om twee uuren op de kaak te ftaan, en daarna eene Bedevaart te doen naar onze lieve Vrouwe te Ryffel (V). Waar- fchynlyk, zagen deeze brief gens ook op de |
|||||||||||||||||||||||||||||||
^34. „ den, op dat de opregten nog voor 't be-
„ derf mogen bewaard blyven. En daar is „ haalt by 't werk; want ik meen, dat ik „ het heil van eenigen, die ten deele my- ., ne maagen, ten deele myne goede beken- „ den zyn , ten deele , voorheen ,1 myne „ Leerlingen waren, in dit' opzigt, zalkon- j, nen bevorderen ; en 't is noodig dat ik „ zulks ten fpoedigite onderneeme, om dat „ eenigen hunner, in de aanllaande maand, „ te fchepe naar Ooilland flaan te vertrek- j, ken, gelyk hier, te Amfterdam, dege- „ woonte is (5)." Of Kroks verzoek toege- ftaan werdt, is my niet gebleeken. Doch 't is zeker, dat hy verfcheiden Werkjes, te- gen de zogenaamde Onregtzinnigen, in 't licht gegeven heeft (f). ^ Re. De Plakaaten, die, van tyd tot tyd, in f5ering Holland, uitkwamen tegen de Onroom- |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Ü
|
öi- fchen, moeiten, ondertuffchen, nu en dan
|
||||||||||||||||||||||||||||||
ü?. ten minfte , worden uitgevoerd. Amfter-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
y^agt dam hadt zig, omtrent deezen tyd, reeds
(iHtfc. ten Hovc verdagt gemaakt van Lutberane- fXne' rJe > vooral om dat de Stad zig zo yverig toonde in het voorftaan haarer Privilegien, die niet gedoogden, dat men haare Poor- ters den gewoonlyken Regter onttrok, om- ze elders, over de misdaad van Ketterye, gelykze genoemd werdt, te regt te Hellen O), 't Was dan wel noodig, dat de Stad, zo zy haaren goeden naam ten Hove niet geheellyk verliezen wilde, de hand een wei- nig hieldt aan de Plakaaten. Ook deedt zy dit, nu en dan. Wy hebben hiervan eeni- ge voorbeelden, uit de Regiflers der Cor- reäien, verzameld, die wy hier laaten vol- gen, op dat de Leezer zien zou,welkePer- foonen, hier ter Stede, der Hervorminge, ten deezen tyde, zyn toegedaan geweeft; wat men in hen veroordeeld hebbe , en St, Waarmede zy dat hebben moeten boeten, yfo- Meefter Wynand van Breda en Gerrit Cor- jH^i- nelhzoon van Geervliet, School gehouden ^ deee'hebbende buiten kennis van Burgemeefte- <jeJ 'y<Je> ren, en verdagt zynde van qualicken te ge- S^t'Uoelen, werden, den vierden Juny desjaars f5 'Ce 1535 > voor drie jaaren gebannen (f), Maar- ^ege. n ten Janszoon, Hoedemaaker , die niet ter "^ niifle geweeft was ; met luiden , die met ketterye befmet waren, verkeerd, en met hen, meer dan hem geoorlofd was, over de Schriftuure, gefproken hadt, werdt, den Veertienden April des jaars 1537, tot bede- vaart naar Rome en tweejaarige balling- schap verweezen (u). Fieter Govertszoon ty\ Y}ie J- F. Foppens. Biblioth. Belgic. Tob», i. p,i97.
y) la. ibid. p. io8.
Ui Mr. Aekt VAn dkr Goes Regiftt hl, i$ f 45j !gj
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Leer
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
(v) Agter't Keurb. D. ƒ. 15«.
(w) Agter 't Keurb. D. f. 238 verft. (x) Agter't Keurb. D. ƒ. 238. (y) Keurb. D. ƒ. 119. (z) Ag'tr't Kenrb. D. /. !«'• \a) Agter't Keurb. O./-'8+- (*) Keurb. D. f. i'l"/*' Uluist« 't Keurb. B. ƒ. *•<• Hh 3
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
103
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
l*\ Agter't Keurb. D. ƒ. 2 39 Virfi.
(■) -*!««■•, Keu*, o/f. £,Jfu |
|||||||||||||||||||||||||||||||
t D A M 'S H. Deel.'
roepen, Ketters! Ketters! gy houdt Schoole *"
of Vergaderinge enz. was, den agttienden Oftober des jaars 1525, verweezen tot Be- devaart naar de Lieve Vrouwe te Hoorn, en om een geheel jaar op de S. Qlofspoor- te te bier en te brood te leggen (/). ,^, De ftraffen, over zulken die der Hervor-Ëe"
minge waren toegedaan, van welken vry,^et'ß tot hiertoe, gefproken nebben, waren de pjie|tff' ligtften, die te Amfterdam werden uitge-0Jn I^j, voerd. Ook waren hier, ten deezen tyde , ter?'," nog zeldzaam zwaarder ftraffen tegen On- bra"' roomfchen in 't werk gefteld. De zwaar- ften gefchiedden, op bevel der Landvoog- deffe of des Raads van Holland, buiten de Stad , en zelfs buiten Holland. Tsbrand Dirkszoon Schol, Priefter te Amfterdam, die der Leere van Luther toegedaan was, werdt, by voorbeeld, tot tweemaalen toe, betigt en vrygefproken zynde, ten derde maale, gevangkelyk naar Brabant gevoerd, daar hy, eenen geruimen tyd, op 't Slot te Vil- voorden, bewaard, en eindelyk, in dit jaar 1534, te Bruffel, verbrand werdt. Pon- tanus befchryft hem als uit eerlyken hui- ze gefprooten, niet ongeleerd , zeer wel- fpreekend, en nedrig en opregt van aart (ik)'. al 't welk hem egter niet hadt können be- vryden voor de ftraf, welke de zogenaamde Kettery, ten deezen tyde, waardig geoor- deeld werdt. De Plakaaten werden ook al- lengskens ftrenger, en in Oktober des jaars 1529, was'er, in Holland, een uitgekomen, waarby aan hardnekkige ketters, gelykze genoemd werden, beide vrouwen en man- nen , de dood gedreigd werdt (n). Te Amfterdam ook, daar men,tot hier-oors
toe, niet zeer ftreng geweeftwas, werdt0,r°j{H der Regeeringe, omtrent deezen tyd, aan-va^ leiding gegeven tot meerdere ftrengheid. ^eX $ Onder de Doopsgezinden, die zig,in Zvvit- doof, ferland onder de Zwinglifchen, en in Sa-ren $ xen onder de Lutherfchen, eerft omtrent ^® den jaare 1522, hadden begonnen te ver- toonen, en van de andere Hervormdenon- derfcheiden werden, om dat zy den Kin- derdoop voor onwettig hielden; deeden zig, wat laater, in Saxen, eenige luiden op, die dreeven „ dat de weereld, tot hiertoe, door „ de boezen geregeerd geweeft was; doch „ dat God, eerlang, een heilig volk ver- „ wekken, en het tegenwoordig boos ge- „ flagt uitrooijen zou." Sommigen hunner floegen zei ven de hand aan deeze uitrooi- jinge, en namen deel in den boerenkryg, die, in 't jaar 1525, in Thüringen ontftaan was.
(I) Agter 't Keurb. D. f. ij+.
(m) Amft. Libr. II. Cap. XXVIII. p. 239. Zie ook VU»
HSUSSIN e» van RYN.Kerkel. Oudh. I. Deel, tl. 317. (ti) Repert. H. iy. |
||||||
i36 A M S T E 1
Leer der Onroomfchen , die, gelykuiteene
Keur van den tienden January des jaars 1531 af te neemen is, ook in liedekens, die langs ftraat en voor de huizen gezongen werden, verfpreid werdt (d). Ondertuffchen, was, ter gelegenheid van het geval van den Druk- ker", reeds verbooden, iet te drukken, welk niet door Schout en Burgemeefteren onder- zogt was (e). Albert Dirkszoon, Gelderfch- man, openlyk vleefch in de Vaflen gege- ten hebbende, werdt, den tweeden April des jaars 1527, tot geeiTeling en Bedevaart naar Napels veroordeeld (ƒ): en Jan Ys- brandszoon, Schoenlapper, die den Kapel- laan van de Oude Kerke, in de S. Olofs- Kapelle, hebbende hooren prediken, gezeid hadt, /(• wil thuis gaan: ik heb lang genoeg •verleiders van God gehoord, met meer dier- gelyke woorden, was, den veertienden No- vember des jaars 1526, voor zes jaaren, gebannen (g). Naderhand, den agtftenAu- guftus des jaars 1534, werden Adriaanja- kobszoon, Mandemaaker, en Piet er Ripperts- zoon, welke laatfte, op laft van den eerflen, en voor deszelfs deur, gefchilderd hadt ee- nige duiveltjes met kappen, viffchénde geld, kaas en andere goederen, tot fchimp der Religiofen, beide veroordeeld tot Bedevaart naar Rome, en de eerfle, om vyfentwintig- duizend , de tweede , om vyftienduizend Leidfchen Steens te voldoen (Ä). Jahb Klaaszoon Bakker, het Sakrement, op de Oude Kerks brugge, met gedekten hoofde, in den weg gedaan hebbende, was, den zes- tienden November des jaars 1530,verwee- zen om, drie maanden agtereen, alle don- derdagen , in 't Koor der Oude Kerke, eene hooge mis knielende aan te hooren, en na 't eindigen der zelve, eene kaars voor'tSa- krement te Hellen («'). Doch Hillebrand van Zwo/,gezeid hebbende,dat het Sakrement des Altaars niet meer was dan gemeen brood, was, den agtentwintigften November des jaars 1528 , reeds veroordeeld , om zyn zeggen te herroepen, een half uur op de kaak te pronk te ftaan, met een priem door de tong gefteken, en ten eeuwigen dage ge- bannen te worden (£). Alle deeze en dier- gelyke ftraffen troffen zulken, die der Her- vorminge meer of min toegedaan fcheenen. Ondertuffchen, toonde de Wethouderfchap van Amfterdam ook, dat zy zulken , die zelfs verdagte luiden onbefcheidelyk beje- genden, niet ongeftraft wilde laaten. Ma- rike Meinouwe, den luiden hebbende nage- (d) Keurb. D. f. i«*.
(e) Keurb. D. ƒ. I3+-
(f) Agttr 't Keurt). D. ƒ. ijj.
(g) Agter't Keurb. D. f. ij>6 verft.
(*; slgter't Keurb. D. /. 230 verji. (') -dgier 't Keuib. D. ƒ. 218 Verft, (kj sl&tcr '«Keuib. D. f, 107. |
||||||
B-e*
|
||||||||
VI. Boek. GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||
237
|
||||||||
'534. was. Melchior Hofman, een deezer dwee- 51 GapitM, vliet vt babiloon, op dat een ie- re.*A
peren, zondt, van Embden,werwaardshy &\y& fyn fiele benoude, op dat u herte niet ^^ 1 T TT i verfacht en werde van dat gerop, darrer ;n Aan
geweekenwas eemge Leeraars naar Hol- ^~ ehoolt fal werder?, eVné^t
land, om aanhang te winnen. Jan Iryp- we^ M|e gedencke loots wyef, ende fiet „iet maaier, zyn opvolger, kwam te Amfter- om naer geenen dingen dien opter aerden is het dam, daar hy, met nog zeven of agt an- fy man, wyef ofte kindt, op dat gy niet be- deren, gevat, voorts, naar den Haage ge- droghen en woort : niemant en fie om naer voerd, en onthalsd werdt, in 't jaar 1531. en[<~h ongelouich wyef, oft man, noch en ne- Jan Matthyszoon, Bakker te Haarlem, en ^e SerS&^^Ä^ii'd^ Jan Bokelszom,Kleermaker te Leiden, van meenteloodS niet en "dienen"' dae'r Ts guofts gclyken geelt gedreeven, hielden zig ook genoch voordenheylighen,daerommeennempt eenigen tyd te Amfterdam op; doch ver- niet mer met u dan geldt , ende wat linwaat trokken, met veele anderen, in Novem- ende kooft op den wech te eeten , ende foo ber des jaars 1533, naar Munfter, alwaar wie een nies heeft , oft een fpieflè, oft een den Hervormden reeds zes Kerken waren handbooghe , dien nemptfe voor hem, ende n. t> j u„ r;„„mj«, diele nier en heeft, diekoopfe: want den hee-
toegeftaan. De dweepagtige beguppendei re fal ons vt verco'oren /oor' een macbd
aangekomen Herdooperen ,gelykzc genoemd handt, door fyn knechten moyfes ende aroen,
werden, hadden zo veel invloed op deezen, verloolTen ; daeromme weeft vorfichiich ende ï dat men befloot, de handen in eenteflaan, ieecht alle faken cloeckelicken toe voor den 22en- om zig meeiler te maaken van de Stad. booffen , ende paft al te famen een half mil
vLnbr'e- Doch om hiertoe in ftaat te zyn, werden, buten haffelt te wefen , omtrent berch cloes- • „ n af . , , . J 1 1 ter, den 24 dach van merte, omtrent den mid- N'Iio] in den aanvang des jaars 1534,rondgaande daghe. weeft voorfichtich in alle dinge? ™hy
fd,om brieven ver fpreid, ook te Amfterdam, waar- fult voor den befchreüen dach daer niet wees- L0lk by alle goedgunners der nieuwe gezindheid fen, noch oock niet later , men en fal achter Jw . naar Munfter, als naar een tweedejeruzalem, dien tyt naer niemant wachten: niemant en' eteaa- werden opontbooden, om mede deel te heb- verfume te komen, blifter iemant achter, ick %r, ben aan de zegeningen van allerlei foorte, die wil *** blo°" ™&h^d^ weeffen. Emanuel aldaar ftonden genooten te worden. My is een affchrift van zulk een' brief ter hand ge- , Het biykt ? u[t ^eezen Br~ie^ jat men ge.
komen , waaruit de toeleg der hoofden wapend volk wilde doen verzamelen om- klaarlyk te befpeuren is, en welk ik om trent Haffelt, by het Kloofter S. Agnieten- dat my met voorftaat, het ergens gedrukt berg, vanwaar men de menigte dagt te doen gezien te hebben (1), hier wel heb willen voorttrekken naar Munfter. Men hadt, in tulicnenvoegen: Overyffel , ook ecnige Oorlogsbehoeften m, j . byeen gebragt, ten huize van bekende Sec-
Alle gelooutghe verbont genooten in Chris- tarijren (ra) van welken men zi fcheen.te
to genade ende vrede-fy IfvanGodt door willen bedienen , om Munfter , of eenige
Jynenjoone Jejum Chrtßutn, amen. andere Stad te overmeefteren. De rond- gaande brief hadt, ondemilTchen, zo veel Lieue broeders ende fufters, blyfehap ende uitgewerkt , dat zig een groot getal van vrede is den kinderen Godts voorhanden want menfchen , uit alle oorden van Holland , naer vcrlooiïlnghe is voor dedoore. lieue Vnn- r , ,n'f ^m ,.„_ i^n-^j^ , r den, ghy fult weeren, als een woort dat ons ^P beëaf' °m ^r beftemder plaatfe en van goodt gedaen is, als dat hem een iegelick tyd te verzamelen. Van omtrent Amfter- op maken fal, om te trecken na dat nieuwe Je- dam, vertrokken, op den eenentwintigden rufalem, een ftaedt der behoudinge der hyli- Maart, wel dertig fchepen, gepropt met ghen, want goodt die wil de werelt ftraffen, een mannen, vrouwen en kinderen die voor- legelyck fie toe dat hy door ongehoorfamheyt aven naar >t Kloofter vanS Amietenbere «och door onachtfamhevt niet int oordele en P U ' ,r , ,.„ •» v«"^>- nguieLenotr^ koome; want Jan bokellten, phrofeet ror mun- m Uveryllel te willen, alwaar, zo zy zei- ■ fter, mer alle mede hulperen in Chrifto, heb- den, eene Vergadering zyn zou van tien- ben ons gefchreuen, dat niemant onder den draet duizend Leden hunner gezindheid. Ten Naakte deferwerelr vry fal weeffen ofr bliuen mach, zelfden dage, liepen vyf mannen van dee-Zwaard- Ucken Ier£ v?'ÜOïïd™>. haA^A^T* zen aanhang, op den vollen middag, naakt, [oope«
welven doot ofte met geeftelicken doot : daer on ^^ui^0 ™ j j j^cTarl vnn te Am"
. °mme niemant en verfuime meede te trecken, T met bIo0te z™den, door de Stad, zot- fterdm>
?P dat hy goodt niet en temteere, want daer der egter iemant te befchadigen. Zy
ls een oproer voor handen ouer de ganfche fchreeuwden een ylTelyk wee tut over de
Werelt want de phrofeet Jeremia [fegt] in fyn Godloozen, vermaanden, met een naar ge-
,. huil, tot boete, en riepen, dat 's Heerenze-
wordt au Re,vius (Hiß. Daventr. Libr. in, p. 252) gen over de r egt er-1 en 's Heeren vloek over de
van den S' "»weinige regels, gewag gemaakt , /f ovcrcrikorn ' die volkomen met ons affchrift
lK'. («,)Repert. W.iï.
|
||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||
233
|
||||||||||||||||||||
op werdt, den negenentwintigflen April, i53^
afgekondigd „ dat het Geregt, vernomen „ hebbende , dat zig veele vreemde per- „ foonen, beide mannen en vrouwen,in de „ Stad , op zolders en andere heimelyke „ plaatfen, onthielden, die verdoopt, of te j, vooren in de fchepen geweeft waren, om „ ten Lande uit te vertrekken; welke per- „ foonen dagelyks toenamen in getal, en „ voorhadden de Stad te bemagtigen en in „ te houden; 's nagts te vooren, en meer- „ maaien, huiszoeking hadt laaten doen, „ zonder eenig merkelyk getal te hebben „ können ontdekken; dat, hierom, aan alle „ vreemdelingen , verdoopt zynde , of der ,, gezindheid der Herdooperen aanhangen- „ de, belafl werdt, de Stad, voor vy f uuren, „ te ruimen, zonder 'er ooit wederom in te „ komen dan by bewilliging van den Ge- „ regte, op de verbeurte van hun lyf. Da£ „ ook niemant deeze luiden, na vyfuuren, „ ophouden of verbergen zou, maar in te- |
||||||||||||||||||||
I534- linkerzijde van de Stad uitgefirektwasQi). En
waaifchynlyk was dit het geroep, waarvan, in den rondgezonden brief, was gewaagd, en voor welk de geloovigen vermaand wa- ren niet te fchrikken. Men gaf, hierop, in de Stad, terilond bevel om huiszoeking te doen naar Herdoopers. Veelen derzelven werden gevat: en onder anderen Arend Pau- luszoon , by wien men den brief vondt, dien wy hierboven hebben ingevoegd (o): ook drie dier ver vaar lyke Straatloop ers, die, met nog twee anderen, te Haarlem, gedood werden. Nog werden, hier ter Stede, den dertWlen Maart, twee der gevangene Her- dooperen onthalsd (p) : ten ware deezen de zelfden geweeftzyn, die den agtflenMay onthalsd en gevierdendeeld werden, en Jan Janszoon of'Jan Pawmlszoon van Dirkshorn' en Gerrit van Kampen genaamd waren (j[). De Schutters leenden de hand tot het vat- ten der Herdooperen, en Gerrit Klaaszoon, die ook Schutter was, zynen Medefchutter, Rauwert Ellertszoon,, ter deezer gelegenheid, voor diefleider gefcholden hebbende, werdt, wat laater, in twintig guldens boete beflaa- gen, en moeit,, daarenboven, tot den eer- ften November toe, in huis blyven: alleen- lyk werdt hem toegelaaten, des Zondags, de mis te hooren in de S. Olofs Kapelle (r). Doch de fchepen, van omtrent Amflerdam en elders vertrokken, werden, in grooten getale , te Genemuiden, en aan 't Eiland Ens, aangehouden, en 't volk, dat 'er op was, gevangen gezet, 't Zelfde lot onder- gingen ook veelen, die te voet, te paarde ► en met wagens, omtrent het meergemelde Kloofter, waren aangekomen. De vrouwen en kinderen werden, naderhand, los gelaa- ten. Van de mannen werden de voornaam- ften, en die men voor verleiders der onno- zele menigte hieldt , in 't openbaar ont- halsd (V). Zorg te Omtrent het einde van April, kreeg de Amfter- Regeering van Amflerdam berigt uit Fries- dam voor land, dat de Herdoopers voorhadden, de aanfla» Stad te verraiTen. 't Bemagtigen van Mün- der Her- fter, welk kort te vodren voorgevallen was, doope- vermeerderde de vrees voor diergelyk een' ren- toeleg op Amflerdam. Men befloot dan de Schutters, en de Lieve-Vrouwen- en Kruis- gilden te ontbieden op 't Stadhuis, alwaar hun werdt afgevraagd, wat dienfl de Stad, des noods, van hun te wagten hadt? Zy antwoordden, uit één en mond, dat zyzemet goed en bloed befchermen zouden. En hier- (n) L. Hoktensius de Anabapt. p, m. 300, 3°i.
(0) Revii Daventr. Libr. III. p- 252. (p) HORTENSIUS, p. 301, 3«2. {qj Sentcntieb. van ij 03. ist)- *« Is Maart IJ67.
ƒ. 40 ver/o. (r) Ai'er't Keiub. D. ƒ. 232 ver/i.
(j) Rtvu Dïvemr. Libr. III. ?. *J3. |
||||||||||||||||||||
„ gendeel aanbrengen, op gelyke verbeur-
„ te. Dat geene vreemden, met lange mes- „ fen of ander geweer, langs ftraat gaan „ zouden, op verbeurte van het zelve ge- |
||||||||||||||||||||
„ weer. Dat elk , ontbooden wordende,
„ ter wagt-zou moeten komen. En dat, „ eindelyk , alle Herbergiers de naamen „ hunner gaften zouden moeten opgeeven, „ aan Gelis Janszoon Wiffelaar,aan de ou- „ de, en aan Kornelis Gerritszoon in de Plem- „ pe, aan de nieuwe zyde (ï)." Na vyf uuren, deedt men wederom huiszoeking, en betrapte 'er twintig, eenigen van welken, naderhand, op aanmaaning van den Stad- houder , Graave van Hoogflraaten, die, uit lafl der LandvoogdelTe , herwaards geko- men was , met de dood geftraft werden. Doch zesendertig anderen , de Leer der Herdooperen verzaakt en openbaare boete gedaan hebbende, werden in genade ont- |
||||||||||||||||||||
vangen (¥).
|
f^'
|
|||||||||||||||||||
Amflerdam bleef toen, eenige maanden, Zy
in tamelyke ruft. Men vindt alleenlyk, dat vsXS.0$ de Boekbinder 'Jhyman Pieterszoon, brieven f^ie^t van eenen Herdooper ontvangen en niet aan na»f Schout en Burgemeefleren overgeleverd Sta*'- hebbende, op den zeflienden Juny, tot Be-, devaart naar Keulen verweezen werdt (V). Doch nadat JanBokelszoon van Leiden zig tot Koning van Munfler opgeworpen, en Jakob van Kampen tot BifTchop van Amfler- dam aangefleld hadt, vreesde men voor <j- nieuwe beweeging. De Stadhouder, GraafVeicx van Hoogflraaten, kwam, den eerften Oc-^ßd' tober, wederom in de Stad, om orde te^gt *^ flellen op het uitrooijen der Herdooperen. v^e*0 Hy
(t) Keurb. D. f. 15,4 verfo.
(»J L. HoKTiNsiusdeAnabaptift. p. m. 301', 302,
|
||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||
Vi, Boek.
|
||||||||||||||||||||
^39
|
||||||||||||||||||||
heid verwekte onder de burgerye, die be- 1534.
dugt was, dat, onder den naam van Her-vm tw'ee doopers, welke ook gegeven werdt aan vee- Herdoo- len, die geen kwaad voorneemen altoos had- pers. den tegen de Stad, onfchuldigen en fchul- digen in dezelfde zwaarigheid gedompeld zouden worden. Eene groote menigte inge- zetenen begaf zig, derhalve, tegen den a- vond, voor het Stadhuis y en vertoefde 'er den gantfchen nagt, zonder eenig geweld te pleegen. Zo deedenze, drie nagten ag- tereen, binnen welken tyd, niemant gevat werdt. Maar de Schepen Jooft Buik, die, De Scho- nevens Jan Hollefloot, als Floofdman der ^"^[j Schutterye,den derden nagt, de wagt hadt dezelve; op de Plaatfe, beftondt, eindelyk, der me- nigte af te vraagen „ wat zy, daar, in zul- „ ken grooten getale, en nagt aan nagt, te „ doen hadt; daar immers hun de wagt niet „ bevolen ware?" 't Antwoord was „ dat „ zy geen' oproer in den zin hadden; maar „ oordeelden, dat het hun , als goeden „ burgeren,vryitondt, nevens anderen,te „ waaken voor de welvaart der Stede." Zy voegden 'er by „ hoe hun ter ooren geko- „ men ware, dat men van zins was, eenigè „ onfchuldige burgers, by nagt, uit den ., huize te haaien: 't welk zy, als ltrydig „ met de voorregten der Poorteren, niet „ gedoogen zouden." Maar Buik verzeker- de hun, op zyn woord van eer, dat zulks niet zou gebeuren; of indien 't ondernomen werdt, zou hy 't, met de Schutters, die hy onder zig hadt, weeren, zo lang 't in zyn vermogen ware. Voorts, gaf hy hun zulke goede woorden, dat zy zig lieten beweegea om, tegen middernagt, de Plaats te rui- men, en elk zyns wegs te gaan. De Stad- houder, Graaf van Hoogftraaten, voor de gevolgen deezer famenrottinge bedugt, hadt ondertuffchen, het Bethanien Kloofter, daar hy t'huis lag, fterk doen bewaaken , en keerde, twee dagen hierna, te rug naar den Haage («). Midlerwyl, hieldt de zogenaamde Bis-Jakob
fchop, Jakob van Kampen, heimelyke Ver-van Katn' gaderingen in de Stad, in welken hy groo-jfndt ten aanhang maakte. Zekere Jan Mattbys-htimclj- zoon van Middelburg, die met hem herwaards ke Ver- gekomen was, hielp hem trouwelyk. De&adefin- Biflchop fchynt, ondertuffchen, zeer tegen g[a^ oproer geweeft te zyn, en zyne kudde ge- duuriglyk vermaand te hebben, dat zy zig onthouden moeft van geweldige ondernee- mingen (/>). De Regeering kreeg haaftken- Verbod nis van deeze Vergaderingen, merkteze aan fczel. als oproerig, en verboodt, op den eenen-ven- twin-
(a) HoRTINSIUS, p. 3««j J°7.
(i) HOUTENS, f. 3»7» Ii
|
||||||||||||||||||||
^34- Hy was verzeld van Gerrit, Heer van As-
|
||||||||||||||||||||
ap fendelft, Prefident, Vincent Korncliszoon en
Wd"ap~ Joofl Sasbout, Raaden, en Reinier Brunt, Pro- ||eiitdg1'kureur-Generaal van Holland, en nam zy- ^W nen intrek in 't Kloofter van Bethanie of ts' der bekeerde Zulteren. Hier verfcheenen, des anderendaags,opzynen laft, de Schout, Heiman Jakobsz. van Ouder Amflel, deBur- gemeefters Kornelis Banning en Albert An- dries Boelensz. en de Schepens Klaas Hille- brandszoon Krek, Kornelis Dobbeszoon, Klaas Heinm Willemszoon en Joofl Sybrandszoon Buik. De Regeering in't gemeen werdt, door den Stadhouder, befchuldigd, dat zy te flap geweeft was,in hetftraffen derKet- terye, en daardoor, tot den aanwas der zel- ve , gelegenheid gegeven hadt. Men bragt Wel vyfentwintig punten ten haaren lafte in, die ten deele ontkend, ten deele verdedigd werden. Naderhand, vergaderde de Raad op het Stadhuis, en in de herberge des Stad- houders , alwaar, vier of vyf dagen agter- een , geraadpleegd werdt, over 't verze- |
||||||||||||||||||||
ih ' keren der Stede. De Schout Jan Hui
|
||||||||||||||||||||
aJ brechtszoon, die zig van Lutherfchgezind-
v'e2n heid verdagt gemaakt hadt , was , reeds \Sn w den aanvang des jaars, uit laft van het |
||||||||||||||||||||
'^eVeN Hof, doch met bewilliging der Vroedfchap,
|
||||||||||||||||||||
Verlaaten van zyn ampt. 't Zelfde lot on-
derging nu Heiman Jakobsz. van Ouder Am- ftel, die men vermoedelyk ook te flap oor- deelde in 't opzoeken en ftraffen der Her- vormden ; doch die egter, in 't volgende jaar , tot Burgemeefter verkooren werdt. Thans werdt het Schoutampt aan Klaas Gerrit Matt beuszoon opgedraagen (w), die 't nogtarsnaauwlyks een jaar bekleedde (V). t>e voornaamfte zorg der Regeeringe be- trof, ondertuffchen, het weeren der Her- dooperen, van welken men het meefte ge vaar te vreezen hadt, en die, van tyd tot tyd, heimelyk in de Stad kwamen (j). Ook «adt men, nog onlangs, berigt gekreegen, Qat 'er een aanflag gefmeed was , om de ^tad te overvallen, ten behoeve der Her- Qoopcren en van anderen, die deezer ge- ^Rdheid aanhingen : waarom 'er fcherpe °ezigt gehouden werdt op alle inkomende J%d Vreemdelingen (z). iS in "tr0P den zevenden O&ober, werden twee t«t *ta<j ^lerdoopers gevat, door den Prokureur-Ge- *Ch- pCraal; en terftond hierop, verfpreidde zig vj he? n ëem§t door de Stad' dat 'er dien nagc
% °°ë wel tweehonderd van 't bedde geligt
°uden worden : 't welk groote ongeruft-
i53+ en isïs. ^eer- iyft voer de Hanflv. ep dt jaaren
(y) Keurb. E f (zj Keutb. e* f' j4 verfO' *l STUK.' Svtr/*'
|
||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||
'24°
|
|||||||||||||||||||
de Oodzee. In eene Kamer van dit huis, i53?'
wierp Henrik zig, kort na drie uuren in den nagt, voor over op zyn aangezigt, naar 't fcheen , yverig biddende. Elk , die hier tegenwoordig was, werdt van een' innigen fchrik bevangen, 't Vertrek, met al den huisraad, fcheen te fchudden. Na 't gebed, verklaarde de Profeet „ dat hy Hemel en „ Hel en God in deszelfs heerlykheid ge- „ zien hadt; dat de jongde dag naby was, „ en dat een uit den hoop, dien hy aan- „ wees , zekerlyk verdoemd zyn zou." Straks daarop, viel deeze aan 't kermen , Hemelfche Vader, wees my genadig! En Hen- rik wederom, als of hem 's Hemels befluit, zonder tullchenpoozing , bekend gemaakt werdt, De Vader is u genadig geweefl. Uwe zonden zyn u vergeven. Gy zyt tot een kind Gods aangenomen. W'einig tyds daarna, hieldt dit zelfde gezelfchap, ter zelfder plaatfe, wederom eene nagt vergadering : waar de mans, immers eenigen,gewapendverfchee- nen. Henrik , vier uuren agtereen , met fïy f preeken en bidden hebbende 'doorgebragt, ee"1^ ontdeedt zig van zynen dormhoed, zydge- lTlilV weer, harnas en kleederen, en wierp alles e^^r op 't vuur, dryvende „ dat al wat uit de^ii'!^ „ aarde voortgekomen of gemaakt wasjpe"^ „ door 't vuur verteerd moed worden."^. Toen hy daar moedernaakt dondt, beval hy den anderen zyn voorbeeld te volgen; gelyk beide vrouwen en mannen deeden. 't Smeulen en dinken der kleederen hadt de vrouw van den huize, die te bedde lag, doen ontwaaken. Zy begaf zig naar boven, daar zy 't naakte gezelfchap vondt, en terdond bevel kreeg, om zig, insgelyks, te ontklee- den; gelyk zy deedt. Niemant wid toen nog, wat Henrik de Snyder verder voor- hadt. Doch 't leedt niet lang, of hy be- ladte den misleiden hoop, hem te volgen, en te roepen, gelyk hy roepen zou. Met drykt hy ter deure uit, en de overigen hem na, draat op draat neder, de halve Stad rond, onder een vervaar lyk gehuil van wee! wee! wee! de wraake Gods! de wraake Godsï de wraake Gods! Het huis, waaruit zy ge- komen waren, en welk wel vad geflooten was, vloog haad in den brand, die egter, door de buuren, de deur op den vloer ge* fchooten hebbende , nog gelukkiglyk ge- blufcht werdt. ^ Midlerwyl, raakte de Stad alomme 'W^Ltf'
beweeging. De Burgery kwam in de wapent» nen, en de Plaats en 't Stadhuis bezet heb- bende naar behooren , viel het haar niet moeielyk, de naaktloopers op te vangen • waarin Kornelis Dobbeszoon, voor anderen > yverde (g). Zy werden allen gevat, op een* vrouW
(g) C. G, PlEMJ» d« Herdoop. Anflach , H. y, "»•
|
|||||||||||||||||||
lS3i' twintigften November, het houden van de-
zelven; elk te gelyk beveelende, het Ge- regt aan te brengen 't gene hy 'er van ver- neemen mögt. Doch aan den anderen kant mögt men niemant eenig oproerig voornee- men opdigten, ten ware men zulks gereg- Straf o- telyk bewyzen kon (V). In December, wer- ver eeni- den Jan van Rheenen, om oproerige taal, ge Her- begunfligende de Herdoopers, en Kornelis doopers. j(oenenszoon en deszelfs Huisvrouw, om het huyfen en boetten van vyf luiden van deeze gezindheid,gebannen; Jan Evertszoon van JVy, om 't voorftaan der Herdooperen, ter gelegenheid der jongde beweeginge op de Plaatfe, 'onthalsd : en in January des volgen- den jaars, eene Vrouw, Grietje Arends ge- naamd , die dezelfde gezindheid toegedaan was, verdronken. Jakob Klaaszoon de Har- nafchveeger, geweer verkogt hebbende aan zulken, die naar Münder getrokken waren, werdt, voor twee jaaren, gebannen (d). De lyfdraf werdt uitgevoerd, zonder dat'er ee- nige beweeging ontdondt, onder 't volk; doch 't leedt niet lang , of de Stad verviel in zorgelyke beroerte. Peftziek- Midlerwyl was zy, dit jaar 1534, ook te. zwaar bezogt geweed van de Ped. 't Geregt beval, op den agtentwintigden July, dat,
voor elk huis, waar iemant aan de peil; o- verleeden was, zes weeken lang, een bos ftroo gehangen zou worden, gebonden met drie banden, ieder eene hand breed van ei- kanderen. Ook moed elk, die in zulk een huis woonde, een wit roedje van drie voet lang draagen buiten het opperfte kleed. En mögt, in zulk een huis, gelyke zes weeken lang, geene neering gedaan, noch eenige waar buiten de deur gezet worden. Zelfs moeden, geduurende al dien tyd, deur en venfiers geilooten blyven (V). Diergelyke Keuren werden , naderhand, meermaalen vernieuwd, alzo de ziekte lang aanhieldt, of dikwils wederom ontdak. - |
|||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||
Henrik
Henriks- zoon Snyder gedraagt zig als Profeet onder de Herdoo- pers. 1535-
|
De dweepagtige Herdoopers, die zig
heimelyk te Amderdam onthielden, verwek- ten aldaar, in February des jaars 1535, nieu- we oplchudding. Op den elfden dier maand, waren Dirk , of, gelyk anderen (ƒ) hem noe- men, Henrik, of, liever nog, zo als hy,in 't Stads Sententieboek, genoemd wordt, Hen- rik Henrikszoon Snyder, die onder deeze lui- den voor een Profeet doorging, en nog zes |
||||||||||||||||||
mannen en vyf vrouwen vergaderd in de
Zoutdeeg,ten huize van Jan Syvaartszoon, Lakenkooper, die, ten dien tyde, tot voort- zetting van zynen handel, verreisd was naar |
|||||||||||||||||||
(c) Keurb. E. ƒ. 17.
(d) Sententieb. van ij OU. IJ23. '«* JS Maart ijs7.
ƒ. 46 verf» 47, 48. (e) Keurb. E. f. 12 ver/o.
(ƒ} Zit c. G. PiEMP der Herdoop. Anflach, H, 10.;
|
|||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||
VI. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||
241
|
||||||||||||||||||||||||||
"*535. vrouw na, die men nooit heeft können ag-
terhaalen. Toen zy verhoord werden, boodt men hun kleederen aan; doch zy weigerdenze te aanvaarden, fchoon 't in February, en gevolgelyk niet warm was. De waarheid, zeidenze, moefi naakt zyn. Ook wildenze, in den kerker, uit geen aardenwerk eeten, noch drinken; maar fmeeten de aarden va- ten aan {lukken, en danilen op de fcherven. Een man wilde geene fpyze nuttigen, ten zyze hem voorgekaauwd werdt, zeggende, dat hy een kind was. Uit al het welke, niet donkerlyk blykt, dat deezen luiden de her- fenen gekrenkt waren. Met den dag, kwam de Schuttery op de Plaats in 't geweer. De Poorten enKerken bleeven digt geflooten, om vreemden buiten te houden, en famenloop Van binnen te voorkomen. De Wethouder - fchap was, niet zonder reden, in 't vermoe- den gebragt, dat men 't, met deezen woeften oploop, op het overrompelen der Stad hadt aangelegd. En zy werdt in dit vermoeden geilerkt, toen 'er, den twintigflen Februa- ry, omtrent duizend Herdoopers, uit Fries- land en uit Henegouwen, tot voor de Stad aan den nieuwen dyk, aankwamen, die de Prefident en Prokureur - Generaal van den Hove , uit den Haage afgezonden, met Woorden, bewoogen te rug te keeren, van |
||||||||||||||||||||||||||
De vrouw van 't huis indeZoutfleeg, Aag-
je Jans genaamd, werdt in haare eigen deure opgehangen (i). Haare dienftmaagd, Jak- je Evens dogter van der Schelling, was, den zeilienden February, om dat zy den Heeren geene kennis gegeven hadt van de byeen- komfl der Herdooperen aan 't huis daar zy woonde, tot aan May des jaars 1536, ter Stad uit gebannen (k). De Profeet Henrik de Snyder, wien veelligt meer van den toeleg bekend was dan iemant der overigen, hadt voorfpeld ,■ dat men hem met geenerlei flag van werktuigen zou können dooden, en riep, op de flrafplaats gekomen, tot driemaalen toe, doet open uwe oogen, en aanziet. Doch hy bleek een valfch Profeet te zyn.'t Zwaard gïng hem door den hals. Een ander was daniende en fpringende op het fchavot ge- komen, en onder 't zingen van Looft den Heere onthoofd (/). Kortom, verfcheide van deeze luiden gaven, gevat zynde, tot in hun uiterile, zulke duidelyke tekenen van krankzinnigheid, dat menze niet dan met medelyden kon aanzien. Maar de hoofden en aanvoerders hadden
de meefle fchuld. Voor zulke hoofden gin- gen de BifTchop Jakob van Kampen en Jan Matthyszoon van Middelburg, die zig nog in Amflerdam onthielden. Om deezen in handen te krygen , werdt, den tweeden Maart, een fclïerp bevel afgekondigd, waar- by elk belaft werdt, hen aan 't Geregt aan te brengen. Ook werdt aan hem, op welks aanbrengen, zy een van beide jn hegtenis zouden geraaken, een gefchenk van vyftig Karels guldens beloofd (m). Doch daar verliep nog eenige tyd, eer Jakob van Kam- pen gevat werdt. Op den vyfentwintigften daarna , werden wel zesentwintig perfoo nen, die men hieldt befmet te zyn met de dwaalleere der Herdooperen, en die, ter gelegenheid der huiszoekinge na de op- fchudding der naaktlooperen, gevlugt wa- ren, openlyk ingedaagd. Zie hier hunne naamen: De Huisvrouw van Jan Paauw, Klaas van den Bofch, woonende in de Brug- fleegin 't roode paard, Floris van Hoorn, gewerkt hebbende met Jan Paauw, Marryt- gen> de Huisvrouw van Steven denHamafch- veger , Schipper Jakob, Binnenlandsvaar- der, of voerende een Ligtfchip, Willem de Bakker, woonende naafl de deur van Jan Paauw, Peter gen in de Engelfche ftraat^ Pouwels Louw Pompemaakers zoon. Gerrit en Volkje in den lederen emmer, Lubberieh, woonende in de S. Jakobs ftraat, Kornelïs Everts'
. (!) Sententie,, va« is Olf. tszi tot ^Maart i$6y. ƒ. S7.
(k) Agter't Keutb. D. ƒ. «7 verfo.
(I) Hoktens. p. 3°J>> aio. BRANDT Reform. I. Deel,
tl. 117 , 118- , («,) Kcurb.E. ƒ. 22 verf«,
Ii 2
|
||||||||||||||||||||||||||
1535.
|
||||||||||||||||||||||||||
't Geregt
beveelt Jakob van Kam- pen, ea Jan Mat- thyszoon van Mid- delburg aan te brengen. |
||||||||||||||||||||||||||
Waar zy gekomen waren.
Men deedt, 's daags na den oploop, huis-
|
||||||||||||||||||||||||||
zoeking door de Stad; en nam verfcheide
perfoonen gevangen, eenigen van welken on- fchuldig bevonden, en op vrye voeten ge- field werden. Doch van de overigen, en van de naaktloopers werden, naar fommi- ger verhaal, twaalf of zeftien mannen ont- halsd , en twaalf vrouwen verdronken: 't Welk ik hier wel heb willen melden, fchoon ik, in 't Sententiebuek van deezen tyd, al- leenlyk vinde,dat Henrik Henrikszoon, Sny- der, Gerrit Ghyfen, anders Gerrit van Wou uit Benfchop, Meeller Adriaan Antoniszoon Fok/en, Steven Janszoon, Iiarnafchveeger, uit den Lande van Berg , Dirk Janszoon, Gla- zemaaker en Klaas van Venlo, op den vyf- entwintigften February ; en Jan Paauw, Blokemaaker, Arend Janszoon van Gorin- chem, Kramer, Barend Klaaszoon van Zwol, Vulder, Jan van Gink, Henrik Biesmanvan jWaaflricht, Komelis Willemszoon van Haar- lem, Kiflemaaker , Arend Jakobszoon Kei- *er, Klaas Klaaszoon, beide van Moniken- dam en Willem Janszoon van Zutfen, op oen zesden Maart, om Herdooperye, ter dood gebragt zyn, en de eerilen zes al- Jeenlyk van de brandftigting , in 't huis /-iar,^y vergaderd waren, en van de op- ïcnuüdmgby befchuldigd worden (fy |
||||||||||||||||||||||||||
Zesen-
twintig gevlug- ten inge- daagd. |
||||||||||||||||||||||||||
(li) Sentcnticb,
|
||||||||||||||||||||||||||
"«" Jj 03. iSz} tot 19 Maart 15 s?. f. 49.
|
||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||
II. Dee£<
|
||||||||||||||||
242
|
||||||||||||||||
genoeg geoordeeld werdt, trok Jan van i53'*
Geel naar Bruflel, daar hy zyne zaaken zulks wift te beleggen , dat de Landvoogdes, Vrouw Maria, hem brieven van vergiffenis verleende, mids hy zig verbonde om Mun- fter den Keizer te leveren, gelyk hy aan- t nam. Met deeze brieven gedekt, begaf hy Ve^j;^ zig wederom naar Amfterdam, ging in Span- °P^,p- je, eene voornaame herberg (0), t'huis leg- $#&$■ gen (j>),en verkeerde, federt, openlyk, en onder zynen eigen naam, metdevoornaam- ften der Stad, by welken hy, om zyne ge- waande bekeering, en om den voorgeno- men aanflag op Munfter, wel gezien was. Hy hieldt, ondertuflchen, zeerin't geheim, byeenkomften met de Herdoopers, die hy voorhieldt, dat zeker Profeet den Koning te Munfter voorfpeld hadt „ dat God hem „ nog drie magtige Steden, Amfterdam, „ Deventer en Wezel, gefchonken hadt," hen voorts aanmoedigende, om de hand te leenen , tot het vervullen deezer voorzeg- , ginge. Hy beduidde hen ook, dat de Stad Be'^ö ligtelyk te bemagtigen was: en men kwam, vf^ eindelyk, overeen, om zig daartoe te die- af' nen van den nagt na den tienden May, wan- neer hetKruisgilde gewoon was, eene maal- tyd te geeven op 't Stadhuis, waarby de gantfche Wethouderfchap en de voornaam- ften der Stad genodigd werden. De nagt werdt hier doorgaans met vreugde, en met het branden van pektonnen, die voor 't Stad- huis ftonden, doorgebragt, en men ftelde vaft, dat niemant, in zulk een' tyd, op on- raad verdagt zou zyn, of in ftaat om 't ge- weld te keeren , wanneer 't nu openbaar werdt. Het luiden der Stadhuisklok zou de leus zyn om famen te komen: en elk kreeg een' gouden penning op hand, ten teken der aangegaane verbindtenifle. 't Gantfche be- wind over de onderneeminge werdt aan Jan van Geel en Henrik Goedbeleid toever- trouwd. De overigen, die, door Simon den Glazemaaker , vergaderd werden , zouden zig vervoegen in de Pylfteeg, ten huize van Pieter Gaal en van eenen Bakker daar naaft (cf), en van daar, ten beftemden ty- de, aanvallen op 't Stadhuis, zig', in dien aanval, onder anderen, bedienende van drie, anderen (r) fchryven van zes gelaaden hand- buflen, die op de Rederykers-Kamer, bo- ven de Waage, tegen over 't Stadhuis ,niet verre van de Vierfchaar, geplaatft waren. De fleutels van deeze Kamer waren aan Henrik Goedbeleid gebragt, door Frans Fre- drikszoon van Arnhem, dieze meermaalen plagt
(0) Zie I. Dltl, I. Boek, II. j.
{p) Confeffie van Adtiaan Cornelisz. agttr't Sententicb.
beginnend» i+ Apr. IJJ3. (q) Confeflïe van Pieter Gaal en anderen, agttr 't Sen-
tenticb. ^ginnende i+ Apr. IS Si. (r) C. G. rLF.MP der Heidoperen Anflach, *;. t.
|
||||||||||||||||
Evertszoon, in de Dirk van Haflelts fteeg,
voerende een Ligtfchip, Dirk, Gerrit, Wil* hm en Anna, Jannetje de Zeilemaakers kin- deren, woonende over S. Geertruids Kloos- ter , Klaas en Willem, Pieter Akkermans zoonén, Thomas de Slotemaaker ,in de Min- derbroeders fteeg, Jakob de MeJJemaaker , in den fleutel, Henrik de Kaardemaaker, de Zwaager van Meefter Quintyn, OlofdeKis* temaaker, in de S. Annen-ilraat, Pieter van Leeuwaarden, Schoenmaaker, werkende op de Oude brugge, Klaas van Grol, Michiel Klaas Aamen Zoon en Meeus de Pompemaaker (»). Doch of van deeze ingedaagden, na- derhand, eenigen in hegtenis raakten, en gellraft werden, is my nergens gebleeken: ook niet, hoe ver zy aan eenige oproerig- heid fchuldig waren. Maar de oproerige Herdoopers verlooren
den aanflag op Amfterdam niet uit het oog. Münder was nu naauw ingeflooten , door 't Biflchoppelyk Krygsvolk. Jan Bokelszoon van Leiden hadt, op 't einde des voorlee- den jaars ,Jan van Geel, die nietonbedree- ■ ven was in Krygszaaken, uitgezonden om onderftand: en deeze was naar Friesland gereisd, alwaar hy het oude Kloofter by Bolswaard hielp bemagtigen, op het einde van Maart. Doch Jürgen Schenk, Stadhou- der van Friesland, herwon het Kloofler, bin- nen weinige dagen, en nam een groot getal van Herdooperen gevangen , veelen van welken, naderhand, te Leeuwaarden, ter dood gebragt werden. Maar Jan van Geel, 't gevaar gelukkiglyk ontfnapt zynde, kwam te Amfterdam, daar hy, zynen naam ver- anderd, en zig voor eenen Koopman uit- gegeven hebbende, eenigen tyd by Willem Pieter szoon t'huis lag, en ondertuflchen den gevaarlyken toeleg fmeedde om de Stad te overrompelen, van welken alle deHiftorie- fchryvers, met zo veel verfoeijing gewaagd hebben, en die, ook hier ter plaatfe , in zyne voornaamfte omftandigheden, verdient ontvouwd te worden. Jan van Geel, die, onder de Herdoo-
pers , de bekwaamde gehouden werdt, om eene Plaats, met beleid of geweld, te o- vermeefteren, fpande, te Amfterdam, aan met Henrik Goedbeleid, die , voor deezen, den kryg gevolgd; doch zig, federt eeni- gen tyd , onder de Herdoopers begeven badt. Deezen twee kreegen haaft meer an- deren aan hunne koorde, die men 't hoofd vervuld hadt met groote gedagten van het Ryk van Munfter, en van de vrye leevens- wyze in het zelve, welke men ook te Am- fterdam zou invoeren, zo dra men meefter van de Stad ware. Toen de aanhang groot i (») Ketub, E. /. 15,
|
||||||||||||||||
1535-
|
||||||||||||||||
Jan van
Geel fmeedt een' toe- leg, om Amster- dam te overrom pelen. |
||||||||||||||||
Hy ver-
werft brieven van ver- giffenis van de Land- voogdes fe. |
||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||
Vi. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||
H3
|
|||||||||||||||||||||||||
lyks weetende wat hy deedt, het kloktouw 1535,
verfteken: 't welk den Herdooperen belet- tede, onraad te kleppen, èn daardoor een grooter getal hunner goedgunneren te lok- ken naar de Plaats en naar 't Stadhuis: dat, zo 't gebeurd ware, het herwinnen van bei- de moeijelyker gemaakt zou hebben. 't Getal der Herdooperen groeide, onder-Èenigè
tuffchen, luttel aan. Een mismaakte bul-burgen tenaar uit de hunnen, die in de Pylfteeg °™|^" woonde, en met zyn geweer ftondtomnaar de Plaats te ftreeven, vraagde zynen buur- man Vincent Qi), als wilt. hy't zelf niet, iaat 'er gaans ware ? 't Is op de Plaats te doen, antwoordde deeze^ laat het ons gaan zien. Doch zy waren maar weinig treden voort- gegaan, toen hy van den bultenaar, verra:.- derlyk, doorfteken werdt. Klaas Pieterszoon van Aken, een fpotvogel en fterk drinker, die Goedbeleid van ouds gekend hadt, begaf zig op de Plaats onder den hoop der oproe- rigen, hun fchimpswyze vraagende, wat hun hegeeren was ? Zy zouden hunne belangenflegts voordraagemmen zou tragten,hen te vrede te fiel' len. Goedbeleid antwoordde, dat daar gevaar- lyke zaaken omgingen, die hem niet betroffen* Hy zou zig maar naar huis begceven. Doch terwyl Klaas toefde, en voortging met boer« ten, werdt hy, tegen Goedbeleids zin, door eenen der anderen, onder de voet geftoken. Jakob Dobbeszoon, op wien de Herdoopers gebeeten waren, om dat zyn Broeder, Kor- nelis, voor drie maanden, in 't vatten der naaktlooperen, geyverd hadt, zig naar de Plaats begeven hebbende, en een woord ten befte willende fpreeken, werdt, door dé oproerigen, aangevallen en gekwetft (V). De Herdoopers, nu ineefter van de Plaats voor 't Stadhuis, gedoogden niet, dat iemanc zig op dezelve vertoonde. Zy hadden de toortfen en pektonnen, die hier ontfteken waren, geblufcht en om verre gehaald, op dat hun klein getal te minder ontdekt zou worden* 't Gerügt der onderneeminge hadt De Bun zig, midlerwyl, gelyk het gaat, merkelyk 6ery be- verzwaard , verfpreid door de gantfche Stad. ™* A* De burgerwagt op de Veften kreeg een ver- geSfnwr ward berigt der overrompelinge van't Stad-de Plaats* huis. Men hing 'er by, dat de befte bur- gers doodgeflaagen werden. De naarheid des nagts vermeerderde den fchrik* onder eene menigte, die, niet weetende'wat 'er gaans ware, herwaards en derwaards liep, zonder vriend van vyand te konnen onder- kennen. Maar de Burgemeefters hadden s terftond, zorg gedraagen, om een goed ge- tal Burgeren in de wapenen te brengen, die de
fa) Zï« C. G. Plemp der Herdoperen Anflach, tl. it>
(v) c. G. Plemp det Betdopeicn Anflach 3 hl. i u Ii 3
|
|||||||||||||||||||||||||
*$35. plagt te haaien (Y). Voorts , vleide men
eikanderen, dat het ftuk niet zo dra begon- nen zou zyn, of de meefte burgery zou den onderneemeren toevallen,en 't Stadhuis en de Stad bemagtigd zyn, in een' oogenblik. De beftemde tyd naderde vaft. Het Kruisgilde was byeen,toen zeker jongman, |
|||||||||||||||||||||||||
die niet genoemd wordt, zig, tegen den a-
|
|||||||||||||||||||||||||
S
|
'Ss*
|
r
|
vond,op de Plaats, daar'de pektonnen Hon-
|
||||||||||||||||||||||
v^
|
|||||||||||||||||||||||||
den , vervoegde by Piet er Honig, hem aan-
dienende, dat de Herdoopers, wel ten ge- tale van zeshonderd, aan verfcheide oorden, byeentrokken, met meening om de Stad te overvallen. Honig deelde dit gewigtig nieuws, terftond, mede aan de Schepens Klaas Doedeszoon en Dirk Hillebrandszoon Otter, die te gelyk Hoofdluiden der Burge- rye waren. Allen drie begavenze zig toen naar 't Stadhuis, daar de Burgemeefters met het Kruisgilde teerden. Zy konden hen, in 't eerft, niet doen gelooven,dat het berigt eenigen fchyn van waarheid hadt. De jong- man wordt ontbooden, en blyftby zyn ftuk, aanbiedende in hegtenis te willen gaan, tot dat men alles onderzogt hadt. Op zyne aan- wyzing , vondt men de dubbele gelaaden haakbuifen boven de Waage: 't gene aan zyn zeggen meer geloofs deedt flaan. Doch toen was goed raad duur by de Heeren. Sommigen floegen voor, dat men de Bur- gery, in ftilte, gewapend, op 't Stadhuis moefl doen komen, om gereed te zyn, als de Herdoopers uitkwamen. Doch anderen oordeelden, dat zulks te veel gerugts maa- ken zou. Ondertuffchen, was het Kruisgil- de, vroeger dan naar gewoonte, vertrokken Van 't Stadhuis, en ontging daar door 't ge- Vaar, welk anderen, federt, liepen. De Heeren waren nog bezig met raad-
pleegen, toen de Herdoopers, in alles, zo men, naderhand, bevonden heeft, niet bo- ven de veertig manfterk(r), wel gewapend, en met vliegend vendel en flaande trom, omtrent ten elfuuren des nagts , aantrokken op 't Stadhuis. Simon Klaaszoon Put, die hier, als Hoofdman der Waakeren, de wagt hadt, werdt, met den eerftenaanval, afge- maakt. Eenigen Waakeren of Burgeren trof het zelfde lot: eenige anderen werden gevangen genomen. De Burgemeefters had- den , op het eerfte gerügt, het Stadhuis ^erlaaten: 't welk, terftond, door de Her- doopers , ingenomen werdt. Ondertuffchen, "adt zekere dronken Schouts dienaar, die op ^en bank lag te ronken, en door 't gedruifch der trom wakker geworden was, zelf naauw- iovil ^»"Sffie van Frans Fredeiiksz. aper 't Sententie!).
SehtentTeb"^ *?", Chespen de Glaefemaicker tgttr 't |
|||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS II. Deel.
|
|||||||
H4
|
|||||||
1535- de toegangen naar de Plaats flooten , en ftondt, werdt terftond om verre gefchoo- 1$$5"
daardoor te wege bragten, dat de Herdoo- ten. De vrywilligen, gevolgd van de bur- pers geene verfterking van valk bekomen gers, drongen 'er in, over de lighaamen konden. Voorts, was by de Wethouder- van dooden en zieltoogenden, dryvende de fchap vaftgefteld, niets tegen de oproeri- overigen, omtrent vyf en twintig in getal, gen, in en voor't Stadhuis, te ondernee-tot naar de nieuwe Kamer, daar zyzig wak- men , voor dat de dag gekomen zou zyn. kerlyk te weer fielden. Doch eenigen uit Bürge- Doch Burgemeefter Pieter Kolyn, een ge- de burgerye beklommen de Venfters van meefter leerd en Godvrugtig man, die den naam buiten, en overvielen de oproerigen, van Pieter hadt, by veelen, dat hy te flap omtrent de eenen kant, vanwaar men hen niet ver- f. Kolyn, jjerd00pers was , kon niet nalaaten, zig wagt hadt. Toen werden 'er verfcheiden De b°J
ifeenr0e van de gelegenheid te bedienen, om elk te geveld, en onder deezen ook Henrik Goed- dea^,i- tegen toonen, dat hy niet met hen heulde. Hy beleid. Doch twaalf der oproerigen wer- °fn f trekken- mkt fan^ in den nagt, aan 't hoofd van ee- den leevende gevangen genomen. Jan van veld. de wordtnen k00p burgeren, aan op de oproerigen, Geel was, midierwyl, geklommen op den gedoo . ^-e hem fl-Qm-gjyk tegentrokken. Men raak- zogenaamden Weeskamers trans (w) van den te, op de Plaats, voor de Waage, aan el- Stadhuis tooren, daar hy, bedugt voorer- kanderen. De burgers werden te rug ge- ger ftraffe, zig bloot Hellende voor't fchiet- dreeven : eenigen doorfchooten , anderen geweer der burgeren, wel haaft getroffen, gekwetft, ook met vergiftigd lood. Kolyn en half dood van boven nederwaards ge- Voor- zelf werdt deerlyk vermoord. De Bürge- fmeeten werdt. Toen was de burgery mees- zorg van meefter GooJJen Janszoon Reekalf, een er- ter van 't Stadhuis. De lyken der gefneu- Geta' . Bürge- vaaren Krygsman, nam toen 't voornaam velde Herdooperen, agt en twintig in getal, der ?'(, Ree,ftalf bewind op zig , en deedt zeilen fpannen werden des nademiddags van den elfden ^Gü\tf ' voor de toegangen naar de Plaats, die voorts May, by de beenen aan de galge gehan- ^j$$ met grootehopzakkengeftopt werden, waar- gen. Van de zyde der Burgeren, waren'er, de. agter de burgers, als agter fchanfen, ge- deezen nagt, negentien gefneuveld,tewee- dekt lagen voor 't fchietgeweer der oproe- ten, de Burgemeefter Pieter Kolyn, Simon rigen:en ziende bezwaarlyk kans,om met Klaaszoon Paf,Kapitein van de Wagt,/for- de burgers aan te vallen op deHerdoopers, neus Simonszoon Roe/e , Schout by Nagt, Hy be- bezoldigde hy daartoe, op de Vifchmarkt Klaas Matthyszoon, der Stede Bode, Jan zoldigt by deDamsfluis,eengoed getal van Vry wil- Dirkszoon Roesgen en Dirk Everdszoon, der eenigc ligen, op maandgeld, die aannamen, de Stede Waakers, Klaas Meeuszoon in de Kal- vrywilli- Oproerjgen van de Plaats te dryven, en daar- verftraat, Dubbelt Dubbelt szoon , Luit gen na den eerften ftorm te doen op 't Stadhuis......Muilken, Klaas Pieter szoon van A-
Doch men zou zig ftil houden, tot dat de ken, Jakob Janszoon Smid, Maarten Egbards-
dag aanbrak. Onder de Hei doopers , werdt zoon Smid, Vincent Pieter szoon, Lakenkoo- de nagt met het zingen van Pfalmen geflee- per, Jan Wïllemszoon Ah kou , een Vryer, ten. Zy fcheenen wel gemoed. Doch de Jan Willemszoon Pot, Gerrit Martenszoon, hoofden waren niet zonder bekommering, Metfelaar, Dirk Gerritszoon , Jan van U- met naame Goedbeleid, die Jan van Geel trecht eq Egbert Willemszoon(x). Doch bui- voorhieldt, dat hun klein getal het werk ten de Stad werden,op den zelfden elfden verbrodden zou. Maar deeze fprak hem May, nog twee Dorpelingen gevangen, die, moed in, hem verzekerende „ dat de Stad, op 't gerügt van den aanflag, naar de Stad „ voor tien uuren,in hun geweld zynzou." gekomen waren,om deel te hebben aande Doch met het aanbreeken van den dag, be- overwinning, met welke zy zig gevleid had- gonden de burgers en bezoldigde vry wil li- den. De opgezetenen van Benskoop onder gen te fchieten op de Herdoopers, die haaft Yffelftein, door Jan van Geel opgeruid, wa- genoodzaakt werden de Plaats teverlaaten, ren , ten getale van driehonderd , ook in en in 't Stadhuis te wyken. Toen namen de aantogt naar de Stad; doch toen zy verna- burgers de Rederykers Kamer boven de men, dat de toeleg mislukt was , keerde Waage in, en fchooten van daar zo fel op elk hunner zyns wegs. Eenige anderen in de groote zaale van 't Stadhuis, dat de op- merkelyken getale, van verfcheide kanten, roerigen dezelve ruimen, en zig, hier en opgeftommeld, waren, even na 't boom- daar, in de binnenfte vertrekken, verbergen fluiten, te fchepe voor de Stad gekomen; 't Stad- moeften. Burgemeefter Reekalf hadt, onder- doch hielden af, toen zy,'s anderendaags, huis tuffchen, twee halve Hangen en eengrooter den uitflag der onderneeminge vernamen, ve°rwel0" ftuk gei*chuts doen keepen voor 't Stadhuis. en digd De deur van 't S- Elizabets Gafthuis, welk («) c. g. plemp der Herdoperen Anfhch, u. is.
naaft het Stadhuis naar de Kalverftraat Ke$ Uit «" Taie-'eel » »«kmeea« Kamet >w«oadc
|
|||||||
VI. Boek. GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||
245-
|
|||||||
*535- en. zeilden naar Engeland. Maar de bul- zo zy zeide, te weeten (d). Anderen, ver- 1505,
tenaar, die zynen buurman zo verraaderlyk dagt, dat zy kennis van den aanfiag gehad gegriefd hadt, werdt, tegen den avond, hadden, zonder zulks te hebben aangebragt, daar hy als vertwyfeld liep waaren langs de werden gebannen ;fommigen, die duidelyk jj wallen, aangegreepen en vaft gezet. bleeken van 't verraad geweeten te hebben, v-j'Se- Drie dagen hierna, op den veertienden met den zwaarde geregt (e).
%lln. May,ontvingen elf oproerigen hun vonnis, Doch onder't uitvoeren deezer ftraffenDe Wet, JeHwor te weeten? Pi&èr Gaal, uit wiens huis in werdt,in de Oude Kerke, een briefgevon-j?°ud«r- jtt ge. de Pylfteeg zy gekomen waren, Anthonis den, en aan 't Geregt gebragt, behelzende ^^t aft- Elhcrtszoon, Evert Janszoon van Utrecht, eene ernftige waarfchuwing tegen eenen gewaar- MeiTemaaker, Klaas Janszoon, Glazemaa- nieuwen aanfiagder Herdooperen.Defchry- fchuwd, ker, Sybrand Klaaszoon van Alkmaar, Grof- ver van deezen brief beleedt herdoopt te we8ens fmid, Gerrit van Deventer, Snyder, Michiel zyn; doch geen deel te willen hebben aane?ne" Egbertzoon, Weever, Jakob Gysbertszoon, eenigerlei oproerigheid. Hy verzweeg eg- aanfla"-. van Gamen uit den Lande van Gelder, Ja- ter zynen naam: waarom de Wethouder- kob van Einden, Willem van Utrecht, en Al- fchap geraaden vondt, hem,by eeneopen- hert van Meppelen (j). De borft werdt hun baare afkondiging van den agtentwintigften leevende opgefneeden; 't hert daaruit ge- May, te nodigen om zig nader te open- haald, en hun in 't aangezigt gefmeeten, baaren. Men beloofde, in geval hy berouw waarna zy onthoofd en gevierdendeeld wer- toonen wilde van zyne Herdooperye, ver- den , wordende de hoofden op ftaaken op giffenis voor hem te zullen verwerven van de poorten gefield, en de deelen daar bui- den Keizer, buiten zyne koften (ƒ). Doch ten gehangen. Naderhand, werden 'er nog ik vind niet, dat hierop iet gevolgd zy. eenige mannen onthalsd,te weeten, op den Ondertuffchen, was Jakob van Kamp en, Jakob vyftienden , Jan Jakobszoon de Noorman, van wien men 't meeft meende te dugten te va« Adriaan Kornelisz. van Sparendam, en Ger- hebben, nergens te vinden. De Wethou- KamPe" rit Klaaszoon van Oude Nierop (z), en eenige derfchap hadt, reeds te vooren, eene ver- ,Te°vrac[c ea vrouwen verdronken , of in haare deuren eering beloofd aan elk , die hem of Jan ter do'od opgehangen; welk laatfte het lot was van Matthyszoon van Middelburg aanbragt, en gebragt, twee vrouwen in de Pylfteeg, die de op- de dood gedreigd aan zulken, die wiften, roerigengehuisveft, en niet aangebragt had- waar hy zig onthieldt, en 'er geene kennis den: ook van eene Moeder met haaren van gaven. Doch zyn aanhang bleef hem Zoon, uit den blaauwen Engel op den nieu- getrouw. Eindelyk, nogtans, werdt hy be- den Dyk, daar Jakob van Kampen,de zo- trapt, in een huis, daar hy zig onder de genaamde BifTchop van Amfterdam, t'huis turf verfteken hadt. Hy werdt fcherpelyk V êewee" was > zonder dat men hem hadt aan- ondervraagd, en bekende gereedelyk, door \,ee- gebragt (a). Aan. Henrik Janszoon,Snyder, Pieier Houtzaager, herdoopt te zyn, ook, S^1** die , de Herdoopery voorheen verzaakt hier ter Stede, te Leiden, en te Aalsmeer, hebbende, voor een jaar gebannen; doch veelen anderen herdoopt te hebben: en hier binnens tyds wederom hier gekomen was, den naam van Bißchop te hebben gevoerd: Werdt, den agtentwintigften May, op nieuws, doch hoe zwaar ook gepynigd , heeft hy de Stad voor een jaar ontzeid (h). Ook nooit beleeden, eenig deel gehadl te hebben Werdt Pietertje Elberts dogter, huishoudller aan den verraaderfchên aanfiag op de Stad geweeft zynde van haare broeders, Antho- (g). Ook wordt hy hiervan niet befchul- nis en Jan Elbertszoonen, die deel aan den digd in het Vonnis, welk den tienden July aanfiag gehad hadden; en Dirkje Houtfiape- over hem geveld werdt (h). Volgens het kar, haaren derden broeder, gewaarfchuwd zelve, werdt hy, met een' tweehoornigen «ebbende, om niet gevangen te worden: blikken myter, befchilderd met het wapen daarenboven, herdoopt zynde, en geweer der Stad, een uur, of langer, op het Scha- m huis gehad hebbende, den elfden Juny, vot te pronk gezet. Daarna werdt hem de ^n eeuwigen dage, gebannen {c).Oude Jans tong uit den hals gehaald, en de regter- Uogter van Ryp uit Friesland onderging , hand en 't hoofd, met een Vleefchhouwers en zelfden dage, het zelfde lot,om datzy hakmes , afgehouwen. Vervolgens werdt erd°opers geherbergd hadt, zonder het, zyn lighaam verbrand, en 't hoofd met f den f- jo Se",ent!eb- van Ij OU. ijij. Ut 19 Maart Ij«7.
"(*)"w» ?*ï M* Dapper H. iji. Commelin«. 937. (d) Agtcr 't Kcurb. D. f. **°-
il. 9J9 nt,eb- «h boven. f. ji. 2ie <w£ COMMELIN (e) Sententicb. van 1$ OH. 1523 tot ij, Maart i5s7.
(*) s'ententieb . . . f. S2. verf., si, S*, SS ver/o. 56.
P- Ho, ji, °- "ls »oven f. si ver/o, SI. HORTENSIUS, (f) Keurb. E. f. »+•
. (*) Agter 't Hl* Mb (g) Zie un/LKDT 1. I>eel,il. Mi.
O) /gier 't K^nK D--/"- 2^ verß" W Sententicb. van U OS ijzj tot i9 Maart ij«7.
* ^«Uib. D. A f v(rfu Zie w£ DAPPER,«. Ij-, COMMtLJN, W. Sii.
|
|||||||
l D A M S II. Deel.
ken in de Nieuwe Kerke, ftondt, ter ge- *53*'
dagteniffe der Naaktlooperen, aangetekend: In 't jaer vijftienhonderd vyf en dertich >
wilt dit onthouwen,
Liepen hier naeckt mannen ende vrouwen. Doch de balk met dit opfchrift is, met DaD^et
het verbranden der Kerke, ook vernietigd df^ète- geworden. De Wethouderfchap van Am- l$e & fterdam befloot zelfs, op den agtften May ^6'1 des jaars 1536, den elfden daaraanvolgen-g^6 ' de , en voorts jaarlyks,op den zelfden tyd, eenen plegtigen dankdag te houden , we- gens de zege, 's jaars te vooren , op de oproerige Herdoopers behaald (q). Doch my is niet gebleeken, hoe lang men deezen jaarlykfehen dankdag gevierd hebbe. Ze- ker genoeg is het, dat dezelve, na dè ver- andering der Regeeringe in 't jaar 1578, geheel buiten gebruik geraakt is. „6 Het overgaan van Munfter aan de Bis-Stf^j,
fchoplyken, en de ftraf aan Jan Bokelszoon, vf\ \f en de andere hoofden der oproerigen al- \\\dß daar, die 'er eerlang op volgde, komende X)°°t by de ftrengheid, die men, hier te Lande, g^1" tegen deeze Luiden oefende, bragt hen, eer- <*6°' lang,in zulk eene groote verlegenheid, dat zy zig nergens reppen noch roeren durfden. Ook was 'er, in Juny, wederom een fcherp Plakaat uitgekomen in Holland , waarby „ alle Propheeten, Apoflelen ofBiffchop- j, pen en alle hardnekkige herdoopten ten „ vuure, en alle berouwhebbende tot het „ zwaard of tot de put veroordeeld wer- ,, den, zonder dat de Wethouders, om- „ trent deeze luiden, overmids hun kwaad „ voorneemen , eenige de minfte genade „ gebruiken mogten(r)." En van toen af, werdt 'er, niet alleen tegen oproerige Herdoopers, maar ook tegen vreedzaa- me en weerlooze Doopsgezinden, ftrenge- lyk gewoed, in Holland. Te Amflerdam, werdt, omtrent deezen tyd, zekere Bieter, weleer Koßer te Sardam, en thans Leeraar onder beter flag van Doopsgezinden, ont- halsd, als hadt hy deel gehad aan den op- roer ; daar hy zig, nogtans, zo getuigd wordt, met allen ernfl, tegen gekant hadt (V). Doch zo deeze Bieter dezelfde geweeft is met Bieter Bietersz van Leiden, die te gelyk met Jakob van Kampen onthalsd was, hadthy, volgens zyne Sententie, van eenen oproeri- gen aanflag op Leiden gèweeten , zonder 'er kennis van te geeven (£)• Voorts werdt, op den agtentwintigften Maart des jaars 1537'
(y) Keurb. E. ƒ. 31 virfo. ■
(r) Doopsgez. Mattel, boek, II. Deil,;U. 3J. Repel"
bl. 3«>-
(»; Brandt Reform. I. Dtel, il. 114. » (t) Sententieb. van is 03. 1523 m is Maart jj<7'/'
$» vtrfi.
|
|||||
246 A M S T E :
1535. den myter daarop, en de regterhand op de
Haarlemmer Poort gefield. Ten zelfden dage, werden nog twee vrouwen, eene van welken Jakob van Kampen huisvefling be- zorgd hadt, voor 't Stadhuis opgehangen, en een mansperfoon onthalsd (i). Doch Jan Matthyszoon van Middelburg hadt zig, door eene tydige vlugt, weeten te bergen Nog vïer (£). Op den agtentwintigften July, werden, Hercioo- hier ter Stede, nog vier Herdoopers ont- pers. halsd, en onder deezen, Barend Bakker van Zwol, die Kok van Jan Bokelszoon , den zogenaamden Koning vanMunfler, geweeft, en onlangs herwaards gekomen was (/). Oploop Doch onder 't uitvoeren deezer ftraffe, ont- onder 't ftondt 'er eene geweldige opfchudding on- ^èrTdee- ^er ^e aanichouwers. Men vreesde het zer ftraf- ergfle. De fchutters, die gewapend op de fe. Plaats ftonden,fmeetenhunne mantels,tab- baarden , bonnetten en ander oppergewaad
van zig, en fielden zig te weer. Het op- roer wcrdt haaft geflild. Doch het gewaad en ook eenig geweer der fchutteren was , voor een groot gedeelte, in den loop ge- bleeven ; waarom het Geregt , nog dien zelfden dag, deedt afkondigen , dat elk , die 't vermifle naar zig genomen hadt,het zonder uitflel aan der Stede Klerken in han- den flellen moefl (m). Gedenk- Op deeze wyze, liep het af met denver- tekenen twyfelden aanllag der Herdooperen op Am- van den fterdam, welks geheugenis, op meer dan der H^ eene wYze> bewaard is geworden. De Schil- doope- der Dirk Bemardszoon heeft de gefchiede- ien. nis, in verfcheide tafereelen , afgebeeld , die op 't Stadhuis, in een vertrek, federt, het gefchildercl Kamertje genaamd (n), en, in laater tyd, gebruikt, door CommilTaris- fen van Kleine Zaaken (0), geplaatft (j>); doch, by 't verbranden van het zelve, ver- teerd geworden zyn. Boven de deur van 't S. Elizabets Gafthuis, naafl het Stadhuis, ftondt ook, met gouden letters, te leezen: Die Bondtgenoten der opinieufer Anabaptis-
ten Overvielendefe plaetsen't Stadhuis'fnacbts
f elf uuren, ''s Anderdaechs voor negen uurenfynfy,met
macht en listen, Geflagen, gevangen en moefien Juflicy be-
fituren. Doch dit fchrift is ook, met het ver-
branden of afbreeken van 't gebouw, weg- geraakt. Aan een der bovenfte Schoorbal- (i) Scntentieb. als hoven ƒ. 59.
(k) HORTENSIUS, p. 313.
{/) Sententieb. als boven f. 6z, «3.KORTENSIUS,?, 314.
(m) Keutb. E. ƒ. 24 ver/o.
(n) Zie Hooft Nederl. Hift. H. 193.
(o) M. FoKKENS Amft. tl. loa.
(p) Pontanus Libr, II. Cap. XXVIII. p, 24;,
|
|||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||
VI. Boek.
|
|||||||||||||||||
247
|
|||||||||||||||||
%. J537» gebooden „ dat niemant, hier ter
„ Stede , eenige Herdoopers zou mogen „ herbergen, op verbeurte van't lyf («)." Doch 't getal der Doopsgezinden wies aan tegen deeze ftrengheid, zo in deeze Stad, als inzonderheid in 't Noorderkwartier van Holland. Ook wonnen de Hervormden, zo Lutherfchen als Zwinglifchen of Kalvini- fchen, meer en meer, veld hier te Lande, en te Amfterdam in 't byzonder, gelyk ons Ge*, 'c gev0'g deezer gefchiedenifle leeren zal. |
|||||||||||||||||
fchen handel, neigde zeer om den Keizer t^6,
te believen. De Stadhouder, Graaf van Hoogftraaten, eifchte vyfentwintig groote Oorlogsfchepen en agt of tien Boeijers van de Staaten van Holland alleen, die dienen zouden, om vierduizend knegten,ten dien- fte des Paltsgraafs, over te voeren naar de Zont. En Amfterdam en de Waterlieden zouden , veelligt, beflooten hebben , om hun aandeel in deeze uitruftingetedraagen: doch de andere Leden waren agterlyker: vooral, om dat men Holland alleen belas- ten wilde met de koften eens krygs, die de eer des Keizers betrof, en waarin de ande- re Nederlanden, zo wel als Holland, be- hoorden te draagen. Ook vernam men, fe- dert , dat Guftaaf de I., Koning van Zwee- den, de Zont reeds met veertig Oorlogs- fchepen geflooten hadt: 't welk de Staaten van Holland nog agterlyker maakte om te befluiten. Chriftiaan de III., onderregt van 't ge- DeDeen-
vaar, welk hem uit Holland dreigde, fiel- fche de, eerlang, Hertog Karel van Gelder in°v<?rfte ftaat, om eenig Krygsvolk op de been teva^^m brengen, onder den Overfte Meinard van dreigt dé Ham, die der Regeeringe van Amfterdam, Stad te ■wat laater, fchreef „ dat hy de Stad en 't°verv*l- „ omgelegen Land, te vuur en te zwaard,lcn' „ zou komen verwoeften, zo men met de „ voorgenomen' uitruftinge voortginge." Men befloot dan, niet alleen, hier ter Ste- de , fcherpe wagt te houden (y~); maar de Regeering , Dagvaart hebbende doen be- fchryven in den Haage, drong, ernftelyk, op werving, tot verzekering van Holland. Ook bragt zy tewege, dat de uitruftingniet in Holland, maar in Zeeland gefchiedde, daar men veiliger was voor eene ondernee- ming te lande. OndertufTchen, Jeedt de Amflerdamfche Scheepvaart veel by deeze uitrufting, alzo men, om 't Bootsvolk tot dezelve te vinden, de Vaart naar't Noor- den en naar 't Weften hadt moeten verbie- den. Zelfs waren, te Amfterdam, eenige Noordfche fchepen in beflag genomen , 't welk men vreesde, dat op de Amflerdam- fche fchepen,die in 't Noorden zouden ko- men handelen, verhaald zou worden. Midlerwyl, hadt de Stadhouder van Fries-
land zig, op 's Keizers laft, bediend van de knegten, die tot den togt naar Deene- marke gefchikt waren,om denHertogevan Gelder 't gebied over Groningen teontwel- digen. Ook was 'er, in May, een Beftand voor drie jaaren geflooten met Chriftiaan den III., welk oorzaak was, dat de voorge- nomen togt ter zee geen'voortgang hadt (2). Het
(y) Keurb. E. f. i}-
(z) Zit Vadetl. Hift. V. Dttlt il, 106 tnz,
Kk
|
|||||||||||||||||
>0,
|
Chriftiaan de III., Koning van Deenemar
|
||||||||||||||||
**nwe* ke, hadt, in den aanvang deezesjaars 1535,
t[^n.e Melchior Rantfau herwaards gezonden, om r^ia, onderfland te verzoeken tegen de Lubek- kers, die hem den oorlog aandeeden, om dat hy zig met Holland verdraagen hadt. De Gezant nam zynen weg over Amfterdam, en droeg de belangen zyns meefters voor aan de Regeering, die zig, ten behoeve der Stad, veel liet gelegen zyn aan de behou- denis des Oofterfchen handels. De Lubek- kers, eerlang, meefter geworden vanKop- penhage, flooten de Zont, voor de Hol- \\ landers, waarby Amfterdam zeer veel leedt jjeiii0~ (v). De Landvoogdes, Vrouw Maria, be- iden dugt, zo voorgewend werdt, dat het gebrek vif" van toevoer uit de Ooftzee duurte in de gras- te e"'nen hier te Lande veroorzaaken zou, deedt Vt, den uitvoer derzelven verbieden, in Okto- ber deezes jaars (io). Men bevondt egter, Wel haaft, dat dit verbod voornaamlyk ge- fchied was, om het afgefchafte Verlofgeld wederom in te voeren: alzo de uitvoertoe- gelaaten werdt, mids men 't Verlofgeld vol- deede. Doch Amfterdam en de andere Ste- }. den van Holland kantten zig hier tegen zo u5- ernftelyk, dat de uitvoer van Graanen, in ïebruary des volgenden jaars , wederom vrygefteld werdt, zonder dat men verlof- Nter êe'd behoefde te betaalen (x). tQäjVL Keizer Karel vondt, midlerwyl, geraa- o^et den, zig te fteeken in de Noordfche onlus- H^' ten' ten "behoeve van den Paltsgraave Fre- ^n ^ drik, die met Dorothea, Dogter van 's Kei- g% Zers overleeden Zufter, de Gemaalin van Vcf. en gevangen Koning Chriftiaan den II. , ^Se^ Sehuwd was , en uit deezen hoofde regt jjei) re meende te hebben op Deenemarke. DeKei- ^«n* *er vorderde den Staaten van Holland , in %gKo. ^pril deezes jaars, onderfland in fchepen V^ii ƒ, en Amfterdam, vernomen hebbende, N6i" dat de Lubekkers in onderhandeling waren 0ver een verdrag met Chriftiaan den III., ^elk, zo 't geflooten werdt, hen genoeg- zaam meefter maaken zou van den Oofler- tres Hoo** Vi,N DER' GO« Regift. U. ÏI8, iï7. VE-
(*) Vadttl. Hft v „ LSTUlt ^i;-,04MÏ'
|
|||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||
Ä MS T .E R D A M S
|
|||||||||||||||||||||
248
|
|||||||||||||||||||||
1537'
|
|||||||||||||||||||||
Kampen, om zogenaamde Ketterye, met
het zwaard ter dood gebragt: waarna de hoofden op ftaaken gezet, en de rompen op raden gelegd werden (V). Een ander werdt, ten deezen tyde, om het hebben van verbooden boeken en 't begunftigen van den Herdoop, met zyne boeken om dein? hals, op 't fchavot, te pronk gezet, en vervol- gens gebannen (J). In de Sententien van Poorteren, die, ter oorzaake van zogenaam- de Ketterye, met de dood geftraftwerden, werdt gemeenlyk gefield, dat zy, volgens de Privilegien deezer Stede (e), niet meer dan honderd ponden uit hun goed verbeur- den, of dat de Verbeurdverklaaring hun- ner goederen, met honderd ponden, kon worden afgekogt. Doch het Hof van Hol- land verftondt, in December deezes jaars, dat deeze Privilegien den Ketteren niet te ftaade komen konden, en verklaarde ook alle de goederen van Ketterfche Poorters verbeurd (ƒ). 't Beftand met Chriftiaan den III. was,
op 't einde des voorleeden jaars, gevolgd van eene Vrede met Gelder, die Amfter- dam , voor eenen tyd, bevrydde van de zorg voor overrompeling. Doch de oorlog met Frankryk, die onlangs ontfteken was, duur- de nog. AUeenlyk werdt 'er, in July deezes jaars, een Beftand van tien maanden getrof- fen, waarop, in 't volgende jaar, eerfteen lang Beftand, en wat laater eene volkómen Vrede volgde (g). Doch weinige weeken voor 't fluiten van
't Beftand van tien maanden, ondernam Her- tog Karel van Gelder, vergeetende de on- langs getroffen Vrede, Enkhuizen te ver- raflen, ten behoeve des Konings van Frank- ryk. De aanflag mislukte nogtans, en hy fchaamde zig zyner onderneeminge zo zeer, dat hy, kort hierna, aan Burgemeefteren van Amfterdam fchreef „ dat zyne fche- „ pen, door tegenwind, op de reede van „ Enkhuizen vervallen waren; en dat zyn „ oogmerk alleenlyk geweeft was, zynen „ Neef, den ouden Kardinaal van Bour- „ bon, aan de zeegaten op te wagten, voor „ wien hy nu Brieven van Vrygeleide ver- „ zogt." De Wethouderfchap van Am- fterdam, uit eenigen haarer burgeren, die te Harderwyk geweeft waren, toendefche- pen Werden uitgeruft, reeds verftaan heb- bende, dat de Hertog heel wat anders in den zin gehad hadc dan hy voorgaf, ver- ge- (c) Senrentieb. van 15 OU. isti tot 19 Maart 1567./.
77, 78. Zie ook COMJMEI.IN */. 940. (d) Sententieb. ais boven f. ■;% verfi.
(«) Zit II. Deel, III. PM, bl- 38- (f) Senteni. van den Hóogen en .Piovinciaalen Raaf»
il' 344- " ig) Vadeil. Hift, V, Deel, il,-13j, 13!, 14* '
|
|||||||||||||||||||||
Het toerieemen der Stad Amfterdam, in
getal van ingezetenen, was oorzaak, dat de Go ds dienftige Gefügten aldaar meer armen te onderhouden hadden, dan voorheen, tot zo verre, dat de inkomften der Huiszitten- meefteren , Gafthuis-meefteren , Leproos- meefteren en armé Weeskinderen-meefte- ren, op geene duizend guldens 's jaars na, toereikten, tot vervulling der behoeften , die ieder deezer Genootfchappen te vervul- len hadt. Men voridt, in de Stad, luiden genoeg, die gezind waren de inkomften dee- zer byzondere Getilgten, doof maakingen by uiterften wil, te vermeerderen. Doch Keizer Karel hadt den Kloofteren en ande- ren Godsdienfligen Gefügten verbooden, ee- nige vafte of erfelyke goederen te bezitten. Ondertufichen, was 'er veel aan gelegen, dat de behoeftigen in Amfterdam de ge- Woonlyke onderfteuning niet miften. Men vertoonde dit den Keizer, die, by brieven van den zesden December deezes jaars, den Huiszittenhuizen, Gafthuizen, het Leproo* zenhuis, en het Weeshuis vryhèid verleen- de , om allerlei roerende en onroerende goe- deren te mogen erven, mids zy de laat- ften niet danaanweereldlykeperfoonenver- kogten, en dat wel binnen een jaar, na dat zy die bekomen zouden hebben; om met het gene 'er van kwam, hunne armen te onderhouden, of daar voor te koopen ren- ten tegen den penning zeftien, ten gelyken einde (a). Omtrent deezen tyd,hadt Frans Andries-
zoon van Haarlem , buiten de Reguliers- poort, niet verre van Amfterdam, eenKalk- oven doen ftellen, waarvan de Stad, wan- neer 'er de wind naar was , veel kwaade lugt hadt. Ondertuflchen , vernam men, dat anderen dit voorbeeld dagten te volgen. De Regeering, om dit te voorkomen, ver- wierf een Octroi van Keizer Karel, welk, den derden January des jaars 1536 [1537], te BruiTel, gedagtekend was, en waarby aan elk verbooden werdt, voortaan, eenige Kalk« ovens te ftellen, binnen een myl van de Stad. Ook mögt de Stad de Kalkoven, die reeds, binnen dien afftand, was öpgeregt, weder- om doen af breeken, mids aan den eigenaar vergoeding van koften doende , naar de uitfpraak van goede mannen, of van Stad- houder en Raaden van Holland (b). Op den twaalfden April deezes zelfden
jaars , werden , te Amfterdam , drie Per- fbonen, Albert Reyertszoön, bygenaamd 01- deknegt, van Bolswaard, Andries Hermans- zoon van Gelder,en Tymen Hsnrikszsonvzn |
|||||||||||||||||||||
De Gods-
dienftige Geftig- ten te Amfter- dam kry- gen ver- lof om vafte goederen te mogen erven, onder zekere voor- waarden. |
|||||||||||||||||||||
Verbod
om Kalk ovens te ftellen, binnen eene myl van de Stad. 1537-
|
|||||||||||||||||||||
Re»
daifly |
|||||||||||||||||||||
Drie Per-
foonen om Ket- --terye onthalsd. |
|||||||||||||||||||||
(a) Handy, il. 269. [*<>.]
(i) Handy..M, 1«, [s8,];. |
|||||||||||||||||||||
VI. Boek. G E S C II I E D E N I S S Ë N.
|
|||||||||||||||
249
|
|||||||||||||||
^37. genoegde zig, rnet hem eenvoudiglyk te nam, in den Zomer deezes jaars, eene reis 1539.
antwoorden „ dathy zig, om Brieven van door de Nederlanden, tot het doen vanbui-V00f,dej; „ Vrygeleide te bekomen, niet aan haar; tengewoone Beden. Zy begaf zig eerfl, van Vrouw „ maar aan de Landvoogdeffe vervoegen Bruffel naar Zeeland,keerde toen naarBra-Maria, 4_ „ moeft (/;)." bant, voorts, naar Utrecht, en van daar^01™ |
|||||||||||||||
al % de gewoone en buitengewoone Beden, over Amersfoort en Naarden naar Amfter- Hf^
Mi'ii^' die 5 van tyd tot tyd > ra Holland, gevor- dam. Zy fchynt zig hier egter niet lang op-
Vjn de derd werden, kwam, inSeptember des jaars gehouden te hebben; maar al fpoedig, o- ^ftei] 1538, nog eene buitengewoone Bede, die ver Haarlem en Leiden, naar den Haage Se ,eer>e de Landvoogdes, op eene Dagvaart te Geer- vertrokken te zyn, alwaar de Staaten, een- ?efchen truidenberg , liet doen. De Stadhouder, paariglyk,bewilligden in eenebuitengewoo- 5 dgnk Graaf van Hoogftraaten, voegde hier by, ne Bede van tagtigduizend guldens, die
J;"* dat de andere Landen Vrouwe Maria een reeds in 't voorleeden jaar gedaan was (ra)- fe°°gdeS- gefchenk gedaan hadden; 't welk Holland De Vaart op Bergen in Noorwegen ende Het Ber- L behoorde naar te volgen, en derLandvoog- Koophandel aldaar werdt, federt veele jaa-_genvaar-
•53ö. jen;e vyftigduizend, of ten minllen dertig- ren, van Amflerdam gedreeven door eendersGil' duizend guldens aan te bieden. En Am- Gilde van Handelaars , het Bergenvaarders-de kry^.
fterdam was onder de eerfte Leden, die in Gilde genaamd, welker Leden in MeeßersTomw'
6 't een eri 't ander bewilligden (i). en Zwegte« onderfcheiden waren. Aan dit tie;
Ve ^ta'd De Regeering deezer Stad verwierf, den Gilde gaven Schout, Burgemeefteren, Sche- ^t^ zeigenden Oclober,06lroi van Stadhouder penenen Raad deezer Stad, den tienden j.%^' en Raaden van Holland, op's Keizers naam, February, eene Ordonnantie of Gildebrief, C'^ets» dat, in zaaken, gebragt voor de Vier- uit welken blykt, dat de Meefters iedereen |
|||||||||||||||
fef1 de» fchaar aldaar, en niet boven de tien pon- Boede of Kantoor hadden te Bergen, alwaar
' %o nd „ den grooten vlaams beloop ende, niemant zy hunnen Koophandel dreeven, en van de |
|||||||||||||||
Uj^e, j, vermoogen zou eifch te doen by gefchrif- Knegten gediend werden. Niemant mögt
Wl^oe 3j te; maar dat alle zulke zaaken, bymon- Meefter worden , dan die twee jaaren te |
|||||||||||||||
^. S5 de, tuffchen partyen, zouden moeten Bergen als knegt gediend, of twee Zomers
„ worden bepleit (£)." Zulk een O&roi voor knegt gevaaren hadt. En die zyne ftrekte zekerlyk , tot voorkoming van de eerfte reize, als.Meefter, naar Bergen deedt, langwyligheid der gedingen, voor derSte- moeft vyf guldens; die de eerfte reize voor de Vierfchaar. En veelligt heeft de Stad knegt voer,dertigftuiversbetaalen,ten be- het te ligter verkreegen, om dat zy, zo ge- hoev.e van S. Annen Altaar (»), in de Oude reedelyk, in de Rede, en in het gevorderd Kerke, welke, door dit Gilde, onderhou- gefchenk aan de Landvoogdeffe, bewilligd den werdt. „De Gildebrief is, naderhand ^ \j. hadt. meer dan eens, met verfcheide punten ver- engt' Jan van Hennin, Heer van Bojju, hadt zig, meerderd. Het Gilde plagt zyne Kamer te
Wer op 's Keizers laft, omtrent deezen tyd, be- hebben, aan de weflzyde van den Buiten- ^a,ïi tot geven naar Amfterdam, om aldaar, en in Amflel, nu even buiten de Vryheid der Stad, to\neil Waterland, de uitrufting te wege te bren- in een huis, welk nog den naam van Ber- Ko™^gen van zesenvyftig fchepen van oorloge, genvaardersKamer draagt. JjSofe die, nevens vierenveertig anderen, gebruikt Het tappen van wyn of bier even buiten Het tip
Je niete' zouden worden in eenen togt naar Konftan- de Vryheid der Stad, en binnen een vier- pen bui- ^t- tinopole , waartoe eene magtige Vloot in dendeel myls van dezelve * was al by ver-te"-de j- Spanje verzameld werdt. De Zeeuwfche fcheide oude Keuren en O&rojen ongeoor- Stad, 39. fchepen liepen, in February, de Holland- bfd verklaard (o); doch ging thans, des-„adefbö- fchen, niet voor het einde van Maart des onaangezien, flerk in zwang, tot merkelyk paakL jaars 1539, ?n zee- Doch de laatften wa- agterdeel van der Stede Excynzen, die niet ren niet verder dan onder Duins gekomen, buiten de Vryheid gevorderd werden. Men toen zy uit 's Keizers dienft ontflaagen, en bevondt zelfs, dat fomiuige Ballingen,. Lu- naar huis gezonden werden.- De Vorft, an- theriaanen , Herdoopers en anderen , zig: dere inzigten gekreegen hebbende, floot, dikwils derwaards begaven, om te drinken eerlang, een Beftand met den Grooten en vergaderingen te houden. En dit gaf ^ Heer (7). . \ gelegenheid tot een nieuw Oftroi, gedagte- nd- De Landvoogdes , Vrouw Maria, onder- kend te Bruffel, den eenentwintigften April
deezes jaars ,waarby verbooden werdt, wyn
mF-£ï ** VrER cl,ron- /• 4S- p°*tanus Hift. Geit. of bier te tappen buiten de Vryheid, binnen /si v ,p- 783- Bkandt Enkh. il- 6z. rr
(h\ lldeJlr"Hift- V. Deel, bl. menz. • dg
6-s «o» DkIFer c'""n. ƒ. fi, iz. Goudhoeven tl. f«,)AEnT van der Gofs Regift. Bl. 300, 3oi, 302.
.Z K-fciGEusE. chron, van Zeei. u_ Deel.bl.^z, («) Handv. bl. i.s7.
* *' (o) Handv. W. 17, 16. [ïS>.]
Kk 2
|
|||||||||||||||
j
|
|||||||||||||||
2?o AMSTERDAMS II. Deel.
|
|||||||
)rden, en de Gaflhuizeh (t) : ook moeft i53?'
men, volgens aanfehryvens des Stadhou- ders van den zelfden dag, wel fcherpelyk letten „ dat 'er geene duiftere of ergerly- „ keftoffenopden predikftoel gebragt wer- „ den, en dat de Leeraars niet tegen elkan- „ deren predikten;moetende deezen, watv „ neer zy iet in elkanders Leer of gedrag „ te berispen vonden, de fchuldigen af- „ zonderlyk vermaanen, of 'er den Officier „ der Stede of den Hove van Holland ken- v, nis van geeven (u)." Men begon, te Amfterdam, wat fcher-Dege'
per te gaan tegen de Hervormden, federt w^üt dat Meefter Kornelis Wouter Dobbeszoon, in ?CJ 0' September des jaars 1535, in de plaats van {^cb'5' Kläas Gerrit Mattheuszoon, tot Schout aan- zoof> genomen was (y). Deeze, eenen witten voet w'or^t' hebbende ten Hove, en onder eenen deken°^,,egä' leggende met den Procureur-Generaal, Rei-d;,g- nier Brunt, beftondt, omtrent deezen tyd, vaa^' verfcheide Regenten te befchuldigen van Ketterye. Meeffc hadt hy 't egter gelaaden op den gewezen Schout, Jan Huibrechts- zoon , die, in 't voorleeden jaar en in dit, met een kerkelyk geding , uit naam van Ruard Tapper, Opper-Inquifiteur hier te Lande, door den Onder-Jnquifiteur, Floris Egbertszoon, Pafloor der Oude Kerke, las- tig gevallen werdt (w). Hier by bleef her. niet. De Procureur - Generaal verwierf een Mandement van den Hove , waarby Jan Huibrechtszoon, die, ondertufTchen, den florm ziende aankomen, ten Lande uit ge- weeken was, voor 't Hof gedagvaard werdt. De vrienden van den gedaagde konden ligte- lyk voorzien, dat hierop vonnis van balling- fchap en verbeurdverklaaring van goederen volgen zou. Doch alzo dit laatfte, volgens de Privilegien der Stede, met honderd gul- gens af tekoopen was, vervoegden de naaffc- beftaanden van den Gedaagde zig by Bur- gemeefteren, met verzoek om derzelver by- fland tot handhaaving deezer Privilegien. Bürge meefter en toonden 'er zig gereed toe, ^°' en verfcheenen, nevens hen, voor't Hof, j, in de Lente des volgenden jaars. De Pro- Be^J cureur - Generaal hielde den Raaden voor dig'jjy „ dat Meefter Jan Huibrechtszoon , in het tetl$' „ jaar 1518 , Schout van Amfterdam ge-n „ worden was; dat, federt dien tyd , die ,, gereprobeerde SeEten van Luterye, Sacra- „ mentißerye ende Herdooperie aldaar opge- „ komen, en fterk toegenomen waren. Dat „ de Stad, hierdoor, in groot gevaar geraakt „ was van ingenomen te worden: 't welk „ men
(t) Repert. bl. 38.
(u) Zieden Brief in H. deGroot Verantw. Cao. VI.R SS-
(v) Groot-Memor. N. 1- ƒ. 309 ver/o,
(VJ) Zie COMMELIN bl, 94°.
|
|||||||
1530. de volgende paaien: „ Buiten de Häarlem-
„ mer-Poort, tot aan den draaiboom, ftaan- „ de op den dyk voor Frans\ JValkhs huis „ ingeflooten; buiten de S. AntonisPoort, „ tot de twee huizen binnensdyks, daar het „ Bolwerk van Ypefloot begint, ingeflooten; „ buiten de Reguliers-Poort, tot het lange „ Loopveld toe ingeflooten; en buiten de „ Heiüge-wegs Poort, tot aan den Over- „ toom en Piet er Wittemszoons huis inge- „ flooten (py Doch men bevondt eerlang, dat fommigen, agt of negen roeden buiten deeze paaien , herbergen begonden op te zetten „ daar fomtyds ook Ballingen, Lu- 9 tberaancn, Wederdoopers ende andere ver- „ twyfelde menfeben," gelykze genoemd wer- den „ hunne Conventicuïen hielden:" waar- om Keizer Karet, op den agtentwintigften Auguftus deezes jaars, nader verklaarde, „ dat niemant tappen mögt buiten de Haar- „ lemmer-Poort tot aan Slooterdyk toe, het „ Dorp zelf daar onder niet begreepen ; „ noch buiten de Heiüge-wegs-Poort tot „ halfweg Slooten, en aan den weg van't Voort- » lange Loopveld (q)." Uit deeze Oclro- gang der jen blykt,onder anderen, dat menhethou- veivol- den van Vergaderingen van zulken,die der ginge" Hervorminge waren toegedaan, zelfs bui- ten de Stad, zogt te weeren. Ook vindt men, dat Joriaan Benthuyfen, die met Hans van Camphuyfen, op eenen Zondag, onder de Hoogmiffe, in zekeren tuin, gelezen hadt, in een bouck geintituleert 't nyewe teflement van martinus luthere, welk niemant,volgens de Plakaaten, leezen of by zig hebben mögt, op den zevenden July deezes jaars, verwee- zen werdt, om, met het boek om den hals, waarop met groote letters ftaan zou Dit es Martinus Lutherie bouck, voor de gewoon- lyke Zondags-Proceffie, te gaan, ofvyfen- twintig guldens te betaalen. Men handelde deezen perfoon , die anders , volgens de Plakaaten, lyfen goed verbeurd zou heb- ben, zo genadiglyk,om dat hy maar veer- tien jaaren oud, en onlangs eerft, met het boek, welk hy van zynen Vader ontvangen hadt, hier te Lande, gekomen was : ook om dat hy verklaarde, geen e kennis te heb- ben van den inhoud der Plakaaten (f). Ten deezen zelfden dage, werdt Jan Janszoon van dm Berg, hier ter Stede, om Herdoo- Ordeop perye, onthoofd (Y). De groote Steden, het pre- en dus ook Amfterdam > mogten, volgens diken in een p]akaat van den zesentwintigften Sep- te fte-°~ temher, nergens laaten prediken dan in de den. " Kerfpelkerken, de Kloofters der biddende (p) Handv. bl. 18. [60.]
(q) Handy, bl. 19. [<Si.j
(r) Agier 't Keurb. E. ƒ. 207 ver/o.
(s) Sententie!), van is OB. 1523 tot 19 Maart 1567. /.
»3. 2ÏS OOK COMMELIN bl, S+J.
|
|||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||
VI. Boek.
|
|||||||||||
2JI
|
|||||||||||
„ Willem, Pnefter van Utrecht, zonder 1540.
„ dat hy 'er iemant over geftraft hadt. Dat „ hy zelf hadt bekend, Melanchtonsfchrif- „ ten gelezen te hebben. En dat hy, ejn- „ delyk,in Auguftus des jaars 1539, in den „ Haage befchreeven,en ter naauwernood „ eens voor Kommiffariflen van den Hove „ gehoord geweeft zynde, heimelyk naar „ Amfterdam, en voorts ten lande uit ge- „ weekenwas. Sedert was hy, tot drie maa- „ len toe, ingedaagd; doch niet verfchee- „ nen; waarom de Procureur-Generaal „ eifchte, dat hy gebannen en zyne goe- „ deren verbeurd verklaard mogten wor- „ den." De Burgemeefters van Amfterdam en de Hy wordt
vrienden van JanHuibreehtszoon zelven on-v00r al- dernamen niet, hem tegen de befchuldiging j-00s ge' van Luthersgezindheid te verdedigen. Zy anneiv beweerden alleenlyk, dat de verbeurdver- klaring zyner goederen, met honderd gul- dens, volgens de Privilegien der Stede,'kon worden afgekogt. Het Hof verftondt dit eveneens. De Gedaagde en voorvlugtige werdt, by Sententie van den negentienden Maart des jaars 1539 \_l54-°~], ten eeuwi- gen dage, gebannen,uk Holland,Zeeland, Friesland en Utrecht; doch van zyne goe- deren niet meer dan honderd Karels gul- dens, achtervolgens 't Privilegie van der Ste- de van Amfterdam, verbeurd verklaard. AI 't welke blyken kan uit de Sententie zelve, die nog nooit gedrukt geweeft, en daarom van ons, hier agt er, onder de By!aagen(x~), geplaatft is. Sommigen tekenen aan, dat de gebannen Schout , in 't volgende jaar 1541 , te Harderwyk, overleeden is (y). Op den negenden Auguftus deezes jaars, werden vyf Perfoonen gehangen , die be- kend hadden in 't Verbond der Herdoop e- ren getreden, en aan Kerkroof fchuldig te zyn (2). Keizer Karel de V. kwam, in July dee-Karel de
zes iaars, in Holland, om eene gewoonly-V'bdeêC ke Bede te doen van de Staaten, die, te-Dagvaart gen den vyfden Auguftus, in den Haage be- te Am- fchreeven waren. De Bede gefchiedde, terfterdaiIU fomme van honderdduizend guldens's jaars, voor den tyd van zes jaaren. De Leden namen aan van deeze Bede verflag te zullen doen, en den Keizer antwoord te zullen brengen, op zulk een' tyd en plaatfe, als hy zou goedvinden te bepaalen. Hy noem- de Amfterdam, tegen den twaalfden der maand (V). Het Geregt deezer Stad, hier-'tGeregt Van^eltorde
(x) t'. B.
(y) F. VON Zesen, hl.'°";
(z) Sententieb. van is Otfot/. ijij tot 19 Maan JJ67.
' (öj'aert van dïk Goes Regift, tl. 30fi.
Kk 3
|
|||||||||||
uien aan de flapheid van den Gedaagde
en van andere Burgemeefters en Regeer- ders in dien tyd wyten moeft. Dat de Gedaagde zelf gehouden werdt van de gemelde Seele te zyn. Dat hy, ten min- fte, het zingen van fchandelyke Liede- kens, tegen 't Sacrament des Altaars,en tegen de Geeflelyke Perfoonen, inzettin- gen en Plegtigheden, ongeftraft, gedoogd hadt. Dat onder anderen zekere Schui- tevoerder , Adriaan met een Ooge genaamd, den Luiden, die naar de Heilige Stede gin- gen, om 't Sacrament te vereeren, open- lyk hadt toegeduwd, wat gaat gy 't Sacra- ment bezoeken? Ik agt de kaas en 't brood, welk ik in myne hand heb, zo goed als 't Sacrament. Hier vaar ik wel van. Maar 't Sacrament is meer niet dan der Paap en Goden louter brood. Dat dezelfde Adriaan ook hadt gezeid, dat de Heer, het brood des Avondmaals met de eene hand uit- reikende , gezeid hadt, Neemt dat, terwyl hy, met de andere, op zyne borft wy- zende, daar by voegde, Dit is myn lig- haam. Dat hy ook, in November des jaars 1532, in 't Cellebroeders Klooiler, openlyk gezeid hadt, dat hy wel vyfiig Sacramenten te gelyk met eene dagge door- ßeeken, of met voeten treeden zou durven. En dat de Gedaagde, om dit alles, A- driaan alleenlyk bevolen hadt, niet zon- der zyn verlof uit de Stad te gaan, hem, naderhand, toen hy gedrongen werdt hem te vatten, heimelyk waarfchuwen- de, dat het nu tyd was om te vertrekken. Dat hy Grietje uit Hitland, die wiftwaar Jakob van Kampen verfteken was ge- weeft, zonder het aan te brengen; Ma- rytje Klaas, Huisvrouw van Meeuws den Blokemaaker, die ver doopt was; en nog eenen Mandemaaker van dezelfde gezind- heid , Heer Arend genaamd, gelyke waar- fchuwing hadt gedaan. Dat hy, wyders, verkeerd hadt met bekende Ketters, en onder anderen met Heer Klaas van Elfi, die Luther zelven hadt hooren leeren. Dat hy, om zulke redenen, door't Hof, in 't jaar 1534, van 't Schoutampt afge- zet , en in eene boete van honderd gul- den verweezen geworden was. Dathy, wyders, ook plagt te hooren een' Gardiaan, [Joannes'] Pelt genaamd,die in deReventer [Eetzaal] van 't Minderbroeders Kloofter leerde, en het Evangelie van S. Mattheus in Duitfcher fpraake hadt doen drukken; welk boek hyfehoon daartoe vermaand, nift hadt doen ophaalen. Dathy, al in ^Jaar 1525, kennis gehad hadt van het ouden van Lutherfche Vergaderingen aaar ter Stede, door zekeren Meefier |
|||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||
252
|
|||||||||||||||
gen, tot eene gunfïige uitfpraak in het oud "i54°*
gefchil over het Dordrechtfche Stapelregt, welk deeze Stad en andere Steden, om- trent deezen tyd, wederom leevende ge- . maakt hadden (ƒ). Ook beveiligde deKei-Ify£ee zer, by eene Sententie van den agttienden ee°ßjge Oftober , die te Bruffel gegeven werdt ,Qrdoii' Dordrecht wel in het Stapelregt; doch hynantie,' voegde 'er eenige bepaalingen by, waaruit voor "jj. bleek, van welke goederen, en tot hoe hoog,Sta t |jet het Stapelregt alleen gevorderd mögt wor-^f. den. Ook hieldt de Sententie in „ dat alle^cltf'; „ goederen, Kanthout, Kromhout en Ee- febes^ „ ken planken uitgenomen, komende uitPelreg' „ het Noorden, van Amflerdam en daar „ omtrent, door de Stede Gouda en den ,, Yflel nederwaards voorby Rotterdam ^ „ niet gehouden zouden zyn te Dordrecht „ aan te vaaren , of aldaar te verflape- »len(g)." ,t, Men kon deeze nadere bepaaling van het Het v
Stapelregt aanmerken als eene gunft voor lo^e Amflerdam. Doch niet lang hierna, werdt °^o0^ ten Hove beflooten, het afgefchaft Verlof- xv0ril $ geld op 't uitgaande Koor en wederom in te vreiet voeren: 't welk ten hoogfle fchadelyk was 'lXi^. voor deeze Stad. Ook deedt zy en demees-v0 te andere Steden ernftige vertoogen ten Hove, om van de betaaling van 't Verlof- geld bevryd te blyven (h); doch alle poo- gingen fcheenen vrugteloos. De Landvoog- des verflondt, dat men 's Keizers Hoog- heid te na fprak, als men zig van 't betaa- len van een zyner Heerlyke regten meende te mogen ontflaagen rekenen (J). 't Ver' i$4 lofgeld werdt dan ingevoerd. Doch men bevondt wel haafl, hoe veel nadeels het deede aan den Koophandel deezer Landen in 't gemeen, en aan dien van Amflerdam in 't byzonder. Wel honderd en vyftig Oos^ terfche fchepen , welker meeflen anders- zins hunne Laadingen aan deeze Stad ge- lofl zouden hebben, zeilden nu weftwaards en 't Land voorby, 't welk met reden voor verloop des Oofterfchen handels vreezen deedt. Te Amflerdam, werdt, midlerwyl, het op' j,
Verlofgeld ten fcherpflen ingevorderd (T). fcb t« De Ontvanger van het zelve, Jakob van^fif^ Grammaye, beflondt, op zekeren avond , ^ifl'gu- ten tien uuren, in September of Oftober des ge^V11 jaars 1541, het huis van eenen Poorter, he| $ die, naar 't fchynt, geweigerd hadt te be-1^, taaien, met zyne dienaars te overvallen ,v met
(f) Refol. Vroedfch. iz AfirU IJ40. N. \. f. ^verfi.
(g) Zie ie Seritent., en Oidonn. by BALEN Dordr. il-
444->4J° »4S», +öj. (h) B-elol. Vroedich. 4 Maart, 7 May, 1 "Jur.y 1541. ff:
I. ƒ. 5 ver/o, 6 verfofj. (i) Vaderl. Hift. y. Deel, il. 198 enz.
(k) Refol. Vroedich. 13,14, 16 Aug. ij+i. .V. I. f. »>
$', 10, 11. |
|||||||||||||||
1-40. van berigt bekomen hebbende, beval, den
oirfden tienden „ datniemant der Schutteren,zon- Keizer te „ der verlof van Burgemeefleren, uit de ontvan- 'rf Stad gaan zou (Z>):" en den elfden „ dat Sen- „ de drie Schutteryen, op 't luiden van der „ Stede klok, gewapend vergaderen zou- „ den; de Oude of Kloveniers Schutters, „ in S. Jakobs Kapelle, de jonge Schutters, „ op de Kolk, en de Handboogsfchutters, „ in de Lieve Vrouwen Kapelle; om van „ daar, onder geleide hunner Overluiden, „ pp te trekken, en niet naar hunne Doe- „ len te keeren, voordat de Slacboort op de „ Plaatfe gedaan zou zyn. Dat de Her- „ bergiers den Schutteren geen bierofwyn 9, zouden hebben te fchenken, voor dat zy „ wederom in hunne Doelen gekomen wa- „ ren. Dat elk, wien 't Geregt eene tooit - „ fe t'huis zondt, daarmede, in een' zwar- „ ten tabbaard gekleed, op de Plaatfe by „ 't Geregt komen moeil, wanneer der „ Stede klok luiden zou. Dat niemant, „ dan die geregtigd waren om der Stede „ wyn te tappen, wyn leveren zou op de „ loodjes, die de Wethouderfchap voor- „ hadt aan 's Keizers gevolg aan te bieden, „ om daarop den eerewyn te laaten haaien. „ En dat niemant eenig gedruifch zou heb- „ ben te maaken in de Kerken, gelyk 011- „ den en jongen, in de nieuwe Kerke, ge- „ daan hadden, toen de Landvoogdes, „ Vrouw Maria, in't voorleeden jaar, al- Men „ daar de mille hoorde (c)." Ondertus- maakt fchen, hadt men den Keizer vertoond, dat den Kei- het raadzaamer ware, de Dagvaart te Haar- ^er de , lem te leggen, ende dat, gelyk de Advo- wftei-Cderkaat van der Goes aangetekend heeft Stad te- (d), omdat fAmflerdam die vier elementen gen. gecorrumpeei t waren, ende om te behoeden die gefontbeyt van fyne Majefieyt., ende den gee- nen die hem volgen ende water drincken willen, 't welk f Amflerdam nyet en doecht, ende veel fleck, ja den doedt drincken Jonden mogen. En 't fchynt, dat deeze aanmerkingen , die niet geheel ongegrond waren, alzo het wa- ter in de graften reeds zeer bedorven was, en men nog niet veel regenbakken hadt,zo veel gewoogen hebben, dat de Dagvaart te Hy komt Haarlem gehouden werdt. Evenwel kwam 'eregcer. de Keizer, op den dertienden, in Amfler- dam, daar hy treffelyk werdt ingehaald; doch flegts, tot 's anderendaags 's morgens vertoefde, wanneer hy naar Utrecht voort- reisde (e). Amflerdam hadt, midlerwyl, gereedelyk bewilligd in de zesjaarige Bede, veelligt om den Keizer daardoor te bewee- |
|||||||||||||||
(i) Keurt). E. ƒ. 6i.
(c) Keurt). E. f. «I.
(d) Regift. hl. 307.
(e) E. de V'f.rr Chron. ƒ. 53 ver/o,
«n. Vï-JUUS Hoorn, hl. 14.2. |
|||||||||||||||
GOUDHOLVÜN il.
|
|||||||||||||||
VI. Boek. GESCHIE
|
253
fchepen in beflag (0), tot merkeïyk nadeel
der Amfterdammeren. Willem, Hertov van Gulik en Gelder, deedt een groot getal kneg- ten , onder Maarten van Roflem , byeen trekken in 't Land van Kleeve en elders. En de tyding hiervan bragt de Regeering van Amfterdam tot een befluit om, tegen den vierden July, eene algemeene Wapen- fchouwing te doen over de ingezetenen van agttien jaaren oud en daarboven, die zig, des morgens voor zes uuren, gewapend, op hunne hoefflagen vervoegen moeften. De burgers, die op den hoefflag boven de Waage befcheiden waren, moeften zigplaat- fen in de nieuwe fteeg, van de Halle af tot den burgwal toe. Vreemdelingen , vrou- wen en kinderen moeften,ten tydederWa- penfchouwinge, binnens huis blyven (p). Op den zeftienden Juay te vooren, hadden de zesendertig Raaden reeds beflooten, de buuren buiten de S.Antonis poort van kruid en lood te voorzien, en in den muur, tus- fchen die poort en Schreyhouck, bekwaame gaten te maaken , om grof gefchut in te leggen (q). Ook zou men de Laftaadje be- waaken, en eenige huizen aldaar afbree- ken (r). René van Chalons, Prins van Oran- je en Stadhouder van Holland, deedt ook, by raade van de Steden Haarlem en Am- fterdam, uitleggers leggen in de zeegaten van Texel en 't Vlie (/), om den Gelder- fchen het uitloopen te beletten. Zy namen, ondertuffchen, eenige fchepen op de Zui- derzee, en Maarten van Roffem deedt ee- nen inval in Brabant. Men hieldt eene Dag- vaart van de Waterlieden te Amfterdam, om op de veiligheid der Scheepvaart te raadpleegen (f)- Doch ik vind niet, wat aldaar beflooten werdt. De Stadhouder hadt zelfs alle Leden van Holland te Amfterdam ter Dagvaart befchreeven, tegen den twin- tigften July, om op eene nieuwe Bede van zes- tigduizend guldens, hun, door de Land- voogdeffe, gedaan, tebeflniten; doch de tyding van den inval van Maarten van Ros- fem deedt hem de Dagvaart van Amfterdam verleggen naar den Haage. 't Liep aan tot in 't laatft van Oclober, eer in deeze Bede bewilligd werdt. De penningen werden by verzegeling opgenomen door de Leden , befluitende Amfterdam, met moeite, om, gelyk te vooren meermaalen gefchied was, op zig zelf te zegelen (u). Doch terftond hierna, vorderdedeLand-
voogdes wederom een honderdften penning van
(e) VELIUS Hoorn , il. 144-
(p)'Keiub. E. ƒ. 76. „
(q) Refól. Vroedfch. N. I. i« 7*»y U4».
(r) Refol.-.Vrocdfct.. N. I. 5 July , 7 Aug. iJ42.
(s) Vader!. Hift. V. Deel, bl. %zz.
(t) VELiuS Hoorn, tl. 143.
\u) Vaderl. Hift, V. Deel, il. 22j, 230.
|
|||||||||||||||||||||||
lHi
|
||||||||||||||||||||||||
met oogmerk om hem te ligten en te ver-
voeren, 't Volk, in merkelyken getale op de been geraakt, riep dat zulk geweld flreedt met de voorregten der Poorteren, en wilde den Ontvähger te lyve, die nog, ter naau- wernood, door de Wethouderfchap, ver- dagtby't volk van hem de hand te zeer bo- ven 't hoofd te houden, gebergd, en heime- lyk ter Stad uit gelaaten werdt. Het Hof van Holland vaardigde , federt, Meefter Kornelis Suys herwaards af, om onderzoek te doen op deeze beroerte. Men deedt 'er der 'Landvoogdeffe verflag van , die zig zeer misnoegd toonde, om dat men's Kei- zers Amptenaar, met fchande, ter Stad uit gezet hadt. De Wethouderfchap verant- woordde zig , ten befte mogelyk. Doch Vrouw Maria liet zig niet dan met moeite te vrede ftellen (/). OndertmTchen , zag men, uit het gene te Amfterdam gebeurd was, hoe veel zwaarigheids het geweldig- lyk heffen van het Verlofgeld naar zig ftondt te fleepen. De Landvoogdes deedt dan voorflaan, dat zy 't zou afichaffen, zo men den Keizer,tegen 't nadeel, dat hy 'erdoor lyden zou ,vyfentwintigduizendguldens vol- deede. De Staaten beflooten hiertoe geree- delyk, en men kwam overeen, dat Amfter- dam , als het meefte belang by het affchaf- fen van 't Vefiofgeld hebbende, een der- de van deeze vyfentwintigduizend guldens vooruit betaalen zou, en dat de overigen twee derde over 't gemeene Land zouden Worden omgeflaagen. Op deezen voet, werdt Holland en Amfterdam in 't byzonder, in de Lente des jaars 1542, wederom, voor eerft, van 't opbrengen van 't laftig Ver- lofgeld ontheeven (m). De Koning van Frankryk, zig met Zwee-
den, Deenemarke en Gelder verbonden hebbende, hadt Keizer Karel, in May des Jaars 1541, wederom den oorlog verklaard; doch de vyandelykheden nog niet openlyk begonnen. De Landvoogdes hadt, ter deezer gelegenheid, eene Bede aan de Staaten van "o 11 and gedaan van vyftigduizend guldens *erftond, of tagtigduizend guldens, als't open- baar oorlog werdt. Amfterdam en eenige an- dere Leden vonden deezen eifch onredelyk; doch ftemden tot voorbetaaling der reeds ^gewilligde Bede van honderdduizend gul- ^ns 's jaars. Maar de meeften verftonden c anders, naar welker gevoelen, de Land- yo°gdes de Akte van bewilliging deedtop- alen («). t Leedt niet lang, of de oorlog ontftak
openlyk. De Konjng van Deenemarke l00t de Zont, en nam veele Hollandfchè
(«) VadRed.VH7ftDiR GOT,sKtgL&.il.ll4,3ls,iz6,}z7.
(») Vadeil. Hift". v d"1,' {l; z°7-
' »• Oeel, tl. zi« , 217, "°.
|
||||||||||||||||||||||||
I542.
Amfter-
dam. |
||||||||||||||||||||||||
tvvX
|
||||||||||||||||||||||||
Ä
|
||||||||||||||||||||||||
Dag-
vaart der Water- lieden aldaar. Andere
Dag- vaart te Amfter- dam be- legd; doch niet gehou- den. |
||||||||||||||||||||||||
SS
fis |
||||||||||||||||||||||||
De Stad
bewilligt
|
||||||||||||||||||||||||
K
§
|
||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||
254
|
||||||||||||||||||||
ftraat verfcheenen. Voorts, werdt het hou- 1543*
den van heimelyke Vergaderingen , op nieuws , ftrengelyk verbooden (z). Vier Vief 5. vrouwen Aaf en Ne el Jan Verburgens Dog- V°fe tets , Duif Jans Dogter , Huisvrouw van ^V60 Ham Kraag, en Anna Jans Dogter, Huis- gehafl' vrouw van blaawmen Willem, Kooman Jan neu- . Klaaszoon , een' Leerling van Menno Si- l& monsz, in zulk eene Vergadering, eenige deelen der Schriftuure, naar zyn begrip, hebbende hooren uitleggen, werden, den negentienden January des jaars 1544, voor altoos, uit de Stad en derzelver Vryheid gebannen, met verlof om 'er, niet dan op den elfden May , zynde den ingeftelden dankdag over de zege, in 't jaar 1535, op de Herdoopers behaald, te mogen inko- men ; mids zy dan, blootshoofds en barre- voets , met een ponds Waskaarfe in de hand, den plegtigen ommegang verzelden («). Doch 't berigt,wegens eenen nieuwen aan- flag der Herdooperen , fchynt ongegrond geweeft te zyn, of heeft ten minfte geen { gevolg gehad. Alleenlyk vindt men, dat T1^/ 'er, den negenentwintigften January, nog we- *°^' derom twee Herdoopers, een van welken& zevenentagtig jaaren oud was ,onthalsdzyn, waarna hunne rompen op raden gelegd, en hunne hoofden op ftaaken gezet werden (£). Een van deezen twee was de gemelde Jan Klaaszoon, die zyn werk gemaakt hadt van het doen drukken en verlpreiden der Schrif- ten van Menno Simonsz (c)- *? Keizer Karel was, na 't fluiten van't Ver- Pe,;^ dragvan Venlo, ook met Chriftiaan den III., Ä1' Koning van Deenemarke, in onderhandeling ,#$' getreden over de herftelling der Vrede. De ja^ Regeering van Amfterdam zondt, zo dra #°'V' zy hiervan kennis kreege, haaren Penfiona- ^/S ris, Meefter Floris van Hongaar de, om den #,&» Keizer te verzoeken, dat hy, by 't fluiten, ie0^ wilde zorg draagen, dat Koning Chriftiaan ^V' zigverbonde,om de Stad teherftellen indeel* voorregten van Koophandel, die haar, door de voorige Koningen van Deenemarke, ver- leend waren (d). En deeze bezending hadt het gewenfehte gevolg. Een der punten van 't Verdrag van Vrede, welk den drie- entwintigften May te Spiers getekend was, behelsde de uitdrukkelyke beveiliging van Amfterdam in alle de voorige Privilegien O): waarvan, op Chrifidag, of den vyfen- entwintigften December des volgenden jaars 1545»
(z) Keutb. E. ƒ. 99 ver/0.
(a) Agttr 't Keurb. E. ƒ. 237 \b) Zie CoMMELIN II. 9+3. (e) Sententieb. van 15 OZlot. IJ13. ut 19 'Maart i;61'
f. 124. (d) Vaderl. Hift. V. Deel, il. 263.
(e) II. Privileg, boek, ƒ. 70 verfi. Vtiei\avjSi DU Mol"
Corps Dipl. Tom. IV. P. II. p. 274. |
||||||||||||||||||||
j^o van alle uitgaande Koopmanfchappen, een
«•derom tienden van de inkomften der vafte goede- gereede- ren, in een tienden van de winden der Koop- Jyk in luiden. Men bewilligde, in February des verfchei- voIgenden jaars, mec veel moeite in den Sen honderdften penning; doch flegts voor een jaar. De twee tienden wilde de Landvoog- des 'voor honderd en vyftigduizend guldens laaten afkoopen. Amfterdam en eenige andere Steden booden honderd en twintig- duizend guldens. Doch Amfterdam werdt het niet eens met de Landvoogdefle, en de Staaten werden, eerlang, gedrongen om in de twee tienden,in eene buitengewooneBe- de van negentigduizend guldens, en in eene leening van zesduizend guldens te bewilli- gen. Amfterdam in 't byzonder hadt, ten deezen tyde, den naam ten Hove, dat het altoos zyn beft gedaan hadt, om aan de Keizerlyke Beden te voldoen. Ondertus- fchen, maakte het bewilligen in zo veele Beden het opftellen van nieuwe Importen noodzaakelyk, die, met den aanvang des volgenden jaars, alomme, in Holland wer- den ingevoerd (v). Bevel om Het Verdrag van Venlo van den zeven- de bui- den September des jaars 1543, waarby Gel- ten tim- der en Zutfen aan Keizer Karel denV.wer- meraad- den afgefl;aall (V), verzekerde Holland, en brêeken. Amfterdam in 't byzonder, voor altoos,te- ' gen de Gelderfche vyandelykheden, waar- van deeze Stad , dikwils , veel geleeden hadt. In July deezes jaars , fcheen men hier nog bekommerd voor eene overrom- peling: waarom 'er wederom eene Wapen- fchouwing gedaan werdt (x). Ook was , al vroeger, gebooden, alle timmeraadjenbin- nen de zeftien roeden buiten de Stads muu- ren af te breeken: welk gebod, niet volko- menlyk ter uitvoeringe gebragt zynde, nog in't jaar 1545, fchoon 't gevaar van den kant der Gelderfchen toenvoorby was,wel uitdrukkelyk herhaald werdt (y). Zore al- °P 't einde des JaarS l54-q' kree§ de
daar te- Wethouderfchap, hier ter Stede, berigt, gen eene dat de Herdoopers en andere Seelen weder-
nieuwe onl voorhadden de Stad te overvallen, en
°eeming het bloed te wreken, welk zy zeiden, hier,
der'tïer- onnofelicken geflort te we/en. 't Geregt be-
doope- val, derhalven, op den drie-entwintigften
|
||||||||||||||||||||
ren.
|
||||||||||||||||||||
December, dat alle waarden, waardinnen
en andere Poorters hunne vreemde gaften,
nog dien avond, bynaame, aan den Schout
moeften komen opgeeven, en zorg draagen,
dat die gaften niet dan ongewapend op
(v) Refol. Vroedfch. N. I. 17 Fel/r. 12 Maart, 14 May
|
||||||||||||||||||||
J543
|
Keurb. E. f. 100 ver/o. Vaderl. Hm.V.Deel, «.243 ,
|
|||||||||||||||||||
^w^Gttmt Gücl Plakaatb.I. Deel, Prilim. PunS c. 10.
(x) Keurb. E. ƒ. 90.
(y) Refol. Vioedich. N. I. t 7"h U«. Handy, tl.
1005, looj. |
||||||||||||||||||||
SCHIEDENISSE N.
|
|||||||||||||||
VI.
|
|||||||||||||||
>OÉK.
|
|||||||||||||||
^55
|
|||||||||||||||
„ geeven: ten welken einde, de Stad« ge- 1545,
„ lyk te vooren meermaalen gefchied was, ., in zeven Kwartieren of Wyken verdeeld ,, werdt, drie aan de oude, en vier aan de „ nieuwe zyde: in ieder van welken, twee ,, Kwartiermeelters, uit de .Regeering en ,, deftigfte Burgers, werden aangefteld (!)." Het vervolgen der Onroomfchen ging, fe-Vervol- dert, voort. Quiryn Pieterszoon van Gronin- ging« ge«'werdt, op den zeltienden April, als be- hoorende tot de gezindheid der Herdoope- ren, verbrand (jii). Zekere Anna Mickers, die fomtyds niet wel by 't hoofd bewaard geweeft was, hadt deezen Quiryn, en Jan Klaaszoon, van wien wy boven («) fpra- ken, fomtyds, hooren leeren, eil gaf,des- wege voor 't Geregt ontbooden, geen vol- doend berigt van haar geloove Omtrent het Sakrament des Altaars. Zy werdt dan op- de S. Olofs Poort gevangen gezet: daar zy, twee jaaren gezeten hebbende, middel vondt
om te ontkomen; doch zy werdt, eerlang; agterhaald , en op den twee-entwintigften
Juny des jaars 1547, verweezen , om een half uur op 't fchavot te liaan, honderd guldens aan boete te betaalen , en drie jaaren buiten de Stad en de Vryheid der- zelve te blyven, zonder 'er wederom in te komen, dan na dat zy bewees, dat zy,een jaar agtereen, in een Kloofter of ander gees- telyk gefügt, gewoond hadt (0). De duurte van 't Kooren gaf, in Oclober De uit«
deezes jaars, gelegenheid tot een Plakaat, ,voei' val1 waarby de uitvoer van het zelve verbooden ^Sore" werdt (/>). Nogtans fchynt dit Plakaat te ycui' Amfterdam niet afgekondigd, of naderhand wederom ingetrokken te zyn (q). Immers ß«1^ fommigen hebben aangetekend , dat de §gnSrj^ Landvoogdes, in dit jaar 1545, iemantnaar D;rjcs. Amiierdam zondt, om op te neemen, hoe zoon be- veel voorraad van Kooren nog by de Stad fcb«l- ware; dien hy zo overvloedig bevondt, dat d'sd* de uitvoer, ten deezen tyde, vry bleef; fchoon Burgemeefter Henrik Dirkszoon,naderhand, nagegeven werdt, hoe hy hadt weeten te beltellen, dat de Koorenkoopers twee las- ten voor een opgaven. Doch deeze be- fchuldiging heeft men, den Regte genoeg, niet konnenbewyzen (f). Hoe 't zy,de uit- voer van Graanen bleef, ten deezen tyde, nog vry, tot groot voordeel van den Ara- fterdamfchen Koorenhandel. Men kreeg zelfs verlof van den Keizer, om den Pro- cn-
(l) Keurb. É. ƒ. 114.
(m) Sententieb. van 15 OU. ijïj. tat 1» Maart ijs-,
ƒ. I3+. Zie ook COMMEilN il. 94*.
(«) Bladz. 2J4. , ,
(0) Keurb. E. ƒ. 12« vtr/t '» *£ter t zelve f. ïjr,
lp) Repert. bl. $%. ''*.
(q) Refol. Vroedfch. N. ï. 9 Aprd ij45.
(r) Hooït Nederl. Hift. II. Boek, il. «i,
LI
|
|||||||||||||||
$44- 15 \ 5, byzondere brieven verleend werden
(ƒ). Midlefwyl, was het fluiten der Vrede met Deenemarke, in Holland, en vooral te Amfherdam, met groote vreugde gevierd: gelyk ook gefchiedde, na dat, op den agt- tienden September, de Vrede metFrankryk te Crespi getekend was (g). f^^cr. De Keizer hadt toen de handen ruim, om den oorlog met de Proteftanten in Duitfch- jot^ land te beginnen, gelyk hy, in't jaar 1545, J°ften deedt. Tot de koften van deezen .oorlog, $ den werden den Staaten vanHolland zeshonderd- t&in duizend guldens, in vier jaaren op te bren- "1" gen, afgevorderd. En Amfterdam was van de gereedften, om in deeze Bede te bewil- ligen (/'): 'c we'k alleen genoeg deedt zien, dat men, hier ter Stede, ftrenger werdt te- %. gen de Hervormden. Keizer Karel ook, Waarfchynlyk om de gereedheid der Stad te beloonen, en zekerlyk om haar in Haat te {lellen tot het verder vervolgen der On- roomfchen, vermeerderde haar ban- en vang- regt, welk te vooren flegts tot duizend roe- %, den buiten de Vryheid uitgeftrekt geweeft S *n" Was, by brieven van den zesden February l|a4' ,^es Jaars J54+ [x545]' tot °P eenemyl in |
|||||||||||||||
t ronde, buiten haare uiterfte Veften, mids
Oj)^ tot haar Officier de gevangenen, terftond ,
\\ jj?e -deedt overleveren aan den Officier der Plaat-
^14 **e' waar dezelven gevat waren. Voorts,
blykt uit deeze brieven, dat de uitbreiding
Van het ban- en vangregt begeerd was „ op
s, dat men te beter mögt können beletten
3, de Vergaderingen van Lutheranen, Ana-
3, baptiflen ende andere vertwyfelde menfchen,
35 die omtrent der Stede, by nachten ende on-
«> tyde, ep de Dorpen ende andere Huyfen,
si flaende buyten der Stede Vryheyt, gehou-
\ 35 den werden (/)."
j.von £ Ten deezen tyde, werden de uproerifche
ti^'^o. e&e der Wederdopers , de aanhangelingen
{fit ^ie * an Dnvid Jorisz. en van Jan van Baten-
v^Cl i?r£ ' ^e a^en we^ uitdrukkelyk van de
«5S- Wenniflen, of navolgers van Menno Si-
V*er- ??nsz-• onderfcheiden werden, uit Oofl-
riesland verdreeven (k). De Regeering van
^fterdam, voorziende dat veelen van dee-
* menfchen zig, veelligt, herwaards begee-
en zouden, beval, by eene Keure van den
kalfden Maart „ dat niemant zulke lui-
3> den zou herbergen; maar dat elkze, in
5> tegendeel, zou aanbrengen, zo hy wift
" ^aar zy zig onthielden. Ook moeflen
* ^e inkomende vreemdelingen zig by de
55 bartier- of Wyhneeflm der Stede aan-
(f) Handv. hl. „. [s ,
(>•) Handv «*; V-,/>»•• il. 283.
<k) Zie de 0,A 5- f*1-] Q'V's Hift. van rwu-n" van Graavinne Anna in E. BENIN« T Q T TT Tr tV' Botk ' Cap- CXXIX' *•• V-l<
|
|||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||
i$6
|
|||||||||||||||||||||||||||
Witvifch, netten met veel enger maazen t$4ï
plagten te gebruiken, en nog gebruikten: en dat deeze vifïchery bedorven zou zyn, zo zy genoodzaakt werden, de maazen hun- ner netten, tot op vyf duimen, teverwyden. De Keizer begreep dit,, en veroorlofde den Amfterdammeren en anderen „ tot hunne „ vifïchery te gebruiken de netten, die zy „ 'er van ouds toe plagten te gebruiken; „ doch geene Cheynetten of Seynerie. Ook „ mogten zy den gevangen viich niet flee- „ pen, noch verfmoorden vifch aan land „ brengen , om daar te laaten bederven. „ En zo zy zig op de groote Viiïchery wil- „ den toeleggen , moeften zy netten ge» „ bruiken, welker maazen vyf duimen wyd „ waren." De brieven, hiervan verleend, waren, den twaalfden November des jaars 1547, te BnüTel getekend (10). Die van 0st OverylTel klaagden, niet lang hierna , ten nfi1 q- |
|||||||||||||||||||||||||||
cureur * Generaal, die 's Keizers regt, om
den uitvoer van 't Kooren te verbieden, en niet dan onder 't betaalen van Verlofgeld toe te laaten, voorftondt, te betrekken voor den Grooten Raad van Mechelen: daar elk zyne belangen inbragt, en eindelyk,by ee- ne Uitfpraak van den dertienden OÄober des jaars i54§ 5 verklaard werdt „ dat alle uitheemfch Kooren uit Holland zou
|
|||||||||||||||||||||||||||
1545.
|
|||||||||||||||||||||||||||
;>
|
|||||||||||||||||||||||||||
mogen gevoerd worden, zonder eenigen
'„ ongewoonen Impoft of Verlofgeld fchul- „ dig te zyn (j)." In 't voorleeden jaar 1544,hadt men,te
Amfterdam, de goederen van eenen Ant- werpenaar gcarrejïeerd. De Brabanders, ver- ' meenende, dat zy, volgens de gouden Bul- Ie van Keizer Karel den IV., in perfoon noch goederen, bekommerd mogten worden in Holland, namen dit zo euvel, dat zy 'er een pleit om aanvingen voor den Grooten Raad te Mechelen. En terwyl dit onafgedaan hing, deedenzy, in't jaar 15 46, twintig Amfter- damfche Poorters, en daaronder den Bur- gemeefter Nikolaas Bafliaanszoon, die,in de Lyft der Regeeringe, Claas Henricksz. Bas- gen genaamd wordt, te Antwerpen, arres- teeren (0- Men droeg, terftond, zorg, dat deeze Poorters geflaakt werden. Doch het gefchil tuffchen Brabant en Holland bleef onafgedaan, tot in 't jaar 1550 (u). En toen deedt Keizer Karel de V. uitfpraak , dat het voorregt, den Brabanderen by de Gul- den Bulle gefchonken, zig niet over Hol- land uitftrekte (u). De Keizer hadt, in den aanvang des jaars
1545, ten behoeve der Landen van Utrecht en Overyfifel, O&roi verleend , dat nie- mant, voortaan, in de Zuiderzee, zou mo- gen viflchen dan met netten, welker maa- zen ten minfte vyf duimen wyd waren, en waarin, gevolgelyk, niet dan groote vifch gevangen kon worden. Men hadt dit Oc- troi, in Overyflel en elders, afgekondigd. Doch in Holland werdt 'er zwaarigheid in gemaakt. De Stad Amfterdam, welker in- gezetenen zig nog, gelyk vanouds,gedeel- telyk , geneerden met de verfche Vifch- vangft, eneenige andere Steden vertoonden den Keizer, dat zy, oudtyds, tot het van- gen van Aal in den Zomer., en tot het van- gen van Poft., Voorn , Spiering, Haring,, waarvan de Ybokking gedroogd werdt, "in den Winter; midsgaders.,tot het vangen van Aal, Nebbelink genaamd, Garnaalen, Snoek, Baars, Blink, Karper, Braasfem en anderen (s) Handy. II. <>z.
(t) ADRIAAN VAN DEK GOES Rcglft, ep't Jaar is*6.
il. 7, 8. (u) Vciderl. Hift. V. Deel, hl. 3J0.
(v) Zie de Sententie., by 130UT val) CÏe Arreften in z;>te
Waken II. Deel, il. 452. |
|||||||||||||||||||||||||||
Twintig
Amfter- dam fch e Poorters te Ant- werpen gearres- teerd. |
|||||||||||||||||||||||||||
I546.
|
|||||||||||||||||||||||||||
Hove,dat de VilTchers van Amfterdam opv
|
ie<f
|
||||||||||||||||||||||||||
hunne kuften kwamen vifïchen, met enger "
netten, dan by het Plakaat van den jaare 1545 bepaald was. De Raad van Staate te Brufïel fchreef hierover aan de Regeeringe van Amfterdam, op den zevenden Februa- ry des jaars 1547 [1548] (ar). My is niet voorgekomen wat hierop geantwoord werdt; doch 't is te denken, dat men niet zal ver- zuimd hebben, zig te beroepen op hetOc- troi, waarvan wy zo even fpraken. Maar die van OverylTel, hiermede niet voldaan, deeden, federt, de netten van Jan Jans- zoon, Poorter van Amfterdam, aanflaan door den Schout van Yffelmuiden : waartegen men , te Amfterdam , beflag leide op de penningen,gekomen van zekere olTen,door den gemelden Schout, hiej ter Stede, ver- kogt. Doch op den negentienden Decem- ber des jaars 1548, fchreef de Landvoogdes aan de Wethouderschap, dat zy dit beflag moeft afdoen (yj. Of dit gefchied, en den Amfterdammer VilTcher , daartegen, ook eenige voldoening gegeven zy, is my ner- gens gebleeken. In 't jaar 1564, kwam 'er diergelyk fchryvens van 't Hof te Bruflel aan die van Amfterdam, met klagte over't gebruik van te enge netten (2). Doch ik vind niet, dat 'er, federt, over de wydte der Vifchnecten, met die van Overysfel, verfchil geweeft is. In 't jaar 1559, werde by den Grooten Raad te Mechelen geoor- deeld, dat de Steden van Holland, langs de Zuiderzee gelegen en zig met de vifïche- ry geneerende, niet mogten vil] chen in detf mond der Riviere van Overyflel, noch op (v>) Handv. */. ao. [6+ ]
(x) Oude Kerk, Laaie XXXIV. (yj Oude Kt'rk, Laade XXXfV. (z) Oude Ketk, Lande XXXIV. |
|||||||||||||||||||||||||||
Ordon-
nantie op de verfche Vifch- vangft, ten be- hoeve van Am- fterdam 1547-
|
|||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vi. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
2 57
|
|||||||||||||||||||||||||||||
I547. de Kamper zanden, op de diepte van drie
en een halve ellen waters by gemeenen vloed, noch ook in 't zwarte Water of mond der Vegt,van de Vorft af opwaards naar Gee- nemuiden toe, van het eene Land tot het andere (#). Op den zevenden December deezes jaars
|
|||||||||||||||||||||||||||||
flooten, de Haringvaart te ftaaken, en de i^g
buizen op te leggen (d). ■>^y' De Koning van Deenemarke, Chriftiaan Verfchil
delIF., hadt, onlangs goedgevonden, demetDec- Zontfche tollen merkelyk te verhoogcn(»;nemaTke en tol te vorderen van Wyn en Bier,waar'Zon^8" van, tot nogtoe, niets betaald geweeft was. fchen tol. Ook hinderde hy de Hollanders in den Noordfchen Houthandel. Amfterdam gaf van 't een en 't ander kennis, op eene Dag- vaart van Holland, in 't begin deezes jaars 1549. Ook wift men, ten Hove, te wege te brengen, dat Stratius, Raad in Gelder- land, uit 's Keizers naam,naar Deenemar- ke gezonden werdt, om over deeze nieu- wigheid te klaagen. Amfterdam voegde Amfter« hem Sybrand Pompt jus Occo, Oud-Schepen dam. en Raad, toe, die op koften van 't gemee- ™.t ne Land medereisde. De Stad bewilligde, „aar dat eerlang, m eene verhooging van tol vanRyk. twee en een half tot drie, op welken voet men, zo ik meen, overeenkwam (ƒ). Am- fterdam zette zyne Scheepvaart, dit jaar, fterk voort; doch niet zeer gelukkig. Men vindt aangetekend, dat de ingezetenen wel Zeefcha- veertig fchepen, doorftorm en andere ram- -!e der pen, verlooren hebben (g~). r^en!2^" Keizer Karel den V. geraaden gevonden prins fï-
hebbende, zynen Zoon, Prins Filips, als toe- Ups toekomenden Heer derNederlanden, te doen wordt toi inhuldigen; zo begaf die Prins zig, ondertoek?" anderen, in September deezes jaars, naarGraave Dordrecht, alwaar de Staaten van Holland van Hol- befchreeven waren, die zynen eed ontvin-land ift- gen, en hem getrouwheid zwoeren, op den ^h,uI" zesentwintigften der gemelde maand. In 's Prinfen eed, was aanmerkelyk, dat hy alle de Privilegien, die door de Graaven en Graavinnen , zyne Voorzaaten , gegeven waren, zonder eenige uitzondering te maa- ken, beloofde te zullen onderhouden (/;). Filips vondt, federt, goed, zig ook,in de voornaamfte Steden van Holland, en onder anderen te Amfterdam, voor toekomenden Graave, te doen ontvangen. De Regeering, Hy komt hiervan kennis gekreegen hebbende, fteide
te Ara-
de noodige orde op 's Prinfen inhaaling, by fterd»ffl- welke, alle de Schutters der drie Schutte- ryen in 't wit gekleed moeften zyn. 't Ge- regt zondt ook, aan fommige Schutters, handfehoenen: en deezen moeften de Ven- dels by de inhaalinge draagen. Voor 's Prin- fen aankomft, werdt de fchuttery gemon- fterd, op twee kampen lands, buiten de Re^
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Nft
|
1547, werdt aan Burgemeefteren van Am-
|
||||||||||||||||||||||||||||
fterdam ter hand gefield, om by der Stede
et on. Privilegien , en op gelyk gevaar met de-
zelven, bewaard te worden, de oorfprong- |
|||||||||||||||||||||||||||||
s lden
Cadte
s!aate*
|
|||||||||||||||||||||||||||||
kelyke overeenkomft tuflehen die van Sloo-
ten, Slooterdyk, Ooftdorp, Hoatrak, Po- lanen , de Geer, 't Hof-Ambagt, Spaarne- woude, met de gemeene dykpligtigen tus- fchen Amfterdam en Spaarnedam, ter ee- |
|||||||||||||||||||||||||||||
ner, en de gemeene Ingelanden van Ryn-
land, ter anderer zyde, over het onderhou- den van den dyk tuflehen Amfterdam en Spaarnedam. De Acle, waarby dit blykt, en de Overeenkomft zelve , die omtrent Paafchen des jaars 1544 getekend is, zyn beide onder de Privilegien der Stad, in de Oude Kerke, Laaie VII. weggelegd. De Schotten hadden,reeds van den aan-
vang des jaars 1544 af, eenige vyandelyk- heden ter zee gepleegd tegen de ingezete- nen der Nederlanden: die, allengskenstoe- neemende, in January des jaars 1548, aan de Stad Amfterdam gelegenheid gaven, om ter Dagvaart van Holland voor te flaan,, dat j, men op de beveiliging der Scheepvaart „ behoorde verdagt te zyn."Zy fcheen zig zelfs wel te willen bel aften met de uitrufting van eenige Oorlogsfchepen, zo de Staaten haar, daartoe, met agtduizend guldens, on- derfteunen wilden. Doch 't blykt niet, dat hierop iet beflpoten werdt. Tot beveiliging der Haringviflcherye alleen , werden vyf fchepen ten oorloge uitgeruft. 't Gemeene Land droeg zesduizend guldens tot de kos- ten Qi), en de Reedery het overige. De agterlykheid der Leden, om in de koften van 't beveiligen der Scheepvaart te draa- gen, maakte de Stad Amfterdam, federt eenigen tyd (<r), en zelfs nog in 't volgen- de jaar, ook ongereeder, om iet op te bren- gen tot beveiliging der Haringviflcherye; waarby deeze Stad thans weinig of geen be- lang hadt. Zy merkte aan „ dat de Koop- jj vaardy zo voordeelig voor 't Land was, « als de Viffchery; dat de Staaten egter, s> voorleeden jaar , geweigerd hadden de 3j Koopvaardy te beveiligen; waarom zy »> nu ook, in 't beveiligen der Viflcherye, 3> niet bewilligen kon." Ook werdt toen be- I J ^eiol. Vroedfch. A'. I. 12, IS July, * Aug. 15*7.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
%.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
(d) Vaderl. Hift. V. Deel, il. 34'-
(t) Refol. Vroedfch. N. I. 9 Jan ist-%. <f) Refol. Vroedfch. N. I. 7» 10 Se?1' 'J49. Hift. V. Deel, il. izl- , ,, (g) Vaderl. Hift. V. Deel, bl, 3J&. (h) Handv. bl. »C. LI 2
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vaderl,
|
|||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||
258
|
||||||||||||||||||||||||||||
maaker, Me ins je Heffels, zyne Huisvrouw, 154?'
Jan Gerritszoon , Bezemmaaker, Margriet Barends, zyne Huisvrouw, Jakob Klaaszoon, Snyder, Wein Pauwels,Huisvrouw van Pie- ter Dirkszoon, Elizabeth Pieters, haare Dogter, Gaaf Janszoon, Klaas Sibboltszoon van Sneek, Klaas Dirkszoon, Aagte Dirks, zyne Huis- vrouw , Jakob Geleinszoon, en Katryn El- beft s dogter, zyne Huisvrouw (o). In April des jaars 1550, kwam'er we-Een
derom een fcherp Plakaat uit in Holland , vrou^
waar by allen Officieren gelaft werdt, den P^o»'
|
||||||||||||||||||||||||||||
Reguliers poort. De havens der Stede wer-
den opgeruimd, en andere fchikkingen ge- maakt.De Prins kwam te water in de Stad, van den Y-kant, door het Damrak, op den ceriten Oftober, en deedt, des anderen- daags, den eed van inhuldiging op het Stad- huis"©, die hem, door den jongden Bur- gemeefter, Jooft Sybrandszoon Buik,afge- nomen werde (£),ten aanfehouwen vaneen groot getal ingezetenen, die voor 't Stad- huis vergaderd waren. De Prins vertrok, dien zelfden dag, nog naar Utrecht (/). Amfterdam hadt, reeds eenige maanden te vooren, bewilligd in een gefchenk vanvyf- tigduizend Filips guldens, welk hem, door de Staaten van Holland,gedaan werdt (/«). De vervolging der Onroomfchen ging nog flerk in zwang, hier ter Stede. Omtrent deezen tyd of wat eerder, werden Jakob de Gelderfchman én Dirk Pieterszoon Smuel, die hier gevat en in den Haage gevonnift waren , wederom herwaards gevoerd, en voor 't Stadhuis verbrand. En in 't begin deezes jaars 1549, zaten, hier ter Stede, om- trent twintig Doopsgezinden in hegtenis, die, op zekeren nagt, op zes mannen en drie vrouwen na, uit de gevangenis ontkwa- men. De overgebleevenen, behalven eene zwangere vrouw , werden allen, den twin- tigften Maart, ten vuure veroordeeld. Zie hier hunne naamen: Pieter Janszoon, To- bias Que ftincx ■> Schoenmaakers, Jan Pen- newaarts van Loenen, Gysbert Janszoonvm Woerden, Ettert Janszoon, Kleêrmaakers, Lukas Michielszoon van Dordrecht, Glaze- maaker, Barbara Tieleman van Dordrecht en Truyken Boem, Dogter van Willem Boens. De bevrugte vrouw, verloft zynde, werdt krankzinnig, en om die reden in een Dol- huisje opgeflooten. Jakob Klaaszoon van Landsmeer, en Cecïlia Jeronimus Dogter, zyne Huisvrouw, werden, den negenden No- vember , hier ter Stede, ook om Ketterye verbrand (n). Zulk eene ftrengheid bragt te wege, dat veelen, ten deezen tyde, de Stad verlieten, die, als verdagt van Ketterye, ingedaagd, en toen zy niet verfcheenen, ge- bannen werden: 't welk in deezen jaare het lot was van eenentwintigperfoonen,te wee- ten, Aaltje de Waal, Aalt je Egberts ofMos- tert, Annetje Lenerts dogter, Kornelis Elberts- zoon, Dirk Pieterszoon, Katryn Jans Dog- ter t. zyne Huisvrouw, Gysbert Janszoon, Elsje Ruiters, Jan Jakóbszoen, Harnafch- (») Refol. Vroedfch. N. I. 15 Sept. ij+o. Keurb. E.
ƒ. '149 verfo, ijo verfo, 15i, tszverfi. Oude Kerk, Laa- dt XI. (k) Lyft der Regeer, op 't jaar is+9.
(I) Vide Matth. de Nobil. Libr. u. p. 73 8.
(m) Refol. Vroedfch. N. I. 18, 26 Maart IJ49.
(») Sententie!), vams 03. IJ23 tot 19 Maart IJS7. /. HS,
17* verft. Zit ook. Commelin il. 944, s+j, 94«. |
||||||||||||||||||||||||||||
1549-
|
||||||||||||||||||||||||||||
Inquifiteuren behulpzaam te zyn, in het op- i
|
en •
|
|||||||||||||||||||||||||||
zoeken van verdagte Ptrfoönen. Den aan- een
brengeren werdt de helft van de goederen man5Per< der veroordeelden beloofd (p) : 't welk vee- f'oonj len tot aanbrengers maakte, die 'er anders ',?o- geene gedagten op gehad zouden hebben, Anneken Boons, Dogter van Matthys Boons, . zig, te Antwerpen, door Gillis van Aken, hebbende laaten herdoopen, was, hier ter Stede, reeds te vooren , op den derden Maart, verdronken (q). Reyer Dirkszoon, Schuitevoerder, werdt, zwaar gepynigd zyn- de, ook hier, in Auguftus deezes jaars,om zogenaamde Herdooperye, verbrand (r). Tegen den derden Oftober, werdt Arn- ^m0'
fterdam, nevens eenige andere Steden,zig dam*ei' met de Lakenbereiderye geneerende, door fchy11^ 't Hof van Holland ,in den Haage befchree- °P ^j'1 ven, om te antwoorden op de klagten, die0^er # uit Duitfchland over de wolle Lakenen ge- Lai;^ daan waren. Men wees , op deeze Dag- neei'ilV vaart, aan „ dat byna geene Lakenen uit Se- „ Holland naar Duitfchland verzonden wer- „ den, behalven eenigen van Amfterdam; „ dat de meefte Hollandfche Lakens grove „ Lakens waren; dat te Delft alleen een „ klein getal van puiken of fynen gemaakt |
||||||||||||||||||||||||||||
Strenge
vervol-
ging » hier ter Stede. |
||||||||||||||||||||||||||||
Agt per-
foonen ver- brand. |
||||||||||||||||||||||||||||
Nog
twee. |
||||||||||||||||||||||||||||
•»
|
werdt, die allen binnen Holland gefieeten
|
|||||||||||||||||||||||||||
werden; dat de Lakens, hier te Lande, al-
„ len door gezwoorenWaardeins gekeurd en „ gelood werden; en dat het bedrog, waar- „ over men in Duitfchland klaagde, meeft „ viel in de EngelfcheLakenen,die alleen „ op 't oog van den Koopman gemaakt „ werden , zonder gekeurd te zyn." De Raad van Staate te BruiTel kreeg, federt, kennis. van deeze aanmerkingen der Ste- den (s), en ik vind niet dat de Duitfche klag- ten , ten deezen tyde, eenig verder gevolg gehad hebben. ,■ Met Schotland was, al van 't jaar 1545 w^'
af, gehandeld over eene Vrede, en tot de met han-s
(o) Keurb. E. ƒ. 148t 1+8 verfo , itj.
(p) Repeit. il. &z.
(q) Sententieb. van ij OB. ijï3 tot 19 Maart 1*67. f. 177.
(r) Sententieb. als boven f. m. Zie ook. ComMeliN
il. 946. O) Z'e J' DE Riemer Befchr. van 's Graverihaee ï.
Deel, II. Stuk, il. etS, |
||||||||||||||||||||||||||||
Eenen-
twintig gevlug- ten ge- bannen. |
||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSE n.
|
|||||||||||||||||||||||
VI. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||
*59
|
|||||||||||||||||||||||
l5So.
|
|||||||||||||||||||||||
„ van Burgemeefteren («).*' En 0p den t??i
agtften April deezes jaars 155r t werdt, " door het Geregt, aan den Eigenaar der Kruidmaakerye , die nu gefprongen was , toegeftaan, zyn kruid, tot aan S. Jans Mis- fe, dat is, tot aan den vierentwintigftenju- ny toe, te mogen maaken en houden in zyn' tuin buiten de Haarlemmer Poort (x). In 't volgende jaar, kreeg hy verlof, om op zyn vporig erf een kruidhuis te zetten (y). De oorlog met Frankryk gaf wederom ge Beden,
legenheid tot het verzwaaren derBeden. InHan-d- January des jaars 1552, werden tweehon-ftede" derd duizend guldens van Holland gevor-ge , derd: in welken eifch, fchoorvoetende,be- 1;>^x" willigd werdt. Men vondt de helft op de Schildtalen: vyftigduizend guldens uit een Haardftedegeld van zes ftuivers, waarin Am- fterdam van de eerften bewilligde, en de overige vyftigduizend guldens, uit verkog- te Losrenten , tegen den penning twaalf: van het Haardftedegeld kwam tuiïchen de zevenendertig- en agtendertigduizend gul- dens ; doch, in de Lyft van het zelve, wa- ren fommige Vlekken en Piaatfen niet uit- gedrukt (s). Op den zesden Auguftus, werden weder- Zes
om zes mansperfoonen, hier ter Stede, ver-. Doops- brand, te weeten LievynjfanszoonvanGend,se2,mdsn Weever , Meinard Hermansz van Balck, brand. H0ux.za2.ger,PieterTymansz van Zutfen, voor- heen Kuiper, en nu Boekbinder, ReyerEg- bertszoon, der Stede Poorter, Henrik Jn~ toniszoon van Leiden, beide Weevers, en Klaas Gerbrandszoon van Wormer. De laat- fte hadt, voor meer dan tien jaaren, Menno Simonsz gehoord, en alle de anderen Gillis van Aken f». Levyn , Meinard en Pieter waren, door den ]aatflen , herdoopt: cjn Reyer, Henrik en Klaas hadden beleeden, bereid te zyn, om zig te laaten herdoopen, zo dra zy daartoe gelegenheid zouden heb- ben (b). Op den zeftienden January des 1553. jaars 1553, ondergingen Herman Janszoon^og van Solm en Felefiis Jans Refinx dogter, dietwee' Gillis van Aken en andere Doopsgezinde Leeraars gehoord, en ook beleeden hadden tot den herdoop bereid te zyn, gelyke ftraf- fe(0- 't Blykt niet, dat men deezen men- fchen eenig oproerig voorneemen te laft gelegd heeft. In February, werdt wederom eene Bede Beden.
van
(w) Handv. hl. 872 [«77.]
(x) Groot-Memor. N. II. f. 1«. in margine. (y) Refol. Vroedfch. A'. I.' 17 Off. W2- _ , (z) Refol. Vroedfch. N. I. 2;, 27 7«*-4> 1° tetr. 10,
i7 Maart 1552. Vaderl. Hift. V. Deel, bl. 371, 374, "(a) Zie' vTn deezen Brandt Reform. 1. Deel tl. i83> u4<
(i) Sententieb. van u Off. 1523. M i9 Maan ij67. f. 202. Zie ook COMMH.IK bl. 957.
(0) Sententieb. als boven. ƒ. iis. Zit ook. COMMEJUN, tl. 9S7-
LI 3
|
|||||||||||||||||||||||
handeling, ifi 't jaar 1546, onder anderen ,
benoemd Gerrit Klaaszoon van Amfterdam, die egter de reize niet deedt. Doch 't liep aan tot den vyftienden December deezes jaars 1550,eer 't Verdrag getroffen werdt. Te vooren, in 't zelfde jaar, was 'er 00k een Verdrag van Koophandel gellootenmet Frankryk, waarby verklaard werdt ,, dat „ alleen de vyandelyke goederen, die in een „ vrienden fchip gevonden werden , ver- „ beurd verklaard zouden worden, en niet j, alle de goederen zonder onderfcheid," gelyk men het, te vooren, in Frankryk be- greepen hadt (t). De Stad Amfterdam hadt veel belang by beide deeze verdragen, en vooral by het laatfte. Maar zy kon 'er lut- tel genots van hebben, alzo de Vrede met Frankryk, in 't jaar 1551, wederom ver- broken werdt. De Franfchen begonden de vyandelykhe-
den , met het neemen van verfcheiden' Koopvaardyfchepen voor 't Vlie en elders, waaronder, ongetwyfeld, ook Amfterdam- fchen zullen geweeft zyn. En deeze kryg gaf gelegenheid, dat 'er een tweehonderd- fte penning gefteld werdt op alle uitgaande Koopmanfchappen, uitgenomen Oorlogsbe- hoeften , waarvan de uitvoer volftrektelyk verbooden werdt. Amfterdam klaagde , federt „ datmenden tweehonderdftenpen- j, ning vorderde van goederen , die naar „ Gelderland, Friesland, Overyffel en Gro- j, ningen gevoerd werden, onder voorwend- „ fel, dat deeze landen niet geërfd, maar „ aangewonnen waren: ook dat men, on- „ der Oorlogsbehoeften, Pek,Teer,Roet, ji Leer, Maften , Sprieten en diergelyke s, waaren begreep: 't welk tot merkelyke 5> benadeeling van den Koophandel der Ste- » de ftrekte («)•" Doch 't fchynt, dat dee- ze klagten geen' ingang vonden tenHove. In de Lente deezes jaars, was een Kruid-
ttiolen gefprongen, die buiten 't hek van de S. Antonis poorte ftondt. De Kruidmaake- yycn plagten, voorheen, binnen de Stad, immers binnen de Vryheid te zyn. Maar ?P den twee • entwintigften November des Jaars 1548, was bevolen „ dat dezelven s> niet mogten geplaatft worden binnen de » veertig roeden buiten de Stad, maar wel » even buiten deezen afftand ; mids bly- >> vende binnen den Haarlemmer- en S.An- * tonis dyk («)." Op den zesentwintigften u«ober des jaars 1549, werdt gekeurd, 2> dat niemant eenige plaats buiten de Stad » tot eene Kruidmaakery of Kruid -Maga- s> zyn koopen m0gt} jan met bewilliging Gors Repift' »o"* N- '• IJ> 0S" IJ51- ^DR. TAN DER
|
|||||||||||||||||||||||
'Sil.
|
|||||||||||||||||||||||
H,
|
|||||||||||||||||||||||
to
|
|||||||||||||||||||||||
Ms
|
|||||||||||||||||||||||
gt.
|
|||||||||||||||||||||||
26o AMSTERDAMS II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||
1553. van driehonderdduizend guldens aan Hol- Tendeezentyde,ontftak, teAmfterdam, 1554*
land gedaan : en in Auguftus nog eene van een vuur van oneenigheid onder de Re^en- Oor- tweehonderdduizend guldens (d). De Leden ten, welk, eerlang, ten dake uitfloeg, en fpronf bewilligden, met moeite, in beide deeze hierom verdient, van zynen oorfprong af,deri)p Tiende Beden. De eerfle werdt gedeeltelyk gevon- nagefpoord te worden. Hei; Schout-ampt [^«5 penning den uit een tienden penning vande waarde der Stad was, na 't verbaten van Kornelis den |
||||||||||||||||||||||
der hui- der hujzen en andere vafte goederen. De Wouter Dobbeszoon,die zig te onvrede 2e- $cb(M
|
||||||||||||||||||||||
Amtier- tiende penning der huizen en erven te Am- toond hadt over de geringheid zyner Wed- wil
|
les-
|
"
|
||||||||||||||||||||
dam. ' fterdam beliep thans dertienduizend en eeni- de, den tweeden Oftober des iaars ic42,Dirll
|
||||||||||||||||||||||
ge honderden guldens (e). Doch 't is twy- op den voorfiag van Burgemeefter Henrik r"^^
|
||||||||||||||||||||||
fela°tig,of de waare tiende penning wel in Dirkszoon, opgedraagen aan denOud-Sche-en ^
's Lands kalle gekomen is. Immers, men pen Willem Dirkszoon Bardes, een' man van BarCf heeft den Burgemeefter Henrik Dirkszoon, kloek verfland en minzaamen ommegang, j^riK die thans het voornaamfte gezag hadt in Am- fchoon eenigszins ftamelende van taaie. HyDirks- fterdam, naderhand, in regten, befchuldigd, hadt, by fommigen, den naam, dat hy zoon- dat hy 'er meer dan vierduizend guldens niet vreemd was vati Luthers gevoelen, van agter gehouden hadt (ƒ). Doch Henrik Dirkszoon kreunde zig des Bjykvan fn 't jaar 1554, werden wederom twee- luttel, en beweerde, dat men hem, in al-
het toe- maaj tweehonderdduizend guldens gevor- len geval, wederom afzetten kon, zo hy neeniencl derd van de Staaten van Holland,die, voor niet aan de hand ginge. Ook nam Willem gen der 'c gtootfte gedeelte, bewilligden. Amfter- Dirkszoon aan, zyn ampt waar te neemen, Stad. dam bewilligde onder de eerften, waaruit by rade ende aduyfe van Burgermeefier en in 1554- het aanwaifend vermogen der Stad, klaar- der tyt -wefende, ende anders niet (k). Hy lyk, af te neemen is. Ook verklaarde Delft, bekleedde het agt jaaren lang, tot goed ter gelegenheid deezer Beden, in de Ver- genoegen van Burgemeefteren , die hem gadering van Holland „ dat zy,overftemd niet dan vriendfehap beweezen. De ver- „ zynde, zo veel op de Schildtälen wilde volging der Onroomfchen, die in dien tyd „ opbrengen als eene der groote Steden, fterk voortging, bewees zelfs, dat hy de „ Amfterdam uitgenomen (g)." Ondertus- hand hieldt aan de uitvoeringvan's Keizers fchen, noodzaakte het bewilligen in zulke Plakaaten, alzo hier, in deeze agt jaaren, zwaare Beden de Stad, om, ten deezen ty- memant om 't geloof ter dood gebragt was, de, voor zes en negentigduizend ponden, aan dan op geregtelyke aanklagte en eifch van erfelyke renten te verkoopen .-.waartegen de den Schout. Men meende nogtans, dat hy Keizer haar het Gruitgeld, zynde een duit ook, fomtyds, wanneer 'er eenige fcherpe Zy be- van ieder ton Biers , voor vyfenzeventig huiszoeking op handen was , de Onroom- komt het guldens 's jaars, verpagtte. Doch op den fchen heimelyk hadt doen waarfchuwen, dat Gruit- zeftienden Auguftus des jaars 1559, werdt zy zig fchuil houden, of de Stad voor eene 8 ' haar dit regt der Gruite, in vollen eigen- wyle ruimen moeften: en dat deeze waar- dom, tegen de betaaling van vierduizend- fchuwing aanleiding gaf tot eene leuze, die vyf honderd ponden eens, door Filips den van hand tot hand door de Stad ging, en in II., afgeftaan (h). deeze woorden beftoridt: Jozef nam de Moe- Keur op Maar met hettoeneemen der Stad in ver- der en het Kind, en is daarmede in Egipte ge-
het in- mogen en in getal van inwooneren, vermeer- vlugt. Doch als 't gevaar wat begon te wy- neemen derde ook het getal der Poorteren zo fterk, ken, gingen 'er deeze woorden om: zyzyn derer/in* ^at ^e ^aac^ ^er Stad, bevindende dat het dood, die 't kind naar 't leeven ßonden (/). 't Burger-Bur§er-Weeshuis te zeer van kinderen over- Doch wat hier van zyn moge; de Schout, Wees- kropt werdt, op den zeftienden Januarydee- 't zy hem verdroot, door Burgemeefteren, huis. zes:jaars, befloot „ dat, tot nader orde, geduuriglyk aangezet te worden tot ftreng- „ geene kinderen van Ouders , die hun heid tegen de Onroomfchen; 't zy hem het „ Poorterfchap gekogt hadden, in 't Wees- hert te hoog lag, om zyn ampt in zo groot „ huis zouden ontvangen worden, ten ware eene af hangkelykheid van Burgemeefteren „ die Ouders, of een van beide zeven jaa- te bekleeden; wift,in 't jaar 1550, ten Ho- „ ren Poorter of Poortereife geweeft wa- ve te wege te brengen, dat de Landvoog- „ re (/)•" des, Koningin Maria,Ldefomme,waarvoor |
||||||||||||||||||||||
(cl) Refol. Vroedfch.JV. 1.1,11,49 Maart, ig April, j
14. May , 11 Aug. 9, 28_ Sept. 155; |
't Schoutampt aan de Stad verpand was (2)»
^^^ ________ af- |
|||||||||||||||||||||
(e) Vaderl. Hift. V. Deel, bl. 381,334, 3»«. (k) Groot-Memor. N. \. f. 3IS verfo.
(f) HOOIT II. Boek, il. 61, (I) Meinor. van L. J. Reaal iy BRANDT Reform. ï*
tg) Refol. Vroedfch. N. I. 19 Maart US*. Vadeil. Deel, bl. iji. Hilt. V*. Deel, bl. 4.02, 403, 404,.
(f).Handy, hi «j. (2) Hooft fchryft (II. Boek, bl. 57.) dat deeza
{tj Hanüv. «. 275. [38«.] fomme twintigduizend guldens was. Doch wy «eb'
ben,
|
||||||||||||||||||||||
*
|
||||||||||||||||||||||
VI. Boek.
|
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||
261
|
|||||||||||||||||||
J554- aflofte, en hem Schout van 's Keizers we-
ge maakte. Maar van toen af, verkeerde de gunft der Regeeringe te hemwaards in afkeer en nyd. De Burgemeeller Kumelis Dobbeszoon nam, in zyn afwezen, en zeer zyns ondanks , eenige Luiden in hegtenis. Doch hy wift, op 't einde des jaars 1553, eene Sententie ten Hove van Holland te verwerven , waarby den Burgemeeller ge- laft werdt, zig voortaan niets diergelyks te onderwinden; maar het vatten van misdaa- digen den Schout, of, in deszelfs afzyn, den Onderfchout aanbevolen te laaten; en zo deezen hiervan in gebreke bleeven, zulks den Hove aan te dienen (?;z). Henrik Dirks- zoon in 't byzonder, die den Schout meeft bevorderd hadt, was meed op hem gebee- ten. Men gaf hem na, dat hy de geheimen der Stad, en haar veinzen van armoede, om met geene leeningen gekweld te zyn, ten Hove openbaarde: 't welk bydeVroed- D fchap, zo ze 'er geloof aan floeg, zeer euvel $ilj0 moeft genomen worden. Henrik Dirkszoon Nd,.1 verzuimde niets, om den Schout, zelfs by /1 tier_ de Landvoogdeffe, in haat te brengen: en b^rye alzo hiertoe niets bekwaamer fcheen dan ^ ul- de befchuldiging van Ketterye, fpitile hy zyn verftand op het vinden van getuigen, die Bardes betigten zouden van Herdóope- rye, eene gezindheid, die, federt den aanilag des jaars 1535, meer dan eenige andere, ge- haat werdt by de Regeeringe der Stad, en ten Hove der Landvoogdeffe. Hy paft dan eerft op zyne zyde te winnen Floris Egberts- zoon, Onder-Inquifiteur en Paftoor der Ou- de Kerke; en bewilligt, daarna, Fy Her- mans van Zwol, in de wandeling geek Fy genaamd; een armelykwyf, welkzig behielp met het befpieden en aanbrengen van On- roomfche vergaderingen ; tot het geeven eener Verklaaringe, dat de Schout en zyne Huisvrouw herdoopt waren , en fomtyds verbooden Vergaderingen bygewoond, of ten hunnen huize gehouden hadden. Folkje ïïlems, eene vrouw van gelyken gewigte, ^e Notaris Kornelis Maartszoon en Adriaan Janszoon, Slyper, lieten zig, door den Bur- l^ttieefter en den Paftoor, overhaalen, tot het doen van diergelyke verklaaringen, weh *er inhoud Floris Egbertszoon overfchreef |
|||||||||||||||||||
of de Schout Kwam er agter, en vervoeg- tVu
de zig, onmiddelyk,te Bruflel, by de Land- k voogdeffe, klaagende dat men op zyn bederf l/0fdsc' toeleide, en hem met valfche befchuldigjn- vermoe- gen zogt te bezwaaren; en te wege bren- den van gende, dat de Heer Kornelis de Monnik en1?6 v,alfch" de Griffier des Grooten Raads van Meche- befäu" len naar Amfterdam werden gezonden, om digmge> kennis van zaaken te neemen. Ook hadden deezen zo dra de getuigen niet gehoord, of zy kreegen gegrond vermoeden van 't be- drog. De zaak werdt, federt, door hen den Hove van Holland aanbevolen, welk eenige Raadenen den Procureur-Generaal Chris- tiaan de JVaardt magtigde, tot het nader onderzoek. Zo ftondt het met deeze zaak, op het einde des jaars 1554. In't jaar 1556, werden Fy en Volkje naar den Haage ge- trokken, en eerlang op de Voorpoorte vaft- gezet. De Raad der Stad was misnoegd over 't vervoeren van Fy, die Poortereffe was; en befloot, 's daags na dat zy ver- voerd was, te wege te brengen, dat zy, vol- gens der Stede Privilegien, alhier te regt werdt gefield (n): 't welk nogtans niet ge- lukken wilde. De twee vrouwen verklaar- den, eerlang „ dat zy,ftaande op eenbank- „ je, door de glazen van zeker Speelhuis, „ aan 't Reguliers Hof, pas buiten de Stad, j, en door den Schout, federt eenige jaa- „ ren (0), in huure gebruikt, gezien had- „ den, dat hy en zyne Huisvrouw herdoopt „ waren." Men zondt hier op Gemagtigden herwaar ds, om de gelegenheid van dit Speel- huis te bezigtigen; een van welken,op het bankje geklommen, zynen arm te kort vondt, om by 't glas te können reiken, waarop hy tegen den Schout, die, zonder te weeten tot wat einde, derwaards ontbooden wa», zeide, Hebt goeden moed, Heer Schout, uwe zaaken zyn behouden. De Gemagtigden keer- den , hierop, naar den Haage, zonder den Schout eenige verdere opening te geeven. 't Liep aan tot in 't jaar 1557, eer men on- dername, de hoofdbeleiders des aanflags aan te taften. Maar op den derden May, De Bur- werden de Burgemeeller en de Paftoor Op gemees- laft van den Hove, te Amfterdam, gevat:ter en de laatfte, daar hy voor 't Outer ftondt, en "*}£ met zo veel lpoed, dat men hem niet toe-gevat, het, tot zynent aan te fpreeken , en van gewaad te wiffelen. Beide werdenze naar den Haage gevoerd. Ook Kornelis Maarts- zoon en Adriaan Janszoon. De gevangenen werden, dikwils, afzonderlyk en tegen ei- kanderen , gehoord. De Burgemeeller hieldt zig onkundig van al wat eenigszins tot zyne bezwaaring ftrekken kon. De Paftoor .ins- |
|||||||||||||||||||
k
|
|||||||||||||||||||
«H f1^ Ruard Tapper, Opper-Inquifiteur te
Leuven. Doch dit kon zo ftil niet toegaan, jj'^J Snikken in 't Ver'rek det Thefautie, Ouie.haadt
en' ' S' Z'e ""k T. Boey Bedenkinge over de Oudheid BCzag van 't Hof. Bylaagw N. 66. U. --S1- pCn te vooren (II. Deel, V.Boek, Il 454 Amt.U))
ztn't-?egev.en 0ln te befluitsn> dat zy> ten d'ée- |
|||||||||||||||||||
a
|
twintigduiL^^'V fcl:00n zy'. Mderhar>d. OP
't volgende r. fuldens gebragt is ; gelyk wy, in <■„) Refol. vroedfeh. N. I. 3 Mann iJs«j, 6 - ^ek, toonen zullen. [,) zu e*»' mief ty dapper, bl, ni. |
||||||||||||||||||
gc-
|
|||||||||||||||||||
Ä M S T E R D .A M S
|
|||||||||||
IL Deëi»
|
|||||||||||
202
|
|||||||||||
ontvangkelyk te zyn. Ook werdt hem zyn i$5k
verdere eifch ontzeid,en bevolen, de ftuk- ken van 't geding naar zig te neemen, om het regt der hooge Overheid te bewaaren tegen de fchuldigen, daar en zo 't behoo- ren zou. Maar de verweerder , Henrik Dirkszoon, werdt verweezen in de koften, zo van zyne gevangenis, als anderen by hem gedaan. Hy, nuwaanende eenen vryen hals te hebben , daagde-den Schout voor Schepenen van Amfterdam, om herftelling van eere, en bragt het zelfs zo verre, dat hy,inde jaaren 1563 en 1564, nog wederom tot Burgemeefter verkooren werdt; doch na dien tyd niet meer. Eenige jaaren laater, verzogt hy aan den Raad der Stad vergoe- ding van de fchade, die hy, ter gelegen- heid van het regtsgeding, hem aangedaan, en van zyne gevangenis in den Haage, ge- leeden hadt. Men fcheen niet ongenegen om aan zyn verzoek te voldoen: en eenige Leden werden gemagtigd, om het nader te- onderzoeken (q). Doch ik vind niet , dat uc?"% hierop iet gevolgd is» De twift tuffchen fcbap ?r hem en Willem Dirkszoon hadt, midier--v wyl, onder grooten en kleinen, eene party- %J?' fchap verwekt, die met de naam en van Hen^L Schoutiflen en Meefler Henrik Dirkißen on- /);>** derfcheiden werdt, en lang ftand hieldt. neel11 Men ftrooide fchimpfehriften tegen elkan-toe' deren, en voedde dus de verbittering, die eerlang uitborft tot daadelykheden(r), van welken wy den uitflag, in't volgende Boek, vernaaien zullen. Op den zevenentwintigften February des V&a
jaars 1555, waartoe wy nu wederkeeren, vr°° werdt, hier ter Stede, verbrand eene vrouw, veVnj, genaamd Meins Kornelis van Pur meren de, J0t°'. die gehouden werdt met den boozen geeft gèn>lJ,'j,, om te gaan , en menfehen en beerten te de l° können betoveren» Zy hadt hiervan zelve X^'A zonderlinge ftaaltjes beleeden, die, by an- " deren (f) , omftandiglyk , te leezen zyn. Anne Jans, PoorterelTe deezer Stede , en Lysbet en Jannetje Pieters, haare Dogters, werden ook, in 't zelfde jaar, ten vuure gedoemd, om dat zy allen vier, zo luiden de vonniflen „ God afgeftaan, het Chiis- „ tendom verzaakt, met den duivel een „ verbond gemaakt, zig tot toverye bege- „ ven, en verfcheiden' menfehen en bees- „ ten gekweld, geplaagd en betoverd had- „ den (£)•" Zo zwaar eene ftraf oordeel- den de Regters van deezen tyd verdiend te zyn
(g) Refol. Vroedfch. N. z, 9 Jan. ij;o. ƒ. 137 verft.
(r) Zie HoorT 11. -Bock , il. SJ-61. en de Stukken iy
COMMJXIN, hl. 9«4-970. (s) DAPPiiR il. i+<5 enz. COMMELIV il. 950 enz.
(t) Sententieb. va« ij OS. 1523 ttt 19 Maart 15«'-
f. 228 verft, 238 verft, DAPPER tl. IS%. COMMEÏ.1» il. S>H. |
|||||||||||
1554. gelyks : hoewel deeze, ten laatfle , be-
kende „ dathy,onvoorzigtigIyk en zonder „ genoegzaamen grond, ten lade van den ' „ Schout en deszelfs huisvrouwe, aan den „ Opper-lnquifiteur gefchreeven hadt." De anderen vier verfchiklen in hunne verklaa- ringen, onderling , en van zig zelven : 't welk de regtspleeging moeilyk maakte, en lang deedt duuren. Eindelyk, beleeden de Notaris, de Slyper en de twee vrouwen, dat zy, door den Burgemeefter en den Pas- toor , bewoogen waren, om valfch getuige- nis te geeven tegen den Schout en de Schoutinne, en baden om vergiffenis, die hun egter geweigerd werdt. Toen hadt het Hof gelegenheid, om op bekentenis tevon- Eenigen niflen. De Pafloor werdt buiten de Stad en worden Vryheid van Amfterdam gebannen, en on- geftraft. belcwaam verklaard om 't Ampt van Inqui- fiteur te bekleeden; de Notaris werdt afge- zet, de Slyper openlyk gegeefleld , en zy beide ten Lande uit gebannen. Maar over Fy ging fchrikkelyker ftraf. De tong werdt haar uit den hals gehaald , zy geworgd, geblakerd en naar 't galgeveld gevoerd. Zo lang zy fpreeken kon, hadt zy ftaande ge- houden, dat zy,door den Burgemeefter en den Paftoor , verleid geweeft was tot het doen eener valfche verldaaringe. Zy leedt haare ftraf op den derden May des jaars 1561. Volkje was, ondertuffchen, in de De Bar- gevangenis geftorven. Doch Henrik Dirks- gemees- zoon, zig hebbende weeten te wagten voor ter raakt fchrift van zyne hand, en de getuigen, om derzelver erkende meineedigheid , wraa- kende, ontworftelde de jongfte ftraffe. Hy zat egter zeftien weeken op de Voorpoor- te , zonder vrouw of kinderen te mogen fpreeken, behalven in de laatfte vier. Toen kreeg hy zyne herberg, en eerlang den Haag tot gevangenis, mids borg Hellende voor twintigduizend guldens, en onder bedrei- ging, dat zyne fchuld voor beweezen ge- houden zou worden, indien hy ontvlugtte. 't Leedt een rond jaar, eer hem veroorlofd werdt, binnen Amfterdam weder te keeren; en dit nog niet dan onder verdubbeling des borgtogts tot veertigduizend guldens toe, en verband van , ter vermaaninge van den Ho- ve , in den Haage te verfchynen. Hy ftondt nog omtrent vier jaaren onder dit verband, alzo hem nog twee andere misdaaden te laft gelegd werden, van welken wy, hier voor (p), reeds gewaagd hebben;doch die men nim- mer geregtelyk heeft können bewyzen. Zelfs werdt de Procureur - Generaal, den zeven- tienden April des jaars 1562, in zynen eifch, ten opzigte deezer twee misdaaden, zoals dezelve genomen was, verklaard niet (p) Bladz. 255 en ïff».
|
|||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||
VL Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||
263
|
|||||||||||||||||||||||||||
dat zy het, in de StadsRegifiersQw), deedt 1555.
te boek (lellen. Ook is het, in de uitheffe- ven Handvefien der Stad (x), geplaatil ge- worden. In Oélober" hierna , deedt Keizer Karel Over-
de Staaten der Nederlanden te BriuTel be- drast der fchryven: hebbende hy beflooten, de heer-j^^1'-
r» i J T T s 11 landen ichappy over die Landen, en over alle zy- aan Ko.
ne Ryken en Heerlykheden, het Keizerryk ning
uitgenomen, af te fïaan aan zynen Zoon F1-FüiPs« Lips, die, hier te Lande, in 't jaar 1549, reeds als toekomende Landsheer ingehul- digd was. Om te bewilligen en te helpen in den affiand van 't Graaffchap van Holland, en om den gewoonen eed te ontvangen en af te leggen, waren twee Edelen en eeni- gen uk de zes groot e Steden gemagtigd (y). Van Amflerdam waren afgezonden Gerrit Gemag- Klaas Mattheuszoon, Meefter Henrik Dirks- tigden zoon en Bieter Cantert Willemszoon, regee-vanAm* rende Burgemeefters , benevens Meefter K™- Reinier Sivyn, Penfionaris der Stad (z). De over- inhuldiging gefchiedde denzesentwintigften dragt. Ociober, 's daags na de overdragt (a): en Koning Filips vernieuwde den eed, dien hy, in 't jaar 1549, reec*s gedaan hadt (£), en by welken hy, onder anderen, tot hethand- haaven van alle de voorige Privilegien, ver- bonden was. De inbreuk op dezelven gaf gelegenheid tot eenen opfland, die 't gant- fche Land en Amflerdam in 't byzonder in zorgelyke beroerten dompelde: gelyk, uit het vervolg deezer gefchiedeniffe , blyken zal. (to) I. PriWlegieboek ƒ. isz.
(x) BI. 5,7 [6s.]
(y) Vaderl. Hift. V. Deel, tl. 429.
(z) «.efol. Vroedfch. N. I. 11 OU. ijjj,
(a) Zie Balen Dordr. il. sifi, 830.
(t) Vadeil. Hift. V. Deel, il. «4,
|
|||||||||||||||||||||||||||
zyn door luiden,
|
die allen, of meeft allen
|
||||||||||||||||||||||||||
JS
|
iS-
|
||||||||||||||||||||||||||
eerder als krankzinnigen aangemerkt , en
opgeflooten behoorden geworden te we- zen. De meer verlichte tyden der Her- vorminge hebben, kort hierna, met de flraf- fen over Toverye, ook de gewaande To- very zelve doen verdwynen uit deeze Landen. De Staaten van Holland hadden, by het
inwilligen in de jongfte zwaare Beden , ten Hove, wederom zeer gedrongen op de vernieuwing van een punt der voorige Pri- vilegien, volgens welk, geene Ampten in Holland gegeven mogten worden dan aan inboorlingen der KeizerlykeErflanden, wel- ker Landtaal de Nederduitfche was, en in Welken de Hollanders niet van de Ampten Werden uitgeflooten: gelyk, onder anderen, in Brabant gefchiedde («). En Keizer Ka- rel , de goede ende getrouwe dienßen van die Van Holland vergelden willende, verklaar- de, by A£te van den zevenden May dee- zes jaar? 1555 „ dat geene inboorlingen van Landen, die de Hollanders van de Ampten uitflooten, noch geene anderen dan Nederlanders, in Holland, tot Amp- ten bevorderd zouden worden, mids zy de Duitfche taaie fpraken. Doch de Stadhouders en Ridders der Orde van het Gulden Vlies zouden wel uitlanders mogen wezen. En zulke uitlanders, die, tegenwoordig, Ampten in Holland be- kleedden, zouden dezelven mogen bly- ven behouden (v)" De Stad Amfler- dam rekende dit Octroi van zo veel gewigt, (u) ADR. VAN Der Goes Regift. op 't jaar ijj+. lü
3o, 36, 37- , , (.v) Groot-Plakaatb. II. Deel, kol. 2071.lu.Deel, tl. 16. |
|||||||||||||||||||||||||||
I. STUK.
|
|||||||||||||||||||||||||||
BY-
|
|||||||||||||||||||||||||||
Mm
|
|||||||||||||||||||||||||||
A M S T E R D A M 5
|
II. Deel-
|
||||||||||||||||||||||||||||||
.64
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
BYLAAGEN
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
KVT. AA-
GEN. Lr. A. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
op het II. Deel, VL Boek.
IA A. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Aanfchryvcns der Landvoogdejfe, Vrouwe MargareëtvanOostenryk, om toezigt te
hebhen op de Leere en Zeden der Predikanten. Gedagtekend in den Haage, den 27 September des jaars 1525. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
fe .meeninghe dat die terminarifen van mven
conuente nyet langher en zullen moghen blyuen in heure terminen" dan die weke die zy zullen preken ende da zelue weke gheexpireert zyn- óe ter ftondt weder tot huys ende hueren con- uente keren zonder voor oft nae de zelue we- ke hen voorder in die termynen te moghen on- derwinden , waer van wy v aduerteren ten eyn- de dat indien dit contrarie ghebeurde ons van node zoude zyn voorder daer inne te voorzien tot uwen fchande ende fcade 't welck wy als nv om beters willen gelaten hebben eii hebben nyettemin ghelaft onfe wethouders ons te ad- uerteren indien contrarie van defen ghebeurde en ghy hier inne ghebreckelick waert. Eerfame lieue en beminde ons heere godt zy met v Gefcreuen in den haghe den xxvip" Septembris Anno XXV. Geextraheert vuyttet derde Memoriael bouck,
rußende in de Greffe van den boue van bellant, gehouden by tyden van m'. Aemt Sandelin, in zynen leuen Greffier van den zeluen houe, ende daer jegens gecollatio- neert accordeert by my J. v. Dam.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Marguerite enz*
Eerfame Heue ende beminde, Wy zyn vol-
comelicken onderricht dat die öwalinge die onder den gemeenen volcke gerefen is meeft toe- compt ende ghecommen is vuyt die indifcrete fermoenen vanden predicanten religieufen ende anderen: om waer inne te remedieren is onfe meeninghe dat ghy voortaen nyemand? en zult vuytfeynden omme te preken ofte ghedoghen binnen uwen conuente te preken dan den ghee- nen die voorfienich verftandich ende van goede manieren zyn ende wel geexerciteert en geoef- fent in den manieren van preken ende dat ghy de zeluen zulcx onderwyft all eer hy preken zal dat hy hem wachte tgemeen volck te fcandali- feren mit onbehoorlicke fabulen redenen ende narratien als oick wel ghefchiet is dat hy oick nyet en vermane van martinus luther oft zyne leeringhen noch oick van dopinie van den ketters die hier voortyts geweeft zyn den zeluen uwen predicanten aduerterende zoe verre zy contrarie deden dat zy daer van by v gecorrigeert zul- len worden en ghefufbendeert van tofficie , welcke correctie ghy ten effecte zult brenghen van t preken te benemen. Bouen defen is on- |
|||||||||||||||||||||||||||||||
K
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
B.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Bvlaa-
GKN
L. B.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Sententie geweezen by den Hove van Holland tegen Mr. Jan Hubrechtsz by contu-
macie, ende den Burgermeeßeren van Aemflelredammt , gevoegdens en komende voor 't Interefl van der Steden Privilegie, beroerende dat geen Poorter meer verbeuren mag dan zyn Lyf endt hondert guldens uyt zyn goed. In den Haage, den 19 Maart 1539. [1540.3 |
|||||||||||||||||||||||||||||||
("lefien by den Hove van Holland d'Intendit
^-* overgegeven by den Procureur Generael van den felven Hove, Impetrant van feker mande- ment op ende jegens meefter Jan Hubrechtszoon, eertyds Schout der Stede van Amfterdam, ge- daichde in perfoon, ende defailt' mitsgaders die Burgermeefters ende Regierders der Stede van Amfterdam, ende die naefte vrinden ende ma- gen vanden bloede vanden kinderen vanden voorfz Mr. Jan Hubrechtszoon, hem vougende voor haer Intereflè; die voorfz Impetrant alle- gerende, dat die gedaichde den tyd van om- trent xv of feftien jaren geweeft was Schout der voorfz Stede, gedurende welken tyd aldaer op- gerefen waren ende feer vermeerdert die gere- probeerde feclen van Luterye, Sacramentifte- rye ende Herdoperie, mitten ancleven van dien, ende feer veel perfoonen daer mede befaiet ge- weeft, Daer deur die voorfz. Stede in groot pe- ricule gekomen waer, omme ingenomen te wer- den, 't welk toegekomen was deur faulte ,flap- |
|||||||||||||||||||||||||||||||
pigheid, neggligentie ofte fimulatie van Juftitïe
vanden defaillant ende andere Burgermeefters ende Regierders van Amfterdam in dien tyden, die niet en hadden gepoogt met alle neerftig- heit te corrigeren, achtervolgende de placaten van Keyf. Maj' die perfoonen befmet ofte cul- pabel van dezelve fecte wefende , maer had- den die getollereert, gehengt ende deur de vin- ger gefien fonder behoorlyke punitie daer over te doen , waerdeur die luyden vander feélert meerder en fterker geworden waren , Immers was die defaillant felver mede van eerften an gehouden ende geacht geweeft van de voorß fecte; ende fulks gedurende den tyd, dat hy Defaillant Schout was , waren veele fchande' lyke efl. oneerlyke Liedekens openbaerlyk t'Anr fterdam langes der ftraeten gefongen, in 'fpy* ende verachtinge van den heiligen Sacrament" des Outaers, die geeftelyke perfoonen, ordon' nantien ende infettingen der Heilige Kerken? ende die Ceremoniën van dien, daer afhygeen
cor
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||
VI. Boek.
|
|||||||||||||
26$
|
|||||||||||||
1
|
|||||||||||||
de ook een Mandemaker, genoemt Heer A-Rylaa-
rent , die van Haerlem geweken was om gen der Seelen wille, ende nae gefchreven t'Am- Lt. B. fterdam anden Gedaichden om hem te appre- hendeeren, die den fel ven Heer Arent daer van felver gewaerfchouwet hadde , ende was deur dien de felve Heer Arent fekeren tyd uyter Stede geweken geweeft, ende naemails daer weder inne gecomen, fonder dat die De- faillant hem geapprehendeert hadde , twelk hy nochtans als Officier fchuldig geweeft had- de te doen. Die voorfz defaillant hadde mede vertoont te wefen van de gereprobeerde fee- te , geconverfeert ende fyn omgank gehad metten luyden vander felver fecte, als met eenen Heer Glaes van Elft, die hy ten eeten t'fynen huyfe genoodt hadde , ende aldaer met hem vandè heylige Schrifte getraéleert in prefentie van meer andere perfoonen; wel- ke heer Claes. vol erreuren ende dwalingen was, ende die Leflen van Luyter felver ge- hoort hadde , als hy gevangen fynde bekent hadde : Ende in veele andere pointen ende manieren hadde die Defaillant getoont vander Seele te wefen. Sulks was hy ter cauie van dien voor defen Hove in voortyden geroepen geweeft ende vant Officie vant Schoutam- bacht verlaten, nae tot dien eynde conclufie byden Procureur Generael genomen was; be- halven dat hy daer voiren oik gecaufeert en- de gecondemneert was in hondert Carolus gul- dens. Die defaillant hadde oik gehoond de Sermonen van eenen Gardiaen binnen Amfter- dam , genaemt Pelt, die oik van der feclen was, ende plag te fpreeken in den Reventer vanden Minnenbroeders kloofter, welke Pelt ook gecorru'T.peert ofte qualyken hadde getran- flateert ende doen prenten dat Euangeliurn van Sinte Mattheus in Duytfcher fpraike, dair of die defaillant metten anderen Regierders van Amfterdam in dier tyd geadverteert zynde , omme die gecorrumpeerde bouexkens te ge- krygen vuyt die gemeene hryden die die ge- coclït hadden, ende alfoe te beletten meerder infectie; was die DefaüT. van tfelve te doen in gebreeke gebleven. Omtrent den jare xxv hadde die DefaüT. wel geweeten, dat eenige perfoonen vergadert waren geweeft, ende haer toegang gehad hadden tot fuspecle per- fonen vander Seelen wefende , twelk hy ge- hengde ende deur de vinger fag; befonder ten tyde als eenen Mr. Willem van Utrecht Pries- ter , omme dier faiken wille ende volle Luy- therye wefende, gevangen fat ten huyfe van Jan van Leyden t, foo was die DefaüT. al- daer ten huyfe gecomen, en. hadde veel per- fonen byden Priefter bevonden fitten etl prae- ten, fonder die te ftraffen; ende als doen was die fpraek al, dat die defaüT. van foedanige luyden oft veem was. Tfelve hadden ook ee- nige van der Seelen wel openbaerlyk gefeit, dat defe DefaüT. ook hadde te voren gelefen die boucken van Philippus Melanton, die ge- reprobeert [zyn], als hy williglyk voor fe- kere Commiflaris van defen Hove m Janua- rio Anno xxiij bekent hadde. Behalven allen defen was kennelyk ende notoire , dat defe defaill'. met eenige anderen van Amfterdam in Augufto killeden befchreven was te ko- men alhier in den Hage, ten tyde als de Co- ninginne dair was, omme te aenhooren al- Mm 2 ful- |
|||||||||||||
3*a- correctie hadden gedaen ofte doen doen nae
\J^ ^ gclegcntheit der faiken. Waeren oik veel ir- ' «• reverenticn gedaen den heiligen Sacramente des O utaers int openbaer , die oik niet ge- ftraft waeren. Ende onder anderen was ge- beurt , dat een fchuytevoerder, genaemt A- driaen met een Ooge, zeer blasphemelyk ende vyleinlik gefproken hadde vanden waerdigen heyligen Sacramente des Outaers tot den Luy- den , die t'Amfterdam langes de ftraeten gin- gen nae die Heylige Stede, omme aldaer"de- votie te pleegen ter eeren vanden heyligen Sa* eramente * feggende openbaerlyk : Wat wil tvolk dat Sacrament verfouken , defen kaes fti brood , die ik hier in myn hand hebbé, houde ik lbo goet te wefen alft Sacrament, ende beter, want hiervan vaer ik wel; wat ift Sacrament anders dan der Papen God en- de brood ? Ende die voorfz Adriaen , fpree- kende vant Avondmael zeide , dat onfe Heer God int Avontmael nam een ftucke broots, ende zyn hand uytreykende feyde , neemt dat, ende met dander handt bewees op zyn borft, feggende; dit is myn Lichaeim Had- de ook de voorfz Adriaen in Novembri An- no xxxij geweeft in den Convente vanden Cellebroeders t'Amfterdam; ende aldaer o- penbaerlyk gefeit, dat hy niet en hielt vant heilige Sacrament , want tfelve was der Pa- pen God , ende al lagen op een tafel vyfdch Sacramenten , dat hy die met een dagge wel foude dorven deurfteeken ofte met voeten daer op treeden , ofte diergelyke woorden, twelk gecomen wefende tot kennhTe vanden 'Regierders der voorfz Stede, was die felve Adriaen by den defaillant däerop gehooit ge- Weeft , die verklaert hadde, die voorfz woor- den gefproken te hebben, ende dat hy noch dacrby bleef, Waerop die voorfz defaillant niet en hadde begeert correctie of punitie ge- daen te Werden , maer belafte alleenlyk den ielven Adriaen , dat hy uyter Stede fonder 1'yn confeftt niet en foude gaen , laetende foodanigen blasphemateur binnen Amfterdam gaen, fonder hem te apprehendeeren ofte cor- figeeren : Waer mede Pieter Aemszoon, we- ende op die tyd Schepen van Amfterdam , &er qualyken te vreden was , fuiks dat hy °tilangs daer nae feer fieck geworden zynde voor fyn doot tot diverfe perfoonen hem daer ^f beklaegt hadde : ende alfoo by denfelven £*eter daerom feer gemurmureert wierde, foo «adde die Defaillant den voorfz Adriaen doen ^erfchouwen , dat hy uyter Stede vertrec- *en foude , ofte dat hy hem foude moeten ^Pprehendeeren. Gelyke waerfchouwing had- öe die defaillant wel gedaen een vrouwsper- soon , genoemt Grietje uyt Hitland , als die lelve Grietje verfcheide perfoonen wel gefeyt £*ddë, welke Grietje herdoopt zynde wel geweten hadde , waer Jacob van Campen , een vanden principael BhTchoppen ofte Lee- *&rs van der fecten gelogeert of verfteken 2« ten tyde Jan van Geel nietten Anabap- Hten gepoogt hadden Amfterdam in te nee- 2jj£. Ter caufe vanden welken die voorfz räflef*6 onlanSs5 als Jan van Geel mec ver"
C-Url §eIlagen waren, gehangen was geweeft. JÖ teWaeiAfch°uwinge hadde die Defailh ge- Mees de^i^y^ Claes ' huYsvi-ouw van «iLts ae ülokernaker, die verdoopt was, en- |
|||||||||||||
ICHIEDENISSEN. II. Dm-
dat voorfz is, en feide d'Impetrant, dat geenP^A
Privilegien den delinquanten en behoorden te,Gf g, profiteeren , befördere in aldusdaenige faeken; •jt' en aldus waren diverfc fententien en appoin- tementen in gelyken faeken . by defen Hove gepronuncicerr. Werden ook frivolyk ver* focht, dat fyluyden fouden mogen regieren die goeden, alfoo daer toe een fequefter ge- fielt was. Ende was ongefondeert, dat men henluyden foude leveren Copie vanden voorfz Intendit, alfoo tfelve noit gebeurt en was, en. fyluyden niet toegelaten en werden iet daertegens te feggen ofue fchryven , foo uyt magte vanden de'faulten een defaill'. van alles verfteken werdt ; Ende byden Hove int vifi- teeren vanden Intendit wel bevonden foude worden , waer in die defaill'. hem ontgaert heeft , twelk men den Requiranten niet be- hoorde te kennen geeven, alfoo fy geen Rech- ters in die faeke waeren. Mits twelk ende om andere redenen wille als na recht 't Hof niet en behoorde te letten op de voorfz pro- teftatie ende advertiffementen, maer Recht te doen gelyker wyfe of diefelve niet gefchiet en waeren. Eyndelyken partyen int lange ge- hoort , hebben die felve partyen naervolgen- de tappointement vanden Hove hiervan acte gemaekt eil diefelve gevought byden Intendit vanden Impetrant, omme int vifiteeren vandien daerop fuik regard genomen te worden alft be- hooren foude. Tvoorsz Hof met rype deliberatie van rai-
de deurgefien ende overwogen hebbende al tgunt dat ter materie dienende is, inden name ende van wegen des Keyfers vanden Romai- nen , Coningh van Germanien, van Caftilien, &c. Grave van Holland, Zeeland ende Vries- land , heeft den voorfz gedaichden Defaill'. uyt magte ende voorden profyten vanden voorfz defaulten verfteken en verfteeckt mits defen van alle exceptien declinatoir , dilatoir ende peremptoir , defenfïe ende weeren die hy in defe faeke hadde mogen doen , bant den fel- ven defaill'. uyten Lande van Holland, Zee- land , Vriesland ende Uytrecht tot eeuwigen daegen , ende daer inne niet te komen, noch te blyven , op de verbeurte van fyn lyf , efl verklaert fyn goeden verbeurt ende geconfis- queert tot profyte vander Keyferlyke Maj'. ter fomme toe van hondert Caroli guldens , achtervolgens tprivilegie van der Stede van Amfterdam. Gedaen in den Hage by Heeren Gerrit Heere van Aflcndelft, Eemskerck , &c. eerfte Raidt prefiderende , Jan van Du- venvoorde Heere tot Warmont, Abel van Colfter , Ridderen , M" Jasper Lievenszoon van Hogelande , Willem Pynlfen , Guillyn Zegers , ende Cornelis Snyen , Raidsluiden van Hollandt ende gepronuntieerd den xix Martii Anno XVC negen efl dertich ftilo cu- riae. Van welke Sententie foo verre het roert die claufule van Confiscatie die voorfz Impetrant illicö appelleerde aende Keyferlyke Maj'. zyn- der Maj'. Prefident ende Luyden van den groo- ten Raede. in kenniffe van my ondergeteykent B. Ernft', Gecollationeert en mit Copie ge-
teykent als wel bevonden ac- corderende by my Pr ANC. Delf?»
TWEE-
|
||||||
i66 AMSTERDAMS GES
Bylaa- fuiken eyfch en conclufie"als den Impetrant op
gen ende jegens hem foude willen doen ende nee- Lt. B. men , alwaer die Defaill'. gecompareert zyn- de, hadde d? Impetrant verfocht, dat defelve defaill'. eerft gehoort zoude zyn op feeckcre Articulen , twelck fulks geapprobeert wa«, dien naevolgende was die defaill', voor feker Commifiaris gehoort geweeft op fekere Arti- culen jegens hem overgegeven• Ende terftont daer nae was hy heymelyk alhier uyt den Ha- ge gcreyft nae Amfterdam, en van daer was hy voorts, neemende eenige goeden met hem, haeftig vertrokken, ende hadde hem fügitief gemaekt. Twelk gecomen zynde tot kennis- ie vanden Impetrant, hadde van defen Hove geobtineert Mandement crimineel, uyt mach- te vanden welken die gedaichde defaill'. een- werf, anderwerf met intimatie, en derdewerf ex abundanti op peyne van banne en confis- catie van goeden gedagvaert geweeft te com- pareeren in perfoone voor den voorfz Hove tot eiken dage hem beteykent; maer en is niet gecompareert. Mits twelk d'Impetrant tegens hem geobtineert heeft eerfte tweede en derde defaulten met den proufyten daer toe ftaende. Ende is toegelaten geweeft, fyn Intendit o^ ver te leggen, daer van hy gedient heeft met- ten verificatien daer by gevougt. Mair wai- ren ten dage vanden tweeden defaulte gecom- pareert die Burgermeefters ende Regierders der Stede van Amfterdam , willende voor- ftaen heur Privilegie, en deden feggen, dat die Impetrant gecondemneert foude zyn te ge- hengen en gedoogen, dat de Erfgenamen vanden voorfz gedaïchden Defaill'. zouden mogen aenvaerden alle fyne goeden mits be- talende hondert Caroli guldens , volgende tvoirfz Privilegie, zoo verre alft niet en roer- de ketterye, Herefic, ofte Crimen lsefce Ma- jeftatis. Ende die naefte vrienden ende magen vanden kinderen van den Defaill'. infinueerden den Impetrant, dat die felve Defaill'. was Poor- ter derfelver Stede, ende dat, nae den Hand- veften eü Privilegiën der felver Stede een Poorter van Amfterdam niet meer en moch- te verbeuren dan fyn lyf, en van fyn goed niet dan hondert ponden van xl grooten eens; van welcke Privilegie die van Amfterdam al- tyd geufeert hadden: tfelve was dick by Sen- tentie in Judicio contradiétorio geconfirmeert geweeft. Verfochten mede die voorfz vrien- den en magen , dat zy die geannoteerde efl geinventarieerde goeden vanden Defaill'. zou- den mogen regieren . gebruyken , havenen , en dat op cautie fufïïfant, die zy prefentee- ren te Hellen voor de felve goeden , opdat die niet fouden vergaen ofte bederven. Dat henluyden oick gelevert foude worden copie vanden Intendit vanden Impetrant, ten eyn- de fy fouden mogen weeten, wat deli&en d'Impetrant den Defaill'. wil aenfeggen , om henluyden daer na te mogen reguleeren. Waer tegen d'Impetrant fufnneerende die contrarie, de'de feggen , dat zylieden niet ontfanckelyk en waren ofte geadmitteert en behoorden te wefen omme iet te feggen, alfoo die Defaill'. gedagvaert was in perfoone ende hem fügi- tief gemaekt hadde, fulks dat niemand toege- laten' en werde hem te defendeeren, maer be- hoorde felver te compareeren in perfoone : En beroerende tprivilegie, unvermindert tgunt |
||||||
26.7
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
TWEEDE DEEL.
GESCHIEDENISSEN
VAN
AMSTERDAM,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
ZEVENDE BOEK.
Amsterdams Geschiedenissen, van 't jaar 1555?
tot in 't begin des jaars 1567. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
De Impoft op de Wynen en Bieren in Leiden
Holland was, tot hiertoe, ingevor- Amsterdam
derd geweeft door CoIleBeurs of Inzamelaars, Gouda
die van 's Lands wege werden aangefteld. Rotterdam1
Doch men bevondt, dat 'er, in 't voorleeden Gorinchem
jaar 1554, van deezen Impoft, niet meer, Schiedam,
dan negentienduizend zeshonderd agt Ponden , Haage
negen fchellingen en drie deniers in 's Lands Alkmaar
kalle gekomen was, 't welk den meeften Hoorn
Leden veel te weinig fcheen. De Edelen Enkhuizen
lloegen hierom voor, dat men deezen lm- Edam
poft behoorde te verpagten : waartoe de Monikendam
meefte Steden neigden. Dordrecht en Am- Medenblik
fterdam maakten 'er , in 't eerft, eenige Woerden
zwaarigheid in (a): doch lieten zig, eer- Naarden
lang, overhaalen tot het gevoelen der meer- Weesp
derheid. De Verpagting gefchiedde, voor ■ Muiden
't eerft, kort na Paafchen des jaars 1556, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
4300 Ponden.
8940 --------r
2120 •---------■
2200 - ,
1300 --------- 575-------
37oo -------
1372 --------'
95° -------
1100 --------—
670 --------•
400 ——■
270 •-------*
420 ---------
395 "------
15« ~
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
(5
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Cder
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
lS$6.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
m
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
115 -
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
en men bevondt, dat 'er, in 't eerfte jaar,
verre over de veertigduizend Ponden ,dat is, meer dan tweemaal zo veel van's Landslm- poft kwam by wege van verpagting, als'er, te vooren, by wege van inzameling, van gekomen was (b). De Pagters, of Impofi- nieeflers, gelykze, ten deezen tyde al, te Amfterdam, genoemd werden, hielden hier hunne zitplaats op doude brugge, int huys- ken daer Claes JanJJbon bierincx gefeten hadt (0- Zie hier een' Lyft van 't beloop der eerfte Verpagtinge van den Wyn- en Bier- Irnpoft, in de voornaamfte Steden: waaruit fi^n derzelver grootheid en vermogen, ten opzigte van eikanderen, eenigszins, afnee- men kan: |
De oorlog met Frankryk eindigde , den
vyfden February deezes jaars , met eenBe- ftand voor vyf jaaren. Doch't leedtnaauw- lyks een jaar, of dit Beftand werdt verbro- ken. Men was, derhalven, in Holland be- dagt op de beveiliging der Koopvaardye. Amfterdam en de Waterlieden lieten zig, door de andere Leden van Holland, over- haalen om zes Oorlogsfchepen, bemand met omtrent vyfhonderd koppen , in zee te brengen, mids het gemeene Land van Hol- land negentienduizend guldens betaalde, tot de koften (e). De fchepen werden, voor- naamlyk, gebruikt tot befcherming der Graanvloote, die uit de Ooftzee verwagt werdt, en voor 't grootfte gedeelte, in den Zomer deezes jaars, behouden aankwam; waardoor de duurte van 't Kooren, die de ingezetenen zeer gedrukt hadt,fpoedrg op- hieldt (ƒ). De Regeering van Amfterdam voor-
(d) Refo!. Holl. van 't jaar UJ7- bl- »«■
(e) Refol. Holl. 3 May '5!7- **• +«• MlOl. Vioedfch.
JV. I. 20, J0 ytpril, s May U57- (ft Bok I. Bock, il. "• L'S-1
Mm 3
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
r5i7'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Uitrus-
ting ter zee te Amfter- dam. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
4005 Ponden.
2000 ---------.
5440 ---------
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Dordrecht
Haarlem
Delft
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
f') vÄ Vtoedfch. N. I. 10 April isss.
ä KeuS1-^- V. Deel, il. & e»z. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||
26*8
|
|||||||||||||||||||||||||||||
&
|
|||||||||||||||||||||||||||||
J557' voorzag zig van graanen, die, ten redely-
ken pryze, aan de gemeente werden uit- geleverd : waardoor, naar 't getuigenis van Petrus Apherdianüs (g), veelen by 't leeven behouden werden, die anderszins van gebrek zouden vergaan zyn. Verhef- Midlerwyl , fcheen de fchaarsheid der fing der leevensmiddelen , hier te Lande, byzon- Peftziek- derlyk te Amfterdam, wederom eene nieu- te alhier. we verheffing van Peftziekte veroorzaakt te hebben. Zy gaf, in dit en in't volgende jaar, gelegenheid tot vernieuwing der voorige Peftkeuren (h). Het getal der zieken, welk, omtrent deezen tyd, aan de S. Pieters- en Lieve - Vrouwen- Gafthuizen gebragt werdt, was zo groot, dat het Geregt, op den agt- tienden September deezes jaars, beval, „ geene zieken voor of in de gemelde Gaft- j, huizen te brengen, dan met kennis en „ bewilliging der Regenten (z)." Ook werdt, wat laater, by den Raade, verftaan, dat men de zieken, by gebrek van plaats in de Gafthuizen, ook in der Stede Bushuis zou mogen leggen (K). De Stad De Stad hadt, den agtentwintigften Fe- hoopt de bruary deezes jaars, de helft der Crimineele halve boeten, vallende in de Ambagtsheerlykhe- Criminee- ^cn van Amfterveen, Slooten, Slooterdyk onder'6 en Ooftdorp, gekogt van Koning Filips, als Amfter- Graave van Holland: weshalve, de Graaf- veen enz. lykheids Rekenkamer indenHaage den Bal- 1558- juwen van Kennemerland en Amftelland , onder welken deeze Ambagtsheerlykheden gelegen waren, den negenden February des jaars 1557 [1558], aanfchreef, dat zy die halve boeten, voortaan, aan de Regeerders van Amfterdam verrekenen moeften (/). Zy wordt Koning Filips, die, by zyne inhuldiging beveiligd in 't jaar 1549, en in 't jaar 1555, by 't aan- in het vaarden der Regeeringe, beloofd hadt, alle haare°m ^e Privilegien , door de Graaven en Graa- |
|||||||||||||||||||||||||||||
„ Stadhouder en Raaden, zeven Schepens l5$
„ zouden gekooren worden, om op den twee- „ den February beëedigd te worden, en een „ rond jaar te dienen (in)." Amfterdam hadt, tot hiertoe, het genot van dit Privilegie ge- had ;fchoon alle de opvolgers van Vrouwe Maria het niet byzonderlyk hadden willen be- kragtigen. Alleenlyk, waren de Schepenen, Ongj^j niet altoos, op den vaftgeftelden tyd, ver-F1^ kooren en beëedigd. De Schepens, die in 't ~d van jaar 1530 waren gekooren, waren, tot den van '£ negentienden May des jaars 1531, aange- aanbjT bleeven: in 't jaar 1536, was, om de Land- \e?^v voogdeffe te believen, onder proteßatie, en^W onverminderd der Stede Privilegien, be- iteld. flooten, de benoeming der veertienen, voor den gewoonlyken tyd, te doen (n). De Schepenen van den jaare 1537 bleeven,op laft der Landvoogdeffe, tot den zevenden February des jaars 1538, in dienft;dievan den jaare 1541, tot den agtften February des jaars 1542;die van den jaare 1544, tot den twaalfden February des jaars 1545 ; die van den jaare 1546, tot den tienden May des jaars 1547 (0); 't welk zo voortging, tot in't jaar 1555. De Schepens, die toen den tienden May verkooren werden, blee- ven aan tot op den agtentwintigften February des volgenden jaars, en die van den jaare 1557, tot op den elfden Maart des jaars 155 8 (p): welk laatfte gefchiedde, opfehry- vens van 't Hof van Holland, alzo de Stad- houder , Maximiliaan van Bourgondie, Heer van Beveren en Veere, niet eerder in Hol- land kwam (q). Doch deeze ongeregeld- heid , omtrent den tyd van de aanftellinge van Schepenen, werdt weggenomen, na dat Koning Filips, kort hierna, het Privilegie van Vrouwe Maria beveiligd hadt. Wy- Zy <*? ders ,was de verkiezing van Schepenen van den>' Amfterdam, ook dikwils, in afwezendheid z^0>, des Stadhouders, gefchied door de Raaden jgs # , vandenHove, en fomtyds door den eer- hou^j/ ften Raad alleen, als daartoe van de ove- do0^n rigen gemagtigd zynde; van welke gewoon- Raua $ te, Heer Gerrit van Aflendelft, eerfte en^«^ oudfte Raad, op den vyftienden July dee-koo1*' zes jaars, ten verzoeke van Burgemeefte- ren, fchriftelyk, getuigenis gaf (r). Het Hof van Holland hadt ook begeerd, dat men, ten deezen tyde, met de verkiezing van Burgemeefteren, tot op de overkomft des Stadhouders, wagten zou. Doch men vondt, des-
(m) Handy, il. 107, [S8.] verg. Rsiol, Vrpedfch. N. I.
23 A-pril 15J8. , 4 (n) Refoi. Vroedfch. N. I, 1« Jan. i;3«. f.u
(0) Refol. Vroedfch. N, 1. 24 Jan. IJ4.7.
(/>) Regeer. Lyft voor de Handv. op is jaarßtt i?3',
IJ37> U+I»-If+tf IS4«, I5J5, IJ57- (<l) Refol. Vroedfch. W. I. 31 Ja*, i/jg.
(r) Handy, il, 1*7, 10»,
|
|||||||||||||||||||||||||||||
eigen
Vroed- fchap te mogen Hellen, en Sehe- » penen te „ mogen ,, benoe men. |
innen van Holland, zyne Voorzaaten, aan
e Steden verleend, te zullen handhaaven, eveiligde, den agttienden April deezes ars, de Stad Amfterdam „ uit aanmerking van de goede dienften, die zy hem ge- daan hadt, en nog dagelyks deedt, in 't genot van het Privilegie van Vrouwe Ma- ria van Bourgondie van Maart des jaars |
||||||||||||||||||||||||||||
,$ I470[i477],waarby de Stad regt kreeg,
„ om haare eigen Vroedfchap te kiezen, „ en door dezelve, jaarlyks, op den agt- „ entwintigften January, eene Nominatie |
|||||||||||||||||||||||||||||
s»
|
van veertien Perfoonen te doen maaken,
|
||||||||||||||||||||||||||||
uit welken, door den Graave of zynen
|
|||||||||||||||||||||||||||||
(g) Brens Descr. Uib. Amftelod. virs. 6S &ftqi- agtet
|
|||||||||||||||||||||||||||||
onze
|
Voorrede.
|
||||||||||||||||||||||||||||
fb) Keurb. F. ƒ. 49, $3 , 60.
i) Handv. tl. 272. [391.} (k) Refol. Vroedfch. N. I. j>, il 08. i5S7. (01 Hand», il. m, Ist.} |
|||||||||||||||||||||||||||||
GESCH I ED ENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
VIL Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
.69
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
r553.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Men befpeurt klaarlyk, aan deeze fchik-
kingen, dat dezelvenzagen op detweedra°t, die"thans, op 't hevigft, ontfteken was,' tuffchen den Schout en Burgemeefter Hen- rik Dirks zoon. Ook fchynt, opzigtelyk op hun gefchil, ten deezen zelfden tyde, be- volen te zyn „ dat de geregtelyke getuige- „ niffen niet vooraf opgefteld, maar door „ den Secretaris, in de tegenwoordigheid „ van een' Schepen, uit den mond van de „ getuigen, zouden moeten opgefchreeven „ worden." Alle deeze en andere fchik- kingen waren vervat, in eene Ordonnantie van 's Konings geheimen Raad, die, den vierentwintigften January des jaars 1559 [1560], teBruffel, gedagtekend was (V). Weinige weeken hierna, op den negentien- den February, vonnifte het Hof van Holland „ dat zekere Taalluiden, of Procureurs, ge- „ lykze federt genoemd zyn, die, door den, „ Schout, op eigen gezag, aangefteld en „ beëedigd waren, wederom afgezet; doch „ terftond daarop, door Schout en Burge- „ meefteren, van nieuws, aangefteld, en „ door den Schout beëedigd zouden wor- „ den(w)." Chriftiaan den III., Koning van Deenemar-
ke, in't jaar 1559, overleeden, en door zynen Zoon , Fredrik den II. , opgevolgd zynde, verzuimde de Regeering van Am- flerdam niet, haaren Secretaris, 'Dirk Wou- ter szoon, af te zenden naar Deenemarke, en beveiliging in de oude Voorregten van Koop- handel van den nieuwen Koning te verzoe- ken ; die haar ook, op den twee-entwintig- ften July deezes jaars 1560, verleend werdt (X). Keizer Ferdinand hadt, den dertigflen April te vooren, een Privilegie van Keizer Karel den V. beveiligd, waarby de Neder- landen van nieuwe lallen en tollen in't Duit- iche Ryk waren vry verklaard. De Stad Amflerdam rekende ook byzonder belang te hebben by de beveiliging van dit Privile- gie, waarom menze, onder haare Handves- ten (y), geplaatft heeft. De Stad was, van ouds, gewoon, den vyf-
tienden Penning Exuegeld te heffen van alle goederen, die , by erfenis of anderszins, buiten de Stad gevoerd werden (z). Doch fommigen toonden zig, ten deezen tyde, onwillig, om dit regt te voldoen. De Re- geering vervoegde zig, derhalve, aan's Ko- nings geheimen Raad te Bruffel, met ver- zoek om by haar oud regt gehandhaafd te worden. En de Raad belaftte, op denveer- tien» (v) Handy, il. 109. [58.] verg. RefoJ. Vroedfch. tf. r.
3,7 Febr. IjSo. (w) Uit een Aflchrift der Oorfpr. Sententie. (x) Handv. tl. $9- [8»] (y) BI. ui. [78-] , (z) GioM-Mfemor. AT. I. ƒ• JOL
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
desonaangezien , geraaden, deeze verkie-
zing, op den gewoonlyken tyd, te laaten voortgaan (j). ' De tyding van het'Overlyden van Keizer
Karel, welk, op den eenentwintigden Sep- tember deezes jaars, voorviel, in Holland gekomen zynde , werdt zyne Uitvaart al- daar, en te Amflerdam , ook nog in April des jaars 1559, ftaatelyk, gevierd. Kort te vooren , was de Vrede met Frankryk getroffen, waarover, hier ter Stede, ook een plegtige dankdag gehouden werdt (O- In Auguftus deezes jaars, vertrok Koning Filips naar Spanje, na dat hy orde op de Regeering der Nederlanden gebeld, en het Stadhouderfchap over Holland, Zeeland en Utrecht aan Willem, Prinse van O- ranje, opgedraagen hadt. Ten deezen tyde, werdt, in 's Konings
geheimen Raad, een Ontwerp overwoogen, ïtrekkende tot bekorting der gedingen, die voor Schepenen van Amflerdam moeften worden afgedaan. In het zelve, werdt voor- geflaagen de aanftelling van twee Officieren, een' Baljuw in Crimineele of ftraf baare, en een' Schout in Civile of burgerlyke zaaken, benevens twee banken van Schepenen, ie- der van zes Perfoonen, de eene bank tot afdoen van alle zaaken, op de Buitenrolle flaande, en alle Crimineele zaaken; de ande- re , tot beregtinge van alle zaaken, de Fa- bryk, Plakaaten, Keuren en Statuten be- treffende. De tegenwoordige Schout, Wil- lem Dirkszoon Bardes, fchynt dit Ontwerp goedgekeurd en voorgedaan te hebben. DochBurgemeefteren beweerden „ dat de ,, inftelling van twee Schepensbanken en j, twee Officiers ftreedt met de Privilegien, » en aanleiding geeven zou tot tweedragt 5, («)."Ook liet de geheime Raad, met die van den Raade in Holland geraadpleegd heb- bende , de zaaken op den voorigen voet, met deeze verandering alleenlyk, dat het getal der Schepenen, welk tot hiertoe ze- ven geweeft was, tot negen vermeerderd ^erdt, die, jaarlyks, uit eene Nominatie van agttien zouden gekooren worden; en dat den Schout veroorlofd werdt, eenen Onder- fchoiit onder zig te hebben, om zyne plaats, des noods, te vervullen, en hem byftand te doen. Voorts, werdt beraamd „ dat 'er, 's by alle Schouts zaaken, altoos een Bur- » gemeefter zou moeten tegenwoordig zyn; " dat de Vier fchaar, door twee Schepenen, j> waargenomen zou worden, en dat de ge- gangenen , insgelyks, door twee Schepe- s^ nen,zouden moeten worden ondervraagd." ('IA f**«*. N. I. 11 ym. UJ8.
Ca) Refoi* ,'r -'• 66> 6* verf°-
\"J ».elol. Vtoedfch. N. 1. 21 Juty *SS9.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
1559-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
;5n Kei-
ft Am.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
6ev
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
'erd.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
59.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
I50"0.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Wb'er
I
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Amfler-
dam wordt in
de Voor- regten van Koop- handel op Dee- nemar- ke be- veiligd« |
||||||||||||||||||||||||||||||||
Ook in
't regt om
Exuegeld te vor- deren. 1561.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
agt.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||
270
|
|||||||||||||||||||||||||
fpraak van den vierden December des jaars i5ó3'
1563 CO-
Midlerwyl, drong de Hervorming meer FiJ'Ps 0p
en meer door, in de Nederlanden, in Hol- dn"fit- land in 't byzonder,en ook hier ter Stede. ®0t>vfl% De Staaten van Holland hadden, al voor 't derPla" vertrek van Koning Filips, in 't jaar 1559, kaateIJ' begeerd „ dat het vreemd Krygsvolk uit „ het Land, en de Vreemdelingen uit de „ Regeeringe geweerd mogten blyven." En de Koning hadt hun, in beiderlei opzigt , eenig genoegen gegeven (ƒ). Doch hy bleef egter fterk geneigd, tot het uitvoeren van zyns Vaders ftrenge Plakaaten, en tot het handhaaver. der Inquifitie, die, reeds te voo- ren, ingevoerd geweeft was. De algemeene Staaten,of eenigen derzelven, haddenniet können nalaaten, op de Dagvaart te Gend, kort voor 's Konings vertrek, te kennen te geeven „ dat zy voor de Inquifitie vrees- „ den; en dat men, in de Nederlanden, „ zulke hardigheden niet gewoon was (g)." Doch het opregten der nieuwe Bisdommen, in 't jaar 1560, deedt klaarlyk zien, dat men 't op het verdrukken en uitrooijen der Hervormden hadt toegelegd. Plet oude Bis- Am^' dom van Utrecht werdt toen verheeven tot isxaJ<f een Aartsbisdom, en vyf Bisdommen onder ^V' het zelve geplaatft, van welken het eerfte Biax- in rang dat van Haarlem was (£), waartoe van^s Amfterdam behoorde. Ook ging de ver- lein# volging, ten deezen tyde, fterk voort, in Vlaanderen en in Henegouwen, daar, in 't jaar 1562, de Belydenis in 't licht kwam, welke meeft naar de Leere der Hervormde Kerken van Frankryk , die zig Reforméet noemden , was ingerigt, waarom de On- roomfchen deezer Landen, die, in 't ftuk des Avondmaals, van de Lutherfchen, en in 't ftuk des Doops en eenige anderen, van de Doopsgezinden verfchilden, gelykdeeze belydenis ook deedt, federt, den naam van Gereformeerden aannamen, dien wy hun , voortaan, ook geeven zullen. Zy hielden thans, in Walfch Vlaanderen, vergaderin- gen by nagt, op de ftraaten, en fchroom- den niet, de Franfche Pfalmen, die van Ma- rot en Beza gerymd waren, met luider kee- Ie, te zingen: 't welk egter fommigenkwa- }; lyk bekwam (i). In Holland, nam het hou-fï5!^ den van heimelyke Vergaderingen ook toe. &eJf ^ Te Amfterdam, hieldt menze binnen en even $èS$ buiten de Stad, waarom het Geregt, op den bi""^* negenden February des jaars 1562, weder-euL* |
|||||||||||||||||||||||||
tienden July des jaars 1561, den èerflen
Deurwaarder, te Amfterdam, onderzoek te doen op het gemelde regt, en zo hy be- vondt, dat de Stad het van ouds plagt te heffen, elk te beveelen het zelve voortaan te betaalen («). De Steden van Holland, zig met de La-
kenneeringe geneerende, en daaronder ook Amfterdam, werden, tegen den zesentwin- ften May des jaars 1562, door den Raad, in den Haage ter Dagvaart befchreeven , om eenige misbruiken, in 't ftuk der Wee- verye, te helpen weeren. En werdt hier, onder anderen, vaftgefteld „ datgeeneLeer- lingen zouden worden aangenomen, dan
Il met kennis van de Waardyns, en dat geen „ Leerling tot Meefter zou worden bevor- „ derd,dan die volle zeftien jaarenbereikt „ hadt (by De Edelen en zes groote Steden van Hol-
land verwierven, op den zevenentwmtigften Auguilus deezes jaars , een Privilegie, op 's Konings naam, waarby, op nieuws , ver- klaard werdt „ dat, noch door den Groo- „ ten Raad te Mechelen, noch door den „ Raad in Holland, eenige Mandementen „ verleend zouden worden, die met der Ste- „ den-Privilegien, of met het ftuk der * Re- „ geeringe van Holland ftreeden , zonder „ vooraf de Verzoekfchriften, ten dienein- „ de overgegeven, te hebben medegedeeld „ aan zulken, die 't aanging, ten ware , dat „ zy daartoe merkelyke redenen hadden; in „ welk geval , de Verzoekfchriften, niet j, door Commiffariffen, noch op de Rolle; „ maar alleen in 't volle Kollegie van den „ Raade, zouden moeten afgevaardigd wor- „ den." Amfterdam, de vyfde der zes groote Steden, hadt veel belang by dit Pri- vilegie,'t welk hierom ook, onder de Hand- vefien der Stad (V), plaats gekreegen heeft. Amfterdam raakte, ten deezen tyde, in
gefchil met de Stad Hoorn, die weigerde het Paalgeld te voldoen, welk de eerftge- melde Stad, van ouds,voor het ftellen van Vuurbakens op Texel, Vlieland,ter Schel- ling en Huisduinen, en voor het leggen van tonnen in de Zuiderzee, plagt te vorderen, 't Kwam byzonderlyk aan op het Paalgeld van paarden, offen en koeijen, welken die van Hoorn vryelyk meenden te mogen in- voeren uit Deenemarke, in gevolge van een Privilegie van Hertoge Al brecht van den jaare 1389 (d). 't Gefchil kwam voor den Raade in Holland, alwaar die Van Hoorn in 't ongelyk gefield werden, by eene uit- (a) Handv. II. 229.
(*) ZU De Riemer Belehr, van 'S Gravenh. I. Deel,
I. Stuk, H. «27.
(c) BI. 97. [73],
(d) Handy, van Hoorn, il. si.
|
|||||||||||||||||||||||||
15Ö1.
|
|||||||||||||||||||||||||
Dagvaart
op 't (luk der Wee- verye. ij 62. |
|||||||||||||||||||||||||
Amtier-
dam en andere Leden beveiligd in't voor- legt , dat geene Manda- menten tegen de Privile- gien ver- leend zullen worden. * Politie. |
|||||||||||||||||||||||||
Verfchil
tuflchen Amtier - dam en Hoorn, over 't Paal ge ld I563-
|
|||||||||||||||||||||||||
de'
|
|||||||||||||||||||||||||
om
|
|||||||||||||||||||||||||
(e) Refol. Vreedfch. N. I. 18 Nov. TSC*. Handv. bï.
30. [ISA.]
(f) Relol. Holl. 7 Aug. ijjj». il. 9« , »8.
(g) Bentivoglio I. Deel, I. Boek, bl. 13.
(h) Vide MiBÄl Donat. Belg. Libr. I. Cap. GLYI?
Tom. I. Opec. Dip!, p. 4.72. (») Ekai-.dt Reform. I. Deel, il. i+j , ïj*. |
|||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||
VII. Boek.
|
|||||||||||||||||
271
|
|||||||||||||||||
l%
|
|||||||||||||||||
Henrik Dirkszoon of een ander (3),terwyl 1564.
de zaak dos flondt, eenen der geërfden zynen grond wilde afkoopen; doch deeze toonde zig ongezind, om dien aan iemant, en vooral aan hem af te flaan: waarop de Burgemeefler hernomen zou hebben, dan zal uw erf ook niet binnen raaken. De zaak der Laflaadje werdt, federt, in regten ge- trokken, en lang fleepende gehouden. Ee- nige geërfden hadden Burgemeefteren, om 't floppen eener floote op de Laflaadje, toen Kornelis Boomenfioot (5), en federt Boom- floot genaamd, waardoor zy hunne waaren plagten te voeren, geroepen voor den ge- heimen Raad te Bruffel. Doch deezen ver- I5"5' wierven, op den drie-entvyintigflen Februa- ry des jaars 1564 [1565], dat dit gefchil aan 't Hof van Holland verweezen werdt O)- Maar de twifl, die uit dit alles ont- flondt, hadt, onder de geërfden in de Las- taadje, en zulken, die 't met hen hielden, een geweldig misnoegen verwekt tegen de Regeering (f). Hier kwam nog by, dat ook Onderde de Koorenkoopers, en zulken, die van hun ^ooren~ afhingen, te onvrede waren geworden op •00pers' de Wethouderfchap, ter gelegenheid van zekere Keure , in 't jaar 1565 gemaakt; waarby, ter oorzaake van de toeneemende duurte der Graanen,de uitvoer derzelven, hier ter Stede, verbooden werdt (t). 't Na- deel, welk de Koorenhandelaars hierby lee- den, zou ligter te verzetten geweefl zyn, zo niet eenige Leden van den Raad, 's daags voor het afkondigen der Keure , hunnen vrienden gewaarfchuwd hadden : waarop deezen,zo wel als zy, gelegenheid hadden gevonden, om 's nagts, terwyl de boomen open gehouden werden, veel tarwe en rog- ge uit te fcheepen. De anderen , die zo veel niet willen, fcholden, toen 's anderen- daags de markt wel tagtig ten honderd viel, op de Regeerders, welker baatzugt, zeiden zy, oorzaak van hunne fchade was (u). In November deezes jaars, kwamen nog eeni- ge Keuren uit, {trekkende om de duurte en 't gebrek vanGraanen te voorkomen, en de behoeftigen, van Stads wege, van brood te
(1) RefoL. Vroedfch. N. I. 24 Juiy l56l 2g jmy , 6
(r) II. Privileg, boek,/. 39. •* J *•
(,) Hooft Nedetl. Hift. n. Boek, il. 64.
(t) Repelt, il. 122.
(u) Hooft II. Boek, II. 63.
(3) Hooft fielt twyfelagtig.of het GerritTeews*
zoon , of Henrik Dirkszoon geweelt zy. Maar Gerrit Teewszoon, waarmede, denk ik, Gerrit Gaas Mattbeuszom gemeend wordt, was, reeds in 't jaar 1558, overleeden (Refol. Froedjcb. N. I- *1 4ug. 1558. Zie ook de Regeer. Lyfi voor de Handyeflen), toen de Laflaadje nog niet digt genoeg betimmerd kon zyn, om op het trekken van deewn hoek biß« nen de Stad bedagt tt wezen. Nn
|
|||||||||||||||||
om een fcherp verbod hadt doen afkondi-
gen tegen het verleenen of verhuuren van Kuizen of fchuuren tot zulk een gebruik (£). De Kardinaal van Granvelk, die 't oor hadt der LandvoogdeiTe, Vrouwe Mar gar eet van Parma, flookte 'tvuurdervervolgingeflerk aan. Doch na dat hy, in Maart des jaars 1564, de Nederlanden verlaaten hadt, en
na dat de Prins van Oranje, Stadhouder van Holland, en de Graaven van Egmond en Hoorne, die tot gemaatigdheid in Geloofs- zaaken neigden, meer deels aan 't bewind gekreegen hadden dan tevooren, begon de vervolging te minderen (/). De Staaten van Holland maakten zwaarigheid om een fcherp Plakaat, waarby iemant, die in eene maand niet ter Kerke geweefl was , ftraf baar ver- klaard werdt (m), af te kondigen in hunne Provincie (w), en kanteden zig, watlaater, teo-en het vervoeren van twee gevangenen om Ketterye (0). Te Amfterdam, vonden de Onroomfchen,
ten deezen tyde, eenen merkelyken fleun aan eene menigte van ingezetenen, die,uit verfcheideri' oorzaaken , misnoegd waren op de tegenwoordige Regeering. Het tim- meren buiten de Veilen was, al van ouds, .verbooden geweefl. Doch dit verbod was kwalyk naargekomen aan de Ooftzyde, op de Laflaadje, daar, al voor 't begin deezer eeuwe, Scheepstimmerwerven en Woonin- gen voor 't arbeidsvolk waren aangelegd ge- weefl:; die , federt , egter wederom wer- den afgebroken (p~). Doch Koning Filips hadt, in 't jaar 1556, toegeflaan, dat men, binnen de vyfentwintig roeden buiten de Vellen, zekere hutten met week dak en hou- ten wanden zou mogen opflaan , mids zig Verbindende, om dezelven, des noods, ten believen van 't Geregt, op eigen' kollen, wederom te floopen. Maar de eigenaars Van den grond der Laflaadje, zo veel vry- «eids verkreegen hebbende, traden allengs- *ens verder, en betimmerden eindelyk ee- ^n ruimen hoek met fchuuren, pakhuizen en huizen. De Wethouderfchap vondt toen §eraaden, de geërfden te verpligten tot het legten der timmeraadjen, daar zyzigflerk
*egen kanteden, dryvende,dat men hunne jchade, door het uitleggen der Stad en het Revellen der Laflaadje, zou können voor- J?nien. 't Schynt,dat de Wethouderfchap plerop ook bedagt geweefl is. En werdt ëezeid, dat een der Burgemeefteren, 't zy -*) Keutb. F. f. 78
«J Rep"';. ¥?\ ij' Deel' Hi *» • "» »7, 9i. ■
f») Refo,'- «olK1!**^^,« „«+. il. 27. WAS011' %Jan- 'S6S.H.U. 1. STüK
|
|||||||||||||||||
l564
|
|||||||||||||||||
V
|
|||||||||||||||||
6eu
|
|||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||
272
|
||||||||||||||||
Deeze voorflag zou, van drie tot drie jaa- I5#'
ren, gefchieden, en de voorgeflaagen per- foon , door de Landvoogdefle , worden aangeileld. Het regt tot het doen van den voorflag zou ingaan na den dertigilen Sep- tember des jaars 1565 , wanneer de loopen- de pagt van den tegenwoordigen Schout Willem Dirkszoon eindigen zou. Hiervan werden brieven verleend op 's Konings naam, die den agttienden Maart des jaars 1563 '[1564] , te Bruffel, getekend waren (d). En nu ftelde elk vali, dat de Schout verba- ten zou worden van zyn ampt. Men voer, midlerwyl, voort met hem te kwellen. Het Geregt verklaarde, in den Zomer des jaars 1565, dat, voortaan, geene andere Notarieele Aéten voor wettig gekeurd zou- den worden, dan die voor zekere vyf No- tariflen, verleeden waren; waardoor twee Notariflen , Filips de BiJJchop en Frans Vol- kertszoon Koornhert, die, op aanpryzing van den Schout, door den geheimen Raad, waren aangeileld, en des Schouts zyde hiel- den, gelyk als verlaaten werden van hun ampt. Zy vervoegden zig,federt,met ver- fcheiden' Verzoekfchriften , aan den Ge- heimen Raad, en werden, niet dan na 't aanwenden van veel moeite, herfteld, in Ju- ny des jaars 1566 (e). Ondertuflchen, wak- kerde de partyfehap. Men voer voort, met het zingen van fchampere Liedjes, en het ftrooijen van Schendfchriften tegen eikan- deren: 't welk, door herhaalde Keuren, die 'er, van tyd tot tyd, tegen uitkwamen, niet fcheen te können verhinderd worden (ƒ). .„. De Onroomfchen , zig zelven meerder 0*
vryheid beloovende van het ftyven dermis-^,,/ noegdheid tegen de Regeeringe, hielden zig '""„^ aan de zyde der Schoutiften, der Kooren- $$\t kooperen en der geërfden in de Laflaadje: 0^/ en, door de voornaamften van deezen vier- <*&# derlei aanhang, omtrent zeventig in getal, "$,/ werdt, met kennis van den Prinfe van O-jcr^. ranje, in deezen jaare 1565, een Verzoek- p''1 fchrift ontworpen aan de Landvoogdefle, t6"' waarin geklaagd werdt „ dat de zesender- ,, tig Raadenen de Kiezers van Burgemees- „ teren eikanderen te na, in den bloede of ,, door aanhuwelyking, beflonden: waaruit, „ zeide men, veele ongeregeldheden ree- „ zen, tot benadeeling der Poorteren, en „ ftrydig met de Privilegien." De Regee- ring deedt veel moeite, om de tekenaars van dit Verzoekfehrift te weeten. Doch zy" kon
(d) Refol. Vroedfch. N. I. 2g Maart 1554. Handv. tl'
113. [m.] (e) Zie de Stukken by Commelin tl. 970 , 971, <>7+'
Handv bl. 700. (ƒ; Kewb. F.f. IJ6 ver/o, 162. Handv. tl. $70.
|
||||||||||||||||
1565. te voorzien (y). Doch alzo , door deeze
Keuren, de Koorenhandel meer of min be- lemmerd werdt, dienden zy, gedeeltelyk, tot vermeerdering van 't misnoegen, welk onder de Koorenkoopers ontftaan was. Onder BY deeze twee ftoffen tot kwelling, kwam deSchou- de twift tuflchen de Schoutiften en Meefter tillen. Henrik Dirkiflen, welker oorfprong wy, in het voorgaande Boek (W), verhaald heb- ben. De aanhang van Henrik Dirkszoon was zo groot onder de Regeneen, en de par- tyen van den Schout, Willem Dirkszoon Bardes, zo menigvuldig, dat men deezen zo veel fpyts aandeedt, als mogelyk ware. Wy hebben boven (x) gezien, hoe zyn Ontwerp om twee Officiers en twee Sche- pensbanken te doen aanftellen in de Stad, gedwarsboomd geworden was, ten Hove. Wy hebben gezien (y), dat de Taalluiden, door hem aangeileld en beëedigd, wederom afgezet waren geworden. Ook vindt men, dat de Raad hem belet heeft, Frans Fol- kertszoon Koornhert, die nog geen Poorter was, tot zynen Subfiituit aan te Hellen(2). Naderhand, was hy, door eene uitfpraak van den Hove van Holland van den zesden Oftober des jaars 1561, genoodzaakt ge- worden, om het Stads Confejfieboek, welk hy naar zig genomen hadt, wederom op de Secretarye te brengen, alwaar het, te voo- ren, bewaard geweeftwas (ß). Al dit was reeds gebeurd, voor dat Henrik Dirkszoon wederom aan de Regeering kwam. Doch toen deeze, in 't jaar 1563 , op nieuws,na zyne hegtenis, tot Burgemeefter verkooren, en in 't jaar 1564, als Oud-Burgemeefter, aangebleeven was, begon men 't,omflryd, toe te leggen op het bederf van den Schout. 't Hof van Holland deedt, in Juny des jaars 1563 , eenige Poorters van Amfterdam on- der borgtogt ontflaan, die door den Schout gevat waren (b~): 't welk naauwlyks gefchie- den kon, zonder eenen krak te geeven aan |
||||||||||||||||
Het
Schout-
ampt
komt
wederom
am de
Stad.
|
zyn gezag. Doch dit was 't minit. De'Bur-
gemeefters wiften te wege te brengen, dat de voorflag van eenen bekwaamen perfoon tot Schout, voor eene fomme van twintig- duizend , en niet , gelyk voorheen , voor eene fomme van vierduizend agthonderd |
|||||||||||||||
guldens (e), wederom aan de Stad gefield
werdt, voor den tyd van zes jaaren, of tot de afloffing der twintigduizend guldens toe. (v) Kcurb, F./. 159 ver/o, 170, r7S verf», 177. Re.
fol. Vroedfcli. N. I. 9y 23 Nov. ij65, (W/ liiadz. 260. (x) ßlndz.269. fy) Bla-iz. 2<>s>.
z) Refol. Vroedfcli. N. I. 23 Aug. 6 OH. ijjj. (a: Handv. bl. 112. (ii) P.ep.-rt. bl. ui. (*; Zie II, Deel, VI. Boek, tl. 260, lii. |
||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||
VIL Boek.
|
||||||||||||||||||
273
|
||||||||||||||||||
lS6$, kon'er nimmer agter komen (g). Maar dë ken (i). De vier Burgemeeflers, die, ten 1-^
^paa. Landvoogdes vondt geräaden, in eene Ac- deezen tyde, in 't bewind kwamen, waren ^ ggder te by voorraad van den eerflen September, Elben Markus Dirkszoon, Jan Klaaszoon |
||||||||||||||||||
> de
>es. |
te verklaaren „ dat zy niet bevondt, dat de van Hoppen, Dirk Hiïïebrandszoon Otter en
Regeering eenig flinkfch oogmerk gehad, Kornelis Jakobszoon Brouwer, onder welken, of de Privilegien ergens in gekrenkt hadt. de eerfle ook het voorgaande jaar geregeerd |
|||||||||||||||||
Dat egter, tot bewaaring van de ruft der hadt (k). De anderen drie waren, ook reeds
Stede, voortaan geeneRaaden gekooren te vooren,Burgemeeftergeweefl. De Schout, De zouden worden, die eikanderen nader in Willem Dirkszoon Bardes, die 't Schout-Schout, 't bloed beftonden dan Broeders Kinde- ampt niet langer dan tot aan den dertigften ~lI.!e™ ren; en dat, in Zwagerfchap of namaag- September des jaars 1565 gepagt hadt van zoonS~ fchap, onder dezelven niet zouden wor- de Graaflykheid, bleef het nog bekleeden, Bardes, den gekooren Schoonvader en Schoon- tot op den veertienden April daarna. Toen wordt zoon, noch twee Zwagers, waarvan de werdt hy 'er van verlaaten, door Burgemees-van zyn een des anders Zufter getrouwd zou heb- teren, en Piet er Bieter Gerbr andszoon, of, f™^61' ben. Dat zy, Landvoogdeffe , het ver- gelyk hy in 't gemeen genoemd werdt, Pik- meerderen van 't getal der Raaden , in ter Pieterszoon, in zyne ftede, tot Schout vervolg van tyd, aan zig behieldt. Dat aangenomen (/). Doch alle deeze veran- de Raaden zorg moeften draagen, om deringen herftelden de ruft niet in de Stad, op de Nominatie van Agttienen ook te gelyk wy, wel haaft, zien zullen, brengen eenige ervaaren Koopluiden. Dat In de jaaren 1565 en 1566, werden, zo De Waag de Raaden en Schepens ten minftenvyf- binnen als buiten de muuren der Stad , ver- en ande- entwintig jaaren moeften bereikt hebben, fcheide ruime pakhuizen gebouwd. Dochre ëebou" Dat, op de Verkiezing van Burgemees- 't voornaamfte geftigt van deezen tyd was ß.e" gs" teren, niet zouden mogen komen Vader de nieuwe Waag, op de Plaats, over 't en Zoon, noch twee Broeders, noch in Stadhuis (tri), die nog in wezen is, en 't den bloede noch door aanhuwelyking. jaartal 1565 in de gevels voert. Sommigen Dat de Kiezers geeneBurgemeefterszou- Qri) hebben gefchreeven, dat de Stads Kas, den mogen kiezen, die eikanderen nader ten deezen tyde, overvloediglyk voorzien in den bloede beftonden, dan Agter-Zus- was; doch dat de penningen, tot het fligten ters-Kinderen, en door aanhuwelyking, der Waage vereifcht, egter werden opge- geenen nader dan Broeders- en Zufters- nomen, om te voorkomen, dat de Koning Kinderen. Dat, voor zo veel 'er, tegen- de Stad om leening kwelde,als hybefpeur- woordig, onder de Kiezers van Bürge- de, dat men zulk een gebouw, uit een'ver- meefteren, eenigen waren, die elkande- zamelden voorraad, fligten kon. ren nader beftonden dan hiervoor ver- Elizabet, Koningin van Engeland,hadt, Amfter- klaard was; de jongfle in eed vandever- in 't jaar 1562, den flapel der Engelfche dam kiezingblyven zou,tot na het overlyden, Lakenen doen verleggen naar Embden. De *e"dt;Je" of de afwezendheid van den oudflen.Dat Staaten van Holland hadden, hierop, aan- detf t|t" beide Raaden en Kiezers van Burgemees- gehouden, by de Landvoogdeffe, om deneene teren eikanderen zo weinig zouden moe- invoer der Engelfche Lakenen te doen ver-onder- ten beflaan, als mogelyk ware. Dat Bur- bieden in Holland: gelyk, in May des jaars h.ande- gemeefterengeenezaakenvangewigtver- 1564, gefchied was. Hierdoor was het gng™et handelen zouden, dan by raade der zes- oud Verdrag van Koophandel tuffchen En-land?" endertigen, die zy gelegenheid zouden geland en de Nederlanden verbroken, waar- geeven, om daarop, een- en andermaal, by beide de Volken nadeel rekenden (<?). as te vergaderen, en niet dan na ryp over- Men tradt dan, eerlang, tot heeling dee- ^?elt >> leg te befluiten (/;)." De Landvoogdes Zer breuke, in onderhandeling,te Brugge, Sfte ,^et het niet by deeze fchikking; maar ver- alwaar ook Gemagtigden der Steden Haar- en ts> koor, in't volgende jaar, zelve de Burgemees- fem en Amfterdam verfcheenen (p). Doch i\tyjia~ te/s, die anderszins, volgens de oude Privile- men kon hier eikanderen niet volkomenlyk i' Sien, door de regeerende enOud-Burgemees- verflaan. De beroerte, die, in den Zomer iö6. teren en Schepenen, moeften verkoorenge- deezes jaars 1566, in Vlaanderen, ontftondt, |
||||||||||||||||||
weeft zyn; welke nieuwigheid men, voor
deeze reize, onder Proteflatie , liet door- gaan , hebbende Vrouw Margareet ver- klaard, dat zy 't in geen gevolg wilde trek- |
||||||||||||||||||
gaf,
(i) Refol. Vroedfch. N. z. j ,24 Jan. isfS. f. ir, ij.
(k) Regeer. Lyft. voor de Handv. op het jaar 1554, Hooït II. Beek, H. 61. . (/) Regeer. Lyft voor de Handv. »p het jaar ij«,
(m) PONTANUS Libr. I. Cap. VIII. ?• 4«. (n) HOOïTS Brieven N. S9S- **■ 444- (0) Vaderl. Hift. VI. Deel, />l. 7S- (p) Refol. Holl. 1 May u«$. il. 3. j Febr. ij«. hl.f. Nn 2
|
||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||
274-
|
||||||||||||||
,A66.
|
||||||||||||||
uitheemfche taaien. Zy fcheenen zelfs, fom-
tyds, de verborgende gedagten te weeten. En zekere jongen verklaarde, t'eenigen da- ge, aan eene der Buitenmoederen, die de kinderen was komen bezoeken, dat zy,ge- lyk waar was, heimelyk vreesde, dat men haar van de trappen ftooten zou. Zy ver- haalden, fomtyds, wat 'er, op het zelfde oogenblik, elders, en zelfs in de Vroedfchap, gefchiedde. Laurens Jakobszoon Reaal heeft, ten opzigte van dit laatfle, aangetekend, dat een der bezogte kinderen, tegen de Buitenmoeder, Tryu Gerrits,*£ zy de voorgemelde, of eene andere, die't kind in deszelfs benaauwdheid vairhieldt, uitber- ftende, zeide, Uw Zoon Jan Kluasz, Verwer in de drie Koningen , en, federt het jaar 1561, Lid van de Vroedfchap, zal naar den Haa- ge reizen, en daar niets goeds aanregten; wans dus is 't in den Raad bejlooten- Hy voegt 'er by, dat zy, toen 't lyden van 't kind wat afnam, zig, met het zelve,naar 't Stadhuis begaf, daar zy jüiit aankwam, zo als haar zoon, na't fcheiden van den Raad, de trap- pen aftradt,dien zy vraagde, ofhy naarden Haage reizen zou1? waarop hy, ontftellende, bekende, dat hy 't van zins was. Zy toen gezeid hebbende, dat het haar door dit kind ontdekt was, gaf zulks gelegenheid, dat de reis, die nu bekend was geworden, agter- bleef. Voorts, wordt getuigd, dat deeze kinderen zeldzaam kwaad deeden, dikwils zeggende, onder 't wyzen naar om hoog, dat de groote Man bun zulks verboodt, of be- lette. Meermaalen liepenze naar 't water, als wildenze 'er infpringen: maar op den kant gekomen, bleevenze pal liaan, zeg- gende, de groote Man verbiedt het ons (O- De vreemdheid deezer bezoekinge trok,
zo dra ze rugtbaar werdt, zulk eene groote menigte van nieuwsgierigen naar 't Wees- huis, die "er, tegen dank der Regenten,in- drongen, dat het Geregt, al op den veer- tienden January deezes jaars, by openbaare afkondiging, beval, dat niemant zig, zon- der verlof der Regenten, in 't Weeshuis vervoegen, of ophouden zou (u). Dierge- lyk verbod gefchiedde den vyfden Februa- ry, in opzigt van het Kloofler der Paulus Broederen, werwaards eenige kinderen,tot bevorderinge van derzelver geneezinge,ge- bragt waren (vi). Reaal tekent aan, dan de kinderen, hoe naauw zy in dit Kloofter ook bewaard werden, fomtyds, middel von- den, om floten en deuren open te breeken, en,
(t) L. J. Reaal h Brandt I. Deel, il. 330 «»-.
Hooft 111. £«'4, il. 'ju, Dawer il. 370, 171. Com- MtLlN kl. S87 enz.
(u) Keurb. F. ƒ. i<>$. (vj Kemb. F. ƒ. iss. |
||||||||||||||
15.66. gaf, naar 't fchynt, gelegenheid tot het op-
fchorten der onderhandelinge. Men was egter overeengekomen, om den Koophan- del, over en weder, vry teftellen, gelyk van ouds : 't welk blykt, uit eene afkondi- ging van den vyftienden July (q), die hier te Lande gefchiedde, en die wy, hier ag- ter, onder de Bylaagen (f) , geplaatft heb- ben. Zonder- Omtrent den aanvang deezes |aars, werdt Hngebe- een groot deel der kinderen in 't Weeshuis zoeking deezer Sted6j knegtjes en meisjes, wel tot Wees- zeventig toe, bevangen van eene zonderlin-
kinde- ge kwaaie , die, by de meeften, zo wel ren, hierQnroomfchen als Roomfchen, voor beze- terStede. tenhejd werdt aangezien. De kinderen zei- ven fcheenen hunne bezoeking ook aan de werking van booze geeften toe te fchryven. Men vondt 'er, die zeiden, dat zy, zo al de bergen met zwaarden beßeken waren, gaar- ne van boven door de punten daalen wilden, als zy, daarna, Gods aanfebyn flegts in genade aanfebowcoen mögt en. Voorts, klauterden zy, als katten, by de wanden op. Een jongen zag, in 't huis van een' beeldhouwer in de Kalveritraat, een fleenen tafereel van 't laat- fte oordeel, om hoog, aan den muur han- gen , en, gevraagd hebbende, of by 't 'er eens wilde af haaien ? vloog hy by den wand op, rukte 'er 't ftuk af, en fmeet het tegen den grond. Anderen klommen,zo gezeid werdt, by den tooren der Oude Kerke, naar bo- ven, tot aan de fpeelklokken,daar zy eene wyle bleeven zitten, tikkende met de knok- kels op de klokken, en zingende, Wy zul- len bier niet van daan gaan, of Barnet je zal in 't vuur flaan. Zy bedreeven ook veel ge- baars , aan de deuren van fommige vrou- wen , die hen, zo zy zeiden, betoverd had- den : en verflonden, door Barnet je, zekere Jakoba Jakobs dogter, anders Japikje Ba- men, die men, van elders, weet, dat, door hen en anderen, befchuldigd werdt, als de oorzaak van de tegenwoordige bezoeking der Weezen, waarom zyzig, eerlang,door 't Geregt, deedt zuiver fchouwen (j). Den Schout Pieter Pieterszoon fcholden zy, om zyne wanflakige lengte, voor eenen Deven- ter Koek, en verweeten hem lelyke ftukken, uit afkeer, zo de Onroomfchen meenden, van de vervolging der Gereformeerden, die hy, omtrent deezen tyd, fterk zou gedree- ven hebben. Zy trokken, wyders, fchryft Hooft, gezigten zo helfch en averregts, dat de mannelykfte harten van die neep fcheenen te kwynen. Zy fpraken, met lis- pende, tongen, vreemde dingen, en zelfs (q) IT. Privileg, boek, ƒ„ 4.3 verft,
(r) Lr. A.
(ij Kemb. F. ƒ. 207, tot
|
||||||||||||||
Keur'
ter g* deeze'
bszoS' kinge'
|
||||||||||||||
VIL Boek.
|
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||
2?r
|
|||||||||||||||||||
»556.
|
|||||||||||||||||||
vooraf, ook wel zo veel gefproken zyn, dat 15$&
het van kinderen gehoord en nagepraat kon worden: 't welk dan, wanneer 't juift met de waarheid overeenkwam, in zulk een' by- geloovigen tyd , als heel wat byzonders, opgemerkt, en voortverteld is. 't Blykt, eindelyk, uit de Stads Regifiers,dat''er lui- den waren, die met de bezogte Weeskin- deren langs ftraaten liepen, en den Schout of anderen overlaft aandeeden. Zy hebben hiermede, ongetwyfeld, in deezen tyd van beroerte, hunne oogmerken gehad. Wie weet, wat zy den kinderen al hebben kön- nen ingeeven ? Zulke luiden waren ook regt ' bekwaam, om deopgeflooten jongkheid be- hulpzaam te zyn, in het opbreeken van flo- ten en deuren. Ook bleek het, dat fommi- ge kinderen magts genoeg hadden over zig zelven, om tot op den kant van den wal te loopen; en zig egter voor 't water te wag- ten. Inzulken, fcheen, voorwaar, kinder- lyke konft en gemaaktheid meer te werken dan ontheifterde natuur. Maar anderen zul- len , inderdaad, krank van lighaam en geeft geweeft zyn. Doch deezen zou ik niet be- zeten noemen; maar, gelyk, in de Stads Regifiers, wyilelyk gefchiedt, elendig, ziek, grootelicken gequelt, en met eene /onderlinge pajjle beuangen (a). Doch dit byzonder ge- val heeft ons reeds lang genoeg opgehou- den, 't Jaar 1566 is, te Amfterdam, ook in andere opzigten, merkwaardig geweeft. De Inquifitie, en 's Konings ftrenge Pia-Verbond
kaaten om dezelve te handhaaven hadden,en Vcr" alomme in de Nederlanden, zo veel mis-7^\}t noegen verwekt, dat veelen, ook de aan-derEde- zienlykfte luiden, Roomfchen. en Onroom- len tot fchen, op middelen bedagt waren, omver- fchorfing zagting van 's Konings Plakaaten teverwer- C1r,.n' ven, en om de Inquifitie te weeren. Ten erf pja- dien einde, hadden de Edelen des Lands,kaaten. in merkelyken getale, te Bruffel, een Ver- bond geflooten, in November des voorlee- den jaars, welk, naderhand, door veelen, alomme, ondertekend werdt (b). De Prins van Oranje, Stadhouder van Holland, die dit Verbond, onder de hand, begunftigde, fchreef, in 't begin deezes jaars 1566, aan de Landvoogdeffe „ dat hy geenen wil nóch „ middel hadt, om de hand te leenen aan „ de Inquifitie, en de Plakaaten uit te voe- „ ren (c)." Wat kater, keurde hy goed, dat de Edelen een Verzoekfchrift overle- verden aan de Landvoogdeffe , waarby zy begeerden „ dat haare Hoogheid den Kq. » nmg,
(a) Refol. Vroedfch. N. z. i* 7<"i. i;6S. ƒ, n v„fK
Keurb. F. ƒ. ij>$ verfo, J9</. (i) Vadcrl. Hift. VI. Deel, il. lïz er.z.
(c) Zie BOB. I. Stek, l>i. 2.3. [33,] N 3
|
|||||||||||||||||||
en, by tienen en vyftienen, langs de ftraa-
ten te loopen (w). En de waarheid hiervan kan, uit de Stads Regifiers, beveftigdwor- den. Men leeft, in eene Keure van den agttienden Juny: oft gebeurde, dat de wees- kinderen geraiclen vuyt den powwels broeders Conuente te cotnen op der flrate, tegens wille van den gheenen die hen bewaren, zoe ver- lieden tnynen beeren van den gerechte eenen yegelicken , den Jeluen kinderen nae te ho- pen , ofte mit hen luyden e-enige onfiueric- heyt te bedryuen tegens yemande, wie dattet oick zy (x). Uit welke woorden, af te nee- men is, dat de kinderen, reeds te vooren, uit het Kloofter hadden weeten te komen, en dat fommigen zig van hun gediend had- den , om den Schout of anderen overlaft aan te doen. Het ongemak der Weeskinderen duurde veele maanden-: doch verdween al- lengskens, hoewel hun, ook na dat zy 'er van verloft waren, de overblyffels der kwaa- ie, al hun leeven, aanhingen (y). Over de oorzaaken van zulk een zeld-
zaam ongemak is, onderfcheidenlyk, geoor- deeld,^ vroeger en laatere tyden. Ik merk . 'er alleenlyk op aan, dat my, in al wat'er van verhaald wordt, niets voorgekomen is, 't welk men niet, ten deele aan bedwelming der herfenen, ten deele aan vooroordeel, ten deele, miffchien, ook aan luft om, zo wel als anderen, voor wat byzonders aan- gezien te worden, kan toefchryven: en dat 'er geene reden fchynt, om hier om duivel of bezetenheid te denken. Dat 'er de kin- deren zelven aan dagten, was niet vreemd. 't Werdt hun van anderen zo voorgepraat, en 't was 't gemeen gevoelen hunner eeu- we. 't Klauteren langs wanden en daken, 't welk men zelfs niet net genoeg weet, hoe 't hier gefchied zy, is meer van krankzinni- gen gezien. Vreemder zou 'tfpreeken van uitheemfche taaien zyn. Maar welke vreem- de taal hebbenze gefproken ? wat hebbenze 'er in gezeid? Dit verhaalt niemant. Zy fpraken, met lispende tongen, en hebben hgtelyk iet können uitftamelen , dat naar vreemde taal geleek. Miffchien , zo vee] als het Tierius, S'churins-, Fiigiia, waarmede kleins van Purmerende, die hier, in 't jaar »555, verbrand werdt, de fchaapen, zo 't heette, betoverde (z). De gedagten ee- ^er beangftigde vrouwe waren van een' gaauwen jongen niet moeilyk te raaden. En Van 't gene men hoopte of vreesde, dat in de Vroedfchap beflooten zou worden,kon, Wfi>BKAKDT«. 131.
(V) lTh-F- f-"»•
(z) c cT "'• Bo^' iL »'•
ƒ. 3 8-4.* eb- vm I4 April lS5} tH I3 4pril lsU. **■ $1 verft,, 5j, Zie ook DAPPER, H. ISO.
|
|||||||||||||||||||
A
|
iNer.
|
||||||||||||||||||
v&f de
|
|||||||||||||||||||
D A M S II. Deel.
beraadflaagd, om dit werk in Holland tebe-
ginnen. Floris van Palland, Graaf van Kui- lenburg, een van de hoofden der verbonden' Edelen, hadt, federt eenen geruimen tyd, in de Kerken zyner Stad, doen prediken, door eenen Gereformeerden Leeraar, Ge« rardus genaamd, waar veele Hollanders, en ook eenige Amfterdammers ter gehoor ver- fcheenen. In Holland zelf, onthielden zig, Heiwe'f op deezen tyd, niet meer dan twee Gere-ke Vr-J' formeerde Leeraars: Pieter Gabriel, een ^^te Vlaaming, die, met zyneHuisvrouwe, jE-|mftel" lizabet, by welke hy geene kinderen hadt, dam- te Amfterdam, in de Engelfche fteeg, woon- de , en Jan Arendszoon van Alkmaar, Man- demaaker zyns handwerks, die zig, met vrouw en kinderen, te Kampen, hadt ne- dergeflaagen, om de Gereformeerde Ge- meente, welke aldaar, in kleinen getale, heimelyk, byeen kwam, met zyne Leere te dienen. Doch hy kwam, nu en dan, naar Holland, om de ftille Vergaderingen te be- zoeken. Gabriel was gewoon, des Zon- dags , ten zynen huize, de Heidelbergfche Catechismus te verklaaren, voor een klein getal van toehoorderen, die hier, met lyfs- gevaar, vergaderden. Maar den Leeraar, omtrent den aanvang van July, naar elders vertrokken zynde, ontbooden eenige wei- nige Amfterdammers Jan Arendszoon, van Kampen naar Amfterdam, om met hem, op het aanvangen der openbaare Preeke in Hol- land, te raadpleegen.Hun toeleg bleef, mid- lerwyl, zo bedekt niet, of Burgemeefteren kreegen 'er de lugt van, en vergaderden de Vroedfchap, tegen den zesden, om te over- leggen , hoe men zig gedraagen zou, indien de Preeke ook omtrent de Stad ondernomen werdt: en 't befluit viel „ dat men 't nog „ eenige dagen zou inzien, om geene op- „ fchudding te verwekken onder't volk, en, Men „ midlerwyl, bedektelyk verneemen, hoeraacl'ta!' „ ver 't gerügt gegrond ware (g)." Op deng o? agtften, kwamen buiten de S. Antonis-poort, het"P tuffchen de Stad en Outewaal, aan den lyk Pr^ Ykant, omtrent den kadyk,in 't riet, metdi^"/ Jan Arendszoon te woorde zes van de voor-1 naamfte Gereformeerde Burgers, te weeten, Reinier Kant, Frank de Waal, Kor nelis, of volgens anderen, Maarten (//) Janszoon Kos- ter , Albert Heyes , Willem Floriszoon en Laurens Jakobszoon in de gouden Reaal op het Water, uit de aantekeningen van wel- ken laatften, het grootfte gedeelte van dit verhaal ontleend is. Hier werdt eerft, door Jan Arendszoon, met eene zagte ftemme, een vuurig gebed gedaan: en daarna, over- legd» (g) Refol. Vroedfcli. N. z. 5, <S July Ij6«. ƒ. 17. .
(h) D. Willink Aantek. uit een Boek, betuftende1" de Kämet der Diaconie alhier. |
|||||
276 A M S T E R
1566. „ ning wilde beweegen, tot het intrekken
„ der ftrenge Plakaaten; en dat, terwyl men „ 's Konings antwoord afwagtte, Inquifitie „ en Plakaaten buiten uitvoering gefteld • „ werden:" tot welk laatfte, de Landvoog- des verklaarde, geene magt te hebben (d). Keur te Terwyl de Edelen dus y verden voor meer- Amfter- jere vryheid in 't ftuk van den Godsdienft, h'T-°P wies de moed der Onroomfchen , in de mees- komén te Steden van Holland, fterk. Maar te Am- van fterdam, daar de Landvoogdes, dit jaar, vreemde- Burgemeeftersgefteld hadt, naar haar wel- eSbe behaagen, deedt men zyn beft, om allen, waaken die eenige Hervorming in den zin hadden, der Stad. in toom te houden. Weinige dagen voor 't inleveren van 't Verzoekfchrift der Ede- len , hadt Vrouw Margareet der Wethou- derfchap aangefchreeven „ dat zy, in dee- ,, zen gevaarlyken tyd, naauw toezien moeft ,, op de verzekerdheid der Stede." En hier- op was, den tweeden April, gebooden „ dat „ men niemantvreemds terpoorten zou in- „ laaten, zonder dat hy zynen naam en her- „ berg hadt laaten optekenen. Dat elk, die „ te water binnen kwam, aan de dyken, 3, buiten de drie hoofdpoorten, de Haar- „ lemmer-, S. Antonis- en Reguliers-poort, „ moeft worden opgezet. Dat, uit ieder „ der drie Schutteryen, een Schutter aan ,, elke hoofdpoort ftaan moeft, om op de „ inkomende perfoonen agt te geeven Dat „ de Herbergiers en alle anderen hunne ., gaften moeiten komen opgeeven aan Cor- „ nelis Quirynszoon, wonende ten huife van ., Dirck Wouterszoon, Secretaris defer Stede, «, fiaende op de nyeuwe zydten wirburcbwal, „ ouer de appelmarckt, by de huysfutenfieghe. „ Dat alle vreemdelingen hun geweer in j, hunne herbergen laaten moeften, en zel- „ ven, in geval van klokgeflag, binnens huis „ blyven. En dat, in gelyk geval, alle inge- „ zetenen, op hunnen hoefllag, en de drie „ Schutteryen, op de Plaats, moeften fa- „ menkomen (e)." Vier dagen laater,kwam 'er, op vernieuwd aanfchryvens der Land- voogdelfe, eene waarfchuwing uit tegen zekere geftrooide Briefjes , die gehouden werden, verzieringen te vervatten, ten na- deele van den Koningen deHertoginne(/). OndertufTchen, was, aan 't verfpreiden van zulke briefjes, te befpeuren, dat men't volk zogt op te zetten tegen de hooge Regeering. Aanvang Maar de Gereformeerden, zig verlaaten- «ter o- de op den fteun der Edelen en Grooten, TrSein vingen, in Juny, aan, openlyk te prediken, Walfch 'm Walfch Vlaanderen en in Brabant, buiten Vlaande- de groote Steden. Kort'hierna, werdt ook xen. (d) Vadeil. Kift. VI. Detl,bl. 132 enz,
(e) Keutb. T. ƒ. 2or.
(ƒ} Keuib. ï. ƒ. 20J, |
|||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||
VII. Boek.
|
||||||||||||||||||
■77
|
||||||||||||||||||
066. ]egd} 0f men rje openbaare preeke ook in
Holland aanvangen zou ? waartoe eenpaa- riglyk beflooten werdt. Men vondt, nog- tans, geraaden, des nademiddags, nog eens, ter zelfder plaatfe, by een te komen , om nader te beraamen, op wat voet men 't werk aanleggen zou. Doch terwyl de vergader- den , de een na den anderen, om te minder fchyns te geeven, ter poorte intraden, luid- de de Stadhuisldok. Des begaven zig twee van de zes naar de Plaatfe of Markt, daar zy 'tPlakaat der Landvoogdefle hoorden afkon- digen, welk, naar den ontworpen voet van maatiging der voorige Plakaaten, gefchikt was, en waarby, aan de hoofden en voor- gangers der Ketteren, en aan zulken, die dezelven begunftigden of herbergden, de dood, aan anderen de ballingfchap gedreigd werdt. De zes perföonen waren eenigszins verzet, over deeze afkondiging: doch hun gaf wederom moed, dat het gemeen 't Pla- kaat befchimpte. Eenigen riepen, de Paa- pen vreezen voor de galg, en 'tfihynt dat ze er aan zullen raaken. Anderen, 't zal hun hard vallen, tegen den fleen te floot en: en we- derom anderen,dit Plakaat zal oorzaak zyn, dat de Preeke, die in Holland nog niet openlyk gefchied is, terflond, openbaar worden zal. Men kwam dan, des nademiddags, terbe- ftemder uure, en ter zelfder plaatfe, we-' derom byeen, en befloot, na 't uitftorten van een gebed, de Preeke alomme in Hol- land aan te vangen, behalven omtrent Am- fterdam, daar men 't, uit ontzag voor de Wethouderfchap, nog eenigen tyd, nalaa- ten zou (f). En ingevolge van dit befluit, deedt Jan Arendszoon de eerfte openbaare Preeke by Hoorn, op 't open veld, den veer- de tiendenjuly (£). |
||||||||||||||||||
ren. Te Amflerdam, verlangden veelen, in- 1566-
gezetenen en vreemden, dat hun, ook daar- omtrent , het woord gepredikt mögt worden. De voornaamften onder de Gereformeerden alhier begonden zig toen wat vryer te open- baaren, zeggende „ dat, zo men van een „ merkelyk getal van toehoorderen verze^ „ kerd kon zyn, zig wel haafl een Predi- „ kant voordoen zou, die, indien 'erflegts ,, een klein getal byeenkwame, zig, met „ al die by hem waren, in te groot een ge- „ vaar zou fleeken, alzo men wel verze- „ kerd was , dat de Wethouderfchap haar „ beft doen zou, om de Preeke te ftooren." Doch de yver om zulke eene Vergadering Te Am- by te woonen was zo groot, dat men geraa- fterdam ^ den vondt, op Zondag den eenentwintigften ^ldtd July, te Overyeen buiten Haarlem, digtgü by't Huis te Kleet, te vergaderen. Deeze dat men plek behoorde tot de Heerlykheid van Hen- buiten rik, Heer van Brederode, een der hoofden van Haai"!ein de verbonden'Edelen Cm), wiens Rentmees- ^J ter Willem van Zonnenberg , benevens Lan- celot van Brederode, zynen Baftaardbroeder, en Fredrik van Egrnond, gehouden werdt, de voornaamfte gelegenheid tot het prediken ter deezer plaatfe verfchaft te hebben («). 's Daags te vooren, liet men, omtrent ten elf uuren, het gerügt loop en door de War- moesftraat te Amflerdam, alwaar, ten dee- zen tyde, de Koop luiden plagten te verga- deren „ dat men, des anderendaags, ten „ tien uuren, te Overveen, buiten Haar- „ lern, en ook buiten Alkmaar, prediken „ zou." Burgemeefteren kreegen terftond DeBur- kennis van dit gerügt, en lieten, om 't volk gemees- van Haarlem te houden, kort na den mid- ^eid^ri" dag, door fommigen , verfpreiden „ dat een an. „ Reinier Kant, des anderendaags,ter zeli"- der ge- „ der uure, op den Heiligen weg, aan den rugt. om „ Overtoom, zou prediken." Doch deeze, 'l v0,k wel merkende waar men op uit ware, ver-1^™*' voegt zig, met Laurens Jakobszoon Reaal, houden, ten half drie uuren,in het Toorentje,waar Burgemeefters hunne Vergaderplaats had- den, en vraagt hun af „ of zy verfpreid „ hadden, dat hy prediken zou ? 't Ant- woord was ja, met byvoeging „ dat het „ den Heeren, door geloofwaardige luiden, }, was aangediend." Kant verzogt te wee- ten, wie die luiden waren? zeggende dat men hem,door zulk aanbrengen, naarden hals dong. Doch als men hem weigerde de luiden te noemen, liet hy zig vrymoe- diglyk uit, dat zy zelven de luiden waren, die zulk een gerügt lieten hopen: en dat zy hem te kort deeden. Hy voegde hierby „ datzy, » door
|
||||||||||||||||||
De Raad te Amflerdam was, 's daags te
|
||||||||||||||||||
tl^S be. vooren, wederom vergaderd geweefl. Bur-
V^t gemeefler en begeerden, op nieuws, te wee- SÄten, hoe men zig te gedraagen hadt, wan- \ e neer de Preeke omtrent de Stad aangevan- gen werdt. Doch men vondt goed „ nog 35 al ftil te zitten, en zo 'er eenige nieuwig- >■> heid werdt aangeregt, zulks der Vroed- » fchap bekend te doen maaken: ook voor » eerft nog geene wagt in de poorten te '> ftellen; maar de buurtwagt, gereed te hou- >' den, om 'er zig, des noods, van te kon- >> nen bedienen (/)." 't Gerügt van 't predi« *en by Hoorn verfpreidde zig, ondertus- sen, door 't gantlche Land. Men riep, öat 'er ook elders Predikanten voor handen waren, die zig wel haafl zouden laatenhoo- *'. Vij-'j J' Reaal Memor. By Bkandt Reform. I. De;l,
(h Ref',US Hoorn' *'• l61-
Ic»- Vroedi'ch. N. ï. 13 7»ly ises.f.iy. verf«.
|
||||||||||||||||||
f*>)L. J. REA AI. hy BRAND I. Dtel, BI. ji9t
(n) Sentent. ten tyde var. AtVA , 61. S9) ii% |
||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
II. Deel.
|
|||||||||||||||||
«278
|
||||||||||||||||||
56*
|
||||||||||||||||||
1566. „ door dit middel, de Preeke buiten Haar-
„ lem zogten te verhinderen; doch dat dit „ werk des Heeren voortgang hebben zou, „ en door al de duivelen, of derzelver lo- „ genagtige werktuigen, niet zou können „ belet worden." Men zal, voer hy voort, te Overveen prediken, en wy hoopen 't ook, in weinig dagen, buiten Amfierdam te doen. Het volk is vuurig, en verßaat het bedrog van den Paus en de Leer van den Antichrifl. Op dit zelfde uur, zyn al de fchuiten en wa- gens, die by de Stad tsaren, vol volks, naar Haarlem vertrokken, en ixygaan terflond ook derwaards. Ook deeden zy 't, zonder dat Yvervan het hun belet werdt. Te vooren, was be- veel e fternd, dat de Leeraar Pieter Gabriel, die Amfter- te Overveen prediken zou, des Saturdags feiT'om 's morgens» met Kornelis Janszoon Kotter, de Pree- van Amfierdam naar Spaarnedam zou rei- ke aldaar zen, en daar dien nagt vertoeven by den Schout, die den Gereformeerden zeergun- |
||||||||||||||||||
Jakobszoon Reaal, die hier, nevens l
Reinier Kant, Kornelis Willemszoon Hooft, Aagt Kernelis, deszelfs Dogter, Jan Jans- zoon Smit, en veele andere Amfterdammers, verfcheenen was, getuigt, dat 'er, naar gis- fing, wel omtrent vyfduizend menichen by- een waren (0) : 't welk byna ongelooflyk fchynt. Ook meenen anderen , dat 'er naauw- lyks zo veele honderden byeen geweeft zyn Q>). Eindelyk, kwam ook de Predikant;piehjel die , voor eene fparre, gelegd op twee Gs' $s ftokken, overend in den grond gefteken, om- ^0^' trent vier uuren agtereen, in eenen heeten Veen' zonnefchyn, predikte , over het negende en tiende vers des tweeden Hoofddeels van Paulus brief aan die van Efeze. Voor ea na de preeke, werdt 'er gezongen en gebe- den : 't laatfte ook voor allerlei ftaaten van menfehen; en voor 's Lands Overheid zo hertelyk, dat 'er weinige drooge oogen ge- zien werden. Voor 't fcheiden, werdt be- kend gemaakt, dat men, 's anderendaags, ter zelfder plaatfe, by de Roomfche Kerke, aan Maria Magdalena toegewyd, wederom prediken zou, gelyk, doorman Arendszoon, die des Zondags buiten Alkmaar geleerd hadt, voor eene groote fchaare, gefchied- de. Gabriel was, na de preeke, naar Alk- R<^f, maar gereisd, en Reaal, in 'alleryl, naarst,- Amfterdam, daar hy fpaade aankwam, dej^elf poort met Stads wagt bezet vondt, en uit te ^ Egbert Roelofszoon, die zig ook aan de zy- ^ de der Gereformeerden hieldt, vernam, datfta' de Vroedfchap, niet alleen des Saturdags, maar ook dien zelfden Zondag, vergaderd geweeft was , en dat hy uit Anthonis van Houf Jakobszoon, een der zesendertigen , die de zaak der Gereformeerden niet onge- negen , doch vol vrees en agterdogt was , verftaan hadt, dat de Raad, op den herhaal- den voorilag van Burgemeefteren, nog tot geen nader befluit hadt können komen, dan dat men zig, indien de preeke voor de Stad gebragt werdt, naar gelegenheid van zaa- ken, fchikken zou. Met dit berigt, kwam Reaal, des Maandags, den twee-entwintig- ften July, wederom te Qverveen by de zy- nen, die zig aangemoedigd vonden,om by hun voorneemen te volharden. Men hoorde ^t- Jan Arendszoon dan prediken. Den Am-y tterdammeren, des avonds, in grooten ge- * s effl. tale,naar huis gekeerd, werdt afgevraagd,^ig^. wat zy gehoord en gezien hadden ? Waar op ffi['s, eenigen vrymoediglyk zeiden „ dat zy Gods &e „ heilig Woord, welk van de Paapen, tot „ nu toe, met menfehelyke Leeringen, ver- „ donkerd en belmet geweeft was , den „ mefl*
(0) Reaal h brandt i. Dte!, il. 3151,320, 321.
(p) Kok V. Bock, il. 77. [5+.] |
||||||||||||||||||
woonen.
|
||||||||||||||||||
ftig was: waarna hy, des Zondags, om
geen gevaar te loopen van binnen Haarlem beilooten te worden , naar Overveen zou voortgaan. Doch Kotter liet zig vervoeren door zynen yver, om, des Saturdags, tot binnen Haarlem, te komen met den Predi- kant. DeWethouderfchap deezer Stadwas, ondertuffchen , door Burgemeefteren van Amfterdam, pnderregt, dat men te Over- veen wilde prediken, en vermaand, om het te beletten. Hierop werdt, ten negen uu- ren, de Steêklok geluid, en deVroedfchap vergaderd. Maar dit luiden der klokke, zo laat in den avond, jaagde Kotter, die, met Gabriel, by den Scheepstimmerman Kornelis Staatszoon, t'huis lag, grooten angft aan. Men maakte zig zelven diets, dat dat het op den Predikant gemunt was, en hieldt hem, den gantfehen nagt, beftapeld onder de fpaanders. 's Morgens, bleeven de poorten digt. De Amfter dammers, die in de Stad al de herbergen vervuld hadden, deeden veel moeite -, om buiten te komen. Sommigen daalden van de Stads muuren, en zwommen over de graften. Anderen wer- den , met fchuiten, van buiten, overgehaald. Anderen raakten, terwyl de Haarlemmer Schutters de melkfters uit- en inlieten, ter poorte uit. Ten negen uuren, werdt afge- kondigd, hoe zekere Landlooper , Jakob Knuit genaamd, gedreigd hadt de Stad in brand te fteeken, en honderd guldens be- loofd aan die hem wift aan te brengen. Maar ten elf uuren, gingen de poorten open, en toen ftreefden de overigen, in grooten ge- tale, naar Overveen, daar de meefte me- nigte nogtans, 's avonds te vooren, reeds geweeft was, en, by gebrek van huisves- ting, op 't veld vernagt hadt. Laurens |
||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VII. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■79
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
JS66.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ menfchen kl
,, voordraag |
äar en rein hadden hooren weigerde te ontvangen, zeggende, dat men 1566;
." Anderen fpraken't Paus- 't, aan Burgemeefters-Kamer , in't Too- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dom nog duidelyker tegen, en hadden 't ge- rentje, brengen kon. 't Gefchiedde. Men
kaden op de verkoop ing der Geeftelyke vraagde den brenger, van wien hy 't ont- ampten, op het misbruik der Sakramenten, vangen hadt? Hy zeide, den man ('t was en op het aanbidden des broods in 't Avond- Jan Pieterszoon Reaal) niet te kennen; doch maal, der beelden en der verftorvene hei- wel te weeten,dat het van de luiden kwam, die nu buiten de Haarlemmer Poort zou-
den leeren; waar hy terftond ook naartoe dagt te gaan. Men liet hem , over ver- fcheide zaaken , de preeke betreffende * ondervraagd zynde, en geantwoord hebben- de, 't gene hy wift, of zeggen wilde, vrye- lyk vertrekken. De Vroedfchap, daar 't Vertoog aan hieldt, werdt terftond verga- derd. Hier werdt het gelezen en overwoo- gen (u). Het kwam uit op deezen zin: Inhoud Dat de Wethouderfchap, misleid doorvan heÊ |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den agterklap van een deel ligtvaardige ze
menfchen, het heilig werk, dat zy nu buiten de Stad hoopten te verrigten, kwa- lyk duidende, veelligt, waanen zou, hen met regt te können flooren, alzo men hun nagaf, dat zy 't preeken aanvingen» uit ligtvaardigheid, uit eigenzinnigheid, uit grootfchheid, en om 't gemeene volk tot zig te trekken; en dat hun bedryf ftrek- te tot veragting van 's Konings Plakaat, tot oproerigheid, en zelfs om de Wet- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
k
|
^übe- Eenige voorgangers der Gereformeerden
°ok kwamen, midlerwyl, te Buikfloot, over 't |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sr.
|
Y, byeen, met de predikanten; diezig, op
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
't Huis te Affen , welk thans bewoond werdt
door den Heer Binkhorfl, die met zyn gant- fche huisgezin de preeke te Overveen hadt aangehoord; te Zaanerdam, ten huize van Jan Havikszoon, en elders in Waterland, ver- borgen hielden; alzo menze in geene Ste- den betrouwde, om dat zy, door 't open- lyk prediken, te bekend geworden waren. In deeze byeenkomft, werdt vaftgefteld, dat men, op Woensdag, den laatftenjuly, by Amfterdam, prediken zou, en de plaats daartoe bepaald (.r). 's Daags te vooren, deedt de Wethouderfchap de Keure op het b-waaren der poorten en boomen , in de poorten, aanflaan , met bygevoegd bevel aan de Schutters, om goede agt te geeven op de luiden, die in de Stad begeerden te komen, en alle krygsluiden, landloopers, bedelaars en andere verdagte perfoonen daar buiten te houden {f). Den eenendertigften, Js morgens vroeg, verfpreidden de Gere- formeerden een gerügt door de Stad, dat 'er, ten negen uuren , buiten de Haarlemmer poort, in 't veld , zou gepredikt worden |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
s'
|
houders in lyden te brengen. Dat zy hier-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
om , en op dat de Overheid zig niet on-
tydiglyk opmaaken mögt, om hen te Hoo- ren en te ftraffen, geraaden gevonden had- den , hunne onfchuld , door dit onvol- maakt gefchrift, te betoonen. Zy betuig- den voor God, den hertenkenner, dat zy, die zig dagelyks in lyfsgevaar bevonden, niet gedreeven werden door eenen ligt- vaardigen, maar veel eer, door eenen zwaarmoedigen geeft, welks krankheid zy, door Gods beloften en de verfterking des Heiligen Geefts , moëften te boven komen. Zy zogten geenen aanhang te maaken, gelyk Theudas van ouds, en ,• in deeze dagen, Jan Bokelszoon , David Joriszoon en anderen gedaan hadden. Zy leiden alleenlyk toe, om den Heere Chriftus menfchen te winnen. Zy roem- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
e<S
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
&
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
%eere- Doch omtrent of voor agt uuren, zondt men
jNzi^' zeker Vertoog, welk, door Jan Arendszoon, VeLeea °P den naam der geloovigen, buiten de Stad ^°°g, vergaderd, opgefleld, en ook, ter gelegen- er^- heid van het tweede prediken te Overveen, ,etligC aan de Wethouderfchap van Haarlem, be- ^Vfc-'nMdigd geweeft was,by zekeren Schipper teten6s" °f Vaarendsman, Pieter van Grieken of de Griek (u) genaamd, ten huize vanBurgemees: ter Jan Klaaszoon van Hoppen, die 't fchrift |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
j?
|
den niet in 't vleefch; maar hoopten ,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hunnen roem in Chriftus kruis, zo lang
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
11
|
zy ademden, te zullen behouden. Wa-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ren hunne Leeraars eenvoudige luiden;
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■>•>
|
God hadt 'er zyne reden toe, en 'tftrek-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
te hem tot eere, de waanwyzen te be-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■>■>
|
fchaamen , en de geloovigen, zonder
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
grond van menfchelyke wysheid, alleen
£ op den gekauften te doen fteunen. Zy „ hoopten nogtans, dat 'er haaft geoefen- » der
(i>) L. J. Reaal *7 BBANPT J. Deel, bl. 32j,.
O O |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(?) Reaal ty brand f I. Deel, tl. 321, ju, 323.
<t\ ^Eaai- *y Bbakdt I. Deel, bl. 323.
alhier. ' "'llink Aantek., uit een Boek by de Diaconie |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
STUK.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
s8o
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
op eene bekwaame ftede, en 't volk, in groote
menigte,beneden den wind van hem geplaatft om te beter te können hooren. De vrouwen zaten digtft by: de mannen ftonden agter haar, zo dat'er goede orde en goed gehoor was. Na 't prediken en zingen , keerde de Leeraar naar Zaanerdam. Maar Burgemees-D« teren hadden, ondertuffchen, gelyk zy in SchUelJ gewigtige gelegenheden gewoon waren, by $$& raade der Vroedfchap, de drie Schutteryen, vÊrga' die ieder uit twaalf rotten beftonden, op de^" haare byzondere Doelen, doen vergaderen. Hier werdt haar,rot voor rot, voorgefteld, welke zwaarigheden uit het buiten preeken te wagten wären, en gevraagd, of't nietge- raaden zou zyn, dat te beletten? Veelen zy & ti onder de Schutters waren den Gerefonneer- fluïtefl den toegedaan. Des viel het befluit derbuits^" meerderheid „ dat men de buitenpreeke ^o* „ behoorde te gedoogen , blyvende defen. }J Schutteryen verders bereid, om de Stad „en de Wethouderfchap te befchermen „ tegen allen overlaft; waartoe haar ook „ de wapenen alleen waren toevertrouwd." Men gaf Burgemeefteren kennis van dit be- fluit , welk byna met het voorig befluit der Vroedfchap overeenkwam. Tegen Zondag T^s den vierden Auguftus, werdt 'er wederom Pre^5 preeke aangezeid op de Rietvink (z). De op f Predikant Jan Arendszoon werdt, ten be-1^. Hemden tyde, door eenige Schutters, metvl naame Dirk Olofszoon Vlaskoper, Reinier Kant ^Willem Korszoon, Jan Meurling, Ger- rit Janszoon van Delft, Albert de Graaf, Lubbert Nuits, Hans Sprenkhuizen, Henrik Hoppezak, Guiljam du Gardin den Ouden en Adriaan Reinierszoon in 't Kromhout, met een fchiüt, uit Waterland gehaald, en herwaards gebragt (a). Maar de Schout Pieter Pie- De ( terszoon, kennis van 't voorneemen gekree- SclJ^s gen hebbende, toog met de Ruiterwagt en l°\os' Stadsdienaars, in alles omtrent honderd man rgn. fterk, om 't minfte gerügt te maaken, ag- ter't Stadhuis af, 't Jan-Roodenpoortjeuit, en den Singel langs, met meening om op den hoop aan te vallen. Doch gekomen aan De £, 't bruggetje, naaft aan de HaarlemmerSch^' Poort, tradt het rot Schutters, welk hierin' de dagwagt hadt, hem tegemoet, vraagen-heö1' de, wat hy in denzin hadt'? 't Antwoord was „ dat het, als Schout der Stad, zyn „ pligt was, zulk eenen ligtvaardigen hoop, „ die nergens op uit was, dan op het ftig- „ ten van oproer, te doen fcheiden." De fchutters , met naame Egbert Pieterszoon Vink en lef Korneliszoon, riepen hiertegen, „ dat de vergaderden meeft allen treffelyke „ bur-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1566. „ der Leeraars te voorfchyn zouden komen.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5>
|
God hadt aan zyne Gemeente den geeft
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
der waarheid beloofd: indien zy nu, voor
al de weereld, konden bewyzen, de waar- heid te hebben, zo volgde daaruit, dat hunne leer niet tot verleiding, maar tot behoudenis der zielen ftrekte. Die twy- felde mögt hen komen hooren. Zy wa- ren altoos bereid, hunne leere en orde- ning te verantwoorden. Dat zy van den |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
J>
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Paus , en van de bypaden der gezindhe-
heden weeken, gefchiedde om de plaa- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5>
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ gen te ontgaan, die deezen befchooren
„ waren. Voorts, ftondt hun het verwyt van oproerigheid, met Paulus, te ver- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5»
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
draagen, zonder zig daarom te keeren
van hunnen pligt. Geene Leer ftelde de |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vreedzaamheid hooger, dan de hunne.
De Wethouderfchap mögt zig verzekerd |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
houden, dat zy, die 't woord voerden,
en die hen hoorden, niets beoogden dan Gods en Chriftus eere en de zaligheid der zielen. De Heeren Raaden mogten zelven ter gehoor komen, of hunne Her- ders zenden, om te verftaan, of 'er iet, tegen de Leer der godzaligheid, of tegen de vrede en eendragt, gepredikt werdt. Kon men hen overtuigen van dooling; zy zouden hun gevoelen afftaan , om een beter. En wilde men hun veiligheid gun- nen , en party haare leere ter proeve ftellen; zy wilden, Chriftelyker wyze, be- zoeken, wie den anderen winnen kon («)." |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
j>
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
SJ
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
j>
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Eerfte
|
Onder 't overweegen van dit Vertoog, en
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
openbaa-terWyi men goedvondt, depoorten te doen
Sneven fllliten ^' ging de Preeke voort,fnietver-
buken re Van de Haarlemmer poort, doch buiten |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amfter-
dam, op de Riet- vink. |
de vryheid der Stede, op de plaats de Riet-
vink genaamd , regt over 't Karthuizers Kloofter, op 't buitendyks voorland, in de |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
derde kamp: die, naar de tegenwoordige
gedaante der Stad, op het einde der Haar- lemmer Houttuinen, tuflchen de Dommer- en Houtftraat, fchynt gelegen te hebben (4), en naar welke, veelligt, de Finken- firaat, hier omtrent, binnensdyks, gelegen, haaren naam gekreegen heeft (3/). De Leer- aar , Jan Arendszoon, die, met een fchuit, in 't gezelfchap van vier of vyf perfoonen, uit Waterland, herwaards gebragt was, werdt, f*0 Zit BOK II. Eoek, #. 77- [S4.]
(x) Refol. Vroedfch. N. 2. 31 July ijs«, r za
(y) F. VON ZESEN, bl. 223.
(4) Wy neemen dit* onder anderen-af, uit eene
ReJQlutie der Vroedfchap van den zevenentwintigften November des jaars 1617; waarin beflooten wordt, eene fluis te maaken op het plein, omtrent welk hetrietvink plagt te wezen -. welke fluis, in 't jaar 1623 > gelegd werdt, ten einde der Brouwers graft, maß het eerfle getimmerte by de Rietvinck. Refii, Froedjcb N. 12. 27 Nov. 1617. f. 48 verfo. N. 14'. 24 Juny 1623. f. 9 verfo. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(z) REAAL by Brandt I. Dcel,bl. 325 ,326.
(e) Zit mk Commelin bl. »ss. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VIL Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
281
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hy antwoordde, dat het de preeke gelden zou.
Waarop Graaf zig terftond naar Laurens Jakobszoon Reaal begaf , verhaalende , wat 'er in til ware. Reaal deelde 't gewig- tig nieuws aan Kant en andere voorflanders der gemeene zaake mede. Hierop voorzag zig eene groote menigte volks van geweer, meeft korte roers en ponjaarden, die men onder den mantel verbergen kon. Dus ge- wapend , tradt men, ten agt uuren, ter poor- te uit: 't welk de Raaden, die aldaar op- paften , niet wel beletten konden. Na de preeke, verklaarde de Leeraar, uit naame der Vergaderinge „ dat zig eenigen uit de ,, hunnen wel gewapend hadden; dochniet „ om iemant, wie hy ook ware, tekwetfen, ,, veel min om de prediking van Gods „ woord, met geweld, in te voeren;maar ,, alleenlyk uit nood, om 't gevaar, welk j, hun over 't hoofd hing, af te keeren, en „ zig zelvenen al de toehoorders, mannen „ en vrouwen, te befchermen." Men hadt, onder de preeke, vyf of zes mannengefteld op den Haarlemmerdyk, die der Vergade- ringe in tyds waarfchuwen zouden, als de Schout met de zyn en omtrent de poorte kwam. Maar hy was te voorzigtig,om zig onder de gewapende menigte te waagen. Te Slooterdyk, te Buikfloot en elders digt by Stad, werdt, omtrent deezen tyd, geduu- riglyk gepredikt. De Wethouderfchap was, hierom, niet zonder reden, bezorgd, dat men 't haaft in de Stad aanvangen zou. Om dit te beletten, werdt, den zeftienden Au- guftus, by Burgemeefleren en Raaden, eene orde beraamd, op het vergaderen der Schut- teren in tyden van nood, welker eerfte punt inhieldt „ dat men geene nieuwe Predikan- „ ten binnen de muuren der Stede zou toe- ., laaten te prediken ; maar dat men die „ Predikanten, met der daad, by den Schout, „ zou doen vangen." Doch toen deeze or- de den Schutteren voorgehouden werdt, ver- klaarden deezen „ dat zy, in dit eerfle punt, „ nog niet bewilligen konden, maar zien „ zouden, wat hun te doen flondt, wanneer „ de preek daadelyk binnen de Stad ge- „ bragt werdt." Over de andere punten, die meeft in gebruik waren y en onder an- deren zagen op het bewaaren der poor- ten door de Schutteren, viel geene beden- kelykheid (c). De Gereformeerden, befpeurende, hoe
zeer de Schutters hun genegen waren, be- flooten, dat 'er, den eenentwintigften -Au- guflus, gepredikt zou worden op de Las- taadje, vlak voor de Stad, aan den oever van 't Y. Burgemeefleren, kennis gekree- gen
(e) Refol. Vioedfcli. N. 2. 16, 21 , 2i Aug. ijóö. f.
2% , 25 , z8. ©O 2
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
*566. „ burgers waren, hunne bekenden, vrien-
,, den, maagen, broeders enzuilers, die
„ zy niet wilden gedoogen , dat eenigleed
„ werdt aangedaan. Zy rieden hem hier-
„ om, zyne ruft te houden, zonder 't be-
„ fluit der Vroedfchap en der Schutteryen
„ te overtreeden, ten ware hy zin hadt aan
„ bloedftorting , of zig de poort voor 't
„ hoofd wilde zien fluiten." Hy flaakte dan,
voor deeze reize, zyn voorneemen, en keer-
^Quic de vol fpyts te rug. Burgemeeflers riepen,
l^Bllr- 's daags na de tweede preeke, den Oud-
tet^Ss" Raad van Burgemeefleren byeen; daar op
^adeenn nieuws geraadpleegd werdt, hoe men den
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I56Ó.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Leer-
aar ver- dedigt dit. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
latent loop van dit werk beft fluiten zou ? 't Be-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
?>«
|
fluit viel „ dat men de kleine poorten ge-
„ flooten zou houden, en, in elke der drie |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ hoofdpoorten, tweeRaadsperfoonenflel-
j, len by de Schutters," welker gezindheid men nu begon te mistrouwen „ om naauwe ,, toezigt te hebben op de uit- eningaanden, J5 en niemant door te laaten, dan met laft. „ Voorts, zouden Burgemeefters eenOnt- 5, werp van een verbod maaken, om den „ ingezetenen het uitloopen ter preeke te „ beletten; welk ontwerp men den zesen- 5, dertig Raaden, den Hopluiden der Schut- s, teryen,enden Overluiden der Gilden zou j, voordellen, om, goedgekeurdzynde,af- ,, gekondigd te worden, en kragt van wette j, hebben." Maar als dit Ontwerp, den zes- den, in,de Vroedfchap gebragt werdt, be- floot men daar „ dat men 't nog zou op- „ houden, en eerft afwagten, wat by haa- s, re Hoogheid, de LandvoogdefTe, of den 3, Stadhouder, Prinfe van Oranje, desaan- 5, gaande, nader gelaft, of gedaan zou wor- „ den. De Gilden zou men, ondertufTchen, j, op de bekwaamfte wyze, vermaanen, dat j, ze zig toch uit verbooden' vergaderingen jj onthouden wilden. Maar aan de poorten s> zou men Raadsperfoonen Hellen, gelyk ^i» beraamd was (£)." De Schout, nogtans, v zy door Burgemeefleren, of door zyne |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Wet-
houder- fchap be- (luit, liet prediken in de Stad niet toe te laaten. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Daar de
Schutte- ry nog niet in bewilli- gen kan. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nt
|
eigene hevigheid, aangezet, vondt dit be-
fluit veel te zagt, en, een dag of twee daar- na, vernomen hebbende, dat men, des an- derendaags, voor de derde reize, op de |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fc
|
w
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rietvink flondt te prediken, ontboodt hy
£yne dienaars,de nagtwagten anderen,die "y daartoe krygen kon, tegen twee uuren £a middernagt, met hun geweer, op 't Stad- ^s.- De Onderfchout en Stokhouder of Cipier Dirk van Breemen, ter geftelder uu- e, komende op de markt, daar een ven- e' Schutters>tde wagt hieldt,werdt gezien an Leenaart Janszoon Graaf, en gevraagd, at h zo vroeg op 't Stadhuis te doen hadt ? ♦*r/». n! 0l* Vro«dfch, N. 2. 5,6,9 Aug. 1566. f. 20
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
°0
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'ld
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Men pre-
dikt op de Las- taadje, vlak voor de Stad. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ü82 AMSTERDAMS II. Deel.
|
|||||||||||||||||
r^Bfi
|
|||||||||||||||||
gen hebbende van dit voorneemen, doen de
Vroedfchap vergaderen, vernaaien wat 'er gaans, en hun te vooren door de Schutters geantwoord ware (d). 't Befluit viel toen, „ het prediken op deLaflaadje,voordeez' & tyd, te gedoogen; doch den Predikant aan „ te kondigen, dat hy zig niet verilouten „ zou binnen de Stad te prediken, of dat „ men 'c hem met geweld zou beletten (e)-" Om deeze aanzegging te doen, zond en Bur- gerneefteren hunnen Secretaris , Meeiler Pieter Vloits of Vlotinus, buiten de S. An- tonis poort aan den Kadyk, daar de Predi- kant, Jan Arendszoon, wien veel volks te gemoet getrokken was, uit Waterland ver^ wagt werdt. De Secretaris voltrok nogtans zynen lall, den Leeraar, uit een gefchree- ven papier, wel uitdrukkelyk aanzeggende, „ dat hy zig zelven en anderen veel kwaads „ zou veroorzaaken, zo hy voortvoer, on- „ der 't gebied der Stad, of, dat nog ver- „ der ging, daar binnen te prediken." De Predikant antwoordde „ dat hy Burgemees- „ teren, zo veel hem mogelyk ware, wilde „ onderdaanig zyn; doch hier moeit hy Go- „ de meer dan den menfchen gehoorzaa- „ men." Voorts, nodigde hy den Secreta- ris ter gehoor,op dat deeze zynen meeile- ren, met te meer gronds, mögt können aan- dienen, wat hier geleerd werdt. Doch de Secretaris keerde Steêwaards, en Jan A- rendszoon naar de Laflaadje, daar hy,we- derom vier uuren agtereen, predikte over 't Huk des Doops, het Pausdom en de Lee- re der Doopsgezinden uitvoeriglyk weder- leggende. Na 't eindigen der preeke, dagt hy, volgens gewoonte, over te vaaren naar Zaanerdam. Doch 't werdt hem belet door de toehoorders, die hem, onder den drang van't volk, tot voor de S. Antonis - poort bragten. Eenigen zeiden tegen Lukas Mei- naardszoon , Raad der Stede, die aldaar, nevens den Onderfchout Willem Maartens- zoon Kalf, en veelen van de Stads wagten, gefield was om allen moedwil in 't inkomen te weeren, JVy iviïlen den Predikant ter Stad in leiden. De Raad antwoordde „ dat hy ,, geen' lail hadt, om zulks toe te flaan." Doch onder 't fpreeken drongen zy door, en bragten den Leeraar binnen, die, door Guiljam du Gardin, aan een zyde, en ten huize van zynen Broeder Filips du Gardin geleid werdt. Maar Burgemeeileren namen dit zeer euvel, met naame van den On- derfchout, die befchuldigd werdt, dat hy den Predikant in de Poort te drinken geboo- den, ja zelfs ter Stad in geleid hadt. Dit {i) L. J. reaal iy brandt i. Deel, IL 326, 327,
3>8, 3 31."
(e) Zie A. Pauw Relaas H BOR Aiith. stukken, IV.
Deel, il, 1.
|
zou men van den Stads muur gezien heb-
ben. Doch eenige Gemagtigden van 't Hof, naderhand , gezonden om de zaak te on- derzoeken, bevonden dat men, ter aange- weezen plaatfe, op den muur, de plek, daar Kalf toen geilaan hadt, niet zien kon, en dat alles verdigt was. Sedert, heeft men meermaalen op de Lailaadje gepredikt, ook in zekeren fpyker of pakhuis van JanWïi- lemszoon Wyngaard , daar de toeloop zo groot was, dat het pakhuis, en de plaats daaromtrent, te klein viel. Men kreeg ook, eerlang, gebrek aan Leeraars in Holland, fchoon 'er, behalve Gabriel en Arendszoon, nog twee anderen, nu en dan, predikten. Des fchreef Laurens Jakobszoon Reaal om meer Leeraars, naar Embden, van waar 'er, van tyd tot tyd, eenigen in Amilerdam kwamen, die, naar 't de nood vereifchte, op andere Plaatfen, in en buiten Holland, werden voortgezonden (ƒ). Onder de eer- He Leeraars, die, ten deezen tyde, her- waards kwamen, vind ik byzonderlyk ge- noemd Hermanns Baskerus, die, in laater' tyd, door de Spanjaards, in Reiderland, omgebragt is; Juriaan Iepes, Johannes Da- vids, Koppinga Jeiles, Pailoor te Bingum, Johannes Bilderbeek, Pailoor te Zuurhuizen, en/lppius Regneri, Pailoor te Mandag. Van wege de Vrouwe van Kniphuizen, kwam hier haar Hofprediker Balnium. Van Bree- men, kreeg men Kornelis Bakker, een Hol- lander; en van Elburg, Alhert Hardenberg, die, in 't jaar 1574s Predikant te Embden geilorven is (g). Op deeze wyze, werdt de openbaare Pree-
ke aangevangen, te Amilerdam en in Hol- land. De Gereformeerden werden aange- moedigd tot het onderneemen van dit hag- chelyk werk, doordien de meefle Leden der Staaten van dit Gewefl neigden tot het veroorlooven van meerder vryheid in 't iluk van den Godsdienil, en, kort na't invoeren der Preeke in Vlaanderen en Brabant, be- flooten hadden, een Verzoekfchrift in te leveren aan de Landvoogd eile, flrekkende om opfchorting van Inquifltie en Plakaaten, en inflelling eener nieuwe orde op den Gods- dienil , by raade der algemeene Staaten, te verwerven. Amilerdam alleen hadt egter niet bewilligd in dit befluit (h~); fchoon de Vroedfchap, federt, befloot, dat men de meerderheid zou mogen volgen (1). DeBur- gemeeilers vloogen hier thans van de hand der LandvoogdeiTe. De Schout flak uit in flrengheid tegen de Onroomfchen. Men nam,
(f) 1. J- REAAL iy BRANDT l.Deel,H.33Z, 333,334«
(/r) D. Willink Aantek. uit een Boek, bydeDiaconia» (h) Refol. Holl. is July iS6S. il. z9. (i) Refol. Vroe4fch. N. 2. ij» July 1566. f. IS verfi. |
||||||||||||||||
1566.
|
|||||||||||||||||
dike«op
de U* taa#e hoi"1'
aal* |
|||||||||||||||||
De Pre-
dikant wordt in de Stad geleid. |
|||||||||||||||||
mV
|
|||||||||||||||||
't Wordt
kwalyk geno- men. |
|||||||||||||||||
')
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDEN ISS EN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VII. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
z$3
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ltt6.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gevolgen deez'er famenrottinge, vergader- 1566V
den ten een uur op Schepens Kamer, daar niet alleen de Schepens; maar ook, tegen twee uuren, drie voornaame burgers uit de Gereformeerden,Adriaan Pauw (/), Egbert Roelofszoon en Arend Bouwer, ontbooden wa- ren. Men begeerde dat deezen drie eenige. middelen zouden voorflaan, om 't volk te. füllen. Doch zy, zig daarin bezwaard vin- dende, verzogten tyd van beraad tot 's an- derendaags, 't Werdt hun toegeftaan, en tevens belaft, datzy, tegen dien tyd, iet op 't papier ftellen zouden. Maar eer zy Beej^en, nog aftraden, kwam Kornelis Jakobszoonftorm in Brouwer, eender Burgemeefteren,verbaas-de oude delyk ter Kamer inloopen, roepende, dat, Kei"ke' in de Oude Kerke, al de Heiligen aan flukken geflaagen werden. Waarop Egbert Roelofs- zoon uitviel, dat het flegts beelden,geenszins Gods Heiligen waren. Inderdaad, het graauw hadt wel, in de nieuwe Kerke, daar de gees- telykheid naliet de Vesper te zingen, gee« nen moedwil gepleegd, en zig zelfs , door eenige burgers, met goede woorden, laaten beweegen om de Kerke te ruimen; waarna de deuren geflooten werden: maar inde ou- de Kerke, liep het zo wel nietaf.In'teerft, was 't volk hier ook ftil geweeft; doch toen* ten twee uuren, de Vesper aangeheeven, en veele kinders ten doop gebragt werden, o- ver welken,deKapellaanen den Exorcismus of uitzweering fpraken , riepen eenigen, Gy Paap, laat af van den duivel uit de kin- deren te zweer en. Gy hebt de weereld, met uwe valfchheid, al te lang bedroogen. Doop in Jezus naam , gelyk de Apofbelen gedaan hebben. Sommige vrouwen gingen met de kinderen ongedoopt naar huis : andere kin- deren werden, in de Nederlandfche taaie, gezegend, en gedoopt. De Vesper werde nog, onder't morren der menigte,ten ein- de gebragt. Maar tufïchen drie en vier uu- ren , kwam een Koorendraager, Jasper ge- naamd , in 't Noordoofteinde der Kerke, digt by 'tSakramenthuisje. Hier ftondt ook Wein Kornelis, de Huisvrouw van Bürge-' meefter Simon Klaas Kops,die hy,metdee- ze woorden, aanfpreekt: Zie daar hangt dat gruwelyk, dat godslaflerlyk gedigt. Met een nam hy 't bordje, daar 't op ftondt, en las 't haar voor. De vier eerfte regels ('t mögt, in 't geheel, vyfentwintig of dertig regels lang zyn) luidden dus: Hier kit beflooten in dit (*~)flot, (*) Hei
Jhefus Chriflus, waarachtigh menfeh en'kluis-
de Godt, :tt Alfoo by van Maria es gebooren: Die dit niet gelooft, die es verkoren. Toen
(l) A. PAUwK-elaas, J/. U y
Oo 3
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nam, derhalve, geene befluiten tot gemaa-
tigdheid, dan toen men 'er, door het groot getal der voorfianderen van de Hervormin- ge, toe genoodzaakt werdt: gelyk uit ons verhaal van de invoeringe der Preeke heeft können blyken. 't Leedt, ondertufïchen, niet lang, of men
ving ook aan te prediken in de Stad. Ten tyde van het aanleggen der eerfte Preeke op de Laftaadje, hadt men hier.tyding ge- kreegen, dat het gemeen onder de Onroom- fchen, aangezet, zo geloofd werdt, door lui- den van meerder aanzien, en geholpen van feenig flegt geboefte, in Vlaanderen en in Brabant, daar de Preeke eerfl begonnen "was, de Kerken ingenomen en gepionierd hadt. De Wethouderfchap, bedugt voor diergelyk geweld hier ter Stede , waar- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lottnins
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4<fm-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Se
|
fchuwde, onder de hand , de Kerken en
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kloofteren, dat zy hunne beelden en fieraä-
5g1m den in veiligheid brengen moeiten , gelyk N te den twiïitigftfen Auguftus begonnen werdt teilêén. (£). Maar den drie-entwintigflen, des mor- gens ten negen uuren , kwamen eenige koopluiden , burgers en vreemden, op hun- ne gewoonlyke Vergaderplaats, in de War- moesftraat, verhaal ende, wat beeldenftorm zy, twee dagen te vooren, te Antwerpen, gezien hadden , en vertoonende verfchei- don' {tukken van outers en beelden van toetsfteen, albalt en marmer , met byvoe- gfajg, van welk outer, of van welk zoge- naamd wonderdaadig beeld, ieder flukwa- re. Jakob Gerrit Teeuweszoon en Floris Dirks- Zo<m. Otter, gevolgd van Lailrens Jakobs- fcoon Reaal, begaven zig toen naar het Too- rentje met meening, naar 't fchynt,omdit ■ y nieuws aan Burgemeefteren mede tè deelen. Hierop kwam herhaald bevel. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'41
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^G.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
33n de Paftoörert, Moniken en Begynen ,
otn den dierbaarften inboedel der Kerken en KI »öfteren te bergen: 't welk toen, zeer o- penlyk, gefchied'.ie, en. juift pg den mid- <feg, öf omtrent eifuur. fe 't werkvolk Van den arbeid kwam. Men zagkerfeetyfeö eri moniken alomme loopen langu deftraa- *en s beiaaden met zilverwerk, kelken, fa- *ramenthuisjes, kruiken en misgewaad, en daaronder ook de koftbaarheden , die tot Verfiering van de outers der byzondere Gil- pn behoorden:'t welk fommigen ambagts^ jj^den zo zeer in de oogen ftak, dat zy den i aapen ontnamen , 't geneze droegen, en' et Wederom in de Kerken bragten. Ande- 0ei\beefden, in grooten getale, naar de Ucte en nieuwe Kerken, daar nog eenige |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uera:aden
|
en de meefte beelden gebleeven
Burgemeefteren, bedugt voor de |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Waren.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(k) A' *4T*v Relaas, ij. i.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
%
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
284
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
[565.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
ik66 Toen hy't uit hadt,fmeethy't bordje voor kerr, waarna de Kerk gellooten werdt.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
15UU. XUCU lijf «. ""- * »w»u_____ ,„„„11, J^v* '1-
|
Den volgenden nagt, hiel dt eene geheele ßurge-
Schuttery de wagt voor 't Stadhuis. Den ffe^' vierentwintigften, werden de drie Gerefor- te^eS' meerde Burgers op nieuws ontbooden voor ?cn ff* Burgemeefteren, die hun , by monde van drie Ge Elbert Markus Dirkszoon, wederom vraag-refo^s den naar middel, om de Gemeente te ftil- j?^ers> len,en diergelyken moedwil, als, 's daags " te vooren, in de Oude Kerke, gefchied was, te voorkomen. Pauw, die de oudfte was, antwoordde „ dat zulks boven zyn verfland „ ging; en dat de Heeren doen konden, 't „ gene zy oorbaar dagten." Men wees hen toen naar het Toorentje, om afzonderlyk te raadpleegen. Zy deeden 't; doch ver- zogten wederom uitilel tot 's anderendaags, welk hun gegund werdt, met vermaaning, om niemant anders kennis te geeven van 't gene hun, door Burgemeefleren, gelafl was (0). Midlerwyl, werdt,by de Vroedfchäp, bellootcn, dat aan de vier Burgemeefteren, tot hunne verzekerdheid, veertig ofvyftig burgers tot eene Lyfwagt zouden worden toegevoegd fj>). Ook deedt het Geregt,lü^^ti deezen zelfden vierentwintigften Auguflus, 't tu- rnet de trompette, op de hoeken van ver- ^i fcheide flraaten, af kondigen „ dat, gemerct „ den groeten ouerdaet, by eenigen quaetwil- „ ligen, in d oude kercke, Godbetert, op gis- „ teren gëbuert, goedgevonden was, dat de „ zeftien wyken wederom waaken zouden, „ by beurten, op de zeventien hoefflagen. „ Dat, uit ieder huis, alle de mansperfoo- 5, nen , boven de twintig en beneden de „ zeftig jaaren oud, zouden waaken; doch „ die ziek, of tot zeshonderd guldens of „ meer gegoed waren, zouden eenen man, „ in hunne plaatfe, mogen ftellen." Wy- ders, werdt belafl „ dat elk, die eenig goud, „ zilver, lynwaatof andere goederen, wel- „ ken uit de Oude Kerke gemift werden, „ onder zig hadt, dezelven, voor Zonnen- „ ondergang, aan Kerkmeefleren te rug .$ „ brengen moefl (q)." Den vyfentwintig- V0°'js flen, werdt Pauw, ten agt uuren, wederom v*l 'é boven ontbooden. Hy hadt, midlerwyl, een fe$\ Gefchrift ontworpen, waarby in bedenking ^f gegeven werdt „ of men ook zou können „ goedvinden, de beelden afteneemen,de „ Kerken te fluiten, en de Preeke buiten de „ Stad, en by onweder in de Zieken-, of „ Leproozen-Kerke tegedoogen? Voorts „ toelaatende, dat de zieken of een' goed' „ Priefter, of een' Predikant ontbooden, „ naar hun welgevallen, mids de Prieflers, ,5 i»
(0) A. FA.UW Relaas, il. 1, x.
\p) Refoi. Vroedfch. N. x. 24 A*g. istf. f. *S verfi*
Reaal by Brandt I. Deel, tl, 358,35». (y) Kemb. f. /. 211 vtrfi. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
zyne. voeten aan ftukken: 't welk, door 't
breeken van 't glas, dat 'er voor flondt, groot gedruifch maakte in de Kerke. Hier- op begonden eenige jongens met fleenen te werpen naar de outers.Laurens Jakobszoon Reaal, die toen hieromtrent was, dit ziende, ging, metReinierKant,"Frank deWaal enKor- nelis Janszoon Köfter,uit de Kerk, naar de markt, daar zy zig vertoonden, en bleeven wandelen, om geenen fchyn te geeven, dat zy e enig deel hadden aan 't gene, ten dien tyde, in de Oude Kerke, omging. Hier was nu het fchenden van beelden en outers be- gonnen. Simon Siegt van Haarlem,Kapel- laan deezer Kerke, hadt, al voor eenige jaaren, aan de zuidzyde derzelve,eeneKa- pelle geiligt, en een Lieve-vrouwe-beeld, met het kindjezus op den fchoot, omtrent an- derhalve voet hoog, geplaatfl, in een glazen kasje, op een outer, voor 't S. Sebaftiaans- of Voetboogs-fchutters-koor. Ter eere van deeze Lieve Vrouwe, was ook een Maag- dengilde opgeregt, uit jonge Dogters bp- ftaande, die by Heere Simon te biegt, ten Sakramente en ten offer kwamen , en 't beeldje behingen, met veelerlei koftbaare fieraaden. Dit fluk leedtook aaniloot. Wem Adriaan Okkers , Huisvrouw van Juriaan ter. Meuïen, fmeet 'er haar toffel tegen aan: welke daad deeze vrouwe,en haare dienfl- maagd, Tryn Henriks, die 'er by gedaan hadt, naderhand, het leeven gekoft heefr(m). |
||||||||||||||||||||||||||||||||
De
Schout,
het
beeld-
|
Maar terwyl 't beeldbreeken, in de Oude
Kerke, voortging, hadden Burgemeefleren de drie Schutteryen, gewapend, doen ver- |
|||||||||||||||||||||||||||||||
breeken gaderen op de markt,ter befchermingevan
willende 't Stadhuis (»), waarvoor men nog bekom- ftuiten, g^j fcheen- De Schout toog ook, met verclree- veertig Stads waakers, van 't Stadhuis naar |
||||||||||||||||||||||||||||||||
ven.
|
de Kerke, om 't graauw te fluiten. Ook
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
viel hy 'er terftond op in, met flokken en
hellebaarden, dreigende zelfs met fcherp te fchieten onder den hoop: en wil men, dat 'er een roer los gegaan zy. 't Meefte Jonge volk raakte toen op de loop, met zulk een gedrang, om buiten te komen, dat, in de zuiderdeure, een klein meisje doodge- drongen werdt. Maar de overigen, die in de Kerk gebleeven waren, fielden zig te weer, en dreeven den Schout terdeureuit: waarna het beeldbreeken wederom voort- DeSchut-ging. Toen verzogten Burgemeefleren, dat tery doet drie rotten fchutters , uit elke Schutterye |
||||||||||||||||||||||||||||||||
het
graauw vertrek- ken. |
||||||||||||||||||||||||||||||||
een, zig naar de Kerk wilden begeeven, en
't volk, ware 't mogelyk, met goede woor- den , doen vertrekken. Ook gelukte dit, |
||||||||||||||||||||||||||||||||
door vriendelyk fpreeken, bidden en fmee-
(m) Reaal I-j Brandt i. Deel, H. }$$. iS7> 3J8,
<n) A. Fauw Relaas, tl, 1, |
||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VIL Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
285
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
iS66.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tuflchen de Gemeente en de Wethouder- I5föt
fchap (z). Ook draagen zy, in de Regis- ters der Stad (£), de naamen van tuffcbett- /prekers en vrcdemaukers. De Landvoogdes, federt, kennis gekree-DeLand-
gen hebbende van 't gebeurde te Amfterdam* voogdes keurde, in eenen fcherpen brief aan de Wet- veroor- houderfchap van den eerften September , ^elt de zeer af, dat men den SectarilTen zo veel vemiheii hadt toegegeven,beveelende, daarenboven, der Am- de Kerken wederom te openen, de beelden ?_er^- daarin te brengen, en zig tegen de Kerk- hc0uderet" fchenders te gedraagen, volgens het Pla-fchap. kaat, nieuwlings , desaangaande gemaakt (¥). Doch men zag, hier ter Stede, nog geene kans, om den Gereformeerden de verleende vryheid te beneemen: waarom de Kerken, die nu meeft van beelden ontbloot waren (5), voor eerft, nog geflooten blee- ven (V). Ën wat de preekë betreft, de Landvoogdes hadt, op den vierentwintigfteil Auguftus, toegeilaan, dat dezelve blyven zou, terplaatfen, daar zy, tot dien tydtoe, ware ingevoerd (d). Wat laater, floegen Burgemeefteren den Raaden eenen voet voor, volgens welken, men de Kerken we- derom zou können openen. Doch zy von- den 'er zwaarigheid in, zo lang de Prins van Oranje, of eenig ander hoofd van aan- zien niet herwaards gefchikt werdt, tot bê- fcherminge der Stad (e): 't welk nog zö fpoedig niet te wagten was* De Gereformeerden te Amfterdam ftel-De Gere-
den , ondertuiTchen, orde op het beftier hun- f°"«eer- ner Gemeente. Zy was, tot nog toe, al-^^j:* leenlyk,door Pieter Gabriel en JanArends-aihier zoon,als vafte Predikanten, bediend. Maarverkieft |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9, in ftilte, met het Sakrament, by de zie-
j, ken gingen: en eindelyk, op zwaare ftraf- „ fen , verbiedende , eenige Kerken of „ Kloofters te befchadigen: alles tot dat 'er, 3, by den Koning en de algemeene Staaten, „ nader, op het ftuk van den Godsdienfl „ voorzien werdt (f)." En overeenkomftig met dit Ontwerp, werdt eene Keur beraamd, by den Geregte, die, door de Vroedfchap (j) en Schutteryen, goedgekeurd, en den zesentwintigften met de trompette afgekon- digd werdt, met verklaaring nogtans, dat Zulks alleenlyk gefchiedde , by voorraad, en tot op nader orde, niet, gelyk het ont- werp van Pauw inhieldt, by den Koning en de algemeene Staaten; maar by deHerto- ginne en de Heeren van haaren Raade, te beraamen (t). Sommigen tekenen aan, dat de afkondiging deezer Keure gefchiedde, niet flegts in 't byzyn van BuTgemeefter Jan Klaaszoon van Hoppen; maar ook, ter be- geerte van den Geregte, in 't byzyn van Adriaan Pauw, Egbert Roelofszoon en A- rend Bouwer, op dat zy, by de burgerye, te beter klemmen zou (u). Doch Pauw zelf maakt, in zyn Relaas, van de begeerte des Geregts geen gewag. Alleenlyk meldt hy 00, dat zy, met hun drieën en eenige an- deren, den Secretaris, die de af kondiging deedt, gevolgd zyn. Des anderendaags, den zevenentwintigften, verzogten Burge- meefteren aan de Kapiteinen der drie Schut- teryen, dat zy, uit elke Schuttery, twee Perfoonen kiezen zouden, aan welken de Ge- meente haaf e voorflagen zou doen, en door weiken, dezelven aan Burgemeefteren zou- den worden voorgedraagen. In gevolge van dit verzoek, werden , uit de oude of Klo- veniers-Schuttery, verkooren Andries Boe- knszoon en Adriaan Pauw; uit de Voetboogs- Schuttery , Herman Roodenburg en Klaas Reyerszoon, en uit de Handboogs-Schuttery, Jan Bethszoon Roodenburg en Arend Korne- luzoon Kool, Doch zy weigerden deezen laft °P zig te neemen, ten ware de Wethouder- schap beloofde, hen fchadeloos te zullen houden Qixi); gelyk, naderhand , in eene A&e van Burgemeefteren , by raade der Vroedfchap (x), gegeven , die nog voor tanden is (y), gefchiedde. Men gaf dee- Zen zes Perfoonen den naam van Opper-Kw geinen. Doch Pauw beweerde, naderhand, pt hun die naam niet voegde, alzo zy al- £enlyk aangefteld waren tot middelaars, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
sbeel-
:11Wor.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
«af
|
ge-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»o
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
pfioo.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
&
|
■es
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ia 't midden van Auguftus, reisden Lau-nrens Jakobszoon Reaal en Reinier Kant, uit
|
Predi-
kant. |
n"
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
laft der Gemeente,naar het DorpS.Maar-
ten, by deZype, in Noordholland, en be- woogen Nicolaus Sebelthis, Paftoor aldaar, die lang weerzin in 't Pausdom gehad hadt, en hun door Jan Arendszoon aangepreezen was, om 't Leeraarampt onder de Gerefor- meerden te Amfterdam teaanvaarden. Hy deedt zyne eerfte Predikatie in 't Zieken-of Leproozen-Kerkje, buiten de S. Antonis- poorte, daar men, volgens de Keure van den
(z) ld. bl. 3, ir, L. J. Reaal fy Brandt I. Dtei,
bl. 36° (a) Refol. Vroedfch. N. t. + April IJ67. ƒ. 79.
(b) Bor II. Boek, bl. 70. [101.]
(c) Refol. Vroedfch. N. z. 7 Sept. isSS. f. 39.
(d) liOR II. Boek, !>l. «7. |>j.]
(') Refol. Vroedfch. N. 2. 13, 19 , ïo Sept. is&S. f. 30 ver/b, 31.
(5) In eene oude Rekening van S. Jakóbs-Kapelk -
lees ik, onder anderen, - 1566. 3 September betaelt van afbreken indieCap'
pil van de Heyligben,ßmma f. i:- 4:- i—. noch die Kißemaker ook van 't afbreken van die Heyiigben in dis Cappel f. 2; 10: —- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
CWJ A.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(*j A7-Bi„Yf°idfch- N:, z- * AP'tl !t.*7*f> 7?>
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
*au-sv Relaas, il. 12
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||
285
|
||||||||||||||||||||||||
neemen zou. Doch naauwlyks was de bui- 1566-
tenfte deur opengedaan, of 't volk, welk daaromtrent, in groote menigte, famenge- vloeid was, dringt met geweld ter Kerke in. De wagten deeden hun beft, om de deur wederom digt te krygen: een hunner velde zelfs zyn roer, en fchoot iemant dooi' den arm; maar 't graauw, dit verneemende, drong zo fterk óp hen in, dat zy hun ge- weer wegwierpen, en naar 't Stadhuis vloo- den , alwaar het hun, zonder dat 'er iemant mede beledigd werdt, nagedraagcn werdt. Men begroef toen den dooden. In de Kerk, werdt geen meer gewelds bedreeven. 't Graauw liet zig, door de burgers, bewee- gen om die te ruimen. Maar 't was nu op de been geraakt, en niet geheel lyk te be- , teugelen. Des ftreeft het naar 't Minderbroe- 'tG^f
ders-Kloofter, daar, riep men, wat te doen ftree'ct moeft zyn, alzo veertig gewapende man- ^V' nen, voor eenige weeken, daar binnen ge- broe^'l legd tot befcherminge der Moniken , zig Klo°^' niet al te ftil hielden. Men hadt 'er fom- tyds een roer hoorert afgaan, en maakte ei- kanderen diets, dat 'er veel krygsvolk en voorraad van wapenen byeen gebragt was (ï). Ook liep dit Kloofter, voor lang, in 't oog, om dat, in het zelve, als in eert tweede Stadhuis, alles wat de vervolging der Onroomfchen betrof beraadllaagd werdt. Men plagt 'er ook kennis van Ketteryete neemen, en 't Geregt hieldt 'er, na 't uit- voeren van 't vonnis, de maaltyd met de Kloofterlingeft. Zelfs wil men, dat aan dee- zen genoegzaam de voorkeur der zesender- tigen opgedraagen werdt, op dat men gee- ne bedekte Lutheraanen op 't kuffen krygen mögt (£). Voor 't Kloofter gekomen, werdt 'er, voor eerft, niet uitgevoerd; doch de |
||||||||||||||||||||||||
den zesentwintigften Auguftus,byregenag--
tig weder, predikte, en dat, ten dien ein- de , op bevel van Burgemeefteren, van beel- den ontledigd was. 't Getal der armen, onder den toevloed des volks om de drie Leeraars te hooren, van tyd tot tyd, aan^ waffende, ftelde men, al vroeg, Diakenen, die de aalmoezen,onder depreeke, in hou- ten fchotelen, verzamelden. Voorts, wer- den 'er ook eenige oude, deugdzaameZus- ters verkooren tot Diakoneffen (ƒ )• De zes geköorenen uit de Schutteryen
hadden, ondertuffchen, veel moeite om 't jremeen der Gereformeerden, welk dage- lyks met de Roomfchgezinden overhoop Ja?, en veelerlei nieuwigheden begeerde, in^orde te houden.«, De Roomfchgezinden drongen op het heropenen der Kerken: de anderen dreeven, dat zulks met de Keure ftreedt, daar zy niet van afftaanwilden, zo men hun geene Kerk vergunde in de Stad, om welke Pieter Gabriel de Vroedfchap, op den eerften September,fchriftelyk,ver- zoeken durfde (g). Zy ftonden te meer op dit laatfte, om dat men, van tyd tot tyd, berigt kreeg, dat den Gereformeerden,aan verfcheiden' oorden , toegelaaten werdt , nieuwe Kerken te timmeren. Ondertuffchen, bleevenze *er zeer op gezet, om de dooden, op hunne wyze, in de Roomfche Kerken, te begraaven (Ä); 't zy dat men zulks ver- koor, om de aanzienlykheid der plaatfe, of om dat men, volgens het aloud vooroordeel, de Kerken voor heiliger hieldt dan eenige andere ftede. 't Vuur van ongenoegen, welk eenige weeken gefmeuld hadt, borft, einde- lyk, den zesentwintigften September, uit tot openbaare beroerte. De Gereformeer- den bragten, dien dag, eenen hunner over- leedenen, Simon Muts genaamd, ten grave in de nieuwe Kerke, met zulk geleide van maagfchap, als by de Keure bepaald was. Maar de Wethouders , bedugt , naar 't fchynt, voor 't overweldigen der Kerke, zonden veertig wagten derwaards, metlaft, om niemant in te laaten dan 't lyk. De Staat- fie voor de Kerke gekomen zynde, meen- den de vrienden, dat de Kofter, op hun aan- kloppen , de deur openen zou, gelyk hy, fe- dert dat men de Kerk geflooten gehouden hadt, in diergelyk geval, plagt te doen. Doch de wagten weigerden, iemant, ne- vens 't lyk, door te laaten. Twee mannen begaven zig toen naar Burgemeefteren, met verzoek, dat de vri enden ten minftenmog- ten intreeden. Doch dit werdt afgeflaagen. Men verzogt dan, dat de Kofter 't lyk in- (f) L. J. REAAL hy BRANDT l. Deel, hl. 377,378, 379.
(g, Refol. Vroedfch. N. 2. 1 Sept. Ijfi«. ƒ. 19- («j A. Pauw Reiaas, tl. 3 » 4. |
||||||||||||||||||||||||
1566.
|
||||||||||||||||||||||||
OokDia
ker.eh en Dia- kónes- fea. |
||||||||||||||||||||||||
Aanlei-
ding tot nieuwe beroer- te. |
||||||||||||||||||||||||
menigte groeide vaft aan. Eenigen der voor- %üXf
|
||||||||||||||||||||||||
naamfte Gereformeerden, als Meefter Maar- me$c
|
||||||||||||||||||||||||
tO('
|
||||||||||||||||||||||||
ten Koffier, Clement en Frans Folkcrtszoonen^^^
Koornhert , Egbert Roelofszoon , Gysbert ^ ól' Boom en Laurens Jakobszoon Reaal, toen, ref0r, by geval, op den Dam wandelende, wer-me^ den, door Burgemeefteren, op het Too- om „ rentje geroepen. Zy begaven zig derwaards, &*0^' uitgenomen Reaal. Men verzogt hen, ter - ftond,naar 't Kloofter te gaan,om 't graauw te füllen. Ook werdt hun veroorlofd, uit naam van Burgemeefteren, te belooven, dat de Moniken, nog dien avond, het Kloofter zouden ruimen. Men gaf hun Pieter Kaars, Kapitein van de nagtwagt, mede, die be- vel hadt om de wagt, in 't huis van Guil- jam du Gardin, welk aan het Kloofter ftondc, aan te zeggen, dat zy, zo haait als zy ge- waar (!) Re aai. hy Brandt t. Deel, il. 379, 3*°.
(k) HoOït UI. Bsek,il. "3. XIU. Boek, il. J7t,
|
||||||||||||||||||||||||
VIL Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENIS SE N.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
287
|
||||||||||||||||||||||||||||||
waar werden , dat'er eenig volk in't Kloos-
ter kwam, hun geweer verlaatën, en over den Klooftermuur ontwyken zouden. Kaars volvoerde zynen laft. De zes burgers, want Reaal verzelde de anderen , op hun ver- zoek , begaven zig onder de woeile menig- te, haar, met ontdekten hoofde,fmeeken- de , datze vertrekken wilde, en zelfs 't ver- trek der Moniken beloovende, gelyk hun veroorlofd was. Maar hoe zy meer fmeek- ten en baden, hoe zy minder gehoord wer- den. Reaal, het opflaan der Kloofterdeure willende beletten,, liep gevaar om, van ag- teren, met een opfleeker , doorflooten te worden, hadt een ander den lloot niet af- geweerd , en hem gewaarfchi:wd. Des fpoed- • de hy zig, met Meefter Maarten Koller, naar huis. De anderen vier bragten, einde- lyk, te wege, dat het graauw beloofde de deur niet te zullen openen dan in 't byzyn der Wethouderfchap. Dit werdt den Hee- ren aangediend , die terfbnd den Burge- meefter Kornelis Jakobszoon Brouwer en twee Raadcn naar 't Kloofier afvaardigden. Doch eer deezen aankwamen, was de deur reeds opgebroken. De Moniken, het Kloos- ter verlaatende, werden by de burgers ge- bergd. Toen werden de glazen van 't ge- bouw uitgefmeeten, en beelden en fieraaderi verbroken. Eenigen liepen in de Cellen, en verfcheurden de boeken. Waarop Eg- bert Roelofszoon en Fieter Janszoon Kies, vreezende dat de plonderaars de boekkamer ook aantallen zouden , zorg droegen, dat demeefte en belle boeken, op een erf daar- omtrent, op den Zeedyk, overgeworpen, en gebergd werden. Henrik Simonszoon in de Hoppezak liet het rundvleefch en de an- dere Klooilerfpyze den plonderaaren ont- voeren , en naar 't Weeshuis brengen. Ee- nigen, die , in 't volgende jaar , wegens deeze plondering, in hegtenis raakten, heb- ten bekend, dat zy , d,oor fommige yve- raars , en onder anderen door Fredrik Si- monszoon, woonende op 't water tuflchen de Vrouwenfleeg en Paapenbrug, en door Jan Broek, woonende by de oude brugge, met geld of beloften van geld, totdebeeldbree- king waren omgekogt: ook dat Stans Ben- n<'ߣ een voorganger in 't beeldbreeken ge- leed was (/). Op deeze wyze, liep de "ag ten avond. Maar den volgenden dag, jtynde den zevenentwinrigflen September, lchoolde het graauw wederom, in grooten getale, by een voor de nieuwe Kerke, daar ^n i-mme Kaarden , Weduwe van Bieter lfkszoon in 't Vlasvat, ter aarde bcflellen ii i55-, 1,eiT. van Chas ]ansz en Evert Jansz van 11 Ju-
ut i9 ^" 'l ConfciT. boek, hopende van 17 Jan, 15«+. |
||||||||||||||||||||||||||||||
zou. Doch toen de wagt defchaare, ne- 1560.
venshetlyk,gewilïiglyk inliet, pleegde zy, in de Kerke, geen' den minf:en moedwil (6); maar liep 'er, na dat hetlyk begraven was, Ook dit wederom uit naar't Karthuizers Kloofier, derKar- buiten de Haarlemmer-poorte, twee roer-tluuzers* fchooten van de vefjen Qn). De Kartliui-, zers waren, om hun gallen en braffen, in den gemeenen haat en veragting geraakt (n). Hier werden dan eenige g'azen in 't pand, eenige beelden in de Kerke verbroken, en 'de boeken vernield. Eenige plonderaars toefden den gantfchen nagt in 't Kloofier, eetende en drinkende van 't geneze 'er von- den. Een deel van de Schutterwagt, met den ogtend derwaards gezonden, zou het graauw, met goede woorden, bewoogen heb- ben om hst Kloofier'te mimen,gelyk eeni- gen reeds deeden': doch de Schout, die de Vier Schutters op de hielen gevolgd was, deedt, plonde-. digt by 't Kloofier, vier plonderaars vatten,raars aan eikanderen vleugelen en naar de Stadgevat' brengen. Doch by de Haarlemmer-poort, die men nog gellooten hielde, flondt eene groote menigte volks vergaderd, welk, ver- neemende dat men eenige gevangenen der- waards bragt, terftond om geweer liep, roepende, dat zy niet zouden gedoogen,dat iemant, om het breeken der beelden, het leeven Hete, Straks raakte de Stad in rep en roere: welk gezigt den Raad, die verga- derd was, zo akelig voorftondt, dat men den Onderfchout Willem Maartenszoon Kalf, den Schepen Jakob Kornelïszoon Nobel, en den Burgerhopman Clement Volkertszoon Koornhert verzogt, naar de Haarlemmer- poort te gaan, den Schout te gemoete,om de gevangenen te doen ontflaan (0). Doch zy maakten hierin zwaarigheid, ten ware'er hun fchriftelyk blyk van gegeven werdt: 't welk men beloofde, ondertmTch'en, te zul- len vervaardigen, zynde 'er, tot nog toe , geen tyd geweefi van fchryven. Zy fpoed- den zig dan naar de poorte. Pas binnen Die we_ dezelve, by ds Engelfche iïeeg, ontmoet derom hun de Schout met de gevangenen, die ter- geflaakt flond ge.laakt werden. Maar eenigen uitworden° de
(m)Reaal By Brandt l. Deel, il. 3S0, 3Si.
(n) HOOFT UI. Boek, bl. 113.
(e) Retol. Vroedfch. N. 2. *8 Sept. i$t6. f. i^verfi.
(6) Behalve deeze reize , was het graauw , te
vooren, nog tweemaal, in de Nieuwe Kerke ge- drongen, zonder 'er, gelyk wy boven (Bl. 283 en 286) aantekenden, eenigen moedwil gepleegd te hebben. Wy hebbende Gedenkfchriftenvan Reaal gevolgd.. Doch können niet nalaaten , hier byte voegen, dat Adriaan Lenaardszoon, naderhand, be- fchuldigd is, over 't breeken van beelden en al- taaren in de Nieuwe Kerke. Zie Sententien van Al- va, bl. 197. Maar, mogelyk, moet inen hier, in de plaats van nieuwe, oude Kerke leezen. Pp |
||||||||||||||||||||||||||||||
1566.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
ter
loopt
|
||||||||||||||||||||||||||||||
-Va
|
||||||||||||||||||||||||||||||
ar
|
||||||||||||||||||||||||||||||
> door.
Sten |
||||||||||||||||||||||||||||||
$*
|
oe-
|
■
|
||||||||||||||||||||||||||||
°°fter
|
||||||||||||||||||||||||||||||
XSSJ.
STUK.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
I.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||
288
|
||||||||||||||||||||
me burgers ($). Men leidde deezen in 't *50 '
gefchilderd kamertje , daar de oproer en ftraffe der lierdooperen waren afgemaaid: 't zy dat zulks, fchryft Hooft (f), by toeval gefchied ware, of dat men hen der- waards met voordagt geweezen hadt, om hen y door zulk eenen fpiegel, week in. den boezem te maakcn. De overeenkomfl in 't net gefield zynde, begaf zig de Burgemees- ter Kornelis Jakobszoon Brouwer, verzeld van de andere Heeren, met dezelve naar dit Vertrek, om de ondertekening derzelve te vorderen (u). Zy beftondt uit agttien pun- ten. In de Inleiding werdt gezeid „ dat Bur-Inho«^, „ gemeefteren , Schepenen en Raaden , derze11 „ zeker vruntlic accoordt gcflootcn hebbende „ mitten luyden van der gereformeerden religie, „ goedvonden het zelve af te kondigen,op „ dat elk'er zig naar fchikken mögt." Voorts, werdt verklaard „ dat de toelaating, in de „ Overeenkomfl vervat, duuren zou, tot ,, dat de Koning, mit aduoy of goedkeuring „ van zyne generale Staten, anders zou be- „ veelen: in welk punt van aduoy, myne Hee- „ ren voerf. zoe vele in hen was, geconfenteert „ hadden." De agttien punten zelven lie- pen op deezen zin: „ i. De Gereformeer- „ den zouden de oefening der oude Catholy- „ ker Religie , in geenen deele, beletten „ noch ftooren mogen. 2. Zy zouden de „ Minderbroeders Kerk en 't Kerkhof al- „ leen tot oefening van hunnen Godsdienfl „ mogen gebruiken, en op geene andere „ gewyde Plaatfen prediken. 3. Niemant „ mögt hen aldaar ftooren, noch ook elders „ hoonen of beledigen, met woorden of „ werken. 4. Zy mogten, op Zondagen en „ andere Heilige dagen, prediken ; doch „ op geene werkdagen , uitgenomen des „ Woensdags. Ook zouden zy een' of twee „ Predikanten meer mogen houden, om, „ in geval van ziekte of ander belet, de „ plaats van hem , die prediken moefl, te „ vervullen. 5. De Predikanten zouden in- „ boorlingen van zyne Majefleits Landen, „ of ten minften Poorters van eenige goede „ Stad of Dorp der Nederlanden zyn moe- ,, ten, en den eed van getrouwheid en ge- „ hoorzaamheid in burgerlyke zaaken aan „ de Regeeringe afleggen. 6. De Predikan- ., ten van beide de Godsdienflen zouden „ zig onthouden van fmaadelyke en oproe- „ rige taal tegen eikanderen, of tegen de „ Overheid, zigvergenoegendemethetbe- „ fcheidelyk wederleggen der leeringen, en „ het beflraffen der ongefchikte zeden. 7. „ Men zou eikanderen, om 't verfchil in „ den
(s) Reaal By Brandt I. Deel, BI. 383, 384.
(/) V. Boek, BI. 193.
(u) Reaal By Brandt I. Deel, il. 384.
|
||||||||||||||||||||
de Burgerye, die vaft van alle kanten gewa-
pend aantrok, wilden den Schout te lyve, en jaagden hem in eens bakkers huis, daar hy zig agter den oven verftak. Zyne die- naars gingen huns wegs, zonder datiemant hen moeide Qp). Doch 't gemor onder de Gereformeerden
duurde nog. Men vorderde eene Kerk in de Stad, tot oefening van den Godsdienfl en tot begraavinge der dooden;in welk ge- val, men 'er niet tegen hadt , dat de an- dere Kerken wederom geopend werden, en de Godsdienfl aldaar verrigt, naar de ou- de wyze. Op deezen voet, werdt een Ver- zoekfehrift overgeleverd aan den Raad (q). Midlerwyl, waren in de Stad gekomen Do- minicas Boot en Reinier van der Duin, we- gens 't HofvanHolland gemagtigd, om der Wethouderfchap, in deeze zorgelyke tyden, met raad en daad, behulpzaam te zyn. Met overleg van deezen, van de Vroedfchap (f), van de Burgerhopluiden, en van de zes Mid- delaars, boven vermeld, werdt eene Orde ontworpen , waarby den Gereformeerden veel vryheids werdt toegeftaan, en die men hen, by ondertekening, wilde doen aannee- ïnen; wanneer de Orde de gedaante krygen zou van een Verdrag, welk der Wethouder- fchap , door de jongfte beroerte, was afge- perffc: onder welke verwe, zy te beter, by de LandvGogdefTe, fcheen te zullenkonnen verantwoord worden. Eenige Gereformeer- den zagen 't frak ook zo in, en weigerden, hierom, de Orde te onderfchryven. Zy waren, zeiden zy, der Wet houder en party en niet, en be- geerden hieromgeene onderhandeling of verdrag jnet hen aan te gaan. Doch om deezen over te haaien, dienden Burgemeefteren zig van den Arts , Meefter Maarten Kofter, een man van aanzien, geleerdheid en welfpree- kendheid, die, met veel moeite, te wege bragt, dat men der Wethouderfchap te wil- le was, mid's-, in 't flot van de Keure of 't Verdrag, verklaard werdt „ dat niemant „ der tekenaaren, ter oorzaake zyner on- „ dertekeninge, in vervolg van tyd, ge- „ moeid of agterhaald zou worden." Om 't Verdrag te voltrekken, vergaderden,den dertigften September, op 't Stadhuis, de Bur- gemeeflers, de Vroedfchap, de twee Ge- magtigden van 't Hof, de Hopluiden der Schutteryen en Burgervendelen, en dezes Middelaars. Vanwege de Gereformeerden, begaven zig ook derwaards de twee Predi- kanten, Pieter Gabriel en Jan Arendszoon, immers de laatfte, en nog zeflien voornaa- |
||||||||||||||||||||
1566.
|
||||||||||||||||||||
De Gere-
formeer- den vor- deren cene Kerk in de Stad. |
||||||||||||||||||||
Nieuwe
Orde, waarby hun veel vryheids wordt toege- daan. |
||||||||||||||||||||
(p) Reaal By Brandt I. Deel, II. m, 382.
(q) A. P.vuw Relaas, lil. 4. (r) Refol, Vwedfch. N. z, n, ü Sept, 15(6, f. 33
vtrfo, iS. |
||||||||||||||||||||
^
|
||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||
VIL Boek.
|
|||||||||||||||
289
|
|||||||||||||||
en zesendertig Raaden, en van de zesKapi- 1560,
teinen,in den naame der drie Schutteryen, als by dezelve Schutteryen daartoe verzogt, en by myne Heeren geaduoyeert of erkend, ondertekend werden, door de Secretaris - fen Frans van Delf en Dirk Wouterszoon ter eener, en ter anderer zyde, van wege der gereformeerde religie, door de volgende Per- foonen, die bedongen, dat zy, door deeze hunne ondertekening, in vervolg van tyd, niet zouden bezwaard of agterhaald wor- den : Jan Aerenszoon, Dienair der gerefor- meerden kerken binnen Amfierdam, Guillaume du Gardin, Jacob Janszoon Kofier, Marcus Janszoon, Scboolmeefier, Franc de Wael, Phi- lips du Gardin^Cornelis Boem, Clement Coornhert, HindrickvanMarcken,LaurensJacobszoon,Jan Muerling, Reinier Canï, Henrick Franszoon, Egbert Meynertszoon, Willem Wallicxzoon, Cornelis van Teylingen, Cornelius Jansfoon en Mieuws Pieterszoon (7). Een deezer teke- Egbert naaren, Egbert Meinerdszoon, Burgerhop- Mei" man, was op 't Stadhuis gekomen, na dat""," zyne amptgenooten reeds in Sehepens Ka- zjg, by mer, by de Wethouderfchap, vertrokken toeval, waren. Vindende dan niemant op de Zaa- bswee" le, hadt hy zig vervoegd in 't gefchilderd feekne_t0t Kamertje by de Gereformeerden, daar hy ning. maar even gekomen was, en naar zyne makkers gevraagd hadt, of Burgemeefter Kornelis Jakobszoon Brouwer tradt binnen met het Verdrag: 't welk hem toen ook gevergd werdt te tekenen, onder betuiging dat het flegts om vredes wille gefchiedde. Hy liet zig dan tot tekenen beweegen : 'c welk hem, naderhand, zeer kwalyk beko- men is (V), gelyk wy, in 't vervolg dee- zer gefchiedeniiïe, zien zullen. De Predikanten, of Tan Arendszoon al-De Bur"
leen, nu den eed van getrouwheid en ge- °ers hoorzaamheid, volgens het Verdrag, aan fpooren de Wethouderfchap afgelegd hebbende, en zelven de door deeze in haare befcherming genomen Gerefor- zynde,ging het prediken ongefloord zynen "l^1^11 gang; doch vooreerft nog buiten de Stad; hunnen waarom Burgemeefteren, voor nieuwe op-Predi- fpraak bedugt, Reinier Simonszoon van Nek^n}?.in aanfpoorden, om den Leer aar Jan Arends- ^erbroc- zoon,in de Minderbroeders-Kerke,op ftoel ders- te helpen: 't welk, des nademiddags na dat Kerke, het °P ftoel
te bren-
|
|||||||||||||||
den Godsdienfl, niet mogen befchimpen
of misdoen. 8. Niemant zou 't ftraffen van kerkrooveren of andere misdaadigen mogen verhinderen, mids dezelvennaar regt gehandeld werden. 9. 't Schryven , drukken, koopen , verkoopen , zingen, opzeggen of uitroepen van eenige fcha- delyke boeken, liedjes of rymen zou ver- bodden zyn. 10. 't Verzieren en ver- fpreiden van lafteringen tegen iemant, met naame tegen 's Konings of deezer Stede Amptenaars, zou ongeoorlofd zyn, zullende hy, die iet ten iemants nadeele verfpreidde, zulks geregtelyk bewyzen moeten. 11. Die iet oproerigs aanving, zou daarover mogen geftraft worden , zonder iemants wederzeggen. 12. De Leeraars en Predikanten zouden de voor- gemelde punten hunnen Gemeenten moe- ten infcherpen. 13. Zo iemant der Gere- formeerden in de Kerfpel- Kerken of Kloofters begeerde begraaven te wor- den , zou men aldaar de oude plegtighe- den houden, indien eenige plegtigheden begeerd werden. Anders zou men de begraafenis zonder plegtigheden doen. Doch in de Minderbroeders-Kerke, zou- den de Gereformeerden, op hunne wy- ze, [dat is, met Nederduitfche gezan- gen,] mogen begraaven. 14. Die van den Gereformeerden en die van den ouden Godsdienfl: zouden beide de Stad tegen allen overlaft befchermen, en 't pionde- ren van Kerken en Kloofters beletten moeten. 15. Ook zouden zy zig beide, van nu af aan, onderworpen agten aan de Orde, die, door den Koning, met toe- ftemming der algemeene Staaten, op 't ftuk van den Godsdienfl, beraamd zou worden: doch in geval hun daarby iet gevergd werdt, welk met hunne Con- fcientie ftreedt,zoumenhun bekwaamen tyd gunnen, om met hunne goederen ten Lande uit te vertrekken. 16. Het Min- derbroeders-Kloofter zou van de Kerk af- gezonderd ; doch door geene Moniken bewoond worden. 17. De Gereformeer- den zouden de Minderbroeders - Kerk moeten onderhouden; en, zo zy dezelve t'eenigen tyde moeften afftaan, herfiel- en , 't gene zy daaraan mogten veranderd hebben. 18. De Gereformeerde Predi- kanten en andere Dienaars hunner Ge- beente, midsgaders eenigen van de bes- ^n en aanzienlykften onder hen, zouden belooven, alle deeze punten te onderhou- ^en> en te doen onderhouden, naar hun twe^rrr>ogen." Van dit Verdrag waren door k^Cnr^ten gemaakt, die van wege en DeVel vanBurgemeefteren,Schepenen |
|||||||||||||||
(v) Hooit V. Boek, il. 195.
|
gen.
|
||||||||||||||
(7) In het opgeeven van den inhoud deezer 0-
vereenkomfte, en van de naamen en rang der on- dertekenaaren, hebben wy het Kewboek F. f. 215 enz. gevolgd. Doch by Brandt (Reftrm. I. Deel, bl. 385) en by anderen , die hem gevolgd zyn , vindt men den rang der onderteken aaren van de Gereformeerde zyde anders: ook een' onderteke- naar meer, te weeten Petrus Gabriel, Dienaar der Gemeente Cbrifli tot dmßerdam. Pp 2
|
|||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||
29°
|
||||||||||||||||||
S66.
|
||||||||||||||||||
15óö. het begeerd was, in Oótober, gefchiedde.
De Timmerman Adriaan Leenaards, die de Kerk van gebroken beelden en outers ge- zuiverd en met ftoelen en banken voorzien hadt, werdt tot Kolter en Gravenmaaker aangefteld. Men hadt, door Adriaan Pauw- en Reinier van Nek, der Moniken Library, of Boekvertrek, doen verzoeken tot eene Kerkenkamer. En fchoon dit verzoek af- geflaagen was Qwj, haddenBurgemeefteren nogtanste verftaan gegeven, dat men't hun niet beletten zou, zo zy zig daarvan dien- den: gelyk, federe, gefchiedde. De Min- derbroeders-, nu de Gereformeerde Kerk,, werdt's avonds metkaarfen verlicht, en tot Ouder- ,eene wandelplaats gebruikt. Ookftelde men, lingen omtrent deezen tyd, Ouderlingen aan. De fteïd." Gereformeerden deeden , by monde van Kurnelis Pieterszoon Boom, Clement Koorn- hert, Reinier van Nek en Reinier Kant, den vyfentwintigften Oclober, aan Burgemees- teren verzoeken, dat de Regeering, nevens hen, de beveiliging van 't geilooten Ver- drag, op den Prinfe van Oranje, Stadhou- der van Holland, begeeren zou. Doch dit verzoek, den volgenden dag, in deVroed- fchap gebragt zynde , werdt aldaar afge- flaagen(sO. t ffch -^e opkomende Gereformeerde Gemeen- de Ant- te te Amfterdam ondervondt, ten deezen
werpfche tyde, eenigen wederwil van haare eigen' en Am- broederen te Antwerpen, by gelegenheid, fth'ecT- ^at Lutherfche,Ooflerlingen; die teAm- refor- fterdam getrouwd waren, of zig aldaar, tot meerden, het dryven van den Oofterfchen Koophan- del, hadden nedergezet , waarom zy den naam van Leggers (8) droegen; beweeren- de, dat de Gereformeerden, in 't ftukdes Avondmaals, verfchilden van deAugsburg- fche Geloofsbelydenis; de S. Olofs of ee- ne andere Kapel verzogt hadden, om al- daar , volgens die belydenis, te prediken : welk verzoek in bedenking gehouden was, tot op de komft des Prinfen van Oranje (y). Jan Arendszoon hadt, om de Gemeente van deezen blaam te zuiveren, met goedvinden van den Kerkenraad, het tiende en dertien- de punt der Augsburgfche belydenis, daar van 't Avondmaal gehandeld wordt, den volke voorgelezen,'en verklaard, dat hy van
(w)Refol. Vroedfch. tf. i. 7 OU. 15««./. 37.
\x) Refol. Vroedfch. ;v. z. 23 Off. IJ66./. 39 verft.
(y) Refel. Vroedfch. N. z. zS 08. IJ6«. ƒ. 40 verft.
(8) Deezen naam vind ik in Brederode's
Moortje (Aft. I. Sc. 1.), waar gewaagd wordt van --------- een Jonghman, die bier "voor leggher lach:
', Een Oosterlingb.
Ook wordt hy, nog tegenwoordig, door de Zaan -
landfche Koopluiden, gegeven aan zulken, die hunne zaak en, te Hamburg m in de Ooftzee, waarneemen. |
||||||||||||||||||
niets leerde, 't welk met deeze punten l
ftreedt. Maar de Gereformeerden te Ant- werpen, hiervan kennis bekomen hebbende, zonden den Predikant Kasper van der Heiden en twee Ouderlingen af naar Amfterdam , daar zy den Predikant en de Gemeente, wel ernftelyk, beftraften, over deeze ver- klaaring , begeerende dat dezelve weder- roepen werdt. De Amfterdammers beweer- den , dat hunne verklaaring met Gods woord beftaan kon, vooral in de tegenwoor- dige gefteltenis der tyden, betuigende, wy- ders, hoog en duur,hunne onfchuld. Doch van der Heiden bleef ftyf ftaan, op zynen eifch, dreigende zelfs, des anderendaags, de Amfterdammers in den ban te zullen doen. Men fcheidde , zonder eikanderen nader te komen. Alleenlyk beflooten de Amfterdammers den afgezondenen hunne verantwoording, in beflooten'brieven, me- de te geeven: gelyk gefchiedde. Dochhier- by bleef de twift fteeken. De vervolging, die kort hierna ontftak, en alle Onroom- fchen trof, belettede de byzondere Ge- meenten eikanderen te kwellen. De Wet- houderfchap van Amfterdam hadt, onder- tuflehen, zo dra niet vernomen, wat Jan Arendszoon, aangaande de Leere der Augs- burgfche Geloofsbelydeniffe,verklaard hadt, of het verzoek der Lutherfchen om de S. Olofs Kapelle was van de hand geweezen. J.' De Antwerpenaars waren maar even P^ vertrokken, toen men zig, in de Gerefor- ^^ meerde Gemeente, fchikte tot het houdenm^,, van het eerfte Avondmaal. Van den pre-bej1^, dikftoel werdt afgekondigd, dat elk , die Wei- ter tafel begeerde te komen, zig, op zeke-^l/jj, ren dag, ten huize van Jan Arendszoon, zou j1ou<i laaten vinden. En deezen kwamen by tie- nen, twintigen en dertigen tevens. Hunne naamen en woonplaatfen werden opgefchree- ven, en men onderwees hen in de gronden der zaligheid. De predikatien , tot boete en voorbereiding dienende, werden gedaan. De Wethouderfchap deedt, ondertulfchen, onder de hand, haar beft, om den voort- gang van 't werk te ftuiten (z). Door haar toedoen, naar 't fchynt, kwam 'er, den twaalfden December , een brief van defl Prinfe van Oranje aan de zes Middelaars uic de Schutterye, die hem, eenige weekent| vooren, te Utrecht ontbooden zynde, fchrJf telyk verflag gedaan hadden van den toe' pri" ftand der Stad (a). In deezen brief, werden0' begeerd „ dat toch alle vlyt zou worden aan- fa#ft, „ gewend, om het houden van het Avond- beê6^'1 „ maal te doen uitilellen tot 's Prinfen °' ^$$' |
||||||||||||||||||
vef'
|
||||||||||||||||||
)»
|
||||||||||||||||||
(z) Reaal h brandt i. Deel, hl.ssj,38«,i%7>}it'
(«) 27« A. PAuw Relaas, il. 4. JByl. il. n. |
||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||
VIL Boek.
|
|||||||||||||||
291
|
|||||||||||||||
I5ö6. „ verkomft, die in't kort te wagten was."
De brief werdt vertoond aan Burgemeefte- ren, op welker laft, Pauw de Predikanten en Kerkenraad zogt te beweegen totuitftel. 't Antwoord was, dat de tyd op den vyf- tienden bepaald was, en dat uitftel veelligt gelegenheid tot oproer geeven zou, waar- ';», om men 'er niet toe durfde befluiten (£)• t§tg eft Ten beftemden tyde, kwamen dan, in de v°ort. Minderbroeders - Kerke , omtrent duizend ?\. perfoonen ten Avondmaal. Jan Arendszoon zeide, in 't uitdeelen des broods, Neemt, eet, en gelooft dat bet lighaatn Jezu Chrifli aan de galge des krui/es gegeven is voor uwe zonden: en in 't geeven des bekers, Neemt, drinkt, en gelooft dat het bloed Jezu Chrifti vergooten is tot vergeevinge uwer zenden. On- der de bediening, las de Predikant Schel- tius, voorheen Paftoor te S. Maarten, van den predikfloel, eenige Kapittelen uit het E- vangelie (c)- Ondertulïchen , verklaarde Adrïaan Pauw , naderhand , voor Burge- meefteren „ dat hy van zulk eene wyze „ van Avondmaalhouden nimmer gehoord j, hadt; fchoon hy, wel over twintig jaa- „ ren , in zyn eigen huis, veel hadt ge- 3, hoord van de Augsburgfche Geloofsbe- 5, lydenis, alzo zyne dagelykfche Gatten j, Duitfchen en Oofterlingen waren, en hy „ zelf ook veel in de Oofterfche Landen h« h . »> verkeerd hadt (i)." Wlns De Prins van Oranje hadt zig niet te vre- trMtde êehouden met het opfchorten van 't hou- !tlece. den des Avondmaals te begeeren; maar hy teiN fchreef verfcheiden' brieven, en zondt zelfs h toee eenige Edelen naar Amfterdam, om de Ge- ^n«! reformeerden te beweegen tot het ruimen ^n4r der Minder broeders-Kerke, en het predi- C^ ken buiten de Stad. Hy hieldt hun voor ^ V" , „ dat de Koning in der eeuwigheid niet toe- He, „ liaan zou, dat zy deeze Kerk inhielden, 3> en dat zy zig , met zynen raad in den 3j wind te liaan, flegts te grooter ongenade „ op den hals haaien zouden (e)." Doch tjy k al zyn moeite was, tot hiertoe, vergeefs ge- je ^jut Weeft. Eindelyk kwam hy, in perfoon, in %,),_ de Stad , zo Reaal fchryft, en zo my Waarfchynlykft voorkomt, op den zelfden avond, toen'er's morgens het Nagtmaal ge- houden was, dat is, op den vyftienden (ƒ); doch zo Pauw aantekent, op den twintig- en December, op welken dag, hy eeni- §en uit de Wet en de zes Middelaars ter ïnaaltyd genodigd hadt, zonder dat 'er, J') A. pauw Relaas, iL 4.
19 Reaal &y Bkandt I. Deel, il. 381.
(V »;r ,AUW RelMs> &*■ 4.
in. nlfk,h^dCch: N- 2- ^Hov- ïs66- f- 41.H0OTT
(/; ^AX.^'BaAHDT I. Ded, il. 4*J.
|
|||||||||||||||
ten dien tyde, van eenige Stads- of Kerke- ttf6.
lyke zaaleen gehandeld werdt (§•). Maar terVergaderingevan Holland was, Raad-
al federt eenigen tyd, over gewigtige zaa-PleeSin- ken geraadpleegd. Men hadt, om den Prins f,en ter van Oranje over te haaien tot de reize van JJJfiJS Antwerpen naar Holland,zyne Doorlugtig- iand op heid te verftaan gegeven, dat de Staaten "jemid- voorhadden, tot vermeerdering van zyn ge- dg™(l°™ zag in de Provincie , drieduizend knegten herftel- aan te neemen , in de beflooten Steden, len. Doch Amfterdam, niet zeer gefteld op het inneemen van bezetting, en Gouda, daar nog weinig beweeging geweeft was, hadden hierin nog niet bewilligd (/;). De Stadhou- Arafter- der, federt, in Holland gekomen zynde, en dam ver- de Staaten van 't Geweft,tegen den negen-fchllc entwintigften Oftober, te Schoonhoven tèr™helte* Dagvaart befchreeven hebbende , ftelde andere voor „ dat de Landvoogdes de preeke toe- Leden. „ laaten zou, daar dezelve, voor denvier- „ entwintigften Auguflus , ingevoerd ge- „ weeft was. Doch alleen buiten de Ste- „ den. Op alle andere Plaatfen, verftondt „ zy, dat dezelve, op de bekwaamfte wy- „ ze, behoorde te worden afgefchaft." Op het vinden van deeze wyze, kwam het meeft aan. Sommige Leden neigden nog, tot het aanneemen van een zeker getal van knegten, in eigenlyken dienft, of op een taamelyk waardgeld. Anderen meenden, dat zulks nog niet noodig ware. Maar Amfterdam gedroeg zig „ omtrent de middelen , tot „ bevordering der rufte van 't Land in 't „ algemeen, aan't gevoelen der Landvoog- „ defle, en des Prinfen van Oranje;" doch meende „ dat de Prins, als Stadhouder, w in de byzondere Steden, naar derzelver „ byzondere gelegenheid , orde zou kor> „ nen flellen (1)." De Staaten fielden, fe* dert, Gemagtigden , om nader met den Prinfe te raadpleegen (T); die, ondertus- fchen, te Amfterdam gekomen was; daar hy zig zes weeken ophieldt,enallesopzyn ftel bragt (Q. Kort na zyne aankomft, zogt men hem Gering
zeker gering voorval te doen aanmerken als voorval een nieuwen beeldenftorm, die ftrenger £j& ftraf fcheen te vorderen, om dat dezelve, welk '* * als in zyne tegenwoordigheid, ondernomen men dea was. Op den hoek van de lange brugge, Pril^e naar de takfteeg toe (m), ftondt een huisje^1™" of kleine Kapel met een Lieve - Vrouwe eennie beeld- Wen
|
|||||||||||||||
(g) A. FAUW Relaas, il. 4.
(i) Refol. Holl. s, 9 Oa»h. i*«*- ''• 4f » ,4,9- (i) Refol. Holl. . . Oeioi. 2° ^""- Ij66',f'• $} enz. Refol. Vroedfch. N. z. *« OS. ij Nev 40 verft, 41 verft. „ ,. (k) Refol. Holl. « Pf; '*«• *'• «4.
(I) HOOFT iV.-Sttk, «. "7- (m) Groot-Memoi. •«. Ui /. .92 verft, |
|||||||||||||||
IJS«, ƒ.
|
|||||||||||||||
PP 3
|
|||||||||||||||
IL Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
292
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
66-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
knegten tot verzekering der Stede. Doch zy ï5
namen nergens eenig befluit op (o). Ein- delyk, ontwierp de Prins zelf, met hulp |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
beeldje daarin. Hier hieldt zekere Zand-
draagers Vrouw eene tafel of kraam met Waskaarsjes, die men van haar kogt, omze voor 't beeldje te ontfteeken._ Haar man, met zyne makkers aan de bierbank zitten- de, werdt deswegebefchimpt. Gy kont, zei- de men , ligtelyk tegen ons teeren. Uw wyf is met onze lieve Vrouw in maatfchappy. Zy deelen 't kaarsgeld famen. Hy , befchonken zynde, ftuift op, loopt naar huis,gaat zy- ne vrouw met vuiftilagen te keer, en fmyt haare kraam om verre. Zy fnelt ter deure uit, trekt die agter zig toe, en fluit 'er haa- ren man binnen: die, benard en door den dronk zonder agterdogt, een klokje , dat daar hing , begint te kleppen: waarop de buurt over end raakt, en veel volks verga- dert. Maar toen gaat hem nog grooter angft aan. Des klimt hy ten venfter uit, en loopt naar de Reguliers-Poort, daar hem de wagt aanhieldt; doch , door tulïchen- fpreeken van fommigen, wederom los liet. Burgemeefteren, van 't gebeurde kennis ge- kreegen hebbende , gaven zig de moeite van 'er over te fpreeken met den Prinfe, die 't in den wind floeg; doch ondertuffchen, zyn beft deedt, om de ruft der Stad te ver- zekeren door een nieuw Verdrag met de Gereformeerden. Zyn toeleg was, hen de Minderbroeders-Kerk te doen ruimen, en, ware 't mogelyk, alleen buiten de Stad te doen prediken. Hy floeg dan der Wethou- derfchap voor, dat zy eenige punten van Verdrag ontwerpen zou. Doch zy wees het van de hand. Hy hieldt haar voor „ dat „ zy immers het Verdrag van den dertig- „ ften September wel ontworpen en vol- „ trokken hadt." Doch zy beweerde „ dat „ zy daartoe gedwongen geweeft was." Hy hernam „ dat, zo zy niets voorilaan wilde, „ hy egter zynen laft voltrekken, en den „ Gereformeerden beveelen zou , buiten „ de Stad te prediken." Dit behaagde der Wethouderfchap niet, dugtende, dat zulks niet zonder oproer gefchieden zou. De Vroedfchap befloot dan, den eenentwintig- flen December, eenige punten op 't papier te brengen, ter begeerte van den Prinfe, doch onder ukdrukkelyke verklaaring, dat zy dezelven hadt moeten ontwerpen , om niet in zyne ongenade te vallen (n). Doch 't fchynt, dat zyne Doorlugtigheid geen ge- noegen nam in dit byvoegfel, en dat het ontwerp hierop agterbleef. De zes Midde- laars werden, nu en dan, ontbooden by den Prinfe, en ondervraagd, wegens eene Orde op de Wagt, en op het aanneemen van (x) Rtfol. Vroedfch. N. z. 18, 19, ji, 29, 3° OecemB.
!$«<. J. 45 , +S, 47j+S- L. J. REAAL by ERAN'DTl, Dttl, il. 42$,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
15ÓÖ.
beelderu
itormwil doen aanzien. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van den Prefident van den Hove, Kornelis
|
é\
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(5
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Suys ,en van Burgemeefteren, een Verdrag,
welk, den eerften January des jaars 1567, aan de Vroedfchap, en eenige dagen laa- ter,aande drie Schutteryen tergoedkeurin- ge voorgelegd werdt. De Vroedfchap hadt, gelyk de Prins, naderhand, ten aanhooren van Laurens Jakobszoon Reaal, verklaarde, het Ontwerp zeer onordelyk en onwaardig- lyk beantwoord. Ten zelfden dage, deeden de Gereformeerden , door Reinier Kant, Stans Bennink en nog twee anderen, zeker Verzoekfchrift overleveren aan Burgemees- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7V K
fcW't[ |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
teren, met bede, dat het den Prinfe ter
hand gefteld mögt worden. In het zelve, werdt begeerd „ dat zy vryheid van gewee- „ tenenGodsdienftoefening mogtenblyven „ behouden, tot op nader orde , by den „ Koning en de algemeene Staaten te be- „ raamen." Doch na dat hierover twee dagen geraadpleegd was, met de Vroed- fchap, werdt dit verzoek afgeflaagen (p )• De Lutherfchen hadden hun verzoek om eene Kerk ook vernieuwd aan den Prinfe, die 't Smeekfchrift , door den Raadsheer Reinier van der Duin, aan Burgemeefteren gezonden hadt, welken hem, eerlang, uit naam der Wethouderfchap, antwoordden, „ dat dit niet in hunne magt ftondt, alzo „ het ftreedt met den wil van haare Hoog- „ heid, de Landvoogdeffe (q)." De Prins hadt, te gelyk, op Burgemeefteren begeerd, dat zy hem opgaven de naamen der genen, die zy, in de plaats der afgeftorvene zes en dertigen, dagten te verkiezen. Doch men antwoordde hem „ dat die verkiezing, eerft „ op den agtentwintigften January, gefchie- „ den zou: waarin als dan ieder lid der „ Vroedfchap zyn gemoed kwyten moeft." De Roomfchgezinden, in den waan gebragt, dat de Geuzen, een naam, die eerft den ver- bonden Edelen aangewreeven was, en nu den Gereformeerden in 't gemeen gegeven werdt, hun getal hadden opgefchreeven, om te können weeten, hoe magtig zy waren; verzogten, den negenden January, by mon- de en gefchrifte, dat Burgemeefteren hun eene plaats aanweezen, daar zy de hunnen ontbieden zouden können, om derzelve* getal, insgelyks, op te tekenen. En dit verzoek werdt eenige dagen in bedenking gehouden , zonder dat men weet, wat 'et verder van kwame (r). Ve |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
t j«
van
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ha"
|
«01
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tf£s
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hy zoekt
een nieuw Verdrag met de Gerefor- meerden te flui- ten. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
P- p
van ,j. ranJ [f
wi^ir
tot1'
Kt*
&
1S$' |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(o) A. Pauw Relaas, il. $.
|
f. &
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1,2,3 Jan. Ï5«7.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(p) Refol. Vroedfch. N. 2.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
verft. s°, 51 ver/o.
(ij) Refol. Vroedfch. N. 2. 1 Jan. ijfiy. ƒ. 49. t
(r) Refol. Vroedfch. N. z.9jan. 1567. ƒ. 52 vtrfi. *"•
REAAL by BRANDT 1. Deel, tl. 424. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VII. Boek. GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
293
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^67, De Vroedfchap (j) en de drie Schütte-
nder- ryenhadden, ondeituifchen, bewilligd in 's |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ve aan de Wethouderfchap en aan de Ge-
|
1567.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
meente van beiderlei Godsdienft. Het werdt,
op den zelfden agttienden January, ten beue- Ie van zyne Excellentie, van 't_Stadhuis af- gelezen, in de tegenwoordigheid vanhees- ter Reinier van der Duin , Raad in den Hove van Holland , als daartoe van zyne Doorlugtigheid gemagtigd;van den Schout, en van zes Schepenen (11). De punten van dit Verdrag, die 't werven Men
van manfchap en 't aanwyzen van Predik- werft |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Prinfen ontwerp van een Verdrag (f), welk,
eindelyk, den agttienden January, getekend werdt. Het zou ook maar duuren tot op de beveiliging of verandering der Land- voogdeife. By het zelve werdt bedongen, dat 'er, voortaan, niet meer in de Min- derbroeders- noch Leproozen - Kerken gepredikt zou worden; maar dat die van der nieuwen Religie daartoe eene plaats buiten de Stad zouden timmeren, en tot zo lang alleen binnen de Stad prediken, op deplaatfen, die hun zouden aangewee- zen worden. Dat de zesendertig Kapitei- nen der drie Schutteryen1, en alle de Schutters zig, by eede, verbinden zou- den tot befchermiuge der Stede en der in- wooneren van beiderlei Religie, en tot onderwerping aan de bevelen van den Schout, Burgemeeiïeren en Regeerderen, in al wat de welvaart der Stede betrof, met naame, in het uitvoeren van gereg- telyke flraffen by te woonen. Dat de Wykmeefters en Overluiden der Gilden gelyke gehoorzaamheid bewyzen zouden, in 't gene hun zou bevolen worden. Dat die van de nieuwe Religie geene Verga- deringen zouden mogen houden, dan ter gelegenheid hunner Predikatïen,en,na 't eindigen derzelven, in dePredikplaatfen; doch enkelyk om te wandelen, en van onverfchilüge zaaken te fpreeken. Dat, tot meerder verzekering van beide de Godsdienften, zouden aangenomen wor- den tweehonderd'beft bevoegde Burgers, die dienen zouden op eenen Artikelbrief, by zyne Doorlugtigheid ingefteld, en over welken Willem Paulüszoon [pan Theneße] Overfte zyn zou. Dat de Schout, tot fterking der Regtsoefening, vyftien , en elke Burgemeefter zes of agt mannen zou- den mogen aanneemen, die hen volgen, en ten hunnen gebode ftaan zouden. Zo |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
- 6 >
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
rnnfe
nr*8e- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tweehon-
derd Sol- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
plaatfen betroffen , werden, terftond, ter
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uitvoennge gebragt. Willem Pauluszoon UaatenT
van Theneffe, een goed en treffelyk ryk tot ver- burger, die, fchryft Hooft, de gemaa- zekering tigdheid in gelooiszaaken uit de fchriften van bei" van Erasmus gezoogen hadt,nam de twee-d?d,?Ge"
11, ° P. , ' , , zindhe- nonderd man aan, die onder zyn bevel zou- den.
den ftaan, fchoon de Wethouderfchap ge-
vorderd hadt, dat men 't aan haarverblee- ve. Maar de Prins verftondt, dat het den Overfte pafte, zyne foldaaten aan te nee- men. Doch men gaf den Overfte van The- neffe Bouwen Reierszoon , Leepoog byge- naamd, wien nagegeven wordt, dat hy den Onroomfchen een zeer kwaad hert toedroeg, tot eenen Luitenant (V). De Prins Stadhou- der gaf deeze manfchap eenen Artikelbrief, die nog voor handen is (V), en waarby haar, onder anderen, gelaft werdt „ den Koning, „ den Stadhouder, en den Burgemeeiïeren „ en Regeerderen der Stede getrouw te „ zyn, en niets te onderneemen, tegen de „ oude Gewoonten, Privilegien of Vryhe- „ den der Stede en der Burgerye." Den Schout en den Burgemeefteren werden ook, volgens de gemaakte Overeenkomft, eenige Perfoonen, tot hunne befcherming, toege- voegd , die hunne Volgers genoemd; doch in't jaar 1570, wederom afgedankt werden (a;). De Predikplaatfen werden den Gemag- Den Ge- tigden der Gereformeerden, Reinier Kantrefor- en Laurens Jakobszoon Reaal , door den "eerden Prefident van den Hove, Kornelis Suys, in j^J.11 'tbyzyn van den Prinfe Stadhouder, aan-plaatfen geweezen.Doch zy verzogten aandenPrin- aange- fe, dat hun de naamen dier plaatfen,fchrif-weezen' telyk , mogten worden opgegeven. Dit werdt den Prefident belaft, die 'er noode toe kwam. Hy fcheurde een ftuk uit een vel papiers, welk voor hem op de tafel lag, en fchreef 'er de naamen op. Maar de Prins beval hem, dat hy'er een degelyk papier toe neemen zou. Tóen nam hy een half vel, welk onder de Gedenkfchriften van Reaal bewaard is, en fchreef 'er op 't gene volgt: Bui-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
men, naderhand, oordeelen
|
dat
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
mögt,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
er meer manfchap noodig ware tot be-
waaringe der Stede, zouden Burgemees- teren zyne DGorlugtigheid: daarvan ken- nis geeven,om vervolgens daarin te han- delen , als bevonden zou worden te be- hooren. Voorts, zou het Verdrag van den dertigilen September des voorleeden jaars, in alle andere punten, onderhou- den worden." 't Verdrag was, door den< Prinfe, met zyne gewoone handtekening, Guxll* de Nassau, onderfchree ven.In t Hot, beval hy de naarkominge van het zei- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
f«) Keutb. F. ƒ. «7 "f-
„ , (v) HOOFT IV. Boek, *'• 127- 14 Jan. IJS7. ƒ. 5l verft. ^ A_ Pauw Relaas, Byl. il. ij.
(x) Refol. Vioedfch. N. s. j Jar.t ij70. ƒ. l%l vtrß,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
0) Refol. Vroedfch. N z
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^^■■■■H
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||
294
|
||||||||||||||||
lall, welk de fchepen voeren konden. Men i$6l'
befloot, eerft in Auguilus des jaars 1566, tot het afvaardigen van een nieuw Gezant- fchap, uit naame des Konings,'t welk, on- der anderen, door Pieter Vloits of Vlotinus, Secretaris van Amflerdam, bekleed werdt. Doch dit gezantfchap keerde onverrigter zaake te rug (a). Men wil, dat de Hertog van Alva, naderhand, eeril affchaffing van den nieuwen tol heeft weeten te verwerven (6). Amflerdam en de Waterlieden had- den, om deeze zaak te bevorderen , vyf- entwintighonderd zevenenzeventig guldens agt Huivers en een blank uitgefchooten, die zy gaarne ten laile van 't gemeene Land brengen wilden: 't welk hun egter, fchoon zy 'er lang om aanhielden, geweigerd werdt (c). De beeldenilorm, die byna alle de Ne■ yeM
derlanden getroffen hadt, veroorzaakte van 'l groote verdeeldheid onder de verbonden E- üoiy delen; veelen van welken opregte belyders"^,,,^' bleeven van den Roomfchen Godsdienft, en p^sl^' hierom niet gedoogen konden, dat de Hei- ligdommen van dien Godsdienft zo on- waardiglyk gehandeld werden. Eenigen neigden, derhalve, totwiffeling van party e. Men hadt, daarenboven, op het einde des voorleeden jaars, tyding bekomen, dat Ko- ning Filips, met een Leger, herwaards ko- men zou: en veelen fchrikten tegen deeze overkomft. De Landvoogdes hadt, einde- lyk, laft gekreegen tot werving, en daarop terftond de trom doen roeren, en zig van eenige Steden verzekerd. DeGrooten en Ede- len, die't Verbond getekend of begunftigd, of meer ofmin voor de vryheid van Godsdienft gefproken hadden, begonden toen op hun- ne veiligheid verdagt te zyn;zelfs de Prins van Oranje, die gehouden werdt,nietflerk genoeg, tegen de openbaare Preeke, gey. verd te hebben. Sommigen zogten zig te verzoenen met de Landvoogdelfe, gelyk de Heer van Brederode zelf vergeefs gezogt hadt. Anderen en hy zelf, naderhand, vie- len aan 't werven, en verflerkten zig op hun- ne Sloten. De Landvoogdes ontwierp eenen nieuwen eed voor de Leenmannen, Ampte- naars en Wethouders, waarby zy beloof- den „ het Roomfch geloof te zullen hand- „ haaven , de Beeldenbreekers te zullen „ ftraffen, en de Ketteryen te zullen uit- „ rooijen." Veelen deeden deezen eed, en onder anderen de Graaf van Egmond; doch de Prins van Oranje, de Graaf van Hoog- flraaten, de Heer van Brederode en ande- ren verftonden, dat zy, eens gezwooren heb- ben- |
||||||||||||||||
1567. Buiten der Stede,
Jan Willemsz. Wyngaerts Spyker.
Binnen der Stede,
Goert Dirksz., op 'tRokkin, Spyker. Harman Harmansz. Spyker. Der buhfiiten armen huis. Op defe worgaende plaetfen fal men prekenna defen daege. De eerfle fpyker of fchuur ftondt buiten de S. Antonis poort, op de Laftaadje ; de Spyker van Geurt Dirkszoon Doodshoofd, die op het Rokin woonde, van de Roomfchgezin- den fchimpswyze Bethlehem genaamd, ftondt op den Nieuwe -zyds-Weiter- Agterburg- wal; de derde van Herman Hermanszoon, dien zy 't nieuwe Jeruzalem noemden, op de Oade-zyds-Kolk , en de vierde, het Huiszit- ten-Armenhuis, in de Nes, daar nu de Bank van Leeninge is. Doch alle deeze plaatfen werden veel te klein bevonden voor de me- Men nigte der toehoorderen. Voorts, werden, tragt het volgens het Verdrag, vier Perfoonen, twee Verdrag, u\t de Wethoiiderfchap , Kornelis Jakobs- verj' ' ZOOÜ Brouwer en Jan Pyl-, en twee uit de bekra^i- Gereformeerden, Jan Willemszoon Wyn- gen door gaard en Kornelis Wynandszoon gekooren , de Land-om , nevens Reinier van der Dain, Raads- voogues- foepr m (jen Hove, naar Bruffel te reizen, en beveiliging op het gemaakte Verdrag by de Landvoogdeffe te verzoeken : waarna zy gezamenlyk den Prinfe van Oranje, die te- gen dien tyd te Antwerpen dagt te zyn, ver- flag van hun wedervaaren zouden doen. Dbch toen zy te Bruifel kwamen, deeden de Gemagtigden uit de Wethoiiderfchap en de Raadsheer van den Hove hunne zaaken op zig zelven, en trokken, wederkeerende, in ftilte, door Antwerpen, zonder den Prin- fe aan te fpreeken (y). Ook was 't 'er wel verre van af, dat de Landvoogdes het ge- maakte Verdrag beveiligd zou hebben. De flaat der zaaken was, federt eenigen tyd, zeer veranderd in haar voordeel; gelyk wy, terllond, kortelyk toonen zullen. Amtier- In den aanvang deezes jaars 1567, keer- dam ver- de uit Deenemarke te rag een Gezantfchap, fchiet enweik? 1(joor de Landvoogdeffe, derwaards eeiiaSt gezonden was, om afdoening van zekere groot nieuwigheid in den tol te verwerven. Fre- deel der drik de II. hadt, reeds in 't jaar 1561, den koften Zontfchen tol merkelyk verhoogd. Doch bezen!*"6 ^ hadt zi§ t0en t0t maatigmg laaten be-
dingen vveegen door een Gezantfchap der Staaten naarDce-van Holland, waarvan Amflerdam dekos- nemarke. ten verfchooten hadt (z). Maar in 't jaar 1565 , hadt hy de Zont wederom doen flui- ten voor elk, die hem, boven den gewoon- lyken tol, geen daaler opbragt van ieder (y) L. J. Reaal by BRANDT I. Deel, hl. 4.27,42s-
(z) Refol. HoU. 14 July ijöj. il. z%. |
||||||||||||||||
5Ö7-f5'
il 66' |
||||||||||||||||
fa) Refol. Vioedfch. N. z. 13, 14 7««
vor f o , 5+.
(*) Velius Hoorn, hl. 164. |
||||||||||||||||
(c) Refol. HoU. ii Sept. ij68. W.47. 7 Sept. ijSS
|
||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||
VIL Boek.
|
|||||||||||||||||||||
295
|
|||||||||||||||||||||
iemant, die 't getrouwelyk aan Reinier Kant 1567.
beitelde, 't Briefje behelsde een verzoek, Bredero- „ dat men eenige luiden naar Viane wilde de ont- „ fchikken, daarzy zaaken verneemen zou- biedt „ den, die de Schryver der penne niet ver- ^ffun „ trouwen durfde." Kant vertoonde hettlviane. briefje, terltond, aan Laurens Jakobszoon Reaal: en deezen twee bellooten, eene Ver- gadering te beleggen aan 't huis van Adriaan Reinierszoon Kromhout. Hier werden Kor- nelis Floriszoon van Teilingen en Laurens Jakobszoon Reaal gelaft naar Viane te rei- zen, om van den Heere van Brederode te verneemen, wat hy hun gewigtigs hadt me- de te deelen. Na hun vertrek, deeden de Gemagtigden, die te Bruffel geweelt waren, verflag van 't gene hun op de reize bejegend was. Men befloot, dit geheim, doch te gelyk een oog in 't zeil te houden, terwyl men nader berigt te gemoet zag: 't welk de Prins zig llerk gemaakt hadt, hun, in 't kort, te zullen laaten toekomen (g). Met de verandering der Regeeringe, op Gewoojw
den eerften February , waren als Bürge- lykever- meeflers aangekomen Joolt Sybrandszoon ^ndeIinS Buik, Simon Klaas Kops of Koppeszoon,ggJjring"e en Henrik Korneliszoon Dan Marken in de Roo te Am- Meulen. Jan Klaaszoon van Hoppen was, fterdam, als Oud-Burgemeelter, aangebleeven. Drie van deezen vier , van Hoppen , Buik en Kops , waren yveraars voor 't Roomfche geloof. Van den vierden, die voor 't eerlt Burgemeeller werdt, vindt men 't, onzes weetens , niet byzonderlyk aangetekend. Doch zyne Item, zo hy al gemaatigder ge- dagten mögt gehad hebben , kon die der drie anderen niet overhaalen. De Vroed- fchap was, op den agtentwintigften Janua- ry , ook met vyf nieuwe Raaden vol ge- maakt (£),die,naar alle waarfchynlykheid, gezind geweell zullen zyn, gelyk de Bur- gemeelteren van dit en van het voorleeden jaar. 't Was dan geen wonder, dat'er, ter-De ftond na de verandering der Regeeringe, Vroed-■ geweldiger maatregels genomen werden. De ^h-fPue" Vroedfchap befloot, naamlyk, boven deS*. tweehonderd bezoldigde burgers, nog drie-nog drie- honderd foldaaten aan te neemen (t), en honderd die te ftellen onder 't bevel van Bouwen J^ï Reyerszoon, bygenaamd Leepoog, den
te nee-
Luitenant van Willem Pauluszoon van The-men. neffe. Volgens 't Verdrag van den agttien- den January , mögt zulks niet gefchieden. dan met kennis en goedvinden des Prinfen van Oranje. Doch de Wethouderfchap fchynt geene zwaarigheid gemaakt te heb- ben, in het krenken van dit deel des Ver- drags, na dat zy,gelyk ten hoogftenwaar- fchyn-
(e) HOOFT IV. Boek, H. 134, I3f.
(*; Regeer. Lyft. voor de Handv. op't jaar is&j.
(i) Kehl. Vroedfch. N. z. zi, 24 Ftir, ijS7. /. $*.. ,
Q9
|
|||||||||||||||||||||
bende, niet gehouden waren eenen nieuwen
eed af te leggen (d). OndertuiTchen, bleek aan dit alles, dat het Verbond der Edelen zyne meefte klem verlooren hadt, en dat de Landvoogdes rekening maakte,om haar gezag, door de wapenen, te handhaaven. 3 't Ontbrak , daarentegen , den meeïten Grooten en Edelen aan middel, om zig te fterken en te wapenen. De Heer van Bre- derode, die, in't voorleeden jaar, te Am- fterdam zynde , veele luiden bewoogen hadt , om 't Verbond te onderfchryven, ichoon Floris Roodenburg, anders een groot vooritander der gemeene zaake , zig be- zwaard gevonden hadt, om de hand op 't papier te zetten (e)\ moeit, om zyne Stad Viane te beveftigea, geld leenen van de Gereformeerde Gemeente te Amfterdam, die hem, eerft door handen van Reinier Si- monszoon van Nek en Laurens Jakobszoon Reaal , tweeduizend vierhonderd guldens opfchoot, op eene bede van zeven ftuivers op't morgen Lands onder de zeven Dorpen van Viane, welke, teroorzaake der opkomen- de beroerte, niet voldaan werdt. Daarna leende zy hem nog eens vyfduizend negen- honderd guldens, welken hem behandigd werden, door Floris Roodenburg, die, in den Zomer des jaars 1568, door deSpaan- fche foldaaten,bezet zynde, het fchriftelyk blyk van den ontvang in 't lyf at, uit vrees dat het hem den hals gekolt zou hebben (ƒ). Brederode, dus gezien by de Am- sterdammers, zogt zig, federt, te werpen in deeze Stad, waartoe zig haaft bekwaame |
|||||||||||||||||||||
*5<$7.
|
|||||||||||||||||||||
TOero-
•« be. *eegt J'after-
!>ners >ond
onder-
Sven
|
|||||||||||||||||||||
ft
|
^am-
|
||||||||||||||||||||
gelegenheid opdeedt.
Jan Willemszoon Wyngaard en Kornelis
Wynandszoon, die, uit naam der Gerefor- meerde Gemeente alhier, afgezonden wa^ ren geweeltnaar Bruffel, om beveiliging te verzoeken op het Verdrag van den agttien- den January, waren te Amfterdam te rug |
|||||||||||||||||||||
gekeerd, vol agterdogt over het gedrag der
Afgevaardigden uit de Wethouderfchap , die hunne zaak en tenHoveafzonderlykver- rigt hadden, en over Antwerpen te rug ge- keerd waren, zonder den Prins van Oranje gefproken te hebben. De agterdogt ver- meerderde , doordien 'er, 's avonds voor hunne t'huiskomft, een ongeflooten briefje, van den Heere van Brederode afgezonden, by zeker' Edelman, door de buitenlte ha- ^eije van de Reguliers poort, die pas ge- flooten, en hem geweigerd was te openen, geiteken was , van groot belang, zo hy zeide, om aan iemant der Gereformeerde Gemeente behandigd te worden. En't geluk wilde, dat dit briefje aanvaard werdt door »ii?J?ed; **■ VI- Detl> bL z°7' ï0«> *°p» 2IO>
t'f\ r.' t" ^AAL h brandt I. Deel, u. 3J9.
I STUK1"h BRANDT l' °e,i'il' 44°"
|
|||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
G96
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1&>
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ felle Gemeente betrof, van welke zig al-
„ daar drie- of vierhonderd bevonden." Buik hernam „ dat hy daar zeshonderd anderen „ tegen zette. Zy mogten hun beft doen, „ gelyk de Regeerders ook doen zouden." En wordt getuigd,dat hy hun dit toedreef, met vuile woorden, fmaakende meer naar verfmaading der gemeente, dan naar Bur- gemeefterlyke deftigheid. Hierop, raakt het volk aan 't roepen van Vive, vive, vive Ie gueux! dat is, Leeve, leeve, leeve de Geus! Elk loopt te wapen. Men trekt, by hoopen, den gantfehen nagt, langs ftraaten en muu- ren, om 't famenrotten der wederpartye te voorkomen. De Reguliers-poort wordt be- zet : en de nieuwe Brug, aan vier oorden. Hier wordt,met den dageraad van denvyf- entwintigften February, by uitroeping, be- kend gemaakt „ dat het, met deeze verga- M dering, niet gemunt was op plondering van „ kerken ,kloofters of burgers huizen; maar „ alleen op het handhaaven van de Orde- „ ning des Prinfen van Oranje, en van do „ rufte der Stad. Hadt iemant iet anders „ voor, die zou aftrekken, of op ftaande „ voet doorftooten worden." Allen ftaken- ze hierop de hand om hoog, verklaarende zulks hunne meening te zyn. Nu hadden Burgemeefteren, met de Nagt-
wagt en anderen, in alles omtrent tweehon- derd man fterk, het Stadhuis, en Bouwen Reyerszoon de Waag in. Doch met den dag, trok hy de Waage af, en, zyn volk, op den Dam , in orde gefchaard hebbende, fpoorde hy Burgemeefteren aan,om aan te vallen, hun voorhoudende „ dat het nu de „ regte tyd, en de burgery meeft uit de „ wapenen was." Ook was, inderdaad , een groot gedeelte derzelve, afgemat door de nagtwaake, het lighaam wat gaan ver- kwikken. Doch de Wethouderfchap , zig nog niet fterk genoeg oordeelende, vondt geraaden,vooraf, alle de Roomfchen, door boden, te dagvaarden op den Dam(T). A- driaan Pauw, die ziekelyk te bedde lag, werdt ook, tuifchen zeven en agt uuren, op 't Stadhuis ontbooden,om te beproeven, of men, door zyne tuftchenfpraak, den op- roer zou können füllen (/). Terwyl de zaaken dus ftonden, keerden
Reaal en 'Peilingen te rug van Viane, met eene tyding, die deongeruftheid fterk deedt toeneem en. Zy verhaalden ,, dat de Prins ,j van Oranje den Heere van Brederode , „ door eenen Lyf knegt, hadt doen zeggen, „ met laft om de Amfterdamfche Gemeen - „ te te waarfchuwen, hoe Burgemeefteren „ meenden, op 't heimelykft, vierhonderd „ foldaaten aan te neemen, om, met de- „ zei-
(k) HOOFT IV. Boek, il. IJ4. 13S, I3ï.
(/; A, Pauw Reiaas, bl. 5. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1567. febyÄlyk is, laft of verlof tot verdere wer-
ving van de Landvoogdeffe, onder wien de Prins van Oranje, als Stadhouder, ftondt, verkreegen hadt. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Ge-
meente wordt ongeriïs t;r. |
Maar 't gerügt, dat men foldaaten wierf,
't welk niet bedekt gefchieden kon, kwam haaft onder tien man. Des werdt de Over- fte der voorige bezoldigden, Willem Pau- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Oprotf
alda^'
en dof degS-
fcheS£»a
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
luszoon van Theneffe, door Pieter Jakobs-
zoon Schaap en Floris Roodenburg , ver- maand om zig daar tegen te ftellen. Doch Burgemeefteren vonden middel, om hem, zo gezeid werdt, met eene looze boodfchap, Eenigen ter Stad uit te fchikken. Op den vierentwin- vervoe- tigften February, 's namiddags ten drie uu- sen zig reü t kwam Bouwen Reyerszoon, wel twee |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gemees
ters
Kamer. |
uuren vroeger dan naar gewoonte, met het
gewoone Vendel van tweehonderd koppen, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
aantrekken over den Dam naaf de Waage,
daar hy zig bleef onthouden. Eenige voor- naams burgers, de gemeente hierover ont- fteld ziende, vervoegden zig op het Too- rentje, om de Heeren deswege te fpreeken, en zig tot middelaars dergemeene rufte aan te bieden. Doch Bürgemeefteren antwoord- den „ dat zy wiften wat hun te doen ftondt." Straks daarop , ontbieden zy de Stads waa- kers op 't Stadhuis , daar de nieuwlings aan- genomen knegten, met hun geweer, tegen zeven uuren, befcheiden waren. Voorts, gaan zy, om den drang der volle markte te fchuwen , van agterén , door de keuken, van 't Stadhuis af. Doch toen de gemeente Negen of dit vernam, werdt de vrees grooter. Negen tien aan 0 f tien buïgers vervoegen zig, uit laft van |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hou**
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
feba?.
|
Jt
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
alle «
Rot"*' fche» |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
't huis
van Bur gemees-
ter Buik |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
anderen, aan 't huis van den Bürge meefter
Jooft Buik, hem beleefdelyk vraagende, waartoe toch diende dit werven tegen 's Prm- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
f en laß? wäar toe, het trekken der joldaaten
op de Waage, lang voor den gewoonen tyd? waar toe het ontbieden der nagtwagt by dage, ■en het befcheiden der nieuwe knegten gewapend op 't Stadhuis? Buik zwoer, .by zyne zalig- heid, dat 'er geen nieuw volk aangeworven, noch eenige zwaarigheid was: zy mogten wel geruft naar huis gaan. Maar Klaas Boe- leszoon in den Hamburg, befpeurende dat de Burgemeefter , onder zynen nagttabbaard, met een' maliënkolder, gewapend was, ruk- te den rok open, verweet hem zyne dub- belheid, en dat hy iet args broedde tegen de burgers, ja dat '-er reeds eenigen van de nieuwe foldaaten voor zyne deur ftonden. Buik , zo fterk overftreeden , bekent de waarheid, en „ dat het door laft der Her- „ toginne gefchiedde, alzo de Wethouder- „ fchäp niet van zins was, zig, om een „ honderd of twee oproerige burgers , uit ,, haar gezag en goed te laaten zetten." Twee- of driehonderd burgers, midlerwy 1, voor de deüre vergaderd, toen aan 't roe- pen „ dat het niet hun alleen; maar de gant- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
va»
Tfi.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
G E S C H I E DE NISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
VIL Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
ap7
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
'567.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
penbrug, de Burgery in de wapenen. Op 1567.
den Dam, daar de Roomfche burgers fton- van Bur. den, wilde men hem te lyve. Doch ver- gemees- ftaande, dat hy,door Burgemeefteren,ont- teren, booden was , liet men hem boven gaan. "jet <te |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
s, zelven en de gewoonlyke waakers, de
,, Kalverftraat, van 't Stadhuis af tot het „ einde toe, te bezetten, en den Graaf van „ Megen in te laaten, die, zig, onlangs, „ op laft der Landvoogdeffe, van Utrecht j, en andere Plaatfen daar omtrent verze- „ kerd hebbende, met twee-entwintighon- „ derd man, over Gorinchem en Utrecht, „ op eenen vroegen morgen, zou maaken „ voor de Reguliers - poort te zyn ; met „ oogmerk, om een honderd burgers of twee „ het hoofd voorde voeten te leggen."Die deeze boodfchap ontvingen, verftondendat zy bedekt diende gehouden te worden, als waardoor 't verbitterd volk, tegen de Over- heid zynde opgehitft, bezwaarlyk zou heb- ben können nalaaten, zyne handen aan de- zelve te fchenden. 't Geheim lekte nog- tans ergens uit, en baarde, met de gerüg- ten , die van den Dam kwamen, zulk eene verbolgenheid, dat elk wapen! wapen! riep, en zig in alleryl toeruftte. Jan Broek Va- kntynszoon, een wakker man , deedt, op de nieuwe brug, met de trom omflaan,dat elk, wie lyf, goed, vrouw en kinderen lief hadt, hem nu volgen zou. De brug toen met dertig man bezet laatende, doet hy een' keer over den Zeedyk en Warmoesftraat, en fleept, met der haaft, zo getuigd wordt, hoewel 't bezwaarlyk te gelooven is, om- trent negenduizend man agter zig, ieder met het geweer, welk hy by der hand hadt. Een deerlyk aanzien hadt toen de Stad, daar de Vader der eene, de Zoon der andere par- tye byviel, en Broeder tegen Broeder, Zwa- ger tegen Zwager optrok. Jan en Kornelis, beide Pieterszoonen, in Deventer, eikande- ren in de wapenen geholpen hebbende, zei- de de een, op onderlinge vraage, werwaards het gemunt ware ? Naar de markt, by die van den ouden Godsdienfl : de andere, naar de Straaten, by die van den oudflen: dan zo 't op een flaan gaat, ontzie my niet, ik zal u ook niet ontzien. , De Onroomfchen, die, in wakkerheid en orde, de Roomfchen over- troffen , ftopten de Warmoesftraat, tot aan ^e Pylfteeg; 't Water tot aan de Zoutfteeg; ?en Nieuwen Dyk tot aan 't Gravenftraat- Je> en andere wegen naar de markt leiden- "^ Jan Pieterszoon Hooft en eenige anderen Puntten, om de markt te beftryken, drie juffen op den fteiger van het Damrak, naaft ftet huis van Burgemecfter Henrik Dirks- *?°n, daar de Mol uithing. Ten zelfden Einde, werden nog, op de Paapenbrug , arie groote baffen gefield, en al de huizen van de Warmoesftraat, tot aan de Vifch- ftir t?e' van agteren, met fchutten ge- ftoffeerd _(w). p*^ zonder geweer naar tbtadnuis treedende, vondt, in de War- moesitraat, en byzonderlyk omtrent de Paa- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
om-
en ts |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hier werdt op hem begeerd „ dat hy ver- ~£^
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ neemen zou, hoe 't onder de Burgerye woorde.
„ ftondt, en Burgemeefteren daarvan ver- „ flag doen." Hy beriep zig op de gevaar- lykheid van dit werk, waarvan hy reeds on- dervinding hadt. Doch op de verzekering, dat men wagten flellen zou aan de Straaten op den Dam, en voor zyne veiligheid zor- gen , begaf hy zig, over de Paapenbrugge, naar de Kerk- of Warmoesftraat, daar hy 't getal der Onroomfche burgerye zeer ver- meerderd vondt. Hy vraagde , naar de oorzaaken van deezen oploop. Men ant- woordde „ dat 'er nieuwe knegten waren „ aangenomen; dat de anderen zig, nevens „ de overige Burgery , gewapend op de „ Plaats vervoegd hadden. Dat de toeleg „ fcheen, hen te overvallen, alzo men hen „ daar niet ontbooden hadt." Pauw ant- woordde „ dat hy zulk een oogmerk in de „ Heeren niet hadt befpeurd," hen te gelyk biddende, dat zy zig toch aan de Heeren niet vergrypen, noch verder voorttrekken wilden (rï). De Wethouders, die nog niet boven de tweeduizend man byeen hadden, bevonden zig, ondertufTchen, in geene klei- ne verlegenheid. Zy hadden Pieter Kaars, Hopman der Nagtwagt, uitgezonden om alle gelegenheden te bezigtigen; die, wel gezien by de Burgerye, overal doorgelaaten werdt, en aanbragt, hoe de ftraaten bezet, befchanft en met grove of handbuflen ge- boord waren , tot doodelyke beheering van den Dam. De Wethouderfchap, zig dan genoegzaam belegerd ziende (0) , befloot met de Burgery te woorde, en ware 't mo- gelyk tot verdrag te komen. Pauw, die, midlervvyl, wederom op't Stadhuis gekeerd was, Andries Boeleszoon, Henrik van Mar- ken , Jdriaan Medenblik, Henrik Franszoon, en nog eenige andere Burgers werden dan een- en andermaal afgevaardigd aan de Ge- meente , met laft, om haar, uit naam der Heeren, te verzekeren, dat 'er geene kneg- ten aangenomen , maar eenigen alleenlyk opgetekend waren , op aanfchryvehs der Hertoginne; en om op haar te begeeren, dat zy vier of vyf Perfoonen benoemde, om, met diergelyk getal vanGemagtigden der Wethouderfchap , te fpreeken. Wat
Burge-
laater, begaf Burgemeefter Simon Kops of meefter
Koppeszoon, van den Schepen JakobGer- Kops ritszoon en van Adriaan Pauw verzeld (j>), %£*£ Zig Burgers.
(n) A. Pauw Relaas, SI. s, 6. (,) HOOït IV. Doek, tl. 137. (p) Refol. Vroedfch. N, z. ij FiSr. 15*7. f. j«, s7,J*.
P,. Pauw Relaas, tl, 6. Qq2
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
stad
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
b.
|
V
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Js.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel
|
|||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||
ig%
|
|||||||||||||||||||||||||||
i0
|
|||||||||||||||||||||||||||
Steêtuin deedt bezetten, den Schutmeefter
beladende, noch der eener, noch der an- derer partye eenig wapentuig te verfchaffen. Maar een goed getal van fpietfen, roers en eenig buskruid werdt uit zekere winkel ge- haald : 't welk lang onbetaald bleef. De perfoon, dien Jan Broek om onder-
ftand naar de Warmoesftraat gefchikt hadt, was Thomas Gerritszoon Doesburg, die, ko- mende voor de enge Kerkfteeg, Burgemees- ter Kops nog bezig vondt, met het volk te beleezen. Straks vaart hy uit, werpt den Burgemeefter over ftag, met verwyt van 't gene aan de Roode brug te doen was, en graauwt hem toe , 'dat hy de Burgery door bedrog in 't net zogt te brengen. Toen ftuift het volk op. De maar loopt door alle ftraa- ten en fteegen. Kops hadt werks genoeg, dat hy, door voorfpraak van eenige eerlyke perfoonen, het lyf bergde. De andere mid- delaars werden , met verontwaardiging , naar 't Stadhuis geweezen. De kreet ver- heft zig, naar 't Stadhuis! naar 't Stadhuis! Wy hebben 't, zo wy harts genoeg hebben: anders is 't omgekomen. Doch de deftigften der-Gemeente fielden zig hier ernftelyk te- gen, vertoonende „ dat het oogmerk hun- „ ner wapenen niet ware, de handen aan „ Heeren te fchenden, of met het bloed „ van evennaaften, vrienden of maagen te „ bezoedelen, maar door draaglyke voor- ,, waarden, aan eene veilige rufte te geraa- „ ken." Zulk een raad, gegeven van hun, die te gelyk raaders en gelders waren * klemde by de menigte, die, eerlang, het oor leende aan eenige gefchikte burgers, welken, uit naam der Heeren, van verdrag kwamen handelen (q). De Gemeente be- loofde , zig ftil te houden, geduurende de handeling, indien zy niet aangevallen werdt. Men kwam te woorde, in den Keizer (9) op denVygendam (?-).Iiier werdt eengroot deel van den dag geileetea met kyven en klaagen. Men ftondt 'er, van de zyde der Gemeente, fterk op, dat in 't Verdrag ge- field werdt ,, hoe Burgemeefteren , in 't „ aanneemen van meerder manfehap, ge- „ handeld hadden vierkant ftrydig met de „ Orde, by den Prinfe van Oranje beraamd." Doch hiertoe kon de Wethouderfchap niet verdaan, 't Was al laat in den avond, toen men eindelykovereenkwam „ dat twee Ge- „ magtigden uit de Wethouderfchap en „ twee uit de Gereformeerden naar den „ Haa-
(?) HOOFT IV. Boek, b'. 137, 138.
(r) A. pauw Relaas, lil. 6. (9) 't B!ykt, uit de Sententien van Al va , bl»
182, dat de Yzerkooper, Leennard Janszoon Graaft een groot voorftander der Gereformeerden ten deezen tyde, gewoond beeft, daar de Keizer uit- hing, 't Is, derhalve , niet onvvaarfchynlyk, dat de handeling over een verdrag , ten zynen hui- ze , gehouden zy. |
|||||||||||||||||||||||||||
zig naar de Warmoesftraat, om der Burgerye
deezen voorflagfmaakelyk te maaken. Doch terwyl hy zyn bed hiertoe deedt, en 't volk voorhieldt „ dat alles maar misverfland ., was, en dat men,de wapenen afleggen- „ de, met een Verzoekfchrift te regt raa- „ ken kon," werden, op laft der Wethou- derfchap , eenige tonnen buskruids gevoerd naar den Jan Rooden tooren, die ,nogtans, onderweg, door Egbert Pieterszoon Vink en weinige anderen , bemagtigd , en in 't water geworpen werden. Ook deedt men de foldaaten en eenige Roomfchgezinde burgers, onder bevel van den Schout Pie- ter Pieterszoon , en zynen Zwager , den Oud - Burgemeefter Elbert Markus Dirks- zoon, trekken naar de Reguliers - poorte, die men voorhadt te bezetten. Van de andere zyde, was ,ondertuffchen,
Jan Broek, tamelyk verzeld, den Zeedyk langs, met drie ballen , aldaar voor een Smids deure gevonden, getrokken naar 't bushuis, ftaande ter plaatfe daar nu 'tOofl- indifche huis is, uit zorge, dat de fchans aan de Verkensfluis overweldigd, en 't bus- huis vervolgens ingenomen mögt worden, door zyne partye. Doch hier verneemende dat de Roomfchen in aantogt waren om de Reguliers-poort, den Steêtuin, het Halfrond en 't Bushuis te bemagtigen, rukt hy voort tot op de Roode- of Reguliers-, nu deDoe- lebrug, daar hy eene fchans van balken en ander hout, welk voor den Steêtuin of Tim- mertuin lag, doét opwerpen, en met de baffen ftoffeeren , op welken van agteren geklonken werdt, als ofze wel gelaaden ge- weeft waren, fchoon men noch kruid noch kogels in voorraad hadt. De Schout en de Burgemeefter , ontzet van 't gene zy za- gen , verzogten, Jan Broek, buiten de fchan- fe, te mogen fpreeken. Hy, eerft naar de Warmoesftraat om byftand gezonden heb- bende , treedt uit zyn voordeel, en vraagt istat hen, met pyp , trom en vliegend vendel, derwaards dreef! Daar Elbert Markus op antwoordde,'? was, om zig met kruid, fchut, en fcherp, uit den Steêtuin en 't Halfrond, te- gen hunne vyanden te wapenen. Jan Broek hervraagde, Wie die waren? En als hierop gezweegen werdt, voer hy voort „ dat hy „ 't hun niet wilde laaten volgen; maar ten „ dienfte zyner Majefteit en welftand der „ Stede bewaaren zou. Ook zou hy zo wel „ voor de poorte zorgen, dat 'er de Graaf „ van Megen, met zyn krygsvolk,'t hoofd „ zou ftoóten." Terwyl zy nog fpraken, kwamen hem tweehonderd man, onder een Vendel, welk door Jan Kies gedraagen werdt, te hulpe. Des keerden de Schout en de Burgemeefter met hun volk te rug naar den Dam, terwyl Broek de Reguliers- poort, de Roode brug,het Halfrondenden |
|||||||||||||||||||||||||||
1567-
|
|||||||||||||||||||||||||||
KoPs
|
i»
|
||||||||||||||||||||||||||
ra*1,
|
|||||||||||||||||||||||||||
Jan
Broek
trekt
naar de
Regu-
liers-
poort.
|
|||||||||||||||||||||||||||
Zyn ge-
fprek
met den
Schout
en met
Burge-
mecller
Elbert
Markus.
|
|||||||||||||||||||||||||||
lifl» Vf
|
|||||||||||||||||||||||||||
t
|
|||||||||||||||||||||||||||
X. StuA.ßlaX£.Z9S.
|
|||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||
VII. Boek.
|
|||||||||||||||
299
|
|||||||||||||||
geilooten bleeven. Zy kwamen nogtans tyds 1567.
genoeg te Antwerpen, om den anderen, op het uitïtrooijen van valfche gerügten, te ag- terhaalen. Want de Gemagtigde der Wet- houderfchap gaf voor, dat de Overheid het verdelgen der Geuzen in haare hand ge- had; doch hen, op fchuldbekentenis, by gevoeglyk Verdrag, in genade aangenomen hadt. De Gemagtigden , ter wederzyde gekooren, nevens twee, hundoordeSchut- terye bygevoegd, reisden eerft naar den Haa- ge, en toen naar den Prinfe Stadhouder. Zyne Doorlugtigheid verklaarde „ nietsnut- ,, ters te weeten, dan 't gene hy den agt- „ tienden January beraamd hadt. Voldeedt ,, dit hun niet; zy konden zig vervoegen „ aan de Landvoogdeffe." De Gemagtig- den der Wethouderfchap deeden dit: doch die der Gemeente , geenen verderen laffc hebbende , keerden te rug naar Amfter- dam (iu). 's Daags na 't vertrek der Gemagtigden, De Heer
op den zevenentwintigften February, hadt van Bre- de Heer van Brederode zig weeten te wer- de™dev pen in deeze Stad. Hoop gefchept hebben- j^er|mz.lg de op eenig voordeel, voor zyne of de ge- fterdam. meene zaake, uit de beroerte van Amfter- dam, was hy de Gemagtigden der Gere- formeerde Gemeente, Reaal en Teilingen, kort gevolgd, en, 's nagts na de afkondi- ging van 't Verdrag, te paarde, aangeko-' men te Ouderkerk. Van hier te voet voort- gegaan zynde, tot digt by de Stad, ontboodt hy Clement Volkertszoon Koornhert bui- ten by zig in de herberge, om met deezen te overleggen, op wat wyze hy bekwaamlyk in de Stad zou können geraaken. Want aan de poorten werdt, ten deezen tyde, ook by dage, fcherpe wagt gehouden, en niemant vreemds ingelaaten, dan die zynen naam en woonplaats opgaf. Door de boomen mögt peen vreemdeling. Maar Koornhert, hem, alleenlyk van twee edelluiden verzeld, by zig, in eene open fchuit hebbende doen tree'den, deedt hen, zonder zig aan 'troe- pen der wagt te kreunen, fnellyk doof den Amftelboom roeijenj en aan de Turfmarkt opzetten (x). Elders, vindt men, dat Kor- netts Loefszoon de hand ook in dit werk ge- had , en dat Brederode, te Amilerdam, by hem t'huis gelegen heeft (y). De Wethouderfchap, veritaande datBre- Groote
derode , dien zy 't hoofd van alle Geuzen toevloed noemde, in de Stad was, vondt zig,in van,_ geene kleine bekommering, vaftftehende, ™*ufc. dat hy door de Onroomichen.ontbooden a\E was: 't welk nogtans, in de Gedemjclmften van Laurens Jakobszoon Reaal, oni-
|
|||||||||||||||
1567. )■> Haage zouden trekken, en by de Gemag-
„ tigden der Landvoogdeffe aldaar vernee- „ men, of de lafl tot werving, aan de Wet- „ houderfchap gegeven, goedgekeurd was „ door den Prinfe Stadhouder. Zo neen; „ dan zou men naar Antwerpen reizen, om, ,, na vertooning van de gelegenheid der ,, Stede,'s Prinfen goeddunken teverftaan. j, De Gemagtigden haarer Hoogheid zou- „ den, midlerwyl, verzogt worden , het „ uitvoeren van hunnen laft uit te Hellen, „ en 't ligten van krygsvolk te ftaaken , „ ontflaande zelfs de knegten, die reeds „ waren ingefchreeven, en doende de Nagt- „ waak houden op de hoefflagen, volgens „ de ordening , onlangs, by den Prinfe „ Stadhouder beraamd (*>" Met het tref- fen van dit Verdrag, was de onluff. gefhld, zonder dat'er een droppel bloeds geftort was. Doch alzo het, dien avond, niet kon afge- kondigd worden, bleef een groot gedeelte der Gemeente, den gantfchen nagt, en een deel van den volgenden ogtend, in de wapenen. De afkondiging gefchiedde by tyds, met de trompette, op de voornaamfte plaatfendei- Stad, te gelyk met de Ordening ophetbe- waaken der Stede, die door den Prinfe van V , Oranje beraamd; doch, zo 't fchynt, nog b dcTal niet gemeen gemaakt was (0- De Bürge- Ni. meefter Joolt Buik, een Schepen, en A- h{* van driaan Pauw woonden de afkondiging by \2el- aan de nieuwe zyde. 't Geviel aan de Oude brugge, daar nog veel volks in 't geweer ftondt, dat de Secretaris Willem Hoppen of Foppen, in 't afieezen van 't Verdrag; eenigs- zins haperde, of mifte, in 't uitfpreeken van eenige woorden. Straks daarop hoorde men roepen Schiet! Schiet! waardoor de Secre- taris zo verbaasd gemaakt werdt, dat hy 't op een loopen zette. De Burgemeefter was ook zeer ontfteld. Doch Pauw deedtze bei- de ftand houden, ftelde zig tegen 't gefchiet, vermaande 't volk tot eendragt, en bragt te wege , dat de afkondiging in orde ge- fchiedde (u). Voorts, hadt de Raad, op Verzoek van Adriaan Pauw en JanPerchyn, 20 ver zulks in deszelfs magt was, de ge- wapende Burgery alle aanvegting of Kerk- ftooring vergeven (v). Ten zelfden dage, zondt de Wethouder-
|
|||||||||||||||
jyJf- fchap iemant af aan de Landvoogdeffe, en
G^he aan den Prinfe Stadhouder : de Gerefor- %enë" meerden twee aan zyne Doorlugtigheid, elk Sm^'t?1 Zyn gedrag ten befte voor te draaëen-
tc ^ae J?och de Gemagtigde van de Wethouder-
H?" v:haP werdt 's morgens vroeg uitgelaaten:
Sen. die van de Gemeente raakten niet weg voor
tegen den avond, om dat de poorten zo lang
(«0 PAUW Relaas rV^'
(v) Refol. Vroedfch. N.\, zu Febr. 1557. ƒ. s% ver/o.
|
|||||||||||||||
(W) hooft IV. Boek, il. Ut, 139.
(x) Hooft IV. Boek, W.139. (y) Sentent. van Al.VA, bl. 41, |
|||||||||||||||
Ql 3
|
|||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
IL Deel.
|
|||||||||||||||||
3°°
|
||||||||||||||||||
„ al het onheil, dat 'er uit ontdaan mögt." *56<"
Burgemeefteren, verlegen met den brief» raadpleegden, over den inhoud, met Oud- Burgemeefteren en Schepenen, en merkten, voor eerft, aan „ dat eenigen uit de Vroed- „ fchap , die over de Onroomfche zyde „ helden, zig zeer ftooten zouden aan 't „ gene van den Graave van Megen gezeid „ werdt, waaruit, zo 't rugtbaar werdt, „ nieuwe opfehudding te vreezen was. Daar- „ na, dat Brederode hun een affchrift, of „ ten minften leezing van hunnen laft af-. „ vergen zou, en door dit punt eerder tot „ blyven getergd, dan tot vertrekken be- „ woogen worden." Zy deeden nogtans de Vroedfchap, die hierin gekend moeft wor- den, vergaderen. Doch begaven zig, ter- Bi'^;. flond na 't fcheiden der byeenkomfte, ende|fje eer 't gerügt daarvan verfpreid kon word en, f ^te naar de herberg des Heeren van Brederode, rUitnel1' die, gelyk men voorfpeld hadt, zonder 't bevel der Landvoogdelfe te zien, welk men verklaarde, buiten haaren laft, niet te dur- ven toonen, naar reden, bidden noch ge- bieden luifteren wilde. De la Torre zelf, van twee Schepens verzeld, deedt dan , eindelyk, op eenen voordemiddag , zyne boodfehap, na dat hy, onvriendelyk beje- gend , met taai geduld, geantwoord hadt. Brederode verklaarde, ongehouden te zyn, zig naar het bevel der Landvoogdeffetege. draagen , zo lang het hem niet getoond werdt, zig te gelyk, met hooge woorden, beklaagende ,, dat men zyne verdediging „ ten Hove niet hadt willen hooren, daar „ hy 's Konings getrouwe dienaar, en zelfs „ bereid was, tegen de wederfpannelingen „ te paarde te zitten (d)." Burgemeefteren zonden daarna Adriaan Pauw, Herman Roo- denburg en anderen, van hunnen Penfiona- ris of Secretaris verzeld, om den Heer van Brederode tot vertrekken te beweegen (e). Doch 't was vrugteloos. Hy antwoordde, „ dat hy doen zou,gelyk hy 't verftondt." ■ De Gemeente, midlerwyl, dugtende, dat Ve fl' zyn perfoon niet veilig ware, bewaakte, des 1 °ji '? nagts , zyne herberg , daar de Prins van *n tf\ Oranje uithing, met omtrent honderd man. wtéi Ook was'er, voor dezelve, bydage, een ^ groote toevloed van menfehen, onder wel-leI)' ken, de kreet van Vvoe Ie gueux! dikwils, gehoord werdt (ƒ): al 't welk den Raad zo bedugt maakte voor opfehudding, dat men befloot, den gewoonlyken ommegang met het Sacrament, die thans in de Vallen plagt gehouden te worden, niet te laaten voort- gaan (g). Doch hierby bleef het niet. Ee- ni-
(d) HOOFT IV. Boek, hl. 139, H°.
(e) Reibl. Vroedt'ch. N. 2. zs Febr. 1, iz , 1* Maart
1567: ƒ. si verft, s9,6iyerJo, <Jj. A. Pauw Relaas ,61. *• (f) Sentènt. vai Alva, il. 4.1.
(g) Refol. Vioedfrh. A*. 2. u Maart ij6;. f. 73-
|
||||||||||||||||||
ontkend wordt: leezende men daar,.dat het
gerügt van den hoogloopenden twiftteAm- fterdam hem alleenlyk derwaards getrok- ken hadt. De Onroomfchen waren nogtans zeer in hunnen fchik, met de tegenwoor- digheid van zulk een' aanzienlyken voorgan- ger. De voornaamften lieten zig,dagelyks, in zyn gezelfchap vinden. Ook begaven zig veele Stigtfche, Frieiche en andere Edelen en voornaame Burgers naar Amfterdam, die , vermomd als Koopluidén , Schip- pers of Boeren, de wagters aan de poorten onregte naamen opgaven (z), onder wel- ken ik de Friefche Edelen , Sjoert Beima en Hartman Galama genoemd vind (a). De toevloed van zo veel volks gaf gelegenheid tot het vernieuwen eener fcherpe Keure op ' het bewaaken der Stad en op de toezigt aan de Poorten, die den derden Maart afgekon- digd werdt, en onder anderen inhieldt, „ dat alle vreemdelingen, die binnen drie „ weeken in de Stad gekomen waren, in „ den tyd van vierentwintig uuren, gehou- „ den zouden zyn te vertrekken, op eene ,, boete van zes Karels guldens, ten ware „ de waarden of waardinnen derzelven, bin- „ nen dien tyd, by den Schout kwamen, en „ zig borg Helden voor het goed gedrag en „ de getrouwheid hunner gallen (è):" 't welk ik egter niet weet, of ten opzigte van den Heere van Brederode en anderen ge- fchied zy. Ondertuflchen, was men, ten Hove, niet
minder bedugt, dat de komfl van Bredero- de en van zo veelen der verbonden Edelen te Amfterdam iet euvels brouwen mögt. En de kommer vermeerderde, federt dat men vernomen hadt, dat 'er , omtrent Viane, eenig Krygyvolk byeen getrokken werdt (f). De Landvoogdes vondt, derhalve, geraaden, Jakob de la Torre, Secretaris van den ge- heimen Raad, die zig thans te Utrecht be- vondt,daar hy den Graave vanMegen aan fchepen en lyftogt geholpen hadt, te fchik- ken ^an de Regeeringe van Amfterdam , met eenen brief, waarin zy haar vermaan- de, om „ den Heer van Brederode, door „ overreding of uitgedrukt bevel, de Stad „ te doen ruimen; waartoe zy zig, des noods, „ ook van de troepen des Graaven van „ Megen bedienen mögt." De la Torre verklaarde, daarenboven „ hoede Herto- „ gin hem gelaft hadt, Brederode, zo hy „ naar de Wethouderfchap niet hooren „ mögt, uit den naam der Landvoogdelfe, „ eenen tyd van vierentwintig uuren te ftel- „ len,' om de Stad te verlaaten, of hem, „ by weigering, de fchuld te wyten van (s) HooïT IV. Boek, hl. 159.
(a) Sencent. van ALVA , il. 76 , tl. \b) Keurb. F. f. 253 em. («J A. PAUW Relaas, il. «. |
||||||||||||||||||
1567-
|
||||||||||||||||||
Keur op
de toe- zigt aan de Poor. ten. |
||||||||||||||||||
Bekom-
mering ten Ho- ve. |
||||||||||||||||||
De Se-
cretaris de Ia Torre komt te Amfter- dam. |
||||||||||||||||||
\
|
||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VIL Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
301
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1567. nige Friefcheen andere Edelen, en onder als eene wyze vrouw, dat zy wy, fa't zoe- 15.67.
dezelven Lancelot van Brederode, befton- ken myner zaligheid, niet hinderlyk is. En zo den, op den zeventienden Maart, de la uw Zoon Jan Kop zyn hopen naar den Over- Torre, in zyne herberg en kamer op den toom om Delfts bier te drinken naliet., zigter Dam,'te overvallen, en hem aldaar ,tot 's preeke voegde, en een eerlyk en tugtig keven anderendaags, a!s in gyzeling te houden, zogt te leiden, gelyk zynen fiaat welbetaamen térwrl zy zyne papieren doorfnuffelden , zou, en zo yverde om zyne eeuwige zaligheid, hem een koffertje met de gewigtigften, en ik meen niet dat myn heer de Burgemeester het daaronder 't verhaal zyner verrigtingen zou willen verhinderen. Doch de Burgemees- ontnamen, en aan Brederode bragten (/>)• terzeide, Ik flond veel liever ten balze toe in Des hy, voor erger dugtende, in der haaft 't water: waarop Reaal hernam, Al zagt, de Stad verliet. Naderhand heeft hy zelf, Heer Burgemeefier, de zaaken zullen, hoop ik, aaniemant, die dit fchryft (0, verhaalt, zulk een' keer neemen, dat al de'Burgemeefiers dat de Edelen hem, met woorden en wa- nog byons ter preeke zullen komen. Welk zeg- penen, de dood gedreigd hadden. Meefter gen den Burgemeefier in deeze woorden Maarten Koller , federt, befchuldigd ge- deedt uitberften: Ik zat liever fa 't bordeel, worden zynde, dat hy deel gehad aan den tuffchen zeven hoeren. Zo gehaat waren thans overlaft, dien men de la Torre hadc aan- nog de Predikatien der Gereformeerden, gedaan, vervoegde zig, met een fmeek- Burgemeefteren, verneemende, wat'er, aan Ds Wet- fchrift, aan de Vroedfehap,die verklaarde, de la Torre gebeurd ware, durfden, nog- houder- dat zy hem onfchuldig hielde (F). : tans, het Verzoekfchrift niet afwyz en; maar fc!j*P be" |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
f^ere- up nee
<CSer- dus gewei
V
|
r, dat men o!e la Torre bewilligden in al wat 'er begeerd was , mids ™n '|gt
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
,\y\
|
er viel, leverden Reinier men, van wederzyde, en van wege de Schut- verzoek {
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Janszoon in 't Hert, Frank de terye, Gemagtigden zonde aan den Prinfe op-'t wef-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
t^oek-Waal en Laurena Jakobszoon Reaal, uit van Oranje, om deszelfs goedvinden te ver- ^."gj
%,5iftin den naam der Gereformeerden, een Ver- ftaan, waarnaar men zig , zonder weder- prinfe ?elBur" zoekfehrift over aan Burgemeefteren. De fpraak, fchikken zou. Het ontwerp der pun- van O- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nieuwe eed, door de Landvoogdeffe voor- ten werdt, den agttienden , door Pauw , ranje.
gefchreeven, waarby men zig verbondt tot Roodenburg en eenigeanderen, verzeld van
de handhaavinge van het Roomfche geloof den Penfionaris Maarten van Blokland, uit
en tot het opzoeken en ftraffen der Beeld- den naam van Burgemeefteren en Raaden,
ftormeren,was,hier ter Stede, niet alleen aan Brederode gebragt. Maar hy weigerde
door de Amptenaars gedaan;maar ook den het te leezen, zeggende, dat hy van zins
Schutteryen afgevergd. In 't Verzoekfchrift, was te vertrekken. Doch Burgemeefteren,
werdt begeerd „ dat deeze eed afgefchaft, vreezende dat het gerügt hiervan, komen-
„ en het Verdrag van den agttienden Ja- de onder't volk, welk, in grooten getale, op
„ nuary ftiptelyk onderhouden werdt: ook de Plaats, en in de ftraaten voor 't Stad-
„ dat men nog eenige knegten aanname, huis, famengevloeid was, ligtelyk beroer-
,, en Brederode, dewyl men niemant an- te veroorzaakenzou, lieten hem, door de-
„ ders van naame en van genoegzaameer- zelfde perfoonen , verzoeken, dat hy zyn
„ vaarenis in krygszaaken bekomen kon, vertrek nog vyf of zes dagen, tot datdeGe-
„ daarover tot Övcrfte ftelde, tot dat de magtigden aan den Prinfe te rug gekeerd
„ Prins van Oranje daarin anders voorzien zouden zyn, opfehorten wilde, Zy waren,
„ zou." Men hielde de inleveraars van dit van hunnen kant, te vrede, dat hy 't gezag
Verzoekfchrift, wel twee uuren, in het over 't Krygsvolk aanname, zonder nog-
Toorentje op,daar veel gefpreks viel over tans iet te beftaan, voor dat men'sPrinfen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
«ten.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
PLrek 't ftuk van den Godsdienft. Onder ande- meening vernomen hadt. Brederode ver- Bredero-
ren , liet Burgemeefier Kops zig, tegen klaarde hierop „ dat hy den opgedraagen ^tv™™c_ Reaal, in deeze woorden, uit: Laurens „ laft en titel, ten diênfte des Konings en fte der Jakobs, u had ik niet toevertrouwd, dat gy u „ tot bevordering der rufte en eendragt in bezetting „de Stad, aanvaardde, zonder dat hy ietaangeno-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jn^
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
?o
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
s' hoe-voel ik, eer gy trouwde (10), wel wifi dat
|
„ begeerde te doen, tegen 't gene,bydenmen-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. êy Luit berde. Doch 't verwondert my, dat
|
„ Prinfe, zou worden goedgevonden (/)•
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
"» Schoonmoeder u zulks toelaat. En't doet Het volk, hiermede gepaaid, vertrok naar
my zeer van haarentwege; watit wy zyn lan- huis, en begaf zig tot ruft. De Prins Stad- Daar de ge jaaren goede buur en geweefi. Waarop Re- houder bewilligde, federt, in alle de be-™1^ '<iai antwoordde, Mm Schoonmoeder handelt geerde punten, uitgenomen m dat van het bewim„tè |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
opperbevel des Heeren van Brederode, dien
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
il. 42., 60.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zxiïp \yj °- ***** Jliit- ramaU.mSk.Lih. ii. Ca?. ^y zyne meening, door eenen byzonderen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'&
|
(10) Re,ar;;'scr
|
. N. z. 25 Maart IJ67. f.76verfi. bode, beloofde te zullen laatenweeten(m).
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uit Aantekeningen
en is, getrouwd inet Gerrit r. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(I) A. Pauw Relaas, hl. s.
(»>j HoorT IV. Bttk, tl. 140, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 Mer Meeuwssoons Dogt
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS GESCHIEDENISSEN. II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
302
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
denvyfden, door Burgemeefleren, zynde i5°7'
erkend (p), namen, kort hierna, ingevolge fflen eff' van een befluit van Burgemeefleren enRaa-ne^a^n den, driehonderd, H o of t fchryft, honderd ^j^ó- fchamele ingezetenen aan van beiderlei Reli i^inafl gie, om onder hen de Nagtwagt der Stede aafl. waar te neemen. Ieder van deeze luiden trok, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1567.
Negen
Perfoo- nen uit |
Het Verdrag, vervolgens, ter wederzyde,
beëedigd zynde, fchikte men zig, om het zelve ter uitvoeringe te brengen. Burge- meefleren hadden, den veertienden Maart, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
deSchut-met den Oud-Raad van Burgemeefleren,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tery ge-
kooren,
|
beflooten „ uit de drie Schutteryen, door
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
om met
|
J5
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zen negen Perfoonen van beide de ReHgien,
met welken zy, als 't noodig of oorbaar |
voor ieder nagt, een reaal, of drie en een
halve fluiver , waarom zy den naam van |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Burge-
meefte- ien te fpree- ken. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zyn mögt, over zaaken, de bewaaring Reaal-Wagt kreegen. Doch deeze Wagt
der Stede betreffende , zouden können bleef niet lang in dienft (q). Voorts, werdt N0^. fpreeken («)." En in gevolge van dit be- de Luitenant Bouwen Reyerszoon afgedankt: ^ie j $: fluit werden, den tweeden April, gekoo- en de Overfte over de voorheen geworven^aten ren 'uit de Oude ofKIoveniers Schutterye, tweehonderd foldaaten, Willem Paulusvange\vof' Adr'iaan Pauw, Hendrik van Merken en Eg- Theneffe, met eenen anderen Luitenant voor- ven« |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bert Roelofszoon: uit de Handboogsfchut
terye, Jan Bethszoon Roodenburg, Arend Korneliszoon Kool en Reinier Simonszoon van Nek, en uit de Voetboogsfchutterye, Herman Roodenburg, Klaas Reyerszoon en Egbert Meinerdszoon. Onder deezen negen, waren vyf van de zes Perfoonen, die, in Auguftus des voorleeden jaars, ten gelyken einde, waren aangefleld geweefl. En dee- zen zes werden, ten zelfden dage, ontflaa- gen, met een Schrift, onder het Stads ze- gel , waarby zy, voor 't gene zy, in deeze hunne hoedanigheid, gedaan hadden, be- |
zien. Lenaard Janszoon Graaf en Arend Jam-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zoon Koesveld, twee ryke en beminde Bur-
gers, werden, de eerfte tot Kapitein, de tweede tot Luitenant aangefleld, over vier- honderd foldaaten, die men beflooten hadt, van nieuws, te werven, en dieterflond door hen aangenomen werden. Twee boots wer- den, de eenein'tY, de andere in denAmflel op de wagt gelegd (f). Doch alle deeze fchik- kingen, door welken men de ruft der Stede verzekeren wilde, hielden niet lang fland. Door 't gantfche Land, en te Amflerdam in 't byzonder, vielen, eerlang, veranderin- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dankt werden, met belofte van hen voor gen voor, die eene geheel nieuwe gedaante
alle zwaarigheid, die daaruit ryzen kon, te gaven aan de Regeeringe, gelyk wy, in de zullen bevryden (0). De negen Perfoonen, twee volgende Boeken, zien zullen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zy nee-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(p) Gröot-Memor. N. 11. f. in verf».
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
f:
|
) L. T. REAAL by Brandt I. Deel, hl. 44J.
Refol. Vroedfch. N.i. 13,18 Maart, 2, 4 April ijss
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(q) A. PAUW Relaas, */. 7.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ƒ.72 verfo,-]i verfo, 77 verf», 74/. A. PAUW Relaas, bl. 7,
|
(r) Refol. Vroedfch. N. 2. 4, 5 April 1567. f. 78 , 75,
Hooit IV. Boek, el. i+o, 141. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
£yl. bl. 12.
B Y L A G E .op
L/.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel, VIL Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bet
A. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bylaage
Lr. A.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Koophandel op Engeland wrdt over en weder vrygeßeld, hyPlakaat van den 15 July des jaars 1566.
fen dat de voorfz: convocatie geeyndt zal zyn
oft andersfins onfe mcyninge ende intentie op de voorfz: geheele faicke handel endenegotiatie verclaert zullen- hebben ende midier tyt fal de vrye Coopmanfcap ende trafycke tuffchen onfe voorfz: nederlanden ende den Coninckrycke van Engelant ende den onderfaten van beyden zy- den gecontinueert worden volgende de publicatie provifionael gedaen in den maend van Januario XV c vier en tfeftich ende fal de felve den voorfz: tyt geduerende by provifie in zyn volle cracht ende vigeur blyven hebbende voirts meer van beyden zyden beloeft dat die onderfaten van d een ende d andere eerlïcken vruntlicken ende gunftelycken van wederzyden getraóteert zullen werden ende dat by ons ende der voorn: Conin- ginne van Engelandt goede ordene gefielt ende verfien fal worden om de Zee van roovers en- de diefven te zuyveren ende dair van vry ende veyl te houden ende zoe verre dat tegens de be- loeften ende Conventien voirfz: yet gedaen wier- de fal dair inne terftont mit behoirlycke reme- die verfien worden welverftaende dat de voorfzs prorogatie geeyndt wefende die Coopluyden veertich dagen tyts dair nae hebben zullen om hen te mogen vertrecken ende van huere goe- den ende zaken vryelicken disponeren. Gedaen in onfer Stadt van bruflele den xven dach vafl Julio xvc. zeflTentzeftich, TWEE-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gowaivtnnbv
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3°3
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
TWEEDE
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
DEEL.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VAN
AMSTERDAM.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AGTSTE BOEK.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amsterdams Geschiedenissen, van 't jaar 1567,
tot in het jaar 1575. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
S der
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
TOt hiertoe, hebben wy het aanzien dei-
Gereformeerden , van tyd tot tyd , zien toeneemen , te Amfterdam. Zy had- den eerft vryheid van prediken buiten de Stad weeten te verkrygen. Naderhand, dee- den zy zig de Minderbroeders-Kerk binnen de Stad afftaan, daar zy niet fchroomden, openlyk, het Avondmaal te houden. Doch het aanneemen van Krygsvolk door de Land- voogdeffe, en het verval van het Bondge- nootschap der Edelen hadt,zo drahetrugt- baar werdt, geene kleine bekommering in hen verwekt. Adriaan Pauw en anderen tekenen aan, dat veele Burgers, en zelfs eenigen uit den Raad, reeds in November of December des voorleeden jaars, met hun- ne goederen, ter Stad uit geweekenwaren, en zig te Haarlem, te Leiden, te Gouda, te Utrecht (a) , en zelfs in afgelegenerProvin- ciën , onthielden. Hun werdt, by openbaa- re afkondiging van den derden Maart dee- zes jaars, belaft, binnen agt of veertien da- gen, te rug te keeren, op de verbeurte van honderd guldens. Ook werdt, ten zelfden tyde, aan allen Poorteren verbooden, zon- der verlof van Burgemeefteren, ter Stad uit te vertrekken (£). 't Verzoek om vryeGods- dienft-oefening , welk de Gereformeerden deeden, in den aanvang deezes jaars (c), toonde wel, dat zy bedugt waren, voor 't ïïiiflen der tegenwoordige vryheid. Ook deedt de Prins van Oranje zelf hen, kort hierop, de Minderbroeders-Kerkwederom ruimen, hen verpligtende, zig, in eenige fchutiren, en in 't Huiszitten-huis aan de Oude zyde,te behelpen. Dekomft van den Heere van Brederode, en de fchikkingen, die,fe- "eft, tot verzekering der beide gezindheden, gemaakt, werd en, gaven hun wederom eeni- gen moed. Dochdetyding, dat de Koning, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aan 't hoofd van een aanzienlyk Leger, uit 1567.
Spanje verwagt werdt, deedt de meeiten dugten voor de ongenade van eenen Vorft, wiens yver voor den vaderlyken Godsdienft aan niemant onbekend kon zyn. De Land- voogdes bragt zelfs, door middel der Wet- houderfchap van Antwerpen, te wege, dat de Preeke, in die Stad, by voorraad, en tot op naderen laft, gefchorft werdt , op den tienden April: 't welk groote verflaagen- heid baarde onder de Gereformeerden te Amfterdam. Maar 't vertrek van den Prinfe van Oranje, die, den elfden, uit Antwer- pen , en wat laater naar Duitfchland reisde, na dat hy de Landvoogdes verzogt hadt, een' ander' met zyne ampten te willen voorzien (d), deedt de Gemeente te Am- fterdam alle hoop opgeeven, om zig, in de verworven vryheid, voor eerft, te kön- nen handhaaven. Her. verval van de party der Gerefor- De Preek
meerden hielp den moed der Wethouder- wordt fchap deezer Stad aan 't ryzen. Zy fiel de p" dan, hiertoe, te vooren , vermaand, door ft' byzonder fchryvens der LandvoogdefTe O), den zeventienden April, den Gereformeer- den het fchorfen der Preeke voor, tot dat ■ daarop andere fchikking gemaakt zou wor- den (ƒ); zonder een woord te reppen van de algemcene Staaten , die , volgens de voorige overeenkomften, ook, in 't maaken deezer fchikkinge, gekend moeiten worden.. De Gereformeerden van Holland hadden, omtrent deezen tyd, eene Byeenkomft ge- houden te Amfterdam. Uier was, overwoo- gen, of men , in deezen kömmerlyken toc- ftand der dingen, de preeke ftaaken , 0f aanhouden zou; en 't befluit gevallen „ dat „ men die, uit vreeze voor menfehen, niet „ zou
(J) Vaderl, Hifi. VI. Deel, hl. zn , :i;8 , j,29.
(e) Refol. Vroedfch. N. z. 7- tel/r. IJS7. ƒ. SJ.
(f) Groot-Memo». Ar. II. ƒ. Iizeniiylaagen <Cr.A. N. I.
Rr
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
e
|
eerd
|
r-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tu-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
N
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
am.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
*S6?,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(O 11. ;_4?; {-,-<
|
Boek., il. 29:.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I. STUK.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
IL Deel.
|
|||||||||||
3^4
|
|||||||||||
huis voor handen was, en tweeduizend vyf- l5"7'
honderd en twee guldens beliep, werdt ter- flond gehaald, en aan 't huis van Rooden- burg gebragt. Hy en Pauw bezorgden het overige, uit hunne eigen beurze, en die van hunne goede vrienden. Antoni Verhoef, Arend Bouwer, Maarten Tombocb, Jasper Krak, Dirk Janszoon en anderen. Ook is 't hun, daarna, uit de Thefaurie der Stad, wederom goedgedaan. De Intreft,die Bre- derode van deeze fornme betaalen zou , werdt gefteld op den penning zeftien. 't Geld werdt zyn en Rentmeeder fpoedig be- handigd (/), en dien zelfden nagt, ten elf uuren, vertrok hy, te fchepe, met zyne Gemaalinne, Emilia, Graavinne van Nieu- wenaar , en een goed getal van Edelen. Men hadt bezorgd, dat de fleutels by den boom waren, en twee Karveels op droom, nevens een Waterfchip, door hem met ge- fchut en volk voorzien, en dienende tot zyn geleide tot in 't Vlie toe; van waar hy op Embden, en voorts in Duitfchland geraak- te, daar hy, in de vefte Rekelinghuizeni den vyftienden February des jaars 1568, overleedt (m). Vierweeken voor Brederodes vertrek uit Eentée,
Amfterdam,op den dertigften Maart, had-Am*1^, den eenigen der voornaamfte Gereformeer- f^fi den , en andere liefhebbers der vryheid, hebbe"' in den Spyker of het Pakhuis van Herman de &e\ Hermanszoon, vergaderd zynde, zig, byhon*,. eere, trouwe en mannen-waarheid, verbon- ftfng den, om den honderdften penning hunnerJJunne( goederen op te brengen, tot vervalling van goe^j omtrent elfduizend guldens, aan wapenen, ren.' pakhuishuur, reis- en andere koften, ten'j161^' diende der gemeene zaake , uitgegeven; msene alzo men voorzag, dat de Gemeente niet Zaake< langer ftand zou können houden, en het tyd te br^,, werdt, elk zyn verfchot te voldoen. TotSe%tiff den ontvangft van deezen honderdften pen-weo0rd ning, ftelde men, ten huize van Laurensniet. Jakobszoon in de gouden Reaal op't Water, zekere kid, met een gat in 't dekfel, daar 't geld doorgeworpen werdt, onder drie floten , en even zo veel bewaarders der fleutelen, teweeten, de gemelde Laurens Jakobszoon Reaal, Klaas Pauiv, en Floris Roodenburg , die lad hadden , om ook andere Liefhebbers der gemeene welvaart, tot gelyke verbindtenis, te beweegen, gelyk zy eenigen deeden. Doch veelen vergaten hunne eer en belofte in zo verre, dat 'er, toen de kid geopend werdt, niet boven de zevenhonderd en vyftig guldens in bevonden werden, die men der waardinne des Heeren van Brederode, 't zy de Huisvrouw van Kor-
(/) A. Pauw Relaas, U. 7.
(m) Refol. Vroedfch. N. z. z* April is6?. f. 82. HOOÏ*
IV, Boekt bl. 141, 14«j 147- |
|||||||||||
1567. „ zounalaaten; mäar daarmede voortvaa-
„ ren, ten minfte tot datze, by Plakaate, „ op nieuws, verbooden werdt." 't Verzoek of voordel van Burgemeefteren werdt dan, heufchefyk, van de hand geweezen. De Gereformeerden te Amfterdam begaven zig, vervolgens, tot vaften en bidden; waartoe de twiotigfte April werdt afgezonderd (g). Maar de Wethouderfchap, niet voldaan in het afüaan van haar verzoek, verklaarde, den twee-entwiatigften „ dat zy voor goed „ aanzag en begeerde, dat de Gereformeer- „ den, voor eenen tyd, aflieten van predi- 'n ken; in welk geval, zy, by den Koning, „ en by de Landvoogdeffe, wilde tragten te bewerken, dat het prediken, en't gene 5, 'er meer gebeurd ware niet tot misdaad „ gerekend , of, daar het ftraf eifchte, „ vergeeven mögt worden (Ä). En drie dagen hierna, beloofden de Gereformeerden, 5, het prediken te willen nalaaten, mids men j> -zig , ter wederzyde, verbonde, geene „ buitenfoldaaten in de Stad te ontvangen; j, of hun , ten minfte , gelyk te vooren „ bedongen was, tyd te laaten, om hunne „ onroerende goederen te gelde te maaken, „ en met de roerenden ter Stad uit te ver- „ trekken:" waarin de Wethouderfchap bewilligde. De Lutherfchen, die nog niet openlyk gepredikt hadden, vonden geraa- den,op den zelfden vyfentwintigflen April, der Wethouderfchap hunnen dienft aan te bieden: 't welk met erkentenis aangenomen werdt, en, veelligt, iet toebragt, om de Gereformeerden te beter aan de hand te doen gaan (i). De Heer De Heer van Brederode, die reeds, op van Bre- zyn verzoek, voorzien was van een Getuig- derode fchrift van den Raad , dat hy zig hier altoos vertrekt ßji gedraagen hadt (k), uit eenen Edelman, fterdam. van wege den Prinfe van Oranje aan hem afgezonden, berigt bekomen hebbende, hoe alles over ftuur dreef, liet zig nu ook ver- luiden , dat hy geneigd was de Stad te rui- men, zo zy hem eene maatige fom, op zekere zyne Landen, bedykt in de Berger- en Kleimeer, verftrekken kon. Gaarne wil- de de Wethouderfchap den nieuwen Overfte loozen; doch zy vreesde voor den ondank van 't Hof, zo zy hem eenige penningen opfchoot. Om deezen te ontgaan, ont- boodt zy,op den zevenentwintigften April, 's morgens ten negen uuren,. Herman Roo- denburg den Ouden en Adriaan Pauw; en bewoog deezen, om hem agtduizend guldens, op hunnen naam, doch voor rekening der Stad,te tellen, 't Geld, welk op 't Excyns- (g) Reaal hy Brandt I. Diel, bl. a-sS.
(b) Groot-Memor. N. II. f. men Byhageii t'. A. A7. 2.
(i) Refol. Vroedfch. N. 1. z% April \$6j. f. tl.REAAL by BRANDT I. Deel, il. 4J«. ik) RsföJ. Vtoedfcli. N. z. 21 April 1567. f. zo verfi. |
|||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||
VIII. Boek.
|
|||||||||||
3°5
|
|||||||||||
den. Doch de knegten, verwittigd, dat de 1567.
Graaf van Megen in aantogt was, om hen te onderfcheppen; en hun geraaden wordende, langs den S. Antonisdyk, en voorts over de Veluwe,ten Lande uit te trekken, bleeven maar tot den dertigïten voor de Stad. Zy Zy ver- verkoozen egter eenen anderen weg , en trekken fcheepten over 't Y, zonder, in de tuinen ovcr'tY' onder de Stad, iet anders geroofd te heb- ben, dan de fpyze, die zy daar vonden.De Onroomfchen fchikten hun, aan den boom, met groot gevaar van ontdekt te worden, nog eenige zakken buskruids toe, in boe- renfehuitjes en fchyn van kooren (f); 't welk, toen zy nog te Viane lagen, ook al gefchied was; waarover, naderhand, een of twee Kooren draagers in zwaarigheid raakten (f). • Doch Pauw tekent aan, dat hun, van Stads wege, ook eenige mondbehoeften toege- fchikt zyn, die hun, aan den boom, in de tegenwoordigheid van den Schout, geleverd werden (ü). Te Hoorn, verlieten hun de Heeren van Batenburg (V). De Graaf van Megen, midlerwyl, op den zelfden dertig- Hen April, te Diemen (V), of te Slooterdyk gekomen, begeerde ook Lyftogt uit de Stad. De Wethouderfchap bewilligde (#); doch de Burgerwagt aan de poorten verklaarde 'er zig tegen; zo dat hem flegts zes fleeden met eet- en drinkwaaren, van de nieuwe Brug, te fchuite, werden toegevoerd. Den Roomfchgezinden wordt nagegeven, datzy zig niet zo wakkerlyk kweeten om den Graaf van Megen buiten te houden, als de On- roomfchen , te vooren, omtrent de knegten van Brederode, gedaan hadden. Men ge- tuigt , dat zy nu deezen alleen de wagt be- volen lieten, zeggende „ dat 'er voor hun „ geen vyand was." Megen ftak terflond over op Waterland met zyn volk, en trok Brederodes knegten agter na, die, pas voor zyne aankomit te Medenblik, toen eene o- pen plaats , in negen boeijers en eenige kleine vaartuigen , fcheep gegaan waren. Des deedt hy de zynen treeden in eenige razeils, die aldaar op de reede lagen, met meening om hen te agterhaalen. Doch daar viel mets dan een fchutgevaarte voor, en zy raakten, onbefchadigd , te Ypefloot, by Amfterdam, aan den Muiderdyk. Hier tra- En ver- den zy aan land, enftreefden, langs den weg, laaten die hun te vooren geweezen was, door de Holland, Veluwe en Betuwe, naar HeulTen, daar zy over den Ryn trokken, de vendels fcheur- den, en verliepen (y). In (s) Hooït IV. Beek, tl. i47-
(t) Sentent. van Alva , il. 342» 544«
(«; A. Pauw Relaas, il. 7, «•
(v) VELIUS Hoorn, */• i««j i«9i
(w) A. PAUW Relaas, il. 8.
(x) Refol. Vroedfch. N- i. *9 April ijs7. ƒ, gJ,
(y) Hoorr,IV. .Bttk, 61. ist.
Rr %
|
|||||||||||
lS6?. Kornelis Loefszoon («) , of eene andere,
aantelde, in mindering zyner verteerde kos- ten, en tot erkentenis van den trooft, uit zyne tegenwoordigheid genooten (o). Doch Lenaard Janszoon Graaf hadt wel vierdui- zend guldens aan koftgeld, voor den Heere van Brederode, betaald, die zynen erfge- naamen,nade verandering derRegeeringe, fj uit de Stads KaïTe, werden goedgedaan (p). «ej^S" Maar na 't vertrek van Brederode, wer dt dieve0en'het vlugten der Onroomfchen algemeen uit Sht-X Amfterdam. 't Was naauwlyks tweemaan- ^ko. den geleeden, dat deeze Stad nog de toe- Vtyjj' vlugt geweeft was van veelen, die aan an- Htenji dere oor^en vervolgd werden. Doch voor hi ge e weinige weeken, hadt men begonnen,- de e^en, vlugtelingen, die zig , in grooten getale , "oo!f" voor de poorten vertoonden, den ingang te ?33lit't verbieden. Zelfs werdt hun, door de Wet- tett'ek! houderfchap, gelafl, terflond te vertrekken. ^ '* De deerlyke vertooning van zo veele ver- dreevenen, die, met vrouwen en kinderen, op den dyk gezet, zender hoop op uitkomlt, uit den eenen nood in den anderen, zwer- ven moeiten, bewoog beide Roomfchen en Onroomfchen tot mededogen. Men herberg- de de elendigen in de huizen en tuinen der Voorftad1, en verwierf op de Overheid, dat hun eenige tyd werdt toegeftaan, om zig tot de reize te bereiden. Voorts, verza- melde men eenigen voorraad van kleedinge, fpyze en reisgeld , ten hunnen behoeve. Doch Burgemeefteren namen, naderhand, zeerkwalyk, dat zig ook Roomfchgezinden fce, gekweeten hadden, in de oefening van dit Ltn v5g" w!rk der barmhertigheid (q). Maar in 't j^jq buitenhouden van Brederodes knegten, die ,jHo. ' in en om Viane gelegen hadden, en 's daags 4«ev°orna zyn vertrek voor Amfterdam kwamen, tad- bleek, ook van den kant der Onroomfchen, eene pryiïelyke getrouwheid; alzo men zig, ter wederzyde , verbonden hadt , geene vreemde foldaaten te ontvangen in de Stad. Dit volk, welk Hegt voorzien was van ge- weer, vertoonde zig voor de Reguliers- en Haarlemmer - Poorten , daar Gysbrecht en Biderik van Batenburg , hunne Overften, niet drie of vier trommen, te wapen deeden naan. Straks waren, in gevolge eener ver- nieuwde Keure van den vyfentwintigften 00 > de Schuttery en Buurwagt in de wa- penen; de wyken, de markt, de poorten berden bezet. De Onroomfchen yverden, niet minder dan de Roomfchen, om hun- nen eigen aanhang buiten de Stad te hou- den?? hier voor« u- **»• IV j?„.a ,^ h1 »RANDT I. Deel, tl. 4J«, 4J7. Hooft
(?) REAATVi0e<ifth- N- +• * Ftbr- *»»'
Buk, il. lis y b»Andt I. Deel, 61. «j. HOOIT IV.
"' /• ï+o virß. |
|||||||||||
AMSTERDAMS
|
II. Deel.
|
||||||||||
3°<5
|
|||||||||||
vorderen. Doch men antwoordde , dat de
verzoekers die zelven moeften komen haa- ien. Zy, de wederkomft van den bode niet afwagtende, hadden den Schipper bewoo- gen, om hen op Vlieland te brengen. Doch hier vondenze zig in nog grooter verlegen- ' heid. Daar was noch fchuit, noch fcnip, noch pink by land, maar al wat zeilen kon met vlugtelingen naar Embden, Breemen en elders onder weg. Ook kwam'er, eer- lang , fchryvens van Burgemeefteren van Amfterdam aan den Schout van 't Eiland, met verzoek, van zekere vier perfoonen, waarmede Reaal en zyn gezelfchap befchree- ven werden, in verzekering te willen nee- men , indienze daar komen mogten. Doch Lo°P8 de Schout was, onlangs, overleeden, en de ë1"0^ brief gekomen in handen van adriaan Kor-&e \t neïïszoon, voorheen Goudfmid te Alkmaar, r6a«« doch nu op Vlieland woonagtig, daar hy't Schoutampt, by voorraad, waarnam. . En deeze waarfchuwde de vier Amfterdammers, hun den brief toonende, en raadende, ter- ftond, te vertrekken. Zy wonden dan eene oude Krabbefchuit, die wel een half jaarirt den grond gelegen hadt, bynagt, boven water, en ftaken 'er mede van land. Doch de fchuit was zo lek, dat zy 't naar Harlin- gen wenden moeften, om daar in te loopen. Terwyl zy deeze Stad naderden, zagen zy een gewapend fchip, welk een ander aan boord lei. 't Was het Oorlogsfchip van Etnfl Mulart, Kapitein des Graaven van Aremberg, Stadhouder van Friesland, die hier de Heeren van Batenburg, de Friefche Edelen, Sjoert Beima en Hartman Galama, Jonkheer Jakob van Upendam en andere vlugtelingen, tot omtrent honderd in getal, gevangen nam. De Amfterdammers hiel- den , op 't gezigt van 't Oorlogsfchip ,fchoon zy toen nog niet wiften wat 'er gaans ware, af, en zeilden naar 't Wad, den Abt ge- naamd. Hier zogtenze hun vaartuig, met het linnen, dat zy by zig hadden, 's nagts, zo goed als zy konden, van buiten digt te maaken, en bragten 't dus, na veel fukke- „' lens engevaars, eindelyk, dentwee-entwin-i^- tigften May, behouden te Embden aan^V, daar zy veele bekenden vonden, die zy te °L\^' Amfterdam gelaaten hadden; en die,na hun vertrek, gevlugt waren. De drie Predikan- ten , Jan Arendszoon, Pieter Gabriel en Ni- colaus Scheltius', begaven zig ook naar Emb- den , daar zy, immers Gabriel en Schel- tius , nog door de Amfterdamfche vlugte- lingen onderhouden werden, mids zy ver- bonden bleeven aan de Amfterdamfche G&' meente. Scheltius werdt, federt, beroepen in de Gemeente van Embden, daar hy, & 't volgende jaar , aan de peft overleedt- |
|||||||||||
1567. In deezen fhnd der dingen, begonden de
Vlugt Gereformeerden te Amfterdam, en allen, der^Ge- die zig in de voorige beroerten meeft bloot lefor- gegeven hadden , om vlugten tè denken, uif/fr Men ftelde vaft, dat de Stad wel haaft be- fierdam. zetting zou moeten inneemen, en de gevol- gen hiervan ftonden -elk akelig voor oogen. Des beflooten veelen, zig te fpoeden naar Embden, thans de gemeene toevlugt der vervolgden. Sommigen verkreegen, voor hun vertrek, brieven onder Stads zegel, meldende hoe zy zig, altoos, eerlyk, ge- trouw en befcheiden gedraagen hadden. En zulk een getuigenis werdt, door Burgemees- teren, niet geweigerd, zelfs aan zulken, die by hen in 't oog liepen, en gehaat wa- ren, op dat zy hen daarmede loozen, en anderen, op deezer voorgang, ook op den loop helpen mogten. Eenigen, die't waag- den, onder het dekfel van zulk een getuig- fchrift, te blyven, vonden zig, naderhand, Reinier bedroogen in hun vertrouwen. Reinie'r Kant Kant vertrok den negenentwintigften April, in Ook Lau- den avond. Den dertigften, werdt Laurens rens Ja- Jakobszoon Reaal, wegens Burgemeefteren, kobs- verzogt, zig voor een' tyd wat aan een' kant zoon te fchikken, tot dat men zage, waar 't hee- kfgezèl- nen wilde. Hy meende,men behoorde hem fchapvaneerft een eerlyk getuigfchrift, onder Stads zegel, te verleenen, 't welk hem voor Pas- poort dienen kon. Men antwoordde, dat liet Burgemeefteren, uit overvloed van be- zigheden, toen niet gelegen kwam ; doch dat zy 't hem, op hunne koften, zouden na- zenden , indien hy hun te kennen gave, wer- Frankde waards zyne reis ftrekte. Hy zeide naar waal, Medenblik; en ging daarop fcheep in een £*0y0snboeijer, met Frank de Waal, Mattbys Jans- en A- zoon, Bontverkooper, en Adriaan Kromhout, «Maan met zyne Huisvrouw en Dogtertje van veer- Krom- tien jaaren. Den tweeden May, kwam dit hout. gezelfchap te Medenblik, daar 't,den vol- genden dag, gewaarfchuwd werdt, dat ee- nige Ruiters van Alkmaar derwaards kwa- Zy wor- men. Zy lieten zig ftraks, meteene Haring- den fchuit, uit de haven, op de reede roeijen, fcherpe- (jaar Zy ^ on(jer andere fchepen vol gevlug- volgd! £e goederen, een Karveeltje vonden, met een Meinen jongen. Zy maakten nogtans zeil, en bragten 't_ onder Wieringen, daar hun de Schipper, die na hen uit Medenblik ver- trokken was, des anderendaags,verhaalde, dat zy naauwlyks onder zeil waren gegaan, of de ruiters, omtrent veertig fterk, waren hen in hunne herberge komen zoeken. Ook haddenze, op 't hoofd, gezien naar vaar- tuig-, om hen agterna te zeilen. De Am- fterdammers fchikten, ondertuffchen, ze- keren jongman naar Amfterdam, om de verzogte getuigfchriften voor hun vieren te |
|||||||||||
VIII. Bomt GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
;°7
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
*$?. Gabriel raakte, in 't jaar 1572, te Delft in
dienfl; doch flierf, 's jaars daarna. Jan Arendszoon kwam nog wederom, als Leer- aar , in zyne Geboorteflad, Alkmaar, daar hy, in 't jaar 1574» geduurende de bele- |
||||||||||||||||||||||||||||||||
Amflerdam, zonder dat 'er iemant tegen 1567,
kikken durfde.Hy was,'s daags te vooren,,^-^ reeds voor de Haarlemmer-Poort gevveefl, vendelen begeerende binnen gelaaten te worden. Bur- knegten, gemeefleren , de Vroedfchap en de drie 'n js Schutteryen byeen geroepen hebbende, lei- ad- den zyn verzoek in beraad: en in aanmer- king neemende,dat hy uit naam der Land- voogdefTe fprak, en eenige metaalen Huk- ken by zig hadt, om de Stad, in geval van weigering, met geweld aan te taflen; be- floot men van den nood eene deugd te maa- ken. De poort werdt, den negenden, ten vier uuren des morgens, op bevel van Bur- gemeefleren , wyd open gezet. Ten zes uuren, trokken 'er vier vendelenHoogduit- fche knegten van den Graave van Overflein binnen, tot op de markt. Maximiüaan de Hennin, Graaf van BoJJu, die, door de Land- voogdefTe, onlangs, by voorraad,tot Stad- houder van Holland, Zeeland en Utrecht, aangefleld was (d), en de Heer van Noir- carmes traden voor uit. De knegten wer- den , ten zelfden dage , by de burgerye, Roomfchen en Onroomfchen, onder dak ge- holpen. Het Minderbroeders-Kloofler werdt De opgeruimd. En des anderendaags, werdenRoom* de Moniken, na 't houden van eenen pleg- £rhf tigen ommegang, wederom derwaards ge-dienftoc« leid (e). Op den twaalfden, werdt, op denfémng naam van Noircarmes en van Schout, Bur-wordt gemeefleren, Schepenen en Raaden, afge-h kondigd „ dat geene knegten, die te voo- |
||||||||||||||||||||||||||||||||
Ja*
|
gering , zyne dagen geraftelyk eindigde (z).
Het vlugten te Amflerdam, en de fcherp- |
|||||||||||||||||||||||||||||||
heid der Wethouderfchap was toegenomen,
na dat men tyding gekreegen hadt, dat Fi- Hds van S. Aldegonde, Heer van Noircarmes, die zig, onlangs, van 's Hertogenbofch en Maaflricht verzekerd hadt, in aantogt was, om ook Amflerdam, op lafl: der Landvoog- defle, te voorzien van bezettinge. De Wet- houderfchap was zo weinig gezind als de Gemeente, tot het inneemen van vreemd Krygsvolk (<z). Doch 't bleek haaflj dat men 'er, ten Hove, fterk op gefield was. Op den vyfden May, vertrokken, op ver- Zoek der Burgemeefleren en Raaden, A- driaan Pauw en Herman Roodenburg, uit naam der Gemeente, nevens Bur^emeefler Joofl Buik , naar Antwerpen , om by de LandvoogdefTe, die zig toen aldaar bevondt, te bewerken, dat men de Stad verfchoonde van bezettinge. Doch te Rotterdam geko- men zynde, ontmoette hun Burgemeefler Jan Klaaszoon van Hoppen, die van Ant- werpen, naar Amflerdam keerde, en, binnen Vier dagen,te rug moefl zyn,*ómantwoord te brengen aan Vrouwe Margareet „ of men j, den Heer van Noircarmes en zynekneg- », ten, met gemoede, wilde inneemen of s, niet (V) ?" Zy reisden egter voort. Maar te YfTelmonde , zagen zy reeds tagtig of honderd fchepen met foldaaten, die den Ys- fel opvoeren naar Gouda, met meening om Vervolgens naar Amflerdam te trekken. Nog- tans, lieten zy niet na hunnen lafl te vol- Voeren , te Antwerpen. De Penfionaris JVleefler Adriaan Sandelyn flelde , den ze- venden , een Verzoekfchrift op aan de Land- VoogdefTe,welk vervolgens ingeleverd werdt. By het zelve, begeerde men gelyke voor- waarden, als aan die van Antwerpen ge- gund waren. Doch daarop kwam geen an- der befcheid, dan „ dat de Landvoogdes s> genade voor de Stad zou tr'agten te ver- 5> Werven van den Koning, met uitzonde- » r«ïg nogtans van de hoofden deroproeri- * gen, Leeraars en voorflanders, beeld- » ftormers en diergelyken; mids men de 3> bezetting, door haare Hoogheid, naar de » Stad gefchikt, inname (ey Twee da- Ben laater, op den negenden May, trok de » Weer van Noircarmes, met zyne knegten in il. 4J7, 4J8 , 459-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
)5
|
ren in Stads dienfl geweefl waren , en
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
vooral ook geene burgers, zig gewapend
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
3)
|
op de flraat zouden hebben te vertoonen.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
„ De heimelyke en openlykeVergaderingen Die der
„ van die van der nieuwe Religie binnen de Gerefor- ,. Stad of derzelver Vryheid werden verboo- ^.^o.11 „ den: ook het veilen en verkoopen vanjen- „ verdagte boeken , en de oefening van „ eenigen anderen Godsdienfl dan den ou- „ denRoomfch-Katholyken;"tot waarnee- minge van welken, de Kerken wederom gezuiverd , herfleld en van beelden en altaaren voorzien werden. Eindelyk, werdt ook belafl „ dat de burgers zig, in geval „ van merkelyke opfchudding , binnen* . „ huis moeflen houden;het flillenderzelve „ den Overfle der bezettinge en der Wet- „ houderfchap alleen aanbevolen laaten- " de <W *
De ingezetenen waren, ondertufTchen ,Keuren
den lafl der inlegeringe zo ongewoon, dat op de
zy meermaalen nalieten , de knegten van "^ge- bedden en ander gemak te voorzien, waar- f^f^ tegen, den zevenentwintigften May , ge- volk> zorgd
(i) Repert. il. t}ï. ,
(e) DAPPER il. 19«- COMMEÏ.ÏN , tl. IOZO.,
{ƒ) Keutb. F. ƒ• *4i verf>' Rr 3
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
3 May IS6T. f. 83 virfa.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
1.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
[*) lUfol. Vroedfcl"
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
(0 A. PAWKeTaas; H. *
|
6 May IS«7-ƒ. 84 ver/o.
BORlH.-ß«<4,i/. 110. [170.]
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel/
|
||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||
3o8
|
||||||||||||||||||||||||
„ den Koning, zo dra men verftaan zou, 15°?
„ dat hy fcheep gegaan was." Zy voegde hierby „ dat de Koning niet voorhadt, „ Land of Steden te komen bederven; maar „ dezelven alleenlyk te bewaaren by 't ou- „ de Katholyke geloove; weshalven elk zig „ geruftelyk op 's Konings goedheid ver- „ laaten, en aan zynen gewoonen arbeid of „ beroep blyven kon, zonder ten Lande uit „ te vertrekken; welk laatite genoeg was „ om hen 's Konings genade onwaardig te „ maaken." Zy beval, wyders,, goede aan- „ tekening te houden van zulken, die ver- „ trokken waren, of wilden ver trekken, en „ vermaande alle afgeweekenen tot den „ fchoot der Kerke weder te keeren, en de „ hand te leenen tot het herftellen der ge- „ pionderde Godsdienftige Geftigten : 'c „ welk de eenige weg was, om's Konings „ gunit te herwinnen." Men vondt, hier ter Stede, geraaden, deezen brief openlyk af te kondigen, op den vyftienden July (o): waardoor deverwagting van 's Konings o- verkomft, veelligt, nog gevoed werdt by eenigen ; doch waardoor , te gelyk, de |
||||||||||||||||||||||||
zorgd werdt, by eene Keure, gegeven op
de naamen van den Graave van BolTu, en van myne Heeren van den Geregte (g). Maar , drie dagen laater, werdt, op de zelfde naamen, en op uitdrukkelyken laft der Landvoogdeffe, bevolen, dat alle fchut- ters, burgers en ingezetenen hunne wape- nen op der Stede bushuis moeiten brengen (h): welk bevel egter.niet zo flipt werdt naargekomen, of men vondt geraaden, het, den agtentwintigfïen Juny, nog wederom te vernieuwen (f). Wat laater (1), werdt ook belafl „ dat de foldaaten, die by de inge- zetenen begeerden in den koft te zyn,zig „ methuismans fpyze en roggen brood zou- „ den moeten te vrede houden, envyftien „ ftuivers ter weeke, voor ieder man of „ vrouw, en zeven en een halve ftuiver, „ voor ieder kind , betaalen. Doch zo zy „ hunnen eigen' kolt begeerden te houden, j, zou men hun alleenlyk een bed, vuur en 5, licht, en zout en azyn behoeven te ver- „ fchaffen (£)." OndertulTchen, bleeven deeze knegten niet lang in Amfterdam. Op den eerften July, was reeds met de klokke afgekondigd, dat zy, binnen korte dagen, ftonden te vertrekken (/): 't welk ook, eer- lang, gebeurde. Doch men ontving, wat laater, wederom andere bezetting in de Stad. Op den vyfden December, trokken 'er vier vendelen onder den Kolonel Schawwenburg binnen (m). Midlerwyl, was het Spaanfche Leger,
op den vyfden May , te Kartagena ingc- fcheept naar Genua, om van daar den togt, te lande, voort te zetten naar de Neder- landen. Men wilt hier nog niet beter, of de Koning zou , te gelylc met dit Leger, herwaards komen : 't welk, onder anderen, uit eenen brief van Viglius van Zui- c he m , den vyftienden Juny, uit Antwerpen gefchreeven, af te neemen is (ri). De Land- voogdes zelve, fchreef, den derden July, aan de Wethouderfchap van Amfterdam en van de Steden in 't gemeen „ hoe de Koning „ haar, onlangs, hadt verwittigd, dat hy „ zo fpoedig niet zou können herwaards „ komen als hy gemeend hadt; doch even- M wel ftaat maakte, om de reis, nog voor „ 't einde van den Zomer, te zullen können „ aanneemen: waarom zy haar vermaande, „ openbaare gebeden te laaten doen voor (g) Keurb. F. ƒ, 244.
(h) Refol. Viocdfch. N. i. « Ma-j IJ67. ƒ. 8j verfo.
Keurb. F; f. 244 verfo. (i) Keurb. F. ƒ. 24».
(k) Keurb. F. ƒ. 249.
(I) KeHrb. F. ƒ. 248 vtrfi.
(m) Refol. Vroedfch. A'. 2. 6 Die. IJ«7- ƒ. 89 wrfo.
(n) Viglius at Hoppbr. Epifl. XXXVII. in Anal. Belg.
Tom. I. P. il. p. 453. (1) Den negenden July»
|
||||||||||||||||||||||||
1567.
|
||||||||||||||||||||||||
De Bur-
gers en Schutters worden ontwa- pend. |
||||||||||||||||||||||||
meefte Onroomfchen vervuld werden met
|
p'
|
|||||||||||||||||||||||
vreeze voor deeze overkomft. Het vlugten De
|
||||||||||||||||||||||||
nam dan eer toe dan af, na het verbod. Def^ti'
angft vermeerderde, toen men berigt kreeg, tJ, ^ dat de Koning agtergebleeven, en de Her- de ^ tog van Aha, wiens ftrengheid men kende, t°Sa aan't hoofd des Spaanfchen Legers, in 'c^t"' begin van Auguftus, te Luxemburg aange- °^. komen was (p). Hynam, kort hierna, al 't bewind derllegeeringeaanzig,deedt,op , den zevenden September, de Graaven van Egmond en Hoorne en andere voornaame Perlbonen in hegtenis neemen, en regtte, nog voor 't einde der gemelde maand, te BrulTel, eenen Raad der Beroerten op, waar- voor alle zaaken, die de minfte betrekking tot de voorige of tegenwoordige opfehud- dingen hadden, gebragt en afgedaan wer- den. Al 't welke zulk eene groote ver- baasdheid verwekte onder 's Lands ingeze- tenen , dat elk byna, die zig aan de zyde der Onrdomfchen gehouden hadt, het Land ruimde, in zulk eene menigte, dat dezelve, in 't begin van September, reeds op meer dan honderdduizend begroot werdt (q). De Wethouders der byzondere Steden,ji^V
die wel zogten te ftaan ten Hove, volgden^jé' de ftrengheid des Hertogs van Alvana,zo^n'8f, veel zy konden. Te Amfterdam,werden,p$ op den zesden September en federt, eend*"11' groot getal van uitgeweekenenmet de klok- ke ingedaagd. De indaagingen , die, te*1 dee;
(0) Keurb. F. ƒ. 150.
(p) Viglius ai Hopperum Epijl. XXXIX. p. 437-
(y) Vadeil. Hift. VI. Diel, ii. 248, 24», ijo, isU
|
||||||||||||||||||||||||
DeLand-
voogdes verwit- tigt de Steden, en Am- fterdam in 't by- zonder, van'sKo- nings aanftaan- de over- komft. |
||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VIII. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3°9
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dat zulks, in den tegenwoordigen tyd,niet
dan tot groote fchade zou können gefchie- den, werdt hem bevolen, dezelven , ten befte mogelyk, te verhuuren («); gelyk, federt, gedaan werdt. De Staaten van Holland, berigt gekree-
gen hebbende, dat Vrouw Margareet van Parma, op haar verzoek , van de Land- voogdye ontflaagen, en de Hertog van Al- va, in haare ftede,tot Landvoogd verhee- ven was, beflooten , in January des jaars 1568, hem deswege te gaan begroeten; ge- lyk zy, federt, deeden (y). De Stad Ara- fterdarn hadt hiertoe gereedelyk haare ftem gegeven. Doch die van Gouda waren, by't neemen van 't befluit, niet tegenwoordig geweeft. 't Schikte zig, te Amfterdam, alles naar
eene vlytige oefening van den Roomfchen Godsdienft. Men befloot, het Minderbroe- ders Pand, op koften der Stad, van glazen te voorzien (2), en op S. Matthys dag, zyn- de thans den vyfentwintiglten February, eenen plegtigen ommegang te houden, om den Hemel te danken, dat de Stad, omtrent dien tyd, in 't voorleeden jaar, dikwils , voor oproer en bederf, bewaard geworden .was (a). Voorts, werden, ten deezen ty- de, wederom veele voorvlugtigen inge- daagd , om zig voor den Hertoge van Alva te kómen verantwoorden, welker naamen, in de Stads Regiflers, zyn uitgedaan (b). Ook werdt, wat laater, bevolen, dat men de goederen dier voorvlugtigen zou hebben aan te brengen (c). Doch na dat de Raad der Beroerten de Graaven van Egmond en Hoorne, de Friefche Edelen Sjoert Beima en Hartman Galama, die in de Amfterdam- fche beroerten, geduurende het verblyf des Heeren van Brederode in de Stad, gemengd geweeft waren, en andere voornaame lui- den, op 't einde van May, en in 't begin van Juny, ter dood veroordeeld hadt (d), be- gon men, met eenigen, die hier ter Stede in hegtenis zaten, ook ftfenger weg in te flaan. Outgert Korneliszoon, die in deezer Stede foldye ftondt, werdt, den twee-en- twintigften der katftgemelde maand , ver- oordeeld om onthalsd te worden „ om dat „ hy, dus luidt het vonnis, deel gehad hadt „ aan eenen toeleg, om de knegten des Hee- „ ren van Brederode in de Stad te helpen, „ en om dat hy het openen der Haarlem- „ mer poorte hadt helpen verhinderen , „ toen
(x) Groot-Memor. N. II. f. ixsverß, "7-
(y) Refol. Holl: 8 Jan. 3 , 7 , 9 Feir. is<>7- Hj«.] bl,
1\z) Ke'fol.' vioedfeh. N. 2. 3 7*»- 'SSS. ƒ. 9t.
la) Refol. Vroedfch. N. z. »'/*• *S6%. f. s+. (b) Keurb. F. ƒ. 178 > t.%z verß. (e) Keurb. B. f. a»+> ,. (d) Sentent. van ALVA, W. 7», 73, 77jS°,8i»SS« |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■a5öf. doezen tyde, gefchiedden, zyn,naderhand,
mdeRtgiflers der Stad doorgehaald (r), vermoedelyk, om dat,onder de ingedaag- dcn, luiden geweeft zyn, die, zelven, of welker nabeftaanden, eenige jaaren laäter, in 't bewind der Regeeringe hier ter Stede geraakt zynde, zig eene regtspleeging tot hoon rekenden, daar zy, by de nakomeling- fchap, eer van gehad zouden hebben: hoe- wel Hooft fchryft, dat de Roomfchge- ziflde Regenten, toen zy aan het duuren hunner Regeeringe begonden te mistrou- wen, verfcheide vonfliflen, in 't Schepen- boek, uitgefchrapt, en met groote zorg- vuldigheid verduiflerd hebben (Y). Hoe 't |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ISO;-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Staa-
ten van Holland begroe- ten den Hertog van Alva. 1568. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ft?
|
zy; wy können, hierom, de naamen dee-
zer ingedaagden niet opgeeven. Van elders, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dank-
dag. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
blykt, dat ook eenigen, ten deezen tyde,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
?
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
on
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hier ter Stede, in hegtenis raakten, en on-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
«f
|
der anderen Pieter Janszoon Kies , wien tot
misdaad aangerekend werdt „ dat hy de |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ hand gehad hadt in 't pionderen van 't
„ Minderbroeders - Kloofter ; dat hy den }, Predikant Jan Arendszoon ter Stad in-en „ uitgeleid hadt, en dat hy de wapenen hadt „ gedraagen tegen de Wethouderfchap." Hy hadt zig, op den zesden Juny, onder- vraagd zynde, beroepen op zyn Burgerregt, volgens welk hy verftondt, dat de Schout tegen hem bewyzen moeit, en hy ongehou- den was op ondervraagingen te antwoorden (t). Sedert wift hy zig, by den Stokhou- der en Onderfchout, Dirk van Breemen , los te koopen («), ontfhapte uit de hegte- nis, en werdt, op den twintigften Septem- ber, tot op eene myle buiten de vryheid der Stad, gebannen, op verbeurte van den hals (v). 't Zelfde vonnis werdt, den twin- tigften November,geveld over Dirk Loefs- zoon Vlaskooper, Kornelis Janszoon Korter, Jan Janszoon Kies, Egbert Pieterszoon, an- ders Kapitein Vink, Henrik Thomaszoon Laars, Klaas Gysbrechts des Harnafchvee- gers Zoon, Henrik Janszoon, der Stede Smid, en Jan van Keulen, Groffmid, die allen met de klokke ingedaagd; doch niet verfchee- nen waren (vi). De huizen der voorvlugti- gen hier ter Stede waren, ondertiuTchen, aangeflaagen. De Schout Pieter Pieterszoon vervoegde zig, ten deezen tyde, aan de Rekenkamer der Graaflyke Domeinen in «en Haage, om te mogen weeten, hoe hy ^g > omtrent deeze huizen, gedraagen moeit. De Rekenkamer gaf hem lalt om dezelven te verkoopen.Doch, op nadere vertooning, (r) Kcurb. F. ƒ. 254 verß. ZSS , «S verß. 2J6 verß.
17 verß. 2J8 verf0_ z61t l6St zSgj z6t ver/o. }'.{ "°°FT V. Beek, il. l»4-
)u\ „?nfeffie!>°ek van 15 Jan. VH- tot 19 Aar. 1567.
(v\ w L *» EKANDT I. Deel , tl. 488.
Lj |e"'e"Vten ** va"ALVA'bl-Z76-
*• J 5entet». ten tyde van Ai.VA, tl. 288.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nieuwe
indaa- g in gen te Am- fterdam. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Outgert
Korne- liszoon wordt onthalsd. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||
31 o
|
||||||||||||||||||||||
&~ëtaS2&.er\'Ptèfier- Janszoon na den Brand van i
Delft, Maurits Janszoon , Zadelmaaker , Henrik Albertszoon , Koldèrmaaker , Jan Willemszoon, Schoenmaaker, Aam Klaas- zoon, Kiftemaakér, Klaas Thyszoon, Goud- fmid, Henrik Snockaart van Dordrecht, Ja- kob Hein , Lakenkooper , Jan Prins, Ha- ringkooper, Meefter Komclis, Schryfmees- ter, Henrik Snyder in 't Gravenftraatje, Hork- gen of Henrik de Bakker, Tymen Me'mderts- zoon, Klaas, Boekverkooper, Goojfen Pauw, Kornelis Hillebrandszoon , gebynaamd Geel- veter, Klaas Duivel, Jan Bethszoon Rooden- burg , Herman Roodenburg , Henrik in de Hoppezak , Reyer Janszoon Wolf, Jakob Manke Koman, Klaas Olie , Jakob Schaal- maaker, Klaas Pauw , Jakob Janszoon Kos- ter in de Kalkoen, Hans Wolter szoon, Tie- leman Tielemanszoon, Apotheker, Klaas Jans- zoon Roele, Jakob Dirkszoon Warmond, Schil- der, David de Goudfmid,Jan Jooficn,Mct- felaar, Pieter Boom, Henrik Vaart gen, Schui- tevoerder , Kornelis Albertszoon, Befgérvaar* der , Jan Smid , Koorenkooper , Kornelis Barendszoon in de Pot, Jan Pieterszoon Zwaaroog, Kornelis Floriszoon van Teilingen, Andries Boeleszoon in 't gouden Hoofd, Klaas Boeleszoon in Hamburg, Antoni de Bakker opdenZeedyk, FredrikSïeuwertszoon'm den Haan, Tsbrand Roelof szoon, Schilder, Antoni Korneliszoon, WilTelaar, Jakob Roemer, Zoon van langen Roemer, Haringkooper, Henrik Clementszoon , Zeilemaaker , Jakob in de Roozekrans, Henrik Zweerts, in den Gro- ninger Tooren, Pieter de Boer op den hoek van de Kolk , Gaal de Metfelaar , Gerrit Janszoon , van Delft , Bouwen Janszoon Kramer, Geurt Gerritszoon, Verwer, Jakob van Amelen , Kornelis 'Reyerszoon , Willem Bol, Bakker , Huibert Pieterszoon, Lepel- maaker, Frank Maartenszoon, Tinnegieter, Gerrit de Smid op den Zeedyk, Stoffel Kors of Kous de Jonge, Melis Willemszoon, geby- nzamdMallenraad, Tsbrand Acoly ..Simon Thys- zoon, Koorendraager, Jan in't blaauwe Paard, Snyder, Henrik Janszoon, Snyder, Gerrit Jans- zoon Kop, Jan of'JakobZegerszoon, Koekebak- ker, Kornelis Boom, Jan Lubbertszoon', Waag- draager, Jan Korneliszoon, op de Offenmarkt, Slotemaaker , Willem Lubbert szoon in den Helm, Aal Pauw, Weduwe van Wejfel Vo- gel, Geert gen Martens, Weduwe van Gys- brecht Janszoon, Marytje Mentelbeeks, Ja- kob Klaaszoon, Wagenaar, buiten de S. Anto- . nis Poort, Meefter Pieter Mol, Doclor in dé Medicynen, Barend Janszoon in den En- gelfchen Dog , Laurens Makelaar, geby- naamd het houten aangezigt, Pietertgen, We- duwe van Meefter Nanning, Duifje Splin- ters , Weduwe van Klaas Splinter, en Lys- bet
|
||||||||||||||||||||||
,, toen een der Burgcmeefteren zig, van
„ binnen, voor dezelve bevondt, om den „ Graave van Megen eenigen lyftogttoete „ voeren (e)-" Ook werdt Klaas Janszoon Louwen, die , volgens zyn vonnis „ toen „ Brederodes knegten te Ouderkerk lagen, „ met den Overfte derzelveii geraadpleegd, „ en toen, naderhand, de Graaf van Megen „ die knegten vervolgen wilde, zig vervoegd „ hadt by eenigen, die gereedfehap byeen „ gebragt hadden, om de Reguliersbrug, „ welke de Graaf over moeft, af te bree- „ ken," omtrent den zelfden tyd, voor tien jaaren, op 's Konings galeijen gebannen (f). Voorts, werden, by eene Akte op 's Ko- ningsnaam, den negenentwintigflen May, te BrulTe.1 gedagtekend, wel honderd drie- ëndertig ingezetenen van Amfterdam ge- |
||||||||||||||||||||||
1568.
|
||||||||||||||||||||||
Klaas
Jans- zoon Louwen op de galeije geban- nen. |
||||||||||||||||||||||
Honderd
en meer dan der- tig inge- zetenen |
||||||||||||||||||||||
van Am- dagvaard, om, binnen dne weeken, te ver-
|
||||||||||||||||||||||
fchynen voor den liertoge van Alvaof des
zelfs Gemagtigden, om zig, wegens hunne vlugt, te komen, verantwoorden. Ziehier de naamen deezer ingedaagden, die in de Akte zelve gebrekkelyk gefield waren; doch hier, uit vergelyking van verfcheiden' eg- te Hukken, verbeterd zyn; en onder welken zig veelen bevonden van de treffelykften der Stad: Adriaan Reinierszoon in 't Krom- hout; Meefter Willem Bardes, Henrik Frans- zoon , Koorenkooper, Piet er' Pauw , Jan Meurlink, Willem Walichszoon, Lubbert Nuts, Ut ans Bennink, Klaas Landsmeer , Frank de Waal, Meewws Pieterszoon, Hans Simons zoon, Laurens Jakobsznon in de gouden Re- aal, Arend Hudde , Clement Volkertszomi, Henrik van Marken, Herman Perchyn, Dirk Ham, Filips du Gardin, Gerbrand Dominicus Opflager, Meefter Maarten janszoon Kos- ter, Doclor , Reyer Simonszoon van Nek, Jan Willemszoon Wyngaard, Willem Kors- zoon , Houtkoop er , Jan Janszoon in 't Hart, Hans Sprankhuizen, Arend Janszoon Kocsveld, Henrik Korneliszoon , Metfelaar, Antoni, Ponjaardmaaker, Schoen Jan, Met- felaar, Pieter Gerritszoon, Koorenkooper, Floris Roodenburg, Jan Perchyn, Egbert Roe- lof szoon , Frans Volkertszoon Koornhert, Jan Verburg, Jakob Bas,Hans Karpentier, Hen- rik Boeleszoon , Ernfi Kramer , Jakob Si- monszoon''m de Hulk, Herman Roodenburg de Jonge, Thomas Gerrit szoon Doesburg, An- dries Koperßager in Neurenberg , Henrik Egbert Roelofszoon , Jan Siewertszoon in den liaan, Klaas Hènrikszoon in de Sleutel, ■ Pieter Kornelis Dobheszoon, Volkert Siewerts- zoon in den Haan, Kornelis Wynandszoon van Medenblik, Henrik Wout er szoon, Hoe- (e) Sententieb. van 2.6 Apr. ijrttf. tot 21 May 157». ƒ.
C2 ver/o. Zie nok DAPPER hl. \vj. COMMKLIN il. 102 r." ffl ienrentieb. ais vovfe'n ,ƒ, 55. Zis ook DAPPEilj'ft.
198. COMMEtIN, it. lozi. |
||||||||||||||||||||||
fterdam
inge-
daagd.
|
||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||
VIII. Boek.
|
||||||||||||||||||||||
3"
|
||||||||||||||||||||||
563. bet in de zilveren Reaal, Weduwe vanPz'e-
pfchul- ter Meewzoszoon, Koorenkooper. Men be- tèf)'fsen fcbuldigde deeze luiden „ fommigen, dat tien]1""" » zv zigopenlykgedraagen hadden ahCon- £')» fiflorialen, dat is, als Gereformeerden; „ anderen, dat zy He wapenen tegen de „ Wethouderfchap hadden opgevat, en zig, „ in February des voorleeden jaars, aan de „ derde beeldbreeking fchuldig gemaakt; „ wederom anderen, dat zy den Predikant, „ gewapend , geleid hadden ter plaatfe „ daar hy prediken zon, tegen den wilder „ Wethouderfchap; en veelen, eindelyk, „ dat zy hunnen verworpen Godsdienft, „ gelyk dezelve genoemd werdt, hadden „ geoefend, en paar de wyze van den zel- „ ven , doen doopen , trouwen en be- „ graaven (g)." Doch niemant der inge- daagden verfcheen voor den Raad der Be- roerten, weshalve zy, genoegzaam allen, en nog drie of vier meer, op den eerften September, voor altoos, uit 's Konings Lan- den gebannen werden , met verbeurdver- ty klaaring van goederen (//). \c!!e!r'r'e Onder deeze ballingen, was ook Willem Ie«]"'' u- Dirkszoon Bardes, gewezen Schout van Ara- ï'irks- fterdam, die, na dat hy verlaaten geworden fcj0'1 was van zyn ampt, zig openlyker gehouden . hadt aan de' zyde der Onroomfchen. Men gaf Hoyten hem zelfs,uit twyfelagtige getuigeniffen en a'Hm, tekenen, naar, dat hy de beroerten hadt er^m. helpen ftooken, en, ten dien einde, ver- fland gehouden met den Prinfe van Oranje, met den Heere van Brederode, en in fyfer met Dirk Volkaartszoon Koornhert; jadathy zelfs eenen Kalvinifchen Leeraar in den Haage gebragt hadt. Hy raakte, eerlang, ten Hove in hegtenis; werdt, na lang zit- ten , by goeddunken van den Raad der Be^ roetten, flrengelyk gefolterd, en zelfs met roeden gegeeffeld, in den ouderdom van zeventig jaaren. En fchoon hy dit alles, met onbezweeken moed, ukftondt, zo dat de Raad hem zuiver fchouwde van de be- roerte ; hy werdt , nogtans, onder voor- wendfel dat hy aan andere zydgangen fchul- dig was , aan de lange koorde gehouden. Ook hieldt men eene groote lomme gelds lri, die de Koning hem fchuldig was. De fcheuring des Lands hierop volgende, voeg- de hy zig aan de zyde der Bondgenooten: t gene oorzaak was, dat zyne meefte mid- elen , als gelegen onder Amfterdam, welk de Spaanfche zyde hieldt, hem te onbruik berden gemaakt: 't welk hein niet alleen zyne gezondheid, maar ook eindelyk zyn Vei'ftand koftte: een ramp, die zynen eeni- iiL^ïi*0* Auth- st»kken» !• Detl>bl- »>. com-
|
||||||||||||||||||||||
gen broeder, Meefter Klaas Hein, zo diep 15Ó8.
ter herte ging, dat het hem ook het zyne ontftelde. In zulk eenen deerlyken toeftand, en eene behoefte, die hem , gewoon adelyk te leeven, al federt eenigen tyd,verboodt wyn ter zyner tafel te nuttigen, bragt Bar- des het overfchot zyner dagen door te Delft, daar het den Prinfe van Oranje, hem aan- fpreekende, naderhand, beklag en traanen afdrong, dat zo eêl een verftand derwyze geknakt en vervallen was (z). Aan Willem Bardefius, Kleinzoon van den Schout, werdt, , door de Staaten van Holland, in den jaare 1603, nog eene rente van tweehonderd pon- den 's jaars toegelegd, wegens twee-ender- tig honderd ponden,die de Grootvader,by zyne laatfte Schouts-rekening, te vorderer! gehad hadt (k). Doch te Amfterdam raakten, in 't jaar Egbert
1568, nog andere luiden in lyden, en on-Mei: der deezen,drie welgeagte burgers. die zigneids" des luttel gehoed hadden, Egbert Mefnerds- JJfert zoon, Alfert Henrikszoon en Pie.ter de- Wit. Henriks Egbert Meinerdszoon was een Huidekoo- zoan en |
||||||||||||||||||||||
per, een zeer bemind man, üatftëekende ™^at
|
de
ter |
|||||||||||||||||||||
in de Rederykkonft , de weetenichap dier dood
eeuwe hier ter Stede, ook Facloor van devenvee- Rederykers, en Vader van Sebafliaan Eg-zen- bertï-zoon , die , naderhand , om zyne ge- leerdheid, zonderling in de Geneeskonft, en om zyne gemaatigdheid in Geloofszaa- ken, vermaard, enmeermaalen Burgemees- ter der Stad geweeft is. Van Egbert heb- ben wy, in 't voorgaande boek (/), verhaald, hoe hy, Hopman der Burgerye zyn de, by toeval, gekomen,in't gefchilderd Kamert- je op 't Stadhuis, daar de Gereformeerden vergaderd waren, het Verdrag vandender- tigileiï September des jaars 1566 mede on- dertekend hadt. Hy hadt, hiervan bewuft, kort na 't vertrek des Heeren van Bredero- de, in beraad gedaan, om de Stad te ver- laaten; doch zig tot blyven laatenoverhaa- len, door de Burgemeefteren Joolt Buik en Simon Kops, die hem voorhielden „ dat „ hy omtrent vyftig jaaren oud was, en „ nergens Amfterdarn vinden zou; dat hy, „ blyvende, geen gevaar liep, of zo 'er „ gevaar opkwame, dat zy hem, bytyds, „ zouden waarfchuwen." Zelfs verleenden zy hem, den negenden May des jaars 1567, een Getuigfchrift onder Stads zegel, mel- dende hoe hy, aldaar, ten goeden naame en in geene opfpraak ftondt van ketteryeof wangedrag: op welk getuigfchrift, hy, ge- lyk men hem voorhieldt, te Antwerpen en elders, geruftelyk,zynen Koophandel dry- |
||||||||||||||||||||||
ven
|
||||||||||||||||||||||
(i) HOOïT II. Boek, U- 6.z- .,
(k) Refol. Holl. 8 Ntv. 1603. ». 281,
(/) Bladz. 2S9.
Ss
|
||||||||||||||||||||||
(1J "aT'- "* A"A
I. STUK.
|
||||||||||||||||||||||
II. 121
|
||||||||||||||||||||||
312 A M S T E :
1568. ven mögt. Alle deeze redenen golden meer
by hem dan-de brieven en 't mondeling fmeeken van zynen Zwaager, Laurens Ja- kobszoon Reaal, of andere vrienden, die hem rieden, te wyken.Hy bleef dan; doch werdt, op den tweeden Maart deezes jaars, aangetaft by den Onderfchout, vaftgezet, en wel drie maanden onverhoord gelaaten. Daarna werdt hy terpaleieveroordeeld, en gepynigd. Doch hy ftondt de pynbank niet flegts door, maar 't bewys, door den Schout tegen hem ingebragt,werdt ook valfch be- vonden. De oudfte Penfionaris, Meefter Adriaan Sandelyn , verklaarde zelfs, van verftand te zyn, dat men hem behoorde te ontflaan. Nogtans liet men hem zitten, en den Schout Pieter Pi eterszoon tyd, om de zaak in den Raad der Beroerten te brengen. * Hier werdt hem, door deezen, te laft ge- legd „ dat hy niet flegts, van over lange „ jaaren, voor Lutherfch berust geweeft ,, was; maar ook het Verdrag van den der- „ tigften September des jaars 1566 onder- ,, tekend hadt." Ook werdt hem totfchuld aangerekend „ dat hy de aalmoeflen der „ Geuzen-Kerke hadt helpen vergaderen." Hierover werdt hy dan, op aanfchryvens van den Raad der Beroerten, den negenden Oétober, verweezen, om met den zwaarde Egbert geregt te worden. Maar in den kerker was Mei- hy van waterzugt bevangen, waaraan hy, nerds" wel te pas, 's avonds te vooren,overleedt. fterftin De Schout hieldt, eenige uuren voor zyn de gevan- verfcheiden, fterk aan by Doüor Laurens, genis. die over hem ging, om den kranken, met eenig geneesmiddel, zo lang in 't leevente houden, dat men hem, gebonden op een' ftoel, ten beftemden tyde, mögt können onthalzen. Doch de geneesmeefter ant- woordde „ dat hy geen God was, die 's „ menfchen leeven in zyne hand hadt, en „ dat de lyder, zyns oordeels, den mid- „ dernagt niet haaien zou." De Schout fcheidde hierop, kwalyk te vrede , van hem; doch deedt, naderhand, het doode lyk in den kerker onthoofden, en door eeni- ge Cellebroeders kiften, en's nagts ter aar- de heitellen, digt by de Boekery aan de nieuwe zyde, ooftwaards van den zuider ge- vel der nieuwe Kerke, op 't elendige Kerk- hof, zo genoemd, om dat het ongewyd was, en om dat'er geene anderen begraaven wer- den, dan die, door beuls handen,gedood, of, zonder de Sakramenten ontvangen te hebben, geftorven waren (m). Befchul- Alfert Henrikszoon, Bierlleeker, werdt digingen te laft gelegd „ dat hy ter Preeke geweeft ten lafte • was net pionderen van 't Minderbroe- van Al- r fm)L. J. Reaal ky Brandt I. Detl, bl. <H6'tnz.
Hooft V. Boekt H' »?3. |
||||||
3. D A M. S II. Deel.
„ ders-Kloofter bygewoond, en de wa- 15°*'
„ penen tegen deWethouderfchap gedraafertf#n' „ gen hadt." En hieldt zyn vonnis in „ dat riksz0° ( „ ßchepenen, alles gehoord hebbende, op en ^ „ het goeddunken en den uitgedrukten ïaft ds „ des Raads der Beroerten, hem ten zwaar- „ de vervveezen, met verbeurdverklaring „ zyner goederen, onverminderd Stadsge- „ regtigheden in alle andere zaaken." 'c Vonnis van Pieter de Wit was van den zelf- den inhoud. Alleenlyk werdt, in het zel- ve, geen gewag gemaakt van eenig bevel' des Raads der Beroerten. De Wit werdt befchuldigd „ dat hy dé Preeke gehoord, „ de wapenen, als hoofd der oproerigen, „ gedraagen, den Hopman der gewoonly- „ ke Stads Wagt, die, door bevel der Wet* „ houderfchap, een rot foldaaten naar den „ boom leidde, daarin belet hadt rook zou „ hy den Gemagtigden der Overheid on- „ waardiglyktoegefproken, en over 't Ver- „ drag tuftchén haar en de Gemeente ge- „ ftaan hebben. Wyders, zou hy tegen- „ woordig zyn geweeft, daar Jan Broek „ voorftelde, van Brederode, tegen 's Ko- „ nings believen, tot Overfte der Stad op ,i te werpen. En eindelyk zou hy ook het „ toevoeren van leeftogt aan den Graave „ van Megen hebben verhinderd." Doch 't vonnis fprak niet van iet, 't gene Hooft van verfcheiden' oude luiden hadt hooreri verhaalen, te weeten, dat de Wit, als de Burgers tegens eikanderen fchrap ftonden, een roer, geveld op Jooft Buik, verbooderi hadt, te loflen; en dat men de gehoorzaam- heid , hierin aan hem beweezen, als eert blyk van Bevelhebberfchap, opnam, en de behoudenis van 's Burgemeefters leeven tel- de onder de redenen , om den behouder ,, het zyne te beneemen. Alfert Henrikszoon Zy Ij- en Pieter de Wit gingen, den negenden Oc-den „r tober, ter dood (n). In 't verbeurdverklaa- j\j, ren van alle hunne goederen, werden de Privilegien der Stad, die niet gedoogden dat een Poorter, boven zynlyf, meer dan hon- derd pond uit zyn goed verbeurde, blyk- baarlyk gekrenkt. Ook viel, in het vonnis van Alfert Henrikszoon, hard te verduwen, dat Schepenen verklaarden, het zelve ge- veld te hebben, op uitdrukkelyken laft van den Raad der Beroerten,en gevolgelyk, in hun oordeel, bepaald geweeft waren (0). Doch zulke vonnifTen waren thans gemeen hier ter Stede. Willem Korneliszoon Bofch- T^ü' man en Dirk Gerritszoon Praat, beide Koo- ^°$tft, rendraagers, werden, den vierden Decem- ZM ber deezes jaars, op gelyken voet, ten %$L zwaar- ftra
(n) Sententieb. van i6 April 1566. Ut 11 May 1578./. 74.
(») Hooft V. Boek., M- 194.
|
||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||
VIII. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||
3*3
|
|||||||||||||||||||||||
pynigd zynde,den veertienden July, inden 1562.
ouderdom van zeventig , voor nog vyftig jaaren,op eene der Spaanfche galeijenver- weezen (V). Zelfs is Laurens Jakobszoon Zyn uit- Reaal, naderhand, voor waarheid verhaald, eillde- dat men met den Roeimeefter koop gemaakt hadt,om Kaars, in de Spaanfche Zee, over boord te werpen. Vaft gaat het,ten minfte, dat hy Spanje, daar de galei naar toemoeft, nimmer gezien heeft. Willem Maartenszoon Willem Kalf, Baljuw van Amftelland en Onder- JJ«- fchout van Amfterdam, was ook, over 'CKalf doen ontflaan der vier gevangenen, die de komt in plondering van 't Karthuizers-KIoofterhad- ongele- den bygewoond (?), in hegtenis genomen, genJieid' en hy zou 'er, meent men, den hals nimmer doorgehaald hebben, zo Laurens Jakobszoon Reaal geen fchriftelyk blyk van den laft der Wethouderfchap tot dit ontflag onder zig gehad, en hem daarvan een affchrift van Embden toegezonden hadt(w). MaarPJ^o-'tRoepen Klaaszoon Zevenpenning, die eenige moed van Vive willigheid langs ftraat bedreeven, en onder le G"eu* anderen voor 't Stadhuis en op de nieuwe feiing6 S brug Vive le Gueux! geroepen hadt, werdtgeftraft. den derden Auguftus wel ftrengelyk gegees- feld, voor tien jaar en op 's Konings galei- jen , en nog twintig jaaren daarenboven uit de Stad gebannen Qo) Ook werdt zulk roe- pen , welk ook aan 't Kamperhoofd, en op de roode, nu de Doelenbrugge, gefchied was, den agttienden Auguftus, op Lyfftraf- fe, verbooden (-ra). Harpen Janszoon en Hendrik Janszoon, die ook deel aan de be- roerten gehad hadden, werden, in deeze zelfde maand, met de dood geftraft (a;). Anderen, die minder fchuldig geoordeeld werden, moeften, ten deezen tyde, hun bedryf met ban of geefleling boeten. Zeke- 'c Lyk. re Simon Janszoon , Blokemaaker, die der van i*1" Gereformeerde Leere toegedaan geweeft, ™^n S" en, zonder de Sakramenten ontvangen te wordt hebben, op het Geuzeveld , gelyk men 't opge- noemde, begraaven was, werdt, anderhalf Slaven, jaar na zynen dood, in November deezes jaars, wederom opgegraaven, en onder de galge geplaatft; wordende, daarenboven, al zyne goederen, ten behoeve des Konings, verbeurd verklaard (y). Terwyl men, te Amfterdam, dus ftren- Jakob
gelyk handelde, werdt het 'er langer hoe Simons- onveiliger voor elk, die flegts den naam hadt, ?°on d« dat hy eenig deel hadt gehad in de jongftey? beroerten. Jakob Simonszoon de Ryk > ge- naar huwd Dantzig.
(s) Sententieb. van i6 April ls66.Ut x\M*y 'J7*> ƒ. «4.
(t) Zie II. Deel, VII. Boek, tl **7- ., (a) L. J. REAAL ty BRANDT l. Oeel, tl- 4*4- (v) Sententieb. van 2« Afril ist'- '«* 2I *»"y IJ7I, ƒ. 65 ver/o. (tv) Keutb. G. ƒ. i verft.
(x) Sententieb. ah boven, f. «7> «*•
(y) Sententieb. »Istovn, f. rs vtrfi,
SS 2
|
|||||||||||||||||||||||
l5$8. zwaarde verweezen. Willem werdt befchul-
digd „ dat hy de wapenen tegen de Wet „ houderfchap en Katholyke ingezetenen „ gedraagen; het fmeekfchrift tegen 't aan- „ neemen van meerder knegten getekend; „ een half laft Rogge helpen brengen hadt „ in zeftien tonnen, in ieder van welken, „ een vaatje buskruid ftondt, en welken „ daarna aan Brederodes knegten te Viane „ gezonden waren, zonder dat hy zulks 5, der Wethouderfchap hadt aangebragt. 3, Voorts, hadt hy de eerfte Preeke te O- „ verveen bygewoond, en nog onlangs, te j, Slooterdyk, daar hy federt eenigen tyd „ gewoond hadt , vergaderingen met het „ zingen van Pfalmen gehouden ten zynen -, huize." Dirk werdt voor misdaad aan- gerekend „ dat hy de wapenen gedraagen, „ het Verzoekfchrift tegen 't aanneemen „ van knegten getekend, en dikwils de Pree- ke bygewoond hadt Qp)." Op den twee-en- twintigften Juny te vooren, werden ook Wein Adriaan Okkers Dogter, die't Lieve-Vrou- wen-beeldje in de Oude Kerke, met haaren toffel, geworpen, en haare dienftmaagd, Tryn Henriks, die de daad aangezien hadt (?), in eene wynpyp met water, op 't fcha- vot, verdronken. Haar man, Juriaan ter |
|||||||||||||||||||||||
*
|
Meulen, werdt gebannen (r).
|
||||||||||||||||||||||
De Wethouderfchap van Amfterdam
|
|||||||||||||||||||||||
\f,
|
|||||||||||||||||||||||
Wendde, ten deezen tyde, alle mogelyke
moeite aan, om zig buiten belafiing te hou- den, wegens 't gene, in 't jaar 1566, ook op haar bevel, verrigt was. Hierom raakte Pieter Kaars, Kapitein der Nagtwagt, die, op laft van Burgemeefteren, de wagt het Minderbroeders-Kloofter hadt doen ruimen, in deezen jaare, in hegtenis. Men gaf hem naar „ dat hylang geluiterd hadt, eengroo- j> te Geus' was, en door gefchenken aan de 5, Geuzen verbonden." 't Laatfte zag op een rood Duitfch kleed, hem, door de O- verluiden der Kloveniers Doele, vereerd, alzo hy, een oud, ervaaren Krygsman zyn- de, die Keizer Karel den V., van zyne vroege jeugd af, in Italië, in Frankryk en in Duitfch- 'and, gediend hadt, de Schutters , fom- tyds, in 't ftellen der flagorde, in de behan- deling van 't geweer, en in andere krygs- 0e,feningen onderweezen hadt. Hy was, 2eide men, een dienaar van Burgemeefteren, 611 Het zig, door het aanvaarden van zulke |e'chenken, verbinden om den Overluiden ft Schutteren tegen de Wethouderfchap ten t lenft te ftaan. Redens genoeg, om hem bederven. Hy werdt dan, tweemaal ge- t»'tide^e",ieb* ah v"rett > /• 77,7«- Zit ook Sentent.
(?) Zie 11 n V bL 342' 34+'
(r) sïïte":.'°"'» VII. Boek, il. 214. I. Doel, u, *°' *lt voorin, f. 6*. ».«AAL ty BBANDT |
|||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||
A M S T ER D A M S
|
|||||||||||||||||||
3H
|
|||||||||||||||||||
-' V*
Gafthuis was, eene verklaaring. in voordeel *5
van Pauw gedaan hadt (Z>); op zyne begeer-
te , om antwoord- op dit Verzoekfchrift aanhie lelt, was hy •andermaal.naar Brabant, 'of een der .andere Nederlanden vertrokken; doch kwam, in October., nog wederom in Amfterdam,daarhy wel zes dagen.vertoef- de, zig dagelyks langs ftraat vertoonende. Midlerwyl, hadt, men den Procureur-Géné- raal van den Raad'der Beroerten aangediend dat hy voorviugtig was, en's Konings Lon- den.reeds, verlaaten hadt (c). Hy hieldtzig dan te Amfterdam niet langer veilig, maai* begaf zig , nog voor 't einde van Oclober, ter Stad uit. In November, werdt hy, met -vvo** nog drie anderen, voor den Raad der Be-inge^ roerten, .gedagvaard, tegen den agttienden d3^ December, zonder dat hem iet anders te laft gelegd'.werdt,dan dat.hy zyn kind,.op de Kalvihifche wyze, hadt doen doöpen 6d)\ *t welk hy, in zyn Verbaal (e)., erkent, in den aanvang des jaars 1567, in de Minder- broeders - Kerke, gefchied te .zyn , om ze- kere oorzaak, tegen-zyne Huisvrouw byge- bragt , die veeiligt gehouden werdt voor den bejaarden Doop te zyn; na dat het kind. wel zes of zeven dagen, ongedoopt geblee- ven was, Hy vondt egter- niet dienftig, voor den Raad der Beroerten te verfchynen ; maar, zig, te Antwerpen, met eenige Regts- geleerden, beraaden hebbende (f), verzogt hy, fchriftelyk 3i dat hem gegund mögt wor• ie^f „ den', zig door een' Gevolmagtigde te mo-*■"-#£ „ gen verantwoorden." Hy vertoonde te j?^jjr gelyk „ dat hy, met eene vrouw en negen ;„ '$j „ kinderen belaft, voor een' Zoon van on-d^ar „ ze Moeder delïeilige Kerke, by den De :&$> „ ken en Paftoor der Stede," welker ge r° tuigfehriften hy in handen hadt (g) „ be- „ kend ftondt, en altoos als een goed bur- „ ger geleefd hadt, zonder zig ooit tot op- „ roerigheid, of tot het opvatten der wa- „ penen te hebben laat en vervoeren." Doch op dit verzoek, kwam geen ander befcheid dan Nihil en Comp ar enti fiat Jußitia> dat is, Hyverfchyne, en men zal hem'regt doen (A).; mj In January des volgenden jaars, werdt aan rf alle Secretariflen' en Notariffen, by Plakaat,, verbooden, eenige Getuigeniflen op te Hel- len, ten behoeve der ingedaagden: 't welk Pauw in nog groot er engte bragt. Zyn Ver- zoekfchrift aan Burgemeefteren van Am- fterdam was zyner Huisvrouwe, reeds te voaren, teruggegeven, zonder eenig by- fchrift..
(i) Certificatie vah A. C. COOL vort zt-Sipt. isét.MS.
(cï A. Pauw Relaas, tl. 8, 9. .(d)Ziel\OK Auth. Stukk. ]. Deel, tl. «4 CqmmS',
ilN, tl. 1031. (e) Bladz. 5.
(f) A. Pauw Relaas, II. 9.
(g) A. Pauw Relaas Bylaagm , il. itf.
(h) Zie COMMEilN, il. 103z. |
|||||||||||||||||||
hnwd met Margriete, DogterVm'N'éolaas
Hooft, deeck Koophandel in graanen te Am- ïlerdam, en was, omtrent deezen tyd, be- tigt door den Schout „ dat hy, aan zekere ,, Koorendraagers, een ton Ëngelfch bier ,, ten befte gebooden hadt, zozj de Min- ,, derbroeders-Kerk breéken wilden." Doch deeze befchuldiging bleek verzierd te zyri. Naderhand, werdt getuigd, hoe zy't bier, onder die voorwaarde, van.hern geëifcht hadden, en hy daarop geantwoord „ dat „ 'de Minderbroeders-Kerk hem/niet in den „ weg ftondt .''waarna hy binnens huis ver^ trokken was, Doch 't verzwegen van .dit zyn wedervaaren maakte hem ye-rdagtby dé Overheid. Hy verliet dan de Stad, werdt openlyk ingëdaagd, en, niet yerfchynende, gebannen, met verbeurdverklaring vanzy- ne goederen, die federt aange'flaagen wer: den. Hy is, zo ik my niet bedriege,.de- zelfde, die, in de grooteLyft..deringedaag- den en ballingen, hier voor (^1272-274) op: gegeven ,Jakob Simonszoon in de Hulk ge- noemd wordt, Zyne eigen en zyne Vrouws Moeder voorzagen hem, federt, van eénigé penningen, waarmede hy naar Öoftland ver- trok, zig nederzettende te Dantzig, daarhy gelegenheid vondt, om zig, eenen tyd lang, eerlyk genoeg te behelpen (2). Meefter ïi-ïaarten Janszoon Kofter, wiens naam, ins- gelyks, op de gemelde Lyft, gefpeld wordt, was oök de Städte bang gemaakt.De dienft, dien hy der Wethouderfchap gedaan hadt, in 't bevorderen van de ondertekening der Overeenkomfte van den dertigften Septem* ber des jaars 1566, werdt hem nu tot mis- daad aangerekend, en eene oorzaak van zyne vlugt, indaaging en ballingfchap (a). Maar Adriaan Pauw hadt zig, tot omtrent
den aanvang van September, in de Stad onthouden, zonder dat hem iemant gemoeid hadt. Toen hadt hy, met kennis van Bur- gemeefteren, eene reis gedaan naar Brabant, tot bevordering van zynen Koophandel; doch, den twee-entwintigften der gemelde maand, te Amfterdam te rag gekeerd zyn- de, verftondt hy dat de Schout onderzoek op hem deedt, wegens zaaken, die hy, op bevel van Burgemeefteren en, Raaden, yer- rigt hadt.' Hy vervoegde zig hierop met een Verzoekfchrift aan Burgemeefteren, om eene Akte van fchadelooshouding, wegens 't gene hy, na den tweeden April des jaars 1567, op welken tyd,hem zulk eene Akte verleend was, verrigt hadt. Terwyl zyne Huisvrouw, Anna Jakob Lucas Dogter, op wier verzoek, Arend Korneliszoon Kool, die Roomfch, en Regent van 't Lieve-Vrouwe- (2) Hooit VI. Boek, tl. 228.
\a) L. J. Reaal iy Brandt I. Deel, il. 4?;.
|
|||||||||||||||||||
1568.
|
|||||||||||||||||||
v
|
|||||||||||||||||||
Maarten
Jans- zoon Koller wykt ins' gelyks. |
|||||||||||||||||||
Adriaan
Pauw
vlugteen van de laatllen. |
|||||||||||||||||||
G E 9 C H IE DE NI SS E N.
|
||||||||||||
VIJL BorK.
|
||||||||||||
3*5
|
||||||||||||
*"56c).: fchrift. Hy werdt, federt, andermaal voor'
den Raad der Berderten gedagvaard (0-': en verzogt toen, op nieuws, uitftel om ie« verfchynen tot op S. Jan, zynde-den vier«; entwintigfteh: Jnriy > op dat hy; di ë' veele t goederen van Oofterfche Koopluiden onder- zig hadt, e erft zyn e rekeningen met dezel- ve, ven fluiten mögt.. Hy deedt dit verzoek op' ^i^e"den eenentwintigften April (£). Doch, in .' plaats van'er antwoord op te geeven, velde de Raad, den volgenden dag, een vonnis■ van ballingfchap en verbeurdverklaaring van- goederen-tegen hem, welk, federt,ter uit-- voeringe gëbragt werdt; hebbende men, ^ reeds na de eerfle indaaging, zyne goederen te f '5em doen optekenen (J). In dit vonnis, werdt Seie,, hem , boven het laaten doopen van zyn H|t? kind, op de Kalviniflifche wyze, tot ïöisv« daad aangerekend „ dat hy de Preeke in 5, 't Minderbroeders-Kloofter doorgaands «» bygewoond hadt; dat hy de Wethouder- , fchap eenige punten, met zyne eigen hand „ geichreeven, ten behoeve der Sectaris- „ fen, hadt aangebooden, waarby het af- „ neemen der beelden, het fluiten der Ker- „ ken, vryheid van prediken in de Stad, 3, en om, in geval van'ziekte, een'Priefter „ of Predikant te mogen ontbieden, naar >, zyn welgevallen, begeerd werdt: ook dat' s, de Priefters de Sakramenten in flik e by 3, de-zieken bragten, en dat men elkände- 3, ren, ter zaake van denGodsdienft,noch „ met woorden, noch met werken, kwa- ,, lyk bejegenen zou." Voorts, werdt hem te lafl gelegd „ dat hy, nevens veele an- „ dere Sectariflen', in 't Minderbroeders- 3, Kloofter, wasgeweeft,daar men zigver- 3, bonden hadt tegen de Wethouderfchap, ,, en beflooten de klok te luiden, om 't volk j, op de been te brengen; dat hy een der jj afgevaardigden geweeft was van de mui- s> telingen, die zig, op S. 'Matthysdag des j» jaars 1567, in grooten getale, gewapend j, hadden tegen de Wethouderfchap, om op 5> dezelve te begeeren,datzy naliete meer. 35 Katholyke foldaaten aan te neemen tot si haare befcherming, onaangezien het haar, >■> door de Landvoogdefle, toegeftaari wa* s> re (tri)." Doch uit het voorig gedeelte deezer gefchiedeniffe , is gebleeken , dat: *aiiw meefl alles, wat hem nu tot misdaad aangerekend wérdt, verrigt hadt op verzoek °f bevel der Wethouderfchap zelve; die \ b *e^s hadt beloofd, hem voor naarmaaning Ü^t" ne.Zu'len bevryden. Hy ontweek, federt 5>dc ^t '8 ^engheid zyner regteren te Erribden, daar ('k\ ^ P^uw Relaas, il. 9 , 10.
- V i nt' «** AiVA, H. 182. |
||||||||||||
hyzig ophieldt, tot dat de tyden veran- ijóVs,
derden. Te-gelyk met Pauw, waren nog drie an- Pieter
dere Poorters van Amflerdam ingèdaagd en Jakobs- gebannen,. te wéeten, Mëefler Piete? Ja-^°°n kobszoon Schaap, Leenaard Janszoon Graaf ,f_|^?> Yzerkooper, in den Keizer, en Dirk Jans- aa*djins- zoon QiiiniinL Schaap werdt tot misdaad'zoon. aangerekend „dat hy de Preeke geduurig- §™*fen „ lyk bygewoond, en onder dezelve en by janszoon „ de huizen, aalmoeifen verzameld hadt; Quintink „ dat, hy. het volk, door kwaadfpreeken-w°i'c'-en ,,' van de Wethouderfchap , tot op roer hadt S~ban~ „ aangezet; dat.hy de Vergaderingen van|e'fchui. „ den nieuwen Godsdienft hadt bygewoond, digingen „ waarin een Verzoekfchrift aan denPrinfeten hun-; „ van Oranje om vryeOefening indeMin-neniafte' „ derbroeders Kerke ontworpen werdt; dat „ hy eenige goede Katholyken.hadt.getragt- „ te beweegeri, om dit Verzoekfchrift te „ tekenen; dat hy gerneenzaamlyk verkeerd ,, hadt met Clement Volkertszoon Koorn- ,, hert, een' der voörnaamftevoorftanderen „ van den nieuwen Godsdienft, ten wiens „. huize, de heimelyke byeenkomften der „ Seftariflen gehouden werden." Graaf en'; Quintink werden befchuldigd „ dat zy,op „ S. Matthysdag, ook in de wapenen waren ,, geweeft, en zig fterk met de voorleeden „ beroerten gemoeid hadden." Quintink in 't byzonder werdt te lafl gelegd „hoe hy, „ in eerie openbaare herberg, gezeid hadt, „ dat het.der Wethouderfchap kwalyk be- „ komen zou, zo zy de Burgery niet van „ den eed ontfloeg; dat de Heer van Bre- ,, derode ook in de Stad komen kon, wan- „ neer hywilde:dat zy anderszins de poort „ om verre haaien zouden, en dat zy wel „ driemaal zo fterk waren als de Katholy- „ ken (n)." Terwyl de_ vervolging dus hevig voort- Onder-
ging, te Amflerdam, en alomme in de Ne- neemin- derlanden, hadt de Prins van Oranje zig , seP de$ in 't jaar 1568,door eenige Nederlandfche l™%. Edelen en anderen, laaten overhaalen totranje. het verzamelen van Krygsvolk in Duitfch- land. Een gedeelte van het zelve, onder Graaf Lodewyk van Naflau, behaalde e erft eenig voordeel op deSpaanfchen;doch werdt, daarna, by Jemmingen geflaagen. Oranje zelf trok, met het overig gedeelte, in 't begin van Oftoher, over deMaaze, omAlva uit telokken tot eenen veldflag, dien deeze, voorzigtiglyk, ontweek. De Prins werdt, eerlang, genood- zaakt, zyn Leger af te danken; waarna hy zig naar Frankryk begaf, van waar hy, in 't midden deezes jaars 1569, naar'Düitfch- land wederkeerde (0). 's Pnnfen togt over de
(n) Sentent. van ALVA , U. 7«, W*, ISj.
■ {,) Vaderl. Hift. VI. ßeel, 61. 2-6«,i9i, Ss 3
|
||||||||||||
#
|
||||||||||||
AMSTERDAMS
|
II. Deel.
|
||||||||||||||||||
3i6
|
|||||||||||||||||||
agtentwintigften September onthalsd werdt,; i5^'
„ om dat hy met de Geuzen verkeerd, en „ toeleg gemaakt hadt om Bre derodes kneg- „ ten in de Stad te helpen, en die van den „ Graave van Megen daar buiten te hou- „ den (f)." Ook onderging, op den zesden Oftober, het zelfde lot, Jan Korneliszoon, jan #"f' Ketelaar, of Koperflager „ om dat hy nietneli5' „ flegts ter Preeke en ten Avondmaal ge-zoör°t „ weeft was in 't Minderbroeders Kloofter; ^„V^ „ maar zig ook, op de markt, by de mui- „ telingen gevoegd, en t'eenigen tyde, be« „ let hadt, dat zekere tonnen met geweer, „ by den Schout aangehaald , niet naar 't „ Stadhuis , ten dienftö der Wethouder- „ fchap, maar naar de Waage, tot welke „ ook de muitelingen toegang hadden, ge- „ bragt werden." Voorts, was hem te laft gelegd „ dat hy den Graaf van Megen uit „ de Stad hadt willen houden, en dat „ hy, daarenboven, in February des jaars „ 1567, de wapenen gevoerd hadt tegen „ de Wethouderfchap (ii)." Wyders, zyn 'er, in dit jaar, hier ter Stede, nog ver- fcheiden' vonniflen geweezen en indaagin- gen gefchied, veelen van welken, naderhand» in de Stads Regißers, doorgehaald zyn (y). Doch uit de Sententien des Raads der Be- roerten , voor eenige jaaren in 't licht gege- ven , is de inhoud van de meeften deezer indaagingen op te maaken. Door deezen Raad, was, den zesentwintigften Maart des jaars 1568 [1569], het vonnis van balling- fchap en verbeurdverklaaring uitgefproken over Klaas Reyerszoon, Wybout de Waal enKla^, Kornelis Loefszoon. De eerfte werdt be-R^, fchuldigd „ dat hy zig, met eenen geheelen ^L/( „ hoop volks, bevonden hadt voorde her- &e ^ „ berg des Heeren van Brederode , daar en f° „ wylen de Prins van Oranje uithing, dat nc $< „ hy daar Vive Ie Gueux geroepen, en zig, ^°0v „ vervolgens , met Wybout de Waal erx^o^1 „ anderen , by Burgemeefteren vervoegd gebi „ hadt, klaagende over den nieuwen eed, ^ ^ „ die van de Schutteryen gevergd was; dat^ \A „ hy zig ook, met de Friezen en anderen, g«l«|? „ bevonden hadt in de herberg van de la tf6f „ Torre , wiens papieren doorfnuffeld en „ aan Brederode gebragt waren: en dat hy „ mede begeerd hadt, dat Brederode toe „ Overfte der Stad werdt aangefteld." Wy- bout de Waal werdt nog te laft gelegd, „ dat hy den Schout van Amfterveen ge- „ dreigd hadt, in geval deeze ondername, „ het prediken te beletten, of den Predi- js kant aante taften." Kornelis Loefszoon . werdt
(t) Sententieb. ah vieren, f. ss vtrji.
|
|||||||||||||||||||
de Maaze hadt veel gerugts gemaakt,hier
te Lande. De Wethouders der byzonde- re Steden gaven zig vry wat moeite, om dit gerügt te fluiten. Te Amfterdam, werdt een eerlyk burger van Haarlem (2), in 't openbaar, met ongewoone ftrengheid, ge- geefleld, alleenlyk om dat hy deeze maar uit zynen mond hadt laaten gaan (». De vervolging ging, ondertuflchen, voort,
te Amfterdam. Jan Joachimszoon , wien niet anders te laft werdt gelegd, dan „ dat „ hy de Preeke en't Avondmaal bygewoond, „ en zyn kind voor den veroordeelden Leer- „ aar Jan Arendszoon ten doop gehouden „ hadt," was, den agttienden January, ten zwaarde verweezen (q). Een Schuitevoer- der, Piet er Pieterszoon Bekje genaamd, „ die „ niet ter miffe ging, de verboodene Ver- j, gaderingen der Calvinißen en Mennonifien „ of Doopsgezinden bywoonde , en , tot „ twee reizen toe, eene MennonitifiheVer- „ gadering in zyne fchuit gehouden hadt," werdt, den zesentwintigften February, ten vuure veroordeeld (r). Terwyl hy aan de paal ftondt, om verbrand te worden, riep hem Willem Janszoon, die met moeite van Durgerdam in de Stad gekomen was, na dat men de boom reeds geflooten hadt, van de trappen der waage, toe , Stryd vroo- melyk , lieve broeder: doch hy werdt vaftge- houden; en beleedt, ondervraagd zynde, dat hy herdoopt was, en zelfs, als Leeraar onder de Doopsgezinden, vermaand hadt : waarop hy, den twaalfden Maart, insgelyks, veroordeeld werdt, om verbrand te wor- den. Dezelfde ftraf werdt, ten zelfden dage, uitgevoerd aan Jan Quirynszoon van Utrecht, Schipper, Kornelis Janszoon van Haarlem, Bootsgezel, en Clement Henrikszoon, Zeile- maaker , allen drie Doopsgezinde Poorters (ƒ). Doch deezen luiden werdt geene ei- genlyke oproerigheid te laft gelegd. Anderen raakten, in deezen jaare, in lyden, om 't gene men , thans , oproerigheid noemde: onder welken was Jan Jakobszoont die den (f) Hooit V. Beek, hl. 197.
(a) Sentent. ten tyde van Al.VA, hl. 35J.
(r) Sententieb. van 26 April i*<S6. tot 21 May IJ74.
ƒ. so. (s) Sententieb. als vtoren, f. »i, g2. Doopsgez. Mar-
tel. Boek, II. Deel, U. 3sj, 490, 4,1. COMMEllN, U. 1029, 1030. (2) Hooft meldt, in zyne Hißorie, niet, wie
deeze burger geweeft zy;doch hy doet hem eenigs- 2ins nader kennen , in deeze woorden van zyne Lykklagbt op de dood van Piet er Dirkszoon Hasselaer, te vinden onder zyne verfebeide Dichten, bl. 236. Uw wel manbaftigh' arm beeft ieder baafi doen weten,
Dat ufieekt in de krop het bitter flaan met roeden
En fmaadt doods meerder aan uw Oom gedaan (belaas!) Om dat by zeid': ('t was waar) de Prins is over Maat. |
|||||||||||||||||||
1569.
Een bur-
ger van Haarlem, die ge- zeid hadt, dat
Oranje ever de Maas was, ivprdt te Amfter- dam ge- ge e fleld. Vervol-
ging van Gerefor- meerden en Doops-
gezinden aldaar. |
|||||||||||||||||||
(*) Sentent. ten tyde van AlVA, hl,
|
i71-
|
||||||||||||||||||
{v) Keutb
gl vu/t. |
|||||||||||||||||||
Q. ƒ, 14 oir/», 24 verft, »j, ifverff, i"r
|
|||||||||||||||||||
\
|
|||||||||||||||||||
VUL Boek.
|
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
317
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
H69.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wcrdt tot misdaad aangerekend „ dat hy,
„ een half uur buiten de Stad , met Brede- ,, rode , die zig daar verborgen hieldt , „ gefproken hadt;dat hy hem,vervolgens, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tembcr, fprak de Raad der Beroerten het
zelfde vonnis uit over Pieter Reyerszoon, wien nagegeven werdt „ dat hy niet fleots, „ ia February des jaars 1567, de wapenen „ opgevat hadt tegen de Wethouderfchap; „ maar ook een van de eerften geweeft „ was , om te dryven, dat men Brederodes „ knegten in de Stad laaten , en die van* „ den Graave van Megen daar buiten hou- „ den moeft. Dat hy zig, ten dien einde, op „ de Veilen vervoegd, en zekeren Jakob „ Jakobszoon een iluk gefchuts te bewaa- „ ren gegeven hadt, hem zeggende, dat 3» h ■> 27g ixakkerlyk kivytende tegen de Pa- „ piflen, een vet ampt bekomen, en ryk wor- ,. den zou (a)." De Broeders Pieteren Jan Kies, befchuldigd als hoofden van den op-, fland in February des jaars 1567,^ welken Jan het Vendel gedraagen hadt, werden, den zesentwintigilen November, door den zelfden Raad, tot ballingfehap, met ver- beurdverklaaring van goederen , veroor- deeld (/)). Wy hebben, hier voor (c), reeds gemeld, dat Pieter Kies, te Amfter- dam in hegtenis gezeten hebbende, middel gevonden hadt, om te ontfhappen. De ftrengheid der vervolginge bragt, on-
dertuflchen, niet weinig toe, om een groot gedeelte van 's Lands ingezetenen te ver- vreemden van de tegenwoordige Regeerin- ge. Doch hier kwam by, dat de Hertog van Alva, oordeelende, dat het geduurig- lyk vernieuwen der Beden, tot vermindering van 's Vorften agtbaarheid ilrekte, befloou eene altoosduurende fchatting in te voeren, en ten dien einde, in Maart deezes jaars, boven den honderditen penning eens van alle goederen zonder onderfcheid, den tien- |den der roerende, en den twintigften der onroerende goederen vorderde, zo dikwils als dezelven verkogt werden. In den hon- derdften penning, werdt fpoediglyk bewil- ligd, in Holland. De Edelen en Dordrecht be- willigden ook in den tienden en twintigften. Doch de andere Leden maakten merkelyke zwaarigheid (d), met naame Amfterdam, daar de Vroedfchap, in April en May, zeer dikwils, op dit gewigtig iluk.vergaderd werdt. Alva hadt doen verklaaren „ dat „ hy de inkomften van deeze fchatting ten „ hoogfte noodig hadt, om te vervallen de |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ter Rey-
erszoon |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
JanL
feti Ndt
Kge-
bäI"»en.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ fteelswyze, binnen hadt geholpen; en dat
„ hy hem tot zynent geherbergd hadt, al- „ waar dagelyks groote toevloed van Sec- „ tariffen en muitelingen, zo uit de Stad „ als van buiten, geweeft was (w)." De |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Raad der Beroerten fprak, den vyfden April,
het zelfde vonnis uit over Jan Lanfin, Bok- fenmaaker, die befchuldigd werdt „ dat hy, „ in February des jaars 1567, de wapenen „ tegen de Wethouderfchap opgevat, en „ zig, als een hoofd en aanvoerder der op- „ roerigen, gedraagen hadt. Ook zou hy, „ onder't drinken uit eenen gewyden kelk, „ die uit deplonderinggebergdwas,eenige |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en Pieter
en Jan Kies. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
k'
|
„ lafterende woorden gebruikt hebben (a:)."
JVinrik Janszoon , Herbergier , Adriaan |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lecnaardszoon van Montfoort, Henrik Luit,
Schoonbroeder van Hans vanLoenen, An- toni Adriaanszoon, Willem Bakker Willems- zoon, gebynaamd RykeBakkertje, en Huibert Simonszoon Appelman, die allen uit Amfter- dam geweeken waren, werden, den zesden Juny ,door den Raad der Beroerten, geban- nen , met verbeurdverklaring van goederen. De vyfeerftenwerden befchuldigd „ datzy, „ in February des jaars 1567, de wapenen „ gevoerd hadden tegen de Wethouder - „ fchap:" en Winrik Janszoon in 't byzon- der „ dat hy zig, nevens zekeren Matthys „ van Banken, geduurende de plonderiug „ van 't Minderbroeders-Kloofler, gewa- „ pend, geplaatft hadt op de Bethanie-brug, „ om den doorgang te floppen voor zul- „ ken, als zy goedvonden." Adriaan Leen- aardszoon en Henrik Luit werdt te lad ge- legd „ dat zy de beelden en altaaren, in de s, Minderbroeders-Kerke, gebroken had- te den." Ook werdt Adriaan tot misdaad aangerekend „ dat hy deSe&aruTen als gra- s, vemaaker gediend (y), en in de Min- j, derbroeders-Kerke, een winkel van nieu- 3, we Pfalmboeken gehouden hadt." Antoni Adriaanszoon werdt nagegeven „ dat hy » op de Wethouderfchap begeerd hadt, « dat men Brederode tot Overfte der Stad » aanflelde, en de Preeke in dezelve toe- s> Hete; en dat hy eenigen van zyne mede- » fchutters bewoogen hadt, om het zelfde 5' te vorderen." Doch Henrik Simonszoon APpelman werdt alleenlyk te lall gelegd, » dat hy Mennoniften-Vergadering en A- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Alva vor-
dert den tienden Penning^ |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amfter-
dam maakt zwaarig- bejd om 'er'in te bewilli-, gen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
>■>
|
buitengemeene zwaare koften, die de
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Prins van Oranje, Graaf Lodewyk en der-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»
|
zelver aanhang den Landen veroorzaakt
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ hadden." Doch te Amfterdam wilde men
tot deeze koften, nevens de andere Leden, lie-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
J"'fie.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
" vondmaal, ten zynen huize , hadt gehou-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
» den (z)." Op den zesentwintigften Sep-
^)Se„tcnt. van Alva, bl. 41.
v t «ment. Vax AjL w> Ip6% |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(a) Sentent. van Alva, tl.
|
205.
206. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(!>) Sentent. van Alva, */.
(c) Blaiz. %o<). _'.,,.
(tl) Vadetl. Hift. VI. Deel, il. 2S3.391i
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||
3i8
|
|||||||||||||||||||||||
\&
|
|||||||||||||||||||||||
derfchout en Stokhoudef of Cipier te Am-
fterdam geweefl, en hadt Pieter Kies uit de gevangenis laaten ontfnappen. .Sedert, was hy gevlugt,en,den tweeden Maart deezes jaars , openlyk , ingedaagd (m). Doch hy verfcheen niet, gelyk ligtelyk te wagten was, en hieldt, federt, de zyde des Prinfen van Oranje. De andere genoemden hadden ook, reeds voor lang , de Stad geruimd. Doch nergens is my gebleeken, wanneer zyne Doorlugtigheid de eerfte hertellingen te water hebbe uitgegeven. Zelfs is 'er reden om te vermoeden , dat fommigen, zonder eenige beftelling te hebben,te vry- buit gevaaren zyn. Immers , men vindt, dat 'er, in Maart deezes jaars , toen de Prins van Oranje nog in Frankryk was, reeds op de Zuiderzee gekaapt werdt; hebbende de Vroedfchap van Amfterdam, den dertigften dier maand,al geraadpleegd op de bekwaam- fte middelen „ om de zeerooveryen op de „ Kreil omtrent Enkhuizen te weeren (V)." Ook werden hier, eerlang, drie Oorlogssche- pen uitgeruft, tot beveiliging der Zuiderzee , die onder bevel ftonden van Frangois van Boshuizen, als Admiraal, en Jan Pyl en Bou- wen Reyerszoon, alsKapiteinen; en den agt- ften May uitliepen (o). Jan Broek, wat laater, met eenige fchepen, voor de zeegaten kruis- fende, befloot de Vroedfchap van Amfter- dam , tweehonderd guldens te belooven aan «Ik, die hem leevende in de Stad bragt, en handerd guldens, aan die hem dood zou flaan (p). Ook werdt in beraad gelegd, om een ligt fcheepje tegen hem uitteruften (q). Doch hy viel, niet lang hierna, den Ham- burgeren in handen, die hem als een zee- roover het hoofd affloegen (f). Hy heeft, derhalve, of geenen Laftbrief van den Prinfe Van Oranje gehad, of dezelve is, te Ham- burg , niet erkend geworden. Doch korc hierna, vindt men ciuidelyke bewyzen, dat zyne Doorlugtigheid beftellingen ter zee uitgegeven heeft. Jonkheer Adriaan van Bergen, Heer van Dolhain, werdt, door hem, tot zynen Luitenant-Admiraal aangefteld: en deeze, eene kleine Vloot verzameld heb- bende in Engeland, daar de Watergeuzen, zo noemde men 's Prinfen zeevolk, tegen- woordig, ter oorzaake van het gefchil met den Hertoge van Alva, toegelaaten werden, liep, in de maand September, in zee, en kwam , eerlang , in 't Vlie binnen, daar hem eerft zeftig,en vier of vyf dagen laater, nóg veertig fchepen, die uit de Ooftzee kwa-
(m) Keurb. G. ƒ. T9 verf».
(n) Refol. Vroedfch. N. 2. 30 Maart IJ69. /. 113 verfi.
(0) Zie CommElin , il. 1030.
(p) Refol. Vroedfch. N. 2. 12 Jaly ie«9. ƒ. 121 verfi.
(q) Refol. Vroedfch. Af. 2. 14, 21 July i;<i». f. 12*-
(rj Metj«en lil. Boek, f- 59.
|
|||||||||||||||||||||||
liever honderdduizend guldens 's jaars op
brengen, dan de waarde van alle de bezit- tingen der ingezetenen openleggen voor den Hertog en zynen Raad. Men befloot egter, eerlang, zig te voegen by de meerderheid; doch niet te bewilligen, dan als overftemd zynde {e). De Hertog nogtans, geene een- paarige bewilliging van alle de Nederlanden hebbende können verkrygen, verklaarde, in Oclober, dat hy den tienden pennig, waar- door men den tienden van de roerende en den twintigften van de onroerende goederen verftondt, door Holland, zes j aar en agt er- een, voor tweehonderd eenenzeventigdui- zend guldens 's jaars, wilde laaten af koopen (f). Doch deeze fom feheen den Leden veel te groot. Amiterdam befloot, eindelyk, 'na veel raadpleegens met de Vroedfchap, in November, te bewilligen in honderd en vyftigduizend guldens (g). Andere Leden hadden andere gedagten. De Hertog, die gaarne eene eenpaarige bewilliging hadt, zag zig, derhalve, genoodzaakt, de zaak des tienden Pennings eenige maanden te laaten fteeken (/;). Óndertuilchen, maakte het vorderen deezer fchattinge zo veel ge- rugts, dat ?er merkelyk misnoegen uit ont- ftondt onder de Landzaaten. Hier kwam nog by, dat Alva, ten dee-
zen tyde, overhoop lag met Engeland, al- waar Koningin Elizabet , op 't einde des jaars 1568, zekere fomme van penningen, die hem uit Italië toegezonden werdt, aan- gehouden hadt: 't welk gelegenheid gaf, dat alle handel met dit Ryk verbooden werdt (i). De Kooplieden, en ook Amfterdam leeden hierby veel: 't welk het ongenoegen over de Regeeringe des Hertogs van Alva deedt toeneemen. |
|||||||||||||||||||||||
1569.
|
|||||||||||||||||||||||
Ultra9"
An#f
dan'« |
|||||||||||||||||||||||
Handel
m.et En geland verboo • den. |
|||||||||||||||||||||||
vef'idS'
bragc' |
|||||||||||||||||||||||
De Prins
van O- lanje geeft be- ftellin- gen te water uit. |
In deezen Hand der dingen, befloot de
Prins van Oranje, die zig nu te Dillenburg in 't Graaffchap Nalfau onthieldt, 't geluk der wapenen, welk hem te lande kwalyk gediend hadt, te water te beproeven , en |
||||||||||||||||||||||
aan veele gevlugtte en gebannen Nederlan-
ders beltellingen ter zee uit te geeven. Onder deezen bevonden zig eenige Amfter- dammers, als Jan Broek, Nikolaus Ruikhaver, Dirk van Breemen, Jan Klaaszoon Spiegel, Dirk Duivel, Egbert en Jurriaan fVybrands- zoonen (k)» en anderen, welker getal, van tyd tot tyd, aanwies. Dirk van Breemen was, gelyk wy boven (/) aantekenden, On- (e) Refol. Vroedfch. N. i. z > i«>*3,17 ^prUt 12, 17,30
May 15S9. f- "4» ITJ> I1S> IJ7, IIS- (f.) Vaderl. Hift. VI. Heel, il. 303.
(g) Refol. Vroedfch. N. z. 22 Off. 8, '8 •"<"'• IJ69. ƒ.
iib vet/o, 128 , 129. (h) Vaderl. Hift. VI. Deel, il. 3.°+.
(i) Keurb. G. ƒ. 1+ verf».
(k) Bon. V. Boek, il. 20s. [289] Sentent. van Alva,
il. i+s- (/) Blair.. 309.
|
|||||||||||||||||||||||
Ook aan
eenige Amster- dammers |
|||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VIII. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3i9
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ï569. kwamen, en meeft naar Ajnfterdam moes- „ houder van Holland, (bekkende om de 1570.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ten, in den mond liepen, en doorhem ge- „ vr.ye oefening in dat Kloofter te behouden,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en vreemde knegten te weeren uit deScad."
Ook werdt hem te lall gelegd „ dat hy vee- „ len tot het tekenen van dit Smeekfchrift „ bewoogen hadt, zonder dat hy 'er hun „ dubbeld van hadt willen geeven O). " Op'tlyf |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nomen en gerantfoeneerd werden (j).
Onder het flroopen der Watergeuzen,
werden tien vendelen Spaanfche knegten geworpen in Utrecht, daar men nog niat hadt können bewilligen in het opbrengen der fomme , die Alva, in de plaats van den |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uoor-
lv°gtvan
ktygs- v°lk te *-mfter. dam. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GooJJen Pauw, die voorheen gebannen was
|
van
Gooiïen |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tienden penning,vorderde (r). De knegten ter zaake der Beroerten, bevondt zig, naar pau.vV
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kwamen van Alkmaar, en de Vroedfchap
van Amfterdam befloot, den zesentwintig- ften O&ober, dezelven , hier ter Stede , eenen nagt te herbergen (u). 't Vervolgen hieldt nog aan te Amfterdam,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
men der Wethouderfchap aangediend hadt, worde
in den Herfft deezes jaars, wederom in dese!d ge- Stad; waarom myne Heeren van den Ge-'/ec' regte geraaden vonden , vyfentwintig gul- dens te beloo^en aan elk, die hem in hunne |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
an Hen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»ik
|
%^n in 't jaar 1570. Jan Henrikszoon, Kuiper, handen leverde; elk, die wift waar hy was,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
><3tten
vuure
*etoor-
^eld.
I5?0.
|
Jan met de fVyven gebynaamd, werdt hier,
den elfden Maart, ten vuure verweezen, om dat hy," dus luidt zyn vonnis „ zig, in de jongfte beroerten, in de wapenen begeven hadt tegen de Wethouderfchap: |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
daarenboven, belaftende , hem aan te bren-
gen , onder bedreiging van anderszins , volgens de Plakaaten, geftraft te worden (3/). Doch de yver, dien men, hier ter Stede, Amfter- '
toonde tegen de Hervormden , en tegen dam moét |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en Tiet Kuipers gilde in de Minderbroe- allen, dieeenig deel gehad hadden aan de zyas Ge~
ders Kerkeontbooden, om aldaar te raad- voorleeden beroerten, bevrydde de Regee- ™° voor- „ pleegen op het doen van een verzoek aan ring niet voor de kwellaadjen, waaraanook regten den Prinfe van Oranje, om eene andere andere Steden,ten deezentyde, onderwor-den [ier- Kerk in de plaats van die der Minder- pen waren. De Hertog van Alva, die reeds, ^^ ^n broederen, en om het weeren van vreem- in 't jaar 1568 , zekeren Edelman, Channego gefchrif- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»
|
de knegten: ook, om dat hy dikwils de genaamd, nevens Jan Korneliszoon Droog-ie over-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Preeke bygewoond, en het Avondmaal floot, gemagtigd hadt, om der Stede rente- leveren.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gehouden hadt, zonder tó biegte of ter
|
brieven in te zien, 't welk hem egter ge-
weigerd was (2); nu bevindende, dat hem, vooral in 't geval van verbeurdverklaaring van goederen, geduuriglyk, de Privilegien en Gewoonten der Steden werden tegenge- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ö
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vb
|
miffe te komen (v~)." Jan Mattbyszoon,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^n ge' Jüküb Rykszoon, Glazemaakers, en Bieter
en* Korneliszoon Kofler, vergeefs, te Amfterdam,
zynde ingedaagd (10), werden, den zesen-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
twintigften April, door den Raad der Be- worpen, hadt aan demeeften, en ook aan
roerten, met ballingfchap en verbeurdver- Amfterdam, bevolen, dat men dezelven in
klaaring van goederen geftraft. Zy werden gefchrift ftellen, en hem overleveren zou.
befchuldigd „ dat zy, in February des jaars Men befloot hiertoe, in den aanvang dee-
1567, de wapenen tegen de Wethouder- zes jaars; doch ftelde vaft, de overlevering
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fchap gedraagen hadden. Jan Matthys
zoon zou, daarenboven, den Onderfchout Gerrit Klaaszoon, die 't Vendel voor de Wethouderfchap en deKatholyken droeg, hebben toegegraauwd, Foei, gy Baals die |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van het opftel niet te doen, dan na dat men
't den Geregte en den zesendertig Raaden hadt medegedeeld (d): 't welk, federt, ge- fchiedde (*). Op het bewilligen in den De Stad tienden penning, dien fommige Geweften, verklaart |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
naar! draagt "gy 't vendel voor Baal? Ik voor een zeker getal van jaaren, hadden ziS noS
j, had u voor een' ander man verfleeten. Ja- afgekogt,werdt, in Holland,ook nogfterk jee^,e"ien. Jakob Rykszoon werdt ook voor misdaad gedrongen. Doch te Amfterdam befloot men den Pen- aangerekend „ dat hy't Avondmaal, op de zig daartegen te verzetten, al ware't zelfs ning. „ Kalvinifche wyze, in 't Minderbroeders- dat het ontwerp deezer belaftinge vry wat » Kloofter , gehouden hadt; " en Pieter gemaatigd werdt (#>• 't Kwellen der Re- Korneliszoon Kofter „ dat hy een der geeringe hieldt hier, ondertuffchen, aan, j> hoofden van eene Vergadering in de Sa- byna zo lang als Alva in 't bewind was. »> criftie van 't Minderbroeders - Kloofter De wanorde onder 't zeevolk des Prinfen Jan van « geweeft was, daar overlegd werdt, om van Oranje was, dit jaar, zo groot, dat zy- r™yen> |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ne Doorlugtigheid den Heer van Dolhain £ ™
ont-
(x) Seatent. van Alva, il. -'■»•
(y) Keurb. G. ƒ. 44 ver/o. (z) Refol. Vroedfch. N. »• t« AuS- 'S««- f. ioj.
(a) Refol. Vroedfch. N. i. S,'J J^n. 1570./. 131,133. (6) Zie Hand». H- «■+*• (c) Refol. Vroedfch. N. z. 31 Maart, 7 , g, i4/j9W/,;,
4., 8 May IS70. f. I4<= wfi, H*i Hj , i4J , i4/. Tc
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M een Smeekfchrift in te leveren aan Willem» van Naffau, Prinfe van Oranje, toen Stad-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
m
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(0 Boh v. Bsik, il. 108. [y) Bon v. Bofl, il. 107.
|
9.]
88.] 2« oa.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IJ«J. ƒ. 1*7 vtrfi.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
S» verr ntentielj- van *<■ APril 'S66- W »I May JJ6S./.
(«»Keurt!"""- "* 'yd' Van ALVA' hl' iSi' I. STUK.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||
320
|
||||||||||||||||||
da agterlaatende, die egter nog te regt raak- T57 '
ten. Ruikhaver ftroopte in 't Vlie, met vier of loopt g«" vyf fchepen. Maar de Graaf van Ooftfries-vaar> land hieldt daarna tien of elf fchepen van Dirlc ^ de Watergeuzen te Embden aan, en zette Bre^rnin Hopman Dirk van Breemèn gevangen (g); j^tenis- die egter, na verloop van eenigen tyd, we- DoortoS1 derom geflaakt werdt. van De Hertog van Alva, bedugt voor 't in- Krygs-
neemen van de eene of de andere Zeeftad^olk in Holland, befloot, in de Lente des volgen-jf jaB), den jaars, Utrecht te ontlaftcn van Krygs- ^j, volk, en het te doen trekken naar Delft, Leiden, Briele en Alkmaar (h). 't Volk, dat naar Alkmaar gefchikt was, werdt, in gevolge van eenbefluit derVroedfchapvan Amfterdam, voor deeze reize, en om de ongenade des Graaven van BofTu, die 't ver- zogt hadt, te ontgaan, hier ter Stede geher- bergd (ï). Te vooren, waren de Waterlie- den , door Boffu, te Amfterdam befchree- ven, en was, op deeze Dagvaart, befloo- ten, hier twaalf Oorlogsfchepen uit te rus-Uitrit' ten, onder den Admiraal Boshuizen, die de ting té* Watergeuzen , eerlang , aantaftte op de ^ee a' Eems , en verfcheide van hunne fchepen ler' veroverde. Doch een van de twaalf fche- pen werdt, eer nog de Vloot in zee liep, door den Hopman Zeger Franszoon van Me- denblik, aan's Prinfen zyde overgebragt, na dat hy bedongen hadt, dat hy 't Hopman- fchap over het zelve behouden zou (k). Midlerwyl, hadt Alva, die nergens meer Alva
op uit was, dan om de groote Steden on-zoek^ der bedwang te krygen , reeds eenen aan-een. fs vang gemaakt van het ftigten van Kaftee- ^oeti 0 len, in eenigen derzelven. Hy hadt ook voor, ten, tB om 'er te Amfterdam op de Laftaadje een Amfte*' te ftigten, waarvan hem, in 't voorleeden dan1, jaar, reeds twee grondtekeningen vertoond waren (/). De Regeering, kennis van dit voorneemen gekreegen hebbende , hadt, door haare Afgevaardigden te Antwerpen, Elbert'Dirkszoon Markus en Kornelis Ja- kobszoon Brouwer, gearbeid om van dee- zen laft verfchoond te blyven. Zy werkten, door den Heere van Noircarmes, op den Hertog, en weezen aan „ dat Amfterdam „ klein genoeg, en geheel voor den Koning „ was. Dat de grond, in en buiten de Stad, „ altoos zeer week geweeft; doch nog wee- „ ker geworden was, federt de jongfte dyk- „ breuken, waarom dezelve gantfch onbe- „ kwaam zou bevonden worden , tot het » leg-
(g) Hooit VI. Boek, hl. 217 , zis.
(h) HOOFT VI. Boek, il. 221.
(i) Keutb. G. ƒ. 49 ver/o. Reib). Vroedfch. N. 1. s May
157t. ƒ. 17t. (k) HOOFT VI. Boek, hl. "i.
(I) Zicdcztiven by dapper , II. 20+ en Commelii»,
hl, 10)+. |
||||||||||||||||||
ontzette van 'tAdmiraalfchap, enGilainvan
Rennes, Heer van Lumbres, in Auguftus, tot Overfte der vloote aanftelde (rf). Se- dert , werdt 'er fterk geroofd op zee. Doch de Watergeuzen, die, hier en daar , be- trapt werden, moeften hun bedryf boeten met den hals. Jan van Troyen raakte, in 't najaar, te Amfterdam, in hegtenis. Zyne makkers, met reden, bedugt, dat men hem een' fchandelyken dood zou aandoen, dreig- den die van Amfterdam, dat zy 't aan hun vernaaien zouden. Men ftondt dan eenigen tyd in beraad, of men met de uiïvoering van 't vonnis voortgaan zou. Doch de Vroed- fchap, hierop gehoord , oordeelde „ dat men hem ftraffen moeft, zonder de be-
„ dreigingen van de boeitfen ende piraten of „ zeeroovers, zyne makkers, te ontzien (e)." By 't geweld, bediende men zig ook van
't bedrog, om zynen vyand afbreuk te doen. Twee burgers van Amfterdam, Jan Koe- nenszoon en Jan Beth Janszoon, ruftten een fchip uit, welk zy, met verlof des Prinfen van Oranje, door toedoen van Jonkheer Di- derik Sonoi, ten deele te Antwerpen , ten deele in Zeeland, met Spaanfche en Ita- liaanfchekoopmanfchappen, belaadden, met oogmerk, omze den eigenaaren te ontvoe- ren, en naar Embden te brengen, niet naar de plaats , werwaards zy bevragt waren. Doch zy werden, door tegenwind,genood- zaakt te Rochelle in te loopen, daar zy, die zig de helft van een' fchoonen buit hadden toegelegd,gedrongen werden,de goederen om half geld te geeven, en dus weinig meer dan de fchande van zulk een veragtelyk be- dryf overwonnen (ƒ ). De noordweftelykeftorm, die den eerften
November opftak, en twee etmaalen duur- de , zette , onder anderen, het water zo hoog op tegen den Diemerdyk, dat'er,tus- fchen Amfterdam en Muiden, wel twaalf of dertien gaten in braken. Hier ter Stede, liepen veele kelders en pakhuizen onder, en de fchade aan Koopmanfchappen was on- waardeerlyk. Het onweer verydelde, daar- enboven, verfcheide aanflagen des Prinfen van Oranje, die, omtrent deezen tyd, on- dernomen hadt, zig van Hoorn of Enkhui- zen meefter te maaken. Lancelot van Bre- derode, die, met eenige fchepen, vooruit gezeild was,om eerftTexel te hemagtigen, liep, door de opkomende vorft, die op den itorm volgde, groot gevaar van 't grondys; waarop hy, onverrigter zaake, naar Emb- den te rug keerde, de fchepen van Nikolaas Ruikhaver en Barthold Entes van Menthe- |
||||||||||||||||||
1570.
als een
zeeroo- ver ge- firaft. |
||||||||||||||||||
Schande-
lyk be- drog van twee Aja- fterdam- mers. |
||||||||||||||||||
Schade ti
Amfter- dam door
boogen W;iter-,
vloed ge- leeden . |
||||||||||||||||||
't Schip
vanRuik-
haver
|
||||||||||||||||||
(d) Zie 130R V. Boek, hl. zsj. [523.]
(e) Refol. Vrocdl'ch. N. z. 20 Nev. isjo.f. H%-
(f) Hooft VI. Boekt hl. zitf.
|
||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||
VUL Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||
321
|
|||||||||||||||||||||||||
Anna de Vlafier ,d\e beide der Doopsgezin- 1571.
den Leere waren toegedaan, ten vuure ver- oordeeld (Y). Sommigen tekenen aan, dat deezen twee de laatften waren, die, hier ter Stede, om hun geloof■, ter dood wer- den gebragt (t). Doch anderen melden , en 't blykt ook uit de Stads Regifiers (u), dat 'er, den derden September des jaars 1572, nog twee Kleêrmaakers, Sander Wou- terszoon en Evert Henrikszoon,va.n der Doops- gezinden belydeniffe, verbrand geworden zyn (v). Ten zelfden dage, werdt Ocker Har- menszoon, die, in de jongfte beroerten,de wapenen tegen de Overheid gedraagen, en altoos veroordeelde gezindheden aangehan- gen hadt, op gelyke wyze, ter dood ge- bragt (w). Het vervolgen der Onroomfchen fcheen De Ani-
de tegenwoordige Regeering van Amfter-fterdam" dam geagt te moeten maaken ten Hove;^ daar men de flapheid der Wethouderfchap van't jaar |
|||||||||||||||||||||||||
„ leggen van een Kafteel en van Krygsvolk:
„ en dat de Sloten te Muiden, te Meden- „ blik en te Staveren genoeg in ftaat wa- „ ren, om de Zuiderzee, en Amfterdam zelf ,, te bedwingen." Doch men gaf hun, op deeze redenen, flegts onzeker antwoord. Zy deeden van't gehandelde verflag, in eenen brief van den elfden November des jaars 1570, die nog voorhanden is (ra), 't Liep nog aan tot den agttienden December, eer Burgemeefteren der Vroedfchap kennis ga- ven van Alva's voorneemen, om hier een Kafteel te ftigten. De Vroedfchap befloot, terftond, Burgemeeftecen het fluiten van dit voorneemen geheellyk over telaaten(«). Doch in January deezes jaars 1571, fchreef de Graaf van Boffu eenen Brief aan den Schout, meldende „ dat de Hertog van Al- ,, va voorhadt hier een Kafteel op te reg- „ ten, en het zelve te voorzien van Spaan- „ fche bezetting." De Vroedfchap vondt toen geraaden, zelfs eene merkelyke fom- me gelds uit te looven, om van 't een en 't ander bevryd te blyven (0). Kornelis Ja- , kobszoon Brouwer, Burgemeefter , Simon Maartenszoon en Jakob Korneliszoon, Raa- den, en de Penfionaris, Meefter Adriaan h Sandelyn , werden gemagtigd om over dit k0oStad ftuk te handelen ten Hove. Zy bragten, ^t 5f eindelyk, te wege, dat men 't Kafteel en de Spaanfchebezetting, voor tweehonderd dui- zend guldens, liete afkoopen (p), die, op bekwaame termynen, zouden voldaan wor- den. Hiervan werdt een verdrag gemaakt op 's Konings naam, welk, den zevenden July, te Antwerpen, getekend was. Uit dit Verdrag, blykt,; onder anderen, dat men van zins was, de tweehonderd duizend gul- dens , die Amfterdam;opbrengen zou, tot het ftigten van een Kafteel te VH^jngen, of tot andere einden, naar 's Konings weibe- ha agen, te befteeden. 't Verdrag wordt nog, in de Oude Kerke (q), bewaard, en al- zo het nog nimmer gedrukt geweeft is, heb- ben wy het, hier agter, onder deBylaagen )kt W' geplaatft, |
|||||||||||||||||||||||||
van den jaare 1566 zo zeer afkeurde, dat 1500
de Schout, Pieter Pieterszoon , reeds in wordt
November en December des voorleedenRadder jaars, brieven ontvangen hadt van den Her- Beroer- toge van Alva, waarby hem bevolen werdt, ten ge- die Wethouderfchap voor den Raad derdaS' Bercerten, te Bruffel, te dagvaarden ; ge-vaard* lyk hy, federt, deedt (x). De Vroedfchap vondt geraaden, deeze dagvaarding, fchrif- telyk, te beantwoorden (3/). Doch de Hertog, niet voldaan in dit antwoord, zondt, eerlang, Defiderius van tZefiig, met volmagt her- waards, om onderzoek te doen wegens 't gebeurde in 't jaar 1566. Zelfs befloot de Vroedfchap, op den negentienden Juny, dat de Regenten van het gemelde jaar, voor deezen Gevolmagtigde , verfchynen zou- den , om de getuigen te zien beëedigen. Te vooren, waren deeze Regenten, naar't fchynt, ook te Antwerpen geweeft, daar menelkai> deren egter, over de wyze van regtsplee- gen, niet hadt können verftaan. De Vroed- fchap zag, federt, een Verbaal van't gene aldaar gehandeld was (2). Doch of, en hoe dit geding afliepe, is my, zo weinig als an- deren 00, gebleeken. Vermoedelyk, heeft men 't weeten te rekken, tot in't volgende jaar, wanneer Alva, door het omflaanvan verfcheide Steden, de handen vol werks kreeg, en minder reden hadt, om de Ste- den, (s) Sententieb. van 16 April i$6S. tot 21 May *S7*- f-
120,127. Doopsgez. Martel, boek, II. Diel, bl.H7iS\t. (t) COMMEjLIN , il, I04.I.
(a) Sententieb. van 2« Apr. \$66. tot z6 May I57i-f. 142.
(v) Doopsgez. Martel, boek, II. Deel , bl. 6-° > 6zi,
(w) Sententieb. alsbovtn,/. 142 verft.
\x) Refol. Vroedfch. N.z. 9, '8 Deeemb. 1570./. I(Jo>
161 verfo. (y) Refol. Vroedfch. N. 2. 7, 9» I0 Ja«- IJ7I./. IS»
verfo , 16 5. (z) Refol. Vroedfch. N. 2. 19 Jmy TJ71. /, I?},
\a) HOOFT IV. Boek, '*• 1«J-
Tt 2
|
|||||||||||||||||||||||||
>:
|
Doch de Regeering van Amfterdam hadt
|
||||||||||||||||||||||||
v^iod'e ^e ^tad met gevryd van 't Kafteel en de
^t. n Spaanfche bezetting, om dat zy thans min- H der yverde tegen de Hervorming dan voor- been. Op den zesentwintigften Juny dee- *fs jaars, werdt een groot Schuitevoerder, Gerrit Korneliszoon genaamd, en op den tien- ^en November , zekere Anna Henriks of |
|||||||||||||||||||||||||
tl.
|
m)Z'e dien by DAPPER, II. 20J en by COMMELIN,
|
||||||||||||||||||||||||
io3 +
|
|||||||||||||||||||||||||
iy. *-ejf°l- Vroedfch. ff. z. is Dec. i$7°. f. 161.
»«♦,■«+„: Vro=dfch. N. 2. 2g "Jan. 14 Ttbt. 1571. f. W Sä^h- N- »• *« ™r> W'f* ««7-
|
|||||||||||||||||||||||||
322 AMSTERDAMS II. Deel.
|
|||||||
nieuw Plakaat over uit: 't welk men hier, I5^2'
wederom niet dan onder Protei!, dat men in den tienden Penning niet bewilligd hadt, dan wanneer 'er alle de Nederlanden in bewil- ligden, door eenen Deurwaarder, liet af- kondigen (ƒ). Het aarzelen der Regeeringe om in den Mi5fl^r
tienden Penning te bewilligen kon, onder-g^^js tuilchen, niet nalaaten invloed te hebben on te[ »jf* 1 *~ OP
het gemeen. Men verfpreidde, en't werdt
by eenigen geloofd , hoewel ik 'er, in de Refolutien der Vroedschap, geen blyk van vind, dat de Stad (g), of een der Burge- meefteren (h~), om 't weigeren van den tien* den penning, in eene boete van vyfentwin- tigduizend guldens verweezen was: 't welk het misnoegen zo zeer deedt aanwalTen on- der de burgerye, dat veelen niet fchroom* den, Alva eenen Knevelaar en Dwingeland te noemen, en het oog te wenden naar den Prinfe van Oranje. De jongens hielden o- penbaare gevegten in de Stad, waarin, een den Hertog van Alva, die den tienden pen- ning kwam vorderen , en een ander den Prins van Oranje verbeeldde, 't Slot van deeze kinderftryden was altoos, dat Alva op de vlugt, enten Lande uit gejaagd werdt. Men voer, zelfs van den predikftoel, uit te- gen den Hertog,ter gelegenheid van eenen plegtigen Bededag, door 't Hof van Hol- land, uitgefchreeven. Sommige Predikers baden God, dat hy Alva's hert vermurwen wilde, en neigen tot het handhaaven der Privilegien, die hy nu met voeten trade De Minderbroeders te Amfterdam verklaar- den zig openlyk tegen den Hertog van Al- va, en fchroomden niet hem denaamenvan dwingelanden regtfehender naar 't hoofd te fmyten. Ondertuffchen, waren te Amfter-ï^"r dam reeds twee Hoofd-ColleÊteurs of Gaar- o* Ri- ders van. den tienden Penning aangefteld, te &u*s weeten Reinier Henrikszoon en Dirk Everts-^f^ zoon, die zeftien minderen onder zig had- ti^jpi den, agt aan de oude, en agt aan de nieu- PePvjii' we zyde; doch deezen maakten allen zwaa- ^p. righeid, om zulk een gehaat ampt waar te neemen, welk zy meenden, tot Burgemees- teren te behooren. Maar Burgemeefteren fchooven 't op Schepenen, die'er even wei- nig toe neigden (/). De Onder-Colleéteurs hadden den eed nog niet gedaan op den eer* ften April, toen Burgemeefteren der Vroed- fchap eenen brief voorlazen van den Stad- houder, Graave van BoiTu, waarby de Re- geering vermaand werdt tot uitvoering vatf t
(f) Refol. Vroedfch. N. z. s, 2° 7"k. 8, 9, 10, '**>
17, 10 Maart 1571. ƒ. 197, 2°° V£rfoy 204., 20J, zoi' (g) HooïT VI. Hoek , hl. 22i.
(h) Apol. van Will. I. tl. Sf. (i) Corn. HAEMRODIUS apud PojïTiNVM Araü. ttr'
I. Cap. IX. p. s«» J1. |
|||||||
1571. den, die zyne zyde hielden, gelyk Amfter-
dam beftendiglyk deedt, zeer te kwellen. Hande- Doch de tiende Penning lag hem nog digt
ling om aan't hert. Hy wendde, in den Zomer dee- Amfter- zes jaars } nieuwe poogingen aan, om de oïïien-' Staaten der by2ö8ndöre Geweften, met naa- gen van me die van Holland, tot bewilliging in den den tien- zelven over te haaien. Maar hier vondt hy den Pen- den meeftén tegenftand aan Amfterdam. De ning te yroedfchap deezer Stede verftondt „ dat w°iïgen" » zy '> te vooren alleenlyk overftemd ge- „ weeft zynde, niet gehouden was aan zulk „ eene afgeperiïe bewilliging. Of zo men „ dezelve al voor wettig hieldt, behoorde „ men 'er zig, in den tegenwoordigen toe- „ ftand des tyds, niet van te bedienen. Hol- „ land was verarmd , door den zwaaren „ watervloed des voorleeden jaars, door de „ aanhoudende zeerooveryen, en door eene „ algemeene neeringloosheid. Hierby kwam „ het verhoogen der tollen in de Zont, het „ aanhouden van meer dan zeitig Zoutfche- „ pen in Zweeden , de fchade, onlangs in 5, Engeland geleeden, en de groote duurte „ der Graanen en andere leevensmiddelen: „ al 't welk eerder vorderde dat Holland „ van voorgaande laften ontheeven,danop j, nieuws belaft werdt (#)•" Doch 's daags na 't neemen van dit befluit, kreeg de Vroed- fchap kennis, dat de Raad van Holland ee- nen Deurwaarder herwaards gezonden hadt, die 't Plakaat op den tienden Penning be- geerde te doen afkondigen. Men befloot, na vier dagen verloops, de afkondiging te gedoogen , onder zekere Proteflatie (c). Wat laater, ontving men, hier ter Stede, een nader Plakaat, waarby de aanftelling van Collectéurs of inzamelaars des tienden Pennings bevolen werdt. Doch daar ver- liepen wel veertien dagen, eer de Vroed- fchap bewilligde in de afkondiging van dit Plakaat (U). Ook kwam 'er eenige maati- ging in 't voorgaande Plakaat op den tien- den Penning: 't welk de Stad wederom tot het befluit bragt, om zig te voegen naarde meerderheid. Men verzuimde egterniet, aanhoudende Vertoogen te doen ten Hove, en aan de Gemagtigden des Hertogs van Alva, den Sekretaris de la Torre en den Heer van Ooilerwyk, die in December her- v/aards gekomen waren, om de Stad over te haaien tot bewilliging (e). Het Hof van Holland fchreef 'er ook over, en de Graaf 1572. van Boflli drong 'er fterk op, in Januarydes
volgenden jaars. In Maart kwam 'er een (t) Refol. Vroedfch. N. z. zä Aug. U71. f. igowr/J.
(c) Refol. Vroedfch. N. z. 27, 31 Aug. i3 Stpt.isji,
f. J3I , I83 , I85.
(d) Refol. Vroedfch, N. z. 30 Oiïeb. 13 Nov. 1571. f.
IS7, 188. (e) Refol. Vroedfch. N. z. ij Nov. 3, iö, 14. Decemb.
'571. f. IS» verfo, IJl virfo, 153, iyj vtrji. |
|||||||
VIII. Boek.
|
||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||
323
|
||||||||||||||||||||
l5?2. 't Plakaat op den tienden Penning. Doch en ter ooren der Huisvrouwe van de Ryk, •*&-£$
men befloot zulks te verfchuiven , tot dat die zig toen aldaar bevondt, en terftond by' |
||||||||||||||||||||
de Onder - Collecteurs beèedigd zouden zyn
(&)• En deeze was de laatfle reize, dat, hier ter Stede, over 't heffen des tienden Pennings, geraadpleegd werde. Op dee^ zen zelfden dag, werdt Briel ingenomen door de Watergeuzen; 't welk zo groot ee- ne verandering te wege bragt in de maat- regels des Hertogs van Al va, dat hy be- floot , het heffen des tienden Pennings, vooreerft, te ftaaken. Het inneemen van Briele is zo vermaard in 's Lands gefchie- denillen, dat wy 'er hier niet byzonderlyk van behoeven te gewaagen, dan voor zo ver 'er eeniee uitseweeken Amfterdammers de hand in gehad hebben. De voornaamften onder deezen waren Ja-
kob Simonszoon de Ryk, Jan Klaaszoon Spie- gel, Nikolaas Ruikhaver (3), en Dirk Dui- vel. De Ryk hadt zig, gelyk wy boven (T) aantekenden, te Dantzig nedergezet; doch feiert, nevens andere vlugtelingen,'eenige penningen tot onderftand des Prinfen van O- ranje uitgefchooten hebbende, werdt hy , ten laatfle, verdrietig, en befloot,op eigen koften, een Oorlogsfchip in zee te brengen, waarmede hy, in gezelfchap van Dirk Dui- vel en Jan Sieuwertszoon i die ook elk een fchip hadden uitgeruft, buiten kennis zyner huisvrouwe, die in 't kinderbed lag, naar Engeland zeilde, daar 's Prinfen Vloot by- een kwam, en van tyd tot tyd,op buit uit- voer. Doch de Ryk, wars van zulk eene leevenswyze , fpoorde zyne makkers dik- wils aan, om iet eerlykers en gewigtigers, tot redding van 't Vaderland, te ondernee- men. Hierby kwam, dat Koningin Eliza- bet, geperft door den Hertoge van Alva, om den wederfpannelingen zyns Meeflers geene fchuilplaats te verleenen, hun, in de tente deezes jaars, haar Ryk en allen on- derftand uit het zelve öntzeid hadt. Men Weet, hoe toen eene Vloot Van vierentwin- tig fchepen, van Engeland naar Texel on- Qerzeil gegaan zynde, door tegenwind, de ^aaze ingeloopen, en zonder moeite, mees- ter van den Briele geworden is, welke Stad ^n, nogtans, terftond wederom geruimd zou hebben, zo 't,door de Ryk, DirkDui- Jjel en eenige anderen, niet belet gewor- ^en was. 't Gerügt van 't bemagtigen van OB« Briele kwam wel haaft te Amiterdam, [*) Refol. Vi-oedfch. N. z. i April 157-- ƒ• 207.
Rm-3i?t Hooft fchryft f VI. Boek , bl. 230) dat
ftukk VGr-Van llaarIem' was* Doch 'tblykt, uit
}jV tee?' die wy wat laage,r zullen aanhaalen , dat (XI Boel am Sewoond hadt. Ook noemt Bor Auiftexdamme?' 3I°' ^c6^ hsm een ëeboorsn |
||||||||||||||||||||
haaren Vader, Nikolaas Hooft, Jiep ker-Huis-
men „ dat haar man, met een hand vol vrouwe. „ volks, in den Briel was, in gevaar om, „ eerftdaags, met al de overigen, opge- „ hangen te worden." Doch de oude man, 't ftuk beter bezeffende, riedt haar goeds moeds te zyn. Zy hebben, zeide hy , de koe by de hoorens. Zyn zy zo wys geweefi dat zy zig meefler van den Briel gemaaki hebben; zy zullen zig van de galg wel weeten te wag- ten (m). Ook leedt het niet lang, of de jjy zeile Ryk zeilde, met twee veroverde fchepen, naar En- naar Engeland, in voorneemen om dezelven geland. daar te gelde te maaken, en met volk en voorraad van oorloge te rug te keeren. 't Gelukte hem : en hy kreeg, eerlang, een vendel van vyfhonderd koppen, meeft uit- geweeken' Nederlanders, byeen. Doch Ro- bert Dudlei, Graaf van Leicefier , klaagde hem aan by de Koninginne, wier verbod hy wel will overtreeden te hebben. Nogtans, waagde hy, op haar bevel , voor haar te verfchynen. Zy vraagde hem alleenlyk naar de gelegenheid van den Briele, en hoe 't met de verovering toegegaan ware, en ver- maande hem toen, geen onrufl in haar Ryk te verwekken, en zig naar huis te fpoeden, gelyk hy, met drie fchepen , deedt («). Vier dagen na 't overgaan van Briele, hadt Komt ts
Vliffingen, daar men een Slot ftondt te flig- Vliffin- ten, de Walfche bezetting ter poorte uit af- gejaagd , en agt vendelen Spanjaards, die te fchepe derwaards kwamen, buiten gehou- den. Eenige ingezetenen, federt, bezeffen- de, wat zy verrigt hadden, en dugtende voor 's Hertogs ongenade, hadden zig, op eenige pinken en viflehers boots, in zee be- geven , en zworven op de hoogte van Dou- vres, toen de Ryk, op de te rugreis naar den Briele, hen verpraaide, en zig van hun beweegen liet, om met hen te rug te keeren naar Vliffingen, daar zyne aankomfl der be- kommerde burgerye nieuwen moed gaf. Hoe Pedro Pacieco of Pacietto, zonder vanBrengt 'tomflaanderStad iet vernomen te hebben, Veere zig, naderhand,daar binnen gekomen, aan aan de de Ryk gevangkelyk overgaf, en zyne on- |3J. ** voorzigtigheid met den hals boeten moeft, Ver. en hoe de Ryk de Stad Veere aan de Staats fche zyde overbragt, en tegen de Spanjaards verdedigde, is, by anderen, uitvoeriglyk, aangetekend (o), en ftaat ons hier, daar wy ons, voomaamlyk, met de gefchiedenifTen van Amfterdam bezig houden, niet in 'c breede te vernaaien. Het
(m) HOOFT VI. Boek, tU "8, 229 , 230, 251.
(n) HOOFT VI. Bo*k, tl. 23+, 23j. (O) HOOFT VI. B'ikt «• 235-23». Tt 3
|
||||||||||||||||||||
l
|
||||||||||||||||||||
5e.
1, |
||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS II. Deel.
|
||||||||||||||||||||
3*4
|
||||||||||||||||||||
„ Oranje, onder beleid van zynen Broe- J57
„ der, Graave Lodewyk van Naffau , te „ Rochelle hadt doen verzamelen, om de ,, den en onderzaaten van zyne Majefteit, ), den Koning Van Spanje, te overvallen en „ te befchadigen (u)." geS. De Prins van Oranje, die^ reeds eenen DS0Ol-
geruimen tyd, fchoon zonder vrugt, gear- |aDjfche beid hadt, om eenige Duitfche of Noord- etl fche Vorften, of Frankryk, of Engeland zy- Ze^L |
||||||||||||||||||||
j«a; Het omflaan van Vliffingen, waardoor de
ft voorgenomen opregting van 't Kafleel al- Jam daar, tot welke Amfterdam beloofd hadt wordt tweehonderdduizend guldens te zullen fchie- ontflaa- ten ? geftremd werdt, gaf aan Burgemees- gen van terencleezer Stad gelegenheid,om den Her |
||||||||||||||||||||
at
|
||||||||||||||||||||
toge van Alva, fchriftelyk, te verzoeken, dai
|
||||||||||||||||||||
van een hy hun , die reeds het grootfte gedeelte
gedeelte deezer fomme hadden opgebragt, van het der pen- opbrengen van 't overig gedeelte omflaan fot 12' wilde- En de Herto§ bewilligde, den agt- ftigten entwintigften May, in dit verzoek, onder van een zekere voorwaarden, te vinden in zyne by- Kafteel tekening op het Verzoekfchrift, welk, in ^ p^~ de 0u^e Ker&e 00 •> bewaard wordt; en, aeffchikt. alsnog nimmer gedrukt geweeft zynde, van ons, hier agter, onderde By!aagen(q) tge- plaatft is. Nikolaas Den vyfden May te vooren, waren, op Ruikha- uitdrukkelyk bevel des Hertogs, hier ter yer' Jan Stede, ingedaagd Klaas of Nikolaas Ruik- van der haver, Jan Janszoon van der Ntewuienbiirg, Kien- Egbert enjuriaanWybrandszoonen,geboo- wenburg, ren in Priesland, Dirk Duivel en Jan Klaas- Egbert zoon Spiegel, allen, en dus ook Ruikhaver, riaan geryk WY boven (r) aanmerkten, Poorters Wy- van deeze Stad; om zig , wegens hunne vlugt brands- en afwezendheid, voor den Raad der Be- ??.°"?.n! roerten, te komen verantwoorden (Y). En vel en Jan naardemaal het Geregt verftaan hadt, dat Klaas- eenigen, die, ter oorzaake der voorgaande zoon beroerten, gebannen waren, zig heimelyk spiegel jn je staj onthielden, werdt elk, by af- Jdaa^'d en kondiging van den zesden, bevolen, zulke gebaV perfoonen aan te brengen, zullende zy, voor nen. ieder derzelven,vyftig guldens genieten(Y). De zes ingedaagden,drie of meer van wei- ken Briele hadden helpen inneemen, wagt- ten zig, ondertuffchen, wel, van voor den Raad der Beroerten te verfchynen , en wer- den daarop, den derden Juny, door deezen Raad, met verbeurdverklaaring hunner goe- Wat hun deren, ten Lande uit gebannen. Zy wer- te lafl ^en ajjen befchuldigd „ dat zy, nevens an- werbt? " dere ballingen, eenige fchepen hadden „ helpen veroveren, met naame het Markt- „ fchip van 's Hertogenbofch op Antwer- „ pen, waarin, behalve de Koopmanfchap- „ pen, wel vyfenveertighonderdRyksdaa- „ Iers aan gemunt goud en zilver geweeft „ waren." Den twee Broederen, Egbert en Juriaan Wybrandszoonen, Dirk Duivel, Jan Klaaszoon Spiegel en Klaas Ruikhaver werdt tot misdaad aangerekend „ dat zy „ Kapiteins of medehelpers geweeft waren „ op de Oorlogsfchepen, die de Prins van (p) Laude XVIII.
iq) Lr. C.
(r) Blaiz. 313 Aantik. (})
(s) Keurb. G. f. 6i ver/ii.
(t) Keurb. G. f. «z.
|
||||||||||||||||||||
ne zyde te doen kiezen, en tot onderftand fcl:Cer-
tegen den Hertog van Alva te beweegen,^^* nam klein behaagen in 't bemagtigen van§{.aatfc^ |
||||||||||||||||||||
den Briele; 't welk hy voor ontydig hiekk. zyde
Doch 't omflaan van Vliffingen en Veere, welk, eerlang, van het omflaan van Enk- huizen, en van allede Steden van het Noor- derkwartier van Holland gevolgd werdt, deedt hem veranderen van gedagten. 't Be- leg van Bergen in Henegouwen, welk door Graave Lodewyk verraft was, noodzaakte Alva ook,zyne meefte Krygsmagt uit Hol- land te trekken, en derwaards te voeren, voor 't einde van Juny. En dit deedt nog meer Hollandfche en Zeeuwfche Steden om- flaan : en onder anderen, Gouda, Leiden, Dordrecht, Gorinchem en Haarlem,welke laatfte Stad, den derden July, tot 's Prin- fen zyde overging. In Gelderland, in U- trecht, in Friesland en in Overyffel,vielen ook verfcheide Steden den Spanjaard af. In Holland, kwamen Rotterdam, Delft en an- dere Steden, ook nog in July, tot 's Prin- f, fen zyde over (v). Amfterdam was, eer- h^\$ lang, de eenige Stad in dit Geweft,die de d»JJf* Spaanfche zyde bleef aankleeven, en werdt %i\& 'er in verfterkt door brieven van den Her- tog van Alva en van den Koning zelven , waarvan der Gemeente, op den vierden Au- guftus, by openbaare afkondiging, kennis gegeven werdt O). ^ De Staaten van Holland, die nu meeft T^yn"
allen den Prinfe van Oranje aanhingen, had-^V' den hunne eerfte Dagvaart na de verande- ®0ti\ ring, den vyftienden July, te Dordrecht ge- \,e^t houden, en Willem, Graaf van der Mark en t"n &< Heer van Lumei, voor 's Prinfen Stedehou- ^„V* der aangenomen; gelyk Jonkheer Diderik ^ ^ Sonoi, in 't Noorderkwartier, welk, door ze & Amfterdam, van 't Zuiderkwartier afge- fneeden was, in dezelfde hoedanigheid, er- kend werdt. Op den tienden Auguftus, ver- gaderden deeze Staaten voor de tweede rei- ze te Haarlem, daar geraadpleegd werdt, om Amfterdam, met geweld, tot 's Prinfen zyde over te brengen. Sonoi zondt Willem Dirkszoon Bardes , gewezen Schout van Am-
(») Sentent. van Alva , tl, ï+J.
(v) vaderl. Hift. V[. Deel, tl. 3j;-3«l.
(w) Keurb. G. /. 73.
|
||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||
VIII. Boek.
|
|||||||||||
0-5
|
|||||||||||
Klooiter, welk ingenomen werdt. Lumei 1572. 1
viel, terilond, aan 't opwerpen van fchan- fen op de wegen, om der Stad den toevoer te lande af teYnyden.Ondertuflchen,deedt de vrees, dat hy digter onder de Stad, daar alomme fterk getimmerd was, nefte- len mögt, den Raad befluiten, om de Las- taadje buiten de S. Antonis-poort, en zelfs de huizen buiten de Reguliers- en Jan Roo- den - Poorten in den brand te fteeken (e). By deeze gelegenheid, raakten, in de Waal e voor de Laftaadje, een groot getal van fche pen in den brand. De Graaf van der Mark,. vier {tukken gefchuts bekomen hebbende van de Staaten van Holland , zondt een' trompetter naar de Stad, met vriendelyke brieven van gemelde Staaten, haar verman- nende van partye te wiflelen. Doch men weigerde de brieven te ontvangen, en fchoot op den brenger. Den twintigftcn, kwamen Zy neemt 'er vier vendelen binnen , die , door den meer Graave vanBoflu, van Utrecht waren gfge-'!,ezettin's zonden, tot verfterking der bezettinge, en,1U' den eenentwintigden,tegen den avond, ee- nen hevigen uitval uit de Reguliers - poorte deeden;doch, met agterlaating van zeftien gevangenen, te rug gedreeven werden.Lu- mei zette, federt, een deel zyner knegten over den Amftel, welk zig voor de S. An- tonis- poorte, buiten 't groote Hek of Blok- huis nederfioeg. Den twee-entwintigften, op den middag, deeden de belegerden ee- nen tweeden uitval, en fchermutfelden wel anderhalf uur agtereen met de belegeraars, die, ziende de Stad zig zo wakkerlyk wee- ren , zonder dat zig eenige hoop tot opftand van binnen opdeedt, 's" nagts daarna, van De belc- voor de Reguliers en S. Antonis-poorten, ëerfars opbraken,'t vuur fteekende in de h'dtcen êöten ^ buitenvvooningen. 't Zelfde deedt Lumei, Stad." ten volgenden dage,voor de Haarlemmer- poort en te Slooterdyk, daar hy meeft alles verbrandde. Hy weet zyn wyken, federt, aan de Staaten, als of deezen hem, tegen hun gegeven woord, van geen geld en voor- raad!, naar behooren, voorzien hadden. Maar anderen fchreeven 't aan zyn wanbeleid en wreedheid toe , waardoor hy zig, by de Roomfchgezinden, en vooral by derzelver Geeftelykheid,tenhoogfte gehaat gemaakt hadt: waarom zy liever het uiterfte waagen wilden, dan zulk een'meeiter inlaaten. Mi- Michiel Krok lag, ten deezen tyde, aan de andere zyde van 't Y, tegen over de Stad, met driehonderd man, op den Waterland- fchen dyk; van waar hy, op de bloote ty- ding van Lumeis aftogt, in 't midden van den nagt, naar Purmerende week: waar- me- (e) KefoJ. Vroedfch, N. z, 18,19 , 20 jI3 ^. i;?2,/.
222 , 223 , 224| W.
|
|||||||||||
*5?2. Amfterdam, naar Haarlem , om, uit zynen
naam, in de Vergadering der Staaten zit- ting te neemen. Doch men ontving hem niet in deeze hoedanigheid, die aan geene anderen dan aan Edelen van den Lande en aan Afgevaardigden van de Vroedfchappen der Steden plagt toegekend te worden. Men hoorde egter zynen voorflag, {trekkende om Amfterdam te water te benaauwen (#)• Doch hierin werdt groote zwaarigheid ge- vonden. De Zuiderzee en 't Y voor de Stad werden beveiligd, door een tamelyk aantal van Oorlogsfchepen, onder den Admiraal Boshuizen. De Vroedfchap hadt, al in't begin des jaars, beflooten ,, het bouwen van „ roeifchepen of galeijen tegen de Geuzen „ te bevorderen (y)," en kort na 't innee- men van den Briele, op verzoek desGraa- ven vanBoflu, vaftgefteld, e enige Oorlogs- fchepen uit te ruften, gelyk, federt, onder opzigt van Joan Baptißa de TaJJls, Gemag- tigde desHertogs vanAlva,gefchiedde(s). Ook bouwde men twee galeijen, waartoe, in 't begin van Auguftus, volk aangenomen werdt (a). Boshuizen kruifte gemeenlyk met zyne Vloot voor de Stad, en in de Zui- derzee , en was reeds, door Willem Dirks- zoon Bardes, wiens brief, den vyftienden July uit Alkmaar gedagtekend, nog voor- handen is (l>), vergeefs aangezogt, om de Spaanfche zyde te verlaaten. Men zou hem dan hebben moeten uit de zee flaan, eer n Amfterdam, te water, zou hebben kön- nen benaauwen. Doch de hagchelykheid en zwaare koften deezer onderneeminge dee- den den voorflag daartoe van de hand wy- zen. Men befloot tot het beleg te lande. De Regeering was hiervoor ook meeft be- dugt geweeft, en hadt, reeds in 't begin van Auguftus, op de eerfte tyding der aankom- fte van den Graave van der Mark te Haar- lem , beflooten, nog een v-.ndel Dukfche feegten te verzoeken, om buiten de S. An- tonis- en Reguliers poorten gelegd te wor- den, alzo men vaftftelde, dat de muïtdin- j'iHej £e'z, zo noemde men hier 's Prinfen volk, vjj^'er y Stad zouden aantaften (c). Tuffchen °f. den zeventienden en agttienden (d) , ver- konde het Regement van den Overfte La- Zvrus Muller en eenig ander volk, met den Graave van der Mark aan 't hoofd, zig op £e" Amfteldyk buiten de Reguliers-Poort, en begaf zig, van daar, naar het Karthuizers- \*Jl°* VI. Boek, il. 294. [404]
d\ i,<-e<°l- Vroedfch. N. 2. 5 Jan. ifjt. f. 197 ver/a. /• iog^; ^' Vioedlch. N. 2. s Apr. 3, 19,22 May ii7i. ii0 ver/o Vioedlch. N. 2. + Juny, 2 Aug. ij72. ƒ.217,
ö Sr0?°5 VI,vfe* - u- 29+- [*°*-]
«) Reib " «dXch' N- * 3 AuZ- 157z- f- lzl verfi"
"'• Vioedfch, N.z. is Aug. is-jz, f, 222. |
|||||||||||
II. Deel-
|
||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||
32Ó
|
||||||||||||||||||
bragt (0). Voorts , werdt, 't zy met of 15^
zonder grond, verfpreid, dat eenige inge- zetenen heimelyk hadden aangefbaiinen, om Lumei ter Stad in te laaten: 't welk ge- legenheid gaf, dat fommigen, die men meeft verdagt hieldt, op bloot bevel van Burge- meefteren, zonder eenigen vorm van Regts- pleeging, de Stad uit gezet werden (p). De Admiraal Boshuizen ondernam, ten!WfJjt«
deezen tyde,met deAmfterdamfche Vloot,toPf die van Enkhuizen te kwellen, en brandde, ^tre0t t'eenen dage, ettelyke wooningen buiten de fc.r\üei' Noordpoorte af, zonder dat het hem, door daß»« de Stedelingen, naauwlyks in ftaat om de ruft van binnen te bewaaren , belet kon worden. Sonoi daarna, de Zaanerdamraer • fluize befchanft hebbende, begon ook eene fterkte op te werpen te Nieuwendam, waar- in de Amfterdammers, die, den veertien- den Oftober , tien groote fchepen en zes boots derwaards afzonden, hem zogten te hinderen. Doch zyne galeijen fchooten zo hevig op de Amfterdammers, dat zy met verlies wyken moeften. Des anderendaags, werdt de toeleg hervat, met negen brand- fchepen. Men hoopte het vuur te brengen in Sonois galeijen: doch deezen vonden mid- del om zig agter in de haven boven den wind en onder 't gefchut der fchanfe te ber- gen. Uit de fchans werdt, ondertuffchc-n, fterk gevuurd op de Amfterdammers, en eenigen hunner fchepen in den grond ge- fchooten. Anderen moeften gefchut en an- kers in 't Y werpen , om vlot te worden- De Noordhollanders , aangemoedigd door deezen voorfpoed , ruftten , eerlang, nog eenige fchepen en galeijen toe (q), en lieten eenige wrakken zinken in 't Y om den Am- fterdammeren de vaart te bederven. Zy kruiften voorts niet verre van de Stad, daar zy, in November, door eene fchielyk op- gekomen vorft in 't ys beklemd, en in groot gevaar raakten; doch, door een' fty ven Noor- den wind, die eene fcheur in 't ys maakte, gelukkiglyk gered werden (r). De Admi- raal Boshuizen fchynt, niet lang hierna, te Amfterdam, buiten dienft geraakt te zyn- Immers, de Hiftorie maakt,na deezentyd, naauwlyks eenig gewag van hem: en uit de Regiflers <ferVROEDSCHAPblykt,datmefl» in February des volgenden jaars, al een' anderen Admiraal in zyne plaatfe begeerd heeft, konnende hy, toen, gelyk men daaf leeft,teroorzaake van zyneonpaffelykheid* kleinen dienft meer doen. De Graaf va** Boflu, dien men dit voorhisldt, antwoord' de f
(t) Keuib. G. f. 7S verft.
(p) FONTANUS Libr. I. Cap. IX. p. $S i J«.
(y; BOR VI. Boek, bl. 301. [413.]
(j) bor VI. Btek, bl. 307. [420.]
|
||||||||||||||||||
mede de Stad rondsom van 't beleg onthee-
ven was (ƒ). My is niet klaarlyk geblee- ken, of het Huis der Bergenvaarderen, bui- ten de Reguliers - Poort, aan den Amftel, ter gelegenheid van het kort beleg, waarvan wy gefproken hebben , of by eene andere gelegenheid, verbrand geworden zy. Doch in 't begin des jaars 1576 , klaagde hetBer- genvaarders-Gilde, dat het verbranden van hun Huis en andere fchaden hét Gilde in zulk eene ongelegenheid gebragt hadden, dat het de weekelykfcheS. Anna'smiffe,in de Oude Kerke, niet langer bekoftigen kon. De Vroedfchap liet aan Burgemeefteren, hierop orde te ftellen (g). En kort hierna, verleende de Wethouderfchap een nieuw voorregt aan het Gilde, volgens welk, al- len , die zig, hier ter Stede, met het ver- koopen van Berger of Yslandfchen vifch, geneerden, 't zy Gildebroeders of anderen, zekere fchatting, ten behoeve van het Gilde, |
||||||||||||||||||
1572.
't Huis
van 't
Bergen- vaarders- Gilde ver- brand. |
||||||||||||||||||
Keuren,
ter dee- zer gele' genheid gemaakt |
betaalen moeften (h). 't Geregt beval,op
den vierentwintigften Auguftus des jaars 1572, dat niemant van de verbrande tim- meraadjen tuffchen den Amftel, de Wete- |
|||||||||||||||||
' ring en den Heiligen Weg, en tuffchen den
Amftel en het Y, iet rooven; maar dat alles, door de eigenaars, verder geilegt worden zou (/). Ook werdt, den volgenden dag, afgekondigd, dat niemant, die buiten ge- woond hadt, met der woon in de Stad zou mogen komen, dan met byzondere toelaa- ting van Gemagtigden uit de Wethouder- fchap (£). Zelfs werdt, den vyfden Sep- tember, bevolen,dat de grond,tot op vyf- tig roeden buiten de Stad, effen gemaakt zou worden (/). De Prioor van Heilo kantte zig fterk tegen het af breeken van den Re- guliers Hof; doch de Graaf van Boffii be- laßte uitdrukkelyk, dat men met het af- breeken zou voortgaan (in). En fchynt toen al het geboomte in en om deezen Hof, de Ooftboomen uitgenomen, uitgerooid te zyn (k). Wat laater, kwamen 'er brieven in de Stad,gerigt aan de Regeering en Burgerye, bezegeld met den Hollandfchen Leeuw in een' tuin, en ftrekkende, om de eene en de andere aan te maanen tot het verlaaten der Spaanfche partye: doch het Geregt beloof- de eene gouden Kroon aan elk, die zulk een' Brief, ongeopend , in handen van Burge- meefteren of Schepenen leverde, en vyfen- twintig guldens, aan die den brenger aan- |
||||||||||||||||||
(f) Bor VI. Boek, il. i?4> 3ii [404., 4*7-]
(g) Refol. Vroedfch. iV. 3. 18 Jan. 1J7«.
(h) Handv. bl. 1188. [+76.] (i) Keurb. G. ƒ. 74 verft, ys-
(k) Keurb. G. f. 75 verft. (I) Keurb. G. ƒ. 7«. (m) Groot-Memor. X. IT. ƒ, 141, (n) Keuib. G. ƒ. 76 verft, |
||||||||||||||||||
VIII. Boek.
|
GESCHIEDENISSEN,
|
|||||||||||||||
3^7
|
||||||||||||||||
zy den wederfpannigen langer bleeven aan- 1572.
hangen (-za). Doch alzo deeze vermaaning weinig ingang vondt, trok Don Fredrik, met het Leger, van Naarden naar Amfterdam, buiten welke Stad, hy zig nederfloeg, op verzoek der Wethouderfchap, zig beroe- pende op het verding met den Hertoge ge- maakt , volgens welk de Stad van inlege- ring verfchoond moeft blyven (x). 't Ge- regt hadt, ondertuffchen, op den derden December, bevolen, dat niemant buiten de Stad moeft gaan, terwyl de Spaanfche kneg- ten voorbytrokken; welk verbod, den agt- tienden February des volgenden jaars, ver- nieuwd werdt (y). Op den twintigften De- cember , werdt elk veroorlofd brood naar 't Leger te voeren; fchoon het opkoopen van roggenbrood, drie dagen daarna, verboo- den werdt (z). De Wethouderfchap van Hande- Amfterdam hadt, reeds eenige weeken te deling te vooren, in't heimelyk, brieven gezonden ^mfter"! naar Haarlem , ftrekkende om de Stad te afgeS- vermaanen tot onderwerpingen de Vroed- digden fchap hadt hierop , by meerderheid vander ftemmen, beflooten, eenigen af te vaardigen Y^°*~~an naar Amfterdam, om met Don Fredrik al- Haarlem, daar te woorde te komen. Doch terwyl zy uit waren, bewoogWyboutRipperda,Over~ fte der bezettinge, de burgery tot het ver- dedigen der Stad. Twee der Afgevaardig- den werden gevangkelyk gezonden aan den Prinfe van Oranje, die zig toen te Delft bevondt, en een' derzelven 't hoofd voor de voeten deedt leggen. Ook deedt hy, den negenden December, de Wet te Haar- lem , buitens tyds, veranderen, onder an- deren tot Burgemeefter aanftellende Pieter Kies (ß), denzelfden, meen ik, die voorheen Poorter te Amfterdam geweeft, en, door den Raad der Beroerten , ten Lande uit gebannen was (#). Don Fredrik was, twee dagen te vooren, van by Amfterdam op- getrokken, en,eene Schans teSpaarnedarn bemagtigd hebbende, den elfden , voor Haarlem gekomen. Hier werden hem van Amfterdam veertien metaalen ftukken toe- gefchikt, die zesendertig en veertig pon- den fchooten. Maar Haarlem hadt, behal- ve de andere manfchap, duizend delvers in dienft , en driehonderd vrouwen , tot het zelfde werk beftemd, onder beleid van Kenaww Simons Hqffelaer , Weduwe vanj{enauw zesenveertig jaaren, onbefproken van leeven Simons en van een der befte huizen, welk nader- Haffe- handlaer» daP"
(w) Bob VI. Beek, tl- 3°+ C+1«-]
(x) PONTANÜS Liir. I. Cap. IX. ?. $7.
(y) Keurb. G. f. 8i.
(z) Keurb. G. f. **•
(a) Bor VI. Boek,, H- 307, 308, j,y, [410,441,«» 3
(t) Zie hier vom, H- ;:°t «» H7,
Vv
|
||||||||||||||||
Ï572. de ,, dathy zig met de fchepen van oorloge
„ niet langer begeerde te moeijen (O«" En kort hierop fchynt Boshuizen van zyn ampt verlaaten te zyn: welk men vindt, T wat laater, door Frangois Ferdugo, te zyn ja0 ob bekleed geweeft. In 't jongfte gevegt voor
xoon^" Nieuwendam, of by eene andere gelegen- tttein "heid, was ook gekwetft geworden Jakob £&oo-Foppenszoon, Kapitein der groote Amfter- fter^m- damfche galeije,die eerlang aan zynewon- the11111" den overleedt, en wiens Weduwe,tot ver- Raleije > goeding van 't gene ter bevordering zyner erft. ' geneezinge befteed was , veertig guldens j 'e van Stads wege toegelegd werden (f)- Ja- fy^e kob Foppenszoon hadt, voor deezen, op Londen gevaaren, en was, naderhand, uit bitterheid van partyfchap, fchryft Hooft, gevorderd tot het Schoutampt van Haar- lem , welk doorgaands aan luiden van agt- baarheid en adel plagt opgedraagen te wor- den. Doch in 't waarneemen van deezen dienfl, kweet hy zig, zo naderhand getuigd is, zo kwalyk, met het bedraagen zelfs van onfchuldigen, en over misdaaden, waaraan hy zelf deel hadt, dat hy, toen Haarlem, in July, de Spaanfche zyde verliet, naar Am- fterdam vloodt, daar men hem Kapitein der groote Galeije maakte: in 't bedienen van welk ampt hy , na weinige maanden ver- loops , getroffen werdt van een' kogel, die hem de wervels van 't ruggebeen verbry- zelde, en eene fmertelyke en langdiiurige v dood veroorzaakte (u). ^ vatl De Hertog van Alva, Bergen in Henegou- %i wen by verdrag hebbende ingenomen op den |
||||||||||||||||
W negentienden S eptember, zondt zynen Zoon
f%aatl. Don Fredrik, met een Leger naar Gelder |
||||||||||||||||
^e"i " land, welk, op deszelfs aankomft, den Prin-
ïO« fe van Oranje wederom afviel. Zutfendeer- Jn tedeQ lyk geplonderd hebbende, befloot hy, aan- een ëeIpoord door de Regeering van Amfter- dam, over de Veluwe en Amersfoort, aan te trekken op Naarden , daar Naffaufche bezetting in lag. De Stad gaf zig over by mondeling verdrag, welk, van de Spaan- fche zyde, verbroken werdt, en de Plaats vervuld met roof en moord (v). Hierna werdt het beleg van Haarlem ondernomen, daaraan Amfterdam veel deels hadt: gelyk Wy hier, uit de egtfte berigten, kortelyk, *Hb. t0onen moeten.
^eiaaQn De Graaf van Boffu hadt die van Haar-
Vjhlfg m> reeds in November, fchriftelyk, ver- kil) r* ?aand 3 om zig wederom te verzoenen met den Koning; hun voorhoudende het nadeel, ^efk zy onvermydelyk te wagten hadden, zo (t\ Befo!" Vroe<lfch. N. z. ij Felr. 1573./. Z33 ver/t,
(u\ ,B-efo1- Vioedfch. N. z. 27 Dtc. is7i.f. 23«. l J Vaderl. Hift. VI. Deel, il. 391, 401,403 enz.
*• STUK.
|
||||||||||||||||
A M S T E R D A M S
|
|||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
328
|
|||||||||||||||||||||||||||||
raakt, en daardoor de gedaante van 't beleg 10'
van Haarlem veranderd. De Amfterdam- ftryde« |
|||||||||||||||||||||||||||||
hand ook in Amfterdam vermaard geworden
is. Van deeze vrouwe wordt getuigd, dat zy niet fchroomde , in vrouwengewaad, met fpiets, bus en rappier, den Spanjaard te keer te gaan (O- De Stad werdt, den agttienden, vinnig befchooten: federt, be- ftormd, doch door die van binnen wakker- lyk verdedigd;. waaruit wel haaft befpeurd werdt, dat zy niet gemakkelyk te winnen zou zyn (d). In deezen ftand der dingen, beproefde
Alva nog eens, of hy Haarlem, door hoop op vergiffenis , kon doen bezwyken. De Regeering van Amfterdam ftondt hem hier- in ten dienfte , en fchreef, den zeftienden February des jaars 1573, aan die vanHaar- lem „ dat zy genade te wagten hadden, zo ,, zy zig fpoedig onderwierpen; maarniet „ dan jammer en elende, zo zy de aange- „ booden gunil bleeven verfmaaden (e)." Doch op dit fchryven kwam geen ander antwoord , dan een fcherp ftrooifchrift, waarin 't bedryf der Spanjaarden ten lelyk- fte ftondt afgemaaid. Ook was Amfterdam, fchryft Hooft (ƒ), thans, omtrent zo zeer gehaat als Alva, wordende de Stad, om 't branden en bloedvergieten uit oorzaake van 't geloof en van de voorgaande beroerten, by 't graauw der Geuzen met den naam van Moorddam gefcholden.Vaft gaat ook, dat men hier, ten deezentyde, den Hertoge van Alva zeer naar de oogenzag. De Minderbroeders zelven, die hem, nog onlangs, voor eenen dwingeland en regtfchender gefcholden had- den , preezen hem nu hemelhoog, en ver- klaarden de Spanjaards, die 't leeveninden oorlog lieten, voor martelaars vandenwaa- ren Godsdienft (g). En de nabyheid des Spaanfchen Legers bragt te wege, dat groo- ten en kleinen, hier ter Stede, zofpraken, als deeze voorgangers. ■• Midlerwyl, leedt het Spaanfch Krygs- volk veel voor Haarlem. Veele gekwetften en zieken werden , van daar, naar Amfter- dam gevoerd (b). Ook kwamen hier zo veele verloop en knegten , dat, tegen het inkomen derzelven, by eene Keure van den zevenden January, voorzien werdt (ï). Te- gen 't inkomen van gevlugten uit deweder- fpannigc Steden, gelyk hier de Staatfchen genoemd werden, was , reeds te vooren, zorg gedraagen (&). In February, was 't ys uit het water ge-
(c) Hooït VI. Boek, U. 297.
(d) BOK VI. Boek, t'l- 310. [+13.]
(e) Zie HOR VI. Hoek, il. 3i8. [434O Commelin ,
l/L 104z. (f) HOOFT VI. Boek, il- iofi.
(?) 1'ONTANUS l.ibr. I. Cap. IX. p. jg.
(h) Refol. Vtoedfch. N. i, $ Maart ij73. /"• 23S.
(i) Keurb. G. ƒ. 84.
(k) Kemb. G. ƒ. 83.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
1572-
pere We
duwe te Haarlem |
|||||||||||||||||||||||||||||
mers bragten hunne kleine galei en vyfop
|
len1'
|
||||||||||||||||||||||||||||
fchepen door de Spaarnedammer fluis in 't H
|
aai
|
||||||||||||||||||||||||||||
Spaarne, en beftonden, op den agttienden, ™£eU
den laagen weg by 't Penningsveer door te m0efl delven, om alzo in de Meer te geraaken; de tfa3.rs' doch zy werden 'er, door de Galei en eeni- le0tfm< ge andere fchepen van Haarlem , in belet. ln Jaiö' Den eenentwintigden, hervatteden zy den^s- toeleg; maar zy werden, door de kleine Haarlemfche Galei en eenige ponten, op de vlugt gejaagd, een damlooper in den loop laatende, daar't vuur inkwam, 't Volk, dat 'er op was, kleefde 'er meeft: de ove- rigen werden by de Fuik opgehangen. Daar- na, was men bedagt op een gemakkelyker middel om in de Meer te komen. De Graaf van Boffu deedt den Overtoom aan den Hei- ligen Weg, een half uur van Amfterdam, opdelven, en bragt 'er, den zesentwintigften, eenige fmakzeilen door. Tegen deezen zeil- den en roeiden de Haarlemmers in; doch zy hielden zo liegt eene orde, dat eene hunner galeijen, lang vierentagtig voeten, te ver voor uit gezet zynde,van vierofvyf Amfterdamfchen omringd en overweldigd werdt. Maar Jakob Antoniszoon, die over de Haarlemfche Vloot geboodt,federt,ge- naderd, dreef de Amfterdammers te rug, heroverde en bemagtigde de galei, en won 'er een karveel by, daar al dood geflaagen werdt, wat 'er op was, behalven een edel- man van Leuven , en twee anderen, die gevangen bleeven. De Amfterdammers, die den toevoer naar Haarlem te water zog- ten te hinderen, kreegen het dus, door- gaands , te kwaad (/). De Prins van Oranje,peinzende,van zy-Son"3'
ne zyde, op het afmyden van den toevoer nee"|jj5' te water en te lande naar 't Leger voor Haar- dc%K lern, beval Sonoi, in 't begin van Maart, ?f i/„ dat hy zig meefter zou fragten te maaken ve'fl*!, van den Diemerdyk, tulfchen Amfterdam A"1^ en Muiden, zig verfchanfende byJaaphan-dalB' nes of Ypefloot, van waar hy den toevoer van boven, beide te lande en te water, be- letten kon, mids beheerende, ter eenerzyde, het Y, en ter andere, de Diemermeer, die tot in den Amftel en aan den Utrechtfchen wagenweg ftrekte. Hy fteekt dan over uit Waterland, met agthonderd foldaaten, en eenige delvers, neemt, den twaalfdenMaart, fchielyk den dykin, flaat eene fluis aanftuk- ken, maakt, wat verder, een ander gat met de fpaade, en verfchanft zig tuffchen beide: waarna hy in perfoon naar Edam keerde, om de fchans van nooddruft te doen voor- |
|||||||||||||||||||||||||||||
Amfter-
dam ver- maant Haarlem tot on- derwer- ping. 1573-
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Amfter-
dam" wordt Moord- dam ge- noemd. Men
vleit al-
daar Al va en de Span- I aards. |
|||||||||||||||||||||||||||||
Gekwet-
11 e Span-
jaards
her-
waards
gebragt.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Scheeps-
|
|||||||||||||||||||||||||||||
zien
|
|||||||||||||||||||||||||||||
(l) HOOTT VI. Boek, il- 304.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
VIII. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
32p
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
nauw, boven gemeld, en heeft het ongeluk i^yo,
gehad, dat hy, ongewapend zynde, van een Spanjaard doorftooten geworden is (4). Zyn Zoon, Pieter, die, naderhand, Schepen Wakker- en Raad te Amfterdam geworden is, bereik- heid van te, ten tyde van 't beleg, naauwlyks agt-Pieter- tien jaaren ; doch hadt , als Vendrig der Burgerye, deel aan menig krygsbedryf. Hy was zeer afgeregt op de handeling van 't geweer, met naame van het doelroer, en zo willig naar de wallen, dat hy'er dikwils de maaltyd deedt, zig vergenoegende met het gene hem, door^zyne Moeder, Aeg- je Hoos , Dogter van Pieter Hoos, nevens kruid en lood, werdt aangebragt. Nu fpan- de hy aan met zynen broeder, Nikolaas, en eenige jongelingen , die gezamenlyk eene galei bemanden, en naar de fchanfe roei- den ; doch zy vonden, tot hun leedwezen, 't werk reeds te ver gevorderd: en alzo hun de gelegenheid, om naar Haarlem te keeren, afgefneeden was, begaven zy zig naar de Kaag,daar de StaatfcheVloot toen verzameld werdt. Pieter Haflelaer trok, kort hierop, Hy naar Leiden, daar hy, hebbende 't hert by brengt, zyne maagen te Haarlem, ook weinig teer- met gelds over, en geen' onderftand gevonden f°v0a[r by een' Predikant, dienogtans byzyneMoe- brieven der dikwils ter fluik gehuisveft en mildelyk van ge- onthaald geweeft was; zynen dienfl uitboodr, |tr.1St om zekere brieven van gewigt naar Haarlem Haarlem, over te brengen. Men vergde hem eenen eed af, dat hy, die, betrapt wordende by den Spanjaard,toch zou moeten fterven,in zulk een gevaar, de brieven, die in een bo- den koker ftaken, in 't water werpen, en zig zelven eerder van kant helpen zou, dan zig door pyn uit den hals laaten haaien, waar 't gezonken fchrift fchuilde. En heeft hy zelf, naderhand, aan Hooft, die dit fchryft, betuigd „ niet te weeten, hoe hy, „ in't nypen van den nood, te moede, ge- „ weeft zou zyn; doch te meenen, dat hy „ 't eerder volbragt dan nagelaaten zou heb- „ ben." Doch de reis liep gelukkiger af. HafTelaer geraakte, deels te voet, deels met zwemmen, tuflchen 's vyands wagten door, en verrigtte zyne boodfchap (q). De Staatfche Vloot kwam, den agten-Neder-
twintigften May, van omtrent de Kaag, af jjjjjf der op de Spaanfche onder den Graave van Bos- fchenop ft, de Meer.
U) HoeïT VIII. Boek, il. 3ii, 313.
(4) Hooft gewaagt hiervan , in deeze woor-
den zyner Lykklagbte over Pieter Dirkszoon Hasselaer, in de verfcbeide Dichten, bl. 236 te vinden. Uw wel manbaftigb'arm beeft ieder baafl doen weten,
Dat u geßampt fiaat in 't gemoedt, end' is vergeten De deerelyke dood van uwen Vaader niet, Dien ongewapent zynd\ een Spaanfib Lanfier doorfliet, Meteen' auetjuur,die inuw hart zal eeuwige bloeden, V V 2 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
J573. zien (m). OndertufTchen, hadt hy den voet
naauwlyks op den dyk gezet, of men hadt 'er te Amfterdam de lugt van. De Vroed- fchap werdt vergaderd, en daar beflooten 3, 'den Graave van Bofïu kennis te geeven ,, van 't voorneemen der muitelingen, om „ den dyk te Ypefloot door te ileeken(w)." Ook hieldt men naauwkeuriger wagt in de Stad (0). Doch hierby bleef het niet. Men zondt, terftond, meer dan twintig Water- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
ne Am-
|
fchepen, gewapend met buffen en gootelin-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
gen, derwaards. 't Bootsvolk van Sonoi,
hiertegen niet opmogende, week onder 't gefchut der fchanfe, agterlaatende twee ga- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
lien
|
leijen, die den Amfterdammeren in handen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
vielen. De fchans werdt, naderhand, van
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
ver-
|
vier zyden, aangetafl. In 't wellen met grof
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
ste
|
n.
|
gefchut en drie vendelen knegten, in 't oos-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
ten met één vendel, langs den dyk: uk het
Y,met fchepen; uit deMeer,metfchuiten, die allen wel bemand en voorzien waren. De bezettelingen weerden zig wakkerlyk, tot dat Sonoi, met veertig fchepen, in aller- yl verzameld, de Amilerdammers deinzen deedt.Doch deezen, eenige razeils tehulpe gekreegen hebbende , deeden , op hunne beurt, de Sonoifchen wyken. Sonoi zelf redde zig ter naauwer nood uit hunne han- den. De bezettelingen ruimden toen de fchans, des nagts na den agttienden Maart, en vielen in de groote galei van Hoorn en in eenige krabfchuiten, die, gedeeltelyk, door de Amilerdammers, bemagtigd wer- den. De overigen bereikten den Waterland- fchen wal, daar Jan Taamszoon Schaft, in 't gezigt der Amfterdammeren , die hem vervolgden , de Hoornfche galei in den grond boorde, eer hy aan land tradt. Sonoi egter, in 't kort, meer dan tagtig zeilen te Edam byeen gekreegen hebbende, jaagde de Amilerdammers van 't Y, en tot binnen de paaien hunner haven (/>), daar zy,nog- tans, maar weinige dagen vertoefden. De Graaf van Boflu hadt, den negenen-
twintigften Maart, den hoogen Spaarnedam- merdyk by 't Huis ter Hart,ten halven we- Se tuflchen Haarlem en Amfterdam, doen doordelven; en voerde 'er toen eene Vloot door in de Meer van drieëndertig Amfter- damfche fchepen en zeven galeijen. Hy 0ndernam, terftond hierna, om de Fuik te «uiten en de Vloot te dekken, eene fchans op te werpen, waarin hem twee jongelingen, mieter en Nikolaas Dïrkszoonen HaJJelaer en ^°ige anderen beftonden te hinderen. De i/der van deezen twee, Dirk Simonszoon Weker, was een eigen broeder van Ke- (,\ , '"■ Vioeclfch. N.z. iz Maart kj%. f. z^tvêrfi.
\r) JioR VI. £QtKt iL jMi [+37#]
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
u
|
ei,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
A MST E R D A M S
|
||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
330
|
||||||||||||||||||||||||||||||
1573»
|
||||||||||||||||||||||||||||||
'er naauwlyks tien behouden in de Stad te-
rug kwamen (z<). Kort 'hierna, werdt Ba- tenburg egter genoodzaakt ,,de fchans te Ou- derkerk te verlaaten. De toevoer naar 't Leger voor Haarlem
bleef, ondertuflchen, vry, zo langde Am- fterdammers meefter bleeven van de Die- mermeer , en van de vaart, die, uit de Vegt, door Weesp en Diemen, in dezelve liep. Men zogt dan, van de Staatfche zyde, de Vegt boven de vaarte te fluiten; doch dee« ze toeleg mislukte. Maar terwyl de toevoer naar 't Leger open bleef, werdt de bele- gerde Stad, daar veel te weinig inkwam, geprangd, door een' byfteren hongersnood, die, eindelyk, alzo alle poogingen tot ont- zet kwalyk uitvielen, te wege bragt, dat men zig, den tienden July, op genade en ongenade overgaf. Een groot getal van Ste- delingen werdt toen door beuls handen om- gebragt. De Burgemeefters, eri onder dee- zen ook Pieter Kies, gevangen gezet (V). Naar Pieter Dirkszoon Haifelaer werdt ook gezogt, daar hy over tafel zat. Doch men taftte zynen Broeder Nikolaas, die van ver- flaagenheid fchreide, in zyne plaats aan: waarop hy, zig zelven ontdekkende, zeide, zo gy den Vendrig zoekt; laat deezen los, ik ben het Qw). Hy werdt egter haaft op vrye voeten gefield. Wy zullen terftond zien, by welke gelegenheid. De Hertog van Alva hadt zig,federt ee-
nigen tyd, te Amfterdam, opgehouden, om den oorlog tegen de afgevallen Steden van Holland te beftieren. Men vindt, dat de Raad der Stad,in Auguftus, befloot, hem, by zyne aankomft, de fleutels der poorten aan te bieden (.v). Zyn toeleg was , die van 't Noorderkwartier, genoegzaam mees- ter van de Zuiderzee, te water en te lande, te bedwingen. Terwyl Don Fredrik dan Alkmaar te lande belegerde, zonder zig van de Stad te können meefter maaken, doet hy, te Amfterdam, twaalf groote fchepen en zes jagten ten.oorloge toeruften. Met dee- ze Vloot, loopt Boffu, den twaalfden Sep- tember , van de reede der Stad; doch kon, dien dag, mids den fterken wind, niet over de wrakken komen, die de Noordhollanders gezonken hadden, om hem 'tYte floppen. Den dertienden, maakte hy zig egter ruim- baan , eenige Noordhollandfche fchepen , die hem in den weg lagen, doende wyken tot aan 't Pampus. Hy overmeefterde eerft eene fchans te Schellinkwoude, en daarna byna alle de Staatfche fchanfen in Water- land. |
||||||||||||||||||||||||||||||
fu, die hier eene merkwaardige overwinning
op dezelve behaalde. De Staatfche fchepen werden, in 't wyken naar de Kaag en oude Wetering, -nagezet door 's Graaven Stede- houder Boshuizen, die 'er een overzeilde en twee-entwintig bemagtigde. Doch 't mees- te volk, overboord gefprongen zynde, zwom aan land (r). De Prins van Oranje, ziende de Spaan-
fchen meefter van. de Haarlemmer Meer, hervatte den aanflag om hun den toevoer naar 't Leger af te fnyden, door 't bemag- tigenvan den Diemerdyk, by Amfterdam. Sonoi hack dit reeds wederom ondernomen, in 't begin van May; doch was 'er in belet door de bezetting en burgerye der Stad, die, in merkelyken getale uitgetrokken, den ze- venden, op den Amfteldyk, omtrent den snond der Diemermeer,in een heviggevegt geraakt waren met de Sonoifchen, hen van den dyk gejaagd, en vry wat buks op hen behaald hadden (V). Doch in 't begin van Juny , werdt de toeleg hervat. De Amfter- dammers hadden nu de fchans, door de So- noifchen, op den dyk, by Meerhuizen, aan- gelegd , verder geflerkt (£), en zy was aan Hopman Snater, die twee vendelen kneg- ten onder zig hadt , te bewaaren gegeven. Doch Sonoi wierp, 's nagts na den tweeden Juny, agthonderd man, tullchen Amfterdam en deeze fchans, op den dyk, doorgroef dien, zonder merkelyk verlies, en verfterkte'er zig metzesfchanfen, die hy, tot na 't overgaan van Haarlem, inhieldt. Maar van de Diemer- meer, daar de Amfterdammers vyf galeijen en eenige kleine fchepen en fchuiten ophiel- den , kon hy geen meefter worden, gaande zyne vaartuigen te diep, om daar te können vlooten naar behooren, en zynde zyn boots- volk onwillig, om, met ongelyke kans, op de Amfterdammers los te gaan. In een der gevegten op de Meer, geviel nogtans, dat de kleine Hoornfche galei, die de Amfter- dammers , fpotswyze, de Wortelfchuit noem- den , pogchende dat zyze binnen hun boord zouden overhaalen; de nieuwe groote Am- fterdamfche galei aantaflte, overmeefterde, en eerft binnen de fchanfe, en daarna te Hoorn opbragt. Te Ouderkerk aan den Am - ftel, lag, tegen de hoogte van't Kerkhof, Ook eene Spaanfche fchans. Doch zy be- lette Jonkheere Willem van Batenburg niet, dat hy zig,déri tienden Juny,daaromtrent, insgelyks, verfchanfte. De Amfterdammers, den volgenden dag,.zynde uitgetrokken om hem teverjaagen, vielen in eene hinderlaa- ge, en werden zo geheellyk geflaagen,dat (r) Eor VI. Hoek, il. 32». [«<?.] Hooït VIII. Beek,
il. 31«. (s) Keutb. G. ƒ. 92. (t) Refol. Viocdfch. iV, 2, II May 1573. f. 3*7 vtrfi. |
||||||||||||||||||||||||||||||
■Ï573-
|
||||||||||||||||||||||||||||||
mXtt
over- ■
|
||||||||||||||||||||||||||||||
De Am-
fterdam- mers dry ven So- noi , an- dermaal , van den Diemer- dyk. |
||||||||||||||||||||||||||||||
gal-
gen. |
||||||||||||||||||||||||||||||
Hy be-
magtigt dien ein delyk. |
||||||||||||||||||||||||||||||
ol
|
||||||||||||||||||||||||||||||
V!"1
uitf |
||||||||||||||||||||||||||||||
Degroo-
te Am- damfcbe
galei wordt ge- nomen. |
||||||||||||||||||||||||||||||
Neder-
laag der Amfter- dammers by Ou- derkerk, |
||||||||||||||||||||||||||||||
(s)BOR VI. Beek, il. 322, [+39.] PONTANUS Liir. l>
G-ap. IX. p. 61. (v) BOR VI. Boek, il. 323. [+40.] (w) HOOFT VIII. Boek, il. as. \x) Refol. Vioedfch. N, z. i Aug. ij73. ƒ. %%$, |
||||||||||||||||||||||||||||||
VIII. Boek.
|
|||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||
331
|
|||||||||||||||
5'3- land. Toen, vernoemende dat die van
Noordholland zig flerker toeruflten te wa- ter, keerde "hy naar Amfterdam, om zyne Vloot van gelyken te doen verfterken. Hy bragtze, in 't kort, op dertig zeilen , zo groote als kleine, en voerde zelf een fchip !5ta van twee-endertig ftukken, de Inquifitie ge- ^lu\ naamd- Op den derden Oclober, ligtte hy ^zee* 't anker voor Amfterdam; doch geraakte, mids den geweldigen wind, eerft den vyf- den? over 't Pampus. Toen zet hy 't aan op de Noordhollanders, van zins om hen met fchieten te overweldigen, zonder te ko- men tot aanklampen of enteren, waarop zy meeft gezet waren. Tot op den elfden, viel 'erniets byzonders voor,dan dat twee van Boffus fchepen aangetaft werden, en een derzelven, gevoerd van Hopman Schuilen- lourg, Zwaager van Boshuizen, overmees- terd. Doch toen klampten de Noordhol- landfche Admiraal, Kornelis Dirkszoon van Monikendam, en Hopman Pieter, Bak van Hoorn Boffus fchip ter wederzyde aan boord. Twee anderen kwamen hem voor de boeg en agterfteven leggen. Doch't laatfte werdt, eerlang, genoodzaakt af te houden, terwyl Boffus'Tchip , voortdryvende met de drie anderen, agter de Nek by Wydenes aan den grond raakte. Een groot Konings fchip, geheel lek gefchooten, en vyf kleineren, die ook waren vaftgeraakt, hadden zig reeds moeten overgeeven, waarop Jan Simonszoon Rol, Boffus Onder-Admiraal, met de ove- rigen , tot over 't Pampus, en 's anderen- V. daags tot voor Amfterdam geweeken was. V1 Boffu hadt zig, midlerwyl, den gantfehen ty\e|f * nagt, wakkerlykgeweerd metfehieten; doch \ op den middag van denvolgendendag,be- flooten , zig gevangkelyk over te geeven aan den Admiraal Kornelis Dirkszoon, den Hopman Nikolaas Ruikhaver, en den ge- weldigen Provooft Joachim Nieuwvink, be- dingende het lyf voor al de zynen; voor zig zelven, daarenboven, eene Graaflyke ge- lï^, vangenis, die hem te Hoorn werdt toege- jjiig vs" ftaan (y). Veelen zyner medegevangenen j^tej"11 Werden, naderhand, uitgewiffeld tegen de 4^ te «urgers, die te Haarlem in hegtenis zaten; \er' ^aarover Burgemeefter Kies, op zyn woord Van eer geflaakt zynde, te Amfterdam, met francois Verdugo, gehandeld hadt. Ook ,adt hy, in zyne handeling, groote zwaa- rheid ontmoet, willende Alva, in 't eerft, Inet hem, en al zyne medegevangenen ter §alge. Doch Verdugo en anderen vertoon- en hem „ dat zy t'avond of morgen gelyk » *°t te wagten hadden, en liever den dienft » ^uden nederleggen, dan, behalve voor |
|||||||||||||||
„ kling en kogel,ook voor den ftrop bloot 1573.
„ ftaan." Waarop de Hertog zig hadt laa-H en ten verbidden , en gedoogd , dat Kies eniiüiTdaar de andere Haarlemmers, tegen eenige ge-worden vangenen op de Zuiderzee, werden verwis-Seflaakc* feld (s): en by deeze gelegenheid, fchynt Haffelaer ook vry geraakt te zyn, fchoon Hooft zulks, in zyne Hiflorie,niet klaar- lyk heeft aangetekend (5). Boffu zelf bleef nog, tot in 't jaar 1576, in hegtenis. In't belegerd Alkmaar, hadden zig drie Dirk
Hópluiden bevonden, en daaronder ook Dirk Duivel Duivel van Amfterdam, die, oordeelende,en'^ee dat de Stad niet te houden zou zyn, voor- befchul- geflaagen hadden, of't niet geraadenware, digd en dat men dezelve verliete, en zyn leeven vryge- bergde. Over het doen van deezen voor- fi)roken* flag, werden zy, nadat de Stad van 't be- leg verloft was, in hegtenis genomen, en te regt gefield. Doch zy bragten zulke ge- tuigeniffen by in hun voordeel,dat zy, den vierden December, uit de gevangenis ont- flaagen, en in hunne eer ongekwetft ver- klaard werden (V). Amfterdam hadt zig, ten deezen tyde,De
met het zorgen voor de betaaling van 's VroeJ- Konings Krygsvolk te water en te lande (£), JmfJ3'1 met het zenden van lyftogt en arbeidsvolk dam tragt naar 't Leger voor Haarlem, met het be- eenige vorderen der uitruftinge van Oorlogsfche-"ic:u^e pen, met het wederftaan der muitelingen, J™teJ gelykze hier genoemd werden, en in ande- verwer« re opzigten, zo loffelyk gekweeten, in 't ven. oog des Hertogs van Alva, dat de Vroed- fchap , eerlang , te raade werdt, eenige nieuwe Privilegien te verzoeken ten Hove, ter belooninge van de getrouwheid der Ste- de; en onder anderen „ kwytfcheldingvan „ Beden , voor den tyd van vyfentwintig ,, jaaren; vryheid van tollen door al'sKo- „ nings Landen; vryheid van den Stapel te „ Dordrecht; vrye laading voor de Am- „ fterdamfche fchepen in Spanje; uitbrei- „ ding van der Stede Vryheid tot vierhon- „ derd roeden buiten de oude Vryheid, en „ dat alle fchepen, 't Marsdiep, 't Vlie „ of over 't Wad inkomende , gehouden „ zouden zyn, te Amfterdam, of in eenige „ andere beflooten Stad, laft te breeken, „ ten
(z) Hooft vin. Boek, tl. 337, 338.
ia) Bok VI. Boek, tl. 3 37- [.4-S7-J
(t) Keutb. G. ƒ. 87. Refol. Vroedich. N. 2. 9 Maart IJ73-ƒ. 238. (s) Maar in zyne Lykklaght over PieterDieks-
ZOon Hasselaer, onder zyne verfcheide Dich- ten, bl. 236 te vinden, bedient hy zig van deeze woorden: O overedel hart ter ware deught genegen!
Wel, tegens eenen Graaf, mogbt u 't geluk opwegen; Noch deed het u te kort, als 't om te lojjen u, In handsn vallen deed den Admiraal Bojju. Vv3
|
|||||||||||||||
(y) bor
|
|||||||||||||||
VI. Betk, tl. 330. [4Jo.} ds. [4JJ] <«s.
|
|||||||||||||||
AMSTERDAMS II. Deel.
|
|||||||||||||||
33*
|
|||||||||||||||
zig, hier ter Stede, gefteken hadt,befloot *57'3'
hy, heimelyk te vertrekken; en hebbende zyne^n met de trompette doen aankondigen, dat ^gta*" elk, 's anderendaags, om zyn geld kon ko- jen. men, vertrok hy, 's nagts te vooren, zon- der iemant te betaalen: waardoor ook ee- nigen van de rykftegeflagten, die hem meer • dan 't hunne geborgd hadden, zo behoef- tig gemaakt werden, dat vrouw en kinde- ren, om aan 't brood te komen, om eene geringe daghuurmoeftengaan werken.'Ook getuigt H o o f T, die dit verhaalt „ dat hy „ eens Burgers Zoon gekend heeft, die,na „ veel vervolgs om zyns Vaders agterwe- „ zen, by de Spaa'nfchen niet dan een Ven- „ drigsplaats verworven hebbende, nader- „ hand, in Flolland gekomen, om tegen „ zekere zyne maagen te pleiten, fchoon „ hy 't geding won , zig zo beflommerd „ vondt met de langduurigekoften, dathy „ zig,uit mistrooftigheid, op de uitgewon- „ nen hofftede verhing (z*)." De Regeering van Amfterdam vondt, kort na 't vertrek des Flertogs van Alva, geraaden,hem drie Afgevaardigden na te zenden (&), met oog- merk , naar 't fchynt, om hem te vermaa- nen tot het voldoen der gemaakte fchulden. Doch na dat Requefens, den agttienden No- • vember, te Bruflel ingehaald was, verliet Alva de Nederlanden , en zyne fchulden bleeven onbetaald. Hy hadt, in de Lente ps ^f deezes jaars, nog een Verdrag weeten tede'V treffen met de Koninginne van Engeland, ^Jt^ waarby de Koophandel tuffchen dat Ryk en ^0$ de Nederlanden, die federt eenigen tyd ge- 0pe»' ftremd geweeft was, wederom vry gefteld werdt. Den ingezetenen deezer Stede werdt hiervan, by eene afkondiging van den eer- ften May, kennis gegeven (/). ., De Regeering van Amfterdam verzuimde A^/'
niet, by den nieuwen Landvoogd, aan te &^t houden om de Voorregten, die zy van zy-ggU' nen Voorzaat niet hadt können verkrygen. ^dKf En 't leedt flegts tot den tweeden Decem-wa3^ ber, wanneer haar drie open brieven ver- ^°' leend werden, twee op den naam des Land-tS voogds , die , flegts by voorraad, en op het welbehaagen des Konings, gegeven wa- ren, en een op 's Konings naam. By de twee eerften werdt „ de Vryheid der Ste- „ de, vierhonderd roeden buiten de tegen- „ woordige vryheid, uitgebreid (m), en de „ Keure der Hertoginne van Parma op de „ namaagfehap onder de Regenten te niet „ gedaan («)." En de derde, op 's Ko* nings
(ij Hooft VIII. Boek, 61. 339.
(k) Refol. Vroedfch. N.x. 9, 12 Nivtmb. IJ73. ƒ.2«* 267- (l) Keurb. G. ƒ. 89 verfi.
(m) Oude Kerke, Leade XXXIII.
(»J.II. Frivilegieboek , ƒ. 5t,
|
|||||||||||||||
„ tenware de Schippers, met ongebroken
,, lall,wederom wildenuitvaaren(f)."Men wilde , wyders, verandering te wege bren- gen, in de Keure, door de Landvoogdes- fe, Vrouwe Margareet, in den jaare 1565 gemaakt, op de verkiezing der zesendertig Raaden, die door eenige Burgers verwor- ven was, en , gelyk men 't nu begreep, met de oude Vryheden en Voorregten ftreedt (//). Men befloot ook, te verzoeken „ dat de „ Overtoom, die onlangs doorgedolven „ was , mögt opengehouden worden: op „ dat de ingezetenen van Amfterdam, daar- „ door, naar Gouda, en voorts naar Ant- „ werpen en elders, mogten können vaa- 5, ren, zonder dat zy Haarlem behoefden „ aan te doen (e)." En de Stad hadt, in- derdaad , reden om eenige nieuwe Voorreg- ten te begeeren, al ftrektenze fchoon tot nadeel van eenige afgeweeken Steden. De Prins van Oranje hadt, den negenden Februa- ry deezes jaars, op 's Konings naam, aan Enkhuizen, welk in 't voorleeden jaar zyne zyde gekooren hadt, het regt der Paalkifte toegeftaan (ƒ), welk, van ouds, door Am- fterdam, bezeten, en aan deeze Stad, in 't jaar 1452, door Hertoge FilipsvanBour- gondie, beveiligd geworden was (g): waar- by zy merkelyk benadeeld werdt. 't Was dan niet zonder reden, dat zy eenige nieuwe gunften ten Hove zogt te verwerven, 't Ver- blyf destlertogs te Amfterdam, daar hy zyne herberg genomen hadt in 't huis van Doornik, in de Warmoesftraat over de Paapenbrug- fteeg(è), gaf derWethouderfchap bekwaame gelegenheid, om hierop by hem aan te hou- den. Doch het verlies van den flagop de Zui- derzee, het opbreekenvan 't beleg van Alk- maar,het dringen op't inneemen van vreemde bezetting, en allermeeft de tyding, dat Filips Don Louis de Reqiiefens tot Alva's opvolger benoemd hadt, was oorzaak, dat deagting voor den Hertoge, en 't vertrouwen op zyn aanzien by den Koning, merkelyk gedaald waren, zelfs te Amfterdam, daar hy tot zo verre verfmaad werdt, dat zyn beeldtenis, welk , by de voornaamfte Spaanfchgezin- den, in de befte vertrekken, te pronk plagt te hangen, nu in eenen hoek verfoeid lag, of in de afzigtelykfte plaats van 't huis ge- raakte. Hy kreeg de lugt haaft van den haat, dien hy zig op den hals gehaald hadt: en, vreezende voor eenigen oploop, ook uit hoofde der zwaare fchulden, waarin hy (c) Refol. Vroedfch. N. z. *« 7»»?» IO» i"ï July, s
Aug. 157?. ƒ. Z5I verfi z%z, 25* wrf° > 1SS- (d) Refol. Vroedfch. N. z. IJ»> 2l Au&- 1S7i-f. z%6
ver/i, 257. (e) Refol. Vroedfch. N.i. \c,tzzAug. IJ7J./.2J« v«r/j.
(ƒ) Handv. van Enkh. hl. 90. (g) Zie II. Deel, III. Boek, tl. 1*2.
(/>) Zie M. I9K8ENS Amft. tl, 30S AanU
|
|||||||||||||||
1573-
|
|||||||||||||||
De Prins
van O- ranje
geeft Enkhui- 2en het regt der Paalkis- te. |
|||||||||||||||
Alva
raakt in kleinag- ting te Amfter- dam. |
|||||||||||||||
Hy ver-
trekt hei- melyk ter Stad uit, zonder |
|||||||||||||||
GE SCH IE DENISSE N.
|
|||||||||||||||||||||||||
VIII. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||
333
|
|||||||||||||||||||||||||
ren het genomen fchip, welk, fchoon reeds IS7*
in brand gefteken, behouden te rug gevoerd werdt O). Kort te vooren, hadt de Vroed- Zorg fchap van Amfterdam beilooten , doortoot voor de door de Stad te verkenen aan de Ruiters verze". van Maarten Schenk; doch by niet meer dan der'sta'tf honderd te gelyk (u). Men droeg thans naauwe zorg voor de verzekerdheid dei- Stad, ten welken einde, niet alleenlyk eene fchans by de Leproozen fchynt opgewor- pen («)); maar de vierhonderd Stads fol- daaten ook met driehonderd vermeerderd geweeft te zyn (V). Wyders, werdt vaftge- fteld, geene ballingen of voorvlugtigen ter Stad in te laaten (v). Kornelis de Flamink en anderen, die't, in 't voorleeden jaar, reeds verzogt hadden, was hun verzoek af- geflaagen (z): 't welk, den eerften January des jaars 1575, ook omtrent Herman Roo- denburg den Jongen gefchiedde (V). De gevlugtte Amfterdammers waren dan De Ryk,
in de noodzaakelykheid gebragt, om hun nu Admi'- lot te beproeven buiten de Stad hunner ge- ™al va« boorte of voorig verblyf, en hadden, nu en Wor(j^e_ dan, te worftelen met de gevaaren en ram- vangen. pen des binnenlandfchen krygs. Jakob Si- monszoon de Ryk, nu Admiraal van Veere, was, in 't voorleeden jaar, in eenen ver- geeffchen aanilag op Thoolen, gevangen ge- nomen door de Spanjaards, en eerft naar Antwerpen, voorts, naar 't Slot te Vilvoor- den gevoerd, daar hy zes weeken zat. Toen bragt men hem over naar Gend, daar hy nog eenige maanden bewaard werdt. Mid- lerwyl, liep te Amfterdam 't gerügt vanzy- nen dood, en zyne Huisvrouw zag zig, ee- nen geruimen tyd, aan als Weduwe. Maar Poogin- onder de Staatfchen, die thans in Zeeland gen om de overhand hadden, bevondt zig een Am- |ie? te fterdauimer, Alben van der Graft genaamd,loffen* Neef van de Ryk; die', hebbende een Vlie- boot op eigen koften uitgeruft, deel hadt aan den Scheepsftryd by Reimerswaale,in 't begin deezes jaars, waarin de Staatfchen de overwinning behaalden. Geduurende het gevegt, hadt hy zig meeft bevlytigd, om eenige Spaanfchen in zyn geweld te krygen, waartegen hy zynen Neef, de Ryk, zou mogen lollen. Ook vielen hem eenige vyan- den in handen, die, gevraagd of zy kans zagen om de vryheid van den Admiraal van Veere te verwerven , en geenen moed daar- toe hebbende, overboord geworpen, of op eene
(u) VELIUS Hoorn, hl. 238. _
(v) Reibl. Vioedfch. N. »• z* May IJ74. ƒ. 273 vtrfi.
(vS) Rcfol. Vioedfch. N. *■ " Maart U74- ƒ. 270. (x) Refol. Vioedfch. N. 2. n Aug. 24 Nn. x Dec, 1;?^ f.hs ™rfi> V* verJi" 119 mrf°'r,
(y) Refol. Vioedfch. N. I. 27 Juny IJ74./. i74.
(z) RefoJ. Vioedkh. JV. 2. isbept. 1573./. 262. (a) Refol. Vioedlch. //. 2. 1 "Jan. jS7s, ƒ, 2%ï v„ßm |
|||||||||||||||||||||||||
nings naam, beveiligde de uitbreiding van
der Stede Vryheid tot op vierhonderd roe- den buiten de tegenwoordige (o). De laat- fte Brief, die, zo wel als de twee anderen, nooit gedrukt geweeft is, vervat eenige by- zonderheden, de gefchiedeniiTen deezes tyds betreffende; waarom wy dien onzen Leeze- ren,hier agter, onder de Bylaagen (p),wel hebben willen mededeelen. Op den twaalf- den Maart des volgenden jaars, werdt den Burgeren en ingezetenen van Amfterdam ook, op 's Konings naam, verlof verleend om door alle de Landen zyner Majefteit graanen en andere leevensmiddelen te mo- gen voeren, zonder ergens onder weg markt te houden, ofeenigen tol fchuldig te zyn (q). Doch de Stad hadt niet lang genot van deeze nieuwe Voorregten, gelyk wy wel haaft zien zullen. Wat de vryheid van 't Stapelregt te Dordrecht en andere Privile- gien aangaat, welken men nog voorhadt,in Spanje, te verzoeken; de Vroedfchap be- floot, eerlang, met dit verzoek {til te zit- ten (>). En federt veranderden de tyden zo zeer, dat 'er in 't geheel niet meer om kon gedagt worden. De kryg werdt, van de Spaanfche zyde,
flaauwer voortgezet, na de aankomft van Requefens. Middelburg ging, in February, over aan de Staatfchen. En fchoon de Spaan- fchen, in April, den flag op de Mookerhei- de wonnen , waarin Graaf Lodewyk van NalTau omkwam, belegerden zy Leiden lang vergeefs. Amfterdam hadt, zo ver my gebleeken is., geen ander deel in dit beleg, dan dat men, van hier, in Auguftus, vier galeijen uitzondt, om de Kaager Meer te bezetten (s). Het zonderling ontzet van Leiden, op den derden Oclober, gaf der Staatfche partye nieuwen moed, die aan- wies, na dat zy,in dit jaar, van den Spaan- fchen kant, tot handeling was aangezogt. Omtrent Amfterdam , viel weinig te doen.
De Heer van Cbevreaux overmeefterde de fchans te Ilpendam; doch ftiet, naderhand, het hoofd voor Purmerende, daar wel twee- duizend Spaanfchen fneuvelden (O- In May- maand, zeilden de Amfterdammers, met twaalf Waterfchepen, tot voor Hoorn, en fleepten een fchip met graanen van de ree- de. Doch die van Hoorn, de Inquifitie,het fchip, dat met Boflu veroverd was, en hier nog by 't hoofd lag, uit de laag gehaald hebbende, voegden 'er eenige Waterfche- pen by, en ontjaagden den Amfterdamme- ' l°\ °ude Kerk, Laadt XXXIII.
lr)RpnKe*c- W.-XVIIT. |
|||||||||||||||||||||||||
'573.
|
|||||||||||||||||||||||||
rS?4.
|
|||||||||||||||||||||||||
S
Nt Uiteen
|
|||||||||||||||||||||||||
te
|
|||||||||||||||||||||||||
"«2
|
ette
|
||||||||||||||||||||||||
n.
|
|||||||||||||||||||||||||
VS
|
|||||||||||||||||||||||||
L
|
|||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS II. Deel.
|
||||||||
334
|
||||||||
„ en den Vaderlande dien dienft te doen." i57^*
Doch zig nader bezinnende, verklaarde hy zig onwillig om in een' zekeren dood te gaan , zonder vooraf zyne Huisvrouw en kinderen verzekerd te zien van zesduizend guldens, door hem, ten dienfte der gemee- ne zaake, verfchooten: eene groote fom ten dien tyde, en voor welke men aanboodt, hem een Graaffchap in Schotland te bezor- gen. Hieromtrent dan vergenoeging ont-Hy tf vangen hebbende, gaat hy op reis, en dringt bre«^ Mondragon tot het voldoen aan zyne ver- ^jfegV bindtenis, die, eindelyk, antwoordde „ dat §Q en „ men Aldegonde flaaken, of dat hy ietnogJr'e „ beftaan zou, waarvan 't gantfche Landande^, „ zou gewaagen." Welk dreigen zo veel^0^ klem hadt op den Landvoogd, dat hy Al- J^i^ degonde en de drie anderen, eindelyk, in vryheid ftelde (b). Amfterdam hadt, gelyk uit het voorig Am^s
gedeelte deezergefchiedeniffe gebleeken is, dam■ v voor 't ontftaan van den inlandfchen oorlog, e^"di^ het grootfte gedeelte van de Vaart enHan-aan A" del op het Noorden en de Ooftzee ingehad: Ha^e' doch na dat de meefte Steden van Holland, Stede' in 't jaar 1572, de Spaanfche zyde verlaa- ten hadden, zogten deezen, door middel van den Prinfe van Oranje, te wege te bren- gen, dat de Deenen en Oofterlingen den loop huns handels van Amfterdam naar Hoorn, Enkhuizen, en de Steden daarom- trent , of in de Maaze naar Dordrecht over« bragten (e). Maar het aanzien van den Prins was -niet groot genoeg buitens Lands, om zulk eene verandering te bewerken. Amfterdam fteunde ook zo zeef op het oud Verbond met de Hanze-Steden, dat de Stad, in den aanvang deezes jaars, Jan Pyl, Wy. bout van Gisp en Even in 't Marsgen afvaar- digde naar de Ooftzee, om onderftand te- gen 's Konings weêrfpannelingen te verzoe- ken (d). Doch de uitflag deezer bezendin« ge vind ik nergens aangetekend. $ In September, werden hier drie vendels TÖC
knegten op veertig vaartuigen gefcheept, *f$$\ die een'togt ondernamen naar Monikendam, 1$ >f daar zy aan land traden, en de beerten uit wU> de weide meenden te haaien. Doch de Mo- Kel1 nikendammers floegen hen op de vlugt.Ee- nigen raakten behouden aan boord; ande- ren werden in 't water gejaagd, veelen ge- dood. Na 't opbreeken van 't beleg van Leiden , kwamen de Spaanfche knegten, in grooten getale, herwaards afzakken (in- trekkende, doorgaands, de Stad voorby, naat
(i) HOOFT VIII. Beek, il. 3U. U. Buk, U. 347»
349» 3Jo, 351. (t) BOR VI. Boek, il. Ï83. [387.]
(d) Zie COMMELIN, il. ïoji.
(e) Zit COMMELINjK lojl.
|
||||||||
1574« eene andfire wYze ter dood gebragt werden.
Ten laatfte was 'er een, Antoni Gouinet ge- naamd, die fchrander genoeg was, om het te belooven. Men fpaarde hem dan in 't leeven, en liet hemtyd, om over de uit? wiffeling te handelen. Doch hy was te wei- nig geagt by den vyand, om zyn woord te doen naarkomen. Hy werdt egter tegen ee- Hatdheidnige Vliffinger burgers gewiffeld. De Ryk zyner bleef gevangen. Op 't Blokhuis te Gend, hegtenis. jaar hy zat, waren twee onderaardfche ho- len , de Keizers- en de Körtings-fioelgenaamd. In een van deezen, daar nimmer zon noch maan fcheen, en daar geen man overeinde ftaan kon, werdt hy geplaatft, met zeflig pond yzers aan de beenen, en een fchild- wagt voor 't gat. Men Helde, eens vooral, ter zyner keure, van wat toeipys en drank hy gediend wilde zyn. Hy verkoor Kalfs- vleefch en deelwyn; doch werdt, door de langkheid van tyd, met de zaadzaamheid dier koft,derwyze gepynigd, dat zy hem, zo lang hy leefde, tegenftondt. Tot ver- ligtinge der zwaarmoedigheid, brandde hy, by nagt en dag, kaarfen , die hem, met haaren damp , het .eene oor ongeneeslyk doof maakten. In February deezes jaars, was, by de punten, waarop Middelburg o- verging, onder anderen , bedongen „ dat „ Mondragon, die de Stad verdedigd hadt, „ de vryheid van Filips van Marnix, Heer „ van S. Aldegonde, van den Admiraal de „ Ryk, en van nog drie anderen bezorgen, „ of zelf in hegtenis keeren zou." Doch men liet hem lang over den tyd wagten, eer men hem in flaat Helde, om zig zelven en anderen te verloffen. De Ryk hadt nu zeven maanden gezeten, toen men hem vergde, 's Konings dienft te aanvaarden: 't welk hy affloeg. Hierop werdt hem de dood gedreigd. Zelfs bragt men hem op 't fchavot, daar reeds een perfoon of twee onthalsd lagen. Doch de bezetting van 't Slot, waar binnen dit voorviel, aangezet, zo men meende, door de Huisvrouwe van Mondragon, aan welke hy gefchreeven hadr, dat men de Ryk moefl zoeken te fpaaren, zo men zyne vryheid lief hadt, verwekte zo veel beweeging, dat men hem wederom Hy wordt te rug bragt naar de,n kerker. Mondragon op vrye hieldt, federt, zo fterk aan by den Land- V0ftt(jd voogd op 't ontflag der vyf gevangenen, dat ge de Ryk op vrye voeten gefield werdt, ter- wyl de anderen nog in hegtenis bleeven. De Prins van Oranje floeg, daarna, de Ryk, in Holland, voor,of hy herts genoeg hadt, om wederom naar den vyand te keeren, en Mondragon te verpligten tot het naarkomen van zyne belofte? De Ryk antwoordde, „ dat hy bereid was, zyner Doorlugtigheid |
||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
VIII. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
335
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
en te gelyk de vaart naar en van Haarlem 1575.
te belemmeren, trok Sonoi, in 't beginvan April des jaars 1575, met de meefte magt van Weftfriesland, herwaards, en bemag- tigde het gat, op den negenden; daar hy zig terftond begon te verfchanfen, waartoe de huisluiden uit alle de dorpen hieromtrent werden opontbooden. Binnen weinige dagen, was het werk vry wat gevorderd. Doch die De Am- van Amfterdam verzuimden niet, eenige boei- ^rdam' jers en waterfchepen te bemannen, om Sonoi brengen de fchans te doen ruimen. Hy fchreef en eenige zondt om onderftand, in fchepen en man- fthePer» fchap, aan de Staaten van 't Noorderkwar- 2" tier. Doch men fammelde aldaar zo lang 't Y. met dit werk, en de Spaanfchen benaauw- den de Sonoifchen zo zeer, van den kant bei- de van Zaanerdam en Buikfloot, dat zy, eindelyk, het gat wederom verlieten, na dat Fy vher* zy 't zeventien dagen hadden ingehad; met wedei? verlies van vyf damloopers, twee van wel- om. ken zy zelven in den grond boorden, en twaalf of dertien man (/). Wat laater, werdt eene fterke Noordhol- Gevegz
landfche Vloot gelegd onder Marken, om van üen de vaart van en naar Amfterdam te belet- ^ff^e ten. De Landvoogd deedt daartegen ook fchepen eene Vloot van zevenentwintig fchepen toe- tegen ruften te Amfterdam, tien van welken, in eenige Oftober , naar de Haarlemmer Meer lie- f?at~ pen, zig den negenden vertoonende vooree- de oude* ne Staatfche fchans aan de oude Wetering, Wete- onder bevel ftaande van Hopman Joan rin§- Schetter, die den vyand zo dra niet vernam, of hy valt, met een enkel vendel knegten, in vyf vaartuigen, taft de Amfterdamfche fchepen aan, en bemagtigt het befte van de tien, na dat de Kapitein en 't meefte volk gefneuveld waren. Toen kwamen vier Haar- lemmer boeijers den Amfterdammeren te hulpe,waarop Schetter met zyn volk terug keerde naar de fchanfe (ni). De Staatfchen waren, ten deezen tyde, zeer gebeeten op die van Amfterdam, welker onverzettelyk- heid in 't aankleeven der Spaanfche partye die zy getrouwheid jegens den Koning, hun- nen Heer , noemden, de fterkfte fteun was van deeze partye in Holland. Men liet hier- om, van den Staatfchen kant, geene mid- delen onverzogt,om Amfterdam te winnen. Wat men, ten deezen einde,vierjaarenag- tereen, in 't werk gefteld hebbe, en wat 'er de eindelyke uitflag van geweeft zy, hebben wy voor, in 't volgende Boek, omftandig- lyk te verhaalen. (i) Bor VIII. Boek, ll.ioz.linl t*s. VELIUS Hoorn,
(»jsoa vin. B'tii tl. «*>«>• £6*°'3 U7. [«J3.3
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
157^, naar de plaatfen. daar zy befcheiden wa-
ren^). Gillis van Barlaimont, £fe<?r van Hier ges, die , na 't gevangen neemen van den Graave van Boflu, tot Stadhouder van Holland , Zeeland en Utrecht, van de Spaan- fche zyde, was aangefteld, werdt, volgens fommiger aantekening, in Oftober deezes jaars, te Amfterdam, ftaatelyk ingehaald (g). |
|||||||||||||||||||||||||||||||
bewa-
pende fcartui- ?«n in -t S Am-
Ntery
>'t
> te
S. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Tot dekking van de Vaart naaren van de
Stad, werden 'er, ten deezen tyde, fche- pen gelegd in 't Y, tuflchen de Stad en Spaar- nedam, en in den Amftel, tuflchen de Stad en Ouderkerk, onder 't opzigt van den Ad- miraal Franjois Verdugo; en bevolen, dat niemant vaaren zou, dan onder 't geleide deezer fchepen (/?). 't Geviel, ondertus- fchen, in 't midden van December, dat het Bootsvolk, welk op de Stads fchepen dien- de , aan 't muiten floeg, en om betaaling |
|||||||||||||||||||||||||||||||
riep. De Schuttery kwam op de Plaats in
't geweer. De Burgemeefter Joolt Buik hadt de nieuwe brug bezet, met twee vendelen knegten, tegen welken, 't gefchut te boord gehaald werdt. Eindelyk , werdt 'er een Verdrag getroffen. Doch 's daags na 't flui- ten van het zelve, werden eenige muiters opgehangen, eenigen gekielhaald: 't welk veelen zo verbitterde, dat zy tot de Staat- fche zyde overgingen, en de Zuiderzee en de wegen om de Stad zeer onveilig maak- o ten(i). |
|||||||||||||||||||||||||||||||
i De vaart tuflchen Haarlem en Amfter-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
h>
|
dam was open geweeft, federt dat de Spaan-
fchen zig meefter gemaakt hadden van den Waterlandfchen dyk, waar zy verfcheiden' fchanfen hadden opgeworpen, en onder an- deren, in den Zomer deezes jaars,nog een te Schellinkwoude, die Verdugo gaarne door Amfterdam wilde doen onderhouden ; 't welk nogtans van de hand geweezen was (k), De vrybuiters van de Staatfche zyde, die zig in Waterland onthielden, waren gewoon, van den Weftzaaner tooren, te befpieden, welke fchepen te Amfterdam in- en uitvoe- ren; en kwamen fomtyds, door 't Bamdegat, 't welk zy, ten dien einde, in den dyk tus- fchen Zaanerdam en Ooftzaanen, gedolven hadden, ter fluip op 't Y, daar 't hun, nu en dan , gelukte, eenigen buit te behaalen; hoewel 't ook, fomtyds, gebeurde, datzy, door de Spaanfchen, in 't wederkeeren, op j den rand van't gat, waargenomen en be- ^5- fprongen werden. Om dit te voorkomen, |
||||||||||||||||||||||||||||||
(f) Keiub. G. f. 112.
f|) COMMEIIN, H. IC?2.
(*; Keutb. G. f. in vtrj». yi GOMMELIN, */. IoS2. U) Refol. Vioedfcli. N. 2. io J»ly IJ7*. f. i7s verfa .
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
1 STüK.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
B Y-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
X*
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
336
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B Y L A A G E N
op het II. Deel, VIII. Boek.
V. A. Twee Voorflagen van Burgemeeflèren van Amfierdam aan die van de Gereformeerde Religie s
-wegens het fchorfen der Preeke, gedaan den 17 en 11 April des jaars 1567. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■RVU*'
GJiN
L*>
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bylaa*
GEN
Lr. A.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ vrede alhier geconferueert te worden, naer
,, inhoudt zyner Excell. Ordonnantie hier ter „ Stede opt beliefuen van der Hertoginne van „ Parma regente ende gouernante gemaift, noch- „ tans myn heeren deBurgermeefterenbemerc- „ ken dat de voorf. predicatien den Co. M'. of- ,, te der voorf. gouuernante nyet aengenaera „ zyn, ende alzulcx in verfcheide plaetfen van „ Vlaenderen, Brabant ende anders onder zyne „ Maj". Dominie gelegen genouch cefleeren, „ ende daeromme myn heeren gaerne fien zou- „ den dat van gelycken hier ter Stede gedaen „ mochte werde aleer t zelue byder voorf Gou- „ uernänte geinterdiceert zoude werden, t welck „ zyne-Maj. des te meer zoude behagen als de „ voorf predicatien gewillich ende nyet duer S) bedwanck alhier infurceance by goede wille „ zoe van doude als van der voirf. nyewe of- „ te gereformeerde Religie mit vrede ende vrunt- „ fcappe geftelt waren. Soo ift dat myn heeren „ voorf voer guet aengefien hebben ende be- „ geeren als fy oick onlancx begeert hebben, ,, dat die van den voorf. Gereformeerde Reli- „ gie den voorf. predicatien alhier mede voor „ een tyt ophouden zullen willen, ter tyt toe „ hier inne by zyne Maj'. anders geordonneert ,, zal zyn dwelck doende willen myn heeren „ voorf an zyn ivfa'. en der hoocheyt van der „ voorf regente intercéderen ende alles vermo- ,, gens aenftaen dat de voorf predicatien ende ,, anders 't gundt daer vuyt gefproten mach „ zyn in gheen ongenade verftaen, maer daer «, pardoen eyflchen zouden genaedelicken gere- „ miteert zal moogen werden. Aftumdenxxij „ Aprilis Anno XVC. LXVIJ. Oircondt my ,, als Secretaris • |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
N. u
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A Izoe myn heeren de Burgermeefteten de-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
_ fer Stede van Amftelredamme verftaen,
dat de predicatien van der gereformeerde Re- ,, ligie zoe irt Vlaenderen als in Brabant en- „ de andere Landen onder de Dominie van „ den Coninck onfen allergenadigften heere ge- ,, legen genouch ceffêeren ende ophouden, en- „ de myn heeren omme redenen hen mouerende „ gaerne lien zouden dat van gelycken binnen „ clefer Stede ende hare vryheyt gedaen mochte „ werden, met goeder vrede ende vruntfchappe, „ foo ift dat myn heeren voerf. begeeren an den „ Luden van den voorf. religie dat zy mit be- „ quaeme vredelicke wegen daer toe arbeyden „ willen dat mit den voorf. predicatien alhier „ ter Stede mede voer een tyt fuperfedeert ende ,, opgehouden mochte werden, ter tyt toe by de „ Co. Ma', hier inne anders geordonneert zal ,, zyn. Ten eynde alle ongenade die anders de- ,, fer goeder Stede endeden poorteren van dien „ apparentelicken zoude moogen ouercomen, „ verhoet mochte blyfuen. Afturn den xvij A- „ prilis Anno XVC LXVIJ". oercondt my als Secretaris |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Frans van Delff.
N. a.
„ All ift zoe datby de Princelicke Excellen-
tie, van Oraignen, Stadhouder generael des Conincx ons allergenadigften heeren ouer hol- lant enz. gepermitteert is geweeft dien van der Gereformeerde Religie hoeren predicatien te laeten doen in eenigen plaetfen zoe binnen als buyten defer Stede om te beter ruft en |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3)
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Frans van Delff.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B&4
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
V. B.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bylaa-
GEN
Lr. B. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lf.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Brief op den naam vanFxLips den IL, Koningvan Spanje, behelzende eene belofte om
Amfterdam nooit met een Kafteel of inlegering te bezwaaren, tegen betaaling van tweehon- derd duizend guldens. Gegeven te Antwerpen, den 7 July des jaars 1571. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
PniVYPPVLpar Ia gr ace de dieU Roy deCas-
tille de Leon dArragon de Navarre de Na- ples de Sicilië de Maillorque de Sardaine des isles indes cj? terre ferme de la mer occeane archiduc dauflrice duc de bourgoingne de Lothier de bra- bant de lembourg de luxembourg de Gbeldres & de milan Conté de hahsbourg de flandres dartois de bourgoingne palatin& de haynnan .de Hollan- de de Zelande de namur & de Zutphen Prince de Zwave marquis du faint empire fei gneur de frize de falint de malines des che villes & pays |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dutrecht doveryfcl £? Groninge & dominateur
en afie £f en ajjriqüe atous ceulx ques cesprefen- tes verront falut Comme ayans nagaires fait met- tre en advis & deliberation de confeil de faire eriger & conßruyre en la ville d amßelredamme vng nouveau fort ou chasteau afin dy attoir & tenir quelque port feur par mer pour feruir de entree &fortie aux nauires y arriuans gf en for- tans & que pour auEtorifer ~& affeurer kelle con- ßruction nous eßyons d Intention'de faire loger en la dit te ville quelsques compaignyes dinfanterye es-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||
VIJL Boei
|
|||||||||||||||||||
337
|
|||||||||||||||||||
K
|
|||||||||||||||||||
4*
|
|||||||||||||||||||
paifiblement joyr & ufer fans leur faire mettre Bvt.aa-
ou donner ne fousfrir eßre fait mis ou donne au- gen cun trouble ou empefcbement au contraire Car Lr. B. ainfi nous plaifi il en tesmoing de ce nous auonsfah mettre nottre feel a ces 'prefentes Donné en not- tre ville D /Invers Ie 7°'c jour de ivillet lan de grace mil cincq eens foixante onfe de nosregnes affavoir des espaignes ficilk Ö'c. k i6IIK 8" de Naples Ie iS™. (In de plye ftondt)
Par Ie roy Ie duc Dalve &c. gouverneur
general. Ie Sieur de Barlaymont cbief, mesfieur gaspar febets chevallier Sieur de Grobendoncq treforier general Albert van Loo & jaques Reingout Commis des finan- ces & autres. . . . Cget:)
D'OVERLOEPE.
|
|||||||||||||||||||
espattigneïïe ceulx du magifirat dicelie ville ayent
fait certaine nmonjlrance a nofire trefcbier & iresaime coußn ChevaP de noflre ordre Lieutenant gouverneur & Capitaine general de nas pays de fardeca Ie duc d Alve marquis de Cor ia $c. des incommodites & inconveniens que ameneroyent la conflruction du difl chaßeau g3 logement des dits foldats tant pour Ie mauvais fond quon y trouue- roit pour af/oir fcs fondemens du dit chaßeau que la petite commodite & fervice quon pourroit rè- ceuoir du dit fort & chaßeau pour en eßre la ft- tuationfi auant au pays enfemble la diverfion & ■empefcbement que ie logement des dits foldats cau- feroit aux negocians & marcbans mefmes quen autre lieu f e pourroit eriger Cbafieau ou Ion au- roitport de wier beaucoupplus convenablepropice & ajfeure efians contens que pour eßre demeurcr de- febarges tant de lere&ion du dit Cbafieau que du- logement fus dit de y ayder & contribuer quelque bonne fomme de deniers furquon ayans furce avec iceulx fait tenir quelsques Communications Us au- royeni■ finablement confenti & accordé de furnir pour la confirutlion du cbafieau quavons ordonné eßre fait & erigé a Fliffingbes ou autrement pour eßre employé a nofire bon plaifir la fomme de deux eens mil livres du pris de qu ar ante gros nofire monnoye de flandres la Ihre a eflre payée a cer- tains gracieulx term es en nofire ditte ville dam- ftelredamme Moyennant & a Condition que la dit- te ville demeurera defebargèe {j3 ne fera dorefe- viavant mokfiée pour y mettre en cbafieau ou lo- ger aucuns foldats fuplyans tresbumhlement de veuloir prendre ceftuy leur accord foubs les condi- tions Jus en pour agreable & leur en faire despec- cber nos lettres patentes daccept at ion en tel cas pertinentes Savoir Faisons que ce confidere & ayans laccord d<:s en d amßelredammepour agrea- ble Ie avons par la deliberation & advis de nofire Coußn Ie duc d /:lve ßfc. & de. nos aimês & fe- ßi/lx les chiefs treforier general & commis de nos demanie & finances accepté & acceptons parces- tes les remercyam du. fervice qiiils nous font en vefi endroit bien entendu t out es fois que pour fai- re feruir la ditte fomme a VeffeEt de l'ereclion du dit cbafieau a fliffingbes en quoi convient be- foingner incontinent & a toute diligence afin que at* plustofi que faire fe pourra iceluy foit mis en deffence les dits d amftelredamme deburont furnir pour Ie comrnencement en la ditte ville damßelre- damme la ou Ion fera receuoir les deniers £f les tranfporter a nos despens & perils la fomme de Dingt buyt ou trente mil livres & fucecffiuement »e mois a autre la fomme de vingt mil livres °a endeßoubs felon quoi y ouvrera j-usques au parfait de la ditte fomme de deux eens mil li- Vres du en pris de quarante gros promettant en Pfi'olle de Roy& prince que la ditte ville dam- Jfdredamme ne fera dorefenavant cbargee pour lw eet ion du ditte cbafieau celle part ny les ma- Kans £f babitans dicelie de logement de foldats ne Jft pour leur deffence ou a leur propre requifi- '°n fi donnons en mandement a nos aimés & &oubc les cbief prefidens & gens de nos privé ^ grant confaulx aus ditte de nos finances , gouverneur prefident & gens de nottre c on f eil en r ia-nfle & a tous autres nos jufiiciers officiersgf accu 't"' Ce reSarc^era 1ue de nottreprèfnte ■mn£;tatl0n etProme(fe aux conditions felon ê? en SdTsedqtJ--eß '^ facent fousfrent & laiffent e '" ville damßelredamme plainement £f |
|||||||||||||||||||
i-'.B.
|
|||||||||||||||||||
(In Dorfo ftondt)
Les Cbefs treforier general & commis des de-
maines gf finances du roy nottre Sieur Confentent en tant que eulx efl Ie contenu en blancq de cefies eßre furny £f accomply tout ainfi par la meifme forme & maniere que fa majeße veult & mande efire faict par icelluy blancq faict en cbambre £f bureau des dits finances Ie n de jfuille 1500/0/- xante onfe. (was get:)
Barlemont, Schets, van Loo,
Reingout. VERTAALING
Fan den voorfiaanden Brief.
„ "IT'iLips, door Gods genade, Koning van
„ JT Kaftilie, Leon , nrragon, Navarrè, Na* „ pels, Sicilië , Majorka , Sardinië , de Indi- „ fche Eilanden en he: vafle Land van den O- „ ceaan, Aartshertog van Ooftenryk, Hertog „ van Bourgondie, Lotharingen, Brabant, Lim- „ burg Luxemburg- Gelder en Milaan,Graaf „ van Habsburg, Vlaanderen, Artois, Palts- „ Bourgondie, Henegouwen, Holland, Zee- „ land, Namen en Zutfen,Prins van Zwaben, „ Markgraaf van 't H. Roomfche Ryk, Heer „ van Friesland, Salins, Mechelen, de Stad, „ Steden en het Land van Utrecht, Overyflèl „ en Groningen, en Heerfcher in Azia en A- ,, frika; aan allen, die deezen tegenwoordigen „ zien zullen, heil! Naardien wy onlangs, in „ onzen raade, in overweeging genomen heb- „ ben, om eene nieuwe Sterkte "of Kafteel m ,, de Stad Amftelredamme te doen opregten, „ op dat wy aldaar eene veilige Zeehaven voor „ de aankomende en uitvaarende fchepen heb- „ ben en houden zouden; en dat wy, tot ver- • „ zekering dier ftigtinge, voorneemens waren, „ eenige vendels Spaanfch voetvolk in de ge- „ melde Stad te doen leggen ; en die van de „ Wethouderfchap dier Stad, onzen zeer waar- „ den en zeer beminden Neeye , den Hertog „ van Al va, Markgraaf van Coria enz. Ridder „ van onze orde, Gouverneur en Kapitein-Ge- Xx a „ ne- |
|||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
IL Deel.
|
|||||||||||
338
|
||||||||||||
„ den, zullen moeten opbrengen de fomme van ßyt"A
„ agt en twintig of dertig duizend ponden , enGENn „ vervolgens van maand tot maand, de fom- Lr- „ me van agt en twintig duizend ponden ofdaac „ onder, naar dat men zulks vorderen zal,tot „ op de volkomcne voldoenïtfg van de gemel- „ de fomn^e van tweehonderd duizend pon- ,, den van veertig grooten toe; beloovende wy, ,, op ons Koningklyk en Prinfelyk woord, dat. „ dezelfde Stad Amftelredam voortaan aldaar „ niet belaft zal worden met de opregting van „ 't gemelde Kafteel, noch de ingezetenen der- 5, zelve met de inlegering van foldaaten, dan ,, tot derzelver verdediging, en op hun eigen „ verzoek. Wy belaften, derhalve , aan onze ,, lieven, getrouwen, het hoofd, prefident en ,, luiden van onzen Raade in Holland en alle „ anderen onze Regtei s, Amptenaars en On- „ derdaanen, die dit zal aangaan, dat zy onze „ tegenwoordige aannneeming en belofte, op „ de bovengemelde wyze en, voorwaarden, de „ gemelde Stad Amftelredam volkomenlyk en „ vredelyk laaten genieten en gebruiken, zon- „ der haar daarin eenige ontrading of beletfelte „ veroorzaaken, of gedoogen dat dezelven haar ,, aangedaan worden. Want het ons alzo ge- „ Heft. In kennifle hiervan , hebben wy ons „ Zegel op deezen doen drukken. Gegeven „ in onze Stad van Antwerpen , den zevenden „ July des jaars onzes Heeren eenduizend vyf- „ honderd een en zeventig, van onze Ryken, „ te weeten van Spanje, Sicilië enz. het zes- ,, tiende, en van Napels het agttieride. (ƒ« de vouwt fiondt;)
„ By den Koning, den Hertog van Al-
;,, va enz. Gouverneur Generaal , den „ Heer de Barlaymont, Hoofd, myne „ heeren Gaspar Schets, Ridder, Heer ' „ van Grobcndoncq, Thefaurier Gcne- „ raal, Albert van Loo en Jakob Rein- „ gout, Commifen der Finantien en an- „ deren (getekend')
D'OVERLOEPE.
( Op den rug fiondt:)
„ De Hoofden, Thefaurier Generaal en Com-
„ mifen der Domeinen en Finantien van deO „ Koning, onzen Heere, bewilligen, zo veel in „ hen is, dat de inhoud van het witte deezeS „ vervuld en naargekomen worde, op dezelfde „ wyze, als zyne Majefteit, by het witte dee' „ zes, wil en beveelt dat gefchiede. Gedaatf „ in de Kamer en ten Bureele der gemelde Fi' „ nantien, den n July vyftienhonderd een ei» „ zeventig. (ivas getekend:)
Barlemont, Schets, van Lo0>
Rein e out. |
||||||||||||
Je neraal van onze Landen van herwaards over,
„ zekere vertooning gedaan hebben van de na- „ deelen en ongemakken, die de ftigtingvanhet „ gemelde Kafteel en de inlegering der gemelde „ foldaaten zouden te' wege brengen , zo ter „ oorzaake van den Hegten grond, welken men „ aldaar ontmoeten zou, om de fondamenten j, van het gemelde Kafteel daarop te veftigen, „ als van de geringe nuttigheid en dienft, wel- 3, ken men van de gemelde Sterkte en Kafteel „ zou können trekken , om dat het zelve zo diep „ Landwaards in gelegen is , te gelyk met de „ verfperring en verhindering, die de inlegering „ der gemelde foldaaten aan de handelaars en „ koopluiden veroorzaaken zou; dat men ook ,, elders een Kafteel zou können or regten , daar „' veel bekwaamer, gem: ''."«lyker en veiliger s, Zeehaven was; en dat z_, , om zo wel van de „ opregting van het gemelde Kafteel, als van „ de voornoemde inlegering ontlaft te zyn en te „ blyven, te vrede waren, daartoe eene goede ,, fomme van penningen op te brengen: waar- ,, op eenige onderhandelingen met hen gehou- „ dan hebbende, zy eindelyk bewilligd en toe- j, geftaan hadden, dat zy tot de opregting van ,, het Kafteel, 't welk wy bevolen hebben te „ Vliffingen of elders te maaken en op te reg- „ ten, om naar ons welgevallen befteed te wor- j, den,zouden opbrengen defóuime vantwee- „ honderd duizend ponden van veertig grooten „ onzer Vlaamfche munt het pond; en tebetaa-i „ len in zekere bekwaamc termynen, binnen „ onze gemelde Stad Amftelredamme, midsen „ onder voorwaarde, dat de gemelde Stad ont- „ laft zal blyven, en in vervolg van tyd niet ,, gemoeid worden om aldaar een Kafteel op te ,, regten, of eenige foldaaten te leggen; ons ,, zeer ootmoediglyk fmeekende, dat wydeeze „ hunne overeenkomft, onder de bovengemel- „ de voorwaarden , voor aangenaam wilden „ houden, en hun daar van onze opene brieven, ,. in diergelyke gevallen gebruikelyk, doenaf- „ vaardigen: Doen-te weeten, dat wy, „ zulks in aanmerking genomen hebbende , en ,, de overeenkomft van" die van Amftelredam- „ me houdende voor aangenaam, dezelve, by „ overleg en raade van onzen Neeve, den Her- j, tog van Alva enz. en van onze lieven, ge- ,, trouwen , de Hoofden , Thefaurier - Gene- ., raal en Commifen van onze domeinen en fi- „ nanticn , hebben aangenomen, gelyk wyze „ aanneemen by deezen , hen dankende voor „ den dienft, dien zy ons in dit opzigt doen; }) met dien verftande nogtans, dat, om de ge- „ melde fomme te doen dienen tot de opregtin- ,, ge van het gemelde Kafteel van Vliiïïngen, ,, waarop men, terftond, en met allen fpoed, }, zal dienen te raadpleegen , op dat het zelve, „ zo dra mogelyk, in ftaat van tegenweer ge- „ fteld worde ; die van Amftelredamme, tot „ een aanvang, in de gemelde Stad van Am- „ ftelredamme, daar men de penningen zal doen „ ontvangen, en van waar dezelven, op ön- „ ze koften en gevaar, vervoerd zullen wor- |
||||||||||||
y
|
||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
Lr. C. |
|||||||||||||||||||||||||||||
VIII. Boek
|
|||||||||||||||||||||||||||||
339
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Bflaä-
geu L. c. |
|||||||||||||||||||||||||||||
•"• c.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Reqmß der Stad Amßerdam mn kwytfcheld'mg der onhetaaUe reße van tweehonderd duizend gul-
dens , en appointement, viaarby de verzagte kwytfchelding wordt toegeflaan. Getekend, te BrulTel den 28 May 1572. |
|||||||||||||||||||||||||||||
Aen de Hoofden, Treforier generael en-
de gecommitteerden van zyn mails, de- meynen en finantien. Gheven zeer oitmoedelick ende mit al-
le reverentie te kennen de Borgher- meefteren ende Regierders der ftede van Amftelredam hoedat zy fupplianten inden Jare een ende tzeventich ter caufe van ze- kere foldaten ende Citadelle dewelke ge- leyt foude geweeft hebben binnen der fel- ver ftede nik fyn excellentie van wegen zyn maf. gemaect hebben gehadt zeekere ac- cordt uyt erachte van welke fy fupplian- ten tot proufiyte vanfelve fyn maj'. fouden furneren die fumma van twee honden dui- fent gulden tot fortificatie van 't cafteel van Vliffingen, daervan fy fupplianten tmeer- deel al hebben gefurneert ende gemerct zy fupplianten mit renten te vercoopen gheen meer credit en hebben, dat oeck de incoe- men van voirn. ftede failleert deur die no- toire ceftatie van der nieringe ende coop- manfehappen, die nu (God betere) in allen quartieren ende byfondere inden quartiere vanHollant geheel ceffeert, hierby gevoecht den groten dieren tyt die lange geweeft is ende'noch apparentelick meerder zal word- den , vermits die ftromen van Teschel en- de t vlie mitsgaders andere rivieren nyeten fyn gevryt oick geconfidereert, dat zy fup- plianten ter cauie van den voern. dieren tyt inden winter voirleden veel grainen voer den fchamelen gemeente gecocht heb- ben al monteerende tot veel duifenden, daer- van die dagen eensdeels ommegecommen fyn ende noch ommecomen füllen ende fulex haer fupplianten voerdefen tyt nyet mogelyck en is die refte van de voirn. twee- hondert duifent gulden te furneren. foe verfoeken fy fupplianten, als goede onder- faeten van zyn maj'. oitmoedelyck, dat u- we moghende heeren in recompenfe van verfcheyden andere dienden by haer ïup- plianten zyn voirn. maj'. dikwils getrouwe- |
|||||||||||||||||||||||||||||
Hck bewefen gelieve die refte van voirn.
fumme quyt te fchelden, ende t voirfcreveti accordt voirder te. doen effeclueren naer behoeren, ende fült weldoen. Syn Excellentie hebbende gehoert het rap-
port van defe fupplicatie heeft den fupplianten wel willen doen reprefenteren, dat fy behoe- ren te confidereren dat de fomme hier gemen- tioneert,h/ete- -. by hen geaccordeert geweeft voer een gefch :ck, oft om nyet mit allen, maer by accord tegens zeker beneficie ende wel- daet hen bewefen te werden van wegen fyne majeft. des fy tot noch toe volcomentlyck ge- nots hebben, ende t wellick men wel gemeynt is voirtaen te effeclueren, ende onderhouden, ende dat däeromme nae recht ende- redene fy oyck behoeren te volbrenghen t ghene fy by den voirf. accoirdt wederomme toe'gefeyt hebben, nyettemin alzoe federt occafien voirgevallen fyn doer wellicke het bouwen desCafteelstotVlis- fingen tot w°lHck de voirfc. fomme hier geroert gefchikt was, gefchorft is,fyne Exellentie wil- lende de voirf. Stadt believen in all 't gene ee- nichfmts dointlyck is, fal te vreden fyn dat met die onbetaelde refte van de voirfk. fomme tot gelegener tyt pacientie genomen wordde op vaft vertrouwen nochtans, dat indien nu men mid- lerwyl tot onderhoudenilTe van de fchepen van oirloghe ende luyden ende toebehoerten daerop fynde, dienende onder andere tot befcherminge ende confervatie der ftede van Amftelrcdamme ende vryinghe haerer navigatie ende Zeevaert behoefde vyftien of twintichduizent gulden die voirf. fupplianten hen fchicken ende vuegen füllen fyne maj' daer mede te dienen , aldus gedaen te Bruefïèl den xxviii dach mey MDLXXII. was getekent.
F. A. d. T. dïcem dal ve.
Tv ordomntievan fynre Excellentie
B e R T R Y.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Lu,
|
|||||||||||||||||||||||||||||
U. D.
Privilegie, op den naam van F1 l i p s d e n II,, Koning van Spanje, waarby de Jurisdictie der Stad
Amfterdam, tot op vierhonderd Roeden buiten de oude Paaien, uitgebreid wordt. Gegeven te Br u(fel den tweeden December des jaars 1574. |
|||||||||||||||||||||||||||||
BïXAA-
GEN Lt. D. |
|||||||||||||||||||||||||||||
OHinpPK ffc. a tous ceulx qui cesprefentes
p- verront falut receu avons lehumble fupplica-
°8 de nos ehers Men ames et fidels lesbourgemeis-
es niagißrat et bourgeois de noflre hunne vitte
1 e<nßelredamme en noflre conté de hollande con-
paanK 1ue t out es les grandes villes d icelluy noflre
ferm ^ollat>de et les petites eßans recedees du
« rebell'^ la fidelite a nous deue et f e ayants mis
"us et 'co-* kS fu£Piiam ff f°nt toufiours entrete-
Q-ntne a bons fubjeèls oppartient tnainte-
|
|||||||||||||||||||||||||||||
mis en noflre oheijfance non ohflant toutes les fit-
licitations et infiances des rebelles a eulx faicles pour auffy tirer les fuppliants a rebellion contre nous desquelles pernicieufes entreprinfes des re- belles les remonflrans ont teufiours adverti noflre trefeber et trefamé Cotijfin Ie ducdalve hrs nof- tre lieutenant gouverneur et capitaine genera! en- nospays de par deca et Ie gouverneur d Hollande Ie conté de Boß Men cognoiffans et fetenansbien af eures les rebelles que fi noflre vi lle d Aemftelre- Xx 3 dam- |
|||||||||||||||||||||||||||||
Mi
|
|||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||
34©
|
|||||||||||
dont les proprietaires fruftres des proufi&s d'icel- Byr-
les vivent en grande mifere et pauvrete et non 0EIN obftant que noftre camp ah efte deuant la villede^' ' Hacrkm fi ont toutes fois les dits rebelles fans craincle et en vilipendence du dit camp faiSt ifl" vafions et fpoliations en diverfes places et villai- ges de forte que les paifans font de tout dejhuïts et ènchaffes de leurs habitations et a caufe de U dit perte de leur beftial n"ont la puiffance de ap- porter quelques vivi es ou victuaifks a la ditte vil' Ie par quoy les dits vlBuailks et principalkment k pain et cervoife font deux fois plus chiers en la ditte ville que aux villes et places revoltees atten- du que les dittes villes prennent leur nourriture des marchans arrivans a la Zuyder Zee aux ports et haures des rebelles et qm les rebelles empefchent ks marchans par force de ne povoir venir a Aem- ftelredam ayans a cefte caufe entrepr'ms de faire trenchees et remparts fur /.,- pajfaige pres la ditte ville &aemftelredam par forclore et empefher les vivres et auffy affamer et faire lever noftre camp devant Haerkm mais leur prefumptueufe tetne- rité a efte tellement par les fuppliants refiftée et reboutée par la grace et ayde de dieu toutpuif fant que les trenchees et remparts des dites rebel- les ont efte prinfes et eulx mis en fuyie et d'ilkcq chaffis et grand nombre des dits rebelles tues en- tre ks quels a efte mis a mort un fort fameulx et oultrecuydè Anthonie Oliuver lequel tant de for~ ces et dommaiges a faiït fur nos fubjects que par placcart quatre mille florins font efte premis a ceulx qui Ie delivreroyent vif et deux mille alt profit de ceulx qui Ie delivreroyent mort dïavan- taige les rebelles et nominement ceulx d'Enckhuy' fen et Waterlandt pour p>lus gafter et endommai- ger et faire per dr e aux fuppliants tout Fefpoir de traficques de la mer ont devant Je haure de la ditte ville d'' aemftelredamme nomme t Te enfoncè grand nombre de navires en forte que nulle na- vire peult paffer de la ditte ville vers Ie mer ny de la mer arriver a Amfielredamme des que les mvieres enfoncêes ne pourront eftre tirees du fond ny Ie pajfaige eftre ouvert et vuyde fi non a fort grands 'despens force de engins ei d'hommes etfieft grand dangier que apres et a l'occafion du dit en- foncement des dits navires Ie canal du dit bavre ne s'eftouppe et perde la parfundeur necejfaire a la navigation Jhnblablement efi vray que la ditte ville a fouffert tres exceffive perte a caufe que Ie roy de Suede a detenu plus que foixante grandes navi' res des dits fuppliants allans vers D Oftlandt) cbargecs de fel et que Ie dit roy a vendu Ie fel des remonjlrans contre leur gré et employé Fargent a f on proufit fans contenter les dits remonjlrans tant pour les navires detenties que pour Ie valeur du dit fel et que auffy Ie roy de denemareke oultre les ton' lieu accouftumes et anciennement par les dits fup' pliants payes dans iceulx paffe certains ans en d pour cbaque laft des biens ou marchandifes un da' lere en allantet autant enretoumantmontantpotif cbaque navire du grandeur de deux eens laJU (:les quelles font accouftumées de faire deux voiai* ges par an;) pour les dits deux voiaiges a buiW eens daleres parquoy les dits navires qui vont vet1 oiftlande en plufieurs années n'ont porte nul pro'^' fit ny aux maitres des navires ny aux propriet^ res les ayans a grands frais de/pens etquippe tn& au contraire plufieurs dicelles font ufees ouperi{ ou demourees par dela fans retoumer ou pov& porter Usfrais de leur efquippaige par toute*"\ |
|||||||||||
Eylaa- dämme fe eufl auffy addonne a la ditte rebell'wn
GI£N que n eujjions point eu convenable entree au dit Lr. D. pays d'IIollande pour punir les dittes rebellei ou
les reduyre a obeiffance , et que la dite v/He eflant auffy indutte et join&e a leur rebellion et confede- rat ion ils euffent aifement fe fiiict meiflres de la mer et de la navigation d oiftlande pour a leur advaniaige et renforcement dillecq mener et que- rir t out es fort es et provifions de vivres et aultres marchandifes et dempefcher que les aultres villes et pays rieft ans point de leur bende tf euffent peu querir furniffement des ditsprovifions et marchan ■ difts et voyans les dits rebel/es que par la voye de perfuafion ou follicitation ils m povoyent induyre les fuppliants 'a la defection de noftre obeijfance je font mis en campaigne avec force desgens deguer- re et art Hief: es et oni affiegé et oppugné les dits fuppliants avec Intention de les opprimer et mettre en l::«r fübjection a lencontre des quels et leur damnables entreprinfes les fuppliants fe ont oïpo- fe et defendu en teile forte quils les ont repouffè et tué beaucoup des dits rebelles tellement quils ont efte confiraiii&s de leuer leur fiege maispour mon- ftrer leur venimeux courraige contre les fuppliants ont en leur retraifte a Pentour de la ditte ville faicl une inefiimable dommaige et cruaulte en 'bruslant les molins a bied et toutes les maifons et aultres edifices efians en tres grand nombre hors les mtirailles de la ditte ville et dedans la Jurisdic- tion dicelle et non contents de cefl execrable faic't ent encoires briisk et mis a neant plus de quatre vingt grands bateaulx au haure et port de la ditte ville les quels foloyent mener par merde Oift- lande et d^ailleurs toutes fortes de marchandifes et denrees non feullement au proufit de ceulx du ditte Aenißelredamme mais auffy pour tous nos pays de pardeca et pour myeulx accomplir la ditte execrable entreprinfe fe font parplufieurs fois ayn- dé de f opportun! té du vent pour mettre Ie feu en la ditte ville et icclle par ce moyen faccaiger et met- tre en leurs mains ce que fuß indubitablement ad- venu fi noftre Seigneur eufl: de fa mifericorde gar- de la ditte ville miracukufement f ai fint d'etour- r.er Ie vent de la ditte ville contre l''entreprinfe et intention des dittes rebelles et non obftant tous les dittes ineftimabks dommaiges fi font les fuppliants toußours demeures avec toute conftance en noftre obeiffance regardants en toute patience et perfe- verance les dittes pitoyabks dommaiges a eulx furvenus. oultre ce que les fuppliants endurent une aultre ineftimable perte aux bateaulx les quels en grand nombre envoyes en Oiftlande fë;5 ailkurs ne pouvent arriver en aulcuy haure d'bollande ou zelande a caufe que les ports et haures fus dittes font occupes par les dittes rebelles tellement que les ihttes bateaulx viennent en leurs mains et font te- nus peur pris 'et eft trouve pour verite que aux mains des rebelles en Zelande font devenus plus que deux eens grands bateaulx efians Ie plus part charges de fel dont la plus grande partiepar les rebelles eft brüske et la refte perie en la mer les dittes rebelles ne fe contentans de la ditte inefii- mable perte des fuppliants fe font encoires advan- ces en leur departement de la ditte ville de pren- dre toutes les vaches befles et aultres hiens meu- bles des villageois refidens a lentour de la ditte ville & de brusler les cenfes fermes graniges et aultres edifices appartenans aux bourgeois et in- babitans d'icelk. A Poccafton de quoy les terres des fuppliaim (hmwrent defo}eei et fans ci/lttfre |
|||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VIII. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
341
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
JSAa- queues caufes rayfons et moyens les fuppls durdnt de Coria chsvalier de nofire ordre, naguereslieu-BYLAA„
1, la dit rebellion ont per du grand nombre des babi- tenant gouverneur et Capitaine generalpour nous oen ' '■ Ö. tans et bourgeois les quels ont repandu leur fang en nos dits pays de pardeca , et Ie grand Com- Lr. D,
et perdu la nie pour l'honneur de dieu et nous et mandeur de Caflüle don Loys Requefins et de MJfe maintes veuves et orpbelins en grande quan- Cuniga f on fucceffeur aus dits fupplts oEtroye tite qui vivent engrande mi/ere et calamite, et Jont confenti et accordé, oêlroyons confentions et ac~ generallement tous les bourgeois devenus a teile cordons de grace efpeciale par ces prefentes ce calamite defolation et digettequils ne fcaventplus que s'enfuyt afcavoir que la Jurisdiction tant ei. longuement fournir de quoyfe entretenir,veuquils vile que criminele des efcoutetle burgermeiflres nefont pas tant feullement perdus a l'occafion du et efebeuins de noflre ditte bonne ville foit eften- faiïliffement de la navigation de vier vers Oiflen due et agrandie comme l'eflendons et agrandijfons etWeflenmais aujfy que par Ie bruslement des dits par mer et par terre par ces dits prefentes de navires et aultres biens et aujfy la perte des na- quatre eens verges de treife pieds cbacune ver ge vires hors du pays advenue ne leur refte nul efpoir ouhre les vieilles bornes et que iceiles foyent plan- pour recouvrer la navigation et traficque a eau* tees et eflendues felon ce et ce pour lefaicb d'e' fe que pour la plus grande partie ils ont despendu xercice de tous actes de juftice en dedans les dit- et conjume tout Ie capital dont ils foloyent mar- tes limites a la quelle fin f era ordonné commif- chander et negocier durant ces troubles et ceffant faires pour faire Ie dit bornaige fans prejudice la navigation en cefle prefente cbierté de vivres neantmoins du droiEt de nos aydes et interefi fi ce neft que les fuppls foyent par la grace de dieu des particulier s fi aulcuns en a et que toutes les aydes etfecourrus de noflre naifue clemence et li- fentences civiles rendues par Ie magifirat de noflre leralité aux queues en leur extreme calamite ils ditte bonne ville d'aemflelredamme reparables en ont recourreu en teute devotion efperans ferme- fin de jugement foyent executees non obflant oppo- ment que la ditte liberalite a eulx en leur prefente fition ou appellation quelconcque et fans prejudice paoiLvrete et mifere ne f era deniée, attenduquede d'icelles moyenent toutes fois bonne et f eure cau- baidte memoire nos predecejfeurs en beaucoup moin~ tion de rendre par celluy qui aura obtenu fi ainfy dres neceffites et occafionsont dote et pourveuleurs efl diEt par fin de caufe et afinque lefuccumbant bons fubjects avec beaucoup de graces de immuni- puifi avoir plus tofi la vuydange derniere du pro- tes, francbifes et privileges au l'occafion et mo- ces fi bon luy femble fans eflre retardé par la par- yen de quoy ils font venus avec l'ayde de dieu a tie quiferoit garnie en ce cas feulement et non aul- bonne profperite nous ayans partant les dits re- trement luy f era loyfible relever et pourfuyvrefon 'nionflrans fupplie vouloir entre aultres chofes leur appel ou en nofire confeil dïhollande ou direElement accorder et confentir que la jurifdiEtion et terroir en nofire dit grand confeil obmiflö medio comme de la ditte ville d' aemftelredamme foit eflendue myeulx luyfemblera convenir fi avons en oultre oultre la prefente jurifdiäion tant par terre que declaire et declairons par ceftesmefmes que ne don- par eaue quatre eens verges de treife pieds la ver- nerons aulcune quiElance atterminatiön oudelayds ge et que les efebevins de la ditte ville pui(fent en payement a aulcunes villes villaiges ou communes, la ditte extenfion du dit terroir juger fentencier quipourroyent avoir rébelle aupreiudice de la ditte et exercer ou faire executer tous aEies judiciels et ville d'aemftelredamme ou des bourgeois et inha- fentences tout ainfy et en teile autborite comme ils bitans d'icelle^n'efl de leursfceu et confentement fi exercent prefentement lajurifdiEtiondedans laditte donnons en mandement a nos aimes et feaulx les ville et que toutes les dits fentences ayent plainiere chief prefident et gens de- nos privé et grand con- execution reelement et de faiEt et foyent efeEtuees faulx gouverneur prefident et gens de nos confeil Par les dits efebevins foubs caution foufßjfante a et comptes en Hollande et a tous nos aultres conjlituer par Ie triumpbant non obflant oppofi- jufticiers oßeiers etfübjeEtsqui ce peult etpouira tions'ou appellations quelsconcques faiEtes ou in' toucher et regarder leurs lieuxtenans et cbacun terjeEtées ou encoires a faire ou interjeEler des dits d'eulx endrciÈt foy et fi comme a luy appartiendra fentences et que Ie fuccumbant aura choixet op- que de nos prefente grace oEtroy concejpon confen- *ion de defendre ou refpondre en la caufe ouinftan- tement et accord et de tout Ie contenu en ces dits ced''appel devant la court dehollande oudevant nof- prefentes felon et par la forme et maniere que dia lre grand confeil et que les bourgeois et habitans de eft ils facent fouffrent et laijfent les dits fiip- la ditte ville ayant rentes ou revenus ou quel- pliants plainement paifiblement et perpetuellement ques aultres debtesfur aulcunes des villes revoltees joyr et ufer fans leur faire mettre oudonner ne °" villaigesfoyentpayesde leurs rentes et debtes a fouffrir eflre faiEt mis ou donne aulcun deflour- ïe' jour quils efebeent non obflant quelque gra- bier ouempefebement au contraire en maniere quel- ce atterminatiön ou lettres d'eftat que les dittes concque car ainfy nous plaift il, en tesmoing de ce ^"k-f ou places en temps advenir pourroyent im- nous avons faiEt mettre noflre feel a ces prefentes. Pttrer ou quelconcque eftat ou atterminatiön leur Donne en noflre ville de Bruxelles Ie fecondjour yUrroü par nous eflre accordee et fur tout leur de decembre l'an de grace quinje cent foixantetrei* ^aire despefiber nos lettres patentes en tel cas fe et de nos regnes afcavoir d'efpaigne et deficit- J.Wes Pour ce est il que nous les chofes fus- Ie Ie 18. et de Naples Ie XX™. A. V. fa?<?.mfiderées inclinans favorablement a la ditte- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
JPjkation et requefts mefmes en confideration
PUa~a* promPlitude et fidelite dont les dits fup. blèr'1"/ °nt ferui a dieu et nous durant ces trou'
hns niers et ^euillant enrecognoiffance detels de *n fidsls fervices advancer te Men et utilite bonnorï b°me viUe d'aemftelredamme etpremier pits avonet^aulcunement recomPenfer iceulxfup' cbers e* ? advis et deliberation de nos tres- |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
iresc"nes eoufins Ie duc d'alva Marquis .
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||
342
|
|||||||||||||
,5 voorzien konden. Doch deeze wederfpan-Bf^
j, nelingen , ziende, dat zy de fupplianten, door G^n 5, overreding en aanzoek, niet tot afval van on- kr' „ ze gehoorzaamheid konden overhaalen, had- „ den zig met eene groote krygsmagt en gefchut 3, te velde begeeven", en de gemelde fupplian- ,, ten belegerd en aangevogten, met oogmerk om „ dezelven te verdrukken en tot onderwerping „ te brengen, waartegen en tegen derzelverver- ,, doemeïyke aanflagen, de fupplianten zig der- „ wyze gekant en verdedigd hebben, dat zyze „ hebben terug gedreeven, en veelen van de ,, gemelde wederfpannelingen gedood, zo dat „ zy gedwongen ge weeft zyn, hun beleg op te „ breeken; doch om hunnen vergiftigden moed ,, tegen de fupplianten te toonen, hebben zy, ,, by hunnen aftogt, rondsom de gemelde Stad, „ eene onwaardeerlyke fchade gedaan, en de „ Korenmolens en alle de huizen en andere ge- „ bouwen, die in grooten getale buiten demuu- ,, ren der gemelde Stad en binnen derzelver 3, vryheid ftonden , wreedelyk verbrand : en „ met deeze verfoeilyke ondaad nog niet te vre- 3, de, hebben zy, in de haven der gemelde Stad> „ meer dan tagtig groote vaartuigen, die aller» 3, lei foorten van Koopmanfchappen en waa- ,, ren, niet alleen ten behoeve van die van Am- „ iterdam, maar ook ten behoeve, van alle on- „ ze Landen van herwaards over, uit Ooftland ,, en van elders, plagten te haaien, in den brand „ geftoken en vernield: en om deezen verfoei- 3, lyken aanflag te beter uit te voeren, hebben „ zy zig dikwils bediend van de gelegenheid des „ winds, om de gemelde Stad aan brand te ftee- „ ken, en vervolgens te verwoeften en in hun- ,3 ne handen te krygen: 't welk ook, ongetwy- „ feld, gebeurd zou zyn, zo onze Heer, in „ zyne barmhertigheid, de gemelde Stad niet „ wonderdaadiglyk behouden hadt, den wind. 53 tegen den wil en het oogmerk der voornoem- „ de wederfpannelingen, van de Stad afwen- „ dende. OndertulTchen zyn de fupplianten, „ onaangezien al deeze onwaardeerbaare fchade, ,3 altoos, met alle ftandvaftigheid, in onze ge- „ hoorzaamheid gebleeven, en hebben de ge- „ noemde deerniswaardige nadeelen, hun over- 3, gekomen, met geduld verdraagen. Daareiv ,, boven lyden de fupplianten nog een ander „ onwaardeerbaar nadeel aan de fchepen, die • ,, in grooten getale, naar Ooftland en elders ,, gezonden, in geene haven van Holland of „ Zeeland können inloopen , doordien de ge' „ melde havens derwyze door de voornoem' ,, de wederfpannelingen bezet zyn , dat de ge' „ melde fchepen hun in handen vallen, en pryj ,, gemaakt worden: en heeft men in waarheid „ bevonden , dat 'er meer dan tweehonderd „ groote fchepen, voor't meerder gedeelte me1 „ Zout gelaaden , den wederfpannelingen i1* ,, Zeeland in handen gevallen, en ten deel0 ,, verbrand, en voor 't overige gedeelte in zee „ vergaan zyn. De voornoemde wederfpanne' ,, lingen, zig niet vergenoegende met het ge' „ melde onwaardeerbaar verlies der fuppliantefj ,, zyn nog voortgetrokken tot aan het gebier „ der gemelde Stad, van waar zy alle de ko^ „ jen, vee en andere tilbaare have der Dorpe' „ lingen, die rondsom de gemelde Stad gezetßl1 „ zyn, nebben weggenomen, en de huizel1' „ hoeven, fchuuren en andere timmeraadje0' |
|||||||||||||
(In Dorfo ftondt:)
|
|||||||||||||
Op huyden zyn defe opene brieven van oc-
troye in den rade van den hove van Hollandt geviiiteert ende ter ordonnantie van denvoorfz. Hove geregiftreert in de greffe van den felven Hove in den eerften regifter van den placca- ten , oftroyen ende ordonnantien gehouden by tyde van Willem van Berendrecht, greffier van den voorfz: rade, foliis 50. vlo 51. 52.53. 54. ende 55. gcdaen t utrecht by Meefter Corne- lisSuys, Heere van Ryswyck,prefident,Johan van Lefaen, Cornelis Oem, Jacob van der over- fche, Charles Snvytre, Jacob van Quesnoy, Reinier van der duyn ende Godefroy van Moe« fienbrouck , raetsluyden van Hollandt, den a 1 cJi Augufti anno 1500 vier ende tfeventich , My jegenwoordich (:get:)
W. de Berendrecht. V E R T A A L I N G van het voorftamuh Privilegie.
„ TT'ilips enz. Aan allen,die deezen tegen-
„ J7 svoordigen zien zullen, heil! Wy heb- „ ben ontvangen de ootmoedige bede van on- ,, ze waarden, wel beminden en getrouwen, „ de Burgermeefters, Wethouderfchap enBur- 5, gers van onze goede Stad Amftelredamme, 55 in ons Graaffchap van Holland, inhoudende, ,5 dat, alle de groote en kleine Steden van ons j, gemelde Land van Holland afgeweeken zyn- ,, de van den eed van getrouwheid, aan ons „ verfchuldigd , en zig begeven hebbende tot ., wederfpannigheid; de fupplianten zig al« „ toos gehouden, en, gelyk goeden onderdaa- 5, nen betaamt, bewaard hebben, in onze ge- 3, hoorzaamheid, niettegenftaande alle de aan- 3, zoeken , hun geduuriglyk door de weder- ,, fpannelingen gedaan, om de fupplianten ook „ tot wederfpannigheid jegens ons over te haa- „ len; van welke verderfelyke onderneemingen „ der wederfpannelingen de vertooners onzen j, zeer waarden en zeer beminden Neef, den ,, Hertog van Alva, toen onzen Stedehouder, ,5 Gouverneur en Kapitein - Generaal in onze „ Landenvan herwaards'Over, endenGouver- ,, neur van Holland, den Graave van Bolfu, 3, altoos kennis gegeven hebben; terwyl de we- 3, derfpannelingen wel wiften en zig wel ver- 3, zekerd hielden, dat, zo onze Stad Amfter- „ dam ook tot de gemelde wederfpannigheid o- „ vergegaan was, wy geenen bekwaamen toe- ij gang tot het gemelde Land van Holland zou- „ den gehad hebben , om de voornoemde we- j, derfpannelingen te ftraffen of tot gehoorzaam- „ heid te brengen; en dat, zo de gemelde Stad 3, zig tot hunne wederfpannigheid en bondge- „ nootfehap^ gevoegd en overgegeven hadt, zy „ zig ligtelyk meefters van de^zee en van de „ Vaare naar Ooftland gemaakt zouden hebben, 3, om tot hun voordeel en verfterking van daar 3, te haaien allerlei voorraad van leevensmidde- „ len en andere waaren, en om te beletten, dat 3, de andere Steden en Landen, die niet van „ hunnen aanhang waren, zig van daar van ee- ,, nige Levensmiddelen en Koopmanfchappen |
|||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VIII. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
343
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
geld ten zynen behoeve aangelegd heeft, zon- ßyLA&-
der den gemelden vertooneren, noch wegens de Gen fchepen, noch wegens de waarde van het ge- V. D- melde Zout, voldoening te geeven: ook dat de Koning van Deenemarke, de gewoonlyke en door de vertooners van ouds betaalde tol- len , federt eenige jaaren, op een daalder van ieder laft goederen of Koopmanfchappen in 't heengaan, en even zo veel in 't wederkee- ren, verhoogd heeft, beloopende_ van ieder fchip van tweehonderd Lallen, die in 't ge- meen twee reizen in 't jaar doen, voor de |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den burgeren en inwooneren der Stad toebe-
hoorende, verbrand hebben: ter welker ge- legenheid, de Landeryen der fupplianten wocfl en onbebouwd blyven leggen, welker eige- naars , beroofd van de vrugten derzelven, in groote elende en armoede leeven. En niet- tegenftaande dat ons Leger voor Haarlem ge- legen heeft, zo hebben de gemelde weder-. fpannelingen, onhefchroomd, en ter befchim- pinge van het zelve, invallen en plonderin- gen in verfcheide plaatfen en dorpen gedaan, invoege de huisluidcn van alles beroofd en uit hunne wooningen verdreeven zyn , zon- der dat zy, ter oorzaake van het gemelde verlies van hun vee, in flaat zyn om eenig zuivel of andere cetvvaaren in de genoemde Stad te brengen: waardoor de leèvensmid- delen, en inzonderheid het brood en het bier tweemaal zo duur zyn in de gemelde Stad , als in de afvallige Steden en Plaatfen , ge- merkt de gemelde Steden hunnen Leeftogt bekomen van de Koopluiden, die, in de ha- vens der wederfpannelingen aan de Zuider- zee komen , en de wederfpannelingen de Koopluiden, met geweld, beletten, zignaar |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
?j
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
a
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
55 h
|
emelde twee reizen , agthonderd Daalders;
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ter oorzaake waarvan, de gemelde fchepen,
die naar'Ooflland gaan, in veele jaaren, geen voordeel altoos, noch aan de fchippers noch. aan de eigenaars, die dezelven met groote koften hadden uitgeruft, hebben aangebragt, zynde in tegendeel veelen derzelven afgeflee- ten, of vergaan, of ginder gebleeven, zon- der te rug te keeren, of de koften hunner- uitruftinge te können draagen. Uit alle wel- ke oorzaaken, redenen en middelen, de fup- plianten, geduurende de gemelde wederfpan- nigheid, een groot getal van inwooners en |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aemftelredam te begeeven ;ten welken ein- burgers, die 't leeven voor de eer van God
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
55
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en van ons hebben gelaatcn, verlooren heb-
ben, die veele Weduwen , en Weezen in grooten getale hebben nagelaaten, welken in groote droefheid en elende leeven: ook zyn de gemelde burgers in 't gemeen tot zulk eene elende , armoede en gebrek vervallen, datzy geen middel meer weeten te vinden, om zig zelven te onderhouden , gemerkt zy niet flegts zo veel verlooren hebben, uithoofde van 't verval der vaart naar Ooften en Wellen; maar. , dat hun ook, door het verbranden van de gemelde fchepen en andere goederen, en door het verlies der fchepen buitenslands, geene hoop altoos overfchiet, om de vaart en han- del wederom te bekomen, doordien zy het |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de, zy fchanfen en bolwerken gelegd heb
ben op de toegangen naby de gemelde Stad Aemftelredam , om den aanvoer van lee- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5'
|
vensmiddelen te ftremmen en te beletten, en
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ook om ons Leger voor Haarlem uit te hon-
5, geren en te doen opbreeken : maar hunne „ vermetele ftoutheid is, door de fupplianten, „ derwyze tegengegaan en gefluit, met de ge- „ nade en hulpe van God almagtig , dat de „ fchanfen en bolwerken der gemelde weder- „ ipannelingen ingenomen, en zy op de vlugt „ gedreeven en van daar verjaagd zyn, en dat 'er j, een groot getal van de gemelde wederfpanne- „ lingen gedood is, onder welken ook ter dood is „ gebragt de zeer vermaarde en alom berugte „ Antoni Olhrier, die zo veel nadeel en fchade „ aan onze onderdaanen heeft toegebragt, dat „ 'er, by Plakaate, vierduizend guldens beloofd „ zyn aan zulkcn, die hem leevende, en twee- „ duizend guldens, ten behoeve van zulken , |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
55
|
grootfle gedeelte van de hoofdfomme, waar*
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ mede zy koophandel plagten <e dryven, ge-
„ duurende de gemelde beroerten, verlooren „ en verteerd hebben, en de vaart geftremd is, „ tervvyl de duurte der lee vensmiddel en nog aan- „ houdt, ten ware de fupplianten, geholpen en bygeftaan werden, door Gods genade en door , onze aangebooren zagtmoedigheid en milddaa- ,, digheid, tot welken zy, in 'hunne uiterfle e- „ lende, in alle deemoedigheid, ook hunne toe- „ vlugt genomen hebben, vaftelyk hoopende, „ dat de gemelde milddaadigheid hun, in hunne „ tegenwoordige armoede en elende, niet zal „ geweigerd worden, aangezien onze voorzaa- „ ten doorlugtiger gedagteniffe, in veel minder ,, nooden en gelegenheden, hunne goede on- „ derdaanen met veele gunften, vryheden en Pri- „ vilegien hebben befchonken, door middel en „ter gelegenheid van welken, zy, met Gods „ hulpe, tot goeden voorfpoed gekome" zyn: „ weshalve, de gemelde Vertooners ons ver- „ zogt hebben, dat wy hun onder anderen wil- „ den toeftaan, dat de Jurisdiclie en grond der „ gemelde Stad Aemftelredam, boven de te- s, genwoordige Jurisdictie, zo te land als te wa- „ ter, uitgebreid worde tot op vierhonderd roe- „ den van dertien voeten de roede, en dat de „ Schepenen der gemelde Stad, binnen de uitge- „ ftrektheid van den gemelden grond, mogen „ können oordeelen, vonjnis wyzen , en alle ju- Yy „ di-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
55
|
die hem dood leveren zouden. De weder-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fpannelingen , met naame die van Knkhuizen
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'5
|
en Waterland, hebben daarenboven , om den
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fupplianten de Scheepvaart nog meer te be-
„ derven, en alle hoop op het voortzetten der- j, zelve te doen verliezen, voor de haven van j» de gemelde Stad, het Y genaamd,een groot ,, getal van fchepen doen zinken, invoege geen „ fchip van de Stad naar zee, noch uit zee te » Amfterdam komen, noch de vaart geopend 55 worden kan, voor dat de gezonken fchepen, •5 met zwaare koften en door magt van volk en 5> werktuigen , uit den grond gehaald zyn; 5. en dan zal nog grootelyks te dugten liaan, 5) dat, na en ter oora'ake van de gemelde zin- >5 king, de kil der gemelde haven geflopt bly- 5j ve, en de diepte yerlieze, die tot de vaart s> vereifcht wordt, 't Is in.sgelyks waaragtig, 55 dat de gemelde Stad zeer zwaare fchade ge- '» |eeden heeft, ter oorzaake dat de Koningvan " Zweeden meer dan zeflig groote fchepen van " ^e, vo°™oemde fupplianten, die, met Zout " Bh.Len' imr Ooftland gingen, heeft aan- " venoo "' en dat de KoninS het Zout del'
"i. STUK'6"' ^unï 0,K'anks,verkogt,en het |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS GESCHIEDENISSEN. II. Deel.
|
||||||||
„ dicieele aften en fententien oefenen, of doen
„ ter uitvoeringc brengen, op gelyke wyze en „ met gelyk gezag, als zy tegenwoordig juris- „ diftie oefenen in de gemelde Stad; en dat al- ,, Ie de gemelde Sententien, wezenlyk en in- „ derdaad, volkomene executie hebben en door „ de gemelde Schepenen ter uitvoeringe gebragt „ worden , onder genoegzaamen borgtogt, te „ ftellen door den winner van 't geding, on- „ aangezien alle tegenkantingen en appéllen hoe „ genaamd, gedaan of nog te doen; en dat de „ verliezer de keuze hebben zal,omzigtever- „ dedigen , of te verantwoorden , by wege van „ appèl voor 't Hof van Holland . of voor on- „ zen grooten Raad, en dat de burgers en in- „ wooners der gemelde Stad, die renten, in- , komilen of eenige andere fchulden te vorde- l, ren hebben, in de afgevallen Steden of Dor- „ pen, van hunne renten en fchulden voldaan „ worden, op zulk een dag, als dezelven ver- „ vallen, onaangezien eenige gratie, attermina- „ tie, of brieven van Staate, die de gemelde „ Steden of Plaatfen in het toekomende mog- „ ten verwerven, of hoedanige Staaten of at- ft terminatien, haar door ons mogten worden „ toegeftaan; en om hun van alles onze opene „ brieven, in zodanig een geval vereifcht, te „ doen afvaardigen; Zo is 't dat wy, de zaa- „ ken voorgemeld overwoogen hebbende, en „ genegen zynde, aan het voorgemelde verzoek „ en bede te voldoen, ook uit aanmerking van „ de bereidvaardigheid en getrouwheid, waar- „ mede de fupplianten God en ons, geduuren- „ de de laatfte beroerten, gediend nebben; en ., willende, in erkentenis van zodanige goede j, en getrouwe dienften, de welvaart en het „ nut van onze goede Stad Aemftelrcdamme ,, bevorderen, enin de eerde plaats defupplian- „ ten eeren, en eenigzins beloonen, met over- „ leg en raad van onze zeer waarde en zeerbe- ., minde Neeven, den Hertog van Al va, Mark- „ graaf van Coria, Ridder van onze orde, voor „ deezen Stedehouder, Gouverneur en Kapitein- „ Generaal voor ons in onze Landen van her- „ waards over, en den Groot-Commandeur van „ Kaftilie Don Louis de Requefens en Cuniga, „ zynenOpvolger,aan de gemelde fupplianten uit ,, byzondere gunft, geoftrojeerd, geconfenteerd, j, en geaccordeerd hebben, oftrojeeren, confen- „ teeren en accordeerenby deezen 't gene volgt, „ te weeten, dat zo wel de civile als crimineele „ Jurisdiétie van den Schout, Burgemeefteren en „ Schepenen van onze gemelde goede Stad uit- „ gebreid en vergroot zy, gelyk"wy dezelve, „ door deezen tegenwoordigen, uitbreiden en j, vergrooten, zo wel ter zee als te lande, tot „ vierhonderd roeden van dertien voeten ieder „ roede, boven de oude paaien, en dat de zel- „ ven, overeenkomftig hiermede, uitgezet en „ geplaatft worden; tot de oefeningvan alle ge- „ regtelyke aftien binnen de gemelde paaien ; „ ten welken einde, GommhTariffen gefteldzul- „ len worden, om de gemelde grensfcheiding „ te maaken, zonder benadeeling nogtans van |
||||||||
,, ons regt en van het belang van byzondere prr,A^
,, perfoonen, zo 'er eenig zyn mögt; en dat al üElf ,, de Civile vonniflèn, door de Wethouderfchap \J. 0« „ van onze gemelde goede Stad van Aemftelre- ,, damme geveld, die by eindelyk vonnis her- „ ftelbaar zyn, zullen worden uitgevoerd,on- „ aangezien eenige tegenkanting of appèl hoe „ genaamd, en buiten derzelver benadeeling, „ mids 'er altoos goede en verzekerde borg ge- „ fteld worde, om by eindelyk vonnis weder te „ geeven, 't gene op deeze wyze verkreegen is: „ en op dat de verliezer zo veel te eerder hec 3, uiteinde van zyn geding mögt können zien, ., indien hem zulks goeddunken mögt, zonder „ wederhouden te worden door de party, dia „ vonnis in zyn voordeel gekreegen mögt heb" „ ben; in dit geval alleen, en anders niet, zal „ 't aan hem ftaan, zyn appèl te verheffen en ,, te vervolgen, of aan onzen Raad van Holland , „ of regtftreeks, met voorbygang van de Middel- „ regtbank, aan onzen grooten Raad, zo als hem „ meeftgeraaden dunken zal, Wy hebben, daar- ,, enboven, verklaard, en verklaaren door dee- „ zen tegenwoordigen, dat wy geene kwyt- ,, fchelding, arterminatie of uitftel van betaa- „ ling verleenen zullen aan eenige Steden, dor- ,, pen of gemeenten, die wederfpannig geweeft: „ mogten zyn, ten nadeele der gemelde Stad „ Aemftelredamme , of van derzelver burgers ,, en inwooners, dan met derzelver kennis en ,, goedvinden. Wy belaften , derhalve, aan ,, onze lieven en getrouwen, de hoofden,pre- ,, fident en luiden van onze geheime engroote „ Raaden, Gouverneur, Prefident en Luiden „ van onzen Raadeen Rekeningen van Holland, „ en aan alle Regenten, Officieren en Onder- „ daanen, die het eenigszins zou mogen raaken ,, en aangaan, hunnen Stedehouderen en ieder „ van hun, die 't als voor zig zelven betreffen ., mögt „dat zy van onze tegenwoordige gratie, „ octroi, vergunning, bewilliging en overcen- ^, komft, en van dengantfehen inhoud van dee- „ zen tegenwoordigen , indiervoege en op zulk ,, eene wyze, als gezeid is, de gemelde fup- „ plianten volkomenlyk,vreedzaamlykenvoor ,, altoos gebruik laaten maaken , zonder hun „ daarin eenige ontrufting of verhindering toe „ te brengen,noch tegedoogen, dathundezel- „ ven daartegen toegebragt worde, op eeniger- „ hande wyze. Want het ons alzo gelieft. In „ kennhTe hiervan, hebben wy ons zegel aan den „ tegenwoordigen doen hangen. Gegeven in on- ,, ze Stad Bruflel, den tweeden December, in „ 't jaar onzes Heeren vyftienhonderd drie en j, zeventig, en van onze Ryken , te weeten „ van Spanje en Sicilië het agttiende, en van „ Napels het twintigfte. A. V. (Op de vouwe flondt:)
By den Koning, in zynen Raad,
Qwas getekend")
B E R T K. X.
|
||||||||
TWEE'
|
||||||||
345
|
||||||||||||||||||
TWEEDE DEEL.
|
||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN
|
||||||||||||||||||
VAN
E R D A M.
|
||||||||||||||||||
A M S T
|
||||||||||||||||||
NEGENDE BOEK.
|
||||||||||||||||||
Amsterdams Geschiedenissen, van 't jaar 15755
tot op de verandering der Regeerwge, m V jaar 1578. |
||||||||||||||||||
S
?.'• l« |
||||||||||||||||||
Met den aanvang desjaars 1575,werdt
der Regeeringe van Amfterdam be- rigt, dat de Staatfchen eenen toeleg ge- fmeed hadden, om zig, door middel van heimelyk verfland "met eenigen van binnen, by verraffing, meefler te maaken van de Stad. Het Geregt beval, derhalve,by ee- ne afkondiging van den der tienden January, dat elk, die iet van dit verraad will,zulks, zonder uitftel, aan Burgemeefteren moefl aandienen; zullende hy, anderszins, naar Verdienden, geflraft worden (a). Twee dagen daarna, werden de negen Kapiteinen dergekooren' Burgervendel en, met hunne onderhoorige manfchap, gewapend, voor t Stadhuis ontbooden; en dien nademiddag, deeden Burgemeefteren huiszoeking in de Stad (£): doch 't blykt niet, dat men toen eenige Terraaders, gelykze genoemd wer- den, ontdekte. Maar, in Auguftus daarna, waren 'er eenigen in hegtenis geraakt, die heieeden, dat zy voorhadden, de Stad den Prinfe van Oranje te leveren (c). Ook te- kenen fommigen aan, dat de Prins, ten dee- Zen tyde, of wat laater, in heimelyke on- derhandeling was, met Sonoi en anderen, om Amfterdam te overrompelen. Pieter Willetnszoon van Haarlem, die, onder dek- fel van koopmanfchap te dryven, dikwils, *• de Stad kwam, hadt zig verbonden, om jjen aanflag te bevorderen. Eenige waag- halzen, met zekeren Kapitein Vos aan 't ftoofd, willen heimelyk, verborgen in vier tl!rflchouwen, in de Stad te komen , daar zy ^g> by dage, onthielden, op een' zolder ^n een ledig huis, flaande omtrent de P'aats , waar federt de Lutherfche Oude *verk geftigt is. Men hadt de gelegenheid an l Spuijen 't zogenaamde Boerenverdriet, (') Keuvh. ar, r
(b) Keur!, p fl JI* "A
"*• /• 117 verft.
|
||||||||||||||||||
eene doorvaart onder den Stads muur, van 1*75.
buiten en van binnen, befpied, en meende eenige vendels foldaaten, hierdoor, of, zo eenigen der medepligtigen, federt, belee- den hebben, door de Reguliers - poorte , op eenen vroegen morgen, tulïchen drie en vier uuren, in de Stad te helpen: waartoe de gallen, die onder Kapitein Vos in de Stad lagen, de hand leenen zouden. De Overfle Herman Helling, die fchriftelyken lafl en on- derregting hadt van den Prinfe van Oranje en van Sonoi, hadt de vendels befcheiden aan den Overtoom, vanwaar hyze naar de Stad dagt te geleiden. De leus of't wagt- woord zou, zo lang men nog buiten was, Aßendelft; doch wanneer men de Stad in- genomen hadt, Najjau zyn. Doch de toe- leg liep te niet, doordien de buuren de gas- ten op den zolder, aan 't licht,welk zy by nagt brandden, ontdekt en aangebragthad- den: waarop eenigen in hegtenis geraakt, en de overigen ontkomen waren (i). Op Straf van den eenentwintigften Auguftus, werdt, op eenige nieuws, bevolen, dat elk ontdekken moeft, ^anddaa- 't gene hy van't verraad of de verraaders wift, §en* en vooral Kapitein Vos uit Vlaanderen, het hoofd der verraaderen, aanbrengen;'t welk met honderd gouden Kroonen vergolden zou worden (e). Doch 't blykt niet, dat hy ge- vonden werdt. Twee dagen daarna, wer- den de gevangenen, ten getale van vyftien, ter dood gebragt. Jonker Joofi Louis van Osnabrugge , de aanzienlykfte onder den hoop, werdt gehangen, gevierdendeeld, en 't hoofd op een ftaak gefield. Agt anderen trof het zelfde lot. Doch de zes ovengen werden alleenlyk gehangen (/)• 'c Omko- men (d) Confeffieboek van 3° 7"ny »«* W« *« ^«7 U78.
Z\t ook. BOR VIII. Boek, &■ «+• [l"-] CoMMEJ.IN , II. io$g. (e) Keurb G ƒ. 117 ««r/». ..
(f) Sententieb. vn *4 Jprtl. ij««, »t ix May isjt,
f. i76. Yy z
|
||||||||||||||||||
AMSTERDAMS . II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
346
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
iSP'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
verzoek, de Vroedfchap bewilligde (?«)•
De Overtoom was dus nog open, toen de jongfte aanflag op de Stad ondernomen werdt. En om diergelyke onderneemingen te voorkomen , befloot de Vroedfchap, den vierentwintigftenDecember „ gewaar- „ fchuwd zynde door den Heere van Hier- „ ges, dat de Prins van Oranje voorhadt, „ de Stad te verraffen, den Overtoom we- „ derom toe te paaien, om alle gevaar, welk „ de Stad van dien kant zou können over- „ komen, te verhoeden («)." My is niet klaarlyk gebleeken, o? Piet er
Bicker, een aanzienlyk burger en Brouwer hier ter Stede, verdagt gehouden werdt, dat hy deel hadt gehad aan eenen der aanflagen, die , ten deezen tyde, op de Stad onderno- men werden. Doch ik vind, dat hy,inden Zomer deezes jaars, met verlof van Bürge- meefteren, eene reis naar Friesland gedaan hebbende, en te Hoorn en te Enkhuizen ge- weeft zynde, lyden moeft,dat hem,in ge- volge van een befluit der Vroedfchap, bui- ten eenigen vorm vanRegtsgeding, de Stad ontzeid werdt (V). 't Leedt egter niet lang, of men liet hem wederom binnen, mids hy, ten overftaan vanBurgemeefteren, eenen eed van getrouwheid deedt, waarby ook ver- klaard werdt, dat hy den ouden Roomfch- Katholyken Godsdienft onderhouden , en den Koning gehoorzaam zyn zou (p). In February des volgenden jaars, werdt Dirk, Zoon van Clement Volkertszoon Koornhert, voor deezen tyd, om zekere redenen, ins-' gelyks, ter Stad uit gezet (#). Doch, fchoon men 't Bicker zo kwalyk
fcheen te neemeni dat hy,in de afgevallen Steden, Hoorn en Enkhuizen, geweeft was; men kon nogtans bezwaarlyk beletten, dat de ingezetenen van Amfterdam, met dein- gezetenen der Steden, die de Staatfche zy- de verkooren hadden, briefwiffeling hielden en handelden. In July, was hier een Plakaat afgekondigd, waarby de handel met de we- derfpannige Steden verbooden was. Doch men kon dit Plakaat niet doen naarkomen. De zogenaamde wederfpannige Steden le- verden veele waaren in de Stad, welken men niet wel milTen kon. De Landvoogd Reque- fens zogt, ondertuffchèn, den handeldeezef Steden nog meer te benaäuwen, en gaf, ifl September, een Plakaat uit, waarby bevo; len werdt, de goederen, die tuffchen Enk' huizen en Harlingen doorgevoerd werden» verbeurd te verklaaren. Doch men maakt* zwaf
(m) Refol. Vroedfch.- N. 2. 11 Nov. 1574. ƒ.178. ;'
N. 3. 20 jfuny , 18 July, 29 dug. 157J. (n) Refol. Vroedfch. iV. 3. 24. I)ec. i$y$, (o) Refol. Vroedfch. N. 3. 6 Junv 1575. (p) Refol. Vroedfch. A\ 3. {6 Juny 157;. (q) Refol. Vroedfch. N. 3. 20 Febr. ij7«. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
1575. men deezer luiden wordt gedagt \ in een-
Liedje van deezen tyd, waarvan ibmmigen deeze tweeregels bewaard hebben: Jonker Luys en zyn Compaan,
Acht zach men daar het hooft afflaan (g).
Het doen Ondertuffchèn, leeden de aanbrengers
van ver- deezer luiden van eenigen hunner medebur- wytingen geren, die der Staatfche partye niet ongene- aan de gen waren ? vry wat verwyts ; waartegen |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
gers
wordt verboo- tten. |
" voorzien werdt , by eene Keure van den
tweeden September, uit welke, onder an- deren , blykt, dat de zogenaamde verraa- |
||||||||||||||||||||||||||||||||
pietf1
Staf
zei'1. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
ders en vyanden des Konings, weinige da-
gen te vooren, ter dood gebragt waren (/>)• |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
De Re-
|
Op 't einde des jaars, werdt de Regeering
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
geering wederom gewaarfchuwd, dat de Geuzen
wegens en muitelingen, gelykze genoemd werden, eenen voorhadden, de Stad, op het Feeft van Kers- nieuwen miffe, of op dat der drie Koningen, te over- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
toeleg,
gewaar- schuwd. |
vallen: waarom, by eene Keur van den vier-
entwintigften December, belaft werdt, fcher- |
||||||||||||||||||||||||||||||||
pe toezigt te houden (i). In deezen toeleg
hadt een Predikant, Jan Michielszoon ge- naamd , de hand, die tuffchen den Prinfe van Oranje, Sonoi en Helling over en we- der ging, en eene aftekening toonde van de plaats, daar de aanflag zou ondernomen worden. Doch de felle vorft en de naauwe wagt, aan de poorten en elders, waren oor- zaak, dat men 'er niet mede voortging (£). 't Liep, derhalve, aan, tot in't laatft van 't jaar 1577, eer 'er wederom iet geweldigs op de Stad ondernomen werdt. Staat van 't Schynt dat de jongde toeleg op Am- den O- fterdam, ook van den kant van den Over- vertoom, toom} voorgenomen was. Wy hebben, in |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
in«
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
P<^V
va", sta:
tgfi
lü6'
fc!'s
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
zen ty
|
de '$ voorgaande Boek (/), gezien, dat dezel-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
've, in 't jaar 1573, geduurende het beleg
van Haarlem, doorgegraaven was geweeft, om te ligter van Amfterdam in de Haarlem- mer Meer te können geraaken. Doch na 't overgaan van Haarlem, was ,by den Raad, beflooten, den Overtoom niet geheellyk te hermaaken, maar blootelyk toe te paaien. Men hadt 'er, alleenlyk, in den Zomer dee- zes jaars, eenige paaien uitgehaald, tot door- laating van fchepen met turf,waaraan,hier ter ftede, gebrek was. Doch die paaien wa- ren'er, terftond daarna, wederom ingezet: tot dat, in 't laatft van Auguftus, de gehee- le opening van den Overtoom , door den Admiraal Verdügo, die 'er eenige fchepen door wilde voeren, verzogt werdt: in welk |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
(g) Zie COMMELW, II. IOJ8.
(h) Keutb. G. ƒ. iw.
(') Keutb. G. ƒ. il« verfo.
(k) Zie COMMELIN, bl. IOJS, 10JS.
(0 Blais. 32S.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
IX. Boek. G E S C H I E D E N I S S E.N. 34?
|S75* zwaarigheid, om dit Plakaat, hier terSte- ontwierp eenige punten, tot befcherming der IS7$m
de, te laaten afkondigen, en deedt 'er een Stad, en vondt, onder anderen,geraaden, vertoog tegen ten Hove (f). Men verge- twee uit de Raaden te Hellen tot Opper: noegdezig, met zorg te draagen, dat de opzigters over 't gefchut («>). Doch 't bleek, Stad niet, by verraffing, werdt ingenomen, eerlang, dat men 't, van de Staatfche zyde, en deedt de toegangen derwaards bezetten, in de Lente deezes jaars, eigenlyk op Mui- f„£ Turf. en de poorten bewaaken. Zelfs werdt be- den gemunt hadt. I^ten volen, dat de Turffchuiten, die binnen de Sonoi hadt den Prinfe van Oranje doessonoi
Kaata Stad, terplaatfe, na nog de Oude Turf- vertoonen, dat men groot voordeel zou kon-neemt markt genaamd, plagten te leggen, voort- nen behaalen op den Spanjaard, met het !VIuideri aan leggen zouden buiten de Stad, agter de bemagtigen van Muiden : waardoor men raamen, tot aan den S. Antonisdyk, daar't meèfter zyn zou van de beide zyden der Zui- blokhuis plagt te ftaan (s); welke graft nu derzee, en' zelfs van de dyken, om,beoos- ' de Ziaaanenburgmal genoemd wordt. ten de Vegt, eene breede plek vyandelyk .,, Op aanfchryvens van't Hof van Holland, land; en bewerten dien ftroom, gantfch
eu|jiCen werdt, den zevenden Oétober, beflooten, Amftelland, en eengroot deel der Veenen
|
|||||||||||||||
v,
|
|||||||||||||||
Jts'" eenige Vlet- of Vhtjchulten te zenden naar onder water te können zetten: 't welk Am-
N>o0r^r Schoonhoven,welk,in Auguftus te vooren, fterdam en Haarlem in de uiterfte verlegen-
g°vei by verdrag, ingenomen was door den Hee- heid brengen moéft. Zyne Doorlugtigheid
re van Hierges,die ookdelversnoodighadt keurde den toeleg goed, en beval,dat men
aan den Lekdyk. 't Geregt beval, hierom, 'er mede voortvoere. Sonoi dan, zig in ftil-
op den agtften, dat allen, die zig, hiertoe, te hebbende toegeruft, ftak , met «enen
't zy met of zonder fchuiten, wilden laaten Noordelyken wind, af van Edam,enkwam „
gebruiken , hunne naamen ter Secretarye eens loefs de Vegt in zeilen. De boom der
Q moeften komen opgeeven (f), haven, dien hy digt vondt, werdt terftond
t0j°i De verlegenheid, waarin de Stad zig, ten opengehakt. Terwyl de Sonoifchen aan land
tór" deezentyde, bevondt, en 't groot gebrek traden, ftoof het eenige vendel Hoogduit-
i'ig^ aan inkomften,waartoe zy,door 't verloop fchen, weikin Muiden lag, ter ffcede uit.
Ä x haarer neering en Koophandel, gebragt was, Doch 't Slot, welk egter toen nog geene
^- deedt haar, by 't Hof te Bruffel, aanhou- aarden wallen, en maar twintig foldaaten
denomOclxoitot verhooging haarer Excyn- op hadt, zag men niet te winnen, zonder
zen:'t welk haar, den dertienden December e enig grof gefchut. Sonoi fchreef dan naar
deezes jaars, op den naam van Koning Fi- Noordholland , om twee kartouwen , en
Ups, verleend werdt. Zy mögt, ingevolge meer Oorlogsfchepen, omze, by Amfter-
van dit Octroi, tweemaal zo veel excyns dam, voor de gezonken wrakken te leggen.
V* heffen,als zy tot hiertoe geheevenhadt(«). Doch terwyl hy hiernaar toeft, en midier- wordt
*oot d In 't begin des jaars 1576 , toen de wyl de fchans te Diemerdam inneemt, ko- 'er, met
|
|||||||||||||||
§-
|
2 vrees voor eene onderneeming op de Stad men de Amfterdammers te water, eneenighuIP der
|
||||||||||||||
^"(ier nog leevende was, alzo de Stadenen zig, volk van Hierges te lande zo fchielyk op^mfter
j' eenigen tyd te vooren, op het Y vertoond hem aan, dat hy en de zynen, gevat vanren^we- 5ft>. hadden (v), werdt beflooten, de wallen tus- den fchrik,'t gefchut en depakkaadje,metderomuiê fchen Schreyhoeck en den Kruistooren toe te moeite , fcheep gekreegen hebbende , de gejaagd, fchutten. Ook werdt het fchaatsryden op plaats, met verlies van tweehonderd man, 't Y verbooden, en belaft, te letten op de ruimen moeften O). Landluiden , die , op fchaatfen, en met . Doch terwyl de Staatfchen zig, hierom-Amfter-
Verrejaagers voorzien, in de Stad kwamen, trent, in Amftelland, onthielden, verftondt veen enligtelyk vermomde foldaaten zouden kon- men, te Amfterdam , dat Amfterveen enj°*dtl?it 2en zYn- In Maart, fchreef Verdugo aan Ouderkerk zig met hen in verding begeven Jan man- £e Regeering, dat de muitelingen nog al hadden, 't Vertrek der Staatfchen vernie-fchap £eimelyk verftand hielden met eenigen van tigde, federt, van zelf dit Verding: en de voor- enen, om, met derzelver hulp, de Stad Regeering van Amfterdam befloot, wat laa-zien" e bemagtigen. Men befloot dan, op nieuws, ter, die van Amfterveen vyftig foldaaten ^herpe toezigt te houden op allen \ die, toe te ftaan, tot hunne befcherming- .Ook ret Kaas of andere waaren,uit de afgeval- werden, op hun verzoek, in den Hooityd, n Steden, in Amfterdam kwamen. Men drie of vier paaien in den Overtoom geo- 4 ÏS? *<** Vroedfch. ».'il» W, ü A«g. * ft* Pend > t0t ^ do0™rt V°0Ï ^^f
" (') Refo* lIO~f^- N. i.zi AuS. 6 Sept. j575. Yy 3
|
|||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||
348
|
||||||||||||||||||
die hy voorftondt, als wanhoopig aanzag, 157&
toen de Landvoogd Requefens, in Maart deezes jaars, na eene ziekte van vyf dagen, overleedt (c). De Raad van Staate te Brus- ßand> fel nam toen de Regeering in handen, werdt, Iing te eerlang, gezuiverd van Spaanfchgezinden,Gsn en liet zig, door den Prinfe van Oranje, be- weegen, om, nevens de Staaten der mees- te Nederlanden, met hem, en met de Staa- ten van Holland en Zeeland, te Gend, op nieuws, in onderhandeling te treeden, over eene bevrediging (d). Amfterdam kreeg Am^' hiervan, in 't begin van Oftober, kennis, dam ,(( uit eenen brief van het Hof van Holland, '"^s welk te Utrecht zat. De Vroedfchap werdt l'"e3 byeengeroepen; doch befloot, in 't eerft, zig niet te moeijen met de handelinge; waar- toe de Wethouderfchap ook, door eenen brief van Hieronimus Roda, eenen der uit- gemonfterde Raaden van Staate, fchynt ver- maand te zyn geweeft. Wat laater, vondt men egter geraaden, den Oud-Burgemees- ter Sybrand Buik en den Penfionaris Maar- ten Blokland te magtigen, om over 't fluk der bevrediging te fpreeken met die van den Hove te Utrecht, zonder nogtans ergens in te bewilligen, en met laft om van alles eerft verflag te doen. Uit dit verflag, bleek, dat men, van de zyde der Staaten van Holland en Zeeland, zulke voorwaarden omtrent het ontvangen der uitgeweekenen vorderde , waarin de Vroedfchap geen behaagen hadt. j Zy gaf hiervan den Raad van Staate kennis, pe^/ die naar , ondertuffchen, fchriftelyk afge- ^%é vraagd hadt „ of de Stad begeerde begree- te„ il ,, pen te worden in de aanflaande Bevredi- Ld- (/ „ ging, of niet ?" Men antwoordde, op^t-f deeze vraage, beleefdelyk „ dat de Stad ^c°(" „ den Koning altoos getrouw geweeft was; „ en dat, naardemaal zyne Majefleit de Re- „ geering der Nederlanden den Raadevan „ Staate aanbevolen hadt, zy zig ook voe- „ gen zou naar 't gene, door deezenRaad, „ op 't fluk der Bevrediginge, werdt vafl- „ gefield, in zo verre zulks niet ßreede met „ haare vrybeden en voorregten (/)." Het mui- ten van 't Spaanfche Krygsvolk, welk ver- fcheiden' Steden in Vlaanderen en Brabant innam en pionderde, verwekte zo groot een' afkeer van de Spaanfche Regeeringe, dat 'er de Vredehandeling flerk door gevor- derd werdt. Men kwam dan, den agtften November, overeen, in eenige punten van ^/ Bevrediging. Men verbondt zig, onder an-f^ß«' deren „ om de uitheemfche krygsknegten^di' „ met naame de Spanjaards,tcn Lande uit jpg „ te dryven; om de algemeene Staaten te be*
(e) Vaderl. Hift. VII. Deel, il. t9.
(d) Vaderl. Hift. Vil. Deel, il. iss. ,
(«) Refol, Ywedfch, JN.), 3, ;, » , 13, i*>, 31 09. *"*'
|
||||||||||||||||||
fchepen (y). Voor de zekerheid der Stad,
werdt, ondertuffchen, by aanhoudinge, ge- zorgd. In April, was reeds befboten, de klei- ne Slooten, die in den Stads Singel liepen, te dempen, en daarin alleenlyk drie groote Slooten open te houden, welken ik meen, nu de Blaauwburgwal, de Warmoesgraft «n de Beulingfloot te zyn. Wat laater, vondt men geraaden, den buitenften boom in 't Y toe te heijen, den binnenften te openen, en alle fchepen, buiten voor de paaien, te doen loffen (s). Hopman Jan Splinter, die in eene der fchanfen op den Diemerdyk lag, hadt, reeds in Maart, aan de Stad verzogt, dat zy eenige rondeelen in die fchanfen wil- de doen herftellen; doch was, door haar, geweezen aan de Landtwaren. Sedert, hadt men op den Heere van Hierges begeerd, dat hy voor de Diemerdyker-fchanfen wilde zorgen. Doch in de plaats hiervan, trok 's Konings volk, in Oélober, uit deeze fchan- fen. De groote te Ypefloot werdt toen, door twee vendels Stads knegten, bezet. Doch men befloot, eerlang, eerfb de groote, en daarna ook de kleine fchans te flegten en te verlaaten (a). De Spaanfche Regeering zogt de Stad niet flegts met het bezetten deezer fchanfen te bezwaaren; maar ook geheellyk belaft te laaten met de zorg voor de betaaling van's Konings Krygsvolk, welk in de fchanfen op den Spaarnedammer-dyk gelegd was. Doch men verklaarde zig hier tegen, op 't ernfligfte, aanwyzende,datde Stad, federt den aanvang der binnenland- fche beroerten, reeds tweehonderd zevenen- vyftigduizend guldens ten dienfte des Ko- nings opgebragt hadt, en nu, door zwaare fchaden, door verloop van ncering en in- wooneren , door het doorfteeken van dy- kaadjen, en andere rampen, buiten ilaat ge- raakt was, om meerderen lall op zig te nee- men (b). Terwyl dit, in en omtrent Amfterdam,
voorviel, was'ermerkelyke verandering ge- komen in de Regeering der Nederlanden, die eerlang veel invloed hadt op den ftaat deezer Stad. De handeling, over eene be- vredigingvan de Nederlanden in't gemeen, met Holland en Zeeland, die te Breda aan- gevangen was, in 't voorleeden jaar, vrug- teloos zynde afgeloopen, hadt de Prins van Oranje wederom uitheemfche hulp gezogt, en eerft met Engeland, en daarna met Frank- ryk gehandeld; doch met zo weinig hoop van eenen goeden uitflag, dat hy de zaak, fy) Refol. Vroedfch. N. }. 2« April, 14 May ,3,16
July 157«. (z) Refol. Vroedfch. N. 3 13 April, 1 Juny, 4 Aug. tJ7*.
(a) Refol. Vroedfch. Af. 3. 26 Maart, i+Mayt2} OSt.
17, zi, 29 Nov. ï4 Decemb. 1576. (i) Refol. Vroedfch. N. 3. 3 Q9»i, ifjt.
|
||||||||||||||||||
1576.
De klei-
ne Sin- gellloo- ten ge- , dempt. |
||||||||||||||||||
Defchan
fen op den Die merdyk geflegt.
|
||||||||||||||||||
Laften
van Am- fterdam , federt den aan- vang der Beroer- ten, |
||||||||||||||||||
Verande-
ringinde Regee- ring der Neder- landen, |
||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IX. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
349
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ ten werdt onbedwongen: gelyk zy ook 1576.
„ nimmer de wapenen om den Godsdie.nft „ hadden aangenomen. Zy betuigden dan, „ niet te können begrypen, wat die van „ Amfterdam nog wederhouden kon, van „ zig te begeeven onder de Regeeringe van „ den Prinfe van Oranje, als Stadhouder van „ Holland; en verzogten hen, Gemagtig- „ den te willen zenden, te Delft, te Lei- „ den, of in den Haage, daar 't hun beft „ zou gelegen komen, onder aanbieding van j, fchriftelyk vrygeleide voor deeze Gemag- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1576.
'si.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
befchryven tot het beraamen van orde op
's Lands zaaken, vooral op die van den Godsdienft, in Holland, Zeeland enz. Buiten die Geweften, en de Plaatfen met hen gevoegd, zou men niets mogen on- derneemen ten nadeele van 't Roomfche geloof. De uitvoering der Plakaaten zou, ondertuffchen, tot op de Vergadering der algemeene Staaten, opgefchort blyven. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9>
|
Allen ,welker goederen,ter gelegenheid
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
der Beroerten, verbeurd verklaard waren,
,, ook de Geeftelyken, die goederen in Hol- „ land of Zeeland hadden leggen, zouden, „ in 't bezit derzelven , herfteld worden. „ Ook zou de Prins van Oranje Zee-Admi- „ raal en Stadhouder van Holland, Zeeland „ enz. zyn, tot op nadere fchikking der al- „ gemeene Staaten, met uitzondering nog- „ tans van die Plaatfen, in Hollandof Zee- „ land, die thans niet onder zyn bewind „ ftonden, ter tyd toe, dat zy dit Verbond „ omhelsd, en van den Prinfe, in 't ftuk „ van den Godsdienft, of in andere opzig- „ ten, jatisfaêlie of voldoening ontvangen „ zouden hebben. Eindelyk, was ook be- „ raamd , dat de Landen of Steden, die't j, met de tegenparty hielden, de voordee- „ lenvan dit Verbond niet genieten zouden, „ voor dat zy 't aangenomen hadden : 't „ welk hun, wanneer zy 't goedvonden, zou „ vryllaan (f)." De Raad van Staate ont- boodt, federt, Gemagtigden van Amfter- dam te BriüTel,om over de aanneeming van 't Verbond te handelen. Ook werdt het Verdrag zelf, door het Hof van Holland, gedrukt, herwaards gezonden met een' Deur- waarder, die laft hadc om het hier af te kon- digen. DeVroedfchap ilondt hem zulks toe, onder zekere Proteflatie (g), die, naar 't febynt, overeenkwam, met het gene, te vooren, aan den Raad van Staate gefchree- ven was. De Heer van Hierges, die de Gendfehe Be-
vrediging ook voorftondt, fchreef insgelyks , aan die vanAmfterdam, hen vermaanende tot -het zenden van Gemagtigden naar Bruffel; daartoe eerlang beflooten werdt (/;). Mid- lerwyl, fchreeven de Staaten van Holland, te Delft vergaderd, den zeventienden De- cember, een' Brief aan Burgemeefterenvan Amfterdam, ftrekkende, om dezelven, op £ene vriendelyke wyz.e, te vermaanen, tot het omhelzen der Gendfehe Vrede „ die » ceniglyk, zeidenze, gerigt was tegen 's 5> Lands gemeene vyanden,deSpanjaards, » en waarby elk in zynen Godsdienft: gelaa- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ tigden (ï)." By deezen brief was een an-
dere gevoegd aan de Schutterye, welke de Staaten een affchrift van den brief aan Bur- gemeefteren toezonden, uit vrees, dat de- zelve haar niet mögt worden medegedeeld, „ fchoon de inhoud , fchreevenze, haar „ voornaamlyk betrof, en eigenlyk ftrekte, „ tot byleggingdergefchillen,die deSpan- |
De Staa-
ten fchry- ven ook aan de Schutte» rye, die den brief niet durft aanvaar- den. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ jaards in 't Land verwekt hadden." Bei-
de deeze brieven werden, met een' Trom- flager, naar Amfterdam gezonden, die, den agttienden December,des nademiddagsten drie uuren, voor de poorte kwam; en, na dat hy eenigereizen getrommeld hadt,door de Schutterye, de dagwagt hebbende, in- geiaaten, doch tuflehen de buken- en bin- nendeur der poorte beflooten gehouden werdt,tot dat de Schout, dndries Holleßoot, hem beide de brieven kwam af haaien, al- zo de Schutters den brief, aan hun gerigt, niet hadden durven aanvaarden. De Trom- flager moeit terftond wederom naar buiten, en toefde tot 's anderendaags ten negen uu- ren vergeefs naar antwoord (T). Den twee- entwintigften, werden de brieven eerfl in den Raad gebragt, zonder dat 'er iets op beflooten werdt (7). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Regeering zig, midlerwyl, in haar
gezag willende handhaaven, hadt, eenige dagen te vooren , het kwaadfpreeken van |
De Stad
handelt teBruffel. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
haar beleid , by openbaare afkondiging ,
verbooden (jn). Zy handelde egter nog te BriuTel, werwaards zy, in den aanvang des jaars i577> nieuwe Gemagtigden fchikte, 1577. alzo de voongen, door eenige Schotfche Kapiteins, opgeligt waren, en in hegtenis gehouden werden («). In February, wer- , den Jakob Kanter Pieterszoon, Burgemees-
ter, Reinier Hcnrikszoon, Raad, en Willem Pieterszoon , Secretaris , met laft hiertoe voorzien. Doch zy waren naauwlyks te U-Zy aaa> trecht gekomen, of men ontboodt hen te vaardt rug. de Gend-
(!) Zie BOR X. Boek, «■ »5>S>- [758]
(k) BOR X. Bork, i/i. zoo. [759J (l Refol. Vroedfch. JV. 3. ** D'-c \slc. (m) Refol. Vroedfch. JV. }. 17 Oee. ij;S- Keur{)_ G_ ƒ. 143 lierfn. (n) Miffive van Burgera. aan de Raadeii van State var. 13 ,
Jgn. IJ77. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'au/Jol
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(f) 2"
<*) Ref0<ltT"PI:lki,atb- T" D"l> ko1- '•
<h] "efoV v'0e^ch- N- 3- 4. 7 Ute. iJ75. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'W- 2« Jan
|
^«atch. N. 3. 7» I0> H, 15, 17,21 Det.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
1
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
\
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
35°
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de Stad zouden mogen bekleed worden, l£?f*
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
rug.
|
't Was te Brüflel reeds zo verre ge-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1577-
fche Be- vredi- ging- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bragt, dat de Stad de Gendfche Bevredi-
ging aannam; waarvan hier, den twintig- ften February, kennis gegeven werdt aan de Vroedfchap; waarop, eerlang, befloo- ten werdt, met den Prinfe van Oranje, o- yer behoorlyke Satisfaäie of Voldoening, in gevolge van de gemelde Bevrediging, in onderhandeling te treeden (o). Gndertuffchen, werdt, terftond , na 't
aanneemen der Gendfche Bevrediginge, be- flooten, eene Keur. af te kondigen op 't we- derom inneemen der uitgeweekenen en bal- lingen, welke reeds te vooren ontworpen geweeft was. Zy zouden allen in de Stad ontvangen worden, mids doende eed of be- lofte, dat zy niets onderneemen of aanreg- ten zouden, flrydig met de geflooten' Be- vrediging (p). En van dien tyd af, keerden eenige ballingen en voorvlugtigenindeStad te rug* Veelen bleeven 'er egter nog buiten, zo lang het Verdrag van Voldoeninge nog niet getroffen was. De Gemagtigden der Stad verfcheenen,
in Maart, te Dordrecht by den Prinfe van Oranje, dien zy negen punten van Satisfac- tie of Voldoeninge afvor derden, eer men ver- ftondt, zig te können begeeven onder zyne Regeering, als Stadhouder. Men begeer- de „ i. Dat, in de Stad, de Vryheid en „ Ambagtsheerlykheid derzelve, geen an- „ dere Godsdienft, by dage of by nagte, „ geoefend werdt,dan de Roomfch-Katho- „ ïyke. 2. Dat alle Privilegien, Handves- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»>
|
dan door zulken, die Katholykelyk leef-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den , en daarvoor bekend waren._ 9. Dat
'n alle vonniflen van 't Geregt , die voor „ hooger Regtbank konden betrokken wor- „ den, ter uitvoeringe zouden worden ge- „ legd, onder genoegzaamen borgtogt;en „ dat de veroordeelde zig, of op 's Konings „ Raad in Holland, of op 's Konings groo- „ ten Raad te Mechelen, zou mogen be- „ roepen, naar zyn welgevallen." Zyne Doorlugtigheid, den eifch derAm-Ant'
flerdammeren overwoogen hebbende, be-woe^. antwoordde dien,van punt tot punt,op den Y^n0f, tweeden April. Op het eerfle, zeide hy^gtig- „ dat hy nietverftondt, eenige verandering neid« ' „ van Godsdienft in te voeren binnen Am- „ fterdam, mids de ftrafTe Plakaaten ge- „ fchorft bleeven, en niemant in zyn huis „ of Confcientie onderzogt werdt; en mids „ den Gereformeerden tyd gefield wierdt, „ om hunne dooden, op gewyde en eerly- „ ke plaatfen, zonder eenige plegtigheden, „ te begraaven. En naardemaal'er, waar- „ fchynlyk , veele Gereformeerden in de „ Stad komen zouden, vondt hy dienilig, „ dat men hun , tot behoudenis der een- „ dragt, zo zy 't in merkelyken getale ver- zogten, toeftonde eene Kerk te timmeren |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Keur op't
wederom innee- men der nitge- weeke- nen en ballin- gen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aanvang
der han- linge over de Voldoe- ning aan de Stad. Zy vor- dert ne- gen pun- ten van den Prin' fe van Oranje. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
)3
|
buiten de Stad, tot oefening van hunnen
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ Godsdienft, zonder iemants ergernis."
Op het tweede punt, merkte hy aan „ dat „ hy, geduurende de Beroerten, Enkhui- „ zen het regt van 't leggen der tonnen ver- „ gund hadt, 't welk die Stad niet terftond „ kon onttrokken worden; hy wilde deeze „ zaak dan aan de Vergadering der älge- „ meene Staaten verblyven : en ondertus- „ fchen Amfterdam in 't bezit laaten van 5, alle de Privilegien, die de Stad voor de „ Beroerten bezeten hadt." Het derde punt flondt hy toe. Op het vierde, meende hy „ dat de Stad in geene fchulden be- „ hoorde te draagen, die, na den eerften „ Juny des jaars 1572, tot op den dag der „ Bevrediginge, gemaakt waren." Op het vyfde , verftondt hy „ dat. de Stad, in 't „ ftuk van belaftingen , zig behoorde te „ Voegen met de andere Leden van Hol- „ land." Het zesde flondt hy toe, in gevol- ge van de Bevrediging. Op het zevende, merkte hy aan „ dat Amfterdam, zo wel „ als andere Steden , van Krygsvolk be- „ hoorde te worden ontledigd, en nimmer „ met bezetting belafl, dan wanneer zulks, „ in geval van nood, by zyne Doorlugtig' „ heid,met raade van de Staaten, dienflig „ gevonden werdt. Ondertufïchen, vondt n hy raadzaam, dat wederom werden op' „ geregt de oude Schutteryen, uit het Hg' |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
33
|
ten , Keuren en Gewoonten der Stede in
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kragt en onverminderd bleeven. 3. Dat
de Scheepvaart en Koophandel, door in- wooners en vreemdelingen, vryelyk ge- oefend werdt, gelyk van ouds. 4. Dat de Stad niet gemoeid werdt, wegens ee- nige fchulden , door die van Holland of Zeeland gemaakt, na den eerilen Janua- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
53
|
ry des jaars 1572. 5. Dat zy alleenlyk
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
draagen zou in de koften, die, van nu af,
door de Staaten van alle de Nederlanden, by raade en ordonnantie des Raads van Staate, zouden ingewilligd en omgeflaa- gen worden. 6. Dat de Burgers en In- wooners, Geeflelyken zo wel als weereld- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
33
|
reldlyken, hunne goederen vryelyk zou-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den mogen aanvaarden, waar die ook,
in Holland of Zeeland, gelegen waren. 7. Dat de Stad geene andere Knegten |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3?
|
zou behoeven in te neemen , dan die
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5, daar tegenwoordig lagen , en geenen
„ doortogt van Krygsvolk zou yerpligtzyn „ te gedoogen. 8. Dat geene Ampten in f o) Refol. Vroedfch. N. 3. 16 Jan. 10, 12, ij, 20, 26
Fel/r. IJ77. (p) Refo!. Vroedfch N. 3. ïoDie. 1J7«. 1« Maart 1577. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»>
|
haam
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IX. Boek,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
351
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
haam der Stad en uit de befte burgers, „ delyk, aanvaardde de vryheid van Vaart 1577.
zonder eenig onderfcheid te maaken, tus- „ en Handel, haar toegeftaan, en verzogt, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'577-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ fchen zulken, die 'er, federt het jaar 1566,
s, uitgeraakt waren, en anderen, tot beter „ behoudenis van deeendragtonderdebur « gerye." aan „ dat |
dat dezelve mögt plaats hebben, zonder
betaaling van Convooigeld of Licenten." Doch zyne Doorlugtigheid en de Staaten Misnoë- van Holland en Zeeland verklaarden, in een gen van fchriftelyk antwoord op deeze nadere ver- <!enp',m" |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ampten, behoorde te houden aan de Pri- tooning \ den eifch der Amfterdammeren, Smten
vilegien, om, door het maaken van on- voor zeer onbefcheiden en ongegrond. Voor- van Hol*
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»j
|
derfcheidenuitmonfteringvanPerfoonen, al ftiet hun „ dat zy te kennen gegeven'and en
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ geene onruffc te verwekken." En op het „ hadden, dat de Prins en de Staaten van ^ajcS
negende „ dat men zig, in 't fluk van be- „ Holland en Zeeland's Konings gezag en't na<jeren
„ roep van geweezen vonniffen, houden zou „ Verbond der algemeene Staaten zogten voorflag
„ aan de oude Inftruéiie van den Hove van „ te krenken, en te vernietigen, 't Scheen,'' der Am-
j, Holland, tot dat zulks, byraade der Staa- vervolgde men „ dat die van Amfterdam fte_m"
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
, de Staaten van Holland, by den Koninginer
„ en 's Konings dienaars, in haat zogten te „ brengen, om zelven daardoor gunft te „ winnen, en zig te beveiligen, in de Re- „ geering; daar zy, met hunne eigen bur- „ gers,' zo onwaardiglyk handelden, dat zy „ dezelven geene begraafplaats binnen hun- „ ne paaien wilden toeftaan, die men zelfs „ den honden niet plagt te ontzeggen. Zulk „ eene onmenfchelykheid zou," ging men voort „ den Prinfe en den Staaten reden ge- „ noeg geeven,, om de voorige aanbiedingen „ in te trekken; doch alzo de goede ingezete- „ nen hieraan geene fchuld hadden, wilden |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ten van Holland, tot bekortinge der Regts
„ vorderinge, anders verftaan werdt (3)." Het antwoord van den Prinfe voldeedt,
in verfcheiden' opzigten, geheel niet aan de verwagting der Regeeringe van Amfterdam, die haare Gemagtigden, met nieuwen laft, afzondt naar Dordrecht (r). En deezenver- toonden den Prinfe „ dat de Stad,met het „ vorderen van Voldoening, niet beoogde, „ zig te fcheiden van de algemeene Staa- „ ten, met welken zy nu verbonden was; „ noch zig te trekken uit de onderdaanig- „ heid des Raads van Staate, en gevolge- lyk van onder de Opperfte magt der Ko- ningklyke Majefteit; dat zy, hierom, de |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tRaad
ÏS
Had.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
j>
|
zy, om deezer wille, nog wel bly ven by 't
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gene te vooren beloofd was; en zelfs der
Regeeringe van Amfterdam, die zo bang fcheen te zyn voor de minfte oefening van den Gereformeerden Godsdienft bin- Den haare paaien, nog daarenboven toe- ftaan , dat, tot de oefening van dien Gods- dienft , noch in de Stad, noch in derzel- ver Vryheid of Ambagtsheerlykheid, ee- nige Kerk of gebouw gegeven zou wor- den , mids dat, in alle andere opzigten, de Gendfche Bevrediging onderhouder! werdt (ƒ)•" |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
35
|
oefening van eenigen anderen Godsdienft
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dan den Roomfch-Katholyken, en het
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
33
|
begraaven van dooden der Gereformeer-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ den binnen de Stad en derzelver Vryheid
niet kon toeftaan. Dat de Stad, in de gemaakte fchulden , federt den eerften January des jaars 1572 , niet behoor- de te draagen. Dat de bezoldigde bur- gers nog in dienft behoorden gehouden |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
55
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3>
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
33
|
te worden, zonder opregting van eenige
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
andere Schutterye, dan die, ten dien ty-
de, onder negen Kapiteinen, was opgé- regt; alzo anderszins veele Geeftelyken |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uit dit antwoord , was klaarlyk te be- De Stad
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ enandere Katholyke Perfoonen zig "inde fpeuren, hoe ver de gemoeden nog verwy- befluit
j> Stad niet veilig rekenen zouden. Dat de derd waren. Ook hadt de Prins van Oran-een wej', s, Stad ook geene magt hadt, om verfchei- je, toen de Oud - Eurgemeefter, Sybrand^!^® 35 den' Wetten en Brieven, beveelende het Buik, in 't affcheid neemen, te kennen gaf, S5 geeven van Ampten alleen aan Katholy- dat zy laft hadden om naar Bruffel te trek- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3j ken, te niet te doen.
35 zig op 't Hof van Holland, of op den groef' is ten Raad van Mechelen te beroepen, de 35 InftruÉtie voor den Hove niet meer krenk- «> te, dan een diergelyk regt,welk die van |
ken, en voldoening te zoeken by de alge-
meene Staaten, verklaard „ dat hy zulks „ houden zou voor eene inbreuk op de „ Gendfche Bevrediging." De reis naarBrus- fel ging egter voort. Men hadt beflooten, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»5 Middelburg en de zes groote Steden van in 't punt der begraafplaatfe, een weinig
J5 Holland hadden; doch dat men dit punt toe te geeven, en te gedoogen, dat de Ge-
» gaarne aan de uitfpraak van den Raad reformeerden daartoe gelegenheid zogten,
's van Staate en van de algemeene Staaten buiten de muuren. Doch in 't punt der
j» onderwerpen wilde. Dat de Stad, ein- Paalkifte, der belaftingen, en der bezettifl-
. ge, bleef men by het voorige befluit, om
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■(" Sr.?"^- «• »*• [»*] „,
MJ«,. Vroedfch. N. i. 10, I» Jprit J377. (t) Hindï. M<
|
14- [WJ.J
|
<• weUs
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1,STUK. Zz
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
35*
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
«77 welkte doen goedvinden, de Gemagtig- Antwoord, weJ mengden zesentwintigften i$Tt
7 den nog voor 't einde van April, naar Brus- Juny, van BrufTel ontving, werdt den negen fel vertrokken (0- Men hadt, reeds te Kapiteinen der gekooren Burgeren en hun vooren, vernomen, dat, van de andere zy- volk, elk vendel afzonderlvk, wederom me- de fterk gedaan zou worden op de vryeoe- degedeeld: en zy tot flilte, getrouwheid en fen'ina van den Hervormden Godsdienfl; gehoorzaamheid vermaand (y). doch men hadt hier geene gezindheid al- Wat laater, fielden die van Amfterdam Zy^ • den Pnnfe van Oranie, te Alkmaar,weder-ope".
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
om agt punten van Voldoeninge voor, waar- ftaj$,il'
op, den dertienden July, fchriftelyk geant-fen a»^ |
|||||||||||||||||||||||||||||||
toos, om dezelve te gedoogen («).
Zyhan- OndertufTchen, hadden Haarlem en de deit met andere Hollandfche Steden, die te vooren Don Jan. den Spaanfchen in handen gevallen waren |
|||||||||||||||||||||||||||||||
woord werdt. 't Is ten hoogfte waarfchyn- Don J*.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
eitf
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
ge
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
ontvangen van den~Prinfevan Oranje, eH in deeze punten^'aarby^hetaanwyzenyanS^
ziff begeven onder zyn Stadhouderfchap (t>): eene Begraafplaats voor de Gereformeerden, verbie«' 7o dat Amfterdam wederom de eenigfle het regelen van 't gefchil over de bezetting, ven & Stad was, die eene andere zyde hieldt dan het ftuk der Privilegien, en afle andere ge- ben- de overigen. De verandering, die onlangs fchillen, over de punten van Voldoeninge gekomen was in de algemeene Regeering der vallende, aan de uitfpraak van hem en van Nederlanden, maakte, ongetwyfeld, de Stad de algemeene Staaten verbleeven werden, agterlyker om zigmet de overigen te ver- Doch 't was, om deeze zelfde reden,ligte-DeW draagen. Don Jan van Ooflenryk was, in No- lyk te voorzien, dat zy den Pnnfe van Oran- van ^ vember desvoorleedenjaars,alsLandvoogd, je niet bevallen konden. Hy merkte,onder ^^ te Luxemburg aangekomen. De algemeene anderen, aan „ dat de gantfche handeling nadeg, Staaten waren met hem in onderhandeling „ aangelegd was, om Amfterdam te her-voof" |
|||||||||||||||||||||||||||||||
getreden,en hadden zig, federt, te BrufTel
verbonden, tot handhaavihge van het Room- fche geloof, fchoon Holland en Zeeland ge- weigerd hadden, dit Verbond te omhelzen |
|||||||||||||||||||||||||||||||
brengen onder zyn Stadhouderfchap; doch
dat zulks niet geagt kon worden gefchied te zyn, zo lang de Stad bezet bleeve mee Krygsvolk , welk onder eenen anderen |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Maar Don Jan nam het aan, te gelyk met „ eed was, dan den zynen, al ware 't ook
de Gendfche Bevrediging , en ftyfde de „ onder dien der algemeene Staaten." Hy fcheuring, die tuffchen de algemeene Staa- voegde 'er egter by „ dat hy bereid wasv ten en die van Holland en Zeeland geko- „ uit de zes vendels foldaaten, thans m Am- men was, door het uitgeeven van het eeu* „ fterdam leggende, twee vendels, uit drie- |
|||||||||||||||||||||||||||||||
wig Gebod, welk, op den twaalfden Maart
deezes jaars, door eenen Deurwaarder, te Amfterdam, afgekondigd werdt (w). Op den eerften May, deedt hy zyne openbaare intrede te BrufTel (%). En 't fchynt, dat de Gemagtigden van Amfterdam, die zig al- daar bevonden, door zyn toedoen, eenige betere voorwaarden van voldoening hoop- ten, dan zy, tot hiertoe , hadden können verwerven. Immers Burgemeefter Jacob Teewmszoon gaf der .Wethouderfchap, ter- ftond, met eenen brief, kennis van Don Jans intrede, en van eenige nadere punten van Voldoeninge. De brief werdt den negen Burger-Kapiteinen, met hunne Luitenanten, en den Hopluiden der twee vendelen Stads foldaaten, die den agtften May op 't Stad- huis ontboodenwaren,voorgelezen. Sedert, voer men voort met handelen over Voldoe- ning , met den Prinfe en de Staaten te Geer- truidenberg, en ten Hove van BrufTel. 't ft) Refol. Vroedfdi. N. 3. 14, i« April, IS77-
\u) Miflive.viw Bürgern, aan de Gedeputeerden der Stad
van '17 April «77.
(v) 'Vadeil. Hift. VII. Deel, il. 133 ,U4, r37-
(lu)Miflive van Bürgern, aan den Colonel Harman van üeylline-en van iz Maart 1577. ,
(x) Vadert, Hift. VII. Deel,il, I2+, 128,140,142, 14«.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
honderd man beftaande, aan te neemen,
„ die den Koning, als Graave, hem, als „ Stadhouder, en der Stad den behoorly- „ ken eed zouden doen; mids, tot beter be- „ vorderingë der rufte en eendragt, de ou- „ de Schutteryen wederom werden opge- „ regt. In 't ftandgrypen der Privilegien, „ ten tyde der Beroerten verkreegen, kon „ hy niet bewilligen; doch hy verbleef dit „ ftuk en 't punt der Paalkifte aan de uit- „ fpraak der algemeene Staaten ," zonder dat hy van Don Jan eenig gewag maakte. Voorts „ kon hy niet toeftaan, dat die van „ Amfterdam vry bleeven van 't betaalen „ van 't Convooigeld." Eindelyk „ wilde „ hy twee of drie Perfoonen magtigen, die, „ met twee of drie Gemagtigden der alge- „ meene Staaten, deeze en alle andere Pun- „ ten van Voldoeninge regelen zouden, zon- „ der daarover egter uitfpraak te doen; „ mids maar bleeve vaftgefteld, 't gene by „ de Gendfche Bevrediging bedongen was, „ dat alle Steden, over welken de laft van „ zyne Doorlugtigheid als Stadhouder zig „ uitftrekte, en gevolgelyk ook Amfter- „ dam»
(y) Refol. Vioedfch. N. 3. 7,14,27 May, 27 Junyisil*
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
m~m
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IX. Boek,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
353
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ï%
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ aanhouden der zes vendelen Burgeren te 1577^
„ bedingen;" Voorts, verzogten zy „ dat En ver- „ hun, terwyl men over de Voldoening han • zoekt de „ delde, de vrugtender Gendfche Bevredi-Jroor.de8- „ ginge, en vooral de vrye Vaart en Koop Gend" „ handel volgen mogten." En gelyk de fche Be- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ dam, onder zyn Stadhouderfchap herbragt
„ werden (ss)." De Afgevaardigden van Amflerdam begeerden, federt, verklaaring op eenige punten van zyn antwoord, en on- der anderen „ of hy niet zou können goed- „ vinden, de uitfpraak, over 't gene nog „ in gefchil llondt, te verblyven aan zyne „ Hoogheid [Don Jan] en aan de algemee- „ ne Staaten?" 't welk hy platuit affloeg. Daartegen flondt hy toe „ dat die vanAm- „ flerdam geene inlegering noch doortogt „ van foldaaten zouden behoeven toe te „ laaten (a)." Men deedt toen, van de zyde der Stad, nog eenen naderen voor- flag, waarby „ fchorfingder Plakaaten, ver- „ lof voor de Gereformeerden, om, onge- „ hinderd, buiten der Stede Vryheid, ter preeke te gaan, eene begraafplaats bin- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
57?.
% Wei-
*?« de |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Pi'aak
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
°Ver
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en0g
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lil
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
l0ndt
SS,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Prins van Oranje, in zyn jongfle antwoord,
voor God en de weereld, betuigd hadt . ,, dat het hem en den Staaten van Hol |
viedigiiv
ge teino gen ge- nieten. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ land niet te wy ten ware, dat de Burgers vveder-
„ van Amflerdam niet in hunne neering, zydfche „ welvaart en voorfpoed herfleld werden;bjtuigin- „ maar dat zulks eeniglyk aan Burgemeefle-sen* „ ren der Stad moefl toegefchreeven wor- „ den," zo betuigden die van Amflerdam, in tegendeel „ dat zy niets verzuimd had- „ den, om tot eene behoorlyke Voldoening ,, te geraaken; en dat het aan zyne Door- „ lugtigheid en aan de Staaten van Holland „ haperde, dat zulks, tot hiertoe, niet ge- ,, fchied was." Doch de Prins van Oranje gaf, op deezen naderen voorflag, geen'an- der befcheid, dan „ dat hy bleef by 't ge- „ ne hy te voor en geantwoord hadt (£)•" De algemeene Staaten hadden den Prefi- Hande-
dent van den geheimen Raad te BriuTel, 'in§ ™rt Arend Sasbout, gemagtigd om 't werk derfij"ntre* Voldoeninge aan Amflerdam te bevorderen, Sasbeu*. en deeze verzogt, den twintigflen July „ dat „ de Prins en de Staaten van Holland en „ Zeeland eenige Perfoonen wilden magti- „ gen, om, nevens Afgevaardigden der al- „ gemeene Staaten , de gefchillen, op 't „ punt der Voldoeninge gereezen, door min- „ nelyke tufTchenfpraak, te bemiddelen; en „ dat, ondertuffchen, de Stad de voordee- „ len der Gendfche Bevrediginge genieten „ mögt; tegen den inhoud van welke, zy „ verklaarde,in verfcheiden'opzigten, ver- „ kort te zyn." De Prins antwoordde, ter- flond, dat hy, by raade der Staaten van Holland en Zeeland, eenige Perfoonen mag- tigen zou, tot de onderhandeling met die der algemeene Staaten, welke hy hoopte van dien uitflag te zullen zyn, dat Amflerdam zig te beter in redelykheid mögt voegen (c). Doch op't verzoek dat Amflerdam, mid- lerwyl, de voordeden der Gendfche Bevre- diginge genieten mögt, verklaarde hy zig niet. Ook kon dit der Stad, volgens den inhoud dier Bevrediginge zelve, niet wor- den toegeflaan, zo lang zy zig niet onder's Prinfen Stadhouderfchap begeven hadt. Sas- bout hadt den Prinfe ook tien punten ter hand gefield, waarin die van Amflerdam oordeel- den, tegen den inhoud dier Bevrediginge, verkort te zyn. Doch uit die punten zelven bleek,
(b) Handv. tl. 19. Cr»7 J
\c) Handv. W. +i' f13*--» Zz 2
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■>■>
|
nen de muuren, en eenige andere punten
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
werden toegegeven. Doch daarentegen
,, flerk gedrongen op de behoudenis van „ alle Privilegiën, op de vryheid van 't ,, Convooigeld, en vooral op het aanhou- „ den der zes vendelen Burgeren enlnwoo- j, neren." Men merkte, onder anderen, aan „ dat het aanhouden deezer zes vende- „ len niet flreedt met het bewind, welkzy- „ ner Doorlugtigheid, als Stadhouder, zou D toekomen over de Stad, na dat men we- j, gens de Voldoening zou overeen geko- 3, men zyn ; alzo de drie voorgaande Stad- 3, houders, de Graaf van Boffu, de Graaf j, van Roche en de Heer van Hierges, zig j, het gebied over de gemelde Burgers, toen 3, in twee vendels verdeeld, nimmer on- s, derwonden hadden, en egter binnen de 3, Stad gehoorzaamd waren, naar behooren. „ De Koning zelf werdt daar behoorlyk ge- j, hoorzaamd, en was nogtans wel te vrede 3, met de tegenwoordige Regeeringe der 3, gemelde vendelen. Doch naardien zyne « Doorlugtigheid Holland nu niet regeerde 3, naar den inhoud zyner oude Inflruótie," [die hem verbondt tot voorfland van het Roomfche Geloof, en weering van 't gene men Kettery noemde (i); behalve dat hy °ok, door de Staaten van Holland en Zee- land, in de jaaren 1575 en i>7^» geduii- J"ende den oorlog, tot Hoofd en hooge Over- had was aangefleld] „ zo behoorde het die » van Amflerdam wel geoorlofd te zyn, « geene fchadelyke verandering in hunne *» Stad te gedoogen, en ten dien einde het J*) Handy, hl. 35. C'ji'0
\a) Handv. U. 38. [135.] CO Deeze InflruBle, die in 't Stads Groot-Me-
noe8"'- N- IL f- 321 em" te boek is ëefteld , is ftis e'mmei" in 'f ''cnt: gegeven: waarom wy dien- de ftwV°nden hebben, dezelve, hier agter,onder *J*«6ai CL'. A.), te plaatfen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ulfe
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
\
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||
354
|
|||||||||||||||||||||
1577-
|
|||||||||||||||||||||
hadt op den toeftand van Amfterdam.
|
|||||||||||||||||||||
jejj, bleek,dat deRentmeefters,die hun renten
geweigerd, en de tollenaars, die hun tol afgevorderd hadden, zulks alleenlyk had- den gedaan, om dat zy den Prins van Oran- je nog niet voor Stadhouder aangenomen hadden, en derhalve nog niet, naar den in- houd der Gendfche Bevrediginge, gehan- deld konden worden (d). De Stad Burgemeefteren deeden , den twee-en- ontvangt twintigften July, verflag van 't gehandelde wederom t£ alkmaar, aan de Vroedfchap, die, eeni- van Don & dagen laater, befloot, wederom Gemag- Jan. tigden te zenden naar Brunei,aan Don Jan en de algemeene Staaten, by raad en belie- ven van welken, men befloot, in't punt der Voldoeninge, te willen ligt en en zwaaren (e)- Maar Don Jan was, kort te vooren , van Bruffel vertrokken, en hadt zig, op den vier- entwintigften, by verrafling , van Namen meefter gemaakt, welk als 't begin van ee- nen openbaaren oorlog tegen de algemeene Staaten werdt aangemerkt (ƒ). Hyfchreef, terftond, eenen brief aan die van Amfter- , dam, en ontving 'er antwoord van, welk hy, den veertienden Auguftus , wederom beantwoordde (g), zonder dat my geblee- ken is, of men hem, van wege de Stad, op nieuws , gefchreeven hebbe. Ondertus- fchen, werdt beflooten, Gemagtigden te zen- den naar Haarlem, daar de Gemagtigden des Prinfen van Oranje verwagt werden, met welken men wederom zou handelen over de Voldoening. Men vondt geraaden, de Ge- magtigden te bepaalen aan hunnen voor- gaanden lalt , met byvoeging „ dat zy , „ voor alle dingen, het punt der Paalkifte „ niet verblyven moeften aan de uitfpraak „ der algemeene Staaten (/;)." Verande- Doch eer deeze Gemagtigden vertrokken ringen waren, of ten minften, eer zy iet hadden ten na- konnen fluiten, was de ftaat der zaakenge- Amtier-61 weldiglyk veranderd, ten nadeele der Am- damfche fterdamfche Regeeringe. De algemeene Regee- Staaten hadden zig gewapend tegen Don ringe. jan , en j-^jp gCZOgt by die van Holland en Zeeland. De Prins van Oranje begaf zig * , naar Brabant, en werdt tot Ruwaard van dat Geweft verkooren, en wat laater, tot Stedehouder van Matthias, Aartshertoge van Oofleriryk, wien de algemeene Staaten de Landvoogdye opdroegen, na dat zy den Landvoogd Don Jan en zynen aanhang voor 's Lands vyanden verklaard hadden: al 't welke, eerlang, eene geweldige verandering veroorzaakte in den ftaat en Regeering der Nederlanden in 't gemeen, die ook invloed (d) Handv. tl. 41. [l3!>.]
ie) Refol. Vroedfch. N. 3- 22, 27 Juty 1577.
(f) Vaderl. Hift. VII. Deel, il. Ui, ijj.
(g) Refol. Vroedfch. N. 3. 1 Aug. 6 Sept. 1577,
\h) Refol. Vioedfch. N. 3. 1, 6 A*&> U77. |
|||||||||||||||||||||
De toevoer naar deeze Stad was, tot in De ^
den nazomer toe, vry geweeft. Doch toen u"uand beflooten de Staaten vanTlolland dien, bei-joendï de te water en te lande, te belemmeren (i). stad te„ De Prins was nog niet verreisd naar Brabant, w^dfi en 't is ten hoogfte waarfchynlyk, dat dit'snjSu- befluit met zyne bewilliging genomen zal Vvfen. zyn. Op 't Y, lag, federt eenen geruimen tyd, een Convooifchip, welk de vaart naar de Stad ftremde (T). Te Ouderkerk, aan den Overtoom, en elders op de wegen, lag Staatfch Krygsvolk, welk niet gedoogen wil- de , dat men eenigen Leeftogt voerde naar de Stad. Men zat, in Auguftus, reeds in De^ |
|||||||||||||||||||||
zulk eene groote benaauwdheid, dat de 8eLjt
|
|||||||||||||||||||||
li
|
fts
|
||||||||||||||||||||
Vroedfchap, den zesentwintigften,befloot,ter)bel
|
|||||||||||||||||||||
r
|
|||||||||||||||||||||
den Afgevaardigden te Bruffel aan te fchry- mof''
ven „ dat de zaaken, na hun vertrek,der-te ^& „ wyze veranderd waren, dat men hun laft dr „ gaf, om de Voldoening te fluiten, by raa- „ de der algemeene Staaten en andere goe- „ de vrienden, en niett'huis te komen, dan „ met het getroffen Verdrag." Tegen 't Krygsvolk, welk de wegen bezet hieldt, werdt niets anders gedaan, dan dat men 't vermaande, zig van zulke vyandelykheden te onthouden (/). De Secretaris Willem Pieterszoon werdt te Delft aan de Staaten van Holland gezonden, daar hy gantfch on- vriendelyk bejegend werdt. Men gaf hier- van, en van 't belemmeren des toevoers aan de Stad ook aan den Prinfe van Oranje ken- nis (m). Doch zyn vertrek naar Brabant gaf gelegenheid, dat men, in eenigen tyd, niet met hem handelen kon. De Afgevaar- digden der Stad te Bruffel, federt, nieuwen laft gekreegen hebbende om ten befte mo- ^ gelyk te verdraagen («), kwamen,in 'tbe< ^Lc gin van October, overeen met den Prinfe J„f'!' van Oranje; die egter niet volftrektelykflui- (e ?>.-j ten wilde, ten ware ook de Staaten van Hol- O^e»' land 't Verdrag gezien en goedgekeurd had-°v den. Hy zondt 'er hun, den twaalfden, een affchrift van,te gelyk te kennen geevende, „ dat hem goeddagt, dat alle vyandelyk- „ heid tegen de Stad, te water en te lande, „ geftaakt werdt." 't Zelfde fchreefhyooü aan Sonoi en aan de Gekommitteerde Raa* den in 't Noorderkwartier, die 't opzigt had' den over 't benaauwen der Stad. ne^'f Doch de Staaten van Holland keurden 't teu ** j
Verdrag van Voldoeninge, waarover men t# fï°' ^ Bruffel eens geworden was, niet goed. Pe ^e' Au1'
(i) Refol. rHo!I. 1 April, 19 Aug. IJ77. II. J4, is<-
(k) Mifiive van Bürgern, aan den Graave van Boufl"u*''
ï7 Jan. zi77. (I) Miffive van Bürgern, aan Jen Admiraal v^n 't N" .
derquartier var. 30 July IJ77. (m) Refol. Vioedfch. N. 3. 2S Aug. 7 Sept. ij;7<
(nj Refol. Vioedfch. N. 3. $ Off. 1577.
|
|||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IX. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
355
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
naar de Stad zouden begeven, terwyl de _„,
zes anderen zig, den drie-entwintigften No- "'" vember, 's morgens vroeg, voor de Haarlem* mer Poort vervoegen zouden, 's Daags te vooren , deedt Helling de Hopluiden en mindere Bevelhebbers , te Haarlem , een Gefchrift tekenen, waarby zy beloofden, zig te zullen onthouden van plondering,in- dien de Stad hun in handen vallen mögt; waartegen Helling hun twee maanden gaad- je toezeide. Ten zelfden dage fchreef hy aan Sonoi omonderftand; en twee Hoplui- den , te Monikendam en te Zaanerdam leg- gende, kreegen bevel, om Helling,opzyn eerfte aanfchryvens, met hunne vendels te hulp te komen. Franpis Circourt, Hellings Luitenant, be- De Haar»
gaf zig, den tweeentwintigften, tegen den te™11« avond, met zeven of agt rappe gaften,naar ^°°"t Amfterdam, daar men hem en dezynenin- ingeno. liet, mids hun geweer aan de poort laaten- men. de, gelyk, federt het aanneemenderGend- fche Bevrediginge, gebruikelyk geweeft was. Circourt en de anderen bragt en den nagt door, in danfen met eenige Burgers dog- ters, om geen argwaan te geeven ; doch keerden, den volgenden morgen, tuffchen zeven en agt uuren , te rug naar de Haar- lemmer Poort, die zy ingekomen waren. Hier vorderen zy hun geweer wederom, en treeden naar buiten. De fchepen, die de vier vendels inhadden, waren, midlerwyl, des nagts, genaderd tot omtrent dezelfde poorte aan 't Y, voor eene plaats, de Mo* lenwerf genaamd. Eenigender knegten,aan land getreden, bejegenen hunne makkers, die uit de Stad kwamen. Menvalt,infchyn, aan 't fpeelen, voorts aan't krakkeelen,tot dat de degens uit de fchede raakten. De wagt aan de poort, zig fteekende in den twift, en de vegtenden zoekende te fcheiden, kreeg beide de partyen op den hals , ea werdt'er haaft van overmand. De Poort werdt bemagtigd: de Poortier, diedefleu- tels hadt, doorftooten; de Schryver, A- driaan Emoutszoon, gevangen genomen; de overigen gekwetft, of verjaagd. Toen ging de kreet op, onder de Staatfchen , van Zeege l Zeege! de Stad is ons. De knegten, die in de fchepen lagen, traden allen aan land, en trokken, met vliegende vendels,, ter Stad in. De poort werdt bezet gelaaten. In 't voorttrekken, fchoot men naar elk, die zig op ftraat vertoonde, terwyl men riep, dat aan niemant, die" zig ftil hieldt, eenig leed gefchieden zou. Zo ftreeven de Staat- fchen meeft allen naar den Dam,roepende Oranje! Oranje! de Stad is ons, terwyl ee- nigen zig bezig houden met het beftormen van het Koorenmeeters-huisje op de Kolk, Zz 3 em
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
, lS?7. Amfterdamfche uitgeweekenen hadden hun
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5 v
|
er-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vertoond, datzy, met dit Verdrag, niet
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
S aan
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
genoeg verzekerd waren. Zy hadden 'er
bygevoegd, dat die van Amfterdam heime- lyk briefwiffeling hielden met Don Jan , waaruit ligtelyk volgen kon, dat Holland al den lafl des oorlogs op den hals kreeg. De Staaten beflooten dan, aan te houden met het benaauwen der Stad. De Regeering van Amfterdam, den Prins mistrouwende, als hadt hy niet, of niet ernftig genoeg gefchree- yen aan de Staaten, hieldt, op nieuws, by hem aan, om nader fchryvens. Hy bedien- de zig dan van het regt, welkhyverftondt, dat zyne waardigheid hem gaf, en beval den Staaten, by eenen brief van den eenen- twintigden Oftober, dat zy Amfterdam het |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
voorregt der Gendfche Bevrediging zouden
laaten genieten. Om hen hiertoe verder te beweegen, booden die van Amfterdam hun, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
te Leiden, aan „ dat zy de twee Kapitei-
j, nen van hunne vendels wilden afdanken* „ en toeftaan, dat de Prins van Oranje twee „ anderen, uit hunne tegenwoordige fol- „ daaten , aanftelde." Doch de Staaten hielden de Stad hierdoor nog niet genoeg verzekerd, waarvan zy den Prinfe kennis gaven.' Om egter te toonen, dat zy 's Prin- fen bevelen niet t'eenemaalindenwindfloe- gen, ftonden zy toe, dat men leeftogt en turf en hout naar de Stad voerde; doch al- leen met kleine fchuiten, en onder betaaling van den Impoft ; met welke vergunning, de Stad nogtans niet naar genoegen gehol- pen was. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sta
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
?ei, ut3a-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kort hierna, werdt den Staaten berigt,
s, dat Don Jan die van Amfterdam hadt ver- is. „ oorloofd, zig, zo zy beft konden, te ver- j, draagen, met den Prinfe en met hen, on- » der beloften, dat hy hen, nog voor Kers- 35 mis,van de aangegaane verbindteniszou » komen ontflaan." 't Zy dit berigt gegrond ^are of niet (o); de Staaten van Holland en Zeeland beflooten, den eerften November, »> Amfterdam in te neemen; zonder langer » na 't befluit der handelinge over de Vol- 5> doening te toeven." Men vondt geraa- p.n , de Stad te overrompelen, en den be- rderen des aanflags te belaften, dat zy zig |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
>
<> |
^an onbehoorlykeplondering en geweld om-
,re"t Geeftelyken en weereldlyken onthou- ,en zouden. De onderneeming werdt we- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
er°rn toevertrouwd aan den Overfte Her-
an Helling, die tien vendelen voetvolks, laa°pde-r anderen, dat van Hopman Niko- dani ver' een intgeweeken Amfter- bèra ei"' onc*er zig hebben zou. Men hadt
ai*id, dat vier vendelen zig, te fchepe, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(') Bo
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
R *l. Beck, il. joi. [8j«] ene.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||
356
|
IL Dkel.
|
||||||||||||||
hing van zyn welgevallen, en merkende dat 1577-
hy geen' onderftand kreeg, wieflen in moed, en voerden, nevens twee vendels Stads fol- daaten, twee ftukjes gefchut aan, uit wel- ken, een kogel denOverfte Helling trof en doodde. Hierop ontzonk den zynen het hert: 't welk niet te voorkomen was, heb? bende Ruikhaver zyne eigen bende niet by der hand, en weinig te zeggen over onbe- . „ kenden, 't Geviel, daarenboven, dat hetvÄifl vuur floeg in een tonnetje buskruids: 't welk w, ^' den reeds gevatten fchrik derwyze deedt (e uit- toeneemen, dat 'er geen houden meer was aan de manfchap, en elk ter open poorte uit vloodt. Men zeide ook, dat de Wet- houderfcbap beflooten, en een uur bepaald hadt, om, zo de Staatfchcn daar binnen de Stad niet ruimden,dien gantfchenhoek tus- fchen de iluis en de poort in den brand te fteeken. Ruikhaver, midlerwyl, geweeken in zeker huis, werdt betrapt van iemant, die hem byzonderen haat toedroeg , en hem, onaangezien hy groot losgeld uitboodt, in koelen bloede, vermoordde. Van de Ste- delingen was Wolferd Michielszoon, Hop- man over een vendel knegten, gefneuveld, Voorts, waren 'er weinige anderen, ter we- derzyde, omgekomen (q). De fchryver aan de poorte, Adriaan Ewoutszoon, werdt ge- vangkelyk naar Haarlem gevoerd, daar hy zat, tot na het treffen van het Verdrag van Voldoeninge. Voor de koften zyner gevan- geniffe, werden hem, federt, van Stads wege, agttien guldens goedgedaan (r). De omftandigheden van den aanUag op de Stad zyn ook te vinden, in eenen brief van Bur- gemeefteren, vier dagen na 't mislukken van den zelven,aan de Afgevaardigden tot de handelinge over deVoldoeninge gefchree- ven , van welken wy, om dat hy tot ophel- dering en beveftiging van 't verhaalde die- nen kan, een affchrift onder deBylaagenop dit Boek (V) gevoegd hebben. p Na dat de Staatfchen de Stad geruimd QBelié
hadden, werdt, nog dien zelfden dag, huis- j^JC zoeking gedaan naar verborgen verraaders 0 9 (f), gelykze genoemd werden. Ten .vol- tt€o<>? genden dage, kondigde de Wethouderfchap, j^t/*' tot haare verdediging tegen de briefjes van«s. Helling, af „ dat zy, federt lang, gehan- „ deld hadt over 't verkrygen van Voldoe- „ ninge ; doch dat eenige kwaadwilligen» „ die zig, zelfs nahet treffen der Gend' „ fche Bevrediginge, meefter zogten te ma3' „ ken van de Stad, het fluiten vaneen Ver- „ drag
ff) EORXi.üot/fc.i». 3IO- [<>o6.]«sz. HOOFT Xll.Boekf
hl. 544 enz. (r) Refol. Vroedfch. N. 3. »o Dee. is77. xiAprilMl*'
(J) Lr. B. (Ó Keurb. G. ƒ. 14S-
|
|||||||||||||||
een fraai gebouw, en voor weinige jaaren,
van nieuws, geftigt (j>); welk voor het Stad- huis werdt aangezien. Op de Plaats ofDarrr, leeden deStaatfchen den eerften tegenftand, uit het Stadhuis en de Waage, daar bur- gers en foldaaten waakten. Fel werdt hier gevogten, met eenig verlies van wederzyde. Ondertuflchen, toefden de andere zes ven- dels > die ook met den dag voor de Haar- lemmer Poort befcheiden waren; doch zig, zo de fpraak ging, uit misverftand vandee- zen naam, voor de Poort te Haarlem ver- voegd hadden. Helling zondt dan ierhant af, om dit volk weg te doen fpoeden, en verzogt Hopman Gerartl van Woerden van j/liet, die te Zaanerdam lag , om hulpe. Doch deeze vondt ongeraaden, de bezetting der fchanfe te verzwakken, op enkel aan- geeven by monde; en fchikte een' ferjant naar Amfterdam, om berigt, waarin hyge- rufter kon zyn. Óndertuflchen, verliep de tyd, en 't getal der burgeren en Stads fol- daaten wies aan; die, wel gewapend, op 't volk van Helling indrongen. Hy, dus van vooren beftookt, en gelyken aandrang vree- zendevan agteren, deinft af, denNieuwen- dyk langs, tot daar hy de poort agter den rug, en de Haarlemmer Sluis, nu de oude genaamd, en Spaarnedammer brug voor de borfl hadt. Hier zogt hy zig, in der yl, wat te verfchanfen, de toegangen van ter zyde doende floppen met balken, bedden, kiftenen ander huisraad. Men heeft ge- loofd , dat hy en de andere Overften ver- ftand hadden met eenige ingezetenen, die gereed geweeft zouden zyn, om hier en daar brand te ftigten, en zo eene afwending te maaken onder de burgerye, indien gehoor gegeven ware aan 't gene Ruikhaver riedt. Doch Helling wilde der Staaten orde vol- gen, en zulk een haatelyk ftuk niet over zig neemen, te minder, om dat hyniettwy- felde aan de kort aanftaande komft der zes vendelen. Alleenlyk deedt hy, in haaft, eenige briefjes fchryven en uitwerpen, in- houdende „ dat hy en de zynen eeniglyk „ gekomen waren, om de Stad wederom ,, aan haare oude neering en welvaart te „ helpen, daar de Burgemeefters, die nog, „ alle weeken, brieven van Don Jan ont- }, vingen, tegen aan werkten. Dat hy, hier- „ om, elk vermaande, zig ftil te houden; „ wanneer aan Geeftelyk noch weereldlyk „ eenige overlaft gefchieden zou; doch dat, „ zo men zig te weer ftelde, de gantfche „ Stad geplonderd en aan kooien gelegd „ zou worden." Maar de burgers, bezef- fende dat het houden deezer belofte af- (?) Refol. Vroedfch. N. i. 12 April Ujs.
|
|||||||||||||||
'1.577-
Gcvegt
op den Dam. |
|||||||||||||||
De Staat
fchen
deinzen.
|
|||||||||||||||
Strooijen
dreigen- de brief- jes. |
|||||||||||||||
IX. Boek. GESCHIEDENISSEN. 357
Ï577. » drag altoos hadden weeten te beletten." „ in de Vergadering der algemeene Staa- 15-77,
Maar vanden handel met Don Jan, die haar „ ten; dat dit hen gebragt hadt tot hetbe- ook te laft gelegd was, werdt zorgvuldig- „ fluit, om niet te bewilligen in het ont- lyk gezweegen. Voorts, werdt de burgery „ worpen Verdrag van Voldoeninge, en bedankt voor haare getrouwheid, en ver- „ zig, in tegendeel, ware 't mogelyk, mees- maand, om in dezelve, en in haaren yver „ ter te maaken van de Stad; doch zonder voor 't Katholyk geloove, nimmer te be- „ plondering; en dat zy zyner Doorlugtig. zvvyken (u). De Raad befloot ook, den Prins „ heid daarvan vooraf geene kennis gege- van Oranje te verzoeken, dat hy wilde toe- „ ven hadden, op dat het hem niet gewee- ftaan, dat de Stad, in de plaats van drie- „ ten mögt worden, indien de ondernee- honderd, waarin reeds bewilligd was, zes- „ ming kwalyk flaagen mögt; 't welk zy honderd foldaaten in geduurigen dienft hou- „ baden, dat ten goede geduid mögt wor- den mögt. Wyders, vondt men geraaden, „ den." De Prins liet zig deeze redenen den Stads knegten,metnaame dengekwet- eenigszins gevallen; doch flondt'er zeer op, ften, voor hunnen yver, ter gelegenheid dat men de algemeene Staaten endeStad van den jongften inval betoond, eene bui- moeft tragteh te vergenoegen, tot de meefte tengewoone belooning toe te leggen. Ook ver zekerdheid des Lands. DeAfgevaardig- werdt beflooten, voortaan, maar eene poort den derStaaten van Holland enZeeland waren jj te openen (v). % 't in dit laatfte met hem eens; doch beweer- Vrins Den vyfentwintigften November, ontving den, dat die verzekerdheid niet te verkry-
*anje°" de Wethouderfchap eenen brief van de Staa- gen was op den voet van 't ontworpen Ver- St2i ten van Holland, waarvan zy,terftond,ken- drag. Zy voegden 'er zelfs by „ dat zyDochl5] !jjs' nis gaf aan de algemeene Staaten en aan „ niet ruften zouden, voor dat zy de Stad, ven byy' ovgf den Prinfe van Oranje (w); zeer klaagende „ al ware 't ook met geweld, onder zyne hun ge- ?Jti^en over de Staaten van Holland, die gezogt „ gehoorzaamheid herbragt hadden." Hy voelfn J 4t|. hadden, de Stad te overweldigen , en die hieldt hun voor „ dat zulks veel bloeds en ft^dam etdam. den toevoer derwaards, by aanhoudinge , „ gelds koflen zou." Doch zy hernamen, te be- belemmerden. Te gelyk, verzogt men, „ dat zy rekening maakten op den tweelpalt magtï- voortaan, zeshonderd burgers in foldy te „ onder de inwooners; en dat zy zig deSen- mogen houden. De algemeene Staaten „ kollen, die op honderd en vyftigduizend ichreeven aan den Prinfe van Oranje, ten „ guldens begroot waren, getrooften zou- behoeve van die van Amfterdam „ die., „ den, fchoon zy die by omflag vinden „ zeiden zy, opregtelyk handelden,terwyl „ moeften (#)." „ de andere party liftiglyk omtrent hen te Midlerwyl, werdt de handeling over deDe hani
„ werk ging." De Prins, die gehouden werdt, Voldoening voortgezet. De Regeering, be- deling niets van den aanflag op Amfterdam gewee- fpeurende dat zy geene zeshonderd bezol- over de V ten te hebben, toonde zig zeer misnoegd op digde burgers zou können bedingen, be- Voldoe- gn J" de Staaten van Holland, die zig, ten befte floot, eerlang, zig met de driehonderd, die ^ vHa,1(1 mogelyk, verfchoonden by zyne. Doorlug- haar reeds door den Prinfe van Oranje wa- vooitge- \' tigheid, met vertooning „dat de uitgeweg- ren toegeflaaa, te vrede te honden. Men zet. |
|||||||||||||
»e
|
|||||||||||||
Zin
|
|||||||||||||
h-0°
|
j) ken Amfterdammers niet alleen ; maar zondt ook Gemagtigden naar Delft, aan de
|
||||||||||||
a ook de Staaten van 't Noorderkwartier Staaten van Holland, om op afdoening van
jj zig, over 't Ontwerp der Voldoeninge, zaaken te dringen: en vooral op meerder j, bezwaard getoond hadden; dat de Stad vryheid van vaaren, en op't ontflaan van de 3, fluikhandel dreef met Don Jan; dat al- perfoonen en goederen der Poorteren, die i> daar, nog onlangs, van den Predikftoel onlangs, op bevel der Staaten (3/), alomme, :> vermaand was, God te bidden om den in de twee Geweften, in beflag genomen » goeden voortgang eener heimelyke zaa- waren. Wat laater, werden ook, van nieuws, » ke, waarmede op een' toeleg van Don Gemagtigden uit de Wethouderfchap, en SJ Jan fcheen gezien te worden; dat Amfter- Jan Perfyn en Arend Bouwer, uit de gekoo- SJ dam, door de ontworpen Voldoening, ren Burgers, gezonden naar Brabant, om met '' meefter geworden zynde van den Koop- de algemeene Staaten en met den Prinfe van " handel, en bezetting inhebbende naar Oranje te fpreeken (2). Zyne Doorlugtig- " genoegen, met hulp van Don Jan, de heid vorderde nu „ dat men de Stads yen- »> ßabuurige Steden onophoudelyk zou kon- „ dels afdankte, of hem toelieteKapiteinen J> nen kwellen; en zyne zaak ook vorderen „ over dezelven te ftellen." Ook kwam in bedenking „ of de Regeering niet zou kon-
1J78. ,01- Vroedfch. N. 3. 24, s« Mv. U77, 17 Feh. (x) BOR XI. Boek, «• ***• [»<»«•] «"*•
(v) Rer«i . (J) &e B°R x- Boek' W- 2°°" [7ï+,3 •0l- Vroedfch. A". 3. 16 ft«. 15-77, (t) Refol. VIoedf«Ji. ftj.t, 11, i6# 17,21,tzDec.isV-
|
|||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||
IL Deel.
|
|||||||||||||
358
|
|||||||||||||
157 7- " nen gedoogen * dat de Predikanten der
„ Gereformeerden by de zieken gingen, en, „ in een gezelfchap van tien of twaalf, te „ gaft wordende genodigd,eenige vermaa- „ ning deeden, gevolgd van 't zingen van „ eenen Pfalm." Naar de begraafplaats, wel- ke men den Gereformeerden zou willen toe- ftaan, werdt ook onderzoek gedaan En de Raad befloot, eerlang, hiertoe te fchikken den boomgaard der oude Nonnen , of de ledige plaats in 't S. Joris Hof, beide bin- nen de muuren. Doch hieromtrent veran- derde men, naderhand, eenigszins van ge- dagten. Omtrent de andere punten, kree- gen de Gemagtigden laft, om zig ten befte mogelyk te verdraagen («). De Gemagtig- den, die te Bruffel geweeftwaren,keerden, eerlang, naar Delft, om by de Staaten van Holland en Zeeland de laatfte hand te hel- pen leggen aan 't Verdrag van Voldoeninge. Ook kwam Meefter Willem Bar des ^ Zoon van den gewezen Schout van Amfterdam, uit naam der Staaten, in de Stad, om hen te zuiveren van den blaam, dien de Regee- ring hun, in den brief aan de algemeene Staaten, hadt aangewreeven, als of zy voor -gehad hadden, Amfterdam niet flegts in te neemen, maar met roof en moord te ver- vullen. Hy bragt, daarenboven, het Pla- kaat van den geheimen Raad mede, waar- by Don Jan en zyn aanhang voor 's Lands vyanden verklaard werden. Men hoorde hem in de Vroedfchap; doch daar viel geen fcefluit op 't gene hy voordroeg (£), en 't jaar 1577 liep ten einde, zonder dat het Verdrag van Voldoeninge tot volkomenheid gebragt werdt. De Stad De Staaten van Holland en Zeeland ver- wordt zuimden, ondertufTchen, niet, Amfterdam naamver meer en meer te benaauwen. In 't Y, voor ™j>efloo\de Stad, lagen nu twee Convooijers, die den viiïcheren verbooden hadden, hunne ftaalen te zetten, en den toevoer naar de Stad verhind erden (c). Sonoi, ontbooden uit het Noorderkwartier, met eenige vendelen, bezettede , op laft der Staaten, het Kar- thuizers Kloofter, en verfchanfte zig aldaar, in 't Leproozen-huis, op den Haarlemmer- dyk, aan den Overtoom (d), en elders op de toegangen. Ook maakte hy zig, wat laa- ter, meefter van de Zoutkeeten onder de Stad. De Overfte Chriftoffel van Tffelfiein kwam ook met zes vendelen voor Amfter- dam (ji). De Secretaris WillemPieterszoon |
|||||||||||||
was, op den dertiender. December, door de i$ff-
Wethouderfchap, naar buiten gezonden, om 't volk, welk digtft onder de Stad lag, te waarfchuwen, dat het zig vanonder derze!- ver gefchut houden moeft: voorts, begee- rende, dat de Overfte zynen laft toonde aan Burgemeefteren: 't welk afgeflaagen werdt (ƒ). HUlebrand Bennink zondt, wat laater, een' brief aan Sonoi, begeerende, dat zyne - knegten zig van alle vyandelykheden ont- hielden, alzo de handeling over de Vol- doening nu op eenen goeden voet ftondt. De Overfte deedt goede beloften. En op dat men van den fchryftrant van deezenKrygs- man zou können oordeelen, hebben wy een letterlyk affchrift van zyn antwoord , naar de eigen hand van den Secretaris Willem Pieterszoon, hier agter, onder de By hagen (g) gevoegd. OndertufTchen. hieldt het be- , naauwen der Stad aan: de Regeering be- i5? ' floot dan, den agtften January, zelve aan zy ^ Sonoi te fchryven, met verzoek, dat hy haar d^ï kennis gave, uit wiens laft haar deeze vyan- $°n delykheden , tégen de Gendfche Bevredi- ging, en tegen den wil zyner Doorlugtig- heid, werden aangedaan, opdat zy weeten. mogten, waarnaar zy zig te voegen hadden. Sonoi antwoordde „ dat hy, uit laft der Staa- „ ten van Holland, voor Amfterdam geko- „ men was, niet om iet vyandelyks te on- „ derneemen tegen de Stad; maar om te „ beletten,dat,door de vyanden van 'tge* „ meene Land, iets, ten nadeele van het „ zelve, op de Stad werdt aangevangen." En naardien men ook geklaagd hadt, dat den boden der Stad de weg naar de Afge- vaardigden te Delft werdt afgefneeden , voegde hy 'er by „ dat men dezelven vrye- „ lyk naar zyn Leger zenden mögt, daar „ hun geen doortogt geweigerd zou wor- „ den." Men nam hiervan de proef ten volgenden dage, en bevondt dat Sonoi zyn woord hieldt. OndertufTchen, werdt'er, nj* en dan, gefchooten, van binnen en van bui- ten, zonder dat men regt wift, wie 'er 'l eerft mede aangevangen hadt: waardoor» ter wederzyde, eenigen gedood en gekwetft werden. Ook fcholden die van binnen e11 die van buiten, dikwils, vinnig op elkandtf' ren: 't welk de onderlinge verbittering deeJc toeneemen (£). „eßritC De Regeering, bedugt voor geweldige$i j.
aanval, hadt, eer nog de Sonoifchen zo MlW°J if onder de Stad gekomen waren, beflootei'fjjeai- eenen tweeden wal te leggen tufïchen de fra" ^ngil
iöer|tici.
(f) U!i de eigenhandige Vcrklaaring van \y. PiEi*R
Zie etk CoMMELIN, il. 1064.
(«) L'- C. «0,
{h) Miïliven van Bürgern, aan Sonoy van 14. «»*' J
IJ7S. BOR XII. ßitk, il. 3. [s»r] enz.
|
|||||||||||||
(a) Refol. Vroedfch. JV. j. 21 Oec. iJ77.
"; (i) Refol. Vroedfch. N. j. jo, U-O«. 1J77. BOK XL So'k, i>l. 313. [910.] (e) Refol. Vroedlch. JV. 3. ïo Det, IJ77..
(4) Millive van Burgemeeft. «an dtn Capiteyn van den
Oueithoem van 17 Dec. IJ77. (*) Boa XI.Stik,U.n3,ifi:1Xll. D»k, kl. 3 [»*>.]
|
|||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
IX. Boek»
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
359
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
tigden uit de Regeeringe namen den Stem- IKygt
pelfnyder eenen eed van geheimhoudinge t--'! af. Men vondt geraaden zig, tot het flaari jJXam van penningen , te bedienen van het ge- maakt zilver, welk by de Godshuizen, Schut- teryen en Gilden voorhanden was, en met dat der Schutteryen en Gilden te beginnen (o). Doch fommigen tekenen aan, dat men zig, om geld te munten, ook bediend heeft van een zilveren Nikolaas-beeld, welk Kerk? meefters der Oude Kerke, in 't jaar 1522, hadden doen maaken, en nevens het Koor plaatfeh. Het woog drieenvyftig mark, een ons, en twaalf engels, hadt van maa- ken tweehonderd goudguldens, en in alles negenhonderd agtenveertig guldens zwaar geld gekoft. Het zilverwerk werdt gefmol- ten, en tot platte vierkante plaaten van ver- fcheide grootte gemaakt, die veertig, twin- tig , tien en vyf ftuivers waardig waren: en een en drievierde loods, agt engels vier- entwintig aazeri, vier engels twaalf aazen, en twee engels zes aazen woogen; doch voor 't einde van January,op vyftig, vyfentwin- tig, twaalf en een halve, en zes en vierde ftuivers verhoogd werden, mids de Wet- houderfchap zig verbonde, om , een jaar na 't eindigen der tegenwoordige beroerten, den houderen deezer penningen de verhoo- ging , uit Stads kalfe, goed te doen (p). Op de regterzyde der geldftukken, die nog by de liefhebbers van diergelyke zeldzaamhe- den voorhanden zyn, ftondt het wapen der Stad, en boven het zelve een Vuurftaal, het zinnebeeld van 't Huis van Bourgondie. Öok droeg deeze zyde het jaartal 1578, en den prys, waarop het ftuk eerft geflaagen was. Aan de andere zyde, zag men,in een krans van eiken loof, dit opfchrift Pao ARis ET FOcis , dat is , Voor den Gods- dienst EN DE GOEDERENfj). Op den zevenentwintigften January , werdt ook,
door den Raad, beflooten, klein geld van tin te flaari (f); doch ik weet niet, of dit be- fluit ter uitvoeringe gebragt werdt. Zo ftondt het te Amfterdam, toen de Af Zy geeft
gevaardigden der Stad, die, te Delft en in haaren den Haage, met de Staaten van Holland, Jfe™«- over 't ftuk der Voldoeninge, gehandeld vfiftrek*. hadden, van daar te rug keerden met de ten laft punten, van wege de Staaten ontworpen, °Tm 'c en de bytekeningen der Gedeputeerden, die ^n y|. deri agtentwintigften in den Raad gebragt doenia-^ werden. Men hadt eene Wapenfchorfing ge te gefloöten voor zes dagen, die met den eer-fluiten. ften
/•) Refol. Vroedfch. N. 3. 11, '.«» »7» *° 7«». 157s.
(p) Refol. Vroedfch. N. 3- *7 7**- *S7S- Kemb. G. ƒ. (1) Zit G. v. loon Nederl. Hiftonepenrungen 1, Dttlf
tl. 252 , 253. -, »r rr
(r) Refol. Vroedfch. N. }. 27 Jan, iJ7t,
Aa»
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
*5?8. rneye en de Haarlemmer poort (f): doch ik
weet niet, of dit befluit uitgevoerd werdt. Naderhand, werdt ook geraaden gevonden den Haarlemmerdyk, buiten de hameye, door te fteeken, dé Stad van binnen te Her- ken, en de huizen op den Heiligen Weg, daar de Geuzen zig verfchanfl hadden, in den brand te fteeken (£): 't welk my ook ïiiet blykt gefchied te zyn. In den aanvang des jaars, was reeds vaftgefteld, de zes- honderd Stads knegten met nog honderd en vyftig te vermeerderen, en wat laater, werdt beflooten, de twee vendelen, onder welken dezelven gebragt waren, in vier vendelen te verdeelen (/): aan alle welke beflüken nog geene geneigdheid, om zig naar den zin der Staaten van Holland te voegen, te be- 4, fpeuren was. Vjl'gen Ondertuflchen, nam de fchaarshèid aan
^eja!enleevensrfiiddelen, hand over hand, toe iii V " de Stad. De neering en Koophandel ffon- den genoegzaam flil, en lommigen tekenen aan, dat, in de maand January,tiuTchende drie- en vierhonderd burgers uit de Stad ge- weeken zyn, die Sonoi»onverhinderd, door zyn Leger trekken liet (7/2). Doch uit de Stads Regiflers blykt, dat, by den Raad, beflooten werdt, geene mansperfoonen in 't geheel, noch vrouwen van aanzien, maar wel fchamele vrouwen met derzelver kin- deren ter Stad uit te laaten, wanneer zy 't verzogt en. Aan de Huisvrouw en Schoon- moeder van Jan Perfyn, aan Magteld Stans, en aan eenige anderen, werdt het, op den twee-ent wïntigflen January, geweigerd. De Raad en Korneïis TVillemszoón.van Nek en Jan Pyl Klaaszoon werden gemagtigd, om zig dagelyks te vervoegen in de Reguliers-poor- ^ , te , en aan de fchamele vrouwen, die de Stad Sc^8e wilden ruimen, doorgang toe te ftaan. De Xm^ fchuiten wilde men ook in de Stad houden: dSeir en toen, op den zelfden twee-entwintigften ito^y de January, eenige Schuitevoerders, klaagende W'^t dat zy de koft niet meer zagen te winnen * 3ne met hunne fchuiten begeerden te vertrek- ^Hei^ ken, befloot de Raad hen, ware het mo- gelyk, te beweegen om nog een dag twee of drie geduld te hebben, tot dat men be- fcheid van de Afgevaardigden te Delft zou hebben ontvangen; of zo zy zig dit niet wil- den laaten beduiden, hen met hunne fchuiten 2'« viaer- ofte dach-gelden te neerrien (n). |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
toe(1> Aan gemunt geld was, ten deezen tyde j
flu-He.00^ zo groot een gebrek in de Stad, dat
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
^en befloot, heimelyk ftempels te laaten
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
\
|
'H-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
^aaken, en geld tè munten. Drie Gemag-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
('X Refol. Vroedfch. N. 3. 11 Dec. T577,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
fl\ &efo!- Vroedfch. iV. i.ll\ » fo1- Vroedfch. N. 3'
|
578.
1,5, 27 Jan. is1%. [921.] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
{») *.eftrf. VrorHf/..' „
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vroedfch. N, 4. ïo, zz Jtatt 1578.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
ï- STUK.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||
360
|
|||||||||||||||||
„ koftbaar en verdrietig, het haallen ge- 157&
„ vaarlyk was; dat Don Jan ook, veelligt, ,, middelen vinden zou, om de Stad, uit ,, Kampen of Deventer, daar men 't nog „ met hem hieldt, by te fpringen; hy, die, „ t'eenigen tyde, in de Vergadering der al- „ gemeene Staaten, wel hadt durven zeg- „ gen , dat hy, alleen om Amfterdam te ont- „ zetten, uit Spanje of'Italië zou overkomen. ' „ Dat de Stad ook nog wel van leeftogt „ voorzien was, en dat zy, zo zy al met „ geweld mögt gewonnen worden, zo veel j, geleeden zou hebben, dat men een van „ Hollands befte leden wel in den grond „ bedorven mögt rekenen." Den Afge- vaardigden van Amfterdam, die zig nog hard hielden, om ware't mogelyk iet meer te bedingen , ftelden zy voor „ hoe veel j, onheil en bloedftorting zy, zo zy onver- „ zettelyk bleeven, veroorzaaken zouden; „ en zo Don Jan hen al verlofte, mogten „ zy zig wel verzekeren van Spaanfche be- „ zetting te zullen inkrygen, en den over- „ laft uit te ftaan, daar hunne gebuuren van „ wiften te fpreeken." Nogtans fcheen, met het verloopen van den tyd der tweede Wa- penfchorfinge,op den zesden February, de handeling afgebroken te zullen worden,"van de zyde der Staaten van Holland. Doch de Amfterdammers, gemagtigd om, als 't neep, toe te geeven, gedoogden dit niet. De U- trechtfchen traden dan tuffchen beide (w), en op den agtften werdt een Verdrag gete- kend , uit vierentwintig Leden beftaande , die op deezen zin uitliepen: „ 1. Binnen de inho^ „ Stad, Vryheid en Ambagtsheerlykheid van K „ van Amfterdam, zou geen andere Gods- VeV' ,„ dienft toegelaaten zyn, dandeRoomfch- ^os'1'11' „ Katholyke , tegen welker oefening zig ge ^, „ niemant, met woorden of werken, zou ats&* „ hebben te verzetten. Doch de Plakaaten,dalil' „ op 't ftuk van den Godsdienft gemaakt, „ zouden opgefchort, en niemant, van wat „ ftaat ook, in zyn geweeten gemoeid, of „ eenig letfel aangedaan worden, om 't oe- „ fenen van den Gereformeerden Gods- „ dienft, buiten de gemelde paaien, mids „ uitgaande en wederkeerende ter bekwaa- „ mer uure. De Wethouderfchap zou den „ Gereformeerden eene ongewyde , doch „ eerlyke plaats aanwyzen tot begraaving „ hunner dooden, meteen geleide van twin- „ tigofzesentwintigperfoonenten hoogfte; „ doch zonder vermaaning, zang, of eenige „ andere uiterlyke plegtigheid. 2. 't Beleg „ te water en te lande zou terftond opge- „ broken worden,na dat een Burgemeefter j, envyfRaaden, allen beneden de zeftig {v>) Zit BOR XII. Buk, il- 3. [922] er.*.
|
|||||||||||||||||
1578. ften February ten einde liep, en toen nog
voor vier dagen verlengd werdt. Midler- wyl, werdt. by de Vroedfchap, over de punten der Staaten en de bytekeningen der Gedeputeerden, geraadpleegd. Óp den der- tigften January, werdt beflooten „ dat de „ Gedeputeerden zouden tragten voldoe- „ ning te bedingen, volgens de bytekenin- „ gen, door hen gemaakt, op het Ontwerp „ der Staaten: doch zo dit ondoenlyk bleek, „ moeiten zy ten belle mogelyk fluiten, ai „ ware 't zelfs, dat zyin alle de puntenbe- „ willigen zouden, zo als zy lagen; en niet te rug keeren , dan met het geflooten Verdrag O) f' 't welk wy hier te liever aanmerken, om dat 'er klaarlyk uit blykt, dat de Stad niet zo onverzettelyk was, als zy fcheen, of als haare Afgevaardigden, om te beter te.voldoen aan hunnen laft, zigge- lieten. Bor heeft dan den fchyn voor het wezen genomen, als hy fchreef, dat die van Amfterdam fier obftinaet bleven (t). Hooft drukt zig netter uit, fchryvende, Geen rekken echter scheen 'er aan de Am- fier dammers, en de zaak »«genoegzaam buiten hoop («). De u- De Afgevaardigden der Stad, den eerften trecht- February wederom in den Haage gekomen fchen be-Zync[ej troffen aldaar aan eenige Afgevaar "inddvk bigden der Staaten van Utrecht, herwaards het Ver- gezonden, om het Verdrag, welk zy wis- drag. ten nog ongeflooten te zyn , tot een goed einde te helpen brengen, 't Geweft van U- trecht hadt, reeds in Odtober des voorlee- den jaars, voldoening ontvangen van den Prinfe van Oranje (u), en zag Amfterdam gaarne in 't zelfde Verbond. De Utrecht - fche Afgevaardigden hielden dan den Staa- ten van Holland voor „ hoe veel 'er vaft j, zyn zou aan het bemagtigen eener Stad, ,, die,met het openenhaarerHuizen,waar- ,, van men reeds eenen aanvang gemaakt „ hadt, niet flegts Amftelland, maar ook „ een groot gedeelte van Rynland, van 't „ Stigt en 't Land van Woerden kon onder ,, water zetten: 't welk huurders en eige- „ naars, die, zes of zeven jaaren devrug- ,, ten der bruikwëeren gemift hebbende, „ nu, zig verdatende op de Gendfche Be- „ vrediging, heroverfchot hunner armoe- „ de tot geld gemaakt, en aan fluizen, mo- „ lens, dyken', dammen, beeflen en bouw- |
|||||||||||||||||
5?
|
tuig befteed hadden, om wederom op
|
||||||||||||||||
„ hunnen fiel te raaken , onherftelbaar be-
„ derven zou." Zy voegden 'er by „ dat „ de kans des oorlogs onzeker, het draalen |
|||||||||||||||||
(s) Refol. Vroedfch. N. 3. 28, 30 Jan. IJ78,
(t) Bor Xll. Boek, il- 4- f>*3.] (u) Hooft XIII. Boek, il- S61. ■ (v) Vaderl, Hift. VII. Deel, il. 160. |
|||||||||||||||||
IX. Boek.
|
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||
361
|
|||||||||||
„ dan na't afleggen van denvoorgemelden 157&
„ eed. Zy zouden hun logysgeld van de „ Staaten ontvangen, en evenveel trekken „ als ander Krygsvolk in Hollandfchen „ dienfl: ook op den voorgemelden voet „ betaald worden; doch niet langer in de „ Stad blyven, dan de nood zulks vörde- „ ren zou. 6. De Stad zou geen' doortogc „ van Krygsvolk behoeven te gedoogen, „ dan met bewilliging van de Wethouder- „ fchap. 7. Tot betere verzekering der „ Stede, zouden de drie Schutteryen weder- „ om opgeregt, en daarin betrokken worden „ allen, die voor deezen Schutters geweefl, „ en nog in leeven waren, zullende de ledi- „ ge plaatfen worden volgemaakt uit de „ vreedzaamfle burgers , zonder onder* „ fcheid te maaken,tiuTchen gewezen bal- „ lingen en anderen; en deeze verkiezing „ gefchieden door vier perfoonen, twee door „ den Prinfe en de Staaten, en twee door „ de Burgemeeflers en Regeerders te be- „ noemen, die, verfchillende, een vyfden „ tot zig zouden mogen kiezen; en zo zy „ ook over deeze keur oneens waren, 't ver* „ fchil telkens by lotinge moeten beilegten: „ alles tot herflelling der eendragt, en zon* „ der in gevolg te mogen getrokken wor* „ den, of iemants regt, tot het opregten „ of volmaaken der gemelde Schutteryen, „ te verkorten. 8. Alle burgers, die ge- „ bannen of geweeken waren, zouden mo- „ gen wederkeeren, en hun Poorter-en Gil- „ deregt genieten, zonder dat het hun iets „ zou behoeven te kollen; mids zy, voor „ Bamis, dat is, voor den eerflenOéiober, „ inkwamen: en dit onder verklaaring, dac „ het in geen gevolg getrokken zou wor- „ den. 9. Die van ouds in eenige amp:sn ,, gefield waren geweefl, zouden dezelven „ wederom bekleeden mogen , behalve „ wanneer die ampten een bepaald getal „ van perfoonen hadden. Voorts, zouden „ ,zy, in geval van onraad, elk op zynen „ hoefflag verfchynen moeten, en niet op „ eenige byzondere Plaatfen, of by de Wet- „ houders. Doch te brande en te byte, „ zouden zulken, die daartoe van ouds ge* „ fchikt waren, verpligt zyn te komen: en „ zou de bende der nagtwaakeren, te hou- „ den by Burgemeefleren, uit niet meer dan „ veertig man mogen beflaan, vreedzaam „ en bekwaam, ter hunner befcheidenheid. „ 10. Burgemeeflers en Regeerders, Schut- „ ters, Amptenaars en andere Poorters en „ Inwooners, weereldlykè luiden zynde, „ zouden trouwe en hulde zweeren aan den „ Koning, als Graave van Holland, aan den „ Prinfe, en aan de Stad, onder 's Prinfen „ gehoorzaamheid: ook de volkomen on- A a a 2 „ der- |
|||||||||||
jaaren, en by de Staaten van Holland te
noemen, te Delft zouden gekomen zyn, om daar, tot na het afdanken der tegen- woordige, en het opregten der nieuwe vendelen, naar inhoud der twee volgen- de punten, in gyzeling teblyven. 3,Alle knegten, in Stads foldye ftaande, zouden afgedankt, en geene anderen, in dienfie ofte waergheh, door deWethouderfchap, geworven worden, dan met verlof des Prin- fen van Oranje, en by raade der Staaten. 4. Doch naardien deStadhouder vanHolland, by zyn e Inflruélie, en by de Inftruótie voor den Hove vanHolland, gemagtigd was, om op de verzekerdheid der Steden en Sterk- ten van Holland te voorzien ; zo zouden zyne Doorlugtigheid en de Staaten, ten kofte van 't gemeene Land, in de plaats der afgedankten, vier-, vyf- of zeshonderd mannen aanneemen, uit het lighaam der Burgerye, en in niet meer dan vier ven- dels verdeelen, over één van welken, Herman Roodenburg de oude bevel heb- ben zou. De Prins en de Staaten zouden de anderen kiezen, by raade van deBur- gemeefteren, uit goede , vreedzaame, onpartydige burgers, die, tot op de Gend- fche Bevrediging, geduuriglyk, te Am- fterdam gewoond hadden. De Hopluiden, Bevelhebbers en Knegten zouden den eed van getrouwheid doen aan den Koning, als Graave van Holland, onder het beflier van den Prinfe van Oranje; aan denPrin- fe, als Stadhouder, en aan de Staaten van Holland en Zeeland» Ook zouden zy zweeren, de Gendfche Bevrediging en de Punten deezer Voldoeninge te zullen hand- haaven, tot verzekering der Stede; zul- lende den eed, vooraf, moeten vertoond worden aan Bürgerneefleren,op datblee- ke, dat dezelve niets behelsde flrydig met de Bevrediging, of met deeze Vol- doening. De knegten zouden, noch binnen noch buiten de Stad, tot eenig ander einde mogen gebruikt worden, noch 't getal, door den Prins of de -Staaten, tot bene- den de vierhonderd, verminderd, zonder bewilliging der Wethouderfchap. En zou- den de knegten , maandelyks , worden betaald, uit het gene, binnen de Stad, ten behoeve van 't gemeene Land, inge- zameld wer dt, zo ver zulks ftrekken mögt: voor 't overige, uit penningen, by de Staa- ten te verfchaffen. 5. De Stad zou met geen meer krygsvolk bezwaard worden, dan by dringenden nood voor den vyand, en ter befcheidenheid van den Prinfe. In zulk een geval, zouden de voorgemelde ™egten in de Stad blyven, en de nieuwe bezettelingen daar niet binnen trekken, |
|||||||||||
36a AMSTERDAMS II. Deel.
„ derhouding der Gendfche Bevrediginge „ en laden. by de Staaten van Holland en
„ en deezerVoldoeninge,envanalledeBe- „ Zeeland gemaakt, federt den eerften Ja-
„ fluiten, by de Staaten, op 't beleid van „ nuary des jaars 1572, of nog te maaken,
„ 's Lands zaak en, ten gemeenen befte, ge- „ tot den dag toe dat haar de Voldoening
„ nomen, en hiermede niet ftrydende. Ook „ volkomenlyk zou toegedaan zyn, ujtge-
„ zouden zy den eed op 't betragten hun- „ zeid de fchulden, waarin zy zelve geftemd
„ ner ampten en dienflen moeten doen, en „ zou hebben. Ook zou men , om deeze
„ den Poortereed, gelykvanouds : midsdie ,, reden, de middelen van fchatting, die
„ niet ftrekte tot verkorting van 't Gendfche „ reeds in de twee gemelde Geweilen loop
„ Verdrag en van deeze Voldoening. De „ hadden, of nog mogten krygen, binnen
„ Geeftelykheid zqu hierin de orde des „ Amfterdam en deszelfs vryheid nog niet
„ Biffchops van Haarlem volgen, waartoe „ invorderen. Daarentegen, zouden de uit-
„ men zig gedroeg. 11- Alle Handveften, „ geweekenen binnen de Stad niet op geld
„ Gewoonten, Keuren en Regten der Stad, „ gezet of hoofdelyk bezwaard mogen wor-
„ die niet {treeden met het Gendfche Ver- „ den, wegens eenige fchulden, gemaakt
„ drag, of met deeze Voldoening, zouden „ by die van Amfterdam , voor den dag
„ in volle kragt blyven: doch niet de Hand- „ deezer Voldoeninge, mids nogtans de
j, veften, Vryheden en Gewoonten, die, „ Wethouderfchap, tot vervalling van de
„ geduurende de tegenwoordige Beroerten, „ fchulden en laften der Stad, den honderd-
„ verkreegen, of ingevoerd waren, buiten ,, ften penning over de onroerende goede-
„ goedvinden der Staaten van Holland; be- „ ren binnen dezelve, eenpaariglyk, mögt
„ halve het punt, by de Stad verworven, „ omflaan. 16. Doch van nu af aan, zou,
„ inhoudende, dat men alle haare Vonnis- „ om de noodige penningen te vinden tot
„ fen, fchüon by eindelyke uitwyzirig aan „ befcherming van Holland en Zeeland,en
„ betering onderworpen, zou mogen uit- „ tot onderfteuning der andere Geweften,
„ voeren onder borgtogt; en dat het aan „ Amfterdam zig, op't ftuk derfchattingen
„ de keuze des verliezers ftaan zou, zyne „ en ommeflagen, ftaatswyze, voegen by
j, wederparty te roepen voor 's Konings „ de andere Leden; en, dienvolgends,bia-
„ Raad in Holland, of voor zyner Maje- „ nen de Stad en derzelver vryheid, met
„ fteits grooten Raad te Mecnelen ; ook „ den eerften Maart aanftaande, opbrengen
„ behalve het punt, welk de vryheid en 't ,, de middelen, die, in de andere Steden
j, gezag van Schout , Bürgerneefteren en „ en over't geméene Land, als dan loop
„ Schepenen, zo over misdaad als burger- „ hebben zouden, zullende de peiling, voor
„ lyk gefchil, vierhonderd roeden van der- „ de eerfte reize, gefchieden ten huize van
„ tien voeten ieder, te water en te lande, „ de burgers, zo wel als van de tappers.
j, buiten de oude paaien, uitbreidde, om „ De Staaten van Holland en Zeeland ver-
„ binnen dezelven alle regtvordering te „ bonden zig, hiertegen, om Amfterdam,
j, pleegen: welke twee punten en derzel- „ van den gemelden tyd af, te bevryden
„ ver uitwerking men nog opgefchort hieldt, „ van 't gene zy, nevens de algemeene Staa-
„ tot op de uitfpraak der algemeene Staa- „ ten, mogten hebben op te brengen, uit
„ ten. 12. Doch het Oftroi om geld op „ hoofde der Vereeniginge, met hen in 't
„ intreft te ligten,fchoon ook ten tyde der „ byzonder aangegaan. Ook zou de Stad,
„ Beroerten verworven, en de uitwerking „ na't overleveren der gyzelaars, genieten
„ van het zelve zouden van kragt en waar- „ de oude vryheid en geregtigheid, om,
s, de blyven. 13. In't ftuk der Paalkifte, „ zo'er, midlerwyl, eenige fchatting ge-
i> zouden die van Amfterdam enEnkhuizen „ fchiedde, daarop mede gehoord te wor-
„ elk hun goed regt behouden, zonder daar- „ den. 17. Tot vervalling van de byzon-
j, in, by deezen, verkort te zyn, ingevol- „ dere laften der Stad, zouden de excynzen
„ ge van de Gendfche Bevrediging. 14. De „ enimpoftenop de dunne bieren van twee
„ Koophandel en Scheepvaart zouden, ten „ guldens en daar onder , ten minfte zo
„ aanzien beide van vreemdelingen en van „ lang het der Wethouderfchap goeddagt»
„ inwooners, gedreeven worden, min noch „ loop houden: ook die op de beerten, h^
„meer, gelyk vanouds, mids binnen de „ vleefch en het kooren, binnen de Stad eü
„ Stad ontvangen werden de Convooigel-. „ derzelver Vryheid geheeven wordende»
„ den, by bewilliging der Staaten van Hol- „ doch omtrent de excynzen en impofteH
„ land en Zeeland, opgefteld, of nog opte „ op de wynen en dikke bieren boven ^
„ ftellen, onverminderd de geregtigheden „ twee guldens, zou men zig hebben &
„ deringezetenen daartegen, en zonder dat „ voegen naar de ordening, daarop gemaal'
„ het in gevolg zou getrokken word en. 15. w 18. Die van Amfterdam zouden nimm*
„ De Stad zou vry zyn.van alle fchulden „ den uitvoer van Kooren uit de Stadnet'
|
||||
IX. Boek.
|
||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||
3Ö3
|
||||||||||||||||
uitftreke. 24^ Zyne Doorlugtigheid en d
|
||||||||||||||||
ben te verbieden, mids zy altoos zo veel
behielden, als de Staaten, naar hunne befcheidenheid, zouden oordeelen te be- hooren. 10. De burgers en ingezetenen, zo geeftelyken als weereldlyken, mids- gaders de Broederfehappen, Kloofters en andere Godshuizen zouden met der daad aanvaarden en behouden mogen alle hun- ne goederen, roerende en onroerende, in Holland en Zeeland gelegen, zonder daar- toe eenig nader verlof te behoeven, en onaangezien de bevelen, ten tegendeele gegeven. 20. De Schout zou niemant, o- ver terging of verkorting, ter zaake van den een' of anderen Godsdienft,of over ergernis aan Roomfchgezinden gegeven, aan regt vorderen, eer het bewys door- zien, en bondig gekeurd ware by vier burgers , twee door den Prinfe of de Staa- ten , en twee door Burgemeefteren te magtigcn; die, in geval van gefchil, een vyfden uit de agtbaarfte en vreedzaamfte Poorters, gebleeven in de Stad tot den dag der Gendfche Bevrediginge, tot zig zouden mogen kiezen. 21. Die in Ara- fterdam wilden komen woon en, of eenen geruimen tyd verblyven, zouden de ge- melde Bevrediging en deeze Voldoening moeten bezweeren, ten minfte voor zo lang zy in de Stad blyven zouden. 22. 't Zou elk vry ftaan, met der woon uit de Scad te vertrekken als hy 't goedvondt, zyne roerende goederen medeneemende, of verkoopende, en de inkomften zyner orrroerenden blyvende trekken, of dezel- ven te gelde maakende naar zyn welge- vallen, zonder eenige fchatting fchuldig te zyn ,ten ware hy zig by den vyand be- gave, en behoudends het regt van Exue of uittogtgeld, welk der Stede toekwam. 23. Voorts, alzo die van Amfterdam aan- booden, hunne regeering te verantwoor- den voor de algemeene Staaten, of voor den Raad van Staate; en de Staaten van Holland verfhonden, dat geene aanklagt, over zaaken, voorgevallen in dit Geweft, of over Perfoonen, zig binnen het zelve onthoudende, buiten het zelve gefchie- den mögt, alzo zulks ftreedt met 's Lands Vryheden en met de Gendfche Bevredi- ging; zo fchorflen zyne Doorlugtigheid «n de Staaten van Holland alle aanklagt, twift en moeijenis, die eenigen uit de Re- geering , of derzelver weduwen , erfge- namen, of dienaars, wegens het voor- gaande beftier der Stede, zou mogen zyn aangedaan , tot dat , by de algemeene Staaten, volgens de Gendfche Bevredi- Sing, bepaald zou zyn, hoe ver het ge- za§ des grooten RaadsvanMechelenzig |
||||||||||||||||
-.--
|
/ O.
|
|||||||||||||||
„ Staaten van Holland en Zeeland zouden
„ deeze Voldoening doen goedkeuren, door „ hunneBondgenooten,zonder dat daartegen „ iet zou mogen ondernomen worden, op „ eenigerhande wyze. Ook zouden zy aan „ de algemeene Staaten en aan de Staa- „ ten van Utrecht verzoeken, dat zy dee- 5, ze Voldoening wilden goedkennen en be- „ zegelen (x)." Zodanig was de inhoud van het Verdrag 'c Ver-
der Voldoeninge van Amfterdam, om welk, dras, ook van wege den Prinfe van Oranje, te flui- Z^. ten, de Staaten van Holland volmagt ont-ge!d,en vangen hadden. Van wege de Stad, waren goedge- tot het fluiten van dit Verdrag gemagtigdkeurJ> Jan Vechterszoon en Jakob Kanter Pieters- zoon, Oud-Burgemeefters, Reinier Henriks- zoon en Jan Michielszoon, Oud-Schep en en , Arend Bouwer en Jan Perfyn, Koopluiden en Poorters, en Meefter "Reinier Kornelis- zoon, mede Poorter, en eertyds Advokaat voor den Hove van Holland, 't Verdrag werdt, na dat het geflooten was, door de Staaten van Holland ter eener, en door die van Amfterdam ter anderer zyde , beze- geld. Op den vyftienden February, werdt het den Raad der Stad eerft voorgelezen, en toen beflooten, dat men het, met het geheim zegel, bezegelen zou , alzoe den gedeputeerden , die het geflooten hadden, volcoemen macht ende laß gegeuen was (y)" uit welke woorden, men fchynt te mogen afneemen, dat zy 't Ontwerp der Staaten, in allen deele, hadden moeten aanneemen. Ten zelfden dage, werdt ook vaftgefleld, dat men 't wederzydfch bezegeld Verdrag, ten fpoedigfte, tegen eikanderen zou uit- wiflelen , en de Gemagtigden , die het ge- flooten hadden, fchriftelyke goedkeuring en fchadelooshouding verleenen. Tot gyze- laars werden, door de Staaten, benoemd Jakob Teeuws Gerritszoon, Oud-Burge- meefter, Jan Ryfer Janszoon, Meefter Jan Duivenzoon, Jan Dirkszoon Markus, Simon Dirkszoon van Ouderkerk en Jakob Floris Maartenszoon van Alkemade, Raaden, die, op bevel der Vroedfchap, terftond, naar Delft vertrokken (z), waarna de Stad ook, te water en te lande, van het beleg verloft werdt. Op den eerften Maart, werdt het door den Verdrag, door den Prinfe van Oranje, be-Prinfe kragtigd: op den agtften, door den Aarts-va" O- hertoge Matthias, die egter verklaarde, ne- ranJe. vens de algemeene Staaten, onverkort te willen blyven, in'tftuk der Convooigelden: (x) Handv. il- 4* [i4»0 _ ,
\y Refol. Vroedlch. if. s- « FerK_ip%.
(zj Retol. Vioedfch. N. i. IS, 17 Mr. Wg,
Aaa 3
|
||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||
3 64
|
|||||||||||||
»
der Regeeringe. Ook heerfchte, onder de- iSr'
zelven, een blykbaar mistrouwen op el- Regse' kanderen:'t welk voor de beftendigheid van ring, ^ 't gene 'er geflooten was moeft doendugten. A11^ ' De Wethouderfchap van Amfterdam fchreef groot gezag over Holland toe aan den Raad van Staate, zo lang deeze de Landvoogdye in handen hadt; aan den algemeenen Land- voogd Don Jan, en aan de algemeene Staa- ten: en zogt, door tuiTchenfpraak deezer laatften, die meeft allen nog yverden voor het Roomfche geloof, zulke voorwaarden van Voldoeninge te bedingen, waardoor zy zig, ook door middel van gehuurde kneg- ten , die van haar afhingen, in haar gezag mögt können handhaaven, tegen het aan- walïend vermogen der Gereformeerden, die, in de meefte Steden van Holland, de Regeering in handen hadden. De Prins van Oranje en de Staaten-van Holland zogten, daarentegen, dit Geweft te regeeren op zig zelf, en zonder dat het van den Raad van Staate, veel min van den algemeenen Land- voogd afhing, in overeenkomft met het Ver- bond van Vereeniging, geflooten tuffchen die vanHolland en Zeeland, en waarby den Prinfe de hooge Overheid over de twee Ge- weften, zo lang de oorlog duuren zou, op- gedraagen was. 't Is waar, dat, by de Gend- fche Bevrediging, de opperfte magt des Ko- nings erkend, en den Prinfe van Oranje geen hooger rang dan die van Stadhouder toege- weezen was; 't welk fcheen te kort te doen aan het gezag, welk hem, te vooren, door die van Holland en Zeeland, was opgedraa- gen. Doch men meende de zwaarigheid, die hieruit ryzen kon, te können voorko- men , als men zyner Doorlugtigheid, in de Steden, die, in gevolge der Gendfche Be- vrediginge , voldoening van hem neemen zouden, onder den naam van Stadhouder, al het gezag deedt apdraagen, welk den Koning, als Graave, hier te Lande, plagt toe te komen. Om hiertoe te geraaken, en om zig in het bekomen gezag te handhaa- ven , moeiten de knegten, in de Steden ge- legd , niet afhangen van Wethouderen, die andere begrippen hadden van de natuur der Regeeringe, en die zo groot een gezag & den Prinfe van Oranje nimmer hadden er- kend. Men bedong dan, in het derde efl vierde punt der Voldoeninge van Amftef dam, dat de Stads knegten afgedankt, & nieuwe vendels, door den Prinfe en de Staä' ten, opgeregt zouden worden, die den K°' ning, als Gr ave van Hollant onder het GoU' vemement van myn beere den Prime van Qroft' gien, en daarenboven nog, den gemeld Prinfe, als Stadhouder, en den Staaten ^ Holland en Zeeland trouwe zweeren z?a'
deH
|
|||||||||||||
i<78 op het afdoen van welken, zy, federt eeni-
door de gen tyd, fterk gedrongen hadden. Op ge- algemee-lyken voet, werdt het Verdrag, ten zelfden neStaa- da?e, ook door de algemeene Staaten goed- ten , en pejjem-d: cn op den vyfentwintigften, door door die Je Staaten 's Lands van Utrecht. Vier da- van u- te vooren, was het, door de Staaten Sand van Zeeland, bezegeld (a). Het werdt den zeiliendenMaart, hier ter Stede afgekondigd, en door de mansperfoonen boven de agttien iaaren en inwooners der Stad beéedigd,die V«ele 'er allen toe vermaand waren; doch onder inwoo- we]ken 'er veelen fchynen geweelt te zyn , ners laa- ^q verzuimd hebben den eed te doen (£): ïfn v3 waaruit een billyk vermoeden ontdaan mögt, drag te"' dat men zig niet lang houden zou aan de beëedi- voorwaarden der Voldoeninge , gelyk in- £en' derdaad gebeurde. Doch Burgemeefteren en Raaden hadden, den vyftiendenMaart, het Verdrag van Voldoening reeds bezwoo- ren aan handen van de Gemagtigden der Staaten van Holland, Jonkheer Joan, Heere van Mathenes en Rivier e, Heer A- / driaan van der Myle, Raad nevens zyne Doorlugtigheid, en Doftor Fratifots Maal- zm 00- . , , .„ ,
Eenige Dezelfde Gemagtigden arbeidden ook,
punten terftond, aan 't uitvoeren van eenige ande-
van 'c re punten der Voldoeninge. De nieuwlings woi-S geworven Stads knegten werden afgedankt, ter uit- en over de overigen, die in vier vendels voerinee verdeeld werden , Hopluiden en mindere gebragt. Bevelhebbers gefield, door de Gemagtig- den , by raade van Burgemeefteren (d)t uit- genomen dat Herman Roodenburg de oude een vendel behieldt. De overige Hopluiden waren Simon Henrikszoon Jonkhein, Jahob ViJTcher en Jan Duin. Wat laater, werdt bellooten, het Plakaat, waarby Don Jan en de zynen voor 's Lands vyanden verklaard werden, ook hier ter Stede, te laaten af kon- digen. De Staaten vanHolland verzogten de Stad, om wederom, gelyk voorheen, Af- gevaardigden te zenden op hunne Vergade- ring in den Haage : gelyk, in April, ge- fchiedde (e). Doch daar verliepen maar weinige weeken, toen de voorwaarden der Voldoeninge, in meer dan één opzigt, ver- broken werden: waarvanwynu de gelegen- heid , met de vereifchte naauwkeurigheid, zullen te boek ftellen. Aanlei- Uit het gantfche beloop der handelinge ding tot over de Voldoeninge, was klaarlyk te be- verande- fpeuren, dat de handelende partyen een ring in de verfchillend begrip hadden vanden grond |
|||||||||||||
(a) Oude Kerke , taait XXXV.
tb) Keiiib. G. ƒ. 149 verf», U°> IJl verfi, ijz.
(tl Refol. Vioedfch. N. }. 1$ Maart iJ78.
(d) Refol. Vroedfch. N. }. 2 Mastt ij78.
(e) Refol, Vroedfch. N. 3. 13, I5> ** 4>"' *"»•
|
|||||||||||||
IX. Boek. GESCHIEDENISSEN. 365
|
||||||||||||||||||||||
i5?8. den. En om de Gereformeerden te helpen driaan Pauw, ftaande op hun vertrek naar
|
1*78.
|
|||||||||||||||||||||
•aan eenen rugfteun tegen de Roomfchgezin- 't Vaderland, wel ernftelyk vermaande zie
de Wethouderfchap, werdt, by het zevende „ te wagten voor de klip waaraan die'van punt, bedongen, de drie Schutteryen,die, „ Hamburg en de andere Ooflerfche Ste na 't jaar 1566, door het vlugten en ban- „ den zig verzeilden; en niet te gedoogen nen van veele Gereformeerde Schutters, „ dat zig de Predikanten verder dan mee zeer in verval geraakt waren, wederom op „ hun Predikampt zouden bemoeijen (e) " te regten , en vol te maaken, zelfs uit zul- De Wethouderfchap za<* ondertuflehen ken,die'er,tevooren, toe behoord had- het inkomen van zo viele Onroomfchen den, en, uit hoofde der beroerten, geban- kommerlyk in,en deedt haar beft, om dei- nen waren; aan welke allen, by het agtfie zelver aanzien te fnuiken, zo ver eenigs« punt, vryheid verleend werdt, om wederom zins beftaanbaar ware met het Verdrag van in de Stad te keeren. De oneenigheid tus- Voldoeninge. De Doopsgezinden, federt De fchen de algemeene Staaten en Don Jan , den aanflag des jaars 1535, gefmeed door Doops- die haaft tot openbaare vyandelykheid uit- luiden, die , ten minften in 'tvoorftaanvan Sezindea borft, en 't gezag des Landvoogds fterk den bejaarden Doop, met hen overeenkwa Tagtsn deedt afneemen, komende by het beleg van men, zeer in den haat der Reeeerinee ee- Poorter Amfterdam, te water en te lande, hadt de weeft zynde, hadden zig eenige gunit ver- fchap Wethouaerichap genoodzaakt, om in deeze worven by de Staatfchen, en zelfs by den hier ter en andere moeilyke voorwaarden te bewil- perfoon des Prinfen van Oranie dien zv Stede te |
||||||||||||||||||||||
ligen. De Staaten van Holland waren zo reeds in 't jaar 1572, met eenige penningen
|
■i, men.
|
"
|
||||||||||||||||||||
wel overtuigd, dat zy hiertoe, haars on- onderfteund hadden, niets op hem begeren'
danks, gebragt was, dat men haar gyze- de, dan zyne vriendfehap, zo God hem laars uit den Raad afvorderde, die zo lang t'eenigen tyde , de Regeering der Neder' te Delft blyven moeflen, tot dat de gewig- landen verkenen mögt (//). Ook hadt hy t.gfte punten van het Verdrag voltrokken, in 't jaar i577, te wege gebragt, dat zy te de Stads Vendels afgedankt, en nieuwen Middelburg tot Poorters werden aangeno- m de plaats aangenomen, en beéedigd wa- men, zonder dat zy verpligt werden den ren. De Wethouderfchap verloor, hier- „ gewoonlyken Poortereed te doen, waarin door, een voornaam gedeelte van den klem „ zy, van gemoedswege, betuigden zwaa- van 't voong bewind: en 't leedc niet lang, „ righeid te maaken:" by welke vryheid K °fny rf allen gezag geheellyk kwyt. hy hen, aldaar, nog in July deezes jaars Vfei Het fluiten van t Verdrag lokte terftond handhaafde (i). Na 't fluiten der Voldoenin- X dc ^geweekenen en ballingen,die allen,of ge, beproefden zy, of hun gelyke vryheid S rneeft allen der Hervormmge waren toege- gegund zou worden te Amfterdam daar Vi0- daan» en by het agtfie punt vryheid van de Wethouderfchap Roomfchgezind was S% wederkeeren gekreegen hadden , in grooten Eenigen hunner verzoeten Poorlers te mo-' %e getale, herwaards Onder deezen, waren gen worden, zonder&dat zy den Poorters t V veele aanzienlyke Koopluiden,_ die z,g, na eed deeden,mids zy, met waare woorden, t de omkeering des jaars 1572 ,in de Steden verklaarden getrouw te zullen zyn. 't Ver- vang Noorderdeel van Holland hadden ne- zoek kwam in de Vroedfchap, daar den dergezet: en met welker vertrek, de han- tienden May , beflooten werdt, voor als del, die aldaar fterk aan 't bloeijen was, nog, niemant tot het Poorterfchap deez-r Wederom zeer begon te verloop en (ƒ). Van Stede aan te neemen, dan die den behoor- Hamburg, en elders daaromtrent, keerden lyken Poorters eed, naar ouder o-ewoonte |
||||||||||||||||||||||
veele geweekenen ook naar Amfterdam.En zou gedaan hebben (k). Maar eenige dagen
|
'Raad-
|
|||||||||||||||||||||
kan ik niet voorby-, hier te melden, 't gene laater, fchynt de Vroedfchap, bevroeden-]. •
iornmigen,uit at Aantekeningen van denllee- de, veelligt, dat het toelaaten en begunfti- gen der U KoRNELis PiETERszooN Hoopt, gen der Doopsgezinden de Gereformeer- Vroed- a'e naderhand Burgemeefter van Amfterdam den, die veel fterker in getal waren meer fchap |
||||||||||||||||||||||
Jerdt, te boek gefield hebben, te weeten, ofmin, zou können te onderhouden eên
|
hiero-
1 ver. |
|||||||||||||||||||||
jut Johan Huigen, Raadsman der Stad Ham- weinig veranderd te zyn van geda^ten' Ter
^"rg, een vriend der Hollandfche vryheid, Secretarye deezer Stede, beruft nog tegen- n zeer gemeenzaam met deAmfterdamfche woording een los papier , waarop de ftem- 'ugtehngen, de luiden van aanzien onder men ftaan aangetekend van tweeentwintig J^elven, die gefchaapen waren, in tyd en L<£ ^le> te Amfterdam op 't kuffen te raaken,
en «iet naame Egbert Roelofszoon en A- [fj ISA Ä * '*'" f»'). Zie Doopsgez. Martel. II. Deel, il. 7+s ,
(f) v„ ., IWNDT I. AW,W. 5!« ««■,«°9 ««• »/■»»• •' *Uus Hoorn, II. zSS. (yjj lUlbl. Vioedfch. if. 3- i° May ijj%-
|
||||||||||||||||||||||
IL DeëL.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
166
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Leden der Vroedfchap, die , op den drie- zyn fchip, werdt, door den boomflinter al- i57 "
entwintieften May, geraadpleegd hebben, daar, voor Moorddammer gefcholden. Zelfs^ti- over het voorftel van Burgemeefleren „ off rukten de foldaaten, die de wagt hielden da**^ menden Mennoniflen zall tot poorters ont- aan den boom, hemden vleugel of.wim-8^
" fanden onder hoeren waeren jae woorden in pel, daar Stads wapen in ftondt, van het " plaetze van eedt, mits den * transgredie- fchip, terwyl de boomfluiter fchamperlyk " renden g-eflraft zullen worden als meenedkhV vraagde, van wien de Moorddammers zulk En vind ik, dat tien Leden hierop geftemd een wapen gekreegen badden? Burgemeefte- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IS?8.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
* Over-
treeders.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hebben „ dat menze niet ontvangen zou,
dan wanneer zy den eed deeden; doe, !! dat menze egter, voor deezen tyd, on-
„ déroogluiking.indeScad zou toelaaten.
Twaalf itemden „ dat menze zou aan-
neemen, onder de voorwaarde , in het voorftel gemeld." Doch op nieuws om |
ren van Amfterdam hielden zulk een' hoon .
zo zeer te ftryden met de GendfcheBevre- diging en bedongen Voldoeninge, dat zy'er
over klaagden aan die van Haarlem ( n );
zonder dat my gebleeken is, wat 'er op gevolgd zy, d Maar by den twift ter gelegenheid van Ver1,,.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fl
|
HUIL VttHwii »v**< v^w« .*---------- • J. <J C? •/.■.*_- \pt *
pleegiiv, waarfchynlyk teroorzaake vande ouds, alleenlyk te ftaan onder Overluidend*nje^;
verandering, die drie dagen hierna voorviel, en Rotmeeiters , en onder de Burgemees- tsff(L
" " ters als * Opperopzigters. Doch de Gemag- ^
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
DeGere- De Gereformeerden vonden zig nu, al- tigden van denPrinfe van Oranje en van de
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
form
den
ren
graa
|
omm^ ui xj-uiiaiiu, *-ii 6wiid iv ii.ii*».w^AV*«..., wv».»^«... v—* ---------j — ------ ■•----- —
mor" zo iterk van getal, dat het hun begon te reeds gemelde Heeren van Mathenes en van
beVCr verveelen, dat zy, die elders in de treffe- der Myle en Meefter Paulus Buis en Niko- laas Kamerling, zogten, om den klem van
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
plaats, hier t uit aiie ampten geflooten zouden bly- 't gezag over de burgerye in verzekerde han
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hun door ven.' fchoon zulks ( by >t Verdrag van Vol-
|
den te houden, de drie Schutteryen te bren-
gen onder zes vendels, over welken zy Ka- piteinen, Luitenanten, Vendrigs , Serjan- ten en Korporaals begeerden aan te ftellen naar hun welgevallen. De Wethouderfchap beweerde „ dat zulks met de oude gewoon- „ te, en met den inhoud der Voldoeninge „ ftryden zou." Van de andere zyde, werdt hiertegen ingebragt „ dat men van denvoo' „ rigen voet niet zogt af te wyken, dan al- „ leen in 't beleiden en fchikken der wag' „ ten, waarin, zeide men, de Stadhouder* „ voorzien mögt, naar tyds gelegenheid." 't Stribbelen hierover hadt eenigen tyd ge- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de Wet-
houder- fchap aan ge- weezen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
doeninge, geenszins was vaftgefteld. Men
beftondt dan, misnoegen te verwekken on- der 't gemeen; waartoe gelegenheid t' over |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
was,in eeneStad,daar deWethouderfchap
en een groot deel der burgerye eikanderen niet vertrouwden. Volgens het eerfle punt der Voldoeninge, moefl de Wethouderfchap den Gereformeerden eene eerlyke begraaf- plaats aamvyzen, binnen de muuren. De Vroedfchap hadt ook beflooten, hiertoe te fchikken het ledige erf agter het Pauwels Broeders Kloofter,daar de rosmolen tegen aan kwam: en zo deeze plaats den Gerefor- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
meerden te afzigtelyk toefcheen, zou men duurd (o), toen de Gemagtigden van dei]
hen uiterlyk mogen geryven met S. Joris Prinfe van Oranje en van de Staaten een' Hof, of deszelfs bleekveld (0- Veelligt, is Lyft opftelden van alle de Bevelhebbers t>' men niet, of niet fpoedig gekomen tot het ver de zes vendelen, onder welken zy da aanwyzen der laatftgemelde plaatfe , die drie Schutteryen brengen wilden; en die aart midden in de Stad lag. Immers, het blykt, Burgemeefteren overleverden, om derzel' dat de Gereformeerden, met de plaats, die ver goedkeuring daarop te hebben. BuJj' hun was aangeweezen, en die aan eenen af- gemeefteren bragten 't ituk in de Vroed' zigtigen hoek lag, zeer kwalyk te vrede fchap, alwaar, den drie-entwintigften Ma/' a .waren (m). De verbittering tegen die van eendragtiglyk , beflooten werdt „ niet ^ |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fter-
damfch _.^^^^^^__- ^_^ _
Schipper jen over.EenÄmfterdamfchBinnenlandfch-
HaSemevaarder, Mr echt Juriaanszoon, in't begin voor 'vanApril, binnen Haarlem gekomen met |
„ bewilligen in het brengen der Schutfe'
„ ryen onder zes vendels, en vooral ü& „ onder de opgegeven Bevelhebbers; fcho^
„ men 'er niet tegen hadt, dat de df'^
„ Schutteryen, in gevolge van de Vold^ |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
» ' V
(«) Mfffive van Burgemeefteren aan die van, Haatleu'
. . . April iS7S. (o) H80ET XU1. B«eh,tl. J77.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(l) Refol. Vioedfch. N. 3. i Maart ij7i,
(m$ HOOFT XM.Boei, il. S77> |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IX. Boek»
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
%6l
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
opgeregt en Vol ge- tot opftand uitborft. De beleiders van 't
En dit befluitjwelk, werk, overleggende, dat zy, in getal en |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1578.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ mnge, van nieuws
„ maakt werden (p).' nevens de OrdonnantieGemagtigden van den
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I57S«
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
magt,
|
hunne partyen genoegzaam opwoo-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
verftonden, dat de overhand afhati-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gen
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en de Staaten ter hand gefield werdt (g),
is het laatfte der Roomfchgezinde Regee- ringc, welk, in het Regifler Van de Refo- lutien ^Vkoedschaf, ftaat aangetekend; waarom, en vooral om dat het de naafte aanleiding gaf tot de beroerte , die kort hierop ontftondt, wy het, hier agter, on- der de Bylaagen (r), geplaatft hebben. Eenige voornaame burgers onder de On-
roomfchen, ziende geene kans, om de Wet- houderfchap te brengen tot bewilliging in het genezy hieldt haar gezag tegen tezyn, en kwalyk overeen te komen met de Vol- doening , beflooten, omtrent deezen tyd, de gantfche Regeering om te keeren, en hunnen partyen den voet te ligten, eer die |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gen zou van het waarfchuwen met den flag.
Meefcer Willem Bardes, Zoon van den ge- BarJes wezen Schout van Amflerdam, was aldaar, fchryft nevens veele andere ballingen, wedergekeerd aar; S(>- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IM
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uit het Noorderkwartier van Holland, alwaar ^a°^
hy, eenen geruimen tyd, Stedehouder van van Sonoi geweeft was. Aan deezen verzogt hy, Krygs- den vierentwintigften May „ dat zyn volk,voik' „ leggende naaft aaü Amfterdam, laft van „ hem hebben mögt, om zig, ten eerflen „ bevele van de Staaten van Holland , of „ van derzelver Gemagtigden, vaardig te „ houden tot den optogt." Men ziet, uit dit fchryven, dat 'er een toeleg op Amfter- dam in til was, waarin men zig van's Lands Krygsvolkbedienen wilde;en dat daarvan, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'cn
|
ge
zien-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fej
|
bur.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
on-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
te
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aude-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
•ï
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
't hun deeden. Hoe men dit werk hebbe behalve Bardes, die zeer verknogt was aan
aangelegd, is, gelyk het gemeenlyk met den Gereformeerden Godsdienfl, ook de |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nergens Gemagtigden der Staaten, welken zig, fe-
die , in dert eenigen tyd, in Amflerdam bevonden, kennis hadden. By den zelfden brief, ont- boodt Bardes ook eenen fchootvryen helm en rondas, ten zynen behoeve. Sonoi ant- woordde hem, zonder uitftel, dat aan zyn verzoek voldaan was. Ondertuffchen, hadt het grootfte gedeelte van de Stads bezette- lingen, die al eenigen tyd gemord hadden over de zwaare wagten, niet donkerlyk te kennen gegeven, dat, zo men nieuwigheid aanvinge, zy zig niet t'zoek maaken,maar 'er veel eer de hand toe leenen zouden. In deezen fland der dingen , kwam Meefler Thomas van Til, voorheen Abt van S. Ber-Thomas nards by Antwerpen, en federt, Leeraar vanTil onder de Gereformeerden, op Zondag den ^f ten vyfentwintigften May, buiten de Vryheid Amfter- van Amfterdam, by denS.Antonisdyk,pre-dam. diken. Men weet niet, wat woorden hy uit |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
diergelyke onderneemingen gaat
klaarlyk aangetekend. Hoopt, 't jaar 1635, met het fchryven zynfelyke Nederlandfche Hifiorien, aankeeren van Amfterdam gevorderdheeft, meer dan iemant, my bekenwerk gemaakt, om , uit oude luidverneem en, wat, by het Geus wordAmflerdam, gelyk hy 't noemt, voolen zy (Y). Hem zullen wy dan, voolyk, volgen. Hy fchryft, gelyk klaarlyk blyktroerte niet zo zeer toe aan de wulpsh't graauw, als aan 't opzet en beleveelen der treffelykfte burgeren. DVan Aldegonde hadt, al voor eenigeop zyne reize naar Worms, den algemStaaten , uit Keizerslauter , gefchredat de Spaanfchen eenige fchepente bekomen van den Koning van Zw
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
V
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
°mzete gebruiken tegen Amflerdam, bin- de Heilige Schrift voorgedraagen , en of
nen welke Stad, zy voorgaven vrienden in zyne Leer ook eenigszins tot ophitfing der °Vervloed te hebben. En dit fchryven fchynt gemeente geflrekt hebbe. Doch 't gaat vafl, ^nleiding te hebben gegeven, tot een an- dat de Gereformeerden , terflond na de ^ gerügt, welk men, ten deezen tyde, preeke , eikanderen befcheiden, en tyd, te Amfterdam liet loopen , dat Don Jan, plaats en wyze beraamd hebben, om 't werk °nder dekfel van den Hoogduitfchen bezet- tot daadelykheid te brengen, en deWethou- e'"igen» te Deventer en te Kampen, eeni- derfchap van 't bewind te ontzetten. De jp nooddruft toe te voeren, wel iet onder- hoofden des aanflags en eenigen der uitvoer- ,eemen mögt op Amflerdam, daar hy, zei- deren dan, elk zyn werk weetendc, houden ee^ïen,nog heimelykverftand hieldt. Zulk zig binnens huis en wel op hunne hoede, ^^.tyding, looslyk verfpreid, door geag- met waaken den gantfchen nagt door. TenEen;ge de ^den onder de Onroomfchen, vervul- volgenden morgen, zynde Maandag den burgers ^e gemoeden met argwaan, die eerlang zesentwintigflenMay, vervoegden zig Wil- fpreeken |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lem Bardes, Maarten Janszoon Kofier, A-'^^
driaan Kromhout, Adriaan Pauw en Guil- dersop't |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vroedfch. N. 3. 23 May 1578-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M
|
Reroli
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'an"^ß\
|
ve van Bürgern, aan de Gedeputeerd, ter Dagv
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
laume du Gardin op 't Stadhuis, daar de Stadhuis,
gantfche Wethouderfchap vergaderd was; Bbfa om, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■ t>.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
't
|
o ^Vne Brieven N. 4ji. il. 3+S.
^UK.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||
:68
|
|||||||||||
1578. om, gelyk als voor 't laatit,te beproeven,
of zy niet te beweegen ware tot bewilliging in de fchikking op de Schutteryen,en in de ande- re punten, waarop de Gereformeerden Hon- den. De Plaats of Dam, die reeds, ter oorzaa- kevan den Marktdag, rykelyk voorzien was van volk, raakte allengskens voller en voller, terwyl deeze luiden, ettelykereizen, van 't Stadhuis naar de herberg van de Gemagtig- den der Staaten, die op den Dam was, en van de herberg naar 't Stadhuis, tiuTchen de menigte door, over en weder gingen. Te- gen elf uuren, kwamen de bezetteljngen in de wapenen, en werdt ieder der vier ven- delen op zyne flandplaats gefield, 't Volk, uit het over en weder gaan der vyf mannen, befluitende , dat de Wethouderfchap niet toegaf, werdt allengskens ongeduldiger. Ook was 'er, hoe men 't keeren of wenden wil- En gee- de, geen verzetten aan de Heeren« Der- ven aan 't naive t komt du Gardin, als nu de middag kennen voorby , en de markt ontledigd was van dat de ' huisluiden en zuivel, verfchynen ter puije Heeren van 't Raadhuis, daar men de afkondigingen niet te plagt té doen, ligt zyn hoed, en zet dien verzetten terfl.Qncj wederom op. Dit was een teken, dat men met redenen niets te verwinnen zag. Simon Henrikszoon Jonkhein, onlangs ver- kooren tot Hopman over een vendel bezet- telingen , treedt daarop ten Stadhuize af, en,flaande de armen van eikanderen,geeft te kennen, dat 'er geen verzetten ware aan de Wethouderfchap, zig vervolgens fpoe- dende naar zyn vendel, om de nieuwe Kerk Aanvang te verdedigen tegen plondering. Te gelyk des op- j0fc zeker foldaat een musket, uit een der . lo°Ps' venfteren van de Waage. En ftraks daarop, ftuift matroos op ftraat, met vliegende vlag- gen, roepende Wie Oranje Heft, toone dat hy hert heeft, en volge my. De menigte der Onroomfchen was fluks op de been, arbei- der, ambagtsman , koopman, rentenier, volk van allerlei flag, onder welk egter, de uitgeweekenen de vuurigften waren. Een gedeelte ftreeft naar 't bushuis, haalt 'er 't gefchut uit, en fleept het naar den Dam, terwyl de toegangen derwaards geflopt wor- den met wolzakken, die by geval aan de Waage lagen. Toen aan 't werpen met flee- nen naar de yzeren traliën der Vierfchaare, om de nagtwaakers, die hier, in zorgelyke tyden, op 't afbranden van zeker haakge- De Re- fchut paften, te verjaagen. En zo dra be- geering fpeurde de menigte niet, dat 'er geen vuur Sgetaft gegeven werdt, of zy ftort ten Stadhui- en ter ze in, haalt den Schout en de meefte 011- Stad uit de en dienende Wethouderfchap van daar, geleid. 0f ujt derzelver wooningen,en brengtze op de Ook de Waage. Een andere hoop fleept, midlerwy], lykheid verfcheiden' Priefters en byna al de Min- |
|||||||||||
derbroeders naar den Dam. En kort daar-? 1578-
na, werden de Wethouders en Geeftelyken, tuffchen twee ryen foldaaten door, om be- fchermd te zyn tegen de woede van 't graauw, fchreeuwende, dat menze naar de galg voeren moefi, daar zy menig een aan ge- holpen hadden, door de fchutters geleid naar 't Water, en elke foort afzonderlyk gefcheept in verfcheiden' vaartuigen, die hen, maar. even buiten de Stad, aan den S. Antonis- dyk wederom uitzetteden. Drie magteloo- ze graauwe Moniken, een van welken Poor- ter was, bleeven in de Stad; welken men, naderhand, befloot, of in't Kloofter ten Zie- ken, of elders, van onderhoud te verzorgen (f)-Doch erger lot hadden eenigeRegeerders zig toegelegd, met naame de Oud - Burge- meefter Henrik Dirkszoon,die geene ande- re rekening gemaakt hadt, dan dat men hen, buiten den boom, in den grond geboord zou hebben , waarom hy twee hemden , hem door zyne Huisvrouw nagezonden, aan de dienftmaagd te rug gaf, zeggende „ dat „ hyze niet noodig zou hebben." Maar nu aan den dyk op vrye voeten gefield zynde, begaven hy en eenige anderen zig naar Haar- lem , daar hem nog fpottens kift beving, zeg- Ber- gende hy tegen zyne makkers, zulken, mis- v.an0V fchien, die, federt lang, verzuimd hadden n0k0ji. hem Burgemeefter te maaken, een dingheb-2 ben ix>y vergeten: en gevraagd zynde, wat ? antwoordde hy den kruiwagen, in Amfter- damfch, betekenende het middel, om dien men wil in 't bewind te helpen, en de din- gen te ftieren naar zynen zin. Als men hem ook zyn gevoelen afvraagde, omtrent dit verhangen van de hekken der Regeeringe, zeide hy, meteenediergelyke laagefpreek- wyze, huimetuit, hoedt u voor de weêrfiuit, waarmede hy zeggen wilde, dat zy, die nu gezogt hadden op 't kuflen te geraaken, by verwifleling van tyden, wel eens vaaren kon- den, gelyk hy en de zynen nu gevaaren wa- ren. Doch hy beleefde zulke tyden niet, en overleedt, eerlang, te Haarlem, in zulk een kwaaden reuk by den gemeenen man, dat,op zyne uitvaart, verfpreid werdt,hoe zyn lyk , wonderdaadiglyk , weggevoerd was, en een fpook, in de plaatfe daarvan, de kift beflaagen hadt. De dienende Wet- houderfchap , die, nevens hem, voor 't groot- fle gedeelte, ter Stad uitgevoerd werdt, be- ftondt uit den Schout Andries Hollefloot, de Burgemeefters Kornelis Klaas MeeuwS' zoon, Jakob Gerrit Teeuwszoon , Henrik JakobszoonBicker en Reinier Henrikszoon Roe-' klaas, en de Schepenen, Meefter Albert Kan- ter, Jan Michiel Loef s, Sybrand Buik Joofi' zoon f
(t) Rcfo!. Vroeclfch. iV. 4. 31 May 1573.
|
|||||||||||
IX. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||
36P
|
||||||||||||||||||||||||||
IS?8. 200«,Meefter^»Dm/ü^wo^ Arts, JTor«*- Kromhout, Jakob Bennink Jakobszoon, Ja*
|
15?*
|
|||||||||||||||||||||||||
lis Wiïlemszoon van Riek, Jakob van Mar- kob Franszoon Oetgens, Do&or Klaas Plemp,
ken, Evert Korszoon in't Marsje, Jan Per- Herman Roodenburg Hermanszoon, Ts- fyn en Meefter Komelis Janszoon Romeny- brand Janszoon , Govert Janszoon , Gerrit boot, die, eerft op Maydag te vooren, be- Janszoon Koesveld , Willem Pauluszoon, ëedigd waren by den Hove van Holland, Simon Henrikszoon, Gerrit Janszoon Paris] alzo de Schepenen van 't voorleeden jaar, Meefter Komelis Barendszoon , Beter Ja- ter oorzaake van de belegering der Stad in kobszoon Vries, Jonge Jan Doet 'er niet toe, 't begin van February jongftleeden, tot dien Klaas ReijersZoon, Arend Janszoon Koesveld, tyd toe, waren aangebleeven. Doch wie Pieter Pauw, Herman Roodenburg de Ou- van de Raaden , en van de Oud-Schepenen de, Douwe de Blokemaaker, Dirk Ölofszoon, vervoerd werden, is, by gebrek van be- Jan Simonszoon, Brouwer, Jan Ei,Tinne- . hoorlyke aantekeningen, met wel aan te gieter, Ja« Pieterszoon Pomp, Lubbert Nur, In» Xvv*en- , , , , Jan Bethszoon Roodenburg, Jonge Jan Cn- _ Opmerkelyk was, ondertuflchen, dat dit Duivenszoon, Klaas Henrikszoon Koning A-
<lers 0e- kleiden der Regenten en Geeflelyken ge- üs Pieterszoon, Vleefchhouw er, Pieter Wil- ^oofte. fchiedde, zonder ïemant te wonden. Doch lemszoon Vriend, Henrik Leenden szoon, Pieter *otdt 't was naauwlyks verngt, of de ziellooze Uevenszoon, Henrik in de Pot, Reiier oïRei- |
||||||||||||||||||||||||||
«ST
|
ftof, beelden , altaaren moeiten voörhou- nier Simonszoon van Nek, Herk de Koper (la-
|
|||||||||||||||||||||||||
den. Feld hadt men t gelaaden op de ge- ger en Gerrit Jakobszoon Schaap Onder dit
dagtems der Minderbroederen,.die kennis getal, waren veele geweekenen en ballin van Kettery e plagten te neemen, en tot hun- gen, en de meeften Gereformeerden Zy nent, na't uitvoeren der dood vonniffen, met werden allen, tegen den volgenden da», de weereldlyke regters, het bloedmaal, ge- zynde den agtentwintigften May, ontboo- lyk het genoemd werdt, te eeten. Op hun den op het Stadhuis; doch drie hunner,te Kloofter loosde zig dan de meefle woede, weeten Meefter Komelis Barendszoon, Tan Alles werdt hier geroofd, of in ftukken ge- pieterszoon Pomp en Gerrit Jakobszoon fmeeten. Doch aan winkels of wooningen, Schaap, verfcheenen niet (V). De overigen die nfeu" waarvoor de Roomfchgezinden grootelyks verkooren Meefter Willem Bardes, Doftor Je ßur" bedugt geweeft waren, roerde niemant. Maarten Janszoon Kofter,AdriaanReiniers-tenen" Toen men uitgehold hadt, en de dag ten zoon Kromhout en Dirk Janszoon Graaf,Raaden avond liep , bezetteden de Onroomfchen allen vier uitgeweekenen en ballingen, totftellen« de plaatfen van belang, met wagt uit de Burgemeefters: en, zo de meeften fchry- hunnen; waartegen de Roomfqhen, die 't Ven, Komelis Willemszoon van Riek, A- aanmagt, of ten minften aan orde, en aan driaan Pauw, Jakob Benning Jakobszoon voorgangers haperde, niets onderneemen Balthazar Simonszoon, Gerrit Janszoon Delft, durfden. In het Toorentje, Burgemeefters Jan Jakobszoon Huidekooper, Henrik Olferts- Kamer, plaatiten zig vier ligte kwanten, zoon Fuik, Henrik Boelenszoon en Meefter fpotswyze deezen Wethouderen nafpeelen- Komelis Romenyboot, tot Schepens. On- de. Tot op den agtentwintigften, ftondt de der deezen, waren ook eenige ballingen. Stad zonder Overheid, terwyl 'er, 't gene Komelis Willemszoon van Riek was, ook niet minder opmerkelyk is, na 't pionderen in 't jaar 1575, Schepen geweeft, en zelfs ï>e4. va.n 'l Minderbroeders Kloofter, geen moed- nog, op Maydag laatftleeden, verkooren S'te T11 Van belanS gePIeegd werdt. Doch 's Zo dat hy niet met de overige oudeRegee- Vöte uaa§s na den °Pftand > werden de Wet- ring ter Stad uit geleid geweeft is. En zo VeH " "ouders, door de drie Schutteryen, ten o- Komelis Romenyboot dezelfde is met Kor- ^rs*Qi>- Yfrftaan van Matheneffe en van derMyle, nelis Janszoon Romenyboot, gelyk ik mee- Ï%9Q r'^^igden der Staaten van Holland, van ne, was hy, op Maydag te vooren ook Si- «unnen eed en ampten ontflaagen. Voorts tot Schepen aangefteld en is derhalve ook ^erdt, ten zelfden dage, uit ieder der twaalf niet ter Stad uitgeleid'geweeft Doch 't JJJtten , waaruit elke Schuttery beftondt,by fchynt,dat hy de wettigheid der gemaakte Meerderheid van de ftemmen der rotgezel- veranderinge niet heeft willen erkennen. lm- Ä- e> een agtbaar Schutter gekooren, tot zes mers, hy heeft, federt, nimmer in Sehe- ** 't' vl g m §etal C»)- Zie hier df naamea pensbank gezeten. Op gelyke wyze, wer- K^L Yyfenderdg derzelven, 't zy dat één rot den tot Vroedfchappen verkooren Meefter |
||||||||||||||||||||||||||
^
|
de chutter verkooren hebbe, 't zy dat Reinier Lambertszoon van der Horfi, Maar-
|
|||||||||||||||||||||||||
naam van den zesendertigften verzuimd ten Simonszoon Schuitgen of Schuit, Ysbrand
y an te tekenen: Adriaan Reinierszoon Janszoon Lyndraayer,Henrik van Marken, |
||||||||||||||||||||||||||
fv) Zie COMMM.IN H* ,07*«
Bbb 2
|
||||||||||||||||||||||||||
"'■ -l. Cap, IX. f. ii.
|
||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
II. Deel.
|
||||||||||
37°
|
|||||||||||
toeftand des tyds, blykbaar af van de Pri- *57 '
vilegien, die nergens de aanftelling van Bur- ze wyze_ gemeefteren , Schepenen of Raaden ver- van ^ blyven aan gekoorenen uit de Schutteryen. V fwe'- De Raaden alleen fchynen, oudtyds, im-soude- niers voor eens, door den Rykdom enGe-ren. meente, verkooren te zyn, om dat zy de- zelven verbeelden moeften. Doch de Ryk- dom en Gemeente waren de Schutteryen , niet. En Burgemeefteren en Schepenen wa- ren nooit, door den Rykdom en Gemeen- te, veel min door de Schutteryen, verkoo- ren geweeft. Wanneer men dan, by fom- migen(x), leeft, dat deeze verkiezing ge- fchiedde, volgens de Handvefien en oude Pri- vilegien de/er Stede; en in de Regeerings-Lyfi voor de Handvefien, dat de Burgemeefters en Raaden verkooren zyn, naervolgende de Pri- vilegie daeraf fynde van defer Stede , moet zulks alleenlyk zo worden opgevat,dat de verkooren Perfoonen, volgens de Privilegien, tot de Regeering bevoegd, niet dat, in de wyze van verkiezinge, de Privilegien ge- volgd waren. Schoon, wyders, verfcheide Hiftoriefchryvers hebben aangetekend, dat de verkiezing van Schepenen, ook door de Schutters, gefchied is, heeft men egter re- den om hieraan te twyfelen. Ten minfte wordt, in de Regeerings-Lyfi voor de Hand' veßen, het verkiezen van Burgemeefteren en Vroedfchappen alleen aan de Schutters toegefchreeven. Veelligt,zyn de Schepens, door de nieuwe Raaden, benoemd, en door de. Gemagtigden der Staaten, ten overftaan van welken, dit gantfche werk was aange- vangen, verkooren geweeft. Doch van alle deeze dingen is, zo ver my bekendis, ner- gens , eenige naauwkeurige aantekening overgebleeven. .s# Twee dagen hierna, deeden de nieuwlings ü° \f
verkooren Burgemeefteren den Raad byeen- ^f komen, onder anderen om voor te liaan,Ls^ „ dat de Stad zig zonder Schout bevondt, \^ ^ en dat ten hoogfte dienftig ware, eenen At „ bekwaamen Perfoon tot Schout aan te fiel- &L „ len." De Vroedfchap liet dit aan Bürge-% meefteren,die,hierop, deneenendertigften May, denOnderfchout, Willem Maartens- zoon Kalf, voor den tyd van drie jaaren, tot Schout aannamen (;y). Egbert Korneliszoon 1 Adelborft onder 't vendel SoldaatenvanJaö Duin, werdt, wat laater, in zyne ftede,tcrf Onderfchout aangefteld (z). (x) DA.PPRR hl. 230. COMMELIN, il. 1072.
(y) Relbl. Vroedfcti. N. 4. 30, ?i May ij;j, (z) Rei'ol. Vioedlch. JV, 4. 13 Juny 1578. |
|||||||||||
1578. Adriaan Pauw, Adriaan Reinierszoon Krom-
hout , Do6lor Maarten Janszoon Kofter , Kornelis Willemszoon van Riek , Gerrit Janszoon Koesveld , dntoni Willemszoon Bont ehe , Reinier Simonszoon van Nek, Herman Roodenburg de Oude, Egbert Roe- v lofszoon, Jakob Benning Jakobszoon, Evert Korszoon in't Marsje, Klaas Reijerszoon, Meefler Willem Bardes, Jan Duin Korne- liszoon, Simon Henrikszoon Jonkhein, Ver- wer, Jan Simonszoon Lonsvaarder, Willem Pauluszoon, Dirk Janszoon Graaf, Gerrit Jakobszoon Schaap, Jakob Janszoon Ben- ning , Bakhazar Simonszoon Appelman, Reinier Kant, Klaas Simonszoon van Heems- kerk, Gerrit Janszoon Delft, Klaas Korne- liszoon vanvFlooswyk, Jakob van Kampen, Jan Laurenszoon Spiegel, Jan Jakobszoon Huidekooper, Pieter Willemszoon Vriend, Henrik Olfertszoon Fuik, Jakob Franszoon Oetgens van Waveren en Meefter Kornelis Romenyboot. Onder deezen, waren Mees- ter Reinier Lambertszoon van der Horft en Maarten Simonszoon Schuit , reeds in 't jaar 1574, tot Raaden verkooren geweeft, en Meefter Kornelis Romenyboot was, nog niet lang geleeden, in dit zelfde jaar 1578, tot Raad aangefteld, door de oude Regee- ring. Kornelis Willemszoon van Riek was, gelyk wy reeds hebben aangemerkt, te voo- 1 ren al Schepen geweeft. Ook was Evert
Korszoon in't Marsje, op Maydag jongft-
leeden, tot het zelfde ampt verkooren: al ft welke beveiligt, dat niet de gantfche ou- de Regeering ter Stad uit geleid is. Doch de overigen hadden nimmer in de Regee- ring geweeft. Wyders, werden gekooren tot Rentmeefters of Thefauriers Pieter Ro- .ding en Henrik van Märken; tot Weesmees- ters Jan Klaaszoon Kat, Ysbrand Janszoon en Jan Meurling,en tot Kommiffariffen van Huwelykfche zaaken Meefter Reinier Si- monszoon van Nek, Egbert Roelofszoon, Pieter Roding, Kornelis Floriszoon van Tei- lingen en Frans Volkertszoon Koornhert, die ook Secretaris van deeze Kamer was. On- der alle deezen waren ook verfcheiden' ge- weekenen en ballingen, en 't verdient eenige opmerking, dat Pieter Roding te gelyk The- faurier en Kornmiffaris van de Huwelykfche zaaken werdt (V). Aanmer-, In deeze verkiezing der Regeeringe, week kingen men,ter oorzaake van den tegenwoordigen
over dee- (w) Zie de Regeet. Lyft wor de Handveften.
|
|||||||||||
3*
|
|||||||||||
GE SC H I E D E NI SS E N.
|
||||||||||||||||||||||||||
IX. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||
37*
|
||||||||||||||||||||||||||
LAAG
op het II. Deel, IX. Boek.
V. A. |
||||||||||||||||||||||||||
E N
|
||||||||||||||||||||||||||
B Y
|
||||||||||||||||||||||||||
Bflaa-
GEN
Lr. A. |
||||||||||||||||||||||||||
'•'• A.
|
||||||||||||||||||||||||||
VERTAALING
der nevensßaande Inßrucüe.
Instructie voor den Prins van Oranje,
„ Graaf van Najfau, Ridder der Orde enz. naar welke hy zig zal hebben te Jchikken en te gedraagen, in de befliering der Lan- den van Holland, Zeeland, Weflfriesland, Utrecht , den Brie/e en Voorne , vcaartoe de Koning hem gezet en aangefleld heeft. " "\7"ooreerfl:' zal de £emelde Prins van O-
„ V ranje zyn geduurig verblyf houden in de „ Landen van zyn bewind; 't welk te meer- „ der vereifcht wordt, uit hoofde der onlus- „ ten , die in zyn afwezen zouden können „ ontftaan , zo in zaaken van Godsdienft als „ anderszins; ten ware de dienft van zyne ,, Majefteit, de welvaart, het nut en het voor- „ deel van zyne gemelde Landen zulks vor- „ deren mogten: zonder nogtans de onderdaa- „ nen van zyne gemelde Landen buiten dezel- „ ven te beroepen, te betrekken of te doen „ komen, dan om dringende en redelyke oor- „ zaaken, of met bewilliging en'op orde van „ de Hertoginne van Parma en Plaifance , „ Regente en Gouvernante van alle de Landen „ van herwaards over in 't gemeen. „ Dat de gemelde Prins van Oranje gehouden
„ zal zyn tot gehoorzaamheid en onderwerping ., aan de brieven, bevelen en Ordonnantien van „ de gemelde Hertoginne, die het opperopzigt en „ gezag heeft, zo wel als zyne Majefteit zelve „ alleen, over alle de Gouvernementen van zy- „ ne gemelde Landen. „ Dat hy, zig bevindende ter plaatfe daar de
„ Provinciaale Raaden van zyne gemelde Lan- ,, den en van zyne gemelde Gouvernementen ^e- „ houden worden, toegang tot de gemelde Raa- „ den hebben en in dezelven voorzitten zal zo „ dikwils als het hem behaagen zal, en de zaaken „ zulks vereifchen zullen; de zaaken, die daar „ van dienft zyn, voorftellende of doende voor- „ ftellen,overdezelven doende raadpleegen in „ zyne tegenwoordigheid,en met de meerderheid „ van ftemmen en gevoelens befluitende, gelyk
„ gebruikelyk is. „ Ook zalhy, door de Regters en Officiers,
„ daar toe gefteld, goed en kort regt oefenen en ,j doen oefenen,omtrent alle Leenmannen, Amp- „ tenaars en Onderdaanen, zo Kerkelyken als „ Weereldlyken, volgens de Privilegien, Reg- „ ten en Couftumen der gemelde Landen, wel- ,, ken zyneMajefteit wil en verftaat, dat bewaard „ blyven, in zo verre de Onderdaanen daarvan „ wettig bezit en gebruik hebben. En wat de zaak „der behoudenifTe van ons heilig geloof en „ Chriftelyken Godsdienft aangaat, die zyne Ma- „ jefteit zigmeeft ter hene laat gaan; zyne Ma- Bbb 3 „je-
|
||||||||||||||||||||||||||
Instruction pourIePrince DorangesCon-
té de naffauw &c. Chev. de 1'ordre &c. Com- mil fe aura a conduyre & regier au gouverne- ment des pays de hollande, de zeelande, de Weftfrize &:Dütrecht, LaBriele & Voorne, auquel Ie roy 1'a conimis & inftitué. |
||||||||||||||||||||||||||
"Premiers Ie dit Prince Doranges tiendra fa con-
*■ tinuelle refidence es Pays de fin gouueme- ment eflant kelle tant plus requife pour les incon- veniens qui pourroient en jon abfence furvenir tant au faia de la religion que aultrement fi auant toutes fois que la feruice de fa Malé. Ie bien iitilite Qf prouficl defes dits pays Ie requer- ront fans auocquer , appeller ou faire venir les fubie&s defes dits pays hors diceulx ni fut pour caufe urgente & raifonnable ou du confentement '& par ordonnance de la duchejfe de Par me & de Plaifance regente & gouvernante de tous les pays de par deca en general. |
||||||||||||||||||||||||||
Que Ie dit prince Doranges fera teitu dobeyr
fèf obtemperer aux lettres comtnandemens ßf or- donnance* de la dite ducbeffe ayant fuperinten- dence & auStorite comme a mefmes fa ma^.feul- h fur tous les gouuemcmens de fes dits pays. Que eflant aux lieux ou fe tiennent les con-
fituïx prouinciaulx de fesd. pays & fes dits gott- uememens II aura entree es dits confaulx £f J prefidera toutes les fois qu'il luy plaira & les af- faires /e requeront propofera ou fera propofer tou- tes matieres y feruans & delibercr en fa prefence £? conclure a pluralite des voix & d opinion com- We il efi de couflume. |
||||||||||||||||||||||||||
hem adminiflrera g5 fera adminißrer bon-
% & briefue Juflice a tous vafaulx officiers Y fubiedz diceulx pays tant ecclefiaftiques que Seculiers par les juges £? officiers a ce oraon- *fj* felon les preuileges droiiz & couflumes des- '*spays, lesqtiels fa ma", veult & entend efirc
gardez ß auant ^m ;es fubie£ls en ayent due- nent foy & vß^ g{ pmr eßfe /affaire que la
^njeruation de notre fainte foy & religion ehre- kelle'rla Ch°fe $ue fa ma'e' a PIm a coeur-<
_. 7 'a ma'e. ordonne au dit Sr. Prince Doran- Zesmen exprejpmem dauak hm gj> ßingmujx |
||||||||||||||||||||||||||
37* AMSTERDAMS II. Deel-
|
|||||||||
Ryi-aa- regard de faire ctfrriger & extirper les Je&es
6KN ■ reprouuèes de lire tnere Sle. Eglife fuivant les Lr. A. placcarts & e diets cy deuant fiatues & publiez par feue de tres louable memoire la ma't. impl'. & depuis par fa ma", royalle renouuellez fur Ie faiêi de la dite religion. Et que les Juges qui feront foubz Ie gouvernement du dit Sr. Prince executent les dits edicls & placcars fans infrac- tion, alter ation £? moderation puisque Ion les ha confiitue juges pour felon la loy j'uger, & non pöur lä moderer & declairer ou pour disputer & Juëer fe^e C0tiuient ou non. Prendra aufß regard que ceulx qui feroient aucunement fus- pecles des dites fe.Bes ou gens incognuz ne tien- nent affèmblées & conuenticles fecrets Et quant il fera aduerty cl aucune affembke regardera de tout fon pouuoir a les apprehender & faire cor- riger comme appertient fuyuant les dits plac- carts. Et fil treuue la multitude fi grande cj? quil fut de befoing y obuier par main forte & quil fy employé de tout ce quil pour ra auant quils fe puijfent tellement renforcer que Ie remede fut apres plus difficile. |
|||||||||
„ jefteit beveelt den gemeiden Heere Prinfc van Bïl4A"
,, van Oranje wel ukdrukkclyk, dat hy goede en ■oeN „ naarftige zorg draage, om de gezindheden, die Lr. A ,, door onzeHeilige MoederdeKerk veroordeeld 3, zyn, te ftraffen en uit terooijen , volgens de „ Plakaaten en Edicten, over't ltuk van den ge- „ melden Godsdienft, voor deezen ,vaftgefteld ,, en afgekondigd, by wylen de Keizerlyke Ma- ,, jefteit, hoogloffelyker gedag teniflè, en federe „ door zyne Koningklyke Majefteit vernieuwd. . ,, En dat de Regters, die zig onder 't Gouverne- j» ment van den gemeiden Heere Prinfe bevinden „ zullen, de gemelde Ediclen en Plakaaten zul- j, len uitvoeren, zonder inbreuk, verandering of „ maatiging; naardien men hen tot Regters aan- „ gefteld heeft, om volgens de Wet teoordee- „ len, niet om dezelve te maatigen en te ver- „ klaaren,ofom te twiften en teoordeelen,of „ dezelve dienftig zy, of niet. Hy zal ook agt „ geeven,datzulken,die,metde daad,eenigs- ,, zins verdagt zyn van tot de gemelde gezindhe- ., den te behooren, of onbekende luiden geene „ heimelyke byeenkomften of vergaderingen „ houden. En wanneer hy van eenige Vergade- „ ring kennis gekreegen heeft, zal hy, uit al zyn „ vermogen, tragten de vergaderden te vatten en „ te doen ftraffen, gelyk volgens de gemelde Pla- ,, kaaten behoort. En zohyde menigte zo groot „ vondt, en het noodig ware,dat men dezelve „ met de fterke hand te keer ginge, zal hy zig „ bedienen van al wat in zyne magt is, eer zy „ zo talryk worden, dat het hulpmiddel daarna „ moeijelyker zyn mögt. ,, Hyzalde onderdaanen van zynGouverne-
„ ment, zo veel in zyn vermogen zyn zal, be- „ fchermen tegen allerlei overmagt, geweld en „ ongelyk, en in geenen deele gedoogen, dat „ eenige landloopers, zwervers of krygsluiden „ door 't land trekken, zonder te betaalen, of „ eenig ander geweld of fchade toebrengen aan „ Kloofters, huisluiden of anderen ;maar dezel* „ ven, zonder oogluiking, doen ftraffen, vol- „ gens de Plakaaten, desaangaande afgevaardigd 5, en uitgegeven. ,, Hy zal ook, uit al zyne magt, bewaaren en
„ in ftand houden de regten , hoogheid, jurisdic- „ tie, inkomften en domeinen van zyne Maje- „ fteit,en geene vervreemding van de gemelde „ domeinen gedoogen, dan by open brieven, die, „ na ryp beraad en met kennifle van zaaken, on- j, der het groot zegel van zyne Majefteit, afge- „ vaardigd, en wettiglyk en naar behooren in „ de Finantie bekragtigdzyn. ,, Ook zal hy niet toeftaan noch gedoogen, I
„ dat in zynGouvcrnement voetknegten of krygs- „ luiden geworven, of verzameld worden , zoh- „ der uitgedrukten lall of bewilliging van zyne ,, Majefteit, of van de gemelde Hertoginne. En ,, zo dra hy kennis gekreegen zal hebben van ,, verzameling van knegten, zalhyzynbeftdoen» ,, om dezelven, met hulp en byftand van de ede' „ len, goede fteden, officieren en andere Onder ,, daanen, te verftrooijen en uit zyn Gouveme- „ ment te doen vertrekken, met verbod aan alle „ onderdaanen van zyn gemelde Gouvernement, „ om zig in geenen dienft van eenige Heeren te „ begeeven dan van zyne Majefteit; en zo z/ „ vreemden dienft aanvaard mogten hebben zig» j, opftraffe van de galge, daaruit te begeeven» ., altoos wel bedenkende, dat de beginfels ligtef |
|||||||||
Gardera £f preferuera les fubjefts de fon
gouuernement de toute force violence & oultra- ge daultant quil fera en fon pouuoir £f ne permeflra en aulcune maniere que aucuns va- gabondes , pietons & gens de guerre voifent par les pays fans payer, ou facent aultre force ou outrage aux cloiflres , paifans ou autres mais les fera pugnir felon les placcarts fur ce depecbez & publiés fans dijpmulation. Gardera aujfy & conferuera a fon pouuoir
les droits , hauteurs, Jurisdiction , revenu & demaine defa ma'1. & ne permeclra aucune alie- nation dicelluy demeine fi non par lettres paten- tes meurement cjf a recognoifance de Caufe ex- pedies foubs Ie grand feau de fa ma1' £f due- ment verifiez en finances comme appertient. Et ne perme&ra ne confentera leuer ou fai-
re leuer & ajfembler pietons ou aultres gens de guerre en fon gouuernement fans exprefe ordon- nance ou confentement de fa ma", ou de la di- te ducheffe. Et fe tofi quil fera aduerty d'J'aucu- ne afjemblee de pietons aduifera auec Payde & ajjijïence des nobles bonnes villes officiers & aul- tres fubiefts les rompre cj? faire retirêr hors de fon gouuernement, g? deffendre a tous fubie&s de fon dit gouuernement de point aller au fer- uice daultres SrS- que de fa maté. Et fik en auoient accepte feruice de retourner fur paine de la hart, tenant toufiours bon regard que les eommencemens font plus facilks a remedier que quand les viohnces font pajfees plus aultre> |
|||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||
IX. Boek.
|
|||||||||||||||
373
|
|||||||||||||||
„ herfteld können worden, dan wanneer dege-RviAA.
„ weldenaaryen verder voortgeloopen zyn. gen „ En ten deezen en tot alle andere einden, L. A.
„ die vaardigen tegeniland vorderen , zal de <re- „ melde Prins van Oranje de Edelen, Ampte- „ naars en andere Onderdaanen van zyn gemel- „ de Gouvernement mogen doen vergaderen, by ,, klokgeflag, of anderszins, naar dat hy zulks „ dienftig vinden zal, om hem, in het verdedi- ,, gen van 't Land, by te (taan. „ Insgelyks zullende Edelen, Amptenaars en
j, andere byzondere perfoonen van zyn gemel- ,, de Gouvernement 3 wanneer zy door hem ont- „ booden of geroepen worden, gehouden zyn j, tot hem te komen, en hem, in alle eerlyke en „ redelyke zaaken, te gehoorzaamen. ,, De gemelde Heer Prins van Oranje zal ook
,) vlytiglykbezorgen,dat de Sterkten enVeftin- ,, gen van zyn Gouvernement wel bewaard,en „ de bezettingen , voor dezelven gefchikx, wel „ onderhouden worden , volgens de Ordonnan- „ tien, daarop gemaakt of nog te maaken, bui- „ ten welken,hy niet zal mogen gaan,zonder „ daarvan zyne Majefteit of de gemelde Herto- „ ginne kennis te geeven. „ En zal hy geen gebruik maaken van voet-
5, knegten, aan welken eenige Sterkten te bewaa- „ ren gegeven zyn, begeerende zyne Majefteit „ dat dezelven aldaar hun geduurig verblyf ,, houden, om alle verraffing te voorkomen. „ Voorts zal hy zig niet moeijen met, noch
„ fteeken in de domeinen van zyne Majefteit, „ 't zy met dezelven in admodiatie te neemen, „ te pagten, te ontvangen, of op eenige andere j, Wyze hoe ook genaamd; maar de Ontvangers, ,j daartoe gefteld,ofde CommiiTariiTen, diezy- „ ne Majefteit, of die van zyne Finantien of „ Rekeningen daartoe ftellen zullen, daarmede „ laaten beworden: aan welken hy alle hulp en „ byftand verkenen zal. Doch zo hy iet ver- j, neemt, waarin het voordeel of de dienft van ,, zyne Majefteit niet bewaard wordt naar be- „ hooren , zal hy 'er zyne gemelde Majefteit, „ en in deszelfs afwezen, de gemelde Vrouwe ,5 Hertoginne kennis van geeven. ,, En zal hy gehouden zyn te bewaaren, en ver-
,, volgens te doen bewaaren de Staaten der Ont- „ vangeren, opgemaakt door die der Finantien ,, of der Rekeningen, zonder dezelven in eeni- „ gerlei opzigt te krenken, dan by fchielyken en „ zeer dringenden nood, die geene verwyling „ gedoogt zonder gevaar van grooter ongelegen- „ heid; van welken nood hy nogtans gehouden „ zal zyn, ten fpoedigfte mogelyk, kennis te „ geeven aan den Koning, of aan de gemelde „ Hertoginne. „ En zal de gemelde Prins geene zaaken, die
„ voor de gemelde Raaden of hangen of behau- „ deld moeten worden , voor zig mogen betrek- „ ken,noch op eenigerhande wyze den gewoo- „ nen loop des Regts verleiden of belemme- „ ren, of partyen bedwingen om voor hem of „ voor zyne Gemagtigden te pleiten, ten ware „ zulks gefchiedde met bewilliging van beide de „ partyen, ofdat'er eenig ongemak uit ontftaan „ zou, en de tyd niet toeliet, daarvan eerft aan de „ gemelde Vrouwe Hertoginne kennis te geeven. „ Ook zal hy de gemelde Raaden niet mogen
,, gebruiken tot andere zaaken dan die des Lands; „ maar dezelven geduunglyk laaten bezig zyn, „in
|
|||||||||||||||
Et a cefle fin £? en tous aultres requerans
prompte refißence Ie dit prince Doranges pourra fahre affembler les nobles officiers & aultres fub- ie&s dé fon dit gouuernement a fon de cloche &? autrement comme il verra eflre requis pour laffifter a la deffence dupays. Semblablement quand les nobles officiers &
aultres particuliers de fon dit gouuernement fe- ront par lui mandez ou appellez ils front tenus venir vers luy & lobeyr en toutes chofes bonnefes & raifonnables. Le dicl prince Doranges aura foigneux re-
gard que les forts & fortifications de fon gou- uernement foient bien gardez & les garnifons y ordonnez bien entretenuz felon les ordonnances fur ce faictes ou a faire & lesquelles il ne pour- ra exceder fans en aduertir fa mate. ou la dite ducbejfe. Et ne pounioira daucuns pietons ayäns garde
de forts lesquels fa ma™, veult continuellement tenir refidence fur iceulx pour euiter toutes fur- prinfes. Item ne fe meslera ny entreme&era du domai-
fie de fa Ma", foit pour le amodier, bailler a ferme receuoir ne autrement en maniere que ce foit. mais laiffera dicelluy conuenir les recep- ueurs a ce ordonnez ou les commijfaires que fa Mate. ou ceulx de fes finances ou des comptes a ce ordonneront. Ausquels il donnera toute fa- veur ayde £3? ajfiflence mais fil entend quelque chofe en quoy' le prouffift & feruice de JaMate. ne foit garde commil appertient en aduertira fa dite ma". & en fon abfence la dite dame du- cbejfe. |
|||||||||||||||
Et fi fera tenu de garder & enfuivir faire
gar der & enfuittir les efiats des receueurs faicïs par ceulx des finances ou des comptes fans le: enfraindre en maniere que ce foit nefl pour fu- bite & tres urgente neceffite laquelle ne pourroit foufffir dilay fans dangier de plus grand incon- venient de la quelle neantmoins il fera tenu en la meilleure diligence que faire fe pourra ad- uertir le roy ou la dite ducbejfe. Et ne pourra le dit prince euocquer par de-
uant luy aucunes matieres pendans ou qui fe dojuent traicler ausdits Confaulx ou aucunement diuertir ou empecber le train ordinaire de la ju- fiice ou conftraindre les parties de proceder de- f?nt luy ou fes commis fi. ce neft^ du Ubre con- fentement des deux partyes ou quil ny eut cbofe & inconvenient que ne piiifl jouffrir d'ett ad- "ertir la dite dame ducbejfe. |
|||||||||||||||
u.ffy ne pourra entremettre les dits confeil-
,es. aultres af air es que ceulx du pays mais ai.l/era contïnuellement vaquer aux affaires |
|||||||||||||||
374 A M S T E :
de ktir charge cj3 aura bon regard que les recep-
ueurs du Demaine & aydes de fa ma". & ceulx des comptes faccnt leur debuoir £=f äi bien ad' miniflrer Ie reucnu de fa ma". Et pi y treuue faulte en adueritra la dite ducbcfe ou ceulx des pnances poitr avec jon advis y- donner des pro- . vipons convenables. |
\ D A M S II. Deel*
„ in de zaaken van hun beroep. Hy zal voorts Byi<-w*
„ goede zorg draagen, dat de Ontvangers der gen ,, Domeinen" enlnkomften van zyne Majefteit, Lc. *-' ,, en die van de Rekeningen hunnen pligt wel ,, waarneemen , en de inkomften van zyne Ma- ,, jefteit behoorl k beftieren. Efl zo hy daarin ,, gebrek vindt, zal hy 'er de gemelde Hertogin - „ ne,of die van de Finantien kennis van gee- „ ven, om 'er, byzynen raad, de vereifchtepro- „ vifien tegen te verkenen. ,, De gemelde Prins zal ook geenerlei Privi-
j, legien, Oclrojen, vrye "'-ark en , Wettigingen j, of diergelyke gunften van merkelyk belang „ mogen vèrleenen: ook geenè vergiffenis 'an ,, doodflagen of andere zwäare en grove misdaa- „ den; uitgenomen van enkele doodflagen en „ andere misdaaden waarop geene doodftrafof „ verbeurdverklaaring van goederen gefield is , „ en dit nog behoudens redelyk verding, r.enbe- j, hoeve van zyne Majefteit, volgens de Ordon- „ nantie daarop gemaakt: 't beloop v-on welk „ verding betaald zal worden in handen van den „ Officier derPlaacfe, daar dedoodflag of mis- „ daad bcdreeven is. ., De gemelde Prins zal ook niet mogen ver-
j, leenen eenige brieven van vrygeleide vryen „ doortogt,Lyfsveiligheid,/>/tfm.f op Beneficien „ óf andere diergelyken,die door den geheimen „ Raad, onder het groot zegel van zyne Maje- 5, fteit,afgevaardigd worden. ,, De gemelde Prins van Oranje zal geenerlei
,, nieuwe werken mogen maaken, zonder laft „ van zyne Majefteit, of van de gemelde Herto- s, ginne, of van die van de Finantien. Metdien ,, verftande nogtans, dat de huizen, die. zyne 5, Majefteit in zyn Gouvernement heeft, onder- „ houden worden, zonderze geheellyktelaaten „ vervallen, en hy die van de Finantien kennis „ geevewat'er ten dien einde zou können noo- j, dig zyn, ook op dac zy zorg draagen, dat 'er, j, in die huizen,niets gelegd worde, waardoor „ zyeenïgszins zouden können overlaaden of j, bedorven worden. „ Hy zal ook niet toeftaan, dat iemant, van
,, welken ftaat of rang ook, eenige Sterkten in „ zyn Gouvernement opwerpe , of de fterkten, „ die 'er reeds zyn, merkelyk verbetere, buiten „ bewilliging van zyne Majefteit, of van de Her- „ toginne. „ Ook zal hy nietgedoogen noch toeftaan, dat
„. eenige onroerende goederen ten behoeve van s, Kloofteren of van eenige doode hand, worden „ opgedraagen ; noch dat de Kloofters, Abtdyen „ en Kërkelyke gefügten, of de Steden of Dor- „ pen of andereGenootfehappen andere befcher- j, mers voorwenden te hebben, of met der daad ,, hebben, dan den Koning, of den gemelden j, Gouverneur, uit den naam van zyne Majefteit. „ Van gelyken zal de gemelde Prins van Oran-
„ je niet gedoogen noch toeftaan, dat de Sted ri, ,, Dorpen of Genootfchappen van zyn Gouver- „ nement hunne goederen verkoopen of op eeni- „ gerhande wyze belaften, noch ook eenige nieu- „ weimpoften opftellen, zonder bewilliging en „ oftroi van zyne Majefteit. ,, Wanneer zyne Majefteit, of de gemelde Her-
„ toginne den gemelden Prins belaften zullen , 5, Oorlogsvolk te voet en te paarde te werven of „ te verzamelen, zal hy ze g draagen, dat hy hei ,, zelve tot de minfte koften en met den min*
„ften
|
||||||||||
jótiffy ne pourra Ie dit prime donner aucuns
f reuileges oclrois franche foires legitimations ou femblables graces de notable efeB ou aujfy re- miffions d'bomicides ou autres crifmes &ex'cef- fips finon de pmples homicides non qualipez & aultres crifmes, non importans peine de mort ou conpscation de biens & ce moyennant compoption raifonnable au profficl de fa Mate. fuyuant F or- donnance für ce faiêl , la quelle fe payera es mains de V officier du Heit ou Ihomicide cu delict efl commis. |
|||||||||||
Semblabkment ne pourra Jedit prince donner
aucunes lettres de faulfconduiB de pajfeport de f beitrete de corps ou placet fur benepces ou aul- tres femblables qui fe depechentpar Ie privé Con- feilfoubs Ie grand feau de ma'e. Le dit Prince Doranges ne pourra faire au-
cuns nouueaulx ouurages fans ordonnance de fa ma", ou de la dite duchejfe ou de ceulx des p- nmces. Bien entendu que les maifon que fa ma", ba en fon gouuernement poient entretenues fans les laifirtomber en entiere ruyne & aduer- tiffe Lesdiis des finänces de ce que a cefie pn pourroit eftre neet'faire auffi que dedans icelles maifons ils ne foüffirent mettre chofes que puif- fent aulcumment greuer ou gafler, icelles. |
|||||||||||
Et ne permecira que aucun de quelque efiat
ou condition quil Pon face aulcuns forts en pm gouuernement ou augmente notablement les ports y efl ans, fans le conjentemmt de fa ma'e. ou de la duchejfe. Et ne fouffrira ny permecira que aulcuns biens
immeubles foient transportez au prouffict des cloi- ftres ou mains mortes ou que les cloipres, abbayes £5? maipons eccleflapiques ou villes ou villages ou aultres communaultez pretendent ou ayent autres protecteurs que le roy ou le dit gouuerneur au mm de Pa dite ma'1".. Semblabkment le dit Prince Doranges ne con-
fentera ou permecira que les vill s, villages ou communaultez de fon gouuernement vendent ou cbargent leurs biens en maniere que ps Poit, ne auffi quilspuipent impoPer nouueaulx impofls fans lè conPentement & octroy de Pa ma". Qtiand fa ma", ou Ja dite duchejfe mandera
au dit Prince de leuer ou afembler gensdeguer- re a pied & a cheual II 'regardera de les leuer & afembler a la moindre despence & foulle que fera pojpble.. |
|||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||
IX. Boek.
|
||||||||||||||||||
375
|
||||||||||||||||||
„ ften overlaft werve en verzamele.
„ De gemelde Prins van Oranje zal gehouden Bylaa
„ zyn,de Plakaaten en Ordonnantien van zyne?EN . „ Majeftek, gemaakt en afgekondigd oftemaa- ' A' „ ken en af te kondigen, zo wel op het ftuk der „ Regtsoefeninge, als der Seften,Monte, Re- „ geeringe en andere zaakenvanzyn Gouverne- „ ment, te doen naarkomen, zonder dezelven te „ krenken, of te gedoogen, dat dezelven, doer „ anderen, gekrenkt worden, op eenigerhande „ wyze. „ En zal hy zorg draagen om goede nabuurichap
„ te onderhouden en vreedzaam te leeven met „ zyne nabuuren, zonder aanleiding te geeven tot „ verbittering, tweed:agt of oorlog; en zalhy, „ van tydtot tyd, van alle voorvallen en zaaken „ van gevvigtden Koning, en in deszelfs afzyn, „ der gemelde Hertoginne kennis geeven. „ Ook zal hy goed verftand houden met den
„ Graave van Aremberg, Gouverneur van Fries- „ land, OverylTel, Groningen en Lingen, en „ met den Graave van Hoorne, Gouverneur van „ Gelder en Zutfen, over alles, wat den dienft „ van zyne Majeftek en het welzyn van hunne „ Gouvernementen aangaat, om eikanderen te „ helpen,by teftaanentebevoordeelen. „ Hy zal niet beltaan, eenige Beneficien te be-
„ geeven, die op de rolle van zyne Majeftek „ ftaan; maar zig te vrede houden met die genen, „ welker begeeving hem toegelaaten is, en aan „ zyne vooi'zaaten in het zelfde ampt toegelaa^ „ ten geweeft is; met dien verftande nogtans, dat, „ naardien men by ondervindinge gewaar wordt, „ dat de agteloosheid en onbekwaamheid der „ Zielzorgeren, die niet zo zyn als zy behooren „ te wezen, om het arme volk wel te onderwy- „ zen, eene der voornaamfte oorzaaken geweeft „ is, dat de Gezindheden, welken door onze Hei- „ lige Moeder de Kerk veroordeeld zyn , zig in „ de Landen van herwaards over hebben ukge- „ breid;en om daarin voor het toekomende te „ voorzien, zyne Majeftek verftaat, dat de ge- „ melde Gouverneur, wanneer 'er eene Zielzor- „ gers-plaats, die ter zyner gewoonlyke begee- „ vingeftaat, openvalt, eerhydezelve begeeve, „ gehouden zal zyn de voorwerpen daartoe te „ noemen aan de gemelde Vrouwe Gouvernan- „ te en twee of drie bevoegde Perfoonen, om „ uit dezelven eenen te kiezen, indien hy daar- „ toe bekwaam bevonden wordt, na vooraf be- „ hoorlyk onderzogt te zyn door zulken, die „ de gemelde Gouvernante daartoe zal willen „ ftellen;zullende de_genen,die op deeze wy- „ ze van zulk eene Zielzorgers plaats voorzien „ zal geworden zyn, gehouden wezen in perfoon „ te dienen, zonder te gedoogen, dat hy een an- „ deren in zyne plaats ftelle. »»' Hy zal' ook geene benoeming doen, noch
„ bewilliging verkenen tot opengevallen waar- „ digheden, die ter begeevinge van zyne Maje- „ fteit bewaard worden. En zal hy, by't open- „ vallen derzelven, daarvan kennis geeven aan „ de gemelde Hertoginne, en niet gedoogen, dat „ van de gemelde Beneficien, door ïemant, wie „ hy ook zy, bezit genomen worde, zonder daar- „ toe. door den Koning, of door de gemelde „Hertoginne, benoemd te zyn. , Hy zal geen bewind hebben over de beden
of penningen, door het Land toegeftaan ; wan-
' neer die penningen, op zulk eene voorwaarde, |
||||||||||||||||||
% Le dit Priiice Doranges fera tenu de faire
L.', ^ garder & oiferner les placcarts £f ordonnance*
de fa ma". faitles & publies & a faire £ƒ pu- blier tant. für le faicl de la jußice, Seftes, mon- noyes & police que aultres affaires de fon dit gouuernement fans les enfraindre ou fouffrir par aultres eflte enfraints en aulcune manie- re. |
||||||||||||||||||
Et regardera de tenir bonne voijinance &
viure paifibkment avec fes voifins fans donner oc- Cafion d'aigreur dijfention ou de geurre & ad- uertira de tont es occurences ßs5 cbofes dimpor- iance le Roy & en fon abjence la dite ducbejjede tetnps a aaltre. Tiendra aufß bonne intelligente auec le con-
té d'aremherge , Gouuerneur de frize Oueryffel Groningen isf Lingen ßf le conte de bornes gou- uerneur de Geldres & de Zutpben en tout ce que concerne le feruice de fa mate. & bien de leur gouuernement pour ayder affifler & fauori- fer lung laultre. Il <ne aduancera cte conferer aulcuns benefi-
ces de ceulx qui font au rolle de fa ma". Ains fe contentcra de ceulx qui luy font &f font efle permis a fes predecefeurs en di& office, Bien entendu toutefois que comme Ion trouue par ex- perience que la negligence & infoufficanfe des curez non eflans tels quils doibuent pour bien mjlruyre le pauure poeuple ha efle lune des prin- zipales caufes que les fe&es reprouuees de notre mere St', eglife font efipanüues es pays de par deca Et affin de y obuyer pour laduenir fa ma'*, entend que le dit Gouuerneur quand aul- cune eure efeberra vacante de fa collacion ac- couftumee auant que d en dispofer fera tenu de faire la prouiflon dicelle nommer a la dite dame duebeffe gouuernante & deux ou trois perfon- nes qualißes pour prendre lung d'iceulx fe auant quil fe trouue ydoine apres auoir deuement examine par ceulx que la dite gouuernante voul- dra commettre & qui celluy que fera tellement pourueu de teile eure foit tenu la defferuir per- fonelkment fans fouffrir quil fubflitue aultre en fon Heu. |
||||||||||||||||||
II ne pourra cuffi vfer de nomination ny bail-
'er confentement aux dignitez. vacantes lesquel- les on referue a la dispoßtion de fa mate. Et ** cas de vacation en aduertira la dite duches- Jf. & ne foufrira que poffeffion foit prinfe des- üns benefices par qui que ce foit , fans la no- Dilation du Roy ou celk de la dite Duchefe. denim p0urra auo'ir diflribution des aydes ou
niert r accordez- par. le Pays quant oir es les de- I STUL'CfWïfe a Ulk cotlciitim ck la %mh
|
||||||||||||||||||
Ccc
|
||||||||||||||||||
zyn
|
||||||||||||||||||
376 A M S T E :
Ie il ne fe pourra ayder finon pour autant que
par Ie Roy ou la duchejfe luy [era encharges. Quand il fera aduerty daucunes queflions ,
debats ou proces entre villes ou communaultez dont pourroit fouldre dijfentitn il en aduertira la duchejfe auec fin ad'uys pour y ordonner quil conviendra. |
|||||||||
l D A M S II. Deel.
„ zyn toegeftaan; zullende hy zig van dezelven Bylaa-
,, niet mogen bedienen, dan voor zo verre hem gen „ zulks, door den Koning of de Hertoginne, L-r. A« „ zal gelaft worden. „ Wanneer hy kennis gekreegen zal hebben
„ van eenige twiften, gefchillen of regtsgedin- „ gen tuflchen Steden of genootfchappen, waar- „ uit tweedragt zou können ontftaan , zal hy 'er „ der Hertoginne kennis van geeven, zynen raad „ daar nevens voegende , om vervolgens te be-, „ veelen,'t gene geraaden zyn zal. „ Hy zal de zaaken van zyn Gouvernement
„ behandelen met de Raaden en Amptenaars van „ zyne Majefteit, zonder 'er luiden in te men- „ gen, die noch Amptenaars van zyne Maje- „ fteit, noch in zynen dienft zyn, of hem eed „ gedaan hebben. „ Hy zal der Hertoginne kennis moeten geeven
„ van de genen, die hy in de "Wet der voor- „ naamfte Steden van het Land zal willen ftel- „ len, om te verftaan , of zy 'er eenigen buiten „ gelaaten, of anderen in derzelver plaats gefteld „ wil hebben, zo dra zulks gefchieden kan. „ Hy zal behoorlyk agt geeven op de beftie-
„ ring der inkomften van de Steden, en haare ,, rekening doen naarzien door luiden, zig op 't 5, ftuk der reken;ngen verftaande, zonder over- „ tollige uitgaaven te lyden. ,, En wanneer 'er tuflchen de Bevelhebbers
,, der Steden eeni°; verfchil ontftaan is, zal hy ,, dezelven bevredigen, indien zulks mogelyk „ zy. Anders zal hy 'er der Hertoginne kennis „ van geeven, om 'er, byhaaren raade, in te „ voorzien. „ Wanneer onbevoegde ofonbekwaame Per-
„ foonen in de Wet gefteld zyn, zalhyzemoe- „ ten afzetten, en andere bekwaamen in der- ,j zelver plaatfe ftellen. „ Ook zal hy behoorlyke zorg draagen voor
„ de Plaatfen, waar de Koning de vrye verkie- „ zing der Wethouderen heeft, en aldaar geene j, ftrydige gewoonte of duurzaam gebruik laa- „ ten influipen. „ Hy zal met de Luiden van de Rekeningen en
„ met 's Lands Ontvangers zorg draagen voor ,, de vermeerdering van's Konings Domeinen. „ Hy moet niets vraagen, verkrygen, ontvan-
„ gen of neemenvan het Land ten zynen voor- j, deele, boven 't geene gebruikelyk is, zonder „ bewilliging van zyne Majefteit , of van de „ Hertoginne. „ Hy zal byzonderlyk letten op het beftier
„ der dykaadje van den Hondsboflche, op dat „ de penningen,die ten behoeve van degemel- „ de dykaadje geheeven worden, naar behoo- ,, ren, en zonder overtollige koften te maaken, ,, worden aangelegd, en ten bekwaamen tyde ,, raadpleegen met die van de rekeningen en j, anderen,zig op't werk der dykaadje verftaande, j, om daar op betere orde te ftellen dan voor „ deezen gefchied is. „ Ook zal hy wel zorgvuldiglyk agt geeven,
„ dat niemant wie by zy befta eenige aanwas- ,, fen te aanvaarden, of zig in 't bezit derzel- „ ven te ftellen , zonder oftroï of bewilliging r, van zyne Majefteit;maar hy zal die aanwas- „ fen ten behoeve van zyne Majefteit doen be- 5, waaren, zelfs in 't overftroomde Land in 't 5) Kwartier van Dordrecht en van Zuidholknd. „ Hy zal ook zorg draagen, dat de Officiers |
|||||||||
Il trai&era les affaires de fin gouuernement
autc les confiillers 'g> officiers de Ja ma?', fans
' y entremettre gcns qui ne fint officiers de fa
ma'e. ou au feruice & ayant a la dite ferment.
Il fera tenu aduertir la duchejfe ceulx quil
voitklra mettre en Loy esprincipalles villes dupays affin dentendre ß eile veult aulcuns eflre delais- fez ou aultres y mis fi auant que faire fe peult. Il prendra bon regard a ladminißrat'wn du
revenu des villes & fera paffer leur comptes par gens entendus en faicl des comptes fans paffer despence fuperflue. Et quand il y a quelque dijfention entre les
gouuerneurs des villes les accordera fi faire fe peult autrement en aduertira la duchejfe pour auec fon aduys y pourueoir. Quand aucunes gens non qualifiez ou nonfiuf-
fifans font mis au Loy les debura deporter Q5 commettre aultres fouffifans. Et aura bon regard es lieux ou Ie Roy a libre
creation des gens de Loy depoinB laijfer introdui- re couftume oupojfejjion au contraire. Il prendra regard &? ent en dra auec les gens
des comptes & recepueurs du Pays de augmenter Ie demaine du Roy. Il ne doibt rien demander practiquer recepuoir
ne prendre du Pays a fon proujfyt oultre la cou- fiume fans confintement de fa ma'c. ou de la du- chejfe. Il aura fingulier regard fur la conduicle du
dicaige de hontboffcb afin que les deniers qui fe lieu'ent pour Ie dit dicaige foient employez comme appartient fans faire despence fuperflue & adui- fera auec Ie temps auec ceulx des comptes £-f aul- tres entendus au fait} du dicaige de y mettre meilleur ordre quil na efle du pajfe. |
|||||||||
Item prendra bon & fiigneulx regard que nul
qui que ce foit fe aduance de prendre ou mettre en pojfejfon daulcun adiedls fans octroi ou con- fintement de fa ma,e. mais fera garder les dits adiecls au proffict de fa mate. mesmement en ter- res inondes au quartier de dordrecht & de Zuyt- bollande. Aura auffii regard que les officiers de bautves-
|
|||||||||
IX. Boek. GESC HI ED E N IS SE N.
|
|||||||||||||||
\77:
|
|||||||||||||||
Na. terie d'boHande £? aultres ayant charge des du- „ der Houtvefterye van Holland, en anderen, Bylaa-
>,** nes facent entretenir & planter les dits dun&s ,, die opzigt hebben over de duinen , die duinen gen ' 4. comme pour la fureti du Pays il efl requis &"fil „ doen onderhouden en beplanten, zo als tot Lr. A. - . y trouue faulte en aduertira la duchejßpour auec ,, verzekering des Lands vereifcht wordt, en zo foè>aduysy pomueoir. „ ,by daaraan gebrek-vindt, der Hertoginne daar- 5, ;van kerneis geeven, om 'er,by haaren raade,
„ in te voorzien.
' Au furplus aura&prendrafingulicrréfoing- „Daarenboven zalhy -byzo^dere en naar- neux regard que nulle entreprenje fe face fur' les J} ftige. zorg draagen, dat 'er, niets ondernomen droits, haulteurs, & au&oritez, Mens, rentes, „ worde tegen de'regten, hoogheid en gezag, reuenus & demaine de fa ma". Lesquelles il „goederen, renten, inkomften en domeinen conferuera & fcra conferuer coritre tous comme-: fy Van zyne Majefteit: welken hyzaliiandhaaven, fa ma", a en luy fa parfaiße confidence& com- „ en doen handhaaven tegen allen, gelyk zyne me il en veult respondre a icelle £g 'nediuulgue- „ Majefteit een volkomen vertrouwen -"in hem ra ceflefon Inflru&ion plus auant que bejoingfoit'. „'heeft, en gelyk hy daaraan zal willen beant- £ƒ'les affaires k• remitiert-ent. „-woorden. En zal hydeeze zyne Jnftructie niet 5, verder gemeen maaken dan noodig zy, en I
„ de zaaken zulks vereifchen zullen.
Si fa 'ma", pouruoit de Lieutenant particulier' ',, Zo zyne Majefteit eenen byzonderen Ste- . au pays d''Utrecht elk entend que icelluy Lieute- „ de-houder in 't Land van Utrecht mögt aaa- nant foit foubs Ie dit Prince Di.ranges lequel Ie. }, ftellen, verftaat.hy, dat die Stedehouder ftaan . confeillera g? afliftera en cefte charge pour Ie Hen „. zal onder-den gemelden Prins van Oranje, du dit pays d Utrecht & feruice de fa dite ma".. „ die hem zal raaden en byftaan in dengenoem- tmqu l fera aufli encharge de lobeyr comme e f „ den lalt,tot Welzyn van het Land van U- tant chofe vn'n'auec Ie dit gouuerhement de hol- „ trecht en van;den-dienft zynerMajefteit,en I lande. „ wien hy ook verpligt zal zyn te gehoorzaa- „ men,als zynde eene zaak, die vereenigd is mét
3, het gemelde Gouvernement van Holland
Auß Ie dit prince aura foigneux regardaudit- „ Ook* zal de genoemde Prins zorgvuldig pays d'Vtrecht tenant confideration quil efl nou- „ opzigt hebben over 't gemelde Land van U« uellement acquis. , trecht, in aanmerking neemende, dat het nieuw- ,. lings aangewonnen is.
• Il tiendra main que l ordonnance fai&e par féue „ Hy zal ookagt geeven, dat de Oi'donnan- debonne memoire lareyne douagiere dhongrie fur „ tië, gemaakt door de Koninginne Weduwe Ie payement des dettes rentes Er arrierages des „ van Hongarye, goeder gedagtenifTe j omtrent I etats du dit pays d Utrecht des annees xvc xi £f „ de betaaling der fchulden, renten en agter- xu quant a ïoutfchielgelt auec ce que en depend „ Italien der Staaten van 't gemelde Land van foit emretenu felon fa forme & tenueu „ Utrecht van de jaaren 1511 en i5i2,betref- „ fende het Oudfchildgeld, met het gene'er van
„ afhangt, naar derzelver vorm en inhoud, wor-
„ de näargekomen.
Aufli les ordonnances faicïes fur Ie hinderdam „ Midsgaders-ie Ordonnantien, gemaakt over §f leckerdyck& que a la recepte ou efl at s de Ca- „ den Hinderdam en Lekkendyk, en dat, tot. nieh ou recepueurs foient mis gens de bien neffe- „ den ontvangft of Staaten der Kanaalen of Ont- «nspeur les abus y trouuez. „ vangers, eerlyke luiden gefteld worden, ver- ,, vreemd van de misbruiken, die daarin ont-
„ dekt zyn.
Ne meclra pour la garde des chafleaux dU- „ Hy zal tot bewaaring der Sterkten van U. trecht que anciens fubiecls du roy de ces pays de „ trecht geene andere luiden ftellen, dan oude |
|||||||||||||||
par deca. „ onderdaanen van den Koning, indeeze Lan-
„ den van herwaards over.
AinfifaiB £g ordonne foubs notre nom en no- „ Aldus gedaan en geordonneerd onder on- ire ville de Gand Ie vujc daougfl 1559. „ zen naam, in onze Stad van Gend, den agt-. |
|||||||||||||||
„ Hen Auguftus 1559.
|
|||||||||||||||
L'. B.
|
|||||||||||||||
Gcg a
|
|||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||
A M .S T. E R D A M S
|
||||||||||||||||||
378
|
||||||||||||||||||
BYtAV
GEW
|
||||||||||||||||||
V. B.
Brief van Burgemeefleren van Amflerdam aan de Gedeputeerden der Stad tot de
handelinge over de Satisfa&ie van 17 November 1577. Getrokken uit het Mmiytbouck, beginnende den 16 January 1577, ende eyu-
digende den 16 May 1578. Êerfame,zeer wyfe discrete beren ende befunder e goede vrunden,
|
||||||||||||||||||
van buyten meer hulpe wachtende waeren, wan£
Hellinck te vooren gefcreuen hadden aan So- noy, aen den Capiteyn tot Ouderkerck ende allen den Commiflaryfen van den fchanfen hyer omtrent hoe dat zy dyen avont thyen vendelen foldaten flerck zouden zyn ge weeft, dan zyn eyntelick ouermits t geweldich aenvallen van burgeren ende foldaten defer Stede de vianden, niettegenftaende 't voorf. fchanfen vuyt defer Stede gedreuen, Godc hebbe loff, ende dit nyet zonder groot verlyes van volck aen wederzyden. Hyer van hebben wy Uwer E. wel willen ad- uerteren, op dat Uwer E. de zaeck zal mogen aendyenen daer ende alfoo Uwer E. bevynen zall te behooren, ende te kennen te geuen,dae dat all gefchyet es contrarie die pacificatie en- de Unie ende Satisfactie, by tufTchenfpraeckvan de Commiflaryfen by den generalen Staten ge- committeert, by de Excellentie van denPrince van Orange ons geaccordeert. ende en zall U- wer E. oick nyet vergeten te remonftreeren , dat ons die vruchten van de Pacificatie nyet vol- gen en mogen , maer dat wy zoe wel in victua- lie als andere negociatie benaut werden, ende dattet vertreck van fatisfaftie by de Staten van Hollant fchynt gedaan te zyn, op dat zy eerft' zouden mogen weten hoe 't geprojecteerde o- uerval defer Stede hen geluckt zouden wefen. Uwer E. zullen nyet laeten te perfifteren voj- gens onfe laefte miffive en de refolutie van de XXXVI Raden omme te mogen behouden den twe vendelen knechten tot defer Stede tot fes hondert mannen om te verhoeden vordere ende gelycke inconvenientien als vooren. Wy zeyn- den Uwer E. hyer by gevoucht Copie van eert' miffive by den Staten van Hollant aen ons ge- funden, in dewelcke zy fchynen te willenexcu- feren 't voorf. ouervall, mitsgaders noch twee mifïïuen d' eene aen zyn Excellentie en de an- dere aen de generale Staten tot Bruyfele met Co' pie van dezelfde miffiven, op dat Uwer E. me" gen weten wat de zelfde innehouden, biddende de zelfde originele mifïïven ouer te doen leue* ren ende antwoordt op de zelffde te folliciteretf ofte doen folliciteren. 't Wagefchot van NV' enbroch es gecoft ende van hier gefcheept in d* fchyetfchuyte van Neel Lutke neel op ten X* defer ende ten zelffden daege offgevaren enz. |
||||||||||||||||||
Wy en connenüwerE. nyet verbergen die
perticulariteyten die gevallen zyn int ouervallen van defer Stede daer van wy Uwer E. hebben geaduerteert by onfe miffive van den XXIV'" defer maent, dat die vianden op defer Stede meenden ter effeft te brengen, die deur Godts gratie verhoet is. Het is waerachtich dat die Vianden der zeluer Stede van te vooren en- de all eer topfet van t ouervallen geeffeftueert es geweeft etlicke foldaten onder den vianden dyenende hyer ter Stede gecomen zyn, heten- de heur geweer in de poorten der voorf. Stede omme alfulcxdeOrdonnantiender zelvertevol- comen, ende op den XXIIJ defer maent novem- bris zyn dezelfde binnen der Stede'zynde des fmorgens ten halff negen vuyren gecomen by der voorf. poorte by hen hebbende geweer, ende hebben ouervallen den burgeren ende foldaten in . den wachthuyfen, zoe binnen defe Stede als in de poorte tot bëwaerniffe defer Stede gefielt zyn- de , enige dootgeflaghen, ende etlicke om heur Lyffuen te falueeren zyn in der Stede gracht ge- fprongen : ende voorf. vianden vuyter Stede ge- comen ende meefters van de poort geworden zyn- de hebben geroiipen buyten derzeluer poorte Ft&orye, Flilorye, va II aen, vall aen, die Stadt es ons. Op welcke aduertiflèment groote menich- te van Crychsluyden vuyten feecker fchepen en- de fchuyten buyten den haerlemmer poort aen den dyck gecomen ende op 't voorf. roupen verwachtende binnen derzeluer Stede gecomen zyn fchyetende viantelick tegen den burgeren aen , die nochtans geen geweer en boden, rau- pende Orange, Orange, die Stad es o»r, lopen- de al crytende ende fchyetende met groot ge- welt, by hen hebbende vyer vlyegende vende- len tot an de plaetfe defer Stede, aldaer zy et- licke burgers dootgefchooten hebben, alleer dat die foldaten defer Stede hen gereet hebben con- nen maecken, tegens die invaüe van den vian- den. Ende gereet geworden zynde hebben die goede burgeren met hulpe van den foldaten de voorf. vianden met gewelt wederom van der plaetfe verdreuen tot ouer den Haerlemmer fluys, op welcke fluys den vianden begonft hebben een fchans te maecken ende ooek an den Spa- rendammer brujge, mitsgaders op de muraige |
||||||||||||||||||
defer Stede by den toorn met fes wyeckenme-
nende aldaer de Stad inne te houden, alfoe zy |
||||||||||||||||||
VC'
|
||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||
IX. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||
379
|
|||||||||||||||||||||||||
IA C.
Qrief van Jonkheer Dikdrich Sonoy aan HiDCEBRANDBennink te
Jmßerdam, gefchreeven den 31 December 1577. |
|||||||||||||||||||||||||
GEN
Lr. Q. |
|||||||||||||||||||||||||
ferwachtende hyer ewekompfte bynne tiet Ka-
mfer Klofter. Den letten December Anno 77, |
|||||||||||||||||||||||||
Infortders goudefrundt,
|
|||||||||||||||||||||||||
V. L. brief heb ych met blytfchap ferftandat
|
|||||||||||||||||||||||||
dy faeken vop eyn gouden hop itan, dar ych
byt got fynnen fegen fordts t'ö te willen gef- fen, fan dat ych myn follich fal wyllen hal- den fan ymans te befchadige kont V L fych nyt allen ferfekeren van ewen husman dan fan alle dy onder Stat wonen off dy wtter Stat fol- len wyllen komen , al wollenze geit vp hor |
XjDe fubfcriptie was defe~]
V. JL. goude frunt
DiEDRicH Sonoy. f_ De fuperfcriptie 2 |
||||||||||||||||||||||||
boft dragen, ende es ock eyn orfaek dar van ^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^
dat ych fellefs met dy knechten bin gekomen An Hilbrant BzNmNCK,wyngoudefrunt, Vom fuolcxs ende dergelicke vor te komen. bynnen byr met wyl ych V. L. den heer befellen, Amsterbam*
|
|||||||||||||||||||||||||
Gcc3
|
|||||||||||||||||||||||||
L'. D.
|
|||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||
Ili Deel.
|
|||||||||||||||
■38a
|
|||||||||||||||
Lr, D.
Läatße 'Refolutter def Roomjchgezinde Froedfchapvan Amfierdam van den 23- May des jaars
1578 j die de onmiddelyke gelegenheid gegeven beeft .-tot de. vemndding der Regeerïnge. |
|||||||||||||||
Bylaa-
GEN Cl
L'. D.
|
|||||||||||||||
GEN
|
|||||||||||||||
kp huyden den xxrij.™ dach in méye anno
_' XVC LXXVIII hebben myne heeren de burgermeefteren geproponeert in de Vergaderin- ge van den xxxvj raiden defer Stede datmyne heeren de CommifiarüTen van zyne Excellentie ende* Van deStateri vänhollant als die heere van de riuieren, mr adriaen van der mylen,meefter pöuwel's' buys, ende mr nicolaes Camerlingh, aen henl. verfocht hadden dat die drie fchutte- rien der voorf. Stede zouden in diligentie opge- reehtende voortgebracht werden onder zes ven- delen ten eyride de zelue ftede des te zekerder zoude conneri bewaert werden jegens alrehande inconvenièntên, ende namentlyck jegens ver- fcheyden aenflagen die in de arriueringe van groote vlooten van fchepen off anderffins op te voorf.Stede zouden mogen werden gepraftizeert, ende dat tot dien fine ouer die voorf. vendelen zouden gecommitteert werden als Capiteinen, Lieutenanten, vendrichs, fergeanten ende Corpo- ralen alzulcke perfoonen als by de voorf. heeren CommifTarhTen henlieden fcriftelyck ouergele- uert waren, Verfoeckende daer op die voorf. heeren burgermeefteren aduys van de voorn, rai- den, als te weten wat henlieden belieuen zoude den voorf. heeren CommuTariilèn daer op voor antwoort gegeuen te werden. Gehoort welcke propofitie es nae lange communicatie ende mit ripe deliberatie by de voorf. x x x v j raiden een- drachtelick verftaen ende gerefolueert dat hoe well die voorf. fchutterien ouer lange opgerecht ende veruult well behoorden ende diendenmit- ten eerften in train voorts gebracht te werden, dat nochtans niet geraden en was omme defe goede ftede in eendrachtigheit, rufte ende vre- de te houden, ende den goede burgeren ende ingefetenen niet te belaften ende in wildicheit ofte verwoeftheit te brengen, tenderende oick. tot diftraftie van de Coopmanfchappe ende an- |
|||||||||||||||
dere beruerte , dattet-zelffde eenichfins zoude
1 gefchieden onder eenyge vendels, ende veel min onder de voorf. nieuwe off andere CapitëL- nen ende beuelhebberen van gelycker forme , gemerct oick n ademale by der voorf. ftede Sa- tisfactie expreflelyckzyngeapprobeert ende be- looft onderhouden te worden ende te blyuen:. unvermindert" in haere vigeur-alle derzeluer- cuftumen , rechten ende Üfantien, dat zulcx; die overluyden ende rotmeefteren van de zelue; Schutterien niet en behoirden eenyge andere be- uelhebbers onderworpen te werden , maer in alzulcke geftelteniflè ende qualiteit behoorden- te blyfuen als die van outs geweeft waren volr gende d expreffe text van de voorf. fatisfa&ie en- de dat confequentelyk die burgers ende fchut- ters behoorden alleen voor hooffden te kennen den voorf. hoere oude ouerluydenende ro.mees- teren ende den burgermeefteren als hoere fuper- intendenten ende anders geen, byfonder nade- j mael die zelue ouerluyden ende rotmeefteren naer oude gewoenten conden werden gecommit- teert , fonder oprechtinge van vendels tot alzulc- ke wachte ende ordonnantien als van outs ge- raempt zyn geweeft, ende men noch mochte beuinden vordere daerby te vuegen ende de zelue des noot zynde te amplieren, ende ingeualle zulcx gefciede conformelyck die voorn, oude cuftumen ende üfantien by der voorf. fatisfacliö geconfirmeert (als wel behoert ende anders niet) dattet zelue zoude ftrecken tot meerder een- dracht ende vrede ende tot zoe goeden toeficht ende wacht als mochte gediren ende gehouden werden by die voorf. oprechtinge van vendels als in voorleden tyden by kennüTe van alle die werlt wel gebleecken is. Ordonneren daer- omme die voorf. xxxvj raiden dat tgundt voorf. es den voorf. heeren Commiflariflèn zoude gegeuen worden voor affcheit ende ant- woort. |
|||||||||||||||
TWEEDE DEEL.
GESCHIEDENISSEN
VAN
i
AMSTERDAM.
|
||||||||
TIENDE BOEK.
Amsterdams Geschiedenissen, federt de verandering
der Regeeringe des jaars 1578, tot aan het einde van "'t be- wind des Graaven van Leicefler, in 't jaar 1587. |
||||||||
^4 r 1 "^rftond na de verandering der Regee- melyk byeenkwamen, tot oefening van hun- o
^%eerre.' Ju ringe te Amfterdam, vertoonde zig nen Godsdienft, fchoon zulks veelenGere- l5/ 4"pre-* aldaar eene ar>dere gedaante der dingen, formeerden zeer tegen de borft was (b).l™*ook i^in De nieuwe Wethouders, die, voor verre De Lutherfchen hielden, ten deezen tyde, dienftige Vg n- het grootfte gedeelte, der Hervorminge wa- hunne Vergaderingen, in een Pakhuis of Vergade« teerken ren toegedaan, vonden ongeraaden, te bly- Schuur, de Pot genaamd, by de Handboogs- ringen.,. JletV ven by het eerfie punt der Voldoeninge, vol- Doele, ter plaatfe, daar, federt, de Lu- %. gens welk, binnen de Stad, geen andere therfche Oude Kerk geftigt is (V)- DeDoops- Godsdienft dan de Roomfch-Katholyke ge- gezinden kwamen byeeïi op den Nieuwen- oefend mögt worden. De Kerken, die, ge- dyk , omtrent de oude Haarlemmerfluis : duurende den opftand, geflooien geweeft welk gedeelte der Stad, om dat 'er, ook waren, bleeven nog eenige dagen digt. Toen voor de beroerte, luiden woonden, die niet ging 'er de Wethouderfchap in, met eenige zeer Pausgezind waren, het Embder-oïCon- timmerluiden, en deedt de beelden afnee- dés-hoekje plagt genoemd te worden, ter oor- men^ Ten minfte, fchynt zulks, in de ou- zaake dat de Hervorming vroeg teEmbden de Kerke, gefchied te zyn. De Gerefor- ingevoerd geweeft was, en Henrik, Prins meerden predikten terftónd in deeze, en van Condé, een voornaam hoofd der Her- Wax laater ook in de nieuwe Kerke («). vormden in Frankryk plagt te zyn. Doch Doch daar verliep nog een geruime tyd, fommigenliebb-en aangetekend, dat eenigen eer men in de Kapellen predikte. Tot eerfte der eerfte Gereformeerde Predikanten hier °penbaare Predikanten werden beroepen ter Stede de Doopsgezinden,in deezehun- Joannes Kiichlinus van Embden, en Petrus ne Vergaderplaatsen, zonder eenigen voor- Hardenberg uit Embderland. De Heer Kor- gang der andere Hollandfche Steden, ook nelis ScheUinger heeft, in laater' tyd, ter ge- zonder laft der Overheid, door ettelyke yve- dagtenifle deezer veranderinge, een twee- raars, langen tyd agter een, beflonden te regelig versje gemaakt, welk nog, voor 't kwellen: tot dat zy, ziende dat zy geenen voor der oude Kerke,in gouden letters, te fteun hadden aan de Wethouderfchap, van Jeezen ftaat, en dus luidt: zelven ophielden. Ook wil men, dat de Bur- gemeefter Willem Bardes, wiens Huisvrouw
i Mhbriiyk, in Godes Kerk allengskens in- en Zufter der Doopsgezinden belydenis toe-
gebragt, gedaan waren, hun de hand boven 't hoofd
'■& hier weer afgedaan, 't jaar zeventig hieldt (d): fchoon fommigen meenen, ook Voorval
h enagt. in deeze vroege tyden, reeds befpeurd te met den
5%. ^ hebben, dat de Kerkenraad der Gerefor-^en-
r> ff Doch behalve de Gereformeerden, be- meerden den Regenten veel te weinig ont- Gerefoer_
fywen ^0nden de Lutherfchen en Doopsgezinden zags toedroeg; waarvan, onder anderen , meerden.
ïSt } ,ook afgezonderde Vergaderingen te het N^11 j; e"> rnet kennifle der Wethouderfchap, {l) Aa„rek. van «« Regent van Amfi. by brandt ae.
e Zelt* gedoogde,dat de Roomfchen hei- *™- \^"£%£„,; n. ï9s.
(*) H^r, <<l> Aantek. van d*n Heere C, l. HOOïT by BfiANDT
T o% XHI- B^> il- *7».- I- Deel, bL S!°-
1 SI UK, . Ddd a
|
||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||
3$2
|
||||||||||||||||||||||||||||
o
over het ongelyk, welk men hun aangedaan ïS'l
hadt. De tegenwoordige Regeering befloot, gelyk:^ terftond, Burgemeefter Maarten Janszoon nieu^L Koffcer, nevens drie Perfoonen uit de drie zof^üïèo Schutteryen , Arend Janszoon Koesveld, jff doen. Kapitein der Kruis- of Voetboogs-Schutte- bek^'j rye, Gerrit Janszoon Delf, uit de Hand- gen ior boogs-Schutterye, en Kornelis Floriszoon de i& van Teilingen, Luitenant der oude Schut-ten' terye of Kloveniers, af te zenden naar den Häage, en by de Staaten van Holland, met raad van zyne Doorlugtigheid, te verzoeken regtvaardiging en bekragtiging van 't gene, federt den zesentwintigflen May, voorgeval- len was, behoudens de Privilegien der Ste- de. De drie Schutteryen flonden toe, dat haare Gemagtigden, in alles, den wil der zes en dertig Raaden naarkwamen (£). Kort te vooren, op den zevenden Juny, hadt het Geregt verbooden, iemant, geeftelykof wee- reldlyk, van den een' of den anderen Gods- dienft , wegens 't voorheen gebeurde , te fchelden, of in perfoon, huis of goed te be- ledigen (1). Doch ik vind niet, dat de Staa- ten, ten deezen tyde, eenig befluit namen, tot regtvaardiging of bekragtiging van't ge- ne , onlangs, te Amfterdam voorgevallen was. < / De nieuwe Regeering, zig, in den aan-«^e
vangvan haar bewind, bemind zoekende te eiM maaken by 't gemeen, befloot den excyns \é van den twintigflen penning op het Beeftiaal af te fchaffen (£). Ook werden alle Gilden- keuren vernieuwd; doch te gelyk bevolen, dat de inkomften van de Gilden, na 't af- leggen der oude fchulden, befleed zouden worden, niet tot ydele bygeloovïgheden, braffen en drinken, gelyk voorheen; maar tot onderhoudinge van verarmde Gildebroe- deren (/). Om volk naar de Stad te lokken werdt goedgevonden, aan allen het verkry- gen van het Poorterfchap toe te flaan, al kwamenze uit Plaatfen, daar men den Am- fterdammeren diergelyke vryheid niet ver- gunde (in). Op het waaken der drie Schut- teryen; op het zitten der Schutteren in dfi Stads Poorten, en op verfcheide andere zaa' ken, de Schutteryen betreffende, werden» in dit jaar,verfcheide nieuweOrdönnantiefl gemaakt by myne Heeren van den Gereg- te (b). Voorts, werdt het aanneemeu vafl twee nieuwe Rectoren der openbaareSchöo' len, door den Raad, gelaaten aan Bürge meefteren (0). En na dat de Staaten va" Holland, in September, beflooten haddeP» d*
(h) Refol. Vroedfch. N. 4. 13 , 15 7««y T*7*.
(i) Keurb. G. f. ij7. (k) Refol. Vroedfch. N. 4. 13 Jany IJ7Ï.
(I) Xeurb. G. f. ijs. Handy. ///. 1177. (m) Refol. Vroedfch. N. 4. u July IJ78. ■ («) Keurb, G. ƒ. 153 ver/o, US verfo, 1*4. .(«} Refol. Vwedfch. N. 4- *° Jwty 117g. |
||||||||||||||||||||||||||||
1578. het volgende voorbeeld aangetekend1 is. Men
plagt, hier ter Stede, het trouwen in de Ker- ke, by avond, te laat en gefchïeden. Doch de Kerkenraad befloot, niet lang na de ver- andering, dat zulks, voortaan, by dagege- . fchieden zou. 't Gebeurde nu, dat zeker aanzienlyk burger , die naderhand Raad werdt, en meêrmaalen Bflrgemeefter ge- weeft, is, omtrent zes of zeven maanden na de verandering, zullende trouwen, en geko- men voor de Kommiffariflen der Hüwelyk- fche zaaken, om de geboden te laaten aan- tekenen, zig genegen toonde, öm die van 't Stadhuis te laaten gaan, en daar ook te trouwen; alzo zyne Bruid, eene jonge maagd, befchroomd was, om openryk, by dage, in de Kerke, getrouwd te wórden. Doch deKommiirariflen, Egbert Roelofszöon en Reinier Simonszoon, Raaden der Stad,en Kornelis Floriszoon van Teilingen, kort daarna, allen drie Burgemeefters, zeiden tegen den Bruidegom, Gy zyt eenoud Patriot, die mede langen tyd buiten 's Lands bebt ge- zworven; 't zou niet wel pajjen ydat gy buiten de Kerk zoudt trouwen: wy zullen bezorgen, dat de trouwing na 't avondgebed gefcbieden zal. Maar toen de trouwtyd verfcheenen was, waren de Predikanten onwillig. De Bruide- gom begaf zig, rhet eenigen der zynen,naar den Kerkenraad, daar men hem, na eenige woorden en weerwoorden, aanzegde „ dat |
||||||||||||||||||||||||||||
»>
|
zy 't befluit, welk zy onlangs genomen
|
|||||||||||||||||||||||||||
hadden, om zynent wille, niet wilden te
buiten gaan," daarby voegende „ dat de |
||||||||||||||||||||||||||||
3>
|
Heeren, die hem zulke beloften hadden
|
|||||||||||||||||||||||||||
gedaan, hun daarin niet te gebieden had-
„ den." De Bruidegom deedt den Heere Egbert Roelofszoon, die digtft by de Kerk woonde, verflag van zyn wedervaaren. Deez' ging terftond in den Kerkenraad, en ver- kreeg , met veel moeite, dat men naarkwam, 't gene de Heeren beloofd hadden. Nogtans wilde geen van beide de Stads Predikanten de trouw beveiligen, zo dat zig, daartoe, een Predikant van buiten moeit laaten ge- 'tStooren bruiken (e~). De Wethouderfchap toonde, van den ondertuffchen, haare agting voor de waar- d\enft en neeimn§ van den openbaaren Godsdienft, *tNieuw- door het maaken eener Keure, waarby het jaarszin- ftooren van den zelven, door roepen,map- |
||||||||||||||||||||||||||||
gen
wordt verboo den. |
pen en ander gedruifch omtrent de Kerk-
deuren , verbooden werdt (ƒ). Ook werdt, ten deezen tyde, het zingen en fpeelen van |
|||||||||||||||||||||||||||
het Nieuwe jaar afgekeurd (g).
Midlerwyl, hadden de ontflaagen Regen-
ten zig, al kort na de verandering, meteen Verzoekfchrift , vervoegd aan den Prinfe |
||||||||||||||||||||||||||||
De oude
Regee- ring |
||||||||||||||||||||||||||||
klaagt
»ver on |
. van Oranje, waarby zy zig zeer beklaagden,
ff) Aantek. iy Rrandt ï. Dut, tl. «»I,
(ƒ) Handy, bl. no, iï». li) H*ndy. tl. ieji. |
|||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||
X'BOEK».
|
||||||||||||||||||||||
38
|
||||||||||||||||||||||
der Leeuwen, Jan KorneUszoon in 't roode rc,9
Kruis , Klaas Kornelhzoon Ryzer, Jan Blank ' vanMedenblik, Zwager van den Engelfch- man, Henrik Meiner.dszoon, Smid in 't En- gelfche tonnetje, Dirk Dirkszoon, Zoon van bezeten Lysje, Pieter Kindje, Pieter Jans- zoon Bom, Vulder, Jan Joriszoon, Tinne- kramer, Willem Henrikszoon, Zoon van de Huisvrouwe van Henrik Ebbe, Dirk Wou-, ter szoon, Slotemaaker, Jan Janszoon, Vul- x der, Jan Gerritszoon Denger, metHeihyne
Huisvrouw, Maarten Gelentszoon, haar Zoon, Michiel Provoofi en Meefier Hans Hulfnydet (s). Doch of op deeze indaagingen vonnis van ballingfchap en verbeurdverklaaring van goederen, zo ver de Privilegien zulks ge- doogden , gevolgd zy, is my nergens ge- bleeken. Den gewezen Thefaurieren, Kor- nelis Jakobszoon Brouwer en Jan Dirkszoon Smid, en den gewezen Excynsmeefleren, Klaas van Zante en Wejfel Kornelis Jakobs- zoons Zoon, die nog geene rekening gedaan hadden, en zig ook buiten de Stad onthiel- del, werdt, wat laater, by openbaare af- kondiging , bevolen, zig te vervoegen in ee- ne herberg buiten de Stad, waartoe hunyry- geleide verleend werdt (O: doch ik weet niet, of zy aldaar verfcheenen zyn. QndertiuTchen,blykt, uit al deezeindaa-Beelden*
gingen, dat de Stad, alwaar de ingedaag- ftorm ia den, ongetwyfeld, hunne vrienden hadden, de ™'u" |
||||||||||||||||||||||
de inkomflen van alle Benificien, Vicarien en
Canonifyen,die door Leeken begeven werden, voortaan te doen dienen tot onderhoud van Predikanten , Schooien en anderszins ter eere Gods, uitgenomen dat zulke Benefieten, waaraan zielzorg vaft was, in 't gevolg, al- leen tot onderhoud van Predikanten zouden bekeerd worden, werdt het Plakaat, des- wege gemaakt,den tienden,hier ter Stede, afgekondigd (p). OndertufTchen, hadden zig eenige goed-
■gunners der voorige Regeeringe ter Stad uit, en in dienft van Don Jan begeven: onder welken ook was de gewezen Schout, Pieter .Pieterszoon. Hy en nog drie anderen, Wou- ter Burchmanszoon , eertyds Hopman, Ts- brani Hollefloot, eertyds Yendrig, en Dirk Hermanszoon Sopeeter werden, den elfden July, openlyk ingedaagd, om zig wegens hunne vlugt en verder gedrag te komen ver- antwoorden. Op den zevenden Oélober, werden nog agt diergelyke geweekenen in- gedaagd , te weeten, Joannes Bernardus , Pieter Oly, Jan Roelofszoon Kaashoper, Jan Willemszaon, eertyds Cipier, JakobLouw, eertyds Poortier, Willem Simon Maartens- Zoon , Michiel Wolf ertszoon,, en Arend de Zoon van Henrik in den Engelfchman (#). In Maart des volgenden jaars, nog zes: te weeten, Gerrit Hein, Zoon van Aagte Si- monsdogter in de Wynpers, Bevelhebber van Wouter Burchmanszoon, Hanske Klaas- Zoon, Hoogduitfch Zeemleer-verkooper , gewoond hebbende in 't Engekerksfleegje aan de oude zyde, Jonge Kees Speelman, gewoond hebbende in de drie Eflrikken, Willem Korneüszoon , Zoon van gemelden Jongen Kees, Willem Franszoon en Klaas Franszoon, in de drie koperen Potten (r). I^och in May daarna, werden wel drie en dertig Perfoonen, die gevlugt waren,eh zig aan deSpaanfche zyde hielden,ingedaagd, naamlyk, Jonge Pieter Opmeer, Broeder van Hollefloot, Neel Kornelisdogter, Huisvrouw van Wouter Burchmanszoon , Klaas Koe- *nszoon9 Zoon van Koen Schepens, Ker- Wis Boon, Houtkooper, Dirk Jan in De- venter, Jan Hagen, Zoon van Gerrit Ha- jpn j Joofl Janszoon in de Fontein, Daniel le Pyper, Jan Janszoon Bierdraager, Trom- 'ager, Jan Janszoon van Haarlem, Broe- ^er van Egbert Janszoon, Maarten Frans- y?°.B> eertyds Onderfchout, Auguflyn van Ailingen, Jan Zondergeld, Arend Henrikszoon, oon van Henrik in den Engelfchman, Jan Hxaszoon, Snyder, Michiel de Weever op den e"igen Weg,,Sz>Mora Pieterszoon mdenKüil |
||||||||||||||||||||||
*W.
|
||||||||||||||||||||||
,3lv,8e
s
|
||||||||||||||||||||||
nog niet ontledigd was van zulken, die der w
|
ke.
|
"
|
||||||||||||||||||||
Spaanfche zyde waren toegedaan, en van
welken men, hierom, tweedragt en beroer- te te dugten hadt. Doch van de zyde der Hervormden, werden ook, nu en dan,bui, tenfpoorigheden gepleegd, die der tegen- woordige Regeeringe zelve mishaagden. Van dien aart was de opfehudding, die, den tweeden September, voorviel, en die ik niet weet, dat by eenigen Hifloriefchry- ver aangetekend is. In de nieuwe Kerke .{tonden, ten deezen tyde, nog beelden en outers, 't zy dat de Gereformeerden aldaar nog niet gepredikt hadden , gelyk waar- fchynlykflis; 't zy dat men niet gefchroomd hadt, aldaar te prediken, onaangezien de Kerk nog niet van Roomfche fier aarden ont- ledigd ware. Doch op den gemelden twee- den September, verftoutten zig eenige Per- foonen, de deur der Kerke met geweld open te flaan, en beelden en outers te verbryze- len. Drie Burgemeeflers, zyade den vier- den, Meefier Maarten Kofier, om Stads zaaken,verreisd, begaven zigterflondnaar de Kerke, en zogten, door hun gezag, te wege te brengen, dat men afiiete van de moed»
Cs) Ken*. G. A "+1 .
\t) Keucb. G. ƒ. «7 M Ddd 3
|
||||||||||||||||||||||
(P) Keuth. G f ,
f*; Keurb. G V 1?I- {*) Kewb. e V '?'• 174 /• »8> vtr/t |
||||||||||||||||||||||
vtrß.
|
||||||||||||||||||||||
/
|
||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||
384
|
||||||||||
andere gedagten te brengen. Zy hadden, l57 -
eerft by Burgemeefteren, en daarna in de volle Vroedfchap gehoor. Doch men bleef de afkondiging van 't Plakaat toen nog van de hand wyzen (j). En deeze is de eerfte bezending ge weeft aan Amfterdam, van wel- ke men,na de verandering derRegeeringe, gewaagd vindt. * Tegen't einde des jaars, werdt in deD«?!^
Vroedfchap geraadpleegd over het Ontwerp ^l eener nadere Unie ofVereeniging.tuffchen m^i Gelderland, Holland, Zeeland, Utrecht,un^ i Friesland en OverylTel, welke men befloot j5?9' aan te gaan (2). Doch de byzondere Unie, in 't jaar 1576, ttuTchen Holland en Zeeland, geilooten, werdt, hier ter Stede, niet dan met eenige bepaalingen aangenomen. Meiï bedong, onder anderen „ dat zyne Door- „ lugtigheid, de Prins van Oranje, de Wet- „ houderfchapftellen zouten gewooniyken „ tyde, en agtervolgens de Privilegien; doch „ in geval van nood, naar 't goedvinden van „ den Prinfe; mids zulks niet ftrekte tot be- „ nadeelinge van het verdrag van Voldoe- „ ningeO)." , De Prins van Parma, wien Filips de II., ßefl
na 't overlydenvanDon Jan van Ooftenryk, $tSV de Landvoogdye opgedraageri hadt, floeg, ^V^ ten deezen tyde, het beleg voor Maaftricht; ujt & tot ontzet van welke Stad, de Regeeringovlli van Amfterdam een vendel haarerknegten,^. onder Herman Roodenburg, deedt uittrek- ^tifo ken(i). Doch Maaftricht viel, den agt-' entwintigften Juny, den Spaanfchen in han- den (c). OndertulTchen, viel het toezien ia de poorten by dage, welkte Amfterdam nog gefchiedde, den fchutteryen zo laftig, dat men, eerlang, te raade werdt, eenige burgers daartoe uit te kiezen, en te bezol- digen. Ook werden , wat laater, eenige nieuwe Bevelhebbers gefteld over de ge« woonlyke vendels der Stads bezettinge,al- zo de tegenwoordigen begeerd hadden ver- iaaten te worden. Doch hierover rees eenig verfchil met de Staaten van Holland (d), welk, zo ik meen, niet voor 't jaar 1581» ^ volkomenlyk afgedaan werdt. In Oclobei' 'A werden,door myneHeeren van denGereg-#V* te, by raade der zes en dertig Raaden, elf jj/tr nieuwe Burgerhopluiden, even zo veel Lui' \$°0$ tenants, en driemaal zo veel Bevelhebbers*»Vf aangefteld over de elf wyken, waarin de^. Stad toen verdeeld werdt. Zie hier de na3' men der Hopluiden, die,ten deezen tyde, Wykmeeßers genoemd werden: Jan Smid, Kïaiï
(y) Refol. Vroedfch. N. 4. 2j OEiah. IJ7S.
(z) Refol. Vroedfch. N. 4. 11 JJec. 1578. (af Refol. Vroedfch. N. 4. 21 Jan. 157?. (f) Refol. Vroedfch. N. 4. 4,8, 14 May 1579. (c) Vadari. Hift. VII. Deel, il. 275.
(d) Refol. Vroedfch. iV. 4. 4 M*y, 27 Jany 157».
|
||||||||||
1573. moedwilligheid. Doch beveelen en dreigen
hielp niet. 't Graauw gunde zig geene ruft, en in de voor dat alles vernield ware. Ondertuffchen, Kloos- hadden Burgemeefteren de Kloofters, daar ters* gelyke moedwil gevreesd werdt, doen be- , zetten met foldaaten; en federt, tot befcher- minge derzelven, de Schuttery in de wape- nen gebragt. Doch fchutters en foldaaten vielen zelven aan 't beeldftormen, zo dat, wat moeite Burgemeefteren deeden,zyni.et beletten konden, dat, ook in de Kloofters, alles vernield werdt. Burgemeefteren gaven, 's anderendaags, kennis van 't voorgevalle- ne aan de Vroedfchap, die hen onfchuldig hieldt aan den gepleegden moedwil, en beloofde zulks, des noods, ten allen tyde, te zullen verklaaren (u). De vier De Staaten van Holland beflooten , ten vendelen deezen tyde, de vier vendelen knegten,die op.twee" m Amfterdam lagen, te brengen op twee, gebragt. famen van vierhonderd hoofden. De Vroed- fchap bewilligde hierin, mids Herman Roo- denburg, overeenkomftig met het Verdrag van Voldoeninge, een vendel behielde, en de andere Kapiteinen, by raade van Burge- meefteren, gekooren werden: ook dat de bezoldigden allen burgers waren, die hier ter Stede,tot op de afkondiging derGend- fche Bevrediginge, gewoond hadden (ü). Be Vaart Kort te vooren, hadden de Staaten van opSpan Holland en Zeeland de Vaart op Spanje ver- jewordt kOCK[en, en den Handelaaren vermaand, den. " weftwaards op Portugal te vaaren, 't Pla- kaat, welk hiervan uitkwam, en den zes- tienden Auguftus getekend was, werdt, den negentienden, ook hier ter Stede, afgekon- digd (w). Een gedeelte van de Vaart der Amfterdammeren werdt, door dit Plakaat, . geftremd: fchoon men, van eene andere zyde, wederom uit was, omze veiliger en De wrak-gemakkelyker te maaken. In October, floo- ken wor-ten Burgemeefteren eene overeenkomft met den uit jan Barendszoon,d\e aannam, alledewrak- gehaald. ken >die' geduurende de jongfte onluften, in 't Y gezonken waren, voor vyf guldens tien ftuivers ieder wrak, op zyne koften, uit den grond te haaien (ar). Bezen- De Staaten van Holland hadden, onlangs, ding der 00jt bellooten, een honderdften penning te SuatTj", lieten ; waarin Amfterdam niet bewilligd
van Hol- 6.. ' , o land aan hadt. Ook maakte men, hier ter Stede,
de Stad. zwaarigheid in de afkondiging van het Pla- kaat , welk deswege uitgekomen was. De Staaten zonden dan de Heeren vanMathe- nes, Heer van de Riviere, en van der My- le naar Amfterdam, om de Regeering'tot fa) Refo!. Vroedfch. N. 4. 3 Sept. ij7s.
(v) Refol. Vroedfch. N. 4. i Sept. 1578. (iu) Keurb. G. f. 170 vtrfa. \x) Refol. Vroedfch. N.+. 1$ 08}h U7S. |
||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||
X. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||
385
|
||||||||||||||||||||||||||
579- Klaas Landsmeer , Jan Bannink Janszoon,
SimonHenrikszoon, JanBethszoon Roodenburg, Kornelis Elbertszoon, Jakob Franszoon, Klaas Burchmanszoon, Bieter Korneliszoon Zwarte- laken, Jan Klaas Boekszoon, en Klaas Boe- leszoon in den Hamburg. De Luitenants wa- ren Jan Korneliszoon Hooft, Tonis Janszoon Sche'llinkwouw , Winrik van Marken , Jan Janszoon Koman, Evert Reaalszoon, Tsbrand Maartenszoon, Bieter Rodink, Fredrik Vogel, Reinfi Pieterszoon, Klaas Overlander en Kornelis Kies. Wy voegen 'er de naamen der BevelhebberenofSerjanten by, ten dien- fle van zulken hunner nakomelingen, die gaarne weeten, wat deel hunne voorouders gehad hebben aan 't bezorgen van de vei- ligheid en ruft der Stad: Egbert Pieterszoon, Louw Volkertszoon, en Jan Bieter szoon Re- aal; Gerrit Janszoon Kop, Jan Valkeszoon en Walich Bieter szoon Broofl; Jakob Kopt, Laurens Jakobszoon en Klaas Elbertszoon Gooijer; Kornelis Bennink, Gysbert Appelman en Goojfen Jakobszoon; Otto Vogel, Kornelis Heimer en trans Volkertszoon ; Wybrand Ap- pelman , Tobias Maartenszoon en Jakob Smid Olieflager; Gerrit Bicker, Jan de Bitter en Frans Janszoon Kat ; Jan Bottei, Jan de Bijfchop en Jan Ysbrandszoon; Jakob Jans- zoon Vink, Bieter Klaaszoon Boer en Ellert Boeleszoon; Kornelis de Vlamink, Bieter Boom en Frans Henrikszoon Ruifch; Bieter Pauw, Willem Hooft en Jan Ysbrandszoon Blaauw- hulk. Alle deeze Overflen moeften, met hunne onderhoorigemanfchap, in geval van oproer of brand, op de aangeweezen Loop- plaatfen verfchynen O). Doch het bewaa- ken der Stede by nagt bleef, ten deezen ty- de, der bezettinge en fchutteryen alleenlyk *>e h. aanbevolen.
|
de Schutteryen reeds onder vendels hadt 158a
willen brengen, voor de verandering der Regeeringe, in May des jaars 1578. Doch alzo de Prins, toen, de Kolonellen en an- dere Overflen begeerde te flellen,voorzag de Wethouderfchap van dien tyd ligtelyk, dat zy, door deeze nieuwe fchikkingopde Wagten , de klem van haar gezag kwyc geweefl zou zyn; weshalve zy 'er niet in bewilligen kon: 't welk, veelligt, eene der redenen geweefl is, waarom men toeliet, of bewerkte, dat zy, door de Schutteryen en 't volk, van 't bewind ontzet werdt. Maar de tegenwoordige Regeering hadt geene reden, om te dugten, dat de voorgenomen verandering haar gezag krenken zou. Zy wifl, dat ver het grootfle gedeelte der fchut- teren haar toegedaan was: en dat het opper- gezag over de Schutteryen en Wyken beide gefield zou worden aan Leden der Regee- ringe. Zy maakte dan geene zwaarigheidin het omhelzen deezer nieuwe fchikkinge: te minder, naardien zyne Doorlugtigheid het Hellen der Overflen aan haar fchynt gelaaten te hebben. Men vindt, ten minfte, dat Bürge- meefleren, met deVroedfchap geraadpleegd hebbende (i), eenige maanden na'sPrinfen vertrek; doch volgbende die felue zyne Furfle- lycke Genade fpeciaele laß ende beuel, met aduys van den Capiteynen van den Schutteryen — ende haere Lieutenanten, nu in 't begin van September, de Wyken verdeeld, en. Kolonels, Kapiteins en Luitenants aange- fleld hebben. De drie Schutteryen, en de elf Wyken der Stad werden gefield onder eenen algemeenen Kolonel, die te gelyk by- zondere Kolonel der drie Schutteryen was. Voorts, was 'er een byzondere Kolonel over de vyf wyken aan de oude, en nog een over* de zes wyken aan de nieuwe zyde. De Ka- piteins en Luitenants waren gedeeltelyk dezelfde, die, in 't voorleeden jaar, door 't Geregt zynde aangefleld, of in dezelfde, of in mindere hoedaanigheid gediend had- den. Zie hier de naamen der Kolonellen, Kapiteinen en Luitenanten, waaruit het ge- zeide blyken kan: Kolonel over de Schutteryen en Kolonel Ge- neraal en Superintendent over de Wyken, Meefter Willem Bardes, OudBur- gemeefler. Deszelfs Luitenant, Klaas Landsmeer. Kolonel over de vyf wyken aan de oude Zyde, KOKNELIS FlOKISZOON VAN TeI-
lin gen, Oud-Burgemeefter.
Kolonel over de zes wyken aan de nieuwe Zy dg, Jan JacobszoonHüïDECoper,Raad. Hop-
(i) Keuib. G. /. HJ.
|
|||||||||||||||||||||||||
0 In de Lente des volgenden jaars, werdt
op de Burgervendelen eenige nadere orde |
||||||||||||||||||||||||||
>k
|
||||||||||||||||||||||||||
«eng gefield, door den Pride van Oranje, die, in
»«^ February in Holland gekomen, en federt de f k naar Kampen verreisd zynde, te Muiden te t(J%. rug gekeerd was; van waar hy , den ze- Wy^eij ventienden Maart, door die van Amflerdam, *58q' niet ßerlyk uitgefbreeken jagten, afgehaald, ' £n flaatelyk ingeleid werdt (ƒ). 't Geregt hadt, reeds eenige dagen te vooren, orde pfteld op het ontvangen van zyne Door- [ugtigheid (g), die, terflond na zyne aan- k°mft, zyn werk maakte, om de Burger- ^yken niet üegts, maar ook de drie Schut- teryen te brengen onder vendels, die af- ^angkelyker zouden zyn van de Wethou- ^erfchap dan te vooren. Wy hebben, in 't v°orgaande Boek (£), gezien, dat men |
||||||||||||||||||||||||||
(6 ho'ÓÏt^/; z°- ™rf°;
|
||||||||||||||||||||||||||
VI.
|
||||||||||||||||||||||||||
(ij II. £>eer
|
' lx- Hoek, bl. }S6.
|
|||||||||||||||||||||||||
§IÖ Ä M S T E ]
Hopman over de tüyk by de Haarlemmer Poort,
PlETER JakOBSZOON VRIES.
Dcszelfs Luitenant.,
Laurens Volkertszoon.
Hopman over de tweede ivyk,
Klaas Aarts zoon, in de Zalm.
Dcszelfs Luitenant,
Walich Pieterszoon Prooft.
Hopman over de derde ivyk,
Jan Bennink Kat.
Dcszelfs Luitenant,
Laurens Jakobszoon.
Hopman over de vierde wyk,
Simon Henrikszoon, Raad.
Deszelfs Luitenant,
Gooffen Hooft.
Hopman over de vyfde wyk,
Tan Bethszoon Roodenburg.
Deszelfs Luitenant,
Frans Volkertszoon Koornhert.
Hopman over de zesde ix>yk,
KORNELIS ELBERTSZOON.
Deszelfs Luitenant,
Wybrand Appelman. Hopman over de zevende ix>yk,
Klaas Pieterszoon Kalf. Deszelfs Luitenant, Jan de Bitter. Hopman over de agtfie wyfc,
Frans Bennink, Deszelfs Luitenant, Jan Potei. Hopman over de negende wyk,
Jan Klaas Boelenszoon. Deszelfs Luitenant,
Jan Verhee. Hopman over de tiende txiyk,
K LAAS O V ERLANDE R.
Deszelfs Luitenant,
Henrik Haalken. Hopman over de elfde ivyk,
Klaas Boeleszoon, in den Hamburg.
Deszelfs Luitenant,
Jan Ysbrandszoon Blaauwhulk.
Door deeze fchikking, werden de drie Schut-
teryen en de Burgervendelen tot één Lig- haam vereenigd ; waarvoor, federt, door myne Heeren van den Geregte, verfcheide Ordonnantien gemaakt werden rl): tot eene van welken gelegenheid gaf zekere opfchud- ding, op den negenentwintigften November voorgevallen (1), waarvan my nergens ee- nig duidelyk berigt voorgekomen is. De afval des Graaven van Rennenberg, (k) Keuib. G./.iis,ii8,ï2j,»2«i'«r/i. Handy. £/. 143.
(I) Keuib. G. ƒ. 224 ver/t. |
||||||
L D A M S II. Deel,
>
die Groningen aan de Spaanfche zyde over- 158°*
bragt, hadt den Staaten van Holland gele- roo"'^' genheid gegeven, om wat fcherper te gaan gezinuL' tegen de Roomfchen, danzy tot hiertoe ge- daan hadden; en de oefening van den Room- fchen Godsdienft in hun Geweft te verbie- den, 't Zelfde gefchiedde te Amfterdam, by eene byzondere Keure, die, kort na 's Prinfen vertrek, den agttienden April, af- gekondigd werdt (in). By dezelve werdt het prediken, trouwen, doopen en andere oefeningen naar de Roomfche wyze, zo in de Stad, als in de Dorpen der Ambagts- heerlykheid, verbooden. ^ In den Zomer des jaars 1578, was reedsDe f
geraadpleegd op het verfterken der Stad^0^' aan den kant der Laftaadje. Doch daar was ^InK een rond jaar verloopen, eer men regt ge- kant J|j, reed was met een Ontwerp van dit werk. 't L$li Werdt egter toen zo vlytiglyk voortgezet ,ie# dat het, in May deezes jaars, voltrokken was. In November, werdt eerft geraaden gevonden, het Fort, gelyk het genoemd werdt, of de verfterkte Laftaadje, met eene brugge van de Stad af te fluiten («). De Wethouderfchap hadt, in September des jaars 1579, reeds behoorlyk verlof tot dee- ze uitlegging of verfterking der Stede ver- kreegen van de Staaten van Holland (0). Doch wy hebben, elders, gelegenheid ge- had , om iet meer wegens deeze verfterking aan te tekenen (p). . U De algemeene Staaten hadden, reeds in P^jt»
't jaar 1578, beflooten, Convooigeld te hef- !£j,/, fen van de uit- en ingaande goederen; waarin vo«^( de Stad Amfterdam niet hadt können be- &>& willigen; houdende zy zulks te ftrydenmet de voorwaarden van Voldoenjnge, die haar, $1$ door den Prinfe van Oranje en de Staaten^' van Holland, waren toegeftaan. De Prins C°\ vorderde, wat laater, dat men 'er, flegts ^j, voor twee maanden,in bewilligde; waartoe»s de Stad befloot, onder uitdrukkelyke ver- klaaring, dat zulks niet zou geagt worden te ftrekken tot benadeeling van der Stede Privilegiën (q). 's Lands nood deedt de Stad, na verloop der twee maanden, belluiten om nog voor tien maanden ia 't heffen van 't Convooigeld te bewilligen (r). Naderhand, werdt, op nieuws, voor zes maanden tevens, in den ophef van 't Convooigeld, bewilligd, fchoon men het, als ftrydig met der Stede Privilegien, gaarne zou afgefchaft gezien hebben 0> En van toen af is dit middel in
(m) Keurb. G. ƒ. 213.
(n) Refol. Vroedfch. N. 4. 30 July IJ78. lojuly itfV
12 May, 2 Nov. ij8o. (0) Handv. hl. %. (p) Zie I. Deel, II. Jiotk , hl. 41. (q) Reib]. Vroedfch. N. 4. zi Juny, 14, isjaly 1S71'
(r) Refol. Vroedfch. N. 4. zz Sept. 1578. (.s) Refol. Vioedfch. N. 4- « April, 24 OUti. U»*' |
||||||
X. Boek. GESCHIEDENISSEN. 387
J$8o. in gebruik gebleeven. In July deezes jaars, afftondt (y). Doch't liep aan tot in den Zo- i<r8i.
vergde men Amflerdam ook, toe te flaan, mer des jaars 1581, eer op het verlaaten dat Convooigeld geheeven werdt van goe- des Konings beflooten werdt. In de Vroed- deren,gaande naar de Vereenigde Gewes- fchap van Amflerdam, was, reeds in Fe- ten. Doch hiertoe kon de Stad niet verftaan. bruary, goedgevonden, alle ingezetenen te En alzo men zig, in den Haage, hadt laa- ontflaan van den eed, aan den Koning ge. ten verluiden, dat men haar daartoe dwin- daan (2). Doch men vondt aldaar niet ge-M gen zou, befloot zy, zo het hiertoe komen raaden,het Plakaat der Vereenigde Staaten, maTkt te mögt, zig te zullen verdedigen met de mid- op dit ftuk ontworpen, en den zesentwintig- Amfler- delen, die haar voorhanden waren, en dit ften July gedagtekend, te laaten afkondi-dam befluk aan de Kolonellen, Kapiteinen en gen, dan onder verklaaring, dat men aan Som Luitenanten der drie Schutteryen enelfWy- den inhoud niet begeerde gehouden te zynhetaf te ken mede te deelen, die verklaarden, zig te («). De reden van deeze verklaaring waskondi- zullen troollen in't gene de Stad, om't wei- het verfchil ontflaan tuifchen de StaatenSen- geren haarer ilemme, mögt overkomen (0- van Holland en de Stad, over eenige pun- Watlaater, befloot men, toe te geeven, ten van het Verdrag van Voldoeninge, waar- dat zekere belading gelegd werdt op goe- aan de Stad zig houden wilde, en van wei- deren , in Holland gewaffen , en naar de ken de Staaten haar wilden doen afflaan Vereenigde Geweflen gevoerd wordende, Onder anderen, begeerde de Stad,in gee- mids deeze belading geen Convooigeld ge- ne oude fchulden te draagen, en haare be- noemd werdt (u). Doch ik vmd niet, dat zetting, uit vierhonderd koppen beflaande deeze voorflag ingang vondt. Ook heeft te doen onderhouden door 't gemeene Land', men het heffen van Convooigeld van goe- gelyk by 't Verdrag van Voldoeninge be- deren , die naar de Vereenigde Geweflen dongen was (V), Maar de Staaten en de gevoerd werden, nimmer in algemeen en Prins van Oranje zelf verflonden, dat dit fcan A kondig gebruik können brengen. Verdrag, door en na de omkeering der Re- \%l** De Prins van Oranje hadt zig nu zo open- geeringe te Amflerdam, reeds gekrenkt ge-
NSpf^Jyk gekant tegen de Spaanfche Regeering, worden was, en dat er, hierom, eene ge- igen dat Filips de II., in den Zomer deezes jaars, heele verandering in behoorde gemaakt te v,* prins een' flrengen Ban tegen hem liet uitgaan, worden, die meer gefchikt was naar den Se waart)y eer en voordeel beloofd werdt aan tegenwoordigen toefland des tyds (c). De elk, die hem 't leeven beneemen zou. Zy- Wethouderfchap van Amflerdam kon niet ne Doorlugtigheid zou gaarne gezien heb- ontkennen, dat eenige punten van't Verdrag ben,dat deeze Ban,op den naam derStaa- Van Voldoeninge, vooral zulken , die den ten, beantwoord geworden was; en de Stad Godsdienfl betroffen, met de tegenwoordi- Amflerdam oordeelde, dat zulks, op den ge gelegenheid der Stede, niet beftaanbaar naam van den Prinfe en van de Staaten, ge- waren. Zy tradt, derhalve, met denPrin- fchieden moefl, zo ver de Ban beide betrof fe en met de Staaten in onderhandeling, o- (V). Doch de Staaten verflonden, dat de ver eenen afftand van 't Verdrag van Vol- Prins zig zelven behoorde te verdedigen; doeninge, onder zekere voorwaarden (d). 't{>, gelyk federt gefchiedde f». De Prins was, in Maart, hier ter Stede, jHtf Ondertuffchen was, ter Vergaderinge geweefl, onder anderen om't werk van den
vjje,tingvan Holland, reeds in 't voorleeden jaar, affland te bevorderen. Doch t liep aan tot De Stad S^0' frrandeld van het verlaaten van Koning den twintigflen December, eer men, we-fluit een f'üps fihps, wiens naam, tot hiertoe, in Oktro- gens een nieuw Verdrag , in den Haage Verdras >>t;n Ier!> Plakaaten en andere openbaare fluk- overeenkwam, welk, ten. dien dage, van^f/" %. *en, nog gebruikt was. De tegenwoordige wege de Staaten van Holland en de Stad hetVe?" Avegeering van Amflerdam neigde hiertoe Amflerdam, ondertekend , en den zeven- drag van *eer O). Zy was ook, gelyk demeefleLe- tienden January des jaars 1582, door den Voldoe- 5*en van Holland, zeer gezind, om de hooge Prinfe van Oranje, goedgekeurd werdt. Hetmnge- ^egeering des Lands den Prinfe van Oranje Verdrag van Affland van de Satisfactie of °P te draagen, en flemde hierom,niet dan Voldoeninge beftondt uit zeventien punten, i^der dit beding, in de handeling met den die op deezen zin uitliepen : 1. „ &e Staa_ ^ertoge van Anjou, wien men, wat laater, „ ten en de Stad flonden wederzyds af van e ^egeering der Nederlanden in 't gemeen » net (y) Refol. V.oedfch. N. *. ^ *«?>" f3"*' Ii8°-
(t) aPf„, (z) Refol. Vioedfch. N. 4- 'S ™ir- 's:r (*) Rel« ' ,Vroedfch. N. 4. 16,30 Juli zsso. (J Refol. Vroedfch. N. 4- *« *H- ^1-
(■») Keil 1 l'oei^- N. 4- 2°, M -A-I- >58o. \b) Refol. Vroedfch. N- 4. 19 7"h Ulo. HOOFT XVI.
(x) RefolVH"V V"- °"l, H- »« ***■ (c) HOOÏT XV'III- Bo'k, H. 8oi
T C t't h- N- +• 7 A"s- " 0ffti' 1"9- (d) Refoi- Vloedkh' *' *5 S'ht + Oa, 13 Ntv.istu
l' Ö1UK. Eee
|
||||
3B8 A M S T E
1581. j> het Verdrag van Voldoeninge, elkande-
„ ren ontflaande van den eed, daarop ge- „ daan. 2. De Stad zou bezet blyven met „ twee vendels knegten, ieder van twee- „ honderd hoofden, onder twee Kapiteinen, „ die Burgers der Stad waren. 3. Zy zou- „ den maandelyks betaald worden uit de „ middelen van belading, die in de Stad en „ derzelver Vryheid geheeven werden, zo „ ver dezelven ftrekken mogten, anders „ uit andere 's Gemeenen Lands penningen; „ doch ZO de andere foldaaten, in Holland „ leggende, met Laken betaald werden, „ zou de bezetting van Amfterdam ook een „ maand in 't jaar in laken moeten ontvan- „ gen. 4. De vierhonderd knegten zouden „ onder meer vendels verdeeld , en ver- „ meerderd of verminderd mogen worden „ naar dat de nood, of andere gelegenheid „ na 't ophouden van den nood, zulks ver- „ eifchen zou: 't welk enkelyk ftaan zou „ ter beliefte en befcheidenheid van zyne „ Doorlugtigheid. 5. Doch zo zyne Door- „ lugtigheid, des noods, de bezetting ver- „ fterkte, zou zy Servitie - geld trekken, „ even als in de andere Steden van Holland. „ 6. De Stad zou, tot opmaakinge haarer „ Veftingwerken, volgens de beftekken van „ zyne Doorlugtigheid, door de Staaten, ge- „ magtigd worden, om, over 't platte Land „ van den ouden en nieuwen Amftel, Die- „ men en Duivendrecht, drie ftuivers op „ ieder morgen 's maands, geduurende den „ tyd van twaalf maanden, om te flaan, „ waarin de eigenaars twee derden, en de „ bruikers een derde betaalen zouden, mids „ de Godshuizen vryzyn, en de huisluiden, „ in tyd van nood, met hun vee, in de Stad „ vlugtende, aldaar gehandeld worden zou- „ den, als andere inwooners. 7. De Stad „ zou treeden in de gemeenfchap der oude „ fchulden , gemaakt door de Staaten , „ voor het fluiten van het Verdrag van „ Voldoeninge, met uitfluiting van de fchul- „ den, door de Steden van Holland, in „ den voorleeden oorlog gemaakt, en ge- ,, naamd de groote Rekening van de Steden, 3, zullende zy dezelven onder eikanderen „ vereffenen, zonder dat Amfterdam des- „ wege gemoeid zou worden: welverftaan- „ de, dat daaronder niet zouden worden „ vervat penningen, die eenige Burgers en „ Inwooners van Holland, by leening, mog- „ ten hebben opgebragt, zonder daarvoor „ eenige goederen in pandfchap ontvangen „ te hebben; welke penningen uit de gees- „ telyke goederen zouden worden voldaan. „ 8. Hiertegen zou Amfterdam voor zig „ behouden den honderdften penning van „ 't jaar 1578, en de helft van den hon- |
R. D A M S II. Deel.
„ derdften penning van't jaar 1579: waar- 1581
„ boven de Staaten nog dertigduizend pon- „ den van veertig grooten aan de Stad be- „ taaien zouden, in den tyd van zes jaaren, „ by gebreke van welke betaalinge , de „ Stad de fchattingen zou mogen inhouden. „ 9. De Stad zou alle de Geeftelyke ge- „ bouwen en erven, binnen haaren omtrek, „ mogen naar zig neemen. Doch de Gees- „ telyke renten , binnen en buiten, en de „ Geeftelyke Landen buiten de Stad zouden, „ even als de andere Geeftelyke goederen „ in Holland, gebruikt mogen worden tot „ afdoeninge van 's Lands fchulden, mids „ den Kloofterlingen in Amfterdam, door „ de Wethouderfchap, goede verzekering „ gegeven wierdt van onderhoud. 10. Doch „ de Geeftelyke goederen, die de Staaten „ verkogt of vervreemd , of de Godshuizen „ te Amfterdam aan zig getrokken hadden, „ 't zyze denKarthuizeren of anderen Kloos- „ terlingen hadden toebehoord, zouden, „ ter wederzyde, blyven in den ftaat, waar* „ in zy waren, zonder dat men eikanderen „ in het bezit daarvan zou mogen ontrus- „ ten, voor dat 'er geregtelyke en eindely- „ ke uitfpraak over gedaan ware. 11. Am- „ fterdam zou, tot onderhoud der Kerken, „ met de laften en renten daarop ftaande, „ behouden alle de Kerkelyke goederen, „ en tot onderhoud der Predikanten, de „ Memorien, Vicaryen, Getyden en ande- „ re diergelyke Geeftelyke inkomften. 12. „ De halve ftuivers van de rantfoenen der „ middelen , die in Amfterdam verpagt „ werden, zouden, nevens de Kerkelyke „ inkomften in de Ambagtsheerlykheid en „ 't Baljuwfchap van Amftelland, ftrekken „ tot onderhoud der Predikanten aldaar, „ ten ware de inkomften, in 't elfde punt „ vermeld, niet toereiken mogten tot on- „ derhoud der Predikanten in de Stad: in „ welk geval, 't gene 'er te kort kwam, „ eerft uit de gemelde halve ftuivers, ver- „ vuld zou worden. 13. Omtrent het gene „ de Stad, zo wel als de Burgers enlnwoo- „ ners , te eifchen hadden wegens ver- „ fcheenen renten, het agterwezen op den „ tol te Geervliet, en de gewoonlyke Be- „ den en Domeinen van Holland, tot op „ den tyd der Gendfche Bevrediging toe, „ zouden de Staaten en de Stad ieder eeni- „ gen uit den Hove van Holland kiezen, „ om deswege uitfpraak te doen, waarnaar „ men zig wederzyds voegen zou, ten wa- „ re eenige Burgers of Inwooners verfton- „ den, daarby bezwaard te zyn, aan wel- „ ken de weg van Regte zou open blyvefl» „ 14. De Staaten zouden, om de Stad en „ de Burgers en Inwooners van Amfterdam |
|||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||
X. Boek.
|
||||||||||||||||||||||
38P
|
||||||||||||||||||||||
die, in Maart deezes jaars, te Amflerdam, i58r.
gehouden werdt, kwam dit ftuk wederom in overweeging. Men befloot, den Prins, die zelf de Dagvaart bywoonde, te verzoe- ken , dat hy zig bedienen wilde van 't ge- zag, welk hem, als hooge Overheid, jn 't jaar 1576, opgedraagen was. Doch men kon, ook toen, 't werk niet voltrekken, ter oorzaake van 't gehandelde met den Hertoge van Anjou, wien-men, zo ver uiterlyk bleek, de heerfchappy ovex al de Vereenigde Ne- derlanden opgedraagen hadt, terwyl in 't ge- heim bedongen was, dat Holland, Zeeland en Utrecht, onder 't oppergebied des Prin- fen van Oranje, blyven zouden; welk laat- fle bedekt gehouden werdt, om de andere Geweflen niet te doen waanen, dat deezen drie den band der Vereeniginge breeken wilden. Amflerdam hadt egter niet in de Amfter- opdragt der hooge Overheid aan den Prin-dam be- fe bewilligd, dan onder voorwaarde, dat>wllIi£f zulks, door de Leden van Holland eenpaa- ui dm riglyk, en ook door Zeeland en Utrecht ge- onder fchiedde (/ƒ); in welke twee Geweflen, men zekere 't werk nog zo ver niet gebragt hadt, als in ™°[jeiu Holland. Wat laater, verflonden eenigen uit den Raad, dat men den Prins niet tot Souverein en Overhoofd moeft aanneemen, dan met kennis der Schutteryen en Wyken (i): 't welk, federt, in de Vergadering van Holland gebragt werdt (T). Doch alzo de Staaten, onlangs, beflooten hadden, dat de Steden, voortaan, over 's Gemeenen Lands zaaken , niet dan met hunne voorkennis, met de Schutteryen en Gilden zouden raad- pleegen (7), fchynt deeze gedagten weinig ingang gevonden te hebben. By Amfler- dam , fcheen, eindelyk, geene andere zwaa- righeid over te blyven, dan dat de Stad, wegens den affland van't Verdrag van Vol- doeninge , nog niet overeengekomen was met den Prinfe en met de Staaten. Zy be- floot dan tot de opdragt, mids dat zulks haar niet benadeelen zou, in 't gene zy, voor deezen affland, te vorderen hadt(wz). De aanbieding der hooge Overheid gefchied- de, federt, op den voorigen voet, en zo lang de Landen in oorlog zouden zyn: de Gemagtigden der Edelen en meefle Steden deeden den eed in flilte, in een vertrek van den Prinfe. Doch die van Amflerdam deeden dien niet, voor 't begin van 't jaar 15^2; waarna de Prins het Verdrag van affland, welk kort te vooren geflooten was, eerft be-
(*) Refoï. Holf. 30 May xiiïlLï\\\i
(k) Refol. Holl. Z7," 7««r MSI. «. 189.. (I) leCol. Holl. **"»""■ \L "'• Eee 2
|
||||||||||||||||||||||
>8i. „ aan hun deugdelyk agterwezen te helpen,
terflond eenigen van 's Lands Domeinen aan de meeftbiedenden doen verkoopen, om uit de penningen, daarvan gekomen, Hoofdfom en agterflallige renten te vol- doen. 15. De Stad zou ontflaagen bly- ven van het opbrengen der driehonderd ponden 's jaars, wegens het Schout-Am- bagt, welk, met al zyne inkomflen, in haare handen blyven zou, tot dat de Staa- ten de twintigduizend ponden van veer- tig grooten, door de Stad op dit Ampt gefchooten, zouden hebben afgeloft, of dat men, deswege, op eene andere wy- ze, zou zyn overeengekomen. 16. We- gens 't punt der Paalkifle, waarover nu voor den Hove van Holland gepleit werdt, zouden partyen over en weder blyven in hun goed regt. 17. De Privilegien, Hand- veflen, Gewoonten, Keuren, Regten en Gebruiken van Amflerdam zouden in volle kragt blyven, naar ouder gewoon- te: uitgezonderd de Privilegien enHand- veflen , geduurende de tegenwoordige beroerten, buiten raade der Staaten van Holland, van den Hertoge van Alva of zyne Opvolgers, tot op den dag van het fluiten der Gendfche Bevrediginge, ver- kreegen ; die allen voor nietig en van onwaarde verklaard werden. Doch de O&rojen om geld op renten te neemen, fchoon geduurende de beroerten verkree- gen, zouden van kragt en waarde bly- |
||||||||||||||||||||||
5*
|
ven (e)."
|
|||||||||||||||||||||
Op deeze wyze, kreeg, eindelyk, het
V afwerk van den affland van 't Verdrag van r5StderVoldoeninge zyn beflag. Het handelen Qv°ge over deezen affland hadt te wege gebragt, |
||||||||||||||||||||||
hüjjj*' dat men eikanderen, hier ter Stede, nog
S iy n niet hadt können ontflaan van den eed, waar- ^ v9tlln" mede de Regeering en Burgery aan Filips Se. den II. verbonden geweefl waren. Doch de Vroedfchap befloot hiertoe, zo dra de Prins van Oranje het Verdrag van Affland bekragtigd hadt (ƒ). De opdragt der hoo- ge Overheid van Holland aan zyneDoorlug- tigheid, die, om dezelfde reden, tot nog tQe, uit.gefr.eld geweefl was,fcheen nu ook Voortgang te zullen hebben. Tot deeze op- ^ragt was, reeds in 't voorleeden jaar, be- «ooten; en Meefter Willem Bardes., Oud- ßurgemeefler van Amflerdam, onder ande- *en > gemagtigd, om den Prins te nodigen °t het aanvaarden der hooge heerfchappye Vg). Doch verfcheide opkomende beletfels ^hinderden 't voltrekken van dit werk. P de °agvaart der Staaten van Holland, |
||||||||||||||||||||||
;8z.
|
||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||
390
|
|||||||||||||||||||||||||||
by den Prinfe van Oranje, begeerende, by M
eene Afite van zyne Doorkigtigheid i aan- gefteld te worden tot Schout der Stede. Doch hy verwierf zyne begeerte niet, alzo de Vroedfchap verflondt, dat zulk eene aanftelling aanloopen zou tegen de Privile- gien, op het Schoutampt verkreegen f>). Hy bleef dan verlaaten van zyn ampt, welk, eenigen tyd, by voorraad, bekleed werdt, door den voorzittenden Burgemeefter, on- der wien, het zelve werdt waargenomen, door Jan Koenenszoon, die dagelix als Schout by Schepenen te recht zat; tot dat, omtrent Auguftus des jaars 1584, Willem van der Does Simonszoon uit den Haage, die voor- heen Convooimeefter te Amfterdam seweeft was, op de gewoonlyke wyze, tot Schout werdt aangefteld (Y). tó. Het Verdrag, waarby de hooge Overheid fï*J /
der Nederlanden opgedraagen werdt aan j^K den flertoge van Anjou, eindelyk, getekend wf * zynde, en den Hertog, by een by zonder A"1"' Renverfaal, gelyk het genoemd werdt, ver- klaard hebbende,dat hy Holland, Zeeland en Utrecht niet verder verbinden wilde, dan tot eendragt in 't voeren des oörlogs; be- ïloot de Prins van Oranje de hooge Over- heid, hem in Holland opgedraagen, te ge- |
|||||||||||||||||||||||||||
bekragtigdö (m). Elk Lid der Regeeringe
deedt , federt, deezen eed afzönderlyk, hoewel 'er eenigen zwaarigheid in maakten: én vindt men , dat , nog op den eerften September daarna , by de Vroedfchap , be- flooten werdt „ Jakob Janszoon Bannink, „ Jakob Van Kampen, Jan Laurenszoon en |
|||||||||||||||||||||||||||
1581.
|
|||||||||||||||||||||||||||
3>
|
Jakob Franszoon, Raaden, die weigerden
|
||||||||||||||||||||||||||
zyner Dooflugtigheid, als hooge Over-
i, heid,te zWeeren, op eene boete van tien- „ duizend dobbelden Leidfchen fteen, te- y, gen den volgenden maandag, te dagvaar- „ den, en hun te verbieden, ondertuffchen, „ uk de Stad te gaan (0)." Doch hóe't hier mede afliep, is my niet gebleeken. Waar- fchynlyk, heeft men, te Amfterdam, de Leden, die zwaarigheid maakten om den Prinfe van Oranje te zweerert, niet fterk ge- drongen, om dat het werk van de opdragt, in Zeeland en in Utrecht, nog haperde. Wy zullen, hierna, melden, wat deswege verder voorviel. Op den derden January deezes jaars 1581,
en dus eenige maanden voor dat men be- ilooten hadt, 's Konings naam te verlaaten, hadt Amfterdam een Privilegie verkreegen, welk te Delft gegeven was, en nog fprak: uit den naam van „ Filips, Koning van Kas- „ tilie enz., Graave van Holland, by raade „ van den Hove, en met overleg van den „ Prinfe van Oranje, zynen Stadhouder." By dit Privilegie, werdt beraamd „ dat niet „ jaarlyks negen Schepenen, uit eene No- ,, minatie van agttien , gekooren zouden „ worden; gelyk, federt eenige jaaren, ge- „ fchied was; maar zeven, uit eene Nomi- ,, minatie van veertien, by welken zeven, „ twee uit de afgaanden, als Prefidenten, ,, zouden aanblyven; te kiezen, door de „ drie afgaande , de drie nieuwe Burge^ „ meefters, den Oud-Burgemeefter én de „ zeven nieuweSchepens (p )." En aan dit Oétroi, fchoon flegts by voorraad gegeven, heeft men zig, federt, in 't verkiezen van Schepenen, gehouden. De tyd van drie jaaren, voor welken,
Willem Maartenszoon Kalf, na de verande- ring der Regeeringe , te Amfterdam, tot Schout aangenomen was, liep, met het be- gin van Juny, ten einde, en hy verwagtte niet, dat hy zou aanblyven, alzo menhem, by de Regeeringe, verdagt gemaakt hadt van eenig wangedrag, waarop, federt, be- flooten werdt onderzoek te doen (q). Hy neigde, ondertuffchen, zeer, tot behoude- nis van het Schoutampt, en vervoegde zig (») Refol. Holl. z6, 17 Jan. 158z. bh 4°,42,46.Re-
fol. Vroedfch. N. 4. 1 Jan. 1581. .■(#) Refol. Vroedfch. N. 4- 1 Sept. Ij8ï. (p) Handv. hl. 110. [7Ä.] (f) Refol. Vioedfch. N. 4. zg Aug. iftt. |
|||||||||||||||||||||||||||
Tc Stad
verkrygt een Pri- vilegie op 't verkie- zen van twee Pre- lidenten vanSche- penen. |
|||||||||||||||||||||||||||
l?
|
|||||||||||||||||||||||||||
bruiken (f). Vooraf, werdt den Ledenvan
Holland goedkeuring- afgevorderd van het Verdrag, met den Hertoge van Anjou ge- maakt. Doch de Vroedfchap van Amfter- dam verklaarde daarop niet te können be- fluiten, voor zy 't Verdrag en 't Renverfaal beide gezien hadt (11). Sedert, werdt An- jou, door die van Holland, ingehaald, on- der de gemelde voorwaarden. Doch 't leedt maar weinige maanden, toen hy zig toelei- de op het bemagtigen van Antwerpen en andere fterke Plaatfen in Brabant en Vlaan- deren ; 't welk hem zo zeer in den gemee- nen haat der algemeene Staaten bragt, dat zy zig, door den Prinfe van Oranje , niet dan met moeite, beweegen lieten , om we- derom met hem in onderhandeling te tree- den Qo). Te Amfterdam, verftondt men, „ dat Van de Franfchen, die zig deNeder- „ landen wilden onderwerpen, niets goeds „ fcheen te wagten te zyn (•&)." Ook werde de handeling met den Hertoge van Anjou» door zynen onverwagtendood ,afgebroken-.,.#£ In den Herfft des ja.arsjt582, werdt, W^Vt
|
|||||||||||||||||||||||||||
Willem
van der
Does
wordt tot
Schout
aange«
fteld.
|
|||||||||||||||||||||||||||
d -dy
pleegd op het verfterken van Muiden eült%^
(r) Refol. Vroedfch. N. 4. 11 Jany ijgi. r>
(s) Lyft der Regeer, voor de Handv. opie jaaren >'*
JS82, IJ8J , IJ84-
(t) Vaderl. Hift. VII. Deel, U. 444.
(u) Refol. Vroedfch. N. 4. 2« May 1582. (?) Vaderl. Hift. VII. Deel, IL 472 enz. (wj Refol. Vroedfch. N. 4- S Febr. rj»J. |
|||||||||||||||||||||||||||
GE S cm I E D E NI S S E N.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
X. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
391
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Naarden;door welke Steden , Holland, van
deeze zyde, en Amllerdam in 't byzonder gedekt werdt. De Staaten van Holland had- den deeze verfterking dienftig geoordeeld. En de Stad befloot, de penningen, daartoe vereifcht, op te neem en, mids haar daar- tegen de middelen der twee Steden en van gantfeh Gooiland in handen gefteld wer- den (a;). De Regeering der Stad begon, ten deezen
tyde of eerder, gebruik te maaken van de geeflelyke gebouwen, die haar, by het Ver- drag van Afftand der Voldoeninge, waren overgegeven. Onder anderen werdt, in Au- guftus deezes jaars ,vaftgefteld, de Vleefch- hal van omtrent den Dam naar deS.Pieters Kapelle in Gansoord, nu de Nes, over te brengen (j). In de Lente des jaars 1583, werdt, ter
algemeene Staatsvergaderinge te Middel- burg , wederom gehandeld over het gewig- tig punt van de opdragt der hooge Overheid aan den Prinfe van Oranje, die nog niet in orde gefchied was; en over eene nadere Unie of Vereeniging tullchen de Geweften, die zig tegen Spanje verbonden hadden. Am- fterd am, gevorderd hebbende, het ontwerp deezer nadere Unie te zien, befloot, federt, zig, in dit opzigt, te zullen voegen naar 't gevoelen der Staaten (z). Doch omtrent het punt van de opdragt der hooge Over- heid aan den Prinfe van Oranje ontftondt, Van tyd tot tyd , meerder hapering. De Vroedfchap van Amfterdam hadt, voor 't grootfte gedeelte , reeds in 't vooiieeden jaar, den eed aan den Prinfe, als hooge Overheid, afgelegd (a). Doch eenigen had- den zig, tot hiertoe, nog verontfchuldigd Van het afleggen van deezen eed. Ook fcheen de geneigdheid,om zig eenen nieuwen Op- Perheer te verkiezen, in de plaats van den afgezwooren Koning van Spanje, van tyd tot tyd, te verminderen in Amllerdam. De Stad, in Auguftus, te Middelburg befchree- Ven zynde, om nader te handelen over 't ttukderRegeeringe,befloot men, alleenlyk J^ ftemmen, tot de aanftellinge van eenen Gouverneur-Generaal, die zekere Raaden nevens zig hebben zou (b). Doch wat laa- Jfr > werdt geraaden gevonden, zig, op 't ltuk der Regeeringe beide van de Unie en Van Holland, te voegen met de algemeene ^ byzondere Staaten, behoudens het Ver- lag op den Afftand van de Voldoeninge Sernaakt (c). De Staaten van Holland neig- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den meeft om den Prinfe van Oranje de
|
1585.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hooge Overheid op te draagen, onder den
titel van Graaf. Zyne Doorlugdgheid hadt verklaard, dat hy zig deezen titel gevallen liet, en de Akte, waarby hem dezelve op- gedraagen werdt, was reeds door de Ede- len en Steden van Holland bezegeld. Doch alzo verfcheide andere vereenigde Gewes- ten zwaarigheid maakten, in't gene Hol- land met den Prinfe handelde, en het zelve aanmerkten, als aanloopende tegen de Unk, ftelde men het overleveren deezer Akte, van tyd tot tyd, uit. Zeeland ook, welk van ouds met Holland onder eenen Fleer ge- flaan hadt,was,tot hiertoe, nog niet geko- men tot een befluit, om den Prins voor Graaf aan te neemen, onder anderen, om dat men aldaar bedugt was, dat zulks den Koophan- del op Spanje, die tot nog toe oogluikende gedoogd werdt, ftremmen mögt. Maar hetHetdraa- draalen van Zeeland deedt ook Amfterdam >en van agteruit loopen. 't Belang van den Koop-^.cf,and handel hadt hier geenen minderen invloed ixerj^ op de befluiten der Vroedfchap. Men vrees-doet ooic de dat de Koophandel op Spanje verlegd Amfter- zou worden naar Zeeland, als men, in Hol- "\te land, eenen anderen Heer aannam; terwylpe^> men, in Zeeland, den Koning van Spanje nog niet eens hadt afgezwooren. En deeze vrees bragt te wege, dat Amfterdam en Gou- da niet bewilligden in de overlevering der Akte van de Opdragt der Graaflykheid aan den Prinfe van Oranje, die, den zevenden December deezes jaars, door de Edelenen de overige Steden van Holland, in's Prinfen flaapkamer in den Haage, gefchiedde (d). Het ontwerp der voorwaarden, waarop men den Prinfe de Graaflykheid wilde opdraa- gen, werdt, federt, gezonden aan de Vroed- fchappen der Steden,behalven aan die van Amfterdam en Gouda; welke Steden, ioBezen- Juny des jaars 1584, bezonden werden, door ding aan de Staaten van Holland. Tc Amfterdam, de Sud- openden de Gemagtigden,zynde de Heeren I5S4- van Mathenefle en van der Myle, nevens nog een derden, van wege zyne Doorlugdg- heid, hunnen laft in de Vroedfchap, op den agtften; over den inhoud van welken,, den volgenden dag , geraadpleegd werdt. De Rede van Oud-Schepen enjongfte Vroedfchap, ^^oiSSS nelis Pieterszoon Hooft, deedt toen eene re- Pietärs' de, ftrekkende om het verheffen van zyne zoon Doorlugdgheid tot Graave te ontraaden,zo Hooft lang 'er Zeeland niet in bewilligd hadt. Zy on, 's is, federt, uit het handfehrift van den Hee- ^nfen re Hooft,in'tlicht gegeven (O, en liep fingn«" OP ontraa-
(d) Refol. Holl. U Sept. zS , *7, n OU i3 , ,4 Nov_ 6
Eee 3
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
S5
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
%
|
&.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Iv? ^e(bl- Vr°edfch. N. 4.
}y> Kc«rb. G. ƒ. Z4., |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
p Sept. I582.
6 April,Z7 Ma-j 15 s 3 -
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
N.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ïedfgdö'n" Cen Sefchreeven Lyit der Naamen deezer ße
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(b, Refol. Vtocdf-, „
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
10 Aug. 15S3.
12. OS. 1583. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||
392
|
|||||||||||||||||
„ Amfterdam,ondertuffchen, aleenigszins 1584*
,, neigen mögt tot deeze handelinge, moeft „ dezelve, myns oordeels, wederhouden „ worden, door het eerfle Lid der Unie van „ 't jaar 1579,inhoudende, ^at ^e ^ro^in' „ cien altoos vereenigd zouden blyven, als „ of zy maar ééne Provincie waren. Maar ,, zulk een werk te beginnen, zonder de ,, andere Provinciën, zou ons doen voor- „ komen als ligtvaardigen, die ons niet „ langer hielden aan eeden en verbindte- „ niflen, als 't ons goeddagt. Zulk verwyc „ zou ons voor de fcheenen fpringen, zo „ dra wy in nood kwamen : de Bondgenoo- „ ten zouden ons,met reden, mistrouwen, „ en bewoogen worden tot het inflaan van „ wegen , die . beide voor hun en voor ons, „ verderfelyk zouden können zyn. Holland „ heeft voor deezen veel laft geleeden van „ zyne nabuuren. 't Zou te bedugten ftaan, „ dat zulke tyden eens zouden wederkomen; „ wanneer het kwaad, gelyk men fpreekt, „ zynen Meefler honen zou. „ Doch zo men de Unie al klein wilde
„ agten in Holland; heeft men te beden- „ ken, dat, zo men't werk zonder Zeeland „ ondername, onze fchepen, onder eenig „ andervoorwendfel,ligtelyk, zoudenaan- „ gehouden worden in Spanje, daar 't volk „ tot flaaven gemaakt, of anderszins vyan- „ delyk gehandeld zou worden, waaruit „ groote beroerte ontftaan moeft", in de „ Waterlieden en ten platten Lande. En zo „ de Spanjaard die van Zeeland nog eenen „ tyd lang vry liet vaaren, zou zulks, ver- „ moedelyk, met geen ander oogmerk ge- „ fchieden,dan om, onder den fchyn eener „ zagte behandelinge, nu en dan, een'on- I „ zer Bondgenooten van ons af te trekken. „ Zy, die ook, over dit werk, met eeni-
„ gen uit de Burgerye, gefproken hebben» „ bevinden wel , hoe zwaar het veeleti „ voorftaat; zelfs tot zo verre, dat veele „ voornaame burgers liever vertrekken zul' „ len, dan, op zulk een' voet,by ons bly* „ ven: 't welk dan ook geene kleine op' „ fpraak onder de fchamele gemeente vef' „ oorzaaken zal. Ook agt ik, dat zyn^ „ Doorlugtigheid, zo hy zig, in den aafl' „ vang des oorlogs, ook maar eenigszio5 „ hadt laaten verluiden, dat zyne meenin# „ tot dit werk ftrekte, zeer weinig zou he^' „ ben uitgeregt;en dat de Gemeenten,&e „ hem nu alomme de Steden geopend he* „ ben, daartoe niet zouden hebben vet' „ ftaan. Maar men was toen bezig ^ „ het lieve pro Lege, Rege 6? Grege, [y"6. ,, de Wet, den Koning en bet Folk] en ö „ vryheid van de Landen het volk voot „ houden, zonder dat 'er, zo veel my b ^ |
|||||||||||||||||
1584. op deezen zin: „ Meermaalen heb ik, aan
„ zulken, die my geneigd fcheenen, om „ zyne Doorlugtigheid te verheffen tot de „ Graaflykheid van Holland, gevraagd, wat „ voordeel zy zig daaruit beloofden voor „ den Lande; zonder, desaangaande, eenig licht te hebben können bekomen. Van |
|||||||||||||||||
55
|
|||||||||||||||||
H toen af, begon my 't werk zwaarder voor
„ te ftaan, en meer en meer verdagt te wor- „ den. 't Scheen my toe, dat de yveraars „ voor 's Prinfen verheffing zulks minft „ deeden uit eigen overtuiginge, meeftop „ 't aandryven van anderen, die 'er, veel- „ ligt, redenen voor hadden, welken zy „ niet goedvonden te openbaaren. Wel, „ heb ik den Heer van der Aa, op gifteren, „ hooren bybrengen, dat de Prins zig zeer „ bevlytigt tot voorftand van de Scheep- „ vaart; dat ook de Gezanten, die inDee- „ nemarke geweeft zyn, breed opgeeven „ van de eer, diehun daar, ten aanzien van „ zyne Doorlugtigheid, aangedaan is; doch „ ik kan niet zien, wat voordeel zulks aan „ den Lande geeft. Immers, hebbenwy, „ terwyl wy onder 't gebied van den Prin- „ fe geftaan hebben, het Laftgeld in de „ Zont, welkte voor en afgefchaft was, we- „ derom moeten betaalen. Zelfs is dit Laft- „ geld, na't aanneemen van den Hertoge 3, van Anjou , nog wederom verhoogd , „ moetende wy nu een oord daalers betaa- j, len van ieder laft,welk de Schepenvoe- „ ren können; zo dat wy de eer, den Ge- „ zanten aangedaan, duur genoeg hebben „ moeten boeten. Ook heb ik de Heeren 3, Burgemeeftcren hooren aanmerken, dat „ de vyand, in Vlaanderen, die van Gend „ kleinmoedig zoekt te maaken, door hun „ voor te houden ,dat zy zig niet verlaaten „ können op Holland, welk in zig zelf „ oneenig was, en zig met Amfterdam niet „ verftaan kon, over 't verheffen van den „ Prinfe tot de Graaflyke waardigheid : als „ of zy zeggen wilden, dat deeze aanlei- „ ding tot kleinmoedigheid zou weggeno- „ men zyn, zo Amfterdam zig hierin voeg- j, de met de andere Leden. Maar fchoon „ de Stad, in dit opzigt, met de meefte „ Leden verfchilt, blyft zy zo geneigd als „ eenig Lid, om de Bondgenooten kragt- „ daadiglyk by te ftaan ; zo dat die van „ Gend geene reden altoos hebben können, „ om zig, uit aanmerking van dit gefchil, „ den moed te laaten beneemen. Of zo „ 't Land magtiger zyn zou, als zyne Door- j, lugtigheid Graaf was , 't welk my nog „ niet blykt, moeft het den Gentenaaren ,, moed geeven, dat de meefte Leden van „ Holland, zo men zegt, in ditftuk,reeds „ van één gevoelen zyn. Zo de Raad van |
|||||||||||||||||
G-ESCHIEDENISSt: R
|
||||||||||||
X Boek.
|
||||||||||||
39:
|
||||||||||||
kend is, eenig woord gerept werdt, om
zyne Doorlugtigheid Erf heer der Landen te maaken. Ook is reeds, met het dry- ven van dit werk, zo veel te wege ge- bragt, dat men mistrouwen gekreegen heeft op de Gemeente; die zig, met groot gevaar, aan zyne_ Doorlugtigheid onder^ worpen, en fommige Steden, met verlies van veele duizend perfoonen, tegen den vyand befchermd heeft. Uit hoofde van welk mistrouwen, wy een groot deel on- zer middelen fpillen moeten, om ons te- gen de Gemeente te verzekeren, die men, veel eerder, tegen den gemeenen vyand, behoorde aan te leggen. Immers,is de Gemeente de getrouwfte Lyfwagt van een' Vorft, die gunffc by zyne onderzaa- ten heeft. Ook is zy 'er, in vroeger' tyd, dikwils, door zyne Doorlugtigheid, toe gebruikt: waarom my wel noodig dunkt, dat op deeze zaak niet alleen de Kapitei* nen en Luitenanten van de Schutteryen en Wyken gehoord worden; maar ook alle andere Burgers, en vooral het zee- vaarend volk, welk den eerften aanftopt te wagten heeft, en waarin onze meefte fterkte beftaat. „ Men zegt, 't is waar, dat de zaak te
ver gebragt is, omze nu te laaten ftee- ken; waarvan ik niet veel zeggen kart, als voor mynen tyd gefchied zynde.Doch ik kan my niet genoeg verwonderen, over de wyze, waarop, en de middelen, waap» door, men 't werk zo ver gebragt heeft; alzo ik, zelfs nu, na dat de zaak zo lang op het tapyt gevveeft is, nog niet verneem, wat voordeel voor'tLand daarin gelegen zy, daar men te vooren nog minder van zal hebben können zeggen. De Wet- houderfchap, in deeze Stad en in andere Steden, heeft nu al lang onder eenen an- deren eed geflaan, dan de Gemeente. Zou men zulk eene zorgelyke verfchei- denheid, in deezen gevaarlyken tyd,ge- doogd hebben, zo men kans gezien hadt, om de Gemeente ligtelyk onder den zelf- den eed te brengen? En zo men haar deezen eed niet durft afvorderen; zal *nen haar onder haaren ouden eed laaten Roeten. Maar welk een grondflag de dingen dan hebben können, in tyd van n°od, daar de Gemeente, door welke de > dingen moeten uitgevoerd worden , en
> zonder welke dezelve niet beftaan kon-
5 ^en, door eenen byzonderen eed, afge- 1 .^heiden is vande Wethouderfchap;geef > Jk elk te bedenken. Te waanen, dat de
' tSeente niet veel te a§ten is> en %"
l deeVv dwi"Sen zal zyn' om zi§ aan
verandering te onderwerpen, is,
|
„ myiis oordeels, verkeerde rekening ge- 1584.
„ maakt. Degunft en liefde der Gemeente „ heeft onze zaak meeft bevorderd, en zo „ vergebragt als zy tegenwoordigis.Doch „ zo 't volk, 't welk God verhoeden wil, „ eens wars werdt van de Regenten, zou „ zy,is het te dugten, eenen kwaaden uit* „ flag hebben. Heeft Alva, met zyn ge- „ weldig Öderint dum metuant \Laat zy my „ haaten, als zy my maar vreezeh] de Landen „ niet onder zyne magt können behouden; „ ik vrees, dat wy daartoe nog zwakker }, bevonden zullen worden ,;zo''t volk eens „ eenen afkeer krygt.van dé Régenten. Myii „ gevoelen is dan, dat ik-tot deeze zaak, „ voorals nog, niet verftaankar),vooreerfi, „ omdat ik er geen voordeeluit verwagt, . „ ten anderen, orti dat my dé gemelde U- „ nie daarvan wederhoudt, ten derden, om „ dat die van Zeeland zyne Doorlugtigheid „ nog niet voor hooge Overheid hebbén „ aangenomen , en ons niet geraaden is, „ ons van hün té fcheiden, m eindelyk en „ vooral, om-dat men 'er de Gemeente nog „ niet toe zal können brengen, zonder wel- „ ke het wérk nogtans niet uit te voeren „ is. Ik meen dan, dat men daarmede arf- ,, dere gelegenheid behoort af te wagten, s) op hoop, dat j onze Böndgenooten, en „ onze eigen Gemeente, beter tot de zaak „ gezind zyndé, dezelve eendragtelyk by „ der hand genomen, en met Gods hulpe „ te beter uitgevoerd moge worden." 't Schynt, dat de redenen des Heeren Beflu;£
Hooft indruk maakten op de meefte Leden der van de Vroedfchap; immers 't beflnit viel, Vroed- „ dat men een dubbeld zou zoeken te be- fctiaP- „ komen van de Capitulatie of voorwaar- „ den van de opdragt der Graaflykheid , „ door de meefte Leden van Holland ont- „ worpen, om te zien, of daarin ook iet „ gevonden werdt, ftxydig met der Ste- „ de geregtigheid; dat men, voorts, niet „ komen zou tot goedkeuringe of tekeninr „ ge , voor dat bleeke , dat Zeeland zo „ ver met dit werk gekomen ware als Hol- „ land; en zelfs nog dan niet, zonder 'er „ de Schutteryen en andere voornaame bur- „ gers op gehoord te hebben." Doch alzo dit befluit heimelyk genomen werdt, is 'c geen wonder, dat men 't niet te boek ge- field heeft, in de Regifièrs der Vroedfchap. 't Verdient, onderuuTchen, elks opmer-Byzon_
king, dat de Secretaris, in 't uitbreiden van derheid deeze Refolutie, goedvondt, teftellen „ dat in 't uit- „ de Raad, verftaande, dat Holland nietbreiden „ zonder Graaf zyn kon, gezind was, zyne JSji1 „ Doorlugtigheid tot die waardigheid te door dea „ verhefFen:" 't welk geheel niet in 't be-Secreu- flu c des Raad« begreepen geweeft was. Dochris- |
|||||||||||
na
|
||||||||||||
II. Dees.
|
|||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||
394
|
|||||||||||||||||||||||||||
de gemeente (/). Doch deeze handeling,
waarmede men het al ver fcheen gebragt te hebben, liep , in het volgende jaar, vrug- teloos af. De handeling met Engeland werdt toen ernftiger voortgezet. Men befloot, ook met bewilliging van Amfterdam, Koningin- ne Elizabet de Opperheerfchappy aan te bieden, of zo zy die van de hand wyzen mögt, met haar, over het verleenen van eenen bepaalden onderftand, te verdraagen: tot welk laatfle alleen, Gouda geftemd hadt $ (m). Ook weigerde de Koningin de Opper- pe ^ heerfchappy te aanvaarden, den Landen al- va" j leenlyk eenen merkelyken onderftand in j^c manfchap toeftaande, die, met Robert Dud- her- lei, Graaf van Leiccfler, aan 't hoofd, tegen vi&! 't einde des jaars, herwaards kwam. |
|||||||||||||||||||||||||||
1584. na dat men omvraag gedaan hadt, of deeze
woorden in de uitbreiding der Refolutie blyven zouden; verftonden de meeften van ja. De Burgemeefters nogtans, en anderen, die meeft voor de Opdragt der Graaflyk- heid geyverd hadden, verklaarden uitdruk- kelyk „ dat deeze woorden niet verbinden- „ de waren, alsalleenlykftaande in'tvoor- „ verhaal, en niets gemeens hebbende met „ de daarop volgende Refolutie:"• 't <welck, fchryft de Heer Kornelis Pieters- zoon Hooft, myngoet gedacht heeft, al- hier per memorie te teyckene?i, op avontuyre, of men, in toekomende tydt ydie woorden anders wilde dryven (ƒ). •sPrinfeii ■' Te Gouda, werdt een djergelyk befluit «lood genomen als te Amfterdam. De, Gemagtig- ftremt de gen der Staaten deeden van 't een en 't an- raaciplee-jgj. verflag. 0p den zesdenJuly, ter Verga- opnfyne deringe van Holland, die nu te Delft,daar verhef- de Prins zig ten deezen tyde bevondt, ge- fing. houden werdt. Men handelde, den volgen- den dag, nog over 't gewigtig onderwerp (g): en 't is ten hoogfte waarfchynlyk, dat men, zonder naar Zeeland te toeven, en buiten bewilliging van Amfterdam en Gou- da, tot de inhuldiging beflooten zou heb- ben, zo 'sPrinfen onverwagte dood niet alle raadpleegingen hadt afgefneeden. Men weet, hoe zyne Doorlugtigheid, maar drie dagen hierna, op den tienden July, moorddaadig- lyk, van kant geholpen werdt. De Vroed- fchap van Amfterdam befloot, op den elf- den, Graaf Maurits, by voorraad,voor den tyd van drie of vier maanden, te helpen kiezen tot een hoofd der Regeeringe, mids hem een Raad toegevoegd werdt (£);gelyk federt gefchiedde. Amfterdam, niet bewil- ligd hebbende in de Opdragt der Graaflyk- heid aan wylen zyne Doorlugtigheid, kon ook niet toeflaan, dat het wapen van Hol- land, by zyne begraafeniffe, gedraagen werdt (f): waarin ook Dordrecht, Gouda en Alk- maar niet hadden können bewilligen (£). Hande- De zwakheid der Vereenigde Staaten ling met noodzaakte hen, federt, uit te zien naar uit- Frankryk heemfche hulpe, en eerft met Frankryk, eniand" en daarna meC Engeland, over de opdragt der hooge heerfchappye, in onderhandeling te treeden. Amfterdam befloot fchoorvoe- |
|||||||||||||||||||||||||||
Ondertuffbhen, hadden de Staaten van
Holland en Zeeland beflooten, Graaf Mau *°:$jt rits aan te ftellen tot Gouverneur en Kapi-^, tein - Generaal der twee Provinciën, op eene Inftruclie, die, in de Vroedfchappen der Steden, overwoogen was. Te Amfterdam, hadt men op dezelve eenige aanmerkingen gemaakt, onder anderen (trekkende tot meerder verzekerdheid van de handhaaving der Privilegien en geregtigheden vandeby- zondere Steden (k), . .; Amfterdam nam, federt de veranderingb$
des jaars 1578 , zo fterk toe in getal van d3^ ingezetenen, dat men, in de Lente deezes\^% jaars, wederom befloot, de Stad aan devA- weftzyde uit te leggen, of gelyk het ge-of1!' noemd werdt, te verfterken, eerft van den'6" Haarlemmerdyk tot aan de Jan Rooden- Poort, of verder tot aan de Gafthuismolen (0), daar nu de Gafthuismolenfteeg is; en naderhand nog verder tót omtrent de Regu- liers - poort (p ): de erven, die, in deeze Ver- grooting, welke wy elders (q) nader be- fchreeven hebben, werdenvergraaven, wer- den allen, federt, volgens fchattinge van myne Heeren van den Geregte, door de Stad betaald. De overgebleeven erven, die niet tot graften, burgwallen , ftraaten, lynbaa- nen en andere Stads dienften werden ge- fchikt, werden, in 't jaar 1589, door de Stad, aan byzondere perfoonen uitgegeven, die, voor de befte erven, tot twaalf gul- dens zeven ftuivers, en voor deminften, zeven en dertig en een halve ftuivers de roe- |
|||||||||||||||||||||||||||
tende tot de handeling met Frankryk, die
|
|||||||||||||||||||||||||||
den meeften Kapkeinen en Luitenanten der de betaalden (r).
|
|||||||||||||||||||||||||||
#»
|
|||||||||||||||||||||||||||
.6*
|
|||||||||||||||||||||||||||
Schutteryen en Wyken, geweldiglyk, te-
genftondt; waarom het befluit tot dezelve
|
|||||||||||||||||||||||||||
De Staaten der Vereenigde Geweften had
den»
|
|||||||||||||||||||||||||||
zqrgvuldiglyk bedekt gehouden werdt voor
|
|||||||||||||||||||||||||||
(l) Refol. Vroedfch. N. %. \6, 29, 30 Sept. 1,
OS. is«*- Hooft XXI. Boek, bl. 944. (m) Refol. Holl. ig , zs Afr 1 May ijsj. il. tiU
»39, 145- (n) Refol. Vroedfch. N. j. 19 Off. ijs;.
(e) Keurb. G. ƒ. 268.
lp) Refol. Vroedfch. N. $. 29 Ofl. ijgj.
(?) Zie I. Deel, II. Boek, bl. 42.
(r) Keutb. G. ƒ. 3j j ,m.
|
|||||||||||||||||||||||||||
(f) By BOR Aath. Stukken, II. Deel, bl. S7.
(g) Refol. Holl. 5, 7 July, ÜH. tl. 3J7,3«I.
lb) Refol. Vroedfch. N. s. " Juh U8+. (i) Refol. Vroedfch. -V. j. 30 July iJ8+.
\k) Refol. Holl. 2« July IJ84. W» •»♦• |
|||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||
X. Boek.
|
|||||||||||||||||||
395
|
|||||||||||||||||||
^SSj. den,om de Spaanfche Nederlanden, daar ge-
®ver 't brek aan leeftogt was,te benaauwen.op't aan- zie- houden vanGraave Mauritsen van den regee- |
|||||||||||||||||||
„ zou moeten Hellen op het vertrek der I58c
„ fchepen, volgens 't befluit van den agt- „ ften, naar welk, de Staaten van Holland „ den Convooimeefter, die hun alleen by „ eede verpligtwas ,op zwaare ftraffe, be- „ volen hadden zig te fchikken." Zy ver- voegden zig, daarna, by de Gekommitteer- de Raaden der Staaten, en verkreegen al- daar nieuw bevel aan den Convooimeefter, om de fchepen te laaten vertrekken. Voor- af, hadt men de Regifters der algemeene Staaten ingezien, en niet bevonden, dat zy het gedaan verbod van uitvoer, op den Raad van Regeeringe,begeerd hadden. Alleenlyk ftondt daar aangetekend, dat Adolf van Meet- kerke, die in den Raad het woord, tegen de afgevaardigden van Amfterdam, gevoerd hadt, nevens eenigen zyner amptgenooten, op den drie-entwintigften, over groot ge- brek aan geld geklaagd, en den uitvoer van eenig Zout uit den Lande, en van eenige Lakenen naar Antwerpen voorgeflaagen hadt; waarvan, zo men zeide, veel voor- deels komen zou. Zelfs bleek, dat het ver- bod, noch aan de Oorlogsfchepen op de wagt leggende, noch aan eenigen Convooi- meefter in Holland gedaan was, behalven aan dien te Amfterdam: al't welke gegrond vermoeden gaf van eenen toeleg, om den handel van deeze Stad te drukken. Terwyl de zaaken dus ftonden, onder- De Bur-
wonden zig de Burgerhopluiden van Utrecht, gerhop- zonder hunne Wethouderfchap te kennen, ^de?r, op een los gerügt, of arg aanbrengen van trecht eenige uitheemfche onruftige geeften, denklaagen,' algemeenen Staaten en den Raad van Staa-ter a'ge- te, door eenige afgezondenen, den tienden f^° November, aan te dienen „ dat hun ter vergade- ,, ooren gekomen was, hoe zeker Koopman, ringe, „ Lid derRegeeringe van Amfterdam, zig over de „ niet gefchaamd hadt, aan den Raad te ReSee- „ verzoeken, dat aan die van Amfterdam, a^311 „ voor eenen korten tyd, mögt toegelaaten dam.21 „ worden, eenige fchepen uit te voeren: „ hoe deeze Koopman, van den Raad aan „ de algemeene Staaten geweezen zynde, „ van deezen zeer fmaadelyk gefproken „ hadt, vraagende, wiezy waren? en wat „ zy te gebieden , of te verbieden badden ? „ hoe hy, konnende by den Raad niets meer „ verwerven , en willende de algemeene „ Staaten zo verre niet kennen, dat hy hun „ iet verzogt , ten laatften uitgefineeten „ hadt, dat de fchepen nogtans vaaren zouden, „ daar most van komen -wat bet wilde: gelyk
„ men ook verftondt, dat zy inderdaad ge- „ zeild waren. Dat luiden van zulk eene „ vermeteldheid de zwaarfte ftrar vanMa- „ jefteitfchennis verdienden, als tragtende „ den Staat ten val te brengen, door het Fff „ bree* |
|||||||||||||||||||
i^ *?n renden Raad, den agtentwintigften Auguftus
voer "" deezes jaars, den uitvoer van allerlei mond- jSt^aa- behoeften verbooden. Doch de Staaten van vaa >. Holland, zwaarigheid vindende in de naar- Amft!n koming van dit verbod, beflooten, den agt- ^m äfften September, het uitvoeren van allerlei |
|||||||||||||||||||
i
|
u.
|
^ngd waaren, naar Breemen en verder ooftwaards,
|
|||||||||||||||||
graanen, boter en kaas uitgenomen, toe te
laat en, mids de verzenders borg fielden, dat de haring en't zout niet naar den vyand zouden gevoerd worden. De Raad van Re- geeringe kreeg, federt, ook laft van de al- gemeene Staaten, om eenige vrybuiters aan te neemen, die den toevoer naar 's vyands landen beletten, en de Lorrendraaijers, zo noemde men zulken, die iet ter fluik der- waards bragten, aanhaalen zouden. Doch Dordrecht, daar men, by gebrek van vaart langs de ftroomen opwaards, zonder nee- ring zat; terwyl Amfterdam en andere zee- lieden een groot gedeelte haarer vaarte be- hielden, drong, eerlang, fterk op een alge- meen verbod in Holland. De Staaten der Provincie werden dan, tegen den zevenen- twintigften voor den middag, op verbeurte der ftemme, ter Dagvaart befchreeven. Am- fterdam zondt een' Burgemeefter en vier Raaden naar den Haage. Doch terwyl zy uit waren, kwam'er bevel van Graave Mau- rits en den Raad van Regeeringe, aan den Convooimeefter te Amfterdam, omgeener- lei eetwaaren te laaten uitvoeren. De Re- gèering der Stad, daar eene groote menigte van belaaden fchepen zeilreedelag,fchreef hierop aan haare Afgevaardigden, dat zy allen vlyt by Graave Maurits en den Raad hadden aan te wenden, om dit verbod, als ftrydig met het befluit van den agtften, te doen intrekken. Zy vertoonden ook „ dat 3, het ophouden der fchepen, dieveelege- » oorlofde waaren inhadden, en voor den „ winter graanen uit de Ooftzee herwaards s> te rug voeren moeften, de Landen niet ») alleen in onmin brengen zou met den 3> Koning van Deenemarke en andere Mo- J' gendheden ; maar daarenboven groote M duurte veroorzaak en." Doch men ant- woordde hun „ dat de zaak van de alge- s> meene Staaten afhing, ter welker begeer- »> te, het fchryven aan den Convooimeefter >> gefchied was." De Amfterdammers her- kamen „ dat het fchryven enkelyk uit den 55 naai« des Raads fprak, weshalve, zy zig ^]saan niemant anders rigten konden." En Sr!,1?60 iim eêter wees aan de algemeene 7S?r voesden zy 'er by» dat de Re-
I StIi? Ainfterdam dan zelve orde
|
|||||||||||||||||||
396 AMSTERDAMS II. Deel.
1585. „ breeken van den band van vereeniginge, fteller van hét Vertoog, waarby die van i5°5-
„ in 't vertreeden van de agtbaarheid des Amfterdam zo zwaarlyk befchuldigd wer- Raads van Regeeringe en der algemeene den. Ook was hy aan 't hoofd der overle- " Staaten; tot handhaavinge van welke, zy, veraaren van het zelve geweeft Qzü). Doch ", Hopluiden, hunnen ootmoedigen dienft de Wethouderfchap van Utrecht liet de Bor- en de middelen van alle vroome ingeze- gerhopluiden verantwoorden, 't gene zy, " tenen, zo der Stad als des Lands van U- zonder haar te kennen, begonnen hadden: " trecht, aanbooden: voorts verzoekende, en deezen vervoegden zig aan de Burger- dat men, om de herwaardskomft des hopluiden van Amfterdam, met welken zy, Graaven van Leicefler te verhaaften, op dit ftuk, eenige brieven wiffelden,die, zonde of fchreeve aan de Koninginne van fchoon de Amfterdamfchen hunne Overheid Engeland, en het befluit tegen het uit- verdedigden , nogtans befcheidelyk inge- " voeren van goederen fliptelyk deede ag- fteld waren, en onderlinge nodigingen tot " tervolgen, ook de Paspoorten affchaffen- vriendfchap en eendragt behelsden. Hier- de, waarmede de vyand zig behielp, om toe werden partyen ook vermaand, by fchry- \ tuffchen Antwerpen en deeze Landen o- vens van Graave Maurits en den Raad van ', ver en weder te gaan, en tot bederf van Regeeringe (#). De twift, die gefchaapen „ dezelvenheimelykverftandteftigten(j)." fcheen gevaarlyke gevolgen te zullen heb- Ant- f)e algemeene Staaten en de Raad van Re-, ben, liep dan niethooger. Midlerwyl, bleef woord geennge, bezeffende, dat de goede Staat- het befluit der algemeene Staaten van den geven6 kunde het pryzen van zulk eene bezending agtentwintigften Auguftus, zo ver het aan- niet gedoogde, en van de anderezydeook, liep tegen het befluit der Staaten van Hol- ten deezen tyde, en om redenen, die hen land van den agtften September, opgefchort. zelven betroffen, het béftraffen derzelve on- Ook hadden die van Amfterdam, in hunne dienftig vindende, antwoordden zagtelyk, verdediging, aangemerkt, dat het, door „ dat zy de vertooners bedankten voor hun- een klein getal van Perfoonen, zonder 1 aft „ nen yver tot het gemeene welzyn, en der Provinciën, genomen was. Doch de „ hun Vertoog, fchoon zy 't wel behoord Vaart naar alle de Landen,onder 't gebied „ hadden aan hunne Wethouderfchap, of des Konings van Spanje behoof ende, werdt, „ aan de Staaten 's Lands van Utrecht te ter oorzaake van het aanhouden der Hol- „ rigten, in 't goede namen; gelyk by de landfche en Zeeuwfchefchepen, uitdrukke- „ orde, reeds gefteld, of nog te ftellen,tot lyk verbooden (y). „ elks billyk genoegen, bevonden zouwor- De Graaf van Leicefter, die omtrent het Gt°°l
„ den (*)•" einde des jaars hier te Lande aankwam, g^9' Die-fan Maar de Wethouderfchap van Amfter- werdt, in't begin des jaars 1586, tot al-de%",( ^ ,e"r- ^am, ZI"§ zeer beledigd agtende door de gemeenen Landvoogd der VereenigdePro-^ei^ antwoor-Burgerhopluiden van Utrecht,fchreef, des- vincien aangefteld, en verkreeg groot ge-0p • den zig. .wege, ernftelyk, aan de Regeeringe dier zag beide in zaaken van oorloge enRegee d Stad, en aan de algemeene Staaten. Ook ringe, waarin Amfterdam egter niet bewil- I:) leverde zy een fcherp gefchrift ter haarer ligdhadt, dan met voorbehoudenis van de verdediging over in de Vergadering van Privilegien der Provinciën en Steden (2). Holland (a), waarin, onder anderen, ge- Doch de Vroedfchap zou, voor den tyd zeid werdt „ dat de woorden, gefproken van zes maanden, de beflifling der gefchil- „ in den Raad van Regeeringe, valfchelyk len onder de Provinciën of Steden aan hem „ verdraaid waren, en dat men, op ftaan- hebben willen verblyven (a): fchoon Hol- „ de voet, middelen ter hand flaan moeft, land bedong, dat de gefchillen over't ftuk „ om zulke wargeeften, opruijers der Bur- der belaftingen,in Holland en Zeeland ont- „ gerhopluiden, te beteugelen (V)." Men ftaande, door Prinfe Maurits en eenigen uic hadt, met dit fchryven, in 't byzonder, het den Hoogen en Provinciaalen Raade, zou- oog op Henrik dgileus, die van's Hertogen- den worden afgedaan (^).Terftond hierna, bofch herkomftig was, en zig te Utrecht deedt de Graaf van Leicefter een' keer doof nedergezet hadt, daar de Graaf van Lei- de voornaamfte Steden van Holland: in alle cefter, voor wiens gezag hy altoos zeer ge- welken, hem, van der Steden wege, veres- yverd heeft, hem, in 't volgende jaar, tot ringen of eerbewyzengedaan werden,gelyk Prokureur-Generaal van den Hove aanftel- ook de. Men hieldt deezen man voor den op- („) Ref0i. vroedfd.. n. <. iz nu. iSis. (x) Zie BQR XX. Btek , */. 7* » 79 , «o , g+. [«;ƒ >
6j«, 657, 6«i] (i) Zie BOR XX. Smk, hl. 7«. [«**•] (y) HOOÏT XXIII. Boek, tl. io;x , 1033, to}+. (t) Zie BOR XX. Beek, tl. 77- [«5? ] (z) Refoi. Vtoedfch. N. j. i9 , ZÄ Dec. ijgj.
(u) Refol. Vroeclfch. N. 5. ïs , i4 Nov. iJgJ# (s) Refol. Vroedfch. N. j. 4 Jan. 158«.
(v) Zie BOR XX. Btek, H. 77,jo. [«JJ, «j4, tsi-V lk) &u Vadert. Hift. VIII. Detl, H, 114«
|
||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||
X. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||
397
|
||||||||||||||||||||||||||||
*586.
J-w
ft A'n- |
||||||||||||||||||||||||||||
der Burgerhopluiden, die, in 't volgende 1586.
jaar, Schepen werdt, veele jaaren Kolonel len te derBurgerye, en ook GemagtigdetenRaade worden, der Admiraliteit geweefl is. Hooft was een man.lang van lighaam, zwaar van leden, fnee- dig van geefl, kloek van moed, ernflig van taal, ontzaglyk van wezen. Hy hadt eenige fraai verfierde fchuiten, vol jonge manfehap, gelezen uit de Schutteryen, by zig, met welken hy, onder fchyn van den Graaf te eeren, het jagt, welk hem voerde, omfin- gelde, en van de overige Engelfchen van zyn gevolg affneedt, om dus zyn' perfoon, zo hy iet- args in den zin hebben mögt, al- toos in zyn geweld te hebben. Een gedeelte deezer jongelingen bleef altoos omtrent den Graave, hem, beurtelings, by dage, en by nagte, wanneer zy toortfen by zig hadden, kwanswys tot lyfwagt dienende. En kon hy zulk eene eer niet gevoeglyk van de hand wyzen, zonder gegrond vermoeden te ver- wekken , dat hy der Stede iet euvels brouw- de. Ook fchynt de argwaan, dien men op hem hadt, zyner opmerkinge niet ontflipt, en dit de reden geweefl te zyn, dat hy zig, tegens de zynen, doch zo, dat het van eenen der omftaanderen, die Italiaanfch verflondt, gehoord werdt, ontvallen liet: Quefii Signa- ri mi f anno molt e carezze; ma non viene d'a- nimo: dat is : Deeze Heeren toonen my veel beleefdheids, maar 't komt niet uit het hert. Hy hadt het gewezen S. Cecilien-Kloofler, welk toen reeds het Prinfenhof genaamd werdt, tot zyne herberg; doch men ont-Leicefrer haalde hem op 't Stadhuis met een avond- wordt op maal, zo koflelyk , dat het Suikerbanket'c ^tad"
L 1 i- 1 „«„ huisont- van het zelve, tot dien tyd toe, geen we- haald_
dergade gehad hadt te Amflerdam. De Engelfchen van 's Graaven gevolg haalden zig nogtans de ongunfl der zuinige Anifler- damfche burgerye op den hals, doordien zy, of uit brooddronkenheid, of uit ver- fmaading van 't gene hun voorgezet was, veel fuikergebaks, ten venfleren uit, op den Dam, in 't flyk wierpen. De tafels waren gefield in een vertrek, hetZegelhuis genaamd , om dat men aldaar de lakens plagt te looden. Men hadt Leicefler ge- plaatfl tegen over eene hangkamer, die, tot op de halve verdieping van 't vertrek, met hout befchooten ; doch met tapyten behangen was. Agter deezen lagen, zo verhaald wordt, een goed getal Schutters met hun geweer , gereed om, zo er jet kwaads aangevangen werdt, op hem los te branden, en de vlam des onraads te blus- fchen met zyn bloed. Doch de Kegeenng en Burgery raakten, ten deezen tyde, vry met de vrees (£> Leicefler, t zy hy de ge-
(i) hooit XXVI. B«tk,H. IIS» , nS».
Fff 2
|
||||||||||||||||||||||||||||
ook te Amflerdam gefchiedde(V),daarhy,
den agttienden Maart, te fchepe, aankwam (d). De Regeering was hier, reeds eenige week en te vooren, van zyne aanftaande ko m- fte verwittigd geweefl, en hadt de vereifch- te orde gefield, om hem flaatelyk in te haaien, en hem en zynen ftoet behoorlyke herberge te bezorgen. Het water, van de Plaatfe of Dam af, tot aan de oude Brugge, daar, in de tegenwoordigeHalfvaflens markt, veele kraamen plagten te flaan, werdt op- geruimd , en de kraamen, in dubbele ryen , gefield op den Nieuwe-zy ds-Voorburgwal, aan de weflzyde van de nieuwe Kerke en't Kerkhof, van de Molenbrugge tot aan de Kerks brugge, en voorts zuidwaards tot aan de Gaflhuisfluis, daar zy egter maar enkel liaan moeflen. By 't inkomen van den Graa- ve, mögt niemant, behalve de Schuttery, die hem inhaalde,zigbuitenzynenfloep be- geeven. Voorts, was 'er ook orde gefield op den prys van eenige eetwaaren, en fchik- king gemaakt, om hem, 's avonds nazyne aankomfl, door het affleeken van eenige vuurwerken, te vereeren (e). Doch fommigen hebben aangetekend,
dat die van Amflerdam Leicefler, reeds ten deezen tyde, van eenigen flinkfchen toeleg op hunne Stad verdagt hielden, en daarom, uaidden onder de eerbewyzingen , die zy hem aandeeden, op hunne hoede waren, om niet overrompeld te worden. Zy hadden aan Don Jan van Ooflenryk en aan den Hertoge van Anjou geleerd , hoe noode groote Heeren zig genoegen laaten aan een bepaald bewind, en hoe ligtelyk zy gewel- dige middelen ter hand flaan, tot het beko- men van uitgebreider gezag. Leicefler zelf hadt hun ook reden tot argwaan gegeven. Hy hadt, zelfs toen hy nog in Engeland was, fchriftelyk, gevorderd, dat de uitvoer van levensmiddelen, ten minfle tot op zyne overkomfl toe, verbooden bleeve (ƒ), 't welk die van Amflerdam met dan onaange- naam kon zyn. De beweeging , hierover °ntfla;,n, onder de Burgerhopluiden te U- trecht, was, inzonderheid, verwekt door **? voornaamfle vrienden van Leicefler, die, ^ndelyk , kort voor zyne komfl hier ter **ede, begeerd hadt, dat de twee vendelen Jjtads foldaaten werden afgedankt (g); 't ^elk niet wel nalaaten kon, den argwaan, rj§en hem opgevat, te doen toeneemen. y0e 't zy, de Graaf, van Haarlem, over't »tot voor den boom gekomen, werdt ver- domd door Jan Komeliszoon Uopft, een (Z K^°'- Vroedfch. N. s. 2i 7an- *!"'
<e> Keur(l ~- /• »73 ""■ƒ»■ |
||||||||||||||||||||||||||||
en
|
||||||||||||||||||||||||||||
t«
|
||||||||||||||||||||||||||||
\ f .
|
||||||||||||||||||||||||||||
"iet
|
||||||||||||||||||||||||||||
•v.
|
||||||||||||||||||||||||||||
274.
|
||||||||||||||||||||||||||||
Zit ]<n~' '• i71 > *'/*» »"i -/f
Rtfol vXX- Boek> bL 7S- [6S11
• ^oeiiich, A'. i. % M**'t 158«.
|
||||||||||||||||||||||||||||
IJ. Deel,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
398
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Só.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
gelegenheid nog niet ryp oordeelde, om zo
vroeg reeds te doen zien wat hy in den fchild voerde; 't zy hy befpeurde, dat de Amfterdammers te wel op hunne hoede wa- ren , vertrok, na weinige dagen verloops, uit Amfterdam, zonder iet tegen de Stad te onderneemen. Zelfs verleende hy, voor zyn vertrek, Burgemeefteren, op hun ver- zoek , den eenentwintigden Maart, O&roi, om de erven, die men, tot de voorgenomen verftcrking der Stede, van den Haarlem- merdyk af tot den Amfteldyk toe, noodig zou hebben, volgens de fchatting van Sche- penen , te mogen naar zig neemen (ï). Maar 't leedt maar weinige dagen, toen
'er,op Leicefters naam, een Plakaat op de Zeevaart in 't licht kwam , waar by alle handel met den Spanjaard, niet flegts aan ingezetenen der Vereenigde Geweften, maar zelfs aan alle anderen, fhrengelyk verboo- den werdt, op verbeurte van fchepen en goederen niet alleen; maar daarenboven, voor ingezetenen, die deezen handel dree- ven of begimftigden, onder bedreiging van zwaare ftraffen. Te Amfterdam,zag men vreemd op van zulk een Plakaat, welk,zo 't uitgevoerd werdt, de Landen, en deeze Stad in 't byzonder in onmin helpen moeft met de Noordfche en Oofterfche Mogend- heden en Steden, waaruit het bederf van eenen voornaamen tak des Amfterdamfchen Koophandels te wagten was. 't Plakaat was den vierden April getekend (£) : en Am- fterdam zelf zag, ten deezen tyde, Leices- ter nog zo zeer naar de oogen, dat de Vroedfchap hier ter Stede, kort hierna, gereedelyk bewilligde, in eene Wedde van zeventig- oftagtigduizend ponden, die men zyner Doorlugtigheid, van wege de Staaten, dagt toe te leggen (/). Wat laater, keur- de zy ook eene Kerkordening goed, die in een Synode in den Haage opgefteld , en door Leicefter beveiligd was , alleenlyk be- dingende „ dat de Stad bleeve by haar Pri- „ vilegie, omtrent het ftellen van School- „ meeffceren, en by haare andere geregtig- „ heden, die, federt het invoeren der Her- „ vorminge, in gebruik geraakt waren (m)." Doch deeze toegeevendheid hieldt op, toen men vernam, dat de Graaf Perfoonen hadt aangefteld, met magt om der Koopluiden boeken op te eifchen, en daaruit naar te . fpooren, of zy ook eenigen handel gedree- ven hadden, ftrydig met het Plakaat. Uit de raadpleegingen, die terdeezer gelegen- heid vielen in de Vroedfchap, bleek klaar- |
||||||||||||||||||||||||||||||||
1586.
|
lyk, dat men'hier geene gezindheid altoos -o
hadt, om zulk eene nieuwigheid te gedoo- gen (»). De-Staaten van Holland zelven bragten, eerlang, zo veele bezwaarniffeii in tegen Leicefter, dat hy, 't hoofd vol hebbende van de moeilykheden zyns be- winds ,in November, een' keer naar Enge- land deedt, de Regeering, in zyn afzyn, den Raad van Staate aanbevolen laatende,. die, naauwlyks twee maanden na zyn ver-t „j^uat trek, het fcherp Plakaat op de Zeevaarty0t&ia' wederom introk , en andere fchikkingen ffetioK' maakte, tot herftelling van verfcheide ge- k^'w breken in 't ftuk der Regeeringe (o). ,A5 £ |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Hy ver-
kent een Oftroi aan de
Stad. |
||||||||||||||||||||||||||||||||
Zyn
ftreng Plakaat op de Zeevaart komt in 't licht. |
||||||||||||||||||||||||||||||||
OndertuiTchen, leedt het platteland, met D
|
geil
|
e»
|
||||||||||||||||||||||||||||||
naame Amftelland.veel overlaft van eenene
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
hoop Engelfche Ruiters, die in 'tStigt la-1^(t^
gen, en hunne foldy, die zy van deKonin [^ J' ginne vorderen moeften , uit den Haage dreigden te haaien;waarom zy Holland aan veele oorden afliepen (p). 't Overgaan van Deventer en de Schans over Zutfen, die beide door Engelfche Overften aan den Spanjaard.verraaden waren, hier by ko- mende, vermeerderde het misnoegen tegen deezen Landaart zo zeer, dat Leicefter, in m July herwaards gekeerd , geene kans zag om In2']/ het weg te neemen, zonder af te ftaan van v^r< zyn oogmerk , om zig van de volftrekte heerfchappy te verzekeren, waarop hy zeer gezet bleef. Onder anderen, dagt hy zig, door lift of geweld, meefter te maaken van de groote Steden van Holland, met naame van Amfterdam: waarna hy de Vergadering der Staaten van Holland, die hem meeft tegenftreefde, onder de knie dagt te zullen |
||||||||||||||||||||||||||||||||
Tot beteugeling deezer Stede ,' J/;,{
hadt hy, al voor zyn vertrek naar Enge- jjA |
||||||||||||||||||||||||||||||||
land, het Slot te Muiden gefield in de be-'t^
waaring van den Overfte Joan Bax, die Sy' fchriftelyken laft hadt, het zelve om hoogf^, noch om laag te ruimen: den inhoud van welken laft, hy fchynt uitgedrukt te hebben» met dit versje : Zie dat gy wel bewaart
Den toom van 'f groote paard. Waarin, het groote paard Amfterdam, efl
de toom van het zelve het Muider-Slot bete- kende. Doch de Regeering van Amfterdaiö hadt, terwyl Leicefter in Engeland was* moeite noch koften gefpaard, om Bax v3# 't Slot te krygen; 't welk eindelyk gelu^ was : waarna zy het met eenigen haarer yf knegten hadtdoen bezetten (3). Maar ^ (n) Refol. Vroedfch. TV. j. 20 Se»t. ijs«.
(0) Vaderl. Hift. VIII. Deel, bl. 200 enz.
(p) Hooft XXV. Boek, l>l. uu. (1) Hooft XXV. Beek, bl, n+o.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Hy (lelt
Geraag-
tigden om der Kooplui- den boe ken te onder- zoeken. |
||||||||||||||||||||||||||||||||
(!) Handv. il. \. [sol-
(k) Hooft XXIII Boekt *'• 104S , 1049. (/) Rcfol. Vroedfch'. N. 5- 27 May 15S6. (m) Kefcl. Vroedfch. N. y, 11 stuS, iSn, |
||||||||||||||||||||||||||||||||
X. Boek.
|
||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||
399
|
||||||||||||||||
was 'er, fchreef zy, een gerügt geweeft in x&7
de Stad, dat de Koningin in onderhandeling over vrede getreden was met den Koning van Spanje, waaraan men egter geen geloof kon liaan (|). Doch Leicefter, die van fom- mige Provinciën en Steden antwoord ont- ving, behelzende beloften om zyn gezag te willen verbreeden, en zig in 't punt derbe-. laftingen te willen voegen naar zyn welge- vallen , fchepte luttel behaagen in het ant- woord van Amfterdam. Men houdt voor zeker, dat hy hierom voornam, eene onge- woone verandering te maaken in de Regee- ring der Stad, gelyk hy, kort hierna, te U- trecht deedt: en 't zal niet ondienftig zyn, hier, beknoptelyk, aan te tekenen, hoe de toeleg afliep. De meefte Predikanten te Amfterdam ,Eeniee
die Leicefter zeer naar de oogen zagen, en Amfter- zeer van hem gevleid werden, fchroomden, damfche ten deezen tyde, niet, de Regenten, en zul-Predi" ken inzonderheid , die dagelyks de Das-- ^an,ten vaart der Staaten by woonden, en daar be- Burge- fluiten hielpen neemen, die den Graave niet'-meefte- aanftonden, door te ftryken van den pre-ren door dikftoel, als ging hun de welftand van Land predik" en Kerke niet ter herte naar behooren ; ftoel'. fchoon de tegenwoordige Burgemeefleren , Kornelis Floriszoon van Teilingen , Egbert Roelofszoon, Piet er Boom Korneliszooii, en Jan- Klaas Boelenszoon, allen vier mannen wa- ren, die om 's Lands vryheid inballingfchap gezworven hadden, en naar welken, om deeze reden, geen omzien behoorde te zyn. Ondertuffchen , beftondt men deezen, in openbaare predikatien, haatelyk af te maa- ien , met zulke kenbaare trekken, als of menze, met den vinger, aangeweezen hadt. Die hierin 't meefl yverden waren buiten Holland gebooren, en luiden, van welken Martinus Lydius, ProfelTor der Godgeleerd- heid te Franiker, ten deezen tyde, zeide: Ifti homines perdiderunt nobis Flandriam £ƒ Brabantiam, & nifi prudens Magiftratus pro- viderit , perdent nobis etiam Hollandiam & Zeelandiam: dat is, Deeze luiden hebben ons Vlaanderen en Brabant, welke Provinciën, onlangs, aan den Spanjaard overgegaan wa- ren, <fo«i verliezenden zy zullen ons ook Hol- land en Zeeland doen kwytraaken, zo 'er de ivyze Overheid geene zorg voor draage (u). By De Inge- deezen yver eeniger Predikanten, kwam ook, niear dat zig, omtrent den aanvang van Oftobei■, Gjjm- terwyl LeicefterteUtrecht heimelyke fchik-ko]nt ^ kingen maakte, tot de verandering der Re- Amfter- geeringe, die hy aldaar in den zin hadt, dam. hier te Stede, vervoegde Fredrik Gianibel- K
(t) Refb!. Vróedfch. N. s- *• *?'.. »5«7.
(u) Aantek. des Heeren C. P. HOOÏT By BaAN3T x. Deel, BI. 72+- * Fff 3
|
||||||||||||||||
?<7, Leicefters te rugkomft, ontdekte menhaaft
ï!^g zo veel van zyne oogmerken, dat Amfter- i^ Jer dam in geduurige vrees was voor zorgelyke e' beroerte, 't Zaad van tweedragt werdt daar dagclyks gezaaid, en allerlei lafterverfpreid tegen de Wethouderfchap. In Auguftus, werdt, ter deezer gelegenheid, by den Raad beflooten, dat Burgemeefteren de Kapiteinen oer foldaaten, en de Kapiteinen en Luitenan- ten der Schutteryen by zig ontbieden zou- den , en hun den eed te binnen brengen, waardoor zy aan de Wethouderfchap der Stede verpligt waren : den Overften der Schutteryen in 't byzonder vermaanende tot het weeren van allerlei onderneemingen, ten nadeele van 't Land of de Stad, en hun, met de minfte kwetfingevan zyneDoorlug- tigheid, eenige zaaken openbaarende,wel- ken , tot nog toe, geheim gehouden waren (r). Wyders, vondt men geraaden, tot be- fcherminge van 't Stadhuis, eenige metaa- len (tukken voor het zelve te plaatfen. Ook deedt men een gefchilderd bord hegten aan het onderfte der Stadhuispuije, daar men, in laater' tyd,de Stads Wiffelbank plagt te houden, waarop te leezen ftondt: Oft 'er verraadt, oft oproer quaadt fixier de
vernoomen;
Men zal, tot baat, gefehlt opßraat, hier uit doen koomen (/).
|
||||||||||||||||
1)6 H*
|
||||||||||||||||
In deezenftand der dingen, ontving men,
te Amfterdam , eenen rondgaanden Brief, dien Leicefter, in September, aan de by- zondere Provinciën en Steden afgezonden hadt, verzeld van een Vertoog, welk hy, ter zyner verdediging, aan de algemeene Staaten hadt overgeleverd. In deezen brief ontkende hy, onder anderen, eenig voor- nemen te hebben, om de Landen onder den Spanjaard te brengen, gelyk hy zeide, dat hem naargegeven weidt. In 't Vertoog en den brief beide , werdt, wyders, ge- daagd van Vredehandeling met de Spaan- tehen, van 't gezag zyner Doorlugtigheid, en van't punt der belaflingen. Doch de Re- dering van Amfterdam vondt, in haar ant- woord op dezen brief, welk den zesentwin- llgften September gedagtekend was , niet geraaden, op deeze drie punten, welken zy verftondt tot de Vergadering der alge- mene Staaten te behooren, te antwoorden. ^an het uitftrooifel ten lafte van Leicefter, , e§ens eenen toeleg om de Landen onder
ZA?n .SPanJaard. te herbrengen, verklaarde y niets vernomen te hebben. Alleenlyk
00ïT XXVt. Buk., BI. ns.6.
|
||||||||||||||||
't**
|
||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||
400
|
||||||||||||
welkomd, in't Latyn, door den Prefident- l$l'
Schepen, Jan Korneliszoon Verhee, man van1 bekoorlyk vernuft , en toen aangefpoord door naaryver, die de aanfpraak te hooger deedt ryzen. Want de Oud Burgemeefter Maarten Kofter, een lieveling van Leices- ter , aangezogt tot het doen der aanfpraa- ke, hadt zulks, zo getuigd wordt, uit kry- gelheid , en om dat men zyn hoofd niet volgde, geweigerd, waanende dat niemant dan hy in ftaat was, om de eer der Stad te bewaaren: waarna Verhee 't werk op zig genomen hadt, welk hy treffelyk uitvoerde. De Landvoogd, treedende door deKalver- ftraat, by 't licht der lantaarnen, die ten allen huizen uithingen, werdt wederom , ge- lyk in 't voorleeden jaar, in 't Prinfenhof ge- herbergd. Tegen over de poort van dit ge- bouw , in de Prinfenhoffteeg, hadt Bur- gemeefter Maarten Kofter, die in deDoe- leftraat woonde, eene agterdeur; waaruit, volgens 't berigt van eenen, gelaft om agt op zyn bedryf te geeven, een man van zy- ne geftalte, met eenen tabbaard bekleed, des nagts , ten Hove indoop , eene wyl daarna wederkeerende. Doch wat hy daar verrigt hebbe, is altoos verborgen geblee- . ven. Des anderendaags , hadt Leicefter ißr den gantfehen Krygsraad, uit Kolonellen,h°"V Kapiteinen en Luitenanten derBurgerye be d% ftaande, ter middagmaaltyd genodigd, met JLi>s' oogmerk, naar 't fchynt> om deezen te be-^ij, leezen tot bevordering zyner oogmerken. 0^ Ook was de brief, door hem, in 't begin van September, henvaards gezonden, on- der anderen aan hun gerigt geweeft , en hun, door de Wethouderfchap, met welke zy eensgezind genoeg bleeven , medege- deeld. Maar om 't gezag der tegenwoor- dige Regeeringe te fnuiken, hadt men, in eene Stad, daar eene kleine en afhangke- lyke bezetting lag, de magt der gewapen- ^ de Burgerye noodig. Daniel de Burggraaf,^/ Leicefters Secretaris , een Vlaaming van ^ geringe afkomft, doch kloek verftand , be-^ ftaat dan, onder de maaltyd, en na't om- gaan van eenen ftyven dronk, den Burger- Krygsraad wel niet duidelyk te vergen; maar genoegzaam in den mond tb geeven, dat men van deszelfs zyde eenen voorflag verwagtte, om deBurgemeefteren in verze- kering te willen neemen, gelyk de Luite- tenant, Bartholt Kromhout, die hier zelf te« genwoordig was, naderhand , aan Henrik Laurenszoon Spiegel, en deeze aan den His* toriefchryver Hooft, wien wy hier vol' gen, verhaald heeft. Om den Krygsraad zulk een befluit te doen neemen, verzuim' de men niet , de tegenwoordige Regee' ring der Stad ten fhoodften af te maaien- Doel*
|
||||||||||||
1587. /i, Ingenieur der Koninginne van Engeland,
wiens aankomft te meer omzien verwekte, om dat men der Wethouderfchap, kort te vooren, hadt aangebragt, dat Leicefter zig van de Kerke, zo noemden zyne vertrouwd- fte aanhangers deeze Stad,dagt meefterte rnaaken. Gianibelli, die zyne herberg nam in de Warmoesftraat, daar Rochel uithing, hadt dan zo dra de voeten niet in huis ge- zet , of men hadt een' man geplaatft in een floep over de voordeur; want door de ag- terdeur, die aan't Water of Damrak uk- kwam , viel 't in- en uitgaan ongelegen; om te befpieden , wie met den Ingenieur te woorde komen zou, en om hem te volgen, Leices- als hy uitging (u). Nogtans is my niet ter komt voorgekomen, dat men, op deeze wyze, 'ei,1"sge iet ontdekte. Maar op den derden Octo- noeg- ker, Üoeg Leicefter fchielyk op weg naar zaam on- Amlterdam ; daar men geene kennis van verwagt. zyn voorneemen kreeg, dan na dat hy reeds van Utrecht vertrokken was: heel anders dan in 't voorleeden jaar, toen men van Zyne aanftaande komfte , verfcheide wee- ken van te vooren, verwittigd geweeft was. Nu moeft men alles in der yl befchikken, ontbieden, hooren, aanfpreeken, orde gee- ven: 't welk niet zonder bekommering toe- ging. Jan Korneliszoon Hooft, nu regee- rend Schepen en Burgerkapitein, bevondt zig in de Kaatsbaan, toen men tot zynent om hem zondt; doch begaf zig , terftond, daar men hem vereifcht hadt Met het val- len van den avond, naderde Leicefter de Voor- Stad. Laurens Jakobszoon Reaal , Oud- zorgge Schepen en Burgerkapitein, federt Kolonel bruiktby jer ßurgerye en Raad ter Admiraliteit in lyi)u^l' Zeeland, ftondt met zyn vendel aan deRe- naaling. ' J
guherspoort, om den Graat te ontvangen;
doch hadt het hert vol zorg, doordien de duifternis niet toeliet teonderfcheiden,hoe groot een ftoet Leicefter medebragt, by wien zig, onder weg,fchielyk eenigkrygs- volk zou können gevoegd hebben. Maar Reaals Serjant, Willem van Buil, geboortig uit Luikerland, die wylen den Prinfe van Oranje eertyds voor Ruiter gediend; doch zig federt op den Koophandel toegelegd hadt, toonde, in deeze gelegenheid, dat hem het krygsmans hert nog in den boezem ftak. Laat my, zeide hy, ter hameije uit, Kapitein, en fluitze agter my toe. Ik Zal u, verneem ik iet flinks, waarfchuwen met flui- ten; my kotne 'er van, wat het wille. De uit- bieding werdt dankelyk aanvaard. De Graaf, zonder dat van Buil eenig teken van zwaa- righeid gaf, met een maatig gevolg, voor de Poort gekomen, werdt heufchelyk ver- (v) Hooït XXVI. Boei, hl. lij*.
|
||||||||||||
f
|
||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
X. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
4,01
|
|||||||||||||||||||||||||||||
^87.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Doch niemant ondernam, zig te verklaa-
ren op iet, dat hem niet duidelyk gevergd was. De Secretaris verzogt nogtans, met ronde woorden, dat men , alle avonden, de leuze oft wagtwoord liete haaien van den Landvoogd, zo lang hy in de Stadzyn zou. En dit punt moeft terftond overwoo- gen worden, 't Geviel, dat zig, onder de Leden van den Krygsraad, fchoon hy 'er geen Lid van was, noch in deeze byeen- komft wettelyk befcheiden, vervoegd hadt Herman Betfen Roodenburg, een man, fchryft Hooft, vol moeds , zonder middelen naar gelang , en een driftig aanhangeling van Leicefter ; miftchien , om 't eerïte woord te flaaken, 't welk anderszins, in zulke hagchelyke gelegenheden, bezwaar- lyk over de lippen wil. Terwyl men dan de hoofden byeenfteekt, om op het haa- ien van 't wagtwoord te raadpleegen , treedt de regeerende Burgemeefter Pieter Korneliszoon Boom, die , als Opper - Ko- lonel , den degen op zyde gehangen hadt, onvoorziens , ter Kamer in; en Rooden- burg in 't oog krygende, vraagt hy hem af , wat hy , die thans geene plaats in den Krygsraad bekleedde, daar te verrigten hadt ? De ander, bedremmeld, wift niet te ant- woorden, dan dat hy 'er, als een getrouw beminnaar des Vaderlands , nevens ande- ren, verfcheenen was. Boom, fchoon nog onzeker van de gezindheid der overigen , geboodt hem te vertrekken. Roodenburg, boe fors hy ook ware, zwigtende voor een woord, dat met beftendig gelaat en Bürge- meefterlyke deftigheid uitgefproken werdt, droop door , zonder iet meer te zeggen. Boom voorts onderregt van Burggraafs voorftel, liet het haatelyke, welk van ter zyde diende, om den Krygsraad op te hit- fen tegen de Regeeringe, onaangemerkt, en verklaarde op het punt van 't haaien van 't Wagtwoord „ dat daarin niemant » dan de Vroedfchap verandering maaken » mögt; waarom elk wel toe te zien hadt, s> wat hy begon." En dit zeggen deedt elk agtervvaards denken, en den gantfchen "toeleg verdwynen. Want 't was 'er wel Verre van af, dat de Wethouders, onder , kelken Meefter Maarten Kofter alleen met deEngelfchen heulde, Leiceftef en eenen hoop vreemdelingen, die zyne zyde hiel- en, middel verleend zouden hebben,om, ïllet het uitfpreeken van 't woord, alle Wagten weerloos te maaken , de burgery *e vermeefteren , de oude Regeering af e danken, en den Raadhuize een nieuw angezigt te geeven_ Men hieldt, naam- |
|||||||||||||||||||||||||||||
men te weeten , dat hem eene Lyft gele-
verd was van veertien van de wakkerfte voorftandersdervryheid en getrouwfte aan- kleevers van den Huize van Naffau, onder welken ook de Raad Kornelis Pieterszoon Hooft was, welken hy bellooten hadt, ee- nen fmaadelyken dood aan te doen («>). Ook waren zy , die meeil by hem in 'c oog liepen, zeer op hunne hoede, zo lang hy in de Stad was. De Oud-Burgemees- ter Reinier Kant ging met eene ruiling on. der zyn kazak, en kwam hem niet fpree- ken, dan verzeld van eenen ftoet gewa- pende fchutters, die hem, voor de deur, opwagteden (x). De Graaf dan, befpeu- rende dat hem te Amfterdam alles buiten zyne gisfing ging, keerde, ten volgenden dage, fchielyk naar Utrecht (y). E enige dagen laater , deedt hy der Vroedfchap van Amfterdam, door den Raadsheer van Staate, Willem Bardes, den Oud-Bur- gemeefter Maarten Kofter, en den Over- fte Sonoi aanzeggen „ dat hy gantfch i^t „ voldaan was in het antwoord, welk zy „ op zyn Vertoog aan de algemeene Staa- „ ten en op zyn rondgaand fchryven ge- „ geven hadt." Doch men betuigde ern- ftelyk „ dat men alleenlyk zo geantwoord „ hadt, om tweedragt te voorkomen; en ,, dat men zorg draagenzou, dat 'er, zo „ dra als 't mogelyk ware, nader geant- „ woord werdt, eerft door de Staaten van „ Holland, en daarna door de algemeene „ Staaten (2)." Ondertuffchen, beflooten de Staaten
van Holland, verneemende dat Leicefter voorhadt, een' keer te doen door verfchei- de Hollandfche Steden, hem te verzoeken, dat hy zig van niet meer dan van tweehon- derd perfoonen wilde doen verzeilen; wan- neer men hem alomme eerlyk ontvangen zou O). Ook mompelde men , ten dee- zen tyde, dat hy, nu 't hem met de Ker- ke, dat 's Amfterdam, gemift was, zien zou , of hy zig met van de Kapelle , zo noemde men Enkhuizen, kon meefter maa- ken. En kwam hy, op den veertienden Oótober, te Naarden, met oogmerk om van daar over te fteeken naar Noordhol- land. Doch ftaande op zyn vertrek, ont- ving hy fchryvens van die van Enkhuizen, waarby zy hem baden, hunne Stad , tot verhoeding van allen ongeval, voor dien tyd, te willen verfchoonen van zyne tegen- woordigheid. Hy zeilde dan naar Hoorn, daar
(w) HOO*T XXVI. B-k.U- "»' "O0'
(X VaderJ. Hift. VIII.*'.«; *«• |
|||||||||||||||||||||||||||||
1587.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Zyne
bood- fcbap aan de Re- geering. |
|||||||||||||||||||||||||||||
Hy reift
naar Noord- holland. |
|||||||||||||||||||||||||||||
am
|
|||||||||||||||||||||||||||||
N
|
|||||||||||||||||||||||||||||
wpU VT°0r zeker > dat dlt het minft was, (y) hooft xxvi. !i°*, "■«•'•
*elk Lelcefter voorhadt. Zelfs meende [% ffi; Ä&V.}.** .Y.W*.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||
AMSTERDAMS GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||
402
|
||||||||||||
j,g7 daar hy eerlyk ontvangen werdt. Vandaar,, getwyfeld zou toegezonden zyn (O- 158/:
fchreef hy naar Enkhuizen , zonder van Zy zagen hiermede op de Refolutie, bo- zyne komft te reppen; doch zig zagtelyk ven (d) vermeld, by welke begeerd werdt, beklaagende over den argwaan, dien men dat hy met niet meer dan tweehonderd Per- tegen hem hadt opgevat, en verzoekende, foonen in de Steden kwame. Doch 't blykc alle mistrouwen te verbannen: waarna hy niet, dat hy, ten deezen tyde, te Amfter- naar Enkhuizen op weg floeg. Doch de dam geweeft is. Het ontdekken van zy-Hy^ Regeering zondt hem Gemagtigden te ge- nen toeleg, om zig, doormiddel vanKrygs-tre«» moet, die hem den hoon , hem befchoo- volk, en door heimelyk verftand met ren, zo duidelyk , fchoon met beleefde ge ingezetenen , meefter te maaken vandoetaf'fl woorden, vertoonden, dat hy, bedugt dat Leiden, maakte hem zo verlegen, dat hy.ftaiÄ hem de poort voor 't hoofd geflooten zou voorzyne eigen vryheid vreezende, fchie-'tbetf' geworden zyn, te rug trok, en zig naar lyk uit Noordholland naar Utrecht, voorts, Medenblik begaf, daar hy, eenige dagen, naar Dordrecht, en van daar, in Novem- onthaald werdt door Sonoi (/;). ber, naar Vullingen week: van waar hy, Hy on- De afwyzing van die van Enkhuizen deedt in December, naar Engeland vertrok, en,
densoekt.hem, naar't fchynt, fchroomen, om zig, op bevel der Koninginne , terftond , af- hoe men geiyk fy vanzins was, wederom, naar Am- ftand deedt van 't bewind over de Neder- ÏÏter- fterdamte begeeven, eer hy wift, hoe hy landen (e). dam ont'er ontvangen zou worden. Hy fchreef dan Op deeze wyze, eindigde de Regeering Ber^:
vangen aan Meefter Maarten Kofter „ om verze- des Graaven van Leicefter; die, zo langwege zou« „ kerd te zyn, of de Heeren van Amfter- ze geduurd hadt,Amfterdam in bekomme-z^)ltte „ dam nog volhardden in de voorgaande "ng hadt gehouden. De Stad zou, veelligt, Jm(tef' „genegenheidjegenszyneDoorlugtigheid, meer nog dan door het Oktroi, om de er-dam» „ gelyk hy hoopte; in welk geval, hy niet ven , vereifcht tot haare verfterking , by „ nalaaten zou, deeze Stad, in zyne te- fchatting van Schepenen, te mogen naar „ rugkomft, te bezoeken." De Burgemees- zig neemen, bevoordeeld geweeft zyn door ter bragt deezen brief, den zevenentwin- den Graave, zo zy hem beter aan de hand tigften Oftober, in de Vroedfchap, en be- hadt willen gaan. Hy hadt 'er, reeds in geerde derzelver gevoelen daarop te ver- de Lente des jaars 1586, zonder zig aan 't Haan. Men verzogt hem , Leicefter te misnoegen van Dordrecht te kreunen, eene willen antwoorden „ dat Burgemeefteren munt opgeregt, over welke het opzigt aan „ en Raaden verwonderd waren geweeft, Hans de Vlaming gegeven werdt. Ook wer- „ over zyn fchryven, alzo zy niet wiften, den hier, federt, dubbele Roozenobels ge- „ hem eenige oorzaak gegeven te hebben, Aaagen, met het wapen van Engeland, die „ om hen van ongenegenheid te verdenken. wel veertig ftuivers boven de waarde wer- „ Dat zy hierom verzogten , dat hy aan den uitgegeven (ƒ). Doch't Plakaat op de diergelyke berigten geheel geen geloof zeevaart, welk kort daarna uitkwam, ver- ',' wilde flaan.Dochzohy geraaden vondt, vreemdde de Stad geheellyk van den Graa- „ zynen weg door hunne Stad te neemen, ve van Leicefter , wiens munten hier ter „ verzogten zy , dat hy agt geliefde te Stede ook geen gevolg hadt. „ flaan op de Refolutie, by de Heeren Staa- „ ten van Holland, in de jongfteVergade- (.") Refo'- v">e<ifch. n. s. 27 oa. iStr, " . TT 1 1-1 (<^> liladz 4.01;
„ ring te Haarlem genomen , die hem on- <>; vadcri. Hifi. vul Deel, bi. iS%-zss.
(f) Refül. Holl. 7-17 Maart Ij85. il. leg enz. METE-
/r.\ ,, ^»,„ T. L r> Ä£N XIV. Boek., f. 2TS> «er/b.
(e) Hooft XXVI. Boekt il. ii<>3,, i2oT. "■*' T' J
|
||||||||||||
tweh>
|
||||||||||||
4e»3
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
TWEÈDË DEEL.
GESCHIEDENISSEN
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VAN
E R D A M.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A M S T
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ELFDE BOEK.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amsterdams Geschiedenissen, van het jaar 1588,
tot in het jaar 1612.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Wethouderfchap van Amfterdam
bevroedende, hoe zeer haare magt geityfd werdt, door het gezag, dat zy oe- fende , over het Krygsvolk, welk binnen de Stad in bezetting lag, hadt, al kort na de »verandering des jaars 1578, by de Staaten van Holland, verworven, dat, by voorraad, en in afwezendheid van de Gekommitteer- den der Staaten, die zig toen in de Stad onthielden, het woord of de leuze aan de foldaaten op de wagt aldaar zou gegeven worden door den oudften Burgemeefter (a): en dat de Wethouderfchap in't gemeen ook goede opzigt zou mogen neemen, om de Knegten, binnen de Stad in bezetting leg- gende , in goede orde, gehoorzaamheid en tugt te houden (£). Doch na 't vertrek van Leicefler, werdt 'er, by *s Lands Staaten, op het onderhoud der bezettinge van Am- fterdam, een nadere voet beraamd, waar- door het Krygsvolk, hier ter Stede, nog meer afhangkelyk werdt van de Wethou- derfchap. De Staaten beflooten, den der- tienden Maart des jaars 1588 „ dat, voor- 3> taan, ten lafte van den Lande, binnen Am- s, fterdam , zouden onderhouden worden s> vierhonderd foldaaten, die niet uit de Stad 3» zouden mogen worden getrokken.DatBur- » gemeefteren de Kapiteinen deezer fol- » daaten zouden benoemen; waarna hun, i. door Prinfe Maurits, als Stadhouder en »> Kapitein - Generaal, CommiJJie gegeven s> zou worden. Dat de Kapiteinen, Officie- »' ren en Soldaaten den eed van getrouw- »> heid zouden doen aan den Lande van Hol- »» Jand en aan de Stad Amfterdam.; en dien »» van gehoorzaamheid aan Prinfe Maurits, »» ^ de voorgemelde hoedanigheid, en aan » ^ürgemeefteren en Regeerderen der Stad: |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
, en de foldaaten Ook aan hunne Kapiteinen 158S.
en Bevelhebbers. Dat aan de Stad, voor den tyd van een jaar, tot onderhoud dee- zer bezettinge, van 's Lands wege,„be- taald zouden worden negenendertig hon- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ÏSieu
^g der
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
?>
|
derd ponden ter maand van twee-ender-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tig dagen. Dat de Raad van Staate, Prins
Maurits, de Staaten van Holland of der- zelver Gekommitteerden de gemelde fol- daaten, ten allen tyde, zouden mogeri |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
«erd
|
am.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
*588.'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9J
|
monfteren. Dat, zoBurgemeefteren van
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ Amfterdam zouden mogen verftaan, meer
,, foldaaten dan de gemelde vierhonderd in „ dienft te moeten houden, zulks tot Stad« „ koften zou moeten gefchieden. Doch dat 5, zy geene andere bezetting zouden behoe- „ ven in te neemen, dan in geval van hoo-* „ gen nood, en ter ordonnantie van Prinfe „ Maurits, in gevolge van 't Verdrag van ,, Voldoeningeen de overeenkomt!: op den „ Afftand van dezelve, welke hierby be- ,, veftigd werdt." Burgemeefteren en Raa- den bewilligden, den negentienden Maart, in dit befluit der Staaten (V): en in gevolge van het zelve, bevalen myne Heeren van den Geregte, by openbaare afkondiging van den vyfden January des jaars 1589,dat allen vreemd Krygsvolk, welk hier niet be- fcheiden was, de Stad, binnen zekeren be- paalden tyd, zou hebben te ruimen (ß). DeEngelfchen hadden, al federteenigen Antftef-
tyd, eene onderhandeling over vrede meegeer. Spanje voorgeflaagen; doch de Stad Am- tegen »| fterdam, niets goeds van zulk eene hande- vrede- ling te gemoet ziende, verklaarde er zig hande■ uitdrukkelyk tegen (O- Ook bewees de uit-lingmec rufting der zogenaamde onverwmnelyke VIoq. We. te,
(c) Refol. Vroedfch. ff. 5- '* Maart 'm. Handv. bh
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
So. [149]-
(d) Keurb. G. f. U«.
(e) Refol. Vroedfch. •".
Ggg
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
S. is Maart ijj{,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
STUK
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||
4o4
|
||||||||||||||||||||||||||
(als voorleden enige jaeren in andere Steden es 158"'
gefchyet) hen van't prediken onthouden. Doch zoe verre die verthoonders hen wilden vermeten, met Godes moordt te bewyfen, dat die" religie, die binnen den Landen van Hollant ende Zee- lant alomme (als oick binnen defe Stadt) m die Kercken opentlick wordt gepredickt ende geè'x- ceert, met die heylige bybelfcbefchrift in enigbe pointen nyet en zoude ouer een comen, füllen die' fupplianten hen anden Heeren Staten (dien de dispofitie toefiaet) addrefferen, om by beur E. daerinne geordenneert te worden, zoe zy bellin- den zullen te behoor en. Aldus gedaen by Bur- germeefleren ende xxxvj'raeden der StadAem- flelredamme op den xx february 1588. In kennijfe van my als Secretarys.
W. PlETERSZ.
1588. De Lutherfchen vervoegden zig, federt,
met het zelfde verzoek, aan de Staaten van Holland, daar zy, insgelyks, afgeweezen werden (T). In de Lente des jaars 1589, vonden de^^it
gemelde Staaten geraaden, de oefening van '^^ den Roomfchen Godsdienft, by Plakaat, jjfzür welk den negenden Maart getekend was, "den-, te verbieden. Doch de Vroedfchap van Am- iffi fterdam befloot, dit Plakaat niet af te kon- digen , dan onder uitdrukkelyk beding ,, dat „ Schepenen de ftraffen, by het zelve ge- „ dreigd, zouden mogen maatigen, zo als |
||||||||||||||||||||||||||
te,niet lang hierna, dat Spanje nog gantfch
geene geneigdheid hadt tct vrede. Amfter- dam toonde zig, op 't naderen deezervloo- te, ten hoogde bereidwillig, om de onder- nee mingen des Spanjaards , door allé be- kwaame middelen, te fluiten: gelyk uit de Regißers der Vroedfchap blyken kan (ƒ). In July des jaars 1588, kwam hier ter
Stede eene bezending van Prinfe Maurits, om de Regeering te beweegen tot bewilli- ging in het opbrengen van haar aandeel in tweemaal honderd duizend guldens ,^ die men der muitende Engelfche bezettinge van Geertruidenberg hadt moeten toezeg- gen. De Stad liet zich overhaalen (g). Doch de Engelfchen fchonden 't geflooten verdrag , en gaven, in 't volgende jaar , Geertruidenberg over aan den Spanjaard (h). De Lutherfchen hadden, na de verande-
ring der Regeeringe te Amfterdam, hunne Godsdienftige Byeenkomften gehouden, in één of meer byzondere huizen of pakhui - zen,: doch in February deezes jaars, ver- voegden zy zig, met een Verzcfekfchrift, aan Burgemeefteren, begeerende dat hun eene openbaare plaats , tot oefening van hunnen Godsdienft, werdt toegeflaan. Bur- gemeefteren bragten 't Verzoekschrift in den Raad, alwaar beflooten werdt, het zelve den vertooneren te rug te geeven, met de volgende bytekening (1): Burgermeefier en ende xxxvj Raden, ge/yen
die Confeffie van Ausburg, mitsgaders de A- pologye daer by gevoucht, by den verthoonders ouergekuert (die zy zegghen die bekent eniffe bares gelooffs te we/en), ende die zelffde ge- communiceert hebbende metten ghenen die het behoort, verehren dat, aengefyen beuonden wordt, dat het gunt binnen defe Stadt vuyt Godes heylighe woordt opentlyck, heiler ende claer wordt geleert, die voornoemde Confeffie van Ausburch met d' Apologie nyet en es con- trarierende, maer daer mede ouer een es comen- de,fy daeromme nyet en connen toelaten, dat by yemant anders, als die daer toe wetlick es beroepen ende geadmitteerd, het woord Gods binnen defe Stad zal worden gepredict. Te meer ouer mits dat, volgende d'Unie ende Ver- bintenijfe, tuffchen de Landen van Hollant ende Zeelant opgerecht ende befworen, exprejjelick es gefiatiteert, dat binnen dezelffde Landen ende Steden egeene andere religye opentlick mach worden vercundicht noch geëxerceert, als die iegenwoordige 'Euangelifche gereformeerde religie. Sullen daeromme die Verthoonders, mn geen fcheuringhe ende beroerte te verwecken, (f) Refol. Vroedfch. iV. 6. 7, 9, 1« ^"S- IJSS.
(g) Refol. Vroedfch. N. 6. 4 7»h I*'8-
(//) V;u(crl. Hift- VIII. Deel, il. igl. (»j Refol. Vroedfch. N. 5. 20 Febr. IJ88.
|
||||||||||||||||||||||||||
i583.
|
||||||||||||||||||||||||||
Bezen-
ding van Prinfe Maurits aan de Stad. |
||||||||||||||||||||||||||
De Lu-
ther- fchen verzoe- ken . te Amlter- dam , o- penbaare Gods- dienftoe- fening. |
||||||||||||||||||||||||||
Zy wor-
den afge- weezen. |
||||||||||||||||||||||||||
5>
|
zy, in biliykheid, en naar gelegenheid
|
|||||||||||||||||||||||||
der zaake, zouden bevinden te behoo-
|
||||||||||||||||||||||||||
„ren(0." '
|
fi
|
|||||||||||||||||||||||||
De opgezetenen van 't platte Land omVe'J.r(i<
Amfterdam vielen , in deezen jaare, der Re- r'11», geeringe klagtig, dat hunne uitwatering door H^ de (luizen in de Stad, en byzonderlyk door $et. $ de Duikerfluis in den Middeldam , belet Sc'n11^ werdt, door de menigte van fchuiten, dieopfju- regt voor gemelden duiker in 't Rokin ge-^ü legd werden, 't Geregt beval, hierom, op den dertienden November,, dat geene fche- „ pen of fchuiten, behalve zulken, diegoe- „ deren aan of uit de huizen op 't Rokin „ loffen of laaden moeiten, en dan alleen ,, zo lang het loffen of laaden duuren zou, „ zouden leggen tuffchen de Duikerfluis en „ Popiusfteegje,nu de Paapenbroeksiteeg; „ dat de Haagfche, Delftfche, Rotterdam- „ fche en groote Leidfche Veerfchuiten, „ voortaan leggen zonden, op het zelfde „ Rokin, aft er de Capelle, eertyts genacmt de „ Heylige Stede, van het noorder hoekhuys in- „ cluys ojf,fuydwaerts op: ten welken einde, „ hec
(k) Refol. Holl. 6 April ijss. II. los. Kerk.Plakaat'.*
II. Deel, il. 69j 70. (/) Refol. ViöSdfch. N. C. ï* April 1585. ƒ. is. |
||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||
XI. Boek.
|
|||||||||||||
405
|
|||||||||||||
een uit Muiden of Weesp, en een uit Loe- 1591,
nen Kroonenburgs geregt, en twee uit het Stigt van Utrecht (ƒ)• Onaangezien de oefening van den Room-Keur
fchenGodsdienft, by verfcheide Plakaaten tegen op. en Keuren, en nog laatftelyk in't jaar 1589, roerige uitdrukkelyk verbooden was, bevondt men', ^8ade' gelyk de Keure fpreekt „ dat enige oproert-onde^' „ ghe ende heymelick den viandt toegedane dekfej „ gheeflen, in Amfterdam en deszelfs Vry-van oefea „ heid, onder fchyn van den Paufelyken™"gden „ Godsdienft te oefenen , dagelyks, hei-Room- „ melyke Vergaderingen hielden, en op fchen „ deeze wyze aanhang maakten, omintyd^ods' „ enwyle hun boos en oproerig voornee-dienft' „ men, tegen de vrede en welvaart der „ Stad, in't werk te ftellen." Het aanleg- gen van al zulke Vergaderingen werdt, der- halve , by eene Keure van den veertienden February deezes jaars, verbooden, op eene boete van tweehonderd guldens, en uitzet- ting uit de Stad, en derzelvervryheidrhet oefenen van Paufelyke plegtigheden, in zul- ke Vergaderingen, zou ook, met een jaar te bier en te brood, op eigen koften, in 's Heeren Slote, te leggen, geftraft worden; welke ftraf men nogtans met tweehonderd guldens zou können afkoopen , mids de fchuldige,daarenboven, ter Stad uitgeleid wierdt. Die zulke Vergaderingen blootelyk bygewoond hadt, zou, voor de eejfte reize, het opperfte kleed verbeuren, en eene maand te bier en te broodv moeten leggen; doch voor .de tweede reize, drie maanden ; of vyftig guldens aan boete betaalen, en voor de derde, zes maanden, of honderd guldens verbeuren , zullende de mansperfoonen , daarenboven, ter Stad uit gezet worden, zonder 'er wederom te mogen inkomen, dan met verlof van Burgemeefteren (f). Men vindt, in dit jaar 1591, nog eenigp]a
bewys dat de Stads wateren, ten deezen Verwe tyde, nog tot het bereiden van fpyze oftotr5'en be* drank gebruikt werden, alzo, by eene Keur paa!d- van den tienden April, verbooden werdt de Verweryen ergens anderste plaatfen dan in de nieuwe Stad, van de Kloveniers Doele Noordooftwaards tot op den S. Antonisdyk, daar nu nog de Verwersgraft is, niet flegts om de ondiepte der gemelde wateren te voorkomen; maar ook de befmettingderzel- ven, door de vergifte en bytende Hoffen, die in eenige Verweryen werden gebruikt, „ waardoor niet alleenlick de gebuyren,maer „ ooik de gemeene burgerye licbtelyk eenig kt- „ fel aen hare gefontbeyt Jouden komen te ly. „ den (u)" Ook werdt, om diergelyke re- den,, (s) Handv. il. 3*7-
(t) Ksurh. G. /. 3 *r- (a) Handv. il. i°°+» Ggg 2
|
|||||||||||||
*S8c>. „ het hout, welk aldaar lag, verplaatft moeft
„ worden, en de Houtzaagers, aldaar zaa- „ gende, eene andere plaats verkiezen „ moeften (m):" 't welk wy hier alleenlyk aantekenen, om dat het tot eenige ophel- dering van de oude gelegenheid der Stad . dienen kan. ^fter- Amfterdam raakte, ten deezen tyde, in
iiger,*t Se^cml met eenige Steden, waaruit merke- NHj lyke moeilykheid rees. Haarlem ving eeni- S enar" ge nieuwigheid aan op den Overtoom, die, ^r' zo ik meen, in 't vertimmeren van den zel- ^ f- ven beftondt (ri): en Dordrecht deedt, in 9°. 't volgende jaar, een fchip met Noordfche balken aanhouden, welk vah hier naar Ooft- ende gezonden, en te Dordrecht niet ver- ftapeld was. 't Laatfte werdt zeer euvel genomen, en bragt de Vroedfchap van Am- fterdam tot een beüuit, om alle de fchepen en goederen van die van Dordrecht > wel- ken zig hier ter Stede bevonden, in beflag te neemen (0). Te vooren, was reeds ge- raadpleegd , op het vaftftellen van een mid- del, om de gefchillen, onder de Steden val- lende, af te doen; doch de Leden hadden eikanderen deswege niet können verftaan. Tegen 't einde des jaars 1590, befloot de Vroedfchap van Amfterdam,de gefchillen, die de Stad tegenwoordig met andere Ste- den hadt, te verblyven aan de uitfpraak Van Prinfe Maurits (p). Doch of zulks gefchied, en of en hoe de hangende ge- fchillen, ten deezen tyde, afgedaan zyn, p Staj ^ek & nergens aangetekend gevonden. iy"n De Stadhouder Maurits hadt, in Augus- fcÄ Uis te vooren, door den Oud-Burgemeefter l^il'ts Heinier Kant, een' zyner Raaden, een hal- llt« ve Kartouw, ten dienfte van den Lande, ter leen verzogt van de Stad, die men, terftond, hadt laaten volgen (q). Eenigen tyd hierna, werdt by den Raad beflooten, ten dienfte der Stad , op welker wallen, federt de jongfte vergrootingen, meer grof gefchut noodig was, alle jaaren, twee hal- ve Kartouwen, en nog twee andere metaa- . ienftukken, veertien, vyftien, of zeftien fj%e P°nden fchietende, te doen gieten (r). \C' t>e Diemerdyk werdt, ten deezen tyde, de g op Zo Zeer vervaiien bevonden, dat de Staaten SC fan Holland en van Utrecht, in 't begin des ojJV iaars 1591, eene overeenkomft troffen, op *'Qiy v ^rftellen en onderhouden van den zei- ^ ly"1 u Het opzigt over de nieuwe werken NP" tS*» gefte,d aan yyf Gemagtigden, drie %t[ * Holland, te weeten, een uit Amfterdam, |
|||||||||||||
(*)*%$' G-f- 373. Handv. bU WS. [jij.]
(•) Re,?- Vroedfch. N. 6. z July 1589. [P) «-efol Vroedfch. N. 6. 25 Aug. I5 9o./. 1?z vtrß 't) Refol* Jjwedfch. N. 6. z? Dec. 1590./. ,9o. (r) Refol' v0e'llch- N- 6- * Au&- lW°.f. i7°verfo. |
|||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||
4-o5
|
||||||||||||||||||||||||
Overyffel, tolvry plagten te vaaren (/;) : 't ijfc*
zy dat zulks gefchiedde, uit hoofde van verfcheidene aloude Vorftelyke Privilegien, by welken, al in de tiende en elfde eeuwe, aan alle de ingezetenen van 't Stigt, waar onder ook de Amftellanders, oudtyds, be- hoord hadden, tolvryheid door 't gantfche Stigt, zelfs in Overyffel, verleend werdt (e); 't zy dat hiervan ook byzondere Hand- veften gegeven waren , die nu niet meer voorhanden , of ten minfte my onbekend gebleeven zyn. Amfterdam hadt deeze tol- vryheid, te Kampen, eeuwenlang, onge- ftoord genooten, tot op omtrent deezen tyd toe. Immers, men vindt geen fpoor altoos, dat 'er, voor deezen tyd, gefchil over ge- vallen is. Men kwam nu byeen, om mid- delen te beraamen, tot herftelling der zaa- ,; ken op den ouden voet. De Steden Am- w* fterdam, Alkmaar, Ploorn, Enkhuizen en Edam zonden Gemagtigden naar Deventer en Kampen. Doch men kon eikanderen niet verftaan. Sedert werdt voorgeflaagen, het verfchil te verblyven aan Prinfe Mau- rits, als Stadhouder van Holland en Over- yffel, in welke twee Provinciën, de twiften- de Steden gelegen waren; en aan vier Per- foonen, ter wederzyde te kiezen, over wel- ken zyne Doorlugtigheid Opperzegsman zyn zou (d). Doch ik weet niet, of deeze voorflag aangenomen werdt , noch hoe 'c gefchil, ten deezen tyde, afliep. ., . ' Op den agtentwintigften May des jaars Ofyr
1593, kwamen de Heemraaden van Ryn^l^ land met de Ambagtsbewaarders van |
||||||||||||||||||||||||
den, nog in 't jaar 1 6q6 ,. het ftyffelmaaken
binnen.de Vryheid der Stede verbooden (v). 't Sclrynt, dat'er ,. in't jaar 159a, te
Amfterdam , een Poorter in hegtenis ge- raakt was, die vorderde, dat men hem on- der borgtogt ontfloege,. in gevolge van eene Privilegie van 't jaar 1387 [1388], door Hertoge Al brecht, aan Amfterdam met Am- Heiland en Gooiland in 't gemeen gegeven Qw), inhoudende „ dat men.niemantvan- „ gen , noch bekommeren, noch hinder „ aan lyf of goed doen mögt, al foo verre „ als by verborgen mag rechts te verbeiden „ vaneenigbenfaecken, diehy misdaan magh „ hebben, by fulcker borghtocbte, als den Sche- ,, penen befcheydelyck dunckenfal, daer die „ fae eken ge fehlet zyn (x)." Doch men be- vondt, ten deezen tyde,dat dit Privilegie, in veele gevallen, ligtelyk zou können mis- bruikt worden. De Vroedfehap belloot hier- om, op verzoek vanBurgemeefter en, de Oud- Burgemeefters , Pieter Boom' en Kornelis Pieterszoon Hooft, en de regeer ende Sche- pens, Jan Verhee en Jan Tomaszoon , te magtigen, om de waare rneeaing van dit Privilegie, naauwkeuriglyk, te onderzoeken, en van hunne bevindtenis verflag te doen (y): 't welk ik egter niet,vind, gefchied te zyn. Omtrent deezen tyd, beflondenKampen
:en Deventer wederom eenige tollen.te hef- fen , waarby Amfterdam en de Steden van 't Noorderkwartier vry wat nadeels leeden. Met Deventer, waren, voor omtrent der- dehalve eeuwe, reeds diergelyke gefchillen geweeft, gelyk, uit het voorgaande ge- deelte deezer gefchiedeniffe, gebleeken is (z). Doch van den grond der twift met Kampen vindt men minder befcheids. De Biffchoppen van Utrecht, oudtyds, Heeren van Overyffel, plagten eenen tol te heffen, aan verfcheiden oorden in dit Geweil, en onder anderen ook te Kampen. Sommigen tekenen aan, dat deeze tol, door die van Kampen, in laater tyd, van den Biffchop gekogtwas Qa), en, federt,, ondegen naam van BiJJchops tol, gevorderd werdt. Doch Amftelland, en ge volgelyk ook Amfterdam, waren, al voor verfcheidene eeuwen, vry ge- weeft,van deezen tol; gelyk klaarlyk blykt uit twee brieven, in 't jaar 1475, door Bur- gemeefteren van. Amfterdam, aan de Stad Vollenhove gefchreeven , waarin zy met ronde woorden .{tellen, dat hunne Poorters, toen niet alleen , maar zelfs boven men- fchen geheugen, te Kampen en elders in (v) Hand?. ik 1005.
(w) Zie II. Deel, II. Boek, bl. 127-
(x) Hamiv. bl. 71. [7-]
\y) Refol. Vioedfch. N. 7. 30 OS. im.
(zj Zie II. Deel, II. Boek, bl. HS tnz- HS.
\a) übe. Emmh Rer. Frif. Lilr, L. pi 7*7.
|
||||||||||||||||||||||||
les-
onder- zoek naar den
zin van een Pri- vilegie van Her- tog Al- brecht. 1592. |
||||||||||||||||||||||||
Tvvift
met Kam- pen en Deven- ter. |
||||||||||||||||||||||||
ten en Slooterdyk, die daartoe verlof had-b<yi'
den gekreegen van Burgemeefteren en Rß'^l ,„ geerders van Amfterdam, als hunne Affl-j/' bagtsheeren, overeen, dat de dykaadje va^A, Slooten en Slooterdyk ook door't gemeenM ' Land van Rynland zou onderhouden wor den, mids die van Slooten en Slooterdyk daarin hun aandeel droegen, naar de oifl' meflagen , door het Heemraadfchap va" Rynland over hen gedaan (e). Jf Het Y en de Wykermeer waren, v$\$%
overoude tyden af, tot hiertoe, voor vefl^/6' het grootfte gedeelte, vry bevifcht geween v<)|^' doch in 't jaar 1594, vernam men, datd^'^'i': ze ftroom, van Velzeroord af, tot aanBuik'1^' floot toe , door het Heemraadfchap v^ Rynland, of door de Rekenkamer der D°' meinen van Holland, ftondt onvry gemaal en verpagt te worden. Die van Amfterdarfl' hieruit merkelyk nadeel voor hunne verfc^ Vifchvangft voorziende, deeden verfehl' (5) Groot-Memor. N. I. ƒ. 31 ver/o-
|
||||||||||||||||||||||||
(c) Diplom. Vide apud Hkdam, f>- <>?, 79
(i) Refol. Vroedfch. N. 7. ij, 26 Febr. ij
|
81.
93- |
|||||||||||||||||||||||
(fj II. Pïivilcgieb. ƒ. 104., 10«. Handy.//. 329. ll>
|
||||||||||||||||||||||||
XL E
|
||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENIS S- ER
|
||||||||||||||||||||||||||||
OEK
|
||||||||||||||||||||||||||||
407
|
||||||||||||||||||||||||||||
59-1- den' verklaaringen" beleggen voor Schepe-
nen, inhoudende ,, dat de' Viflchery in 'C 3, Y, van Velzeroord tot Buikfloot, en van ,, Spaarnedam tot Amfterdam, midsgaders „ in de Wykermeer, altoos vry, en nooit „ verpagt geweefl was , uitgenomen een ,, klein hoekje voor de kleine Spaarnèdam- „ mer-Sluis, welk hiiurwater was; deHol- j, leiloot, die van de Rekenkamer ter leen „ gehouden, en de Wymark by 't Koegat, ,j die, federt veelè jaaren, door de Stad „ Amfterdam verpagt werdt-" En deeze verklaaringen deeden zy, den zevenden Ju- ny, op 't gemeene Lands Huis te Spaarne- dam, Dykgraave en Heemraaden vanRyn- land overleveren, nevens duidelyke aantui- ging, dat zy zig ftellen zouden tegen de voorgenomen verpagting (ƒ"); die, zo ik meen, ook agterwege gebleeven is. Wy hebben , op zyne plaats (g), ver-
haald, hoe de Stad Amfterdam, in 't jaar 1529 , de Ambagtsheerlykheid van Ara- fterveen, Sloot'en, Slooterdyk en Osdorp |
||||||||||||||||||||||||||||
Op den tienden May deezes jaars, hadt i<r0i
de Stad ook Oftroi verworven van deStaa-Der ten van Holland tot haare verfterking en geering" vergrooting, van den Amfteldyk af y tot in verwerft 't Y, en verder tot aan den Stads Singel toe;eenna" en om de erven , daartoe vereifcht, by fchat- tdr" ^£" ting.van Schepenen, van de eigenaars over vergroo- te; neemen (/), met welke verfterking en ting der vergrooting, die reeds begonnen was, eer- Stsd. lang, fterk voortgevaaren werdt. OndertulTchen, was Amfterdam, federt De Am-
de omkeering des jaars 1578, en het over- fterdam- gaan van.Antwerpen aan den, Spanjaarden j^^., 't jaar 1585, zo zeer toegenomen in getal ^n brei- van Koopluiden, dat men 'er, meer en meer, den toeleide op het uitbreiden des Koophandels hunne en der Scheepvaart, 't Verbod van den han-Scheep.". del op Spanje en Portugal bragt de Amfter-va ; damfchè Koopluiden, zo wel als anderen, in de noodzaakelykheid, om andere Scheeps- togten te onderneemen. Men begon, inzon- derheid in de laatftvoorgaande tien jaaren, fterker dan voorheen, te vaaren op afgele- gene Geweften, als Noordwaards op Ar- changel, en Weilwaards op de Kabo Verd- fche Eilanden, van waar zout gehaald werdt. Ook voer men, meer dan men plagt, op Italië, en', onder Franfche vlaggen , op verfcheiden havens onder het Turkfch ge- bied (pi). Doch in deezen jaare 1594, be- gon men zig ook tot de reize naar de Ooft- en Weftindien toe te ruften. De togten naar 't Noorden hadden fommigen doen vermoe- den , of niet miffchien, langs deezen weg, 't zy door de Straat Waaigats,of agterNova Zembla om, China en de Indien te vinden zouden zyn. En de Amfterdamfche Predi- De Pre- kant Petrus Plancius , die zeer bedreevendikant. was in de Sterre- en Zeevaartkunde , gaf^Ifo™ den Raaden ter Admiraliteit en anderen Scheeps- hiervan zo veel lichts, dat'er, eerlang,togten voor rekening van Hollandfche, meeft Am-om 't fterdamfche, enZeeuwfche Koopluiden, drie Na°orden |
||||||||||||||||||||||||||||
't) t>
|
van Reinoud, Heer van Brederode, gekogt
|
|||||||||||||||||||||||||||
hadt. Reinouds Zoon, Henrik, oordeelen-
de, by deezen koop, boven de helft, be^- nadeeld te zyn, hadt deswege de Stad Am- fterdam , in 't jaar 1562, in regten betrok- ken. Doch de opkomende beroerten; de dienft, dien de Stad hem, in 't jaar 1567, deedt(/j), en zyn overlyden, welk kort hier- na voorviel, waren oorzaak geweeft, dat het geding niet vervolgd was. Maar Wal- raven van Brederode , Broeders Zoon van Reinoud, en erfgenaam der Heerlyke goe- deren van deezen huize, aangezogt, naar 't fchynt, om voldoening van 't gene Am- fterdam, in 't jaar 1567, aan Heere Henrik Verftrekt hadt, fchreef, den vierentwintig- ften Maart deezes jaars 1594, aan de Stad, s> dat hy, zoekende naar middelen,om de 35 fchulden van den Huize van Brederode jj af te doen, onder anderen gevonden hadt j, den eifch op Amfterdam, uit hoofde van jj den koop der Ambagtsheerlykheid van 3) Amfterveen, Slooten, Slooterdyk en Os- ') dorp, tegen welken, hy verzogt, dat de '3 eifch van penningen , dien de Stad op ,»> den huize van Brederode hadt, in aan- '> merkinge van de dienften, door Heere » Henrik, aan die van de Religie in Am- » fterdam beweezen, mögt worden te niet >' gedaan." De Raad van Amfterdam be- goot hiertoe, mids Heer Walraven hun eene f^ytfchelding gave, naar genoegen®: ge- ]yk, eerlang, gefchiedde (£)• iO Handv. U. 23 , 23, 23. [u>+> *9S , Uj.]
. ' ::lo1- Vtoedfch. N. 7. is 4pf. i;s+. Ar.| 2t oei.
|
||||||||||||||||||||||||||||
aan.
|
||||||||||||||||||||||||||||
fchepen werden.uitgeruft, die, den vyfden?qn"
Juny, uit Texel, in zee ftaken. Een deezer fchepen voer voor Amfterdamfche reke- ning, en hadt tot Schipper Willem Bar ends- zoon van ter Schelling, Burger deezer Stad; doch de togt flaagde niet naar genoegen. Men vondt geenen doortogt Ooft waards, die kwa. en WTillem Bar endszoon keerde, in Septem- lyk flaa- ber, voor Amfterdam te rug (»). Hy deedt, Sen- _ in de jaaren 1595 en 1596, nog twee dier- gelyke togten, met fchepen, die hier ter Ste- de werden uitgeruft; welke togten, door Ja- kob Heemskerk Henrikszoon, als Commis of Koopman, werden bygewoond. In den laat-
(1) Hatidv. bl. 5. [ioo-J .
(2) Metekei* XIX. Boek, f. 371 verf».
(„) Scheepst. van W. BARENTSEN, H, 1.4,
Ggg 3
|
||||||||||||||||||||||||||||
(*J z" Harter. II. 3
|
||||||||||||||||||||||||||||
10.
|
||||||||||||||||||||||||||||
408 AMSTERDAMS II. Deel.
1594. laatflen, overwinterde een gedeelte van 't 't Was 'ef zo verre van af, dat de Lu- ïSP'
Scheepsvolk, met groot gevaar, op Nova therfchen vryheid van openbaare Gods-pe Vf£ Zembla. Doch de doortogt naar China werdt dienftoefening zouden verkreegen hebben ga^ vergeefs gezogt (0). hier ter Stede, dat de Vroedfchap , in ditgejjher> Eenige Maar terv/yl men de Indien opfpoorde, jaar, befloot, ook hunne heimelyke Byeen-fcben
Amtier- ]angS eenen ongewoonen weg, verzuimde komften te verbieden (t). Zélfs werdt Au-^W* dammers men njet? ^e rejs derwaards te ondernee- gußyn Pyn, die, ten zynen huize, vergade- Kornelis men, langs den gewoonlyken. Rornelis en ring der Augsburgfche Geloofsbelydenis Houtman Fredrik Houtman, Zoonen van Pieter Korne- hadt laaten houden, op laft der Vroedfchap, uit naar Uszeon Houtman, Brouwer te Gouda, zig, door den Schout, ter Stad uit geleid, zon- |
||||||||||||||
Ooitin
die.
|
in 't voorleeden jaar, te Lisbon, hebbende der, fchoon 't een- en'andermaal verzogt
|
|||||||||||||
laaten onderregten van al't beloop des han- werdt, verlof te können verwerven, om,
dels, dien de Portugeezen, ten deezen ty- zelfs tot verrigtinge zyner huiifelyke zaa- de, op Ooftindie dreeven, kwamen, in dit ken, daar wederom binnen te mogen ko- « jaar, in Holland te rug. Kornelis begaf zig men (u). naar Amfterdam, en bewoog daar eenige Amilerdam hadt, tot nu toe, van Chris-0-
voornaame Koopluiden tot het aangaan ee- tiaan den IV.,Koning vanDeenemarke,die dal^tl)? ner Maatfchappye, die de Compagnie van zynen Vader, Fredrik den IL, reeds in 't*eV verre genoemd werdt, en eerlang drie of jaar 1588, opgevolgd was, nog geene be- in d« 1595. vier fchepen uitruftte, welken-, onder 't be- veftiging verworven in de Privilegien, die pri^
vel van Kornelis Houtman, in April des jaars zyne voorzaaten aan de Stad verleend had- S'^s' 1595, naar Ooftindie in zee ftaken. Jan den. Doch de Regeering vaardigde, eer- ^e- Jakohszoon Schellinger en Reinier van Hel lang, haaren Penfionaris, Nicafius van Syl- voeren, als Commifen of Koopluiden, mede Ie, af, om deeze beveiliging te verzoeken, (p). De Koopluiden, die deeze eerfte Am- Ook gefchiedde zy, eindelyk, op den zes-
fterdamfche Ooftindifche Maatfchappy uit- entwintigften September des jaars 1596(1;). maakten, waren Henrik Huik, 'Reinier Pauw, By een afzonderlyk Reglement, werdt egter Pieter Dirkzoon HaJJelaer , Jan Janszoon bepaald, dat Amfterdam zig van zyne Pri- Karel de Oude, Jan Poppe, Henrik Buik, vilegien niet buiten de Kruisdagen, in May Dirk van Os , Siewwert Sem en Arend ten én September vallende , bedienen zou te Grootenhuis; onder welken, Hudde, Pauw Bergen in Noorwegen, in welke Stad, vol- en Haifelaer, dezelfde, van wiens wakker- gens een oud voorregt, buiten de gemelde heid in 't beleg van Haarlem wy elders (5) dagen, geene uitheemfchen mogten komen gewaagd hebben, reeds Schepenen enRaa- handelen. Doch binnen die dagen, mogten den der Stede waren. Maar deeze eerfte de Amfterdammers aldaar vryelyk komen togt Haagde ongelukkiglyk. Houtman deedt handelen, mids zy alleen aan de Inwoo- verfcheiden Kullen en Eilanden aan, daar ners, en niet aan de Noordvaarders, vis- Portugeefche Volkplantingen waren; onder fchers en boeren van buiten, op tyd, ver? anderen, Bantam op het Eiland Java; doch kogten (V). m hy geraakte, door beleid der Portugeezen, Al van 't jaar 1581 af, hadt men, in Hol- ^ß
hier en op andere plaatfen, in openbaaren land, eenige gedagten begonnen te krygen, "j,D & oorlog met de ingezetenen, en kwam, ein- op het openen der vaarte naar de Well- ^Ä delyk, na 'f uitftaan van veele gevaaren, indien. Een Engelfchman, Butz genaamd, i^"/v in Auguftus des jaars 1597, met drie fche- die reeds vier reizen derwaards gedaan hadt, ^ t pen, in Texel te rug (r). boodt den Staaten aan, eenen togt te willen^ De voor- De toeneemende fchaarsheid der Graa- doen, mids men vier Oorlogsfchepen onder
raad van nen hadt de Regeering van Amfterdam,in zyn bevel ftelde. Doch men zag toen nog Graanen.Je Lente deezes jaars , doen befluiten, om te groote zwaarigheden in zynen voorflag- *pgen0. den voorraad, die by Stad was, in 't hei- De Staaten verklaarden egter, wel te mo' men. melyk, te doen opneemen: waarvan den gen lyden, dat de vaart op de Weftindien» |
||||||||||||||
Raad, onder den eed van geheimhouding, door byzondere Koopluiden, ondernome*1 <ßf
kennis gegeven werdt (Y). 't Schynt, dat werdt (x). Doch 't liep tot in 't jaar 1597 de voorraad, ten deezen tyde, nog zo groot aan, eer Gerrit Bicker Pieterszoon, Schept bevonden werdt, dat men niet geraaden en Raad der Stad Amfterdam, en Jan Kof vondt, den uitvoer te verbieden. nt' (t) Refol. Vioedfch. N a i Jwy ij9J. ƒ 6s.
(o) Refol. Vioedfch. N. | is Maart js9s. f. u9verfo. («) Refol. Vtoedfch. N. a i Sept. 13 Nov. iS9S-9^r' Sclieepst. van W. RarentsEN, hl. 4 tnz. 10 cm. Ijps. ƒ 73 9z ver/o. tri * 0>) Regeer. Lyft, voor de Handv. op 't jaar iS9S. ^ Hand;,. bl. j9. [90,]
|
||||||||||||||
(q) II. Deel, VIII. Boek, hl. 3*9. (»Handv*. il'. 6o. L90!] ,t,
(r) Zie eerfte Schipvaart der Holland, naar Ooftindie. (x) Refol. Holl. io,u7nin.7 zz 7»h isti. il' *
|
||||||||||||||
(sj Rsfpl. Vioedfch. iV. J 2+ ÜMtrt Ijyj. ƒ. so verft. :|o, m, 374
|
||||||||||||||
XI. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSE
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
N.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
409
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3^9?. ndiszoon Leyen van Enkhuizen , elk eene
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ gedaan , by haar niet anders verftaan
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
afzonderlyke Maatfchappy opregteden, die
|
r59?«
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
fchepen uitzondt naar de Weftindien (y).
En 't leedt niet lang, of deeze twee Maat- fchappyen vereenigden zig met eikanderen; en zy fchynen 't te zyn, die men, in de Re- gifiers deezer Stad, op het Jaar 1599, de gecombineerde [famengevoegdej Compagnie negocieerende op Genea [Guinea] genoemd |
„ werden dan of zy den eed plegtiglyk af-
„ gelegd hadden, en dat menze als mein- „ eedigen ftraffen zou , zo zy bevonden „ mogten worden, iet tegen de waarheid „ verzekerd te hebben, waarvan nogtans, „ zo ver men wilt, hier te Lande,noggee- „ ne zwaarigheid gevallen was.." Ten be- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
s
St*
H
S-
|
vindt (2).
In de Lente deezes jaars, werdt de voor-
raad van Graanen in Amfterdarn wederom in 't heimelyk opgenomen , en zo gering bevonden, dat de Vroedfchap goedvondt, den uitvoer derzelven, voor eerft, te doen verbieden (a). De Wethouderfchap van Amfterdarn, al-
toos bezorgd om den Koophandel aan te moedigen , hadt, in den aanvang deezes jaars, brieven van Voorfchryving verleerd aan eenige Doopsgezinde Koopluiden dee- |
fluite, werdt den Gezant verzogt, deezen
luiden, of derzelver Gemagtigden alle noo* dige hulp te willen bewyzen, en te wege te brengen, dat hun, in Engeland, goed regt gedaan werdt (b). Doch welk een' uitflag deeze zaak gehad hebbe, vind ik nergens aangetekend. Maar omtrent deezen tyd,of wat laater,Gooflen
viel 'er, te Amfterdarn, iet voor, welk ge v°SeI' legenheid gaf, dat eenige Leden der Re- Hér* geennge zig nog duidelyker verklaarden dam,om voor het gedoogen van onderfcheiden'Gods- zyn ge- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
dienftige Gezindheden in den Burgerftaat. voelen'
Goojfen Michielszoon Vogelzang van Buuren, b5?d^Re" Fluweelwerker buiten de Regulierspoort , aange- voor eenigen tyd, met eene Attestatie vankiaagd, den Kerkenraad, vertrokken zynde naar En- ^?0T den geland, hadt, na zyne terugkomft alhier, f^U' by monde en gefchrifte, veripreid zekere gevoelens, welken voor grove dwaalingen en ketteryen geagt werden, en om welken hy, een en andermaal, vergeefs, tot af- ftand vermaand zynde, van de Gemeente was afgefneeden. Hy liet, federt, niet na, zyn gevoelen te belyden , en daarvan te fpreeken: waarom de Kerkenraad geraaden vondt, zig te vervoegen aan Burgemeefte- ren, met verzoek „ dat Vogelzang weder- „ om in derzelver tegenwoordigheid mögt. „ gehoord, en hem, zo hy zyne dwaalin- „ gen, gelyk men vaftitelde, niet kon be- „ wyzen, door 't gezag der Heeren en naar „ derzelver befcheidenheid, belet worden, „ dezelven verder te verfpreiden."' Men voegde hierby nog drie andere verzoeken, en begeerde, voor eerfi „ dat Lubbert Ger- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zer Stad, van welken zekere fomme van
penningen, uit Spanje komende, door de Èngelfchen , aangehouden was , die men weigerde te ontflaan, om dat de eigenaars zwaarigheid maakten , om hunnen eigen- dom, op de gewoonlyke wyze, met eede, te verklaaren. De brieven waren gerigt aan Noel van Caron, Heer van Schoonewal, gezant der Vereenigde Nederlanden by Ko- ningin Elizabet. Zy behelsden „ dat de Ge- j reformeerden en Mennoniten of Doops- > gezinden, ten tyde van Keizer Karel en Koning Filips, in grooten getale, uit dee- ze Landen verjaagd geweert zynde, met de verandering der Regeeringe, in dezel- , ven waren wedergekeerd, daar men nu , elk zyn geweeten zo vryelyk beleeven 1, liet, dat, zelfs op de verklaaringen der gemelde Mennoniten, die altoos zwaa- righeid gemaakt hadden in het doen van » den gewoonlyken eed, alom me regt ge- >> daan werdt, fchoon zy, alleenlykby waa- >, re woorden, in de plaats vaneede, ge- '9 ichiedden. Dat eenige burgers van deeze - gezindheid, het ongeluk gehad hebbende, dat hun zekere fomme van penningen, ko- » mende van Kadix , door de Engelfche " Oorlogsfchepen, ontnomen was, in En- geland niet aan regt hadden können ge- 15 raaken, onder voorwendfel, dat hunne " bewyzen van eigendom niet met eede gefterkt waren. Dat zy, hierop, by de " Wethouderfchap, om brieven van voor " fcm-yving hadden verzogt; die hierby 51 Vei"klaarde, dat hunne verzekeringen, by '' Waare woorden, in de plaats van eede |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»s
|
ritszoon, Leeraar onder de Doopsgezin-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
den alhier , belaft mögt worden , een
„ vriendelyk mondgefprek met de hunnen „ te houden, 't welk zy hem meermaalen „ aangebooden hadden, en hy tot hiertoe „ geweigerd, zig verontfchuldigende op „ zynen ouderdom, en dat hy daartoe geen „ bevel hadt van de Overheid." Ten ande- ren , verzogt men „ dat het uitgeeven van „ zekere boekjes, waarin deLeerderwaar- „ heid gelafterd werdt, mögt belet wor- „ den." En eindelyk „ dat ook de oefening „ der duivelfche konft van waarzeggerye s> en
m Aanteic. éet Heer. C. P. HOOÏt fyB&ANDTlUfoim,,
I„ Deel, tl- *"• |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
<M Refof "o!1- 5 Sept. 2, Dee. 1597. il. m , «03.
<«> W ^t0edfch- -V. a 8 K0V. JS99. f. M4. " Vroedfch. N. J } April iS9j. f. izivtrfi.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||
4-10
|
|||||||||||||||||||||
„ hunne toevlugt genomen hadden , en min- i.V'
„ zaamlyk onthaald en gekoefterd gewor-
„ den waren. De bevinding hadt, ten tyde
„ van Leicefter, geleerd, dat deeze vreem-
„ delingen,Vlaamingen,Brabanders,Waa-
„ len,meeft allen onruftige geeltenwaren,
„ die ook de inboorlingen ontruft hadden.
„ Ondertuffchen, hadt een Ker kenraad, uit
„ zulke Luiden beftaande , ook vreemde'
„ Predikanten in 't Land en in deeze Stad
„ gebragt, die, zo wel als de armen der
„ gemeente, fchoon ook meeft vreemde-
„ lingen, door de Wethouderfchap gunftig-
„ lyk onthaald, en uit Stads Kaffe, wan-
„ neer de aalmoeffen der Diaconie niet toe-
„ reikten tot onderhoud der armen, voor-
„ zien werden; daar andere oude burgers,
„ tot armoede vervallende, alleenlyk des
„ winters eenigenonderfland genooten van
„ de Huiszittenhuizen. En ondertuffchen
„ onderwonden zig eenigen der Stads Pre-
„ dikanten, op den predikftoel, uit te vaa-
„ ren tegen de Wethouders, die zig niet toü
|
|||||||||||||||||||||
1597. „ en tovel-ye, hier ter Stede, mögt wor-
„ den geweerd." 't Blykt niet, wat beiluit op de twee läatfte verzoeken genomen werdt, maar 't mondgefprek met Lubbert Gerritszöon werdt afgeflaagen, alzo eenige Wethouders verftonden ,, dat de aanzoe- „ kers tot openbaare Dispuiten gemeen- „ lyk vervolging en geweetensdwang in 't „ hoofd hadden." Ook waren eenigen den Doopsgezinden te meer genegen, om dat zy,in de gemeene vervolgingen, zo veel Hy wordt geleeden hadden. Maar de Fluweelwer- in hegte- ker werdt in hegtenis genomen. Midlerwyl, nisgeno-haddgj^ naar't oordeel van eenige Leden men' der Regeeringe, fommige Predikanten, hier ter Stede, zo veel hevigheids gebruikt, niet flegts tegen andere Gezindheden , maar Deftige zel^s te.§en de Wethouderfchap, dat de Heer rede van Kornelis Pieterszoon Hooft, thans voor de Bürge- vyfde maal Burgemeefter,geraaden vondt, |
|||||||||||||||||||||
Hoofc teren en Oud-Burgemeefteren, in eene uit-
|
|||||||||||||||||||||
t eg e 11
|
|||||||||||||||||||||
ve~rvoU voerige rede, den vyftiendenOftober,voor
|
|||||||||||||||||||||
ging. te draagen. Hy wees hun aan •„ dat de
„ wapenen waren aangenomen, om geweld „ en dwingelandy af te weeren; niet om te „ heerfchen over eens anders geweeten. „ Dat geweetensdwang vooral der tegen- „ woordige Regeeringe niet voegde, zynde ,*, aan dezelve,en aan Prinfe Willem,voor „ haar, onder zulke voorwaarden, nimmer „ de poorten geopend, 't Was, vervolgde „ hy, ook niet te verwonderen, datzovee- „ Ie gezindheden, als onder de vervolging „ des Pausdoms, hier te Lande, geweeft „ waren, in twintig of vyfentwintig jaaren, „ nog niet hadden können gebragt worden „ tot de Gereformeerde Kerke. Omze „ daartoe te brengen, behoorde men, zyns „ oordeels, de luiden niet zo fcherpelyk „ en op zo veele punten te ondervraagen, „ eer menze ten Avondmaal toeliet, noch „ te vergen de voorafgaande Predikatie by „ te woonen, waarin de Gemeente begree- „ pen werdt, by monde van den Predikant, ,» belydenis haars geloofs te doen; alzo vee- „ len zig bezwaard zouden können vinden, „ in 'tgeeven van eenen fchyn van toeftem- j, ming aan de leer der Predeftinatie, of „ aan eenig ander punt, waarvan zy, in „ hun hert, niet overtuigd waren. Gelyk „ 's Lands voorregten ook vorderden, dat „ men de vreemdelingen weerde uit de „ burgerlyke Regeeringe, waarom menze „ ten minfte den inboorlingen niet behoor- „ de voor te trekken; zo fcheen 't zeer on- „ gerymd, dat men 't bewind der Kerke „ toevertrouwde aan uitheemfche Ouder- „ lingen, die daar befluiten namen en wet- „ ten maakten over een volk, by welk zy |
„ de Gemeente begaven, met onderfchei-
„ ding van Schout, Burgemeefteren,Sche-
„ penen en Raaden, die zy, met kwalyk
„ toegepafte Schriftuurtekften, wel durfden
„ vervloeken. Op deeze wyze , werdt,
„ voorwaar ! der Gereformeerde Leere
„ meer nadeel dan voordeel toegebragt.
„ Immers, zouden de Wethouders niet van
„ verftand zyn, dat zy, die zig niet in alles;
„ naar de Kerke konden voegen, daarom
„ in zwaarigheid behoorden te komen. Zo
„ dit plaats hadt, dan zou de dwingelandy,
„ hier te Lande 3 niet ophouden; maar al-
i, leen de dwingeland veranderd zyn. Die
„ voorheen vervolgd werden, zouden nu
„ anderen vervolgen: en dat, daar men hed
„ bloed der Paufelyke vervolginge nog zo
„ verfch voor de oogen hadt. Eenigen,"
voer de Burgemeefter voort „ zouden, mis-
„ fchien, zyne redenen minder agten, om
„ dat zyne Huisvrouw de Predikatien der
„ Mennoniten ging hooren. Doch wat zon
„ men doen? Zy hadt, op zyne aanmaa-
„ ning, wel ter Kerke geweeft; doch ver-
„ klaarde, daar zo wel niet geftigt te wor-
„ den als by de anderen. Ook hadt hy die
„ met veelen, ook luiden van aanzien, ge'
„ meen, en 't verdiende noch lafter noch
„ ftraf. Hy fprak niet tegen, dat men dté
„ van den Gereformeerden Godsdienft»
„ voor anderen van gelyke bekwaamheid»
„ in de Regeering trokke. Doch hy meen'
„ de niet, dat men daarom alle anderen
„ mistrouwen moeft, en oordeelde , dac
„ men, blyvende binnen de paaien der voor;
„ regten, alleenlyk zulkenaan'troerrnoei1"
„ zoeken te krygen, die van eenen door'
|
||||||||||||||||||||
ftaa»"
|
|||||||||||||||||||||
»
|
|||||||||||||||||||||
XI. Boek.
|
||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||
4rr
|
||||||||||||||
ftaanden, goeden, eerlyken ,burgerlyken
wandel en voor opregte liefhebbers des Vaderlands, zo wel buiten als binnen de Gemeente, bekend waren. Van gelyken, behoorde men de Kerkelyke ordening ook zulks in te rigten, dat menze niet bonde aan 't gevoelen van luiden, die, van buiten ingekomen, de natuur van dit Land niet kenden; noch de Kerkentugt van Geneve op alle Landen pafte. Wat hem betrof, veelen wiften, dat hy altoos meer genegen was te gehoorzaamen dan te regeeren; doch, zyns ondanks, tot de Regeering beroepen, hadthyzynbyzon- der belang ter zyde gefteld, om zyn ge- moed , in 't bedienen van Stads zaaken, te beter te mogen voldoen, op hoop dat hy ook iet zou mogen bybrengen tot af- weering van 't Spaanfche juk, en tot be- jaaginge van't einde der Hollandfche wa- penen, naamlyk, dat men, nevens de verzekerdheid der belyderen van den Gereformeerden Godsdienft, ook alle anderen, die den zelvennog niet konden toeilemmen, en nogtans de laften des oorlogs hielpen draagen, zo zy zig bur- gerlyk en vreedzaam hielden, in gelyke ruft en vrede mögt handhaaven, en op eene Chriftelyke wyze verdraagen, tot dat menze, door leere en voorbeeld, op beteren weg gebragt hadt, zonder dat men zig, tegen eikanderen, veel min te- gen de Overheid, zozeervergreepe.Die onheufchheid was, tot hiertoe, door de vingeren gezien. Maar mogelyk hadt men hierom grooter onheufchheid te wag- ten. En Hollanders, en vooral Amfter- dammers behoorden wel te gedenken, dat, onlangs, onder de Spaanfche Re- geering , al wie zig niet hieldt by de Roomfche Kerke genoodzaakt werdthet Land te verlaaten, zo hy geen gevaar wilde loopen van goed en bloed te ver- liezen. Jammer zou 't dan zyn, dat zy, die gelyke elende hadden doorgeitaan, en zig gelykelyk tegen 't Spaanfch ge- weld gekant hadden, nu eikanderen ver- drukken zouden: of dat zy, die zig lieten voorftaan de magtigften te zyn, na dat men twintig of vyfentwintig jaaren vry- heid genooten hadt, zouden toeleggen op het mishandelen hunner medeburgeren, die onlangs, nevens hen, het kruis ge- draagen hadden, eeniglyk om dat zy,in al'e geloofspunten , niet met hen eens w.aren, of om dat zy hunne Kerkordening j}let in alles konden toeftemmen. Onder 416 Jooden zelven, werden verfchillende gezindheden geduld. De Gereformeerden t^o^ °°k niet allen op eenen tyd tot |
||||||||||||||
„ het verftandgekomen, waarin zy nu fton-
„ den. Waarom gunden zy anderen dan „ ook geenen tyd tot verandering, dien zy, „ of hunne ouders gehad hadden ? Aan de „ volmaaktheid der Overheid ontbrak nog „ veel. Maar de luiden van de Kerke, zelfs „ de Predikanten, zouden ook van zig zei- „ ven niet hooger gevoelen, 't Was dan „ onbetaamlyk, dat zy de Wethouders, by „ 't gemeen, zogten zwart en haatelyk te j, maaken. Zy behoorden zig, daarente- „ gen, in'tprecliken,voorzigtiglykenmaa- „ tiglyk.te gedraagen, zonder zig te diep „ en te vermetel te fteeken in 't ampt der „ Overheid, gelyk voor deezen gefchied „ was, met naame in de zaak der gewaan- „ de toverye legen dien baiansmaaker op „ 't water by de oude brugge, die van hier „ naar Middelburg was gaan woonen. In „ dit ftuk, hadden immers eenige Predi- „ kanten , zonder behoorlyke kennis van „ zaaken, zig zo diep gefteken, dat zy „ zig niet ontzien hadden, de Heeren van „ de Wet fterk aan te loopen, en genoeg- „ zaam op te ftooken: 't welk de Heeren, „ in een ftuk, dat uit zig zelf vol gevaars „ was, in veel bekommernis en nog groo- „ ter gevaar gebragt hadt. 't Was dan te „ wenfchen, dat de Predikanten zig,voor- „ taan, zo zeer mogten maatigen, dat de „ Wethouders minder moeite hebben mog- j, ten, om de goede gemeente in vrede en „ eendragt te regeeren." 't Vertoog werdt, den twintigften De-
cember, ook gelezen in de Vergadering van Schepenen, in 't byzyn van den Burgemees- ter Pieter Boom en van den Penfionaris El- len de Veer (V). En op den zevendenJa- nuary des jaars 159S, werdt de gevangen Fluweel werk er, tot tweemaalen toe, voor Schepenen, op verfcheiden punten, onder- vraagd. Hy beleedt „ dat hy, over twin- „ tig jaaren, te Wezel, daar hy twee jaa- „ ren gewoond, en het Linnen-trypwerken „ geleerd hadt, de Leer van Calvinus hadt „ toegeftemd; dat hy zig, te Antwerpen, „ daar hy 't zyden- en kaffe-weeven geleerd „ en omtrent een jaar gewoond hadt; in „ Frankryk en te Geneve, daar hy egter, „ by gebrek van werk, maar veertien da- „ gen gebleeven was, aan die zelfde leere „ hadt gehouden. Te Frankfort, daar hy „ 't paffementmaaken hadt geleerd, was „ hy getrouwd; doch hy hadt zig daar, „ vooraf, alzo zyne Vrouw Lidmaat was, „ in de Kalvinifche Gemeente moeten be- „ geeven,by welke hy zig gehouden hadt, „ tot
(c) Aantek. van den Heer C, f. HOOFT tyBJUNDT Re-
form. 1. Deel, ti. »ij-***» tlhh
|
||||||||||||||
159-
|
||||||||||||||
Vogel-
zang wordt voor Schepe-
nen ge- hoord. I598.
Zyne be*
kentenij. |
||||||||||||||
IL Deel«
|
|||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||
4i ■*
|
|||||||||||||||
PenfionarilTen, den zesentwintigilen January, '
en dus maar vyf dagen, voor dat hy, heb- web- bende twee jaaren agtereen geregeerd,»etee. ftondt af te gaan, in een wydluftig Vertoog,
ne uic'
wat hy oordeelde van de handelwyze,wel-v0eii»s
ke men omtrent Gooflen Vogelzanghieldt, t^o0t. en welke men, dagt hy, op gelyke gron-gI§ den, zou mogen houden omtrent alle ande-a ren, die van de Kerke verfchilden. Hy merkte aan „ dat Vogelzang, dien hy niet „ will immer gezien te hebben, zig, on-. „ aangezien zyne armelyke gelegenheid, en „ zwaaren lall van kinderen, zo hem van „ geloofwaardige luiden berigt was, altoos „ eerlyk gedraagen hadt. Hy was, om „ zyn tegenwoordig gevoelen, voor eenigen „ tyd, van de Gemeente afgefneeden. De „ Kerk hadt dan 't haare gedaan. Zy be- „ hoorde zig daarmede te vrede te houden, „ en den armen man niet meer moeilyk te „ vallen, 't Was gebeurd, dat iemant, on- „ langs, op den middag, ten zynen huize „ komende, zyne kinderkens , met zyne „ huisvrouw, op der aarde hadt gevonden „ leggen, God met geboogen knieën aan- „ roepende voor den eeten. Hieruit fcheen „ te blyken, dat hyze in de vreezeGods, „ naar zyne kennis, hadt opgebragt. Zou „ men nu den man, een' geringen vreemde- „ ling, van wien geen gevaar te wagten „ was, en met hem zyne vrouw en kinde- „ ren, die toch onfchuldig waren, zo veel „ doen lyden, eeniglyk om dat hy eenig „ zeldzaam en letterlyk gevoelen van 't „ Goddelyk wezen hadt; 't fcheen veel te „ hard , naar den aart en natuur deezer „ Landen. Hier, en door gantfch Europa, „zag men, in tafereelen en Kerkglazen» „ afbeeldingen van de Heilige Drie-een- „ heid, en byzonderlyk van God den Va- „ der, onder menfchelyke gedaante. Dit „ zag men over 't hoofd. Daarover viel „ men nimmer iemant moeilyk. Verilandi- „ gen mogten oordeelen, of het gevoelen „ deezes mans van de geftalte des Goddely- „ ken weezens al vreemder ware dan dat der „ Pausgezinden van hun misbrood, en dat „ derLutherfchen van hunne Allenthalven- „ heid. De Predikanten zogten , fomtyds, „ de Overheid ook tegen deeze Luiden op „ te hitfen: doch, zo men hen hoorde, „ zou men haaft binnens- en buitenslands „ tegen eikanderen, en tegen de Luther- „ fchen en Papillen, in oorlog raaken. Mogt „ David den Heere geenen tempel bouwen» „ om dat hy zo veel bloeds geltort hadt '■> „ 't was een jammerlyk misverlland, d& „ men nu leevende tempelen, door geweld „ en wapenen,lligtenwilde. GodslaïlerM „ werdt, onder 't oude Verbond, met de „ dood
|
|||||||||||||||
„ tot in 't jaar 1591. Toen was hy naar
„ Wezel, voorts naar Amfterdam verreisd; " en, zes of zeven jaaren geleeden, naar ',', Londen vertrokken, met goed getuige- , niffe van de Gemeente der Kalvinifche Leere in deeze Stad. Te Londen hadt hy zig by de Walfche Gemeente willen " begeven; doch om dat men hem daar, ',' volgens gewoonte , belydenis zyns ge- f, loofs hadt afgevergd, hadt hy zigby de „ Duitfche Kerke vervoegd, daar men zig, „ met het Amfterdamfch Getuigfchnft , te vrede gehouden hadt. Doch hier, * twee of driemaal, het Avondmaal genoo- ten hebbende, hadt hy zig van de Ge- " meente onthouden, tot eenen der broe- 1, deren zeggende, dat hy zig bezwaard „ vondt. Eenige Kerkendienaars waren „' toen, verfcheiden reizen, by hem geko- „ men, om hem nader te onderregten: 't „ welk niet gelukt zynde, hadden zy hem, ',', eindelyk, afgevraagd, of hy by hen wilde „ komen, en by zyn eerlle geloof blyven, „ of volharden in zyne verandering? waarop „ zy antwoord hadden begeerd. Maar hy, „ vreezende in hegtenis te zullen genomen „ worden, was, na negen maanden ver- „ blyfs, van Londen vertrokken, en weder- „ om hier ter Stede gekomen. In zyne „ jeugd, hadthy, te Utrecht, Latyn ge- leerd , en was tot het zesde fchool geko- ,', men : doch federt hadt hy zig zó wel „ geoefend, dat hy die taaie redelyk wel „ verftondt. Over vier jaaren, hadt hy „ Griekfch leeren leezen, van iemänt, die „ 't hem ook uitleide , en voor anderhalf jaar, hadt hy ook iet in 't Hebreeuwfch " gedaan. Niemant hadt hem gebragt, of „ vermaand tot verandering zyns eerften „ geloofs; maar hy hadt het van zig zelven „ gedaan; konnende hy niet begrypen, dat „ God almagtig, naar zyn Goddelyk we- „ zen, overal was: 't welk hy, te Londen „ en hier ter Stede, (taande gehouden hadt. „ 't Boekje, genaamd het Licht der Waar- „ beid, bekende hy gefchreeven te hebben, „ en te houden voor de belydenis zyns „ geloofs ; waärby hy volhardde. In 't „ Handfchrift, waar naar dit boekje gedrukt „ was, hadt hy eenige woorden doorge- „ haald, om dat de drukker zwaarigheid „ gemaakt hadt, omze nä te drukken (d)." Na 't hooren van deeze bekentenis, neig- den eenige Heeren tot ftrengheid. Ook werdt gearbeid om den gevangen naar den Haage te voeren. Doch Burgemeefter Hooft vertoonde Schout, Burgemeelteren en Sche- penen , in de tegenwoordigheid der twee (d) Ctfhte&ebivan j$97 «« i*58- /'8i, 83- Jy Bhandt
J. Deel, il. 8z*. |
|||||||||||||||
1598.
|
|||||||||||||||
Eenige
Heeren neigen
tOD
ftreng-
heid. Burge-
|
|||||||||||||||
XI. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
413
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»598.
|
3, dood geflraft; doch ook Afgodery, 't
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Predikanten hier toeginge, wiften zy, die * <o8
daarover geroepen werden. Ook hadden y eenige Predikanten wel een gedeelte der aalmoeffen durven eifchen, om het, bui- ten kennis der Diakenen, te befteeden naar hun goeddunken, 't Gezeide ftrekte nogtans niet tot verwy t; maar om te doen |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
33
3> S> 3) 33
3» 33
33 »» SS
J3
»> 33 3»
35 33
3»
33
3> 3> 33
3)
3>
3»
3>
»3
33 »3
S>
»I 33
»I
33
33
33
»
33
>3
3)
33
33
33
33
33
33
33
3)
33
3>
>>
»
»>
33
33
33
33
»3
33
»3
|
vloeken der Ouderen, Overfpel en an-
der kwaad, daar nu mindere ftraffen op flonden. En zou men nu met de dood willen geflraft hebben,'t gene de Predi- kanten Godslaflering noemden; dan mögt men de Roomfch • Katholyken, de Lu- therfchen, de Mennoniten, de Geefldry- vers, en allen, die 't met de Kerk niet eens waren, wel aan zulke flraffe onder- werpen , om dat zy genoegzaam allen, by de Predikanten, geoordeeld werden, fchuldig te zyn aan Godslaflering. Alde- gonde zogt de Staaten op te hitfen, om de Geefldryvers te vervolgen , en hy hadt, te vooren , de Stenden van Duitfch- land gezogt tot mededoo'gen te beweegen met zulken, die door Alva vervolgd wer- den. Maar waren deezen allen Gerefor- meerden? Immers, neen. Men zou zeg- gen , dat de Spanjaard ten onregte ver- volgde; en dat wy 't met regt zouden doen. Maar zo fpraken Papillen en Lu- therfchen, en allen, daar zy de magtig- flen waren. Zo men dan dien weg in wilde; 's Lands ondergang flondt voor de deur. Wilde men deezen Vogelzang, om zyn te letterlyk, den Geefldryveren, om hun te geeflelyk verflandvanfommi- ge dingen, te lyve; zo zou men dé ver- volging aan twee uiterflen beginnen, en veelligt, in 't kort, nader komen, zo 't fbmmigen Predikanten naar den zin gaan mögt. Beter was 't, dat men den Ker- elyken eens ernflelyk aanzeide, dat zy ig hadden te houden binnen de paaien an hun beroep. Die luiden konden zig ezwaarlyk maatigen, als men hun te eel inruimde, en verwekten niet flegts ervolging tegen andere Gezindheden; aar ook beroerte onder de hunnen, en pfland tegen de Overheden. Zy waren t 3 die , ten tyde van Leiceiler , de efte Wethouders met den vinger aan- eweezen, en, door 't ophitfen der Ge- eente , in gevaar van lyf en leeven ge- olpen hadden, niet om datze in 't fluk er Leere veranderd waren; maar om atze niet regeerden, naar den zin van mmige Kerkelyken. Of de Predikanten, ier ter Stede, zig ook niet fomtyds on- aardiglyk gedraagen hadden tegen de wgemeeflers; dan, met te zeggen, dat et aan de Heeren niet flondt, hun te be- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zien,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
33
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dat ook op die van de Kerke wel
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wat te vinden zou zyn, zo 't Land mee
het verwekken van tweedragt kon ge- diend worden; en dat het zorgelyk was, zo geheel op menfehen te bouwen.'t Was nu zeftien jaaren geleeden, dat Schepe- nen , over zekere zaaken, den raad der Predikanten begeerd hebbende , een fchriftelyk antwoord ontvingen, 't welk genoegzaam inhieldt, dat de perfoon,. wien 't aanging, behoorde te flerven; maar 't verftand der Regteren verfchilde zo veel van dat deezer raadgeeveren, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3»
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
J)
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dat men hem, zonder eenige fchandftraf-
fe, losliet. Zo men vervolgen wilde behoorde men zyn regt daartoe, met klaare plaatfen uit het nieuwe Verbond, te toonen. Maar die waren 'er niet. En over den zin der Plaatfen uit het oude Verbond, die men tot dat einde bybragt, verfchilden de geleerden. Zulken, die zig zo vafl hielden aan de Predeftinatie, voegde 't vervolgen allerminfl; want zo die grond hadt, moeft immers elk ko- men, daar hy befcheiden was. Men will ook wel, hoe bezwaarlyk het Geregt deezer Stede, van het begin der tegen- woordige Regeeringe af, hadt können befluiten , om dieven ter dood te verwy- zen; en hoe de bedenkelykheden daaro- ver, naderhand, aanleiding gegeven had- den , tot het opregten van het Stads Tugt- huis; en zou men nu zo ligt van doolin- gen halszaaken maaken ? Immers, was 't, onder ons, een algemeen gevoelen, dat men hier niemant eenig leed om zyn ge- loof behoorde aan te doen: en dit gevoe- len fleunde op het algemeen oogmerk van het aanneemen der wapenen, 't ver- werven van vryheid van Godsdienfl, en op herhaalde verklaaringen der Gerefor- meerden. De Wethouderfchap van Am- flerdam behoorde, ten minflen , in 't vervolgen niet voorbaariger te zyn dan die van andere Steden, op dat zy niet fcheene te treeden in de voetftappender voorgaande Paapfche Wethouderfchap. Men bragt, tegen Vogelzang, i"3dat hy zyne dooling niet flegts geloofde; maar ook zogt voort te planten. Doch dit was natuurlyk, en gefchiedde ook door de Predikanten, en door elk omtrent het gene hy voor waarheid meldt. Menzeide |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aften iemant, op eenen buitengewoonen
|
'3
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
d en na de avondpreeke, te trouwen;
n dan, dat de Heeren meer Predikanten erJchaffen moeden, zo zy in diergelyke nd ëenoorzaamd wilden zyn **nogten |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3)
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'aeren oordeclsn. Hoe 't verkiezen der
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hhh 2
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ook
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||
II. Deel.
|
|||||||||
„ twintig jaaren moordens, wierp men 't i$9
„ Spaanfche juk van den hals. Vogelzangs „ gevangenis hadt Burgemeeiler Hooft, in ,, 'teerft, bekommerd, zo om de vreemd- „ heid van 's mans gevoelen, als om dat hy „ zag, dat eenige Heeren zo hevig tegen „ hem waren. Doch naderhand befpeuren- „ de, hoeonvriendelyk de Predikanten zig „ gedroegen tegen allen, die 't met hen niet „ eens waren; ook hoe eenige vreemde Le> „ demaaten der Gereformeerde Kerke, on- „ langs, zonder verlof van Burgemeelleren, „ gegaan waren in de huizen der Mennoni- „ ten, om hen, huns ondanks, over hun ge- „ loof moeilyk te vallen; fchoon die y veraars „ zeer wel willen, dat de Mennonitifche „ Vergaderingen, door 't geheele Land , „ by de Heeren Staaten en Wethouders der ,, Steden, geduld werden; hadt hy niet an- „ ders können befluiten, dan dat de ver- ,, volging, eens begonnen zynde, allengs- ,, kens voortdaan zou tot allen, die 't met „ de Gereformeerde Kerke niet eens waren, ,, en wien nogtans zo veel gelegen lag aan ,, 't wederftaan des Spanjaards, als de aller- „ belle onder hen. Maar om deeze goede „ luiden zo eng te bepaalen, als de Kerke- „ lyken fcheenen te willen, hadt zyne Geu- „ zery nimmer geilrekt, en flrekte 'erook „ nog niet toe. De Kerk genoot thans veel „ meervryheid, dan zy, in den aanvang „ der beroerten, hadt durven hoopen. Daar- „ mede behoorde zy zig te vrede te houden. „ Toen zogt men niemant de wet teilellen „ in geloofszaaken. Waarom zou men 'c „ nu doen? De zeden der andersgezinden „ waren niet erger dan die der Gerefor- „ meerden, zo dat men hen, ook om deeze „ reden, niet harder behoorde te handelen.. „ Redelyker, en voor 's Lands welvaart „ dienfliger was het, dat men, volgende „ den ouden voet van Regeeringe, niemant „ over Geloofszaaken moeilyk viele; maar „ elkanders doolingen ten goede hielde, als „ komende alleenlyk ten lalle van hem, ,, dienzc bezwaarden. Dan zou men een- „ dragt in den Staat behouden,enelkande* ,, ren de hand blyven bieden, in 't weder- ,, liaan van den algemeenen vyand: daar, ,, zo zy, dienaar nieuwe vervolgingfchee- „ nen te haaken, hunnen wenfch verkreß' „ gen, het verval van den Staat onvermyd' „ baar was." Ten befluite , verzogt de Burgemeeiler „ dat niet op zyn perföon» „ maar op 't gene hy gefproken hadt ge' „ zien mögt worden, en dat men alles Ü1 „ opregtheid en zonder vooroordeel ovef" „ weegen mögt ; dan zou , hoopte hy * „ God eene genadige uitkomft geeven' „ en men de oude fpreuk waar bevindepj |
|||||||||
„ ook, dat by de Staaten beflooten was,
„ den man naar denHaage te doen voeren, „ Doch dit befluit fcheen, naar 't goed- „ dunken van eenige Predikanten en God- „ geleerden, doorgedreeven te zyn, door „ eenige Leden, die deezer Stad niet gun- ,, flig waren, en waarfchynlyk diergelyk „ eene vervoering, tot hunnent, niet gedoo- „ gen zouden. Ook bleek, uit verfcheiden ,, voorbeelden, en vooral uitdeOrdonnan- „ tien op het herren der Convoojen en Li- „ centen, en op het beveiligen van de zee, „ dat eenigen gaarne Wetten hielpen maa- „ ken,diezyzelven niet dagten te houden. „ Veeliigt, dagt men ook, in den Haage, „ dat de gantfche Regeering deezer Stad eens was, oirfVogelzang hard te handelen. ,, Doch Burgemeeiler Hooft kon niet goed- „ vinden, dat menden man, tot bederf van „ zyne vyf kinderkens en van zyne zwangere „ huisvrouwe, in den Haage deedeopilui- „ ten. De Oud-Burgemeeiler , Doftor „ Maarten Kofler, hadt, al voor elf jaaren, ,, by zekere gelegenheid, beweerd , dat de 3, Overheid,in geloofszaaken, geen gezag „ altoos hadt over de onderzaaten. Dat was „ ook, van 't begin des oorlogs af, beweerd „ geweeft. Was dit gevoelen goed geweeft, „ toen 't ons tegenging; 't behoorde, met „ onzen voorfpoed, niet ten kwaade veran- ,, derd te zyn. Uit het Gefchrift der Ker- 0 kelyken, in Maymaand laatilleeden over- „ gegeven, was wel te zien, dat zy zogten „ te wege te brengen , dat niemant van „ andere gezindheid dan zy- zyn veriland „ aan anderen zou mogen mededeelen: 't „ welk zy noemden, zyne dwaaling ilrooi- „ jen , en de Gereformeerden onruftig „ maaken en bedroeven. Dat zou eenigen „ fchyn hebben, zo die menfchen zelven „ van hunne dwaaling overtuigd waren. „ Doch zy hielden zig zo vaft verzekerd, 3, dat zy de waarheid geloofden en leerden, „ dat veelen hunner niet gefchroomd had- „ den, zig, ten tyde der Spaanfche Regee- „ ringe, om't voorflaan hunner Leere , aan ,, den fmertelykflen dood over te geeven. „ Zo men hun, nogtans, 't verfpreiden „ hunner Leere beletten wilde , zou te „ bezien Haan, met wat middelen ? Zeker- „ lyk, zou men zeggen, door de magt der „ Overheid, als men 't door geene onder- „ regtingen en vermaaningen doen kon. „ Maar zou die magt zig regelen naar eeni- „ ge wetten der Schriftuure ? Of zou j, men eenige nieuwe Wetten en Plakaaten „ maaken, en die ten itrengfle zoeken uit „ te voeren ? 't Laatile deedt Filips; doch „ wat won hy 'er mede ? De zogenaamde „ Ketterynam toe, en na twintig of vyf en |
|||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||
XI. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||
415
|
||||||||||||||||||||||||||||
*59S. j) dat de onderlinge verdediging de veiligße
v0 » « O)-"
gjfel' In zekere aantekeningen des Heeren Hooft,
iv0lädr t lang na deezen opgefteld, verhaalt hy, dat
SN uit 'er> ten deezen tyde, reeds twee Wethou- ^et, ders te Amfterdam waren, die verftonden, dat men den ketters behoorde te vervolgen. Doch hy voegt 'er by, dat de een, zo hy nog een- of twee en twintig jaaren geleefd hadt, door zyne eigen wet, zou veroordeeld geweeft zyn, alzo hy wel den Gereformeer- den Godsdienft beleedt; doch, in't ftuk der Predeftinatie , van 't gevoelen der genen was, die men toen met Piakaaten bezwaar- de. Ook maakte, fchryft hy,het verklaa- ren van dit Leerftuk naar 't gevoelen van Calvinus en Beza, dat lommigen , en hy Zelf zig niet tot de Gemeente begaven; alzo men hem verpligten wilde, om nimmer met anderen van zyn gevoelen over deeze Leere te handelen, ofte fpreeken; 't welk hem naar te groote dienftbaarheid fcheen te fmaaken, om welke te ontgaan, hy jaaren lang buiten 's Lands gezworven hadt. On- dertuflchen, hadt hy Vogelzang niet t'ee- nemaal können bevryden. Den gevangen werdt, den negenentwintigften January,by myne Heeren van den Geregte,gelaft, bui- ten de Stad en de Vryheid derzelve eene *nyl in 't ronde te vertrekken , zonder daar wederom binnen te mogen komen, dan met Verlof van dezelfde Heeren, onder bedrei- ging van te zullen gebannen worden. Som- migen willen ook, dat zyn Boekje, bet Licht ??>*A Waarheid, door beuls handen, verbrand lj;tV,]ferdt- Vogelzang voldeedt aan dit vonnis; «{' Woch geraakce, nog dit zelfde jaar, onder iu Jm t regtsgebied van den Baljuw van Kenne- teiis5g' jöerland, wederom in hegtenis. Te Haar- l\' m gevangen leggende, bragt men hem zo Vck^u61*6' dathy, den vyfentwintigften Oclo- t^hl tT' verfcheiden'zyner gevoelens, fchrif- C2. ^.» herriep, en nu beleedt „ dat God Mc"!)s. J' "iet hghaamlyk was, gelyk een man; dat >> Adam en Eva beide Gods beeld gehad hadden, en niet Adam alleen, en dat het 3> zelve beïtondt in de heerfchappy over IJ aHe de fchepfelen; dat Gods Zoon eeu- " wig was ^ ^-ien ny te vooren géfteld hadt '! niet eeuwig te zyn; en dat de Vader, de ! Zoon en ^ Heilige Geeft, God zynde, " niet drie Goden, maar één God waren: '5 «at hy den Kinderdoop ook voor onregt ,': ?}«& te houden , waarom zyn jongfte 1 Kind nog ongedoopt was; doch dat hy 't ' nu, in de Gemeente, wilde laaten doo-
|
||||||||||||||||||||||||||||
„ komen, en zig verder Jaaten onderreg- I59g.
„ ten." Vyfdagenhierna, zondt hy nog een gefchrift uit, waarin hy 't voorgaande, met Schriftuurplaatfen en redenen, beves- tigde. Ook badt hy de Wethouders en Dienaars des Goddelyken Woordszeeroot- moediglyk om vergiffenis, bekennende, zig, met het uitgeeven van zyn boekje, zwaar- ïyk bezondigd te hebben, 't welk hy fmeek- te, dat God, en allen, die hy daar door geërgerd hadt, hem vergeeven wilden. Se- dert , werdt hy ontflaagen, zonder dat my gebleeken is, op welk een'voet(/). Doch Hy komt zyne Huisvrouw verkreeg, den veertienden wederom November, by de Heeren van den Gereg-^e Am" te der Stad Amfterdam, dat hy, voor eerft, rdam- wederom in de Stad verblyven mögt (g). Wat 'er, alhier of elders, verder van hem geworden zy, is niet tot myne kenniffe ge- komen. |
||||||||||||||||||||||||||||
Het Tugthuis hier ter Stede, waarvan de Mann
Burgemeefter. Hooft, in zyne jongfte re- en Vr |
en-
ou- |
|||||||||||||||||||||||||||
de ten behoeve van Vogelzang, gewaagd wen-
hadt, was, in 't jaar 1596, opgeregt.Een 7"^" gedeelte van 't Clariflen - Kloofter op den hier ter Heiligen Weg werdt 'er toe gefchikt. Wy Stede, zullen-'er, hierna, in de befchryving van °Pge- de openbaare Gebouwen der Stad, omftan-regt" diger van handelen. Ook ftellen wy tot die befchryving uit te gewaagen van het Vrou- wen-Tugthuis of Spinhuis , waartoe, niet lang na het fügten van het voorgaande, het S. Urfulen - Kloofter bekwaam gemaakt werdt. Het werdt, door de Staaten van Holland, reeds op den agtften September deezes jaars 1598, even als andere Gods- huizen , met vrydom van 's Lands Importen befchonken (h). Men bevondt, inden aanvang deezes De Gods-
jaars , dat fommige Godshuizen hier ter huizen Stede meer laften dan inkomften hadden, moeten terwyl anderen meer inkreegen dan zy uit-e"'a"de' gaven. De Vroedfchap befloot, derhalve, derftei}? „ dat Burgemeefteren, die," zo luidt denen. Refolutie „ Opperfle Voogden waren van „ den Armen, ende Godshuyfen, binnen dee- „ ze Stad wefende, fulcx dat fy vermogten, „ daer over te flellen alfukke perfoonen tot „ Regenten, als zy luyden geraden vonden; „ de te kort komende Armen-Comptoiren, „ uit andere meer vermogenden , zouden „ mogen onderfteunen, tot dat zy in ftaat „ geraakten, om de penningen, waarmede 5, men hen te hulp gekomen was, wederom „ te rug te geeven (/')."
De
|
||||||||||||||||||||||||||||
(f) Aantek. van den BereC*. HOÓïT «mi D. VAN
SAK« ty BRANDT I. »«''""Üj'l' f , , |
||||||||||||||||||||||||||||
» w ld Z° dra hy los zyn zou' Voorts
|
||||||||||||||||||||||||||||
u«e hy geduuriglykindevermaanin
|
igen
|
(g) Juftitieboek, hgi«*e»4< 4 May im. ƒ. I07 by-
|
||||||||||||||||||||||||||
Dbandt als bavt», il. 83*.
^•'! Ä" f" «W* C * KOOÏT iy RaANDT I. fö kS'vS. *■ f « *"* UM. ƒ. ,„ vtrßi
'£ä*- Handv. U. z67.
|
||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS IL Deel
|
||||||||
4i6
|
||||||||
tuflehan Holland en Zeeland, deeden die i$99
van Dordrecht, onder anderen, belooven,,3erKi',e dat alle Schepen, Schuiten en goederen,va" s° van Gouda, den Yffel af, door de gemelde na** Kille, gevoerd wordende, Kanthout, Krom-tu hout en eeken planken uitgenomen, zo vry zyn zouden van het Dordrechtfche Stapel- regt, als of zy door de Spuije gevoerd wer- den: zullende zelfs deOofterfcheenNoord fche balken, uit de Noordzee in deeze Larï den gebragt, vry zyn, 't zy dezelven-gekant, of rond waren. De A£r.e, door de Wethou- derfchap hier van verleend, en den eenen- dertigften December deezes jaars 1599 ge- tekend, is,om het groot belang, welk Am- fterdam by deeze Vryheid hadt, onder de Privilegien deezer Stad, geplaatft,. en in 'c licht gegeven fj>). ,e. Omtrent deezen tyd ,of wat eerder, hadt P"^
zig eene nieuwe gezindheid van Engelfche J|V Hervormden, te Amfterdam, nedergezet,^^ die naar de puurheid of zuiverheid , welke zig !*r zy voorgaven, Puriteinen, en naar Robert A1" tt> Browne, eenen hunner voorgangeren,Brovi l!alf( nifien of Bruiniflen genaamd werden. Zy hadden zig , reeds in Engeland , van de openbaare Kerke afgezonderd, en waren hierom van Koningin Elizabet verdreeven uit het Ryk. Hier ter Stede, hieldenze, met oogluiking der Wethouderfchap, Gods- dienftige byeenkornften, onder anderen in de Barndefteeg, daar nog een gedenkteken derzelven, in den naam der Bruinifien-gang, overgebleeven is. De Conreclor der Latyn- fche Schoole aan de oude zyde was, voor deezen , Ouderling hunner gemeente ge- weeft; doch, federt, tot de openbaare Ker- ke overgegaan: en deezen zogten zy, in dit jaar 1599, wederom tot zig te trekken, door zeker gefchrift, waarin zy reden ga- ven van hunne afzondering, onder ande- ren klaagende „ over de verwardheid der „ Amfterdamfche Kerke, waar, zeidenze, „ de geheele Gemeente nimmer faroen-ver- „ gaderde; de Dienaars den dag. des Hee- „ ren nimmer met het volk heiligden , e« „ men tot den doop ontving het zaad van „ zulken, die nimmer Leden der zigtbaare „ Kerke geweeft waren." Voorts, vonden zy vreemd „ dat men God dagelyks diende „ in de Kerken des Antichrifts" (zo noem' denze de Kerken, die voorheen door d* Roomfchgezinden gebruikt geweeft waren)» „ dat men daar de huwelyken beveiligde > „ die niet tot den Kerkelyken dienft, ma^ „ tot de burgerlyke regeering behoorden' „ dat men feeftdagen onderhield, ter ge' „ dagtenifle van Chriftus geboorte, opft»11' 5J din£
(?) Handv. il, »y, [tój.]
|
||||||||
1^q8 De Engelfche Koopluiden, Avanturiers
~ c 4 genaamd, zig , federt eenige jaaren, in Sek! de Duitfchland hebbende nedergezet, waren, Engel- ter oorzaake van zeker verfchil, welk de fche Duitfche Koopluiden in Londen met de En- Koop- Keifche Regeering hadden , genoodzaakt Ä- geworden , Duitfchland te ruimen Ver- fiersgs- fcheiden Hollandfche en andere Steden ga- naamd, ven zig veel moeite, om hen naar haarent te her lokken: ook Amfterdam, daar men, in Ju- wentöly deezesiaars.beüoot, hun keur van plaats tot eene Halle of wooning toe te ftaan, en hun, onder anderen, het Kloofter van S. Maria, of het oude zyds Huiszitten -nius in de Nes of het Kloofter van S. Katharina Op denFluweelen-burgwaï, of het ronde Be- gynhof aan te bieden (£). Doch deeze aan- biedingen vonden geenen ingang. De En- gelfche Avanturiers floegen zig, eerlang, te Middelburg in Zeeland neder (/). Aanwas De Vaart op Ooftindie werdt, dit jaar, der Vaart hier ter Stede , fterker voortgezet. De op Ooft- cmpagnie van verre, den Schepen en Raad ^ Gerrit Bickerin haare gemeenfehap ontvan- gen hebbende, hadt zig, federt, vereenigd meteene andere Maatfchappy, beftaande uit Fincent van Bronkbarfi, Simon Janszoon Fortuin, Govert Dirkszoon, Kornetts van Kam- •pen, Jakob Tbomaszoon, Ettert Simonszoon Jonkbein en Jan Hermanszoon, allen Koop- luiden hier ter Stede. De vereenigde Maat- fchappy bragt, nog in dit jaar,agt fchepen in zee, onder bevel van Jakob Simonszoon van Nek, van welken 'er vier, binnen vyf- 'iS99' tien maanden, met eene aanzienlyke party Peper en Nagelen, die zy te Bantamgelaa- den hadden, te rug kwamen. De anderen vier, die Amboina, Banda en Ternate be- zogt hadden, kwamen, eerft in 't jaar iöoo, in 't Vaderland te rug (m). Naar de Weft- indien was, in 't jaar 1598, van hier, ook meer dan één togt ondernomen («). De Vroedfchap befloot, reeds in November des jaars 1599» de oude Ooßindifihe Com- pagnie, gelykze genoemd werdt, en de fa- mengevoegde Compagnie, handelende op Guinea , voor eenige jaaren, te geryven ieder met eene erve op Raapenburg aan 't Ryfenhooft, responderende aan 'f Te (0), daar de Ooft- en Weftindifche Maatfchappyen nog tegenwoordig haare Pakhuizen hebben. Amfter- De Staaten van Holland, omtrent deezen dams be- tyd, de Kille, loopende door de Landen en lang by 't gorfingen van Bonaventura, hebbende doen vaarbaar ueicwaam maaken tot eene gemeene vaart
waaleen (k) Refol. Vroedfch. N. | i 7*ly ij9g. f. 2}+K
il) Vaderl. Hift. JX. Deel, hl. s enz. (w)Eerfte Schipvaart van JACOB VanTOeck, il. 7,g, 17 , 10,17. 41, (n) Vadeil. Hift. IX. Deel, II. IJS , U9 , I»i (*) Refol. Yioedfch. N. g 8 Nov. WS. f. »»+• |
||||||||
XI. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENIS« E.N.
|
|||||||||||||||||||||||||||
417
|
|||||||||||||||||||||||||||
ß99- 5, ding en hemelvaart; dat men, jaarlyks,
„ de Ouderlingen veranderde , in plaats „ vanze te laaten aanblyven enz." Men zogt, van de zyde der Gereformeerden , deeze luiden , door redenen , tot andere gedagten te brengen. Doch alle poogingen waren vergeefs (q). Zy werden, eindelyk, in de Noordhollandfche Sinode, die, in 't laatft van Juny des jaars iöoi, te Amffcer- dam, gehouden werdt, voor Scheurmaakers verklaard (r). Sedert, verminderde hun getal flerk, fchoon 'er, veele jaaren laater, nog overblyffels van deeze Gezindheid, 1)8 te Amflerdam, gevonden werden.
ttinu°r^e De jongfte vergrootingen en verfterkin-
S? tooU ëen der Stad hadden de oude muuren en
Poorten derzelve, langs de ooftzyde van
|
|||||||||||||||||||||||||||
fident en Raaden van Holland,Zeeland en 1600.
Friesland, was, reeds in 't jaar 1595, een op de Plakaat uitgekomen op 't fmk der Jagt en Wilder- Wilderniffe (af).; welk men, tot hiertoe, te nifren Amfterdam, nog niet hadt willen laaten af- ™dc. kondigen, om dat men 't nadeelig hielde te Ja" SS' zyn aan de burgerlyke vryheid der ingeze zekere tenen, die, onder anderen, volgens het zei- bepaaiin- ve, door de Bedienden der Jagt, onder het f |£oaf- Regtsgebied der Stad, gevat, en voor eenedjgd> vreemde Regtbank van Houtvefter en Mees- terknaapen te regt gefield konden worden. Doch op den agtentwintigften April des 1601. jaars 1601, befloot men, eindelyk, tot de afkondiging, onder uitdrukkelyke verklaa- ring nogtans „ dat de ingezetenen aan ze- „ kere Artikelen van het Plakaat niet zou- „ den gehouden zyn, en vooral, dat zy, „ binnen de StadofderzelverRegtsgebied, „ niet zouden mogen agterhaald, noch zo „ men hen al buiten Stads gebied agterhaald „ hadt, elders dan ter eerfter aanleg voor „ Schepenen te regt gefield worden." En met diergelyke uitzonderingen zyn, nader- hand , de Plakaaten op de Jagt en Wilder- niffe, ook doorgaans, zo niet altoos, hier ter Stede afgekondigd geworden (y). De aanhoudende Spaanfche oorlog hadt, Dwaaze
federt eenigen tyd, hier ter Stede, gele- Wedden- genheid gegeven tot ongerymde wedden- fchaP"
e, ° ° 1 • o J • pen, nier lenappen op het inneemen van Steden en [er Ste-
Sterkten, op het leeven of de dood van de, ver-
Vorflen, en diergelyken. 't Geregt, be-booden- fpeurende dat zulke weddenfehappen twee- dragt verwekten in de Stad, en nadeelig wa- ren voor de huisgezinnen, verboodt dezel- ven by eene Keure van den agtften Decem- ber, en verklaarde dat men 'er geen regt op zou doen (z). Ook fchynt het, dat de meeften, federt, deeze dwaasheid vaaren lieten. In den Zomer deezes jaars 1601, was de Peftziek-
Peft te Amfterdam, zo wel als door gantfehte hier Holland, zo fel ontfteken, dat de gewoo-terStede' ne Kerkhoven om de Kerken de menigte der dooden niet bevatten konden, waarom be- flooten werdt,het plein van 't Karthuizers- Kloofter, daar de Kerk plagt te ftaan, de bleekvelden van 't ronde Begynhof, en de ledige plaats van't Gafthuis, ten weiten van de Stede,daar de nieuweNonnen-Kerk plagt te ftaan, tot begraafplaatfen te ge- bruiken (0). De pelt hieldt aan tot_ diep 1602. in 't volgende jaar; waarom, reeds m de Lente, beflooten werdt, nog een Pefthuis te bou-
(*) Zie Gioot-Plakaatb. f Veel, col. 1336.
(*.) Handv. bl. 507. [*«'■]
(«) Refol. Vioedfch. N. g 2$ Uug. iff0T% ƒ, 3JJ-
|
|||||||||||||||||||||||||||
tde
|
|||||||||||||||||||||||||||
n den Singel en langs de weftzyde van den
|
|||||||||||||||||||||||||||
dce?16'1-Kloveniers-burgwal , noodeloos gemaakt.
|
|||||||||||||||||||||||||||
af.
|
|||||||||||||||||||||||||||
!■<
|
|||||||||||||||||||||||||||
'V men befloot, de muuren, de meeile too-
|
|||||||||||||||||||||||||||
f ens, en eenige poorten af te breeken; 't
zy dat men ongeraaden vondt, de Stad met zo veele koften tevens te bezwaaren; 't zy dat men met dit werk draalde, om de ge- ërfden langs de veften te gemakkelyker te doen befluiten, tot het voldoen der pennin- gen, waarop hunne huizen gefchat werden, uit hoofde der verbetering, die zy, door ï(j het af breeken der muuren en toorens, be-
°°- kwamen. In 't begin des jaars 1600,werdt beflooten, het af breeken der oude muuren, nog eenigen tyd, uit te ftellen (j). Doch in September daaraan, befloot men, daar- mede voort te vaaren, en de fchamele ge- meente, die onder de boogen in de muuren woonde, by tyds te waarfcbuwen (/)• 't Werk werdt, aan de oude en nieuwe zyde te gelyk, fterk doorgezet, in 't jaar 160r. In 't jaar 1602, voer men 'er mede voort: en in 't jaar 1603, werdt het geheellyk vol- trokken (u). De geërfden aan de oude ves- ten werden toen, volgens een befluit van den Raad, reeds in 't jaar 1600 genomen 00 j op zekere fomme gefchat, die zy, of in geld, of in rentebrieven ten behoeve dei- Stad, tegen den penning zeftien, opbren- gen moeiten O): 't welk de meeften ge- reedelyk deeden, om dat zy, door 't af- breeken der muuren, niet flegts eenvermaa- kelyk uitzigt, maar ook een' vryen op- en %k^t afflag verkreegen hadden.
Op den naam van Prinfe Maurits en Pre-
(?) Zie Brandt Reform. I- Deel, bl. 843 enz,
)r) EiiANDT II. Deel, bl. *i- yj Refol. Vioedfcii. N. | 17 Jan- I6o° ƒ• 291 verfi.
yj Refol. Vroedfch N. g- 13 SeP{- ISo»-"ƒ• jn. ƒ. 3 Rero1- Vroedfch. N.K z 7aK- 16oz- 12 Maart K03. tv) *!¥",> *zz vtrf°-
tJ\tl- Vl0«ltch. N. I t7 Asv' is«»./-. 321.
■ • W, /, io8 verjt. |
|||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4ï8
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i6o2«
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
houwen (F). Ook kwamen 'er verfcheiden
Keuren uit, ter gelegenheid deezer befmet- telyke ziekte, 't Was, tot hiertoe, hier ter |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
opregtte, waardoor de handel grootelyks
benadeeld werdt. De algemeene Staaten beflooten, derhalve, alle deeze Maatfchap- pyen tot eene algemeene te vereenigen, die, den twintigften Maart deezes jaars, Oetroi verkreeg, om alleen op Ooilindie te han- ,ee\ delen. Zy was verdeeld in zes Kamers, ^f tVn- eene te Amfterdam, eene in Zeeland, twee'^e:ii&; op de Maaze, of te Delft en te Rotterdam, mere« 'a en twee in't Noorderkwartier, ofte Hoorn è&^ ' en te Enkhuizen. De Kamer te Amfterdam hadt de helft in de gantfche Maatfchappye: Zeeland een vierde, en de andere vier Ka- mers ieder een zeftiende (g). Op 't aan- houden der Stad Amfterdam, hadden Bur- gemeefteren aldaar, den zeftiendenMaart, het regt verkreegen, om voortaan de ver- kiezing van Bewindhebberen te doen, uit een driedubbel getal van bevoegde Perfoonen, die door Bewindhebbers, en , volgens eene laatere fchikking, door Bewindhebbers en Hoofddeelgenooten, benoemd waren:welk regt ook aan Burgemeefteren der andere Steden, daar Kamers waren, werdt toege- ftaan (//). De Speceryhandel der Ooftin- difche Maatfchappye nam zo fterk toe, dat ,, zy te Amfterdam, in 't volgende jaar, het i°oi' Stads Bushuis, welk nog het Ooftindifch Huis op den hoek van de Hoogftraat is, tot een Speceryhuis van de Stad huurde voor niet minder dan tweeduizend guldens iii 't jaar (t). .* 't Geregt beraamde, ten deezen tyde, ver- S'u
fcheidene Ordonnantien omtrent de nieuwe j^/ Haarlemmer- en S. Antonis - Huis (&), die in 't jaar 1601 gebouwd waren. De groote Heilige - Wegs- en Jan-Rooden-poorts-lluis |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1602.
Keuren
omtrent dezelve. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dat de Vrou-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stede, gebruikelyk geweeft
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Doch
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gingen.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wen mede ter begraavmge
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dit werdt nu, tot nader verlof, verbooden,
om dat men gemeenlyk op de begraafplaat- fen te lang naar de Vrouwen toeven moeit: |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
t w __________
uit de graven oprees,
|
gt, die
aakte. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
op de predikdagen,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gee-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wyders, mogten,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ne graven geopend worden
en Kapellen, als op de Kerkhoven.
|
Kerken
Men |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
verboodt ook de pruimen, fpenagie en kon-
kommers, en het houden van het lof aan wortelen, raapen en radyzen, om dat men begreep, dat de befmetting daarop meefl hegtte. 't Gewaad van zulken, die aan de pelt overleeden waren, moeft,eerft na ver- loop van zes weeken, en buiten de Stad, gelugt worden, 't Geregt beval eenen pleg- tigen biddag te houden op den vierentwin- tigiten July. Doch in December, was de Peftziekte zo verre geweeken, dat het, des- wege , den agttienden, eenen dankdag deedt houden (c)- Aanmerkelykis,ondertuiTchen, 't gene fommigen melden, dat deeze lang- duurige befmettelyke ziekte niemant derBur- gemeefteren , Schepenen , Thefaurieren , Regenten van't Weeshuis, Predikanten, Ou- derlingen , Diakenen, Huiszittenmeefteren, Re6toren of Leermeefteren der Latynfche Schooien, dit jaar , tot op den zeventien- den Auguftus toe , in 't graf fleepte (d): waaruit miflchien af te neemen is, dat zy, voornaamlyk, de kleine gemeente getroffen heeft, en uit gering of ongezond voedfel ontdaan is. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Byzon-
derheid. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
waren, in 't jaar 1602,gebouwd (7)
Laurens Pieterszoon Spiegel hadt, by |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De alge-
meene Veree- nigde |
Sedert de vereeniging der twee Amfter-
damfcheOoftindifche Maatfchappyen, hadt
de Vroedfchap geraaden gevonden, alle an-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^^^^ - - - - "''fe
terften wil, eenig geld gefchikt tot een Hof- J,ci#
je voor arme luiden. Zyne erfgenaamen0 verzogten, in dit jaar 1603, daartoe een erf agter de Leproozen te mogen koopen (m)- Sedert bouwden zy zes huisjes in de Amftel- ftraat, by de Botermarkt, die Spiegels huisjes genaamd werden: en een derouditeHofjes geweeft zyn, welken, hier ter Stede, na de verandering der Regeeringe, zyn gefügt. Mt Het toeneemen der Lutherfchen hier teL , Lande, hadt den Gereformeerden, al federt ^>f^ eenigen tyd, aanleiding gegeven, om tegen h^V' hen te waaken. In de Noordhollandfche^e, Sinode, die, te Amfterdam, in Juny des jaars y i^ i6ot>p$
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ooftindi- dere uitruitingen naar de Indien, die, voor
fche rekening van Amfterdammers of uitheem-
Maat- fchen, hier ter Stede, gefchieden mogten,
SS7 met der daad, te verbieden (»• Men zogt
opge. devereenigdeMaatfchappy, voor anderen,
legt. te begunftigen, en veroorlofde haar, in 't
jaar i6oi,tot het bekwaamelyker dryven
haars handels in de Indien, te Dordrecht
penningen te doen flaan met deezer Stede
wapen en den naamAEMSTELREDAMUM
beftempeld (ƒ). Doch de gunft, die der
Vereenigde Maatfchappye hier beweezen
werdt, verhinderde niet, dat men, elders
hier te Lande, OoftindifcheMaatfchappyen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(g) Zie Groot-Plakaatb. I. Deel
(h) Handv. hl. 264. [IJ2-]
(i) Refol. Vioedfch. N. & 14, 22
|
kol. J29.
^April Uol. f. 4*"
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(i) Refol. Vroedfch. N. * 13 •Jprit i«o2. ƒ.
|
391.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(c) Keurb. H. ƒ. 201, 203 , 20+.
{i) Prsft. 8c Erudit. Viror. Epift. f. '«5.
\e) Refol. Vroedfch. -N. S 9 Dcc. 1*00. ƒ. 32J.
{f) Refol. Vioedfch. N. % 7 M**rt 160L f. %%%,]
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4:4 verfo.
(kj Handv. bl. 714, 71J. I>S>0, 291.]
(I) Amfteldara door J. LAURENTIUS. \m) Refol, YloecUch. *T. £ I Sept. 160} |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
*/<•ƒ'•
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ƒ.4?»
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XL Bok. CES CHIE DENISSEN;
|
|||||||||||||
4*9
|
|||||||||||||
^003. i6oi9 gehouden was, en waarin, gelykwy
4e ver. hoven (n) aantekenden, de Bruiniflen voor |
|||||||||||||
,, des aïgemèenen geloofs of verdonkerden IOW;
,, en twyfelagtig gelden , of genoegzaam |
|||||||||||||
erin- Scheurmaakers verklaard waren, werdt ook „ verloochenden," daar over vinnig aan
1 getart was, in zeker gefchriftvan Pbilippus
Nicolaus, Paftoor te Hamburg: 't welk hem bewoogen zou hebben, de Lutherfchen te Amilerdam te bedfaageft by de Overheid (f). Doch hykon zig hiertoe ook gewettigd Men bei agten,uit hoofde van het befluit der Noord-fluit de hollandfche Sinode van den jaare i6oi,bo-zeI^n te ven vermeld. Hoe 't zy, uit het befluit der ^/c~ Vroedfchap zelf, blykt , dat men 't daar voor hieldt, dat de Martinifien niet alleen groote Vergaderingen maakten; maar daar- enboven eenighe heftige propoqßen ende boucx- kens, fit-eckende tot oneenigheyt van de gemee- ne ruße ende lafieringe van de Gereformeerde Religie, voerden ende uytgaven. De Burge- meeflers , in gevolge van het befluit des Raads, vermaanden de Martinifien, een- en andermaal, tot het nalaaten hunner Verga- deringen (f). Zelfs tekenen fommigen aan, dat hunne huiskerk of vergaderplaats, voor eenige dagen, geflooten werdt (t). Doch zy fchroomden niet, terflond daarna, op eene andere plaats, byeen te komen; wes- halve men goedvondt, de Predikanten, Ouderlingen en Diakenen der Martinifien , die dienden of gediend hadden, voor Buf- gemeefteren en Oud-Burgemeefleren te ont- bieden; en hun ernftelyk aan te zeggen, „ dat niemant, voortaan, zyn huis of fpy- „ ker,tot hunne Vergadering, zou laaten „ gebruiken, of dat men hem, terflond, ter „ Stad uit wyzen zou (u)." Niet lang na 't \yat hiet neemen van dit befluit, werden eerfl een in ge- Predikant en Ouderling of Diaken van de daa" 9 gezindheid der Flacciaanen, die de kleinfle was, voor Burgemeefleren en Oud - Burge- meefteren gedagvaard, die hun aanzeiden, „ dat, in geval men nog voortvoer, met „ het houden van Vergaderingen, hy, die „ 'er plaats toe verfchafte, en de Predikant, „ die 'er leerde, terflond, ter Stad uit ge- „ zet zouden worden." De Predikant, die 't woord voerde, beriep zig, met beleefde en beweeglyke uitdrukkingen, op de klein- heid en zwakheid zyner Gemeente, fmee- kende, dat hun genade voor regt gegund mögt worden. Doch alzo hun hierop geene hoop altoos gegeven werdt, vertrokken zy met een beklemd herte, de Heeren laaten- de in de verwagting, dat zy gehoorzaametl zouden (y\ Van de Gemeente der zoge- naam- ff) Brandt II. Deel, il. si. ; ,
(sj Refol. Vroedfch. N. 10. 12 ~*P'- "°4-/• "*trfi.
O) BRANDT II. Deel, il. Si- ., , {«) Refol. Vroedfch. tf. i-- *'^'"- Ä'*" V>r^
\v) Refol. Vwedfdi. * "• »♦ ^nl Ié0+- /• M. |
|||||||||||||
^le\^]Sv^t^fc|{«H^
|
|||||||||||||
II. Deel»
|
|||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
42o
|
|||||||||||
in de vaart van kleine fchuïten, die mond- * **
behoeften hervvaards bragten, maakte, in of omtrent het jaar 1432 , eenen Overßagb, Overtocht, of, gelyk het eindelyk genoemd is, eenen Overtoom op den dam, alwaar, door middel van zekere werktuigen , tamelyke fchepen overgehaald, en dus uit en in de Meer gebragt werden. Dykgraaf en Heem- raaden van Rynland, aangezet, zo 't fchynt-, door die van Haarlem, befioegen Amfter- dam in boete. Doch Hertog Filips van Bourgondie, toen Ruwaard van Holland, fchorfte de betaaling van dezelve, en beval, dat al wat 'er gemaakt was, gemaakt zou blyven, tot dat hy, of zyn Raad partyen in 't minnelyke met eikanderen zou hebben doen verdraagen: gelyk my gebleeken is, uit eenen brief van den negentienden Sep- tember des jaars 1432, die nog, in de Oude Kerke (z), bewaard wordt. Hangende dit ge- fchil , fchynen die van Haarlem, om den Overtoom nutteloos te maaken, de vaart voor den dam te hebben toegepaald , in 't jaar 1433. Doch de burgers van Amfterdam haalden de paaien uit den grond,ftakenderi dam door, en voeren, gelyk voorheen, langs de Meer, zonder Haarlem aan te doen. Iïet Heemraadfchap vanRynland befloegde Stad wel wederom in boete. Doch Hertog FilipS verklaarde 'er haar vry van, en betrok het gefchil voor zig en zynen Raade, mids zy zeven honderd fchilden aan hem ; alzo men ook de Graaflyke tollen, door't mydenvan de vaart door 't Spaarne en Haarlem, ont- gaan was (V); en drie honderd fchilden aan 't Heemraadfchap voldeede; gelyk, uit ee- nen brief van den drie-entwintigften January des jaars 143 3[ £434] (//), blyken kan. In 't jaar 1514, werden die van Haarlem, weder- om, door die van Rynland, gemagtigd tot het beletten van de doorvaart, door'tflaan van paaien. Ook verklaarde Koning Karel» in 't jaar 1519, het gebruiken van die door- vaart, 't welk toen wederom, onder ande- ren, door de Amfter dammer s,gefchiedd e, voor ongeöorlofd (c). Sedert, fchynt 'er een Verdrag tuffchen de twee Steden ge\ troffen te zyn, waarby de gedaante, en de wyze van herftellen en onderhoud en des O' vertooms geregeld werden: in welk verdrag» Leiden, als eenerlei belang hebbende taet Amfterdam, ook fchynt getreden te zy0* Maar over 't naarkomen van dit verdrag» vielen geduuriglyk klagten. De twee Steden klaagden, dat Haarlem denOratoom teh°°£ (r.) Laadt.XI.
(e) Zie Privileg, van Haarl. hl. ïlj,ije.
(b) Oude Kerk, Laad? XI.
(c) Privileg, van Haarl. bl- i»°, zij.
|
|||||||||||
'1Ö04. naamde Ubiquitiften werden verfcheiden
Predikanten, en eenigen der voornaamfte Ouderlingen en Diakenen ontbooden voor de Heeren, daar geen der Predikanten, maar wel zeven der andere Kerkelyke perfoonen verfcheenen. Menhieldt hun, insgelyks, 't beflüit des Raads voor .-waarop vier hun- ner, Joas Rendorp, Jan des Champs,Paulus Bosfchaart en Abraham van Leinens, met ronde woorden, verklaarden „ datzyhun- „ ne vergaderingen niet konden, nochzou- „ den nalaaten." De Vroedfchap, hiervan kennis gekreegen hebbende, befloot de ge- melde vier luiden nog eens voor Burgemees- teren en Oud-Burgemeeiteren te doen ont- bieden , die hun afvraagen zouden, of zy by hun voorgaande antwoord bleeyen vol- harden? en zo ja, hun aanzeggen, datzy, binnen 's daags fotmefchyn, uit de Stad zou- den hebben te vertrekken, en daar niet we- derom in komen, dan by verlof van Burge- meefteren in der tyd (jw). Doch of zulks gefchied, en wat 'er 't gevolg van geweeft zy, vind ik nergens aangetekend. Vaftgaat het, ondertiuTchen , dat de Lutherfchen, te Amfterdam, hunne Vergaderingen, of geheel niet, of niet lang nagelaaten, en al- lengskens meerder vryheid gekreegen heb- ben ; gelyk uit het vervolg deezer gefchie- deniffe nader blyken zal. Oor Tuffchen Haarlem ter eener, en Leiden fprong en Amfterdam ter anderer zyde, was, om-
van 't trent dezen tyd, wederom (x) gefchil ont- gefchil ftaan} over den Ouertocbt of Overtoom. De Over- ërond van cfa gefchil is nergens klaarlyk toom, aangeweezen. Zie hier, wat wy, desaan- tuffchen gaande, uit vergelyking van een groot ge- Haarlem taj van egte ftukken, met de meefte waar- jj" Lg"_er fchynlykheid , hebben können opmaaken. den en De Stad Haarlem, groot belang hebbende Amfter- by 't behouden van de Vaart door 't Spaar- dam ter ne f fchynt, al vroeg, gezorgd te hebben zyde.rer voor 'l ^eSgen en onderhouden van eenen dam in de Koßverlooren-Faart, ten einde van den Heiligen Weg buiten Amfterdam, in den ring van Rynland, doch onder 't Bal- juwfchap van Kennemerland; door welken dam , de vaart door de Haarlemmer- en Leidfche - Meer , van deeze zyde, belet werdt, en de fchepen genoodzaakt, hunnen ■weg, door 't Spaarne en door Haarlem, te neemen. De dam fchynt, in of kort na 't jaar 1413» gelegd te zyn: in welk jaar, de Koftverlooren-Vaart gegraaven werdt (31). Doch de Stad Amfterdam, zig, door den dam,grootelyks verhinderd vindende,zelfs (w) Refol. Vroedfch. N. 10. 24 ^4pril 1S0+. f. zt verfo,
(x) Zie hiervoor, bl. +oj.
(y) Zie tianilv. van Rynland, hl. 71, 7+, 77, 79, s».
|
|||||||||||
XI. Boek. GESCHIEDENISSEN. 421
J604. deedt maaken, waaruit volgde, dat men 'er, andere Steden wilden tot een minnelyk ver- 1604..
met de gewoonlyke werktuigen, zulke groote drag komen, behoudens elk zyn regt. Doch fchuiten niet overhaalen kon, alstevooren. de Prins verftondt „ dat de Overtoomeerft Ook klaagde men, dat de planken of andere „ in den voorigen Haat gebragt zou wor- werktuigen, die 't meeft te lyden hadden, „ den, en dat men, daarna, over een ver- liegt onderhouden werden. Hieruit fproot, „ drag, in zyne tegenwoordigheid, hande- door den tyd, eene overeenkom!!, volgens „ len zou." De twee Steden niet gelafr. welke, het lighaam van den Overtoom, door zynde om hierin te bewilligen, begeerde Haarlem; en de flykplanken, over welken zyne Doorlugtigheid, dat men de zaaken, de fchepen liepen, en de werktuigen, tot ten minfte by voorraad, liete voortgaan, het overhaalen vereifcht, door de twee an- onverminderd elks geregtigheid (g) , gelyk dere Steden,onderhouden zouden worden, gefchiedde. Op den dertienden en veer- Doch toen klaagde Haarlem wederom, dat tienden, werdt de Overtoom,door laft der deeze werktuigen te groot gemaakt, en de Gemagtigden van den Hove, naauwkeurig- planken vaft gehegt werden,op eenewyze, ]yk gemeeten (b). Leiden en Amfterdam waardoor de Overtoom te zeer befchadigd verklaarden zig, den agtftenMay, gereed werdt. In den aanvang der beroerten, toen tot het overleveren der ftukken, "waarop zy Amfterdam de Spaanfche zyde hieldt , hun regt op den Overtoom bouwden; doch kreunde men zig niet aan 't onderhouden Haarlem bleef agterlyk (i). 't Schynt dat der gemaakte overeenkomften. De Over- het werk toen, vermoedelyk ter oorzaake toom werdt weggenomen, en de vaart ge- van het afzyn van Prinfe Maurits , die te opend of geflooten, naar men 't geraaden velde was, eenige maanden fleepende ge- vondt; gelyk wy, op zyne plaats, hebben houden werdt. Midlerwyl, ondernamen dießaade- . aangetekend (d). Maar na dat Amfterdam van Haarlem, op den elfden November, de lykhedcn Voldoening ontvangen hadt van den Prinfe twee uiterfte Kespen aan den Overtoom, op van ds van Oranje, in 't jaar 1578, nam Haarlem eigen gezag, te veranderen. De twee Ste- efne ^ het onderhoud van den Overtoom wederom den deeden, hierna, alle de Middelkespeh Xq Lde,' op zig. Doch 't leedt maar weinige jaaren, opneemen, en den bodem van den Over- of men verflondt, te Amfterdam, dat Haar- toom herftellen, zonder zig te ftooren aan lem afweek van het oud gebruik, gelyk wy het verzoek, door die van Haarlem , ten boven (e) hebben aangetekend. Ik weet tegendeele , gedaan. Prins Maurits , de niet, oft gefchil, welk, deswege, in't jaar Gekommitteerde Raaden en de Gemagtig- 15%>, ontftondt,toenbygelegdwerdt:doch den van den Hove, hiervan kennis gekree« nu eindigde het met een Verdrag, welk, na gen hebbende, verftonden, den zesentwin- veel arbeids, eerft, in 't jaar 1609, tot vol- tigften,dat beide de partyen kwalyk gedaan komenheid kwam. 't Zal der moeite wel hadden, en dat alles herfteld moeft worden, waardig zyn, dat wy 't beloop en den uit- op den voet, waarop het in April laatftleeden flag der handelinge hierover, die, zelfs uit gebragt was(£). Doch hiertoe warenpartyen de uitgegeven Handvefien deezer Stad, niet te niet te beweegen, hebbende de Vroedfchap. j>. befpeureniSjhierbeknoptelykteboekftfcllen. van Amfterdam, ten zelfden dage, een be- 4^, De Steden Leiden en Amfterdam hadden fluit genomen, om 't gefchil wederom voor 2oek"ts nu den weg van regte ingeflaagen, en zig den gewoonlyken Regter te brengen (/). j^rtyeu vervoegd aan den Hove van Holland (ƒ), Men deedt, den elfden December, eenen voorflag we; voor welks Gemagtigden, partyen, den nieuwen voorflag, hierop uitkomende „ dat, van zyne tQt eg11 aêtften April deezes jaars i6o4,ontbooden „ by voorraad, en onverminderd elks regt,D°or- V^e^k Waren' om' ware 'c m°gelyk> 't gefchil af „ de Overtoom, door den Stads Timmer- jjgjj" erdrag, te doen by minnelyk Verdrag. Doch zyne „ man van Haarlem , ten overftaan der Doorlugtigheid, Prins Maurits, vondtraad- „ Gemagtigden van den Hove, en in 'sby- zaam, de byeenkomft te doen houden in „ zyn van partyen, gebragt zou worden in zyne tegenwoordigheid, en ten overftaan „ den ftaat, waarin dezelve, in April laatft- van Gekommitteerde Raaden. Die van „ leeden, geweeft was; dat aan den zelven Haarlem vorderden „ dat de Overtoom „ geene andere rollen, flykhouten en an- s> herfteld werdt, inden ftaat, waarinde- „dere werktuigen gebruikt zouden wor- s> zelve, van overoude tyden, en nog voor „ den, dan, federt het jaar 1602., gebruikt sj veertien dagen, geweeft was." De twee » wa" |
||||||||
,,, (V) Handv. tl. 348. „ • m »,„ u,- 1 >.
|
||||||||
Ia-j •"«*» Hlii«wsv'",'-,'JÏ3*»1A1 UtftS j f I, j^u. \" f----------- ---
(\\ ui (') Handv. hl. 34?
J/, %'fix.. 4oï. ft) Handv. tl. 34?.
l;U" Ziviles, van Haail. M. 4z8s' (0 KttO. Vwedfth. X. 10. if Sn. i«ot. ƒ. 41J
|
itS.
|
|||||||
Iii 2
|
||||||||
^■■^■^■■■■■■■^J^^^^^^p
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
422
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ pen gelegd, doch niet in ctezëlven, of l"0^
„ in het ftaande werk van den Overtoom, „ zouden mogen gefpykerd of ingekeept „ worden, door de Steden Leiden en Am- ,, fterdam, zouden worden bekoftigd; dat ,, de Overtoom, in deezen f iaat, geduuren- „ de het jaar ic5o5, onderhouden zou wor- „ den, en dat, na 't eindigen van het zeU „ ve , partyen door zyne Doorlugtigheid „ zouden worden befchreeven, om zig, op „ de duurzaamheid van dit Verdrag, nader „ te verklaaren." In deezen voorflag, be- Am^f', willigden die van Amfterdam, met eenige daw verandering (q). Doch waarin dezelve be-, jfl,, ftaan hebbe is my niet klaarlyk voorgeko- ,net ee' men. Alleenlyk vermoed ik , uit de be- nige ^ woordingen eener volgende Refaktie deran<*e' Vroedfchap, dat men de flykhouten,in dering' kespen of het ftaande werk van den Over- toom, wilde inkeepen, omze te vader te |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
waren; dat dezelve, befchadigd zynde,
zou moeten worden herfteld, op den zelf- den voet , door een' Timmerman van Haarlem, ten overftaan van Timmerlui- luiden of andere Gemagtigden van Lei- den en Amfterdam ; dat de gefchillen, over deeze herftelling vallende, door twee Gemagtigden van den Hove, zouden wor- den beflift, ten kofte van hun, die bly- ken zouden ongelyk gehad te hebben; |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1604.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
55
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dat, in geval, op de klagten van hun,
„ die den Overtoom gebruikten, dezelve, „ binnen vier dagen, niet herfteld werdt, die herftelling, door een onzydig timmer- „ man, ten bevele van twee Gemagtigden „ van den Hove, en ten kofte van die van ,, Haarlem, gefchieden zou; dat van de „ hoogte, breedte en lengte van den Over- „ toom eene nette kaart zou worden ge- - maakt, waarnaar dezelve herfteld en on- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
doen leggen: 't welk, by den voorflag, ver
|
}ï
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
55
|
derhouden worden zou; dat de uitlegging
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
der duifterheden in deezen voorflag, en
het daarop volgende Verdrag aan zyne Doorlugtigheid , en aan de andere ge- melde Heeren ftaan zou; en dat partyen |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Si
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
klaard was, niet te mogen gefchieden. On- De
|
,#»
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dertuffchen, werdt 's Prinfen voorflag byïQ.
de andere Steden van de hand geweezen.nl ' ( Hy floeg dan, op nieuws, voor „ dat de Hy *|e. „ herftelling van denOvertoorn, op de laatft-n0jj nr „ gemelde wyze,gefchied zynde, partyenen „ hun regt zouden können vervolgen." En voo^f Amfterdam bewilligde ook hierin, behou- i6°* dens de inkeeping der flykhouten (r). r Haarlem en Leiden gaven 'er , insgelyks, Die ^ hunne ftem toe. En de Overtoom werdt, Senjt, op den negenden, tienden, elfden en twaalf- w° den February des jaars 1605, op den voor- geflaagen voet, herfteld. Zelfs hadt Am- fterdam , voor eerffc, van het inkeepen der flykhouten in de kespen afgezien. De Prins zogt toen de Steden over te haaien om van 't vorderen van haar regt, voor den tyd van vyf jaaren, af te ftaan, en geduurende dien tyd, den Overtoom te doen herftellen, door Tim- merluiden der drie Steden. Amfterdam be- willigde in 's Prinfen voorflag, voor den tyd van drie jaaren ■(/). Doch ik vind niet, dat dezelve, by de andere Steden, aangenomen werdt. $ Ondertuffchen, beftonden die van Haar- tff„£'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
35
S5 |
met den eerften verklaaren zouden, voor
hoe veele jaaren, zy zig aan dit Verdrag |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ wilden houden , en of zy , midlerwyl,
s, hunne zaaken in regten vervolgen wil- „ den, of laatenindenftaat, waarinzywa- „ feft (m)." |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amfter-
dam keurt dien af, |
De Vroedfchap van Amfterdam, die te
'vooren verklaard hadt, de voorflagen van zyne Doorlugtigheid gaarne te willen hoo- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ren (n) , vondt deezen , waarin Haarlem
terftond hadt bewilligd (0), zo fchadelyk en fchandelyk voor de Stad, dat zy niet fchroomde, zulks den Prinfe, met ronde woorden, te kennen te geeven. De Afge- vaardigden ter Dagvaart kreegen egter laft, om nadere voorflagen te hooren; doch te gelyk, om nimmer toe te ftaan, dat Haar- lem den Overtoom herftellen, of een Op- 's Prinfen ziender op den zelven houden zou (ƒ>)• Zy- nadere ne Doorlugtigheid floeg dan, den drie-en- voorflag. tvvintigllen December, nader voor „ dat j, de herftelling van den Overtoom, binnen „ zes dagen na 't aanneemen van 't Verdrag, „ gefchieden zou, door een onzydig Tirn- „ mermah, ten bevele van Gemagtigden „ van den Hove, en ten kófte van die van „ Haarlem , uitgenomen dat de invulling „ tuffchen de Kespen , met ftyve eeken „ planken, en het maaken en keperen der „ flykhouten of flykplanken, die op deKes- fm) Haridv. il. 349, 35°.
(n) Refol. Vroedfch. N. 10. 9 Dec. 1604.. ƒ. 4t.
(o) Handv. bl, 3 je.
lp) Refol. Vroedfch. N. Jo. ij Dec, l«04. ƒ. 44 verf:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lern, nog voor 't einde deezes jaars, doorv?eVt
hunnen byzonderen Timmerman, den Over- ^6ii toom te doen herftellen. De Stad Amfter- «^'„t dam vaardigde, terftond, den Burgemees- $$** ter KornelisPieterszoon Hooft,deSchepens 'et \, Jan Jakobszoon Huidekeoper en Jakob de $ Graaf, en den Sekretaris Jakob de Haan derwaards af, die te wege bragten, dathec werk
(q) Refol. Vroedfch. N. Io. 29 Dec. 1604. ƒ. 45 , +tf.
(1) Refol. Vroedfch. N. 10. 4 ?««• Iüoj. ƒ. ^Sverfo. 4?' (s) Refol. Vroedfch.. ü. 10. 7 Mattrtitos.f. ss-verfiS^ |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XI. Boek.
|
|||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||
423
|
|||||||||||||||||||
i(5o5. werk geftaakt werdt (0- Verders befloot
men, vanwege deezeStad, voorts op te maaken, 't gene nog onvoltrokken geblee- ven was : en zo die van Haarlem ietilrydigs met den ouden voet mogten gemaakt heb- ben, het zelve af te breeken,ten ware men zig daar tegen kantte, in welk geval, het gelaaten zou worden, gelyk het ge weeft was; doch zo die van Haarlem iet ilegten mog- ten, dat door deeze Stad gemaakt was, zou men al wat zy gemaakt hadden, insge- lyks, doen afbreeken (11). Doch of, en hoe verre dit befluit uitgevoerd wierdt, vind ik nergens aangetekend. Ondertuffchen, werdt 'er, na 't uitgaan van 't jaar 1605, wederom over een minnelyk verdrag ge- handeld , waarvan wy , terftond , verflag K zullen doen. dae stad Het toeneemen van de Ooftindifche Maat-
Ooj|der fchappye gaf gelegenheid, dat aan haare tó1" Kamer, hier ter Stede, meerder plaats , jjjht- omtrent het gewezen Bushuis, diende te n^Ppye worden ingeruimd. Ook gefchiedde zulks, }k^ in de Lente deezes jaars. Stads voorraad «pHiifs van gefchut en oorlogstuig werdt toen ver- een plaatft in den tuin der Voetboogs doele (v\ \^ alwaar, eerlang, een nieuw Stads Maga- fcurg tJJ* zyn of Tuighuis gebouwd werdt. De Ooft- ' indifche Maatfchappy ving, weinige jaaren laater, aan, haare eigen fchepen te timme- ren, waartoe haar, in 't jaar 1608, te ge' lyk met de Admiraliteit, een erf op Raa- penburg , tot een Scheepstimmerwerf, aan- |
|||||||||||||||||||
Kromhout, Raadsheer van den Hove, die 1606.
tuffchen beide ging, fchreef'er, den zesden Verdrag Auguftus, eenen brief over aan deeze Stad: wegens waarop , by de Vroedfchap , beflootenden °" werdt „ dat men zou aanhouden op het ™n°?m' „ voltrekken van het Verdrag, waarvan ding vtn „ reeds een Ontwerp gemaakt was, mids Amfter- „ de Stad zig niet verbonde, om, zo lang dam. „ het Verdrag duuren zou, geene nieuwe „ werktuigen te gebruiken aan den Over- „ toom; hoewel zy wel verklaaren wilde, „ zulks niet van zins te zyn (2)." Nader- hand,-kwam zy nog wat nader, en wilde zig verbinden, om, geduurende het Verdrag by voorraad, welk wederom , flegts voor een jaar, ontworpen was, geene nieuwe werktuigen te gebruiken; mids van deeze verbindtenis geen gewag gemaakt wierdt, noch in het Verdrag, noch in het verflag, welk Kromhout van 't gehandelde doen moeft O), 't Liep aan tot den eenentwin- Monde« tigften December, eer men, op deezen voet, linge o- door tuflehenkomft van 's Lands Advokaat, H^fJ1' Joan van Olderbamevelden van den Raads- voor een heer Kromhout, eene mondelinge overeen- jaar. komft trof voor eenjaar, die de Stad, nader- 1607» hand, geraaden vondt, voor nog twee jaa- ren, te vernieuwen; hoewel men, omtrent den tyd, veranderde van gedagten, en be- floot, het Verdrag, nog voor vier,vyf,of zes jaaren, aan te gaan, mids men, blyven- de by de tegenwoordige gedaante der werk-, tuigen, aan de ftoffen, waaruit zy gemaakt werden, of aan 't vergrooten of verkleinen van dezelven, niet gebonden ware (b). Doch 't blykt niet, dat men, op deezen voet, overeengekomen is. De zaak werdt dan vervolgd voor den Hove van Holland, al- waar die van Haarlem, den vierentwintig- ften Ocfober, eene fententie verwierven in hun voordeel, die hun toeliet, den Over- toom te herftellen, op den ouden voet. Doch Leiden en Amfterdam beriepen zig, terftond, van deeze Sententie, op den Hoogen Raa- de (O- Die van Haarlem ondernamen , ondertuffchen , omtrent den aanvang des jaars 1609, den Overtoom te herftellen. Die o ver- van Amfterdam namen hieruit aanleiding, een- om de handeling over een Verdrag, weiktku°(|?hen zy nu wel voor agt, tien of twaalf jaaren Leiden fluiten wilden, wederom aan te binden, 'ten Am- Liep aan tot den zeftienden Juny, && zyfterdatn. met Leiden overeenkwamen „ dat zy het „ maaken en herftellen van den Overtoom »> al-
|
|||||||||||||||||||
*eweezen werdt O).
|
|||||||||||||||||||
X
|
|||||||||||||||||||
derStu^ De algemeene Staaten, in't jaar 1606,
^Pli^ >beflooten hebbende, een zeker getal van jNe£s Waardgelders aan te doen neemen in de V3n »an byzondere Provinciën, bewilligde Amfter- Sei^d- dam, op 't fterk aanhouden van PrinfeMau- x^b rits, eerft in 't werven van tweeduizend, en * daarna in 't werven van drieduizend en vyf- tig man (>■). Doch toen, in 't volgende jaar , met de Aartshertogen Albertus en Izabelle, over eene vrede, en eerft over eenen ftilftand van wapenen in onderhande- ling getreden werdt, vondt men, hier ter Stede, geraaden, zwaarigheid te maaken in het aanneemen der Waardgelders, indien de ftilftand van wapenen voortgang heb- Vm beJ? moge (ƒ); gelyk hy hadt. , "äer j, 'S Tot het treffen van een minzaam verdrag
^litigg" degens den Overtoom, werdt, in dit jaar, Vet een Wederom gehandeld. De Heer Nikolaas Vioedfch. N. 10. 13 Dec. I60J. ƒ. go.
Y\ Rel'ol. Viocdlch. N. u>. ÏS Dec. 1605. ƒ. si.
&*} Rtfol. Vroectich. H. I°- 2° vipr. i«oj. ƒ. 59 verfs.
S*J Refol. Vioedlch. N. 10. li Jan. ifios. ƒ. i6i verf.
)■> i'.^fol. Vioedfch. N. 10. 17 J»h U06. f. Ioi verft
ƒ• «s 0l' Vioedl'di. N. 10. 2S sAfnl, 14 May KS07.
|
|||||||||||||||||||
(b) Refol. Vioedfch. x. •">• *- 6*/"- *7, i» ö». 1*07.
lü 3
|
|||||||||||||||||||
I StlLk •jMadz-.^!,
|
|||
II. Deel.
|
|||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
4H
|
|||||||||||
den twee anderen Steden aanzeggen, dat rfofc
zy, volgens het Verdrag, eene nette be- fchryving en afbeelding moeften maaken van de werktuigen, die aan den Overtoom gebruikt werden; doch men verftondt, te Amfterdam , dat de ftoffe en hoedanigheid der werktuigen den Haarlemmers niet aan- ging, alzo daarover nimmer gefchil geweeft was (i). Ook vind ik niet, dat deeze zaak verder gevolg gehad heeft. In 't jaar 1607, waartoe wy, na 't ver-Ra^'ir
haal van den afloop der gefchillen over den P1/eS0p Overtoom, wederkeeren , werdt, voor '-tf^boV eerft, in de Vroedfchap van Amfterdam, wenv3* geraadpleegd over hes opregten eenernieu-eene we Beurs of Vergaderplaats voorde Koop- j^téf luiden hier ter Stede; waartoe eene bekwaa- g^de- me gelegenheid op het Rokin werdt uitge- zien, 't Werk werdt, federt, zo ernftelyk ter hand genomen, dat het gebouw, in 't jaar 1611, voltrokken werdt (k). Wy zul- len 'er, hierna, in 't befchry ven van de ge- bouwen der Stad, uitvoeriger van moeten gewaagen. De handeling over eene altoos duuren de Aw^r-
vrede met de Spaanfche Regeeringe, die, dai" ß in dit zelfde jaar 1607, begonnen was, enk^i/ terftond eenen ftilftand van wapenen voort- fjüV gebragt hadt, in Auguftus des jaars 1608, van '^ vmgteloos zynde afgebroken, tradt men,BefV niet lang daarna, in onderhandeling over * een veeljaarig Beftand. Amfterdam vondt niet geraaden,in deeze handeling te bewil- ligen , ten ware men de vrye Regeering en Vaart, voor altoos, bedingen kon. De Vroed- fchap raadpleegde dikwils over dit gewig- tig onderwerp ; doch bleef beftendig by haar befluit (/)■ Maar de Aartshertogen wilden meer niet toeftaan, dan dat zy, met de Staaten , zouden handelen en fluiten, als met vrye volken; waar uit volgde, dat zy dezelven, na 't uitgaan van 't Beftand , niet anders dagten aan te merken, dan zy, geduurende den oorlog , gedaan hadden. Prins Maurits yverde fterk tegen 't Beftand, en fchreef, den eenentwintigden Septem- ber, en den eenentwintigftenO£tober,twee rondgaande Brieven aan de Steden van Holland, en ook aan Amfterdam, waarby dezelven van de bewilliging in 't Beftand werden afgemaand (m). En deeze Brieven werkten fterk op de Vroedfchap van Am- fter-
(;') Refol. Vroedfch. N. II. 28 Juny ifiii. f. ziverf'.
(O Refol. Vroedfch. N. 10. 28 ^April, i*.July, ïSept.
I607. 17 May 1608. ƒ. 135 verfo , 142 verfo , 147 verfo, 168. N. II. 2 Juny 1S11. ƒ. 22 verfo. (1) Refol. Vroedfch. N. 10. 28 Uug. 27 Sept. 27 oft.
lo, 17 Nov. 1608. f. 174, 17s, 177. (ra) Zie den eerften Brief hy METEREN XXX. Boel^, f-
J72, den tweeden by Commelinhl. 109t. enin'tfranf^ in de Negociat. de Jbannin Tom. lil. p. 27, |
|||||||||||
1607. „ alleen zouden op zig neemen, mids zy
„ dien in goeden Haat onderhielden; dat „ men geen verdrag met Haarlem fluiten ., zou, dan met onderling goedvinden; dat '„ men eikanderen het invoeren van bekwaa- ^ „ me werktuigen zou helpen bevorderen, „ en dat de regtsgedingen , op gemeene „ koften der twee Steden, zouden worden „ gevoerd (ß)." Doch Haarlem was on- gezind om te fluiten (e). Die Stad onder- nam zelfs, op den eerften Oclober, weder- om eenige herftelling te maaken aan den Overtoom, zonder de twee andere Steden gekend te hebben. Men zondt den Schout en Stads Timmerman van Amfterdam der- waards, om den voortgang van 't werk te Verdrag ftuiten (ƒ): en dit gaf eindelyk gelegenheid by voor- to£ het treffen van een Verdrag, by voor- ^jg°orraad,eerft tuffchen Haarlem en Amfterdam; jaaren, welk den zevenden, in de Vroedfchap dee- tuflchen zerStad, goedgekeurd,en den zeilienden, de drie door <je falQ Steden, getekend werdt. Het Steden. keflonc|t uit zes Leden, die hierop uitkwa- men: 1. ,, Dat de Overtoom blyven zou „ op zulk eene hoogte, laagte en verdere „ geftalte, als waarop dezelve, volgens de „ tekening van 't jaar 1604, in February „ van 't jaar 1605, gebragt was. 2. Dat „ de herftelling gefchieden zou, volgens de „ gemelde tekening, door een'Timmerman „ van Haarlem, en een' Timmerman van „ Amfterdam. 3. Dat,geduurende dentyd „ van dit Verdrag, geene andere gedaante s, van werktuigen aan den Overtoom ge- j, bruikt zou worden, dan die, in February „ des jaars 1605, gebruikt waren, en nog „ tegenwoordig gebruikt werden. 4. Dat „ dit Verdrag verftaan werdt, by voorraad, „ en op de proeve gemaakt te zyn, en vyf- „ tien jaaren duuren zou. 5. Dat de drie „ Steden , midlerwyl, blyven zouden by „ haar regt,welk, door dit Verdrag,noch „ aan de eene, noch aan de andere zyde, „ verftaan werdt verkort te zyn. 6. Dat „ den drie Steden ook geen tyd geloopen „ hadt, noch loopen zou, tot op den uit- „ gang van dit Verdrag, om, na 't verloop ,, der gemelde vyftien jaaren, zodanige mid- „ delen van regte te gebruiken, als zy zou- „ den geraaden vinden (g)." Amfterdam hadt de meefte zwaarigheid gevonden in het derde Lid van het Verdrag: doch was 'er, tot behoudenis der eendragt, overge- ftapt Qi). In 't jaar 1611, deedt Haarlem (d) Handv. van Leyden , uitgegeven door frans VAN
Mieris hl. 789. (e) Refol. Vroedfch. N. 10. 29 Jan. 3 Maart, s Sept.
I609. f. 182 vcrfo 192 verfo, 212 verfo. (ƒ) Refol. Vroedfch. ü. 10. 2 Oft. IS09. ƒ. 213.
(g) Zie Privileg, van Haarlem, hl. 429.
(h) Refol. Vroedfch. IS.10. 7 Qti, 1609. f.il} verft, ii+.
|
|||||||||||
, J.Stal^hdz.
|
|||
XI. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wo8. fterdam, die,door dezelven,geftyfdwerdt weeft was (*). Men ontwiern eenP Ka**
m t genomen befluit. Ondertuflchen, neig- van de voorgenomen* vergrootinT tili
den de meefte Provinciën, en de meefte na 't werk,in 't jaar iöio,begonnen'werdt*
Steden van Holland tot het aanneemen van met het aanleggen eener nieuwe xvaale tot
tBeftand. Zeeland alleen ftemde'er te- berging van fchepen («); die, federt hï
gen: en in Holland, {temden nog eenige raade van Prinfe Maurits, naar de ko'nft
Je Stad Steden, waaronder Amfterdam was, dat verflerkt werdt (V). Men fchikte in 't
lo°^be. men't niet behoorde aan te gaan. De Staa- volgende jaar , eenige nieuwe erven tot
««en. ten van Holland beflooten,derhalve,tegen Scheepstimmeringe on Uilenburg in 't af-
't einde des jaars deeze Stad te bezenden, gelegenfte der Stad. Men kwam Overeen
en, ware t mogelyk over te haaien, om met het Hoogheeroraadfchap van Rvnland«
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
iöio.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zig te voegen met de meerderheid. De
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wegens het gedeelte van deszelfs Regtsge-
bied, welk, met de vergrooting, binnen de Stad of Vryheid gebragt werdt (w). En |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Raadsheeren Leonard de Voogd , Rombout
Hogerheets en Nikolaas Kromhout werden
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
herwaardsi afgevaardigd, en oefleedden al alzo de Stad, ter gelegenheid van het bui-
hunnewelfpreekendheid.omdeVroedfchap tentimmeren, groot belang hadt om haa
te doen veranderen van gedagten. Doch zy re vryheid nog vyftig of meer roeden uit
Verklaarde rondelyk, met te können be- te breiden, werdt geraaden gevonden daar-
„ willigen, om dat Zeeland nog met bewil- op, by de Staaten, aan te houd™ r*\i 't
p-^-r? ^ï f dat hpFra;?he Wdk T'^ b* de uitko^ gebleeken
en Hof middel hadt gevonden, om Prins Mau- is, verftondt, niet bekwaamer te können
rits over te haaien, bleef de bewilliging van doen, dan door het maaken eener Kaarte
-^at]d Amfterdam, en die van Zeeland zelf, maar waarin de voorgenomen vergrooting en
h.H weinige dagen, agter (o). Men kwam, in te gelyk de begeerde uitbreiding der Vrv-
iï^ige.ïebruary des jaars 1609, te Antwerpen by- heid aangetekend was. Alles gefchiedde
*6Ó? ^Gn' alwaf hf twaalfjaang Beftand, op met overleg van Prinfe Maurits , op dat
9- den negenden April, getekend werdt. Het het verzoek te gemakkelyker ingani vin-
Werdt, hier ter Stede,op denvyfdenMay, den mögt. De Kaart was, in de Lente des
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
D-_-----0„ KrJ. jaars 1612 , reeds in gereedheid gebragt
In July des voorleeden jaars, was, by de (y). Doch 't liep aan tot den negentienden rr • •
Vroedfchap, beflooten, op het voorbeeld July des jaars 1613, eer de Staaten bewil- Zfdtr
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
k
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van andere voornaame Koopfteden, ook
hier eene Wiflelbank op te regten, waar |
]igden in -£ verzQek der g^ en ^ j^yjgjjj
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
%
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
«i%.^w uvj:ii«mu] nji^uiio uc i\aarc, Dy wei-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
diclie bepaalden volgens de Kaart, bv wel-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
over al federt twee jaaren, geraadpleegd ke dezelve, op de meefle plaatfen, verre
was (q) In t begin deezes jaars, werdt boven de honderd gaarden, was uitgebreid
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ordonnantie op de Wiflelbank afgekondigd
|
f», fchoon men de paaien, die de Turis-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
diftie aanweezen, nog de C. Gaarden
bleef noemen, welken naam zy tot heden |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(r). Wy zullen , hier
|
.,~ , &y.n.5auiwu
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hebben , cm 'er omltandiger van te han- toe behouden. Van toen af, begon men
delen fterk vnnrf- tp xrwrpn . mof hot- rr^^i,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3?
|
fterk voort te vaaren, met het rooijen van
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
_______
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
£%. bchoonde Stad, zo onlangs, uitgelegd ftraaten en burgwallen binnen de nieuwe
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
"et;
|
"1 Cn 7erfl:eri(t was aan de weftzyde, nood- vergrooting (a); die egter, ten deezen ty-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
W tM ThG het veelvuldi§ buitentimmeren en de, niet verder, dan van de nieuwe Haar"'
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ä
|
gannoogen van den grond om de Stad de lemmer- tot. aan de Heilige - Wegs - Poort
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
te
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
g ë^^g» in den Zomer deezes jaars, tot werdt voortgezet; alwaar de onlangs aan-
en beflmt, om by 's Lands Staaten te ver- gelegde aarden^ wallen geheellvk gefWt
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
CQi
|
2-eenff0n'O&0U0t/f^ni^e_enaan- werden f». Het Reaalen -Eiland werd?,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
*• *Sf7 % verSrTting ('}- , Ü O^^erdt, in 't jaar iói4, het Prinfen- en Bickers-Ei!
^e |end;.Ä0p im zevenden Auguftus en land, in 't jaar 1615, beflooten te rooi-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
j^ u-Mi««» ui vijuciu uci OLtlu , ic gciyK;
ö-et het ban- en vangregt, zover buiten de
*n^Ve ëra^ten uitgebreid, als 't een en 'c
aer buiten de oude graften uitgebreid ge-
|
:ea
(t) Oude Ketk, LW<- XXXIII. Handv. il. 6. £i°4.J
(u) Refol. Vroedfch. N. 10. 6. Febr. 26 ^ApTil,9 7*V' S July 16^10. ƒ. 22+ verft, 23+ verft, 237 verf), 239- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fo) v ("ol- Vroedfch. N. 10. ij, is Dec i«os, ƒ. Ï7S.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ƒ■
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
f7j ^- H. ƒ. 267.
l6o8. f lc>1- Vroedfch. N. io. io May I5e«. 2« , 2« ?»/y »«■/„. ^el°l- Vroedfch.
|
\.»y A\ciur. vrucujca. i\. ii. 19 ^i«^- *"— -*' 3*'
Ö) Refol. Vroedfch. N. ri. 9 ^ru Itlz' ?• 6a- (z.) Zie I. Deel, II. Bti!^, bl. 4«- 00 Refol. Vroedfch. ^. n- S Maart, lo ^«^ ,s |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
, - . N- 10- -9 ?«. Itfoj.. ƒ. 184,187 ƒ• 74, 8J !/»ƒ., 8«. . „„
l'/Refai v ,., (J) Refol. Vroedfch. U. tt.tt Ott, j, ^
Vioedfch. N. 10. io 7«/j i«09. ƒ. 2o6*«r/ïr. ,6i3. ƒ. gP, p» w/., J>» *"/'• ä '
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4a6 AMSTERDAMS GESCHIEDENISSEN. II, Deel,
|
|||||||||||||||||||
Stad het Burgemeefterfchap ook door den t6i*>
tyd aanzienlyker gemaakt hebbende , be- pjaats halve dat de bezigheden van dit ampt ook van ^e* menigvuldiger en gewigtiger geworden wa- j°n|e. ren,befloot men,in 't volgende jaar 1612, ^e(tett by verbreeding der voorige Oclrojen, van ts mag'1'* 's Lands Staaten te verzoeken „ dat Bur- gentot „ gemeefteren een gequalificeerd perfoon,de" ^ „ nevens den jongften Burgemeefter, of, Sc0 ie" „ zo deeze niet kon tegenwoordig zyn, al-piemer ,, leen, of jaarlyks, of voor deszelfs lee-dyk „ ven, mogten magtigen, om de Verga- „ deringen der Heemraaden van den Die- „ merdyk by te woonen; en zo hy alleen |
|||||||||||||||||||
jen (c). Het eerfte kreeg zynen naam naar
den Schepen Reaal, die de eerfte huizen aldaar liet bouwen. Het tweede heeft, waarfchynlyk, zynen naam naar Prins Fre- drik Henrik gekreegen;en het derde, naar den Burgemeefter Jocm Bicker, die aldaar de meefte huizen en pakhuizen gebouwd heeft, en onder anderen een aanzienlykhuis, in de groote, op den hoek van de kleine Bickersftraat, welk met zyn wapen en een fraaijen tooren verfierd was, en waarin hy eenen geruimen tyd gewoond heeft. Men heeft het Reaalen-Eiland eerft omtrent het jaar 1624, en de twee anderen, wel tien jaaren laater, begonnen te bebouwen (d). Voorts verliepen 'er maar weinige jaaren, of de andere gedeelten der nieuwe uitleggin- ge waren, meeft overal, betimmerd. In,de Lente des jaars 1611, waren, in
het nabuurig Muiden, veertig of vyftig huis- jes, by ongeluk, afgebrand. De Regee- ring van 't Steedje hadt zig by die van Am- fterdam vervoegd, om onderftand: en de Vroedfchap befloot, terftond , eene fom- me van zevenduizend guldens, aan die van Muiden, tot eenen maatigen Intreft, ter leen op te fchieten (*)• Wy hebben, op zyne plaats (ƒ), ver-
haald, dat de Stad Amfterdam, al van 't jaar 1440 af, regt gehad hadt tot den me- defchouw van den Diemerdyk tuiTchen Am- fterdam en Muiden , en om daartoe den jongften Burgemeefter in der tyd te mag- tigen. Doch het toeneemend aanzien der |
|||||||||||||||||||
itfio.
|
|||||||||||||||||||
3J
|
verfcheen , alles te verrigten , wat de
|
||||||||||||||||||
jongfte Burgemeefter, tegenwoordig zyn-
„ de, zou hebben mogen en behooren te „ verrigten, uit kragte der oude Privile- „ gien :" in welk verzoek, den zeventien- den December, bewilligd werdt (g). De ruft, die 't Land in 't gemeen ge-
noot, na 't fluiten van 't Beftand , gaf aan de Kooplieden, met naame aan Amfter- dam , gelegenheid, tot het fterk uitbreiden haarer Scheepvaart en Koophandel:'t welk den aanwas en welvaart der Stad kragtig- lyk bevorderde. Doch zy hadt, daarte- gen , ook rykelyk haar deel, aan de onlus- ten, die de Kerk deezer Landen, federt weinige jaaren, hadden begonnen te be- roeren, 't Zal dan niet ondienftig zyn, dat wy den Leezer ook een beknopt berigt gee- ven van den loop en afloop deezer onlus- ten : waarin wy ons egter eeniglyk ofvoor - naamlyk bepaalen zullen , aan het deel, welk deeze Stad daarin gehad heeft. En dit berigt zal de hoofdftof der drie volgen- de boeken uitmaaken. (l) Haadv. hl. 3*1. [10«.]
|
|||||||||||||||||||
De Stad
verftrekt Muiden eenig geld. 1611. |
|||||||||||||||||||
De Stad.
verkrygt Oftroi, om een gequalifi-
ceerd per- foon, nevens, of in |
|||||||||||||||||||
(c) Refol. Vroedfch. N. n. 6Dic. 161+. ia Dtc. i«ij.
f, 140 verfo , 163 verfo.
(d) Zie FiLiPS von ZE5EN , Belehr, von Amfterdam,
f. 170, 171. (e) Refol. Vroedfch. N. 11. 2j May 1(11. f. 21.
(f) Zit II. Deel,- V. Boek.., hl. »12,
|
|||||||||||||||||||
X\\r^'
|
|||||||||||||||||||
4*7
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
TWEEDE DEEL.
GESCHIEDENISSEN
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VAN
T E R D A M.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A M S
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
twaalfde, boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amsterdams Geschiedenissen, van het jaar ï6ï2s
tot in 't begin des jaars 1617. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De onluften, die, federt eenige jaaren, beroep buiten Amfterdam aan te neemen, rg™
de Kerk deezer Landen begonden te dan met verlof van Burgemeefteren in der * beroeren, waren ontdaan, ter gelegenheid tyd. In 't jaar 1582, werdt hy, van Stads-Hy .
van het verfchü over de Leere der Godde- wege, naar Geneve gezonden,om zig ver-van St^
lyk'e Voorfchikking en Befliiiten, tuffchen der te oefenen (c): 't welk, ten deezen ty- wege,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
s
|
't Frahciscus üomarus en Jaeobus Arminius, de, meermaalen gefchiedde: en vind ik,naarGc"
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoogleeraafs der Godgeleerdheid op 's
|
jaar 1586 , beflooten ^^
heeft „ wanneer de Student £ Arminius J
„ die, van Stads wege, naar Geneve ge-
„ zonden was, wederom t'huis kwam, ee-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
% Lands Hooge Schoole te Leiden. Gomarus
W*" ^as een Vlaaming van herkomft, en, na t overgaan van Vlaanderen aan den Span
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
t(3ia. 'aard, herwaards gekomen. Arminiuswas
te Oudewater gebooren, en, na zyrts Va- ders overlyden, tot de ftudie opgeleid, eerft door Theodorus Emilius, die, 't Priefteramnt |
„ nen anderen derwaards te zenden, en
„ daartoe de voorkeur te geeven aan deii
„ 2oon van wylen den Predikant Jan Claas-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
. , --------, —,--------------r- „ zoon(d)t" in de Lyften der Predikanten,
«deRoomfcheKerke afgeftaan hebbende, Joannes Nicolai a Wajjenaer genoemd. Ar-TotPre;
«g tot de Gereformeerde Kerke gevoegd minius, in't jaar 1587, hier ter Stede tedikant
«adt; en daarna, door Rudolf Snellïus, een' rüg gekeerd zynde, werdt, in 't volgende deezer
«er grootfte Wiskundigen van zynen tyd, jaar, door de Claflis van Amfterdam, Pro- JteJ«
öie hem met zig nam, op eene reize naar ponent verklaard; en niet lang daarna, totre^
"ellen. Van hier was hy, in 't jaar 1575, gewoonlyken Predikant deezer Stad be-
Jn Holland wedergekeerd, daar hy, door roepen. Hier tradt hy, in 't jaar 1590, inijy
benige goede vrienden onderfteund,zig zes 't huwelyk met Elizabet Reaal, Dogter van trouwt.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jaaren oefende, op de nieuwe Hooge Schoo- Laufens Jakobszoon Reaal, Schepen en
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
f te Leiden. In 't jaar 1581, werdt hy, Raad der Stad, van wien wy, in 't voor-
^1 ^oor Burgemeefteren van Amfterdam, en gaande gedeelte deezer Gefchiedenifien ,
SL S)or,eenige Predikanten deezer Stad, den dikwils gewaagd hebben. Doch niet lang Word/-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
\ 7
hS
V J V
|
envan'tKraamers-Gildeaangepree- hierna, maakte hy zig, byPIancius en eeni- verdagt
, n •» als een bekwaam voorwerp, om, ten ge andere Leden des Kerkenraads, verdagtvan °"- oite van 't Gilde, voort te laaten ftudee- Van onregtzinnigheid, ter gelegenheid vanvegt?% «i in de Godgeleerdheid (a). Men hadt, zekere zyne Predikatien, over het zevende™* s. heKKl!yk' §elykwy °P zyn Plaats Semeld Hoofdftuk des Briefs aan de Romeinen, 's~' ter cen ®' aI kort na de verandennS hier waarin hy verftondt, dat Paulus niet van zig |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
V
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
a'f den ■ e' befloo"n' de inkomften der Gil- zelven, noch van een' herbooren Chriften,
8eK n-16t t0t bral*en'dnnken en ydele by- maar van een' onherbooren Jood gefproken d0 0oyigheden; maar tot beter gebruik te hadt. JoannesTaßn en Joannes Uitenbogaard, Gild befteeden- 0ok nam het Kraamers- verzogt, om den twift, die hier uit gereezen jt ae de koften van Arminius ftudien op zig. was , by te leggen, deeden eenen voorflag,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ros.
aS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
y w
|
verbondt zig, daarentegen, om geen die van Arminius omhelsd
|
doch by den
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kef-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9» «*, X4« 18.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(c) Vita Arminii f. i».
(d) Refol. Vioedfch. M
Kk.k
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
S. II Stpt. IjSfi.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ï-STüK.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
428
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
der voorwaarde „ dat hy niet vertrekken l»13'
,, zou, voor dat de Stad van een' ander' >} bekwaam Predikant voorzien was ; dat „ hy, in een mondgefprek met Gomarus, „ zig van alle verdenking van onregtzinnig- ,, heid zuiveren zou , en dat hy vrywil- „ Hglyk van 't Hoogleeraarfchap zou af- „ ftaan ,zo de Kerk van Amfterdamzvnen „ dienft, t'eenigen tyde, behoeven mögt ,, (/)•" 't Gefprek met Gomarus liep af tot genoegen van Arminius, die, daarna, met een eerlyk getuigenis des Amfterdamfchen Kerkenraads, naar Leiden vertrok (m). t. Maar in de Hooge Schoole herleefden ^°%ä5
de gefchillen terftond. Arminius verde n^V1' digde ftellingen over de Predeftinatie, die 0p \ door Gomarus wederlegd werden. Armi- iflL nius fchreef wederom tegen Gomarus. De Ü°°$> Predikanten, de Studenten koozen party. s De byzondere Sinoden namen kennis van den twifl, en drongen op eene nadere ope- ning der punten, over welken men verfchil- de. De algemeene Staaten bewilligden, den vyftienden Maart des jaars 1606,in't hou- den eener Nationaale Sinode, alwaar de NederlandfcheBelydenis enHeidelbergfche . Catechismus overzien zouden worden. Doch over dit byvoegfel rees gefchil onder de Kerkelyken , oordeelende Gomarus en de zynen, dat de Belydenis en Catechismus, die zy als een ondergefchikten regel des Geloofs aanmerkten , alleen!yk moeften goedgekeurd, niet, gelyk Arminius en de zynen verlangden, van nieuws overzien wor- den (n): 't welk, in de Noordhollandfche Sinode, die, in Juny des jaars 1007 , te Am- fterdam werdt gehouden, aangemerkt werdt als fmaakende naar onregtzinnigheid (0). <etf Men predikte ook, van toen af, te Amffcer- ßi* dam, fcherp tegen Arminius (ƒ>), die, fe- Än- dert, voor den Hoogen Raad , en in de Jo'V Vergadering der Staaten van Holland, te- é^jP gen Gomarus gehoord zynde, zonder dat1*1 men eikanderen nader kwam, op den ne- genden Oftober des jaars 1609, over- leedt (q). /' De Predikanten, die Arminius gevoelen ^ /
waren toegedaan, in January des volgenden jjj,^ jaars, in ftilte, byeen gekomen zynde, be-^. ilooten hunne Leer, in vyf punten vervat, /pd* voor te draagen aan de Staaten van Holland ^ in eene Remonflrantie, waarnaar hun , federt» de naam van Remonflr anten bygebleevenis- Te gelyk verzogtenze, in eene wettige efl vrye Sinode, gehoord, of, kon dit niet zyn» broe-,
(l) Vita Arminii p. 173.
(m) Vita Arminii p. I80, rj>;. (") Vita Arminii p. 106. ii2, zit, z$% ,273 /ju, 31*
3l■5,}^7. (•>) liRANDT II. Deel, hl. 73.
(p) Brandt II. Deel, hl. ss.
(j) Vita Aiminii f. 351, is», as, 43i.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kerkenraad van de hand geweezen werdt
(e). Burgemeefteren, bedugt dat de twifl hooger ryzen mögt, ontbooden, den elfden February des jaars 1592 , den gantfchen Kerkenraad, dien zy, by monde van den voorzittenden Burgemeefter, Reinier Kant, aanzeiden „ dat zy de onderlinge gefchillen „ der Leeraaren, uit derzel ver Predikatie n, „ ongaarne verflaan hadden; hun te gelyk „ vermaanende , tot meerder gemaatigd- „ heid, en tot afzonderlyke envriendelyke gefprekken over de onderlinge gefchillen, op dat de Wethouderfehap niet genood- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1612.
Burge-
meeile- ren ver- maan en den Ker- kenraad tot ge- maatigd- heid. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5»
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ zaakt wierdt, zig te bedienen van andere
„ middelen, ter behoudenis der gemeene „ rufte in de Kerk en in den Staat." De Predikanten antwoordden ,, dat zy bereid „ waren, in een mondgefprek te treeden „ met Arminius, in 't byzyn van den Ker- „ kenraad:" waartoe deeze zig ook gene- gen toonde. Doch Burgemeefteren ver- klaarden, te begeeren ,, dat alles in verge- „ telheid gefield, en geen nader mondge- „ fprek gehouden werdt; dat de Predikan- „ ten zig moeften wagten van nieuwigheden „ te brengen op den predikftoel;datmen, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3>
|
over de gefchillen, afzonderlyk en in 't
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vriendelyke, met eikanderen moeft han-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
55
|
delen, en zulken, die men van dooling
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
niet overtuigen kon, in zagtmoedigheid
„ draagen, tot dat de gefchillen, door een „ Sinode, beflift werden (ƒ)•" In't vol gende jaar 1593, verantwoordde Arminius zig zo wel voor den Kerkenraad, dat dezel- ve befloot,, broederlyke eendragt met hem „ te onderhouden, tot dat de verfchilpun- „ ten, door een algemeen Sinode, nader „ uitgelegd zouden zyn (g)." Arminius be- hieldt de gunft der Wethouderfehap in zo verre, dat hy, eerlang, tot Fifit at or der La tynfche Schooien, en, nevens Doftor Sebas- tiaan Egbertszoon, tot het onderzoeken der boeken, werdt aangefteld (A). Ook fleet hy den tyd,te Amfterdam,fe
dert,in tamelyke ruft, tot dat dedoodvan twee Hoogleemars der Godgeleerdheid te Leiden, Lucas Trelcatius de Oude en Fran- cisco Junius, die, in 't jaar 1602,door de peil werden weggerukt, gelegenheid gaf, dat hem eene der openvallendeplaatfenop- gedraagen werdt. Doch Burgemeefteren verklaarden, dat zy zynen dienft niet ont- beeren konden (j): en 't liep aan tot den vyftienden April des jaars 1603, eer hy, door den Raad, ontflaagen werdt (Ji), on- (e) Vira Arminii p. 31 , 34» iS, 45 , +8 , 57.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Armi-
nius verant-
woordt zig. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wordt
Profeflor te Lei> den.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(f) Vita Arminii p
(<r, Vita Arminii f (h) Refol. Vroadfch JJ .ept. 1603. ƒ. 433.
(i) Vita Arminii P |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
«7-73
89
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
•Af- 1S9S- ƒ• J7 •""•ƒ».
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
X.
|
I "
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
119, HS, 14«-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ii) Refol. Vtoedfch. N. J is april iSoj- ƒ. 414,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XU. Boek.
|
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
429
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■.1612.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
broederlyk verdraagen te worden. Die 't met
Gomarus hielden leverden, hier tegen, eene Contruremonfirantie in, waarnaar zy Contra- remonfiranten genoemd werden, en floegen het houden eener Nationaale Sinode voor, of het zenden der punten van verfchil aan de uitheemfche Hooge Schooien, aan wel- ker uitfpraak zyzig wilden onderwerpen (f). Midlerwyl, werdt, ter Vergaderinge van
Holland, geraadpleegd op het houden ee- ner Provinciaale Sinode. De meefte Leden neigden hiertoe, mids de Afgevaardigden tot de Sinode verkooren wierden door de Staaten. Doch Dordrecht, Amflerdam, Hoorn en Enklmizen verfchilden van de meerderheid (s). Amflerdam verflondt, dat de Claflen de Afgevaardigden zouden benoemen; dat zy , door de Hoofdfteden der Claffen, zouden verkooren worden, en hunnen lall krygen van de Staaten (t). De Staaten hadden, ondertulTchen, by meer- derheid vanflemmen, beflooten, den Clas- fen aan te fchryven, dat zy,in 't beroepen van Predikanten, niemant onderzoeken of be..vvaaren zouden , bover+de Leer, in de Remonftrantie vervat. Doch Amflerdam en de drie andere Steden hadden zig onge- lafl verklaard, om in dit befluit te bewilli- gen; waarom het, door verfcheiden Kerke- lyken, niet naargekomen werdt (u). In Arminias plaats , was , midlerwyl,
Cnnradus Vorflius tot Profeflbr der Godge- leerdheid beroepen. Doch eenige Kerkely- ken, den manfchuldig houdende aan grove doolingen, zogten den voortgang van dit beroep te beletten. Te Amflerdam, werdt zelf tegen zyne Leer gepredikt: 't welk hem zo diep trof, dat hy gelegenheid zogt, om Plancius, die fterkft tegen hem yverde, te fpreeken, in 't byzyn van Burgemeefteren. En fchoon dit gefprek niet kwalyk voor Vorftius afliep (v); was egter de meerder- heid derVroedfchap zo overtuigd van't na- deel , welk de Kerk van Vorftius te dugten hadt, dat zy, eerlang, befloot, te wege te |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
die van hun, in 't ftuk der Predeflinatie,
verfchilden, die, volgens fommiger aante- kening, noemendeMammulukken, Peßen en Duivels, die men, met hunne kinderende- hoorde te verjaagen; waartoe zelfs de Wet- houders , by 't aanvaarden hunner bedienin- ge, met gedrukte fchriften, vermaand wer- den. In fommige Predikatien, werdt ge- waagd , van 't verdryven der Kanaäniten en van 't verdeelen van 't Land Kanaan onder 't volk van Izraël, met toepafïing op den ftaat deezes Lands, en vermaaning , om eikanderen, hier, op gelyke wyze, te han- delen.' Ook was, in dit zelfde jaar 1610, Herman Barendszoon, een der Krankbezoe- keren, door den Kerkenraad, buiten kennis van Burgemeefteren, afgezet van zyn ampt, om dat hy, zo getuigd wordt, in't Huk der Predeflinatie, verfchilde van zyne mede- broeders (X). Tegen den aanvang des jaars i6"ii, be-
gon men zelfs, hier ter Stede, te arbeiden om zulken, die men wift, dat in 'tftukder Predeflinatie wat gemaatigder waren dan anderen, te weeren uit de Regeeringe: waar- mede , naar 't fcheen, eenige Kerkelyken beftonden zig te moeijen. Men wift niet flegts, eenige weeken voor de verkiezing, te zeggen , wat nieuwe Regenten men te wagten hadt; maar, wel zes of zeven maan- den te vooren, hadt een der Predikanten tegen eenen regeerenden Burgemeefter ge- zeid, dat men zekeren Heer tot het Burge- meefterfchap dagt te brengen: 't welk ook gebeurde. In zekere Aantekeningen, wordt gemeld, dat Burgemeefteren, kort na de verkiezing, aan den Raad deeze vraag dee- den, of iemant ook wifl, of bevonden hadt, dat .onze Predikanten naar de Regeering fion- den ? Waarop één der oudfle Leden van de Vroedfchap verklaarde „ dat hy, als men, „ door de woorden onze Predikanten , zo „ wel die van andere Steden als van deeze „ Stad verflondt, meende, dat, fchoon zy, „ of eenigen hunner zulk een oogmerk heb- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1612.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
S ver-
mit «leefte
Jeden ^ Hoi.
>de
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Een
Krankbe-
zoeker wordt, door den Kerken- raad, af- gezet. Eenige
Predi- kanten worden verdagt gehou- den vaia' zig te veel te moeijen met de Regee- ring. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
*b
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uien.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ft*.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
brengen, dat zyn beroep geen voortgang
|
& j»
|
ben magten, zy zo flegt niet zouden zyn,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hadt (V). Ook werdt hy, wat laater, doch
met behoudenis van wedde, gefchorft in zyn ampt, eer hy 't nog geoefend hadt. De Predikanten hier ter Stede, immers de
Nederdukfche, waren allen, of genoegzaam allen in 't gevoelen der Contraremonftran- ten, en verklaarden zig, dikwils,fcherpge- |
„ van zulks openlyk te verklaaren; doch als
„ men, uit waarfchynlyke redenen, eenige „ rekening maaken mögt, hielde hy devol- „ gende zaaken voor zeer bedenkelyk; de „ oneerbiedigheid der Predikanten jegens „ de Wethouders, reeds in 't jaar 1578 be- „ toond; het ftoktrekken der Claffis van „ Alkmaar, die eene ongewoone onderte- „ kening vorderde van de Predikanten, te- „ gen de Wethouderfchap en de Staaten; „ het afzetten van den Ziekentroofter Her- 5> man
(.v) Aantek. van Eurgem. C. f. HOOIT by Ek4NDT n.
Deel, bl. 148 , l+J>.
Kkk z
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
%
|
«11
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
"»«en.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
noeg, van den predikftoel, tegen zulken,
</) Vaderl. Hift. X. Deel, bl. 33 enz..
y) B:\ANDT II. Deel, bl. 131. *erp K-eiol. Vroedfch. AT. 10. 2, 19 Jttny isio. ƒ. 230 r«\l38 vcrf°-
>A eRandt It. Deel, bl. 131, 132.
(»i B IiRANDT I[. Deel, bl. I4S enz.. J *«fol, Vroedich. N. 11. is ^ifril 1S11. f. 19 </erp>.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||
43°
|
|||||||||||||
naar grooter meefterfchap ftonden. De Oud- 161&
Burgemeefter Kornelis Pieterszoon Hooft s. heeft hierover eenige bedenkingen in fchrift 'ffleefter gefield , die op deezen zin uitkramen: Hooft 0? |
|||||||||||||
1612. » man Barendszoon; het dagelyks uitvaa-
„ ren tegen de Regeering, wegens de me- „ nigvuldige hoerery, dronkenfchap en dier- „ gelyk kwaad, even of zulks den Heeren „ zo zeer niet mishaagde als hun; het in- „ voeren van uitheemfchen in denKerken- „ raad, en 't handelen aldaar, zonder aan „ eed of Inftructie gebonden te zyn, en „ buiten kennis der Wethouderfchap, ter- „ wyl men hunne Refolutien noemde naar „ de Kerke der Stad, fchoon 'er weinige „ ingeboorenen iet in te zeggen hadden. „ Dat men der Wethouderfchap , in 't ver- „ kiezen van Predikanten , te weinig gezags „ liet, en als men eenig beroep aandiende, „ zig hieldt als of de zaak haaft hadt, op „ dat de-Heerengeen zonderling onderzoek „ zouden können doen op de perfoonen , „ gaaven, handel en wandel der beroepe- „ nen. Dat ook een Predikant, of eenige „ Predikanten, over ettelyke jaaren , van „ Gysbert Janszoon van de Poll, toen Diaken, „ eenig geld hadden geèifcht, om, buiten „ kennis van Diakenen, naar 't goedvinden „ der eifcheren, befteed te worden. Dat „ men, nog onlangs, den Diakenen, aan „ hunne huizen, geld afgevorderd hadt, om „ gegeven te worden aan zekeren Predi- 5i kant [Pieter Janszoon], die,in de Claflis „ van Alkmaar, tegen 't begrip der Wet- „ houderfchap geyverd hadt, onder belof- „ te dat men die fomme, [zynde vyftigre- „ aaien van agten of honderd guldens] , den „ Diakenen in hunne rekening zou doen „ gelden (y)." Op alle deeze zaaken, ver- ftondt deeze Heer, dat men behoorde te letten. Doch ik vind niet, dat 'er iet op beilooten werdt. Men Het prediken tegen zulken, die eenig an- fteekt op der begrip van de Leere hadden, dan de
eenige Predikanten hier ter Stede, ging, ondertus- tetfvan fcnen , voort. In May des jaars 1611, den Pre- hoorde men van den Predikftoel roepen , dtkftoel. „ dat 'er, in de Stad, Perfoonen waren, „ Libertynen of Vrygeeften, die tegen de „ opregte dienaars Gods haat droegen ; „ dieze vervolgden, en uit hunnen dienft „ zogten te ftooten:" 't welk geoordeeld werdt te daan op eenige Regenten, die 't poogen der driftigfte Kerkelyken zogten te- gen te (laan. Onder deeze Regenten, wa- ren 'er, hier ter Stede, die zeer afkeurden, dat de Predikatien veelal beftonden uit het voordraagen der zweevende gefchillen, en niet genoeg gerigt waren tot boete en god- Beden- zaligheid. Ook verftonden zy, dat eenige kingen Kerkelyken, meeft vreemdelingen, zig te van den Veel gezags hadden aangemaatigd, en nog O') Aantek. van een' voornaam' Regent *)■ EKANDT II,
Dttl, il. i$o, i;i. |
|||||||||||||
„ 't Was, meende hy, nu zover met dehnen
„ Reformatie gekomen, dat men niet flegts v0Ji „ goede, verftandige, eerlyke luiden, diein \t&#&' „ geenen daadelyken Kerkendienft waren; urÄ „ maar zelfs Wethouders der Steden, al-tot „ fchoon zy voorheen't Ouderlingfchap be- '[e/n(l. „ kleed hadden, onbekwaam hieldt, omtN „ over de tegenwoordige Kerkelyke gefchil- „ len te oordeelen : terwyl anderen, en „ daaronder ook Ouderlingen, die niet al- „ tyd in den Kerkenraad waren, en 'er mo- „ gelyk voorheen nooit in waren geweeft, „ zig daarover het oordeel aanmaatigden. „ En deezen waren meelt uitheemfchen , „ wien 't egter minft betaamde anderen te „ beweegen om zig te fcheiden van de belle „ liefhebbers des Vaderlands, die, voor „ deezen om den Godsdienft buitens Lands „ gezworven hebbende, in 't eerft wel in „ den Kerkendienil waren gebruikt, doch „ naderhand voorbygegaan om plaats te ,, maaken voor nieuwelingen en vreemde« „ lingen, die men bekwaamer hieldt tot de „ zaaken, die nu op het tapyt waren. Die „ van de Kerke hier te Stede hadden, al j, voor veele jaaren, getoond, dat zy zig ,, niet genoegden aan de vryheid, die zy „ genooten ; maar ook anderen , daar de „ Overheid geen ongemak of beroerte, van „ wagtte, in zwaarigheid zogten te bren- „ gen; doch zy hadden zig hierover ge- ,, wagt by 't leeven van zulken, die, kort" , „ na 't overgaan der Stad, tot de Regee- „ ring beroepen waren, en geenen luft ge- „ toond zouden hebben , om 't gemeene 5, fchip aan de klip der tirannye te verzei- „ len. Die van de Confiftorie waren im- „ mers, in hunnen handel en wandel, niet „ beter dan andere vroome bekwaame lui- „ den. Waarom zou men dan den eerften „ zo veel meer betrouwen? Of zou 't ook „ eene onbekwaamheid of vloek zyn, een „ Hollander gebooren te wezen, gelyk fom- „ migen wel gezeid hadden, dat de Hol- „ landers niet zo Godvrugtig en yverig wa- „ ren, als de Brabanders en Vlaamingen. „ Men hadt eertyds over de invoering van „ nieuwe Biffchoppen geklaagd, en nu liet „ men de Kerk regeeren door vreemdelin- „ gen, die men begaan liet, zonder hen ,, ergens aan te verbinden; die de reis- eU „ andere koften , tot vordering van hufl „ voorneemen gemaakt, den Kerkmeefte' „ ren afvorderden, zonder ordonnantie va*1 „ Burgemeefteren, tot kleinagting der Re' „ geeringe. Van deeze luiden kwam ook - „ VOO*
|
|||||||||||||
XII. Boek. GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||
431
|
|||||||||
voort het vorderen van nieuwe onderte-
keningen. Deezen wilden klaagers en regters te gelyk wezen, en de Wethou- derfchap gebruiken tot uitvoering hunner vonniflen. Deezen poogden , hier te Lande, tweederlei Regeering te veftigen, en de Kerkelyke zelfs boven de Burger- lyke te verheffen. Men ftondt ook, in de Kerk, naar te groote heerfchappy, wanneer men de luiden, om kleinighe- den, of dingen, die, volgens 's Lands wetten, niet ftrafbaar waren, voor den Kerkenraad ontboodt, en in opfpraak en kleinagtkig bragt. En 't was ten hoogfte te verwonderen, dat men de Kerkelyken zo veel gezags liete oefenen, zonder hen aan eed of inftru&ie te binden ; daar zelfs de Regenten van 't Landen de Ste- den verphgt waren, de zaaken van Re- geeringe te beleiden, gelykze, volgens hunnen eed en Inftruclie, verftonden te behooren. Men zeide, hierop, dat de Kerkelyken genoeg gebonden waren aan de Schrift: even of de Schrift ook ande- ren luiden niet aanging, en of zy de men- fchelyke geneigdheden meer dan ande- ren hadden afgelegd, 't Hadt zyn beden- ken ook, dat de beiluiten des Kerken- raads niet zo wel als alle burgerlyke wet- ten en bevelen werden afgekondigd. En dit was een der twiftpiinten geweeft met die van de Alkmaarfche Claffis , die 't Claffisboek t'zoek bragten, uit het welk, toen 't naderhand, op 't bevel der Wet- houderfchap, te voorfchyn kwam, men bevondt eenige bladen gefcheurd te zyn. Zo de Kerkelyken, wyders , over de hoo- ge punten der Predeftinatie al eens wer- den; zou 't niet vreemd zyn,dat zy hun gevoelen 's Lands Staaten zouden willen opdringen, dezelven noodzaakende, om zulken , die deeze punten anders ver- ftonden en leerden, ten lande uit te jaa- gen. Ën zo dit eens, door 't bedryf der Kerkenraaden en de flapheid derllegee- ringe, ftondt uitgewerkt te worden, moeft het Gode geklaagd zyn. Men hadt een zwaar anker te tillen; doch 't moeft niet met dommekragt, maar met beleid ge- fchieden. De tegenwoordige verfchillen hadden de eendragt weggenomen: die moeft , fchoon het tegenwoordig byna eene Kettery geworden was van liefde te Vermaanen, door liefde en infchikkelyk- heid, herfteld worden. Men moeft de daaden der zulken, 't zy burgerlyken of kerkelyken, die aan 't rad der oneenig- heid draaiden, verdagt houden. De O- yerheid moeft 'er dan tegen voorzien. En kon 2y de Kerkelyken brengen tot wat |
|||||||||
„ meerder gemaatigdheid en toegeevend- 1612.
„ heid; de Reformatie zou 'er door gevor- „ derd worden. Veel meer goede luiden „ zouden zig tot de gemeenfchap des Avond- „ maals begeeven, zo menze, op hunne ei- „ gene beproeving, naar de leffe van Paulus „ wilde aanneemen, zonder by de Kerken' „ dienaars op de volle en breede toeftem- „ ming van de Leer, de Belydenis en Ca- „ techismus, en eenige zwaare punten on- „ derzogt te worden. De tegenwoordige „ verdeeldheid werdt zo zeer niet geveftigd „ op de toe- en tegenftemming der H. „ Schrift in 't gemeen, als wel op de uit- „ legging van fommige plaatfen, waarover „ men den gemeenen Lidmaaten geen oor- „ deel toefchreef; en op eenige menfche- „ lyke Schriften , die men^ byna met de „ Goddelyken gelyk ftelde, en onverbree- „ kelyk wilde onderhouden hebben; daar „ menze, volgens het voorbeeld der eerfte „ Kerkvergaderinge van Jeruzalem, eerder, „ naar tyds gelegenheid, behoorde te ver- „ anderen, tot de meefte opbouwing. In „ de Gemeente, moeft eenige orde gehou- „ den, en ongeregeldheden geweerd wor- „ den, zo veel redelykerwyze gefchieden „ mögt; doch die orde zo naauw te willen „ verbinden aan de meening van eenige „ zwaarhoofdige menfchen, vooral vreem- „ delingen, die zo vol argwaans waren, „ dat zy zulken, die hun gevoelen in alles „ niet konden volgen, hielden van vreeze „ Gods en waarheid ontbloot te zyn, was „ onbehoorlyk (s)." In deezer voege, dagt de Heer Hooft Amfter-
over fommige Kerkelyken, en over de te-J?an?.vei> genwoordige Kerkelyke gefchillen. Doch met ^e de meefte Leden der Vroedfchap deezer meefte Stad zagen de zaaken anders in. De Staa- Laden ten van Holland, bevroedende, dat wylen.van,Ho1" Prins Willem de I. reeds gewaakt hadt te-0a"e/.t gen het gezag, welk eenige Kerkelyken zig, invoersn ten zynen tyde, begonden aan te maatigen, der Ker- en geoordeeld, dat de opperfte befchikkingk?n°rde' over Kerkelyke perfoonen en zaaken be-"1"^™1 hoorde te ftaanaan de burgerlyke Over- IS9i. heid; neigden, in 't begin des jaars 1611, op den raad van den Advokaat Oldenbar- neveld, tot het invoeren der Kerkenorde- ning van't jaar 1591, waarby denWethou- deren der Steden meer gezags in 't beroe- pen der Kerkendienaaren gegeven werdt, dan zy, tot hiertoe, gebruikt hadden. Doch de meerderheid der Vroedfchap van Ara- fterdam verftondt, dat de tegenwoordige gefchillen eerft in eene Nationaale Smode be-
(*.) Aantek. van de» Heft C. f. HOdtT by Eranbt
II. Deel, bl. ijz *»*■ Kkk 3
|
|||||||||
II.'Deël.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
43 2
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ièvk
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
men nu, uit eeniger ommegang met an-
deren, geene onvroome luiden, zo ligt iet kwaads befluiten; zo heeft men veel |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
beflifl moeiten worden; waarna 't nietmoei-
lyk vallen zou, eene Kerkenordening vafl te ft ellen, die elks goedkeuring verdiende. En fchoon dit punt, op aanmaaning der meeite Leden van Holland , naderhand, meermaalen in beraad gelegd werdt, ver- anderde de Vroedfchap niet van gevoelen (a). Sommige Leden derzelve verftonden nogtans, dat alle zaaken van gewigte, zo wel Kerkelyke als andere , niet dan by kenniffe der Wettelyke Overheid behoor- den gedaan te worden , en dat men het leerampt en de bediening der Sacramenten alleen ten laftevan de. Dienaars des Woords behoorde te laaten. Zelfs liet één der Oud- Burgemeefleren zig, in de raadpleegingen over 't invoeren der Kerkenordening van 't jaar 1591, onder anderen, in deezer voege hooren: „ Laat geene tweederlei Regee- „ ring, zonder dat de eene onder de ande- „ re fta, in ons Land toe, op dat het ge- „ meene fchip, eerft in Vlaanderen, daarna „ ten tyde van Leicefter, en nu wederom, „ door 't bedryf van fommige Kerkelyken, „ in gevaar gebragt, niet ten vierde maale „ op eene en dezelfde klip verzeilé (£)." Doch, terwyl de meefte Leden der Vroed-
fchap andere inzigten hadden, viel het den Kerkelyken, onder welken eenigen nu be- weerden, datmen Burgemeefteren , in 't |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IÓI2.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
meer
|
reden qm, uit het doen van het
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ agtbaar gezelfchap des Kerkenraads, een
„ befluk op te maaken tot hun nadeel, de- „ wyl zy, fchoon een groot en aanzienlyfe „ genootfchap, waarop men meer plagt te „ zien dan op onbeampte pèrfoonen; en al- „ toos zeer zorgvuldig, om eene volkome* „ ne eensgezindheid te bewaaren, nu on- „ langs , met overleg en aanroeping van „ Gods naam , den Predikant Gozuinus „ Geldorp van Sneek beroepende, daar- „ mede, dewylze uit zyne fchriften en ge- „ drag zyne felheid tegen de zogenaamde „ Ketters kenden , reden gaven om te „ denken,1 dat zy allen, in dit ftuk, van „ zyn verftand moeften zyn: 't welk ver „ zien zou, en den grondflag leggen tot „ allerlei geweetensdwang en vervolging," Doch men beweerde, hier ter Stede, meer en meer, dat men deWethouderfchap in't beroepen van Predikanten niet behoorde te kennen; of deedt men 't, dan moeft het gefchieden , onder betuiging, van in zyn regt onverkort te willen blyven (V). A Terwyl 't gezag der Kerkelyken te Am- tf°V
fterdam, ten deezen tyde, zo groot was, en ^f/"1 de meefte Regenten hun zeer toegedaan Ëpisc°'f |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
't Beroep
van Go- zuinus Geldor- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
beroepen der Predikanten, niet behoorde te waren, kon't naauwlyks agterblyven, of pit'*
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
pius mis-
haagt eenigen uit c'e Vroed- fchap. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de Remonftranten moeften hier 't een of 't ge
ander te lyden hebben; gelyk, van de an-K'.V.' |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kennen, niet moeilyk, Gozuinus Geldorpius,
van Sneek, daar hy 't ketterftraffen gedree- ven hadt, in dit jaar ióia, hier ter Stede, op den predikftoel te brengen. De gemaa- tigdften onder de Regenten , die niet fchroomden verkeering te houden met zul- ken , welken by de Predikanten verdagt waren van onregtzinnigheid , keurden dit beroep openlyk af, en verdedigden zig, te gelyk, by gelegenheid, over hunne ver- keering met Remonftrantfchgezinden , in |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
_______
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dere zyde , de Contraremonftranten over lp i*
harde bejegening klaagden, in de Steden,^'5^» daar de Regeenng de Remonftranten be- brö£ gunftigde. 't Gebeurde, in't jaar 1613 ,ki'Vj5' dat Simon Episcopius, een Amfterdammer van geboorte , en thans Hoogleeraar der Godgeleerdheid te Leiden, van zynen Broe- der fan Egbertszoon Bijfchop, die te Am- fterdam woonde, verzogt werdt, als Peeter |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
deezer voege: „ Men bedenkt niet, dat te ftaan over den doop van deszelfs Dogter,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de natuur van dit Land, inzonderheid die
der Stad Amfterdam, als meeft door koopmanfchap en onderlinge lieftallig- heid beftaande, zulk een naauw opzigt en argwaan niet verdraagen kan. Eer- tyds, plagt men te zeggen, hoe iemant beter is, hoe hy bezwaarlyker van ie- mant vermoedt, dat hy kwaad is. Nu willen de allerargwaanigften voor de al- lerbeflen gehouden zyn, t'eenemaal ver- werpende het oude zeggen, dat zelfs, geduurende de felile vervolging onder 't Pausdom, zeer gemeen was : de Kerk oordeelt niet van verborgene dingen. |
die den tweeden April ftondt te gefchieden.
Episcopius, die de zyde der Remonftran- ten hieldt, maakte vry wat zwaarigheid in het voldoen aan dit verzoek, ter oorzaake van het gebeurde in deeze Stad, aan Joan- nes Uitenbogaard, Predikantin den Haage, die dezelfde partye aankleefde. Deezen was, den veertienden February, met het kind zyns Stiefdogters ten doop verfchynen- de, door den Predikant Plancius , die 't Formulier aflas, gevraagd, niet, of by de Leer, die in bet oude en nieuwe Teflament en in de Artikelen des Clmfielyken geloofs begree- pen was, en dienvolgende inde Chrijtelyke Kef |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
-,">
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3>
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
V)
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ke geleerd werdt, niet bekende de volkomen
■+ Leef. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(«) Refol. Vroedfch. N. II. 26, zS Febr. }l Qiï
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Pee. ifiii. ƒ. IJ verft), 4I , 42-
(b) Zie ti&kNDT H. Dttl, il. 170, 17«.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(c) Zie BRANDT II. Deel, II- r*4> IM.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ffi BOEK.
|
|||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||
433
|
|||||||||||||
ï(313. Leer der zaligheid te zyn ', gelylc, volgens de
Kerkenordening des jaars 1586, alomme, in de Gereformeerde Kerken, gebruikelyk was; maar of hy tleeze Leer, die hier geleerd werdt, en voorts in 't oude en nieuwe Tefla- ment en inde Artikelen des algemeenen Chrifle- lyken Geloofs hegreepen was, niet bekende de waaragtige en volkomen Leer der zaligheid te zyn? En Uitenbogaard, op de verandering der woorden geen agt ilaande, hadt ja ge- antwoord : waarop zig een gerügt verfpreid hadt, dat hy, met dit antwoord, de Leer der Remoniïranten openlyk hadt wederroe- pen; waarom hy zig verpligt gevonden hadt, de meening van zyn antwoord, in eenen brief aan Plancius, rondelyk te verklaaren (d~). Episcopius was dan bed.ugt, dat het hem gaan mögt, als Uitenbogaard. Doch op de verzekering, dat niet Pläncius maar Casparus Heidanus of'van der Heide prediken zou; en dat men, hier ter Stede, geen an- der Formulier op den predikiloel hadt leg- gen dan het oude met het woord dienvolgen- de, liet hy zig overhaalen. Maar 't viel uit, gelyk hy gevreesd hadt. De Predikant vraagde, met luider Remme,of zygetuigen niet bekenden 't gene in het oude en nieuive lefiament ,en in de Artikelen des Chriflelyken geloofs begreepenwas, en't gene alhier geleerd tiïerdt , de waaragtige en volkomen leer der Zaligheid te zyn ? Daarby voegende, wat antwoord gylieden hierop ? Episcopius , de Vraag zeer wel verftaan hebbende , ant- woordde „ dat hy, wat hem betrof, hieldt s> waaragtig te zyn, 't gene volgens Gods ii woord en de artikelen des algemeenen 3, Chriflelyken Geloofs , werdt geleerd , i, naar den inhoud van het Formulier, met » het woord dienvolgende." Waarop de Predikant hervraagde, wat hy zeide ? Hy herhaalde zyn antwoord, met luider ftem- ^e. Terftond volgde hem zyn broeder, Zeggende ik mede, en nog twee onbekenden, "toy ook, wy ook. De Predikant, zeer geftoord Over 't gebeurde, zeide tegen Episcopius, 35 dat het wel ftout en vermetel van hem » gedaanwas.dat hy zo in de Kerke fpree- »> Ken durfde: hadt hy eenige zwaarigheid 55 gehad, hy mogtze hem ten zynen huize, ?> hem wej bekend, hebben voorgedraagen." episcopius hernam hierop ,. dat hy, ingeval » de
broeder met zyn antwoord niet te
»> vrecje was, heen.gaan zou en niet ftaan
£ °ver den doop van 't kind." De Predi- kt» dit kwalyk neemende, zeide, Gyzyt , Jongman,die zo fiout niet behoort te fpree- een' ^ ^e^x ëe^oor^ wat ^er ge^eerd is, dat
menfch niet is dan Jlof en aarde, en dat |
|||||||||||||
hy niet behoort zo fiout, trots en hoogmoedig l6iq
te wezen. Hy hadt, naamlylc, vandefchep- ping van 's menfchen lighaam, uit Genefis gepredikt. Doch als Episcopius hierop zweeg, voeren de andere Predikanten, Jo- annes Hallius, Joannes Urfinus, Joannes Ie Maire , Jacobus Triglandius en Gozuinus Geldorpius voort met het doopen der kin- deren, waaronder ook dat van Episcopius broeder was. Episcopius hadt voor, Hei- danus, na dat hy van denpredikftoel geko- men zou zyn, aan te fpreeken, over 't voor- gevallene. Doch Heidanus bleef zig op- houden ïn 't doophuis, fpreekende met den Voorzanger. Terwyl Episcopius en zyn broeder het doophuis uit traden, werden zy van verfcheide luiden by den mantel getrok- ken, en aangefproken. Zeker man wilde van den ProfefTor weeten, wat hy, 's Zon- dags te vooren, uit de Predikatie van Trig- landius opgetekend hadt: 't welk hy wei- gerde te zeggen. Een vrouw dreef hem toe „ datj zo hywaarlyk een Chriflen was, „ hy Heidanus in 't byzonder moeft aan- „ fpreeken." Waarop hy antwoordde, „ zulks van zins te zyn; doch het nu na te „ laaten, om opfchudding te voorkomen." Maar 't geroep en de aandrang namen zo ilerk toe, fchreeuwende fommigen , weg met die muitemaakers! foei, gy oproerigenhoopt fchehnen en rabauwen! laatze ons een veeg geeven: en de Deurwaarder zelfwaar zynze? laatze my krygcn: wyflze myflegts: datEpisco- pius befloot, te rug te keeren naar het doop- huis , en den Predikanten aan te fpreeken. Hy hieldt hun voor „ dat al de oproer ont- „ ftaan was,uit hetongewooneFormulier, „ welk hem, door Heidanus, voorgehou- „ den was, en dat hy op het gewonnlyke „ gereedelvk geantwoord zou hebben." Hei- danus vraagde „ of hyProfeilbr Episcopius „ niet ware? wat hyin de Kerk deedt? en „ waarom hy 'er niet uit bleef?" Waarop hy zeide „ dat de reden hiervan wel bekend „ was,engeene andere dan't verzoek zyns „ broeders, om als getuige te ftaan over „ den doop van zyns broeders kind; doch „ dat hy meer reden hadt om te vraagen, „ uit welke oorzaak men hem een ongewoon „ Formulier voorgehouden hadt ?" Heidanus beriep zig op een O&roi der Staaten, welk geboodt, op zulk eene vraage te antwoor- den. Doch alzo Episcopius geen kennis hadc van zulk een Octroi, wees hy den Predi- kant op het Formulier, by de Sinode des jaars 1586 ontworpen; voorts vraagende, „ wat misdaad 'er ftake in zo te antwoorden „ als hy geantwoord hadt?" Heidanus wees hem op nieuws tot het Oélroi. Hallius, toen 't woord neemende, vraagde den ProfefTor, »of
|
|||||||||||||
(<0 Zi, v„
*riglAnd K«k. Hift. II. est «»*.
|
|||||||||||||
II. Deil»
|
|||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||
434
|
|||||||||||||||||||||||||||
Doch Burgemeefter Jakob de Graaf, hem itW
hier in de rede vallende, zeide ,, Dat is Zyn S£{ ,, zo niet. Hy heeft voor ons alhier ver- fpr£^ „ klaard, dat hy 't nooit anders gebruikt ^ffter „ hadt."Episcopius, hierop niet ftil ftaan- ^Gï^' de, verhaalde voorts „ onderregt geweeft „ te zyn, dat veelen van de Heeren 't ge- „ drag van Plancius hadden afgekeurd; dat „ hy'er, door eenigen uit den Kerkenraad, „ over beftraft was , en dat iemant van de „ Regenten, daarover eenen der Predikan- „ ten hebbende aangefproken, zoveel hadt „ verftaan, dat het eens gebeurd was, doch „ niet meer gebeuren zou. Dat hy nog- „ tans, weetende hoe precys en onruftig „ Plancius was , de beurt van Heidanus „ hadt waargenomen, die de befcheidenfte ,i was in 't prediken; en ook, na 't voorval „ met Uitenbogaard, het Formulier wel en „ regt gebruikt hadt." Toen zeide Burge- meefter Kromhout, mei-, hadt gy dan liever gez-meegen. En Episcopius daarop „ dat zyn „ broeder egt er niet gez weegen zou heb- „ ben; dat hun ftilzwygen ook toeftemmen „ zou hebben gefcheenen ; dat hy niet „ nieuws begeerde, noch dat Heidanus iet „ tegen zyn gemoed, of tegen de orde der |
|||||||||||||||||||||||||||
1613. j» of hy hunne Kerk niet hieldt voor eene
" „ ChriftelykeKerk?" Episcopius antwoord- de ,, dat dit eene vreemde vraag was, alzo 3, hy zelf in deeze Kerk gekomen was, om „ getuige te zyn over den doop van een „ kind. 't Was wat anders alle waarheid, 5, en wat anders noodzaakelyke waarheid „ te leeren.'t Laatfte erkende hy, dat hier „ gefchiedde, en hieldt hy hierom deeze ,, Kerk voor eene Chriftelyke Kerk; doch „ niet het eerfte. 't Was bekend, dat hy „ dit voorheen tegengefproken hadt. Dit „ deedt hy nog. En hierom hadt hy zig, ,, op de ongewoone vraage, hem gedaan, i, met uitzondering , moeten verklaareh , „ orri zyn geweeten niet te kwetfen." Hiermede affcheid neemende , werden hy en zyn broeder wederom van 't gräauw en 't vrouwvolk aangerand; doch met minder hevigheid dan te vooren; fchoon Episco- pius , uit de Kerk gekomen , nog eenige mansperfooneh hoorde zeggen : Lnfiig, jongens, raapt {leenen, fmyt nu die fcbehnen en oproermaakers. Doch 't liep zo hoog niet. De Profellbr en zyn gezelfchap kwamen behouden t'huis. Episco- Maar 's anderendaags werdt hy voor pius Bufgemeeflereh ontbooden, die hem aan- wordt zeiden „ hoe zy met leedwezen hadden P°or „ verftaan, dat, door hem, getuige ftaan- meeftc- s> de over ^en d°op van zyns broeders kind, ren ont- „ met zyn antwoord, gróote oorzaak gege- booden. fi yen was tot beroerte in de Kerk; hoe j, daarover klagten gevallen waren, en hoe „ weinig hem betaamde, de Leer derKer- „ ke tegen te fpreeken." Hy antwoordde, „ dat hem degereezenonluftfmertte;doch „ dat hy 'er, zyns weeténs, geene oorzaak „ van Was, noch gelegenheid toe gegeven „ hadt. Dat hy, met zyn antwoord op eene „ openbaare vraage, die men, tegen zyne „ verwagting, uit een ongewoon Formulier, „ hadt voorgefteld, de Leef der Kerke niet „ tegengefproken; maar alleen zyngeweö- „ ten gekweeten hadt." Hierop merkte Burgemeefter Barthold Krombout aan „ dat >> hy» weetende wat Uitenbogaard te voo- „ ren bejegend was, ligtelyk denken kon, „ dat hem zulks ook kon bejegenen; dat „ hy, derhalve, de Predikanten eerft moeft „ aangefproken, en verzogt hebben, dat „ zy zulk een Formulier leezen wilden , „ waarop hyonbezwaard kon antwoorden." Episcopius hernam „ dat hy alles vooraf „ rypelyk bedagt, en reden gekreegen hadt „ om te vertrouwen, dat hem niet gebeu- „ ren zou, 't gene Uitenbogaard gebeurd „ was, hebbende men hein verzekerd, dat „ Plancius zig daarmede hadt verfchoond, „ dat hy een onregt boek hadt opgevat." |
|||||||||||||||||||||||||||
5>
|
Kerke, zeggen zou; maar alleenlyk dat
|
||||||||||||||||||||||||||
het Formulier gevolgd of in dien zin aan-
|
|||||||||||||||||||||||||||
?>
|
genomen ware, die by de Sinodezelve,
|
||||||||||||||||||||||||||
„ in 't jaar 1586, was uitgedrukt." Maar
Burgemeefter de Graaf zeide hierop „ dat „ het in de Sinode zo niet gefteld en be- „ flooten was." En Episcopius wederom, „ dat het inderdaad zo geraamd en toege- „ itaan was, dan of het te Amfterdam,etl „ by alle andere Kerken, was goedgekend, „ wift hy niet; fchoon 't zo fcheen te zyrl „ uit de boeken, die, ten dien einde, op „ den predikftoel lagen, of van den Koller „ gebragt werden ;"daarby voegende „ dat „ het zo geraamd was, om dezelfde oor- „ zaak als de tegenwoordige; alzo eenige „ luiden, die bezwaard waren op die vraag „ te antwoorden , hunne kinderen op de „ dorpen door de Paapen deeden doopen, „ of ongedoopt lieten; om welk te voor- „ komen de verandering in de gemelde Si- „ node gefchied Was." 't h, zeide toen de Heer de Graaf, weinig eers voor een Predi' kant, te veranderen 't gene hy gelezen, of tt toonen dat by hwalyk gelezen heeft, of 00» eenig tegen- of infpreeken te gedoogen. Gy* voegde hy 'er by, zoudt het ook wel kzvatyK neemen , dat iemant zulks in uwe Leffen °J Predikatien deedt. Doch Episcopius beweer' de „ dat hier noch in-noch tegenfpreekiré - gefchied ware; maar dat hy alleenlyk' gevraagd zynde, geantwoord hadt; 4*c |
|||||||||||||||||||||||||||
.,, ook de eer der Predikanten daarby %
|
|||||||||||||||||||||||||||
dt
|
|||||||||||||||||||||||||||
le&
|
|||||||||||||||||||||||||||
*f
|
|||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||
XII. Boek.
|
||||||||||||||||
435
|
||||||||||||||||
^13. j) leedt, dat iemant, om zyn geweeten te
„ voldoen, wat meer dan ja antwoorde, )> of iet dat nagelaaten was in 't geheugen 3» vernieuwde , als het bekwaamlyk ge- )» fchiedde." Voorts, hielde hy Burgemees- teren nog voor „ of hy, dewyl toch de j, Heeren het ftilzwygen fcheenen goed te jj vinden, met zyn antwoord, wel iet mis- 3, daan hadt?En of hy wel Chriftelykeren j, redelyker kon antwoorden ? Of de zin „ der vraage niet was, of behoorde te zyn, s, in eene Gereformeerde Kerke, dat het „ gene daar, volgens Gods Woord, ge- sj leerd werdt, alleen voor waaragtig ge- 5, houden moeft worden? En was dit de 3, zin; waarom werdt dan't antwoord, welk 3, dien zin onderftelde, kwalyk genomen ? >, Men wift, dat hy vry wat hadt tegen de 5, Leer, die van fommigen hier ter Stede „ geleerd werdt. Hy woonde ook niet te 3, Amfterdam: hy hoorde de Predikanten 3, niet leeren: hoe kon hy dan anders dan 3, met de gemaakte uitzondering antwoor- 3, den? Ten ware de Heeren begeerden, sj dat niemant getuige ware, dan die hun- 33 ne Predikanten dagelyks hoorde leeren. 3} Te minder behoorde zyn antwoord mis- M pfeezen te worden, in eenen tyd, daar 33 men zag, dat, in fommige punten, die 3> hier met groote hevigheid gedreeven as werden, verfcheidenlyk gevoeld en ge- 35 loofd werdt." De Burgemeefter Gerrit jakob Witfen Zeide toen ,, dat Heidanus 35 het Formulier van 't jaar 1586 wel niet 35 gebruikt hadt; maar hem hadt verklaard, 35 niet beter te weeten, of hy hadt het ge- bruikt. Waarom, hernam Episcopius, wordt *ny dan myn redelyk, en naar 's mans eigene tneening gefchlkte antwoord zo kwalyk geno- men? Hy heeft my, zeide de Heer Witfen, Verklaard, dat hy u niet kende. Ik beken ron- uflyk , antwoordde de Profeflbr, dat ik meen- de, dat zidks met opzet gefchied was, eerfl, om dat hy wifi dat ik in de Stad waSi, ten an- dren , om dat hy mynen broeder wel kende, ten üerde, om dat hy wifl dat myns broeders huis- vrouw bevallen was, en dat ik mogelyk eerfl- ja<*gs tot den doop komen zou: voorts, zag ik, "Wer veel meer Predikanten tegenwoordig wa- vffl dan naar gewoonte; ten laatflen en voor- aamlyk, om dat hy zulks voor deezen niet $edaan 5 en 00k, na 't geval van Uitenhogaard *le* Plancks, hei Formulier van 't jaar 1586 ikhkt ha^' ®uch ,f zy J,y my ^en^e °fniet->
|
||||||||||||||||
„ den hadt." 't Mögt anders, zeide hy, ^xj.
erger afloopen, en daardoor gelegenheid gegeven, werden , dat de kinderen ongedoopt bleeven. Hierop zeide een der Heeren „ dat tewen- j, fchen ware, dat aan wederzyde wat ge- „ arbeid werdt tot bekwaame ruft en vre- ,, de in deeze tyden, en dat Episcopius en „ de zynen, fomtyds, geene gelegenheid ,, of oorzaak gaven, om zo te vraagen." ja, voegde 'er de Heer de Graaf by 3 in- dien gy niets hadt tegen den Catechismus of de Leer der Kerken ; gy zoudt geene zwaarigheid maaken. om op deeze vraag te antwoorden. Toen betuigde Episcopius „ niemant oor- „ zaak gegeven te hebben om te vermoe- ,, den, dat hy iet hadt tegen den Catechis- j, mus. 't Was wat anders den Catechismus, ,i wat anders alles wat hier geleerd werdt „ toe te (taan. Zy willen ook niet, wat „ zy meer doen zouden , tot bevordering „ van ruft en vrede, dan zy dagelyks dee- „ den. Zy wilden ook wel goeden raad ,, hooren en volgen. En zo 't fchryven eri „ prediken tegen eikanderen verbooden „ werdt; gaarne zouden zy. 'er zig naar „ voegen. Zo den Predikanten hier ter „ Stede belet werdt, ftrydig met de Refö- „ luden der Staaten, tegen de Remonftran- ,, ten te prediken, en de betwifte punten „ der Gemeente als noodzaakelyk ter za- „ ligheid in te ftampen, zou de weg tot - „ vrede haaft gebaand zyn." De Heer de Graaf gaf hierop te kennen „ dat men of ,, wyken, of tot elkanders gevoelen over- „ gaan moeft." Doch Episcopius verklaar- de ,, dat hun geweeten en de liefde hunner „ gemeenten niet gedoogden, dat zy wee- „ ken: en dat men ook niet ligtelyk in één „ gevoelen geraaken zou, zo de ïleereri „ geene orde geliefden te Hellen tegen zulk ,* eene groote bitterheid, als men hier da- „ gelyks hoorde." Weet gy wel, vraagde toen Burgemeefter de Graaf", dat, als men gezag gebruikt, 'er ook veelen zullen moeten zyn, die van dat gezag lyden? Episcopius erkende dit, zeggende ,, dat het de natuur „ der zaake van zelf leerde, ten ware men ,i eene * evenhoogheid van 't burgerlyk en * Coiuté- „ kerkelyk gezag wilde toelaaten." Einde- raliceii. lyk , vraagde Burgemeefter Gerrit Jakob Witfen den Profeflbr „ of hy, 't gene hem „ van Heidanus bejegend was , wel ten „ befte duiden en vergeeten wilde, en alles j, daartoe helpen beftieren, dat men^ruft „ en vrede bleevemet eikanderen? Epis- copius verklaarde zig daartoe genegen : waarop de Heeren hem, met vermaaning dat hy daaraan wel doen zou , gaan lie- ten (0- , ., r „ wt (e) Z,e BRANDT ït. Veel, hl. llS-Ilj. p. A LlMB0JiC»
Vita Episcö^ü P. «W« WIOMimj hl. etl cnv
LH
|
||||||||||||||||
boorde om zulk een antwoord zo kwa-lyk
|
||||||||||||||||
n
|
gehandeld te worden. Hierop wenichten
pls Sen „ dat het niet gefchied ware." E- ee^i?S ^oe? toen voor " ^at ^e ^eeren
»> wï finuüer geliefden vafi te (tellen, raan men zig onverbreekelyk tehou- I. STük. |
|||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||
43 6
|
|||||||||||||||||
Te Hoorn, was, omtrent deezentyd,ge- jéi4'
fchil ontftaan; waarmede ook Amfterdam Qnludtê gemoeid werdt. Twee Predikanten der eerfl- floo^* gemelde Stad , die de zyde der Remon- ftranten-hielden, waren, door eenige Ou- derlingen , voor valfche Leeraars verklaard: waarna de Wethouderfchap eenige Predi- kanten van buiten ontboodt, om de vrede te bevorderen, onder welken ook waren Pe- trus Plancius en Jacobus Rolandus van Am- fterdam. Doch men arbeidde te vergeefs. De Claffis van Hoorn ftondt op 't punt, om de twee Hoornfche Predikanten te veroor- deelen, toen 'er bevel kwam van Gekom- mkteerde Raaden, om met het werk niet voort te gaan. De Contraremonftrantfche Leden van de Claffis zonderden zig hierop af van de Remonftrantfche , weigerende kerkelyke gemeenfehap met dezelven te houden. De derde Predikant te Hoorn,die Contraremonflrantfch was, maakte zwaarig- heid om langer te prediken ; waarop hy ontüaagen, en een ander van 't Remon- ftrantfch gevoelen in zyne plaats beroepen werdt (k). Ondertuflehen, hielden de Con« traremonftranten te Hoorn afgezonderde Vergaderingen : doch 't fchynt, dat zy buiten ftaat waren om de koften, hierop loopende, te draagen, en zig hierom, tej |
|||||||||||||||||
Wy hebben 't gebeurde met Episcopios
hier zo uitvoeriglyk willen verhaalen,voor- naamlyk, op dat men zien zou,hoe eenige Leden der Regeeringe deezer Stad, ten dee- zen tyde, oordeelden over de zweevende gefchillen. Men ziet, uk het bovenftaan- de, dat Btirgemeefter de Graaf fterkft yver- de tegen Episcopios en de Remonftranten. Doch fommigen hebben aangetekend , dat deeze Heer, eerlang, zo zeer veranderde van gevoelen, dat hy zelfs de afgezonder- de Vergaderingen, die de Remonftranten hier ter Stede hielden, nu en dan, by woon- de (ƒ)• . „ De yver van eenige Predikanten tegen
zulke Regenten, die wat gemaatigder wilden
gaan,dandemeeften, nam, ondertuflclien, hand over hand toe. Op eenen biddag in November, leerden Ritdolphus Petri 's mor- gens , en Casparus Heidanus 's avonds „ dat „ de vyanden van Gods Kerk, en zulken ,, zelfs, die uk de Kerk waren opgeftaan, 5, zig tegen de Kerk aankanteden; dat men „ de Belydenis en Catechismus, die zo zui- „ ver en klaar waren als zilver, welk ze- „ venmaal gelouterd was, wilde overzien „ en verbeteren; dat de Kerk, in haarebe- „ naauwdheid,niet alleen geen gehoor kry- „ gen kon by 's Lands Overheid 5 maar dat „ die zelve de Kerk benaauwde en bezwaar- „ de:" met diergelyke redenen, die fom- migen Regenten, by welken deeze Leer- aars , anderszins, om verfcheide gaaven en deugden, wel gezien waren, geenen kleinen aanitoot gaven (g). Maar de meerderheid der Vroedfchap
nam, van tyd tot tyd, befluiten, waaruit de Kerkelyken gelegenlieid namen om zig te fterken in de gedagten, dat de verfchïllen in de Kerke, niet dan door ftrenge midde- len, waren weg te neemen. Zy bewilligde niet in een befluit, welk, door de meefte Leden der Staaten van Holland , in den aanvang des jaars 1614, genomen werdt, en de verfchillende gevoelens beide op 't redelykft voorftelde, en verdraaglyk ver- klaarde. Enkhuizen en Edam alleen voeg- den zig by Amfterdam. Doch de drie Ste- den verklaarden, wat laater „ wel te mo- „ gen lyden, dat de andere Steden zig, zo „ zy 't goedvonden, in den haaren, met de „ genomen Refolutien behielpen (/;)": fchoon men, hier ter Stede, bleef oordee- len „ dat de Refokuie, noch voor deeze „ Stad, noch voor 't gemeene Land, heil, „ zaam ware (2)." (f) Brandt II. Deel, hl. 21$.
<g) Aantek. van een' voornaam Regent by ERANDT II.
Veel, hl. 128. (h) Refól. Holl. 4 Nov. I1SI3 — 23 Jan. 1614. hl. 44.
Zie »OPBRANDT II. Deel, hl. 232 enz,. 23s, 236. (ij Kefol. Vioedlch, N. 11. 13 Jan. 1614. ƒ. 102 v«r/>.
|
|||||||||||||||||
1613.
Aanmer-
king we- gens Bur gemees- terde Graaf. |
|||||||||||||||||
Twee
Predi- kanten prediken tegen eenige Regen- ten. |
|||||||||||||||||
Amfterdam, daar de Predikanten hun ge- ple6Ä'
negen waren, en veel op de meefte Leden te,,Ä der Regeeringe vermogten,vervoegd heb- \t>$ ben, om onderfteuning. In January des jaars jn 'y- 1615, werdt dan in den Raad voor gefield, Vj^ „ of men, van Stads wege, iet doen zou, J^J^ „ ten behoeve van de genen, die zig te^/, „ Hoorn van.de openbaare Kerk afzonder- v> „ den?" Zo vindt men't, ten minften, by Brandt (/), aangetekend. Doch in de Regißers der Vroedfchap, blykt alleenlyk, „ dat Burgemeefteren den Raad hebben „ medegedeeld een' brief der Wethouder- „ fchap van Enkhuizen, waarin geklaagd „ werdt, over de ftrengheid der Regeerin* ,, ge van Alkmaar, tegen zulken, die aldaar, „ federt eenigen tyd,in eenefchuure, Ver- „ gadering gehouden hadden, welke ftreiag' „ heid zy gaarne gefluit zagen: en nog een' „ brief van Burgemeefteren en Raad var) „ Hoorn, berigtende, dat fommigenaldaaf „ zig van de Kerke hadden afgezonderd > „ en vergaderingen hielden in zekere hui' „ zing, met bygevoegd verzoek, dat Buf „ gemeefteren van Amfterdam geliefden tö „ beletten, dat een Predikant van Amftei" „ dam, in de afgezonderde Vergaderinge ie „ Hoorn,kwameleeren,indien zulks,dó^ „ de afgezonderden, verzogt mögt worde1"' ({) BRANDT II. Deel, hl. 23J-24I,
(/; 11. Dui, U. 247.
|
|||||||||||||||||
Amfter-
dam be- willigt niet in een be- fluit der Staaten, tot vrede der Ker- ken, iól/j. |
|||||||||||||||||
I
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XII. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
437
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^r5- 5> gelyk federt gefchied was." Men vindt
niet, dat op de zaak van Alkmaar wyders geraadpleegd werdt. Maar over de zaak van Hoorn, viel eenig gefprek over en we- der; waarna 't befluit tot nadere gelegen- beid werdt uitgefteld (?;z). Wyders, geeft Brandt (n) den inhoud op eener Rede- voeringevan den Oud-Burgemeefter Kor- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lyk, dat zy de zogenaamde Kruiskerk
aldaar noemde afgeweeken van de Kerke, en beweerden, dat de anderen, door 't invoeren van nieuwigheid, zelven afge- weekenen waren; maar alle nieuw was niet kwaad, en alle oud niet goed. Dat toonde de eerfte Reformatie. Men keur- de het overzien der Belydenis en Cate- chismus af; daar de Augsburgfche Ge- loofsbelydenis, in een en dertig jaaren tyds, wel elf maaien overzien was. Wa- ren de Contraremonftranten, die de ge- maatigdheid, voorheen, omtrent de Leer der Predeflinatie, met zo veel zorgvul- digheid gebruikt, wilden affchafFen; die der Overheid deezer Landen, meer dan in anderen, de kennis van Kerkelyke zaa- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
16 ij-,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nelis Pieterszoon Hooft, by deeze gelegen-
heid, in deVroedfchap gedaan. In dezelve, wees hy aan: „ dat de voornaamfte oor- zaaken, waardoor de tegenwoordige twis- ten gevoed werden , uit Amfterdam voortkwamen; en dat te vreezen ftondt, dat, na den voorgang van eenigen, die oorzaak van 't verlies van eenige Provin- ciën geweeft waren, deeze Stad, zo men |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zulk een' voet hieldt, ook oorzaak zyn zou
van 't verlies der overige Nederlanden: 't welk het Pausdom zo zeer zou doen aanwaflen , dat men naauwlyks ergens eene plaats zou vinden, om zyn gewee- ten vryelyk te beleeven. Niemant ftondt, ging hy voort, in eene vrye Regeering eenen anderen eenig verder gebied toe, dan zyne regtfpraak ftrekte, zelfs niet van eenen enkelen gevangen. Ja de dor- pen, onder de Ambagtsheerlykheid dee- zer Stad gelegen, zouden zig, ongetwy- feld, in regte tegen haar verzetten, zo zy derzelver regtfpraak eenigszins zogt te verkorten. Wat grond hadt deeze Stad dan, om zig de Regeering van an- dere Steden te onderwinden? Zou men hier, op verzoek van gantfch Holland, wel toelaaten, 't gene men anderen verg- de? Wat gebieden hadden wy meer over hen, dan zy over ons ? Wy handhaafden hier onzen fcerkenraad by dat verftand, dat der Overheid geene kennis noch ge- zag toekwam over Kerkelyke zaaken, binnen haare eigene paaien; en die Ker- kenraad porde ons, om daarin orde te ftellen, in 't gebied van anderen. Wy wilden de Refolutien, by meerderheid van Hemmen in deeze vergadering geno- men , ftaande houden; en weigerden 't zelfde plaats te geeven, omtrent Refo- lutien, door de Heeren Staaten, met veel grooter meerderheid van Hemmen, ge- nomen. Waarnaar geleek dit ? was 't niet onbillyk, zynen buuren te vergen,'t gene men zelf niet doen wilde ? en on- zen Refolutien meer gezags toe tefchry- ven, dan die der Heeren Staaten? Hoe kon zulk eene regeering beftaan ? Wy narrien der Regeeringe van Hoorn kwa- /», j+3^tfol. Vroedfch, N. II. z+ J*n. Uli. f. J+ï vir-
°fl, tl. 147. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»
|
ken onttrekken wilden, zo geheel vry van
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ nieuwigheid? De Leden deezer Verga-
„ deringe, welker Ouders onder deSpaan- „ fche dwinglandy geleeden hadden, moes- „ ten zig eens herinneren, hoe de punten, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5>
|
thans in gefchil, by hunne lieve ouders
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
verftaan werden; enzy zouden bevinden,
dat dezelven meeft plagten te hellen over de gemaatigde zyde. Was 't geene nieu- wigheid , dat men den luiden, in de plaats |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5)
|
van hen tot de Schrift te wyzen, afvor-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ derde eene breede toeftemming van al
„ wat hier werdt geleerd, zonder daarby „ te voegen, volgens de Schrift, gelyk van „ ouds gebruikelyk was?" Met deeze en diergelyke redenen, zogt
de Oud-Burgemeefter zyn gevoelen den Raad fmaakelyk te maaken. Doch zyne ftem goldt minder dan zy plagt, federt dat men hem, die, van het jaar 1588 tot het jaar 1610 , agt maaien Burgemeefler ge- weeft was, en van deeze agt maaien, vier maaien, twee jaaren agtereen, geregeerd hadt, uit het Burgemeefterfchap hadt wee- ten te houden. Men meent, dat hiertoe voor- naamlyk gelegenheid gegeven hadt, dat hy het hoog houden der erven, die, dooreeni- ge Regenten, eene nieuwe uitlegging der Stad voorziende, warenopgekogt, metern- ftige taaie, in de Vroedichap, hadt afge- keurd (0). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Oorzaak,
v\vaarom
zyn raad thans minder ingang vindt dan voor- heen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Omtrent deezen tyd, werdt Simon Goulart,
Predikant der Walfcheof Franfche Gemeen- te deezer Stad, die, federt lang, 't gevoe- len van Melanchton, welk men hieldt over- een te komen met dat der Remonftranten, was toegedaan geweeft, om het verdedigen der algemeene genade en het wederleggen van de verwerping der jonge kinderen, ge- fchorft in zyne wedde en onderhoud. Joan- |
Simon1 '
Goulart," Walfch Predi- kant al- hier, wordt ge. [chorft in zynen disnft, om Re« mon- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nes
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(c) zie Brandt ii. D"l> *'• 2«> «*.. Vaderi, Hift.
X. ficei , hl. 83 ««<V'
Lil 2
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
43«
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
naar Gods heilig woord, in zuiverheid ióI<5'
gehandhaafd, en he£ verfchillend gevoe- len over de vyf punten in liefde verdraa- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1615. nes Uitenbogaard,Predikant in denliaage,
ftrantfch- en Jacobus Taurinus, Predikant te Utrecht, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6'
heid
|
d- hadden vergeefs by Burgemeefteren van
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»> b
|
en, tot weering van factie, fcheuring en
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amfterdam voor hem gefproken (p). De
Wethouderfchap liet de zaak door den Wal- fchen Kerkenraad afdoen, zonder zig in de zelve te willen fteeken. De Contraremonftranten , befpeurende,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
oneenigheid; onder bedreiging, dat zy,
die tegen deeze Refolutie aangingen,als verftoorders der gemeene rulle zouden worden geftraft (s)." Doch dit belluit |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Con
trare- mon- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hoe fterk een' fteun zy hadden aan de Re- hadt geenengenoegzaamen klem, by gebrek
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
iet'
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
geeringe van Amfterdam, beftonden, in den van eenpaarigheid. De Stad Amfterdam, ^
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
houden nazomer deezes jaars, aldaar eene Verga- fchoon zy, nog onlangs, verklaard hadt, &f *<st
Verga- dering te beleggen van meer dan dertig „ de tegenwoordige Regeering te willen w^, dermgen,,prcdikanten, uit verfcheide Steden en Plaat- ,, handhaaven, en met de Edelen enande-11'6 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
\t d'"" fenvan Holland en Weftfriesland, baken
tot bs-' kennis van 's Lands Staaten, of van derzel- vorde- ver Gekommitteerde K aaden. Zelfs liet men ring der zig verluiden, dat, hier ter Stede, eene Natio- diergelyke Vergadering van Predikanten uit |
re Steden te verftaan , dat het hoogfte
opzigt, beleid en beftier, niet alleen over burgerlyke, maar over Kerkelyke Perfoo- nen en zaaken, den Heeren Staaten toe- kwam';" hadt egter in deeze Refolutie |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
naale
Sinode |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
verfcheide Provinciën ftondt gehouden te niet bewilligd.De Staaten dan, bevroeden-rje#f
worden, in de maand September. DeStaa- de, hoe veel hun gelegen ware aan de ftem ten jj,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ten namen het houden van zulke Vergade- deezer magtige Stad , vonden geraaden ,|juV
|
Sp,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ringen zeer kwalyk, en beüooten, Bürge- haar, door eene aanzienlyke bezending uit j^bc
meefteren van Amfterdam te fchryven omze het midden hunner Vergaderinge, te on- iänis
te doen fcheiden. Ook weet ik niet, of de derregten van hun opregt oogmerk, tot be-
tweede wel gehouden zy. In de eerfte, was houdenis der waare Chriftelyke Gerefor-
overlegd, op wat wyze, men beft eene Na- meerde Religie; van de gewigtige redenen»
tionaale Sinode zou könnenverkrygen. Ook die zy gehad hadden, om de jongfte Refq-
meenen fommigen, dat, in dezelve , mid- lutien tot vrede der Kerken te neemen, en
delen beraamd werden, om zig, meer en van derzelver nuttigheid en noodzaakelyk-
meer, af te zonderen van de Remonftran- heid. Tot deeze bezending werden benoemd
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ten (g); gelyk eerlang gebeurde. De to^-
|
de Heeren Jdriaan van Matbenes, Heer van
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
geevendheid der Wethouderfchap hier ter
|
Mathenes, uit het Lid der Edelen
|
Hugo
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stede maakte de Kerkely ken hoe langer hoe Muis van Holy , Schout van Dordrecht,
vrymoediger. Tot zo verre zelfs, dat,vol- Gerrit Janszoon van Eik, Burgemeeftervan
gens de aantekeningen van Burgemeefter Delft, Meefter Hugo de Groot, Raad en
Hooft, eenige Predikanten, ten deezen ty- Penfionaris van Rotterdam en Willem Pie-
de, hier openlyk leerden „ dat het der Pre- terfoon Ha/es , Burgemeefter van Hoorn.
„ dikanten ampt was, de Heeren, die in't Doch voor hunne aankomft werdt door de
„ verkiezen der Wethouderen te zeggen Stad verfpreid, dat zy gezonden waren, om
„ hadden, elk in't byzonder, te onderregten, de Religie te veranderen, 't Gerügt kwam
„ hoe zy zig daarin behoorden te gedraa- hun ter ooren, en zy lieten niet na, elk te
gen; fchoon zy, 't welk een groot voor- verzekeren van de valfchheid van dit uit-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ regt was, hunne Kerkenraaden verkoo-
„ ren, naar hun eigen goedvinden:'t welk, ,, voegt hy'erby, fommigen deedt omzien j, naar de voorige tyden, toen de graauwe „ moniken de Magiftraat fielden (r)." |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
flrooifel, en van der Staaten en hunne op-
regte meening, tot behoudenis der waare Gereformeerde Religie (f). Zy verfchee- jtA nen, den drie en twintigften April, in de^MJ volle Vroedfchap , alwaar de Groot, uit^ö'" aller naam, eene uitvoerige Rede deedt, $ \ die, van woord tot woord, aldus luidde: VC Erntfefle, achtbare, avijfe, feer voorfenight
Heeren, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Stan-
|
De Staaten van Holland, ziende hoe de
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tén nee- Kerkelyke zaaken, in verfcheide Steden en
men een Plaatfen 3 op fcheuring en afzondering dreig- befluit, (jeri ujt te loopen,of reeds uitgeloopen wa- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
om
fcheu-
ring te weeren. I6l6 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ren , beüooten, den agttienden Maart des
jaars 1616, te verklaaren „ dathetregten „ gezag des Lands, onder de Regeering |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M
|
n Heeren de Staten van Hollandt ende
Weft-Vrießandt, hebben ons ghelaftuwe |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ der Heeren Staaten, zou worden bewaard;
„ de Chriftelyke Gereformeerde Religie, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
E. van haren t'wegen feer vrundelick te groe-
ten ; met toewenfehinge van alderhande vooi" fpoet. Hare Ed. Mo. en twijffelen niet , ot (s) Refol. Holl. 1 Maart — 16 Afr. \6\i, hl, 4,
(t) BRANDT II, Deel, hl. 343, 344» |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
17s.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(l>) Brandt lt. Deel, hl. ?.so, 244:
(q) BllANDT II. Deel, hl. 275, 27*.
(r) Aantek. van Aan Heere C. f. HoOïT fyBRANDT II. Veel, hl. 311. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||
XII. Boek.
|
|||||||||||
439
|
|||||||||||
;*6i6'. uwe E. hebben door het rapport van hare Ge-
committeerden , die federt eenige laren her- waerts ter Vergaderinge van hare Ed. Mo. heb- ben gecompareert, genoech verflaen degheftal- teniffe van de fake v-:n der Kercken, de Re/o- lutien die by haer Ed- Mo. zyn genomen, en- de de Redenen die hare Ed. Mo. hebben gemo- veert, om de felve Re/olutien te nemen. Doch al foo fy even-wel bemercken, dat van wegen de Stadt van Amflerdam ende weynigh andere, fwaricheyt wert .gemaeckt, om haer met de fel- ve Re/olutien te conformeren , ende hare Ed. Mo. nochtans alles overleydt hebbende, niet al- leen eenige Maenden, maer laren langh, gheen ander uytkompft en fien uyt de dagelijcx was- fende mifverftanden, als door de wegen, die by de voornoemde Re/olutien werden aengewefen, niet konnende met goeden ooghen aenfien, dat by ghcbreck van remedien de faken van.de Kerc- ken fouden komen in meerder confufie . hebben ons belaft in u E. Vergaderinghe te verfchijnen, om te doen het devoir datmen in gelijcke dif- crepantie van opinie ghewoonelick is te doen, te weten, de diiïïculterende Leeden teverfoec- ken, om haer met de meefte ende befte advij- fen vande Vergaderinge te willen conformeren. M ijn Heeren de Staten zijn verblijdt gheweeft te, verflaen uyt de Gecommitteerden van uwe E. dat uwe E. nevens de Heeren Edelen ende andere Steden volkomentlick zijn gherefolveert te mainteneren de jegenwoordighe lofFelicke re- gieringe , waer onder ons God Almachtigh foo merckelick heeft ghefegent; ende dat uwe E. foo wel als hunluyden mifhagen de particulie- re propooften, fchriften ende aftien, waer door by eenige niet dan al te opentliekgetracht werdt, om de felve regieringhe veracht ofte verdacht te maecken. T'is haer mede feer aengenaem ge- weeft te bemercken dat uwe E. met de Edelen ende andere Steden verflaen, dat mijn Heeren de Staten competeert de Hooghfle opfichte, be- leydt ende beiluyringe, niet alleen over Bur- gerlicke, maer oock over Kerckelicke perfoo- nen ende faken, als zijnde 'tfelve een notabel poinct van onfe Chriflelicke Reformatie ,jeghens de verkeerde opinie in het Paufdom obtineren- de, die mede-brengt dat foo wel de Coninghen, Princen ende Potentaten, als alle particulieren, fchuldigh zijn, abfolutelick te volghen, foo in de poincten van het Geloof, als int ftuck vande Kerckelicke regieringe, de Voorfchriften van- de Kerckelicke perfoonen: waerjegensbydeE- üangelifche Leeraers altijdt ter contrarie is ge- ftiftineert, ende uyt Godts vvoordt krachtelick tewefen, dat de particuliere in hare particulie- re aftien, ende de Overheden in de Publique, häer niet en mogen fimpelick verlaten op een Riders wijfheyd't ofte confcientie, maer felve jfhuldigh zijn de faecke te onderfoecken ende ^lcx te doen als fy uyt Godts vvoordt bevinden fe behooren, Ghclijck fulcx duydelick mede- Jengt de Requefie van weghen de Gbere/ormeer- je» ten tijde vande perfecutie o ver-gele ver t.aen- e« Coningb van Spangien, als oock aende Staten
J'nde Landen, hoe-wel het meerendeel vande eW als doe noch gheen kennilfe en hadde vande
y^n Religie. Ende is het felve altijdt on-weder- Preeckelick gehouden,ende door gheftadigeprac-
jj^üe opentlick bethoont by alle Churfurflen, tlncen j Graven ende Regierders van Groote
|
|||||||||||
ende kleyne Republicquen, het Paufdom met de 1616.
tyrannie,algoderie ende ketterie van dien verwor- pen, ende de fuyvcre Euangeii/che Religie aenge- nomen hebbende: ende namentlick oock by mijn Heere den Prince van 'Orangien ho. m. ende d'Heeren Staten van Hollandt ende Zeelandt: hebbende fijne Hooghghemelte Extic. niet alleen eenige Ordonnantiengeconcipieert, om daer me- de te ftabilieren de publique authoriteyt in Kerc- kelicke faecken; maer oock de felve gedefen- deert jegens het contrarie gefuftineerdeVan ver- fcheyden Kerckelicke perfoonen. Vwe Eerfaem- heden hebben buyten twijfel mede wel verflaen, hoe dat mijn Heeren de Staten van Iiollandt ende Vl^efl: Fi'ieflandt, tot wegh-neminge van alle on- behoorlijcke fufpicien ende mifvertrouwen, me- nighmael oprechtelick ende finceerlick hebben verklaert, dat fy willen blijven maintenerende de ware Chriftelicke Ghere/ormeerde Religie r fonder eenige inbreuck daer in te laten gefchie- den: Iae dat mijn Heeren de Edelen , ende de Steden verfcheyden malen hebben gheprotef- teert, datmen haer foude aendoen het grootfte ongelijck vande werelt, foomen foude meenen, dat fy eenighfins fouden willen verlaten ofte toeftaen gekrenckt ta. werden, een foo koftelic- ken pandt, als is de ware Religie, waer van fy het vrye exercitie met foo veel goets ende bloets hebben verkregen, ende loftelick geconferveert. Nu foo wenfchten mijn Heeren de Staten wel, dat haer Ed. Mo. moghten bemercken de eenig- heyt van uwe E. met haer Ed. Mo. niet alleen in defe nu verhaelde poinéten, maer oock in al- le d'andere faecken, ende namentlick inden in- houdt vande Re/olutien onlangs overgefonden aende Steden. Iioo/t-Officieren ende ClaJ/en, be- ftaende in twee hooft ftucken, namentlick in de Regieringe vande Kercken, ende in de Toleran- tie op eenige Theologifche verfchillen. Nopende de Regieringhe vande Kercken, is niet
anders gherefolveert, dan 'tguntinden lare 1591. by eenige Politique, ende eenige Kerckelicke perfoonen geconcipieert,by fijn Exü' den Hoo- gben ende Provincialen Rade, ende felfs oock by mijn Heeren van Amflerdam was goedt ge- vonden. Dan de fvvaricheydt inden feïven lare 1591 werde gemoveert byden Steden Delf, Goude, Rotterdam, ende Medenblick, die niet anders en konden begrijpen, dan dat int {lellen vande Kercken-dienaren, ende noch eenige an- dere poincten den Overheden veel minder wierd' toegheftaen by het voorfeyde Concept, dan de felve Overheden hier te Lande'gehadt hadden on- der het jock van 't Paufdom /t welk haer doch- te onbehoorlickte zijn. Dan daer nae, bemerc- kende de groote fwaricheyden die dagelijcx re- fen uyt het ghebreck van een vafte Ordre,, heb- ben leedtwefen gehadt van haer voorgaende pre- cijfheyt; ende hebben als nu aengenomen 'tgunt by haer te vooren was ghedifficulteert. T'welck tot een Exempel fal mogen dienen aen anderen Steden, die miflchien metter tijde mede door ex- perientie fouden mogen leeren, dat het beter is in tijdts eenen lijdelicken voet aen te nemen, dan, het uyterfte precijfelick urgerende, de fa- ke te laten komen in verloop. De voet van E- le&ie by de Heeren Staten nu ettelicke malen in conformiteytvan het voornoemde Concept gere- fol veert, is buyten t wijffel fodani^h, dat daer by voor de Kercke, ende den welftandt vande Re- LH 3 ü-
|
|||||||||||
440 A M S T E R D A M S IL Deel.
iïgie genoechfaem is geforght, alfoo niemandten onderlinge Tolerantie de Kerckelicke eenigheydt itfio*
kan komen tot den Kercken-dienft,dan die by te onderhouden, niet tegenftaende de Theolo- de Kercken-dieneers doorExaminatie van Leer gifche gefchiilen, die op 'tftuck vande Predefli- ende leven daertoebequaemwerdtgekent. Ghe- natie ende den denkkven van dien in de Kercken lijck oock de Namen foo vande Kercken-dienaers van haer gebiedt zijn ontftaen. Dit bevel is als vande Ouderlingen, de Gemeente werden klaerlijck gefundeert op een vafte regel, diemen voor-geftelt voor de beveiliging, ten eynde een met recht wel magh noemen een Groot fluck yeder de bedenckingen die hy op hare perfoon vande Chriflelicke Reformatie: want de Gerefor- foudè mogen hebben, vryelick foude openbaren: meerde Kercken, door Godts vvoordt onderrecht Sulcx dat het niet en is inde macht van eenige zijnde, hebben altijdt opentlick gefultineert, dat Overheden yemandt tot den Kercken - dienft te de Leer-ftucken waren van tweederhande natu- bevorderen, dan die nae wettelick onderfoeck re: Eenige foodanige, dat een yeder, gekomen geoordeelt is te zijn een Leeraer vande ware zijnde tot de laren van difcretie, de felvefchul- Chriftelicke Gereformeerde Religie. Dan nadien digh was te verftaen, ende met een oprecht Ge- boven't Intereft vande Kercke, de Regieringe loove aen te nemen op verlies van fijne Saligheyt: vande Steden, ende van hetganfche Landt, ten welcke Leer ftucken genoemt werden het Fun- hoofhften daer aen is gelegen wie den Predick- dament, ende byde voornoemde Gereformeerde //flif/betredet om tot de- Gemeente te fpreken, Kercken geoordeelt werden te zijn, weynigh in. foo brengt de Reden mede, dat de Ovsrheydt getale, in deHeyligbe Schriftueredoorgaensfeer hiar-inne een funderlinge forge ende gefach is claerlickvoor-geftelt, met belofte van Saligheydc competerende, 'twelck nochtans by de voor- voor den genen die de felve fouden geloven, noemde Refolutien fulex is gemodereert, dat het ofte met dreygement van VerdoemenuTe voor voor-ftellen vande perfoonen half komt aen de den genen die de felve niet en fouden geloven: Gedeputeerden vande Kercken-raedt, ende half Dat alle andere Leer-ftucken niet en zijn hec aende Gedeputeerden van de Overheydt, welc- Fundament, maer het Gebouw, ende foo de felve ke Gedeputeerden oock moeten zyn bequaem voorgeftelt werden conform Godes woort, dat tot fulcke aclie, dat is den welftandt vande Kerc- de felve genoemt werd-en goudt ende filver: foo ie, ende vande Religie toe-gedaen. Nopende de felve afgaen vande waerheydt, dat de felve het compareren vande Gedeputeerden der O- genoemt werden boy ende ftoppelen: Dan dat de vsrheden'm Kerckelicke vergaderingen, fulcxis Leeraers die fodanigh boy endeßoppelen bouwen, in eenige Steden gebruyekt van het beginfel af daerom de Saligheyt niet en verliefen: waer uyt vande Reformatie, ende namentlick tot Enck- volght, dat fy oock van de Kercke niet en mo- huyfen, alwaer fulex tot noch toe geftadigh is gen uyt-geflooten werden, als die van Cbriflo fel- geobferveert; ende dient, lbo tot onderhoudin- ve voor fijne Lidtmaten werden gekent: maer ge van alle goede ordre in de felve Kerckelicke dat wy ter contrarie fchuldigh zijn,de kranck- vergaderingen, als tot beter correfpondentie van- heden van foodanige te verdragen, de felven niet de Overheden, ende Kercken-dienaren, aengefien te oordeelen, maer aen te nemen, ver wachten- den Kercken-dienaren middel wert gegeven, om de dat den dagh de waerheydt ontdecke. De door de Gedeputeerden vande Overheyt alle ha- contrarie praéticque van 't Paufdom, alwaer- re fwaricheden aende Overheyt aen te doen die- men om alderhande Leer ftucken , nae eenige nen, ende daer jegens bequame remedien tebe- Kerckelicke determinatie, de Luyden anathema- komen. Dacr-en boven foo en werd.t fulex niet tifeert, verkettert, ende verdoemt, hebben de gefielt als noodtfaeckeüjck, maer gelaten in dif- on ie altijdt gefeydt niet te komen uyt den Geefl cretie vande Magiflraten. Wel is waer , dat het Chrifii, maer uyt den Geefl des Anti-chrifls: En- . te wenfehen waer, dat niet alleen op defe poinc- de lbo wanneer de Papillen den onfen verweten ten, maer oock op alle'tgunt vorder de Kercke de verfcheydenheydt van het gevoelen vande is raeckende ,eeoé Kerckelicke Ordonnantie over Gereformeerde Leeraers over eenige poinólen , langhe ware gearrelteert geweeft, ende dat daer daer uyt infererende dat wy waren van diverfche door miffchien vele fwaricheyden fouden heb- Religie, is by den onfen daer op feer wel geant- ben können voor-komen werden: maer alfo daer woordt, dat fodanige verfchillen geen diverfche verfcheyden poinclen waren van groote infïch- Religie en maken, noch de Kerckelicke eenicheydt te, ende uwe E. felve mede verftonden, dat het en verbreecken: Daer toe allegerende 't Exempel oirboir was eenige ordre te Hellen op de gere- van alle de Leeraers vande oude Chriilelicke fene Differenten, eermen met vruchte daer in Kercke,onder de welcke geen twee en werden foude können befoigneren, ende middelertijdt de bevonden die niet in eenige Leer-ftucken van- Ele&ien niet en konden ftilftaen, foo mode daer den anderen en hebben verfchilt, maer des niet op nootfaecklijck eenigh reglement werden ge- tegenftaende altijdt zijn gebleven in eene Alge' fielt: te meer nae dien voor defen tijdt, elèke meene Kercke, houdende met den anderen alle Stadt te naefte by eene particuliere forme van Chriilelicke gemeenfehap. Defe verdraeghfaem- Eleclie hadde gebruyekt, ende datmen fach dat heydt in poinélen, die niet ganfchelijck noot- uyt die diverflteyt vande praétique vele onluften wendigh zijn ter Saligheydt, is by de voornaenv en commotien ontftonden, ende de queftien fte Leeraers vande Euangelifche Kercken, niet daer uyt rijfende dagelijcx wierden gebracht ter alleen geleerdt, maer metterdaedt gepraólifeert Vergaderinge van mijne Heeren de Staten, fulex geweeft: Sulx liet-men , dat foo inden Iare 1529« dat haer Ed. Mo. niet en conden ledigh ftaen, als inden Iare 1537. tuffchen Luther urn ended^ daer op te Hellen eenige provifionele Ordre. Svvitferfche Kercken-dienaers, ftaende in gefch^ over 'tftuck van het Avont-mael, even-wel op'
|
||||||||||
w
|
Y füllen nu komen, mijn Heeren , tot'bet rechte broederfchap is belooft , ende een wir
|
|||||||||
tvvede Flooft-fluck vande Refolutien van tijdts Onderhouden: hoe-wel daer nae wedero"*
hare Ed. Mo, beftaende in het bevel, van door door hevicheydt gebroocken, tot groot nae-deßI
yjtfl.
|
||||||||||
XU. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||
44 ï
|
||||||||||||||||||||||||||||
nodus, noch inden lare 1604. den Lutherfchen
Predicant tot Woerden, door hare Gedeputeer- den doen befoecken, ende hem noden tot de vereeniging, door het exempel hier vooren ge- allegeert vande Kercken van Polen. Gelijck nu over het verfchil van het Avont-mael ende 'tgunt meer tuflchen ons ende de Lutherfche oneens is byden onfen altijdt de Tolerantie is geprefen- teert geweeft, foo ift oock kennelijck dat in Engelandt, in Svvitferlandt_, ende in meer an- |
||||||||||||||||||||||||||||
6l6. vande Euan
|
^w^w.v. „uv^v.,, „„-„ tot groote
|
|||||||||||||||||||||||||||
1616,
|
||||||||||||||||||||||||||||
vreught,
|
||||||||||||||||||||||||||||
voor-deel ende verfterckinge vah.de Pa-
|
||||||||||||||||||||||||||||
pillen. De felve voet van Tolerantie is we-
derom hervat inden lare 1570 in Polen endeLü thouvv, tuflchen de Kercken vande Aufburgh- fihe , Boheemfche ende Svvitferfche Confejfie: alle welcke niet tegenftaende haer verfchil in het iluck van het Avont-mael, malkanderen heb- hen belooft alle Chrhteliclce liefde endevrundt- fchap., verklarende d'een d'ander te houden voor rechtfinnige Kercken, ende bereydt te zijn ha- J'e onderlinge eer.igheydt te bethoonen, foo door tgehoor vande Predïcatien, als door de gemeen- schap der Heylige Sacramenten: Defe Eenig- heydt door Godes funderlinge genade in de voor- noemde Kercken tot noch toe onderhouden zijn- de, heeft haer kracht ende fterckte gegeven, foo jegens de Papiften, als jegens de Samofate- n'tanen. Gelijcke manier van Eenigheyt is oock inden lare 1575 aengegaen, ende noch onlancx Vernieuwt,tuflchen die vande Confefïe van Auf- hurgh, ende den genen diemen noemt Büßten, mitfgaders de Broeders diemen noemt Valdenfes m het Coninghrijck van Bohemen. Dat in £>uydtfch-landt op gelijcke voet de Kerckelicke eenigheydt, tuflchen de Protefianten niet en is getroffen, heeft aende zijde vande onfen niet Ontbroken, die aende Lutherfche altijdt de felve ■Eenigheydt hebben geprefenteert, blijvende ye- dereen byde vrijheydt van fijn gevoelen: waer mede de Lutherfche zijn geftelt int ongelijck yoor Godt ende den menfchen. Dit blijckt by "ö aften van Conferentie gehouden tot Mompel- gard, byde brieven die de Heere Churfurft Palfgraef Frederick h. 1. m. aenden Palfgraef Van Nyenburgb heeft gefchreven, vele verfchey- «en boeckenVan onfe Gereformeerde Leeraers, ^nde onder ander een, onlancxuyt-gegevenby -ö. Paraum Proffeffèur tot Heydelbergh , ex- PteiTelick ten dien eynde ingeftelt, om de Lu- therfche te recommanderen de voorfeyde To!e- rantie. . Onfe Nederlandtfche Kercken hebben °ock fpeciaiick over langen tijdt gethoont hare genegentheydt tot defe Moderatie. Want alfo ipden lare 1577 de Saxenf che Theologanten Becker boecic genaemt Concor die-hoek hadden %t-gcgeven, inhoudende een condemnatie van- ?e Kercken in 'tftuck van het Avont-mael yan «aer verfchillende, foo zijn noch inden felven are, in Septembri, te Francfoort vergadert ge- beft de Gedeputeerde vande Franfche, Pool- •|f»e, Hungerfche, Boheemfche, Svvitferfche en- , e andere Kercken, in prefentie van een Am- |
||||||||||||||||||||||||||||
dere plaetfchen, over de Nederdalinge Chrifii
ter Helle, over de Excommunicatie ende meer andere poinften, difputen zijn gerefen, ende tot noch toe niet en zijn gedecideert, fonder dat daeromme de Kerckelicke Efemgheydt is ver- broocken. D. Franci/cus Iumi>,s\ in fijn leven Profeffor inde Vniverfiteyt tot Leyden, bewogen zijnde door de occafie van eenige Kerckelicke gefchillen tot Utrecht gerefen, heeft een Ver- maninge tot Vrede uyt-gegeven , al waer dit ftuck vande Tolerantie over het verfcheyden gevoe- len feer fterckelick beweert, ende als hoogh- noodigh voor-den welftant vande Kercken werdt gerecommandeert. De voornoemde Suydt-Hol- landtfche Synode vanden lare 1604. byde Fran- fche Kercken zijnde gewaerfchouwt , dat D. Pifcator ProfefTeur tot Herbornin 't Graeffchap van Najfau eenige doolinge leerde vande Beib- ringe , van het Geloove, ende vande vverckelije- ke Rechtveerdigheydt Chrifti, heeft goedt ge- vonden de Franfche Kercken te vermanen, dat fy de faecke doorfulcke hevicheydt niet drijven en wilden, dat daer uyt eenige fcheuringe ofte twift mochte ontftaen: zedert welcken tijdt D. Tilenus ProfefTeur tot Sedan, in het ftuck vande Rechtvaerdigh-maeckinge ('twelck altijdt inde Gereformeerde Kercken is gehouden geweeft te zijn vande Hooghfte importantie )nae- volgen de de opinie D. Pifcatoris, is daer door geraeckt in harde contentie met D. JSdolin&o, een wel- bekende ende uyt-nemende Kercken - dienaer in Franckrijck. Welcke contentie uyt de wege geleydt is, door tuflehen-ipreeeke« vande Heer van Plejfn ende andere geleerde perfoonen, in dier-vougen dat den een den anderen heeft ge- kent voor een rechtfinnich Leeraer, blyvende onder-tuflehen elck by fijn opinie. De felve voet van Tolerantie wert oock gepraftifeert foo hier te Lande als in andere Landen byden gene« die de Predeflinatie ftellen fonder conditie, al- foo eenige van hemluyden de felve ftellen bo- ven , ende andere onder den Val, fulex dat in- de Haeghfche Conferentie, by de Broeders die daer genoemt zyn Contra-Remonßranten, wel uytdruckelijck is gcfeydt, dat daer over noyt eenige on-eenicheydt ofte ftrijdt geweeft is ia onfe Kercken. Om nu defe Generale Regel van Tolerantie te
appliceren tot de queftien vande Predeflinatie. ende den aenkleven vandien, fulex die inde voorfiz. Conferentie zijn gedifputeert, ende waer door (Godt betert) foo droevige alteratie is gerefen in onfe Kercken; wie is foo vermeten diefoude dorven feggen dat de kennifTe vande felve ter fiener ofte ter andere zijde t'eenemael noodwen- digh is ter Saligbeydt? want de poinften die alfoo noodwendigh zijn, moeten by Vrouwen foo wel als by Mannen; by Ionge foo wel als by Ouden; by Arbeydtfluyden foo wel als by Do&oren verftaen ende aengenomen werden, op
|
||||||||||||||||||||||||||||
leur vande Coninginne van Engelandth.ra.
nde eenighe Gedeputeerde vande Heer Palf-
f! aef lan Caftmir: In welcke by-een-komfte
jede zjjn verrchenen je Gedeputeerden vande
j^crlandtfche Kercken, ende hebben eenfa-
eeep^Jc^ ingeftelt een Remonftrantie aen eeni- fc> ^hurfurften ende Furften van de Auf burgh- cjgJ? Confeflie, om te thoonen de onbefchey- ind yt' ende het perijckel dat gelegen was \rae voornoemde condemnatie ende af lhijdinge Iare m.?neydt. Ende is daer-en boven inden |
||||||||||||||||||||||||||||
den .
'eenlijC t Gereformeerde Kercken, dienende al
^heriM» om ^e fcheuringe, die by de Luther- |
||||||||||||||||||||||||||||
-as aentrevanpen.^e ont?aen. Dien vol-
|
||||||||||||||||||||||||||||
gende f *s aengevangen, te ontgaen. „»u ,U1
00 heeft oock de Suydt-Eollantfche Sj |
||||||||||||||||||||||||||||
R D A M S IL Deel.
'twelck oock uyt-druckelijck wert aen-gewefen i6i
by Perkinfum een notabel Leeraer inEngelandt; ende inde queftie vande Predeflinatie met den aenkleven van dien, eens zijnde met de Broe- ders van 'thooger gevoelen diemen hier noemt Contra-Remonflranten: alfo hy feydt dat de Lu- therfche Kercken, drijvende de Al-gemeene Ge- nade , zijn ware Kercken Gods, die den grondt der Salicheydt onvervalfcht behouden: gelijck oock de felve Perkinfus de dwalinge vande Prye vviU Ie ftelt onder de poinéten, waer door geen ftuck van het Fondament en werdt omgeftooten* VVaer mede feerwel accordeert 'tgunt over ee- nige laren gefchreven is by D. Paraum Profef- feur tot Heydelbergh, mede ftaende int gevoe- len der Contra-Remonflranten n alwaer hy de ar- ticulen vande Goddelicke Predeflinatie, hare oorfaecke ende vverekingen, ende vande nature des vryen wils ftelt, niet onder de noodfaecke- licke articulen, maer onder de Tbeologifcbe Be- fluytingen, waer in men wel kan verfchillen fon- der de Vrede ende Liefde te breecken: daer by vougende, indien de Euangelifche Theologan« ten fulcx wel wilden bedencken , datmen min- der gekijfs inde Kercken foude vernemen, ende dat het middel nae byde handt foude zijn, om de wonden te genefen ende de Vrede te treffen* De Kercken van Anbalt, als oock eenige Leer- aers in Denemarcken, hebbende verlaten de Lu- tberfebe opinie van het Avont-mael, zijnde noch- tans in 'tftuck vande Predeflinatie ende den aen- kleven vandien gebleven by het lager gevoelen, 'twelck hier te Lande byde Broeders diemea Remonflranten noemt werdt verdedight: ende nochtans is kennelick dat andere Gereformeerde Kercken, met de Kercken ende Leeraers alfoo gevoelende, hebben onderhouden ende noch onderhouden alle goede Eenigheydt ende broe- derlicke correfpondentie, In Engelandt zijn jegenwoordigh, niet in geringe maer in hooge Kerckelicke ampten, perfoonen van het eene ende van het ander gevoelen , fonder dat daer-* omme de Vrede der Kercken eenighfins werde verftoort. Om noch naerder te komen, Sijne Ma1, van Groot Bretaingen, rijpelick deur-ge-- lefen ende over-gewogen hebbende de Articu- len , fulcx die zijn vervatet inde Remonftrantie,, met de Articulen vande andere zijde, heeft ver- klaert ende aende Heeren Staten gefchreven be- vonden te hebben, dat beyde de opinien met de waerheydt des Chriftelicken Geloofs, ende meC der Zielen Saligheydt wel können beftaen. In- dien wy van Engelandt ons wenden nae Franc rijck, wy en können daer niemandt onder èfi Gereformeerde Leeraers vinden van meerde* aenfien ende reputatie als is D. Molinceus, die in feecker Advijs, gegeven tot de ver-eeniging0 der Kercken, feydt, datmen behoort te trach' ten om van alle de Euangelifche Confeflien EeHf Conleflïe te maecken ('twelck oock is gewee# het advijs vande Gedeputeerde vande Kercke11 inde Vergaderinge tot Franckfort hier voore" aen -geroert) ende datmen daer-inne behoort fttf' fwijgens voor by te gaen vele faecken, fondef kenniflè vande welcke een menfche kan Salii, werden: gelijck als is (feyt hy) de queftie v** Pifcator, ende vele fubtile opinien geproponeef by Arminias aengaende den Vryen vville ; "^ Volbardinge der Heyligen, ende de Predefli^f tie; daer by vougende , dat alle d'Erreuren 1 |
||||||
442 A M S T E
1616 °P veri;es van nare Saligheydt. Hoe veel een-
' voudige Godfalige menfchen zijn daer nu in de Gemeente Cbrifli, jaemnTchien onderde Kerc- ken-dienaren felve, die den ftant van'tverfchil niet en verftaen, ende veel minder weten wat zijde fy behooren te kiefen: füllen wy die dan de Saligheydt dorven ontfeggen ? T'zy verre van een Chriften menfche dat hem fulcx inde fin foude komen. Beyde de opinien komen daer in over-een, dat alle de befluyten ende werckin- gen Godes , aengaende de Saligheyt der men- fchen, zijn gegrondt in iê/« Chrißo, ende hou- den over-fulcx het eenige Fondament het welck is lefus Cbriflus; de meefte difputen komen aen op de ordre die daer is tuflchen Godes voor- wetenheydt ende Godes befluyten ,die nochtans in Gode alle beyde zijn van alle eeuwicheydt. Hier op zijn door de al te groote fubtijlheydt van difputen, gerefen foo intricate queftien, dat de aldergeleerdtfte qualijck raedt weten om haer fel ven daer door te redden. Dat nu dan over defe poinéten deTolerantie haer behoort uytte ftrecken niet alleen tot degetneeneLidtmaten,maer oock tot de Leeraers, brengt de Reden felve mede, overmits de Leeraers niet exempt en zijn van onwetenheydt ende dwalingen, ende over-fulcx mede zijn onder het getal vande genen wekker fwackheyden de andere moeten helpen dragen. De geftadige praóticque der Gereformeerde Kerc- ken thoont fulcx oock klaerlijck. T'huif-boeck Balingen is hier te Lande genouch bekent '.Lo- ei communes Melancbtonis zijn niet alleen uyt- gegaen in 't Latijn, maer oock in 't Franfch, met een treffelijcke recommandatie D. Calvini. Die defe boecken fal willen confereren met de In- ftitutien D. Calvini, ende met het gunt by D. Bezam op 'tftuck vande Predeflinatie ende den gevolge vandien is gefchreven, fal het gefchil van haer gevoelen over de huydendaeghfche queftien wel klaerliclc bemereken. Nochtans zijn alle defe Perfoonen geweeft geleerde ende God- falige Mannen, uyt-nemende inftrumenten Go- des, jae colomnen vande Kercke. Elckeenvan hemluyden heeft buyten twijfel gewandelt met een goede confeientie, niet alleen geloovende, maer oeck de Gemeente Godes met alle vry' moedicheydt voor-ftellende 'tgunt een yeder meende beft gefundeert te zijn in Godes woordt, ende te dienen tot de meefte ftichtinge vande Kercke: maer fy en hebben om defes verfchils wille malkander niet verdoemt, ofte afgefne- den: maer ter contrarie malkander bejegent als Lieve ende waerde Broeders, ende mede-arbey- ders inden Oegft des Heeren, latende alfoo aen hare nae-komelingen een treffelick Exempel van befcheydenheydt, ende moderatie. Alle 'tgunt hier vooren is gefeydt vande Tolerantie ende Kerckelicke Eenicheyt byden onfen geprefen- teert aende Lutherfchen, is tot defe queftien mede applicabel, alfoo de Lutherfche boven het verfchil van het Avont-mael, oock leeren de Al-gemeene Genade; de Predeflinatie uyt den voor- gefienen Geloove; ende dat eenige ware Geloovi gen, door Sonden jegens de confeientie uyt den Gelove ende Genade t'eenemael vervallen: Sulcx dat de Synoden ende Leeraers hier vooren ver- haelt, den felve Lutherfchen Eenigheydt pre- fenterende , daer mede verklaart hebben defe poin&en aen geen van beyde zijden te zijn nood- wendigh, maer de Tolerantie onderworpen: |
||||||
GESCHIEDENISSEN;
|
||||||||||||||||||||
XII. Boek.
|
||||||||||||||||||||
443
|
||||||||||||||||||||
*6l6". de Religie zijn gekomen, De vbüloir trop fga~
voir,oude vouloir trop avoir.óu Ia uytdegroo- te cuiïeufheydt, ofce uyt giericheydt ende am- bitie : dat het laetfte de Roomfcbs Kercken heeft bedorven, maer dat getracht werdt de onfen te bederven door het eerfte : maer indien wy ons felven konden' gebieden veel dingen niet te we- ten, ende ons te vrede te houden met de faec- ken die 'noodigh zijn ter Saligheydt, ende in mateiïen dié niet nootfaeckelijck en zijn ,• te dragen'de dwalende ende anders gevoelende, dat wy alfdari het meerder-deel vande wegh tot de Vrede fouden hebben gewonnen. Indien ons Duydtflant, Engelandt, ende Vranchijck niet en contenteert, ende dat wy willen fien op het gevoelen ende praftique van onfe Landen, men lal bevinden dat hierin Hollandt Kercken-die- naers zijn over de veertigh laren aengenomen in Diende, die ten tijde van haer aenneminge Opentlick hebben getuyght haer te houden aen het lage gevoelen ,^'twelck nu genoemt wert het gevoelen der Remonßranten, fond er datyemant gepretendeert heeft haer daerom uyt den Dienft te weeren, ofte haer gevercht heefc anders te leeren dan fy gevoelden. D. Gomarus, D Trel- catius, D. Cucblinus, ten tijde als D. Arminias met hemluyden diende in de Vniverfiteyt tot Leyden , hebben folemnelick .verclaert datter tuffchen hemluyden haers wetens geen verfchil en was, nopende de Fondamenten vande Leere. Dat meer is,noch inden Iare ión.naedat door bet houden vande Conferentie den ftandt van het gefchil volkomentlick was ontdeckt, alfo de Heeren Staten den Predicanten refpeftivelick vermaent ende belaft hadden, malkander in Broe- derlicke ende Chriftelicke liefde te bejegenen, ende alles te helpen dirigeren tot Rufte ende Vrede, hebben de felve Predicanten foo van d'eene als van d'andere opinie aengenomen haer daer nae te reguleren. De Synode vande Fran- jfbe Kercken defer Vereenigbde Provinciën, heeft inden Iare 161a. mondeling , ende inden Iare 1613. fchriftelick verklaert ende belooft de Broederlicke Eenigheydt te onderhouden met de Kercken ende Kercken dienaren van hare Sy- node, niet tegenftaende de huyden-daegfche ge- schillen. Hoe-wel nu daer nae het vyer van On - eenigheyt meer is opgeblafen dan wel ware te wenfehen, foo en heeft nochtans daer door de namyre vande faecke niet können verandert Werden, nochte rechtvaerdige materie gemaeckt van fcheuiïnge 'tgunt voor defen altijd was ver- ftaen te zijn een materie van Tolerantie. T'welck leer wijffelick ende Godvruchtelick confidere- rende vele Kercken-dienaers van het hooger ge- Voelen, jae vele Kercken ende Gaffes, beftaen- [■e uyt Kercken - dienaers van beyde de gevoe- ^"s_, hebben de Tolerantie ende Chriftelicke *-enicheydt tot noch toe onderhouden. niet al- leen in Hollandt ende VFefl - Frießandt, maer £0ck inde Nae - buyrige Provinciën, alwaer de lelve queftien zijn ontftaen: Zijnde onder de lelve Kercken-dienaers vele van die Geleert- ^?ydt, dat het een temeriteyt ware de felve in 5" ftuck te befchuldigen van Ignorantie, ende van die Vromicheyt, dat het een onbefchaemt- Sn^T- ware te fuftineren dat fy fulex fouden Hie]rgKens hareConfcientie.
defe quef? dr nt 00ck wel over-gewogen, dat IV? Stuk poin&en nieC aUeen niet en zijn |
||||||||||||||||||||
noodwendigh geweten te werden ter Saligheydt,
maer dat oock de felve zijn foo f waer, ende van foo diepen infichte, datmen niet en Val bevin- den , dat of inde Oude Chriftelicke Kefcke, ofte inde Gereformeerde oyt daer van is gedaen ee- nige Synodale decifie. Want wat belangt de Oude Kercke, 't is kennelick dat de Leeraers vande eerfte vier hondert laren nae de_Apofto. lifche tijden, deurgaens thoonen van die hooge poinften geene kenniffe gehadt te hebben, ful ex dat oock de Gemeente uyt hare Predicatien ende boecken geene kenniffe vande felve poinften heeft können ontfangen. Dat meer is, D. Cal- vinus, Beza ende andere vande felve opinie, be- kennen rondelick dat die Leeraers van die tij- den anders als fyluyden van defe faecken gevoelt ende gefproocken hebben : nochtans ift 'feecker dat de Chriftelicke Een-voudigheydt noytmeer als -in die tijden heeft gebloeyt: Dat noyt meer Martelaren hare Zielen Cbrifio hebben op-geof- fert: tot een feecker teyeken dat foo wel de God- falicheydt als de Salicheydt fonder foo hooge wetenfehap wel können beftaen. Daer nae al ft) eenige Ketters de Natuerlicke krachten der Men- fchen jegens de Genade begonften te verheffen, foo heeft Augiiflinus, een Hoogh vermaert Leer- aer der Kercken, de faecke wat hooger gevat, ende fulex voor-gefhen de noodvvendicheyt vande Genade om'tot de Salicheydt te geraec- ken , dat hy daer by heeft gevoed« eene Abfo- lute Predeftinatie, niet fonder oppofitie van ve- len. Hoe wel nu t'fijnen tijden jegens de voor- noemde Ketters vier ofte vijf Cóncilien zijn ge- houden: dat'oock Auguflinm principale Direc- teur is ge weeft van een vande felve Cóncilien gehouden binnen Cartbago, foo blijclct even- wel uyt de Aften vande felve Cóncilien, dat daer by vande abfolute Predeftinatie ende 'tgunt daer van dependeert geene decifie is gegeven ter een- re nochte ter andere zijde: maer beftaethet fom- mier vande befluyten vande voornoemde Cón- cilien daer inne, dat geleerdt werdt, Dat alle Menfchen verdorven zijn , ende dat niemandt yet kan doen , dat Geeftelick goedt is, fonder e enige inwendige ende onverdiende Genade Godes. Al- foo nu daer nae eenighe andere de Genade foo verre erkenden, dat fy toe-ftonden, dat den voort-gangh in het goede quam vande Genade, meenende 'ondertuffchen dat eenige Menfchen door een beginfel van een Goeden wille de Ge- nade voor quamen, foo is jegens de felve gehou- den geweeft. een Concilie te Orangie, waer-inne fommierlijck geleerdt werdt, dat oock het be- ginfel van het goede kompt uyt de Genade, ionder dat in het felve Concilie als noch eenige mentie werdt gemaeckt van éen Abfolute Pre- deftinatie ter Salgheydt: ende daer-op zijn de faecken voor die tijdt blijven beruften. Met de Exempelen van het Paufdom en willen wy ons niet behelpen; even-wel is aen -merekens waer- ciich dat die poinften waer over die Scholaßique Schrijvers (foo-men die noemt) foo on-eens zijn, waer over de Dominicanen twiftenmet de Iefuijten, jae de Iefuijten oock onder malkande- ren,geenfints en können gehouden werden voor oorfaecken van onfe afwijckmge van het Pauf- dom : ende hoe-wel inde Roomfche Kercke over vele hondert laren de maniere is geweeft van feer lichtveerdelick te procederen tot decifie ende tot condemnätie, dat nochtans de Paufen |
||||||||||||||||||||
1616.
|
||||||||||||||||||||
de
|
||||||||||||||||||||
Mmm
|
||||||||||||||||||||
L
|
||||||||||||||||||||
444 AMSTERDAMS II. Deel.
de queilien vande abfolute ofte geconditionneerr in fijn Heylich woordt (gelijck alle Gerefor-
de Predeftinatie, als oock de raamere vande meerde Leeraers jegens de Papiften tot noch toe werckinge vande Genade in den wille des Men- hebben gefuftineert) foo en behoeft de Hooghe fchen, niet en hebben gedecideert aen d'eene Overhcydt daer toe geen Authoriteyt vande ofte aen d'andere zijde:maer hebben aenbeyde Kercke te ontkenen, jae is fchuldigh de felve de parthyen hare opinien vry gelaten, met ver- Authoriteyt te gebruycken, niet alleen fonder, bodt van malkanderen te condemneren ofte bit- maer oock jegens de wille van vele Kercken- terlick over te halen. Godt gave dat de Kinde- dienaers. Alfoo nu dan de fcheuringen om ren des Lichts in defe faecke foo wijs waren als queftien niet noodwendich terSaligheydtin Go- de Kinderen der DuyfternhTe; ende 'tgunt de des woordt klaerlick ?.ijn verboden, ende de Papiften doen om haer wereldtfch - rijk^ftaende queftien inde Conferentie vorhandeiL nae lange te houden, dat de Euangelifche fulcx deden om ende rijpe examinatie, nae dat by de notabelfte het Rijck Chrifti in Liefde ende Vrede te bou- Kercken-dienaers ter weder zijde de materie op wen. Die nu den tijdt fal willen infien van het 'tbreetfte was verhandelt, openbaerlickzijnbe- beginfel af vande Reformatie tot nu toe, fal vonden te zijn niet noodwendigh ter Saligheydt, bevinden dat hoe-wel defe queftien genoechfaem foo en heeft de Hooge Overheydt niet'anders alle Kercken door-wandelt hebben, even-wel können doen als Godes wet int werck te ftellen, noyt daer van in eenige wettelicke Synode de- ende alle contravenüe te beletten. Alle de Ge- cifie is gegeven: ende hoe verfcheydelick de reformeerde Leeraers fuftineren oock jeghens Confiffien fpreeken van defe materie, kan een de Papiften dat het Recht vande Synoden te yder lichtelickbemercken die demoeyte wilne- convoceren de Hooge Overheden toekompt , men om de felve met aendacht te door-lefen. waer in buyten twijfel begrepen is de vrijheydr, Eenige meenen dat in Engelandt tot Lambeth van te oordeelen of de Synode dienftich fal zijn inden Tare 1595. defe queftien Synodalick fou- ofte niet, welcke vrijheydt de Hooge O ver- den zijn gedecideert: maar 't is een merckelick heydt werdt benomen, alftnen foude willen ful- abuys: alfoo de by - een - kompfte tot Lambeth tineren de Synoden abfolutelick noodigh te zijn, geen Synode en is geweeft, nochte oyt voor felfs oock nae foodanige examinatie als hier voo- fulcxen is gehouden": oock de Articulen die al- ren is verhaelt. De geftadige praótique ftrijdt daer zijn geftelt, alleenlick betuygen de opinie oock jegens foodanige gepretendeerde noodwen- ende 'tadvijs vande Theologanten diealdaerwa- dicheydt. Want de Coningen van Juda vele ren vergadert, en daer-en boven in dier-vougen verbeteringen in Kerckelicke faecken hebben ge- zijn in geftelt, dat foo wel die van het lage,als daen nae Gods woordt fonder eenige Synode, van 'thooge gevoelen de felve fouden können Vele Gereformeerde Leeraers allegerende 'te- j aen-nemen fonder haer opinie te veranderen: xempel vande Keyfer Theodofij, die nae de aen- maer 'tgunt meeft ftaet te noteren, is, dat by roepinge van Godes hulpe over Kerckelicke dif- authoriteyt vande Coninginne h. m. defe Arti- ferenten een uyt-fpraeck hadden gedaen, feg- culen van Lambeth zijn verboden te publiceren, gen dat daer uyt meer goets is gevolght als uyt ende dat Sijne Majefteyt jegenwoordigh regne- eenige Synode. De Reformatie felve is die te rende, zijnde verfocht by eenige Predicanten, wege gebracht by Synoden in de Rijcken ende dat fy defe Articulen fouden laten inferéren in- Landen van Europa ? In 'tminfte niet: het re- de Confeffie van Engelandt, fulcx heeft gewey- medie en was vande KerckelickePerfoonen niet gert, meenende ondienftich tezijn,datmen'tfelve te verwachten die de oorfaecke waren vande Boeck vande Confeiïïe foude ftofferenmetTheo- fieckte: Maer de Coningen ende Overheden logicale conclufien. door Godts woordt verlicht zijnde, hebben door Mijn Heeren de Staten, door defe ende meer Publique Authoriteyt de Reformatie te wëge ge-
andere redenen wel verfeeckert zijnde dat nie- bracht. Ende op datmen niet en meene dat dit mandt geoorloft en is ter fake vande poinften alleenlick plaetfe heeft in een foo groote ver- inde Conferentie verhandelt eenige fcheuringe dorventheydt als daer was in het Paufdom, de inde Kercken aen te rechten, hebben verftaén Churfurften, Furften ende Steden van 'tRijck haer ampt te zijn, by Publique Authoriteyt, die de dwalingen over 'tftuck vant Avont-mael Chriftelicke Refolutien , ende beqname uyt- hebben geweert uyt hare Kercken, die ander- voeringe vande felve Refolutien, foodanige fints aireede waren gereformeert, hebben fulcX fcheuringen te beletten. Hier jegens is by eeni- niet gedaen door Synoden, maer door Publique ge gefuftineert, dat defe faecke zijnde Kercke- Authoriteyt. Godt heeft haren yver gefegent, lick, eerft behoorde gexamineert te werden by ende fy werden byde onfen daer over ten hoogh* een wettelicke Synodale Vergadering: waer je- ften geprefen. Kan dan de Publique Authori- gens verfcheyden-malen is verthoont dat foo- teyt fonder Synode te wege brengen verheterin- danige Synodale Vergaderinge in defe materie gen vande Leere, hoe veel te meer kan de fel- niet noodigh, ende, nae gelegenheydt van tij- ve in defe faecke plaetfe hebben, daer in 'tmin- den, oock niet dienftigh en was. DatdeSyno- ftebyde Hooge Overheydt niet getracht en werdt dale Vergaderinge niet abfolutelick noodigh en om de Lecre'te veranderen, maer om fcheurin' is, blijkt uyt 'tgunt hier vooren is gefeydt, van- gen te vermijden. Die met aendacht wil letren de authoriteyt van een Hsoge Overheydt over op de Kerckelicke gefchiedenilTen, fal wel be- Kerckelicke perfoonen ende faecken, in welck vinden dat het bequaemfte middel tot Remedie poincl: mijn Heeren van Amfterdam haer altijdt van fcheuringen altijdt is gehouden geweeft te hebben verklaert conform de andere Landen zijn de Publique Authoriteyt. Alfo in Africa de vande Vergaderinge : want indien de Hooge O- Donatiflen haer hadden afgefondert vande Al' verheydt van Godt Almachtigh heeft ontfangen gemeene Chriftelicke Kercke, ende de faecke volkomen macht ende authoriteyt, om alles te ïangh fonder vrucht byde Kerckelicke pérfo°' gebieden»ende uyt te voeren, dat Godt gebiedt nen was verhandelt, heeft eyntelijck den KeS" |
||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||
XII. Boek.
|
|||||||||||||
445
|
|||||||||||||
'6l6. fer Conflantinm de fake moeten evoceren tot
fijne kennifie, ende daer inne fententieren. Dan de faecke daer mede niet t'eenemael zijnde ge- rechtes een ruymen tijdt daer nae vande recht- finnige Leeraers verfocht geweeft een Confe- rentie voor Marcellino als CommüTaris byden Keyfer Honorio daer toe geordonneert , alwaer parthyen gecompareert, ende alles gededuceert hebbende dat ter faecke dienende was, is byden voornoemden Marcellinum uyt-fpraecke gedaen, door de welcke ende d'executie daer op ge- volght, het meeren-deel vande afgeweeckene wederom zijn gekomen totde Eenigheydt. Wil- len wy komen tot d'exempelen van onfentijdt, Sijne Majefteyt van Groot. Brittannien bemerc- kende eenige difpofitie tot fcheuringe inde Kerc- ken van fijn gebiedt, fo over eenige fubtilequef tien vande Leere (waer onder mede waren eeni- ge queftien vande Predeftinatie ende den aen- kleven vandien) als over de Regieringe vande Kercken, heeft parthyen in fijn prefentie doen compareren tot Hamptoncourt, de felve gehoort, ende op yeder poinft fulcx geappoincleert als fy in goede confcientie bevondt te behooren, 'twelck is t'eenemael een gelijcke faecke, ende gelijcke manier van procederen als in defen by de Heeren Staten is gehouden. Ende om noch naerder te komen, D. Beza (waerdigermemo- - rie) verhaelt in een van fijne boecken, dat tot Bern eenige beginfèlen van fcheuringe zijnde gcrefen over 'tftuck vancie Predeftinatie den Raedt van Bern een Edict hebben laten uyt- gaen, daer by een yeder verbiedende , dat fy niet onbedachtelick vande fvvare materie vande Predeftinatie en fouden fpreecken: Beladende voorts de Kercken-dienaren, dat fy vande felve faecke matelick, religieufelick, endefonderer- gernifle uyt Godes woordt fouden leeren, foo wanneer de occafié fulcx foude mede-brengen , met bevel dat niemant uyt het gebiedt van Bern (foo als eenige onbedachtelick deden) nae Ge- ueve ofte andere plaetfe ten Avont-mael fouden loopen,maer dat een yeder het felve foude ont- fangen uyt handen vanden Dienaer van fijne Kercke: Seggende D. Beza dat daermede defe moeyte een eynde heeft genomen. Dat yemandt nu foude willen feggen. dat net
Oordeel vande Synode wel niet noodigh en is om die oorfake dat die Hooge Overheydt geen Macht ofte Authoriteyt foude hebben buyten de Synode,maer om door 'tAdvijs vande Syno- de te beter te zijn geinftrueert, die felve foude eerft wederleydt werden door vele voor-ver - haelde exempelen, alwaer byde Hooge Over- heden geen Advijs van Synoden en is genomen, ende door de reden felfs, overmits eenige faec- ken foo"klaerlick zijn gefteltin Godes woordt, ende een Hooge Overheydt daer van foo feec- kerlïck kan zijn overtuycht, dar fy niet en be- hoeft te rade te gaen met Vleyfch ofte Bloet, ?lfoo niemandt raedt en vraecht ofte gehouden !s te vragen inde faecken waer van hy feeckere kennifie heeft: gelijck een Hooge Overheydt |
|||||||||||||
mael vermaent) datmen uyt de over-een ftem- rtfró
minge van vele treffelicke Leeraers wel foo <*oe- den raedt ende vafte kennifie kan ontfangen als uyt een Synode. Wie. en foude fulcken Sy- node niet 'feer achten daer hy D. Calvinum, f). Bezam, D. Hyperium, D. Urfinum, D;Vp-hi. takerum, D. Perkinfum, D. helium, D. Da- nceum, D.Iunium, D. Par mm, D. Cafaubo- mm* D. Pifcatorem, D. Molinmm foude hoor ren fpreecken? Vraeght defe allen of men niet fchuldich en is malkander te tolereren over defe queftieufe Poincten ende andere van gelijcke nature ? Sy füllen in haer gefchriften antwoor- den lae. Is dit noch niet genoegh, ende wil yemandt-noch infifteren op een Synode, de fel- ve gelieve te gedencken datmen foo we] Inftruc- tie ende Advijs kan ontfangen van Oude als van Nieuwe Synoden, fo wel van Wtheemfchen als van Inlandtfchen. De Oude Synoden ge- houden ten tijden Augußini, mitfgaders de Sy- node van Orangie leeren ons, datmen-de Eer van Godes Genade wel kan voorftaen, fonder yet te decideren over 'tftuck van de Abfolute Decreten ende 'tgunt daer van dependeert. De Synode tot Sendomir, ende de Synode tot Franc- fort beyde hier vooren verhaelt recommanderen ons de Tolerantie. Wil-men noch enkel heb- ben een Synode van ons Landt, ende van on- fen tijdt; wy hebben hier vooren geallegeertde Synode te Woerden , ende de Synode vande Franfche Kercken. Soo veel Claffes die de To- lerantie over de queftieufe Poincten practiferen zijn foo veel kleyne Synoden als men de fake, niet den naem infiet. De twaelf Conferenten aen wedïr zijde, zijnde de voornaemfte Kerc« ken-dienaers van beyde de opinien, die int lange zijn gehoort, alles hebben bygebracht dat fy meenden te dienen tot voorftant van hare opinie, ende niet te minder eyntelick malkander Broe- derlijckeliefde belooft hebben,behooren in gheen minder aenfien te zijn als een Synode. Dien dit al niet genoech en is, om Advijs ende In- ftruftie te ontfangen , voor die en kan niet ge- vonden werden dat hem fal genoegen. _ .Indien dan niet noodigh en was eenige nieu-
we Synode over dit ftnek te beroepen, fo moet geexamineert werden of men oock eenige dienft. uyt foodanige Synode konde verwachten: want in 'faecken die niet Abfolutelick noodigh en zijn, moet de voorfichticheydt plaetfe hebten, om te oordeelen wat nae gelegentheydcvan tijden dient gedaen ofte gelaten. De Synoden hebben voor- tijdts dickmael gedient om eenige Ketterien te condemneren: Dan wy hebben verthoont, dat de dwalingen die in defe Poinclen fouden mogen gefeyt werden te zijn aen d'een of d'ander zij- de , noyt byde Gereformeerde Kercken gehou- den en zijn voor heretijcoftecondemnabel. Dat oock defe Poinóten noyt en zijn gehouden voor foodanige daer-in-men behoorde decifie te ge- ven , fulcx dat defen dienft vande Synode leer ondienftich foude zijn: behalven dat om een decifie te geven over eenige queftien noodigh ls te hebben een fuyver Oordeel ,vry van paffien 'twelck hier te Lande in defe tijden feer quahek foude zijn te vinden, als genoech af-genomen kan werden uyt de hevicheydt vande dagelijcxe Predicatien ende fchriften. Dat by een Synode een equitabele voet van Lolerantie fopde wer- den geraemt ende eendrachtelick aen-genomen, Muira a fuicx
|
|||||||||||||
Recken , als dat de verdraeghfaemheyt over
* oinélen niet geheel noodigh ter Salïgheydt ons van Godt js bevolen, ende dat de Poincten die Poinftn "V^eftie onder de geheel noodige
oron(. ^n ,niet en können gereeckent werden, ataec oock te ietCen (gelijck jugufiinus dick- |
|||||||||||||
R D A M S IL Deel.
Synode ftaen te confidereren de voor - oordelen j
die haer in eenige Provintien hebben geopen- baert, niet alleen int particulier, maer oock in notabele vergaderingen, fulex dat die perfoonen- uyt de Provintie komende, buyten twijfel by eenigen fouden werden gefufpeéteert. Ende of müTchien eenige moderaten oock in die Provin- tien fouden mogen zijn, foo is feer onfeecker of de felve tot den Synode füllen werden gefon- den, ja is het contrarie veel apparenter. Daer- en-boven alfoo-men in de Nationale Synode ge- woon is by ftemmen te procederen, fouden al- daer de Kercken van Hollandt ende Wefl-Vrief- landt lichtelick over-ftemt können werden, en- de byde Gedeputeerden uyt de andere Provin- tien fodanigen voet genomen werden, die met den ftant van hare Provintien foude over-een- komen , maer met den ftant vande Kercken van Hollandt ende Weft-Vrieflandt niet en foude accorderen. Indien men foude willen komen tot een Generale Synode (gelijck van oudts alle quef- tien vande leer in Generale Synoden plagen verhandelt te werden, ende 'tfelve by vele Co- ningen, Princen ende Theologanten werdt ge- acht te zijn het eenige remedie om de on-eenk- heyden die inde Euangelifche Kercken gerefen zijn wech te nemen) 'tfelve foude tijdt require- ren om den Coningen, Princen, Overheden en- de Kercken daer toe te difponeren: behalven dat Sijne Majefleyt van Groot Bretaignie, den Chur- vorfl Palfgraef, D. Molinaus in Vranckrijck ^ ende meer andere verftaen, dat tot foodanige Generale Synode de Euangelifchen, die Luther- fchen genoemt werden, mede fouden moeten werden verfocht, waer - in miffchien eenige an- dere fwaricheyt fouden maecken. In alle ge- vallen den ftant van onfe Kercken en kan niet in onfeeckerheyt gehouden werden ,tot dat fo- danigen Generale Synode ('twelck fonder tijdt en moeyten niet kan gefchieden) te wege foude zijn gebracht. Daer is noch een poinct dat op het houden vande Synoden fonderlinge kompt in confidentie * dat is de Overheyt moet pree- fupponeren, ofte fimpelick te willen volgen dat de Synode fal goet vinden, ofte haer nae-oordeel vry te willen' behouden. Het eerfte is ftrijden- de met Gods woort, met den grondt der Refor- matie , ende met het recht van t'Landt, t'welck de Heeren Staten van Zeelandt wel - verftaen- de, hebben dit nae-oordeel aen haer felve ex- preftelick gereferveert. Ende buyten twijfel dit quitterende foude de Hooge Overheyt het Landt ftellen in het uyterfte gevaer, door dien het foude können gebeuren dat de Indifcreten inde Synode de overhandt krijgende, yet fou- den befluyten t'welck niet en foude können uyt- gevoert v/orden, fonder de gemeene faecke te brengen inde uyterfte confufie. Ter andere zij- den, indien mijn Heeren de Staten vry houden (gelijck hare Ed. Mo. behooren te doen) haer nae-oordeel, foo fal lichtelick gebeuren dat het 'oordeel des Synodi, ende'het oordeel van hare Ed. Mo. niet wel over een en füllen komen: Ende in fulcken gevalle ftact grootelijcx te be- duchten of niet vele vande gemeente , infon- derheyt fodanige die gewoon zijn meer wercx te maecken van kerckelicke perfoonen als van hare Hooge Overheyt (gelijck den deck-mantel van Religie vele luyden abufeert) door een kerckelicke verklaring zijnde geftijft, vervoert |
||||||
446 A M S T E
1616. fulcx kan wel gewenfcht maer feer qualiek ver-
hoopt werden voor defen tijdt: want vande Im- inoderate perfoonen yet moderaets te verwach- ten is buyten apparentie. Men fiet dat alle hare aótien te openbaerlick loopen, of tot al te groo- te ongebondenheydt inde leer, ofte tot fcheu- rïage. De moderate perfoonen hebben by defe hevigen geen credijt om yet goets te wege te brengen: jae felve men fiet hoe feer byde he- vigen getracht werdt om defen alle haer credijt dat fy byde Gemeente noch overich fouden mo- gen hebben te benemen. Wat difcretie, wat onpartijdicheydt, wat vreedfame adyijfen kan- men verwachten van gemoederen die in het heet- fle zijn van hare alteratie ? T'gunt tot noch toe is gebeurt in eenige Claflicale by - een - komfte, oock in eenige meerder vergaderinge die fonder publique authoriteyt onlancx zijn gehouden, wijfen genoech aen waer toe dat getracht werdt. Men gelieve nevens de goede vruchten die by wijlen zijn gekomen uyt de Synoden , oock te gedencken eenige die qualiek zijn gefuccedeert. T'is wel eer geüen dat de Synoden vanmalkan- deren gefcheyden, ende elck deel een vergade- ringe apart maeckende, t'ander deel heeft ge- excommuniceert. • T'is oock feer confiderabel dat vele kerckelicke perfoonen feer oneens zijn met de Overheden op 'tftuck vande Authoriteyt: jae haer jegens de Overheden met de Gemeente poogen te behelpen.Gelijck nu alle macht grooter is by een gevoecht dan verfpreyt, alfo ift, dat de Synoden dickmael hebben gedient om de Kerc- kelicke authoriteyt, jegens ^de authoriteyt van de Overheyt te ftijven, daer van vele exempe- len, des noodt zijnde, foude können werden gealiegeert. Dient oock gelet op de groote dif- ncukeVt die daer is in het beroepen vande Sy- node (alftnen fchoon daer toe foude genegen zijn) om vele queftien die eerft foude moeten zijn gedecideert. Vele Kerckelicke perfoonen füftineren dat aen haer Claflicale vergaderingen alleen ftaet de deputatien te doen tot de Synode: de Overheden ter contrarie verftaen dat haer toe-ftaet te beforgen,dat tot de Synode mogen komen de bequaemfte, geleerdfte en difcreetfte. Hier uyt volght een andere queftie, of dehee- le vergaderinge vande Heeren Staten by plura- liteyt de deputatie fal doen, dan of elcklidt van de vergaderinge eenige fal deputeren. Eenige Kercken-dienaers füftineren dat de genen die de Remonflrantie hebben onderteeckent, ofte ee- nigh bedencken hebben op de Confeffie ende Ca- techifmum behooren gehoort te worden als par- thye, maer geen ftem behooren te hebben inde Synode : defe queftie moft oock gedecideert zijn voor het houden vande Synode. Men weet de fwaricheyt die by eenige gemaeckt is, op de ClaufuU vande refumtie vande voornoemde Con- feflie ende Qatechifmo: defe fwaricheyt mofte mede eerft komen te cefleren. Voorts de Sy- node diemen foude willen beroepen , foude moe- ten zijn Provintiael , Nationael ofte Generali. De Provinciale Synode (boven alle 'tgunt hier boven is gealiegeert) foude die difliculteyt on- derworpen zijn, dat in eenige plaetfen de Claf- fen zijn gefcheurt, en over-fulex elck deel fou- de pretenderen te zijn Claßs van dat quartier, ende mitfdien de deputatie haer toe te komen, indien-men foude verftaen dat de deputatie Claf- fkaliter foude gefchieden. Op de Nationale |
||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||
XII. Boek.
|
||||||||||||
447
|
||||||||||||
*616. füllen werden tot een quade opinie van hare wet-
telicke Overheyt, ende daer by komende (als wel gebeurt) eenige feditieufe predicatien ende gefchriften , lichtelick fouden raecken bnyten het fpoor van hare fchuldige gehoorfaamheyt. Alle t'welcke (mijn Heeren) by ons niet en werdt gefeyt met de meeninge, dat wy fouden wanhoopen van het houden van een wettelicke Synode, daer foo vele godvruchtigen nae ver- langen , ende daer toe over lange foo byde Hee- ren Stalen van Hollandt ende FFeß-Frießandt, als byde Heeren Staten Generael goede refolutien zijn genomen, maer dat wy meenen dat noch wat tijts van noode is om de gemoederen fulcx te prepareren, dat de Synode mochte hebben de noodige qualiteyten daer toe gerequireert, ende voor al een goede genegentheyt tot Vrede, ende behoorlicke refpeft van de Hooge Over- heyt: waer toe de humeuren niet en können werden gedifponeert, ten zy de onderlinge to- lerantie wat beter werde gefielt inde praftique, t'welck middeler-tijdt niet en kan te wege ge- bracht werden, dan door goede inductie gë- voecht met de publique authoriteyt, Voecht hier by (mijn Heeren) foo het V. E. gelieft , het advijs van Sijne Majefteyt van Groot Bri- taignie, die de Heeren Staten door fijn miiïive foo ernftelijck heeft vermaent,dat defegefchil- len niet beter en können werden ter neder ge- leyt, dan door publique Authoriteyt. Gelijck oock de Heeren,van 't Hofvan Gelderlandt, ende de Heeren Staten s''Lands van Overyßelover de- fe felve queftien , alfoodie inde landen van haer gebiet mede waren gemoveert, geen ordre en Hebben weten te Hellen, dan door de felve pu- blique authoriteyt. Ten is oock niet nieuws 'tgunt defen aen-
gaende nu gefchiet inde landen van Hollant en- de VVeft-Vrieflandt. Want behalven dat de Graven van Hollandt'm oude tijden de couragie Wel hebben gehad van de Paftooren te belaften haren dienfl te continueren , niet tegenftaende alle interdiftien ende excommunicatien, beloo- vende haer het felve jegens een yeder uyt te voeren, foo heeft het Hofvan Hollandt inden Iare 1536. als de Kerckelicke macht op haer hooghfte was geklommen, wel dorven fchrij- ven aen alle Officieren, dat fy de Paftooren fou- den belaften niet indifcretelick te predicken duy- ftere materien, of waer uyt het volck gefchan- dalifeert foude mogen werden, ofte oorfaecke nemen van murmuratie jegens hare Overfteofce anderen, maer te predicken het Euangelie ende de Epiflelen met ftraffinge der fonden: dat fy hun °ok wachten fouden jegens malkander op de ttoel te predicken, maer indien fy van een an- der yet hoorden dat heretijck ofte fchandaleus Was, dat fy den felven daer van fpreecken fou- den alleen, ofte 'tfelve den Officier ofte den tfove te kennen geven, om daer in voorden te borden alft behooren foude. Myn Heeren van ^nfierdam hebben buyten twijfel goede memo- de", hoe veel fteden federt de reformatie zijn in °nruft geftelt doordefe queftien van deßredeßi- t'atie, hoe menichmael de faecke is geventileert geweeft inde vergaderinge vande Heeren Staten: f"ui-namentlick hoe dat (nu geleden ontrent acntmen iaren) de faecke Sibrandi Taconis, die W ,,7 Teftien met kerckelicke cenfuren was
«eiwaert, aoor authoriteyt vande Heeren Suten |
||||||||||||
is geaccommodeert geworden i wat vermaning
eerft byden Hoogen Rade,éaer nae byde Hee- ren Staten zijn gedaen geweeft aen B. Gomarum ende D. Arminium, om vrede met den anderen te onderhouden: wat moeytendat daer nae zijn gerefen, door het afvorderen van ongewoonelic- ke maniere van onderteeckening van Confejße ende Catechijmo: ende hoe mijn Heeren de Sta- ten alles met moderatie hebben gefocht te be- leyden, tot voor-kominge van fcheuringen. De Conferentie is daer nae gevolght: V. E. is be- kent wie de oorfaecke daer toe heeft gegeven. Nae dat de Heeren Staten de patientie hadden gehadt,om al te hoorendatde Conferentenaen weder zijden wilden allegeren, is by haer Ed. Mo. op den twintichften Mey 1611. genomen feeckere Refolutie, waer by hare Ed. Mo. ver- klaerden de vijf queflieufe poinften te houden in flate, fulcx als die voor het aenvangen vande Conferentie waren geweeft: vermanende voorts ende belaftende den Predicanten , malkander in Broederlicke ende Chriftelicke liefde te bejege- nen, ende alles te helpen dirigeren tot rufte en- de vrede; ende daer toe. de goede Gemeente by de bequaemfte middelen , van het oprecht voornemen van hare Ed. Mo. te berechten, en- de over-fulcx in hare Predicatien vande voorfz. poinften foo foberlick ende moderatelick te han- delen als tot meefte rufte, vrede ende ftichtinge der gemeente was dienende, fonder ter eenre ofce ter andere zijde hun te laten voorftaen of- te verluyden, den anderen daer in overwonnen te hebben. De equiteyt, moderatie ende difcre- tie van defe Refolutie is fb groot geweeft, dat niet alleen de felve inde vergaderinge is gepaf- feert fonder contradiftie, maer dat oock de Pre- dicanten van beyde de opinien de felve Refo- lutie hebben aengenomen, ende belooft haer daer nae te reguleren, als hier vooren is aengeroert. Hoe konden mijn Heeren de Staten beter getuy- gen hebben van hare onpartydicheyt, als de be- kentenhTe van beyde de partyen ? Defe Refo- lutie is geweeft het fondament van alle gevolgh- de befoigne, begrijpende in generale termen al- le t'gunt oyt federt particulierlick is uyt-ge- druckt. VVant inde vergaderinge yan Augufto ende Septembri daer aen volgende, is gerefol- veert de felve Refolutien den Steden over te fenden, ten eynde Burgemeefteren ende Reojer- ders de felve Refolutien elck inde haren &den Kercken-dienaren alfnoch fouden infinueren, en- de ordonneren hen daer nae in alles te regule- ren. In Novembri is nae refumtie byde voor- noemde Refolutie geperfifteert, met verklarin- ge dat de Heeren Staten hielen voor onbehoor- lick f gene daer jegens byyemandt was gedaen: ordonnerende ende bevelende van nieuws een yeder hem daer nae te reguleren, op peyne van als wederhorigh vande bevelen der Hooge Overheyt geftraft te werden : daer by voegende dat gelijck haer Ed. Mo. noyt verftaen en had- den, nochte als noch en verftonden,dataenye- mandt het gevoelen vande vijf poinften in quef. tie inde Remonftrantie vervat op gedrongen fou- de werden , dat oock alfoo haer Jld. Mo. Ver- ftonden, dat niemand* boven tfelve gevoelen jegens fijn gemoet foude werden befwaert, maer dat foo wel d'eene als d andere, met tegenftaen- de het voornoemde verlcheyden gevoelen in al- le hare dienften die fy hadden ofte krijgen moch- Mmm 3 ten |
||||||||||||
1616.
|
||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
448
|
|||||||||||
nomen het concept, ende onder-tmTchen tijdt \6i"
ende gelegentheyt gehadt om te verftaen dead- vijfen van geleerde perfoonen. De Stadt van Leyden , Rotterdam en eenige andere hebben voort-gebracht eenige poinften, die fy dienftich hielden inde Refolutie gebracht te werden. E- ven-wel om vrede en accommodatie wille heeft- men de felve laten varen. JViijn Heeren van Dordrecht hebben, naer de communicatie met de Kercken dienaren van hare Stadt ,-in verfchey- de vergaderingen van haer Ed. Mo. foo wel als uwer E. hare confideratien op de voorfeyde Refolutie geopenbaert, dan zijn foo verre te ge- moet gegaen,dar. haer E. om de rufte wille daer inne hebben gecondefcendeert. Met wat appa- rentie kan dan defe befoisnie geaccufeert wer- den van partydicheyt, infonderheyt bydebroe» ders van het gevoelen, der Contra - Remonflran- ten , nademaél de felve niet alleen met foo no- table kenniffe isgedrefleert geworden, maer daer- en-boven van feer vele trefFelicke Kercken-die- naren van t'felve gevoelen, tot eenicheyt ende niet tot fcheuringe genegen zijnde, is aengeno- men? Men befie oock de Refolutie felve, men fal daer niet bevinden het minfte woordt eeni- ghe partydicheyt fmaeckende. Daer wert ge- fproken van heftige di'futen, van nae-duydinge aen weder-zijden. De fchriften (Godt betert) ende de predicatien geven daer van niet dan te groote getuygeniiTe. Een yeder werdt vermaent te gevoelen tot maticheyt, met toelatinge van alle vriendelicke conferentie onder geleerde per- foonen. Wie is hier bybefwaert? Immers niet de Contra - Remmflranten , die inde Haegfche Conferentie felve verklaerthebben,datmen van- de leere der Predeftinatie in de Kercken fober- lick ende voorfichtelick behoort te fpreecken. T'is waer daer werden geftelt eenige palen ofte limiten, maer fy werden geftelt aen beyde de zijden: ende foomen de faecke wel inliet, foo zijn de limiten meerder in getale de welcke dienen tot vermaninge vande Remonflranten, waar van de Contra - Remonflranten geen pe- rijckel en loopen. Want de Contra-Remon- flranten werden gewaerfchout voor drie extre- miteyten, waer voor fy haer forchvuidelick be- hooren te wachten, ende waer mede fy int min- fte niet en zijn befwaert, alsterftont aengewe- fen fal werden. Maer de Remonflranten werdt belaft te vermijden alle defenae-volgendepoinc- ten : Dat het beginfel van s'menfchen Salicheyt, des menfcbes natuyrlicke krachten fouden beboo- ren toe geeygent te worden : Dat het midden vande Salicheyt, de felve natuyrlicke krachten foude bebooren toe geeygent te werden: Dat het eynde foude bebooren toe geeygent te werden de felve natuyrlicke krachten : Dat het geloove de natuyrlicke krachten fouden mogen toe-geeygent werden: Dat al het felve ende een yeder van dier* de genade Godes niet en foude bebooren toe - ge- fcbreven te werden: Dat de felve Genade eenige andere genade foude können zijn ah in Jefu Chris' to onfe Saligbmaecker : Dat de felve Genade verdienbaer foude zijn. Van alle defe pohicte" loopen de Contra-Remonflranten gheen perijckek maer werden de felve gheftelt om te thoone11 hoe verre men t'laghe gevoelen, dat is het ge' voelen der Remonflranten, kan ende mach t0' lereren: zijnde defe limiten t'eenernael de fe^ die in d'oude Chriftelicke Concilien zijn getfeI1 |
|||||||||||
' ten ende anderfints, onderlinge als broeders in
'" Chriftelicke liefde fonder eenige verhindering foude leven ende leeren ftichtelick, tot vorde- ringh van Godes eere, op-bouwinge vande ware Chriftelickegereformeerde Kercke, in-voeringe ende onderhoudinge vande liefde , rufte ende vrede onder de goeden Jngefeten, alles by pro- vifie ende tot dat anders, nae goede en rijpe deliberatie, inde voorfz. faecke foude wefen ge- ordonneert. In den Iare 1612. nae dat de Con- ferenten aen weder zijden den ftandt des gefchils hadden geformeert, nae dat fy oock hare advij- fen hadden in-gelevert, ende over fulcxde fake met alle rijpicheyt zijnde geexamineert, fulcx datmengeennaerder ofte vorder onderrechtinge konde verwachten, is alfnoch verftaen ende ge- ordonneert, dat gearbeydt foude werden tot ruf- te vrede ende eenicheyt onder de kerckclicke perfoonen. VVaer na de experientie geleert hebbende, dat de By-een-komffle van eenighe vande Confei enten gehouden tot Delft de fake vande Kercke niet verbetert, maer eer verer- gert hadde, ende daer by zijnde gekomen de trouwhartige vermaninghe van fijne Majefleyt van Groot Bretaignie hier vooren gemention- neert, om defe queftien niet door Theologifche difputen te doen examineren, maer by publique authoriteyt te afibpieren: foo is byde Vergade- ring noodigh gevonden te ftellen feeckere mo- derate voet. op de Tolerantie van het verfchey- den gevoelen, onder anderen om daer mede te verhoeden, dat onder de namen van Remonflran- ten ofte Contra-Remonflranten niet eenighe haer en fouden foeken te bedecken, ende alfoo t'fa- veur vande tolerantie te gebruycken, die eenige Leere foude willen defenderen, die byde oude Chriftelicke, ende daer na byde Gereformeerde Kercke was geoordeelt, niet te zijn tolerabel. Hierop fiet de Refolutie, die,na lange exami- natie met feer grpote aequiteyt ende circumfpec- tie, eerft in Ianuario, ende daer nae in Mar- tio 1614 byde Heeren Staten is gearrefteert. jf. Hoe-wel nu uwe Achtbaerheden difficulceyt makende in het aen nemen vande felve ABe, niette min verklaert hadden wel te mogen lij- den , dat de grenen die hen begeerden met den felve tot haren dienfte, rufte ende welftant der kercken ende gemeenten inden haren te behel- pen, t'felve mochten doen, foo fchijnt noch- tans dat eenige perfoonen daer uytoccafie ende pretext hebben genomen om de voornoemde Chriflelkke Refolutie te traduceren , als of de felve ware partijdelick gemaeckt, duyfter inge- ftelt, ende in/ulcker voegen, dat de felve of- te ftreedt met de waerheyt, ofte injurieus was jegens de gereformeerde Kercke. Alle welcke calumnien (mijn Heeren) nergens anders uyt en fpruyten, als uyt een gepafïïoneert gemoet, ende een ongebonden licentie van qualick fpreecken. Hoe lange ende rijpe examinatie voor is gegaan eerrnen tot defe Refolutie is ge- komen , is hier vooren verhaelt , ende onnoo- dich alhier te repeteren. Dat de felve Rejolutie foude t'werck zijn van eenige Remonflranten weten uwe Ed. t'eenernael te zijn onwarach- tich. Het bewerp van de voornoemde Refolu- tie is eerft voortgebracht inde vergaderinge, Een yeder heeft aldaer vryelick gefeyt fijne bedenc- kingen. Tweemael is byde Steden daer op ge- nomen reces, hebbende een yeder met haerge- |
|||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||
XII. Boek.
|
|||||||||||||||
449
|
|||||||||||||||
'Sló, tot weeringe vande leere die de genade Godes de Geloovige können gefeyt werden uvt ver
nae-deelich foude mogen zijn, fonder dat inde kooren te zijn, ofte om dat het Geloove"smet-
lelve Concilien yet fal werden bevonden, waer voor de Verkiefinge, ofte om dat de Verkiefin
van de fu ftantie inde voorfei woorden vande ge gaet voor het Geloove, het felve en thnnnr
Rejolutie niet en zy vcrvatet. T'gunt daar nu geen dobbelfinnicheyt inde Refolutie. VVanr
volght mde Refolutie, van te leeren ofte te ge- het is wat anders dobbelfinnicheyt te fpreecken
. voelen: dat Godt de Heere Almachtich van eeu- wat anders klaer te Hellen het gunt waer over
vvtcbeyt nae fijn weh behagen gegrondt in Iefu men eens is (als Dat de Geloovigen zijn de
Lhrifio onfen Heylandt ende Saligh-maecker, ter uyt-verkoorenen: Dat alle het goet de Genade
eeuvviger Salicheyt verhoren heeft den genen die toe gefchreven moet werden) ende, t'gunt in
|
|||||||||||||||
door de onverdisnbare genade ende vverckinge des
Heyligen Geefles in onfen Heere Iefum Chriflum Gelooven, ende in den felven Geloove ten eynde toe volharden: ende da er jegens ' er verdoemenif fe verworpen die in Iefum Chrißum niet en ge- koven, ende in f felve Ongeloof ten eynde volhar- |
|||||||||||||||
gefchil is te laten buyten decifie. Dit laetfte
is gedaen in de Synode van Sendomir, noopen- de het Avont-mael: ende foude nootelick moe- ten gefchieden,alfmennae het advijs vande Sy- node van Franckfort, van D. Molinao ende meer anderen, -uyt alle Euangelifehe Confeffien eene |
|||||||||||||||
den. Defe leere ofte gevoelen is niet de leere Confeflie foude maecken, alfo t'felve niet en
ofte het gevoelen der Remonftranten, voor fo foude können gefchieden, fonder veel queflieu- vele fy vande Contra-Remonßrantenveri'ch'ülen, fepoinften ftil-fwijgens voor-by te gaen. Als Waer het is de leere ende t'gevoelen van alle Sijne Majefieyt van Groot Bretaignie raedt dat- Gereformeerde, jae van alle Chriftenen. Want men in t'ftuck van Theologie vande faecke be- hoe men het ftuck van de Predeftinatieneempt, hoort eens te zijn: maer de maniere ofte hoe dat altijd* blijft het feecker ende onbeweeght dat fulcx ofte fulcx gefchiet, niet curieufelick te het zijn de felve perfoonen, De uytverkoorenen onderfoecken, foo en raedt fy niet dobbelfin- Gods, ende Die oprechtelick ende flantvaßelick nich te fpreecken, maer wat te fpreecken ende gelooven: dat het van gelijcke de felve perfoo- wat te fwijgen, t'welcknae 't advijsD.Molinai, nen zyn, De verworpenen, ende Die ongeloo- is de naefle ende kortfte wech tot den vrede. vichflerven. Die dit foude willen ontkennen, Dat met de woorden van dat God niemant ge- die foude ontkennen het Fondament vande Chrif- fchapen heeft ter verdoemenijfe, nochte yemandt telicke Religie. De Refolutie en feydt oock nootfaeckt tot fondigen, Godes Voor - vvetenheyt niet, datmen niet yet daer-en-boven ofte yet ofte de Er f-Jonde foude werden geloochent, is hooger foude mogen gevoelen ende leeren: maer een pure detorfie fonder reden, fonder appa- prefupponeert het contrarie als fy de voor-ver- rentie. Want de woorden fpreken van Godes haelde leere houdt voor genoechfaem. Nu kan fcheppinge, niet van het gunt waer in de men- Wen het genoechfame wel yet waer ende dien- fche hem felven brengt: ende van een nootfaec • ftich wefen , maer niet t'eenemael noodwen- kelidieyt die beflaet in voorgaende werekinge, dich. De Heeren Staten feggen by hare Refo- nietvandeonfeylbaerheydvanwetenfchap.VVie httie, datmen overdoet voorfeyde gevoelen niemandt heeft Godes Voor-wetenheyt beter gedefen- e" falmoleßeren nochte befwaaren hooger te gaan: deert, de Erf- fonde meer aengewefen, als Au- latende vry, hooger te gaen die meenen hooger guflinus ende Profper•? defe zijn 't nochtans die te können gaen, altijt met behoorlicke matic- leggen, Dat God niemandt en floot inde fon- heyt ende vermijdinghe vande aen-gewefene ex- den : Gheen oorfaeck en is van de fonden : tremiteyten. T'gunt nu vorder volght inde Re- Niemandt voor - fchickt om te fondigen : Dat jwutie van in alle andereuytleggingen vande fluc- God niemandt en dwingt te fondigen, jae _ feg- ken' der Cbrifielicker leere te "blijven by de Leere gen noch , Dat om dat God x>nfeylbaer is in der Gereformeerde Kercken , ende namentUjck fijne wetenfehap , dat hy daeromme nochtans clefer Landen, is opentiick gefielt op het ver- niemandt aen en brengt eenige nootfaeckelicheyt. f°eck ende de vermaninghe vande Contra-Re- om te fondigen. Wat belangt het derde poincT: ^onfiranten, als die de Remonftranten, ofteee- vande limitatie gefielt mde Refolutie tot waer- '%e der fel ver, befchuldigen, als of fy buyten fchouwinge vande Contra - Remonflranten, daer «e queftieufe poinclen afgingen vande Leere der van werden de woorden mede by eenige onbe- lelver Kercken. T'befluyt vande Refolutie is hoorlick gedetorqueeit. Want als de Refolutie alleen tot liefde, eenigheyt ende goede fiichtin- vermaent van niet te leeren, <fe God niemandt Sbe, Dit alles geexamineert zijnde , wie en Joude nooden ter Salicheyt dien hy ganfchelijck 'f1 niet moeten bekennen dat de Refolutie is befloopn foude hebben die niet te geven, het con. ;,eenemael onpartydich ingeflelt, tot vrede en- trarie daer van, het welcke men houdt voor "e i'edelick contentement vande difputerende warachtich, en is niet dat God alle die hy noodt ?fr%en maer infonderheyt der Contra-Re- gantfchelijck beflooten foude hebben de Salie- ™Jlnftranten<> De befchuldigingh van duyfterheyt heydt te geven (want dat God ganfchelick be- ftCe dobbelfinnicheyt is immers fo weynighge- fluyt, dat gewerdt altijd: maer nu weten wy ^deert. De woorden zijn klaer: de meeninge datter vele zijn geroepen, maer weynigh uyt-
fc ?°ech bekent, alfmen de felve nietmoetwil- verkooren) maer dit iffc datmen houdt voor waer "*lick en wil verdraeyen: Want anderfins ende ftichtelick , dat de noodinge waer door
geerde uyt-leggingen, komende uyt palfien, God den menfche noodt, . vereyfcht dat Lrod dp » Coi1fèjfie èn&e Catechifnus fo weynichals eeniger-mate den genoodden de Saiigneyt gunt, * Refolutie, jae Gods vvoordt felve niet ont- ofte eenighfins (te weten op conditie; beüoten
dl V YYant wat belangt dat gefeyt wert, dat heeft de Salicheyt te geven: fulcx dat dit feer ^fS?nade het werek vande Salicheyt kan toe wel accordeert met het gundt de tontra-Remon- don, ^^wden, door wederftandelicke of flranten feggen inde Conferentie, dat God trie- 001 0nwede«landelicke werekingen, ende dat mant de Genade aen-en-biedt op dat hyfe ver-
wer=
|
|||||||||||||||
I DA M S IL Deel.
Geenfins. Seggen hare Ed. Mo. dat de Contra-
Remonflranten die felve extremiteyten leeren ofte gelooven ? mede niet, maer fy feggen dat eenigen (fonder yemandt te noemen) fulcx werdt nae-geduyt. Wie is hier medebefwaert? Voor - waer de Gereformeerde Kercken kanmefl die extremiteyten fonder on waerheyt niet nae- duyden:want alle de Confefllen roepen dat Godt de fonden niet en wil, ende gheen oorfae'ck en is nochte autheur van het quade. Onfe Neder* landtf che Belijdeniffe leert, dat God den mehfehz goedt, rechtvaerdigh ende; heyligh heeft gefcha- pen: De Catechifmus doet daer by dat God den menfche heeft gefchapen om hem lief te hebben, ende met hem in eeuwige falighsydt te leven.. De voorfeyde Nederlandtfche belijdeniffe leert ons vorder dat God eenighe menfchen haeltuyt den Val, anderen laet inden Val ende verderf daer fy' haer felven ingeftoten hebben : Hoe kan-men dan met eenige apparentie onfe Kerc- ken met het contrarie van defe bekentenifien befwaren? De paflagien vande Gereformeerde Leeraers , die de voornoemde extremiteyten condemneren, zijn feer veel in getal, ende hier onnoodich te verhalen. Tot wat eynde is da:i in de voornoemde Refolutie mentie gemaeckt vande voorfz. extremiteyten ? Voor-waer niet te vergeefs. Want eerftelick dient het felve niet om de gereformeerde Kercken te belaften, maer om de felve te ontlaften ende te fuyverer.. Auguftinus bemerekende dat hy van eenigen in Vranckrijck ende Italien befchuldight wierdt» als of hy fodanige extremiteyten leerde, heeft met openbare fchriften de felve extremiteyten gecondemneert, ende alfoo fijn onfchult bed thoont. Het Concilie van Orangie, zijnde ge' houden tot defenfie vande Genade Godes, he*eft geen fwaricheyt gemaeckt te anathematiferet* alle de gene die fouden willen feggen dat Godt yemant voorfchickt tot het quade. Daer uyt te willen infereren dat de Vaders van het felve Concilie de Kercken hebben gebrant-merckt» waer een groote abfurditeyt: Sy hebben ter coO' trarie de Kercken gefuyvert van lafteringe. Al' foo mede de Heeren Staten, wetende dat de 'Je' fuyten ende andere vyanden vande Reformatie» onfe Kercken te lafte leggen datfy Gode wreet' heydt, ongerechticheydt ende dobbelheydt foU' den toe-fchrijven, thoonen met der daedt, al' Voorftanders vande Kercken, dat in onfe Kei'C ken fodanige ongerijmtheden niet geleert, ]^e niet getolereert en werden. Dit is de naetf^ wegh om ónfe weder-fpreeckers de mondt t6 floppen, als wy felve condemneren t'gunt waer mede fy ons t'onrechte foecken te befchuldige"' T'ander eynde waerom mentie vande voornoen1' de extremiteyten is gemaeckt, is om een yed^ te waerfchouwen, dat fy door hevicheytvafl1- ftijf te trecken jegens hare wederpartie, niet1, verre en fouden loopen, t'welck dickmael f. beurt. Auguftinus heeft gerflerekt dat eeöJ»£ fijn leere meenende te volghen, vervielen l°if grove erreuren, die daer nae genoemt zijn (, erreuren der gepredeftineerden. Hy heeft ov^L fulcx noodich geacht de felve te waer ende te rugge te trecken, om te blijven bfr^f de behoorlicke palen. Dat doe gebeurtis^V mifduydinge van Auguflini fchriften, foude 'e nu mede niet by eenige können gebeuren ? -^ voorwaer: Want de" Contra-Remonßrant^ $ |
||||||
450 Ä- M S T E ]
1616 werpen foude, maer dat hyde Genadeaen-biet
onder conditie van Gelove ende Bekeeringe, op dat de gheile die de Genade niet deelachtich en werden, mogen weten welck d'oorfake is waer- omme fy de felve nieten verkrijgen, namentlick om dat de ge-eyfchte conditie van hem niet ver- vult en is: Seggende daer by dat het woordt dei- Genade niet en is nae Godes intentie een woordt der VerdoemenilTe, maer dat het fulcx wordt door de fchult der menfchen: conform t'gunt wel eer by Profperum was gefeydt, dat het on- geloof niet en kompt uyt Godes voorfchickin- ghe: dat oock niemandt en wordt geroepen om niet te gelooven. De felve Contra-llemonflran- ten feggen oock, dat 'Godt niemandt befloten en heeft te verdoemen fonder aenfien van fijne fonde. Soo en heefc hy dan immers niet gan- fchelick, dat is fonder eenigh aenfien van hare wederfpannicheyt befiooten eenige perfoonen de falicheyt niet te geven. D. lunius ende D. Tilenus hebben alle beyde jegens D. Arminium gefchreven, ende zijn over-fulcx met hem niet eens op de queflieufe poinclen: nochtans feydt D. lunius, dat Godt met fijne voor-gaende wille niet en wilt de doodt des ellendigen , die door fijn eygen fchult aireede ellendigh is, maer dat hy bekeert zijnde van fijne fchult het leven bekome. Seydt oock op een ander plaetfe: datter geen Voor-oordeel Godes en is jegens des menfches Sa- licheydt fonder aenfien vande finden: Ende Tile- nus feydt (met Areiio ende veel andere gerefor- meerde Leeraers) dat de wille Godts dat alle menfchen faligh werden, is geconditionneert, die by anderen wert genoemt een ©u0J0aen!je ÏUïïïe/ ende dat in dien fin de woorden, van dat Godt vvilt dat alle menfchen faligh werden, können ver- fiaen worden niet alleen van alle foorten van men- fchen , maer oock van yeder menfch: t'welck oock wert toe-geftaen by D. Paraum in fijn laetfte boeck jegens Bellatminum. Eenige andere, on- lancx gefchreven hebbende, noemen defe wille Godts een Approberende-vville, ende feggen dat fy over den wille Gods van faligh te maken den genen die niet falich en werden, geen verfchil en hebben met de Remonflranten dat yet heeft te beduyden. Van defe wille fpreeckt Augus- tinus (den wekken de Contra-Remonftr anten vaf- telick fuftineren met hemluyden eens geweeft te zijn van gevoelen) als hy feyt, dat den men- fchen tot fchult gerekent wordt dat fy Godt ver- achten die haer wil genef en. Ende Profper, als hy feydt dat die de noodende wille verfmaden, de ßräffende wille füllen voelen. Ende voor- waer, te willen fegghen dat Godt de teyckenen van te willen foude bethoonen, fonder noch- tans eenighfins te willen fulcx als hy door de teyckenen betuycht, ware Godt yet toe - ge- fchreven t'welck hem fonder blafphemie niet toe - gefchreven en kan werden. Godt is een oprecht Godt inden wekken geen bedroch en woont. Soo blijckt dan dat d'voornoemde drie — poinóten die inde Refolutie zijn geftelt, fulcx genomen zijnde als de eygenfchap vande woor- den ende een onpartydich verftant mede-bren- ghen , geenfins en ftrijden met de waerheyt. Laet ons nufien ofdaer door de Gereformeerde Kerc- ken worden gebrandt - merckt, als eenige feer onbefcheydelick fultineren. Seggen dan de Hee- ren Staten dat de Gereformeerde Kercken een van die drie extremiteyten leeren ofte gelooven? |
||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||
XII. Boek.
|
|||||||||||
451
|
|||||||||||
de calutnnien van eenige al te hevige perfoo- rA,<
nen. ö r lölth Wat uwe E. belangt, mijn Heeren, wy ge-
loovenvaftelick,dat de felve veel difcreter oor- deelen vande intentie ende aótien van mijn Hee- ren de Staten: dan bemereken, dat V. E. zijt becommert voor de confervatie vande Gerefor- meerde Religie, ende beducht dat door het toe- laten vande voorfeyde Tolerantie de licentie groeyende, eenige Nieuwicheyden fouden mo- gen in-cruypen, die met den grondt vande Re- formatie niet en foude accorderen. Hier-op hebben mijn Heeren de Staten ons belaft V. E. te verfeeckeren, dat haer feer aen-genaem is de* fe V. E. forge voor de ware Religie, ende daer benevens dat mijn Heeren d'Edelèn ende andere Steden niemant gaerne en fouden wijeken in den yver vande felve Religie te mainteneren: fulex dat, de Leden vande Vergaderinghe hebbende- de felve affectie, ende malkander helpende nae hare fchuldighe plicht,de Religie geenperijckel en kan lijden. T'is wel te gelooven dat in defe alteratie eenige perfoonen haer meer difpenfe- ren als wel te wenfehen ware: maerdeoorf-'ec- ke van foodanige licentie kompt alleen uyt het gebreck van Tolerantie in poinclen die tolerabel zijn. Want indien de Contra-Remonfiranten ende Remonfiranten, die te famen gheen meer- der queftien en hebben dan inde Conferentie zijn. verhandelt, (gelijek de Conferenten vande fijde vande Remonfiranten fulex inde felve Conferen- tie hebben verklaert} met malkander hielden al- le broederlicke gemeenfehap , ende malkander de handt boden, niemandt en foude t'hart heb- ben van foodanighe nieuwicheyden voor te {tei- len. Maar nu, de Broeders zijnde in contentïe ende jaloufie met den anderen, foecken oock die ghene die exorbiteren heul ende fcherm aen d'een of d'ander zijden. Hier by kompt dat de Claffes , op eenige plaetfen zijnde gefcheurt, gheene cenfuren bequamelick en können exer- ceren : fulex dat oock om die oorfaecke wille alleen noodig is de reunie vande felve Claffes te procureren. Immers fo daer ergens eenige fo- danige fvvaricheyden zijn, die en zijn de Heeren Staten niet te wijten, alfoo haerEd. Mo. nie- mandt oyt verder furcheantie jegens de Kercke- licke cenfuren hebben verleent , als foo veel aengaet de poinften inde Conferentie verhan- delt: fulex dat een yeder vry ftaet den genen die vorder gaen te befchuldigen voor de Claffi- cale vergaderïnge, ofte foo de felve nae-latich zijn , de faecken aen haer Ed. Mo. te verthoo- nen. Wel is waer dat de Heeren Staten, we- tende dat het de Kercke niet toe en kompt van het verborgen te oordeelen, niet en hebben goet gevonden den wegh om jegens yeder Kercken- dienaer te procederen by inquifitie ofte exami- natie, ende over-fulex niet dienftelick nochte ftichtehek en hebben geoordeelt, dat by de Re- monfiranten op de poinften van weghen de Con- tra-Remonfiranten hemluyden voor-gehouden eenighe verklaringen foude werden gedaen ^en- de dat om de felve redenen om welcke de Con- tra-Remonfiranten inde Conferentie haer nadoen geexcufeert van te antwoorden op de vragen haer inde felve Conferentie van wegen ae Re. monfiranten geproponeert »opende de Fervver- pinge. Maer haer Ed. M. hebben daer bene- Nnn vens |
|||||||||||
*«l6. de Conferentie bekennen , dat Nicaßus vander
Scbuyren fo verre is gekomen , dat hy geleert heeft dat God den menfche tot de fondebevveecht, ende dat hy daer over is byde Kercken gecen- fureert. Soo doen dan hier de Heeren Staten dat de Kercken mede doen, te weten, dat fy de goede Luyden waerfchouwen , ten eynde fy haer door onmaticheyt niet en verloopen. De Remonfiranten werden gewaerfchcuwt ende ver- maent niet te leeren Dat de Natuerlicke krach- ten de Salicheyt fouden wereken: Dat de Sa- licheydt foude zijn uyt verdiende: Datter eeni- ghe Genade ter Salicheydt foude zijn buyten Chriftum. Sy en beigen haer dit niet,maer feg- gen dat fy fulex noytgeleerdt en hebben,noch- te leeren en willen: bedancken de Heeren Sta- ten voor de vermaninge: verdedigen de Refolu- |
|||||||||||
T'foude den Heeren Staten met goede re-
den feer aengenaem zijn geweeft, ende alfnoch zijn, dat eenighe vande Broeders diemen Con- tra-Remonfiranten noemt, de moeyte hadden ge- nomen ofte als noch namen, om mede de felve Refoluiie te verdedigen, ende te bethoonen dat de extremiteyten van, Dat God yemant nootfa- kelicheyt foude op-leggen van te fondigen, of- te , Dat de fcheppinghe tot verdoemenifle foude ftrecken, ofte, Dat Godes noodinge niet ern- fteHjek ende oprechtelick en foude gefchieden, altijdt zijn verworpen byde Gereformeerde Kerc- ken , ende dat fyluyden oock niet en willen lee- ren waer uyt fulex met goede confequentie be- floten foude können werden. VVy meenen dan, wijn Heeren, dat een yder, hebbende een on- Partydich gemoet, fal moeten oordeelen dat de Voorfeyde' Refoluiie is ingeftelt in alle gequiteyt: Seen van beyde de partyen condemnerende: niet deciderende de queftieufe poinften: conform de fuyvere leere: ende tot eere en ftichtinge van- de Gereformeerde Kercken. De felve Refolutie is verchoont geweeft aen Sijne Majefteyt van Gj'öw Briiaignie, aen mijn Heere den Aertf- wßcbop van Cantelbergh < ende meer andere ■BiiTchoppen van groote geleertheydt in Enge- 'andt, die allegader foo wel de intentie als de A&e felve hoochelick hebben geprefen, feggen- de te bemereken dat de Heeren Staten de ge- beente hadden willen waerfchouwen voor twee eyen gevaerlicke klippen, d'eene der Manicheen, ""ander der Pelagianen, ende de felve te doen verftercken in die leere die het voorfte ende het achterfle, dat is het beginfel, voort-gangh ende vol-treckinge vande Salicheydt Godt alleene toe- cnrrjvende, nochtans geen verachting mede en
orengt van goede wereken. Hebben oock hare Ja. Mo. doen aen-dienen dat fy nieten twijffel- fen of door dit middel fouden alle curieufe men- den inden thoom werden gehouden, ende de , ei'cken hare voorige geruftheyt bekomen. Die ^leVen, die fulex van woorJe tot woorde me- -brengen, zijn in handen, en können, des °odt zijnde, verthoont werden. T'blijcktoock
^tter daedt dat vele Claffen, vele Kercken- henai'eh, felve van het gevoelen der Contra-
^■onfiramen, defe Refoïutie als Chriftelick en- }jarrecl:it-matigh, ende geenfins befwaerlick voor endgCk0nfcientien, aireede hebben aen-genomen, öieene l0°fc haer daer nae te reSuleren- VVy
^Rerbf~m*in Heeren^ hiermede de voorfey- I sTüKgenoech§ejuftifiCeerC tÊ hebben van
|
|||||||||||
452 AMSTERDAMS II.Deel.
1616. vensverklaert, dat tot weëringhe van t'guntby leden, maer om dat fy, niet te vrede zijnde tfl
yerriandt voort-gebracht was, ofte fbude mogen hare vrijheyt te behouden, anderen gelijcke vrij- werden, jegens de fijyvere Leere, byhaer au- heyt niet en wilden toe-laten, de gemeenfchap thoriteyt, ordre ende difpofitie voorfien foude der Heyligen verbraecken, haer felve fcimldich werden nae behooren. TSvelck oock inder daet maekten aen fclieuringen , Kereke boude jegens is gefchiet byde voorfeyde Refqlutie vanden Ia- Kereke: ende nochtans heeft-men met de felve re 1Ó14. medebrengende dat in alle anderefiuc- langh gepatïenteert, haer gefocht met alle goede ken der Cbriflellcker Leere alle Kercken-dienaren redenen ende perfuafien, oock door de authori- de uytlegginge [ouden doen , volgende Godes teyt van moderate perfoonen, te brengen tot vvoordt ,ende i'gene deurgaens byde Gereformeer- haer devoir. Maer als vermaninge ende belaf- de Kercken aen-gbenomen, ende dien conform in- tinge niet hebben können helpen, foo is dé O- de Gereformeerde Kercken defer Landen_ geleert verheydt geftelt ge weeft in die termen, dat fy is. Ende hoe-wel dit genoech was, foo is noch- heeft moeten kiefen of fy over foodanige per-, tans , tot naerder accommodatie ende wegh- foo-nen authoriteyt wilde gebrayeken, dan of nemïnge van alle ongefundeerde fufpicien, inde fy openüick wilde profeffie doen vande fcheu- AÜe van Reces, genomen in de Vergaderinghe ringe toe te laten. Elck een die de eenicheydt van haer Ed. Mo. die jegenwoordelick werdt vande Kereke bemint, weet wat van beyde (tont gehouden (gelijck oock voor defen was gedaen, te prefereren. De Tolerantie dan moet haer uyt inde Refolutie genomen in Mayo i6n.)exprefTe fpreyden over alle die de Tolerantie willen nae- mentic gemaeckt vande Neder landtfebe Confef- komen. D. Paraus verhaelt dat in de Churfur- fie ende den Heydelbergbfchen Catecbifmo, Schxif- ftelicke Pais eenigeluyde-roepers van haren ten die buyten twijfel grooten dienft können dienft zijn ontflagen, om dat fy het Godfaligh doen inde Kercken, als de felve met befchey- bevel vande Churfurft,gebiedende niette lafte- denhey t gebruyekt werden , niet om daer uyt ren, maer het Evangelium tot ftichtinge te pre- vele fubtile queftien te foecken, ende malkan- dicken fonder bitterheydt, ende vande gefchil- der daer mede te verftricken, maer om nevens len fedichlick ende fonder vinnicheyt voor de Confeßen van andere Euangelifche Kercken t'volck te handelen, niet en wilden gehoorfa- te betuygen de groote eenigheyt die de, felve men: Sijne Churfurftelicke Hoocheyt, jegens Kercken hebben met den anderen, in foo vele foodanige perfoonen gebruyekende de authori- treffclicke ftucken vande Leere: welcke eenic- teyt die haer was competerende , heeft daer- heyt des te meer is te achten, om dat de felve mede niet gefocht te heerfchen over de Con- niet en is te wege gebracht door dwangh ende feienden, maer ter contrarie te beletten, dat de vreefe,als in het Pau/dom, nochtedoorconfpi- eene Kercken dienaer over de Confidentie van- ratie van eenige Vergaderinge, maer inde tijden de andere niet en foude heerfchen. Des niet- vande Perfecutien, de Kercken verftroyt zijnde te-min mogen V. E. wel verfeeckert zijn, daE door geheel Europa, door Gods woort ende mijn Heeren de Staten , als oock de Steden , fijn Heylighen Geeft- wonderbaerlick is ge- feer ongaerne komen tot het gebruyek van foo- wrocht. IfTer nu eenige Kerken-dienaer die van danige authoriteyt, ende niet en füllen nae-laten dit algemeene Geloof af-wijekende, fijne par- alle mogelijcke patientie, voorfichticheyt ende ticuliere opinien brengt op den publiquen Pre- difcretie te gebruyeken, om, foo veel het mo- dick-ftoel, de HeerenStatenfüllennietalleen niet gelijck is, de noodfaeckelicheydt van foodanige beletten, maer ter contrarie, fo veel mogelick remedien te ontgaen.T'blijktoock aireedemet- is, helpen bevorderen ,dat jegens foodanige wer- ter daedt, dat het getal van die perfoonen, waer de geprocedeert, ende dat ofdentlick, nae Go- over de felve Authoriteyt gebruyft foude moe- des woordt: het welcke ons leertdatmenjegens ten werden, niet groot en kan zijn, alfo vele een Ouderlingh geene befchuldigingen en fal hare advijfen hebben gegeven voor de Toleran- aen-nemen anders als onder twee ofte drie ge- tie: andere met hare aeïien de felve hebben ge- tuygen. approbeert: Vele oock vande hevichfte , ofte Andere zijn beducht, foo het fchijnt, dat door door onderwijfinge van moderate Leeraers, of-
de voornoemde Refolutien de Kercken-die- te immers door ontfich ende exempel van t'gunt naers van het gevoelen de Contra-Remonßranten andere hevigen is weder - varen, de faecke tot fouden raecken uyt den dienft. Maer die vreefe het uyterfte niet en füllen laten komen. is fonder eenigh fondament, ftrijdende met de Daer refteert noch eene fwaricheyt die by" intentie vande Heeren Staten, ende jegens de eenige werdt gemaeckt op t'ftuck vande Tok' klare difpofitie vande voorfz. Refolutien, de rantie, ende het praótiferen vande Relolutien'- welcke mede-brengen dat de eene foo wel als namentlijck dat daer uyt fal volgen, dat die var» d'andere moeten dulden ende gedult werden in d'eene ende d'ander opinie, elck hare meeniri' goede gelijckheydt, t'welck ten overvloet inde ghe de Gemeente lullen voor-ftellen , die al' AÜe van Reces wederom is uyt-gedruckt. T'is tijdt daer door in ongeruftheyt fal werden ge' cock foo verre van daer dat yemandt vanden houden ^emerckende'de diverfiteyt vande Lee- dienft foude zijn geweert, om dat hy was vande re. Dan hier-op dient voor folutie, eerftelic^ opinie der Contra-Ranonfiranten, dat ter contra- dat volgens de bekentenifle byde Remonßrantefl rie (ons wetens) geen Stadt en is in Hollandt verfcheyden malen, oock byde Contra-Remoir ofte FFeß - Frießandt, die alleen bedient werdt ßranten in de Conferentie ghedaen op hetftuc» door Remonßranten, VVat aengaet de gene die vande Fervverpinge, wel eenige poinften zijf uyt haren dienft zijn geftelt, of byde Heeren begrepen in Godes woordt, v/aer van men of Staten of by eenighe Steden, t'felve en is haer den Predick-ftoelende voor den gemeenen Votf' niet weder-varen om dat fy waren van d'eenof ke niet en behoeft te leeren, om dat de fel«* d'ander opinie, ende fulex oock openüick be- aenftoot können geven aen velen die in Godf b woof^
|
|||||
I
|
|||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||
XII. Boek.
|
|||||||||||
453
|
|||||||||||
"i6. woordt niet wel en zijn geoeffent, gelijck de
felve Contra-Remonftranten feer wel feggen : Avant den Kercken-dienaren wordt niet alleen de Eenvoudicheyt, raaer oock de Voorfichticheyt gerecommandeert, ende belaft Godes woordt recht te fnyden, dat is bequamelick te applice- ren, nae gelegentheyt van tydt ende plaetfe , tot ftichtinge ende niet tot onftichtinge: fulcx dat-men met goede confcientie wel eenige din- gen die waer zijn , immers voor een tijdt, kan verfwijgen, alfmen fiet dat daer uyt onruftfou- de volgen : T'welck indien oyt plaetfe heeft gehadt, voor al in defen jegenwoordighen tijdt plaetfe behoort te hebben , alfoomen fiet dat foo vele perfoonen door het verhandelen vande Hooge leer-poincten , jegens malkanderen inbit- terheyt werden ontfteeckcn : fulcx dat het buy- ten twijfel hemluyden veel dienftigherfoudezijn dagelijcx te hooren de vermaningen totdeGod- falicheyt ende Chriftclicke deuchden: immers fbude de Leere vande queftieufe poincten, wel dienen uyt-geftelt tot dat Gemeente metter daedt bcthoonde eerft wel geleert te hebben dat het noodichfte is, te weten de rechteBoetvaer- dicheyt ende beternifle des levens, diemendoor- gaens fiet feer weynigh betracht te worden. Voor-waer die dit wel leerde, ende onder tuf- fchen andere queftien wat ter zijden ftelde, fou- de hem niet beklagen van fijn tijdt qualijck be- lleet te hebben. Te minder iftnoodfakelijckdefe queftieufe poincten op t'ftoel te brengen, om dat de Gemeente nu eenen langen tijdt daer-me- de mecft dagelijcx onderhouden is geweeft, en- de over-fulcx, fo door de Predicatien als dooi- de gefchriften, genoech behoort geinftrueert te "wefen vande confideratien die daer-op vallen. Ende nae - dien daer meer andere ftucken zijn vande Chriftclicke leere (vele oock noodiger als d'voorfz. queftieufe poincten ) foo dienen die mede wat! tijdes te hebben, om de Gemeen- te ingeplant te worden, ten eynde dat fy t'eene te veel leerende, alle de reft niet en vergeten. Indien-men even-wel noch meent, datnien van- de voorfz. poincten niet t'eenemael cri kan fwij- gen, daer is noch. al goeden raedt om fulcx te doen fonder te komen in contentie. Wanthoe- "wel daer is eenich verfchil in het gevoelen, foo en is nochtans t'felve foo groot niet als eenige vvel meenen: Ende, foo door de Conferentie als door andere gefchriften van geleerde perfoo- nen , blijekt dat die vande eene opinie vele faec- ken können leeren, fonder contra-dictie van die vande andere opinie. Om t'felve fommierlick te verthonen, Den heelen eerften artijckel van- de Remonftrantie werdt byde Contra-Remon- flranten toe-geftaen: maer werdt daer by gefeydt dat het befluyt int felve artijckel vervat niet en *| de geheele Predeftinatie. De Remonflranten ftaen dit oock toe, ende bekennen datter is eeni- Se Predeftinatie ofte verkiefinge tot den Geloo- v?: bekennen oock dat God in het fenden van %'n woordt aen eenige menfchen, het niet fen- "e« aen d'anderen: in den eene, die dickmael ?rger is, krachtiger te roepen dan den anderen: in den eenen langer leven te gunnen dan den an- °^en, gebruyekt fijne vry - raachticheyt ende V^fheyt'die voor den menfchen on-door-gron- oeilckis. Wederom feggen eenige,den Contra- |
|||||||||||
Remonflranten toe-gedaen, darmen overd'ordre t/JtK
vande Befluyten, te weten het bèfluyt van het geloove te geven, ende het befluyC vande Sa- ïichevt te geven, niet en behoort te twiften. De Remonflranten ftaen toe dat de Verkiefinge nieten is uyt de wereken, jae dat oock het Ge- loof niet en is een oorfake vande Verkiefinge, ende dat de hooghfte oorfaecke vande verkie- finge is Godes wei-behagen. VVeder-om foo bekennen de Contra-Remonflranten, dat Chrif- tus is het Fondament vande Predeftinatie, ende dat God niet en heeft voor-ghenomen yemandt falich te maken, fonder aenfien van t'Geloof ende boetvaerdieheyt. Wat het tweede artijc- kel belangt, de Remonflranten bekennen dat niet alle menfchen en zijn herftelt inden ftant der Genade, ende dat daeromme, foo vele detoe- eygeningh aen-gaet, Chriftus alleen voor de Ge- loovigen is geftorven. Ter anderen zijden feg- gen de Contra-Remonflranten dat het lijden Chrif- ti van fulcke waerde ende kracht is, dat het genoechfaem is voor aller ende een yeder men- fchen fonden: waer by dient gevoecht dat hier vooren is geallegeert uit de geleerfte vande opi- nie der Contra-Remonflranten, dat God wil de falicheyt van een yeder menfeh onder feeckere conditie: ende dat andere vande felve opinie, toe ftaen dat God altijdt meerder gaven gheeft aen die ghene die de minder gaven wel gebruyc- ken. Het derde artijckel vande Remonftrantie is t'eenemael buyten queftie. Belangende het vierde fpreeckende vande maniere vande werc- kinge vande Genade, t'verfchil is dief-aengaen- de foo fubtijl, dat hy fcherp moet fien die t'fel- ve wel fal bemereken. Want de Remonflran- ten bekennen dat het verftant onwederftande- lijck van Godt werdt verlicht: dat oock de goe- de lüften ende krachten om te gelooven den menfeh in-geftort werden onwederftandelick. De Contra-Remonflranten ende die met haer eens zijn van gevoelen, bekennen aen d'anderzijde, dat de Genade den menfchen tot de daedt vande bekeeringe beweecht door innelicke aenradin- ghe, ende nietwegh en neemt de geheele macht van te wederftaen, maer wel den wederftant felve: fulcx dat de Genade, in haer eygen na- tuyr ingefien zijnde, de vrijheyt laet vin te we- derftaen : fuftineren oock jegens eenighe Lu- therfchen , dat de wille felfs inde eerfte bekee- ringhe niet en is t'eenemael lijdende, maer dat fy mede werekt vry ende onbedwongen, doch beweecht zijnde door de Genade. De Remon- flranten wederom, bekennen dat de Genade niet alleen de macht en werekt om te gelooven, maer de daet van t'Gelove felfs: ende dat dit is eene particuliere Genade die alle menfchen niet en ontfanghen, maer alleen eenighe, ende dat in- den felven Godes genade den wederftant wech- neemt: Dat oock onfe bekeeringe niet en hangt aen onfe wille. Aengaende het vijfde en laet- fte poinct, bekennen de Remonflranten dat de Geloovige hebben eenige feeckerheyt van hare falicheyt, ende fo veel fy vorder voort-gaen inde Godfalicheyt, dat oock de fekerbeyt loo veel grooter werdt. De Contra-Remonflranten ende die haer zijn toe-gedaen, bekennen aen d'ander zijde, Dat de feeckerheyt vande Sahc- heyt dien niet toeenkompt die roeckeloofelick Nnn 2 te- |
|||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
454
|
|||||||||||
nochte noodigh nochte dienftich en is) ft> kan joió.
fulcx noch al gefchieden, fonder alteratie vande Gemeente, fo wanneer de Kercken - dienaers, volgens t'gunt fy felve voor defen verklaerc heb- ben behoorlijck te zijn, moderatie endebeleefc- heyt daer inne gebruyeken: ende over - fulcx malkander niet en fchelden, verketteren nochte verdoemen, veel minder met valfche calumnien befwaren : maer nevens het voorftellen van haer gevoelen , de goede Gemeente vermanen om Chriftelicke liefde ende eenicheyt te bethoonen aen alle de Huyfganooten des geloofs, die oock niet uyt-genomen , die anders in die poinften fouden mogen gevoelen: op hope dat God met- ter tijdt de waerheydt vande felve poinélen klaer- der aenden dagh fal brengen , met aen-wijfinge van het verfchil dat daer is tufichen poinéten die poodwendigh zijn geweten te worden ter fa- licheyt, ende andere poinóten die niet en zijn noodwendigh. Onder defe Moderatie is oock begrepen behoorlijck onderfcheyt van tijdt ende plaetfe, naedien op de eene tijdt ende plaetfe ftichtelick foude können zijn, t'welck op een andere tijdt ende plaetfe aenftootelick foude wefen: waer-inne de Kercken - Raden ende de Overheden vande plaetfe met alle diferetie kön- nen voorfien. Myn Heeren, wy meenen uwe Achtbaerhe-
den goeden redenen gegeven te hebben vande Tolerantie over de verfchillige poinften: van het gebruyek vande publique Authoriteyt in de- fe faecken, ende vanden Inhoudt vande Refo- lutien byde Heeren Staten tot noch toe in de fel- ve faken genomen. VVy meenen oock ende vertrouwen folutie gegeven te hebben op alle t'gunt ons wetens daer jegens wert geobiieieert. Vwe Achtb. gelieve nu te over-weghen de im- portantie van defe faecken, als waer aen is han- gende de welftandt foo van ons lieve Vaderlandt als vande Kercke. Want alfmen de Tolerantie niet en foude
amplecleren, foo moft een van defe drie din- gen noodfaeckelick gefchieden: Oft alle de Kerc- ken-dienaers moften gebracht werden, nopende defe poindlen, tot eene opinie: Ofte die vande eene opinie moften geweert werden uyt den Kercken -dienft: Ofte men mofte toe laten twee Gereformeerde Kercken in defe Landen van Hollandt ende Weft-Viïeflant. Alle de Kerc- ken-dienaers tot een opinie te brengen en is niet mogelick: aen beyde zijden werden geal- legeert veel paftagien vande H. Schrifmre : vele apparente redenen: vele treffelicke Leeraers, foo vande Oude als vande Gereformeerde Kerc- ken. Die vande eene opinie uyt den Kercken- dienft te weeren, is noch Chriftelick noch doen- lick: Niet Chriftelick, om dät de Leere onfes Heeren Jefu Chrifli meerder moderatie ende b'e- fcheydenheyt mede - brengt, dan datmen ye- mandts gaven onvruchtbaer foude maken, alleen om eenigh verfchil van gevoelen in foo fware, ende voor foo velen niet wel begrijpelicke ma- terien. Ten is oock niet doenlijck: want het getal foo vande Kercken-dienaers als vande Lidt- maten vande Gemeente houdende d'eene ende d'andere opinie, is te groot, dan dat fulcx fou- de können gefchieden fonder t'Landt te Hel- len in combuftie. De gereformeerde Kercken de-
|
|||||||||||
1616 levell: Dat oock de feeckerheyt is vergefel-
' fchapt met vreefen ende beven: Dat daer zijn eenige trappen ofcebeginfelen des waren geloofs, die omVeftooten können worden: Dat daer is eene feeckere mate des geloofs , binnen den welcken de uytverkoorene niet meer feecker en können zijn van hare Salicheydt dan de verwor- pene : Dat vele de volkomen feeckerheyt niet en bekomen voor het uytterfte van haer leven. De Remonfiranten leeren dat de Geloovighe vaf- telick moeten vertrouwen op Godes barmhertic- heyt, niet alleen voor het jegenwoordige.maer oock voor het toe-komende. De Contra-Re- monfir anten leeren dat de Geloovighe ten aen- fien van hen felven können uyt-vallen. De Remonfir anten ftaen toe datmen door alle fonden de Genade niet en verlieft. De Contra-Remon- (trauten ftaen toe datmen door fware fonden ver- lieft de principale werckinge vande Genade. Die op alle defe poin&en, de welcke byde gelecrt- fbe van beyde de opinien toe - geftaen worden, fijn oogh-merck wil nemen, fal bevinden dat die van t'een ende t'ander gevoelen langh van- de Predeftinatie ende den aen-kleven van dien fouden können predicken,, fonder in contentie te geraecken: te meer, alfmen let niet op de fpeculatie, maer op de pra&ique waer toe alle leeringen behooren gedirigeert te worden. T'in- ficht vande Contra- Remonfir anten is, darmenden geheelen oorfpronck vande Salicheydt Godes barmherticheyt moet toe-fchrijven, metuytfluy- tinge van alle verdienden: wie heeft daer 'yet jegens ? T'inficht vande Remonflranten is dat- men gheen levend menfche precijfelijck de hoo- pe vande falicheyt behoort af te fnyden: dit ftaen de Contra-Remonfir anten oock toe. Wederom de Contra-Remonfir anten foecken den menfche te benemen alle roem van hem felven: T'is redelick, ende kan byde Remonflranten niet we- der -fproken werden. Maer de Remonfir-anten foecken den menfeh te vermanen' dat hy, hoo- rende Godes ftemme, fijn harte niet en verhar- de , nochte en wachte nae foodanige treckinghe die met gewelt foude gefchieden: Dit is mede foowel gefondeert,ende foo ftichtelickdatnie- mandt vande Contra-Remonflranten fulcx en fal willen weder fpreecken. Voorts de Contra Re- monflranten foecken de rechte Gelovige jegens alle wan-hoop.ende flaeffche anext te bewaren. Wie ifleryan de Remonflranten die foodanighen voornemen foude willen verhinderen? De Re- monflranten foecken de Luyden af te trecken vande forgeloofheydt, ende te vermanen om hare verkiefinge 'vaft te maken door de goede wereken. Dit is oock hoogh -noodich , infun- derheydt in defen tijdt, ende en kan by niemant berifpt werden. Hier uyt, ende uyt t'gunt by- de geleerde ende de materie beter verftaende daer^by gevoecht foude können werden, is lich- telick te begrijpen dat de Kercken dienaers van- de eene ende d' andere opinie, felfs oock vande Predeftinatie ende den aenkleven van dien wel fouden können leeren volgens haer gemoet, oock bekomen het principael oogh-merck endeeynde van hare leeringhe, fondèr malkander veel te contra-diceren. Dan genomen ten uyterfte, men konde niet nae-laten oock het nauwfte van het verfchil te yerhandelen (hoe - wel fulcx miflehien |
|||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||
XII. Boek.
|
|||||||||||||
455
|
|||||||||||||
*6i6. defer Landen (die tot noch toe God zy gelooft
maer eene is geweeft) aen twee te laten fcheu- ren is wel doenlick, maer ten uyterften perni- cieux. T'is waer, mijn Heeren, wy laten toe by conniventie eenige Vergaderinge van Marti- nißen ende Mennoniten : m2er uwe E. weten wel dat dit een gheheel ander faecke is: alfoo de Heeren Staten niet hebben aen genomen de pro- tectie van fodanige gefintheden , maer alleen vande ware Gereformeerde Kercke, die haer E. M. behooren lbo ongefcheurt te conferveren, als fy de felve ongefcheurt hebben ontfanghen. T'is het woort der waerheydt, Dat alle Rijck dat in hem [elven verdeelt is, verßroyt moet wer- den. T'is ook aenmerckens waerdig dat de ex- perientie van alle tijden geleert heeft, dat de fcheuringen vande Kercken onder wat pretext het is, eens een beginfel ende forme genomen hebbende terftont ongenefelick werden. De fcheuringhe vande Novationen inde Oude Kerc- ke , heeft begonnen inden lare 220. ende niet tegenftaende alle vlijt, die foo byde Leeraers als byde Chriftelicke Princen daer toe is aen- gewent, heeft inden tijt van hondert-en vijftigh laren niet wegh genomen können werden. De fcheuringe vande Donatiflen heeft haren oor- fpronck gehadt ontrent den lare onfes Heeren drie hondert, ende is de Kercke daer-mede ge- quelt geweeft langer als hondert laren daernae. Ontrent den lare 600. heeft de VVefterfche of- te Latijnfche Kerck alleen, ende fonder corref- pondemie vande Oofterfche Kercken, gegeven een decifie op een fware queftie vanden fißort- gangb vanden Heyligen Geeß: Hier uyt is ge- refen de fcheuringe tulTchen de Griekfcbe ende Latijnjcbe Kercke, die tot den huydigen dage is duyrende, fonder dat de felve ftucken heb- ben können aen een gebracht werden, niet te- gen-ftaende daer toe verfcheyden Concilien zijn gehouden. De fcheuringe tufTchen de Lutber- fchen ende de Gereformeerde haer beginfel ge- nomen hebbende ontrent den lare 153©. ismeer ende meer gegroeyt ende inden lare 1575. ge- heel opentlick uyt - ghebroocken: Sedert wek- ken tijdt tot nu toe vele Godvruchtige Princen ende Leeraers arbeyden om die wonden te ge- nefen, maer (God betert) te vergeefs. Soo veel Hchter ift, mijn Heeren, te fcheuren , dan te hee- len: ende daerom moet men de beginfelen van foodanigen quaet met allen ernft voor komen: te meer nae dien de fcheuringen van fodanige nature zijn, dat metter tijdt daer uyt broeyen vele dwalingen, die erger zijn als t'gunt gepre- texeert was tot oorfaecke vande Tcheuringe. Soo fietmen dat de Novatianen ende Donatif *e», oock de Grieckfche ende Êhtijnfche Kerc- *e, nae den tijdt van hare fcheuringe meer en- *je meer zijn af-gedwaelt vande waerheyt: dat "jje'Lutherfche zijn vervallen tot de Leere van- ~* Ubiquiteyt. De oorfaecke hier van (nevens P°ds rechtvaerdige oordeel) is, dat door de lcheuringhe alle goede ordre werdt gekrenckt, £n<*e dat elcke parthye , voor af-breuck vree- mde, de noodige remedien niet en derft ge- £ruycken. Alle wijfe, Godvruchtige perfoo- ^n» infiende wat dagelijcx paflèert, füllen wel ^re""en oordeelen of ons dit perijckel niet en ychti ende of wy geen groote redenen en |
|||||||||||||
hebben om byvoort-gangh van fcheuringefukx t6i6
meer ende meer te vreefen. Wie fd ons oock verfeeckeren, mijn Heeren, dat de fcheuringe |
|||||||||||||
toegelaten zijnde om de poinclen d;:e nu «
fchil ftaen , geen meerder fcheuringen daer uyt en füllen volgen ? Iae, wie is foo flecht die niet en voor-Het dat ons fulcx ftaet te verwachten? Want, is het geoorloft om defe queftien van- de Predeflinatie fcheuringe te maecken, waerom niet om andere queftien mede de Predeflinatie raeckende, waer-inne de Contra-Remonftr-anten felve onder den anderen oneens zijn?Is het ge- oorloft om eenige poincten raeckende de Pre- deflinatie, waerom niet veel meer om poinclen die de Recbtvaerdigb - maeckinge raecken , als zijn de 'poinften waer over Pifcator ende Tilt- nm ter eenre, Molin&us ende vele met hem ter andere zijde, difputeren ? Iae fo veel Theolo- gicale queftien als daer zijn (de welcke zijn feer vele in ghetale) foo veel nieuwe fcheuringhen füllen daer ontllaen, als eens die grondt geleydt is datmen om het verfchil van leer-poincten niét noodigh ter falicheyt, de.gemeenfchap behoort te verlaten. Dit kompt oock overeen met de experientie van alle tijden. Want van oudts gelijck de Novatianen haer vande Kercke af-ge- fondert hadden , foo hebben eenighe ghenaemt Quartidecimani haer af-gefunden: vande Nova- tianen. De Donatiflen gefcheyden zijnde vande eenicheyt, zijn wederom onder haer verdeelt gewerden aen Rogatiflen, Maximinianiflen, Par- menianifien, Cirrenfs, Circumcelliones ende meer andere fedten. T'felve hebben wy fien gebeu- ren in onfe tijden. De Lutherfche hebben haer vande andere Euangelifche af-gefcheyden, ter- ftont zijn fy mede verdeelt aan Flaccianen, 0- fiandrianen ende meer diergelijcke. De Engel- febe Paritainen fietmen onder haer fcheuren van dage tot dage meer ende meer. 'Maer voor al is notabel het exempel vande VFeder-doopers, die aireed foo veel fecten onder haer hebben, datter qualick yemandt is die het ghetal ofte al- le de namen foude weten te feggen, Hieruyt is goet af te nemen, mijn Heeren, dat wy eens de fcheuringe toe-latende , niet en hebben te verwachten als meerder en meerder verwoeftin- ghe vande Gereformeerde Kercke, tot af-breuek vande ware Religie, vreucht ende vi&orie van- de Papiften. Wat fwaricheyden dat dit mede fal brengen inden ftaet van het Landt, können alle politique perfoonen lichtelick bemereken De fieckten van de publique Kercke infecteren altijdt de politie, infonderheydt in een Regie- ringhe wiens principalen bandt is de Religie. Want den fel ven bandt ontknocht zijnde, moet daer uyt volgen diflblutie vande eenicheyt van- den ftaet, vyantfehap vanProvintie jegensPro- vintie, haet van Steden jegens Steden, faftien inde Steden felve, jae partyfehap tot binnen in- de huyfen toe, gelijck in Italien ende Duydtfcb- landt is gebeur^, ten tijde vande Guelfen ende vande GiheUinen, ende in defe Landen ten tij- den als die fchadelicke namen van tJoucx ende Cabaillaux de gemoederen foo hebben ontftelt, dat die inde tiidt van aoo. laren quahjek geftik hebben können werden. W*lcken haet ende partyfehap in defen des te droever ende ge- vaerlicker foude zijn,oni dat de lelve niernandt Nnn 3 an- |
|||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
45ó
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
161&
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
houdenis der Gereformeerde Religie en de
eenigheid der Kerken deezer Landen. De Heer Muis verzogt , daarbenevens „ dat „ men geene nadeelige gerügten van de „ Stad Dordrecht, of van hem in 'tbyzon- „ der wilde aanneemen; alzo de Stad zig „ by de meerderheid gevoegd, en de Re- „ folutie aangenomen hadt, om dat zy „ anders geene kans zag om de Kerk voor ,, fcheuring te behoeden, en verftondt, dat „ de Leer der Contraremonftranten, by de ,, Refolutie, niet bezwaard werdt." De Afgevaardigden verklaarden, wyders, meer dan eens „ dat zy bereid waren, de zwaa- „ righeden in 't aanneemen der Refolutie, „ zo 'er nog eenigen zyn mogten, op te „ loffen." Doch hun werdt, voor tegen- woordig, alleenlyk geantwoord „ dat de „ Heeren Raaden op de zaake zouden let- „ ten («)," Ook raadpleegde men, nog dien zelfden
dag, op het gedaane verzoek, en werdt toen, zo de Groot aantekent, by eene meer- derheid van weinige ftemmen Qu), befloo- ten, zig niet te voegen by de meefte Leden van Holland, alzo, in derzelver Refolutie, geene bekwaame middelen werden voorge- flaagen, waardoor men uit de tegenwoor- dige zwaarigheden zou können gered wor- den O). Doch den Afgevaardigden werdt, twee dagen hierna, alleenlyk geantwoord, „ dat Burgemeefteren en Raaden zig, door „ hun voorftel, ten volle onderregt hielden „ van het oogmerk der Staaten, in het nee- „ men en overzenden hunner Refolutie aan- „ gaande de Kerkelyke zaaken; dat zy daar- „ by ook eenige redenen , ter anderer zyde, „ hadden overwoogen, en ook gelet op de „ gefteldheid hunner Stad; en dat zy hun- „ nen Edele Mogendheden hunne meening „ zouden doen verflaan, door hunne Afge- „ vaardigden."-De afgezondenen der Staa- ten deeden hun beft, om Burgemeefteren te beweegen tot nadere opening hunner zwaa- righeden; doch men weigerde met hen in onderhandeling te treeden. Nogtans ver- (tonden zy, daarna, met Burgemeefteren in |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
/-I(5 anders en foude raecken als de befte Patriot-
' ten, op wekker getrouwicheyt den ftaet van t'Landt a'der-meeft behoort te ruften. Ende om dat door hare divifie alle andere, qualick geaffe&ionneert zijnde tot den felven ftaet, goe- de occafie foude werden gegeven om daer je- gens te attenteren. In Coningh-rijcken felve is de verfcheydenheydt van Publique Religie ten hooghften fchadelick: maer voor de Repu- hliquen t'eenemael ruineux. Wat fwaricbey- den nu hier uyt vorder metter tijt zouden me gen over-komen defe treffelicke Volck - rijeke Stadt, füllen mijn Heeren van Amfierdam nae hare wijfheydt wel können over - leggen, zijn- de kennelick, dat van alle oude tijden deKerc- kelicke dhTenfien hare fwaerfte ende dange- reufte operatien hebben ghedaen binnen de grootfte Steden. Dit alles dan, mijn Heeren, zijn de vruchten die uyt ds fcheuringe ftaen te verwachten, ende noch meer andere incon- venienten , die beter dienen gedacht dan ge- feydt. Aen d'ander zijde, indien men ampleéteert
de Chriftelicke Moderatie ende wel ghelimi- teerde Tolerantie, foo füllen wy eerftbekomen dat ons in defe koortfe meeft noodigh is, na- mentlijck ruft ende ftilte: alle leeringen ftrij- dende met het algemeene Geloove der Gerefor- meerde Kercken, füllen met eendracht uyt de Kercken geweert werden. De Kercken - diena- ren alles nae - latende dat tot verbitteringe fou- de mogen ftrecken , füllen van tijdt tot tijdt gedifponeert werden tot beter vrundfehap, en- de fal al foo door wegh - neminghe van alder- hande beletfelen de wegh bereyt werden, tot een wettelicke onpartydige Synode , alwaer door vrundelicke conferentie , ende goede oa- derrechtinge uyt Godes woordt, de differen- ten gemindert, ende de opinien naerder by malkander gebracht füllen moghen werden: de Gemeente fal werden gefticht door de leere die ftreckende is tot Godfalicheyt, ende ver- maent tot liefde , eenicheyt, ende gehoorfaem- heyt. De goede vrundfehap ende correfpon- dentie tuifchen de Heeren Edelen met de Ste- den., ende de Steden onder den anderen, ende tufTchen de fleur vande Ingefetenen van t'Landt, te weten alle perfoonen, affectie dragende tot de ware Chriftelicke Gereformeerde Religie, fal meer ende meer gevordert werden , tot groot - maeckinge van Godes naem , welftandt ende profperiteyt van onfe lieve Vaderlandt, ende op-bouwinge vande Kercke. Hier- toe ift, mijn Heeren, dat wy van wegen mijn Heeren de Staten V. E. alles prefenteren dat eenich- fins van haer E. Mo. foude moghen werden ge- requireert, ende int particulier, den dienft. van onfe perfoonen, als zijnde tot dien eynde alhier gekomen: biddende V. E. dat het haer gelieve defe onfe dienft voor aengenaem te houden. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wo"1
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
een vriendekk gefprek
|
ff
tegen het aannee- P1
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dat men hier
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aanzag
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
men der Refolutie, om dat de Gemeente
zeer bevreesd was voor verandering def Religie, en ook geen regt begrip hadt van de verdraagzaamheid, welke men „ wil-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De aanfpraak der Afgevaardigden werdt
met groote aandagt gehoord. Na 't eindi- gen derzelve, badt de Heer van Mathenes de Heeren Raaden te willen gelooven, dat de Staaten niets zo zeer zogten als de be- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ant-
woord van de Vroed- fchap. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BRANDT II" Dstl'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(») Verhaal der Gedep.
|
ii.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9+ enx..
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tl. 3«3 . 384-
(v) Verantw. Cap. VIII. bl. %9.
(w) Refol, Vioedfeh. A\ n. 13 -April. i6tt- ƒ. 17*'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XII. Boek.
|
||||||||||||||||||||||
GESCHIE
|
457
H tige Sinode, onder 't gezag der Staaten,
„ waren overwoogen en verhandeld; dat „ zy ook niet verftondt, dat men eeni>e j, Contraremonftrantfche Leeraars in hunne „ bediening fchorfen of afzetten zou, om „ dat zy geene Kerkelyke gemeenfchap „ konden houden met de Remonftranten; „ of den Contraremonftranten in hunnen „ Godsdienil hinderen, onder voorwendfel ., van fcheuring, om dat zy de Remonftran- „ ten,,of die met de Remonftranten ge- „ meenfchap hielden, niet konden gaan hoo- „ ren. En dit alles tot dat de verfchillen, „ by eène wettige Sinode, onder 't gezag „ der Heeren Staaten, zouden zyn onder- „ zogt, en verhandeld (j)." ' Uit deeze verklaaring, die hier, Van dë
Predikftoëlen, eene mannelyke Refaktie ge- noemd werdt, met vermaaning, omze ook mannelyk ftaande te houden (z\ bleek klaar- lyk, dat de bezending en de aanfpraak des Heeren de Groot geene verandering ge- maakt hadden in de befluiten der Vroed- fchap van Amfterdam,die,byherhaalinge, verklaarde, daarby te willen volharden(a). Ondertuflchen, was de gemelde Aanfpraak gedrukt en in 't licht gegeven , na dat zy, op laft der Staaten, aan de Leden ter on- derzoek ter hand gefteld was. De Stad nam 't verfpreiden deezer Aanfpraake, 't welk buiten kennis der Staaten gefchied was, zeer euvel, en magtigde de Raaden Joan ten Grootenhuis en Roeten Ernfi, en den Penfio- naris Adriaan Pauw om de Aanfpraak te on- derzoeken , en de punten, die aanmerking verdienden , daaruit op te tekenen, waarna men overleggen zou, of 't ook geraaden ware, dezelve openlyk te beantwoorden:'t welk ik egter niet weet gefchied te zyn. Te gelyk werdt beflooten , ter Vergaderinge van Holland, te klaagen, over de ftrenge handelwyze van fommige Wethouders te- gen de Kerkendienaars en Gemeenten dei- Gereformeerde Kerken , uit hoofde van Staatsbeamten, waarin de Stad nimmer be- willigd hadt,met verklaaring, dat men,zo hierin geene hertelling kwame , niet zou können nalaaten , openlyk aan te wyzen, waarin Amfterdam verongelykt werdt. Nog werden de Afgevaardigden tér Dagvaart ge- magtigd, om, met de Steden,die eeneïyn trokken met deeze Stad, of anderszins, zig te vervoegen aan zyne Doorlugtïgheid, Prin- fe Maurits, en deszelfs byftand, als Stadhou- der, te verzoeken (£): al 't weike veel toe- bragt,
(}) Zie TllTGLAND Kerk. Hift. hk 7S4-
(Z) Zie BRANDT II. Deel, bl. 3S8- (a.) Refol. Vrocdfch. N. n. 7 M*art' lI • '3 April, 2Ö Juny, 3 Sept. 166 f. «7» ""f" > '7^ VS verfo, ,3J< •' (*j Refot vwedfch. *• »• 5° "*"&• l6^. f. Igi „,,
|
|||||||||||||||||||||
*Ji6.
|
||||||||||||||||||||||
wilde invoeren; dat eene wettige Sino-
de, onder 't gezag der Staaten gehouden, de gemoeden beter tot onderlinge ver- draagzaamheid zou bereiden; dat de Re- folutien, welken men nam; ook behoor- den te worden uitgevoerd; doch dat de uitvoering der Reïolutie, welke men hen nu wilde doen aanneemen, op veelePlaat- fen, en vooral hier te Amfterdam, af- breuk van de Kerk, verlies van neering, en.mogelyk meer andere zwaarigheden naar zig fleepen zou." Men voerde hun hierop wei te gemoet „ dat de Gemeente deezer Landen zagtzinnig was, eerbied hadt voor de Overheid, en geene geneigd- heid tot fcheuring. Dat de meefte ont- fteltenifien in de Kerken haaren oorfprong genomen hadden uk de hevigheid van fommige Kerkelyken, welken men te veel wilsgelaaten hadt, waarna zy frouterge- worden waren. Dat de Overheid zig van haar gezag bedienen moeft, om deezer hevigheid paaien te zetten; wanneer de ruft haait herfteld zou zyn. Dat de zaa- ken, in de byzondere Conferentien, zo ver gebragt waren als zy in de Sinode zouden können gebragt worden; waarom het hou- den eener Sinode niet gefcbaapen ftondt de eendragt te zullen bevorderen." Doch Burgemeelteren hernamen „ dat men van de eendragt niet moeft wanhoopen; dat de Afgevaardigden der Stad , hunnen laft geopend hebbende, zouden hooren,wat nadere voorflagen de Heeren Staaten doen zouden, en daarvan, des noods, verflag doen." Zy voegden hierby „ dat hun niet lief zou zyn, dat iemant hunner in- gezetenen de ruft van 't Land of van an- dere Steden ftooren zou (V)." De verklaaring, die, kort hierna, van we- ge de Stad Amfterdam, ter Vergaderinge van Holland overgebragt werdt, hieldt in: 5 dat zy de waare Chriftelyke Religie, nu , over de vyftig jaaren hier te Lande ge- > oefend, verftondt te handhaaven; dat het
» voor den Staat ondienftig was, daarin ee- > nige verandering te maaken, ten ware,
» dezelve, in eene wettige Sinode, wel en ' typeiyk overwoogen ware; dat zy hierom ' toet hadt können bewilligen in verfchei- » den voorflagen en aften, federt het jaar ' l<Su gemaakt: ook niet in den laatften ' voorflagvanden drie entwintigften April; ' ^at zy ook niet kon toeftaan, dat, onder » «aaren naam, eenige Plakaaten werden ' §emaakt tegen die van de Religie, ten '» ^are de verfchillen, vooraf, in eene wet- |
||||||||||||||||||||||
1616;
|
||||||||||||||||||||||
't Ver-'
fpreideii der Aan- fpraake van den Heere dé Groot baart hier mis* noegen. |
||||||||||||||||||||||
De Stad
klaagt over de
ftreng- heid * eeniger Steden tegen dé Contra- remon- ftranten* |
||||||||||||||||||||||
(*) zu
|
||||||||||||||||||||||
^INDt'iI. Deel, hl. 3H «SS.
|
||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
458
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ll$I&-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eenige Verzoekfchriften van klaagende Con-
traremonflrantfche Gemeenten, onverwagts en tevens, aan de Staaten te doen overle- veren. Vafl gaat het, dat 'er zeker befluit der Staaten van Gelderland , tot vereeni* ging by voorraad {trekkende, overwoogefl en afgekeurd werdt, en dat men befloot, alles te laaten aan de Nationaale Sinode > die men zou tragten te doen befchryven uit de welgeftelde Kerken, indien 'er, binnen eenige maanden , nog niet toe beflooten |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bragt, om de zaaken, door den tyd, te
doen uitvallen tegen de meening der mees- te Leden van Holland. Ook zeide de Pen- fionaris de Groot, t'eenen dage, tegen ie- mant, uit wiens Aantekeningen, Brandt het te boek gefield heeft „ dat Amfler- „ dam, en de genen, die de Contraremon- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1616.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■>■>
|
ftranten voorftonden , ftout; de Advo-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
kaat en de andere Steden flaauw waren,
j, en dat de Refolutie en alles in gevaar „ was (e)." . De Predikant Jacobus Triglandius hadt,
in 't voorleeden jaar, hier ter Stede, een boek uitgegeven, onder den titel van den Regtgemaatigden Chriflen, {trekkende om te bewyzen, dat de vyf punten, zo alsze van de Remonftranten begreepen werden, in de Kerke niet mogten verdraagen worden. Hiertegen gaf Jacobus Taurinus, Predikant te Utrecht, in dit jaar , zyn boek van de onderlinge Verdraagzaamheid in 't licht, waar- in hy regt het tegendeel ftaande hieldt. In de Voorreden las men iet ten nadeele der Stad Amflerdam, daar men, zyns oordeels, den yverzieken tongen en pennen te veel fcheen toe te laaten,en de grondflagen van fcheuring te leggen. Doch dit mishaagde der Wethouderschap zo zeer, dat zy 't boek door den Schout deedt ophaalen (i). Tau- rinus verdedigde zig daarna, wegens 't ge- ne hy van Amflerdam gefchreeven hadt, met nadere aanvvyzing van 't gene daar , zyns gedagtens , omging. Ook gaf hy een tweede deel van zyn boek in 't licht, welk, insgelyks,hier ter Stede, verbooden werdt (e). Op den zesentwintigften Juny deezes jaars,
werdt te Amflerdam, wederom eene heime- lyke Vergadering van Contraremonftrant- fche Predikanten gehouden, door 't beleid van eenigen, die de fcheiding noodig hiel- den, en 'er geduuriglyk op aandrongen. De vergaderden zeiden, tot hunne verdediging, dat zy byeenkwamen, ingevolge van eenen Sinodalen lafl van den jaare 1586, om de Nationaale Sinode te vorderen. Men kwam hier uk Gelderland, uit Holland, uit Zee- land , uit Friesland , uit Overyflel en uit Groningen en Ommelanden byeen. In de Provincie van Utrecht, hielden de meefle Predikanten deRemonftrantfche zyde.Plan- cius, Hallius en Urfinus woonden, uit de Amflerdamfche Predikanten, de Vergade- ring by. De eerftgenoemde zat voor. Som- migen fchryven, dat hier beflooten werdt, (c) Brandt II. Oecl, hl. 419.
(d) Refol. Vroedfch. N. II. 9 Febr. mf. f. 16$ verfe.
(e) BBANDT II. Deel, hl, 448 «»*.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Taurinus
boeK van de onder- linge ver- draag- zaamheid wordt, hier ter Stede, opge- . haald en verboo- den. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
werdt (ƒ).
|
nde-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ten deezen zelfden tyde, werdt, door ^ m.
eenige Leden der Vroedfchap van dam,gefprokenvan hier eene Sinode te wil- ^ap- len befchryven, al zou het de Stad ettelyke duizenden koften. Ook werdt, in den Raad, voorgegeven „ dat men de oude Geuzen," deezen naam kreegen de Contraremonftran- ten van fommigen „ verdry ven wilde." Waarop de Oud-Burgemeefler Hooft ant- woordde : „ Dat zulks waar was; maar ge- „ heel andere oude Geuzen dan hier ge- „ meend werden. Dat de meeften, die» „ ten tyde der vervolginge, buiten 's Lands |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'>
|
hadden moeten zwerven, reeds overlee-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
den waren;dat vandezelven nog leefden
„ de Heeren Jan Jakobszoon Huidekooper» „ Jan de BifTchop, Jan Pieterszoon Reaal „ en anderen. Dat hy zig ook, van zyn „ twee-entwintigfte tot over zyn dertigfte „ jaar, buiten de Stad hadt moeten ont- „ houden, gelyk ook hadden moeten doen „ de ouders van verfcheiden anderen, die „ nu voor geene oude Geuzen mogten door- ,,, gaan. Dat men zig, by't leevenderoU' „ de Geuzen, wel gewagt zou hebben te „ onderneemen, 't gene men, maar pasii3 „ de dood der meeften, begonnen hadt' „ Dat, zyns oordeels , onze ondergang > „ door onze onverdraagzaamheid, en doof ,, ons te kanten tegen de befluiten der Staa^ „ ten, ons nader was dan wy waanden.' Op eenen anderen tyd, zeide hy „ dat de „ Stad Amflerdam de voornaamfte oorzaak „ van al 't misverftand was." En als hen1 dit, door eenigen, die meenden dat de be- houdenis der Religie hing aan hun ftei> ftaan op de Leer der hooge Predeilinatie» kwalyk genomen werdt, hernam hy „ d& „ het doen van eenigen hier ter Stede nif „ alleen flrekte, om dé Remonftranten $ „ de Regeering te weeren; maar ook ge' „ heellyk te verdrukken; daar nogtans $ „ Amflerdamfche Predikanten, naar v?e\
W
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Byeen-
komftder Contra, remon- 'ftrantea, te Am- flerdam. Wat al- daar ge- handeld werdt. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(f) Brandt II. Deel, hl. 430. Baudart. Mem. v'1'
Deel, f. II.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XII. Boek.
|
GE S C H I E D'E'NI S S E N.
|
|||||||||||||||||
459
|
||||||||||||||||||
^16. „ ker raad de Heeren zeer luifterden, wel
„ willen, dat Kalvyn en Beza deeze zelfde „ gevoelens, in Melanchton, Bullingerus, 3, Hemmingius en anderen, ten goede gehou- „ den hadden. Zo men dan op den tegen- 5, woordigen voet voortginge, zouden zy, s, zo wel als de Remonltranten , gevaar „ loopen. Hy ha"dt wel gedagt, dat de j, nieuwe voet van Regeeringe, dien men, 3, hier, federt zes of zeven jaaren, begon „ te houden, op eene vreemde moer leg- 3j gen moeit : doch 't kwaad fcheen zig „ reeds veel verder te openbaaren, dan hy „ ooit gewaand hadt, en was, niet dan door 3, gemaatigdheid en eendragt , te wee- |
„ daadelyk te doen ophouden, ep de zaa- I(jisr
„ ken op den ouden voet te doen herftel- „ len (/)." Waarop dit laatfte zage, mag men afneemen uit den raad van den'prim fe, die, in Maart hierna, ter Vergaderin- ge van Holland verklaarde „ dat men,zyns „ oordeels , de gemoeden moeit zoeken 3, te verzagten; en ten dien einde, deReli- „ gionsverwanten," dien naam gaf hy aan de Contraremonftranten „ by voorraad, on- „ verlet en in veiligheid, behoorde te laa- „ ten, prediken; dat men ook,.daar eenige „ Kerken dien aar en verlaaten waren, mögt ,., zien dezelven, by verdrag, wederom te „ doen ontvangen, of anderen van gelyke „ gezindheid in hunne plaatfe te brengen „ by leeninge of anderszins, tot dat in de „ zaak zelve middel gevonden zou zyn:" in welken voorflag, door eenige Leden, be- willigd werdt. Doch men kwam tot seen befluit (ni). ö Ondertuffchen, was 'er, in January te Nadere
vooren, wederom eene heimelyke Verga- byeen- dering van Contraremonftrantfche Predi- ^omJJen kanten en Ouderlingen, hier ter Stede, ge- u^?n' houden , waarin eene Aéte ontworpen en mon- getekend werdt, in welke men verklaarde, ftranten, „ dat zulken wel deeden, die zig van de te Am~ „ Remonltranten afzonderden; en dat hetfterdain- „ niet vryftondt , met dezelven Kerkely- ^ae'to£ „ ke gemeenfchap te houden, tot dat, door r™ „ eene Nationaale Sinode, daarin nader (bekken- „ werdt voorzien." Van de Amfterdam- de> in fche Predikanten hadden Plancius, die we.dezelven derom voorgezeten hadt, en Hallius dee- a£?de" ze Acte ondertekend. En men zondtze, federt, alomme aan de Contraremonftrant- fche Kerkendienaars af, door veelen van welken, dezelve, insgelyks, getekend werdt. Men befchreef eene nieuwe vergadering te Amfterdam , tegen den tienden April. Doch men oordeelde, indenHaage, dat de- zelve ftondt ingerigt te worden, om de raad- pleegingen der Heeren Staaten tegen te gaan, waarom Gecommitteerde Raaden, den agtften te vooren, aan Burgemeefte- ren fchreeven , dat die Vergadering mögt belet worden, of dat, ten minften, eenigen uit de Regeenng in dezelve mogten te- genwoordig zyn, om te verftaan, wat al- daar gehandeld werdt, en om daarvan den Heeren Staaten verflag te doen («). Doch of men, in April, byeengekomen zy, is my nergens gebleeken. Maar den zesenwin- tig-
(l) Refo!. Vroedfch. N. 11. 23 ?**■ lS'7- /• 203.
{ra) Refol. Holl. z Maart I«i7- bJ BBANDT "• Deel , . *'• +48. (n) BRANDT II. Deel, bl. *59-^z.
Ooo
|
|||||||||||||||||
k
|
\
|
|||||||||||||||||
V]I ^ans zo weinig ingang als te vooren. Ook
j'jjop^ waren de zaaken, dit jaar, zeer ten nadee- V(ï°or Ie der Remonltranten veranderd , na dat 'tjf^V Prins Maurits , die voorheen gefcheenen S.~ hadt, zig in de Kerkelyke gefchillen on- |
||||||||||||||||||
'^teij, zydig te willen houden , duidelyk genoeg
. hadt getoond , dat hy de zyde der Contra- remonftranten toegedaan was (/;); en na dat de Stad Amfterdam, gelyk wy boven (i) aantekenden, beflooten hadt, met denPrin- fe over 't Kerkelyke te raadpleegen. Men befloot, federt , ook tot vermeerdering der Stads foldaaten (£). Doch dit be- fluit fchynt, vooreerft, niet uitgevoerd te zyn. Zyne Doorlugtigheid , zig, federt, meer en meer, uitende ten voordeele der l5 Contraremonftranten, bragt te wege, dat, ?• op den drie - entwintigften January des jaars *W 1<^I7 ■> in de Vroedfchap deezer Stad , S^f- beflooten werdt „ de waare Chriftelyke Äy 3, Gereformeerde Religie en derzelvers be- . 5, lyders voor te itaan ter Vergaderinge V'/ » van Holland, en zig, ten dien einde, 'e. li'i-3j te voegen by zyne Doorlugtigheid; hem 5) te danken voor de zugt en yver, die i> hy voor de gemelde Religie toonde, en 3> hem te verzoeken, dat hy daarin vol- 3, harden wilde. Doch zo de verichillen, 5, door eene Sinodale Vergadering, of op j> eenige andere wyze, konden bygelegd " en de vrede herfteld worden , zou men 3> ook daartoe de hand leenen. Voorts , 3» Zou men den Advokaat van 't Land, 01- 55 denbarneveld, in 't byzonder aanzeggen 51 en vermaanen , dat hy zyn beft wilde " doen, om de harde en vreemde handel- » Wyzen, die, in 't fluk van den Gods- 55 dienit, by der hand genomen waren , Ä' Aantefe. by Brandt II. Deel, II. 431 enz,.
(i\ Z„'e BRANDT II. Deel, bl. 340 enz,.
W)i'^. 457.
^ "-ef0l_ Vl;oedfchi N, ij, 3 Seft. itl6. f. 185.
L STUK.
|
||||||||||||||||||
46o AMSTERDAMS GESCHIEDENISSEN. II. Deel.
1617. tigften en zevenentwintigften July , werdt werdt (0): doch eer dit gebeurde, was 'er ivl"l'
'er wederom eene Contraremonilrantfche ook met de Remonllranten te Amfterdam Byeenkomft gehouden te Amfterdam, waar- iet voorgevallen, welk veel gerugts maak- in de Afte van fcheiding, in January ont- te, en waarvan wy, in 't volgende Boek, worpen, nader overzien en vaftgefteld verflag zullen doen. (o) Brandt II. Deel, II. +s*.
|
|||||||
TW^'
|
|||||||
46ï
|
|||||||||||||||||||||||||||||
TWEEDE DEEL.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN
|
|||||||||||||||||||||||||||||
VAN
AMSTERDAM,
|
|||||||||||||||||||||||||||||
DERTIENDE BOEK.
Amsterdams Geschiedenissen, van het jaar i6iy,
tot in bet jaar 1626. |
|||||||||||||||||||||||||||||
15j r^%e Rernonftranten, ziende de Contra-
t)e b \_J remonftranten, van tyd tot tyd, hei- iion.e" melyke Byeenkomften houden , om hunne Kiten partye te fterken, beflooten ook, ten zelf- ^«eni- den einde, te Rotterdam en elders, daar de ile^n Regeering "un §un^ig was> byeeri te ko- HeQ^ men, om orde op hunne zaaken te ftellen, ^eente en zig te naauwer aan eikanderen te verbin- denen den. Ook hielden zy, te Amfterdam, om- i^°n' trent den aanvang deezesjaars, afgezonder- Vetgad de Vergaderingen met eenige Leden der te Walfche Gemeente, die, misnoegd over 't te^i ^^ten van hunnen Predikant Simon Gou- |
|||||||||||||||||||||||||||||
tagtig menfehen , zonder dat zulks, door 1617
de Wethouderfchap, of op eenige andere wyze , belet werdt. De Remonftranten, eenigen van welken deeze Vergaderingen ook hadden bygewoond , fchreeven, den dertigften, aan eenige Predikanten van hun gevoelen te Leiden, om eenen Leeraar, die hen in de Nederduitfche taaie mögt kön- nen ftigten. De brief was , in der haaft, door de volgende zev.entien perlbonen or. dertekend : Samuel Olfertszoon , Dirk van Endich, Pieter Jooflen, Henrik Henrikszoon, Reinier Teile, Pieter Pieterszoon, Rem Eg' bertszoon BiJJcbop , Abraham Antoniszöon , < Abraham Janszoon, Dirk Henrikszoon Qiiec- kei, Henrik Henrikszoon Eekelboom, Willem Klaaszoon, Jakob Laurenszoon Reaal, Thys Pieterszoon, Jan Egbertszoon BiJJcbop , Kor- nelis Klaaszoon Spring en Arend de BiJJcbop. De Predikant van Warmond, Cbrifliaan Sopin- gius, kwam hierop te Amfterdam, en pre- dikte , voor de eerfte reize in 'tNederduitfch, op den vyfden February, ten huize van Wil- lem Sweerfen, voor eene vergadering van tweehonderd en vyftig perfoonen; onder wel- ken veele nieuwsgierigen waren, en ook eeni- ge yverige Contraremonftranteri , een van welken, een Smid zyns handwerks, den Pre- dikant, met luider ftemme, heette liegen: waaruit eenig gedruifch ontftondt. Doch 't: wérdt haaft geftild, doordien Barend Jans- zoon,Boekhouder van 't Huis - zitten - huis, fchoon ook Contraremonftrantfch, den Srnid in 't ongelyk ftelde ; en Rem Egbertszoon BiJJcbop, Broeder van den Profeffor Epis- copius, elk, die iet op de Predikatie te zeg- gen hadt, zyn huis aanboodt, om daar des- wege met Sopingins te komen fpreeken. Doch van dit fpreeken kwam mets, fchoon de gemelde Boekhouder, een Scnoolmeefter Jan Janszoon, en nog zekere Eduard Jans- Ooo 2 Zoon |
|||||||||||||||||||||||||||||
4^
|
"am.
|
^art' zig federt by hen voegden. Vooraf had-
|
|||||||||||||||||||||||||||
denzezigegtergerigtaandeWalfcheSihodé,
die, hier ter Stede, gehouden werdt, en op dezelve begeerd, dat men eenig middel uit- vinden moge, om Goulart wederom te ver- zoenen met den Kerkenraad. En toen zy hier afgeweezen waren, hadden zy een Ver- zoekfehrift ingeleverd aan de Wethouder- fchap, waarby zy begeerden, dat hun vrye Godsdienstoefening gegund mögt worden buiten de openbaare Kerke, alzo zy aldaar «et brood des Avondmaals, niet langer, met geruften gemoede, gebruiken konden.Doch my is niet gebleeken, wanneer dit verzoek- schrift ingeleverd, noch wat 'er op geant- woord werdt. Maar in 't begin van January deezes jaars, hieldenze de eerfle afzonder- tyke Vergadering, ten huize van Willem k^*?, Sweerfen , Timmerman en Houtkopper op N Ul2e vlooijenburg,in de nieuwe uitlegging,bui- S^'ïtj, ten de S. Antonis poort. Hier kwamen, de |
|||||||||||||||||||||||||||||
'6r,
|
|||||||||||||||||||||||||||||
eerlte reize, zo fommigen fchryven, maar
|
|||||||||||||||||||||||||||||
re
|
H
|
||||||||||||||||||||||||||||
*esendertig peribonen byeen; voor welken,
■2°°* Jacobus Batelier, Student in 't Walfch lueologifch Collegie te Leiden, in't Franfch, |e£redikt werdt. Naderhand, gefchiedde ee ft no§ twee maa'en»mel: eenen toeloop,
rltvan zeftig, en toen van zeventig of |
|||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS II. Deel.
|
||||||||
4Ö2
|
||||||||
om zeker kind te doopen. 't Graauw, dat Iw
voor de deur ftondt ,ftoof toen naar boven, . dringende zo geweldiglyk in op de verga- derde menigte, dat men zig reppen noch roeren kon. Eenige yveraars riepen , uit de venfters , komt boven! komt boven! 't is nu tyd , en meer dan tyd. Van beneden, werdt gefchreeuwd, valin, val in! ßa dood, ßa dood den Predikant, dien fcheurmaaker. De glazen werden voorts uitgefmeeten: de hou- ten venfters vermeld. Men meende de trap- deur toe te fpykeren. Doch de Remonilran- ten , fterker in getal, drongen naar buiten, en zogten naar een goed heenkomen. Op ftraat gekomen, werdenzenageloopen, uitgejouwd en met flyk gefmeeten. De Predikant, van vyf ofzes aanzienlyke burgers verzeld, berg- de zig, met moeite, in de Brouwery de Haan, daar hy, door den Brouwer Piet er Evertszoon Huift, die van zyne knegts Werdt bygeftaan, tegen het aandringend graauw, bei'chermd werdt. De vrouw, die met het kind ten doop gekomen was, werdt ook in veiligheid gebragt. Rem en Jan Egberts- zoon BilTchop, Jakob Laurenszoon Reaal, Secretaris der Admiraliteit, KornelisKlaas- zoon Spring, Efaias Hiole, die tot de Wal- fche Gemeente behoord hadt, en nog twee of drie, de laatften afgetreden zynde, floo- ten den fpyker toe. De twee BiiTchoppen en Reaal werden, op ftraat gekomen, zo geweldiglyk gedrongen, dat zy de wyk in eens Bakkers huis neemen moeften. Doch na verloop van eenigen tyd, van daar ver- trekken willende, werden zy terftond be- kend, en door de menigte eer gedraagcn dan gedrongen over de S. Antonis- of nieuwe markt, tot in de Barndefteeg; daar zy, van de eene naar de andere zyde der ftraat ge- ftooten wordende (b), op nieuws in een huis weeken. De geweldenaars ftreefden, kort <{? hierna, wederom naar de Predikplaats. Dep^, voorbaarigften braken de deur open , en g^jjs liepen naar boven, daar predikftoel, ban-Pj|Ji ken, ftoelen, boeken en alles vernield, en \J ten venfteren uit geworpen werdt. Toen^' brak men 't lood uit de gooten , en, na den middag, begon men de pannen van het dak van boven neder te werpen: 't huis zelf zou, naar alle waarfchynlykheid, lall geleeden hebben, zo Burgemeefteren geene orde ge- field hadden. De Schout kwam, des avonds ten zes uuren, aan den Spyker, en verdreef de plonderaars. Geduurende de plondering» was 'er de Onderfchout Arent. Ellertszoon Haan, met zyne dienaars, meer dan eens » omtrentgeweeft,zonder wil of magt tetoo- nen, om de woeftheid te fluiten:'t welk het volk
(J) Brieven gedrukt 166Z. iy Jan Rieuwertsz, hl. z+3-
|
||||||||
1617. zoon opkwamen, met oogmerk om van de
gefchilpunten in 't gemeen te handelen , waartoe Rem BilTchop zyn huis niet leenen wilde. Voorts, hadt men, onder de preeke, voor 't huis van Willem Sweerfen , eenige vergadering van jongens befpeurd, die wel wat gedreigd hadden; doch tot geene daa- delykheid gekomen waren (a). Zy huu- De Remonilranten, bevindende, dat het ren eene huis van Willem Sweerfen te klein was,tot Verga- het houden hunner byeenkomften, huurden, derplaats den zescjen February, van een' aanzienlyk boom-3""burger , Herman Rendorp genaamd, een floot. grooten Spyker of Pakhuis op Dwarsboom- floot, Schottenburg geheeten, welk wel dui- zend menfchen bevatten kon, en terftond tot eene Predikplaats gereed gemaakt werdt. 't Gerügt hiervan liep haaft door de Stad, en kwam ook Burgemeefteren ter ooren, die Rendorp ontbooden, hem aanzeggende, dat de huurders van zyn Spyker zorg draa- gen moeden, dat zy anderen geen kwaad voorbeeld gaven, en zig zelven eenig mer- kelyk onheil op den hals haalden. Voorts, werden 'er eenige fmaadfchriften verfpreid door de Stad, ftrekkende om 't gemeen op te hitfen tegen de Remonilranten, en dee- zen af te fchrikken van 't prediken. Rem BilTchop bragt eenigen van deeze Papieren aan Burgemeefteren, die't prediken ontrie- den ; doch niet uitdrukkelyk verbieden wil- den. Men vergaderde dan, op Zondag den twaalfden February, op Dwarsboomfloot, daar, naar men meende, meer dan agthon- 'tGraauw derd menfchen byeenkwamen. Voor de deur, ftoort ftondt eene groote fchaare, jongens en ge- hunne boefte, die, onder de preeke, met fteenen kornft" d°or de glazen wierpen: 't welk den Predi- aidaar. kant nogtans niet belette, de preeke geheel of genoegzaam ten einde te brengen. Maar op of kort na 't einde der preeke, waarin Sopingius, voorzigtiglyk, alles gemyd hadt, wat de Contraremonllranten ftooten kon, vraagde een ContraremonftrantfchEngelfch- man, Humfrei Bromlei genaamd, met eene flerke ftemme ,, of men ook anders,in de „ de oude en nieuwe Kerke, predikte, daar, „ zeide hy, onze Predikanten Plancius,Hal- „ lius en Triglandius leeren?" Daarop riep de menigte ja, ja , ja; doch zeven of agt Hemmen van Contraremonftranten rie- pen , neen, neen. De Engelfchman ftortte toen eene bittere klagte uit over de fcheu- ring, die in de Kerk en in den Staat verwekt werdt, het verval van Arnfterdam jammer- lyk betreurende: al 't welke zo veel gerugts maakte, dat de Predikant, hoe zeer hy 't verzogt, geen ftilte genoeg verwerven kon, (rt) Aantek. van Bürgern. C. P. Hooft. MS,
|
||||||||
-**»*-——3?; "^
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
'XIII. Boek. GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
463
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
aan verfcheiden oorden in de Stad byeen. tdèi
Omtrent zeven uuren, zag men jongens, ' mannen, en daar onder volk van de flegtfte foorte,die op plonderingen roof vlamden, meeft vreemdelingen, aan hoopen van vyf- tig, honderd en tweehonderd, trekken door de Stad. Veelen volgden den Schout, die juift toen op de been was, om Roomfchge- zinden-Vergaderingen te ftooren; doch zy verlieten hem, die eerlang naar huis ging. 't Graauw gaf voor , naar Arminiaanfche 'tGraauw Vergaderingen te zoeken, en kwam, ein- £hooIt delyk, in merkelyken getale, omtrent ten deTsin? agt uuren, op den Singel of Konings-graftgeUtus- by de Warmoesgraft: van waar de menigte, fchen omtrent ten half negen uuren, naar den Y- £en kant voortrukkende, eerft, met groote ver- f^Zl woedheid, de oogen floeg, op het huis van en Berg- den Heer Volkert Overlander, Schepen enftraat. Raad, en daarna Burgemeefter der Stad ftaande omtrent de Bergftraat: toen op dat van Rem Egbertszoon BiiTchop, naaft het voorgemelde: wyders op de huizen van J- rend Bieter szoon van der Burg, Huig Jans- zoon , den Oud-Burgemeefter Kornelis Pie- terszoon Hooft en den Oud-Burgemeefter Gerrit Jakob Witfen. Daarna, een weinig terug deinzende, bleef de fchaare, ten Jaat- fte, ftaan voor 't huis van Rem Egberts- zoon BiiTchop, zynde de zesde wooningbe- noorden de Bergftraat, daar de Luipaard in den gevel ftondt. Men hadt het volk diets gemaakt, dat hier gepredikt zou worden: 't welk greetiglyk geloofd was. Eerft klopte men aan, naaft zyne deur. Doch zyn buur-Valt aan man zeide, Mannen gy zyt verkeerd, hun, °P.ftet te gelyk, het huis van Rem aanwyzende, r"^™. daar terftond aangebeld werdt, zo geweldig, berts- dat de fchel brak, onder 't roepen van Doet zoon op, gy Jrminiaanen, gy preekt daar in huis. Biffchop; Rem BiiTchop riep van binnen „ dat het „ niet waar was, en dat een hunner binnen ,, komen kon, om 't huis te bezigtigen." Doch 't baatte niet. Twee glazen raamen van de zydkamer werden met fleenen aan ftukken gefmeeten. Men zogt, door dezel- ven, in huis te komen. Doch BiiTchop kreeg, met hulpvaniemantvan buiten, het houten venfter digt, en floot de woefte menigte daar buiten. Toen ging 't werpen met fleenen wederom aan, doch flaplyk, terwyl Bilfchop zig naar de bovenfte zolder begaf, op eene bedpan floeg , en luidkeels brand! brand! riep , op hoope van ontzet. Doch niemanc repte zig om hem by te fpringen.Des zondt hy zyne dienftmaagd, door eenen uitgang, dien zyn huis op deHeeren-grafthadt,naar den Opperfchout Willem van der Does, met bede om onverwyldehulpe. 't Verzoek werdt aangedrongen , door een zyner buuren, O00 3 Her- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
^17.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
volk hadt doenwaanen , dat hem 't werk niet
mishaagde. De eigenaar en huurder, federt voor Burgemeefteren ontboodeh, ontfloegen eikanderen van de huur: en deRemonftran- ten durfden, voor eerft, niet waagen,open- lyk byeen te komen. Zy verzogten, 't is waar, terftond hierna, vryheid van Gods- dienftoefening aan Burgemeefteren en Raa- den (c). Doch ik vind niet, dat 'er eenig antwoord kwam op dit verzoek. OndertulTchen, fcheenen de yveraars on-
der de Contraremonftranten te verwagten, dat de Remonftranten niet zouden nalaaten, den volgenden Zondag, wederom te predi- ken : 't welk zy, door het ftrooijen en aan- plakken van nieuwe Pasquillen, fcheenen te willen voorkomen. Op Donderdag , den zeftienden February, vondt men 'er een aan iemants deur geplakt van deezen inhoud: Begint gy Jrminiaanen op Zondag weer te
preeken;
Zo zullen 'er een deel in 't water worden ge- fieken.
Op Saturdag of Zondag daarna, werdt het
volgende aangeplakt: , Hoort myn Heeren, hoort myn vermaanen,
Deezen Zondag zullen preeken d' Jrminiaanen; Maar daar' zyn zevenhonderd Landsknegten, Die met cl'Jrminiaanen willen vegten. En aie nog heeft een goeden dienfi van doen, Die kome hy deezen Kapitein, en wilt ufpoên. Ik waarfchouw deeze Jrminiaanfche gekken, Datze -wat zullen krygen op haar bekken. De Raad was, den agttienden, tot 's a-
vonds ten zeven uuren, vergaderd. Men handelde, onder anderen, over deopfchud- ding- van 's Zondags te vooren, en verzogt aan Burgemeefteren, dat zy, tegen dierge- lyke opfchuddingen, in 't vervolg , beter voorzien wilden: 't welk zy aannamen. Ook bleeven Burgemeefteren en Schepenen by- een, na 't fcheiden van den Raad: en de W ethoüderfchap, bedugt voor nieuwe be- werte , belaftte den Major der bezettinge, z'g, des Zondags den negentienden, by tyds, te vervoegen op Dwarsboomfloot, en om- *rent het huis van Willem Sweerfen op v]°oijenburg,metlaft 0m denRemonftran- j,eri het prediken te ontraaden,zo zy 't, op °e eene of de andere plaats, mogten willen ^derneemen. Doch zy hadden 't, dien dag, j.et in den zin. Midlerwyl, fchoolde het s aairw, wel een uur voor zonnen opgang, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
K
Ne
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
ante
|
c.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
^ïi"1
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
t weUefei0tlc! nn eenlge Brieven enz. gedr. 1617. Antwoord
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
to
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
ing van het Discours, gedr. 1417. BbandT II.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
t>eel
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
bi
|
' +73.-487 , 4j,z
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
464 AMSTERDAMS ' II. Deel.
Herman Tholinks, Schoonzoon van den Oud- de „ gemeend te hebben, dat de Schouten \6 iV
Burgemeefter Hooft,die zelf maar drie hui- }i altoos laft hadden, om kwaad te verhoe- zen van Rem Biffchop woonde (i). De „ den; en zulken, die beledigd werden, te Schout liet zig overhaalen, drong,van agt „ befcherrjien:" te gelyk vraagende „ of dienaars verzeld, nevens Tholinks, door 't 5i 'er, zo dit niet zyn kon, geen middel wa- volk, tot voor de deur, daar een der vin- „ re, om tien of twintig foldaatên te beko» niglle fteen werp eren aangetaft en in 't huis ,, men, op zyne eigen kollen? " Doch zy gebragt werdt. Het fmyten hieldt toen op. zeiden „ niets te können doen, zonder laft De Schout, flraks de deur wederom ope- „ van Burgemeefleren : maar zy zouden nende, zeide, Gaflen, wat wilt gy hebben? „ agteruit gaan, en hun beft doen, om de 't Antwoord was, de Arminiaanen ■preeken „ jongens, die voor 't huis waren, te ver- Jaar,- die'willen wy fiooren. De Schout we- „ jaagen." Doch de Onderlchout Haan, derom, Daar is geene Vergadering: ik ben den degen trekkende tegen 't graauw', werdt loven, beneden, en overalgeweefl. Zy toen, met flcenen geworpen. Terïtond daarna, de maße buur en hebben ons gezeid, dat wy riep men, de Schout gaat weg; 't huis is ons ^ hier zyn moeflen. Rem Biffchop, 't volk over ten prys, met al wat 'er in is. Straks wierp 't ^ de deur aanfpreekende, zeide, Mannen en men, met zo veel gewelds, op deur en ven- ^ Gaflen, waarom doet gy my dit? Heb ik ie- fiers, dat niemant, in 't voorhuis, oi'in de ^ mant te kort gedaan? Of iemant, die voor my zydkamer, d uuren kon. Biffchop en zyne gewerkt heeft, niet wel betaald, of een penning Huisvrouw beflooten toen, de boeken,"het afgetrokken? Heb ik met iemanteenigentwijt? geld en eenige andere dingen van waarde Ben ik niet een burger, zo onbefproken als een van agteren over de fchutting, in den tuin ander ? Wat hebt gy op my, datgy myn huis zo van den Heere Overlander, te bergen, waar- beflormd ? Niets, niets, was de gemeeneftem, in zy van eenige arbeiders, die, onder eene dan gy zyt een Arminiaan. Zo dra de Schout hagelbui van fteenen, docr deagterdeur, een weinig van de deur af week, begon men in huis gelaaten waren, geholpen werden, wederom te werpen in de glazen. De On- Biffchop zelf bergde zig ook in 't huis van derfchout, met zyne dienaars ook in huis den Heere Overlander, na dat hy't geweer, gekomen, flilde 't volk, dat agter aan 't huis welk hy in huis hadt, zorgvuldiglyk verfte- aan 't werpen gevallen was, met woorden, ken hadt, op dat 'er geen grooter geweld De Schepen Volkert Overlander, die naafl mede gepleegd werdt, 't huis , met den Rem Biffchop woonde, uit de Kerk gehaald meeflen huisraad, laatende ten prooije der zynde, begaf zig, ten fpoedigfle, naar 't plonderaaren. Zyne Huisvrouw bleef, nog huis van den voorzittenden Burgemeefter eenigen tyd na hem, in huis; doch vloodt, Reinier Pauw, welk, omtrent vyfentwintig eindelyk, met veel gevaar, naarde Heeren- huizen verder, op de zelfde graft, flondt, gr aft, daar haars mans Broeder, Jan Eg- met verzoek om byftand. De Burgemeefter bertszoon Biffchop , woonde, wiens huis nam aan, met de andere Heeren te zullen ook reeds' met plondering gedreigd was, en fpreeken , en zyn beft te zullen doen, om daar men al eenige glazen ingefmeeten hadt. den oproer te ftillen. De fmyters riepen, De vrouw, van 't graauw gevolgd worden- midlerwyl.dat men hunnen gevangen mak- de, geraakte in een Kaffenmaakers huis, ker loslaaten zou; dan wildenze 't huis met en uit het zelve in den tuin vanBurgemees- vrede laaten. Biffchop, toen nog hoop heb- ter Witfen, daar men haare kinderen, hei- bende op eene goede uitkomft, badt voor melyk, by haar bragt. 't Graauw hadt, den gevangen , dien de Schout eindelyk midlerwyl, het hek of de glinting, voor 't flaakte. Doch toen wierp men, flerker dan huis flaande, uit den grond gerukt, en mer te vooren. De Schout, na een halfuur de deur derzelve, ook met eene plank, zo verloops, verdriet in 't wagten krygende, geweldiglyk gebonsd op de deur van't huis» befloot,metdenOnderfchoutte vertrekken, en van de kelder, dat zy de laatfte, einde- Rem Biffchop, zyne huisvrouw Lysbet de lyk, open kreegen. Toen fleeptenze tweö Biffchop, Zufter van Jan de Biffchop, Raad zwaare balken uit de kelder, waarmede ge- der Stad, enzyns broeders huisvrouw ba- weldiglyk op de huisdeur geramd werdt. 't den en fmeekten, dat zy toch blyven zou- Was elf uuren, eer zy in huis raakten, daar den, zeggende, Myne Heeren, zo gy weg- toen alles geplonderd en vernield werdf- gaat, zyn wy gelyk als overgeleverd. Doch't De vaten metkoopmanfehappen werden ge' antwoord was, wy können hier dengantfehen opend, en twee kiften met koflbaare boS' dag niet blyven;wyhebben daartoe geenenlafi ken, die Biffchop uit Engeland ontvangt van Burgemeefleren. Rem BifTchop verklaar- hadt, verfcheurd. De voorraad van fpyz3 en drank werdt te lyve geflaagen, wegge'
(d) Aamk. van Büßern, c. r. hooft. m. voerd, of vertreden en geplengd. De fchiï' |
||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XIII. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
465
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ÖI7- deryen werden in Hukken gefheeden: een
yzeren kift, die men niet open krygen kon, naar de graft gefleept, daar menze zou in- geworpen hebben, zo 't niet , door den |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ deraars zoeken in handen te krygen, en iér-
„ het ftrooijen van Pasquillen, waarin deh /' „ Wethouderfchap of anderen befchimpt Si- en gelafterd werden, door de befte mid-ken. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Schepen, Pieter Matthyszoon,belet gewor- „ delen, tragten te voorkomen (h). Over-
den was. De fchade, door Rem Biffchop, eenkomftig met dit befluit, maakte 't Ge- by deeze plondering geleeden, is, federt, regt eene Keur, die 's anderendaags afge- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
op vyfduïzend guldens begroot gewor-
den (O- Ondertuffchen , waren de Wethouders
op 't Stadhuis byeen gekomen, en hadden, jÄ<jt terftond, de famenrotting en 't geweld aan ^ge. de huizen van Rem en Jan Egbertszoon Bis- |
kondigd werdt. De opfchuddingwerdt, by
de Keure, geweeten aan de Remonstranten, die, zonder nood of wettelyke reden, afge- zonderde Vergaderingen gehouden hadden; welke Vergaderingen nu uitdrukkelyk ver- booden werden (*')• Doch 's nagts na 't uit- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
komen 'deezer Keure,werdt 'er een Pasquil
aangeplakt, waarin het ongeluk van Rem |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
by fchop, welk toen nog niet op 't hoogft ge-
komen was , by openbaare afkondiging , |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
verbooden (ƒ). Doch dit verbod hielp
|
Biffchop beklaagd, en aan de agteloosheid
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
luttel, 't Pionderen ging zynen gang, tot dat en partydigheid der Wethouderfchap ge-
Burgemeefter Pauw en eenige Schepenen en weeten werdt. Men hadt 'er den naam van Raaden, omtrent ten twaalf uuren, voor't Abraham Antoniszoon onder gefteld om te geplonderd huis verfcheenen , de plonde- kennen te geeven,dat het uit den koker der raars, door hunne tegenwoordigheid alleen, Remonftranten kwame. De Wethouderfchap verftuiven deeden. De Heeren traden, ver- beloofde, terftond, driehonderd guldens aan die den maaker ontdekte. Doch daarna is
gebleeken, dat het, door Wynand Elberts- zoon, Schoolmeefter van 't Contrarernon- ftrantfch gevoelen, opgefteld was , om de Remonftranten in den haat te brengen by de Regeeringe. Een yveraar onder de Remon- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b
b
w
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
°ok dat van Jan Egbertszoon: 't welk, den ftranten gaf, kort hierop, ook eenige Brie-
Volgenden dag, andermaal gedreigd werdt. ven, wegens de beroerte hier ter Stede,in
Zelfs^werden eenige andere huizen vanRe- 't licht, welken , insgelyks, by openbaare
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
monftr anten, tegen den avond van den twin
tigften, voorzien van foldaaten. En 't graauw was, inderdaad, zo verbitterd op deeze Lui- den, dat twee hunner, Kornelis Klaaszoon Spring, Befchuitb-akker, en Abraham Anto- niszoon , Kaarfemaaker, geduurende de plon- dering van Rem Biffchops huis, op ftraat aangerand, met fteenen gefmeeten, en in groot gevaar van hun leeven gebragt werden, tot dat de eerfte zig bergde in 't huis van den Schout, daar hy wel ontvangen werdt, en tot 's avonds vertoefde; en de ander in dat Van een' Spekverkooper, op den hoek van ae Heeren- en Warmoes-graft , daar men "em nogtans agter na liep, en noodzaakte °.vertwee daken te klauteren, en eene vei- "gsrfchuilplaats te zoeken (g). Birro-emfiffreren sravpn. den twintigftenj |
afkondiging, verbooden werden,'als, dus
luidt de Keure, met groote partyfcbap ge- fchreeven (k). Onder of na de beroerte, waren 'er eenigen inhegtenis genomen, die men voor handdaadigen hieldt. Sommigen derzelven werden terftond geflaakt: anderen, na verloop van eenigen tyd, en onder borg- togt van een honderd vyftig, twee honderd, of drie honderd guldens: doch men vondt niet geraaden, eenigen der oproerigen aan 't lyf te komen. En Rem Egbertszoon Bis- Aan Rem fchop, die Lid maat der Gereformeerde Ker- Esbe"s- ke was, werdt, 's Donderdags na de pion- ?}°£n, dering , door twee Ouderlingen , uit den en ancte- naam des Kerkenraads, aangezeid, dat hyren zig van 's Heeren Avondmaal, welk des WOfdt Zondags daarna ftondt gevierd te worden,het ,A' zou hebben te onthouden. Gelyke aanzeg- ™ai |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
*-ven Raad kennis van 't gebeurde aan't huis ging gefchiedde ook aan Jakob Laurenszoon ontzei J.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
feg*.
|
an Rem Egbertszoon. De Raad verftondt, Reaal, Secretaris der Admiraliteit, en aan
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
s> dat men niet alleen tegen diergelyke on- eenige anderen, die naderhand openlykvan
" geregeldheid behoorde te waaken; maar de Gemeente werden afgefneeden. Voorts, ook het onbehoorlyk prediken fcherpelyk kwam, van wege de Gecommitteerde Raa |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
erbieden: voorts, moeft men de pion- den, aanfchryvens aan de Steden,om tegen
dier-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
s> v
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
J<*«t*antek- van Rurgem. C. P.
|
HOOÏT.
229. |
MS. Brieven
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zo Febr. liry.f. 8 verf,. "
ziFebr.z6i7.f.9. Keutb> 71. BRANDT H. Deel, IL
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(h) Refol. Vroedfch. N. 12
(t) Refol. Vroedfch. N. iz, I. ƒ. I6S verf).
(kj Keurb. I. ƒ. i«7 -<"rf°'
500, jol. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(ƒ) Ke • by Jan Rieuwertsz. hl,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
federte ?)?^ van eenige Blieven enz. g
• +87-I7" Var'het Discourseer. 1617
'• f. ALljiBORCH Vita S.
|
ISI7- Antv/. tot
Brandt II. Deel, Episcopii p. 91-102. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS II. Deel.
|
|||||||||||||||||||
466
|
|||||||||||||||||||
men, ten deezen tyde, in het Dorp Vree- ï61^'
land ftondt. 't Blykt niet, datzy, vooreerft, hebben durven waagen, Godsdienftige By- eenkomfteh in de Stad te houden (in). Som- migen hunner geloofden, dat de Kerkenraad, omtrent deezen tyd, eerft mondeling, en daarna fchriftelyk, by de Wethouderfchap zou hebben aangehouden op de opregthg eener Kerkelyke gevangeniffe, waarin men allezulken zou opfluiten, die niet paften op de Kerkelyke tugt, en de aalmoeffen mis- bruikten (»)• Doch hiervan is my, in de Stads Regiflers, geen blyk altoos voorge- komen. . De Contraremonftranten, den negenden Ve'0 July, de Kloofter-Kerk in den Haage heb-bJj/ bende ingenomen, in welke Prins Maurits,wo'"' den drie-entwintigften, ter preeke ging, gaf t\e^ zulks, onder anderen, den Staaten van Hol- Stä3Lt land gelegenheid tot het neemen der Refolu- t0V |
|||||||||||||||||||
1617. diergelyke beroerte, als te Amfterdam voor-
gevallen was, op haare hoede te zyn. De Re- geerfng van Amfterdam beantwoordde den brief, met aanwyzing van 't gene zy gedaan hadt, om de beroerte te fluiten en in 't ver- volg te voorkomen (/): waarby de zaak ge- bleeven is. De Am- Maar de Amfterdamfche Remonftranten, fterdam- zig niet konnende voldoen, in het nalaaten fche Re- hunner Godsdienftige Vergaderingen, ver- fon' voegden zig, den zesden Maart, met een verzot- Verzoekfchrift aan de Staaten van Holland, ken vrye waarin zy om derzelver befcherming baden, Gods- te gelyk begeerende dat hun eenige Predi- dienftoe- \imteü van iiun gevoelen in de openbaare van'de Kerken, of anderszins afzonderlyke Verga- Staaten deringen mogten toegedaan worden. Doch van in dit Verzoekfchrift werdt niet donkerlyk Holland. £e bennen gegeven, dat de Wethouderfchap van Amfterdam zig'te flap gedraagen hadt., in het fluiten der jongfte beweegingen. De Afgevaardigden der Stad op de Dagvaart namen , derhalve , het inleveren van dit x Verzoekfchrift zeer euvel, noemden't op- roerig , en wilden 'er niet op Hemmen, voor dat de Edelen en Steden verklaard hadden, of zy kwalyk hadden gedaan, of nog kwa- lyk deeden aan het handhaaven der oude, waare, opregte, Chriftelyke, Gereformeer- de Religie, gelykze van den beginne aan- genomen was, en nog behouden werdt. Op 't Verzoekfchrift, kwam , ondertuffchen , geen antwoord. Men leverde dan , den zeftienden Maart, een tweede in , waar in het zelfde verzoek herhaald werdt, be- weerende de Vertooners,dat zy zig hielden aan de oude, regte en waare Reformatie, en zelfs aan de Nederlandfche Geloofsbe- lydenis en Catechismus, fchoon zy, in fom- mige punten, verfchilden van de tegenwoor- dige Amfterdamfche Predikanten. Op dit Vertoog, werdt, by de Staaten, beflooten, de Afgevaardigden van Amfterdam te ver- zoeken „ dat, op de redenen van bezwaar- „ nis, in het zelve vervat, rypelyk mögt „ gelet worden, in zulker voege, dat de „ ruft der Stede bewaard, en den klaageren ,, gelegenheid gegeven werdt, om hun ge- En aan »■> moed te beleeven." De Remonftranten, de Wet- hiervan kennis gekreegen hebbende, ver- houder- voegden zig met een Verzoekfchrift aan fchap van ßurgemeefteren en Raaden van Amfterdam, danfer om VI7elyk te rnogen vergaderen. Doch Doch hun verzoek werdt niet ingewilligd. Sedert, vergeefs, voeren zy, in kleinen getale, nu en dan, ter preeke naar Abkoude, daar een Predikant ftondt van hun gevoelen. Ook hoorden zy, fomtyds, Joannes Geeßeranus, die, meent (l) BRANDT II. Deel, bl. jol, JOZ. P. A LlMEORCH
Vita S. Episcopii f. 103 , 104. |
|||||||||||||||||||
tie van den vierden Auguftus,die, federt,
|
*?J'
|
||||||||||||||||||
by de Contraremonftranten , defcberpe Re #*r't)
folutie genoemd werdt. By dezelve, werdt ge' de nationaale Sinode afgeftemd, envaftge-epi!' fteld, de voorige Refolutien, tot eendragt ftrekkende, met alle gemaatigdheid,uit te voeren. Voorts, werden de Steden , die des behoeven zouden, gemagtigd tot het aanneemen van Waardgelders , ter haarer verzekeringe (0). Doch Dordrecht, Am- fterdam ,Enkhuizen, Edam en Purmerende hadden niet bewilligd in deeze Refolutie. De Vroedfchap te Amfterdam bleef, inde Kerkelyke zaaken, by haar voorig gevoelen. Zy hadt, al in April, verklaard, 't gezag der Staaten en Wethouderen te willen bly- ven handhaaven, mids men niets onderna- me tegen de belyders der waare Chriftelyke Gereformeerde Religie, waardoor zy alleen de Contraremonftranten verftondt. Zy ver- klaarde, in May, niet te können bewilligen in den voorflag van eene Byeenkomft van agt weereldlyke en agt kerkelyke perfoonen» om middelen te beraamen tot verzagting der gemoeden. Zy drong, naderhand,nog ernftelyk op het houden der nationaale Si' node (p). Doch toen, den zeftienden Au' guftus, de jongfte Refolutie der Staaten va" Holland overwoogen werdt, in de Vroed' fchap, verzogten eenigen deroudfte Ledefl tyd van beraad, en affchriften der ftukken» en vooral van 't advis van Burgemeefteren- De raadpleeging werdt dan verfchooven & den agttienden. 's Daags te vooren, kree' gen twee of drie Leden de verzogte affchrir tefl'
|
|||||||||||||||||||
(m) Aantek. van Bürgern. C. P. Hooft. MS.
(n) Brandt ii. Dcct, bl. 501-jiï.
|
|||||||||||||||||||
(o) Vïded. Hift. X. Deel, bl. isï,l$z, ,Sl
'p) Refol. Vroedfch. N. iz. s ~4pril, &H^> •Aug. 1617, f. II , Ii , i + verfo , ij, 20. |
|||||||||||||||||||
nJ»ip'
|
|||||||||||||||||||
XIII. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
46?
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
*^i?. ten. Ten befremden dage, waren eenige Sinode; voor welke ook vier Provinciën zig 1617,
Leden en onder anderen deBurgemeefteren verklaard hadden. De vyf Steden, die, in tionaalê Kromhout en de Graaf, en zelfs de. voor- de Vergadering van Holland, niet met de Sinode. zittende Burgemeefter Diederik Bas niet te- meefle ftemmen beflooten wilden hebben genwoordig. DeOud-BurgerneefterKornelis Honden'er zeer op, dat men, in de Ver' Pieterszoon Hooft ftondt, derhalve, hard gadering der algemeene Staaten, befloote |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
V
Ä -
Se'
|
aan, dat de zaak wederom uitgefleld werdt. met de ftemmen der meefle Provinciën (»:
Hy hieldt denLeden voor „ datmen,door al 't welk zulk eene verwarde gedaante gaf niet te ftemmen met de meefle Leden der aan den ftaat der Regeeringe, als zy, in Staaten, zig fcheen te willen fcheiden van veele jaaren, niet gehad hadt. Holland, daar de Stad, volgens de Graaf- De Gezant des Konings van Groot -Bri- De lyke brieven van de jaaren 13476111355, tanje, Dudlei Carleton, den Staaten de Na-WeeS" nimmer van mögt gefcheiden worden." tionaalê Sinode, den zesden Oélober, heb- fchn car- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hy voegde 'er by „ dat men, o'ndertufïchen, bende aangepreezen, in eene redevoering, letons
bleef kleeven aan Refolutien der Vroed- die terftond in 't licht kwam, gaf Jacobus Rede- fchap, die flegts met eene meerderheid Taurinus, Predikant te Utrecht, gelegenheid, voering van eene of twee ftemmen genomen wa- om dezelve te wederleggen, in eene zo^e- wor^t'tc ren. Men poogde, zeide hy, te wege te naamde Weegjchaal, over welker inhoud,&J, ^ brengen , dat zig 't gantfche Land aan Carleton zig zo gebelgd hieldt, dat hy te booden. ons gevoelen onderwierpe, 't zy wy de wege bragt, dat het Gefchrifc, door de al- meerderheid of de minderheid hadden, gemeene Staaten , verbood en werde , en in de hooge Vergaderingen." Hy klaag- duizend guldens beloofd, aan diedenfehry- de, wyders, gelyk meermaalen „datmen ver aanbragt. Doch de Publicatie, desaan- den Kerkelyken te veel gehoor gaf, die gaandeingefteld, werdt,in verfqheiden'Ste- veelal vreemdelingen waren, en's Lands den van Holland, niet afgekondigd, alzo belang niet kenden, noch ter herte na- 'er de Staaten dier Provincie niet in bewil- men. Een van onze Predikanten hadt , ligd hadden (f): maar te Amfterdam, werde zeide hy, in zynen yver, wel durven de Weegfchaal door den Schout opgehaald, raaden, dat men, eer men 't begonnen en het verkoopen en verfpreiden derzelve, werk fteeken liete, liever al de neering by eene byzondere Keure van den eerflen van 't Land zou verliezen. Maar alle December, verbooden («)• |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
raaders waren geene gelders. En die
Predikant zelf zou zig , meende hy , wel zeer kwalyk houden, als hy, by ver- loop van's Lands middelen, verzwaaring oorlogs |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■ Op den negentienden der zelfde maand,De Stad
deeden Dordrecht, Amfterdam, Enkhuizen,raad" Edam en Purmerende, ter Vergaderinge van !^ef 3p. Holland, eenen voorflag tot het houden eener feflbren Provinciaale Sinode, die de Nationaale Si-en Predi- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zyne halve neering, dat is, zyne halve node zou voorgaan; dochdeezevoorflag be .dikan-
gaadje, zou moeten miffen. Maar zulke haagde den overigen Leden niet, onder an-^"^ ^ Luiden zogten zig gezag aan te maatigen deren, om dat, daarby, het verkiezen der ïen vyQQÏ' over anderen, in zaaken van Godsdienft, Leden tot de Provinciaale Sinode gefield deSino- daar de wapenen, voor de gemeenevry- werdt aan de byzondere ClafTen; daar zyde. beid van allen, aangenomen waren (?)." verflonden, dat deeze verkiezing behoorde Doch deeze en diergelyke redenen vonden gelaaten te worden aan de Heeren Staaten geenen ingang by de meefle Leden. Men (V). De befluiten, die, in den aanvang des j^g, befloot „ geene ligting van Waardgelders volgenden jaars , by de Vroedfchap van toe te flaan;op 't houden eener nationaa- Amfterdam, genomen werden, liepen allen Ie Sinode aan te dringen; by de eens aan- uit op het bevorderen van het houden' der genomen Gereformeerde Religie te vol- Nationaale Sinode: hebbende de Heeren, harden; 's Lands hoogheid en Regeering hier ter Stede, geraadpleegd, niet alleen te handhaaven, doch by eenpaarige be- met de Predikanten deezer Stad, maar ook > williging, niet by overflemming; mids- met de ProfefToren Joannes Polyander en An- gaders 't gezag en de magt van zyne tonius Thyfius, en met Feflus Eommiu^An- Öoorlugtigheid, als Gouverneur en Stad- tonius JValceus, Abraham Doreßaar^n Samuel houder, volgens zyne Commiffie en In- Bartholdi , Predikanten te Leiden , in den £ ftmétie fr\" Sedert, werdt, door Am- Haage , te Enkhuizen en te Momken- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dam
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
y ;rdam en de vier andere Steden, flerk
§eyverd voor het houden der nationaale S>eel', tl*"}; Va» ien Heere C- P> H00ET h ERANDT II.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
:*v
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(s) Zie BRANDT II. D»I> hL «*'-«°»«3»»«3i
«!7, 640, 66i, 671. bl (tl Zie BRANDT II- *"" " **' " + ' *"*"
(') Keutb. I. ƒ. J7J ,'""/'• „
(^BRANDT II. Ded, bl, 679 enz., " |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
J«3J:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2.16,li, 30~4ȣ. I6l7.f.z+,zs-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I STUK.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||
468
|
||||||||||||||||||||
derduitfche Akademie, in de graft, vervaar- 161&
digd hadt, op zeven fchuiten: in welken, 1 doode Prins Willem met zyn huisgezin, de zeven Provinciën, en het blazoen der Ka- mer, eene bykorf met het woord Yvek, verbeeld waren. Ten volgenden dage, deedt de Prins zig door de oude en nieuwe Stad roeijen, en zag den Moord van Graave Floris den V., op het tooneel der Nederduitfche Akademie, vertoonen (1). Denvyfentwin- tigften, vertrok de Prins met rytuig ter Stad uit. Een half uur buiten dezelve, hadden de oude Kamer en de Akademie wederom vertooningen vervaardigd. Zyne Doorlug- tigheid keerde naar den Haage (j); doch of hy, geduurende zyn verblyf hier ter Stede, eenige zaaken van gewigt met de Wethouderfchap verhandeld of geregeld |
||||||||||||||||||||
i6i 8. dam O), die allen fterk gezet Waren op het
fpocdig houden der Sinode. En federt wer- den , van wege de Stad, twee of drie Ver- toogen ter Dagvaart van Holland ingele- verd, waarby de Nationaale Sinode, met agterftelling der Provinciaale, fterk werdt aangepreezen (x). Prins Maurits, Prins van Oranje, in May dee- Maurits zes jaars, den Landdag in OveryiTel heb-
wordt, te bende by gewoond, begaf zig, verzeld van Amfter- Don Emmanuel, Prins van Portugal, en van SkTn andere Grooten, den drie entwintigften, te gehaald. Kampen, fcheep naar Amfterdam, daar hy treffelyk werdt ingehaald. OmtrentMuiden, kwam'hem een groot getal van Jagten te gemoèt, die 's morgens van Amfterdam ge- zeild waren. De twintig vendelen fchutters ende drie vendelen Stads foldaaten fton- den, de eerften, op den dam en langs het water, tot aan de nieuwe brugge, de an- deren, van de Verkensfluis tot aandenNie- zel, gefchaard. De Officiers waren met O- ranjen-pluimen en fluijers uitgeftreeken. Zy- ne Doorlugtigheid werdt eerft verwelkomd door den Kolonel Jonas Witfen, die hem, met vier floepen, te gemoet gezeild was. De Prins tradt, op ftroom, over by den Ko- lonel. De Koopvaardyfchepen vlagden en vuurden : de Trompetters bliezen Wilhel- mus van Naffowwcn. Ten vyf uuren naden- middag, voer de Prins , door de nieuwe brugge, ter Stad in, onder 't losbranden van zes ftukken gefchuts, die op de brugge la- gen. Aan den dam, tradt hy op, over een' ileiger,die met blaauw Laken bekleed was. En hier werdt hy, door de gantfche Regee- ringe, begroet. De oude Rederykers-Kamer in Liefde bloeijende hadt, tuffchen de Waage en den fteiger, eene fraaije zegeboog opge- regt, met dit opfehrift, in 't Latyn: BeMEDICTUS , QUI VENIT IN NOMINE DoMINI.
dat is,
Gezegend hy, die in 's Heeren naam komt. Ook deedt zy hier verfcheiden' zinnebeeldi-
ge vertooningen, tot 's Prinfen eerc. Voorts, werdt zyne Doorlugtigheid, langs 't water, over de oude brugge, door den Niezel, en over den Oude -Zyds- Voorburgwal geleid naar de Verkensfluis, daar de Brabantfche Kamer ook eenige vertooningen deedt , flaande op de eendragt, die zy, door 's Prin- fen beleid, verwagtte. In 't Prinfen-hof gekomen, zag zyne Doorlugtigheid, uit de voorvenfters, de vertooningen, die de Ne- fw) JVefol. Vroedfch. N. 12. 10 Jan. 21 Febr. 10 Maan
I6I8. ƒ. 53 verfo , ss , 5«. (x) TlUGLAND. il, losl, 10*4. BAUDARt X, Beek, f.
*8, 2S. |
||||||||||||||||||||
hebbe, is my nergens gebleeken.
|
ftef'
|
|||||||||||||||||||
In Utrecht, en in eenige Steden van Hol- A'"1
land, waren, ingevolge der Refolutie van f'!*]t den vierden Auguftus des voorleeden jaars, p^i* Waardgelders aangenomen , om de Wet- jvï^J houders te befchermen tegen opfehuddin- & jjjt gen , waaruit verandering der Regeeringe f" Jl' gevreesd werdt. Maar x^mfterdam, en de^'i Steden, die 't met deeze Stad eens waren, de ^«f in deeze Refolutie niet bewilligd hebbende, in- voegden zig, in den Zomer, by de meefte ^V Provinciën, die , op den raad van Prinfes Maurits , ter Generaliteit, beflooten , de Waardgelders te doen afdanken (2). De Prins begaf zig, ten deezen einde, naarU- trecht. De Staaten van Holland deeden , ten zelfden tyde, eene bezending derwaards, om de afdanking der Waardgelderen, ware 't mogelyk, te voorkomen. Doch deeze bezending was vrugteloos. Zyne Doorlug- heid gaf aan de Regeering van Amfterdam kennis van het oogmerk der afgevaardigden van Holland, en deeze bragt toen te wege, dat de bezending naar Utrecht, door zes Steden »Dordrecht, Amfterdam, Schiedam, Enkhuizen , Edam en Purmerende , ter Dagvaart van Holland, werdt afgekeurd. Van wege deeze zes Steden, kwamen zelfs, kort hierna, Gedeputeerden te Utrecht, om den Prins de hand te bieden. De Waardgel' ders werden toen afgedankt, en de Regee- |
||||||||||||||||||||
(y) Triumphe tot Amfterdam enz. gedr. ISIS.'
(z.) Refol. Vroedfch. N. 12, 245 *s, 3° J»ly i6it.fi 62, «3. (1) 't Is waarfcbynlyk het Treurfpel Geraardt-üUf
Velzen van den Droflaard Pieter KorNELISzooJ* Hooft geweeft , dat, in 't jaar 1613, in 't li<#j gekomen , en voor 't eerft op de Nederduitfch^ Akademie vertoond was (Zie P. C. HooETS lee' ven, bl. 8) : en waarin de Fegt de opkomft Êlï, loffelyke daaden van Prinfe Maurits breedfpraake" lyk voorfpelde. |
||||||||||||||||||||
XIII. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
469
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
«18.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ring te Utrecht veranderd («). In Holland,
gefchiedde gelyke afdanking, by een Pla- kaat der algemeene Staaten , welk, met moeite, in de Steden werdt afgekondigd (Z>). Het afdanken der Waardgelderen baan- de den weg tot de ontydige verandering der Regeeringe, in de meefte Steden van Holland. Zy volgde kort op het gevan- gen neemen van 's Lands Advokaat Olden- barneveld,en van de HeerenHogerbeets en de Groot, PenfionarilTen van Leiden en Rot- terdam, 't welk, op den negenentwintigften Auguftus, uit naam der algemeene Staaten, gefchiedde. De meefte Leden van Holland verftonden, dat, door dit gevangen neemen, 's Lands hoogheid gefchonden was, en wil- den de gevangenen doen flaaken. Doch Am- flerdam en de vyf andere Steden verklaar- den zig hierop niet gelaft. Men befloot dan , alleenlyk te bewerken, dat ter Generaliteit vooreerft niet voortgevaaren werdt met de regtspleeging over de drie Heeren : gelyk gefchiedde (c). Doch kort hierna, begon Prins Maurits
de Regeering in de Steden van Holland , buitens tyds, te veranderen, eerft zonder daartoe van de Staaten gemagtigd te zyn; doch daarna, op verzoek der meefte Leden. 't Liep aan tot den tweeden November, eer zyne Doorlugtigheid, ten deezen einde, ook
te Amfterdamverfcheen. Hy hieldt de ver- andering hier ter Stede dienftig, onaangezien de Refolutien op de Kerkelyke gefchillen, by de Vroedfchap van Amsterdam, federt eenige jaaren, genomen, volkomenlykvol- deeden aan zyne inzigten; omdat dezelven gemeenlyk met eene kleine meerderheid van twee of drie ftemmen waren overgehaald; Welke kleine meerderheid, by verfchei- den' veranderingen, ligtelyk de minderheid worden kon. Brandt heeft (d), uit een Gefchrift van Episcopius, aangetekend, dat de Vroedfchap van Amfterdam, op den zevenden Ottober des jaars i6i7,beflooten hadt, zig te voegen by de overige Leden }?an Holland, in het bevorderen van eene Ptovinciaale, niet Nationaale Sinode ; en dat dit befluit, zonder veel tegenzeggens, ^et eene meerderheid van vyf of zes ftem- ^t^zou overgehaald zyn geweeft. 't Welk, z° men 't aanneemt, bewyzen zou, hoe on- ^aft, zelfs ten deezen tyde , de befluiten tiercVroedfchap ftonden. Doch Brandt j^f heeft getwyfeld, of Episcopius om- reflt dit befluit ook kwalyk onderregt ge-
817* ,BrAndt II. Deel, II. S04 , 807, SIï, jij glS,
(b\ *• (c) j,R*NDT II. Deel, hl. izy , %zï.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
weeft zy: en ik ben wel verzekerd, dat'er 1618.
niets van te vinden is, in de Regißers van de Vroedschap. De meerderheid heeft, beflendiglyk , geftemd , voor het houden der Nationaale Sinode, en alleenlyk voor de Provinciaale, om de zaaken tot de Na- tionaale Sinode voor te bereiden. Maar deeze meerderheid was klein, gelyk wy, meer dan eens , hebben aangemerkt: en hierom hieldt de Prins de verandering voor dienflig. Tegen den tweeden November, wanneer Hy komt
de Prins, van Gouda, hier te gemoet werdt *n d,e gezien , werden de twintig Kompagnien ' fchutters en de drie Kompagnien foldaaten in de wapenen gebragt. Men ontving zyne Doorlugtigheid, met alle betoog van eere. Hywas, te fchepe, over de Haarlemmer Meer, gekomen tot aan den Overtoom,ter halverwege van welken,hy, door de Kolo- nellen Jonas Witfen en Geurt Dirkszoon, met gewapende floepen, -ontmoet werdt. Hy tradt in hunne floep, en voer,met dezelve, ter Stad in, tuffchen de fchutters en foldaa- ten, die langs de burgwallen ftonden, en wakkerlyk vuurden. Aan 't Prinfen - Hof, werdt zyne Doorlugtigheid, door Schout en Burgemeefleren, ontvangen (e). Ten vol- genden dage, deedt hy de gantfche Vroed- fchap op het Stadhuis byeen roepen. Zy beflondt thans uit de volgende Perfoonen: Jan Jacobszoon Huydecoper , Cornelis Pie- terszoon Hsoft, Jan de Biffchop, Roelof Eg- bertszoon, Jacob Pieterszoon Copit, Reinier Pauw, Jacob Gerritszoon Hoing, Claas Ja- cobszoon Couckebacker, Tsbrand Bon, Horman van de Poll, Pieter de Vlaming, Jonas Wit- fen , Doftor Pieter Schaap, Jonas Joriszoon, Doftor Dirk Bas, Pieter Matthyszoon, Doc- tor Sebafiiaan Egbert szoon, Jacob de Graeff, Berthout Cromholt, Doftor Volkart Overlander, Doftor Johan ten Grootenhuys, Dirck de Vla- ming , Roeten Ernfl , Jan Pieterszoon de PVith, Jacob Poppe, Abraham Boom, Lau- rens Janszoon Spiegel, Jan Gysbertszoon , Adriaan Pieterszoon Raap, Jan van Hoorn, Hillebrand Schellinger , PVernerd Ernfi van Baffen, Doftor Dominicus Heemskerck, Ja- cob Jacobszoon Hinlopen en Claes Jacobszoon Iiaringcarfpel. De Prins , uit naame van Ver- den Raad, door den Schout afgehaald, en[^t in de Vergadering der Vroedfchap verfchee- yroe^_ nen zynde, verklaarde „ dat hy hiergeko- fchap,e„ „ men was, om volgende den laß van de re- ontflaat „ gier der en van 't Landt, defehe fefjendeftich dezelve „ Raden te bedancken van haren dienfi, endev™ haa- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
?oger-
«ft.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
?6s
aijj-;
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
CIts
S te
o*
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
. ren eed.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ met eenen te ontflaen van den eed, dien zyT
„ luyden als Vroetfchappen gedaan hadden; mits-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
26a
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Holl. z», 30, 31 Aug. I6J8. hl, 2Sj, ijg,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(d) il >-.z«3
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(e) Ttïumph. inkomfte des Frincen vanOrang.^wfr.iin.
Ppp 2 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||
470
|
|||||||||||||||||||
zo dat men goedvondt, uwe Vorflelyke i6$-
Doorlugtigheids tuffchenfpraakenbemid- . deling daarover te verzoeken: waardoor die verfchillen, eindelyk, waren neder- gelegd. Des agt ik my gelukkig , dat ik myn gemoed, in deeze geftelteniile van zaaken, voor uwe Vorftelyke Doorlug- tigheid, moge ontladen. Ik zal anders niet zeggen, dan dit weinige: dat de ge-, heele Vergadering van deezen Raad, by duuren eede, verbonden was, tot voor- ftand van de Voorregten en Vryheden , deezer Stede, en dat zig de Heeren Raa- den daarin, tot nog toe, met groote een- dragt en zorgvuldigheid, gekweeten heb- ben, met naame omtrent drie punten, die my nu in den zin komen: eerfi, om, by middel van arreft op perfoonen of goede- ren , alhier jurisdictie te fundeeren, en allerlei zaaken bankvaft te maaken : 't welk fomtyds, met groote moeite enon- luft, tegen eenige Steden, met naame tegen Middelburg en Rotterdam, is ge- handhaafd : ten anderen , het Privilegie de non evocando, medebrengende, dat men geene burgers voor eene vreemde Vier- fchaar of Regter betrekken mag: ten der- den , dat geene burgers in gevangenis mogen gehouden worden, als zy vermo- gen borg te Hellen, om, ter aanmaanin- ge des Regters, voor 't Geregt te ver- fchynen. Doch deeze punten zyn niet te vergelyken, by de punten, die nu in gefchil ftaan. 't Is wel waar, dat het wei- vaaren van den Staat de opperfte Wet zyn moet; maar ik houde het daar voor, dat zelfs niemant uit den Raad, ter zaa- ke van de ftrydigheid der gevoelens, die fomtyds in den Raad geweeft zyn, eenig befluit poogde te maaken tot nadeel van de Leden , die de minfte Hemmen uit- bragten, als of die niet, zo wel als de anderen, voor eerlyke, voor vroome lui- den , en voor goede Patriotten en tegen- ftanders van Spanje , beftaan mogten. Kn hoewel die Heeren, welken de minfte Hemmen hadden, hun inzigt en gevoe- len van de zweevende gefchillen , met goeden ernH, volgens hunnen pligt, voor- Helden; zo heeft nogtans niemant hunner zig ooit eenig complot, of iet diergelyks in 't minfl onderwonden, om de anderen, met flinkfche middelen, te verkloeken: waardoor de zaaken ook zyn uitgevallen, gelyk men nu ziet. Die ook de Verga- dering der Heeren Staaten van Holland
en der Generaliteit wat veel bezogten»
weeten,watflrydigheden en hevighedefl daar menigmaal onder de Leden voorvie- len ; hoe dikwils de zaaken werden uit- |
|||||||||||||||||||
1618. j> mitsgaders van den eed ende't rechtet welck „
' „ haar, als Schepen ofte Raed (2) geweeft „
„ hebbende, int kiefen Van Burgermeefier en, „
„ is loecommende." Hy voegde 'er by „ dat „
„ hy gaarne van deezen lafl verfchoond „
„ ware geweefl; doch dat de tegenwoordi- „
„ ge hooge nood endienflvan 't Land zulk „
„ eene verandering vorderde, die ook reeds „
„ in meer andere Steden gefchied was;op „
„ dat de misverflanden en oneenigheden, „
„ beide in Kerkelyke en Staatszaaken, die „
„ eenen tyd lang in't Land geweeH waren, „
„ eens nedergelegd, en diergelyke zwaa- „
„ righeden, in vervolg van tyd, voorko- „
„ men mogten worden (ƒ)." Zo dra de „
Prins uitgefproken hadt, begondendeliee- „
ren op te Haan, om te vertrekken. Doch „
de Oud-BurgemeeHer Kornelis Pieterszoon „
Hooft, zulks befpeurende, vondt goed, den „
regeerenden Burgemeefteren Jakob Gerrits- „
zoon Hoing en Doftor Dirk Bas (de anderen „
twee, Barthold Kromhout en Jacob Boelens, „
waren niet tegenwoordig) te vraagen, of zy „
daarop niet begeerden te zeggen1?Zy zeiden, »
neen: en niemant anders openbaarde zig, om s,
Dg Oud- iet te fpreeken. De Heer Hooft verklaarde „
Bürge- toen „ dat hy zig, gemoeds- en eedshalve, „
Hoof" " gedrongen vondt, een weinig te zeggen," ,,
ver. en verzogt'er verlof toe van zyneDoorlug- ,>
zoekt, tigheid, met byvoeging „ dat hy anderszins „
dat de _ „ zwygen zou." De Prins bewilligde in
|
|||||||||||||||||||
zyn verzoek: waarop hy, op deezen zin,
|
|||||||||||||||||||
Raadniet
|
|||||||||||||||||||
bedankt
worde, aanhief: „
,, 't Zal, doorlugtige Vorft, op Licht- „
„ miffe eerftkomende, vyf en dertig jaaren „
,, zyn, dat ik in den Raad ben beroepen, „
„ en geduurende al dien tyd, heb ik myne „
„ genegenheid tot het huis van Nailau dik- „
„ wils betoond. Dikwils ben ik, van dee- ,,
„ zer Stede wege, ter Vergaderinge der „
„ Heeren Staaten van Holland, ook ter Ge- „
„ neraliteit, verfcheeilen. Verfcheiden' mis- „
„ verftanden zyn, in dien tyd, tuffchen „
j, deeze Stad en de Steden Haarlem en „
„ Leiden ontftaan, die ter fcherpe, gereg- „
,, telyke en andere handelingen uitborflen, „
„ en gefchaapen waren, hooger te loopen, „
|
|||||||||||||||||||
(f) Refol. Vroedfch. n. 12. 3 Nov. 16I8. ƒ. S;.
(2) 't Woord Raad fchynt hier wat oneigenlyk.
Niet de Raaden, maar de regeerende en Oud-Bur- "
gemeefteren en Schepenen hebben regt tot hetkie- '5
zen van BurgemeeQeren. En dit 's miffchien de „
reden geweeft, waarom fommigen, in het te boek Hellen van 's Prinfen aanfpraak , het woord Raad agterwege gelaaten hebben. Zie Brandt II. Deel, "
bl. 867. 't Welk wv egter niet hebben durven »>
navolgen, om dat dit woord, niet alleen in de Lyfi „
der Regeeringe voor de Handvefien ; maar ook in ■
de oorfprongkelyke Regißers der Vroedschap, ge- '
vonden wordt. Ook kan men het mogelyk opvatten "
in den zin van Burgemeeßer, ge\yk het zo, in oude j>
Privilegien, voorkomt. Zie Handv. bl. 25 [13]. j,
|
|||||||||||||||||||
XIII. Boek.
|
|||||||||||||||||||
GESCHIE
|
471
ris van de WilTelbank. De gemaakte ver-
anderingen in de Steden werden, den zes- tienden November, goedgekeurd door de Staaten van Holland, met verklaaring, dat niemant daardoor zou mogen geagt wor- den, in zyne eer, goeden naam en faam, gekwetft te zyn (k). In dit veranderen der Regeeringe, zo wel " in andere Steden, als te Amfterdam, be- diende Prins Maurits zig gemeenlyk van den raad der zulken onder de Regenten, die meeft voor de Nationaale Sinode geyverd hadden, en deeze gelegenheid waarnamen, om hunne vrienden in de Regeeringe te brengen. Doch fommigen hebben aange- tekend , dat één der Amfterdamfche Re- genten, die zeer groot of het meefte gezag hadt in.de Regeeringe, en byna alles naar zynen zin befherde, ten deezen tyde, van zyn' loozer verfchalkt werdt, die een zyner partyen, tegen zyn oogmerk, op 't kuffen wift te doen houden, een ander daaraf te doen fchoppen, en dit bedryf zelfs ten zy- nen lafte te doen brengen. Met al't welke, het zig omtrent in deezer voege zou hebben toegedraagen. Zeker Oud-Burgemeefter, zo ik vermoede Reinier Pauw, een yverig voorftander der Sinode, bevondt zig, om- trent den tyd van de verandering der Re- geeringe , veeltyds, in den Haage, om met den Prinfe te fpreeken. Ten zekeren dage, begaf hy zig naar Amfterdam, om met de zynen, in 't geheim, te overleggen,welke Leden der Vroedfchap men aan zyne Door- lügtigheid opgeeven zou, om bedankt te worden. Men vergaderde, ten deezen einde, op eenen nagt, ten huize van zekeren ver- trouweling in de Warmoesftraat. Hier werdt men genoegzaam eens over eene lyft van naamen , die men eenen der regeerende Burgemeefteren deedt fchry ven, of gefchree- ven overgaf, om aan den Prinfe behandigd te worden: waarna de beleider des werks wederom naar den Haage vertrok. Op de lyft was ook gefield de naam van zekeren Óud-Schepen en Raad, in weerwil van ie- mant, die 't, in de nagtvergadering tegen- woordig zynde, niet hadt können keeren; doch daarna zyn verftand fcherpte, om zy- nen vriend te redden. Hy vervoegt zig, in flilte, ten zynen huize, ontdekt hem, onder eede, wat ten zynen nadeele beflooten was, en raadt hem, dien flag met eenen trek te verzetten, door middel van zynen broeder, die met de dogter des Burgemeefters, aan ' wien de Lyft ter hand was gefield, gehuwd was. Hy volgt dien raad, keert zig tot zy- nen broeder, die, op zyn verzoek, zy- , , nen
(& Zie Vaderl. Hift. X. Dttl, il. j8} en^
PPP 3 ■'•
|
||||||||||||||||||
*6i8.
|
|||||||||||||||||||
„ gefield, van de eene Dagvaart en Verga-
„ dering tot de andere, tot datzy, na lang „ geduld , nog eindelyk tot eene goede uit- 55 komft zyn gebragt, zonder dat men ooit ;) heeft gepoogd, op dusdanig eene wyze, 5, tegen iemant te handelen. Indien men s, zulks, in diergelyke verscheidenheid van 5, gevoelens, zou hebben gedaan, 't zou 5, een werk zonder einde, en dikvvils te doen 35 geweeft zyn. Dies bid ik uwe Vorftelyke 3, Doorlügtigheid , dat het hem gelieve , „ deeze goede Stad, en deeze eerlyke Ver- „ gadering te verfchoonen, naar behooren." 's Prinfen antwoord was kort. Befievaer, zeide hy, 't moet nu voor decz' tyd zo zyn. De nood. en dienfl van 't Land vereifchen het (g). En op dit woord, fcheidden de zes en dertig Raaden. Doch terftond daarna, wer- den zy allen, op zeven na, wederom in hun- ne waardigheid herfteld. De zeven, die verlaaten bleeven , waren Ysbrand Ben , Herman van de Poll en Pieter Matthyszoon, Oud-Schepenen, Doélor Sebaftiaan Egberts- zoon en Jakob de Graaf, Oud-Burgemeefte- ren,Dirk de Vlaming van Oudshoorn, Oud- Schepen, en Laurens Janszoon Spiegel,re- geerend Schepen. In derzelver piaatfen , Werden tot Raaden aangefteld Gillis Janszoon Beth, Arend Pieterszoon van der Burg, Pieter Egbertszoon Fmk, Jakob Pieterszoon Hoog- kamer, Simon van der Does, Henrik Hudde en Doëtor Albert Koenraadszoon Verburg oïBurg. Waarna zyne Doorlügtigheid denRaaden den eed afnam, en verklaarde „ zyne meening 3> geenszins te zyn, dat dit werk ftrekken „ zou tot nadeel of vermindering van eeni- „ gen deezer Stede Priuilegien, Coußuymen, „ Fry- ende Gerecbtigheydcn:" te gelyk den Secretaris, Jacob de /-/<MK,belafteride,van 't voorgevallene aantekening te houden (h). Voorts, fchreef de Prins, den twee-entwin- ügften January des volgenden jaars „ te •>■> verftaan, dat zy, die, onder de nieuwlings 55 aangeftelde Vroedfchappen, Schepenen as geweeft waren, ook het regt hebben zou- 55 den, om Burgemeefteren te helpen kie- j> zen(ï)" De regeerende Burgemeefteren en Schepenen bleeven, wyders, in hunne bedieningen. Ook behielden de ontilaagen Vroedfchappen hunne andere dienden. Lau- rens Janszoon Spiegel bleef Schepen; Doc- j*>r Sebaftiaan Egbertszoon , Thefaurier; ^errnan van de Poll, Weesmeefter; Ys- brand Ben, Commiffaris der Huwelykfche 2a.aken ; Pieter Matthyszoon , AiTurantie- lïleefler, en Dirk de Vlaming, Commiffa- Vef} fant=k. van Bürgern. C. P. Hooft by Brandt II.
(h) t'•'*«7.
(i) R r Vrocdfch. N. 12. 3 Nov. TI5I8. ƒ. gj vtrß.
J *-cfol. Vioedfch. H. 12. zsjan. i6lj>. ƒ. 7zverft>. |
|||||||||||||||||||
ióiS,
|
|||||||||||||||||||
Voorval,
ter gele- genheid van dee- ze ver- andering der Re- geerin- ge. |
|||||||||||||||||||
*°8tans<
|
|||||||||||||||||||
Sa
</ 2e-
|
|||||||||||||||||||
AMSTERDAMS II. Deel.
|
|||||||||
472
|
|||||||||
„ agtig; maar dat men men daarom, eeni- iói"*
„ gen van de af gezetten inlaatende, juift, „ van de jongften zou beginnen, heeft „ gantfch geene reden. Laat ons liever van „ de oudften beginnen, ,of van zulken, wel- „ ker ouders, om de vryheid, in den ker- „ ker moeften treuren, en na hunne dood ,? op fchavotten zyn onthalsd; gelyk aan „ den Vader van Doclor Sebaftiaan Ég- „ bertszoonisgefchied(Z)." Endeezereden hadt klems genoeg, om hem, dien men zogt te herftellen, te weeren. Doch in de plaats van een' der bedankte Vroedfchappen in te brengen, vondt men geraaden, zekeren an- deren Heer tot deeze waardigheid te ver- kiezen : en door deezen, ook gehuwd met eene Dogter van den bedankten Regent, den Schoonvader voor altoos uit te fluiten van de Vroedfchap , en de vyandfehap tuffchen.hem en den Burgemeefter , dien hy zyne afzetting , hoewel ten onregte , weet , onverzoenlyk te maaken. De af- keerigheid tiüTchen de twee Burgemeefters wies daarna zo hoog, datze op het punt ftondt van tot daadelykheid uit te barften. Het bedryf van den eenen, in 't veranderen van't briefje, gaf ongetwyfeld aanleiding" tot groote oneenigheid, die men houdt dat nog meer toenam, ter oorzaake van hunnen twift over zeker treffelyk ampt, waar elk hunner eenen zyner vrienden zogt in te dringen. Men verhaalde ook, dat zeker ander Heer, die te vooren de zyde van dien beleider der zaaken plagt te ftyven, insge- lyks door een ampt, waarover gefchil viel, van zyne party werdt afgetrokken. Ook ontfehoot het hem met eenen der nieuwe Vroedfchappen, een man van verftand en geleerdheid, die hem eerlang tegen viel. Onder de oude Heeren , waren, behalve de genen , die over de zweevende gefchillen altoos van een ander verftand waren ge- weeft, ook eenigen , die , in 't kort, de dingen anders inzagen en hem tegen gingen; 't welk, eerlang, gelegenheid gaf, dat men den ftuurman, die, naar men 't federt be- greep , het fchip tuffchen de barningen ee- ner 'ftrenge ftiptheid byna verzeild hadt, voortaan, van 't roer der Regeeringehielde (m): waaruit, binnen weinigejaaren,groo- ter gemaatigdheid ontftondt in 't beftier deezer Stede,gelyk, uit het vervolgdeel gefchiedeniffe, bïyken zal. M De Nationaale Sinodete Dordrecht be-^iv
gon haare zittingen, weinige dagen rm dat de- de Regeering te Amfterdam veranderd was, üf De Leer der Remonftranten werdt, eer- iang)
(7) Zie II. Veel, VIII. Beet, tl- 311.
{m) Zie BRANDT II. Deel, il. t6s enz. ,
|
|||||||||
nen Schoonvader met deeze woorden aan-
fpreekt: Wel Fader, wat hoor ik ! zal myn broeder afgezet wordend En zult gy toelaaten, dat myne en uw dogters kinderen, uwe kinds- kinderen, in tyd en wyle,zullen moetenhooren, dat hun Oom, als een Landverraader, uit de Wet gezet is ? De Burgemeefter, de fchou- ders ophaal ende, zeide : Wat kanik 'er tegen doen ? 't Is te laat. De ander hervat toen, volgens't ingeeven van dien bedekten vriend: 't Is nog niet te laat. Ik weet raad, om my- nen broeder te redden. Schrap zynen naam uit, en zet een ander, dien hy noemde, in de f laats, die u voor deezen zo fchendig gehoond heeft. De Burgemeefter laat zig beweegen; maakt, zonder veel oveiiegs, de verande- ring in 't briefje, en levert het den Prinfe, die den inhoud, naarkomt, en onder anderen den Heer, dien men, in de plaats van den uitgefchrapten,hadtgefteld, afzet. Deez', die eene zyner dogteren befleed hadt aan eenen der zoonen van den Oud-Burgemees- ler, dien men hieldt het voornaam beleid deezer veranderinge gehad te hebben, wee- tende wat hy by den Prinfe vermögt, ge- loofde het ergfte, gaf hem de wyt van 't gebeurde, duidde het ten kwaadfte , en verboodt zelfs zynen Schoonzoon zyn huis. Wat de Oud • Burgemeefter daartegen be- tuigde, om zig te verontfchuldigen,'t mögt niet helpen, 't Is waarfchynlyk, dat hyden Burgemeefter, die de lyft overleverde, be- tigtte; die 't veelligt ontkend, of op eene an- dere wyze ontlegd heeft. Ten naaften jaa- re, zogt de Oud-Burgemeefter de breuk te heelen, en zyns Zoons Schoonvader te doen herftellen. Hy verwierf voorfchryvens van hoogerhand aan de Regenten van deezen inhoud: „ Naardien 's jaars te vooren, in „ de meefte Steden van Holland, eenige „ Regenten van hunne dienften verlaaten „ waren, met zulken verftande , dat der „ Steden Privilegien daardoor niet zouden ï, worden verkort, noch de verlaatenen in ,, hunne eer , goeden naam en faam ge- „ kwetft, volgens de verklaaring der Staa- „ ten van Holland van den zeftienden No- „ vember des gemelden jaars; zo vondt „ men goed, om redenen van gewigt, wel „ ernllelyk te verzoeken en te begeeren, „ dat de Heer N- N. wederom inde Vroed- „ fchap gelaaten of gefteld werdt." Doch op 't leezen van deezen brief, ftondt een der oudfte Raaden, 't zy Jan Jakobszoon Hui- dekooper of Kornelis Pieterszoon Hooft, want dit 's onzeker, op zyne beurt, op , zeggende : „ 't Gene daar gefchreeven „ wordt van de afgezette Heeren, dat zy, „ door die verlaating , in hunne eere en „ goeden naam niet zyn gekwetft, is waar- |
|||||||||
XIII. B
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
OEK.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
473
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^'9. lang , in dezelve , veroordeeld. En kort ken.' Alleenlyk vind ik, dat diergelyk een
n>irs hierna, fpraken vierentwintig Regters, uit Verzoekfchrift, in Juny, aan de Staaten van |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1619.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
itie de alle de Provinciën, doch voor de helft uit Holland is overgeleverd: waarop
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
een on-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
h^V ^°H""d, verkooren, het vonnis uit over de gunftig antwoord kwam, welk, onder
|
an-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
j*ereD, ^rie gevangen Heeren , Oldenbarneveld , deren, door de Stad Amfterdam, werdt
&t Hogerbeets en de Groot. Men weet, dat goedgekeurd (q). |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de eerfte onthalsd, en de twee laatften tot ' Ondertuffchên, hielden de Remonftran-piak-a
eene eeuwige gevangenis verweezen en naar ten deezer Stad, den drie-entwintigftenju- ten te- Loeveftein gevoerd werden. Onder de vier- ny, eene Godsdienftige Vergadering buiten |ca de entwintig Regters, was ook Reinier Pauw, de Heilige-Wegs-poort in eenen tuin ( O-tomt"-™" Burgemeefter van Amfterdam (»). En eer Diergelyke vergaderingen waren ook te Oud- fch'e Ver- 't vonnis nog geveld was, ftrooide men, dorp buiten Alkmaar gehouden, en by Pia- gaderin- hier ter Stede, een vinnig gedrukt fchimp- kaat van den Hove van Holland van den ne- gen' fchrift tegen den Prinfe van Oranje, tegen genentwintigften May, onder zekere geld- de Regters , en tegen de Dordrechtfche Si- boete, verbooden. Doch by de Staaten van node: 't welk het Geregt zo zeer mishaagde, Holland werdt, federt, geraadpleegd op het dat 'er, by eene Keure van den twintigften inftellen van een nader en fterker Plakaat Maart., honderd ponden vlaams beloofd tegen de Remonftrantfche Vergaderingen, werden aan die den maaker, drukker of ver- Zy deeden 'er een Ontwerp van maaken door fpreiders van het zelve wift aan te wyzen(o). 't Hof, welk, federt, door de Edelen en DeRemonftrantente Amfterdam fielden, Steden, ook door Amfterdam (ƒ), goedge- weinige weeken na dat hunne Leer in de keurd werdt, en, naar alle waarfchynlyk- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
S
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5»e
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ge-
efter |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
h
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
He
% |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i^- Sinode te Dordrecht veroordeeld was, een heid,op den naam der Staaten van Holland,
V'tye verzoekfchrift in, om vrye Godsdienftoefe- zou uitgegeven geweeft zyn, zo de andere |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tSL%s
|
Zy vertoonden, in het Provinciën, het Ontwerp gezien hebbende,
dat de hoogeOverheid,voornaam- niet raadzaamer geoordeeld hadden, dat
ij lyk, behoorde te zorgen, dat de ingeze- het Plakaat, op den naam der algemeene
s> tenen in hunnen Godsdienft, en indebe- Staaten, ingefteld, en in alle de Provinciën
s> tragtinge der Godzaligheid niet verhin- afgekondigd werdt, gelyk, hier wat vroe-
jj derd werden; dat zy,zyndevan aanzien- ger, elders wat laater, gefchiedde (t),
55 lyken, middelbaaren en laagen ftaat, zig, 't Plakaat, welk alle Remonftrantfche j7en (]er; ;s> tot hier toe, gehoorzaamlyk en getrou- Vergaderingen, en alle verzameling van zei ven
3> welyk gedraagen hadden, fchot en lot penningen , tot onderhoud derzelven, op wordt te
to gegeven, en ook alles gedaan, wat tot zwaare boeten verboodt, was, den derden^faefg"e.
'5 behoudenis van 't Vaderland noodig en July, gedagtekend, en werdt, eerft den ne- kondigd."
15 dienfüg geweeft was ; dat zy ook nog gentienden , hier ter Stede, afgekondigd.
5, bereid waren, voor het zelve, goed en Twee dagen te vooren, op den zeventien-De Re-
5> bloed op te zetten; doch dat zy het daar den, zynde een Woensdag, hadden de Re-J"0"
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ftranten
aan hier |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
s> voor hielden, dat'men hun geene minde- monftranten, hier ter Stede, nog gepredikt,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
>» re vryheid behoorde toe te laaten, dan des.nagts tuiïchen tienen elf uuren, in eene voort""
s> anderen Chriftenen hier te Lande werdt heimelyke Vergadering, ten huize van Pie- met het
55 vergund; en ook den Jooden binnen Am- ter Joofien, op de Waal by de Montelbaans- houden
'5 fterdam, uit geen ander irizigt dan van tooren. Doch deeze Vergadering werdt ^ai] ^ei"
55 voordeel in 't ftnk van den Koophandel, befpied, door eenen Makelaar , die 'er , vergade-
»5 DatFrankryk,Poolen engantfchDuitfch- zonder vraagen, ingegaan, en voor een'an-ringen.
» land ondervonden, wat flerkte en magt der' aangezien was. Binnen zynde, konhy
Sï hun de vryheid van Godsdienft gegeven niet meer dan drie of vier perfoonen beken-
" hadt. Dat men hierom, in de genieene nen, doordien 'er flegts een klein eind kaars
äs Regeering van deezen vryen Staat, hun in den fchoorfteen hing. Doch na de preeke,
5» de waardigfte en koftelykfte van alle volgde hy den Predikant, en zag waar de-
s> ^hatten , den Godsdienft en 't gehoor zelve inging: daar egter niets meer op volg-
5> des Goddelyken woords niet behoorde te de. De afkondiging van 't Plakaat belettede
55 °nthouden, naardien zy, in goeden ge- de Remonftranten niet, voort te gaan met
55 ^oede , met de Contraremonftanten , het houden hunner heimelyke Vergade™-
C>o^lene gemeenfchap houden konden (f)" gen. Zy kwamen, op Donderdag den vyf-
Verd °^ en waar ^ verzoekschrift ingele- entwintigften, wederom, ter zelfder plaat-
01 ^erdt, is my nergens klaarlyk geblee- fe, («} v-. , (c) Refol. Vroedfch. 2*. **• ,2+ j"' lSJ9' f- 79 vtrfi.
<°)kÏ»'A- Hift. X. Deel. bl. 3+1. ' (/) Zie BRANDT III. Deel, H-7f°.
vtJ *'e Brandt III. Deel, bl. 757, (/) brandt Hl. Deel, bl. 75+ «»».
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||
474
|
|||||||||||||||||||||||||||||
&°'
|
|||||||||||||||||||||||||||||
magh menfe maer ten hooghflen uitbrengen*
dan 't fluiten is, men magh met geen vreem- den handelen. Over den inhoud van dit briefje, werd£
Stochius, die zig voor een Lid der Univer* fiteit verklaard hadt, naauwkeuriglyk on- dervraagd. Hy hadt reeds bekend, eenige penningen verzameld te hebben, ten behoe- ve der Remonflranten: ook dat 'er, in Au- guftus, zo hy meende, aan den Predikant Adriaan vanden Borte, tot verval van eenige koften, zekere penningen gezonden waren door Rem Egbertszoon BilTchop, dien hy verklaard hadt, te vermoeden, dateenige geldverzameling gedaan hadt. Ook hadt hy beleeden, dat Jan Willemszoon UJJelink, een yverig Remonftrant te Amfterdam, naar "den Haage, Delft en Rotterdam gereisd was, om te zien wat 'er ingekomen ware; doch dat hy geklaagd hadt, dat 'er weinig inkwam. Diergelyke geheimen oordeelde men ook in het briefje vervat te zyn, 't welk, dagt men, geheel in verbloemde bewoor- dingen was opgefteld. De vifch, daarin vermeld, was, meende men, een zak met geld: de viffcher een geldverzamelaar,van wien verhaald werdt, dat hy by nagt enon- tyde veel ontving. Doch Stochius betuig- de, hoog en duur, dat hy inderdaad Stok- vifch van Rem Egbertszoon ontvangen hadt. .En deeze heeft naderhand gefchreeven, dat hy hem vyfentwintig pond Stokvifch hadt toegezonden, die van den Stokvifchkooper Adriaan Jakohszoon gekogc was. Ook ver* flondt hy, door de viifchery, by donkere lugt,deheimelyke Predikatien (V); en doof den Vader van Jakob, Izaak Frederici, voor- heen Predikant te Utrecht, die thans voof de Remonflranten te Amfterdam predikte» Wyders, werdt Stochius ondervraagd, ovef 't gene hy met Rem, wegens Stade, had£ gefproken ; en hy beleedt, dat zy famefl overlegd hadden, om zig, als zy 't hier nie* langer houden konden, aldaar neder te zet' ten, zonder dat zy iet bellooten, veel va$ ondernomen hadden, andere ingezetene!» derwaards te troonen. En deeze bekentend kwam ook overeen, met het gene Rem Eg' bertszoon BilTchop, naderhand, gefchree' ven heeft Qw). Men vertoonde den gevat*" gen ook eene Lyft van naamen, door ReJ* gefchreeven, willende , dat hy verklaar^ zou, wat daarmede gemeend werdt. t»; zeide, dat het Rems hand was, doch vei' klaarde, de naamen niet te kennen. M^ onderzogt hem nog over verfcheiden' an^' re punten. Hy liet zig, eindelyk, bewc6' |
|||||||||||||||||||||||||||||
fe, byeen. Doch ook by nagt en zeer ia
flilte (u). En deeze vergaderingen werden aangehouden , zonder dat my bekend is, dat zy, voor 't jaar 1621, op eenigerhande wy- ze, gefloord werden. |
|||||||||||||||||||||||||||||
1619.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
vraag"*
|
|||||||||||||||||||||||||||||
V0
|
i^-
|
||||||||||||||||||||||||||||
Rem Eg*
terts-
zoon Bis' fchop raakt in ongele- genheid. IÖ20. |
Maar in den aanvang des jaars 1620 ,
raakte Rem Egbertszoon BilTchop, wiens huis, drie jaaren te vooren, door 't graauw, geplonderd geworden was, in nieuwe onge- legenheid. Te Leiden was, op den dertien- den January, in hegtenis genomen Paulus Stochim, -die, in 't jaar 1618, van zyne |
||||||||||||||||||||||||||||
Stoc
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vroedfchapsplaats verlaaten , en nu in 't
vermoeden geraakt was, dat hy zig ophieldt met het verzamelen van penningen, ten be- hoeve der Remonftrantfche Predikanten en Gemeenten. In 't gaan naar den kerker, hadt hy twee brieven laaten vallen, die , door Rem Egbertszoon Biifchop, aan hem gefchreeven waren. Zy waren door den Schout opgeraapt, en den Wethoudëren ter hand gefield. Een deezer brieven luidde als volgt: 2yn Ecrfaemc byfondre gunflige Heer en Vrundt,{
brtefaan D'uwe alle beyde van 't verflooren der Armi-
Paulus nianenfyn my geworden, en daer uit heb ik Stochius, „erÏCn [jQg Öderen in laß geweeß is, en meer Vroed- met hem in groot prykel. Geboft fy Godt, die fchap te 'tfoo gewendt heeft. O Godt, f aldit altydtfyn, Leiden. en nimmermeer enden ? Wat füllen wy doen ? Den Heere bidden. Wy hebben gefondigt. Hee- re vergeeft het ons. 't Is my lief dat gy hoops bebt, dat het aen dien man goed doenfal't Ont- wyken is befi. Ditmael. Uw brief ken f al ik daetelyk gaen beflellen, en morgen, met Godts hulpe, foo der cenfehuit vaert, vifch fenden. Mynfchip is noch niet gekoomen. God bewaer het voor ongeluk, 't Heeft my defenfoomer al wat getroffen. Patientie. Ik foude u al eer heb- ben geantwoord , dan hadde hoope [_dat~] de fchuiten eer gevaeren fouden hebben, en dat ik 't dan met de vifch te gelyk Jou hebben gedaen, Wynant heeft nog niet ontfangen ,foo my fyn dochter gefeit heeft, of 't is u gefunden. Van Staeden weet fy niet, dan van Nieumegen is een brief aen U gekomen en voortgefonden. An- ders ditmael niet noodig hebbende te fchryven, beveele Uw E. in Godes bewaeringe, en fyt van herten gegroet R. E. Bisschop.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
rjÄ
|
|||||||||||||||||||||||||||||
«je»
,„1
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Onder flondt gefchreeven:
Hier gaet het redelyk , magh 't foo blyven. De
vifjchery is goed by defi nevelige donkre lucht. De Vader van Jacob is een goed vijjeher: brengt hier goede waeren ter markt, die fchynen aen- genaem te weefen , en füllen profyt geeven, (») Zie Brandt III. Deel, bl. ss*.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
., by Jan Ë-ieuwettz. hl- *4'-'i*<
. by jan Bieiwenz. *'• J+r' |
|||||||||||||||||||||||||||||
ft/) Brieven gedrukt l66z
(w) Blieven gedrukt 1661 |
|||||||||||||||||||||||||||||
XIII. Boek.
|
GESCHIED ENI S S E N.
|
||||||||||||||||||||||
475
|
|||||||||||||||||||||||
%o.
|
|||||||||||||||||||||||
haar, vervolgens, in een ander vertrek gaan, 1620.
en leide in beraad, of men haars mans Comp- Zyn toir of Schryf kamer ook door 't Gere°t zou Comp- laaten bezoeken. Schepenen gingen byBur-toir, gemeefteren : ook zag men Burgemeefter "S Pauw in Schepens kamer gaan. Sommige zogt. Schepenen zogten 't bezoeken te voorko- komen, en verftonden, dat men 'er niet by overftemming toe befluiten mögt. Doch eindelyk werden de Schepenen, Jakob Hoog' kamer en Albert Koenraad Burg, gemagtigd, om, nevens den Schout, Willem van der Does,-Rem Biffchops Comptoir , brieven en papieren te doorzoeken : 't welk, ter- ftond , eer de vrouw nog t'huis kwam, in 't werk gefteld werdt, en drie of vier uuren duurde. Men vondthier verfcheiden' fchrif Watmen ten, die de Heeren medenamen: onder ande- daar ren, hetaffchriftvan eenen brief, door Rem vondt?< gefchreeven, over de verandering der Re- geeringe in Holland, in 't jaar 16x8, waar- in gelezen werdt: Is dit zefligjaarige oud- heid?^ Is weieene goddelooze Calvinifcheflout- heid ? voorts een' brief van eenen Daniel Hiole uit Dantzig, die Rem bedankte voor een toegezonden verhaal van 't gene op de Dordrechtfchc Sinode omgegaan was, en voor 't gene, desaangaande, in druk was uitgegeven, en hem toegefchikt: nog twee brieven van den ProfefTor Episcopius, twee affchriften van Pasquillen, en eene lyftvan dertig of veertig naamen , door Rem ge- fchreeven , zo men meende, vanperfoonen, die voorhadden zig met der woon naar Sta- de te begeeven. De Schepen Jan Willems- zoon Bogaard reisde, weinige dagen hierna * op Leiden en den Haage, waarfchynlyk om de ontdekkingen, in Rems Comptoir ge- daan , te vergelyken met de bekentenifle van Stochius. Toen vreesden fommige Re- monflranten te Amfterdam, dat het hun gelden zou, en dat men hen, over de Col- lege, zou aanfpreeken. Jan Willemszoon Uffelink,va» wiens yver in dit werkwybo- ven gewaagd hebben, week,ten deezenty- de, ter Stad uit (y). En den dertigften Ja- Drie Re. nuary, werden drie Remonftrantfche bur- mon. gers, Henrik Ekelboom, Abraham Anto- ftrant- niszoon enPieter Jooften, voor Schepenen £fres^l' ontbooden, en op 't ftuk der Colle&e on-fenVoor dervraagd. Ekel boom bekende „ dat hy, Schepc- „ uit zig zelven, honderd guldens aan ar- nen ont- „ men gegeven hadt,de helft aan de Wee- b°oden. „ zen, en de helft aan eenige Waaien." Daar één der Schepenen op vraagde, was V niet am Goularts Waaien? Poch hy ver- klaar-
|
|||||||||||||||||||||||
gen om vergiffenis te verzoeken, en werdt,
na lang zitten , onder borgtogt, ontflaa- gen (x). Doch op den zeftienden January, drie
dagen na dat Stochias in hegtenis genomen was, werdt Rem Egbertszoon Biffchop, te Amfterdam , voor Schepenen ontbooden. Hy antwoordde „ dat hy komen zou." Doch, verftaande dat men voorhadt hem vaft te houden, en tegen Stochius te hooren, liet hy zig , door zyne Huisvrouw, beweegen, om voor't gevaar, dat hem dreigde, te fchuilen, ofte wyken. Den volgenden dag, kwam 'er wederom een bode, zeggende, 3, dat hy terftond boven komen moeit." Doch zyne Huisvrouw, Lysbeth Filips de Biffchop, gaf ten antwoord, Hy kan niet ko- men. Hebben de Heeren iet te vraagen, waarin ik hen kan dienen; ik ben bereid te komen. Maar- myn man komt voor deeze maal niet. Toen liet men de vrouw, terftond, voor Schepenen komen. Men vraagde, Waar omkomt uw man niet, op 't gebod der Schepenen ? Of weet hy niet) dat hier zyne Overheid is, die hy gehoor- zaamheid hewyzen moet? Myne Heeren,ant- woordde zy, dat hy niet komt, is zyn fchidd niet, maar de myne. Ik heb my zelve ver-' vaard gemaakt, ziende, aan 't vangen van inyns mans goeden vriend te Leiden, hoe men t op de Remonflranten heeft gelaaden. Daar- om vrees ik, dat men mynen man, dien men niet man de minßen onder de Remonflranten agt te zyn. de eene of de andere fmaadheid zal aandoen: 't gene ik niet zou können draagen ; mant ik ben, door de plondering van myn huis, over drie jaar en gefchied, nog zo gekwetfl, dat ik niet meer lyden kan. Eenigen van de Schepenen zogten haarte overreeden, dat zy haaren man be\veegen zou boven te ko- men. Doch zy badt, dat men 't haar niet vergen, noch haar 't weigeren kwalyk af- nemen wilde; maar haare zwakheid te ge- boet komen. Zelfs verklaarde zy „ eerder s> zelve in de gevangenis te willen gaan, j, en goed en leeven opofferen, dan haaren » man, fchoon zy van zyne onfchuld over- » tuigd was, beweegen om boven te ko- *> men, zonder verzekerd te zyn, dat hy Sï niet vaffc gehouden zou worden." Hier over reezenlhooge woorden. Eenige Hee- ren zeiden „ dat men 't Land beroerde, 55 het prediken niet laaten wilde , en op >> geene Plakaaten pafte." Waarop de Vfouw hernam „ dat de Roomfchen ook 't '% Prediken verbooden hadden, zonder dat » het gelaaten werdt, en dat men God bo- " Ven al gehoorzaamen moeft." Men liet *J BRAndt IV. Deel, il. 16$, 167 , 161,169,170, IJS'
L STUK.
|
|||||||||||||||||||||||
berts. b
orde l
.0or |
|||||||||||||||||||||||
St
|
|||||||||||||||||||||||
O
|
»0,
|
||||||||||||||||||||||
«1.
|
|||||||||||||||||||||||
(y) Zü BB4NDT IV. V1' il- !Z'*
Ql1 |
|||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||
476
|
||||||||||||||
1620. klaarde „ niet te weeten, wiens Waaien het gerigt aan den Heer Abraham Boom, die, J°
„ waren." Abraham Antoniszoon, gevraagd met de verandering der Wet in February, ginS'J zynde „ of hy geene Collecle gedaan hadt, wederom Schepen geworden was, en met S*^ „ voorde Remonftranten ?" antwoordde, wien hy, veele jaaren, vriendfchap gehou-B „ dat hy ongehouden was, dit, of iet, dat den hadt (b). In deeze brieven, veront- „ hem bezwaaren kon, te zeggen. Willen fchuldigde hy zig ook, over 't gene men, „ de Heeren iet ten zynen lafte, zy mog- te Leiden en op zyn Comptoir, ten zynen „ ten 't bewyzen, en hemdoen 't generegt nadeele, meende ontdekt te hebben. ,, De „ was." De Schepenen hernamen : wy „ Lyft vannaamen, die hem verdagt ge- weeten wel, van welke gezindheid gyzyt. Dat „ maakt hadt, kon, fchreef hy, wel tot. men zulks van u vermoedt, is zo vreemd niet. „ geheel andere einden dienen, dan men Zegt daarom ronduit wat 'ervan zy. Doch de „ waande: en men hadt geen bewys , dat ander antwoordde: Dat 's geen fiyl van reg- „ 'ar iet onbehoorlyks mede gemeend, veel ten. Sommigen hebben zig weleer aan een ,, min uitgevoerd was. Met de Heeren van flaak gepraat, met meer te zeggen dan zybe- „ Stade, hadt hy niet gehandeld om eeni- hoefden. Ik weet beter. De Schepen, die 't „ gen van 's Lands ingezetenen derwaards woord voerde, liet zig daarop hooren: Zo ,, te troonen, gelyk men hemnaargaf. De gy 't met geen gemoede zeggen wilt, zullen „ twee Pasquillen, die men zeide op zyn wy 'tu wel doen zeggen. Waarop de ander zei- „ Comptoir gevonden te hebben, betuigde de, de Heeren können doen wat hun gelieft: „ hy, voor God, niet te hebben gemaakt. ik ben in hun geweld. Doch als één der Sehe- „ Doch hy was gewoon alle fchimp- en penen hierop zeide, wy zyn geene gewelde- „ fteekdigten, van wat zyde zy ook kwa- ■ naars, verbeterde hy zyn zeggen,in deezer „ men, als zy eenigszins aartig waren, uit voege, Laat het dan zyn in hunnemagt: want „ te fchryven en te bewaaren: 't welk hy ikfla hier voor de Heeren, en zy hebbenmagt „ verftondt niet verbooden te zyn. Voorts, om my te doen wat hun gelieft. Pieter Joos „ betuigde hy, niet te zulkn nalaaten,lief- ten werdt niet flegds over de Collecle on- „ de te bewyzen aan zyne behoeftige broe- dervraagd; maar ook, of hy in geene Re- „ ders, fchoon hem dit hier voor misdaad monftrantfche Vergadering geweeft ware? M aangerekend werdt. Eindelyk, verklaar- Doch hy ontkende 't een en 't ander, en „ de hy zig ook ongezind, om vrygeleide bleef by de ontkentenis: 't welk met re- „ te verzoeken, gelyk hem geraaden was» den vreemd fchynen mag, alzo, gelyk wy „ zyndè hy bedugt, dat men iet uit hem boven (^aantekenden, deheimelyke Ver- „ zou tragten te trekken, welk 'er niet in gaderingen der Remonftranten, reeds in 't „ was, of hem opening vergen, waarvan voorleeden jaar, ten zynen huize, gehou- n hy en andere eer lyke luiden niet dan fcha* kenlaat den waren. Toen men met deeze drie lui- „ de zouden te wagten hebben (c)." Op ze gaan. den niet verder komenkon, liet menze gaan; de drie indaagingen, volgde geene vierde, doch onder belofte van des vermaand zyn- De Schout vondt niet goed, het geding ver de wederom te zullen verfchynen. der te vervolgen. Maar Rem Egbertszoofl Rem Eg Maar ten volgenden dage, zynde den een- durfde, vooreerfl, niet waagen.zig inAnr
berts- endertigften January, werdt Rem Egberts- fterdam te vertoonen. Hy begaf" zig inBra' z0°" zoon 'Biffchop, om dat hy, ontbooden zyn- bant, daar hy zig eenewyle tyds onthieldt-' met de de, tegen zJne belofte, niet verfcheenen toen naar Frankryk; daar hy tot in 't vol' klok in- was, en om dat men, :in zyn Comptoir , gende jaar vertoefde : waarna hy wederofl1 gedaagd, blyk gevonden hadt, dat hy, tegen's Lands naar Amfterdam keerde (d)} gelyk wy be' , Plakaaten, gezogt hadt de gemeene ruftte neden zien zullen. *$., verftooren,openlykmet deklok ingedaagd, De Regeering deezer Stad deedt, x&f\,
om zig hier, binnen zekeren tyd, te komen Dagvaart van Holland, die in Maart gehoii'ft^ verantwoorden. Op deeze indaaging volgde den werdt, onder anderen, voorflaan „ d^JÉ/* eene tweede, den veertienden, eneeneder- „ men geene anderen tot ampten van W^ Hy ver- de, den agtentwintigften February (a). Doch „ geeringe of Politie behoorde toe te laate"y (tV fchynt Rem > die zyne regters, of de meeften der- , dan mannen van de waare Gereformeerde,, fchryff zelven voor ?*"*<% hiddt' vondt geraa- „ de Religie (0 :" Toen ook,op den e&'Léf
tot zyne den, zig fchuil te houden, enopgeenedee- e{i J/' veront- zer indaagingente verfchynen. Hy gaf re-
|
||||||||||||||
fchuldi- de
|
(c) Brieven in if,6z. te Amt. by JanRieuwertsz.^«1''''
hl. 2ji, 132 , ï4i . 243. (d) BBANDT IV'. Deel, hl. 192. ,/,
(*.) BUdm. 473. fe) Refol, Hoij, 20 mmh Uio, hy EfiANDT IV. D' («; Kearb. I. ƒ. 220. i;. i0J), |
|||||||||||||
XIII. Boek.
|
||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||
477
|
||||||||||||||
fchap, van welke hy, in zyne jeugd, de 1621.
beginfels geleerd hadt. Zelfs ontwierp hy, ter deezer gelegenheid, een werk tegen 'de Pynbank, 't welk naderhand in 't licht kwam, en van kenners geoordeeld werdt, geleer- delyk en bondiglyk gefchreeven te zyn. in 't begin van Juny des jaars 1621, werdt hem en Prince, op laft der Wethouderfchap , niet flegts vry gebruik van fchryfgereedfchap toegeftaan; maar men gaf hun ook verlof, om zig, dagelyks, op de plaats van het Tugthuis, te vertreeden, en daar de aan- fpraak. hunner vrienden en bekenden, ter befcheidenheid der Regenten, te genieten. 't Is zelfs gebeurd, dat Prince in gefprek Een hun- raakte met den Paltsgraave Fredrik, ver- ner raakt dreeven Koning van Boheme, die, nevens geJ^jf de Gemaalin van Graave Ernft vanNaiTau, met den den Heer van Brederode endeszelfsZufter, Koning den Engelfchen Gezant Carleton en andere van fi0" Grooten, het Tugthuis was komen bezien.lierae- In welk gefprek, daar Carleton en anderen zig ook 'm mengden, Prince vrymoediglyk beweerde „ dat hy wel van de Heeren Staa- „ ten, maar niet van Gode gebannen was; ,, dat hy Gereformeerd was, niet naarden „ Catechismus van den Palts; maar naar ,, Gods woord; datdeSinodedegemoeden „ niet verbinden kon , vooral niet tegen „ Gods woord ; dat elks eigen geweeten ,, zyn Regter zyn zou , in dingen, die den ,, grondflag der zaligheid betroff in, en d at, „ in minder dingen , de onderlinge vér- „ draagzaamheid plaats hebben moeit." De Heer van Brederode zeide toen „ dat „ zy ,Remonftranten, eikanderen eenen eed „ van getrouwheid gedaan hadden , dien „ zy niet afgaan wilden." Doch Prince antwoordde „ dat zy niemant gezwooren „ hadden dan Chriftus, hunnen Heere, en „ dat, het gene men van eenen anderen eed „ uitftrooide, loutere agterklap was." In 't heengaan, zeide Carleton tegen iemant, „ die man heeft verftand. 't Is jammer, „ dat hy'tniet beter gebruikt heeft." Waar- op Prince, die dit gehoord hadt , zeide, Ik dank God, dat ik nog niet overtuigd ben, van bet, tot hiertoe, kwalyk gebruikt te heb- ben. Het meefte gezelfchap fcheidde toen, met betoog van beleefdheid; maar vanééne der voornaamfte vrouwen uit het zelve wordt verhaald, dat zy de Predikanten, die hier zaten, voor oproermaakers en landver- raders fcholdt. Doch zulke bejegeningen ontmoetten hun dikwils , waartegen zy , flegts fomtyds, gelegenheid hadden , om zulken, die hen kwamen zien, beter te on- derregten (i). Gre-
(i) BRANDT IV. Deel, hl, 57S>'5S2,
Qqq 2
|
||||||||||||||
°. endertigftenOclober deezes jaars, de Schout,
Willemvan der Does, zyn ampt nederleide, werdt het zelve, by voorraad, tot aan Vrou- wendag des jaars 1621, waargenomen door den voorzittenden Burgemeefter, Fredrik de Vry, van wien, in fchriften van dien tyd, aangetekend wordt, dat hy zig, geduuren- de zyn Schoutfchap, veel moeite gaf, om eene Arminiaanfche Vergadering te betrap- pen (ƒ). Zelfs, begon men, na 't uitko- men van een tweede Plakaatder algemeene Staaten, welk den eerden February gedag- tekend was , enwaarby vyf honderd guldens beloofd werden aan elk, die eenen Remon- ftrantfchen Predikant in hegtenis leverde, fcherper te letten op de Predikanten, dan te vooren. Een van de eeriten, die, federt, gevat werdt, was Joannes Grevius , voor- heen Predikant te Heusden, die te Emme- rik betrapt, van daar naar den Haage ge- voerd , en , den zeftienden May, door de Ge- deputeerden ter Generaliteit, veroordeeld werdt „ om gebragt te worden in het fe- „ creete Tugthuis te Amfterdam, en aldaar, „ zyn leeven lang, even als andere tugte- „ lingen, bewaard en gehandeld te wor- „ den (g)" 't Zelfde lot trof, wat laater, Samuel Prince, weleer Predikant te Baard- "Wyk in 't Land van Heusden, die op 't Ei- land Goereede gevat, en ook naar den TT t
Haage gevoerd was, daar hy, doorGemag
tigden van den Hove, gehoord werdt, en van waar men hem, omtrent het midden van Juny, naar het Tugthuis te Amfterdam Voerde, zonder dat zyne Sententie ooit ge- meen werdt gemaakt (/;). Zy klaagden , federt, dat men hen, in 't heimelyk Tugt- huis, in 't eeril, zeer hard handelde, en weeten 't aan de Regenten, die thans waren Korneas Schellinger, Suiker bakker en Oud- Diaken, Pieter Dirkszoon Emaus, Matthys Janszoon Egh en Jakob Jakobszoon Zeeuw, ft. en aan den Binnenvader. Men onthieidt hun, in den winter, fomtyds, vuur en licht, en alle boeken, die de tegenwoordige ker- kelyke gefchillen betrofFen. Zy werden befchimpt, getergd, en fomtyds, met het openbaar Tugthuis, en met de rasp ge- dreigd. Hunne vrouwen en kinderen wer- den , in de maand of zes weeken, naauw- lyks eens by hen toegelaaten. Doch deeze en diergelyke hardigheden gefchiedden, Steent men, buiten kennis der We-thoude- ren. Ook verkreeg Grevius, eerlang,verlof tQt het leezen van Regtsgeleerde boeken, en begaf zig tot de oefening eener weeten- S'iruL Vrve aanwyzing tegen de Hiftoiie van F. deVky,
Ó>) I^NDT IV. Deel, hl. 220, 234.
J «HaNot 1V, Dee!> j/t jij , 243 , 244, |
||||||||||||||
\
|
||||||||||||||
!
|
||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||
4?8
|
|||||||||||||||||||||||
i62t-
|
|||||||||||||||||||||||
Frederici, weleer Predikant te Utrecht, be-
geven naar de Hoofdbrugge by Schreijers- hoek, om van verre te zien,hoe 't werkaf- loopen zou. Doch hy werdt, in 't voorby- gaan, digt by de brugge, in 't licht der maane, die toen byna vol was, gekend van eene vrouw van Hoorn, die op de Gelder- fche Kaai woonde, en over haare deur lag. Zy ontdekte hem eerft aan haaren man-,en toen aan zekeren Schuitevoerder: en deeze laatfte gaf het den Schouten, of derzelver dienaaren te kennen, die Sapma, over de leuning der brugge leggende, aantafltenen bonden, terwyl Izaak Frederici het gevaar ontliep. Sapma werdt, voor eerft, gebragt in 't voorhuis van Jan Olfertszoon, daar men nog bezig was met het optekenen der Re- monflranten. Men ontbondt hem, op de voorfpraak van Lysbeth de Bifïchop, Huis- vrouw van Rem Egbertszoon Bifïchop, die ook in de Vergadering geweeft was , de handen, tot groot geluk van veelen, alzo zulks hem gelegenheid gaf, om eene Lyft van naamen van zulken, die iet tot onder- houd der gebannen Predikanten gaven, te gelykmet zyn' neusdoek, uit zyn zak te haa- ien en te verfleeken onder een ftoelkuffen, daar zy, zonder door de Schouten gezien geweeft te zyn, na eenige dagen verloops, door de dienftmaagd van 't huis, gevonden werdt. Omtrent ten twee uuren in den nagt, werdt Sapma, tuffchen de twee Onderfchou- ten , naar de Stads gevangeniffe aan 't Stad- huis , de boeijen genaamd, overgebragt. Hy werdt , naderhand , verfcheiden' reizen , door Schepenen , ondervraagd; eens in de Pynkamer. Hy beleedt, meermaalen, hier ter Stede, en ook elders gepredikt te heb: ben; doch betuigde, gemoedshalve niet te können zeggen , waar hy t' huis gelegen hadt, noch waar vier of vyf Predikanten , die zig nevens hem hier hadden opgehou- den , hun verblyf hielden. Hy bekende ook, dat hy jaarlyks driehonderd vyfentwintig guldens genooten hadt; doch wilde niet ont- dekken, van wien hem deeze fomme ter hand gefield ware. Voorts, viel 'er met den Schout ende Schepenen dikwils gefprek 0- ver de Leere, waarin hy 't gevoelen der Remonflranten, naar zyn befte vermogen, verdedigde. Hy fchreef, federt, dat fotn- mige Schepenen, met naame deHeerRoe- tert£rnft,hem zeer fmaadeiyk bejegenden. Ook leverde hy den Geregte eene fcjarifte- lyke verdediging over van zyn gedrag' dis zo veel fcheen uit te werken, dat men hem, federt, minzaamer toefprak. Zelfs hadden eenige Heeren, te vooren reeds , niet don- keriyk te verflaan gegeven, dat zy met hem |
|||||||||||||||||||||||
Grevius en Prince hadden al eenen gerui-
men tyd in het Tugthuis gezeten , toen eenige yverige Remonflranten, met hunne kennis, eenen toeleg fmeedden, om hen, door middel van ladders, te verlolFen. De beleider van 't werk was Dominicus Sapma, voorheen Predikant te Hoorn , die thans, fomtyds, voor de heimelyke Remonftrant- fche Vergadering, hier ter Stede, predikte. In Auguftus des jaars 1621, werdt de toe- leg in 't werk gefield. Sapma was reeds aan 't overklimmen, om Grevius en Prince te haaien; doch 't mislukte ,by gebrek van een genoegzaam getal helperen , en door eenen misflag, omtrent een klein gedeelte van den toeftel. Sapma ontkwam het ge- vaar, waarin hy zig gefteken hadt, geluk- kiglyk. Weinig tyds hierna, zou men't werk hervat hebben; doch 't bleef ageer, alzo Sapma zelf in hegtenis raakte Qk): 't welk zig in deezer voege toedroeg. |
|||||||||||||||||||||||
1621.
Men
fineedc een toe- leg om hen te verlos- fen. |
|||||||||||||||||||||||
Ds W
Dom'«1;
gevat»
|
|||||||||||||||||||||||
De Re-
mon- ftrant-
|
■De Remonflranten hielden, laat in den
avond van den agtentwintigflen Auguftus, |
||||||||||||||||||||||
eene kleine Vergaderingvan omtrent vyftig
e^0^ftmenfchen,ten huize van JanOlf'ertszoonop op den den Kraansfleiger, tuffchen de Waal en de Kraans- Hoofdbrugge. Doch ten einde van 't gebed fteiger na de preeke, werdt men gewaar, dat het aeftoord ^u's met wz& bezet was. Drie of vier man-
* nen meenden uit te gaan: doch men riep, fiaat, of dat gaat Vr door! Zy week en dan wederom naar binnen , en flooten de deur. De Predikant werdt verfteken, in eene plaats, daar hy wel bewaard was. Ook vondt men nog fchuilplaats voor vyftien of zeftien per- foonen. Eenigen bergden zig in de Kelder: . anderen, op de daken, tuffchen de huizen. Op deeze wyze, wagtte men den Schout af. Eindelyk , kwamen twee Onderfchouten , Piet er Janszoon Vlasvat en Arend Elberts- zoon Haan. De deur werdt geopend. Men zogt naar den Predikant èn de toehoorders. De eerfte werdt niet gevonden. Maar men vondt omtrent twintig van de laatften, wel- ker naamen opgetekend werden. Met ver- bergen , zoeken , vinden en optekenen , werdt de nagt,tot over twee uuren,geflee- ten. Doch ten een uure, hoorde men, van buiten , roepen , Zy hebben den Predikant. Van binnen . hieldt men zig verzekerd, dat de Predikant veilig was, en dat die van bui- ten zig bedroogen. Maar hun was, inder- daad , een Predikant in handen gevallen , fchoon een ander, dan die daar dien avond geleerd hadt. Dominicus Sapma, vernee- mende, dat de Vergadering op den Kraans- fleiger geftoord werdt, hadt zich, metlzaak (k.) Brandt IV. Deel, il. jsz.
|
|||||||||||||||||||||||
d" lï
U6
|
|||||||||||||||||||||||
»V
|
|||||||||||||||||||||||
XIII. Boek. GESCHIEDENISSEN. 479
t62i. verlegen waren, en wenfchten dathy hon- werk Hellen moeft. Sapma nam 't help'd
derdmylen van daar was. Drie weeken om- der onderneeminge wederom bv der hSS trenthackhygezeten,toenzyneHuisvrouw, en Haagde nu gelukkiger dan tevooren TV Grietje Ulbes, en zyne Zufter vryheid kree- nagt tuflchen den twaalfden en dertienen & onf f? • or? hemSed^uriglyk te bezoeken, ge- Ocïober werdt 'er toe beflemd: en de dïnY Suit iyk z? deede"-, s Naëcs na den seienden ternis, zynde de maan omtrent zeven en JK'te-september, fchoot hem een middel in den twintig dagen oud, kwam den aanlegeeren s< zin ter zyner verloshnge , waarvan hy, 's zonderling te itade. Men hadt de fllutels Maandags den twintigften zyner Huis- van de kamers, daar de gevangenen zaten, vrouwe en Zufter kennis gaf. 's Woendags en die elk twee deuren en twee floten had! daarna, kwamen de vrouwen hem, ten vier den, weeten nagemaakt te krveen Het uuren na den middag, naar gewoonte, be- Tugthuis hadt hooge muuren, en ftèileda- zoeken. De Huisvrouw hadt een' doekom ken,die men op- en af klimmen moeft Aan de km, als ofzytandpyn hadt, en was voorts, den buitenmuur van 't gebouw, bra<n men meteen klik en ander gewaad, zo toege- houten ladders, die zwart geverwd"waren fteld, als Sapma dagt uit te gaan Toen op dat zy, in den donker, te minder moe- t halfzeven werdt en de poortklokluidde, ten gezien worden. Langs deezen klom trQk de gevangen een vrouwen rok en jak men eenige mannen naar boven en on het over zyne kleederen aan, bondt een* fchor- dak, over welk zy touwleeren' fnand™ teldoek voor, zette eene huif op, fpelde vaftmaakten en vallen lieten tot od d een' doek om de kin, en ftak een vrouwen- plaats van 't binnen-tugthuis. Tot hiert ring aan de hand, daar hy den neusdoek was 't werk gebragt, onder' 't geloop Jan' mede voor den mond houden zou. Wan- menfchen en 't gebas van honden zonder neer 't nu donker genoeg was, en hy de dat de aanleggers ontdekt waren Doch gelegenheidgunftigoordeelde, hing hy een' terwyl eenigen op het dak ftonden ande- huik om, en ging, met zyne Zufter, behen- ren langs de touwleeren op de binnennlaats diglyk af, zyne Huisvrouw in den kerker nederdaalden, kwam een buurman met den laatende. Eene oude vrouw, die de fleu- blooten degen aanloopen op de genen,die tels droeg, tradt vooruit: haar volgde de van buiten, de ladders bewaarden, roepen- Zufter, welke, nevens Sapma, die de laat- de „ dat zy dieven waren, die de' geldkift Itekwam, zig geliet bitterlyk te fchreijen, „ van 't Aalmoefleniershuis" welk toen en den neusdoek voor mond en oogenhieldt, ftondt digt by het Tugthuis daar nu de mtgelaatenwerdt.Opftraatgekomen,moeft Latynfche School is „ befteèlen wilden" hy nog een goed ftuk wegs voort-, en veel Men deedt wat men kon, om den man' volks voorbygaan, eer hy kwam, daar hy met goede woorden , te ftillen , ronduit wezen wilde. Zyne Huisvrouw zat nog ze- zeggende, dat men voorhadt de Predikan- ven dagen in hegtenis, doch werdt toen op ten te verloflen, en men brast het zo ver SN VrKeten igefldd f' u dat hy .Zig SezeS§en liet»en eerlang heenen
X Mldk™Y]' was >door £et gevangen nee- ging. Maar van binnen riep één der tug-
\^n p«ï van Sapma, gelegenheid gegeven tot telingen, die niet wel by 't hoofd bewaard i^Uit net uitftellen van den toeleg, om Grevius was, op het verneemen van gerugt 0p de S 8|l-en pnnce te verloffen. De Remonftranten binnenplaats , de Arminiaanm brcelen uit f %.' Wa.ren bedugt, dat Sapma ook in het Tugt- de Arminiaanen breeken uit! Doch 't werdt nuis geplaatft zou worden, wanneer zy hem, in huis niet gehoord, of, om dat hy 't *e gelyk met de twee anderen, dagten uitte meermaalen plagt te roepen , zonder dat'er «elpen. Doch's daags na zyne ontkoming, iet aan was , niet geagt. Ondertuflchen «amen eenigen de verlosfing van Grevius hadden de mannen, die op de binnenplaats en Pnnce op nieuws by der hand die egter waren nedergedaald, de gevangenkamers £*n voor de tweede reize mislukte: en 't met de nagemaakte fleutels geopend en geelde luttel, of de beleiders en aanleg- Grevius en Prince daaruit gehaald,die'zv, .T*s waren ontdekt geworden.'t Werk bleef langs de houten ladders, naar beneden dee- «n iteeken, tot dat de Remonftranten, op den klimmen. Met hen raakte ook vry een j^urdag den negenden Oftober , kennis Jezuit Levinus Wouters van BnuTel, en twee v ^egen, dat men de twee Predikanten, den luiden van andere foorte. Doch om des VefP-nden Woensdag> «aar 't Huis te Loe- Jezuits wille, waren ook eenige Roomfch- dat ^n voeren zou. Toen werdt beflooten, gezinden den Remonftranten behulpzaam benden toeleg, nu of nimmer, in 't geweeft, in het bevorderen deezer verlos- (r finge. Grevius en Prince kwamen in 't ÄiN°T iv. D«/, hi. SS9-S76. donker by eenigen hunner goedgunnexen
Q<H 3 era
|
||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||
48o
|
||||||||||||||||||||||
't leedt geene drie weeken na zyne terug- iö2
komft, of de Schout kreeg aanfchryvens uit den Haage, om het regt der Graafelykheki tegen Rem Biflchop te bewaaren. Dit ver- wekte nieuwe bekommering. Rem (liep een nagt buitens huis, en bleef den volgenden dag van de beurs. Doch daarna verfcheen hy wederom in 't openbaar. Zelfs trof hy gevalliglyk den Schout aan in de Hand- boogs-doele, die hem zeervriendelyk beje- gende; doch te gelyk te kennen gaf, dat hy gepord werdt iet tegen hem te doen, en dat hy hem roepen zou. Ook gefchiedde dit ^g des anderendaags. Op des Schouts rolle ^ verfcheenen, werdt hem verklaaring afge-^or*0^ |
||||||||||||||||||||||
1621. en werden eerft des morgens gesnift. Ook
vondt men twee ladders itaan aan den bui- tenmuur , die de uitvoerders hadden agter- gelaaten, om door 't medeneemen niet ont- dekt te worden. Zypredi- Grevius en Prince predikten, na hunne ken, na verlosfing,, nog eenigen tyd, in de heimely. hunne ke Vergaderingen te Amsterdam. Doch de °°ÜL°' laatfte vertrok eerlang naar Rotterdam , |
||||||||||||||||||||||
ming,
nog in ww v .,-,,.
heimely- Grevius reisde, in t volgende jaar, naar
keVer- Duitfchland, gaf, in't begin van 't jaar 1624, gadering zyn boek van fc Pynbank, te Hamburg, in't Stede'" licht5 doch werdt, kort daarna, op eene reize naar Spiers, vermift, zonder dat men ooit iet van hem vernomen heeft (m). De Re- Midlerwyl, werdt, zo ver my gebleeken geering is, hier ter Stede, geheel geen onderzoek begint geciaan naar de bewerkers der verlosfinge zMinT-1" van Grevius en Prince. 't Scheen, dat de heid te meer der heiduder Wethouder en, allengskens, neigen, neigde tot zagtheid en gemaatigdheid. De Schout Jan ten Grootenhuis hadt zig, we- gens de boete der Vergaderinge, die, ten tyde van 't gevangenneemen van Sapma, geftoord was, laaten voldoen met vyfhon- derd guldens, fchoon hy, ftrengelyk han- delende , wel twaalfhonderd guldens zou hebben können vorderen (ra). In de jaaren iÖ23en 1624,raakten, hier ter Stede,nog wederom drie Remonllrantfche Predikanten in hegtenis, eerft Petrus Cupus; kort daar- na Bernberus Vezekius, en, eindelyk , Ar- noldus Geefieranus ( o ), die allen drie, on- der Acte van Non prejudicie der Gecommit- teerde Raaden, van hier vervoerd, en op 't Huis te Loeveftein gevangen gezet wer- den (j>). Doch na dien tyd, ging men hier zagter omtrent de Remonftranten. Ook waren, in Februarydeezesjaars 1621,reeds eenige Heeren in de Regeering gekomen, die de zaaken zogten te beleiden tot rekke- E^ -ts tykheid en gevoegzaamheid : 't welk Rem 2oon " Egbertszoon Biflchop, die, in 't voorleeden Biflchop jaar, tot driemaalen toe, met de klok inge- komt daagd was, hadt doen befluiten, om her- tader0In waards weder te keeren. Hy kwam > den Stad. eerften Juny, in de Stad, vertoonde zig , terftond daarna, op de nieuwe brug, opdë beurs, en andere openbaare plaatfen, daar de regeerende Burgemeefter, Pieter de Vla- ming van Oudshoorn, de Vice-Prefident Sche- pen, Abraham Boom, en andere luiden van aanzien, zig niet ontzagen, openlyk met hem te wandelen en te verkeeren. Doch |
||||||||||||||||||||||
vergd van zynen brief aan Stochius (q). Doch se
|
iebe-
|
|||||||||||||||||||||
zyn Procureur vorderde ,, dat de Schout ro1!^
„ eerft zynen eifch doen, en hem tyd laa*?1 „ ten zou, om te antwoorden." De Schout begeerde daarentegen „ dat de brief eerft „ verklaard werdt, dan zou zyn eifch haalt „ gereed zyn." De ander antwoordde „ dat „ zulks geen ftyl van regten was." DeSchout, zig toen tot den gedaagde keerende, zei- de „ dat hy na den middag tot zynent ko- „ men, en den brief uitleggen moeft ; 't „ welk hy ligtelyk doen kon." Rem ver- zogt den briefte mogen zien, en 's ande- rendaags werdt 'er hem een afichrift van ge- zonden. Vier weeken daarna, kwam Rem ten huize van den Schout,hem vraagende, „ of hy hem de begeerde verklaaring van „ zyn briefje aan Stochius moeft komen „ brengen, of wagten op nader ontbod?' Doch de Schout gaf hem zulk antwoord, p^^af waaruit duidelyk bleek, dat hy de zaak gaar- tih$- ne zou laaten fteeken. Ook werdt Rem Bis'lv' fchop , door den Schout of de Wethouder- e fchap , niet verder gemoeid. Doch in 0& F^'et tober werdt hy ontbooden voor den Kerken ^g1^, raad, drie maaien door den Kofter, en te^See<i vierde maale door eene bezending van d^ <^|. W Predikant Jacobus Rolandus enden Oude1" j^11 ling Herman Albertszoon, Kleermaaker. Ma^r ^ hy weigerde, t'eiken reize, te verfchynefl» en gaf, onder anderen, voor reden van 1>T ne weigeringe, dat hem, in 't jaar iói7' de broederfchap reeds opgezeid was. &\ voorzag wel, dat men voorhadt, hem ple# tiglyk van de Gemeente af te fnyden, e, dat zyn verfchynen voor den Kerkend het begin deezer Kerkelyke Regtspleegiité, geweeft zou zyn, waaraan hy niet goe ' vondt zig te onderwerpen. Doch 't liep n°F wel dertien maanden aan, eer men 't ^eï ' van de zyde des Kerkenraads, wedet0 |
||||||||||||||||||||||
(m) Brandt IV. Deel, hl. $82-J*8.
(n) Brandt IV. Dtel, hl. 6oS.
(«) G. Brandt Dagwyzer, hl. 683. 14» 2J*.
(/) Groot-Memor. N. III. ƒ. 1, 12.
|
||||||||||||||||||||||
(q) Zie hier voor, hl. 474.
|
||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XIII. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■.Kai.
^y en
5en an-
«eten gefnee
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aanbondt (V). En op den eenendertigden
December des jaars 1623, werden Rem Egbertszoon Biffchop en zyne Huisvrouw Lysbeth Filips de Biffchop, by openbaare afkondiging in de nieuwe Kerke, geëxcom- municeerd^ of in den ban gedaan, om dat zy 't gevoelen der Remonstranten toeftem- den en derzelver Vergaderingen bywoon- den, of, gelyk het elders (s), meer overeen- komftig met den inhoud van het Kerkelyk vonnis, uitgedrukt wordt, om dat zy niet ilegts by hun Ketterfch gevoelen bieeven; maar zig ook in de Reinonftrantfche en We- derdoopcrfche Vergaderingen vinden lieten. Hei; zelfde lot trof, om gelyke reden, en op den zelfden tyd, nog. agt andere voor- naame Leden der Gereformeerde Kerke van Amfterdam, te weeten , Adriaan Jakobs- zoon van Noord, Bergervifchverkooper, en zyne Huisvrouw, Griet Jans, Jakob Lau- renszoon Reaal, Secretaris der Admiraliteit, Joofi Brajjer , Jan Egbertszoon Biffchop , Samuel ülf ertszoon, en zyne Huisvrouw, Tan- ncke Huiberts, en Dirk Dirkszoon Komans (f). Rem Egbertszoon overleedt, ruim een jaar na deeze affnyding van de Gemeente, op den tienden April des jaars 1625 (ii). Te Amfterdam, waren, in 't.jaar 1621,
nog de meefte of aanzienlykfteRemonftran- ten. De inkomften uit alle hunne Gemeen- ten beliepen thans 31240 guldens, waarvan Amfterdam 7200 , Rotterdam 4000 , Ui- trecht 2600, Leiden 2400 guldens, en de andere Steden merkelyk minder hadden op- gebragt (V). De Heer Fredrik de Fry, Oud-Burgemees-
ter van Amfterdam, hadt, in 't begin dee- Zes jaars, een Boek in 't licht gegeven, met den titel van Hiflorie, of kort en waaragtig verhaal van den oorfprong en voortgang der Kerkelyke beroerte in Holland. In de Voorre- den , verklaarde hy, dat dit werk, door eenen der geleerdfte en vermaardfle mannen van pns Vaderland, opgefteld was; en dat hy 'er zeker fchrift, door laft der Nationaale Sinodë ontworpen, bygevoegd hadt, met een aanhangfel, welk hy voor 't zyne erken- de. Doch de Remonftranten vonden zo wei- n'g fmaaks in deeze Hiflorie, dat Uitenbo- §aard de pen opvatte, omze te wederleg- §eri, en in September een werk uitgaf, welk eeri.iglyk tegen het Burgemeefterlyk werk §erigt was (w). |
Met het uitgaan van het Beftand in de 1621.
Lente deezes jaars, was de oorlog tegen den Opreg- Koning van Spanje wederom begonnen: en tingder dit hadt gelegenheid gegeven tot de opreg- Yr^a' ting eener algemeene Weftindifche Maat- Maaï fchappye, die in vyf Kamers, van Am%. fchap- dam, van Zeeland, van de Maaze, van 'tPye. Noorderkwartier en van Friesland met Stad en Lande, verdeeld was. De Kamer Amfter- dam hadt vier negende, de Kamer Zeeland twee negende, en de drie andere Kamers ieder een negende in de Maatfchappye (V). Aan de Kamer te Amfterdam, werdt, fe- dert, plaats tot het houden van haar Kolle- gie, ter zyde de Vleefchhal op de Heeren- markt , door de Vroedfchap, afgeftaan (3/), De zorg voor de uitbreiding des Koophan- Gemaa-
dels en der Scheepvaart, en vooral het her- tigdheid vatten van den uitlandfchen oorlog gaf, in der te~ fommige Steden, aanleiding tot het oefenen ®e0n0"rdI van meerder gemaatigdheid omtrent de Re- ge Re-" monftranten. Te Rotterdam, hielden zy, geeringe in deezen jaare, reeds Vergaderingen van Y3" Am- tweeduizend menfehen in getale , zo wel er am" binnen als buiten de Stad: 't welk met eeni- ge oogluiking toeging (2). Te Amfterdam, 1^22t begondenzeop diergelyke oogluikingtehoo- pen, na dat, in January en February des jaars 1622, by de gewoonlyke verandering der Wethouderfchap, wederom eenige Heeren in 't bewind geraakt waren, die voor zeer gemaatigd in't fluk van den Godsdienflge- houden werden. Men verkoor drie nieuwe Raaden, twee van welken , Geurt Dirkszoon van Leuningen en Andries Bicker , openlyk voor zulk eene gemaatigdheid uitkwamen. De derde, Doctor Nikolaas Tulp, werdt geagt tuffchen beide te gaan. De vier Burgemees- ters, die toen verkooren werden, Jakob Pop- pen , Frans Henrikszoon Oetgens ,Dodiox Dirk Bas en Jakob van Nek, gingen voor zeer befcheiden, en af leeerig van allen gewee- tens dwang. Ook waren 'er, onder de Sche- penen , eenigen, van welken de Remonftran- ten het zelfde vertrouwen hadden. Doch Misnoe- zo zeer als deeze verandering den Remon- gen van ftranten hier ter Stede behaagde, zo veel £eniSe ongenoegen gaf zy aan de yverigften der k^fen Stads Predikanten, eenigen van welken niet daar- fchroomden te zeggen „ dat de gantfche over. „ Vroedfchap nu Armiriiaanfch geworden „ was." De Predikant Adriaan Joriszoon Smout zou zelfs, op den predikfloel,gezeid hebben „ hoe beklaaglyk ware, dat men, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Her'«e.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5f
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i'-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
() Brandt IV. Deel, hl. 6io-«i7-
ft» 0nP3rt- Chton. bl. 47. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in
|
't verkiezen van Wethoudéren,.-zo Ios-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fe-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ƒ,, < G- VOETIUS Polit. Eccl. V.
|
III. Trail. IV. Cap. I.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»ita v' hy ßi*ANDT Dagwyzer, hl. 6j)i. P- A LimbokCH
/«.TSC0P» ?•'«'•
ivi t• A Ltmeorch Vita EDiscopu f. 303,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(.v) Vadsd. Hift. X. Deel, hl- <W > **»•
(y) Rcfol. Vroedfch. XI. »3- *sMay I6i3. ƒ. jcg v,rf>.
(1) EBANDT IV. üsel, bl- 6z6> 734» 73S.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
U
|
1 ö"4ndt iv> Dccii hL 8+(S f ,47,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
R D A M S II. Deel.
allengskens grooter. Van 't morren kwam *63
men aan 't werpen met fteenen, zo dat de neus van 't beeld gefchonden werdt. Toen dagt de Huisheer, dat het tyd van zwigten was. 't Hoofd werdt weggenome;;, na dat het omtrent een halven dag geflaan hadt. Maar Abraham Antoniszoon werdt, deswege, voor Schepenen ontbooden. Men vraagde hem „ of hy 't hoofd van den gewezen Ad- „ vokaat niet in 't flotfluk van zyne kelder „ geplaatft hadt?" Hy verhaalde, hoe 't bygekomen ware, en dat hy't wel gelaaten zou hebben, zohygedagt hadt, dat iemant zig daaraan geflooten zou hebben. Hierme- de liet men hem gaan, zonder dat hem iet verders bejegende (c). Doch, gelyk uit het gebeurde omtrent0$
het huis van Abraham Antoniszoon, de haateer van 't gemeen tegen den Advokaat Olden- Lie^ barneveld gebleeken was; zo bleek, wat laa- p^ ter, hier ter Stede, ook de afkeer, dien <s^pf veelen tegen Hugo de Groot hadden opge- «"^ vat. Die Heer was, in 't voorleeden jaar, ^tufy ontkomen uit de Loevefteinfche hegtenis ,\f^ en hadt zig, federt, naar Frankryk begeven, p«1* daar hy e ene Verantwoording fchreef voor ds wettelyke Regeering van Holland, zo als de- zelve geweeft was , voor de verandering des jaars 1618. Dit Gefchrift was, inFe- bruary deezes jaars 1622 , gezonden aan den Heer Maurier, Gezant des Konings van Frankryk inden Haage, om het ter drukper- fete bezorgen. Hiertoe bediende men zig» buiten kennifTe der bloedvrienden van as Groot, van eenige Remonflranten , die 'c werk, eerlang, te Amflerdam, op de per* bragten. Terwyl men met drukken voort* ging, werdt de Heer Henrik Hooft, zoon yofl den Oud-Burgemeefter Kornelis Pieterszootf Hooft, die uit Frankryk herwaards reisde» en eenige brieven van de Groot medebragt- op zeker gegrond of ongegrond vermoeden» dat hy iet tot nadeel van den Prinfe van O' ranje gefprokenhadt,teLilloaangehouden- en naar Zeeland gevoerd; doch fpoedig 0$' flaagen. Maar de Groots brieven, daar • veelligt meeft om te doen geweefl was, we?' den, in de Vergadering der Gecommittee1" de Raaden van Zeeland, geopend en gelj'. zen. Uit dezelven ontdekte men, dat ° (P Verantwoording in Holland gedrukt wer%/,o (J). De Wethouderfchap van Amflerd3^äny- kreeg ook, eerlang, door iemant,dieonb^y kend bleef, kennis van de plaats der heimat lyke drukkerye. Doch eer de Schout d# J/ kwam zoeken , werdt men eenigszins vj*( |
||||||||
48* A M S T E
1622. j> felyk te werk ging, zonder den mond des
„ Heeren eens raad te vraagen. Een goed „ Wethouder," zou hy 'er hebben byge- voegd „ moet drie deugden hebben, wys- „ heid, kloekmoedigheid om iet door te „ dringen, en Godvrugtigheid. Oldenbar- „ neveld was wel wys genoeg, maar hy „ was niet doordringende; hy was te flap, „ en liet zig ligtelyk verhinderen door tus- „ fchenkomende zaaken , en zag te zeer „ hier en daar op. Spinola, de Veldheer „ der Spaanfchen,is fcherpzinnig en door- „ dringend genoeg; maar 't ontbreekt hem „ aan Godvreezendheid. Maar in zyne „ Doorlugdgheid, Prinfe Maurits,zyndee- „ ze drie zaaken byeen, en zo moeten alle „ Wethouders zyn; daar behooren de kie- „ zers op te letten." Wyders, werdt van den Predikitoel geklaagd „ dat mendeRe- „ monflrantfche Vergaderingen te zeer door „ de vingeren zag, en dat daarom geen ze- „ gen Gods over 't Land zyn kon." Ook liep, ten deezen tyde, een flerk gerügt door de Stad, dat de Prins van Oranje, in't kort, te Amflerdam komen zou, om de Wet, nog eens, buitens tyds; te veranderen (a): 't welk egter niet door de uitkomfl bewaar- heid werdt. Plancius De Remonflranten hier ter Stede beloof- fterfc. den zig ook iet goeds uit de dood van den Predikant Plancius, die zeer tegen hen ge- yverd hadt, en den vyfentwintigflen May Abraham deezes jaars overleedt (Z?). Doch in July Antonis daarna raakte Abraham Antoniszoon,Kaar- zoon femaaker hier ter Stede en yverig Remon- haalt zig ftrantfchgezind, in eenige moeilykheid, die moeflyk- mee^ aan zYn onbedagtzaam of onvoorzig- heid op tig gedrag te wyten was. Bezig zynde met den hals. het bouwen van een huis op den hoek van de Warmoes-graft, moefl 'er een flotftuk op de boog van de kelder, en in 'tflotir.uk ee- nige tronie of leeuwskop tot fieraad gefield worden. De Timmerman zeide tegen den Steenhouwer, dat hy 'er 't hoofd van den Advokaat Oldenbarneveld in houwen zou. De Steenhouwer ftelde het Abraham Anto- niszoon voor, die zeide „ dat hy daar niet „ tegen hadt," hem te gelyk een prent ter hand (lellende, om 'er 't hoofd naar te maa- ]cen. 't Werdt tcrflond vervaardigd, en op eenen vroegen morgen boven de kelder ge- field, 't Geleek zo wel, dat ieder voorby- ganger den man terftond kende. Iemant, onder 't vaflmaaken, daaromtrent komende, zeide, wat floutigheid is dit! Dat zeggen deedt eenige luiden ftilftaan. De hoop werdt |
||||||||
(c) Brandt iv. Deel, II. 740. .
(rfj c, brandt Leven van H. de Groot, tl. -."■»«
|
||||||||
XIILBoek. GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||
483
|
|||||||||
22. wittigd van zynen toeleg, eh vondt mid-
del , om 't gene reeds gedrukt was te ber- gen. Doch men hadt alles wat agterdogt geeven kon niet aan een zyde können doen. De Schout vondt nog twee drukper- sen en eenen grooten hoop wit papier, en liet, daarop, zyne dienaars, een' nagt en een halven dag, in 't huis blyven; doch toen Zy niets meer vonden, deedt hyze wederom vertrekken. De aanleggers van't werk zou- den gaarne een' anderen drukker gebruikt hebben; doch hoop op winft belette dente- 't >„ genwoordigen het gevaar te zien, waarin hy beredt zig zelven en anderen Helde. Hy wilde dan ** voort met het werk, en verkoos, in eenen anderen oord van de Stad,eene zeer onge- legene plaats om het te vervolgen. Men moeft hem zynen gang laaten gaan, uit vree- ze dat hy eenigen, die zig met de zaak ge- moeid hadden en hem bekend waren, in 't ^ verdriet brengen mögt, zo men hem tegen- %ll' viel. Doch zo als hy zig bereidde om de V^* pers en de letters uit den huize te draa- gen, werdt hy, maar agt dagen na de eer- Ite ontdekking, ten tweede maale, over- vallen door den Schout, die letters en pa- pier , wel ter waarde van vierhonderd gul- dens , vondt, en medenam. De drukker ontkwam 't gevaar; doch zyn broeder, die naaft zyne deur woonde, en by wien twee bladen , tot de Verantwoording behooren- de, werden gevonden, werdt gevangen ge- nomen. Men hadt den Schout aangediend, dat 'er al vier bladen gedrukt waren. Doch ?« 't vyfde was reeds van de pers gekomen. Au Ondertuffchen , was deeze hapering oor- y0'' zaak , dat het werk te Amfterdam ftee- ". ken bleef, en door den Drukker Izaak Wil- lemszoon Verbeek te Hoorn uitgevoerd Werdt; doch zo langzaam, dat het boek, . niet voor November, in 't licht kwam. 't Werdt, in de meefte Steden van Holland, opgehaald. Doch zeker Boekverkooper te Amfterdam, eenyverig Remonftrant, zondt Burgemeefteren en Schepenen ieder een exemplaar , door een' matroos, die van Rouaan fcheen te komen. De Raaden ter Admiraliteit hier ter Stede ontvingen elk gelyke gifte. Doch de algemeene Staaten gaven een fcherp Plakaat uit, tegen't Boek, ^elk, den vierentwintigften November, ge- dagtekend was. In de meefte Steden van Rolland, werdt dit Plakaat afgekondigd, behalve te Amfterdam, en, zo fommigen Reenen, ook niet te Dordrecht, noch te ^°orn. Ook werdt, te Amfterdam , den *?°ekverkooperen geen eed afgevergd, ge- ,yk) om 't boek te agterhaalen en 't ver- °°pente beletten, in andere Steden, ge- I. STUK |
|||||||||
fchied was (O- 't Gene ter gelegenheid „t^
der Verantwoordinge, hier ter Stede, voor- viel, toonde dan den afkeer, dien veelen nog van den Schryver hadden; hoewel 'er, te gelyk,uit bleek, datde Wethouderfchap in 't gemeen gemaatigder van hem en zyn fchryven oordeelde. In July deezes jaars, werdt, te Amfter-Brancj.
dam, zekere Baltbazar Paul, om voorge lUgters nomene Brandftigtery, geworgd en gebla- ontdekt. kerd (ƒ). Hy beleedt, hiertoe, door eeni- gen, die zeiden van de Spaanfchen uitge- zonden te wezen , omgekogt te zyn, eii hadt voor, door middel van hooge doozen, als Lantaarnen gemaakt en met vuurwerken gevuld, die hy en de zynen, in't Stadhuis, in 't Ooftindifch huis en elders, nederzetten > zouden, de Stad, aan verfcheiden oorden
tevens, in den brand te zetten. Doch de toeleg werdt gelukkiglyk ontdekt: een der doozen kwam in handen van 't Geregt, welk 'er, naderhand, nog een vondt, ten huize van Paul, die gevlugt was, en zig daardoor verdagt gemaakt hadt; doch te Leeuwaar- den agterhaald werdt. De andere fchuldi- gen waren 't, vroeger dan hy, ontkomen, en werden, zo 'tfchynt, niet agterhaald (g). Men voer, te Amfterdam, nog voort met Te A]Tl=
het houden van heimelykeRemonftrantfchefierdam"
Vergaderingen, dan in't eene huis, en dan wordt in 't andere. Doch op den negentienden De- wederom cember, werdt'er wederom, zulk eene Ver-|e^on. gadering geftoord, die ten huize van Joofi ßrant- Br affer, Broedervan den Heer Govert BraJJer, f che Ver- Thefaurier-Generaal der Vereenigde Ne-Saderin&' derlanden, gehouden werdt. Doch Jooft gdl00rd* Braffer werdt, na die ftooring, in eenige x 23' weeken, niet gemoeid. Toen zogten eeni- ge voornaame luiden hem te beweegen, om zyne zaak met den Schout af te maaken, hem voorhoudende „ dat, zo hy vonnis „ verwagten wilde, eenigen der voornaam- „ fte Schepenen zig verpligt zouden agten, „ om uit de bank te gaan, alzo zy over j, geene zaaken van Godsdienft zitten wil- „ den; doch dat zy zig hierdoor verdagt, „ en voor het toekomende onnut maaken M zouden." Doch hy verklaarde „ liever, „ als't niet anders zyn mögt,de volle boe- „ te te willen geeven by vonnis van Sehe- •;; „ penen, dan vy f groot by verdrag met den
„ Schout. De Schepenen," zeidehyook, „ moeften zo wel iet voor de vryheid doen, „ als hy en de zynen, die hunne welvaart „ en hun leeven zelf ter befcheidenheid „ van
C') Brandt IV. Deel, II. «19-su, «*»• ,,,,,_
(ƒ) N. V. WASSÏ.NAE11 Hift. Verhaai- Ui. vee ,f. «6.
fr) Confeffieboek v*n ij OB. i«*' "" ZJ {utJ l6"- ƒ. 134- Sententie!). v*n iz Jan. i<*> >"** >'? l6il«f- J7« Rrr
|
|||||||||
II. Deel.
|
|||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||
484
|
|||||||||
werdt, van de Contraremonflranten, ook i623*
van de gemaatigdften, kwalyk genomen: voornaamlyk, om dat men, daarin,nietge- bleeven was by de paaien eener behoorlyke verweeringe; maar partyen te vinnig hadt ^ gt aangetaft. 't Geregt van Amfterdam ver- '£ ot. klaarde zelfs dit Gefchrift, by afkondiging deeit met de klokke van den agtften Maart ,, een jjc 6e' „ fameus, fedkieus en fchandaleus libel, fc»ri£' „ en den Schryver,als een verftoorder der „ gemeene rufte , ten hoogften ft'raf baaf „ te zyn, beloovende den genen, die hem „ aanbrengen zou, van Stads wege, te zul' „• len vereeren met driehonderd , en die den „ Drukker ontdekken zou, met tw'eehon- „ derd guldens, met verder verbod van dit „ Gefchrift, of eenige andere argerlyke, „ oproerige en fchandaleule boekjes , niemv- „ maaren, liedjes, refereinen en diergely- „ ken, binnen de Stad te brengen, na te „ drukken, te verkoopen , of uitte deelen, „ op de ilraffen, in 's Lands Plakaatenuit- „ gedrukt («)." Doch ik vmd niet, datVj men den Schryver of Drukker immer aan-^ bragt. Jan Blanfaart en nog twee fchuldi- % & gen, die in Ooftfriesland gevat waren, wer- $fF^ den, te fchepe, naar Amfterdam gevoerd, z^/' daar zy, nog voor 't einde van February, ^ f aankwamen. Eer menze naar den HaagefilIj# bragt, zatenze eenigen korten tyd in de \fL boeijen, daar zy van de nieuwsgierigen , A* f die men elk een' fchelling, ten behoeve der ^ armen, liet betaalen , in grooten getale, bezien werden (0). Slatius, die zig in een boerenpy gefteken en een- flegten hangenden hoed op 't hoofd gezet hadt, ging, in dee- ze toerufting, den zevenden dag na 't ont- dekken der famenzweeringe, door Amfter- dam; voer van daar op Harlingen, en voorts op Leeuwaarden en Groningen, van waaf hy op Lingen dagt te reizen. Doch hy werdt, by het dorp Rolde, niet verre van Koever- den , aangegreepen; eerft naar Koeverden, en van daar te water naar Amfterdam ge' voerd, daar hy, den twaalfden Maart, aan- ^ kwam, en ten zelfden dage, in zyn boerefl£/(„ gewaad, naar 't leeven, afgebeeld werdt ^j^d- voorts, in 't koper geè*tft,door Klaas Jan^'^ zoon Vijfcher, die zyne prent terftond uitgaf» met een gedigt'daaronder, waarin de Re* monftranten fchamperlyk werden doorga ftreeken, als of de famenzweering uit hut1' nen boezem voortgekomen was (j>). Docf* de aanleg en ontdekking deezerfamenzwee'' ringe, de vlugt, ägterhaaling en ftraf def overige fchuldigen ftaan ons hier, als geen^ b#'
(n) Keurb. K. ƒ. il vnfi. Zie 004. BRANDT'IV. De' '
hl. 988. (o) BRANDT IV. Deel, hl. 9S4.
(f) Brandt IV. heel, hl. 993, 954, $9$'
|
|||||||||
1623. M van 't wufte graauw fielden (£)." Doch
of deèze zaak eenig verder gevolg gehad hebbe, vind ik nergens gemeld. Samen- In 't begin van February , kwam aan den zweering <3ag eene roekelooze famenzweering tegen tegen t ^et leeven van Maurits, Prinfe van Oranje, vanPrin- gefmeed door de twee Zoonenvandenont- (e Mau- halsden AdvokaatOldenbarneveld, en meefl rits ont- door den jongften; doch waarin ook twee ^kt"rl , Roomfchgèzinden, en eenige Remonftran- eenigeGe ten, of die den Remonftranten toegedaan Remors- waren, de hand hadden. Henrik Slatius ftrancen voorheen Predikant te Bleiswyk,enomRe daaraan mönffranCfchgezindheid afgezet, hadt 'er hadden" voor anderen, deel äan. Hy lag, ten dee zen tyde, overhoop met de Remonftrant fche broederfchap, die hem het opzigt over het drukken haarer boeken onttrokken hadt, en hem niet voorthielp naar zynen zin (i): 't welk hem, veelligt, te eerder, tot vert wy- felde aanflagen vervallen deedt. Jan Blan- faart, die verfcheiden' Gemeenten der Re- monitranten als Proponent hadt bediend (£), was ook onder de medewufligen. Doch nimmer is gebleeken, dat 'er , behalve deezen, eenige Remonftrantfche Predikan- ten deel of eigenlyke kennis aan gehad heb- - ben: en veelmin nog, dat de gantfche So- ciëteit of Broederfchap zig daaraan zou heb- ben fchuldig gemaakt: 't welk Episcopius , den vierden Auguftus deezes jaars , aan Affuerus Mätthifius deedt fchryven : Wat gemeenfchap heeft de Societeyt met defe Con- fpiratie ? Wie zyn daer aen fchuldigb geweefi? 't Komt op Slatius en Blancert aen. £n wat laager: 't Gaept als een oven, dat hiermede de Societeyt ongelyck geßhiet, U-L. bekent oock felve, dat ghy daerom niet en zyt ver- flerckt geworden in u voornemen, tot verlaa- tinge der Sociëteit {trekkende, om dat een of twee predikanten fich daarmede hebben gemengt. Want die hebben het felfde uyt loutere wraeck- gierigheyt voorgenomen, en op haer particulier Devoor-(/). Doch al kort na't ontdekken en vatten Remorf- van eeniSe ^huldigen, waren ettelyken van ilrant- de voornaamfte Remonftrantfche Predikan- fchePre- ten die in 't Land waren, heimelyk, teAm- dikanten fterdam, byeen gekomen, om te overleg- AmftTr-16 gen' Wat hun» in deezen 'ftand der zaaken,
dam by- tot nunne verontfchuldiging, te doen ftondt. een, en En hier werdt beflooten, eene Verdediging geeven 0p te Hellen , die terftond in 't licht gege- ontf Tl" ven werdt' en waartoe AdriaanvandenBor- digingliiire' weleer ledikant te Leiden, zyne pen 't licht, geleend hadt (m). Doch deeze verdediging (h) BRANDT IV. Deel, hl. 8sg>
(i) BliANDT IV. Deel, hl. s«*, 903. (ij Bra.ndt IV. Deel, hl. 911. \l) Brieven in ï66i. te Amft. hy Jan RleÜwertSZ. gedr.
11. 404, 40j. (m) BRANDT IV. Deel, hl. 96$ «£* |
|||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||
XIII. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||
485
|
|||||||||||||||||||||||||
I623.
|
|||||||||||||||||||||||||
Die ziekte ging, hier te Lande, byzon- 161%.
derlyk in deeze Stad , verzeld met eene Duurte. groote duurte der leevensmiddelen. De De Vroedfchap befloot, volgens gewoonte in^,roed~ diergelyke gelegenheden, den voorraad van ^f graanen, die in de Stad was, heimelyk te graanen doen opneemen, en vondt dien zo gering, inkoo- dat men geraaden oordeelde, voor StadsPen- rekening , niet alleen merkelyke inkoopen van Rogge te doen; maar ook den uitvoer van Graanen, buiten byzonder verlof vao Burgëmeéfteren, te verbieden (u). De prys der Rogge liep tot op tweehonderd goud- guldens het laft. Doch terwyl het ys nog in 't water lag, kwamen 'er veele fchepen met graanen uit de Ooftzee voor de Stad: waardoor de prys, in 't volgende voorjaar, merkelyk daalde. Men getuigt, dat eenige Koorenkoopers, toen de markt op't hoogft was, hunne graanen , onder marktsgang , aan de Stad en aan de Godshuizen in de- zelve verkogt hadden (v). Burgëmeéfteren van Amfterdam, in den De Stad
aanvang deezes jaars, met Dykgraave en verkrygc Heemraaden van Nieuwer-Amftel, overeen- 0£t™1 gekomen zynde om den Amfteldyk , ter bmg^dd lengte van omtrent drie mylen, dat is, zo te ouder- verre als de fchouw van Dykgraave enHeem-kerk te raaden zig ftrekte, te zanden, en daardoor ^eJ bekwaam te maaken, om 's Winters en 's Zomers, zo te voet als te paard en met den wagen, te können gebruikt worden; verwier- ven, den twintigften Maart deezes jaars, Oc- troi van 's Lands Staaten, om, tot goedmaa- king der onkoften, hiertoe vereifcht, twee- maal zo veel bruggeld te Ouderkerk te mo- gen vorderen, als zy, in de hoedanigheid van Ambagtsheeren van Nieuwer-Amftel of Amfterveen, plagten te doen (w). De Winter was, op 't einde van dit en Hoog-
in 't begin van't volgende jaar, boven maa- water, in te ftreng geweeft, waarop, den elfden Ja. Amfter- nuary, eene doorbraak volgde in den Lek- ^' dyk, een halfuur boven Vreeswyk of de 4' Vaart, die door yskropping en hoog op- perwater veroorzaakt werdt. Al watnoord- waards en noordweftwaards in 't Stigt en in Holland lag liep toen onder, tot Amftelland toe. In Amfterdam, ftondt het binnen- en buitenwater, even hoog, en boven depeil, zo dat de fluizen geen' dienft doen konden, 't Water bleef hoog tot den zesentwintig- ften, toen de wind zuidooftwaards zwaaide, en gelegenheid tot loozinge gaf (x)- De
|
|||||||||||||||||||||||||
betrekking hebbende tot de gefchiedeniffen
van Amfterdam, niet byzonderlyk te ver- haaien. Alleenlyk tekenen wy, met een enkel woord, aan, dat Jeroen Eivoutszoon, een der vier matroozen, die 't ftuk uitbrag- ten,en welken de Prins beloofd hadt te zul- len bevorderen, eerlang, Kapitein op een Oorlogsjagt geworden is , en van Amfterdam plagt uit te vaaren: in welk beroep,hyzig wakkerlyk gekweeten heeft (q). Omtrent deezen tyd, werden, by den
vyand, wederom verfcheiden' aanflagenge- fmeed, om de groote fchepen, die hier in de Waaien lagen, en verfcheiden' der nee- ringrykfte ftraaten, als deWarmoesftraat, de Kalverftraat en den Zeedyk,midsgaders de Beurs en 't Ooftindifche huis, door mid- del van houten buizen, met buskruid en brandftoffen gevuld, fchielyk en tevens, in ligter laage vlam te zetten. Hiertoe was, onder anderen, zekere Lieve van Ek van Bruffel herwaards gezonden, die, de gele- genheid der Stad naauwkeuriglyk befpied hebbende, verflag deedt van 't gene hy waar- genomen hadt. Men ftelde hem zesduizend guldens ter hand, tot uitvoering van den aanflag. Doch toen hy 't geld in handen hadt, maakte hy zig t'zoek, zyn brandge- reedfchap te Antwerpen agter laatende. De Jezuken te Antwerpen zyn, naderhand, nog met eenige Brabanders aangefpannen tot diergelyken einde: eenigen van welken ook binnen Amfterdam geweeft zyn. Doch zy vonden de Waaien, het Ooftindifch Huis, en 's Lands Magazyn zo wel bewaakt, dat zy, wanhoöpende aan den uitflag, onver - rigter zaake, te rug keerden. Men kreeg Van de meeften deezer onderneemingen , hier te Lande, kennis uit eenen Kapitein Blaauw of Blaauwbeen, die in den Haage, om zeker voorval, in hegtenis geraakt was. Ook blykt, uit meer dan eene Keure van den Zomer des voorleeden, en van het be- gin deezes jaars, dat de Wethouderfchap Van Amfterdam, toen reeds, uit verfchei- den'brieven, berigt van hetvoorneemender brandftigteren gekreegen hadt, en op mid ^elen verdagt was, om het te fluiten (f). *•« de goede voorzorg, die men hier ter ^edehieldt, verydelde, federt, alle dier- §elyke onderneemingen (ƒ). DePeftziekte, die hier, federt eenigen
i^> zeer gewoed hadt, was in dit jaar mer-
.e|yk afgenomen, fchoon men 'er nog ee-
Se kennelyke overblyffels van gewaar
|
|||||||||||||||||||||||||
?°°rge-
s
Cter |
|||||||||||||||||||||||||
%\>
|
Ou,
|
||||||||||||||||||||||||
t^iet
|
|||||||||||||||||||||||||
W
|
f») Refol. Vroedfch. N. 14. 2* oB- "» 2+' Nov- 6> 1*
I>cc. 1613. f. S9 verfo, 87 vtrfi, 91, 105, Hz. (v) WASSENAER VI. Deel, f. 3J, 3« verjo, 77, (w) Handv. bl. 3tj. [»»]. (') M. ib ^ASSENAER Hlft- Veihaal. VI. Deel, ƒ. 6z-H. p^ K z(,^
|
||||||||||||||||||||||||
f. 61,
|
|||||||||||||||||||||||||
Rrr 2
|
|||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||
436
|
|||||||||||||||||||
voorjaar verpagt was. Doch de Gemeente, 1^24'
deezen laft ongewoon, verwekte opfchud-Boter- • dingen in verfcheiden' Steden, om 'er zig paSt- van te doen ontdaan. Te Haarlem, werdt eens Pagters huis geplohderd. Te Amfter- dam, ontftondt ook eene geweldige beroer- te op de Botermarkt, die toen op den Dam gehouden werdt. 't Graauw was aldaar, in grooten getale, op Maandag, den derden Juny, famengefchoold, en viel eerft aan 't fmaalen op den Pagter of Impoftmeefter van , de Boter;daarna aan 't werpen met fteenen op deszelfs Comptoir, daar de glazen uit raakten. De bewooners van de huizen aan de markt, die ook niet veilig waren, dee- den hun beft, om 't volk met goede woor- den te ftillen: doch 't mögt niet helpen. De Wethouderfchap gaf hierop laft, om de ke- tens te fpannen, die de toegangen naar den Dam, door de Vogelfteeg , de Nieuwe- Kerks-fteeg,den Nieuwendyk, het Water, de Vifchmarkt, den Vygendam en de Krom- elleboogfteeg, plagten af te fluiten. Indee* ze toegangen , werden, daarenboven, fol- daaten gefield. Ook plaatftenze zig nevens de Waage : 't welk reeds eenigen fchrik in de woefte menigte verwekte, die, voorts, door de Burgers uit de wyken omtrent den Dam, alleen met hun zydgeweer en barde- zaanen gewapend, langs de Gafthuisfteeg, de Kalverftraat en de Beursftraat, voor wel- ken nog geene ketens gefpannen waren, van de markt gedreeven werdt. Toen werden deeze toegangen ook afgeflooten. Deoproer was hiermede geftild: den volgenden Maan- dag, werdt de Impoft, zonder wederzeg- gen , betaald. Alleenlyk , was 'er , eene gemakkelyker orde gefield op de betaaling van den Impoft der Kopboter (ƒ), die meefl van 't gemeenfle volk gekogt werdt: 't welk veel toebragt om't graauw in ruft te houden. Ondertuflchen, hadt, geduurende de op- tlt
fchudding op den Dam, een andere hoop "^ flegt volk, op de S. Antonis- of Nieuwe&f markt, eene oude vrouw, die lang van to- ^ '°s verye berugt geweefl was, aangerand, ge- fO&L, fleept, gefleurd, en eindelyk in 't water ge- fy'1 fmeeten. Zy dreef hier eene poos op haare &°^' rokken, 't welk het graauw verfterkte ^fpy, den waan, dat zy toveren kon. 't Hielp niet» tSr K\, dat eenige mededogenden haar uit het ^"^VC ter trokken; zy werdt 'er , andermaal > }a ^fiooi' gefmakt. Een Schuitevoerder, die haar *" zyne fchuit zogt te bergen, werdt aange^al" len, en zo lang met mefTen gedreigd , dat hy de arme vrouw ten prooije der ge' (ƒ) Keuib. K. ƒ. 50,
|
|||||||||||||||||||
De Spaanfchen bedienden zig, midlerwyl,
van de ftrenge vorft, die tot in Maart toe aanhieldt, om eenen inval te doen in de Ve- luwe , die Amfterdam ook ongeruft maakte. Graaf Henrik van den Berg trok, den zeven- tienden February, 's morgens ten tien uu- ren, by Dieren, over den Yffel, die daar ter plaatfe digt met ys bezet lag (y~) , en den agttienden werdt in de Vroedfchap van Amfterdam beflooten, dat de ichuttery, om den vierden nagt, waaken zou. Ook nam men in overleg om 't gefchut op de wallen te laaten brengen (2): 't welk egter niet fchynt gefchied te zyn. In den Zomer des voorleeden jaars, hadt men, op verzoek van Prinfe Maurits, een vendel foldaaten van hier laaten trekken naar Heusden O): doch nu verzogt men zyne Doorlugtigheid ernfte- lyk, dat de uitgezonden foldaaten herwaards te rug gefchikt mogten worden (£). Men ftelde niet flegts orde op hetopenbytenvan de Vegt, van Utrecht tot aan Muiden en de Zuiderzee toe; maar men fprak zelfs van het openbyten der Zuiderzee zelve, die ook een goed fluks wegs bevrooren lag. Wy- ders, vondt de Vroedfchap geraaden, Mui- den , waarin reeds eenige bezetting lag, van nog veertig man, en van eenig gefchut te voorzien ( c ). Doch men was hier vry met de vrees. Den eenentwintigften, be- pon het een weinig te dooijen, en twee da- gen daarna, verliet de vyand, die veel van de vorft geleeden hadt, de Veluwe weder- om (d). Tot verfterking van het Leger van den
Staat, werden, in de Lente deezes jaars, verfcheiden' Grensfteden ontbloot van krygs- volk, en wederom, met Burgers uit de Ste- den van Holland,bezet. Amfterdam maak- te ook een vendel van tweehonderd en twaalf Burgers uit, welk in Bommel gelegd werdt, en onder bevel ftondt van den Sche- pen en Raad, Jan Jakobszoon Hinloopen, als Kapitein, den Oud-Schepen, Jan Willems- zoon Bogaard , als Luitenant , en Mkolaas Kloek, als Vendrig. Doch zy waren nog geene twee maanden van huis ( e ). De Staaten van Holland hadden geraaden
gevonden, tot vervalling van een gedeelte der onkoften van den oorlog, een Impoft van eene gulden te leggen op ieder vieren- deel Boter; die, volgens gewoonte , in 't |
|||||||||||||||||||
1624.
Voor-
zorg hier ter Stede, ter.gele- genheid van 's vyands inval ia de Velu- we. |
|||||||||||||||||||
Een ven.
del Bur- gers, te Bommel in bezet ting ge- legd. |
|||||||||||||||||||
Op-
fchud- ding te Amfter- dam, o« ver de |
|||||||||||||||||||
(y) WASSENAER VI. Deel, ƒ. I07.
(z.) Refol. Vroedfch. ,-N. 14. I* Febr. 11524. ƒ. «o.
(«) Refol. Vroedfch. .N. 14. 2« J«ly U23. ƒ. 24.
(b) Refol. Vroedfch. 2f. 14. 19 Febr. \6z+. f.iziverfo.
(c) Refol. Vroedfch. N. 14. 20,2« Febr. 1624. ƒ. iZ}}
I40 verfo. (d) WA&ENAER VI. Deel, f. los , Iio.
OJ N. V. WASSENAER Hift. Verhaal, IX. Deel,f. + verft.
|
|||||||||||||||||||
XIII. Boek. GESCHIEDENISSEN. 487
t6H. weidenaaren laaten moeft, die haar, op gevoerd, en dat zulks in Zeeland onr
nieuws , m 't water wierpen , en zo lang dekt zou zyn. De Heeren Pauw vervol
fooiden, met dompelen en onderhouden, den zig, hierop, met een Verzoekfcnriff
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1625,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dat zy den_______________________________
beloofde, den vyfden, driehonderd guvoor ieder der handdaadigen, die haa
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
f. -I
|
aan mvne Hem™ n*
|
—■'-*-'»-iH V-Huil. ,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
icüap aan myne Heeren van den Geregte, waar-
by zy kennis gaven van 't gene, ten hun- nen lafte, tegen de waarheid, werdt aio |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
worden aangebragt (g). Doch zy kreeg nie- geftrooid, en begeerden daartegen gedekt
mant in handen Het geweld op de nieuwe te worden, 't Geregt voldeedt aan hun markt hadt, midlerwyl, te wege gebragt, verzoek, en beloofde', den twee-entwin- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dat zig minder gelpuis vervoegd hadt naarden Dam, waar anders de opfchudding be-
zwaarlyker zou hebben können geilild wor- den (T). |
tigften_ Maart, tweehonderd guldens aan
elk, die de eerfte uitftrooijers of verfprei- ders van dit gerügt wifl aan te brengen, het voortvertellen van dit en diergelyke |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Stad Amfterdam vanouds, de Die- gerügten, voorts, wel fcherpelyk verbie-
mermeer, eertyds de Watergrafts-meerge- dende(/«). naamd in eigendom bezeten hebbende , Prins Maurits, den drie-entwintigften A- Maurlts
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
«int
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ff
|
et
en
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
pril, in den Haage overleeden zynde, werdt fterft-
in zyne hooge waardigheden, opgevolgd gedr-Vk door zynen Broeder Fsedbik Henrik, volgt
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hj^ie- Oftroi van 's Lands Staaten , om deeze
^er. Meer te doen bedyken, mids zy zulken, die, door deeze bedykinge, in hunne vaar- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vuv,, ^ww, »^w-w ~~~,™-, ~. ,*-.,.- v«^- De Staaten van Holland beflooten, al zeer hem op.
ten, waterloozingen of eigendom, bena- fpoedig, om deezen Prins tot Stadhouder
deeld fronden te worden, vooraf te vrede hunner Provincie aan te Hellen («) DeVroed-
ftelde,en tien fchellingen van tweegrooten fchap van Amfterdam hadt egter geraadem
Vlaams ieder, voor elke morgen van den „ den Prinfe zyne Commiffie en Inftruaie
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
grond, aan deGraaflykheid betaalde. Voorts,
werdt haar, onder zekere voorwaarden , vryheid van verpondingen en andere gemee- ne laften toegedaan, voor den tydvanvyf- tien jaaren. Doch deeze vryheid werdt, by nader Oclroi van den vierentwintigften July des jaars 1626, tot op dertig jaaren uitgebreid, en de Meer van Graaflykheids tollen en allerlei tienden, voor altoos, vry verklaard (i). Men voer, na 't verkrygen van dit tweede Oclroi, vlytiglyk voort met de bedykinge (T),die egter niet voor't jaar 1630 voltrokken werdt. De Advokaat Da- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ niet over te geeven, voor dat menze met
„ die van Zeeland vergeleeken, en op ee- „ nen eenpaarigen voet-gebragt hadt (0)." Doch 't is bekend , dat Fredrik Henrik het Stadhouderfchap van Holland, zowel als zyne andere waardigheden , niet op eene byzondere Inftruótie, maar alleenlyk op eene algemeene Commiffie, bekleed heeft (p). Een' geruimen tyd voor deeze verande- De D-
ring, waarvan de Heeren, die in 't jaar ter Jo oft 1Ó18 uit de Regeering geraakt waren, en van den- de Remonftranten zig veel goeds beloof- V01^1 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
velaar en de zynen hadden, reeds in t begin den, was de Digter Joofi vat den Vondel, ffeft het
des jaars 1622, by Burgemeefteren en Raa- te Amfterdam woonagtig, door den Heer £3™
den, aanzoek gedaan tot het bedyken der Alben Koenraadsz. Burg, Schepen en Raad KL*,
^11^mJenr (> a D • • " n j- der Stad> aanSezet 0m een Treurfpel te Plicht.
§ DeOud-Burgemeefter Reinier Pauw, die, maaken van het ongeluk, 's Lands Advo-
federt het jaar 1605, agtmaalen regeerend kaat Oldenbarneveld, in dien zelfden tvd
«urgemeelter geweelt was, en tweemaaien oveweknmpn. Vondel hadr
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ä
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
K?!iWie jaarenr agtel ell^andsr/<en geregeerd ^ datheC ■ geen t d ^, w »
V hadt, was federt het jaar 1620, met ver- Sch B wedero£ had(. id f
\ kooren tot deeze waardigheid Ook fcheen het op een anderen mam, m |e]k '
^ hy omtrent deezen tyd mkleinagting ge. Vondel aanleiding genomen hadt, om he
taant tezynbyveelen onder t gemeen. Zelfs Treurfpel van Palaïnedes te ontwerpen, van
Werdt, ten zynen nadeele, in de Lente des wien de ouden verhaalen, dat hy, onder
jaars 1625, verfpreid, dat hy en zyne Zoo- dekfel van geld van den vyand genooten, en
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^en, of eenigen hunner veel boter en kaas
van hier naar den vyand zouden hebben |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
het oog derwaards gewend te hebben, door
beleid van Agamemnon enUlyfTes,vankant geholpen werdt: 't welk Vondel hieldt,ge- noeg-
(m) Keurb. K. ƒ. 69.
(n) Eefol. Holl. 1, 3 M*? IS2J. hl. 6i , 66.
(c) Refol. Vroedfch. N. ij. 28 ^ipril 1625, f, 8„ vtrfi.
(p) Vaded. Hift- XI. Deel. hl. 4.
Rrr 3
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
k) Keurb. K. ƒ. 49.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
T J*J WassenAER vil. Deel, f. 10+ verfi enz. DOMSE-
xH VI. Sa'K.' bl- 535- COMMELIN , hl. 1107.
f) Handv. hl. .338. 34° [m, U5-]
3 jf-i Refol. Vroedfcli. N. 14. z+Juny 1614. ƒ• »7. N. ij. rf?% I626. 27 April I627. ƒ. 17!, il+verfo.
1 ' ^-efol. Vroedfch. N. ij. 27 fan. 1622. ƒ. 87 verft.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||
488
|
|||||||||||||
i6iS-
|
|||||||||||||
aangezet, en Ernfi Roeters. Vondels Ad-
vokaaten waren Luit en Kats, en zyn Pro- cureur Bouwman. Zy beweerden „ dat , men den Palamedes voor eene Griekfche , gefchiedenis neemen moeft, die de Dig- , ter , naar de tooneelwetten , met eenige , byfieraaden , opgefchikt hadt; en .dat , men den inhoud verftaan moeft , niet , naar 't gene 'er fommigen uit trokken, , maar naar de verklaaring des Digters , , die, gelyk elk , zyne eigen' woorden , mögt uitleggen." De Schepenen Burg en Roeters waren niet van één verftand, en bragten de zaak voor de volle bank van Schepenen , die ook niet eensgezind wa- ren. Maar de Schout, Jan ten Grootenhuis, viel zagt, den Digter alleenlyk te laft leg- gende „ dat hy, in het Treurfpel, dingen „ hadt gefproken, die hy hadt behooren „ te zwygen." Het meerderdeel der Sche- penen neigde ook tot zagtheid. Maar de Vice-Prefident, Jan Gysbertszoon de Fries, hoorende,uit het gefprek, dat verfcheiden' Schepenen gezind waren, den Digter eene geldboete op te leggen, zeide, toen zyne beurt van ftemmen gekomen was : Van Vondel zou 't niet meer doen, zo ik met het regt begaan mögt (q). By de meerderheid, werdt nogtans geoordeeld , dat hy drie- honderd guldens aan boete betaalen moeft: 't welk hy gewilliglyk deedt. Het Treur- fpel, flegts gedeeltelyk opgehaald, was, in weinige dagen, uitverkogt: en eene week of twee laater, kwam 'er een tweede, en kort daarna, een derde druk te voorfchyn. Men wil zelfs, dat dit ftuk , binnen wei- nige jaaren, omtrent dertig maaien, gedrukt werdt. Doch 't liep aan tot in 't jaar 1665, eer 't, voor de eerfte reize, hier ter Ste- de, openlyk werdt vertoond, in een huis op Droogbak , alzo de Schouwburg toen verbouwd werdt. In laater' tyd, is het, met uitlaating van de meefte verzen, die op 't Kerkelyke zagen, ook op den Schouw- burg , ten tooneele gevoerd. De Digter ftelde , eerlang , eene wydluftige uitleg- ging van zyn Treurfpel op, die veele bla- den papiers befloeg. Doch zeker Heer hieldt hem 't gevaar, welk hierin ftak, zo leevendig voor oogen, dat hy zyn opftel in 't vuur wierp (f). In den Zomer deezes jaars , was d^
Buskruid - molen van Joris Adriaanszoon.i Bewindhebber der Weftindifche Maatfchap' pye , die op den Heiligen - Weg ftondt» by ongeluk of door onvoorzigtigheid , & de lugt gevloogen ; waarby een man het jeß'
(q) Zie VONDELS Hekeld. hl. ISO.
\t) Vondels Leven, hl. 3.S-24, 6%, j7.
|
|||||||||||||
1625. noegzaame overeenkomft te hebben met het
geval des.Advokaats. Hy was met Palame- des bezig , toen 't gerügt hier ter Stede kwam, dat Prins Maurits, die ook een per- fonaadje in 't fpel zyn zou, op het uiterfle lag. Vondels Huisvrouw riep dan, aan de de trap, die naar zyne Kamer ging, Man, de Prins legt en fierft: waarop hy antwoord- de , Laat hem flèrven , ik belui hem vafi. Ook ging hy, na 's Prinfen dood, zo vly- tiglyk voort met zyn werk , dat het Treur- fpel, met 's Digters naam op't voorhoofd, nog in 't najaar, in 't licht gegeven werdt. Wathem Het oogmerk des Digters werdt ligtelyk hierover ontdekt: en veelen verftonden, dat menigte bejegen- van luiden, die toen nog groot gezag hier de ? te Lande hadden, ook de Leer der open- baare Kerke, in het Treurfpel, al tefcherp werden doorgeftreeken. 't Leedt ook niet lang, of 't boek werdt opgehaald, en de Digter aangeklaagd. Vondel geloofde, en plagt federt te verhaalen, dat deProkureur- Generaal hem in den Haage zogt te regt te doen Hellen; dat de Penfionaris der Stad, Adriaan Pauw , Zoon van den Burgemees- ter Reinier Pauw, die als Regter over 01- denbarneveld gezeten hadt , hiertoe hadt geraaden; doch dat het, meeft doordeher- tigheid van den Burgemeefter Diderik Bas, op de voorfpraak van den gewezen Schepen, Herman van de Poll, die in 't jaar 1618 ont- flaagen;doch by verfcheiden' Regenten nog zeer gezien was, was agtergebleeven. Ook verhaalt men, dat Schepen AndriesBicker, op 't aanhouden van den Penfionaris Pauw, zou gezeid hebben, Als men onze burgers naar den Haage zal voeren; wat hebben iny dan hier te doen? Doch terwyl hierover nog werdt geraadpleegd, vondt Vondel zig in zulk eene verlegenheid, dat het huis hem te bang werdt. Hy verfchuilde zig dan, ten huize van zynen Zwager Hans de Wolf, die weigerde zig met zyne zaak te moeijen. Van hier, daar hy vreesde het eerft ge- zogt te zullen worden, begaf hy zig naar 't huis van Laurens Jooflen Baake, die hem gaarne ontving en bergde; en wel, volgens eene oude overlevering, op zyne Hofftede aan de Beverwyk, thans den Heere Ni- COLAAS GeELVINCK DE JONGE, Se-
cretaris deezer Stad, toebehoorende, en
Scheibeek genaamd. Doch, na drie of vier dagen fchuilens , verftaan hebben- de , dat men 't vervoeren naar den Haage hadt afgeweezen, kwam hy wederom te voorfchyn. Zyne zaak werdt, vervolgens, op des Schouts rolle getrokken. De twee Schepenen , die deeze rolle waarnamen, waren Albert Koenraadsz. Burg, die Von- del tot het digten van zyn Treurfpel hadt |
|||||||||||||
z
|
|||||||||||||
XIII. Boek. GESCHIEDENISSEN. 489
l625. leeven verlooren hadt O). De bewoo- raadfchap geregtelyk te beletten, daarme- 1626.
ners der huizen op den Heiligen - Weg de voort te gaan. _ Hieruit ontftondt een A ter-" hadden, reeds te vooren, meer dan eens, pleit, voor 't Hof in den Haage, tufïchen dyl.£ " geklaagd aan Burgemeeileren, over 't ge- de Heemraadfchappen van Rynland en vaar , welk zy en de voorbygangers zei- Woerden ter eener, en de Stad Amfler- ven van deeze kruidmolens liepen, en dam ter anderer zyde. Men was hier, al Burgemeefleren hadden hunne klagten in vroeg, bedugt, dat de Heemraadfchappen denRaad gebragt (t), waar, in 't be- eene uitfpraak in hup voordeel zouden wee- l^2(5. gin des jaars 1626, beflooten werdt „ dat ten te verkrygen, en zogt hierom te wege ,, voortaan geene kruidmolens binnen de te brengen, dat de zaak ter Vergaderinge „ Vryheid gefield zouden worden, dan van Holland gebragt, en 'Staatswyze afge- „ met verlof van myne Heeren van den daan werdt (w). Doch eer zulks gefchied- „ Geregte ; dat, zo wanneer, in het toe- de, gaf het Hof eene interlocutoire Senten- „ komende, door het opfpringen van eèni- iie , waarby verlof gegeven werdt, om „ ge kruidmolen , zwaarigheid ontflondt, met het leggen van den Siaaperdyk voort „ de eigenaars alle de kruidmolens, bin- te vaaren, ter hoogte van vier voeten agt „ nen de Vryheid flaande, op hunne kos- en een halve duimen, Rynlandfche maat, „ ten, zouden moeten af breeken en verplaat- boven zekere peil, den negenentwintig- „ fen; en dat Burgemeefleien een opzig- flen Auguflus des jaars 1624 , op lalt ,j ter Hellen zouden, op koflen der Kruid- van den Hove, aan den Spaarnedammer- „ maakeren , om agt te geeven, dat 'er dyk, en te Amflerdam aan de nieuwe „ niet boven eene bepaalde hoeveelheid brugge gefield. De Vroedfchap, hiervan „ kruid in de molens en ftooven bewaard kennis gekreegen hebbende , flelde vaffc, ^ s, werdt («)." dat de zaak, zonder langer uitflel, ter De Stad Amflerdam , na veel hande- Vergaderinge van Holland moeit gebragt, ^ lens , met de Stad Utrecht overeengeko- en afgedaan worden (.r). Midlerwyl, hadt {hin men zynde, om, op gemeene koflen, een de Stad zig van de Sententie van den (Aad Zandpad te maaken van Ouderkerk tot Hove beroepen op den Hoogen Raad, \«- Breukelen, en een Wagenweg, van tegen daar men 't gefchil,by minnelyk Verdrag, JV^' over den Voetangel tot aan het Dorp Ab- zogt by te leggen (y). Doch 't liep aan, Ä) koude; zo verleenden de Staaten van Hol- tot den zesden Auguflus deezes jaars 1626, tq!V land daartoe, den vyftienden Juny deezes eer partyen, te Amflerdam, by voorraad, Vjji jaars , Oclxoi, de twee Steden te gelyk en behoudends elk zyns regts , overeen- \* veroorloovende , haare koflen te vinden kwamen „ dat men, met het leggen van 'uit een Gabel of Weggeld, welk gerekend „ den Siaaperdyk, voortvaaren zou, mids zou worden op den twintigflen penning ,, dezelve, ten verzoeke van Burgemees- van de uitgefchooten hoofdfomme. Voorts, „ teren van Amflerdam, niet hooger ge- werdt, volgens gewoonte , bepaald , dat „ legd werdt, dan twee voet en tien men den eigenaaren der Landen, die ver- „ duim boven de peilen van den negen- graaven, en der huizen, die verzet zouden „ entwintigfien Auguftus des jaars 1Ó24: moeten worden, vooraf, goed genoegen „ en zo 't gebeurde, dat, by 't overloo- \ Zou moeten geeven (v). „ pen of overflorten van hooge vloeden, K. Al' voor den* aanvang des jaars ió"24, „ eenige grondwaalen vielen, zouden Bur- C 'hadden Dykgraafen Heemraaden van Ryn- „ gemeefleren van Amflerdam, des ver- ij1 land ondernomen, tot verflerkinge van den „ zogt zynde, daarover met de Heeren J^d Velzerdyk, eenen Slaaper-öf Agterdyk te „ van Rynland in onderhandeling komen, è.n,' leggen, die zigflrekken zou van den Spaar- „ en hun, omtrent het herftellen van den '^Vnedammerdyk af, tot aan de Zandpoort „ Dyk, en het dempen der grondwaalen, (\ j°e. Amflerdam hadt veel belang by 't „ redelyk genoegen geeven (2)." Waar- iNyt e§gen van zulk een' dyk, met naame , mede de twifl, die hgtelyk nadeelige ge- ^«n"Wanneer dezelve wat hoog gelegd werdt; volgen gehad kon hebben, voor eenen ge- ji^- ^zo , door het overloopen van den laagcn ruimen tyd, was bygelegd. Doch de on- ^Hr velzercjyk, de Stad, tot hiertoe, van 't eenigheid in 't fluk van den Godsdienfl ^e«n Qoogwaterj welk, vooral met Noord wes- gaf, dit jaar, hier ter Stede, aanleiding ÜjJ\vtf:n winden, voor en in de Stad kwam, tot nieuwe beroerte, gelyk wy , in 't vül- > l^agt ontiafl te worden. Men verzuimde gende Boek, verhaalen zullen. Qan niec, dit werk te fluiten, en het Heem- f '■ •t37-'"4-] _ TWEE.
|
||||
490
|
|||||||||||||||||||||||||||||
TWEEDE
|
|||||||||||||||||||||||||||||
DEEL.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN
|
|||||||||||||||||||||||||||||
VAN
AMSTERDAM.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
VEERTIENDE BOEK.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Amsterdams Geschiedenissen, van het jaar 1626,
tot in het jaar 1632. |
|||||||||||||||||||||||||||||
ten, eerft met woorden, en, toen die niet i# •
hielpen, zo men wil, met Hagen, wegge- jaagd. Hieruit rees beweeging. 'tGraauw, te hoop geloopen, en verneemende, dat hier eene Arminiaanfche Vergadering ge- houden werdt, viel aan 't uitwerpen van de glazen;pafte, voorts, terwyl de vergaderde menigte naar een goed heenkomen zogt, in huis te raaken,en fmeet ftoelen en banken, en 't gene meer voor de hand was, ten venfteren uit. Toen 't huis ledig geplonderd ^ was, begon men het af te breeken. DeJ)8^ Wethouderfchap , midlerwyl, kennis van ^^ de opfchudding gekreegen hebbende, zondt \ei o? den Major Nikolaus Hajjelaer, met eenige $>. Stads foldaaten, af om dezelve te ftillen- Doch eer hy volks genoeg byeen hadt, was het drie uuren na den middag, en het dak reeds afgebroken. Toen trok hy aan op de woefte menigte, die, zonder op zyne waarfchuwing te paffen, de foldaaten met fteenen dreigde. De Major gaf, daarop > aan 't eerfte gelid, bevel om los te branden- A Een der belhameien werdt zulks getroffen»^ dat hy, met het mes in den mond en de Jy>' handen vol fteenen, nederftortte. De overi- / gen deinsden toen af, naar den Montelbaafls t{ tooren. De foldaaten namen, zonder voo} eerft meer te fchieten, het geplonderde hui5 in, uit welk egter, des avonds laat, not iemant, 't.zy een bloot toekyker (Z>), °| een die deel aan 't gepleegde geweld geh^ hadt (1),geveld werdt. 'tLighaamvan (i) N. v. WASSENAER Hift. Verhaal, Xr. Deel , /■
verfo.
.f
(i) Onder 't gemeen , werdt verfpreid eo *u
loofd, dat deeze gefueuvelde fiegts een toeW'L geweeft was; maar Vondel dagt 'er anders^ . gelyk, uit deeze regels van zyne Rommelpot '$ |
|||||||||||||||||||||||||||||
Ge-
fchrift , tot voe- ding van party- |
De gemaatigdheid in zaaken van Gods-
dienft , waartoe de Regeering van Amfterdam, meer en meer, begon te nei- gen, ftak fommigen heethoofden zo zeer in |
||||||||||||||||||||||||||||
ïchap en 't oog, dat zy zig niet ontzagen, dezelve,
|
|||||||||||||||||||||||||||||
ting der
Regee-
linae
|
0p allerlei wyze, fchamperlyk ten toon te
ftellen. Hiertoe diende , onder anderen, een gefchrift, welk, in 't begin deezes |
||||||||||||||||||||||||||||
ftrekken- jaars, by nagt, geftrooid was, en den naam
de, ver- droeg van Apologie ofte Feranfwoordinge voor |
|||||||||||||||||||||||||||||
IÓ2Ó.
|
de Predicatie van D. Johannes Doucber, Fran-
|
||||||||||||||||||||||||||||
fchen Predicant binnen Amfterdam. 't Ver-
fpreiden van dit Gefchrift, welk men hieldt te ftrekken , om de partyfchap onder de goede ingezetenen te voeden, en de Regee- ring in veragting te brengen, werdt zo eu- vel genomen, dat deWethouderfchap,den dertigften January, zeshonderd guldens be- loofde aan die maaker, drukker of uitgee- ver wift aan te wyzen; en zo de aanbren- ger de drukker of uitgeeverzelf zyn mögt, werdt hem, daarenboven, ftrafvryheidtoe- gezeid (a). Doch my is niet gebleeken, datdeWethouderfchap hierin eenige nade- • re ontdekking gedaan heeft. 'tGraauw De Remonftranten, fteunende op de ge- ftoort maatigdheid van veele Leden der Regee- eene Re- ringe, voeren, ondertuffchen , voort met JP0U' het houden hunner heimelyke Byeenkom- fche Ver- ften > die , omtrent deezen tyd , meer en gadeiïng,meer openbaar werden. Doch , op den op de tweeden-Paafchdag, zynde thans den der- °ujjs tienden April, werdt hunne vergadering, en p?on- die toen °P den Montelbaans burgwal of dert het oude Schans gehouden werdt, wederom ge- Huis, ftoord door 't graauw -. 't welk zig in deezer voege toedroeg. Eenige jongens, voor 't huis , daar de Byeenkomft gehouden werdt, fpeelende, werden, door de Remonitran- (*) Keutb. K. ƒ. 7«.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||
XIV. Boek.
|
|||||||||||||||||||
49 ï
|
|||||||||||||||||||
%6.
|
|||||||||||||||||||
laatflen werdt eerfl door't graauw gefleept
voor 't huis van den voorzittenden Burge- meefler Jakob van Nek, daarna voor dat van den Burgemeeller Bieter de Vlamingvan Oudshoorn, als wilde men hun dit ombren- gen wyten.' Doch eindelyk moeft men 't naar 't Gaflhuis draagen (V). De yveraars tegen de Remonftranten, en onder deezen Simon van der Dow,Oud Schepen en Raad, en Zoon van den gewezen Schout Willem van der Does, fcholden Halïelaer, ter ge- legenheid van het doodfehieten van deezen laatflen, voor eenen Moordenaar (d). Drie oproerigen waren, ondertuilchen, gevat, zekere Scheeps-Kapitein, in dienfl der Wefl- indifche Maatfchappye, genaamd Zwart, en twee Ooflindifchvaarders. Zwart en een der twee anderen werden, met het zwaard over't hoofd, de derde met geeffelinggeftraft (V). Eer Zwart nog gevonnift ware, vrees- den fommige Kerkelyken, dat het hem den hals koflen zou. De Kerkenraad zelf fcheen zo met hem begaan, dat 'er eene bezending gefchiedde aan Burgemeefleren , bellaande uit de Predikanten Adriaan Smout en Joannes Kloppenburg en twej Ouderlingen , onder wel- ken de Oud-Schepen Jan IVillemszoon Bo- gaard was, om hun aan te zeggen „ datzy, „ zo Zwart met de dood geflraft werdt, 't j, gebed in de Kerke niet voor hem doen, „ noch de uitvoering van 't vonnis bywoo- „ nen zouden, veel min- hem vermaanen, j, om zig tot flerven te bereiden, alzo hy, „ in eene goede zaak, geyverd hadt (ƒ)•" Doch my is niet gebleeken, hoe deeze bood fchap van de Heeren opgenomen werdt. 's Daags na de plondering, liep de S. Anto- nis of nieuwe markt zo vol volks, dat men aldaar voor eenige nieuwe opfehuddingbe- dugc was; om welke te voorkomen , de fofdaaten uit het geplonderde huis geligt, en op de S. Antonis Waag gelegd werden. Maar 't graauw, zulks verneemende, ftreef de naar 't verlaaten huis, welk voorts, ten gronde toe, afgebroken werdt. De pion- deraars, meer dan duizend in getale , trok- ken, vervolgens, met een gedeelte der af- (c) vondels Hekeld. il. 173. en in Öäavo hl. Sz met
<*e \Aant. (d) vondels Hekeld. ia Odavo bi. 73. in de ^Aant.
(?) Amfterd. Beroerte gedr. i6js. Ccrt Verhaal van de n. Faftie, gedr. 1628. Atteft. *gt. de Wederlegg. van
1 -Ubel fameux, gedr. 1627. il. 6\ , «+. (ƒ) Authcnt. en Waaracht. Verhaal, gtir. 1030. il. 21. ** Hanekot, in de Hekeldichten, bl. 172, blyken
kan : Het geviel, dat grauwe Geuzen
Wonnen 't huis te Monkelbaen,
E>aer Heer Hopman Swart vooraen
■•rok met finte Stevens reuzen,
J-oen Je Uambeer, wel emant,
I STITTT66 dieven in bst mnU
|
|||||||||||||||||||
gebroken fparren en latten, als in triomf', t6&&
door de Stad, zelfs over den Dam, en voorby 't Stadhuis. Een andere hoop bleef zig nog op de nieuwe markt onthouden, tot dat de Schuttery, hieromtrent in't geweer geko- men, de toegangen naar de markt bezet hadt, en 't graauw, met goede woorden , bewoog tot vertrekken Hiertoe déedt, on- der anderen , zyn befl, de Burgerhopman Jakob Pieterszoon Hoogkamer, Oud Schepen en Thefaurier , die omtrent de Brouwery de Haan flondt met zyn vendel , daar 't meeflë^volk was famengefchoold , onder welk eene oude vrouw, zynde een vlafter of zydewindfter, zeide: Deeze Heer is niet Arminiaanfcb ; maar goed Kerkfch: ik heb hemt dikwils, in de oude Kerke, in 't Heeren geßoel- te zien zitten. Laat ons, op zyn begeer en, weggaan. Ook begaf zig "de menigte, mee het vallen van den avond, naar huis : waar- mede de opfehudding geftild was fg\ Doch de Wethouderfchap verklaarde,&byDe Ver- eene afkondiging van den zeventienden , gaderin- het houden van diergelyke Vergaderingen, ^en en 'e zo wel als het daadelyk llooren derzelven, <jerzei, voor ongeoorlofd en ftrafbaar; alzo zy , ven aan den eenen kant, wel van meening was, de wordt Chriftelyke Gereformeerde Religie, gelykvcrbo0- dezelve openlykgeleerd werdt, alleen, doortlen' openbaar gezag, te handhaaven; maar ook, aan den anderen, alles dagt aan te wenden, wat tot bewaaring der rulle onder de inge- zetenen dienen kon. Zelfs beloofde zyeene vereering aan zulken, die eenige perfoonen, jong of oud, welken zig aan de jongde plon- dering, berooving en huisfehending hadden fchuldig gemaakt , of die eenige jongens daartoe aangezet hadden, willen aantewy- zen (h). Doch my is niet bekend, dat 'er meer fchuldigen ontdekt werden. De Vroedfchap befloot, wat laater, dat Burgemeefleren en Schepenen eenige orde beraamen zouden, om diergelyke oproer en huisdorming te voorkomen , en alle onheilen te verhoe- den (i): 't welk ik egter niet vind, voor- eerft, gefchied te zyn. 't Bleek, uit de be- zending des Kerkenraads, klaarlyk,dat'er, onder de Predikanten, waren, die 't woeft bedryf der plonderaaren vergoelykten, en toefchreeven aan yver voor de waare Leere. Maar de Predikant, Komelis Hanekop, die De Pre- laatftelyk te Breda geflaan hadt; doch, met dikant het overgaan dier Stad aan de Spaanden, „™^s zynen dienfl hadt moeten verlaaten; in July worjt p des voorleeden jaars, herwaards beroepen door d'en 00, en op ernflig verzoek des Kerkenraads, Kerken- door raad, in Of) DOBttttAAK VI. *»•*>**?** ÊOMMELIN, W. ,,„,.
(ü l\t: LUI * .*•* juiy «fiiS. f, l6, vtr/,,
(O CROESE Keik. *-eS'a- "• SZ.
Sss
|
|||||||||||||||||||
tl
|
|||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||
492
|
||||||||||
Stede, in 't Staaten-Koliegie te Leiden ge- \d%l'
plaatft (t). De Digter Joost van den Vondel heeft de gedagtenis van 't ge- beurde met den Predikant Hanekop bewaard, in een fcherp Hekeldigt, genaamd Rommel- pot van 't Hanekot, welk, in 't jaar 1627» in.'t licht gekomen is (a). De Kerkenraad fcheen, midlerwyl, volkomenlyk overtuigd, dat Hanekop regtvaardiglyk gehandeld was. Immers, men leeft, in zeker Gefchrift van dien tyd , op den naam van Predikanten en Ouderlingen , uitgekomen „ dat alle de „ Dienaren defer Gemeente, van aenbegin „ der Reformatie, tot delen tyd toe, een- „ parighlyck defelve Leer geleert hadden, „ ende als noch leerden; behalven alleen „ het different, dat, binnen eenige maen- ,, den herwaerts, alhier was voorgevallen, „ in het welcke, de Predicanten ende Ou- „ derlingen voornoemt, alle ende elck in „ 't byfonder, alfoo nae den woorde Gods „ ende ordre der Chriftelycke Kercke, ver- „ mogens haer Ampt ende beroepinge,tot „ rufte der Kercke ende behoudenifle van „ de heylige waerheid, hadden gehandelt, „ als fy voor Godt den Heere, ende voor „ alle Kerckelycke Vergaderingen, ver- „ trouwden te verantwoorden (V)." ƒ• Met de gewoonlyke verandering derRe-fieV'
geeringe, in den aanvang deezes jaars, wa-Wy* ren, hier ter Stede, wederom eenige Hee ^rf,c ren in 't bewind geraakt, van welken, allen, *$' die de ongewoone handelingen van de jaaren 1618 en 1619 afkeurden, zig zeer veel goeds beloofden. Doch anderen, die eenige Befchryvers van Amfterdam (w) harde Ge- reformeerden noemen, zagen deeze verande- j ring met ongenoegen. Uit den koker van Py deezen, was een lomp fchimpfehrift voort-^ gekomen, welk, kort voor de gewoonlykes vernieuwing der Wethouderfchap , hier ter Stede,verfpreid werdt, en aldus luidde: Dit fyn de Quanten,
Die oprechten willen de Arminiaenfe San' I ten. Capiteyn Boom, Oetgens, Geurt Dircsz.,
Andries Bicker, Bas,Albert Coenraet, Teeling, [mißchienTholincx],Schaep» Grootenhuyfe , Haftelaer , Opmeer, W. Bäcker, Hinlopen, Reaal, Over- lander. Dit fyn de waggehnuffen,
Die door de vroomen fyn geraeckt op • kujfen. Raep»
(0 Groot-Memor. n. IH. ƒ. 28 verfi.
(u) Vondels Leven, bt. if„ , , (v) Re-^onftr. ua de Magiftr. van Amft. gedr. tn A
Haage, ï6ly. hl. j. (ra) DOMSELÄ&R, hl, 331. COMMiLIN, hl. I%oS'
|
||||||||||
1626. door Burgemeefteren, goedgekeurd was (/),
n ' fchroomde niet,het oproer enhuisftorming dienft ge- openlyk te veroordeelen , en voor Onchris-
fchoift. telyk uit te maaken (m). De uitvoering der Plakaaten tegen de Remonftränten, en het bannen van deeze luiden uit de Kerke ftondt hem ook tegen. Zelfs durfde hy, openlyk genoeg, beweeren, dat de vyf Arminiaan- fche punten zulke grove dwaalingen niet ■waren, dat zy den grondflag der zaligheid ondermynden (»)■ Hierdoor maakte hy zig zo verdagt by zyne medebroeders , dat de Kerkenraad, aangezet, zo men wil (0), on- der anderen , door den Oud - Schepen en Raad, Warnar Ernfi van Boffen, in Novem- ber deezes jaars, befloot, hem te fchorfen in zynen dienft,onder voorwendfel,zofom- migen fchryven, dat hy te zwak van berfe- nen of van lighaam was, om dien waar te neemen naar behooren (p). 't Liep egter 1627. nog tot in de Lente des volgenden jaars aan,
eer de Vroedfchap kennis kreeg , dat de Kerkenraad de verlaatïug van Hanekop op Burgemeefteren begeerd hadt, en dat Ha- nekop daartegen betuigde, dat men hem, zonder oorzaake, bezwaarde. De meefte Leden verftonden toen „ dat Burgemeefte- „ ren' behoorlyke kennis van de gelegenheid „ en waarheid der zaaken neemen zouden, ,, en daar van der Vroedfchap verflag doen, „ om dan, op Hanekops verlaating, met „ derzelver raad, te mogen befluiten; doch, „ dat de punten van de Leere kerkdyk ., zouden worden verhandeld (q)." Maar 't blykt niet, dat Burgemeefteren Hanekop fchuldig gevonden hebben. En in Novem- ber des jaars 1628 , kon de Kerkenraad nog geen verlof krygen, om een' ander' Predi- kant, in zyne itede, te verkiezen, naardien hy, buiten kennis van Burgemeefteren, ver- laaten was (r). Wat hierop verder gevolgd zy, vind ik, in de Regifiers der Vroed- schap, niet aangetekend. Dochvaftgaat, dat Hanekop, na zyne fchorfing, den Pre- dikftoel niet wederom beklommen heeft, hoe zeer ook veele aanzienlyke luiden hem genegen bleeven. Sommigen tekenen aan, dat hy, hier ter Stede,den vyftiendenjuly des jaars 1655, overleeden is (j). 'tls te vermoeden, dat men hem zyne gaadje, tot zynen dood toe, zal hebben laaten genie- ten. In't begin des jaars 1626, was zyn * Aium< Zoon Jrnoldiis, ais * Kweekeling deezer
(/) GrooNMemor. a\ m. ƒ. 23.
(m) Zie Vondels Hekeld. hi. 173.1 (n) Onpartydig Chron. hl. 50. (0) Zie Vondels Hekeld. in oeiavo hl. $3 met de Aant.
(P) DOMSELAAR VI. Boek^, hl. 3 3». COMMELIN, hl. IIOJ.
CkOese Kerk. Reg. hl. 52. (1) Refol.,Vroedfch.N. 1$. \6 Maan 1527. f. zo6iierfo,
(r) Refol. Vioedfch. N. ifi. 14 Nov. I628. ƒ. +1. O) Cf.OESE Keik. Reg. hl. Sz.
|
||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||
XIV. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||
493
|
|||||||||||||||||||||||
-7- Raep, Hadden , Hoochcamer, Vlamingh,
Neck, Renniil [Reynft] , Vinck, Tulp, Raephorft. Wilt niet langer waggelen maer vaflßaen,
Enßpannen niette vroomen aen, En helpen, naer myn vermeien, Datier op Vrouwendagh geen Anninianen comen aen. Dit fyn de vromen.
Pauw, Jan Gysbertsz., De Vry, J. W.
Bogaerc, Iiülebrant Schellinger, Ver- does , Ernfl: Roeters, Bets , Haring- carfpel. De Heer Nikolaus van Reigersberg,Raads-
heer in den Hoogen Raad, en Zwager van Hugo de Groot, omtrent deezen tyd, ar- beidende om te wege te brengen, dat dee- zen vryheid gegund mögt worden, om we- |
van Credentie (4) fprack ick gifier en , die i6i7.
oock my fprack, ofte het niet goed ware, dat Uwe Ed. eens op de kunfie fiude fchryven. Schoneiïbergh ende ick zyn gherefolveert, te- ghens de aenfiaende Fergaderinghe, eens den goeden Heer tefpreecken, ende neeinen in Se'denc- ken, of wy het niet by occafie van defen Brief behooren te doen. Wy füllen alles by brenghen wat moghelyck is: dan men magh niet te fier perffen. Flecli poteft, frangi non potefl:.(*)• (*) 'i kan Ende om met volkome refolutie. te mogen gaen,ge_bo°gen> moft men eer ft weten, wat plaetfe te kiefin, ™e\ ële' ende oock ofte het geraden is, foo lange hoope worden. met apparentie is de refiitutie te verwerven. U. E. heeft verfiaen, uyt het geene ick Stifter Blanke, over acht dagen, fchreef, wat myn laetfie officien fyn geweefi : myn bejegening was geet; dan komefoo dickmacl, ende boude foo ernfiigh daerop aen , dat ick licht fiude ver- veelen: te overtreden is ongeraden, alfoo den tydt veel geeft. Symon de Rycke, ende noch een van fyn
humeur (5) fyn in de Vroedfihap tot Amfter- dam ghekoren,dat, naer myn opinie, eengroo- tenflagh is. De Rycke is couragieus, onifiet geen Gemeente, heeft lange jaer en de foldaten betaelt, die oock fier van hem dependeeren. De vier gekooren Burgermeefiers zyn de befte, die men kim wenfihen , Bas , Oetgens , Geurt Dircksz., Bicker (6). De Heer Bafius is nu tot Anifterdam, hebbe
hem aengefchreven ende verfocht, gelyck hy aengenomen heeft, daer alle goede devoiren te doen. Wy moeten fien wat de Vergaderinghe geven fal. Ick beken gaerne dat uytftel geen goet en doet, hoewel in het reguard van Ani- fterdam met uytftel is gewonnen, Ick twyffel niet, of men fieckt, foo hier ah daer, quade officien te doen. Maer wat remedie ? Siet, hoe ruchtbaer het is, foo werdt daer fier weynigh van ghefproocken, het welck my fier wel be- haeght. Menfiydt, Smoutius op dcnBiddagh (over tivaelf daghen) in fyn Predicatie heeft gefiyt dat men het Troyaanfche Paardt we- der wil inhalen: dan met dien man werdt ge- fpot. Het 'aas gevreeft, dat alle Prcdikftoe- len daer van finden hebben ghedavert. - Het is beter uyt gevallen Met Pynaker (7) beeft U. E. fich niet te bekommeren, is van weynigh Con- fideratie, quamquam livor & obtreétatio pro- nis
(4) Dat is , Dirk Gerritszoon Meerman , die , in
't jaar 1618, uit de Vroedfchap van Delft verlaa- ten; doch nu daarin wederom herfteW was- ^IS Aitzema, I. Deel, bl.658. Cs") fakob Jakobszoon Fink. . ~ .
(6) Dirk of Diderik Bas , A?.om °*Zm* »«
Waveren, Geurt Dirksz. van Beumngen, en Andries (W Komelis Pynaker, Profeflor m de Regten, en
Gezant der Staaten te Algiers , die, op de te rug rei- ze van daar, met de Groot, te Parys, gefprokenhadt. Zie C. Brandt Leven van.de Groot. bl. 353. Sss 2 |
||||||||||||||||||||||
*6 •
|
derom in 't Land te keeren, waartoe hem
|
||||||||||||||||||||||
ook de gemaatigdheid der Amfterdamfche
Regeeringe zeer te ftade komen kon , fchreef, deswege, onder anderen,den zes- den February , eenen brief aan zynen Zwa- ger te Parys, dien hy, voor dat dezelve befteld werdt, uit zynen zak hadt laaten vallen. Hy werdt door iemant opgeraapt, en den Raadpenfionaris Jntoni Duik over- handigd, die hem in de Vergaderingvan Holland bragt, daar men hem van deezen inhoud vondt: |
|||||||||||||||||||||||
Mon Freue (*),
|
|||||||||||||||||||||||
Deßen morghen hebbe ick ontfanghen den
uwen van den vier en twintig ßen January metten bygaenden, die ick met Schonen- hernh ('z)fal communiceeren, en den oirboir daermede doen. Voorleden Sondach, doen ick hem leß fprack, was denßlven Schonenherch van opinie, dat U. E. aen den goeden Heer (3) behoorde te fchryven, of ten minfien aen my, om hem te communiceren een verzoek wel mearraifonneerts, met redenen, die U.E.[ouden noolfaecken, naer foo langhe patientie, foo den Menftvan't Landt niet konde lyden, dat op U. E. [niet] finde worden ghelet, om u f elven elders te ftellen : moefi daer noch op dencken. Moewei defe korte woorden groot en fin hebben, €nde ghenoegh dat f elf de inhouden. Doen ter lydt fiyde ick niet, dat ick U. E. aireede tot fchryven hadde gheraeden: ende f al daerom u- "ïïen Brief 'beter te pajje komen. Den man (2) Door Schoneribergb, wordt Nikolaus van Beau-
m°nt gemeend, die thans, wegens Zeeland, ter al- gemeene Staats vergadering«, zitting hadt. Zie Ait- 7,Vnöeel>bL ß58-
He l: is' zyne Door!uStigneic'lJ Prins Fredrik
|
|||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS II. Deel.
|
||||||||||||
494
|
||||||||||||
1627. nis auribus excipiantur (*): fyn faeckenßaen De inhoud van deezen brief werdt, by KW'
{*) Alhoe-niet wel. Ende naer ick kan hooren ,fpreeckt eenige Leden derVergaderinge van Holland, Wat o- wel feer wel van U. E. feydt U. E. daer in groot bedenkelyk gevonden, en men befloot, dien v^jbi-[ef |
||||||||||||
kwaad- aenßen is t namentlyck by den Cardinael. Bid-
„JfÜrh!1 de U. E. feer van een kleyn gheruchfniet ver- £ïl li&jl"* J 7 7 7 7
mi, met vaert te zyn; tnaer alles ongemerckt door te
greetige iaten gaen. Vosbergen is noch in Zeelandt eorm, ievrofen. Hebben my weder verfocht te fien, "aanfe- °f fy yet ^aer ^on^e verneeinen> dat U. E- wel
hord. van daer fult verfiaen. Wat de Alliantie van |
nader te laaten onderzoeken. Reigersberg, tedoei1
midlerwyl, kennis gekreegen hebbende van ?iel; 't lot van zyncn brief, verdedigde dien,in een Vertoog, welk hy den Staaten overle- leverde; en/ waarin hy aanwees, dat hy, voornaamlyk, gefchreeven hadt,om zynen Zwager kennis te geeven van 't gene hy ge- |
|||||||||||
Vranchy:k r et ar deert, Jol ick vernemen, ende
danfchryoen. Ick wilde wel, dat U. E. my van alles in het breede advifeerde, om occafie te hebben met U. E. Nicht, ende andere van fwarigheydt te fpreecken. U. E. fchryft niet, hoe de Gaarde des
(f) Ze- Seaux (f) by den Koning, in fyn prefentie ,
gelbe- jO0;. jjg van je Sorbonne is overgehaeh, daer
' ick fyne Excellentie, over acht dagen, veel van
hoorde vertellen.
De Vrouw van Valckenburgh (daer ick
over vier dagen ten huyfe van den Heer Wyts mede te gafle was) fiyde my, aen myn Sufier te willen fchryven, ende dat ick 't oock wilde doen, ende haer laten weten; dat Jy uytterlyck tot in 't begin van May hier meent te blyven: is feer habyl, oock van goede wille ende goedt heleydt : wilde myn Sufier haer bier rencon- treerde, om ofte bet met de naefle Vergaderin- ge niet en viel, ick dan, door myne Sufier, ende fuleke Inßrumentcn, wat moghte werc- ken. Daer dient op gelet. Nieus weet ick niet, dan dat tot Utrecht
groot misverflant is, tuffchen het Hoff ende de Magifiraet: ende dat overmidts het Hoff had- de gedepecheert appel van een Goutfmit, die by de Vroedtfchap over een gehouden Ver- gaderinghe was gecondemneert : de Vroedt- fchap den Deurwaerder, die het Mandament badde gcexpjoiäeert, gevangen heeft gefielt. Men meent de Staten het Hoff füllen maint eneeren. Voor het Vermaecken van de Magifiraet tot
Amfierdam, was daer defe Pasquille gefiroyt: Dit zyn de Quanten enz. (8). Dit fchryve ick U. E. om te fien hoe het daer is ghefielt. Recommandeere my aen myn Sufier, ende fal ten naefien myn Commifße finden. Defen fesden February feflien bonden feven en twintigb. Onder ftondt
U. E. dienftwillige Broeder
N. v. Reygersbergh. Het opfehrift was A Monfieur, Monfieur Grotius
a Paris ■ (%). (x) Zie AlTZEMA I. Deel, il. i$6. C.EP.AKDT Leven
van H. de Groot, il. 3<>i- (8) Zie'hier voor, bl. 492. Agter de naamen
der vromen, in dit fchiiiipfcnrift, hadt de Raads- heer Reigersberg deeze drie woorden gefteld : Rari quippe boni, dat is, Weinigen, voorwaar, zyn de vroomen: of, zeldzaams vroomen, zekerl |
||||||||||||
daan hadt, of van zins was te doen, om
hem vryheid te verwerven tot het leiden van een ampteloos leeven in zyn Vaderland (y). De Vroedfchap van Amfterdam, kennis ge- kreegen hebbende van 't fchryven van Rei- gersberg , befloot deswege eerft met den Prinfe van Oranje te fpreeken, en den Af- gevaardigden ter Dagvaart te gelaflen, de meening der andere Leden te verneemen, en over te fchryven; waarna de inhoud des Briefs eerfl in nadere ovcrweeging genomen zou worden (z). Van wege de Staaten, werdt, federt, ook gefproken met den Prin- fe , die verftondt, dat de Raadsheer den brief van de Groot, waarop de zyne een antwoord was, toonen moeft Hy deedt dit, en men vondt, dat Reigersberg fcher- per gefchreeven hadt dan de Groot. Rei- gersbergs brief werdt dan gefteld in handen van 's Lands Fiskaal, die 'er egter geene genoegzaame ffcof in vondt, om den Raads- heer in regten aan te fpreeken. In Septem- ber, werdt deeze zaak nog wederom in de Vergadering der Staaten gebragt, en men be- floot toen, den brief, door't Hof, te laaten onderzoeken (a). Doch hierby is 't geblee- ven, en vind ik niet, dat de Raadsheer ver- der over zyn fchryven gemoeid is. De Dros- faard Hooft fchreef, den eerften Ofto- ber, in de Franfche taaie, uit Amfterdam, aan den Raadsheer „ dat hy, verftaan heb- „ bende de kuiperyen, die de kwaadwilli- „ gen aanregtten , om de gerügten , die „ voorheen omtrent den inhoud van zynen „ brief verfpreid waren, leevende te hou- „ den, niet wift te zeggen , wat grooter „ ware, de fpyt, dien hy 'er van hadt, of „ de trek om 'er over te lagchen; gelyk „ zelfs de yverigften uit den Raad deezer „ Stad daar den fpot mede dreeven (£).'', ÓndertulTchen, verliepen 'er nog eenige jaa- ren, eer de Groot waagen durfde, hier te Lande, weder te keeren. „$> De Sinoden van Holland hielden, ten dee- Ve ^
zen tyde, zo fterk aan byde Staaten, op de t'" uit-
(y) Zie AlTZEMA» ••'■ «J«.
t*) Refol. Vroedfch. N. ij. i Maart 16Z7- f. log [verf* \
(a) Refol. Holl. 4, S , 9, 10, 12» 22 Mi*rt, 18 H*P
16, zs Sept. 1627. fc/.4i,4J, 48, Ji , 53, 5* j «8, U f,*'*'
245, 249-
(i) HooïTS Brieven N, 152. U. ««.
|
||||||||||||
XIV. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
49S
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uitvoering der Plakaaten tegen de Remon- „ der Gemeente tegen haare wettige Ovpr T*o<?
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
flranten, dat zy, eindelyk, in May deezes
jaars, beflooten, dezelven te vernieuwen: te meer, alzo men vernam, hoe fommigen dat dezelven, met de dood van |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
heid door verwekt werdt. Dat dit on-
„ langs, nog in zekere gevaarlyke famen- „ rotting gebleeken was , waar de om- „ ftanders zelven gelegenheid gegeven had- „ den, dat de fchuldigen zig verftaken,en „ de handen der Geregtsdienaaren ontwee- „ ken." Voorts, werdt het tekenen van zulke verzoekfchriften en het vorderen van derzelver tekeninge, midsgaders het maa- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de1:|egen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hon. Prinfe Maurits, kragteloos geworden waren.
%jteQ Doch Rotterdam kantte zig tegen dit befluit, |j! »er. verklaarende, noch vermogen noch gezind- ten, heid te hebben, om de Plakaaten uit te |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Te Amfterdam, begon men.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
voeren (f). ^
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
allengskens, het voorbeeld van Rotterdam ken van oploop en famenrotting• ~ weïfcher-
te volgen, 't zy dat men,inderdaad,begon pelyk verbooden, met bevel, dat niemant tegelooven, dat de Plakaaten te ftreng en by zulkeenefamenrotting,zoublyvenftaan' onredelyk waren; 't zy dat men voor ver- en dat de ouders voor de kinders zouden' loop van Koophandel en Neering vreesde , moeten verantwoorden. En naardien myne wanneer men de inwooners te zeer bepaal- Heeren van den Geregte zulke famenrottin- de, in de oefening van den Godsdienft. De gen volftrektelyk beletten wilden betuig- Remonftranten hielden dan hunne vergade- den zy, onfchuldig te willen eenouden wor ringen langs hoe openlyker, te Amfterdam, den aan de ongelukken , die iemant ter met naame m de maanden February en deezer gelegenheid, mogten overkomen (hS Maart des jaars 1628. 't Graauw verga- Doch alzo, in deeze Keure, de Remon n derde egter, op den agtften Maart (d), ftrantfche Vergaderingen niet verbooden kenraad wederom in grooten getale, voor een huis waren , onderwondt zig de Kerkenraad , levert opdeLaftaadje(e), daar de Byeenkomft daarover uitdrukkelyk te klaagen, in eeneenYer" |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
toen gehouden werdt. Doch de Major Has-
|
.. - - tegen de
aan Burgemeefteren en Raaden werdt over-Keur der handigd. Men fchroomde niet, zig,in dit Wethou-, Vertoog, onder anderen, te bedienen vanl^ deeze woorden „ dat men, in de Keure, „ de goede gemeente (in 't welnemen) fcheen „ te willen abufeeren met die woorden , dat „ myne Heeren van den Gherechte niet meer- „ der ter herten namen, dan de Confervatie en de hanthavingbe van de ware Cbrißelyke |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
felaer~de Stads foldaatenbyeen gerukt heb
bende, belette het overvallen en pionderen der wooninge. Eenigen uit de burgerye, die zig onder den hoop vermengd hadden, "werden gedreigd: een burger en eenigen van het graauw in hegtenis genomen: waar- mede de oproer,die, zo de Remonftranten fchreeven, door zulken, dien 't minft be- taamde, verwekt was (ƒ), geftild werdt, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ÖH.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Doch eenige burgers, die denRemonftran- „ Gereformeerde Religie (£)." De burgers,
ten zeer ongenegen waren, ontwierpen een die de iongfte famenrottingehadden aange- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
f>eij.yerzoekfchnft aan Burgemeefteren ~enRaa- moedigd, "fteunende op zuïk een'voorgang,
!%« den' "rekkende om over de Remonftranten gaven, 's daags na de overlevering van dit XI te klaagen, en het verhinderen van derzel- Vertoog, een Protefi over aan de Wethou- (£N.e ver byeenkomften te wege te brengen. Men derfchap, waarin zy betuigden, geen liegt tÄn. "et dit Verzoekfchrift, door veelen, onder- en opgeraapt volk te zyn, gelyk zy, in de f °>4(ieet- bekenen (g). De Wethouderfchap kreeg Keure, fcheenen afgemaaid te worden; maar |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
V
|
x- 'er ras kennis van, en deedt, den eerften eerlyke burgers, die de welvaart en ruft
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
l)'% April, eene Keur afkondigen, waarin zy der Stad lief hadden, en alleenlyk verzog-
verhaalde „ in't zekere onderregt te zyn, ten, dat de Arminiaanfche Conventiculen,die j, dat eenige luiden, zonder wettig verlof, met 's Lands Plakaaten ftreeden, geweerd |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zig vervorderden, veelen van de goede mogten worden. Omtrent deezé"n tjdiBeKrmi
s> Gemeente te beweegen tot ondertekemn- werdt ook, van den kant deezer burgeren, der Scha-
| ge van zekere Concepten of Requeflen , of van den kant der zulken, die hunne zy-ter^ ■
» ftrekkende, zo't heette, tot bevorderin- de hielden, een gefchrift uitgegeven, ge-ficht'mt
» ge der waare Chriftelyke Gereformeerde naamd Kroon der Schutterye van Amfterdam
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
waarin beweerd werdt „ dat de eigenlyke
„ roem der Amfterdamfche Schutterye ge- 5, legen was in demagt, diezy,ze^eme,n5 „ hadt, om, ten overftaan van Gemagtig- „ den der Staaten, de Wethouders te ont- » zet-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
s> Religie,die denWethouderen boven al-
» les ter herte ging, en der rufte onder de
>> ingezetenen; daar 'er, in tegendeel,niet 5> dan onruft en partyfchap, en ophitfing |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
f O Vsdeil. H.'ft. XI. Deel, bl. 47.
iV Cort en Waaracht. Verhaal, gedr. iSig. (f > Rerl1* Van **e Arm'n* Fa&ie j g'dr. I6Z8, •edr. i^monfti:antie van July IÄ28. in 't Oprecht Verhaal CO Waaiagt. vertoon, gedrukt iS}o. bl. zS.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(h) Keurb. K. ƒ. 1*4 *fr/i.
(,} Verh. van de Armm. Fa»ie , gedr. i«2g,
(O Zie 't Requeft in de Waai acht. Veit, il, i(,
Sss 3
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
/
|
||||||
. D A M S * IL Deel.
hadden opgehitfl. Ook wordt, in fchriften lót*
van deezen tyd, die van de zyde der ftren- ge Gereformeerden uitkwamen, verhaald, dat de Schout Grootenhuis, 1 ^mees- teren Bas en Oetgens, en de Schepen Hin;
loopen, in 't byzonder, den Prinfe hadden voorgehouden, dat al de onruft aan de Pre- dikanten en aan derzelver oproerige Predi- katientewytenware. Doch onder de Vroed- fchappen waren'er ook eenigen, die oor- deelden , dat de oogluiking omtrent de Remonftranten oorzaak der opfehuddinge • was. Zy vertoonden den Prinfe, dat 'er , onder de Remonftranten deezer Stad, gee- ne vyftig huisgezinnen van aanzien waren; om welk gering getal, men de Stad niet behoorde te laaten ontruften. Zy verhaal- den zelfs, dat de verbittering op zulken uit den Raade, die den Remonftranten be- gunftigden, zo groot was onder't gemeen, dat de afgezondenen ter Dagvaart, die ge- maatigde Refolutien hadden overgebragt, naar den Haage, in 't wederkeeren, gevaar geloopen hadden van gefteenigd te worden. De Prins, de klaagers aan de eene, en de lf.f
Wethouders aan de andere zyde gehoord f«, hebbende, betuigde aan elk „ datdewaare11" „ Gereformeerde Religie gehandhaafd, en „ de Remonftrantfche Vergaderingen, vol- „ gens de orde des Lands, zouden geweerd „ worden, mids dat alle ondertekeningen „ en verzoekfehriften vernietigd werden „ (/)." En op deezen voet werden de on- luften bygelegd. De Wethouders verbon- den zig allen , tot de handhaaving der waare Gereformeerde Religie , en tot het weeren van onbehoorlyke Vergaderingen, naar hun vermogen. De Krygsraad beloof- de , den Wethouderen de behulpzaame hand te zullen bieden, in het fluiten van allerlei ! oproerige famenrottingen. De Verzoek- fehriften en ondertekeningen werden ook gefcheurd, en in 't vuur gefmeeten. De Prins, vier dagen in de Stad vertoefd en de ruft, zo 't uiterlyk fcheen,herfteldhebben- de , keerde, den veertienden April , naar den Haage te rug (in). In Vondels Am- ßerdams wellekomß aan Fredkik Hen- rik, Prince van Oranje (n) , wordt van den uitflag zyner verrigtinge hier ter Stede, in deezer voege, gewaagd: Waer gy komt u treden zetten
Krygen keuren en fiadts wetten
Nieuwe kracht, en haet en twifi Stuiven -wegh als rook en miß '• En
(!) Refol. Holl. I^Ufril T6:g. bl. Jf.
(ra) Cort ende Waeracht. Verhael, gedr. 161%. Waeiacl>c' Vertoon, gedr. 1628. bl. zj-31. (nj Zie z,yne Joëzy 1. Deel 1bt, s»t
|
||||||
496 A M S T E B
1628. ,5 zetten van 't bewind, en anderen in de
„ plaats te kiezen, gelyk zy getoond hadt „ in 't jaar 1578,toen zy de Paapfche Wet- „ houders af, en anderen in derzelver plaats „ gefteld hadt. De Schuttery hadt, dreef „ men , nog dezelfde magt; hoewel men , „ als 't ware, hoopte, dat zyze niet ligtelyk „ zou behoeven te gebruiken." Dit werkje moeft te bedenkelyker voorkomen, om dat het ftrekte tot eene foort van verbetering van een ander, wat vroeger, met een ander oogmerk, gefchreeven; waarin de Schut- tery, tot betragting van haaren eed van ge- trouwheid en gehoorzaamheid aan de Wet- houderfchap, vermaand werde Prins De Regeering dan, ziende dat zy weinig Fredrik ftaats maaken kon op' een gedeelte derBur-
Hennk gerve en bedugt voor grooter ongelegen-
komt te p .1 ' , °n 1 > & ■•t> Amfter- heid, vondt, terftond na t ontvangen van dam. 't Verzoekfchrift des Kerkenraads, geraa- den,op den Prinfevan Oranje tebegeeren, dat hy zig, ten fpoedigfte, herwaards be- gave, om de gereezen onluften, door zyn hoog gezag, by te leggen. Ook kwam zy- ne Doorlugtigheid, den tienden April, tegen den avond , in de Stad, verzeld van twee af- gezondenen uit de Gekommitteerde Raaden, de Heeren Dirk van Bkiswyk en Jakob van Broekhoven, en van een' aanzienlyken ftoet van Edelen. Men hadt, uit ieder der twin- tig vendelen Schutters , dertig man in de wapenen gebragt ; doch zorg gedraagen, dat daar onder weinig of geene misnoeg- z e den waren. De Wethouderfchap ont- verrig- ving zyne Doorlugtigheid aan 't Prinfen- tingen hof, daar hy, den volgenden dag, begroet aldaar werd|; door den Kerkenraad, die verklaar- lingVer de, dat al de onruil hier ter Stede ontftaan gereezen was uit het dulden der Remonilrantfche onluften. Vergaderingen. De Prins toonde zig mis- noegd over het tekenen van 't Verzoek- fchrift : 't welk de Predikanten zogten te verfchoonen. Eenige burgers vervoegden zig daarna by den Prinfe, die ook, van tyd tyd tot tyd, handelde met de Wethouder- fchap. Zes Hoofddeelgenooten der Weft- indifche Maatfchappye leverden zyner Doorlugtigheid, den twaalfden, een Ver- toog over, waarin zy, eerft, breedvoerig, lyk aanweezen, hoe veel nuts de Maatfchap- py deede aan 't Vaderland; en welk zy be- flooten met een verzoek, dat de Prins, op 't voorbeeld van zynen Vader en Broeder, den waaren Hervormden Godsdienft hand- haaven, en alle verbooden Byeenkomften weeren wilde. Burgemeefteren en Raaden hadden den Prinfe onderregt, dat zy, die 't Verzoekfchrift voorftonden , voor verre het grootfte gedeelte,gemeene burgers wa- ren , die 't flegte graauw tot plondering |
||||||
XIV. Boek.
|
||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||
4-97
|
||||||||||||||||||
28. En deze ongetoomde tongen,
Die zooßout en onbedwongen
Oproer flockten, twifl, en moort,
Zivygen ßü aen yder ourt.
All myn trouwe burgeryen Eenigh in uw komjt verblyen. Geen Megeere geeft zich bloot.
Elk het hooft kit in denfchoot.
Waarop hy, wat laager, volgen laat:
'k Had met veel meer praeh behangen
Uiv doorluchtigheit ontfangen; Maer ik weet wel hoe gy acht Ware deught de ryxfle pracht: Hier mee (lof den Heer der beeren) Aan ik noch een zaeifioffeeren: Mannen heb ik, zoo men 'f vraegbt, Daer myn raethuis moet op draegbt: Onder deze, in raets beraming, Blinkt defchrarJerheit van Vlaming, Pols cprcchtigheit heel braef, En de dapperheit van G R A e f : Mannen Qaet de nyt vry grimmen) Die myn vefien deden klimmen: Zulke zoek ik by de kaers. 't Heb 'er ook noch Hasselaers, Die hun halzen voor my wagen ; Die hun vaders degens dragen, Welke op 't Spaevfche knokebeen Zyn gefchaert voor 't\ algemeen: Errefvyanden van Spanje, Errefvrienden van Oranje ; Daer een Feit heer mee bcfluwt Voor geen zeven Legers gruwt. Doch 't leedt maar weinige maanden,
toen de onlufl hier ter Stede, op nieuws, heviger ontftak dan te vooren. De Remon- stranten , die nu, in verfcheiden' Steden en |
||||||||||||||||||
fchnp. Omtrent tweehonderd en vyftig jg2q
Perfoonen, waaronder ook eenige vrouwen ° waren, gaven hiertoe Volmagtaan eenigen uit hun: welke volmagt, onlangs, naar een notarieel Affchrift ,in 't licht gegeven is Ca)- dat nogtans, in eenige naamen, en in de orde derzelven, verfchilt met het oorfprong- kelyke, welk wy hier letterlyk gevolgd zyn : „ Alfoo het de Edele Grootmoghende Hee-
„ ren de Staeten van Hollant endè Weftvries- ;, land den 25 July laetftleden op de Requefte ,, vande Remonftrantfchgefmde (by de welcke ,y fy verfoghten onbekommert buyten de pu- ;, blycke kereken exercitie van haere relligiete „ moghen doen, haere Predicanten daer toe vry „ in't lant te mooghen coomen, e*nde die ge- „ vanghen zyn te hebben gerelaxeert) gelieft „ heeft te apoftilleeren ; Dat defe Supplianten „ elcks inden haeren, haermetonderteeckende „ requefte füllen moeten addrefieren aen haere „ refpeftive Magiftraten: Soo is 'I:,datwvon- „ dergefchreven te vreeden zyn dat van onfen „ 't weghen aende E. E, Heeren de Burohe- „ meefleren ende Regeerders deefer Stede Am- „ flelredamme, ende daer het verder behooren „ fal,met alleeerbiedigheonderdanigheytdoor j, eenïghe vande ondergefchreven perfoonen het „ gedavn verfoeck, van exercitie van Relligie, „ incoomen ende relaxatie van Predicanten, ■}■> gevordert fal mooghen worden. JanEgbertsz Bijfchop, Adriaan J. van Noordt,
Joofi Brajfir, Pieter Mathyfen, Pieter Cleu- tring [CleutrynJ, Philips Thyfz, Abraham Gillon, Dr. Robert van der Houve, Anthony de Langbè, Heyndrick Lenfen, Pieter Wülemsz Hooft, Jan Valckfz, Guillame Lindeman, Pouwels vanHeemskerk, Leenart van Sorgen, oock voor fyne Moeder en Familie, Clement van Sorgen , Jan van de Poll, Albert Schuyt, Izaak van Gherwen 1628, Gerardt Baes Dr. JEgidius Snouck , Nicolaas van Heuvel, Ja- cob Bicker, G. van Schoonhoixien, Francais Hermans van Bergen, Reinier Scbaep, Dr. Jan van Hartoghvelt, Frans van Limborch, Abraham Anthonisfèn, Dirck Geurtsz, Härmen de Bijfchop Hans van Loon, Louis Houwen [Hanuyel , Symon Saluament, Joannes a Stapel, Abraham Stoffelferi, Dirck Jooflen,. Micbiel Colyn, Charles de Latfeur, Dirck Hasfelaer, p Steen- huyfen, Jacob Lauwens [Laurensz.'] , Augußyn Wtenbogaert, 'H. van Broncborß, Nkolaes Clouck Nanningfs, J. Gilles, Jeronimus Coymans, Ja- cob Willewfe Hooft, Richart Gerarts ter Horfl, Jacop van den Bergb, Jan van Vlooswyck. Eg- hertus Bodxus, Nicolaes van Loon, Marten van Heuvel, Willem van Borffelen, Hendrick Colyn, Joan van Wouwer, Johan Scbaep, Class Bas, Nicolas Balefiel, Goris de Weertt, Jacob Maier, Adolf Forekenbeeck , fVillem Kempsz, AertKonincx, IfaacBevelot, Frans de Neue, JanGerritzMeys, Comelis Feldt, Jan Jans Corver, Br.H. Herber-s, Aris Hendricksz. Halewat, Pieter Vries, Hendrik Dirkz. Meulnaer, Tatick Katb, Jacop Spaecken- burch, Bartholomê Laurenz Reaell, J' Voorin, Claes ende Arent van Buyl, Jacob Engeljz Spithof, Jan Greuen Meyer van der Ooßen, Garbrant Ger- rit- (?) ZU Onfchuld der Remonftranten, gehukt itj4. il.
J+, idint. (20J. |
||||||||||||||||||
h
|
dorpen van Zuidholland, by dage en open-
]yk, en te Rotterdam, in grooten getale, |
|||||||||||||||||
Veen kwamen, vervoegden zig , in July
deezes jaars, met twee Vertoogen aan de Staaten van Holland, ernftelyk verzoeken- de , om vrye oefening van hunnen Gods- ^enft (o). De Staaten antwoordden, den vyf en twintigften, dat de Remonftranten ?*g> met ondertekendeVerzoekfchriften, aan £unne byzondere Magiftraaten vervoegen Jenden (p). En dit antwoord gaf den Remon- _ranten te Amfterdam gelegenheid, om te äadpleegen op het gene hun , in deezen v°eftand der zaaken, te doen flondt. De :„ °°rnaamften kwamen haaft overeen, dat V ce"1 b tn z*§ van *iec verl°f der Heeren Staaten
^o6k Oej?°orde te bedienen, en vrye Godsdienft- ïenjug te verzoeken van de Wethouder- Ï5i8_ Z"> deeze Remonftr. in 't Oprecht Verhaal,gedrukt
f* -^«fol. Holl. 25 July I6zt. il. HS, |
||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
493
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
628 titfen Tferenbergh, Airlaan [Lenard] Jellis, E- dricks wedle van Hendrick Hooft, Jan van Dalen , 16^'
verardus Voscuil. M. I). P. Jacobsz Ring, A- Broer Janfe, Jean Gerritfe, Beniaemin Pieten, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
brabam Filet', Hugo Steur, l.aac tSoudewyns
Henrich Janfen Kruywaghen, Joris Nauwynck, Abraham Cambier, Dirck Teunisfe Bengvoort, Pbilïpus Denyfe [De mys~\ , Willem Usfellnx. Lau- rentius Bor, Jan Bleker, Jooft Baack, Valentin Lamberts, Jacob Rombouts, Cbripiffel Hellenis, Jagues de Clercq , Corneiis Spiering, Jacob Jacobf. Jong, Claes Janfen, Claes Maltbysz, W.Cats, Laurens Jacobfe Armlnlus, Albart Bas, Thyman Jacobs Hinloopen, Gysbert Conlnk, Gerridt Claesze Cop, Jeronimus Coymans, Symen B. Appelman, Jacob Fries, Jan Heyndricks Soop , Comelis Ever' |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Margrytte Bainyncb wedu van Peter HaJJelaer,
J'oan de Bofch. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
$:&
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Of men, uit kragte deezer Volmagt, den P' bl
Wethouderen van Amilerdam, ten deezenteee!e» tyde , eenig Verzoekfchrift hebbe aange- & ui/", booden, is my nergens gebieeken. -Men vo&L, ziet, ondertuiïchen, uit de naamen der on- dstt5j> dertekenaaren , hoe veele aanzienlyke lui-!ta den in deeze Stad wel wilden medewer- ken, tot het bezorgen van vrye Godsdienft- oefeninge aan de Remonftranten. Want |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Petrus
Herman Teunisjen, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fenlValff, JanMartensz, Anto.Poppias, Dirck Comelisz,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'Joannes van Ailendorff, Jan Jaupen, Erasmus Forc-
kenbeeck, ValkTheunifz, Ham van der Elfi de jonge, dat, met de tekening deezer volmagt,
Dirck Dir ckfzCaomr.ns, HeynderickWouterfz, Martin meer niet te kennen gegeven werdt, en dat
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Poncelet, Samuel Olpferts, Antonis Proot, Davit
pieterfen de Finder, Pieter Claesz, Pieter Pr. Scbip-
mans, Jeremias Goovertz, Jan Pieterfz Neckewelt,
Pieter Woltrincx, Jacques van der Hulfi, Jean
Outgertfen , Abraham de Verwer, Gerhardt Sant-
|
de ondertekenaars niet alle Remonftranten
waren , is my zelfs gebieeken , uit eenen brief van den Remonftrantfchen Predikant Barthobmeus Pravoflms , den eerften Sep- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bereb, Dr. Everart Mooerfelaer, JanDePuyner, tember deezes iaars 1628 , Mn Simon EpiS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan van Halewyn, Jan Willemjen van H
|
Dyauerti c0Pmsi die toen te Rotterdam was, ge«
Maenen fchreeven; waarin klaarlyk te verdaan gege- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Anna van Loon IV. van Adriaen Spiering,
Dyrcks die weduwe van Gerbrant Janfe, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maeitenfz, Gbysbert Cornelifs, Pletter de Latfeur ,
Jan Hagen, Jacob JanzJ Stout, HuibrecbtBaltenfz, Jacob Wyncoop , GeraCrt van Ryffen, Symen Symen- |
ven wordt, dat de tekenaars der Amfter-
damfche Volmagt, welken, ten dien tyde, reeds over de 80 heele gequalificeerde buysgd |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fen, Nicolas Corver, FranfoisFinfon, Leenden Cor-
nelisfen, HansCaluwaert, FranchoisvanHuele, Jna Jmnen uitmaakten, met allen Remonfiranten
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mattheiten, Daniel de Breen,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
J. Burgundus,
|
ex profejjb waren. Doch, hoe veele goed-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lillebrant Bentes,
Gbeurt Dircks, Gerret Brandt, Abraham Janfe de Wees, J- C. Hogbeboom, Jacob Claefen, Jan Gerritsz Hooft, Jocbem Jansz. Scheepmaker, Venan de Mon, Michel Buler, Thomas Plendricksz.
de Keyfer, Abraham Geleyns , Egebert Janfen, Hendrick van Zeiler, Herman Gooris.de Oude, Pieter Comelisz Dortsman, David Vinck boons , Joan Huydecooper, Heyndrick J. de Reyger_, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„unners de Remonftranten, in Amfterdam,
° . , , , 11 t t> i- ook hebben mogten; alle de Baljiiwen en
Schouten deezer Provincie, en derhalven ook de Schout van Amfterdam, kreegen, eerlang, op het fterk aanhouden der Zuid- hollandfche Sinode, die, in July, te Delft gezeten hadt, aanfehryvens van de Staaten, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lauwerens Scbyn, Neeltye Remmer W. van Ja-iTyfe gedagtekend den veertienden Auguftus ,
meeshouwer, ■h^^u'^^Jaupr^ waarby hun belaft werdt, de Plakaatente- Marry fans, wed. van Jan Olfarjen Lynjlager, Jan ■> » ,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hasfeläer, Frans Claefen Harnesveger, Freckrick
Leekher, Grietgen Dircks. weduiv van Jan Heäerfen van Cbanu , Cornelia Bitters, weduwe van Gedeon Fal- let, Juditgen Dircks, weduwe van Nicolaes Colyn, Cornelia van Mefon, weduive vanLeenart de Beerfaellger, Mertt-en Bruinen , wed. van Andries Frederikz, |
gen de Remonftranten, en tegen derzelver
afgezonderde Byeenkomften, ter uitvoerin- ge te leggen (r). f Op dit fchryvens , fchepten de zoge-PV1',,
naamde harde Gereformeerden hier ter Ste-y^t |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bettyn Jacops, weduwe van Harman Bäcker, Arendt de wederom hoop , dat de Remoilftrailtlch-
JaenfenKaelkoen, Griet van Neck wedue van Jan Byeenkomften belet ZOLlden worden. Doc^ ^duevanJanPtetersNiefs- ^ hoQp nam ^ ^ zy befpeurden,Ä
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Claes, Dirck Janfz. van Beuninghen, Pieter
'van den Bergh l-Volpharts, Dirck Corver, Micbiel Janfen, Jean van 'Lier , Henrick Boelisfen, Francisco Venart, Plans Hermans van Bergen, A- driaan Dircks Sparwer, Nanningb Comelisz, Sa- muel Co/Ier , Michiel Dartois, Rutgert Jansfen, Brecht Luckas de weduvan Reinier [Cjiyirad'] Kofier, Franchoife van Wasjenhove wedwe van E. Poppius , |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dat de Remonftranten niet alleen voortvot"1'
ren met het houden hunner Byeenkomften; maar dat ook de Wethouderfchap, in OC' tober, befloot, het getal der Stads foldaf ten te vermeerderen. Gelegenheid tot di£ laatfte gaf, dat degemeene buuren, wo0" |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan Betfin Rodenburg, EvenLourens Willem nende op en over de Prinfen-graft, byR^
Janfe Blauw, Jan Willemfe Blauw, Pieter Jank n. r> n n j 1 „•*» Mafienbroeck, Huygb Pieterfe Voskuyi, Jan Uden, ^efte, aan Burgemeefteren en Raaden ge
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Arent Pieters Brugbman, Wouter Wouters, Hen
drick Urlings, Jan Arentfcn Delff, Johan Cocq , Hans van Esfen, Pieter Outghers, Jan Gerrits , Niches Leenaerts, JooßMichiels.Wisfinck, Pie ter de Clercq , Adriaen Com. van 7 bergen , Jacob Jacobs, Machtelt Jans, wedu van Gerret Willemsz. Jaliger, Harman Janfen, Lysbet Philips , wee- duwe van Sal . Rem Biffchop, Brecht Rodinghs, wed- we van Salygher Coenraet Matthysz, Haefien Hen- |
klaagd hadden, over menigvuldige dieVf
ryen, huisbraaken en ftraatfehenderyen ^ dien oord; die zy, voornaamlyk, aan g"' brek van behoorlyke wagt toefchree^' Ook kwamen'er, omtrent deezen tyd,v^e . vreemde Krygsknegten van Ooftland, ^ |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(r) Zie de Miflive in 't Oprecht Veihaal, hl. 7«.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XIV. Boek. GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
499
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
628. hun volle geweer, in de Stad: 't welk, door
de weinige foldaaten der bezettinge, niet be- hoorlyk belet kon worden, en ondertuifchen tot veele ongeregeldheden aanleiding gaf. De Vroedfchap vondt dan, op den voor- flag van Burgemeeïleren, geraaden „ het |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nieuwe foldaaten der Gemeente aandeeden; ^og
zonder daarvan kennis te geeven aan de Wethouderfchap, aan welke 'er ook, nim- mer, iet van gebleeken is. Ondertuffchen werdt, door zulk voorgeeven, misnoegen gevoed of verwekt onder 't gemeen (z), Ook hielp hiertoe veel 't gebeurde onder't vendel Schutters van den Kapitein Volken Overlander; waarmede het zig in deezer voege toedroeg. Den regeerenden Burgemeefter,PieterdeJan
Vlaming van Oudshoorn, binnen 's jaars,Klaa^ overleeden zynde, was de Heer Overlan vioos- der, in zyne ftede, verkooren. Het Bur-Wvk gervendel, waarover deeze Heer geboodendóor'deii hadt, moeff., derhalve, van eenen nieuwen Kl7Ss- Kapitein voorzien worden. De Krygsraad Laad tQt verkoor hiertoe Jan Klaaszoon Hooswyk, die Katern voorheen Luitenant van een Burgervendel verkoo- geweeft, doch, om zekere vrye woorden,re" » voor de verandering des jaars 1618, van\vordt dit zyn ampt verlaaten was. Ook xVerdt f^ïw" hy gehouden voor een voornaam begun- ters van ftiger der Remonftranten. 't Geviel dan,zyn Ven- dat hy, den twaalfden O&ober, door dendel afge" Kolonel Geurt Dirkszoon, thans ook regee- rend Burgemeefter, aan de Schutters van zyn Vendel voorgefteld wordende; veelen, op de vraage ,, of zy hem voor hunnen „ Kapitein wilden aanneemen en houden ?" neen, neen, antwoordden. De Kolonel be- val hierop den Provooffc, de naameii van deeze antwoorders op te tekenen ; gelyk gefchiedde. Albert Hermansz. Dingflee, van Meppen geboortig, Neftelmaaker zyns handwerks, en omtrent vyfentwintig jaaren oud, een der driftigile weigeraaren, werdt, federt , voor Burgeraeefteren ontbooden. Hy verfcheen 'er met dertig of imer der zynen, die ook ter gehoor begeerden toe- gelaaten te worden. Doch Burgemeefteren lieten Dingftee alleen binnen komen. Hier Welke werdt hem afgevraagd, waarom hy Vloos- redenea wyk niet voor Kapitein kon aanneemen ïl^'st 't Antwoord was , om dat het tegen zyn ge- ven? moed ftreedt. Vervolgens, nevens Willem Barendsz. Kuiper, voor den Krygsraad ont- booden zynde, werdt het zelfde antwoord gegeven, op dezelfde vraage. Toen wer- den de Korporaal Bieter van Goetthem, Ro- bert Jansz. en nog drie of vier anderen bin- nen geroepen, die uit eenen mond fpraken. Van Goetthem gaf voor reden van zyne zwaarigheid „ dat Vlooswyk , onderde „ voorgaande Regeeringe, om zyn lalter- „ lyk fpreeken van's Lands Overheid, van „ zyn Luitenantfchap verlaaten was; dat hy „ zelfs nog van de tegenwoordige Regee- „ rin-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
55
|
beiluit van den derden September des
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
jaars 1616 (/), tot de aanneeming van
zeshonderd man onder drie vendelen,in |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
35
|
't werk te flellen , en Burgemeefleren te
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
s, magtigen, om die vendelen, des noods,
», met vyfb'g of zeflig, of met zo veele kop- „ pen te vermeerderen, als zy, tot befcher- „ ming der Burgerye, en tot geruftheid dee- s, zer Stede, zouden geraaden vinden." Ook werdt de Krygsraad gemagtigd , om Zulke orde te ftellen op de Ratelwagt, als de dienft der Stad, naar hun oordeel, ver- eifchen zou (O- 't Aanneemen van meerder Soldaatetï of
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
v
|
Waardgelders, voor welken, men, eerlang,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
geD, ook nieuwe Wagthuizen fügtte, werdt ter-
ftond in 't werk gefield, en gaf geen klein ongenoegen aan deftrenge Gereformeerden, die bedugt waren, dat men zig van dezel- ven bedienen zou , tot handhaavinge der Remonilrantfche Vergaderingen. Onder deezen, ontbrak het ook niet aan' zulken, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
§e<.Ke-
|
die zig van 't misnoegen, welk eenigen uit
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de Burgerye hadden opgevat tegen de Wet-
houders, zcfaen te bedienen, om verande- ring te wege te brengen in de Regeeringe: Waarin, voornaamlyk, de hand hadden Doc- tor Kar el Leenaardsz. en Jan Willemszoon Bogaard, Oud-Schepen der Stad; die, in 't fchimpfchrift, in 't begin van 't jaar 1627, verfpreid, en hiervoor («) opgege- ven, onder de vroomen gerekend werdt. Bei- de deeze luiden, of huns gelyken namen kwalyk, dat men, over één der nieuwe Vendelen, tot Kapitein hadt aangefteld Jan Üendriksz. Soop (v~), den zelfden, ongetwy- feld, die, onder den zelfden naam, de Vol- ïnagt der Remonftranten , hiervoor (iü) te leezen, getekend, en, voor eenige jaaren, of nog ten deezen tyde, eene Glasblaazery "adt, tegen over de Kloveniers Doele (.%■). Qok vonden zy vreemd , dat men Bieter Tücher, die gezeid zou hebben, dat 'er nu •^ns was, om den Predikanten den mond te poeren, als zy wederom tegen de Regee- -ltlgpredikten, eene Vendrigsplaats gegeven |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zy, onder de bur-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gaven
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
§ers, breed op van den overlaft, dien de
l*\ Zie hiervoor, TI. Deel, XII. Beek., hl. 459.
(u\ Re(o1 Vtoedfch. N. 16. 6 Oßob. 1623. ƒ. 38. (*>) ,ool'Me"lot' N" Hl- ƒ• 8° verfi.
(J*).t*dz..W. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ca
|
ip \f- I. Poktanus liefchr. van Amft. II. Boek,XXYII. ,,„_,_ ,„ T .„ . 5> 1J""
(y) il'1*- ***.<"» i«i4i ^ U) Senrent. van C. LENABDS en J. W. BOGAEBD,*«-
«aaracht. Veitoon. gedr. 163©, hl, }i, drukt i6ij>.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
STUK,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
*.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ttt
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||
5°°
|
|||||||||||||||||||
1Ó2&
|
|||||||||||||||||||
1628. „ ringe lafterlyk fprak; dat hy Oldenbar-
„ neveld hooglyk prees, zeggende dat men „ ham nog een eerebeeld opregten zou; en „ dat hy een vyand der Gereformeerde Re- 5, ligie en een voorftander der Arminiaan- „ fche Fa&ie was." Na deezen, Honden 'er wederom eenige anderen binnen , die diergelyk antwoord gaven. Doch van Goet- them en vier of vyf anderen, van nieuws ingeroepen, werdt aangezeid „ dat zy zig „ nog agt of tien dagen bedenken konden; „ doch allen ontfchutterd zouden worden, ', zo zy den Kapitein Vlooswyk niet wilden Bürge- '„ aanneemen (a)." Dit gebeurde in 't laatft meefte- van November : in 't midden van welke ren wor- maancj ^ Burgemeefteren, ziende op welken magtf^d fpil alles draaide, zig reeds door den Raad tot het' hadden doen magtigen, om, op hun eigen voorko- gezag, alle bekwaame middelen in 't werkte J?.1:!1 en ftellen , tot het voorkomen of ftillen van van^e- gevreesde beroerten, na dat zy, vooraf, vreesde ernftelyk verklaard hadden „ geene ande- beroei-- j? re meening te hebben, dan de Stad en ten- „ Burgery te befchutten, en de openbaare „ Religie te handhaaven, zonder de Re- „ monftrantfche te willen invoeren (b)." De mis- De misnoegde Schutters en anderen hiel- noegden den, ondertuifchen, van tyd tot tyd, by- ftellen eenkomften, ten huize van van Goetthem, Verzoek-pjngß.ee en anderen; daar gefproken werdt opaande van ziS ' met Verzoekfchriften, te vervoe- Staaten. gen aan 's Lands Staaten. Doftor Karel Leenaardsz hadt, reeds te vooren , een wydluftig Vertoog ontworpen , regelregt gefchiktom de Regeering der Stad inklein- agting te brengen (V). Met dit Vertoog, was hy geweeft ten huize van Kornelis Kor- neliszoon Schellinger, Suikerbakker, daar hy 't Schellinger, en nog twee of drie anderen vertoond hadt, eenigen van welken het had- den afgekeurd. Leenaardsz. hadt dit Ver- toog federt agtergehouden voor de zynen hier ter Stede, fchoon hy 'er eenigen Per- foenen, deel hebbende aan de Regeeringe, hier en buiten de Provincie, kennis van ge- geven hadt. Maar hy en de Oud-Schepen Jan Willemszoon Bogaard hadden, voor- naamlyk, de hand, in 't ontwerpen van ze- ker Verzoekfchrift , op den naam van de Ingezetenen, Schutteren, Burgeren en Ne go- Inhoud tianten der Städ Jmfierdam (d), waarin ge- van een klaagd werdt „ over het buitengewoon ge- derzel- ^ ta} der Waardgelderen, en over het gee- |
|||||||||||||||||||
zogt „ dat de Waardgelders gebragt mog-
„ ten worden op het getal, by de Voldoe- „ ning uitgedrukt Qe); dat daarover zulke „ Officiers mogten gefield worden, waarin „ de goede ingezetenen geruft konden zyn, „ en dat, voortaan, in alle bedieningen , „ perfoonen, die der Gereformeerde Re- „ ligie waren toegedaan, mogten worden „gebruikt(/)" s Behalve dit, werdt 'er nog een Verzoek- Her.
fchrift opgefteld, op den naamvandeklaa-al' gende Schutters uit het Vendel , waarover de Heer Overlander Kapitein geweeft was. Het was , door vyfenzeftig Perfoonen, on- dertekend. In het zelve, werdt geklaagd, „ dat men der Burgerye van Amfterdam ,, Kapiteins tragtte op te dringen, die be- „ rugt waren Paapfch te zyn, en kwalyk „ fpraken van de Religie en van de Re- ,, geeringe; en dat men de Schutters, die „ zulke Kapiteins niet konden aanneemen, „ dreigde te ontfehutteren." Wyders , werdt begeerd „ dat 's Lands Staaten de „ verzoekers by haar Burgerregt, als Schut- j, ters, wilden handhaaven, en voorts zo- „ danige orde ftellen, dat de Regeeringhe „ van de Stad, neffens andere Steden van ,, Holland, moght worden ge conformeen' ,naer „ de Ordre en Placcaten van 't Landt (g)." Uit deeze laatfte woorden , bleek niet p f(l
donkerlyk, dat deeze Schutters verandering be'V zogten in de Regeeringe. Doch zulks was, t°0|of nog ruim zo klaar, te befpeuren, in het^- Vertoog van Leenaardsz , welk maar aan „j/ weinigen getoond was. Want,na dat hy, in het zelve, hadt durven ter nederftellen, , dat de Gemeente, door de Wethouders , , als met voeten getreden werdt; dat al de , overlaft, die der Gemeente werdt aange- , daan, aan de Wethouders tewytenwas; , dat de Wethouders zig ftelden tegen 's , Lands wettige Regeering, en dat de te- , genwoordigen veel verichilden van de , voorige braave Heeren;" verzogt hy, wel uitdrukkelyk , dat de Gemeente mochte worden verforcht met alfulcke Voefler - Heeren beyde der Politie als der Kercke, door ende met dewelcke, de Stad in ruße ende vrede geregeert mögt worden (F). Uit welke woorden dui- delyk bleek, dat Leenaardsz. en de zynen voorhadden, de Regeering te doen veran- |
|||||||||||||||||||
J
|
|||||||||||||||||||
deren, door 't gezag der Heeren Staaten. r
De misnoegde Schutters, of liever zes 1M^
zogenaamde Gekommitteerden uit de Schut- tyfi terye begaven zig eerft , en nog voor 't /$ ein f
(e) Zie IT. Deel, IX. Bo>\, tl. ?«I.
(f) Refol. Vioedfch. N. 16. 20 Dec. ISiS. ĥ 6S. Z"
dit 'Requeft in de Waaracht. Vertoon, hl. 31. Ig) Zie 't Requeft in de Schutters dwang». '• x3.
(»j Sentent. van Dr. CAREL Lenards. gedr< ifii». |
|||||||||||||||||||
ven
|
|||||||||||||||||||
„ ven van bedieningen aan zulken, die der
„ Religie niet waren toegedaan;" en ver- fa) Schutteis dwang gedr. 1619. hl. «-11. (b) Refol. Vioedfch. N. is. 14 Hov. Ï6zs.f. 41 verfo.
(c) Zie Copie dei Remonftrantie -van Dr. CAREL LEE-
NAERTSEN ende.fyne gheaflocieeide.^cir. te Haarl.\f,z9. (d) Sentent. van C. LENARDS en J. W. Eogaerd. ge-
drukt idip. |
|||||||||||||||||||
XIV. Boek.
|
|||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||
5°i
|
|||||||||||||||
)2<s. einde van November, naar den Haage(o),
^jNe alwaar zig,, ten dien tyde, ook bevonden |
|||||||||||||||
„ doen mögt om de ontfchiittering , ont- 1628,
„ poortenng of andere zwaarigheden, waar- „ mede hy gedreigd werdt, te ontgaan? „ 5. Hoe hy, om 't weigeren van zujk eenen „ eed, ontfehutterd, ontpoorterd, of op „ eenige andere wyze, gekweld wordende „ zig behoorde te gedraagen?" Men hieldt deeze vraagen den Schutteren voor, om te weeten, of'er hunne meening wel in ware uitgedrukt: 't welk zy erkenden. De Afge- Ant- vaardigden der Sinoden vonden, nogtans, ^0C"Ld niet goed, dezelven te beantwoorden, dan feflbren" met overleg der Theologifche Faculteit te en der Leiden. De Predikanten Hugo Beyerus en Afge- Jo annes Kloppenburg trokken dan derwaards. v aai'di§- De Profefforen der Godgeleerdheid, de ftfJJ. vraagen onderzogt hebbende, beantwoord- den op denze fchriftelyk , de vier eerfte ontken- deeze nender wyze: op de laatfle, zeidenze „ datvraaSen« „ zulk een Lidmaat zyn leed lydzaamlyk „ draagen, en de zaak Gode beveelen „ moeft" Het oordeel der Profefforen werdt, door de Afgevaardigden der Sino- den, goedgekeurd en onderfchreeven, en dit fchriftelyk Advys, welk den zesden De- cember gedagtekend was, den Schutteren ter hand gefield (7). Zo dra het. rugtbaar werdt, verïtonden Oordee-
de meefte engemaatigdfteingezetenen, dat 1 en over het onvoorzigtiglyk gevraagd, en nog on-ditAnc" voorzigtiger gegeven was. Men erkendewoord* wel, dat Lidmaaten der Gereformeerde Kerke en alle anderen verpligt waren, na te laaten, 't gene hun, door Gods woord en hunne Confcientie, verbooden werdt. Doch men zag niet, dat Gods woord, of eene wel onderweezen Confcientie iemant leerde, zwaarigheid te maaken in het befchermen van zyne medeburgers, 't zy Remonflran- ten of anderen , tegen openbaar geweld. Veelen zagen zelfs niet, dat het de waare Gereformeerde Religie benadeelde , dat men den Remonflranten, zo wel als ande- ren byzonderen Gezindheden , toeliete, Godsdienftige byeenkomflen te houden. Voorts, vondt men, in 't Advys, verfchei- den' uitdrukkingen vreemd en ongepafl: en onder anderen , die van fubalterne Magi- flraat, even of aan deeze minder regt over 't geweeten toekwame dan aan de hooge Overheid. Men dagt ook, dat de Godge- leerden de paaien van hun beroep ver te buiten gegaan waren, met, van het_reêc van nakeur onder de Schutters, van Privi- legien en Coflumen, te willen oordeelen. En 't werdt Kloppenburg zonderling kwa- lyk genomen, dat hy zig mef dit werk ge- moeid hadt. Zelfs moeft hy lyden, dat de Scherp Dig- veis vaß
(l) Schutters dvntig S'dr- l6ï*- "'• I3-2+. Ttt 2
|
|||||||||||||||
de Afgevaardigden der Zuid- en Noordhol-
]jjn"<j!" landfche Sinoden, en onder dezelven, Jo- 0cien.annes Kloppenburg, Predikant te Amflerdam. 'Van Goetthem en Dingftee , de hoofden der Gekommitteerden , vervoegden zig eerft met het Verzoekfchrift aan een' voor- naam' Perfoon uit de Regeeringe, naamlyk, gelyk ik, op goeden grond (z) , vermoede, aan den RaadpenfioharisDüik, die hun het overleveren van het zelve ontriedt. Toen kwamen zy by Kloppenburg , met wiens raad en hulp (£), zy zeker Verzoekfchrift aan de Afgevaardigden der beide Sinoden inftelden, van welken zy begeerden te wee- ten ,, of zy Vlooswyk, dien zy befchree- „ ven als een man zonder Godsdienfi, en een „ openbaaren vyand van de Gereformeerde Re- „ ligle en van hot Vaderland, wel in goeden „ gemoedé , en , volgens Gods Heilig ty „ Woord , als hunnen Kapitein zweeren '<^f „ mogten?" Uit dit Verzoekfchrift, fielden \^n de Afgevaardigden der Sinoden , vervol- A. ngens, vyf vraagen op, hierop uitkomende: Vj11' de j, i. Of een Lidmaat der Gereformeerde t^'Hl- „ Kerke wel eenen eed doen mögt, ftrekken- S'Van j) de tot nadeel der waare Gereformeerde Alters» Religie? 2.Of hy zulk een' duifleren en in- CJ>e" j, gewikkelden eed mögt doen, dat hy,daar- Veil~ j» door, in tyd en wyle, zou können ver- „ pligt worden, de wapenen te gebruiken, „ of iet anders te doen, tot nadeel derGe- j, reformeerde Religie, of tot voordeel van j, derzelver vyanden? 3. Of hy, het regt s> van nakeur hebbende,eenen Burgerkapi- 3, tein verkiezen mögt, dien hy wilt te zyn „ een gezwooren vyand der waare Gere- *0„, ■» formeerde Religie? 4. Of hy, van de IjV » * fubalterne Magiflraat tot het afleggen \ ij van zulk een' eedgeperil wordende, dien C») Zie Noodwendich en Levendich Vethzcl, gedr. 11529.
(\.) Sentenr. van r. v. Goetthem en A.H.Dingstee,
gedr. i6l9.
(9) Ia eenGefchrift, ten deezen tyde, van den
«ant der misnoegde Schutterye, uitgegeven, lees ik, dat de Perfoonen , die eerft verzogt geweeft 2?n 0111 naar den Haage te gaan, deezen waren: , ße Heer Schepen Jan Willemsz Bogaart,
■rfl'.en van Balch, Comelis- Scbellinger Cornelisz., Jasper IVillemsz Baes, Pieter Jacoisz. Elias, Coenraet van Ceiden, De HeerAdvocaetafeJFtó, Jan Leemans, Airiaen Jansz. van den Berch , Pieter van Teylingen, Wouter Jansz. van den Bercb,
■Abraham van Lathum. Jan Reiniersz. Comelis Davidsz. de Haen, Mr. Dirck Croejer,' Gerrit Ryeken Stuart, Jan Cornelisz. Kick, 'a«-r Claesz., Jrienjllertsz. Brouwer, Tfaac Boddens.
geh""^» in twee afdrukfels, welken ik in handen
acl heb, nog met de pen gevoegd was
JSf00t^ Pieter, Harcke. ""ndicb en Levendich. Verhael, gedr. 1629.
|
|||||||||||||||
>
|
|||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||
50a
|
||||||||||||||||||||
Doch tegen deeze ontfchuttering lever- ^
den twee en twintig Perfoonen , en onder K"°lj£' deezen van Goetthem en Dingflee , den";„eJ1< veertienden, eene foort van Proteft over aan Burgemeefteren. Ook gaven zy een Verzoekfchrift in aan Burgemeefteren en Raaden, waarby zy herftelling van eere be- geerden. Doch hierop kwam geen,immers geen fchriftelyk antwoord (n). Ondertuiïchen, waren Leenaardsz , Bo-zyen^*
gaard en nog eenige burgers naar den Haa-andere ge gereisd , daar zy hun Verzoekfchrift, misn.gV^- waarvan wy boven (o) gewaagd hebben,^"huf den dertienden, terVergaderinge vanHol-ne Vef' land overleverden. Leenaardsz hadt 'er,zoek' buiten kennis der overigen, zyn Vertoogfchr ^n bygevoegd, waarover hy, t'huis gekomen, jg^ta»' befchuldigd werdt van de zynen; die hy te ten. gemoet voerde, dat zy zig opgeene Staats- zaaken verflonden. Eenigen der ontfchut- terden begaven zig ook naar den Haage, en voegden zig by Leenaardsz en de zynen. En dit gezelfchap hadt, op den zelfden dertien- den, gehoor by den Prinfe Stadhouder (p), daar de Regeering van Amflerdam vinnig befchuldigd werdt (q). De Afgevaardigden der Regeeringe hadden, midlerwyl,tewe- ge gebragt, dat den klaageren, ter Verga- deringe van Holland, gehoor geweigerd, en hun 't Verzoekfchrift in handen gefield was. Burgemeefteren kreegen 'er terftond kennis Burgf* van-: en , reeds voorheen gemagtigd ge-me b? |
||||||||||||||||||||
1628. Digter Joost van den Vondel hem
vondel vinnig ftak in zyn Beeren-Catechismus (m),
op hec ^aar hy t de domheid der Theologanten be-
e' fchimpt hebbende, op de vraag van den
Boer,
Zyn dan dees ezels zonder reden ?
den Student doet antwoorden : 't Blykt als zy 't volk ontflaen van eeden,
Gezworen aen haer Overheden. B. Dat dient ah onkruit uitgewiedt;
Ons Zalichmaeker leert dit niet, Die 't volk gehoorzaemheit gebiedt. Wie port haer aen tot zulke ranken? S. De boden van Synodes banken.
B. 't Is tyt die boeven af te danken,
Zy grypen na der Staeten fiaf. Beft maekt nier verkensdryvers af, Gemefi met fpoeling en met draf. S. 't Zou Kloppen borgh te byfler paffen,
Stads becdlaer(i) >die nu opgewajfen, Zyn voefierheeren wil verbajfen. Ont- Den elfden December, werden wederom
fchutte- eenigeSchutters, en daaronder vanGoetthem
eerfigT en Dingftee, die 't meeft gewoeld, en 't Ad- tmrgers, vys alomme onder de Schutterye verfpreid hadden , voor den Krygsraad ontbooden. De tekenaars van het Verzoekfchrift ver- zelden hen; doch men liet maar drie - en- twintig of vierentwintig Perfoonen binnen ftaan, die allen bleeven by de verklaaring, dat zy, gemoedshalve, Vlooswyk niet voor Kapitein erkennen konden : waarop zy al- len ontfchutterd, of van hunnen Schutters- eed ontflaagen werden. Zy protefleerden 'er tegen, en verzogten 'er A£te van, die hun, den volgenden dag, t'huis gezonden werdt, en van deezen inhoud was: Alzo N. N. in de Kryghsraedt verklaart
heeft , in zyn gemoet fwaricheyt te maec- ken om onder zyn Kapiteyn Jan Klaesz. Vlöoswyck, by 'f Collegie van de Krygs- raedt gekofen, te waken; Soo iß, dat de E E. Beeren van 't voorfz. Collegie .niemant in zyn gemoet willende parjfen ,den f elven N. N. van zyne gedane film terlycke eedt hebben ontflagen, als fy hem ontflaen by dcfen, ABum ter Ver- gaderinge van de E E. Krygsraedt in Amflel- redam den 11 December 1628. Ter Ordonnantie van de Heeren Bur-
ghermeefteren, Cölonellen ende an- dere Cryghsraeden, D. Mo START.
(ra) Hekeld. hl, 177.
(1) Dien fchimpnaam gafde Digter Kloppenburg,
om datby, op koften der Stad, geftudeerdhadt. Zie de Hekeld. in OÜavo, met de Anti. bl. 58. |
||||||||||||||||||||
weeft zynde om de gevreesde beroerte ,r
|
weeg
|
$
|
||||||||||||||||||
door de bekwaamfte middelen, te ftillen, de-
bewoogen zy den Prins van Oranje, omPrins |
||||||||||||||||||||
hun, op de heimelykfte wyze, nog eenigeoin ^
vendelen knegten toe te fchikken, die, on-"° V"'« der bevel van den Wagtmecfter Jacob PVyts, %\et>t den negentienden, reeds te fchepe voor de te & Stad gekomen waren (f), eer'eriemantvanke»' wift. Sommigen hebben te verftaan gege- ven , dat de Prins zo zeer gefield was op de handhaaving van het gezag der tegen- woordige Regeeringe van Amllerdam, om dat deeze hem, door het rykelyk bewilligen in de oorlogslaften, en in alles wat zyn aan- zien kon doen ryzen, zogt te behaagen (s). Doch 't kan ook zyn, dat hy begreep, door zynen pligt, als Stadhouder, verbonden te wezen, om de goede Regeering en Burgery, op 't verzoek der Wethouderfchap, te ver- ji dedigen, tegen oproer en geweld. Wat 'er 't ^"d« van zy; 's daags na de aankomft der ven-d0W delen, deeden Burgemeefteren de Vroed-%PS, fchapjj
(n) Schutters dwang geir. 1619. H. 24-29. W
(o) Itladz.. 500.
(p) Nootwendich en Levendich Verhael, gedr. i«i9.
(^j Sentent. van C. Lenards en j. W. .BogAARD. (r) Refol. Holl.8, 12, 13 , i9,2oZ)«c. Ifiu.i/. zio, in, tl) .214. 223 , 224.. (O AJTZEJTA I. Bitl, II. 703.
|
||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||
XIV. Boek.
|
|||||||||||
503
|
|||||||||||
„ zelveflreedt met de Privilegien, diedoor 1628.
„ de Vroedfchappen bezwooren waren; alzo der Ver.
„ het niemant vryflondc, by de Staaten te zoek-
„ klaagen over de Regeeringe, zo lang dezel- fchriften.
„ ve de Privilegien niet gefchonden hadt; 't
,, welk zo veel zyn zou als de Regeering dee-
„ zer Stad op te draagen aan de hooge Over-
„ heid. Voorts, zou men den Afgevaar-
„ digden ter Dagvaart laflen, dat zy, in
„ geval zy zien mogten, dat by de Staaten
„ iet mögt worden voorgenomen, 'tzymet
„ den klaageren gehoor te verleenen, of
„' anderszins, zouden verklaaren, dat men
„ hier geene inbreuk in de Privilegien, ge-
„ doogenzou; en na die verklaaring, ter-
„ flond, naar huis keeren." Eindelyk, werdt
ook beflooten „ onderzoek te doen naar de
„ veroorzaakers van de onluft en het mis-
„ trouwen, waaruit de klagte hier ter Stede
„ gefprooten was (u)."
Doch het ontbieden en inlaaten van foldaa-«t 0n£.
ten flondt, ondertulïchen, ookfommigen uit bieden de Regeeringe tegen. De Heer Henrik Hudde, van die, in 't jaar 1618, door Prinfe Maurits,^f|s" in de Vroedfchap gefield v/as, fchroomde wor(jc niet, Burgemeefleren, eenige weeken laater, Burge- aan te zeggen „ dat zy,'s"Lands foldaaten meefte- „ doende komen voor de paaien deezer Ste-ren' 4oor „ de, zender voorgaandeRefolutie van denLeden" „ Raad, gedaan hadden tegen de Privile- van da „ gien." Hy herhaalde dit zeggen, eenVr0f^ en andermaal, zelfs na de verandering der^haP' Regeeringe, in February des volgendengèn'0!^ jaars. Burgemeefleren bragten de zaak toen men. in de Vroedfchap, die verklaarde „ dat Bur- Verklaa- „ gemeefleren, by verfcheiden' Refolutien ring des „ van den Raad, gemagtigd v/aren, om te fe™d^ „ voorzien tegen gevreesde beroerte; dathoeve" „ die van 't jaar 1628 niet kwalyk, nochVan Bur- „ tegen de Privilegien, gedaan hadden aan gemees. „ het ontbieden van Soldaaten , zonderteïen- „ daarvan, vooraf, kennis te geeven aan „ den Raad; en dat het den tegenwoordi- „ gen en toekomenden Burgemeefleren, al- „ toos, zou vryftaan, de middelen, die zy, „ tot voorkominge van gevreesde onheilen, „ dienflig oordeelden, zulks voor te berei- „ den , dat daarvan , met believen der „ Vroedfchap, terflond, gebruik gemaakt „ kon worden («)." In den Haage, fchikte zig, in 't eerft,De Ver-1
alles tot genoegen der Regeeringe. De Raad- ^«JJ« penfionaris Duik hadt den Staaten, mt naamafgewee_ van den Prinfe, zo dra geene kennis gegeven,, Zen in dat zyne Doorlugtigheid, Amfterdam, opdenflaa- verzoek der Wethouderfchap, van meer-£e- der bezetting voorzien hadt, of zy befloo- ten, <y) Refol. Vroed/A. If. i«. zo Dee Ifcl./.«^,
(„,; Refol. Vioedfch. N- 1«. 7 fih. isi9i ƒ_ ?I-J Ttt 3
|
|||||||||||
ÏÖ28. fchap vergaderen, en hielden haar voor,
, „ cYdt zy in 't zeker onderregt waren, hoe „ de onluft in de Stad. gevoed werdt,'door j, eenige kwaadwilligen van binnen ; maar „ ook, daar buiten, door andere Provinciën, „ en door zeker groot Perfoonaadje (2); „ dat zy, gemagrigd om beroerte te voor- „ komen, door de Gedeputeerden ter Dag- „ vaart, over de verzekering der Stad met „ nog vier of zes vendelen geraadpleegd „ hadden met den Prinfe van Oranje; waar . „ op zy het goedvinden van den Raad ver- v^ygs- 5J zogten te verflaan." De Raad bewillig-
komt. de, terftond, in't inneemen van zes vende- ^ Sta£ len (0: en zo dra dezelven in de Stad wa- ren , werdt de Gemeente van het oogmerk deezer vermeerderinge van bezettinge on- derregt, in eene Waarflcbuwing van den vol- ju genden inhoud: ^Mn- jiß0 ? jÖOr machinatie van verfleheyden on-
Van nflighe perfoonen , ontflaen flynfeeckere mis- l^nde verflanden ende diffidentien, waerdoor appa- ^üm-rentelyck eenighe tumult e , oproer, jae bloed- kt^Qs' fiortinghe flondt te verwachten, hebben deHee- y-Hzn rm Burghermeeflers ende Vroedflchappen deßr Stede raedfaem gevonden, e enige Compagnien binnen deßr voorsz. Stede, met believen ende goedvinden van myn beere den Frince van O- ragnien, te doen logeren, alleen daertoe firec- kende om de voorsz flwarigheyden voor te ko- men , ende deße Stede ende ghemeynte van dien in hare oude gerißheyd ende fleur te brenghen. Waer van de voorn, beeren mitsdien goedge- vonden hebben, de goede gemeynte te verwitti- ghen, ende denflelve van hare goede ende rechte tneyninghe ende intentie in deflen ver [slierende, by deflen te inflinueren, dat het innemen van de voorsz. Compagnien alleene is flireckende ten fine als vooren, ende dat fly daermede niet an- ders voor en hebben, als de onderhoudinghe en- de voorfland van de ware Chriflelycke gerefor- meerde Religie ,foo die hier publiquelyck geleert wordt, beneffens de ruße en de welflanddefler Stede. Gepubliceert ten overfiaen van de Hee- ren Burgermee fier en ende alle den Vroedfibap- pen defler Stede, demptisJacob PieterszCop- pit, Jacob van Neck, Jan Ghysbrechtsz. ende Adriaan Pietersz. Raep. By my derflel- ver Stede Secretaris, D. MOSTART (¥)•
yk%^ 'tVerzoekfchrift, doorKarelLeenaardsz
'efei^s en de zynen in den Haage overgeleverd, ver- sie.2 volgens, in de Vroedfchap, gelezen zynde, %s werdt verflaan „ dat het overleveren van het (f) Refol. Vroedfch. N. i<S. 20 Vee. 1628. ƒ. e? verfo.
(u) Refol. Vioedfch. N. 16. 20 Vee. I6i8. ƒ. 68. •(2) Hiermede werdt gezien op Ernfl Kafimir
vanNaffau, Stadhouder van Friesland. 2ie Noot- ■wsndicb en Levendicb Verhael, gedr. 1629. |
|||||||||||
IL Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||
5°4
|
|||||||||||||||||||||||||||
vergiffenis te bidden; of by weigeringe hier- 162?'
van, twee jaaren buiten de Stad, derzelver vryheid, en eene myl in 't ronde te ver- blyven. 't Sclrynt dat hy 't laatfle verkoo- ren, en zig, federt, in den Haage (z), of ook wel te Haarlem onthouden heeft. Doch na dat de twee jaaren verloopen waren , kwam hy wederom in Amfterdam. Over Pieter Harke, ging diergelyk vonnis; be- halve dat hy flegts in driehonderd guldens boete verweezen werdt. Alle de gevangenen werden veroordeeld tot het voldoen van de koflen hunner gevangenifïe en der Regts- pleeginge. Voorts, werdt, den eenender- tigflen , op * aanbeveelinge der Heeren * ret&. Staaten, eene algemeene f uitwifTching en man$L vergeeting van misdaad afgekondigd, tent^" behoeve van allen, die de jongfte laflerly- ke Verzoekfchriften getekend hadden; de hoofdbeleiders, en zulken, die, gedagvaard zynde , niet verfcheenen waren, uitgeno- men (a). De Kerkenraad toonde, onder- tuffchen , wat zy van de regtvaardigheid deezer vonniffen gevoelde, met Leenaardsz., kort hierna, een getuigfehrift te geeven, dat hy een man was vroom van leeven, en opregt in de Leere (£). Doch de rufl was hiermede nog niet vol- De ,
komenlykherfleld onder de Burgerye, wel- ^\°\ ker gemoeden, door het vinnig prediken \C0tt van fommige Leeraars , met naame van^r?' Smout en Kloppenburg, geduuriglyk , wer- nes'* den opgezet tegen de Wethouderfchap. Men i'i ^ gaf ook verfcheiden' fchriften in't licht, waar- KeV in 't gedrag der gevonnillen verdedigd, en de Regeering in 't ongelyk gefield werdt. De Wethouderfchap , niet onbewuft van den hoek, waaruit deeze fchriften, en an- dere poogingen ten haaren nadeele, voort- kwamen , floeg verfcheiden' middelen ter hand, om de onluflen , in derzelver oor- fprong, te dempen. Burgemeefteren had- den , onder anderen, den vierentwintigft'en January, aan de Vroedfchap voorgefleld, „ of het, tot wegneeming van alle wan- „ trouwen en argwaan , die tuffchen de „ Regeering en de Kerk zou mogen ont- „ ftaan, niet van dienft zyn zou, dat een „ of twee Raaden, belydenis doende van „ de Gereformeerde Religie , gemagtigd |
|||||||||||||||||||||||||||
ten, den Amflerdamfchen burgeren de in-
geleverde fchriften, ongelezen, te rag te geeven, en hen te wyzen aan hunne Wet- houderfchap , met vermaaning , om zig, voortaan, als gehoorzaame ingezetenen, te gedraagen. Den afgevaardigden uit de Re- geeringe werdt verzogt, dat men geen naamv onderzoek wilde doen op het voorgevallene: 't welk zy aannamen, gunftiglyk te zullen overdraagen (x). Doch de Wethouderfchap hieldt zig zo
zeer gehoond, door de voornaamfte dryvers van dit werk, dat menbefloot, eenigender- zelven voor Schepenen te ontbieden. Van Goetthem en Dingfteeverfcheenen,denne- genentwintigflen December, en werden,na eenig onderzoek, wederom naar huis gezon- den. Doch de Oud Schepen Jan Willems- zoon Bogaard, Doclor Karel Leenaardsz., Pieter Jakobszoon Elias , en Pieter Harke werden, den vyfden January des jaars 1629, insgelyks, ontbooden. Bogaard, die eeril binnen flondt, zwaarigheid maakende, om, mondeling , op zekere vraagen van den Schout, te antwoorden, kreeg drie uuren tyds om zig te bedenken , en midlerwyl naar huis te gaan. Toen hy wederkwam, en nog weigerig bleef, werdt hy vaftgehou- den. Zo ging 't ook omtrent, met Leenaardsz en Harke, welke laatfle veele luiden bewoo- gen hadt om het Verzoekfchrift van den eerften te tekenen. Maar Elias , afgegaan zynde, keerde niet weder, en hieldt zig, eenigen tyd,fchuil. Wat laater, werdt Dirk Croefer gevat; doch, eerlang, op vryevoe- ten gefield (3/). Van Goetthem en Ding- ftee, op den gemeld en vyfden January, op nieuws ontbooden zynde, werden ook agter afgeleid, en vaftgezet. 't Liep aan tot het einde der maand, eer deeze luiden gevonnift werden. Leenaardsz. werdt, den zevenen- twintigflen, voor al zyn leeven, gebannen uit de Stad, derzelver vryheid, eneenemyl in 't ronde, op eene boete van zeshonderd guldens en goeddunkelyke ftraffe. Van Goetthem en Dingflee werden, den negen- entwinügflen, voor zes jaaren gebannen. De twee anderen werden, den eenendertig- ften, binnens Kamers, geyonnifl. Van Bo- gaard werdt, byzonderlyk, kwalyk genomen, dathy, fchoon Oud-Schepen, de Staaten, op valfche gronden, hadt gezogt te bewee- gen, om de Regeering te veranderen. Hy werdt verweezen in eene boete van twee- duizendguldens, en om, binnen vierentwin- tig uuren, in de Kollegien van myne Hee- ren van den Geregte, bekentenis van zyne misdaad te doen, en God en 't Geregt om (x) Refol. Hol). 20 Dec. 1628. bl. 124, 22J.
(y) Nsotwendich en Levendicli Veihael, gtdr, uz9.
|
|||||||||||||||||||||||||||
1628.
|
|||||||||||||||||||||||||||
Eenigen
worden te Am- fterdam in hegte- nis ge- nomen. |
|||||||||||||||||||||||||||
.1620.
|
|||||||||||||||||||||||||||
Lee-
naardsz wordt, voor al- toos, ge- bannen. Vier an- deren, voor zes en twee jaaren. |
|||||||||||||||||||||||||||
>>
|
werden, om , van deezer Stede wege,
|
||||||||||||||||||||||||||
zitting te neemen in den Kerkenraad, en
alle andere Kerkelyke Vergaderingen , |
|||||||||||||||||||||||||||
5>
|
die hier ter Stede gehouden werden, vol-
|
||||||||||||||||||||||||||
gens het onwederfpreekelyk regt, welk
„ der Wethouderfchap in alle openbaare „ Ver-
(z.) Zie VONDELS Heke'd. bl. igo.
(a) Keuib. K. ƒ. 13» verft. Zie o'k. de. Sententien, ge- drukt 1S29. (4) Authent. en Waaracht; Veihael, gedr. isjo. bl, ïï>
|
|||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||
XIV. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||
505
|
|||||||||||||||||||||||||
%c
|
|||||||||||||||||||||||||
der Stede, geraaden, den Schutters - eed, 1629
met eene redelyke uitlegging, in 't Hcht teden geeven; en dien, daarop, door alle deBur- Schut-* gervendelen, van nieuws, te doen afleggen.ters-eed De Raad ftemde met Bürgemeefleren over- ve,'nie^ een. De eed werdt, den zeventienden Fe-wen' bruary, afgekondigd. In dezelve, beloofde men, onder anderen, de Magiflraet en de Regierders der Stad gebouw ende ghetrou-w te fyn. 't Welk verklaard werdt, te bete- kenen „ de handhaaving van deezer Stede „ Privilegien en gefegtigheden, onder elks ,, Kapitein, en de befcherming derBurge- „ ren en Inwooneren voor allen geweld en „ overlafl." Voor deezen eed, ging eeneAfkosdi- afkondiging, op den naam van Burgemees-ging te- teren en Raaden, behelzende „ dat eeni-?eahfC „ ge weinige onruflige en kwaadwillige J^ Ad".. „ menfehen,ookzulken, die, van büiterivys en „ ingekomen, hier minnelyk ontvangen en andere „ bejegend warerj , der goede gemeente driften. „ federt eenigen tyd, verkeerde indrukfels' „ gegeven hadden van de wettige Regee- „ ringe deezer Stad, die niets meer ter her- „ te nam dan de handhaaving der waafe „ Chriflelyke Religie, zo als die alhier, in „ de openbaare Kerken, geleerd werdt; „ haar daarenboven zoekende te ontflaan „ van haaren Burgerlyken eed en pligt , „ waaruit niet dan verwarring, verminde- „ ring van Privilegien en vryheden, en ,, onriitT en fchade te wagten was; dat „ men hiertoe verfcheiden' Pasquillen en „ Schimpfehriften geflrooid hadt tegen de „ Regeering, en onder anderen een , waarin „ de Burger-eed gezift en kwalyk uitgelegd ,, werdt: ook eene zogenaamde Schutters „ Kroon, in welke de oogmerken der kwaad- ,, willigen klaar genoeg opengelegd wer- „ den; dat, wydérs, om de Schutteryvan „ eed en pligt te ontbinden, door zulken, ,, wien 't minfl betaamde, bevorderd was, ,, zeker Jdvys incas van Confcientie, waar- „ door de Stad in groote ongelegenheid ,, zou hebben können gebragt worden, zo „ Bürgemeefleren, met goedvinden van den „ Prinfe van Oranje, als Stadhouder deezer |
|||||||||||||||||||||||||
„ Vergaderingen toekwam; volgens het ge-
„ bruik van verfcheiden' Steden in Hol- „ land; en volgens het XXXVII. Lid van de „ Kerkenordeninge der jongfte Nationaale „ Sinode van Dordrecht (3): 't welk zy „ hielden te zullen ftrekken tot vaftflelling, „ onderhouding en vermeerdering van on- „ derling goed verfland * eneenigheidtus- „ fchen de Regeering en de Kerk." En op deezen voorflag, hadt de Raad verilaan, „ dat Bürgemeefleren, volgens het gemel- „ de regt, hoe eerder hoe liever, twee „ Raaden, belydenis doende van de Gere- „ formeerde Religie , zouden rnagtigen , ,, om zitting in de Kerkelyke Vergaderin- 3, gen te neemen; te meer, naardien de 3, meening niet was, iet tegen de Kerke te „ doen, of eenige onbehoorlyke magt over „ dezelve te oefenen (»•" Het neemen van dit befluit flrekte regelregt tot beteuge- ling van onbefcheiden Kerkelyken. Ook ohtftondt 'er, toen 't bekend werdt, groot gemor over onder deezen. Doch de Re- geering hadt vaftgefteld, hun geen' voet te wyken; fchoon zy geraaden vondt , op 't aanhoudend verzoek des Kerkenraads, het daadelyk neemen van zitting, nog eenigen tyd, uit te flellen (i). Ook befpeurde men klaarlyk, hoe de meerderheid der Vroed- fchap gefield ware, toen de Heer Herman Gysbrechtsz van de Poll, die, in 't jaar 161S, van zyne Vroedfchapsplaats, door Prinfe Maurits, ontzet geworden was, op zynen ouden eed, wederom ingelaaten werdt in de Vroedfchap (e); daar men zelfs verftondt, dat hy zyne oudeplaats wederom behoorde te bekleeden (ƒ). Bürgemeefleren, midlerwyl, befpeuren-
de, dat de verkeerde bevattingen der ver- bindtenifle van den Schutters-eed,zig,door het uitgeeven van het Advys der Profeffo- ren en Sinodale Afgevaardigden en van an- dere fchrifcen, meer en meer begonden te verfpreiden onder 't gemeen, vonden, met overleg van den Prinfe van Oranje, die des- wege, door de Afgevaardigden der Stad, gefproken was, tot meerder verzekerdheid (c) Refol. Vroedfch, N. i«. 24 J">'. u>z9- ƒ• 7°-
(d) Amhcnt. en "Waaracht. Veihael, gedr. 1630. bl. \%.
(e) Refol. Vroedfch. N. 16. ig Jan. 1619. ƒ■ 7° verft.
(f) Refol. Vroedfch. N. 1«. 2 Sebr. 1629. f. 71.
(3) Dit xxxvii. Lid luidt aldus: In allen Kercken
fal een Kercken - Raedt zyn , befiaende uyt Dienaren des Woordti ende Ouderlingen, de wekken ten minflen "He weken eens tfamen komen füllen, alwaer denDie- naer des Woordts (ofte Dienaren, foo daer meer fyn) y ghebeurte prefuleren, en de aS:ie regeren fal. Ende Ja' oock de Magiflraet van de plaetfe refpeBivelyck , wdien het bner gelieft , een of twee van den baren , "jgffinde Lidmaten 'der Gemeente , by den Kercken- liaedt mogen hebben, om te aenhooren en mede van de voorvallende faecken te delibereren. Zie Groot -Pia- kaatboek, ui. Deel, bl. 467. |
|||||||||||||||||||||||||
>be,
|
|||||||||||||||||||||||||
s
|
|||||||||||||||||||||||||
^
|
elen
|
||||||||||||||||||||||||
■>•>
|
Provincie, daann niet voorzien hadden;
|
||||||||||||||||||||||||
dat Burgemeelleren en Raaden, tot voor-
„ kommg van den indruk, dien deezefchrif- „ ten reeds gemaakt hadden , en verder „ mogten können maaken, by raade van „ zyne Doorlugtigheid ,. hadden goedge- „ vonden, de gantfehe Schuttery haaren „ ouden eed te doen vernieuwen , en ten „ dien einde, alle Schutters bevalen , te „ verfchynen, daar zy, door den Krygs- „ raad, zouden ontbooden worden , mee „ verbod, dat niemant zig, als Schutter, „ zou gedraagen, voor dat hy den eed, „ van
|
|||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
11. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
So6
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1629. ->•> van nieuws, zou hebben afgelegd (g)." 't Vertoog ter Vergaderitige van Holland i6%9'
Ook hebben alle de Burgervendelen, het gelezen zynde, floegen eenige Leden den.grn(ïig
eene nahet andere, voor den Krygsraad, Afgevaardigden van Amfterdam drie pun-beA^
ontbooden zynde, den ouden Schutters eed, ten voor, welken zy meenden te zullen ftrek-deI' j;
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
' —<----"- .- - - ~ hier terV
|
03? V
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den Prm- ^ yan Qranje kennis van, door de Afge-
vaardigden ter Dagvaart en door brieven:
en zyne Doorlugtigheid vaardigde , hierop,
eenen brief af van den volgenden inhoud:
|
Doch alzo de Afgevaardigden derfde6"
Stad deeze punten hielden te flryden metz.;rge.j] de Privilegien, weigerden zy, volftandig-gs11 lyk, daarin te bewilligen. De Vröedlchap bedankte hen voor hunnen yver, vermaan- de hen zo voort te gaan, geene de minftë inbreuk op der Stede Privilegien te gedoo- gen,en, zo zy befpeuren mogten,dat men 't egter zogt te doen „ ter Vergaderinge „ te verklaaren , dat men dacrtegen, van ,, Stads weghen . tot affweerihghe van dien, „ fiodanighe middelen ter handen nemen zou „ ah ons God ende de nature verleent had- „ den (&)." Voorts, werdt hun gekit ter dat
over |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Oag
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
teren.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Prince van Orange , Grave van
Naiïau , Moers &c. Marquis van der Vere ende Vliffingénl, Heere en- de Baron van Breda &c. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Erentfeße, eerfame, befondere goede vrien-
den. Wy hebben door U E Gecommitteerde, ende de volgende brieven verflaen , 't geene U. E., naer voorgaende Communicatie met ens. ter hand hebben genomen, .ende hoe dat, na gedane publicatie, alle de Comp. Schutteren Vin U. E. Stadt den Eedt hebben vernieuwd op »
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de befchuidigingen, vervat in ht
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ver-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
't oude formulier ende bygevoeghde interpreta-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tie tWelck wy verhopen alles in goede ordre *i toog van de Gedeputeerden der Sinoden,"
ende fiilligheyd volbracht te zyn, niet twyffé'- 0°k moeden zy te wege brengen, dar dit lende oft U E Stadt fal daerby gewerden de Vertoog het Hof in handen gelteld werdt, fekerheyd ende rufte, die tot welfiandderfeher, om de Staaten daarop te dienen van berigt, ende van 't gemeyne Land f00 fier nodigh is. en ter Vergaderinge vooral aandringen dat, V/aer mede m ' raadpleegen over dit (luk , gelet werdt op de bew'aarmg van de Hoogheid en Ge-
Eerentfefte, eerfame, befondere goe- regtigheid van't Land. Eindetyk, alzo de den Vrunden U. E. Gode almachtigh Predikant Kloppenburg fich met de Confu- bevelen. In 's Gravenhaghe den lenten ghevoegbt, ende , wel beter wetende, XXVften. february 1629 Onderfiondt m de fake niet recht gegaen hadt , werdt "U. E. goedwillige Vrund, ende was beüooten , zulks nader te onderzoeken (/). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
getckent
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Afgevaardigden der Stad, met dee- A^'t?
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
F. Henry de, Nassau (*). zen laft naar denliiage vertrokken, vor-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nan
|
»«
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
üde
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
derden, terftond, dat het Vertoog den Ho- taaÄ
De Afge- De Afgevaardigden der Sinoden , mid- Ve in handen gefield werdt; 't welk zonder ^nli' vaardig- lervvyl, euvel neemende, dat hun Advys, akftfel gefchiedde. Ook leedt het niet lang,iaA den der in de afkondiging van Burgemeefteren en of Prefïdent en Raaden berigtten den Staa f ^' |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sinoden Raad en, nevens eenige Pasquillen, genoemd ten „ dat 'er, voor dehandhaavingder Ge-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
je
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
£
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dat en veroordeeld was, vervoegden zig, den
de Staa- agtentwintigften February, met een Vertoog |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
reformeerde Religie, zo veel zorg ge-;
draagen werdt, als mogelyk , of voor-Si»0/ maals gefchied was; en dat zy,hierom, inu onnoodig hielden, dat de Regenten zig^jy^ daartoe, door eenen nieuwen eed, ver-%o^~ bonden, gelyk in het Vertoog begeerd werdt. Dat, tegen de afzonderlykeVer- gaderingen der Remonftranten, by Pia- kaaten , voorzien was , de overtreeders van welken ook geregtelyk werden aange- fproken, 't welk nogtans, veelligt, met meer vrugt gefchieden zou, zo 't alomme, met eenpaarigheid , gefchiedde. Dat , midlerwyl, in bedenking kwam, of niet goed zyn zou, dat de Gedeputeerden der Sinoden nadere opening gaven van „ de
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ten de
Regee- ring van Amfter- 3' dam ver- " plïgten, „ om reden j} te gee- ven van het ver- » oordee- » ]en van " hun Ad- vys. " |
n de Staaten van Holland: waarin zy ,
ooraf begeerd hebbende ,, dat hunne Ede- Ie Groot-Mogendheden, voorzigtiglyk en met zagte middelen , de Religie wilden vafter itellen, tegen de Faftie der Re- monstranten ;" ook verzogten „ dat de Agtbaare Magiflraat van Amflelredam mochte ghevorden werden om punituelyken aen te ixiyfen de onwaerheydt, onrechtmae- ticbeydt, fihadelycke Confequentie &c. van hun Advijs of Confultatie, op dat zy daar- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
op mogten gehoord worden (f)."
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(g) Refol. Vroedfch. N. \6. I7F"*»\ iSlp. ƒ. 7j. Zie o„k_
Remonftr. der Synoden van den 28 Febr. i6is. in de Byiag. tl. 3 3.
(h, Geregiftr. in de Refol. Vroedfch. N. 16. s Maart I629. f. 79.
(ï) Remonftr. van deGedepur, der Zuid- en Noordh. Sy-
noden van ig Feh. 1629. gedr. t« Ha.irl. 1619. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
•ji
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(\) Refol. Vroedfch. ïfi 16,
(l) Refol. Vroedfch. N: 16. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
s Haart 152,9,
j Maart 1629. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ĥ 73
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
f
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XIV. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||
507
|
||||||||||||||||||||||||||
ï6
|
„ de zagte middelen, tot weeringe van der algemeene Staaten, het buitgeld voor rroa
„ der Remonftranten bedryf, van welken 't Bootsvolk op zeftien maanden en twintir |
|||||||||||||||||||||||||
29.
|
||||||||||||||||||||||||||
zy, in 't Vertoog, gewag gemaakt had
1 *"Xces- » den. Dat by de * buitenfpoorigheden der e'!' „ Remonftranten, in het Vertoog, niet wel „ te pas gebragt was, 't gene de Wethou- ,, derfchap van Amfterdam, onlangs , om- „ trent eenige burgers , gedaan hadt, als „ ware zulks gefchied, om deRemonftran- „ ten te begunftigen en die van de Gere- „ formeerde Religie te bezwaaren; alzo, j, uit de regtspleeging zelve, en uit de her- „ haalde betuigingen derWethouderfchap, „ het tegendeel bleek. Dat de vraagen, „ op welken de Gedeputeerden hadden „ goedgevonden te antwoorden, ontydig en „ ondienftig waren voorgefteld, en dat de „ vraagers zig, in allen gevalle, eerfthad- „ den moeten vervoegen aan hunne Magi- „ ftraat. Dat ook ongegrond en buiten re- „ den was, dat men die Magiftraat nader „ reden haarer afkondiging zou afvorde- „ ren, gelyk in 't aanhangfel op het Ver- j, toog begeerd werdt. Dat, eindelyk,de „ Predikanten behoorden vermaand te wor- „ den, om, door Godvrugtige Predikatien „ en Schriftuurlyke vermaaningen, de Ge- „ meente te brengen tot afftand van zon- „ den, behoorlyke eerbiedenis en gehoor - „ zaamheid jegens haare Overheid, en lief- „ de en eeniglieid onder eikanderen: ook, „ om de Remonftranten en anderen , die „ zig nog buiten de openbaare Kerken hiel- j, den, door vriendelyk verzoek en aan- ,, fpraak, te winnen, en uit hunne doolin- gen te redden (»)." |
dagen; doch ltelde net, op verzoek des
Admiraals en der andere hooge Bevelheb- beren, op zeventien maanden (0). Maareen hoop matroozen, die zig veel grooter be- looning hadt toegelegd, op de Plaats van 't Huis vergaderd,dreigde,dat zy,zomen hun geen genoegen gaf,1zigzelvenhaaft aan meerder buitgeld helpen zouden. Eenigen wierpen 't oog al naar de kelder, daar de fchat bewaard werdt. Doch de dienaars der Maatfchappye, hun voorhoudende, dat zy 's anderendaags konden wederkomen, als de Bewindhebbers voltalliger zouden zyn, kree- gen hen de Plaats af, en op ftraat,waarna hun de Poort voor de neus geflpoten werdt Voor de Poort, kwamen huffhaaft veelen van hunne makkers by,die maar palfelykte vrede waren met het gene zy ontvangen had- den, en greetiglyk deelden in de hoop, om meer te bekomen, 't Woefte bootsvolk werdt opgehitft door de Kroeghouders en Hoeren, die, in grooten getale, hieromtrent woonden, en op een gedeelte van den buit vlamden, 't Gefpuis bragt fteenen aan, die, wel haaft, door de glazen, en over den muur op de Plaats vloogen. Men viel met een byl aan 't hakken in dedeur,poogende 't (lot los te krygen, terwyl anderen eenen fleeper noodzaakten, om een yzeren goote- ling, die aan den Y-kant lag, voorde*Poort te ileepen. De toeleg was, de Poort met ftraatfteenen open te fchieten ; doch geen "winkelier wilde den matroozen buskruid ver- koopen. Midlerwyl, was men van binnen ook verdagt op tegenweer. Men bragt eeni- ge handgranaaten byeen, die men, als 't neep, onder den hoop geworpen zou heb- ben. Doch 't kwam zo ver niet. De Wet- De be houderfchap, fpoedig kennis gekreegen heb- zetting bende van den oproer, zondt den Wagt-ftilt de- meefter Jakob Wyts, die over de onlangs zelve" ingenomen zes vendelen geboodt, en den Major Nikolaas Haffelaer, met eenigeman- fchap, naar 't Weftindifche Huis; die de oproerigen, zonder eens te fchieten, ver- ftuiven deeden (f). De Digter Vondel maakte, kort hierna, dit geeftig vers, Op hetOntset van Piet Heyns Buyt.
|
|||||||||||||||||||||||||
2"?«
|
||||||||||||||||||||||||||
Het morren over 't verfterken der bezet-
|
||||||||||||||||||||||||||
5eW tinge van Amfterdam, in December laatft-
Voódain. leeden, duurde nog by veelen, toen zy,in ^«ftin February deezes jaars, zonderling te pas jjr<%e " kwam, om een gevaarlyk oproer te ftillen, ^ waarvan wy de gelegenheid en uitflag, kor- telyk, vernaaien moeten. De Weftindifche Maatfchappy hadt, in Maymaand des voor- leeden jaars, eene aanzienlyke Vloot uitge- ruft , onder bevel van Bieter Pieterszoon Hein , in 't gemeen Piet Hein genaamd, Wien 't, den agtften September, gelukt was, de gantfche Spaanfche Zilvervloot, in de Havana, te bemagtigen. Met den buit, hier veroverd, die op elf of twaalf millioenen beri iot werdt, zeilde hy naar't Vaderland, da.: hy , in January deezes jaars, aankwam. De fchat werdt, voor 't grootfte gedeelte, gebergd in 't Weftindifche Huis (n) op den Huanenimerdyk , nu het Nieuwe -Zyds- Heeren-Logement. De Maatfchappy be- grootte , ten overftaan van Gernagtigden |
||||||||||||||||||||||||||
Het Weftinjes-Huis fpreekt.
Ikflak noch in een gekx Kaproen, Vers van
Boe 'kzay, waer toe dit Garnizoen (4) ? Von del,
Maerte*dee-
(0) N. V. WASSENAER Hift. Verhaal , XVI. Deel , ƒ.
Jol virfo. ,. (p) VAN DEN SANDE, X. B"\- "'• -37. DOJISELAAR
VI. Boei,, hl. ii7. COMMELIN, tl. II09. (4) Wy hebben, hiervoor (bl. 496)> gezien>
Vw dat, |
||||||||||||||||||||||||||
(m) Rcfcripiie en Advys van 't Hof» gedr, Ifizj.
(»; Vaderl. Hift. XI. Deel, hl. 6%, 6S. I. STUK.
|
||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||
S°B
|
|||||||||||||
„ 'er geen trom ; men timmert 'er geen 1629-
3) wachthuizen (>)." 't Leedt egter geene vier maanden, toen OnSs'. f
de zagte ruft, die de Droffaard op 't Slot te yu^e0»R Muiden genoot, onverwagt, gefloord werdt. ^mfter Graaf Henrik van den Berge, die onlangs ciam>tsr, tot Veldmaarfchalk des SpaanfchenLegersgeleS^fl' in de Nederlanden verheeven was, toog, hei^ op den drie-entwintigflen July, even boven dennde- Yffeloord, over den Yffel, en viel weder- ^en >fl' om, gelyk in 't jaar 1624, met eenen aan- val i»^ zienlyken hoop Krygsvolks, in de Veluwe. VeW'' De tyding hiervan verwekte veel bekomme- ring , in en omtrent Amfterdam. De Regee- ring ontving eenen brief van Prinfe Fredrik Henrik, met verzoek „ dat van hier eenig „ volk, zo uit de Burgery als Soldaaten, „ die hier in bezetting lagen, zou uitged- ij ten worden, tot bezettinge der Steden „ Harderwyk , Naarden en Muiden:" in welk verzoek, terflond, bewilligd werdt (ƒ), alzo de Raad, reeds in February, beflooten hadt, het uittrekken van 's Lands foldaaten uit te Stad toe te flaan , indien de Prins- Stadhouder geraaden vinden mögt, dezel- ven elders te gebruiken (£)• Burgemeefle- De ^ ren werden dan gemagtigd om met denS1^ Krygsraad orde te flellen tot de uitzending ^fl^1' van eenige Burgers. Ook fchikten zy, ter- flond , het vendel foldaaten van Kapitein Hart naar Muiden. De Droffaard Hooft herinnerde hun, dat zy, by den jongflen in- val in de Veluwe, ook vier of vyf flukken gefchuts derwaards gezonden hadden, om op de voornaamfle toegangen geplant te worden; en laft gegeven om een wagthuis van deelen op te flaan , aan 't Noordeinde der Veflinge (u). Doch of't een en 't an- der, ook tegenwoordig,gefchied zy,is my nergens gebleeken. Maar Amflerdam zondt, R: op verzoek der Staaten van Utrecht, dePley Raaden Henrik Hudde en Simon de Rykenaar'c^ M, den Hinderdam, om daar, met die van U-we(l*J" trecht, te raadpleegen op de verflerking va" van den Vegtftroom, van den Hinderdam VeS1* af, tot aan de Rynfche Vaart of Vreeswyk toe (V). Hiertoe werdt, door Gemagtigden van Holland en van Utrecht, terflond, be- flooten. En de Stad Amfterdam fchoot, aan de Provincie van Utrecht,op goede verze- kering , honderd duizend guldens, tot uit- voering van dit werk ( in ): waartoe, over gantfeh Holland, tuffchen Maas en Zyp, de zesde man van de huisluiden, met het noodige gereedfehap, opgeprefl werdt. Ook wer dp
(V) HOOTTS Brieven N. i«j. hl. i}4-
(s) Refol. Vroedfch. N. j«. zi f ah *6l9. f.99 -verft.
it) Refol. Vroedfch. N. 16. n f'hr. I629. ƒ, 7? vtrfi.
(k) HoOïts Brieven N. I80. hl. i4i-
(v) Refol. Vroedfch. *T. 16, 28 Ja!J «29. ƒ. 100.
(w) Refol. Vroedfch, N. x«. *A«£, I61». f. 101.
|
|||||||||||||
Maer doen de moetwil, opgeruit,
Begon, om Sinte Bieters buit, Een kangs te wagen, driefl en dom, Mit 'diegent vaendel, flaende trom; Doen quam tny 't krygsvolk wel te pas, De fleenen vlogen door het glas. Ik docht dees Geuzen hennen Spaens: Of is Sint Pieter (5) Harmiaens? Giert almanshoer dieflong mitfmart En gleurde by de Verkens mart (6), Mit al de lange Verkens dyk (7), Op 't opengaen van 't hemelryk: Men ley een flik gefchuts aen boort, Om rammen finte Pieters poort: Die riep Sint Angdries (f)aenomhulp: Sint Japek (9) kruip nou uit juufchulp. O Sinte Klaes (1), kreet Symen vaêr (2), Trek an, jy bent gien Moordenaer(3). De Jankten trokken op byget, En hier deur was de (*_) bruit ontzet 1 En zoo bleef Sinte Pieter baes: Godt loont Sint Japek en Sint Klaes (q). De Heer Pieter KornëLiszoon
Hooft, Droffaard van Muiden en Baljuw van Gooiland, fchreef, eenige weekenlaa- ter, toen hy zig op den Huize van Muiden ophieldt, aan zynen Zwager Juflus Baak, Koopman te Amfterdam, met opzigtopden tegenwoordigen toefland der Stad, omtrent in deezer voege: „ Nu leeven wy hier als „ die de werelt geflorven zyn, oft ten min- „ ften leeren fterven, op zyn Philofoophs. „ D'eene dag is den anderen zoo gelyk, „ dat ons leeven een fchip fchynt, in doo- „ de flroom, en ftilte. Beter ftil nochtans „ als te hard gewaait. Hier preekt men „ geen pafTy als die van onzen Heere; men „ dicht 'er geen requeflen; men raapt 'er „ geen fleenen om de Heeren naa 't hooft „ te werpen. De kiuTens zyn 'er zoo zacht „ niet dat ze iemant bekooren kunnen. Jaa „ die'er op belufl was, kreeg 'er welgoedt „ koop een naa 't hoofdt. Ook roert: men (1) Hekeld. hl. 179.
dat, onder de ftrenge Gereformeerden, ook eeni-
ge deelgenooten in de Weftindifche Maatfchappye waren,die, ongetwyfeld,het inneemen van meer- dere bezetting voor noodeloos zullen hebben aan- gezien. Op deezen fchynt de Digter hier byzon- derlyk het oog te hebben. (5) De Admiraal Piet Hein.
(6) De Varken-markt was toen, 't gene men nu
de Heeren-markt noemt, gelyk , in de Kaart van Balthazar Floriszoon, te zien is. (7) Zo noemt de Digter den Haarlemmerdyk.
(8) De regeerende Burgemeefter en Kolonel
/indries Bicker. (9) De Wagtmeefter JakobWyts,
(1) De Major Niholaas HaJJelaer.
(2) Simon van der Does, Oud-Schepen en Raad.
(3) Zie, om dit te verftaan, hiervoor, W.491.
|
|||||||||||||
Ï629.
zer gele-
genheid, gedigt. |
|||||||||||||
(*) Mis«
fchien 'buit*
Schry-
vens van denDros- faard Hooft, met op- zigt op den te- ge"- ,. wooidi- gen toe-
fland van Amtier - dam. |
|||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||
XIV. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||
509
|
|||||||||||||||||||||||||
*62p. werdt deeze verfterking, fpoediglyk, vol-
trokken. En men beloofde 'er zig te meer dienft van. alzo men zig te binnen bragt, dat wylen Prins Maurits, wiens woorden, in 't ftuk van te verftaan 't gene tot 's Lands befcherming dienftig was, voor wetten ge- houden werden , gezeid zou hebben, ge- trooft te zyn, de weftzjrde van de Vegt en Vaart, op deeze wyze bewald zynde, met y tienduizend man, tegen de gantfche weereld >0|^ere te verdedigen. De Gemagtigden van Hol-
|
|||||||||||||||||||||||||
ment aan de weftzyde van de Vegt zulks i629„
mögt verzorgd en verzwaard worden, dat de Landen, daar agter gelegen, door het doorfleeken van den Lekdyk, niet mogten onderloopen (z). Men begon, terftond hier-De Mui-
na, een gat te delven in den dyk hoven derdyk Muiden ,welk met een Fortgefterkt werdt, wordt en waardoor 't Land beooften de Vegt on-^°°^e' der water liep (a). Doch de vyand hieldt Amersfoort, by gebrek van mondbehoef- ten, flegts tot den vierentwintigflen Augus- tus in; verliet toen de Stad, en trok weder-De vyand omopwaards, tot aan en over den YfTel;trek£te aan deeze zyde van welken ftroom, flegtsrug' zevenhonderd knegten en twee-endertig vaa- nen paarden, van veertig tot vyftig ieder vaan, leggen bleeven: van al 't welke de Droffaard Hooft kennis kreeg, uit iemant, dien hy op kondfchap uitgezonden hadt, en die, tot in 's vyands Leger, geweeft was (V). Hem was ook, van wege de Staa- ten, belaft, de Huisluiden van Gooiland in de wapenen te brengen. Doch zy waren meeft gevlugt, doordien verfcheiden' vyan- delyke partyen, tot voor de poorten van Naarden, geftroopt, en Hilverfom,'tvoor- naamfle dorp in deezen oord, in den brand gefleken hadden (c). Het verrafTen van Wezel, waardoor den vyand de toevoer van boven afgefneeden werdt, hadt hem genoodzaakt, de Veluwe zo verre te verlaa- ten (cl). De weinige manfchap , die nog En ver- aan deeze zyde van den YfTel was blyvenIaat de leggen, trok, den dertienden Odtober, ins-Veluwc* gelyks, over den ftroom. 't Land was hier- door wederom verloft van de vrees voor de gevolgen van deezen vyandelyken inval; en Amflerdam in 't byzonder, daar 't ge- rügt reeds geloopen hadt, dat de vyand van zins was zig van de Stad meefler te maa- ken (e). De verovering van 's Hertogenbofch, kort Amfter-
op het verraffen van Wezel, gevolgd zyn- da.m de, befloot Amfterdam, op den voorgang^j"e^°? van andere Steden, den Prinfe van Oranje ken van" deswege te begroeten. De afgezondenen Muiden, fpraken, ter deezer gelegenheid, ook met zyne Doorlugtigheid over de verfterking van deeze Stad en van Muiden, en dron- gen , byzonderlyk, op de verfterking van Muiden aan. De Prins vondtze dienftig- Men raadpleegde 'er over,in de Vergade- ring van Holland, en maakte verfcheiden' Kaarten van de ontworpen verfterking. Doch 't
(z.) Refol. Vroedfch. N. 16. 1« ^«S-]6*9' f\I0Z' „
(a) Refol. Vtoedfch. N. .«• w -*»* 16Z9' f' IO* v"f*> Vaderl. Hift. XI. Deel, hl. »6- .. (*; HooFTs Brieven,*- >«•«; J£ te) HOOFTS Brieven, *-,s°; ,' I49, (d) vaderl. Hift. XI. v"''"\ 10. • (/) VAN DEN SANDS, X. ÜH{_, bl, J4S, VVV 2
|
|||||||||||||||||||||||||
k
|
vom-
|
land, onder welken ook was de Heer An-
thony Oetgens van Waveren, regeerend Bur- |
|||||||||||||||||||||||
gemeefter van Amfterdam, vonden wyders
geraaden, wanneer de vyand dieper intrek- ken mögt, den dyk aan de zuidzyde van Muiden, en aan de Noordzyde van 't Slot, te doen doorfleeken: waartoe men egter niet dan in den hoogflen nood komen zou. Doch wanneer 't daartoe komen mögt, twyfelde Hooft niet, of men zou Muiden „ mits be- „ hoorlyk geftyft wordende met volk en „ behoeften, God ten voorflen , wel be- „ fchermen. Niettemin" was, fchryft hy, „ de hoope van de Heeren van Amfterdam „ en de zyne, dat de Heeren Staaten, nu ' „ ten tweeden maale, door de beroerte op „ de Veluwe, dus opgewekt, deeze gelee- „ genheidt beeter zouden doen fterken,en- „ de zulks verzien, dat men, in gelyken j, voorval, den vyandt wat nader zou moo- 5, gen laaten komen, ende niet van noode „ hebben, zoo tydtlyk, tot verwoeftinge „ van onze eigene Landen, door't waater, fye „ te verftaan (ar)." |
|||||||||||||||||||||||||
fluit
|
i-Am-
|
't Leedt naauwlyks drie weeken, of de
|
|||||||||||||||||||||||
te
|
dajj11"vyand drong dieper door, en veroverde A-
|
||||||||||||||||||||||||
Jj ver- mersfoort, op den veertienden Auguftus, 't
«antlcen» welk zo dra te Amfterdam niet vernomen Stend werdt, of men befloot, tot meerder verfter- f'An, king der Stad, die zwakft was buiten de S. j^'s- Antonis poorte, een bolwerk op te werpen °lc' aan de Ypeflootfche fluis, of ten minften alles daartoe te bereiden, en by voorraad aldaar een halfmaantje te maaken. Ook werden Burgemeefleren gemagtigd, om de S. Antonis-poort zulks te fierken, dat de- zelve tegen eenen aanloop beveiligd mögt Zvn (jO- De Raad Hillebrand Schellinger werdt ook terftond afgevaardigd naar Naar- den , om, nevens de Heeren Oetgens, Hud- de en de Ryke, op de behoudenis van Naar- den te raadpleegen, en om Muiden te be- fchermen, des noods, zelfs door het door- fleeken van den dyk. Voorts, werdt den Afgevaardigden der Stad in deezen oord gelaft, zorg te draagen ,dat het retrenche- (*) HooiTS Brieven N. 18S. hl. W, HS.
\y) &efoi. vioedfch. n. h. ij, 16, ai v4«f, iSij, ƒ.
I01 •ver/., ,0
|
|||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sio
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
diken tegen de Overheid. Van hem vraag- 1&9'
de de Burgemeefter Kornelis PieterszoonnierI're' Hooft, in zeker gefchrift (k), of men welix^1 eenig Schryver zou können aanwyzen, die in*9 lafleren en fchelden by Smoutius zou können haaien? In 't jaar 1606, was hy, ruim een jaar, Predikant te Roon geweeft; doch zy- nen dienft aldaar hebbende nedergelegd, predikte hy, federt, in verfcheiden' afgezon- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1629. 't werk hadt, voor eerft, nog geen' voort-
gang, hoe zeer Amfterdarri'er op aanhieldt (ƒ). Ondertuflchen, bleef 'er nog eenigen tyd bezetting binnen Muiden en Weesp, die ik vind, dat, in November deezes jaars, door den Droffaard Hooft, gemonfterd werdt (g). Dykgraaf en Heemraaden van Nieuwer-
Arnftel, den Staaten van Holland vertoond |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Of
to
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
maaken
van de
Boven-
kerker-
Polder.
|
hebbende , hoe door het bepolderen van derde Vergaderingen der Contraremonftran-
verfcheiden' ftreeken Lands, zo wel in het ten. In 't jaar 1613 , droeg hy zyn Schrif- Stigt van Utrecht, als in Holland gelegen, tuurlyh.Ja op aan de Staaten van Holland; in welk boek, naar 't oordeel der Staaten
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
e
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
deelte van Nieuwer-Amftel, tuffchen het
Loopveld [ik verfta het groote Loopveld] en Tarnen of den Uithoorn, groot gevaar liep van overftroomd te worden, verzog- ten, met goedvinden van Burgemeefteren van Amfterdam , als Ambagtsheeren van Nieuwer - Amftel, en verwierven , op den negentiendenDecembe^deezes jaars 1629, Oftroi, om de gemelde ftreek, door 't leg- gen van eenen dyk langs 't gebied van Ta- men , van den Amfteldyk af tot aan den Veenweg toe, te mogen bepolderen,en de koften te vinden uit eene gabelle, die, by de gemaakte verlaaten, zou worden inge- vorderd. De nieuwe Polder werdt, federt, de Bovenkerker-Polder genaamd. Wy hebben het Oclxoi tot het aanleggen derzelve, welk onzes weetens nimmer gedrukt geweeft is, hier agter wel onder de BylaagenQlf) willen voegen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zelven „ gearbeid werdt tegen hunne Re-
„ foluüen, ook met kennelyke onwaarheid, „ ja tot /editie en oproerigheid." Ook werdt hy, deswege, den twintigften July des ge- melden jaars, voor de Staaten ontbooden: en hun geene voldoening konnende geeven, wegens 't gene hy gefchreeven hadt, werdt hem gelaft, binnen vier dagen, naar 's Graa- vezande te vertrekken, en binnen de vry- heid van die Stede te vertoeven, tot dat zynezaak, ter naafter Vergaderinge, zou afgedaan zyn (l). Hoe lang hy hier bleeve is my niet gebleeken;doch fommigen teke- nen aan, dat hy, boven arreft en al, door- ging (?«). In September des jaars 1620, werdt hy te Amfterdam beroepen (n); daar hy veel toebragt tot de fchorfing van Hane* kop, en dikwils, vooral op de Bededagen, vinnig uitvoer tegen de Regeering. Op den agtentwintigften January des jaars 1626 , hadt hy 's Lands plaagen toegefchreeven aan het dringen van Luiden in de Regeerin- ge, die 't Pausdom waren toegedaan; en de Staaten befchuldigd, om dat zy Schepen naar Rochelle gezonden hadden, tot ver- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Haarlem
ftyft de geban- nen Am- fterdam- mers. |
De vrees voor denvyand hadt de inwen-
dige onnut, hier ter Stede , een weinig doen afneemen, die egter, tegen 't einde des jaars, het hoofd wederom opftak. De Vroedfchap hadt, vroeg in 't voorjaar, reeds |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
met ongenoegen vernomen, dat de geban-
nen burgers geftyfd werden door 't nabuu- rig Haarlem, waar eenigen zig niet alleen onthielden , en hunne fcherpfte fchriften tegen de Amfterdamfche Regeering, open- lyk, lieten drukken; maar van wege welke Stad, ter Vergaderinge van Holland, ook voorflagen gedaan werden , die men hier hielde te ftrekken tot krenking van der Ste- de Privilegien, en die men befloot, door't gezag van Prinfe Iredrik Henrik , of door ernftige Proteftatien , tegen te gaan (*'). |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
drukking, zo hy zeide, van de waare Ge-
|
#
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
reformeerde Religie (0). Op den Biddag sta'<
van May deezes jaars 1629, hadt hy den van ^ Prins van Oranje aangetaft, op zulk eeneP^,,^ wyze, dat Burgemeefteren aanfehryvens ^ege^[ kreegen van het Hof, om daarop onderzoek x\n$ \ te doen; gelyk, zeer in ftike, gefchied was. terS' Ook hadt hy, op den eerften Auguftus , insgelyks eenen Biddag, in de Oude Kerke, van den Predikftoel gezeid: „ Gy zyt de „ oorzaak met uwe proceduuren, dat God „ almagtig den vyand op de Veluwe heeft „ doen komen - - Men legt den luiden „ misdaad te laft; maar mogten zy eens, „ als befchuldigers en befchuldigden,tegen „ eikanderen gehoord worden, dan zou men |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Schets
|
Doch de ballingen en ontichutterden von-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van 't ge- den, hier ter Stede, ook vlytige voorftan-
ders aan fommige Predikanten, met naame |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
met
Adriaan
Smout, eer hy |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aan Adriaan Smout en Joannes Kloppenburg.
De eerfte was, al voor lang, berugt ge- weeft, wegens zyn bitter fchryven en pre- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5»
(1^) By BRANDT II. Deel, bl. 2.16.
\l) Refol. Holl. 20 July 1613. by BRANDT II. Deel,
bl. nj. ()») Vryc aanwyzing tegen de Hiß°lie van F. DE VKÏ»
bl. 83. (n) CROSSE Kerk. Regifter., il- 44-
(«} Authem. en Waaiagc verh. gtdruit wjo. bt, 4,"
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(ƒ) Refol. Vroedfch. N. 16. n Sept. 1629. 7 Jan, itfjo.
ƒ. 108 ,156 verfo. (g) HooïTS Brieven, N, m. bl. Ijo.
(h) Lr. A.
(') Refol. Vroedfch. K. 16, +*ipril i<$zs>. ƒ.81.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||
XIV. Boek.
|
|||||||||||||||||||||
511
|
|||||||||||||||||||||
eerfl, en zeide, eindelyk „ dat hy de Hee- ,(2Q
„ ren niet believen kon, zonder kennis van „ den Kerkenraad, welken hy verzogt, „ vooraf, te mogen berigten van 't gene op „ hem begeerd was:" 't welk hem vergund werdt. Weinige dagen hierna, verfcheen hy wederom voor de Heeren, zeggende, „ dat de Kerkenraad het overleveren der „ Preeke niet dienflig gevonden hadt; doch „ dat hy 't egter doen zou, mids menhem „ eene maand tyds gave." Men flondtze hem toe; maar als hy, na verloop derzelve, niet opkwam, deedt men hem boven komen, en drong hem tot het voltrekken zyner be- lofte. Hy hieldt zig onkundig van eenige belofte,en beriep zig op 't verbod desKer- kenraads. De Heeren hielden hem toen eenige punten uit hunne aantekeningen voor, en vraagden hem, wie hy op 't oog gehad hadt met de woorden, Gy zyt de oorzaak met uwe proceduren enz. en Herfielt de genen die gy ontfchutterd hebt ? En na eenige aarze- Zyne be- ling, erkende hy, daarmede deMagiflraat,kentenis« zo wel als de Gemeente, gemeend te heb» ben. Ook beleedt hy, met verfcheidene an- dere uitdrukkingen, op de Magiflraat te hebben gezien. Zelfs ontzag hy zig niet, Burgemeefleren in 't aangezigt te zeggen: Myne Heeren, valt God nog te voet \ en bidt hem om vergiffenis; fiaat van uwe begonnen proceduren af; want anders zult gy u en uwe kinderen om hals brengen. Ook zeide hy, „ dat, in de Sententien der Burgeren, din- „ gen gefield waren, die God den Heeren ,, vergeeven wilde, dat zyze zo hadden doen „ flellen." Men voerde hem te gemoet, „ dat hy, indien hy dit dagt, den Heeren , in 't byzonder moefl aangefproken heb-
', ben, zonder zulke dingen op denPredik- „ ftoel te brengen, en de Regters openlyk „ ten toon te flellen." Doch hy beweerde, „ dat de ergernis, openlyk gegeven zynde, „ ook openlyk behoorde beflrafc te wor- „ den." En als de Heeren ontkenden, er- gernis gegeven te hebben, zeide hy „ dat „ de geheele Gemeente daarvan overtuigd „ was." Wyders, werdt hem gevraagd, wie hy meende met den ouden Raad ? waar- op hy zeide, Burgemeefier Pauw en de zynen. Men vraagde hem , of de Heeren verpligt waren, Burgemeefier Pauw te volgen, als zyne redenen hun niet voldeeden ?\/Vaarop hy antwoordde „ dat men in den Raad „ kwam met bekuipte Hemmen,en in zul- „ ker voege de befluiten doordreef. Men hervraagde „ hoe hy zulks wilt? Dochhy antwoordde hierop alleenlyk ,, dat de dingen „ zo geheim niet bIeeven,ot zy lekten wel „ eenluit." Na eenige verdere woorden-Men iaa£ wifleling, liet men den Leeraar gaan, hem hem Vvv 3 al-saan-
|
|||||||||||||||||||||
^29. j, bevinden, wie eigenlyk fchuld hadt. - -
» Gy agt ons te klein en te gering, dan dat 5, gy met ons Correspondentie zoudt hou- „ den - - Men houdt ons voor kootjongens „ —— Gy houdt zo veel van u zelveri", als „ of gy alleen iet te zeggen hadt. Men „ leent zyne ooren, veel liever, aan een „ hoop Poëeten, Orateurs, Juriflen, Poli- „ tyken, dan aan ons. Dit 's verkeerd. Zy „ haaien hunne dingen uit Redenvoeringen, „ uit de Keizerlyke Regten enz. Wy zeg- „ gen blootelyk,& Heere zegt het.Wyheb- „ ben Gods woord: hoort, derhalve, wat „ wy u zeggen. Wy zyn uwe Herders; „ wy zullen u anders niet zeggen dan de 3, waarheid. Wee den afvalligen, die zonder „ my raadflaagen, Jefaia XXX. — Herfielt 3, dan de genen, die ons zo trouwgeweeffc „ zyn, herfielt de genen, die gy ontfchut- „ terd hebt. Volgt niet na de voetflappen „ van Rehabeam, die den jongflen Raad „ flelde boven den ouden enz." Al dit en nog meer fprak hy,' met het aangezigt ge- wend naar 't Burgemeeflers-geftoelte, daar Schout en Burgemeefleren zaten. Voorts, beftrafte hy de Gemeente , d at Zy, QVQT haare bezwaarniffen tegen de Regeeringe, haare Predikanten niet gekend, maar in den Haage geklaagd hadt. „ Wy beigen 't ons, „ zeide hy, dat gy ons niet gekend hebt. „ Ik voor my belg het my, dat gy myniet |
|||||||||||||||||||||
\
|
„ gekend hebt. Gy hebt, met uw klaagen
„ in den Haage, uwe Heeren getergd, zo |
||||||||||||||||||||
j, dat zy zig tegen u gefield hebben. Ik
„ weet wel, dat u al wat veel gevergd is; „ maar gy moeft tot ons gekomen zyn: wy „ zouden by uwe Wethouders gegaan, en „ hun hunne misflagen aangewezen heb- „ ben." Voorts, zeide hy „ dat de Predi- 3, kanten menig Vertoog aan Burgemeefle- „ ren gedaan hadden; ook aan den Prinfe, „ toen zyne Doorlugtigheid zig laatflelyk 3, hier bevondt. Maar, ging hy voort, wat 3, was het? Men agtte het niet. Menfloeg „ het in den wind." En zyne beflraffing befluitende, zeide hy „ Kortom, zy heb- >, ben allen tegen ons gezondigd, van den minflen tot den meeden toe (py |
|||||||||||||||||||||
k
|
|||||||||||||||||||||
o0f°rdt Over zulk prediken, wer dt Smout, Wel
jNees'ir'haaft,voor Burgemeefleren ontbooden, die
0^1 hem zeiden „ dat zy eenige aantekeningen
^ °o- 3j gehouden hadden van zyne jongfle Bid-
3> dags-preeke; dochbegeerden,dathyhun
» die, zo na mogelyk, opgefleld , gelyk
» dezelve uitgefproken was, overleverde,
» om te können zien, of zy zyne woorden
>i ook anders hadden opgevat, dan hyze
« gemeend hadt." Smout aarzelde in 't
(/>) Authent. e„ Waeracht. Veih. hl. s - ï.
|
|||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||
512
|
|||||||||||||||||||
dat de Kerkenraad iet tegen Smout doen i^2^
zou, en gaven 't, by gelegenheid, aan eeni- Pre ge Predikanten en Ouderlingen te kennen. °;eU\i/s, Doch de Kerkenraad kreunde 't zig niet. t,evig ... En Smout floeg zo weinig agt op de ver- teècne." maaning van Burgemeefieren, dat hy, den ^fe> eenentwintigflen November, predikende o-Ill)ö ver Mattheus VII. vers 5. Gy geveinsde, werpt eer ft den balk uit uw oog enz., volgens de aan- tekening van eenige luiden van aanzien, wel durfde zeggen „ dat zy de geveinsde waren, „ die de yveraars voor de Religie hier had- j, den ontfchutterd; dat hy, voorheen, al- „ gemeene uitdrukkingen hadt gebruikt, „ maar nu byzonderlyk zou gaan, al zou't j, hem nog zo kwalyk genomen worden. „ Dat hier vervolgd werden, die voor Gods „ woord yverden, gelyk, God beter't, dit „ jaar, genoeg gebleeken was. Dat men „ hier erger was te werk gegaan, met In- „ quifitie, Perfecutie en vervolging, dan de 5, Koning van Spanje ooit in Spanje gedaan „ hadt. Dat men zelfs de Dienaars van „ Gods woord vervolgd hadt:" ['t welk op Kloppenburg fcheen te zien.] „ Dat hy de „ perfoonen niet noemde; maar dat elk wel „ verftaan kon, wie hy meende." Wegens deeze preeke, werdt Smout we-rjurg8",
derom ontbooden voor Burgemeefieren, die rn&J. hem, op zyne weigering om hun zyne preek r^en gefchreeven ter hand te Hellen, hunne aan- j^/' tekeningen voorhielden. Hy ontkende, de w^ woorden Inqiiifitie en Perfecutie gebruikt te hebben -Op het overige hoopte hy, zo men hem uitftel gunde , nadere voldoening te zullen geeven. Doch befpeurende, eer hy vertrok, dat Burgemeefieren zig van hun gezag tegen hem bedienen zouden, bragt hy te wege, dat de Kerkenraad, nog dien Ai/eif„ zelfden dag, befloot, twee Predikanten en ren y twee Ouderlingen te zenden aan Burgemees- KerV teren, met lafl om hun de bewyzen af te Ti*yfl vraagen, welken zy, omtrent „ de Preeken "elJt{' „ van Smout, hadden ingewonnen." Doch ge». Burgemeefieren, ongezind om zig de regt-Sm",^ fpraak over Smout uit de hand te laaten0^/ wringen, weigerden rondelyk, den Kerken-g raad hierin te wille te zyn. Smout, op nieuws ontbooden zynde, werdt gedrongen op de beloofde voldoening, wegens zyne jongfle Preeke. Doch hy ontweek zulks met te zeggen „ dat zyne. medebroeders hem ge- „ lafl hadden, de Preek in gefchriftteftel- „ len, enze den Kerkenraad over te leve- „ ren." Burgemeefieren vorderden hem toen mondelinge onderregting af. Doch hy verklaarde,, ook hierin, den Heeren niet „ te können dienen, buiten bewilliging des „ Kerkenraads." 't Was nu, in 't laatft van November of |
|||||||||||||||||||
1629. alleenlyk aanzeggende „ dat Burgemeefle-
„ ren, volgens hunnen eed, niet zouden kon- „ nen nalaaten, wegens 't voorgevallene , „ zulke voorziening te doen, als zy, tot „ behoudenis der rufle van de Stad en der „ Religie, zouden agten te behooren,"met vermaaning „ dat hy zig verder gedraagen „ zou, gelyk een goed eerlyk Predikant be- „ taamde." |
|||||||||||||||||||
Hande-
ling met den Pre- kant Kloppen burg, |
Terwyl de zaaken met Smout dus Hon-
den , zo niet al vroeger, werdt Kloppenburg, in gevolge van het befluit der Vroedfchap, . hiervoor (q) te boek gefield, insgelyks > zo ik meene,voor Burgemeefieren ontbooden. |
||||||||||||||||||
Sommigen fchryven,dat deMagiflraat Cri-
mineellyk tegen hem deedtprocedeeren (r). Men hadt, behalve het bewerken van het Advys over den Schutters • eed, veele andere din- gen ten zynen lafle.Dochmyis nietklaarlyk gebleeken, wat 'er al met hem gehandeld werdt. Sommigen tekenen aan, dat hy, ge- lyk Smout naderhand, uit Amfterdam ge- weezen werdt, en zig eenigen tyd te Lei- den onthieldt (*)• Anderen melden, dat hy, den negenden November, van de Amfler- damfche Gemeente ontflaagen werdt (f): 't welk zeer wel gefchied zou können zyn,na dat hy ter Stad uit geweezen geworden was. Doch Trigland, zyn ampt- en tydge- noot, fchryft, dat hy, de gramfchap der Wethouderen willende ontwyken, zig buiten |
|||||||||||||||||||
die naai-
den Brie- ïe be-
roepen wordt. |
de Stad gehouden heeft (u). Hy werdt,
nog in dit zelfde jaar, naar den Briele be- roepen , daar hy maar weinige toehoorders hadt, zo men aan deeze verzen van den |
||||||||||||||||||
Digter Vondel geloof wil liaan:
Geen Paep , geen ßohbranä mag hier den
wervel draeien;
De tochtfchuit kit gereet, voor al die oproer kraeien,
Ah Smout, en Kloppenburgh; wiennuhet harte breekt ,
Zoo dik hy in den Briel voor zes paer ooren preekt (c).
Maar ïn'tjaar 1640, werdt hy tot Hoogleer-
aar der Godgeleerdheid te Harderwyk be- vorderd , en vier jaaren laater, in dezelfde hoedanigheid, teFraneker; daarhy, in't ' jaar 1652,overleedenis(iw). Eenige jaaren voor zynen dood, heeft hy zig, nog dik- wils, wederom in Amfterdam vertoond (x). Smout Midlerwylj verwagtten Burgemeefieren, (q) Bladz.. 50«.
(r) Tmot-AND. hl. 917.
(1) AlTZEMA I. Deel, hl. ion.
(t) Ckoese Kerk. Regifter, bt. 4S.
(u) TRIGLAND. il. $Z1-
(v) Hckeld. hl. 199.
(w) Ckoese Kerk. Regifter, bl. 47,
(a-J TniGLANO. il. $17.
|
|||||||||||||||||||
XIV. Boek.
|
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
162
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Leeraar vertrok, met eene fchuit, hem
door Burgemeefteren toegefchikt, nog in dien zelfden nagt, ter Stad uit, ond'er eenen grooten toeloop van volk, welk voor zyne deur vergaderd was, om hem te geleiden, of te zien vertrekken (a). De Kerkenraad kreeg, gelyk men ligtelyk denken kan,ter- ftond kennis van dit uitzetten, 's Anderen- daags , den agtften, was'er reeds eene be- zending van vier Predikanten en twee Ou- derlingen by Burgemeefteren, verklaarende, „ hoe de Kerkenraad, met hertzeer, ver- „ ftaan hadt, dat hunnen medebroeder, „ Smout, de Stad ontzeid was;en hoe zy, ,, met eenpaarige (temmen, gelaft waren, „ den Heeren aan te zeggen, dat zy, met i, die proceduren, der Kerke geweld aan- „ deeden, en zig aantrokken 't gene Ker- „ kelyk was." Zy voegden 'er by „ dat „ zy, zo de Heeren hiermede voort wilden, ,, genoodzaakt zouden zyn, de Proceduren» „ eenigen tyd herwaards gevallen, te bren- j, gen daar 't behoorde, waaruit, ongetwy- „ feld, veele zwaarigheden zouden ont- „ ftaan; waarom zy verzogten, datdeHee- ,, ren afftand wilden doen van de aangevan- „ gen proceduren." Trigland, een der vier Predikanten, voegde hierby „ dat zy hun ,, gemoed bevryden moeften, en Gode re- „ kenfchap geeven van't bloed hunner Le- s, demaaten." Burgemeefteren, de Kerkelyken gehoord
hebbende, betuigden „ hunne hoogfte ver- „ wondering, dat men hun, zelfs daar ter 5, plaatfe, met zulke taaie, bejegenen durf- „ de. Zo men hen vervaard dagt te maa- „ ken, zou men zig jammerjyk bedroogen „ vinden. Dagten die van der» Kerkenraad, „ dat de Heeren der Kerke geweld aandee- ,, den, en zig, in 't uitzetten van Smout, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
29.
in 't begin van December. Burgemeefteren
wagtten,nog vier of vyf weeken, langmoe-
diglyk af, wat de Kerkenraad doen zou; doch, befpeurende, dat men daar de zaak op de lange baan fchoof, en dat Smout, on- dertuffchen, met hevig prediken voortvoer °3o. (y), gaven zy, den zevenden January des lieven jaars 1630, der Vroedfchap kennis „ van de menigvuldige poogingen,by hen, fe- dert eenigen tyd, aangewend, om den |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1630.
De Ker-
kenraad doetee- ne be- zending aan Bur- gemees- teren , ten be- hoeve van Smout» |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sis
S
|
Predikant Adriaan Smout te houden bin-
nen de paaien van zyn beroep, en te doen afftaan van zyn oproerig prediken; waar- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in hy, dagelyks, de bedryven der Wet-
houderen deezer Stede, in zaaken van |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5>
|
Regeeringe en Regtsoefeninge, veroor-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
deelde:" daarby voegende „dat zy hier-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
55
55 |
in niets op hem hadden können winnen;
maar dat hy,van tyd tot tyd,op gelyken |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
55
|
voet, was voortgegaan, gelyk blyken kon
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uit zyne Preeken, op verfcheiden' tyden
gedaan, die in den Raad gelezen, en hem voorgehouden waren. Dat zy hier- om niet langer konden uitftellen, zig daar- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nee-"
4>it 5, |
over gevoelig te toonen, en, oordeel en-
de , dat het, zo voor zynen perfoon als voor den Predikdienft, de minfte kwet- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fmg geeven zou, zo de zaak politikelyk,
of buiten vorm van regtspleeginge, afge- daan werdt,waren zyvan meening,hem te belaften, binnen zekeren korten tyd, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ernftig
ant- woord van Bur- gemees- teren» |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
55
|
de Stad te ruimen: waarop zy den raad
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
der Vroedfchap verzogten." De omvraag
gefchiedde, vervolgens, en verre het groot- fte gedeelte der Raaden verklaarde „ dat |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
55
|
Burgemeefteren, * uit eigen gezag, vol-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ftrektelyk, en by zig zelven, zonderden
raad der Vroedfchap daarop te verzoe- „ ken, hierin zulks zouden mogen doen, „ als zy zouden goedvinden; doch datzy, „ wat hun gevoelen betrof, eens waren met s, Burgemeefteren (2)." De uitvoering van 't gene men tegen den onruftigen Leeraar voorhadt, bleef toen geen oogenblik agter. Smout kreeg, nog dien zelfden dag, eene A&e t'huis van deezen inhoud: Burgermeefiers ende Regheerders der Stadt
Am fier dam bclafien D. Adriaen. Smout, om redenen, op morghen voor 't ondergaen van de Sonne de Stadt ende de Vryheydt van dien te 1'uimen , fonder daer weder in te komen, oppe- Ke indien hy voor de voorfz. tydt niet en ver- weckt, van door der Heeren Officier daer wt- geleyt te worden. Actum den fevenden Janua- ry 1630.
Ter ord. van haerE.E.
D. Mostart. Ainhent. en Waaracht. Verhaal.£e<fr. iöjo. &/. S-i<J.
fegen den donateur dei Sent. D. Smoutii , gedr. 1630. (z) Refol. Vioedfch. M. 16. 7 Jan. 1530. ƒ. 13S vtrfi.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
35
|
iet hadden aangemaatigd,'t gene der Ker-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ke raakte; zy dagten daartegen, allen met
eikanderen, dat de Kerk den Heeren,eil der Regeeringe geweld zogt aan te doen, door hun zaaken van Regeeringe te ont- trekken. De Heeren zouden ook, zo wel als zy, rekenfchap moeten geeven van de zorg, die hun toeftondt te draagen voor |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
55
|
de ruft der Gemeente, en vooralles■, wat
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ meer van de Regeeringe afhing. Zy
„ zouden ook het bloed der genen, die hun ,, aanbevolen waren, moeten verantwoor- „ den. Die zorg zouden zy zig, in geenen „ deele,laaten onttrekken." Voorts eüch- ten zy verklaaring van de woorden, dat de Kerkenraad de zaak zou moeten brengen,daar 't behoorde. „ Verftondt-men daar denPre- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3)
|
dik-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(*) TRIGLAND. W. 5*4- DOMSKlAAiVl, Buk,, hl. iW
COMMÉLIN, hl. l*°S° |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5*4
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i6r-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
huis, aan de weftzyde der Keizers -graft»
tulTchën de Lelie graft en Prinfen -flraat, waarin, den eenendertigflen January, door Hermanns Montanus, voor't eerfl, gepre- dikt werdt. Episcopius predikte 'er , ins- gelyks,op den derden February, zyndeeea Zondag, zonder eenigszins geftoord te wor- den. Maar 's Woensdags daarna wederom predikende, flooven eenige onruftige luiden ter Vergaderplaatfe in, die nogtans, na een weinig toevens, wederom vertrokken. Van dien tyd af, werdt hier openlyk gepredikt, en 't gebouw , nog in den Zomer deezes zelfden jaars, tot eene Kerk vertimmerd. Episcopius deedt aldaar de eerfte preeke, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1630.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3>
|
dikfloel door, en zogt men dus de Ge-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ meente gaande temaaken; dan rieden zy
!', die van den Kerkenraad wel voor hun te ,, zien, wat zy deeden. De Heeren wis- „ ten, hoe zy hun, in zulk een geval, be- , jegenen zouden." Doch de afgezondenen zeiden hierop :, dat zulks hunne meening „ niet was; maar dat zy de zaak, voor Kerke- lyke enClasficaleVergaderingen, meen^ |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'j1
toen
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
n te brengen." Burgemeefleren zeiden
dat, wanneer die van de Kerke ge- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hunne
aanbie- ding. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fchiktelyk handelen wilden, zy ook ge-
' fchiktelyk bejegend zouden worden. De * Heeren waren bereid, elk rekenfchap te „ geeven van hunne bedryven, en byzon- derlyk te doen zien, dat het gene Smout |' telaft gelegd was, louterpolitykwas;e_n '*, dat het niemant, veel min eenen Predi- „ kant, vryfiondt, zo openlyk, op Schepe- „ nen-Vonnifïen te fpreeken." Maar Trig- land bragt hiertegen in „ dat hy, van ge- „ moedswege , vryheid hadt, als hy be- „ vondt, dat Schepenen kwalyk gevonnift ", hadden , zulks op den Predikfloel te brengen." Waarop hem geantwoord |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
op den agtflen September (d). De DigterV"^
|
'0
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van den Vondel maakte een treffelykg
vers op de ftigting deezer Kerke (e), welk, da0jjt onder eene afbeelding van 't gebouw, open- 0pge- lyk te koop gehangen werdt. Doch de Wet-ha»1* houders, niet willende, dat men met hun- ne goedheid pronken zou, terwyl men den Remonflranten nog , in fommige Steden, laftig viel: ook weetende, dat 'er zeer ge- arbeid werdt, om de Plakaaten, tegen hen |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vrymoe-
dig zeg- gen van Trig- land.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
werdt „ dat men wel will, hoe hy oordeel- gemaakt, alomme in 't werk te doen leg-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gen; lieten niet alleen de prent en 't gedigt
ophaal en; maar ook de koperen plaat op't Stadhuis brengen, daarze, eenige jaar en, leggen bleef, tot dat menze, na 't verder verzagten der tyden , den eigenaar , den Boekverkooper Abraham de Wees , volgen liet (ƒ ). De Lutherfchen, die nergens, hier te Lan- pe ^
de, flerker in getal waren dan te Amfler- tb_e£, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ de van 't vonnis over de uitgebannenen.
„ Luflte het hem dan; hy mögt werk be- 3, ginnen ; maar zou zulks bejegend wor- „ den, dat het hem lang heugen zou (Z>) " Ondertufïchen, namen de Remonflranten meerder vryheid, naar gelang dat de Wet- houders , hier ter Stede, zig yveriger fiel- den tegen de heethoofdige Kerkelyken. E- diezig,federtzyne ballingfchap, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Re-
mon-
ftranten
ftigten,
te Am-
fterdam.
eene
nieuwe
Predik-
plaats.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gemeenlyk in Frankryk onthouden hadt, dam, hielden, federt eenige jaaren, hierb
|
bo*r'
|
j
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
was, in 't jaar 1624, nevens Uitenbogaard, ter Stede, onder toelaatinge dervWethou- eefls
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Si'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fi
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
te fchepe op reis gegaan naar Holftein; doch, derfchap (g), ookopenlyke vergaderingen, 0p'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in een groot Huis of Pakhuis, op 'tSpuybyré^
den Singel, ter welker plaatfe, zy, in't jaar 1632, eene aanzienlyke en geheel openbaa- re Kerk fligteden (£), die nog in wezen is. De Doopsgezinden genooten ook , federt lang, volkomene vryheid van Godsdienfloe» fening : en deeze vryheid van geweeten bragt, onder anderen, zo veel toevloed van ingezetenen, en zo veel neering en welvaart in de Stad, dat Vondel, te regt, van deeze tyden zingen mögt: Godt, Godt, zeidt d'Amflelbeer, zal elx ge-
weten peilen: De vrydotn ga zyn gang, en vliegb met volle
zeilen Den
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
te Havre de Grace ingeloopen zynde, ont-
dekt geworden door een' Amflerdamfch' bootsgezel.Ook werdt het Schip, welk hen voerde, in dezelfde haven, terwyl zy aan land waren, onderzogt door een Staatfch Oorlogsfchip; 't welk hen zo verlegen maak- te, dat zy de reis flaakten, en naarRouan te rug keerden (c). Doch omtrent twee jaaren laater ,in den Zomer des jaars 1626, kwamen zy beide, de een na den ander, in Holland. Episcopius onthieldt zig te Rot- terdam; doch predikte, den dertigflenDe- cember des jaars 1629, in de Vergadering der Remonflranten te Amflerdam. De Preek werdt, omtrent op de helft, geftoord, door 't gerügt, welk eenige onruftige menfchen maakten. Doch zy werdt, twee dagen laa- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ter, op den eerflen January deezes jaars,
zonder opfchudding, ten einde gebragt. Ten deezen tyde, kogten de Remonflranten een |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(d) P.'A LlMBOKCH Vita Episcopi'
|
/>• 303.
|
3°7, 30g.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(e) Vondels Poëzy, II. Deel, W-
(f) Vondels Leven, bl. 31. .
(g) Vrye aanwyzing tegen de Hiitonc van E. de Vald
£edr. I6ZI. bl. 93. (è) F. VON ZESEN, ?. ï9*'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(b) Authent. en Waaracht. Verhaal, jje<fr. i«jo. bl, i«.ij.
(cj P. a LlMüOllCH Vita Episcopii f. Ï9S-300. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
f
|
|||||||||||
XIV. Boek. GESCHIEDENISSEN. 515
^30. Denlflroom uit en in: zoo wort ons vefi De Kerkenraad antwoorddealleenlyk,by i6<iq
gehont: ■ monde van den Prefident „ dat men, in ''t DeKer- Zoo tafl dejioopman tot den eïleboogh in 'r „ afzyn van haare Edele Agtbaarheden,op kemaad
gout (t). „ alles raadpleegen, en eenigen afzendenver" D . M zou, om nader met de Heeren te fpree-Hattet
h0"Je«- De WethouderfchapvanAmfterdam.tot „ ken." -En's anderendaags, verfcheenen neemen'
Hap ^~in hiertoe hebbende uitgefteld, de voorgeno- eenigen voor Burgemeefteren, die nogtans van zit- |
|||||||||||
voll
|
|||||||||||
ten men zitting te neemen in den Kerkenraad, niets ten lafte der Wethouderen inbragten tins »it-
'e.invondt nugeraaden, daartoe, eindelyk, te dan „ het dulden derRemonftrantfche Ver- ^je* |
|||||||||||
«eij^- komen, en door dit middel, de ruft, die „ gaderingen, het beroepen vanDomime&s
Veifchee a,daar' door het vertrek van Smout en Klop- „ Winfemius'm het Tugthuis, het uitzetten j>>ver*Penburg> enigszins herfteld was, voor het „ van Smout, en eenige andere kleinighe- i'ïrt toekomende, te ■bewaaren. Vooraf, ver- ,,' den." Doch zy verzogten, by aanhou- Dieirk°°g- fcheen zy, in vollen getale, in den Kerken- ding „ dat haare Edele Agtbaarheden van «|daa'rüm raad, daar zy vertoonde „ hoe fmertelyk „ 't neemen van zitting in den Kerkenraad ^öjigteM haar viel het misverftand, welk, tuflchen „ wilden afftaan, immers tot op de aan- een.,, haar en den Kerkenraad, ontftaanwas," „ ftaande NoordholIandfcheSinode." Men met verklaaring „ datzy, fchoon zybjllyk vraagde hun „ waartoe dit uitftel dienen %„ zou hebben können wagten, dat men haar „ zou?Enofmen'tregtderMagiftraatda<rc „ Gecommitteerden toegezonden hadt, den „ te doen betwiften op de Sinode? Zo ja* „ Kerkenraad wel hadt willen voorkomen, „ dan zouden de Heeren daar ook tegen- „ om haare genegenheid, tot het wegnee- „ woordig willen zyn, om hun regt ftaande „ men van allen misverftand, en tot be- „ te houden." Doch die van den Kerken- „ vordering der gemeene rufte, te beter te raad antwoordden „ dat zy zulks geenszins „ doen blyken. Van haare zyde, wilde zy „ voorhadden, zynde het regt der Wethou- „ al, wat men, behoudends eer en eed , „ deren tot het neemen van zitting in de „ van haar verwagten kon, toebrengen, om „Kerkelyke Vergaderingen zo blykbaar, „ alles op eenen goeden voet te herftellen: „ dat het niet kon in twyfel getrokken wor- j, en zy verzogt dezelfde bereidwilligheid „ den. Zy verzogten flegts uitftel, tot hun- „ van den Kerkenraad. Haars oordeels, „ ne eigene ontlading, op dat zyde beftraf- „ was 'er nietsdienftiger, dan dat men,ter „ fing der Claffen en Sinodenontgaanmog- „ wederzyde , rondelyk openbaarde, Wat „ ten; voor welke zy bedugt waren, wan- 3, men tegen eikanderen hadt, op dat men, „ neer zy, zonder derzelver kennis, in de „ kennende de oorzaaken der kwaaie, de ,, zitting bewilligd hadden." Burgemeefte-B „ regte geneesmiddelen zou können in 't ren hernamen „ dat dit flegts blaauwe uit- meeliê- „ werk Hellen. Wat haar betrof, haar mis- „ vlugten waren , voorgefteld alleen om ren too* „ noegen was alleenlyk hieruit ontftaan, dat „ tyd te winnen. Immers, konden zy.niefr ne° jje „ zy, eenigen tyd herwaards, zo uit de Pre- ,, Kerkelyk beftraft worden, om het toe-j^jj Ja_ „ dfikatien als uit eenige andere daaden, ge- „ ftaan van iet, welk, in de Kationaale Si-dit ver-' „ waar geworden was, dat die van de Ker- „ node, beflooten was. Eene byzondere zoek. „ ke den eenen voet dagten te zetten op „ Sinode hadt geene magt, om iet te doen „ den Predikftoel, en den anderen op 't „ tegen zulk een befluit; eene Clafle nog j, Raadhuis, om zo te gelyk de Kerkelyke „ veel minder. Ook was dé zitting den „ en Regeeringszaaken aan zig te trekken; „ Wethouderen van Delft,Leiden enEnk- „ dat men zig niet hadt ontzien, de bedry- „ huizen toegeftaan , zonder voorgaande 3, ven der Wethouderen, by alle gelegen- „ goedkeuring van eenige Sinode : en 't j, heden, fcherp door te ftryken, en ver- „ was nooit gehoord, dat de Kerkenraaden j, dagt te maaken:'t welk, met eenige voor- „ daarover eenige beftraffing hadden moe- j, beelden, beweezen werdt. Dat zy, des- „ ten ondergaan. Zo de afgezondenen dan „ onaangezien, bereid was, alles te ver- „ eenigen naderen laft hadden op het toe- j, geeten, en eikanderen met nieuwe liefde „ ftaan der zittinge; verzogt men dat zy s, te omhelzen. Dat de Kerkenraad nu maar ,, dien wilden openen-, op dat men 't werk 5, rondelyk openbaaren moeft, welke be- „ gevoeglyk beginnen mögt. De Heeren 35 zwaarniflen zy hadt tegen de Wethouder- „ Waren te vrede, de zitting te verfchui- j> fchap, die, voor de gantfche Vergade- „ ven, tot zulk eenen bekwaamen tyd, als 3> ring, betuigde, niette weeten, datzy der „ men onderling zou overeenkomen. Doch '« Kerke ergens in verkort hadt. Kon men alzo de afgezondenen verklaarden, geenert 5j haar egter anders onderregten; zy was verderen laft te hebben, Üet menze gaan (£). » bereid, alles tot genoegen te herftellen." u/>, . ' Mid- ,. ~ 00 ^ Authent. en w«ei**r> Verhaal, ^irnkj i«3o. il
(•) Hekeld. tl.. IS>. 18,21-24.
I.STUK. Xxx
|
|||||||||||
m
|
|||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||
516
|
|||||||||||||||
vaardigden naar Amfterdam te zenden. Doch l<53 '
zy antwoordden, by monde van den Penfio- naris Kats „ dat de weg, huns oordeels, ,, vooraf, wat bereid moeft worden." Dor- drecht voegde zigby de Edelen. Maar Haar- lem maakte zwaarigheid, om Kerkelyke zaa- ken anders dan Kerkelyk te verhandelen, en verklaarde zig voor 't houden van éene Si- node. Delft neigde tot het byleggen der gefchillen, door middel der tegenwoordige Afgevaardigden. Leiden ftemde voor eene Sinode in den Haage,om daar te onderzoe- ken, of de gefchillen polityk of Kerkelyk wa- ren. Amfterdam deedt, eerft by monde van den Penfionaris, en toen by monde van Burgemeefter Bicker , een breed verhaal van den oorfp'rong der gefchillen, die allen den Steden even zeer betroffen, en louter., polityk waren. „ Zodanig was, zeidenze, „ gewiffelyk, het dulden der Remonftran- „ ten, dat, in andere Steden, zo wel ge- „ fchiedde , als te Amfterdam. In allen „ geval, raakte zulks den Kerkelyken niet. „ De Remonftranten waren , naar 't oordeel „ der Kerkelyken, of eene polityke Faftie, „ of eene Seite. In 't eerfte geval, moeft „ 'er de Overheid alleen tegen waaken. In „ het tweede, waren zy buiten de Kerk, „ en ftonden dus onder geen Kerkelyk ge- „ zag. Het regt om zitting in de Kerken- „ raaden te neemen kwam allen Wet-hou- „ deren , geregtelyk , toe; werdt buitens „ Lands, in Zwitferland en te Geneve, ge- „ bruikt, en hier te Lande, in fommige Ste- „ den. Het uitzetten van Smout was ge- „ fchied, ingevolge van het regt der Ma- „ giftraaten in 't gemeen, om oproerigen „ burgeren, Predikanten zo wel als ande- ,, ren, de Stad te ontzeggen. ' Wilden an- „ dere Steden haar regt in Sinoden laaten „ betwiften; Amfterdam verftondt , dat „ zulks zo veel was als 's Lands hoogheid ,, weg geeven, en alles in verwarringbren- „ gen. Men zeide, dat geen Predikant zy- „ ner bedieninge zeker zyn kon, zo men ,, hem over zyne Predikatien voor de Ma- „ giftraaten kon aanfpreeken ; maar kon „ wel eenige Regeering beftaan , als de „ Predikanten , ongeftraft , alles voor de „ Gemeente zeggen mogten?" Hierby werdt gevoegd eene fchets van Smouts trant van prediken, die niemant der Raaden van de - Hoven, zonder verwondering, hooren kon. De Burgemeefteren Bicker en Bas verklaar- den , by herhaalinge en ernftelyk „ dat de „ Stad haar regt niet zou laaten krenken „ door de Sinode; maar daartegen gebrui- „ ken de middelen, die haar, door God en „ de natuur, verleend waren. De Kerke- „ lyken zogten, zeidenze, op eenen dag, |
|||||||||||||||
1630. Midlerwyl, viel 'er, ter Vergaderinge van
Hande- Holland, ook veel te doen, over't by leggen lingen der Kerkelyke onluften, te Amfterdam. Ee- terVer- nige Leden der Staaten fielden de Regeering gaderin- deezer Stad in 't ongelyk,en fPraken,op 't. Holland, aanhouden der Kerkelyken,van het byeen- over de' roepen eener ProvinciaaleSinode, waarinde zitting Zaak van Smout, die van de Remonftrant- ir 1en fche Vergaderingen, en die van de zitting raad Gen der Wethouderfchap in den Kerkenraad over ''t zouden onderzogt worden. Doch de Vroed- uitzetten fchap verklaarde uitdrukkelyk, dat zy nim- van mer in zulk eene Sinode bewilligen zou(/). Smout. Ook bleef dezelve agter, na dat 'er de Prins- Stadhouder , en de twee Geregtshoven op Ook met gehoord waren (m). Hooft verhaalt, den Prin- hoe zyne Doorlugtigheid, de Hoven by zig fe stad- ontbooden hebbende, dezelven, ter weder- erTdcT zyde van zig, en tegen over de Afgevaar- twee Ge- digden der Edelen en Steden van Holland, regtsho- geplaatft hadt: enhoeBurgemeefterBicker, veD* in deeze byeenkomft, meer dan een vol uur, het woord gevoerd, en van punt tot punt, van tyd tot tyd, aangeweezen hadt, in wel- ker wyze, Smout zig, zo tegen de hooge Overheid, als tegen de Bondgenooten,met ergerlyke, verwaande en haatelyke rede- nen , hadt verloopen: 't welk van zulk een gevolg was geweeft, dat zelfs de Afgevaar- digden der hevigfte Steden gunftiger begon- den te gevoelen van het gedrag der Regee- ringe van Amfterdam (n). Doch my is een uktrekfel uit eenen anderen Brief ter hand gekomen, gefchreeven, naar 't my toefchynt, door den Raadsheer Reigersberg aan zynen Zwager de Groot,waarin alles omftandiger verhaald wordt. Den Penfionaris Kats eerft gevraagd hebbende naar de reden, waarom deeze byeenkomft belegd was; opende de Prins de vergadering, met eene minzaame aanfpraak, waarin hy zig zeer beklaagde, over de gefchillen onder de Leden,raaden- de, dat men dezelven, by minzaam verge- lyk, eerder dan bydaadelyke uitfpraak ,af- deede. De Prefidenten der Geregtshoven verklaarden zig, uit naam derzelven, van één verfland met zyne Doorlugtigheid. De Afgevaardigden van Amfterdam , toen 't woord neemende, bedankten den Prins voor zyne zorge, en verklaarden zig bereid om opening te geeven van de oorzaaken der te- genwoordige oneenigheid. Men verftondt nogtans, dat zulks voegzaamer zou können gefchieden, wanneer de beurt om te ftem- men aan Amfterdam zou gekomen zyn. De Prins vraagde toen de Edelen, of zy zwaa- righeid zouden maaken, om eenige Afge- (l) Refol. Vroedfch. N. 16, zi April 1630, f. 14; vsrfi,.
(ra)Vaded. Hift. XI. Deel, hl. 84. (»j Hooïts Brieven, N. 20S. il. i<*. |
|||||||||||||||
3»
|
een
|
||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||
XIV. Boek.
|
||||||||||||||||||||
517
|
||||||||||||||||||||
i63o.
|
||||||||||||||||||||
„ meefteren en Regeerders der Stad Am- 1630.
„ fterdam, de gemeene zaak ten befte, den overeen- „ tyd van een jaar, van heden af te reke-komftig „ nen, zouden vertoeven met het neemen met zy- „ van zitting in den Kerkenraad , en hetnen „ regt, welk hun anderszins toekwam, voor voorIlaS- „ zo lang , niet gebruiken; dat Adriaan „ Smout Predikant zyn en blyven, gaadje „ genieten, en overal beroepelyk zyn zou; ,, doch zig onthouden van te komen binnen „ Amfterdam (f)." 't Liep aan tot in Maart des volgenden jaars, eer de Noordholland- fche Sinode zig op 's Prinfen voorflag ver- klaarde. Doch eer wy dit verhaalen, moe- ten wy nog 't een en 't ander aantekenen, welk tot de gefchiedeniiTen van Amfterdam, in deezen jaare, behoort. Op den twaalfden April deezes jaars, wa- Zekere
ren, door myne Heeren van den Geregte,Vrmgen verbooden zekere vraagen, op den naam^1'^' van de Akademie hier ter Stede, in 't licht hierher gekomen, met derzelver antwoorden; alzo Stede menze hieldt te ftrekken, tot vermeerde- worden ring van den haat en verbittering, onderde^1100" ingezetenen (/)• 't Is my ten hoogden waar- fchynlyk, dat, met dit verbod, onder an- deren, gezien werdt op de Vraagen en Ant- woorden , in Vondels Hekeidigten (T), te vinden, fchoon de uitgeevers van die Fle- keldigten, en de Schryver van Vondels Leven (u) geoordeeld hebben, dat dezelven, eerft in 't jaar 1631, gedigt zyn. Zie hier een ftaaltje van de zinrykften deezer Vraa- gen, door Vondel gedaan, uit den naam der Akademie, welks Zinfpreuk Y v e r was; en van de antwoorden , daarop gegeven , door den DrolTaard Hooft. D'Amsterdamsche Akademi
aan alle Poëten en Dichters der Vereenigde
Nederlanden, Liefhebbers van de goude Fryheid. Apol, op Helikon gezeten,
Vraegt al zyn heilige Poëten : Wat befte en flimfte tongen zyn? Of waerheit zaligh maekt, offchyn ? Of dwang van vrome Chriften zielen Niet ftrekt om Hollandt te vernielen ? Of vryheit niet en was de fchat Waerom men eerft in oorlog tradt? Of ook in welbeftierde Steden Een oproermaker wordt geleden ? Of huizeplondren veften fticht? Of d'eedt geen burgery verplicht? En
(r) Refol. Holl. iz, 2i D"- l£s°- ll' l6*' J7+.
(s) Keurb. K. ƒ. i+j. (t) ßladz,. 187 enz,. (u) ßUdz,, 33, Xxx 2
|
||||||||||||||||||||
>, een Paufelyk gezag te verkrygen; daar
s, de Paufen, zo vëele jaaren, over gear- „ beid hadden." 't Slot van alles was ,, dat „ zy wel lyden mogten, dat men de gefchil- „ len zogt by te leggen, mids zulks ge- „ fchiedde , zonder verkorting van Stads „ geregtigheid." De Steden Alkmaar , Hoorn en Enkhuizen verklaarden „ geenen 3, anderen laft te hebben dan om de zaaken „ te doen verhandelen in eëne Sinode, " zonder eenige reden te geeven van haar ge- voelen. De Heer Foreefi, (ik gebruik hier des Schryvers eigene woorden) die wel kan fpreeken, alfoo tegen fyn eigen opinie advi- f eer de, pajjeerde daer licht over : de andere twee waeren flechte broeders (0). De Prins- Stadhouder vondt niet vreemd , dat men, volgens eenen voorflag van Dordrecht, de zaaken liete afdoen door vier Raadenuitde twee Geregts hoven en vyf Kerkelyken , twee Profeiïoren, en drie Predikanten. Doch de Kerkelyken, en, gelyk wy gezien heb- ben , verfcheiden' Steden zelven, maakten zwaarigheid, om, over zaaken, die zy voor Kerkelyk hielden, anders dan door Kerke- lyken , te laaten oordeelen. De Afgevaar- digden der Noordhollandfche Sinode, federt eenigen tyd, met de Regeeringe van Am- fterdam, vergeefs, gehandeld hebbende, deeden, in November, eenen voorflag ter Vergaderinge van Holland, om de gefchil- len in der minne af te doen. Doch deeze behaagde den Staaten niet (p). Ook nam 'erde Stad Amfterdam in 't byzonder ge- heel geen genoegen in. Eindelyk, deedt zyne Doorlugtigheid, in 't begin van De- cember, eenen voorflag, hierop uitkomen- de „ dat de Heeren van Amfterdam, nog j, voor eenigen tyd, zouden ftilftaan, met „ het neemen van zitting in den Kerken- >, raad; en dat Smout Predikant zou zyn, s, als voorheen; zyne gaadje genieten, en „ overal beroepelyk wezen; doch zigwag- „ ten van binnen Amfterdam te komen." De Vergadering van Holland nam genoegen in deezen voorflag, en verzogt den Prins, de zaaken, door zyne tufïchenfpraak, op deezen voet, te willen afdoen. DeVroed- fchap van Amfterdam, in aanmerking nee- mende , hoe veel werks de Prins gehad hadt aan het byleggen der Kerkelyke onluften hier ter Stede, oordeelde, dat het niet wel Voegen zou, dat zy zig verzettede tegen zynen voorflag. Zy bewilligde 'er dan ge- reedelyk in (q). De Prins, zynen voorflag in eene uitfpraak veranderende,verklaarde, °P den twintigften December „ dat Burge- («) Exti^ft uit een brief van een' ooggetuige. MS.
y\ Vadetl, Hift. XI. Deel, hl. %f.
l?J Refoj, Vioedfch. N. iff. ï+ Dte. «630. ƒ. i7<>-
|
||||||||||||||||||||
s.ee-
le1
|
||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||
Si8
|
|||||||||||||||||||||||||
Burgemeefteren, door den Raad gemag' ï°3°*
tigd, hadden, in deezen jaare, wederom Dein&e" eene party Graanen ingekogt, en daarvan, z^11 in Ociober , reeds een merkelyk .gedeelte J^jen moeten uitleveren aan bakkers , die geenffeteld» kooren te koop konden krygen, alzo 'cr°terës\^ niets geveild werdt. Zy waren, derhalve,genhrel bedugtjdat de voorraad, dienzy opgedaanl^atf' hadden, niet toereiken mögt, om de inge-hceid"iJl zetenen, in geval van nood , te voorzien.. graaneD' Doch om hiervan, met grond, te können oordeelen, vonden zy geraaden, 't getal van alle de zielen, die zig in de Stad bevonden, door de Kapiteinen der burgerye, te doen opneemen. De Vroedfchap ftemde met Burgemeefteren, en magtigde hen, om nog eenigen inkoop van Graanen of andere eet- waaren te doen (w). Van de voorgenomen telling hebben wy reeds elders gewaagd, en te gelyk gemeld,dat ons niet gebleeken was, of zy gefchied ware (V); doch federt hebben wy eene byzondere aantekening van de gemelde telling gevonden, die, op den agttienden December des jaars 1630,reeds voltrokken was. 't Getal der hoofden, in de twintig Wyken der Stad, beliep, onder de volgende Kapiteinen: Onder Dr. Pieter Opmeer ; . 8755
-------- Pieter Jansz. Reaal . . 3140
:-------. D. Allardus Cloek . . . 3938,
-------- Jan ClaaszoonVlooswyck . 5727.
-------- Dr. Hendrick Reynft . . 11966.
_____Dr. Mattheus Raaphorft . 3333
._____ Jacob Bicker . . .2215
------— Dk Albertus Coenradus . 6376,
|
|||||||||||||||||||||||||
1630. En of zich Leeraers niet verloopen,
Wanneerze dezen bandt ontknoopen ?
Wiens antwoort kortft en bondigfl is, En klaerft in deeze duifternis, Dien zullen ^Akademiheeren Met eenen Princen ROEMEReeren: Daar Pallas, met haer diamant In fnee den Veldtheervan het landt; Die met 's Hartogenbofch gaet ftryken, Daer Maurits tweemael of moeft wyken. Y v e R.
jyAntwoorden moeten ingebraght worden voor
den eerflen van Somermaand, zyndededagh onzer Verkiezinge, ah Apollo te recht zal zitten om den prys te geven, dienze verdient. ANTWOORDT.
De befte tong die Hemmen fmede
Zong Gode lof, den menfchen vreede. Die fwygend meeft haer deughd be- toont, Is die met vuur d'Apoftels kroont. De fnoodft' op aerde deedt de menfchen, Zoo wys als Godt te weezen wenfchen De boofte fprak in 't hemelryk, Myn maght zy d'hooghfte maght gelyk. In hun flieht Godt zyn heerfchappyen, Die, met het doen, 't geloof belyen. Schyn, als een drogh en dwaellicht, leidt
Wie dat haer volgt, ter duifterheit. De vroome zielen te belaegen, Kan Hollands zachte grond niet draegen. De Roomfche geus het fmekent blad Tot BruiTel ondertekent had, Zoo wel als d'ander, en verzocht 'er 's Lants vryheit by aen 's Kaizers dochter. Den muiter, die geruftheit haet, Looft altyts een gefchikte ftaet. Daer d'eene burger 's anders muuren Beftormt, die ftadt en kan niet duuren. Geen aerdfche Godt, of hy wordt by Een eedt verknocht: meer fchuttery. Wat Leeraers ooit dien band ontlitfen, Die kerven 't fnoer der zeven flitfen. P. C. H.
Nieuw De Regenten van 't Gafthuis, bevinden-
Pefthnis de dat hun Pefthuis zeer vervallen was, geftigc. verzogten, in den Zomer deezes jaars 16 30, verlof om een nieuw te fligten aan de ooft- zyde van den Heiligen Weg, even binnen de vryheid der Stad. 't Gebouw werdt, nog in dit zelfde jaar, aangevangen: en de Stad onderfteunde het Gafthuis, tot de ftigtinge van het zelve, met vierentwintig duizend guldens (y). (v) Refol. Vroedfch. N. i<S. 20 Juny ujo, ƒ. ij2.
|
|||||||||||||||||||||||||
D'
D' Dr Dr |
Jacob Backer . . . 2191
|
||||||||||||||||||||||||
Jacob Pietersz.Hoogkamer 2405,
Reinier Reaal . . . 8939 |
|||||||||||||||||||||||||
Cornelis van Dronkelaar 2938
Cornelis Jacobsz Wayer . 2914 Abel Matthys Verburg . 4477 Df. Pieter Egbertsz Vink . 4334 Jacob Symonsz. de Vries . 3455. D'. Hillebrand Schellinger . 2649, Dr. Pieter Bas . . . 8319, Dr. Ernft Roeterz . . 20448 Jan Witsz . . . 6730 |
|||||||||||||||||||||||||
115249(4)
|
|||||||||||||||||||||||||
De Regeering hadt, op verzoek der ge
erfden aan de ooftzyde des Buiten-Amftels, reeds voor lang gefchied (y), een toegang |
|||||||||||||||||||||||||
enc
(w) Refol. Vroedfch. N. \6. ie. Sepp. 17 oäob. 1 Nov,
I6JO. f. 16$ verfo , 166 verfo, 167 verfo. (X) I. Deel ,11. tice{, hl. Jl.
(j) Refol. Vroedfch. N. i;. 22 Nov. '«24. 2g. Ja».
I6zj. ƒ. 4? , J9. (4) Refol. van den Oud-Raad van Bürgern. I. et
II. Deel, f. 62. In het oorfprcmgkelyke.ftaat ma»* 114949; zo dat 'er een misflag zyn moet, of in & optelling, of in de byzondere getallen. |
|||||||||||||||||||||||||
XIV. Boek.
|
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||
519
|
||||||||||
^30. en Wanderweg aldaar begonnen te leggen,
van de Stad af tot aan de Diemermeer; en ^31. verwierf, op den eenentwintigden July des jaars i63i,0£troi van 's Lands Staaten, om de gronden, die zy tot voltrekking van 't werk zou noodig hebben, volgens Schepe- jj nen fchatting,te mogen naar zigneemen(z). lte|5er"" De uitfpraak des Prinfen van Oranje over
tee^g n de Kerkelyke gefchillen, van den twintigften &enge_ December des jaars 1630, was wel by de j^gen Wethouderfchap van Amfterdam aangeno- fJeuit- men; doch voldeedt niet aan den Kerken- vanad raad deezer Stad, en even weinig aan de ^iiifeen Noordhollandfche Sinode , die ,-Jn Maart ^hou- des jaars 1631, te Enkhuizen, vergaderd r" zynde, befloot „ dat, fchoon de gedagten ,, derClaffen daar heenen fcheenen te loo- „ pen,dat de Heeren van Amfterdam gee- „ ne zitting behoorden te neemen in den „ Kerkenraad, tot op het vaftftellen eener ,, Kerkenordeninge; en dat Adriaan Smout, „ die, buiten de gewoonlyke orde, om zyn „ prediken, van den dienft ontzet was, in j, denzelven behoorde te worden herfteld; 5, zy egter, ten gevalle van den Prinfe,ten „ gemeenen nutte, en uit geneigdheid tot de 5, vrede, wel wilde toeftaan, dat de Heeren „ van Amfterdam de zitting indenKerken- „ raad verfchooven, tot dat de Prins, de 3, Staaten en de Sinode deswege zouden j, verdraagen, mids de Kerkenraad agtga- j, ve, om jaarlyks eenigen uit de Wethou- „ derfchap, Leden der Kerke zynde, tot „ Ouderlingen te verkiezen, gelyk alreeds „ gefchied was; dat Adriaan Smout, vry- „ williglyk verblyvende uit Amfterdam, „ Predikant zyn en blyven zou, gelyk voor „ deezen; zyn gaadje genieten; overal be- „ roepelyk zyn, en van de Sinode voor Pre- „ dikantvan Amfterdam gehouden worden; j, en dat de Wethouderfchap van Amfter- „ dam, met andere Predikanten', over't 3, ftuk van prediken, zonder voorafgaand „ Kerkelyk oordeel, voortaan, op zulk eene Vetl!] j. wyze, niet geliefde te handelen." W^3' Men leverde, den agttienden Maart, een ^te affchrift van dit Befluit ter Vergaderirige I15S het van Holland over. De Afgevaardigden van <Wuit Amfterdam lazen 't, met veel verontwaar- tSfej. ^iging 5 en verklaarden 't, den twintigften, Ätj'ti. i° eenen brief aan zyne Doorlugtigheid, io^Si- » voor t'eenemaal ftrydig met 's Prinfen e' i, uitfpraak, en met het blykbaar regt der 5j Magiftraaten." Voorts, bedankten zy zyne Doorlugtigheid , voor de zorge en Moeite, by hem, in deeze zaak, aange- rend , in vertrouwen „ dat hunne Princi- j> paaien, nu alles wat zy konden hebben- <~) Handv. IL 34«.
(") A'ae v2n Refolutie enz., gcdr. itfji, il, 5,6.
|
||||||||||
„ de toegebragt, zonder uitftel, onder 't I(5-,r
„ welneemen van zyne Doorlugtigheid, met ° „ de zitting in den Kerkenraad mogten en „ behoorden voort te gaan, en tot handhaa- „ ving hunner Geregtigheid te doen »'t ge- ,, ne zy geraaden zouden vinden, zonder „ aan eenige voorwaarden, alzo dezelven „ by de Kerkelyken verworpen waren, ge- „ bonden te zyn, ten ware 's Prinfen uit- „ fpraak, als nog, binnen weinige dagen, „ aangenomen wierdt." Voorts,verklaar- den zy „ dat j noch zy, noch hunne Princi- „.paaien, omtrent de aangeroerde zwaa- „ righeden, de Sinode gekend hadden, en „ nog niet kenden; en dat zy van dezelve „ geene uitfpraak altoos behoefden te ver- „ wagten, veel min naar te komen (a)." Doch de Sinode, in plaats van zig te voe- Nader
gen naar 's Prinfen uitfpraak , deedt, denbe(lLiic eerften April, een befluit aan denPenfiona-der,Si" ris Kats overleveren, welk nog een toon"0 hcoger floeg. Zy verklaarde „ dat, in de „ vier eerfte Nationaale en Provinciaale Si- „ noden, van de jaaren 1571,1574,1578 en „ 158 t, geen gewag gemaakt was van 't „ ftuk der Zittinge; dat dezelve, alleen by „ toegeeving, en by debuitengewoonege- „ Iegenheid der Leicefterfche Regeeringe, „ in de Kerkenordening des jaars 1586 , „ was vaftgefteld; dat de Kerkenordening „ van Dordrecht van denjaare 1619, waar- „ in de Zitting ook gefteld was, welonder- „ zogt, doch niet naauwkeuriglyk herzien; „ en dat geene van die twee Kerkenorde- „ ningen, door de Staaten, bekragtigd , „ noch ook, in allen deele, alomme naar- „ gekomen was;dat,eindelyk, hunneEde- „ Ie Groot-Mogendheden,byherhaaldebe- „ fluiten, zo van den jaare 15795 als Jaat- „ ftelyk van denjaare 1624, hadden goed- „ gevonden, dat alle zaaken gelaaten zou- „ den worden by 't gebruik, welk, tothier- „ toe, in elke Clafle, gevolgd was. Dat, „ om alle deeze redenen, de Kerkenraad „ van Amfterdam, daar die zitting nimmer „ in gebruik was geweeft, dezelve, tot op „ het vaftftellen eener wettigeKerkenorde- „ ninge, den Heeren beleefdelyk weigeren „ moeit, te meer, om dat menze den Ker- „ kenraad wilde opleggen als eene ftraf, j, daar dezelve geene bewuftheid hadt van j, zig ergens in vergreepen te hebben, be- „ halve dat, door deeze zitting, waarfchyn- „ lyk, den weg gebaand zou worden, eerft „ tot gemaatigdheid tuffchen die van de „ Religie en de Remonftranten, en daarna „ tot daadelyke invoering, der Arminiaane- „ rye. Dat ook, onder dekfel van een voor- „ gewend regt of Privilegie, alle Wethou- „ ders en Heeren zitting in den Kerkenraad Xxx 3 „ zou- |
||||||||||
AMSTERDAMS
|
II. Deel,
|
||||||||||||||||||||
520
|
|||||||||||||||||||||
„ en ongegronde vermoedens en onder- i^S1*
„ Hellingen." Zy voegden 'er by „ dat, „ -zo wel het zitten der Magiftraaten in „ den Kerkenraad, als het regt van uitzet - „ ting van onruftige, onnutte en oproerige ,, menfehen , geregtigheden waren , óen „ Landen, Heeren, Leden en Steden $ naar „ alle Goddelyke en Weereldlyke Regten, „ toekomende; dat de Staaten dezelvenal- „ toos erkend hadden, en vermaand teoe- „ fenen; gelykze ook altoos geoefend wa- 5, ren, jegens allerlei Perfoonen. Dat de „ zitting der Magiftraaten in den Kerken- „ raad, in verfcheiden' Steden van Holland, „ in gebruik was , en den Magiftraaten, jit „ ipfo jure Magiflratus (*), en als Cußodes O ß „ utriufque tabula (f), toekwam, volgens ^°n Wf „ de erkentenis der Nationaale Sinoden, regt vf „ federt 1586 gehouden, en zelfs der jong- 'tM* „ fte Dordrechtfche, in het XXXVII. punt ^ „ van de ontworpen Kerkenordeninge. Dat **%. „ deeze twee punten , derhalve , niet in ^-) ^ ,, gefchil getrokken, noch onbruikbaar ge- w^ „ maakt konden worden, vooral niet in ee- sitL$ „ ne Kerkelyke Sinode, aan welke de Wet- ^eo- „ houderfchap deeze punten nimmer ver- „ bleeven hadt; en te minder, naardien zy „ zig voor openbaare partye hadt verklaard. „ Dat zy, al waren zy Kerkelyk, 't welk „ zy niet waren, nogtans, in geene byzon- „ dere Sinode, mogten onderzogtworden, „ om dat zy, immers het ftuk derZittinge, „ in eene Nationaale van den jaare 1586, „ was afgedaan. Dat de Commiffariflen „ politicq, die, wegens hunne Edele Groot- „ Mogendheden, in 't voorleeden jaar, de ,, Provinciaale Sinoden hadden bygewoond, ,, zig ook gefteld hadden tegen 't verhan- ,, delen van zulke punten, het afdoen van „ welken , eindelyk , door hunne Edele „ Groot - Mogendheden , aan den Heere „ Prinfe van Oranje gefteld was. Dat zyne „ Doorlugtigheid, hierop, eene uitfpraak ■„ hadt gedaan, waarin deWethouderfchap „ van Amfterdam, dech niet de Sinodebe- j, willigd hadt, die zelfs, tegen de ver- „ maaning van den Raadsheer Loenius , „ CommnTaris politicq, en terwyl hy naar „ den Haage geréisd was, om het goed- „ vinden der Staaten op het voorneemen „ der Sinode te vèrftaan, befluiten genomen „ hadt, over het erkende regt des Lands „ en der Steden, ftrydig met 's Priafen ver- „ klaaring. Dat men zelfs getvagt hadt, de „ Acle van dit voorgewend befluit den Prin- „ fe in handen te Hellen, met verzoek, dat „ zyne Doorlugtigheid zig daarnaar gelief- „ de te rigten.Doch dat de Prins verklaard „ hadt, zig van zynen pligt gekweeten, efl „ de zaak afgedaan te hebben. Dat de |
|||||||||||||||||||||
1631. » zouden können neemen, en dat elk, da-
„ gelyks, wat nieuws in de Kerkenordening „ zou konnen invoeren: 't welk niet dan tot „ veele verwarring aanleiding geeven zou. „ Dat de Sinode,hierom, den Predikanten „ en Ouderlingen der Kerke van Amfter- „ dam vermaande en beval, zig te fchik- „ ken naar dit befluit, en ingeval hun, daar- „ om , onverhoopt, eenige zwaarigheid „ overkomen mögt, hadden zy zig, op na- „ der advys der byzondere Claffen, op de „ Gedeputeerden der Sinode, en op de Si- „ node zelve te beroepen." Ten opzigte van Smout, trok de Sinode ook in, 't gene zy te vooren toegegeven hadt. Zy beweer- de „ dat Predikanten, over hun prediken, „ door Kerkelyken, geoordeeld, en,gelyk „ zy Kerkelyk werden aangenomen, ook ,, Kerkelyk moeften worden afgezet." Zy beriep zigop eeneRefolutie der Staaten van den dertigften May desjaars 1579, die door Prins Willem den I. bekragtigd, en waarby verklaard was „ dat men, in 't aanneemen „ en afzetten der Kerkendienaaren, geene „ nieuwigheid zou toelaaten." En zy ver- klaarde, eindelyk „ dat Smout, die,zonder „ een voorafgaand Kerkelyk oordeel, door ,, BurgemeefterenvanAinfterdam, afgezet s, was, in zynen dienft behoorde herfteldte „ worden, tot dat hy, over zyn prediken, in „ eene wettige Kerkelyke Vergadering, be- „ klaagd, en zyne fchuld daarin, naar den „ woorde Gods, gebleeken ware.'* Doch ten befluite betuigde zy nog „tewenfchen, „ dat haare laatft voorgaande voorflagen „ mogten aangenomen worden (Z>)." Ernfti^e ^e ^eer Jakob Kats , Penfionaris van aanteke- Dordrecht, die thans de Vergadering van ning der Holland, by voorraad, waarnam, alzo de Stad Am-Raadpenfionaris Duik,onlangs, overleeden tegen dit was' ze^ met weet ende, tot wat einde hem befluit dit Sinodaal befluit overgeleverd was, Hel- der Sino- de het den Afgevaardigden van Amfterdam |
|||||||||||||||||||||
de
|
|||||||||||||||||||||
in handen, die 'er, terftond, eene ernftige
aantekening tegen deeden, met verzoek dat dezelve, in de openbaare Notulen van den Staat, mögt worden ingevoegd. Zy verklaar- den, gezien te hebben „ dat de Kerkelyke „ befluiten der Sinode, zo wegens hetnee- „ men van zitting in den Kerkenraad te Am- „ fterdam, als wegens het uitzetten van „ Adriaan Smout, niet gegrond waren op M eenigen Tekft uit Gods woord, zo als „ wel behoord hadt; maar ten deele op kwa- „ lyk begreepen enontydigbygebragteRe- „ folutien van hunne Edele Groot Mogend- |
|||||||||||||||||||||
5>
|
heden, ten deele op verkeerde gevolgen,
|
||||||||||||||||||||
(t) Gercgiftr. in de Refol. Vroedfch. N. 15, 28, 15 U-
pril iSji. ƒ. 19S verfo enz.. Zie 0«/^ A&e YStl Reib], enz., gedr, 163 I. hl. JT-IJ, |
|||||||||||||||||||||
XIV. Boek.
|
||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||
521
|
||||||||||||||||||
I63]
|
||||||||||||||||||
5, Afgevaardigden van Amfterdarn zig,der-'
j, halve, hielden aan hun jongde berigt, en „ alle Sinodaale aanhaalingen , redenen, „ handelingen, befluiten, ten hunnen op- „ zigte,voor nietig en kragteloos verklaar- „ den; dat ook eenigen , wie zy waren, „ Kerkelyken of anderen, zig gedraagende ,, naar de gemelde Kerkelyke befluiten, niet „ zouden verfchoond worden; maaronder- „ worpen blyven aan Burgemeefteren eri j, Regeerderen, die, tot handhaavingevan „ hun regt, tegen de onlydelyke indringing „ der Kerkelyken in polkike zaaken, ook >, van zins waren te gebruiken alle regt, „ magt en middelen, hun van Gode ter „ hand gefteld , zo als zy , naar eed en ,, pligt, zouden vinden té behooren. En ,, zo hieruit, voor de Stad Amfterdarn , „ voor het lieve Vaderland, en voor de „ Kerke, eenige meerdere zwaarigheid „ mögt ontftaan , verklaarden zy , voor „ God en hunnerEdele Groot-Mogendheden „ Vergadering, dat hunne meefters daar- j, aan onfchuldig waren , terwyl zy ver- „ trouwden, dat hunne Edele Groot-Mo- „ gendheden alle inbreuk op der Landen „ en Steden geregtigheden zouden helpen „ weeren, en die geregtigheden, daaren- „ tegen, tegen ongelyk en hinder, hand- „ haaven,gelyk, naar eed en orde derRe- „ geeringe, vereifcht werdt (e)-" De Af- gevaardigden, federt, verflag doende van hunne verrigtingen aan de Vroedfchap , werden bedankt door Burgemeefteren en . Raaden, die te gelyk beflooten „ dat men, • „ tegen den (*) toeleg der Kerkelyken, en „ den voet, dien zy in deezen hielden, met „ kragt zou aangaan, en, ten dien einde, „ alle mogelyke magt en middelen in 't „ werk Hellen; wordende Burgemeefteren „ gemagtigd, om daarin te doen, 't gene „ zy zouden geraaden vinden (d)." De Kerkelyken zaten, ondertiuTchen, ook
niet ftil, maar leverden, ter naafter Verga- deringe van Holland, die in July gehouden werdt, een lang gefchrift over, tegen de aantekening der Afgevaardigden van Am- fterdarn. En naardien op dit Gefchrift wei- nig agt fcheen geflaagen te zyn, verftondt men, federt, dat zy , te raade geworden waren, de zaak, in November, wederom in de Vergadering te brengen. De Afge- vaardigden van Amfterdarn werden dan ge- laft , te wege te brengen, dat de zaak niet in overweeging kwame; doch zo 't egter gefchieden mögt, moeften zy 't regt der Stad verdedigen; en zo 'er eenige Refolutie te- Geregift. in de Refol. Vroedfch. N. 11S. z%, 29 ~A~
j Ir'ii. f. 19S vérfo.' Zie ook Afte van Refolutie enz. 1<V Refol. Vroedfch. N. IS, z%, 29 ^pril i6jl. ƒ. 100.
|
||||||||||||||||||
gen genomen werdt, daar tegen proteflèeren, ifo i.
en van hun Protefl aantekening doen houden in 's Lands Regiilers f». Doch 't fchynt, dat de Kerkelyken, federt, veranderd zyn van gedagten. Immers ik vind niet, dat zy ee- nige nieuwe poogingen, tot bereikingehun- ner oogmerken, ter Vergaderinge van Hol- land , gedaan hebben. Maar Burgemeefteren van Amfterdarn Zy mag-
herinnerden de Vroedfchap, op den zeven- ''S* B<x- entwintigften December „ dat de tyd om f^l' „ zitting in den Kerkenraad te neemen , nieuws, „■ door den Prinfe beraamd ,nu verftreeken omzit- „ was, en dat zy hierom te raade gewor- tinS te „ den waren, eerff daags zitting te neemen."?ee'nen De Vroedfchap magtigde hen, op nieuws, Kerken- om zulks te doen, zo als zy, naar hunne raad. befcheidenheid en wysheid, zouden bevin- den te behooren (ƒ). De Kerkenraad,die nu niet anders verwagten kon, dan dat de zitting zou voortgaan, wendde alle poogin- gen aan omze, ten minfte nog eenigen tyd, 't Wordt te doen uitftellen, en kwam, eindelyk, in onder January des jaars 1632, met Burgemeefte-zekere ren overeen „ dat dezelve, tot den eerftehxw°a°r"dsn „ May eerftkomende, zou worden uitge- uitge- ' „ fteld, onder de volgende voorwaarden: fteld. „ 1. Dat 'er eene volkomen vergetenis zyn' „ zou van al wat, ter gelegenheid der zit- „ tinge, voorgevallen mögt wezen; en dat „ die zitting niet als eene ftraf zou worden „ aangemerkt. 2. Dat de zitting, om allen „ wantrouwen weg te neemen, en de goe- ,, de Correspondentie tuflehen Burgemeefte- „ ren en den Kerkenraad te beveiligen, „ met kennis en advis der Gedeputeerden „ van de Sinode en der byzondere Claffen „ van Noordholland, genomen zou worden. „ 3. Dat, door deeze zitting, de gemeene „ Kerken, onder de Sinoden van Holland" „ en Weftfriesland behoorende, niet zou- „ den benadeeld worden. 4. Dat, tot het „ neemen deezer zittinge, door Burge- ,, meefteren, een of twee uit hun, zynde „ Ledemaaten der Gemeente, zouden ge- „ magtigd worden, om te aanhooren, en n op alle voorvallende zaaken naarKerken- „ orde te raadpleegen; doch zonder beflis- „ fende Item te hebben. 5. Dat ook, door „ deeze zitting, de Kerk van Amfterdarn, „ in haare gewoone orde, zo in 't beroepen „ van Predikanten en in 't verkiezen van „ Ouderlingen en Diakenen, als in alle an- „ dere kerkelyke dienften, niet zou ver- „ kort worden: en dit alles tot geen ander „ einde, dan tot haadhaavinge der waare „ Chriftelyke Gereformeerde Reügie, za » als
(e) Refol. Vroedfch. N. i«. *s> t^v- 1<f3i. ƒ. 22°,
(ƒ) Refol. Vroedfch. N. i«- *7 Dee> l*3>. ƒ. »*♦ vtrft. |
||||||||||||||||||
ft
|
||||||||||||||||||
ke
|
||||||||||||||||||
55?
|
||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||
$2S
|
|||||||||||||||||
telyk, verviel tot ongebondenheid, hadt, lóS1,
reeds op 't einde des jaars ióapjbeflooten, eenen Profeiïbr in deFilozoofieenHiftorien herwaards te beroepen (/). Omtrent een jaar laater, befloot men tot het beroep van. twee Profefforen, waartoe Burgemeefteren en Scholarchen gemagtigd werden. Ook werdt toen goedgevonden, het S. Agnie- ten-Kloofter-Kerkje, ftaande op den Oude- z.yds Agterburgwal, welk, door de Admi-. raliteit, tot een pakhuis werdt gebruikt, bekwaam te maaken tot het doen der open- baare Leffen Qri). Doch zo dra de voorge- lMft nomene opregting van zulk een Gymnafium k?ntte! illufire, of doorlugtige School, rugtbaar werdt, z\. kantede de Stad Leiden, bedugt voor ver-S mindering van 's Lands Hooge Schoole al- daar, zig ernftelyk tegen de uitvoering van dit voorneemen, tot zo verre zelfs, dat zy weigerde te bewilligen in eenen tweehon- derdften penning, die toen voorgeflaagen was, zo men Amfterdam liete voortgaan met het opregcen der doorlugtige Schoole. Die van Amfterdam weezen daartegenaan, dat zy niets voorhadden, welk, naar reden, kon geagt worden te ftryden met de Privi- legien van 's Lands Hooge Schoole te Lei- den (n), en ftonden, eindelyk , in April deezes jaars 163 r, toe, dat men 't gefchil met die van Leiden, zo ver het geeven van openbaare Leffen betrof, verbleeve aan de uitfpraak der twee Geregtshoven, mids de Staaten zig fterk maakten, om die uitfpraak, binnen eene maand, te doen gefchieden, geduurende welken tyd, men, vrywilliglyk, . met het geeven van openbaare Leffen, ftil- ftaan zou (0). 't Schynt, öndertuflchen, dat de Kerkelyken , zelfs de buitenland- fchen, zwaarigheid meenden te vinden, in de opregting der doorlugtige Schoole* te Amfterdam. De Zwitferfche Akademien.pe P>1 en Kerken hadden, den tweeden Juny des Ce^f.. voorleeden jaars , eenen brief herwaards AP' gezonden (p), die terftond in 't licht kwam, me0'i en waarin zy niet ilegts ernftelyk klaagden, kc0 ^lx over den aanwas der Arminiaanen hier teren'' Lande; maar zig ook, omtrent de voorge-af« nomene opregting der doorlugtige Schoole te Amfterdam, in deezer voege, uitlieten: „ Non nihil quoque nos turbatos effè f'atemur, „ novo quodam alio qui fuperveniebat rumo- „ re, de nova condenda Academia Amfleroda- „ mi. Nam cum unitce Provincies dcademiis, „ toto orbe cekberrimis, nee non florentijß- „ mis Scholis prope abundent, vix aliud nobis 1 (l) Refol. Vtoedfch. N. i«. 3t Dec. i&19, f. US-verf^
(m) Refol. Vtoedfch. N. i«. n !)«■ 1630./. 174 ^r/i.
(n) Refol. Holl. 8>i8 April 163«- *'. 62, 73- Vide ir
Pneftant. & etudit. Vitor. Épift. />• 7S9, 760, 7«2. («) Refol. Vtoedfch. N. 16. 28 - 29 AprU i6}I. ƒ, zoe^
(f) By AlTZÏMA l. Dt'l' l>L 1023.
|
|||||||||||||||||
1631. „ als die tegenwoordig, in de openbaare
„ Kerken alhier, geleerd werdt, en laatfte- „ lyk, in den jaare 1619, in de Nationaale „ Sinode teDordrecht, vaftgefteld was (g)." Uit het bewilligen in deeze voorwaarden, bleek, eindelyk,dat de Kerkelykente Am- fterdam eenigszins aan de hand kwamen. Zy vervoegden zig, terftond, met een Verzoek- schrift aan 's Lands Staaten en aan zyne Doorlugtigheid, en verwierven, den negen' tienden Maart, goedkeuring der gemaakte Overeenkomft, behoudens her regt der E- delen en Steden, om zitting te neemen in de Kerkenraaden , en de verklaaring der Stad Amfterdam, dat zy, tot het verrigtte, 't Ge- geene goedkeuring behoefde (//). De zit- fchiedt tjng in den Kerkenraad volgde op deeze O- eindelyk. vereenkomft, en duurde eenigejaaren; doch werdt eindelyk geftaakt. Maar Smout, die federt nergens beroepen werdt, onthieldt zig buiten Amfterdam, en bekwam, niet zonder moeite, zyne Predikants-gaadje(i). Öndertuflchen, werdt de ruft in de Stad , allengskens, volkomenlyk herfteld. De Pre- dikanten fchikten zig, in zo verre, naar de begeerte der Wethouderfchap, dat Jacobus Laurentius , die zelf altoos zo gemaatigd geweeft was, dat hy, by fdmmigen zyner medebroederen, voor eenen vleijer der Hee- ren gehouden werdt, naderhand (5), zeer kwalyk nam, dat Hugo de Groot de Amfterdamfche Kerkelyken, in zeker ge- fchrift, oproerig genoemd hadt. Men hieldt hem voor „ datdeGrootalleenlykzagopde „ Kerkelyken van 't jaar 1619, en tien jaaren „ laater, niet zo zeer op die der volgende ty- „ den; datTrigland naar Leiden vertrokken, „Smout derStad uit gezet, Kloppenburg ge- ,, vlugt was;dat'erookeenigen overleeden „ waren; en dat men de tegenwoordigen „ voor gemaatigder hieldt, 't zy men zulks „ den Kerkenraad, of der voorzorge van de „ Wethouderfchap hadt dank te weeten." Óp welk befcheid, Laurentius geen verzet hadt (£). Wy hebben deeze byzonderheid alleenlyk willen aanroeren, om te doen zien, hoe de Kerk de burgerlyke Overheid, al- lengskens , volgde in gemaatigdheid. |
|||||||||||||||||
Aanlei-
ding tot het op- regten eener Door- lugtige Schoole. |
De Regeering,in aanmerking neemende,
dat de jeugd deezer Stad, in 't gemeen, te vroeg, en eer zy eenige gronden van Filo- zoofie gelegd hadt, van de Latynfche Schoo- ien , naar de Akademien gezonden werdt, daar zy, buiten 'toog haarerouderen, lig- |
||||||||||||||||
(g) Refol. Vioedfch. N. ifi. 19 7a*- '«32. ƒ• n« -verf,.
(h) Zie 't Requifi en de Apoftille hiel igtet, in de ßj-
lA&gcn L1. li. (i) Refol. Holl. 27 J<*h i«4o. bl. 1Ä0.
(kj Epift. G. J. VOSSII ad H. GROTiüM 17 jfnnii li+i.
inter Prsftant, Vitor. Epift. p. % 18. (5) In 't jaar 1642.
|
|||||||||||||||||
XIV. Boek.
|
|||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||
523
|
|||||||||||
^i. „ perfuadere pojjlimus , quam rtovdm Ac ade ■
„ miam, fi tarnen rumor ille ijahus non fit ,- j, non orthodoxorum, fed prhniiin qu'ülem Ar- ,, tninianorum, mox verb Socintdnoriim Ojji- „ cinam deterrimain, proindeque mottflrofiS' „ fimarum opinionuM, quas haäeniis inlucem „ proferre callidi homines ètubuertint, géni- „ tricem f ore: dat is , Een ander geragt, „ welk by het voorige gekomen is, heeft £ ons, wy bekennen't, ook een wéinig önt- „ ruft: 't gerügt , naämlyk, van hét o'p- „ regten eener nieuwe Akademie te Arh- ,, fterdam. Want naardien ds Véreèriigda „ Geweften, van Akademien, die door' dé „ ganfche weereld vermaard zyn, én van 3, zeer bloeijende Schooien rykëlyk 2yn „ voorzien; zo können wy ons bezwaarlyk „ verbeelden, dat deeze nieuwe Akademie, „ zo anders 't gerügt daarvan niet valieh j, zy, ergens anders toe dienen zal, dan „ tot eenen fhoodftén winkel, niet van' „ regtzinnigen; maar eerft van Afrniniaa' ,, nen, en daarna van Sociniaanen; en ver- „ volgens eene Kwèekfchoól wórden vatl ,, de gedrogtelykfte gevoelens , welken „ die looze menfchen zig, tot hiertoe_, ge- „ fchaamd hebben te openbaaren." Veel- ligt , oordeelde men , in Zwitferland , zo fhrengelyk, om dat men daar vreesde, dat de Amfterdamfche jeugd, die derwaards plagt gezonden te worden , om zig in de weetenfchappen te oefenen, de Zwitferfche Akademien minder bezoeken zou , als zy t'huis te regt raaken kon. Doch men ftoor- de zig hier luttel aan het oordeel van lui- den , die van 't gene hier te Lande omging niets wiften, dan 't gene hun, door eenige heethoofdige Kerkelyken , werdt overge- briefd. De Geregtshoven verklaarden zig, op het ftuk der doorlugtige Schoole, ten fye voordeele van Amfterdam (q). - \*Saat Men ging dan aldaar voort met het werk, ^dl^r en beriep Gerardus Joannes Voffius en Cas- *V par Barhus, die beide, in 't jaar 1619, van hunne ampten in de Hooge Schoole te Lei- den verlaaten waren,tot eerfte Profelforen: Voffius in de Hiftorien, en Bariasus in de j, Filozoofle en Welfpreekendheid (f). De 32. Doorlugtige School werdt door Voffius ge- opend met eene pi egtige redenvoering, die, den agtften January des jaars 1632 , onder eenen grootèn toevloed van menfchen, uit- gefproken werdt (s). De Digter Hooft, de Stad, in een fraai vers, geluk wenfchen- tw de met zulk eene Schoole , en met zulke ^t^ot^rofeflbren , vermaande haar , te gelyk , tft aartiglyk, datzy'er den overgroot en Huigh de (?) Prseftant. & erudit. Viror. Epift. f. 766.
(r) Vaderl. Hift. XI. Deel, hl. 89. (') Oiipart. chton. hl, 57. IV. STUK.
|
|||||||||||
Groot ,<• die onlangs in Holland wederge- i(-A?_.
keerd, en van Rotterdam, den negenden Amftcr- December laatftleeden,in ftilte, herwaar ds dam. gekomen was (t), behoorde by te voeden («)• Doch men woelde, ten deezen tyde, fterk ter Vergaderinge van Holland, om hem het Land te doen ruimen. - Haarlem, Leiden , Gouda , Alkmaar en Enkhuizen hadden doorgédreeven, dat den Baljuwen en Schouten aangefchreeven was, dat ïf de Groot in verzekering: moeiten rieemén (ï). Hyhieldtzig, derhalve, te Amfter- dam ftil én in huis , tot in 't begin van Maart, wanneer hy zig, in de Kerk en op ftraat, vertoonde. Ook vondc hy hier ag- ting en gunft by veelen s met naame by de regeerende BurgemeefLeren , die dèri Schout ten Grooténhms en deri On'der- fchout, heifhelyk gelafï hadden, rifétS', tèri zynen nadeelè, te onderneémen. Zclfcde Zvne Oud Schepen Jan Willemszoon Boja^rd, (.ntmoe' die, zig twee jaaren buiten de Stad. on't- sdfeSn houden hebbende, nu daiar wedeiom bin- Bogaard, nen gekomen was, kwam zig by de Groot verontfchuldigen, dat hy, op ftraat, van hem en zyn gezelfchapf gegroet geweeft zynde, niet wederom hadt gegroet, hebben- de hy gemeend , dat men , voor zekere Vrouwe, die voor hem ging, den hoed ge- ligt hadt; daarby voegende, dat hem veel- eer gepaft zou hebben, de Groot eerft te groeten, dan niet wederom te groeten, na dat hy van hem gegroet geweeft was. Waar- op de Groot beleefdelyk antwoordde ,, dat ,, het te veel gedaan was, dat een Oud- „ Schepen van Amfterdam zig verneder- ,, de, om over zulk eene geringe zaak zig „ by hem te komen verontfchuldigen (w)." Zyne partyen bragten 't, eindelyk, zo ver- Hy ver- re, dat 'er, by de Staaten van Holland, tIrektwe- met meerderheid van ftemmen, een befluit ^L^n- genomen werdt, om tweeduizend guldens de uit. te zetten op zyn lyf, en vyfhonderd gul- dens op hetlyfvan elk, die hem huisveitte of verbergde (.r). Amfterdam en verfchei- den' andere Steden hadden egter niet bewil- ligd in dit befluit (j). Doch de Groot, zig nu in Holland niet langer veilig agten- de, vertrok , den zeventienden April, te fchepe van hier naar Hamburg (z). Se- dert, begaf hy zig in dienft der Regeerin- ge van Zweeden , die hem in Ambaffade zondt naar 't Hof van Frankryk. De
(t) C. Brandt Leven van H. de Groot, hl. 4j4-
(u) V. C. Hooïts Leven, hl. is- (■v) Refol. Holl____Dec. i63'. b'. ijl.
(») C. BRANDT Leven van H. de Groot, bt 415,42«.
(x) Refol. Holl. 10 Maart, 7 ^April i«3I. hl. jt.
(y) Refol. Vroedfch. N. 16. Io. ?<•»• '*3Z..f. 2ij -verfo.
(x.) C. brandt Leven van H. de Groot, hl. 4+2.
ryy
|
|||||||||||
f
|
|||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||
524
|
|||||||||||||||||||||
weerde, in een uitvoerig antwoord „ dat lÓ33'
„ de Plakaaten alleen oproerige Vergade- „ ringen verbooden, en dat hy zulke Ver- „ gaderingen nimmer ten zynen huize ge ,j houden, noch ergens bygewoond hadt j, (c)-" En ik weet niet, dat men hem fe- dert gemoeid heeft. In 't volgende jaar , beflooten de Remonftranten, in hunne Ker- ke op de Keizers-graft, kinderen tedoopen; 't welk, tot hiertoe , alleenlyk in ftilte in de byzondere huizen gefchied was, op wel- ke wyze, ook nog, wat laater (6), Jaca- bus, Zoon van den Profeflbr Caspar Bar- Iceus, by hen, gedoopt werdt. Ook kon- digden zy, in May des jaars 1633 , af van den predikftoel, dat zy elk vryheid lieten, om zig eerft op zyne bejaardheid te laateri doopen, of om den doop aan kinderen, o- penlyk in de Kerke, of in ftilte in huis, te |
|||||||||||||||||||||
De Remonftranten waren zeer in hunnen
fchik geweeft, met de opregting der door- lugtige Schoole te Amfterdam, en met de verkiezing der Profeflbren; en hadden, ter- ftond, beflooten, hunne jeugd, die tot den Predikdienft gefchikt werdt, derzelver les- fen te doen hooren; hoewel 'er nog eenige jaaren verliepen, eer dit befluit ter uitvoe- ringe werdt gebragt (a\ Midlerwyl, ge- nooten zy, hier ter Stede, zo veel vryheid als zy begeeren konden , federt dat de Vroedfchap, in 't begin van September des voorleeden jaars, hadt beflooten, dat het vernieuwen en uitvoeren der Plakaaten, te- gen hen gemaakt, onbeflaanbaar was met de ruft der Stad; welk befluit wy, om zy- ne merkwaardigheid, aan het einde van dit Boek (b), geplaatft hebben. Abraham An- toniszoon, een groot yveraar onder de Re- monftranten, werdt egter, in't jaar 1632, door den Schout, Dr. Jan ten Grootenhuis, voor Schepenen gedagvaard,over 't houden en bywoonen van Vergaderingen, die by's Lands Plakaaten, en byzonderlyk, by dat van denderden July des jaars 1619, ver- booden waren. Hy verfcheen; doch be- (a) P. A LlMBORCH Vita Epïfcopii, f. 314.
(h) Refol. Vroedfch, N, 16. $ Sc[tK 1031, ƒ, nf verfo, Ryltutgen Jjt, C, |
|||||||||||||||||||||
1632.
De
Vroed-
fchap befluit, de Pla- kaaten tegen de Remon- ftranten niet uit te voe- ren. |
|||||||||||||||||||||
laaten bedienen (4)< 't Leedt zelfs maar
tot in Oftober des jaars 1634., toen de Re- monftranten, hier ter Stede, eene Kweek- fchool opregteden , waarin Simon e'pisco- pius, die tot nu toe te Rotterdam gewoond hadt, de eerfte Theologifche Leflen gaf (e). |
De P'
moii- ftrante" regte» een ,.
Kwee* fchoo»
op.
|
||||||||||||||||||||
(c) Vit een AfTchrift van dit Antwoord.
(d) Vit een Affchrift der Kerkelyke Afte.
(e) P. A LlMBOBCH Vita Episcopii, ƒ>, 3IS-,
(6) Den 19 Maart 1634.
|
|||||||||||||||||||||
B y-
|
|||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||
XIV. Boek.
|
|||||||||||||
525
|
|||||||||||||
BYLAAGEN
op het II. Deel, XIV. Boek.
Lr. A. Ocmoi voor Dyckgraeff ende Heemraden van Nieuwer - Amstel , omme tot Polders te
mogen maacken feker diflriSte gelegen binnen den Amjhldyck , ende de Veenwegh , ende foo veele Molens ende Verla at en te mogen maken als fy tot drooghoudinge van voorsz. bepalder in- ge nodigb füllen achten. Gegeven den 19 December 1629. |
|||||||||||||
r\e Ridderfchap, Edelen en Steden vanHol-
-*-^ land en Weftvriesland, reprefenterende de Staten van denzelven Lande doen te weetenhoe dat ons vertoont is by Dyckgraaf ende heemra- den van nieuweramftel, ten oirbaar ende gemee- ne befte van de ingelanden, milchen het Loop- velt ende d'Jurisdictie van Tarnen, beflooten binnen den Amfteldyck, ende d' Veenwegh, ende op het goetvinden van de heeren Burgermeefte- ren ende Regeerders der Stadt Amfterdam als Ambachtsheeren over den voorn, diftricte dat van tyt tot tyt, ende hoe langs hoe meer, ver- fchyden dorpen, gehuchten ende quartieren foo in hollandt, als in den gefliehte van Uytrecht, in ende met Amftelandt uytwaterende , ende haer bepolderende veroorzaackten, dat de landen binnen den voorn, diftrióte met den Amftel ge- meen leggende, foo feer comen te inunderen datgefchapen'was, defelve incorten tyt ten on- bruyeke te füllen geraken, ten ware daar iegens behoorlyck wierde voorfien, twelck bequame- lyck conde gefchieden mits brengende den am- fteldyck langs d' iurisdictie van tarnen heene o- ver een ftroocke Lants tot aan de Veenwegh by de Kerck van Tarnen uytcomende, keerden der- halven fy verthoonderen haar tot ons, verfouc- kende dat fy by onfe Oétroije, in der befter for- me mochten werden geauthorifeert het voorn, diftrict (in maniere voorfeyt in eene ofte meer polders, na dat d' gelegentheyt by haar bevonden foude mogen werden t'vereyfehen) te mogen befluyten, om t felve des fwinters foo wel als des fomers hoogh uyt te waateren, droogh te houden en daar toe tot taxatie van de gerechten aldaar te mogen gebruycken foo veel lants als fy füllen achten van doen te hebben, ende dat fy de voorn, bepolderinge füllen mogen verfor- gen met foveel molens, verlaaten, wateringen, tochten , caden , toepaden ende diergelycke, mitsgaders met keuren ende ordonnantien, te executeren op dyekrecht, foo als fy ten meeften oirbaar ende dienfte van den Lande bevinden fouden te behooren, alles met onderlinge Com- municatie van Burgemeefteren als Ambachtshee- ren voorfit. ofte derfelver gecommitteerde; dat fymede d'oncoften als oock d'afdelvinge dei- Landen tot de voorn, bepolderinge nodigh fou- den mogen ommeflaen, ende nae dyekrecht in- gewinnen o^er d'ackertalen foo als die in de yerpondinge fyn contribuerende fonder onder- fcheyt van verdolven Veenlanden ofte anderen des dat ons mogte gelieven de vertoonders ten behoeve als vooren totfoulagementvandeover- groote oncoften tot de voorn, bepolderinge te doen te authorifeeren by forme van gabelle te |
|||||||||||||
mogen doen heffen aan de te maekene verlaten
van ieder turfpondt ofte diergelycke, een inge- lant ofte inwoonder toecomende in 't uyt- ende invaaren t'elckens een ftuyver ende een vreemt man toebehoorende twee ftuyvers, van een praam een ingelant ofte inwoonder toecomende een blanck een vreemde toebehoorende twee blancken, van een voer- ofte fteygerfchuyt een ingelandt ofte inwoonder toebehoorende' een halve ftuyver ende een vreemt man een ftuyver, van een fpeeljacht, weyfchuyt ofte vreemde vifchuyt twee ftuyvers; Soo is't dat wyd'faac- ke ende verfouck voorsz. overgemerkt alvooren hier op gehadt het advys van die van onfe ca- mer van de reeckeninge van den voorf. Landen d'Supplianten geaccordeert,geoftroyeerdt ende geconienteerdt hebben, accorderen, confente- ren ende oétroyeren by defen, dat fy het voorf. diftricT; in manieren als vooren in een ofte meer Polders, naai- dat d'gelegentheyt by haar bevon- den fal werden t' vereyfehen füllen mogen be- fluyten, omme het felve des winters foo wel als des fomers hoogh uyt 't waater droogh te houden ende daar toe tot taxatie van den ge- rechte aldaar te mogen gebruycken foo veel lants als fy füllen achten van doen te hebben, oock de voorn, bepolderinge te mogen beforgen met foo veel molens, verlaten, vaerten, wa- teringen , tochten , caeden , toepaden , ende diergelycke, mitsgaders met keuren ende or- donnantien t'executeren op dykrecht, foo als fy ten meeften dienfte van den Lande bevinden lullen te behooren alles met onderlinge com- municatie van Burgemeefteren als Ambachts- heeren voorn, ofte derfelver gecommitteerde; dat fy mede de oncoften affdelvinge der Lan- den tot de voorn'*, bepolderinge nodigh füllen mogen ommeflaen ende na dyekrecht inwinnen over d'ackertalen foo als die in de Verpon - dinge fyn contribuerende, fonder onderfcheyt van verdolven Veenlanden ofte anderen, au- thoriferende de Supplianten vorder ton verval- linge van de oncoften, in defen te doen by forme van gabelle te mogen heffen an de ge- maackte verlaten, van ider turfpont ofte dier- gelycke , een ingelant ofte inwoonder toebe- hoorende, in 't in ende uitvaren t'elckens een ftuyver, ènde een vreemt man toebehoorende twee ftuyvers ; van een praem , een ingelant ofte inwoonder toecomende een blanck , een vreemde toebehoorende twee blancken ; van een Voer- ofte Steygerfchuyt, een ingelant of- te inwoonder toebehoorende een halve ftuyver, een vreemt man een ftuyver, van een Speel- jacht, Veenfchuyt ofte vreemde Vifchuyt twee Yyy a ftuy- |
|||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||
526
|
|||||||||||||||||||||||||||
Bylaa- fluyvers , behoudelycken dat de Supplianten
gen den genen, die aireede pretenderen lullen by L*. A. het voorsz. werk ofte êenigh lidt van dien merc- kelycken befchadicht , ende geinterefTeert te weefen, ofte henluyden namaels mogen open- baren, gehouden zullen wefen te doen behoor- lyck contentement ende ten eynde de Supplian- ten defen onfen Confente, accorde ende oc- troye, in manieren als vooren mogen genieten, lbo füllen fy gehouden zyn defe t'onfer Camer |
van de reeckeninge te prefenteren omme aldaar Byl*a'
gevifiteerdt, geinterineerdt ende geregiftreerdt geU te worden 't welck gedaan fynde laften ende !/• ^' bevelen Wy allen ende eenen Igelycken, die defen aangaan fal, hem hiernaar te reguleren, fonder den Supplianten te doen ofte gehengen gedaan te werden eenigh hinder ofte moyeniflè ter contrarie. Gegeven in den Haage onder onzen grooten.Ssgel hieraan gehangen, op den 19 December 1629. |
||||||||||||||||||||||||||
Lr. B.
|
|||||||||||||||||||||||||||
Bylaa.
GEN
L". 13.
|
|||||||||||||||||||||||||||
V-3'
|
|||||||||||||||||||||||||||
Request der Gedeputeerden van de Noordhollandfche Sinode aan de Staaten van Holland om
approbatie op eene Conventie met de Magiflraat van Amflerdam, wegens derzeher zitting in den Kerkenraad; en Apoftil van haare Ed. Groot-Mog. op het zelve van den 19 Maart 1632, Aende Ed. Groot Mo. beeren Statten van Hollant ende Weflvrieüant.
|
|||||||||||||||||||||||||||
Zeeven met alle behoorlicke onderdanicheyt
^-* ende eerbiedinge te kennen, de Gedepu- teerden des Synodi van Noorthollant, hoe dat het kerckelick different tot Amfterdam, tuifchen de Achtb: Magiftraet ende die Kerb, kerckenraet aldaer, over t' nemen vande feffie by die vande voorf. Magiftraet, inde gemelde kerckenraet In Ianuario ende februario laetftleden, ten over- ftaen vande gecommitteerde der refpective Clas- fen, ende de Gedeputeerden des Synodi van Noorthollant in fulcker voegen door des heren Genade is affgehandelt ende bygeleyt, dat de welgemelde Magiftraet den eerften Mey, ofte den eerften donderdach in Mayo eerftcomende, de gemelte feffie door haere Gedepdc. inden voorf. kerckenraet aenvanckelick fal nemen, op fodanige conditien als hier nevens gaet, ende refpeftivelicke by de meergemelte Magiftraet en- de kerckenraet ingewillicht ,ende oock by de heeren xxxvj. Raeden geapprobeert fyn, Ende alfoo goetgevonden is , by de Vergaederinge voorf. met toeftemminge vande voorf. Magis- traet, tot meerder verfeekeringe vande voorf. kercke, foo by uwe Ed. Groot Mo: als by fyne furftelicke Doorluchticheyt, den Heere Prince |
vanOrangie te verfoeken approbatie vandeigemel-
te conditien waerop het verdrach ingegaen is: Soo is het dat de Gedeputeerden voorf. den mfa febr, leftleden in abfentie van uwe Ed. Groot Mo: verfocht ende becomen hebbende de ge- melte van fyne Princel. Excie. die de felve gunftelick ende in forma vergunt heeft, haer tegenwoordelick keeren tot uwe Ed. Groot Mo: ende aende felve optalderdienftelyckteverfoec- ken, dat uwer Ed. Groot Mo: de conditien aen d'ander fyde van defe geftelt, geilen hebbende, gelieve ten dienfte ende tot behout vande ruft ende welftant vande voorf kercke de felve oock; mede t' approberen, ende de acte van approba- tie op de marge van defe te doen gunftelick tee- kenen, op dat de voorf. gedeputeerde daer me- de wederkerende tot de kercke van Amfterdam, de felve met de gewenfchte toeftemminge van uwe Ed. Groot Mo: foo wel als van fyne Prin- cel. Excic. ten volle mogen verheugen. Dit doende &c. Onderftont uwe Ed. Groot Mo: onderdanige, de Gedeputeerde des Synodi van Noorthollant, "Was ondert. Abrahamus a Do- reflaer. Adrianus Snellius. |
||||||||||||||||||||||||||
Conditien van Verdrach tujfcben de AcbtbaereMagiflraet ende de eerwaerdige kerc-
kenraet van Amflerdam over de feflie by de voorf- Magiftraet inde gemelte kerc- kenraet te nemen, den eerften Mey ofte den eerften Donderdach in Map eer ft' comende. |
|||||||||||||||||||||||||||
TAat voor eerft een totale amneftie van al
■L-' t'gunt ter oorfaeke van defe feflie foude mogen gepaiïèert fyn, geftelt worde , gelyck dan defe Jeflle verclaert werdt byde Achtb.hee- ren voornt- niet genomen te werden in Pcenam. Ende dat dienvolgens om alle diffidentie wech
t' nemen, ende daer iegens om de onderlinge cor- respondentie tufichen de Achtb. heeren Bürgerin, ende Regierders van Amfterdam, ende die van- de kerckenraet tefancieren ende beveiligen, met kennhTe ende advys der Gedeputeerden des Sy- nodi, ende der refpeétive ClaGen van Noort- hollant, de feffie op de naevolgende conditien fal worden in t werek geftelt. Voor eerft dat met de feffie niet füllen wer-
den gepreiudiceert de gemeene kereken onder |
|||||||||||||||||||||||||||
beyde de Synoden van hollant ende Well-Vries-
lant forterende. Dat voorts de heren Burgemrn ende Regier'
ders voornt. aennemen, een ofte twee vande heeren, wefende Ledemaeten der gemeente ^ inde kerckenraet t' fenden, omme t'«.enhooren, ende mede vande voorvallende faecken te delibereren conform de kereken order, fonder decifive fleia* men t' hebben. Gelyck dan de heeren voornt. by defen ver'
claeren van meninge t' fyn de kercke van Aö1'
fterdam niet te preiudiceren , door defe fe#e
in haere gewoonlicke ende tot noch toe alhieir
onderhouden order; niet alleen int ftuck va»'
de beroepiage der Predicantên , verkieflngej*
der Ouderlingen ende Diaconen, maer 00*
0 ' ju* |
|||||||||||||||||||||||||||
XIV. Boek.
|
|||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||
527
|
|||||||||||||||||||
Haa- inde oeffeniiige van alle andere kerckelicke
^ dienften.
'• ü< Ende dit alles tot geen ander eynde dan tot
nsaïntien ende hanthavinghe van de waere Chris- telicke Gereformeerde Religie , fulcx die ie- genwoordich inde publique kercken alhier ge- leert werdt, en laeftmael A", 1619 in de Syno- do Nationale tot Dordrecht, is gearrefteert. Op de Margine ßont geappoflilleert.
De StaetenvanHollant endeWeftvrieslant,ge-
llen ende geexamineert hebbende, de articulen daer op verdragen is, het different nopens de |
|||||||||||||||||||
feffie vande heeren Magifoaeten der Stadt Am- Rylaa-
fterdam ende kerckenraet aldaer, hebben de Gen voorf. articulen, voor foo veel het noodich L' B. is, geapprobeert ende geratificeert , appro- beren ende ratificeren de felve articulen by de- fen , alles nochtans [onder prehidkievant recht fwelck de heeren Edelen ende Steden fouden mo- gen faflineren inde fejjie van de kerckenraet f hebhen, ende onder verckuïnghe bydehee- re Gedepde. der voorf. Stadt gedaen, van dat defe faeke beftaet by haer felven, fonder dat fy daer toe approbatie van noode hebben, gedaen inden Haeghe den xixc. Martii 1632. |
|||||||||||||||||||
Lr. C.
Refolutie der Vroedfchap van Amflerdam van den 5 September 1631. waar by verklaard
wordt, dat het uitvoeren der Plakaaten tegen de Remonßranten enbeßaanbaar is met de ruß der Stad. |
|||||||||||||||||||
BVÏ.AA-
GEN
L% C.
|
|||||||||||||||||||
De Heeren Burgermeefters hebben den Rade
voorgedragen dat ter jongde Vergaderinge der Heeren Staten defer Provincie door den Ge deputeerden der Synoden van Suyd- ende Noord- hollandt, groote follicitatien gedaen waren tot executie der Placcaten tegens de Remonftranten geëmaneert, ende voornamentlyk dat hunlieden toegelaten mochte worden üch neffens de Gede- puteerden der Kerken van de andere Provinciën te adreffereu aen de ho: mo: Heeren Staten gene- rael, om derfeluer macht, hunlieden van God ge- geven (gelyk de Predikanten fpreken in de Re- quefte, tot dien eynde ter gemelter Vergaderin- ge overgelevert, in den Raed alhier gelefen) daertoe te mogen imploreren; Datfe ook, naer 't fcheyden der voorfz. Vergaderinge den heeren Gecommitteerde Raden verfocht hadden, de plaetfe daer de Remonftranten hare byeenkom- ften in den Hage zyn houdende onvruchtbaer te maeken ; die ook fulx gepooght, edoch om eenige redenen noch niet geëffectueert hadden. Ende alfoo defe faecke ter aenflaender dagh- vaert, naer alle apparentie, weder op de baan lal komen, dewyle de Kerkelyke in hare voorfz. follicitatien blyven continueeren, ende 't werk daer door fulx" prepareren, dat het fchynt dat men fal foeken mette meefte Hemmen daer op refolutie te nemen; Datfe daeromme den Raed by maniere van advis voordroegen , oft fy meynt datdedienft van 't land de renovatie ende exe- cutie der placcaten kan lyden: ende dewyle de magiftraten van verfcheyden plaetfen, foofe felfs verklaert hebben, niet machtigh fyn om de voorf. byeenkomften te weeren, oft den lande oorboor is, daer toe de macht van dien (foo 't de kerke- lyke noemen) dat is, de militie te emploieren; ende ofmen niet en behoort in tyds dienaengaen- de fulke refolutien te nemen, diemen verftaet ten meeften dienfte des Lands ende der Religie te füllen ftreeken. 't welk in omvrage gebracht, en- de daerop rypelyk gedelibereert wefende, is ver- ftaen, dat het renoveren ende executeren der Placcaten een fake is der politie ende niet der %rke. Dat de judicature ende executie van dien "iet den Heeren Gecommitteerde Raden , die geen Jurisdictie in defen deele hebben, maer den Magiftraten der Steden daer de Conventiculen |
|||||||||||||||||||
gehouden worden, competeert: Dat d'ervaren-
heyd niet alleen van de eerfteChriften tyden,maer oock van defe Landen, foo in 't begin van den oorloge als naerdefelve genoegh geleert heeft, dat de gemoeden der menfehen in faecken des gelooffs, door geeftelyke wapenen moeten ge- leyt, maer door geen placcaten gedwongen kön- nen worden. Dat het onftichtelyk ende contra- rie het beroep derPredicanten is, de Magiftraten tot executie van placcaten tegen Chriftgeloovi- ge, die in 't gevoelen van haer verfcheelen, aen te manen. Datfe door foodanige follicitatien hun- lieder eyghen Vergaderinge doen affnemen, en- de de publique Kerke daerdoor afbreek doen. Dat men gefien heeft, dat, foo lang men in't houden der voorfz. byeenkomften geconni veert heeft > het Land,ende infonderheyddefe Stadtin rufte, vre- de ende eenïgheyd geweeft fyn; datfe integendeel foo lange de executien duurden in continuele be- roerte ende muyterye gefteken hebben. Ende fyn dienvolgende de Gedeputeerden gelaft,de predi- canten die ter Vergaderinge dienaengaende nieu- we follicitatien fouden mogen doen , nas huys te wyfen. Ende de voorfz. ende andere Confide- ratien ter Vergaderinge voor te ftellen, ende al- daer te doen examineren. Doch even verre fy merken, dat men met meerderheyd van ftemmen den predicanten foude mogen toeftaen om haer voorfz. verfoekter Generaliteyt te mogen doen, füllen de Gedeputeerde de Vergaderinge voor- dragen , dat fulx de fouveremiteyt ende hoogheyd van't Land ten hoogften prejudiciabel ende na- deeligh is, ende verfoekendat denfelvengelieve in ferieufe bedenken ende deliberatie te nemen off in de tegenwoordige gelegenheyd van tyd foo- danighe renovatien ende executien dienftigh fyn. Ende by aldien men echter daertoe met plurali- teyt van ftemmen foude willen refolveren, ful- lenfe de overftemminge fien te weeren, daerte- gen protefteren ende de proteftatien doen regis- treren. Indien men ook foude meynen met meer- derheyd van ftemmen, ende tegens dank ende wil van de Magiftraet van den Hage ende van 't Hof f den welken de judicature ende t: recht van dien toekomt) de Gecommitteerde Raden tot de- molitie vande plaetfe der Remonftranten te las- ten fullenfe foodanige overftemminge mede niet Yyy 3 ge-
|
|||||||||||||||||||
2a8 AMSTERDAMS GESCHIEDENISSEN. II.Deel.
|
|||||||
heylen,die daeruytfouden mogen ontftaen, teBYi>4'
myden, alhier geen renovatie nochte executie gen der zelver zal doen, nochte gedogen gedaen te L'. C* worden. Sullen vorder fyn Prc.Extie.hare con- fideratien ende proteftatien, ende die ongelegen- heyt daer uyt te ryfen reprefenteren, ende den- felven gedienftelyk verfoeken, dat zyne Doorl. niet gelieve fich totte executie van dien te laten bewegen ende imploieren. |
|||||||
Bylaa- gedoghen,ende, in gevalle van doordringinge,
gen daer tegens als vooren mede protefteren, ende Lr. C. de proteftatie in aftis doen infereren. Wat voorts de renovatie ende executie der Placcaten be- langht, daer tegen fullenfe de voorverhaelde en- de andere Confideratien bybrengen, ende indien men evenwel daer mede deur wil, van defer Stede wege verklaren, dat men verftaet, dat het de ruft ende vrede defer Stad foude troubleren, ende dat men daeromme, ende omme alle on- |
|||||||
5 29
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
TWEEDE DEEL.
GESCHIEDENISSEN
VAN
AMSTERDAM.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VYFTIENDE BOEK.
Amsterdams Geschiedenissen, van het jaar 1632,
tot bet jaar 1649.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hierna, troffen de twee Steden, desaangäan- 1634.
de, eene Overeenkomft, die, op den zeven- tienden July, door eene willige Condemnatie van den Hoogen - Raade, werdt bekragtigd (d). En 't leedt niet lang, of de vaart en weg werden voltrokken. Den twee-entwintigften January deezesDeStad
jaars 1632, was de Koningin van Boheemeftaat P*1" wederom bevallen van eenen Prins , dieter ovex Guflaaf Adolf genaamd, en, door de Staaten anderea van OveryiTel, de Stad Amfterdam, de Prin-Prins fes van Oranje en de Vrouwe van Bredero-van Bo* de, ten doop gehouden werdt (e). Deheeme' Vroedfchap deezer Stad hadt reeds befloo- ten, den jongen Prins tot eene pillegave te vereeren eenen Lyfrentebrief van zeshon- derd guldens's jaars, leggende in eene doos van vyftienhonderd guldens; endaar eenge- fchenk van vierhonderd en vyfb'g guldens in de Kraamkamer by te voegen (f). De Ko- ning , kort hierop, naar Duitfchland verreisd zynde, overleedt te Ments, op den negen- entwintigften November (g). De Staaten der Vereenigde Provinciën Hande-
waren, omtrent deezen tyd, in onderhande- üng met ling over vrede met de Spaanfchen, en te Frankr5'k gelyk met Lodewyk den XIII., Koning vanf" Span" Frankryk, over een befchadigend verbond. ' De handeling met de Spaanfchen werdt, ein- ^j™ delyk, afgebroken, op den zeftienden De- cember des jaars 1633; doch die met Frank- ryk werdt toen, met meerder ernft, hervar. Éindelyk, werdt men 't eens, op één punt na, waarop het Franfche Hof zeer gezet fcheen. De Koning vorderde „ dat de Staa-Frank- „ ten zig verbonden, om niet zonder zyne ryks „ toeftemming te verdraagen met Spanje." voorflag. De
(d) Groot-Memor. N. 1Xt.fi Ü9 W», 133. Zh «^
Privileg vin Haail- tl. 468, 47°, 474.
(e) LAMPE Vcrv. op WAS«ENASRXX[. De«/, ƒ. 46 verfa.
(f) Refol. Vroedfcli. N. i«. '9 Jan. icn, ƒ. iis v,rft,
r£) AITZEMA I. Deel, H, U«I. ZZZ 2
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tft».
klttogt
|
De veldtogt des jaars 1632, die Maas-
tricht en verfcheiden' andere Steden |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i
|
1 enue
|
ee aan de Staatfche zyde overbragt, gaf gele
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
genheid tot den uittogt van twee vendelen
Amfterdamfche fchutters , die , onder de Kapiteinen Willem Bäcker en Dr. Allard Kloek, beide Schepenen en Raaden, Honden; den vierentwintigften Auguftus, op 't Prinfenhof, gemonfterd , en drie dagen laater, inge- fcheept werden naar Nieuwmegen, daar zy in bezetting bleeven tot op den zesden Oc- tober: wanneer zy herwaards keerden, en bedankt en betaald werden (a). Fredrik, Paltsgraaf aan den Ryn, geboo-
ren uit eene Dogter van Willem den I.,Prin- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fv5n n~fe van Oranje, Louife Juliana genaamd, was,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^ee. in 't jaar 1619, tot Koning van Boheeme
ee'op verkooren; doch, in't volgende jaar, door *6narei~'t verloop zyner zaaken, genoodzaakt ge |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
worden, de wyk te neemen naar Holland,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
't;'"il
|
Ily hieldt, federt, eenige jaaren agtereen,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zyn gewoonlyk verblyf by Reenen. In ja-
nnary des jaars 1629, was hy , met Prins Henrik, zynen oudften Zoon, op reis ge- gaan naar Amfterdam, om den fchat te zien, die op de Zilvervloot veroverd, en herwaards gebragt Was. Te Haarlem gekomen, ftak het Vorftelyk gezelfchap van land met ee- ne Veerfchiüt, fchoon het een ftorm waaide. Doch in de Hollefloot, werdt de Veerfchuit overzeild van een' dryver, en liep terftond Vol waters. De Koning werdt gebergd in |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
%
|
den dry ver. Doch de Prins en drie Edelen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
*ar- verdronken (b). En veelligt heeft dit onge-
^l\ Va'> onder anderen, aanleiding gegeven tot V' en het maaken der nieuwe Vaarte, Frek- en |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
SS dam.
|
enweS tuiTcheri Haarlem en Amfter-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
waartoe, den vierden April des jaars
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
%," l63», Oclxoi verworven werdt (V). Kort
itl Z,U Co-MMELIN, hl. 821.
,( < uITJKM* I- D"<> hl- "3.
(c) Handy hi. ,z, r,,« i I. STUK. tïf-[r,é,J
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||
53°
|
||||||||||
„ Zo men 'er egter mede voort wilde, dan ïo34'
„ protefieerden zy , uit den naam hunner „ Principaalen, dat zy daaraan part noch „ deel wilden hebben, en dat zy 's Lands „ vryheid, die den voorouderen zo dierbaar „ geweefl was, en ons niet minder dierbaar „ behoorde te zyn , ten hunnen opzigte, „ door zulke nadeelige verdragen, nietzou- „ den laaten befnoeijen. Ook wilden zy niet, „ dat hun geweeten werden de ongemakken „ en rampen, die,uit zulk eene verbindte- „ nis van's Lands Vryheid en Geregtigheid, „ te wagten waren; van welke hunne Ver- „ klaaring zy verzogten, dat openlyk aan- „ tekening gehouden werdt («)." Dordrecht hadt zig, reeds te vooren, omtrent op ge- lyke wyze, verklaard. Rotterdam en Alk- maar voegden zig by deeze Steden (k) : al 't welke van dit gevolg Vas, dat het Verdrag eerfl met eenige verzagting gefield, en in 't jaar 1635 zulks veranderd werdt, dat bei- de Frankryk en de Staaten zig verbonden , niet met Spanje te zullen fluiten dan geza- menlyk, en met gemeen goedvinden (/) ; waardoor 's Lands Vryheid en hoogheid volkomenlyk bewaard bleeven. Het toeneemen der Stad, federt de jong- Een'^
fle Vergrooting, gaf wederom (m) aanlei- n[f$)t' ding tot het flerk toeneemen van het getal „op der kinderen in het Burger-Weeshuis alhier. f et o"1' De Regenten, bedugt, dat hunne inkomflen, vairéi. door den tyd, niet mogten toereiken, totvan^ het onderhoud der arme Weezen, verzog- ^eI^t ten, in den aanvang deezes jaars ,, dat het 'w^s' „ getal der jaaren, binnen welken zy gehou- huis „ den waren kinderen in te neemen, vermin- dep, „ derd, en dat van de jaaren, die de Ou-Su' „ ders Poorters geweefl moeflen zyn, ver- „ meerderd mögt worden: ook dat zy ont- „ flaagen mogten zyn van hetinneemenvan „ lamme, kreupele, blinde, malle en krank- „ zinnige kinderen." Voorts, vraagden zy , „ of kinderen, welker Vaders 't Poorterregt „ behuwelykt, doch geenen Poorterseed ge- „ daan hadden, of het doen van welken eed „ nog geene zeven jaaren geleeden was, „ wel tot het Weeshuis behoorden?" Ein- delyk, gaven zy in bedenking „ of de prys „ van 't Poorterregt niet een weinig dien- „ de verhoogd te worden: alzo het, door „ arme luiden , veeltyds , gekogt werdt, „ eeniglyk, op dat hunne kinderen, na hun „ overlyden, in't Weeshuis zouden kon- „ nen komen?" De Vroedfchap befloot, op dit verzoek, den vierden January deezes jaars
(i) Refol. Vtoedfch. N. 17. 18, 29 Jan. 7,14. li Vebr,
I«34. ƒ. 33,34 verfo, 3S, 3«. Zie 00^ AITZEJIA U. £>«/, tl. 94. (k_) AlTZI.MA II. Deel, hl. 93 , 94-
(Ij Vadeil. Hift- XI. Deel, hl. 186, 198.
\m) Zie II. Deel, VI, Beel^ *'• zSo.
|
||||||||||
1633. De meefle Provinciën, en de Prins van O-
ranje zelf, zig vleijende met de hoop, dat Lodewyk de XIII. tot eene openbaare vre- debreuk met Spanje komen zou,verflonden, dat men,op deezen voet, met Frankryk be- Amfter- hoorde te fluiten. Maar eenige Leden van dam kant Holland oordeelden, dat zulk een Verdrag 'er jjfS . ftreedt met 's Lands hoogheid (Ä). De Af- Sn gevaardigden der Stad Amflerdam, altoos 1634.. bezorgd voor het handhaaven van's Lands geregtigheid, verklaarden, op den vieren- twintigften February des jaars 1634 , ter Vergaderinge van Holland,, datzybefpeur- „ den, hoe eenige Leden der Vergaderinge „ genegen waren, zeker Verdrag met Frank- „ ryk aan- te gaan, op bezwaarlyke voor- „ waarden, en (trekkende tot vermindering „ van de Souverainiteit en Vryheid des „ Lands, en tot verbreeking van voorgaan- „ de inzigten en Refolutien, plegtiglyk ge- „ nomen by de Regeeringe van Holland en „ Weftfriesland, van welke Amflerdam, en 5, de andere Steden, die met deeze Stad „ eens waren, aanzienlyke Leden waren; „ in welk gewigtig fluk, dat, naar 't oor- „ deel der overeenftemmende Leden zelven, j, ter wederzyde , zeer bedenkelyk was , „ men nu, met eene meerderheid van eeni- „ ge flemmen, zogt te befluiten. Dat zy, „ hierom, op uitdrukkelyken lafl hunner „ Trincipaalen, verklaarden, genegen te zyn „ tot een nader verdrag van vriendfchap, „ goed verflandenonderlingenbyflandmet „ de Kroone van Frankryk, mids zulks ge- „ fchiedde buiten vermindering van de Vry- ,, heid en Souverainiteit deezer Landen, „ waarvoor, voorheen, zo veel gedaan en „ geleeden was. 't Was, oordeeldenze, „ veel beter, by deeze Regeering, op eene „ buitengewoone wyze, zo veele middelen „ te vinden, als het gemelde Verdrag aan „ den Staat toebrengen zou, dan dat men „'s Lands vryheid zou laaten krenken. Doch „ zo deeze reden den overigen Leden niet „ gewigtig genoeg fchynen mögt, en men, „ desonaangezien,met het fluiten van zulk ,, een Verdrag, zou willen voortgaan, ver- „ klaarden zy, lafl te hebben, om den an- „ deren Leden te kennen te geeven, dat zy „ in een verdrag op den gemelden voet niet „ mogten noch zouden bewilligen; dat het „ ook niet in de magt der overige Leden „ flondt, öm, in zaaken, die de Souverai- „ niteit en 't hoogfte gezag der Regeeringe „ betroffen, tegen 't gevoelen van zulke ,, aanzienlyke Leden, te befluiten met meer- „ derheid van flemmen; daar, in veel min- „ dere zaaken, de middelen en bewilligin- „ gen aangaande, geene overflernming viel. (h) Vadeil. Hift. XI. Deel, U. 173, I83ji84.
|
||||||||||
XV. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDEN*! SSE N.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
531
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ï634> jaars „ dat de jaaren, binnen welken het
„ Weeshuis verpligt zou zyn, kinderen in té „ neemen, op twaalf, en de tyd van 't Poor- „ terfchap der Ouderen op zeven, gelyk van |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de gevaarlyke kwaal zig te Leiden geopen- tftf \
baard hadt, zorgde men, hier, om dezel- ve buiten de Stad te houden; doch alle voor- zorg was vergeefs. De peft kwam hier zo fterk als elders. De Wethouderfchap ver- nieuwde en vermeerderde de voorige Peffc. keuren, en verboodt, onder anderen, ge. lyk voorheen ook gefchied was, het verkoo- pen vanfpenagie, pruimen, konkommers; en wortelen, raapen en radyzen met het lof (ra). Eenigen hebben der moeite waardig ge- Een
agt aan te tekenen, dat zig, omtrent Ocio- vreemde ber deezes jaars, een vogel, wat grooterv°§e' dan een gans, graauwagtig van verwe,om-^aop trent drie weeken agtereen, 's avonds met het kruis zonnen ondergang, plaatfte op het kruis van van den den tooren der Oude Kerke, waarop hy, den Oude- gantfehen nagt, bleef zitten, houdende hetKerks," gezigt naar 't werten, daar hy 's morgenstooreu' heenen vloog; komende, den volgenden a- vond, ter zelfder ftede, uit het ooflen te rug. Zulk esn ongewoon verfchynfel bragt de* nieuwsgierige menigte op de been, die 'er allerlei voorlpellingen uit maakte, fchoon 'er niets byzonders op volgde. Eindelyk, deedt de Regeering, voor opfehudding be- dugt, den vogel doorfchieten (x). 't Is niet onwaarfchynlyk, dat dit dier, gewoon op doode lighaamen te aazen, in deezen Peffc- tyd, op den reuk der overleedenen aan de peft afgekomen is. In 't voorleeden jaar 163.?, hadden deAmfter-
Sinoden van Zuid- en Noordholland, in eendam Vertoog aan de Staaten van Holland, ern-™*^ ftelyk geklaagd, over de ftoutheid en bui- heidTif * tenfpoorigheid der Pausgezinden, met aan-het ver- tuiging, dat zy onfchuldig wilden gehouden nieuwen worden aan de nadeelen, die daaruit, voork^tena" Kerk en Staat, te dugten waren (V)> Entegencje deeze klagten waren van dit gevolg geweeft, Roomfch dat het Hof Provinciaal de Steden, en ook gezin- Amfterdam vermaand hadt, tegen de By-den- eenkomften der Roomfchgezinden, met het gene 'er aan vaft was, te waaken. Onder- tuflehen, hadt het oefenen van nieuwe ftreng- heid tegen de Roomfchgezinden, in den te- genwoordigen toeftand des tyds, merkelyke zwaarigheid in. De Staat ftondt in verbond met Frankryk, eene Roomfchgezinde Mo- gendheid. Men was, daarenboven, in of omtrent November des jaars 1635, weder- om in onderhandeling getreden met de Spaanfchen (z): en beide deeze aanmerkin- gen woogen zo veel by de Vroedfchap dee- zer Stad, dat zy, na herhaalde raadpleegin- gen , in den aanvang des jaars 1636, be- 6 * floot O») Keurb. L. ƒ. 3 verf», 10. **•
(X) DOMSEI.AAR VI. £"«.,"•»«• C°MMEUN,J;. ,„,,
(y\ Onparr. Chron. *'• 6I-
\i) Vadeil. Hift. XI. Ditlt H. ZIJ,
Zzz 3
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5'
|
ouds, bepaald zouden blyven; dat de ver-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
pligting, om gebrekkelyke kinderen van
lighaam of geeft te ontvangen, ook bly- ven zou, gelyk zy plagt; dat zulken, die aan Poortereffen gehuwd waren, Poorters- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
J'
|
eed doen moeften, om voor Poorters ge-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
houden te worden, en hunnen kinderen
„ regt te laaten, om in 't Weeshuis te wor- s, den ontvangen; en dat het Poortergeld van „ dertig op veertig guldens verhoogd zou „ worden,welketien guldens aan'tWeeshuis, j, boven 't gene het reeds uit het Poortergeld 3, genoot, zouden worden toegevoegd («)." Ten deezen tyde, werdt, by den Raad, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
iehsing
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
voor 't eerft, geraadpleegd op het aanlan-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den van een Eiland, in de nieuwlyks ge-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
maakte Oude-Zyds-Waale,en van de uitge-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
«5
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»Ei-
|
baggerde ftoffe: welk niet alleen dienen zou,
om den flag van't water in de Waaletebree- ken; maar ook tot de maft-neeringe be- kwaam zyn (o). Doch daar verliepen nog eenige jaaren, eer zulks voortging, en het fchoone Mewae-Waals-Eiland aangewonnen werdt. In'c jaar 1645, was het inftaat, om aan erven uitgegeven te worden (_p), gelyk, eerlang, gefchiedde (7), onder voor- waarden , dat aldaar geene Brouweryen , Branderyen , of Smeerlmelteryen zouden mogen worden opgeregt (r). Ook werdt het verzoek der Weftindifche Maatfchap- pye, dat aldaar, op Stads koften, een nieuw Weftindifch Huis mögt worden gebouwd, van de hand geweezen (Y). In 't jaar 1650, werdt gekeurd, dat de rioolen aldaar niet laager leggen mogten dan die der gemeene ftraaten (t). In 't jaar 1635, openbaarde de Peft, die
na 't jaar 1625 niet gewoed hadt, zig we- derom in Holland, metnaame te Leidenen hier ter Stede, daar altoos groote overvloed van geringe ingezetenen plagt te zyn, onder welken deeze kwaal meeft heerfchte. Te Amfterdam, ftierven, in dit jaar, agtduizend een honderd zeven en zeventig menfchen. Doch ten naaften jaare, fleepte de befmet- telyke ziekte, hier ter Stede, wel zeventien- duizend een honderd drie en negentig; an- deren fchryven zeventien duizend vy f hon- derd en twee (u) menfchen weg (v). Zo dra |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lV4.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
*n
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fc
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i635.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
16
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3<5.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(n) Refol. Vroedfch. N. 17- 4 J"n. 1634- ƒ. 30 verfe
3l verfa. Zie oo{ Handv. hl. 124, Z7S- [183, 388.] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
\vj i\eiuj. viucuicu. ±\. *. _
(p) Refol. Vioedfch. N. 19. 20 Nov
|
<s34. ƒ. 32.
. I(tdf. f Ai ^trrCo.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1*45. f,67 verf).
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(?) Zie I. Deel, II. Boek,, hl. 47.
* - . r i .i.-.i »■. _. -ö.„
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
('.) Refol. Vroedlcli. N. 19. 5 ?<"«• !*■<«. ƒ. 71 verft.
(•) Refol. Vroedlcli. N. 19. 1° Jan' KS46. ƒ. 72.
y) Handv. hl. 994. [>97.]
(") Onpartyd. Clrrofl. hl. 68.
(*J DOMSELAAll VI. Betk,, hl. 444. COMMBLIN, W. II »o
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
R D A M S II. Deel.
„ zogt werden, partyen te willen bevredi- 163/'
„ gen. Ondertuflchen, magtigden zy de „ planters, om de verkogte Tulpen , ten „ lafte van de koopers, op nieuws, te mo- „ gen verkoopen, en hunne fchade op de „ koopers te verhaalen, in geval verftaan „ mögt worden, dat de koop van waarde „ was, blyvende, midlerwyl, alle andere „ verdragen van voorkoop van Tulpen op- „ gefchort, en in hun geheel (Z>)."Sedert, verviel de luft tot den Tulphandel t'eene- maal. De meefte handelaars waren luiden geweeft van klein vermogen, die, door hoop op winft bekoord, hun gewoonlyk beroep verlaaten hadden, om gemakkelyk en fpoe- dig ryk te worden. Doch het fchielyk daa- len der koopmanfchap was oorzaak, dat de meeften blyde waren , dat zy 't verlaaten beroep wederom konden ter hand flaan (c). Toen de Lief hebbery op 't hoogft was, hadt men, ter Vergaderinge van Holland, reeds in overweeging genomen, om eenen Impoft te leggen op de bloemen (d); doch de fchie- lyke daaling derzelven maakte, dat men 't uit den zin ftelde. De Eigenaars der Landen, in en aan de Ka^ j«
Duivendrechtfche Polder, bevonden heb- lan|^ä bende, dat die landen, federt het bedyken 1°s^', der Diemer- en Bylemer-meeren, meer danfteis $ voorheen, met water belaft werden; en dat leg^* de gewoonlyke Kade het winterwater niet van 't Land houden kon; hadden, reeds in 't jaar 1636 , beflooten, eene bekwaame Kade te leggen langs de ooftzyde van den Amftel, tot aan of omtrent Ouderkerk toe. Zy verwierven 'er, den twee en twintigften January deezes jaars, Oflxoi toe van's Lands Staaten (e). Op den eeriten Auguftus des 0^ jaars 1638,kwamen dezelfde aangelanden, eeI"V met de Steden Amfterdam en Weesp, over- ^ $-, een, om de bruggen, leggende in den weg ^»g fy tuffchen Amfterdam en de Diemermeer- fcb^n brugge, en den verderen weg, ter breedte stapi«' van vyftig voeten, te onderhouden, op zulk Lv een' fchouw, als daarop, van hooger hand, 'me^s, gefteld zou worden, mids de twee gemelde br«$j# Steden het onderhoud van de fchoeijingee"v/ langs den Amftel aan de ooftzyde, met de l^e$' buitenvleugels van de bruggen, en twaalf voeten wegs daar nevens, tot een trekpad tuflchen Amfterdam en de Diemermeer- brugge, zo ver als de Steden dien weg zou- den goedvinden te gebruiken, ten haaren lafte namen (/).Doch kort voor dat deeze overeenkomft getroffen werde, waren de twee
(h) Zie Groot-Phkaatb. II. Deel. kol. jj«,.
(c) A1TZEMA II. Deel, bl. 503, 504. DoMSELAAR VI-
Boel^, '"'• !!). COMMELIN, bl. IIIO. (d) B-cfo!. Holl. + Maj 1673. bl. 8+.
(e) HanJv. bl. 347.
(f) Handy, bl. 347.
|
||||||
532 A MST E
1636. floot „ dat men, uit aanmerking van dete-
„ genwoordige gefteldheid der zaaken van „ 't Land, daar men met den Koning van „ Frankryk in verbond, en met den vyand „ in handeling was; ook ten aanzien devoo- „ rige Plakaaten, op dit Huk gemaakt,be- „ ftand genoeg waren tot weering der Room- „ fche Conventiculen, geene verandering of „ vernieuwing der Plakaaten doen zou; „ maar den Baljuwen en Schouten alleenlyk „ aanfchryven, dat zy, met de uitvoering „ der oude Plakaaten, naar den inhoud der- zelven, zouden hebben voort te vaa- „ ren <»." Wind- Eene zonderlinge drift tot Windhandel in handel Tulpen beheerfchte de ingezetenen van in Tul- Haarlem en van deeze Stad, ook van an- ternste-er^ere Steden enPlaatfen van Holland, in den de. Herffl deezes jaars. Oud en jong, man en vrouw, klein en groot ftak zig in deezen handel. De prys der Tulpen werdt, door de ftreeken van eenige handelaaren, gewel- dig hoog opgejaagd, 't Gene eerfl een of twee guldens gekoft hadt, werdt, dikwils, na weinige dagen verloops, honderd en meer guldens waardig. Na de laatfte planting in October, verkogt men de bollen, te ont- vangen, of terftond, of in't volgende voor- jaar. Eene Tulp, de Admiraal van Enkhut- zen genaamd, werdt, te Alkmaar , voor vyfduizend guldens verkogt. Men woog eikanderen de bollen en bloemen by aazen toe. Een bloem van vier aazen, Gouda ge- naamd, werdt eerft om twintig,daarna om twee honderd vyf en twintig guldens verkogt. De flegtfte Tulpen, die men plagt uit te rooijen en op den mefthoop te werpen, wa- ren nu geld waardig. En deeze drift naar winft viel voor in eenen tyd van zwaare il erf- te in verfcheiden' Steden, met naame te Am- jgoy fterdam. Doch tegen 't volgende voorjaar, toen de gekogte bloemen ontvangen moes- ten worden, waren veelen buiten flaat om te betaalen,'t gene zy gëkogthadden. Hier- uit , en uit andere oorzaaken, reezen verfchil- ]en tuflchen koopers en verkoopers, in on- derfcheiden' Steden, en onder anderen in Am- fterdam; die zig, met verzoekfchriften, ver- Orde , by voegden aan de Staaten van Holland: en de Staa- deezen, den raad van den Hove Provinciaal ten van hebbende ingenomen, verftonden, den ze- rrïd ven en twintigften April „ dat zy en't Hof, U ad I ULI r* 1 1, -1 1
gefield, » vooraf, benoorden onderregt te zyn,we-
„ gens den oorfprong en tyd der groote ry- „ zinge en daalinge in de Tulpen, en het „ getal der handelaaren in de byzondere „ Steden: 't welk zy meenden bekwaamfl „ door de Wethouders derzelven te zullen „ können gefchieden; waarom dezelven ver- («) Refol. Vtocdfch. N. 17. z% J*n. iSi«. ƒ. n*.
|
||||||
XV.Boek. GES C H I E D EN I S SE N.
|
||||||||||||||||
533
|
||||||||||||||||
t6'o?. twee Steden ook met de Hoofd ingelanden, De Nederdukfche -Akademie, aan de 1607
Dykgraaf en Heemraaden van de Bylemer- weftzyde der Keizersgraft,tiuTchendeRun De Meer overeengekomen, wegens het gebruik en Beerenftraaten, waar eenige Liefheb- Schouw- van de nieuwe Vaart en Weg, door die van bers der Taal- en Digtkunde, federt twintig burg de Bylemer-Meer gemaakt; welken, door de jaaren, Treur- cnBlyf|>elen lieten vertoonen, w°irdt twee Steden, onderhouden moeften worden redevoeringen uitfpreeken, en andere nutte bouwd. (g). Eenige maanden te vooren, op den vyf- konften oefenen, was, voor eenigen tyd, in tienden Oétober des jaars 1637, verwier- bezit geraakt van de Regenten van't Wees« ven Amfterdam en. Weesp Oclroi tot het enOude-mannen-huis,die,op deplaatsder- maaken van eenenTrekweg én Voetpadtus- zelve, eenen geheel nieuwen Schouwburg fchen de tweeSteden, en tot het opftellen deeden fügten, welke, in dit jaar, volbouwd van eene Gabelle, om de koften te vinden, werdt. Het Treurfpel van Joost van den gerekend tegen den penning twintig; welke Vondel, Gysbrecht van Aemßelgenaamd, gabelle, door beide de Steden, ieder voor was het eerfle, welk, omtrent den Kerft- de helft, genooten zou worden (h). De tyd deezes jaars, op het nieuw Tooneel, Regeering van Weesp hadt die van Am- vertoond werdt. Men fpeelde hier, federt, fterdam., al voor lang, aangezogt, tot het tweemaal ter weeke. De Regenten der twee maaken van deezen trekweg, eer 'er, by Godshuizen gaven het opzigt over 't Too- de Vroedfchap , op beflooten geworden neel aan eenige liefhebbers der konfte die was (ï). In't jaar 1655, verkreegen de twee jaarlyks, by hen verkooren, en Hoofdendel Steden Oclroi om, boven de gemelde Ga- Schouwburgs genaamd werden (0). 't Ge- belle, die van de Paffagiers met de Trek- bouw is, tot heden, in ftand gebleeven; fchuit werdt gevorderd, nog een fluiver te fchoon 'er, in 't beftier van 't zelve, nu en mogen heffen van eiken wagen, die langs dan, verandering gekomen is. bss den trekweg gevoerd werdt (£). DefmaalrinTooneel-konftheerfchtethansDe Ko~ 'i)^ De Stad Amfterdam bezat, ten deel e,inge- zeer, hier ter Stede. Menzag'erongémeeneni,1§in" j^tige volge vanden afftand der Geeftelyke goede- blyken van, in't volgende jaar, toen Maria^T^' An. ren , ten deele, door aankoop (/), eenige Lan- de Medicis, Koninginne-Moeder van Frankryk, Frauke \l^ deryenindeHolendrechtfche Polder, gelegen werdt ingehaald. Die Vorftin hadt zig, reeds 7k, Ma- fVt' tufichen Ouderkerk en Abkoude; en was, eenige jaaren, in Brabant onthouden, alzoPi1 ,de. {Sou reeds in 'c Jaar l633> met de overige inge- zy het Hof van den Koning, haaren Zoon, J^rdtT' 'blanden van de Polder, overeengekomen, door beleid van den Kardinaal de Richelieu, te Am- |
||||||||||||||||
\^ om dezelve met eene Kade te fluiten, en, die 't Ryk regeerde, hadt moeten verlaatend fterdam,
jNe doormiddel vaneen' agtkanten watermolen, In den Zomer des jaars 1638, begaf zy zigPraSdS- »i^e. droog te houden. Doch alzo de ingelanden naar Holland, met oogmerk om der Staaten If^gen" tof/fer geene geregtelyke magt hadden, om boeten bemiddeling te verzoeken, in de gefchillen 1638." fydgc te vorderen, en de onwilligen tot het on- tulfchen haar en den Koning, haaren Zoon. r' derhouden der Kade en wateringen, en tot Terwyl zy zig hier ophieldt, deedt zy een' het opbrengen der verdere Polderlaften te keer door de voornaamfte Hollandfche Ste- tedwingen , verwierven zy gezamenlyk , den. De Wethouderfchap van Amfterdam, den tienden July deezes jaars, Oclroi van's van haaren toeleg verwittigd, hadt de ver- Lands Staaten, om jaarlyks uit hun lighaam eifchte voorbereidfels gemaakt, om haar Vier Perfoonen te kiezen, drie van welken Vorftelyk in te haaien. Zy reedt,den een de regtfpraak der breuken hebben zouden, en dertigften Auguftus, uit den Haage, en terwyl de vierde, zyndede oudfte indienft, kwam, des avonds, te Haarlem. Burge- de uitfpraak der drie anderen ter uitvoerin- meefteren van Amfterdam zonden, terftond, ge leggen zou, zonder de hulp van eenige den Penfionaris Willem Boreel derwaards, andere officieren, of eenige verdere regts- om haare Majefteit te verzoeken, dat zy de v,.\ Pleeging te behoeven (m). Stad met haare tegenwoordigheid vereeren *tef- Op Kers nagt deezes jaars, rees het zee- wilde, haar keuze geevende, om zulks, te ^ater, met eenen Noordweitelyken wind water ofte lande, te doen. Zy verkoos het ^p buijig-weder, zo hoog voor de Stad, en laatfte , en vertrok , op Woensdag , den ^r°ng met zo veel gewelds naar binnen, eerften September, herwaards, verzeld van at men, des morgens, met fchuiten door de Prinfefïe van Oranje, en van een' aan- v Scheiden' ftraaten voer (n). zienlyken ftoet van adelyke Heeren en Vron- ft Handv. hi. 4,2. [ijs.] wen. Omtrent het Huis ter Hart,lag eene CO 2ïïd,',i'- ft'; [ v8'] « «.-.«,'«., ëro°te menigte van fpeeljagten , langs 't Y X'vTfi. utverfi. * derwaards gezeild, en fierJyk uitgeitreeken, |
||||||||||||||||
r^N root Memor. N. lil. f. 124 vsrfe, Ut.
|
met vlaggen en wimpels. E en der pragtigften
00 * O O- .
|
|||||||||||||||
&»> Handv. hl. 43S.
x * UOMitiAARYI.*,^, hl. ^■H.COMMi.LlH,hl.i
|
was
«j. (,) voK»fi.s Leven, »'. »+« 40,
|
|||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
534
|
|||||||||||
was, den eerften avond, Maria. Ten vol- iö3?
genden dage, leidden Burgemeefteren de Vorltin door de Stad, en onder anderen naar 't Ooilindifch huis, daar een banket toebereid was , eeniglyk uit Indifche gewas- fen en voortbrengfels beftaande. Öp den derden dag, vermaakte men haare Majefteit met nieuwe vertooningen, die, tuflehen de Lange- en Doele - bruggen, daar de graft breed is, op een Eilandje, uit de Veenen derwaards gevoerd, in eenen nagt, vervaar- digd waren. Het Vorftelyk gezelfchap en Schout en Burgemeefteren zaten in eene pragtige floep. Eri terwyl dezelve de Grim- meneffe-fluis invoer, ging de Offenfluis, daar regt over, open, en liet een'Neptuin, op zynen wagen, die de gedaante van eene fchelp hadt, door. Hy werdt van Merkuur in eene kogge gevolgd: voor in ,zatdeAm- fterdamfche Maagd, die de Koningin, met een kort vers, begroette. De (loep , die haar voerde, werdt toen geroeid naar de noordzyde van 't Eilandje, daar, onder ee- ne groote zeegeboog, nieuwe vertooningen gefchiedden: eerfl, het Huwelyk van Fran* cois de Medicis en Joanna van Ooftenryk, Vader en Moeder der Vorftinne; en toen Maximiliaan, Amfterdam befchenkende met de Keizerlyke Kroone. Aan de zuidzyde van 't Eilandje, wervvaards de floep toen gevoerd werdt, zag men den elendigen ftaat van Frankryk onder Henrik den III. , en den bloeijenden onder Henrik den IV., in vyf groptfche vertooningen afgebeeld. Toen werdt het gezelfchap vermaakt door eenen waterftryd , tuflehen tien matroozen , in witte linnen kleedinge, met roode mutfen op het hoofd ; die eikanderen met hand- fpaaken te keer gingen, en uit de fchuitert in 't water deeden tuimelen. Tegen den avond, voer men, door de S. Antonis fluis» naar 't Y: daar de Koningin, op de Ooftin- difche werf, een fchip zag afioopen:'t welK zy, op verzoek der Burgemeefteren, eenen naam gaf, en Maria de Medicis noemde« Voorts, voerde men haar-, hetY langs, naa^ de Zoutkeeten, van waar zy in de Prinfefl' graft, eninhaareverblyfplaats te rug kwam- Den volgenden dag, zynde Saturdag, ging zy, in ftilte en onverzeld, eenïge winkels bezoeken. Ook verleende men toen , op haare bede , ontflag aan eenen gevangen» die, tegen zyne meening, iemant, dooi' c werpen van eenen fteen, gedood hadt. Op. Zondag, den vyfden September, vertrok het aanzienlyk gezelfchap wederom naar den Haage. Burgemeefteren namen affcheid v^ de Koninginne , eer zy uit het Prinfenh^ tradt. Voorts, deedt men haar uitgeleide» op gelykewyze als men haar ingehaald ha^» QU
|
|||||||||||
16^8. was v00r ^e Koninginne gefchikt, die egter
in 't rytuig bleef, en den dyk langs reedt, tot aan de Vryheid der Stad, daar zy, door éen Kornet Ruitery, uit de aanzienlykfte Burgers kinderen beftaande, en geleid door Kornelis van Davelaar , Heere van Petten, ontmoet en begroet werdt. Zy werdt, door de jonge Ruiters, ter Stad in geleid door de Haarlemmer,- Poort, terwyl de klokken geluid werden, en 't gefchut op de wallen geloft. Binnen de poort, en langs deftraa- ten, die de Vorftïn door moeit, Honden de twintig vendelen Schutters gefchaard. De Koningin werdt, aan de poort, verwelkomd door den Kolonel Andries Bicker, Oud-Bur- gemeefter , en de Burgerhopluiden Pieter Reaal, Ontvanger, Gerbrand 'Janszoon Pan- cras, Oud Schepen en Raad, en Jacob Bic- ker, Bewindhebber der Ooftindifche Maat- ichappye. De floet, voorgereeden van de Ruiters, en gevolgd van een gedeelte der Schutterye, kwam langs den Nieuwendyk op den Dam, en trok voorts, over den Mid- deldam, door eene zeegeboog, die 't Kog- gefchip, het oud zegel der Stad, droeg, en waaronder de Bruiloft van Koning Hen- rik den IV. met de Koninginne zinryk ver- toond werdt. Wyders, nam het aanzienlyk gezelfchap zynen weg door de Warmoes- ftraat en Niezel, en voorts, langs de ooft- zyde van den Fluweelen burgwal, tot voor de oude Doeleftraat, daar eene andere ee- renpoort ftondt, met eenen hoogen enfier- lyk gefchilderden gevel, voor welken dit halve vers van Vir gilius te leezen was: Lae- ta Deum fartu : dat is, Zy verheugt zig, in 't voortbrengen van Goden. Na 't opfehuiven der gordynen, zag men hier de Koningin, in de gedaante van Berecynthia, op. eenen zee- gewagen, die, nevens haar, haare Vorfte- lyke kinderen voerde, en door vier maag- den , de vier weerelddeelen verbeeldende, begeleid werdt. Tegen over den Wagen, vertoonde zig wederom het Koggefchip , welk eene maagd voerde, Amfterdam ver- beeldende ,. en zig eerbiediglyk buigende voor de Koninginne,die, deeze vertooning, met zonderlinge oplettendheid, befchouwd hebbende , zig naar 't Prinfenhof begaf, daar zy, door de vier regeerende Bürge- meefters, Pieter HaJJelaer, Abraham Boom, Antoni Oetgens van Waveren en Albert Koen- raad Burg, verzeld van de twee Penfiona- riüen, Willem Boreel en Cornelis Boom, be- groet werdt. Boreel voerde het woord. De Koningin nam haaren intrek in 't Prinfen- hof: de Prinfes van Oranje in 't huis van een' voornaam' Koopman, Elias Trip genaamd. Het wagtwoord werdt, door de Koninginne, gegeven, zo lang zy in de Stad bleef,en 't |
|||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||
XV. Boek.
|
|||||||||||||||||
535
|
|||||||||||||||||
^38, en langs den zelfden weg. De Heer van
Petten reedt, aan 'c hoofd der jonge Ruite- rye, wederom voor,tot op de uiterftepaa- ien van de Vryheid der Stede. Zykwam, des avonds, te Leiden, en den volgenden dag in den Flaage. Terwyl zy zig te Amfter- damophieldt, hadt zy zig, door den beroem- den Gerard Hondhorß, doen fchilderen, en't af beeldfel vereerd aan Burgemeefteren (ƒ>), die 't, naderhand,voor den fchoorfteen der Secretarye van het tegenwoordige Stadhuis, |
|||||||||||||||||
gonop te vatten tegen den Prinfe, als of 1638.
hy, door middel der Generaliteit, te veel Fr ■ .1 gezags zogt over de byzondere Provinciën. Henrik. En deeze argwaan fcheen meeft plaats te vinden, onder de Regenten van Amfterdam (r): op welken, zo men ftaat maaken moge, 'sPrinfën op het gene, desaangaande, in de Brieven misnoe- van den Franfchen AmbaiTadeur , Graave%en °P d'Eßrades, verhaald wordt, zyne Hoogheid, Amfter- ten deezen tyde, ook zeer misnoegd was.'t dam. Zal der moeite wel waardig zyn, hier uit- voeriglyk aan te tekenen, wat, desaangaande, in deeze Brieven, gelezen wordt. De Kardinaal de Richelieu, den twintig- Verhaal
ften April deezes jaars 1638, aan den Graave desaan- d'Eftrades fchryvende, bediende zig, onder Srande, anderen, van deeze woorden: „ Zeg aan "lt. de „ den Heere Prinfe van Oranje, dat my varnevden „ van Amfterdam berigt wordt, dat de Graave „ Spanjaards aldaar , door tuflchenkomft d'Eftra- „ van een' Koopman, Marcellus [Marcelis] des* „ genaamd, die Agent van den Koningvan „ Deenemarke is, driehonderd duizend „ ponden buskruids gekogt hebben , die „ naar Antwerpen gezonden moeten wor- „ den (V)." De Graaf d'Eftrades antwoordde den Kardinaal hierop, den negenentwintig- ften, in deezer voege: „ Ik heb den Heere „ Prinfe van Oranje gefproken van het be- „ rigt, welk men Uwe Eminentie, wegens „ dien Koopman Marcellus, gegeven hadt. „ Hy zeide my, dat hy 't reeds wift, en „ aan de Wethouderfchap van Amfterdam „ hadt gefchreeven, dat zy hem zou doen „ vafthouden, en te regt ftellen; waarop „ hy antwoord verwagtte. De gemelde „ Prins ontboodt my, den volgenden dag. „ Ik vond hem zeer gramftoorig. Hyfmeec „ den hoed op de tafel, en zeide my, dat ■„ de Wethouderfchap van Amfterdam een „ uit de haaren aan hem gezonden hadt, „ om hem te zeggen, dat zy, volgens zy- „ nen laft, Marcelias ontbooden hadt, om „ hem te ondervraagen aangaande zynen „ handel met de vyanden van den Staat, en „ zyn bevragten van fchepen, om buskruid „ te brengen naar Antwerpen; doch dat hy „ hierop geantwoord hadt, geene kennis w van deeze zaaleen te hebben; dat hy Re- ■n fident van den Koning van Deenemarke „ was, aangaande den Koophandel op de „ Ooftzee; wilde men dien af breeken, men „ hadt zig maar te verklaaren, en hyzou, „ terftond, naar den Koning, zynen mees- „ ter, keeren. Voorts, werdt hy onder- „ vraagd , aangaande zekere tienduizend „ Ryksdaalders,doorhem geleend aan ee- t, nen
fr) AITZEMA II. Deel, hl. 48S-4SO.
(,) Lettr. du Comoe d'£STRADES Tm. I. f, a«,
Aaaa
|
|||||||||||||||||
?"■
|
hebben doen plaatfen.
De zorg derRegeeringe van Amfterdam,
|
||||||||||||||||
J^agt tot voorftand van den Koophandel der in-
foef gezetenen, gaf haar, omtrent deezen tyd, ^'g. gelegenheid tot klagten over de Regeeringe van Dantzig, daar men den Hollandfchen, en onder deezen , den Amfterdamfchen Koopluiden , die zig aldaar hadden neder- gezet, zeer bepaalde in hunnen handel, die, door de burgers alleen, gedreeven werdt met de bovenlanders; by welke burgers, de Hollanders verpligt werden te koopen. Doch de klagten der Amfterdammeren von- den geheel geenen ingang (q). De Regeering van Dantzig hadtvafbgefteld, haare burgers De. boven vreemden te begunfligen. S?ttad Uit dezelfde zorg voor 't belang des |Hhj[ Koophandels, was ook het verfchil ontftaan, ül' de welk Holland, en Amfterdam in 't byzonder >iej>e. ten deezen tyde hadt, met de algemeene %-^~ Staaten. Men hadt, ter Generaliteit, in 't l*ïet. rvoorleeden jaar, bellooten, een vierde ge- 4tpS Veelte van de Convooijen en Licenten te \^- verpagten, in verwagting, dat'er dan beter ^ tl1 gepaft zou worden op het behoorlyk invor- Ciltent deren_ derzelven. Maar Amfterdam hadt zigftêrk gekant tegen deeze verpagting, en drie Raaden der Admiraliteit, die, in Juny des voorleeden jaars, tot het doen der ge- melde verpagtinge, herwaards gekomen.wa- ren, daarin geregtelyk belet, hen doende dagvaarden voor Schepenen der Stad. Hier- uit rees gefchil met de algemeene Staaten, die verftonden, dat de Raaden ter Admira- liteit aan niemant dan aan hun verantwoor- ding fchuldig waren. Maar de Staaten van Holland, waarby die van Zeeland zig, eer- lang, ook voegden , verdedigden die van Amfterdam. Alle de andere Provinciën vielen hun tegen. Men fprak,van 't gefchil l? willen verblyven aan Prinfe Fredrik Hen- tjk, die, 'kort te vooren, met den titel van \, Zyne Hoogheid, vereerd geworden was. Doch ^ arS- 1h ,^taaten van Holland toonden daartoe teS«ö °p A e genegenneid. Sommigen fchryven, dat men, in deeze Provincie, argwaan be- (Ji yO Zie c. EABLAUs Blyde Inkomft van Maria de Me-
s-Dapper hl. 25S-24S. aitzema lUUtel.tl, s+z-s-iS' t?J Aitzema II. Veel, hl. 537. *• STUK.
|
|||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
53Ö
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nen Koopman, 'Byland genaamd, die de Collegie ter Admiraliteit, waaronder de by- la-
vier fluiten, gelaaden met buskruid, mus- zondere Collegien flaan zouden, en dus nog aan s |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1638.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
55
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ketten en pieken, bevragt hadt. Hy be-
leedt, dat hy dit geld aan Byland geleend; doch niet wift, wat gebruik deeze 'er van gemaakt hadt. Men hadt, midlerwyl, ook Byland in hegtenis genomen, die, voor Burgemeefteren van Amflerdam ge- bragt zynde, ondervraagd was over den handel, dien hy met den vyand gehad |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
meer afhangen, dan zy reeds deeden, vari|
de algemeene Staaten en van zyne Hoog- heid. De Staaten van Holland vonden veel zwaarigheid in 's Prinfen voorflag, en Am- flerdam meer dan de meefle andere Leden. Dit gefchil komende by de voorigen, werdt ter algemeene Staatsvergaderinge, in de te- genwoordigheid van den Prinfe , op den |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
w
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hadt. Hy hadt geantwoord, dat de Burgers zesden Februar y des jaars i639,beflooten,
van Amflerdam vryheid hadden, om overal eene aanzienlyke bezending te doen naar te handelen; dat hy 'er honderd noemenkon, Amflerdam ; na 't overhaalen van welke die de Antwerpenaars bedienden; dat hy 't Stad, men ligtelyk kans meende te zien, om ook deedt; dat de Koophandel niet 'kon ge- de overige Leden van Holland, tot het ge- flremd worden, en dat hy hun wel betuigen voelen der meefle Provinciën, te beweegen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
J5
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wilde, dat, zo men om winfi te doen door
de hel vaaren moefl, hy'er 't zengen zyner zeilen aan waagen zou ?" Dat de Heeren van Amflerdam hem toen onfchuldig ge- oordeeld hadden, alzo hy maar bedienaar |
Tot deeze bezending werden benoemd de
Heeren Graaf van Kuilenburg , Noordwykt Terefiein, van der Kamer, Nobel, bosbergen, Tienhoven, Weede, Walta en Haarfolte uit de algemeene Staatsvergaderinge , en de |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3»
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
was, en niet gehandeld hadt, dan voor Heeren van Sommelsdyk, van Berchem en de
„ zyne meeflers , de Koopluiden van Ant- Thefaurier Generaal BraJJer, uit den Raad
„ werpen. Myn Heer de Prins van Oranje," van Staate. Zy hadden laft om „ Burgemees"
vervolgt d'Eflrades „ was zeer kwalykvol- „ teren en zes en dertig Raaden over tehaa-
j, daan over 't verhaal van deezen Afgevaar- „ len tot bewilliging in de nader orde op de
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
digde, en zondt hem zonder antwoord te
rug. Hy vaardigde, terflond,iemant af
aan den Admiraal Tromp, met laft om
de vier fluiten met buskruid en geweer in
Texel aan te houden, en niet dan op zyn
uitdrukkelyk bevel te ontdaan. Gy ziet,
zeide hy my toen, hoe veel gedulds men
hebben moet met deeze plompaarts van Koop-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zeezaakenvan den zesden Maart des jaars
„ 1636, met naame in het altoosaanblyvend „ Collegie ter Admiraliteit, zo als het, door „ zyne Hoogheid , voorgeflaagen was : |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
•»
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
,, voorts , in de opregtinge eener Kamer
|
i
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
j>
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ van * Verzekeringe; in 't verbod om fche-: -
„ pen aan den Koning van Spanje, of zynen^ „ aanhangeren te verhuuren, of te verkoo- „ pen; in de flraffe van zulken, die't reeds ,, gedaan hadden, of nog zouden doen: en „ eindelykook inde algemeeneVerpagting $ „ van 's Lands middelen te water." De af- ïPt gezonden Heeren kwamen, den agtflen Fe- z!yf j bruary, in de Stad. De Graaf van Kuilen- jJgjdS8 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
55
|
luiden. Ik heb gcene grooter vyanden dan de
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ Stad Amflerdam. Maar kryg ik Antwerpen
„ eens; ik zal haar wel zo zeer vernederen, dat 3, zy zig nimmermeer zal können opbeuren (£)." In hoe verre, op dit verhaal flaat te maa-
ken zy, blyve het oordeel des onzydigen Leezers aanbevolen. Zeker genoeg is 't, dat de vyand, uit deeze Landen, en ook uit Amflerdam, omtrent deezen tyd, van |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■P
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
burg , het hoofd der bezendinge, zondt,^
terftond, zynen Hofmeefler, Plettenberg, naar 't Stadhuis, om Burgemeefteren kennis |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
krygsbehoeften voorzien werdt («). Doch te geeven van de aankomfl der Afgevaar-
of zulks, door de Wethonderfchap ,ooglui- digden, en te verzoeken, dat haare Edele- kende werdt gedoogd, om dat zy bedugt Agtbaarheden de zes en dertig Raaden of was voor 't verlies des Koophandels, wan- Vroedfchap deezer Stad wilden vergaderen, neer Antwerpen, waarop Fredrik Henrik ten aan welken zy hunne Geloofsbrieven over- deezen tyde het oog hadt, gewonnen zou leveren , en hunnen laft openen zouden, zyn; 't welk men, door het voorzien deezer Doch zo alsPlettenbergopden Dam kwam» Stad, zou hebben willen voorkomen; zou traden Burgemeefteren , die thans waren ik, by gebrek van behoorlyke kennifïe, niet Abraham Boom, Jan Corneliszoon Geelvinck, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
durven verzekeren
't Gefchil met Amflerdam, over 't verpag-
ten van een vierde gedeelte van 's Lands middelen te water, was van gevolg. De Prins van Oranje hadt, onlangs, eenen voor- flag gedaan tot opregting van een opperfl (t) D'ESTRADES Tem. I. f. Ï7-*S>.
{«) Zit AlTZSMi II. Vttl, hl. SS6> W»
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gerbrand Claaszoon Pancras en Willem Bac-
ker, 't Stadhuis af. Hy deedt hun egter
zyne boodfchap; doch kreeg voor befcheid,
„ dat Burgemeefteren niet gewoon waren»
„ over diergelyk verzoek, op ftraat, ma^
„ op 't Stadhuis te raadpleegen, en dat zy>
„ des nademiddags ten drie uuren, wedef'
„ om vergaderen zouden." En alzo PleC'
ten-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De alge
ineene Staaten doen eene be- zending |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
XV. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
537
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
,1(^39- tenbcrg hierop vraagde, of de zes en dertig
Raaden dan ook zouden vergaderen ? werdt hem Neen geantwoord „ en dat die zo ras „ niet by eikanderen te krygen waren." Hy nam hiermede zyn affcheid. Doch Burge- meefleren traden, terflond, wederom in 't Stadhuis', en in hunne Kamer, en vonden geraaden, een Stads bode te zenden aan de Herberg der Afgevaardigden, met aan- bieding , dat zy by Burgemeefleren gehoor konden hebben , wanneer 't hun gelieven zou. Des nademiddags , verfcheenen de Heeren van der Kamer en Braffer voor Bur- gemeefleren, om 't reeds gedaane verzoek, tot het byeenroepen van de Vroedfchap, nader aan te dringen. Doch men antwoord |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
tuffchen, werden de Afgevaardigden, in.^9.
hunne Herberge, daar zy reeds, door Bur- gemeefleren , verwelkomd waren,op Stads koffen, onthaald. Ook lieten Burgemeefle- ren hun, na dat zy van 't Stadhuis gegaan waren, weeten, dat zy, in vollen getale 1 het middagmaal met hen zouden komen houden. Midlerwyl, hadden Burgemeefleren , op Burge^ dat zy niet zouden fchvnen, zig;eenigmeer meefte-
i • - ■£-* ^ ren ï?Ge der gezag aan te maatigen, dan hun, naarven rer
de orde der Regeeringe , toekwam, den den Raad
Raad byeengeroepen, dien zy voorhielden,kennis wat 'er, tuffchen de Afgevaardigden en hen,van- was voorgevallen, met by voeging, dat hun niet geraaden dagt, den Raad op de voor- gefielde punten te vergaderen; en verzoek, dat de Raad deszelfs oordeel over den voor- flag der Afgevaardigden, en hun antwoord daarop geliefde te verklaaren. En na eenig beraad, verflonden de Leden „ dat aanBur- Oordeel „ gemeefteren, als Hoofden van DENdes „ Raad, het beroepen van den R aad flondt; Raads# „ dat zy, hierom,wel gedaan hadden,dac „ zy 't verzoek der Afgevaardigden, zo ,, als het lag, van de hand geweezen had- „ den; dat het ook onfatfoenlyk, onbeboorlyk ,, en buyten ordre en ftyl van de Regeeringe „ was; en dac de Staten Generael en Raedt „ van Spatje niet gevoecht waren, om zulke „ bezendingen te doen aan byzondere Ste- „ den der Bondgenooten, om dezelven daar- „ door voor in te neemen, en te beweegen „ tot eane verklaaring op punten, die nog „ in Befchryving gebragt , en met haare „ Medeleden ter Vergaderinge van Holland „ overwoogen zouden moeten worden." Wyders, werden Burgemeefleren verzogt, ,, den gemelden Afgevaardigden, van dee- ,, zer Stede wege, aan te zeggen, dat zy ,, niet bevoegd waren, om, in diervoege als „ zy hier kwamen, in den Raad ontvangen „ te worden, veel min om voorflagen te doen „ aan een byzonder Lid der Vergaderinge „ van Holland, buiten kennis van de Staa- „ ten dier Provincie, die zelve Souverain, „ en met de algemeene Staaten alleenlyk in „ verbond was; doch zo zy, wegens deU- „ nie, iet hadden voor te fielten, datzy'c „ zelve doen moeflen aan de Vergadering „ der Staaten van Holland, of, in derzel- „ ver afwezendheid,aanderzelver Gecom- „ mitteerde Raaden, om van daar,_naar „ orde en oud gebruik, by uitfehryvinge, „ hier ter Stede, en in de andere Steden „ deezer Provincie gebragt te worden (V)." Burgemeefleren begaven zig» hierop, na Bmge-
't fcheiden van den Raad, in vollen getale, meefte- naar de Herberg der Afgevaardigdeo,swel ren w^r 1™ geren der
bezen- (v) Refo). Vioedfch. N. 17. 11 Fdr, l«3j. ƒ. 23« v«r/«. Aaaa 2
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
t^efte- de hun „ dat, naar de bekende orde op de
kenlllaa' „ Regeeringe deezer Stad, wanneer'er ee |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
N
|
arig. ■>■> nige bezending van buiten kwam , de
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
h
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
.om,) Geloofsbrieven werden overgeleverd aan,
£ ,bc- „ en het gehoor verleend voor Burgemees.- 8«ho'"se>j teren, en niet voor de Vroedfchap of * de' „ zes en dertig Raaden. Begeerden hunne |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
He
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
,, Edele Mogendheden dan gehoor vanBur-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
fcl^" „ gemeefteren; 't werdt hun toegeftaan. "
'oe' j Wyders , vraagden Burgemeefleren ook , |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
ft;
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
:*4u. „ wat zaaken de Heeren Gemagtigdenzou-
„ den gelieven voor te Hellen?" Doch ue twee Heeren antwoordden „ dat hunne Ge- „ loofsbrieven hielden aan Burgemeefleren i „ en Raad; en dat zy geenen laft hadden, j, om eenige opening te doen dan in den „ Raad of Vroedfchap." Hiermede ver- trokken zynde, vonden de Afgevaardigden geraaden, naar den Haage te fchryven om jj naderen laft, na 't ontvangen van welken, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
y zig , den twaalfden, gezamenlyk ver-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
£- voegden by Burgemeefleren, na dat zyzig,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
^n. " 's daags te vooren , hadden aangegeven, Hier
K%e- leverden zy hunne Geloofsbrieven over, en tj^e- verklaarden wyders „ dat de punten, die „ zy den Raad hadden voor te draagen, „ meefl betroffen de zaaken van de zee, „ naamelyk x. om in den Haage op te reg- „ ten een altoos aanblyvend Collegie , om „ het opper opzigt te hebben overdeKufl- „ fchepen. 2. Om het geheele middel der „ Convooijen en Licenten, over 't gantfche * j, Land, te verpagten. 3. Om eeneMaat- s£u' „ fchappy van * Verzekering op te regten, ), volgens de bekende Ontwerpen, en 4. s, Om den Raad van Staate regtfpraak toe j, te flaan, over de eigenaars der fchepen, j, die aan Spanje verkogt of verhuurd, en j, in de Middellandfche zee gebruikt wer- » den: op welke punten, zy verzogtendat 5> de Raad mögt vergaderd worden." Doch ■"ürgemeefleren gaven alleenlyk voor be- scheid „ dat zy den Heeren behcorlyk ant- » woord zouden laaten toekomen," Or.der- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
\
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
53§
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ te zyn eene ongehoorde nieuwigheid, daar j($3?«
„ nogtans bleek, dat 'er, den zeftienden „ April des jaars 1592, eene diergelyke be- „ zending uit het midden der Vergaderinge „ van hunne Hoog-Mogendheden aanMid- „ delburg in Zeeland gefchied was^datzy, ,, wyders,'t gefchrift, hun overgegeven, „ ah een befmettelyk papier, in eene open- „ baare herberg , hadden laaten leggen , j, zonder het'te willen behouden, veel min „ den Raad mededeelen; dat, zo Amfter- „ dam,in'tjaar 1610, zo wel bevoegd ge- „ weeft was , tot het doen der bezendinge „ naar Utrecht, als hunne Hoog-Mogend- „ heden, zyne Hoogheid en de Raad van „ Staate waren , tot het doen der tegen- „ woordige bezendinge, men toen op de „ onderneeming dier Stad zo veel niet te „ zeggen gehad zou hebben." 't Voorftel werdt beflooten , met eene verklaaring, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ken zy mondeling vertoonden „ dat hun het
„ begeerde gehoor by Burgemeefteren en „ Raaden niet kon worden toegeftaan." Zy voegden 'er by „ dat de punten van hun- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IÖ39-
dinge gehoor in de Vroed- fchap. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»
|
nen laft niet eenig byzonder Lid of Stad,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
maar de Provinciën in 't gemeen betrof-
fen; dat de Unie van Utrecht niet was een Verbond tuflchen de Generaliteit en ieder Lid of Stad van elke Provincie ; maar tuflchen de Provinciën onderling; |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en
|
dat men Amfterdam, of den ande-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5)
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ren Steden zo veel eers niet geeven kon,
zonder de hoogheid van Holland te kwet- fen. Ook willen zy geen voorbeeld, dat eene byzondere Stad ooit door de Gene- raliteit bezonden geweeft was. De pun- ten, die men wilde voorftellen, betroffen de Staaten der Provincie, in welker Ver- gadering , die den twee entwintigften zou aanvangen, men dezelven, zomen 't goed- vondt, zou können brengen. Doch zy kon- den den Heeren verzekeren, dat op alle de punten van hunnen laft, of by Holland reeds beflooten was, of punten van be- fchryvinge gemaakt waren." Zy verzog- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ji
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
si
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
)5
|
dat hunne Hoog - Mogendheden s zyne
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoogheid en de Raad van Staate 't ge-
beurde te Amfterdam nogtans niet geden- ken wilden, en alleenlyk baden, dat hunne Edele Mogendheden, op de vier voorge- flaagen punten, een fpoedig, eenpaarig en heilzaam befluït wilden neemen." Van wege de Vergadering van Holland, Barg6" |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
f>
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ten,
|
ten befluite „ dat men hun niets wilde
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
s, vergen, welk ftrydig was met de Hoog-
„ heid van Holland, of met de loffelyke „ Gewoonten der Stad:" en beloofden ge- williglyk „ té zullen letten, naar behooren, „ op de goede redenen, welken, in het Ge- „ fchrift, hun door de Heeren Afgevaardig- j, den ter hand gefteld, vervat waren; waar- „ na zy de ftem der Stad over 't gene ter „ Vergaderinge van Holland zou worden „ voorgefteld, ten zynen tyde, in die Ver- „ gadering zouden doen inbrengen." De Afgevaardigden, dit antwoord ontvan-
gen hebbende, bleeven nog in de Stad tot den vyftienden,waarfchynlyk om nog eens befcheid te können hebben uit den Haage; en keerden toen derwaards, zonder eenige nadere onderhandeling gehad te hebben met Burgemeefteren. 't Liep aan tot den zesen- twintigften, eer de voorflag, dien men te Amfterdam dagt te doen, met de vereifch- ■ te veranderingen, ter Vergaderinge van Hol- land , gedaan werdt. De Afgevaardigden verzuimden niet, by deeze gelegenheid,te klaagen „ dat Burgemeefteren van Am- „ fterdam bevolen hadden, de Schepen, „ te Heilevoetfluis leggende, niet uitterus- „ ten, ten ware men laft hadt, omze naar ., Texel te brengen , onaangezien hunne s, ■ Hoog-Mogendheden, by herhaalinge en „ ernftelyk, het tegendeel belaft hadden: „ dat dezelfde Burgemeefteren hun, zelfs „ ter begeerte van hunne Hoog-Mogend- „ heden, geen gehoor hadden willen toe- j, liaan in de Vroedfchap, zeggende zulks |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
werdt geantwoord, dat men op het voorge- mee^
at
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ft
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
naame Amfterdam, verzogten affchriftenX'/
van 't Vertoog, en Burgemeefteren deeier Stad deeden, den agtften Maart, een ant- woord op het zelve inleveren ter Vergade- ringe van Holland: waarin zy, vooraf, om- ftandiglyk verhaald hebbende, wat tuflchen deAfgevaardigden en hen voorgevallen was, vervolgens, aanweezen „ dat zy, in hun ,, bevel omtrent de Kuftfchepen tè Helle- „ voetfluis, hadden gehandeld, overeenkom- „ ftig met de Refolutien der Heeren Staa- „ ten van Holland, die begeerd hadden, „ dat gemelde fchepen zouden inkomen en „ uitgeruft worden , daar zy uitgevaaren „ waren, en niet juift in het Goereefche „ gat; dat het geval van Middelburg vyftig „ jaaren geleeden, en van eene geheel an- „ dere natuur was, gelyk met de Refolutie „ der Generaliteit zelve beweezen werdt; „ dat zy, in 't jaar 1610, op verzoek van „ die van Utrecht zelve, Afgevaardigden „ derwaards gefchikt hadden, om als mid- „ delaars te dienen , tuflchen die Stad, „ welke toen met de wapenen van den Staat ,, gedreigd werdt (w), ter een er, en de alge- „ meene Staaten enPrinfe Maurits, ter ande- „ rer zyde; en dat zy niets hadden gedaan, „ 't welk eenige opfpraak verdiende. Dat (»>) Zit Vadetl. Hift. X- D"', H. ij.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De be-
zending klaagt over Burge- meeftc- ren van Amiler- dam, ter Verga- deringe van Hol' land. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XV.Boek. GESCHIEDENISSEN. 53p
*%. >, jy,wyders beoogd hadden, het gefchrift, fe voor de eerfte, en met zeshonderd ^ ,
" i d00\d\A^^ë<ien,mfem dens en lyflhaffe voor de ttelreife l6S9' „ openbaare herberg ter hand gefield, te geboet worden, en de overtreed^ na ver' „ behouden; doch dat deezen daarop ut- loop van jaar en d™ nnaftriffW Ze „ drukkelyk antwoord van wege den Raad Het RaXS defzer I d^as zoï °°- n begeerd hadden; 't welk zy niet hadden vallig geword n dat Svraedfchw hT'*^ „ können toezeggen. Dat zy, bemerkende aanvang V^T LSÏ V.roedl<:ü;P'In de" «adplee. dar dp Afo-^r^iVrlpn 7;;T1n "™*™a? aanvang deczes jaars, eemgen uit haar mag- gmsen
„ dat de Afgevaardigden zig naar de eene tigden, om ontwerpen tot het flirten van om ee» „ zyde van de kamer begaven zo 't fcheen, een nieuw Stadhuis te onderzoeken Cdlar ST • „ om te raadpleegen 't papier met veel van, in tyd en wyle, verftV?^doenaandenÄ' „ eerbied voor hun hadden nedergelegd, Raad (tf Doch kar verleen ZeeniS^ „ en zig, om hun meer vryheid te laaten, jaaren eer 't werk begonnen werdt S „ begeven naar een ander vertrek daar de ^Nagtstuffchenden zesden In zevenden* „ Afgevaardigden, naderhand, byhenkwa- January des jaars 1640, omiZt hTtlr T' „ men, zonder t papier mede te brengen , Stede /zulk een vreeffetyteten^d dS" ^ , gelyk zy verwagt hadden.'' Jiindelyk, de meefle huizen flonden te fchS Heï klaagden Bnrgemeefleren, op hunne beurt, looden bekïeedfel welk dio-r ™,TS a over twee tut de Gecommitteerde Raaden Koorenmarkt iaftgJpTke s Aïn van Holland die, gewoon ter algemeene den eenen hoek losrukten 7ehieZt™A
Staatsvergaderinge te verfchynen, zig ne- opgerold. De weerhaan ei"SnfmM van vens de andere Afgevaardigden , hadden den Reguliers-tooren flortten m'twit 2 doen magtigen, tot de bezending naar Am- de fpits van den tooren der Nieuwe zvd? fterdam;daar zy ,by wel beëedigdelnfW Kapelle viel in 't dak. De daken van veele tie, gelaft waren deRefolutien der Staaten huizen werden zwaarlyk befchadij enee- van Holland te handhaaven: 't welk men te nige gevels om verrP Jen&ïT« S 'm Vn fterdamfteeken. Ook werdt er by Hol- de aardbeevingen doorgaands byftil weder A au *
land, niet naar genoegen der meefle Pro- voorvallen. Enby zulk weder, gevoeldlmenv^ ^ yincien beflooten op de punten om welken 'er eene, hier te Lande, op den vyfentwte de bezending was aangelegd FrednkHen- ftenMaartdeezes zelfdenjaars'deTiSS nk, ziende datzybyverfcheiden'Steden, ten half drie uuren. Zy duu de, te AmS en vooral by Amflerdam (»), niet door dam.naauwlyks een minuut.Dieffienen had wilden, dreefze niet flerk, fchoon 't,fchryft den 'er geene gewaarword ng va Se wak AiTZEMA^aangeeneoorblaazersont- ker wartn , hSorden trappefi?be^fteden brak die, om hun byzonder belang, 't gezag kaffen en wanden kraaken, en zagen't han! der algemeene Staaten, en dat van zyne gend huisraad beweegen. Ook vie'en hier Hoogheid zogten te vermeerderen. Nogtans, en daar, eenige glazen ruiten uit het lood meent hy, dat deeze twifl met Amflerdam Voor 't overige , was men vry met den kwaad bloed gezet heeft, waarvan men, fchrik rc) \ werdgteSren kater' ^ Ukwerkfels Sewaar Sedert 'het droogmaaken van de Diemer. Schfc
J^te t^J" v a 1 , meer, begonden zig aldaar veele Im'dpn kim? nn fc£ Kor nat afloopen deezerhandelingen, met der woon, neder te zetten: ook kwam ^s".
|%e kwam er, denzefhendenApril, hier ter Ste- aldaar, dagelyks, veel toevloed van artfe? °2feni"S S t tl' "f"' ,erpe vT mC^egei] erëerlyke ders en anderen, onder welke mengte niet rT de S Sd^Rete S MSS^off! ^*' F****", «*róAJ3 ^ *
W;J" hr K-egeering, m 1 öemeen,_ot m t vielen, die geregtelyk behoorden belet te f"? feendrhèdeen UJÄ^Ä of "**& ^ *T ^^ °™ de ^
S ^°Send,heden- We.™e"> drukJcen of was zelfs nog onbepaald, hebbende de gron-
V l^fofn van zulke fchnften zou met den derzelve, eertyds, behoord ondl de
driehonderdguldensengoeddunkelykeflraf- Ambagtsheerlykheden van AmflervSn ,
ie Diemen en Ouderkerk, de grenzen van wel-
j (*•) Refoi. vroedfch. N. is. 26 jimyti7 juiy,3ioäob. ken nog niet waren geregeld. Tot voorko-
'Ty){{:Vccf°U\\oz!0'^' minS der ongemakken, die uit het een en
(^j n'. nee', b'i. jo7,593. bet ander te dugten waren, vondt de Graaf-
|
||||||||||
(0 Refoi. Vroedfch. N. 17. 2 Maart i639- f- ,a) H.ndv tl m ]?k'
|
||||||||||
aHv
|
aar c,e ftukken egter zeer gebxekkelyk gedrukt (O domselaak vi. *«»«<'? *'• «4, commeIin 4'
|
|||||||||
II«*'
Aaaa 3
|
||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||
54°
|
|||||||||||||||||||
ait de Stad naar buiten getrokken werdt (0- i^°'
De Koophandel, met naame de Amtier-Ee"^^ mfche, leedt, ten.deezen tyde, zo veeli1,0^. |
|||||||||||||||||||
1640. lykheids - Rekenkamer geraaden , op den
tienden May deezes jaars, den tegenwoor- digen Baljuw van Amftelland,. Piet er Bou- devoynsz van Lokhorfl , te magtigen, om , nevens de Heemraaden der Diemermeer, alle hooge en laage Jurisdiftie aldaar waar teneemen, met dien verftande nogtans, dat, na zyn overlyden of afftand, 't Baljuwfchap der Diemermeer aan den Dykgraaf dier Meer zou opgedraagen worden (d). Trekweg Men vondt zo veel gemakt by de Vaar- en Vaa]tten en Xrekwegen, die, federt eenige jaa- gemaakt ïén^& Amfterdam, naar eenigendernaas- fterdam" te Steden, gemaakt waren, dat de Regee- op Mui- ring deezer*Stad,al federt eenigentyd,met den en fce van Naarden en Muiden, in onderhan- dden-deling geweeft was, om eene bekwaame Vaart, Trekpad en Wagenweg temaaken, van hier naar Muiden, en voorts naar Naar- den. Eindelyk, werdt men 't eens (e), en verwierf 'er Oclroi toe van 's Lands Staa- ten , welk, den vyfentwintigften Oftober dee- zes jaars, gedagtekend was (ƒ). De weg be- gon , van de Stad, langs den Amftel en Ring- floot der Diemermeer, tot aan het Diemer- bru^getje, van waar dezelve nevens de Vaart voortliep tot aan Muiden, door welke Ste- de, men in eene andere fchuitoverging, en, langs eene andere vaart en weg, te Naar- den kwam. In 't volgende jaar, werdt dit Octroi verbreed met een ander, waarby den drie Steden gegund werdt, de Landen, die zy tot de vaart en weg zouden behoeven, te mogen overneemen by waardeeringe van Gemagtïgden der Staaten, zonder in Dyks- laften gehouden te zyn, mids de waardee- ring der Landen , naar gelang , zo veel hooger gefchiedde (g). By het eerfte Oc- troi,was reeds bepaald, dat de weg alleen voor den reizenden man moeft dienen, en niet tot het vervoeren van koopmanfchap- pen bekwaam gemaakt worden. Streng Het timmeren buiten de Stad,in deVry- verboJ heid, fchoon by herhaalde Keuren verboo- ™n 'c den, ging thans zo fterk voort, dat het Ge- timrae- regt geraaden vondt, het gedaan verbod, ien, den vyftienden September van dit, en den tienden May van het volgende jaar,ernfte- lyk, te vernieuwen, met bedreiging, dat men de nieuwe timmeraadjen, zonder oogluiking pf verdrag, zou doen {legten (A). Onder- tuffchen, werdt beflooten , het timmeren van koehuizen binnen de vryhc'd toe te itaan, alzo, door dezelven, geene neering (d) Handv. II. ?43- ['«<>.]
(e) Refol. Vroedfch. N. t7. 11 Juny 1639. ƒ. zjo. Ar. ig.
■2.Ï Mug. 1Ä40. ƒ. 3S verf«. (f) Handy, hl. 430. [119.]
(g) Handv. bl. 431. [120.]
(),) R-eCoI. Vroedfch. N. ig. 3 Sept. U40. ƒ. 40. Haildr.
il. lac?, loc?. [603, S03.] |
|||||||||||||||||||
da <^^—^^^-—»
van de Duinkerkers, dat honderd negen enjjérdat»
vyftig van de voornaamfte Koopluiden dee- fcbe .
zer Stad zig, in January des jaars 164 t ,Ko°Pc'r. vervoegden, met een verzoekfchrift, aan de <le° algemeene Staaten, fmeekende om kragti-^ b'-- ger befcherming der fcheepvaart, en byzon- {$&' derlyk, dat den Luitenant-Admiraal Maar- m^ „? tenHarpertszoon Tromp gelaft mögt worden,Sc!;e^ de haven van Duinkerken, gelyk voorheen^ffal- wel gefchied was, met een bekwaam aan- tal van Oorlogsfchepen, te bezetten. En die verzoek hadt zo veel klem, dat Tromp be- vel kreeg om, na't overvoeren vanden jon- gen Prinfe Willem naar Engeland, op vier ryke Weftindifchvaarders te kruiflen. Ook werdt den Duinkerkeren eenige afbreuk gedaan (£). Nogtans vind ik niet, dat de haven van Duinkerken bezet werdt, gelyk de Koopluiden verzogt hadden. Het Collegie ter Admiraliteit teAmfter- DeAf^
dam gaf, omtrent deezen tyd, zo dikwils mir3'^ verlof tot den uitvoer van wapenen en krygs- Jf $& behoeften, dat zulks den anderen Provin- f^t't cien in 't oog liep. Ook verftondt men , ver^! in den Haage, dat het verleenen van zulkove* verlof behoorde tot de Vergadering der al-vc' <$ gemeene Staaten, die, zo men oordeelde,^of beft kon weeten, of zulk een uitvoer ge- tot ^ fchieden kon, zonder benadeeling van'sLands uitv^„ Magazynen. Maar de Admiraliteit meende,renj? dat hier ter Stede het grootfteMagazyn was Ss** van 's Lands Krygs behoeft en, en dat men, ' nergens beter dan hier, weeten kon, of'er genoegzaame voorraad vanKrygsbehoeften in 't Land ware. Ook oordeelde zy, dat de onkoften op het verzoeken en verkrygen van verlof tot uitvoer, wanneer 't in den Haage zou moeten gefchieden, zo hoog zou- den loopen , dat de Koopluiden liever te Hamburg, of in andere Oofterfche Steden, verlof tot uitvoer van Oorlogsgereedfchap zouden zoeken te verkrygen, dan hier te Lande; 't welk tot verfperring van den Han- del gelegenheid geeven zou. Da raadplee- gingen, die, over dit ftuk, in September, in den Haage gehouden werden (I), maak- ten geene verandering in de gewoonte der Admiraliteit te Amllerdam. De zaaken bleeven aldaar voortgaan op den voorig01 voet. (f Muflapba Jga, Afgezant van de Otto-E<J <)«'
rftannifche Porte, was, in 't begin deezes t0^\\ |
|||||||||||||||||||
jaars.
|
in den Haage aangekomen, met laft [iiSt[
|
||||||||||||||||||
om '
|
|||||||||||||||||||
(i) Refol. Vroedfch. N. is.u Maart 1541./ 71 vixf''
(kj) AlTZT.MA "• Deel, bl. 750 enz., (1) AITÏEMA II. Deel, il. 787. |
|||||||||||||||||||
XV. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5-41
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vHi. om de onderlinge vriendfchap met den Staat en twintig duizend guldens, te vereeren, ter r<*n
Ms, aan te kvveeken , en het afvaardigen-van befcheidenheid van BurgemeefterenfjO-'Op Oj/j;^! eenen nieuwen Ambaffadeur aan de Porte den twintigften May, kwam het Vorftelyk 'en £f" te verzoeken. Hy werdt , op koften van gezelfchap herwaards, en werdt, op de ui- den Staat, onthaald: doch alzo het Huis, terfte grenzen der Stads Vryheid, buiten |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
h St
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
waar hy zyn verblyf hieldt, voor den Am- de Haarlemmer-Poorte , ontmoet, door Dirk
baffadeur van Portugal gefchikt was, liet Tholinx, Prefident-Schepen en Raad, aan't
hy zig beweegen, om teAmfterdam te ver- hoofd eener treffelyke ruiterbende. Binnen
toeven, tot dat het fchip gereed zyn zou, de poort, werdt het gezelfchap, en deKo-
welk hem naar zyn Hof te rug zou voeren, ningin in 't byzonder, begroet door denPenj
Hy kwam dan in deeze Stad, daar men fionaris, Cornelis Boom. De foldaaten en
hem eene herberg bereid hadt, en alwaar fchutters waren allen in de wapenen, en in
hy, nog eenigen tyd, op koften der alge- orde gefchaard. Langs den weg, dien de
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
.;a-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ftoet door moeft, om op 't Prinfenhof te
komen, waren vier zeegeboogen opgeregt, eene op den Dam, aan den kant van 't Dain- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
meene Staaten, onthaald werdt (m).
Op verzoek van Joan Chrifliaan, Hertog
van Steeswyk - Holfiein , befloot de Vroed- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lefte,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'laan,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
v,iStaj'fchaP van Amfterdam,in July deezesjaars, rak, eene voor aan in de Beursftraat,eene
ji65e, sdat Burgemeefteren, van Stads wege, Pe- op den Middeldam, en eene voor de oude o^s ters en Getuigen zouden zyn over den doop Doeleftraat. Onder deeze zeegeboogen,ge- \L^ van deszelfs jonggebooren Zoon, wien een fchiedden, na 't opfchuiven der gordynen, &jL rentebrief van driehonderd guldens's jaars, de pragtigfte vertooningen , meeft flaande \ ° in een koffertje van zeshonderd guldens, op 't Huwelyk van den jongen Prinfe en de tot eene pillegaave werdt toegelegd. Men Engelfche Kroonprinfeffe. In de eerfte boog, vondt goed, daarenboven, driehonderd gul- zag men de bruiloft van Thetis en Peleus, dens, of wat meerder of minder te vereeren op welke, al de Goden en Godinnen ver- in de Kraamkamer («). gaderd waren: en de boog was van boven De jonge Prins van Oranje was, vroeg in behangen met eene dubbele fefton van O- 't voorjaar, naar Engeland vertrokken, tot ranje-appelen, doorvlogten met roode en voltrekking van zyn huwelyk met de Prin- witte roozen. Tuffchen de zuilen, hingen felfe Maria, Dogter van Karel den L, Ko- de wapens der veroverde Steden in Ooft- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tc,r'k ningvanGroot-Britanje. Het vorftelyk paar, en Weftindie aan eenen fnoer van Oranje-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
W>
|
en de Koninginne zelve kwamen,in deLen- zyde. 't Gebouw der tweede booge was,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
f'\^ te des jaars 1642 , in Holland: en toonden tuffchen de zuilen, behangen met roode en
witte roozen, hier en daar met gouden le-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
p
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
liën doorwrogt. Op den top ftondt de Kei-
den zou , met hun bezoek te vereeren. De zerlyke Adelaar. De vertooning was, het |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i^tedg1'Regeering kreeg, bytyds, kennisvan dit
■-&- ' voorn eemen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Verbond tuffchen Keizer Adolf van Naffau
en Eduard den II., Koning van Engeland, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Frankryk was hier, in 't jaar iÖ38,zoprag- welk, in 't jaar 1292, geflooten werdt. Da
tig ingehaald, dat men vooral niet minder derde boog, die op den Middeldam ftondt, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
meende te moeten doen, by deeze gelegen- overtrof de anderen verre in grootte en pragt,
heid. Op den veertienden May, werdtaf- en pronkte met eenigeLatynfcheenNeder- gekondigd, dat de fchutters, tegen den ne- duitfche verzen. Op den top ftondt het gentienden des avonds, in de Stad en by wapen van Groot-Britanje, welk tot boven der hand moeften zyn, op eene boete van de huizen uitftak, tuffchen de wapens van Vyf en twintig guldens. De jonge Ruitery Gelderland en Naffau. De vertooning was het werdt ook gewaarfchuwd; doch niemant, Huwelyk van Reinoud van Naffau, eerften zelfs niet het fcheepsvolk op ftroom, mögt Hertog van Gelder, met de Prinfeffe Eleo- fchieten, zonder daartoe bevel te hebben noor , Dogter van Eduard den III., Ko- van hooger hand (0). De Vroedfchap, jn ning van Engeland. Tuffchen de zuilen, aanmerking neemende, dat men derKonin- ftonden Mars en Pallas, voerende de wa- ê'nne-Moeder van Frankryk , voorheen, pens der Steden en fchanfen, door Fredrifc ^enige vereering gedaan hadt, befloot ook Henrik, op den Spanjaard veroverd. De 5<e Koninginne van Groot - Brit anje en de vierde zeegeboog droeg ook een reeks van vinfeffe haare Dogter, met twee en twin- wapenfchilden der veroverde plaatfen in t!g duizend , drie en twintig duizend, of vier Ooft- en Weftindie. Op den top ftondt een leevendman, Herkules verbeeldende, die
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[*)Aitzf.M/V II. Deel, hl. 774, 77J.
Y> B-efol, Vroedfch. N. is. 22. Jalj 1S41. ƒ,
'•"J Kemb. L. ƒ. 173 verfo.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
$3 verft»
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Q) Refol. Vioedfch. X, »*• '7 M*y »«♦*. ƒ. 117 wrf«,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel-
|
||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||
S4*
|
||||||||||
geene gezindheid toe, waarom 'er, van we* io42'
ge Amfterdam, ook zwaarigheid in gemaakt werdt (Y). m . drifc In deezen jaare, zat, hier ter Stede, ie'rjenrik
mant gevangen,die ftempelsgemaakthadt,verieent waarmede, met zyne kennis, valfche dub-aan $t, bele fluivers gemunt waren. Hy liep gevaargeVajjfer van den hals. Doch Prins Fredrik Henrikne^tBds verleende hem, op zyn verzoek, vergiffenis \ets^li' van de verdiende ftraffe des doods, op dennjs. zeftienden December (?)■ In 't volgende jó43' jaar 1643 ■> fchonk hy vergiffenis van alle ftraffe en boete aan eenen ongelukkigen doodflaager, die hier ter Stede in hegtenis zat: en in 't jaar 1645, bediende hy zig nog eens van deeze zyne magt, in een diergelyk geval O). ' dj9 Op den eerflen dag van de vaflen des Bf^0a-
jaars 1643 (v), die toen viel op den agttien-^,,,. .} den February, ontflondt 'er, op 't midden\^. van den dag,brand in 'tVrouwen-Tugthuisofs? of Spinhuis, eertyds, het S. Urfulen-Kloos-b11'5' ter, welk byna geheellyk verteerd werdt. Men weet dit ongeluk aan de onagtzaam- heid eeniger tugtelingen; hoewel fommigen dagten, dat eenigen haarer den brand, voor- bedagtelyk, gefligt hadden, om, onderde verwarring, die dezelve veroorzaaken moeft, gelegenheid te vinden om te ontfnappen: 't welk egter niet gelukte. De tugtelingen wer- den, wel digt aan eikanderen gekoppeld, naar 't Rasphuis overgebragt, daar zy be- waard werden, tot dat het Spinhuis weder- om opgebouwd was (iu). j> Ten deezen tyde, werdt, in den Haage, AO'
gehandeld over de verlenging van 't06troidJtf der Ooflindifche Maatfchappye : 't welk*j6A merkelyke zwaarigheid ontmoette by eenigegeW Leden, die gaarne gezien zouden hebben,iP<$f dat de Weflindifche Maatfchappy, wie 't, fj$ federt twee jaaren, geweldiglyk tegenliep $é' in Brazil (#), met de Ooflindifche vereenigd feb* geworden was. Doch de Stad Amfterdam pi'6' verklaarde zig ernflelyk tegen deeze veree- niging. Zy verflondt „ dat de aandeelen in „ de Ooflindifche Maatfchappye niet an- „ ders waren aan te merken, dan als goe- „ deren van byzondere perfoonen, die, bui- „ ten bewilliging der eigenaaren, niet met „ de goederen van anderen vermengd, oï „ vereenigd mogten worden; dat ook, noch „ de Leden van Holland, noch iemant an- „ ders, tot het maaken van zulk eene ver- „ eeni-
(s) Refol. Vroedfch. N. 18. * D'c- T<HJ- /■ l+7 vcrf"
(t) Groot-Mcmor. N. UI. ƒ• «S verfi. (k) Groot-Memor. N. III. ƒ. 230, i+5- (v) FOKKENS hl. 282. '
(*>) Dapper, bl. 418. Domsëlaar VI. Boel^, bl. 4l!'
COMMF.LIN , bl. I1«S.
(*; Vadetl. Hift. XI. Deel, hl. 571.
|
||||||||||
1642. den aardkloot torfle. Hiermede werdt op
de dapperheid van Fredrik Henrik gezin- fpeeld. Japetus en Atlas, Willem den I. en Maurits verbeeldende, lagen aan zyne zyde, en befchouwden hem met verwon- dering. Van binnen, zag men, na 't op- fchuiven der gordynen, een tempel, waar- in het Huwelyk van Jakob den IL, Ko- ning van Schotland, en Maria vanEgmond, »it Reinoud, Hertog van Gelder, voort- gefprooten , voltrokken werdt. Het Vor- ftelyk gezelfchap, alles bezigtigd hebben- de , werdt, aan 't Prinfenhof, door den Penfionaris Willem Boreel, uit naam van Burgemeefleren, begroet. Den volgenden dag , werden de Perfoonaadjen , in ver- fcheiden' weluitgeflreeken floepen, door de Stad geroeid , onder 't geleide van Bur- gemeefteren, die hun de Godshuizen en an- dere voornaame gebouwen vertoonden. In 't Oude-Mannen-huis, deedt PrinsFredrik Hen- rik een gefchenkvan drie guldens aan ieder der oude luiden, die toen ruim tweehonderd fterk waren. Voorts, voer men, eene poos, langs 't Y, daar wakker gevlagd en gevuurd werdt van de fchepen. De ver'tooningen van 's daags te vooren werden , op ver- zoek van zyne Hoogheid, nog eens her- haald: ten welken einde, Burgemeefleren eene groote flellaadje op den Dam hadden doen opflaan, en met blaauw Laken be- kleeden ; waarop het Vorftelyk gezelfchap geplaatfl werdt. Doch de watervertoonin- gen, die op den Amftel gefchiedden, vie- len ongelukkiglyk uit. Des Vrydags, den twee en twintigflen May, reedt het door- lugtig gezelfchap de Reguliers-Poort uit, naar den Haage te rug, op gelyke wyze als het ingekomen was. De Amfterveenfche weg was, om 't ftuiven te voorkomen, op bevel van Burgemeefleren , door de Huis- luiden, begooten. Schepen Tholinx, die wederom, aan 't hoofd der jonge Ruiter- bende, honderd en vyftig paarden fterk, vooruit gereeden was, plaatfle zig, met zyne manfchap, in flagorde, op een kamp lands voorby den Overtoom, alwaar hy van de doorlugtige Perfoonaadjen affcheid nam (q). De Digter Joost van den Vondel maakte een treffelyk gedigt op de inhaalin- ge der Koninginne van Engeland hier ter Stede (r) Zy vertoefde, tot op 't einde des jaars, in Holland. Men nam toen, ter Vergaderinge der Staaten,in overweeging, om haar eenige begiftiging te doen. Amfter- dam zou hiertoe ligtelyk gekomen zyn. Doch de overige Leden der Provincie toonden 'er (9) AlTZEMA II. Deel, bl. 8IS , 817.DAJPEB, tl, iii-H%.
.■(r) Zie %.ynt foczy I, Dcil, it. 171. |
||||||||||
XV. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSE N.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
.543
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
%.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eeniging bevoegd waren; zelfs mogten,
haars oordeels, noch de Bewindhebbers der byzondere Kameren, noch de Verga- dering van Zeventienen, op zulk een' voor- flag, in eenige onderhandeling treeden, al- zo hun pligt was, de goederen der Maat- fchappye te beflieren, volgens het Oclroi. Ook was 't, meende zy, van gevaarlyk uitzigt, dat men zo ligtelyk komen zou tot |
hy zig de kennis over deeze misdryven aan, rf,*
die, van ouds, ook volgens uicdrukkelyke Graaflyke Privilegien en het beftendig ge- bruik, tot de Schouten en Geregten van veele byzondere Dorpen plagt te behooren. De Stad Amfterdam, als Ambagtsheer van Slooten, Slooterdyk en Osdorp, nam deel in 't geding tegen den Baljuw (d). Doch ik vind niet aangetekend, hoe het zelve af- liep. De Hefïifche manfchap, die thans, zo 't De Am-
heette, tot onderfteuning van Frankryk en fterdam- de Staaten, de wapenen voerde inDuitfch-khe land, en, voor een gedeelte,aan denRyn-^0"^,, kant lag, vorderde zwaare tollen van dejdaagen goederen, die> te water en te lande, den over 't Ryn langs gevoerd werden. De Amiterdam-^h°°;; |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
;>
|
vermenging en vereeniging der goederen
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van byzondere Perfoonen, wanneer men
daarin maar eenig nut vondt voor den |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3)
|
Staat, naardien men zig, naderhand, van
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
deeze zelfde reden,ook in andere geval-
len , zou können bedienen (y)." Onder- tuflchen, kon men geene vernieuwing van't Octroi der Ooitindifche Maatfchappye ver- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
werven, voor zeker getal van jaaren. Men fche Houtkoopers , die hierdoor zeer ge-fo^"«
drukt werden, klaagden 'er over, in dend^Ryn.
aanvang deezes jaars. Men fchreef aan de Landgraavinne van Heffen ; doch 't was vrugteloos (e), en deeze lait duurde , ge- noegzaam zo lang, als de oorlog. Ter Vergaderinge van Holland, werdt,Reduiten
door eenige Leden, nog al, van tyd tot tyd, dsr gedrongen op het vernieuwen en verbreeden Vroed- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'*6
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
H.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fterdam toonde~zig hiertoe^ongezind, en^f^^"
hadt, reeds in 't jaar 164 r, veritaan, dat ten ovèt men het, ten opzigte der geeftelyke Zulte-den aan- ren, Kloppen genaamd, behoorde te laaten^as der by het oude gebruik; of zo men op eenige J^^. verandering aanhielde, liet de Stad toe,den. dat de famenwooning van meer dan twee Kloppen in één huis verbooden werdt, mids het Begynhof alhier daarvan uitgezonderd bleeve (ƒ). Doch, in de Lente deezes jaars 1644, vervoegden zig twee Predikanten en eenige Ouderlingen by Burgemeelteren, ern- ftelyk klaagende,ocer hetdagelyxaengroeyen derPapiflen, alhier ter Stede. En Burgemees- teren bragten deeze klagten in den Raad, daar veritaan werdt, dat men zou blyven by de Refolutien omtrent de Roornfchge- zinden, voorheen hier genomen (g). Ook oordeelde men,watlaater,wederom „ dat, „ by voorigePlakaaten,genoegzaameorde „ geiteld was tegen de itoutigheden der „ Roomfchgezinden; dat het op de uitvoe- „ ringe derzelven, onder de maatiging en „ beitiering der byzondere Magiitraateo, „ alleen aankwam; en dat de vreemde Paa- „ pen en inkomende Geeitelyken, en alle „ Hierarchie of geeftelyke Regeering, voor- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
't in ftand houden der Maatfchappye, be-
floot, eindelyk, een of twee Perfoonen uit an- dere Steden alhier in de beiliering der Maat- fchappye toe te laaten,om daardoor de be- williging in de verlenging van 't Oclxoi te ligter te doen doorgaan. Zy tradt zelfs, eer- lang, hierover, met die van Haarlem, in onderhandeling (Z>). En 't fchynt, dat dit befluit veel toegebragt heeft, om de Verga- dering der algemeene Staaten, in 't verlen- gen van 't Octroi, te doen bewilligen, 't Gefchiedde egter niet, voor't jaar 1647, en toen , voor den tyd van vyfentwintig jaaren, mids de Maatfchappy, daarvoor, vyftien honderd duizend guldens eens', in de algemeene kas deezer Landen , betaal- de (c). De Ambagtsheerlykheden en Dorpen van
Kennemerland voerden, in deezen jaare 1644, een pleit voor den Hove van Hol- land, tegen Lodewyk van Altcrenvan Jaars- veld,Baljuw van Kennemerland, die,nevens £yne Leenmannen, den dertigften January, «ene Keur hadt doen afkondigen, buiten kennis der Ambagtsheeren en Geregten , Jvaarby de boeten op het vegten en mestrek- ken merkelyk verhoogd werden. Ook trok p) Refol. Vroedfch. N. 18. n Dec. i«4J. ƒ, ig>.
'*•) Aitzkma II. Deel, tl. 1009, 1010. '*) Groet-Plakaatb. I. Deel, kol. 537. , ' ) Refol. Vroedfch. N. 19. 19 Sept. 164J, 7 f,jr# jj^g, ' y- > 9+ vcrfo. \c) Groot-Plakaarb. I. Deel, fyl. s^S- l- STUK.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
k»
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
«>t
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
N.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»1
|
al , behoorden geweerd te worden (£).'*
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
°P
(d) Handv. van Kennerherl. hl. zii-iTÏ-
(e) AlTZEMA II. Deel, II. s7i.
(f) Refol. Vroedfch. jtf. jg. i« ~A<>£- I6+1, f-Hverpi.
(r) Refol. Vtfe^fch. N. 19. » -*t" l644< /• 17 verfo. \t) Refol. Vroedfch. N. 19- l* ""'? JS44- /• ü vtrfi. Bbbb
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IL Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
544
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i(545*
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eenen hoogen en zwaaren tooren aan de
Kerke te fügten (n), en maakte eenen aan- vang van 't werk; 't welk egter nimmer vol- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Op deezen voet, bleeven de Roomfchge-
zinden, hier ter Stede, eene redelyke vry- heid van Godsdienftoefeninge behouden. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1644
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
trokken is.
|
Sta*
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De nieii'
we ver- brandt. 1645 |
Op den elfden January des jaars 1645,
omtrent ten twaalf uuren op den middag, floeg de brand, onverhoeds, in de nieiuve Kerke deezer Stede, zo geloofd werdt , door onvoorzigtigheid der loodgieteren, die, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De zwaare koften, die de Stad, federtPe2
eenige jaaren, gehad hadt, aan het. leggen\sirtie van veele fteenen bruggen, in de plaats van ge- honten , en aan het maak en van fteenen zen; |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aan't dak gearbeid hebbende, en met den
middag afgegaan zynde, de vuurpot voor een open dakvenfter hadden laaten ftaan, uit welke de vlam, door den feilen Noord- ooften wind, eerft in 't drooge houten dak geflaagen was, en zig, voorts, zo gewei- diglyk verfpreid hadt, dat, in een half uur tyds, de gantfche Kerk in ligter laagen brand ftondt. Men wendde veel moeite aan, om de vlam te fluiten: doch de hoogte van 't gebouw, en gebrek aan zulke bekwaame blufchgereedfchappen, als federt ingevoerd zyn,maakten 't onmogelyk.Ten drie uuren na den middag, flortten het dak, het hou- ten gewelf, het toorentje, de orgels, en de fchoorbalken met het gene 'er aan vaft was van boven neder in de Kerke, die, voorts, van binnen, voor 't grootfte gedeelte, uit- brandde. De koperen Kerkkroonen, en de |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
plaatingen langs de burgwallen, waarbynu
nog kwamen de koften, vereifcht tot den opbouw der afgebrande nieuwe Kerke, en van het nieuwe Stadhuis, hadden de Vroed- fchap, al federt eenige jaaren, ernftelyk doen verdagt zyn op het uitvinden van mid- delen, tot verbetering van der Stede inkom- ften (0). Ook vondt men, eerlang, geraa- den, verfcheiden' nieuwe Excynzen op te > ftellen. En op den elfden Julydeezes jaars,en^ verwierven Burgemeefteren en Regeerders £& Oclroi van 's Lands Staaten (p), om, ten taguê'£!!. behoeve der Stad, te mogen heffen, boven fte» % den veertigften penning, dien 't Land ge- ni!1^r noot, eenen excyns van den tagtigftenpen- j^gt« ning of een en een vierde ten honderd van va{te stlle onroerende goederen , die binnen de go$' Stad verkogt werden (2). re°' ^ In 't begin deezes jaars, hadt zig, eeni-G^V
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
papieren en't geld uit het Huiszitten Comp- gen tyd, in deeze Stad onthouden Alcaide n^o
toir by de Zuiderdeure werden, gelukkig- Mahomed Ben Ascar , Dienaar des Keizers ^jer^ lyk, gebergd; doch de konftigePredikftoel van Marokko, die Geloofsbrieven medest^6' |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en alle de overige geftoelten door de vlam
vernield. Men heeft den tyd van dit on- geluk, welk op den eerffcen dag des jaars, naar den ouden ftyl, voorgevallen was, in deeze twee regels, uitgedrukt: BllfeLLe gVre koVW geraakte Ik tot as,
Doen 't, naar het oVt gebrVlk, Den eer- ßen laarsDag Was (j). |
hadt aan den Staat, en verlof begeerde om
hier een Oorlogsfchip van twintig ftukken, tegen graanen, zout of andere waaren, te mogen koopen. Men liet hem de vryheid, om daarover met onze Koopluiden te han- delen (q). En 't fchynt, dat hy zig, ten deezen einde , naar Amfterdam begeven hadt; doch of, en op welk eene wyze, hy aldaar gedaagd zy, vind ik nergens aange- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tekend. Hy vertrok, in July, wederom van
hier.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In de huizinge en brouwerye van Schepen
Albert F at er, de Zwaan genaamd, ftaande op den Nieuwezyds-Agterburgwal, ont- ftondt, in den voornagt van den tweeden May,ook een gevaarlyke brand, waardoor het binnenfte gedeelte van 't gebouw ver- teerd werdt. Doch 't voorfte en agterfle gedeelte werdt behouden (]Cj. Veele goe- deren waren, geduurende den brand, weg geraakt, die 't Geregt, des anderendaags, beval, den eigenaar wederom te brengen (/). De Nieuwe Kerk werdt, kort naden brand,opkoften van de Stad, en onderop- zigt der Heeren Thefaurieren (?iï), weder- om opgebouwd. Men befloot ook, eerlang, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Brand
in eene brouwe- rye.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(«) Refol. Vroedfcli. N. 19. 2 Sept. 13 Ottib. )64J. ƒ.
60 vcrfo , 67. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(0) Refol. Vroedfch,
14J verfo, 14J. A'. 19 |
N. 18. 19. Not/. 10 Dcc. IS+j. ƒ.
J Maart Iö4+. 30 Jany 1645, ƒ. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
io , S4, 55-
(p) Handv. tl. 210. [in.]
(^; A1TZEMA IU. Veel, bl. 35.
(2) Zo luidt het Oftroi woordelyk. Doch men
heeft het, zo ver my bekend is, altoos zo begree- pen,dat de tagtigfte Penning gevorderd is, niet van alle onroerende goederen,dleindeStadverkogt-jior- den; maar di e, verkogt zynde, in ds Stad, en wei binnen de muur en gelegen zyn; onaangezicn , in eene Keurs van den vierentwintigften Maart des jaars i656»°n- derileld wordt, dat de tagtigfte Penning betaald moet worden van de onroerende goederen binnen de Stad en de Jurisdiüie van dien gelegen. Handv. bl. 211. [367]. Sommigen hebben hierom, niet zonder re- den, geoordeeld,dat het Oftroi voordeeliger voot de Thefaurte zou können uitgelegd worden , dan t-ot nog toe gefchied is. Zie T. Boel junior Aan- tel, op de Decifien enObferv- van den Raadsheer Lo&' nii5,Cas. XS'H. bl, 139 enz. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Kerk
wordt her- bouwd. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(i) DOMSELAAK IV. Bae{, il. 6z. VI. Boek^, bl. 428.
COMMILIK, il. 44* > U68. (*J Domsklaar VI. Boe{, J/.42S.COMMEI.1N, il. 1168.
(ij Keulb. L- ƒ. ?49 vcr'fo.
\m) B.efol. Vioedfcli. N. 19. zi Fibr. ic+s.f. 59 wr/i.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XV. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
545
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
ö45> hier. De Admiraliteit te Amfterdam kreeg
aanfchryvens uit den Haage, om hem te voorzien van plaats op een oorlogsfchip, welk op dePortugeefche kuft zou gaan kruis- je K fen, en hem te Saffi aan land zetten (r). Üingin*
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
derzelver Gezanten. De Deenfche Ambas- ^,6
fadeur, Korfitz Ulefeld, in denZomer dee- zes jaars, met zyne Gemaalin en een aan- zieniyk gevolg, herwaards gekomen , om de Zontfche tollen te regelen, en de voori- geVerbonden met den Staat te vernieuwen, werdt, te Amfterdam, daar hy zig eenigeri tyd ophieldt, treffelyk ontvangen. Ook hadc hy eenige byzondere gefprekken met Bur- gemeefteren, over het oogmerk zyner Am- ballade (u). Hierdoor werdt de weg ge- baand tot het fluiten van een Verdrag over de Zontfche tollen , welk, in 't begin des volgenden jaars, getroffen werdt (w). Kort na de aankomft des Deenfchen Gezants, wer- den twee Muskovifche Ambaffadeurs, hier ter Stede , insgelyks , met veele tekenen van hoogagting, bejegend, en in twee bin- nenfchuiten, van hier, gevoerd naar den Haage. £n toen zy daar klagtig vielen, dat men hen niet, op koften van den Staat, voorzage van wooning en onderhoud s bragt de Stad Amfterdam te wege,dat hun daar- in genoegen gegeven werdt. Zy verkreegen openbaar gehoor in den Haage, op den der- tigften November: en toen zy, in May des 1647.. volgenden jaars, de te rug reize aannamen, nam de Regeering van Amfterdam de be- zorging van 't gene zy onder weg behoeven zouden, op zig (#). Prins Fredrik Henrik was, fchoon zeer Fredrik
onpaflelyk, op 't fterk aanhouden derMus-Henr[k kovifche gezanten, genoodzaakt geweeft,^mèin hun openbaar gehoor, in November laatft-de ji. leeden, by te woonen, en hunne aanfpraak volgt ftaande aan te hooren (y). Hy kwynde ,hem °P- federt, den gantfchen winter, aan de koorts, die hem,eindelyk,den veertienden Maart,' in 't graf fleepte. Zyn Zoon, Prins 'Wil- lem de II., volgde hem op in de hooge waardigheden, welken hy, hier te Lande, bekleed hadt (z). De Vredehandeiing te Munfter werdt ,DeMun-
ondertuffchen, voortgezet, hoe zeer de^^he jonge Stedehouder ten oorloge neigde. De^dc Regeering van Amfterdam yverde zeer tot gete- bevordering van 't werk der Vrede, die, kend. eindelyk, tuffchen Spanje en de Staaten, 164S. op den dertigften January des jaars 1648, getekend werdt (V). Zy werdt, den vyf- den Juny, alomme afgekondigd, en deeze dag, hier ter Stede, gefchikt, tot eenen dag van algemeene vreugde. Op 't midden van Vreugde- den Dam,werden drie hooge tooneelenop-bedry. ge. ven daar-
(v) AlTZEMA III. Deel, bl. is;.
(m) Zie AlTZEMA III. Deel, bl'. W-
(x) AlTZEMA III. Deel, bl. is" isl' *«»
(y) AlTZEMA III. Deel, bl. IS>-
{z.) Vaded. Hift. X(. Deel, {'f +3 3 > *3**
(a) Vaderl. Hift, XI. Vf'1* "• 4J7*
Bbbb 2
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
}Vpo0_September deezes jaars, een huwelyk lieb-
te k<*im bende doen fluiten met Maria de Gonzaga, ft^"1- Dogter van den Hertoge van Mantua en ani- Nevers, deedt zyne Gemaalin, in 't laatft van November, af haaien van Parys , door den Biflchop van Warmeland en den Graaf Opalinsky , die haar , door Holland, ge- leidden naar Poolen. Zy kwam, den zes- entwintigften December, des avonds ten agt uuren, van Utrecht te Amfterdam , daar omtrent duizend man in de wapenen gebragt was, om haar in te haaien. Ook werdt zy, met honderd fchooten, begroet van de wal- len. Prins Willem kwam haar hier, uit naam van zynen Heere Vader, verwelkomen. Zy vertoefde niet lang in de Stad; maar keer- de , na twee of drie dagen, naar Utrecht, vanwaar zy haare reis, te lande, door O- veryffel en Groningen , voortzettede (j). De Digter van den Vondel heeft een ^ treffelyk gedigt, ter haarer eere, gemaakt^). Rer. De oorlog tegen Spanje werdt, ten dee-
1temt zen tyae, van wege den Staat, flaauwelyk |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
«0
|
!>V
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
____________
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
" ' iortgezet, inzonderheid, na dat men, in
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
J> het den aanvang des jaars 1646,begonnen hadt
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
aUnt.
|
van vrede te handelen te Munfter. In de
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
eiPep" jaaren 1645 en 1646,hadt de Prins van O-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
16^5' ranje,meer dan eens, toegelegd op het be-
magtigen van Antwerpen. Doch 't was tel- kens mislukt. Men meende, dat de Stad Amfterdam het winnen deezer Stad on- gaarne gezien zou hebben, uit vreeze, dat de Koophandel, die haar van Antwerpen toege- vloeid was,wederom derwaards keeren mögt, waarom zy, zo men wil, 't bemagtigen deezer Stad altoos tegenhieldt, of wift te beletten 00- Doch wat hiervan zyn moge; vaft gaat, dat het belang van den Koophandel der Re- geeringe van Amfterdam, altoos, zeer ter <v herte gegaan heeft. % ^]> Men zag dit, onder anderen, nog in dit
j^. zelfde jaar 1646, aan het onthaal, welk den j^Oen Deenfchen en Muskovifchen Gezanten, hier v^o, ter Stede, werdt aangedaan. De handel, ^z-tln dien men hier op het Noorden en de Ooft- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
V^èt Zee plagt te dry ven , was oorzaak, dat de
d^Se. 'Regeering deezer Stad de vriendfchap der
Noordfche Vorften altoos gewaardeerd en
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
gezogt hadt, waarvan, by gelegenheid, bly-
ken gegeven werden, in het onthaalen van (r) AlTZEMA III. Deel, bl. SS.
}') AlTZEMA III. Deel, bl. 87, 88. y) Zie z,yne Poëzy I. Deel, bl. tig. bl ,i AJ.tzpma UI- Peclt '"• ioj». Vaded.Hift. Xl.Deel, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
5S2
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
iï3, 4iJ>.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
R D A 'M S II.Deel.
voornaame oorzaak der Vrede. De dag 104!**
werdt gefleeten met het aanfchouwen van alle deeze Vertooningen , en des avonds, werden, op veele plaaifen in de Stad, pek- tonnen gebrand , en vuurwerken afgefte- ken (&). r< Vyf dagen daarna, op den tienden Juny,Oe^e'
werdt de Nieuwe Kerk, die wederom her- S^/e bouwd was,ingewyd met eene dankpreeke^k, over de vrede, die, onder eenen ongeloof-#eteen lyken toevloed van allerlei gezindheden , V^3 door Fridericus Keslerus, een' der oudftePre-P'f;^ dikanten, uitgefproken werdt (c). Op dengle»., agtentwintigften Oftober deezesjaars, werdt {nge^ de eerfte fteen van't nieuwe Stadhuis gelegd; D^n 't welk Vondel, in dit tyddigt, te ken- j1^. nen geeft: Jui* DeWynmaent fchreef twee min als't derde v>ot\
kruis, §eIe° Toen 't Vredejaer de grond ley van 't Stad-
buis (d). Doch de zelfde Digter hadt ook, ter ge-
dagtenilTe der Vrede, een Land/pel gedigt, Leewwendaalers genaamd, welk, met veel toejuiching,op den Schouwburg, vertoond werdt. Voorts, werden, hier ter Stede, ook op bevel des Raads, eenige Gedenk- penningen gemunt, llrekkende om het heil der vrede, na eenen tagtigjaarigen bloedi- gen oorlog,in 't geheugen te bewaaren (e). Ook beveiligde het onderling belang vanDrï^, Spanje en deezen Staat de geilooten vrede üof:* zo zeer, dat .'er, nog in dit zelfde jaar, te fche| Amfterdam, drie Oorlogsfchepen werden5°^,, uitgeruft, die, zo geloofd werdt, door den hier ƒ Koning van Spanje, tegen Frankryk,waar-gei«"' mede hy nog in oorlog bleef, zouden ge- bruikt worden (ƒ). ^ Omtrent Jaap Hannes, buiten den Die- De ^
merdyk, lag, van ouds, een Huk Lands, z°r-.t»f' de Paardenboek genaamd , welk van veel f^ie" dienft was, om den llag van 't water, dat, vpao *£, vooral met een'ooften-wind, fterk uit depa^ Zuiderzee aandrong, te breeken, en de ha- h°e ven van Amfterdam van 't zelve te bevry- KjV' den. Doch men bevondt, ten deezen tyde, dat deeze hoek lands , .grootelyks , afge- fpoeld , en verminderd was. Burgemees- teren waren, derhalve,te raade geworden, om dien den eigenaaren af te koopen, en voor 't onderhoud deszelfs, van Stads wege, zorg te draagen. Doch 't Land was deezen niet veil, ten ware men, daarbenevens, eeni- ge Morgentalen binnensdyks Land aannam, die
(i) DAPPER hl. 249 enz..
\c) DOMSELAAR IV. Boekt ll- «3- COMMEL.1N , H-
44-7. II12. (d) Vondels Poëzy H. &™l, hl. i°*.
(e) G. VAN LoONNederl- Hift.Penning. U. Deeltbl,ii*'
(f) Refol. Hoil. 15 Pee. I648. !>!• -M-I.
|
||||||
54-Ö A MS T E
1618. j?61^» alwaar agttien vertooningen, zes op
ieder toonéel, gedaan werden. Uitvinders Amfter- van deeze drie zestallen waren de Arts S a- dam. MUEL Koster en de Digters Geer- aardt Brandt enjAN Vos,van wel- ken Brandt zig, federt,ook door zyneHis- torifche werken, beroemd gemaakt heeft. 't Gantfche werk was, in niet meer dan zes dagen, vervaardigd. Voor 't hoogde fchouwtooneel, ftondt de Nederlandfche Leeuw, met het zwaard en de zeven pylen, in de eene en de andere klaauw. De ftee- nen gallery, die toen van boven rondsom de Waage liep, ftondt met fpeelluiden.bezet: en op 't fteeken der fchalmeijen en fchuif- trompetten, werden de gordynen der too- neelen, tot agttien reizen, opgehaald. In de eerfte zes vertooningen, die van Kollers vindinge waren, zag men Willem den I. in de gedaante van Amflon, Thebe ftigten- de door 't geluid zyner fnaaren; Maurits, in de gedaante van Numa Pompilius, die den Godsdienft der Romeinen geregeld heeft; Fredrik Henrik, verbeeld door den Romeinfchen Veldheer Fabius Maximus; en Willem den II., in de gedaante van Au- guftus. De vyfde vertooning beeldde af de zorg van 's Lands Staaten, tot befcherming der belaagde vryheid. In de zesde, zag men Mars geboeid, Vulkaan in 't wapen- - fmeeden gefluit, en 't Krygsvolk betaald, en gedeekelyk afgedankt. Het tweede zes-
tal van de Vertooningen, door Brandt be- dagt, floeg geheellyk op de gefchiedeniffen der Batavieren. In de eerfle, werdt de aan- komft van Bato en de Batavieren, hier te Lande, uitvoeriglyk , afgebeeld. De ver- branding van 'tLyk van Richeldin en veele andere aloude gewoonten werden hier voor 't oog gebragt. De tweede vertooning was de-beveiliging van 't verbond, tmTehen Ju- lius Cezar en de Batavieren: de derde beeld- de af de knevelaaryen der Romeinen, ten tyde van Vitellius. In de vierde,, werdt de Batavier Julius Paulus ter dood gebragt, en zyn Broeder Claudius Civilis verjaagd. De vyfde verbeeldde 't verdelgen der Romein- fche winterlegeringen in het Eiland der Ba- tavieren, door Claudius Civilis. In de zesde, zag men de Vrede, tüflchen Civilis en Ce- rialis, den Romeinfchen Veldheer,fluiten, en de Batavieren deswege vreugde bedry- ven. Van de zes Vertooningen, door Jan Vos uitgevonden, verbeeldde de eerfbe het gewapend Europa; de tweede, de afgeftree- den Vorften; de derde, de vryheid der Ver- eenigde Nederlanden , beveiligd door de eeuwige Vrede; de vierde, de Vrede be- zwooren; de vyfde, de veiligheid van den Staat, en de zesde, Amfterdam, als de |
||||||
XV.Boek. G ES CHIEDENISS E N. 54
m. die met omtrent agttien roeden zwaaren der vleefch en zuivel was ook ,ewH;ff ■,
paaldyk belaft waren; waartoe de Vroed- duur Doch 't kooren fS- §eweld'g 164S, fchap niet beöniten kon. Burgemeefteren maatigen prvs afzo 'e vrv °S °P eeam werden dan alleenlykgemagtigi om tegen kwaS Tdolee da r^ ^T t aflpoeJen van den Paardenhoek de ver- dan hier te Ohl^'^bÄeSf * ofchte zorg te draagen (g); gelyk,federt, feederi hadt (n) ' b * eder ^e' 5& ^lie^e n ^lan^d 'T* ^£* «"'"'• «^ *™SS&
>den 5«Sf ' ' ZUKfn, langs den Jan- ne Conful van Frankryk , hier ter\PdP Stede.
Hoo Ro10cden-P°ortstoorenlag, een fteenen ge- zyn verblyf ftondt te hebben Menï ^toe§e-
C°°- we f te leggen, ter wederzyde van den ge- hem dezelfde eer e« voorrijen tS Ktlaa5en*
H?- ltennth00mi:-en.0m-.dSk0flendaart°ete CaDOü^drsSttT^r^g^6 IÓ49'
gel vinden, huisjes m 't midden van dit gewelf ten. Hy trok een vierde en hondeSvan ^ Tr,en' -°mZe vooruStads réke™ge alle waaren, die, voor F^^&tfo?
tot wmkelneeringen te verhuuren ö). Het of voor rekening van zulken d e 0S
gewelf werdt, federt volmaakt; dochmen Franfche vlagge^n voeren tAnXrdnt
|
|||||||||||||
vondt met geraaden,het met huisjes te be- 0fi„ anderelavens de'ezer L^ ter!
Stad -r> v- ■ ■ t> , den mgebragt, en even veel van rW<™i„vQ
|
|||||||||||||
*"« J? rmglï Va" Brheme,' die zi§' na uitgaa"de waaren. Ook hadt hv maf ï
j JC0, de dood van haaren Gemaal (*), hier te anderen onder zig aan te Zllel d£o £ v W Lande, bleef onthouden hadt, onlangs, hadt geene regtfpraak, dan ovlrznlk"^ jijo, der Regeeringe van Amfterdam verzogt, fche Koopluiden, le^lSkSAS yfti om vyftienduizend, of twintigduizend gul- ren, voor hem te regt te ftaan m Na Stf dens ter leen met belofte van deeze pen- zyne toelaating hier ter Stede vLl'ere* «V mngen te zullen afleggen uit het eerfte nig verfchil met hem, over het vierdeSn geld, welk haar, uit Engeland of van el- honderd , 't welk men weizSdl IL' fl ders, toekomen zou. De Vroedfchap befloot, laaten genieten, zo zulks ook niet in ande haare Majefteit met vyftienduizend guldens re Kooplieden betaald werdt ( p ) Doch* te believen, zonder daarvoor eenige Intreft of, en hoe dit verfchil afgedaan werdt is. te bedingen (/). Doch de verandering, die, niet tot myne kennüTe gekomen kort hierna, m Engeland, voorviel, daar In Mavmaand deezes hzr* l~* haar Broeder, Koning Karel de I.' ont- detw^edS^^Ä/^^*- halsd,en deKoningklyke Regeeringvernie- Van Engeland, als Refident, in den SSefSnd igd werdt, heeft haar, ongetwyfeld, niet Izaak Doreßaar, eensftedikaS?. Zoon vfnSn, veel gelegenheid overgelaaten, om pennin- Bakhuizen, die'zig te Londen nedergezet ter ^' gen uit Engeland te ontvangen. Zy bleef en als Fiskaal tegen Karel den 32sen^'d hier te Lande, tot na de herftelling van Ka- hadt. Doch hy was maar twee of Sie da S? rel den U in t jaar 1660: en begaf zig gen in den Haage geweeft, toen hv door™ Do. toen naar Engeland, daarzy, den dne-en- vyf of zes Perfoonen, die men hieldtSchnrreflaar- twintigften February des jaars 1662, over- ten geweeft te zyn, en, zo naderhand ver eedt veele van de gemaakte fchulde, hier nomen werdt, l 't ffÄ te Lande, en vermoedelyk ook defchuld aan ren Whitford, in zvne herberge, overval .V ïS? rTb-£aald,kf.tende &' len> en moorddaadiglyk omgebragt werd
K . Hft êf tfchejaar ló^was by uitftee- ö). Ter gelegenhekfvan deeSird
< kendheid vogtig geweeft. Men hadt byna werdt, onder anderen hier ter StedT een
geene vorft in den winter en in den zo- fchendfchrift verfpreid: 't welk het GereS
rner , genoegzaam geene droogte gehad, belluiten deedt, tot het inftellen einer S
De weiden lagen dras, tot in >t midden van Ie Keure, tegen het maaken draken en
t jaar. De peulvrug en en moeskruiden uitgeeven van diergelyke Gefchriften, die
bedierven op t veld 'c Vee hadt gebrek den twintigften May afgekondigd werd r/)!
aan behoorlyk voedfel: de Schaapen wer- Twee dagen te vooren, was, hier ter s£
den galkg, en ftierven by menigten zo dat de, van wege het Hof van Holland bj af-
het pond fchaapenvleefch, hier ter Stede, kondiging met de klok, duizend Äs
Voor tien ftuivers verkogt werdt. Alle an- beloofd aan elk, die de moorders van Do-
|
|||||||||||||
re-
|
|||||||||||||
«) Rcfol. Vroedfch. N. ip. 9 7«««. i«^g. ƒ. I73, f») Domselaar VI.Boel^,bl.^Qê commSI-in,4/. 1I7g
y:) Relol. Vroedfch. N. 19. i.} Nov. 164?./ z-%vcrfo. (') AlTZfMiV III. Deel, bl. 3S6
( A ^do'-. Vroedfch. JV.20. ig Jan. i«+9. ƒ. ï0. (f) Refo). Vroedfch. W. 2o„ 8 fa* «+S. Ï3 4ptih$<z,
J<) Zie hier voor, bl. siS). ƒ. }i verfo, «+ verfo, * «*»j*,
y) Refol. Vroedfch. N. ,„. 10 Aug. I«48. f.zooverß (l> Vade/1- Hift- XII. Deel, H. 3«,
<*0 Ajtzema UI. Deel, bl, jj«, lV.D,il,U.74,.t„' (r> Handv- *'. SJl. L*'7-2
3bbb 3
|
|||||||||||||
548 AMSTERDAMS GESCHIEDENISSEN. II.Deel.
|
|||||||||||||
l6W
|
|||||||||||||
fchade, den Amfterdamfchen Koopluiden,
in omtrent negen jaaren tyds, door de Fran- fchen aangedaan , wel zeven en een hal- ve millioen guldens beliep (a). De Stad beweerde toen , ter Vergaderinge van Hol- land, dat men zig, met geweld, behoorde te verzetten, tegen de mishandelingen van Frankryk (v~). Doch de andere Leden , minder belang hebbende by 't belemmeren der fcheepvaart, neigden tot zagter mid- delen. In't jaar 1652, werden 'er egter eenige Oorlogsfchepen uitgeruft , die , zo geloofd werdt, tot beveiliging der fcheep- vaart in de Middellandfche zee . dienen zouden (ot) ; doch eerlang, in den oorlog tegen Engeland, gebruikt werden. De kaa- peryen der Franfchen hielden aan, genoeg- zaam zo lang als zy met Spanje in oorlog waren. Alleenlyk gaven zy den Staaten eenig genoegen, na dat de Luitenant-Admiraal de Ruiter zig, in 't jaar 1657, van eenige Fran- fche Kaapers en Oorlogsfchepen meefter gemaakt hadt (x). Maar 't ftremmen der fcheepvaart hieldt niet geheellyk op, dan na 't fluiten der Pyreneefche Vrede, in 't jaar 1659; waarop, in 't jaar. 1662, een Verbond van onderlinge befcherminge tus- fchen Frankryk en de Staaten volgde. |
|||||||||||||
reflaar zou aanbrengen. Doch, onder het
trekken der klokke, was 'er de klepel uit- gevloogen; 't welk, door den Amfterdam- fchen Digter Jan Zoe t , die zeer Konings- gezind was, in zeker rym , aangemerkt werdt, als beduidende, dat men de moorders on- gemoeid behoorde te laaten O). Doch de verftandigften in Holland dagten 'er, ten deezen tyde, anders over. De Koophandel der ingezetenen van Am-
fterdam op de Middellandfche zee was , federt eenige jaaren , geweldiglyk belem- merd door de Franfchen, die, op bevel of met oogluikinge des Konings, onzeKoop- vaardyfchepen aanhielden en opbragten , onder voorwendfel dat zy den Spanjaard voorzagen van voorraad. En deeze belem- mering nam toe, na dat de Staat vrede ge- maakt hadt met Spanje, terwyl Frankryk nog met dit Ryk in oorlog bleef. De Stad Amfterdam ftondt 'er zeer op, dat men de geweldenaaryen der Franfchen, door fterk convooijeeren, beletten moeft (O-Doch haa- re vertoogen vonden geenen ingang. De meefte Provinciën, en Prins Willem de II. inzonderheid waren meer geneigd,om zig, zelfs na't fluiten der Vrede, fterk gewapend te houden te lande. Het Collegie ter Ad- miraliteit te Amfterdam vertoonde den Staa- ten, in February des jaars 1651, dat de (s) Zie zvne Werken, il. 5*.
(t) Refol." Vtoedlch. -N. zo. is J*n. I«4P- ƒ• 9 verJ°>
|
|||||||||||||
{1649.
|
|||||||||||||
Schade
den Am- fterdam- fchen Koopl ui- den,door de Fran- fchen, in de Mid- delland- fche zee toege- bragt. |
|||||||||||||
f«) Voiez, WlCOJIEïORT Preuves Tom. I. f, S79. '
(v) Refol. Holl. 23 J'mj I«SJI. hl. ju.
(m) Vaderl. Hirt. XU. Deel, bt. 2S).
(x) Vaderl. Hift. XU. Deel, hl. 33S, 444,447» 4JJ.
|
|||||||||||||
TWEE'
|
|||||||||||||
549
|
|||||||||||||||||||
DEEL.
|
|||||||||||||||||||
TWEEDE
|
|||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN
|
|||||||||||||||||||
VAN
AMSTERDAM.
|
|||||||||||||||||||
ZESTIENDE BOEK.
Amsterdams Geschiedenissen, van het jaar 164.9.
tot het jaar 165%
|
|||||||||||||||||||
vinden. Doch de Prins ftelde 'er zig zo 1649.
ernftelyk tegen , dat men 'er, in eenige maanden, niet verder op drong. In deAmfter- Vroedfchap van Amfterdam, werden, on- dam be- dertiuTchen , van tyd tot tyd, befluiten ge-T1^' nomen , ftrekkende tot vermindering van ^nbe. 'sLands uitgaaven, en eindelyk, in Juny, ge- taald Iaa« raaden gevonden, te bewilligen in het on- ten van betaald laaten van negen en twintig Com- neSen en pagnien uitheemfchen , die ter betaylinge compf?-- van Holland ftonden (c). 't Liep egter totnien, in Oétober aan, eer die van Holland den Prinfe verklaarden, dat zy tot dit afzonder- lyk onbetaald laaten zouden moeten komen, zo de Provinciën weigerden te bewilligen, in hunnen voorflag tot algemeene afdanking. De voorflagen , die , daarentegen, van 's Prinfen zyde, gefehiedden, voldeeden die van Holland niet: 't welk het misnoegen te- gen deeze Provincie, en vooral tegen de Stad Amfterdam, het voornaamfce Lid derzelve, fterk deedt toeneemen by zyne Hoogheid. Hier kwam nog by, dat de Stad, in 't De Stad
begin des jaars 1650, befloot (d), en wat bewerkt laater, ter Vergaderinge van Holland, te ee"?. hs~ wege bragt, dat 'er, uit naam der Staaten f^En- van Holland alleen , een Commiflaris ge-gefand, zonden werdt aan de tegenwoordige Regee- door ringe van Engeland, waartoe, eerlang, Ge-Ufhnd rard Schaap Pieterszoon, Raad in de Vroed- eß^ fchap van Amfterdam, benoemd werdt.Hy 5 hadt laft om de Regeering der nieuwe Re- publyk te erkennen , en de belangen van Holland in 't byzonder voor te ftaan in En- geland De verwydering tuiTchen zyneHoog- heid en de Stad Amfterdam, werdt hier- door gevoed (<?), alzo de Prins veel liever ge-
|
|||||||||||||||||||
De draad der gefchiedenifle leidt ons nu
tot het ontvouwen der oorzaaken en gevolgen van eenen hevigen tweefpalt, tus- fchen den jongen Stadhouder, Willem den IL, en de Stad Amfterdam; die gefchaa- pen ftondt 5 het gantfche Land over ein 'e te zetten, zo de gemaatigdheid der Ara- fterdamfche Regeeringe zulks niet voorko- men hadt. 't Zal der moeite wel waardig zyn, dat wy deeze zonderlinge gefchiede- nis, van haaren oorfprong af, opnaaien. Het fluiten der Munfterfche Vrede, welk,
voornaamlyk, door 't beleid van Amfter- dam, was doorgedreeven, was Prinfe Wil- lem, en zynen jongen en oorlogszugtigen Raadsluiden zeer tegen de borft geweeft , en hadt zyne Hoogheid beveiligd in het mis- noegen , welk wylen Prins Fredrik Henrik, in de laatfte jaaren zyns leevens, tegen de Stad hadt opgevat. Dit misnoegen vermeer- derde, na dat men, ter Vergaderinge van Holland, hadt begonnen te raadpleegen op het verminderen van 's Lands uitgaaven: 't Welk, door Amfterdam, als 't meelt te draa- gen hebbende in de gcmeene lallen, fterkft gedreeven werdt, zelfs tot zo verre, dat de Stad verftondt, dat zyne Hoogheid, wiens Wedde fommigen verhoogen wilden, in ver- goeding van het nadeel, welk hy by de Vre- de leedt, zig met dezelve behoorde te vre- de te houden O). De algemeene Staaten hadden,op 't fterk dringen van Holland,in j* jaar 1648,reeds beflooten, tot eenemer- ^elyke vermindering van Krygsvolk. Am- ^erdam nogtans, in Maart des volgenden £jars , vailgefteld hebbende , nog vyftig cornpagnien te doen afdanken (b) , deedt 2u&s j ter Vergaderinge van Holland, goed- ni,~ "-efol. Vroedfch. N. zo. u Ju». 164$. ƒ. j.J.Mu-
» > 8.efol. Vroedfch. A'. zo. is Maan 1645, /. 16, |
|||||||||||||||||||
fifcl*
f" 's
|
|||||||||||||||||||
(c) Refol. Vroedfch. N. Zo. i7 April, zi Juny, ;0^^.
I649. ƒ. 20 -verf, 1% verft, 36. (dj Reii/1. Vroedfrh. N. zo. s f*"- l6S°- f, 49'verf». (O Vaderi. HUI. XII. Dfi, *'• ÏS>6» *»7. |
|||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
II. Deel.
|
|||||||
550
|
||||||||
1650. gezien zou hebben * dat de Stad erigantfch toonde, om zyner Hoogheid te geryven. Ai- ifó0,
Holland, zo wel als de overige Provinciën, leenlyk, zou zy gaarne gezien hebben, dat tot de herftellingvanzynenSchoonbroeder, de Leening op den naam der Staaten van Karel den il., hadden medegewerkt, dan Holland gefchieddé,mids de Stad zorg droe- dat zy eene Regeering erkenden, die zy- ge, dat de penningen, onder haare ingeze- nen Schoonvader, Karel den I.» ter dood tenen, by welken zy, voor hoofdfomme en hadt doen brengen. intreft, wilde inllaan , gevonden werden. Zy doet Wat laater, gebeurde 'er nog iet, welk Doch toen de Staaten zwaarigheid maakten*
eenige ^et ongenoegen tuffchen zyne Hoogheiden om zig, op eenigerhande wyze, te moeijen Kapirei-" de Stad Amfterdam deedt toeneemen.^ De met deeze leeninge , nam de Stad alleen nen, die Prins hadt denVice-Admiraal,^7^ Korne- deezen laft op zig, en bezorgde denPrinfe door de liszoon de Witte, die, zonder verlof, uit twee millioenen guldens , tegen vierten hon- Ädmira- ßrazü te rug gekomen was, in den Haage, derd(g), en op verdere redelykevoorwaar- jl";i: m- doen vatten, en op de Voorpoorte van den den, die, met volkomen goedvinden van genomenHove brengen. Te gelyk, waren, te Am- zyne Hoogheid, geregeld werden. 'tGraaf- waren, fterdam, door het Collegie ter Admirali- fchap van Leerdam, de Baronny van Yffel- op vi ye te;c aldaar, eenige Kapiteinen vande Witte's flein, de Heerlykheid Klundert of Niervaart ^üen Escluader in hegtenis genomen, 't Een en én de Oranje-Polder werden, voor de op- 't ander werdt euvel opgevat door de Staa- gefchooten fomme, verpand. En de Prins ten van Holland, die't hielden voor eene beloofde, dezelve, binnen zes of tien jaaren, blykbaare krenking van hun grondgebied, te zullen afleggen (h). en voor eene inbreuk op hunne opperfte Men zou billyk hebben mogen ver wagten, magt. DeWethouderfchap vanAmfterdam, dat het gereedelyk opfchieten van zulk eene de Admiraliteit hebbende doen vermaanen aanzienlyke fomme, 't welk, zelfs van wege tot het ontdaan der gevangenen, en weige- zyne Hoogheid, voor eene weldaad erkend rend antwoord bekomen hebbende, deedt werdt, de Stad volkomenlyk herfleld zou de hegtenis opbreeken, en de gevangen Ka- hebben in de goede gezindheid vandenPrin- piteinen op vrye voeten Hellen. De alge- fe; doch daar verliepen maar weinige wee« meene Staaten toonden zig hierover ten ken, na dat het Verdrag van Leeninge ge- hoogfte gebelgd. Doch de Staaten van flooten was, of hy gaf blyken van ongenoe- Holland verdedigden zig, met klem van re- gen jegens de Stad, van welken men, onder denen. Zelfs fielden zy orde, om de Wit- geene voorgaande Stadhouderlyke Regee- te van de Voorpoorte te haaien. Doch de ringe, immer wedergade gezien hadt. tf Prins voorkwam dit, en deedt hem weder- De Staaten van Holland, niet bewilligd^ A
om brengen naar zyne herberg, daar hy hebbende in den Staat van Oorloge voorst^H'11 eerft vailgehouden geweeft was. Hy werdt jaar 1650, waarop, onder anderen, het ao^u- egter, niet dan na 't overlyden van zyne Krygsvolk gebragt was, welk zy meendenfc1"^ Hoogheid, geüaakt (ƒ). - te moeten worden afgedankt, en welk vyf ^ Zy ver- Doch omtrent den tyd van 't vatten van en vyftig Compagnien te voet, en twintig gfy
ftrekt de Witte, viel 'er iet voor, welk het goed te paarde beliep, oordeelden zig niet ver- V'// denPrin-verftand tuffchen zyne Hoogheid en de Stad pligt tot voldoening van hun aandeel in de k«"^ ■ mülloe- Amfterdam fcheen te moeten herftellen. gaadje van dit Krygsvolk, en vonden, der-^r nen, op Omtrent den aanvang van April, zondt de halve., in 't begin deezes jaars, ook met' eenigen Prins Joan van den Kerkbcve, gezeid Polyan- bewilliging van Amfterdam (i), geraaden, zvner der, Heer van Heenvliet, herwaards , om den Gecommitteerden Raaden laft te geeven tleeriy- jjurgemeefteren, uit zynen naam, voor te om, nog voor Paafchen, den Kapiteinen en deren!' Aaan » dat hy, zig, federt eenigen tyd, in Ritmeefteren der Compagnien, die ten hun- „ zwaare fchulden hebbende moeten ftee- nen lafte Honden, zynde een en dertig te „ ken, eene aanzienlyke fomme aan geree- voet en elfte paarde, en die zy onbetaald „ de penningen noodig hadt; en hierom wilden laaten, aan te fchryven, dat zy op „ verzogt, dat de Stad hem twee millioe- geene verdere betaaling, van wege de P«r „ nen, tegen, eenen maatigen Intreft, wilde vincie van Holland, te rekenen hadden- „ opfchieten, biedende hy aan, daarvoor, Voorts , verftonden zy , de betaaling te „ de bellen zyner Heerlyke goederen te moeten inhouden van tien man op iedff „ zullen verpanden."Burgemeefteren brag- Compagnie te voet en te paarde, die nog & ten 's Prinfen voorflag in de Vroedfchap, • dientf , die zig, voor 't grootfte gedeelte, genegen (s) Reroi. vtoedfch. n. 20. 4,«,«, 23 April i«5°- *
St, 60,62-vtrfo,6}. ,
(h) Gtoot-Memor. N. UT. ƒ. 2S4» I8j , 512 virfa.i1"
. (ƒ) AlTZEMA III. Deel, IL 4i«,Vad«l.Hift.XH.JD«/, Munioicnt-Regifter, ÏJ. A. hl. 83 tna.. (i).Rcfol. Yroedfch. N. io- * J4". i«jo. ƒ. jo. |
||||||||
XVL Boek.
|
|||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||
551
|
|||||||||||||||||||||
c5o. dienfr. bleef, en ten hunnen Iafle geftaan
hadt. De uitvoering van dit befluit werdt egter, ter gelegenheid van eenen nieuwen voorflag van zyne Hoogheid, nog eenige weeken verfchooven; doch in 't begin van Juny, even voor 't fcheiden der Vergade- ringe ter oorzaake van het Pinkfterfeefl, in * 't werk gefield. v0j "en De Prins van Oranje en alle 's Prinfen
tüjjj,^. vrienden namen de uitvoering van dit be- S ^ fluit zeer euvel op, en noemden 't eene af- aS. zonderlyke afdanking, en eene verbreeking van de Unie tuffchen de Provinciën. Doch de Staaten van Holland verftonden, dat het eerfie Lid van de Unie zelf de byzondere Provinciën liet in 't volkomen bezit van der- zelver Privilegien, Vryheden en wel her- bragte Gewoonten; en derhalve ook in het regt, welk zy, van ouds, gehad hadden, van niet verpligt te zyn tot het draagen van eenige lallen , dan waarin zy flaatswyze hadden bewilligd. Volgens het negende Lid der gemelde Unie, waren de byzondere Pro- vinciën ook niet gehouden in eenige lallen der Generaliteit , dan die , met gemeene bewilliging der Bondgenooten , waren opge- legd. Ennaardemaal die bewilligingen flegts Voor een jaar gefchiedde, en voor het jaar 1650, in Holland, nog niet gefchied wa- ren , oordeelden de Staaten deezer Provin cie, dat zy , zonder eenige krenking der Unie, konden nalaaten eenigeCompagnien te betaalen , tot welker betaaling zy niet langer verbonden waren. Hunne aanfchry- ving aan de Overflen deezer Compagnien was, eigenlyk , ook geene byzondere af- danking, maar alleenlyk eene bekendmaa- king van hun befluit; op dat hetKrygsvolk weeten mögt, dat het, voortaan, op de be- taaling van Holland, niet meer zou können rekenen. Zo de overige Provinciën in ftaat en gezind geweeft waren, om dit Krygsvolk aan te houden en te betaalen, zou het haar, ook zonder krenkinge van de Unie, volko- 1 menlyk, hebben vrygeflaan. *V0e 't Scheen nogtans, dat dit alles, ter Ge- *i(j^ neraliteit, thans gantfch anders begreepen |
|||||||||||||||||||||
„ het befluit tot byzondere afdanking; en 1650.
„ dat de Prins deeze bezending , en deper- „ foonen , waaruit dezelve zou beflaan , „ regelen zou." Hier kwam nog één punt by, welkwy, met de eigen woorden der Refolutie , zullen voorfteilen , om dat de Prins van Oranje zig, uic hoofde van het zelve , geregtigd geoordeeld heeft tot de onderneeming van 't gene hy, federt, tegen de Stad Amflerdam en tegen eenige Leden der Vergaderingen van Holland goedvondt in 't werk te flellen.Zyne Hoogheid werde, naamlyk , verfocht ende geauthorifeert, om alle nóodige ordre te flellen, ende die voorfie- ninge te doen, ten eynde dat alles in goede rus- te ende vrede werde geconferveert, ende in/on- derheydt werde gemaint ene er t ende vajlgehou- den de Unie met den gevolge ende aencleven van dien, ende in tegendeel geween ende te ghemoedt getreden, dat ter contrarie van dien Joude mogen werden voorgenomen (k). Des _ anderendaags , verklaarde zyne De Prins
Hoogheid, dat hy van zins was, zig zel-fte,tzig ven te flellen aan 't hoofd der bezen •£*"« dinge , tot zyne medeafgevaardigden ver-der t,e; kiezende de Heeren van Aartsbergen, Mau- zendin- regnault, Renswoude en Klant uit de alge-Se« meene Staatsvergaderinge, en de Heeren van Asperen , Lucasz. en den Thefaurier Generaal BraJJer, uit den Raad van Staate. De Vergadering bedankte den Prins voor zyne voorzorg, hem verzoekende, dat hy, door alle mogelycke middelen van induäie of overreding , de Steden van Holland zou zoeken af te maanen van afzonderlyke af- danking (/). De Staaten deezer Provincie deeden vergeeffche moeite ter algemeene Staatsvergaderinge, om deeze bezending te doen agterblyven (m). Zy vertrok, den agtflen Juny, naar Dordrecht. De Vroedfchap van Amflerdam was. zooe
dra Burgemeefteren hiervan kennis kreegen, Vroed- byeengeroepen tegen den tienden, en ver-khap flondt eenpaariglyk „ dat het deezer Stad, ^g"/"1" , als zynde maar een Lid der Vergaderin- heruit" , ge van Holland, volgens de bekende orde deeze be- , der i-.egeeringe.niet toeflondt,in byzon-•zending , dere onderhandeling te treeden met Af niet te , gevaardigden der algemeene Staaten, ende Jï^m~ , dat dienvolgende de opgemelte bezendinge was , gefchiedt tegens dejtyle van de Regieringe." Voorts, werdt geraaden gevonden, de Bur- gemeefteren Antoni Oetgens van Waveren en Piet er Hajjelaer den Frinfe te gemoet te zen- den, en zyner Hoogheid, van deezer Stede we-
(i) Refol. Gener. Dom. sjuny '«J°. *»i' ^efo1 Vr°e<Üch.
N. 10. 10 Juny f. <S« verfi. AliZEMA Herft. Leeuw,*/, o. m qttart ». Vader!. Hift. XII. Deel, H- «7 > «*. (Ij Refol. Genet. Luna 6 Juny «**°-
(m) Refol. Genei. M*rti> 7 7<">1 lfS°'
Cccc
|
|||||||||||||||||||||
'GenetWerdt. Zyne Hoogheid, aan 't hoofd van
|
|||||||||||||||||||||
S
|
'
|
||||||||||||||||||||
IÄ ' den Raad van Staate, op den vyfden Juny
|
|||||||||||||||||||||
efl
|
|||||||||||||||||||||
<otJften eerflen Pinkfterdag, ter algemeene Staats-
^ftfye vergaderinge , verfcheenen zynde , deedt
f|e«arj, *klaar, met vier flemmen, het befluit nee
V/' >Illen » om ^en Bevelhebberen der flerke
<ot 'e» » Plaatfen, daar de ontflaagen Compagnien
tj^u.06 « in bezetting lagert, aan te fchryven, dat
«lelf ^n " ZY de uitvoering van den lad der Staaten
N^V van Holland zouden hebben te voorko-
'^oi- » Uien; voorts, dat men eene plegtige be-
SJ zending doen zou aan de Steden vanHol-
» Jand, om dezelven te doen afitaan van
L STUK.
|
|||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||
S52
|
|||||||||||||
mogen ryfen. En als of men voorzien
hadt, 165*
't gene, niet lang hierna, voorviel, Bürge-i$e&f'6
meefteren werden verzogt „ een waakend legg'1^ „ oog te willen houden op de geruftheid en V™OJ0 „ zekerheid van de Stad [p )." 't Liep flegts ^er \p aan tot den twintigften, toen het Ontwerp zendi°' der Verdediginge van Hollands Refolutieop ge» de vermindering van 't Krygsvolk en der Wederlegginge van den voorflag, dien de bezending, te Dordrecht en elders, gedaan hadt, in de Vroedfchap werdt goedgekeurd. (5). Het is, zo ver my bekend is, nog nim- mer in 't licht gegeven: doch vervat zo vee- Ie merkwaardige byzonderheden , dat wy dienftig geoordeeld hebben, het zelve, hier agter, by wyze van Bylaage {>), te plaat- fen- v«f*
Ondertufïchen, was de bezending reeds Z^
in verfcheiden' Steden van 't Zuiderkwartier^,,
van Holland geweeft, en trok nu door 't?0' Noorderkwartier, toen de Vroedfchap dee-an'^« zer Stad te raade werdt,andermaal,eenige m3^ Ie Heeren, met de voorige boodfchap, te zen- ^le" den aan den Prinfe, en hem te verzoeken, $10* dat hy de Stad, in deeze gelegenheid, voor- by wilde gaan, alzo men genoodzaakt zou zyn, hem, in de hoedanigheid van Afge- vaardigde der algemeene Staaten, gehoor te weigeren.Zo hy nogtans gezind bleeve,om de reis herwaards te vervolgen, moeft men hem aanzeggen, dat hy dan , als Stadhou- der , en in geene andere hoedanigheid, ont- vangen zou worden, en dat men de Hee- ren , die met hem overkwamen, flegts als byzondere perfoonen, zou aanmerken (s). Tot voltrekking van deezen laft, werden gemagtigd de Oud-Burgemeefter 'Jan Cor- neliszoon Geelvinck, de Prefident Schepen, Henrik Dirkszoon Spiegel, en een der Stads Secretariflen. Zy troffen den Prins aan te Edam , daar zy hunnen laft volvoerden. Doch zyne Hoogheid toonde zig niet ge- zind , om Amfterdam te myden. Zelfs gaf hy te verfraan, dat hy 'er, dien nademid- dag, 't was den drie-entwintigften Juny ,ten drie uuren, dagt aan te komen. * De Raad hadt_, reeds te vooren, befloo- #^£
ten, den Prins, indien hy kwame, te ont-'^1^, vangen als Stadhouder, en derhalve met de ^°Li burgery in de wapenen, en met alle andere op- tekenen van eere (£)• Burgemeefteren dee-^jj'5 den dan het Damrak van fchepen en ligters Jj/j5 ontledigen, en't gefchut planten op de nieuwe A^ brugge, door welke, de Prins, te water,5[3( ftondt aan te komen. Aan den Dam voor *' de
(p) Refol. Vroedfch. N. io. 13 Juny 1,550. ƒ. 7*.
(q) Refol. VloedfcU. N. 20. zo Juny i6jo. ƒ. 7J vtr[- (r) L». A. (1) Refol. Vroedfch. N. zo. zo J»ny l«jo. ƒ. 8«.
(t) Refol. Vroedfch, A', 10. z° J»ny i6jo. f. 87. |
|||||||||||||
1650. wege, aan te dienen „ dat men zynfurfie-
„ lyke perfoon, nochte de andere Heeren met „ haer zynde, ah geen andere qualiteit in de- „ Jen becleedende dan Gedeputeerden van de „ Heeren Staten Generael, op haer Hoog. Mog. „ Credentiebrieven, hier ter audiëntie, noch zelfs „ binnen de Stadt, niet en zoude connen toe- „ laten, zyne Hoogheid, wyders, verzoe- „ kende, dat hy zyn gezag en hooge wys- „ heid veeleer wilde gebruiken, om hunne „ Hoog Mogendheden te doen afgaan van „ 't gene zy,tegens den ftyl der Regeeringe, „ en de Refolutie van Holland, hadden voor- „ genomen." Naar Enkhuizen, welk nog niet, met de meefte andere Leden van Hol- land , geftemd hadt in het onbetaald laaten van 't gemelde Krygsvolk, beiloot Amfter- dam, insgelyks, eene bezending te doen, om deeze Stad tot eenpaarigheid met de overigen te beweegen (»). Zy dient Midlerwyl, was de bezending te Dor- het den drecht geweeft, daar men haar, in denvol- Prinfe jen Oud-Raad, gehoord hadt; doch met Gor'in-6 zulken uitllag, dat 'er de verwydering eer- chem. der door toegenomen dan verminderd was (0). Van Dordrecht, begaven de Prins en de andere Heeren zig naar Gorinchem, daar de Heeren van Waveren en Haffelaer hunnen laft voltrokken. Zyne Hoogheid fcheen hunne boodfchap zo op te vatten, als of men hem, als Stadhouder, niet in de Stad zou willen ontvangen: 't welk zy verklaarden, „ t'eenemaal, en zo ver als het ooften van „ het weften vervreemd te zyn van de min- „ fte gedagten van den Raad, zullende men „ nimmer nalaaten den Prinfe, in de hoe- „ danigheid van Stadhouder, alle fchuldi- „ ge eer te bewyzen." Doch de bezending vervolgde haare reis. De Amfterdammer Heeren handelden, voor hun vertrek, met die van Gorinchem, en op de te rug reize, met die van Gouda,over 't ftuk der bezen- dinge, en deeden, den dertienden, reeds verflag van hunne verrigtingen aan den Raad, daar beflooten werdt, de Heeren Andries Bicker, Cornelis de Graaf, Cornelis Witjen, JSIikolaas Tulp en Pieter Kloek te magtigen, om de redenen te ontwerpen, met welken En maakt men, ter naafter Dagvaart van Holland, de een Ont- genomen befluiten op de vermindering van werp 't Krygsvolk zou können verdedigen, en te Verdedi- &elyk ^ Hooêheyt, Vryheyt ende gerechtig- ginge ' beyt van defi Provincie, ende van de Leden van het van dien, tegens alle nieuwigheden ende in- befluit drachten, ongequetß helpen conferveren, ende der Staa- voorcomen alle disorde ende onheylen, die uyt eenê/ de voorf. indrachten ende nieuwigheden zouden |
|||||||||||||
(n) Refol. Vroedfch. N. 10, lo Juny 1S50. ƒ. 70 verf,,
(») Zit Vadeil. Hift. XII. De tl, il. 70 ent,. |
|||||||||||||
XVI. Boek.
|
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||
553
|
|||||||||||||||
■*"5o. de Waage was eene houten brug gelegd,
om te gemakkelyker uit het vaartuig aan land te können treeden* Voorts, was 'er laft gegeven, om de twintig vendelen fchut- ters te fchaaren langs den weg, dien zyne Hoogheid dpor moefl, om aan 'tPrinfenhof j, te komen. Doch de toebereidfels waren
naauwlyks halfin gereedheid gebragt, toen |
|||||||||||||||
den vierentwintigflen, deeden zy den Raad I(55a
famenkomen, dien zy kennis gaven van 's Prinfen voorflag. Men verflondt „ dat't Wordt „ het, ten verfcheyden infichten, zeerondien beleefde- „ fiigh ware, dat aenfyn Hoogbeydt, in de^k^&e' „ Stadt gecomen wefende in de bezendinge van weezen' „ de Gedeputeerden van de Heeren Staten Ge ■ „ nerael, audiëntie zoude worden Verkent: en- „ de dat men overfulx't zelve beleef 'dclyck zou ,, excufeeren"'Men voegde denBurgemees- teren toe de Heeren Jan Corneliszoon Geel- vinck , Henrik Dirkszoon Spiegel, Corneas Witfen, Simon van der Does en Frans Ban- ning 'Kok , Heer van Purmerland , om deeze verontfchuldiging te doen , by den Prinfe (v). dieze zeer euvel opnam. Een' der afgezondenen, toen regeerend Schepen, en, zo ik, op goeden grond, vermoede, Cornelis Wit/en, hem de meening des Raads nader willende verklaaren, dreef hytoe, dat hy wel Duitfch verßondt, en geenen uitlegger noo- dig hadt Men nodigde , voorts , zyne Hoog- De Prins heid wederom ter middagmaaltyd, en hadt vertrekt, dezelve reeds laaten bereiden, toen hy,ver- onverwagts, van 'tPrinfenhof tradt, zonder te°°srta(!j daar affcheid te neemen. Burgemeefleren ,uit. vaftftellende dat de Prins fpoedig vertrek- ken zou, deeden, in alleryl, de Ruitcry en eenige vendelen Schutters in de wapenen komen, die zig plaatflen langs den Dam en Nieuwendyk, den gewoonen weg naar de Haarlemmerpoort, die zyne Hoogheid uit moefl. Doch hy, een koel affcheid, aan 't Stadhuis , genomen hebbende van Burge- meefleren, deedt de Koets fnellyk voort- flaan, reedt langs de Keizersgraft naar de poort, en kwam, nog dien zelfden dag, te Haarlem (w). Ter algemeene Staatsvergaderinge werdt, Hydoet,
den zevenentwintigften Juny, verflag gedaan in den van de bezending,hierop uitkomende,, dat Haage, „ fommige Steden verklaard hadden te wil-]H^s „ len blyven by de Unie; dat anderen hier-bezen- ,, van naauwlyks, anderen geheel niet ge-dinge. „ rept hadden,en dat men,te Haarlem,te „ Delft, te Amfterdam en te Medenblik, „ der bezendinge gehoor hadt geweigerd." De Prins voegde hierby „ dat hem, in 't „ byzonder , geduurende de bezending, ,, eenige zaaken waren voorgekomen, waar- „ van hy, by gelegenheid, aan hunne Hoog- ,, Mogendheden nadere opening meende te „ doen O)." En op den dertigften, terVer- gaderinge van Holland verfcheenen zynde, deedt hy aldaar de beloofde nadere opening, in een fchriftelyk voorflel, welk, gelyk men, na-
|
|||||||||||||||
onvej de Prins •> omtrent twee uuren voor den be-
**gts,jnftemden ^'^' onverwagts> met eene floep,
eStad. in de Stad kwam, en op den Dam, over de pas gemaakte brug, aan land flapte. Eeni-
ge Heeren , gevalliglyk op 't Stadhuis zyn- de, begroetten zyne Hoogheid, en geleid- den hem naar 't Prinfenhof, daar men hem eene koflbaare maaltyd bereid hadt. Doch hy weigerde aan te zitten, en deedt zig,in eene byzondere kamer , door zyne eigen bedienden, opdiiïchen. Door een' van de Heeren gedrongen wordende, om ten min- ften een' dronk te doen, antwoordde hy fpytiglyk, om met eikanderen te eeten en te drinken, zouden wy beter vrienden moetenzyn dan wy tegenwoordig zyn. Tegen den avond, zag de Prins, nevens Burgemeefleren uit de venfiers leggende, de gewapende fchuttery, onophoiidelyk vuurende ter zyner eere, voor* * by 't Prinfenhof trekken (u). g'jjeert Midlerwyl,, hadt zyne Hoogheid ernfte 91So°r' lyk aangehouden by Burgemeefleren, om, \i^ op de Geloofsbrieven der algemeene Staa ten, in den vollen Raad gehoord te wor den Doch Burgemeefleren, zig beroepende op de herhaalde befluiten des Raads, had- den zulks volftrektelyk van de handgewee- zen. De Prins, langen hevig lyk, doch ver- geefs , hebbende aangehouden , begeerde eindelyk, in den Raad gehoord te worden, als Stadhouder. Burgemeefleren verzogten toen, naar de orde der Regeeringe deezer Stad, opening van 't gene zyne Hoogheid den Raad wilde voordraas:en,om daaruit af te neemen, of zy den Raad daaro er zou- den mogen vergaderen. De Prins weigerde K de verzogte opening, in 't eerft;doch ver- ovcf klaarde daarna ,, dat hy dagt te fpreeken Sbe*3"» van 't gene de Heeren Burgemeefleren k%J „ van Waverenen Hafïelaer, uit naam van ^totde» Burgemeefleren en Raaden, hem, voor ^C1' s, eenige dagen, teGorinchem, hadden te „ gemoet gevoerd." Burgemeefleren dee- den hun beft, om zyne Hoogheid af te bren- gen van deeze gedagten; doch als hiertoe geene kans was, beriepen zy zig, eindelyk, Dp de afwezendheid van den Prefident-Bur- gemeefter Wouter Valkenier, wienzy voor- af, wilden raadpleegen. 's Anderendaags, |
|||||||||||||||
- (v) Refol. Vroedfch. N. 10. J4 Junj i«?o. ƒ. %t,
^'") Dapper U. 275 , 17*. AlTZEMA Heift, Leeuw , (») dapper kl. 2.76. Aitzema Herft. Leeuw, */. 3z.
' **• (*) AiTziMA Heift, Leeuw.? H. 33» 3«. Cccc z
|
|||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||
554
|
|||||||||||||||
der 't volk verfpreid werdt. Zy bragten 't J 5 '
in den Raad, daar zy , te gelyk, verflaguitv°£ deeden, van't gene, byeenige Leden, ge- n%\èt- magtigd om nader onderzoek te doen op'derin' het onderwerp der bezendinge, was raad ge van zaam gevonden. Deeze Leden en de Ver-H°llan gadering in 't gemeen fcheenen, naamlyk, te neigen, om het ontflaagen Krygsvolk, by voorraad, nog eene maand, in dienft te houden, en eenige gaadje toe te leggen aan de ontflaagen Overflen. Doch de Vroed- fchap van Amfterdam verftondt, dat men behoorde te volharden by het befluit, op de afdanking en vermindering genomen.Voorts, vondt zy vreemd, dat de gemagtigde Le- den, in,hun verflag, geen gewag gemaakt hadden, van de fcherpe aanfpraak, doof Alexander van den Kapelle, Heer van Aarts- bergen, gedaan, in den Oud-Raad te Dor- drecht , waarby hy hunne Edele Groot-Mo- gendheden, om derzelver Refolutie op de afdanking, befchuldigd hadt van inbreuk op de Unie, met byvoeging, dat zy, deswe- ge, lyf en goed verbeurd hadden. De Vroedfchap vondt geraaden, wegens zulke hoonende taaie, herftelling te vorderen voor de Regeeringe van Holland, ter plaatfe, daar 't behoorde. Eindelyk, werdt ook be- flooten, eene verdediging tegen 's Prinfen voorftel te ontwerpen; doch dezelve niet in te leveren ter Vergaderinge van Holland, dan na dat men zyne Hoogheid zou hebben getragt te overreeden, om zyn Voorftel we- derom in te trekken: in welk geval, men ook de Verdediging te rug houden zou (a). Maar 't was 'er wel verre van af, dat de Prins zyn Voorftel zou hebben willen te rug neemen. De Verdediging van Burgemees- teren en Raaden werdt, derhalve, ter Ver- gaderinge van Holland, overgeleverd (b), en behelsde hoofdzaakelyk „ dat zy met „ fmerte gezien hadden, dat hunne goede „ meening, in alles wat de ftoffe van 's Prin- „ fen voorftel uitmaakte , genomen werdt „ voor eene oorzaak van misnoegen en klag- „ ten. Dat zy zig gedrongen vonden, om „ zig voor hunne Edele Groot-Mogendhe- „ den te verdedigen, en zulks te meer, „ naardien het Voorftel, waarby zy befchul- „ digd werden, alomme onder de Gemeen- „ te verfpreid was: in volkomen vertrou- ,, wen, dat by hunne Verantwoording bly- „ ken zou, dat zy niets voorgehad hadden, „ dan , nevens de handhaaving van de „ wettige orde der Regeeringe, en van de „ geregtigheid deezer Provincie en hunner „ Stad, alle fchuldige agting en eere te be- » wy-
(*) Refol. Vroedfch. tf. 20. 4 Jnly I6jo. f. 88 verfa.
\b) Refol. Vioedfch. N. io. 13 jt»/j i«jo. ƒ. V7 verft. |
|||||||||||||||
naderhand , verftondt, door den Griffier
Cornelis Mufcb, opgefteld was. Het behels- de eene fcherpe klagte overBurgemeefteren en Raaden van Amfterdam „ die hem,te- „ gen alle verwagting, te Gorinchem, had- „ den doen aanzeggen, dat zy hem, noch „ de andere Heeren, die de bezending be- „ kleedden, niet zouden inlaaten in de Stad; „ en die hem, te Edam, hadden laaten ver- „ zoeken, dat hy de Stad niet wilde aan- „ doen, maar voorby gaan, op dat de Wet- „ houderfchap niet mögt genoodzaakt wor- „ den, iet te doen, dat hem misnoegen zou , können geeven." Voorts, verhaalde zyne Hoogheid „ hoe hy, desonaangezien, in „ de Stad gekomen zynde, door Burge- „ meefteren, met eenig uiterlyk betoog van „ eere, als Stadhouder, ontvangen was; „ doch dat zy zyn verzoek om, nevens de „ andere Heeren der bezendinge, in de „ Vroedfchap gehoord te worden, hadden „ afgeflaagen. Dat hy toen, als Stadhou- „ der, gehoor hadt begeerd, over een punt, „ waarvan hy reeds opening gedaan hadt; „ doch dat zy, dit zyn verzoek ter over- „ weeginge van den vollen Raad gebragt „ hebbende, hem daarna hadden verklaard, j, dat zy hem, ook in de hoedanigheid van ,j Stadhouder, het begeerde gehoor niet „ konden toeftaan. Dat dit gedrag veel „ verfchilde van dat der andere Steden, ,, die allen hem, als Stadhouder, gehoor „ hadden aangebooden;en dat hy 'thieldt „ te itryden met de gewoonte , met zyne „ waardigheid en agting, en met den Staat ,, en Hoogheid der Provincie, die hem met „ de Stadhouderlyke waardigheid bekleed „ hadt; behalve, dat het ook ftrekte tot „ kleinagting en oneer van zyn' perfoon: „ waarom hy op de Vergadering begeer- ,, de, dat zy die van de Regeeringe van „ Amfterdam daartoe zou verwilhgen en „ ook houden, om hem, wegens 't gebeur- „ de , behoorlyke herftelling en voldoe- „ ning te geeven; en hierop ten fpoedigfte „ raadpleegen en belluiten (y)." Sommigen tekenen aan, dat zyne Hoogheid, die dit voorftel ook mondeling deedt, zig met ee- nige beweeging en verheffing van item hoo- ren liet, als hy den naam van Amflerdam noemde; doch dat hy daarna wederom ze- diger fprak (z). De Bufgemeefteren van Waveren en de
Graaf, die de Dagvaart bywoonden, ver- zogten een affchrift van 's Prinfen voorftel, welk, zeer tegen den zin der Amfterdam- fche Regeeringe, terftond gedrukt, en on- (y) Munimént-Rcgifteri Lr. A. Zie »»^AlTZÉMA'Heift.
Leeuw, hl. 37. (*J Aitzema Herft. leeuw, 'bl. 38. |
|||||||||||||||
1650.
Klaagt
zeero- ver de Regee- ringe van Amfter- dam. |
|||||||||||||||
Burge-
meeite- ren en Raaden verdedi- gen zig, |
|||||||||||||||
XVI. Boek.
|
|||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||
555
|
|||||||||||||||
wyzen aan zyne Hoogheid." Na deeze
inleiding, volgde een Verhaal van 't nee- men der ftrydige befluiten, ter Vergaderin- gen van Holland en van de algemeene Staa- ten , op 't ftuk van 't ontflaan of aanhouden van 't Krygsvolk, en hoe hierop, ter alge- meene Staatsvergaderinge, bellooten was, eene aanzienlyke bezending te doen aan alle de Steden en Leden van Holland, aan 't hoofd van welke, zyne Hoogheid , wien men, ten opzigte van deeze Provincie en derzelver Steden en Leden, ten zelfden tyde, eene feer bedenckelycke authorijatie gegeven hadt, zig hadt gelieven te ftellen; zonder dat de Afgevaardigden der Staaten van Hol- land ter algemeene Staatsvergadetjjnge den voortgang dier bezendinge hadden können fluiten. ,, Burgemeefteren hadden toen de „ Vroedfchap vergaderd, die eenpaariglyk „ verftaan hadt, daf, men de bezending en „ zyne Hoogheid zelve, die geene andere „ hoedanigheid bekleedde , dan die van „ Afgevaardigde der algemeene Staaten, „ in de Stad niet zou können toelaaten. De „ redenen van dit befluit waren, by eene „ andere diergelyke gelegenheid , fchoon „ van veel minder gewigt, reeds in 't jaar „ 1639, van wege deeze Stad, ter Verga- „ deringe opengelegd (V), en behoefden nu „ niet herhaald te worden. Ook was,door „ eenige gemagtigde Leden , zelfs op het „ ftuk der tegenwoordige bezendinge, ge- „ oordeeld, dat hunne Edele Groot -Mo- j, gendheden, by uitdrukkelyke Refolutie, j, behoorden vaft te Hellen, en daarvan ter „ algemeene Staatsvergaderinge, en zelfs „ aan ieder der byzondere Provinciën, ken- „ nis te geeven, dat de byzondere Steden „ en Leden, voortaan , zulke bezendingen „ niet zouden hebben toe te laaten. Bur- „ gemeefleren en Raaden, nogtans, met „ fmerte hebbende gezien,dat zynetïoog- „ heid, door aenradinge van foodanige Per- „ foonen, die fulcx niet en betaemde , zig hadt j, laaten inwikkelen in zulk eene bezending, 3, hadden hem te gemoet gezonden te Go- „ rinchem, om hem 't befluit des Raads s, aan te dienen, en van de voorgenomen s, reize af te maanen ; met bygevoegde si verklaaring, dat hy, als Stadhouder be- » geerende te komen, met de vereifchte » eere, ontvangen zou worden. Doch ver- » neemende, dat de Prins by zyn voornee- s» men bleef, terwyl de Vroedfchap beften- » diglyk oordeelde, dat de bezending hier » niet toegelaaten kon worden, hadt men j» hem,andermaal, te Edam,doen verzoe- » ken, dat hy de Stad, voor deeze reis, («0 Zie II. Deeit xV.lSoe{,, il. 538 »«4
|
33
3J
3»
33
33
33
33
33
33
33
33
.')
33
3)
33
3»
5)
33
>)
33
33
33
3)
33
33
33
33
J>
J»
33
3»
13
31
33
33
33
33
33
33
33
»
3»
33
»
33
>»
33
33
33
3)
33
33
33
35
33
33
J)
33
53
3>
|
voorby geliefde te gaan, ten ware hy als l6*0
Stadhouder begeerde te komen. Doch hierop hadt zyne Hoogheid geantwoord, dat hy, nevens de andere Heeren Ge- magtigden, dagt te komen, met alle de hoedanigheden, die hy tegenwoordig be- kleedde. Men hadt hem toen verklaard, dat hy als Stadhouder ontvangen zou worden. Hy was, den volgenden dag, in de Stad gekomen, en, voor zyn Per- foon, met de gantfche Burgery in dewa- penen en alle tekenen van eere, door Bur- gemeefteren, verwelkomd. Doch alzo hy goedvondt te verklaaren, nevens de andere Gemagtigden der algemeene Staa- ten, aldaar gekomen te zyn, om, in ge- volge hunner Geloofsbrieven, hunnen lift te openen aan de Vroedfchap, in welke hy gehoor begeerde; zo was zulks, om de verhaalde redenen, afgeweezen ; te meer, om dat de Heer van Aartsbergen, in den Oud-Raad van Dordrecht, met zeer fcherpe , bittere en ondraaglyke woorden, verklaard hadt, dat de Hee- ren Afgevaardigden niet van Dordrecht: zouden vertrekken, voor dat zy een dui- delyk antwoord , in gefchrifte , zouden bekomen hebben, en die van Dordrecht vaardige en daadelyke herftelling zouden hebben gedaan van de verbreekinge der Unie, waaraan zy en de andere Leden van Holland zig hadden fchuldig gemaakt, en waarover zy ftraf baar geworden wa- ren aan lyf en goed, en in perfoon en goederen bekommerd, en voor alle Reg- ters en Regtbanken betrokken zouden mogen worden: daarby voegende, dat hy, by gebreke of uitftel van voldoening, og andere taal zou moeten voeren. Zy- ne Hoogheid hadt hierop gehoor begeerd als Stadhouder; doch zonder zyne hoe- danigheid van Afgevaardigde der alge- eene Staaten af te leggen; zonder ook uifte opening te geeven aan Burgemees- eren van 't gene hy der Vroedfchap wil- e voordraagen, alleenlyk zeggende te illen fpreeken van 't gene hem, teGo- nchem, door den Heere van Waveren, as aangezeid, en zig niet vergenoegen- e met de aanbieding van dien Heer,om ulks op ftaande voet te verantwoorden, urgemeefteren, fchoon in zig zelven de agt hebbende,om op het begeerdege- oor te befchikken, zo als zy raadzaam ouden oordeelen, vonden egter, tot hun- e meerdere ontlafting, goed, den Raad aarop te doen vergaderen, die van mee«
ing was, dat men 't begeerde gehoor eleefdelyk afllaan moeft, naardien zyne oogheid, met laft der algemeeneStaa- |
|||||||||||||
Cccc3 „ten,
|
|||||||||||||||
II. Deel,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5*6
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i<55<*
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ gevallen, in de Vroedfchappen rond te
„ reizen; die door zyn aanzien, te doen „ verbaazen , gelyk Aartsbergen te Dor- „ drecht hadt getragt te doen, en daardoor |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ten, in de Stad gekomen was, en verzogt
gehoord te worden over iet, welk betrek- king hadt tot dien lalt. Burgemeefteren en vyf Raad en hadden 't gevoelen des Raads niet flegts overgebragt aan den Prinfe; maar zyne Hoogheid zelfs ver- zogt, dat hy, iet hebbende voor te ftel- len, waarover het ook zyn mögt, hun het zelve geliefde mede te deelen, onder verbindtenis van het den Raad getrou- welyk te zullen aandienen, die geneigd zou zyn, hem daarop alle mogelyke vol- doening te geeven. Doch zyne Hoogheid geene verdere opening willende doen dan in de volle Vroedfchap; zo waren Burge- meefteren en afgezondenen uit den Raad van hem gefcheiden. Dat men nu, met deeze. laatfte afwyzing , zou hebben te kort gedaan aan de agting, die men den Stadhouder verfchuldigd was , konden Burgemeefteren en Raadenniet zien. Zy hadden , in de CommiJJie , door hunne Edele Groot - Mogendheden , aan zyne Hoogheid gegeven, wel gezien, dat de Stadhouder verpligt was, de Hoogheid, Privilegien en welvaart van V Land en de Steden, 't gebruik der Chriflelyke Religie en de oefening des Regts by raade van den Hove voor te fiaan: ook dat hy magt hadt, om , by gelyken raade, Brieven van ver- giffenis en kwytfihelding te verkenen; dat hy de zaaken van oorloge en regeeringe moeß beleiden, by goeddunken der Staaten of by raade van derzelver Gecommitteerde Raaden, overeenkomflig met derzelver In- flruiïie, en dat hy de Magistraten moeß veranderen naar behoor en, enovereenkomßig met der Steden Privilegien.Dochvan eenig Regt des Stadhouders, om, uit kragte zy- ner Commiflie, te verfchynenin de Vroed- fchappen der Steden, werdt geen het min- fte gewag gemaakt. De Stadhouder was, derhalve, in dit opzigt, aan te merken als andere byzondere Perfoonen, en moeft zig,iet in de Vroedfchap hebbende voor te ftellen , eerft vervoegen aan Burge- meefteren , om daar opening te doen, en gehoor te verzoeken, wanneer 't aan Bur- gemeefteren ftondt, te oordeelen, of de Vroedfchap, die niet van alle zaaken ken- nis nam, daarop behoorde vergaderd te worden, of niet. En zo zy tot het laat- fte bellooten, moeft de Stadhouder ge- duld hebben, zonder zig zulks tot hoon of kleinagting te rekenen , alzo Burge- meefteren dit regt alleen toekwam. Voorts, gaven "-Burgemeefteren en Raaden den Staaten te bedenken, van welke gevaar- lyke gevolgen zou können zyn eene magt des Stadhouders, om , naar zyn wei- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1650.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
53
33
93
5»
3}
33
35
39
33
33
39
99
39
5)
33
33
3)
3>
33
33
33
33
}3
33
33
S>
33
»3
33
33
35
33
33
33
33
33
'»
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
3>
33
33
39
33
33
35
33
33
39
3>
31
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ss
|
verandering te wege te brengen in Refo-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lutien, die de Staaten, uit hunne Sou-
veraine magt, genomen hadden. Ook hadden de voorige Stadhouders nooit zulk |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
33
|
een regt geoefend in Amfterdam, gelyk,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
verkeerdelyk en uit kwaade onderregting3
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3)
|
in 's Prinfen voorftel gezeid was. De hoog-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fte Regeering was niet den Stadhouder,
maar den Staaten aanbevolen. Burge- meefteren en Raaden vertrouwden dan, zig zelven en 's Lands Hoogheid hier me- de geaoeg verdedigd te hebben, en, in de plaats van voldoening te geeven, ge- regtigd te zyn om herftelling te vorderen van de indragt, die der Regeeringe van Holland in't gemeen, en van Amfterdam |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
o
|
in 't byzonder was aangedaan, door zul-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ken, die zyne Hoogheid tot het aannee-
men en in 't werk ftellen deezer onge- gronde bezendinge geraaden hadden. Ook |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
33
|
verzogtenze uitdrukkelyk, dat Aartsber-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ gen tot herftelling van ongelyk verpligt
„ werdt; alzo deRefolutie, op het ontflag „ van 't Krygsvolk genomen, niet ftreedt „ met de Unie; maar fteunde op het goed „ regt deezer Provincie, en ftrekte tot ver- „ ligting in de drukkende koften des voor- „ gaanden oorlogs, en door den tyd ook „ tot ontlaftinge der goede Ingezetenen. „ Ten befluite , verklaarde men zig ver- „ wonderd, dat zyne Hoogheid alleen over „ Amfterdam hadt geklaagd, daar hy, in „ 't verflag ter Generaliteit, te kennen ge- „ geven hadt, dat ook andere Steden dee- „ zer Provincie hem gelyk gehoor, hadden „ geweigerd (d)." De Afgevaardigden der Stad deeze ver-
dediging, ter Vergaderinge van Holland, hebbende overgeleverd, oordeelden de meefte Leden, dat zy aan een zyde behoor- de te worden gelegd. Ook hadt men nog niet eenpaariglyk können befluiten op 'tftuk der afdankinge. De Raad, hiervan kennis bekomen hebbende,verftondt, vooralsnog, te moeten blyven by de voorige Refolutien: voorts, werdt den Afgevaardigden der Stad gelaft, ter Vergaderinge van Holland, aan te houden op de goedkeuring der ingelever- de verdediginge, en dat zyne Hoogheid mögt worden bewoogen om daarmede genoegen te neemen, en zyn voorftel in te trekken (/)• De Algemeene Staaten waren, midlerwyl» met
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ze f
fff
ira" of
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(d) Refol. Vioedfch. N. ï0. ij July iSjo. ƒ. 50 vtrfi-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zi
|
e e«k_ AlTZEMA Hetft. Leeuw, bl. jg.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(e) Rcfol. Vioedfch. a, zo. 16 Juij i«j8. ƒ.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
100.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||
XVI. Boek.
|
|||||||||||
557
|
|||||||||||
haald (i), «n 't behoort niet byzonder ge- 1650.
noeg tot de gefchiedenmen van Amflerdam, om 'er hier wederom op flil te ftaan. Doch de onderneeming op deeze Stad ftaat ons hier, met de vereifchte omflandigheid en naauwkeurigheid, te ontvouwen. De Prins van Oranje, vaflgefleld hebben- Gronden
de, zyn gevoelen op de vermindering van yan zyne 't Krygsvolk, welk in den jongften voorflagg"2'^11 des Raads van Staate begreepen geweefl dragom- was,te doen goedvinden,ter VergaderingetrentAm- vanHolland; en deStad Amflerdam alleen, on- fterdam der alle de Leden deezer Provincie, nog verftonder" vervreemd vindende van het omhelzen vanz°§t" deezen voorflag; alzo zy, tot hiertoe, nog niet bewilligd hadtin het Advys Conciliatoir, waarin de meefle Leden overeengekomen waren, liet zig, door eenigen, beduiden, dat 'er geen middel was, om deeze Stad te doen veranderen van gevoelen, dan door al- daar eene buitengewoone verandering te maaken in de Regeeringe. Willem de I. was hiertoe 'gemagtigd geweefl, by den breeden lafl, die hem, in de jaar en 1575 en 1576, door de Staaten van Holland en Zee- land , gegeven was (£). Doch de Stadhou- ders na hem hadden 't niet wettiglyk kön- nen doen, dan wanneer zy, daartoe, byzon- derlyk, gemagtigd waren, door 's Lands Staaten, behelzende hunnen gewoonlyken lafl meer niet,dan dat zy de Magiflraaten, moeflen veranderen, volgens de Privilegien, die allen den tyd en wyze der Magiftraats- beflellinge bepaalen. Op zulk eene byzon- dere magtiging, hadt Prins Maurits, in 't jaar 1618, de wet te Amilerdam, buitens tyds, verzet (7). En zou het tegenwoordig wettiglyk gefchieden; de Staaten van Hol- land moeflen 'er zyneHoogheid,insgelyks, toe magtigen. Maar de Vergadering van Holland was thans niet gefchikt, om'er zulk eene magtiging van te verwagten. De Stad Amflerdam hadt niets geflemd, niets ver- rigt, omtrent de punten, die thans in gefchil ftonden, dan 't gene gegrond was op, en overeenkwam met de befluiten der Staaten van Holland, de Souverainen der Provincie; die dusgeenen fchyn van reden hebben kon- den, om den Stadhouder te magtigen, tot eene ongewoone verandering in de Regee- ringe aldaar, 't Volk hier aan 't muiten te helpen tegen de Wethouderfchap,zo eeni- ge heethoofdige yveraars voor 's Prinfen ge- zag daartoe al mogten gezind geweefl zyn; en daaruit gelegenheid te neemen, om den Staaten eene magtiging tot buitengewoone verandering der Regeeringe af te vergen, (:\ vaderl. Hift. XII. Deel, hl. 9o.
(k) ^Vadert. Hift. VII. Deel, bt. ij, 9+.
\tj Zit tóft VOW, »• O"1* XIII. Bfe\, il. w.
|
|||||||||||
met die van Holland, in onderhandeling ge-
t0tver- treden over de vermindering van 't Krygs- w'S'ng volk. Zy'ne Hoogheid deedt eenige nieuwe \^°[' voorflagen. Doch men kon eikanderen niet v85i]'ig" verflaan. De Staaten van Holland von- cir°via.'eden geraaden, hun befluit om eenig Krygs- ""• volk onbetaald te laaten te verdedigen, in eenen beredeneerden brief, die den zeven- entwintigflen July gedagtekend, en aan de Staaten der byzondere Provinciën gerigt was (ƒ). Men fprak ook van eene buiten- gewoone bezending, van wege Holland,te willen doen aan de byzondere Provinciën; waartoe Amflerdam zeer neigde. De Of- ficieren der ontflaagen Compagnien hadden, ter Vergaderinge van Holland, betaaling verzogt van twee en veertig maanden agter- flallige foldye, die de meefte Leden ver- ftonden, dat op de byzondere Comptoiren van Holland moeflen verdeeld worden. Am- flerdam oordeelde, dat hiervan , zo 'er verder op gedrongen werdt, een punt van befchryvinge behoorde gemaakt te wor- den. De Raad van Staate hadt eenen mid- delweg voorgeflaagen, om de Staaten van Holland te vereenigen met die der andere Provinciën. Veele Leden van Holland neig- den zeer tot deezen middelweg, en men ont- L wierp , kort hierna, een Advys Conciliatoir, i{^- welk 'er niet veel van verfchilde (g). Doch "eiSt Burgemeefteren en Raaden van Amilerdam ^6e„. verftonden, op den negen en twintigflen (lV- July, dat de Afgevaardigden der Stad bly- iii^ji ven zouden by 't genomen befluit; maarzo \ alle de andere Leden oordeelden, dat men het Advys Conciliatoir behoorde vafl te Hel- len , moeflen zy, voor eenen kleinen tyd, üitflel verzoeken, om aan de Principaalen te fchryven , en gunfliger advys in te bren- ne b. gen(Ä). C^'s Zo ftondt het te Amflerdam, toen de Prins
'Ves van Oranje,'s daags na dat dit befluit in de d^ig. Vroedfchap genomen was, iet ondernam, \M waarvan 't gantfche Land verbaasd flondt. ^|ade- Hy bediende zig, naamlyk, van de wape- I}!1 Hou nen van ^en Staat, om Amflerdam te ver- lig, raffen en te bedwingen; en hy deedt zes Ve; e- Afgevaardigden in de Vergaderingen van \eJ| Holland, Jacob de Witt, Oud Burgemees- ter van Dordrecht, Jan de Waal, Burge- ïneefler, en Alben Ruil, Penfionaris van Haarlem, Jan Duifi van Voorbout, Bürge- ïneefter van Delft,Nanning Keizer,Penfio- naris van Hoorn, en Nicolaas Stellingwerf, Penfionaris vanMedenblik,in hegtenis nee- ?^en, en naar Loeveflein voeren. Wy heb- ben dit laatfle, elders, omftandiger ver- (f) Zie Vaderl. Hift. XII. Deel, *'• SI-Ï3, «<J-jp.
W ■A'tzema Herft. Leeuw, tl. 45, 50.
V*) B-efol. vxoedfch. N. zo. 19 fr'j ™S°,f. l00 verf,.
|
|||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||
55B
|
|||||||||||||
tiglyk diergelyke bevelen mogen geeven in i65°'
Holland, 't gene hun egter nimmer toege- Haan is; hun befluit van den vyfden Juny magtigde den Stadhouder geenszins, tot het gebruiken van geweldige middelen, veel min tot ongewoone veranderingen in de Re- geeringe. Het magtigde hem flegts, met algemeene woorden, om zorg te draagen » „ dat de ruil bewaard, de Unie gehand- „ haafd, en al wat daartegen werdt voor- „ genomen te gemoet getreden werdt. " Doch de meening bleek geenszins te zyn, dat zyne Hoogheid zig, om dit einde te be- reiken, van geweldige middelen, en van de wapenen van den Staat zou mogen bedienen. Duidelyk blykt dit, uit eene volgende Refo- lutie der algemeene Staaten van den zesden Juny, waarby zyne Hoogheid verzogt wordt, de Steden van Holland af te doen zien van byzondere afdanking; niet door de wapenen; niet door vatten en vailzetten van de Leden der vrye Staatsvergaderingen; niet door on- gewoone veranderingen der R.egeeringe ; maar door alle mogelyke middelen van induc- tie of overreeding (n). De Prins handelde dan, ook in de onderneeming op Amller- dam, tegen de blykbaare meening der al- gemeene Staaten, op welker magtiging en befluit hy zig egter eeniglyk beriep. Doch laat ons tot het verhaal van den aanleg en afloop deezer geweldige onderneeminge a- vergaan. . 't Schynt, dat zyne Hoogheid, niet langtf^f
na dat de bezending naar Amllerdam vrug-^/ teloos afgeloopen was , zig, door kwaadev^ raadsluiden, heeft laaten brengen tot het^id^ befluit, om die Stad met de wapenen tericC dwingen. Omtrent den aanvang van Julyj^J,, hadden verfcheiden' Haarlemfche en Am-"3 fterdamfche Koopluiden brieven van Lon- den, van Dantzig en van elders bekomen, waarin van het beleg van Amllerdam , als van iet, welk tegenwoordig was, gewaagd werdt: 't zy dat de toeleg niet bedekt ge- noeg gehouden ware; of dat het voornee- men om de Stad te bezenden buiten 's Lands gerügt gemaakt hebbe als van een beleg; of dat men zulk een gerügt voorbedagtelyk hebbe laaten loopen, om Amllerdam te ver- baazen; of dat'er, eindelyk, nog andere redenen van dit gerügt geweefl zyn, welken e wy nu niet bedenken können (0). Zyne Hoog'^tó' heid hadt zyn voorneemen vroeg bekend ^i gemaakt aan Graave Willem Fredrik vaiï^J ■k-t rr* i-t li 1 _____ t> • _1 . 1 •_ _ V -tftl * .1
|
|||||||||||||
1650. was °°k genoegzaam onmogelyk. De Ge-
' meente was hier thans ingenomen met ag- tinge voor haare Overheid, die, door haare gemaatigde Regeering, de herten gewon- nen hadt: ook liet de Vrede, die thans her- field was, geene gelegenheid over, om 't gedrag der Overheid haatelyk af te maaien by 't volk; 't welk, in tyden van oorlog , doorgaands, ligtelyk te doen is. 't Scheen dan, dat '^r geen middel was, om de Wet te verzetten te Amllerdam, ten ware zyne Hoogheid, die onlangs gezien hadt, hoe weinig hy hier, ongewapend, vermögt, de wapenen vanden Staat, die hem waren aan- vertrouwd , gebruikte, om zig, by verrafling of met geweld, meefler te maaken van de Stad, waarna hy 't in zyne magt dagt te zullen hebben, om 'er zulk eene verandering te maaken in de Regeeringe, als hy zou ge- raaden vinden. Hy begreep nogtans ligte- lyk, dat hy hiertoe, noch als Stadhouder, noch als Kapitein-Generaal, gemagtigd was. Zyne Commiffien verbonden hem, om de Vryheden en Privilegien des Lands en der Steden voor te flaan. Maar niets flreedt meer met de Privilegien, dan door gewel- dige middelen eene buitengewoone veran- dering te wege te brengen in de Regeerin- ge van eene der Hemmende Steden. Ook beriep zig de Prins, om zyne onderneeming te regtvaardigen, niet op eene algemeene Commiffie; maar enkelyk op het befluit der algemeene Staaten van den vyfden Juny , welk wy, hier voor (m), woord elyk heb- ben te boek gefield. Veelen verflonden nog- tans , dat zyne Hoogheid, door dit befluit, geenszins gewettigd was tot zulk eene ge- weldige onderneeming. De algemeene Staa- ten hadden niets te gebieden in Holland; daar de Staaten der Provincie fouverain wa- ren. Zy konden, derhalve, den Prins van Oranje niet wettiglyk magtigen, tot eene onderneeming tegen eene Hollandfche Stad, en derzelver Regeering. Men zeide we], dat het gefchil tuflchen de algemeene Staa- ten en die van Holland de Unie betrof, en dat het beleid van de zaaken der Unie den al- gemeenen Staaten aanvertrouwd was; doch hiertegen diende, dat de byzondere Provin- cien en Steden zig, by het eerfle Lid der Unie , haare byzondere Regten, Privile- gien en Vryheden hadden voorbehouden: onder welken, geenen der minden waren de vryheid om, naar goedvinden, te mogen bewilligen, of niet, in de gemeene laften; en de vryheid om ter Staatsvergaderingen te mogen Hemmen, naar men 't verftondt. Doch al hadden de algemeene Staaten wet- {m)Bl«dx,. 551,
|
|||||||||||||
NaJJau, Stadhouder van Friesland, wien l^A
opperbeleid des aanflags werdt toever-^rtê trouwd. 't Voorneemen was, de Stad, doof 3an ^ mid'ge'V
(») Zie hier voor, bl. sji.
(,J Y«l«l. Hift. XII. Oedt bl. 9i, 93.
|
|||||||||||||
XVI. Boek. GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||
5S9
|
||||||||||||||||
^50. middel der Ruiterye, des ogtends, met het
openen der poorte, in te neemen, en zig daartoe voornaamlyk te bedienen van de Regementen der Kolonellen Fredrik,Graave van Dona, en Kornelis *üan JerJJen, Heere van Sommelsdyk , den eerften een' vollen Neef, den anderen een' boezemvriend des Prinfen van Oranje. Dit Krygsvolk lag, te Nieuwmegen, te Arnhem, en elders daar- omtrent , in bezetting. Men hadt voor, het zelve op de Veluwe te doen verzamelen, en van daar, langs verfcheiden' wegen, te doen trekken naar Abkoude, daar de alge- meene zamelplaats zyn zou. Van hier zou men, voorden dag, vertrekken naar Am- fterdam, en de Stad fragten te overrompe- |
||||||||||||||||
vaardig zynde, kreeg laffc van den Prinfe, l(^r0t
om zynen weg over Amfterdam te neemen, en den afftand der Dorpen tuffchen die Stad' en Scherpenzeel, naäuwkeuriglyk, gacje te flaan , om zig, in 't geleiden der troepen, daarnaar te können fchikken. Hy voegde'er by „ dat hy Graave Willem gelaft hadt, „ te Amfterdam geen geweld te pleegen te- „ gen burgers of foldaaten, alware 't ook, „ dat men zig eenigszins ftelde tegen de „ Ruiterye, en 'er zelfs op fchieten mögt; „ zo 't niet al te hoog liep:" Sommelsdyk, wyders, vermaanende, om Graaf Willem, die, zeide hy, vol vuurs en wat haaftig was, te willen helpen beletten, dat'er geene wan- orde gepleegd werdt. Met dit affcheid, vertrok Sommelsdyk, Som-
alleen van zynen kamerdienaar verzeld, den railsdyk zevenentwintigften July, des middags tenreiftdoor een uure, te paarde, uit den Haaee. den^mfter"
1 T „•, . &w' ,UC11 dam naar
wegneemende over Leiden naar Amfterdam. $cher-
Doch omtrent Koudekerk gekomen zynde,penzeel,
werdt hy ingereeden door den Marquis de0™ deJ* Vieuville, die hem zeide,lafl te hebben vantuffchen zyne Hoogheid, om hem te verzeilen, debeide af Ruitery te volgen, en van alles verflag te te mee- doen. Zy kwamen beide, ten half tien uu-ten- ren, aan den Overtoom, daar zy , in de grootfte herberg, vernagteden. 's Morgens van den agtentwintigften July zaten zy, ten half vyf uuren, wederom op, en reeden , door de Heilige-wegs- of Leidfche Poort, in Amfterdam. De Heer van Sommelsdyk werdt, federt, verdagt gehouden, dat hy hier gekomen was, om de wallen der Stad te befpieden. Doch hy heeft verklaard, dat hy zig in 't geheel niet opgehouden hadt ia Amflerdam; maar zelfs, toen , by 'tinryden der Heilige-wegs-poorte, de ftegek eep van 't paard van Vieuville gebroken was, en herfteld werdt, vooruit gereeden was naar de Reguliers- of Utrechtfche poorte, zon- der ergens te toeven, dan een oogenblik op de Reguliers-breêftraat, daar hem de Schout van Buuren ontmoet was, en aangefproken hadt. Vieuville hadt hem niet ingehaald , dan zeftig of zeventig treden buiten de Re- gulierspoorte, wanneer de klok vyf uuren floeg; waarop hy zyn uurwerk ftelde, om te beter rekening te können maaken, hoe veel tyds hy behoeven zou, om met de Rui- tery van Scherpenzeel te Amfterdam te ko- men. Voorts, waren zy gereeden over Ab- koude , Baambrugge, Loenen, Vreeland, Kortenhoef, Hilverfom, Zoeft en Leusden op Scherpenzeel,alwaar Sommelsdyk, des nademiddags ten vyf uuren , en Vieuvil- le , die te Hilverfom van hem gefchei- den was, om een' keer naar Amersfoort te doen, den volgenden middernagt, aangeko- D d d d men |
||||||||||||||||
l
|
5«a
|
|||||||||||||||
len
|
Omtrent den twintigften July, hadt de
|
|||||||||||||||
\\Jn Prins den Heer van Sommelsdyk by zig
ontbood en in den Haage, hem bekend maa- llende „ dat hy beflooten hadt, Graaf Wil- „ lem, met eenige Ruitery, te zenden bin- j, nen Amfterdam, om aldaar het geweigerd „ gehoor als Stadhouder te bekomen; en „ dat hy hem en de bezetting van Nieuw „ megen hiertoe, onder anderen, dagt te „ gebruiken." Sommelsdyk maakte,zo als hy naderhand verklaard heeft, eenige zwaa- righeid in den grooten weg, en in de hitte van 't jaargetyde. Doch de Prins, dien hy, 's anderendaags , in de tegenwoordigheid van Graave Willem, wederom fprak, vol- hardde by zyn bt fluit, zeggende zelfs, dat hy, zo de Ruitery niet tydig genoeg voor de Stad mögt können zyn, in perfoon en met grooter magt dagt te volgen. Twee da- gen verliepen 'er toen, zonder dat de Prins verder fprak met den Heere van Sommels- dyk; doch op den derden dag, verklaarde hy Graave Willem en hem „ dat de dag, 3, de weg, de troepen en alles nu beitemd „ was; dat hy, Sommelsdyk,vooruittrek- „ ken moeft, om de troepen te ontvangen „ op de Heide van Harten, en van daar s, naar Abkoude te geleiden." Doch Som- melsdyk den Prinfe, hierop, wederom, den grooten afftand van den weg tuffchen deeze twee Plaatfen te gemoet gevoerd, en ver- zogt hebbende, dat hy de troepen, te Scher- penzeel, in plaats van op de Heide van Har- den, verwagten mögt; hernam zyne Hoog- heid „ dat hy dan den Graave van Dona a> belaften zou, het volk te Harten te gaan j> ontvangen, en naar Scherpenzeel te ge- » leiden." Voorts, beval hy Sommelsdyk, °P den tweeden dag daarna, de reis aan te «eernen; doch eerft nog zyne laatfte beve- len te komen ontvangen. Sommelsdyk, reis- 0>) Aïtzem* Herft. Leeuw, */. «7.
I. STUK.
|
||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||
AMSTERDAM S
|
|||||||||||
5<5o
|
|||||||||||
ville hadden zig, den negenentwintigfeen, i65:-
te Scherpenzee'1 opgehouden, verwagten de ^ite de Ruiterv, die derwaards geleid werdt door det&K, den Graave van Dona, en niet voor vyf uu- ^.^f ren des nademiddags aankwam. Sommels-> Rur' dyk trok, terftond, met dezelve, voort, langs j^alt den beftemden weg; en zou, naar zyne re-0p d.s kening, den dertigften July, ten vyf uuren G°01' des morgens, voor Amfterdam hebben ]jon $%, nen zyn, zo hy 'er, door zeker toeval, nietb6 in verhinderd geworden ware. De togt over Leusden en Zoeft ging voorfpoedig genoeg; doch op de Gooifche Heide, buiten Hilver- fom, werden de troepen overvallen van een zwaar onweder, 't welk hen, in 't dorp, eene poos vertoeven deedt. In 't uittrekken, ver- hief zig de donder zo fterk, en dehagtwas zo donker, dat alleen vier Compagnien, met den Heere van SommeIsd}rk aan 't hoofd , den regten weg infloegen, terwyl tien an- deren, die door den Rkmeefter Mom ge- leid werden, van den weg afdwaalden,, en na een uur of langer, op de Heide, herofn gezworven te hebben, wederom te Ililver- fbm kwamen (Y). Eene geloofwaardige o- verlevering fchryft dit dwaalen toe aan eené byzondere oorzaak. Twee of drie Officiers, en miffchien wel Sommelsdyk en Vieuville zelven, hadden, in 't opneemen van den weg, eenen Heelmeefter, die, op eene af- gelegene plaats, by Hilverfom, woonde , bewilligd, om des nagts, na den negenen- twintigïten July, lichtte zetten voor zyne hoogfte venfterglazen, voorgeevende, dat iemant hunner bekenden, die een' mandag begaan hadt, de vlugt langs deezen weg dagt te neemen, en op dit licht aangaan zou. Doch het onweder, welk dien nagt opftak, en de vervaarlyke donkerheid hack den Heel- meefter, zo hy naderhand voorgaf, doen befluken,- dat niemant zig, in zulk weder, op reis begeeven zou: waarom hy zyn licht, omtrent ten elf uuren, weggenomen, en uit- gedaan hadt. Mom en zyne Ruiters, die den weg aan dit teken meenden te kennen,ner- gens eenig licht verneemende, raakten van den weg af, en kwamen, wél drie uuren na den beltemden tyd, op de algemeene ver- zamelplaats , te Abkoude (t). f Graaf Willem was hier, reeds kort naö^c^
middernagt, aangekomen, zynde hy, in den y>)(i nademiddag van den negenentwintigften, j$ £-, uit den Haage vertrokken. Sommelsdyk er»ir>: Dona kwamen 'er, ten be'temden tyd e, oir/^V, trent half vyf uuren aan, mee vier Compag-^n ft nien Ruiters, zynde zy, e erft omtrent Vree' pss^, land, gewaar geworden , dat de andere*t^'fi ' tien i0p
(s) Aitzema Herft. Leeuw, hl. 67,-442. BAPPB* ' ^
hl. 289. (,; vadeii, Hift, XII. Dcd, hl. 95.
|
|||||||||||
i6r-o. men was Ó?)> met voorneemen om, des an-
derendaags , den togt naar Abkoude, en voorts naar Amfterdam voort te zetten. Gentillot Gentillot, een Franfchman en Major, in 't kjygtlaft Regement van Douchant, hadt, reeds te dm de V0Aren, jaft Van den Prinfe gehad, om zig liefs"" m^ vyftig Franfchen naar Amfterdam te poort begeeven; de Reguliers-poort in te neemen in te rnetgemoeda, en de aankomende Ruitery neemen. 0nder'Graave Willem, door dezelve, ter Stad in te laaten. Doch hy, zyne Lands- luiden van den blaam van 't werk, zo veel mogelyk, willende zuiver houden, verwierf verlof van den Prinfe, om zyne manfehap uk allerlei Landaart te mogen kiezen, gelyk hy deedt, neemende daaronder veele Offi- ciers , die alleenlyk met zinkroers en zyd- geweer gewapend waren. Gentillot zelf heeft, naderhand, aan Aitzema , die dit fchryft, verhaalt „ dat hy lafl hadt om „ geene vyandelykheid te pleegen, zelfs het 5, fchieten mydende, al werdt 'er fchoon op j, hem en de zynen gefchooten. Ook hadt i „ de Ruitery den zelfden laft, zo de bur- „ gery het niet al te grof maakte. Zymoeft, „ in het intrekken, aan elk zeggen, dat zy ,, kwamen , als vrienden ten befie van de Stad „ en van den Staat, en om eenigheid en vrede „ te bewaaren tnjfchen de Provinciën in 't ge- ,, meen en de Leden van Holland in 't byzon- „ der. Dus in goede orde de Stad zynde „ ingereeden , zou zy het Stadhuis hebben „ bezet; waarna zyne Hoogheid inperfoon „ de voorgenomen verandering in de Re- „ geering gemaakt zou hebben." Aitze- ma voegt 'er by „ dat ieder Rkmeefter „ tweehonderd of driehonderd Dukaaten „ aan goud by zig hadt, om den Ruiteren, „ die zonder geld of voorraad opzaten, ce- „ nig verfchot te können doen, tot hun on- „ der houd: ook, zo gezeid werdt,omzul- ,, ken, die tegenftand zouden mogen wil* „ len bieden aan de poorte, daarmede te „ füllen." Hykomt Gentillot en de zynen, die zig te Utrecht met vyf- bevonden, traden aldaar, den negenentwin- bfnneT tiS^en Ja'y'in ^e nagtfehuit op Amfterdam, de boom. ^s ^m' ^es morgens van den dertigften , yroegtyds, bragt binnen de Reguliers-poorte. Hieromtrent dagten zy, volgens affpraak, Graaf Willem te vinden, waarna zy zouden getragt hebben , de poort in te neemen. Doch zyne Doorlugtigheid niet verneemen- de, hielden zy zig ftil. (r). De reden van zyn toeven ftaatons hier beknpptelyk te ont- vouwen. Een ge- De Heeren van Sommelsdyk endeVieu- (}) Aitzema Herft. Leeuw, hl. 459-462, 46Ä.
(r) AiiztwA Herft, Leeuw, hl. 67, 6S. |
|||||||||||
XVLBoEK. GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||
5<5t
|
||||||||||||||||||
t(^o. tien van hun waren afgedwaald. Graaf Wil-
lem vraagde, terftond, of alle de troepen byeen waren? doch vernam niet zo dra het tegendeel, of hy floeg voor „ of men, met „ de manfchap, welke men by zig hadt,'s „ Prinfen laft niet behoorde nittevoeren, en ,, den togt, zonder uitftel, voort te zetten?" De meefte Officieren , aan welken deeze voorflag gedaan werdt, verflonden van ja. Doch Sommelsdykwas, zo hy,naderhand, verklaard heeft, van oordeel ,, dat men de „ agtergebleeven manfchap behoorde in te „ wagten, alzo zyne Hoogheid uitdrukke- „ lyk gewild hadt,' dat de aanOag, om alle ,, wanorde te voorkomen, met veel volks, „ ondernomen zou worden, en het te dug- „ ten ftondt, dat de Stads bezetting en bur- „ gery aangemoedigd zouden worden, om „ tegenftand te bieden, wanneer men met „ weinig volks ter Stad in trok:'t welk dan „ gelegenheid tot daadelykheden geeven „ zou, die zyne Hoogheid, zo veel eenigs- „ zins mogelyk ware , voorkomen wilde „ hebben." Graaf Willem en de anderen lieten zig hierdoor beweegen, om de agter- geblèeven Compagnien in te wagten, die niet voor half agt uuren te Abkoude aankwa- men; waarna de togt naar Amfterdam werdt j, voortgezet (u).
kt.,,'1 . In de Stad, was alles, den voorgaanden
|
||||||||||||||||||
trokken («), De DrofTaard van Muiden, l6v0
Gerard Bicker, Zoon van den Oud-Bürge- meefter Andries Bicker, die, kort hierna in de Stad kwam, beveiligde het verhaal van denpoftlooper, daarby voegende, dat een groot gedeelte der manfchap, omtrent Naarden en door Gooiland, verfpreid lag; doch dat een taamelyke hoop Ruiters fterk aantrok op Amfterdam (cy). De landluiden van omtrent Weesp en Muiden, en de op- gezetenen der Dorpen van Amflelland na- men, op de onverwagte tyding der aankom- > fte van vreemd Krygsvolk, met zak en pak, de wyk naar de naafte Steden, en veripreid- den de ontfteltenis door Amfterdam, daar men nog luttel dagt om zyne Hoogheid, of om troepen van den Staat; maar daar de eerfte gedagten vielen, of op deZweedfche troepen , die thans in Galikerland lagen, of op de Lotharingfchen, die meermaalen on- geregeldheden bedreeven hadden op de grenzen, en die men nu dagt dat afkwa- men , om de Stad te pionderen (x). Burgemeefter Bicker hadt, op de eerfte Burge-
verzekerde tyding van onraad, de Vroed-m.eefter fchap doen vergaderen; haar voorhouden-Jiicke,r de ,. dat een groot aantal gewapend Krygs-SS- „ volk, te Ouderkerk en daar rondsom, gaderen. „ kwam aantrekken, met oogmerk, gelyk 'Gefluit ' „ men vermoeden mögt,om de Stadtena-aIdaar |
||||||||||||||||||
geno-
men. |
||||||||||||||||||
<ls|['" nagt, in diepe ruft geweeft. Niemant ver- „ deren, en te overrompelen." Waarop
|
||||||||||||||||||
^
|
moedde eenigen onraad van buiten. De Heer
^den Comelis Bicker, Heer van Zwieten, was de fiag. eenigfte der regeerende Burgemeefteren, die by de hand was, zittende hy thans voor, in Burgemeefters kamer, in de plaats vanden Heere Wouter Valkenier, die, weinige da- gen te vooren (O» overleeden was. De Heer Nicolaas Corvcr bevondt zig op de Dag- vaart in den Haage: de Heer Antoni Oet- gens van Waveren op 's Lands Verpagting te Alkmaar. Doch op Saturdag ogtend, zynde den dertigften July, verwekte de Ham- burger Poftlooper de eerfte ongeruftheid in de Stad. Hy was, op de herwaards reize, geweeft onder de dwaalende Ruitery van denRitmeefterMom, die, geenen laft heb- bende om iemant op te houden, en ooit niets meer van den toeleg weetende, dan dat hy Zyne manfchap te Abkoude brengen moeft, hem hadt laaten doorryden. Hy bragt dan, even na agt uuren, in de Stad gekomen zyn- de , eerft aan 't Pofthuis, en toen aan Bur- gemeefter Bicker tyding, dat hy, met het sanbreeken van den dag, geweeft was on- der eenige duizenden Ruiters, die voorga- ven Lotharingfchen te zyn, en naar de Stad C») Aitzema Herfr. Leeuw, hl. 67, 4Cz%
O) Op den drie en twintigften July, |
beflooten werdt.. zonder uitftel. den TCrvo-q.
|
||||||||||||||||
beflooten werdt „ zonder uitftel, denKrygs-'
,, raad te vergaderen, om op alle voorval- „ len te voorzien; de burgery in de wape- „ nen te doen komen, en den Heer Coen- „ raad Burg te fchikken naar den Haage, „ om den Afgevaardigden ter Vergaderinge „ van Holland kennis te geeven van den ,, toeftand der Stad (3/)." OndertufTchen, waren reeds, omtrent half negen uuren, op bevel van Burgemeefter Bicker, de poorten en boomen geflooten, en de valbruggen op- gehaald. Omtrent negentig ftukken gefchuts werden , wat laater, naar de wallen p-eileept (z), de burgery en Stads bezetting in de wa- penen gebragt. De gewapende burgery, wel voorzien van kruid, lood en lont, werde door de Stad en aan alle poorten verdeeld. Midlerwyl, was Graaf Willem, met een Graaf
gedeelte der Ruiterye, laat op den voorde- Willem middag, aan den Amftel, tot digt onder Am- "ade" fterdam, genaderd, fommigen fchryven , zelfs onder 't bereik van 'tgefchut der Stad 00: doch 't fchynt, volgens anderen, dar. hy
(v) Aitzema Herft. Leeuw-, tl. 67.
(n>) Holl. Merc. van i«5»- f'; *». (x) Holl. Merc v*» i«°- hU **• WlcqjJEJORT. Tom.
I. Livr. IV. P- i»°%, .. _ , (v) Refol. Vroeafch. N. 20. 30 July 1650. hl. loz
(z.1 Aantek. van HERB. Gov. van. den OEVER. MS. \4 WlCcyiEFORT f.Wt I. livr. I.V, p. ,^ Dddd 2
|
||||||||||||||||||
R D A M S II. Deel.
„ met alle mogelyke middelen, te verde. lo5 '
„ digen naar behooren." Tegelyk, wer-pe^ den de Raaden Simon van Hoorn, Bernard1^^ Schellingcr en Piet er Kloek gemagtigd, om"1 tS- der Stede wallen te bezigtigen, en agt te !efl^r' geeven op 't gefchut en de Kanonniers. Ook werdt beflooten, zo't de tyd gehengen kon, tot meerder verdediging der Stad, voor el- ke poort, eene halve maan op te werpen, de bruggen buiten de S. Antonis-, Reguliers- en Heilige-wegs-poorten af te breeken , en de balken en 't klein vaartuig, uit de Stads graf- ten , naar binnen te doen brengen (V): welk befluit, voor een groot gedeelte, werdt uit- gevoerd. Men floeg ilaketfels in de wallen, waartoe eenige Gilden vrywilliglyk hunnen dienil aanbooden (d). Zelfs tekenen ibm- migen aan, dat eenige Doopsgezinde Gil- debroeders zig tot den arbeid aan de veilen gebruiken lieten ( e ). De houten bruggen om de Stad werden afgebroken: de fchuiten en kleine vaartuigen, die in de nieuwe vaart en elders lagen, naar binnen gehaald, of in den grond geboord: de Stad, van buiten, met eene borilweering gedekt. In den Am- fiel, voor de Stad, werden eenige vaartui- gen en vlotfchüiten gelegd, die met gefchut beplant werden. Op de Roode- , nu de Doelebrug, lagen zes halve kartouwen. Voorts , fchikte men, eerlang , agt Oor- logsfchepen en drie Jagten naar den mond der Zuiderzee, om de Stad,ook van den Y kant, te befcherrnen (f). De Heeren van Maarfeveen en van derzy^
Does, in een gewapend jagt, ter Stad uiteen^ vertrokken zynde, troffen Graaf Willem aan,ze" voor de Hoiïlede Welna aan den Amilel, gra/ in eenen kring van Krygsoverilen; en vol-wi^ trokken, terilond, hunnen lail. Maarfeveen voerde het woord, vooraf betuigd hebben- de „ hoe leed hun deedt, dat zy zyne Door- „ lugtigheid, in zulk eene ongelegenheid, „ moeilen komen begroeten." Graaf Wil- lem , naar 't fcheen, verzet over 't gene hem voorgehouden werdt, zweeg 'er flil op; waarna Maarfeveen hernam „ dat hy, tot \rtf°J „ hiertoe, niets gezeid hadt, dan't genedig^n „ overeenkwam met den lail van Bürge- va" g „ meefleren en Raaden; doch dat hy, uit Hqe„ „ zig zelven, den Graave wel gantich vrien- yirß „ delyk en gedienflelyk wilde raaden, tenvee!1' „ fpoedigilen af te trekken, naardien hy „daar niet was zonder groot gevaar; te ,, meer, alzo de Stad vol was van allerlei „ Landaart, en vreemd ibort van luiden, „die,
(c, lUfol. Vroèdfch. N. zo. 30 JulJ löjo. p0fi pmudium.
f. ioi. (d) WlCQUEFORT Tam. \, Livr. IV. p. i9o.
(e) DOMsEUAAB VI. ltoe{, bl. 367.
(f) Specificatie der Ongoldcn MS. zie «»4.H0II, Merc.
van 1650. bl. }o. |
||||||
5Ó2 A M S T E
ió'fo. hy zig, verder af, omtrent de Hoffledevan
Dirk JVuitiers, Welna genaamd, onthouden heeft (£). In de Regifters der Vroedfchap, wordt alleenlykgemeld „ dat hy,met eeni- ,, ge troepen, omtrent de Stad lag." Hier verneemende , dat de valbruggen opge- haald, de poorten geilooten waren, en de Stad overeinde ilondt, vondt hy nietgeraa- Zendt den, iet geweldigs te onderneemen; maar £e.n'f zondt, op, of kort na den middag, eenen denFrta-.briefvan zyne Hoogheid naarde Stad,die, fe der- terilond , aan den Heere Bicker gebragt waards. werdt, en woordelyk aldus luidde: De Prince van Orangien.
Eerentfefle, voorfienige, zeer discrete,
befondere goede Vrunden , Leflmael in U Stad zynde voor den dienfl
van 't Landt, zoo heb zoo vreemt van U. L. bejegent geweefl, dat om diergelycken niet meer onderworpen te wefen, beb ick Graef Willem van Najfau mit bybebbende troepen in U. L. fladt willen fchicken, mei ordre om alles daer in ruße en Jiilte te holden, op dat het geene ick U. L. noch voor te dragen hebben den dienfl van 't Landt raeckende, tny niet door eenighe \ qualyck ■ geintentionecrde en come belet te wor- den. Daer toe ick dan van U. L. begeer e de goede handt te willen holden. Ende ons hier op verlatende, bevelen wy U.L in de protectie des Alderhoogfien, ende verblyven U. L. goede vriendt
[getekend]
G. P. d'Okange.
Hage den 29 July 1650. Befluit Burgemeeiler Bicker bragt deezen brief,
der die bleek gefchikt te zyn, om door Graave
fchap opW^em ze'v'» na dat hy, met de troepen,
deezen Jß de Stad zou gekomen wezen, te worden
brief. overgeleverd, terilond, in de Vroedfchap,
alwaar beflooten werdt „ de Heeren Joan
„ Huidekooper, Heer van Maarjeveen, en Si-
„ mon van der Does af te zenden aan Graa-
„ ve ■ Willem, met fchriftelyken lail, om
„ zyner Doorlugtigheid voor te draagen,
„ dat men, op het verneemen van den aan-
„ togt van eenig Krygsvolk, terilond, ge-
„ zonden hadt aan de Heeren Staaten van
„ Holland, van welken men fpoedig ant-
„ woord te gemoetzag; hem,wy<jers,ver-
„ zoekende, dat hy de Stad verfchoonen,
„ en niet nader komen wilde, of dat men,
„ anderszins , genoodzaakt zyn zou, zig,
(t) AlTZEMA Hilft. Leeuw, bl. 6f,
|
||||||
XVI. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN,
|
|||||||||||||||||||||||
563
|
|||||||||||||||||||||||
„ die, tot daadelykheden voortflaande, lig-
„ telyk iet onderneemen Zouden,dat zyner „ Doorlugtigheid fchadelyk, en hun niet „ aangenaam zyn zou, wordende afdaar zulk „ eene taal gevoerd, dat de Heeren Regeer- „ ders niet zouden können ledigftaan, maar „ gedwongen worden, de middelen en wa- „ penen te gebruiken, die God en de na- „ tuur hun hadden gelieven, te verleenen." Graaf Willem antwoordde alleenlyk „ dat „ hy niets gedaan hadt, dan op 1 aft van ,, zyne Hoogheid, wien hy van 't voorge- „ vallene verllag doen zou." De afgezon- den Raaden keerden, hierop, na 't neemen van een minzaam affcheid, naar de Stad, en Graaf Willem begaf zig, kort hierna, naar Ouderkerk (g). Ten vyf uuren na den middag, kwam de
Raad wederom byeen. De Heer van Zwie- ten, toen verflag gedaan hebbende van't ge- ne hy in 't werk gefield hadt, tot verzeke- ring der Stad, gaf in bedenking , of men niet eenige Waardgelders behoorde aan te neemen. En hierop werdt beflooten, den volgenden dag, tweeduizend man te wer- ven, op eene foldye van tien en twaalf Hui- vers 's daags, en, ten dien einde, nog dien zelfden avond , de trom te roeren, wor- dende den Burgemeefteren aanbevolen , in 't maaken van Officieren over deeze man- fchap, te willen agt geeven op bedreeven perfoonen, en die, voor deezen, meer in Stads dienft geweefl waren. En vind ik, dat Kapiteinen over deeze manfchap, die in vyf vendelen verdeeld was, geweefl zyn Joan Soeteman, Ca/per Rcrofe, Bieter Ie Febre, Cor- nelis HaJJelaer en Johannes Blaauwenhaan. De naamen der agt Kapiteinen over de Oorlogs- fchepen, die 't Y beveiligden, waren Hec- tor Pieterszoon, Gerrit van Lïmmen, Maarten de Graaf, Claas Hillebrandszoon Prins, Pieter Tam, Hendrik Hendrikszoon, Hein Comelis- zoon en Ritferd Robertszoon. De Kapiteins der drie Jagten waren Jan Zael, Claas de Brey en Jan Meindertszoon (h). Voorts, werdt goedgevonden, den Ontvanger Uiten- bogaard te belaflen, geene betaalingen meer te doen, tot op nader bevel van Burgemees- teren (ï). Ten volgenden dage?zynde Zondag den
eenend er tigiten July , verfcheenen Burge- meefter Corver en de Oud Burgemeefteren Geelvinck, HafTelaer en de Graaf, die de Dagvaart in den Haage bygewoond, enden Heer Frans Banning Kok, Heer van Purmer - (x) Aitzema Herft. Leeuw, H 69-
V') Vit de Rekeningen der Equipage, berußende ter The- Jaurie. (') Refol. Vroedfch. N. ;o. 3° 7»> »6*°. 's avondsten
\ f «»ren, f. ,0j. |
land,nevens denPenfionarisCornelisBoom, ,^0
aldaar gelaaten hadden, in de Vroedfchap deezer Stede; daar zy 't gevangen neemenden van zes Afgevaardigden bekend maakten ;Lfe entegelyk „ dat zyne Hoogheid, door den „ Raadpenfionaris Kats, ter Vergaderinge „ van Holland, hadt doen aandienen, bok „ hy zeflig Compagnien voetvolk en een goed „ aantal van Ruit er en hadt doen trekken naar „ Amßerdam, die, zo hy vertrouwde, reeds in „ de Stad zouden zyn: waarop deAfgevaar- „ digden van Dordrecht, en toen alle de $i overigen uit de Vergadering gegaan wa- „ ren." De Raad nam , hierop, eenige merk- Merk- waardige befluiten, die wy hier opgeeven waardiSe zullen, in die orde, als zy, in de Stads Re- ')efllliten gißers, voorkomen. Men vondt geraaden, ËU alle de Leden van Holland binnen Amfter dam te befchryven : 't welk ik e^ter niet vind gefchied te zyn. Men befbot, den weg tuffchen den Overtoom en Amftelveen door te delven, den Buitenvelder- en Oute- waalder-Polder door te fteeken, en de flui- zen in de Stad te openen; waardoor de toe- gang herwaards, gedeekelyk, belet werdt. De Raaden Simon van der Does en Coenraacl Burg werden gemagtigd , tot het aannee- men der Waardgelderen. Ook werdt goed- gevonden , duizend matroozen en eenige Konftapels aan te neemen, en Jakob Zael, tot Kommandeur over 't bootsvolk en de' floepen op 't Y, aangefteld. Men befloot, eenige flukken, de bezending van deezen jaare en van den jaare 1639 betreffende, en den brief van zyne Hoogheid , aan Bur- gemeefteren en Regeerders gefchreeven, door den druk, gemeen te maaken. De Steden Haarlem en Muiden, die ook voor overrompeling vreesden, de Stad omeenio- gefchut verzogt hebbende, werdt geraaden gevonden, eerft een overflag te maaken van 't gefchut en de wapenen, welken men hier in voorraad hadt. Eindelyk, werden Bur- gemeefteren volkomenlyk gemagtigd om op alle fchielyke voorvallen ten befte te voorzien; en de Raaden verzogt, zo eeni- gen van hun iet voorkomen of invallen mögt, daarvan aan Burgemeefteren opening te willen doen (£). De meeften van deeze Refolutien werden uitgevoerd. De werving Waard. der Waardgelderen, die tien, ender ma-gelders troozen, die twintig ftuivers 's daags trok-en ma- ken, hadt zo groot een' toeloop, dat 'er,troozen van de eerften, in zeer korten tyd, al eenige JJJJen°" Compagnien op de wallen waren. De Waag, het Prinfenhof en het Ooftindifch huis wer- den gebruikt, om volk aan te neemen (/). De*
(41 Refol- Vroedfch. N. Jo. 31 July i6-0 f .
\t) Holl. Meic. van 1650. il. 30. ^ "^^
Dddd 3
|
||||||||||||||||||||||
16
|
Jo.
|
||||||||||||||||||||||
SS
f» te
|
|||||||||||||||||||||||
b*
|
|||||||||||||||||||||||
Af.
|
|||||||||||||||||||||||
SStad
|
|||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
5^4
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
op hy hun, zo hy, naderhand, verklaard i65c
heeft, op bevel van zyne Hoogheid , ant- woordde „ dat het noch op de Stad,noch ,, op de Burgery van Haarlem was aange- „ zien: ook niet op de Burgery van Am- „ fterdam." De Heer Joan van.de Kamer, een der Haarlemfche Heeren, hadt hem toen gevraagd „ of de Zweedfche troepen, „ die, ten getale van zes- of zevenduizend ,, man, in 't Land van Gulik lagen, door ,, den Prinfe, ontbooden waren ?" waarop hy geantwoord hadt ,, dat 'er, zyns wee- „ tens, geene de minfte gemeenfehap was „ tuilchen deeze troepen en zyne Hoog- „ heid;doch dat dezelven alleenlyk inGu- ,, likerland gekomen waren , om hunne „ agterftallige brandfehattingen in te vor- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
De S. Antonis-fiuis aan 't Y, en 't Boeren-
Huisje, even buiten de Heilige-wegs-poort, ■werden open gezet, Vaardoor het Land tus- fehen den Ouderkerker- en Amftelveenfchen weg, tot aan den Uithoorn toe, onderliep. De°Noordweftelyke wind, die wakker op- ftak, hielp hiertoe veel. De S. Antonis-of Diemerdyk werdt, by Jaap Hannes, om- trent doorgegraaven, en van de aitgedol; ven' aardeeene fchans opgeworpen,in wel- ke . dertig Stads foldaten gelegd werden (m). Midier vvyl, hadt zyne Hoogheid,des Sa-
turda^s 's avonds over de maaityd zittende, reeds tyding gekreegen van het mislukken des aanflags op Amiterdam, 't welk hem derwyze ontftelde, dat hy van de tafel op- ftondt, en zig in zyn vertrek op floot; daar hy, ftampvoetende van fpyt, en denhoedtegen den grond werpende, niemant gehoor ver- leenen wilde. De Heer van Purmerland en de Penfionaris Boom verftonden , omtrent elf uuren, het miflen van den toeleg, uit den mond van eenen onbekenden (b) , die, zo men vermoeden mag, ten dien tyde, in 's Prinfen dienft was. Den eenendertigften , des morgens, was
'er lalt van den Prinfe te Ouderkerk geko- men, om het Krygsvolk , dat, ondertus- fchen, uit de Gelderfche, Overyffelfche en . Stigtfche Steden, te voet en te paarde, her- waärds trok, te verdeden. De Heer van Zuilenftein floeg zig te Muiden en op 't Mui- der Slot neder : een gedeelte zyner man- fchap vatte pofl aan de Diemer brug. De Heer van Sommelsdyk werdt gefchikt naar 't Huis ter Hart, halfwege Haarlem. Doch die van Amiterdam hadden den weg tus- fchen den Overtoom en Amftelveen, dien hy langs moeit, by 't Huis te Vraag, door- gedolven, en aan de opening eenige man- ichap gelegd. Sommelsdyk, hiervan ken- nis bekomen hebbende, zondt vyfentwintig Ruiters en dertig Muskettiers vooruit, op welker aankomft, de Amfterdamfche man- fchap de zwakke poft verliet. Toen deedt hy eene brug over de opening leggen, en vervolgde zynen weg naar 't Huis ter Hart, daar hy, des nademiddags, aankwam. Aan den Overtoom hadt hy eenig volk gelaaten, welk, tot aan't Pefthuis toe, poften uit- zettede (0). Sommelsdyk was zo dra. niet op 't Huis
ter Hart aangekomen, of de Regeering van Haarlem zondt eenige Heeren aan hem af, die hem, met groote ontiteltenis, vraagden, of 't ook op hunne Stad gemunt ware? Waar- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
1650.
Sluizen
geopend
De Die-
merdyk
omtrent
doorgë-
dolveii.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Zyne
Hoog- heid krygt tyding van het misluk-
ken des toelegs
op Am- fterdani. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Re-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
De
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
„ deren;" daarby voegende ,, dat hetgoed
,< zou zyn, zo 'er geene meerder gemeen- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
„ fchap ware tuffchen de Stad Amiterdam
„ en het Parlement van Engeland. " En toen hierover eenig verder gefprek gevallen was, hadt de Heer van Sommelsdyk, vol- |
fterf
«'Of*'
ver«*
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
gens zyne verklaaring, eindelyk, gezeid ,
,, dat de Prins hem, zes dagen te vooren, „ een' Brief vertoond hadt, door een' En- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
'tKrygs-
volk
voor de
Stad
wordt
verdeeld
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
„ gelfch Overfte, uit Londen gefchreeven,
„ inhoudende dat het Parlement beloofd |
ling
het lem1
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
„ hadt, tienduizend man over te zenden tot
,, byftand van Amiterdam. Ook hadt de „ Prins verklaard, de Lyft gezien te heb- „ ben, waarin de naamen der Kolonellen ,, en andere hooge Bevelhebberen over de ,, gemelde manfehap waren uitgedrukt fj>)." Doch 't fchryven van deezen Engelfchen O- verfte was een louter verdigtfel. De Stad hadt geene andere gemeenfehap met het Parlement van Engeland, dan dat zy, ne- vens de andere Leden van Holland, gelyk wy boven (q) zagen, beflooten hadc tot het afzenden van den CommiiTaris Schaap, om de vrede met de tegenwoordige Regeering aldaar te onderhouden. Ondertuflchen , itrooiden eenige driftige voorftanders van 's Prinfen gezag, omtrent deezen tyd, zekere verdigtc punten van een Verdrag tuffchen de Stad Amfterdam en het Parlement van Engeland, waarby men zig, kwanswys, we- derzyds verbondt, om den vereenigden Pro- vinciën, Holland uitgenomen, den oorlog aan te doen. Eenige luiden, zelfs,Regen- ten , lieten zig, in 't eerft, hierdoor innee- men. Doch de plompheid van 't verdigtfel ftak,eerlang,elk in de oogen, en'tfchend- fchrift werdt, by de verftandigen, met ver- ontwaardiging , verworpen (?')• Zy-
(p) AlTZEMA Herft. Leeuw , hl. 453,
(f) ßudz.. 5*9-
(rj Holl. Aleic. van iSJ°. bl. 33,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Bekom-
mering te Haar- lem. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
(m) Holl. Merc. van l6?°. *'• 34.
(n) Zie Vaded. Hift. XII. Deel, hl. i00. (o) Holl. Merc. fan 1650. bl. 33■> 34. AirzEMAHctft. Leeuw, hl. 4S3. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
XVI. Boek.
|
|||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||
5$$
|
|||||||||||||||||||
Heer van Beverweerd te zenden naar den i6ko.
Haage, met lall, om ter algemeene Staats-
vergaderinge te wege te brengen, dat men befloote, hem, door eene plegtige bezen- ding, te verzoeken om naar den Haage te keeren, op dat zyne eer bewaard bleeve, ingeval de onderhandeling met Amilerdam den begeerden uitflag niet hebben mögt. Beverweerd vertrok , des Maandags , by tyds, van Amflelveen; gaf van 's Prinfen laft opening aan den Heere van Mathenejfe, die aannam dien ter uitvoeringe te doen brengen; en fpoedde zig zo wel, dat hy, nog dien zelfden avond, in 't Leger te rug kwam (o). De onderhandeling met de Stad werdt, Hy treedt
van 's Prinfen zyde, begonnen. Op Maan- '» onder- dag den eerften Auguftus, vaardigde zyne.hande" Hoogheid eenen brief af aan deRegeerin de'S ge, waarby hy begeerde „ met zyne by- „ hebbende troepen, in de Stad ingelaaten, „ en ter gehoor in den Raad ontvangen te „ worden, om aldaar eenige zaaken, den „ dienfl van den Lande betreffende, voor „ te dellen." 't Was niet moeilyk te voor- zien, dat deeze eifch niet zou ingewilligd worden. Ook bleek klaar genoeg, dat de Prins, met dit fchryven, voornaamlyk, be- oogde, der Regeeringe gelegenheid te gee- ven, om met hem in onderhandeling te tree- den. De Raad befloot dan, de Heeren Cor- ftelis de Graaf, Simon van der Does, Nicolaas Tulp en Bieter Kloek af te zenden aan zyne Hoogheid „ om het gedrag, welk de Raad, „ tot hiertoe, gehouden hadt, te verdedi- „ gen, en den Prinfe te antwoorden, dat „ hy, komende met zyne gewoonlyke* Huis *Domeßi. „ bedienden, in den Raad zou können voor- luen- „ dellen, 't gene hy voor te dellen hadt „ met verzekering , dat zyne Vordelyke „ Perfoon, met alle agtinge en eerbewys „ ontvangen en gehandeld zou Worden.'' Voorts, werden gemelde Heeren geinag- tigd, om 't gene 'er aanleidelyks tot ver- drag voorvallen mögt in orde te bren- gen, en daarvan aan den Raad verflag te doen f». De Gemagtigden vertrokken, terdond, Weder-
naar Amdelveen , en volvoerden hunnen zydfcbe lad. De Prins begeerde bezetting te leggen eifchen- in de Stad. Zy verzoeten, dat hy terdond wilde aftrekken, en de Stad ongemoeid ha- ten (x). Doch men kwam eikanderen haad nader. De Prins toonde zig genegen tot ver- drag, mids, van der Stede wege, niet zo fterk gedaan wierdt, op de uitvoering van het befluic der Vergadennge van Holland, om-
(v) \ViC<yjï.FORT Tem. I. Livr. IV. f>. lsI
(.„; Relc.1. Vrriedrch. N. zo. i^Ug. u f ,
(x) A1TZE.MA Heifl. Leeuw, bl. 72,
|
|||||||||||||||||||
Zyne Hoogheid, een weinig bekomen van
den fpyt, die hem, op de eerfte tyding van 't mislukken des aanflags op Amilerdam, den geeft vervuld hadt, befloot, des Zon- dags , den eenendertigden, zig, in perfoon, te begeeven naar 't Leger voor de Stad, wel- ke hy dagt te dreigen met een langduurig beleg, en dus, ware't mogelyk, tot onder- werping te brengen. De twee hooge Ge- regtshoven ontrieden hem de reize; doch hy beriep zig op den lad der algemeene Staaten, aan welken hy de Geregtshoven wees, zo zy verftonden, dat men eenen an- deren voet te volgen hadt. Voor zyn ver- trek, vaardigde hy eenen brief af aan de Staaten der zes Provinciën , waarin hy ver- klaarde, het vatten der zes Afgevaardigden en het zenden van eenig Krygsvolk naar Amderdam gedaan te hebben, op lad der algemeene Staaten, begreepen in derzelver Refolutie van den vyfden Juny laatftleeden (j-). Na de ogtendpreeke, vertrok de Prins, te paarde, uit den Haage, gevolgd van een groot getal van Edelluiden en Krygsover- iten. Hy nam zynen weg, door't Bofch, Leiden en de Veenen, naar Amdelveen, daar hy, des avonds, aankwam, en Graaf Willem vondt (f). |
|||||||||||||||||||
heidbe.
Nrtg
reSer t»
|
|||||||||||||||||||
1S"C"
|
De gelegenheid van Amilerdam en de
|
||||||||||||||||||
middelen, die de Stad, ter haarer verde-
diging , in 't werk gefield hadt, en verder zou können in 't werk ftellen, werden hem hier, ilukswyze , aangeweezen. De Am- ftellandfche weiden lagen onder, tot aan den Uithoorn toe, alleen door het openzet- ten der S. Antonis- en Boeren - fluizen, en het doorileeken van de Buitenveider- Pol- der. De Diemerdyk was, op een half uur graavens na , doorgedolven. En 't flondt 'aan die van Amilerdam, door het geheel voltrekken der doorgraavinge, de baare zee ten lande in te Horten, en al 's Prinfen Krygs- volk te vernielen. Ook liep 'er een gerügt, dat,, op dit laatile, in de Vroedfchap was geraadpleegd, en dat het flegts aan twee ftemmen gehaperd hadt, dat 'er niet toe beflooten was (u). Doch hiervan vind ik, in de Regißers der Vroedjcbap, niets het al- lerminde aangetekend. Lode-wyk van Nas- Sau, Heer van Beverweerd, die geene kennis gehad hadt van de onderneeming op Am- sterdam, flelde den Prinfe 't gevaar, waar- ln- hy zig bevondt, op 't leevendigtl, voor ■°ogen. En vindt men gemeld, dat hem toen zulk een -angil aanging, dat hy, ter- dond , befloot, in minzaarne onderhande- llng te treeden met de Stad, en tegelykden • y) zic hier voor, bl. 551.
''Xti nAlTZEM* Hetft- Leeuw, il. 7°> 7:. Vaderl. Hift. «I. Deel, bl. IOI ,oz.
(») A1ÏZEM4. Hctft. Leeuw, il. 7*.
|
|||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||
566
|
||||||||||
Leger. De Prins nam in overleg, om den i6$°*
Overtoom door te graaven, en zig, daar- door, van 't overtollig water te ontlaften: en waren, tot dit werk, reeds een groot ge- tal van boeren opontbooden; doch de ar- beid werdt geftaakt, doordien zyne Hoog- heid zig beduiden liet, dat hy 'er weinig dienft van hebben kon. Men meent, dat de Overtoom, zo hy by deeze gelegenheid weg geraakt ware, niet ligt wederom hermaakt geworden zou zyn (b). ,p Die van Amfterdam voeren, midlerwyl,ds^
voort, met het in 't werk ftellenvan'tgenegel {t tot verdediging der Stad dienen kon. Dev,ia0rtt Diemerbrug, de brug op den Singel, tus-^°et^ fchen de Reguliers- en Heilige wegs-poor-te '^ ten, en de brug by 't zwarte huis , op denfte*8 Buiten-Amftel, werden afgebroken. De vaar- tuigen , vlotten, balken en 't hout van de zaagmolens werdt binnen de Stad gebragt, op dat'er zig niemant van bedienen zou. Ook werden nog vier floepen, ieder van twee metaal en baffen voorzien, gelegd op de We- i, tering. Op 't Lymzieders pad, was eenevo"'!, Compagnie Metfelaars opgeregt, die tegen lef' eenige Ruiters,op denOvertoomfchenweg1^ leggende, werden uitgezonden. Beide de^^J partyen vraagden eikanderen, of zy laß omde^l te fchieten hadden? waarop niet geantwoordp^tf werdt. Doch de Ruiters keerden, eerlang, te rug naar den Overtoom. En toen wer- den , naar 't fchynt, honderd man Stads fol- daaten, onder den Vendrig Braakman, in het Pefthuis gelegd (c). Tien of twaalf Stads foldaaten, met Kapitein Soeteman, een' En- gelfchman, aan 't hoofd, gezonden naar de drie Baarsjes over de Wetering , om den weg aldaar door te fteeken, en de Slooter- Polder onder water te zetten, werden,door de Ruiters, die aan den Overtoom lagen, en op hen afkwamen, ligtelykverjaagd.De Kapitein zette het eerft op een loopen, voor- geevende laft tot vegten te willen gaan haa- ien van Burgemeefteren. Anderen fmeeten 't geweer weg, of fprongen in 't water, en bergden zig met zwemmen. Een jongen uit den hoop gaf vuur op de Ruiters, en maakte zig gereed, om op nieuws te laaden, toen hy aangegreepen, afgeroft, en in de Wetering geflooten werdt: waarna men hem gelegenheid liet, om naar de overzyde te zwemmen. Een Paadje van Graave Willem, die zig in eene graauwe py vermomd hadt; een Vendrig, Rispe genaamd, en eenige E- delluiden en Ruiters, door de Amfterdam- mers, hier en daar, opgeligt, werden ge- vangkelyk naar de Stad gebragt, en niet geflaakt, dan na dat het verdrag met den Prin-
(t) aitzema Herft. Leeuw, J/. 7j,75,dapper, t/.is*«
(c) DAPPE.B, il, zy/. |
||||||||||
1650. omtrent de afdanking van 't Krygsvolk ge-
nomen. Ook floeghyBurgemeefter de Graaf in 't byzonder voor, dat de dienfl en ruft van de Stad wel vereifchen zouden, dat een Heer of twee van de Regeeringe ontflaagen werden. De Gemagtigden deeden, nog dien zelfden avond, verflag van 't voorgevallene aan den Raad, die befloot „ omtrent deaf- „ danking van't Krygsvolk, te bewilligen „ in den jongften voorflag des Raads van „ Staate, zo als dezelve lag; doch aan de „ andere zyde, op alle mogelyke wyzen weg „ te neemen het agterdenken, welk zyne „ Hoogheid, tegen eenige Heeren uit de „ Regeeringe deezer Stad, hadt opgevat, „ en ook te wege te brengen, dat de Le- „ den, die, ftaande de Vergaderinge, door „ den Prinfe, in hegtenis genomen waren, „ wederom op vrye voeten gefield wer- „ den (y)." En de Gemagtigden keerden, op Dingsdag den tweeden Auguftus, weder- om naar Amftelveen, om, volgens dit be-' fluit, de handeling met den Prinfe voort te zetten, 's Daags te vooren, was, door het Geregt, bevolen, dat niemant zig op de Stads wallen zou hebben te vervoegen, dan het Krygsvolk , welk aldaar befcheiden was (z). Staat van Midlerwyl, hadt de Prins den Heer van 't Leger Sommelsdyk, die zig 's Maandags naar Am- voor de ftelv.een begeven hadt, belaft, het volk, " welk onder zyn bevel ftondt, in geheele Compagnien te veranderen: 't welk, den volgenden dag, in 't werk gefield werdt. De Heer van Steeland, Droflaard van Buu- ren , en Schoonbroeder des Heeren van Sommelsdyk, werdt met eenige vendels ge- legd te Spaarnedam, van waar hy egter, op bevel van Graave Willem, uuTchen den tweeden en derden, wederom optrok naar Ouderkerk (a). Sommelsdyk hadt,onder- tuffchen, van de planken van een afgebro- ken boerenhuis twee fchansjes doen opwer- pen, op den Haarlemmer-weg, by de paal van halfwege; en op den dyk, op dezelfde hoogte, die van binnen met aarde gevuld werden, 't Krygsvolk, welk hier lag, klaag- de zeer, dat het tegen hunne vrienden en Betaalsheeren gebruikt werdt, en nog ge- brek aan mondbehoeften hadt, die men, voor 't grootfte gedeelte, van Haarlem haa- ien moeft; alzo de landluiden hier omtrent weinig in getal, en liegt voorzien waren. Doch van over 't Y werden eenige eetwaa- ren, met fchuitjes,_aan den dyk gevoerd. Die van Delft en Leiden bragten fchoppen, fpaden en ander oorlogsgereedfchap naar 't (y) Refol. Vroedfch. N. zo. 1 ^iug. lSjO. 's avondi ten
Acht uren ƒ. 105 verfo, 106. (z.) Keurb. M. ƒ. 81 verft. («) Aitzema Hesft. Leeuw, tl. 4S+.
|
||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||
XVI. Boek.
|
|||||||||||||||
5^7
|
|||||||||||||||
I(>5o. Prinfe getroffen was. Op Dingsdag , den
tweeden, werden, rondsora de Stad, aar- den borftweeringen opgeworpen. De brug der Raamfloote werdt toegeheid , om de vaart uit de Wetering naar de Stads graft te beletten. De Polder van 't Pefthuis werdt, in de Veft, tegen over de Zeemleêrmolen, doorgefteken. De Raampoorts-brug en de fchuttingen der Raamen werden afgebroken. Op den Amftel by den Omval, lagen drie Uitleggers, zeven Sloepen, en twee Vlot- fchuken, voorzien van gefchut. 't Waffen van 't water verwekte geene kleine bekom- mering in de belegeraars , die den Landlui- den dikwils vraagden, hoe hoog het wel zou kannen ryzen ? De Prins van Oranje deedt, des nademiddags, een' keer te paarde naar 't Huis ter Hart; doch kwam, na een kort JU , verblyf aldaar, te Amftelveen te rug (d).
S^n& De Gemagtigden der Stad, in de Leger-
^'V- P^aat^e wedergekeerd, vonden den Prins on-
|
|||||||||||||||
Dat fyne Hoogheyt terfiond het Leger zal i6$o.
doen deslogeren. Dat het gefchut van de wallen , ende het
aengenomen volck terflondt affgedanckt zal moeien worden. De Raad, nog dien zelfden avond, op 's De Raad
Prinfen Gefchrift geraadpleegd hebbende, bewillige befloot in alles te bewilligen, drie punten'er In • °P uitgenomen: i. het verlaaten der Heerentenn^_ Burgemeefteren Bicker, 2. het goedkeuren van 't vaftzetten der zes Leden, en 3. het ontvangen van zyne Hoogheid, met zyne Compagnie guardes en omtrent honderd Of- ficiers. Doch zo deeze punten niet konden weggenomen, of verzagt worden, moeften de Gemagtigden nog eens verfiag komen doen (e). De Gemagtigden, voorzien van behoor- De Hee-
lyke volmagt van ßurgemeefteren en Raa- ren Bie- den (ƒ), begaven zig, hierop , des ande.j!er be rendaags, zynde Woensdag den derden Au-teUI^n guftus, wederom naar Amftelveen, en brag- van de ten te wege, dat hun twee punten van deftegee- drie werden toegeftaan. Doch de Prins vor- nnëe* derde volftrektelyk, dat de Heeren Bicker zig ontfloegen van de Regeeringe. Men ont- wierp dan een verdrag van de punten, ia welken men eens was, en begreep de voor- waarde , die de Heeren Bicker betrof, in een afzonderlyk punt. Alles werdt open- gelegd voor den Raad, die, terfiond, be- floot , het Verdrag, zo als het lag, te bekrag- tigen; doch niet goedvinden kon, het afzon- - derlyk punt aan te neemen, voor dat deHee-. ren Bicker vrywillige verklaaring gedaan hadden „ dat zy, tot behoudenis van de „ rufte der Stad en der Gemeente, zig van „ alle verdere Regeeringe en Stads amptefl „ wilden onttrekken." De Gemagtigden kreegen toen laft, om alle bedenkelyke re- denen te gebruiken, om zyne Hoogheid van het afzonderlyk punt te doen afzien; doch zo zulks niet mögt können gefchieden, ook daarin te bewilligen. Voorts , werden de Heeren Burgemeefteren Bicker zeer affec- lueufelyck bedankt , voor hare gunflige ver- claringe ten rufte van 't gemeene befte ge- daen, met belofte van defe gunfie aen hare E. E. perfonen, familie ende nacomelinghen, by alle gelegent heden, van wegen 't gemeen, te erkennen (g). Het Verdrag en het afgezonderd punt wer-Het Ver-
den, nog dien zelfden dag, door zyne Hoog- <fc>g heid ter eener, en de Gemagtigden ter an- *°r« derer zyde, te Amftelveen, getekend, en.°en °" door inhoud
. van het TA Refol Vroedfch. N. 20 iMug. 16*0. ƒ. 105 verfc. 1 o7.zelve
tf\z,l dezelve in de Hoü. Merc. *« I(Sj0. w_ 'I07' ZeiVe« \s) Refol. Vroedfch. N. ïo. 3 A*£. ISso. ƒ. iQ7, " Eeee
|
|||||||||||||||
'P.der geneigd, om in den naderen voorflag des
Kaads volkomenlyk te bewilligen. Dochzy- |
|||||||||||||||
\
|
|||||||||||||||
^ra» ne Hoogheid gaf hun een Gefchrift van zy-
ne eigen hand mede, welk woordelyk van
deezen inhoud was:
Memorie.
Dat die van Amflerdam refolutie nemen om
laer te conformeren met d'andere zes Provin- ciën, aengaende den Staet van Oorlcgb, ende dat dienvolgens den zelven Staet van Oorlogh voerde gearrefieert , ende dat zoo langhe den oorlogh tujjchen Vrancryck en Spaignen zal duyren. Oock de troupes wel te betalen, en tot de achterfiallen ordre te geven. Dat de twee Blekers uyt de Magiflraet zul-
len gefielt worden, en aen fyne Hoogheyt eene Acte gegeven werden, datje der niet wederom . zullen ingenomen worden. Dat, aengaende de andere Heeren , die ge-
Vangen zyn, voor advis van Amflerdam zal ingebracht worden, dat men behoort refolutie in Hollandt te nemen, dat die Heeren niet meer in Regeeringe zullen worden geleden. Dat die trouppes, die by Hollandt zyn voor
defen affgedanckt geworden, zullen- haer ach- tevflal betaelt crygen, en daerin gecontinueert borden , tot datje by den Raedt van Staten Zullen wefen affgedanckt. Een aäe van Confirmatie van de Staten van
hollandt. Dat, na-er dat alles geaccordeert ende be-
^"edight zal zyn, fyne Hoogheyt in de Stadt *al comen alleen met fyne Compagnie gardes» ' etide omtrent een hondert officieren. (d) Ho!l. Merc. va» iSjo. bl. }$, 5«> 37.
I- STUK.
|
|||||||||||||||
t D A M S IL Deex..
hadden de algemeene Staaten, op verzoek ï 5^
van die van Holland, en ingevolge van den i^Z? heimelykeh laft van zyne Hoogheid, van wel- ée^e ken de Heer van Beverweerd opening ge- Late" daan hadt aan den Heere van MatheneiTe aan ^ (i), beflooten, eene aanzienlyke bezending, pf'nte waartoe de Heeren van Aartsbergen > Paats, ^d^ Rensvooude, Ofinga en Malert benoemd.wer- jLäg«« den , te doen aan den Prinfe , om zyne Hoogheid te verzoeken „ dat hy naar den „ Haage te rugkwame,devyandelykheden „ deede ophouden, en den Koophandel van „ Amfterdam zynen vryen loop Hete (&)." Doch de bezending, den volgenden dag, op reize gegaan zynde, vernam, onder weg» dat zyne Hoogheid zig met de Stad ver- draagen hadt, en keerde, hierop, zo wel als eenige afgezondenen uit de Gecommit- teerde Raaden, naar den Haage te rug(/). Zyne Hoogheid vertrok, des nagts of vroeg in den volgenden morgen, van Amftelveen, en was, des middags, reeds in den Haage. Het Krygsvolk trok al eerder af, uitgeno- #^- men dat gedeelte, welk maar even aange-^ju - komen was, en tyd tot ruften noodig hadt: tteü' ' doch daar verliepen nog eenige dagen, eer de Stad goedvondt, de aangenomen waard- gelders en matroozen af te danken: 't zy dat men den Prins nog te misnoegd hieldt, om op zyne goede geneigdheid jegens de Stad vaften ftaat te können maaken; 't zy dat hiervoor eenige andere redenen geweeft zyn, die my niet zyn voorgekomen. De Stad bewilligde, eerlang, in den Staat van Oor- log, volgens het eerfte punt van't Verdrag , (111): waarna, by de Provinciën, tot eenen eenpaarigen voet van afdankinge beflooten werdt (ra). De zwaare onkoften , die de Stad, by deezen fchielyken overval, hadt moeten maaken, werden fpoediglyk afbe- taald. Onder anderen, vind ik, dat aan Evert Lambertszoon, die de eerfte tyding van de aankomft van 't krygsvolk in de Stad gebragt hadt,en dus waarfchynlykde Hamburger poftlooper geweeft is, vier hon* -derd guldens vereerd zyn (0). ./' Zodanig een uitflaghadt'sPrinfen onder- A,A
neeming op Amfterdam, die, kort hierna,0Ä met zulk een' zwarte koole getekend werdt, Oo»\ in de Regifters van's Lands Staaten. Men^V' verfpreidde , ten deezen tyde , dat zynev Hoogheid voorhadt, zig meefter te maaken vafl
(i) zh hier voor, bl. $6i.
(<J Refol. Gener. Mart, % Aug, ijjo. by WlcqUEFOR1*
Preuves Tom. I. p. 69g. (/) Vaderl. Hift. XII- lied , bl. 107.
(m) Refol. Vroedfch. N. 20. 15 Aug. 1550. ƒ. 110 vtffi*
(n) Vaderl. Hift. XII. Deel , bl. Ut.
(o) Specificatie der Ongelden , berußende ter Theftiir'e ï
Kas XIII. Laade 13, |
||||
568 AM S T E
[650 doorBurgemeefteren enRaadenbekragtigd.
Het Verdrag behelsde „ i.Dat Amfterdam, ,, zo wel als de zes Provinciën, bewilligen „ zou in den Staat van Oorloge, dien zyne „ Hoogheid verzogt werdt te doen brengen „ op den voet van denvoorflag,laatftelyk, „ by den Raad van Staate, gedaan; doch, „ midlerwyl, en zo lang de oorlog tuflchen „ Frankryk en Spanje duuren zou, fchoon „ niet langer dan drie ofvier jaaren,zoude „ tegenwoordige Staat van Oorloge plaats „ hebben. 2. Dat de Stad befluiten zou, „ om de agterftallen van 't Krygsvolk, welk „ door Holland afgeweezen was, te vol- „ doen; en om orde te helpen ftellen, tot „ goede betaalinge der overige troepen. 3. „ Dat zyne Hoogheid,in de Stad geh* even- „ de te komen, gelyk de Stadhouders. zy- „ ne Voorzaaten, met alle eere en gedien- „ ftigheid, ontvangen zou worden: zullen- „ de hem ook, in de gemelde hoedanig- „ heid, in de Vroedfchap, indien hy 't be- „ geeren mögt, gehoor worden verleend. „ 4. Dat de Heeren van Amfterdam ter „ Vergaderinge van Holland hun beft zou- „ den doen , om alle onluften en voorge- „ vallene zaaken te doen vergeten, en de n oude vertrouwelykheid en vriendfchap te „ doen herftellen, houdende daarover ge- „ meenfchap van raade met zyne Hoogheid. „ 5. Terftond na 't voltrekken en tekenen „ van dit Verdrag, zou de Prins het aan- „ gevoerde Krygsvolk wederom doen kee- „ ren naar zyne voorige bezettingen, en „ de Stad zou de aangenomen manfchap „ afdanken, en alles herftellen opdenvoo- „ rigen voet." Het afzonderlyk punt hieldt in „ dat zyne Hoogheid, buiten benadee- „ ling van do eer en goeden naam van de ,, Heeren Arianes en Cornelis Bicker, de een „ oud-, en de anderregeerend Burgemees- „ ter der Stad Amfterdam, en buiten be- „ zwaar en krenkinge van derzelver per- s> foonen en goederen, naar deezes tyds ge- „ legenheid , dienftig oordeelde , dat zy „ zig ontrokken van alle verdere Regeering „der Stad, zonder daartoe wederom be- „ roepen te worden. Nogtans, was zyne „ Hoogheid bereid,hen in perfoon te hoo- „ ren, en zo hy dan nog by zyn gevoelen „ bleeve, zouden zy xjg vry williglyk ont- ■ „ flaan van de Regeeringe, op den voorge-
„ melden voet, rnids zy zig, van nu af, van „ de oefeninge hunner Stads ampten ont- „ hielden (£)." ;. bg. 's Daags voor het treffen van dit Verdrag,
(h) Refol. Vroedrch, N. zo. j ^iug. ifijo. ƒ. IOj, ait-
zi.ma Hetft. Leeuw, bl, js. Holl, JAeic. va» isjo. 4;. 38. |
||||
XVI. Boek.
|
||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN;
|
||||||||||||||||||
569
|
||||||||||||||||||
*6jo. van de Wifïelbank, om, met den fchat, die
'er in bewaard werdt, zynen Schoonbroe- der, Koning Karel den IL, op den troon |
||||||||||||||||||
gefchreeven aan de * onbefihaarnde fceegbeid rfto
en enkelen moedwil en verwaandheid van eeni- |
||||||||||||||||||
info-
|
||||||||||||||||||
ge belhamels, die hunne Vroedfchappen mis-\J?,
|
||||||||||||||||||
van Groot-Britanje, te herflellen (p). Doch
dit verdigtfel hadt zo weinig fchyns , als het Verdrag tuiTchen de Stad Amfterdam en het Parlement van Engeland, welk, by eene afkondiging van den zeigenden Au- guftus , ftrengelyk verbooden werdt (5). Men wil, dat zyne Hoogheid, toen 't hem nu mislukt was, Amfterdam in te neemen by verrafïïng, te ligter befloot tot verdrag met de Stad, om dat hy inderdaad voor 't waffend water vreesde, en omdat hy de handeling den Gemagtigden der algemeene Staaten,die hyte gemoet zag, niet toever- trouwde (r). Doch men verwonderde zig, met reden, dat hy juift begeerde, dat de twee Heeren Bicker en geene anderen zig ontfloegen van de Regeeringe; daar de meer- derheid der Vroedfchap, voorheen, geffcemd hadt tot alle de Refolutien, die gelegenheid gegeven hadden tot's Prinfen misnoegen. De Bickers hadden, 't is waar, veel aanziens in de Stad, en mogelyk was dit de rjeden, waarom zyne Hoogheid, die toch toonen moeft, dat hy op eenigen te onvrede was, hen alleen en voor anderen uitkipte. Sommi- -gen vernaaien ook „ dat de konftenaaryen j, van eenigen, die zig, federt, willen te ,, dringen in de poften derontflaagen'Hee- „ ren, hebben medegewerkt met 's Prinfen ö „ ongenoegen (V)." Doch hiervan is my I^Prinsgeen duidelyk blyk voorgekomen. Klaarlyk ^j^ de bleek, ondertuiTchen,voor alle onpartydigen, Vane"en de ongegrondheid en wetteloosheid der han- ®üt2n delwyze van zyne Hoogheid omtrent de Stad |
||||||||||||||||||
leid, en kwalyk onderregt hadden; en tegen
welker ongehoorde ,fchadelyke en verderfeïyke oogmerken, ftrekkende tot verandering in de Regeeringe en in den waaren Hervormden Godsdienft, de Prins dikwils gewaarfchuwd was: met by voeging, dat hy, om deezer boos voornemen tegen te gaan, en zulke werk- tuigen te weeren uit de Regeeringe, de Stad Amfterdam, met eenig volk van oorloge, te gemoet getrokken was. En deeze fcherpe en algemeene befchuldigingen waren alles, wat dit Gefchrift, ten lafte van Amfterdam' of van eenige Arnfterdamfche Regenten' inhieldt Zyne Hoogheid, of liever de Grif- fier Mufch, die dit Gefchrift opgefteld hadt begreep hgtelyk, dat zulke algemeene be- fchuldigingen, zonder byzondere aanwyzing van woorden of daaden, en zonder eenig be- wys, niet genoeg waren, om iemant der Arn- fterdamfche Regenten in 't ongelyk te doen Hellen. Hy befloot hierom het Gefchrift, met eene verklaaring, dat hy de byzon- dere punten van bezwaarnis tegen eenigen ten zynen tyde, openleggen zou. Doch dee- ze belofte is nimmer voltrokken. Ook moes- ten alle deeze befchuldigingen in rook ver- dwynen, na dat de Prins, eerft, ten opzig- te van de Heeren Bicker, en daar na ten opzigte der gevangen Heeren, die allen, eerlang, op vrye voeten gefield werden, mids zy zig onthielden van de Regeeringe, verklaard hadt, dat zy „ in hunne eer en „ goeden naam ongekrenkt zouden blyven:" en blykt hieruit tevens, hoe onbelTaanbaar 's Prinfen handelwyze, op den eenen, met zyne handelwyze op den anderen tyd, ge- weeft zy. Zyne Hoogheid beriep zig, om zyn ge-Onder-
drag te regtvaardigen, ten deele op zyne zoek Commiffie, ten deele op den lafl der alge-deezer meene Staaten, die hy, gelyk men 't fe.redenen- dert, altoos begreepen heeft, en nog tegen- woordig begrypt, gantfeh ten onregte, de hoogße Regeering noemt. Doch wy hebben, uit den inhoud dier Commiffie, hier voor O), by eene andere gelegenheid aangehaald, reeds können zien, dat dezelve hem geens- zins wettigt tot geweldige, noch ontydige verandering der Regeeringe. Dat de alge- meene Staaten noch regt noch oogmerk had- den, om zyne Hoogheid tot geweldige on- derneemingen in Holland te magtigen, is ook reeds, hier voor O), uit hunne Ref0. Iu-
ra.) Zie hee hy AitzemA Herft. Leeuw ,i/,44- £S w *_ OOEFOBT Tom. I. Pr«»*, f. 7«. "'* **"
(■v) ßlaäz.. JJS.
(a) BUdz,. S5i' |
||||||||||||||||||
«•"ent nxiiiLciuaiii en uiuLiciiLucnceren Diäter in
^^t- 't byzonder. Hy hadt aan de Vergaderingen iu''°Ver van Holland en van de algemeene Staaten ^rifVg beloofd, dat hy de redenen van zyn gedrag '■' omtrent Amfterdam nader openleggen zou. Ook leverde hy, weinige dagen na zyne te- rugkomft in den Haage (t), een Gefchrift over, genaamd Redenen en Motiven, diefy- tie Hoogheydt hebben bewogen by der hant te nemen, foo ten regarde van de gearreßeerde ■Heeren, als van 't geen aengevangen is aan, hy ende ontrent der Stede Amflerdam (u). Doch in dit Gefchrift, vondt men niets ten lafte Van Amfterdam, dan dat het, nevens de andere Steden van Holland, op verminde- ring van Krygsvolk gedrongen; tot afzon- der Iyke afdanking, gelyk het genoemd werdt, beflooten, en den Prinfe, als Stadhouder, gehoor geweigerd hadt. En dit werdt toe- (p) Aitzema Herft. Leeuw, tl. 92.
f«} Keurb. M, f. 83.
y) W[C(^jEitokT Turn. I. Livr. IV. p. iSJ_
y) WicquKjoHT Tom. I. Livr. IV. ƒ>. j94.#
IV A1T2EIHA Herft. Leeuw, hl. 79, Si.
|
||||||||||||||||||
Eeee 2
|
||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||
57°
|
|||||||||||||||
vyand, mogelyk, gelegenheid gegeven zou i<55 '
hebben, om den Staat, op nieuws, aan te taften. Wyffelyk, befloot de Raad dan tot een fpoedig verdrag, waarby, aan de eene zyde wel iet toegegeven; maar, aan de andere, ook fterk geftaan werdt op het gene tot handhaaving van der Stede Pri- vilegien en loffelyke herkomen ftrekken kon. Men ftondt zyner Hoogheid gehoor toe in de Vroedfchap;doch alleen als Stad- houder , en zonder eenigszins af te ftaan van het regt, welk Burgemeefteren hadden, om den Raad niet te vergaderen,. dan na dat hun opening gedaan was van 't gene 'er zou worden voorgefteld. Van de verplig- ting om bezendingen der algemeene Staaten te ontvangen, in de Stad, werdt geen woord gerept. Ook was men 'er wel verre van af, om goed te keuren, 't gene zyne Hoogheid, omtrent de zes Heeren, die, ftaande de Ver- gaderinge, gevat waren, verrigt hadt. De Heeren Bicker ftonden, 't is waar, uit zugt tot de gemeene rufte, en om den Prinfe te' voldoen af van de Regeeringe; doch niet dan na dat zy uitdrukkelyk bedongen had- den , dat zy in hunne eer en goeden naam ongekrenkt zouden blyven: met welk be- ding , alle befchuldigingen ten hunnen las- te, zelfs met 's Prinfen toeftemming, on- gegrond werden verklaard. Schoon dan de wyze en gemaatigde Regeering van Am- fterdam iet, of, zo men wil, veel toegaf; zy bleef nogtans die zy was, en gedoogde geene de minfte krenking in haare voorreg- ten, noch in den goeden naam zelfs van haare meeft befchuldigde Leden. Hier ter Stede, duurde de ongeruftheid D« °£
eenen geruimen tyd na dat het Krygsvolk 8e!^' afgetrokken was. 't Gemeen was vol wan- Jjltf«* trouwen op zyne Hoogheid, en, volgens jaio fommiger aantekening, waren zelfs de Re- duurt genten bedugt, dat hy den toeleg, om zig v°°' by verraffing meeftertemaakenvan de Stad, nog niet uit den zin gefteld hadt. Men hieldt dan fcherpe wagt aan de Poorten. Men ónderzogt de aankomende fchepen naauw- keuriglyk. Men voer voort, met het ftellen van paaien in de Stads graften (J>). Zelfs f1^/' werden, eerlang, in den Amftel, ter plaat-bl° @?t fe van de groote fteenen Amftelbrug, twee %a^l zwaare houten Blokhuizen gebouwd, onder ^ °1 opzigt van den Ingenieur Jan Heimanszoon gsf ' Koek, die van Antwerpen ontbooden was, en eenige jaaren in dienft der Stede geweeft is (c). De blokhuizen ftonden op zwaare eeken paaien, tuJTchen welken, binnen be< flooten hekken, gewapende floepen kondefl gelegd worden. Voorts, waren de onder' fte
tb) AiTZEMA Herft, Leeuw, bl, si, yï,
O) VWewbl. joi. |
|||||||||||||||
1650. luden zelven, beweezen. En 'tlaatfle bleek
nog duidelyker, na dat 's Prinfen toeleg o- penbaar geworden was. De Vergadering der algemeene Staaten befloot toen, gelyk wy boven (x) zagen, den Prins, door eene pleg- tige bezending, te verzoeken , dat hy de vyandelykheden voor Amfterdam deede ophouden, en naar den Haage keerde. Hoe kon zy dan voorgehad hebben, den Prins tot , zulk eene geweldige onderneeming te mag- tigen? De meefte Provinciën antwoordden ook zo flaauwelyk op 's Prinfen brief, waar- by hy haar kennis van zyne onderneemingen gegeven hadt, dat men, uit haar antwoord, klaarlyk kon afneemen, dat het werk haar tegen de borfl was (3'). Maar zo de Prins, noch by zyne Commiflie, noch door de al- gemeene Staaten, gemagtigd was tot het gene hy ondernam; wat regt, wat fchyn van regt kon hy, of konden zyne raadslui- den, die, zeker lyk, meer dan de jonge Vorfl te befchuldigen waren, hiertoe dan voor- wenden? Rede- _ De Stad werdt, omtrent deezen tyd, ook nen, die door eenigen befchuldigd, wegens het aan- had^tot gaan'van het Verdrag met zyne Hoogheid. het aan- Zy moeft, meende men, of niet, of veel gaan van eerder, toegegeven hebben, en de zaak niet het Ver- tot zuik een uiterfte hebben laaten komen, |
|||||||||||||||
drag
|
|||||||||||||||
zo zy de magt niet hadt, om haare ftreng
valt te houden (2). Doch was het te ver- wonderen , dat Amfterdam niet gewapend was, tegen zulk een zeer ongewoon middel, als was eene belegering met de wapenen van den Staat? Wy hebben, daarenboven, hier voor (a), reeds gezien, dat de Stad, op den negenentwintigften July, 's daags voor dat Graaf Willem met het Krygsvolk van den Staat herwaards kwam, begon te neigen tot de omhelzinge van eenen voorge- llaagen middelweg. 't Was dan niet vreemd, 't kwam zelfs overeen met de befte regels der Staatkunde, dat zy, zo geweldiglyk aan- getaft, goedvondt den tyd te vieren, enzig, in 't fluk der afdankinge, te voegen naar den zin van zyne Hoogheid , en van de meefte Provinciën. Zo de Belegering veel langer geduurd hadt, zou de Koophandel der Stad eenen onvermydelyken krak ge- kreegen hebben; en zo men ware voort- gegaan met het doorfteken der dyken en het openzetten der fluizen, zou men een groot gedeelte van Holland en van het Stigt van Utrecht een onbefchryfiyk nadeel hebben toegebragt, behalve dat het watten der in- wendige verdeeldheid 'den pas verzoenden (x) BUdx.. $68.
(>) Zie Hetft. Leeuw, bl. 8«. 87» 88, %91 so. Vaderi.
Hilt. XII. Deel, bl. ii2.
(*.) AiTZEMA Heift. Leeuw, bl, j%. [
(a) BUdx.. j57, |
|||||||||||||||
XVLBoek. GESCHIEDENISSEN. 57r
16S°- 5e ^"diepingen der fterkten, waar zig de tig Compagnien gebragt, die onr]er fwpp k
Konftapels en Busfchieters onthielden, ter Kolonellen, de Heeren #«T° °T"TpT* l6$°- wederzyde, en naar buiten, voorzien van Comelis Witfen, Honden, en voor JJLl Ye™eer gefchutpoorten met valdenren, even als op eerlang, eenenieuwe Ordonnantie lemlTkr deOorlogsfchepen, mt welken men met werdt (g). Bargemeefteren en Oud-Crp-e grof gefchnt, op roopaarden gelegd, den meefteren hadden, tecelyk.beflooten,lat ftroom, en den weg ter wederzyde, beflry- een Kolonel, Burgemeefterwordende, zyne ken kon. Om de tweede verdiepingen, lie- Kolonelsplaats zou nederieggen ' Ter ge- pen breede open gangen van vooren ge- legenheid van de vermeerdering der Bur- dekt door dikke honten borftweeringen, gervendelen, waardoor ook de onkoften des waar de foldaaten de wagt konden honden. Krygsraads meerder werden, werdet.^ De derde verdiepingen waren verdeeld in Poortgeld met een halven ftaiver en hï verfcheiden lugüge vertrekken voor de Be- Burgerregt van veertig op wftig'guldens velhebbers. Ter wederzyde der blokhai- verhoogdI (*) - - ■ ^ 8 *>maeas zen, op den weg langs den Amftel, fton- Willem de II., Prins van Oranje, wiens Wi,I(.m
den tweehameijen met welken de toegan- onderneeming op Amflerdam gelegenheid dïï gen ftedewaards werden afgeflooten. Voorts, tot zo veele veranderingen hier ter Stede ge- fterft. werdt, vyftig of zeitig treden van de blok- geven hadt, overleedt aan de kinderpokies huizen af, naar baiten , dwars over den op den zesden November 's 3J? ftroom, eene ry paaien geflaagen, in wel- negen uuren, in 't vyfentwintigftXZ7S ke, twee openingen waren tot het doorlaa- ouderdoms (t). De tyding van dit äffler en ten van vaartuigen, die met boomen gefloo- was, den volgenden morgen, ten drie naren ten werden. De paal van der Stede vry- reeds in Amflerdam, daar veelen zig niet heid aan den Amftel, die zig, volgens de wederhoaden konden van het geeven van Privilegien , ftrekte tot honderd gaarden aiterlyke tekenen van blydfchap. De Dia- baiten de Veftingwerken, ftondt na verre kens vonden, in een der zakjes, waarinde binnen deezen afitand van de blokhaizen, aalmoefTen onder de preeke verzameld wor waarom zy, op bevel des Raads, eerlang, den, eenige Hakken gouds, in een papier" zo veel verder werdt uitgezet. Ook werdt, waarop dit rym te Jeezen ftondt: ' tot meerder verzekerdheid der Stad, het
baitentimmeren binnen de Vryheid , op De Prins is doodt
nieuws, verbooden (d). Doch de blokhui- Myn gaef vergroot.
zen, zulke flevige gevaarten, die in 't jaar Noyt blyder maer\ *
1651 voltrokken werden, ftonden naauw- In tachtig jacr (k\
lyks driejaaren. Men bevondt, zo fommi-
gen willen, dat de loop en fchaaring des De Vroedfchap.befloot,op aanfchryvensDe Hee-
Amftels, door het veelvaldig en digt paal- der Gecommitteerde Raaden, een goed aan-ren Bic- ^ werk onder en voor de blokhaizen , al te tal van Afgevaardigden ter Dagvaart te zen- ker ko- t'e. in zeer belet werden (e). Ook werdt, in den den, om orde te helpen Hellen op 's Lands ?en we* >5sat Zomer des jaars 1654, beflooten, de oude Regeeringe. Ook floegen Burgemeelleren feT m !? ^m Stad'aan verfcheiden' oorden >beter te ver- op den agtften, denRaade voor, of de Heeren geelïe; 1$V Werken, volgens een Ontwerp van de In- Bicker niet wederom tot hanne voorige be % *ör- geniears Parceval, Koek en den Kapitein dieningen behoorden ingelaaten te worden* Rufius; in welk geval, de blokhuizen gee- De Raad verflondt, dat men eerfl in den* nen dienft zouden können doen: waarom ge- Haage zou onderftaan, hoede andere be raaden gevonden werdt, dezelven , ne- langhebbendeSteden zig, Jn dit opzigt ge- vens de hameijen, te liegten, en 't hout el- draagen zouden (l). Men vernam omtrent ders te gebruiken (/):en dit befluit werdt, twee weeken hierna, dat eenigen van dee. Kui ort hierna ' ter uitvoeringe gebragt- zen de Leden, die zig, te vooren, van de [SJ. . Maar in den aanvang van September des Regeeringe onttrokken hadden, wederom
5vOaars l65°, waren Bargemeefteren, door de ter Dagvaart zonden; waarop hier ook be- C> Vroedfchap, gemagtigd, om de Bargerven- flooten werdt, dat de Heeren Bicker weder- % ' delen, die, tot hiertoe, maar twintig flerk om tot de bekleeding hanner voorige waar- 3 op n' geweeft waren, by raade van Kolonellen en digheden keeren zouden (ßf. %. den Krygsraad, te vermeerderen in getal. Maar |
||||||||||||||
'S ^y werden dan, kort hierna, op vierenvyf- (g) Handv. w.
|
||||||||||||||
\h) Refol. Vroedfch. N. 20. z% l> Sefc, ig off^ I6,0.
ƒ. 112, 119, 120 -verf«. Handv. il. ijo, I67j I6^ "» - |
||||||||||||||
,,<*) Refol. Vroedfch. N. 20. s4»g.isn. f. isg. Handir. (O Vaderl. Hill. xu Deel, bl ii8.
tl. 1009 "* »»•/• »o». n<uiuv. ^' AlTZEMA Herft. Leeuw, tl. 95. (f) Refol. vroedfch. JU, 21. 2 July uSi.. >, ,'8s veJß, (»*) Rdo1- Vroedich, N, 10.. iz tVn% 34j0, 'fi ,ïfj
|
||||||||||||||
Ee'ee 3
|
||||||||||||||
AMSTERDAM S II. Deel:
|
||||||||||
57^
|
||||||||||
thorifeert ,met de meefie dexteriteyt ende Jecre' l650,
teffe, de zaecken derwaerts heenen te fileren , by de Leden, daer zy de befie inclinatie ende meefie confidentie by vinden: ende den Heeren xxxvi. raden op den eedt belaß, dejen te Je- creteren (p). ^, Wy hebben dit merkwaardig befluit wel, A8" en
met de eigen woorden van de Vroedfchap,^erdit willen voordraagen, op dat men zien zou, t,efluit' hoe vroeg de Stad Amfterdam reeds ge- neigd heeft tot de fcheiding van het Stad- houderfchap en Kapitein- Generaalfchap , waartoe, eerfl in 't jaar 1667, beflooten werdt. Ook blykt, uit dit befluit, dat de geweldige onderneeming van wylen den Prin- fe van Oranje der Regeeringe van Amfter- dam eenen afkeer ingeboezemd hadt van de Stadhouderlyke Regeeringe , immers van het hoog gezag, welk de Stadhouders voormaals gehad, of geoefend hadden. j De Staaten van Holland, den agtftenDe-De sit
cember, beflooten hebbende, dat de ftem-^eljjo? mende Steden, welker Wethouderfchap,^evs'' door den Stadhouder, plagt befteld te wor-kie«iflL den, voortaan, van hun Oclroi zouden kon- va«^ nen verzoeken, om haare eigene Wethou-P6116 derfchap te beftellen; zo verwierven ver- fcheiden' Steden, terftond,zulk eenOclroï (q). Te Amfterdam, plagt de Stadhouder alleenlyk Schepenen te kiezen,uit een dub- bel getal, door de Vroedfchap benoemd. Doch nu verzogt de Regeering, dat deeze verkiezing doorBurgemeefteren gefchieden mögt (r); waartoe, den twee en twintigften December, Oclroi verleend werdt, door de Staaten (s). Ji Op de Regeering derVereenigde Provinze«;,
vincien in't gemeen, werdt ook, eerlang,^ef. eenige orde beraamd, in eene buitengewoo- ^tt, ne Vergadering, die* op verzoek der Staa-de» ju» ten van Holland , befchreeven was. Wy ^l & ftaan niet ftil op verre het meefte, welk in ^/ deeze aanzienlyke Vergadering gehandeld vai' Ê werdt (0, om dat het Amfterdam niet in 't ie",, byzonder betrof. Doch in Juny des jaars &°1 1651, toen de bezigheden der groote Ver-hf^(' gaderinge omtrent afgeloopen waren, bragt de Raadpenfionaris Jacob Kats, die voor- hadt zyn ampt neder te leggen, het Ge- fchrift, waarin wylen zyne Hoogheid reden gaf van den aanflag op Amfrerdam en van het vatten der zes Heeren, welk, tot hiertoe, ' beflooten , onder hem beruft hadt, in de Vergaderinge van Holland. Men leide in beraad, of men dit Gefchrift verbranden, of
(p) Refol. Vroedfch. N. 20. 2 Dec. isco. f. 129,130.
(1) Vaderl. Hift. XII. Deel, H- 13+, 13«.
(r) Refol. Vroedfch. N. zo. 19 Dec. 16JO. ƒ. ijz.
(1) Handv. bl. log. [hj.]
(t) zie Vaderl, Hift, XI1. Deel, U. ij» enz,,
|
||||||||||
I(5-0 Maar agt dagen na 's Prinfen overlyden,
5 ' beviel de Prinfes, zyne Weduwe, van ee- ^°°r" nen Prins , die Willem Henrik genaamd Willem werdt, en naderhand, onder den naam van den lil. Willem den III., vermaard geworden is. De De Stad stad Amfterdam befloot, terflond, zig als biedt zig peter over fen jonggebooren aan te bieden Sn. 00; en-deedt hem daarna> eene Pillegift van eenduizend guldens 's jaars (o). De Prinfes Weduwe van Fredrik Henrik floeg den Staaten den jongen Prins, al vroeg, voor, tot Stadhouder, Kapitein - Generaal en Admiraal. Doch men toonde, in Hol- land , hiertoe nog luttel gezindheid. In de Vroedfchap van Amfterdam , daar men, federt de geweldige onderneeming van wy- len zyne Hoogheid, af keerig geworden was van de Stadhouderlyke Regeeringe , was, reeds voor eenige dagen, beflooten, voor eerft niet te treeden tot de aanftelling van eenen Stadhouder. By dit befluit, vondt men geraaden te blyven, na dat de brief De Stad, der Prinfeffe - Weduwe gelezen was. En- befluit, fa om weck te nemen de vreje die men wel voor heeft gehadt over de al te groote authoriteyt, niet te die de Stadthouder ende Capiteyn-Generaalheeft komen gehadt off gebruyckt, nu leflelyck oock niet tot de zonder gevaer van den geheelen Staet door quaet aanftel- ingeven van dangereuje ende niet gequalificeer- eenen*üde Raedsluyden; werdt geraaden gevonden, Stadhou- dat, van nu voortaan, in de Provincie van Hol- der, en \andt ende Weflvrieslandt, als een grondwet |j? heden van den ^taet' vaft V3er^e êefielt: °ff men *'#-
van Stad w»i off morgen zoude mogen meenen 't hebben houder van eenen Stadthouder off Capiteyn over de mi- en Ka- luie van Hollandt te lande ende te water, 't Generaalm^ noc^tans niet te PaJFe comt a^s ty abfen-
nooitaan^ van den Prince van den Lande, dieder nu eenen niet en is, dienfligh te we/en; ende off men denzelf- boven dien noch zoude mogen meenen, datier den Per- feenigen tyde zoude dienen te worden gefielt te draa- een Capiteyn Generael over de militie van de gen. Geünieerde Provinciën ende Conquefien van dien, onder goede InfiruStie, by onderlinge bewilli- ginge te arrefieren ; dat men, in zulcken geval het zelve Capiteynjchap ■ Generael nimmermeer zal laeten comen ende concurreren in een en de- felve perjoon van den voorn. Stadthouder off Gouverneur over Hollandt ende Weflvrieslandt, indien Zeeland daer toe als vooren niet mocht verflacn,- maer dattet altyt zullen moeten we- fen diflinfte ende feparate per Jonen, om d'an- dere provinciën, door Hollands exempel, in den haren daertoe mede te bewegen: ende om nu f e fiuyten de menées, die worden aengewendt om te obtineren voorige charge: werdende de Qedeputeerden ter Daghvaert gelaft endegeau- |
||||||||||
fn) Refol. Vroedfch. N. 20. is Nov. isjo. ƒ. 121 verf:
(') AlTZEMA IH. Deel, */. j;ï. |
||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||
XVI. Boek.
|
|||||||||||||
573
|
|||||||||||||
%r. of openen en leezen zou, en men befloot
tot het laatfte. 't Werdt vervolgens gefield in handen van eenige Gemagtigden, die oor- deelden „ dat het, fchriftelyk, behoorde „ wederlegd, en de wederlegging aan de „ groote Vergadering overgeleverd te wor- „ den; dat men de bezending, in 't voor- „ leeden jaar, aan de Steden van Holland s, gedaan, ook behoorde te veroordeelen, „ als ftrydig met den vorm der Regeerin- „ ge; en dat men de andere Provinciën be- j, hoorde te verzoeken , dat zy de Refolu- „ tien, die, den vyfden en zesden Juny des j, voorleeden jaars , door eenige weinige „ Afgevaardigden ter algemeene Staatsver- „ gaderinge, uit ontzag voor de aanzienlyk- „ heid des Prinfen van Oranje, genomen j, waren, wilden afkeuren, voor nietig en „ van geener waarde verklaaren, en te ge- „ lyk intrekken de afgeperfte dankzeggin- „ gen, aan wylen zyne Hoogheid gedaan." Eindelyk, verftonden de Gemagtigden „ dat „ men, by duidelyke Refolutie, behoorde „ te verklaaren, den aanflagop Amfterdam, » ,, en het aantallen der zes Heeren te hou- <w«t.„ den voor een * toeleg op de vryheid, hoog- s, heid en fouverainiteit deezer Provincie, „ regelregt ftrydig met alle Wetten, Reg- 3, ten en Privilegien." 'tBefluit, welk de Staaten van Holland hierop namen, kwam genoegzaam overeen met het gevoelen der Gemagtigden. Leiden alleen oordeelde, dat dit befluit niet naar den gewoonlyken vorm fte der Regeeringe genomen was («). \?eer De Staaten van Holland deeden,omtrent H<to?'deezen tyd,ook onderzoek naar denopftel- jf'de. Ier van dit Gefchrift, en van een ander, be- \v|| zig heizende Klagten over die van Jmßerdam, *?ii s 'welk, door zyne Hoogheid, kort na des- Sif'n" zelfs te rugkomft met de bezendinge , ter jee') toe. Vergaderinge van Holland, ingeleverd was: A^(,°p en men bevondt, dat beide deeze fchriften, \j6f- immers het laatfte zekerlyk, door den Grif- fier Mufch, was opgefteld (V); doch dee- ze was, den zesentwintigften December des jaars 1650 , overleeden (w), waarom 'er niets tegen hem gedaan werdt. De Heer Van Sommelsdyk, die de hand gehad hadt in den aanflag op Amfterdam, verneemende, dat 'er ook naar zyn gedrag onderzoek zou gedaan worden, waarop de Stad, inderdaad, *eer gefield was (x); boodt zig zelven ter Verantwoordinge aan. Men befchuldigde «em „ 1. dat hy, in den eed van Holland 3> zynde, kwalyk gedaan hadt aan het lei- |
|||||||||||||
„ denyanKrygsvolknaar Amfterdam, op iöm.
„ bevel van zyne Hoogheid. 2. Dat hyde ' „ wallen van Amfterdam hadt befpjed. En
„ 3. Dat hy verfpreider was van het gerügt „ dat deeze Stad zeker Verdrag gemaakt „ hadt met het Parlement van Engeland." Doch hy bragt hiertegen in „ i. dat hy, „ als Kolonel, ook onder zynen Kapitein- „ Generaal flondt, die hem, wegens 't „ fchenden van zynen Krygseed, zou heb- „ ben können doen ftraffen; behalve dat „ zyne Hoogheid ook groot gezag hadt in „ zaaken van Regeeringe, en in Amfterdam „ alleenlyk begeerde gehoord te worden, „ over 't gene den dienft der Landen be' " n0fj2* Dat hy zi§ zo koitefi tyd int Am-
„ üerdam hadt opgehouden, dat het hem „ onmogelyk geweeft zou zyn de wallen te „ befpieden; en dat hy, met zyne reize door „ de Stad, niet anders beoogd hadt, dan „ den tyd af te meeten, dien de Rukery „ zou noodig hebben, om van Scherpen, „ zeel te Amfterdam te komen. 3. Dathy, „ wegens de gemeenfchap tuflchen 't Par- „ lement van Engeland en de Stad Arafter- „ dam, niets hadt gezeid, dan 't gene hy, „ weinige dagen te vooren, uit den mond „ van zyne Hoogheid, verftaan hadt." Voorts, fchreef hy 't voornaam beleid van den aanflag op Amfterdam toe aan Graave Willem Fredrik. De Staaten van Friesland Hy wordt namen, hieruit, onder anderen, gelegenheid, be8ree- om ter Vergaderinge der algemeene Staa-peu in, ten te dringen op de afkondiging eener al- "meine gemeene vergiffen-iffe van 'tgene,in'tvoor- VergifFe- leeden jaar, voorgevallen was. Doch deniffe' Staaten van Holland vonden geen genoegen midsziS in 't ontwerp, welk desaangaande gemaakt dende"" was (j). Amfterdam in 't byzonder flondt van de 'er fterk op, dat de zaak van den Heere van Regee. Sommelsdyk voor 't Hof betrokken werdtringe* (z). Hy befloot, federt, zig in zo verre fchuldig te erkennen, dat hy,openlyk ver- zogt, onder de algemeene Vergiffeniffe, te mogen begreepen worden. Amfterdam be- weerde, in t eerft, dat men 'er hem van behoorde uit te zonderen; doch flondt,wat laater , toe , dat hy 'er onder begreepen werdt, mids hy zig , vrywilliglyk, of in gevolge van een Staatsbefluit, van alle amp- ten van Regeeringe in Holland onthielde («); waartoe hy, eindelyk, komen moeft. De algemeene Vergiffenis werdt toen vaftge- fteld , en vervolgens afgekondigd. Men verklaarde, in dezelve „ nu noch ooit te » zullen gedenken aan de onluften des voor- >» lee-
(y) Vaderl. Hift. XII. Dtel, hl. 194-195.
(*,) Refol. Vroedfch. N. zo. 19 July i6SI f . -
166 verft, 167. .
|
|||||||||||||
f«) Refol. Holl. is,l6,t9J»»y,Z} •A«S.l6si.l!.lï9,
;\I9*> 3"' 4JI,4J3. fL\ u t„AlTZM» Herft. Leeuw, II. 455 r«,
W H°r; Meic-VAn '«jo- *'•«*•
1 J Refoi- Vroedfch. K. zo. 10 July ™U. f. i«l.
|
|||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||
574
|
|||||||||||||||||
den van alles, wat hun, deswege, nu of i°5 '
na deezen, zou mogen overkomen(d)" |
|||||||||||||||||
1651. » Ieeden jaars, en de Refolutien van den
„ vyfden en zesden Juny, met al wat, uit „ kragte van dezelven, verrigt en onder- „ nomen was, voor nietig en van onwaar- „ de; van al 't welke de blyken en over- „ blyffels geligt zouden worden uit deopen- „ baareRegifters (&)." De Re- Midlerwyl, badden eenige Steden, en ook geering Amfterdam, geraaden gevonden, 't Ge- van Am- fchrift van wylen zyne Hoogheid, genaamd flerdam Redmen.en Motiven, afzonderlyk te weder- dS de leggen, en die wederleggingen ter Verga- Heeren deringe van Holland over te leveren. Tot ren Bic- net ontwerpen der wederlegginge van Am» fchrifte- fterdam' waren' nevens Burgemeefteren,
lyk. de Heeren Andries Bkker, Cornelis van Dron- keiaar en Pieter Kloek uit de Vroedfchap ge- magtigd. De wederlegging was, op den naam van Burgemeefteren en Vroedschap- pen , ontworpen, en den negentienden July, in den Raad, goedgekeurd (c). Zy behels- de eene ronde verklaaring „ dat de Heeren „ Andries en Cornelis Bicker altoos had- „ den geteont te wefen vroome ende eerlycke „ Regenten, ende oprechte trouwhertige Pa- „ triotten, ende liefhebbers van't Vaderlandt; „ dat zy,nimmer, eenigen voorflaggedaan „ hadden, tot verbreekinge der Unie,ver- „ andering der Regeeringe, of der waare „ Chriftelyke Gereformeerde Religie, noch „ by gevolg tot verderf van den Staat; maar „ dat hunne daaden en voorflagen, altyd, 3, tot behoudeniffe van den zelven, hadden „ geftrekt; dat de Regeering volkomenlyk „ voldaan was over de wyze, waarop ge- „ melde Heeren den laft, hun gegeven, „ hadden uitgevoerd, in de raadpleegingen „ op den nieuwen Staat van Oorlog, en op „ de afdankinge van een gedeelte van 's „ Lands Krygsvolk; waarover zy , voor „ deezen, bedankt waren, en nu nog be- „ dankt werden. Dat zy, wyders , van „ deeze raadpleegingen, van tyd tot tyd, „ getrouw verflag gedaan hadden. Dat ook „ de werking tegen de bezending het eigen „ bedryf der gantfche Regeeringe geweeft „ was, en geftrekt hadt tot handhaavinge „ van de hoogheid der Provincie, en van „ de geregtigheid der Stad, geenszins om „ eenige verwydering te verwekken in den „ Staat. Dat de Stad haar gedrag , ten „ deezen opzigte , reeds, in der Staaten „ Vergadering , geregtvaardigd hadt, en „ dat zy zig byzonderlyk bedankte van het „ goed beleid der Heeren, die zy daarin „ gebruikt hadt; welken nogmaals bedankt, ,, en kofteloos en fchadeloos gehouden wer- ./*) AitzEma Herft, Leeuw, hl. $%7-
(c) Kefol. Vioedfch. tf, zo, 11, 19 J»h ifiji./. l«z, 163 verf,. |
|||||||||||||||||
Kort hierna, ontving de Regeering het '• e8
|
|||||||||||||||||
Ontwerp van de verdediging der Staaten ^^ig
van Holland, over het gehandelde en ge- ßerig.c,( beurde, in't jaar 1Ó50. De Afgevaardig-k°;T,tlD den ter Dagvaart werden gemagtigd, orfl1' het zelve, naar voorkomende gelegenheid, te vermeerderen of te verminderen, en vooral, te bevorderen, dat het in 't licht gegeven werdt (e): gelyk , eerlang, ge,- fchiedde, onder den titel van Waaragtïg en $ noodig Berigt. In dit ftuk, werdt het gehan- l^t delde over de vermindering van 't Krygs ^ volk eerft uitvoeriglyk verhaald; en daarna,iS van den aanflag op Amfterdam en 't vatten der zes Heeren gefproken met deeze woor- den : Middelertydt fyn , den- 30 July 1650 /morgens, op 't alleronvenvachtße uytgeborflen foodanige deffeynen , daer op wy foncler * bor- * 'C, reur niet Jouden hebben können of derven detic- ^" ken , namentlyck , dat fes Heeren uyt onfe fouveraine Vergaderinghe , opt verfoück van fyn Hoogheydt , op deszelfs Kamer gekomen fynde, aldaer in detentie gehouden, ende oock daer naer ghewapenderbaiult gevanckelyk weg- gevoert, en naer den Huyfe van Louvenfieyn ghebracht fyn, als mede dat men de Stadt van Amfterdam, fynde de confiderabelfle van onfe gantfche Provintie, ende wekkers fpoedig ende onverwachte mine , den onderganck van bet gantfche Landt evidentlyck nae fich flepen[ou- de , fubytelyck met Kryghsvolck van den Staet, fecretelyck aldaer ghekomen fynde, heeft ge- tracht te overvallen, ende 't gunt verder daer- aen dependerende, ten felven tyde, in 't gbff' fichte van ons ende de gantfche werehlt ,is ghe- fchiedt. Voorts, werden deeze geweldige on- j derneemingen toegefchreeven aan „ f ver- f n,, „ derfelyke enfnoode Raadsluiden, die, om6 ,, hunne byzondere driften , ftaatzugt en „ belangen te voldoen , den jongen Heer „ daartoe geraaden en bewoogen hadden." Daarop volgde een breedvoerig bewys van drie byzondere punten „ 1. van het regt der „ Staaten om het Krygsvolk, in welksaan- „ houding zy niet bewilligd hadden,onbe- „ taald te laaten. 2. Van de wetteloos- „ heid der bezendinge aan de Steden van „ Holland van Juny des jaars 1650. 3. Van „ de inbreuk op 's Lands Hoogheid en Vry- „ heid, gebleeken in den aanüag op Am- „ fterdam, en in het gevangen neemen der „ zes Heeren." Waarna 't Berigt befloo- ten werdt met eene dankzegging aan Go- de, die't Land, zo onvoorziens, zonder eenig toedoen der Regenten, uit alle dee' |
|||||||||||||||||
(d) zie AITZEMA Heifl. Leeuw, il, 477.
(e) Refol. Vtoedich. M. 10. 11 Jnly iSjI. f, lói-
|
|||||||||||||||||
XVI. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSE
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
N;
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
575
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
:*<%]
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ze verwarringen, verlofl hadt; en met eene
vermaaning, om 's Lands Vryheid den na- komelingen zo ongekrenkt na te laaten, als men dezelve tegenwoordig bezat (ƒ). De onderneeming op Amfterdam hadt de
Stad zo zwaare koften veroorzaakt, datzy, al by tyds, op middelen verdagt geweeft was, om deswege vergoeding te bekomen uit 's Lands Kaffe. De ingelanden en op- gezetenen der doorgefteken Buitenvelder- en Outewaalder Polders hadden ook zo veel geleeden, dat de Raad,reeds in 't voorlee- den jaar, verftaan hadt, dat zy daarin be- hoorden te gemoet gekomen te worden (g). En in September deezes jaars, werdt be- flooten,dat men voor deezePolders vrydom vanVerpondinge zou tragten te verwerven, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ten minften voor den tyd van een jaar (*> l6<]
Tot het bekomen van vergoeding van kos- ten aan de Stad , werdt, insge]yks gear beid. Men erkende, ter Vergadering«?van Holland,dat dezelven, ten dienfte van den Lande, gedaan waren, en dat men der Stad, wegens haaren betoonden yver en wakker! heid, grooten dank fchuldig was. Doch daar verliepen nog eenige jaaren, eer haar de gedraagen koften, ter fomme van vier eft vyftig duizend vyf en veertig guldens en tien ftuivers, door 't gemeene Land van Hol- land,- werden goedgedaan (i). En deeze was de eindelykeuitflageener onderneemin- ge, die nooit weêrgade gehad hadt: en, gelyk hertelyk te wenfchen is , nooit weêrgade moge hebben. (h) Refol. Vroedfch. N. zo. r Sept. ,«fI f I7,
(i) Refol. Holl. 3o M«y, ^ jjny , s Ij) 'JJ' |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
:Stad
:nvetft
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
V2t
|
goe.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
«Of«
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ni
|
aan.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(f) Zie AlTZEMA Hetft. Leeuw, bl. 4g<5-jtg.
(g) Refol. Vioedfch. N. zo, i Dec. 1650. ƒ. 130.
|
7 Dec. I6JS. bl. ,z7. 2; M«artïSsS bl o, i)
|
I«.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
~„ >. t..,„____ ti___V,_____
|
bl. 63
|
»7- Zie oei Aan
|
h.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
op 't Leven van H, DE GROOT,
UU Deel, bl. 8ZJ. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
«f.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AlTZEAïA
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I- STUK.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ff f f
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BY«
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
E if
|
||||||||||||||
S7Ö AMSTERDAMS.
B Y L A A G
op het II. Deel, XVI. Boek.
Lr. A. |
||||||||||||||
BïLAAGË
Lr. A.
|
||||||||||||||
Advys der Gecommitteerden van de Vroedfchap van Amflerdam, wegens de propoßtie van fyti
Hoogheyt, gedaen tot Dordrecht, nevens den anderen Heeren Gecommitteerden van de Staten GeneraeL Geregiftreerd \xi\Refolutieboek N. 2.0. 0.0 Juny 1650. f. 75 verfo enz. |
||||||||||||||
Het heeft U. Achtb. gelieft ons te commit-
teren, om nader te overmercken 't geen ter occafie van de bezendinge van de Heeren Staten Generael aen den Steden van Hollandt over de bewufte cafTatie ende reductie van een gedeelte van 's Lands Militie in deliberatie is ge- weeft ; ende omme te concipiëren ende op het pa- pier te brengen de redenen, motiven ende con- fideratien , waermede de Heeren Gedeputeerden ter eerfter Vergaderinge van de Heeren Staten van Hollandt gaende van wege defe Stadt ge- fterckt zouden mogen worden, om de hoogheyt, vryheyt ende gerechtigheden van defe Provin- cie , ende den Leden van dien tegens alle in- drachten ende nieuwigheden, die daartegen on- dernomen zyn ende verder zouden mogen wor- den , voor te ftaen ende ongequetft te confer- veren, ende voor te helpen comen oock vermy- den de disordre ende onheylen , die uyt de voorf: indrachten ende nieuwigheden zouden mogen ryfen. Wy hebben om U Achtb. laft in defen t'ach-
tervolgen, nagefien ende geejcamineert de Re- folutien van haer Ed. Groot Mo. den eerden ende tweeden defer op 't voorf: fubjeét geno- men, ende de propofitie daer tegens by de Ge- committeerdens van de heeren Staten Generael gedaen aen de magiftraet van Dordrecht, mits- gaders het Tractaet van Unie: de commiiïievan fyne hoogheyt als Stedehouder van Hollandt: d'lnftruclie van den Raedt van State ende ver- fcheyden andere befcheyden ter materie dienen- de ; ende zyn insgelyx door de Heeren ter Dag- vaert zynde geweeft bericht van diverfe omftan- digheden, die haer omtrent defe zaeck hebben toegedragen, 20 in Hollandt als ter Generaliteyr. Ende hebben wy niet anders connen zien ende
afnemen dan dat haer Ed: Groot mo. in tnemen van de gemelte refolutien, van onbetaelt te la- ten , ende voor gelicentieert te houden de quote van defe provincie in vyf en vyftigh Compag- nien te voet ende twintigh te paerdt, ende in de redudie van de Compagnien voetknechten van tfevenugh koppen op t'feitigh, ende van deruy- ters van tfeftigh op vyfiigh, oock in 't efrechie- ren van dit gerefolveerde by aenfchryvinge aen de Capkeynen, Ridtmeefters ende Solliciteurs, op haere repartitie ftaende , gedaen hebben 't geen haer Ed. Groot mo. wettelyck, volgens de namyr van de Regeeringe, zyn vermogens te doen. De wettige macht welcke haer EdrGroot-Mo.
hier toe by haer zelve competeert, achten wy te dependeren van de hoogheyt ende fouverainiteyt van de Provincie, ende gefondeert te zyn op de bekende ende onyerbrekelycke grondflagh van |
||||||||||||||
de Regieringe: Dat in het ftuck van belaftingen
geen overftemminge plaetfe heeft, maer een yder provincie gereferveert blyft de Vryheydt om de confenten die daertoe verfocht worden in te wil- ligen of te excufeeren, ende overfulx alfo het onderhouden van de militie is wel devoornaem- fte belaftinge, ende die meeftendeel alle d'an- dere met haer fleept; fo wordt oock volgens de bekende ftyl van Regieringe, by petitie van den Raedt van State, van jaer tot jaer, confent Ver- focht in den Staet van oorlogh, ende, by ge- volgh, ieder Provincie die vryheyt gelaten, om hare confenten daerop zoo verre bepaelt offon- bepaelt in te brengen, als zy vermogens zyn te prefteren, ende , ten dienfte van den Lande ver- ftaen te behooren: alfo anderfmts, ende indien aen de Generaliteyt geftelt zoude zyn het getal van de militie by pluraliteyt van ftemmen vaffc te ftellen, zulx dat oock de overftemde Provin- cie daerinne haer confent mofte dragen : zoo zoude, by nodigh gevolgh, d'eene Provincie d'an- dere de wet connen ftellen in het dragen van de belaftingen, alfo de militie niet en can onder- houden worden zonder foldye, ende de foldyen niet gevonden»worden zonder belaftinge: Ende zoude hier mede den anderen Provinciën , welc- ker finantien tegenwoordigh onvergelyckelyek veel min dan Hollandt zyn befwaert, ende dies vermogens om'meerder in de gemeene Lallen te dragen, nu een open wegh gebaent zyn om defe goede Provincie , door 't opdringen van voor haer ondraeghlycke laften , in confufie van finantien ende onvermydelycke ruine te helpen. Dat voorts de Heeren Staten van Hollandt
defe wettelycke macht om afffonderlyck van de andere provinciën te disponeren tot de reductie ende licentieringe van de Militie op haere re- partitie ftaende , in zodaniger voegen als ge- fchiedt ia, nieten hebben gebruyekt, voor efl' de al eer zy alle behoorlycke middelen haddeU aengewendt, om de andere Provinciën tot eefl' parigheyt met haer Ed, Groot Mo. te bewegen» ende dat haer Ed. Groot Mo. vermits de o»' vermogentheyt van hare finantien niet lange1* en eenden patienteren, zonder den dienft vai» 't Lande merekelyck te verachteren, het zelve achten wy dat de Heeren Gedeputeerden, ovef defe befoignes geweeft hebbende, genoegfaeö" zullen doen blycken, daer 't vereyfcht wordt» door aenwyfinge van de meenighfuidige devö*-' ren, die aen de Gedeputeerden van de Provi'"' cien ter Generaliteyt tot defen eynde by Hy' landt zyn gedaen, ftaende zoo langhwyïige °e' liberatien, als over dit werek zyn gevallen,eiY |
||||||||||||||
GESCHIED EN ISSEN.
|
|||||||||||
X Vi. Boek.
|
|||||||||||
577
|
|||||||||||
f^AAGE de partioulierlyck door de gevoeghfaemheydt
"■ A. die de Leden van Hollandt hebben getoont , mits, ter contemplatie van de andere Provinciën, zo verre affte gaen van haer Ed. eerfte refolutie van te caflèren honderd ende vyif Compagnien te voet ende de helft van de Ruyterye: ende uyt het geen haer Ed. Groot Mo. den Heeren Sta- ten van de andere Provinciën, aengaendedeon- ' gelegentheyt van Hollands finantien op dit fub- jccT; over langh by miffive hebben geadverteert. Ende zeeckerlyckheeft oyt,ftaendeden oor-
logh, de nood gedrongen om extraordinarie le- vées te doen, waer door 's lands Militie tot fulcken grooten aental van Compagnien is ge- augmenteert, gelycke ende grooter noodt dringht Hollandt tegen woordigh, om alle Militie, die men, zonder gevaer van den Lande, miflèn can, sff te fchafFen ende te excuferen, ende die men nodigh heeft op de voet van de meefte mesnage te houden, indien zy oyt hare ingezetenen de vruchten van de Vrede door verlichtinge van ichatringen ende impofitien wil dpen genieten, ja zelfs haer ruine prevenieren. 't Is insgelykx genoegh bewefen ter Vergade-
ringe van haer Ho. Mo. dat defe verminderinge van de Militie, waer toe Hollandt benodight is te refolveren, gefchieden can, zonder te manque- ren aen de nodige befcherminge van de Landen; ende dit alfo by fyne Hoogheyt den Heere Prin- ce van Orangien geoordeelt te zyn, can blyc- ken uyt de voorflagh van accommodement, den achtften December leftleden door fyne Hoog- heyt gedaen aen haer Ed. Groot-Mo., waerinne wierd' voorgeflagen grooter verminderinge van Militie dan tegenwoordelyck by haer Ed. Groot- JVlo. is goedgevonden. 't Is mede genoegfaem bekent, dat door de wey-
nige ordre,die 'eris op de betalinghe, monfte- ringe- ende discipline van de Militie, 's Lands Compagnien zoo fchandelyck defe&ueux zyn , dat men tegenwoordelyck zo veel foldaten niet effectivelyck in dienft zal bevinden, als men na defe ende grooter caftatie ènde verminderinge zoude hebben, by aldien men te gelyck ordre flelde, om, volgens het ne art.van de Inftruc- tie van den Raedt van State,de betalinge hoofc voor hooft te doen ofte bydiergelyck middel ver- hinderde dat het Lands geldt door Mortepayn niet en wierd' geconfumeert. Ende is derhalven wel te verwonderen , dat
men niet lieveï tracht op defe voet het Landt, niet met foldaten op 't papier maer in effecte voor- fien te houden, eride dat men Hollandt boven vermogen,wil furchargeeren, ende daerdoor te Weegh brengen, dat men op de monfteringe en- de discipline van de Militie geen goede ordre can ftellen, alfo om daertoe te comèn, eerft goede betalinge moet yoorgaen, die niet te practiferea is, wanneer de lallen gaen boven het incornen. Sulx dat inderdaed die geene diehierinne Hol- land tegengaen, niet alleen de ruine van die Pro- vincie thoonen te zoecken , maer oock de be- fcherminge ende de fecuriteyt van 't Landt niet weynïch verachteren. Ende overfulx , alfo de Heeren Staten van
Hollandt niet anders in defen hebben gedaen, als het geene haer Ed. Groot Mo. wettelyck ver- mogens ende tot voorcomingë van de ruine van hare Provincie noodshalven gehouden waren , ende zonder vercortinge van 's Lands nodige be- |
|||||||||||
fcbermeniflê conden doen, fo wordt óefe■ sc-Bylaice
tie van haer Ed. Groot-Mo. buyten alle be-Lr. A. hooren gecontraquarreert by de andere Provin- ciën , ende in de voorf. propofitie Van haer Ho. Mo. Gecommitteerdens t'onrecht getraduceerr ende becladt met verfcheyden imputatien waer aen U Achtb, ende de andere Leden van Hol- landt zoo wy ons verfekert houden niet fchul- digh en zouden willen zyn. Als namentlyck, dat door defe afffonderlyc-
ke licentieringe ende reduftie van haer Ed. Groot Mo. i. zoude worden gecontravenieert het Traftaet van de Unie. i. verbroken ende 0- vertreden de ordre ende voet, die tot noch tos in de Regieringe onverbrekelyck is geobferveert, alfo aen fyne Hoogheydt ende den Raedt van State by de gefamèntlycke Bondtgenoo en het opperfte Commandement, aenneeminge , aff- danckinge off reduftie van Cryghsvolck zoude zyn gedefereert, ende van dezelve alleen de- penderen de Militie in eedt t'ontfangen, ende daervan wederomme te ontflaen endè te licen- tieren. 3. dat by gevolge haer Ed Groot Mo. oorfaeck zouden zyn van alle de disordre on- heylen, de ruine van den Staet ende ingezete- nen van dien, die hier uyt ftonden te vrefen. Ende wordt met gelycke onrede noch ge-
claegt, dat haer Ed. Groot-Mo. haer niet en hebben willen voegen met dezes andere Provin- ciën , op de Staet van oorlogh, noch zelf daer- over in conferentie comen, ibnder welckeftaet nochtans , volgens de fuftenue van de gezey- de Heeren Gecommitteerdens, niet mogelyck zoude zyn het Landt buyten confude te hou- den. Voor zo veel belangt de contraventie van de
Unie 't zelve en zien wy niet met wat fon- dament beweert mach worden, maer ter con- trarie, dewyle by het Traclaet van Unie een yeder Provincie wordt gelaten by fyne hoos;- heyt, gerechdgheyt ende Privilegien, ende dat nergens overgegeven ende toegeftaen wordt dat d'eene Provincie de andere in het ftuck van belaftinge zoude mogen overftemmen, maer wel het contrarie: zo zoude defe befchuldingh wel mogen worden geretorqueert tegens de geene die Hollandt, in het gebrayck van hare wettelycke macht, zoecken te verhinderen. Wat aengaet d'intentie van de Unie, waer van
in defen gewagh wordt gemaeckt, defelve geen andere zynde dan de befcherminge van de Geü- nieerde Landen, ende het handhaven van een veders vryheyt ende gereehtigheyt;zoo wordt- fe niet zeer wel betracht by de geene, die de Provincie van Hollandt, welcke zo veel voor haer eygen en des anders vryheyt heeft gedaen ende geleden, zouden willen onbequaem maec- ken om haer zelven in tyden van noodt te cort- nen befcherroen. Dat men zeyt, dat de Provinciën haer ver-
bonden hebben, omme by den anderen te bly- ven, in aller maniere ende forme als of zy eene Provincie waren, 't zelve wordt qualyck in de- fen gevallen geappliceert, aengezten wy willen vertrouwen dat niemandt in de Regieringe van Hollandt gedacht en heeft om contrarie te doen, mits dat men wel verftaet, dat hiermede de ge- ' rechtio-heden van de Provinciën niet t'famen gen fmolten zyn, maer een yeder by dezyne is ge- bleven ende verbonden den anderen by de hare Ffffa " te ' |
|||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
573
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bvlaage te laten, ja daerinne te helpen voorftaen ende betalen van de Militie door goede ordre te doen ßjrf^
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lr. A.
|
maintineeren. ftrecken, zoonieten zouden zyn getraverfeert lf-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Gelyck oock zeer qualyck ten propooft ende geweeft, ende de mesnage beter benertighü
hatelyck de Religie in defen wordt bygebracht, Voor zoo veel het tweede aengaet datacn fyQ alfo de queftie hier niet en is over Religie, off Hoogheyt ende den Raedt van State het opper- yets daervan dependerende,maer alleenlyckoff fte Commandement tot aenneminge ofte afdanc- de Provincie van Hollandt geconftringeert mach kinge offreduclie van het Cryghsvolck zoude worden by h^erBondtgenooten om meerder Mi- zyn gedefereert, indien men dit zoo zoude wil' litie aen te houden als zy vermogens is te bèta- len verftaen dat fyne Hoogheyt ende denRaedt len, ende daer door in de disordre ende confu- van Staete daer over abfolutelyck by haer zel- fie, die uyt geruïneerde finantien ende onbetaelt ven zouden hebben te disponeren, zoo weder- 'Crvshsvolk gewoon zyn te ontflaen, onvermy- fpreeckt men de bekende ordre ende gefteltevan |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
delyck te vervallen, fonder evenwel effeótive
meer volck in dienfi te hebben, als Hollandt, onder goede mesnage, wel zoude willen onder- houden. ., 'w' , Dat wyders gemelte Heeren Gecommitteer-
den haar fonderen op het oe. Artic. van de Unie, om het different, dat men tegens Hollandt op- neemt re trekken tot decifie van de Stadthou- ders, 't zelve zoude (onder corredtie) mogen |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
de Regieringe, achtervolgens dewelcke fyne
Hoogheyt ende de welgemelte Raedt hiertoe confenten van de Provinciën nodigh hebben en- de gewoon zyn te verfoecken; doch indien men hier by anders niet en meent dan dat fyne Hoog- heyt, ende welgemelte Raedt, het goedvinden van de Provinciën voorgaende, de voorf. zaeken effectueren, zo en wordt hierdoor niet verhin- dert dat de Provincie van Hollandt, hebbende |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
plaets hebben, zoo wanneer over de esgaliteyt eerft alle gevoegfaemheyt getoont om eenparig-
ende inesgaliteyt van de Contributien tuflchen lyck met d'andere Provinciën te gaen eyntelyck de Bontgenoten eenigh verfchil zoude gerefen by haer felve refolvere om op haer repartitie on |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
betaelt te laten ende voor gelicentieert te hou-
den de Militie, die zy inderdaet onvermogens is te betalen. Oock wordt in de Inftruétie van den Raed van State by 't 7 Art. wel duydelyck ge- zeyt, dat de Raden niet zullen mogen doen tot prejudicie van de Privilegien, Rechten, Vry- heden ende Ufantien van de Provinciën in 't ge- nerael ende yeder in 't befonder: onder weicke Vryheden ende Ufantien alfo wel de voornaem- fte is het recht dat yeder Provincie altydc gehadt heeft ende gepraclifeert, van zyn confenten naer het vermogen van zyne finamie ende eygen goed- vinden te formeeren; fo behooren dan welge- melte Heeren Raden van State niet te onderne- men de Provincie van Hollandt in defe gelegen- heydt daer van te beroven. Buyten dat oock by het 32 art. van de voorf.
Pnftruftie de Provinciën duydelyck zeggen van haer niet te abdiceren het recht ende de macht omme by den Staten Generael, ende de Staten van de Provinciën elx in 't particulier, yeder zoo veel hun aengaet, ten tyde van noodt, off als het de zaken van de Landen zullen verey- fchen, zelffs ordre (tot dienfte van de Landen) in de zaecken, by hun luyden ter dispofltie van den voorf. Raedt geftelt, te mogen ftellen. Dat men yets fchynt te willen concluderen
tegen de wettige Refolutie van Hollandt door- dien de Militie in eedt is van de Generaliteyt, 't zelve heeft zeer weinigh fondament, alfo haer Ed. Groot Mo. de Militie, daer over hier different is niet uyt den eedt van den Staten Generael hebben ontflagen , maer alleen voor zoo |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
zyn, wasrvan te verftaen is het voorf. oe arr,
Ende zeeckerlyck aengezien de Provincie van Gelderland by de Vrede zoo merckelyck is ge- beneficeert, ende andere Provinciën mede na haer vermogen, ende na proportie van Hollandt niet en contribueren, zo ift wel reden dat eens ferieufelyck van 't veranderen ende reformeren van de quota en de contributie werde gehandelt, ende zoude als dan, in geval van differentie, dit connen te pas comen, maer niet in cas fub- jeft, in het weicke different comt gemoveertte worden over een poinót tfamen gaende met de hoogheyt ende vryheyt van de Provincie, weic- ke men niet vermach in compromis te Hellen. Ende zoo wanneer omtrent defe zake al ee-
nigh bedencken conde vallen aengaende het dif- ferent aen den Stadhouder, des neen, zoo zou- de zulx als nu geenplaetfe hebben connen, alfo fyn Hoogheyt zich heeft gevoegjit met de Ge- deputeerden van de andere Provinciën. De Heeren Gecommitteerden zeggen wel in
hare voorf. Propofitie, dat zy geloven dat de finantien van de Ed. Groot-Mo. Heeren Staten van Hollandt hüogh zyn befwaert ende niet wel connen dragen alle de laften; dat is wel waer, ja het is defelve onmogelyck te dragen alle de laften; maar dat andere Provinciën willen clagsn over gelyck befwaer ende onmacht;hoe groote onreden zulx zy can wel blycken allen den gee- nen die den Staet van Hollandt ende van de an- dere Provinciën is bekent. De Provincie van Vrieslandt heeft byna een derde part van hare gemeene middelen affgeftelt, ende can noch jaer- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
lix een goede fomme te boven ftaen, ende eeni- veel haer aengaet voor gelicentieert gehouden
ge andere Provinciën hebben hare laften mede ende dienvolgende van de verbinteniiTen,diezy |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
aen Hollandt hadden, vrygeftelt; zonder haer
verder hier inne te laten. Voor zoo veel aengaet de refolutie den eer-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
ten deele vermindert, in plaetfe dat Hollandt,
houdende hare Gemeente onder de befwaernis- fe van de oude fchattingen noch zeer veel hon |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
derd duyfenden, na dele caffatie, ende na dat ften novembris anno 1623 ter Generaliteyt ge'
noch zeer veel andere middelen van mesnage nomen, waerby ter occafie dat eenige Provi11' gepraétifeert zullen worden jaerlix te cort zal cien in de betalinge van hare Compagnien dif' comen. ficulteerden, ende defelve van hare repar»ne Ende is zeer wel te geloven, dat indien de affwefen, by haer Ho. Mo. verftaen isdatgeen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Provincien vermogen uyc eygener authoriteyt
eenige Compagnien aff te wyfen, zonder voor- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Provinciën in defelve onmacht met Hollandt
waren, verfcheyden goede voorflagen, die meer- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
malen zyn geproponeert van 's Lands geld, in 't gaende communicatie ende refolutie van haer Ho.
Mo
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
"'/ofe*.
|
|||||||
XVI.BoE/c. GESCHIE
k^age Mo. ende van den Raedt van State. Daer op
"' A. can dienen , dat hier door Hoilandt nochte eeni- ge andere Provincie geenfints is benomen hare wettige macht ende vryheyt, uyt erachte van de welcke by haer in cas iubjeet isgedisponeert; al- fo by een refolutie diervvyfe ex incichnti geno- men by de Gedeputeerden ter Generaliteytgecn veranderinge in de forme ende natuyr van de Regieringe conde gefchieden , ende aengefien het van zelfs fpieeckt, dat de Provinciën die doetnaels Compagnien affvvefen, niet hebben hel- pen refolveren ende toeflaen dat zy zulx niet en vermochten te doen, zo zoude immers defe Refolutie niet meer effect hebben, dan off in defen gevalle op gelycke manier ter Generaliteyt by zes Provinciën wierde gerefolveert dat Hol- landt gedaen hadde 't geen zy insgelyx niet ver- mochte., maer hierenboven zoo is de zake, waer over als doen different ende queflie was, niet vangelyke natuyr ende gelegentheytalsde zake in defen, ende can overfulx van het een tot het ander geen argument worden ge trocken ,alfo de Landen doemaels in oorloge, onder een gefor- meerde Staet van oorlogh , waren, daerfe nu zyn in vrede ende in deliberatie om een Staette formeren, oock de Provinciën, die de foldaten affvvefen van hare repartitie, fchynen, naer uyt- wyfen van de refolutie 'c zelve gedaen te hebben zonder voorgaende Communicatie van de ande- re Provinciën, dat in defen niet en is gefchiedt, ende uyterlyck, dat by de voorf. Refolutie ge- fielt wordt, dat de Provinciën zulx niet vermo- gen te doen 't zelve can wefen om dat zy daer mede contravenieerde de confenten by haer voor als doen gedragen, ofte quamen te manqueren in de nodige befchermenifle van 't Landt, ofte dier off diergelycke andere oorfaken, ende niet om dat, volgens de Unie, gelyck men nu Avil voorgeven, geen Provincie vermochte de con- fenten in de militie na demaet van harefmantie te limiteren, want in de voorf. Refolutie niet gefeyt wordt dat de Unie daer door wierd ver- broocken, maer dat het onmogelyck was ander- fints het Landt in flate ende buyten confulie te houden, welcke reden niet en militeerc in de- fen; dat vorders gezeyt wordt, dat defe Refo- lutie by Hoilandt is geurgeert, daer van heeft ons uyt de Copievan de zelve niet connen blyc- ken. Van gelycken oock en can de natuyr ende for-
me van Regieringe niet verandert zyn by't geen door de Heeren Gedeputeerden ter Generaliteyt is gerefolveert in den jare 1616. omtrent de zake voorgevallen in Zeelandt, gelyck uyt de voor- gezeyde redenen claerlyckconfleert,maer daer- enboven zoo is de zake als doen by Zeelandt ondernomen van geheel andere natuyr als het te- genwoordige in differentie zynde. De Heeren Staten van Zeelandt, gelyck U Achtb. uyte re-, folutie ende acte van die tyt can blycken, had- den alsdoenflilzwygensde Compagnien op haer repartitie gereduceert ende vermindert, 't zelve wierd' gedaen flaende den oorlogh, wanneer de behoudenhTe van 't Landt abfolutelyck depen- deerde van de Militie, regens de Staet van oor- logh die de Provinciën gefamentlyck hadden aen- genomen, ende, op derzelver Confenten , in °bfervantie was, ende dit alles zonder voorgaen- de communicatie, zulx dat hare Ho. Mo. daer van eerft advertentie cregen door den Gouver- |
|||||||
DENISSEN. ST9
neur van Sluys, wanneer gemelte Staten van
Zeelandt nu al bezigh waren om de voorf. Re- ductie in 't guarnifoen van die Stad t'efféctue- ren, fulx dat lichtelyck aff te nemen is hoe'veel de zaecke in defen van de voorfeyde is ver- fchillende, ende dat dienvolgende defeive hier niet wel te pas en wordt gebracht, doch flaet en paffant aen te mereken dat de bezendinge, die de Heeren Staten Generael als doen hebben gead- dreffeert, niet geaddreflèert ginghaen de Steden van de gemelte Provincie van Zeelandt, maer aen de Heeren Staten van dezelve. Ende hoewel als doen de Provincie van Zee-
landt van het geen zy ondernomen hadde is affgegaen, zo heeft dezelve echter verflaen dat de Compagnien die zy gereduceert hadde niet by ordre van haer Ho. Mo. maer op haer lafl wederom compleet gemaeckt zouden worden , gelyck te zien is by 't geen verhaelt wordt in een refolutie van haer Ho. Mo. van den 2 martiides gezeyden jaers 1626. Doch voor zoo veel concerneert hetvaflflel-
len van den Staet van oorlogh geformeert by den Raedt van State, dat de Heeren Staten van Hoilandt daerinne, gelyck geclaeght wordt, geen confent hebben willen dragen,'t zelve en is niet vreemt, aengezien het onmogelyck is voordefel- ve Provincie de laden van die;te voldoen, ge- lyck by defen Raedt op de laefte Petiden van den Raedt van State, om die reden, oock is verflaen, dat men in de voorf Staet niet en zoude noch- te conde bewilligen. Dat men oock, volgens de laetfle voorflagh
van fyne Hoogheyt na gedane caffatie van de op- gemelde Compagnien zoude overgeven niet meer te cafTeeren, voor ende al eer de vrede tuflchen Vranckryck ende Spaegnen geflooten, ende in Duytslandt volcomen geexecuteert zoude zyn,\ 't zelve is buyten alle reden, alfo de Provincie hiermede, tot de uytcomfle van een onfeeckerf, zaektoe, haer zelve zoude beroven van de vry- heyt ende macht omme omtrent een van de im- portantile zaken vanden Staet, na tytsgelegenc- heyt te connen disponeren, Ende zouden wy, onder correctie, .wel geloven, dat de Heeren Staten van de andere Provinciën oock by haer zelven niet gelogeert zouden zyn om hierinne te condescenderen , ende dat men op dit fubjeét in Hoilandt occafie zoude connen nemen van haer te bezenden. Wanneer voor 't aengaen van de Vrede preli-
minarie geproponeert wierdt, dat men de Staet van oorlogh zoude vaflflellen, is verflaen, dat de Provinciën de vryheyt moft open blyven van daer op na gelegen theyt van zaken te refolveren. De oorfake die de Provinciën als doen gehadt hebben, van hare vryheyt in defen niet over te geven, heeft noch de Provincie van Hoilandt, ende derhalven geen reden om het geen doen verflann is te veranderen. Dat gemelte Heeren Gecommitteerden in de
voorf. hare Propofitie de refolutie van haer Kd. Groot-Mo. trachten te fugilleren, als genomen by overflemminge ende tegens proteftarie van notable Leden,''t zelve can" ter wereJcniet die- nen ter intentie van haer lid. alfo dit niet alleen- lyck weitelyck vermocht te gefchieden, maer zelfs, aengefien de deliberatie viel over een poinct van belaflinge, zoo zoude , fchoon de minfle flemme de belaflinge hadde willen excufeeren, F fff 3 vol-
|
|||||||
58o AMSTERDAMS GESCHIEDENISSEN. U.Deel.
volgens de voorfeydemaximend'overftemminge liever den genen, die de wettige en ten dienfte ßtf
van 'c meeftendeel daer tegens geen plaetfe heb- van den Lande nodige refolutie van haer Ed. Ur« ben; oock en is de dispariteyt van de advifen Groot Mo.met zorgelyck contramandementaen tufichen de Leden van Hollandt, zo wy ver- de Militie, ende met bezendinge,ftrydendete- trouwen, niet daer uyt gerefen, dat de diffentie- gens d'ordre van de Regieringe aen de Steden rende Leden zouden geacht hebben, dat de ge- (middelen die zelffs die geene diefe aenvaerdea refolveerde caflatie ende redu&ie tegens den nieuw ende extraordinaris moeten noemen) co- dienft van den Lande gefchiede, maer op een men tegens te gaen, niet om dat de fecuriteit ofce prefuppoft, dat het eenigh inconvenient mocht dienft van 't Landt door de Refolutie van Hol- geven , 't zelve te doen zonder bewilligingh van landt zoude laft lyden , want de caflätie ende de andere Provinciën, lulx dat defelve Leden redu&ie die d'andere Provinciën toeftaen, niet mogen gefeyt worden fcrupuleux geweeft te zqer merkelyck van de Refolutie van Hollandt zyn, in aff te wachten 't onbenoegen dat de is verfchillende, maer om dat men dit niet wil Gedeputeerden van de andere Provinciën hier laten voortgaen zonder Hollandt t'extorqueren over mochten comen te toonen, ende niet ge- 't gebruyck van de Vryheydt ende macht haer oordeelt dat de zake in zich zei ven was tegens de competerende , om op de petitien vanden Raedt form van de Regieringe off dienft van den Lan- van State van tyt tot tyt naer gelegentheyt van de;ende blyckt derhalven hoequalyckde voorf. haer Staet te disponeren, een poinct dat men Heeren Gedeputeerden dit zelve t'haren voor- noyt ende infonderheyt in defen niet can over- deel willen duyden; maer voor zoo veel aengaet geven, zonder in Hollandts onvermydelyclc ver- de gedane proteftatie, ende exorbitantie daerinne dei ff ende confufie te confenteren. gepleeght indien de Leden die dezelve hebben Ende derhalven , om te comen tot het twee- gelieven te interponeeren daer van niet gelieven de Lit van de commiffie, dewelcke 't U, Achtb. aff te gaen, zo can ter Vergaderinge van haer gelieft heeft ons op te leggen, zo en connen wy Ed. Groot Mo. worden gedelibereert wat men niet anders oordeelen , dan dat het dienftigh «laerop nader zal dienftigh vinden te doen. ende nodigh zal zyn by 't geen door haer Ed. Dat vorders de Heeren Gedeputeerden van de Groot Mo. is gereïblveert, ende by U Achtb.
aes andere Provinciën ter Vergaderinge van haer voorgaende refolutie, gelaudeert ende geappro- Ho. Mo. gelieft hebben hierover een bezendin- beert, te perfifteren, ende geenfints in te wil- ge te decerneren aen de Steden van Hollandt, ligen 't geen by de voorf. propofitie van de Ge- dies aengaende is tegenwoordig in defen ende in committeerden van haer Ho. Mo. wordt gein- den jare 1639 in gelycken gevalle wel verftaen tenteert. dat hare Ho. Mo. by dit middel haer quamen te Ende alfo wy achten dat door de voorf. nieu-
adreflèren daer zy, volgens de ordre van de Re- wigheden ende indrachte, onderleytby de Ge- gieringe, nieten behoorden, achtervolgens de deputeerden van de andere zes Provinciën, wordt welcke de bezendinge hadde moeten gefchieden gefocht de Leden van Hollandt in diffentie te aen de Staten van defe Provincie, ende niet aen brengen, 200 oordeelen wy te gelyck, onder de Steden in 't particulier, die niet gequalificeert correctie, datU Achtb. door de Heeren Gede- en zyn, om met Bondtgenoten van Hollandt, puteerden, ter Daghvaert gaende, alle nadere zonder kennilTe van de Staten, te handelen , in behoorlycke devoiren gelieveu te doen. om de zaken de Provincie in 't gemeen raeckende,alfo Leden tot eenftemmigheyt te brengen, als me- niet tuffchen de Steden maer tuffchen de Pro- de dat fyn Hoogheyt den Heere Prince van O- vincien de Unie is gefloten, gelyck in 't voorf. rangien als Stadthouder van defe Provincie da- jaer 1639 door de Gedeputeerden van defe Stadt telyck na de byeencomfte van de Heeren Sta- ter Vergaderinge van Hollandt fchriftelyck is ge- ten van Hollandt, ferieufelyck behoort verfocht remonftreert, tor welcke fchrifcelycke Remon- te worden te compareren ter Vergaderinge van ftrantie wy ons in defen gedragen, ende is des hare Ed. Groot Mo. ende aldaer met voorhou- te meerder onreden geweeft, dat hare Ho. Mo. dinge ende erinneringh van de Commiffie hem defe bezendinge aen de Steden hebben onderno- als Stadthouder gegeven, ernftelyck aengemaent men^ alfo de Heeren Gecommitteerde Raden ende verfocht, om zich niet verder in Commis- hebben aengeprefenteert gehadt de Leden van fie van de Gedeputeerden van de andere zes Pro- Hollandt op dit fubjecl te befchryven, om Staats- vincien te laten employeren, maer te voegen gewyfe te vergaderen. tot voorftandtvande goede zaecke van Hollandt. Wat belangt de zorgelycke bewegingen, con- Ende dat vorders gemelte Heeren Gedeputeer-
fufie ende onheylen, indien hier uyt eènige qua- den van defe Stadt gelaft werden, te helpen be-
men te ryfen dat Godt verhoede , zoo blyckt vorderen, dat Hollandts Refolutien uytgewoerc
uyt het voorverhaelde wel claerlyck , dat de werden met de minfte onruft ende onluft die
fchuldt daer van zoude te wyten zyn, niet den doenlyck is , ende indien yetvves voorvalt, daer
Heeren Staten van Hollandt, die, volgens de op haer Ed. nader laft mochten nodigh hebben
macht ende authoriteyt haer competerende ten 't zelye over te fchryven.
éienfte van': Landt hebben gedispoueert,maer |
|||||||
TWEE-
|
|||||||
58i
|
|||||||||||||||||||||
DEEL.
|
|||||||||||||||||||||
TWEEDE
|
|||||||||||||||||||||
<} GESCHIEDENISSEN
|
|||||||||||||||||||||
VAN
E R D
|
|||||||||||||||||||||
A M S T
|
|||||||||||||||||||||
A M.
|
|||||||||||||||||||||
ZEVENTIENDE BOEK.
Amsterdams Geschiedenissen, van het jaar 1651,
tot het jaar 1661.
|
|||||||||||||||||||||
Amflerdam, welk, in den Zomer des
voorleeden jaars , door een onver- wagt toeval, genoodzaakt geweefl was, zy- ne Huizen open te zetten, en het naafle land te laaten onderloopen, werdt, in de Lente van dit jaar, van eenen zwaaren watervloed overvallen, die meer fchade deedt. Het op- perwater hadt,in't beginvan January,diep in Duitfchland, geweldig hoog geftaan, en, watlaater, verfcheiden'Dyken, in Gelder- land en in 't Stigt van Utrecht, doen bezwy- ken. Doch Holland hadt hiervan luttel ge- leeden. De zeevloed, die, in 't laatit van February, een gedeelte van Friesland over- ftroomde, deedt dit Gewefl, en de Stad Amfterdam in 't byzonder, veel meer na- deels"; Op Zondag den vyfden Maart, met volle maan en fpringvloed, waaide het zo flerk uit den Noordweflen, dat het Noord- zeewater, door de gaten der Zuiderzee, naar binnen geperfl, omtrent den middag, in 't Y en in de Stad, reeds twee of drie duim hooger flondt, dan het, in den Allerheili- gen vloed des jaars 1570, geftaan hadt. 't Water vloeide over den Nieuwendyk en Warmoesflraat. Veele fleegen hieromtrent werden met fchuitjes bevaaren. De meefte kelders, en verfcheiden' pakhuizen en lootfen liepen onder, en veele koopmanlchappen werden zwaarlyk befchadigd; anderen,ter naauwer nood, en half bedorven, gebergd; waartoe zig luiden gebruiken lieten, die, hekoord door 't hooge loon, welk men uit- zieden moeft, uuren agtefeen,tot den mid- del toe,in 't water ftonden. De S. Antonis- °f Diemerdyk bezweek voor den hoogen en ^erk aandringenden vloed, die'er twee ga- ter> in fliet, een ter wydte van omtrent ze- ventig, en een ter wydte van vyfcien roe- den; waar door't water, met zoveel ge- welds, ten lande in Hortte, dat de ringdyk |
|||||||||||||||||||||
der drooggemaakte Diemermeer, tegen den 15,-1
avond, ook inbrak. De Meer raakte weloeDie- zeftien voeten diep onder water. Al de plan- mei meer taadjen en eenige Lufthuizen werden ver- i°0in nield. De eigenaars derzelven moeiten zig,01 " den volgenden Zomer, vergenoegen, met hunne_ tuinen en luftplaatfen, alleenlyk in fchuitjes, te bezoeken. Doch zo dra de gaten in den zeedyk geflopt waren, viel men, na 't verwerven van vernieuwinge van't ver- leende Oclroi voor.nog tien jaaren, op den zeventienden December des jaars 1652(0:), zo vlytiglyk aan het herflellen en merkelyk verzwaaren van den ringdyk,en voorts aan het droogmaaken der Meer, dat alles, in weinige jaaren, wederom in den voorigen, of beteren flaat gebragt was (b). Nog voor 't einde van Maart, hadt de Provincie van Utrecht,ter algemeene Staatsvergaderinge, voorgeflaagen het houden van eenen alge- meenen bededag, tot afweeringe der rampen, alomme,door hooge watervloeden,veroor- zaakt. Doch fommigen (ö) tekenen aan, dat de Staaten van Holland, in aanmerking nee- mende, dat'er, onlangs, een bededag ge- houden was, en dat die dagen, dikwils , plagten misbruikt te worden, om uit te vaa- ren tegen de Regeeringe, te wege bragten, dat 'er met op beflooten werdt. De aanhoudende oorlog tuflchen Frankryk De Am^
en Spanje maakte de zee, alomme, zo onvei- fterdam- lig, dat de Amflerdamfche Scheepvaart en **& ] .^ Koophandel, daardoor, niet weinig belem- deTbie."' merd werdt. DeAmflerdamfche Koopluiden, den den bedagtop middelen, om de zee te beveili-Staat gen , booden den Staat aan, in vyf maan-honderd den, honderd Oorlogsfchepen, twintig elke ?°hr£gJ' (a) Handv. il. 340. [8 37-J,,
(b) Holl. Merc. van ifij"- *'• ff' 2gi*9. DOMSEl.AAR
VI. Bock^, il. 413. COMMELIN', tl. usj, (cj AITZEMA III- Oitlf bi- «Jï»
|
|||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||
5'S:
|
|||||||||||||||||
zantfehap »herwaards gezonden, welk flaa- I ^
telyk ontvangen werdt; doch onverrichter dam zaake te rug keerde (i). De Gezanten had- den, ondertuffchen, veel fchimps moeten uitflaan van de Koningsgezinden in den Ha3" ge, en zelfs van fommige bedienden der Ko- ningklyke Prinfeffe, Weduwe van Willem den II. Doch om deeze fmaadheid te ver- zoeten, werdt, onder anderen, te wege ge- bragt, dat zy, te Amfterdam, genodigd, en door de Wethouderfchap, volgens ge- woonte in diergelyke gelegenheden, treffe- lyk onthaald werden (k). Doch zy,deeden, t'huis gekomen zynde,zülk een verflag van hun gezantfehap , dat 'er, eerlang, eene Akte van 't Parlement uit voortkwam, waar- by de invoer in Engeland vefbooden werdt van alle waaren , die niet voortgebragt, of gemaakt waren, ter plaatfe, daar de vreem- de fchepen, die dezelven derwaards brag- ten, t'huis hoorden: door welke Akte, den Hollandfchen en Zeeuwfchen Koophandel op Engeland, die meeft in vreemde waa- ren beftondt, geheellyk , de bodem inge- i flaagen werdt (/). De kloekmoedigheid van eenen Smid Ee^
hier ter Stede, Jan Janszoon de Dood ge- $"ji& naamd, verdient der geheugeniffe aanbe- -JV*, volen te worden. Hy was, federt eenen ge-'tf ruimen tyd, deerlyk gekweld geweeft van fteßlJ' den fteen. Doch op den zevenden April deezes jaars, nam hy 't be!luit,om zig zel- ven te redden. Terwyl zyne vrouw naar de Vifchmarkt gegaan was, flypt hy een. broodmes, fnydt op de plaats, daar hy de fmert gevoelde , en perft den fteen uit de opening; waarna hy om eenen Heelmeefter' zendt, dien hy toont, wat hy gedaan hadt, en beveelt, de wonde te heelen: 't welk, eerlang, gelukkiglyk gefchiedde, De fteen werdt, federt, in zilver gevat, en van in- gezetenen en vreemden, dikwils, met ver- wonderinge befchouwd (m). Sommigen melden , dat dezelve de grootte van een hennenei hadt, en agt lood zwaar was (72). De zwaare koften, die de Stad, federt 0c^l'
eenigen tyd, te draagen hadt, zo in het aan- ?% leggen van nieuwe Veftingwerken, als in het fe t£> opbouwen van een nieuw Stadhuis, waarvan, gt«^ \i in 't jaar 1648, de.eerfte fteen gelegd was, m°rflt e1' gaf, omtrent deezen tyd, gelegenheid tot g^ «£ het raadpleegen op middelen, om het inko- \J$ % men der Stede, naar gelang, ook te doen ^u* toeneemen: en onder anderen, werdt, in November deezes jaars, door Burgemees- |
|||||||||||||||||
165t. maand, te water te zullen brengen, rnids
" het Land zig verbonde, om Intreft te be- taalen van de koften, hiertoe vereifcht, tot de afloffing der hoofdfomme toe. Die van Zeeland deeden dezelfde aanbieding (d). Doch ik vind niet, dat 'er eenig befluit op ge nomen werdt. fcy bê- Men hadt, in 't jaar 1649, op 't fterk aan- vorderen houden van Amfterdam; doch zeer tegen de be." den zin van Zeeland, een Verdrag van uit- kPS"- koop wegens den Zontfchen tol geflooten, hèfver" met Fredrik den III., Koning van Deene- drag van marke , wien men, voor uitkooppenningen, Uitkoop drie honderd en vyftig duizend guldens 's dT™ Jaars beloofde te betaalen (e). Doch, na Zont- het fluiten van dit Verdrag, maakten Zee- fchentol.land, Overyffel en het Kwartier van Zutfen zwaarigheid, om het te bekragtigen. Hol- land hadt, ondertuffchen, eene goede fom- me, op rekening der penningen van uitkoop, gefchooten aan het Deenfche Hof, en de Amfterdamfche en andere Koopvaardyfche- pen van ingezetenen van deezen Staat voe- ren , zonder tol te betaalen, door de Zont. Holland, en Amfterdam in 't byzonder ga- ven zig veel moeite, om het Verdrag van uitkoop te doen bekragtigen, door de ande- re Provinciën, 't Gelukte, in April deezes jaars 1651 (ƒ); doch niet,, dan na dat, in 't laatft van February, een groot getal van Amfterdamfche en Noordhollandfche Koop- luiden, die op de Uitkooppenningen te fpree- ken hadden, met voorfchryvensderllegee- ringe van Amfterdam aan de Staaten van Holland, in den Haage gekomen waren,en by de Leden der Vergaderinge, onder wel ken, Rotterdam een weinig begon te aar- zelen , zo ernftelyk, gedrongen hadden op de bekragtiging van 't Verdrag, dat 'er, ein- delyk, toe beflooten werdt, mids men Zee- land genoegen gave, in 't befchermen van den Weftindifchen handel (g). Doch dit Verdrag, welk, met zo veel moeite, tot ftand gebragt was, werdj^ in 't jaar 1653 , wederom vernietigd. Men bevondt, dat 'er 't Land meer fchade dan voordeel van hadt; en dat 'er de Zweeden, welker vriend- fchap men toen hoog noodig hadt, zeer mis- noegd over waren. Het werdt dan , op den voorfiag des Konings vanDeenemarke, ver broken (/ƒ). j3e En- Het Parlement van Engeland, na 't over- gelfche lyden van Prinfe Willem den iL, hoopge- Gezan- fchept hebbende, om een naauw Verbond üen^e^te zullen können fluiten met de Staaten, Amfter- hadt, in Maart deezes jaars 1651, een ge- (d) AITZEMA III. Deel, hl. 650.
(e) Vadeil. Hift. Xil. Deel, hl. 41.
(ƒ; Vaderl. Hift. XII. Deel, hl, 43- (g) AlTZEMA UI. Deel, hl. 65;, 1Ï5+. (hj Vadetl. Hift. Ï1I.U«/, hl. 27*. |
|||||||||||||||||
te-
|
|||||||||||||||||
(!) Vadetl. Hift. XII. Deel, hl. .08 tax.,
({) AITZF.MA III. Deel, hl. 659.
<<; Vadcil. Hift. XII. Deel, bl. 111.
(m) Holl. Merc. van 't jaar I.«Sl. hl. 48.
\n) Zie J. SiX VAN ChandEJ-IKK ïaèiy , hl. ^9e.
|
|||||||||||||||||
XVIL Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||
583
|
|||||||||||||||||||||||||
l&5h teren, aan den Raadvoorgeflaagen, of men
het Poorterfchap niet in groot en klein zou können verdeden, en de Groot-Poorters, tegen 't verkrygen van zekere > byzondere voorregten, eene merkelyk grooter fomme I(^52. doen betaalen(o). 't Liep aan tot den zeven en twintigften January des jaars 1652, èer hiertoe beflooten werdt (p). Op den een en dertigflen, werdt, door 't Geregt, afge- kondigd „ dat het Groot-Poorterfchap vyf „ honderd guldens kollen zou, en vryheid „ geeven tot allerlei Koophandel en Win- „ kelneering: ook tolvryheid, na jaar en „ dag; de bekwaamheid om, na eene zé- „ venjaarige geduurige inwooning, tot al- „ Ie ampten vanRegeeringe te können ver- „ kooren worden; en eindelyk ook het voor- „ regt, om, in geval van misdaad, niet „ meer dan zyn lyf en honderd guldens aan „ geld te können verbeuren. Het klein Poor- terfchap zou niet meer dan vyftig gul- |
|||||||||||||||||||||||||
fchen Gröote en Kleine Poorters, by eene xGk%
Keure van den vyfentwintigften Maart des f, . " jaars 1668, te niet gedaan, het Poortergeld iJn?" voor elk op vyftig guldens gefteld, en ieder wordt Poorter, tot alle Poorters-voorregten en vry- wederom heden, geregtigd verklaard werdt O). te *iet Terwyl men bezig was, met het nieuwe gedaan- Stadhuis, agter het oude, te bouwen, en de"^™^ muuren van het zelve, reeds tot boven den ver- grond , waren opgetrokken, floeg, op Zon- brandt dag den zevenden July dees.esjaars, desongewis morgensten twee uuren, de brand in hetklgy oude- gebouw , welk, van agteren, reeds ten deele, afgebroken was. 't Vuur liep, van omtrent het toorentje, waaronder Bur- gemeeilers Kamer was, zo geweldig voort, dat het gantfche gevaarte, meell van hout gemaakt,uitgenomen den tooren en een ge- deelte van 't muurwerk,in korten tyd,ver- nield werdt. Men houdt voor zeker, dat 'er, ter deezer gelegenheid, veele oude Re- gillers en Stukken verbrand zyn. Ook is 'er eenig geld verfmolten , en t'zoek geraakt- De lchilderyen, waarin de aanflag derHer- dooperen op de Stad, en de flraf,daarover geoefend, waren afgebeeld, en die op de Kamer van CommiifarüTen van kleine zaa> ken hingen, werden door de vlam verflon- den. Ook verbrandde de oude venilers in de püije of 't Zegelhuis, waarin men de ga- ten plagt te können zien > die, door de ko- gels, gefchooten op de Herdoopers, toen deezen het Stadhuis inhadden, gemaakt waren. Doch 't gaat vafl, dat 'er ook zeer veele Boeken en Schriften, en het meeile gelid uit de WilTelbank, daar, zo fommigen aantekenen (0> de vlam gefluit werdt, in veiligheid gebragt zyn. En in de Aanteke- ningen van eenen der Brandmeefleren (1), lees ik, dat 'er,naar gelang der felheid van den brand, weinige wezenlyke fchade ge- fchied is. Eenige yveraars voor Stads dienfl flreefden, midden door de vlammen, naar de Secretarye, en keerden, met armen vol boeken en papieren, te rug. Een was 'er, die naar de Weeskamer liep, toen zy in vollen brand flondt, en de boeken en regis- ters , welken hy magtig worden kon, ten venfteren uit, op flraat fmeet, daar zy waar- genomen en gebergd werden: waarna hy zig, by een touw, langs den tooren, nederliet, alzo de trap, die hy opgekomen was, reeds was afgebrand (u). 't Geld uit de WilTel- bank werdt ook, by zakken vol, op de flraat geworpen. De burgery kweet zig loffelyk, in,
|
|||||||||||||||||||||||||
35
|
dens kollen. En zulke Poorters zouden
|
||||||||||||||||||||||||
tolvryheid genieten, vryen handel ennee-,
„ ring mogen dryven, en in alle Gilden ont- „ vangen worden; doch niet tot ampten van „ Regeering of Regtsoefening können wor- ,, den toegelaaten : ook niet genieten het ,, Privilegie van, in geval van misdaad , „ niet meer dan zyn lyf en honderd guldens „ te können verbeuren. Kinderen, vaneene „ Poorteres gebooren, zouden, fchoon de „ Vader verzuimd mögt hebben, den ge- „ woonlyken Poorter - eed t& doen, in 't 3, Groot-Poorterfchap können ontvangen „ worden, mids vyftig guldens betaalende. „ Die jaar en dag, met zyn Huisgezin, bui* „ ten de St ad woonde, 't zy op 't platte Land, j, of in eene beflooten' Stad, zou zyn Poor- s, terregt verbeuren, ten ware hy, ter Se- * >. 3, cretarye alhier, verklaard hadt, waar hy ''O1''" " zyne * woon-ng hier ter Stede verkoos, ,, en hier, ten minlle twee maanden in 't „ jaar agtereen, met zyn huisgezin, woon- „ de (3)." Men beoogde, door deezeon- derfcheiding van Groot- en Klein - Poorter- fchap, veele vreemdelingen herwaards te lokken, en het Groot-Poorterfchap te doen koopen, om tot het bekomen van aanzien- lyke ampten bevoegd te zyn: doch men be- reikte zyn oogmerk niet. De zwaare kollen Van het Groot • Poorterfchap, en de kleine «oop, om, fchoon men 't bezate, aan aan- Sienlyke ampten te können geraaken, fchrik- *en de meeile vreemdelingen af; zo dat bet, . ,Q zeftien jaaren tyds, alleenlyk eenige rei- 5e«ï-s ?en weggefchonken; doch maar eens ge- Hr. «ogt was (r); waarom het onderfcheid tus- (") Refol. Vroedfch. N. 20. 3 Nov. isSi. ƒ. is«.
y) Refol. Vroedfch. N. 20. 27 Jan. i«J2i r 20, (?J Handv. hl. 12+. [282.] *• STUK.
|
|||||||||||||||||||||||||
(r) Refol. Vroedfch. Lr
(t) Handv. hl. 12$. |
|||||||||||||||||||||||||
.
|
|||||||||||||||||||||||||
il. 7*~
il. 72. |
|||||||||||||||||||||||||
(t) Holl. Merc. van i6sz.
|
|||||||||||||||||||||||||
(a) Holl. Merc. van i6>z.
(O Herbert Govrrtsz. van den Oever.
Gggg
|
|||||||||||||||||||||||||
D A M S II. Deel.
|
|||||||
584 A M S T E R
1652. in, zo veel mogelyk ware, te bergen van't
gene geoordeeld werdt, de meefte waarde te hebben (V)- Wonder is 't, dat 'er, in deeze gevaarlyke verwarring, niemant om- kwam, of zelfs van belang gekwetft werdt. In't noorden van dentooren, ftondt een ton- netje buskmids, welk, vuur vattend e, in de lugt vloog, en een ftuk muurs medefleepte, Voor- zonder eenig menfch te befchadigen. Bur- zorgvan gemeefteren,fpoedig berigt gekreegenheb- Burge- bende van dit ongeluk, hadden terftond de meefte- Schuttery en Stads foldaaten in de wapenen ren" doen komen, en wallen, poorten, ftraaten en bruggen doen bezetten, om 't graauw, dat op plondering vlamde, van den Dam te houden, of het ontkomen te beletten, zo zy 'er reeds waren, en met den gemaaktenbuit meenden door te gaan. Veelen, en de Wet- houderfchap zelve vermoedden, in 't eerft, dat de brand voorbedagtelyk geftigt was. Men vondt, des ogtends ten vier uuren, eenige tonnetjes buskmids in een fchuitjein de Prinfen-graft onder de Reebrug, 't welk fommigen in dit vermoeden verfterkte. Doch dit buskruid lag te ver van 't Stadhuis, en kon wel met een geheel ander oogmerk der- waards gebragt zyn.'t Werdt egter,in den eerften yver, aangehaald, en in 't water ge- fmeeten. Naderhand, werdt, met de meefte waarfchynlykheid, geoordeeld, dat de brand veroorzaakt was, door de nalaatigheid en kwaade toevoorzigt der Ruitenvagt, zynde, by onderzoek, gebleeken, dat de brand eerft befpeurd was, op de Turfzolder, die een venfter hadt, welk boven de Kaak uitkwam, en digt gelegen was aan de Kamer, daar de Kooijen ofKrebben van de Ruiterwagtfton- den, en waar de meeften (liepen, terwyl twee verpligt waren, fchildwagt te houden (ot). Vermoedelyk, is 'er, op deeze zolder, eeni- ge onvoorzigtigheid gepleegd, die de Rui- terwagt hadt moeten voorkomen, of tydig ontdekken. Immers,zy werdt, met goed- vinden des Raads ,by voorraad, afgedankt, terwyl aan Burgemeefteren de magt gelaa- ten werdt, om ze, des noods , wederom aanteftellen O), gelyk, federt, ook ge- fchied is. Ten agt uuren des morgens, was de brand genoegzaam geblufcht. Doch de poorten , ketens en draaiboomen bleeven nog, met burgers en foldaaten, bezet. Bur- gemeefteren en 't Geregt kwamen byeen in de Herberg de Prins, agter de Waage, al- waar terftond eenige Kamers tot Burgemees- ters-, Schepens-, Raad- en Weeskamer be- kwaam gemaakt werden, dieegter,na eeni- (•») Zie ]. SlX VAN CHANDELIER Poè'zy , hl. 373 enz..
(w) lnfoimatien, genomen op den 13 f*ly i«Si. berus- tende ter Thefaurie, in de Oooz.e G. 11 O. (*) Refol. Vreedfch. N. io. 11 J«ij int-, f. 249.
|
|||||||
ge dagen verloops, naar 't Prinfenhof wer- 1652*
den overgebragt. De Wiflelbank werdt in den Jan - Rooden - Poorts - tooren geplaatft, daar elk, den volgenden dag, reeds weder- om in 't affchryven geryfd werdt. De De- folaate-Boedels- en AfTurantie-Kamers wer- den in 't oude Weftindifche Huis op de Heeren-markt gehouden,en tot het uitvoe- ren van lyfftraffen, eenige vertrekken bo- ven de Waage op den Dam gebruikt, voor welke ook het Schavot werdt opgeregt. De tooren van 't verbrande gebouw, dreigende in te ftorten, werdt, 's daags na den brand, met dikke kabels gefchoord, en vervolgens afgebroken. Doch op den zevenden des a- vonds, was reeds aan de Herberg de Prins, daar 't Geregt toen vergaderd was, afgele- zen „ dat elk, die eenige Papieren, Schrif- „ ten, Boeken, Geldof iet anders onder zig „ hebben mögt, welk in den brand vermift „ was, het zelve, op lyfftraffe,zonderuit- „ ftel , in dg Prins op den Dam leveren „ moeft (7)." Veel fchade werdt 'er, on- dertuflchen, door de Stad,geleeden aan 't geld, welk, door de hitte gefmolten was, en, na eenige dagen, aan klompen van twin- tig- en dertigduizend guldens, uit de puin- hoopen, gehaald werdt (z). Een deel be- fchadigde Ryksdaalders bleef eenige jaaren leggen in de WiiTclbank, zonder dat zy ver- munt, of vérkogt werden. Doch alzo, in 't jaar 1664, de prys van 't ongemunt zil- ver hoog gereezen was, gaven Burgemees- teren den Kommiffariffen van de Wiflelbank verlof, om deeze Ryksdaalders , gelykze waren, te mogenverkoopen (a).EenIerfch Koopman, Steven Frenks genaamd, eeavon- nis van namptiffement van zeven en twintig honderd vyf en zeventig guldens en drie ftuivers in zyn voordeel verkreegen hebben- de , welke fomme, in een kasje op de Re- kenkamer , gelegd was, hadt verzuimd, de- zelve van daar te ligten, om dat hem de fpecie niet aanftondt. Dit kasje was ook ver- brand , en 't geld gefmolten, in zoverre, dat 'er niet meer dan omtrent zevenhonderd zes en zeventig guldens van te regt gekomen waren. Frenks verzogt, federt, vergoeding van fchade uit Stads kaffe (£). Doch my is niet gebleeken, dat in zyn verzoek bewil- ligd werdt. Het verbranden van het oude Stadhuis gaf, federt, gelegenheid, dat, met het opbouwen van het nieuwe , vlytiger voortgegaan werdt, hoewel 'er nog drie jaaren verliepen, eer men 'er zitting in nee- men kon. De (y) Keurb. M. ƒ. ijj>.
(*) Dapper, II. 33z. Domsela AR-IV. B"k, hl. *•
COMMF.LIN, hl. 2.57.
(a) Groot-Memoriaal N. V. ƒ. Ijl verf:
(b) Refol. Vroedfck. it. il.....Maart l«jj. ƒ. 4«'
|
|||||||
et OUD ZE STADHUIS, de "WAAG, de NIEUWE KEB.K aa eenige Jauizen,
|
|||||
XVII. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
%ß$
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
De oneenigheid tuiïchen den Vereenigden
Staat en de tegenwoordige Regeering van |
||||||||||||||||||||||||||||||||
zullende binnen ftaan, was met zyne mak-
|
1652.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
kers afgefproken, dat zy hem,zo"hy gevat
mögt worden, terftond, ontzetten zouden. Hy kwam, vervolgens, v/ederom voor de Heeren. daar hy de maandgelden vorderde met zulke onhebbelyke en dreigende woor- den, dat men geraaden vondt, hem, dooi- den Major Bicker en eenige Schouts-Die- naars , te doen vatten. Hy zogt zyn mes te trekken, en zig te weer te fteilen; doch 'c werdt hem belet. Buiten gekomen, om weg- geleid te worden, trokken eenigen van zy- ne makkers, op zyn geroep om ontzet, de meilen; twee of meer van welken ook ge- vat werden. Voor de poort van 't Weftin- difche Huis , hadt zekere Joris Janszoon ftaan fchelden op de foldaaten, terwyl eeni- gen, en vermoedelyk ook hy, met fteenen over de muuren geworpen hadden. Immers, men vondt hem alleen , ftaande voor de poorte , en den Onderfchout Willem van Buily met eenige dienaars, gekomen, om naar de fteenwerpers te zien, toegraauwende, hier ben ik, gy hebt het hart niet, dat gy fehlet, of -wy zullen 't huis om. ver haaien. Hy werdt, hierop, aangegreepen, en ook, na eenigen tegenftand, gevangkelyk weg ge- leid ; waarna de overige muiters afdroopen, zig voorts ftil hielden, en eerlang weder- om fcheep gingen. 't Geregt van Amfterdam veroordeelde, en ter
den volgenden dag, zynde den negentienden dood ge- September, Antoni Jakobszoon en Joris Jans-bra^* zoon, op hunne bekentenis, ter galge (V), welk vonnis, den twintigften, werdt uitge- voerd. Men hadt het fchavot voor de Waa- ge opgeregt, en, tot voorkoming van op- |
||||||||||||||||||||||||||||||||
s.
is
zeil
Vs v,nds
|
Engeland, omtrent deezen tyd, tot open-
baaren oorlog zynde uitgeborften , was men te Amfterdam vlytiglyk in de weer, met het uitruilen van Oorlogsfchepen tot 's Lands Vloote, die, onder't opperbevel ftondt van den Luitenant-Admiraal Maarten Harperïs- zoon Tromp. Tot het bevorderen deezer |
|||||||||||||||||||||||||||||||
uitruftinge waren eenige Heeren uit de Ver-
gadering der algemeene Staaten gemagtigd, die hunne byeenkomften, hier ter Stede, hielden op het Weftindifche Huis. 't Geviel, in September, dat, eenige Oorlogsfchepen, die te Amfterdam uitgeruft waren, in't Vlie ingeloopen zynde, een goed getal van ma- troozen, door weinige belhamels aangezet, de hoofden byeen ftak, en, tegen dank van de Heeren Commiflariiren der Monfteringe, en van de Kapiteins der fchepen, de zwarte Leeuw en de Kroon, met de boot, naar eene Kaag voer, en zig met dezelve naar Amfter- dam liet brengen; daar zy, des Zondags den vyftienden September, aankwamen, en ter- ftond affpraken, om 's anderendaags te ver- fchynen op 't Weftindifche Huis, en den Gemagtigden tot de buitengewoone uitrus- tinge volle betaaling der vier, of vier en een halve maand agterftallige foldye af te vorderen, of, by weigeringe daarvan, den Heeren den dienft op te zeggen. Zo ge- zeid, zo gedaan. De muitende matroozen der twee fchepen begaven zig, des Maan- dags, voor agt uuren, naar 'c Weftindifche Huis, daar zy nog vyf of zeshonderd man van de andere fchepen vonden. Zy benoem- den'er eenigen, die binnen ftaan zouden, en den Heeren hunne begeerte voordraagen. 't Gefchiedde. Men bejegende hen minne- lyk, beloofde hun genoegen, en twee maan- den gaadje op rekening te zuilen geeven, zoze flegts wederom fcheep wilden gaan. Doch hiernaar haddenze geene ooren. Zy ftookten in tegendeel eikanderen op, om dagelyks op 't zelfde uur te verfchynen op 't Weftindifche Huis, tot dat zy hunnen vol- len eifch en toezegging der hoogfte gaadje, die thans meerder was dan zy bedongen had- |
||||||||||||||||||||||||||||||||
roer, die ligtelyk zou hebben kennen ver-
wekt worden, door de menigte van matroo- zen , welken zig, tot reddinge hunner mak- keren , verbonden hadden, den Dam, mee drie vendelen Stads foldaaten, doen bezet- ten; die laft hadden tot geene daadelykhe- den te komen, ten ware men onderneemen mögt, de Regtsoefening te beletten. On-0 , . der de aanfehouwers, ftoqden eenige vrou- t,y >teu"£. wen, die, veelügt ,naauwe betrekking heb-voeren bende tot de misdaadigen, of derzelver mak- der ftraf- |
||||||||||||||||||||||||||||||||
den, zouden verkreegen hebben. Zy be- kers, terwyl't vonnis uitgevoerd werdt, aan fe"
gaven zig dan, den volgenden dag, weder- \ fchreijen raakten, en flaauw werden; waar- 7 derwaards, en werden, op gelyke wy- 0m zy zig bevlytigden, om uit de menigte • |
||||||||||||||||||||||||||||||||
se
terwyl, hadt men zorggedraagen,dateeni-
|e Stads foldaaten, met den^Major Jacob Bicker aan 't hoofd, zig vervoegden voor en op 't Weftindifche Huis , daar 't muitend oootsvolk, ten derden dage, wederom,in groote menigte, famengevloeid was.Antoni jakobszoon van Koppenhagen, een der voor- fiaamfte belhameien, dien dag, wederom |
||||||||||||||||||||||||||||||||
in veiligheid te-komen. Doch hierdoor ont-
ftondt zo groot een gedrang tegen de fol-
daaten, die voor de Waage ftonden, dat eenigen uit hun gelid wyken moeiten. De Kapitein Abraham Commelyn, die hier ge- boodt, gaf toen bevel tot fchieten. De Lui- |
||||||||||||||||||||||||||||||||
te-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
fc) Confeffieboek van 1}
f. 9° t vi.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Gggg
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||
536
|
|||||||||||||||||||||||
betloot, hem, openlyk, van agt tot agt da- l •> 's\.
gen, met de klok, te doen indaagen; ge- debeevrS, |
|||||||||||||||||||||||
1652. tenant Sebafiiaan Ludoïfvan Eitzen riep ook,
fehlet 'er onder: waarop eenige foldaaten in 't wilde fchooten op de aandringende me- nigte , waaronder wel agt onfchuldige bur- gers gedood; anderen deerlyk gekwetft wer- den, 't Schieten verwekte zulk eene byftere ontfteltenis onder de aanfehouwers, dat eik naar een goed heenkomen zogt, en veel en onder de voet raakten, en vertrapt, ande- ren in 't water gedrongen weiden. Af kondi- Het ongeluk, welk den onfchuldigen toe- ging ter kykerên overgekomen was, trofdeWethou- deezer derfchap zo diep, dat zy, den volgenden gelegen- j^ by openbaare afkondiging, drie hon- eL ' derd guldens beloofde, aan elk, die eenen foldaat wift aan te wyzen, die iemant uit de burgerye gegriefd; en zes honderd guldens, aan die bewees dat eenig bevelhebber laft 't Geregt om te fchieten gegeven hadt (d). Ten zelfden belooft _ dage, hadden myne Heeren van den Gereg- den mui- te ■ ^y raac|e van (je Heeren Raaden ter Ad- bootsge- miraliteit alhier, preefereerende, gelyk zy zig zeilen uitdrukten, gratie voor rigeur van Juflitie, ver- vergiffe- giffenis beloofd aan alle de matroozen,die, nis* behalve de ter dood gebragten, en eenige an- deren , welken met mindere ftraffen geftraft waren, zig aan den opftand hadden fchuldig gemaakt, mids zy zig, binnen tweemaal vier- entwintig uuren , begaven in de ligters, die gereed lagen om hen aan boord te voeren: ftaande Burgemeefteren 'er , in zulk een geval, voor in, dat hun, door de Heeren Gemagtigden tot de buitengewoone uitrus- ting, alle behoorlyk genoegen gegeven zou worden : daar zy , binnen den beftemden tyd , niet fcheep gaande, met verbeurtenis- fe hunner verdiende gaadje, en zelfs aan den lyve geftraft zouden worden; terwyl aan alle volkhouders en anderen fcherpelyk verbooden werdt, hen te huisveften (e). De oproerige matroozen voegden zig allen, of 't welk meeft allen naar dit bevel. Doch de Staaten de Staa- van Holland namen kwalyk, dat de Wet- ten van houderfchap der Stad ondernomen hadt, kwalyk verg*ffenis van openbaare misdaaden toe te neemen. zeggen, zonder hen te kennen. Zy merkten 't aan als eene krenking hunner opperfte magt. De Regeering van Amfterdam ver- klaarde, zonder zulk een oogmerk, en al- leen uit hoogen nood, totdeezenitapgeko- men te zyn. Doch de Staaten hielden zig niet voldaan, voor dat de Stad beloofd hadt, zig, voortaan, in diergelyke gelegenheden, altoos eerffc aan hunne Edele Groot-Mo- gendheden te zuilen vervoegen (ƒ). Watj Midlerwyl, was de Kapitein Commelyn omtrent ter Stad uit geweeken: waarom 't Geregt |
|||||||||||||||||||||||
lyk gefchiedde (g). Doch hy verfcheen ^
|
die
|
il
|
|||||||||||||||||||||
Dl«"
|
|||||||||||||||||||||||
niet, op de indaaging: waarom hy, federt,l c ß
* onbekwaam verklaard, en buiten Amfter- ten Se" dam en eene myl in 't ronde gebannen werdt gev'^n, (ft). De Luitenant van Eitzen, Zoon van Al- ^Jï'ïel- brecht van Eitzen, Burgemeefter van Ham- f^M'" burg, fchoon hem geraaden werdt te wyken, bleef in de Stad, en verfcheen, eerlang, voor Schepenen; daar hy ontkende, laft tot fchie- ten gegeven te hebben, fchoon men zeven en meer eenftemmige getuigen tegen hem inbragt, die het tegendeel beveiligden. Hy werdt dan agter af geleid, en met depaleye gedreigd. En toen beleedt hy, dat hy,de beweeging aanziende voor eenen blykbaaren oploop, tot handhaaving van 't Geregt, be- volen hadt, te fchieten. Doch eenige wee- ken laater, verklaarde hy zulks doorvreeze beleeden te hebben, en ontkende, op nieuws, bevel tot fchieten te hebben gegeven (i). Hy zat tot in het volgende jaar, wanneer hem,op hooge voorfpraak van verfcheiden' Mogendheden, door 's Lands Staaten, ver- giffenis van misdaad verleend werdt ( k ). g0ff. Kort na de voorgevallen beroerte , waren ^L aai> Burgemeefteren, door den Raad, gemag-tvri^' tigd geweeft, om de vrienden der doodge- <jen de' fchootenen op den Dam, die hier ter Stede gef'j^ niet woonden , met eene gepafte fommeve gelds, te vergenoegen, en de kinderen of weduwen, die hier woonden, eene lyfren- te van vyf en twintig of dertig guldens 's jaars toe te leggen (/). Ook tekenen fom- migen aan, dat de weduwen en weezen der gefneuvelden , door de Wethouderfchap, eerlang, naar hunne gelegenheid , of met eenig ftads ampt, of met een fomme gelds, tor- vergoeding van 't geleeden verlies, ver- eerd werden (ni). , * Met den aanvang des jaars 1653, kwa-?'g/ men wederom Gemagtigden der algemec^f!^, ne Staaten te Amfterdam, om den aankoopßfl en uitrufting van Oorlogsfchepen te bevor- en .,j, deren (n). De Engelfche oorlog werdt ilerk fw voortgezet, tot merkelyk nadeel van den Koophandel van Amfterdam, waarin, zo wel als in veelerlei neeringen en handwerken ( hier ter Stede, eerlang, zo groot een ver- val kwam, dat'er, dit jaar, wel veertien- of vyftienhonderd (0), of, volgens ande- ren, (g) Keuib. M. ƒ. 167.
(h) AITZEMA III. Deel, bl. 874. (>') Confeflieboek™»»i3.tf«f. i6St.toti%jan. i6S4.f.9*'
(1^) RefoK Holl. 16 Off. iSjz. U- 46*. 3 M**rt'653• ''' 84. AITZEMA III. 'Duel, bl. 746, 747, 874. (7) Refol. Vioedfch. N. z\. 7 03. 16SI. f. Io verf'-
(m) Dapper, bl. n%-%zz. Domselaar VI. Btek> ''
3J5 enz,. COMMïUif, bl- "49 enz..
(n) AITZEMA III. Deel, bl. -j%6 , 8ZJ,
(«; AITZEMA III. Deel , bl. 87«. |
|||||||||||||||||||||||
{d) Keutb. M. ƒ. 16S.
(e) Keutb. M. ƒ. K5.
(f) Wiccjueiort Ttm. I. Livr. VI. f. 33*.
|
|||||||||||||||||||||||
XVII. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||
537
|
|||||||||||||||||||||||||
niet te bewilligen in de aanflelljnge van ee-
nen Stadhouder en Kapitein-Generaal. By! deeze gedagten, bleef men nog , hief ter Stede, toen, in den Zomer des voorleeden jaars, door Gelderland en Zeeland , op de aanflelljnge van eenen Kapitein-Generaal gedrongen werdt (?/). De Leden van Hol- land waren,genoegzaam eenpaariglyk,van dezelfde gedagten. 't Ontbrak nogtans niet aan zulken, beide in en buiten deeze Pro- vincie, die den jongen Prins van Oranje zogten te bevorderen, tot de ampten, door zyne Voorouders bekleed. Ook werden, om de zugt tot den Prinfe leevendete hou- den onder 't volk, hier en daar, beroerten verwekt, wordende de tromflaagers , die omüoegen om zeevolk te werven, in ver- fcheiden' Steden, genoodzaakt, zulks te doen, in den naam des Prinfen van Oranje. Te Amflerdam, zogt men 't hiertoe ook te bren- gen; doch 't mislukte (V). Maar te Enk- huizen , werdt het oogluikende gedoogd. In deeze Stad, ontflondt eene geweldige be- roerte (iü) , om welke neder te leggen, on- der anderen, de Heer Cornelis ÏViïfen, Raad in deVroedfchap der Stad Amflerdam, ge- magtigd was, die egter de reis niet fchynt gedaan te hebben (x). Toen Zeeland, wat laater, den jongen Prins tot Kapitein - Ge- neraal voorfloeg, befloot Amflerdam, door de kragtigfle redenen, te wege te brengen, dat de zaaken gelaaten werden, gelyk zy waren (j): 't welk ook, eerlang, gelukte. Doch geduurende de raadpleegingen over dit gewigtig onderwerp, hadden eenige jon- gens, die, met Oranje-papieren-fluijers op 't hoofd, een vendel en een trompet, door den Haage liepen, roepende Vive Ie Prime d''Orangeƒ vry wat opfchudding verwekt, en zelfs de glazen ingefmeeten aan 't huis van den Fiskaal Cornelis Boy , en aan dat der Heeren van Dordrecht. De Vroedfchap van Amflerdam, hiervan kennis bekomen heb- bende , befloot, ter Vergaderinge van Hol- land , te bewerken, dat de Wethouderfchap van den Haage, van wege de Staaten, ver-, maand werdt, zorg te draagen, dat de Le- den der Vergaderinge aldaar veiliglyk ver- blyven konden, of dat hunne Edele Groot- Mogendheden, anderszins , daartoe zulke middelen zouden uitvinden , als zy zouden raadzaam agten (2). De beweegingen wer- den egter, niet volkomenlyk, noch alomme geflild, dan na 't fluiten der vrede. De
(u) Refol. Vtoedfch. N. n# 6 J„s. i6sz. f. 7.
(v) Vaderl. Hift. XII. Deel, hl. *»'•
(m) Vaderl. Hift. Xü. Deel, bl. z*s "»*•
(x) Refol. Vroedfcli. N. 21. 27 7«n] 16J3. ƒ. 66 verfe.
(y) Refol. Vroedlch. N. z'- i° July I6j3. ƒ. 79.
(se) Refol. Vioedt'ch. **. «. ... ^lug, 16J3. ƒ. 8j.
|
|||||||||||||||||||||||||
ren, wel drieduizend huizen ledig Ironden.
Omtrent het Heeren-Logement, wies het gras op de flraaten. Zekere Handfchoen- maaker,die voorheen agt en veertig knegts in 't werk gehad hadt, werkte na, by ge- brek van neeringe, zelf voor knegt. Een handelaar in zwart Zyden-Speldewerk, die drie- of vierhonderd meisjes, in en buiten de Stad, aan werk hadt geholpen, hadt 'er nu maar drie in dienfl (p). Van de zeven deuren der Waage op den Dam, waren 'er, zo fommigen aantekenen, gemeenlyk, wel drie of vier geilooten (q). Uit welke Haal- tjes , men 't verval des handels afneemen kan. De oorlog gaf aanleiding, dat, hier ter
Stede, verfcheiden' Oofterfche fchepen wer- den opgebragt, die den Engelfchen allerlei voorraad, zelfs Contrebande goederen,toe- voerden. De Refident der Hanze-Steden, Lieuwe van Aitzema, gaf zig veel moeke, om deeze fchepen te doen ontdaan , en kwam, ten deezen einde, ook te Amflerdam, daar hy gehoor hadt by Biirgemeefleren , klaagende, in't byzonder, over 't neemen van eenige fchepen op de Elve, welken ftroom hy beweerde onzydig te moeten gehouden wor- den. Burgemeefleren beloofden, by monde van den Heere Joan van de Poll, die voorzat, datzy 'er, metdeVroedfchap, over raadplee- gen zouden. Doch Burgemeefler Nicolaas Corver hieldt hem, naderhand, voor,, dat die „ van Hamburg voor onzydig wilden aan- „ gemerkt worden, en nogtans handelden, „ ftrydig met de onzydigheid. " Aitzema zette, vervolgens, zyne handeling voort in den Haage (r). Doch de bezwaarniflen, welken hy inbragt, en de klagten, welken daartegen, van wege de Staaten, en voor- al van wege de Stad Amflerdam, gedaan werden, duurden zo lang als de oorlog. In deezen jaare, werden omtrent zeftigEngel- fche Bootsgezellen, die, met een Paspoort des Konings vanDeenemarke, van Hamburg waren afgefteken, in zee genomen, en te Amflerdam opgebragt, daar zy in de boei- jen gezet werden; alzo men de krygsgevan- genen van den Staat ook in Engeland aan- Eieldt, en zeer kwalyk handelde (ƒ). Terwyl de oorlog ter zee, dit gantfche
jaar, flerk werdt voortgezet, fmeulde ook, inwendig, in verfcheiden' Steden,en onder anderen te Amflerdam, een vuur van op- roerigheid , welk nogtans fpoedig gedoofd ^erdt. Wy hebben reeds verhaald (u), dat Amflerdam beflooten hadt, vooreerfl, 00 Aitzema III. Deel, il. sis-
(?) A1TZE.MA IU> £)„,,[, bl_ g7S.
y) Aitzema III. Deel, hl. 8?4> 875, 878-882.
y) AlTZEM4 III. Deel, il. 87J. (*J II. Deel, XVI. Beek., hl. J72. |
|||||||||||||||||||||||||
IÖ53-
|
|||||||||||||||||||||||||
te4S,
|
|||||||||||||||||||||||||
Öi
|
|||||||||||||||||||||||||
kl
|
nik.
|
||||||||||||||||||||||||
Vn.
|
|||||||||||||||||||||||||
5t
|
|||||||||||||||||||||||||
Gggg 3
|
|||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||
AMSTERDAM S
|
|||||||||
5*8
|
|||||||||
maar het Noordhollandfche in 't byzonder i65$'
zögt,omtrent deezen tyd, verfcheiden' jaaren Doiï. et agtereen, te wege te brengen, dat het Kweek- zo^. fchool der Remonflranten, welk hier, fe- Jfj^0i dert het jaar 1634, opgeregt was, insge-Lf^' lyks, geweerd werdt. Burgemeefteren,in,,i<jfl; n. 't jaar 1655, kennis krygende, dat hierop fti'^n wederom flondt te worden aangehouden ,te 6,8s. beflooten, den Afgevaardigden der Synode ^ te antwoorden „ dat zy wel zorg zouden i, draagen, dat, in ditftuk,nietsopenbaar- „ lyk by der hand zou genomen worden; „ doch van de andere zyde, niet konden „ goedvinden, te onderzoeken, wat iemant, „ in dusdanige zaaken, in 't byzonder, in „ zyn huis, kwame te doen Cf )." Eenige Leden van Holland , en ook de ^tult
Raadpenfionaris Joan de Witt hadden , al^H*''. vroeg in't voorjaar van 1653, kennis ge- dW[ had, van Engelands geneigdheid tot vrede i'5 vS (g), hoe zeer men zig aldaar ooktoeruftte Ëfl^ ten oorloge» In den aanvang van July, werdt 'gV^' 'er de Vroedfchap van Amfterdam ook van ^[" onderregt, door Burgemeefter Frans Ban-v*^' ning Kok, Heer van Purmerland, die met een' aanzienlyk' Engelfchman gefproken hadt. Zelfs deelde hy den Raad , onder belofte van geheimhoudinge op den eed, een Ont- werp mede van de voorwaarden, op welken men zou können overeenkomen (£). Men tradt, federt, in onderhandeling. De voor- flag, om Engeland en deezen Staat tot één Gemeenebeft te vereenigen, werdt, te Am- fterdam, met verontwaardiging, van de hand geweezen (f): doch de onderhandelingen niet t'eenemaal afgebroken, 't Liep egter aan, tot in de Lente des jaars 1654, eer men over de voorwaarden der Vrede, op één ,,«» punt na, eens werdt. De Proteólor, Olï-O^. vier Kr omviel, vergeefs gevorderd hebben- ^^ de, dat de algem&ene Staaten den Prins ^aB van Oranje uitflooten van de waardigheden, K^'V door zyne Vooroud,-s bekleed, vorderde ^e'jjn'> nu, dat Holland alleen zig verbondt, ora^O- dien Prins, noch iemant zyner nakomelingen, \^p immer aan te Hellen tot Stadhouder, noch 6ocL^ te ftemmen tot Kapitein Generaal over de^U" Krygsmagt van den Staat. Hy verklaarde te;tflui■' rondelyk, dat, van het bewilligen of niet "elfl "^ bewilligen in dit ééne pr.nt, de vrede of de de1^- oorlog afhing. De Ambaffadeurs van den ^U- Staat tot de Vredehandeling gaven hiervan be kennis aan den Raadpenfionaris, die 't aan eenige voornaame Leden van Holland ver- ^d< trouwde. Burgemeefter Nicolaas Tulp, die l de
ff) Exrrafl: uit de Rffolut. der Heeren Burgam. van J*
(g) Vadetl.Hift- XII. Deel, tl. 251 enz..
(b) Relol. Vroedfcli. A'.'ï'i. i July i«;j. ƒ. 71 vrrfr'
(») Refol, Vtoedfeh. Jtf, ii. ru Aug. i6j3. ƒ. jp.
|
|||||||||
165$, De dood van den Luitenant - Admiraal
En ook Maarten Harpertszoon Tromp, die, den tien- te Am. den Auguftus, in den zeeflag voor de Maa- fterdam. ze, gefneuveld was, hier ter Stede, ken- baar geworden zynde, ontftondt 'er eenige beweeging in de Nes, omtrent de Pieter-Ja- kobs - ftraat, voor 't huis van Pre/erf Mey, die befchuïdigd werdt, kwalyk gefproken te hebben van den Luitenant - Admiraal, 't Graauw, hierover geftoord, fmeet de gla- zen in, aan 't huis van Mey, en begon de luifel reeds af te breeken, toen de moedwil gefluit werdt. Mey werdt egter in hegte- nis genomen, 't Geregt maakte, den veer- tienden , 's-daags na de opfchudding, bekend, dat elk, die iet ten zynen lafle bewyzen kon, zulks, zonder uitftel, doen moeft (a): 't welk ik nogtans niet vinde gefchied te zyn. Hande- Sommigen tekenen aan, dat de Roomfche ling al- Geeftelyken, die niet in Amfterdam geboo- hierotn- ren waren, in deezen jaare, op 't fterkaan- uent de h0U(jen der Predikanten, hier, ter Stad uit gezinden, gezet werden, laatende men zulken, die ge- booren Amfterdammers waren, alleen vry- heid, om hier te blyven woonen (Z>). Doch ik meen goede reden te hebben, om te twy- felen, of zulks waarlyk gebeurd zy. In No- vember des jaars 1655, werdt de overwee- ging van de bedenkingen der twee Holland- fctie Synoden, waarby begeerd werdt, dat alle Mispriefters en geordende Perfoonen ten Lande uit mogten gezet worden, hier ter Stede, gefield aan eenige Gemagtigden uit de Vroedfchap (c): en ik vind niet, dat hiervan eenig verllag gedaan is. Men ge- bruikte, in de Stad, de gewoonlyke ooglui- king omtrent de Roomfchgezinden. In No- vember des jaars 1656, werdt het onder- zoek van een Ontwerp van een Plakaat, welk, volgens het begrip der Synoden,ge- maakt was, insgelyks, gefield aan eenige Gemagtigden uit de Vroedfchap , die 'er zulk verflag van deeden, dat het, als ftry- dig met de Munfterfche Vrede, en aanftoo- telyk voor Roomfchgezinde Mogendheden, verworpen werdt (d); fchoonde Stad, in't jaar 1654, nevens andere Leden van Hol- land, geftemd hadt,om de Roomfchgezin- den, dieeenige Ampten van Schout, Sche- pen, Secretaris, Armmeefler, Kerkmees- ter of Schoolmeeftcr, ten platten Lande, be- kleedden, van dezelven te verlaaten, en Ge- reformeerden in de plaats te Hellen (e). De De Synoden bepaalden, ondertufTchen, jvjord- }iaaren yVrer niet by het bearbeiden van de
iUie Sy-" weerinSe ^er Mispriefteren en geordenden; (,'.) Kenr!>. M f. 177 Vffo.
(bj AiTZSMA UI. Dtei, bl, tja.
(i) Reiol. Vroed feil. Lr. A. 19 Nov. I6jj. ƒ. 3.9 -verft.
(d) R.etV.1. VroedCch. Lj. B, 10 Pcc. I658. f. 71.
(cj B.ei»l. Vroedicli. -\. ii. 50 Jnlj !*ƒ+•ƒ. lyl.
|
|||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||
XVII. Boek.
|
|||||||||||
589
|
|||||||||||
%4. de Dagvaart, wegens Amfterdam, bywoon-
de, een' keer herwaards doende, verwittig- de den Raad, op den tweeden April, dat de Vrede afhing van 't bewilligen in zeker punt, welk Holland alleen betrof; doch noodzaakelyk geheim blyven moeft: waar- op de Raad goedvondt, de Afgevaardigden der Stad in den Haage te magtigen, om in dit punt te bewilligen, indien 'er, van de Engelfche zyde, op mögt gedrongen wor- den (&): gelyk gefchiedde. Men raadpleeg- de'er, federt, ook over, ter Vergaderin- ge van Holland, onder den eed van geheim- houdinge. Eenige Leden waren gereed om in den eifch des Protectors te bewilligen, beweerende , dat vrede beter dan oorlog ware, en dat de Prins van Oranje, by 't aanhouden van den oorlog, ook veel lyden zou. Doch anderen vonden geraaden, eerft ruggefpraak te houden met hunne Vroed- fchappen: en onder deezen waren ook de Afgevaardigden van Amfterdam , die de zaak, den negen en twimigften April, in den Raad bragten, na dat de Leden, vooraf, by eede, beloofd hadden, dezelve nimmer, ?e Stad zelfs niet aan de afwezende medeleden, te i/VllI'gtzullen openbaaren. Men befloot hier te be- "üf^f^willigen, in 't gene de Proteólor gevorderd hadt: doch het affchrift van dit befluit werdt, in de geheime kaffe van Burgemees- teren gelegd, en, eerft op 't einde des jaars, toen de zaak lang weereldkundig geweeft was, te boek gefteld (/). De Staaten van Hol- land hadden, den vierden May, een diergelyk befluit genomen, in gevolge van welk, de vermaarde Acte van Seclule of Uitfluiting werdt opgefteld. Hoe veel over deeze Ac- te, die, eerlang, ook met bewilliging van Amfterdam (m), aan den Proteótor Krom- wel overgeleverd werdt, met de andere Pro- vinciën, te doen viel, hebben wy, elders (n), omftandiglyk, verrekend, en ftaat ons hier, als Amfterdam niet byzonderlyk betreffen- v de, niet wederom te herhaalen. ^t>ef" "^e ^e van Uitfluiting hadt, ondertus-
\ tgy' fchen, de Vrede voortgebragt; die teAm- ^V- fterdam zo hoog gewaardeerd werdt, dat (ä^'ei-rnen aldaar, reeds op den agtften May, be- llet gede flooten hadt, ter gedagtenifle van dezelve, ^laH~ gouden gedenkpenningen te doen flaan , voor Schout, Burgemeefteren, Schepenen enRaaden(o); gelyk, federt, gefchiedde. Den zeven en twintigften, werdt de Vrede afgekondigd, en met eenen dankdagen open- baare tekenen van vreugde gevierd. Van (() Refol. Vroedfch. N.-rtri <Apnl 16j4 ƒ. u6-verfe.
il) B-efoI. Vroedfch. N. 21. 19 ^pril, 31 Dee. ié;+. ƒ. *73> 2*3 -verfi. (m) Refol. Vroedfch. N. 21. z Juny i6J4. ƒ. IJ+. (»; Vaderl. Hift. XII. Deel, bl. 31+ enz.. W Reiol. Vroedfch. N. tl. 8 May I6j+. ƒ. 17« verf». |
|||||||||||
't nieuwgebouwde Stadhuis, en van den l0w
Prinfen-hofs- en Oude-Kerks-toorens, waai- den wittevredevlaggen. De voorgevel van 't Stadhuis was , met groen loof, fierlyk behangen: de venfters met tapyten belegd, 's Morgens ten negen uuren, kwamen Bur- gemeefteren en de gantfche Regeering op 't Prinfen-hof byeen. Van hier begaven zy zig, met de Stads boden vooruit, naar de nieu- we Kerke, daar zy de dankpreekehoorden, na 't einde van welke, zy naar 't nieuwe Stadhuis traden, alwaar de vrede, onder't losbranden van 't gefchut, en onder 't gefchal van trompetten en andere fpeekuigen, af- gekondigd werdt. Sommigen melden, dat de Trompetters aanvingen, met het blaazen van Wilhelmus van Naffbu-we, 't zy gevallig- lyk, of op laft van Burgemeefteren , tot genoegen van 't gemeen, welk hier, zo ee- nigen gefchreeven hebben, voor een groot gedeelte, zeer Prinsgezind was(p). 'sNa- demiddags ten drie uuren, kwam de gant- fche Regeering wederom op 't Stadhuis , voor welk, ten aanfchouwen van de menig- te, tien vertooningen géfchiedden, die, door den Digter Jan Vos, waren uitgevonden. Hier zag men de hel, de baarmoeder des oorlogs; den oorlog, met al zyne gruwelen; denkwynendenKoophandel;het fluiten van 't Verbond met Deenemarke; 't fcheepgaan van't Oorlogsvolk; de zege op Zee,gekogt met het bloed van voornaame Bevelhebbe- ren; de verheffing van den Heere van Ob- dam tot Vlootvoogd; de zee en de ftroo- men, fmeekende om de Vrede; het neder- daalen der Vrede uit den hemel, en deNe- derlandfche maagd,op eenen troon van an- kers , kabels , zeilen , vlaggen en ander fcheepsgereedfchap. 's Avonds werden pek- en teertonnen gebrand op den Dam, en, den gantfchen nagt door, alomme,wakker- lyk gevuurd. Burgemeefteren zonden, aan ieder Predikant, een half aam wyns ,op dat zy ook in de gemeene vreugde deelen zou- den (q). De Regeering van Amfterdam hadt,ter- veran-
ftond na het fluiten der Vrede, geraaden dering gevonden, de drie Compagnien Stads fol- in de be- daaten, die thans ieder honderd en zeitig ^"sltd. koppen fterk waren, op honderd en twintig koppen te verminderen, zo dra de Vrede zou afgekondigd zyn (r): 't welk, federt, gefchiedde. Op de Wagten der bezettinge» werdt eene nieuwe Ordonnantie gemaakt, en de Raad verklaarde, dat het bewind o- ver dezelve altoos geftaaji hadt, en nog ftondt,
O) THURLOË'S Papers in de Vader'- Hifi. XII. Deel,
il. 281 , 3Ï I- (q) DAPPER bl. zjï enz.. . .,
(r) Refol. Vroedfch. A. **■ *4 ■<*ƒ"■» I6j+. £ 172 verf».
|
|||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
59°
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
[654-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
iy Gemeente, onder heyligen fchyn, indriicken,
„ ende defelve Gemeente van de Regierings al- ,, foo t'onrecht vervreemden " Voorts, werdt beflooten, dat Burgémeefteren den Predi- kant voor zig ontbieden, en in gyzeling hou- den zouden, tot dat hy voldoening gegeven zou hebben: en zo hy niet verfcheen, zou men de Staaten van Holland verzoeken, om hierop zulke orde te ftellen, als tot de ruft van 't Land geoordeeld zou worden te be- hooren (x). Burgemeefleren ontbooden den Predikant, tegen den vyf en twintigften. Doch hy antwoordde, dat zyne bezigheden hem niet toelieten, die week te komen (y)- Voorts, vind ik niet gemeld, hoe 't met dee- ze zaak afgeloopen zy. De Admiraliteit hier ter Stede verzogt,
in July deezes jaars, aan de algemeene Staa- ten , dat haar vryftaan mögt, de Kaapers van Salee, zo wel als anderen, te doen aan- tallen door 's Lands Oorlogsfchepen; alzo de Regeering aldaar, federt eenigen tyd, alle de fchepen, die van 't volk verlaaten waren, al waren zy fchoon door Saleefche Kaapers gejaagd geweeft, voor goeden prys verklaard hadden (z): doch ik vind niet, dat hiertoe verlof gegeven werdt. TulTchen het zelfde Collegie en het Collegie ter Ad- miraliteit in 't Noorderkwartier, ontftondt, ten deezen tyde, een zwaar gefchil,ter ge- legenheid dat de Convooimeefter te Zwolle, wiens Comptoir onder het Collegie in 't Noorderkwartier behoort, na 't openen van den doortogt daar ter Stede naar Duitfch- land in't jaar 1652, zwaarigheid maakte, om goederen te laaten doorvoeren, op pas- poorten , die, door 't Collegie te Amfter- dam, verleend waren. Om deeze belem- mering van den handel van hier over Zwol- le te fluiten, deedt het Collegie te Amfter- dam, tegen den inhoud van een Plakaat van den zesden May des jaars 1623, de Zwol- fche Veerfchepen, die hier ter Stede aan- kwamen, onderzoeken («). De twift liep zo hoog, dat men de Koopluiden , die te Amfterdam uitgaande regten betaald had- den, noodzaakte, omze andermaal ook te Zwolle te voldoen: doch het Collegie te Amfterdam gaf hun, daarna, de dubbel be- taalde regten wederom te rug. De twee Collegien werden 't niet volkomenlyk eens, voor 't jaar 1660. Zy kwamen toen over-; een „ dat, van goederen, die 's Winters „ te lande over Zwolle verzonden werden, „ 's Lands regt te Amfterdam zou worden „ betaald, zo zy, binnen agt dagen, hoo- (x) Refol. Vroedfch. N. 21. 24 Sept. 1654. f. zot verfi.
(y) Muniment-Regift. £r. B. ƒ. »1 verfo, 92. (x.) AlTZEMA III. Deel ,bl. 1104. t («) AlTZEMA III. Deel, bl. H04.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
6<-, ftondt,aan Burgemeefleren en Kolonellen (Y)-
Doch op zekere gerügten van oproer, werdt, in Auguftus, beflooten, de drie Compag- nien, hier ter Stede in bezetting leggende, in alle flilligheid, te brengen tot op twee- honderd man, en voor de verzekerdheid en verfterking der Stad de vereifchte zorg te doen draagen door Burgemeefleren en vyf Gemagtigden uit denRaade, de Heeren ^k- toni Oetgens van Waveren, Cornelis de Graaf, Heer van Zuid-Polsbroek, Simon van Hoorn, Joan Blaauw en Cornelis van Flooswyk (t). |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gerügt
van eenen toeleg op Am- sterdam |
Sommigen melden, dat tot deeze voorzorg
gelegenheid gaf een los gerügt van den op- togt van Graave Willem van Naflau, uit Groningen herwaards, met eenige duizen- den knegten, naar 't fcheen, om de vernie- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
tiging der Aéle van Uitfluitinge, met ge-
weld, door te dryven. Doch dit gerügt bleek, eerlang, ongegrond geweeft te zyn. Nogtans werden, te Amfterdam, na 't ver- Herken der bezettinge, buitenwagten uit- gezet , en gewapende vaartuigen gelegd op 't Y en op den Amftel (h). Doch de onge- ruftheid verdween, allengskens. De her- Helling der Vrede maakte de Hollanders, en de ingezetenen van Amfterdam in 't by- zonder onbekwaamer om indrukfels te ont- vangen , ten nadeele der tegenwoordige Re- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
te'* ir!«
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
i-alit
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
da«1,.
'''S'
de**
tie1.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Moeite
met een Predi |
geeringe (o). Ondertuflchen , was 't ge-
beurd , dat een Predikant van Buikfloot, Petrus van der Veer genaamd, op den twee |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
kant vanen twintigften September, hier ter Stede,
flo^" ten huize van Marrit ge Claas, Weduwe van Gerrit van Kippen, in de Doeleftraat, ge- zeid hadt „ dat Kromwei afftondt van 't „ punt der uitfluitinge van den Prinfe van „ Oranje, 't welk men toch hieldt in Hol- „ land gefmeed te zyn." Hy hadt hier by- gevoegd „ dat de Bickers , tegen eed of „ belofte, wederom in de Regeering ge- „ komen waren, en dat zeker ander Bur- ,, gemeefter een At heiß of'Menniß geweeft, „ en, ongedoopt, Burgemeefter geworden, „ of geftorven was (tu)." Hiervan waren beëedigde verklaaringen belegd, ten huize van Burgemeefter Frans Banning Kok, Heere van Purmerland , dieze in de Vroedfchap bragt. Men verftondt aldaar „ dat zulke „ lafterlyke gedagten, niet zonder blykbaa- „ re ondankbaarheid,vallen konden in den „ minften onderzaat, veel min in Predikan- „ ten, dewelcke, overtredende de Limiten van |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
3>
|
haer beroep, uyt ixereldtfe infichten, haere
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
averechtfe ende vergiftigde pajfien de goede
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
(s) Refol. Vioedfch. N. 21. lejuly i«54. ƒ. 199.
ff) Refol. Vroedfch. N. 21. 20 Aug. I6J4- ƒ• 199 verfo. («J'Thurloes Papers Vol. II. f. 392, J47>577- (v) WlCQJïEEORT Tom. I. Livr. VlII.-p. 4jo. AlTZE- MA III. Deel, bl. 1172. (n>) Muniment-Regift. Li. B. ƒ. 90, 91, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
XVII. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
591
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
*54
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ ger op vervoerd werden; doch na den
„ agtften dag, zou 's Lands regt te Zwolle „ moeten worden voldaan. Van de goede- j, ren, die over zee naar Zwolle gingen, „ om verder vervoerd te worden, zou 's „ Lands regt te Zwolle worden betaald, 's „ Lands regt van de goederen, die, in 't „ jaar 1655, °P beide de plaatfen, waren j, aangegeven, zou, door de beide Colle- „ gien, elk voor de helft, genooten wor- „ den (£)."En federt deeze overeenkomt!:, is my niet bekend, dat de twee Collegien, over dit punt, eenig verfchil gehad hebben. 's Nagts tuflchen den zesden en zeven- den January deezes jaars, ftormde het, hier ter Stede, zo geweldig,.dat het kruis,met den appel of kloot en den weerhaan, van den Weiter-Kerks-toor en nederwaarts Hort- te op het dak der Kerke en op het Kerkhof. Het yzer onder en boven den appel was in drie Hukken, en de appel of kloot, die ze- ven tonnen waters hieldt, midden door ge- broken (c). Doch alles werdt fpoedig we- derom herfteld. Het verval der Weftindifche Maatfchap-
pye, federt het verlies van Brazil, hadt ge- legenheid gegeven om het Huis en de pak- huizen , van welken zy zig, in haaren bloei- jenden ftaat, hier ter Stede, bediend hadt, tot ander gebruik te fchikken. De Pakhui- zen op de Y-graft waren, reeds in den aan- vang deezes jaars, tot een Werkhuis voor bedelaars bekwaam gemaakt. Doch alzo, tot het voortzetten deezer onderneeminge, eene goede fomme van penningen vereifcht werdt, waarvan de Stad thans niet zeer voorzien was, vondt men geraaden , het nieuwe Werkhuis, met het Spinhuis , welk reeds vry wat gelds in voorraad hadt, te vereenigen (d): gelyk gefchiedde. In Au- guftus deezes jaars, werdt de bedelaary by de huizen verbooden, onder bedreiging, dat de bedelaars, of ter Stad uit, of in'tnieuw- lings opgeregte Werkhuis gezet zouden wor- den (e). De Schilderkonft bloeide thans zeer te
Amfterdam, en hadt, onder anderen, eenen voornaamen voorftander aan den Heer Joan Huydecoper, Heere van Maarfeveen, en Rid. der van S. Michkl. De oefenaars en lief- hebbers deezer Konfte en eenige Beeldhou- wers , Digters en anderen, famen een getal van omtrent honderd uitmaakende, hielden, |
le. De Digter Jooft van den Vondel verfcheen I(j>£
ook op dit feeft, daar hy aan 't hooge ein- de van de tafel geplaatft, en hem, door ie- mant, Apollo verbeeldende , de Lauwer- krans , als hoofd der Digteren , opgezet werdt. Hy vereerde het Feeft ook met een Gedigt, welk,in zyne Poëzye (f), te leezen is. Voor 't fcheiden, namen de Kon- ftenaars en liefhebbers, die voortaan eene Broederfchap ftonden uit te maaken, een befluit, om diergelyk Feeft jaarlyks te hou- den. Doch dit befluit is, zo fommigen fchry. ven, ■ door nyd en eigenbaat, verydeld (g), en de gantfche Broederfchap , in 't kort, te niet geloopen. In Vondels Leven {¥), wordt het houden van 't S. Lucas Feeft, ten on- regte zo ik agte,op het jaar 1653 vermeld. De oorlog met Engeland hadt Amfterdam Welvaart
zo zeer gedrukt, dat men aldaar, iri 't jaar van Am- 1653, beflooten hadt, het nieuw Stadhuis,fterdam> welk men bezig was te bouwen, flegts van vlede ééne verdieping te maaken (/)■ Doch de met En- Vrede was zo dra niet geflooten, of de Koop- geland. handel, de bron van de welvaart der Stede, begon te herleeven, en Amfterdam bloeide wederom, gelyk te vooren. Zelfs, werdt, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
V
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'Hl s
S
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in den aanvang des jaars 1655, eene Keur
|
1655.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gemaakt tot bepaaling van de overdaad in
bruiloften en maaltyden, waarin,onder an- deren , bevolen werdt, dat aan de Bruid geene gefchenken van Juweelen of andere koftbaarheden gegeven mogten worden, die meer dan den twintigften penning van 't gene de Bruidegom ten huwelyk bragt, waardig waren (k). Ook waren de inkomften der Stad eenigermaate vermeerderd met de Vrede, waarom ,• en om dat de toeneemende Koop- handel nieuwe Kamers van bewind en regis- oefening vorderde, men wederom overging tot het eerfte ontwerp,om 't Stadhuis twee verdiepingen hoog te maaken (l). De aan- waflende Houthandel hier ter Stede gaf ook gelegenheid, dat men, met de Heeren van Rynland, in onderhandeling zogt te treeden, om de Watering Koßverlooren tuflchen de Stad en den Overtoom in koop of huur te bekomen, met oogmerk omze, voor Stads rekening , wederom te verhuuren aan de Houtkoopers, om hun hout in te leggen: waartoe Burgemeefteren, door de Vroed- fchap, gemagtigd werden (in). Met het bouwen van het Stadhuis, was D<? Re-
men nu, in zeven jaaren tyds, zo ver gevor- seer'ns |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»e
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ko
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
v11-
&
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
derd,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
?p den eenentwintigften Oclober deezes
jaars, een S. Lucas-Feeft in de S.Joris Doe- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
voor ï
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(ƒ) II. Deel, hl. 371.
(/) Houbkaken Schouwbargh der Schilde« in« Deelt
hl. 329 enz.. (h) BUdx.. S6. (i) R»foJ. Vroedfch. N. zi. IO jrehr. i«SS.f. 131*«/»
(/Q Keuib. M. ƒ. 224. AlTZlMA Itl. Deel, hl. ,,„ * (1) R-efol Vroedfch. N. 11. ,o Fetr. 1655. ƒ. Z3i iew> (OT)RefQi. vroedfch. x. %u il 7«». uss.f, «*,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(*) Zie Groot-Plakaatb. III. Veel, hl, r2f«.
)y |>QMSEI,AAR VI. B,e{, il. +1+ COMMEUN, hl. Hgf,
5 \ u ol- Vroedfch. N. ai. i« J*n. I6j+./. 140,
{.') Handv. hl. 4J8,4JJ>. [«54, W-J I. STUK.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||
59^
|
|||||||||||||
afzondt, die 't fchip bemagtigde , en naar m$'
Monikendam te rug voerde. De Admira- liteit te Amfterdam viel hierover klagtig aan de algemeene Staaten. Doch de Ste- den van Holland hielpen eikanderen de vry- heid van Monikendam zo ernftelyk voor- ftaan, dat de klagten der Admiraliteit niet veel ingang vonden (j). -ef, Aan Fredrik Willem, Keurvorß van Bran- ^
denburg, die eene Dogter van Fredrik Hen- ^t rik, Prinfe van Oranje, ten huwelyk hadt, het ?e' was, in February deezes jaars, een zoon ge- tcrfcllJj>r booren. Hy gaf 'er der Stad Amfterdam ^'pü' kennis van, en boodt haar het Peterfchap de^ aan, welk, terftond, aanvaard werdt.MenH^, fchonk den jongen Keurprins eenen lyfren-denb' te-brief van duizend guldens 's jaars, leg- gende in eene gouden doos, tot eene pille- gave (0, om welken over te brengen, Bur- gemeefter Joan Huydecoper , Heer van Maarfeveen, met een aanzienlyk gevolg, afgezonden werdt (u). -„; Sommigen hebben aangemerkt, dat men, DsIrV
omtrent deezen tyd, te Amfterdam , uit^^vä" ftaatkundige inzigten ,nu en dan, byzondere F"edfilc tekenen gaf van agtinge voor het Huis van neflf Oranje (y), onder welken, veelligt, ook het w°r%, gereedelyk aanvaarden van het Peterfchap ^%t over den Keurprinfe van Brandenburg gere- J,t< kend mag worden. Ook nodigde men, naar ha^ -'t fchynt,met diergelyk oogmerk, de Prin- feffe Weduwe van Fredrik Henrik hier ter Stede. Zy hadt haare reis, van tyd tot tyd , verfchooven: doch werdt, ten laatften, in Oftober deezes jaars, met twee Amfterdam • fche jagten, van Utrecht afgehaald, en ftaa- telyk ontvangen en getoefd. Te Ouderkerk, ontmoette haar een groot getal van fpeel- jagten. De Amfterdamfche jonge Ridder- fchap reedt, ter wederzyde van 't jagt, welk haare Hoogheid voerde, langs den Amftel. Op de blaauwebrugge, lagen zes halve kar- touwen , die, op haare aankomft, geloft wer- den. Op ieder der drie andere bruggen, wel- ken zy door moeft, om aan 't Oude-Zyds- Heeren-Logement te geraaken, ftondt een vendel Stads foldaaten gefchaard, die ook wakker vuurden uit de musketten. Zykwairjj den eenentwintigften, in de Stad, daar zy, dagelyks, in 't Heeren-Logement, en den drieën twintigften, Koningklyk, op't Stad- huis, op Stads koften, onthaald werdt. De Burgemeefteren Joan van den Poll, die thans voorzat, Joan Huydecoper, Heer van Maar- feveen, Henrik Dirkszoon Spiegel en Nicolaas Tulp,-
O) AlTZEMA UT. Deel, hl. nj>I.
(t) Refol. vioedfch. N. 21. 17 ^tpril isss-f- *i°> G100I*
Memor. N. IV. ƒ. 5«. (u) AlTZEMA IH. Deel, hl. II99,
(v) AlTZEMA III. Deel, il. 746, |
|||||||||||||
derd, dat de Regeering befloot, op Don-
derdag, den negen en twintigften July dee- zes jaars, aldaar, voor 't eerft, zitting te neemen. Eerft, werden, gelyk als ter in- wydinge van het nieuwe gebouw, des voor- demiddags, twee Predikatien gedaan, eene in de Oude, en eene in de Nieuwe Kerke, die, door de gantfche Regeering, en door de meefte Amptenaa/s, gehoord werden. Daarna, begaf de Wethouderfchap zig naar haare gewoone Vergaderplaats, op 't Prin- fen-hof, en toen, ten elf uuren, in rang , de Schout, met de roede van Juftitie voor zig, vooruit, en voorts Burgemeefteren , Schepenen, Oud-Burgemeefteren, Thefau- rieren, Weesmeefteren en Raaden, gevolgd van de Stads Secretariffen, naar 't Stadhuis (n). Sommigen hebben aangetekend, dat aldaar, terftond , eene Keur afgekondigd werdt, waarby, ter gedagteniffe der inwy- dinge van 't Stadhuis , de Kermis, die in September plagt gehouden te worden, op den eerften Auguftus verplaatft werdt (0). Maar volgens Stads Keurboek (p), was de af- kondiging deezer Keure reeds op den ze- ventienden April deezes jaars gefchied. Doch 't leedt maar weinige jaaren, toen de Ker- mis wederom op den gewoonlyken tyd ver- legd werdt; alzo deVleefchhouwers klaag- den, dat het vleefch , welk zy, omtrent Kermis, meer dan op andere tyden, plag- ten te flaan, door de hitte van 't jaargetyde, te fchielyk, aan bederf onderworpen was (q). 's Nademiddags, verfcheen de Schuttery voor 't Stadhuis, daar wakkerlyk gevuurd werdt, ter eere van de Wethouderfchap, die eikanderen, daarna, onder 't geluid van allerlei fpeeltuig, op 't nieuwe Raadhuis , onthaalde. Ter gedagteniffe deezer intree- de, deedt de Regeering, door Simon Val- kenaar, gouden en zilveren gedenkpennin- gen fchroeven, die, volgens eene Keure van den zeventienden December, door nie- mant, mogten naargemaakt worden (r). Het Collegie ter Admiraliteit te Amfter-
dam, vermoedende, dat de laading van ze- ker fchip , leggende voor Monikendam , niet naarbehooren aangegeven was,zondt, in de Lente deezes jaars, den Geweldige en eenige bedienden derwaards, om het te on- derzoeken, 't Vermoeden werdt gegrond gevonden, en 't fchip herwaards te rug ge- bragt. Doch de Regeering van Moniken- dam nam 't fchenden van haaren ftroom zo euvel, dat zy eenen hoop gewapend volk f»)Refo!. Vroedfch. Lr. A. 30 July 165$. ƒ. 1.
O) DOMSELAARVI. Beekjbl.+oj. COMMELIN, hl, hjt.
(f) M. ƒ, 129.
\q) Refol. Vroedfch. L'. C. 6 J"lJ 16S0. ƒ. 45 wrfi.
(rj Keiub. M. ƒ. zij i/erft. |
|||||||||||||
1655-
eerft,
zitting, in 't nieuw gebouw- de Stad- huis. |
|||||||||||||
De Ad-
mirali- teit hier ter Stede raakt in gefchil met de Regee- ring van Moni- kendam. |
|||||||||||||
GES C HIEDENISSEN.
|
|||||||||||
XVII. Boeit.
|
|||||||||||
593
|
|||||||||||
%5. Tulp , nevens den Schepen Dirk Tulp , Zoon
van den laatiten, en den Secretaris Comelis
Bader, aten aan ééne tafel met dePrinfes-
fe. Zy was, voor den agtentwintigiten,
K reeds wederom in den Haage (w).
f Stad De Regeering van Amfterdam hadt, on-
^r" dertufïchen , niet verzuimd, byde Voogden
'8o(je over den Prinfe van Oranje, aan te houden
v' '• '*Q op de afloffing der twee milIioenen,in'tjaar
s- 1Ó50, aan wylen zynen Heere Vader ver-
JdJ' ftrekt; van welken, in de Lente deezes jaars,
\it reeds een millioen moeft afgelegd geweeit
Vu zyn. De Voogden, geene kans ziende tot
deeze afloffing, floegen voor, dat men de
tejjS- Stad, by twintig- of vyfentwintig - duizend
^uv'er" guldens tevens, zou doen betaalen doorby-
zondere Perfoönen, die dan treeden zouden
in 't Verding, welk de Stad met wylen zy-
ne Hoogheid gemaakt hadt: of dat de Stad,
om aan haare penningen te geraaken, zul-
ken van 's Prinfen goederen zou doen ver-
koopen, als zy daartoe bekwaamft zou oor-
deelen. Burgemeefleren waren , reeds in
Maait, verzogt en gemagtigd,om op dee-
zen voet met de Voogden te handelen (»).
't Schynt, dat een gedeelte van de fchuld,
wat laater, afgelegd werdt (y). Doch daar
verliep nog een geruime tyd, eer de Stad,
op zekere wyze, volkomen voldoening be-
j kwam.
Aek- In den Zomer deezes jaars, was de Pefl
teJer wederom ontfteken hier te Lande, metnaa- e'e,me te Amfterdam. Zy woedde zo flerk, dat 'er, hier ter Stede, in den tyd van een jaar, dat is,tot den Zomer des jaars 1656, zeflienduizend zevenhonderd zevenentwin- tig menfchen aan overleeden waren. In de eerfle zes maanden, flierven wel dertien- duizend vyf honderd en agt menfchen. Men oordeelde, dat de lugt thans oorzaak was van deeze befmettelyke ziekte, om dat de gewoonlyke Zomer- en Herfftvogels geheel- lyk vervloogenof geftorven waren. De ramp hadt ook invloed op den Koophandel. De fchepen, naar Spanje gefchikt, werden met de laading te rug gezonden, of mogten, zo Zy al behoorlyke gezondbrieven medehad- den , niet dan na eenige weeken toevens, ont- laaden worden. Het inbrengen van Holland- tteilf fche geweeven' floffen werdt, in Frankryk l?t(^> en elders, flrengelyk verbooden (2). De vlll?of' Wethouderfchap maakte, onder't woeden nüj^o. der Peftziekte, veeleKeuren,om den voort- ^r^^r gang der befmettinge te fluiten, 't Venten et> van oude kleederen en vodden mögt ner- fw) AlTZEMA III. Duel, bl. Iïoj , Uo«.
lx) Refol. Vroerlfch. N. ai. 23 Maart 165J. ƒ. 247.
Groot-Memor. N. IV. ƒ. 5? verfo. (y) Refol. Vioedfch. Zr. A. 11 Sept, \6ss.f. 12 verfo.
» (*0 Holl. Merc. -van 165J. bl. 127. DOMSF.LA.AR VI. C"<» bl. 444. COMMELIN» bl. Ugo. |
|||||||||||
gens gefchieden, dan op het Bolwerk be' iov5;
weften de Reguliers poort, 't Inbrengen efjt- verkoopen van blaauwe pruimen, zwart e ge maak- krieken en konkommers werdt volflrektelyk verbooden. Men ftelde eenige Stads Doc- toren , Chirurgyns en Apothekers aan, om de kranken van behoorlyke hulpmiddelen te voorzien. Wat laater, werden ook drie buitengewoone ziekentroofters aangefteld. In de huizen, daar iemant aan de pefl ge- ftorven was, mögt, binnen veertien dagen daarna, en zo't vettewaariers waren, bin- nen vier weeken, geene neering gedaan, en de deuren derzelven alleen om uit en in te gaan geopend worden. Zo de pefl by een' Vleefchhouwer kwam , mögt aldaar geen vee geflagt worden , binnen "zes wee- ken na dat de laatfle kranke geflorven, of genezen was. 't Stroo, waarop een kranke gelegen hadt, moeft verbrand worden. De doodkiften moeiten , met pek , waterdigt worden gemaakt. Elk moeft de goot voor zyne deur, tweemaal ter weeke, doen rei- nigen. De lyken moeiten, ten langde bin- nen drie etmaalen, begraaven worden. De draagers en rnedegangers mogten geene Jan* ge rouwmantels aan hebben, en delaatflen niet op de Kerkhoven komen. Ook mögt men 't fterf huis met geene wollen rouwftof- fen behangen. In Auguflus, werden, eeni- ge-klagen agtereen, honderd en tagtig pek- tonnen gebrand, op zéftien onderfcheiden' plaatfen in de Stad. Zo groot was deflerfte, in September, dat belaft werdt, dat kinde- ren en ongehuwden,'s morgens voor negen, en in de oude en nieuwe Kerke, voor elf uuren, moeiten begraaven worden. Ook werdt het opfchikken van lyken verbooden. Ten zelfden tyde, werdt, ter oorzaakeder kleinte van 't Kerkhof aan de Wefler-Ker- ke, en den flank, die 't begraaven aldaar, veroorzaakte (#), het Bol werk voor de Blom- graft tot een nieuw Wefterkerkhof gefchikt. Ook werdt toen eene verdeeling gemaakt van de wyken, die, op ieder der zes Kerkhoven, zouden moeten begraaven. Het toeneemen der kwaaie gaf, op vertooninge van den Kerkenraad (&), gelegenheid , tot het in- flellen van eenen weekelykfchen Bededag, die, met Woensdag den agtflen September, ten vier uureï*, aanving. Doch in Decem- ber , was de fterfte in zo verre afgenomen, dat het Geregt beval, dat de lyken weder- om, op den gewoonlyken tyd, des nade- middags , begraaven zouden worden: en in January des volgenden jaars, bevondt men, dat het getal der dooden het gewoone ge- tal (*) Refol, Vroedfch. L*. A- "yAug. i5jj. ƒ. 5.
(b) Refol. Vtoedfch./>'• A. 4 iep;. i6jj./. 11 W», Hhhh z
|
|||||||||||
.«at. —
|
|||||||
&JSZTGT T^tJV-'jr ÓzrjOK WKSTJÏJ
|
|||||||
mica of.
|
|||||||
AMSTERDAMS
|
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
594
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
téS6
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
16 SS- tal niet veel te boven ging, waarom, in de Lande, meer dan tweehonderd duizend gul-
plaats van den weekelykfchen Bededag, op dens verzameld, die hun, eerlang, werden Woensdag den vyfden, een plegtige Dank- overgemaakt (//). Te Amlïerdam, was een dag gehouden werdt (c). goed gedeelte van deeze fomme byeen ge- De eed In July des jaars 16 55, werdt by den Raad bragt: van welke, zo my gebleeken is, in
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van
vervat den Bur- gereed. |
yerftaan, dat allen, die Raaden geweeit wa- twee reizen, meer dan zeven en zeilig dui-
ren, zouden aangemerkt worden als Bur- zend guldens werdt uitgekeerd (z). Ook gers, al haddenze verzuimd, den Burger- kwamen , eerlang , ruim driehonderd van |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eed te doen; alzo de eed van Raad geoor- deeze verdreevenen herwaards, die zig ge-
deeld werdt, den Burgereed, volkomenlyk, negen toonden, om de nieuwe Volkplanting te vervatten (d). der Stad , in Nieuw Nederland, te helpen |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Stad
ftigt ee-'
ne Volk- planting |
In Noord-America, was, in 't jaar 1609, bevolken (k). En werden, federt, ten zelf-
door Henrik Hudfon, in dienft der Veree- den einde, van tyd tot tyd, perfoonen en nigde Ooftindifche Maatfchappye uitgevaa- huisgezinnen aangenomen (/).DeStadnam, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
um ren, op de hoogte van ruim eenenveertig nog voor 't einde deezes jaars, vyfentwintig
Neder- graaden , ontdekt een Gewefl , welk hy duizend guldens op, ten behoeve der Volk- land. Nieuw Holland noemde , en welk , nader- plantinge, en om dezelve van eenige noodi- hand, den naam van Nieuw Nederlandkreeg ge waaren te voorzien (jn). In de Lente des (e). De Wellindifche Maatfchappy, federt jaars 1657, waren 'er wederom driehon- zynde opgeregt, zondt volk en vee naar derd Planters byeen gebragt, gereed tot dit Gewefl, en voer 'er op, van tyd tot tyd. de reize naar Nieuw Nederland. Men be- Haare dienaars en planters kogten veel floot toen , nog zesendertig duizend gul- Lands van de Amerikaanen, en onder an- dens , ten zelfden einde , op te neemen, deren een Eiland in den mond der Riviere en de Volkplanting te voorzien van eenen Manhattans, die tegenwoordig Hudfons Ri- Predikant ( n ). Kort te vooren, was 'er "uier heet; op welk Eiland, eerlang de Sterk- nog tienduizend guldens toe opgenomen. te Amßerdam en de Stad Nieuw Amflerdam Wat laater, nog zesduizend. Doch in 't 1656. gelligt werden (ƒ). Over dit Eiland, hadt begin van September, vorderden de Ge- de Maatfchappy 't beftier opgedraagen aan magtigden tot het opzigt over de Volk- de Kamer Amflerdam, die zig, in den aan- plantinge wederom nieuwen onderfland. Men vang des jaars 1656, genegen toonde, om begon toen te zien, dat de kollen der Volk- een gedeelte haarer bezittingen in Nieuw plantinge het voordeel, welk zy gaf, te Nederland over te doen aan de Stad. Men boven gingen., De Vroedfchap verklaarde, oordeelde, in de Vroedfchap, dat dit Land, nooit van meening geweefl te zyn, omze, tot behoorlyk bebouwd wordende , alles zou zo zwaare koften, te onderhouden (0). Nog- konnen uitleveren, wat tegenwoordig uit de tans verfchafte zy, in de Lente des jaars Ooflzee gehaald werdt, tot maften toe: en 1658, nog wederom twintigduizend guldens, menbefloot, hierop, met de Maatfchappye, en zondt, op nieuws, een fchip met eenige over den koop van het zelve, inonderhan- planters derwaards (p~). In 't najaar, werdt deling te treeden, op dat men niet altoos geraadpleegd op middelen, om Nieuw Ne- van de Ooflzee zou behoeven af te hangen derland, met minder koften, teonderhou- (g). 't Land werdt gekogt. Burgemeefteren den, en te gelyk beflooten, nog wederom en Raaden beraamden, in November, eeni- zesduizend guldens, voor de Volkplantin- ge voorwaarden, ten behoeve van zulken, ge, te ligten. Men maakte eenige veran- die zig aldaar zouden willen nederzetten, dering in de voorwaarden, ten behoeve der om den grond te bebouwen en te beplan- Planteren opgefteld, alzo dezelven al te na- ten. De Hertog van Savoje, misnoegd op deelig bevonden werden voor de Stad (q). De zyne Gereformeerde onderdaanen, in de Planters, die hunne goederen, immers ge- dalen van Piemont, bekend by den naam deeltelyk , zonden werwaards zy wilden, van Waldenzen, hadt dezelven,.federt eeni- werden nu, onder anderen, verpligt, om |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gen tyd, naar hun oordeel, te hard gehan
deld, en genoodzaakt, hunne wooningen te verlaaten. Voor deeze luiden, was, hier te |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dezelven alleen naar deeze Stad te zenden.
Doch
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(h) AlTZRMA III. Deel, bl. 1240.
(i) Groot-Memor. N. IV. f. 96, 10«.
(kj Holl. Merc. van iS$6. bl. 12.0. DOMSELAAlt VI«
Boe(^, bl. 407 enz.. COMMELIN bl. II57.
(I) Groot-Memor. N. V. ƒ. 51, 79, gt verfo. (ra) Relbl. Vroedfch. Ar. A. n Nov.. 1656. f. Ijï verfo, \n) Refol. Vroedfch. ƒ.». A. 3 Maart l6S7-f. 19»i/érfi- (o) Refol. Vroedfch. Lt. A. 4 Julj, 7 Sopt. lósj.f.ziS- (p) Refol. Vroedfch. L'. n. 11 April I6>S. ƒ. 16. , (q) Rcfel. Vroedfch, L'. E. 19 OiUb. aa Dec. !«»•ƒ•
ss, 72,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(c) Keutb. M. ƒ. 23 j, 23«, «)9«'/',
|
244)
|
24.J verfo,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ï4fi ,149, 2Jo,iSI verfo, 257,258.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(d) Refol. Vroedfch. lt. A. 30. Jttlj
|
'SJS. ƒ. 2, verfo.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Handv. bl. 123, [169.]
(e) J. de Laat Bcfchr. van Weftindie, bl. 83 enz,.
(f) Memorie van 28 Febr. !«$+. in 't Verbaal van H
BEVERningk bl. 608 mx.. (X) Refol. Vroedfch. Lt, A. 3 Maart 165$. f. 7«.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
v.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||
XVII. Boek.
|
||||||||||||||
595
|
||||||||||||||
%S.
|
Doch dit punt werdt, in 't begin des jaars
1659, m zoverre, veranderd, dat zulke Planters, die de kollen hunner overvoerin- ge aan de Stad voldaan hadden, hunne waa- ren mogten voeren, werwaards zy wilden, behalve de Pelteryen, en de waaren , die zy naar 't Ooflen,naar 't Noorden, of naar de Nederlanden wilden fchikken; alle welken zy gehouden zouden zyn, herwaards te bren- gen (r). Doch het onderhoud deezer Volk- plantinge viel der Stad in 't begin zo fcha- delyk, en 't gene van daar gebragt werdt, leverde zo weinig uit, dat men, inSeptem- tember daarna, befloot, Zig dezelve weder- om kwyt te maaken, enze, ten befte moge- lyk , aan de Weflindifche Maatfchappye wederom over te doen (Y); doch deeze toon- de hiertoe geene gezindheid altoos. Mid- lerwyl, werden 'er, in de jaaren 1660 en 1Ó61 , nog wederom negenentwintig dui- duizend tweehonderd en vyftig guldens, ten behoeve der Volkplantinge, geligt (r): en in 't jaar 1662, aan vyfentwintig Huisge- zinnen van Mennitlen, die zig derwaards begeeven wilden , honderd guldens ieder toegedaan (w). Van dien tyd af, begon de Volkplanting te bloeijen. De Scheepvaart en Koophandel derwaards, die gedeeltelyk gefchiedde voor Stads rekening, nam toe (V). Doch de oorlog met Karel den II., Koning van Groot-Britanje, die, in 't jaar 1664 , ontflak, deedt alles van gedaante verande- ren. De opkomende Volkplanting werdt, in 't zelfde jaar, omtrent den aanvang van September , door Robert Holmes , bemag- tigd(io). De Koning behieldtze, by de Vre- de des jaars 1667. Nieuw Nederland werdt, federt, Nieuw Tork vernoemd, welke naam ook aan Nieuw Amfierdam gegeven werdt. Ondertuffchen , hadt de Vroedfchap van Amfierdam, in't jaar 1665, beflooten, het Burgerregt deezer Stad te fchenken aan de geweezen Burgers van der Stede Volkplan- tinge in Nieuw Nederland (x). De Regeering van Engeland hieldt, in 't
jaar 1656, waartoe wy nu wederkeeren , ter gelegenheid der Vredebreuke met Span- je fj), Oorlogsfchepen in de Spaanfche en in de Middellandfche zee, die ondernamen, de Koopvaardyfchepen van ingezetenen van (r) Refol. Vroedfch. L'. B. lo Maart i«j». ƒ. 91.
(s) Refol. Vroedfch. L'. B. 30 Sept. 16S9. f. ISi verfa.
(t) Refol. Vroedfch. Lr. C. 25 ^Aug. 16 Nov. 1660, 6 Jan.
S May I66I. ƒ. 50 verf«, 82,99, 132. (u) Refol. Vroedfch. Lr. C. 20 ^April 1662. ƒ. 192.
(v) Refol. Vroedfch. L'. C. zzFebr. 10, 16 Maart J6S).
J. 233 verfa, 24.0, 244. L'. D. 10 *Aag. 2+, 26 Otl, 1663. f' 26, 48, 4». ,(w) Brieven van en aan den Raadp. DE Witt, IV. Deel,
t'- 386, 387. Holl. Merc. van 1664. bl. 152. Vaderl. Hift. *«1. Deel, bl. 119. (*) Refol. Vroedfch. /.'. E. 26 Aug. I66j. ƒ. ig,
O) ZU Vaderl. Hift. XII. Deel, bl. jsj.
|
|||||||||||||
deezen Staat aan te houden, te onderzoe- k5<-(5.
ken, en, op vermoeden dat zyContreban- ' de goederen voerden, op te brengen. De Scheepvaart deezer Landen , en die van Amfierdam in 't byzonder werdt, hierdoor, geweldiglyk, belemmerd. Het Collegie ter Admiraliteit hier ter Stede en de Regeering zelve (z) hadden, over 't gedrag der En- gelfchen, reeds meer dan eens, geklaagd ter algemeene Staatsvergaderinge, zonder dat 'er eenig beßuit op gevallen was. Het Heimelr- Collegie vondt dan goed, zelf eenige orde ke lad ' te flellen, geevende den Bevelhebber Gi- äer Ad- deondeWildt, den Vice-Admiraal Michiel™^^ Adriaanszoon de Ruiter, en den Kapiteïnen. stede, der fchepen, die onder hunne vlagge voe- om zulks ren, heimelyken lafl, den derden Novem te TOM- ber gedagtekend „ om denEngelfchenOor- komsn- „ logsfehepen, in zee, behoorlyke eer te „ bewyzen, met het flryken der vlagge, 't „ laaten loopen van 't marszeil, en het doen „ van eenige eerenfehooten. Zo de Engel- „ fchen de Koopvaarders onder 's Lands „ Convoi wilden onderzoeken, onder voor- „ wendfel, dat dezelven naar vyandelyke „ Plaatfen gefchikt waren, moefl men hun „ voorhouden,dat de fchepen hier teLan- „ de t'huis hoorden, en geene Contrebande „ waaren inhadden, met aanbieding van 't „ een en 't ander, met de Zeebrieven en „ Paspoorten, te willen bewyzen. Indien „ men, desonaangezien , de fchepen wilde „ aanhouden , opbrengen en ontlaaden, „ moefl men den Schipperen belaften, zulks „ niet tegedoogen. ZodeEngelfchendreig- „ den, geweld te zullen gebruiken, moeil „ men zig gereed maaken, om het metge- „ weid af te keeren; en zo zy tot daadelyk „ geweld overgingen, moefl men 's Lands „ eer betragten, en zig manmoediglyk ver- „ dedigen: maar in beflooten havens, of „ onder't bereik van Sterkten, of onder de „ magtigeVlooten van.BMc? en Mountague, „ moefl men zig van het pleegen van ge- „ weid onthouden." Doch de algemeene Staaten beflooten, eerlang, deeze orde we- derom in te trekken. De Vice-Admiraal de Ruiter, beklaagde zig hierover, in eenen brief van den zeflienden December aan de Admiraliteit, te Amfierdam, fchryvende , onder anderen, in eenen regtfehaapen zee- mans flyl „ dat het intrekken der orde voor „ V Lands Dienaars ondraaglyk was; dat zy, „ by de Koopluiden en by 't gemeen, voor „ eerlooze fchelmen zouden worden uitge- „maakt; dat niemant zyn Convooi zou „ können befchermen; dat de minfle En- „ gelfchman hen zou zoeken tehoonen, de „ fche-
(z.) De Witt Brieven, III. Z)«;, bl. 117.
Hhhh 3
|
||||||||||||||
1)6 S«
|
||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
IL Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
596
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
i6fi
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
zou. De Stad, om dit onheil te verhoeden»
verwierf, derhalven, op den zeventienden Auguftus deezes jaars, Oclroi van's Lands Staaten, dat niemant in de gemelde Am- bagtsheerlykheden zou mogen flagturven, dan met bewilliging van Burgemeefteren » als Ambagtsheeren (d). . De voorflag, die, al voor twee jaaren,
in de Vroedfchap deezer Stad, gedaan was, om het Vegtwater in, of ten minfte nader aan de Stad te brengen, werdt, in de Len- te deezes jaars, wederom vernieuwd. Men hadt reeds een Ontwerp gemaakt, om eene Graft te graaven, uit de Vegt by Nigtevegt, door het Land van Oud of Klein Muiden, onder Holland gelegen, tot in het Gein ; welke Graft groot gemak toebrengen zou aan de Brouwers , die nu veel gereeder by 't Vegtwater zouden können komen dan voorheen,en niet door Weesp behoeven te vaaren, waarom zy, omtrent deezen tyd, duizend guldens 's jaars, voor 't gebruik van zulk eene Graft, uitbooden. De koften van 't werk werden op twee en veertig duizend guldens begroot, en Volkert Gerritszoon Kr ook hadt 'er Oftroi toe verworven van 's Lands Staaten, het regt van welk O£troi hy, eer- lang , aan de Stad afftondt. Men befloot, in Juny, voort te vaaren met het werk (e). De voornaamfte zwaarigheden in het zelve waren, dat de ontworpen Graft zou können gebruikt worden tot eene doorvaart voor fchepen, tot groot agterdeel voor de Stad Weesp; en dat Amftelland, door dezelve, zou können belaft worden met vreemd wa- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
1656. »» fchepen te onderzoeken enteneemen; en
,, hen nog als Jan Gats uitlagchen enz." De Ruiter kreeg hierop laft van de Admi- raliteit te Amfterdam, om zig aan de ge- heime orde te houden. Zeeland nam dit zeer euvel. Doch men meende, dat de Admiraliteit dien ftap, niet zonder kennis der Staaten van Holland, gedaan hadt («). Ondertuflchen, vind ik niet, dat 'er, ten deezen tyde, iet van belang, tuflchen de EngelfcheOorlogsfchepen en de onzen voor- viel. De Stad Het toeneemen van het getal der ingeze- ftaat der tenen in Amfterdam, welk ook het getal Diaconie der behoeftigen deedt toeneemen , gaf, om- plaats tot trent (jeezen ty(jj gelegenheid tot deopreg- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
ö
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
e
Wees
huis toe |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
ting van een nieuw Weeshuis der Gerefor-
meerde Diaconie, waartoe de Stad, in den |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
dar-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
aanvang deezes jaars, een ftuk gronds by
de Zwaanenburgsbrugge aan de Diaconie vereerde (£). 't Gebouw werdt, in 't vol- gende jaar, voltrokken. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Zy doet
het klei- ne Loop veld ver- breeden. |
Een uur gaans van de Stad, tuflchen den
Amftel en den Veendyk, in de Ambagts- heerlykheid van Amftel]and, lag, vanouds,, een Weg, het kleine Loopveld genaamd, die |
||||||||||||||||||||||||||||||||
zo fmal was, dat de rytuigen eikanderen al-
daar niet myden konden, naar behooren. De Stad, belang hebbende by het verbreeden van deezen weg, verwierf, den zeventien- den Maart deezes jaars, Oclroi van's Lands Staaten, om de gronden en landen, die tot verbreeding van den weg zouden noodig zyri, volgens de fchatting van de Geregten, onder welken dezelven gelegen waren, te mogen naar zig neemen, en om een Gabel te mogen heffen van twee penningen of een duit, van elk' menfch, die den weg langs ging (V). En in gevolge van dit Oclroi, werdt het kleine Loopveld,kort hierna,op Stads koften, verbreed, 't Slag- De Haarlemmer-Meer hadt, federt vee- naven in \e jaaren, een aanzienlyk gedeelte van de j^jf" Landeryen, gelegen in de Ambagtsheerlyk- heerlyk- heden van Amfterveen, Slooten, Slooterdyk, heden Osdorp en de Vrye Geer, der Stad toebe- der Stad hooren.de , weggenomen. En desonaange- ÏSboo- zien ' Was het durven, in de gemelde Am- den, zon- bagtsheerlykheden, door de oogluiking der der'haar Baljuwen, zofterk voortgezet, dat de Veen- verlof, plailen, die ter diepte van agttien of twintig voeten waren uitgebaggerd , op fommige plaatfen , naauwlyks vyfentwintig roeden van de Meer af lagen: welke ffnalle ftrook, doorbreekendc, een groot gedeelte der ge- noemde Ambagtsheerlykheden, voor eene verderfelyke overftrooming , bloot Hellen («) AITZEMA UI. Detl,bl. 119%, 1199.
(b) Refoi. Vroedfch. Lx. A. 6, iS Jan, 1656. f. ;j,
(fj Handy, tl, 35^.. [123.]
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Doch beide deeze zwaarigheden wer-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
ter.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
den weggenomen, van de zyde der Stad. Zy
verbondt zig, tot voorkominge der eerfte, by 't begin der Graft, in den Vegtdyk al- leen , te zullen laaten fteeken een' duiker met drie keelen, ieder niet wyder dan ze- ven Rynlandfche voeten, en zo laag, dat 'er ook de kleinfle fchuitjes niet zouden door können. Tot wegneeminge der tweede zwaa- righeid, zou zy, ten einde der Graft, en daar dezelve in 't Gein uitkwam, een fluisjelaa- ten leggen, met zulke fchutdeuren voor- zien, dat het Vegtwater, daardoor,ten al- len tyde, uit Amftelland zou können gehou- den worden. Op deezen voet, werdt,den veertienden September, eene overeenkom!! geflooten tuflchen Burgemeefteren van Am- fterdam en Dykgraaf en Heemraaden van Amftelland (ƒ), die, vooraf, door den Raad, was goedgekeurd (g). Ook kwam men over- een (d) Handy, bl. 3Z3.
(e) Refol Vroedfch. ir. A. 18 Maart, 14 Juny iöjfj. ƒ•
8z -verfo 3 11 o verfo. (f) Groot-Memor. N. IV. ƒ. in, 113. Handv- *'•
43^- [iJ3.] U) Kefol. Vroedfch, Lr. A. 11 Sept. I6j6. .ƒ. M7veri°>
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
XVII. Boek.
|
|||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||
597
|
|||||||||||||||||||||
IC5<5. een met de Brouwers, dat zy, voor 't ge-
bruik van 'c Vegtwater uit de"nieuwe Graft, vyftien honderd guldens 's jaars betaalen zouden: doch zo 't werk minder dan vyftig duizend guldens koflte , naar gelang zo veel minder, gerekend tegen drie ten honderd (/ƒ). 't Werk bleef nogtans fteeken. In 't jaar 1663 , verzogten de Brouwers nog, dat het mögt worden voortgezet (i). Doch het is, ft tot nu toe, agter wege gebleeven. ü!,*pad De Steden Amfterdam en Gouda, over- laar m eengekomen zynde wegens hetmaaken van Vda eene Vaart en Trekpad tuffchen de twee ^aakt. Steden , hadden daartoe , op den zesden April, 06troi verkreegen van 's Lands Staa- |
|||||||||||||||||||||
Men begon met. de verfterking van het Ei- lt557.
land Kattenburg. De ingezetenen aldaar, , hadden, reeds in 't jaar 1655, geklaagd, Sten- dat zy, des nagts, door het ophaal en der burg brugge, gelegen ten einde van het Kiland, worde van de Stad werden afgefneeden (q). Men beti"1" befloot, hierop, de brug te verleggen, enra een Wagthuis te Hellen op het uiterfte Bol- werk (r). Sedert, werdt nader op de ver- fterking van Kattenburg geraadpleegd (J"). 't Werk werdt, eerlang, tot volkomenheid gebragt, en de tot hiertoe onbetimmerde erven op het Eiland, van Stads wege, ver- kogt. Onder anderen, vind ik, dat de Stad, in 't jaar 1660, twintig erven op Katten- burg, tot zeshonderd guldens ieder erf, ver- kogt heeft aan Henrik Rufe, buitengewoon Ingenieur alhier, die beloofde, dezelven, tot fieraad der Stad, te zullen doen betimme- ren (t). In den aanvang des jaars 1657, was reeds beflooten, den grond, benoorden de nieuwe Vaart op Kattenburg en verder gelegen, tot aan en omtrent Outewaal, zo aan de Admiraliteit als aan anderen , tot Scheepstimmerwerven uit te geeven (ii); gelyk , federt, gefchiedde. De vergroo- ting der Stad aan de Ooflzyde werdt toen vlytiglyk voortgezet: en zy verwierf, op den tweeden May des jaars 1663, het ge- woonlyk OcTrroi van 's Lands Staaten, om de erven, die binnen de wallen getrokken wer- den , volgens de fchattinge van Schepenen, te mogen naar zig neemen (ü). By de Vroedfchap deezer Stad was, in De Stad
November des voorleeden jaars, in beden- raad- king gekomen, of men, uit kragte van hetP,eeëtoP Oftroi, den agtentwintigften July des jaars jjf^jj* 1523, door Keizer Karel den V., aan die varj eeu van Nieuwer-Amftel of Amfterveen, tot het Paarde- houden eenerPaardemarkt,op de twee laat-markt, fte dagen in Auguftns, verleend Qw), ook hier ter Stede, eene Paardemarkt zou kön- nen opregten (x). Doch men oordeelde, na ryp beraad, dat de Stad zig , met dit Oclroi, niet zou können behelpen, zo om dat het zelve, reeds zo oud zynde, ligte- lyk zou können aangemerkt worden als ver- jaard , als om dat de Privilegien een bepaald regt gaven, en zig niet verder ftrektendan tot de perfoon of perfoonen, aan welken de- zel ven verleend waren. Men verftondt nog- tans, dat alle Steden bevoegd waren, om ongetrivikgeerde Paardemarkten te houden, dat
M Refol. Vroedfch. L'. A. 10 Nev. i6ss- fi »7-
(V) Refol. Vroedfch. V. f- *9 £.». 1««. f. 3 3 w/i.
(s) Refol. Vroedfch. Z-'- A. "fc i«ï«. ƒ. IJ2 verf,,
(t\ Refo Vroedfch. L*. B. 28 Jan. i<«o. f. Ho v„r
fö Refol'. Vroedfch. U.A. i, ?*«. l«S7. ƒ. „,. J
V„) Haodv. bl. i. [887.]
(w) Handv. bl. }2I.
\X) Refol, Vioedfch, /.'. A. II Nev. lS$6.f. i;j,
|
|||||||||||||||||||||
16
|
|||||||||||||||||||||
'57. ten (£). De Staaten van Utrecht, over
welker bodem, omtrent den Uithoorn, de Trekweg, voor een klein gedeelte, loopen moeft, verleenden haar , den zeïlienden July des jaars 1657, een diergelyk Oclroi (/): waarna 't werk, tot groot geryf der beide Steden, in korten tyd, voltrokken werdt. A11^ In de Lente deezes jaars, klaagden, on- |
|||||||||||||||||||||
<*da;
|
|||||||||||||||||||||
i)ers"m" der andere ingezetenen deezer Landen, de
^agen Koopluiden van Amfterdam zeer over de (^>' den zwaare tollen, die, door den Graave van £ls te Oldenburg, te Elsvliet beneden Breemen, c- gevorderd werden. Men tradt, van wege de algemeene Staaten, hierover in onderhan- deling met den Graave (?«); doch daar ver- liep vry wat tyd.s, eer men hem van gedrag kon doen veranderen. De uitrufting ter zee, die, in 't voorlee-
CT den jaar, begonnen was,hadt eenigeagter-
^de^'fdogt verwekt aan 't Spaanfche Hof, daar
Ate vermoed werdt, dat men 't daarmede op
«la^f- Spanje hadt aangezien. De Spaanfche Am-
^aitj°nt" baffadeür , Don Eflevan de Gamarra , gaf
zulks den Staaten te kennen. Doch hy werdt
haaft geruft gefteld («). 't Belang van den
Staat vorderde het onderhouden der herftel-
de vriendfehap met Spanje. Men begreep
zulks vooral te Amfterdam, werwaards de
gemelde Ambaffadeur, in deezenjaare 1657,
een' keer deedt, en treffelyk ontvangen
werdt (o)- Omtrent twee jaaren te voore.n,
hadt men, op zyn verzoek, hier ter Stede,
een Engelfch jongman, Richard genaamd,
ï>e $t , in het Tugthuis gezet (p).
\(jt. Het ontwerp om Amfterdam aan deOoft-
r> de' zydeuit te leggen, en te verfterken, welk
^ 2y- voor veele jaaren genomen was, werdt, om-
' Ver" trent deezen tyd, ter uitvoeringe gebragt.
V>) Handv. bl. 434. [u+>]
V) Refol. Vroedfch. Ir. C. 14 n0Vm j^j. ƒ. tf2.
(k.) Handv. hl, 4z«. [126.]
tO Handv. bl. 417. [117.]
(m) AlTZEMA IV. Deel, bl. 19« e»z,
t») Vaderl. Hift. XII. Deel, bl. 447.
C«; Vondels Poè'zy, I. Deel, bl. j87,
iP) «W8t-Memor. N. IV. ƒ. 64- |
|||||||||||||||||||||
II. Deel-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
A M S T E R D A MS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
593
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
By het gemelde ongeluk, kwam, op den 1^59-
veertienden May des jaars 1659, een an-Een 1^^" der. De fteenen brug, op drie boogen,over nen bi|>» de Prinfen graft by de Leliefluis leggende, "or |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
dat zyn zodanigen, waar men iemant, om
fchuld , bekommeren of arrefieeren mag. En hierop werdt goedgevonden, zulk eene Paardemarkt hier ter Stede op te regten, die tweemaal 's jaars, in April en in Au- guftus, gehouden worden, en, t'elken rei- ze, drie dagen duuren zou (y). Doch dit befluit is niet ter uitvoeringe gebragt, of heeft ten minfte geen gevolg gehad. _ De Staaten flooten, in Juny deezes jaars,
een naauw Verbond met Fredrik den III., Koning van Deenemarke, die thans met Zweeden in oorlog was, en van hier , eer- lang, met geld en oorlogsfchepen, onder- fteund werdt (z). 't Sluiten van dit Ver- bond gaf gelegenheid, dat de Koning van Deenemarke, op verzoek van den Heere CoenraadvanBeuningen, Penfionaris van Am- fterdam,en buitengewoon Ambaffadeur der Staaten aan het Deenfche Hof, deeze Stad beveiligde in alle de Privilegien, die zy en haare handeldryvende ingezetenen, van de Koningen, zyne Voorzaaten. ontvangen had- den De brieven, die hier van verleend werden , waren , op den agttienden May des jaars 1658, te Koppenhagen, gedag- tekend O). . . . |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
1657-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
ftortte, onverhoeds, in. Zeven of agt me.n-
fchen lieten 'er 't leeven. E enige anderen, die in 't water gevallen waren,werden,ge- lukkiglyk, gebergd (ƒ). Doch deeze ramp pe BeUfS gaf aanleiding tot het verbeteren van dege-vv^c welffels der Beurs, die nu ruim vyftig jaa- ver' ^ ren geftaan hadt, en welker gaanderyen,b°u ten Noorden en ten Zuiden, begonden te zakken : 't welk , door het inbuigen der booge, waarop 't gebouw ruft, en door wel- ke, de vaartuigen, met geftreeken maften, uit den Amftel in het Damrak, en vandaar te rug, plagten te können vaaren, veroor- zaakt was. 't Gebouw werdt dan, op beide de gemelde plaatfen, uitgebroken, en de ilaauwe boog aldaar met eene halfronde boog onderfteund. De Koopluiden hielden, terwyl de Beurs verbouwd werdt , hunne Byeenkomften in de Nieuwe Kerke, en ver- gaderden eerft, op den eerften January des jaars 1660, op de herftelde Beurs; die, eeni- ge jaaren laater (g), op nieuws, moeit wor- den uitgelegd (£). , Terftond na de gewoonlyke verandering De y$
der Regeeringe in February, werdt, door der & myne Heeren van den Geregte,de rangbe-"11 %? paald tuffchen de Heeren Commiffariffen, ea"|d. in alle de *ondergefchikte Collegien van Re- * JtM geeringe en Regtsoefeninge hier ter Stede: ten* te weeten, de oudfte Commiffariffen in de Magiflrature zouden, in alle de byzondere Collegien, voorzitten, uitgenomen dat de Oud Schepenen en Raaden, in de gemelde Collegien, de voorzitting zouden behouden, als naar gewoonte (i). De Staaten van Holland hadden, onlangs, op^
orde gefield op de grootte der Turftonne te N^t binnen deeze Provincie , ter gelegenheid ?%$. eener nieuwe Ordonnantie aangaande denting^ Impoft op de Turf. Te Naarden, was de b#$* Turfton, naar de voorgefchreeven grootte, da*fa gemaakt. Doch eenige onruftige ingezete- 1>"L nen verwekten , ter deezer gelegenheid, eene byftere beroerte, op den negentienden May. De nieuwe Tonnen werden allen ver- nield: 't huis des Pagters van de Turf op- gebroken en geplonderd, en de Wethou- derfchap der Stede, eindelyk, genoodzaakt, op den eenentwintigden, af te kondigen, dat de Turfpagt, voortaan, geheeven zou wor-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Ko-
ning van Deene- marke beveiligt de Stad in ds voor- heen ver- leende Vryhe- den. 1658. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vrye
vaart op Portugal, onaange- zien den oorlog. |
De Staaten der Vereemgde Provinciën
vorderden, federt eenigen tyd, vergoeding van de Kroone van Portugal, wegens het verlies vanBrazil, welk der Weftindifche Maatfchappye , door de Portugeezen, af- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
handig gemaakt was. Doch alzo deeze ver-
goeding agterbleef, hadt de Staat, in den Herfft des jaars 1657 , aan Portugal den oorlog verklaard (i> Desonaangezien, bleef de vaart en handel derwaards open, en de Admiraliteit te Amfterdam verleende, open- lvk, Paspoorten en Zeebrieven voor goe- deren en fchepen op Portugal. Het zenden van oorlogsbehoeften derwaards was alleen- lyk verbooden (O-
Het fpringenvaneen Kruidmolen aan den
den Heiligen of Overtoomfchen weg, welk den twaalfden September des jaars 1657 voorgevallen was (i), en vry wat fchade veroorzaakt hadt, gaf mynen Heeren van den Geregte, in de Lente deezes jaars 1658, aanleiding tot het maaken eener nieuwe Keu- re, omtrent het behandelen, bewaaren en vervoeren van het Buskruid, en omtrent het maaken der Kruidtoorens langs den Heili- gen weg. Zy was, den zevenden May, ge- dagtekend (e) |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Keur
omtrent het Bus- kruid. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
(y) Refol. Vroedfch. Lr. A. 15, 10 Jan. iSsy.f. u}
:rfo , 187.
(x.) Vaderl. Hift. XII. Heel, bl. 4«i,+s7.
(aj Handv. bl. 60. [»!.]
\b) Vadetl. Hift. XII. Deel, bl. 455.
(c) AnZEMA IV. Deel, bl. ZSJ.
(d) COMMELIN, bl. II69.
(?) Handv. bl. +ÏJ. [67S.]
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
(ƒ) DOMSELAAR VI. Boek., bl, 4ZJ. COMMELW, bl.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
1165 -
(g) Refol. Vroedfch. V. F. 9. <A»g.
(h) DOMSELAAÄ VI. Boe^ bl. +12. |
1668. ĥ 88.
CÖMMELlN , |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
%u
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
IIJ7-
(1) Handv. bl, us.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
XVII. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
599
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ï(%Q. worden, op den ouden voet. 't Gerügt dee-
zer beroerte kwam fpoedig te Amfterdam, daar men op middelen bedagt was, omze te fluiten. Men fchikte, op verzoek, zo ik t meen , der Regeeringe van Naarden , twee of drie Compagnien Stads foldaaten derwaards, die, met den avond, uit Am- fterdam trokken , en, tegen 't aanbreeken van den volgenden dag, onverhoeds, bin- nen Naarden kwamen. De oproerigen hiel- den zig toen ftil. De belhamels werden ge- vat, en geftraft. Eenigen der fchuldigen waren gevlugt. De Gecommitteerde Raa- den hadden, reeds te vooren , vyfhonderd ' guldens beloofd aan elk, die eenen fchuldi- gen zou aanwyzen. Ook kwamen, wat laa- ter, twee Compagnien van de Lyfwagtder Staaten van Holland in Naarden, waardoor de Stad in ruft gehouden werdt (k). De Amfterdamfche Compagnien keerden toen v wederom herwaards.
v0eraeur- m den Zomer deezes jaars,bevondt zig,
111 in den Haage,de Keurvorftin van Branden- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lem den IL De vyftiende droeg het zin- I0\-o.
nebeeld der dankbaarheid voor de bewee- zen dienften van het Huis van Oranje: en de zeftiende de Stad Amfterdam, als eené Maagd verbeeld. Eenige dagen^ hierna , werden 'er,voor 't zelfde doorlugtig gezel- fchap , nog drie vertooningen gedaan, de Krooning van Keizer Adolf van NafTau, dé verdrukte Nederlanden onder 't juk van Spanje, en het Huwelykvan George,Prin- fe van Anhalt, en Henri etta Katharina, Prin- feffe van Oranje, verbeeldende (m). De Vorftelyke Perfoonaadjen, zig eenige dagen verluftigd hebbende in Amfterdam, keer- den, eerlang, te rug naar den Haage. De Keurvorft fchreef, federt, een' brief van dankzegging aan de Stad, waarin hy be- tuigde, ten hoogfte voldaan te zyn, over het onthaal , zyner Gemaalinne aange- daan (re). Wy hebben, ter zyner plaatfe (o), ge- De Stad
waagd van het Verdrag,in denjaare i626,fluiceene gemaakt tuffchen het Hoog-Heemraadfchap nadere van Rynland en de Stad Amfterdam, op de k0mft hoogte van den SIaaperdyk. Die dyk, federt met het het maaken van dit Verdrag, gezakt en we- Heem- derom aangehoogd zynde, ontftondt 'er,™*d' ten deezen tyde, gefchil over dit hoogen, varfilyn- oordeelende de Stad, dat men daarin deland.op peil, by het Verdrag bepaald, overfchree de hoog- den hadt. Doch deeze peil was tegenwoor f,e v*™ dig niet wel te vinden, t Gefchil zou,perdyk> zekerlyk, hooger geloopen zyn, zo men, op den negenden Ocfober deezes jaars, niet overeengekomen ware, om drie nieuwe pei- len te flaan op ééne hoogte, eene aan den negenden fteen van den Ooftervleugel der groote Kolksfluis, te Spaarnedam; eene aan de Damsfluis, alhier, die aldaar aan den buitenvleugel van de Zuidooftzyde der ge- melde fluis, regt onder het peilteken van den Allerheiligen vloed des jaars 1570, ge- field werdt; en eene aan de nieuwe Brug- ge, die aldaar aan de Zuidweflzyde, aan den buitenhoek van 't ukerfte Steenwerk, ten Noordweften van het Damrak, daar de houten brug toen begon, werdt geplaatft. Voorts, kwam men overeen, om den Slaa- perdyk te houden op de hoogte van twee voet en tien duim boven de gefielde peil. De drie peikekens werden , in de Lente des jaars 1660, op de beraamde plaatfen, gefield, nevens nog een vierde, welk aan den Ooftervleugel van de groote Sluis te Spaarnedam, agt voet buiten de buitenfle deuren, op dezelfde hoogte als het teken aan de Kolksfluis aldaar , gefield werdt. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
d>an-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
etibürg burg, Dogter van Fredrik Henrik, Prinfe
fJ?W van Oranje, ende Prins van Anhalt, met d,^'6- zyne Gemaalin, haare Zufter. Dit Vorfte- Üran-Van lyk gezelfchap , en de Prinfeffen, Weduwen |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van Fredrik Henrik en Willem den II.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
f;i
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
alde.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
pooge werden, te Amfterdam, genodigd, door
•^"°- den Burgemeefter Joan Huydecoper, Hee- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wojj!n re van Maarfeveen. Ook begaven de mees
ierter*ten Z*S derwaards, en kwamen 'er aan op |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^e," den negenentwintigften Auguftus. De Ko-
o^'yk ningklyke Prinfes , Weduwe van Willem |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
8en,,ül" den IL, was agtergebleeven, om verfchil
over den rang met de Keurvorftinne te voor- komen: 't welk ook de reden was, waarom zy den jongen Prins, haaren Zoon, die nu omtrent negen jaaren bereikte, en onlangs te Leiden gekomen was, om zig in taaien en weetenfchappen te oefenen , niet her- waards wilde laaten gaan (/). 't Vorftelyk gezelfchap werdt, hier ter Stede, ftaate. lyk ingehaald. De Perfoonaadjen bezagen, een of twee dagen na derzelver aankomft, het Stadhuis , en werden vermaakt met ee- nige vertooningen, door den Digter Jan Vos uitgevonden, en geplaatft op zeftien ftaat- fiewagens, die, over den Dam , en langs de voornaamfte ftraaten en graften der Stad, gevoerd werden. Op den eerften, vertoon- de zig een zinnebeeld van de Eendragt: op de zeven volgenden, die der zeven veree- nigde Provinciën. Op den negenden, zag men Keizer Adolf van Naffau. De vyf vol- genden voerden Willem den L, Maurits, Fredrik Henrik, Willem den II. en Wil- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Op
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Holl. Merc. (m) dappeb , 'hl. is1 «»*.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(K) Groot-Plakaatb. It. Deel, kol. zssi,
■van I6S9. bl.57, (t) AITZEM4 IV. Desli bl. 47°i 47'.
I. STUK.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
V. ƒ. 4.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
\
|
„)| Groot-Memoriaal N.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
.) Zie II. Dtcl, XIII. Boc{, bt.tf9,
Iiii
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
6oo
|
|||||||||||
door affpoelinge, als door 't vervoeren der \dS9'
fteenen, waarin deszelfs fterkte beftondt, elJ Ë^ allengskens, kleiner werdt. 't Zelfde ge- mel0° vaar liep ook Schokland. Ondertuffchen, was, voor allen, die de Zuiderzee beloe- ren, veel gelegen aan de behoudenis dee- zer Eilandjes , onder welken de fchepen zig, by ftormagtig weder, plagten te ber- gen. Amfterdam rekende 'er,vooral, groot belang by. Doch men zag geene kans, om de Eilandjes te doen onderhouden,naar be- hooren,zo lang deHeerlykheid derzelven, gelyk ten deezen tyde, bleeve in handen van byzondere Heeren, die 'er weinig in,- komften uit trokken , en zig hierom niet veel aan derzelver behoudenis lieten gele- gen zyn. De Vroedfchap befloot, derhal- ven, in September deezes jaars,zig, door koop, meefter te maaken van de Heerlyk- heid van Urk (.%-), die van de Staaten van Holland ter leen gehouden, en, nevens de Heerlykheid van Emmeloord , door den Heer Joan van der Werve, bezeten werdt. 't Gelukte, in 't jaar 1660. De Heerlyk- heden van Urk en Emmeloord, welke laat- fte ook verftaan wordt, op Hollandfchen bodem te leggen (y), fchoon Ens geagt wordt tot Overyffel te behooren, werden beide, door de Stad, gekogt (2), die een* der Burgemeefteren tot Ambagtsheer Hel- de , welke, door de Staaten van Holland, met de Heerlykheden verlyd werdt. De jongfte Burgemeefter, Andrïes de Graef, was de eerfte, wien, in 't jaar 1660, deeze eer werdt opgedraagen (a). Op den twee en twintigften July des jaars 1662, verwierf de StadOclroi van 's Lands Staaten, om de vuurboet op 't Eiland Urk, voor welke het Land, federt eenigen tyd, zeer veel was afgefpoeld, binnenwaards te verplaatfon, en van de koften, daartoe vereifcht, aan hun- ne Edele Groot-Mogendheden verflag te doen, op dat deezen, zo dezelven,uit het gewoonlyk vuurgeld,- niet mogten können gevonden worden, op de verhooginge van dat vuurgeld , nader zouden mogen raad- pleegen (b). Burgemeefteren en Thefau- rieren werden, federt, gemagtigd, om het hooge Land omtrent de vuiirboetglooijende . en tot een ilrand te doen maaken, waarop de kragt van 't water mögt gebroken wor- den (J). Wy zullen, by eene andere ge- legenheid , de twee Heerlykheden nader befchryven. De
(x) Refol. Vroedfch. L'. B. 30 Sept. 11559. f. VSU
(y) Refol. Vtaedfch. ir*. LL. 10 Sept. 1737./. 21«. (z.) Groot-Memor. A'. V. f. 39, 6} verft,6S- \a) DAPPER,, bi. 55 I. (b) Handv. hl. 355.
(e) Refol. Vroedfch, Lt. D. 11 Sept. \6&%, f. 3«.
|
|||||||||||
i6"ro Op de koperen plaaten der peikekens, fton-
den de letters S. 1659. P. Q>): welke let- ters S. P. Slaaperdyks Peil fchynen te bete- kenen. En naar deeze peikekens, werdt de hoogte van den Slaaperdyk , federt, ge- fchikt. . Twee De vergrooting der Stad , die nu vlytig-
houten lyk voortgezet werdt, maakte het opregten
Lootfen ^an eene 0f twee nieuwe Kerken noodzaa- lotKer' kelvk. Men hadt, reeds in 't jaar 1656, Snïd g rLden gevonden , eene Kerk te feilen op het Bickers-Eiland, ter plaatfe van eene Maftenmaakery en twee Schuitenmaake- ryen (q). Doch't voltrekken van dit befluic fcheen, om de koften van 't werk, of om andere'redenen, uitgefteld geweeft te zyn. En nu vondt men goed, twee houten loot- fen tot Kerken te timmeren, eene ter ge- melder plaatfe op het Bickers-Eiland, en eene op Wittenburg, by de brug naaft aan 'tMagazyn der Admiraliteit (r): 't welk, terftond hierna , werdt uitgevoerd. Het fterk toeneemen der Gereformeerde Ge- meente bewoog den Kerkenraad, om der Regeeringe te verzoeken, dat het getal der Predikanten met twee mögt vermeerderd worden 0): waarin,eerlang, bewilligd werdt. De Lu- De Lutherfche Gemeente was, met den ther" aanwas der Stede, ook zo zeer toegenomen fchenbe-. etalj datzy, nog voor 't einde deezes hie'T'1 jaars, verzogt, om eene tweede plaats tot plaats tot de oefening van haaren Godsdienft, waar- eene toe zy zeker Pakhuis, op de Brouwersgraft tweede am de zuidzyde, tulTchen de Keizers- en K Prinfen-graft, bekwaam wilde maaken. Bur- gemeefteren en Raaden bewilligden in haar
verzoek (0- Doch toen zy, in 't jaar 16.62, om nog eene plaats in de Konynen - ftraat, ten zelfden einde , verzogt, werdt zulks haar niet toegeftaan, dan onder voorwaar- de , dat zy de plaats op de Brouwers-graft wederom zou laaten vaaren (u). Maar zy verkoos op de Brouwers-graft te bly ven ver» gaderen (V), tot dat haar, in 't jaar 1667, op gelyke voorwaarde, eene plaats op den Singel by 't Kattegat, vergund werdt O), alwaar zy, federt, haare deftige nieuwe Kerk geftigt heeft. De Stad In de Zuiderzee, leggen, en lagen van koopt deouds twee Eilandjes, Urk en Schokland, op Ambagts-weik laatile twee Dorpjes leggen, Ens en heenyk- £mme}oor(i genaamd. Men bevondt, federt vanlSrk eenige jaaren , dat het Eilandje Urk, zo (f) Groot-Memor. JU. V. ƒ• 5,*4. Handv. hl.417,41».
[ijs, 84°]
(a) Refol. Vroedfch. L' A. 7 Dec. I65S. ƒ. 16z verft.
Ir) Refol. Vroedfch. LX. B. 27 Maart 16$9- f. 91- Is) Refol. Vroedfch. U. S. 31 Dec. 1659- ƒ• «S». (») Refol. Vroedfch. Lt. B, 8 , 17 Oec. lóSS.f- 184« :!$>. (»; Groot-Memor. N. V. ƒ.72, verf». (v) F. VON ZESEN , 4/. 21!. (»; Groot-Memor. N'. V. f. IJS verft.
|
|||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XVII. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
601
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De dood van den Prote&or Olivier Krom- ook eenige eerenfchooten deeden, op 't na- 16(0
wel, die in 't jaar 1658 voorgevallen was deren hunner Hoogheden. De Koninp-klv
"" de herftelling der '-"---^------J-------vn.,J„._,.,i1W
J?nil. Koningklyke Regeeringe in Engeland; Ka-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
f °e
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»i
|
d
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
*ksZ rel-de II., die zig thans hier te Lande ont-
Sot.an hieldt, werdt, den agttienden May deezes ^anje. jaars 1660 , tot Koning uitgeroepen , en begaf zig, op de eerfle tyding hiervan, uit Breda naar den Haage, daar hy, den vyf- entwintigften, Koningklyk ingehaald , en door de hooge Regeering begroet werdt (e). |
Kloveniers-Doele. Ten volgenden dage,
werden hunne Hoogheden op 't Heeren- Logement onthaald, en bezagen, vervol- gens , de Godshuizen. Den zeventienden, was hun eene Vorflelyke maakyd bereidop 't Stadhuis, voor welk, ten zes uuren,ver- fcheenen twintig Staatfiewagens , met zo |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Wethouderfchap der Stad Amfterdam , veele vertooningen, door Jan Vos uitgedagL
alwaar de Koning zig, in 't jaar 1658, eeni- Men zag hier Nederland by de wapens der gen korten tyd heimelyk opgehouden hadt zeven oudfte Steden; Koning Jakob den I,; (ƒ), vondt ook geraaden, hem, door eene Koning Karel den I. op het moordfchavot; plegtige bezending, te doen geluk wenfchen. Kromwei meteen bebloeden byl; den Ge- Zy werdt bekleed door de Burgemeefteren, neraal Monk; de Geregtigheid 't geweld " " "-------' ~ CV"" ".....'""J"" en't bedr°g beflrydende; Engeland, ry-
dende m eene zeefchelp; Schotland en Ier-
land; Koning Karel den IL; en de Koningk- lyke Prinfes , Maria. De overige negen vertooningen waren de Eendragt, Keizer Adolf van NafTau, de vyf Prinfen van Oran- je, Willem de I., Maurits, Fredrik Hen- rik, Willem de II. en Willem de III., de Dankbaarheid en de Stad Amfterdam,die, in't voorleeden jaar, aan de Keurvorftinne' |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van de hand, terwyl hy verklaarde, de van Brandenburg, vertoond geweeft waren
vriendfchap, die de Stad hem bewees, eeu- (f). Men merkte op, dat de Koningklyke wiglykte zullen gedagtig zyn (g). Zulke Prinfes zig afkeerig toondevan'tgezigtder betuigingen deedt hy ook, met opzigt op derde vertooninge, waarin haar Vader, Ko- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den Staat in 't gemeen
fpoediglyk. De Stad Amfterdam , de eer van het
|
ning Karel de I., op 't moordfchavot, ver-
beeld werdt. Op den agttienden, deedt de jonge Prins een' keer door de Stad te paar- de, aan 't hoofd der Amfterdamfche Rid- derfchap, die met Oranje-f'jerpen en plui- men verflerd was. Na den middag, ver- maakte zyne Hoogheid zig op 't Y, zeilen- de als Admiraal over honderd jagten. Den |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
S8 *o-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
!»f
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nn.
|
bezoek des Konings van Groot-Britanje niet
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ei 'de hebbende können genieten, nodigde, na zyn
ty1^ vertrek, de Koningklyke Prinfes, zyneZus- Otlans.van ter, en den jongen Prins van Oranje, haa |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
\déen ren Zoon (h), zo ernftelyk, dat zy zig,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^ Am.' vyftienden Juny, met jagten, herwaards be-
|
twintigften, hoorden hunne Hoogheden de
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gaven. Zy werden, omtrent een uur .gaans
buiten de Stad, ontmoet van eene Compag- nie van omtrent honderd Ruiters , uit de |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
preeke in de nieuwe Kerke, daar een ge-
ftoelte voor hun gereed gemaakt was van binnen met tapyten behangen, en van bui»
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aanzienlykften derBurgerye, die 't Vorfte- ten, aartiglyk, met groen loof en Oranje-
lyk gezelfchap Stedewaards geleidden. Een appelen verfierd. Den eenentwintigden, vierdendeel üurs van de Stad, werden hun- vertrok het doorlugtig gezelfchap door de ne Hoogheden begroet, door eenige Af- Veenen naar Leiden, wordende, op gelyke gevaardigden der Regeeringe. Aan de Poort, wyzejds by^de inhaalinge, uitgeleide ge- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ft
|
_____________ ___0,
|
uit
|
vier vende- daan (Q. Vondel heeft de gedagtenis
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
len beftaande, tuflchen welke, de doorlug- van den paardenrid des jongen Prinfen be-
tige Perfoonaadjen door reeden ; terwyl'er, waard m een keurlyk vers (/), waar hy zig, 'Uit de musketten en uit eenig gefchut,welk onder anderen, dus hooren Iaat: |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
op de blaauwe brug en de naafte bolwerken
Jag, wakkerlyk gevuurd werdt. Op den öam, ftonden eenige Burgervendels, die |
», Prins WILLEM draeft alle Amftelrid-
ders voor,
Verbonden aen Graefs ftandert en kornette.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
U) Vader]. Hift. XII. Deel, hl. 471.
'') AlTZRMA IV. Deel, hl. 589 eng,. U) Vadeil. Hift. XIII. Deel, hl. 6. W n'JZEMA IV. Deel , bl. J94. ihj B.elol. Vroedfch, Lr. c. 4 J»»y >««o. ƒ. zs vtrf.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eer
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
S>
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bl. isi enz..
IV. Deel, il. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(() DAPPK".
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stf.
hl. 42«,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fi I AITZEMA
- Zie zyne Foëzy I. Deel
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
V)
liii |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||
602
|
||||||||||||||||||||||
i6óo-
|
||||||||||||||||||||||
„ HeerWAVEREN en Tulp bewaeren
't fpoor
Des Princen. — — ' |
||||||||||||||||||||||
zer-meelmolen af, lynregt door Zeevank,
tot aan de Stad Edam: van daar,door Kat- woude , tot aan Monikendam ; langs den toenmaaligen weg en vaart, tot aan de Broe- kermeer, en verder tot aan den Waterland- fchen dyk en Volewyk, gelyk te vooren. Voorts, zou men eenen wagenweg maaken, langsde trekvaart, van Hoorn af, tot aan den Waterlandfchen dyk. Om de renten te vin- den der fommen, die tot het maaken deezer wegen, paden en vaarten vereifcht werden, werdt den vyf Steden het heffen eener re- delyke Gabelle toegedaan (p). 't Werk werdt, kort hierna, voltrokken, tot groot geryf der reizigers van Amfterdam naarde andere Steden, of van daar terug. { Amfterdam leedt, op 't einde deezes jaars, Z*3'
geweldig veel van eenen vreelfelykenftorm^, wind, die, 's nagts tulfchen den agttiendenw' en negentienden December, uit den Zuid- weften opftak. Veele huizen, kerken, too- rens werden zwaarlyk befchadigd. 't Kruis, met den weerhaan en bol, ftortte van den Jan - Rooden - poorts - tooren, ten deele op ftraat, ten deele op een der naafte daken. In'tY, floegen vier Fluitfchepen om. Het Veerfchip van hier opHarderwyk dreef al- daar van zyn anker af, en verging met al 'e volk. In Texel, bleeven wel honderd fche- pen: welk verlies de AmfterdamfcheKoop- luiden geweldiglyk drukte (4). J Weinige weeken na dit ongeval, tegen 't Dr-
einde van January des jaars 1661, ontvin-^eaif gen drie voornaame Koopluiden hier ter Ste-^Jti1 \, de, Trip, Boekaart en Scholten, dreigende %po?& brieven van onbekenden, waarby hun be- deflj^, laft werdt, op zekere aangeweezen plaat- z°%j- fen, en binnen zekeren tyd, eene merkely- x ke fommevan penningen, in gouden munt, te leveren, zo zy hun leeven niet in de waag- fchaal ftellen wilden. De Koopluiden gaven 'er den Geregte, terftond, kennis van, welk duizend zilveren Ryders of Ducatons be- loofde aan die de fchryvers aanbragt, met toezegging, dat men den aanbrenger, zo hy medepligtig zyn mögt, ftrafvryheid be- zorgen zou. Te gelyk werdt verbooden, met Piftoolen, Zakpiftoolen, Stiletten en an- dv.r ongeoorlofd geweer, langs de ftraat te gaan. Ook moeften de Herbergiers de vreemdelingen , die by hen kwamen ver- nagten, ter Secretarye aangeeven. Doch de fchryvers der dreigende brieven, die veel- ligt alleenlyk beoogden, den Koopluiden , aan welken dezelven gerigt waren , eenen fchrik aan te jaagen, zyn nimmer ontdekt geworden (r). De (ƒ>) Handv. bl. 428, [838 ]
(q) Koll. MciC. van 1660. bl. 170. DOMSELAAR v*'
Büfk, bl. 415. COMMF.LIN, bl, II6J. (O £>QMS£I.AA&VI.£«e4,&/,4IJ.eoMMEI.IN, bl.lV*"
|
||||||||||||||||||||||
1660.
|
||||||||||||||||||||||
Heime- OndertuiTchen, was, onder de reis der
lykoog- Koningklyke PrinfeiFe naar deeze Stad, een meik ftaatkundig oogmerk verborgen geweeft , |
||||||||||||||||||||||
deezer
reize |
||||||||||||||||||||||
waarvan men nergens, onzes weetens, ee-
|
||||||||||||||||||||||
nig berigt vindt, dan in de Brieven van den
Raadpenfionaris de Witt f» Haare Hoogheid hadt voor, te beproeven , of de Vroedfchap van Amfterdam ook gezind zou zyn, om haaren jongen Zoon , den Prins van Oranje, te voorfchikken tot de hooge ampten , door wylen zyne Hoogheid be- kleed. Zy fprak hierover "met denOud-Bur- gemeefter Cornelis de Graef, Fryheer van Zitidpolsbroek ; en deedt haaren Secretaris Buifero deswege fpreeken met de regeeren- de ßurgemeeileren. Doch alle deeze Hee- ren ontrieden haar , zulk een voorftel te doen aan de Vroedfchap, die zy zigverze- kerd hielden, dat 'er niet toe te beweegen zou zyn. Zy keerde dan naar den Haage, zonder, zo ver my gebleeken is, hier ter Stede, eenigen openlyken voorflag tot be- vordering van den jongen Prinfe gedaan te hebben. Trek- Men hadt, hier ter Stede, al voor eenen -vaart geruimen tyd, geraadpleegd op het maaken naar van een Trekpad en Vaart van Buikfloot naar Hoorn, purmerende (k). Ook was, in'tvoorleeden merende]jaar» geraaden gevonden, eene Trekvaart en over 'te maaken naar Hoorn, zo over Purmeren- Edam en je} ais 0ver Monikendam en Edam. Men *lolV' tradt, hierover, in onderhandeling met de gemaakt. Wethouders der vier Steden (0). Men kwam, * eerlang, overeen: en op den vyfden Juny deezes jaars 1660, verwierven de vyf Ste- den Oclroi van 's Lands Staaten, tot het maaken van trekwegen en vaarten, van de Stad Hoorn af, tot aan en in de Aamfloot; vandaar, door Scherwoude, tot aan den Oudendyk; voorts,tot aan den Oofthuizer- meelmolen; en van daar, aan de eenezy- de, langs de Beemftervaart en Ringdyk , tot aan Purmerende; van daar, tot aan Pie- ter Spieringsfloot, en door de Agterdigtin- ge, langs het water de Bnrge, agter Wa- tergang en Ilpendam heenen, tot aan de Broekermeer, en voorts, tot aan den Wa- terlandfchen dyk: en tot het maaken van een' fchuifweg , van den Waterlandfchen dyk af, tot aan het Zuideinde van de Vo- lewyk toe. Aan de andere zyde, zou de vaart en trekweg loopen, van de Oofthui- (m) IV. Deel, bl. 10. Zie »< Vaderl. Hift. XIII. Dtel,
hl. 37. (n) Refol. Vroedfch. Lr. A. 1% Maan 1656. f.S}. L', B.
28 July 1659. ƒ. 117. (0) lVefol. Vroedfch. Lt. B. 11 Nov, is$s, il, 17«.
|
||||||||||||||||||||||
'«*e».-
|
||||||||||||||||||||||||||||||
XVII. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
6o'
|
||||||||||||||||||||||||||||||
*66i.
ïeteeni
f Ker.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
De gefchillen in de Kerke, tiuTchen de
Voetiaanen en Coccejaanen, die omtrent dee- zen tyd ontftaan w-aren, gaven, hier en daar, aanleiding tot eenige onluften met de Ker kelyken, fornrnigen van welken zig niet ont- zagen , het gedrag der Wethouderen, die tot gemaatigdheid neigden, fcherp door te flryken , in de Kerkenraaden en van den Predikfloel. Onder anderen, durfden fom- migen, die 't met deeze Kerkelyken hiel- den , wel fchryven, dat 'er, te Amfterdam, ten deezen tyde, niet meer dan drie of vier waare Proteftanten gevonden werden onder de Regenten , en dat de overigen Papillen in hun hert, of Vrygeeften en Atheiften wa- ren (Y). Te Utrecht, was, aan twee Pre- dikanten, Abraham van de Felde en Joannes Teeling, die zig, meer dan anderen, ver- zet hadden tegen de Overheid, in July des jaars ió6o, de Stad ontzeid. Van de Vel- de werdt, federt, te Medenblik beroepen. Doch de Staaten van Holland,bedugtvoor zynen onruftigen aart, verftonden, dat hy niet alleen Medenblik, maar ook de gant- fche Provincie ruimen moell. Ondercus- fchen, was het grootfte gedeelte der Ge- meente van Medenblik zo zeer met Van de Velde ingenomen , dat de Regeering al- daar geene kans zag, om hem te doen ver- trekken, ten ware zy met de flerke hand werdt bygefprongen. Zy fchreef dan om Krygsvolk aan Gecommitteerde Raaden, die ßurgemeefleren van Amfterdam ver- zogten, drie Compagnien Stads foldaaten, met de ligte maane, te fchepe, naar Me- denblik te zenden; gelyk zy ook, onlangs, diergelyk getal van manfchap naar Utrecht gezonden hadden. Men befloot hiertoe in den Raad , op den agtften February des jaars 1661 (0- Naderhand , kwam 'er, meen ik, ook nog eenige manfchap uit den Haage te Medenblik. Van de Velde ruim- de de Stad; begaf zig naar Zeeland, en werdt, eerlang, Predikant te Middelburg, daar hy zig zonderling bemind wifttemaa- ken by de yverigfte voorftanders van het Huis van Oranje, en niet fchroomde, de Staaten van Holland, van den predikfloel, te fchelden voor Verhondbreekers (ii). xSfa |
't jaar 1675, wederom in 2ynen dienft te 66
Utrecht herfïeld (u). 1W1' Het drukken en verfpreiden van fchimn <r ,
r u t» r i ï n "-uimp- Keur al-
icnniten , fchoon onlangs ftrengejyk ver- hier te-
booden door de algemeene Staaten , g\n„ gen 't thans, hier ter Stede, zo fierkin zwang verfprei- dat 'er, in Maart en in Odober deezes jaars' £",„ J1 by twee byzondere Keuren , tegen voor- fchriften, zien werdt. 't Geregt verklaarde, dat het Plakaat der algemeene Staaten , in allen deele, zou worden ter uitvoeringe gebrast, en beval allen Boekverkooperen, op eene boete van honderd guldens,de fchriften en gedrukte Papieren , die hun, door onbe- kenden, zouden worden toegezonden, ter- ftond den Schout in handen te Hellen O) t Begraaven by nagt, niet flegts van jon- En om.
ge, maar ook van bejaarde Perfoonen, was, KaK* ten deezen tyde hier ter Stede, tegen <febegraa- overoude en loffelyke gewoonte, zeer In ge- ven b? bruik geraakt; waarom het Geregt, by nagc- eene Keure van den negenden September, beval, dat voortaan geene oude Perfoonen by nagt begraaven zouden worden, en dat zy, die onvoldraagen of kraamkinderen by nagt begraaven wilden, zulks, vooraf, by Requefte, aan de Edele Heeren van den'Ge- regte, zouden moeten verzoeken. En op den twaalfden January des jaars 1663 1 werdt gekeurd, dat van zulk een 'Kraam- kind vyfentwintig guldens boete aan't Aal- moefleniers huis betaald zouden worden. Van kinderen tot tien jaaren oud, vyftig guldens; van perfoonen van tien tot vyf- entwintig jaaren , honderd guldens, en bo- ven de vyfentwintig jaaren, honderd en vyftig guldens , wanneer men dezelven by nagt begraaven wilde (V). Tot het opregten van een nieuw Aal- Nieuwe
moefleniers huis, ten welks behoeve, dee- Aal- ze boeten moeften betaalt werden, werdt m°effe- in Oftober des zelfden jaars 1663 eerfl niers beflooten door de Vroedfchap. Ook wer-Sllwf" den, ten zelfden tyde, meer andere inkom- ften voor het zelve vafïgefteld De Stad fchonk den grond tot het gebouw, welk, aan de Zuidweflzyde der nieuwe Prinfen- graft, tuflchen de Leidfche graft enLeid- fche flraat, getimmerd werdt (y). |
|||||||||||||||||||||||||||||
s
|
||||||||||||||||||||||||||||||
ia-
|
||||||||||||||||||||||||||||||
!c
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Cnaar
|
||||||||||||||||||||||||||||||
de verheffing van Wiliem den III., Prins
Van Oranje, tot Stadhouder, werdt hy,in |
||||||||||||||||||||||||||||||
(v) Tweejaar. Gefchiedeniff. bl. s»s. Vaderl. Hift. XIII.
Deet.bl. sz. SI. XIV. Deel, bl. 4+J- (wj Handv. bl, 571, 57z. [817, S17.] (*) Handv. bl. 97i, 97*- t«11« 874-] (j) Refol. Vroedfch. Lt. C. 17 Nov. 1661. f. 2.l6verfo.
Lr- D. z<s Oü. i6«3. ƒ• }»■ ver£- Groot-Memoriaal .N. y. ƒ• «3. |
||||||||||||||||||||||||||||||
V) Thurloe's Papers Vel. V. ». 66Zt
(f) Refol. Vroedfch. Lt- C. 8 Pebr. i6(l. f. ioj.
(«) Reib). Holl. 18 Sept. K>Ö2. bl, 47.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Iiü 3
|
||||||||||||||||||||||||||||||
TWEE-
|
||||||||||||||||||||||||||||||
6o4
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
TWEEDE DEEL.
GESCHIEDENISSEN
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VAN
E R D A M.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A M S T
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
agttiende boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
T 1662,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS GESCHIEDENISSEN, Wn
tot bet jaar 1671.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gelyke ongelukken; maar ook tegen huis- j5$"
braak en ander geweld te waaken, en, ten dien einde, met de Stads waakers, verfland te houden: te gelyk, werdt hun belaft, de luiden, die zy daarop betrappen mogten, des anderendaags , ter befchikkinge van myne Heeren van den Geregte, óver te le- veren (b). In de Lente des jaars 1663, waren, ne-Ze^
vens eenige andere Ettgelfchen, twee Predi- ëe?jV kanten herwaards gekomen, die vrye Gods- ï^gel' diénftoefening en eene bekwaarne plaats {&& J daartoe verzogten (c). Zy verklaarden, dat bek°j^ zy zig niet hadden können voegen naar het nieVs. ontwerp van eensgezindheid, welk de Ko- 9°^' ning van Groot-Britanje, in zyne Ryken, feni»£' hadt ingevoerd, waarom zy zig van daar hadden moeten begeven. Zy voegden 'er by, dat zy, in de Geloofsflukken,nietver- fchilden met de Gereformeerde Kerken dee- zer Landen, fchoon zy, in 't punt derKer- kenorde, niet volkomenlyk met dezelven eens waren. Men nam, op dit verzoek, het berigt in van de openbaare Engelfche Kerke hier ter Stede, en verftondt, dat de verzoekers luiden van een vroom leeven wa- ren, die niets aanftootelyks leerden, en dat de Stad Rotterdam hun niet flegts eene plaats ter oefeninge van hunnen Godsdienft, maar ook onderhoud voor hunne Predikanten aan- gebooden hadt. Burgemeefteren en Raaden beflooten hierop, den aangekomen Engel- fchen vrye Godsdienftoefening, en eene be- kwaarne plaats daartoe te vergunnen (i). Men hoopte, hierdoor, een goed getal van Engelfche Huisgezinnen herwaards te trek- ken , ten voordeele van de tegenwoordige vergrootinge der Stad. Ook kwamen 'er eeni-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1661 T"\ykgraafen hoogeHeemraadenvanWa-
Overeen- *-^ terland, omtrent deezen tyd, weder- komt* om hebbende ondernomen , het Rietland, met het tuffchen den Waterlandfchen dyk en de Nes Heem- jn >t y, te doen doorgraaven, tot merke- fchap ^^e belemmering van de vereifchte fchuu- van Wa- ring voor Amfterdam; verwierf de Regee- terland, fing deezer Stad provifie van regte ten Ho- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wegens
de Nes. |
ve van Holland, om deeze doorgraavingte
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
fluiten. Partyen kwamen, federt, op den
dertienden February des jaars 1662, in der minne, overeen „ dat die van Waterland „ niet alleenlyk van't begonnen werk zou- „ den afflaan; maar zig ook verbinden, dat „ het Rietland, nimmer, door iemaht,zou „ doorgegraaven, maar, zo 't door affpoe- „ linge verminderen mögt, zonder dat 'er, „ door die van Waterland, des vermaand „ zynde, in voorzien was, door de Stad „ Amfterdam zou mogen befchoeid en be- „ paald worden." Hiertegen verbondt de Stad zig „ om aan die van Waterland twee „ duizend guldens eens te betaalen. Doch „ het Regtsgebied over de voornoemde „ plaatfe bleef aan Dykgraave en hooge „ Heemraaden (a)." |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wagten
omtrent |
De Raaden ter Admiraliteit alhier, in
den Herfft deezes jaars, geraaden gevon- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
het Prin-den hebbende, zekere Perfoonen aan te ftel-
fenhof, jen^ om^ jgs nagts, ten getale van zes,te williüing waaken, in de Wagthuisjes op den Oude- van ''t zyds - Agterburgwal voor de Prinfenhofs- Geregt, fteeg ; en een fchildwagtshuisje te zetten |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aan ge
fteld. |
aan de andere zyde van dezelfde ftraat,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
verzogten, dat' deeze Perfoonen, van Stads
wege, als gewoonlyke Wagters , mogten worden aangemerkt, 't Geregt bewilligde in dit verzoek, op den agtentwintigften No- vember, en magtigde de gemelde Perfoo- nen , om, niet alleen tegen brand en dier- (rfj Gioot-Msmor. N. V. ƒ. «7. Kandv. hl. n;.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(b) Handv. hl. zs?. [g)-9 "]
(t) Refol. Vroedfch. Lr C. lo Matrt i«Sj.
(d) ae:»!. Vroedtcli. U, D. % Jnny iss;.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
*4t i"j
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XVIII. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||
605
|
|||||||||||||||||||||||
^63. eenigen ; doch 't getal derzelve is nooit
jj. groot geweefb. Vir5wé Het vergrooten der Stad maakte het aan-
Jïiarkc" ^ggen van eene nieuwe Vifchmarkt nood- de, zaakelyk, die,in den aanvang deezesjaars, e^' aan den Weftkantvan den Singel ter weder- zyde van de nieuwe Haarlemmerfluis, ge- bouwd (e), en federt de nieuwe en kleine , Vifcbmarkt genaamd werdt. ^■aaken De rioolen,die in de burgwallen uitkwa-
\^ r:oc»- men, veroorzaakten zo veele vuiligheid in üur's'^(iede Stad, dat het Geregt, om de nieuwe !«n ui!' uitlegging hiervan te bevryden, op den veer- |
|||||||||||||||||||||||
Wat 'er van zy; de Peft ontfl:ak ZQ fterk
hier ter Stede, dat er, m dit jaar, negen duizend zeven honderd twee en vyfiil men- fchen begraaven werden, 't Gerügt hier- van , buitens Lands verfpreid wordende gaf gelegenheid tot ftremming des Koop! handels. De fchepen, van hier naar Lon- den gefchikt, moeften eenige mylen bene- den de Stad blyven leggen, en daar dertig dagen vertoeven (T). In Frankryk, moes- ten zy volle veertig dagen leggen. De alge- meene Staaten fchreeven, op 't einde des jaars., aan Koning Lodewyk den XIV. „ hoe „ hun, door de Heeren Staaten van'Ylol- „ land, verzekerd was, dat de befmettely- „ ke ziekte te Amfterdam, toen zy op 't „ hevigft was, nog geen tweemaal hetee- „ woonlyk getal van menfchen hadt weg- „ gefleePt;dat ook de lugt hier te Lande zo „ weinig ontftoken was, dat de befmetting „ aan Amfterdam bepaald bleef, zonder „ tot de nabuurige Steden enPlaatfen over „ te flaan, onaangezien dezelven, dagelyks, „ gemeenfchap hielden met Amfterdam; „ en dat het kwaad, binnen weinige wee- „ ken, zo zeer was afgenomen, dat het, „ in 't kort, geheellyk zou opgehouden zyn f Zy verzogten, ten befluite „ dat de Koop- „ handel vän Amfterdam, door 't langop- „ houden der fchepen, niet mögt geftremd „ worden (f)." Doch 't getal der dooden 166*4. te Amfterdam bleef, doorgaands, verre over de tweehonderd ter weeke, in 't volgende voorjaar, en vermeerderde, in den Zomer, tot over de agthonderd, negenhonderd en duizend toe. Veele voornaame luiden hiel- den toen hun verblyf op 't Land, onder an- deren ook veele Jooden, die in de Bever- wyk hunne toevlugt namen. De Keuren van 't jaar 1655 (k) werden, voor 'c grootftege- deelte , vernieuwd. En alzo de befmetting zig nu ook door gantfch Holland verfpreid hadt, ftelden 's Lands Staaten ook eenige orde, om den voortgang derzelve te fluiten De Staaten van Zeeland verbooden aan al' Ie fchepen, die van Haarlem , Leiden of Amfterdam kwamen, het inkomen in hun- ne Provincie (T): waarop, ook hier ter Ste- de, in beraad gelegd werdt, of men den invoer der goederen van zulken, die den onzen om de Peft den handel verbooden , insgelyks, niet behoorde te verbieden (jri). Men droeg, hier ter Stede, de gewoonlykê zorg om den voortgang van 't kwaad tellui- ten. Onder anderen, werden 'er eenige Peft-
|
|||||||||||||||||||||||
tienden Juny deezes jaars , keurde „ dat
|
|||||||||||||||||||||||
ver-
|
|||||||||||||||||||||||
boö/ei'" »> niemant, voortaan, eenige nieuwe rioo-
aen' „ len, komende uit de Secreeten, en met „ de burgwallen deezer'Stede gemeenfchap ,, hebbende, zou mogen maaken, op de ,, verbeurte van honderd guldens, en daa- „ delyke flegting der gemaakte rioolen(/)." f^ De Noordfche Maatfchappy, in Frankryk |
|||||||||||||||||||||||
i^ opgeregt, zogt, in deezen jaare, te wege
|
|||||||||||||||||||||||
Vo
|
|||||||||||||||||||||||
^er'dè • te brengen, dat de zwarte Amfterdamfche
Sfter- Zeep niet ingevoerd werdt te Rouan, on- ^fche der voorwendfel, dat,onder dezelve, Wal- ^ifkin vifchtraan vermengd was, die zy thans al- tebeilykleen in 't Ryk invoeren mögt. Burgemees- ^1. teren gaven zig veel moeite, om dit oogmerk te fluiten. Zyfchreeven'erover aande Wet- jhouderfchap van Rouan, en beweezen.dat de Amfterdamfche Zeep met geene traan .gemaakt was. Zy zonden hunnen brief aan den Ambaffadeur der Staaten, den Heere Willem Boreel, diezyn beft deedt, om't be- lang der Amfterdamfche Zeepziederyen te bevorderen (g). Ook meen ik, dat de in- voer der Amfterdamfche Zeep in Frankryk, kort hierna, wederom gedoogd werdt. t^iek- Een Oorlogsfchip van deezen Staat, welk tejg^er lang voor Algiers gelegen hadt, terwyl de tede-peft aldaar, kort tevooren, heviglyk ge- woed hadt, en nog niet geheellyk opgehou- den was, werdt, op de te rug reize, zwaar- lyk met dezelfde kwaaie bezogt. Veele ma- troozen ftierven onder weg. 't Schip kwam, eindelyk, in Texel binnen, en't bootsvolk, voor een gedeelte, hier ter .Stede, met de ziekte onder de leden. Men meent, dat eenigen, die op Kattenburg t'huis lagen en overleeden , de befmettelyke kwaaie , in deeze Stad, allereerft ontfteken hebben. Ook vermoeden fommigen, dat het graaven der nieuwe graften, in de tegenwoordige Ver- grootinge der Stad, waardoor de modderi- ge grond, aan veele oorden tevens, geroerd J^erdt, veel toegebragt heeft, om de be- feetting te doen aanhouden en voortflaan. (e) Keutb. ir. o. ƒ. 11 terfo. Handv. bl? sis. r?6l 1
IX) "E viiTT Brieven I. Deel, bl. 672.. J |
|||||||||||||||||||||||
(h) AITZEMA IV. Deel, il. UZI.
(d) AITZEMA IV. Deel, bl. II53. ((_) Zie II. Deel, XVII. Beek^, bl. J93. (I) AITZEMA V. Deel, bl. 84, 14, , j7g (^Refol. Vroedfch. U. D. 7 0(i, m^ 1J? ^
|
|||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||
6o6
|
|||||||||||||||||||
Onder de bezettelingen deezer Stede , 1664-
hadden, federt lang, eenige ongefchikthe-NieUfl,s den plaats gehad, welken men, omtrentOrd°n' |
|||||||||||||||||||
Peft-Do&oren, Chirurgyns, en Apothekers
aangefteld (n). Doch tegen't einde des jaars, nam de Pefhziekte flerk af. Het getal der begraavenen hier ter Stede was egter, dit jaar, vier en twintig duizend een honderd agt en veertig geweeft (0). Op den eenentwin- twintigften January des volgenden jaars , werdt een algemeene dankdag gehouden, wegens het ophouden der Peftziekte in Hol- land fj>). In den nazomer des jaars 1663, en op
den negenentwintigften April deezes jaars, hadt men, boven de Stad, twee ongewoo- ne Lugtverhevelingen gezien, van dezelfde foort, zo't fchynt, als die naderhand, en voor- al in de tegenwoordige eeuwe, gemeener geweeft, en onder den naam van Noorder- licht bekend geworden zyn. De eerfte wordt befchreeven als eene bleeke vlam of fakkel, uit de lugt nederdaalende ; de andere als een vuurige kloot, die korte dikke ftraalen uitfchoot. Sommigen merkten deeze ver- fchynfels aan, als voortekens of oorzaaken der befmettelyke ziekte, die hier, ten dee- zen tyde, heerfchte (q). Doch de ontdek- kingen der laatere natuurkundigen hebben de °opmerkzaamen van diergelyken waan, reeds voorlang, genezen. Op den twintigften December deezes jaars
zag men, hier ter Stede, zo wel als elders in Holland (r), een zonderling uitwerkfel van eene fchielyke vorft. 't Hadt naauw- e lyks iet gevrooren, toen de bovenlugt, 's nagts ontlaatende, regen nederliet, die zo fchielyk en dik om de takken der boomen vaft vroor, dat een takje van een vinger dik, met het aanvriezend ys, zo dik als een arm werdt. Aan veele takken hingen lange yskegels, zo zwaar, dat zy de tak- ken fcheurden. Geheele boomen werden, door de zwaarte van 't aangevrooren ys, van den wortel afgerukt; anderen gefpleeten, of, tot op de helft, of, van boven tot beneden: veelen van byna al de takken beroofd; welk zonderling verfchynfel zig eerft met den dag vertoonde voor de ingezetenen, die 's nagts alleenlyk 't gekraak der fcheurende Ham- men en takken gehoord hadden, met wel- ken nu de voornaamfte graften alomme be- ftrooid lagen. Wy behoeven niet te zeggen, dat de ftraaten zo glad waren, dat zy be- zwaarlyk gebruikt konden worden. Veele boomen werden nog behouden , door het branden van pektonnen onder dezelven, 't welk het ys fmelten deedt O). (») Keurb. Lr. O. f. 46, 77. Groot -Memor. N. V. ƒ.
US vcrfe, lïl vet/i. (o) DOMSELAAR VI.Boel^, bl. 444. COMMELIN, bl. ilgl.
' (p) Holl. Merc. van 1664.. bl. »i>3. (^) DOMSELAAR VI. Bo'i., bl. 4I6. COMMELIN, bl. 1160.
(r) Holl. Meic. van 1664. bl. 194.
(0 DOMSELAAR VI. £«<. i/.+l/. COMMELIN, &/.II60.
|
|||||||||||||||||||
1664.
|
|||||||||||||||||||
deezen tyd , geraaden vondt, te ftuiten.nan^.
Ook moeften, met de nieuwe Vergrooting^ge. . der Stad, de wagtplaatfen vermeerderd wor-c den (t). Men maakte dan, op 't een en 't ander, een nieuw Reglement, welk den ne- genentwintigften January gedagtekend was, en waarby,onder anderen, vaftgefteld werdt, dat geen Officier der foldaaten, die nu vyf Compagnien fterk waren , 's nagts uit de Stad zou blyven, zonder verlof van Burge- meefteren, die, wanneer zy tegenwoordig waren, ook bevelen gaven aan de hooge en laage Officieren der bezettinge (u). De Schout by Nagt Cornelis Tromp hadt, ßeg'"'-
in deezen Winter, een Engelfch Koopvaar- fels <£ dyfchip, welk door de Algierfche Kaapersü"^ genomen was, verloft, en hier ter Stede^cS5, opgezonden, alwaar een gedeelte der laa- dinge, aan bederf onderhevig zynde, door 't Collegie ter Admiraliteit alhier, in 't open- baar, verkogt geworden was. Doch alzo de Gezant des Konings van Groot - Britan- je, George Downing, het fchip en de laading te rug eifchte, werdt het een en het ander den Eigenaaren; zelfs zonder datmeneenig bergloon vorderde, wederom gegeven(v). Ook waren, in de Lente deezes jaars, te Amflerdam, en elders in Holland en in Zee- land, fchimpfchriften aangeplakt op den Her- tog van York, Broeder des Konings van Groot-Britanje; waartegen, zo dra 'er de Gezant over klaagde , door eene ernftige Waarfchouwing vandenHove van Holland, voorzien werdt (ra). Men toonde, op deeze wyze, dat men het Engelfche Hof ontzien wilde. Doch Karel de II. fcheen te zoeken naar voorwendfels, om den Staat den oor- log aan te doen, die, nog in dit zelfde jaar, aangevangen, en in 't volgende jaar, open- lyk, verklaard werdt. De Stad Hamburg, verneemende , dat,De ^
hier te Lande , oorlogsfchepen werden uit-den^ geruft, tot beveiliging der Scheepvaart door201"^ de Middellandfche zee, tradt, in 't begin^V'* deezes jaars , in onderhandeling met de^et^ Staaten, om haare Koopvaardyfchepen te doen befchermen door 's Lands Vlooten. De Réfident der Hanze-Steden, Lieuwe van Aitzema, begaf zig, ten dien einde, onder anderen, naar Amflerdam , daar hy in 't Collegie ter Admiraliteit gehoord werdt. Doch men vondt hier niet geraaden, den Koophandel der Hamburgeren, die niet bloei-
(t) Refol. Vroedfch. L'. D. 12, zs Jun. i<6*. f. sz,
$>3 vjrfi. ■ .
(«; Handv. bl. 837- L911-]
(v) Zie AlTZEMA V. Deel, bl, 119. (») Zie AlTZEMA V. Deel, bl. 11 9. |
|||||||||||||||||||
Twee
onge- woone Lugtver fchyn-
fels. |
|||||||||||||||||||
Zonder-
ling uit werk fel eener fchielyk Torft. |
|||||||||||||||||||
XVIII. Boek. '"tf E S C H I ED È N I S S Ë
|
|||||||||||||||||||||||||||
N.
|
|||||||||||||||||||||||||||
607
|
|||||||||||||||||||||||||||
^64. bloeijen kon, zonder dat 'er de Amfterdam- dertufTchen, werdt de Vaart naar 't Noor-
fche Koophandel by leedt, te befchermen. den en de Ooftzee open gefield ten be- Hamburg werdt dan in de noodzaakelyk- hoeve voornaamlyk van den Am'fterdam- heid gebragt, om zelf twee Oorlogsfchepen ichen Koophandel. Het Collegie ter Ad- uit te ruften, tot beveiliging zyner Scheep, miraliteit alhier, gaf, onder dekfel van vaart O), deeze vryheid, ook verlof tot de Vaart naar |
|||||||||||||||||||||||||||
1665.
|
|||||||||||||||||||||||||||
?rde
|
|||||||||||||||||||||||||||
fc
|
|||||||||||||||||||||||||||
'iiee-
|
De Staat was, in 't jaar 1647, met den 't Weden, waarover , door 't Collegie ter
|
||||||||||||||||||||||||||
ting"der K°m"n§ vanDeenemarke,overeengekomen, Admiraliteit in Zeeland, ter Vergadering»
'Schepen,dat de fchepen, van hier op Noorwegen der algemeene Staaten, ernflelyk,geklaagd jNoor-vaarende, tot beter fchikkinge van 't vol- werdt (a). InAuguftus, werden, vier Koop- vaaer^n doen der bektftinge,_op dezelven gelegd, vaardyfchepen, die in Zweedent'hnis hoor- de. ' * zo hier te Lande als in Noorwegen , door den, niet verre van Texel, door de Staat- bevoegde Perfoonen, gemeeten zouden wor- fcheVloote aangehouden. Prins Adolf Joan, den. Doch in't jaar 1658, was meri onder- Paltsgraaf aan den Ryn, die zig toen'te' ling te raade geworden, de meeting,alleen Amfterdam ophieldt, drong fterk op 'tont- hier te Lande , te laaten doen.mids de Op- flag deezer fchepen, verklarende, dal de- zigters enMeeters, van wederzyde, gefield zelven niet naar Engeland, of naar een i-re werden. Van wege Deenemarke , waren andere Plaatfe, die met den Staat in vyarfd- toen aangefteld tot Opzigter Galmei Mar- fchap was, gefchikt waren. Ook vind ik celis, en tot Meeters Jacob Aloffen en Lo- dat dit ontflag, kort hierna', gevolgd is (b~) .dewyk van Wefierbof: en van wege deezen De ongelukkige uitflag van den Zeekrygn |
|||||||||||||||||||||||||||
en-
|
|||||||||||||||||||||||||||
Staat, Henrik Tollenaar tot Opzigter; en deezes jaars gaf aanleiding tot eemgeoproe- g/be-
tot Meeters Jacob^ Dirkszoon Haan te Am- righeid in Holland. Te Amfterdam zelf, weegin- fterdam; Klaas Fredrik Schouten te Hoorn, begon men te morren over de tegenwoor- gen' en Maarten Pieterszoon Edam te Medenblik dige Regeeringe , en te fpreeken1 van de (y). De opzigters mogten alomme hunnen noodzaakelykheid der bevorderinge des dienfl pleegen: ook de Meeters wegens Dee- Prinfen van Oranje (c). Ook was, hier ter nemarke: doch de Meeters wegens deezen Stede, zekere Enge Ifc hm an, Thomas Corney Staat, alleenlyk in de Steden, daar zy ge- genaamd, in hegtenis geraakt (d), op ver- Iteld waren. Voor 't meeten werdt drieflui- moeden of verzekering, dat hy iet brouwde vers van 't laft betaald. Doch over de ver- ten nadeele van den Staat. Hy beleedt deeling van dit loon rees, in dit jaar 1664, onder anderen , dat hy brieven verwagtte eenig verfchil, tuflchen den Opzigter Tol- van Hamburg, die van den Engelfchen Re- lenaar en de Meeters; waarop, by eene Re- fident Zwaan, door middel van zekeren folutie der _ algemeene Staaten van den Jackfin, aan den Engelfchen Gezant Dow- drie entwintigften December, orde gefield ning gezonden werden. Men vondt geraa- ty werdt (2). den, deeze brieven aan te houden en teope- tin ri!s- De oorlog tuflchen Groot - Britanje en nen, om te zien, of 'er ook iet, ten lafte
jke.jf-1" deezen Staat,die,in het volgende jaar 1665, van Corney of anderen , uit te ontdekken terSt.eder openlyk gevoerd werdt, gaf, hier ter Ste- ware (O- Doch of dit gefchied , en hoe 't ^ö^.'de, aan het Collegie ter Admiraliteit gele- verder met Corney afgeloopen zy, vind ik * genheid tot het uitruften van Oorlögs- en niet aangetekend. Een andere Engelfchman Behoeft-fchepen, waarmede, al in 't begin Say geheeten, die zig ook te Amfterdam des jaars, een aanvang gemaakt werdt. Ook onthieldt, zogt, wat laater, Edmond Lud- lieten zig, wat laater, eenige Amfterdam- hw , een'der regteren van Koning Karelden fche Koopluiden beweegen, om veertien of L, te beweegen, om herwaards te komen vyftien fchepen, die te Kadix lagen, op onder verzekering, dat men hem hier ftel- goede verzekeringe der Provincie van Hol- len zou aan 't hoofd van een goed aantal land, aan den Staat in't gemeen ten oorlo- van Krygsvolk, welk men, van hier, naar ge teverhuuren.Deuitruftingterzeewerdt, Engeland zou zenden, om, met hulp der hier ter Stede, bevorderd, door eenige bui- Engelfche Repu bliksgezin den, de Regee- tengewoone Gemagtigden der algemeene ring aldaar te veranderen. Doch Ludlow Staaten. Van een der uitgeruftte fchepen, leende geene ooren aan deezen voorflag(/). in Texel leggende, verliepen, eerlang-,wel De Engelfche Vloot zig vertoond heb- Voor- |
|||||||||||||||||||||||||||
vier en zeftig matroozen, vier van welken,
hier ter Stede, gevat werden. De zeekryg viel, dit jaar, niet voorfpoedig uit. On- |
|||||||||||||||||||||||||||
________________ ben- zorg.hier
U) AlTZF.MA V. Deel. il. 15* , +»» , 438 , 4j 1 J0,
(i) AITZEMA V. Deel, bl. J49 , j5o. (c) Vadcrl. Hift. XIII. Deel. tl. ij», 1$u
(d) Gtoot-Memor. N. V. f. isi verfi.
)e) Refol. Vioedfch. Lt. E. 24 July lSS .
(f) ludlows MeiBous. KW. m. ^ i}J.,' 3' Kkkk
|
|||||||||||||||||||||||||||
(x) AiTZEMA V. Deel, tl. 33 3, 3 34.
O) Grout-M^mor. N. IV. ƒ. 1.9».
(x.) Zie AlTZLMA V. Deel, tl. 2-iS. ««rj.
I. STUK.
|
|||||||||||||||||||||||||||
ti. 177.
|
|||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A M S T E R D AM S
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
<5o8
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ï6&
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1665.
ter Ste-
|
bende voor Texel, gaf zulks gelegenheid
aan Burgemeefteren van Amfterdam , om |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zyne dikwils herhaalde klagten, aan hunne
Hoog-Mogendheden , dat "hem zyne vier fter* |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de, ter .Kapitein Tak, met tweehonderd man uit de
gelegen- bezetting deezer Stede, derwaards te zen-
heidyan Jen^m tegen eene landing te waaken. Den
Sehen Biffchop van Munfter, aangezet, en inftaat
en Mun- gefield door den Koning van Groot-Britan-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
l5ein
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kinderen, binnen Aath in Henegouwen, uitK
|
'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dat
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
louteren haat tegen zynen Godsdienft, na"pe^a'
tien jaaren lang, onthouden geweeft waren, dereo» Men hadt, van wege deezen Staat, lang en do0^." vergeefs, aanzoek gedaan, aan 't Hof te-J**, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bruffel, en by den Spaanfchen Ambaffadeur r^°
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fterfcherije, die den Ridder William Temple*heime-
|
fr
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
oorlog. -lyk, naar Munfler gezonden hadt,om hem-in den Haage, om de uitlevering deezer Jäe
byfland in geld aante bieden (g), den Staaten kinderen ,^en eindelyk, in Oktober des jaars 'ff "je
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1664, beflooten, eenige Prieftcrs of Paapen **'^
uit Spaanfch Vlaanderen te ligten : en dit h(^W' befluit was van zo veel klem geweeft, dat de Ambaffadeur beloofd hadt, de kinderen |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
federt den oorlog verklaard hebbende, en met
. zevenduizend of agtduizend man in Gronin- gerland geruktzynde, verzogtende Staaten van Holland de Stad Amfterdam, dat zy twee |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Compagnien wilden zenden naar Groningen, op het Fort Rouge te zullen leveren: welke
tot verflerking der bezettinge, alzo men zig belofte nogtans nog niet naargekomen was |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
verzekerd hielde, dat de Bilfchop het oog
hadt op die Stad. Doch men verftondt hier, dat men de veiligheid van Amfterdam in ge- vaar Hellen zou, zomen de Stad thans ont- blootte van bezetting; waarom beflooten werdt, het verzoek der Staaten, beleefde- lyk, van de hand te wyzen, hun egter de tweehonderd man , die , onder Kapitein Tak, naar Texel gezonden, doch daar nu minder noodig waren, aanbiedende (h). Wy- ders, werden de Burgerwagten , hier ter Stede, verfterkt, waakende men nu, by da- ge en by nagt, met drie Compagnien om den ,agttienden nagt, daar men, te vooren, met twee Compagnien, om den zevenentwintig- Hen nagt, gewaakt hadt (i). Ook werdt, in verfcheiden' andere opzigten, gezorgd voor de verflerking en bewaaring der Stede (k). De Ko- De Koning van Frankryk, die den Staat,
ningvan eerlang, hulp toezondt tegen den Biffchop
Frankryk van jviunfter, en wien men fterk aanzogt,
|
Ondertuffchen, waren den Vader zyne kin-
deren , door eene Sententie van den Hove van Holland, reeds in 't jaar 1658, toege- weezen. Hy verzogt dan nu , dat het be- fluit om eenige Priefters te ligten, eindelyk, mögt worden in 't werk gèfléld, De alge- meene Staaten vonden zulks ook geraaden, en fielden 'er orde toe, in geval de kinde- ren , binnen veertien dagen of drie weeken, niet werden geleverd (m). De levering -ag- ter blyvende, beftonden omtrent honderd foldaaten uit de bezettinge van Sluis den Pater en vyf Schoolmeefters te ligten uit het Collegie van Zoetendaal by Brugge, en dezelven met zig naar Sluis te rug te voeren, om aldaar te blyven, tot dat Gois zyne kin- deren bekomen zou hebben. De Spaanfche Ambaffadeur , Don Eftevan'de Gamarra, klaagde over dit geweld,en drong op'tont- flag der zes perfoonen. Doch men antwoord- de hem,dat hetnietvoor de uitleveringder kinderen te wagten was, en dan, zonder uitflel, gefchieden zou («). 't Is te vermoe- den, dat het een en het ander .federt ge- volgd zal zyn, hoewel ik zulks niet vinde aangetekend. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jo-
pen tim meren, te Am- fterdam. |
-"Dm z'§» ten behoeve van den Staat, te ver-
klaar en tegen Groot - Britanje, deedt, om- trent deezen tyd, eenige Oorlogsfchepen timmeren te Amfterdam, en verwierf verlof |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van 's Lands Staaten, om, tot bemanninge
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Koning van Frankryk klaagde, ten KM
|
te"
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
derzelven, hier te Lande, vierhonderdma-
troozen, Franfchen of andere vreemden, die |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
deezen tyde , over den Genuees Gio Paul des
|
2S
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
niet in 's Lands dienfl waren, te werven, midshun geene hooger gaadje beloovende, danvyftien guldens ter. maand. In Oftober des
jaars 1666, verzogt de Franfche Ambaffa- deur, Graaf' cïEßrades, uit naam van den Koning, zynen Meefter, eene Gefchutgie- tery te mogen opregten, te Amfterdam (/): doch ik vind niet, dat in dit verzoek bewil- ligd werdt. |
ning:
1, in een nieuwspapier van zyn^ank' (
maakfel, eenige nadeelige tydingen vanryk>öf hem verfpreid hadt. Men zal zulks nader een^ verftaan, uit de volgende vertaaling van een ?isV gedeelte van's Konings brief aan denGraa- tg Al,r ve d'Eftrades , die den negenentwintigften &it^ May gedagtekend was; en niet in de ge- drukte Brieven van en aan dien Ambaffadeur |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1666.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Andre Gois, Koopman en Burger hier ter gevonden wordt; fchoon, in het antwoord
Stede, vernieuwde, in July deezes jaars, op den zelven, welk in 't licht gegeven is, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Een in-
wooner van Am- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
melding van 't geval gemaakt wordt (o).
„ Ik heb Lionne gelaft, aan U te fchry- „ ven,
(m) AlTZEM'A V. Deel, bl. 974.
(«; A1TZEM* V. Deel, bl. 975, J17«.
(tj D'ESTJUDES Tim. IV. p. '304.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(s) See TemPLE'S Works Vol. III. p.
(h) Refol. Vroedfcll. /-'. E. 7 Ociab. Zie 00^ AlTZEMV V. Deel, bl. 655. (i) CO.UMELIN. hl. U94. (*J Grooi-Metnor. N. V. ƒ. 179. ('} AlTZBMA V. Heel, bl, 8JS, W* |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'3 , 19.
I66J. /. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3 8 MST fa.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GES C H I E D ENI S S EN.
|
|||||||||||||||
XVIII. Boek.
|
|||||||||||||||
609
|
|||||||||||||||
^ö6. „ ven, over het * onderwerp van den Ge-
M'eS. 3> nuees, die tot Amfterdam woont, ge- , naamd Gio Paul Bonobi of Balbi , die |
|||||||||||||||
komende, den Slaaperdyk, door hen, zou ifö§.
doen bewaaren, en alle hooging aldaar daa- delyk doen beletten (r): gelyk dezelve, ten deezen tyde, ook agterwege gebleeven is. Eene kleine Deenfche of iVoordfche Ge- Deen-
reformeerde Gemeente , die door eenen fche of Predikant bediend werdt, hadt, federt ee- Noord- nigen tyd, hier ter Stede , haaren Gods-^n^c* dienft geoefend in een gehuurd huis, doch, alhier, in de Lente deezes jaars, eene plaats van de Stad verzogt, alzo zy, fchoon niemant onder haar van aalmoeffen leefde, verklaar- de , de koften der huure niet langer te kön- nen draagen. Men ftondt haar eene Loots of Pakhuis toe aan de oude Adrniraliteits Werf, eenen Jan Rombout in eigendom toe- behoorende (j), rmds hieruit geen gevolg getrokken wierdt, om eenige gaadje te vor- deren voor den Predikant, die thans was Chrifliaan Abel: aan wien nogtans, eerlang, van jaar tot jaar, vyfhónderd guldens, uic Stads KaiTe, werden toegelegd (t). Doch deeze Gemeente verliep , binnen weinige jaaren. De Predikant vertrok uit de Stad. En in 't begin des jaars 1674, werdt by den Raad beflooten, aan Burgemeefterentever- blyven, of men hem, zo hy te rug kee- ren mögt, wederom toelaaten zou , of niet °(a). Ter gelegenheid dat de Stad Londen, in Een En-
September deezes jaars, voor een groot ge- gelfc;h deelte, door den brand, vernield geworden F"red/* was, onderwondt zig Richard Made, Predi-h^r ^dc kant der Engelfche Kerke alhier, openlyk openlyk te bidden om de herflelling en voorfpoed voor de dier Stad. Bürgerneefteren, aanfchryvens£tad van de Staaten van Holland bekomen heb- on e" bende, ontbooden den Predikant voor zig, en verftonden uit hem, dat hy, inderdaad, voor de Stad Londen gebeden hadt, met betuiging, dat hy 't voortaan laaten wilde, indien zulks aanftoot geeven mögt. Men vondt egter zulk bidden , in 't heetft van den oorlog met Groot-Britanje, zo onbe- hoorlyk, dat Made, op den tweeden O&o- ber, bevel kreeg, om zig voortaan van 't Predikampt, en van alle Kerkelyke Verga- deringen te onthouden, tot dat hem anders belaft zou worden. Veelligt, zou hy ftren- gergehandeld geworden zyn, zoniet geblee- ken ware, dat hy gewoon was, ook om 's He- mels zegen te bidden over de Vloote en wa- penen van den Staat f» Ondertuflchen, ontbrak het in Amfterdam En-
niet aan zulken, die de onderneemingen der gelfchge- En- zinden te
(f) Reib!. Vroedfch. L*< f. n Nov. 1666. f. Isiverfa
(:) FlLlP VON ZEsEN, bl. He.
<t) Reiol. Vroedfch. Lr. E. 2« M**rt U66. « Juny lu-
<«, Refol- Vroedfch. Lt. K. 28 Ftbr. I674. f ,
lil Groot-Memoi.W. V. ƒ. I«,. J' ' . |
|||||||||||||||
(m. „ f voortgaat de weereld te vervullen met
|
|||||||||||||||
ertk „ booze tydingen, die zeer onbefcheiden
„ zyn, en akyd vol van kwaadwilligheid „ tegen myn eigen perfoon. Ik twyfel v „ niet, of de Staaten, die alle dagen ge- &#£.„„ voelen zo kragtige * uitwerkfels vanmy-
„ ne vriendfchap en befcherminge, zullen „ daarover zodanig een gevoelen betoonen „ als zo onvoorzigtig eene roekeloosheid is j, verdienende, met hem uit te bannen, zo „ verre hunne Provinciën ftrekken. „ Ik begeer dat gy daar van fpreekt met
„ den Heer de Witt, als van eene zaak, die „ my zeer treffende is , en die ik niet twy- „ fele of zal by hem ter harte genomen y*»f/ac.), worden , om my daarinne f voldoening „ te geeven. Indien hy dienftig agt, dat „ gy daarover een Memorie ingeeft aan de „ Staaten, zo blyft niet in gebreke zulks „ ten fpoedigfte te doen. Waarmede ik „ God bidde enz." Men kreeg terflond kennis van'sKonings
fchryven te Amfterdam, daar 't , in de Vroedfchap , geleden werdt. Ook werden drie Raaden Henrik Dirkszoon Spiegel, Mr. Lambert Reinfl,en Mr. Pieter Kloek gemag- tigd, om het n ader te onderzoeken (p). Doch hoe 't met deeze zaak, en met den Nieuws- ^ fchryver afliep , vind ik niet aangetekend. bq S(ad Ónaangezien de overeenkomft, in 't jaar >et^et 1659 , met het Hoogheemraadfchap van jpü van Rynland gemaakt, van welke wy, terzyner b!" s'aa- plaatfe (q), gewaagd hebben, beftonden Dyk- rc^. graaf en hooge Heemraaden, in den Herfft deezes jaars , den Slaaperdyk , voor een gedeelte , wel zeftien of twintig duimen hooger te maaken, dan by de gemelde Over- eenkomft bepaald was, en tot verdere ver- hooging aanbefteedingte doen. Burgemees- teren van Amfterdam, overtuigd van het nadeel, welk de Stad hier van te wagten hadt, gaven 'er der Vroedfchap kennis van. Men befloot, den Penfionaris Hop ten fpoe- digften af te vaardigen aan den Baljuw van Kennemerland, of aan zulke andere Hoofd- officiers , onder welker regtsgebied , de ver- hooging gefchied was, of zou gefchieden; op dat dezelven daartegen mogten voorzien. Te gelyk, werdt geraaden gevonden, een' bekwaam' Officier, aan 't hoofd van vyfcig °f meer foldaaten, buiten om te zenden naar Spaarnedam, om zig,naar gelegenheid van Saaken, te voegen by den Penfionaris, die, by de Hoofd-Officiers geene voldoening be- (f) Refol. Vroedfch. /,. E. 1« 7«"7 J«S«. ƒ. i2j.
(l) IL Oe,L, XVH. Mak., il. 599- |
|||||||||||||||
Kkkk 2
|
|||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
óio
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i667<
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
naar Hamburg gefchikt was; van waar hy
de reis naar Muskou voortzetten zou (z). De Munfterfche oorlog was, op den agt-
tienden April des voorleeden, en de Engel- fche, op den eenendertigden July deezes jaars, met een Verdrag van Vrede geëin- digd (o). En by het laatfte, was Karel de II., Koning van Groot-Britanje, gebleeven in 't bezit van Nieuw Nederland, en van de Volkplanting der Stad Amfterdam in dat ge- weft, welk hy, in 't jaar 1664 , op den Staat veroverd hadt. Men hadt, geduuren- de den laatftgemelden oorlog, befpeurd , dat 'er eenë fterke party was hier te Lande, die de belangen van Groot-Britanje zogt te vereenigen met die des Prinfen van Oranje (b). En hieruit werdt gelegenheid geno- men , om een ontwerp te hervatten, waar' toe, al voor lang, by eenige Steden, en onder anderen by de Stad Amfterdam, nei- ging befpeurd was. Men verftondt, naam- lyk,dat de Prins van Oranje, tot wiens be- vordering verfcheiden' Provinciën fterke be- geerte toonden, onvermydelyk , tot Kapi- tein-Generaal zou moeten aangefteld wor- den , indien de Staat, gelyk te dugten was, wederom mögt ingewikkeld raaken in eenen oorlog te Lande. Doch men oordeelde, dat zulk een hoog Krygsampt hem te veel ge- zags geeven zou in den Staat, zo hem , nevens het zelve, ook het Stadhouderfchap over de meefte en aanzienlykfte Provincies opgedraagen werdt. Men was hierom be- dagt op middelen, om deeze zwaarigheid te voorkomen, en hervatte, ten dien einde, de raadpleegingen over een Ontwerp, om het Stadhouderfchap , voor altoos , afge- fcheiden te houden van het Kapitein-Gene- raalfchap. Hierdoor zou het gezag des Prin- fen van Oranje,zo hy met het laatftgemel- de ampt mögt bekleed worden, merkelyk minder zyn, dan dat zyner Voorouderen geweeft was; en Groot - Britanje, welk, zo men vaftftelde, haakte naar de volkomen verheffing des Prinfen, om zo veel te meer invloeds te hebben op de Regeering van deezen Staat, zou in dit zyn oogmerk wor- den te leur gefteld. 't Ontwerp der fchei- dinge van de twee hooge waardigheden, 't welk, zo fommigen hebben aangetekend (c), eerft gemaakt was door den Heer Gillis Vak' kenier, Oud-Burgemeefter van Amfterdam, was, in 't begin van July, eer nog de vrede met Groot-Britanje geflooten was, door den Raadpenfionaris de Witt, overgebragt ter Vergaderinge van Holland, en aldaar OVer- Cx) AlTZEMA VI. Deel, bl. 2»o. (<•) Vaderl. Hift. XIII. Deel, bl, 202> l6e, \b\ AlTZEMA VI. Deel, bl. 168. (c) Zie Vadeii. Hift. XIV. ttttlt bl. »;.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
j^g.6 Engelfchen begunftigden. De Ridder Tem-
' £fe,diezigthansteBruffelophieldt,hadt,al djjj"" in Maart, aan den Biffchop van Munfter ge- fchreeven, dat een ryk Amfterdamfch Koop- man hem dertigduizend Ryksdaalders zou overmaaken, die tot onderfteuninge des Bis- fchops gefchikt waren. En in Auguftus , fchreef hy naar Engeland, dat, zelfs in Am- fterdam, den Engelfchen veel eers bewee- zen werdt, en dat de Graaf van Stafford, die onlangs derwaards gereisd was, met meer beleefdheids, bejegend was geworden, -dan een Burgemeefter der Stad <» 't Welk ten minfte bewees, dat men hier niet afkeerig was van de herftelling der Vrede. Felle Op den zeftienden Maart des jaars 1667, vorft en begon het zo fel te vriezen, dat het Y voor
fchieiyke Amfterdam, den volgenden dag, reeds digt 1667. laS' en den agttienden begaan werdt. Doch de vorft hieldt maar weinige dagen aan. Op den zesentwintigften, des morgens, gingen nog drie perfoonen over 't Y, naar Water- land, en tegen den avond zeilden de Wa- terfchepen reeds voorby de Stad , fchoon het Pampus,niet voor den negenentwintig- ften, van 't ys bevryd werdt, en de Zuider- zee , voor Uitdam, op den eerften April, nog digt lag (x). Het De Vroedfchap van Amfterdam, de Pre- Poorter- dikanten der op enbaare Kerke te vafterwil-
fchaP lende verbinden aan 't waar belang der Ste- den Pre- de, en hun en hunnen kinderen ookeeneby- dikanten zondere gunft willende bewyzen, befloot, gefchon- jn Auguftus deezes jaars, aan alle tegen- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de-
det |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ling
Reg' |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ringvan
|
AA'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
da
|
11?1
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
fter
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
0ver
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
va»
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
f\i
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
een
|
*
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
0
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ken
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
woordige Predikanten, en aan alle zulken,
die 't Predikampt, na wettig beroep, in 't vervolg, bedienen zouden, het Poorterfchap der Stad te fchenken, zo dra zy zig voor Burgemeefteren vertoond, en den gewoon- lyken Poortereed aldaar afgelegd zouden hebben, zullende ook hunne wettige kin- deren , zo wel voor als na het afleggen van dien eed verkreegen, als Poorters worden aangemerkt, mids zy, die voor het doen van den gemelden eed gebooren waren, dien eed insgelyks kwamen afleggen, wanneer zy den ouderdom van agttien jaaren bereikt zouden hebben Qf). In November, kwam hier te Lande een
Gezant van den Czaar van Muskovie, her- waards gefchikt, tot aankweeking van het onderling goed verftand met deezen Staat. De Agent der algemeene Staaten verzelde hem, op zyne terug reize, tot Amfterdam toe, daar Burgemeefteren verzogt werden, hem en zyn gevolg te willen doen plaatfen op een der fchepen deezer Landen, welk (») See TemPLE'S Works Val. IU. />. »9, SS.
(.V) COMMELIN . bl. H84. O) B.efol. Vroedlch. Zt. E. 9 .Aug, i«67. ƒ. 221.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Musko-
vifche Gezant, hier ter Stede. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ver,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'&f)a*..
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
f
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISS EN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XVIII. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
611
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
m-,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dam niet gelezen voor den derden January ^S.
des volgenden jaars. Ten zelfden tyde, werden, door de Burgemeefteren, de te- genwoordig zynde Raaden, en den Secre- taris, Mr. Wigbolt Slicher, den eed afgelegd op het eeuwig Edi£t, die aldus luidde: Ik belove ende fweere het bovenflaande eeu-
wich Edict , mitsgaders alle de poinclen ende articulen daer inne vervat , heylichlyck ende oprechtelyck te füllen maintineren , oock geen- fints te füllen gedogen, dat daer iegens eenige indracht, ofte infraStie gefchiede , veel min oyt ofte oyt , eenighe propofitie off advis te füllen doen, ofte geven, noch oock te füllen doen doen, off doen geven, die daer iegens, in éenigen deele, flrydich zoude mogen isoefen. Soo waerlyck moet my God
almachuch helpen] Zie hier de naamen der genen, die, hier
ter Stede, den eed op 't eeuwig Edici ge- daan hebben. Burgemeesteren.
Mr. Lambert Reynft.
Dor. An dries de Graeff. Nicolaes Pancras. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
genomen door de Leden: die 't wel haafl
eenpaariglyk goedkeurden. Sedert werdt, ter algemeene Staatsvergaderinge, een voor- flag gedaan, overeenkomlligmet dit Ont- werp. Doch de meeile Provinciën waren oneens met Holland. De Staaten van dee- ze Provincie kwamen, derhalve , op den eenentwintigften December, tot het vaft- flellen eener Refolutie, die reeds den vyf- den Auguflus te vooren genomen was, en federt den naam van eeuwig EdiSl gekreegen heeft. By deeze Refolutie, werdt beraamd, i. Dat het vermogen om in de Ridder- fchap te befchryven altoos aan de Rid- derfchap; en het vermogen om de Ma. giftraaten in de Steden te verkiezen al- toos aan de Steden blyven zou, zonder ooit aan iemant te worden afgeftaan. 2. Dat de ampten, flaande ter begeevinge der Staaten van Holland, altoos door de- zelven zouden begeven worden, uitge- nomen de Krygsampten, omtrent welken, men nadere fchikkingen maaken zou. 3. Dat Holland nooit zou toeftaan, en ter Generaliteit te wege zoeken te brengen, dat aldaar ook beflooten werdt, niet te bewilligen, dat een Stadhouder tot Ka- pitein- of Admiraal-Generaal verkooren werdt; en dat zelfs het Ampt van Stad- houder van Holland zou zyn en blyven vernietigd. 4. Dat de Edelen en Vroed- fchappen der Steden, de Leden der Ver- gaderinge van Holland en de Raadpen- fionaris zig, tot het handhaaven der ge- melde punten, by plegtigen eede, zouden moeten verbinden. 5. Dat het derde punt, in de Inftruótien van den toekomenden Kapitein- en Admiraal Generaal, zou wor- den ingevoegd;zullendehyzig, byeede, moeten verbinden, om daartegen nimmer eenig verzoek te doen (d)." Om den eed op het eeuwig Ediót in de Vroedfchappen der Steden te vorderen, waren gemagtigd de Heeren Fredrik van Dorp, Heer van Maas- dam ,uit het Lid der Ridderfchap en eerfte en voorzittende Raad in den Hove van Hol- land, Gillis Valckenier, Oud - Burgemeefter van AmiTerdam , en Reinier Langewagen, Burgemeefter van Hoorn (e). Doch 'tfchynt, dat hienn, naderhand,
Verandering gekomen is. Immers, de Staa- ten beflooten, op den gemelden eenentwin- tigften December, Burgemeefteren der by- zondere Steden te magtigen om den Vroed- fchappen den eed op het eeuwig Edi6t af te neemen. En dit befluit der Staaten, den Steden, ten zelfden dage, zynde toegezon- den, werdt in de Vroedfchap van Amfter- (<0 Vadetl. Hift. XIII. Deel, hl- »87 <»x.
(') AlTZ&MA VI. Dttl, hl. I«8- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sa
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Raaden.
Nicolaes Tulp.
Cornelis Witfen. Joan van de Poll. Bernard Schellinger. Joachim Rendorp. Joan Blaeuw. Cornelis Geelvinck. Gillis Valckenier. Cornelis van Vlooswyk. Hans Bontemantel. Roetert Ernft. Henrik Hooft. Cornelis de Vlamingh van Ouds-
hoorn. Jacob Jacobsz Hinloopen. Cornelis Bäcker. Joan van Waveren. Frans Reael. Joan van Hartochvek. Jacob van Neck Jacobsz. Joan Corver. Pieter Schaep. Cornelis Graeflandt. Joan Hudde. Vincent van Bronchorft. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dor.
DM. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M'.
Dor D°r
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dor.
Mr.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dor.
Dr.
Mr.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
St
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4
|
e.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tel«,
|
af-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
8i
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M/.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van de zes Raaden, die afwezig waren,
deeden, op den zevenden, deneeddeHee- ren Nicolaes van Loon, Jacob van Neck, en M. Joan Huydecoper;op den negenden,de Heer Nicolaes Rochusz. van Capelle, en op Kkkk 3 den |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ï<*8.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
A M S T E R D A MS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
%11
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
den twaalfden,de Heeren M'.Coenraadvän grenzen van deeze Provincie, en onder an- %0'
Beuningen en Gerard Hajfelaer. De drie open- deren op de verfterking van Naarden, waar- gevallen Raadsplaatfen werden, op den agt- by de Stad Amfterdamzoveel belang hadt. entwintigften, vervuld met de Heeren Joan 't Zal hierom niet ondienftig zyn, dat wy, |
|||||||||||||||||||||||||||||||
1668.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Huift, Mr. Jan ten Groot enlmys en M1. Ja
cob Boreel, die, insgelyks,den eeddeeden. Op den zelfden dag des volgenden jaars 1669, werdt dezelfde eed gedaan, door |
hier ter plaatfe, van 't gehandelde over dit
gevvigtig onderwerp, uitvoeriglyk, verflag doen. Ter gelegenheid van den Engelfchen en pe "jj,
|
||||||||||||||||||||||||||||||
den Heer Leonard Ranß, die toen tot Raad Munfterfchen oorlog, was, reeds op denc0^
verkooren werdt: en een jaar laater, door agtften February des jaars 1666, ter Ver-l t& de Heeren Mr. Willem Bäcker en Mr. M- gadennge van Holland, beflooten,de Pro-^f colaes mtfen, die toen Raaden werden (ƒ). vincie, door het verfterken der Grensplaat- drie }> fen, in eenen genoegzaamen ftaat van ver- delW
dediging en zekerheid te Hellen,'t welk den neJerir Gecommitteerden Raaden, by eene Refo fetot lutie van den vyftiendenJuny des jaars 1667, jee^,, ernflelyk, aanbevolen werdt. 't Geviel, dat ve^6 het Noorderkwartier aan het Zuiderkwar- ^' |
|||||||||||||||||||||||||||||||
DMmdtd
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
ren
|
tier, by afrekening, eene aanzienlyke fom-
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Stede, den eed op 't eeuwig Edicïheeft af- me fchuldig gebleeven was. De Gecom-
eele^d (e), mitteerde Raaden vonden, wat laater, ge- ' De Vrede met Groot Britanje, op welke raaden, deeze fomme te gebruiken tot het
men, hier ter Stede, in gevolge van een verfterken van Naarden, Woerden, Oude- befluit der Vroedfchap, gedenkpenningen water en Schoonhoven. Zy magtigden dan, deedt flaan (b), was nog niet geflooten, toen op den negentienden Oftober des gemelden de Staat reden kreeg om voor nieuwen oor- jaars, den Heer van fVimmenum, die, we- log te dugten , ter gelegenheid van den in- gens de Ridderfchap, den Heer Joan Ele- val des Konings vanFrankryk, in de Spaan- ™an, die, wegens de Stad Leiden, en den fche Nederlanden (i). Men deedt, van de Heer Gerard HaJJelaer, die, wegens de Stad zyde der Staaten, zyn beft, om de vrede Amfterdam , in hunne Vergadering zitting te bewaaren door onderhandeling: men floot hadt, om eerft een ontwerp van 't werk te |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Aanlei-
ding tot de raad- pleegin- gen op de ver- fterking van Naarden. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
maaken, en om het, vervolgens, ter uit--
voeringe te brengen. Den Heeren Eleman en Haflelaer werdt deezelaftopgelegd,niet alleenlyk om dat de Steden Leiden en Am- fterdam , uit welken zy in de Gecommitteer- |
|||||||||||||||||||||||||||||||
de Tripte alliantie oïhst drievoudig Verbond
milchen Groot-Britanje , Zweeden en de Staaten, waardoor aan Frankryks overwin, ningen paaien gefield werden, en waaruit, eerlang, de Akenfche Vrede gebooren werdt |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Doch eer 't nog zo ver kwame, raadpleeg- de Raaden waren afgevaardigd, veel belang
de men, in den Haage, op de middelen, hadden by de ontworpen verfterking der die vereifcht werden tot befcherming van grenzen; maar ook, om dat zy beide, on- den Staat, in geval dezelve mögt ingewik- langsgemagtigdgeweeft zynde, om'sLands keld raaken in den oorlog. In February, Vloote, van gefchut, buskruid en anderen werdt 'er een Verdrag van onderftartd ge- voorraad te voorzien, zig van deezen.hun- flooten met den Biflchop van Osnabrugge, nen laft, met ongemeenen yver en beleid, Hertog van Zeil, die in perfoon te Amfter- gekweeten hadden: en te gelyk met zo veel dam gekomen was, om over dit Verdrag te eerlykheid en fp aarz aamheid, dat de goede handelen (k). En fchoon, ten deezen tyde, uitflag van den Engelfchen oorlog, voor een geloofd werdt, dat de Koning van Frank- groot gedeelte, aan deeze twee Heerentoe- ryk, door zynen Ambafladeur, den Graa- gefchreeven werdt. Men begon, met het ve d'Eftrades , onder de hand, eenige fche- maaken van eene aftekening der verfterkin- pen, tot bet vervoeren van Krygsvolk, hadt ge van Naarden, die beftaan zou in twee doen huuren hier ter Stede (/), hieldt men groote Forten, een tutfchen de Stad en de egter een waakend oog op de oogmerken Zuiderzee, waardoor de haven befchermd van het Eranfche Hof. In den Haage, was en beftreeken zou worden, en een tufïchen zelfs, al in den Zomer des jaars 1667,ern- de Stad en de Naarder-Meer rwaarbyeene ftelyk geraadpleegd op de verfterking der Auis zou worden gevoegd, door middelvan ' '. _ ■ ,' :" welke, men het land om de Plaats onder (fi Refol. Vrocdfch. L*. F. 3 Jan. I6S8. ƒ. n verft tax,. 1 „*+*.„ r\ /-. „«.•
L'.G.ti ja». .67o. ƒ.«. water zou können zetten. De Gecommit- gurg?
\s) B-efoi. vtoedich. u. G. 1* jan. i«7i.ƒ. 8«. teerde Raaden dit Ontwerp hebbende goed- mee(Li>
tb) Refol. Vroedfch. L*. F. 3 J*n. 1668. f. I8. , , , . 1,. . r , °. , ,„n *'
■ \i) vaded.Hift. xiii. Deei, bi. ze». gekeurd (m), werdt er, nog voor 't einde rfV<
(k.) AITZEMA VI. Deel, bl. 510. Van
(l) AiTZEMA VI. Dat. bt. SU. AITZEMA VI. Deel. bl. 4»«.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
G ES € H I E D EN I SS EN.
|
|||||||||||||||||
XVIII. Boek.
|
|||||||||||||||||
613
|
|||||||||||||||||
r'68. van Oftober , door den Heere Haflelaer,
l^kxy. kennis van gegeven aan Burgemeefteren van ^ 'er Amfterdam («), op dat zy de gemaakte af- j^k tekening onderzoeken , en voorllaan zouden, 't.gene zy zouden oordeelen-, by de voor- ' genomen verfterking van Naarden, ten meeflen diende .hunner Stad, in aanmerking te moeten genomen worden. Sommigen te- kenen aan, dat Burgemeefteren zouden ge- antwoord hebben „ dat zy in't werkgeene „keur hadden, en de uitvoering van het „ zelve, geheellyk, overlieten aanGecom- „. mitteerde Raaden (0)." Doch hiervan vind ik niets gemeld , in de Regifters der Stad. De . onpaffelykheid des Heeren van Wimmenum gaf gelegenheid, dat het aangevangen werk, federt, alleen door de Heeren Eleman en Haflelaer, werdt voortgezet, die de noo- dige erven omtrent Naarden, by fchattin- ge, overnamen, en daarna eenige Huizen deeden afbreeken, en de omgelegen plan- taadjen uitrooijen. De vereifchte kielfpit- ting gedaan zynde, werdt, by aangeplakte biljetten, bekend gemaakt> dat de openly- ke aanbefteeding der ontworpen Vefting- werkenvan Naarden aldaar gefchiedenzou, op Maandag den zevenentwintigften Februa- ry deezes jaars 1668. De Heer Haflelaer begaf zig, op den vierentwintigilen, naar zyne Landhoeve by Weesp, Landskroon ge- naamd , daar de Heer Eleman, op Zondag den zesentwintigften, by hem kwam (f), y°°rflag . Elk was nu in de verwagting, dat de be- g?ßur- fteeding, ten beftemden dage, voortgaan tet^es- zou; doch Burgemeefteren en Raaden van v9an c>a Amfterdam hadden, maar twee dagen voor |
|||||||||||||||||
„ alleen het gemeene Land, maar de Stad wj**-.
„ Amfterdam veel belang hadt by de rype " * „ overweeging van den dienft of ondienft „ eener fterke Plaats, die zo na by de Stad •„ gelegen was; dat zy van den HeereHas- „ fe!aer,op hun verzoek, bekomen hadden „ twee Refaktien van hunne Edele Groot- ,, Mogendheden van den agtften February „ des jaars 1666 en van den zeventienden „ Juny des jaars 16Ó7; doch dat de over- „ komft van den gemeiden Heere hierop „ zo kort gevolgd was, dat zy nog geenen „ tyd gehad hadden, om die twee Refölu- „ tien, met de vereifchte aandagt,teovcr- „ weegen, veelmin, over de byzonderhe- „ den van het werk der verfterkinge, hun- „ ne gedagten te laaten gaan, naar behoo- ,, ren." Na 't ovenveegen van welk voor Men be- itel, beflooten werdt „ den Heer Penfiona-fl"it> te „ris Hop, zonder uitftel, te zenden naar wege te „ denHaage,om by GecommitteerdeIlaa-d-f^de"' „ den te wege te brengen, dat de voorge-verfter- „ namen aanbeiteeding, eenige weinige da- king van „ gen, werdt opgefchort, en aan deezen N^rden „ Raade demagtgelaaten, om de zaak, als^f „ nog in zyn geheel, rypelyk te overwee-worde. „ gén.alleenlyk tot den tyddernaafte Ver- „ gaderinge van de Heeren Staaten, om „ daar deszelfs gevoelen te verklaaren, of j, uit deszelfs naam eenig nader verzoek te „ laaten doen (#)." De inhoud van dit be» fluit werdt vervat in eenen brief aan de Hee^ ren Gecommitteerde Raaden, die den Hee- re Hop medegegeven werdt (/). Sommi- gen tekenen aan, dat de Luitenant-Ad mi* raal, Willem Jozef, Baron van Gend, kort te vooren, by eenen der Burgemeefteren van Amfterdam, was komen onderftaan, of het der Regeeringe deezer Stad ook onaange. naam zyn zou, dat hem het Bevelhebber- fchap over het verfterkte Naarden opge- draagen werdt. En zy geeven niet donker- lyk te kennen, dat dit ondertaften Burge- meefteren wakker gemaakt hadt fs). Ook was niet te vermoeden, dat de Stad zulk eene voornaame Hollandfche grensplaats, als men Naarden maaken wilde, gaarne ge', zien zou hebben onder 't bevel van eenen Gelderfchen Edelman, wiens Vader thans Gouverneur was van den Prinfe van Oran- je, die onlangs, ook met bewilliging van, Amfterdam, door de vernietiging van het Stadhouderfchap, van alle hoop op de ver- kryging deezer waardigheid fcheen verfte- ken te zyn, en dien men, derhalve, door het bevorderen van zulken, die zo naauw eene betrekking tot hem hadden, tot Krygs- f?) Refo!. Vrocdfch Lt. F. xj Feir. USwf p £*
(r) Zit AITZEMA VI. Deel, il. 4,4, '
(,) AITZEMA VI. Deil, il. 456.
|
|||||||||||||||||
^H. dien beftemden dag, bellooten, dezelve te
|
|||||||||||||||||
h
|
|||||||||||||||||
QaP- doen uitftellen. Met de gewoonlyke ver-
andering der Regeeringe, waren Burgemees- ter en geworden de Heeren Comelis van Vloos- izyck, Heer van Vlooswyk, Diemerbroek en Paapenkoop , Comelis de Fläming van Outshoom, Ridder, Heer van Oudshoorn en Gnephoek, en M'. Gillis Valckenier, zyn- de Mr. LambertRcynfl,zhOuÓL-¥>wrgemQes- ter, aangebleeven; en 't fchynt, dat deeze Heeren, of de meeften derzelven andere inzigten hadden op het verfterken van Naar- den , dan de meefte Burgemeefteren, die het Voorgaande jaar hadden geregeerd. Im- mers , Burgemeefteren hielden den Raad Voor „ dat zy vernomen hadden, hoe men j> eenen aanvang gemaakt hadt van eene i> aanzienlyke verfterking der Stad Naar- » den, zonder dat daarover byzonderlyk s> geraadpleegd of bellooten was, ter Ver- » gaderinge van 's Lands Staaten; dat niet f") Refo!. Vroedfch. L'. F. is Fehr. i66j./. zlverfi.
y> A»TZRMA VI. Deel, tl. 489, 4Sä.
l?J AlTZ£M4 vi. Deel, il. 4J«. |
|||||||||||||||||
t D A M S Ü. Deel.
„den weg openen zou tot in 't hert van i66>
„ Holland, en tot voor de poorten van Am- „ fterdam; daar de voorgenomen verfter- „ king in ftaat zyn zou , om een Leger „ van meer dan vyftigduizend man te ftui- „ ten, en Amfterdam, van die zyde, voor „ allen uitheemfch geweld beveiligen." De twee Heeren merkten ook aan „ datdePro- „ vincie van Holland veel dienft zou kon» „ nen trekken van de verfterking van Naar- „ den, in geval zy, onverhoopt, gefchil „ krygen mögt met de andere Provinciën." Doch na dat zy omftandiglyk hadden ver- toond , op wat wyze, tot hiertoe, in 't ganc- fche werk, by de Gecommitteerde Raaden gehandeld was , met verklaaring , dat zy wel gewenfcht hadden, dat de Heeren van Amfterdam derzelver bedenkingen hadden geuit, eer 't werk zo ver gebragt, en zo „{ veele koften gemaakt waren, beloofde deve$e" Heer van Wimmenum, eindelyk, uit zynenviJ" $v naam alleen, den brief van Burgemeefteren am en Raaden te zullen zenden aan de Heeren raadt> Eleman en Haifelaer, hun daarby fchryven- aao^ de „ dat hy aan hun liet, wat daarin be-fteeV' „ hoorde gedaante worden;doch voor zynjj^ini „ perfoon van gevoelen was, dat men 't v3n „ „ werk, voor eenige weinige dagen , be-N»3. e „ hoorde uk te ftellen." De Heer Hop,ee"^ui' geene kans ziende om meer te verwerven, "pi- keerde met den brief aan de Heeren Eleman len. en Haffelaer terftond naar Amfterdam: doch alzo hy deeze Heeren aldaar niet aantrof, liet hy den brief, nog dien zelfden avond, door zynen Klerk, aan de Land wooning van den Heere Haffelaer by Weesp beftellen. Op den zevenentwintigften, dag der voor- genomen aanbefteedinge, deedt hy verflag van zyne verrigtingen aan de Vroedfchap, die goedvondt, te volharden by haar befluit, om 't werk der aanbefteedinge te doen op- fchorten , tot de naafte Vergadering der Staaten van Holland (t). Midlerwyl, was de aanbefteeding uitge-'t <^t,
field tot naderen laft; doch de perfoonen /c"^ gekomen om de aanneeming te doen, wa- ren te Naarden nog opgehouden. De Heer Haffelaer was terftond gekeerd naar Am- fterdam , daar hy de raadpleegingen der Vroedfchap , op den zevenentwintigften, bygewoond hadt. De Heer lïleman en hy, nevens den Penfionaris Hop, begaven zig, nog dien zelfden nagt, naar den Haage: de twee eerften om naderen laft van Gecom- mitteerde Raaden te haaien (w);de laatfte, om te wege te brengen, dat de aanbeftee- ding werdt uitgefteld. pe
(r) Refol. Vroedfch. Lt. F. 27 Febr. li&l. f. 13 ««*•
(»J A1TZE1YU VI. Deel, bl. 4517. |
||||||
6i4 A M S TE ]
1668. ampten van deezenaart,geenegelegenheid
fcheen te moeten geeven, om zig, wanneer 't de ftaat zyner zaaken vereifchen mögt, ligtelyk meeiter te maaken van eene fterke Plaats, zo n a gelegen aan de magtigfte Stad' der Provincie. Ilande- De Penfionaris Hop , terftond naar den ling van Haage vertrokken zynde, deedt, nog dien den Pen-zejfden avond, opening van zynen lall aan Hop, den Raadpenfionaris de Witt, en aan den in den Heere van Wimmenum, die voorzat in de Haage. Gecommitteerde Raaden, verzoekende, des anderendaags, in 't Collegie te mogen ge- hoord worden. Beide deeze Heeren waren verwonderd, over 't gene hy hun voorhieldt. Zy merkten de voorgenomen verfterking van Naarden-aan, als ten hoogfte dienftig voor Holland in 't gemeen, en voor de Stad Am- fterdam in 't byzonder. Ook was zy, zei- denze , niet ondernomen , dan in gevolge van meer dan ééne Refolutie der Heeren Staaten: en 't werk was reeds zo ver ge-, bragt,dat het niet wel, zonder kleinagting van den Staat,kon worden opgehouden, of uitgefteld. Zy voegden hierby, dat de af- wezendheid van alle de Gecommitteerde Raaden uit den Haage niet toeliet, dat 'er, tegen den volgenden dag, Vergaderingbe legd werdt, zynde ook den tyd te kort, om de Heeren te befchryven. Nogtans, namen zy aan, op 't ftuk nader te letten, en den Heere Hop, den volgenden dag, gelegen- heid te geeven, om hen, op nieuws , te fpreeken. 't Gefchiedde. De Raadpenfio- naris hieldthem, uit beider naam, voor, „ dat de Heer van Wimmenum wel gene- „ gen was ,om Burgemeefteren en Raaden „ dienft te doen; doch zig alleen in den „ Haage bevondt, en gebonden was. aan „ de Refolutien van hunne Edele Groot- „ Mogendheden, welker uitvoering hyniet „ bevoegd was te ftremmen." Voorts, ver- haalde hy „ met hoe veel beleid, de Re- ,, folutie vandenagtften February desjaars „ 1666 bewerkt was, op een Verzoekfchrift „ van die van Weesp, en met bewilliging j, der Afgevaardigden van Amfterdam." Hy merkte aan „ hoe heilzaam deeze Refolutie £ toen geoordeeld was, als naar welke, men „ wel vyftig jaaren getragt hadt;" daarby voegende „ dat de Munfterfche oorlog, die „ aanleiding tot het neemen deezer Refolu- „ tie gegeven hadt, ligtelyk wederom ont- „ lteeken kon; dat men zig op de Franfchen „ en Munfterfchen niet veel kon vertrou- „ wen; dat zy beide kennis hadden van „ onze grenzen, fterkten en toegangen; dat „ Naarden, zo als het tegenwoordig ge- „ field was, geen tegenftand altoos doen „ kon, en,overmeefterdzynde,denvyand |
||||||
XVIII. Boek.
|
|||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||
6*15
|
|||||||||||
J668. De Heer Hop, wederom in onderhande-
tGefprek ling getreden zynde met de Heeren van
^«:hen Wimmenum en Raadpenfionaris de Witt,
^-aad- vernam „ dat de eerftgemelde in het be-
l1enfio- j> geerde uitftel geene groote zwaarigheid
jNs de ,, maaken zou." Doch de Raadpenfionaris
<Cpen hielde hem voor „ dat Amfterdam,om de
Üonarls" " ver^erking van Naarden te vorderen, in
llop. j> ,£ jaar 1666, beleid gebruikt, en Weesp
„ doen fpreeken hadt; dat het Verzoek-
„ fchrift van die van Weesp hem, Raad-
„ penfionaris, door de Heeren van Amfter-
„ dam, ter hand gefield en aanbevolen was;
„dat'er, in de zaak, doorgaands, niets
„ was gedaan, dan met medeftemmingvan
j, Amfterdam; dat het moeilykwas,te ver-
j, neemen, dat de Stad derwyze wankelde.,
j, en zwaarigheden maakte op de uitvoering
„ van 't gene met haare bewilliging befloo-
„ ten was; dat, eindelyk , de zaak, ter
,, Vergaderinge van hunne Edele Groot-
s, Mogendheden, gebragt wordende, ge-
„ vaar liep van geheel agterwege te bly-
„ ven, door de verfchillende begrippen, die
„ daaromtrent te voorzien waren." De
Heer Hop antwoordde hierop „ dat nie-
„ mant van de Regeeringe of Vroedfchap
„ bekend fiondt, iet van.het gemelde be-
3, leid geweeten te hebben ; dat de zaak
„ zelve, de verfterking van Naarden, naam-
„ lyk, in haar geheel bleef, al werdt zy ee-
„ nigentyduitgefteld; dat hy geen'lafthadt,
„ om zig daartegen te verklaaren;maar al-
„ leenlyk om tyd te begeeren, tot nader
j, onderzoek en beter verftand der meenin-
„ ge van hunne Edele Groot-Mogendheden.
„ En dat, zo deezen mogten oordeelen, dat
„ het werk behoorde agterte blyven, daar-
j, uit klaarlyk volgen zou, dat hunne mee-
„ ning nimmer geweeft was, de algemeene
„ woorden der Refolutie van den agtften
„ February des jaars 1666 van alle de gren-
„ zen deezer Provincie met Veftingwerken
„ te voorzien, zo verre te trekken, dat daar
„ onder zouden begreepen zyn zulke voor-
„ naame werken, als men nu om Naarden
„ aanleggen wilde." De Raadpenfionaris
hernam „ dat men, voor dit laatfte , niet
„ behoefde bedugt te zyn; dat alleen in
j, bedenking zou komen, met welke Plaats,
„ men de voorgenomen verfterking zou be-
„ hooren te beginnen; dat Amfterdam groo-
s, telyks benadeeld zou worden zo men
s, eens belluiten mögt, niet met Naarden
• s, aan te vangen; dat de Gecommitteerde
j, Raaden beflooten hadden, Naarden, in
» de eerfte plaatfe, te verfterken, enkelyk
»> om Amfterdam, welk ligtelyk van dien
s> kant zou können overvallen worden, te
„ beter te dekken; vooral in den tegen-
I. STUK.
|
|||||||||||
„ woordigenkommerlyken toeftand der ty- ^63.
„ den, zynde Frankryk, met een magtig Le- „ ger, op de been, en den Biflchop van „ Munfter wederom aan 't werven. Dac „ de Franfchen, die den Staat, in den jong- „ ften Munfterfchen oorlog, hadden byge. „ ftaan, zo wel als de Munfterfchen, wis- „ ten, hoe ligt Holland, van den kant van „ Naarden, kon worden aangevallen; en „ dat, van deezen kant ook, in alle tyden „ van oorlog, de meefte bekommering ge- „ komen was." De Heer Hop antwoordde hierop, wel ter zaake en behoorlyk; doch toenhy, naderhand, verflag van 'r. gehan- delde deedt aan Burgemeefteren, verfton- den eenigen derzelven „ dat, toegeftaart „ zynde , dat de Heeren Staaten 'blyven „ zouden by hun befluit om de grenzen te „ fterken, en dat alleenlyk te dugten ftondt, „ of men wel van Naarden beginnen zou; » „ deeze Stad geene zwaarigheid behoefde „ te maaken, van zig hieraan te onderwer- „ pen, alzo de Leden, verftaande dat de „ meefte nood omtrent Naarden was, niet „ van de Gecommitteerde Raaden verfchil- „ len zouden, of anders, de waare meening „ der hooge Regeeringe ontdekt hebbende, „ het dienftigfte en noodigfte eerft helpen „ vaftftellen; waarin de Stad zig ook wel „ zou können voegen, zynde het, in eene „ zaak van zo veel gewigt, hoognoodig, „ dat men met eenpaarigheidbefloote,zon- „ der eikanderen, door bedekte wegen, een „ voordeel af te zien, waaruit, in tyden en „ wylen, gevolgen zouden können getrok- „ ken worden, tienmaal fchadelyker voor „ de Stad, dan zy voordeel uit dit voor- ,, regt zou hebben können trekken:" welke aanmerking men goedvondt, by nadere ge- legenheid, aan te dringen. Na 't gefprek met den Raadpenfionaris
werdt de Heer Hop gehoord, in het Col-Ho\Heer legie der Gecommitteerde Raaden, daarkrygt ge- vier Leden tegenwoordig waren. Hy ver-hoor ia nieuwde hier zyn verzoek om uitftel derG-ecom" aanbefteedinge, en bekleedde het met re-KÜI: denen: waarna hem, in tegenwoordigheid den. van zes Leden , geantwoord werdt „ dat „ hunne Edele Mogendheden, door eenigen „ hunner Medeleden , aan de Regeering „ van Amfterdam zouden doen voorftellen j) de redenen, die hen bewoogen hadden, 55 om met de verfterking van Naarden te „ beginnen; doch zo de Regeering van Ani- „ fterdam van een ander verftand zyn mögt, „ zou men't voorgenomen werk agterwege „ laaten, en de koften fpaaren, mids de „ Stad zig, ten langfte binnen tweemaal „ vier en twintig uuren, op de zaak zelve verklaarden ajzo men, in geval van lan- LIH M ge« |
|||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||
6i6
|
||||||||||||||||||
„ noegzaame eenpaarigheid der Vergade- iö
„ ringe genomen was, betuigende zy, van „ wege de genoemde Heeren, ten befluite, „ onfchuldig te willen zyn aan de nadeelen, „ die,uit het nalaaten of verwylen der ver- „ fterkinge van Naarden, zouden mogen „ volgen, en die alleen aan deezeStadzou- „ den te wyten zyn." - e. Burgemeefteren, den Raad, tegen deni5l'g|e-
volgenden dag, vergaderd hebbende, hiel-^D h"11' den dien,'nevens den gemelden voorflag,^n ^ ook eenige redenen voor, welken, tegen de Ha3L nuttigheid en dienft der voorgenomen ver- ee^0en fterkinge, konden worden ingebragt. ZyfTeoC,t,tS' merkten aan „ dat Holland nog niet ge-gen* „ noegzaam verfterktzyn zou, onaangezien nutter „ Naarden verfterkt ware, konnende den he'L' „ vyand, wanneer hy op de Veluwe ware, j^g«. „ Holland, langs verfcheiden' oorden, in- „ trekken, en zelfs Amfterdam naderen, „ zonder Naarden aan te doen, alzo hem, „ daartoe, onder anderen, een breede, ge- „ baande en wel gezande weg open lag „ door 's Graavenland, en van daar tot aan „ de Vegt, langs eene vaart, door welke „ hy zig allerlei voorraad zou können laa- „ ten toevoeren, en waarna hy, den Vegt- „ dyk hebbende tot eenen wal, waaragter „ een gantfch Leger fchuilen kon, te Mui- „ den, te Weesp, aan den Hinderdam, te „ Vreeland, te Loenen, teNieuwerfluisen „ elders, over de vafte bruggen, of met „ fchuiten, die alomme by de hand waren, „ over de Vegt komen kon, zonder dat „ het hem, door de bezetting van Naar- „ den, al was zy al zeer talryk, zou kon- „ nen belet worden. Dat het, in de tegen- „ woordige fchaarsheid der geldmiddelen, „ raadzaamer was, de penningen, tot het „ verfterken van Naarden gefchikt, te be- „ fteeden tot het aanwerven van Krygs- „ volk, waarvan men thans meer dienft zou „ können hebben. Dat men de penningen „ zou moeten vinden, of by opneeminge, „ waardoor de Sterkte een eeuwige laft voor „ de Provincie worden zou, bultende kos- „ ten van het onderhoud; of uit een twee- „ honderdflen , of veelligt wel een hon- „ derdflen penning, waardoor de goede in- „ gezetenen, die nu, in het tweede jaar, „ een honderdflen penning betaalden, zeer „ zouden gedrukt worden ; fchoon deeze „ zwaarigheid zou moeten worden overge- „ flapt, als de nood blykbaar was; 't welk „ men hier nog niet zien kon. Dat, wyders, „ te dugten ftondt,dat men zig tezeerver- „ laaten zou op het verflerkte Naarden, en ,) de buiten - flerkten op de grenzen, naar „ gelang, verwaarloozen; welker bezettin- „ gen ook zouden moeten verzwakt wor- „ den,
|
||||||||||||||||||
1668. „ ger uitflel, zo wel als in geval van be-
„ williging, met de voorgenomen aanbeftee-
„ ding voort vaar en zou."
Zy zen- De Leden der Gecommitteerde Raaden,
den Ge- die naar Amfterdam gefchikt werden, wa-
magtig- ren de Heeren Eleman, Haffelaer ea Joan
ïmter^Pffir* welke laatfte> we§enS Rotterduan}'
dam. in Gecommitteerde Raaden zitting hadt. Die de Zy verfcheenen , den negenentwintigften
nuttig- February, by Burgemeefteren, diezy, by vtlie" monde van den Heere Eleman, voorhielden, kinge „ dat Naarden eene Grensplaats van Hoi- van „ land was , welker verfterking eerft ter Naarden ^ han(j was genomen, om dienft te doen bewee' Il aan de Stad Amfterdam; die wel de mag- |
||||||||||||||||||
ren
|
||||||||||||||||||
tigfte te water was, maar niet te lande;
" die ook, in voorige tyden, met naame in „ 't jaar 1629, toen Graaf Henrik vanden , Berge in de Veluwe gevallen was, in „ groote bekommering gezeten hadt, en „ zelfs in den jongflen Munfterfchen oorlog, „ toen men, insgelyks, voor eenen inval in „ de Veluwe bedugt geweeft was. Dat het j, zelfde gevaar dagelyks te dugten was, „ van den kant van Frankryk, wiens mag- „ tige en zegepraalende Legers by der hand „ waren; of andermaal van den BhTchop „ van Munfter, die zyn Krygsvolk , met „ Franfch geld, wift te betaalen. Dat de „ Stadhouders, voorheen, de verfterking „ der grenzen van Holland belet hadden, „ ten gevalle van de Provinciën; doch dat „ dezelve, nu dit beletfel ophieldt, be- „ hoorde in 't werk gefield te worden, voor- hal omtrent Amfterdam, het voorwerp, „ welk vyanden en kwalykgezinden altoos „ hadden gezogt te bemagtigen; waarom „ het, van wege den Staat, te zorgvuldi- „ ger befchermd moeft worden. Dat zy „ hierom verzogten, dat de Raad hierop „ mögt vergaderd worden. Dat men 't ver- „ fterken van Naarden zou nalaaten, zo 't „ ondienflig geoordeeld werdt, zynde de „ Heeren Gecommitteerde Raadenzelven, „ ter oorzaake van de fchaarsheid van 's „ Lands geldmiddelen, niet ongenegen, om „ ftil te flaan , hoewel zy, anderszins, „ meenden, de vereifchte penningen te zul- „ len können vinden. Datzy, eindelyk, „ een fpoedig antwoord verzogten, alzo de „ zaak geen uitflel leedt; zynde de gron- „ den om Naarden reeds aangenomen; de „ boomen omgehouwen; de grondtekening „ gemaakt en goedgekeurd; de aanneemers „ van 't werk opontbooden, en met geld „ bewoogen om te wagten, zonder nog te „ reppen van den blaam, dien het langer „ uitflel brengen zou over de Heeren Ge- „ committeerde Raaden, en dat om het uit- |
||||||||||||||||||
»
|
voeren eener Refolutie, die met eene ge-
|
|||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||
XVIII. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||
6i7
|
||||||||||||||||||||||||||||
magt tot verdrukking der vryheid mis-
bruikt geworden was; waarom de Stad ook, met zulk eene bezetting in Naar- den , niet vry , ten minfte niet geruft zyn zou: en dat de gantfche Staat in 't zelfde geval zou zyn, alzo hy, die zig meefter zou hebben weeten te maaken van Amfterdam, zig ook, wel haalt, met de middelen van deeze Stad , meefter maaken zou van gantfch Holland, en van den gantfchen Staat, inzonderheid daar't fluk der Patenten, op welken het Krygs- volk van de eene Plaats naar de andere wérdt gefchikt, tot nog toe, niet in dier- voege hadt können worden geregeld, dat de vereifchte fpoed, met eene genoeg- zaame geruftheid voor de Provinciën en Steden, gepaard ginge. Dat men hierop niet zeggen kon , dat de Stad ook van de bezetting uit eene andere Provincie zou können overvallen worden, alzo men meer dan eenen dag of nagt noodig hadt, om met een' aanzienlyken hoop volks zo verre te trekken; daar men, in-vier uuren tyds, van Naarden hier zyn kon: behalve dat ook de andere Provinciën, ter oorzaake van het klein getal der Compagnien, tef haarer betaalinge ftaande, zulk eene magt |
||||||||||||||||||||||||||||
den, naar maate dat die van Naarden ver-
fterkt werdt. Dat ook de voorgenomen verfterking den anderen Provinciën zeer tegen de borft zyn zou, en te ligter doen befluiten, om andere befchermingte zoe- ken, en Holland alleen te laaten zitten met de fcheenen voor 't vuur van den oorlog, wanneer zy hier de voorbereid- fels zagen maaken van iet, waardoor zy, als het Holland t'eenigen tyde gelegen komen mögt, zouden können afgefneeden en verlaaten worden. D*5t ook zeer te vreezen was, dat de handeldryvende in- gezetenen argwaan zouden opvatten, over deeze zo naby gelegen Sterkte: waarte- gen niet deedt, dat men veeleer het ver- trek der Koopluiden, by gebrek van ge- noegzaame veiligheid, zou mogen dug- ten:naardien de ondervinding, veelejaa- ren herwaards, geleerd hadt, dat geene Koopluiden Amfterdam verlaaten of ge- myd hadden, om dat Naarden niet beter verfterkt was; maar zig, daarentegen, in kommerlyke tyden, dikwils derwaards hadden begeven. Dat ook der Stad Am- llerdam, uit zulk eene vefting, waarin doorgaands eene fterke bezetting zou moe- ten gehouden worden , een geduurige fchrik over 't hoofd hangen zou, om door dezelve overvallen, en naar de hand ge- zet te worden van hem, die, in zorgely- ke tyden, zyn gezag zou willen doen gel- den; 't zy dat hy ware het Hoofd van 't Krygsvolk, of de Bevelhebber der Sterk- te , of iemant, die, deezen Bevelhebber aan dehand hebbende, zig van denzelven zou zoeken te bedienen. Dat het, fchoon 'er geene Stadhouders meer te vree- zen mogten zyn, nooit ontbreeken zou aan Staat- en heerfchzugt, in zulken, die tot aanzien en gezag zouden mogen verhee- ven worden, en door den tyd het Krygs- volk , door bezoek en vriendelyke toe- fpraak, aan hunne koorde zouden wee- ten te krygen; de verhooging van Kapitei- nen en Kolonellen behendiglyk bevorde- ren ; onder de Regeeringe, door het be- wyzen van goede dienften aan deezen en genen in 't byzonder, aanhang maaken, en de zaaken eindelyk zulks beleiden, dat het volk van oorloge, welk anders ver- fpreid legt, onder voorwendfel van be- ter krygstugt onder het zelve te oefehen, en het nader by de hand te hebben, om in geval van nood te können worden ge- bruikt, in ééne plaats byeengebragt werdt, daar het, zyne fterkte ziende, en vertrou- wen op eikanderen krygende, ligtelyk, vrees in anderen veroorzaaken zou. Dat men dikwils gezien hadt, dat zulk eene |
||||||||||||||||||||||||||||
i66S*
|
||||||||||||||||||||||||||||
5)
|
||||||||||||||||||||||||||||
5'
|
||||||||||||||||||||||||||||
5»
|
||||||||||||||||||||||||||||
5J
|
||||||||||||||||||||||||||||
5)
|
niet zouden können byeentrekken. Dat het
|
|||||||||||||||||||||||||||
ook zeer gevaarlyk was, zulk eene fterke
Plaats, daar de vyand bykomenkon, zon- der anderen aan te doen, midden in 't Land te hebben; alzo dezelve, eens, by verraffing, waarvoor de magtigfte ves- tingen bloot ftonden, ingenomen zynde, alle de omleggende Plaatfen onder be- dwang zou können houden, zonder anders dan door een langduurig beleg te können herwonnen worden. Dat, eindelyk, de verfterking van Naarden, welke men te- gen de magt van Frankryk, en tegen de verdagte troepen van den BhTchop van Munfter wilde doen dienen, niet dan na verloop van een jaar of twee, in behoor« lyken ftaat van tegenweer zou können ge- bragt worden: weshalve dit werk , zo zulks het oogmerk der Heeren Staaten geweeft ware, al vroeger, ondernomen geweeft moeft zyn; gelyk men, ook nu, minder reden van bekommeringe hebben zou, zo men, toen de Refolutie tot ver- fterkinge der grenzen genomen werdt, |
||||||||||||||||||||||||||||
j>
|
met de verfterkinge van Weesp voortge-
|
|||||||||||||||||||||||||||
„ vaaren ware." '
De Vroedfchap, de bedenkingen vanBur-
gemeefteren gehoord hebbende, magtigde de Heeren Mr. Lambert Reynfl , D'. Giftfs Valckenier , Dr. Nicolaas Tulp, Dr. Cornelis Witten, Nicolaas Pancras, Gerard Hqßelaer, Mr. Henrik Hooft en Mr. Andries de Graaf, L111 2 om
|
||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||
6i8
|
|||||||||||||||||||
tö68-
|
|||||||||||||||||||
van Holland. De Afgevaardigden deezer
|
|||||||||||||||||||
om alles nader te onderzoeken, en van hun-
ne bedenkingen aan den Raade verüag te doen (V). Wy hebben, ineen ander werk (ïo),uit
Aitzema (x), aangetekend, dat de Item- men over de verfterking van Naarden, tus- fchen de vier Burgemeefteren, de zes en der- tig Raaden, en de agt Gemagtigden uit den Raade gefteken hebben. Doch federt dat wy gelegenheid gehad hebben, om de Refolu- tien der Froedfcbap zelven in te zien, können wy, met verzekering, zeggen, dat aldaar van deeze byzonderheid niets altoos te boek gefteld is. Men vindt alleenlyk, dat de agt Gemagtigden , 's anderendaags , den tweeden Maart, verflag gedaan hebbende van hunne Commiflie, Burgemeefteren en Raaden beflooten hebben, uit hunnen naam, den Heeren Afgevaardigden uit de Gecom- mitteerde Raaden aan te zeggen „ dat zy „ niet zouden können aanzien, dat met de „ aanbefteedinge der Veftingwerken van „ Naarden voortgevaaren werdt, voor dat j, men daarop de meening der Heeren Staa- „ ten nader zou hebben verftaan; ten wel- „ ken einde, daarvan, ter naafter Dagvaart, „ zou worden gefproken; oordeelende zy „ niet verpligt te können worden, om, in „ zulk een korten tyd, als by de Heeren „ Gecommitteerde Raaden bepaald was, ,, op zulk gewigtig punt, een eindelyk be- „ fluit te neemen. Doch zo men, deson- „ aangezien, met de aanbefteedinge wilde „ voortvaaren, zou daartegen, van wege „ deeze Stad , geprotefieerd worden, met „ voorbehoudenis van de magt om hierna „ zulk eene verdere proteftatie te doen, „ als men als dan zou bevinden te behoo- „ ren (j)." De Afgevaardigden uit de Gecommitteer-
de Raaden, kennis van dit befluit gekreegen hebbende, gaven te verftaan, dat zy, vol- gens hunnen laft en Inftruclie, genoodzaakt waren voort te gaan met de aanbefteeding. Zy vertrokken, dien zelfden dag, nog naar den Haage.Doch de Gecommitteerde Raa- den, hen gehoord hebbende, verftonden, „ dat men wel met de aanbefteedinge voort- „ gaan zou; doch den minftaanneemende „ aanzeggen, dat hy zyn bod, den tyd van „ drie wèeken, een dag of twee onbegree- „ pen, geftand zou moeten doen;wanneer „ hem 't werk uiterlyk af- of aangezeid zou „ worden." De aanbefteeding gefchiedde dan op deezen voet. Ondertuflchen, na- derde de tyd der gewoonlyke Vergaderinge (v) Refol. Vroedfch. L'. F. 1 Maart i6««. ƒ. 2g enz..
(w) Vacleil. Hift. Xlll. Deel, tl. 362.
(v) VI. Deel, hl. 41,8
(y) Refol. Vroedfch. L'. F. z Maart 166%. f. 3* verf,
|
|||||||||||||||||||
1668.
|
|||||||||||||||||||
Stad werden gemagtigd om den Heeren Nade.1
Staaten, op dezelve, bekend te maaken, j>eilUg£3(I, „ wat 'er, tuUchen de Heeren Gecommit- der „ teerde Raaden en derzelver Gemagtig- „ den, ter eener, en de Regeering deezer „ Stad, ter anderer zyde,over de verfter- „ king van Naarden, gehandeld was, met „ herhaalde verklaaring, dat de Stad niet „ kon noch zou aanzien , dat de aanbe- ,, fteeding, van 's Lands wege , wierdt 5, aangezeid, 6Ï met de verfterkinge voort- „ gevaaren, voor men daarop de meening „ van hunne Edele Groot-Mogendheden „ verftaan zou hebben, na 't houden van „ een befoigne door Commiflariffen uit 's „ Lands hooge Vergaderinge, over het re- ,, gelen der voorgenomen verfterkinge; van „ welk befoigne 't verflag hier ter Stede zou „ moeten worden overgebragt , om door ,, Burgemeefteren en Raaden overwoogen „ te worden. Voorts, moeften de Afge- „ vaardigden der Stad het gemelde befoig- „ ne in diervoege beleiden, dat daarin ont- ,, worpen en op 't papier gebragt mogten „ worden zodanige middelen van zekerheid „ voor de Stad Amfterdam, als zy,nevens „ de andere Heeren Commiflariffen, dien- „ ftig zouden oordeelen, mids daaronder „ ook gefteld werden de volgende 2<?.rpun- „ ten: „ 1. Dat geen Gouverneur over Naar-
„ den en de Sterkten daaronder behooren- „ de, noch geen Commandeur over de be- „ zetting, in dezelven leggende , gefteld „ zou worden, dan die de Regeering van „ Amfterdam uitdrukkelyk verklaard zon „ hebben, haar aangenaam te zyn. „ 2. Dat ook geen Gouverneur of Com-
„ mandeur langer aldaar verblyven zou , ,, dan hy aan de Regeering van Amfterdam „ aangenaam zyn zou, zullende,op de aan- „ maaning van die Regeeringe, een ander „ in deszelfs plaatfe worden gefteld. „ 3. Dat in Naarden en de onderhoorige
„ Sterkten, geene Ruitery voor gewoonly- „ ke bezetting zou worden gelegd. „ 4. Dat de bezetting der Stad en derSterk-
„ ten niet grooter zyn zou dan vyf honderd, „ of uiterlyk zeshonderd mannen te voet. „ 5. Dat de gemelde bezetting,in Oor-
„ logs- of andere kommerlyke tyden, niet „ zou mogen vermeerderd worden , dan „ met kennifle en uitdrukkelyke bewilligin- / „ ge der Regeeringe van Amfterdam. „ 6. Dat al het volk, waarmede de ge-
„ melde gewoonlyke bezetting, in tyd van „ nood, vermeerderd zou zyn, op de aan- „ maaning der Regeeringe van Amfterdam, „ daaruit geligt, en de bezetting op het |
|||||||||||||||||||
Ant-
woord van wege de Stad aan de Gemag- tigden van Ge> commit- teerde Raaden. |
|||||||||||||||||||
Befiuit
der Ge- commit- teerde Raaden. |
|||||||||||||||||||
—
|
VOfe^.
|
|||||||||||||
XVIII. Boek. GESCHIEDENISSEN. 619
*668. „ gewoonlyk getal gebragt zou moeten wor- geene genoegzaame orde gefield. Bürge- 1668
v „ den (z)." meefleren hadden, derhalve, te wege ge- ft«ver. Na deezen tyd, vind ik niet, dat 'er, in bragt, dat het Collegie buitengewoon be- vjn S eenige jaaren, by de Vroedfchap van Am- fchreeven werdt, tegen den zevenden Maart. aarden fterclam, op de verfterking van Naarden ge- Ende Vroedfchap hiervan kennis bekomen jj'yft raadpleegd is. Sommigen tekenen aan, dat hebbende, werdt, na gehouden raadplee- gden, de punten, die de Stad bedingen wilde, den ging, verftaan, Burgemeefteren en Thefau- Leden van Holland niet zeer gevallig wa- rieren te magtigen, om, van Stads wege, ren. Zeker is't, dat het aanbefteedde werk Hoffe, gereedfchappen en penningen, by den aanneemeren werdtopgezeid, endatde leeninge en op belofte van wedergeevinge verfterking van Naarden, ten deezen tyde, of vergoedinge, te mogen verfchaffen, tot v fteeken bleef (<z). fpoedige herftellinge van den Zeedyk'; en "rge- De jongfte Vergrooting der Stad, met om te mogen helpen beüuiten tot het gene tier,elte- welke thans yverig voortgevaaren werdt, ter verzekeringe der binnensdykfche Lan- |
||||||||||||||
\ j!0r' gaf gelegenheid, dat veele Handwerkskti- den noodig zou geoordeeld worden («f). Wat De Re-
|
||||||||||||||
agtigd 3en zig, hier ter Stede, nederzetteden. De laater, werdt beflooten, de R.edakZeebwryda'lt
t*'t 'Regeering, om deezen te meerder aan te voor twintig jaaren, aan den Muiderdyk 'Ze5' te,0,"«- moedigen, en de nieuwe uitlegging te fpoe- niet verre van de Stad, opgeworpen, als eSt" |
||||||||||||||
lWa?n diger te bevolken, befloot, in de Lente dee- thans van weinig nut.zynde, af te bree-
tian(j.er" zes jaars, het Poortergeld, dat voor fommi- ken (e). J^ksiui.gen wat te hoog liep , aan alle Meefter- De zelfde Heeren Burgemeefteren en De Oos- ^ te Handwerksluiden , die zig met der woon Thefaurieren waren, ook, door den Raad,«*-Kerk *^n- herwaards begeeven wilden , twee jaaren gemagtigd, om in de plaatfe der voor eeni'wordt of langer , ter befcheidenheid van Bürge- ge jaar-en geftigtte houten Predikloots, die boUWa. meefleren, te goede te houden (b): welk op Raapenburg ftondt, op Witten burg , befluit, ongetwyfeld, veelen, die, met den door Kerkmeelleren derzelve, eene nieuwe tegenwoordigen oorlog in de Spaanfche Ne- fteenen Kerk te doen bouwen, en de pen- derlanden, Brabant en Vlaanderen verlieten, ningen, daartoe vereifcht, van tyd tot tyd, v herwaards gelokt heeft. op Intreft te ligten, tegen drie ten honderd^ j^uw. Het Waaien-Weeshuis hier ter Stede, ten lafte van de Stad, mids dezelven we-
Waealen- door het aanwaffen deezer gezindheid, te derom afleggende, uit de verkooping en an- Vses" klein geworden zynde, verzogten de Ker- dere voordeelen van dé graven, zo verre f%. e" kenraad en Diaconie derzelve, in den aan- zulks zou können llrekken (ƒ). ï66p. vang des volgenden jaars, verlof van de De vergrooting der Stad hadt verfcheiden'Octroi Regeeringe, om het zelve en eenige huizen erven nader aan, en zelfs gedeeltelyk onder op de te mogen verkoopen, en een ander Wees- de Vryheid der Stad gebragt, die te vooren opdragt huis te mogen bouwen. Burgemeefteren en onder andere Geregten behoord hadden. ^ er„e^ Raaden bewilligden in dit verzoek, en fchon- Tot voorkominge der moeilykheden en twy- deeltelyk ken der Walfche Gemeente, tot het nieuwe felingen, die hieruit, ter gelegenheid van onder de gebouw, een erf in de nieuwe uitlegging op de opdragt deezer erven, en in andere ge- Vryheid, de Prinfen-graft op den wefterhoek van de legenheden, zouden können ontftaan, vondt e,n Pi. Vyzelgraft (c), alwaar het, kort hierna, de Regeering geraaden, met de naafle Ge-onderde deftig"opgetimmerd werdt. regten, eene fchikking hieromtrent te be-n.iafte v0°or§ De hooge Zeeburg of Zeedyk tuffchen raamen, die, den negen en twintigftenNo- Gereg-
itt^ndeeze Stad en Muiden was , in de Lente vember deezes jaars, by een O&roi. van 'sjen ge"
^k. er" deezes jaars, in groot gevaar van doorbraak Lands Staaten bekragtigd werdt (g). gen' geraakt, door aanhoudende zwaare flor- In de Lente des volgenden jaars, werdt, Amfler-
men en eenen geweldigen aandrang des wa- ter Vergaderinge van Holland, wederom dam be- ters, 't Grootfte gevaiar liep de dyk niet geraadpleegd op de zitting des Prinfen vanjilljgtin ver van Muiden , daar hy geen voorland Oranje in den Raad van Staate. Amfterdam £"£{£? hadt; van veel paalwerk ontbloot, en op bewilligde hierin, en verftondt zelfs,tegen fen Van vyf plaatfen zodanig uitgehold was, dat hy, 't gevoelen van fommige Leden, dat men Oranje met den eerflen hoogen vloed, dreigde door zyner Hoogheid eene befluitende ftem be-™ den te breeken. Hiertegen was, op de jongfte hoorde toe te flaan (*): waartoe, eerlang, ™van byeenkomfl van Dykgraave en Heemraaden, ook ter Vergaderinge van Holland, befloo- ^ e" ten 7
|
||||||||||||||
Oio AMSTERDAMS II. Deel,
|
|||||
1670. ten werdt. Toen naderhand geraadpleegd zaak met allen ernft te bevorderen (/). Doch ió7°'
werdt over de wedde, welke men den Prin- hoe zy zig hierin gekweeten hebben, en wat fe, wegens het zitten in den Raad vanStaa- 'er de uitflag van geweeft zy, vind ik ner- te, behoorde toe te leggen, en welkefom- gens aangetekend. migen op vyftigduizend guldens begroot had- De nieuwe uitlegging der Stad nu genoeg- Een.lghffuf.
den (i)> oordeelde de Stad, dat menze op zaam voltrokken, en voor een goed gedeel G°[!jer dertigduizend of zesendertigduizend guldens temet aanzienlyke huizen bezet zynde, was ^gr $teie ftellen moeft. Doch de Vergadering van men op middelen bedagt, om het afgele- &ebou' Holland befloot, eerft in de Lente des jaars genft gedeelte deezer uitlegginge, tot. aan-«re"^ 167 i,zyner Hoogheid niet meer dan vyfen- moediging der Wollen- en Linnen-weeverye ge °^ltf twintigduizend guldens toe te leggen (/t). hier ter Stede, te doen betimmeren met ^ uit- Eenige Doch geduurende deeze of andere raad- wooningen , die genoegzaam alleen aan legg^C Afge- pleegingen, waren de Afgevaardigden der Weevers, Wolkammers, Spinners en dier-m^^ vaardig- Stad, door eenige Afgevaardigden van Rot- gelyke handwerksluiden zouden mogen ver jeS m Rotter? terdam, geftyfd door die van Delft en Hoorn, huurd worden. Het Gafthuis, het Burger- <JjJ\^' dam en onheufchelyk bejegend en gedreigd; fchroo- Weeshuis en het Leproozen-huis bezaten vetf- anderen mende men niet, den Afgevaardigden van eenige Landeryen , van welken zy kleine bejege- Amfterdam te gemoet te voeren „ dat dee- huur trokken. De Regenten deezer Gods- van Am- » ze Stad, {leunende op haare magt en huizen toonden zig dan genegen,om deeze fterdam „ grootheid, de andere Leden tot onder- Landeryen, in 't openbaar«, aan de meeft- onheu- „ werping zogt te brengen , en den voet biedende te verkoopen, en voor 't gene 'er fchelyk, ^ Qp ^en nek te zetten," met bygevoegde van kwam vierhonderd of meer huisjes te Verlade-bedreiging „ dat men, andermaal, eenLe- bouwen inde nieuwe vergrooting; en dezel- ringevan,, ger voor de Stad zenden zou, om haar ven, in de eerft komende twaalf jaaren, niet Holland. JS te bedwingen." Burgemeefteren en Raa- hooger te verhuuren, dan de huur beliep, den , hiervan kennis bekomen hebbende, welken zy van de verkogte Landeryen ge- en niet bewuft zynde, dat zy ooit iet had- trokken hadden, verhoogd met een vierde den voorgenomen, welk naar eenige over- voor het onderhoud der gebouwde huisjes, heerfching fmaakte: noch dat iemant der De Vroedfchap bewilligde in dit hun ont- Regenten deezer Stad in 't byzonder iet werp (m): en in minder dan een jaar, wa- «tot onderdrukking der andere Leden ont- ren de huisjes voltimmerd. De Vroedfchap worpen, of in 't werk gefteld hadt; maar verftondt toen „ dat de huur van ieder zig, in tegendeel, verzekerd houdende, dat „ huisje met de kelder, voor de eerftko- de Stad altoos gezogt hadt, in befcheiden- ,, mende drie of vier jaaren, op negentig heid en zedigheid uit te munten boven de „ guldens 's jaars behoorde gefteld te wor- andere Leden* en meermaalen, uit infchik- „ den, zonder hier onder nogtans de hoek- kelykheid, veel over zig hadt laaten gaan; „ huizen enneeringhuizen te begrypenjdat beflooten, zig gevoelig te toonen over den „ de Regenten der Godshuizen , veertien hoon, dien men zulk eene aanzienlyke Stad „ dagen lang, de voorkeur geeven zouden aangedaan hadt; de zaak in de Vergaderin- „ aan handwerksluiden, die van buiten kwa- ge van Holland te brengen, en te onder- „ men, en welken men hier hun handwerk zoeken, of die van Rotterdam , uit eigen „ zou laaten oefenen, onder zeker Regle- beweeging, of uit laft hunner Principaalen, „ ment, by 't Geregt te beraamen. Doch zo fchamperlyk van deeze Stad gefproken „ dat, na verloop der gemelde veertien da- hadden, met bygevoegde verklaaring, dat „ gen, alle inwooners, die eenig handwerk zy zulke Regenten hunner Stad, die, tot „ oefenden, welk tot de Weevery behoor- diergelyk verwyt, gegronde reden gegeven „ de, zonder onderfcheid, tot het huuren hadden,naar verdienften wilden doenftraf- „ der nieuwe wooningen zouden worden fen; en met ernftige bede aan hunne Edele „ toegelaaten (n)." De huisjes werden , Groot-Mogendheden, om tegen zulke las- federt, allen verhuurd; doch in de hand- teringen, voor het toekomende , te voor- werken, die aldaar, in 't eerft, geoefend zien, indien, gelyk zy vertrouwden , niet werden, is, door den tyd, merkelyk verval mögt können beweezen worden, dat eenig gekomen. )jjf Amfterdamfch Regent daartoe reden gege- Jean de Labatlie, Walfch Predikant teLaby
ven hadt. De Afgevaardigden ter Verga- Middelburg, en aldaar, om doolingen inde hi^o deringe van Holland werden gelaft, deeze Leere, van den Predikdienft, en federt ter^V«r Stad
(/) Refo!. Vroedfch. L'. G. 14 <April 1670. ƒ. 4° verft.
(i) Vaderl. Hift. Xllt. Dal, H. 427 '»*• (m) R6*°l. Vroedfch. /.'. G. i+^pril 1670. f. 41 verft. (k,) Refol. Vroedfch. ir. G. H,»7 April K71. ƒ. «o, (n) Refol. Vroedfali. I'. G. 13 , zo Vehr. i<>7(. ƒ. j»
114 vsrft. . Verft, 99 verft. |
|||||
XVIII. Boek.
|
|||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||
'Ó2I
|
|||||||||||
I670. Stad uit gezet, was, onlangs, hier ter Stede
laderin. gekomen, daar hy afzonderlyke byeenkorn- m ver- ften hieldt. Doch dit werdt hem, door Bur- )Q°(len. gemeefteren, een en andermaal , verboo- tten (0). Hy voer 'er egter bedektelyk mede voort, en maakte, zelfs onder deftige luiden, eerlang, eenigen aanhang, tot dat hy, ein- delyk, befloot , met eenigen der zynen , naar Herford, in't Graaflchap Ravensberg, te verreizen, alwaar hy,tot in 't jaar 1674, vertoefde. Hy begaf zig toen naar Altona, daar hy overleeden is (p). ^der De Wiffelbank deezer Stad hadt, by haa- le^r°i» ren opregting in 't jaar 1609, Odtroi ver- hob" kreegen dat de penningen, in dezelve be- Van ^e ruftende, door niemant mogten gearreßeerd r'%1- of bekommerd worden. Doch men onder- ir&. vondt, omtrent deezen tyd, dat fommige fcherpzinnige luiden, ftililaande op de be- paalde betekenis van het woord penningen, ondernamen arreflen te doen op het onge- munt metaal in de Wiffelbank gebragt, of op het regt, welk Faétoors en Koopluiden hadden, om voor anderer rekening in de Bank af te fchryven. En fchoon deeze ar- reßen geen gevolg hadden, verwierf de Stad, op den zeitienden December deezes jaars, eene nadere verklaaring van haar Oclroi, waarby deeze onderfcheiding voor nietig verklaard werdt (q). pgroo- Tot hiertoe, was de Stad van verver- itel^- fching van water voorzien geworden, door VlJ1! middel van het Y; welk, door de buiten- ^ajjt^fluizen, met den vloed, ingelaaten zynde, door de binnen-fluizen, in vier onderfchei- den' boezems, in de Stad ontvangen en rond geleid; en daarna, wederom in 'tYgeloosd werdt. Doch alzo twee van deeze boezems gemeenfchap hadden met den Amftel, en het Amftelwater, vooral des Zomers, een of twee voeten laager ftondt, dan het wa- ter, in deeze boezems, dat is,in eengroot gedeelte der Stad, moefl gehouden worden; kon men dezelven naauwlyks ververfchen, dan by laage ebbe, die 's Zomers zeldzaam voorviel. En dan kwam 'er nog, uit den Amftel, geen ander water in de Stad, dan 't gene, voorheen, reeds uit de Stad geko- men en zeer vervuild was. Men befloot dan, in denHerfft deezes jaars, dit ongemak te voorkomen, door het leggen van twee Huizen in den Binnen-Amftel, op de hoogte van de Utrechtfche Dwarsftraat, die het Y-water uit den Amftel weeren zouden ; waarna het, de Stad rond geleid zynde , wederom in 't Y zou können ontlaft worden. E*e Heeren Gerard HaJJelaer, Cornelis de (») Groot-Memor. N. VI./. U verfo, I8 verß,
(/>) Goeree Kerk. en Waei. Hiltorie, tl. 6i9, 6(0,
il) Handy, hl. 674.
|
|||||||||||
Vlaaming van Oudshoorn en Joannes Hudde xfa0t
werden gemagtigd, om, nevens de Heeren Burgemeeiteren en Thefaurieren, opzigt te hebben op dit gewigtig werk; waarvan , eerlang , een uitvoerig Ontwerp gemaakt werdt O). _ Doch in dit Ontwerp kwam, federt, eenige verandering. Men vondt, in ^ . den Zomer des volgenden jaars, geraaden, ' in de plaats van twee, drie fluizen te maä- ken, eene groote in 't midden , en twee kleinen, eene aan ieder zyde (/). En in gevolge van dit veranderd Ontwerp, werdt de groote Amftellluis, in 't jaar 1674, vol- trokken. Sedert, werdt de Stad, tweemaa- len in den tyd van vierentwintig uuren, door middel van het Y-water, ververfcht, zon- der dat de Amftel befmet werdt. Ook droeg men_, van toen af, zorg, dat het intappen en uitlaaten van 't Y-water niet door dezelf- de fluizen gefchiedde. De twee boezems in de Stad, die, voorheen, in een geheelen Zo- mer, naauwlyks eenigen aftrek van water kreegen, kreegen nu dagelyks goeden af- trek, alzo de ebbe gemeenlyk agt of negen duim laager ging, dan 't water, in de Stad, zonder ongemak, kon geleeden worden (*)• De menigvuldige rioolen, die in de graften der Stad uitloopen, en eenige andere oor- zaaken hebben egter, door den tyd,tewe- ge gebragt, dat de graften, allengskens on- dieper en vuiler geworden, met de minfte gifting of roering, of als de Y-fluizen, by hoo- gen vloed, digt gehouden moeten worden, vry veel ftanks opgeeven. Men heeft ver- fcheiden' middelen voorgefiaagen en in 't werk gefield, om dit ongemak te voorko- men, van welken wy, by eene andere ge- legenheid, in 't verhandelen van den water- loop en waterkeering hier ter Stede, uit- voeriger verflag zullen moeten doen. De Regeering van Amfterdam , altoos G°fcbil
zeer zorgvuldig om de ingezetenen derSte mächen de te handhaaven by derzelver voorregten,de Stad geraakte, ter deezer gelegenheid, in den5"fhet Herfftdes jaars 1671, in een ernftig ge-£„ He0n0 fchil met het Hof van Juftkie in den Haage, gen Raa en zelfs met den Hoogen Raade; waarvan de- Wy den uitflag , beknoptelyk, ontvouwen ^anIe£oC moeten. Dirk van Haringcarfpel, Kapitein heibel- van een vendel Mariniers of Zeefoldaaten, ve. ten dienfte van den Lande, en gebooren Poorter en inwooner deezer Stad, laft ge- kreegen hebbende, om met 's Lands Vloo- te in zee te gaan, was , aan 't Schild op het Eiland Texel, in woorden geraakt met Otto de Rumoer, insgelyks Kapitein over een
(r) Refol. Vroedfch.. L'. fl. 31 <?S»>. *s.-Nox-. 1670./.
73, 73 verfo.
(s) Refol. Vroedfch. /.'• G. 6 July 1671. ƒ. „9 v„f,,
(t) zie 't Bericht wegens de Wateren deezer Stede* |
|||||||||||
6*£ A M S T E
een diergelyk vendel. De degens raakten
uit de fchede. Rumoer deedt den eerflen aanval;doch werdt, in 't gevegt,zozwaar- lyk gewond, dat hy, na eenige dagen leg- gens, den geeft gaf. Haringcarfpel hieldt zig, eenigen tyd, verhoolen; doch vervoeg- de zig, midlerwyl, met een Verzoekfchrift aan Gecommitteerde Raaden , begeereh- de „ dat hem mögt toegelaaten worden, „ zig den grooten Krygsraad ter purge of „ zuivering voor te'dellen, alzo, gelykhy „ beweerde, de ontmoeting tuffchen hem „ en Rumoer moeft aangemerkt worden „ als eene ontmoeting tuffchen twee Krygs- „ luiden, die eenigszins op den Krygstogt „ voorgevallen was; behalve dat Rumoer „ hem ook eerft hadt aangetad." De Hee- ren Gecommitteerde Raaden bragten dit verzoek in de Vergadering van hunne Edele Groot-Mogendheden, die 'er, terftond, in bewilligden; te gelyk afwyzende zeker Ver- zoekfchrift van Ditlof Rumoer, Broeder van den overleeden,waarby begeerd was „ dat „ hunne Edele Groot-Mogendheden den „ Procureur-Generaal, of eenig ander' Of- „ ficier zouden beveelen, den Kapitein Ha- „ ringcarfpel voor 't Hof van Holland, of 3, voor eenige andere Regtbank, crimineel- 9, lyk te dagvaarden." Doch Ditlof Ru- moer , zig kwalyk genoegende met het ver- wyzen der zaake aan den grooten Krygs- raad , beweerde, in een tweede Verzoek- fchrift „ dat het voorgevallene , niet als „ een Krygsmans, maar als een gemeen „ delict of misdaad aangemerkt moeft wor- „ den," andermaal, verzoekende „ dat „ den Procureur-Generaal mögt worden ge- 3, laft, daar over, voor den Hove van Hol- „ land, te procedeeren, zonder van eeni- „ gen anderen Officier of Regtbank te ge- „ waagen." De Staaten gaven zo veel agt op dit tweede Verzoekfchrift, dat zy't voor- gevallene , inderdaad, voor eene gemeene misdaad verklaarden , en de voorgaande Refolutie introkken. Doch zy bevalen te- vens , dat de verzogte purge niet gefchie- den zou voor den Hove van Holland, ge- lyk Ditlof Rumoer begeerd hadt; maar voor den ordinaris en dagelyxen Regter, naer de wetten en de practique defer Landen, daer- toe bevoegt en competent. En in gevolge van dit bevel, vervoegde Haringcarfpel zig aan Schepenen van Amilerdam, als zynen ge- woonlyken en bevoegden Regter, alwaar hem, op zyn verzoek, citatie of dagvaar- ding tegen den Officier , de Vrienden en Maagen van den overleeden, en alle ande- ren , die zig party zouden willen Hellen, en ten opzigte van zulken, welker woonplaat- fen hem onbekend waren, citatie by Edic- |
D A M S II. Deel.
te, en met aangeplakte Biljetten aan't Stad- \dl}'
huis en de Kerke, werdt toegedaan. Ha- ringcarfpel werde toen, by prov/fie, onder handtadinge ontflaagen. Maar de Procu- reur-Generaal, verdaande , dat het Hof alleen, in zaaken van purge of zuivering , Regter ware, verzogt aldaar een Mande- ment poenaal, waarby niet flegts gehandeld werdt tegen Haringcarfpel , en tegen den Schout, die alleenlyk als gedaagde voor- kwam; maar waarby aan Schepenen ook, in fcherpe en dreigende bewoordingen , werdt bevolen, de verleende ASie van ci- tatie in te trekken; diergelyke niet meer te verleenen, en de koden, daarover geval- len , te betaalen. 't Verzoekfchrift werdt den Schout deezer Stad in handen gedeld, om den Hove te dienen van berigt: welk ingeleverd zynde , werdt den Procureur- Generaal Mandement verleend, niet gelyk hy 't eerd verzogt hadt; maar alleenlyk te- gen de claufule van Editie oïEdiaale Citatie? waarmede hy meende, dat, onder anderen, zyn Perfoon, en anderen, die niet onder 't Regtsgebied van Amderdam behoorden , voor Schepenen deezer Stad , gedagvaard werden: 't welk Schepenen, eerlang, be- tuigden , nimmer in hunne gedagten geko- men te zyn, alzo de Procureur-Generaal niet kon geagt worden te behooren onder diegenen, welker woonplaatfen onbekend waren , waarop alleen de Ediclale Cita- tie zag. 't Mandement, midlerwyl, door den
Deurwaarder geëxploiteerd of" aangekondigd zynde, werdt door Schepenen ingetrokken, en de Deurwaarder, drie dagen, in hegte- nis gehouden. De Afgevaardigden der Stad traden, vervolgens, in onderhandeling met Commiffariffen van het: Hof, die erkenden, „ dat Schepenen van Amderdam, over bur- „ gers der Stad, in geval van Purge, be- ,, voegde Regters waren:" waartegen, van de zyde der Stad, erkend werdt „ datSche- „ penen den Procureur-Generaal niet on- „ der de Edi&ale Citatie begreepen." 't Mandement werdt toen wederom overgele- verd: en men dagt, hier ter Stede , dat het Hof voortaan dil gezeten zou hebben. Doch 't viel anders uit. 't Hof zettede de begonnen regtspJeeging voort. Haringcar- fpel hadt van 't verleende Mandement Jp- pél verzogt aan den Hoogen Raade , en^ *p zyn e * bezwaarniffen overgeleverd. Doch ^ het Hof, zonder op deeze bezwaarniffen te befluiten, verleende Mandement van Com- plaincte tegens Schepenen, en zelfs tegens Burgemeederen van Amderdam, zo deeze laatden zig party maaken wilden. En dit gefchiedde, zonder dat aan Burgemeederen |
||||||
XVIII. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
623
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
I67l, of Schepenen kennis gegeeven was van het „ de, of den Gematigden tot de uitvoe-
Requeft, waarby men onderftelde, dat het „ ring van het begeerde Mandemenr um |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
jongfte Mandement, door den Procureur-
Generaal, verzogt geweeft was. Burgemees-
teren , door zulk een onminnelyken handel, niet weinig ontfligt, bragten de zaak in de Vroedfchap, alwaar befïooten werdt, dat |
Complainóte wilden aanfchryven en be-
„ laften, aan Burgemeefteren van Amfter- „ dam regt te doen hebben: of zo de Hoo- „ ge Raad hiertoe niet bevoegd geoordeeld werdt, andere onzydige Regters , ten
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
men, by den Hoogen Raade, brieven van „ zelfden einde, benoemen, en ondertus-
Complaincte tegen 't Hof verzoeken zou , „ fchen het Poenaal en de Compkintte van |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
waarby Prefident en Raaden, tegen zekeren
bepaalden dag en uur, in de Raadkamer van den Hoogen Raade gedagvaard wer- den ; gelyk gefchiedde. Doch eer nog de |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ den Hove nietig en van onwaarde ver-
„ klaaren." Ten opzigte van de kleinigheid, die het Hof Burgemeefteren en Schepenen |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
dagvaarding gefchied was, kreeg de Deur- Mandement van Attentaten poenaal, met de
waarder bevel, zo gezeid werdt, van we- Claufule van Editie , in deeze Provincie ge den Hoogen Raade, om dezelve op te omtrent Steden, ongehoord, en waardoor houden; zonder dat men geraaden vondt, de Regtbank van Amfterdam,by openbaar hiervan eenige reden te geeven aan Bürge- klokkengeflag, voor elk'veragtelyk tentoon meefteren, die zelfs geen antwoord ont- gefield werdt, verklaarden de Afgevaardig vingen op den brief, dien zy, hierover , den „ dat Burgemeefteren niet zouden »f |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
aan den Hoogen Raade hadden afgevaar-digd. Men befloot dan, eindelyk, de zaak
te brengen voor 's Lands Staaten. De Af- gevaardigden der Stad fielden een wydluf- tig Vertoog op, waarin, uit de oude Privi- legien , byzonderlyk uit die van de jaaren 1401 en 1409 (it), beweerd werdt,, dat al- „ Ie breuken, te Amfterdam vallende, of, „ door Poorters dier Stad, benoorden de „ Maaze, verbeurd, binnen de Stad moes- „ ten beregt worden." Voorts, werdt, uit het tweehonderd en twintigfle Lid der Inftruftie voor den Hove Provinciaal, be- weezen ,, dat het zelve elk by zyne Juris- „ diclie laaten moeft:" en uit het Groot- Privilegie van Vrouwe Maria „ dat het „ Hof geene kennis neemen mögt van ee- j, nige zaaleen, die ter eerfter aanleg tot
|
„ laaten, de Regten en Privilegien hun
„ door de Graaven van Holland in der tyd' „ om hunne goede dienften, verleend; by „ derzelver opvolgers bezwooren; by dé „ Satisfactie bedongen , en met goed en „ bloed befchermd, naar hun uiterfte ver- „ mogen, te handhaaven , zonder te gedoo- „ gen, dat hun dezelven, doorliet Hof „ of door eenigen Procureur Generaal, on- „ der hoedanig een voorwendfel ook, af- „ handig werden gemaakt; of dat het Hof, „ in zulk een geval, Regter in zyne eigen „ zaak zyn zou : in vertrouwen , dat zy „ hierin, door hunne Medeleden, zouden „ worden bygeftaan, terwyl zy geene ge* „ zindheid altoos hadden, om zig den ge- „ woonlyken Regter, of 't gene by hunne Edele Groot - Mogendheden , naar de |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ de kenniffe der Steden of Dorpen be- ,, orde der Regeeringe, zou worden goed
„ hoorden:" ook „ dat het zelve geene „ gevonden, eenigszins te onttrekken (u)." „ bevelen mögt geeven, tegen de Privile- Het Hof, van ter zyde kennis gekreegen „ gien der Steden," 't welk, volgens een hebbende van het Vertoog der Stad , ver- Privilegie van Koning Filips van den jaare dedigde zig , in eenen uitvoerigen brief, 1562, en volgens eene Refolutie der Staa- die aan haare Edele Groot-Mogendheden ten van Holland van den jaare 159:,voor- gerigt, en den elfden December gedagte- al, niet mögt gefchieden , zonder de Re- kend was (ra). De Hooge Raad hadt, den queften van partyen, vooraf, aan de Ste- agtften te vooren, ook een' brief aan haa- den gezonden te hebben, op dat deezen den re Ed Groot - Mog. laaten afgaan: die aan Hove daarop zouden können onderregten, de Afgevaardigden der Stad werdt mede* eer de verzogte bevelen werden afgevaar- gedeeld. En deezen, verklaard hebbende, digd. Wyders, werdt aangemerkt, dat de » dat, by de Ediclale Citatie, de Procureur- Staaten, op den negenentwintigften Oclo- 5> Generaal niet kon begreepen worden ge- ber des jaars 16Ó7, nog verftaan hadden, ,, dagvaard te zyn, noch dat, op hem, s, dat het Hof, naar de orde en het regt „ eenig defaut of verftek kon worden toe* s> van 't Land, geen Regter zyn kon over „ gepaft; en dat het vonnis, by Schepe. sj de verfchillen tnfTchen het zelve en de „ nen van Amfterdam, in geval van Purge |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
3> Steden voorvallende." En ten befluite
|
te
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
verzogt „ dat de Staaten den Hoogen Raa-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
(v) B-efol. Vroedfch. IJ. G. 2' oH. ïS, ï5 $,vmit <
Dec. 1671- ƒ. 144, 153, 1S7 verfo , 163.
(w) Muniment-Regifter, £»• G< ƒ. 171 ws> Mmmm
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
(«) Zie n. Deel, II. B,tkj hl. 133. III. JS«^, H, ijj.
I. STUK.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
CHIEDEN1SSEN. II. Deel.
't Geregt van Amfterdam hieldt ftand, en
Haringcarfpel werdt, in 't volgende jaar, zuiver en onfchuldig verklaard, wegens't gene,waarover hyzigterpurgegefield hadt. 't Liep aan tot in 't jaar 1677, eer de Staa- ten , by Plakaat van den vyftienden Sep- tember des gemelden jaars, verklaarden , dat geen ingezeten, die niet voorvlugtig, of op heeter daad betrapt was, anders zou können worden te regt gefield, dan voor zynen dagelykfchen en bevoegden Regter (y): tot opheldering van welk, Plakaat, by Refolutie van den zeftiendén December, daaraan volgende, de Officiers en Regters der plaatfe, daar de misdaad begaan was, bevoegd werden verklaard, tot het onder- zoek op, en de regtspleeging over de mis- daad , wanneer de misdaadige niet voor- vlugtig , of op heeter daad gegreepen was, en dat het oordeel over de voorvlugtigheid en 't vatten op (heeter daad, aan den ge- woonlyken en bevoegden Regter ,ftaan zou (z). Uit het een en 't ander, is, niet zon- der grond, op te maaken, dat de Souve- rain de regtspleeging, in geval van Purge, ook by Edictak Citatie, zo wel aan de Ge- regten der Steden, als aan het Hof, heeft willen overlaaten (a). Ondertuffchen, fchynt de verklaaring van 's Lands Staa- ten, in dit gewigtig fluk , zo lang agter- gebleeven te zyn , ter oorzaake van den feilen oorlog , die in 't jaar 1672 ont- ftak, en van de veranderingen, die daaruit voortkwamen. (1) Groot-Plakaatb. III. Deel, II. 138j.
(z.) Groot-Plakaatb. IV. Deel, bl. 409. (a) Zie Bof.ls Aantek. of de Decilïen en Obferv. van. LOENIüS, */. 47S. |
|||||||
624 AMSTERDAMS GES
„ te wyzen, geene verdere uitwerking heb-
„ ben zou, dan naar regten mogelykware, „ onverminderd nogtans der Stede Privilé- „ gien" beflooten de Staaten, op den drie- entwintigften en vierentwintigflen der ge- melde maand December „ den Hove aan „ te fchryven, dat het zelve, op de Grieven „ van den Kapitein Haringcarfpel, goed „ regt zou doen; dat, voorts, de proceduren „ over de attentaten poenaal, midsgaders „ die van Complainäe, zo voor het Hof als „ voor den Hoogen Raad aangevangen, by „ provifle, in ftaate zouden worden gehou- „ den, onverminderd eens iegelyks regt: „ dat, wyders, door Gecommitteerden van „ haare Ed. Groot-Mogendh. tot de zaaken „ van dejuftitie, na ingenomen berigt van den „ Hoogen Raade, van het Hof, van de Re- j, kenkamer van 's Lands Domeinen, en van „ Schepenen van Amfterdam, midsgaders „ van de Advokaaten Fiskaal en Procu- „ reurs - Generaal, beide in 't Crimineel en „ in 't Civil, des noods, met den eerflen, „ eene onderhandeling zou worden aange- „ vangen, om 't gene verders wegens dee- j, ze zaak nog oneffen zou mogen blyven, ,, in der minne af te doen, en by eene al- „ gemeene Verklaaring vafl te ftellen, van „ wat kragt en uitwerking zouden können ,, zyn de uitfpraaken , die, in geval van it Piirge, op Ediäale Chatten, voor deGe- ,, regten der Steden of voor andere byzon- „ dere Regtbanken, gedaan werden (x)." My is niet klaarlyk gebleeken , wat 'er Van deeze voorgenomen onderhandeling ge- worden zy. Doch de Ediclale Citatie van (x) Muniment-Regifter, L'. G. ƒ. 139. Refol. Holl. n
en 24- Dec* 1671. bl. 100. |
|||||||
twee-
|
|||||||
Ii$
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
TWEEDE D E E L.
GESCHIEDENISSEN
VAN
AM-S TÉR DA M.
_ ----------------------------------------------------1--------------------■-----------------------------:---------------------
NEGENTIENDE BOEK.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amsterdams Geschiedenissen;
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
r i(572i
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Schutters in goede ttigt te houden j en
vlytiglyk te oefenen in den wapenhandel, op dat zy, des noods, de Stad zouden mo- gen können befchermen; dat men den |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De gevaarlyke oorlog tegen den Staat,
die met den aanvang des jaars 1672 ontflondt, en hevigft door Frankryk en Groot- Rritanje gevoerd werdt, was ook van veel invloed op den toefland van Amflerdam in 't byzonder: waarom wy ons verpligt agten > de gefchiedenifTen der Stad, in dit merk- waardige jaar, eenigszins omftandiglyk, en met de vereifchte naauwkeurigheid,te ont- vouwen. Men hadt, reeds in den Herfft des jaars
1670, uit fchryvens van den AmbafTadeur Pieter de Groot, die voorheen Penfionaris van Amflerdam geweefl was (a), en zignu aan 't Franfche Hof bevondt, verflaan,dat Lodewyk de XIV., Koning van Frankryk, den Staat iet euvels brouwde (F). Ook was men, al vroeg, bekommerd voor nieuwe vyandelyke onderneemingen van Karel den II., Koning van Groot-Britanje. Men hadt hierom 's Lands Zeemagt op eenen taame- iyken voet gebragt. Doch te Lande, was de Staat zwak, ter oorzaake inzonderheid van het verfchil der Provinciën over de be- vordering des Prinfen van Oranje (c). Te- gen 't einde des jaars 1671, begonmen eg- ter te zorgen voor de verflerking der gren- zen van Holland. In de Vroedfch ap van Amflerdam, werdt toen ook geraadpleegd öp het beveiligen der Stede, en, onder an- deren , voorgeflaagen „ dat de Stads graf- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^72
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1672.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
o
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
chen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
oen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5»
|
Majoor en Ëapiteihen der Stads bezet-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tinge gelyke waarfchuwing doen moeit,
„ en dat de CommhTarifien der mon- „ fteringe zorgvuldiglyk moeflen letten, i} dat de Compagnien voltallig gehouden, „ werden: dat, eindelyk, de Stads be- „ zetting, met de twee Compagnien, die „ onlangs afgedankt waren, op nieuws, bë- „ hoorde té worden verflerkt ($):" DeGe-rje Stad committeerde Raaden, in den aanvang desbewilligt jaars 1672, wederom, gelykin'tjaar 1668,in'tver- gedrongen hebbende op de fpoedige verlier-fterken king van Naarden, waarin men, hier tergden. Stede, zwaarigheid gemaakt hadt; werdt daarin nu, na eenig beraad, bewilligd door Burgemeefteren en Raaden, mids de bezet- ting van 't verfterkte Naarden, in tyd van Vrede, niet talryker ware, dan van vyf- of zeshonderd man. Doch de voorgenomen verflerking werdt ten deezen tyde niet vol- trokken. De Stad flondt 'er ook ernftelyk op, dat men met de Staaten van Utrecht overeenkwame omtrent het befchanfen van deVegt en Rynfche Vaart; te gelyk in be- denking geevende, of men den vyand, zó hy in de Veluwe vallen mögt,door hetop- ftoppen van het water aan den Grebbendyk, niet eenigen tyd ten minfte,zou können be- letten , dieper door te dringen (e). Op de bevordering des Prinfen van Oran- Zy itemc
je, werdt ook,vroeg in 't voorjaar,een be-van de fluit genomen. Amflerdam toonde zig van eerften, de cerfleh gerteigd, oni zyne Hoogheid te p™^ |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3i
|
ten van maften en hout behoorden ontïe-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
digd te worden; dat de Veftingwerken
), om de Stad,die nog niet voltrokken wa- s> ren, ten fpoedigfte voltrokken mogten si worden, en de beddingen tot plantinge » van gefchut gereed gemaakt; dat den Co- » lonellen mögt worden aanbevolen, de («) Refol. Vroedfch. Lr. E. 6 Febr. itso.f. tsi. l'r E.
lS J*H. 166j. f 176.
0>) Refol. Vroedfch. L'. G. i OS. 1670. ƒ. 72 verß.
3fiV-)hVSf^- Hift- X1U- Dcel' hl- +*1* ^z, 471. 476. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
svan
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
verheffen tot Kapitein-Generaal, mids zulks, Oranje
met eenpaarige bewilliging der overige Le- tot Ka- den, Pitehï- (d) B-èfol. Vroedfch. Ir. G. 7 D"- '«^l. ƒ. j73' v„r.
(e) Refol. Vroedfch. L'. «. « J»n. tFetr,ii7i. ƒ.1?*
■verft ,' J97 verft, 20I verf: ' Mmmm %
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||
Ó2Ö
|
||||||||||||||||||||||||
de Juny, daar Heemskerk, die op 't fchip i£>72'
de Dolfyn, gevoerd by den Luitenant-Ad- miraal Willem Jozef van Gend; en Bergh, die op 't fchip de Stad Utrecht, onder den ' Kapitein Joan Bont befcheiden was , het leeven af bragten, en met eere, hier ter Ste- de, te rug keerden; alwaar Heemskerk, in November deezes jaars, tot Secretaris, en in January des volgenden, tot Penfionaris , aangefteld werdt (h): maar Haflelaer, die H#'l
zig op het fchip de Befchermer , gevoerd f'ieü by Kapitein David Swerius begeven hadt, fneuvelde in den ftryd, door eenen kogel getroffen zynde, en twee moederlooze dog- tertjes nalaatende, die hy by eene Dogter van den Schout en Burgemeefter, Gerard Hajjelaer, gewonnen hadt (i). Doch ik vind niet, dat andere Amfterdammers, ten dee- zen tyde, het voorbeeld van deezen drie |
||||||||||||||||||||||||
den, gefchiedde. Ook bewilligde de Stad
fpoedig in de ontworpen Inftruétie voor den Prinfe. Doch in February, kwamen de Pro- vinciën overeen , om zyner Hoogheid de waardigheid van Kapitein - Generaal alleen- lyk voor den aanftaanden veldtogt op te draagen; waartoe ook de Stad haare ftem gegeven hadt (ƒ). Frankryk en Groot-Britanje den Staat,
op den zevenden April, den oorlog verklaard hebbende, begon men in Holland en met naame te Amfterdam, ernftiger maatregels te neemen tot tegenweer. Men befloot de Schutters en huisluiden alomme te oefenen in den wapenhandel : waartoe , door de Vroedfchap deezer Stad, byzonderlyk ge- magtigd werden de Raaden en Colonellen Cornelis. Geelvinck , Heere van Kaftrikom, en Roetert Ernfi. De Schuttery, die hier thans uit vyf Regementen, welken famen vierenvyftig Compagnien uitmaakten, be- ftondt, werdt eerlang verminderd op agten- veertig Compagnien , die onder zes Rege- menten werden verdeeld. Ieder Compag- nie was, te voor en, omtrent honderd kop- pen fterk geweefl. En de weerbaare man- fchap van de nieuwe uitlegging der Stad werdt ook onder de byzondere Compagnien gebragt. Doch de vermindering van vier- envyftig op agtenveertig Compagnien fchynt niet ter uitvoeringe gebragt te zyn, of ten minfte niet lang ftand gegreepen te hebben. Men vondt zelfs, hier ter Stede,geraaden, aan te zien, dat eenige Patriotten of Lief- hebbers des Vaderlands, van wege de hoo- ge Regeeringe, werden aangemoedigd, om Soldaaten of Matroozen, op eigen beurze, te werven, onder AÊte van getuigeniffe ter hunner eere (g). Ook begaven zig, eer- lang , drie Amflerdamfche Heeren op 's Lands Vlcote, Gerard Hajjelaer, Zoon van Pieter Hajjelaer, Coenraad van Heemskerk , Zoon van Joan van Heemskerk, Raadsheer in den Hoogen Raade , en Joan Bergh , Regtsgeleerde, uit eerlyken flamme van Naarden herkomftig, en thans Vendrig ee- ner Burger-Compagnie te Amfterdam. Al- len drie hadden zy een zeker getal van ma- troozen , op eigen koften geworven, onder zig: Haflelaer veertig, die Engelfche mut- fen, met rood fluweel gevoerd, ophadden; Heemskerk vyftig, die diergelyke mutfen met blaauw fluweel droegen, en Berghagt, die mutfen voerden, met groen of graauw fluweel geftoffeerd. Zy woonden allen drie 't gevegt voor Soulsbaai by> op den zeven- |
||||||||||||||||||||||||
1674.
Géne-
raal te bevorde- ren. |
||||||||||||||||||||||||
De fchut-
tery wordt hier ver- meer- derd, en in deii wapen- handel geoe- fend. |
||||||||||||||||||||||||
, Sf
|
\S'
|
|||||||||||||||||||||||
hebben nagevolgd. Te vooren was , ter De
|
||||||||||||||||||||||||
Vergaderinge van Holland , een voorflag wyft,
gedaan, om den vyfden man van alle Bier-Pr^ d# dragers, Turfdragers en diergelyke arbei-^!fden dende Officianten tot matroozen op de Vloo-man.'L; te te preffen. Doch deeze voorflag werdt, ar^. hier ter Stede, afgeweezen, zo om datdee- d.erteii ze arbeiders, of onder de Burger-vendelen ^n i° verdeeld waren, of, by ongeval van brand, hau11' der Burgerye ten dienft ftaan moeften; als in- zonderheid, om dat het vyfde gedeelte van hun getal hier naauwlyks honderd en vyftig koppen uitmaaken zou (£). „. De Franfchen hadden zig, in May, mees- M&
ter gemaakt van Orfoi, Rynberk en andere jlul[iV Plaatfen aan den Ryn. De Keulfchen en Mun- ^V"' fterfchen waren in Overyffel en jh't Graaf- laatf fchap Zutfen gerukt, en hadden, insgelyks, va" flt verfcheiden' Steden bemagtigd. Men vrees- wa^eili' de, in Holland, niet zonder reden, dat de^o. Franfchen, Nieuwmegen overmeefterd heb- bende, door de Betuwe, in die Provincie, of over den Ryn, by Reenen , in 't Stigt zouden dringen; wanneer de zwakke Hol- landfche Steden voor hun geweld zouden blootftaan. Men was hierom bedagt op middelen, om Holland, door 't inlaaten van 't water, en door 't leggen van fchanfen op de toegangen, te dekken tegen den naderen- den vyand (/). In May, was reeds befloo- ten, door de fluizen op halfwege Haarlem, en door de fluizen in d'en Yflel te Gouda leggende, zo veel waters in den boezem van Rynland te laaten, dat het zelve agt duim boven de gewoonlyke zomerpeil ftondt i waarna, ook met bewilliging van Amfter- dam, geraaden gevonden werdt, de fluizen, met
(h) Groot-Memoriaal N. VI. ƒ. 93, 10«.
(»•) G. Brandt Leven van de Ruiter, bl. 66t. (^)Refoi. Vroedfch. Lr. H. 19, 20 April 1671. ƒ. 40,4!* {ij Vadeil. Hift. XIV. Deel, bl. 29,30. . |
||||||||||||||||||||||||
Gerard
Haffe- laer, Coen- raad van Heems- kerk en Joan Bergh begee- ven zig, meteeni- ge ma- troozen, op eigen beurze gewor- ven, op 's Lands Vlöote. |
||||||||||||||||||||||||
(ƒ) Refol. Vtoedfch. lf. G. iS,3i Dec. 1671. f.is, is.
21 Jan. 20 Febr. 1672. ƒ. 179 verfo , 190,194,19J, 196, 209. (S) Refol. Vroedfch. L'. H. 4, 7 Afrit, 3 Maj 1672. ƒ.
30, 3},36, 4J. |
||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XIX. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
627
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
167.:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
met naame de (luizen op halfwege Haarlem, reeds te vooren, genegenheid getoond had- 1672
die nu met de afwatering opengedreeven den (0). ' i - |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
werden, met zwaare balken, teverfparren,
of toe te houden. De Stad hadt egter be dongen, dat deeze verfparring, flegts voor |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Midlerwyl, waren de Franfchen, 's daags ne Frari-
te vooren, by het Tolhuis, over den Ryn fchen getrokken ,^ en in de Over-Betuwe doorge-komen |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nag.
5* der |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^gevan korten tyd, gefchieden zou, en dat de flui- drongen, daar zy de Staatfche poftgeflfa over ^
Ä'" zenterft°nd zouden worden geopend, zo gen hadden. De algemeene Staaten kree-Ryn' |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
öVcr er" haar, door het digthouden derzelven, eenig gen hiervan, den volgenden voormiddag,
ongemak in haare wateren werdt toegebragt. kennis, uit eenen Brief van de Afgevaardig- Ook zouden die van Haarlem moeten beloo- den te Velde, dien wy, aan 't einde van |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ven, om hunne fluizen, niet dan by noodi-ge fchuttinge, te openen, op dat de loop
van 't water, ten nadeele van Amfterdam, door hen, niet mögt verleid worden (m\ De boezems op deeze wyze vol gehouden wordende, verftondt men, te Amfterdam, dat het onder water zetten der Landeryen, zo lang als 't mogelyk ware, moeft worden uitgefteld, De Staaten van Holland befloo- |
De Heer
en Mr. Bieter Schaap, Raad deezer Stede,
begaf zig, met een affchrift van deezen Brief, in perfoon, herwaards. De Vroed-Voor-, fchap werdt, nog dien zelfden avond ten 20rS te tien uuren, byeen geroepen. Men befloot Ainftér- terftond in het inlaaten van 't zoete water te bewilligen. Ook werdt geraaden gevon- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ter Vergaderinge van Holland, te
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ten 'er toe, op den agtften Juny.Dochmen wege te brengen, dat 3e Stad met eeneaan-
oordeelde, hier ter Stede, op den elfden, zienlyke bezetting voorzien werde, en on- dat 'er nog geene genoegzaamereden was, dertuflehen een begin te maaken met het |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
om tot dit uiterfte te komen. Men belloot
'er zelfs tegen te protefleeren, en het, met der daad, te beletten, zo men 'er, deson- aangezien, mede voortwilde (tï). Maar 't leedt niet langer dan tot den dertienden , |
aanwerven van drie vendelen Stads foldaa-
ten, waarin de Raad, al vooreenigen tyd, bewilligd hadt. Men vondt goed, de vier' envyfbg Compagnien Burgers nog met drie te vermeerderen, en alle nagten zes Com- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
toen men hier veranderde van gedagten. pagnien, in de plaats van drie, te doen waa.
Men kreeg zulke nadeelige tydjngen uit het ken (q). Wat laater, werdt het getal der kleine leger der Staaten, welk, onder den Burger-Compagnien op zeitig gebragt (r\ Prinfe van Oranje, aan den Yfïel flondt, Voorts,raadpleegde men op het afbreekeri dat men met reden bedugt werdt, dat het der bruggen langs de toegangen naar de Stad de poft aldaar niet lang zou können hou- welk laatfte gelaaten werdt aan de Heeren den; maar genoodzaakt_ worden , langs de CommifTarifTen tot de Veftingwerken der |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Veluwe, naar de Provincie van Utrecht,
en naar Holland te wyken. Men befloot dan alles, zo na als 't mogelyk ware, tot de inlaatinge van 't water gereed te maa |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stede, by welken nu de Oud Burgemees-
ter , Mr. Andries de Graef, gevoegd werdt (j-).
Twee dagen laater, werdt ook beflooteiiMen iaat
het zoute water, zo aan de Ooft-als Weft water in |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ken; en, ten overftaan van deeze Stad, en zydevandeStad,intelaaten,nadatdegoedeen om dé
van de Stad Gouda, of van derzelver Ge- Gemeente vooraf gewaarfchuwd zou zyr) Stad- magtigden, alle de Slooten der Polders voor om zig voor fchade te hoeden (7): tot welk |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zonder het nog
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
werk, de Heeren Nicolaas Pancras, Cornelis
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
over 't
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Land te laaten loopen, ten ware de van Vlooswyk, Heer van Vlooswyk, Andries
Yflel bemagtigd , of door de onzen ver- de Graef, Nicolaas van Loon en JoamwsHud- laaten werdt; in welk geval, de Vroedfchap de gemagtigd werden. Onder opzigt van oordeelde, dat men alle middelen ter hand deeze Heeren, werden terftond eenigePol- neemen moeft, om de Landeryen, zonder ders om de Stad doorgefteken:ook de Die- eenig uitflel, onder water te zetten. Ten mer- en Bylemermeeren. De doorfnyding zelfden tyde , werdt ook goedgevonden , in den Diemerdyk gefchiedde omtrent Jaap wanneer zulks ter Vergaderinge van Hol- Hannes, 't Gat aldaar werdt verfchanft: en land mögt voorgeflaagen worden, voor 't omtrent het zelve een Oorlogsfchip gelegd, gevoelen deezer Stad, in te brengen, dat De Ringdyk derDiemermeer werdt,insge- de hooge Collegien van 's Lands Regeerin- lyks, doorgefteken. Ook de Amfleldyk, ter ge, 's Lands geldmiddelen en Oorlogsbe- wederzyde;enop dedoorfnydingen werden noeften,in geene veiliger plaats danindee- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ze Stad konden worden overgebragt: waar-
toe eenige Leden der hooge Regeeringe , |
(o) Refol. Vroedfch.
(p) Bylaage U. A. (q) Refol. Vroedfch (r) Haridv. bl. ist. (s) Refol. Vroedfcli vefpertinam ƒ. 66 , 67 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
L'. H. ij Juny 1671- ƒ• «3,64., 6j,
L*. H. ij■ ?«"y l67*- f. 71. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
H.
69. |
13 Juny 1672 p„ß ,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(™) Refol.
(n) Refol. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vroedfch. Lt. H. 13 i ** May i671#/.49 yj,
Vtoedfch. £'. H. II 7»nj I672. ƒ, S9. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(t) Zie Keutb.
Mmmm
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
L'. P. f. 3 8.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i
|
||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||
628
|
||||||||||||||||||||||||||||||
vrywillige Ruiters opgeregt, over welke de
Heeren Dirk Tulp, Oud - Schepen, Henrik Hooft, Advokaat-'Fiskaal voor 't Collegie ter Admiraliteit alhier, en Jan van Vloos- ivyk, Secretaris deezer Stad, Ritmeefters waren. De arbeid aan de wallen werdt vly- tiglyk voortgezet. Men bediende zig hier- toe van de jongens uit de Weeshuizen.Ook floegen 'er veele Doopsgezinden de hand aan. Doch de Jooden werden verfchoond, mids twaalfhonderd en zeftig guldens aan de Stad opbrengende (2). Voor de Haarlem- mer- en LeidfchePoorten, werden ravelyneri gelegd, om die poorten te dekken. De wallen werden, eerlang, geftoffeerd met tweehon-^ derd ftukken gefchuts.'t Bevel over de Burge- fye enhetKrygsvolkinde Stad werdt, door Burgemeefteren, opgedraagen aan den Colo* nel Joativan Beveren, Bevelhebber van Geer^ truidenberg en onderhoorige Sterkten («). Men befloot, in 't begin van July (b), fcherp onderzoek te doen op de inkomende Fran- fchen, en zelfs alle gebooren onderdaanen des Konings van Frankryk , die hier niet voor May gewoond hadden, ter Stad uit te doen vertrekken: welk bevel, in Oclober, ook tot de Engelfchen uitgebreid werdt (c). Sommigen fchry ven, dat de Prins van Condé voorhadt, zig van Amfterdam meefter te maaken (<f): 't welk, zo men 't aanneemt, de zorg, die, ten deezen tyde, voor de Stad gedraagen werdt, ten volle regtvaardigt. De kommerlyke toeftand van Holland en 0sn<j)
van den gantfchen Staat gaf, midlerwyl,gengj>. in verfcheiden' Steden aanleiding tot mis- ^L noegen , waarvan eenigen zig bedienden ,.[„ f<A. om de verheffing van den Prinfe van Oranje mige{J tot de waardigheden zyner Voorzaaten te^V |
||||||||||||||||||||||||||||||
1672. fchanfen gelegd, 't Zelfde gefehiedde in den
' Veendyk en elders. Men raadpleegde ook op het flegten van molens, raamen en an- dere timmeraadjen buiten de Stad : doch men befloot, eerlang, het zelve nog eenigen tyd uit te ftellen (ii). Kortom, men ver- zuimde niets, om de Stad ongenaakbaar te maaken voor den vyand. Het o- Het Leger der Staaten, den YfTel hebben- vergaan de moeten verlaaten, was, ondertuflchen, xr3n H geweeken naar Utrecht, daar 'tgraauw,ge- en au-en lyk men> °P den zeftienden J™y» te Am~ trecht fterdam , vernam , volftrekt meefter was geeft ge- van de Regeeringe, en, zo 't fcheen, be- 1(;S*;n* flooten hadt, 's Lands Krygsmagt buiten te verde« houden O). Ook verftondt men, in den voorzorgHaage, dat het Leger,in den tegenwoordi- binnen gen nood, gebruikt moeft worden om Hol- |
||||||||||||||||||||||||||||||
Amtier
dam. |
||||||||||||||||||||||||||||||
land te dekken. Het werdt dan verdeeld
|
||||||||||||||||||||||||||||||
langs de toegangen naar deeze Provincie.
Prins Joan Maurits van Naflau vatte poft te Muiden, daar hem, eerlang , uit Amfter- dam , op zyn verzoek, omtrent negendui- zend guldens aan geld en veelerlei behoef- ten werden toegefchikt; fchoon men, om- trent deezen tyd, niet dan met moeite be- floot, buskruid ten dienfte van 't gemeene Land van hier te laaten vervoeren. Ook moeft de Stad haar e geldmiddelen, ten dee- zen tyde, zeer te raadehouden,ter oorzaa- ie van de zwaarekoften,waarin zyzigftee- ken moeft,om zig te verzekeren (w) tegen den naderenden vyand, die, °s nagtsna den negentienden, van Naarden, en op dendrie- entwintigften, van Utrecht meefter werdt. Men oordeelde hier ook de Burgery zo noo- dig te hebben,dat men zig verontfchuldig- de van het laaten aanwerven van eenige vry- willigen uit deeze Stad, tot het verdedigen van de poft aan de Nieuwerbrugge, onder beleid van den Prinfe van Oranje (x). De vlugtelingen, die, by menigten, van Naar- den herwaards kwamen, werden, by klei- ne hoopen, ingelaaten door 't klinket. De poorten werden, ten deezen tyde, digt ge- houden, de valbruggen waren opgehaald, de hameijen geflooten. Menfmeetde brug- gen op de toegangen af. Men nam twaalf Compagnien gewapend Bootsvolk aan, die onder bevel van den Vice-Admiraal I/aak Sweers gefield, en, voor eerft, op de Uit- leggers in 't Y en in den Amftel, gelegd werden (y). Ook werden drie Compagnien 1 («) Refol. Vroedfch. I'. H. 14, ij, is, 19, zo, zi,
Z5, Z4 Juny, n July 16JI. ƒ• 7«.71, 7«» 77. 78» 84,
SS, 86, 87, 88, 149» 17°- Gioot-Memor. ff. VI. f. 74, 77» 79-
(v) Refol. Vroedfch. Zr. H. 1« Juny 16-jt.. f. 7$.
("i»)Refol. Vroedfch. L*. H.21,22,24, i%, lojuny 1571.
ƒ. 88,91, 92, 9«, 97,101,127. (x) RefoJ. Vroedfch. Ij*. H. ZJ Juny 167s. ƒ. 04.
(y) Groot-Memor. N: VI. f. 75 verfit 78, 81 verf» , !,
verf, ?t verft, J7 verft, js , »4 verf: |
||||||||||||||||||||||||||||||
bevorderen. Te Amfterdam, hadt men nog'
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Itef'
|
||||||||||||||||||||||||||||||
tans minder blyken van dit misnoegen be
|
da*
|
|||||||||||||||||||||||||||||
fpeurd, dan in de meefte andere Steden ;
fchoon het hier ook niet ontbrak aan zulken, die fommige Heeren , by monde en ge- fchrifte, verdagt zogten te maaken van on- geoorlofde handeling met hetFranfcheHof. |
||||||||||||||||||||||||||||||
Op den zesentwintigften Juny, was het Pr!
|
»ff.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
graauw zo opgezet door eenigen, dat men Kat)r
zig niet ontzag, den Veldmaarfchalk, Prins ^0Af Joan Maurits, die toen door deeze Stad trok, vo°! f op de openbaare ftraat, aan te randen, en^j. voor verraader te fchelden (e). Op de Bur- j" B, gerwagten, ging ook een heimelyk en open- lyk morren om onder eenigen. 'sNagts tus-Pe0f(f' fchen den agtentwintigften en negenentwin- *Sjcief tig.
(x.) Gioot-Memor. K. VI. ƒ. 87.
(a) Refol. Vroedfch. L„ H. 23 July 1671. f. 137.
(b) Groot-Memor. N- VI. f 71.
(c) Keurb. /.». P. ƒ. 40 verf , 47 verf. COMMELlN,
bl. IZI2, J2i;- (d) VALKENTER Verw. Europa, I. Deel, bl. aSI.
(t) VALUNIEA Veiw. Europa, I. Deel, bl, *»7,«*S'
|
||||||||||||||||||||||||||||||
XIX. Boek. GESCHIEDENISSEN. 629
^72. tigftenJuny(i),deedtdeOud-Burgemeefter was , bragt veel toe, om 't volk m J q
Jerard Gerard Haffelaer, van wien wy, in 't voor- den ongeruft te houden. De ÏL a ?£' i6?2' ^fleiaer gaande gedeelte deezer Gefchiedeniffen , dam hadt de voorwaarden d;P Amlter" de han* j*ot'e nieermaalen gewaagd hebben, en die, fe- den Koning, waren voorgel^*'^"71?mi"* K £ ^ het J^ l6> het Ampt van Hoofd- ftonden, hfhet behouden van 't gfne'hy eeds *&k- wetft, Officier bekleedde, de ronde langs de wal- veroverd hadt, of iet andersvan S n*. sterft len, vermoedelyk, om met e,gen oogen te waarde in de plaatfe, boven vergoediS Sn < zien' .Joe. c °P de wagten toeging. Gele- de koften des oorlogs. voor volftrekt offaan- ae« genheid hiertoe gaf een gerügt, door fom- neemlyft verklaard (V), en ze fITZern mige burgers,, ten zynen huize, verwekt, ftige aantekening gedaan te^en Ltbeflu dat de Franfchen met eenige vaartuigen, ter Vergaderinge van Holland, in afweTend m't Y omtrent het Blaauwe Hoofd, ge- heid haarer Gedeputeerden «I™ naderd waren met oogmerk , gelyk men waarbygoedgevonden was, volma^e lp' vreesde, om de Stad te verrafïen. De Heer ven om te fluiten, mids de R^gferinf en Haffelaer toonde zig bereid, fchoon 't nagt Souverainiteit der byzondereProvinckn he en hy reeds te ruft gegaan was, om de waar- waard bleeve (/,). Doch 't semeen h,w" heid hiervan te onderzoeken. Doch bevondt, van geene kennis hebbende? en onder de aan t Blaauwe Hoofd gekomen, dat de ver- hand opgeftookt wordende teJl< SiT dagte vaartuigen vol Zuid- en Noordhol- ten, hadt alomme? en Zelfs rf A d'ReSen" • landfche boeren waren, die, in Deventer het hoofd en den mond vol 7 lterdara' en elders krygsgevangen gemaakt, federt, leg, om 't Land aan Frankrvk ^nen.toe- waren vrygekogt. De Hoofd-Officier, zulks pen. De Stad Dordrecht hadt ter vil T' vernomen hebbende, vindt geraaden, langs ringe, voorgeflaagen, dat mende Gemeen* de wallen en poorten, de ronde te doen, te van de waare gefchaapenheid der han-~ eer hy naar huis keert. Doch aan de laat- delinge met Frankryk behoorde te onderren ftepoft gekomen, wordt hem, door den ten. Doch de Stad Amfterdam „u •„ ï S ' Burger fchildwagt, naar 't woord gevraagd, ze handelinge bewilligd hehf^'nT i De Heer Haffelaer, verftoord over defze zig tegen del vooXf va„Ä^ vraage hervraagde of hy zyne ordre nietbe- ware tevens openbaar gemaakt werdt dar ter verfiondt ? en of hy zelf het woord wel zy met in het geeven van volmast eefremï badtl De burger, zulks' met neen beant- hadt. De Regeering vondt egter xrerandT ■woord hebbende hieldt egter den Heere tot.gemftftelling der Gemeente,in 'Cd Haffelaer die vaft voortging, den tromp van.een verbod van uitvoer van graanen van den fnaphaan toe, nog al aanhoudende we k den ne^enentiviiuTVO^ c ë, ". » om het woord te weeten.bDe Hoofd-Offi- werdt, te iSLn m™fn t JIÏ cier , dit dringen en dreigen kwalyk nee- „ zind was, de Stad, en derzehfer rv5 mende, tradt naar den Schildwagt, enfloeg „ dienft en Vryheid, met goed en blSS met den rotting t geweer nederwaards, 't „ en tot het uiterfte toe, te befchermen«?» welk, alzo de haan overgehaald was, in dit En fommigen tekenen aan dat deezeïf oogenblik, los ging, en een' kogel uitliet, die kondiging van nuttigen invloed was op een den Heere Haffelaer ongelukkiglyk kwetfte goed gedeelte der Burgerye (*); een andeï in de dye. Hy kwynde ang aan de wonde, gedeelte van welke egïer nog bleef morren en overleedt er eindelyk aan, op den elfden op eenigen uit de Regeeringe juny des volgenden jaars. Een zyner Die- De beweegingen onder 't gemeen K^ c , naaren die met een'halven piek gewapend blykbaarlyk aangelegd, om ï« S„T ™ Zm? was, zynen meefter gekwetft ziende, ftiet Oranje te bevorderen. Le£h^le^he. den fchildwagt in de borft ; doch deeze duurende dezelven, reeds voo Jflaa^ef'TO'2 bragt'er t leevenaf (ƒ). Na dat de Heer dat men zyner Hoodiei de vdkfmen malt?^ Sf&taß^llTte^• We;dC °Ver/e/f Tn beholto^0mdreaageai? 5Ä
net öcftoutampt, by voorraad , door den en de Stad Amfterdam heflnnt W £ranie. Ser n £ j-r . w , rJgheid der Leden gefchiedde r/) Maar's
^J^^^^SS^ ' 17^ ?T V00r 'C neemen van ditYefluk, was*
8tegen r vergaderinge van Holland, beflooten de Regeering van Dordrecht door eenge- r/)vALKEN1EKVerw.Europa,1.^ M_„ 7I1 deelte der Burgerye, gedwongen geworden,
c°mmelin, hl. non. ' ■ ' ' s' Om
entwxnugften en negenentwmtigften July voorviel; '^J Reft». Vroedfch. u. h. ,p /«»ƒ i67*./ ï£ '"t
J&£ % vol§en de Lyfl te* RegeeriJe voor de Ke,lub' Lt' p" f' " ™fi- «»•»*
Handvefien. JJ o "'«è« vow oe M vaukeniek, i. Deel, u. *ss.
.'.(i} Refol. Vïoedfch. Ar. H. 30 Jmy iS,z# y. x
|
||||
II. Deel.
|
||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||
63ö
|
||||||||||||||
ment; deedt het graauw verftuiven in een iep'
oogenblik, en geleidde den Heer de Graef veiliglyk te rug naar 't Stadhuis; van waar hy, eerlang, milchen de Burgemeefters Cor- nelis de Vlaming van Oudshoorn en Henrik Hooft, en de Colonellen Geelvinck en Roe- ters, gevolgd van eenen grooten fleep inwoo- ners, naar de Haarlemmer - Poort gebragt werdt. En hier werdt aan de Burgerwagt verklaard, dat de Heer de Graef, om Stads zaaken, ten befte van de Burgerye , naar den Haage vertrekken moeft. Men liet hem dan andermaal op den Poftwagen treeden, en hy reedt, zonder verdere verhindering, ter poorte uit. Maar 't gerügt der bewee-Op-, gingen voor 't Heeren-Logement verfpreid ^c}\$ de zig fchielyk door de Stad. 't Gefchreeuw dfjcWl\ van een oploop ! een oploop! klonk door alle den'00'' ftraaten. 't Graauw rotte te hoop, aan ver den *\ fcheiden'oorden, met naame, op en om-tle trent de Reguliersmarkt, die, in 't jaar 1668, tot eene Botermarkt gefchikt was (w); van waar de woefte menigte, langs de Reguliers- Breêftraat, naar den Dam wilde. Doch een Serjant, met een Korporaalfchap burgers, de wagt houdende onder den Reguliers-too- ren, bezette in aller yl de Reguliers Breê* ftraat, den Singel, de Kalverftraat en de nieuwe Doeleftraat, met piekeniers en mus- kettiers, en ftuitte de aandringende menig- te. Ook bevondt zig hier een der Burge- meefteren, om de Schutters aan te moedi- gen tot hunnen pligt. In de nieuwe uitleg- ging over de Prinfen - graft, waren de wy- ven op de been geraakt, een van welken met de trom omfloeg, dat elk die een fiui- ver of een halve ßuiver veil hadt om een vendel te koopen , waarmede men naar den Dam dagt te trekken, zig terflond openbaaren moeß. En in een oogenblik , vloeide 'er eene groote menigte famen. Doch de Bur- gerwagt van de Leidfche Poort en Regu- liers-tooren verdreef dezelve , met weinig moeite (0). Ook vernam men hier, voor eerft, geene oproerige beweegingen meer. 't Is zeer te vermoeden, dat de tegenwoor- digen heimelyk waren aangelegd, om, door middel derzelven, ook hier, gelyk in an- dere Steden, de Regeering te dwingen om den Prins van Oranje te verkiezen tot Stad- houder; en dat de bewerkers deezer bewee- gingen van het voortzetten derzelven heb- ben afgezien , na dat zy vernomen hadden, dat de Raad hadt beflooten te bewilligen in de verhefl&nge van zyne Hoogheid. .. Ten volgenden dage, werdt de verkiezing3f°t.
van den Prinfe, tot alle de waardigheden,^,/ VOOr-
fB) Keurb. L*. O. f. 19z verfo, 207 verfo. (o) VALKENIER Veiw. Europa, I. Dccl,H. 6%9, 69»' |
||||||||||||||
om den Prins , by fchriftelyk befluit, te
verklaaren tot Stadhouder. Andere Steden volgden dit voorbeeld. En Amfterdam on- der de eerften : wordende alhier, op den eerflen July, zonder dat 'er, zo ver my gebleeken is, ten dien dage, eenige oproe- rige beweeging vooraf gegaan ware, in de Vroedfchap, beflooten „ van deezer Ste- „ de wege, wel geen' voorflag te doen tot „ vernietiging van 't Eeuwig Edift en be- „ vordering van zynë Hoogheid tot het Stad- „ houderfchap; doch, zo de andere agt- „ tien Leden daartoe eenpaariglyk neigden, „ insgelyks, in 't een en 't ander te bewil- „ ligen." De Afgevaardigden der Stad ter Vergaderinge van Holland verzogt heb bende, dat hun, in deeze gewigtige tyds gelegenheid , nog eenige Heeren uit den Raad mogten worden toegevoegd; werden daartoe, ten zelfden dage, benoemd de Hee* ren Andries de Graef en Dr. Willem Bäcker. De eerfte hadt, nevens den HeerJoanCor- ver, maar even verflag gedaan van eenen keer, dien zy, 's daags te vooren, naar Muiden by Prinfejoan Maurits gedaan had- den , en was hierop, in den Raad, befloo- ten, alles, ter Vergaderinge van Holland, aan te wenden, om de poften te Muiden, te Weesp en aan denHinderdam wel te doen bewaaren (m). De Heer de Graef begaf zig , op den
middag, naar't Nieuwe-zyds Heeren-Loge- ment, voorheen het Weftindifche Huis, op den Haarlemmerdyk, om van daar, met den Poftwagen, te vertrekken naar den Haage. Hieromtrent was eenig {legt graauw en vrouwvolk famengefchoold, welk, ziende dat de Burgemeefter een' reiszak by zig hadt, hem begon te fchelden voor Verraa- der, roepende, dat hy met geld en brieven naar den Haage trok, om de Stad den vyand te leveren , daarby voegende, dat men den fchelm vafl houden, en door fehlet en moeß. De Schutters, die op het Wagthuis boven 't Heeren - Logement de dagwagt hielden, op dit gerügt, in 't geweer geraakt, deeden den Poftwagen ftil ftaan. De Burgemeefter tradt 'er af, en bergde zig in't Heeren-Lo- gement, tenvyl een wyf hem naar de pa- ruik greep, en een ander hem haare muts in 't aangezigt fbeet. Zelfs werdt 'er, in 't fluiten van de deur, een' fteek met een degen naar hem gedaan , waardoor een jongman, Olfert Meijer genaamd , aan de hand gekwetft werdt. De Burger-Kapi- tein Pieter Verlo , midlerwyl zyn vendel Schutters op de been gebragt hebbende , rukte regt toe regt aan op 't Heeren-Loge- O) Refol. Vroedfch. L'. H. 1 Jalj 187». ƒ. »o, m, m»
|
||||||||||||||
1672.
|
||||||||||||||
De Oud-
Burge- meefter An dries de Graef wordt, door 't graauw, gefchol- den en ge-
dreigd. |
||||||||||||||
XIX. Boek.
|
|||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||
631
|
|||||||||||||
^72. voorheen door zyne voorzaaten bekleed, op
^ntde nieuws, in den Raad deezer Stede, vaft- linlftel" geftêld, en te gelyk beflooten, den Prinfe eiibVer_ hiervan, door eene aanzienlyke Staatswyze "'etigingbezending,kennis te geeven, zo dradeLe- *an 't den van Holland, eenpaariglyk, tot 's Prin- ^iiwig fen verheffing, zouden beflooten hebben. • De vernietiging van 't eeuwig Edicl; werdt, ten zelfden tyde, vaftgefteld(p). In zeke- re Aantekeningen van den Heere H a n s B o n- temantel, die, ten deezen tyde, Prefi- dent-Schepen en Raad deezer Stede was, leeft men ,, dat dit Edicl:, door den Grif- „ fier Gaspar Fagel en den Oud-Burgemees- ,, ter Gillis Valkenier uitgevonden, en den „ Raadpenfionaris de Witt overdrongen „ was; dat Fagel het, in't jaar 1670, reeds j, hadt willen doen vernietigen, zo men den „ Prinfe geene belüftende ftem in den Raad „ van Staate wilde toeftaan; doch dat Val- „ kenier,'s daags voor dat de vernietiging „ van dit Edidt, hier ter Stede, beflooten „ werdt, nog in de Vroedfchap gedreeven „ hadt, dat men 't in wezen behoorde te „ laaten , en den Prins egter tot Stad- „ houder aan te ftellen, of zelfs, van dee- „ zer Stede wege, voor te flaan, om hem „ tptGraave te verheffen;waartoe deRaa- „ den Nicolaas fancras, Cornelis Geehinck, 3, Jacob Jacobszoon Hinloopen en Cornelis „ Bäcker ook gezind zouden gefcheenen heb- „ ben. Doch Bontemanteï en de mee 'e 3, andere Leden hadden gedrongen op de „ vernietiging van 't Eeuwig EdicT:, alzo .,, men vaftftelde, dat de Staaten deLeden „ wel ontflaan zouden van den eed, op de „ onderhoudinge van het zelve afgelegd. ,, Ook werdt," volgens de Aantekeningen van den Heere Bontemantel „ de voor- „ flag om den Prins tot Graave te verhef- „ fen, door de meefte Leden der Vroed- „ fchap, van de hand ge weezen (q)." Doch van deeze byzonderheden vind ik niets ge- meld in de Regifiers der Vroedfchap. |
verzekeren (f). Het boek, waarin alle de 1<jjft|
Leden van de Vroedfchap, federt het jaar 1668 , het eeuwig Edicl: ondertekend had- den, werdt, op den elfden July,in de Raad- kamer, verbrand (j). De verheffing des Prinfen van Oranje hadt De Afgc-
merkelyken invloed op de begonnen hande- vaardig-., ling met Frankryk. De meefte Steden had- {*en van den, te vooren, bewilligd om te fluiten , raca^n onder anderen Edam , welks Afgevaar hier in digden, den derden July (i) , door Ara- 'yfsge- fterdam naar den Haage reizende, aange-vaar' taft waren van de burgers, die hen naaV 't Stadhuis gefleept, en genoodzaakt hadden tot het openen van hunnen laft, waatby bleek, dat zy in de volmagt tot handeling bewilligen mogten: 't welk hen in lyfsge- vaar bragt (t). Amfterdam hadt altoos de handeling afgeftemd; doch weinig gehoor verworven ter Vergaderinge van Holland. Maar na de verheffing van zyne Hoogheid, was 't blad omgekeerd. Men befloot toen, op 't fterk dringen van Amfterdam, en na 't inneemen van 's Prinfen gevoelen , de handeling af te breeken, zo de Koning van Frankryk zyne eifchen niet maatigen wilde; en wat laater, al 't beleid derzelve te laa- ten aan den Prinfe van Oranje. Terwyl de handeling gerekt werdt, kwam 'er zo groot eene verandering in den ftaat der zaaken, dat men wel haaft betere voorwaarden be- dingen kon van Frankryk. Doch 't verhaal hiervan behoort niet tot de gefchiedeniflen van Amfterdam in 't byzonder (u). In deeze Stad, duurde, zelfs na 's Prin-c;toute
fen aanftellinge,'t gemor en het misnoegen vraag onder eenigen. Op den vyfden July, begafva" ee- zig Govert Outvorfl, Koperflager en Serjant nen b.ur' der Burgerkompagnie van Kaprsin Jakob ^rse* de Graaf, naar Burgemeefters-Kamer, den meeilers- Heere Henrik Hooft, die zig toen alleen al Kamer, daar bevondt, ftoutelyk, en met gedekten hoofde, afvraagende, £oe men 't met de Stad voorhadt ? daarby voegende, dat hy en wel drieduizend met hem ongerufi waren, en ge- ruß
(r) Refol. Vroedfch. L'. H. j July i6jz. f. 14«.
(,) Refol. Vroedfch. L'. H. n July i6yz. f. i$o. Zie
„,4 Vaderl. Hift. X!V. Deel, hl. 8f. (t) Refol. Vroedfch. L'. H. 3 J«h l672- /■ J42' Va-
der! Hift. XIV. Deely hl. 66. («) Zie Vadeil. Hift. XIV. Deel.
(0 In een ige Aantekeningen van deezen tyd, die
ik, in de Faderlandfcbe Hiflorie, gevolgd had, wordt het geweld, gepleegd aan de Afgevaardigden van Edam, gefield gebeurd te zyn op den zesentwïn- tigften Juny. L)och in de Refolutien der Vroedfchap, lees ik, op den derden July, van d'infilentie, dees OCHtent. by de burgers alhier, aeti de Heeren Gede- puteerden van Edam gepleecbt: 't welk ik onderde! op het zelfde geval te zien -• waarom ik , ten opzigte van den tyd, afgeweeken ben van de Aantekeningen, boven vermeld. Nnnn
|
||||||||||||
gillen» Op den vierden July, werdt Willem de
v0rj{J- III., Prins van Oranje, aangefteld tot Stad- stadlho houder van Holland: en den volgenden dag, *6ï. u" werdt, in de Vroedfchap deezer Stede, be- flooten, zyne Hoogheid, door eene byzonde- re bezending van Stads wege, waartoe de Heeren Cornelis de Vlaming van Oudshoorn, Prefident-Burgemeefter, en Jacob Boreelen Cornelis Rogh, Raaden, benoemd werden, met de nieuwe waardigheid geluk te wen- fchen, en van de zonderlinge toegenegen- heid en bereidwilligheid van deeze Stad te (p) Refol. Vroedfch. L'. H. 2 July i6yz. f. 134.
(.1) Vit Aantek van Schepen Bontemanteï, MSS. Zie Vaderl. Hift. XIV. Deel, il. 8J, 8«. I-STUK.
|
|||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||
632
|
||||||||||
,, 27 bolwerken, hebbende daerenboven in de \6l
,, buytenwerken en gemaekte doorfnydingen te „ befetten acht confiderable avenues van alle „ het welk die heere L\ Colonel du Mont, als „ alles naeuwkeurig hebbende onderfocht, u 5, hooch'. klaer bericht can doen, die wy bid- „ den daerop moge werden gehoort, ende dat „ wy hier op wyders van U hoogheids hoogwys „ advys en confideratien mogen wefen gedient, ,, op wat wyfe u hoogheid oordeelt dat foo „ groot een werk in behoorlyke fecuriteit en „ forme van defenfie kan werden gebracht, hoe „ veel canon , kruyt, fcharp en ander amonitie „ van oorloch, hoe veel befettingen, hoe groot „ aental militie, hoe veel Commandanten', hoe „ veel Ingenieurs daer toe noodigh fyn ver- ,, eifcht, dat deze fake by U hoogheid gepon- „ dereert ende ooverwogen fynde, wy ook met „ het gene ons dan nog foude mogen deficieren, „ door U Hoogheids ordre, foo veel doenlyk \ 5, is, promptelykmogen werden voorfien ende „ van gedient: En om U hoogheid van 't guar- „ nifoen alhier bericht te doen , foo is 'c fulx „ dat haer Ed: Gr: Mo: ons eenige dagen gele- „ den, op ons aenhouden om eenig bequaem „ Commandant, hebben gelieven toe te fenden „ den heere Colonel Beveren, ende alfoo wy „ om meer hooge Officieren aenhielden, fyn „ ons gerecommandeert, ende hebben haeren „ dienft geprefenteertd'Overften of Colonellen „ Trempe, Stocheym, Jorman, Fagnani, Ver- „ ftraten, Frens en Du Thiel, van dewelke „ eenige de premier rang van den Commandant „ fchenen te willen in disput trecken. Nu bid- „ den wy dat U Hoogheid ons uyt defe ofcé „ andere, die u Hoogheid bequaem mochte oor- „ deelen fodanig Commandant en foo veel me- „ de- ofte minder Commandanten gelieven te „ dispicieren , als U Hoogheid oordelen fal „ tot befettinge van onfe binnen en buyten for- „ tificatien vereift te fyn. Wy füllen ons daer ,, gewillichlyk aen gedraegen, ende alles wat „ van U hoogheids hand comt niet anders als „ heilfaem voor ons confidereren ,ook met per- „ miflle den Ine enieur Du Monts comft gaerne „ te gemoet fien. ,. Wyders foo beftaet onfe burgery uit fes-
„ tigh cómpagnien , ende maekt uyt een aental „ van 10000 koppen, onfe militie gerengeert on- „ der 14 Capiteinen bedraegt 2200 koppen ende „ vier cómpagnien paerden; waer onder twee „ vrywillige van de jonkheid van defe ftad ma- „ ken uit 2.60 ruiters, fulks in alles 12460 man. „ Wy kunnen niet ftille ftaen om nochmaels
„ te repeteren dat wy ons naeft God in alles „ verlaten op uw Hoogheids wyfe direftie , „ goede voorforge en voorfichtig beleid, ende „ fullenhier met permiffie, noch byvoegen dat „ wy 't voor een fonderlinge gratie en geluk „ fouden achten , indien wy foodaenige eere „ mochten genieten, en ons d'occafie wierde „ gegeven om aen u Hoogheids perfoon hier ,, ter ftede defe verfekeringe mondeling nader „ te kunnen betuygen. Soo'tdan buyten hin- „ der ofte ongemak kofte gefchieden , dat u „ Hoogheid geliefde te refolveren omme tot „ beter informatie van 't geene voorf. is een „ keer herwärts in loco re doen; TJ Hoogheid „ foude hier vinden genegen herten die alleen „ haer
|
||||||||||
1672. ruß gefield wilden worden. Men nam in be-
raad , om deezen onbefcheiden menfch , terftond, agter af te leiden. Doch eenigen hielden 't tegen; en hy'badt Burgemeefter Hooft, des anderendaags, om verfchooning; zo dat de zaak, voor dien tyd, geen ver- Burge- der gevolg hadt (y). Burgemeeileren, mid- meefte- lerwyl , vernomen hebbende , dat zyne ren Hoogheid gezind was, de Stad, door alle aanzie m0§elyke middelen, tegen vyandelyke aan- Ho0Zg" vallen, te befchermen, lieten, op den agt- heid.' ften, eenen Brief aan hem afgaan, die van woorde tot woorde aldus luidde: Aen syn Hoogheid,
Doorluchtige Hoochgebooren Vorfl ende Heere,
„ 1 Tit het mondeling bericht van den Hee-
„ *^ re van Oudtshoorn, onfen welgeëerden „ Collegua, ende de andere Heeren defes ftads „ Gedeputeerden hebben wy met fonderlinge „ aengenaemheit verftaen, dat u Hoogheid heeft „ gelieven de goedheid te hebben van aen de „ felve verfeekeringe te geven van de onver- „ diende toegenegentheid die u Hoogheid heeft „ omdefeftadt ende de goede ingefetenen van- „ dien metraed en daed te willen byfpringenen- „ de van alle oppreffien en vyandtlyke attaquen, „ door alle bedenkelyke precautien , befcher- „ men en protegeren. „ Wy vinden ons daerop gemoedigt om uw
„ Hoogheid wat omftandelyk defes ftads con- „ ftitutie en gelegentheid by defen te remon- „ ftreren, ende met eenen des felfs wyfe raed in „ veele importante faeken (daer voor wy geer- „ ne bekennen dat ons verltandt ftille ftaet, en „ die onfe capaciteit by manquement van erva- ,, rentheid verre overtreffen} gedienftelyk te „ requireren: onder proteftatie, Doorluchtige „ Hooghgebooren Vorft en Heere, dat wy hier „ inne gaen met de openhartigfte confidentie „ van de wereld, en dat wy hebben dat ver- „ trouwen hru Hoogheids eedelmoedigheid, dat „ naeft God ons heil daervan totaliter depen- „ deert, ende dat wy uw Hoogheid confidereren „ als die geene de welke van Godt Almaghtig „ met de vereifchte qualiteiten is begaaft, om ,, de vervallene fake door fyn wys' beleyt te „ kunnen herftellen, ende bydefe bekommerly- „ ke conftitutie van tyden den Staet voor ver- „ der onheil behoeden. ,, Doch om u Hoogheid met geen verdere
„ proteftatie (van 't geene nochtans waerach- „ tig is en dat wy bidden dat by uw Hoogheid „ mooge impreilie neemen als een articel des „ geloofs) op te houden, füllen wy overgaen „ tot de fake, ende u Hoogheid met het vereifch- 3, te refpeét gedienftelyk te gemoet voeren hoe „ dat uit de bygaende Caerte kan afgemeten wer- ,, den de conftitutie van defes Stads fortificatie, 5, behelfende in fyn circuit de diftantie van vier „ Uren gaens, omringt (buyten d'Ykant) met - (k) Vit Aintek. van Schepen BONTEMAntel, zie Va-
dert. Hift. XIV. Deel, hl. 20g. |
||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
XIX. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
633
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
„ haer glorie daer inne füllen Hellen dat fy haer
„ moogen qualificeren onveranderlyktefyn Doorluchtige, HoochgeborenVorfi en Heere,
Uw Hoogheids ootmoedige die-
naers, |
||||||||||||||||||||||||||||||||
van de Poll; ook, zo fommigen melden,de xfa%
Oud-Burgemeefter Gillis Valkeniertdie'tbe. leid van al dit werk hadden, leiden 'er veel eers mede in by de opmerkzaamften onder de burgerye (x): maar men begrypt ligte- lyk, dat de geweldige koften, die tot dit al- les vereifcht werden, de geldmiddelen, en zelfs het credit der Stad zeer moeften druk- ken. De gemeene laften des oorlogs, waar- in Amfterdam zulk een aanzienlyk gedeel- te draagen moet , kwamen hierby. Al 't j3urge. welke de Regeering, ten deezen tyde, zo meelt« verlegen maakte, datzy, op den zeftienden Hooft July , befloot , Burgemeefter Hooft af tewordt vaardigen aan den Prinfe-Stadhouder, metp^J" laft om zyner Hoogheid de gelegenheid derstadhóu- Stad, en vooral den flegten ftaat van der-der afge- zelver geldmiddelen, omftandiglyk, te ver- vaardigd, toonen, met verzoek, om uit den Prinfe te,?"1 h(?m mogen weeten, of 'er zyns oordeels, naglnheid dat men goed en bloed byde gemeene zaak der Stad zou opgezet hebben, eenig middel ware uitte ver" te denken, om het overige te behouden,entoonen* verdere verderfelyke onkoften te voorko- men; en of zyne Hoogheid, door deszelfs Vorftelyk credit en luifter, by den Koning van Groot -Britanje of elders, daartoe zou können medewerken(j).De Heer Burgemees- ter Hooft begaf zig terftondop reis, en hadt, den volgenden dag, zynde Zondag den ze- ventienden July, tot twee maaien toe, gehoor by den Prinfe, hem in 't breede verwonen- de „ den ftaat van 't Krygsvolk deezer Ste- „ de, van derzelver veiling werk en van bin- „ nen en van buiten, en byzonderlyk de „ flegte gefteltenis van derzelver geldmid- „ delen." Voorts, verzogt hy „ dat zyne „ Hoogheid geliefde te denken, op wat wy- „ ze , het gemeene Land beft uit deeze „ moeilykheden zou können gered worden, „ met verzekering, van Stads wege, om „ met hem alles, zelfs de eigen perfoonen „ der Regenten, te willen opzetten, zo hy j, oordeelde, dat de Staat, door de wape- „ nen, in zynen voorigen toeftand te her- „ ftellenware.Doch vondthyde zaaken zoen hem „ verre verloopen, dat zy niet te redden de mede- |
||||||||||||||||||||||||||||||||
«72.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
bürgermeesteren en regeerders
der Stad Amsterdamme. |
||||||||||||||||||||||||||||||||
S July 1672.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Men ziet, uit dit fchryven,klaarlyk,dat
de Regeering van Amfterdam beflooten hadt, den Prinfe van Oranje, fchoon maar onlangs tot Stadhouder verheeven, de blyk- baarfte bewyzenvan eerbied en hoogagting te geeven. 't Leedt zelfs maar weinige da- gen , toen men befloot, zyner Hoogheid voor te flaan, dat de Stad het haare wilde doen, om hem hooger waardigheden te doen opdraagen, en zyn gezag en aanzien inden Staat te doen vermeerderen. En 't is ten hoogfte waarfchynlyk, dat een verkeerd be- grip van 't gene hierover gehandeld werdt, fommigen (w) heeft doen fchryven,datdie van Amfterdam den Prinfe, omtrent deezen tyd, de * opperfte magt over hunne Stad hadden aangebooden. 't Zal hierom niet ondienftig zyn, dat wy hier een naauwkeu- rjger en omïrandiger berigt van 't gebeurde ten deezen opzigte invoegen. 't Gevaar, waarin Holland, en Amfter-
dam in 't byzonder geftort geworden was, door het naderen des vyandelyken Legers, hadt de Stad, die, federt den aanvang der jongfte vergrootinge, reeds vry wat ten ag- teren geraakt was, gejaagd op nieuwe en zwaare koften, die haare geldmiddelen uit- geput, en zelfs haar Credit, geweldiglyk, verzwakt hadden. Het aanwerven van ver- fcheiden' vendelen Stads foldaten; het lig- ten van een goed getal matroozen; het hou- den van uitleggers in 't Y, in de Zuiderzee, in den Amitel; het maaken van doorfnydin- gen en het leggen van fchanfen op de toe- gangen naar de Stad, by 't Huis ter Hart, aan den Overtoom, by Jaap Hannes, en ter wederzyde van den Omval aan den Amftel; de arbeid aan de Stads wallen; het opwer- pen van nieuwe werken buiten de Haarlem- ïher- en Leidfche Poorten; het voorzien der Stad vankrygs- en mondbehoeften, en zelfs van geheele* üuitfchepen met zoet water , om, tn geval van nood, tot het brouwen van Kzx én ander gebruik te können dienen; al dit en nog veel meer ftrekre wel tot nut en feêfcherming der Stede, en de Oud-Burge- meefter er; Hoofd Officier Gerard Hqßelaer, en de Burgameefterer; Henrik Hooft txijoan (w, Burnet Hiftory ofhis own Time Val I. p. 32«.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
%
|
S'Uy.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Hfter
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
^ ten
s.
ZS">d
j£' 'en |
||||||||||||||||||||||||||||||||
}•>
|
waren , dan door een verdrag, op rede- werkinS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
lyke voorwaarden; en agtte hy, om het f* Stf
een of het ander tot een goed einde te bieden, |
||||||||||||||||||||||||||||||||
5'
|
brengen, noodig, op fyn ■perjoon hoogerom hem
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
„ digniteiten te doen confereeren, ende ß>neh00gtr
„ authoriteit en gefagh te doen vermeerderen; Sn te jj de Stad Amfterdam was genegen, daar- doen op. >, toe, van goeder herte, het haare toe te draagen. » brengen." De Prins beantwoordde dee- Ant- zen
f*) VALKF.NiER i. Deeit hL „+7, 7o« mx.. Vervol? o»
't Leeven van H. de Groot, */. 7«. r (y) Refol. Vroedfch. L'. H. it.7"h i«/z. ƒ. 7Z stads
Miffiven N. IV. ƒ. Hs «„/,. ' Nnnn z
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||
634
|
||||||||||||||
l67K
|
||||||||||||||
genis van Burnet alleen maaken moge,
blyve het oordeel des onzydigen Leezers aanbevolen. By gelegenheid, dat wy hier van Burge-
meefter Hooft gewaagd hebben, können wy niet nalaaten, kortelyk, te melden, 't gene een ander Engelfch Schryver,de Am- baffadeur William Temple, die hem van naby gekend hadt, van hem te boekge- fteld heeft, „ Ten deezen tyde, waren 'er," fchryft hy (i), „ twee regeerende Burge- „ meefters te Amfterdam, die 't gantfche „ bewind over de Stad, welke veel invloeds „ op den Staat heeft, in handen hadden, te ,, weeten Hooft en Valkenier. Hooft was „ een eerlyk, edelmoedig man, die groo- „ te rykdommen van zyne voorouders be- „ zat. Hy was, daarenboven , geleerd, „ fchrander, vrolyk, en vry van ftaatzugt, „ hebbende hy al de ampten, die hem door „ den Staat waren aangebooden , van da ,, hand geweezen, en zig te vrede houden- „ de met op zyne beurt Burgemeefter te „ worden van zyne Stad, in welk ampt hy „ zig zo weinig werks gaf, als hem moge- „ lyk ware : een regtfehaapen vernuft, die „ my, vervolgt de Schryver, twee dingen „ gezeid heeft, welken ik nooit voorheen „ gehoord had, het eene, dat iemant, die „ op morgen een pynlyken dood te wagten „ hadt, zyn genot neemen zou van den dag „ van heden, indien hy gezond ware, en „ dat hy de eene of de andere ziekte of ee- „ nig verval van kragten onder de leden „ hebben moeft, zo hy't niet deedt: hec „ andere, dat iemant, die ouder dan zes- „ tigjaarenwenfehte te worden,een plom- „ pe bloed zyn moeft; en dat hy, zo dra „ hy dien leeftyd, welke hem toen naby „ was, bereikt zou hebben, naar de eerfte „ goede gelegenheid om te fterven verlan- „ gen zou. Ook maakte hy," vervolgt T e m- ple „ zyn zeggen waar, ftervende, onbe- „ zorgd, aan een overval van jigt, en fpree- „ kende met zyne vrienden, tot dat hy om- „ trent bezweeken was: waarna hyze weg- „ zondt, op dat hy niet in hunne tegenwoor- „ digheid fterven mögt. Maar,naderhand, „ een weinig bekomende, ontboodt hyze „ op nieuws , zeggende, dat hy nog een half „ uur met hen praaten kon. Van zulk een' „ aart was de Heer Hooft. Dezelve," gaac Temple voort „ hadt veel overeenkomft „ met den roynen ,fchoon hy voor een gril- ,, lig man gehouden werdt, en my eens zei- „ de, dat ik de eenigfte Ambaffadeur was, „ dien hy ooit van zyn leeven bezogt hadu „ Hy had al het gezag, welk iemant in zy- „ne
(d) Memoirs from 1471 u i«7J». f. 34s , 37s. Edit. 175*'
|
||||||||||||||
1672. zen voorflag met algemeene en beleefde
woorden, betuigende, dathy, met der daad, va°n°zynetoonen zou' dat nY zi§ het belang van de
Hoog- Stad ter herte liet gaan. Voorts, beloofde heid. hy, zo 't hem eenigszins mogelyk ware , Amfterdam met zyne tegenwoordigheid te zullen vereeren. Hy hadt ook, zeide hy, een' Edelman afgevaardigd aan den Koning van Groot • Britanje , van wiens handeling hy zig iet goeds belooven durfde. De In- genieur du Mont, die hier ter Stede veel dienil gedaan hadt, in het aanleggen van nieuwe Veftingwerken, was, onlangs, op ernftig verzoek van den Prinfe, naar 't Le- ger vertrokken (z> Doch zyne Hoogheid beloofde nu, hem, met den eerften, her- waards te 'rug te zullen zenden. Ook zou hy zyne gedagtenlaatengaanopeen'ofmeer bekwaame Commandanten, die men, hier ter Stede, daar nu vry wat gewapend volk binnen was , oordeelde noodig te hebben (a). Burgemeefter Hooft deedt, den ne- gentienden, verflag van 't gehandelde met den Prinfe: 't welk, door de Vroedfchap, Aanmer- in allen deele, werdt goedgekeurd (b). De kingen Engelfche Hiftoriefchry verBürnet,fpree- °eneBur-^ende van l £ene de Stad Amfterdam, ten
net, we- deezen ty de, met den Prinfe handelde, meldt, gensdee->5 hoe zyne Hoogheid zelf hem verhaald zehande-^ hadt, dat deeze Stad hem zulke aanbie- boek ae " dingen deedt, om dat zy alles voor ver- fteld » looren hieldt, en de fchande van haaren heeft. „ ondergang liever over hem dan over zig „ zelve brengen wilde." Doch uit ons ver» haal blykt, dat de Regeering gezind bleef, het uiterfte, en zelfs haare eigen perfoonen te waagen, zo de Prins oordeelde, dat de Staat door de wapenen te redden ware: 't welk doet zien, dat zy zyne Hoogheid in geen gevaar van fchande brengen wilde , waaraan zy zelve niet begeerde te deelen. Wyders, zou de Prins ook aan Barnet ver- klaard hebben „ dat de Landzaaten geenen „ Souverain verdraagen konden, en meer tot „ den oorlog zouden opbrengen, om tmn- „ 11e eigene vryheid te befchermen, dan j, voor eenigenVorft,wie hy ook ware:en „ dat deeze aanmerking hem bewoogen „ hadt, om de aanbieding van Amfterdam „ van de hand te wyzen (c)-" Doch uit de Regiflers der Vroedfchap blykt wel niet, dat zyne Hoogheid den voorflag der Stad om hem hooger waardigheid te doen opdraa gen aangenomen; maar even weinig, dat hy denzelven afgeweezen heeft. Hoe veel ftaats men dan, ten deezen opzigte,op hetgetui- (z.) Refol.Vtoedfch. ƒ r. H. 25 , 30 Jany 1671. ƒ. 101, m.
(*) Refol. Vroedfch. L'. H. 27 funy, 22 J»ly 1671,/. 1*9 • !*z- (i) Refol. Vroedfch, L', H. ij> July it72. f. 17*. , {') BURNET Val. I. f. 326. |
||||||||||||||
Afbetr
ding der Burge'
&&&- Yf0it
nieüia-
l'3151 la.
|
||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||
XIX. Boek.
|
||||||||||||||||||||||
635
|
||||||||||||||||||||||
^72, „ ne Stad hebben kon, zonder het te zoe-
„ ken, te agten, of te gebruiken; daar Val-
„ kenter het zo fterkzogt en najaagde als hy
„ kon, zonder'er half zo veel van te bezit-
„ ten: want hy was ftuurfch en gemaakt,
„ fchoon van veel beleid en overleg: ook,
|
het toen was, geraaden vondt, zyne nagt- 1762.
ruft te neemen, om te beter te zorgen voor fleutels de fleutels, welker bewaaringe hem aanver- °p ,'f . trouwd was. Maar met den aanvang van Zywor-' Auguftus, viel de beurt om voor de fleutels den aan'c te zorgen,, op den Burgemeefter Joan van huis van 7 T\ 11 Ti_____ r\ 1 iïitrrro
|
|||||||||||||||||||||
„ zo geloofd werdt, gierig, en voorts be- de Poll; en Burgemeefteren vonden toen ge- ßur£e
|
||||||||||||||||||||||
raaden, dezelven wederom ten zynen hui- ™a^e d^r
ze te laaten brengen. Van dit hun befluit Pon ge- gaven zy kennis aan den Krygsraad, door braS£- wien het den byzonderen Compagnien werdt |
||||||||||||||||||||||
„ hendig in 't uitvinden en te werk ftellen
„ van de middelen, die hy dienftig oordeel-
„ de, om zyne oogmerken, in 't fluk der
G ^ „ Regeeringe, te bereiken." |
||||||||||||||||||||||
Eer de Prins van Oranje zignaar Amfter
|
||||||||||||||||||||||
aangediend. Doch de Schuttery, fchoon zy,
omtrent deezen tyd, de poorten reeds be- waakte; of eenige heethoofden onder dezel- ve namen euvel, dat de fleutels in bewaa- ring van Burgemeefteren bleeven. Men mor- Onge- de ,, dat Burgemeefteren, meefters zynde n?e§en „ van de fleutels, ook meefters van de Stad ^eerr" „ waren; dat de droevige ervaarenis, or^ onder de „ langs, geleerd hadt, hoe veele Bürge-Bürge. „ meefters, door 't overleveren van der rve- „ Steden fleutelen, de Steden en Burgeryen „ te gelyk aan den vyand hadden overge- „ leverd; doch dat het hier nog tyd was, „ dat de Burgery zelve toezage, en eenoog „ in 't zeil hielde" 't Graauw, de lugtkry* gende van het misnoegen onder de Schut- terye ftreeft, op zekeren avond, in grooten getale, naar den Dam. Eenige onruftige geeften, die, om te minder bekend te zyn, den mantel om de ooren geflaagen hadden, mengen zig onder den woeften hoop; blaa- zen 't vuur van oproerigheid aan, en ver- zekeren 't volk van byftand. Tegen tien uuren, kwamen de Schutters, met de fleu- tels van ééne der poorten, aan 't Stadhuis , in de plaats van aan 't Huis van Burgemees- ter van de Poll. 't Graauw, om als 't ware te zien, of zy de regte fleutels wei bragten, drong naar binnen: doch werdt gefluit door den Kapitein Barend Elias, die toen de wagt hadt, en, den ingang van 't Stadhuis bezet hebbende, nevens zyne manfehap, met de lonten op den haan,de fleutels der overige poorten en boomen bleef afwagten, die eg- ter , vooraf, door de onrufligen op den Dam, bekeeken en geteld werden. Maar de fleu- tels van denNieuwe-brugs-boom waren, door eenigen, die zig} zo 't fchynt, naar den laft van Burgemeefteren voegen wilden, aan 't huis van Burgemeefter van de Poll gebragt, 't Volk zulks bemerkt hebbende, ftreeft,'t Volk woedende, derwaards, en vordert de fleu-ftreeft tels ftoutelyk te rug, op dat zyze op 't Stad- ££« 't huis brengen, en bewaaren mogten. Geval- fe™^™ liglyk, bevondt Burgemeefter Hooft zig ten re vande' huize van den Heere van de Poll. Deeze, Poll. ter deure uit getreden, houdt der menigte voor „ dat de fleutels daar immers wel be- „ waard waren; dat Burgemeefteren'er ook Nnnn 3 „ niet |
||||||||||||||||||||||
over >t dam begar, was er wederom eenig gemor
"e»aa. verwekt onder de burgerye over 't bewaa- ,jei1 van ken der poorten, en't bewaaren van de fleu- te|s ^ reien der zelven. Het eerfte gefchiedde, Poq, tg' ten deezen tyde, ook by nagt, door de Stads 'n boQl foldaaten, en de fleutels der poorten en boo- "^i. men werden aan 't huis der regeerende Bur- gemeefteren gebragt en bewaard. Doch de nabyheid der Franfchen, die Utrecht niet alleen; maar ook Naarden inhadden, maak- te de Burgers, of eenigen der zelven onge- ruft als of de poorten en de fleutels derzel- ven niet bewaard werden, naar behooren. Eenige Regenten waren nog al verdagt by 't gemeen, als of zy 't oog hadden naar den vyand , en toeleg maakten, om hem de Stad in handen te ftellen; fchoon hiervan nooit iet het allerminfte gebleeken is, en men veeleer reden heeft om te befluiten , dat diergelyke gerügten verwekt, of voortver- haald werden, door zulken, die verandering zogten in de Regeering der Steden, en ook te Amfterdam, alwaar zig deeze toeleg wel haaft openbaarde, 't Was 'er zo ver vanaf, dat men niet gezorgd zou hebben voor de beveiliging der Stad, dat men zo dra, in 't beginvan Auguftus, geene tyding gekreegen hadt, dat de Franfchen de poften omtrent Muiden begonden te naderen, of men befloot den Heer Jacob Boreel af te vaardigen aan zy- ne Hoogheid, en om een' Kolonel en Rege- ment voetvolk, tot verdere bezetting der Stede, te verzoeken. Ten zelfden tyde , werden ook, op ingeloopen berigt, dat 'er, by wylen, eenige onraad befpeurd was in en omtrent de Wetering, de Heeren Corne- lis Geelvinck, Heere van Kaftrikum, Dr. Roe- ten Ernfi en Mr. Nicolaas IVitfen gemagtigd, om, nevens de Heeren Commiffariffen tot V ^e Veftingwerken, daarop een waakend oog rfe" te houden (e). Maar tegen 't einde van Ju. f'')ftr ly» hadden eenige burgers beftaan,de fleu- *Nt tels der poorten, in plaats van aan 't huis W* van eenen der Burgemeefteren, te brengen jjy (jglft op de Hoofdwagt op 't Stadhuis, alwaar Ns Burgemeefter Lambert Reinfi, wiens beurt («).R.efoi. Vroedfch. Lr. H. J ^»X« 1672 faß meridiem
|
||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
636
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1672.
|
„ niet mede konden uitvoeren, zo lang de Leger by Bodegrave, hier ter Stede aan, 1 * .a
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ Burgery de poorten bewaarden; en dat, op den twaalfden Auguflus. De Schuttery k"1"^
„ al wilde fchoon een Burgemeefter den hadt bevel gekreegen, om zig in de wape-de „ fchelm fpeelen, en de poort openen; het nen te begeeven, en den Prins plegtiglyk „ hem immers ligtelyk door de Burgerye in te haaien. Doch zyne Hoogheid kwam» „ belet kon worden." Doch al deeze rede- vroeger dan men verwagt hadt, in ftilte, nen waren vrugteloos. De Gemeente, meer in de Stad , zynen intrek neemende in 't en meer, aangegroeid in getal, hadt den Oude-zyds-Heeren-Logement. De Schutte* burgwal reeds zo digt bezet, dat de Kapi- ry trok hier, dien zelfden avond nog, op tein Fredrik Beerewouts, Schoonzoon van Bur- lafl van Burgemeefleren, in haare volle rus- gemeefler van de Poll, met eenige gewa- ting, voorby ; 't welk tot tien uuren des ja- pende Schutters uit zyn vendel, toegefchoo- avonds duurde. Ten volgenden morgen, Beb- ten om oproer te voorkomen, en eenige vry- bezigtigde de Prins, verzeld van twee der # willige Ruiters zelven genoodzaakt waren regeerende Burgemeefleren, en onder 't ge- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
En
dreigt
het met plonde- ring. |
onverrigter zaake te rug te keeren. De op- leide van eene Compagnie der vrywillige
roerigen, ftout op hun getal, dreigden daar- Ruiterye, de Stads wallen, van den Y-kant op 't huis met plondering, en fmeeten reeds by de Haarlemmer Poort af, tot aan Funen met fteenen door de glazen, toen de Bürge- toe. Voorts, reedt hy naar 't Prinfen hof, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
meefler,om grooter onheil te voorkomen, alwaar hy, als Admiraal - Generaal, in 't
op de floep kwam met de fleutels, vraagen- Collegie ter Admiraliteit, zitting nam. Bur-Ne^ de mie dezehen hebben moefi? Een onbezuis- gemeefleren, dien zelfden dag, den Raad ^et de dronkaart greep 'er naar. Een ander, hebbende voorgedraagen, dat zyne Hoog- zj£türé wat befcheidener, zogtze hem te ontwel- heid hun hadt bekendgemaakt, dathyietm &,, digen , tot datze , eindelyk , door eenige van gewigt in den Raad hadt voor te Hel- \T!°ä gewapende fchutters, aanvaard, en by de len (è), werdt hem, des nademiddags ,fr overigen op 't Stadhuis gebragt werden. De als Stadhouder, in de volle Vroedfchap opfchudding voor 't huis van Burgemeefter zitting gegeven, 's Prinfen voorftel fchynt, van de Poll nam hiermede een einde (ƒ). ten deezen tyde , beftaan te hebben in het Burgemeelleren namen federt het gevoelen aandringen op zekeren voorflag van Dor- 'igj^ van den Krygsraad in, over de wyze, op drecht, welke, den veertienden July, ter |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Eurg
mee
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ren
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
len.by" welke de Stads fleutels, voortaan, tot ver- Vergaderinge van Holland, gedaan, en waar
by begeerd was, dat den Prinfe onbepaalde
volmagt gegeven werdt , om met Groot- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
rv
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
raacPor-te worden. En de Krygsraad verklaarde, Britanje te fluiten; welke voorflag, door de
de op het °P den vierden Auguftus „ dat menze be- Leden, overgenomen was. Immers, ik |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bewaa-
|
»
|
hoorde te brengen in de Corps de Garde vind, dat Amfterdam, tot hiertoe nog niet
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van de Hoofdwagt op het Stadhuis, om in den zelven bewilligd hebbende, 's daags
aldaar gelegd te worden in zekere kift, na dat de Prins in de Vroedfchap verfchee- geflooten met twee byzondere fleutels , nen en gehoord was, befloot, deAfgevaar- eene van welken, des avonds, zou wor- digden ter Dagvaart laft te geeven, om me- den gebragt aan 't huis vaneenen der de te ftemmen tot de begeerde volmagt (i). |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ren van
de Stads fleute- len. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
j, Heeren Burgemeefleren, door den Ser-
„ jant van de Hoofdwagt, dieze, des mor- „ gens, wederom van daar zou af haaien ; „ terwyl de andere fleutel, nevens de kift, „ op de Hoofdwagt, in handen van eenen „ der Hoofd-Officieren , blyven zou." Bur- gemeefleren en Raaden, de ruft der Burge- rye , in deeze tyds gelegenheid , zo veel |
Sommigen tekenen aan, dat zyne Hoogheid,
van Stads wege, wederom om een' ervaa- ren Commandant verzogt geweeft zynde, ge- antwoord zou hebben „ dat de Stad onwin- „ baar was; en dat hy, zo de vyand Mui- „ den en Weesp overweldigen mögt, in per- „ foon, binnen Amfterdam bevel zou ko- „ men voeren." De Prins, den dertienden, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
doenlyk ware,willende bevorderen,befloo- treffelyk op het Stadhuis onthaald zynde,
ten, 't gevoelen van den Krygsraad te om- vertrok, nog dien zelfdennademiddag, mee helzen, en te doen naarkomen (g). Ook drie jagten, naar Muiden , Weesp, den worden, tot op deezen dag toe, de Stads Hinderdam en 't Huis te Abkoude,daar hy f> fleutels hier ter Stede , omtrent op de ge- de Veftingwerken bezigtigde. Den veertien-tf/v^ melde wyze, bewaard. den, kwam hy te Amfterdam te rug, en den ^, Weinige dagen na 't füllen der opfehud- vyftienden, vertrok hy, van voor 't Stad-
dinge over het bewaaren van de Stads fleu- huis, tuflehen vierentwintig vendelen Schüt- teten, kwam de Prins-Stadhouder, uit het ters |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■Zyne
Hoog- heid |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
O') Refol. Vroedfch. /,'. H. 13 ^i»g. i«7». ƒ. 13«.
(i) Refol. Vioedlch. L*. ü. h .*«£. 1071. f. ijj>. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(f) VALKENIER I. Deel, hl. y*6 enz..
{$) ïtófol. Vieectfeh. Li. H. s yt»£. 1(71, ƒ. i°3.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XIX. Boek. GESCHIEDENES EN. <$«7
l6?2. ters door, die, van daar, tot aan de Leid- Amfterdam, hadt het gemeen -Aa t^u
fche Poort, gefchaard ftonden. Hy reedt toe, ffiller gehouden dan dderf F™ l672'
ter poorte u.t, onder 't loffen van 't gefchut weinige woejgeeften ftookten e£ er tZ endemusketten wordende,doortweeCorn- de hand, de ingezetenen op ftr0oiïeS pagnien vrywilhge Ruiters, geleid tot aan fchimpfchriften , ten nadeele' <£Ten den Overtoom (k) Voor zyn vertrek was woordige Regeeringe. Op den drie-eS' 7o,e beflooten ,, hem uit naame van den Raad, tigften Auguftus, maar agt dagennaïS'SS „ verzekering e doen, dat de Stad nooit fen vertrek, vondt men %r, "Jan de Beurs ™* „ m gebreke blyven zou,om de weldaad, en elders, een aangeplakt- 't welk woör der IJur" „ haar door zyn bezoek aangedaan, met een delyk, aldus luidde: ' geren „ genegen hert, te erkennen; hebbende zy ftenfc81"
„ beflooten alles, ja goed en bloed, ten dien- Versoeck van de Borgers der
* ^ " fte T T6 H00gheid Cn ^behoudenif? Stadt Am»™™
ver tad » van den Staat,op te zetten." Voorts, werdt ■■
fiS**- ï ''T VCrfrin§ Vf derti§ duiZ^d gf Voor «& > verfia™ onze Borgen, dat m
ï^dertiH-dens gedaan, te verrekenen, overmids de ze Heeren haaß hLs-J. j„ j^-^-a i**£f tegenwoordige fchaarfchheid van Stads Kas- Zo als Z 't Zr f f l Handtveflen,
«**. fe, tegen de fchuld van zynen Heere Va- ZdZtLZ'eT ?? ™
der , "hoogloffelyker gedagteniffe „ welk iTL^We&ZV^ *"*<"*""> **
„ klein gefchenk men hemladtniet te wil- XSffl^i?^«£% J-f „ en verfmaaden; maar alleenlyk te wil- kgien en Borgers rechten zyn gweß T-'t „ len zien op het goede hert, waarmede fpoedigfle te herflellen, op dat de Boter-i»L „ het zelve gedaan werdt (/)." Doch drie de blyft. »or^ermvn- weeken laater, befloot men, op 's Prinfen
verzoek, veertienduizend guldens van deeze 2- fomme te verrekenen tegen een jaar Intreft . Dat '™ de Handtveflen begreepen flaat, dat
van vierhonderd duizend guldens, diezyne die van de Vroetfchap, dieCapitcynen ofLuy- Hoogheid aan de Stad fchuldig was; en de tenanten zyn, haar affcheyt met den eerfien overige zeftienduizend guldens aan hem in te nemen, op dat zy nyt kracht van de oude geld te voldoen (wz). Handtveflen van de Borgers niet verworpen P&roi Op den tienden Auguftus deezes jaars, werden, en met fchande ruymen moeten.
l^et verwierf de Stad, welker gewoone en bui- » v9nen tengewoone inkomften, tegenwoordig, niet rw «**. j-t, r
Kken konden toereiken, tot vervalling der zwaare fi.tCrtJfr m0gm ™'
*H. laften, diezy te draagen had?, Odroivan J™Z?J f/" feßlndlfcher Compagnie, 's Lands Staaten , tot het heffen van een mlgmS haar Ledt m de Unie Mooren. Huisgeld van alle huizen en pakhuizen, naar 4- gelang dat dezelyen in de Verpondingen Verflaan wy wel exprejjelyk, dat ons ver-
droegen. Zo de Verponding van zes tot de ter handt gefielt de Handboogh- en de Voet- dertien guldens beliep, zou men agt pen- boogbs doelen, die zy den borgers ontvreemt ningen 's daags betaalen; van dertien tot twin- hebben. tig guldens, een ftuiver; van twintig tot der- tig guldens, twee ftuivers; van dertig tot veer- & „ *' tig guldens, drie ftuivers; van veertig tot vyf- . VerJtaan ™J t»el exprejjelyk , dat na dit tig guldens, vier ftuivers; van vyftig tot zes- Jaar Steeveflen met zutl™ verhuurt wor- tig guldens, vyffluivers; en van zefligguldens ,\ want het van mts is een Privilegie voor Ê en daarboven, zes ftuivers (n). de Borgeren. f'Ä Maar weiniSe da§en na 's Prinfen vertrek 6.
j* -t n"uit Amfterdam , befpeurde men hier nieu- Verflaan wy, dat de *6 Raden mt de Bor
Ke„ we beweegingen onder 't gemeen , ftrek- gers , ofte u]i'% getal vatfa%netk'e Je^en. kende, gelyk eerlang klaarlyk bleek.omde Koopluyden zullen beflaan, op dl iy verz- Nde*e8£nten wa5S7teK^akenvan;t bewind, kert zyn, dat bet geit vanfibattingen aan ons *ïPder Sterk namen deeze beweegingeninverfchei- getrouwe Stadhouder, of daar hy orZeren <J e. den Steden toe, na de yffelyke moord der w/, werde befielt,\fp dat hy Heer is en 6e- Broederen de Witt, die 0p den twintigften geen knecht. Auguftus in den Haage voorviel. Doch in Want wy een Requefl aan zyn Hoogheyt
onfe Prins en Stadhouder zullen prefenteeren
(^l^EZ^^l'l\l%^ f 240 f Sfß êJ lieden 't niet te herflellen, zul- ")«'• vroedfch. /.'. H. s scpt. i^i'f.-L' n dan °P fJn Haaghs huyshouden, dat wy
i ) m. p«viieg. boek> fi uf, niet uytvruntfchap kunnen, f al UL. dan ge-
|
|||||
waar
|
|||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
638
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
l6p-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
waar werden. En UL weet, dat die dit ontfangen U Ed. Gr. Agtb. miffive ons door
biljet affcbeurt zal acht op genomen werden, den Bode Brugman over gebragt, met dewelcke en zal op zynder tyt een koegel vereert werden, wy ons aenfionds by fyne Hoogheid hebben ver' voegt, en des/elf's hoog-wyfen raed en hulpe
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1672,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
verfogt; dog geen anderen uytflag bekomen,
als dat hoogfigemelte fyn Üoogheyd wel kan befeffen heP inreparabel quaed dat uyt vorder voortgang van een moetwillige Gemeynte Jou- de können ontßaen; maer dat hy egter Van ad- vys was, dat het felve met auctoriteyt of ge- weld niet te fiuyten foude fyn; en daerom beft foude wefen met de hoofden van de onver genoeg- de Borgery te accorderen, het fy aytter hand ofte met interpofitie van fyn Hoogheyds per- Joon ; en dat men by onfekerheyd van de Auc- teurs de felve by publicatie daer toe foude kon • nen inviteren. Wy fallen fien of wy, onver - vanckelik uwer Ed. Gr. Agtb. beter advys , een concept op papier können brengen, om U Ed. Gr. Agtb. te communiceren, fonder ons egter in te laten in het gene wy met gedienflig ref- peSt U Ed. Gr. Agtb. privativelik aenbevolen |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Oranje moet groot,
De Witten zyn doot,
Tot Borgers glory,
Brant viclory.
Dit 's kort befcheyt, de Borgers houden , Landt.
De opperdieven behalen oneer en fchandt. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Domheid In dit fchotfchrift, welk, zomen meent,
en ook nog op den vierentwintigften, nier en |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wift men naauw-
lyks, of men zig meer over de domheid , dan over de kwaadaartigheid van den Op- fteller verwonderen zou. Te zeggen, dat de Handveften vorderden, dat de Raaden geene Burgerkapiteinen zyn mogten; daar |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aartig-
Jieid van dit ver- zoek. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de oude Keuren
Gewoonten'bleek; te zeggen, dat, by |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en
de
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
r
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Unie, toen men nog om geene Ooft- of füllen laten.
Weftindifche Maatfchappye dagt, bezwoo- p g. ren was', dat Regenten geene Bewindheb- Syn Hoogheyd was mede van advys, dat de
bers dier Maatfchappyen zouden mogen ja^e gm geen jjefennnge van Staet te regten zyn, bewees zo veel onkunde en domheid, f0U(}efyn; en füllen wy dien - volgende de pro- als bezwaarlyk onderfteld mögt worden te p0fltie $asr van ter Vergadering excuferen. können vallen in luiden , die leezen en " De Vroedfchap, den raad van den Prin-Me" w fe-Stadhouder overwoogen hebbende, be-fluit
floot, op den voorflag van Bürgemeefteren, vo°0$ dat men, dewyl de zaak niet fterk drong, je zitt^' |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en alles nog in tamelyke ruften ftikewa-
„ re, vooreerft, hieromtrent niets vaftftel- ,, len of by der hand neemen zou (ƒ>)•" }i De Vergadering der Staaten van Holland Vo^f
den zevenentwintigften ftaandete fcheiden,van fllit- zo werdt, des daags te vooren, door de Ge- j°erde committeerde Raaden, voorgedraagen, datRaa^"' |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
klaarlyk, dat men de Regenten zogt te doen
ontzetten van ampten, waarvan de klem der Regeeringe , gedeeltelyk , plagt af te hangen, en dat men hun ook zulken, waar- aan eenig voordeel vaft was , misgunde. Men beoogde hen , door vinnig dreigen , wars te maaken van 't bewind, onder dek- fel van den Stadhouder, den Prins van O- ranje, grootte maaken; op wiens verdere verheffing fommigen zo zeer gefield fchee- nen, dat zy eikanderen , ten deezen zelf- den tyde, zo te Amfterdam als elders , briefjes in de hand f laken, behelzende eene vermaaning om zyne Hoogheid, door de Ma- gifiraaten van de Steden , met alle beleefd- heid, tot Graaf van Holland te doen ver- klaar en (0). |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vooraf een middel behoorde bedagt te wor-tot #
|
jef
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den, tegen de onruft en beweeging onder de lin^e
Burgery en Gemeente in de Steden. Menb-snVefl verzogt hun, dat zy zig, omtrent zulk eenfn &<"- ■ middel, verklaaren wilden. Zy gaven te Ste^0, verftaan „ dat zy maar twee middelen be- „ denken konden, of het middel van dwang „ en regtsoefening, of het middel van over- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
>5
|
reding. Dat het gebruik van het dwang-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
middel ongeraaden was, zynde het krygs-
volk, waarvan men zig zou moeten be- dienen, niet fterk genoeg, en ook met den vyand belemmerd op de grenzen, en de Regtbanken ontbloot van den ver- eifchten klem en ontzag , en geen van beide beftand tegen eene gewapende en hollende Gemeente, behalve dat ook ongeraaden ware, het overig gezag van „den
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Re-
geering pleegt |
Burgemeefteren, niet onkundig van het
woelen van eenigen, om onruft te verwek- ken onder de ingezetenen, hadden dienftig |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
il
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
raad°met gevonden , den raad van zyne Hoogheid
zyne hierover in te neemen, en ten dien einde, ?°^s' aan de Afgevaardigden der Stad ter Ver- over het gaderinge van Holland gefchreeven ; van dillen welken zy een antwoord ontvingen, welk, der Ge- jen vierentwintigften, in de Vroedfchap, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
>i
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
meente.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
geleezen werdt, en aldus luidde :
Defefoo verre gefchreven fynde, hebben wy |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(O Vadetl. Hift. XIV. Deel, hl, 211.
(p) B.ef<jl. Vroedfch. L'. H. 2+ Aug. iSyz. f. i&z.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XIX. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||
639
|
|||||||||||||||||||||||||
^72. s> den Stadhouder en van de Regenten in
„ de waagfchaal te Hellen. Dachet hier- „ om meer geraaden fcheen, dat men den „ zagtften weg van overredinge infloege , „ en den Prins-Stadhouder verzogt, om de „ Gemeente, door allerlei middelen, beter j, te onderregten, en het goed gevoelen, „ welk zy van haare Overheid behoort te „ hebben, te herftellen: en, zo zulks niet „ gelukken wilde,de Regenten,of eenjgen „ derzelven, op de allerbeleefdfte wyze, „ over te haaien, om zig, vrywilliglyk,en „ buiten benadeeling van der Steden Pri- „ vilegien, en van hunnen goeden naam en „ faam,te ontdaan van deRegeeringe.Dat „ hierop , ftaahde de Vergaderinge , op „ ivfchryvinge, behoorde beflooten te wor- „ den, met behoudenis van de vryheid van „ affchryvinge voor de Leden; zullende de „ magtiging van zyne Hoogheid van kragt „ blyven, ten opzigte van de Leden, die „ bewilligden; en die niet bewilligden, hun- „ ne eigene middelen moeten gebruiken, „ tot flilling der beweegingen (q)." |
rien, en dezelve, met den Secretaris Dirk Iö72.
Schaap, te zenden aan zyne Hoogheid, met aanbieding, dat alle de Regenten, op 't wel- behaagen van den Prinfe , afftand wilden doen van de Regeeringe; en met verzoek, dat zyne Hoogheid hieromtrent zulke fchik- king wilde maaken, als hy, tot dienft en ruft van 't gemeene Vaderland en van dee- ze Stad in't byzonder, zou bevinden te be- hooren (u). Te vooren, hadc de Oud-Bur- Burge- gemeefter Andries de Graef reeds in den "Refter Raad verzogt, van de Regeering ontflaa-^-r. gen.te worden. Doch men hadt verdaan, zÓekt, dat de Vroedfchap, behoudens derzelver vergeefs, agting, niet bevoegd was, om in zulk een0Dtflaa' verzoek te bewilligen (v). worden . De Secretaris Schaap vertrok den zesden Gewelde-
naar't Leger byBödegrave, alwaar zyne ge op- Hoogheid zig bevondt: en op dien zelfden looP , dag, ontftondt 'er, door een flinks geval [°u°r y- of loos beleid, een gevaarlyk oproer hier jen Lui- ter Stede, waar van wy den aanleg en uit-tenant- flag, omftandiglyk, verhaalen moeten. Kort Admi- na twaalf uuren op den middag, als 't mees- ^|t^ te arbeidsvolk van 't werk komt,rotte eene groote menigte van 't flegtfte graauw, vee- Ie vreemde bootsgezellen, en eenige hon- derden van wyven, welker mannen op 's Lands Vloote dienden, van alle kanten,fa- men. De menigte ftreefde, als dol, naar't huis van den Luitenant Admiraal de Ruiter, ftaande op den buitenkant van 't Nieuwe- Waals-Eiland, daar een Ruiter te paarde boven de deur uitgehouwen was. In dit huis, bevonden zig, ten deezen tyde, des Admiraals Huisvrouw, eene Dogter,diezy by hem hadt, eene Nigt en twee dienft- maagden, zonder eenig manvolk. Ten een uure, was 'er nog geene de minfte bewee- ging voor 't huis; doch een oogenblikdaar- na , kwam het graauw, van alle kanten, in zo grooten getale, toefchieten, dat men, voor en ter wederzydevan het huis,fcheen te können gaan over de hoofden. Men mom- Het pelde en ichreeuwde, dat men 't huis 20a wordt pionderen. Mevrouw de Ruiter, zulks ver-metplon- neemende, ontboodt den HeerWeJJelSmid,^™? een voornaam Koopman en Kapitein eenerge s ' Burger-Compagnie, die flegts een huis of twee verder naar de Kalkmarkt toe woonde, en wiens dogter met haaren voorzoon, Jon- ker Joan van Gelder, gehuwd was, ten naa- ren huize, om haar met raad en hulpe te dienen. Hy, op zyne floep getreden, vraag- de aan 't volk, wat 'er gaans ware ? Men antwoordde, onbefchoftelyk, Gy dikkefchelm, kom van de floep; men zal u op zyn Jan de Witts
(u) Refol. Vroedfch. Lt. H. s Sept. i«7x- ƒ. 283.
i-v) Refol. Vioedfch. Lt. H. i Sept, 1671, ƒ, 2.%z, OOQO
|
||||||||||||||||||||||||
Ainfter-
d»in be- Jn dèe-
*e« voor |
De Afgevaardigden van Amfterdam, zig
verlegen vindende, om in eene zaak van zo veel gewigt, zonderuitdrukkelyken laflvan Burgemeefteren en Raaden, te ftemmen, |
||||||||||||||||||||||||
vaardigden terftond iemant af, met verzoek,
dat de Raad hierop, zonder uitftel, verga- derd mögt worden; gelyk nog dien zelfden avond na tien uuren gefchiedde. Men be- floot, na eenig beraad, den voorflag der Gecommitteerde Raaden , zo als dezelve lag, te omhelzen. Men vondt nogtans ge- raaden, dit befluit, voor eerft, geheim te houden (r). De Staaten, den raad vanzy- nen Hoogheid hebbende ingenomen , na- men , den zevenentwintigften , diergelyk befluit, op infehryvens binnen agt dagen. Men beruftte te Amfterdam in het befluit der Staaten; vondt geraaden niet af tefchry- ven, maar der misnoegde Burgerye vryheid tefaaten, om haare klagten, zo zy dezel- ven hieldt gegrond te zyn, te doen aan zy- ne Hoogheid (Y). Ondertuflchen, bleef alles hier ter Stede
in tamelyke ruft; waarom men, nog op den derden September, befloot, het geruftftel- len der Gemeente op zyn beloop te laaten, zonder eenige nadere vertoogen te doen aan zyne Hoogheid (0- Doch twee dagen laa- ter, vondt men geraaden, eene lyft temaa- ken van alle deregeerende Burgemeefteren en Schepenen, alsmede vandeVroedfchap- pen, Oud Burgemeefteren en Oud-Schepe- (?) Vsderl. Hift. XIV. T>ed, bl. I89,
(r) Refol. Vroedfch. Lt. ri. Z6 Aug. i6yz. pofidecimtm ■Vefpertinam. V) Refol. Vroedfch. Lt. H. 3° <Aug. i672. ƒ. j7y#
(') Refol. Vroedfch. Lr. H. 3 Sept, I6yz. f. 28z. I. STUK.
|
|||||||||||||||||||||||||
*e|yks.
|
|||||||||||||||||||||||||
Nuiten
^nne
|
|||||||||||||||||||||||||
itti
|
'Peen
|
||||||||||||||||||||||||
Seid
|
|||||||||||||||||||||||||
^*
|
|||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
640
|
|||||||||||
dit zyn? Ik heb, nog deezen dag, een' brief 167 '
van myrf man ontvangen, die gifleren gefchree- ven is, en waarin hy meldt, dat hy met 's Landt Floot den vyand, eerlang, weer hoopte te gaan opzoeken. Smid verzogt, dien brief aan 't graauw te mogen vertoonen , om terwyl dezelve gelezen en overwoogen werdt, tyd te winnen, en orde te Hellen tot het beko- men van hulpe. Zyn raad werdt gevolgd. Hy vraagde, of 'er ie mant onder den hoop wa- re , die des Admiraals hand kende ? Eenigen riepen, dat zy 't zig toevertrouwden. Leeft dan, zeide Smid, dien brief, en gy zult be- vinden, dat het zeggen van des Admiraals ge- vangenis louter verdigt is. Uit het leezen van den brief, ontftondt eenige twifl Som- migen, die de Ruiters hand kenden, zei- den , 't zyn fchelmen, die den Admiraal dit naargeeven. Ondertuffchen, hadt men ruim een half uur tyds gewonnen. Twaalf of veertien gewapende burgers waren reeds voor 't huis van den Vendrig byeengeko- men, toen de Heer Smid zyne gantfche Com- pagnie,,die men, in de wandeling, de wilde Ieren noemde, in haar volle geweer, over de brug by de Weflindifche pakhuizen zag aantrekken. Eenigen riepen waar toe dit volk? Daar Smid op antwoordde, Ik hebte nagt de wagt aan de Muiderpoort, daar de Franfchen, veelligt, den eerflen aanval zul- len doen. Ik wil hierom, met myne Compag- nie , die zeer fterk is, by tyds, op de wagt zyn. Ondertuffchen , van 'tr buis aftreedende, Helde hy, met zyn' Vendrig, Serjanten en andere Officiers, orde om geweld met ge- weld te keeren. Hy liet de nieuwe Schip- persflraat, die niet ver van 't huis was,be- zetten door drie gelederen Muskettiers, on- der bevel van eenen Serjant, dien hy lafl gaf, om 'er onder te fchieten , in 'ien 't graauw wilde doorbreeken. Met de overige 'tGi3"9' manfehap, meer dan tweehonderd flerk, w3r^0u» trok hy naar 't huis des Admiraals, dry-,va,nu;« vende het graauw, met rottingflagen, van jeS A^' daar, tot voor zyn eigen huis, zonder het mir^L verder te können krygen. Hierop gaf hy ver^r bevel, dat zyne burgers zig gereed zouden ven' maaken: en als't graauw nergens naar fcheen te luifteren, geboodt hy den Muskettieren aan te leggen, en den Piekenieren de pieken te vellen. Toen ging 'er een yffelyk ge- fchreeuw op, onder denwoeftenhoop. Doch de burgery tradt 'er op in, en dreef de me- nigte , met den rotting en met de gevelde pie- ken , die fommigen op de borft flieten, tot een fluk wegs voorby 't huis des Admiraals. Juift op dit oogenblik, kwam een tjalk of kleine uitlegger, die zes flukken gefchuts aan boord hadt, regt voor 't huis leggen, daar hy, ter oorzaake der groote menigte van
|
|||||||||||
1672. Witts handelen. Maar hy, hierop ftoutelyk
op de ftraat treedende, dreef hun toe, Heb ik 't verdiend; men handel my dan op zyn Jan de Witts. Doch toen begonden hem eenigen te verfchoonen , zeggende, dat zy tegen hem niets hadden. Hy drong dan door, tot aan 't huis van den Admiraal,daar hy Mevrouw de Ruiter zeer verlegen vondt. Zy fprak van deur en venfters te willen fluiten. Doch hy verftondt, dat men, met zulk eenever- tooning van vreeze , het graauw veeleer tergen of aanlokken zou, en riedt, deur en veniters open te zetten, goed gelaat te too- nen , en 't volk goede woorden te geeven, Weffel om cy^ te winnen- Daarna begaf hy zig Smid, Ka-naar 't huis van zynen Vendrig, Nikolaus pitein Duizend, die't bedryf der domme menig- eener te verfoeide; met hem overleggende, hoe Compag- men zyRe Compagnie fchutters , die dien nie doet dag of 's avonds de wagt hebben, en naar zyn beft, de Muiderpoort trekken moefl, beft; in de om. ** wapenen brengen zou. Geene tromflagers ftillen? ^y ^er nanc^ hebbende, alzo deezen zig, naar 't gebruik van dien tyd, op den Dam onthielden,zondthy zyne dienftbodendoor de gantfche wyk, en ten huize van alle zy- ne Schutters, hun beveelende, in hun vol- le geweer, voor 't huis van den Vendrig, die ook hier omtrent woonde, te vergade- ren. Hier liet hy 't vendel in de floep zetten, 't welk veel gefchreeuw verwekte onder 't volk. Maar hy gaf te verftaan , dat hy dien dag de wagt hadt, en ten dien einde zyne Compagnie byeenbrengen moefl; 't welk het graauw een weinig tot bedaaren bragt. Voorts, zondt hy zynen Luitenant aan Burgemeefteren, om kennis van den oploop te geeven, en byftand van krygs- volk te verzoeken, 't Graauw begon , midlerwyl, fterker aan te dringen op het huis van den Admiraal, zo dat het, eer- lang, alleen fcheen te ontbreeken aan eenen voorganger, die den eerflen fleen wierp. De Heer Smid, zig toen wederom begee- vende naar 't gedreigde huis, vraagde de menigte, waarom 23/ daar, in zo groot een getale, waren Samengetrokken ? 't Antwoord 'tGraauwwas, gy weet het wel. Hy betuigde, dat befchul- by 't niet wijl. Toen ging 'er een gefchreeuw digt de op van yeelen tevens, om dat de Admiraal, van ver- ^'ie fchelm, 's Lands Floot aan de Franjehen raad. heeft verkogt, en gezogt over te leveren. Eeni- ge wyven riepen, dat hy de Floot hadt willen verraaden, en voor ieder van haare arme man- nen een ducaton trekken zou. Anderen fchreeuwden , dat zy hem y's daags te vooren, aan handen en voeten gebonden, in den Haage hadden zien inbrengen. Mevrouw de Ruiter, verbaasd over de boosheid van zulk een logen, zeide tegen den Heer Smid, hoe kan |
|||||||||||
GESCHIEDENISSEN,
|
|||||||||||||||||
XIX. Boek.
|
|||||||||||||||||
$41
|
|||||||||||||||||
1672.
|
|||||||||||||||||
vanfchuiten met volk, henvaardsgevoerd,
om dit geweld te aanfchouwen, niet wel voorby kon. Smid riep den Kapitein toe, of hy niet genegen -ware den Admiraal dienß te doen, en ieszelfs huis , tegen het raazende graaww, te helpen befchcrmen? De Kapitein toonde zig bereid, haalde, op Smids ver- zoek, zyn gefchut te boord, en deedt het met fchroot laaden. , Groote verbaasdheid veroorzaakte dit onder't volk, dat zelf niet will, door wien 't gaande geworden was, en geenen aanleider gehad hadt , om in tyds aan te vallen. In deezen fland der dingen , kwamen agttien wel gewapende Ruiters , door Burgemeefleren , op verzoek van Smids Luitenant, derwaards gezonden, op 't Eiland aanrennen, met zo veel vaart, dat zy honderden van 't graauw in 't water gedreeven zouden hebben , zo Smid hun niet te gemoet getreden ware, en verzogt hadt zig in 't gelid te willen fle'llen, en zag- ter te ryden. Dus kwamenze by de gewa- pende burgers, die toen, nevens de Rui- ters , aandrongen op de moedwilligen, de- zelven voortdryvende tot aan de nieuwe Bantammerftraat; daar de Kapitein Cornelis Roch, Oud-Schepen en Raad, met een ge- deelte van zyn vendel, den Heere Smid en den Ruiteren, ter goeder uure, te hulpe kwam. Voorts, fchooten, wat laater, en toen 't graauw reeds afweek, nog vier der naafle Compagnien burgers toe. Men vondt geraaden, de vier bruggen van 't Eifand elk met eene Compagnie burgers te bezet- ten. Al 't graauw moeft toen het Eiland verlaaten, en elk liep zyns wegs. Smid, op 't Eiland niet meer te doen vindende, trok naar zyne wagtplaats aan de Muider- poort. Maar't Eiland werd dien nagt be- waakt , door de vier Compagnien, die laatfl waren aangekomen, en men liet 'erniemant op, dan die men wift dat 'er woonde, 's Anderendaags, kwam 'er wederom eenig gemeen volk voor 't huis des Admiraals ; doch men las hun eenen zyner brieven voor, meldende de plaats, waar hy zig toen met de Vloot in goeden ltaat bevondt; waarop zy wel haafl verfchooiden. Doch de uit- legger bleef, nog wel vier of vyf dagen, voor de deur leggen. De beroerte hadt eg- ter hier geen verder gevolg, en was, door kloekhertigheid en beleid, gefluit, zonder een droppel bloeds te vergieten. De Rui- ter, op de Vloot kennis krygende van 't gene omtrent zyn huis te Amfterdam voor- gevallen ware, vondt geraaden, *vryehoe- de te verzoeken van zyne Hoogheid, by ee- nen brief, die den elfden September ge- dagtekend was. Doch de Prins hadtze hem, op 't verzoek van andere vrienden, reeds |
|||||||||||||||||
twee dagen te vooren, verleend. Hy liep Tfa%
egter, in dit zelfde najaar, hier ter Stede, 7 ' nog gevaar van 't leeven. Op eenen taor-t„fe gen, den dag wordt niet genoemd, kwam in zyn * een onbekend man ten zynen huize aanklop« eigen pen; en toen hem opengedaan was, methuis'Se" een groot mes en een bol broodsin de hand, ™,ar va^ in 't voorhuis indringen, raauwelyk roepen- C eevei" de , waar is Michiel de Ruiter? Men vraag- de, op geen kwaad verdagt , wat hy be- geerde? Hy hernam, dat hy Michiel de Rui- ter wilde fpreeken. De Admiraal, op eene opkamer , ter zyde van 't voorhuis, dit ge- roep hoorende, tradt naar beneden, om te verneemen, wat men hem te zeggen hadt. Maar de ander kreeg hem zo dra niet in 't oog y of hy liep, met het bloote mes, in arren moede, naar hem toe, en zou hem , naar alle waarfchynlykheid, gegriefd heb- ben, zo niet een zyner dienaaren, denboos"- wigt een kleinen ladder, die in 't voorhuis flondt, op 't lyf ofde armen geworpen, en daardoor den fleek verzet hadt. Voorts £ werdt hy ten huize uit gedreeven, zonder dat iemant in de gedagten kwam, hem na te loopen, of vaft te houden, öp dat hy, in hegtenis geraakt, genoodzaakt mögt wor- den te ontdekken, wat hem tot zulk een boos ftuk bewoogen hadt. Sedert, deeden de dienaars van den Geweldige en andere Geregtsdienaars veel moeite, om hem, in kroegen en kuffen, op te zoeken en in han- den te krygen. Doch alle moeite was ver- geefs. Ook kon men niet bevroeden, wat deezen menfch tot zulk eene roekelooze daad mögt gedreeven hebben, en of hy 'er, uit eigen beweeging, of door anderen, toe ware aangezet. Wie de ftigter of aanleg- ger geweeftzy van de beroerte, die , eenigè weeken té vooren , voor 't huis van den Admiraal verwekt was, heeft men, insge- lyks, nimmer met zekerheid können ver- neemen. . Men hadt wel flerk vermoeden op fommigen ; doch dit vermoeden hadt geen' grond genoeg, om hen geregtelyk te befehuldigen. Zeker is 't, dat iemant, daar- omtrent woonende, terwyl de burgers van Smids Compagnie vergaderden , naar de- zelven toetradt, en,zig gelaatendenergens van te weeten, den Kapitein vraagde, wat het volk begeerde ? En als deeze hem onder- regt hadt, wat 'er gaans ware, antwoord- de hy, Ik ben zo even by een Heer geweefi, die by dit volk, met een enkel woord, meerzoii vermoogen, dan gy met al uwe burgers. Ook werdt te meer geloofd, dat de beroerte met voordagt verwekt was, om dat Mevrouw de Ruiter, drie dagen te vooren, eenen brief ontvangen hadt van haar mans voor- dogter, de Huisvrouw van den Kapitein Oooo 2, Jem |
|||||||||||||||||
ïoer
*otdt
Seftild,
ftnder
Joed-
fto«ing.
|
|||||||||||||||||
k*
|
|||||||||||||||||
/
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
642
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
l6>
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ften, in den Krygsraad zou mogen voor-
zitten, voorilagen doen en de befluiten opmaaken; dat zy den Krygsraad zouden mogen vergaderen , zo aikwils als zy goedvonden, en dat de Krygsraadzynen byzonderen Secretaris hebben zou. 6. Dat niemant tot Kapitein, Luitenant, Vendrig of Serjant zou mogen verkooren worden, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i6~>2. -Joan de Witt, uit Rotterdam gefchreeven,
meldende, hoe daar 't gerügt liep, dathaars Vaders huis te Amfterdamgeplonderd was, ofgeplonderd ftondt te worden; hebbende de ondervinding meermaalen en ook hier ter Stede geleerd, dat zulke gerügten uit vaft- geftelde voorneemens ontftonden, en zekere voorboden van onverwagte gebeurteniffen waren (10). Eenige Maar 's daags na den oploop voor 't huis burgers van den Admiraal de Ruiter, op Woensdag vergade ^en zevenden September, zynde den ge- ■Do°le. woonlyken Maandelykfchen bededag, ont- ftondt 'er eene andere beweeging in de Stad, die klaarlyk aangelegd was op het bevorde- ren van verandering in de Regeering. Eeni- ge burgers verzogten veelen hunner mede- burgeren, by gedrukte briefjes, tegen den avond van dien dag, op de Klo veniers Doe - Ie in de nieuwe Doeleftraat te willen byeen komen. Negentig of honderd perfoonen, meeft Handwerksluiden, verfcheenen hier, tegen den beftemden tyd, en waren naauw- lyks byeen, of de deur van 't vertrek werdt geflooten, en voorgeflaagen, of deBurger- pligt, in deezen zorgelyken tyd, niet vor- derde , dat men zyn werk maakte, om her- ftelling te verkrygen in de oude Privilegien en Vryheden. Terwyl hier over gefproken werdt, vondt iemant, gelyk als by toeval, onder een ftoelkuflen,ineen verzegeld pak- je, een groote menigte afdrukfels van een Verzoekfchrift, uit den naam der Burgerye en Schutterye van Amfterdam, gerigt aan Burgemeefteren en Raaden, en aan myne Men Heeren van den Geregte. Gerrit Klaaszoon leeft al- pruit ^ Scheepstimmerman, een der afdruk- Ve£ n felen opvattende, klom op de tafel, en las zoek- het Verzoekfchrift, welk uit twaalf Arti- fchrift, kelen beftondt, die hierop uitkwamen: "u , „ 1. Dat alle verdagte Regenten zig mog- Artike- " ten ontflaan van hunne Ampten, en dat Jen be- „ andere bekwaame Perfoonen, Leden van ftaande. ,? den Gereformeerden Godsdienft, naar „ den inhoud der Privilegien, in derzelver „ plaats, mogten worden aangefteld, alzo ,, de Burgers, onder de tegenwoordige Re- „ geering deezer Stad, zig ongeruft bevon- „ den. 2. Dat de Burgers herfteld werden „ in derzelver Privilegien en Voorregten. „ 3. Dat geene Magiftraatsperfoonen, tot „ Secretariffen ingeflooten, Leden mogten „ zyn van den Krygsraad. 4. Dat ieder „ Regement zyn eigen Colonel hebben „ mögt, die, door den Krygsraad, uit de „ byzondere Regementen, zou moeten ge- „ kooren worden. 5. Dat niemant dan de „ Colonellen , te beginnen met den oud- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3?
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
33
|
dan die te vooren als Adelborft gewaakt
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hadt, om dus deBurgery te doen regee-
ren door bekwaame Officieren, die, ne- vens de Regenten, verpligt waren te zor- gen voor den welftand der Stad, op dat dezelve niet buiten hunne kennis in de handen van een tirannifch volk mögt wor- den overgeleverd, gelykdenabuurennu, tot hun uiterfte bederf, ondervonden. 7. Dat, tot voorkoming van zulk een'ramp, de Stads -Artillerymeefters uit de Leden van den Krygsraad zouden moeten ver- kooren worden. 8. Dat de fleutels der Stad altoos, gelyk tegenwoordig, door de Officiers der Burgerwagt, op het Stad- huis , zouden moeten bewaard worden. 9. Dat alle de bedieningen, omtrent den Krygsraad open vallende, door den Krygs- raad, zouden moeten begeven worden: ook de drie Doelen, als der Schutterye toebehoorende. 10. Dat Burgemeefteren zig zouden moeten verpligten, om geene |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
33
|
ampten noch bedieningen te geeven dan
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aan zulken, die zes jaaren burger geweeft,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
33
|
èn binnen deeze Stad, of ten minfte
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
binnen Holland enWeftfriesland, geboo-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
33
|
ren waren. 11. Dat de Collegien van
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Schepenen, Commiffariffen en Secreta-
riffen mogten worden gezuiverd, en dat geen Burgemeefter het Schoutsampt voor- taan meer bedienen mögt. 12. Dat de Gilden in derzelver Privilegien gehand- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
53
|
haafd ; de Gildekeuren uitgevoerd , en
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
alle ftraat- enlandloopers geweerd mog-
ten worden. De verzoekers beloofden , ten befluite, goed en bloed voor den Staat, de Stad en den Heere Prinfe van Oranje te zullen opzetten, wanneer in deeze pun- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
53
|
ten bewilligd werdt (x)."
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
't Verzoekfchrift gelezen zynde, werdt
'er gevraagd, of 't niet wel ingeßeld ware ? en of de Burgery niet in haare Privilegien wil- de gehandhaafd worden? 't welk van de me- nigte met ja werdt beantwoord. Men bragt hierop een Gefchrift te voorfchyn, waarby dit laatfte alleenlyk begeerd werdt. De mees- ten tekenden dit Gefchrift. Doch eenigen, die't in beraad namen, liepen gevaar van mishandeld te worden, en raakten niet dan met moeite van de kamer af. Men benoem- de |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(«0 G. Bbandt Leven van de Ruiter, tl. 740-745,7(2. (*•) z™ Valkenier I. Deel, Bjl. N. «8, hl. ijl
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XIX.Boek. GESCHIEDENISSEN. 643
1672. de vier Perfoonen , Doótor Abraham van mochte overkoomen door de reetvaardio-e wraack
Poot, den Apotheker Jacob Dankerts, Da der getergde gemeente, dit doende &c. 1672.
niel Smout en Arnout van der Wayen , om n , . . ,
't Verzoekschrift, ten volgenden dage,aan f^tfde^pSl gSJgSP*1
Burgemeefteren over te leveren (yj Ook Lambert Reynft jacob Jaco™ hinloopen
waren zy, en Doctor van Poot in 't byzon- Nicoiaes Pancras joan Corver
der, de voornaamfte dryvers geweeft, onder J°*n.blaeuwr Pieter Schaap
. de vergaderden in de Doele. ^tv^fvf , lft-uB^
Aaiimp,- n/r j ■ n j i «-ornehsvanVIooswyck Willem hacker
Sten eer Wy " LUtflaS Van de6Zen han' Nicolaes van Loon Cornclis Rogh
pve5r j del verhaalen, zal 't niet ondienilig zyn,
jhouden dat wy hier i;wee of drie aanmerkingen maa- Doch onder deeze zogenaamde verdagte
^»dit ken, over het oogmerk en den inhoud van Regenten, waren 'er veelei,,die indeezen \k het °f3T°rPen Verzoekfchrift. hagchelyken tyd, in de zwaarwigtigfte Corr- fcfarift *' Het blykbaar grooC oogmerk van het miffien, tot welftand van Stad en Land, ge-
zelve was, gewüTelyk, verandering te we- bruikt geweeft waren; gelyk men zelfs uit ge te brengen in de Regeeringe der Stad. het voorgaande gedeelte deezer gefchiede- fe Men befpeurt dit, onder anderen, uit het niffe, heeft konnen zien;en geenen waar- fhim'p5 eerße en eJfde Artikel, 't Bleek ook uit een van in 't allerminfte blykt, dat zy niet fterk Jtift vinnig fchimpfchrift, welk, omtrent deezen geyverd hadden, tegen het voorgeflaagen |en tyd, geftrooid, en waarin eenigen der ver- verdrag met Frankryk, en tot beveiliging E£| dagte Regenten met naame genoemd wer- en verzekering der Stad tegen vvandelvke |fn" den. Het luidde woordeiyk als volgt: onderneemingen. Zy, die deeze Regenten verdagt hielden, noemen zig een ongelooflyk
Aen de E. Heeren Buegemeesteren getal. Doch wy hebben boven (2) gezien, en ses en dartighRaadeder Stadt dat de vergaderden op de Doele naauwlyks Amsterdam. honderd haaien konden, onder welken 'er zekerlyk, waren, die 't Verzoekfchrift niet
JX/ie iffer foo ongevoelyckoftemoetwillens Hint getekend hadden. Ook werdt 'er »weinige da- rr dienktenlanfien de grouwelycke en- gen laater, een lomp fchimpfchrift verforeid de verdoemde verraderye die ons lieve vaderlant 5~„r jfl cLj ,„„£:„ F^l""t vcupieiu, fyn gebrouwe ende overgekome , van diergehcke T \ 2' T vo°rgegeven werdt, Tierannye men niet geboort noch gekefen foolan- dat de voorftanders van het Verzoekfchrift
ge de weerelt heeft geflaen, waer in ghy de mees- naauwlyks een agtfte gedeelte van de Burge- ne part fufpeB en fchitldigb fyt, helpende fmee- rye uitmaakten. Het luidde, van woord tot de die verdoemde faamefweringe van het eeuwigh wOOfd , aldus: ediä, ende aBens van feclufie ende gearbeydt aan die grouwelycke verraderye van de witte loeve- Ar«-™.™«- «« >.. r> -u *
fieynfche faBie alleen uyt eygen regeerfucht enge- AWWOOrt Op t Canaille - requeft, Lomp
not van de Soeveryniteyt, /bekende het lofelycke ingegeven door vier van hare Schimp.
Huys van Oranje ende Najfouw tot de grondt uyt Belhamels aen de Magiftraet ^chrift
te roeyen ende ons en onfe kinderen tot flatve en defer Stede Amfterdam op den vf^v
Contrabutariffen van Vranckryck te maacken , 8 September 1672. ' net Ver-
fynde liever frans als prins fiet nu eens aan in hoe ?°he . ä
te&ÄÄÄÄst ,/»*/—f,"> ltmnic'"L" £J"
hebt gebracht door UE boofe Regeeringb het ™eranen, Catholyken , Remonfiranten en bel' en'
fcbip van het vaderlant foo grouwelyx moetwil fiheydene Gereformeerden , uitmakende | van
'Uns voor de wint hebt doen verfyle , ende noch de gewapende Burgerye, ingefien hebbende den
fien -wy daaglyckx dat ghy liedens daar enbooven feditieufen eyfch van de Canailleufe Requiran-
allepracktyck aanwent om in de Reegeringe ,te ten f verßaen dat aen"de dg ^ -
byven, ende volgens den vercoop noch alles over te o' A, b,:m n """s""""1 uc ïviagi-
keveren ofte haten verhoren gaan , foo feggen Jtraet ffe Burgemeefteren geen andere verkie-
wy die een ongeloofelycke getal fyn UE. aan alle ßnge Jal werden gedaen, als ontrent onfe Lic-
die aan dit grouwelyck verraat by de gemeente ven Vrouwen dagh naeflkomende, volgens het
fufpeB fyt, waar van eenige hier onder gefpeci- Privilegie defer Stede gegeven by H. L. M.
ficeert dat ghy aanßonts U ampt ende bedieninge Albrecht , Grave van Hollant, den 16 f ehr
nederleyt ef\tlee'elrince van Oranje fonfer I300 (2): en wort oock verflaen gem d '
uytflel verfoeckt om lyn reyfe herwaarts te willen „;//„/•» /»„.____»j;„. ». ■„„„ ; ? "" ,
verhaafligen op dat andere beauaame patriotten ülS *& tegenwoordige Regeeringe volgens cos-i,
en by de gemeente niet fufpeB mogen geeligeert ^U-
worden tot gerafligbeydt van het gemeene befl en- ^ sud*. «ii;
de per faute van dien foo protefleere hier meede alle voor de gantfche weerelt dat fy fchuldig Jul- (2) Het Privilegie, waarop hier gezien wordt, is
(en fyn aan het bloet ende aan alle onbeylen die U niet van den zeftienden February , maar van den
tnocb- zeftienden January des jaars 1399 [1400J. Zie II.
(y) Valken,ek , 1. Deel, bl, 7j», Deel, II. Boek, bl. 132.
Oooo 3
|
||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||
AMSTERDA. M S
|
||||||||||||||||||
644-
|
||||||||||||||||||
ftandiglyk, te bewyzen. Hier merken wy p7^
alleenlyk aan, dat deeze volftrektelyk de eerfte reis was, dat de Burgery of een ge* deelte derzelve begeerd hadt, dat Magi' ftraats - perfoonen geene Leden waren van den Krygsraad. Zo lang de Stad Schutte- ryen en Burgervendelen gehad had , was regt het tegendeel in gebruik geweeft. Bur- gemeefters waren dikwils Colonellen; Sehe- pens en Raaden ook Kapiteinen geweeft: zo dat de opftellers van het Verzoekfchrift, of zy,die hun dit verzoek hadden ingegeven, hoe groote voorftanders en herftellers der Privilegien zy ook wilden geagt worden te zyn, blykbaarlyk toeleiden op het krenken van het gene, by oude, welherbragte en tot hiertoe ongekrenkte Gewoonten, heil- zaam bevonden was, tot behoudenis van de ruft en welvaart der Stad. 3. In 't Verzoekfchrift, worden, wyders,
den Burgeren voorregten toegefchreeven, die zy nimmer gehad hadden, en, onder anderen, den eigendom der drie Doelen, die wel,oudtyds, door de drie Schutteryen, welken eene foort van Gilden of Broeder- fchappen waren, bezeten waren geweeft; doch van welke Broederfchappen, de laate- re opgeregte Burger-Compagnien t'eenemaal -onderfcheiden waren, fchoon deezen, inzon- derheid na het te niet loopen der oude Schut- teryen , ook Schlitteryen genoemd werden: al 't welke wy, in de verhandeling der Schut- |
||||||||||||||||||
[672 tume en Privilegien beboren te gehoorfaamen,
alfchoon die van den Canaille Stadhouder f ehe mierde gefielt, want hy fyn eer ende eedt ver- acht hebbende , heeft fich als Mas Aniello canaïlleus op laten werpen, om onfe Privilegien f o licht als fyn eedt te verbreecken, en met. de voet te treden: derhalven wert de Requiranten haer eyfch ontfeyt. /Mum Amflerdam den 10 September 1672.
Prefent. ut fupra
Was getekent
Privilegius Privilegiorum.
Geadvoueert van 't gros der gefamentlycke
Doopsgefinden, exemt den blauwenburg-
walfen Steyl-oor > 'tfamen^ der Burgerye.
getekent ut fupra.
Lager ftond.
Hantvestius van Willekeur.
Doch op de waarheid van 't gene, in zul-
ke fchimpfchriften, die door enkele perfoó- nen van de eene en de andere zyde, kön- nen gefchreeven en verfpreid worden, voor- gegeven wordt, is luttel ftaats te maaken. Het klein getal der vergaderden op de Doe- le bewyft genoegzaam, dat het 'er wel ver- re van af was, dat de verandering der Re- geeringe, door de meefte en voornaamfte Burgers, zou begeerd geweeft zyn. Ook was zulk een klein en onaanzienlyk getal t'eenemaal onbevoegd, om Regenten, die nooit wettiglyk befchuldigd waren van wan- gedrag, voor verdagt te verklaaren. Maar, gelyk eenige tydgenooten hebben aange- merkt , men beleefde nu booze tyden, in welke d'onfchuldigßen dikwils d'ongelukkigflen werden, en de beften 't boofle loon ontfingen («). 2. In 't Verzoekfchrift werdt, wyders ,
begeerd „ datgeeneMagiftraats-perfoonen „ Leden van den Krygsraad waren; dat de „ Colonellen alleen in den Krygsraad zou- „ den voorzitten; en dat alle de bedienin- „ gen, omtrent den Krygsraad voorvallen- „ de, door den Krygsraad, zouden moeten „ vervuld worden;" dingen allen, die niet alleenlyk regelregt ftrekten, om een voor- naam gedeelte van den klem van 't bewind, welk in 't gezag over de gewapende Burge- rye gelegen is, Burgemeefteren en Regeer- derenuitde handen te wringen; maar die ook, .meerendeefs, vief kant aanliepen tegen de aloude gewoonte, en tegen menigvuldi- ge Keuren, van tyd tot tyd gemaakt en be- kragtigd: 't welk wy voorhebben , in onze verhandeling over de natuur en herkomft der Schutteryen en Burgervendelen, om- (<t) G. brandt Leven van de Rujter, il, -jtt.
|
||||||||||||||||||
teryen , klaarlyk bewyzen zullen.
|
!f'
|
|||||||||||||||||
't Verzoekfchrift dan zo merkelyke on- qc^
gerymdheden behelzende , was het niet n^j vreemd, dat het,gelyk fommigen aanteke-'" |
||||||||||||||||||
nen , niet ingeleverd werdt. De vier Per- per-
foonen , benoemd tot de inleveringe, wer- zoeK den, den volgenden dag, zynde den agt-ft^ ften September, door eenige tekenaars ,^1 ' overgehaald, om het Verzoekfchrift te ver-^n^ branden, en 't voornaamfte van den inhoudïingjf van het zelve alleen mondeling voor te draa- Bie- gen aan Burgemeefteren. Zy kreegen vrien- "^„/ delyk befcheid. Burgemeefteren verklaar-gear^' den, te willen letten op 't gene zy haddengeO' voorgedraagen, 't welk op een algemeen verzoek om herftelling in de voorregten der Burgerye uitgekomen was. Zy deeden hiervan verflag aan de vergaderden op de Doele, en werden voor hunne moeite be- dankt. Maar hierby bleef het niet De dry- vers van dit werk , Doctor Abraham van Poot, Jan van Bruynenburg, Elias Nolet en Henrik van Poot, Broeder van den Doctor, die in fommige fchriften van deezen tyd fchynen voor te komen, als de vier benoem- den om het' verzoek der Burgerye aan Bur- gemeefteren voor te draagen,yverden,ter- ftond hierna, om de zeitig Burger-Compag-
niea
|
||||||||||||||||||
XIX. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||
<>45
|
|||||||||||||||||||||||||
^72. nien te beweegen, om twee Gecommitteer-
den uit elke Compagnie te benoemen, die de belangen der Burgeren aan zyne Hoog- heid, den Prinfe van Oranje, zouden voor- houden. Zelfs tekenden zy een gefchrift, hiertoe (bekkende: 't welk, nog dien zelf- den avond , door Gerrit Klaaszoon Fruit,' Jacob Luikewaal en Gerrit Mcindertszoon, op de wagten rond gedraagen werdt (b). Doch ik vind niet, dat deeze toeleg gelukte. Onderuüichen, hadt zyne Hoogheid tot
|
|||||||||||||||||||||||||
„ als zy zouden können begeeren (c)."Het
ontflaan deezer zeftien Heeren werdt ter- ftond aan de Gemeente bekend gemaakt. Zy kon 'er uit zien, dat niet allen, die te voo- ren getekend waren als verdagt by de Bur- gerye , door den Prinfe - Stadhouder, be- dankt werden. Onder deeze getekenden, waren 'er wel zeven, te weeten de Heeren Henrik Hooft ,Nico!aas Pancras, Comelis van Flooswyk, Nicolaas van Loon, Jacob Jacobsz. Hinloopen, Joan Corver en Comelis Rogh (cl), die in de Regeering bleeven: waartegen we- derom andere zeven Heeren, Willem Blaewa, Jacob de Graef, Nicolaas van Capelle, Dirk Spiegel, Nicolaas van Waveren, ArnoudHooft en Gerard Bors bedankt werden, die by de yveraars uit de Burgerye niet verdagt ver- klaard waren. Doch de Prins - Stadhouder hieldt geenen van de ontflaagen Heeren ver- dagt van pligtverzuim. Hy ontfloegze al- leenlyk uit ftaatkundige inzigten, van wel- ker redelykheid en gegrondheid hy zelf goed- vondt te oordeelen. De twee aanblyvende Burgemeefteren en
de niet ontflaagen Raaden verzogten zyne Hoogheid, ten zelfden dage, by eenen be- leefden brief, die wederom door den Se- cretaris Schaap afgezonden werdt, dat het hem gelieven mögt de opengevallene plaat fen der dienende Burgemeefteren, Schepe- nen en Raaden, met andere bekwaame man- nen, te vervullen (e). Terwyl men hierop befcheid verwagtte,kwam 'er,den dertien- den , een Lyft in 't licht van twee en der- tig Perfoonen, die, drie dagen te vooren, door de vergaderden in de Doele , be- noemd waren; en uit welken men begeer- de, dat de Prins van Oranje zeftien Perfoo- nen tot Vroedfchappen kiezen wilde, zon- der dat de goede yveraars fchynen gewee- ten, of opgemerkt te hebben, dat 'er niet meer dan negen Heeren uit de Vroedfchap ontflaagen waren. De Lyfl was getekend door Doélor van Poot, die zig als Secre- taris der Vergaderinge fcheen te laaten ge- bruiken. Zy behelsde de volgende naamen: |
|||||||||||||||||||||||||
1672.
|
|||||||||||||||||||||||||
WUt
|
op den tienden uitgefteld te verklaaren ,
|
||||||||||||||||||||||||
welke Heeren hy van de Regeeringontflaan
wilde. Hy deedt het toen, by eenen Brief, uit het Leger by Bodegrave afgezonden, die den elfden in de Vroedfchap gelezen werdt. Volgens eene Lyfl, by den Brief gevoegd, werden ontflaagen de Heeren Bürge meesteren.
Johan van de Poll.
Mr. Lambert Reinft. Schepenen.
Hans Bontemantel.
Mr. Willem Blaeu. M'. Jacob de Graef. R A A D E N.
Johan van de Poll.
Mr. Lambert Reinft. Dr. Johan Blaeu. Hans Bontemantel. Nicolaas van Capelle. Mr. Andries de Graef. M'. Pieter Schaep. Joan Huift. Mr. Willem Bäcker. OUD-SCHEPENEN.
Dr. Roetert Ernft.
Dirk Spiegel. Nicolaas van Waveren. Mr. Arnoud Hooft. D\ Gerard Bors. In den Brief, werdt verklaard „ dat dit
„ ontflag gefchiedde, in gevolge der Refo- „ lutie van hunne Edele Groot-Mogendhe- „ den van den zevenentwintigften Auguftus „ laatftleeden; en der aanbiedinge van vry- 3, willigen afftand van Burgemeefteren en „ Vroedfchappen, in derzelver Refolutie „ van den vyfden deezer." Ook verklaar- de zyne Hoogheid „ dat de ontflaagen Hee- „ ren, door dit ontflag, geenszins in hunnen s, goeden naam en eere gekrenkt of bena- 3>. deeld werden , zullende hy hun, des M noods, ten allen tyde, zodanige byzonde- s) re befcherming en vrye hoede verleenen, {b) Valkenier l.Deel,t>l.7S°>7Si. HyUN.69.il.153.
|
|||||||||||||||||||||||||
De aan-
blyvende Regen- ten ver- zieken , rlat zyne Hoog- heid de openge- vallen plaatfen vervulle. De ver- gader- den op de Doele gseven daartoe eene foort van Nomina- tie in 't licht. |
|||||||||||||||||||||||||
Laurens Jansz. Noote,
Jacob Winter. Philips Zaal. Comelis Bäcker. Jan Stakelenbeecq. Elias Linckenburgh. Hannen Gerritsz Pot. Jobannes Pollio. Ifack Wamfinck. |
|||||||||||||||||||||||||
Tymen Jacobsz Joncker.
Ifack Looman. Pieter Gillisz. van den Bos.
Weffel Smith. Pieter Koek Dircksz. Johan Pyl. Govert Outvorfi. |
|||||||||||||||||||||||||
_______________I Ni-
(c) Refol. Vroedfch. L'. H. M Sept. 1672. ƒ. jsg, zig
ook de Lyft der XXXVI. Raaden voor de Handy, op bet jaar 167z. (d) Zie hier voor, hl. 394-
(ó Refol. Vroedfch. L'. H. 11 Sept. 167*. ƒ. 3<;0.
|
|||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
646
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ eed ontflaan zouden?" De aanblyvende tft *
Heeren vonden geraaden, hierop, fchrif- telyk antwoord te verzoeken van den Prin- fe tot hunne geruftheid, alzo eenige aan- zienlyke burgers kwalyk fcheenen te nee- men , dat het ontilag der bedankte Hee- ren, door fommigen, begreepen werdt zig tot alle andere ampten en waardigheden uit te fbrekken. Schaap vertrok dan den veer- tienden naar den Haage (g), daar de Prins zig toen bevondt, en keerde , eerlang, te rug met twee brieven, die den vyftienden gedagtekend waren. By den eenen , ver. &/■', klaarde zyne Hoogheid „ geen ander oog- wo0^ij „ merk gehad te hebben, dan dat de ont-^"„fe, „ flaagen Heeren zig van alle ampten en be- ,, dieningen, hun van Stads wegeopgedraa- „ gen, zouden moeten ontflaagen agten." Ook gaf hy te kennen „ dat hy met be- „ vreemding gezien hadt, hoe, in de ge- ,, drukte Copyen van zynen voorigen brief, „ den naam van den Heer Pieter de Graef „ niet onder de naamen der ontflaagen Het- „ ren gefteld was: 't welk by een misflag „ moeft toegekomen zyn, zyndezynemee- „ ning ge weeft ook deezen te ontflaan van „ de Regeeringe." By den tweeden brief, pie werden de volgende Heeren, door zyne nieu^. Hoogheid, in de plaats der ontflaagenen , ^fnê3& |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Willem van den Broeck.
Jan van Erpecum. Dirck Bloem. Abraham Aleivyn. Gillis Wybrants. Jan van Klarenbeeck. Andrïes van Berg- heyck (3). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i672. Nicolaes Waïlendael,
Wyer Beeldfayder. Reynier Lampen. Jan de Kuyer. Cornelis van der Noot. Adriaen Ackerlack. Jan Snel. Hendrick de Kempenaer
Härmen Voordy. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Onder deeze Perfoonen waren eenigen
der hoofden van de vergaderden op de Doe- le, die hierdoor zo zeer in de veragting van veelen raakten , dat men niet fchroomde, hen te befpotten in openbaare fchimpfehrif- ten, die men voor hunne huizen te koop liet fchreeuwen ; 't welk hen zo bedeesd maakte, dat zy 't hoofd naauwlyks ter deu- re uit fteeken durfden (f). Ondertuflchen, floeg zyne Hoogheid zo weinig agt op dee- ze benoeming, dat hy niet meer dan een' der benoemden in de Regeering Helde; ge- lyk wy wel haaft zien zullen. Den Secretaris Schaap, op den dertien-
den , verflag van zyne verrigtinge by den Prinfe gedaan hebbende, vonden deaanbly- vende Burgemeefteren en Raaden dienilig, hem andermaal af te vaardigen, om uit zy- ne Hoogheid te verneemen „ of de bedank- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zy wor-
den des- wege fcherpe- lyk be- fchimpt. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nader
verzoek der aan- blyvende Regen- ten aan zyne Hoog- heid. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ten
fielt- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aangefteld:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»
|
te Heeren zig, voortaan, van alle amp-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ten en waardigheden zouden moeten ont-
flaagen rekenen, en als byzondere Per- foonen aangemerkt worden ; dan of de ontflaagen Burgemeefteren en Raaden den rang van Oud - Burgemeefteren en Oud- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Burgemeesteren.
Coenraed van Beuningen, oud Bur-
gemeeßer.
Johan Hudde. Schepenen.
Louis Trip. David de Wilhem. Nanning Kloek. Raaden.
Nicolaes Opmeer, oud Schepen.
Louis Trip.
Johan Appelman.
Henrick Becker.
Johan Commelyn.
Dirk Blom.
Michiel Tielens.
Mr. Gillis Sautyn.
Dr. Gerard Bors.
Coenraed Klenk.
Onder deezen, was de Heer Dirk Blom
de eenige, die door de vergaderden op de Doele benoemd geweeft was. Dr. Gerard Bors, die nu in de Vroedfchap gefteld werdt, was, te vooren, door zyne Hoogheid, als Oud-Schepen, ontflaagen geweeft.''De nieuw- lings aangeftelde Heeren werden, terftond, in
(z) Refol. Vioedfch. L'. H. 13, HSept.iSyz.f. 30*,3°*«
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3>
|
Schepenen zouden blyven behouden, en in
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
die hoedanigheid mogen verfchynen, op de
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
J'
|
verkiezing van Burgemeefteren ? Ook of
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
niemant hunner, voortaan, eenig Com-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
31
|
miiïarisfchap in 't een oft ander Collegie
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
binnen deeze Stad zou mogen bekleeden,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
J>
|
of Colonel of Kapitein der Burgerye zyn,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
of zitting behouden in de Collegien ter
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5>
|
Admiraliteit in Zeeland en in 't Noorder-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kwartier ? Voorts , of de ontflaagen Oud-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5)
|
Schepenen, Raaden zynde, ookvanhun-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
n ne Raadsplaatfen moeften afftaan , al-
„ lchoon zy daarvan niet byzonderlyk ont- „ flaagen waren? En eindelyk, of Burge- „ meeiteren , uit naame van zyne Hoog- „ heid, de bedankte Heeren van hunnen (f) Zie Vaderl. Hift. XIV. Deel, hl. z,j, 2lS.
(3) In de Nedcrdiiitfcbe Keurdigten , bl. 395.
vindt men eene Lyft van drie en dertig, tendee- le dezelfde, doch grootendeels andere naamen , waaruit de vergaderden op de Kloveniers -Doele begeerden, dat zyne Hoogheid de Vroedfchapver- kiezen zou. En , veelligt , zyn 'er, in deezen verwarden tyd , verfcheiden' zulke Lyften ontwor- pen, die allen even weinig aanmerking verdien- den. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XIX. Boek.
|
|||||||||||||||||||||
'GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||
647
|
|||||||||||||||||||||
Ï672. in den eed genomen, na dat Burgemeefte-
ren , daartoe door den Raad gemagtigd zynde , de bedankten hadden aangezeid , dat zy door zyne Hoogheid van alle ampten en bedieningen ontflaagen waren (h). Ook werden, eerlang , de Commifiien, welken fommigen van hun bekleed hadden, aan andere Heeren opgedraagen (i). ^isnoo- 'c Groote werk _ van de verandering der 8en on- Regeeringe was hiermede afgedaan.'t Was ^r fom-.'ernogtans wel verre van af, dat het allen fcete"" ingezetenen even zeer behaagd zou hebben. ien over'c Leedt 'maar weinige dagen, of men vondt <feeze een gefchrift aangeplakt aan den Jan-Roo- ^tande- den-poorts-tooren , waarin de ontflaagen ng- Heeren driftiglyk verdedigd werden , en de verandering toegefchreeven aan den Burge- meefter Gillis Valckenier, die zyne vrienden ter Regeeringe hadc willen indringen , om .zynen aanhang te flyven. 't Gefchrift heet- te te fpreeken uit den naam van veele dui- zenden Burgers, en de opftellers zeiden voor 't meerderdeel te behooren onder de Kapitei- nexijacob de Graef, Jan Huift, Hans Bonteman- tel, Nicolaas van tVaveren, en Blaauw, alle ont- flaagen Regenten, voor welken zy lyfen goed wilden opzetten. Zy waarfchuwden elk, toe te zien, dat het hier niet op zyn Haagfch afliep, en de Stad in een bloedbad geraak- te (k). Doch op dit dreigen kwam geen ge- volg , en Amflerdam geraakte, allengskens, Ptdeop inwendig in ruil. Tot meerder verzekering h^ jden der ze'Ve > en om, in deezen bangen oor- Wil l°gstyd» alle noodelooze blyken van open- baare vreugde te vermyden , was, reeds voor eenigen tyd, vailgefteld, op den jaar- lykfchen Kermis, die in September valt, geenerlei Spelen, en zelfs geene Kraamen toe te laaten. Wat laater, befloot rnen nog- tans, te gedoogen, dat Burgers Kraamen opregteden: ook Wafelkraamen, mids, in dezelven , geene buitenfpoorigheden wer- den toegelaaten (i). *}* Over- In ^ begin van Oclober, was by Burge- |
in wezen waren, gefield aan de befchikking ,672
der Heeren Thefaurieren f». ö l Onder de belaflingen, die de tegenwoor- Gelegen-
dige oorlog in Holland noodzaakelykmaak- heid toe te, hadden 's Lands Staaten ook eene Capi- het0P- taale Leening gevorderd, beflaande in eenen re8tC11 dubbelen tweehonderdflen penning, die in mÏS gemaakt Goud- en Zilverwerk mögt betaald hier tér worden, van welks waarde, gerekend te- Stede- gens agtenveertig guldens en twaalffluivers de onfe goud, volgens 's Lands Plakaaten gewerkt, en drie guldens vyf fluivers, de onfe Zilver groote keur , Obligatien ver- leend, en vier ten honderd in 'tjaarlntrefl betaald zou worden (0). Elk hadt, zo dra het oogmerk der Staaten bekend gemaakt was, zyn Goud- en Zilverwerk in de Wis- felbank deezer Stede gebragt, om welk te ontvangen, men meer dan één vertrek f chik- ken rnoefl (f). Doch de zwaarigheid be- flondt in dit goud en zilver, fpoedig ge- noeg, tot geld te munten. De Munthuizen in Gelderland, in Utrecht en in OverylTel, waren in handen van den vyand geraakt, en 't verzenden van ongemunt Zilver, naar de Hollandfche Munten te Dordrecht en té Enkhuizen , kon niet gefchieden zonder gevaar: behalve dat de Munten, in dee- ze twee Steden, de Gemeente en 't Land ook niet vaardig genoeg van een' genoeg- zaamen voorraad van penningen voorzien konden. Men was, derhalve, hier ter Ste- de , al by tyds, bedagt geweefl op het ver- zoeken van Oéh-oi van 's Lands Staaten, om hier, by hoogen nood, eene Munt te mo- gen opregten (q). Doch Dordrecht en de Weflfriefche Steden kantten zig flerk tegen het verleenen van zulk een 06trci.De Stad verklaarde, geenszins van meening te zyn om de andere Steden van 't regt der Mun- te te ontzetten, en hier niet te zullen mun- ten, dan by hoogen nood. Men tradt in onderhandeling met de belanghebbende Ste- den O). Die van Weflfriesland gaven te kennen, dat zy 't regt der Munte, op re- delyke voorwaarden, by voorbeeld dat het voordeel voor hun, en 't geryf en Regaal der Munte voor Amflerdam zouden zyn wel aan de Stad wilden afllaan. Doch die van Dordrecht verklaarden, dat zy Amfler- dam niet zouden können geryven, al wilden zy fchoon, om dat reeds onder 't graauw verfpreid werdt, dat zy het Munt- en Sta- pelregt , tegen de Privilegien, voor geld verkogt hadden (s). Amflerdam verkreeg % |
||||||||||||||||||||
fcäj; meefteren en Raaden beflooten, de Over-
ta tf0e" manfchappen der Doelen te vernietigen, en |
|||||||||||||||||||||
g>Xn 't"de inkomflen derzelven aan de Heeren The-
^'«i- faurieren aanbevolen te laaten, mids zy die kC' inkomflen, zo ver dezelven mogten llrek- |
|||||||||||||||||||||
Vj ken, bekeerden tot onderfteunine van den
|
|||||||||||||||||||||
Krygsraad O). Wat laater, werdtookhet
Pluimgraaffchap, of het opper-opzigtover de Stads Zwaanen, welk, gemeenlyk,door eenen Burgemeeiïer, waargenomen werdt, te niet gedaan, en de Zwaanen, die thans (h) Refol. Vroedfch, L'. H. 15 Sept. ,*„. f ,0. ,o5.
O) Refol. Vroedfch. Lr. H. + OS. lt' / ,f '' (O Vit eer. Affcluift van 't Oorrpronpkélvke J (m) Refol. vioedfch. V. H. 4 Oft. i«;ï. /. ,ts
I. STUK.
|
|||||||||||||||||||||
ein-
|
|||||||||||||||||||||
(n) Refol. Vroedfch. ir. I. i« H'v. i«72. ƒ, j0_
(o) Groot-Plakaatb. III. Deel, il. io+3.
(p) COMMELIN , hl. lief.
(q) Refol. Vroedfch. L'. H. is Jüny i67, f
(r) Refol. Vroedfch. L'. H. I« July ,6 ' " f '
(O Refol. Vroedfch. L\ H. 6 ^„x> ic~z'f.'io?.
Pppp
|
|||||||||||||||||||||
II. Deel
|
||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||
64«
|
||||||||||||||||||||
van Oclober, zondt men, op 's Prinfenaan- léfó
fchryvens, drie Compagnien van de zelve naar Texel en 'tVlie,daar men bedugtwas voor eene landing der Engelfchen, die zelfs, naar men hier vernomen hadt, eenen aan- flag op deeze Stad in den zin hadden (a>). Doch fchoon men, ten zelfden tyde, aan- hieldt by zyne Hoogheid, om eenen ande- ren Commandant in de Stad, en om hec te rug zenden van den Ingenieur du Moni, vind ik niet, dat tot het een of het ander beflooten is. Weinige weeken te vooren,hadt menge- Eenté5
raaden gevonden, de doorfnydingen in den d?° ƒ Diemerdyk by Jaap Hannes wederom digt ^"f^ri temaaken, alzo de verfchanfingen en bat- weder0111 teryen aldaar nu in goeden ftaat van tegen- digt &e' weer waren gebragt. Wat laater, werdt taa^' ook beflooten , de doorfnydingen in den Haarlemmer weg eenigszins te floppen, o- vermids de Polders daaromtrent anders niet konden worden droog gemaakt (a-). In July te vooren, hadt zyne Hoogheid Kapitejis
het Slot te Kroonenburg aan de Vegt bezet Coï^L met omtrent honderd en dertig man,onder ^,'rdtge' de Kapiteinen Cornelis WilJen, Amfterdam- Vangen mer,en N. Bowwman.VyfrienhonderdFran- en ge' fchen uit de bezetting van Utrecht waren,lo^ op den eerflen Auguftus, opgetrokken, om dit Slot te bemagtigen. Zy befchooten 't, uit drie flukken. Doch op 't flot was gebrek aan krygsbehoeften, waarom Bouwman ge- ramden vondt, in befprek te treeden met den vyand. Maar Witfen, niet van zins zig zo fchielyk over te geeven, weefde zig , eenen tyd lang, wakkerlyk, uit de-kelders van 't flot. Eindelyk, werdt hy overmand, en met al de bezetting krygsgevangen ge- maakt , en naar Utrecht gevoerd (y). De Regeering van Amfterdam nam , op den vierden October, een befluit, om Witfen, die fich, dus luidt de Refolutie, alomme als een braaf foldaat hadt gecompof teert, en toen nog te Utrecht gevangen was, telofïen(s);- gelyk, meen ik, federt, gefchied is. De Franfchen hadden, na dat zy Naar-Me"^
den en Utrecht bemagtigd hadden, van tyd fluliD tot tyd, de Gooilandfche enAmffellandfche j^i*' Dorpen afgeloopen. In October, trokken zy, ^m^ met een aanzienlyken hoop volks, aan op de van■ poften van Prinfe Joan Maurits vanNairau,Kr$iji< wiens hoofdkwartier te Muiden was. Zy^tfef' waren rykelyk van grofgefchut voorzien,&& tö en overweldigden eene fchans in 's Graaven- vo°r" land.;z'60'
(w) Refol. Vroedfch. /.». H. 4, j, e, is, 23,30 Aug. 4 da.
1572. ƒ. 2oo, 20«, 212,244, zs9t *78 . 323. Comme- LIN, bl. 1207.
(x) Refol. Vroedfch.l.t H. 3 . II Sept. 1672. ƒ. 275, 50X« (j) COMMEUN, bl. 1207. O) Refol, Vtöedlch. L'. H. 4 OU, 1472 ƒ. 324.
|
||||||||||||||||||||
1672. eindelyk, met veel moeite, verlof, om, in
de tegenwoordige verlegenheid om pennin- gen, en buiten benadeeling derHollandfche Munten, geld te mogen flaan of fchroeven. In Oétober, was alles tot de Munt in ge- reedheid gebragt, en deInftrucTien voorde bedienden der Munte opgefteld en goed ge- keurd (t). 't Stads Wagthuis aan den Re- guliers-toor en werdt bekwaam gemaakt tot een Munthuis, alwaar, eerlang, gouden Ducaaten en zilveren Ducatons en Ryks- daalders gemunt werden, die 't wapen der Stad op de voorzyde droegen. De Munt- meeiler mögt geene andere Muntftoffe ge- bruiken, dan die hem, door Commifïaris- fen van de Wiflelbank , ter hand gefield werdt. De Stad genoot al 't zuiver voor- deel van de Munte. Het munten duurde, tot dat de drie overheerde Provinciën van den vyand verlaaten, en in 't jaar 1674 met de overigen vief hereenigd geworden wa- ren. Het Munthuis werdt, federt, tot eene herberg bekwaam gemaakt, die nog den naam van de Munt draagt (¥)• De Stad De Colonel van Beveren, die, voor eenen verzoekt korten tyd , bevel gevoerd hadt over de be- omee- zettinge der Stad, was, in 't begin van Ju- jfne3n* ly, reeds van hier vertrokken; en zyn ver- Com- trek hadt gelegenheid gegeven tot een be- mandant, fluit (der Regeeringe, om met het aanwer- in de ven van Waardgelders of Kanonniers, die |
||||||||||||||||||||
plaats
|
||||||||||||||||||||
lf reeds vierentwintig honderd fterk waren,
|
||||||||||||||||||||
van
|
||||||||||||||||||||
Heer van ftil te flaan, tot dat de Stad van eenen an-
Beveren. deren Commandant voorzien zou zyn. De Heer van Beveren hadt, geduurende zyn verblyf alhier, zo weinig genoegen gege- ven , dat men hem niet wederom tot Com- mandant begeerde, en liever zag, dat de Heer van Weideren tot Commandant werdt aangefleld (v). Zyne Hoogheid hadt, reeds in 't begin van Auguftus, en dus lang voor de verandering der Regeeringe, begeerd, dat de Waardgelders hier afgedankt wer- den, en dat de Stad, met eene bezetting van 's Lands Krygsvolk, voorzien werdt. Zy wil Doch men verftondt toen, dat dezelven, als haare meeft braaf volk en hier gezeten zynde, in Waard- dienft behoorden te blyven. Ook vondt men ?elj.ersft in 't eerft ongeraaden, dezelven op foldaa- houden. ten - gaadje te brengen, waarop door eeni- gen gedrongen was; hoewel hiertoe eerlang beflooten werdt. Wat laater, werden aan zyne Hoogheid, op zyn verzoek, driehon- derd man uit de Stads bezettinge, tot uit- voering van zekeren aanflag, dien ik niet gemeld vinde, toegevoegd: en in't begin O) Refol. Vroedfch. L'. I. ij , is Oli. 1671. f. 1, 2.
(u) COMMELl'N, bl. 701, I2o6, I2o8.
\v) Ref«l. Vroedfch. Ir. H, iS July t 4 4«l• I«7». ƒ.
J70 . 20I,
|
||||||||||||||||||||
GESCHIEDENIS SE N.
|
|||||||||||||||||
XIX. Boek.
|
|||||||||||||||||
649
|
|||||||||||||||||
i(572. land. Doch by de poft te Ankeveen, die
vinnig befchooten werdt, werden zy vvak- kerlyk afgeflaagen. Prins Joan Maurits gaf 'er der Regeeringe deezer Stad kennis van, haar te gelyk verzoekende, om een merke- lyk aantal van Krygsvolk, tot verdediging der pollen, die hem waren aanvertrouwd. Men befloot, hierop , Burgemeefteren te magtigen, om zes- of zevenhonderd man van de Stads foldaaten derwaards te fchik- ken; doch vooraf den Heer en M'.Nkokas Wit/én, Raad, af te vaardigen, om de ge- legenheid der poften te onderzoeken , en wegens de plaatfing van het Krygsvolk dee- zer Stad overeen te komen (a). Ondertus- fchen, hadt zig een groot getal van Land- luiden, welker huizen en goederen , door den vyand, verwoeft waren, begeven naar 'Amfterdam, alwaar zy, tot in 't volgende jaar, door de Aalmoezeniers en Huiszitten- meefters, op laft der Regeeringe, onderhou- den werden (b). voor- De Franfchen den Lekdyk hebbende door- eg om gefteeken, om Holland, door middel van opC hoo§ hetOpperwater ,t'eenemaai te doen onder- Kweii3"vloeijen; beval de Prins van Oranje, voor- ^ór het' ziende, datverfcheiden'Polders in Rynland ?°orftee-geheellyk zouden overftroomd worden, zon- ^i van der dat de uitwaterende fluizen, te Spaarne- ^,ovk"dam en °P Half"we§e> genöegzaame ont- ''^and^lafting zouden können toebrengen; datDyk- febragt graaf en Heemraaden van Amftelland, met del'door kennis der Regeeringe van Amfterdam, zo %i-^s veel waters in hun Diftricl zouden inlaaten S het als mogelyk ware, mids de boezem van Am- ][• we- ftelland laager bleeve dan die van Rynland; ioo°m teen daarna, in den Veendyk ofAmfterveen- en- fchen weg, eene bekwaame opening maa- ken, om het water der Haarlemmer-Meer, door dezelve , en voorts door de fluizen van Amfterdam, zo veel mogelyk wäre, te loozen. De brief, waarby zyne Hoogheid deeze bevelen gaf, werdt, den dertienden Oclober, in de Vroedfchap deezer Stad, overwoogen. Burgemeefteren droegen den Raad voor, dat,behalve den Lekdyk,ook de hooge Zeedyk by Naarden , door den vyand , doorgefteken was ; waardoor het Land metoverftrooming, zo wel van't Zee- water als van 't Rivierwater, gedreigd werdt. Men verzogt enmagtigde de Heeren Joan* nes Hudde, regeerend' Burgemeefter, Nico- laes Pancras, Cortielis Bäcker, Cornelis Geel- vinck, Heere van Kaftrikum, Nicolaes van Loon, en Mr. Jan Corver, Raaden , om te overleggen, op welk eene wyze, men be- |
|||||||||||||||||
kwaamlykft aan het heilzaam oogmerk van
zyne Hoogheid voldoen, en den vyandely- ken toeleg tegengaan zou können: waarna zy den Raade van hun gevoelen verflag moeften doen (c). 't Gefchiedde, weinige dagen laater. En de Raad befloot „ voor- „ eerft, een gat te maaken , nevens den „ Overtoom en 't eerfte huis op den Veen- ,, dyk, ter wydte van twintig voeten; het „ zelve met fcheépsplanken te overdekken, „ en naar de zyde der Meer , met eene „ draaideur, te fluiten. Door dit gat,zou „ men het Meerwater können loozen, wan- „ neer het hooger ware dan het Amftelwa- » ter, en dus, ten minfte gedeekelyk, vol- j, doen aan 's Prinfen oogmerk, met den „ irieeften fboed, en zonder iemants bena- „ deelinge." Wyders, vondt men geraa- den „ de uitwaterende fluizen van Rynland „ en Amftelland, met de ebbe , te doen „ openen, om de hooge overftrooming, voor „ welke men bedugt was, te voorkomen En „ op dat de vyand, den Lekdyk,denZui- „ derzeedyk en andere dyken, van welken „ hy meefter was , doorfteekende, Holland, „ naar zyn welgevallen, niet zou onder wa- „ ter zetten, will men geenen beteren raad, „ dan dat men zig, met al 's Lands magt, „ bevlytigde, om den vyand, nog voor den „ winter, uit Naarden, Woerden,Utrecht „ en andere Plaatfen te verdry ven; om wel- „ ken raad den Gecommitteeïden Raaden, „ en den Prinfe van Oranje fmäakelyk te „ maaken, de regeerende Burgemeefteren „ Coenraad van Beaningen en Joannes Iludde, „ en de Raaden Gillis Falckenier en Cornelis „ Geelvinck, Heere van Kaftrikum, benoemd „ werden (d)." Het maaken van het gat in den Veendyk werdt egter, op het fterk aan- houden der Stad Haarlem, die bedugt was, datzy, door het zelve , in haare fcheep- vaart benadeeld zou können worden, eenigen tyd uitgefteld. De Stad Amfterdam boodt de noodige verzekering aan, om Haarlem geruft te ftellen; en onder anderen het gat zulks te overdekken, dat het onmogelykbe- vaaren kon worden. Doch die van Haarlem namen geen genoegen in 't gene men hun aanboodt; zo dat het doordelven van den Veendyk, eindelyk, geheel agter bleef (e). Men loosde, alleenlyk, eenige maanden agtereen, by ebbe en laag getyde, het o- vertollig Amftelwater, door de Stads flui- zen, in het Y,zo veel menkonde. Het hoog op
(c) Refol. Vroedfch. L'. H. 13 OS. HV-f; "°-
(d) Refol. Vroedfch. ir. I. zl OS. i«7z- /■ 3- <» de Ey-
laae./,. 1$. . , (e) Refol. Vroedfch. Lt. I. »*, 2* #,v- * Dt<:. IS71. f.
SS ,6i, 71.
PpPP 2
|
|||||||||||||||||
i5?2-.
|
|||||||||||||||||
Men be-
fluit een patin den Veendyk
te del- ven. |
|||||||||||||||||
't welk
door
Haarlem
tegenge-
houden
wordt.
|
|||||||||||||||||
O) Refol. Vroedfch. Lr. H. 10 oa. i«72. ƒ. 328.
i.h) Refol. Vroedfch. L'. I.1", 15 Maan i6j}.f. ijit1!!-
|
|||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
650
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
fchen, inderdaad , by Bodegrave doorge- \6f'
broken waren; en daar, en daaromtrent, de der fr^' meefte verlaaten huizen in den brand ge fchen'* ftoken hadden; nog twaalfhonderd matroo- B0^', zen te werven, die, onder bevel van den §ra Vice-AdmiraalSweers,naar Alfen werden gezonden. Men nam ook een goed getal van vrywillige burgers aan. Op 't byten langs den Amftel, werdt de vereifchte orde gefteld. Ook werdt, over 't maaken van eene dwarsbyt over 't Y, van Funen af, tot aan de Volewyk toe, geraadpleegd mee den Luitenant - Admiraal de Ruiter (I), aan wien het bevel over al 't volk van wapenen, zo burgers, matroozen als foldaaten, langs het Y en den Waalkant, opgedraagen werdt (7). Voor Durgerdam werden vier Oorlogs- schepen gelegd, onder bevel van den Kapi- tein Jan Rylofszoon van Hoorn, die geene vaartuigen naar de Stad liet, zonderze voor- af onderzogt te hebben. De wallen der Stad waren, op 't einde des jaars, beplant met driehonderd ftukken gefchuts. Doch't ge- viel , dat een bolwerk, tuflehen de Wees- per- en Muiderpoorten, de zwaarte van den aarden wal niet konnende draagen, met een gedeelte van de gordyn, in de gr aft ftor- tede. De Stad zou dus, van deeze zyde, open gelegen hebben voor den vyand. Doch de breuk werdt, in korten tyd, met wier en aarde, geftopt. Het floeg ook, na wei- nige dagen verloops, aan 't dooijen, waar- door den vyand belet werdt, dieper in Hol- land in te dringen. De Amfterdamfchevry- willigen, die gereed geweeft waren om uit te trekken, werden toen ontflaagen vanden togt(wj): waarmede het rampfpoedig jaar 1Ó72, welk, hier ter Stede, in groot e on- geruftheid gefleeten was, ten einde liep. (kj) Refot. Vroedfeh. L'. I. 28 , 29, iï Dcc. lóyz. 2
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
opperwater vloeide nogtans over de gemee-
ne wegen, in Amflelland en elders, en maak- teze, voor eenen tyd, onbruikbaar. Ook bevalen Burgemeefteren, in't begin des*vol- genden jaars, dat zy, die laage wooningen en kelders binnen de peilfluizen der Stad in gebruik hadden, zig voor fchade moeften hoeden, wanneer men, by hoog buitenwa- ter, niet in ftaat mögt zyn, om te loozen naar behooren;en het water binnen de peil- fluizen , met het hooge Amftelwater , op dezelfde hoogte geraaken mogt(f). Doch van de andere zyde, werdt de Stad, uit de Lek, voorzien van zoet water, zo dat de Brouwers alomme uit de graften brouwden, en de Noordhollanders hunne waterfche- pen,voor deS. Antonis fluis binnen de Stad, vol zoet water lieten loopen (g). |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
1672.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Men
zendt, van hier, krygs- Volk naai- den Uit- hoorn en naar Ou- derkerk. |
In 't begin van November, kreeg men,
hier ter Stede, berigt, dat de Franfchen , in het Dorp Waveren, brand geftigt en ge- ftroopt hadden. Men befloot hierop, tef- ftond, tweehonderd Stads foldaaten en ee- nige Ruitery te zenden naar den Uithoorn, tot verfterking van de poft aldaar. Ook wer- |
||||||||||||||||||||||||||||||||
den tweehonderd man van hier uitgezonden,
om te Ouderkerk poft te vatten (i). En al- zo men, by diergelyke gelegenheid, ligte- lyk meer krygsvolk kon noodig hebben , werden Burgemeefteren gemagtigd , om over zeshonderd man Stads foldaaten tebe- fchikken, zonder dat zy den Raad,vooraf, behoefden te kennen (i). Tegen 't einde des jaars, kreeg men ,
hier ter Stede, tyding van den toeleg des vyands op Holland; waartoe de ftrenge vor ft hem goede gelegenheid gaf. Men befloot terftond zeshonderd matroozen aan te nee- men , en, op ingekomen berigt, dat de Fran- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Voor-
zorg alhier op de tyding van het door- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
breek en
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
( r \ Vpnrb ƒ r P. ƒ• 63 ver Co, 1 ' - 1«11 ■ ■ 11
|
85 enz,. 8p.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
g Efc«m4.^i,jj,j*A»;^Mn:^-
|
(l) Gioot-Meoior. N. VI. ƒ. 116. Ehandt de Ruiter,
tl. 7«?. (m) COMMELIN> tl. 823, I2ep, 1210.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
ƒ. 104, III, 134, US- COMMELIN, hl, 120-, I21I.
(Jï) Refol, Vroedfeh. L'. 1. 5 Nov. 1672. f. 14.
lij Refol, Vroedfeh. L*. I. 12 Nev, I672. ƒ. 4$.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
B %
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
*
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
XIX. Boek.
|
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||
651
|
|||||||||||||||||||||||||||
BY LAAG EN
|
|||||||||||||||||||||||||||
op bet II. Deel, XIX. Boek.
Lr. A. |
|||||||||||||||||||||||||||
'3fißi>e der Gedeputeerden te Peelde van den twaalfden Juny des jaart 1672 berigt
geevende van het doorbreeken der Franfcben in de Betuwe. |
|||||||||||||||||||||||||||
Hoog Mogende H
|
|||||||||||||||||||||||||||
E E R E N,
|
|||||||||||||||||||||||||||
De vyand is, tot ons groot leed wefen defe mor-
gen in' de Over-Betuwe doorgebroken, en hebben de Regimenten te paerd van King- jna, Haerfolt, La Leek, Jofeph met zyn Ma- jor , en het Regiment van Ailva geflagen : wat verlies eygentlik daer voorgevallen is kön- nen wy nog niet fpeciffceren. De vier Com- pagnien van La Leek fyn minft of weynig be- fchadigt binnen Arnhem gekomen. Wy heb- ben in der haeft daerop gerefolveert het Leger op te breken, alfoo men nu den vyand op den rugge en van voren heeft, en hebben naer Groe- ningen gefonden het Regiment van Braersma, naer Vriesland Amama , naer Sutphen Graef van Solms en Voorft, naer Deventer Stek en Clant,naer Swol Ripperda en Bamphield,naer Doesburg Swartfenborg en Wefterlo, naer U- trecht de Veldmaerfchalk Wirts , Grave van Hornes, jonge Nieuland Aquila, Grave van |
|||||||||||||||||||||||||||
Stirum en Golfteyn, naer Arnhem drie Com«
pagnien van Pain & Vin, en de Regimenten van Vrybergen en Gent leggen tuffen Nimme- gen .en Arnhem, zynde te laet gekomen om de voorsz. Regimenten te feconderen. De Ruy- tery meenen wy dat men by een fal moeten trecken onder Arnhem. Wy hebben het on- geluk dat den Heer Prins van Oranje ontrent Arnhem en naer de Over Betuwe was, en wy waren hierontrent gebleven, om dat den vyand lig ook hierontrent tot in 't geOgt van den Ys- fel heeft laten fien. Of wy dele nagt nog een alarm van die kant, vermits het overgaen van Grol, te verwagten hebben, weten wy niet nog ook wat refolutie te nemen ontrent onfé perfoonen. Bidden den almagtigen God , dat hy den Staet genadiglik voor meerder onhey- len wil bewaren, en wy blyven met haeft, |
|||||||||||||||||||||||||||
Hoog-Mogende Heeren,
|
|||||||||||||||||||||||||||
G. Schade.
H. Be verningh.
|
|||||||||||||||||||||||||||
Sutfhtn I z Juttii i«7ï.
|
|||||||||||||||||||||||||||
Pppp 3
|
|||||||||||||||||||||||||||
Lr. E
|
|||||||||||||||||||||||||||
s
|
|||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||
AMSTERDAMS
Lr. B. |
|||||||||||||||
652
|
|||||||||||||||
Rapport van Commifarifen der Vroedfchap van Amfterdam van zi OSlober 1672
wegens het hozen van het water over Amfteiland, en de gevreesde overflrooming van gantfcb Rolland: en Re/olutie daer op genomen. Is gelefen het navolgende fchrifcelik rapport,
|
|||||||||||||||
vergunt is. Amftelland foude ook nergens daer
door benadeelt fyn; want dan alleen als by haer water te veel is, fal men het zelve op 't Meer lofen; en niet te veel hebbende, fal 't behou- den können werden. En ten dien opfigte moee 'er noodfakelik een draydeur voor defe nieuwe waterlofinge fyn; want anderfins foo den Am- ftel met het Meer gelyk wierde gehouden, fou- de den Amftel fomerdaegs veel te weinig wa^> ter hebben, foo ten regarde van defes Stads fchut- tingen, die daerdoor feer verfwaren fouden, als ten aenfien van de fchuring en ververfing in de Stad, die op verre na foo confiderabel niet fou fyn; als ook in opfigte van de aen den Amftel gelegene Polders, die fomerdags foo goed wa- ter als dan niet inlaten fouden können ; gelyk ook onfe Schipvaert daer by vry benadeelt fou- de werden; gemerkt de Haerlemmer-Meer, deur- gaens, federt dat we van Rynland afgefcheyden fyn, wel een voet en meerder lager is geweeft als den Amftel. Daer fou ook niet te vreefen fyn, dat dit Meerwater door Amfterdam loo- pende, de leege Stad onder water fou fetten, dewyl het Meerwater op den 14 Oftober laetft- leden gemeten fynde nog agttien duymen onder de Y-peyl bevonden is; en fynde op die tyd, volgens verfcheyde getuygeniflen, de Meer ge- noegfaem foo hoog als fygemeenlik is des win- ters , en derhalven op het hoogfte. Synde ook mennigmael ondervonden, dat het .-water inde laage Stad een voet en minder onder gemelte Y-peyl fynde, geen fchade aldaer veroorfaekt; te meer fouden die kelders dan vry fyn van 'c water foo het felve agttien duymen daer onder blyfc. Ook heeft men daerenboven ten defen opfigte niets te vreferr, dewyl men altyd die draydeur met de minfte moeyte fluyten fal kön- nen ; ofte ook ten allen tyden naer welgevallen (door des Stads fluyfen in de wal en Amftel) foo wel 't Ryn- als Amftelwater buyten de Stad fal können houden. Dog niet alleen dat hier niemant by benadeelt foude werden, ofte eenige regtvaerdige reden van klagten gegeven; maer in tegendeel fouden aen veelen feer con~ fiderable voordeelen zoorden toegebragt. Want wat Amfterdam en Amftelland belangt, dewyl de voorn, draydeur ten allen tyden feer mac- kelik open gedaen foude können werden, foo foumen niet alleen by ebbe 't Meerwater door Amfterdam doen loopen, en daer door de lee- ge Stad merkelik fchuren en fuyveren können ; maer men foude ook 't Amftelwater, wanneer men 't te veel hadde, op 't Meer, dat ordina- le, gelyk gefeyd is, een voet ïager is, kön- nen quyt raken; 't geen in defe tyd feer con- fiderabel is, nu de Vecht by Muyden gefloten, wel diende door Amftelland geëxonereert te wer- den, daer de Stad Amfterdam, fo om het ver- fe Brou-water nader, als meerder fchuring door de Stad te brengen, ook niet weinig aen gele- gen |
|||||||||||||||
Commiflarinen van defen Rade , hebbende m
gevolge en tot voldoeninge van vorige Re- folutie Commifforiael, in dato 13 defes , ge- examineert de MhTive van fyne Hoogheyd den Heere Prince van Oranje, geaddreflèert aen de Dvkeraef en Hoogheemraden van Amitelland; mitsgaders 't vordere geproponeerde van de Heeren Burgemeefteren, in de felve Relolutie geinfereert en vervat; „ Eerltelik,op watwy- fe het oogwit van fyne Hoogheyd in de ge- " melte miffive vervat op V gevoeglixt en met " de meefle ruß foude können werden bereykt; ', en ten tweede , wat middelen tot voorko- 11 minge van de gevreesde onheylen , die uyt de overvloeying van wateren te refulteren "iftaen, dienden by der hand genomen; en hoe ■■ de vyandlyke defieynen hierin beft tegenge- " gaen en belet fouden können werden ? " En dienende den Raed van haer EE. Confidera- tien en advys fouden vermeynen (onder 't beter gevoelen van haer Ed. Agtb.) nopen- de het eerfte poinót „ dat het felve hares oor- deels by provifie konde voldaen worden met " het maken van een gat nevens den Overtoom " en 't eerfte huys op de Veendyk, welk gat kan vallen omtrent twintig voeten wyt, en füllende uytkomen digt aen dees fyde van „ den Overtoom; 't welk met fcheepsplanken „ overdekt, en met een draydeur aen de fyde van de Meer gefloten moft werden." Hier mede fou het oogmerk van fyne Hoogheyd , foo niet volkomen, ten minften voor een groet gedeelte bereykt fyn, dewyl men het Haerlem- nier- meer -water als dan foude können lofen ten allen tyden als het' Amftel -water leeger ware als dat van de Meer. T welk ook feer gevoeglik alfoo foude können gefchieden, de- wyl foo een waterlofinge in ontrent veerden da- gen met weynig koften ten «iemands nadeele en met veel voordeels voor de Stad Amfterdam en ganfch Amftelland, en dienvolgende ook met de meefle ruft in 't werk geftelt en ten eynde gebragt foude können werden. Ten niemands nadeele; want dewyl e 't alleen een waterlofin- -ge , en geen deurvaert fyn fou , nogte ook geen confiderabel brak water in de Meer, maer veeleer verfcher als het Meer felfs is, infon- derheyd wanneer de Amftelfluys voltrocken fal fyn , brengen foude; en dat men ook d'inlating ten allen tyde in fyn magt fou hebben, en tot een fekere imprejudiciable hoogte, des nood, termineren können; foo fouden in foodanigen geval nog Haerlem, nog Leyden, nog Amftel- land daer by ten minften niet benadeelt fyn. E- dog fchoon fy al door 't inlaten van \ Amftel- water in 't Meer eeniger maten benadeelt wier- den , foo hadden fy egter geen reden van klag- ten , dewyl by 't privilegie van Keyfêr Kavel de anno 1520. foodanig en meerder regt van waterlofing notoiiiik aen die van Amfterveen |
|||||||||||||||
XDCBoèk.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHI E DE NI SSE N.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
655
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
gen is. De Buyten-velderle en Sloter - polder
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
B yt AA-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
fr louden hier ook voordeel by rekenen kernte derÄ^ EtÄÄÄBi
*••*. vermus fy de Kaden van de refpeftive wegen ons Land beft gelooft; en ten ZfeZToe dé?? aen den Schendcel foo hoog niet fouden hebben gevreesde inundatie beft voorgekomen foudé op te maken, als wel voor defen , nogte ten können worden. Wat het eerfle Lid belast dien opfigte ook foo veel pene ui van deurbreken oordeelden fy Heeren Commiffarifen notoir tè fubjeft zyti, dewyl by harde fuyd-wefte win- fyn, dat tot het lofen en wegbrengen vän 'ro- den het Meerwater in de Scnenckel Wel 2 a 3. vervloedig water geen ander raed il als allede voet opgejaegt word, t geen door 't openen uytwaterende fluyfeii van Ryn- en Amftelland van dit nieuwe verlaet als dan belet, en bynae wanneer de ebbe begint te gacrt onen en als geheel fou worden voorgekomen. Die van de vloed begint te gaen wede/ toe tè doen. Rynland fouden daer 00* dit conflderabel pro- waer omtrent alle de nodige ordres al VOOr eeni- fyt by vinden, dat fe, namentlik, in tyd van ge dagen, foo by de Heeren Burgermeefteren overvloed van water veel meer als nu quytfou- als de Heeren van Rynland gefield, en voor foo den können werden; want niet alleen dat fe veel dè Heeren Burgermeefteren bekent is wel een waterloofing van 20 voeten wyt en fesvoe- waergenomen fynde, foo is ontrent dit poinct ten diep meer louden bebben, t geen al een con- niet meerder te doen , ren ware dan dat men fiderabel gedeelte van alle hare gefamentlikeüyt- met het opmaken van de twee geconcipieerde wateringen maekt, maer daerenboven foude fluyfen in de nieuwe vergroötinf wilde voort- haer overvloedig water, door dit gat wel eer- varen: want hoe meerder fluyfen hoe meerder der gelooft können werden, als dooreenige van water gelooft kan werden. Fn dewvle men hare fluyfen , dewyl niet alleen de ebbe wel door foodanige twee fluyfen on<xelooflik veel ruym een half uer eerder voor Amfterdam als water foude quyt können raken fouden fy |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
voor halfwegen Haerlem begint te gaen; maer Heeren Commiffarifen tot het opmaeken
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
van
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
ook infonderheyd in opfigte dat by alle fterke
ebben,de wind meeftentyd uyt den fuydweften fynde, als dan 't Meerwater nae den Overtoom |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
defelve wel inclineren , foo haeft Stads CafJe*
het eenigfins verdragen fal können. Alleenlik fouden fy hier nog byvoegen, dat de Stad door |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
veel ftercker, en wel twee a drie voeten hoo- bet deurlaten van al te hooien water groote
ger als nae halver wegen opgefet, en by gevolg fchade foude können lyden, maer dat daerinon
ook foo veel eerder door d Amfterdamfe a s geene andere wyfe is te voorlien als de Stad
Rynlandfe fluyfen gelooft kan werden. Derhal- f00 haeft als mogelik is te bepolderen • dat is
ven fouden fy Heeren Commiffarifen (onder den Amftelfiuys en wat daer aen hoort op het
beter oordeel van haer Ed. Agtb.) van gevoe- fpoedigfté op te maken. Dog dewyle de Hee-
len fyn, „ Dat den Dykgraef en Heemradeii ren Burgermeefteren ook hierin alle mogelike
,, van Amftelland, aen wien de voorfeydebrief ordres hebben gefielt, foo valt daerontrent ha-
„ van fyne Hoogheyd is géfchreven, behoorden res oordeels ook niet meerder te doen
„ te refcfiberen (daer toe haer Ed: geloofden Aengaende bet ander Lid, te weten hoe de
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
gevreesde inundatie beft voorgekomen foude
können werden; Commiffarifen confidererende dat defe inundatie gefchieden kan door het deur- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
fy feer genegen fouden fyn, dewyle fy ook een
parig verftaen hebben, dat foodanige Waterlo finge voor Amftelland' feer dienftig en te wen |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
fchen foude fyn, gelyk van 't felve fentinient fbyden van den Lekdyk, Suyder-feedyk , als
ook is ge weeft den Dykgraef van den Nieuwen- andere, en welke doorfnydingen wy onfevyan-
Amftel (alvoren met fyn Heemraden daerover den, foo lang fy meefter fyn van gemelde dyc-
hebbende geconfereert) „ dat fy,gelyk ook de ken, niet können beletten op honderd en meer
„ Heeren Regeerders van Amfterdam, al voor plaetfen te doen, en alfoo Holland met een hoo-
„ eenige weeken, alle nodige ordres hadden ge- ge vloed (die wy alle dagen te verwagten heb-
„ fielt om door hunne refpeftive fluyfen geen ben) fonder dat onfe fluyfen op die tyd daer
„ water in, maer wel by alle gelegentheyd uyt iets tegens helpen können, met fout offoetwa-
„ te laten; gelyk fy ook niet beter wiften of ter, of beyde te doen overftroomen; te meer
„ wierd feer naeukeung agtervolgt, en dat fe dewyl het Land alreeds vol water is; en alfoo
„ daenn foo lang de nood niet anders vereyfte, Boer en Ruyter, ja ons alle gelyk in de groot-
„ leer iorgyuldig continueren fouden: voorts fte verlegentheyd te brengen, en daer de vyan-
a, dat ly, gelyk ook de Heeren van Amfterdam, den buyten alle bedenking haer toeleg of opge-
„ met wien fy fyne Hoogheyds brief volgens maekt hebben, of nog op maeken füllen; bly-
„ fyne Hoogheyds ordre gecommuniceert had- vende ondertuffen fy op 't hooge,wyin'tmid-
„ den, niets beters hadden können uytvinden, den van 't verdroncken Land fitten: foo wiften
j, als datter by proviüe een waterloofinge van fy Heeren Commifiarifen geen beter nog an-
„ twintig voeten wyte in de Veendyk, digt aen dere raed om dit gedreygde en haeft te Ver-
„ den Overtoom, meteen fchotdeur daer voor, wagten onheyl voor te komen, als „ dat men
„ gemaekt wierde, om het water uyt het Haer- „ op het alderfpoedigfte make, dat wv weder
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
lemmer-Meer ten allen tyden, als het felve
3, Meer hooger was als den Amftel, gelyk nu j, al verfcheyde malen binnen weynig dagen jj voorgevallen was, door Amfterdam te doen s> loofen: en dat fy niet nalaten fouden het 55 felve op het alderfpoedigfte in 't werk te « leggen, en ten eynde te brengen, gelyk fy |
„ meefter fyn van gemelde dycken. En om
M daertoe te komen, fagen haer Ed. ook geen „ andere kans, als dat men den vyand met j, geweld uytNaerden, CJtregt, en andere plaet- „ ièn dede ruymen, en dat hoe eer hoe liever; „ dewyle, foo 031, nu periculumin mora is, „ en dienvolgende foude haer Ed: oordeelen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
hoopo ' "" ' ' —
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
s, hoopten het felve binnen veertien dagen ook „ dat dit nog voor de winter diende afgedaen'
„ te lullen können voltrekken." Xot welk advys fy haer boven de gefeyde,ook nog
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
CHIEDEN1SSEN. II. Deel.
„ trofen, die 'er feer veel en ook vol moets B?tAA'
„ genoeg gevonden füllen werden. cë^ „ Dog foo men 't hier mede ook nog niet fou-L'« **
„ de durven wagen , dat men dan de vrywillige „ Burgers mede op ontbiede; en foo 'er dan nog „ meer volk van nooden is, dat men veel liever „ een generaale en fuffifante opbod over gantfch „ Holland en Weflvriesland uytfchryve, als dac „ men defe faek nog voor de winter niet onder- ,, nemen foude. Eyndelik fouden fy Heérea ,, Commiflarifèn fonder 't beter gevoelen van „ haer Ed. Agtb.) ook oordeelen, dat men een „ confiderable deputatie aen fyne Hoogheyd „ behoorde te decerneren, om hem dit te doen „ begrypen als een faek van dat gewigte, daer „ onfe eenige behoudeniflè in fbhynt gelegen „ te fyn." Waer op gedelibereert fynde , is eenparig
goed gevonden en verdaen, het voorfz. advys ^ foo 't leyd, te amplefteren,ende Heeren Com- milTarifen voor hare EE. genomen moeyte te bedancken: En dat verders een aenfienlike de- putatie tot bereykinge van het falutair oogwie in 't gemelde advys omdandelik aengeroert,uyc het midden van defen Raed aen fyne Hoogheyd den Heere Prince van Orange fal werden gede- cerneert. En op dat defelve met te meerder vrugt moge gefchieden , dat de te nomineren Heeren Commiflarifèn dillen werden verfogt om fig al voren te vervoegen en te addreflèren aen 't Collegie van d'Ed. Mog. Heeren Gecom- mitteerde Raden ; en defelve te remondreren de noodwendigheyd van defe fake, en gedien- delik te verfoeken, ten eynde haer Ed: tot be- vorderinge van 't gene voorfz. is door eenige Heeren uyt het midden van welgemelte haer Ed: Mo: in de voorfeyde deputatie mogen wer- den ge-adfideert. Waertoe vervolgens verfogt en gecommitteert fyn, gelyk als verfogt en ge- committeert werden by defen de Heeren M>. Coenraed van Beuningen en Johannes Hudde , regerende Burgermeederen, mitsgadersMr.Gil- lis Valckenier en Cornelis Geelvinck , Heere van Caftricum, |
||||||
654 AMSTERDAMS GE!
nog door vele andere redenen bewogen vonden.
Want in gevalle den vyand in gemeke plaetfen komt te overwinteren, men hier te verwagten heeft, ic. alle dagen alarm voor onfe poorten niet alleen, maer byna voor alle Steden van ganfch Suyd-Holland.Tena^.'t verbranden van alle onfe watermolens, huyfen en hoffteden, dat men haer niet of feer fwaerlick fal können beletten, ten ßc.'t ondernemen van branddigting in Stad, Koop- vaerdy- en Oorlogfchepen, de magt van ons Land, en dat mogelik ligter als men denkt uyt- gevoert foude können werden: ten 4*. 't onder- nemen van de Dycken van 't Noorderquarticr deur te deken, en alfoo dat quartier voor eeu- wig ónder water te fetten. Hoe veel fielen en vee dit alles koften, en wat irreparable fchade dat veroorfaken en den Staet aenbrengen fou, we- ten wy alle. Daer by conildererende, dat, hoe de vyanden langer in Naerden, Woerden, U- tregt etc. blyven, hoe fe haer daer.vader in smeken füllen ; en wy in tegendeel daegelix on- vermogender moeten worden; dewyl wy niet alleen milTen onfe negotie, maer ook d'inkom- ften van onfe landeryen. huyfen, obligatien; en moetende fupporteren een ondragelyke lad, fynde haed ten eynde van ons geld, geloof en Silver - werk. En daerenboven te winter op on- fen hals füllende hebben een ongelooflik getal van arme en behoeftige menfchen: uyt alle 't welcke in feer korten tyd onfe totale ruine in- dubitabel moet volgen, ten fy dan dat wy ons, gelyk gefeyd is, op 't alderfpoedigde door on- ie wapenen daeruyt helpen, terwylen wy nog voetvolk en Ruyters, en geld en fchepen, en beter nae alle apparentie voor, als na de winter gelegenheyd füllen vinden om haer foo te water als te lande by te komen, en niet fonder grote hope uytde;gefeyde plaetfen op te flaen;„foo „ nebben fy Heeren Commiflarifèn met eenpaa- „ rig advys defe fake van foo grooten belangen „ gewigt geoordeelt,dat,in gevalle onfetegen- „ woordige militie daertoe niet fuffifant mogte „ fyn, dat men fein alleryl fuffifantmake,door „ 'taennemen van meerder foldaten, of ook ma- |
||||||
«555
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
TWEEDE DEEL.
GESCHIEDENISSEN
VAN
AMSTERDAM
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
TWINTIGSTE BOEK.
Amsterdams Geschiedenissen, van het jaar 1673,
tot in het jaar 1684. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
de Provincie van Utrecht behoord hadt. , jg_-
Doch terwyl men, op deeze en andere f° wyzen, bezig was om Amfterdam te ver-^[gtner" zekeren tegen aanvallen van buiten, liep de ontdekt Stad inwendig gevaar van brandftigting. Op en ge- den negenden February, raakte hier in heg-ftrafL tenis een Schotsman, JöhnFrazer genaamd, diebeleedt, in Engeland, gehuurd te zyn, om hier ter Stede brand te fügten: ook , twee Zweeden, Andries Andrieszoon en Paul Andrieszoon Ritter, gebroeders, te hebben omgekogt, om het Ooftindifche huis, of eeni- gen van 'sLands Oorlogsfchepen in den brand te fteeken. Men hadt verfcheiden' brand- gereedfehappen by hem gevonden: ook ee- nigen, die hy bekende zelf gemaakt te heb- ben. Hy werdt, den zeftienden, yeroor: deeld om geradbraakt en in 't aangezigt met een brandend bos ftroo geblaakt te worden: welk vonnis, twee dagen laater, aan hem uitgevoerd werdt (e)« Men zogt,ten dee- zen tyde, vergeefs, naar zyne medepligtir gen. Doch eenige jaaren laater, werdt een derzelven , William Mader genaamd , te Rotterdam gevat, en insgelyks met de dood geftraft (ƒ). Men hieldt, omtrent den aan- vang deezesjaars , te Amfterdam, zo naauw een opzigt over de Engelfchen, dat menze hier, niet zonder byzonder verlof van Bur- gemeefteren, toeliet (g). 3 De zwaare laften, die Amfterdam, ten Dé Stad
deezen tyde, draagen moeft, hadt den Raad verkoopt doen befluiten, lyfrenten ten lafte der Stede Lyften- te verkoopen. Zulks was\ in 't voorleedenten' jaar, nog eens gefchied: en toen hadt men honderd guldens renten beloofd, van 1000
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
ie stad ^7° ^ra't gevaar van den intogtderFran-
Jt^A fchen in Holland verdweenen was ,, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
or de
|
keerde de ViceAdmiraal Sweers, met de
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
°ewaa-
t'lg der
uiten-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
matroozen onder zyn bevel, in January des
jaars 1673 , van de Goudfche Sluis naar |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
boften, deeze Stad , daar zy, in de buitenpoften
*Ö73. rondsom dezelve , verdeeld werden (0). Doch voor 't einde van Maart, werdt goed- gevonden, dezelven af te danken (£). Men verzuimde , ondertuflchen , niet, zorg te draagen voor de poften, die de toegangen hervvaards dekten. In February, werdt be- floQten, zes Compagnien Stads foldaaten, op verzoek van Prinfe Joan Maurits, tot verfterking van de poft te Muiden, af te zenden. Ten zelfden tyde , werden vyf diergelyke Compagnien naar Weesp ge- fchikt (e)- En in 't begin van May, tegen dat her. Leger in 't veld verfchynen moeft, werden, uit ieder der zeftig Compagnien Schutters, vyfentwintig man geloot, of vry- williglyk gekooren, die, onder deKapiteinen Jacob van der Waayen en Nicslaas van Loon |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
R
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Evor-. 'Willemszoon, in Weesp gelegd werden. De
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
,n«tt het
e8sen > de |
Stad Amfterdam nam, van wege den Staat,
het verfterken van Weesp op zig. Ook |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
< uis te werdt, eerlang, eene fterke fchans gelegd
^üiden. aan de Nieuwerfluis. De fluis aan den Hin- derdam, die insgelyks verfterkt was, werdt weggenomen, en in de plaats derzelve, op den voorllag van Amfterdam, eene fchoo- ne fluis te Muiden gelegd, door welke men 2ig, met meer gemak dan te vooren, van 't overtollig Lekwater ontlaften kon (i); behalve dat de Provincie van Holland eene fluis in haare magt kreeg, die te vooren tot |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
{a) COMMEI.IN, hl. J209.
(i) Refol. Vroedfch. L'. I. lo M*&rt 1*73. ĥ IJ}..
(f) Refol. Vioedfch. L'. I. z, 3 Febr. 1673./- Ii9»i*°- (d) COMMEL1N, bl. m, mz, uis. Vadeil. Hift. XIV. B»l> bl. 32+ ^Aant, (z) |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
(e) COMMELIN, II. II90.
(f) Holl. Merc. van 16,77. bl-**2"
(/) Gtoot-Memoi. H. VI. ĥ "ȥ Qqqqa
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
I* STUK.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||
656
|
|||||||||||||||||||||||||
batteryen te houden op de Naarder Meer, jóyj«
beide rykelyk geftoffeerd met gefchut, waar- door de Franfchen verhinderd werden, hun- ne werken aan den Muiderberg te voltrek- ken , naar behooren. Het grof gefchut, welk van Amfterdam naar Muiden gezon- den was, hieldt ook niet op van fpeelen op den vyand, die eindelyk de poft aan den Muiderberg, in 't begin van Juny, weder- om verlaaten moeft (/). , - . De Franfchen, in Auguftus, een gedeel- Het W'
te van hunne magt, uit deeze Landen, ge-win"e trokken hebbende , oordeelde de Prins vaneden Oranje de gelegenheid gunftig tot het her-^eeft winnen van Naarden, waarop hy, reeds in ruii»te'. September des voorleeden jaars, eenen aan- aanwii. flag gefmeed hadt, die vrugteloos was af-fter geloopen, doordien het Krygsvolk, welk hy van Amfterdam verwagtte, te lang weg bleef(m). Doch nu gelukte de toeleg beter. De Graaf van Waldek onthieldt zig, ten deezen tyde, te Amfterdam, daar Krygs- volk verzameld, en gefchut en andere be- hoeften ingefcheept, én door Ouderkerk, Abkoude en de Nieuwerfluis, naar Loenen gevoerd werden. De Ruitery toog, langs de weftzyde van den Amftel, tot aan den Omval , daar zy, langs eene fchipbrug, over den ftroom , en voorts, door Weesp, insgelyks naar Loenen trok. De Graaf van Waldek, over Vreeland derwaards geko- men, rukte met de manfehap voort naar de oude Loosdrecht, zig verzekerende van eene poft aan eene brug over de vaart naar 's Graa- venland, die door de Franfchen verlaaten was, en terftond verfterkt werdt. 's Graa- venland en Kortehoef werden, insgelyks, bezet. In 't begin van September, kwam zyne Hoogheid in't Leger in de Loosdrecht. De Franfchen deeden , uit Naarden, nu en dan eenen uitval op de poften der on- zen; doch werden, geduuriglyk, met eenig verlies, afgeflaagen. Kort hierna, werdt het Leger verfterkt, door eenige Spaanfche Ruitery, die insgelyks langs den Amftel der- waards getrokken was; en toen deedt de Prins Naarden berennen, door den Graave van Waldek. Op den agtften, begon men de Stad te befchieten, met kanon, welk van Amfterdam in 't Leger gezonden was. 't Beleg werdt zo wakkerlyk voortgezet, dat men, op den elfden, 's nagts ten elf uuren, het ravelyn voor de Huizerpoort begon te beftormen. 't Ravelyn werdt veroverd, en den volgenden dag, werdt de Stad,by eer- lyk verdrag, opgegeven (jï). Het
(1) Valkenier II. Dal, II. 24? «,
(m) Valkenier i. Deel, hl. 824.
(n) Valkenier II. Deel, bl.^ioenz,. commelin, *■/.
3215 ) 121«.
|
|||||||||||||||||||||||||
1000 guldens, op Iyvcn van 1 tot onder sojaaren.
|
|||||||||||||||||||||||||
10-73.
|
|||||||||||||||||||||||||
. o0 ------------,
40--------
45--------
■ 50 —-
55--------
60--------■
65 ------
70--------
|
|||||||||||||||||||||||||
— 20 ■
— 30 •
— 40 •
— 45
— 50
— 55
— 60 ■
— 65.
— 70
|
|||||||||||||||||||||||||
950-—
900 — 850 — 800 — 750 — 675 —
600 — ' 50° —
400 *— 300 — |
|||||||||||||||||||||||||
75 én daar, boven.
|
|||||||||||||||||||||||||
Doch men hadt toen bevonden, dat'er veel
lyfrenten gekogt werden op hoog bejaarden, die hooge renten ontvingen, en 't Capitaal, binnen zo korten tyd, te rugftondentekry- gen, dat 'er de Stad weinig gebruik van hebben kon. Men befloot , derhalve , al vroeg, geene lyfrenten te verkoopenop lui- den boven de vyftig jaaren: en toen men, in den aanvang deezes jaars , een bcfluit nam, om op nieuws lyfrenten te verkoopen, vondt men raadzaam, zulks te bepaalen aan perfoonen onder de vyftig jaareivbelooven- de v/ederom honderd guldens rente van 1000 guldens, op ly ven van 1 tot onder de 20 jaaren. 950----------■-----------------20 • 30-------
900----------------------:------30
850--------------------------40 ---------- 45 -------
- 800---------------------------45 ■ 50 -------
Men befloot, by voorraad, eenmillioen,op
deeze wyze, te ligten (fi): welke fomme, binnen weinige dagen, ingefchreeven was. Doch alzo de Stad veel gereed geld noodig hadt,ligtte zy, in April,nog omtrent drie- maal honderd duizend guldens, tegen een half ten honderd ter maand (i), welke Intreft, naderhand, op vier ten honderd in 't jaar verminderd werdt, voor zulken,die hunne penningen niet afgeloft begeerden te heb- ben (ft}. De Franfchen, die Naarden nog inhiel-
den, ziende de onzen zig, te Weesp, te Muiden en elders verfterken , vielen ook aan 't beveiligen van Naarden, en wierpen zelfs eene fchans op by Muiderberg, tus- fchen Muiden en Naarden, daar zy eene doorfnyding maakten in den dyk, in welke eene fluis gelegd werdt , waardoor zy 't water, beooften de Vegt op 't Land ftaan- de, dagten af te tappen in de Zuiderzee, en zig dus den toegang naar Muiden te openen. Men begreep , te Amfterdam , terftond , welk een gevaar deeze Stad loopen zou, zo de Franfchen de poft te Muiderberg inhiel- den, en middel vonden, om 't Land van water te ontlaften. Men verzuimde, der- halve, niet, uitleggers te fchikken naar de Zuiderzee, voor Muiderberg, en dryvende (h) Refol. Vroedfch. Zr. I. 18 Jan. I«73. ƒ. 113.
(i) Refol. Vroedfch. L*. I. 14 April 1673. ƒ. I6y. (i) COMMELIN, hl. 1205, I2II , Iü2, |
|||||||||||||||||||||||||
Die van
Amfter- dam noodzaa-
ken de Fran- fchen, eene in- genomen poft te Muider- berg te verlaa- ten. |
|||||||||||||||||||||||||
XX. Boek. GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||
6 57
|
||||||||||||||||||||||||
1% Het overgaan van Naarden hadt geluk- hnier, Nkolaes Pancras, Joon Munter en 1674.
Jevoj. kige gevolgen voor Amfterdam. De Fran- Lo«w 7Hp, bezeffende, dat 's Printen W jjvan fchen verlieten , terftond , hunne poften del met veele fchulden bewaard was en Xe£ £*el- langs de Vegt, en namen de wyk naar U- dat dit, waarfchynlyk, zyneHooeheid wedefen. trecht: waardoor Amfterdam eene ruimte houden zou van naar een Huwelyk wlik kreeg, die de Stad, in meer dan een jaar zynen Staat betaamde, tetragten; de^n tyds, met genooten hadt. Eenige Staatfche den Raade een voorftel, in gevolge van welï Ruitery herwaards getrokken, om zig béflooten werdt, ter Vergaderinge voor e eenige dagen te ververfchen, werdt ,fchoon flaan, dat men den Prins behoorde te ont zy flegts Patent van den Graave van Wit- heffen van eene fchuld van eweemiUioenèn genflem, haaren Overfte , toonde, binnen guldens, die ten zynen lafte liep dezelve gelaaten, en op de OITenmarkt geplaatft. overneemende, voor rekening van de Pm Men hadt egter, te vooren, getwyfeld,of vincie (0. De Leden bewilligden in deezen menzewel anders, dan op byzonderPatent voorflag. Amfterdam hadt zelf no- vier van zyne Hoogheid, behoorde te ontvan- maal honderd duizend guldens te vorderen gen (o).. Doch zy keerde, binnen weinige van zyne Hoogheid, zyndeeen gedeelte der I dagen, naar t Leger. . twee millioenen, die de Stad, in't jaar lóTo %fl " n agenDna c overg^ van Naarden, aan wylen Prinfe Willem den II. verftrekt
B» vyf. trokken oP Patent van zyne Hoogheid, en hadt («). En zy verwiffelde ook in't iaS W in Sevo'gne van een befluit-van Burgemees- 1679, haare fchuldbrieven ten li {^ g* teren en Raaden vyftien CompagnienBur- zyne Hoogheid, in fchuldbrieven meeftren Vis. gers, ieder van honderd man, naar Gouda, lafte van de Provincie, en voor een kW, daar zy flegts vier dagen bleeven: waarna gedeelte, ten lafte van het Markgraaffchan zy, op gelyk patent, herwaards keerden, van Bergen op Zoom (v) P Midlervvyl , hadt zyne Hoogheid dertien. In de Lente deezes jaars, zag men, hier Scfaiely-
honderd en vyftigHoornfche burgers in dee- te Lande en omtrent deeze Stad, wederom ke ™- ze Stad gelegd, die er met langer vertoef- een zonderling blykvande fchielVkevïïï? anderinS |
||||||||||||||||||||||||
den (P> '.-.•-. dering van weder, waaraan de Lup-t-ftrZiYn we"
*ce Het beleg van Bon, welk in OÉtober on- hier onderhevig is. De Vorft die in FV
|
||||||||||||||||||||||||
Nd
Se0c |
dernomen werdt, noodzaakte deFranfchen bruary begon,was zo fel, en hieldt zoW
gantfeh Holland, de Stad en Provincie van aan, dat het Y, tot in 't laatft van Maat? Utrecht, en verfcheiden' Steden van Gelder- nog begaan werdt. Zelfs gingen on den ■ |
|||||||||||||||||||||||
hnd te ruimen; waarover, op den zesden derden April, nog zes perfoonen 'van llf
pecember,eenalgemeenedankdaggehou- dam naar Marken, en des anderendaags" den werdt Amfterdam werdt dus , nog reedt nog iemant op de Haarlemmer Sfer voor t einde des jaars, geheellyk verloft op fchaatfen; maar den zevenden w?s 't van de vrees voor de aanflagen van eenen reeds zo warm, dat de jongens, eve'n buiten vyand, die zo digt by de Stad gelegen hadt. de Stad , in de Haarlemmer Trekvaart Ook beiloot men de Raam- en Zaagmolens- zwommen, terwyl het Y en de Zuiderzee' poorten , die, tot meerder verzekering der nog wel eene week daarna flerk mer dr f De Stede,toegemetfeld geweeft waren,weder- yS bezet waren O) ' y >mff om te doen openen (?). De drie Compaq Op den eerften Auguftus, werden deeze Zwade
*> AfXTÜhgA RW ry' $$ dS J?gkheid Landen hezo& met eene" verfchrikkelyken iform e
C Z d! werd<:n> nten zelfden tyde» voor ftorm, die ook aan deeze Stad grootefchT »kt, haare gedaane dienften, bedankt (0- De de toebragt. De wind ftak hier des avonds'
geruftheid nam toe, na dat de Vrede met ten agt uuren op, met een geweldL onwï Groot-Britanje op den negentienden Februa- der van blikfem, donder, hage ef mrln Sr ïy n£S JfrSr ?4' Aefl°?ten WaJ »' De fchePen' die voor de^aaleflagen, wer-
:< , DenPrinfe van Oranje in den aanvang den, voor't grootfte gedeelte, in efnoogen.
^,deifesgemeldenjaars,totErfftadhouderver- blik, van hunne ankers gedreeven: negen O* van Waard zynde, namen fommige Leden der gingen te gronde. De Hamei voor de &1?ene&adenn§eVaHHol[and hieruit gelegen- Haarlemmer-Poort, het kruis op den too- |
||||||||||||||||||||||||
■__
'ioe.
|
!eid ' °™ 7"e Ho°Sh^d tot trouwen te ren dier poorte, en dat der EngelfcheKe?-
raaden Doch Burgemeefteren van Amfter- ke op 't Begynhof werden om verre eerukt. |
|||||||||||||||||||||||
:• dam, die thans waren de Heeren GillisFalc Het zwaare kruis van den tooren der Wes-
|
||||||||||||||||||||||||
(') Refol. Vroedfcb. /.'. I. t,9 0£l. l(,7i- ƒ_ 240> 2tJi ter
x(pj Refol. Vroedfcb. Lr. I. i+ Sept. \6ii.f.zio.Gtoot-
Meraor. N. vi. ƒ. i4+ verfo. Commelin, l). 8i4 !<) Refol. Vroedfch. L'. K. 19 Maart i«74- ƒ. 4r.
(?; Refol. Vroedfch. L*. I. 4 Dec. i673> f rj K (u) Zie II. Deel, XVI. Boei, il. ss°-
?Tl V57+- f- "■ (v> Refo1- Vroedfch. £,. N. 18, 2<f -D«- '«79. ƒ. 30 A,
,{ ,, l01- v'oedfch. if. I. 4 Des. i«7}. ƒ 20, Gioot-Memor. iV. VI. ƒ. ijo wr/«, ï5Z *"ƒ«, »»lP»*
W Vad«l. Hift. XIV. JW, £/. W. y' (w) COMMELIN, i/. 11S4.
|
||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS II. Deel.
|
|||||||||
658
|
|||||||||
ftaan „ dat men vooraf de gedagten der M
,, voorzittende en andere Leden behoorde „ te weeten; om welken te verneemen de „ Gedeputeerden ter Dagvaart laft kree- „ gen(Zi)." Midlerwyl, werden de Heeren Am^ regeerende Burgemeefteren , benevens de*^ Heeren Mr. Gillis Valckenier, M'. Henrik^b* Hooft, Jacob. Jacobsz.Hinloopen , Cornelis' aanvilr'r Bäcker, Jacob van Nek JacobsZ, Mr. Jdr&w^*. cob Boreel, M'. Cornelis Roch, Jean -Appel-^te man, D'. Gerärd Bórs en Dirk Blom, metaal* toevoeging van den Penfionaris Mr. Cornelis jen. Hop, gemagtigd, om de zaak nader te on- derzoeken,, enden Raad te dienen vander- zelver confideratien en advys (c). En dit gefchiedde, den volgenden dag, loopende de bedenkingen der Heeren Commiffariffen op deezen zin „ dat 's Prinfen verzoek om / „ den goeden raad der Heeren Staaten, iß „ eene zaak,die,in verfcheiden'opzigten, ,, kon worden aangemerkt als zyne Hoog- „ heid in 't byzonder raakende, voor een „ zonderling blyk van agtinge en vertrou- „ wen moeft worden aangemerkt; dat ook „ de opdragt der hooge Overheid van Gel- „ derland een bewys was van de hoogfte „ toegenegenheid, in de Staaten dier Pro- „ vincie, tot 's Prinfen perfoon. Doch dat „ zo veel luifters en gezags zelf niet kon „ opweegen tegen de liefde en gunll der „ goede gemeente, die, federt deafzwee- „ ring van Koning Filips , een' innerlykeri ,i afkeer gehad hadt van Vorftelyke, Graaf- „ lyke en diergelyke titels, en daarentegen „ veel genoegen gevonden in de Stadhou- „ derlyke Regeering, welke, onlangs, mee „ ongemeenen yver en drift van 't volk,' „ herfteld geworden was. Dat men, voor« „ al in deeze tyden, zorg draagen moeft j „ dat het volk niet in den waan gebragt „ werdt, dat de Prins zyn eigen belang „ zogt, boven dat van 't gemeen. Dat ,, hierom, van wege deeze Stad, ter Ver- „ gadermge der Staaten, behoorde geftemd „ te worden , dat men zyne Hoogheid , „ voor de gedaane bekendmaaking en verj „ zoek om goeden raad, op de beleefdfte „ wyze, moeft bedanken; doch te gelyk „ het aanneemen der hooge Overheid van „ Gelderland, als ftrydig met zyn waarag- . „ tig belang, trouwhertiglyk ontraad en, in „ verwagting , dat hy deezen raad , als „ voortkomende uit eene wel beproefde ge- „ negenheid te hemwaards , niet anders „ zou willen opneemen." Burgemeefteren en Raaden omhelsden dit advys, in allen deele (<*)• De Leden van Holland ver- fchiï-
(b) Refol. Vroedfch. L*. K. 4 Febr. 1S7J. ƒ. 171.
(<r) Refol. Vroedfch. U. K. s Febr. 1675. f. 172. (d) Refol. Vroedfch. L'. K. 6 Febr. 167J. ƒ. 173, |
|||||||||
1674. ter Kerke werdt geheel krom geboogen.
Aan de daken der meefte Kerken , werdt zwaare fchade geleeden. Het lood van voornaame gebouwen, als de Beurs, het Dia- conie-Weeshuis, en het Huis van den Heere Burgemeefter Louis Trip, werdt opgerold. Weinige huizen waren 'er, die niet, aan da- ken , fchoorfteenen, gevels, meer of min, zwaar befchadigd waren. Door de gantfche Stad lagen de boomen om verre, op fommi- ge plaatfen in zulk eene menigte, dat men de burgwallen niet,of naauwlyks gebruiken kon. Op de nieuwe Markt, werdt een zwaa- re boom uit den grond gerukt, en wel hon- derd en tagtig voeten verre voortgefmeeten. Óm de Stad,raakten twee en twintig zgag- molens, en op de wallen zes korenmolens óm verre. Kortom, de uitwerkfels van den geweldigen wind vertoonden zig aan alle zy- den (x). Aanmerkelykwas,ondertuffchen, 't gene fommigen aantekenen, dat men, te Haarlem, naauwlyks drie uuren gaans van Amfterdam gelegen, dit vreeflelyk weder niet gewaar geworden was (y). Twaalf Holland en de Vereenigde Provinciën nu Stads geheellyk verloft zynde van den vyand , Compag- fcnoon de oorlog met Frankryk nog bleef daa"en°" duuren, beflooten Burgemeefteren en Raa- befloo- den van Amfterdam, in't begin van O£to- ten af te ber, twaalf Compagnien Stads foldaatenaf danken. te danken, en niet meer dan drie, onder den Major Jacob Bicker en de Kapiteinen Lambert JVitfen en Cornelis Geelvinck, in dienft te houden. Men veranderde nogtans, eerlang, een weinig van gedagten, ter be- geerte van zyne Hoogheid, op wiens ver- zoek, geraaden gevonden werdt, de twaalf Compagnien nog eenigen tyd aan te hou- den , en naar Breda in bezetting te fchik- ken (z). Gelder- De Provinciën Gelderland, Utrecht en land Overyffel van den vyand verlaaten,enwe- biedt den derom met de overigen vier vereenigd ge* PntlQ worden zynde , vonden de Staaten der ranje de eerftgemelde Provincie geraaden, den Prin- hooge fe van Oranje de hooge Regeering des Vor- Regee- ftendoms Gelder en des Graaffchaps Zut- nng aan. fen aan te bieden, onder den titel van Her- I075- toge van Gelder en Graave van Zutfen. Zyne Hoogheid vondt egter niet goed, zulk eene waardigheid te aanvaarden, voor hy des- wege geraadpleegd hadt met de andere Provinciën, en onder anderen met de Staa- ten van Holland (a). 't Stuk kwam, der- halve , ter overweeginge van de Vroedfchap- pen der Steden. Te Amfterdam werdt ver- |
|||||||||
(x) Holl. Metc. van 1*74. bl. I«3.
(j) CoMMELlN, bl. II8J. (*,; Refol. Vroedfch. L'. K. 4, Il Ott. IS74. ƒ.119,124.
{») Vadeil. Hift. XIV. Deel, bl. 3*6 «»*• |
|||||||||
XX. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
$59
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1675. fchilden onderling in gevoelen. De Edelen,
Dordrecht, Gouda , Rotterdam , Gorin- chem, Schiedam, Schoonhoven, Briele, Hoorn, Edam en Medenblik neigden, om zyne Hoogheid tot het aanvaarden der hoo- ge Overheid van Gelderland te raaden. Alk- maar en Purmerende verffconden , dat men 't niet afraaden moeft, maar aan 's Prinfen eigen verkiezing laaten. Maar Haarlem, Delft, Leiden, Amfterdam, Enkhuizen en Monikendam Hemden duidelyk voor de ontraading. De Raadpenfionaris Fagel oor- deelde „ dat men't befluitopmaaken moefl, „ volgens de flemmen der Leden." Men kreeg hiervan , nog dien zelfden avond, kennis te Amfterdam. De Raad werdt, 's nagts ten twaalf uuren, byeen geroepen, en verftondt eenpaariglyk „ dat zy geraaden |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nen agt dagen, ter Secretarye. moeft ko- ifoc,
men aangeeven, met verbod omze,zonder nader verlof van den Staat, te vervreemden of te vervoeren (/;). Een geweldige ftorm uit den Noordwes- Hoog
ten, die 's nagts tuffchen den vierden en water. vyfden November opftak, jaagde het zee- water zo hoog op tegen 's Lands dyken, dat zy, op verfcheiden' plaatfen, doorgingen, onder anderen tuffchen Haarlem en Amfter- dam, en tuffchen Muiden en Naarden, 't Water ftondt, hier ter Stede, tot aan de Waage op den Dam, en liep zelfs over den Nieuwen Dyk, zo dat zeer veele kelders en laage pakhuizen onder raakten (i). Doek het wenden van den wind ontlaftte de Stad fpoedig. Men was, in deezen jaare, vlytiglykbe- Veele
zig geweeft aan het maaken en herftellen h°uten van veelerlei Stads werken. Inzonderheid, gS[n werden 'er een groot getal van nieuwe hou- * ten bruggen gelegd. De hamei voor de
Haarlemmer Poort, die, in den ftorm van« 't voorleeden jaar, om verre gerukt was 1 werdt insgelyks volmaakt (£). Kortom, men verzuimde niet, al het vermogen der Stad aan te wenden , om dezelve veilig, gemakkelyk en aangenaam te maaken voor de bewooners. Doch alzo men dikwils ondervonden hadt, Midde-
dat de kelders, niet flegts in 't laage, maar len aan- zelfs in 't hooge gedeelte van de Stad, bloot j^j^f flonden voor overftrooming, was men ookvujie op middelen bedagt om deeze zwaarigheid Stads wa- te voorkomen. Men hadc, al voor eenigen ter bui- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
s»
|
hadden, zo als zy 't voor God en de na-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
komelingfchap dagten te verantwoorden,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
il
|
en zo als zy 't beft oordeelden te zyn
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
voor den Staat en voor zyne Hoogheid,
welker beider belang zy hielden een en |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
>}
|
het zelfde te zyn." Zy oordeelden, wy-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ders „ dat de gevoelens der Leden afzon-
„ derlyk aan den Prinfe moeften worden s> opgegeven, zonder dat 'er een algemeen „ befluit uit opgemaakt was; alzo eenezaak „ als deeze niet eigenlyk behoorde ter over- „ weeginge der Staaten; maar dat daarover „ alleenlyk het gevoelen van ieder byzonder „ Lid gevraagd was (e)." Hoe zyne Hoog- heid, ziende de voornaamfte Steden van Holland en Zeeland neigen om hem het aanvaarden der hooge Regeeringe van Gel- derland te ontraaden, weinige dagen laater, de aangebooden waardigheid van de hand wees, hebben wy elders te boek gefteld (ƒ ), en behoort niet byzonderlyk tot de gefchie- deniffen der Stad Amfterdam. In Juny, werdt de Stad bezogt van den
Keurvorft en Keurvorftin van Brandenburg, die door Prinfe Joan Maurits en andere Grooten verzeld waren,en, den zeventien- den , op de groote zaal van 't Stadhuis, def- tig onthaald werden (g). De oorlog tegen Zweeden, die, kort hier-
na , verklaard werdt, gaf gelegenheid tot het beflaan van alle de goederen der Ingezete- nen van deezen Staat, die onder 't gebied des Konings van Zweeden gevonden wer- den. Doch hierop volgde een diergelyk be- flag hier te Lande. En te Amfterdam in 't byzonder werdt,op den eenendertigftenju- ly, afgekondigd, dat elk, die eenigeZweed- fche goederen onder zig hadt, dezelven, bin- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tyd, vaftgefteld, denAmftel, waar nu de JJ^11
|
te
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
groote fluis gelegd was, te houden buiten houden
befmetting van 't brakke Stads water; en &n kei/ beflooten, ten dien einde, Ooftwaards van ders e? de Stad, eene vaart té graaven, agter het Pakhui' Braakje fVaterryk, federt tot land gemaakt; o^J/.0 die ftrekken zou tot aan. de nieuwe Vaart, loopen en dienen tot een' bekwaamen boezem, om *e t>evry. het Stads fchutwater daardoor te brengen tot aan 't Nieuwe Diep, daar men 't, met de ebbe, zou können doen afloopen. De Stad hadt, op den zevenentwintigften Sep- tember deezes jaars ,Oclxoi verworven van 's Lands Staaten, om de landeryen,dietot het graaven van het nieuwe Kanaal, en tot het leggen eener bekwaame kaade langs het zelve, vereifcht werden,by fchattinge van de Geregten , onder welken dezelven gelegen waren, over te neemen; mids zy zorg droege, dat het Huisje, ten einde van het Kanaal te leggen, met dubbele deuren, voorzien, en geen water in 't Nieuwe Diep ge-
(h) COMMELIN, bl. III!,
(i) Tweejaar. GefchiecienifT. bl. 7S0.
(K.) Refol. Vroedfch. Lt. K. z% Jan, 157$. f. j$+e»z..
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6R
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eur.
>ften Srvor- Sden-
> ko- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
d
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Drde
S:ren ter
5eeven |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(') Refol. Vroedfch. Lx- K- 9 Febr. i6js. 'snatts tenïi
twen , f. i77- (f) Vaderl. Hift. XIV. Deel, bl. jjg enz.,
U) COMMEL1N, bl. 1218.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
66o AMSTERDAMS II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||
Cóccejus, was, al federt eenige jaareii, hier
ter Stede, zo wel als elders, eenig gefchil geweeft, welk nu hooger fcheen te zullen loopen, doordien de eerften zig veel lieten voorftaan op de byzondere gunft des Prin- fen van Oranje, die zy zig, door eenen meer dan gemeenen yver voor het Stadhouder- lyk Huis, boven anderen, meenden waar- dig gemaakt te hebben. In Holland, zogt men egter de zaaken te beleiden tot eenig- heid. En de Noordhollandfche Sinode hadt, in 't jaar 1674, tien punten ontworpen, die daartoe ftrekten. Burgemeeiteren van Am- fterdam fcheenen niet ongenegen, om deeze punten, ook hier ter Stede, te doen agter- volgen; doch verkooren eerft af te wagten, of dezelve ook, door de Zuidhollandfche Sinode, zouden worden goedgekeurd (q). Maar omtrent den aanvang des jaars 1677, bragt de Regeering deezer Stad den Ker- kenraad tot een befluit op herbewaarenvan de eenigheid en vrede in de Kerke, onder deeze zes voorwaarden: „ 1. Dat men bly- „ ven zou by de regtzinnige waarheid, waar- „ in alle Gereformeerde Leeraars eens wa- „ ren, en die, in Gods Woord en de For- „ mulieren van eenigheid , den Catechis- „ mus ,de Belydenis en de Regels derDor- ,, drechtfche Sinode, was begreepen; en |
||||||||||||||||||||||||||||
1675. geloosd werdt, dan met afloopend water,
by ebbe, in 't Y,tegen de Ypeflooter-fluis aanftaande (/). Terftond na 't verkrygen van ditOétroi, werdt het graaven van 't . Kanaal ondernomen (111). Doch men moeit, ten zelfden tyde, op middelen bedagtzyn, om 't water in de Stad te houden uit de kelders , die , by hoogen vloed en hoog Arnftelwater , dikwils onderliepen. Men 'hieldt, in zulke ongelegenheden, de Y- en Amftelfluizen wel digt: doch hierdoor werdt de vaart geftremd,tot groot nadeel van den Koophandel, behalve dat ook de Amftel- landfche Landeryen onderliepen : en zo 't gebeurde, dat het Y- en Amftelwater te gelyk hoog was, lekte het water, al fchoon de fluizen digt gehouden werden, zo flerk aan alle kanten door, dat de boezem der Stad, in den tyd van een uur, een vierde, een halve, en fomtyds een geheele duim rees. Men zag dan geene andere kans, om deeze zwaarigheden te voorkomen, dan '»dat men zig van zekere werktuigen bedien- de, door welken zo veel waters uitgemaa- . len werdt, als, op den zelfden tyd, door lekking, fchutting, regenwater, huiswater en op andere wyzen, binnen den boezem der Stad werdt gebragt. Burgemeeiteren floegen daartoe drie rosmolens voor, die |
||||||||||||||||||||||||||||
deezer
Stad oöt- iverp£ eeniSe Vre<i8' s«
2C'1' ~
den^
geD°r
men-
|
||||||||||||||||||||||||||||
in den Stads tuin zouden gezet worden, en
|
J5
|
dat men, gevolgelyk, zou erkennen,dat
|
||||||||||||||||||||||||||
wanneerze met eene loots werden overdekt,
niet meer dan drie duizend agt honderd gul- dens koften. En men befloot, in 't begin van December, tot de opregting der ver- eifchte rosmolens («). De Ad- Den Luitenant-Admiraal de Ruiter, in miraal de eenen zeeflag, by Sicilië, in April des jaars Ruiter 1676, gekwetft geworden, en aan de won- iVV ^e overieeden zynde, werdt het Lyk, eer- |
||||||||||||||||||||||||||||
'er, ten opzigte van de Godgeleerdheid
en Godsdienft, geen hoofdverfchil was onder de broeders, die egter, zo veel mogelyk ware , tragten zouden, het zelf- de te gevoelen en te fpreeken. 2. Dat men zig hoeden zou voor alles, wat de eendragt ftooren kon; en eikanderen, noch by de Heeren van de llegeering , nochby de Gemeente, zwart of verdagc mäaken. 3. Dat men de ftukken, waar- over men verfchilde, niet zou houden van zulk een gewigt, dat, zonder de- zelven, de Schrift niet wel noch ter za- ligheid zou können verdaan of gepredikt, noch Chriftus Ryk bevorderd worden. 4. Dat men zig, in Predikatien en Catechi- fatien, van onfehriftuurlyke fprèekvvyzen en {tellingen, die den grondflag der Leere niet betroffen, en ligtelyk misnoegen zou- den können verwekken, zou wagten; of zo men 'er zig, fomtyds, van bediende, dezelven zo verklaaren , dat duidelyk bleeke, dat men niet van de Gereformeer- de Leere afweek. 5. Dat men, in het beroepen van Predikanten, zien zou op gemaatigde en vreedzaame Perfoonen, zonder in aanmerking te neernen, op wat Akademie dezelven geftudeerd hadden: „e"
(?) Groot-Memor. N. VI. ƒ■ IJ«.
|
||||||||||||||||||||||||||||
' * lang, herwaards gevoerd, en op den agt-
|
1>
|
|||||||||||||||||||||||||||
tienden Maart des jaars 1677 , hier ter
Stede, in de Nieuwe Kerke, begraaven (0). |
||||||||||||||||||||||||||||
Wordt, De Weduwe en Kinderen van den Heere de
|
»'
|
|||||||||||||||||||||||||||
in de Ruiter hadden, in Juny te vooren, op Bur-
Nieuwe gemeefteren begeerd, dat hun most wor-■.begra'a- den toegelaaten, de wapens van den over- „ ven. leeden voor deszelfs huizing op te hangen. „ Doch Burgemeeiteren vonden 'er eenige „ zwaarigheid in, om dat diergelyke verzoe- „ ken, telkens, voordeezen, waren afgeflaa- „ gen. Zy zouden 't egter hebben aangezien,indien 'er de vrienden des Admiraals fterk „ op geftaan hadden (j>): 't welk ik nogtans „ niet vinde gefchied te zyn. } De Ker- Tuflchen de aanhangers der Leere van ,
kenraad Voetius en de aanhangers der Leere van „ {/) Nandir. bl. w "
(m) Refol. Vroedfch. /r- K. 23 Od. j«7f. ƒ. zy*. „
(») Refol. Vroedfch. Li. K. 6 Dec. 1675, ƒ. 25!.
(') Brandt de Ruiter, bl. loos. (f) Gtoot-Memor. H'. VI. ƒ. I8a. |
||||||||||||||||||||||||||||
XX. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
;G E SC H I E DENISS EN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
661
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
I^?7- »> en dat men daarover, vooraf, in't vrien-
„ delyke famen fpreeken zou. 6. Dat men j, hem, die hiertegen aangaan mögt, eerfi ,, Broederlyk zou vermaanen, om alle ver- „ wydering voor te komen." Men maakte van deeze punten een Kerkenraads befluit van Predikanten en Ouderlingen, welk den |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Hieronimus van Beverningk, die, wegens de
Staaten, tot de Vredehandeling gevolmag- tigd was, fchreef, op den zevenentwintig- ften Juny des jaars 1678 „ hoe een Franfch „ Koopman van Amfterdam den Franfchen „ inboezemde, dat 'er niets zo onredelyk „ bedagt kon worden, dat de Regenten van „ die Stad niet zouden toeftaan, om de „ Vrede te bekomen, tot welk eenprys het „ ook zyn mögt (y)." Doch 't bleek by de ukkomft, dat de Stad niet dan op redelyke voorwaarden wilde fluiten. De Vrede werdt, eindelyk, getroffen,op den tienden Augus- tus : na dat men, op den vyfden te vooren, hier ter Stede, nog werving zonder trom- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
1678.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
igtentwintigften January getekend was. Men
ftelde vafl, dat men het den inkomenden Predikanten, zo dra zy zitting in den Ker- kenraad namen, zou voorleggen, om zig daar naar te voegen (r); gelyk federt ook gefchied is. Ook wordt het, jaarlyks , voor 't vernieuwen van den Kerkenraad, voor- gelezen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
°0rdeel
S Am-
«erdam «ver "s fr'nfen |
De Prins van Oranje, aan wien 't gemel-
de Befluit tot vrede der Kerke, door den Burgemeefter Nicolaas fVitfen, uit den naam van Burgemeefteren , fmaakelyk gemaakt |
flag, tot voltalligmaaking van eenige Rege-
menten., toegeftaan hadt, mids men geene minderjaarigen, die onder Ouders of Voog- den ftonden, aanname (z). Temple telt |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Burge-
meefter Hooft arbeidt 'er toe. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Burgemeefter Hooft, die in de jaaren 1677
en 1678 regeerde, onder de voornaamfte bewerkers der Vrede f». Ook verhaalt hy, dat de Prins van Oranje, zig, kort na 't fluiten der Vrede, naar deVeluwe op de jagt begeven hebbende, hem, dienaar Am- fterdam ftondt te verreizen, verzogt hadt, „ zyne groete te doen aan Burgemeefter „ Hooft, en hem te zeggen, dat hy niet „ begeerde, dat hy zyne belangen bevor- „ derde, dan zo lang hy, zyne Hoogheid,. „ de belangen van den Staat voorftaan zou." Temple kweet zig van deeze boodfchap: |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
was (s) , voltrok, in November deezes jaars,
zyn huvyelyk met de Prinfefle Maria, Dog- ter des Hertogs van Jork (t). De Stad Amfterdam was onder de eerften gereed, om het zelve goed te keuren («); fchoon Temple aantekent, dat de Franfchen al- daar argwaan hadden weeten te verwekken pver dit huwelyk, als ware het nadeelig ge- weeft voor de vryheid des Vaderlands, en als hadt Koning Karel de II., door middel van het zelve, den Prins geheellyk overge- haald tot zyn ontwerp van eene aanftaande vrede. Hy voegt 'er by, dat men, hier te Lande, eene ongeneeslyke agterdogt opge- vat hadt tegen het Engelfche Hof, en daar- om den Prins zo veel niet vertrouwde, als hy verdiende (y). Doch men heeft re- den om te twyfelen, of de Ridder Temple naar behooren onderregt geweeft zy van 't gene te Amfterdam omging. . Men handelde, ten deezen tyde, te Nieuw- megen, over de Vrede, op welke de Regee- ring van Amfterdam fterk gezet was.' Alle de Refoluden, die, van tyd tot tyd, door Burgemeefteren enRaaden, genomen wer- den O), liepen uit op de bevordering van een werk, welk men aanzag als ten hoog- üen heilzaam en noodzaakelyk voor den Staat in 't gemeen, en voor deeze Stad in 't byzonder. De Graaf d'Eßrades, Ambas- fadeur des Konings van Frankryk, hadt, zo de Raadpenfionaris Fagel verzekerde, aan iemant te Amfterdam, die 'er veel gerugts van maakte, gefchreeven, dat de Prins al- leen de Vrede tegenhieldt (x). En de Heer (>■) Holl. Merc. van 1677. hl. 92. COMMELIN, il. 1219.
(Ó Vit Aantek. van Bürgern. N. Witsen. ;(*) Vaderl. Hift. XIV. Deel, hl. 46S. («) Refo!. Vroedfch. I'. L. 9 Nov. B677. ƒ. 284. (f) Memoirs p. 3+7, 348. (w) Refol. Vroedfch. Lt. lil. 9, 19 May, 23 JUU ig7g.
ƒ• 47> S4. 61. • (x) Refo1- Holl. 28 Miors 167$. hl. i+s. I. STUK.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
en de Heer Hooft verzogt hem, vrymoe-
moediglyk en edelmoediglyk, den Prinfe te zeggen „ dat hy doen zou, 't gene op hem „ begeerd was, en zo lang in 's Prinfen be- „ lang zyn, als de Prins in 't belang vanzyn |
Tot hoe
lang hy's Prinfen belang dagt te bevorde- ren. |
||||||||||||||||||||||||||||||||
„ Vaderland was. Doch zo zyne Hoogheid
„ dit immer verwaarloosde, zou hy de „ eerfte zyn, die zig tegen hem verzetten „ zou. Tot dien tyd toe, zou hy zyn ge- „ drag noch berispen noch miftrouwen, „ alzo hy zeer wel wift, dat onderling mis- „ trouwen tuflchen de Staaten en den Prins „tot bederf van 't Vaderland ftrekken „ moeft (£)•" Op deeze wyze, verhaalt de Ridder
Temple deeze byzonderheid in zyne Ge- denkfchriften, die in 't Franfch en in 't Ne- derduitfch overgezet, en in elks handen zyn. Doch in een zyner onvertaalde Brieven, den zevenden Oäober deezes jaars , uit den Haage gefchreeven, gewaagt hy 'er uitvoe- riger en naauwkeuriger van: waarom wy der moeite waardig geagt hebben, zyne ei- gen woorden, vertaald, hier in te laifen: 3) Toen
(y) Munim. Regiftet, N. i. ƒ. «39-
(x.) Groot-Memot. N. VI. f. zo} vsrfi, (a) Mempits f. 362. {}) Memoks/»» 577, 17*- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
}*fter.
ev'-ede
l«?8. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Rrrr
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
D A MS II.DeeI^
„ den naam hadden, niet flegts dat zy goede 167$'
„ Patriotten waren; maar ook luiden vafl „ bekwaamheid en van eerlykheid, en zul- „ ken, waarop het volk in 't gemeen zig „ gaarne verliet. Dat hy geene van deeze », luiden behoefde te noemen, alzo zy niet „ nalaaten konden bekend te zyn by den „ Prinfe: want, zo hyze al niet uit eigen „ opmerking kennen mögt; 't gemeen ge-; „ rugt zou hem zeggen, wie zy in elke Stad „ waren. Dat, eindelyk, zo de Prins heb- „ ben wilde, dat alles hier gemakkelyk en „ eendragtiglyk ging; hy, wanneer hy iets j, ter Staatsvergaderinge voor te ftellen „ hadt, eerft eenigen van deeze luiden uit „ de verfcheiden'Steden ontbieden, en met „ dezelven afzonderlyk fpreeken moeft: zo „ hy bevondt, dat zy omtrent zyn voorftel „ eenerlei gevoelen hadden, mögt hy wel „ rekenen, dat de zaak, zekerlyk en ge- „ makkelyk, in de Staatsvergaderingdoor- „ gaan zou : zo zy verfchilden , moeft „ hyze andermaal ontbieden, en 'er geza< „ menlyk met hen over fpreeken , hun ,, voorhoudende, dat hy bevondt, dat zy „ van verfchillende begrippen waren , en „ dat hy daarom begeerde, dat zy in zyne „ tegenwoordigheid eens met eikanderen „ fpraken: hieruit zou, op de eene of de „ andere wyze,eeneovereenkomfttuflehen „ hen ontftaan: even als, door de over- en „ wederfpraak in de Staatsvergaderingen, „ altoos, meer of min, te wege gebragt „ was: en hiernaar zou zyne Hoogheid al- „ toos vafte maatregels neemen können. „ De Heer Hooft, die veel openhertiger
„ man is, en veel meer gezags , fchoon „ minder verbeelding, heeft dan de andere, „ liet zig nog verder tegen my uit. Want „ na dat hy eenigen van dezelfde dingen „ gezeid hadt, wegens 's Prinfen raaHplee- „ ging met vertrouwde en geagtte Perfoo- „ nen in de byzondere Steden, na dat hy „ vooraf zyne maatregels met die van Am- „ fterdam genomen hadt, zo wel als met „ zulken uit andere Steden, die men open- „ lyk wift van hem af te hangen, zyneon- „ derhandelingen niet bepaalende aan zeer „ weinige perfoonen van eene andere foort, „ noch zaaken van gewigt alleenlyk over* „ leggende met een'of twee Luiden; zobe- „ floot hy, ten laatfte, het gefprek in dee- „ zer voege: dat niets hier zo noodzaake- „ lyk was , als eene volkomen eendragt „ tuffchen den Prins en de Staaten; dat de „ minfte fchyn van verfchil tuffchen beide „ moeft weggenomen worden, alzo zulks „ Frankryk maar aanleiding geeven zou, ,j om het dan met de eene en dan met de „ andere party in den Staat te houden; en" .» met
|
|||||
662. A MS T E B
1678. „ Toen zyne Hoogheid," fchryft hy,
Gefprek » onlangs, van hier vertrok, beval hy my tuffchen » zeer ernflelyk, een' keer te doen naar den Rid- „ Amfterdam, niet flegts om de gemoeden derTem^ aidaar te polfen, omtrent het punt der jaurge- » handhaaving van de Vrede, waarvan ik meefte- „ den Heer Secretaris verflag gedaan heb; ren Hooft,, maar ook, omtrent de wyze , waarop en Vale- ^ Zy z\g jegens den Prinfe gedraagen zou- kemer' „ den, nu de Vrede geflooten was; naar- „ dien hun gedrag, in het jongde gefchil „ wegens Maaftricht, hem hadt doen ver- „ moeden, dat zy, by alle gelegenheden, „ openlyk zouden aanwerken tegen zyne „ belangen, hoe zeer dezelven ook over- „ eenkwamen met het gevoelen der andere „ Provinciën, en zelfs met dat der overige „ Steden in deeze Ten minfte, dagt hy „ dat de Heer Valckenier zulk een' rol fpee- „ len zou/ Doch op dat zyne Hoogheid „ zyne maatregels te beter neemen mögt, „ begeerde hy eenig duidelyker licht, zo „ met betrekking tot zyne eigen befluiten, j, als ten opzigte der wyze, waarop de Heer „ Hooft hem daarin onderfteunen zou; dat „ is, hoe ver hy onderfteund, en hoe ver j, hy verlaaten ftondt te worden. Want de „Stad Amfterdam wordt volftrektelyk ge- „ regeerd door deeze twee perfoonen, zon- „ der dat 'er iemant anders is, die flegts „ voorgeeft, daarin eenig deel te hebben. „ Ik heb lang met beide gefproken , niet *■-;' „ alleen gezamenlyk, maar ook afzonder- i 9i lyk, en, zo als de Prins meent, zeer ten „ voordeele van zyne zaaken en dienft in
„ deeze Stad. De Heer Valckenier, die een „ peinsagtig, loos en bedekt man is, kwam „ egter zo ver tegen my uit, dat hy, ten „ laatfte, rondelyk zeide, dat, wat hem „ betrof, hy altoos zo veel agting als iemant „ in 't Land toonen zou voor zyne Hoog- „ heids Perfoon en belangen, zo lang hy „ zig hieldt binnen de vaftgeftelde wetten ,j van den Staat; maar zo hy, by de eene „ of de andere gelegenheid, ondernam de- „ zelven te overfchryden, was hy verpligt, i, zig, zo zeer als hy konde daartegen te „ verzetten: en hy geloofde, dat zyne Stad „ niet alleen ook zo doen zou; maar dat de- „ zelve daarin zou toegevallen worden van „ alle de andere Steden van deeze Provin- ,, cie, fchoon zy,ter Staatsvergaderinge, „ in andere opzigten, verfchillend met Am- ,, fterdam ftemmen mogten. Dat hier twee „ foorten van luiden waren,van welken de „ Prins gebruik maaken kon: zulken, die „ hem ten Hove, en in zyne jagtpartyen „ en andere uitfpanningen, verzeilen kon- „ den; en zulken, die gefchikt waren om „ het Land te regeeren» en in't algemeen |
|||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XX. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
663
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1678. " met elk van beide juift zo veel, als met „ Britanje] maar beftendig blyven wildeby < s
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
j, zyne tegenwoordige inzigten beft over-
„ eenkwame. Dat, wat hem betrof, hy „ hiervan zo wel. overtuigd was, en zulk |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
het
„ hier |
agtervolgen van deszelfs maatregels
te Lande Cc\" |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Doch Burgemeefter Hooft hadt weinig B"rge-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
;j
|
een goed gevoelen van den Prinfe hadt,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gelegenheid, om te doen blyken, hoe hyzig, na de Vrede, omtrent den Prinfe dagt
|
Hoofc
fterfc. |
r
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zo ten opzigte van deszelfs gemaatigd-
heid, als van deszelfs regtfchaapen be- grip van zyn waaragtig belang, welk ge- heellyk verknogt was met dat van het |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
te gedraagen. Hy overleedt, maar ruim
twee maanden na zyn gefprekmetTemple, op den twaalfden December deezes zelfden jaars (ß). Temple verhaalt nogtans,dat hy, in deezen korten tuffchentyd, te wege bragt „ dat de groote en agterdogtige Stad ,, veel meer vertrouwen kreeg op den Prin- „ fe van Oranje, en op deszelfs gantfche „ beleid in Staatszaaken (e)." In May deezes jaars, was een gevaarly- De Raad
ke oproer ontftaan aan den Zaankant, over beflui: het invoeren eener nieuwe Turftonne , die eeniëe elders omftandiglyk befchreeven is (f). ^a"p Burgemeefteren en Raaden bellooten , op naar den den eenentwintigden, twintig, dertig, veer- Zaan- tig of meer Stads foldaaten naar Zaandam kanjj te te zenden , tot ftillingejan den oproer (g). toeft!"' |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3>
|
Vaderland, dat, onaangezien al den arg-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
waan , die hier ongelukkiglyk verwekt
was, en veelligt, na deezen,looslyk ver- wekt ftondt te worden; hy volftrektelyk bellooten hadt, den Prins te vertrouwen, tot dat hy hem zou zien ingewikkeld in onderneemingen, ftrydig met het belang en de vryheid van den Staat. Dat hy, in zulk een geval, de goede party kie- zen , en zig tegen die onderneemingen, volgens zynen pligt, verzetten zou; doch dat hy, midlerwyl, geen' flap zou doen, waar door hy 't Land en den Prins beide zou kon'ien benadeelen,door het voeden |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3?
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Doch ik weet niet, of dit befluit uitgevoerd iïng"van
werdt. een op- Tuffchen de Steden Amfterdam enWeesp ™er'
was, in 't jaar 1650, eene Overeenkom!! ge- eenkomft troffen op het onderhoud van eenen weg, tuflchen van ouds den Broedyk en ook ten deele Amfter- ware dat eene tweede vermindering van den Looijendyk genaamd, loopende, door ^m en Krygsvolk, op zulk een' voet, dat het Weesperkarfpel, van de Uitermeerfche fluis S^ns* de gewoonlyke^inkomften van het in de Vegt af, tot aan den Harden of's Graa zekere "..... venland toe. Men hadt deezen weg federt gabelle
tot een zandpad gemaakt: en de Stad Weesp ln Wees-
hadt,in 't jaar 1675, op haaren naam, Oc- {Lei,9*" troi verworven van 's Lands Staaten, om eene gabelle te mogen heffen , tot onder- houd ^van het gemelde Zandpad. Doch al- zo het, door beide de Steden, onderhouden werdt, verklaarde Weesp, op den agtften September des gemelden jaars, dat de ga- belle ook ten voordeele van de beide Ste- den flrekken zou (/&). Doch het Zandpad De twee tuflchen de twee Steden, en de Vaart nevens Steden hetzelve, die in 't jaar 1638 aangelegd wa- verk>7- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3?
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
u
Ldeng'viddflt
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ren, hadden tegenwoordig meer onderhoud f™; °
|
om
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tot deszelfs perfoon en belang, waarvan
hy begeerde, dat ik zyne Hoogheid ver- zekeren zou. „ Toen ik den Prins van dit alles verflag
deed, fcheen hy 'er by uitfteekendheid |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
noodig. Het onder water zetten der naafte d^gafeel
Landeryen, in 't jaar 1672; de overftroo- Ie op ming in't jaar 1675, en andere rampen had- he^Zan,d" den dit Zandpad zo zeer bedorven, dat het y-aarTte niet dan met zwaare koften herfteld kon verhoo- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■»
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■>i
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
worden. 't Pad was daarentegen zo weinig gen«
dat myne reis wonderlyk wel gedaagd gebruikt, dat de inkomften der Gabellege- - dat hy van't gehandelde zulk weldiglyk verminderd waren. Men bevondt, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
m
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
w
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
een goed gebruik maakerTzou, dat hyniet
twyfelde, of hy zou deezen Staat wel |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(c) TEMPLEs Wotks Tim. IV. p. 4,53.
(d) Regeer. Lyft voor de Handv. op 't jaar 187g.
(e) Memoirs p- 378.
(f) Holl. Merc. van Ï6l%. il. 100 enz,. Zie ookJVzfeü,
Hift. XIV. Deel, hl. 473 enXl. (g) Refol. Vroedfch. L'. M- ll &ay I678. ƒ. 60.
(h) Handv. hl. 4+1. Rrrr 2
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
35
|
weeten te regtvaardigen ten opzigte van
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
het deel, welk dezelve behoorde te nee-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■)1
|
men in de algemeene belangen van 't
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ Chriftenryk, zo zyneMajefteit [van Groot-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
MSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||
664
|
||||||||||||||||||||||||||||||
gene defelve my in laß heeft gegeven UE. te jó70'
[eggen. Blyven hier mede Monsieur, UE Dienftwill. vriendt
( getekend ) C. Huygens. Hage 19 Martii 1679.
In 't laatft van Auguftus, kwam, voor orde
deeze Stad, een fcheepje op ftroom leggen, hier ^ welk niet meer dan agttien laften groot, ^jLpen envanSalée, daar thans de peft woedde, kcoffle^e gekomen was. 't Geregt kreeg 'er terftond Van &e[ kennis van, en verboodt, eenige goederen peft ^ uit het zelve, hier ter Stede, te lolfen, in ^j'^fen« den tyd van zes maanden. Ook werdt, ten p a zelfden tyde , bevolen, dat geene fche- pen, van Salée of andere befmette plaat- fen komende, vérder onder de Stad zou- den mogen naderen dan tot aan den Paar- denhoek (T). In 't jaar 1679, zag men twee ongewoo-Ds ^
ne begraafeniflen hier ter Stede, eene in de^'Jyoir
Nieuwe, en eene in de Oude Kerke. Opdél«'0^
den agtilen February, werdt de beroemde in de
|
||||||||||||||||||||||||||||||
inden aanvang des jaars 1679, dat de las"
ten van 't Zandpad, in de laatfte zes jaa- ren, de inkomften wel veertig duizend gul- dens te boven gingen. En nog was de Vaart nevens het Zandpad, op verfcheiden' plaat - fen,zo ondiep geworden,dat 'er geene wa- teffchuiten vlooten konden. De zwaare kos- ten , die tot het onderhouden van 't Zand- pad en 't verdiepen der Vaarte vereifcht wer- den , bewoogen 's Lands Staaten, om den twee Steden, op derzelver verzoek, den negenentwintigftenMaart des gemelden jaars, Oêfroi te verkenen, om, in plaats van twee ftuivers van alle Schepen zonder onder- fcheid,vier Huivers te heffen van alle vaar- tuigen grooter dan Snebfchuiten; zes ftui- vers, van alle Waterfchepen, Smakfchuiten, Aaken en Samoreuzen; een en een halve ftuiver van ieder perfoon, die, boven de twee, tot beftuuring van 't vaartuig vereifcht, met eenig fchip, de Veerfchuiten uitgenomen, werden gevoerd, en vier penningen van ie- der Verken of Schaap , het Zandpad ge- bruikende (i). |
||||||||||||||||||||||||||||||
1679.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
De Prins
van O- lanje
verbiedt den Am- fterdam- fchen Couran- tier , iet van den Hertog van York te fchry- ven. |
Wy hebben elders (£) verhaald, dat de
ontdekking van een waar of gewaand ver- raad in Engeland den Hertog van York, 's Konings Broeder, verdagt gemaakt zynde, dat hy 'er de hand in hadt, in Maart des jaars 1679, noodzaakte het Ryk, voor eenen tyd', te ruimen, en een' keer te doen naar Holland; daar hy, zelfs van zynen Schoon- zoon, den Prinfe van Oranje, met onge- meene koelheid , bejegend werdt. Wy voegen 'er hierby, dat dit laatfte af te nee- |
|||||||||||||||||||||||||||||
D
|
■"'b— U--J- -............>-------------------j----------------
|
Nie»f '
|
||||||||||||||||||||||||||||
0 1 1 i____ ____ t\'
|
_en
|
de
|
||||||||||||||||||||||||||||
vooren overleeden was, door veertien Dig- --..
ters, die 't lyk droegen, in de nieuwe Kerke, m!jar. ter aarde befteld. Men fchonk den draage- fchalk,. ren eenen zilveren penning , die, aan de Wirtz^ eenezyde, 's mans beeldtenis, en aan dede9g, andere, eene zingende Zwaan vertoonde; \fa'tty waarby men 't jaar van zyne geboorte en ven. dood las, met deeze woorden : D'o u d t- STE EN GROOTSTE PoEET (tri). Het
Lyk van den Veldmaarfchalk Paul Wirtz,
die reeds in 't jaar 1676 te Hamburg over- leeden , en over wiens nalaatenfchap groot verfchil geweeft was, werdt, eerft in den Herfft deezes jaars , herwaards gevoerd, en op den vierentwintigften Oclober met veel ftaatfie begraaven in de Oude Ker- ke. De Wethouderfchap verzelde het Lyk(a). De nood des jaars 1672 hadt de Stad Am- Nie""
fterdam, onder zekere voorwaarden, doenrar"^jir bewilligen in de verfterking van Naarden, Pleneop, waarin zy, eenige jaaren te vooren , nog^ver^ merkelyke zwaarigheid gemaakt hadt (0). i<en ^j.' Doch deeze verfterking was niet of naauw-N*aI lyks ondernomen, toen de Franfchen de Stad innamen; welke, niet voor 't jaar 1673, den Prinfe van Oranje wederom in handen viel. De Staaten hadden, op den vierden May des jaars 1674, en op den twee-entwintigften Ja- nus- (l) Keurb. Li. P. ƒ. ZI4 verfi, nj.
(m) VONDELS Leyen, bl. 74> 7f.
\n) Holl. Metc. van 1679. bl. igo.
(»} Zit II. Dol, XV1U. -B«fc, l>i. «" enx,.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
men is, uit eenen brief, die zyne Hoog-
heid aan den Amfterdamfchen Courantier, en waarfchynlyk ook aan anderen , deedt fchryven. My is van deezen brief een af- fchrift ter hand gekomen, welk, woorde* lyk, aldus luidt: Monsieur,
Defe is om geen anderen eynde als om. UE
bekent te maecken dat fyn hoogfr. my expres- fel. heeft gelaft UE uyt desfefs naem aen te fchryven, dat UE figh f al hebben te waghten in UE volgende couranten eenige de minfie mentie te maeken van de perfoonen van hare hoogheden, den beere hartogh envrowwe hartogin- ne van Torck, van haere aenkomfte, vertrek, ofte yets dat haer fiude mogen raecken. Wil- lende hooggedagte fyn-e hoogh1. UE gewaer- fchouwt hebben, dat indien (JE figh fal ver- vorderen daervan yetives te fchryven 't fy in 't goede, oft quade, dat fyn hoogb. feekerlyk UE fier aualychfal doen traSleeren. Dit fynde het (i) Handv. II. 433.
(<) Vadetl. Hift. XV. Deel, hl. 'ïj.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
XX. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||
66$
|
|||||||||||||||||||||||
167p. nuary des jaars 1675, beflooten,Naarden,
aan den Gooifchen kant, daar de grond hoog was, af te zanden (j>); doch omtrent ' de verdere verfterking der Veftinge, geen uitdrukkelyk befluit genomen. Zyne Hoog- heid , die zeer op 't verfterken van Naar- den gefield was, hadt de zaak wederom op het tapyt gebragt, in den aanvang deezes jaars 1679. De Regeering van Amfterdam kreeg 'er , terftond , kennis van , uit den Heere Coenraad van Heemskerk, die thans, wegens deeze Stad, in de Gecommitteerde Raaden zitting hadt. Zy zogt de raadplee- gingen te doen verfchuiven, tot op denaas- ^fter- te Vergadering der Staaten (q). En federt J& be- werdt beflooten, te verklaaren „ dat de |
hebben laaten ontvallen, die te kennen ga- rfyn
Ven, hoe men, te Amfterdam, bedugt was 'i dat zyne Hoogheid op het verfterken van Sul- Naarden drong, om, door middel van diedigd.dat Vefting, meerder magt over Amfterdam h? mis* en gevolgelyk over den gantfchen Staat in'tl0uwen handen te krygen. Onder anderen zou hy fjs? gezeid hebben „ dat de verfterking van verwek* „ Naarden llegts driehonderd duizend gul-hadt- „ dens koften zou; doch dat de tyd ligte- „ lyk komen kon, dat Amfterdam wel om „ drie millioenen willen mögt, dat Naarden „ nimmer verfterkt geweeft was." DeRid- derfchap, zeer'verfbord op die van Am- fterdam , en op den Heere van Heemskerk in 't byzonder, hadt niet gefchroomd, ter Vergadennge,aan te merken „ hoe zulken „ die wantrouwen tuffchen zyne Hoogheid „ en de Leden verwekten, voor verftoor- „ ders der onderlinge rufte moeftengehou- ,, den worden (O"BurgemeefterenenRaa-De Stad den,kennis gekreegen hebbende van'tgeneverde- hun in den Haage naargegeven werdt, ver-diS£h€m- klaarden zig afkeerig van 't verwekken van argwaan jegens zyne Hoogheid, en oordeel- den , dat memant ligtelyk geloof geeven moeit aan vertellingen, ten tegendeele ver- fpreid. Ten opzigte van den Heere van Heemskerk in 't byzonder, verklaarden zy, ,, dat, zo hy al gezeid mögt hebben, dat „ Amfterdam zig het verfterken van Naar- „ den wel zeer zou können beklaagen, zulks „ niet behoefde te zien op 't gene van we- jj ge zyne Hoogheid zou mogen onderno- „ men worden; maar op het nadeel, welk „ Amfterdam van het verfterkte Naarden » zou te dugten hebben, wanneer het eens, „ door den vyand , overmeefterd was." Voorts, verzogten zy den Raadpenfionaris, dat hy de jongfte Refolutie der Staaten, te- gen welke zy reeds eene aantekening gedaan hadden , niet wilde uitgeeven. Doch de Staaten verftonden, dat hy, met dit uitgee- ven , 't welk reeds begonnen was, zou voortgaan. Amfterdam beweerde hiertegen „ dat wel de afzanding, maar niet de ver- „ fterking van Naarden, ter Vergaderinge j, der Staaten, in beraad gelegd was; waar- „ om de Raadpenfionaris , zelfs tot het „ laatfte, niet hadt mogen befiuiten, veel „ min het befluit uitgeeven, en doen uit- „ voeren." Zyne Hoogheid nam, federt,zyne genoegen, in 't gene de Stad, ten zynen Hoog. opzigte, hadt doen verklaaren (a). Doch he.id vat men bleef, van hier, nog al dringen opdemisnoe" noodeloosheid van't verfterken van Naar- fegen? den; daar toe gebruik maakende van eeni-Amfter-; gendam.
(t) Aantek. van een Reg. van Delft op 23 Febr. 1S79. MS.
(») Refol. Vroedfch. I'. M- 27 Febr. % Maart; 16J9. f, lltenx.. 299. GlOOt-Me«Ot. W. VI. ƒ. 82S, Rrrr 3
|
||||||||||||||||||||||
kif\ „ Stad niet kon bewilligen in het verlier
jjNinir " ken van Naarden , zonder een vooraf- j°chniet„ gaand uitdrukkelyk befluit der Staaten; vae de „ alzo men hier verftondt, dat Naarden, iin» „ naar den Gooifchen kant wordende afge- ^Jan „ zand, genoegzaam onwinbaar te maaken {K „ was; daar deeze Vefting, voor de afzan- 5, ding, verfterkt zynde ,nadeeligvoorHol- „ land zou können worden , wanneer zy „ eens door den vyand mögt worden inge- „ nomen." Men voegde hier een verzoek by „ dat met de verfterking van Naarden, „ voor de afzanding , niet mögt worden j, voortgevaaren, dan na dat men Holland, „ ook aan andere oorden, verfterkt hadt." En men verzogt, eindelyk „ 1. dat zyne „ Hoogheid een ontwerp wilde doen maa- 3, ken van de verfterking der gantfchePro- „ vincie. 2. dat Gecommitteerde Raaden „ mogten onderregt worden, dat zy, zon- -. der nader befluit der Staaten, niet be- voegd waren, om met de verfterking van |
|||||||||||||||||||||||
3>
|
Naarden,voor dat de afzandinggefchied
|
||||||||||||||||||||||
ware, voort te vaaren. 3. Dat hun ook
|
|||||||||||||||||||||||
s»
3>
|
mögt worden aangezeid, dat zy zouden
gelieven af te wagten, waar de Staaten |
||||||||||||||||||||||
„ de penningen, die zy tot de verfterking
M van Naarden gefchikt hadden , wilden s, befteed hebben (r)." Doch hierop volg- de een befluit der Scaaten „ om Gecommit- s, teerde Raaden te verzoeken en te gelas- „ ten, om de verfterking, zo wel als de af- „ zanding, ten fpoedigfte voort te zetten; en s, om op zyne Hoogheid het maaken van s, een ontwerp der verfterkinge van de gant- j, fche Provincie te begeeren:" in welk be- fluit, Amfterdam, nogtans, niet bewilligd b hadt (j). v,6riHeer Terwyl men hierover in den Haage han-
fce delde , werdt den Heere van Heemskerk ^ s' naargegeven, dat hy zig uitdrukkingen zou (p) Refol. Vroedfch. L'. M. 14 Maan 1679. ƒ. 308.
iq) Refol. Vroedfch. L'. M. 4 Febr. i6y9. f. I72.
■ (r) Refol. Vroedfch. L'. M. 20 Febr. 1679./". .76.
(s) Refol. HoU, zi Febr. 1S75». bh zu.
|
|||||||||||||||||||||||
666 AMSTERDAMS II. Deel.
|
|||||||||||||
Vergadering, afgedaan werdt (a). Doch l(&°'
dit gelukte zo fpoedig niet: waardoor ook het werk der afzandinge vertraagd werdt. Burgemeefleren en Raaden van Amfler-Me" itl
dam waren, federt eenigen tyd, bedagtge-,belerhs- weefl op middelen, om de lallen der Stad, terenv'^ die, geduurende den oorlog, flerk toege-jerS^ nomen waren, te verminderen, en derzel-i"1<0'n ver inkomflen te verbeteren. Zy hadden,fts11' onder anderen, in Oélober des jaars 1679, beflooten „ de Profeflbren der Doorlugtige „ Schoole, die toen zes in getal waren, „ tot op drie te laaten uiefterven; de In- „ trefl, die de Stad betaalen moeft, van „ vier op drie en een half ten honderd te „ verminderen ; de Obligatien , ten lafle „ der Stad loopende, ten fpoedigflen af te „ lofTen; de eenige Compagnie Stads fol- „ daaten af te danken, met behoudenis van „ gaadje voor den Kapitein, Luitenant en „ Vendrig, en de vafle goederen van de „ Stad, en van de Kerken en Godshuizen, „ die weinig opbragten en veel onderhoud „ vereifchten, te verkoopen (£)." Op ge- lyke wyze,wilden zy ook de geldmiddelen des gemeenen Lands verbeterd, en te raa- de gehouden hebben. Doch alzo zy hec groot verval, welk in 's Lands zeemagt ge- komen was, met leedwezen zagen, floegen zy, in 't begin des jaars 1680, het aanbou- wen van een goed getal van Oorlogsfche- pen voor ; waartoe , eerlang , beflooten werdt (ƒ)• Het timmeren deezer fchepen ging egter niet zo fpoedig voort, als men gehoopt hadt. Amflerdam hadt, dikwils, zwaarlykge-Ee"ea
leeden van hooge zeevloeden, en liep 'er n'[eüe{- grooter gevaar van , doordien een groot ~fl{4, gedeelte der Stad aan den Y-kant niet be- „&&$& polderd, en laag gelegen was. Men bragtiang8^ dit fluk ter overweeginge van den Raad,inYka Auguflus deezes jaars. 't Werdt toen ge- field aan eene Commiflie , beftaande uit alle de regeerende Burgemeefleren, en uit de Heeren Cornelis Geelvinck, Heere van Kaflrikum , Mr. Gillis Valckenier, die op den zesden November daaraan overleedt (ß), Cornelis van Vlooswyk, Heer van Vloos - wyk, Johannes Hudde , Louis Trip, Johan de Vries en Cornelis Bäcker ( e ). Zy over- woogen verfcheiden' vooriïagen, die tot beveiliging der Stede gedaan werden, en ., deeden , eerfl in Maart des jaars 1681 , 1° verflag van een Ontwerp „ om de Stad aan „ den Y-kant, door vier fleenen Waterkee- „ rin-
(a) Refol. Vroedfch. L'. N. z ^4u%. i6?o. ƒ. 210.
(b) Refol. Vroedfch. Li. N. 16 Oä. J679. ƒ. 4.
(c) Refol. Vroedfch. L'. N. 9 Jan. 6 Febr. lóio.f. 47»
77. Zie oo^COMMELIN, II. 1220. (d) Zie COMMELIN, bl, H20.
\e) Refol. Vtoedfch. L'. N. ij» Aug. \6%o. f. ils.
|
|||||||||||||
gen der redenen, van welken men zig, in,
't jaar 1668, bediend hadt, en die wy, ter zyner plaatfe (u) , gemeld hebben. Einde- lyk, boodt men aan „ het onderzoek, of de „ Refolutien der Staaten, op het afzanden „ van Naarden genomen, ook eene refolu- „ tie tot verlterking der Stad inflooten, te „ willen verblyven aan de uitfpraak van „ den Hove , mids zulks niet in gevolg ge- „ trokken wierdt." Te gelyk, werdt den Heere van Heemskerk gelafh, dat hy zig altoos verontfchuldigen zou van iet te raa- den ofte doen, tot uitvoering der Refolu- tie van den drieentwintigftenFebruary dee- zes jaars, de verflerking van Naarden be- treffende O). Onder de redenen, die de Stad, tegen de verflerking van Naarden, hadt ingebragt, was ook deeze „ dat de ., Koopluiden, zo hier als buitens lands, uit „ de verflerking van Naarden , argwaan „ zouden können opvatten; die, hoe onge- „ grond ook, ligtelyk nadeelig zou kon- „ nenzyn voor 's Lands Koophandel, daar „ de welvaart, en zelfs 't gantfche beftaan „ van den Staat van afhing." Doch deeze aanmerking hadt nieuw misnoegen verwekt by zyne Hoogheid, als of die van Amfler- dam daar mede getoond hadden, dat zy hem miflrouwden. Van wege de Stad, werdt ernflelyk het tegendeel betuigd; doch te ge- lyk verklaard, dat men niet nalaaten kon, voor te flellen , dat anderen , al ware 't geheel ongegrond , een' argwaan zouden können opvatten, die voor den Staat, en voor zyne Hoogheid, niet dan nadeelig zyn kon (*). De verklaaring van Amflerdam tegen 't
verflerken van Naarden was van dat ge- volg, dat dit werk, voor eerfl, niet flerk werdt voortgezet. Met de afzanding werdt een aanvang gemaakt. De Stad flondt toe, dat de Zandfchuiten ontheeven werden van den tol der fluis te Muiden, en van de ga- belle van het Trekpad tuffclien Muidenen Naarden, fchoon zy daarby merkelyk bena- deeld wierdt. Doch in't volgende jaar, maakte zy zwaarigheid, om op zekere fchik- king in het afzanden te bewilligen, zo lang men haar niet fchadeloos fiel de, ter zaake van de kollen, door haar gedaan, in 't maa- ken der Muider-fluis (y). Zyne Hoogheid zag dit ongaarne; doch de Stad bleef by haar gevoelen (z). Zy flondt 'er, nog in 't begin van Auguflus, op, dat de zaak der vergoeding van haar verfchot,op denaafle |
|||||||||||||
1679,
|
|||||||||||||
Met de
afzan- ding van Naarden wordt een be- gin ge- maakt. |
|||||||||||||
1680.
|
|||||||||||||
(*) Zie II. Deel, XVIII. Boel^, hl. 616 enz..
(n>) Refol. Vroedfch. L'. M. 14 Maart 1679-ƒ. 506,309. (x) Refol. Vroedfch. L'. M. 17 ^Apr. 1679. f. 34<s enz., (y) Refol. Vroedfch. Lr. N. 2« Jtily 1680. ƒ. I9f. (x.) Refol. Vroedfch. Ir. N. 29 Juiy itjo, ƒ. Iji8,200. |
|||||||||||||
G E SC H I E D EN I SS EN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XX. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
667
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i68x. „ ringen, ieder met twee paar ebdeuren,
„ te fluiten, de Haringpakkery , de oude „ Teertuinen,en weinige huizen meer, op „ begeerte der bewooneren zelven, daar- „ onder niet begrypende. De vier Water- -„ keeringen moeften gelegd worden in het „ Damrak, daar de nieuwe brug lag; naar *,, 't einde van de Gelderfche Kaai, voor 't „ Frans - Talingen - fteegje; daar de Kraans- „ brug lag, ten einde der Oude Waale;en „ ten einde van den Montelbaans burgwal, ,, daar de Y-brug lag, by 't oude Weftin- „ difche Huis. En om de nieuwe Water- |
„ fte tweemaal 's jaars, den fchouw te doen
„ langs de gantfche Waterkeering, eens in „ 't najaar, by hoogen vloed, en eens in „ den Zomer, op den eerften Dingsdag in „ Auguftus." De Raad nam een befhit, in allen deele overeenkomftig met het ver- flag van Commiflariflen (ƒ). Midlerwyl, hadden Burgemeefteren, reeds
op den dertienden der zelfde maand Maart, Oftroi verworven van 's Lands Staaten, om de koften der Waterkeeringe te vinden uit eenen omflag op de ingezetenen (g), die, federt., onder den naam van Waterkeergeld, betaald wordt. Met den arbeid aan de Wa- terkeering werdt zo vlytiglyk voortgevaa- ren, dat men 'er, in November deezes jaars, al ver mede gevorderd was. Men befloot toen, by nadere overweeging, de Water- keering tuflchen de Spaarnedammer fluis en Nieuwe brug te maaken, door de Ramskooi en langs de Texelfche Kaai, daar men den grond met klei hoogen, en voorts beftraa- ten zou ; ter wederzyde, naar de huizen en naar den waterkant, zagtjes af glooijen- de. Langs den Nieuwen-dyk, tuflchen de Haarlemmer- en Spaarnedammer - (luizen, zou men de ftraat in 't midden, op gelyke wyze, hoogen, doch drie duimen laager, en wat fteiler glooijende, om de huizen zo weinig te befchadigen als mogelyk ware-. Eindelyk, werdt ook, op verzoek der eige- naaren van de huizen en pakhuizen op de Gelderfche Kaai, en om andere goede re- denen , goedgevonden, de Waterkeering daaromtrent te leggen, van de Kolks fluis, langs den Kolks-burgwal, tot aan den Schrei- jers hoek, en binnen den Sehreijers tooren om, regt over de Gelderfche Kaai; en van daar voort, langs den buitenkant. tot aan de Kraans-brug (h). Maar in de Lente des volgenden jaars, verzogten de bewooners der Oude Teertuinen, dat de wal aldaar verbreed en verhoogd mögt worden; dat 'er nood • of fchotdeuren voor de Kolk mogten worden gemaakt, en dat de nieuwe fluis buiten om den Sehreijers tooren mögt wor- den gelegd: in welk verzoek, terftond be- willigd werdt (i). By gelegenheid der ver- hooginge van den buitenkant van het nieu-i we Waals-Eiland, tot eene Waterkeering aldaar, zou men, langs 't water, gaarne eene fteenen jukking gemaakt hebben. Doch de eigenaars der huizen, aanziende tegen de koften, verzogten, dat men hen alleenlyk van eene houten jukking voorzien wilde: waarin, insgelyks, bewilligd werdt (*). De Wa-
(f) Refol. Vroedfch. Lt. N. 19.Maart I6ti, f. 30j (nx..
)i) Handv. bl. 716.
(h) Reiol. Vroedfch. L'. O. 7 Nov. 16gi. ƒ. j%.
(i) Refol. Vroedfch. L'. O. 9 Maart 1682, ƒ. i$?,
(,y Refol. Vroedfch. I*. O. ii May iigj.'ƒ." 10^,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lCSi.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Stad
verkrygï Oclroi . tot het i omflaan der kos- ten. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
j>
|
keeringen bekwaamlyk te hegten aan die
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van den Haarlemmerdyk enhetNieuwe-
Waals-Eiland, moeftmen den Nieuwen- dyk , van de nieuwe Haarlemmer fluis tot aan de Ramskooiof HaiTelaars-fteeg, met eene fleuf klei in 't midden, hoogen |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Men
maakt eenige verande- ring in het eer— fte Ont- werp der Water- keerin- ''■ ge. .; |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
-»»
|
tegen't inkolken. Van 't einde van de
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eene of de andere fteeg af, tot aan den
voet der nieuwe brugge, moeit, door't leggen van muurwerk, 't verhoogen van ftraaten, of op eenige andere wyze, ee- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3>
|
ne beftendige Waterkeering worden ge-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
maakt , die voortgaan moeft, van de
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ooftzyde van de nieuwe brug, langs den
Kamper - fteiger en Zeedyk , tot op de |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ooftzyde van den Oude-zyds-Kolks•
burgwal: van daar, door het eerfte Pak- huis en Frans-Talingen-fteegje, tot aan de Waterkeering in de Gelderfche Kaai, aan de weftzyde: en van de ooftzyde der gemelde Kaai, door het naafte flopje en huis, regt toe regt aan opdeKraansbrug. De gantfche Waterkeering , zo in de graften als op het land , zou moeten |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
worden gemaakt, ten minfte op de hoog-
te van drie voeten beneden het bovenfte |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van den dekfteen van den Oofterhoek aan
den zeekant van de fluis te Muiden. En men oordeelde ook, dat, door den' tyd, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
J>
|
de Haarlemmer-dyk binnen de wallen,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
het Nieuwe-Waals-Eiland , de Y - burg-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
;»>
|
wal , en de dyk tuflchen de Raapenburger
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fluis en de Stads wallen, op dezelfde hoog-
te , behoorden te worden gebragt. De |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
,«
|
koften waren op driemaal honderd dui-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zend guldens gerekend, die men begreep
op alle de huizen en pakhuizen van de |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
s>
|
Stad, zo buiten als binnen de Zeedyken
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gelegen, te moeten omflaan. De tyd,
tot het maaken der Waterkeeringe ver- eifcht, werdt op twee jaaren gegift. En men oordeelde, dat Burgemeefteren en Thefaurieren, telkens op den eerften Maandag inSeptember, behoorden te zien, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»>
|
of alles by der hand en in orde ware, om 'er
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■s» zig, des noods, van te können dienen:
„ en na 't voltrekken van 't werk, ten min- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS II. Deel.
|
||||||||||||||||||||
668
|
||||||||||||||||||||
den met de verdrukte Gereformeerden in v***
Frankryk fterk gaande maakten onder 't volk: welk toenam, toen men veele Fran- fche Gereformeerden, met hunne kinderen, naar Holland zag overkomen (p). In den nazomer, kwamen reeds eenige Franfche vlugtelingen hier ter Stede, en in Septem- ber , vervoegden Pierre Poulain, Matthieu Ie Noble en eenige anderen zig, met een Ver- zoekfehrift, aan Burgemeefteren , waarby zy begeerden, dat hun gelegenheid gege- ven werdt, om hier de weevery op te reg- ten , die zy, in Frankryk, hadden moeten verlaaten. Ook bewilligde men in dit ver- Zy *?ef |
||||||||||||||||||||
16*81. Waterkeering werdt, binnen den befrem-
den tyd, in den jaare iö32 , voltrokken. Sommigen hebben de eer van't werk, voor- naamlyk, gegeven aan den Burgemeefter Johannes Hudde (l). Men kan, uit eene Grond- tekening van Amfterdam , ligtelyk zien, hoe groot een gedeelte der Stad, door het maaken deezer Waterkeeringe, voor hoo- gen vloed bevryd geworden zy. De Stad In de Lente des jaars 1681, werdt, by fchenkt Burgemeefter en en Raaden, aan Diakenen der Dia- jer Gereformeerde Kerke , op derzelver j°nie verzoek, toegedaan een erf in de nieuwe grond tot Vergrootinge, tot het fügten van een Bes een Ou- jes. of Oude-Vrouw en huis (m). 't Gebouw de Vrou wer(jt, federt, voltrokken aan den Amftel, H^ tuffchen de Heeren- en Keizers - graft; en de oude Vrouwen, die, tot hiertoe, door de Diaconie, afzonderlyk plagten befteed te worden, werden 'er in geplaatft. DeFran- Sedert eenige jaaren, onthieldt zig,hier fchen ter Stede, een Franfchman, die zig Graaf fragten van Sedan of van S. Paul noemen liet. Lo- Selyk dewyk de X1V-> Konit)S van Frankryk, dee-
uit Am. zen man fchuldig houdende aan fnoode eu- fterdam veldaaden, ondernam hem heimelyk te doen te ligten, opligten en vervoeren, ten dien einde ne- gen dragonders, met eenen Luitenant aan 't hoofd, uit de bezetting van Yperen her- waards zendende. Doch alzo men, by tyds, de lugt gekreegen hadt van den toeleg , werdt deeze manfehap, tegen 't einde des jaars, te Rotterdam, vaftgehouden, en naar den Haage gebragt, daar 't den Graave d'd- vaux, AmbalTadeur des Konings vanFrank- ryk, vry wat moeite koftte, eer hyze op vrye voeten kon doen Hellen («). Veele De Gereformeerden in Frankryk begon- Franfche den, federt meer dan een jaar, meer of vlugte- mjn ^ verc]rui<t te Worden. De Koning wilde begee- geene Gereformeerde Vroedvrouwen meer ven zig toelaaten (o). Hy verboodt allen Roomfch- naar Am-Katholyken, op zwaare ftraffen, de Gere- fierdam. forrneercje Leer te omhelzen. De belyders deezer Leere werden van verfcheiden' kleine ampten uitgeflooten. De verdrukking nam toe, in 't jaar 16 81. De Koning beval, by een Edict van den zeventienden Juny, dat de kinderen der Gereformeerden, zo dra zy zeven jaaren zouden bereikt hebben , tot den Katholyken Godsdienll zouden mogen worden aangenomen. Men verfpreidde dit Edi£t in Holland; en het bragt veel toe, om de gemoeden te vervreemden van Frank- ryk. Te Amfterdam, werden klaagliederen gezongen langs deftraaten, die 't medely- |
||||||||||||||||||||
CTUnfttë'
drie en twintigften September, het Burger-j^ o«1' fchap en drie jaaren vrydom van Stads Ex- vai)gefl'
cynzen gefchonken, benevens verlof; om hunne handwerken buiten de Gildente mo- gen oefenen. Daarenboven, werden Bur- gemeefteren gemagtigd, om diergelyke vry- heden aan diergelyke perfoonen te mogen toeftaan. De Heeren Mr. Jacob Boreel ,M<. Nicolaas Witfen en Jean Appelman werden benoemd, om het oog te houden over de aankomende Franfche vlugtelingen, en zorg te draagen , dat dezelven aan werk geholpen werden. De zieken werden in 't Gafthuis befteld: de armen den Ouderlingen en Dia- kenen der Walfche Gemeente aanbevolen, en nog voor 't einde des jaars, tweemaal tienduizend guldens uit Stads CaiTe gefchikt, tot onderfteuning der behoeftige Franfche vlugtelingen (q). De vervolging wies aan, i$ in 't volgende jaar, na dat de Franfche Geeftelykheid een Ontwerp van vereeniging gemaakt hadt, welk door de Gereformeer- den verworpen was; waarop zy, door dra- gonders, tot aanneeminge van het zelve ge- dwongen werden, 't Getal der vlugtelingen vermeerderde toen fterk. Onder anderen, begaf zig Pierre Baille,een voornaam Koop- man uit Clermont in Languedoc, naar Am- fterdam , wien hier het gewezen Aalmoes- feniers-Ziekenhuis tot een Werkhuis werdt toegeftaan; daar hy, voor eerft, honderd Franfche vlugtelingen aan werk helpen zou, |
||||||||||||||||||||
waartoe de Stad hem tienduizend guldens,
zonder Intreft te rekenen, fchoot (r). In 't volgende jaar, toen hy, in de plaats van veertig , reeds zeftig getouwen opgeregt hadt, en hetgantfcheiX'oordfche Bofchmet zyn werkvolk bezet was, werden hem nog |
||||||||||||||||||||
tienduizend, en wat laater,nog vyftiendui-
zend guldens verftrekt. Ook betaalde de Stad
|
||||||||||||||||||||
O) Negociat. du Comte D'AVAUX Tom.l. p. IJl, IJ4>
157, !«'• Vaderl. Hift. XV. Deel, bl. 315. (fj Refol. Vroedfch. Lr. O. iz, zj S'pt. 7 OU. 6 ßet.
\f>%\. f. si , JS>) «3 > 1°?. (r) Refol. Vroedfch. £', O. U Sept. l«8ï, ƒ. zjj. "
|
||||||||||||||||||||
( O 'COMMÏXIN , il. S?Z, "8S.
(»>) Refol. Vroedfch. L'. N. 3 ^Afril ligt. ƒ. 332.
(k) ZU Vaderl. Hift. XV. Dei}, bl. 7} ent,.
(»; 'Negociat. 4:t Comte d'avAUX Tc», I. p. je.
|
||||||||||||||||||||
XX. Boek.
|
||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||
669
|
||||||||||||
1682. Stad voor hem vierduizend vierhonderd
guldens Bankgeld op Wiffelbrieven, mids hy zyne boeken liete naarzien , gelyk hy aangebooden hadt. Ten zelfden tyde, wer- den hem, uit het Weeshuis, Aalmoeffeniers- huis en Diaconie-huis, tweehonderd en veer- tig Meisjes toegedaan, om Point de Venife en andere kanten te naaijen (f). Aanjean Pineau waren, te vooren al, drie- of vier- duizend guldens verftrekt, mids hy de Ser- ges de Nismes, welken hy maakte, der Stad in handen ftelde. Ook hadt men Dinant Loures het opregten van vyftig getouwen, tot het weeven van Wollenftoffen , onder gunftige voorwaarden , toegeftaan. Men vergunde den Markgraave de Venours eene wooning voor jonge Franfche Juffrouwen , die kant werken zouden. En men befloot, in January des jaars 1683, twee Colle&en 's jaars te doen, ten behoeve der Franfche vlugtelingen, en de penningen, die 'er van kwamen, der Walfche Diaconie in handen te Hellen (0- Kort te vooren, was vaftge- fteld, de zolders boven 't Stads Magazyn, op den Singel by den Heiligen - Weg, te fchikken tot een Stads Zydewindbuis, om te voorkomen, dat de zyde, die hier verwerkt werdt, niet buken de Stad werdt gevoerd, om gewonden te worden (u). Tot onder- houd van dit Huis, werdt, in den jaare 1688, een Godspenning van een gulden ten minfte gelegd op ieder baal zyde, die ver- kogt, en ter waage gewoogen werdt ( v ). In 't jaar 1684, kwamen 'er nog meer vlug- telingen over, die ook, voor een groot ge- deelte, hier ter Stede geplaatft werden ; gelyk wy beneden zien zullen |
ingang der Plantaadje, gefchikt werdt (x) 16S2,.
De Gemaalin van Ferdinand Albrecht,De Stad Hertog van Brunswyk-Lünen burg, op den ftaat aIs veertienden Maart deezes jaars, van twee Gevader, Zoonen verlort zynde, werden Burgemees-2oonedes teren en Raaden van Amfterdam tot Geva-Hertogs ders over een' deezer Zoonen, Ernfl Ferdi- van nand, verzogt. De Stad aanvaardde deeze ^'""s- eer, en fchonk den jongen Prinfe een ftuk nenbura, Zilverwerk , ter waarde van zeshonderd guldens (y). De Volkplanting van Suriname hadt,Zybe-
tot in den Herfft des jaars 1682, toebe-komt een hoord aan de Staaten van Zeeland ; doch derde in werdt toen , voor tweehonderd en zeftig df Volk> duizend guldens, aan de Weftindifche£su.S Maatfchappye afgeftaan. De Stad Amfter- rinamc. dam hadt lang het oog gehad op deeze Volk- planting , en het overneemen derzelve be- werkt (s). Zy zogt ten minften een ge- deelte van den eigendom voor zig te ver- krygen. En men kwam, in May des jaars 1683. 1683, overeen, dat de Volkplanting, voor een derde gedeelte, door de Stad, voor een derde gedeelte, door de Weftindifche Maat» fchappye, en voor het overige derde ge- deelte, door den Heere Cornelis van Aars- fen, Heer van Sommelsdyk, bezeten zou wor- den (a). Van Stads wege, werden, eer- lang , tot eerfte Direäeurs verkooren de Heeren Coenraaä van Klenk, Gillis Sautyn en Cornelis Valckenier. Men beraamde eenige punten, naar welken zy zig, in het waar- neemen deezer Commiffie, zouden hebben te gedraagen. De Heer van Sommelsdyk gaf aan de Stad Obligatie,voor den beloop van zyn aandeel in de Volkplanting, welk, door haar, uitgefchooten werdt (i>). De Staaten van Holland verleenden Schepenen van Amfterdam, by Refolutie van den twin- tigften July des jaars 1684, verlof, om mis- daadigen, die anders tot het Tugthuis zou- den veroordeeld geworden zyn, te mogen doen vervoeren haar Suriname, omze al- daar, aan opênbaare werken, te doen ar- beiden CO- Het toeneemen van het getal der inwoo- De Re- neren, federt de nieuwe Vergrooting der§eeif'n£ Stad, moeft noodwendig gevolgd wordenf^f van het toeneemen der kinderen in de Wees- tot het huizen, met naame in het Aalmoeffeniers- bouwen Weeshuis, dat. voor omtrent twintig jaa-van eeii ' ***** 5 v w iii» nieuw
ren, opgeregt, en voor maar agthonderd kin- AaN
de' moefle-
(x) Refol. Vroedfch. Lt. O. 12 Nov. i6tz. f. }ï8.
(]) Refol. Vroedfch. Ia. O. 16 April i«82. ƒ. 17*. (*) Refol Vroedfch. Lr. O. 7 Oäeb. 27 Nov. I6%i. ig Jan. 7, iSépt. s D'c.ietz. f. «S> , 8i . «t , igi-, «3,^ <a) Munim.-Reg. N. 4. ƒ. 29J. Handv. II. z6s. (b) Refol. Vroedfch./,'. P. 20 Ma], u Juny, zl Aa£,
1681 'ƒ• 8°> 8I ' IIJ* (c) zie Handv. hl, J78.
Ssss
|
|||||||||||
j^euwe In de nieuwe Vergrooting der Stad, om-
t,^. trent de Muider Poort, lagen, tuffchen den Vf^en Amftel en de Raapenburger-graft, van de Hihle'r Heeren-graft tot aan de Stads wallen, nog 5^ Stede veele erven ledig, een gedeelte van welken !eg|e* men, in den aanvang deezes jaars, befloot te beplanten, aan tuinen uit te geeven, en tot houtwallen te verhuuren (w) , gelyk, federt, gefchiedde. En is zulks het begin geweeft der nieuwe Plantaadje, die, nader- hand, in verfcheiden'opzigten, verbeterd is, en nog zeer wel onderhouden wordt. In November, werdt geraaden gevonden, in de plaats van den ouden Hortus Medicus of Artfenytuyn, die in 't Reguliers - Hof ge- weeft , en met de nieuwe Vergrooting weg- geraakt was, eenen nieuwen aan te leggen: waartoe eene bekwaame plaats, aan den (s) Groor-Memor. N. VII. ƒ. 81.
(*/ Refol. Vioedfch. L<- ?• '«• ** fan. 12 Maart, is
7«ny 1683. f. 17,20, 21 , lf ' 49, Sj. (») Refol. Vroedfch. L'. F. Js Dec. isg2. ƒ, u (v) Handv. hl. U69, 298. {«) Refol. Vroedfch./,'. O. 16 fan. nu. f. j2r, I. STUK
|
||||||||||||
/
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
6jo
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
van veele Koopvaardyfche- i<5Sj-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
deren gefchikt was, daar 'er nu wel der-
tienhonderd in gehuisveil werden; waardoor het Huis derwyze vervuld en opgepropt was, dat 'er de kinderen niet konden gehavend worden naar behooren. De Regenten ver- zogten , derhalve , verlof tot het bouwen van een nieuw Huis; waartoe by de Vroed- fchap »inluny deezesjaars, beflootenwerdt. Burgemeeileren werden gemagtigd, om het opzigt te hebben over 't bouwen, en zorg te draagen, dat de middelen der Stad, die 'er, naar alle waarfchynlykheid, toe zouden vereifcht worden, zo veel mogelykware, gefpaard werden (ß). In Engeland en Schotland, waren, federt
eenigen tyd, de Presbyteriaanen, 't zy o- penlyken of heimelyken, vervolgd, zelfs onder voorwendfel, dat zy een ontwerp had- den gefmeed, om den Koning te ontzetten van de Regeeringe (e~). Eenigen van deeze Luiden begaven zig, omtrent het einde dee- zes jaars,. naar Amilerdam, daar zy, als om den Godsdienil geweeken zynde, ver. zogten met het Burgerfchap en met eenige andere voorregten te mogen befchonken worden, 't Verzoek werdt, in de Vroed- fchap , overwoogen, en Burgemeeileren ge- magtigd , om daarin te doen, zo als zy, ten dieiifte van de Stad, zouden geraaden vin- den (ƒ). De Graaf van Shaftsbury , die, in 't jaar 1672, Lid van 't Parlement van En- geland zynde , met de fpreuk delenda efi Canhago, beweerd hadt,dat de vereenigde Staat uitgerooid moeft worden, was, in 't voorleedenjaar 1682,00k eene fchuilplaats in Holland komen zoeken (g), en hadt zig naar Amilerdam begeven; daar hy, op den derden February deezes jaars 1683 , aan de jigt in de ingewanden, overleeden was (h). De Oorlogsvloot, diedeStaat,indeezen
jaare , naar Gottenburg gezonden hadt, werdt, op de terug reize, den zeflienden November , van eenen geweldigen florm beloopen, waardoor de fchepen, die hier ter Stede en in 't Noorderkwartier t' huis hoorden, veel leeden. Vier fchepen ver- gingen voor 't gat van Texel en voor Kam- perduin , met het meefle volk. Ter laatft- gemelde plaatfe, bleef het fchip Woerden, gevoerd door Joan de Witte, die 'er, ne- vens zynen Zoon , Michiel de Witte, het leeven by infchoot. Beide deeze Lyken wer- den, den vier en twintigilen, in de Nieuwe Kerke alhier begraaven. De florm trof de Beurs van Amilerdam ook zwaarlyk, door |
het
|
||||||||||||||||||||||||||||||
vergaan
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
1683.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
pen (?'). ^^^^^^^
De Nieuwmeegfche Vrede was naaiiw-A^j8^
lyks geflooten., of men was, hier te Lande, d^n§c-e- bedugt, dat dezelve van geenen langen duur j^iuiS' zyn zou, ter oorzaake der eifchen van Frank- fcbe'i ryk op een gedeelte der Spaanfche Neder- danFrl" landen. In de Lente des jaars 168 c, hadt v!in.e en Lodewyk de XIV., om zyne eifchen te doen r^\^ gelden, een Leger gezonden naar de Ne Amfteï' Herlanden , en Luxemburg geblokkeerd: dam- doch die blokkeering werdt, een jaar laa- ter, opgebroken. De Franfchen floegen, federt, den Koning van Groot-Britanje voor tot zegsman in de gefchillen met Spanje; doch de Spaanfchen mistrouwden het En- gelfche Hof, en lieten den tyd verloopen, die hun tot het aanneemenvandeezenvoor- flagverleend was, zonder zig op den zel- ven te verklaaren. De Franfchen vielen toen wederom in de Spaanfche Nederlan- den, in September deezes jaars. En deeze inval gaf gelegenheid tot een gefchil tus- fchen den Prinfe van Oranje en de Stad Amilerdam, waarvan wy den afloop hier, met de vereifchte naauwkeurigheid , ont- vouwen moeten. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
niers-
huis. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Eenige
Engel- fche vlugte- lingen begee- ven zig her- waards. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Zo dra kreeg men, hier te Lande, geenel>e
|
lliS!
|
||||||||||||||||||||||||||||||
kennis van den inval der Franfchen, of men ^gaaf
befloot, de Spaanfche Regeering te onder-nem^ (leunen, met agtduizend man, die, 's jaars onde^ te vooren, beloofd waren (£). De Stad Am-fteu°6 flerdam hadt egter, niet dan fchoorvoeten- ™°0p de, bewilligt in dit befluit. Zyverilondt, dat men vooraf behoorde te beproeven, of Frankryk niet te beweegen zou zyn tot een minnelyk Verdrag;en beweerde, dat de Le- den den onderftand onder geène andere voorwaarde beloofd hadden. Doch het hoog gdleegen gezag des Prinfen van O- ranje, die zig voor het verleenen van den onderftand verklaard hadt, bragt te wege, dat het zonder uitflel werdt afgezonden (/). Zelfs bleek, eerlang, dat zyne Hoog- heid veel meer dan agtduizend (tn), en, zo fommigen aantekenen («), wel veertiendui- zend man hadt doen optrekken. DeRegeering van Amilerdam, bedugt dat zulk een flap den Staat ligtelyk, op nieuws, inwikkelen zou in eenen laftigen oorlog, fchroomd e niet zig daartegen rondelyk te verklaaren: 't welk den grondflag lei van de verwydering tuffchen zyne Hoogheid en haar, die, van tvd tot tyd , toenam. . * J 't Stondt (,) COMMELW, hl. 459, ii*1- Vojes. attjji Negociat.
du Comte d'Avaux Tom. II. p. i> 4» J. (i) Vadert. Hift. XV. Dal, bl. Ui.
(I) Refol. Vroedfch. L'. ï. ij , ióS^m««}./. U«, 14'.
fm) Refol. Vroedfch. ir. P. i9 Dec. I«83. ƒ• 3«.
(n) Negociat. i» Qomte d'AYAUX Tom. 1. p. 330,3+a'
Tom, 11. />. 10J. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Onder
anderen
de Graaf
van
Shaftsbu-
ry.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Zwaare
zeefcha- de.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
(d) Refol. Vroedfch. f. P. H J*ny I6»3- /• »4.
(e) RAPIN Tom. IX. f. ST-9, $37.
(f' Refol. Vroedfch. L'. P. 10 Dec, 1583. ƒ. *97«
(jr) RAPIN Tom. IX. />. 5 32..
(fcj Negociat. Uu Comte u'AVAUX Tom. I. />. »77»
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||
XX. Boek.
|
|||||||||||||||
67I
|
|||||||||||||||
„ niet minder zou behoeven te doen. Dat
„ de ingezetenen van Holland, geduurende „ den jongften oorlog, met vyf millioenen ,, 's jaars, belaft geworden waren; naauw- ,, lyks de helft van 't inkomen hadden , ,, welk zy, voor dien oorlog, hadden ge- „ had: en dat, aan de agterilallen aan 'c „ Krygsvolk, en aan de Legerlaften bleek, „ dat de middelen, thans ingevoerd, nog ,, niet genoegzaam waren, om den Staat „ van de gemaakte fchulden te ontheffen. „ Dat de yoorgeflaagen werving van zes- „ tienduizend man den Staat 3253166, en „ Holland 1896900 guldens , in 't eerfte ,, jaar, koften zou. Dat de arbeid aan de „ Veftingwerken dien laft nog zou vergroo- „ ten. Dat de Legerlaften Holland, in den » jongften oorlog, meer dan een millioen guldens gekoft hadden. Dat Frankryk thans magtig ter zee was, 't welk den Staat ook zou noodzaaken, om eene aan- zienlyke Vloot van zeftig fchepen ten minften uit te ruften, die, inde zeven maanden, 4575404 guldens zou moeten koften. Dat Holland , in den jongften „ oorlog, eenige jaaren agtereen, zo voor „ deszelfs aandeel in de gemeene , als „ voor deszelfs byzondere laften, 26 tooooo j, guldens 's jaars hadt moeten opbrengen; „ en dat daarentegen deszelfs inkomften, „ in het voorleeden jaar , niet meer dan „ 13000000 beloopen hadden, die, naar „ alle waarfchynlykheid, met de tiende ver- „ hooging op verfcheiden' middelen, in dit „ jaar, maar op 14050000 guldens zouden „ können worden gebragt: waaruit klaar- „ lyk volgde, dat men, uit van nieuws aan „ te ftellen middelen, nogi 2100000 guldens „ zou moeten vinden, boven het verval, „ dat, door den oorlog, in de tegenwoordi- „ ge middelen te wagten was, en zou moe- ten vergoed worden. Dat men geene nieuwe laften zou können opleggen in Holland,daar de vafte goederen zoveel bezwaard waren, als zy draagen konden; daar de perfoonlyke laften niet konden worden verhoogd , zonder de vermogende „ luiden ten Lande uit te dry ven; en daar de „ middelen op de verteering de kleine Ge- „ meente reeds boven maate zwaar vielen. „ Dat het opneemen van penningen zonder „ fonds verderfelyk was, en 't Land zyn „ credit beneemen zou. Dat verfcheiden' „ Provinciën haar aandeel in de gemeene „ laften niet konden opbrengen; en dat, „ eindelyk, de Staat, zo hy zigindenoor- „ log liete inwikkelen, toch in 't kort, tot " eenefchandelyke en nadeelige Vrede zou genoodzaakt worden." Alle welke re- denen de Stad bewoogen, om eerder te ar- Ssss 2 bei- |
|||||||||||||||
't Scondt nu gefchaapen, dat 'er, fchier
dagelyks, zaaken van gewigt zouden voor- vallen in den Haage, waarop de Steden, en Amfterdam in't byzondereen fpoediger be ■fluit moeften neemen, dan mogelyk ware, indien, op al wat 'er gewigtigs voorkwam op de Dagvaart,de Vroedfchap vergaderd werdtjOm Commiflariflen tot het overwee- gen daarvan te benoemen. Men befloot hier, derhalve, de Heeren Joannes Huilde, Mr. Joan Corver , Mr. Jacob Boreel, Joan de Fries, Jean Appelman enMr. Gerrit Hooft te verzoeken en te magtigen, tot het on- derzoeken der befcheiden , die uit den Haa- ge komen zouden, om daarop der Vroed- fchap van hunne bedenkingen en raad te dienen (o). Weinige dagen na 't neemen van dit Be-
fluit, deedt de Raad van Staate, op 't be- geeren van zyne Hoogheid, de vermaarde Petitie tot de aanwerving van vyfenveertig honderd Ruiters, vyftien honderd Dragon- ders en tienduizend Voetknegten, in alles zeftienduizend man,die zo veel gerogtsge- maakt heeft. De Vroedfchap van Amfter- dam befloot niet over deeze Petitie te raad- pleegen, dan na dat men gezien zou heb- ben, van welk een uitflag zouden zyn de poogingen, welken men hoopte te zullen doen aanwenden, om de Vrede, door on- derhandeling , te herftellen. Zy merkte aan ,, dat de oorlog voornaamlyk in de „ Spaanfche Nederlanden ftondt gevoerd, a, en zelfs op den bodem van den Staat „ overgebragt te worden, zo dra de Staat „ zig in den zelven liete inwikkelen. Dat „de Koophandel, in zulk een geval, te }i water en te lande» zougeftremdworden, „ 't welk Holland buiten ftaat ftellen zou, „ om den laft des oorlogs te draagen. Dat ,, de andere Provinciën hun aandeel ook „ niet zouden können opbrengen. Datnieu- „ we belaftingen de inkomften uit de loo- „ pende middelen zouden doen afneemen. „ Dat de tegenwoordige belaftingen zelven „ reeds te zwaar waren, en den Staat te „ gronde brengen zouden. Dat de Verdra- „ gen den Staat niet verbonden, om Span- J5 je, voor als nog, te onderfteunen. Dat „ Spanje de befcherming zyner Nederlan- „ den zou laaten aankomen op zyne Bond- ,„ genooten, welker magt niet opgewoogen „ was tegen die van Frankryk , welk, in „ den jongften kryg , eenen ftaat van oor- 3, log van omtrent zeventig millioenen hadt „ können opmaaken, en nu, daar het met „ verfcheiden'Verbonden gefterkt was,en „ verfcheiden'Landen aangewonnen hadt, (t) Refol. Vroedfch. V. P. 'S Sept. 16J3. ƒ. I+3.
|
|||||||||||||||
16*8^
|
|||||||||||||||
'•y ftelt
eene ~°mmis- «e aan tot on- derzoek ♦»n'tge. Ie er Sewig. % ter
^aP.vaart Voor. ^am. |
|||||||||||||||
Smaakt
g^*arij»- |
|||||||||||||||
Nd om
,7 bewil.
Vn in «ene >rge.
Uagen , a1 zes-
'«ndui. *end |
|||||||||||||||
n. Deel.
|
|||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||
672
|
|||||||||||||||||||
den. Men las 'er in „ dat de Leden der ióS-3-
„ Vergaderinge, eenpaariglyk, de Vrede „ fielden boven den Oorlog, zo dezelve op „ grondflagen van regtvaardigheidkonver- „ kreegen worden." Van de Nieuwmeeg- fche Vrede, meeft door Holland bewerkt, werdt, in den brief, doorgaands met af- keuring , en zelfs met veragting gefpro- ken. Het gedrag des Konings van Frank- ryk, na de Nieuwmeegfche Vrede, werdt, in den zelven, met haatelyke verwen, af- gefchilderd, en zelfs duidelyk te verftaan gegeven, dat die Vorft toeleide , om zig meefter te maaken van deezen Staat. De Leden fcheenen, volgens deezen brief, te denken, dat Amfterdam alleen zwaarigheid maakte in de werving, om hen te verplig- ten tot het bewilligen in zulk een verdrag, als deeze Stad geraaden vondt. Met één woord, men vondt hier zo veele wanvoeg- lykheden in den gemelden Brief, dat men befloot, ter Vergaderinge aan te houden, dat dezelve geligt werdt uit de openbaare ( Regifters. Ook verzuimde men niet, her. Zyk'3
onbenoegen der Stad te kennen te geeven, °v^$f over de fchampere en vinnige bejegeningen, ^ beje- die de Afgevaardigden der Stad, ter Ver- geni«'. gaderinge der Staaten, hadden ondergaan, ge">^ en welken men hieldt te ftryden met de \o0Lq. vryheid van ftemmen, den Leden toebe- ^t? hoorende; met bygevoegde verklaaring aan daan- den Raadpenfionaris, dat de Raad zulks, indien 't wederom gebeuren mögt, niet on- aangeroerd zou können laaten voorbygaan, maar daarop antwoorden , zo als dezelve verftondt, aan de eer en de agting van dee- ze Stad te betaamen (*)• Doch 't was 'er zo ver van af, dat de Le- DeFr^
den zouden beflaoten hebben, den brief, aan van. de Stad gerigt, in te trekken, dat de Ver-Sfztë' gadering, oordeelende, dat Amfterdam al- op ^'( leen de werving tegenftemde, fchoon Delft, zoek ^ flegts onder voorwaarde , bewilligd hadt, Verg' befloot, eene aanzienlyke bezending her- nngfjo!' waards te doen, aan 't hoofd van welke, ^Jja,»f de Prins van Oranje, als Stadhouder van'tho0 Holland, verzogt werdt zig te ftellen. Voorts, een«^ beftondt zy uit de Heeren van JVaJJenaer, °?z% van Villers en van Rboon uit de orde vandeher Ridderfchap, en twee Heeren uit ieder der wa»1''5' volgende negen Steden, Dordrecht, Haar- lem, Delft, Leiden, Gouda, Rotterdam, Alkmaar, Hoorn en Enkhuizen, benevens den Raadpenfionaris. De bezending kwam, den vyftienden November, te Amfterdam, en nam haaren intrek in 't Oude-zyds-Hee- ren Logement, van waar zy, den volgenden morgen, door de regeerende Burgemeefte- ren',
(f) Reföl.Vioedfch. V, P. 1» N«*. uu. f. 171
|
|||||||||||||||||||
1683- beiden aan de herftelling der Vrede tuffchen
de oorloogende Mogendheden, dan, door 't aanwerven van meerder Krygsvolk , den Staat in te wikkelen in eenen verderfelyken oorlog (p). Misnoe- De meefte Leden van Holland verftonden gen van nogtans, dat de werving behoorde voort te $H„ gaan. Delft alleen meende, dat men 'er held2' niet toe befluiten moeit dan met eenpaarig- hier- heid. Maar Amfterdam ftemde beftendig- over. lyk tegen de werving (q). Kort hierna ,op den vyfden November, deedt de Graaf d'A- vaux, AmbafTadeur des KoningsvanFrank- ryk by de Staaten, hun eenen voor (lag, in- houdende, dat de Koning, zyn Meefter , zig, in de plaats van Luxemburg, welk hy gevorderd hadt, met eenige andere Plaat- fen, 't zy in de Spaanfche Nederlanden, of in Katatonie of Navarre,te vrede zou hou- den (r). En deeze voorflag fterkte de Stad Amfterdam in de gedagten, om de Vrede te bevorderen door Verdrag, en de werving af te Hemmen. Doch zyne Hoogheid, die de Vergadering van Holland, ten deezen ty- de, met zyne tegenwoordigheid vereerde, nam het gedrag der Afgevaardigden van Amfterdam zo kwalyk, dat hy verklaarde, „ dat de Graaf d'Avaux, zo hy hier tegen- „ woordig geweeft ware, geene andere taal „ zou hebben können voeren; dat Burge- „ meefter van Beuningen, die meeft in de „ Vergadering gefproken hadt, zyn hoofd „ kwyt zyn zou, zo men alles ten fcherp- „ ften onderzoeken wilde; dat hy, Prins van „ Oranje, zo veel belang by 's Lands wel- „ vaart hadt als de Stad Amfterdam; dat |
|||||||||||||||||||
5'
|
hy zig van deeze Stad niet zou laaten
|
||||||||||||||||||
ringelooren, en nog veel minder zig vlyen
„ haar de * grilligheden van van Beunin- „ gen," die by den Prinfe en deszelfs vrien- den werdt aangezien, als de voornaame oor- zaak waarom Amfterdam zo zeer tegen de werving was (x). De Edelen en de meefte andere Leden gebruikten zo veele redenen als zy bedenken konden, om de Stad te doen veranderen van gedagten. Doch zy bleef byhaar gevoelen. De Vergadering vaar- digdetoen eenen Brief af aan de Stad, die den tienden November in de Vroedfchap gelezen werdt. Men merkte deezen brief hier aan, als het werk van den Raadpenfio- naris Fagel in 't byzonder: vooral, om dat daarin verfcheiden' punten gevonden wer- den, die in den mond van hunne Edele Groot-Mogendheden, om verfcheiden' ge- wigtige redenen, niet konden worden gelee- fd Refol. Vioedfch. Ir. P. s Off. i6tz. f. i+j. (q) Refol. Vioedfch. ir. P. } Nov. 1683. ƒ• i*+- (i-) Negociat. du Comte d'Avaux Tom, l.P. 3746"/»»'x>. (s) Vaderl. Hift. XV. Deelr il. J+J. |
|||||||||||||||||||
* Capri-
|
|||||||||||||||||||
De Stad
blyft de werving afflem- men. De Ver- gadering van Hol- land fchryfc haar. |
|||||||||||||||||||
**v
|
We-.-
|
|||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||
XX. Boek.
|
||||||||||||||||||||
$73
|
||||||||||||||||||||
waarop dit verflag fteunde,met byvoeging, 1683.
dat Burgemeefterea en Raaden van hun ein- delyk befluit, op 't gehandelde met de be- zendinge , ter naafter Dagvaart, openino- zouden doen (x). Doch dit byvoegfel werdt niet wel genomen door den Prinfe, die 'er zeer op gezet was, dat Burgemeefteren en Raaden zig , zonder uitftel, verklaarden. Men befloot dan, der bezendinge kennis te geeven, dat de Stad bleef by haar gevoe- len (y). Zyne Hoogheid was 'er zeer over geftoord.- De bezending begeerde, tegen den eenentwintigften November, andermaal gehoor, in de volle Vroedfchap DeRaad- penfionaris leverde toen eene aanfpraak, by wege van Proteft, over, tegen het befluit der Stad; waarna zyne Hoogheid, het woord opneemende,zeide „ dat de Raadpenfiona- Aan- „ ris geuit hadt de middelen, die, by hem fpraak „ en de Gemagtigden der Staaten, waren van zyne „ beraamd,om deezeStadte beweegen tot ï!00/' „ bewilliging in de werving. Dat de vraag „ tegenwoordig alleen was, of de Stad zig j, by de overige Leden geliefde te voegen, niet of Spanje Frankryks voorflag behoor- |
||||||||||||||||||||
168", ren,NicolaesOpmeer enGerardBorsvanWa-
* re«, verzeld van den Penfionaris, met koet- fen werdt afgehaald, en geleid naar't Stad- huis , daar Burgemeefteren en Raaden ver- gaderd waren. Op de eerfte tyding, dat de koetfen den dam naderden, traden de twee andere Burgemeefteren , de Heeren Joan Munter en Coenraad van Beuningen, van twee Secretarilfen verzeld, van 't Stadhuis,* en ontvingen den Prins en de andere Heeren, by 't uittreeden der koetfen. Zyne Hoog- heid werdt, door de Secretariffen, naarde Vroedfchaps Kamer geleid, terwyl Burge- ^ meefteren de overige koetfen bleeven af- ^e be- wagten. De Prins werdt, in 't Werten van ve?krvS 'c vertre^» alleen aan eene tafel geplaatft. ?ehoor C Over hem zaten de vier Burgemeefteren, b de ' insgelvks aan eene tafel, agter welke, de vfoed- Penfion aris en de twee Secretarilfen ook " ap" aan eene tafel geplaatft waren. Ter reg- terhand van zyne Hoogheid, in 't Zuiden, zaten de Raaden; en ter linkerhand, in 't Noorden, de twee en twintig Heeren der bezendinge, in twee ryen : de drie Edelen |
||||||||||||||||||||
naaft aan den Prinfe; daarna de Raadpen-
|
M
|
|||||||||||||||||||
fionaris , en vervolgens de Gemagtigden
der Steden, in hunnen rang. De Raadpen- fionaris, den Geloofsbrief der Staaten van Holland hebbende overgeleverd, deedt eene lange redevoering, om Burgemeefteren en Raaden te beweegen tot bewilliging in de werving (k). Men beloofde, by monde van den Penfionaris Jacob Hop, op denvoorflag te zullen letten, en zulk een befluit te zullen neemen, als met den eed en pligt van goe- de en getrouwe Regenten overeenkwame. Zyne Hoogheid en de andere Heeren wer- den toen, op gelyke wyze, afgeleid, en de voorflag, die fchriftelyk overgeleverd was, gefteld in handen der Commiflarifien van den Raad , in September benoemd (o) , by welken nu de Heeren Cornelis Geelvinck, Heere van Kaftrikom, en Nicolaas Witfen ^ gevoegd werden (<w). tAStad Zyne Hoogheid en de andere Heeren
Kil ly werden, dien dag en den volgenden, op V°elen? Stads koften» deftig onthaald. Ondertus- fchen, hadden Commiflariilen den voorflag onderzogt, en deeden 'er, den agttienden, verflag van, welk op het afftemmen van de wervinge, en het bewerken der aannee- minge van de voorwaarden , door Frankryk aangebooden, uitkwam. Men vondt geraa- den, eer men hierop nog befloote , zyne Hoogheid en den anderen Heeren , door Burgemeefteren en Commifiariflen van den Raad, kennis te geeven van de redeneq., («) Manlm.- Reg. N. 4. f. 499 & /cjf.
(v) Zie hier voor, bl. «71.
(w) Refol. Vrosdlch. L»t* *s Nov- 1««3. ƒ• *«*»
|
„ de aan te neemen. Dat men alleenlyk
„ zwaarigheid fcheen te maaken om zig te „ fchikken, of, om dat men, van 't begin „ der raadpleegingen, met de andere Le- „ den verfchildhebbende, nu voor kleinig- „ heid hieldt van zyn gevoelen af te ftaan; „ of, om dat men Frankryks voorflag den ,, anderen Leden overdringen wilde , en ,, hierom weigerde zig in ftaat van tegen- „ weer te ftellen. Dat het, in eenen Staat „ als deeze, uit zo veele Leden bertaande, „ een onverdraaglyke grondregel was, dat „ één Lid alle de overigen zou willen re- „ geeren. Dat hy van 't voorgevallene ver- „ flag doen zou aan hunne Edele Groot- „ Mogendheden, op dat deezen daarna mog- „ ten befluiten, wat 'er verder diende ver- „ rigtte worden. Dat hy, als Stadhouder „ der Provincie, zig onfchuldig hieldt aan „ alle de onheilen , die den Staat, door „ deeze weigering,zouden mogen overko- „ men. Dat hem niet onbewuft was, hoe „ hy, in dezelfde hoedanigheid, gehouden „ ware, de gefchillen onder de Leden te „ bemiddelen; doch dat hy zig even zeer „ gehouden rekende, elk Lid te houden by „ zyn regt, volgens welk, niemant hunner » zig het gevoelen van een zyner Medele- „ den behoefde te laaten overdringen. Al „ 't welke hy goedgevonden hadt, tot zyne „ ontlaftinge, voort te brengen." Toen de Prins gefproken hadt, werdt, Ant- op woor*
/,..) Refol. Vroedfcb. I'. P. i» Niv. 1683, f. lo? enz.
Ssss 3
|
|||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ó74
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
,, ryks voorflag, inderdaad, een punt van 1683-
.„ overweeging geworden was , zo men .„ den oorlog vermyden wilde. Dat men „ zelfs, na dat men lang en onzeker geoor- „ loogd hadt, geene kans hebben zou, om ,, zig betere voorwaarden te belooven. Dat „ de werving den oorlog onvermydelyk „ maaken zou, terwyl de lall daarvan on- „ draaglyk zyn zou voor den Staat. Dat ,, men altoos gezind geweeft was, de toe- „ geevendheid der andere Leden, met ge- „ lyke toegeevendheid, te beantwoorden, „ fchoon de bejegening, die de Afgevaar- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
op de aanfpraak van den Raadpenfionaris
en op 't gene 'er zyne Hoogheid hadt by- gevoegd, uit laft van Burgemeefteren, door tien Penfionaris Hop, in't algemeen, ge- antwoord „ dat het hun fmertte, dat de „ Betluiten van deezen Raad den Prinfe en ,, den anderen Heeren Gemagtigden geen „ genoegen gegeven hadden. Dat men zig |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1683.
van den
Penfio- naris Hop, uit den naam van Bur- gemees- teren en ILaaden. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5 5
|
niet verklaard hadt, dan op de uitdruk»
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kelyke begeerte van zyne Hoogheid. Dat
de Raadpenfionaris ook hadt verzogt, dat men niet wederom in 't breede, by mon- de of gefchrifte, zou antwoorden , alzo de Staat met fchryven en wryven niet te behouden was; maar dat men, voor 't |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ft
|
digden der Stad , federt eenigen tyd,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ontmoet hadden, gantfeh niet overeen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'J
|
kwame met zulk eone toegeevendheid,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
J)j
|
vertrek van den Prinfe en van de andere
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ hebbende fommigen zelfs, in een byzon-
„ der gefprek, gewaagd van't gene der Stad, „ in de jaaren 1577 en 1578, overgekomen „ was; 't welk, in de tegenwoordige om- „ Handigheden, niet hadt können gefchie- ,, den dan door zulken , die Amfterdam „ geen goed hert toedroegen. Dat de Stad „ dikwils van haar byzonder gevoelen was „ afgeftapt, ten gevalle der andere Leden, „ en dat men 't haar hierom te minder „ kwalyk neemen kon, dat zy, in een ftuk j, van zo veel gewigt als het tegenwoordi- „ ge, eens op haar ftuk ftaan bleef. Dat „ zy getoond hadt, hoe zeer haar 's Lands „ behoudenis ter herte ging, in den jong- „ ften oorlog, toen zy zo diep in de beurze „ getaft hadt, dat de Staat haarer byzonde- „ re geldmiddelen daardoor vyfentwintig- „ honderd duizend guldens agteruit gezet „ was; doch dat het nu niet op 's Lands be- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gemagtigden, een vaft befluitname. Dat
de Raad, wyders, de Afgevaardigden ter naader Dagvaart zou laften, om te zien, op welk eene wyze, de zaaken zou- den können worden gefchikt. Dat Bur- gemeefteren en Raad , eindelyk , voor God ende weereld,verklaarden,dat zy, in alle hunne raadflagen , niets anders bedoelden, dan den welftand des Vader- lands , en om, ten dienfte van zyne Hoog- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
35
|
heid , en tot bevordering van eenpaarig-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ heid onder de Leden, alles toe te bren-
„ gen, wat men van eerlyke Regenten, die „ pligt en eed ter hertenamen, zou können „ verwagten: waarvan zy verzqgten, dat „ aan de Leden der Staaten kennis gegeven „ mögt worden (z)." Sommigen tekenen aan, dat de Prins van
Oranje dit antwoord nasuwlyks gehoord hadt, of hy tradt ten Stadhuize af, in 't heengaan zeggende „ dat hy klaarlyk zag, „ met wien men verftand hielde," het oog hebbende op den Graave d'Avaux, Ambas- fadeur van Frankryk; „ doch dat men't zig „ deerlyk beklaagen zou (0)." Maar hier- van vind ik niets gemeld in de Regiflers der Vroedfchap. Men voegt 'er by, dat zyne Hoogheid, terftond hierna , verzeld van den Heere van Rhoon en den Raadpenfio- naris Fagel, ter Stad uit vertrok, zonder, gelyk gebruikelyk was, van iemant der Re- genten affcheid genomen te hebben. De andere Gemagtigden volgden hem : en de gantfche bezending, zes dagen te Amfter- dam vertoefd hebbende, keerde onverrigter zaake in den Haage te rug. Twee dagen hierna, magtigde de Raad
de Afgevaardigen der Stad ter Vergaderin- gevan Holland, om de jongfte aanfpraak van den Raadpenfionaris, en 't gene'er door den Prinfe bygevoegd was, omftandiglyk, te wederleggen. Men wees aan 5i datFrank- (z.) Reib!. Vroedfch. L'. V. 21 Niv. 1683. ƒ. 234.
(«j Negociat. rf» Comte D'AVAUX r»z». Il, ƒ>. 14. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De be-
zending keert, onver- rigter zaak e, naar den Haage. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5)
|
fcherming aankwam, konnende men vre-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de krygen, als men in Frankryks eifch
bewilligde ; daar de werving alleenlyk dienen zou, om Spanje ongenegener te maaken tot het befchermen zyner Ne- , derlanden (*)." $ Zyne Hoogheid en de Gemagtigden derDe[r/'
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Staaten, die te Amfterdam geweeft waren, eiin r»3'
federt gevraagd zynde, wat"zy,in den.te-jjen> ^ genwoordigen toeftand der zaaken, raadenmCy- zouden, verklaarden rondelyk, dat men totme.e,V de werving behoorde te befluiten by meer- llgln^1" derheid van Hemmen. En deeze raad werdt tot ^ overgenomen, om 'er in deVroedfchappenwervj|6, der Steden op te raadpleegen. DeStadAm-bc($er fterdam voncit, gelyk men ligtelyk denken ^K3" kan, geen genoegen in deezen raad,enbe--er $ weerde, dat, in zaakeh van belaftinge, ge-tege"' lyk de werving was, naar de orde der Re- geeringe, geene overftemming vallen kon (c). Dordrecht en Delft maakten, federt, een
(b) Refb'. Vroedfch. L'. P. 25 No-w. 1683. ƒ. 138.
(c) Refol. Vroedfch. L'. P. 2 Dec. 1683. ƒ. 161.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hande-
lingvan de Afge- vaardig- den der Stad op de Dag- vaart. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XX. Boek.
|
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
<5?5
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
«83
|
een Ontwerp, dat tuflchen beide ging, en
ftrekken zou om Amfterdam te vereenigen met de overige Leden; doch de Stad vondt ook geen gevallen in dit Ontwerp, en vol- hardde by haare mening (d). Zelfs, be- floot zy, tegen 't einde des jaars, ter Ver- gaderinge van Holland, te klaagen, dat 'er meer Krygsvolk naar de Spaanfche Neder- landen gezonden was, dan men, volgens de Verdragen, verpligt was t» leveren; en te gelyk te wege te brengen, dat het alleen tot bezetting van fterke Plaatfen mögt worden gebruikt (e). De Graaf d'Avaux , Ambafladeur des
Konings van Frankryk, verftaan hebbende, hoe zeer Amfterdam de werving tegenftem- . de, en hoe fterk deeze Stad yverde tot be- vordering der Vrede, door het aanneemen van eenen der voorflagen van 't Franfche Hof; zogt, midlerwyl, op den twee en twin- tigften December, met de Afgevaardigden van Amfterdam in een vertrouwelyk gefprek >te komen, en hen in hunne gedagten te ver- fterken, of nader tot de zynen te bewee- gen. D'Avaux geeft, in zyne Handelingen, die,voor eenige jaaren,in 't licht gegeven zyn, te kennen, dat hy, van 't beginzyner Ambaflade af, na 't fluiten der Nieuwmeeg- fche Vrede , veel verkeering gehad hadt met de Amfterdamfche Regenten, of met eenigen derzelven, die hem, reeds in't jaar 1679, geraaden hadden, den'Prins van O- ranje,opwien de Koning van Frankryk toen zeer misnoegd was, niet geheellyk tefchu- wen (ƒ). Ook zou de Stad,op zynen raad, in September des gemelden jaars, een Ver- bond met Frankryk hebben voorgeflaagen, zo de Prins haar niet hadt doen veranderen van gedagten (g). Naderhand, zou d'A- vaux, volgens zyn verhaal, herwaards ge- fchreeven hebben, om de Stad af te maa- nen van een Verdrag, tot handhaavingder Nieuwmeegfche Vrede (h), waarover toen gehandeld werdt. Hy verhaak , wyders, dathyzig, in 't jaar 1680, bediend hadt van een' Arminiaanfch' Predikant te Am- fterdam , een man, fchryft hy, van verfland en van veel vermogen by de Amßerdamfche Heeren, en die geen ander dan de Remon- ftrantfche Leeraar, en bekende Hiftorie- fchryver , Geeraerdt Brandt , kan geweeft zyn; om eene naauwe gemeenfchap uit te werken, tuflchen Burgemeefter Valckenier of de Stad in 't gemeen en de Provinciën Friesland en Stad en Lande (£). Hy zegt (d) Refol. Vroedfch. L'. P- IO &*(£> i«sj. f. 29S.
(e) Refol. Vroedfch. Lx. V. 29 Dec. 1683./. 302.
(f) D'AVAUX Tom. I. f. 7, 8-
(g) Le raeme Tom. I. p. 21» 22> SS.
(Ii) Le meme Tom. 1. />. 34j 43- (i) d'Avaux Tem. 1. p. ioi, io», 109, 13$.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
ook, dat hem, door eenen der Raaden van j^g,-,
Amfterdam, in November des jaars 1682, berigt was, dac de Raad beflooten hadt, de werving der zeftienduizend man af te ftem- men (£). Doch hier begaat hy een' blyk- baaren misflag, alzo 'er, niet voor den vyf. den October des jaars 1683, in de Vroed- fchap deezer Stad, geraadpleegd is, over de werving, die eerft,opden negenentwin- tigften September te vooren, voorgeflaagen was. Voorts, verhaalt d'Avaux, dat hy, in Juny des jaars 1683 , te Amfterdam ge- weeft , en door eenen der Raaden, met wien hy briefwifleling onderhieldt, van eenige geheimen onderregt geworden was (/). In February te vooren, hadt hem, fchryft hy, een Burgemeefter van Amfterdam verhaald, hoe de Heer van Amerongen, Gezant der Staaten aan 't Hof van Berlyn, hem verze- kerd hadt, dat de Keurvoril van Branden- burg eene lyn trekken zou met de Staaten, zo men zynen tweeden Zoon uit het eerfte Huwelyk, Prinfe Lodeivyk, de opvolging in het Stadhouderfchap deezer Provinciën,na 't overlyden des Prinfen van Oranje, beloo- ven kon (m). In 't begin van O&ober, had- den, volgens zyn verhaal, de Heeren van Amfterdam hem nog iemant toegezonden, om hem te vraagen, of zy zig konden ver- zekerd houden, dat de Koning den oorlog niet voortzetten zou, zo zy de werving af- ftemden (tï) ? In November, zou hem nog een Schepen van Amfterdam,uit den naam van twee Burgemeefteren, vier uuren vari den Haage, in den nagt, gefproken hebben, hem bekend maakende , dat de gantfche Raad, op Burgemeefter van Beuningen na, den voorflag des Konings van Frankryk tot herftelling der Vrede met Spanje redelyk gevonden hadt (0). En op 't einde der ge- melde maand, hadden, fchryft hy, Burge- meefter van Beuningen en een ander Am- fterdamfch Regent nog iemant aan hem af- gezonden, om met hem te fpreeken over 't werk der Vrede: met welken perfoon, hy, volgens zyn verhaal, naderhand , nog meer dan eens gefproken hadt (p), eer hy, op den twee en twintigften December, gelegenheid zogt, om met de Afgevaardigden der Stad in een vertrouwelyk gefprek te komen. Doch Twyfe.- hoe veel ftaats 'er te maakenzy ,op het ge- üngover ne de Graaf d'Avaux van zyne gefprekken ^ ver* met de Amfterdamfche Heeren, of met ee-wegens nigen derzelven, verhaald heeft, beken ikdezel- niet te weeten. Vaft gaat, dat de Regee-ven. ring
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vn
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
fi
|
Nam.
heRe |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
^te„
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
aux
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
>aira
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
(i). D'AVAUX Tom. 1. p.
(/) Le meme Tom. I. ƒ>. (m) Le meme Tom. I. f. (n) Le meme Tom. I. p. (/) Le meme Tom. I. p. )pj Le meme Tom. II. p. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
2J3.
303» 30+.
278.
34J-
389. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
ao
|
'» "j 30, 3«, 40, 4$.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS IL Deel.
|
|||||||||
676
|
|||||||||
beweegen tot eene mondelinge verklaaring ió§3'
van hunne beftendige genegenheid tot be- vordering der Vrede, en om met hem in onderhandeling te treeden, over het gene, tot geruftftelling beide van Frankryk en van deezen Staat, ftrekken kon. Doch de Am- fterdamfche Heeren weigerden rondelyk zig zo verre te verbinden (ƒ). D'Avaux heeft nogtans können goedvinden te fchry- ven „ dat men beloofd hadt, dat de Stad „ de werving tegenftaan zou uit al haar „ vermogen, en haar beft doen , om de „ Staatfche hulptroepen uit de Spaanfche „ Nederlanden te rug te doen ontbieden, „ mids de Koning van Frankryk zyne wa- „ penen naar Katalonie, of naar Italië over- „ bragte (»" z. De handeling der Heeren Hooft en Hop ^s"ao
met den Graave d'Avaux gefchiedde opge^e uitdrukkelyken laft der Vroedfchap vandor Amfterdam, en daarom geenszins zo be- heid e^ dekt, of zyne Hoogheid en eenige Leden vaf'^u der Vergaderinge van Holland moeften 'er 8en H"1' kennis van krygen. D'Avaux hadt,ter al-[and, gemeene Staatsvergaderinge , fchriftelyk o^\] verklaard, dat de Koning, zyn Meefter, ba%i> den tyd van beraad, die aan Spanje ver- vf^' leend was , tot den laatften January ver- jafl) $el lengde: 't welk men hieldt te ftrekken om de" e de werving te beletten, en een gevolg te Gra33l)<i. zyn van de gefprekken met die van Amfter- d'Atf dam. De argwaan op deeze Stad nam dan, hand over hand, toe', by allen, die den Prinfe meeft naar de oogen zagen. Zyne Hoogheid, zeer verftoord op de Stad, begaf zig, den eenendertigden December, naar de Vergaderinge van Holland, den Leden voorhoudende „ hoe die van Amfterdam „ verhaald hadden, dat de Engelfche Ge- ,, zant aan den Heere Nicolaas fVitfen,Oad- „ Burgemeefter en Raad, zou verklaard ,, hebben , dat men ontwyfelbaar oorlog j, te wagten hadt, zo de werving voort- „ ginge. Doch dat de Engelfche Gezant, „ hiernaar gevraagd zynde,ontkend hadt, „ in dier voege te hebben gefproken. Dat „ men , zo Amfterdam in zulker voege „ voortginge, zekerlyk oorlog hebben, en „ onder den oorlog bezwyken zou. Dat j, men hem, te Amfterdam, befchuldigde, „ dat hy oorlog zogt, zonder dat men zul- „ ke lafteringen ftrafte, en terwylze, mis- „ fchien,door de Regenten zelven gevoed „ werden;daar menze, zekerlyk, omtrent „ eenen Burgemeefter, niet ongeftraft ge- „ doogenzou. Hy zou zig, voer hy voort, „ niet beroemen, over 't gene hy gedaan „ hadt,
(s) Verhaal van deConvcif. enz., indeConüdei. Vïb Staatse.
Nxot. XIV. bl. 67. {t) D'AVAUX T»m. II. f. %%, s».
|
|||||||||
1683. ring van Amfterdam, naderhand, verklaard
heeft „ dat de Graaf d'Avaux, op den ge- „ melden twee en twintigften December, „ gelegenheid gezogt hadt, om met haare „ Afgevaardigden vertrouwelyk te fpree- „ ken, en dat Burgemeefteren en Raad of „ de Afgevaardigden ter Dagvaart, voor „ dien tyd, in jaar en dag, geene de minfte „ gemeenfchap met hem gehad hadden." En hieruit fchynt ten minfte te volgen, dat de Amfterdamfche Regenten hem, binnen dien tyd, niet van wege de Stad, maar flegts als byzondere Perfoonen, gefproken had- den; fchoon het tegendeel, in eenigen der aangehaalde Plaatfen uit zyne Handelingen, niet donkerlyk te kennen gegeven wordt. De Hee- Wat 'er van zy, de Afgevaardigden der renHooft Stad, befpeurende, dat zy, by den Prinfe «n Hop en ^y 's Pfjnfen vrienden, reeds verdagt Xent'op waren van ongeoorlofden handel met den laft hun- Graave d'Avaux, vonden ongeraaden hem ner Prin- te fpreeken, zonder uitdrukkelyken laft hun- cipaalen, ner principaalen. Twee hunner, de Heeren Ambaffa- Gerrit Hooft ' 0ud'SchePen en Raad, en
deur. Jaeob Hop, Penfionaris der Stad, kreegen hierop terftond laft om den Ambafiadeur te hooren (q). Hy gaf hun te kennen „ dat . „ de Koning, zyn Meefter, den tyd, die „ Spanje gegeven was, om zig op zynen .,, voorflag te verklaaren, verlengen wilde „ tot den eerften February des jaars 1684; „ en dat hy niet ongeneigd was, om zyne „ wapenen te trekken uit de Spaanfche „ Nederlanden, en elders te gebruiken." De Heeren Hooft en Hop, een' keer naar Amfterdam gedaan hebbende, om verflag te doen van 't gehandelde , kwamen den negen en twintigften in den Haage te rug, met laft van Burgemeefteren , die in de volle Vroedfchap bekragtigd was, om uit d'Avaux te verftaan „ wat grond hy hadt, „ tot het voorgeeven, dat Frankryk zyne „ wapenen naar elders zou willen overbren- „ gen." Ook moeften zy op hem begee- ren „ dat hy den Staaten, of eenigen voor- „ naamen Leden kennis gaf van 't gene hy s, hun, in 't byzonder, verklaard hadt: en „ zo hy hierin zwaarigheid maakte, moes- „ ten zy 'er zelven opening van doen aan „ den Raadpenfionaris, en daar zy 't ver- „ der geraaden vonden (f)." Zyn De Heeren Hooft en Hop voltrokken voorflag hunnen laft by d'Avaux,' zonder eenig uit-
aan hun. ßej. jQCj1 von£jen hem ongeneigd, om zig zo duidelyk en openlyk aan de Staaten te verklaaren, als hy zig aan Amfterdam ver- klaard hadt. Hy zogt hen, daarentegen, te (q) Voicz. Negociar. du Comte d'AVAUX Ttm.U. p. 7e„
(t) Refol. Vtoedfch. Lr. P. 19 Dec. «83. ƒ, 3»*. Mn- ninj. -ILegift. a. 4. ƒ. 6c+ & ƒ«??• |
|||||||||
'W'iHHI
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
•"'Afc
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
*/p
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
G E S C H IE D E NI SS E N.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XX. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
677
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1683. n hadt, om oorlog te voorkomen; maar hy
„ hieldt zig verzekerd, dat de handelwy- „ ze, die van Beuningen, federt eenigen |
Doch de Afgevaardigden van Amflerdam I(5g<>.
verklaarden „ dat zy daartoe niet zouden Diev^ „ können verftaan, ten ware zulks, by eene Amfter- „ duidelyke wet, verbooden werdt, of dat dam be- „ de Staat in openbaare vyandfchap ware weeren, „ met de Mogendheden, van welken de j^at hec „ Gezanten waren afgezonden. Wel wil.ß"" mJc „ den zy belooven ,dat zy van 't gene hun, ukheem- „ den Staat in 't gemeen betreffende, door fche Ge- „ uitheemfche Gezanten, mögt voorgehoUrantente 1 » . ° p lpï GG-
„ aen worden, opening geeven zouden aaneen.
„ de verdereLeden der hooge Regeeringe. „ Met den AmbafTadeur van Frankryk , „ meenden zy zo wel te mogen fpreeken, „ als met de andere uitheemfche Gezan- „ ten, onder welken de Zweedfche, nog ,, onlangs, door den Heere Raadpenfiona- „ ris, aan hun gezonden was, om te ver- „ flaan, hoe 't flondt met hunne raadplee- „ ginge op 't fluk der-wervinge ? Ook be- „ hoorden zulke gefprekken hun zo wel „ vry te flaan als anderen Leden der hooge „ Regeeringe, die zy, dagelyks, met uit-* „ heemfche Staatsdienaars zagen verkee- „ ren," Doch alzo 'er eenige Refolutien lagen, die't handelen met uitheemfche Ge- zanten , door byzondere Leden, fcheenen af te keuren, verklaarden zy, wat laater, aan den Raadpenfionaris „ dat deeze Refolu- „ tien, zo menze al op het geval in gefchil „ toepaflelyk maaken wilde, de Leden al- „ leenlyk bragten onder de verbindtenis, „ om 't gene den Staat in 't gemeen betrof „ te brengen ter overweeginge der Leden „ van den Staat. Dit haddenze reeds ver- „ klaard te willen doen: en onder deeze „ verklaaring, meenden zy, zonder temis- „ doen, te können voortgaan in hunne on- „ derhandelingen met uitheemfche Gezan- „ ten, en zelfs met den AmbafTadeur van „ Frankryk, zo lang deeze Kroon niet in „ openbaare vyandfchap geraakt was met „ de Staaten (v)." De Graaf d'Avaux, nog voor't einde des Zy ver-
jaars 1683 , lafl ontvangen hebbende van volgen den Koning, zynen Meefler, om de Re^u°ne geering van Amflerdam te verzekeren, dat^^et zyne Majefleit geene fterke Plaats in deden Am- Spaanfche Nederlanden zou belegeren, zo baffadeur de Staaten geene nieuwe werving deeden, d'Avaltx' noch hun Krygsvolk lieten gebruiken, om Franfche Plaatfen aan te taflen; begaf zig, ten dien einde, in 't begin des volgenden ^ 1684. jaars, naar deeze Stad O). De Afgevaar- digden derzelve fpraken hem ook, op den ; agtflen January, in den Haage, hem drin- gende om, 't gene hy hun mondeling voor- hieldt, in gefchrifte te vervatten, en ter Ge-
(V) Verhaal van de.Convetf.
(t»! d'Avaux T<m>. II. /« HJ. Ttttr
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
55
3» |
tyd, gevolgd hadt, oorlog te wege bren-
gen zon. Men zogt Frankryk te behaa- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gen, en hieldt 'er,'t gene onverdraaglyk
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
35
|
was, heimelyk verfland mede, 't Kwam
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'er tegenwoordig op aan, of men zig, door
Amflerdam, zou laaten brengen tot on- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»5
|
derwerping aan Frankryk. Doch dit zou
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hy tegenftaan, zo lang 't in zyn vermo-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»5
|
gen ware. Men fprak van Vryheid, en
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dwong, ondertufïchen, de Leden, om zig
niet te wapenen. Maar April zou moge- lyk niet in 't Land zyn, of de kneppel |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
35
|
zou op flraat geworpen, en de zaaken ge-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bragt wezen in den flaat, waarin zy, in
't jaar 1672, waren. En dan zou blyken, wien 't hoofd vafler op de fchouders flaan |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»
|
zou, en welke Regenten eed en pligt be-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tragt hadden; welken niet. De Vroed
fchap van Amflerdam, vervolgde hy, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
35
|
fprak na, 't gene haar, door den Fran-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fchen AmbafTadeur, voorgefproken was;
ja gebruikte redenen, die deFranfchen zei- ven niet gebruikten. Hem,Prinfe vanOran je, van wien men zig,in 't jaar 1672,be- diend hadt, om den Staat te redden , werdt nu te lail gelegd, dat hy 's Lands bederf zogt. Doch hy zou zig Frankryk |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
55
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
niet onderwerpen; maar den tegenwoor-
3i digen vorm der Regeeringe, met zyn „ bloed, handhaaven." Zyne Hoogheid eerfl gefproken hebbende, verklaarde de Ridderfchap, met geenen minderen ernfl, 3, dat zy 't zeggen, dat de Prins oorlog zogt, „ hieldt voor loutere ladering , alzo zy 9, wifl, hoe zeer hy voor de Vrede gey- „ verd hadt. Dat Amflerdam over alle de „ Leden zogt te heerfchen, daar men al- .. toos gezien hadt, dat de Leden eens wer- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
55
35
|
den, wanneer 'er zeflien of agttien- eens
waren. Dat Amflerdam de vryheid en |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de welvaart van den Staat in gevaar flel-
de, en dat men zulken, die hiervan oor- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
35
3> |
zaak waren, by naame bekend maaken
zou, en aan 't licht brengen, wat ver- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ftand zy met Frankryk gehouden hadden,
„ zo door 't afzenden van poflloopers, als „op andere wyzen." Doch al'deeze he- vigheid flrekte flegts^om Amflerdam te beweegen tot bewilliging in de werving. Maar de Stad bleef by haar gevoelen. Ee- nige Steden begonden haar toe te vallen. De Edelen, zulks befpeurende , floegen voor „ of men den byzonderen Leden der „ Vergaderinge de verflandhouding met uit; „ heemfche Gezanten niet behoorde te be- „ letten ?" Sommigen neigden hiertoe (uj. («) Aantek. -vanden Heere HOP van 31 Dec. 168a. Asnt.
y»n een Repenr van Delft van 31 Die, Ui;. MSS. I. STUK.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||
A M S T E R D A M S
|
|||||||||||||||
678
|
|||||||||||||||
altoos een geheim gebleeven, op welk eene 1684*
wyze. Van wege zyne Hoogheid, werdt gezeid, dat het Pakket door den Markgraaf van Grana, Landvoogd der Spaanfche Ne- derlanden, onderfchept was. Doch in de Handelingen van den Graave d Avaux, die in 't jaar 1752 uitgekomen zyn, wordt deeze zaak in een ander licht gefteld. De Am* bafladeur verhaalt „ dat de Prins van O- „ ranje, om de Amfterdamfche Heeren te „ bederven , hadt doen befpieden , wan- „ neer hy, Graaf d'Avaux, een' renbode „ afzondt naar Frankryk; dat hy, vernomen „ hebbende, dat 'er, op den negenden Ja- „ nuary, poftpaarden gevraagd waren, den „ Renbode, die zynen weg over Luik nam j „ deedt volgen; dat de laft, dien hy gaf^ „ om de poorten van 's Hertogenbofch en „ andere Staatfche plaatfen te doen openen, „ hem gelegenheid verfchafte, om denFran- „ fchen Renbode te agterhaalen te Maas- „ tricht, daar hy hem , door den Bevel- „ hebber, eenen geruimen tyd deedt op- „ houden, eer men hem van poftpaarden „ voorzage; dat hy, midlerwyl, drie par- „ tyen, van zeven man ieder, ter poorte „ uitzondt, met laft om den Reubode, een „ vierdendeel uurs buiten Maaftricht, in te „ wagten en op te ligten. Dat de party, „ die hem aantrof, tot de Staatfche Rege- „ menten van Berlau en Tilly behoorde. „ Dat zy hem ontkleedden. en van zyne „ brieven beroofden, zonder hem te beftee- „ len, en dat zy zyne laarzen en overrok aan „ zynen poftlooper gaven, die hem weder- „ om naar Maaftricht bragt; van waar hy „ zig naar den Haage begaf, den Ambas- „ fadeur kennis geevende van 't gene hem „ overgekomen was; dat hy, AmbalTadeur, „ in 't eerft, klaagde over zulk eene onder- „ neeming, zonder egter den Prins van O- „ ranje te befchuldigen; doch dat hy, gee- „ nen laft van zyn Hof krygende om zyne „ klagten te vervolgen, daarvan afliet, om „ eerft te zien, wat gebruik de Prins van „ Oranje van de onderfchepte brieven maa- „ ken zou (2)." ^ Terwyl zyne Hoogheid, of de Markgraaf f &\r
van Grana, op deszelfs verzoek, de brie S%ai», ven, die grootendeels in Cyfer gefchreeven h0\^ waren, deedt ontcyferen, werdt de zaak #0$ van de werving wederom op het tapyt ge- roetJef' bragt, ter Vergaderinge van Holland De ^ v?'j Afgevaardigden van Amfterdam deeden 'er* ^0^ den dertienden Jauuary, een wydluftig Ver- w^ toog tegen (a). Doch alzo de meefte Le^ te" ^r. den neigden tot de werving , vondt zyne if ^, Hoogheid geraaden, daartoe te doen befliß |
|||||||||||||||
1684, Generaliteit in te leveren: waartoe hy ver-
D'Avauxjklaarde geenen laft te hebben. De Graaf fchryft d'Avaux fchreef, den volgenden dag, aan den in- den Koning omftandiglyk over wat'er, in één der- dit gefprek, welk die van Amfterdam, na- zelven der hand , verklaarden, zeer kort geweeft wer te zyn (x), ware voorgevallen, onder an- paar. deren, gewaagende van dingen, die ligtelyk ryk.n " misduid konden worden, ten nadeele van de Stad, of van derzelver Afgevaardigden. Hy deedt die van Amfterdam, onder an- deren, zeggen „ dat men, in Holland, vrees „ hadt voor den Prinfe van Oranje; dat zy „ wenfchten, dat hy zyn yoorftel in ge- „ fchrift vervatten wilde, niet zo zeer om „ daarop ter Generaliteit te doenraadplee- „ gen, als om 's Konings goede gevoelens „ omtrent deezen Staat rugtbaar te maa- „ ken onder 't gemeen. Dat zy dagelyks „ eene Stad overhaalden, om de werving „ tegen te flemttien, en Friesland en Stad „ en Lande ook haaft hoopten te winnen." Hy voegde hierby „ dat Amfterdam, in- „ derdaad, fterk werkte onder de andere „ Steden , en in verfcheiden' derzelven *brigites. » * kuiperyen hadt aangefteld; dat de Raad- ' „ penfionaris Fagel, gefterkt met het ver- „ mogen des Prinfen van Oranje, zulk een „ befluit kon doen neemen als hy goed- a, vondt, zelfs tegen de wetten van den „ Staat; doch dat hy, op deeze wyze, doen- „ de befluken tot de werving, geen genot ,, zou können trekken van zulk een befluit, „ zo lang Amfterdam 'er niet in bewilligd „ hadt; alzo niemant den Solliciteuren mi- „ litair geld zou willen verftrekken , tot „ het doen der wervinge. Dat het, nog- j, tans, den Prinfe en deezer Stad ligter „ viel, eikanderen te dwarsboomen, dan „ elk zynen eigen toeleg te doen gelukken. 3, Dat elk zig, ondertuflchen, met Amfter- „ dam vereenigde, en dat zyne Hoogheid, „ iet geweldigs onderneemende, meer te- „ genftand ontmoeten zou, dan hy verwagt „ hadt." Doch in den zelfden brief, Hon- den ook dingen, uit welken de oogmerken en het gedrag der Stad Amfterdam konden geregtvaardigd worden: als, onder anderen, „ dat zy den Koning geene byzondere ver- „ zekering hadt willen geeven, en verklaard „ hadt, dat zulks, door de algemeene Staa- „ ten, behoorde te gefchieden,die zy nog „ hoopte, daartoe te zullen können bewee- » gen {y)"
De brief Doch deeze brief en eenige anderen,die wordt jn 't zelfde pakket met een' renbode naar fchepV. Frankrykgezondenwaren,kwamen,kort hier- na, in handen van den Prinfe van Oranje.'t Is |
|||||||||||||||
ten
|
|||||||||||||||
(*) Verhaal van de Convetf.
(j) Zie den Brief in de Confid. van Siaatsz. Hum, 1,11.
hl, ï, 9, en Holl, Merc. v*n 1684. tl, 19, zj. |
|||||||||||||||
(z.) D'AVAUX Tem. II. f. 122 & fuiv.
(») Zie Vadeil. Hift. XV. Deel, tl, «70 ens.
|
|||||||||||||||
XX. Boek.
|
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||
679
|
||||||||||||||||||
ió84.
|
ten,met meerderheid van flemmen, onaan-
gezien zulks gehouden werdt teftrydenmet de grondwetten van den Staat, volgens wel- ken, in zaaken van oorlog,vrede, verande- ring van Regeeringe en beladingen, een- paarigheid vereifcht wordt. De Afgevaar- digden van Amfterdam lieten , ondertus- fchen, niet na, te fpreeken met denGraa- ve d'Avaux, over 't gene de Vrede bevor- deren kon; doch gaven, in gevolge van hun- nen lad (b), opening van 't gene hun voor- kwam aan den Raadpenfionaris, en aan de Leden der Vergaderinge. Maar zy konden niet voorkomen, dat, op den een en der- tigften January, ter Vergaderinge van Hol- land, met meerderheid van flemmen, tot de wervinge beflooten werdt. Zy deeden 'er eene korte, en naderhand eene uitvoerige en fcherpe aantekening tegen , by welke laatfte,het genomen befluit verklaard werdt voor ftrydig met de grondwetten van den Staat, en gevolgelyk voor nietig en van on- waarde, met byvoeging, dat de Stad nim- mer iet tot de kollen der wervinge betaalen zou (c). Maar Amflerdam kon zulke flerke be-
fluiten, en die zo zeer aanliepen tegen 't gevoelen des Prinfen van Oranje, niet nee- men , zonder dat men aldaar in eene mer- kelyke bekommering geraakte, voor eeni- gen geweldigen toeleg van 's Prinfen zyde, om de Stad te doen veranderen van maat- regels. Man was nog niet vergeten, hoe "Willem de IL, Prins van Oranje, zig, in't jaar 1650, gefield hebbende aan't hoofd eener bezendingé, onder anderen gefchikt om Amflerdam tot andere gedagten te bren- gen; toen deeze bezending vrugteloos uit- gevallen was, zig van de wapenen van den Staat hadt gezogt te bedienen, om Amfler- dam tot onderwerping te brengen. De aan- zienlyke bezending, die, met zyne Hoog- heid aan 't hoofd,in 't voorleeden jaar, hier ter Stede 'was geweeft, hadt ook geene vrugt voortgebragt. Men hadt, derhalve, reden om voor eenig geweldig uitwerkfel van 's Prinfen ongenoegen bedugt te zyn. D'A- vaux .heeft aangetekend, hoe hem, in 't laatfl van November des voorleeden jaars , kort na dat zyne Hoogheid te Amfterdam' was geweeft, een brief was medegedeeld, ten dien tyde, uit den Haage naar Amfler- dam gefchreeven, en meldende „ dat de „ Prins gezeid hadt, dat men twee Bürge- „ meefiers van amfterdam, die hy noemde, ,, buiten ßaat fiellenmoefl, om zjg te kanten (b) Refo). Vroedfch. L'. P. 28 Jm. i«84. ƒ. i0%.
(c) Refol. Vroedfch. Lr.T. 4, 7 Febr. iö«^. ƒ. 3 16, 324.
Refol. Hol]. 31 Jan. 1684- *'• «+. Zie ook Vatterl. Hift. xv. &«;, u. n%.
|
|||||||||||||||||
„ tegen zyne oogmerken. Waarop iemant I0-g4#
„ anders hadt geantwoord, dat inenze naar ,, de andere izeereld zenden moefi:en de Prins „ wederom, dat tnenze, door tien anderen, „ moefl doen verzetten." D'Avaux verhaalt, wyders, dat de Regeering, in dien tyd, hier- op reeds beflooten hadt, de wagten in de Stad te verdubbelen (dj. Doch wat ook van de waarheid van dit verhaal zyn moge; vafl gaat het, dat,terwyl men, in den Haa- ge , nog raadpleegde op de wervinge der zeftienduizend man; hier ter Stede, befloo- ten werdt, het getal der Stads foldaaten , welk, na deNieuwmeegfche Vrede, tot op vierhonderd man, die in 's Lands foldye flonden, verminderd was, met zeshonderd man te vermeerderen (e). En na dat men, ter Vergaderinge van Holland, met de meerderheid, tot de werving beflooten hadt, werdt geraaden gevonden, eene nieuwe or- de te ftéllen op hetopbyten van'tysronds- om de Stad : 't welk, by de tegenwoordige flrenge vorft, tot beveiliging derze!ve,ten hoogfle noodzaakelyk geoordeeld werdt (f). Doch de bekommering alhier nam toe,zyne
na dat men berigt gekreegen hadt van 't Hoog- gene, op den zeflienden February,ter Ver- heiddoet gaderinge van Holland, voorgevallen was. deHee- Zyne Hoogheid begaf zig, dien dag, des Hooft morgens ten elf uuren, naar de Vergadering, en Hop met den onderfchepten brief van den Graa- uit de ve d'Avaux, die nu ontcyferd was, by zig. Jerè*- |
||||||||||||||||||
?am doet
et eene
'aiUeke-
1ing tegen.
|
||||||||||||||||||
e
van Hol«
land |
||||||||||||||||||
Zo dra hy gezeten was, gaf hy te kennen,
dat hy der Vergaderinge iet van het hoog- |
||||||||||||||||||
fle gewigt hadt mede te deelen, te gelyk gaan
begeerende, dat de deuren vooraf geiloo- ten werden, en den deurwaarderen bevolen, elk, die tot de Vergadering behoorde, bin- nen , doch niemant wederom uit te laaten, zonder lafl van hunne Edele Groot-Mo- gendheden. De Raadpenfionaris gaf, hier- op , terftond, zulk bevel aan den deurwaar- der, zonder vooraf omvraag gedaan te heb- ben, gelyk eenigen, naderhand, meenden, dat hadt behooren te gefchieden. Zyne Hoogheid verklaarde toen „ dat het gene hy hadt voor te draagen ook eenigszins
" betrof de Heeren Gerrit Hooft, "Oud- " Schepen en Raad, en Jacob Hop, Pen- it fionaris der Stad Amfterdam," waarom hy verzogt „ dat deezen twee zig,zo lang „ de raadpleegingen duurden, in 't vertrek „ der Staaten, begeven wilden;" gelyk zy deeden. De Prins deedt toen den onder- fchepten brief van d'Avaux leezen, door den Raadpenfionaris. tly was nog onver- taald; (d) D'AVAUX Tom. II. p. 22.
(e) Refol. Vroedfch. I'. P. 28 ?<>*• ,<!s4' ƒ• 3H.
(f) Refol. Vroedfch. L'. P. 4 Fcbr- I68t> ĥ 318. Vtitz.
tuffi D'AVAUX Tom. II. p. I4°> '77» Tm 2
|
||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||
68ö
|
|||||||||||||||||||
drecht , fchoon de verzegeling redelyk hou- 1684*
dende, insgelyks, te verflaan gegeven. Delft was 't, in dit opzigt, ook eens met deeze Steden; doch verftondt, daarenboven, dat men Amfterdam een affchrift van d'Avauxs brief toeftaan moeft. Zo begreep het ook Leiden. Amfterdam verklaarde, niet te kön- nen gedoogen, dat de Stads Papieren ver- zegeld werden ; doch was gereed om op den brief te berigten, en ondertulTchen den Principaalen kennis te geeven. De Edelen fielden, wyders, voor, dat men de Papie- ren, door drie Heeren, zou können doen verzegelen, en onderden Heere vanMaar- feveen laaten, mids hy, op den eed, aan- name , daarvan niets te verduifteren. Dor- drecht oordeelde ook, dat 'er verzekering - ■% zyn moeft. Doch Delft en Leiden begree- pen, dat men zo fcherp niet behoorde te gaan. Gouda hadt vertrouwen in Maarfe- veen ; doch voegde zich met de Edelen, indien de voorzittende Leden verder gaan wilden. Rotterdam en Gorinchem beriepen zig op naderen laft. Schiedam mögt wel zien, dat de Papieren, verzegeld zynde, onder den Heere van Maarfeveen gelaaten werden: en de overige Leden ftemden al- len met de Ridderfchap. 't Befluit viel dan „ dat men den Leden een affchrift van „ den onderfchepten brief zou toezenden; „ dat de Heer van Maarfeveen de bewaa- „ ring der Papieren in 'tComptoirvan Am-, „ fterdam op zig neemen zou, en dat de „ brieven van den Penfionaris Hop by el- „ kanderen zouden worden gelegd: alles on- „ der 't zegel van den Heere van Maarfe- „ veen, en van twee andere Heeren ."Doch Amfterdam kantte zig ernftelyk tegen dit befluit, onaangezien zyne Hoogheid aan- boodt, de raadpleegingen geheim te Willen houden, enze niet, dan onder gelyke belof- te van geheimhoudinge, aan de andere Pro- vinciën te zullen mededeelen. De Raad- penfionaris zeide toen „ dat, naardemaal „ Amfterdam niet gedoogen wilde, dat ie- „ mant, nevens den Heere van Maarfe- „ veen, de papieren in bewaaring hieldt, ,, de Ridderfchap niet zou können nalaa- „ ten, alles nader te onderzoeken, en zelfs „ in 't licht te geeven." De andere Leden kwamen genoegzaam overeen met de Rid- derfchap. Eindelyk, werdt, na datdeRaad- penfionaris, totvyfmaalen toe, de flemmen opgenomen hadt, by meerderheid van flem- men, vaftgefteld „ dat de verzegeling door „ drie Heeren gefchieden zou, en dat' de „ Papieren zouden blyven onder den Heere „ van Maarfeveen. Voorts, zou men den „ brief, in de Vroedfchappen , geheim „ houden, en al 't gehandelde insgelyks- „ Al-
|
|||||||||||||||||||
1684. taa^ ; en alzo veele Leden de Franfche
taal niet of naauwlyks verflonden, kon de
zin van denzelven,ten minfte door deezen,
En be- niet gevat worden. Na 't leezen,.beweer-
fcbuldigtde Zyne Hoogheid, dat de Heeren Hooft
|
|||||||||||||||||||
\en Hop, wegens hunne verftandhouding met
|
|||||||||||||||||||
ongeoor-
|
|||||||||||||||||||
d'Avaux, te befchuldigen waren. De Raad-
|
|||||||||||||||||||
verftanJ- penfionaris hadt ook, zofommigen verhaa-
houding }en f aan veele punten van den brief eene d'Avaux zeer haatelyke uitlegging gegeven. Zy voe- ", 'gen 'er by, dat fommige Leden reeds fpra- ken van de twee Heeren in hegtenis te nee- men, toen deezen, anderhalfuur in 't ver- trek getoefd hebbende , wederom binnen traden, zonder geroepen te zyn. Sommi- gen vonden dit vreemd; doch de Burge- meefler Joan Huydecoper, Heer van Maar- feveen , die de dagvaart wegens Amfter- dam ook by woonde, en in de Vergaderka- mer gebleeven was; en zy, verflonden, dat, naardemaal hunne naamen niet genoemd werden in den brief van d'Avaux, zy niet verpligt waren, zig te onthouden uit eene Vergadering, van welke zy erkende Leden waren. Wyders, begeerden zy, dat hun de brief nog eens mögt voorgelezen wor- den, op dat zy 'er zig op mogten verant- woorden. Doch dit werdt hun geweigerd. De Edelen, Dordrecht, Haarlem en ande- re Leden beweerden zelfs, met veel ernft, dat zy behoorden buiten te liaan. Delft, Leiden, Gouda, Rotterdam en de Steden van 't Noorderkwartier zogten hen over te haaien, dat zy 't, uit infchikkelykheid, dee- den. Doch zy oordeelden, dat zy behoor- den te blyven. Men tradt dan tot de raad- De Rid- pleegingen in hun byzyn. De Ridderfchap, derfchap Zyne Hoogheid voor de opening bedankt voor't hebbende, klaagde zeer, dat Amfterdam verzege- a^es overleide met d'Avaux , en nog be- ien der weerde, daartoe bevoegd te zyn. Voorts, Papieren ftemde zy,dat men de Stads Papieren,die fterdanT *n 'c Logement der Afgevaardigden in den die in ' Haage beruilten, nevens die van den Pen- den Haa- fionaris Hop, behoorde te verzegelen, en gewaren.op de Charterkamerte brengen,omze daar- na te leezen, of ongelezen te rug te gee- ven, naar dat de Leden zouden geraaden Oordeel vinden. Maar Dordrecht zeide „ dat de der an- n Heeren van Amfterdam eerft flrafbaar Leden » zyn zouc^en» als de brief waarheid fprak: „ 't welk men vooraf onderzoeken moeft." Haarlem merkte aan „ dat, zo men onder- „ ftelde, dat de brief, in allen deele, de „ waarheid fprak , zulk een gedrag , als „ Amfterdam gehouden hadt, den Staat „ het onderfte boven keeren zou. Doch „ men wilde gaarne afwagten, watAmfter- 9, dam van zelf doen zou, en den zagtften j, weg kiezen." En dit laatfte hadt Dor- |
|||||||||||||||||||
XX. Boek. GES C Hl EDENISS EN. 681
|
||||||||||||||||||
1684. 55 Alleenlyk behieldtzyne Hoogheid de vry.
„ heid aan zig, om den brief te mogen „ mededeelen aan de Gecommitteerden tot „ de buitenlundfche zaaken, die hem hun- „ nen Principaalen zouden mogen toefchik- ,, ken (g)." Doch't leedtmaar weinige dagen, of daar kwam eene vertaaling van den briefin't licht, waarin nog verfcheiden' plaatfen oningevuld gebleeven waren, die men, naar 'tfcheen, niet hadt können ont- cyferen ; en welken, naderhand, in eene tweede uitgave, werden aangevuld. t>e Stads De Heeren Franco van der Goes, Bürge- Papieren meefter van Delft, Adriacm Baart, Penfio- verze- naris van Alkmaar, en Shmn van Beaumont, geld. Secretaris der Staaten van Holland , wer- den, nog op den zelfden zeftiendenFebrua- fy, gemagtigd, om de verzegeling der Pa- pieren van Amfterdam te doen, met hun eigen zegel, enze te laaten onder den Hee- re van Maarfeveen , tot dat de Leden zou- den geoordeeld hebben , of menze nader behoorde te onderzoeken, of niet. Zy kwee- ten zig terftond van deezen Iaft. De Hee- ren Hooft en Hop vertrokken , nog dien zelfden avond, naar Amfterdam, daar de Cyding, die zy bragten, Bürgerneefteren ge- weldiglyk ontftelde, met naame Burgemees- ter van Beuningen, die, 't voorleeden jaar geregeerd hebbende, en nu als Oud-Burge- meefter aangebleeven zynde, de meefte ken- nis hadt van't gehandelde met d'Avaux, en 'er verfcheiden' brieven over hadt gewifleld met den Penfionaris Hop, die nu ook on- der \ zegel lagen. De ontfteltenis van Bur- gemeefteren fproot, nogtans, gelyk zy na- derhand verklaard hebben, niet uit eenige bewuflheid van fchuld; maar uit een bezef, dat zy, in den Haage, onheufch en onre- delyk bejegend waren. Ook werdt, op den fcurge- negentienden, toen de vertaaling van den ^eefte- brief van d'Avaux reeds in't licht gekomen |
||||||||||||||||||
nadeele, meende te zullen können trekken. 1684.
Men deedt hem fchriftelyk bedanken,door den Penfionaris Hop. Ook hielde hy zyn woord, aanwyzende „ dat men ten onreg- „ te twee Heeren met naame hadt befchul- „ digd, daar hy niemant in 't byzonderge- „ noemd hadt; dat men zynen brief ook, „ op meer dan ééne plaats, kwalyk ontcy- „ ferd hadt; en dat aan hem ftondt, de „ zaaken, over welken hy handelde, op „ zulk eene wyze, aan zynen Meefter voor „ te draagen, als hy geraaden vondt;zon- „ der dat iemant regt hadt, om daaruit be- „ fchuldigingen te trekken , ten nadeele ,, van eenen derden (z)." 't Gebeurde met de Heeren Hooft en 't Ge-
Hop werdt, midlerwyl, fpoedig rugtbaar ™een. in den Haage, daar elk den mond vol hadt j^jf van befchuldigingen der Heeren van Am-van'Am- fterdam. „ Zy hadden, riep men, 't Land fterdam. „ verkogt aan den Koning van Frankryk, „ en 't geld daarvoor van d'Avaux ontvan- „ gen; doch de Prins van Oranje hadt het „ verraad ontdekt. Men moeft hen dan te „ regt ftellen, of handelen, gelyk men de „ Witten gehandeld hadt."Maar dit kwaad- Doc^ fpreeken hieldt op, na dat men den onder- Laat'" fchepten brief van d'Avaux , waaruit het ^n aff verraad zou hebben moeten blyken, gele- zen hadt. Men vondt , in deezen brief, niets, dan eene fterke begeerte tot vrede in de Amfterdamfche Regeeringe, die haar, op zyn ergft genomen, gebragt hadt tot on- derhandelingen met den Ambafladeur van Frankryk, welke niet met de gewoone wy- ze van handelen overeenkwamen , zonder dat 'erin 't allerminft uit bleek, dat men zig aan hem tot iet onbetaamlyks verbon- den hadt(T). Burgemeefteren enRaaden, federt, be-De Stad
flooten hebbende, ernftelyk aan te houden befluic op de ontzegeling hunner Papieren, deeden |ef^"e te gelyk een verhaal overleveren aan devafrdV Vergadering van Holland van 't gene zy, den ter federt den twee en twintigften December, Dagvaart met den Graave d'Avaux gehandeld had- jf zen" den (/)• Men het dit verhaal ook in druk ' uitgaan, en het bragt veel toe, om 't ge- meen, welk men gezogt hadt te vervullen met argwaan tegen de Amfterdamfche Hee- ren , beter te onderregten. De Vergadering van Holland, ondertuffchen , de^ ontzege- ling der Papieren hebbende afgeflaagen, befloot men, van hier, geene Afgevaardig- den meer ter Dagvaart te zenden; maar de- zelve alleenlyk te laaten bywoonen, door de Secretariflen Dirk Geelvinck en Cornelis Mun- ter, (i) d'Avaux Tim. ii. />. *°4 & fmv-
ikj d'Avaux Tom. 11. p- 2°»> 2"-
(/) Refol. Vroedfch. L'. Q; *3 ™j> I684. f. is.
Tttt 3
|
||||||||||||||||||
^
|
was, uit den naam van Burgemeeileren en
|
|||||||||||||||||
Raad, eenen brief afgezonden aan alle de
|
||||||||||||||||||
fch
|
ad
|
|||||||||||||||||
ryven
|
||||||||||||||||||
aan de Steden van Holland, behelzende eene ern:
§teden. ftige betuiging, dat de Regeering van Am- fterdam haakte naar gelegenheid, om haare volkomen onfchuld in 't gehandelde met d'Avaux, middagklaar, te doen blyken (h). ^'Avaux Ondertüflchen, hadt de Graaf d'Avaux, ^huiT vol§ens zvn vernaal> °P den zeftienden des de Am-gt avonds, reeds kennis gekreegen van 't ge- ?erdam- Tie, dien dag, in de Vergadering van Hol- 4he land, was voorgevallen. Hy fchreef ter- eren- ftond aan de Regeering van Amfterdam, dat hy bereid was ten zynen lafte te neemen, 't gene men, uit zynen brief, ten haaren (g) Aantek. van den Beete Hop van is Feh. I«S4.
! (fc) Refol. Holl. 24 Febr. ï«84. bl. 9S. zie ooijConM. van Staatsz. N. VI. bl, 31. Holl. Merc. n i6s^.bl.ii.
|
||||||||||||||||||
II. Deel
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
682
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
l6H4.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
$684. ter, die, vantydtot tyd, verflag deeden
|
17
|
gefprek getreden waren, en konden lig-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
telyk geweeten worden,door eenen Am*
bafladeur, van wien de Raadpenfionaris Fagel dikwils gezeid hadt, dat hy alles wift uit te vorfchen, wat in den Staat omging." Op de tweede reden, zeiden- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vNoch op •de pun-ten van vbefchry- t^"IpjJI b
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ze
|
„ dat zy, omtrent het ftuk der wervin-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eerft, te bewilligen in den voortgang der „ ge, nooit iet aan d'Avaux verklaard had
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gen.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den, waardoor hunne vrye raadpleegin--
gen op dit ftuk, in 't allerminft, konden gehinderd worden. De derde reden moeft, vervolgdenze, geheel, ongegrond voor- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
loopende middelen; hoewel men, hierom-
trent , naderhand , eenigszins veranderde van gedagten , en toeftondt, dat eenige •middelen, op den gewoonlyken tyd, ver- pagt werden (n). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
->
|
komen, aan elk, die will, wat 'er, van
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den aanvang des jaars, op de werving
„ geraadpleegd was; hebbende Amfterdam „ alleen Schiedam nevens zig gehad, in 't „ afftemmen derzelve,terwyl Delft geoor- „ deeld hadt, dat men 'er niet dan met een- „ paarige Hemmen toe behoorde te beflui- ,, ten. Zy wilden nogtans niet ontveinzen, „ dat zy aan d'Avaux gezeid hadden, dat „ omtrent het raadpleegen opzyneMemo- „ rien verfcheiden' voornaame Leden, en „ zelfs, volgens zyn eigen getuigenis, de „ Raadpenfionaris Fagel in hun gevoelen „ waren: 't welk men ten onregte op de „ wervinge geduid hadt." Op de vierde re- den , verklaardenze „ niet alleen |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Eenige
Leden bewee- ren, dat men de verze- ,, gelde Papieren behoort-. " te onder 3» zoeken.. „ |
De Ridderfchap en eenige Steden be-
eerden , wat laater, dat men de verzegel- e Papieren behoorde te onderzoeken. Zy ielden den anderen Leden voor. „ 1. Dat die van Amfterdam den Graave d'Avaux kennis gegeven hadden van de zwakheid van den Staat, en van de verdeeldheid ia den zelven: en dat zy zig, hierdoor, met reden, verdagt gemaakt hadden. 2. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dat zy hem ook gezeid hadden, dat zy
de werving beletten , en 'er niet in be- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5»
33
|
willigen zouden. 3. Dat zy hem hadden
onderregt van hunne kuiperyen, tot ftrem- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ming van de werving ;'en van de Leden,
die zy tot hun gevoelen hadden overge- haald. 4. Dat zy met hem hadden ge- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
33
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
beloften gedaan ; maar zelfs geene de
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fproken van byzondere verzekeringen , „ minfte hoop gegeven te hebben van ,
welken men hem, desnoods, geeven „ t'eenigen tyde , eenige byzondere ver- zou. 5. Dat zy_hem,_eindelyk,gedron- „ bindtenis te zullen aangaan; waarom zy |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
niet konden begrypen, wat den Ambas-
fadeur mögt bewoogen hebben, om in 't flot van zynen briefte fchryven, dat zy 't gefprek hierover zouden verfchooven hebben, tot dat zy alle hoop,om hunne oogmerken te bereiken, zouden hebben verlooren." Eindelyk, zeidenze, op de |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gen hadden tot het inleveren eener Me-
morie , niet zo zeer op dat men 'er ter algemeene Staatsvergaderïnge over raad- pleegen, als op dat dezelve onder 't ge- meen rugtbaar worden zou. Alle welke dingen, huns oordeels , fmaakten naar ongeoorlofde verftandhouding, ten nadee- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ Ie van den Staat, en oorzaak gaven,om vyfde reden , dat ,hun oogmerk , in het
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
, de verzegelde Papieren te onderzoeken."
Doch verfcheiden' Steden konden haare |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dringen op het inleveren eener Memorie,
geen ander geweeft was dan dat dezelve komen mögt ter kenniffe van zulken, die 'er over moeften raadpleegen. Doch , alzo zulk eene Memorie noodwendig naar |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bürge-
meefte-, ren van Amfter- |
ftem nog niet geeven tot dit laatfte (0). En
Burgemeefteren van Amfterdam beant- woordden de vyf gemelde redenen, in eenen |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dam"we- brief aan de afgezondenen ter Dagvaart ,
derleg- waarvan zy allen ftemmenden Steden een gen hun-affchrift toezonden. Zy merkten, op de |
de Prpvincien zou moeten verzonden
worden , zo hadt het den Ambafladeur |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ne rede
nen |
vrygeftaan, te fchryven, dat hy daaruit
iet goeds hoopte , tot bevordering van |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eerfie, aan „dat de brief van d'Avaux, ner-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gens , zo veel zy hadden können befpeu-
ren, te kennen gaf, dat hy het zwakke van den Staat en de oneenigheid in den zelven uit hun verftaan hadt. Dochdee |
een Verdrag; zonder dat zy zien kon-
den , hoe zulk fchryven hun tot nadeel, veel min tot zo hooge misdaad , zou |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
J3
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
33
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
33
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
, können worden toegerekend." Voorts,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
33
|
ze dingen waren weereldkundiggeweeft, booden Burgemeefteren aan, gelyk zy reeds
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
, voor dat zy, in December, met hem in te vooren gedaan hadden, om hunne on-
fchuld, zo men 'er nog eenigszins aan twy-
(m) Refoi. vroedfch. /.-. Q. 18 Febr. I(S84, ƒ, 4j, 49. feien mögt, ook door het openleggen der- efol. Vroedlch. Lr. Q, zi Febr. * Muart UH. f. verzegejde papieren ? ZQ verze hiertoe die-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
51, «J.
(oj D'AVAUX Tem
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
11, p. 2zc, zia, z48. nen konden , nog volkomener te doen bly-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ken
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
EDENISSEN. 683
de Voorpoorte in den Haage; daar hy, na 1684.
lang gezeten te hebben , overleeden is. Bofch, die te Amfterdam woonde, werdt, terwyl van Bankhem daar nog vaft zat, o- penlyk ingedaagd (ü). Doch ik vind niet, dat hy te voorfchyn gekomen is. De vervvydering tufTchen den Prins van Schriften
Oranje en de Stad Amfterdam nam, mid-voor en lerwyl, hand over hand, toe, en werdt ge- Amfter- voed door fcherpe fchriften, die, van de dam in 't eene en de andere zyde, verfpreid werden.licht Se" Onder anderen, kwam 'er eene zogenaam- Seveiu de MiJJive van een Regent ter Fergaderinge van Holland, op den naam van Philalethes, in 't licht, welke men hieldt door den Raad- penfionaris Fagel gefchreeven te zyn (V), en waarin het gedrag der Heeren van Am- fterdam vinnig doorgeftreeken werdt. De Regeering deezer Stadt vondt geraaden , dit Gefchrift openlyk te wederleggen, 't Regende, daarenboven, fchimpfchriften van allerlei foorte: in eenigen van welken, ook de Prins van Oranje niet gefpaard werdt. Het drukken en verkoopen van fchandelyke Libellen over Staatszaaken was, onlangs, door 's Lands Staaten, wel fcherpelyk ver- booden (w). Zelfs kwam 'er , hier ter Stede, op den tienden May, eene Keur te- gen uit (X). Doch de drift van 't gemeen om zyne Overheid door te ftryken, fcheen aan te waffen tegen 't verbod. Te Amfter- dam , aasden de ingezetenen , die thans zeer overtuigd waren van de goede oogmer- ken der Wethouderfchap, op al wat 'er te- gen den Prinfe van Oranje , meer of min openlyk, in 't licht kwam : fchroomende men niet, hem te laft te leggen, dat hy den Staat zogt in te wikkelen in eenen verderfe- lyken oorlog (j). Sommigen verhaalen zelfs, dat de Regeering van Amfterdam in beraad zou gelegd hebben , om Henrik Kafimir, Prins van Naffau en Stadhouder van Fries- land en Groningen, te verkiezen tot Bevel- hebber der Stad (2). Doch hiervan heb ik geen het minfte blyk gevonden, in de Re- gißers der Stad. In 't begin van April, vaardigde zyne Voor-
Hoogheid, die klaarlyk befpeurde, dat hyzorghiei' weinig nut trekken kon, van het befluit tot [f/ *£„ de wervinge, welk, buiten bewilliging van geweidi- Amfterdam, genomen was; volgens het ver- ge on- haal van d'Avaux , iemant af naar deeze dernee. Stad, om te beproeven of men zig aldaar,mingen< op eenigerlei voorwaarden, met hem zou können verdraagen. Doch deeze pooging hadt
(„) vaderl. Hift. XIV. Deel, hl. 179- XV.Deel, bl.i0ti>
(v) fToiex, D'AVAUX Tor». II. f. z*9-
(m) Groot-Plakaatb. IV. Deel, bl. 38° j 380,
(x) Handv. hl. 1044.
(y) Voiez. D'AVAUX Tom. II- ?• *9*.
(X.) BUBNET Vol. I. f- S94--
|
|||||
XX. Boek. GESCHI
^84. ken (p). Doch op deezen brief volgde voor
eerfl niet anders, dan dat het onderzoeken der Papieren , waarop eenige Leden ge- drongen hadden, werdt uitgefleld. J^ug- Kort na 't afzenden van deezen brief, *en,Van wei'dt , volgens 't verhaal van d'Avaux , flag op"' uit den Haage, naar Amfterdam gefchree- ^ Stad. ven „ dat men, ter eerftgemelde plaatfe „ naar middelen uitzag om Amfterdam aan „te taften, te bombardeeren, en aldaar „ eenen opftand te verwekken ónder 't „ graauw (5)." Doch 't zy dit berigt ee- nigen grond hadt, of niet; men befloot, den drie en twintigften Maart, op nieuws, boven de vierhonderd man Lands foldaa- ten, die hier in bezetting lagen, nog zes- honderd of agthonderd man in dienft der Stede aan te neemen (r). j°eleg In de Stad, waren de Regenten niet zon- lep het der bekommering. Van Burgemeefter van Vau'g" Beuningen wordt verhaald, dat hy , om- ^aieesT trent deezen tyd, niet uit Amfterdam durf- ^ van de gaan, uit vreeze van opgeligt en vaft- ^ütiin- gezet te zullen worden. Zelfs liepen 'er, ten deezen tyde, zulke fterke gerügten van eenen toeleg op zyn leeven,dat myneHee- ren van den Geregte niet fchroomden, op den een en twintigften Maart, af te kondi- gen , dat hun de gegrondheid van die ge- rugten genoegzaam gebleeken was, te ge- lyk duizend zilveren Ducatons beloovende aan die de fchuldigen aanbragt (*)• De Stad werdt ook, door de Staaten, gemag- tigd , om den medepligtigen ftrafvryheid toe te zeggen (f)- Joan van Bankhem en Samuel Bofch werden , ten deezen tyde , voor anderen , van den aanflag op Burge- meefter van Beuningen verdagt gehouden. Van Bankhem hadt, in 't jaar 1672,Sche- pen van den Haage zynde , de hand gehad in den toeleg op de Broeders de Witt, en was , daarna , door zyne Hoogheid , tot Baljuw van den Haage bevorderd. Doch in de waarneeming van dit Ampt, hadt hy zig zulks gek weet en, dat hy, van verfchei- den' euveldaaden befchuldigd zynde , op de Voorpoorte van den Hove, vaftgezet, en eerlang veroordeeld werdt,om onthalsd te worden. Doch hy beriep zig van dit vonnis op den Hoogen Raade. Terwyl 't geding daar onafgedaan hing, ontfhaptehy uit de hegtenis, en week, ten deezen tyde, naar Amfterdam , daar.hy andermaal ge- vat werdt. Men bragt hem wederom op ,0>) Miffive van Bürgern van Amft. van jg Maart 1684.
in de Hol], Merc. van 1*84. t>l. 7° enz. en Confidet. van
Staatsz. Num. XXVI. hl. $9-
C?) D'AVAUX Tom. II. p, I6J , 170.
(r) Refol. Vroedfch. Lt. Q.- *? Maan ns?4. ƒ. 6S%
(1) Keutb. Q. ƒ. jg, en hier agter Bylaage U. A.
. (t) Relol. Holl. zo. Maart I6S4- U 170.
|
|||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
684
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1684-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1684. hadt geen gevolg («). Weinige dagen laa- „ niet zouden bewilligen in den ophef van
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ter, maakte Burgemeefter van Beuningen,
aan de Burgemeefteren Hudde en Huyde- coper en aan den Penfionaris Hop bekend, hoe de Profeflbr Joannes van der Waayen, die ten dien tyde gebruikt werdt, om de Prinfen van Oranje en NaiTau met eikande- ren te verzoenen, hem, dien ogtend, zyn- de den veertienden April, kennis gegeven hadt van de middelen, die daartoe, van de zyde des Prinfen van Oranje, waren aange- wend , en die beide in beloften en bedrei- gingen beftonden; en hoe hy 'er bygevoegd "hadt „ dat de Prins van Oranje ook het |
eenige gemeene middelen binnen hunne
Stad, noch langer met goede oogen aan- zien , dat, zonder hunne toeftemming > betaalingen gedaan werden op de poften van den Staat van oorloge. Zo men, nogtans, onverhoopt, goed vonde, hierme- de voort te gaan,zouden zy zig genood- zaakt zien, daar tegen zulke befluken te neemen,en zulke middelen te gebruiken, als zy, tot voorftand van hun regt, en van de waardigheid der Stad, zouden dienftig oordeelen: terwyl zy betuigden onfchuldig te willen zyn aan alle de on- heilen , welken hieruit zouden können |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■>•>
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
?»
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5»
|
oog hadt op Amfterdam (Z>)" De be-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kommering hier ter Stede nam, derhalve, zo „ opryzen (ƒ)." Doch deeze ernftige ver-
zeer toe, dat men, voor 't einde van May, klaaring was nog niet in ftaat,om de Leden befloot nog vierhonderd Stads foldaaten aan tot de begeerde ontzegeling over te haaien. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
te neemen, en de Veftingwerken, die, tus-
fchen de Haarlemmer-Poort en de Wefter- beer, merkelyk vervallen waren, te ver- fterken (c). Ook werdt, wat eerder, by een befluit van den Krygsraad, het getal der Burgercompagnien, welk, voor eenigen tyd, op vyftig verminderd was, wederom op zeftig gebragt (ß): waarop het, federt, geblee- ven is. En op den agtften September, werdt een algemeene orde vaftgefteld op 't ftuk |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Burgemeefteren en Raaden beflooten, der-
halve , eenige dagen laater „ niet alleen „ niet te bewilligen in de aanftaande ver- „ pagtingdergewoone loopendemiddelen; „ maar den Ontvanger David de Wiïhem ook „ te belaften, by provifie, geene pennin- „ gen uit de ontvangft der Verpondinge of „ der andere gemeene middelen te zenden „ naar 's Lands Comptoir in den Haage, „ zo lang de Stads Papieren nog verzegeld |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van den Allarm; wanneer de gantfche Bur- „ gehouden werden (g)." Men gaf der't Ge\,
gery in de wapenen komen, en niet dan op Vergaderinge van Holland kennis van dit i'chieLi' bevel van Burgemeefteren of Kolonellen van befluit: 't welk, eindelyk, te wege bragt/J5" haare loopplaatfen fcheiden moeft (e)- dat de Staaten, den Heer van Maarfeveen |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Stad
dringt |
Midlerwyl, hadt zyne Hoogheid alle de eerft van de bewaaring der verzegelde Pa-
Provincien niet können overhaalen tot een pieren ontflaagen hebbende, bevel gaven, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fterk op befluit op de wervinge,naar zyn genoegen, dat dezelven ontzegeld en den Afgevaardig-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zegeling
haarer Papie- ren. |
In Zeeland, was 'er, met meerderheid van den van Amfterdam in handen gefteld wer-
ftemmen, toe beflooten. Friesland en Stad den (b)\ gelyk, ruim vier maanden na de en Lande hadden'er vlak uit tegen geftemd. verzegeling, op den vierentwintigftenjuny, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De algemeene Staaten neigden ook, meer gefchiedde (i). Terftond hierna, bewillig-
en meer , om, volgens den voorflag van de de Stad in den Staat van oorlog, over* Frankryk, in onderhandeling te treeden over eenkomftig met het advis van Gecommitteer- eene Vrede of twintigjaarig Beftand. De de Raaden, en in de gemeene middelen, zaaken fchikten zig, derhalve, allengskens die, volgens gewoonte, in 't kort, verpagt naar de oogmerken der Stad Amfterdam. moeften worden (£). De algemeene Staa- Zy hadt, in 't midden van May, haare Af- ten flooten ook een Verdrag met Frankryk, gevaardigden wederom gezonden in de Ver- waarby zy zig verbonden , om Spanje te gaderinge van Holland; doch die gantfche beweegen tot het aanneemen van een twin- maand de ontzegeling haarer Papieren niet tigjaarig Beftand, welk, op den vyftienden |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
können verwerven. Burgemeefteren en Raa-
den, zulk een' hoon niet langer konnende verdraagen , beflooten, eindelyk , op den |
Auguftus , zo wel met het Keizerryk als
met Spanje, gellooten werdt. De Stad Am- fterdam bereikte dus haar oogmerk , |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tweeden Juny, den Leden aan te zeggen, verkreeg, in de herftelling der rufte onder
j, dat, zo men tenlaatfte geene ordeftelde denabuurige Mogendheden, het loon haa- „ tot de lang gevorderde ontzegeling; zy rer onbezweeken*Standvaftigheid, onaange- zien de hevigfte tegenkantingen. De wak-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
f«) D'AVAUX Ten*. II. f. 294» 31«.
(4) Aantek. van den Heere Penfion. J. HOP van 14 ^A-
pril 1684. MS. (c) Refol. Vroedfch. L'. Q; 24 U*]t I| Juny 1S84. ƒ.
134» D!> M*- (i) Handv. II. i«r.
(e) Handy, bl, na.
|
ker-
(ƒ) Refol. Vroedfch. L'. Q. i Juny i«84. ƒ. i)9.
(g) Refol. Vroedfch. L'. Q. ij Juny I684. ƒ• 141. (h) B-efol. Holl. 19 , ij Juny 1684. bl. 299, 30J. (i) D'AVAUX Tom, hl. f. «J. (O Refol. Vroedfch. Ir, O,, is Juny IC84. ƒ. 144. ***'
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XX. Boek.
|
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||
685
|
||||||||||||||||
1684. Verheid en het beleid, in 't moediglyk voor-
draagen en aandringen haarer befluken, door den Heere Penfionaris Hop , beweezen , werdt ook eerlang erkend, toen zy hem, die, in 't jaar 1680, voor vyfjaaren, aan- genomen geweeft was, uit aanmerking van de goede en getrouwe dienßen, door hem , aen de Stad gedaen, en die nog voor het toe- komende van deszelfs yver, vigilantie en on- gemeene bequaemheid te vertagten waren , zonder bepaaling van tyd, in zyn ampt be- veiligde (/). De Stad deedt hem , in 't jaar 1689,00k de eer van hem op de Nominatie tot Raadpenfionaris van Holland te bren- gen (m). In 't jaar 1684 , niet lang na 't voorgevallene met den Heere Hooft en hem, ter Vergaderinge van Holland, tradt hy, hier ter Stede, in de egt met Jongk- vrouwe Izabelle i/oo/^ Zufter van gemelden Heere. De Digter Joachim Oudaan maakte een deftig vers op dit Huwelyk, waarin hy zig, zinfpeelende op het gebeur- de in- deezen jaare, onder anderen , dus hooren liet (n): Maar 't had wat in de klem te zetten op
dat werk: Twee helden, Hooft en Hop, de dom-
mekracht teflerky (l) Refbl. Vroedfch. Zr. Q. u July i«8f. ƒ. 51».
(m) Refol. Vroedfch. f. S. 26 May 1S8J. ƒ. 317. (/>; Poézy II. Deel, hl, j8ï. |
||||||||||||||||
Waar met men u (*J en my (f) heeft zoe- I(5g4,
ken te ondermynen, (*)rry* Doen met onkreuk'bren moed 't gevreefl ge- b(eJ?ü?
vaar verdwynen: ^Ji(L aar' 't Is tyd dan, dat ook Gy (§) die vadzig- (§) Vry
beid verlaat, beid. En weer te voorfchyn treed tot welßand van
den Staat;- Geen macht van Koningen , noch Vorflen
zal u bind'ren; Men ziet het eerlyk bloed der Vad'ren in hun
kind'ren Herleven: Amsterdam, dat aan 't Ge-
meenebefi De levens ader ßrekt, verlaat zich op geen
veß, Noch weerbaar ravelyn der diep gefchote
grachten , Noch wel geworven heir van Land- en wa-
termacbten, Noch fchotdeur om een zee te zetten op het
veld y Noch verd're tegenweer daar 't zyne vry-
heid geld; Zoo zeer als op den moed en trouw der Bür-
gerheeren ; 't Gematigd wederwicht van 't Vorflelyk
regeren. |
||||||||||||||||
Vvvv
|
||||||||||||||||
JB Y-
|
||||||||||||||||
I. STUK.
|
||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||
AMSTERDAMS GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||
686
|
||||||||||||||||
EBydaag6
L'.A. |
||||||||||||||||
B Y L A A G
op het II. Deel, XX. Boek.
Lr. A.
NOTIFICATIE.
Wegens eer? aanjlag op het Leeven van den Heer Mr. Coenuaed van Beünikgen, regeer en^
Burgemeefler der Stad dmfierdam, gedagtekend den 11 Maart 1684. |
||||||||||||||||
Alfoo op de geruchten, welke als kennelyk
is, federt eenigen tyd geloopen hebben van eenig deflèyn tegens het leven van den heer Burgermeefter van Beuninoen, myn hee- ren van den gerechte door verfcheyde overeen- fteromende informatien ende inditien genoeg- faem feekerlyk is gebleeken, dat eenige boos- wigten, ten getalle van fes , feven ofte meer, omtrent het huys van gedagte heer van Beu- n in gen, op voorleeden donderdag, die ge- weeft is den 16 defes , des avonts 't famenge- rot , het felve deffeyn (dog God lof te ver- geefs) hebben getragt te executeren: ende dat 'tr voor de veyligheyd van een yder, ende fpe- cialyk van de gene die part aen de Regeringh hebben ten hoogften aen gelegen is, dat foda- nig ongehoort en verfoeyelyk moortdadigh on- dernemen , op 't klaerft werde ontdeckt, ende dat de gene die daeraen fchuldig fyn , behoor- lyk werden geftraft, als mede voorfien ten eyn- de het felve deflèyn als nog niet werde uytge- vbert, vermits: aen welgedagte heeren van den gefegte by goede informatien i? gebleken, dat na de voorf. dag van den 16 defes binnen de- fe Stadt nog booswichten fyn gevonden , die haer hebben laten ontvallen dat het nog uitge- voert foude werden, Soo is 't , dat haer Ed: achtb. om daertegens naer behoren te voorfien goetgevonden hebben aen een yder Ingefetenen van defe Stad te ordonneren, ten fpoedigften aen den heere hooft Officier bekent te maken alle het gene hem of haer van het voorf. moort- dadigh toelegh, of andere diergelyk magh be- kentzyn, op arbitrale correctie, by aldien y- mant daer in naerlatigh foude mogen werden gevonden, en makenhaer Ed: achtb. vorders by defen bekent ende beloven, dat by foo verre ymant een ofte meer complicen van 't voorf. moortdadigh deflèyn fal weten aen te melden, diermaten dat defelve daer op in hechteniffè fal werden bekomen, en van fyn misdaet overtuygt, voor die goede dienft aen de Juftitie, en aen de genieene faeke gedaen, fal génieten een be- looning van duyfent filvere Ducatoris, en dat fyn naem fecreet fal werden gehouden: en dat by aldien den aenbrenger felfs een van de Com- plicen foude mogen fyn, haer Ed: achtb, alles füllen doen wat in haer is, om hem pardon en impuniteit te procureren, ende dat defelve daer en boven insgelyks fal genieten de voorf. prse- mie van duyfent filvere ducatons, by aldien als vooren gemelt, een of meer van fyne Compli- cen daer op in hechteniffè werden bekomen, en van haer misdaet overtuyght. Ordonneerende |
haer Ed: achtb. daer en boven wel expreffëlyk,
dat niemant 't zy Plerbergier, Drogafteryhouder, of houders van flapers, of andere, wie 't ook foude moogen fyn, binnen defe Stadt althans yemant vanbuyten ingekomen,logerende,voor welkers onfchuld hy niet verantwoorden wil of kan, niet fal vermogen van defe tydt af vorders in fyn huys te houden, fonder de naem ende de qualitey t van de perfoon, aenftonts bekent te ma- ken aen de Capiteyn, ofce in fyn abfentie aen de naefte hooft officier van de wyk,in dewelke hy woont, ftatuerende en ordonneerende daer- enboven haer Ed. achtb. dat alle herbergiers , Droogegaftery houders, houders van flapers en diergelyke, die vreemde luyden fyn gewoon te logeren, van dagh tot dagh aen de Capiteynca off hooft officieren hier boven geroert, van de gene die fy logeren notificatie füllen hebben te geven, en een Billet over te leveren , inhouden- de hare naem en qualiteyt. En indien defelve Capiteyn, of in fyn abfentie de naefte hooft- officier van de wyk eenigh het minfte nabeden- ken op de voorf a'engegeven perfonen foude mo- gen hebben, dat defelve daer van aenftonts ken- niflè fullen nebben te geven aen den heer Op- perfchout defer Stad, en in gevalle ymant in 't aengeven van perfonen die hy logeert gebreckigh blyft fal verbeuren een fomme van 100 guldens, en boven dien arbitralyk werden gecorrigeert. -Waerfchouwende eyndelyk haer Ed. achtb. een yder forgvuldelyk in achting te nemen, dat by haer niet werden ontfangen, fonder groote om- fichtigheyt, luyden die van quaet bedryf ver- dacht können zyn. Aldus gearrefteert den 21 maert 1684 preH
de heeren Burgermeefteren Joannes Hud- de enM'. Joan Huydekoper, Ridder, Heer van maerflèveen, neerdyck &c. en de hee- ren Schepenen Mr. Jacob Jacobsz. Hin- lopen, AlbenBent es, Cornelis Valkenier\ M''.' jeronimus de Haze de Georgio, Ja- cob Elias, en Mr. Pieter Huift. En ten felve dage gepubliceert, prefentibus Mr. Jacob jacobz. Hinlop'en , prafiderende Schepen, als Stedehouder van de heer Mr. Jacob Boreel, hooft-officier, Joannes Hud- de, Burgermeefter; Cornelis Valkenier en M'. Pieter Huift, Schepenen. In kenniflè van my Secretaris.
(Was getekend) W. Valckenier.
|
|||||||||||||||
T WEE-
|
||||||||||||||||
W E Ë D E
|
|||||||||||||||||||||||
DEEL;
|
|||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN
|
|||||||||||||||||||||||
VAN
AMSTERDAM;
|
|||||||||||||||||||||||
EENENTWINTIGSTE BOEK.
Amsterdams Geschiedenissen, van het'jaar 1684j
: tot het jaar 1695. |
|||||||||||||||||||||||
neemen, om, van daar, naar Zoeftdyk te 1684.'
ryden, daar hy eenige weeken dagt te ver-voor 't toeven. De naafte weg derwaards was Stadhuis door Amfterdam. Een Neef van Bürge-««willen meefter van Beuningen , zyne Hoogheid \^' verzeilende, gaf zynen Oom kennis van 's Prinfen voorneemen, om door Amflerdam te trekken. Van Beuningen verzuimde niet, de andere Burgemeefteren hiervan te ver- wittigen. Men hefloot, de middagmaakyd voor zyne Hoogheid te bereiden; doch na- derhand verflaande dat hy niet voor vier uuren aankomen zou, vondt men geraaden, de middagmaakyd in een nanoens-onthaal te veranderen. De gantfche Raad kwam j op 't verzoek van den Heere van Beunin- gen, byeen, op 't Stadhuis. Doch zyne Hoogheid, met vollen ren, van den Nieu- wendyk, op den Dam komende, nam zy- nen weg digt langs de Waage, en fcheeii 't Stadhuis te willen myden. Drie Burge- meefteren , Cornelis Geehinck , Heer van Kaftrikom, Coénraad van Bwningen en Joan Huydecoper , Heer van Maaffeveen, zynde den Heere Joannes Hudde afwezig, hadden naauwlyks zo veel tyd gehad, dat zy, ten Stadhuize afgetreden, de koets deeden ftil- houden. De Heer Geel vinck, die thans voor- zat in Burgemeefters - Kamer, verzogt den Prins, dat hy hun de eer wilde aandoen van eenige ververfching, die op 't Stadhuis ge- reed gemaakt was, te komen nuttigen. Doch hy.weigerde het fierlyk,zondereenig teken van beleefdheid tegeeven,dandat hy 't hoofd éen weinig voorwaafds boog naar 't poortïer van de koets: waarna hy, zonder zig eenigszins op te houden, de Kalverftraat in, en ter Stad uit reedt. En deeze onvriende- lykheid werdt genomen voor een blyk van 's Prinfen aanhoudend misnoegen op de Re- geering van Amfterdam. Men wil ook, dat- Vvvv % dit |
|||||||||||||||||||||||
y^Xntzegelen der Papieren van Amfter-
|
|||||||||||||||||||||||
16 84.
^yne \_J dam, en de Verdragen, die 'er op
j-toog- gevolgd waren , fcheenen de verzoening 2 d . tuffchen zyne Hoogheid en deeze Stad te vn?wLzls hebben moeten uitwerken. Ook fchryven |
|||||||||||||||||||||||
fommigen,
dert, door de Regeering herwaards geno- digd, en treffelyk onthaald werden (a). Doch de Stad kantte zig, in dit en in't vol- gende jaar, zo ernftelyk tegen zulken van 's Prinfen onderneemingen, die zyhieldtte flrekken, tot krenking van het regt en de vryheden der Steden, dat daaruit of nieuw misnoegen ontftondt , of klaarlyk bleek, dat de verzoening niet zo volkomen geweefl was, als zyne Hoogheid gewenfcht hadt. Hy liet nogtans niet na, zelfs na het fluiten van het twintigjaarig Beftand, onder de hand, door middel van den Heere nan Bevermngk en anderen, te arbeiden,om Amfterdam te winnen (b). Men wil zelfs, dat hy Burge- meefteren beloofde, dat hy zig, voortaan, ïn 't waarneemen zynerhoogeampten,flip- telyk zou houden aan de grondwetten van den Staat; en dat men hem, daarop, ver- Waard hadt, dat men het voorgevallene niet meer gedenken wilde (c). Ook melden fom- migen, dat Burgemeeftervan Beilningen in 't byzonder zyn beft deedt, om 's Prinfen gunft te herwinnen, en zelfs, om eene vol- komen verzoening te bewerken , tuffchen zyne Hoogheid en de Stad (d). Doch hoe weinig hy hierin nog gevorderd ware, bleek, volgens fommiger verhaal, in 't begin van October. De Prins bevondt zig toen, op een Lufthuis, naby Haarlem, vermoedelyk op 't Huis Zwaanenburg, 0p halfweg, tus- fchen deeze Stad en Amfterdam, met voor- |
|||||||||||||||||||||||
le ver-
kenen *Jetde Regee- *ing van Amfter- |
|||||||||||||||||||||||
*»?rydt
Sr de Z°nder
|
|||||||||||||||||||||||
(a) BUBNÉT Vol. I. f. S9+-
(i>) D'AVAUX Tom. IV. p. «r, 89, 95. (e) D'AVAUX Tom. IV. />. 9S> '07. (d) D'AVAUX Tim. IV. ƒ>. "3. |
|||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||
68?
|
|||||||||||||||||||||||
ten van het onderzoeken der Nominatie. ï6°r
Doch hun werdt, van Stads wege, belet, daarmede voort te vaaren, en zy genood- zaakt, onverrigter zaake, te rug te keeren. De Regeering van Dordrecht klaagde, fe- dert, over 't Hof, ter Vergaderinge van Holland, en werdt daarin onderfteund door de Stad Amfterdam, die verftondt, dat het Hof geen regtsgebied hadt in de Steden; fchoonzy,vande andere zyde, het regt des Stadhouders wilde blyven handhaaven (k). |
|||||||||||||||||||||||
dit voorval Burgemeefter van Beuningen,
hier, by de Regeeringe, in ongunft bragt, alzo hy verzekerd hadt, dat zyne Hoog- heid kwam met oogmerk om te fpreeken van de bekwaamde middelen , om het onderling goed verftand te herftellen ( e). Ondertuflchen, duurde de bekommering nog hier ter Stede. De aangenomen Stads Ibldaaten bleeven in dienfl, en Burgemees- teren werden, voor 't einde van Oftober, op nieuws, gemagtigd, om, door het op- maaken van ingeftorte wallen; door 't ver- plaatfen van 'c gefchut; door het toemaa- ken van de Amftelfluis, en andere bruggen enfluizen; door het ftellen van paalwerk, of wat 'er meer noodig mögt zyn, alles te doen, wat tot het befluiten en verzekeren der Stad en der toegangen derwaards ver- eifcht werdt (ƒ). Ook tekenen fommigen aan, dat de zwakke plaatfen om de Stad met paaien bezet; de wallen met oorlogs- behoeften voorzien; gefchut op zekere af- ftanden geplaatft; fchuiten met gefchut in den Amftel en andere wateren, en twee ge- wapende vaartuigen in 't Y gelegd werden: alle welke voorbehoedfels toegefchreeven werden aan de vrees, welke men hier hadt voor eene geweldige onderneeming des Prinfen van Oranje (g); die, egter of nooit beraamd geweeft, of ten minfte nooit ter uitvoeringe gebragt is. Den dienfl der Predikanten alhier, federt
het bouwen der Oofter-Kerke , merkelyk zwaarder geworden zynde, vooral, om dat onder derzelver getal ook eenige ouden en zwakken gevonden werden; verzogt deKer- kenraad, in de Lente deezes jaars, om ver- meerdering van Predikanten; waarop de Vroedfchap befloot, het gewoone getal met een te verhoogen (/;). Wat laater .werdt geraaden gevonden,
den Intreft der Capitaalen, die ten lafle van de Stad liepen, van drie en een halfop drie ten honderd te verminderen, mids dat aan zulken, die hunne Capitaalen, tot deezen Intreft, niet aan de Stad begeerden te laa- ten, de aflosfing derzelven aangebooden werdt (i). Zyne Hoogheid , zo men meende, on-
derregt, dat 'er, in 't benoemen der goede Luiden van Agten te Dordrecht, welk door de Gilden gefchiedt, eenige onbehoorlyk- heden hadden plaats gehad, bragt te wege, dat eenige Gemagtigden uit den Hove der- waards gezonden werden, die , zonder de Wethouderfchap te kennen, een begin maak- ff) JToiex. d'AVAUX Tom. IV. ƒ>. "3 & fuiv. H9.' (f) Refol. Vroedfch. L'. Q.^27 OÜ. 1684. ƒ. i93.
(g) D'AVAUX Tom. IV. p. 199.
(h) Refol. Vroedfch. ir. Q. 20 Maart 1684. ƒ. «7.
{<} Refol. Vtoedfch. L'. <^ 28 Juny 168*. ƒ. 14«. |
|||||||||||||||||||||||
1684.
|
|||||||||||||||||||||||
Men
vaart voort met voor de verze• kerdheid der Stad zorg te draagen. |
|||||||||||||||||||||||
Zy. leverde zelfs, in den aanvang des vol-
|
[685-
|
||||||||||||||||||||||
genden jaars, een uitvoerig Vertoog ter Ver-
gaderinge van Holland over , waarin het regt des Stadhouders, om onderzoek te doen op de Nominatien, naauwkeuriglyk, werdt naargefpoord, en onder anderen getoond, „ dat aan de Staaten ftondt kennis te nee- „ men van de gefchillen, die over de uit- „ gebreidheid en paaien van het Stadhou- „ derlyk gezag, tuffchen den Stadhouder „ en de Steden, mogten voorvallen (/)." Doch eer de Staaten hierop eenig befluit na- men, hadt zyne Hoogheid te wege gebragt, dat 'er, te Dordrecht, eene nieuwe Nomi- natie van goede Luiden van Agten gemaakc w.erdt; waaruit hy, terftond, de verkiezing deedt. Wy hebben, elders (m) ,omftandig- lyk gehandeld van dit gefchil, welk Amfter- dam niet regelregt betrof; waarom te min- der noodig is, dat wy 'er hier breeder van gewaagen zouden. De Prins van Oranje, die ongaarne ge-Zyn^
zien hadt, dat de Stad zig voegde aan de^°°Ke(: zyde van Dordrecht, vatte nieuw misnoe-zo'ent^ gen tegen haar op, toen zy, na 't fluiten Volk°' van het twintigjaarig Beftand, fterk begon menlr te dringen op" vermindering vanLandmagt, ^aji' terwyl zy zig zeer geneigd toonde, om den ^da»1' aanbouw van Oorlogsfchepen te helpen be- vorderen. De Regeering befloot zelfs, gee- ne penningen meer naar den Haage te zen- den, tot betaalinge van's Lands Krygsvolk; en de Ontvanger David de Wilhem. kreeg laft, om hiermede, tot nader bevel,op te houden (n): terwyl zy nieuwe zorg droeg voor de veiligheid der Stad, door het getal der gewoonlyke Ratel wagt, met tweehon- derd man, te vermeerderen (o). Zy liet zig, nogtans, eerlang, overhaalen om van de afdanking af te zien, mids de aanbouw van zes en dertig Oorlogsfchepen, waartoe, reeds in't jaar 1682, beflooten was, fter- ker
(IQ Refol. Vroedfch. L'. Q. 7, ij Nov. 1% , 20 Dee.
1684./. 196, 20J,JIII, 2IJ.
|
|||||||||||||||||||||||
't Getal
der Pre dikanten wordt met een vermeer- derd. |
|||||||||||||||||||||||
De In-
treft van drie en een half op drie ten hon- derd ver- minderd. |
|||||||||||||||||||||||
Amfter-
dam kieft de zyde van Dor- drecht , in een gefchil met zyne Hoog- heid en het Hof. |
|||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||
XXI. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||
689
|
|||||||||||||||||||||||||
Zoon van Karel den II., ondernomen werdt. 1685.
Monmouth hadt zig, eerftin den Haage,. ' en daarna, zeer in 't heimelyk, te Amfter- fti|d " dam onthouden , daar hy den toeleg be- hadt. raamde, met den Graaf vanArgyle ^die ins- gelyks herwaar ds geweeken was (ƒ).. De laatfte bekwam hier, zo Burnet fchryft honderd duizend guldens vaneene ryke We- duwe , en kogt 'er voorraad van krygsbe- hoeften voor, met welken hy, in 't midden van May, naar Schotland zeilde. Mon= mouth volgde hem, omtrent drie weeken laater, zig begeven hebbende aan boord van een klein Oorlogsfchip van dertig Huk- ken, welk hier ter Stede van Klaas Jakobs* zoon de Fries gekogt, en de Helderenberg ge*- naamdwas. Het werdt gevoerd door den Kapitein Bieter Abrahamszoon Brakel De Regeering van Amfterdam hadt geene ken- nis gekreegen van deeze uitrufting , voor dat het te laat, en de Helderenberg reeds vertrokken was. Zy hadt zelfs niet gej weeten, dat Monmouth zig in de Stad ont- hieldt; doch 'er, op 's Konings begeerte, onderzoek naar gedaan, met oogmerk om hem te doen vertrekken, zo men hem hadt können vinden. Zelfs was zeker Blaauw- boekje, genaamd An impartial Enquiry, of Onzydig Onderzoek , welk , waarfchynlyk, door de vrienden des Hertogs van Mon- mouth , verfpreid was, en fcherpe befchul- digingen inhieldt tegen Karel den II., dia toen nog leefde, en deszelfs Broeder, den Hertog van Jork, hier ter Stede, den zes- den February, door 't Geregt verbooden (ƒ). Al 't welke bewees, dat men, te Amfter- dam, den Koning van Groot-Britanje niet ongeftraft wilde laaten hoonen. Monmouth, in 't weften van Engeland geland zynde , hadt zig, terftond, voor Koning doen uit- roepen, en eene Oorlogsverklaring tegen Jakob den II. in 't licht gegeven, die ook hier te Lande verfpreid ; doch terftond , door 't Hof, en ook door 't Geregt van Am- fterdam (u), verbooden werdt. Men weet, hoe beide Monmouth en Argyle hunne roe- kelooze onderneeming, federt, met den hals geboet hebben (V). Koning Jakob klaagde zeerover de Regeering van Amfterdam, die 't fchip den Helderenberg niet in beflag geno- men hadt,fchoon het,door denEngelfchen Gezant Skehon, verzogt, en door de Staa- ten bevolen geweeft was. Doch de Stad verdedigde zig zo volkomenlyk, in eenen brief aan de Staatfche Gezanten in Enge- land , dat 'er 't Hof, zo 't fcheen, genoe-, gen
(s) Zie Vaderl. Hift. XV. Deel, M- *»*•
(t) Kenrb. Q_/. 87.
(u) Keutb. Q_. ƒ. 92. -verfo.
(v) Zit Vaderl. Hift. XV. Deel, bl, 300 tttx*
Vvvv 3
|
|||||||||||||||||||||||||
ker werdt voortgezet (f). Haar befluit bragt
veel toe, om haar te herftellen in de gunft van zyne Hoogheid, en de verzoening te volmaaken, die, in 't voorleeden jaar,ge- brekkelyk gebleeven was.; D'A vaux ver- haalt, dat Burgemeefter Hudde,.die thans, als Oud Burgemeefter, aangebleeven was, en 't meefte gezag hadt in de Stad, meer dan anderen, fchroomde, den Prinfetemis- haagen. Ook vervreemdde de vervolging der Gereformeerden in Frankryk de Regen- ten van Amfterdam, meer en meer, van het volgen van maatregels, die met de in- zigten en belangen van het Franfche Hof overeenkwamen, en tot hiertoe den Staat in vrede bewaard hadden. Voor 't einde des jaars, werdt de verzoening getroffen. Men beloofde:, het voorgevallene, ter we- derzyde, te zullen vergeeten. Ook zou men, volgens 't verhaal van d'Avaux, van den een' en den anderen kant, niets van gewigt in de Vergadering van Holland brengen , zonder 'er eikanderen, vooraf, over gehoord te hebben. Doch de AmbalTadeur voegt 'er by , dat Burgemeefter van Beuningen niet in 't Verdrag begreepen was. De Prins bleef te zeer op hem geftoord: en hy hadt, ook in Amfterdam, in ver na, het aanzien niet, welk hy voorheen aldaar gehad hadt U). Wy laaten egter deeze byzonderhe- den, die alleen op 't gezag van d'A vaux fteunen , geheellyk voor zyne rekening. Gelyk ook ter zyner verantwoordinge blyft de vertelling, dat de Prins, na 't fluiten van 't Verdrag, gaarne gezien zou hebben, dat men hem verzogt hadt, in Amfterdam te komen: doch dat, zulks door zyne vrien- den in de Vroedfchap gebragt zynde, al- daar beflooten werdt,. dit bezoek, onder voorwendfel van het ongunftig jaargetyde, beleefdelyk, van de hand te wyzen (r). Immers, ik vind hiervan geene melding al- toos , in de Regiflers van de Vroedfchap. Karel de II., Koning van Groot - Britan-
je, in February deezes jaars , overleeden zynde, was opgevolgd, door zynen Broe- der, Jakob den II., die den Roomfchen Gods- dienft beleedt. De Prins van Oranje, Schoon- zoon dés Konings, was nooit onverfchillig geweeft, omtrent den toeftand der zaaken in Engeland; doch begon 'er zig nu ernfti- ger mede te moeijen. En meenen eenigen, dat hy niet onkundig geweeft zy van den aanflag tegen de Regeeringe van Koning Ja- kob, die, in den voorzomer deezes jaars, door den Hertog van Monmouth, natuurlyken (p) Zie Vaderl. Hift. XV. Deel, il. jS3 cnXl.
Il) Negociat. du Comte d'Avaux Tum. V. p. 137» 18?»
I9°j lil.
(»•) D'A VAUX Tem. V. f. *°J>
|
|||||||||||||||||||||||||
1Ó85.
|
|||||||||||||||||||||||||
aiis-
»oegd op
ourge- teeOer Van Beu- lingen. |
|||||||||||||||||||||||||
^e Stad
Jerde- Jetzig,
degens
!*ue i,e-
f*uldi-
Plj>g van
'Engel-
|
|||||||||||||||||||||||||
l
|
ï!
|
heHof,
|
|||||||||||||||||||||||
süfzy
|
|||||||||||||||||||||||||
on-
|
|||||||||||||||||||||||||
See
>g des >Mon-
Hth |
|||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
690
|
|||||||||||
nedergezet, werden zelfs niet verfchoond. i6&$'
Het vlugten werdt nog algemeener dan het zjg, op geweeft was. Kortte vooren, hadt men,nieuws' in Frankryk, en byzonderlyk te Bourdeaux ^J^he en teRouan, beflag gelegd op de bezittin- v[ugte- gen van veele Gereformeerde Koop luiden, üngen die penningen en goederen van Hollandfche her- Koopluiden onder zig hadden. Zeitig Am-^g. fterdamfche Koopluiden hadden zig, in Sep-.^ tember, met een Smeekfchrift vervoegd aan Burgemeefteren, om , door derzelver voorfpraak, herftelling van fchade te beko- men. De Penfionaris Hop fprak 'er over met den Graave d'Avaux, die goede woor- den gaf (b). Doch ik vind niet aangete- kend , welk een gevolg deeze zaak gehad hebbe. De Regeering van Amfterdam ver- zuimde , ondertuffchen, niets, om de Fran- fche vlugtelingen hier wel te ontvangen. In Hu"?f Oclober , befloot zy, aan agt van de be-^6^ kwaamfte Predikanten onder dezelven, elk^de» tweehonderd guldens 's jaars toe te leggen, Van °K mids zy zig hier ter Stede onthielden, en derho» den Predikdienft waarnamen (<r): en in Ja-vo0*~ nuary des volgenden jaars , werdt gelykezie fomme aan nog vier anderen toegelegd (d). By de verdeeling, die, naderhand, door de Staaten van Holland, op het onderhouden der gevlugte Franfche Predikanten, werdt gemaakt, werden 'er aan Amfterdam zes« tien toegeweezen (e). Aan Jean Cabrier , bv&e1* die hier de Taffetas luflreerde, zo goed als v0°rhtjn> te Lions, werdt een gefchenk van vyf hon- L6;",- ter derd guldens, en tweehonderd guldens jaar- ste<te' lyks toegelegd , mids hy zyne konft aan toege' geene buitenluiden leerde (ƒ). De twee jaar- v°eê ' lykfche Collecten ten behoeve der Franfche vlugtelingen, die, in 't jaar 1683, voor twee jaaren, vergund waren, werden, na 't her- roepen van 't Ediót van Nantes, nog voor > twee jaaren, toegeftaan (g). En alzo het'cSc^i getal dier Vlugteiingen , na dien tyd, zo^°&lé fterk toenam, dat de WalfcheKerk te klein eer)e bevonden werdt, om het zelve te bevatten, nie^" werdt het Schermfchool op de Prinfengraft Ker^u by 't Molenpad tot eene tweede Kerk be-1°°^ kwaam gemaakt, en van Stads wege, twee ggjna»^ fteenen wooningen voor dezelve , tot ge- bruik der Diaconie en voor den Kofter, ge- fchikt (p). Aan dé maakers van gouden, zilveren, zyden en wollen Stoffen werdt plaats tot het opregten van werkhuizen ge- fchonken (f). Te Rotterdam, volgde men den
(h) D'AVAUX Tom. V. p. I.J3 , IJ5, !«?•
(c) Refol. Vtoedfch. Zr. O^ 13 03. I68J. ƒ. 34«.
(d) Refol. Vtoedfch. Lr. R. j Jan, 1686. ƒ. 40.
(e) Holl. Merc. van 1686. hl. 128.
(f) Refol. Vroedfch. L'. R. 23 03. J«8J. ƒ. 4.
(g) Refol. Vroedfch. L', R. 9 Not/. 168J. ĥ <>.
(h) Refol. Vroedfch. Lr. R. 22 Dec. 16SJ. ƒ. 3?. (i) Refol. Vroedfch, £>. R. 27 ^ipril 168«. ƒ. 100: |
|||||||||||
1685. gen in nam. Kapitein Brakel, eenen tyd lang
te Londen in hegtenis gezeten hebbende, verwierf zelfs, ten laatfte,. vergiffenis van den Koning. Doch 't fchip de Helderenberg, van eigenaar veranderd , en, op 't einde des jaars ,vöor deeze Stad gekomen zynde, werdt daar in beflag genomen, en ten be- hoeve des Konings verbeurd verklaard. De tegenwoordige eigenaar werdt nogtans , uit 's Lands kaffe , met elfduizend guldens , fchadeloos gefteld O), De Stad Burgemeefteren van Amfterdam, geraa- verkrygt den gevonden hebbende, den weg tuffchen Oftroi Duivendrecht en Abkoude, die zeer verval- tot ver^ len was f te herftellen, en om den zelven van6derf rydbaar te maaken,eene Valbrug te leggen weg tus- over de Ringfloot van deDiemermeer;ver- fchen wierven, op den drie en twintigften Maart Duiven- deezes jaars, Oclxoi van 's Lands Staaten, Abkou. om ^e Landeryen, tot verbreedinge van den de. weg vereifcht, van de eigenaars, volgens fchatting van de Geregten, te mogen over- neemen, en om, tot vergoedinge der on- koften , eenen draaglyken Tol te mogen heffen (x). Men trof, op den eenentwin- tigden May des volgenden jaars , eene Over- eenkomft met de Poldermeefters en Inge- landen vandegroote Duivendrechtfche Pol- der , wegens het gebruik en de hoogte van den nieuwen weg: en de weg- en brugtol werden, ten zelfden tyde, geregeld (y). 't Verval De twee Latynfche Schooien , die , al der La- federt eenige jaaren, tot één gebragt wa- tynfche ^ vervielen egter tegenwoordig zo Kerfteld. zeer> "oor °e opregting van andere byzon-
dere Latynfche Schooien, waarin beter on- derwys gegeven werdt,dat Burgemeefteren en Raad, in Maymaand deezes jaars, te raade werden, den tegenwoordigen Rector te beweegen,om van zyn ampt af te ftaan, en hem en den anderen Meefteren, welken men mögt goedvinden te ontfiaan, een be hoorlyk jaargeld toe te leggen. Men be- floot, wyders,naar bekwaame mannen om te zien, om de plaatfen der bedankten te vervullen; en, op dat men hierin te beter flaagen zou, de wedde van Reftor en Mees ters te verhoogen O), 't Hef- Het EdicT: van Nantes, waarby den Ge- roepen reformeerden, in den jaar e 1598, vryheid va" 't . van Godsdienftoefeninge inFrankryk toege- Nante?71 ftaan was' 'm °a°ber deezes jaars, zynde
geeft ge- ingetrokken, begon de vervolging aldaar, legen- op nieuws, heviger dan te vooren. Geboo- heid, dat ren Hollanders, die zig in Frankryk hadden (») Zie Vader!. Hift. XV. Deel, &'. 304 éni.
(x) lil. Privileg, boek, ƒ. izo ""•ƒ•. Handv. bl. 43J. verg. Groot-Memor. N. VII. ƒ. H7- (y) Handv. hl. 4.35-, 416. {%.) Ziehier na, inde&efchfyv. rfsrLATYNSCHRSCHOOLE.
(<»* Refol. Vioedfch. I'. Q« 23 May j«8J. f.Kz<i9. |
|||||||||||
XXI, Boek. GESCHIEDENISSE N. 691
1685. den zelfden voet. De Franfche handwer- maaktenze, voor hun vertrek, in wiflelbrie- 1686.
ken werden, in zo grooten getale, overge- ven over (p). En naardemaal veelen van n St j bragt naar.Amfterdann naar Rotterdamen hun zig genegen toonden, om aan deezené^mt elders, dat de Ambafladeur d'Avaux zulks Stad eenige penningen op Lyfrente te gee- eenig met geene goede oogen kon aanzien, en 'er ven, werdt beflooten, hun daarmede te ge- Seld van deerlyk over klaagde, in zyne brieven (£)„ ryven; een honderd en vyftig duizend gul de,.vlug- ^en De Koopluiden hier te Lande deeden, on- dens van hun op te neemen,enjaarlyks van oV^f" *°ekt dertuflchen, hun beft, om Paspoorten te honderd guldens te geeven rente. Jyen yerkrygen van den Koning van Frankryk,
nitt0§t voor zulken hunner bloedvrienden, die on- Op een lyf van 10 jaaren en daar onder ƒ 4.--------
*tank- der 't gebied van den Staat gebooren wa- vanio wt 15 jaaren——« 4. 2 —
% te ren, en zig in Frankryk hadden nedergezet, __20__25________* 4! 7 ~
^nver- ZOnder aldaar genaturalifeerd te zyn:'t welk, —25 — 30-------------s 4.' 9 .__
HÓi^°°rmeen ik, fomtyds gelukte. Een Amfter- ' ■—30—35----------—«4.12 —.
^rs, en damfch Koopman , Vincent genaamd, ver- —35 —40-------------* 4-16 —
Wn- zoet zulk een Paspoort voor zyn en broeder, __*° *| ~'l'Ji'
Vq yfe die eene Papiermaakery by Angouleme hadt, — 5o — 55_________£%_____
O Am' waaraan wel vyfhonderd arbeiders de koft — 55 — 60-------------« 6.14 —
""eis™" wonnen (/). En ik meen, dat hem zynver- boven de 6o--------•■-------* 7-14 —
IG$6. zoek toegeftaan werdt. De Regeering van
Amfterdam fprak zelve voor eenige luiden Men hadt> te™**? vooren, eenige pennin-
vannaame, welker bloedvrienden hier ter §en van de Franfche ylugtelingen op Intreft Stede in de Regeeringe waren : en onder genomen. Doch nu befloot men eerft, tot anderen, voor Mevrouwe van Oudshoorn, het geeven van Lytrenten. Men nam egter die reeds zeventig jaaren bereikte, en wiens geen hooger Capitaal dan zesduizend gul- man verlof voor den tyd van zes maanden dens op een lyf, en maar op een perfoonuit hadt, om zig buiten 't Koningkryk te ont- mt el.k.e ™mihe> die nog verklaaren moeft, houden; voor den Heere van Heemftede,die dat dit Capitaal hem alleen m eigendom ook reeds buiten Frankryk was; doch aldaar toekwam (5). no* eenig goed hadt; voor Mevrouwe de Omtrent den aanvang deezesjaars 1686, Bürge-
PKduwemnder Meeren voor den Heere verfcheen de Oud-Burgemeefter Coenraad™^ ter Smit ten, die geen van beide genaturaR- ™» Beumngen, die, zo men op t verhaal van^*™ M waren. Voorts, verzogt de Stad ver- dAv*°x ^aat maakenmoge, nog m deverzoekf, gifFenis en vryheid voor den Heer Dutry, onguntt Itondt van zyne Hoogheid, en wiens van zyne die in hegtenis genomen was, om dat hyde aanzien in de Stadook fterk afgenomen was, ^Pten kinderen van den Heer de la Sabliere, een' f de Karaer van Burgemeefteren, verzoe- ^ vlugteling, naar 't fchynt,in zyne herberge ke"de, van zyne ampten van Burgemeefter worden. bewaard hadt. D'Avaux ftelde't verzoek en Vroedfchapontflaagen te v/orden. t Ver- der Heeren van Amfterdam gunftiglyk voor zoek werdt in den Raad gebragt, daar ee- aan den Koning (*>: en 't fchynt,dat 'er, nige Heeren benoemd werden, om de Pri- ten minfte gedeeltelyk, in bewilligd is. vilegien naar te zien, en te onderzoeken, Wat laater verzogt een Burgemeefter van of> en in hoe verre,in de begeerte van den Amfterdam'vryen uittogt voor de vrouw en Heere van Beuningen bewilligd kon wor- kinderen van eenen zyner nabeftaanden, den en of het ook tegen den inhoud der vanden Bofih genaamd, die uit Frankryk Privilegien ftreede (f) ? Doch ik vind niet, geweeken was (»). De Staaten Generaal dat 'er verflag van deeze Commiffie gedaan hadden, te vooren, verzogt om de vryheid zy aan den Raad, en gevolgelyk ook niet, van twee Hollanders, de Heeren Ploos van dat 'er eenig nader beiluit op genomen zy. Anfiel en van Euffen, die, befchuldigd dat Zeker is 'tnogtans, dat hy, die den eerften zv eenige Franfche Gereformeerden hadden February des jaars 1685, als Burgemeefter helpen ontvlugten, in Frankryk, in hegte- afgegaan was,federt, met wederom verkoo-■ nis genomen waren.(*): en ik meen, dat ren werdt. Doch zyneVroedfchaps-plaats ook dit verzoek hun toegeftaan is. De vlug- werdt niet vervuld, dan na zyn overlyden telingen, die herwaar ds kwamen, bragten, (ƒ)• Hy verhaalt zelf, in een zyner ge- zo zy eenig vermogen hadden, zo veel van drukte Zendbrteven den agtften January hunne goederen mede als zy konden, of des jaars 1689 gefchreeven (O, dat hy toen. f O D'AVAUX Tom. V. f. z«7- Tom. VI. p. »). f/>) D'AVAUX Tom. VI. p. lof.
(Ij D'AVAUX Tora, V. p. 193. (q) Refol. Vroedfch. Lr. R. IJ-^"8.6' ƒ' IJ+«
(m) D'AVAUX Tom. V. p. 3°3 . 304. Tom. VI. p. 13. (r) Refol. Vroedfch. ir. R. s f*»- '«»*• /• 16.
(n) D'avuix Tom. VI. p. 15- O) Re<°l' Vroedfch. L'. W. zs 7*»- I«St. ƒ. i«ï»
(o) D'AVAUX Tom. V. p. ISi' O) ßt<"tz* 17,
|
||||
II. Deel,
|
|||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||
69%
|
|||||||||||||||||||||
!686. drie jaaren van de Regeeringe ontflaagen wedergekreegen, en is, op den twintigften i° '
geweeftwas, enzig, in dien tuffchentyd, 061:ober des jaars 1693 , overleeden. In^ °yn zeer op de zaaken der Ooftindifche Maat- zyne vroege jeugd (1), hadt hy grootengecil^, fchappye, van welke hy Bewindhebber was trek gevoeld, tot een ingetoogen en afge-in zy"ê (u) , toegelegd hadt. Hy hadt ook fterk in zonderd leeven. En weet men, by over- yroege de Ooftindifche Aótien gehandeld; doch met levering, dat hy , toen, beproefde, daUsllS ' zulk een' ongelukkigen uitflag,dat dezwaa- hy zig, voor vyfendertig of veertig guldens re fchade, die hy op deezen handel leedt, in 't jaar, van voedfel voorzien kon. Hy |
|||||||||||||||||||||
Hy
wordt
zyner zinnen byiler. |
hem het verftand krenkte. Men befpeurde vervoegde zig toen ook in 't gezelfchap der
hiervan taftelyke blyken, in den Herfft des Rynsburgeren , welk ten huize van Frans jaars 1688,toen hy een Gefchriftontwierp Joachimszoon Oudaen, Bakker te Rynsburg, over het duizendjaarig Ryk van Chriftus, en Vader van den beroemden Digter Joa- |
||||||||||||||||||||
welk hy hieldt, in 't kort, te zullen opge- chim Oudaen, byeen kwam; daar hy eens
regt worden. Hy fchreef, naderhand, over eene ernftige redevoering deedt, aanwy- deeze ftoffe, donkerlyk en verwardelyk, zende, hoe een Chriften wandelen moeft, aan Burgemeefteren en Schepenen, dieligte- om God, naar het Boek, zo noemde hy de ]yk zagen,waar het den ongelukkigenHee- Schriftuur, te behaagen. Omtrent deezen re haperde. Men liet toe, dat hy, in zyn tyd, kreeg hy ook kennis aan Johan Har- huis, opgeflooten en bewaard werdt, daar tigvelt, Zoon van Kornelis Hartigvelt, Bur- men zig van geneesmiddelen bediende,om gemeefter van Rotterdam, voor wien men, hem te herftellen. Doch hy beweerde, dat zeide hy, infiaan kon, dat hy naar het Boek. hy gezond was van lighaam en geeft, en leefde. Ook aan Daniel de Br een en anderen, nam zeer euvel, dat hem, op den zeven- van welke luiden hy 't gevoelen van het tienden Oftober des gemelden jaars, met duizendjaarig Ryk overgenomen hadt, welk geweld, een ader geopend was. Hy wift hem, toen hy, in zynen ouderdom, zyner wel, dat hy geen bewind over zyne midde- zinnen byfter geworden was, wederom in len hadt, zynde het zelve, op den twintig- den geeft fchynt opgekomen te zyn. Met ften der gemelde maand, door Schepenen, Joachim Oudaen, hadt hy ook, federt hec aan zyne Huisvrouwe , Joanna Bartholotti bywoonen der Rynsburgfche Vergaderinge, van den Heuvel, en eenige anderen, geduu- altoos kennis gehouden (x). rende zyne ongefteldheid, opgedraagen (v). De Regenten van 't Gafthuis deezerStad De^ Doch hy verbeeldde zig, dat hy nog zeer hadden, in den aanvang des jaars 1Ó86 ,nulSj[ ryk was, en zag groote winften te gemoet waartoe wy nu wederkeeren, verlof gekree- w°[ op zyne beleende Acfien, die hy den ar- gen, om de Kerk, die van ouds aan 't Gaft- groot' men, der Stad, of den Prinfe van Oranje, huis behoord hadt, te vergrooten , en te voor 't Land, aanboodt. Doch hy klaagde, gelyk, om zekere Huizen en Land van 'c dat niemant dezelven aanvaarden wilde: 't Gafthuis te verkoopen, en de penningen, welk hy voor een wonderwerk aanzag. Doch daarvan komende, te befteeden aan Obli- daarvoor hieldt de ongelukkige byna alles ga- wat omtrent hem gebeurde, en onder an- (*) d.-v. hoogstraten Leven van Joachim oudaen, bi.
deren , dat niemant hem aanfprak, of zyne Jil>41' s°' redenen onderzogt; dat millioenen, gelyk (l) De Heer van Beuningen fchryfc, in zyne*
hy zig Uitdrukte, by misrekening, oordeel- Zendbrief aan C. v. H., waarfchynlyk Coenraad van den, dat vierduizend guldens in de Ooftin- Heemskerk , die den eerften November des jaars difche Maatfchappy zesduizend guldens 's l688 gedagtekend is, dat hy toen zes en zeitig iaars winft eaven- en dat oo 7vn klonnen Jaaren oud was; hy zou , derha ve, nog geene jaars wnnc gaven, en aat, op zyn Kloppen, twintig jaaren moeten bereikt gehad hebben, indien fchreeuwen en weeklaagen bynagt, me- zyriftil en afgefcheiden leeven, en zyn bywoonen
mant der bliuren ten bedde uit gereezen der Rynsburgfche Vergaderinge, gelyk Hooastra- was. Alle deeze en meer andere blyken TEN fchryfl: ( Leven van Joachim Oudaen , bl. 39.) |
|||||||||||||||||||||
zyner krankzinnigheid vindt men in zyne ieigen gedrukte Brieven O), die allen, in
of kort voor zynen ongelukkigen toeftand, gefchreeven zyn. Door wien, of met welk |
ik vermoed, dat Hoogstraten den tyd te vroeg:
gefteld heeft. Immers, ik lees, in zekere Aante- keningen van den Heere Gerrit Schaep Pietersz,, in 't jaar 1638 Schepen en Raad geworden, dat de Heer van Beuningen, in 't jaar 1643, Secretaris |
||||||||||||||||||||
oogmerk, zy gedrukt en uitgegeven zyn, HeerAvaftn Beuningen, in t jaar 1643, Secretans
. & 1 1 S r\__„ , ,," °TT 1 J r van Amfterdam geworden zynde, niet voor t jaar
is my onbekend. De ongelukkige Heer heeft l6j0) afftand van dit ampt deedt, en tot in 't jaar
nimmermeer het gebruik van zyn verftand 1651 een afgezonderd leeven leidde: waarna hy,
in 't laatftgemelde jaar, tot Penfionaris zynde aan-
. . _ ,, „ ,,tT . gefteld, terftond in gewigtige Staatshandelingen
3 ffi wÄf/Äi.'iW.i.,./.,,,,,,,. f b™ikt we^- . ZT» verblyf te Rynsburg fchynt,
(w) zendbr. van dm Hr. c. v. B. bi. i, *, ä,7,s,y, derhalve,m t jaar 1650 en 1651, te moeten ge-
17, i8. zendbi. ««» c. v. H. bl. i,+,7> >». plaatft worden.
|
|||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||
XXI. Böek*
|
69j
|
|||||||||||||||||||||||
gatien, ten lade van openbaare Comptoi-
ren loopende, waarvan zy zig grooter In- treft beloofden (y). Ten zelfden tyde , werdt, ten behoeve van allen,die het mögt aangaan, door Burgemeefteren verklaard, dat hetGafthuis alleenlyk een Gafthuis was, waarin behoeftige kranken ontvangen wer- den, en geene Proveniers, die iet vóór kolt of geryf betaalden (2). Henrik Cafimir, Prins van NafTau en Erf-
Stadhouder van Friesland, der Regeeringe van Amfterdam, op den zevenentwintigften july deezes jaars, kennis gegeven hebben- de , dat zyne jonggebooren Dögter, den volgenden dag, plegtiglyk ftondt gedoopt te worden, en dat hy de Stad, als Geva- der, daarby dagt te doen reprefenteeren; zo werdt by den Raad beflooten der jonge Prinfeffe <, tot eene pillegave , té vereeren een' lyfrehtebrief van zeshonderd guldens jaarlyksj leggende in eene gouden doos, en daarenboven vyfhonderd guldens te fchenken in de Kraamkamer («). De Staaten 's Lands van Utrecht met Bur-
gemeefteren van Amfterdam zynde overeen- gekomen , om een' bekwaamen wagenweg te maaken tuffchen de twee Steden, mids daartegen heffende eene behoorlyke Ga- belle , en deeze weg dok moetende loopen over Slootdyk , door het Geregt van Kroo- nenburg; zo verzogt en verwierf Antonis van Lynden, Heer van Kroonenburg, Loenen enz. Oétroi van de Staaten van Holland , gedagtekend den dertigften May, om den weg over Slootdyk ook te mogen maaken en onderhouden, waartegen hem, insgelyks, eene bepaalde Gabelle werdt toegelegd. En dit Oftroi, als de Stad eenigszins betreffen- de, is, in eene van de Stads Regiflers (£), te boek gefteld. De Volkplanting van Suriname, waarin
de Stad een derde gedeelte bezat, van tyd tot tyd , meerder voordeel beloovende , fchroomden Burgemeefteren en Raaden niet^ de Commiffariffen, die, van Stads wege, 't bewind der Sociëteit of des Genootfchaps hadden, te magtigen , om , nu en dan , voor korten tyd , eenige penningen op te neemen, en zelfs den Heere van Sommelä- dyk, die voor een derde eigenaar en daar- benevens Gouverneur der Volkplantinge was, op goede verzekering, eene aanzien- lyke fomme te fchieten (c). Op 't einde deezes jaars, werdt, onder anderen, be- flooten, de inlaag in 't Genootfchap, voor (y) Refol. Vroedfch. Lr. R. is Jan. i68fi. ƒ. JOjju
(x.) Handy, hl. 272. (a) Refol. Vroedfch. L'. R. ij Aug. j6>6. f, 156.
(b) IU. Piivüegieb. ƒ. 121. en Handv. hl. 4?9.
(c) Refol. Vroedfch. L". Q^. H Febr. i July iSiS. ƒ.
»7S, 310. L STUK.
|
||||||||||||||||||||||||
ieder der drie deelgenooten, met agtentwin- ^ s
tigduizend guldens te verhoogen;by welke *» gelegenheid, de Stad dën Heere van Som- melsdyk, tot voldoening van zyn aandeel in deeze verhooging, wederom veertiendui- zénd guldens opfchoot (d). In November deezes jaars , werdt ont- D w.
dekt, dat, uit de Wiffelbank deezer Stad, iefbanlT federt eenige jaaren, wel drie enveertigdui- wordt zertd zevenhonderd én zeventig guldens ge- befloo»- ftolen waren. Burgemeefteren , die, van wege de Stad, voor de fchade inftonden, fpaarden' gééné moeite, om de handdaadi- gen te ontdekken, en te doen ftraffen (e): 't welk hun bok, meen ik, ten deele, ge- lukt is. Omtrent den aanvang des jaars 1687 , De Stad
ontftondt 'er gefchil tuffchen den Hoogen neemt Raad en 't Hof, waarin de Regeering van deel in Amfterdam ook eeriig deel nam, en welk pkerge- hooger zou geloopen hebben, zo 't niet, fchen'"8" by tyds , door 's Lands Staaten zelven , denHoo- bygelegd geworden was. Adriaan Bouwman, gen Raad Predikant te Alfen, was, oveir zekere my^ en*J^of- onbekende misdaad, voor 't Hof in regteri Iö°7* betrokken. Eenige Leden der Gemeente hadden zig, federt, vervoegd aan de Clas- fis van Woerden en Neder-Rynland, waar- toe de Predikant van Alfen behoorde, mee verzoek, dat zy de zaak tuffchen den Leer- aar en hen, tot de meefte ftigtinge, wilde afdoen. De Claffis verwierf 'er verlof toe van 't Hof; doch zat 'er naauwlyks over, of daar kwam bevel van den Hoogen Raa- de, om 'er mede ftil te ftaan. De oude en nieuwe Kerkenraad van Alfen hadt dit be- vel weeten te verwerven. Doch de eerft- gemelde Leden der Gemeente wift.en te wege te brengen , dat 'er , op naam van zyne Hoogheid , midsgaders Prefident en Raaden van den Hove , brieven kwamen aan de Claffis, gedagtekend den twintigfteri February, om de zaak met den Predikant af te doen, zonder zig aan 't bevel van den Hoogen Raade, ten tegendeele gegeven ,' eenigszins te kreunen. De Hooge Raad zig, door deeze brieven, ten hoogfte bele- digd agtende,' verleende een nieuw* bevel, * Mande- waarby de oude en nieuwe Kerkenraad her- ment van fteld werden in 't bezit van Kèrkelyke zaa- ^flW* ken te mogen afdoen, voor dat dezelven in de Claffis gebragt mogten worden. De Raads- heeren Cornelis Hop en Fincent vahBronkhorfl, beide burgers van Amfterdam, werden, door den Hoogen Raade, gemagtigd,om dit be« vel ter uitvoeringe te brengen. Zy begaven zig naar Alfen, daar zy bevel gaven toe her-*
(d) Refol. Vroedfch. Zr. R. 3 D"> «686. ƒ. i»i,
(et Groot-Memoi. N. VU. ƒ. >«». Xxxx
|
||||||||||||||||||||||||
1686.
IfGaft.
«uis
Ver-
klaard SeenPro- ^eniers- huis te Oe Stad
llaat Ge- Vader "Vere'e- 1e Dog- kr van JenPrin- [evan ^affau. |
||||||||||||||||||||||||
Oftroi
°P een Veelte |
||||||||||||||||||||||||
^aa
|
en
|
|||||||||||||||||||||||
gen-
|
||||||||||||||||||||||||
brecht.
|
||||||||||||||||||||||||
N in-
f 15>ocie-
JltlÜ..
016 »ordt
|
||||||||||||||||||||||||
Sr.
|
||||||||||||||||||||||||
°°gd.
|
||||||||||||||||||||||||
A M 'S T E R D A M S
|
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6p4
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
j587 herflelling van alles, wat verkeerdelyk ge-
daan was, op eene boete van honderd gou- den Ducaaten, jegens de hooge Overheid te verbeuren; te gelyk de Brieven van den Hove,waarby deClaffis gemagtigd was om over de zaak te zitten, naar zig neemende |
„ magtigen, de Predikant, of wie 'er zig \6%T
„ meerder by bezwaard vondt, zig zou mo- „ gen vervoegen aan de Staaten zelven;die „ deswege zulk eene fchikking zouden maa- „ ken, als zy zouden bevinden te behooren „ (ƒ)." De Heeren Hop en van Bronk- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maar 't Hof kreeg zo dra geene kennis van horft , hierdoor genoegzaame vergoeding
't gebeurde, of het dagvaardde de Raads- ontvangen hebbende, voor den hoon, hun heeren Hop en van Bronkhorft in perfoon, aangedaan, begaven zig wederom naar den en beval hun de brieven van aanfchryvinge Haage , en tot het waarneemen van hun |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aan de Claffis aan eenen der Secretariffen beroep.
|
dt«
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van den Hove te rug te geeven, en de pen 's Nagts tiuTchen den vyfden en zesden B^^j.
te naaien door de woorden, hierop flaande, May, was 'er een hevige brand ontftaan in p*rf in de brieven, waarby de Hooge Raad den het Dorp Durgerdam, aan de overzyde van Kerkenraad van Alfen herfteld hadt in 't 'tY, in 't gezigt van Amfterdam,gelegen, regt of bezit, welk denzelven betwift werdt. Omtrent driehonderd huizen werden aan De Hooge Raad, 't bedryf van 't Hof aan- kooien gelegd. De Kerk, een Zaagmolen, ziende als eene blykbaare inbreuk op hunne en weinige huizen aan den Zuidooftkant blee- waardigheid en gezag, vervoegde zig aan ven Haan.'t Ongeluk was veroorzaakt, door- de Staaten van Holland, met verzoek, dat 't aanglimmen van doove kooien, in een het Hof in 't ongelyk mögt worden gefield, hutje aan den Ooflkant van 't Dorp, en de De Heeren Hop en van Bronkhorft, niet vlam was, door eenen flyven Ooftenwind, gezind om in perfoon te verfchynen, voor flerk aangeblaazen (g). De Regeering van 't Hof, en bedugt voor verderen hoon, be- Amfterdam gaf, in de Lente des volgenden gaven zig naar Amfterdam, en klaagden der jaars, aan die van Durgerdam verlof, om, Regeeringe het ongelyk, welk men hun hier ter Stede, te mogen bekend maaken, aandeedt. Burgemeefteren trokken zig de dat zy eene Lotery, ten behoeve der ver* zaak hunner burgeren aan; fchreeven, den armde ingezetenen, hadden opgeregt (hy. negenden Juny, in hun voordeel, aan de uit de winft van welke, naderhand, de ver- Staaten» en verzogt en „ dat hunne Edele brandde wooningen wederom werden opge- „ Groot - Mogendheden den Provinciaalen timmerd. „ Raaden wilden beveelen, fchriftelyk aan Omtrent deezen tyd, werdt, in de Vroed- Raad-,
„ te wyzen, op wat gronden dezelven zig fchap van Amfterdam, wederom ernflelyk pleeg'! |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5)
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zo veel gezags aanmaatigden over Ge- geraadpleegd op het weeren of voorkomeng
|
het ff'
|
e
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
magtigden van den Hoogen Raade , in van den flank, in de wateren deezer Stede; "„ i
|
i$
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zaaken derzelver ampt betreffende." Ook waarop, eerlang, een ontwerp gemaakt (ij den W\.
begeerden zy „ dat den Procureur - Gene- en in den Raad gebragt en goedgekeurd inde s$ j, raal mögt gelaft worden, voor de Heeren werdt. Burgemeefteren en Thefaurieren wer-*erj° „ Staaten open te leggen , wat hy in te den, ten zelfden tyde, gemagtigd, om het „ brengen hadt tegen de Heeren Hop en ter uitvoeringe te brengen, en daartoe, van |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van Bronkhorft," die , ondertuffchen
verklaard hadden, dat hun het waarneemen van hun beroep niet te vergen was,zo lang zy 't niet, met veiligheid voor hunne per- foonen, doen konden. De verdeeldheid zou hooger geloopen hebben, zo niet de Staa- ten , met zyne Hoogheid hebbende geraad- pleegd, eenen middelweg ingeflaagen, en |
Stads wege, de noodige penningen te ge-
bruiken (k). De Staaten 's Lands van Utrecht hadden, Vo"^
al federt eenigen tyd, op de Staaten vanwa^ Holland begeerd, dat de fchans, die, in 't^ótt* jaar 1672, aan de Nieuwerfluis, op Sfigt- van a* fchen bodem, aangelegd was, wederom mögt fcM'lL. geflegt worden. In dit verzoek werdt, ein-te ,1$* |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
op den zeventienden Juny bevolen hadden, delyk", bewilligd
,, dat de Hooge Raad de brieven van aan |
Doch de Stad Amfter-jj a»
n , dat zulks, onder an- §&& °f |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fchryvinge aan't Hof te rug geeven zou, deren, onder deeze voorwaarde, behoor-wo^6"'
de pen haaiende door de woorden in hun de te gefchieden: „ dat aan 't oordeel der bevel, die op deeze brieven floegen; dat „ Staaten van Holland flaan zou, te over- het Hof zou intrekkende dagvaarding in „ weegen, of de nood, t'eenigen tyde,ver~ |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
perfoon, aan de twee Raadsluiden,Hop
en van Bronkhorft, gedaan, de aanteke- ningen van 't gene daarop gevolgd was, doende ligten uit de rolle; en dat, zo 't Hof mögt willen voortgaan, om de Clas- fis tot het afdoen der hangende zaake te |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ eifchen zou, eene of meer fchanfen aan
» de
(f) Zie Holl. Hitte, van 1687. hl, IS2-17I.
(g) Holl. Merc. van 1687. tl. 171.
(h) Groot-Memor. Ä. VII. ƒ. 191 verfi. (») Munlm.-Reg. N. 6. f. j8o & feqq. Tliefaui. £,**"> ds N.
(<J Refol, Yieedfch, L', R. 2 J»»j U87. ƒ. jcj,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■>•>
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
S5
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||
XXL Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||
695
|
|||||||||||||||||||||||||
1687. " ^e Nieuwerfluis of elders op Stigtfchen
„ bodem aan te leggen; en dat zy, zulks „ noodig agtende, daartoe, zonder uitftel, „ in gevolge van de overgifte der Staaten „ 's Lands van Utrecht, zouden mogen ko- „ men (/)." &e Stad Het geta^ der Franfche vlugtelingen, on-
feteene der welken ook veele arme luiden waren, °elaftii]g nam zo fterk toe in deeze Stad,dat deKer- |Lde kenraad der Walfche Gemeente, wien de en den oiiderfteuning deezer luiden aanbetrouwd Wyn, was, in den aanvang des jaars 1688,klaag- 'en be- de, dat de herhaalde Colle61;en, hier ter den?6 - Stede, gedaan, nog niet konden toereiken fee ran om aan de dringende behoeften te voldoen; Pügte- en dat hunne Kas wel vyftienduizend gul- ''ngen. dens ten agteren geraakt was. Men voegde 1688. hierby,dat 'er jaarlyks veertigduizend gul-
dens vereifcht werden , tot onderfteuning der arme vlugtelingen. En de Vroedfchap beiloot, op den twintigflen May, eene be- lading van drie fluivers te leggen op ieder zak tarwe, en van zes fluivers op ieder an- ker wyns, waarvan, naar men rekende, ruim vier en twintig duizend, en ruim twaalfdui- zend guldens zouden können komen, die, ten behoeve der arme Franfche vlugtelin- gen , zouden bekeerd worden (m). Om 't gene 'er nog te kort kwam te vinden, werdt, federt, eene belafting gelegd op de Courta- ge der Makelaars in Ooft- en Weftindifche A&ien (n). Doch , met de behoeftigen , kwamen ook veele ryke Franfche huisge- zinnen herwaards over:'t welk toegefchree- ven werdt aan de ftrengheid, waarmede zy, in fommige Steden en Provinciën des Ryks, bejegend werden, die, fchryft d'Avaux, veel verfchilde van degemaatigdheid,wel- ke men, te Parys, te. Rouan, en elders, on- der 't oog des Konings, gebruikte (0). h- De Stad vereerde ook, in de Lente dee-
Jii'eS," zes jaars, een erf op dePrinfen-graftbyde
|
|||||||||||||||||||||||||
die hem, omtrent deezen tyd, ernfl werdt. 1688.
't Gedrag van Koning Jakob den II. ftondt - , Pr{n Amfterdam ook geweldiglyk tegen. Zul- fen togt" ken , die , door hem , onder ongegronde naar En- voorwendfels , verdrukt of verjaagd wer-gelaadte den, werden hier met opene armen ontvan- d°n" bs" gen. Sommigen, gelyk Doctor Gilben Bur-Wlüisen' net, met het burgerfchap vereerd (5). Ook befloot men deezen te befchermen, tegen het uitdrukkelyk verzoek des Engelfchen Ambaiïadeurs (f). Nogtans, wilde men niet gedoogen, dat 's Konings naam hier open- lyk gefchandvlekt werdt. Men hadt, op 't einde des voorleeden jaars, een Gefchrifc verbooden, genaamd Ontdekking van 't ge- vaar der Proteflanten in Engeland, waarin eenige hooge Perfonaadjen oneerbiediglyk gehandeld werden (ƒ). Doch omtrent den aanvang deezes jaars, hadt zyne Hoogheid, door den Raadpenfionaris Fagel, eenige opening van zynen toeleg op Engeland laa- ten doen aan den Oud - Burgemeefler, Ni- colaes Witfen, die toen in 't Collegie van Gecommitteerde Raaden zitting hadt, en op den eerflen February, wederom tot Bur- gemeefler verkooren werdt. De Heer van Dykveld fprak 'er hem, wat laater, insge- lyks, over. Zelfs vraagde zyne Hoogheid hem om raad. Doch hy antwoordde alleen- lyk, met algemeene uitdrukkingen. Onder- tuffchen , vondt de Burgemeefler zig be- zwaard met het geheim, welk hem toever- trouwd was, durvende hy de Amfterdam- fche en andere Nederlandfche Schippers, die op Frankryk voeren, niet waarfchuwen, fchoon hy zig verzekerd hieldt, dat zy in. hun verderf liepen, zo de togt op Engeland voortgang hadt. Omtrent het midden van Juny , kwam Dykveld de Burgemeefleren Hudde en Witfen , in 't heimelyk , fpree- ken, ten huize van den eerflen; hun, na dat zy hem vooraf de ftiptfle geheimhou- ding beloofd hadden, voorhoudende, hoe hy, door zyne Hoogheid, aan hun en aan den derden Burgemeefler, den Heere Cor- nelis Geelvinck , Heere van Kaflrikum, af- |
|||||||||||||||||||||||||
der
|
|||||||||||||||||||||||||
Weesper-ftraat aan de Nederduitfche Gere-
|
|||||||||||||||||||||||||
^nierd. formeerde Diaconie, tot het opregten eener
Brouwerye, ten behoeve der zelve (p), wel- ke , federt, getimmerd werdt. |
|||||||||||||||||||||||||
Sie;. De vervolging in Frankryk, die veele in- onden was, om hun >t we]k
Atot gezetenen deezer Landen verbitterd hadt §en Staat uit Engeland drei|d 0^der ,*
|
|||||||||||||||||||||||||
Vhh tegen het Franfche Hof, bragt ook niet wei-
deling"" nig toe, om de Regeering van Amfterdam,
N drie meer dan te vooren, te vervreemden van
^fter- Frankryk: 't welk den Prinfe van Oranje
^u?ge'.ie aanleiding gaf, om de Stad te ligter te doen
■»eeftgfg Hemmen in de onderneeming op Engeland,
|
oog te brengen. Hy vraagde hun, in 't by-
zonder, of zy niet zouden können goedvin- den , dat men aanviele, eer men aangevallen werdt. Doch zy verflonden, dat men 't werk den tyd aanbeveelen moeft , en ten minfte wagten tot in 't voorjaar. Dykveld opende zig , daarna , nog duidelyker aan Witfen alleen, die hem naar de fchuit ge- leid- fa) Vadetl. Hift. XV. Deel, tl. JJ°. , (r) Refol. Vioedfch. Ir. S. IJ ?""• »*"• *' "9 (,) Keurb. Q, ƒ. If}, XXXX 2
|
||||||||||||||||||||||||
II) Refol. Vroedfch. £r.R. 3,+ OB. 1687. ƒ.315,35«?.
(»») Refol. Vroedfch. £'• S. 26 Maart, 20 May 1688. /- (tj Refol. Vioedfch. I'. S. 18 Jan. 1689. ƒ. *"• Keuib.
Zr. Q. ƒ. 171, 176 verft.
(o) D'AVAUX Tom. VI. ƒ>• «OJ ' I0«-
ip) Refol. Vioedfch. L'. S. 26 Maart «88. ƒ. ^i.
|
|||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
696
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Hudde , Geelvinck en Witfen kennis gaf ï^*'
van zyne verrigtingen. Hy hieldt de avond- maakyd met de twee laatften,diezig zorg- vuldiglyk wagteden van op den goeden uit- flag der onderneeminge te drinken. Zyn verblyf in de Stad bleef geheim. Hy werdt, ter middernagt, in ftike uitgelaaten , heb- bende Burgemeefter Witfen zorg gedraa- gen, om eene der Stads poorten te doen open houden (y). Midlerwyl, begon men zig, hier te Lan- Amter\
de, door beleid van den Prinfe van Oranje,daJ".^ein fterk toe te ruften, te water en te lande. T 0'nder- Te Amfterdam, werdt de ukrufting te wa- ftèunioS ter yverig voortgezet, door den Heere Hiob van de° de Wildt, Secretaris der Admiraliteit, dieP*infe* kennis hadt van 's Prinfen oogmerk. Doch 't liep tot in September aan, eer op de ge- wigtige onderneeming geraadpleegd werdt, in de Vroedfchappen der Steden van Hol- land. De Raadpenfionaris fchreef, den negenden, aan de Steden , met verzoek, dat derzelver Afgevaardigden ter Dagvaart gelaft mogten worden, om een befluit te neemen tot verdediging van den Staat. De brief werdt, met eenige bylaagen, te Am- fterdam, gefield in handen van de regeeren- de Burgemeefteren en eenige Gemagtigden uit den Raad (z). In de byeenkomft dee- zer Gemagtigden, ftemde Burgemeefter Wit- fen ,, dat hy de groote zaak noch aan-noch ,, afraaden kon; doch zo men 'er egter me- „ de voort wilde, verftondt hy, dat men „ niet nalaaten kon, den Prins te onder- „ fteunen, mids men den onderfland bepaal- „ de; niet met Engeland brake, en , by „ goeden uitflag, onderfland van daar „ bedonge." Doch de meerderheid der Gemagtigden en der Vroedfchap zelve be- floot tot het onderfteunen van zyne Hoog- heid; alzo 't werk, onder de andere Leden van Holland, te ver gebragt was, om te können gefluit worden. Eenige Raaden oor- deelden , dat het ftilzwygen der drie Bur- gemeefteren oorzaak geweeft was, dat men deezen gewigtigen toeleg , heimelyk, zo ver hadt können voortzetten. Doch de mees- ten verftonden, dat het ontydig openbaaren van den zelven 't Land in groot gevaar hadt können Horten («). Hoe, na dat de Leden \^s^1 |
||||||||||||||||||||||||||||||
leidde, hem zoekende te beweegen tot het
belooven van bylland, in den togt naar En- geland. Twee dagen laater, werdt Witfen in den Haage ontbooden, daar hy, meer dan eens, fprak met de Heeren van Dyk- veld en van Rhoon , den Raadpenfionaris Fagel, en zyne Hoogheid zelve. Ten laat- fte, deedt hy een' keer naar Amfterdam, en bragt toen voor 't gevoelen der drie Bur- gemeefter en , zynde den vierden, den Hee- re Jean Appelman, verdagt by zyne Hoog- heid, en daarom buiten 't geheim; in den Haage in „ dat zy 't groote werk noch aan „ noch afraaden konden; doch zo 't, bui- ,, ten hun toedoen, werkftellig gemaakt „ werdt, wilden zy,voor hunne perfoonen, „ wel raaden tot zulk een' onderfland, als „ zy met eed en pligt beftaanbaar zouden „ oordeelen; fchoon zy van gedagten wa- „ ren, dat het, by de Vroedfchap hunner „ Stad, niet doorgaan zou (*)." De geboorte van eenen waaren of ge-
waanden Prinfe van Walles, die omtrent deezen tyd voorviel, maakte geene kleine beweeging hier te Lande. De meeden hiel- den den jonggebooren voor een ondergefte- ken kind. De Engelfche Conful Daniel Pe- tit te Amfterdam (u) vondt goed, ter ge- legenheid deezer geboorte, op den twee- entwintigften July , vrengdevuuren aan te fleeken voor zyn huis; doch eenige moed- willigen , zulks niet konnende gedoogen , wierpen met fteenen door de glazen , en bedreeven andere baldaadigheden (v). 't Geregt beloofde, des anderendaags, dui- zend guldens aan die den eerften fteenfmy- ter aanbragt, en honderd zilveren Ducatons aan die een' van de aanvoerders ontdekte(iu). Eenige weekert te vooren , hadden , naar fommiger verhaal, twee Ieren eenen Duit- fcher te Amfterdam getragt om te koopen, om den Prins van Oranje, door vergif, van kant te helpen. Doch de Duitfcher weiger- de hun te wille te zyn : waarop zy naar de Haagfche jaarmarkt getrokken waren, om op dezelve hunnen toeleg uit te voeren (ar), zonder nogtans hun oogmerk te heb- ben können bereiken. De Prins, midlerwyl, den-Heer Willem
Bentink, Heer van Rhoon, naar Duitfchland hebbende gezonden,om met eenige Hoven te handelen over 't leveren van manfchap, vaardigde hem, in 't midden van Auguftus, af naar Amfterdam-, daar hy den Heeren ff) Verhaal van Bürgern. WITSEN, ƒ. j.IO MS. Vadetl.
Hift. XV. Deel, hl. 416 enz.. (f.) Zie Groot-Memor. N. VII. ƒ. 158. (v) HoU. Merc. van ïSSS. bl. 177. (»3 Keutb. Q^ ƒ. 160 verfo. (k) Pufendorf de Geftij Fiedeiici Guillelmi Lür.
X!X. §. »s. f. i}ots |
||||||||||||||||||||||||||||||
1688.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Moedwil
voor't huis van den En- gelfchen Conful alhier. |
||||||||||||||||||||||||||||||
Toeleg
op'tlee- ven van den Prin- fe van Oranje. |
||||||||||||||||||||||||||||||
De Heer
van
Rhoon
komthei-
me\yk. te Amfter- dam. |
||||||||||||||||||||||||||||||
van Holland en de andere Provinciën be- Prin
|
||||||||||||||||||||||||||||||
de*
|
||||||||||||||||||||||||||||||
fl
|
den Prins van Oranje
|
tewov1
tot lv |
||||||||||||||||||||||||||||
onderfteunen, de togt naar Engeland on-L
dernomen werdt, en, in April des jaars 1689, ^„in- met de krooning van den Prins en de Prin- gin §ei'( fefïe, tot Koning en Koningin van Groot- kroo"' Bri- i6*?'
(y) Verhaal van Bürgern. WITSEN,/. 'io.ii MS.
(z.) Refol. Vioedl'cli. Li. S. iz Sept. 16S8. ƒ• 114. {«) Veriiasl *«» Eurgera. WlisEN, ƒ. »j-U MS, |
||||||||||||||||||||||||||||||
XXL Boek.
|
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||
697
|
|||||||||||||||||||
Britanje, eindigde, hebben wy. elders (Z>),
omftandiglyk, te boek gefield. Te Amflerdam, werden,ter gelegenheid
deezer Krooninge, op Donderdag den een- entwintigften April, ongemeene blyken van vreugde gegeven, 't Gefchut van de wallen werdt geloft: de klokken drieniaalen ge- luid. De wimpels en vlaggen waaiden in 't Y van alle fchepen. Des avonds, wer- den de voornaamfte toorens met lantaarens verlicht. Men ftak alomme vuurwerken af. Op veele plaatfen, werden pektonnen ge- brand, hebbende 't Geregt vooraf belaft, dat daartoe flellaadjen in de graften ge- maakt zouden worden, om de boomen langs dezelven niet te zengen (c). De Admiraal Tromp en de Engelfche Koopluiden munt- ten boven anderen uit, in 't affteeken van fraaije vuurwerken (d). Kortom, de vreug- de , die hier ter Stede getoond werdt , fcheen alle maat ontwalTen te zyn. Ondertufïchen, wikkelde de verandering,
in Engeland voorgevallen , den Staat in eenen koftbaaren oorlog in, waarby de Am- fterdamfche Koophandel ook veel te lyden hadt. Veele Koopvaardyfchepen, die men, ter oorzaake van het geheim , waarmede de toeleg op Engeland hadt moeten beleid worden, niet hadt können waarfchuwen', werden in Frankryk aangehouden. De oor- logsfchepen van den Staat vertoefden lang in Engeland , waardoor de Koopvaarders wagten moeiten naar Convoi, 't welk, zo de Heer Witfen, die toen, nevens ande- ren, buitengewoon Ambafiadeur in Enge- land was, aan Koning Willem zelven ver- klaarde, de Beurs van Amfterdam alleen |
|||||||||||||||||||
De zes Compagnien Stads foldaaten, in j^jfa
't jaar 1684 geworven, waren nog indienft n gebleeven; doch van tweehonderd op een- „raar* honderd en vyftig man verminderd. Maar de« het' de naderende oorlog, of eenige bekomme-getal ring voor inwendige beroerte deedt den haarer Raad, in den aanvang deezes jaars,beflui ^oldaa" ten, om de verminderde Compagnien weder- om op het oude getal van tweehonderd man te brengen (g). Ook werden Burgemeefte- ren gemagtigd, om de Stad rykelyk te voor- zien van allerlei Krygsbehoeften (h). De Stad bleef nogtans, het gantfche jaar , in tamelyke ruft. Doch tegen 't einde des- Gerügt zelfs, werdt de Regeering, van verfcheiden' van kanten, gewaarfchuwd, dat de Koning van voorge- Frankryk, met wien men nu in openbaaren £°a^ oorlog was, luiden uitgemaakt hadt, om ftigting. hier ter Stede brand te ftigten. 't Geregt beloofde, den veertienden December, twee- duizend guldens aan elk, die zulk een' brand- ftigter aanbragt, en het bevorderen van ftraf- vryheid, zo de aanbrenger een medepligti- ge zyn mögt. Voorts, werdt het aanhou- den van vreemde bedelaars en landloopers, die zig ligtfl tot wanbedryven vervoeren laaten, wel fcherpelyk verbooden (2). Eenige FranfcheÖorlogsfchepen, het Ei- De Frani
land S Chriftoffel op de Engelfchen vero-fchen verd hebbende, zogten zig, in May deezes traSjen'■* jaars, meefter te maaken van de Sterkte^ar^Su* in de Volkplanting Suriname, die de Stadnname." Amfterdam voor een derde toekwam. De bezetting deezer Sterkte was, in July des voorleeden jaars, aan't muiten geflaagen, en hadt den Gouverneur, Heere van Som- melsdyk, die haar met ftokflagen hadt doen te keer gaan; en den Commandant Ferboom^ die hem byftaan wilde, deerlyk van 't lee- ven beroofd. Doch de muitery was, fe- dert, geftild (£). De Franfchen nu, met tien Oorlogsfchepen, de rivier van Surina- me met den vloed zynde opgedreeven, maak- ten zig meefter van 's Lands uitlegger het wapen van Amflerdam, en wierpen,daarna, eenige bomben in de Veiling. Doch zo dra waren zy niet gekomen ender 't bereik van 't gefchut der Staatfchen, of zy werden zulks begroet, dat zy genoodzaakt werden, de ankers te kappen, en af te dry ven met de ebbe. De nieuwe Gouverneur , Joan van Scherpenhuizen, hadt zig, in 't afwyzen des vyands, wakkerlyk gekweeten. De Heer Frangois van Aarjfen, Heer van Chaüllon, tweede Zoon van den onlangs vermoorden Gouverneur, by gebrek van volk, zelf het Cr) Refol. Vroedfch. L'. S. « Jan. i*S9' f- "7-
(h) Refol. Vroedfch. L'. S. ig Ja». iäSS- ƒ. Zlï. (i) Keurb. Q^ ƒ. 180 verfo. (kj Holl. Merc. van 1688. *'• '**• Xxxx 3
|
|||||||||||||||||||
1689.
J'reugde
nier ter Stede, °ver dee- *e Kroo. |
|||||||||||||||||||
£e Am-
fche
Jooplui-
jeniy. J^aare
*hade, ^or den °orlos. |
|||||||||||||||||||
«ürge-
§eefter
ifitfen
Jfigerc
>titel
> Ba-
Xen't
urator"
bhap der
?°oge |
wel tien millioenen guldens koftte(V). Men
vergde den Ambafladeuren in Engeland ook verfcheiden' hardigheden, en het tekenen van Verdragen, daar de Heer Witfen noode toe kwam. Men boodt hem, om 't werk wat te verzagten, den titel van Baron aan. Doch hy weigerde dien te aanvaarden, dug- tende, dat dezelve hem afgunft verwekken |
||||||||||||||||||
mögt, te Amflerdam. Ook drong Koning
Willem hem tot het aanneemen der waar- digheid van Curator der Hooge Schoole te Leiden, die Burgemeefter van Beuningen, tot hiertoe, bekleed hadt. Doch hy wees deeze eer, insgelyks , van de hand, alzo hy verftondt, dat men niemant om ziekte van zyn ampt behoorde te ontzetten , en dat de Heer van Beuningen ligtelyk zou kön- nen beteren (ƒ). (b) Vaderl. Hift. XV. Deel, U. 473 enz..
(c) Keurb. Q. ƒ. 174 verfo.
(d) Hol!. Merr. van i«89- hl. 3 3.
(e) N. VVitsf.n Verbaal in de Vadeil. Hift. XVI. Deel,
tl. 41, 43. (f) N. wiTSEN Verbaal in de Vadeil. Hift. XVI. Deel,
hl. 4J > 4«. |
|||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
698
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stad, den Heere Cornelis Bors van Wave- 1^9'
ren, die met de Nominatie naar denHaage was gezonden geweeft. Zy befloot, hierop > zig te vervoegen aan de Staaten, met ver- zoek ,, dat hunne Edele Groot-Mogendhe- „ den, of het Hof beveelen wilden de ver- j, kiezing te doen; of zelven de verkiezing ,, wilden doen; of eindelyk, uit hunne vol- „ Ie magt, de tegenwoordige Schepenen. „ en ondergefchikte Regtbanken in derzel- „ ver dienft doen volharden, tot dat 'er eene „ wettige verkiezing uit de Nominatie ge- „ daan zou zyn : onverminderd nogtans, „ en buiten benadeelinge van der Stede „ Privilegien voor het toekomende (p)." De Staaten beflooten tot het laatfte: waarop De Stan- de Schepenen en ondergefchikte Regtban- ten doe ken voor Burgemeefteren ontbooden, en ver- G\n zogt werden, in hunnen dienft te willen vol- |]unne» harden, tot dat de verkiezing van Schepenen, dienft voor deezen jaare, zou zyn ingekomen (q). volhar« Hét Hof zondt, daarna, buiten kennis der ,deI^'0f Regeeringe van Amfterdam, een affchrift zendt d« der Nominatie naar Engeland , op welke, Nc-mi"3" |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
iü8o.
|
gefchut laadende en loffende, werdt, door
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
het ontydig aangaan van 't zelve, ongeluk-
kiglyk, gekwetft in'taangezigt, en aan bei- de de handen, van welken hy twee en drie vingers verloor (/)• |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Stad
ftaat, als Doopge- tuige , over den Prins van Saxen. |
De Stad werdt, in O&ober deezes jaars,
verzogt tot Doopgetuige over den Zoon van Henrik , Hertog van Saxen , Gulik , Kleeve, Berg enz. Zy aanvaardde deeze eer, en vereerde den jongen Prins een ftuk zilverwerks , ter waarde van agthonderd |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
guldens (tri).
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gefchil
tuffchen Koning Willem en de |
De afvvezendheid van Koning Willem,
die , onaangezien zyne verheffing op den troon van Groot-Britanje, nog met de Stad- houderlyke waardigheid hier te Lande be- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stadlm- kleed bleef, gaf, eerlang, gelegenheid tot
fterdam. een nieuw gefchil met de Stad Amfterdam, waarvan wy nu den oorfprong en uitflag ont- vouwen moeten. De Stad 's Daags voor den tyd, waarop de No- zendt de minatie der Veertienen tot Schepenen hier tie°™^a" ter Stede gemaakt moeft worden, was de |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Schepe-
|
Raad byeengekomen, om te overleggen ,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
naar gewoonte, de perfoonen, welken men tie na**
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aan wien deeze Nominatie nu, in afwezend
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
n
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
't Hof, heid des Stadhouders, behoorde gezonden gaarne verkooren zag, waren aangeftipt. De E"^e"
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
te worden,
gien naar , |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Men zag, hierop, de Privile
en bevondt, dat verfcheiden' |
Ambaffadeur Witfen, die nog in Engeland
was, verzogt Koning Willem, dat hy de |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uit de
verkie- zing te doen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
derzelven inhielden, dat de Nominatie, in
zulk een geval, aan Prefident en Raaden van den Hove moeft worden gezonden. On- der anderen, fprak hiervan klaarlyk het Pri- vilegie van den derden January des jaars Witfen verdedigde de Regeering 1581, op den naam van Koning Filips ge- geven, inhoudende „ Dat de Vroedfchap, „ in Conformité der voorfz. Stede Privilegien, „ zou procederentot electie van de veertien per- „ foonen, omme daar uyt, by onfe Stadhou- j, der, ofte in syn absentie by die van on- „ sen Raade in Holeand, feven tot Sehe- „ penen der voorfz. Stede gecreè'ert te wor- |
ing, doen
de zig mis- niet regt- nden was. Koning
niet zou naarHol- e Amfter- ren." De „ dat het on, en dat kon zyn." De Heer |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den («)." En naardemaal deeze Nomi- van Rhoon [weigerde hem te zeggen, wie
natie op den agtentwintigften January ge- Schepens gemaakt waren, fchoon hy 't wel fchieden moeft , en Schepenen , op den wift. Koning Willem was twee der aange- tweeden February, moeiten worden beëe- ftipten op de Nominatie, met voordagt |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
voorby gegaan (r). 't Liep aan tot in Maart, Konin£
eer de Schout een' brief ontving van Ko- ^1 G ning Willem , waarin de verkiezing van eerß' ;tt Schepenen beflooten was. Zy beftondt uit Maart,'13 de Heeren Albert Bentes,M'. Jacob tenGroo- verkie- tenhuis, M'. Dirk Bas, M'. Dirk Pater,W- zinä' Pieter Huift ,Pieter Reael, Heer van Nigte- vegt, en Daniel Bemard, Heer van Katten- broek; die, terftond hierna, beêedigd wer- den, om den gewoonlyken tyd uit te die- nen. De Heer ten Grootenbuis overleedt den ne-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
digd, in welken tuffchentyd, de Nomina
tie niet naar Engeland kon worden gezon- den; zo werdt beflooten, dezelve te zen- den aan Prefident en Raaden van Holland, met verzoek, dat deezen daaruit de gewoon- lyke verkiezing wilden doen (0). 't Ver- zoek gefchiedde. Doch 't Hof maakte zwaa- righeid om aan het zelve te voldoen, zon- der daarop vooraf den raad des Stadhouders te hebben ingenomen. De Vroedfchap kreeg 'er kennis van, door den Penfionaris der |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
•tHof
maakt'er zwaarig- beid in. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(/) Heil. Merc. van 1S89. tl. i«o, I«I. (p) Refol. Vioedfch. L'.S. 30, n Jan. «89. ƒ■ *4I,142-
(m) Refol. Vroedfch. Lr. T. 6 oa0b. 1*89. ƒ. 7«. (?) Refol. Vtoedfch. /r. S. 1, 3 Fetr. I68j>. ƒ249, tï».
(*) Handv. tl. 100. [76.] (r) N. Witsen Vetbaal in ds Vadeil. Hift- XVI. iiteU
{>) Refo!. Vioedfch. Z,*. S. z7,itj«>>.i6is. f.i)2,H5. tl. $3.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XXL Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GES C II I E D E N I S S EN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6.99
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
163p. negentienden April, en 't leedt tot den ze- „ vilegien, in gevolge van welken, het Hof, 1690.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
venden September, eer de Heer Adriaen Bäc-
ker, in zyne plaats, beëedigd werdt. Doch men maakte hier, in dit lang uitflel, te minder zwaarigheid, om dat de verkiezing en belediging van Schepenen, die, in de plaats van afgeftor venen , verkooren wor- den, aan geenen byzonderen tyd bepaald was. öeStad Op deeze wyze, was 't,in 't jaar 1689,
vervoc;gt met de verkiezinge van Schepenen afgeloo-
|
dikwils, en onder anderen in't jaar 1564,
„ de verkiezing van Schepenen gedaan hadt, „ zonder dat ooit blyken zou, dat de Stad ,, van de flipte agtervolging der Privilegien „ was afgedaan. Dat zulks ook niet ftondt De ^tad • V, T» f) T r- , VGl KI Stift
„ in T vermogen van Burgemeefierenen Vroed de natuur
„ fchap, alzo de Privilegien niet en waren der Pri- „ gegeven aen de Regenten van de Steden, vi|egien. „ maer aen de Steden zelve." |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Eenige Leden, en byzonderlyk het Lid E
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
21
StUl |
lalt* Pen" Doch met ^en aanvangdes volgenden der Edelen, hadden ook iet op de redenen ^èllm"
' '. jaars, werdt by Burgemeefteren en Raad van Amfterdam ingebragt, en onder ande- gen 8 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2oek,dat beflooten,een ernftig Vertoog in te leveren ren gezeid „ dat de kennis van zaaken van gevoelen
ter Vergaderinge van Holland, waarby be- }, vanRegeeringe, by eene Refolutie van der Stad |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Burlp geerd werdt „ dat Prefident en Raaden van
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ den jaare 1674, den Hove onttrokken
„ was; dat de verkiezing doorBurgemees- „ teren te laaten doen aanliep tegen de Pri- „ vilegien, waarop de Stad zig beriep: en „ dat op deeze Privilegien zelven, veelügt, wel iet te zeggen zou zyn." Doch de Zy ver-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bürge
"Heefte- en de |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den Hove, door de Staaten,mogten ge-
laft worden, om, voortaan, de verkiezing |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van Schepenen te doen, in gevolge van de
Privilegien, tot welkerhandhaavinge,de Regeering van Amfterdam , by duuren |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
verkie-
|
j»
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2'ng mo
gen » |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
J
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'a"g de „
'Jtadhou- ■■, «er zo " ver af- »» frezig is. » |
dedigc
zig. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eede , verbonden was : of, zo 't Hof
|
, dat de Refolutie
, van 't jaar 1Ö74, in 't punt, waarover nu ,, verfchil viel , geene verandering altoos „ gemaakt hadt; alzo, by dezelfde Refo- „ lutie, gezeid was, dat de Steden blyven „ zouden by derzelver Privilegiën, en ge- ,, volgelyk ook de Stad Amfterdam bydat, „ volgens welk, haare Schepenen, in af- „ wezendheid des Stadhouders, door het „ Hof, moeiten gekooren worden: behal- „ ve, dat de Staaten ook nog niet bepaald j, hadden, van welke zaaken van Regeerin- ,, ge zy de kennis den Hove onttrokken „ hadden. Dat, zo de verkiezing niet aan „ Burgemeefteren kon komen, om dat zulks „ met de Privilegien ftreedt; zy niet be- „ grypen kon, hoe de Leden dan zwaarig- ,, heid maaken konden, om dezelve, inge- „ volge der Privilegien, te laaten aan ,, den Hove. Dat zy niet kon bedenken, „ wat men, met grond, tegen het Pri- „ vilegie van den jaare 1581, kon inbren- ,, gen; dat wel by provifie gegeven was; „ doch op die provifioneele , was geene „ nadere fchikking gevolgd. Dat het ook, „ te Delft, door Prinfe Willem den I., „ gegeven was; doch dat het hierom zelfs ,, te kragtiger moeft geoordeeld worden, „ alzo zyne Doorlngtigheid daarmede toon- „ de, wel begreepen te hebben,hoe nood- „ zaakelykware, dat Schepenen, op den „ bepaalden tyd, gezet en beëedigd wer- „ den. Dat 'er fomtyds ook, op verzoek „ der Steden zelven, wel eenige verande- „ ring gemaakt was in de Privilegien; doch „ dat zulks geene plaats gehadhadt, om- „ trent het Privilegie van den jaare 158r, „ 't welk altoos in ftand gebleeven was" Ko-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zulks, tegen verwagting, niet naarkwa
me, ofte lang uitftelde;dat Burgemees- teren mogten gemagtigd worden, tot het doen der verkiezinge, in gevolge van het Octroi van den twee - entwintigften De- cember des jaars 1650, zo lang zyneMa- jefteit van Groot -Britanje, de Stadhou- der deezer Provincie, zig zo verre afwe- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1690.
|
»>
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3>
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
S»
|
zig bevondt, dat, omtrent den tyd der
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ beëediging, aan de Privilegien niet kon
„ voldaan worden (y)." Doch de Staaten verftonden , dat in dit verzoek niet kon worden bewilligd, zonder daarop de gedag- ten van Koning Willem te hebben ingeno- ^ Staa- men. Men zondt het Vertoog dan naar En- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aen
Wek
^ K°- ^Uem.
|
geland; van waar, eerlang, ongunflig ant-
woord kwam. Koning Willem verklaarde, „ niet onderregt te zyn van de Privilegien, „ waarop die van Amfterdam zig beriepen, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ noch'in zyne Commiffie gevonden teheb-
„ ben, dat de verkiezing van Schepenen, „ in zyne afwezendheid, door Prefident en „ Raaden van den Hove, gefchieden moeft." Doch van wege de Stad werdt hiertegen aangemerkt „ dat men, reeds in 't voorlee- „ den jaar, hadt aangeweezen, by welke „Privilegien, de tyd en wyze der verkie- „ zinge van Schepenen bepaald was; en s, dat daar van, door 't Hof, aan Koning „ Willem kennis was gegeven. Dat het „ geenszins te verwagten was, dat, in de s, Commiffie des Stadhouders, byzonderlyk „ gewaagd zou worden van de verkiezing j, door 't Hof, in afwezendheid des Stad- „ houders. Doch dat, door die Commis- fie, niet te kort gedaan werdt aan de Pri- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»>
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(s) Refol. Vroedfch. L'. T. i Jan. i6s°- ƒ. ui «»*.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
II. DEEL;
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
70ö
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1690.
|
Koning Willem hadt zig, ondertuflchen, Tereflein van Haleivyn , Raadsheer in den 169&
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
z"YZ nog niet duidelyk verklaard op den inhoud Hove van Holland, was, onlangs, doornictte
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eene
aanteke- ning ter Vergade- ring van » Holland. „ |
n het Vertoog der Stad. De Leden wil- Koning Willem, in wiens gunft hy altoos gelyk _
n zyne nadere verklaaring afwagten. diep geftaan hadt (a), verkooren tot Sehe- R«^ aar de Stad deedt aantekenen „ dat zy pen van Dordrecht, en in deeze hoedanig- ^n #o- onfchuldig wilde gehouden worden aan heid gebleeven een Lid van den Oud-Raad ve t>ly- de nadeelen, die daaruit zouden können dier Stad, door welken , Burgemeefleren ven kan' |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ontilaan, dat zy zig niet zou können in- benoemd worden. Hy meende, te gelyk
laaten in eenige raadpleegingen * noch met de hoedanigheid van Oud - Raad van |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
j>
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in buitengewoone laden bewilligen, zo Dordrecht, ook de Raadsheersplaats inden
men haar niet handhaafde , by haare Hove te können behouden Koning Willem |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5>
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Privilegien ; inet voorbehoudenis van verflondt dit eveneens, en de Stad Dor-
zulk een nader Proteft, als Burgemees- drecht yverde 'er fterk voor. Maar Am- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3>
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
teren en Vroedfchap zouden te raade flerdam kantte 'er zig tegen, en beweerde,
" worden (t\" dat de twee Ampten onbeftaanbaar waren |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Stad
zendt haare Nomina- tie we- derom aan 't Hof. |
" Midlerwyl* was men, den agtentwintig- met eikanderen, ftrydende het bekleeden
ftenjanuary, naar gewoonte, getreden tot derzelven, door een en den zelfdenPerfoon, het maaken eener Nominatie van Veerde- met het tweehonderd eenendertigde Lid nen, met oogmerk omze wederom aan 't der Inftruélie voor de beide Hoven; behal- Hof te zenden, tot het doen der verkiezin- ve dat twee Ampten, die't verblyf van hem, ge. Op deeze Nominatie werden gebragt die dezelven bekleedde, vorderde op twee |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de'Heeren Frangois de Fkq, M'. DirkMun- byzondere plaatfen, volgens het befchree-
ter, Mr. Frangois de Vroede , Mr. Frederik ven regt en het agtfte Lid der Crimineele Dankerts, Mr. Nicolaas Corver,M'.Nicolaas Ordonnantie van den jaare 1570, niet door Six, Mr. Elias Coymans, Mr. CoenraadBurg, een' en denzelfden Perfoon konden worden Daniel Hochepied, Mr. Joan Blaauw, Joan bekleed (y). Doch de redenen der Stad van Oojlerwyk, Joan Commelyn, Jacob Scott, Amfterdam vonden weinig ingang. De Heer en Joris de Waert («). Doch de Vergade- van Halewyn behieldt beide de Ampten, fing van Holland verftohdt, dat Burgemees- tot dat hy, wegens Dordrecht, in de Ver- teren en Vroedfchap deeze Nominatie zen- gadering van Holland, en van daar, in die den zouden aan zyne Koningklyke Majefteit der Staaten Generaal zynde afgevaardigd j in Engeland. Burgemeefleren kreegen hier- eindelyk , geraaden yondt, zyne Raads- van, den negenentwintigften, kennis; doch heersplaats , vrywilliglyk , neder te leg- zonden, desonaangezien, de Nominatie aan gen (2). ; het Hof, met verzoek, dat het zelve geen Het ander gefchil, welk, omtrent te ge- Zy k3%
agt wilde liaan op de gemelde Refolutie ; lykmetdit, öntftondt, ging Koning Wil-«8'^ alzo dezelve, zo ten opzigte van de wyze lern nog nader ter herte. Hy hadt zynen1&&P- als inhoud, onwettiglyk genomen, en by- boezemvriend, Willem Bentink, Heer van vcn ^ gevolge nietig en van onwaarde was. De Rhoon, die, federt het jaar 1676, in't Lid Port-oir. Raad keurde goed,'t gene Burgemeefleren der Edelen van Holland befchreeven ge-'31^ gedaan hadden,en men befloot,eenpaarig- weeft was,in Engeland met eefampten op-^ie» lyk, de Refolutie, op den naam der Heeren gehoopt, en onder anderen vérheeven totvan J |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Staaten genomen, ten kragtigfte te weder
leggen;gelyk zonder uitflel gefchiedde(u), Ondertuflchen, hadt het Hof, by meerder heid van ilemmen, beflooten, zig te voe , . _ ^______
gen naar de Refolutie der Staaten , en de Vergadering van Holland, daar hy zitting
Nominatie van Schepenen, ongeopend, te nam, onder de Edelen- De Regeering van rug gegeven (w). Amfterdam, zulks wel voorzien hebbende, Doch terwyl dit gefchil de Vergadering hadt, eenige dagen te vooren, reeds over-
|
Uol[a
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Weikze
ongeo- pend te rug geeft |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amfter-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
legd, wat haar, in zulk een geval, te doen
ftondt. Men bevondt ,, dat, reeds by eene |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dam be- van Holland bezig hieldt, waren 'er twee
^eert' anderen ontftaan, waarin Amfterdam ook Vroed™ eene andere zyde verkoor, dan die , voor fchap welke Koning Willem en eenige Leden zig van Dor- verklaard hadden. De Heer Mr. Cornelis drecht ft) Refol. Vioedfch. L'. T. 17 Jan. 1690. ƒ. t+j enx..
(») Refol. Vioedfch. Lr. T. i% Jan, 1690. f. 15 z. (v) Refol. Vioedfch. /.'. T. 30 Jan. $ Feh. iSyo. ƒ. 153. IS5. Munim.-Regift. N. 8./. i<)8 int.. (wj Zit Yadejl. Hift. XVI. Deel, il. 7». |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
>>
|
Refolutie der Staaten van den zevenden
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maart des jaars 1586, vaftgefteld was,
dat iemant, die onder den eed of gaadje |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»>
|
ftondc
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(x) Set EURNET Vol. I. />. 31J, 329.
(y) Refol. Holl. zi Dcc. 1689. *'. «i4- Refol. Vtoédfcbr. JLr. T. 11, 16 Jan. 1S90. ƒ. 125, 135. (*.) Zie Vaderl. Hift. XVI. Detl, tl. f9. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I^ü
|
||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||
XXI. Boek.
|
||||||||||||||||||||||
701
|
||||||||||||||||||||||
„ ftondt van iemant anders, dan vän wien
„ hy afgezonden was, niet in de Vergade- „ ring der Staaten zou mogen zitten. Dat „ de Staaten ook, in 't jaar 1655, hadden „ beflooten, den Heer Hendrik van der Ka- s, pelle toe Rysfel, die toen gezeid werdt „ ook onder de Stenden van Kleeve be- „ fchreeven te zyn, te doen weeren uit de „ Vergadering der Staaten Generaal, wer- „ waards hy, wegens Overyflel, afgevaar- „ digd was. Dat men, in 't jaar 1663, ter „ Generaliteit gedrongen hadt, op hetnaar- „ komen derRefolutien van den zeflienden „ January en drie-entwintigflen April des „ jaars 1624 , volgens welken, niemant, s, die in uitheemfchen eed of dienfl was, „ in de Vergadering van hunne Hoog - Mo- „ gendheden zou mogen afgevaardigd wor- „ den; gelyk zulks, reeds in 't jaar 1643, „ door de Staaten van Holland, was vaft- j, gefield." Men hadt dan, reeds op den zeflienden, beflooten „ dat, in geval de „ Graaf van Portland zitting name in de „ Vergadering van Holland, de Afgevaar- „ digden deezerStad daartegen protefleeren „ zouden, en zelfs uit de Vergadering ver- „ trekken, laatende daar alleenlyk den Pen- „ fionaris Bors van Waveren om te hooren „ en te zien, zonder ergens op gelafl te „ zyn (a)." 't Een en't ander was, federt, gefchied. Doch alzo de Afgevaardigden der andere Steden alleenlyk in de toelaatin- ge des Graaven van Portland bewilligd had- den, zonder dat zulks, by de byzondere Vroedfchappen, was goedgekeurd, befloot men, wat laater, den Penfionaris Bors van Waveren te magtigen, om op de dagelyks voorvallende zaaken te mogen helpen raad- pleegen en befluiten; terwyl de Stad bleef by haar voorneemen, om in geene buitengewoo- ne middelen te bewilligen, voor men haar, op haar Vertoog wegens de verkiezing, van Schepenen, genoegen hadt gegeven; zonder dat zy afging van haar Proteft, tegen de toelaating des Graaven van Portland (£). Koning Willem, midlerwyl, kennis ge-
kreegen hebbende van het voorneemen der Heeren van Amfterdam, om den Graaf van Portland te weeren,toonde 'er zigtenhoog- fte misnoegd over, en fchreef, den twin- tigften, uit Kenfington, aan den Graave, „ dat de kwelling, die de Heeren van Am- „ fterdam hem wilden aandoen, alleenlyk „ ontftondt uit het kwaad hert, welk zy den „ Koning toedroegen, en hem zeer verdrie- „ tig viel." Hy voegde 'er by „ dat hy „ begeerde, dat de Graaf begreépen zou («) Refol. Vroedfch. L". T. n, i2, IS jan. 1690. f.
11$ , 116 , 129.
(i) Refol. Vroedfch. L'. T. z* ?«».' wjo. f. 141.
I. STUK. |
||||||||||||||||||||||
„ zyn in de overeenkomfl, wegens zynen
„ voorgeflaagen middélweg, om de zaak j, van de verkiezing der Schepenen af te „ doen; en die de eenigfte was, dien hy „ zou willen gedoogen (c)." En in gevolge der begeerte van zyne Majefteit, werdt, fe- dert , over de zaak des Graaven van Port- land , en over die van de verkiezinge van Schepenen, te gelyk gehandeld. 't Vertoog der Stad Amfterdam tot Ver-
dediging haarer Privilegien vondt, nogtans, geenen ingang ter Vergaderinge van Hol- land. De andere Steden maakten geene zwaarigheid, om haare Nominatien over te zenden naar Engeland, en oordeelden hier- om, te eerder,datAmflerdam van gelyken behoorden te doen. ÖndertiuTchen, verliep de tyd , waarop de Schepenen , naar ge- woonte , en volgens de Privilegien, in den eed genomen moeften worden: 't welk niet ge- (chied was, om dat'er nog geene nieuweSche- pens verkooren waren. De oude Schepens bleeven dan, ook na den tweeden February, in dienfl. Doch de Edelen verftonden, dat zulks niet wettiglyk gefchiedenkon,zo lang zy daartoe niet gemagtigd waren, door de Staaten van Holland; uit welker naam, zy 't regt, maar voor een jaar, en tot den twee- den February toe, bedienen konden. Zelfs dreigden zy, dat alles wat thans door de Schepenen verrigt werdt,wel ligt voor nie- tig en van onwaarde verklaard kon worden, en drongen 'er op, dat zulks, zonder uit- ftel, gefchiedde. De meefte Steden neig- den tot het gevoelen der Edelen. Delft en eenige anderen verftonden alleenlyk, dat men eerft nog eens met de Heeren van Am- fterdam fpreeken moeft. De Vroedfchap, kennis gekreegen hebbende van 't gene ter Dagvaart voorgevallen was, befloot, wat nader by te komen, en deedt, nog voor t einde van February, voorflaan „ dat zy de j, Nominatie haaren Ed. Gr. Mogendh. in „ handen wildeftellen,mids zy voorafver- „ klaarden, zelven daaruit de verkiezing te „ willen doen; of, zo zy hierin zwaarigheid „ maaken mogten, dat het hun dan gelie- ,j ven mögt, op Koning Willem te begee- „ ren, dat hy hen verzogt, de verkiezing „ te willen doen; of, zo dit ook nog niet „ fmaaken mögt, dat zy dan alle de ftuk- „ ken, dit gefchil betreffende, wilden over- „ zenden naar Engeland , om 's Konings „ meening op alles te verftaan. En indien „ ook dit geen' ingang vinden mögt, zou „ men bewilligen in eerien voorflag van den „ Raadpenfionaris Heinfius, hierin beftaan- » de,
(0 Zie Vidimus van den Hove va,n eene Miffive van Wil-
lem den III. iedr. 1719' il- I0' Yyyy
|
||||||||||||||||||||||
lópo.
|
||||||||||||||||||||||
1690.
|
||||||||||||||||||||||
Men be-
weert , ter Ver- gaderin- ge van Holland, dat de oude Schepens van Am- fterdam niet wet- tiglyk können blyven dienen. |
||||||||||||||||||||||
En houdt
haare Af- éèvaar- l'huis.
|
||||||||||||||||||||||
De Stad
doet ee- nige na-' dere voorfla* gen^ |
||||||||||||||||||||||
^isnoe-
|en van honing Willem
*Pde
Stad.
|
||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||
702
|
|||||||||||||||||
i6gd
|
|||||||||||||||||
„ verkiezing te doen, of dat zy zelven de
„ verkiezing doen wilden, onder verzeke- ,, ring dat deeze daad niet in gevolg ge- „ trokken worden, noch de Privilegien der „ Stede benadeelen zou; mids, te gelyk, „ alle de Hukken en Refolutien dit gefchil „ betreffende geligt werden uit de Notu- „ len (ƒ)." De Leden ontvingen, hierop, de Nominatie; doch zondenze terftond Ko- ning Willem toe, de tegenwoordige Sche- penen houdende in hunnen dienft, tot dat de verkiezing gefchied zou zyn, onder ver- klaaring „ dat de Privilegien van Amfter- „ dam,aan de eene,en de voorregten des „ Stadhouders, aan de andere zyde, hier- „ door, niet zouden geagt worden verkort „ te zyn, alzo zy vaftelyk beflooten had- „ den, zyne Majefteit van Groot-Britanje, „ in de Stadhouderlyke voorregten, en de „ Stad Amfterdam, in derzelver Privile» „ gien, volkomenlyk, te handhaaven (g)." |
|||||||||||||||||
1690.5, de, dat de Nominatie gefield zou wor-
„ den in handen van hunne Edele Groot- „ Mogendheden, met verzoek om daaruit „ de verkiezing te doen; dat daarop, ter- „ ftond, alle de flukken, dit gefchil be- „ treffende, uit de Notulen zouden worden „ geligt, met verzekering , dat zulks tot „ geene de minfte benadeeling van der Ste- „ de Privilegien ftrekken zou, en dat men „ zig, in 't vervolg, naar dezelven, en by- „ zonderlyk naar dat van den jaare 1581 „ zou gedraagen, de Nominatie, in gevol- „ ge van het zelve, in afwezendheid des „ Stadhouders, zendende aan Prefident en „ Raad en in Holland: en zo dan de ver- „ kiezing, door eenig toeval, boven den „ beftemden tyd, agterbleeve, zouden de „ zeven eerfl genomineerden voor Schepenen „ gehouden worden." Maar, zo alle deeze voorflagen niet mogten behaagen , kree- gen de Afgevaardigden ook laffe „ om we- „ derom op de buitengewoone middelen van „ oorloge te raadpleegen, mids de zaak der „ verkiezinge van Schepenen,te gelykmet „ deeze, afgedaan wierdt (<2)." Die van De Afgevaardigden der Stad deeden ai- de hand |e de gemelde voorflagen; doch kondenze gewee- n an ajjen jer Vergaderinge van Hol- den, land fmaakelyk maaken. Men befloot dan, Zy doet op nieuws, voor te flaan „ dat de tegen- eene na- ?j woordige Schepenen zouden1 aanblyven, dere aan- ^ tot Qp ^e naafte verandering der Regee- 16 in§' 35 ringe;-en dat 'er, midlerwyl, over de „ zaak der verkiezinge, zo wel als over de „ buitengewoone middelen van oorloge, zou „ geraadpleegd en beflooten worden (/)." Dieook Doch deeze voorflag werdt ook niet aan- niet be- genomen. De Staaten beflooten zelfs, op BeffuU ^en agtentwintigften February „ dat Bur- der Ver- j> gemeefteren en Vroedfchap van Amfter- gaderin- „ dam zig niet zouden können bedienenvan I?}7311 „ de Refolutie, in 't voorleeden jaar, op an * „ het aanblyven der Schepenen, genomen; j, dat, by gevolge, de tegenwoordige Sehe- „ penen werden gehouden ontflaagentezyn „ van hunnen dienft, zullende alles, wat „ zy, na deezen, mogten verrigten, wor- „ den aangemerkt als nietig en van onwaar- „ de, zonder dat daarop, in 't vervolg, De Stad iy eenige agt zou geflaagen worden." Bur- j^Uigt gemeefteren en Raaden , zig belemmerd vooriiag vindende met deeze Refolutie, vonden, ein- van ■ delyk, geraaden, den middelweg, die door Heinfius. den Raadpenfionaris Heinfius voorgeflaagen was, te omhelzen , volgens welken „ de „ Nominatie gezonden moeft worden aan „ de Staaten van Holland , met verzoek, j, dat dezelven het Hof wilden belalten, de (i) Refol. Vroedfch. L'. T. i4 Febr. 1690. f. «g.
(e) Refol. Vroedfch. Lt. T. 27 Mr. U90, ƒ, i;2. |
|||||||||||||||||
Terftond hierna, deedt Koning Wiilem
de verkiezing van Schepenen uit de gemaak te Nominatie, welken waren de Heerende Vicq, Munter, de Vroede, Dankerts,Cor ver, Six en Blaau. Te gelyk, fchreefhy aan de Staaten „ dat hy niet twyfelde, of „ zy zouden goede redenen gehad hebben, „ om hem de Nominatie, niet door deRe- „ geering van Amfterdam, telaatentoeko- j, men, maar zelven over te zenden; dat |
Konin»
veridelt
Schepe- nen , * de No«1
'natie - de ™*'
ten toe- gezon- den. |
||||||||||||||||
„ hy, derhalve, niet nagelaaten hadt, de
„ verkiezing te doen; ichoon hy anders- „ zins ook gaarne zyn Stadhouderlyk ge- „ zag zou gebruikt hebben, om der Staaten „ Refolutie te handhaaven. En gelyk hy „ vaftelyk vertrouwde, dat de Staaten de „ vereifchte zorg draagen zouden voor de „ behoudenis zyner Stadhouderlyke voor- „ regten, zo wilde hy zig ook een' voor- „ ftander toonen van de Privilegien der Scad „ Amfterdam; ten welken einde, hy niets „ liever zien zou, dan datze hem allen, zo „ verze, niet alleen de Regeering, maar „ ook de goede burgery en ingezetenen be- „ troffen, werden toegezonden (£)." Doch dit laatfte gefchiedde niet. 't Verfchil over de zitting des Graaven van Portland was, te gelyk met het verfchil over de verkiezing van Schepenen, vereffend. De Afgevaardig- den van Amfterdam woonden, in gevolge van een beiluit der Vroedfchap (f), op den. zevenentwintigften Maart, de Vergadering van Holland by, in de tegenwoordigheid des Graaven van Portland, die , kort hierop, naar Engeland keerde (&). Ook bewilligden zy
(ƒ) Refol. Vroedfch. L'. T. 2, Maart i«9°. ƒ• '73.
(g) Refol. Hol!, ii Maarr 1590. bl. 106. (h) Zie de Miffire in de Holl Merc. van IS90. bl. Sïe (ij Refol. Vroedfch. Lt. T. zj Maart i«jc, ƒ. j0i, (/(.) Holl. Merc. .«4» i6jo. il. S+, |
|||||||||||||||||
GESC HI ED E N I S SE N.
|
|||||||||
XXI. Boek.
|
|||||||||
befluit, is, met de Nominatie van Schepe- k50q,
nen deezer Stad, gehandeld, tot in 't jaar 1702 toe, dat is, zo lang als Koning Wil- lem leefde. Doch 't gefchil over't verzenden der No-Jan Hol, minatie van Schepenen naar Engeland
was 8evan"
nog op zyn hevigfl, toen rugtbaar werdt ,||£ i?
dat eenige Amflerdamfche Regenten, doof ge> t,B- iemant, die in den Haage gevangen zat,fchuidige befchuldigd werden van ongeoorlofden hart- efmße del met Frankryk. De befchuldiging, hoe ^khe weinig fchyns zy ook hebben mögt, fcheenRegen- ingang te vinden by eenige luiden van aan- ten van zien, die den Amflerdammeren geen goedon§e00r" hert toedroegen. Men verfpreiddeze onder ^Tl 't gemeen, in eenige vinnige fchimpfehrif- met ten. En fommigen waren niet zonder be-Frank- kommering, dat men 't gemunt hadt ophetryk* te wege brengen eener buitengewoone ver- andering in de Regeeringe deezer Stad. Ons is gelegenheid voorgekomen,om een groot getal van Papieren en Brieven te zien, die uit den boedel van den Heere Burgemeefler JoiiANNEsHuDDE lierkomflig zyn; thans onder den Heere Jan Hudde Dedel, Burgemeefler van 's Graavenhaage, berus- ten, en deeze zonderlinge zaak betreffen. En naardemaal van dezelve, onzes weetens, nergens, in gedrukte fchriften, eenig ge- wag gemaakt Wordt, meenen wy den Lee- zer geenen onaangenaamen dienfl te zullen doen, zo wyhem hier het voorgevallene, beknoptelyk, voordraagen. In 't begin des jaars 1689, was, omtrent wie ds
de Schans Filippine, in hegtenis geraakt'befchul- Jan Hol, Schoenmaakers gezel, geboortig diSer van Heel in den Bommelerwaard. Men ware* hieldt hem, in 't eerfl, voor eenen verfpie- der: te eerder, om dat hy verzdd was van een vrouwmenfeh in mans gewaad, welk men, naderhand, bevondt, doorhem be- zwangerd te zyn. Het vrouwmenfeh zat niet lang, en werdt, met eenig reisgeld voorzien zynde , van de hand gezonden. Maar Jan Hol, by wien men eenige verdag- te papieren gevonden hadt, werdt, eerfl te Filippine, en naderhand, door den Graave van Hoorne, te Sluis, ondervraagd. Zyne bekentenis was verward en oneenpaarig. Hoorne fchreef, over 't geval, aan hunne Hoog-Mogendheden, die hem, byfecreete Refolutie van den tweeden Maart des jaars 1689, bevalen, den gevangen over te zen- den aan den Raad van Staate in den Haage. Hol werdt op de Voorpoorte geplaatfl: en, op den vyfentwintigflen Maart en den der- den en zevenden April, voor CommifTaris- fen van den Raad van Staate, ondervraagd zynde, bekende hy » dat hy, in de week Zyne fae» „ van Kersmis des jaars 1688, met eenen kenteni* Yyyy 2 „ brief
|
|||||||||
zy vervolgens in de gemeene lallen (/). Op
den agtentwintigften January des volgenden jaars, werdt de Nominatie van Schepenen, volgens gewoonte, gemaakt. Doch alzo Koning Willem, die,den zesentwintigflen, van Gravefand afgefloken was, toen, alle uuren, in Holland verwagt werdt, befloot men de Nominatie aan zyne Majefleit te fchikken, zo hy zo fpoedig landen mögt, dat de verkiezing, op den vereifchten tyd, te rug kon zyn. Anderszins, zou menze, met gelyk verzoek, als voorleeden jaar ge- fchiedwas, zenden aan de Staaten (m). Koning Willem zette , den dertigflen Ja- nuary, voet aan land: en ik meen, dat hy toen de Schepensverkiezing gedaan heeft, uit de Nominatie , die hem , onmiddelyk door de Stad, was toegezonden. Doch alzo niet te wagten was, dat zyhe Majefleit, jaar- lyks, zo vroeg in Holland komen zou, moefl, op het verzenden der Nominatie, noodwen- dig, een andere voet beraamd worden. Burge- meefteren en Raaden beflooten , reeds in Maymaand daarna „ dat de Nominatie al- „ toos op den agtentwintigften January ge- „ fchieden zou; dat dezelve den Staaten „ in handen zou worden gefield, met ver- „ zoek, om de Stad daaruit ten fpoedigfle „ te doen hebben de verkiezing van zeven „ Schepenen; en dat, zo de verkiezing, „ tot na den eerflen February, draalen mögt, 3, haare Edele Groot-Mogendheden, eens „ vooral, zouden verklaaren, dat de die- „ nende Schepenen en de mindere regtban- j, ken in dienfl zouden blyven, tot dat de 5, verkiezing in handen van Burgemeefteren s, zou gekomen zyn , mids dat de Stad „ hiertoe geen verzoek deedt;maar dat de „ gemelde verklaaring, van wege den Ko- „ ning, als Stadhouder, door den Raad- ,' penfionarisjofopeene andere wyze,be- „ werkt werdt (n)." Doch 't liep tot den agttienden Oclober aan, eer de Staaten be- flooten „ zig te laaten welgevallen, dat, 3i wanneer Koning Willem zig buiten de „ Provincie.bevondt, de Nominatie van „ Schepenen van Amflerdam, jaarlyks, aan „ hunne Edele Groot-Mogendheden zou „ overgebragt, en dan telkens verzonden 9, worden aan zyne Majefleit, om daaruit „ de verkiezing, als Stadhouder, te doen." De Stad Amflerdam bewilligde in dit befluit. Alleenlyk, werden de Afgevaardigden ge- lafl, flegts aan te zien, dat de uitdrukking, dat de Nominatie telkens aan hoogflgedagte zyne Majefleit zou morden overgezonden, ter conclufie ginge (o). En in gevolge van dit (O Refol. Vroedfch. Zr. T. 19 Maan ns9o. ƒ. 204.
(») Refol. Vroedfch. L'. V. 28 Jan. is9I. ƒ, 2g, 29. (n) Refol. Vroedfch. L'. V. i$ May 1691./. 92. (o) Refol. Vroedfch. L'. V. *° Oéieb. jsjh. ƒ. 187. |
|||||||||
Hoe 't,
»ader-
hand, »net het verzen- <jen der Nomina. l'e van Schepe- en , ge Klikt ^ierdt |
|||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAM S
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
704
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
overgezet, en dat de Secretaris dien» 1690-
daar uit,in 't Franfch hadt vertaald.Dat de brief behelsde een verzoek aan den Koning, om hen, tegen half April, met een Leger te komen verloflen van de dwingelandy des Prinfen van Oranje; ten |
|||||||||||||||||||||||||||||||
brief van voorfchryvens van den Heere
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
1690.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
s>
55
3>
33
3»
33
3»
3>
33
33
35
3»
33
33
33
33
3»
3)
3>
3»
33
JJ
3»
33
3»
3>
3»
33
3>
35
35
35
35
35
35
33
35
35
33
33
35
33
3»
35
3>
3»
33
33
J3
3'
33
33
33
33
il
3»
33
|
van Werkendam, aan de Burgemeefleren
van Amflerdam gerigt, in deeze Stad ge- komen was,om den Heeren voorteflaan een middel van zyne uitvinding , waar- door men verfch water in of naby de Stad zou können brengen ; dat zyn voorflag van de hand geweezen was, en dat hy, kort daarna, op eenen avond, ter Stad uit willende vertrekken , op de eerfte fteenen brug naar de Utrechtfche Poort toe, ontmoet was, door zekeren Heer, die, hem afgevraagd hebbende, of hy de man niet ware, die den brief aan Burge- meefteren gebragt hadt, en ja tot ant- woord hebbende bekomen, hem hadt ver- zogt mede te gaan, en hem gebragt hadt in een huis, daar hy nog eenige ändere Heeren gevonden hadt. Dat hem hier, zo hy zeide, gevraagd was , of hy wel eenen eed van geheimhoudinge wilde doen; wanneer men hem iet van belang openbaaren zou. Dat hy zig hiertoe be- reid getoond hadt, zo 't iet goeds ware; en dat men hem daarop gevergd hadt, eenen brief te brengen aan den Gouver- neur van Rynberk, welk thans in de magt van Frankryk was; en eenen anderen aan den Heere de Louvois, Staatsdienaar van Koning Lodewyk den XIV. Dat die Hee- ren drie in getal waren geweeft; dat een derzelven (2) appelman genaamd was; dat hy de naamen der anderen twee niet wift; doch dat zy wel zo lang van per- foon waren als Appelman. Dat zy hem twee brieven hadden medegegeven, eenen aan den Gouverneur van Rynberk, enee- nen aan den Koning van Frankryk, onder een' omflag aan den Heer de Louvois. Dat men hem honderd Ryksdaalders vry geld beloofd hadt, zo hy deeze brieven be- itelde ; en dat men hem honderd vyfen- twintig guldens op hand gegeven hadt, tot reisgeld. Dat de brieven met een Ca- chet, waarop een gekroond cyfer ftondt, waren toegemaakt. Dat hy, met dezel- ven, op den eerften January des jaars 1689, van Amflerdam gereisd was naar Rynberk. Dat de Gouverneur hem, op 't vertoonen van den brief, hadt voort- geholpen op Ur dingen; en dat hy, voorts, over Nuits, Bon, Rynbach, Montrojal, Saarlouis, Mets, Verdun, Chalons en Parys , naar Verfailles getrokken was. Dat hy den brief, aan den Koning gerigt, voor den Secretaris van de Louvois, uit het Nederduitfch , waarin dezelve ge- fchreeven was, in het Hoogduitfch hadt |
||||||||||||||||||||||||||||||
33
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
33
|
dien einde, in de eerfte plaatfe, de Ste-
|
||||||||||||||||||||||||||||||
den Nieuwmegen en Graave in te nee-
„ men, en daar na, over de Veluwe enU- „ trecht, aan te trekken op Amflerdam. „ Dat de brief getekend was J, Apesz, Hen- „ rik de Laat. en dat hy wel hadt können „ merken, dat Louvois diergelyke brieven „ verwagtte. Dat men hem, voorts, met „ eenen ongetekenden brief, zonder op- „ fchrift, te rug gezonden hadt, met laft „ om dien aan Burgemeefler Appelman te ,, beftellen." Men hadt deezen brief, dio in 't Franfch gefchreeven was, by hem ge- vonden , toen hy gevat werdt. In den zelven, las men, behalven eenige fchoone beloften, een verzoek om nader berigt van de magt, die de fchryvers van den brief aan den Ko- ning hadden, om deszelfs onderneemingen wel te doen gelukken. Voorts, hadt hy eene lyfl by zig van de plaatfen, die hy doortrekken moefl, en eenen eigenhändigen brief van Louvois aan den Gouverneur van Duinkerken, met laft, om hem fpoedig voort te helpen. at De bekentenis van Hol, die ook voor^en^
CommifTariffen van den Raad van Staate h.e^n, niet eenpaarig geweeft was, bleef, onder- \Q^ tuffchen, geheim. AUeenlyk lekte, hier en hem» oP daar , uit, dat hy eenige Amfterdamfche nie"^V Heeren befchuldigd hadt. In Engeland ,tG^ werdt, by fommigen, nadeelig van deeze16 ' Heeren gefproken. Doch Koning Willem floeg 'er, naar 't fcheen, luttel geloofs aan, en hieldt alles voor uitvindingen van 't Fran- fche Hof, om argwaan en onluft, hier te Lan- de , te verwekken. Ondertuflchen , bleef Hol zitten, zonder dat my gebleeken is, dat hy, op nieuws, gehoord werdt, voor den zevenentwintigften January des jaars 1690; wanneer hy, by zyne voorige bekentenis, voegde „ dat de Heeren, die hem hadden „ afgezonden, een heimelyk verbond had- „ den gemaakt met den Koning van Frank- j(t „ ryk." Maar, op den derden February, Hy h*e. viel hy, op enkel voorgeeven, dat 'er eeni- f^\ti' ge Amflerdammer Heeren voor de deur ^ ^* ftonden, tegen welken men hem hooren zou, det°K, door den mand,uitberftende in deeze woor- ds»51 den: O God! ik ken niemant van die Heeren. Ik hebze nooit gezien. Zy zyn onnozel. Men bragt hem toen aan de paleije. Doch hy verklaarde, zo voor als na depyniginge, beide op den derden en zevenden February, |
|||||||||||||||||||||||||||||||
(a) Jean appelman was thans regeercnd Burge-
«neefter. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
j>
|
dat hy geene Amfterdamfche Heeren
|
||||||||||||||||||||||||||||||
ken-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
>3
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
XXI. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
705
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ den geftraft, zonder dat men eenigeagt j6qo.
„ floege op het gene hy, ten nadeele van „ anderen, verteld hadt (py De redenen der Vroedfchap van Amder- Straf
dam hadden, ter Vergaderinge van Holland, over Jan niet zo veel ingang, als men zou hebben Ho1' mogen verwagten. Nogtans fprak men wei- nig meer van de befchuldigden voor 't Hof te willen trekken. De ladering van Jan Hol bleek zo klaarlyk, dat de Raad van Staate geene zwaarigheid maakte, om hem te ver- oordeelen tot geefleling en brandmerk; tot het tugthuis voor vyftien jaaren , en , na dien tyd, tot ban voor altoos uit de Ver- eenigde Nederlanden, 't Vonnis werdt, op den eenendertigden December des jaars 1690, geveld: doch in het zelve, werdt nie- mant genoemd, die door Jan Hol befchuldigd geweeft was. Zelfs werdt 'er de naam van Jmflerdam niet in gefpeld. De misdaadige werdt, eenige dagen laater, te 's Herto- genbofch, gegeefleld en gebrandmerkt (5). Doch hy moet, na't ontvangen deezer draf- fe, niet, of niet lang in een Tugthuis ge- zeten hebben, alzo ik aangetekend vind, dat hy, om eenig ander misdryf in hegtenis geraakt zynde, in February des jaars 1692, te Rotterdam , ter dood gebragt is. De argwaan, dien eenigen, tegen fommige Am- derdamfche Regenten , hadden opgevat , verdween geheellyk. Koning Willem en de Graaf van Portland zelf verklaarden , t'eenen dage, aan den Gezant Jacob Hop, dat zy de vertelling van Jan Hol nimmer hadden können gelooven- En niemant rep- te federt van de befchuldigden te regt te willen Hellen. De droogte, het Pampus genaamd, ge- Meeu-
legen voor Amfterdam, aan 't einde der wes Zuiderzee, hadt, al voor eenige eeuwen, ^ein- diepgaandefchepen belet, aan en van de Stad ^^ te komen. Men was, derhalve, op midde- Bakker, lenbedagt, om de fchepen te ligten over een Am- deeze droogte. In 't jaar' 1672, hadt men fterdain- zig bediend van zekere grooce kiften, die ™^it de onder de fchepen gebragt; en door het Ie- Kamee- dig pompen van welken, dezelven over 't len of Pampus geligt werden (r). Doch in 't begin ph^'s des jaars 1690, vondt Meewwes Meinderts- Jft, zoon Bakker, gebooren burger deezer Stad, de Kameelen of Schipligters uit, door middel van welken, de zwaarde Oorlogsfchepen van negentig en honderd ftukken, zonder hinder, over 't Pampus en andere ondiepten in de Zuiderzee, van Amfterdam af naar de Vlietertoe, worden geligt. Het Collegie ter
(t,) Refol. Vroedfch. Lt.T. 17. \i-Afrtl i«oo./. 209,212.
(q) Vit ie Confeffie en Sentent. van Jan jj0Lj ent/cele andere Brieven en Stukken, (r) COMMEI.1N, hl. '197' Yyyy 3
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
kende; dat alles, wat hy, ten hunnen las-
te , verhaald hadt, verzierd was; dat hy zelf de brieven aan den Gouverneur van Rynberk en aan den Koning van Frank- ryk hadt opgefleld, toegemaakt, en be- fteld, met oogmerk om te beproeven, of |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
1690.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
3J
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
5>
|
de Franfchen wel zo loos waren , als
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
„ voorgegeven werdt; en om hun eenig
j, geld afhandig te maaken." Veelen ver- wagtten toen, dat Hol, naar verdienften , geftraft zou worden. Doch men vondt ge- raaden, hem, op den eenentwintigden Fe- bruary, nog eens te dreigen met de paleije. En toen hernam hy zyne eerde befchuldi- ging, met byvoeging van eenige omdandig- heden. Al het welke hy, op den derden A- pril, ter fcherper onderzoek gebragt zyn- de, andermaal in den hals haalde, hoog en duur betuigende, dat hy nooit van iemant afgezonden was tot eenig heimelyk oogmerk, maar alles zelf verzierd hadt : by welke laatde bekentenis, hy, op den zesden April en federt, ook buiten pyn en banden, vol- hardde. De algemeene Staaten nogtans, hoe
vreemd zulks ook fchynen moge, verdon- den , ten deezen tyde, dat de perfoonen , die door Jan Hol befchuldigd waren, te regt behoorden te worden gefield; en bragten hun gevoelen in de Vergadering van Hol- land. Veele Leden dier Vergaderinge wa- ren van 't zelfde verdand, en oordeelden, dat men de zaak moed onderzoeken voor 't Hof. Doch de Vroedfchap der Stad Am- fterdam „ fchoon ten hoogden afkeerig „ van al wat zweemde naar verbooden ver- „ ftandhouding met vyanden van den Staat, „ vondt groote zwaarigheid in het overval- len van onbefproken luiden, met een " Crimineel regtsgeding, zo lang 'er geen „ blyk altoos van misdaad ware." Jan Hol hadt,zeide men „ zelf zyne befchuldiging „ wederom in den hals gehaald, en met, op „ nieuws, flaande gehouden, dan na dat hy |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Veele
Leden Van Hol- land oor- deelen, dat de befchul- digden , Voor't Üof, be- «ooren te regt gefteld te wor- den. Amfler-
dani ver- klaart zig hier te- gen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
ij
|
met de paleije gedreigd geworden was.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Ook zouden, in allen geval, de befchuldig-
den niet voor het Hof, maar voor hunnen dagelykfchen Regter moeten betrokken worden. Doch hiertoe behoefde men niet te komen,zo lang'ergeen meer blyk van misdaad ware, dan het bloote zeggen van eenen bekenden verraader. Crimi- neele Regtspleegingen, al bleek zelfs de onfchuld van den befchuldigde , lieten altoos eene vlek van fchandelykheid na, en moeiten daarom, tegen onbefproken luiden, niet dan op bewys van fchuld , ondernomen worden. Maar Jan Hol be- hoorde , als een vyand van den Staat, en een lafleraar van eerlyke luiden te wor- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
.55
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
AM STER D AM S
|
|||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||
yo6
|
|||||||||||||||
„ van den Vader op den Zoon,en van den ióqo,
„ eenen Zoon op den anderen, was over-
„ gebragt, en dat ook , fomtyds, meer
„ waaren waren ingeilaagen, dan een huis-
„ gezin behoefde. Men liet nogtans aan
„ Bürgerneefteren, de voorheen verleende
„ vryheden toe te ftaan, aan*zulke perfoo-
„ nen, die verfch uit Frankryk overkwä-
„ men," Voorts , werdt beraamd „ dat
„ de plaatfen der ftervende en vertrekken-
„ de predikanten niet wederom vervuld
„ zouden worden." En eindelyk werdt be* Enon-
flooten „ de Walfche Diaconie, in deezen derfteunt
„ kommerlyken tyd, met vyftigduizend gul de ^>
„ dens, uit Stads Caffe, te onderfteunen, fchei(T '
„ en haar, daarenboven, haar verfchot goed CC
„ te doen (u)."
De Regenten van 'tAalmoeffeniers Wees- De Raad
huis vielen, in de Lente des volgenden jaars,befluit' ook klagtig by Burgémeefteren, over het'^w te toeneemend getal der Weeskinderen, ter-'il,ien wyl de inkomften van het Huis waren ver- op alle minderd, onder anderen, door het verbod Wynen. van den invoer der Franfche Wynen, van Bra „#i welken zy een ftuiver van 't Oxhoofd, voorenen»' 't Huis, plagten te trekken; het miffen van ten be- welk inkomen, hun jaarlyks zevenduizend hoeve guldens fchade geweeft was. Zy verzog- ^al? fes- ten, derhalve, dat 'er, om dit verlies te ver- feDjers-. goeden, eene belading op allerlei Wynen, wees- Brandewynen en Azynen gelegd mögt wor- hui- den; gelyk kort hierna gefchiedde (u). i<5or. Burgémeefteren, wat eerder, aanfchry-Bede-
vens van 's Lands Staaten gekreegen heb-ft°ndeS bende,tot het houden van Bedeftonden, om !TSi^ 's Hemels zegen te verwerven over de wa- penen van den Staat, en over den perfoon van zyne Groot - Britannifche Majefteit; be- valen , den zesden April, dat dezelven, drie- maal ter weeke, des avonds ten zes uuren; gehouden zouden worden, op Saturdag, in de Nieuwe-, Zuider- en Amftelkerk, op Maandag, in de Oude-, Wefter- en Noor- derkerk, en op Dingsdag, in de Oude- en Nieuwe zyds-Kapel (tv). De Luitenant - Admiraal Cerneïis Tromp De Lui"
overleedt, in deeze Stad, op den negenen- ïï^aaï twintigften May deezes jaars, na dat hy, ee- cornet nen tyd lang,gekwynd hadt.Zyn lyk werdt, Tromp den zesden Juny, des avonds tuffchen negen overig- en tien uuren, met de gewoonlyke ftaatfie, langs de Heeren- en Keizers graft, gedraa- gen , en begeleid naar den Amftel, alwaar een Jagt gereed lag, waarmede riet naar Delft gevoerd werdt. 't Werdt, in de Oude Kerke aldaar, in het gra^f van des Zeehelds Vader, Maarten Harpertszoon Tromp, by- (») Refol. Vroedfch. Lr. T. 31 7"ly i««"5- f- *7°.
(v) Refol. Vroedfch. U. V. »,*7 -April I6ju. ƒ, i0) 8J, (») Gtoot-Memor. .N. VII. ƒ• 2*x verf'' |
|||||||||||||||
ter Admiraliteit alhier was zo voldaan van
|
|||||||||||||||
1690.
|
|||||||||||||||
deeze uitvindinge, dat het den uitvinder een
daggeld toeleide, by Aétè van den zesden Oclober des gemelden jaars (s). Delaft De verwoefting van de Palts hadt zo veel e der Wal- Franfche vlugtelingen , die voorheen der- meente" waards geweeken waren, naar Holland, en hier ter byzonderlyk naar Amfterdam gedreeven, Stede dat de Walfche Gemeente alhier, die met neemt het onderhoud derzelven belaft was, zig, fterk toe. -m juny jeezes jaars ? genoodzaakt zag, om onderfteuning te verzoeken uit Stads Caffe.
Zy wees aan „ dat haare jaarlykfche las-
„ ten , met het onderhoud der gevlugtte
„ Predikanten , omtrent honderd duizend
„ guldens beliepen; daar zy, voorheen,
„ niet meer dan veertig- of vyftigduizend
„ guldens,plagten te bedraagen. Dat haare
„ inkomften daartegen niet meer dan vier-
s, endertig- of vyfendertigduizend guldens
„ opbragten; zo dat 'er ten minfte vyfen-
„ zeftigduizend guldens 's jaars te kort ko-
„ men zouden." Men begreep ligtelyk, dat
het opbrengen van zulk eenen grooten bui-
tengewoonen onderltand de Stad, door den
tyd, te zwaar vallen zou (t): weshalve men
op middelen bedagt was, om de jaarlykfche
uitgaven der Walfche Gemeente te befnoei-
De jen. Men deedt Diakenen eenen ftaat van
Vroed- de behoeften der vlugtelingen overleveren;
ichapbe- en volgens den zelven, waren 'er thans,on-
ntukle ^er dezelven, 1708 armen, tot welker on-
len, om derhoud , men 71905 guldens 15 ftuivers
den toe- oordeelde noodigte hebben. Men overwoog,
vloed Wyders, dat het getal der vlugtelingen zo
telingen" ^-er'c aanwies» om dat aan dezelven eenige
te doen vryheden en zulk een aanzienlyk onderhoud vermiri- werden toegeftaan. Men voorzag dat de toe- deren, vloed der armen te groot worden zou, zo menze,op den zelfden voet,bleeveontvan- gen ; dat wel voor een Godsdienltig werk moeft aangezien; doch waardoor Stads Cas- fe, nogtans, niet al te zeer gedrukt moeft ■worden. Ook hadt de, Burgery geklaagd, dat zy, in haare neeringen en handwerken, vry wat leedt van de vryheden, die den Franfchen vlugtelingen vergund waren. Men beiloot dan „ de driejaarige vryheid van „ Stads Excynfen, en de ontheffingen van „ de Gilden en de vereifchten van dezel- „ ven, in 't jaar i68x toegeftaan, voortaan, j, niet meer te verleenen; maar de vlugte- „ lingen , in alles , met naame ook in 't „ bekomen van het Burgerregt, met de an- „ dere Burgers gelyk te ftellen: te meer, „ om dat men bevondt, dat de driejaarige „ Vryheid, fomtyds, ter kwaader trouwe, (s) Holl. Marc, van i69o. Il, 19+. COMMELIN, hl. Iijj,
(f) Refol. Vroedfch, L'. T. i<5 Juny isjio. ƒ. Z44. |
|||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XXI. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
?or
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
J691. gezet (x). Op den zeftienden Maart des meninftaatware,om 'er bedaardelyk op te 1692.
voorleeden jaars , hadden Burgemeefteren letten (b). van Amfterdam den overleeden , op zyn Burgemeefteren van Amfterdam, als Am-Verfchil
verzoek, toegeftaan,eeneGrafftede,opzy- bagtsheeren van Slooten, Slooterdyk, Os-weSens Be koften, in eene der Kerken deezer Stad, dorp en de Vrye Geer,in 't jaar 1656, Oc- hetfe§tSr te mogen laaten ftigten, en Kerkmeefteren troi hebbende Verkreegen , om de over- overde gemagtigd, om deswege met hem, met ken- treeders der Plakaaten op het flagturven bin- fchen- nilTe van hunne Edele Groot-Agtbaarheden, nen de gemelde Ambagtsheerlykheden, ding van overeen te komen (y). Doch 't fchynt, dat voor Schepenen aldaar te regt te doen ftel- p,Lands hy, naderhand, veranderd is van gedagten, len; oordeelden, federt, dat 2y, of hun ten"* en verkooren heeft, te Delft, begraaven te Schout van Slooten, daartoe alleen, ter eer- het flag- worden. fter aanleg, geregtigd waren. Doch Dyk-turven, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Over-
vloed Van Vifch.
|
Sommigen hebben aangetekend, dat, in graaf en Heemraaden vanRynland verfton-1" de
dit jaar 1691, zo veel vifch gevangen werdt, den, datzy, van ouds gewettigd geweeft hè^rfyk-" dat een honderd en negentig SchelvhTchen, zynde, om kennis te neemen van het over-heden |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aan de Vifchmarkt hier ter Stede , voor treeden der Plakaaten op het flagturven, zo van Sloo-
niet meer dan tien ftuivers , verkogt wer- ver hun ring zig uitftrekte (c); hiertoe, zo £:n * den (z). wel als de Stad Amfterdam, geregtigd wa-~jjj.0^" |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
&e Stads In de Lente des volgenden jaars, werdt, ren binnen de voorgemelde' Ämbagtsheer- beilegt!
j-ompag- tot verligting van de bezwaarde geldmid- lykheden, die onder den ring van Rynland |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
delen deezer Stede, geraaden gevonden, de behoorden, 't Gefchil werdt, onder willige
Condemnatie van den Hoogen Raade, ver-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dorden
op hon-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
herdaan honderd man ieder, in ryen en gelederen,
gebragt. te verminderen (#). 't Was nogtans niet 1092. zo veiiig fjj de Stad, of daar viel, in 't mid- den van den Zomer, vry wat baldaadigheids voor, voor 't Huis van den Lakenbereider van Gangel, tegen wien 't werkvolk was op- geftaan ; w aarin, door eene ernftige Waar- fchuwing van den vierden July, voorzien werdt. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bleeven aan de uitfpraak van Mr. Mattheus
de Hertoge, Advokaat Fiskaal van Holland en Weftfriesland, die de Stad in 't ongelyk ft elde, en verftondt,, datDykgraaf en Heem- „ raaden van Rynland, zo wel als zy, ge- „ regtigd waren, om kennis te neemen van „ de overtreedingen op het Slagturven , „ binnen de gemelde Ambagtsheerlykhe- „ den." De uitfpraak werdt, dentwee-en- twintigften Oftober deezes jaars, door den Hoogen Raade bekragtigd, en Burgemees- teren bevalen Schout en Geregten van Sloo- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^ardbee
>g.
pit werk >els der- Mve {tier ter *'ede. |
Op den agttienden September, 's nade-
middags omtrent ten half drie uuren, ge- voelde men hier te Lande, en in de nabuu- rige Geweften, eene aardbeeving, die maar omtrent twee miniuiten duurde, en, gelyk |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ten, Slooterdyk, Osdorp en de Vrye Geer
zig naar dezelve te gedraagen (d). |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
doorgaands, by zeer ftil weder, voorviel.
Hier ter Stede, werden alle de huizen en de |
Hetregt van 't op- en affcheepen derBees- Orde op
ten hier ter Stede, al van den jaare 1539 J}et op" |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zwaarlle gebouwen zelven , het Stadhuis af, aan deHuiszitten aan de oude zydege-dg^pen
niet uitgezonderd, heen en weder bewoo- geven zynde, en in 't jaar 1675, door deten aan" gen. De Jan-Rooden-Poorts-tooren fchud- Regenten van 't Oude-zyds-Huiszittenhuis,Zeeburg. de zo zigtbaar en fterk, dat men voor in- de herberg Zeeburg aandenMuiderdykzyn« 1693. ftorten bedugt was. De Oude-en Zuider- de gefügt (e ), by welke bekwaame gele- Kerks-toorens werden ook zo blykelyk heen gènheid was tot het opfcheepen der Sees- en weder geflingerd, dat de fpeelklokken ten, die uit Gelderland , Friesland en O« aan't kleppen raakten. De fchepen in'tY veryflèl herwaards gevoerd werden; zo en 't kleine vaartuig op den Amftel werden werdt, by myne Heeren van den Geregte, ook, op en neder, bewoogen met het wa- op den zesdenFebruary des jaars 1693 ,ge- ter. Inde graften, welde het water van keurd ,, dat de Beeften, uit de gemelde den grond opwaards,en in de huizen hoor- „ Provinciën komende,nergens anders dan de men een gedruifch, als ofal wat'er zwaars „ aan Zeeburg zouden mogen worden op- op de zolders ftondt, met geweld, heen en „ gefcheept." En om de Schippers hiertoe weder gefchooven werdt. Doch men ver- te houden, werdt, op den agtentwintigften nam niet, dat 'er, door deeze aardfchud- January des volgenden jaars, afgekondigd, ding, eenige fchade gedaan was. Ook hiel- „ dat zy, hier ter Stede, nooit vragt zou- den alle de verfchynfels derzelve 0p, eer »» den |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(h) COMMELIN, hl. 1164. Europ. Merc. Ji'Iy-Septemb.
1692. hl. 219. (c) ZI' Handv. van Rynland, hl. s6, ld) Handv. bU 32?. (ej COMMELIN, hU 1*1 > Sil'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
{*) COMMELIN, hl. 1123. Europ. Merc. lApril-Juny
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I
|
os»1« <". in , 174.
(y) Groot-Memor. N. VII. ĥ "4 ferfi.
(z.) Feyken Ryp Chron. van Hoorn, hl, 2ss. (a) Refol. Vroedfch. L'. V. 7 Maart I6ji. f. 251. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7o8
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ den mogen aanneemen, of eenige beurt lyk herfteld werdt. Immers eenigen befton- i60>
bevaaren, en daarenboven vyfentwintig den, in OStober des gemelden jaars, openlyk, guldens verbeuren, zo dikwils als zy hun- in de Kerke, uit te vaarentegen den Predikant „ ne beeften niet aan Zeeburg , maar aan Theodorus Dominicus, en terwyl hy predikte: „ Jaap Hannes of elders, geloft hadden (ƒ)." tegen welke baldaadigheid, Burgemeefteren En deeze orde was te noodiger, niet flegts eene ernftige waarfchuwing deeden leezen om dat de Regenten van'tOude-zyds-Huis- van de Predikftoelen, in beide de Kerken zittenhuis aan Zeeburg bekwaame gelegen- (£). Men bleef nog, voornaamlyk , over heid tot het opfcheepen der beeften ge- twee punten, verfchillen: 1. wie voor Con- maakt hadden; maar ook, federt eenige jaa- tribueerende Lidmaaten moeften gehouden ren, gewoon waren, het regt van Opfchee- wórden ? en 2. of dezelven , hoofd voor |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1693.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
pinge aldaar te verpagten.
In de Lutherfche Gemeente hier ter Ste-
de , was, federt eenige jaaren, geen kleine |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hoofd, in de verkiezing van Ouderlingen en
Diakenen, ftemmen zouden, dan of zulks, door een bekwaam getal uit dezelven, be- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Twee-
Ipalt in |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
twïft ontftaan; om welken te beilegten, het hoorde te gefchieden? Burgemeefteren von-
therfche gezag der Regeeringe vereifcht werdt. De den dan, in May des jaars 1684.,geraaden, ^e™eern" Beftierders en eenige Leden verfchilden o- twee Advokaaten, Joan van den Broek en ter Stede, ver 't regt tot de verkiezing van Ouderlin- Joannes Mhufius, te magtigen ,om partyen gen en Diakenen , en over 't beftier der te hooren, en ware 't mogelyk te bevredi- Kerkengoederen. Men hadt, van de eene en gen, of anders Burgemeefteren verflag te de andere zyde, verfcheiden' ontwerpen ge- doen (/)• De poogingen der twee Advo- maakt, tot onderlinge bevrediging der ge- kaaten vrugteloos zynde uitgevallen, ver- moeden, die, in den aanvang des jaars 1683, klaarde de Kerkenraad,dat zy de befUffing |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Burge-
meefte- ren be- raamen een mid- del , by voor- |
voor Burgemeefteren gebragt werden. En van 't gefchil gaarne aan Burgemeefteren
haare Edele Groot-Agtbaarheden hadden, verblyven wilden. Doch de misnoegde Le- op den drie-entwintigften January des ge- den der Gemeente, omtrent zeftig in getal, melden jaars, twee Refolutien , by provi- konden hiertoe nietverftaan,fchoon'er hun- fie, goedgekeurd en bekragtigd, die, op den ne Gemagdgden in bewilligd hadden; en eenendertigden December en op den zesden fchoon zyzelven verklaarden, hunne zaak te |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
raad, om january te voor en, in eene buitengewoone willen Hellen aan den Predikant Joannes Cole-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
d
|
te leg-
gen. |
y Vergadering van Predikanten, Gedeputeer- rus alleen, die egter gefchroomd hadt, de be-
den , of dienende Ouderlingen en afgegaa- flifling op zig te neemen; doch zyn gevoe- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ne Ouderlingen of Oud-Oudften, en dienende len wel wilde verklaaren, gelyk hy deedt.
en Oud-Diakenen, genomen waren. Zy be- Maar hierin nam wederom de Kerkenraad helsden „ i- Dat elk, die Lidmaat was, geen genoegen. Burgemeefteren, verpligt en tot onderhoud der Kerke en armen iet om voor de ruft onder de Burgery te zor- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
begeerde te geeven, zynen naam en 't
gene hy jaarlyks geeven wilde , nieuw Kerkenboek, tekenen zou. 2. Dat elk, die tot de verkiezing van Ouderlin- gen en Diakenen begeerde te ftemmen, ten minfte twintig guldens's jaars, tot de bovengemelde einden, geeven moeft.,3. Dat, uit zulke Lidmaaten, jaarlyks, door den voorzittenden Predikant, ten over- ftaan van de Predikanten, de gedeputeer- de Ouderlingen en de dienende Diake- nen , tien perfoonen geloot zouden wor- den, om, nevens den Kerkenraad, de Ouderlingen en Diakenen te helpen ver- kiezen. 4. Dat zulken, die, boven de gemelde twintig guldens, nog tienDucä- tons 's jaars gaven , geregtigd zouden zyn, om de Rekening der Kerken- en armen- middelen, jaarlyks, binnen eene maand na May, mede op te neemen, en naar te zien (g)." 't Scheen nogtans , dat de |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gen, beflooten dan, op den agtften April
des jaars 1685, partyen te doen aanzeggen, dat zy zig, ftil en vreedzaam,naar de pro- vifioneele Refolutie van hunne Edele Groot- Agtbaarheden van den drie-entwintigften January des jaars 1683, zouden hebben te gedraagen, tot dat op de zaak nader be- flooten werdt (£). En dit nader befluit volg- de , op den tienden September des jaars 1685. De provifioneele Refolutien van den Burg^ drie-entwintigften January des jaars 1683 mee^ en van den agtften April des jaars 1685 rene6iiJ' werden in eene volftrekte en eindelyke Re- jjgjUe« folutie hervormd , met deeze veranderingen uitfp^u alleenlyk „ i.datzy, die in de verkiezing ovej „ van Ouderlingen en Diakenen begeerden tW „ te ftemmen, in de plaats van twintig, „ maar tien guldens 's jaars zouden behoe- „ ven te geeven: en 2. dat, uit deeze Con- „ tribueerende Lidmaaten, in de plaats van „ tien , vyftien perfoonen zouden geloot |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
jj
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
55
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
35
55 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
55
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
55
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
55
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Opfchud- 5»
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ruft, door deeze fchikking, niet volkomen
(ƒ) Handv. bl. 17J, 17«.
(z) Groot-Mcmor. N. VII. ƒ. 7«.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ding in
de Ker- ke. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
j, wor-
(h) Groot-Memor. N. VII. ƒ. 93 vtrfo.
(i) Groot-Memor. N. VII. ƒ. ioz.
({) GwotMemor. N. VII. ƒ. I12 verf;
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XXI. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
70p
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ worden, om 's daags na de looting de
„ verkiezing van Ouderlingen en Diakenen ,, te helpen'doen (/)." Maar 't bleek, eer- lang, dat, ook in deeze fchikking, by allen, geen volkomen genoegen genomen werdt. Ook was 'er gefchil gereezen over eenige punten der Leere, 't welk de verwydering grooter maakte. De misnoegde Ledemaa- ten vervoegden zig, in 't jaar 1690, met vyf vraagpunten, aan de Hooge Schooien van Grypswalde, Tubingen en GiefTen, en aan de Predikanten van Frankfort, derzel ver uit- fpraak daarop verzoekende.De meefte punten raakten de Leer. Doch in het laatfle, hadt men zaaken gebragt, die Burgemeefteren alleen,en derzelver uitfpraak van den tien- den September des jaars 1685 betroffen: waarom zy geenszins voor eenige uitheem- fche Regtbank behoorden gebragt te wor- den. Ook kreegen Burgemeefteren zo dra geene kennis, dat zulks gefchied was, of zy bevalen , op den derden February des jaars 1691, dat men zig fliptelyk zou heb- ben te houden aan de uitfpraak van den jaa- re i68j. „ Doch, zo 'er eenig verfchil vie- „ Ie over geloofspointen ter zaligheid > ver- „ klaarden zy, geenszins van meeninge te s> zyn, fig daer in te geven, maer het zelve „ te zullen laten aen het oordeel der Synodens |
meefteren, onlangs , veele Regenten van ißp^
Godshuizen en anderen wagt-vry haddenPakhui, verklaard. Burgemeefteren en ColonellenZen. kwamen , derhalven , overeen, om het Wagtgeld fcherper in te vorderen dan tot hiertoe gefchied was, en, ten opzigte van zulken, die, wegens hunne gezindheid of ongefteldheid, van de moeite, die aan 't waaken, drillen, optrekken enz. vaft was, vry gehouden werden, te verhoogen: en daarenboven een wagtgeld te leggen op al- '«■ Ie onbewoonde pakhuizen, die omtrent zes-
honderd in getal waren, en met eikanderen, naar men rekende ; omtrent agtenveertig honderd guldens zouden können opbrengen. Van 't een en 't ander werdt een opftel ge- maakt, welk, den eerften May des jaars 1694, gedagtekend was (0). Burgemeefteren beflooten, in dit zelfde Beter-
jaar, hier ter Stede, aan de Schans by de huis op- Weteringspoort, een nieuw Beterhuis op teëete&u regten, en tot Kafteleinen en Betermeefters aan te ftellen Maximiliaan Auguflinus Schoor- man en Cornelis Berghman Wuytiers (p) , die, wat laater, door myne Heeren van den Geregte, gemagtigd werden , om kwaad- aartigen, die aan hunne hoede werden aan- vertrouwd, des noods, met geweiden ban- den , te bedwingen (q). De aanhoudende oorlog en andere laften De Raad
hadden zo groot een verval veroorzaakt inneemt den ftaat der geldmiddelen van de Stad,eei? be- dat de Raad, reeds in September des voor-^^ leeden jaars, op den voorflag van Bürge- rjng vaa" meefteren, beflooten hadt „ 1. den onder- den ftaat „ ftand aan de Franfche vlugtelingen, be-van lier „ halve 't gene aan de geviugte Predikanten Stf?e „ gegeven werdt, te bepaalen op vieren-dele™ " „ twintigduizend guldens 's jaars , en de Onder- „ onderftand trekkende Predikanten te laa-fond aan „ ten uitfterven. 2. de zes Stads Compag-d.e,Fran' „ nien, op zulk eenen tyd als Burgemeefte- v1Ugte- „ ren zulks zouden geraaden vinden , telingen „ verminderen op zeftig koppen, te weeten vermin- „ agtenveertig in ryen en gelederen, driederd' „ Officiers, met derzelver jongens, ook drie „ in getal, drie Serjanten, en drie Trom- „ flaagers. En , 3. het Lantaarngeld te „ ftellen op een zeftiende van de Verpon- „ dinge der huizen; het emmer- en ftraat- „ geld op een twee-endertigfte, en het om- „ leiden en zuiveren der wateren ook op ,, een twee-endertigfte, door Huurder en „ Verhuurder, ieder voor de helft, te be- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1693.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kenige
Leden vervoe- gen zig aan bui- 'enland- fche Hooge Schoo- ien. Yerklaa-
Jing van «Urge- nieefte- ren hier- omtrent. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3»
|
van de Augsburgfe Confejfie, hier te Lande
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
te houden (m)." Maar niettegenftaande
het herhaald bevel van Burgemeefteren , duurde de onruft in de Lutherfche Ge- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Moedwil meente
|
nog eenen geruimen tyd. Zy
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
liep zelfs zo hoog, dat 'er, op den twintig-
ften December des jaars 1693, des avonds by 't uitgaan der Lutherfche nieuwe Kerke, een groote hoop volks voor dezelve ftaan bleef, die zekeren Ouderling waarnam, den mantel affcheurde, en met fcheldvoorden aanviel. Myne Heeren van den Geregte beloofden, federt, driehonderd guldens aan den aanbrenger van eenen der fchuldigen aan deezen moedwil, en gelyke fomme aan hem, die den Geregte van eenige nieuwe famenrotttinge kennis gaf (n). De hevig- heid bedaarde nogtans, door den tyd, on- der de Lutherfchen , die zig, eerlang, on- derwierpen aan de fchikking van Burge- meefteren; fchoon dezelve niet veelejaaren agtervolgd geworden is. Men bevondt, omtrent deezen tyd, dar'
de inkonaften van den Burger - Krygsraad hier ter Stede wel vyfcienduizend guldens jaarlyks door de laften werden overtroffen, en dat de inkomften nog merkelyk ftonden verminderd te worden , doordien Burge- (') Groot Memor. N. Vil./. i?o verfi.
(m) Groot Memor. N. VII. ƒ• H9. (n) Kcurb. Q. ƒ. is,. I. STUK.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
omtrent
c2nen
Oucier.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^enbe-
"uit.een wagt-
feld te 'eggen *Pde |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
51
|
taalen (r)." Doch de Walfche Gemeen-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
te klaagde zo zeer over haare drukkende
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ar-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(,) Handy bl. i«t.
(/,) Groot-Mcmor. N. VII. ƒ• I« vtrfo.
(q) Handv. hl. 1051.
(r) Refol. Vroedfch. L'. W. 1+ Sip, I6s3l ƒ. «4.
Zzzz
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fio AMSTERDAMS GESCHIEDENISSEN. II.Deel.
|
|||||||||||||||||||||||
óm, op geenerlei wyze, aanmoedigen. Aan jóoy
de Stad Kampen, die eene rekening in de Wiffelbank verzogt, was uitftellend ant- woord ; doch aan de Stad Haarlem,diege- lyk verzoek deedt, eenige hoop gegeven. Ook beflooten Burgemeefteren en Raad, fe- dert , aan geene Stad, tot het gemelde einde, eene rekening toe te ftaan, uitgenomen aan de Stad Haarlem, mids dezelve buiten dege- woonlyke boeken der Bank gehouden werdt, en de Stad niet aanfpraakelyk ware, zo van de penningen iet, door ontrouw of anders- zins, mögt worden vermift. Ook begeerde 't Ge' men geene rekening toe te ftaan, voor dat fchl(3ns* de Lotery vol ware(u). Doch die van Haar- "£fby-.- lem, hunne Lotery hebbende uitgefchree- zon^ere' ven, onder voorwaarde, dat hun eene ge- reden^1* woonlyke rekening zou vergund worden, aan. |
|||||||||||||||||||||||
armoede, dat de vierentwintigduizend gul-
dens, die haar, by de gemelde Refolutie, waren toegelegd, voor het eerfte jaar al- leen , met zesduizend guldens verhoogd wer- den (s). In de Lente des jaars 1695, ver- nieuwde de gemelde Gemeente haare klag- ten , en Burgemeefteren en Raaden lieten zig beweegen, om haar, nog voor dat jaar, den buitengewoonen onderftand van zesdui- zend guldens toe te ftaan (t). De Heer Hille, Commandeur der Stad
Huift, verzogt, in Oótober des jaars 1Ó95, Oftroi om op zyne koften verfch water in Amfterdam te mogen brengen, en wegens 't gebruik van het zelve, zig met de brou- wers te mogen verdraagen. Van Stads wege, werdt gereedelyk in dit verzoek bewilligd^). Doch ik vind niet, dat het ontwerp van den Heer Hille ter uitvoeringe gebragt is. Burgemeefteren, kennis gekreegen heb-
bende , dat eenige byzondere Steden, Lo- teryen hebbende opgeregt, tot verzekering der inleggeren, voorhadden, eene rekening te verzoeken in de Wiffelbank deezer Stad; vonden geraaden, te beveelen, dat aan nie- mant, voor naderen laft , eene rekening, tot zulk een einde, zou worden toegeftaan. Zy zagen het opregten van zo veele Lote- ryen aan als fchandelyk voor het Land in 't gemeen , en als fchadelyk voor 't Land en de ingezetenen beide; en wilden 't, hier- (s) Refol. Vroedfch. £'. w. ij Jan. i«94. ƒ. 26I.
(t) Refol. Vroedfch. L'.X. zy ^April i«$ij. ƒ. 104, (u) Refol. Vroedfch. Ls. X. 19 Oéi, 1695. f. 3». |
|||||||||||||||||||||||
1694.
|
|||||||||||||||||||||||
1695-
|
|||||||||||||||||||||||
Ontwerp
om verfch
water in de Stad te bren- gen. |
|||||||||||||||||||||||
lö*
|
|||||||||||||||||||||||
ftonden 'er ernftelyk op, by Burgemeefte-
|
Haar
|
||||||||||||||||||||||
De Re-
geering beveelt geene re- kening in de Wiflel- bank te verlee- nen, ten behoeve der Lote ryen van byzonde- re Ste- den. |
|||||||||||||||||||||||
ren van Amfterdam, zig verbindende, om
de beleefdheid, die hun, in dit opzigt,be- weezen zou worden, by voorvallende gele- genheden, te zullen erkennen, ende Boek- houders van de Wiffelbank, daarenboven , behoorlyk te zullen loonen, voor derzelver moeite. De belofte van erkenteniffe, en de nabuurfchap der Stad woog zo veel by Bur- gemeefteren en Raaden, dat men, einde- lyk, befloot, aan Haarlem eene gewoon- lyke Rekening in de Wiffelbank toe te ftaan (w). |
|||||||||||||||||||||||
(v) Refol. Vroedfch. L'. X. 3 Dec. i«9j, ƒ. ,,«.
(»>; Relol. Vroedfch. L<. x. 3 ?-.». i«,«./. J4s. |
|||||||||||||||||||||||
TWÉÉ-
|
|||||||||||||||||||||||
4&*.i
|
|||||||||||||||||||||||||||||
TWEEDE DEEL.
GESCHIEDENISSEN
VAN
AMSTERDAM.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
T W E E-E N. TWINTIGSTE BOEK.
Amsterdams Geschiedenissen, van het jaar 1696',
|
|||||||||||||||||||||||||||||
tot op ds Utrechtfche Vrede in "'t jaar 1
|
[?I3'
|
||||||||||||||||||||||||||||
1696
|
|||||||||||||||||||||||||||||
effeniers-
|
|||||||||||||||||||||||||||||
1696.
Gewei |
\_ te Amfterdam, een algemeen misnoe-
|
||||||||||||||||||||||||||||
armen, te verbeuren. De Magiftraatsper-
foonen, Commiffariffen, Penflonariffen en Secretariffen mogten hunne lyken, en die van hunnen huize, door de Stads Boden, laaten draagen of uitvoeren. De Gilde- broeders zouden de Gildeknegts tot Aan- fpreekers en hunne medebroeders tot dras« gers mogen gebruiken. En de Jooderi werden van deeze Keure uitgezonderd. Zulken, die Aften ter Secretarye voor den armen verzogten , zouden zig van geene Aanfpreekers behoeven te bedie- nen , en de lyken van buuren mogen Jag- ten draagen. Aan 't lykgevolg zou, na de begraafenis, geen wyn mogen ge- fchonken worden, op eene boete van zes- honderd guldens. Ook zouden, op ge- lyke boete, geene ongehuwde perfoonen, met jongmans nevens het kleed, mogen worden begraaven. De Aanfpreekers., Lyk- en Lantaarndraagers zouden in *t zwart gekleed moeten zyn,met mantels,, beffen,lamfers van ééne lengte, en hand- fchoenen. De Lantaarndraagers alleen zouden geene mantels behoeven aan te hebben. De Aanfpreekers , derzelver Hoofdluiden, die twaalf in getal waren., en de Lyk- en Lantaarndraagers zouden geene lamfers of handfchoenen, by ver- eeringe, mogen aanneemen. De draagers zouden, een uur voor 't uitdraagen van 't lyk, voor 't fterf huis moeten verfchy- nen, en daar, door de Hoofdluiden, op- gelezen worden, die, in de plaats der af- wezenden, terflond, anderen zouden ont- bieden, ten welken einde zig,altoos,tien draagers, 's middags van een tot drie,en 's avonds van agt tot negen uuren, aan 't Comptoir der CommifTariiTen, die vier in getal waren, bevinden moeften. Die Zzzz 2 » te |
|||||||||||||||||||||||||||||
dige op- s;en onder de geringfte ingezetenen, welk,
roer 'lier binnen weinige weeken, tot hevige daade-
terStede.jy^heden uitborft, die gevaarlyke gevolgen gehad zouden hebben, zo de voorzigtigheid der Wethouderfchap en de moed der Bur- gerye den oproer niet, in de eerfte begin- felen , gefluit hadt. De oorfprong en uit- komffc deezes werks ftaat ons hier, met de vereifchte omftandighcid en naauwkeurig- heid, te verhaalen. . Aanlei- De Staaten van Holland hadden,om een ding tot gedeelte van de zwaare koften des tegen- den zei- WOordigen oorlogs te vinden, onlangs, eene Ven' belafting gelegd op het trouwen en begraa- ven, waarvan het eerfte ontwerp gemaakt was, door den Engelfchen Agent te Am- flerdam , den Heer Jozef Kerby , wien , hiervoor, eerlang, een jaargeld van vyftien- honderd guldens, geduurende zyn leeven, Keur op werdt toegelegd («). De Heeren van den bet be- Geregte, hier ter Stede, de Gemeente m Staaven. ftaat willende Hellen, om het regt op 'tbe- graäven te gemakkelyker te voldoen, be- flooten, de pragt in de begraafeniffen, die van tyd tot tyd toegenomen was, te bepaa- len, by eene Keure van den tienden Janua- ry des jaars i69Ó,waarby ook het bedienen der begraafeniffen, hier aanfpreeken genaamd, en het draagen der lyken en lantaarnen, tot ampten gemaakt werden, die , voortaan, door Burgemeefteren, ftonden begeeven te worden.De Keur beftondt uit vierenveertig Leden , welker voornaamften hierop uit- Inhoud kwamen: „ Niemant mögt eenige Lyk- of ^erzelve. „ Lantaarndraagers ofAanfpreekers, buiten |
|||||||||||||||||||||||||||||
3>
5»
|
de aangeflelden, gebruiken, op zekere
boete, door de aanftellers en aangeftel- |
||||||||||||||||||||||||||||
(«) Refol. Holl. 9 080b. I«9P- hl. 1114.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||
*7i>
|
|||||||||||||||||||||||
„ Schepenen Extraordinaris gedagvaard , 1696'
„ en de zaak op de Keurrolle gebragt wor- |
|||||||||||||||||||||||
te laat kwamen verbeurden zekere boete;
die weg bleeven, voor de eerfte reize, vyfentwintig guldens,en voor de tweede reize, hun arript. De draagers mogten, na de begraafenis, niet wederom in 't derf huis komen. £0 een van de genoem- de Amptenaars dronken ter begraafeniffe kwame, verbeurde hy zekere boete. Ook mogten zy, aan 't fterf huis, geene fpys of drank vorderen, of aanneemen. Op beledigingen onder dezelven , met woorden ofdaaden,was ook zekere boe- te geiteld. De Aanfpreekers moeiten, zo lang't lyk boven aarde itondt, óp ze- ker uur, aan 't fterf huis komen,; de be- wooners van het zelve beleefdelyk beje- genen , en niet vertrekken, dan na ver- kreegen verlof. De Hoofdluiden, Aan- fpreekers, Lyk- en Lantaarndraagers zou- den , elke foort afzonderlyk, in ééne beurs werken. De Commiffariiïen zouden, da- gelyks, in hun Comptoir vergaderen, en zorg draagen, dat de gevorderde Aan- fpreekers en draagers , door de Hoofdlui- den, aan de fterf huizen gezonden wer- den. Voorts, zouden de CommiffarifTen het loon der Hoofdluiden, Aanfpreekeren en Draageren doen invorderen, door ie- der Hoofdman , die de begraafenis be- diend hadt, en daarvan twee en een half ten honderd korten, ten behoeve der Hoofdluiden in 't gemeen. Nog zou van het gemelde loon vier ten honderd, ten behoeve der Aalmoefleniers-armen, wor- den ingehouden , door Commiffariflen, die ook voor het naarkomen deezer Keu- re zouden zorg draagen, en om de zes maanden, nieuwe lamfers en handfchoe- nen aan de Hoofdluiden, Aanfpreekers en Draagers uitdeelen, 't beloop daarvan in- houdende van derzelver weekloon: ook zorg draagen, dat zy van behoorlyke mantels voorzien waren. Die Commis- fariffen kwalyk bejegende verbeurde ze- kere boete, of,als 't voor de vierde rei- ze gefchiedde , zyn ampt. Commiffaris- fen genooten, met hun vieren, een gul- den van ieder Lyk, die van 't loon der Lyk- en Lantaarndraageren afgehouden werdt. De Hoofdluiden moeiten, op den dag der begraafeniffeof uitvaart, aan 't fterf huis, en dagelyks, aan 't Comp, toir der Commiffariffenverfclrynen, der- zelver bevelen naarkomen , en van de misilagen der mindere beampten aanter kening houden, alles op zekere boete. Ook moeiten de Aanfpreekers en Draa- gers de Hoofdluiden, op zekere boete, niet kwalyk bejegenen. Die boete wei- gerde zou, door Commiffariffen, voor |
|||||||||||||||||||||||
1696.
|
|||||||||||||||||||||||
5>
55
it
33
55
55
53
5»
5»
55
55
35
35
35
35
3»
55
55
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
»3
J3
33
35
J3
33
33
35
33
35
33
33
3)
>>
33
33
33
33
33
33
33
33
33
J3
33
»3
33
»3
»3
3»
»3
93
|
|||||||||||||||||||||||
?3
|
den." Wyders, was, aan 't einde der
|
||||||||||||||||||||||
Keure, eene lyft gevoegd van de loonen der
Aanfpreekeren, Hoofdluiden,Lyk-en Lan- taarndraageren, die meerder of minder wa- ren, naar dat een lyk in de Kerk, of op een Kerkhof, en laater of vroeger, begraaven werdt. Men las , eindelyk , aan 't einde deezer Lyfte, dat de Keur met den eenen- dertigften January, zynde een Dingsdag, ingaan zou (b). Doch eer zy nog afgekondigd ware, en Misnoeg
vooral koft na de af kondiging, ontftondt 'er Sen ,°n" een heimelyk gemor onder't gemeen, meeft ^!neen verwekt door zulke Aanfpreekers, die, door Sverdee' de aanitelling van een bepaald getal, vanzeKeo^" hun beroep itonden verfteken te worden; en door derzelver vrouwen , zynde deeze Kunne veeltyds gewoon, in geval van bur- gerlyk misnoegen , het hooge woord te voeren, 't Was veelen Aanfpreekeren verre uit de gisfing gegaan , dat het getal der beampten van hunne foorte ilegts op zesen- dertig bepaald was, hebbende zy itaat ge- maakt, om allen indienft te blyven, en uit te ftervem Ook hadden zy , met talmen en klaagen, zo veel uitgewerkt, dat 'er, in plaats van zesendertig, twee-enzeventig Aanfpreekers waren aangefteld, en dat het getal der Lyk- en Lantaarndraageren ook merkelyk vermeerderd geworden was. Doch onaangezien deeze vermeerdering, bleeven 'er nog veelen ontzet van hun beroep. En deezen ontzagen zig niet, den Heeren, aan derzelver huizen, en zelfs op ftraat,aante loopen en laftig te vallen, itoutmoediglyk vorderende, dat eene Keur, die hun zo na- deeligwas, mögt worden ingetrokken. Zy leverden zelfs Verzoekfchriften in aanBur- gemeefteren, die, zo men geloofd heeft, reeds beilooten hadden, of op 't punt waren om te befluiten, dat elk,die ooit Aanfpree- ker geweeit was, by Acte van hunne Edele Groot - Agtbaarheden , zou worden aange- fteld,'; toen de oproerigheid zo zeer het hoofd opitak, dat zy met geen toegeeven en zagtheid meer te bedwingen was. Naar gelang, dat de tyd van het ingaan Neemt ^
der Keure naderde, werdt het misnoegenüerkt°' algemeener. Veelen der aangeftelde Aan- j^g,^ fpreekeren zelven waren te onvrede, om ^ t/d dat zy, volgens het zesentwintigfteLid der van iiet Keure, in ééne beurs werken moeiten {c) , ing*311 alzo zy, die voorheen veel werks gehad ^ure hadden, nu met de minft bekwaamen en nadero ' minft begunftigden gelyk gefteld werden. Men
|
|||||||||||||||||||||||
(b) Keutb. L'. R. ƒ. Si.
(c) Gioot-Memot. *r. VIII. ƒ. "* w'fi.
|
|||||||||||||||||||||||
i DENISSEN. 713
de en fcheldende onder de oogen zagen, en, 1695»
zo fommigen verzekerd hebben, met vui- ligheid naar 't hoofd wierpen. De Hoofd- luiden en Draagers, die wederom aan't Aal* moefleniershuis gekomen waren, om te ver- neemen, welke Lyken zy, den volgenden dag, zouden moeten bedienen, werden- van 't graauw, welk aldaar ook in groote me- nigte famengeloopen was, befchimpt, by de mantels getrokken, en met drek gefmeeten: al 't welke voorfpelde, dat het,'s anderen- daags , wanneer de Keur ftondt in te gaan, niet gemakkelyk afloopen zou. Burgemeefteren, 't gevaar vanoproer wil- De Stads
lende voorkomen, gaven, nog dien zelfden foldaaten avond, bevel, dat de Stads foldaaten, te-^omenin gen den volgenden ogtend, in de wapenen we^ zouden komen, en zig ftellen , ten deele aan de Hoofdwagt, voor de Waage op den Dam, ten deele voor 't Aalmoefleniershuis, en voor de voornaamfte poorten , om den toeloop van buiten te weeren. Ook werdt eeneWaarfchuwing opgefteld, om 's ande- rendaags te Worden afgekondigd, waarby alle oproerigheid, fcherpelyk , verbooden werdt. Met het aanbreeken van den volgenden't Welk
dag, zynde Dingsdag, den eenendertigden fommi- January, ftondt de Stads bezetting gefchaard f™ PjY* op haare byzondere poften. Veelen preezen deren de voorzorg van Burgemeefteren, en hiel- veroor- denze noodig, om de gevreesde beroerte Seelen, te fmooren in de geboorte. Doch anderen fchortten 'er den neus over op. 't Optrekken der foldaaten zou, zeidenze, te veel volks lok- ken naar de loopplaatfen> en 't gevaar van op- roer doen toeneemen. Lenigen fchroomden niet, te zeggen ,, dat men der Burgerye „ eene haatelyke Keur, door geweld van „ Krygsvolk, zogt te pverdringen, 't welk „ geenen regtfchaapen voorflanderen der „ vryheid, gelyk de Amfterdammers waren, ,, te gedoogen ftondt." De wyven roerden, Vermoe- meer dan de mannen, den mond, enfommi- den, dat; gen hebben voor waarfchynlyk gehouden, datde °P~ eenigen derzelven, heimelyk, waren opge- JJfkfokt hitft door zulken, die, uit deeze beweegin- js, 0m gen, eene buitengewoone verandering in de verande- Regeering verhoopten, waarby zy hunne re- jj'0n^'e'l kening meenden te zullen können vinden. geering Doch hiervan is my niets met zekerheid ge- te wege bleeken. Vaft gaat, dat, ter gelegenheid te bren- , eener geweldige beroerte te Rotterdam, nog Sen- voor weinige jaaren, aldaar, eene ongewoo- ne verandering in de Regeering gemaakt was (O- Ook plakte men, nog deezen ' zelfden dag, briefjes aan 't Stadhuis, waar- by het zelve te huur gezet werdt, om ter- ftond
(e) Zie Vadeil. Hift. XVI. Dtel, bl, m enXl.
Zzzz 3
|
|||||
XXII. Boek. GESCHI
ï6o5. Men blies der kleine Gemeente in „ dat
„ de Keur de geringen meeft drukte, die, „ om Gods wille, als bedelaars, zouden „ moeten komen bidden, om naar hunnen „ zin te mogen begraaven worden; terwyl „ de ryken, voor hun geld, nog eene eer- „ lyke begraafenis zouden können krygen." En dit zag op het zesde Lid der Keure, waarby beïaft werdt, dat de onvermogenden een lyk door buuren of anderen zouden mo- gen laaten draagen, en geene Aanfpreekers behoeven te gebruiken, mids zy eene Aäe voor de Armen ter Secretarye lieten haaien. Doch men hadt hier valfchelyk en kwaad- aartiglyk bygehangen, dat de armen, in eene flegte witte kift, met Stads wapen befchil- derd, naar't Kerkhof zouden worden ge- bragt; 't welk groote verbittering verwekt hadt onder't gemeen, dat doorgaands onbe- kwaam of ongezind is, om met eigen oogen te zien, wat hun van de Overheid bevolen wordt. Onder luiden van meerder vermo- gen, werdt de Keur of voor-of tegenge- fproken, naar dat elk gezind was. Men vondt 'er, die dezelve preezen, vooral om dat 'er 't loon der Aanfpr eekeren en Draa- geren, dat dikwils veel te hoog plagt te loopen, by bepaald was. Maar anderen dagten, dat het hard viel, zig te moeten te vrede houden met Aanfpreekers en Draa- gers , door de Commiflariffen en Hoofdlui- den a'angefteld; daar menze, te vooren, naar zynen zin , hadt mogen verkiezen. Ook meenden veelen, dat het Loon der Kerk- hof" lyken tehooggefteldwas. 't Gerügt was zelfs algemeen, dat de Keur nog, in ver- fcheiden' opzigten, ftondt verzagt en veran- derd te worden. Een der OndertulTchen, naderde de tyd van het Hoofd- ingaan der Keure. De CommuTarhTen , luiden Hoofdluiden, Aanfpreekers en Draagers Aan waren aangefteld. De Commiifariflen na- fpreekers men, den agtentwintigften January, zitting w°rdt in hun Comptoir, welk in een vertrek van aange- >t AalmoeiTeniershuis geplaatft was (i). De van 't Hoofdluiden vergaderden aldaar, insgelyks; gtaauw. doch een derzelven werdt, regt voor 't Aal- moeffeniershuis, aangerand van 'tgraauw, en genoodzaakt, zig met devlugt te redden. De volgende dag, zynde Zondag^werdt met genoegzaame ftilte doorgebragt. 't Vuur der oproerigheid fmeulde nog; doch behoefde flegts wat fterker te worden aangeblaazen, 'tGraauw om ligter laage te ontvlammem. 's Maan- ^heidt dags, den derrigften , vloeide veel volks Beeten van allerleie foorte byeen op den Dam, eeni- ' gen van welken de afgaande Burgemeefte- ren, ftoutelyk, om 't lyf vloogen; morren- {d) Gioot.Mcmor. N. VIII. ƒ. n* verfi.
|
|||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||
7H
|
|||||||||||||||||||||||||
l&fi*
|
|||||||||||||||||||||||||
werdt. Straks ging 'er gejuich op, onder
de woefte menigte. De vendels , fchortel- doeken en neusdoeken werden om 't hoofd gezwaaid; 't Graauw trok het Stadhuis door en weder door, en voorts , door de Kalverftraat, ten deele naar 't Huis van Burgemeefter Jacob Boreel, op de Heeren- graft by de Leidfche ftraat, ten deele naar 't Aalmoeffeniers-huis; daar de baldaadig- heid het eerft haare rol fpeelde. Midlerwyl, was de Vroedfchap byeen
gekomen op 't Stadhuis, daar Burgemees- teren haar kennis gaven van 't opfchorten der Keure, en van de opfchudding voor 't huis van den Heere Boreel; haar wyders voorhoudende, of 't niet geraaden ware , nevens de Stads foldaaten, ook de Burgery in de wapenen te brengen, en den Kapitei- nen van beide laft te geeven, om , zo zy door 't graauw werden aangevallen, op het zelve,tot hunne verdediging,met fcherpte fchieten : waartoe , terftond , beflooten werdt (ƒ). Voor 't Aalmoeffeniers - huis, ftonden de foldaaten, gekeerd ten deele naar de Leidfche graft, ten deele naar de Leidfche ftraat, om de Commiffariffen en Hoofdluiden tegen de aandringende menig- te te dekken. De hoop was zo dra niet vermeerderd, door 't gefpuis dat van den Dam kwam,en tyding bragtvan'topfchor^ ten der Keure, of men viel met fteenen aan op de foldaaten , aangemoedigd door een vrouwmenfch, dat een hoepel om 't lyf en een ftok op de fchouder hadt, onder 'troe- pen van val aan, val aan! ßa dood die hon- den, fia dood! Een fchielyke fchrik ver-, fpreidde zig door de naafte buurten, daar venfters en deuren, met groote verbaasd- heid , werden toegeklapt. De foldaaüen verduurden de hagelbui van fteenen, om- trent een half uur lang, zonder te wyken, of zig te verweeren, toen 'er bevel gege- ven werdt, om aan te leggen, na dat men zulken, die, zonder kwaad oogmerk, der- waards gekomen waren, gewaarfchuwd hadt, om zig voor het dreigend gevaar te hoeden. Door den eerften fchoot, die vermoedelyk met loos kruid gefchiedwas,werdtniemant gekwetft. 't Graauw, toen ftouter gewor- den, dringt tegen't geweer der foldaaten in, maakt 'er zig meefter van, en dryftden kleinften hoop van de twee opde vlugt,ten deele naar 't Aalmoeffeniers-huis, ten deele naar de Leidfche poort, welker deuren ge- flooten werden. De andere hoop foldaaten, die ook met fteenen, van wederzyde, en zelfs van den overkant der Prinfen - graft, aangevallen werdt , fchoot met fcherp » waar*
(ƒ; Refol. Vrriedfch. I>. X. 31 Jan. l«9<$. ƒ. 349-
|
|||||||||||||||||||||||||
ftond te können betrokken worden: 't welk
niet donkerlyk ontdekte een' toeleg, om de Regeering, die, op en na den eerften Fe- bruary, naar gewoonte, ftondt veranderd te worden, wars te maaken van 't bewind: 't gene nogtans niet gevolgd is. 's- Morgens vroeg, rotte het graauw te
hoop, in de Noorder- en Nieuwe Looijers- ftraat en daaromtrent, alwaar veele wee- vers woonden. De kreet was algemeen, dat 'er, dien dag, geen weever op zyn getouw zitten zou. Men trok, aan hoopen, naarde plaatfen, daar de foldaaten ftonden , met naame naar den Dam, die ten negen uuren reeds zo vol volks was,dat de Heeren,be- 'zwaarlyk, door den drang der menigte, op 't Stadhuis komen konden. De gantfche Stad raakte, in korten tyd, vol gewoels. 't Slegtfle graauw , en daaronder veele vreemde bootsgezellen, die met den win- ter aan land gebleeven waren , fchoolde, uit alle hoeken, famen. 't Vrouwvolk en de jongens waren met puthaaken , luiwa- gens , heibezems en diergelyk gereedfchap gewapend. Eenigen droegen vendels van fchorteldoeken, aan ftokken gebonden: an- deren biervaten en botertonnen voor trom- mels, waarop zy, met telhouten, den op- togt floegen , en eene geweldige menigte agter zig ileepten. Alomme door de Stad, en zelfs voor 't Stadhuis en voor 't Aal- moeffeniershuis, vertoonde men fpottelyke Lykflaatfien, om de Keure en de maakers derzelve te befchimpen. Men lei een' ka- rel in eene fchaaf bank, en droegze de Stad door , onder een fchamper gejuil en ge- fchreeuw der menigte, die, door zulke ver- tooningen uitgelokt, alomme , de ftraaten vulde. - In deezen ftand der dingen, vondenBur-
gemeefteren geraaden, de beraamde waar- fchuwing tegen oproerigheid niet af te kon- digen. Zy deeden, in tegendeel, na 't lui- den der Stads klok, door een' Secretaris, den volke voorleezen , dat de Keur op 't begraaven, die dien dag ftondt in te gaan, nog voor zes weeken, opgefchort werdt. Zy beoogden, ongetwyfeld, der woeftheid een weinig fpeelens te geeven, en onder- tuiïchen tyd te winnen, om 't gemeen tot bedaaren te brengen, ^waarna het hun ge- makkelyker vallen moeft, de Keur te doen naarkomen. Doch hunne toegeevendheid hadt eene verkeerde uitwerking, 't Graauw werdt 'er ftouter op. Een ongebonde hoop, van over de Nieuwe Markt, uit de Jonker- en Ridderftraaten, byeen gerukt, kwam, met ftokken en handfpaaken gewapend , door de Warmoesftraat, op den Dam, juift toen de opfchorting der Keure afgekondigd |
|||||||||||||||||||||||||
1696.
|
|||||||||||||||||||||||||
Öproeri-
ge fa- men rot- tingen door de gantfche Stad. |
|||||||||||||||||||||||||
vroed
|
|||||||||||||||||||||||||
be-
|
|||||||||||||||||||||||||
fchap
fluit ge' weldfl>et geweld te pee- ren. |
|||||||||||||||||||||||||
De fol-
daaten worde» van v°oi 't Aal- moefle-, niersbi"* verdree-, ven.
|
|||||||||||||||||||||||||
Scni ra-
pende JLykltaat- fien. |
|||||||||||||||||||||||||
Bürge-
meefte- ren fchorten
de Keur, voor zes weeken, ep. |
|||||||||||||||||||||||||
'tGraauw
ftreefc
naar 't
Aalmoss-
feniers-
huis.
|
|||||||||||||||||||||||||
?^T3
|
|||||||||||||||||||||||||
GESG Hl E Ö Ë N I SS E Ä.
|
|||||||||||||||||||||||||
XXII. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||
ns
|
|||||||||||||||||||||||||
•ïöo6. waardoor eenige oproerigen gedood, of hielpen niet. Hydeedt dan met fcherpfchie- i6gè.
gekwetfl werden: 't welk ook het lot was ten ,■ waardoor twee nieuwsgierigen , een Hv ^ec
van eenige nieuwsgierigen, die, in groote Bakker en een Timmerman , by ongeluk,met
menigte, aan de overzyde ftonden. Doch doodelyk, getroffen werden« Spaaroog en fcherp
de woede wies aan, in plaats van te ver- vier der zyneri wären , ten zelfden tyde,fchieten
minderen. De glazen van 't Aalmoeffeniers- met den degen in de vuift, ingedrongen op £ "„ er
huis werden uitgefmeeten. Men ftormde het graauw, en hadden een'jongen, en twee hoop.
op de deuren. De foldaaten werden, ein- of drie andere muiters gedood of gewond,
delyk, allen verdreeven. Eenigen, die de Maar de menigte, verre van te zwigten,'tGraauw
Leidfche poort hadden ingenomen, floo- werdt toen a!s uitgelaaten. Zy drong, mét!?°" de,
|
|||||||||||||||||||||||||
ten, eerlang, door tuffchenfpraak van ze- meflen, Hokken en fleenen, aan op de fol- erftui-
keren karel, eene foort van een ftilftand van daaten, fmeet de tromflaagers, met trom met Ven,
|
|||||||||||||||||||||||||
wapenen met de oproerigen. al, in de graft, en noodzaakte veelen van 't
HetHuis 't Graauw, nu geenen tegènftand meer Krygsvolk te wyken, en anderen op de knieën
vanBur- ontmoetende, flreefde naar 't huis van den om lyfsgenade te bidden, tot dat de gantfche
Heere Boreel, daar men reeds , met het Compagnie verflrooid en verftoöven was.
uitwerpen der glazen en 't bonzen op de De plonderzugt hadt toen de handen ruim, Het Huis deuren, begonnen was. De domme hoop omze aan't huis en 't huisraad te fchenden. des Bu^
hieldt deezen Heer, ten onregte, voor den De lantaarnpaal, die voor 't huis ftondt , gemees-
|
|||||||||||||||||||||||||
gtrVa
|
|||||||||||||||||||||||||
maaker der Keure,om dat zyn naam onder werdt ftraks uit den grond gerukt, en mette
|
|||||||||||||||||||||||||
vallen.
|
|||||||||||||||||||||||||
dezelve gefpeld werdt, alzo zy ten zynen dezelve de voordeur opgeloopen. 't Graauw g^iJn-
overftaan was afgekondigd. Ook was zy, {treeft, by drommen , ten huize in, en derd, door zynen Zoon, den Secretaris Balthazar valt woedende aan op het koftbaar huisraad, Boreel, in deeze hoedanigheid , onderte- dat niet hadt können geborgen worden. Zil- kend. Eenigen uit het graauw waren reeds verwerk, Porcelein , Spiegels werden op in't huis des Burgemeefters geweeft , en ftraat gefmeeten en verbryzeld. Een Spie- hadden eenen aanvang met pionderen ge- gel onder anderen van groote waarde , en maakt. Doch men hadt hen, met zagte een vorflelyk gefchenk, die een der huis- Kapitein woorden , doen vertrekken. Wat laater genooten hadt gezogt te behouden, onder Spaar" was Kapitein Joan Spaaroog, met zyne Com- voorwendfel, dat hy hem ergens bergen zofkt, pagnie, van den Dam derwaards getrok- zou, om hem daarna te verkoopen, en vergeefs,:ken, om verder geweld te fruiten: en vin- den buit met eenen der plonderaaren té het dende aldaar niet alleen veel flegt volk, deelen , werdt tegen de leening van den fot "bè^ maar °°k een ëroot ëetal van nieuwsgieri- floep aan fcherven geflaagen. 't Vernield daaren'te gen uit de burgerye byeen, hieldt hy hun huisraad werdt in 't water geworpen. Men hrengen. allen voor „ hoe 't hun pligt ware, elk gedoogde niet, dat 'er iet geroofd werdt. , zyns wegs te ga^an ; te meer, naardien Eender plonderaaren, eenftuk Zilverwerks „ Burgemeefleren de goedheid gehad had- willende wegdraagen, werdt door zyne mak- \ den van de gehaatte Keure in te trekken," kers by den mouw gevat, en gedwongen den met meer andere redenen, ftrekkende om buit te flaaken. Doch de jongens vifchten 't gemeen te doen bedaaren. Doch de ftout- eenige Hukken vernield houtwerk op uit dè ften uit den hoop druifchten hiertegen aan, graften, die aan de omflanders geveild en roepende, dat men hen bedroog* en doende, verkogt werden , om tot eene gedagtenis ' op nieuws , een hagelbui van fleenen af- bewaard te worden Burgemeefter Boreel vliegen op het huis en op de foldaaten. On- hadt zig, op 't ernflig verzoek zyner vrien- der 't graauw, werdt , vermoedelyk met den, kort voor den aanvang der grootfle een kwaadaartig oogmerk, verfpreid, dat woede, het gevaar onttrokken, en was, drie van den hoop in 's Burgemeeiters huis agter over eene fchutting, by een' der ge- in hegtenis gehouden werden. En dit ge- buuren, geweeken. rugt deedt de woede wakkeren. Men vor* De woede hadt hier haar zat gekreegen,De Bür-
derde de gevangenen te rug, en liet zig, eer de Burgery in 't geweer, en voor 't huis sery ^er- door de herhaalde verzekeringen , dat 'er kwam, daar zy den oproerigen hoop, zon-pj£nde® niemant in 't huis vaftgehouden werdt, der moeite , verdreef. Maar 't graauw , raars. geenszins te vrede ftellen. Spaaroog beval, gebeeten op Kapitein Spaaroog , die eeni- Zy pion« eindelyk, zyne manfchap, aan te leggen, gen der hunnen gegriefd hadt, ftreeft naar deren het en waarfchuwde de menigte voor 't laatfl, 's mans wooning op de Reguliers - graft >Kaplan dat zy zigftil naar huis begeeven zou, of klopt aan, dringt met geweld ter naaüw-Spaar- dat hy anders genoodzaakt zou zyn, ge- lyks geopende deure in, en plondert en ver- oog. ; weid te gebruiken. Doch woorden, en een nielt, in weinige oogenblikken, al wat voor fchoot met loos kruid, die 'er op volgde, de hand was. De konftigfle Schilderyen, waar-
|
|||||||||||||||||||||||||
K.
|
|||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||
AMSTERDAM S
|
||||||||||||||||||
7i6
|
||||||||||||||||||
zouden moeten gebruikt worden, vondt goed, 1696'
het befluit van den voorgaanden dag, om eene geweld met geweld te keeren , openlyk af bende te kondigen, en elk te waarfchuwenomzig wyOTltf* naar zyn huis te begeeven , op dat geene Sfrs £,. onnozelen in lyden komen mogten (b). De men jnds waarfchuwing gefchiedde, uit den naam der wape- Vroedfchap, die de gantfche Burgery ver- nen- beeldt, op dat dezelve te beter klemmen zou op de menigte. De Burgery kwam, terftond hierop, in 't geweer, en eerlang ook eene bende vrywillige Ruitery uit de aanzienlykfte jonge Luiden beftaande, die, voorgegaan door de Heeren Burg, Hinloo- pen, Huydecoper en Six, met de pallas in de vuift, door de Stad reeden, om alle fa- menrottingen te voorkomen. 't Graauw hadt zig, midlerwyl, na 't pion- De Bbt-
deren van des Agents huis, begeven naar gery ver- 't huis van den Oud-Burgemeefter Joan de d[y jet Vries, op de Heeren-graft, welk ook met j?a°rs vaa plondering gedreigd werdt, om dat deezqVoor'c Heer, die thans in 't Collegie ter Admira huis vaa liteit hier ter Stede zitting hadt, zo men Burg^jr zeide, niet hadt belet, dat 'er, onlangs,™e yrie«* eenige muitende matroozen waren opgehan- gen. De burgery was reeds, in kleinen ge- tale , voor dit huis byeengekomen. Ook ftonden daar eenige Zee - Kapiteins in de deur,die eenigen uit het graauw, ftoutelyk indringende op de burgerye, met geld en goede woorden, paaiden. Anderen kwamen hierop, van de overzyde, met eene fchuit, op het huis aanroeijen, onder hevig fchel- den en dreigen,meer gelds vorderende. De Officiers der burgerye en de Burgemeefter zelf gebruikten hu minzaame dan harde woorden, om 't volk tot reden te brengen. Doch alles was vergeefs. De burgers ga- ven dan, eindelyk , vuur op de ftoutfte dringers, kwetften 'er eenigen, en fchooten 'er twee onder de voet. De overigen wer- den , door flagen, op de vlugt gejaagd. 't Huis van den Heere de Vries werdt And&e
dus beveiligd, voor de gedreigde plonde-huiz?* ring. Aan 't Huis van Burgemeefter dew°rpiofl- Haze, werdt de roofgierige hoop ook af-'^ing . gefchrikt, door eenigen, die zig, met ont- gedi'eig ' bloot geweer, op en voor de ftoep , ge- plaatft hadden. By den Hoofdofficier Fran- fois de Vicq, hadt het graauw zig, met zag- te woorden, en duure beloften, datdeKeur op het begraaven geenen voortgang hebben zou, laaten afwyzen. Omtrent andere hui- zen, gelyk die van den Heere van Maarfe- veen, van den Onderfchoat Filips Engebregt, en zelfs het Rasphuis en de Lomberd, die ook met plondering gedreigd waren, bleef
het
(<0 Keurb. R. ƒ. «|.
|
||||||||||||||||||
1696. waarvan de Kapitein een zonderling lief-
hebber was , werden deerlyk gefchonden. Zelfs werden de venfters en kruisraamen aan den voorgevel ten. deele afgebroken. Eene of twee Compagnien burgers konden der woede hier geen meefler worden. Zy ruftte niet, voor datdegraft gevuld lag met lynwaat, beddengoed, kleederen , boffen lont, pieken, en al wat 'er meer in huis ge- vonden was. Het huis van Burgemeefter Jeronimus de Haze de Georgio werdt toen ook gedreigd. Doch alzo de meefte Compag- nien Burgers, in den agtermiddag, op de been gekomen waren, werdt deeze bedrei- ging niet uitgevoerd. De woede verpoosde zig dan , met het vallen van den avond. De Keur Ondertuffchen , was , door myne Heeren wordt van den Geregte, by aangeplakte Waar- vernie- fchuwingen , alomme door de Stad , be- tl§ ' kend gemaakt, dat de Keur op het begraa- ven in 't geheel geen' voortgang hebben zou, maar volftrektelyk vernietigd werdt (g). 'tGraauw De oorzaak der opfchuddinge dus zynde piondert, weggenomen, fcheen men met reden te mo- |
||||||||||||||||||
den vol-
|
||||||||||||||||||
gen verwagten , dat de gemeente zig Uil
|
||||||||||||||||||
g
|
||||||||||||||||||
das, het houden zou. Doch 't graauw,nu denfmaak
Huis van van 't pionderen weg hebbende, wilde 'er den En- mede voort, en floeg, des anderendaags, geifchen over,tot nieuwe buitenfpoorigheden.'sMor- Kerby fiens voor neSen uuren, eer de Burgery nog inde wapenen gekomen was, werdt het Huis van den Engelfchen Agent Kerby, die voor een uitvinder van nieuwe laften ging, aan- gevallen. Dit Huis ftondt op de Keizers- graft. De bewooner , 's daags te vooren gewaarfchuwd, dat het hem gelden zou, hadt het waardigfte huisraad in veiligheid gebragt. Het overige ftondt der plonder- zugt ten doel. 't Gebouw zelf werdt deer- lyk befchadigd. In anderhalf uur tyds, werdt het van binnen geheellyk gefloopt: de Italiaanfche vloeren, met hakken en beuken, verbryzeld: de gefchilderde pan- neelen van de zolderingen afgerukt en ver- nield , en 't fekreet zelf, ten gronde toe, afgebroken. Tot den tuin en het tuinhuis toe, werdt alles bedorven, 't Gene men van den huisraad magtig kon worden werdt, door de venfters,op ftraat gefmeeten,met zo veel onbezuisdheid, dat een man en eene vrouw, die voor 't huis ftonden,onder een vleefchkuip verpletterd werden. Men liet den wyn en 't bier door den kelder loopen, daar deeze vogt, door de woedende wy ven, in de muilen getapt of gevangen, en gulzig- lyk ingezwolgen werdt. De Bur • De Raad, voorziende, dat 'er fterker mid- gery en delen, om de woeftheid te doen bedaaren, (£) Keutb. R.. ƒ. «».
|
||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||
XXII. Boek.
|
|||||||||||
fiT
|
|||||||||||
Waage, byeen gekomen zynde, het dood- 1696*
vonnis over twee der gevangenen, die, tenwonje zes uuren des avonds, by toortslicht, uit met de eenvenfter der Waage, werden opgehan- doodge- gen. De bootsgezel, wien men de gefto- ftraft- len geelen zyden neusdoek om 't lyfgegord hadt, was 'er een van. Zy bleeven beide hangen tot 's anderendaags 's morgens , wanneer 'er nog drie anderen, nevens hen, Nog drie werden opgeknoopt (ï). De Dam was toen, anderen. al vroeg, door de vrywillige Ruitery, de Bur- gers en de Soldaaten, bezet geweeft: waar- door de meefte aandrang der nieuwsgieri- gen , die aan de Regtsoefening zou hebben können hinderlyk zyn, gefluit geworden was. 't Gerügt der oproerigheid zig, reeds te vooren, verfpreid hebbende tot in den Haa- ge, hadt men van daar het Regiment blaau- we Lyfwagten herwaards doen trekken;en 't was nu reeds, op twee uuren na, gena- derd aan de Stad, toen 'er , uit naam der Regeeringe, een verzoek aan gedaan werdt, om te rug te keeren; alzo de oproer, door de trouwe der Burgeren en de wakkerheid der vrywillige Ruiterye, volkomenlyk ge- ftild was. 's Lands Krygsvolk trok, hier- op , wederom naar den Haage. Óp Vrydag, den derden February, dee- Men
den de Onderfchouten fcherp onderzoek j?°et naar geroofde goederen, 't Geregt beval, ontet- by eene openbaare afkondiging, dat elk, zoek die 'er eenigen onder zig hadt, dezelven, naar de zonder uitftel, zou hebben te brengen in ^ee!.ha" handen van den Heere Hoofd - Officier (fy handdaa. Naar de handdaadigen aan den oproer werdt digen. ook vlytiglyk gezogt. Eenigen werden, op vermoeden van fchuld, in hegtenis geno- men, en by afkondiging van den vierden February, zeshonderd guldens beloofd aan elk , die eenen der opftookeren tot, en voorgangeren in den gepleegden moedwil wift aan te wyzen, zo dat hy van de mis- daad overtuigd werdt; met belofte, dat men den aanbrenger Acle van ftrafvryheid zou tragten te verwerven, zo hy medepligtig mögt geweeft zyn. Voorts, was, in deeze afkondiging, merkwaardig, dat de oproer daar by werdt toegefchreeven aan de vyan- den van't Vaderland, welker uitgezonde- nen men hieldt de voornaamfte aanleiders der plonderinge geweeft te zyn. 's Maan- Nog ze- dags, den zesden , werden , omtrent den^°dd middag, nog zeven plonderaars, zonder digen veel plegtigheids, uit de Waage opgehan- opgehan- gen: alleenlyk werden de misdaadigen, door gen. vier Predikanten, tot de dood bereid. On- der de geftraften was een gewezen foldaat, dien
(i) Confeffieboek van zj Maart 16$S tut 9 *At>ril\6<i&*
ƒ. I9S> 196» 198 verft. (£) Kemb. Ir. R. ƒ. «9. Aaaaa
|
|||||||||||
1696. het by dreigen. Maar de meefte oproeri-
gen, die van voor 't Huis van den Heere de Vries verdreeven geworden waren, na alleen bedagt op fteelen en rooven, ftreef- 'tGraauwden, van daar, naar 't Huis van den Jood- valt, in fchen Heere ie Pinto, in 't gemeen den ry- t huis yn j00(i genaamd, op de S. Antonis - Breê • Jood de ftraat> die juiffc, op dien tyd, nevens zyne ^ihto. Huisvrouw, in den Haage was. Elk wift, dat dit huis opgevuld was met koftelykhe- den. De woefle hoop was 'er zo dra niet voorgekomen, of de vaardigden klommen, als katten,op,tegen de venftertralien,bra- ken de glasroeden en luiken, en vielen in de kamers, daar 't, naar gewoonte, op een beBur- pionderen ging. Maar, in dit oogenblik, gery be- rukken eenige Compagnien Burgers, die op 1 trapt de ^e Nieuwe Markt verzameld waren, aan op raars het huis, met meening om de plonderaars, «ldaar. binnen het zelve, te betrappen. Men zag nu klaarlyk , dat de fielen op rooven uit waren, alzo de Jood de Pinto niets met de Keure op het begraaven te doen hadt. De burgers dan, den meeften hoop nieuwsgie- rigen en anderen van voor 't huis verdree- ven hebbende, ftreeven, met den degen in de vuift, ter deure in, en fteekenenflaan zo wakkerlyk onder de fchenders, dat vee- len gekwetft, eenigen gedood werden: en anderen, agteruit, in de graft fprongen, en zig met zwemmen bergden, terwyl eenigen 't gevaar, op eene andere wyze, ontkwa- men. Doch omtrent dertig, die zig meeft allen met eenige koftelykheden van meer- der of minder waarde hadden gezogt te verryken, werden gevat en naar de Waage op den Dam gebragt. Zy waren byna allen gewond, en onder dezelven bevondtzigeen bootsgezel van Bofton in Nieuw Engeland, die een' koflbaaren neusdoek geftolen hadt, welke aan een flip van denzelven, die hem uit den broek hing , ontdekt werdt. De Jooden hadden, nu de plonderzugt op ee- nen hunner broederen aanviel , zig by de burgers gevoegd, om dezelve te fluiten. De woede, aan 't huis van de Pinto, van haa- re uiterfte kragt beroofd geworden zynde, lieten de plonderaars het hoofd hangen, zonder iet meer te durven onderneemen. De vrywillige Ruitery, rydende door de ftraa- ten, voorkwam alle famenrotting. En tegen den avond, plaatftezig het Gilde derTurf- draageren, door Burgemeefteren met halve pieken voorzien, onder een groot vendel, waarin een türfdraager verbeeld was , en met witte bandjes om de hoeden , voor het Stadhuis, waardoor dit aanzienlyk ge- bouw tegen overlaft beveiligd werdt. Twee uit hi den agtermiddag, ftreek het Geregt, <fen hoop zonder de gewoonlyke plegtigheden, op de I. STUK. |
|||||||||||
7i8 AMSTERDAMS II.Deel.
|
||||||
nozel bloed geftort hadt. Men zette hem 1(,q6.
dan op de voorige plaats. Eindelyk,in vry- heid geraakt, begaf hy zig naar Haarlem, en van daar naar Rotterdam, daar hy over- leeden is (p). De Vroedfchap, midlerwyl, op den ze- Burgs-
venden February des jaars 1696, byeenge- meefter komen zynde , beüoot , op den voorflag Boreel, van ßurgemeefteren, Burgemeefter Boreelen Kap'" en Kapitein Spaaroog volkomene vergoeding ^'"ar- te doen van de fchade, by hen, door de oogw°r' plondering geleeden, den eerften, om datden fcha* hy die,in zyne hoedanigheid van regeeren-deL°°j, den Burgemeefter, geleeden hadt; den an-§e deren, om dat zy hem, ter oorzaake van het befchermen van des Burgemeefters huis, was overgekomen (q). De vergoeding van fchade aan den Heere Burgemeefter beliep agtentwintigduizend zevenhonderden vyftig guldens (r): aan den Kapitein Spaaroog werden twintigduizend guldens toegelegd , mids hy, onder eede verklaarde, tlat zyne geplonderde goederen zo veel waardig ge- weeft waren; gelyk hy deedt (Y). Op den Alge- zelfden zevenden February, werdt ook be-meene flooten, ter Vergaderinge van hunne Edele v'frgl Groot-Mogendheden, eene algemeene ver- giffenis te verzoeken, voor allen, die zig aan de geftilde beroerte hadden fchuldig gemaakt, met uitzondering alleenlyk van zuiken, vrouwen zo wel als mannen , die bevonden werden, voorgangers en belha- mels onder de overigen geweeft te zyn. Men verftondt, naamlyk, dat veele fchul- digen , uit vrees voor ftraffe, de Stad ver- lieten; en onder anderen, ook veele boots- gezellen, die men, tegen't aanftaande voor- jaar , ten hoogfte noodig hebben zou: waar- om men de afkondiging van zulk eene alge- meene vergiffenis te dienftiger hieldt (?). Burgemeefteren en Raad waren, wyders, zo De v$r voldaan over het beleid en de dapperheid gers^' der Officieren en Burgeren, zo te voet als te den ^ paarde, dat men geraaden vondtjeenigge-^1^ denkteken aan ieder der zelven te vereeren penni"' (u). Ook werden, eerlang,zilveren pennin-gen bt' gen vervaardigd van drieërlei grootte, en fchoi1' twee guldens tien fluivers, vyf guldens en ken' agt guldens waardig (ü) , die aan de Bur- gers werden uitgedeeld. Op de eene zyde, zag men Neptunus, ftaande in zyne koets, op welker rug, het wapen van Amfterdam uitgebeeld was; en de winden, die de zee on-
(/>) A. KOUERAKEN Scheuk, der Schilders III. Deel, hl.
373 cnx,. (q) Refol. Vroedfch. I.,. X. 7 Fcbr. 1696. f. 3f3. (r) Refol. Vroedfch. I' ï. zt May 169S. ƒ. jg, (j) Refol. Vroedfch. Lt. Y. 22 Jan. 1697. ƒ. isti. (t) Refol, Vroedfch. Lt. x. 7 Fcbr. I69S. ƒ. 354. (») Refol. Vroedfch, /.' X. 7 Febr. 1696. f. 355. (?3 Retbl. Vroedfch. L>, ï. 3 ^ipil 1696, ƒ. 39.
|
||||||
dien men, om wangedrag in 's Lands dienft,
in 't jaar 1672, neus en ooren afgefneeden hadt; en die, voor 't huis van den Agent Kerby, fierken drank aan 'tgraauw verkogt hadt, en een voorganger in 't pionderen ge- weeft was. Men fleepte het lyk van deezen booswigt, op eene horde, door de Stad; waarna hem, op 't galgeveld, het hoofd werdt afgehouwen : 't welk daar op een' ftaak gezet werdt, boven het rad, waarop de romp werdt vaflgemaakt. Negen van de overige geftraften .werden aan de galge op 't Galgeveld vaftgebonden, alwaar ook vier der oproerigen, die, in de hitte der verdediginge, waren doodgefchooten , by debeenen, opgehangen werden (/). De andere gevangenen werden op vrye voeten gefield, op twee of drie na, diein'tRasp- huis opgeflooten werden (m). De makkers van deeze laatflen dreigden of verwekten ,• wat laater, eenige oproerige beweegingen, om dezelven te verloffen: waartegen, by eene ernflige waarfchuwing van den der- tienden April, voorzien werdt (ra). De meeflen, die ter gelegenheid van den
oproer geftraft of gevangen werden, waren vreemdelingen, bootsgezellen of arbeiders, en daar onder tweeEngelfchen en twee Ve- netiaanen. Alleen lyk, was ook in hegtenis geraakt de Konftfchilder Ernfl Stuven of Steuven van Hamburg, die befchuldigd werdt, dat hy 't volk tot plondering hadt aangefpoord, aan 't Huis van Burgemeefter Boreel, en tegen wien, twee perfoonen ge- tuigden, dat zyhem, in 't Huis van den Agent Kerby, hand aan 't werk hadden zien flaan. Hy werdt, nogtans, onder handtaï- ting en belofte van ten allen tyde weder- om voor Schepenen te zullen verfchynen, ontflaagen (o)- Doch in 't volgende jaar, raakte hy, over eene gewelddaadige beje- gening , eenen zyner Leerlingen aangedaan, waaruit eene merkelyke opfchudding ont- ftondt voor zyn huis op de Blomgraft, an- dermaal in hegtenis, na dat hyzig, eenen tyd lang, met fleenen en een' degen, tegen de Geregtsdienaars en Ratelwagts, ter weer gefield hadt. Hy werdt toen, voor den tyd van twaalf jaaren , in 't Rasphuis gezet; doch raakte 'er,na zes jaarenverloops,we- derom uit. Men hadt hem nogtans belaft, de Stad te ruimen. Doch hy bleef 'er bin- nen , en voer voort, kwalyk te fpreeken van de Wethouderfchap, die hy plagt te befchuldigen, dat zy, in 't jaar 1696, on- f/) Confeflïeboek van 2J Maart 169J tot 9 ^Afnl 1*9«.
ƒ. 117, 3iS.
(ra) Zie Hift. van den Oproer te Amfterd. geir. 170».
<») Keurb. /,'. R. ƒ. 70.
(0^ Confeflïeboek van z$ Maart 169S tot 9 ^jpriliGyS.
ƒ. il«, 221. |
||||||
EDENISSEN. 719
„ te voeren, dezelve doende trekken, van
„ des Vendrigs huis af, naar de byzonde- „ re hoofdwagten. 2. Dat men goede zorg „ behoorde te draagen, voor de verze- „ kering der Magazynen van geweer en „ krygsbehoeften in de Stad; op dat men „ 'er, des noods, altoos meefter van zou „ können zyn. 3. Dat, tot beter verzeke- „ ring van het Stadhuis, op de minfte be- „ weeging, de agterdeur en debinnendeu- „ ren van de trappen aan de zyden behoor- „ den geflooten te worden, en zelfs altyd ?, geflooten te blyven , behalve wanneer „ Burgemeefteren en Schepenen vergaderd „ waren; en dat aldaar, op de Waage en „ op de Wagthuizen, altoos eenige vbor- „ raad van kruid , lood en lont behoorde te „ worden_ bewaard. 4. Dat, in geval van „ beweeginge,de poorten en boomen, ter- „ ftond, benoorden geflooten, endefchot- „ balken wel verzekerd te worden. 5. Dat, ,, tot ftilling van oproer, twee punten in „ aanmerking kwamen: eerfi, hoe men de „ Burgery, of het Krygsvolk, fpoedig ge- „ nocg, in de wapenen zou können doen „ komen ? En ten tweede, wat zy, in de wa- „ penen gekomen zynde, zouden hebben te „ verrigten?" Omtrent het eerfie punt, werde geoordeeld „ dat,'wanneer de beweeging „ by dage gebeurde, het teken van allarm, „ 't zy met trom- ofklokgeflag,oplaftvan „ Burgemeefteren alleen. behoorde gege- „ ven te worden. En men zag 'er zelfs zo ,, veel zwaarigheid in, om het geeven van „ dit teken, by nagt, aan iemant anderste ,, vertrouwen, dat men oordeelde, het ook „ dan,aandenvoorzittendenBurgemeefter, „ of in deszelfs afwezendheid, aan een'der „ volgende Burgemeefteren te moeten laa- „ ten: die het, naar gelegenheid van zaa- „ ken, door den bevelvoerenden Officier „ van de Hoofdwagt, zou können doen „ geeven. Dat, in beantwoordinge van het „ tweede punt, op het geeven van dit teken, „ de vier naaft gelegen wykenvan het wit- „ teRegement, Num. 6,7, 23 en24, ter- „ ftond, het Stadhuis en de toegangen der- „ waards moeiten bezetten, en voorts den „ laft volgen van Burgemeefteren, of, in „ derzelver afzyn, van Colonellen, Kapi- „ teinen, of ook mindere Officieren, die zy „ daar zouden vinden, den voorrang, onder j> ieder derzelven, geevende aan den oud- „ ften. Dat de Ratelwagts zig, op het te- 5, ken van allarm, ook naar hunne byzon- dere Corps de Guarde zouden behooren te begeeven. Dat de rendevous of zamel- " plaatfen voor de Burgerye en het Krygs- s, volk, in zulker voege, zouden können s> worden gefchikt, dat vier Compagnien Aaaaa a „ van |
|||||
XXII. Boek. GESCHI
1696. onftuimig hadden gemaakt, beftraffende. Om
den rand ftondt: Motos prostat componere eluctüs (iy).
dat is: volgens Vondels
vertaalinge: ■—■ ----- Maar beter het ontflelt
En byfler onweer ecrfi beßecht in zyne
paaien. Op den voorgrond, zag men twee water-
vogels , hun neft verlaatende. Aan de andere zyde, vertoonde zig eene
bedaarde zee, die van de opkomende zon befcheenen werdt, en op welke, de wa- tervogels hun neft wederom innamen. Bo- ven de zee, las men: HaLCYONIBUS . REDUCTIS.
Senatus . Amstelod.
ClVIBUS . SUIS . HOC.
Antiqua . virtutis.
Spectat^que fidei . Premium largitur. dat is:
De ruß herfleld zynde , Jchenkt de Raad
van Jmfierdam deeze erkentenis der al- oude dapperheid en beproefde trouwe aan deszelfs Burgerye- Onderaan ftondt het jaartal MDCXCVI.
En zodanig was de uitflag eener beroer-
te , die, zonder de kloekmoedige hulp der , Burgerye , van verderfelyke gevolgen ge- weeft zou zyn. Zy was , uit 'geringe oor- zaaken, en grootendeels uit misverftand, ontftaan : 't gene altoos eenig vermoeden overgelaaten heeft by veelen, dat zy ver- wekt , of ten minften aangeftookt was, om, onder dekfel derzelve, verandering te we- ge te brengen in de Regeeringe: 't welk, zo 't het oogmerk van eenigen geweeft mögt zyn , nogtans , door het vaardiglyk ftillen der opfchuddinge, niet gelukt is. Midde- In Maymaand hierna , werden eenige 'en be- Raaden gemagtigd, om te overleggen, wat ^amd, roen beft zou können in 't werk ftellen, om stadinde ^e ^tad m de tegenwoordige ™ft te bewaa-
fegen 'ren , en toekomende oproeren te dempen ^oordi- (#). Zy deeden, op den agtften Auguftus, lewUftte verflag van hunne raadpleegingen, en ver- ren.™" klaarden van gevoelen te zyn: „ 1. Dat „ men het optrekken der Schutterye , in „ ryen en gelederen, 't welk van ouds in „ gebruik geweeft was, geduurende de drie „ Zomermaanden, wederom behoorde in (») ViRGiL. «nead. X-'V I-
lx) Refol. Vioedfch, Li. ï. 17 May u96. f. si.
|
|||||
72o AMSTERDAMS II.Deel.
1696. » van het Oranje-Regement, Num. 1, 2, fcherye van't nieuwe Diep, welk, door 't 169&
',, 17, en 18, werden geplaatfl by de Nieu- leggen der barmte,ftondtverkleind tewor-
„ we Brug en op de Texelfche Kaai , en den, voor dezelve minder dan zeshonderd
„ twee anderen,Num. 15 en i6,bydeKat- guldens gebooden werdt (z). De Staaten i6<?7*
|
||||||||||||||||||||||
»>
|
tenburger Brug, of het Werkhuis: vier van Holland, wien het Dominium directum
|
|||||||||||||||||||||
Compagnien van het blaauwe Regem ent, of de regtftreekfche Heerfchappy over het
Num. 27, 29, 55 en 56, op het Konings- nieuwe Diep toekwam, verleenden der Stad,
Plein; vier Compagnien van het geeleRe- op den eenentwintigften May des volgen-
gement, Num. 33, 34, 35 en 36, by de den jaars, verlof, tot het leggen van
nieuwe Waaien Kerk, en vier Compag- deeze barmte (a). Op den dertienden Ju- Zyneen*
|
||||||||||||||||||||||
j»
|
||||||||||||||||||||||
nien van het groene Regement, Num. 45, ny daarna, nam de Stad het gantfche on-het°aüi
46, 47 en 48, op de Noorder Markt. Dat derhoud van den dyk, tuffchen het Huis, ^ jac deeze lighaamen, dus verdeeld geplaatfl genaamd Zeeburg, en de Traankookery , gedeelte zynde om te algemeener ontzag te ver- alleen op zig, zig verbindende, om daar-dyksop oorzaaken, te ligter zouden konden trek- aan alle de werken te doen maaken; mids zi§* ken, daar 't de nood vorderde, na dat zy de gemeene Waarfchappy haar, jaarlyks, eerft de famenrotting, die in hunne by- tien guldens van de roede betaalde, en de zondere wyken mögt ontdaan zyn, ver- werken, die, uit hoofde van de grondwaa- ftrooid hadden. Doch dat de oudfle Ka- Ie, welke in den dyk vallen mögt, zouden |
||||||||||||||||||||||
>»
|
pitein over dezelven, van tyd tot tyd, moeten gemaakt worden, mede ten haaren
|
|||||||||||||||||||||
„ ronden moeft uitzenden, door de voor- lafte name (b).
„ naamfte ftraaten der buurte omtrent de Burgemeefteren van Amfterdam, als Am-Over-
„ zamelplaats; en vooral omtrent de plaat- bagtsheeren van Slooten, Slooterdyk, Ooft-eenkom' „ fen, voor welken meeft diende gezorgd dorp en de Vrye Geer, bekragtigden, op^° °aa- „ te worden, gelyk het Kruidhuis, de Ooft- den drie-entwintigften Oftober deezes jaars, ken van j, en Weftindifche huizen, de Bank van de Overeenkomft, getroffen tuffchen 't Ge- een j, Leeninge en anderen, om dus kondfchap regt der gemelde Plaatfen en den Kerken- Voetpad» „ te können krygen van't gene'er omging, raad van Slooterdyk, wegens het maaken ^nt°dê „ en daarvan verflag te können doen aan van een voetpad , van den Haarlemmer- drie „ Burgemeefteren en Colonellen , op het Trekweg af, tot aan de Groen- of Sala-tuinén. Baarsjes.' „ Stadhuis. Dat de oudfte Kapitein op el- De Kerkenraad zou hiertoe een' ftrook Landstot aan , „ ke zamelplaats ook laft behoorde te heb- van twintig Rynlandfche voeten breed fchen-dem"gf' |
||||||||||||||||||||||
s»
|
ben, om, in geval van plondering, of ken. 't Geregt zou het voetpad, met hetxrek-
|
|||||||||||||||||||||
ander geweld omtrent dezelve, eenige gene'er toe behoorde, opmaaken: waarna vaart,
manfchap derwaards te zenden. Dat men de Kerkenraad het onderhoud op zig nam, „ ook orde behoorde te Hellen op de za- en zig den fchouw van't Geregt onderwierp „ melplaatfen voor het Krygsvolk, doch (c). Gemagtigden van den Hove bewerk- ,, dat het zelve, in tyden van oproer, al- ten, in 't jaar 1699, een verdrag met de „ toos van de Burgerye afgezonderd behoor- eigenaars van eenige Moestuinen, aan den if de gehouden , en alleen tot bezettinge ftrook van 't Groenpad by Slooten , onder „ van deWaag, Poorten en boomen gebruikt Slooterdyk; waarby deezen zig verbonden, „ te worden." De Raad voegde zig ge- om een bekwaam pad te maaken langs hun- heellyk naar dit advis der Gemagtigden, en ne tuinen, mids hun daartegen, door den Burgemeefteren werden verzogt, den inhoud Kerkenraad van Slooterdyk , met welken van het zelve, met den eerften, werkftellig de Stad Amfterdam zig gevoegd hadt, te willen maaken (y). twaalfhonderd guldens eens betaald werden. De Stad De Stad Amfterdam kwam,op den drie- Voorts, verbondt de Kerkenraad zig, om,
legteene entwintigften July deezes jaars, met de Ge- tot beveiliging van de eigenaars der Moes- barmte, jnterefleerden vandeYpeuooterfluizeover- tuinen, een geflooten hek te maaken,'t welk binnen! een,dat zy,aan debinnenzyde van den Die- 's morgens, met het luiden der poortklok zyde vanmer- of Paalen-zeedyk, eene barmteleggen van Amfterdam, geopend, en's avonds, op een ge- zou, ter lengte van tweehonderd negen roe- gelyken tyd, geflooten zou worden. En dit deeltf denen agt voeten, beginnende aan Zeeburg, Verdrag werdt, insgelyks, van wege Bur- Dlemer1- en zig ftrekkende tot aan de Traankooke- gemeefteren der Stad, als Ambagtsheeren, dyk. rye van Jean Tourton , en dat ter breed- bekragtigd (d). 't Gantfche pad werdt dus te van agttien roeden, mids zy, jaarlyks, een aan de gemelde Geintereffeerden betaalde, (*.) Handv. u. 3«9.
't gene, by openbaare verpagtinge der Vis- [t\ Zc£\\od&. l*. r. »?„„, lS97. /. *«. Ha„dn bl. 370.
(c) Handv. */• ?jo.
(y) Refol. Vfoedfch. Z,». Y. « *<*£. I«j«, f. jowt, (d^Haudv. bl. U>. |
||||||||||||||||||||||
GE SCH IEDENI SS E N.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
XXII. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
72 x
|
|||||||||||||||||||||||||||||
een bekwaam Kerkpad , van omtrent de
Koftverlooren-Vaart by de drie Baarsjes af, tot digt aan Slooterdyk. Terwyl men dus zorgde voor 't gemak
en de veiligheid van de opgezetenen ten platten Lande, in de nabuurfchap der Stad, werdt, in 't laatft van 't jaar 1697, ookbe- flooten, twee voornaame vertrekken van 't Stadhuis, de Raadkamer en 't Burgemees- ters Vertrek, die tot hiertoe niet deftig ge- noeg waren behangen geweeft, van binnen, beter te doen verfieren. Ook werdt geraa- den gevonden, de nilfen in 't verwelffel der groote zaale van 't gebouw, met duurzaam fchilderwerk, te doen vullen. De muur tus- fchen de marmeren pilafters, die tot hier- toe ruw gebleeven was, werdt ook alomme met marmeren plaaten gedekt (e). Omtrent drie jaaren hierna, werdt goedgevonden , den gantfchen kap van 't Stadhuis, die op veele plaatfen dreigde in te Horten, geheel- lyk te vernieuwen, en zig daartoe te bedie- nen van het hout, welk de Stad, ten dien einde, in Ierland, hadt doen koopen (ƒ ). De Vrede met Frankryk, 's nagts tuflchen
den twintigflen en eenentwintigflen Septem- ber des jaars 1697, te Ryswyk getekend, en federt bekragtigd geworden zynde, werdt deswege alomme hier te Lande groote vreugde bedreeven. Hier ter Stede, wer- den, op den zesden November, pektonnen gebrand, en vuurwerken afgefteken; doch de gewoonlyke bevelen, tot voorkominge van ongelukken , vooraf, vernieuwd (g). Voorts , werdt, ten deezen tyde, by den Raade beflooten, eenige gouden penningen, ter gedagtenilTe deezer Vrede, te doen mun- ten, gelyk ook, by diergelyke gelegenhe- den, in de jaaren 1648, 1654 en 1668, ge- fchied was (£). De zes Compagnien Stads foldaaten werden, tot vermydinge van kos- ten , op den vyfentwintigften November, afgedankt. Alleenlyk behielden de Kapi- teinen, Luitenants enVendrigs hunne wed- den , zo lang zy leefden, of tot eenigen an- deren dienft gebruikt werden , mids zy in de Stad bleeven woonen,én zig altoos hiel- den ten dienfle van Burgemeefteren (ï). Peter Jkxowitz, Czaar van Muskovie,
in den Zomer deezes jaars, een aanzienlyk Gezantfchap herwaards gezonden hebben- de vondt geraaden, zig, onbekend,onder deszelfs gevolg, te vervoegen, en kwam, in Auguftus, in Holland. Burgemeefteren van Amfterdam, wei voorziende, dat hy ook hier ter Stede komen zou, en bezeffen- |
|||||||||||||||||||||||||||||
de, hoe veel der Stad gelegen ware aan 1697.
zyne vriendfchap, uit hoofde van den zwaa- ren Koophandel, die van hier op Muskovie gedreeven werdt, fielden den Raade voor, of't niet dienftig ware, dat men 't Gezant- fchap , uit agtinge voor de tegenwoordig, heid van zyne Czaarfche Majefteit, eenige buitengewoone eer beweeze, met Tooneel- fpelen te doen vertoonen , vuurwerken te laaten affteeken, en op andere wyzen. De Raad befloot hiertoe gereedelyk, mids het in geen gevolg getrokken werdt, ten opzig- te van andere gezanten, die hier, in tyd en wyle, zouden mogen komen (k). Men be- wees dan den Vorft allerlei eer. Hy hieldt oefent zig, eenen geruimentyd, hier ter Stede op, zig in het en alzo hy, federt de verovering van Azof, Scheep«, beflooten hadt, de Scheepvaart in zynRyk""1 |
|||||||||||||||||||||||||||||
X697.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
't Stad-
huis wordt rnerke- lyk ver- iierd en verbe- urd. |
|||||||||||||||||||||||||||||
ren.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
te doen bloeijen, oefende hy zig, met eigen'
handen, in het Scheepstimmeren, zyne by- zondere lief hebberye, zonder op de Tim- merwerf anders dan Pieter genoemd te wil- |
|||||||||||||||||||||||||||||
len zyn. In 't begin des volgenden jaars,
|
1698.
|
||||||||||||||||||||||||||||
deedt hy een' keer naar Engeland, van waar
hy, inMaymaand, in Holland te rug kwam. Hy vertoefde hier toen maar eenige dagen, en nam daarna de te rug reis naar zyne Staaten aan (/). De prys der Graanen was, hier en in de voor-
nabuurige Landen , allengskens , zo hoog zorg der geklommen, dat men, in Holland, en zelfs Regee- in deeze Stad, waar altoos de meeftevoor-Vnge raad plagt te zyn, met reden, bezorgd werdt stad, ter voor gebrek. Burgemeefteren hadden, de geiegen- fchaarsheid voorziende, zig, .reeds voor 'theid einde des jaars 1697, zeer in 't heimelyk, j^^ doen onderregten,hoe veel Tarwe en Rog-dmu.te ge men toen, hier ter Stede , in voorraad in de hadt (ni). Doch federt, was die voorraad Graanen; merkelyk geminderd, doordien 'er veel meer uitgevoerd werdt, dan 'er inkwam. Men vondt dan geraaden, eene openlyker opnee. ming der Graanen te laaten doen, in Okto- ber deezes jaars, door de Kapiteinen der Wyken. De Staaten van Holland hadden den uitvoer van Graanen buiten hun Geweiï verbooden, en diergelyk verbod gefchied- de, eerlang, door de algemeene Staaten; waarna 't vervoeren van Graanen uit de VereenigdeNederlanden ongeoorlofd werdt. Maar alzo de uitvoer, uit deeze Stad, naar andere Plaatfen in deeze Provincie , nog vryftondt, vreesde men voor gebrek hier ter Stede,' en oordeelde het opneemen van den voorraad noodig, op dat men daarna bedagt zyn mögt op middelen, om het ge- vreesde gebrek te voorkomen (»). Elk werde wel
(i) Refol. Vroedfch. U. T. 17 Aug. i6$j, ƒ. liu
ft) Vaderl. Hift. XVI. Deel, tl. m eng,, (m) Refol. Vroedfch. /.'. Z. 7 Dec. i«S7, ƒ. j. fn) Refol. Vroedfch*. L', Z, zï OH»i. itgufi *<S* Aaaaa 3
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vreugde
hier ter Stede, over de Vrede. |
|||||||||||||||||||||||||||||
Gedenk-
pennin- gen ge- munt. |
|||||||||||||||||||||||||||||
üe zes
Conipag-
Wen Stads foldaa- *en afge- dankt. |
|||||||||||||||||||||||||||||
*>e Czaar
l*n Mus- kovie onthoudt yg,ee- Ngen W, hier Sfit Stede. |
|||||||||||||||||||||||||||||
(') Refol. Vroedfch. L'. Y. ^ N™. u9y. ƒ. 3J,, 3JÏ.
(f) Refol, Vroedfch. Lt. AA. i Sept. i7oo. ƒ. 7x.
(g) Keutb. R. ƒ. 10J verft.
(ht Refol. Vroedfch./.' *• 2 Nov- '697. f. iSU
(i) Refol. Vwedfch. L'. ï. 1* N'v- ™97>f- »*♦• |
|||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||
722
|
||||||||||||||||||||||||
de zetting haaien konden; welke twee Hui-
vers , aan de Bakkers , op het vertoonen der Loodjes, uit Stads Kafle, werden goed- gedaan (v). De aanhoudende duurte der Leevensmid- De
delen drukte de behoeftigfte ingezetenen ^°-°Sas zeer, fchoon de Regeering niets verzuim- y00den de, om den laft derzelve draaglyk te bekome maak en. De Staaten van Holland, op dén vry Es- een ent wintigften November, aan de armen c^s agt- der Hoogduitfche Jooden hier ter Stede JJJe0d vryheid van Impoft van agtduizend ton turf ton T«$" verleend hebbende, mids dezelven op eene openbaare plaats opgeflaagen , en inder- daad aan zulke armen uitgedeeld werdt (w); fchonk de Stad hun, in February des i<5<?!?° volgenden jaars, voor dezelfde Turf, vry- heid van Stads Excyns , onder de zelfde voorwaarden (jx). Doch ten deezen tyde, rees de prys der Stad
Graanen zo" hoog , dat een Roggen brood K^0hr„[T van twaalf pond , op twee-entwintig ftui-^ oor- vers gezet werdt, en in 't begin van Maart, den ge°' nog hooger gezet moeft worden. De on- pend. vermogenden konden zulk een brood toen vyf ftuivers onder de zetting krygen. Men oordeelde, derhalve, dat het nu tyd was, om Stads Koorenpakhuizen te openen, en vooreerft, vyf of zes weeken agtereen, zes- tig laftenRogge ter weeke af te leveren aan de Bakkers, ten pryzevan tweehonderdnë- genenveertig goudguldens, zesentwintig ftui- vers , het laft, om te zien, welk een' invloed zulks hebben zou óp de markt (y). In 't begin van April, werdt ook met de afleve- ring van de Stads Tarwe een aanvang ge- maakt, en toen beflooten, den prys der- zelve en der Rogge altoos een weinig onder de markt te ftellen (z). En naardemaal 'er, j^en wat laater, eene party Tarwe uit Barbarye Haat deff |
||||||||||||||||||||||||
wel fcherpelyk gelaft, de Tarwe, Rogge
en Garft, welken hy onder zig hadt, op te geeven aan den Kapitein, of mindere Offi- ciers van zyne Wyk (0). Men verboodt het verkoopen van Graanen aan zulken, die dezelven niet tot hunne neering of gebruik dagten te bezigen, of die niet door Burge- meefteren, tot het inkoopen van Graanen voor Stads rekening, waren aangefteld(p). Men hieldt naauwe toezigt op het vervoeren van Graanen naar buiten: 't welk,door ee- nige baatzugtigen, tegen 's Lands Plakaa- ten, gefchiedde (g). In 't begin van De- cember , gefchiedde eene nieuwe opgave, beide van de hoeveelheid en van de deugd en hoedanigheid der Graanen, die elk on- der zig hadt, aan Gemagtigden uit de Vroedfchap, op het Stadhuis O). Mid- lerwyl, was men bedagt geweeft op mid- delen , om de Stad te voorzien, 't Ontbie- den van Graanen uit Muskovie, of van el- ders, werdt van de hand geweezen, om dat het niet fpoedig genoeggefchieden kon: doch men befloot, eenigen inkoop van al- lerlei graanen te laaten doen, voor rekening der Stad, op zulke plaatfen, daar menze beft en fpoedigft bekomen kon (*)• ■ Men hadt bevonden, dat de voorraad van Graa- nen , hier ter Stede, zeer gering was. Men rekende, dat de Stad, in een rond jaar, tot haar eigen gebruik, omtrent tienduizend ze- venhonderd en vyftig laften noodig hadt, en befloot hierom, zorg te draagen,dat'er zevenduizend agthonderd laften in de Stad waren; waarmede zy, voor agt maanden, voorzien zou zyn, binnen welken tyd, men op toevoer uit het nieuwe gewas hoopen mögt (t). Doch deeze peil werdt, wat laater, tot op zevenduizend laften vermin- derd , op dat men de nabuuren zo veel te beter zou können geryven (u). De Graanen fteigerden, midlerwyl, van tyd tot tyd, in prys: en de zetting van 't brood moeft, naar gelang , verhoogd worden, tot merkelyke bezwaarnis der kleine Gemeente. Men fchroomde nogtans Stads Koorenpakhuizen te openen, alzo zulks veel geroeps veroor- zaaken zou, 't welk men voorkomen wilde; doch, tot verligting der kleine Gemeente, bediende men zig van een middel, welk , te vooren, meermaalen gebruikt was. Van Stads wege, werden aan de onvermogenden Loodjes uitgedeeld, op welken zy een brood van zes pond gewigts twee Huivers onder f e) Keurb. R. ƒ. 120 verfo.
(p) Keurb. R. ƒ. 111 verfo. (f) Keurb. B-. ƒ. 112, 125. (r) B-efol. Vioedfch. I'. Z. 19 Nov. 169%. ƒ. zij. Keurb.
R. ƒ• 125. (s) Refol. Vroedfch. Lr. Z. 24 Oft. K98. ƒ• i68. 17z. (t) Refol. Vroedfch,Lr. Z. ;i OU. + Nov. 1698.ƒ.176,17g, Oj Refol, Vioedfch, Li. z. < p*t. i«s8. f. zu.
|
||||||||||||||||||||||||
1698.
|
||||||||||||||||||||||||
Men
«.loet Graanen koopen, voor Stadsre- kening. |
||||||||||||||||||||||||
aangekomen was, die men voorhadt, we- «itvoe
|
lic
|
|||||||||||||||||||||||
deromuit te voeren naar eene andereplaatsbinnen deeze Provincie, werdt beflooten
|
||||||||||||||||||||||||
van
inge- voerde |
||||||||||||||||||||||||
den uitvoer toe te ftaan van alle Graanen, Graan«11
die, na deezen, in de Stad gebragt zou-toe- den worden, indien zulks begeerd werdt; alzo men bedugt was, dat de Graanhandel ligtelyk naar elders zou verlegd worden, wanneer men zulks weigerde (a). En men bevondt wel haaft, dat dit verlof gelegen- heid gaf, dat 'er meer graanen her waar ds gevoerd, en zelfs in de Stad gelaaten wer- den , dan men anderszins zou hebben kön- nen verwagten; behalve, dat ook het in- en (v) Refol. Vroedfch. Li. Z. $ ,29 Nov. I«98. ƒ. 183,220.
Groor-Meinor. N. VIU. f. Igo verfo. (n>) Handv. hl.. 475. (x) Refol. Vroedfch. LT. Z. 27 Febr. 1*99. ƒ. 23}.
(y) Refol. Vroedfch. L'. z. 9 M*art 1699. ĥ 238. {*,) Refol. Vroedfch. /.'. Z. 2. April 1699. f. 284. (*) Refol. Vioedfch. Li. Z. 16 ^ifril 1699, f. 29g, |
||||||||||||||||||||||||
Men be-
zorgt der kleine Gemeen- te brood onder de zetting. |
||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||
XXII. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||
7-3
|
||||||||||||||||||||||||||||
169p. en uitvoeren der Graanen zelven veelerlei der groote Viflcherye afleggen (ƒ). Nog- I^QQ
arbeidsluiden aan werk hielp (Z>). tans, heeft men de Haringvaart, die zig |
||||||||||||||||||||||||||||
Stads
Kooren- Pakhui- zen wor- den we- derom Sefloo- ten. |
Het openen van Stads Koorenpakhuizen aan de Maaze en in 't Noorderkwartier ge-
was , midlerwyl, van gewenfchten uitllag veftigd hadt, hier niet wederom in bloei geweeft. De Rogge was zo zeer gedaald können brengen. in prys, dat 'er, te Dordrecht, twintig goud- Burgemeelleren van Amfterdam, ter ge- De Stad
guldens meer voor befteed werden, dan legenheid van eenen hoogen vloed, waar neemt de hier. Doch hieruit ontfbndt wederom een door de Yperflooterfluis in den Muiderdyk zorS |
|||||||||||||||||||||||||||
nadeel voor den Koophandel, welk de wys- befchadigd geworden was, die Huis heb-y^^
heid der Regeeringe zogt te voorkomen, bende doen hermaaken, en in beteren Haat terflui°' Uit de Ooflzee , kwamen geene Graanen (tellen, dan zy te vooren geweeft was, wer-op zig. hier ter Stede, dan met oogmerk omze we- den, op den tweeden December deezes derom te vervoeren naar hooger markt, jaars, door de GeintereiTeerden in de ge- werwaards zelfs partyen gebragt waren, melde (luis, verzogt, en des noods ook ge- zonder hier ontfcheept te zyn geweeft. Vee- magtigd, om in tyd van nood voor dezelve Ie Graanen werden ook naar buitenlandfche te blyven zorgen (g). Ook beraamde zy, ij00. Markten gevoerd, die anders hier zouden 0p den zevenentwmtigften Oftober des vol- |
||||||||||||||||||||||||||||
gebragt geweeft zyn. Hieruit nu was, door genden jaars, eene Mtru&ie voor den Sluis-
den tyd, eene fchaarsheid te dngten, die wagter (h) , die nog tegenwoordig moet |
||||||||||||||||||||||||||||
verderfelyker zou zyn voor de Stad, dan naargekomen worden,
dat men de markt een weinig deedt ryzen. De weg door de Plantaadje, van den De weg En deeze redenen bewoogen de Regeering, Hortus Medicus of Artfenytuin af, tot aan door de om Stads Koorenpakhuizen, nog voor 't de Muiderpoort toe, werdt zo fterk beree-P|antaad- einde van May, wederom te fluiten (c). den en gebruikt, dat dezelve geduuriglyk^^ Tegen 't najaar, befloot zy, aan debyzon- hermaakt moeft worden: 't welk, niet zon- dere Godshuizen, de Graanen, die dezel- der zwaare koften voor de Stad, gefchie- ven noodig mogten hebben, een weinig on- den kon. Men vondt, derhalve , in Sep- der de markt te leveren (d). Ondertus- tember deezes jaars 1700, geraaden, dien fchen, hadt het fluiten van Stads Kooren- weg te beftraaten: 't welk, als het meten- pakhuizen voor de Bakkers den prys der kelen Brabantfchen fteen, ter breedte van De duur- Graanen wederom doen ryzen. De toevoer anderhalve roede , gefchiedde , gerekend te neemt was hierop zo zeer vermeerderd, dat de werdt, ruim agtduizend guldens, en in de af- prys, allengskens, afnam, en zo gemaa- eerfte twintig jaaren, honderd guldens 's tigd werdt, dat de duurte kon geagt wor- jaars aan onderhoud, te zullen koften CO-
den , geheellyk, verdweenen te zyn. 't Werk werdt, kort hierna, voltrokken, en Men Een Koopman van Maaslandsfluis, die de ftraatweg wordt nog tegenwoordig on- zoekt de zjg, in't voorleeden jaar, hier ter Stede, derhouden. Karing- jiacjt nedergezet, om zig met de Haring- Ten deezen tyde , werden de wateren Midde-
hiertèr vangft, die hier voordeezen zeer gebloeid der Stad, in welken zo veele rioolen uit-len ge- Stede, hadt, te geneeren, hadt, ten dien einde, loopen, en waarin, fchoon ftrydig met me- kmikt wederom reeds twee Haringbuizen uitgeruft ; doch nigvuldige Keuren, zo veele vuiligheid ge oin de bloefen bevindende, dat het hem ontbrak aan eene worpen wordt, zo 2eer vervuild bevonden,der^stad ' 'J ' bekwaame plaats om de netten te droogen, dat men op middelen bedagt zyn moeft., om te zuive- en aan een' koperen ketel om dezelven te dezelven te zuiveren, en beter te doenom-ren en taanen, verzogt hy Burgemeefteren,in den loopen; en fterker doorfchuuring , in den^jj^ aanvang deezes jaars, om 't een en 't ander; wintertyd, te veroorzaaken. Ten dien ein- i00peu." |
||||||||||||||||||||||||||||
en de Vroedfchap, in aanmerking neemen
de, dat de Stad van bekwaame plaats tot het taanen der netten voorzien was, en dat de koperen ketel en het opflaan van eene Loots, daar dezelve in geplaatft kon wor- den, niet boven de vierentwintig honderd guldens koften zou, bewilligde, terftond, in 't gedaane verzoek (e). De Stuurluiden, die van hier ten Haring voeren, moeften |
de, werdt, in Oftober deezes jaars , be-
|
|||||||||||||||||||||||||||
flooten: „ 1. Ebdeuren te maaken aan de
Yfluizen, te weeten, de S. Antonis-fluis, de Kolks fluis, de Dams-fluis en de oude en nieuwe Haarlemmer- (luizen, die 'er, tot dien tyd toe, niet fchynen geweeft te zyn,om, met dezelven ,byebbe, te kön- nen fchutten: voorts, de vloeddeuren en de vloeren der (luizen, behoorlyk, te her |
||||||||||||||||||||||||||||
den gewoonlyken eedaanPenningmeefteren , maaken. 2. Twee ebdeurtjes te maaken,
j> aan
|
||||||||||||||||||||||||||||
(f) Groot-Memor. N. VIII. ƒ. 177.
(g) Handv. bl. 41«.
(b) Handv. bl. 417. (f'j Refol. Vroedfch. Lr. AA. 1 Sept. iy00. f. 7}.
|
||||||||||||||||||||||||||||
(t) Refol. Vroedfch. L'. Z. z6 May 1699. f. 309.
(c) Refol. Vroedfch. Li. Z. 2.1 May 1S99. ƒ. 307.
(d) Refol. Vroedfch. I-t. Z. " oa. is99. ƒ. 3+9.
(/) Refol. Vroedfch. Lx. Z. 27 Mr. 1699. ƒ. *34. |
||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERD AUS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
7H
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
woonlyke veertigduizend, te mogen onder- i?02*
fleund worden. Men bewilligde in haar verzoek (o) : 't welk, naderhand, nog eens, vernieuwd werdt, met gelyken uitflag (p). Volgens een Refolutie der Vroedfchap van den jaare 1699 , werden deeze dertigdui- zend guldens, of 't gene men meerder of minder noodig hebben mögt, voor Stads rekening, opgenomen, tegen drie ten hon- derd in 't jaar: en om den Intreft te vin- den , werdt de belading, ten behoeve van de armen, op de Wynen gelegd, met drie iluivers van het Oxhoofd, verhoogd, en't gene van deeze belading meerder kwam dan de Intrefl beliep gebruikt tot aflosfing, der Hoofdfomme (q). De vereenigde Staat, die naauwlyks de De Staat
vrugten begon te fmaaken van de onlangs wordt,
geflooten Vrede, werdt, in den aanvang0?
deezer eeuwe, in eenen nieuwen en zwaa- f^S» ren oorlog ingewikkeld, die, voornaamlykzwaaren door den byfland van 't vermogend Amfter- oorlog dam, eenige jaaren , met roem,fchoonnietInSewiW zonder zwaare koflen van den Lande, ge-keld' voerd werdt. Gelegenheid tot deezen oor- log gaf de twifl over de Spaanfche nalaa- tenfchap, houdende Frankryk zig niet aan het Verdrag van Verdeelinge der Spaanfche Heerfchappye, welk met Groot-Britanje en de Staaten geflooten was; maar aan eenen Uiterflen wil van Koning Karel den II. , waarby de Hertog van Anjou tot deszeïfs Opvolger was verklaard. De Keurvorft van Beieren, Landvoogd der Spaanfche Ne- derlanden, de zyde van Frankryk houden- de, hadt, reeds in February des jaars 1701, Franfch Krygsvolk ontvangen in de fterke Plaatfen van zyn gebied, die, door de Staat- fche bezetting deezer Plaatfen , ontruimd werden. Nergens, myns weetens, is aan- Opbel- getekend, wanneer, en by welke gelegen-dering heid, dit Staatfch Krygsvolk in de Spaan-y.an eetl fche Nederlanden gekomen zy. Ik heb 'erSJS ook niets van können melden, in de Fader-'ds Hift°' landfche Hiflorie, om dat ik 'er, zelfs inderie dee- Regifters van den Staat, niets van gevon-zes ^ den had. Doch na 't uitgeeven van dat Werk, is my een affchrift ter hand geko- men van eene Overeenkomft , in 't jaar 1698 geflooten , tuflchen Willem den III. Koningvan Groot-Britanje, en den Keur- vorft van Beieren ; waarby de eerfte zig verbondt , om vyfentwintig Bataillons of Regementen, Staatfche manfchap,te bren- gen in de fterke Plaatfen der Spaanfche Ne- derlanden, 't Is ten hoogfte waarfchyn. lyk, dat aan deeze Overeenkomft federt |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
aan 't flüisbindt in
Ooftindifche Hok met toldeuren , ^
|
t Ziekenwater, by 't
en eene fteenen fluis
in de plaats der twee
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
1700. »
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
houten fteekfluisjes , aan den Dam ten
einde van de nieuwe vaart: nog een krab- benhoofd, voor den buitenften watermo- len aan Zeeburg , om de fchepraden te- gen den flag van 't water te bevryden. 3. De Brugfecreeten, die tot in 't water doorhingen, of met paalwerk van onde- ren belemmerd waren , op te neemen; en, by hermaaking, de onderkanten der balken of leggers niet laager te brengen dan gelyk met Stads peil. 4- Alle aan- en uittimmeringen in de burgwallen , waardoor de doorftrooming zou können belemmerd worden, in het toekomende, zo veel mogelyk ware , te vermyden. 5. De Modder- en Steigeraard - fchouwen, zo vroeg in den nazomer, als de warmte van 't weder eenigszins gedoogen kon, en uiterlyk met den eerften October, in de Stad te brengen , en daar in 't werk te houden, tot dat alle de vervuilde plaat- fen , volkomenlyk, waren opgeredderd en uitgediept, of zo lang het, zonder bena- deeling van den omloop der wateren, ge- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
5J
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
3'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
5»
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
3)
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
3>
|
fchieden kon; en het diepen buiten de
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stads fluizen, in den Zomertyd, te laa-
„ ten verrigten ( k). Ten deezen tyde , ■werden eok twee Keuren gemaakt, tegen het belemmeren en befchadigen der flui- zen , en vooral tegen het werpen van vui- ligheid op en in dezelven (/). En in geval iemant aan de bekeuringen wegens dit laat- fte niet voldoen wilde, werdt deregtfpraak daarover, in Auguftus des volgenden jaars, gefield aan de Regenten van 't Aalmoeffe- niers - Weeshuis (m); aan welk Huis, de eigendom van de Stads vuilnis, al voor vee- Ie jaaren, gefchonken was. In January te vooren, waren ook de oude Keuren , tot voorkoming van belemmering en verfper- ring van de Stads wateren, en weering van flank en ondiepten , met merkelyke ver- anderingen en verbeteringen , vernieuwd geworden (n). |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ï70I.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Buiten-
ge woo* ne on- derftand, door de Stad, aan de Wal- fche Dia- conie gedaan. |
De Walfche Diaconie,die,jaarlyks,met
veertigduizend guldens, van Stads wege, ten behoeve der Franfche vlugtelingen, on- derfleund werdt, hadt nu, twee jaaren ag- tereen, ter oorzaake van de duurte der lee- vensmiddelen, nog dertigduizend guldens jaar lyks daarenboven ontvangen, en verzogt, in't begin des jaars 1702 »wederom metge- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
lyke dertigduizend guldens, boven de ge-
{kj Refol. Vroedfch. Zr. AA. i» Oäsi, 1700./. 80. Gioot-
Memor. N. VIII. ƒ. 104. (/) Handv. bl. 722, 723. (m) Handv. bl. 723. (n) Handy, bl. 72;. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
vol-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
(0) Refol. Vroedfch. U. AA. ii Jan. 1702. ƒ. 2+,
(p) Refol. Vroedfch. Lt. BB. 9 J.m. 1703./. ,0 (1) Refol. Vroedfch, L'. Z. 27 oä. k>Sp. ƒ. 3yi
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||
XXII. Boek.
|
||||||||||
725
|
||||||||||
170,2. voldaan is, en dat Koning Willem over het minatie , door de Vroedfchap gemaakt, xy02.
Staatfche Krygsvolk befchikt heeft,zonder kwam, hier ter Stede, wederom aan Bür- de Staaten te kennen. De Overeenkomft gemeefteren. is, eerft na 's Konings dood, bekend ge- Het Franfche Hof deedt, eer nogdeoor-Amfter-
worden aan eenigen hier te Lande, en men log openlyk aangevangen ware, veel moei-dam vindt 'er, onder anderen , van gewaagd , te om den Staat over te haaien tot een af-b,yft:» in het VIII. Lid van een Reglement op het zonderlyk Verdrag, voornaamlykzynwerk^ "a, huisveften der Staatfche manfchap in de maakende, om de Stad Amflerdam, die, van Ko- Barriere plaatfen vanden dertigften Janua- na de dood des Stadhouders , meer invloeds ning ry des jaars 17.16 (r). Wy hebben 'er , dan te vooren ftondt te hebben in de Re- Willera. hier, een woord van willen melden , tot geering van den gantfchen Staat, op zynej^dse" opheldering van een merkwaardig duifter zyde te winnen. De poogingen, die hier- "ot het punt in deHiftorie deezer eeuwe. Het leg- toe werden aangewend, hadden zelfs, al voort- gen van Franfch Krygsvolk in de Spaanfche voor 't afflerven van Koning Willem, gele-zetten Nederlanden, 't welk eerlang van eenige genheid gegeven tot het verfpreiden vaneen ,de3s oor* vyandelykheden op de grenzen gevolgd gerügt in Engeland, dat de Stad minder y- °gS* werdt, baarde zo veel omziens in Engeland verde voor't gemeen belang dan de andere en hier te Lande, dat beide de volken zig Leden van den Staat. Doch de Penfionaris begonden te bereiden ten oorloge, toen Ko- Willem Buy 5 fchreef, nog in Maart deezes ning Willem, op den negentienden Maart jaars, eenen brief naar Engeland, die eer- deezes jaars 1702, overleedt (V). lang in 't licht gegeven werdt; waarin hy Koning Men toonde, hier te Lande, veele te- rondelyk verklaarde „ dat Amflerdam, in Willem kenen van rouwe over zynen dood. De „ de vermeerderingen van't Krygsvolk;in fteift. klokken werden, zes weeken agtereen, drie- „ de verbonden met uitheemfche Mogend- maal's daags, t'elken reize een halfuur, „ heden; in de voorgeflaagen opneemingen geluid. Ook kleedden alle de Regenten „ van penningen, en in andere middelen en voornaame Amptenaars zig, op's Lands „ tot voortzetting van den oorlog, zonder Voorval koften, in den rouwfj)- Doch fommigen „ aarzelen, bewilligd hadt, en zelfs,voor te Am- tekenen aan , dat 'er, te Amflerdam, ie- „ een groot gedeelte, oorzaak was geweeft fterdam, mant was,- die openlyk den fpot dreef met „ van de moedige en eenpaarige verklaa- ter dee^ jeeze vertooning van treurigheid: 't welk, „ ring der Staaten van Holland, na de dood genheid! door het volk» zo euve] genomen werdt, „ van Koning Willem gedaan, om zig flip- dat het den fpotter aanviel, en van 't leeven „ telyk te houden aan de aangegaane ver- beroofde (u). „ bindteniffen f»." Zelfs nam de Stad, Veran- De dood van Koning Willem maakte ver- kort na 't afvaardigen van deezen brief, dering in andering in de beflelling der Wethouder- het moedig befluit, om ter Vergaderinge de befiel- fchap, in de Steden van Holland. De Stad- van Holland te flemmen tot het verklaaren ij^^jj houderlyke waardigheid werdt niet begeven, van den oorlog aan Frankryk, als de eenige derfchap, De Ridderfchap en eenige andere Leden weg, om aap de aangegaane verbindtenis- hier.en' zouden gaarne gezien hebben, dat de ver- fen te voldoen; om te geraaken uit de on- in andere kiezing der jaarlykfche Magiflraaten, die zekerheid, waarin men, een jaar lang, ge- Steden. te vooren aan den Stadhouder geftaan hadt, weeft was, en om de Bondgenooten veree- vooreerft, verbleeven werdt aan de Verga- nigd te houden (x). Ook volgde hierop, dering van hunne Edele Groot -Mogendhe- in 't midden van Maymaand, de Oorlogs- den, aan welke men de Nominatie wilde verklaaring der algemeene Staaten (y) : overgezonden hebben, met eene byzonde- waarna de kryg, genoegzaam jaar op jaar, re aanpryzing der perfoonen , welken de wakkerlyk, voortgezet werdt. De Hertog Marlbo. Steden gaarne verkooren zagen. Doch de van Marlborough , die over 't vereenigd r0USh Stad Amflerdam verftondt, dat de Magi- Leger der Bondgenooten geboodt, onder-houdt ftraatsbeflelling in de Steden van Holland hielde naauwe gemeenfehap met de Stad gemeen- behoorde gebragt te worden op den voet, Amflerdam, en kwam dikwils herwaards, fchap waarop dezelve, in 't jaar 1650 , na de voor 't openen van den veldtogt, om dem<* de dood van Willem den IL, gebragt geweeft voornaamfte Leden der Regeeringe over te Stad- was (v). De andere Leden Hemden, voor haaien tot gereede bewilliging in de maat- 't grootfle gedeelte , met Amflerdam, en regels, die hy, tot bevordering van 't ge- de verkiezing van Schepenen uit eene No- meene belang, dienftig oordeelde (2). On- (r) Zie Groot-Plakaatb. V. Deel, hl. z,6. Qer
O) Vaderl. Hift. XVII. Deel, bl. ,og. („) foiet, LamBERTI Tom. II. f. 86.
O) Groot Plakantb. V. Deel, hl. «. (x) Refol. Vroedfch. Lr. BB. 4 ~tpril l7M, f i enz.
(tt) Lameerti Memoit. Tom. II. p. %,. (y) Vaderl. Hift. XVII. Deel, tl. ij3t ■"
(v) Refol Vroedfch, L». U3.19, 21 April ïjoz.f. 13,11. (*) Vaderl. Hift. XVII, Dttl, il, j^
I. STUK. Bbbbb
|
||||||||||
/
|
||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||
II. Deel
|
|||||||||||||||||||||
yi6
|
|||||||||||||||||||||
der anderen, kwam hy, op den tienden De-
cember des jaars 1704, met een aanzien- lyk gevolg, in twee jagten,te Amflerdam, daar hy , door Burgemeefteren ingehaald zynde , zynen intrek nam in 't huis van Burgemeefter Witfen, en op't Oude-zyds- Heeren-Logement, pragtigter middagmaal- tyd onthaald werdt. Na twee dagen toe- vens, in welken, hem de voornaamfte ge- bouwen der Stad, en ook den Schouwburg vertoond werden , keerde hy , met een groot gevolg van koetfen, te rug naar den Haage (a). De Waarfchappyen van den Hoogen Zee-
burg en Diemerdyk ftonden, in April dee- zes jaars,, een ftuk Rietland in 't Nieuwe Diep af aan de Stad, zonder dat dezelve iet daar voor behoefde te betaalen , met vryheid, om door dat Land flooten te mo- gen maaken, en de ftoffe, die uit dezelve gegraaven werdt, te mogen gebruiken tot het maaken van loswallen of andere noodi- ge werken. Doch na dat het Rietland be- hoorlyk gehoogd was, zouden de Waar- fchappyen de ftoffe uit de flooten mogen laaten weghaalen, tot hooginge alleen van den Diemerdyk (&). De dykaadje der Bylemermeer, door eene
zwaare doorbraak, in April deezes jaars, in zulk een flegten ftaat geraakt zynde , dat de eigenaars geene kans zagen ,om de- zelve te herftellen; beflooten de Steden Amflerdam en Weesp, op den twintigften November deezes jaars, die Meer te aan- vaarden , in den ftaat, waarin dezelve te- genwoordig was; en den dyk, voor gemee- ne rekening der beide Steden, te herftellen, en te onderhouden : waartegen de twee Ste- den ook de voordeden van de Gabelle, de Vogelkooi en de Viffchery in de Meer, het gras- en rietgewas van den dyk, en wat 'er meer van de Meer komen mögt, gelykelyk, deelen zouden (c). In 't volgende jaar, bedongen de Steden van de Ingelanden, dat zy, tot behoudenis van den dyk, bin- nen aan den zelven, modder of andere ftof- fe zouden mogen laaten brengen , zonder onderfcheid, of dezelve over de oude of nieuwe Landen gebragt werdt. Zulks is, federt, gefchied, en men heeft, daardoor, allengskens, meer lands in deeze Meer aan- gewonnen. In September des jaars 1703, hebben de Ingelanden der Bylemermeer hunne twee ftryk - water • molens , aan de Stad Amflerdam alleen, voor vyfendertig honderd guldens verkogt (d). («) Europ. Merc. Janimry- Juny 170J. il. 7%.
(t) Handv. tl. 371. (c) Refol. Vroedfch. Zr.BB. i4,N«v. 1702. ƒ.5».Handv.
il. i*U , , (d) Handv. il. 34t,
|
|||||||||||||||||||||
De florm, die de doorbraak in den ring-
dyk van de Bylemermeer hadt veroorzaakt, hadt ook verfcheiden'gaten geflaagen in den Muiderdyk, voor een van welken, terftond, een kiftdam gelegd werdt. Doch alzo de- zelve niet flerk genoeg was, orn het win- terwater te keeren, werden Burgemeefteren van Amflerdam, in Auguftus des jaars 1702, door de Vroedfchap, gemagtigd, om, ne- vens het Hoogheemraadfchap van den Zee. burg, voor het verzekeren van den Dyk te zorgen (e); waartoe, van Stads wege,ee- ne aanzienlyke fomme opgefchooten werdt (ƒ), alzo de dyk, op drie byzondere plaat- fen , doorgebroken , op anderen , zwaar befchadigd zynde, herftelling noodig hadt. De dyk werdt ook her field. Doch men be- vondt, eerlang, dat dezelve flegter onder- houden werdt, om dat hy, niet uit ééner- hand, maar door byzondere dykpligtigen, werdt gemaakt. Hierom werdt, in 't vol- gende jaar, ter Vergaderinge der Staaten van Holland, van Stads wege, voorgeflaa- gen, of men den Muiderdyk niet tot een gemeenen Landsdyk zou können maaken. Doch alzo zulks niet gefchieden kon, zon- der bewilliging der Staaten 's Lands van Utrecht, die ook eeriige roeden dyks te on- derhouden hadden, tradtmen, eerlang, in onderhandeling met eenige Utrechtfche Ge- magtigden, die geenszins neigden, om den dyk tot eenen gemeenen Landsdyk te maa- ken ; maar liever zouden gezien hebben, dat de Stad Amflerdam het onderhoud van het gedeelte dyks, welk het Stigt bekofli- gen moefl, tegen betaalinge eener jaarlyk- fche fomme, op zig nam. De Stadt beriedt zig hierop; doch men kon eikanderen over de begrootinge deezer fomme niet verftaan (g), weshalve, de onderhandelingen, vrug- teloos, werden afgebroken. Ondertuffchen, liet de Regeering van Amflerdam zig, van tyd tot tyd , veel gelegen leggen aan het wel onderhouden van den Muider-zeedyk, het doorbreeken van welken onbefchryflyke fchade aan veelerlei Koopmanfchappen in de Stad veroorzaaken kon(7>). Men hadt zelfs, hier ter Stede, te waaken tegen booswigten, die den dyk zogten door te fteeken. En vind ik, dat, op den twintigften January deezes jaars 1703 , Kempe Pauluszoon Duyf van Harlingen, om voorgenomen doorfteeking van den dyk by Zeeburg , hier gerad- braakt is. In den aanvang des jaars 1703 , hadden
de Scheepstimmerluiden aan de nieuwe of Kat-
(e) Refol. Vroedfch. V. BB. 4 Au%. 1702. f. 62.
(f) Refol. Vroedfch. L'. BB. 27 Sept. 1702. ƒ. 82.
(^) Refol. Vroedfch. L'. BB. 14 Scpt. 1703./. r<sg. (b) B-efol. Vroedfch. L'. CC. z Sept. 1706. f, zu. |
|||||||||||||||||||||
1702-
De Re- geering van Am- flerdam zorgt voor de herftel- ling van den Mul- derdyk« |
|||||||||||||||||||||
1702.
|
|||||||||||||||||||||
Een ftuk
Rietland in'tnieu- we Diep aan de vStad af- gedaan. |
|||||||||||||||||||||
I703'
|
|||||||||||||||||||||
De Ste-
den Am- ■ fterdam enWeefp aanvaar- den de ingebro- ken By- lemer- meer, en her- ftellen de dykaadje derzelve. |
|||||||||||||||||||||
Klagte»
over *» ondiep* |
|||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XXII. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7*7
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1703. Kattenburger Vaart hier ter Stede geklaagd, fionaris Heinfius in 't licht (0), die de he- 1705.
dernieu-dat hunne Timmerwerven genoegzaam on- vigheid een weinig deedt bedaaren.
weVaart. bruikbaar werden gemaakt , door de on- Het Franfche Hof, in den nazomer dee- Burge-
diepte van die Vaart, welke zy meenden zes jaars 1705, eenige opening willendemeefte-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
veroorzaakt te worden , door het affpoelen
der wallen van Kattenburg en Wittenburg, welken niet befchoeid, en niet beheid wa |
doen tot eene Vredehandeling, gaf'er hei-fen ^'
melyk kennis van aan de voornaamfte Le- ^sn va^n" den der Regeeringe, byzonderlyk aan Bur-Frank- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ren. De Vroedfchap , kennis gekreegen gemeefteren van Amfterdam , op welker ryks ge-
hebbende van deeze klagten , magtigde laft, de Penfionaris Buys een Ontwerp ee- Pe!|d' |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Burgemeefteren en Thefaurieren, om daar
in zulks te voorzien, als zy zouden oordee- len te behooren (i). De Steden Amfterdam en Weesp , het
Trekpad en den Ryweg tuffchen de twee Steden, inzonderheid daar dezelven langs de Bylemermeer loopen, niet zonder zwaa- re koften hebbende können herftellen, zyn |
ner algemeene Vrede maakte , welk door vrede?'
hen goedgekeurd , en aan de Engelfche Staatsdienaars medegedeeld werdt. Doch men was, aan 't Engelfche Hof, zo flerk gefield op 't voortzetten des oorlogs, dat de heimelyke handeling, die , nog eenen geruimentyd, altoos met kenniffe van Bur- gemeefteren van Amfterdam , agtervolgd |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Ga-
bellen, tuffchen Amfter- dam en Weesp, worden met de helft ver |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de, onder anderen, een gat in den weg ge- werdt, eindelyk , meer agterwaards dan
broken geweeft, ter lengte van zes en twin- voorwaards begon te gaan; waarom zy, in tig roeden en ter diepte van vyf en vyftig 't jaar 1707, zo goed als afgebroken werdtfji). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De laft des oorlogs viel, midlerwyl, den Beden-
Lande zo zwaar, dat men, in de Lente des kingen jaars 1706, ter Vergaderinge van Holland, A"ft^_ in beraad leide, om eenige Domeinen derdam.over Graafelykheid te verkoopen. De Vroed-'t ver- fchappen der Steden raadpleegden hiero- loopen ver, federt, insgelyks. Te Amfterdam, ^aar, werdt, onder anderen , overwoogen , of lykheïds men, in geval van verkoopinge van eenige Domei- Graaflykheids Domeinen, ook eenige nieu-nen- we Ambagtsheerlykhedenof andere Domei- l7°6. nen voor de Stad moeft tragten te verkry- gen. Doch men verftondt, ten deezen ty- de, dat verfcheiden' Ambagtsheerlykheden, voorheen door de Stad aangekogt ,metnaa< me die van Urk en Emmeloord , zeer kofl- baar vielen; en dat het gezag, welk men in de overigen oefende, veelligt, door de kos- ten, welken men aldaar hadt moeten maa-> ken, geëvenaard, zo niet overtroffen was. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hoogd.
1704. |
voeten; verwierven, op den zevenden Ju-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ny des jaars 1704 O£troi, van 's Lands Staa-
ten , om de Gabellen tuffchen de twee Ste- den met de helft te mogen verhoogen ( k ). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Eenige
Amfter- damfche
burgers klaagen, dat Marl- |
De overwinning by Hochftett, die op den
dertienden Auguflus des gemelden jaars voorviel, hadt den roem des Hertogs van Marlborough, grootelyks, doen ryzen, en hem de hoogagting verworven van 't ge- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
borough meen, en van veele Grooten hier te Lande.
geen ge- De ingezetenen van Amfterdam muntten
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zags
genoeg
heeft.
*7°S-
|
hierin boven anderen uit, en eenigen hun-
ner gaven 'er een duidelyk bewys van, in 't volgende jaar. Marlborough was toen |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van gevoelen , dat men den vyand behoor-
de aan te taften in Brabant; doch der Staa- ten Afgevaardigden te Velde ontrieden 't, en deeden Marlborough, zeer zyns ondanks, bewilligen in hunne meening. Hy klaagde hierover, eerlang, in eenen brief aan de |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Staaten, fchryvende, onder anderen „dat Men befloot, derhalve, geene meer Ambagts-
„ zyn gezag in 't Leger thans veel minder heerlykheden voor de Stad te verkrygen,
„ goldt,danhet,voorleedenjaar,inDuitfch- dan Diemen enOuderkerk en weinige ande-
„ land, gedaan hadt (/)." De Engelfche ren, die naby de Stad gelegen waren.Voorts,
Gezant by de Staaten bragt te wege, dat waren 'er, nog eenige Domeinen van eene
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
andere natuur, die men hier wel wilde koo-
pen, en onder anderen, het regt om zwaa- nen te mogen houden, waarvoor de Stad |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
deeze brief fpoedig gedrukt, en alomme
verfpreid werdt (m): en hierdoor werdt zo groot eene gifting verwekt in de gemoeden |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van fommige Amfterdammers, dat zig een nu jaarlyks twee guldens aan de Rekenka-
hoop burgers naar 't Stadhuis begaf, om mer verfchuldigd was. Eindelyk, was men
over de Afgevaardigden te Velde teklaagen, hier van gevoelen, dat eenige Domeinen in
die, zeidenze, den Hertoge van Marlbo- 't geheel niet behoorden te worden verkogt
rough geen gezags genoeg lieten (b). Men (q). De overige Leden van Holland hadden
zette hen af, met goede woorden. Ook ook hunne byzondere bedenkingen over 't
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
verkoopen der Domeinen. Men kwam tot
geen befluit. En daar verliepen nog eenige j'aaren, eer men tot verkoopen kwam. De
(o) Voiex. LAMBEKTl Tom. III. f. 475^
(p) Vaded. Hift. XVII. Deel, hl. 289.1S4 314.
(<f) Refol. Vroedfch. Ü.CCj, llMayiio6.f.i°7,i°9>
Bbbbb 2
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kwam 'er, wat laater, een brief van de Af-
gevaardigden te Velde aan den Raadpen- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(') Refol. Vroedfcli. L
CO Handv. hl. 43 3-
(t) Vficz, LAMBERT1 Tom. III. p. 478.
(m)'LAMBKRTi Tom. III. />• 479.
(n) Yadeil. Hift. XVII. Ose/, il, isi.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
03. ƒ. 101.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||
728
|
||||||||||||||||||||
met dezelfde zesduizend man Amflerdam xfbf-
te overmeefleren, zo dra de aanflaande veld- togt in de Nederlanden geopend zou zyn. Hy onderflelde, dat hy de Stad dan ontbloot zou vinden van bezetting; dat zy door de burgery niet zou können befchermd wor- den , en dat hy, dezelve bemagtigd hebben- de , meer dan duizend fchepen, die aldaar lagen, zou können vernielen, en de Stad zelve aan kooien leggen; waarna Frankryk in vier dagen vrede hebben zou „ alzo," zeide hy „ al de rykdom en magt der Ver- „ eenigde Provinciën in deeze Stad alleen „ beflondt, en de Staaten geenen moed „ zouden hebben, om den oorlog voort te „ zetten, na dat Amflerdam bedorven zou „ zyn." Voorts, zou hy zig, met zyne manfchap, op de kleine vaartuigen , met welken hy dezelve herwaards gevoerd zou hebben,en onder de befcherming vaneeni- ge galeien, naar Texel en zeewaards begee- ven, en in deezer voege de Engelfche en Staatfche Oorlogsfchepen tragten te ontwy- ken. Doch zyn voorflag vondt geenen ingang aan 't Franfche Hof (iu)\ Ook heeft men groote reden om te twyfelen, of dezelve, van zyne zyde, wel ernflelyk gemeend werdt. Buiten de Haarlemmer-Poort, tmTchen Orde op
de Stads veft en de Haarlemmer vaart, was 'f fchtU" een klein Schutfluisje gelegd f waardoor^'!°.° Turfponten, Tentfchuitjes, Jagten, Melk buiten de fchuiten en diergelyke vaartuigen uit en in Haar- de Vaart konden gefchut worden. Bürge- lemmer meefteren vonden geraaden, op den eerflen Poort\> Auguflus des jaars 1708 , een Reglement i?° vafl te flellen voor den Sluiswagter, waar- by het fchutgeld op een fluiver en een hal- ven fluiver, naarde grootte en foorte der vaartuigen , bepaald , en elk toegelaaten werdt, zig , voor tien guldens in 't jaar , van 't fchutgeld vry te koopen (x). In 'c jaar 1714 , werdt , tot nader verklaaring van dit Reglement, gefield, dat van de Praamen en Melkfchuiten der Huisluiden, die de Haarlemmer vaart langs moeflen , telkens een halve fluiver zou moeten be- taald worden (y). De heimelyke Vredehandeling met hetVoort.
Franfche Hof', die eenen tyd lang opge-zetting fchort geweefl was, werdt wederom voort-der hei- gezet, in den aanvang des jaars 1709. D&mel5** Regeering van Amflerdam hadt 'er de voor- hande- naamfle hand in. De PenfionarisBuysendeiinge111^ Heer Bruno van der DuJJen, Burgemeefler Fra"!f"or van Gouda, begaven zig, in 't midden van b$èid° Maart, naar het Stryenfche Sas, en hielden, der Re- in C») Memoir, d« Cotiste de Forbin Tam. H. p. zsi.
(x) Handy, hl. 3J7. (y) rtejwiv. hl. jST. |
||||||||||||||||||||
De Diakenen der Lutherfche Gemeente
deezer Stad verwierven, op den vierentwin- tigften December deezes jaars i7oó,06lroi van 's Lands Staaten, om de nalaatenfchap van de ouders der kinderen, die in hun Wees huis werden opgevoed, tot onderhoud van die kinderen, te mogen naar zigneemen, midsgaders, de vrugten der Hoofdfommen, die aan de kinderen, geduurende hun ver- blyf in het huis, verfier ven mögt en. Ook werdt het Weeshuis erfgenaam verklaard van zulken, die in het zelve waren opge- voed ; ten ware zy het regt van erfvolginge hadden afgekogt. 't Gene de oude Vrouwen in 't Lutherfche Oude - Vrouwenhuis nalie- ten verviel, volgens dit Oéïroi, ook aan het gemelde Huis (f). De Walfche Diaconie klaagde wederom,
op het einde deezes jaars, dat de armoede onder de Franfche vlugtelingen, by gebrek van werk in den tegenwoordigen oorlogs- tyd,zo flerk toegenomen was, dat zy, in dit jaar, boven de gewoonlyke veertigdui- zend guldens, met welken zy, van Stads we- ge, onderfleund werdt, wel negentiendui- zend guldens ten agteren was geraakt; en verzogt, op nieuws, om buitengewoonen on- derfland (f). Burgemeeftcren en Raaden voldeeden aan dit verzoek, in de Lente des volgenden jaars. De vereifchte penningen werden, volgens gewoonte, opgenomen, en de laft, dien de Stad hiervan hadt, gevon- den uit de verhoogde huurder Banken in de Vleefchhallen, en uit eene belafling van vyf- honderd guldens op allen, die, voortaan, met verlof van Burgemeefteren, de neering van KofFyfchenken, hier ter Stede, begin- nen, of overneemen zouden (ƒ)• In 't jaar 1707, gaf de Walfche Diaconie, bovenden gewoonlyken onderflandvan veertigduizend guldens , agtduizend driehonderd vyfenzes- tig guldens uit, die haar wederom, van Stads wege, werden goed gedaan (11). Doch op den negenentwintigften January des jaars 1709, werdt beflooten, haar met niet meer dan veertigduizend guldens 's jaars te on- derfleunen (u). De Ridder de Forbin, na 't eindigen van
den veldtogt deezes jaars, aan 't Franfche Hof, met den Heere de Pontchartrain,'m ge- fprek geraakt zynde, over het onderneemen eener landinge in Schotland, met zesduizend man, die onder zyn bevel gefield zouden worden, maakte veel zwaarigheid in den togt; doch floeg den Franfchen Staatsdie- naar voor, dat hy herts genoeg hadt, om (r) Handv. hl. 4Ö3.
(i) Refol. Vroedfch. L«. CC. zi Dee. 1706. ƒ. z8l.
(t) B-efol. Vroedfch. Lis. DD. iz Maart 1707. ƒ. 19. («) Refol. Vroedfch. L". DD- s Jan, 170?. ƒ. iqo, (?) Gioot-Memor. N. iX. ƒ. »9. |
||||||||||||||||||||
1706.
Oftroi
ten be^ hoeve van'tLu- therfche Wees- huis, en Oude- Vrou- wehhuis hier ter Stede. |
||||||||||||||||||||
De Wal-
fche
Diaconie
wordt
wederom
door de
Stad on-
der-
fteund.
|
||||||||||||||||||||
1707.
|
||||||||||||||||||||
De Rid-
der de Forbin doet een' voorflag aan 't Franfche Hof, om Amfter- dam te verdel- gen. |
||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||
XXII. Boek.
|
|||||||||||||||||
729
|
|||||||||||||||||
tot behoudeniffe van het Eiland Urk,in hun- iyi0.
ne Stad, eene Lotery op te regten, terfom- me van zesmaal honderdduizend guldens (c)> gelyk, eerlang, gefchiedde. Het voordeel, welk hiervan kwam, werdt ook befteed, tot verbetering van het Eiland. Op den dertien- » . den Juny des volgenden jaars, kreeg de Stad, geiden daarenboven, Oclroi van 's Lands Staaten, Emmel- om een Ankergeld te heffen van dertig ftui- oord- vers van elk fchip, dat voor Emmeloord, I?Ir- welks Ambagtsheerlykheid ook aan Amfter- dam behoorde, het anker werpen zou (d). De Franfche Kapitein CaJJart, in Auguftus Surina.
des jaars i7i2,meteenEsquader,vanMar- me tiniqae gezeild zynde, kwam, op den tien- wordt, den Ocfober, in de Rivier van Suriname, door de en maakte zig, terftond, meefter van de £jm gantfche Volkplanting, behalve van de Stad gebrand- en de Vefting Paramaribo, diehy belegerd fchat. hieldt, en met eene bombardeering dreig- 1712. de: 't welk die van binnen noodzaakte tot een Verdrag, waarby hem eene brandfchat- ting van agtmaal honderdduizend guldens beloofd werdt. Hy keerde niet naar Marti- nique te rug, voor dat hem deeze fomme, in geld, in koopmanfchappen, en in Negers, betaald was (e). De Volkplanting, die de Stad Amfterdam voor een derde toebehoort, leedt by deezen aanval zo veel, dat zy, in lang, niet wederom op haar verhaal ko- men kon. De afzonderlyke Vredehandeling tuffchen Amfter-
Engeland en Frankryk werdt, midlerwyl, dam be- zo vlytiglyk voortgezet,dat 'er,in den zo- willigein mer des jaars 1712, een ftilftand van wape- |endftïI" nen tuffchen de twee ryken getroffen werdt, w^e7an die tot een gevolg hadt, dat de Engelfche nen. troepen, onder den Hertog van Ormond, zig fcheidden van het Leger der Bondgenooten. De Regeering van Amfterdam, hiervan ken- nis bekomen hebbende , en bedugt voor verwydering tuffchen Engeland en den Staat bewilligde van de eerften in de getroffen Wapenfchorfinge, voor den tyd van twee maanden (ƒ). Ook ftemde zy, federt, ge- reedelyk in de voorwaarden van Vrede, die door het Engelfche Hof beraamd waren (g). De Vrede werdt, hierop , in 't volgende 1^12. jaar, te Utrecht geflooten;dochop veelna- deeliger voet, dan dezelve voorheen zou hebben können getroffen worden. De Stad en in 't Amfterdam ftemde, zonder uitftel, tot het bekragti- bekragtigen derzelve (h) : en deedt, federt, sen der tot gedagtenis derzelve, eenige gouden ge- j?^recnt- denkpenningen munten en uitdeelen (7). Vre^e. (c) Groot-Memor. N. IX. f. m. Handy, hl. 335,
(d) Handy» hl. 336.
(e) Euiop. Merc. van 1713. hl. 160, 311.
(f) Refo!. Vroedfch. L'. EE. 3e 7««y i7j2 f ,,j
(g) Refol. Vioedfch. V. EE. u Xfec. 17,2 V ,90 '
(h) Refol. Vioedfch. Lt. EE. 27 ^pril i7t', f. zzz. (O Refol. Vroedfch. Lt. BZ, 5 July iyn.f.z73. Bbbbb 3 TWEE-
|
|||||||||||||||||
in het Dorp Stryen, een mondgefprek met
den Prefident Rouillé, die uit Frankryk af- gezonden was. Burgemeefteren van Am- fterdam kreegen terftond kennis van 't gene 'er gehandeld was, waarvan wel haaft iet uitlekte. De Stad neigde thans zo fterk tot vrede, dat Prins Eugenius, nog voor 't ope- nen van den veldtogt, een' keer herwaards deèdt, om haar tot andere gedagten te bren- gen. Rotterdam haakte even zeer naar 't ein- de van den oorlog, die, fchoon voordeelig voor de Bondgenooten uitgevallen, veel bloeds en geweldige {chatten gekofl hadt. De handeling werdt, eindelyk , openbaar. Men ontwierp eenige voorafgaande punten; doch vorderde zo veel van Frankryk, dat de Koning, toen reeds hoopende op eene gunflige verandering aan 't Engelfche Hof, zwaarigheid maakte omze te tekenen (2). Hynamzeegter jinFebruary des jaars 1710, allen op één na aan. Men tradt hierop te Geertruidenberg in openlyke onderhande- ling, waartoe de Heeren Buys en van der Duffen, van wege de Staaten, gemagtigd werden. Doch deeze onderhandeling liep vrugteloos af, alzo de Staatfchen vorderden, dat de Franfchen zig verbonden, om den Hertog van Anjou Spanje en de Indien te te doen ruimen; waartoe de Franfchen on- magtig of ongenegen waren (a). De oorlog werdt dan wederom voortgezet. Doch het afzetten van verfcheiden'Staatsdienaars aan 't Engelfche Hof gaf den Franfchen, in 't jaar 1711, gelegenheid om met het zelve in afzonderlyke onderhandeling te treeden , waarin zy beter flaagden. Het onderhoud van 't Eiland Urk, waarvan
de Stad, in't jaar 1660, de Ambagtsheer- lykheid gekogt hadt , hadt haar dikwils zwaare fommen, en fomtyds wel agttiendui- zend guldens, in één jaar, gekofl (b). Een geweldige ftorm, op denagtftenjanuarydes jaars 1710 opgefteken, hadt dit Eiland ook zo veel fchade toegebragt, dat het wel haaft geheel onbewoonbaar ftondt te worden, zo 'er geene nieuwe en kragtige middelen in 't werk gefield werden, om het te verbeteren, en in goeden ftaat te onderhouden. De ge- legenheid van het Eiland en de vuurbaak op het zelve waren, ondertuffchen, van zo veel dienfl, tot beveiliging van de vaarte door de Zuiderzee, dat Burgemeefteren van Amfter- dam niet konden nalaaten,de zorg voor het zelve den Staaten van Holland,ten kragtig- ften, aan te beveelen. En hunne Edele Groot« Mogendheden gaven, op den vyfden Juny des jaars 1710, Burgemeefteren Oftroi om, (*0 Vaderl. Hift. XVII. Deel, hl. 318-341.
(a) Vader]. Hift. XVII. Deel, hl. 350-381. (h) Refol. Vioedfch. L"< cc- » MaJ l7°s- ƒ• -°S. |
|||||||||||||||||
1709.
geeringe
van Am- fterdam. |
|||||||||||||||||
17IO.
|
|||||||||||||||||
Lotery
ten be- hoeve Van het Eiland Urk op- geregt. |
|||||||||||||||||
1
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
73°
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
TWEEDE
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
DEEL.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VAN
AMSTERDAM.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
D R I E-E NTWINTIGSTE BOEK.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amsterdams Geschiedenissen, van het jaar 17'13,
tot het jaar 1740.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ alle de Landen, die door den Muiderdyk 1714-
„ befchermd werden, tot het onderhoud „ van den zelven, zouden moeten draagen, „ en dat men 't werk van de herftelling des „ dyks, met de Stigtfche Waardsluiden, en „ des noods ook met de Heeren Staaten van „ Utrecht, overleggen zou." Burgemees- teren van Amfterdam werden verzogt, de befchaaving van 't werk op zig te neemen; de noodige penningen , ter fomme van hon- derdduizend guldens toe , tegen drie ten honderd in 't jaar, te verfchieten , en van alles verflag te doen aan de Vergadering der Staaten (c). De Regeering der Stad nam aan, te zullen voldoen aan het verzoek van haare Edele Groot - Mogendheden, en ver- koor zes Raaden, om voor de dykaadje te zorgen (d). Ook leedt het niet lang, of de Muiderdyk werdt herfteld. De Stad hadt, tot deeze herftelling, een honderd vyftien- duizend vierhonderd vierenzeftig guldens en veertien ftuivers gefchooten , welken men, eerlang, befloot , in vyftien jaaren tyds, door de dertienhonderd morgen, die onder deeze dykaadje behoorden, te doen afleggen (e). De grond van de Diemer- of Watergrafts- De $$*
meer bleef, na de jongfte droogmaaking, bewil''^ zomoeraffig, dat men zwaare koften doenin eÊ? moeft, om den zelven te verbeteren. Dyk- 0£tI° graaf en Heemraaden, zig met deeze kos- Dykgraaf ten bezwaard vindende, verzogten, in de enBe£ta' Lente des jaars 1715,1er Vergaderinge van raadj" Holland, Oftroi , om eene redelyke Gabelle ^"iner- te mogen heffen van alle wagens, paarden meer tot en offen of koeijen, in of door deMeer trek- hetbef- kende, mids de ingelanden en opgezetenen fen ™qv van dezelve bevryd bleeven. Hun Verzoek- beule. fchrift j^!^
(c) Groot-Plakaatb. y. Deel, hl. i«y+.
(d) Refol. Vroedfch. L'. EE. j July 1714./. »71«
(e) Refol. Vroedfch. L'. GG. 3 Sept. i-jio, f. s°>
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Landen in de Bovenkerker - Polder
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1713-
Ont-
gron- ding, be- zuiden Amfter- veen, verboo- deu. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
onder Amfterveen meeft allen, federt
eenige jaaren, ingefteken en verturfd zyn- de, was men nu ook begonnen, de Landen in de Buitendykfche Polder bezuiden Am- fterveen in te fteeken: 't welk, voortgang hebbende, zeer nadeelig ftondt te zyn voor het gemelde dorp, dat, met een harden |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zuidweften wind, veel te lyden zou hebben
van den flag van 't water. De ingezetenen van Amfterveen vertoonden dit gevaar aan de Ambagtsheeren,de Burgemeefteren van Amfterdam, die, op den vierden April , bevalen „ dat geen Land in de Buitendyk- „ fche Polder, agter de huizen van Am- „ fterveen gelegen, zou mogen worden ver- „ turfd." Ook deedt zy, om hun bevel te beter te doen verftaan, op zekere plaats be- zuiden het dorp, een' paal ftellen, binnen wel- ken , geen land ontgrond of verturfd worden mögt (ö): gelyk ook, meen ik, federt, zeld- zaam gefchied is. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Stad
|
De dyk beooften Muiden, die, dikwils,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
neemt de door zwaaren ftorm en hoogen vloed, be-
zorg fchadigd geworden was, leedt, in 't begin herftel-6 van Maart des jaars 1714, wederom zo ling van veel van diergelyke rampen , dat de Stad den dyk Amfterdam, welke veel belang hadt by de beooften behoudenis van deezen dyk , niet alleen ; opUziI? maar ook de Leden van Holland in 't ge-
ten lafte meen verftonden, dat men, zonder uitftel, van 't aan 't herftellen van den zelven arbeiden gemeene moeft. Men leide in beraad, om den dyk, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1714.
|
zo wel beooften als bewerten Muiden, tot
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
eenen gemeenen Dyk te maaken (£): en de
Staaten beflooten hiertoe, op den dertigften Juny, betrekkende ook den dyk tuflchen Muiderberg en Naarden tot de gemeene dykaadje. Voorts, ftelden zy vaft „ dat |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(*) Handv. il. 324.
(i) RefoJ. Vroedfch. Z'. EE. 25 May 171+. ĥ z6i*
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSE Ni
|
||||||||||||||||||
XXIII. Boek.
|
||||||||||||||||||
731
|
||||||||||||||||||
1715. fchrift kwam, onder ander en, naar gewoon-
te , in handen der Regeeringe van Amfter- dam (ƒ), die verftondt, dat men in debe- . geerde Gabelle zou können bewilligen, on- der de volgende voorwaarden: „ 1. Dat de „ Outewaaler-weg, op eene bekwaame j, breedte,en met een voetpad daarnevens, „ ten genoegen van Burgemeefteren, door „ Dykgraaf en Heemraaden, zou moeten j, onderhouden worden. 2. Dat voetgan- „ gers en allerlei vee, uitgenomen paar- 9, den, offen en koeijen, van de Gabelle „ zouden vry zyn. 3. Dat Burgemeefteren s, de Gabelle, ten allen tyde, zouden mo- „ genafkoopen, mids voldoende't gene, „ tot het maaken van den Outewaaler-weg, „ verftrekt was; en mids dat Dykgraaf 3, en Heemraaden , ook dan , bleeven by j, hun oud regt, om de Meer te fluiten, of „ open te laaten. Doch zo lang de Gabelle „ geheeven werdt, moeft de Meer open „ blyven, zonder dat 'er egter driften van j, fchaapen of verkens mogten doorgedree- „ ven worden, dan met bewilliging van „ Dykgraave en Heemraaden ; en geene „ HefTenkarren altoos (g)." Ook is het O&roi, federt, op deezen voet verleend , betaalende een rytuig met vier wielen twee ftuivers; een rytuig met twee wielen een Huiver; een man te paard een halven ftui- ver, en een paard aan de hand, os of koe twee duiten. Doch de ingelanden en opge- zetenen zyn vry. VerWvf Peter de l-' Czaar van Muskovie, die vanPeterzig* ge]Yk WY in 'c voorgaande Boek (h), den I., verhaald hebben,op 't einde dervoorgaan- Czaar de eeuvve, eenen geruimen tyd, hier ter Ste- vanMus^ ^ opgehouden hadt; deedt, in 't jaar 1716, Amfter- van zyne Gemaalinne verzeld,eene tweede dam. reis herwaards. Hy kwam, vooraf, en eerft, ij 16. over Utrecht, te Amfterdam, daar hy, den zeventienden December, des avonds,voor 't huis van den Muskovifchen handelaar Chrifloffel Brantz, op de Keizersgraft over den Schouwburg, uktradt en vernagtte. Doch den volgenden dag, nam hy zynen intrek in 't huis van den Muskovifchen Hee- re Soloffihoff, op de Heerengraft, by de Vyzelftraat. De Staaten van Holland had- den den Graaf van Albemarie uit de Rid- derfchap, en eenige Heeren uit de Steden, onder anderen, den Heer en Mr Gerrit Hooft, Burgemeefter van Amfterdam , benoemd, om den Ruffifchen Vorft, geduurende zyn verblyf in de Provincie, te verzeilen, en eere aan te doen. De Wethouderfchapont- haalde hem, den eenentwintigften Decem- (ƒ) Refol. Vroedfch. /-'. FF. z Maart i7ij. ƒ. i7.
lg) Refol. Vroedfch. L'. ff. n Maart 171J. ƒ. 38. (i) BUdz.. 711. |
ber, op eene nanoensververfching,in den 1716*.
Schouwburg. Voorts, werdt hem het merk- waardigfte,hier ter Stede, vertoond.Doch, 171?. in de volgende maand, overviel hem hier eene ziekte, van welke hy egter fpoediglyk herftelde. Vroeg in 't voorjaar, kwam zy- Zyne Ge- ne Gemaalin herwaards, die hem, eerlang, maalin. verzelde naar den Haage: doch op den een-!Mmt» entwintigften April, in deeze Stad, te ruglyk* hier kwam, daar men haar op't Y vermaakte, ter Stede, met een fpiegelgevegt, tuffchen twee Es- quaders Jagten en mindere vaartuigen, van welken het eene door den Schout by Nagt, Matthias Boudaan, en het andere, door den Kapitein#e«n£ Gr ave, gebood en werdt. Tus- fchen Nieuwendam en Schellingwoude, vlak voor de Admiraliteits- en Ooftindifche Wer- ven , raakten de Esquaders hevigft aan ei- kanderen, in 't gezigt der Czaarinne, die zig bevondt aan boord van een der groot- fte Jagten, voerende eene Ruffifche vlag- ge: doch tegen den avond , voegden de Esquaders zig byeen, en geleidden het Jagt der Czaarinne naar de Stad. De Czaar, midlerwyl eene reis naar Frankryk en naar 't Spa gedaan hebbende, keerde,in Augus- tus , hier ter Stede te rug. En toen werdt, op zyn verzoek, een nieuw Spiegelgevegt gehouden, in den mond der Zuiderzee. De Prinfeffe Weduwe van Jan Willem Friß, Prinfe van Oranje en Naifau , vereerde de Stad toen ook met haare tegenwoordig- heid, en nam deel aan deeze vertooning. De Czaar en Czaarin vertoefden tot den Zy kee- tweeden September in Amfterdam, en ver- ren naar trokken toen , onder 't bsbranden van 'thunRyk* gefchut van de wallen, naarBerlyn: van waar zy, eerlang, naar Petersburg te rug keerden. De Czaar hadt den Heer Brancz hier tot den Ridderftand verheeven, en tot zynen Refident en Hofraad aangefteld. De Heer Joan van der Burgh was zyn Agent en Commercie - Raad geworden , en de Heer Soloffihoffmet hem naar Petersburg gekeerd. Men hadt, hier te Lande, byzonderlyk te Amfterdam, hoop gefchept, om een Ver- drag van Koophandel te zullen können flui- ten met den Czaar, waarvan reeds een Ont- werp gemaakt was. De Stad beloofde zig veel voordeels, uit zulk een Verdrag. Doch de Czaar, die zeer gefteld was , om den Koophandel in zyn Ryk, met de fchepen zyner eigene onderdaanen , te doen dry- ven was niet te beweegen tot fluiten (1). Op het timmeren en rooijen in de Stad Keur op
|
|||||||||||||||||
„„an T7CH1 rWlrïe TTOV^noi/^^n' K 0.1« —— hof- t
|
tim-
|
|||||||||||||||||
waren, van ouds, verfcheiden' Keuren ge-het
maakt en vernieuwd. Doch men bevondt,Sen om-
f») LAMBERTI Memoir. Tom. IX. p, 6lp -60, Tom.
X. /. I<H, 11«, ng, Vadeil. Hift. xvili. b^i, il, ut.
|
||||||||||||||||||
I
|
||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||
II. Deel.
|
||||||||||||||||||
73^
|
||||||||||||||||||
tot het maaken eener nieuwe Wet, ter be- 1717»
kortinge der Regtspleegingen, in diergely- hier ter ke gelegenheden. De misdaadige, zynde Ste<j.e, het hoofd van eene gantfche bende ftraat- f^s fchenders, huisbreekers en moordenaars, Staaten was, in 't begin des jaars 1716, gevat, en gelegen- vervolgens te regt gefield. De Hoofdoffi- heki [0t cier hadt menigvuldige geregtelyke befchul- £|£ ™f digingen ten zynen lafte in handen, zelfs ner nieu« van zyne makkers, die hem bezwaard, en we Wet: 'er den dood op geleeden hadden. Doch hy ontkende alles, wat hem den hals zou hebben können koften. Men bragt hem aan depaleije, die hy doorllondt, zonder te bekennen. Hy werdt dan in het Rasphuis gezet: doch vondt middel , om, op den derden September des gemelden jaars, te ontfnappen. Maar 't leedt maar weinige uuren, of hy werdt, pas buiten de Leidfche Poort, in eene herberg op den Overtoom- fchen weg , andermaal, gevat door den Onderfchout, Joan Voetknegt. Men ont- ving hem, vervolgens, in een gewoonlyk Proces ,'t welk tot in 't begin des volgenden jaars duurde. Toen werdt hy veroordeeld , om leevende geradbraakt te worden. Doch hy hadt de ftoutheid van zig, van het von- nis van Schepenen, op het Hof van Hol- land te beroepen. Men voerde hem dan naar den Haage, daar hy , op de Voor- pootte , werdt vaftgezet. Het Hof beves- tigde , eerlang , het vonnis van Schepenen. Doch de booswigt beriep zig andermaal op den Hoogen Raade. 't Liep tot den twee- 1718. entwintigften July des jaars 1718 aan, eer dit hoog Geregtshof verklaarde, dat hy, by de twee voorgaande vonniffen, niet be- zwaard was. Men bragt hem, vervolgens, te rug naar deeze Stad, alwaar het beftem- de vonnis, op den zesden Auguftus, aan hem werdt uitgevoerd. 's Lands Staaten, bevroedende, hoe zeer waarby
de byzondere Schepensbanken, en de hoo- bet op- ge Geregtshoven zelven konden opgehou- Vslkeren den worden, door het appelleeren vanopen ?p de baare misdaadigen , die , hardvogtig ge- Geregts- noeg geweeft zynde, om de paleije door hoven, te ftaan, in een gewoonlyk Proces, ontvan- aan°- gen waren ; hadden , rnidlerwyl, op den B0os?are zeventienden Juny te vooren, reeds voorwigten eene altoosduurende Wet vaftgefteld „ dat verboo* „ geene dieven, landloopers en ftraatfchen- der» ,, ders, die, over gepleegde dieveryen ofwordt- „ geweldenaaryen, eens in 't openbaar ge- „ ftraft geweeft, en naderhand, over dier- „ gelyke misdaaden, andermaal, terftraf- „ ie veroordeeld waren, zig op eene hoo- „ ger Regtbank zouden mogen beroepen, „ al ware 't fchoon, dat zy, niet op be- „ kentenis, maar op bewyzen en getuige- „ nis-
|
||||||||||||||||||
omtrent deezen tyd, dat eenigen derzelven
niet werden naargekomen naar behooren. Myne Heeren van den Geregte fielden, hierom, by eene Keure van den elfden Maart deezes jaars , verfcheiden' heilzaame or- dres op het maaken van heiningmuuren , fchuttingen, floepen, hekken en pothuizen: ook tegen 't gebruiken van Stads grond tot dorpels, holten of fchuinten: op het Hel- len van Ketels, Pannen, Ovens van Brou- wers, Zeepzieders , Suikerbakkers , Ver- wers en diergelyken: en op het maaken der Kagchels van Zydeverwers , Gouddraad- trekkers, Suikerbakkers en anderen, die op zolders werden geplaatft (k): alles tot voorkominge van brand, die anderszins, by zulken, die meer dan gemeen flerk vuur gebruiken, ligtelyk, ontllaan kan. De aanhoudende flormwinden, die, in
't najaar, en byzonderlyk in de maand De- cember, waaiden, hadden het zeewater zo hoog, tegen de kullen van Holland en van de nabuurige Provinciën, opgejaagd , dat men, alomme, en ook hier ter Stede, voor eene doorbraak der Zeedyken bekommerd werdt. Op den vyfentwintigilen en zesen- twintigften, liep de Waterkeering langs de de oude Teertuinen en by't Kamper hoofd, en de Haarlemmerdyk, binnen de Haar- lemmer-Poort, gevaar van door te bree- ken. Doch de goede voorzorg van Bur- gemeefteren , die zig , in perfoon, der- waards begaven, voorkwam dit gevaar. De dykaadjen werden behouden, fchoon, door den hoogen watervloed, de Eilanden, ten ooflen en ten wellen van de Stad, t'eene- maal, overftroomd werden. Het overloo- pen van den Slaaperdyk tuffchen Spaarne- dam en de Zandpoortdeedt het water, voor en inde Stad,eenigszins, zakken. Defcha- de was niet groot, in Amfterdam. Doch het doorbreeken van den Affendelverdyk op zes plaatfen, en het bezwyken van den S. Aagtendyk, by de Beverwyk, zette het gantfche Noorderkwartier, behalve het Schermer-Eiland en de groote droogge- maakte Meeren, tot aan Avenhorn toe,on- der water. Aan andere oorden in Holland, werdt ook vry wat geleeden. Doch de meefte fchade aan menfchen en vee viel, in Friesland, en vooral in Groningerland; gelyk, by anderen , uitvoeriglyk , is aan- getekend. De regtspleeging, die, omtrent deezen
tyd, hier ter Stede, gehouden was, over eenen berugten booswigt, genaamd Jacob Fredrik Muller, anders Jaco, gaf 's Lands Staaten, in 't volgende jaar , aanleiding, (O Handv. tl. 986.
|
||||||||||||||||||
1717.
van
Stook-
plaatfen.
|
||||||||||||||||||
Hooge
Water- vloed op Kerfttyd. |
||||||||||||||||||
Regts-
pleeging over ee- nen be- rugten booswigt |
||||||||||||||||||
-
|
||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||
XXIII. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||
7 23
|
|||||||||||||||||||||||||
1718. „ niflen, en zelfs in een ordinaris Proces,
„ gevonnift waren" En deeze wet heeft, onder anderen, federt, niet weinig mede- gewerkt , om de boozen, die, te vooren, meer kans zagen om de verdiende ftraf te verwylen, af te fchrikken van het kwaade. |
gaderde meer dan eens. Doch ten laatften 1720«
kwamen de wederzydfche Afgevaardigden, op den vyfden Juny des jaars 1720 , te Weesp, overeen ,, dat de meeting des jaars Over- „ 17il', door de Staaten van Holland en een- ,, van Utrecht, zou worden goedgekeurd;komft „ dat alle dykpligtigen zig naar dezelve deswege. „ zouden moeten fchikken; dat de tegen- „ kantingen daartegen en alle gedingen, in „ de eene of de andere Provincie aangevan» „ gen, zouden ophouden; dat het Hoog- „ heemraadfchap, door de Staaten van „ beide de Provinciën , hehoorlyk , zou „ worden geo&rojeerd ; dat dit alles zou „ ftand houden, tot dat de Staaten ter we- „ derzyde het anders zouden verftaan, bui- j, ten benadeeling nogtans van het regt van „ uitboezeming, der Waardfchappye van ,, den Diemerdyk toekomende , over de „ landen onder den dykpligtigen ring, te „ weeten, die van Outersdorp, Buitenkerk ,, en Overdiemen , allen onder den Ban van „ Diemen; de Landen benoorden deGaasp „ en Smalweesp, en dus tuflchen de Wees- „ per vaart en denZeedyk,tot aan de Stad „ Weesp toe, en van Weesp langs de Vegt „ tot aanMuiden, ofliever,"gelyk het na- derhand verklaard werdt „ ook langs de ,, weftzyde van de Vegt, door Muiden, „ tot aan den hoogen Zeedyk toe; allen in „ Holland gelegen, behoudends de verde- ,, dedigingder belanghebbenden hiertegen; „ die nogtans , volgens eene nadere ver- „ klaaring, alleenlyk betrekkelyk zou mo- „ gen zyn, tot de wyze van oefenen van ,, het regt van uitboezeming, niet tot hec „ regt zelf: zullende, onder het regt dee- „ zer uitboezeminge, niet zyn begreepen „ zull?e landen ,die, buiten den ring, in de „ eene of de andere Provincie, gelegen, wel „ niet dykpligtig waren, doch egter tot de ,, dykslaften betaalen moeiten." Met deeze overeenkomfr., werden alle voorgaande ge- fchillen vereffend gerekend. Zy werdt, den zevenentwintigften Juny, door de Staaten van Holland, bekragtigd (/): en in Oao- ber en November, door beiderlei Staaten, nader verklaard; waarna de overeenkomfr. en verklaaring , insgelyks door beiderlei Staaten, nader goedgekeurd en beveiligd, en Dykgraaf en Heemraaden , met een ge- paft Oclroi van de eene en de andere Pro- vincie , voorzien werden (tri). In gevolge van deeze Ocbrojen, houdt men zig nog aan de meeting des jaars 17 n, die, in't jaar 1741, op
f/) Groot-Plakaatb. V. Biel, il. t9.
(m) Handv. il. j7i, 37». 373,174- 37*. Groot-Plakaatfr. V. Deel, hl. as. Ccccc
|
||||||||||||||||||||||||
Scigting
van een Oude- mannen- huis der Diaco- nie. |
De Nederduitfche Gereformeerde Dia-
conie, eene aanzienlyke erfenis bekomen hebbende, die haar, door wylen Jan .van Aken, nagelaaten was, befloot, in deezen jaare 1718, haar Oude-Vrouwen-Hais te |
||||||||||||||||||||||||
vergrooten met een gebouw, voor honderd
oude mannen, welk geitigt werdt, onder de Ziekenkamer der oude Vrouwen , die |
|||||||||||||||||||||||||
Amftel-
Jagtha-
ven aan- gelegd. |
ook merkelyk werdt uitgezet. Aan den voet
van de Amftelbrug ten weften, werdt, in dit zelfde jaar, ook eene Jagthaven aange- |
||||||||||||||||||||||||
legd , alwaar een bekwaam aantal van boei-
jers , jagten en fpeelfchuiten geplaatft kön- nen worden. |
|||||||||||||||||||||||||
Gefchil
over het onder- houd van den Die- merdyk. |
De Diemerdyk was, laatftelyk in 't jaar
1711, van den draaiboom buiten Amfter- dam af, tot aan' de Kykuit poort der Stad Muiden, gemeeten, en verdeeld in zekere Bonnen of perken, volgens welke verdeeling, |
||||||||||||||||||||||||
de dykpligtige Landen,met het onderhoud
van zekere roeden of voeten dyks, waren aangeflaagen. Amfterdam bekoiligde, vol- gens voorige overeenkomften, zeshonderd en tagtig roeden, twee voet en zes duim dyks, loopende van den draaiboom af, tot aan de Traankookerye of herberg Zeeburg toe, behalve dat de Stad nog ruim twee roeden dyks onderhieldt, die verder gele- gen waren. De gemeene Waardfchappy, beflaande uit Muiden en Weesp , Wees- perkarfpel, Loosdrecht, Loenen en Breu- kelen, Kortehoef, Abkoude , Nigtevegt, en Diemen met Overdiemen, ten deele on- der Holland, ten deele onder 't Stigt be- hoorende, moeft, volgens deezen aanflag, omtrent dertien honderd roeden dyks be- koftigen. Het overige gedeelte van den dyk, die in 't geheel op drieduizend tweehonderd agtenzeftig roeden, vyf voet en zesendertig duim gemeeten was, moeft, door byzon- dere Steden, Dorpen, Genootfchappen of Perfoonen, onderhouden worden. Onder dee- zen waren 'er, die, niet te vrede met hun- nen aanflag, het Hoogheemraadfchap,des- wege, in regte betrokken hadden, voor den Hove van Holland; daar't geding, eenige iaaren, onafgedaan hing. Doch in Junydes 1719- jaars 1719» werden de Penfionariflen van
Haarlem, Leiden en Hoorn, door de Staa- ten van Holland, gemagtigd, om met Ge- magtigden der Staaten 's Lands van Utrecht in minzaame onderhandeling te treeden tot afdoening van :t gereezen gefchil. Men ver- I. STUK. |
|||||||||||||||||||||||||
I
|
||||||||||||||||||
II. Deel*
|
||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||
734
|
||||||||||||||||||
fpotting der Actiehandelaar en , fommigen 172&
van welken aangevallen, en van paruiken en hoeden beroofd werden , rotte, laat in den avond, byeen voor dit KofFyhuis;wierp 'er de glazen uit; liep de deur open , en zou, zekerlyk, nog meer moedwil bedree- ven hebben, zo deOnderfchouten, Geregts- dienaars en Nagtwagts den woeften hoop niet hadden doen verftuiven: 't welk egter niet gelukte, zonder dat 'er, vooraf, fter- ke wederftaad gebooden ware. Tegen dee- ze baldaadigheid , kwam, den volgenden dag, eene ernftige Waarfchuwing uit, waar- by zeshonderd guldens beloofd werden aan zulken, die de eerfte aanvallers ontdekten, met belofte, dat men ftrafvryheid voor hun zou tragten te verwerven, zo zy medeplig- tigen mogten geweeft zyn (0). Sedert, werdt 'er geen nieuwe moedwil gepleegd, ter deezer gelegenheid. De windhandel in Actiën nam ook een einde, tot onherftel- baare fchade van veelen ■, die met zwaar verlies hadden moeten verkoopen, of mee Papieren, die niets waardig waren, zitten bleeven. Het woeden van de Peft te Marfeille gaf zorg te-
gelegenheid, dat, hier te Lande, en ook gen 't in deeze Stad, de vereifchte zorg gedraa- inkomen gen werdt, tegen het inkomen van goede- ^"tte* ren, die in of aan befmette Plaatfen gelaa- goede- den waren (p). In 't begin van November, ren. werden vyftig man uit de bezetting deezer Stede gezonden naar het Eiland ter Schel- ling, om tegen het inbrengen van goede- ren, die geoordeeld werden der befmettin- ge onderworpen te zyn, te waaken. Op den tienden December, werdt, hier Keur te-
ter Stede, eene Keur beraamd , tegen 't gen 't moedwillig fügten van brand. Men hadt, m"edwil' naamlyk, bevonden, dat, op verfcheiden' \f ^ tyden, in November en December , koo- brand. len, turf, hout, zwavelftokken en andere brandftoffen gelegd waren in de ronde gaten, die, tot het uit- en inloopen der Katten, in de buitendeuren der Pakhuizen, op de Brou- wersgraft, in 't Kattegat en elders, gemaakt waren; en dat 'er, op verfcheiden' plaat- fen, reeds brand ontftaan was , eer men de deuren open krygen kon. 't Geregt be- loofde, derhalve, tweeduizend guldens aan hem, die eenen Brandftigter aanbragt,zig, gelyk meermaalen gefchied was, wederom verbindende tot het bevorderen eener Acte van ftrafvryheid, zo de aanbrenger eenme- depligtige zyn mögt (5). De
|
||||||||||||||||||
op laft van Dykgraave en Hoog-Heemraa-
den, herdrukt is (n). De windhandel in A&ien , in Frankryk
begonnen en van daar naar Engeland over- gewaaid, werdt, van den aanvang deezes jaars af, ook fterk gedreeven hier te Lan- de , byzonderlyk te Amfterdam, daar men, al vroeg, de opregting eener Maatfchap- pye van Koophandel voorfloeg , diergely- ken, federt, in zeer veele Steden, zelfs in de kleinften en ongelegenften , werden opge- regt. Doch Burgemeefteren weezen, hier, 't ontwerp deezer nieuwigheid, wyflelyk, van de hand. Ook verboodt het Geregt, eerlang, allen Makelaaren zig met deezen windhandel te moeijen. Doch de zugt tot winft wies aan tegen 't verbod. Elk, zelfs geringe handwerksluiden ftaken zig in den A&iehandel, die, in 't eerft, met weinig geld, kon gedreeven worden, en fomtyds grove winften gaf. De gewoonlyke beurs- tyd duurde niet lang genoeg, om deezen handel volkomenlyk te dryven. Men ver- gaderde, des ogtends en des avonds, in fommige KofFyhuizen, en zelfs tot diep in den nagt, op den Dam, daar, onder een luid gefchreeuw , geveild , gebooden, ge- kogt en verkogt werdt. De Jooden, niet van de minfte yveraars in dit werk, trok- ken, midden in den nagt, aan groote hoo- pen, met veel gedruifch, naar hunne buurt te rug. Doch toen, tegen den nazomer, de daaling der A£lien in Engeland, ook in Holland, en vooral hier ter Stede , eene geweldige daaling veroorzaakte , werden de Actiehandel en AÊtiehandelaars het voorwerp der algemeene befchimpinge. 't Regende , dagelyks , Pasquillen en Spot- prenten, waarin 't een en 't ander fcham- perlyk werdt afgemaaid. Men voerde hier twee fchouwfpelen ten tooneele, gedigt door Pieter Langendyk : het ééne Quincampoix of de Windhandelaars, het andere Arlequyn ABioniß genaamd, en regelregt ftrekken- de tot befchimpinge van den Actiehandel, en van zulken, die 'er hunne welvaart aan hadden opgeofferd. De naam van Quin- campoix was die van eene ftraat te Parys, waar deeze handel meeft gedreeven werdt; en werdt, ten deezen tyde , ook hier ter Stede , gegeven aan een KofFyhuis in de Kalverftraat aan de weftzyde by den Dam, daar de meefte A&ioniften byeen kwamen, 't Gemeen, misnoegd over den Actiehandel, die den meeften wezenlyken Koophandel deedt ftilftaan, op den vyfden O&ober een ftroopop draagende naar den Dam, tot be- («} Zie dezelve in de Handv. tl. 377-414.
|
||||||||||||||||||
1720.
A&ie-
handel hier ter Stede. |
||||||||||||||||||
Moedwil
aan een Koffy- huis, daar dee- ze han- del fterk gedree- ven werdt. |
||||||||||||||||||
f») Keutb. S. f. 129.
(f) Zie Vaderl. Hift. XVII. De,l. il.
{l) Keuib. S. ƒ. 131.
|
||||||||||||||||||
Ï3Ï.
|
||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||
XXIII. Boek.
|
|||||||||||||||||||
735
|
|||||||||||||||||||
teloos. in Utrecht en Överyffel, wifl men 1722.
reeds, dat het werk op den Landdag zo goed als afgedaan was. De Prins van O- ranje werdt, den tweeden November, ver- kooren tot Stadhouder van Gelderland. De vier Provinciën, Holland , Zeeland , U- trecht en Överyffel, namen, federt, een be- fluit, om zig, by de tegenwoordige Regee- ring zonder Stadhouder , te handhaaven: waartoe Amflerdam, in gevolge van ver- fcheiden' Refolutien van Burgemeeftéren en Raaden (j),ter Dagvaart van Holland, ge- reedelyk, zyne flem gegeven hadt. De Tooren der Oude Kerke, welksVerandé-
grondflagen, federt eenigen tyd, meer of ringen min , begonden te zakken, werdt, in 't vol- aan de gende jaar 1723, wederom herfleld. Ook °.ude ea werdt de Kamer der Broederen Diakenen JJ^J. |
|||||||||||||||||||
1721. De Vrede tiuTchen Rusland en Zweeden,
Vuur- die op den dertigften Auguftus, Ouden flyl, htaHier i° ^ Jaar "721» geflooten werdt, gaf den Stede, Ruffifchen Refident, Chrißoffelvan Brantz, afgefto- gelegenheid tot het houden van een Vreug- ken, ter defeeft hier ter Stede, op de Klöveniers- Se!^n- Doele, welk twee dagen duurde. Hyhadt, Vreds onder anderen , in den burgwal voor de tuflTchen Doele, een pragtig vuurwerk doen opreg- Rusland ten) den. gefiooten Tempel van Janus ver- en Zwee- beeldende, Qp den top, flondt een ver- gulde dubbele Arend, 't Gebouw was zes- tig voeten hoog; in vier verdiepingen on- derfeheiden, enrondsom met Latynfcheop- fchriften en zinnebeelden verfierd. De on- derfle verdieping werdt, na 't vallen van den avond van den negenden December, met een groot getal van lampen, van bin- nen, verlicht. Ten half negen uuren, be- gonnen de vuurwerken te fpeelen, 't welk twee uuren duurde. De maakyd werdt, naderhand, in de Doele gehouden, en des anderendaags hervat, wanneer 'er wederom eenige vuurwerken afgefteken werden. De Prins Willem Kar el Henrik Friß, Prins van O-
van O- ranje en NaiTau en Erfüadhouder vanFries- ranJl land, reeds voor eenige jaaren, tot Stad- ^e°rkoo- houder van Groningen verkooren zynde, ren tot werdt, in't jaar 1722, fchoon naauwlyks Stadhou- elf jaaren bereikende, tot Stadhouder van der van >t Landfchap Drente aangefleld. En federt knd.er" arbeidde men, onder de hand, en zeer het 1722. melyk, om hem ook de Stadhouderlyke
waardigheid van Gelderland te doen op- draagen. 't Werk werdt, eindelyk , zo verre in banden gelegd, eer 'er iet van uit- lekte, dat men 'er, openlyk, op de Land- fchaps-Vergadering, die in October zou ge- houden worden , van flondt te handelen, toen 'er de Staaten der vier Provinciën, die, federt de dood van Koning Willem, geenen Stadhouder gehad hadden, de eerfle kennis van kreegen. Op den tienden Oftober, werdt 'er 't eerfl over gehandeld , in de Vroedfchap van Amsterdam. Men befloot aldaar zyn beft te doen, om de verkiezing van den Prinfe van Oranje tot Stadhouder van Gelderland, ware 't mogelyk,te voor- komen O). De Staaten van Holland von- den, eerlang, geraaden, eene bezending te doen naar Zeeland, Utrecht en Overylfel, om deeze drie Provinciën, tot het neemen van maatregels, ten deezen zelfden einde, te beweegen. Onder de Afgevaardigden naar Utrecht enOveryiTel,wasook de Heer Willem Buys, Penfionaris der Stad Amfler- dam. Doch de bezendingen waren vrug- (r) Refol Vioedfch. L*. Gd 10, 14 oBoh 1721./.
19*> is*. |
|||||||||||||||||||
in de Nieuwe Kerke vernieuwd
|
't Getal
|
||||||||||||||||||
1723.
|
|||||||||||||||||||
der Predikanten in de Nederduitfche Gere-
formeerde Gemeente werdt ook, in 't zelf- de jaar, met twee, vermeerderd. Èen Amflerdamfch Koopvaardyfchip, dé Dapper-
Koning van Spanje genaamd , en gevoerd heid en door Pieter Valk, raakte, den vierden Ju-beIeid riy, op de hoogte van Gibraltar, flaags met ^n Ac^. twee Algierfche Kaapers. 't Gevegt hadt fterdam- omtrent een uur geduurd, toen het dood ich en flil werdt. De Kaapers kwamen toen het KooP- Koopvaardyfchip opzyde, en een derzelven k^fér klampte het aan boord. De Kaapef hadt reeds vyf en veertig man op 't Koopvaardyfchip overgezet, toen hy, door hevig fchieten, genoodzaakt werdt, af te houden , en te krengen. De ändere Kaaper enterde toen het Koopvaardyfchip, tot tweemaalen toe; doch werdt telkens afgeflaagen, en deins- de, eindelyk, zo verre af, dat hy 't Koop- vaardyfchip, met geen agt ponds kogel, befchieten kon. Ongelukkiglyk, ontdekte men toen brand in 't Koopvaardyfchip. De floep werdt, terflond, uitgezet, om dege- zonde manfchap, maar dertien in getal, te bergen. En zy was flegts twee fcheepsleng- ten van'tfchip af, toen het in de lugt vloog. De Kaapers zonden drie Barkaffen af op de - floep, die 't gevaar, gelukkiglyk, ontkwam, en zig in de haven vanMarbellabergde(0. De moed en 't beleid van den Amflerdam- fchen Schipper werdt, hooglyk, geroemd by zyne Reeders, en by allen, die 'er ken- nis van gekreegen hadden; Het flraatfchenden, de dieveryen en de Këüré'ri
huisbraaken hadden , hier ter Stede , zo tegen fterk in zwang gegaan, dat het Geregt,£raat;,. reeds by eene Keure van den cwintigften ryen en NoJieve-
(s) Refol. Vioedfch. Lt. GG. \6 oSob. i« tVo*. 2 r>«.ryen< ijiz. f- 19« , 204, zo6. Muniin. - Reeift. N. Zo. f. 48». (t) Zie Europ. Meic. JulyDeccmb, 1725, n; 33, Ceece %
|
|||||||||||||||||||
736 Ä MS TER D A M S II. Deel.
|
|||||||
1723. November des jaars 1721, honderd guldens
beloofd hebbende aan elk, die eenenftraat- fchender aanbragt (u), op den tweeden der 1724. ze^de maand, in 't jaar 1724, beval „ dat
„ elk, wien iet op 's Heeren ftraatenafge- „ dwongen was, of dien men 't zyne, door „ 't opbreeken van huizen, pakhuizen, fche- „ pen of fchuiten, ontroofd hadt, zulks, ter- „ ftond, en ten langden op den volgenden „ dag, zou moeten aanbrengen aan myne „ Heeren van den Geregte, die den Cipier „ van de Boeijen gemagtigd hadden, om „ daarvan naauwkeurige aantekening te hou- „ den (ü)." Doch na dien tyd, werden, hier ter Stede, veel minder moedwillighe- den gepleegd, dan te vooren. Geweldi- Een hevige ftorm, die op den vierden
geftorm-.December ontftak, deedt geweldig veel wind. fchade aan de fchepen, die in 't Y voor de Stad lagen. Tuffchen drie en vyf uuren na den middag, woedde de wind hier op't felft, fchoon dezelve, met geduurige ver- heffingen, tot agt of negen uuren aanhieldt. Verfcheiden' fchepen werden zo vreeffelyk geflingerd van den wind, dat zy, de zoge- naamde Dukd'ahen, zynde boffen van zwaar paalwerk, met yzeren bonten aan een ge- klonken, waaraan zy vaft lagen , uit den grond rukkende,van hunne ankers dreeven; tegen eikanderen ftieten, en wyd en zyd verftrooid werden. Tuffchen Durgerdam en Schellingwoude, raakten 'er twee aan den grond, die eikanderen zo fterk prang- den, dat de overloopsbalken, uit het zwak- fte van de twee, gedrongen werden. Een driemaftfchip , by Nieuwendam vaft ge- raakt , verloor twee van zyne maften. Vee- Ie menfchen verdronken in 't Y. Een Veerfchuit van Purmerland floeg, met al'tivolk, om by de Nes. In Texel werdfr ook veel fchade geleeden. Kortom , de ftorm, die veelen het leeven koftte, trof ook, ter oorzaake van het verlies, welk aan Schepen en Koopmanfchappen geleeden werdt, de Amfterdamfché Beurs zo zeer, dat zy 'er lang gevoel van hadt. In de Stad, werden ook veele gevels en fchoor- fteenen om verre gerukt, en groote {tuk- ken loods, van de daken van 't Stadhuis en de Beurs, opgerold en weggevoerd. Het kruis van den Tooren der Noorder-Kerke werdt geheel krom geboogen. Doch de fcha- de aan de huizen en gebouwen was veel min- der , dan die, in 't Y, aan de fchepen, ge- leeden werdt. Gevegt wy hebben, op het voorgaande jaar , tuffchen gewag gemaakt van de dapperheid vanden (a) Handv. hl. 104},
(*) Handv. hl. 1043, |
|||||||
Amfterdamfchen Koopvaardyfchipper Pie- 1724.
ter Valk, in een gevegt tegen twee Algier- , Am.- fche Kaapers. Doch geene mindere dap-fterijam- perheid hadt, in deezen jaare, getoond de fchen Koopvaardyfchipper Albert Schaap , op eene Koop- reize van deeze Stad naar Smirna. Hyvaa1^. voerde agtentwintig of dertig ftukken ge Algiery* fchuts, en werdt, op den agtften Novem-nen. ber, in de Middellandfche Zee aangetaft, door twee der voornaamfteAlgierfcheOor- logsfchepen, die beide zeer fterk bemand waren, 't Gevegt duurde twee geheele da- gen, zonder dat Schaap wift van wyken, of afhouden. De Algierynen werden, ein- delyk, zo reddeloos gefchooten, dat zy bei- de genoodzaakt werden , den ftryd te ver-1 laaten. Doch den volgenden dag, liep Schaap een derde Algierfch Oorlogsfchip op fte- ven, welk vyftig ftukken op hadt. Terftond, raakten de twee fchepen aan eikanderen. Schaap weerde zig zo wakkerlyk, dat de Algieryn afhieldt.. 's Daags daarna, werdt het gevegt hervat. Doch Schaap hadt zy- nen vyand, naauwlyks, de tweede laag ge- geven , toen de brand ongelukkiglyk in zyn buskruid floeg, waardoor 't fchip, met al 't volk en den dapperen Schipper zelven, in de lugt vloog (w). In't jaar 1725, kwam, hier ter Stede,DeUur>
iemant, die de konft van 't vergulden zoenWeér- wel verftondt, dat hem't vergulden van de wyrers Weer- en Uurwyzers en andere uitwendige0'1 felat- fieraaden van de toorens deezer Stede:ook^en der dat van de Adelaars op den top der fchoor-toorens fteenen van het Stadhuis werdt aanbefteed. en Se- Ook heeft hy 't zo wel uitgevoerd, dat het^°l"Jg™ verguldfel, veele jaaren, in de open lugt, verguld. ftand gehouden heeft. Zonderling behen- 1725. dig was hy, in'tmaaken van fteigeringen rondsomdefpitfender toorens , die hy, met geringe koften en moeite, vaardiglyk, v/ift toe te ftellen: 't welk oorzaak was, dat hef vergulden, fchoon van veel omflag; fpoe- diger afliep, dan men zou hebben können verwagten. Tuffchen den zesden en zevenden Janua- Toeleg
ry deezes jaars 1725, vondt men aan den0"} aan't trap van 't Comptoir der Convooijen, aan£ri"fen* 't Prinfenhof, eenig vuur, vermoedelyk al- b°and te daar, met voordagt, gelegd, om brand fertigten, ftigten. 't Geregt deedt veel moeite, om den aanlegger deezer boosaartigeondernee- minge te ontdekken (#). Doch men heeft 'er nimmer können agterkomen. In't volgende jaar 1726, op den twee-Brand in
den February, onftondt 'er, by ongeluk,'£.Di*Cj' brand in het Diaconie-oude-Vrouwen-Huis, yre0ll. die
(w) Zie Burop. Merc. J*n.-Junjl7Z5. il. 94.
(x) Kemb. S. ƒ. I74: |
|||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
XXIII. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
737
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
1726. die egter, fpoediglyk, geblufcht werdt, en
wen- niet veel fchade veroorzaakt hadt. Huis. piet opregten eener Ooftindifche Maat- De fchappye te Ooftende , in 't jaar 1722 ,
fivfalA waar u^c de Stad Amfterdam , welker in- baffadeur gezetenen zo veel deel hadden in de Ne- Marquis derlandfehe Ooftindifche Maatfchappye , |
van Leimuiden en Vriezekoop, die, weft-
waards van Kudelftaart, digt aan de Haar- lemmer- of Leidfche-Meer gelegen is. Zy behoorde weleer aan den Huize van Was- fenaer van Warmond, en was nu, by erf- opvolginge, in 't bezit geraakt van Fran- ciscus Paulus Emilius, Graave van Oultre- mont en Warfufé, en Maria Izabella van Beyer en van Schagen, Graavinne van War- fufé , Vrouwe van Schagen, Schagerkogge enz., die beflooten hadden , zig dezelve, by verkoop, kwyt te maaken. De Regee- ring hadt 'er kennis van gekreegen, en be- diende zig van den Predikant Petrus Elze- vier , om 'er over te handelen. Hy kogt de Ambagtsheerlykheid, kort hierna, voor rekening van de Stad, vooreene fomme van drie-enveertigduizend guldens (a). En op den dertienden Maart des jaars 1728, werdt 'er de Heer en Mr. Lieve Geelvinck, Oud- Burgemeefter en Raad, van Stads wege, voor de eerfte reize, mede verlyd (Z>). In den Zomer en Herfft des jaars 1727,
regeerden in de Nederlanden, in 't byzon- der in Holland, en met naame te Amfter- dam, eene foort van heete koortfen, die van veelen voor befmettelyk gehouden wer- den. Weinige huisgezinnen waren 'er, welken geheel geen deel hadden aan deezen alge« meenen ramp , die , verfcheiden' weeken agtereen , tufTchen de zeshonderd en ze- venhonderd menfchen in 't graf fleepte; daar 'er anderszins, by gewoone tyden , in den Herfft, op zyn hoogft, tweehonderd men- fchen ter weeke fterven. Men hadt, ter algemeene Staatsverga-
deringe, en ter Vergaderinge van Holland, al federt eenige jaaren, gehandeld overeen bekwaam middel, om de verfchiüen, die, tufTchen de Provinciën, en tufTchen de Le- den van Holland onderling, voornaamlyk over zaaken , waaraan belafting verknogt was, ontftaan mogten, te vereffenen. De ontwerpen, hierover gemaakt , waren , in de Vroedfchappen der Steden van Holland, en ook in die van Amfterdam, overwoogen (c). Doch in den Haage, was men, tot nog toe, tot geen befluit gekomen. Een nieuw Ontwerp, op het ftuk der Overftem- minge onder de Leden van Holland, in 't jaar 1728, door de Steden, zynde overge- nomen, werdt, hier ter Stede,in July,ge- field aan eeneCommiffieuitdeVroedfchap, (ü!),die 'er, na eenige weeken, verflag van. deedt» welk hierop uitkwam : ,, Dat, in „ zaa-
(*) Refol. Vtoedfch. L'. HH. n Ntv. 1717. f, Z70-
(i) Hand», bt. 333. (e) Refol. Vroedfch. L'. GG. 10 0#«J. ï72+> ƒ, 31»*
Munim. - Regift. N. io. f. 812. (d) Refol. Vioedfch. L'. HH. 9 J»ly 172$. ƒ. .51«. Ccccc 3
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
I?27-
den en Vriezen- koop. |
||||||||||||||||||||||||||||||||
de St.
Philippe
komt te Amfter- dam.
|
veel nadeels te dugten hadt, hadt, federt,
gelegenheid gegeven tot verfcheiden' on- derhandelingen tufTchen uitheemfche Mo- gendheden ; aan de eene zyde, flrekkende, |
|||||||||||||||||||||||||||||||
om de Maatfchappy te Ooftende te doen
ftandhouden; en aan de andere, omze te doen vernietigen. Uit deeze onderhande- lingen, waren, in't jaar 1725,de Verdra- gen van Weenen en Hanover gefprooten, en men arbeidde fterk, om de Staaten te doen treeden in het laatfte. Doch het Hof van Spanje, een der Bondgenooten van het Weener Verdrag, zogt 'er de Staaten van af te rnaanen, en zondt den Markgraaf de S. Philippe herwaards, om hun zyne bemid- deling , tufTchen Keizer Karel den VI., van wien de Maatfchappy te Ooftende Öftroi verkreegen hadt, en hen , aan te bieden. De Ambaffadeur zig, ten dien einde,in de Lente des jaars 1726, eenigen tyd, in den Haage hebbende opgehouden, begaf zig, op den agtften Juny, naar Amfterdam,om de Regeering deezer Stad, tot bewilliging in zynen voorflag, over te haaien. Doch hy werdt hier onpaffelyk , en , met veel moeite, na twee dagen toevens, te rug ge- voerd naar den Haage, daar hy, den elf- den , des morgens ten vyf uuren , over- leedt (y) De Staaten namen, federt, het Verdrag van Hanover aan: waardoor, na eenige jaaren verloops, en veele verande- ringen in den ftaat der zaaken van Europa, eindelyk, de vernietiging der Ooftendefche Maatfchappye te wege gebragt werdt. |
||||||||||||||||||||||||||||||||
Heete
koortfen hier ter Stede. |
||||||||||||||||||||||||||||||||
Burge-
meefte- ren en Raaden geejven hunne toeftem- ming aan een Ont- werp tot befliffing der ge- fchillen onder de Leden van Hol- land. 1728. |
||||||||||||||||||||||||||||||||
De Stad
koopt de Ambagts heerlyk' heden Van Ku- |
De Staaten van Holland, in 't jaar 1724 *
beflooten hebbende, eenige Domeinen der Graaflykheid te gelde te maaken; was, on- der anderen , op den twintigflen Oftober |
|||||||||||||||||||||||||||||||
des gemelden jaars , opgeveild en voor ee-
delftaart, ne fomme van, drieduizend guldens, door de Stad Amfterdam, gekogt de Ambagtsheer- lykheid van Kudelftaart, voor zo ver het- zelve in de Provincie van Holland gelegen is. En op den negentienden April deezes jaars 1726, werdt de regeerende Burge- meefter, M*. Joan van de Poll, van wege^ de Stad, voor 't eerft,met deeze Ambagts- heerlykheid verlyd (z). |
||||||||||||||||||||||||||||||||
En van
Leimui- |
In 't volgende jaar 1727, kogt de Stad
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
de veel voornaamer Ambagtsheerlykheid
(y) Europ, Merc JulyDecsmb. xyzt, hl. 28.
(*) Handv. hl. 33j. |
||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
II. Deel.
|
||||||||||||||
738
|
|||||||||||||||
tfrf.
|
|||||||||||||||
„ zaaken de verandering van Regeering of
„ Godsdienft betreffende, midsgaders, in „ 't ftuk van aanvallende of verweerende „ Verbonden , niet zou mogen worden be- „ flooten, dan met eenpaarigheid van alle „ de Leden. Dat, in zaaken van andere j, Verbonden uit hoofde der Unie; in zaa- „ ken van vrede en oorlog, en van confen- „ ten, zou mogen worden beflooten, met j, vyftien ftemmen, mids dat, in zaaken „ van confenten, onder dezelven waren ten „ minfte vyf van de agt eerftftemmende „ lieden uit het Zuiderkwartier , en twee „ van de drie voorftemmende Steden uit „ het Noorderkwartier. Dat, in zaaken „ van belaftinge of ander bezwaar van den „ Koophandel en Scheepvaart, niet zou j, mogen worden beflooten tegen het een- „ paarig advis van twee der drie Steden „ Amfterdam, Rotterdam en Hoorn; in „ zaaken , de weeveryen betreffende, niet ,, tegen diergelyk advis van twee der drie „ Steden, Haarlem, Leiden en Amfterdam; „ in zaaken , de Ooft- en Weftindifche „ Maatfchappyen raakende, niet tegen het j, advis van Amfterdam en eene of twee „ der andere Steden, alwaar Kamers zyn; j, en in zaaken, de groote Viffchery raa- j, kende, niet tegen het advis van twee of j, drie der vyf Steden, die Viffchery ver- „ toonende. Doch op het verbieden van den „ Koophandel, by gelegenheid van eene j, befmettelyke ziekte of anderszins, en op „ het verbieden van den in- of uitvoer van „ eenige waaren in tyden van oorlog, zou „ niet mogen worden beflooten danbyeen- ,, paarigheid van alle de Leden, tot zo j, lang, deswege, iet naders zou zyn vaft- „ gefield. Dat over het verkenen van Oc- j, troijen, Vrydommen, Gunften enz. zou j, mogen worden beflooten met vyftien j, Hemmen, mids dat, onder dezelven, wa- i, ren ten minfte vyf van de agt voorzitten- ,, de Steden van het Zuiderkwartier, en „ twee van de drie voorzittende Steden van „ het Noorderkwartier. Doch zo 'er gefchil j, vallen mögt over hetverleenen vanvoor- i, regten, welken eenig Lid mögt oordee- j, len aan te loopen tegen zyne Privilegien, „ en hierom niet te behooren tot de raad- „ pleegingen der Vergaderinge van Hol- „ land, zou zulk een gefchil moeten wor- „ den beliegt, door vyf of zeven * Zegs- j, luiden, by ballotteering of looting, te kie- „ zen uit de twee Geregtshoven, die, voor- „ af, by eede,aan haare Ëd. Groot-Mog. „ Vergadering zouden moeten belooven, „ dat zy goed regt zouden fpreeken. Dat, „ eindeiyk, het Reglement, op de Over- |
j, ftemming te maaken, alleenlyk zou die-
„ nen tot eene proeve, en niet langer duu- „ ren dan tot het einde van het jaar 1730." Burgemeefteren en Raaden bewilligden in het verflag van Commiffariffen {e); doch men kon het den Leden van Holland niet fmaakelyk maaken, en het vaftftellen van een Reglement op de Overftemming ter Vergaderinge van Holland is, tot hiertoe, agterwege gebleeven. Sedert het invoeren van een nieuw Pla-
kaat op den ophef van 's Lands gemeene middelen te water, in denjaare 1725,had- den de Magiftraaten der Steden van Hol- land , en ook die van Amfterdam, in ge- volge eener Refolutie van 's Lands Staa- ten van den eenendertigften July des ge- melden jaars (ƒ) , op den eed , by den aanvang hunner bedieninge gedaan , be- loofd , den Collegien ter Admiraliteit en derzelver bedienden, in zaaken, de betaa- ling van 's Lands regt te water, en de uit- voering der Plakaaten, deswege gemaakt, betreffende, geene de minfte verhindering toe te brengen; maar hun, in tegendeel, de behulpzaame hand te bieden. Menzag, in de Lente des jaars 1729, hier ter Stede, de uitwerking deezer belofte. Twee of drie Schuitevoerders hadden eene party Thee, die niet, of niet behoorlyk was aan- gegeven , met geweld, ter Stad ingevoerd* zonder dat het, door de bedienden der Ad- miraliteit , welken zy tegenftand gebooden en gekwetft hadden , hadt können belet worden. Volgens het jongfte Plakaat op den ophef van de middelen te water, moes- ten zulken, die 's Lands regt verkort, en daartoe de hand geleend hadden, te regt ftaan voor de Collegien ter Admiraliteit. Doch over het regt, om burgers, die zig tegen 't Plakaat op den ophef van 's Lands middelen te water vergreepen hadden,bin- nen de Steden te mogen vervolgen , en voor de Admiraliteiten te dagvaarden, was, dikwils, gefchil ontftaan met de Wethou- ders der Kooplieden. Te Amfterdam, ver- ilondt men, ten deezen tyde, dat de fchui- ten, met goederen, die door de boomen waren gevaaren, zonder bezogt te zyn, tot binnen de Stad , mogten vervolgd en agter- haald worden, mids die vervolging onaf- gebroken gefchiedde, enf dat men de goe- deren niet aantaftte, na dat zy, in de kel^ ders of pakhuizen der Koopluiden, zouden zyn opgeflaagen. Het dagvaarden van bur- gers (e) RefoL Vroedfch. L'. HH. 10 *Aug. 17z». ƒ. 39«.
Munim. -Regift. JV. 20. f. 72°- (fj Zie Gtoor-Plakaatb. VI. Deel, H. ijjj. |
||||||||||||||
BedenJ
kingen» hier ter Stede ge« maakt, over he£ Regtsge- bied der Admira' liteit. |
|||||||||||||||
1729;
|
|||||||||||||||
hT*
|
|||||||||||
XXIII. Boek.
|
|||||||||||
geschiedenissen;
|
|||||||||||
739
|
|||||||||||
1729. gers voor het Collegie ter Admiraliteit be-
hoorde, meende men, niet te gefchieden, dan na dat daartoe de bewilliging van Bur- gemeefteren of Schepenen verzogt en ver- kreegen was. De regtfpraak over gewel- digen wederftand verftondt men aan dé Admiraliteit te behooren, zo ver dezelve uitliep op het verwyzen tot geldboeten ; doch wanneer de wederftand zo ver gegaan was, dat de misdaadige daarover aan den lyve zou moeten worden geftraft, oordeel- de men, dat de Schepenen deezer Stad de regtfpraak daarover behoorden te hebben (g). En, hiermede overeenkomftig, wer- den de Schuitevoerders, die den geweldi- gen wederftand gedaan hadden , in twee waarfchuwingen, die alomme werden aan- geplakt , met naame , omfchreeven , en eene fomme gelds beloofd aan zulken, die een' hunner den Geregte aanbragten (£); 't welk ik egter niet vind gefchied te zyn. Keur te- De raadpleegingen in den Haage over ßen het toelaaten van eenen Paufelyken Vica- fciXn ris hier te Lande» die' in 'l Jaar 1730>ge-
hier, ter'houden werden, gaven gelegenheid tot ee-
gelegen- nig misnoegen , onder fommige Predikan-
heid der ten, die, onkundig van het oogmerk dee-
^aaJ". zer raadpleegingen , niet fchroomden, de-
|en o^zelven te bedillen van den Predikftoel (i>.
het toe- Te Amfterdam, werden ook fchimpfchnf-
laatcn ten en fpotprenten gedrukt en verfpreid ,
vanpee" waarin gefmaald werdt op zulke Leden en
feTykêr?" hooge Amptenaars van Holland, welken
Vicaris, men hieldt te neigen tot het gedoogen van
vei'-. eenen Vicaris. En deeze ongeregeldheid
fpreid. ga£ aanieiding tot eene Keure van den ne-
J73a gentienden October , waarby vyfhonderd
guldens beloofd werden aan hem, die een'
of meer maakers , fchryvers , drukkers ,
aanplakkers of uitgeevers van zulke lafter-
lyke en oproerige fchriften aanbragt; en te
gelyk, dat men den medepligtigen ftrafvry-
heid zou tragten te bezorgen (k).
I)e don- Op den zevenden May deezes jaars,was
der flaat de donder geflaagen in de Wefter-Kerke,
i£. d£ zonder egter eenige merkelyke fchade ver-
ES** oorzaakt te hebben.
Gezant De Keizer van Marokko hadt, in 't najaar,
van Ma- eenen Ambafïadeur, Perez genaamd , her-
rokko te waards gezonden , ora over een Verdrag
danfer' van Vrede en Koophandel te handelen met
de Staaten. De Gezant hieldt zig, ten dien
einde, in 0£tober en November, ook ee-
nigen tyd op te Amfterdam, van waar hy,
den vyfden der laatftgemelde maand, we-
Oj) Refol. Vroedfch. L'. II. is Maart 1719. ƒ I3t
(h) Keurb. S. ƒ. 2=°> z°° mrfo. (i) Zie Vaderl. Hift. XIX. Deel, hl, tf- «»*, (4.) Handv. tl. ic4J. |
|||||||||||
derom keerde naar den Haage. Drie dagen 1730.
laater , werdt het Verdrag met Marokko getekend. Perez, in April des volgenden jaars, andermaal hier ter Stede gekomen zynde , vertrok wederom naar zyn Ryk. Doch de Keizer, zyn Meefter, weigerde het getroffen Verdrag te bekragtigen (/). De Prins van Oranje , zigj op de Hoo-De Prins
ge-Schoole van Utrecht, in de weeten-van o- fchappen geoefend, en naderhand, eenigen ranJe tyd, zyn verblyf in den Haage gehouden Jjjj dtf hebbende, keerde, tegen 't einde deezes stad. jaars., naar Friesland , en trok , op den vierden December, door Amfterdam. 's Nagts na den veertienden April, zyn- Brand in
de Paafchmaandag des jaars 1731 , ont-'t Peft- ftondt 'er , ongelukkiglyk , brand in hethuis- Pefthuis, buiten de Leidfche Poort alhier; *73r* welk, doordien 'er de Brandfpuiten uit de Stad niet fpoedig genoeg konden bykomen, alzo de poorten geflooten waren, van bin- nen , voor een groot gedeelte, in de affche gelegd werdt. Het werdt, terftond, om- trent in dezelfde gedaante, wederom op- gebouwd. De Gecommitteerde Raaden veilden, op De Stad
den tienden Auguftus des gemelden jaars, koopt de wederom eenige Ambagtsheerlykheden uit ^mbaets- 's Lands Domeinen. De Stad Amfterdam heder?" kogt 'er twee van, te weeten Ouderkerk van Ou> aan den Amftel, waaronder ook de buurtderkerk Duivendrecht begreepen was, voor vyfen-en Die" twintigduizend een honderd guldens ; enmen' Diemen met Diemerbrug voor tienduizend driehonderd guldens. Op den tienden Oc- tober,werden twee regeerende Burgemees- teren , van Stads wege , met deeze Am- bagtsheerlykheden verlyd, de Heer Egidius van den Bempden met Ouderkerk , en de Heer Gerrit Corver, Heere van Velzen , met Diemen (ni). De Prins van Oranje, nu den ouderdom De Prins
van twintig jaaren bereikt hebbende , en vsn °- ftaande te worden ingehuldigd, als Erfftad- ran.je houder van Friesland, trok, op den zesen- Jf",^" twintigften Auguftus, wederom derwaards doorArn. door deeze Stad. De inhuldiging gefchied- fterdam. de, vervolgens, te Leeuwaarden, op den vierden September (n). Franpois de IJL, Hertog van Lotharin- De Her-
gen , die, in 't jaar 1745, tot de Keizer ly- tog va» ke waardigheid verheeven werdt, kwam,^otha" op den agtften O6tober,ook in deeze Stad, ïacfer?* daar hy vyf dagen vertoefde en al het hand merkwaardige bezag; waarna hy, zeer vol- Keizer, daandoeteen'
(l) Vadetl. Hift. XIX. Deel, II. tu
(m) Handv. tl. 334, 33«.
(n) Europ. Meic. J»lj-Dttmb. 1731. £/, t}ti
|
|||||||||||
IL Deel.
|
|||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||
74o
|
|||||||||||||||||||||||
Juny, naar den Haage,en werdt daar, van 1734*
wege de Staaten van Holland , begroet, onder anderen door den Heer Lieve Geel- vinck, Heer van Kaftrikum, regeerend Bur- gemeefter van Amfterdam (5). In April deezes jaars, werdt, by Bürge'«-Nieuw*,
meefteren en Raaden, beflooten,eenenieu-^ee"erl we fteenen Kerk te bouwen op het Bic-opspie- kers-Eiland, in de plaats van de houten kers-Ei- Loots (r), die aldaar, in 't jaar 1659 , ten land ge* diende der Nederduitfche Gereformeerde ^l- Gemeente , getimmerd was. De nieuwe Kerk was, niet voor 't jaar 1737, vol- bouwd. De gerügten van eenen aanftaanden op- Onge-
ftand onder de Roomfchgezinden, ter ge- gronde legenheid , dat de Sacramentsdag thans gerügte» ftondt famen te loopen met den S. Jansdag, van ee die altoos op den vierentwintigften Juny valt, ftan£] 0n- zig door't gantfche Landverfpreid hebben- der de de, hadden ook te Amfterdam eenige on-R-oom('cIv geruftheid verwekt by fommigen, die, zon- Pz 3 der eenige gegronde reden , waanden, engenffiid voortvertelden, dat de gevreesde opftandvan den gepaard zou gaan met eenegeheele omkee- famen- ring der Regeeringe, en dat de Roomfch- j00p|n" gezinden, hier ter Stede, reeds, heimelyk, qra. Schout, Burgemeefteren en Schepenen had- ments-era den benoemd , die terftond het bewind zou- S. Jans- den aanvaarden, zo dra men de tegenwoor-das" dige Wethouderfchap , op den noodlotti- gen dag, van al haar" gezag ontzet zou heb- ben. Doch die dag liep, hier en alomme, ten avond, zonder dat men iet vernam, dat naar eenen opftand zweemde. Van fom- miger giffing, dat de gerügten, welken al de ongeruftheid veroorzaakt hadden, ver- wekt of gevoed werden, door zulken, die op gelegenheid hoopten, om, zo dra'er ee- nige merkelyke beweeging ontftondt, den Prins van Oranje, die zig, nevens zyne Ge- maalin, ten deezen tyde, hier te Lande be- vondt, te doen uitroepen tot Stadhouder van Holland , hebben wy , in een ander werk, reeds gewag gemaakt (j) , zonder dat wy ons egter, voor de gegrondheid dee- zer giffinge, hebben durven verklaaren. Doch omtrent deezen tyd, of wat laater, De bv-
werden , in verfcheiden' Steden van Hol- eenkom' |
|||||||||||||||||||||||
daan over de eer, die hem hier beweezen
was, over Utrecht, naar Rotterdam , en voorts naar Engeland reisde. In Decem- ber, nam hy, van daar, over Holland, de te rug reize aan naar Duitfchland (o). In den Zomer des jaars 1732, was,hier
ter Stede, eene Dienftmeid, om Huisdie- verye, in gevolge van een Schepenen von- nis , in 't openbaar , gegeefTeld , en in 't Spinhuis gezet. Doch eenigen tyd hierna, verfpreidde zig, onder de hand, een on- gegrond gerügt, dat het zilverwerk of de kleinoodien, die zy gehouden werdt gefto- len te hebben, in 't huis,daar zy gewoond hadt, en welk op de Heerengraft, zuid- waards van 't Koningsplein, ftondt, gevon- den waren, 't Gemeen , doorgaands ge- neigd , om aan diergelyke gerügten geloof te flaan , fchoolt, hierop, in groote menig- te, famen voor dit huis , dreigt het met plondering , en bedryft 'er zelfs eenigen moedwil, die egter nog gelukkiglyk geftuit werdt. Op den drie entwintigften Oclober, kwam 'er eene waarfchuwing van myne Heeren van den Geregte uit, waarby duizend guldens beloofd werden aan hem, die de eerfte aanvoerders van den gepleegden moedwil wift aan te wyzen (p). Van wege den Prinfe van Oranje, werdt,
omtrent deezen tyd , gehandeld over een Huwelyk met Anna, Kroon - Prinfeffe van Groot - Britanje. In den Herflt des jaars 1733, werdt men eens over de voorwaar- den : en in November, flak de Prins over naar Engeland. Doch 't liep, tot in Maart des volgenden jaars 1734, aan , eer htt Huwelyk voltrokken werdt. In May, nam het Vorftelyk Paar de reize herwaards aan. Te Rotterdam, werden hunne Hoogheden, door Burgemeefteren der Stad, in 't Jagt, begroet. Zy vertrokken, den eerften Juny, des morgens,met rytuig, naar Amfterdam, daar zy, ten zes uuren des avonds, aankwa- men , en teriiond overgingen in 't Jagt, welk hen naar Friesland ftondt te voeren. Een der Stads Penfionariffen kwam hen, kort hierna, uit naame van Burgemeefte- ren , begroeten, en afvraagen, wanneer die Heeren, in perfoon, de eer zouden können hebben, om hunne Hoogheden te komen opwagten. Doch de Prins en Prinfes ver- ontfchuldigden zig van het ontvangen van dit bezoek, ter oorzaake van den korten tyd, dien zy aan de Stad zouden können vertoe- ven. Ook verliep 'er naauwlyks een uur, toen het Jagt onder zeil ging. Het door- lugtig Paar keerde, nog voor 't einde van (o) Eutop. Merc. July • Dectmb, 1731. tl- 17? > Hl.
(p) Keutb. S. ƒ. iJé verfi. |
|||||||||||||||||||||||
1731-
keer her-
waards. |
|||||||||||||||||||||||
Moed-
wil, aan een Huis op de Heeren- graft ge- pleegd. 173a. |
|||||||||||||||||||||||
De Prins
van O- ranje
trouwt
de
Kroon*
Prinfes
van
Groot-
Britanje.
-734-
Komr.,
nevens zvne Ge maalin, te Am- fterdam. |
|||||||||||||||||||||||
ften der
zoge- |
|||||||||||||||||||||||
land, met naame te Amfterdam, te Rot-
|
|||||||||||||||||||||||
terdam en in den Haage, heimelykeByeen-naainc!e
komften gehouden van luiden, die voorga-Vr^eMsf ven te behooren tot een aloud Genootfchapfilaaren van Frye Metfelaars, gelykze genoemd wer-jj^f^.' den; welke Byeenkomften, voomaamlyk,stede, om dat men daarin, ten deezen tyde, per- verboo- foo-den-
(q) Europ. Merc. Jan.-Juni 1734. tl. 142 *»-.. i9J%
(r; Relbl. Vroetifch. /.'. KK. 29 ^April 1734. ƒ. ä46, (!) Zie Vaderl. Hift. X!X. Deel, bl. 166. |
|||||||||||||||||||||||
GESCHIEDENISSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
XXIII. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
741
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
foonen ontving, die de misdaad van muï-
tery begaan hadden; en om dat alles, in dezelven, zeer bedektelyk behandeld werdt, gehouden werden, gevaarlyk te zyn voor den Staat. In den Haage werdt , op den vierentwintigften Oftober des jaars 1735, zulk eene Byeenkomrt of Loge, gelykze ge- noemd werdt, geopend; aan welker hoofd zig bevondt Joan Cornelis Radermacher, The- faurier-Generaal van zyne Hoogheid, den Prinfe van Oranje, die den titel voerde van Groot-Meefier der Broederfchap. Doch deeze Byeenkomlt werdt, op laft der Staaten van Holland, door 't Hof verbooden. De Wet- houders der Steden ook aanfchryving ge- kreegen hebbende, om diergelyke Byeen- komften te fluiten, werdt 'er, te Amfter- dam, eene geftoord, die, in de Stilfteeg, aan de zuidzyde, gehouden werdt. 't Ge- regt verboodt, daarenboven, by eene Waar- fchuwing van den tweeden December „ het ,, houden en bywoonen van diergelyke on- „ betaamlyke Byeenkomften, 't zy onder „ den naam van Vrye Metfelaars, of van ,, eènigen anderen, in de Stad of in der- „ zelver Jurisdictie : ook het verhuuren, ,, leenen of laaten gebruiken van huizen, „ kamers, zolders, kelders , fchuuren of „ open plaatfen, tot het gemelde einde , |
|||||||||||||||||||||||||||||||
fier dam en Schout en Geregte van Amfter- 1735.
veen, dit verloop willende herftellen, wa Verpon- ren, den elfden December des jaars i687,dinSs overeengekomen, wegens twee byzondere^an(^e"1' Lyften, inhoudende de Perceelen, die ,ken voortaan, door Amfterveen aan Amfterdam, Lands. en, door Amfterdam aan Amfterveen, zou- den worden overgedaan Doch alzo de Ver- pondingen der eerften driehonderd zeven- en vyftigguldens vyftienftuivers en vierpen- ningen meer beliepen, dan die der laatften, zou deeze fomme, jaarlyks, door de The- faurie extraordinaris der Stad Amfterdam, aan het Geregt van Amfterveen worden goedgedaan. Deeze overeenkomft was tot nu toe agtervolgd. Doch by de invoering van het nieuwe Quohier der Verpondinge, in den jaare 1732, waren de Landeryen, die de twee Geregten tegen eikanderen ver- wiffeld hadden, zo veeflaager belaft, dat Amfterdam, in de plaats der voorgemelde fomme, maar een honderd zevenentagtig guldens en dertien ftuivers aan Amfterveen goeddoen moeft. En op den vyftienden Juny des jaars 1736, kwamen Burgemees- teren van Amfterdam en Schout en Gereg- te van Amfterveen overeen, dat de uitkee- ring, voortaan, op deezen voet, gefchie- den zon. De Landeryen, wegens welken deeze ukkeering gefchiedt, leggen , ten dee- le in de Outewaaler-, ten deele in de Bui« ten-Velder-Polder, onder de Stad (u). Op den derden Febmary des jaars 1737, De Blik-
floeg de Blikfem, onder de preeke, wederom fem A^t in de Wefter Kerke : doch veroorzaakte |Ve^ __ veel meer fchrik dan fchade. tetk. Burgemeefteren en Raaden, in September 1737.
des voorleeden jaars , beflooten hebben-Nieuwe de, eene nieuwe Vleefchhal te zetten op Vleéfch- de Botermarkt (V), werdt dezelve, in dit J^ °P_de jaar, volbouwd } en terftond tot gebruikmak gefchikt. Sedert het begin des jaars 1736 , wasDe Lo'
reeds by de Vroedfchap in beraad gelegd, jjjjgjj en, eenige maanden laater, beflooten, de Statnn twee huizen, die de Stad in den Haage be- den Haa- zat, het Logement der Gedeputeerden terêe wor- Dagvaart en de wooning voor den Afge- ^en h?r" vaardigde in de Gecommitteerde Raaden, af te breek en en te vertimmeren (w). Men maakte, in 't jaar 1737, eenen aan- vang van 't werk: de Heer Jan Six de Jon- ge , Zoon van den regeerenden Burgemees- ter M'. Jan Six , Heer van Hillegom en Vromade, leide, op den eerften April , den
(0) Handv. bl, 510,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
1734.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
1735-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
3»
|
onder bedreiging van , als verftoorders
|
||||||||||||||||||||||||||||||
der gemeene rufte , anderen ten voor-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
5»
|
beelde, zwaarlyk en naar vereifch van
|
||||||||||||||||||||||||||||||
zaaken, te zullen worden geftraft (?)/'
Na 't uitkomen deezer Waarfchuwinge, vernam men, hier ter Stede, in eenen ge ruimen tyd, niets van de Byeenkomften der Vrye Metfelaaren Doch my is berigt, dat 'er, naderhand, zo wel in den Haage als in deeze Stad en elders, wederom verfchei- den' zyn opgeregt: en dat zy thans meer aangemerkt worden als vrolyke gezelfchap- pen, welker geheim flegts in eenige ydele plegtigheden beftaat, dan dat 'er eenig by- zonder nadeel, voor Kerk of Staat, van zou te dugten zyn. Men verzekert zelfs, dat Perfoonen van den hoogften rang, beide in den Burgerftaat en in de Kerke, thans Leden zyn van de Broederfchap der Vrye Metfe- laaren. Van ouds was, te Amfterveen, verpon-
ding betaald, en opdragt gefchied van ee- nige Landeryen, die onder Amfterdam ge- legen waren; gelyk , daarentegen, zekere andere Landeryen, te Amfterdam,verpon ding betaald hadden, en opgedraagen ge- weeft waren, die eigenlyk onder Amfter- veen behoorden. Burgemeefteren van Am- (I) Keurt». S. f. 21S.
I. STUK.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Over
een
komft tuffchen de Stad en Am- fterveen, degens de betaa- ling der |
|||||||||||||||||||||||||||||||
(v) Refol. Vroedfch. I'. IL, 12 Sept. 173«, ƒ. SI<
\w) Refol. Vroedfch. L*. KK. 2+ J*n. 1710, f. «oö! IX- 12 Sept. 17s«. ƒ. 7*. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
L'.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Ddddd
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||
II. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||
742
|
|||||||||||||||||||||||||
den eerften fteen aan 't Logement der Ge-j
deputeerden: en in de Lente des jaars 1741, waren beide de huizen volbouwd. DeCorfen, federt eenige jaaren, zynde
opgeftaan tegen den Staat van Genua, had- den den Baron van Neuhoff verkooren tot hunnen Koning, onder den naam van Theo dorus den I.; die, om zig in 't nieuw ge- bied te beveiligen, onderfland zogt by by- zondere perfoonenin Engeland, in Holland, in Zeeland, en ook te Amfterdam. Zelfs, was hy, met zeker bekend fchip, naar Cor- fica gezeild; doch zig aldaar niet können- de handhaaven naar behooren, hadt hy 't Ryk moeten verlaaten, en was herwaards gekeerd. In April deezes jaars , bevondt hy zig in Amsterdam, daar hy, op 't ver- zoek van eenige byzondere Perfoonen, ter oorzaake van eenige te vooren gemaakte fchulden, in 't Stadhuis in gyzeling gezet werdt. Doch hy zat 'er niet lang. Men vondt middel, om zyne fchuldeifchers te voldoen: waarna hyontflaagen werdt uit de hegtenis. Hy vertrok, kort daarna, uit de Stad; doch is altoos van 't gebied over Cor- fica verfteken gebleeven. |
|||||||||||||||||||||||||
aaren 1742 en 1743, kwamen de Ooftin- 1738'
difchvaarders wederom op de been (z). Doch na dien tyd, heeft men 'er, omtrent het Ooftindifche Huis, geenen merkelyken overlaft van gehad. De ftrenge Winter des jaars 1740, ver- Strenge
oorzaakte, hier ter Stede , zo wel als el- Winter, ders , veel ongemaks. 't Begon op den x74°* vierden January te vriezen, en op Satur- dag, Zondag en Maandag , den negen- den , tienden en elfden , was de koude op zyn felft. De Thermometer van Fah- renbeit ftondt, op den laatftgemelden dag, des ogtends ten agt uuren, een, en een en een halve graad onder het teken van o. In deezen tyd, bevondt men, dat twee of drie fteenen bruggen, door de vorft, ge- borften waren. Ook zyn 'er eenige men- fchen, bynagt, op de ftraaten, dood ge- vrooren. De vorft hieldt aan tot op het einde van February; fchoon de felfte kou- de niet lang duurde. Doch daar verliepen nog eenige weeken, eer de graften, in en om de Stad, en het Y voor dezelve, van ys ontledigd werden. Men hadt, in 't felft van den Winter, De toe-
zo groot een gebrek gehad aan regen- of leS om ander verfch water, dat veelen het ys, aan eene Pgt geheele brokken , in huis haalden, fmol-water ts ten en gebruikten. En dit gebrek gaf we- graaven derom aanleiding , om te denken op het mislukt, graaven van eene put, op eene plaats bin- nen de Stad, waar men oordeelde een ftrook te loopen van 't Muider zand. Gil- les Hobus en eenigen zyner medeftanderen ondernamen het werk, op het Amftelveld, op hunne eigene koften, na dat Burgemees- teren hun, den negenentwintigften April, Ociroi , voor den tyd van vyftig jaaren, verleend hadden (a). De put werdt ge- graaven. Doch men kon de wanden der- zelve niet digt genoeg houden. Men kreeg zo veel toevloed van onzuiver water in de put, dat men, na 't fpillen van veele ver- geeffche koften , de onderneeming moeft laaten fteeken. Keizer Karel de VI. overleedt, op den Korte
twintigften Oftober deezes jaars. En zyn jChetse. dood gaf gelegenheid tot eenen agtjaarigen fc^de- oorlog, tuffchen de voornaamfte Mogend- niffen heden van Europa, betwiftende fommigen van Am* derzelven's Keizers Dogter, Maria Therefia, ^,^t het regt tot het grootfte gedeelte van 's Va- 5*40. ders nalaatenfchap , terwyl anderen haar in 't bezit van dezelve zogten te handhaa- ven. Onze Staat werdt ook, eenigszins, in deezen oorlog ingewikkeld. Men onder- fteun- -
(z.) Keuifi. S. ƒ. 2«« verfo , z-o,
(<0 Groot-Memot. N. X, ƒ. iso.
|
|||||||||||||||||||||||||
1737.
|
|||||||||||||||||||||||||
DeBaron
van Neu-
hoff, ver- kooien Koning van Cor- fica, wordt, hier ter Stede, om fchuld,
fiegy- zeld. |
|||||||||||||||||||||||||
Eeuw
feeft van de Stig- tinge dé Schouvv- burgs. 1738.
|
Op den zevenden January des jaars 1738,
werdt, op den Schouwburg deezer Stede, s&et eeuwgetyde der opregtinge van dit ge- bouw gevierd, met een gepaft Zinnefpel, door den Digter Jan de Marre opgefteld. De Regeering der Stad vereerde het fpel |
||||||||||||||||||||||||
met haare tegenwoordigheid. Het werdt,
federt, eenige reizen na eikanderen, onder eenen grooten toevloed van aanfehouweren, vertoond. |
|||||||||||||||||||||||||
Oproeri
ge fa-
menrot-
tingen,
in en om
trenthet
Ooftin-
difch
Huis.
|
Een groot getal van matroozen en ander
volk, verftaande, dat men de Ooftindifch- vaarders, die laatftelyk in 't Vaderland wa- . ren te rug gekeerd , met minder gaadje wilde afzetten, dan zy oordeelden hun ge- regtelyk toe te komen, rotte, op den agt- tienden Auguftus, voor'en in het Ooftindi- |
||||||||||||||||||||||||
fche huis, te hoop, drong in hetSlagthuis,
dreigende zulken, die hun wederftonden, met ftraatfteenen, welken reeds waren uit- gegraaven, te keer te gaan , en daadelyk belettende , dat iemant uit het Huis kon komen. De oproer werdt egter nog geluk- kiglyk geftild. En op den vyfden Septem- ber, beloofde het Geregt duizend guldens, aan hun , die de belhamels der beroerte aanbragt (x). In November des jaars 1739, befpeurde men andermaal eene oproerige famenrotting omtrent het Ooftindifch Huis, waartegen, insgelyks, by een ernftige waar- fchuwing , voorzien werdt (y). En in de (x) Keurb. S. f. 2;9 verft.
(•/) Kei»b. S. ƒ. 250 vtrft. |
|||||||||||||||||||||||||
G E S C H I E D E N I S S Ë R
|
||||||||||||||
XXIII. Boek.
|
||||||||||||||
?43
|
||||||||||||||
I740. fteunde het Huis van Ooftenryk, eerftmet len ter befcheidenheid van den Prinfe-Stad- 1
geld, en daarna met manfchap ; waartoe houder. Daarop volgden diergelyke ver- de Stad Amfterdam fterk geyverd heeft, anderingen, in de andere Steden. Mid- Frankryk de Ooftenrykfche Nederlanden, lerwyl, was ook de algemeene Vrede te en zelfs gantfch Staatfch Vlaanderen over^ Aken geflooten ; by welke, fchoon 'er , meefterd hebbende ; gaf zulks aanleiding federt , op nieuws, een felle kryg, tus- tot de merkwaardige verandering des jaars fchen de magtigfte Vorften van Europa , I747.WillemKarelHenrikFriso, ontfteken is geweeft, de Staat egter, niet Prins van Oranje en Naffau, die reeds van zonder de ernftige en onbezweeken poo- drie Provinciën Stadhouder was , werdt, gingen der Regeeringe van Amfterdam * in de Lente des gemelden jaars, eerft tot tot heden toe, gelukkiglyk, bewaard is. Stadhouder van Zeeland ; toen , met be- Wy roeren 't gebeurde na 't jaar 1740 williging van Amfterdam , tot Stadhou- flegts ter loops aan, zonder te treeden in der van Holland, en weinig laater , ook 't gene , van dien tyd af, byzonders, in tot Stadhouder van Utrecht en Overyiïel Amfterdam is voorgevallen. De zaakeri verkooren. Doch op deeze verkiezing, zyn nog te verfchgefchied, dan dat zy, volgden, even als in't jaar 1672, bewee- met de vereifchte gegrondheid, omftan- gingen in veele Steden, en ook te Amfter- digheid en naauwkeurjgheid, zouden kon- dam, die, eerlang, aanleiding gaven, tot nen vernaald worden. Om welke redent buitengewoone verandering in de Regee- wy, met het jaar 1740, van het openleg- ring der Steden. In September des jaars gen der Geschiedenissen van A M- 1748 , gefchiedde deeze verandering, al- STERDAM, en van het tweede lereerft, te Amfterdam , daar de Regee- Deel van ons Werk een einde maaken. ring beflooten hadt, haare ampten te ftel- |
||||||||||||||
VE RB E TE RING.
t
In het TI. DeelXVIII. Boei, M. 624 Kol. 2 Reg. 14 ßaat daar aan volgende, de Officiers en Reg- ters der plaatfe , daar de misdaad begaan was, lees, des volgenden jaars, de Officiers en keg- ters over het territoir, waaronder de misdaadigen woonagtig waren , met uitfluiting van de Of- ficiers en Regters der plaatfe , daar de misdaad begaan was. De misftelïing is veroorzaakt, door eene drukfeil in 't Groot -Plakaatboek, IV. Deel, bl. 500. die ik, op
de gunßige aanwyzing van een' kundig' Heer, noodig geagt heb, uit de Refol. van Holland , 16 Decemb. 16 78. bl. 630. te verbeteren. |
||||||||||||||
Een ieder wordt verzogt dit Stuk niet te laaten binden voor dat het Werk geheel en al
is afgedrukt; waar mede zo veel fpoed zal gemaakt worden, als met de vereifchte naauvv- keurigheid beftaanbaar is. Ook moeten de byzondere Titels II. UI. IV. V. VI. * als dit Stuk ia een Band ingenaaid of ingebonden wordt, weggenomen worden. |
||||||||||||||
\
|
||||||||||||||