-ocr page 1- -ocr page 2- -ocr page 3- -ocr page 4-

mm


‘TT

öt ' \'..'

'■è.

m.

\s}-'

r-êS.




-ocr page 5- -ocr page 6-



s



-ocr page 7- -ocr page 8- -ocr page 9-

¦j.

HAGENAAR

T E

ENKHUIZEN,

B L T S P E L.

Gevolgt na de Francois a Londres van de

HEER DE BoüSSY, .. , nbsp;nbsp;nbsp;,

Onder de Zin(preuk

O LABORÜM DÜLCE LENIMEN.

a ^

H II

re

iü o:

n'cn.nt de cudcrSc-it'yf

Te AMSTERDAM,

By IzAAK Duim, Boekverkooper, op de hoek van den Voorburgwal en Stillleeg. 1758. Mei Privilegie,

-ocr page 10- -ocr page 11-

V A N D E

PRIVILEGIE.

De Staten van Holland en Weftvrlesland doen te weeten: alzo ons te kennen is gegecven by de Regenten van het Wees-enOu-de Mannenhuysdet Stad Amfteidam , en in die qualiteitcntefamennbsp;Eygenaats,mitsgaders Regenten van den Schouwburg aldaai $ dat zynbsp;Supplianten, eenige Jaaren hebbengejouïffeert van 't Oftroy by onsnbsp;denzT Mayvanden Jaareiyag. als meede van de ptolongatie vannbsp;dien den 6 December 1742, aan de Supplianten verleent, v/aar bfnbsp;wy aan deSupplianten goedgunftiglyk hadden geaccoideert en geoc-tioyeert, om nog vooi den tyd van vyftien agter een volgende jaaren.nbsp;de Werken , die ten dienfte van het Toneel reets waren gedrukt, ennbsp;van tyd tot tyd nog vetdei ia het licht gebragt.en ten Tooneele gevoelt zouden mogen werden , alleen te mogen drukken, doen drukke n, uitgeeven en verkopen, dat de Jaren.by de vootlz. ptolongatienbsp;van’t gemelde Oéèroy of Privilegie vervat op den 6 December vannbsp;deezen Jaare I7S 7 ftond te expireeren; en dewy! zy Supplianten tennbsp;meeften dienfte van de Schouwburg, fwaar van hunne rcCpedlivenbsp;Godshuyzen onder andere meede moeten werden gefuftenteett, denbsp;voornoemde Werken, zo vanTteorfpeilen, Blyfpcllcn,Klugtcn , alsnbsp;anders, die reets gedrukt, en ten Toneele gevoert zyn, of in het toe-koomende gedrukt, en ten Toneele gevoert zouden moogen weiden,nbsp;gaarne alleen.gelyk vooihecnen,zouden blyvendrukken,doen drukken, uitgeeven en verkopen, ten einde dezelve Werken , door hetnbsp;nadtukken van anderen , haar luifter, zooin taaie als Ipelkonft , nietnbsp;jnogten komen te veilielhn, en dewyle haat Supplianten zulks na denbsp;expiratie vande voornoemde ptolongatie van 't vootfz Oflroy, nietnbsp;gepermitteett was; zoo keerden de Supplianten haat tot Ons , teve-lentclyk verzoekende; dat Wy aan de Supplianten , in haar voorfz.nbsp;qualiteyt,geliefden te vetleenen ptolongatievan het vootfz. OSroy,nbsp;om de vootlz. Werken, zoo van Tieurfpellen, Blyfpellen , Kluchten,nbsp;als andets,reets gemaakt ,en ten Toneeiegevoett, of als nog in hetnbsp;ligt te brengen , en ten Toneele te voeten, nog voot den tyd van Vyftien eetftkomende en agiet een volgende Jaaren, alleen te mogennbsp;drukken , en vetkoopen, ofte doen dtukkcn.,eu verkopen , met verbod aan alle anderen op zeekete hooge Poene by Ons daar regens tenbsp;fiatueeren, daar van te vetleenen Oélroy in forma ; ZO is 't dat Wynbsp;deZaakeende’t vootfz. verzoek overgemerkt hebbende, ende genegen wezende , ter beedevandeSupplianten, uit Onze tegtewee-tenfehap, Souveiainemagtenauthoateit, dezelve Supplianten ge-,

cos»

-ocr page 12-

conrenteert, geaccordeerd en geoiftroycert hebben , confenteeren , accorderen ende dilroyeren haar by deeze, dat zy , gedtiinendc dennbsp;tyd van nog Vyhtien eetft achter een volgendeJaaien,de vootlz Wei -ken, indietvocgen , als zulks by de Supplianten is verzogt, en hiernbsp;vooten uitgedrnkt (iaat,binnen den voorlz Onzen Landealleen zullen mogen drukken, doen drukken , uitgecven ende verkopen , vet*nbsp;biedende daar jmine alle en een iegelyken de voorlz. Werken , in 'tnbsp;geheel ofte ten de; Ie te driikken,na te drukken, le doen nadiukken,nbsp;te verhandelen ,of te verkopen ,ofte elders nagedrukt, binnen dennbsp;zelvén Onzen Lande te brengen , uit te geven of te ve handelen ennbsp;verkopen , opde verbeurte van alle den aged tukte ,ingebragte , verhandelde of verkogre Ezeniolaren, ende een boete van drie duyzendnbsp;guldens daar en boven , te verbeuren, teAppliceren een derdepartnbsp;voor den Olhcier,die de Caiange doen zal, een derde part voordennbsp;Armen der plaatlen daar het Cafus voorvallen zal,endehetreflee-tende derde pair voor de Supplianien, en dit telkens zo meenigmaa!nbsp;als dezelve zullen worden a'gterhaalt,alles in dien vetdande, oai Vynbsp;deSuppIiantcn met dezen Onzen Ofttoye alleen willende gratificee-len tot verhoedinge van hunne fchade door het nadrnkken van denbsp;voorfz Werken , daar door in genigen deele verdaan den innehoudenbsp;van dien te autorileren , ofte, te advouëten ,en veel min .dezelve,nbsp;onder onze prote.stie en befcherrainge, eenig meerder Credit, aan-Cen, of reputatie te gceven, nemaat de Supplianten in cas daatinnenbsp;ietsonhehoiirlykszonde induè'ren , alle het zelve tot hunnen ladenbsp;zullen gehouden wezen te verantwoorden, tot dien einde wel ex-pteflelyk begeerende, dat byaldien zy dezen onzen OiHroye voor dennbsp;zelve Werken zullen willen dellen , daar van geene geabbrevieerdenbsp;of gecontraheerde mentie zullen mogen maken , nemaar gehoudennbsp;vreezen,het zelve Ofttoy in ’t geheel, en zonder eenige omiffie.daatnbsp;voor te drukken , of te doen drukken , en dat zy gehouden zullennbsp;zyn,een Exemplaar van de voorfz. Werken,op Groot Papier, gebonden en wel geconditioneert, te brengen in de Bibliotheek van onzenbsp;Univerfiteyt te Leyden, binnen den tyd van zes wecken , na dat zynbsp;Supplianten dezelve Werken zullen hebben beginnen uit te geeven-,nbsp;op een boete van zes hondertgulden.naexpitaticder voorfz. zes Weeleen, by de Supplianten te verbeuren ten behoeve vande Nederduitiénbsp;Armen van de plaats alwaar de Supplianten woonen , en voorts opnbsp;poene van met’et daad verfteeketi tezynvanhet effeft van deezennbsp;Oftioye , dar ook de Supplianten, fchoon by heringaan van dit Octroy een Exemplaar gelevert hebbende aan de voorfz. Onfe Bibliotheek, by zoo verte zy gedtiurende den tyd van dit Oftroy dezelvenbsp;Werken zouden willen herdrukken met eenige Obfcrvatien, Noten,nbsp;Vermeetdeiingen , Veranderingen , Cotteélien , of anders, hoe geit aam t, of ook in een ander formaat .gehouden zullen zyn wederomnbsp;een ander Exemplaar van dezelve Werken,geconditioneert als vorennbsp;te brengen in de vootlz. Bibliotheek , binnen denzelven tyd, en opnbsp;de boeten en poenaliteit, als vooren. En ten einde de Suppliantennbsp;deezen onzen Conlente ende Oótroye mogen genieten als naar be-hooien , latten wy allen en een iegelyken, dien het aangaan m«gj dat

-ocr page 13-

ïv de Supplianten van den inhoude van dezen doen , laaten en pedo-gen , rulielyk, vredelyk en volkumentlyk genieten en gebruiken, cesleete.nde alle belet ter contrane. Gegeven in den Hage, onder onzen Groeten Zegcie, hier aan doen hangen op den agtften November, in ’t ]aat onzes Hecien en Zaiiginakeis duizend zeven hon-derd-zeven-en.vyftig.

P. S T y N.

Ter Ordonnantie van de Staaten,

Leger fiond.


C. B O E r.

Aan de Supplianten zyn , nevens dit Oftroy , rer hand gefteitby Estradt Autbenticq, haar Ed..Gr. Mog. Refolutien van den ig lunynbsp;iTJt. en 30 -April, 1718 , ten einde om zig daar na te reguleeien.

De Regenten van het Wees- en Oude xVlannenhuis hebben, in hunne vooriz. quaijteit, het lecht van deze Privilegie, allee.n voornbsp;den tegenwoordige!! Druk , van De HAGENAAR te ENK'nbsp;H VI Z E N,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, vergund aan Iz a a k U u 1 m.

” j nbsp;nbsp;nbsp;1» AisJhUatn-, Hen Mey ,

-ocr page 14-

VERTONERS.

De Baron , Colonel, leggende in Cuarnijhen tt Enkbuhen.

D K G R A A F, ee» Raags Officier, Neef van den Baron. Gerard, een Enkbuizer Heer.

Leonore, een Groniger Weduwe, Dochter van Gerard,

Ligthart, Zoon van Gerard. Lizette, een Raagfcbe Kamenier.nbsp;Bodke Grien, een Fries Koopman.

Het Spel fpeelt in bet Huis van GERARD te ENKHUJZEN,

-ocr page 15-

HAGENAAR

E N K H U I Z E N,

B L T S P E L,

EERSTE TONEEL.

De Baron, De Graaf.

HDe Graaf.

eer Baron ,om u de waarheid te zeggen, ik had de moeite wel kunnen fparen om my herwaarts tenbsp;begeven,

En den Haag, dat fejour du beau monde, dat middelpunt der poütesfe en van het leven,

Te verlaten, om deze Kermis, en zulk een naare en ftille Stad, als dit Enkhuizen is, te zien,nbsp;üE Baron.

Ik vergeef ’t u, Neef, gy zoud anders fpreken, had gy tyds genoeg gehad deze Stad regt te kennen,nbsp;en de fatzoenelyke liên...

De Graaf.

Ho, Heer Overfteük ken genoeg dit Enkhuizen, fchoon ik ’er maar drie wecken kwam pasfeeren.

Hoor, het beste van de Noordhdlanders is, dat zy nog al mooije Meisjes fabriceren,

Schoon zy vry wat ftyfjes zyn.

De

-ocr page 16-

a De HAGENAAR te ENKtiUIZSN,

De Baron.

Ik beken zy zyn wat ftyf, maar daar en tegen bezitten zy zedigheid en deugd.nbsp;De Graaf

Dat is waar ; maar de Noordhollanders hebben geen converfatie, geen agrement, geen vreugd;

Zy zitten een uur zonder fpreken, en daar komt niets uit; dan goeden dag zamen:

Hoe gaat bet al? 'wel nou? dat geeft een aangenaam discours; foei! zy hoorden zig te ichaamen,

De Baron.

De Noordhollanders zyn wel niet fpraakzaam , maar echter vriendiyk en oprecht.

De Graaf

Zy zouden beter doen, Heer üverde, indien zy, zo als ik honderdmaal heb gczegt,

In plaats van drie vierde van hun leven onder een pypje, in het Wyn- of KofFyhuis door te brengen , ennbsp;¦ over Osfen of Koeijcn te raifonnercn,

Of politique, aanmerkingen te maken op de Couranten, leerden op een gratieufe wyze te converieren,

En beter de waarde gevoelen van luiden van geboorte, verdiensten, en fatzoen,

En op een polite wyze te ontfangen de geenen, die hen vifite komen doen.

De Baron.

A'lynheer! gy dwingt my om ernstig met u te fpreken, wil dan geheugen

Dat ik u zeg, dat ’er maar drie of vier losbollen, zo ais gy , nodig, zyn , om de Hagenaars in eennbsp;kwaad blaadje te brengen.

Voor al hier in Noordhoiland, da.ar onze manier van leven nog niet w'ord gefmaakt;

bekent zyt geraakt.


En daar gy door een geval of dnc reeds in deze Stad

De

-ocr page 17-

BLYSPEL. nbsp;nbsp;nbsp;3

D E G R A A F.

Zo veel te beter, lieden van Merites kunnen zig nook te veel bekent maken.

De Baron.

Ja, maar wat zal ik u daar op zeggen ? het erglle van die zaken

fSjdat zulks niet veel tot uw lof flrekt; gy word overal belpot, en belacbelyk geacht;

Men zegt, dat gy een Haags Jonkertjezyt, zo ingenomen met de mode. uw manieren en dragt,

Dat gy expres in Noordholland gekomen zyt, om de Enk* huizers de wellevendheid en goede finaak te leren,

De Graaf.

De Noordhollanders hadden zulks hoognodig ; en ik ben daar bekwaam genoeg toe, dat wil ik li zweren,

De Baron.

Maar Neefje, uw buitenfporigheid gaat te ver, gy wüt dat ieder zig fchikken zal na uw aart:

En de Noordhollandfe ingetoogenheid heeft u al voor verfcheide moeilykheden , die gy op den halsnbsp;haalde, bewaart.

De Graaf.

Maar, Wel Edele Geftrenge Heer en Neef! permitteer my u te zeggen,

Dat UW fmaakten eenemaal bedurven is, door hier eeni-gen tyd in Guarnilben te leggen.

Ja dat gy zelve reeds hebt ingezogen die ftyve Noord hollandfche houding en trant,

Die hen zo ridicul maken by alle lieden van gousty en verhand,

De Baron.

Ik ben nieuwgierig te hooren, waar uit gy de belach» lykheid der Noordhollanders zult afmeten.

De Graaf.

Dat zy geen prevenant abord hebben, dat zy geen wellevendheid weten;

A 2 nbsp;nbsp;nbsp;Die

-ocr page 18-

4 De HAGENAAR te ENKMUIZEN,

Die houding, dat losfe, dat gratieufe, dat openhartige air hebben zy niet:

Dat air by uitnementheid, dar bel air, dat men in de meefte Hagenaars, en vooral in my ziet.

De Baron.

Daar had ik niet om gedacht, de Noordhollandcrs hebben ongelyk, zy moeften te Fnkhuizen leven

Na de Franfe mode, en zig zulke airs als onze Haagfe Petit Maitres geven.

De Graaf.

Raillerie a part:want zo wel ais ’er in dewaereldmaar is één goeden fmaak,

Zo is ’er ook maar één goed air, en dat is bet Franfe, zo als ik bezit, dat is buiten tegenfpraak.

De Baron.

Dat zou men u kunnen betwisten.

De G a A AF.

En ik fustineer dat een man, zonder dat air, dat ons Hagenaars is aangeboren ,

Een man is zonder houding, zonder wellevemheid en zonder waereld; ja zonder u te verftoren

Moet ik zeggen , dat iemand zonder air, niet weet te zitten, te gaan , te ftaan ,

Te groeten, te hoesten, te fnuiven, en nergens kan te voorfchyn komen : en om kort te gaan ,

Een man zonder waereld, is een man die men een knip voor zyn neus zou geeven.

De Baron.

Neef, wy zyn goede vrinden ,

En dierhalven onder ons zoude ik u raaden , zo gy ge-leegentheid mocht vinden

Om iets van uw waereld regens wat gezond oordeel te verwisfelen, dat gy de koop fluit.

De Graaf

Het is nochtans uit die welleventheid, daar gy zo nieê b-adineert, daar myn geluk uit fpruit;

Een

-ocr page 19-

BLYSPEL. nbsp;nbsp;nbsp;ï

Een beauté zo volmaakt.....

De Baron,

Zie daar hebt gy de ordinaire ziekte van onze Heren,

Zy zyn zo ingenomen met hunne verdiensten , dat zy zich verbeeiden dat geen vrouw zich kan verweren .

Tegens hun goede houding, en de kracht van hun be-koorlykheden , ja zy laten zich voorflaan

Dat ’er niets nodig is als hun perfoon te vertoonen , om al de Schoonheden van een Stad in hunnenbsp;boeijens te flaan.

Een gevallige lonk, een beleeftheid zonder eenig oogmerk aan hen bewezen,

Is een zeker bewys, waar uit zy hun liefdenstriomph kunnen lezen,

Zy geloven de harten te kunnen vermeesteren, zo als Cezar de waereld bemachtigen kon ,

Ja zyn verwaand genoeg om te zeggen, als hy,, ik zag, ik over won,

De Graaf.

Enfin, Heer Overste, deel zo veel geleerdheid uit als gy wilt, ik hou het u ten besten ;

Nooit kwam ik myn hoop op een lonk, op een onver-Ichillige politesfë te vesten;

Maar op de eige woorden van de Dame, die my zeide in perfoon

My te beminnen.

De Baron*

En mag men weeten wie dat Lievertje is?

De Graaf,

ó Ja, al fchoon

Gy het niet gelooft, het is een Weduwe van Groningen , fchoon, ryk en verciert met alle hoedanigheden ,

De Dochter van een voornaam Heer van deze Stad; met één woord, een vrouw, waardig te werden aangebeden.

A 3 nbsp;nbsp;nbsp;Het

-ocr page 20-

6 Dk HAGENAAR te ENKHUIZEN,

Het geluk heeft my aan kennis met één van haar nabe-ftaande gebragt, ik kom hier om hem te zien.

En 'tevens aan the Charmante Dame myn dienften met myn hand aan te biên.

De RON,

Is het my geoorJooft, zonder te nieuwsgierig te zyn, haar naam te mogen weten?

D E G R A yt F

lt;6 Ja, die bemin!} ke Zielsvoogdes, dat adorabel Weeuwtje, is Mevrouw Leonore geheten.

De B a p o i-i.

Ik heb dc eer van haar te kennen, en dikwüs gezien aan het buis van den Heer Commandant

In ’t gezeifchap, liet is waarlyk een Dame van veitiier.s* ten, en begaaft met veel veritand.nbsp;i y E Graaf.

Gy fpreekt 'er met zulk een aandoening van, dat ik fchier Zou geloven

Dat zy u met onverfchillig is

De Baron.

Dat ontveins ik niet, en daar en boven

Wil ik wel bekennen, dat van alle de Dames die ik ooit zag, Leonore is de V''rouw,

Na welkers wederliefde en bezitting ik op het vinnigüe trachten zou.

Ja dat ik , om u de voet te ligten , alles in het werk zal De Graaf.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(nellen.

Gy my voet de ligten'? gy? ha! ba! we! gy komt my wat nieuws vertellen.

De Baron. nbsp;nbsp;nbsp;(te zyn.

Ja ik, ja ik, daar hoeft gy niet eens over verwondert De Graaf.

Dat wilde ik we! eens zien: Maar zeg, Neefje, heeft zy alreeds kennis van uw minnepyn?

De Baron.

Ik geloof dal zy ’er tot noch tos onbewust van is,

De

-ocr page 21-

E L Y S P E L. nbsp;nbsp;nbsp;7

De Graaf.

Myn 1 eve Neefje! uw ongelukkig lot kan my bedroeven: Ik heb medelyden 'net u, ik wil de moeite wel op mynbsp;nemen haar uwe liefde te declareren.

De Baron.

Dat zal niet behoeven, Die beleeftheid zou te groot zyn, ik zal zulks zelf welnbsp;doen, en wacht alleen gelegentheid.

De Graaf.

Paibleu! die zal ik u procureren: maar daar komt Mevrouw recht te-pas: allons, ik ben bereid.

tweede toneel.

De Baron, De Graaf, Leonore.

MDe Graaf.

evrouw permitteer my dat ik u een braaf OfHcier prezenteer, myn nabeftaande en één van myn beste vrinden,

En tevens te zeggen dat gy in hem een redoutabei Rival voor my zult vinden,

Hy heeft de eer gehad u by den Commandant te zien, en uw bekoorelyk gezicht

Heeft, zender datgy zulks wist, een conqueste aan hem gedaan: hy vond zig verpligtnbsp;U zyn defaite te bekennen, hy zocht na gelegentheid', dienbsp;ik het geluk nu heb hem te bezorgen.nbsp;Leonore.

Waarlyk Mynheer.....

De Graaf

Onder fchyn van modestie en discretie houd hy ee;i ftout hart verborgen,

Het is een fcherp gefpoort Haantje,hy isdangereus,hy wil my de voet ligten dien Heer.

f.EO-

A4

-ocr page 22-

8 De HAGENAAR te ENKHÜIZEN,

Leo NOR E.

Mynheer, Iaat ons dit onderhoud afbreken, gy trekt de raülerie te veer.

De Baron.

Mevrouw, ik ben alleen het doelwit dezer fpotterny, de Heer Graaf heeft vermaak al lacebende denbsp;waarheid te zeggen:

Ik heb het wel verdiend door myn bekentenis, ik wil zulks niet wederleggen,

Ik heb m V niet kunnen weêrhouden in te verklaren {ver-f een drift, waar van ik geen Meester hen,)

Dat ik geen fchoonheid zo beminiyk , zoaanbiddelyk, als de uwe ken.

En te gelyk te betuigen de verwondering en de fpytdie myn gemoed verheerde,

Toen hy my zeide het geluk te hebben, dat gy hem met uwe wederliefde vereerde.

L E o N o R E.

Hoe, Mynheer, zyt gy in Haat? ....

De Graaf.

Maar, Mevrouw! wat kwaad (leekt ’er tog in

Dat ik hem een openhartige aveu deed van onze onder, linge minVnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(ren;

VVy zyn immers perfoonen, die elkanderen in alles evena-

Cy zyt een Weduwe, ik een Jongman . gy van negentien , ik van vierentwintig jaren.

Gy zyt een vrouw van geboorte, en ik ben gefprot^n uit adelyk bloed ,

Gy zyt fchoon , ik zie ’er wel uit, gy zyt ryk, ik ten ook niet misgedeeld van geld en goed.

Wy fchynen de een voor de andere geboren , wy beminnen malkander, wat zwarigheid zulks te ver-Leonore. nbsp;nbsp;nbsp;(klaren?

Maar ik bemin u niet, Mynheer, en zo dat waar w'as, be -hoorde gy het geheim te bewaren.

Ik hou veel van llilzwygentheid en difcrerie.

Dk

-ocr page 23-

BLYSPEL. nbsp;nbsp;nbsp;o

De Graaf.

Geheim en discreet te zyn is waarlyk van de laagfte gouliy dat men vint,nbsp;Leonor E.

Ja dat is onbekent in Vrankryk of den Haag, daar men weiftaanshalven bemint;

Daar de liefde een fpel is, een aaneenfchakeüng van lireeken en bedriegeryen ,

Daar die geen de bekvvaamlïe werd geoordeelt, diu ! • beste weet te misleijen

Daar men alleen ttacht bemind te zyn, om zuUlt;s ra kunnen vertellen, en daarop zyn roem en eer

Te dragen; maar dat gaat hier zo niet, hier heerscht nog de oude Hollandfche trouw. Mynheer;

De liefde verflrekt hier, even als de deugd, zig zelve ten loon ; wy oordeelen het een ernftige zaak hetnbsp;beminnen;

De tederheid is by ons geen ydei tydverdryf, of nutteloze vvoordenwifleiing, maar een overeenkomst van gevoelens en zinnen.

De Graaf.

Maar men dient echter altoos een vriend te hebben , aan when men zyn amourettes verhalen kan:

Nooit zult gy een held zonder vertrouweling van zyn minnaryen vinden in een welgefchikt Roman;

Ik heb den Overften tot myn confident verkoren, ik kan hem gerust vertrouwen ,

Het is een man van eer en discretie, zo dat ik in alles de bien (èance, en ordre heb gehouwen.

D E B A R o N.

Ik heb alle discretie des waerelds voor Mevrouw;maar niets verpligt my omtrent u tot Üihswygentheid,

Dewyl gy, Mynheer, uit verwaandheid, en niet in vertrouwen het geheim hebt verbreid.

L E o N o R E.

Ik vind u charmant.

A y nbsp;nbsp;nbsp;De

-ocr page 24-

lo De HAGENAAR te ENKHÜIZEN,

De Graaf.

Heer Overfte neem uw affcheid ... merkt gy niet dat gy Mevrouw begint te vervelen?...nbsp;rSy zyt hier onaangenaam ... met één woord, gy zoudnbsp;hier de laftige derde perloon fpelen.

Leo NO RE.

• ¦ ‘ emand te veel is. het is waarlyk de Heer Over-De Graaf. nbsp;nbsp;nbsp;cRe met.

Adieu, ik ga heen, Ik zie dat gy in geen humeur zyt, het is uw jour niet Mevrouw, ik laat u met hem alleen.

Tot uw draf, laat Mynheer u wat gezelfchap houden, Mevrouw! laat hy u wat amuferen,

Ik zal ’er niet by verliezen, maar naderhand beter na uw fmaak zyn, en meerder brilleeren.

DERDE TOONEEL.

Leonore, De Baron.

DLeonore.

at mag men met recht een Hagenaar noemen.

De Baron.

Mevrouw gelieft te w'eeten dat men al de Hagenaars niet over één kamfcheren kan.nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Leonore.

' nbsp;nbsp;nbsp;Zulks weet ik, Mynheer, ik ben niet onnozel of

onredelyk genoeg, om tuffchen een man Van uw verdienden, en hem bet, onderfcheid niet tenbsp;zien, en u niet toe te dragennbsp;Al de achting die gy verdiend.

De Baron.

Ach! Mevrouw ; my kuntgy achtenj maar de Graaf kan u behagen.

Leonore.

Zou ik de Graaf beminnen: wie heeft u zulks gezegt ?

' nbsp;nbsp;nbsp;De

-ocr page 25-

B L Y S P E L. nbsp;nbsp;nbsp;31

De Baron.

Uwe ontfteltenis. en de wyze op welke gy zelve dilt; liefde wederlege.

L F. o N o R E.

Wel wat zoud gy zej’gen, indien ik befloot met een ander le trouwen ?

De Baron.

de gelukkigite aller menfcheii houwen:

i^ch ! Mevrouw! zo die keuze op my viel, ik zou rny

Gy

zoud u niet beter van dien Verwaanden kunnen wreekc!-:; en ter zelver tyd

Het geluk volmaken van een man, die u zo teder bemind.

L E o N o R E.

Mynbeer ik zie dat gy wat Ichielyk zyt.

De Baron.

Mevrouw, ik dien den Slaat in een goed carafter en met eer, ik kan bewyzen

Uit goeden huize gefproten te zyn: ik bezit aanzien-iyke goederen, en zonder my te pryzen ,

Ik heb voorn, Mevrouw, de tederlle gevoelens , de op-rechtite liefde , .

LeoNO RE.

Mynheer ,

Ik verzoek tyd om my te bedenken: het huwlyk is een Zaak die veel te teér

En van te groot gewigt is, om zulks niet met bedaarde zinnen

Te Qverleggon.

De Baron.

Vaarwel, Mevrouw, de liefde fpreektvporde Graaf; gy zult, vrees ik, die zwakheid Zonbsp;ras niet overvvinnen.

Schoon ik het anders wenschte. Vaar wel.

VIER,

-ocr page 26-

ii De HAGENAAR te ENKHÜIZEN,

VIERDE TONEEL.

ILeonore. k beloof die zwakheid zal eerder als gynbsp;denkt overwonnen zyn.

Ik ben een Vrouw, en kon my laten verblinden door zyn houding en de valfche fchynnbsp;Van een uiterlyke verdienste; maar ik voel het oudenbsp;Hollandfche bloed nog door inyn aderen zweven ,nbsp;En dienvolgens ben ik in llaat, oin indien de Jonkernbsp;zo voortgaat, my aan de reden over te geven.

VYFDE TONEEL.

Leonore, Lizette.

MLizette.

evrouw, daar is een brief, die ik gisteren avond vergeten heb u te geven, ik verzoek vergüFenis.nbsp;Leonore.

Geef hier, ik zie aan de hand, dat het een brief van myn Vader is.

Zy leest.

Waarde Dochter,

Ik zal morgen ochtend van Amjlerdam vertrekken, en voor den avond weder te Enkbuizen zyn: my voordnbsp;bericht dat uw broeder by fJegt gezslfcbap verkeert, ennbsp;kortelings gevallen is in banden van zekere Haagfenbsp;Eosbol, die bem ten eenemaal bederft ^ en dewyl iknbsp;niet langer dan drie weken te Enkbuizen kan blyven;nbsp;maar van daar naar Hamburg zal moeten vertrekken,nbsp;beb ik be floten U ËD. aan Bouke Grien uit te buwly-keUf bei is een zeer braaf man, die in de regeeringte

Hin-

-ocr page 27-

B L Y S P E L. nbsp;nbsp;nbsp;13

U'mlopen is, en goede negotie in Koren en op de Oost. zee doet, en fcboon niet na de uiterfle mode, egter veelnbsp;verftand bezit; uwe jongheid laat u niet toe langernbsp;Weduwe te blyven, en ik twyfel niet, of gy zult geennbsp;zwatigbeid maken, om u te Cchikken na de wil vannbsp;een Vader, die uw beste zoekt, en met alle toegene.nbsp;gentbeid is.

Uw liefhebbende Vader, Gerard.

Li ZET TE,

Mynheer uw Vader komt dan van daag t’huis om u aan Bouke Grien uit te trouwen!

Lieven tyd! het is wel tie lomplle, eigenzinnigfte en koppigile Vries, die men met oogen kan aan-fchouwen.

L E o N o R E,

Ach! Lizette, wat droeve tyding, ik voel myn gemoed bedreden door onoverkoinelyke fmart;

Ik beminden Graaf; maar kan hem niet achten; ik acht den Baron, en ik wenfchie met al myn hartnbsp;Dat ik hem kon beminnen; ik haat den Bruidegom,nbsp;die my is befchoren,

En echter moet ik hem trouwen; wyl myn Vader hem tot myn man heeft verkoren.

Lizette.

Maar, Mevrouw, zytgy geen Weduwe, en dierhalven uw eige meester en voogd ?

L E o N o R E.

ó Ja, maar myn jongheid, en de tederheid, die myn Vader my altoos beloont heeft, gedoogtnbsp;Gesnfiiits, dat jk my zyne gehoorzaamheid zoude ont.nbsp;trekken, en hem wederlheven.

Lizette.

Hoe, Mevrouw, zoud gy dan kunnen befluiten om u met zo een ioaipe Vries in den echt te begeven?

Na

-ocr page 28-

14 De HAGENAAR te ENKHÜIZEN,

Na dat gy zo veel met uw eerHe man, die Groninger Jonker, hebt uitgeftaan:

Is u het droevig leven, dat gy een heel jaar met hem geleid hebt, zo fchieiyk uit het geheugen gegaan ?

Altoos ftuurs, droefgeestig, hebt gy ooit een vriende-lyk gezicht van hem vernomen ?

’s Morgens itont hy knorrig op, om ’s avonds dronken t’huis te komen.

De gantfchen dag liet hy u alleen , of by zynzuster,die het zeivc ongelukkig lot, ais u, te beurt viel.

Te Groningen was uw tydverdryf kousfen te breijen^ en te Hinlopen, zal het mooglyk zyn het ïpin-newiel.

Zie daar, Mevrouw, zo gy dat huwlyk aangaat, moet gy my alvorens myn paspoort geven.

Leonore.

Wat wilt gy dat ik doe?

Lizette.

Dat gy (iandvastigheid en inoeds genoeg hebt om gelukkig te leven.

Dat gy met een gemaniert Heer trouwt: verkies een Hagenaar tot uw man ;

Ik wed dat men twintig mylen in het rond, geen beter flag van mannen vinden kan.

Dat alle de overige Hollandfche (leden ’er een model na namen, was om te pryzen ;

Een Hagenaar zal meer toegeventheid voorzyn Vrouw, als een ander jong Heertje voor zyn meestres,nbsp;bewyzen:

Een Schootie zo als gy, zou in den Haag van haar man niet alleen,

Maar van een heel regiment jonkertjes en vreemdelingen worden geviert en aangebeên.

Uw man zou geen grootcr vermaak hebben , nog zyn geld beter kunnen befieden,

Dan

-ocr page 29-

B L Y S P E L. nbsp;nbsp;nbsp;15

Dan om udefchoondejuweelen te kopen en na de nieuw-fte mode te kleden

Niets zou te kostlyk zyn voor Mevrouw: een dubbelt huis op de Vyverberg of in ’t Voorhout,

In een nieuwerwetfe Allemande, vernist van Martin en ingeleid met gotid,

Met een fluks koetfier met knevels ’erop, zou Mevrouw de tour reyen:

Geen lompe boere jóngens, m^ar gelubde Heertjes, in prachtige livreyen,

Zouden uwe knegtszyn: daaglyks zou Mevrouw gaan ten Hove, in de Comedie, op een Cotterie, of opnbsp;’t Bal

Enfin gy zoud zyn du dernier hicn.

L H o N o R R.

Ik weet niet hoe ik myn Vader hier toe bewegen zal.

Li ZETTE.

Mevrouw.gy moet met een fiere ftandvastigheid.gclyk een Weduwe past, uw Vader trachten te Overreden,

Zonder nogtans de eerbied, die een dochter haar V ader verfchuidigt is, te buiten te treden.

Gy moet hem aantonen, dat een flyve Vries niet'geboren is om uw man

Te worden ,en u gelukkig te maken,-dat gyin uw eerste huwlyk de droevige ondervinding daar van

Hebt gehad : dat zig een voordeliger party opdoet 0111 met u te paren ,

Die meer na uw genoegen zou zyn ;een Haags Officier, W'elgemaakt, ryk en omtrent van uwjareri.nbsp;Leonobe.

uit de


brief hebt gezien,

Myn Vader is te zeer tegens hem ingenomen, gelyk gy

ant zekeriy k is ’t van 't hem, dat hy fchryft; hy zal zulks nooit toeftaan.

L I z E T T E.

Miffchien,

Myn

-ocr page 30-

i6 De HAGENAAR te ENKHUIZEN,

Myn Heer uw Vader is een reedelyk man, en zal moog-lyk wei zyn te belezen.

L E o N o R R.

Ik heb zelve reden om over de indiscretie en wiltzangery van den Graaf te onvreden te wezen.

Lizette.

Men moet iets aan zyn jongheid en levendigheid toegeven , dat is geen zaak

Van belang.. Maar daar is uw broeder: die opfchik is van een nieuwe finaak.

ZESDE TONEEL.

Leonore, Lizette, Ligthart.

HLigthart. a! gen dag, zusje.

Leonore.

Goeden dag broeder, het geluk van u te zien mag ons zelden gebeuren.

Ligthart.

Wat zal ik je zeggen, zints dat ik u niet gezien heb, heb ik een pret gehad uit den treuren:

Van den ochtend tot den avond, en van den avond tot en ochtend altoos plaifier.

Ik heb kennis onlangs gemaakt met de Graaf, een Haags Officier;

Het is deiieflle,de hupfle jongen ,die’er ooit ging over twee benen:

Gy weet dat ik onder de Noordhollanders altoos een nobel Baasje heb gefchenen,

Maar ik ben een prul by hem ; ik wist de manier niet,

hoe men by fatfoenelyke lui verkeert, nbsp;nbsp;nbsp;'

Voor ik hem kon; wat heeft hy my al mootje dingen in drie vier reizen geleert!

-ocr page 31-

fe L y S P E L.

2eg, zusje, vind gy my nier zeer verandertjtot myrt advantage zints eenige dagen?

Is ’t niet ongelooflyk ?

L E o N o R E.

Ik vind dat gy u hoe langer hoebélachly-ker wilt gedragen.

Li ZET TE.

Neen, geloof dat niet, ik heb u nooit gekent Zo aardiggt; zo galant, zo nét.

Ligthart.

Voor dezen was ik onnozel, en verlegen, als ik by Dames kwam te Salet:

Ik wist niet wat ik haar zeggen zou; maar je zoud nou verwondert (laan, Zusje!

Zag je me by de Meisies: ik v/ord grappig: met dé eene (ioei ik, de andere geef ik een kusje.

Ik zing, ik fpring, ik vlieg van d’een naar d’aêr: enfift ik ben thans het vermaak

Van ’t gezeKchap: by oude lui ben ik modest; maat rtiét een Meisje onder vier ogen een fnaak

Die ondernement is en flout; hoor; niets kan hel Vtoü-welyk gedacht meerder behagen,

Dan dat een jong Karei, zig niet bleu, maar mêt èeft ed’le (loutmoedigheid weet te gedragen.

LeoNore.

Broeder, gy werd ten ecnemaal bedurven, en zult föt Lichtmiflery overflaan.

Lizette.

Hé Mevrouw! een weinigje Lichtmisfery kan ook een Jongman niet misftaan.

Ligthart.

Dat dunkt my ook; maar Zusje wilde wel dat ik my iaS mode it als een Dominé zou houwen.

Lizette.

Maar, Mevrouw, het is niet onnatuurlyk dat eén Jongman veel houd van de Vrouwen.

B nbsp;nbsp;nbsp;Dast

-ocr page 32-

i8 De HAGSNAAR te ENKHUlZFN,

Daar is niets dat de Mans meer befchaaftheid dan haar ommegang geeft.

L I G T H A R T.

Lizette heeft gelyk: zy is ook die geene, die my het eerde lesje van belchaaftheid gegeven heeft;

Ik zal het nooit vergeten; maar wat ben je belchaamd, myn loftuiting geeft een blos op uw kaken ;

Waarentigj lang leeve de mooije Meisjes! zy zyn de ziel van alle vermaken :

By voorbeeld, niets is prettiger als met een Meisje aan tafel te zitten, die een drinklietje kweelt,

En dat men onder het klinken der glaasjes, zo een En* gelinnetje kufl: en llree.t.

Wy Noordhollanders verdaan ons de vreugd niet, als wy de Vrouwen uit ons gezelfchap bannen;

Wy gaan in ’t Wynhuis om te drinken, en zitten als ftoïlche Philofophen tusfchen de glazen en kannen.

De Hag enaai's hebben de trant van te pretten, gifteren avond heb ik een maaltyd gehad

In de Toelaft op de V iflersdyk, met onzen Graaf, en met de liefde, met de mooide Meisjes van de dad.

Het waren franfe Kooi dedanders: hy heeft ons puike wyn, en lekkertjes te eeten geevcn.

Ei, hoe heete hy het ook . . . ja derk met Coulis ge. prepareert; ik heb van myn leven

Zo veel vermaak niet gehad: wat wierden ’er aardige dingen gezeid en gedaan: wat hadden die Meisjesnbsp;bekoorlykheid en geest,

]k wenfchte om een dubbeltje, dewyl ik u als een goed broeder alles goeds gnn,datj’er by waart geweeft.

L E o N o R E.

'Die Graaf 's, na ik hoor, een goed meefler voor u, en leert u al fraaije zaken.

L I G T H A R T.

’t Is zo een lieve Jongen! je moet wat nader kennis met hem maken.

Wy

-ocr page 33-

n L Y s P E L. nbsp;nbsp;nbsp;I£gt;

Wy moeten reis onJer ons vieren, met me Blesjes, een tourtje door de Streek doen.

L I Z E T T E

Maar, myn Heer, hoe zou dat te pas komen.? roet ons vieren, wel dat was geen fatzoen.

L I G T H A R T.

Daar fchiet my iets anders in den zin, ik moet van avond in de Toelaft die zeive Koordedansiertjes trac-teren.

Ik heb alles belielt, je moet mcê eetcn, en Lizette ook, wy zuilen ons als kneutjes diverteeren.

Lizette.

’t Is zeer flateus voor ray, myn Heer.

Lquot;e o N o K E.

Als ’t u gelieft, mits dat Vader mee van de party is, wyl ik hem van daag

Nog hier verwacht.

Ligthaut.

De Diker! komt Vader van daag? dat hem de muizen byten! wat boze plaag.

L E o N b R E.

ó Ja, en de voornaamfte oorzaak van zyn fcoiüfl; zyn u* we buitenfpoorighedcn,

Daar hy van onderrecht is.

Ligthaut.

Wel mag men zeggen dat die Vaders lastige Ichepzels zyn, en met reden.

Zie daar ons gantfche voornemen in diwgen: hy komt waarlyk nu heel te onpas:

Nou, Zusje,, ik zal de gasten verzoekende raaalcyd uit te fteilen tot op een ander tyd, en dan ras

Na de Visfers Dyk lopen omhet af te zeggen : gen dag.

ZE,

-ocr page 34-

20 De HAGENAAR te ENKHUIZEN, ZEVENDE TONEEL.nbsp;Leonore, Lizette.

u,

Lizftte. nbsp;nbsp;nbsp;rven.

w Broeder leert de kunst van wél te le-Leonore.

Zeg liever dat hy zig bederft, door zig in een maalftroom van kwaad gezedchap te begeven ,

En dat hy na aapt de belaehlyke airs en onordcntlyke levensivys

Der Haagle Jonkertjes, een volk dat nog onverdraagly» ker is dan de Petit maitres van Parys,

Wyl zy alle hunne gebreken bezitten, zonder hen in aar* digheid of verftand te evenaaren.

Maar daat komt iemand ach I ’t is Bouke Grien, fe-dertdat inyn Vader wil dat ik met hem zal paren , Vind ik hem nog veel lomper en onaangenaamer als voor-Li ZETTE.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(heen.

Dat is natuuriyk. Ga heen , Mevrouw, ik zal voor u die vifite wel opwachten. en hem op zyn Haags zynnbsp;affcbeid geven , zo ik meen.

ACHTSTE TONEEL.

Boüke Grien, Lizette, makende veel Complimenten,

SBodke.

chied uut, fchied uut met al dy complimenten. Lizette.

Cy zyt uit den aart van zulke heufche en polite zeden,

Dat men verpügt is,om u allecomplimenten en beleeft-l'e bewyzen. nbsp;nbsp;nbsp;(heden

Boo-

-ocr page 35-

21

B L Y S P E L.

Booke.

Al dat rabbeljen kan nvt helpen, zeg my waar ik de Juffer fyne kan.

Lizette.

Zy is belet.

B o n K E.

Se moeste noit gin belet hebben for har aan. ifaande Breigeman.

Lizette.

Gy haar aanflaande Bruigom?

B ü n K E.

Ja ik, ja ik. Faam! wat wuuste der van heffen ?

L1Z E 1 T E.

Ik vraag excuus myn Heer, uit uw fty ve houding zou men onmooglyk befeffen.

Dat gy ’er bruigom waart, ik kan my niet houden van lachen, ha, ha, wat lompe vent!

BotKE.

Famke! dou fleste ’er beieeft en iodrig uut, mar dyij praat is difels inpertment.

Lizette.

Maar niyn Heer. . . .

B o n K E.

Ikhietginmen Heer,myn naam isBoiike Grien, dat moeste weten:

Dat fetrgen fan men Heer mag ik niet horen, o n dat fo feul flegte lieden ook fo heten.

Lizette.

Wel nou dan Bouke Grien, als het Bouke Grien moet zyn, ik bid dat gy eens in de fpiegel kykt :

Oordeel zelfs eens of gy een portuur zyt oin met Me» vrouw te trouwen , en ofgy haar bruigom gelykt?

Gy ziet zelf wel dat u dat wammes niet zou pasfen, ik zal je vertonen

Een jong Haags Heertje, dat hier voor een week of drie is komen logeren of wonen.

B 3 nbsp;nbsp;nbsp;Dsar

-ocr page 36-

2z De OilGENAAR te ENKHUIZEN,

Daar moest gy een mode! na nemen , dat is een regt jonkertje van de mode , galant en heleeit;

Schoon hy by dc Paryfe petit Aiaitres nog in hetniinfie geen handwater liceft.

B o C K E.

Ik wed het fal dat FTaagle Jonkertje weefen daar ik fan hoor fo feu! gel'prekken :

Ik wuude dat ik him zag, Ie leggen hy is de grootfle lan aiie gekken.

L IZ E T T E.

Spreek met wat meer refpedt van een Hagenaar , en vooral van een jonker van geboorte en ilvaam.

BoDK E.

1 Wat rabbelfte fan geboorte, ben ik fo wel niet geboren as hy V h aam!

Cf is hy uut een ey gebroed ? en En die hinden wyTer en eerlykerV wel ik moet ’er meê Ipotten :

len goed gedrag en braaf Geld is dc beste Adc-, dc rest is foor de zotten.

LizETTE. nbsp;nbsp;nbsp;(verlland

Dat is de ordinaire taai van boeren en kooplui,die geen

Van den Adel hebben, en als geleerde ipreken op een' l'hiiolophife trant.

Maar daar komt de Graaf zelf.gy kunt nu uw nieuwsgierigheid voldoen , na uw lust en behagen,

NEGENDE TONEEL.

Li ZETTE, Bocke Grien, De Graaf.

M nbsp;nbsp;nbsp;Lizette.

yn Heer, ik kom u deze perfoon, cm wat te on:-bolstren , voordragen;

Hy heeft zulks hoognodig, dat kimt gy aan zyn postuur en bonding wel zien;

Mi'ar gelieft voor al niet te vergeten dat zyn naam is i'üuke Grien.

TIEN-

-ocr page 37-

B L Y S P E L, nbsp;nbsp;nbsp;23

TIENDE TONEEL.

De Graaf, Boüke.

ZD E Graaf.

y heeft gelyk,de Phifionomie van die man is niet prevenant, en zou ons geringe gedachten vanzynnbsp;perlbon geven.

j, Maar dat is niet met al; laten wy hem politesfe doen, en tonen dat wy beter dan hy weten te leven.nbsp;Tegen tiouke.

Myn Heer, is ’t my gepermitteert te mogen weten, aan wat geluk of qualiteit,

Jk redevabel ben, voor d’eer dat gy my met zo een particuliere attentie befchouwt?

Bouke.

Aan de nyschierigheid.

De Graaf.

Permitteer my te vragen of ik myn Heer ook van eeni-ge dienst kan llrekken ?

Bodke.

Ja, feg my of je dy Haagfe Graaf binne ? der ik fan hoor io feul gefprekken,

U E Graaf. d l Ja tot uwen dienst.

Bouke.

As dat fo is, kom an, dan fal ik fitten gaan om jou ris te befien.

De Graaf. nbsp;nbsp;nbsp;(plimentcn.

Myn Heer fchynt geen liefhebber van coin-. Bouke.

Neen:

Maar nau, fet je ris in postuur, en toon je potfen, het fel me fermaken ;

Fertel wat raars, ik kom allien ora jou en fien te hoo-ren jou faaken.

B 4 nbsp;nbsp;nbsp;De

-ocr page 38-

94 De HAGENAAR te ENKHÜIZEN,

De Graaf.

Ho?! Bouke Grien, myn vriend, gy fpot met my, na ik omtrent uw taal kan verdaan;

Zo veel te beter parbleu, zo veel te beter, legt gy het met my aan ?

Jk efiimeer veel luf van verftand,al moeften zytenmy-nen kosten brilleren;

]k zie gy zyt hier gekomen om uw promtitude eenste-gens de mync te exerceeren ;

Begin maar, dat is voor my een aangenaam amulèment; maar permitteer my dat ik u onderriebt

Dat ik een ruw fpeler ben; en beter ruiters, als gyzyr, heb ik uit den zadel geügt.

Verzint eer gy begint, het raogt u ligtelyk berouwen;

Als ik heet word ben ik als buspulver, ik moet u als een vriend waarfchouvven.

Myn harszens zyn een vuurwerk, dat niet als vuurpylen en moordflagen uitfehiet,

De eene flag vervangt den anderen, ’t is niet als vuur en vlam dat men ziet.

Hoe! zytgy poltrop . . . ? hebt gy de fpraak verloren? allons, h is nu uw beurt ... wil beginnen;

Attaqueer my . . . ik ben en garde ... ik hou niet van zo gemakkelyk t’overwinnen.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(aan,

Gy viel couragieus met een groote furie in het eerde op my

En op de minde refistentie, blyft gy roerloos, als een fteene beeld-, ftok ftyf (laan:

Beken uw defaite.....ik bid verwaardig niy ten

minden antwoord te geven ....

Hdm . • . wat bliefje ... ik word dol . . . fpreek tog... ei lieve geef eenig teken van leven ...

flpla Hei . . Bouke Grien, flaapje? . . . kom word wakker . • . kyk dar ftonime dier!

ïk geloof dat hy het expres doet om myteenrngeren... met dat plaifier

Zal. hy niet hebben ... ik zalöok een Vries diftours

ma*

-ocr page 39-

B L Y S P E L. nbsp;nbsp;nbsp;zs-

maken , en zien wie eerst de ftilzwygentheid zal breken.

Hy gnat over Bouke Grien zitten; ziet hem lang aan zonder [preken. Eindelek groet by hem op.nbsp;een Jiyve voys, en zegt,

Dei hym Hyte..- Dei hym Hyte... ik geloof waar-achtig dat de vent niet meer kan fpreken:

Zo ieraant nieuwsgierigheid had om ons aan de deur te beluisteren, die zou mooi betaalt zyn:

By groet bem beleeft.

M3'n Heer, ik. moet zeggen gy hebt een aangenaameeon. verfatie, uw oordeel is fuhliem en fyn.

Men kan veel van u leeren, gy hebt geestige invallen, gy vertelt aardige zaken,

Als ik als gy W'as, ik nam altyd iemant by my, die ze opfchreefjom ’er een verzameling van te maken:

Waar haalt gy het van daan ? uw gedachten zyn fpirituel, uw prompte antwoorden hebben recht val.

Ik hoop dat ze het licht'zullen zien, ik geloof dat de drukker daar goede aftrek van krygen zal.

B on K E,

Die knaap fuude op ons markt wel fpeelen kennen; nau ik Avyge liever sis gekheid te verklaren ,

En gaan liever weg, as lo ien te horen: dag dan, je fel met vervolg jou fothcid felf wel openbaren.

Jk was nyfchierig om je te fien, en of je fo geklyk waren , als gefeid word;

Ja uws werken gaan feer je naam te bofen, men doet je niet te kort.

Jy doet je skade, dat je jou felFs niet for geld laat be,-kieken.

Ja je benne ien byster rare Hansworstje fuudemnklyk ien daalder van elk Ipel na jou kennen ftrieketv

E L F -:

-ocr page 40-

De HAGENAAR te ENKHUIZEN, ELFDE TONEEL.

De G h a a F.

k zou dien lompert wat anders Ieren als hy een degen droeg, ik zweer...

TWAALFDE TONEEL,

De Graaf, Leonose, Lizette.

WLizette.

el nu, hebt gy onzen vriend wat ontbolstert en befchaaftheid geleert, myn Heer Vnbsp;De Graaf.

Ach! fpreek ’er niet van, gy gaf my daar Ie plus fot aniina!, liet iompfte koetspaard onder handen, datnbsp;men kan bcfchouwen.

Leonore.

Geef andere eertitels, als ’t u belieft, aan een man met wien ik üa te trouwen.

De Graaf.

Gy niet hem trouwen? had ik zulks geweten ik had hem hals en been gebroken , dat onheblyk dier.

Maar gy badineert,

Leonore.

’t Is reëel, ik fpot ’er niet meê; myn Vader komt expres om dit huwlyk hier.

De Graaf,

Gy nemt zulks toe ?

Leonore.

Ik zou moogly k zulks niet gedaan hebben, had gy meer redelykheid bezeten;

M aar uwe iiidilcretie en winderige airs...

Lizette,

He, Mevrouw ,detyd is tekostlykom met kyven le werden verlieten.

La-

-ocr page 41-

B L Y S P E L. nbsp;nbsp;nbsp;17

Laten wy het ééns zyn , en ons gezamentlyk toeleggen om aan Bouke Grien

Een blaauwtje te geven : ei, Mevrouw, wil alles vergeten, en de dwaling van myn Heer over ’t hooft zien.

L EONORE.

Ik ben waar'yk te goed, ik wil voor deze reis nog wel alles vergeven,

Dog zekerlyk voor ’t laatst, en op voorwaarde dat gy in ’t toekomende discreter en ingetogener zult leven.

Myn Vader l'taat aanKonds te komen , matig dierhal-ven die franf'e levendigheid, voor een poos,

Als gy hem ziet; vooral, myn Heer, weinig airs, en geen geafFeÖearde manieren altoos.

De Graaf, geafeamp;eert.

Ik verklaar op myn eer dat p' de eenvoudigheid en ne-drisheid uit myn gezicht zult kunnen lezen.

Ja ik prorelteer dat ik voortaan zo ftyf als een geboore Noordhollander zal wezen.

Leonore.

Ter zei ver tyd dat gy zulks belooft doet gy het tegen, deel; ik beken het (laat u fchoon

H«c hooft in de nek te flaan,die draaijen met UW arm, te /preken op.een toon. ...

Lizette.

Maar, Mevrouw, begeert gy dat myn Heeropzynjaren zig als een Cato of Seneca zal gedragen V

De Graaf.

Neen, Mevrouw requiteert dat ik het air van Bouke Grien aanneem, om haar te behagen.

Leon OR F,.

Myn Fleer ik begeer dat gy die gemaakte airs en die zogenaamde bon ton achterlaat.

En een gedrag aanneemt, dat u past, en op de reden gevestigt ftaat.

Met één woord dat gv het voorbeeld van uw Neef, den Colonel, zult naUrcven.

De

-ocr page 42-

as De HAGENAAR te ENK HUIZEN,

De Graaf

Pardonneer my, Mevrouw, ik neem na niemand een voor* beeld, ik ben gewoon die zelve te geven.nbsp;Leonor r

Dat kan men wel zien; maar gedenk altoos, dat ik het u niet vergeef. d.in met bedingnbsp;Van geen Soupees te geven inden 1 oelast, en vooral datnbsp;ik een wezendlyke veranderingnbsp;In uw houding en gedrag zal bemerken. Vaar wel: iknbsp;¦W'i! u groeten.

Kom volg my Lizette, laat ons heen gaan om myn Va* der te ontmoeten.

DERTIENDE TONEEL.

ZDe Graaf.

y fprak van ons Soupeetje in de Toelast.....en

fcheen daar niet in te zyn gedicht.

Klaar wie drommel heeft haar daar van kennisgegeven, en van myn doen onderricht?

Ik was ’er dezen avond weer gevraagt .. maar ik zig jonker Ligthart, myn eléve, herwaarts fpoeijen.nbsp;Die al myn doen en mlt;tn!eren navolgt, daar zal nog watnbsp;goeds van groenen.

VEERTIENDE TONEEL.

t^iCHTHART, De Graaf.

1 nbsp;nbsp;nbsp;L T G T H A R T.

[yn lieve Graafje, het fpyt my verbruid .gedoogdat ik u excus vraag,

Om dat ik u dees avond geen Soupé kan geven, wyl myn Vader van daag

Nog t’huis komt; ik verzoek dat gy de party tot op een andere reis M'ilc uicllellen.

DE

-ocr page 43-

B L Y S P E L. nbsp;nbsp;nbsp;29

De Graaf.

Ik Zou 'er ook niet van kunnen profiteren; maak geen excuus, myn vriend, over zulke bagatelien.

L1 G T H A R T. nbsp;nbsp;nbsp;(tyd ,

Maar het fpyt my te danig , want ik acht voor verloren die Die ik zonder de eer té hebben van by u te zyn, innbsp;ander gezelfchap verflyt.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(meren :

Üw Bmenipraken zyn zovee)lesfenvooriT)y,diemyfor-Ploe meer ik n zie, hoe meer ik begryp dat gy ons on* eindig komt te fiirpasferennbsp;Df. Graaf.

,, Voor een Noordhollander is dat mannétje al van een goeden l'maak.

LiCTH ART.

1'k bid u dat gy my leert Wat gy dóet om zo beminlyk te zyn: daar is zo iets*nbsp;ik weet niet war, dat my manqueert,

Ik kan het zo niet uitdrukken.

De Graaf.

Die I^avoir vivre zal u weinig moeite geven * Gy diftingueert u reeds van andere Noordhollanders doornbsp;uw kleding, door uw manier van leven ,

Gy hebt een goed fonds , een favorabel gevoelen van ii zelf, een houding, ja het bel air om kort te gaan.nbsp;Lig TH ART.

Ik het bel air, myn Heer ? gy kunt my niets vleijender nog aangenamer doen verftaau.

Ik heb altyd met zo veel yver daar na getracht., ik kan myn blydfchap niet betomen.

D E G R A A F.

Ik verzeker u, myn Heer, gy hebtgousty , gy hebt fmaak, gy zult verder komen.

Gy hebt een goed postuur, gy hebt gracie, oai voui avez fort bonne fafon:

Enfin gy hebt alle natuurlyke requifiten om getelt te worden onder lieden van de boa ton.

Maar

-ocr page 44-

30 De HAGENAAR te ENKfïUlZEN,

Maar de kunst moet u nog perfeélioneeren.

Ligthakï. nbsp;nbsp;nbsp;(leren?

Maar waar in beftaat die kunst, en hoe kan ik dic De Graaf.

In kleinigheden , die men obferveert; in bagatellen, die ons echapperen,

En haar agrement hebben , gelyk een zekere tournure met het hooft; een mouvement met de hand;

Met de fchouder; een grimlach, een opflag van het oog, dat teder is en galant.

Een bon mot op zyn tyd, een toon van de ftem, een manier van te groeten,

Van te gaan, te zitten, te fnuiven, eindclyk gebruik te maken van alle gelegentheden, die ons ontmoeten.

houd als een Comtoirknegt:

By exempel, permitteer my te zeggen dat gy uw hoed

Zi

.le

my aan, zo gaat men in den Haag, zo dragen de Heeren van ’t Hof den Hoed; zo, dat is recht.nbsp;Ligthart,

Myn Heer, ik bedank u voor uw onderrichting, ik za! ’er op pasfen, dat wil ik u beloven,

Niets gaat de liefhebbery die ik voor de airs, de welle-ventheid en de Politesfe heb, te boven,

De Graaf.

Al zagjes, myn Heer, loop u zelf niet voorby , laten wy, als ’t u belieft, die zaak met voorzigtigheid

Verhandelen : tusfchen de welleventheid, politesiè en airs, is een groot onderfcheid:

Men heeft welleventheid, men geeft zig airs, en men doet politesfe:

By voorbeeld; een wellevend man, die zynwaereld ver-ftaat (luister na myn lesfe:

Want dit is het esfentiëele van de kunst) ik zeg dat zo een man welleventheid en politesfe heeft

Voor anderen ,op dat hy het refpeft en de egards, die hy voor hen bezit, te kennen geeft:

Hy

-ocr page 45-

B L Y S P E L. nbsp;nbsp;nbsp;3t

Hy zoekt die geenen , die hem fuperieur zy n, te behagen , en hunne achting te verkregen.

In gezelfchappcn zal hy niet als obligeante zaken zeg-gen , de onaangenaamheden zvvygen.

Hy ieeiit de bonne grace aan dezen bet oor, terwyl hy vriendelyk met den anderen dilcoureert.

Dien flerat hy met een grimlach roe, terwyl hy met de-zen op een polite wyze disputeert.

Hy zegt een douceur aan de Moeder, en doet door een lonk aan de dochter zyne liefde geloven;

Doet hy iemand een dienst, de wyze op welke het ge-fchied, gaat den dienst ver te boven.

Weigert hy iets, zyn refus is op zulk een beleefde en engageante wyze ingericht,

Dat men zou denken voor de weigering zeive ten hoog-ilen te zyn verpligt

Geeft gy zyn vrouw een vilite, hy zal u tête a tête laten , en zig gracieus van daar begeven:

Dit noemt men een man die zyn waereld verhaat, een man die weet te leven

Na de ton.

Lig TH ART.

Dat is, na myn begrip, al een goed flag van een man; maar wat verftaat gy door de bon ton ? ei zeg hetnbsp;De Graaf.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(.niy.

.Eén ongegeneerde manier van leven, na zyn gousty, liber en vry.

Zonder zig re ftooren aan qu'en dira t'on: ’s morgens gaat men aan het toilet van de Dames en metnbsp;haar dejeuneren:

’s Middags uit eeten, ’s avonds op ’t concert of op een prié, en van daar met goed gezelfchap Ibupéren:

Men moet zyn dag wel bededen , en niets doen ais het geen vermaakt en amufeert.

's Morgens kan menen negligé uitgaan, maar s’avonds moet men proper zvn geadjulieert.

Wilt

-ocr page 46-

32 De HAGENAAR te ENKHUIZENi ‘

Wik gy by de Dames gezien zyn, moet gy geen flacons met odeurs vergeten,

En vooral uw garnitures eii nipes uit Parys ontbieden, wyl onze Luitjes van geen gousty weten.

JLj I c: T H A R T.

Dat zou men op zyn Enkhuufens een leven van vrolyke Fransje noemen; maar wat is nu een politesfenbsp;of compliment.

D E G R A A F.

By voorbeeld; iemand zal verkeerde politesfès doen, om dat hem de etiquettes van de Stad of het Hofnbsp;niet zyn bekent.

Hy zal u met zyn complimenten asfomraeren, en eeuwig ceremoniën maken:

'Om u zyn achting te betuigen, zal hy u, omhelzende, den rug doen kraken,

Of de vingers plat drukken; hy zal oni u op de hoger hand, zo hy ’t noemt, te doen gaan,

U blaauwe plekken in de armen nypen, ja zig liever dood laten flaan,

Of u door de deur floten, als dat hy het eerfte binnen zou treden.

Dit noemt men beleefde lompheid of lompe beleeftheden.

Wacht u daar voor al van.

LI GTH A RT.

Ik zal.

VYFTIENDETONEEL.

De Graaf, Ligtharï, Gerard, 'i verfebiet.

I.

Gerard.

Lk heb myn Zoon overal Gezocht; maar ik zie hem daar by die Jonker: laat onsnbsp;horen, waar over die famenlpraak handelen zal.

Ligt-

-ocr page 47-

B L Y S P E L. nbsp;nbsp;nbsp;33

LIG T H A R T.

Wat zvn Airs.

De Baron.

En welgemaakt Man geeftzig Airs, om dat hy zig zelven kan behagen ,

En om andere een Idee te geven van het relpeft, dat men zyn perfoon moet toedragen,

Onr hen te doen begrypen dat hy verdienste, rykdom, verftand en geboorte heeft,

Dat hy zulks wei weet, en dieshaivcn begeert dat een ieder daar acht op geeft.

Komt hy op de wandeling, hy (lapt moedig met het hooft in den nek, de eene hand aan den degen,

De andere in den broeksband, even als of hy zeggen M'iide tegen

De geene die rondom hem zyn, „ Heeren, maak plaats, laat my eens voorbygaan,

„ Ziet eens naar my, ben ik niet wel gemaakt ? heb ik geen goed Air, vind gy niet dat die kieeren my welnbsp;(laan ?

3, En gy charmante Beautés die my metzo vcel-admiratie

komt befchouwen,

„ Zoud gy,my ziende,u wel van liefde kunnen onthouwen.?

Gaat hy langs ftraat en ziet iemand van kennis, die hem groet,

Hy buigt met een zeker air de protedlion, als ofhyzeg* gende wilde, „’t is goed,

,, Ik wensch u goeden dag, Mynheer, ik zal eens by ge-legentheid om u denken,

„En zo gy ’t ’er naar maakt, ik beloof het u, ik zal u myn befcherming fchenken.

Komt hy op d’afTemblé hy enfonceert zig in een feau-teuil in den hoek van den haart,

De beenen over malkander , fpeelt met zyn voeten, üreelt met de eene hand zyn baart.

En fchikt met de andere zyn jabot in order, hy neurit een air, en fchynt zig zel-ven dus te onderhouwen.

C nbsp;nbsp;nbsp;Waar-

-ocr page 48-

34 De HAGENAAR te ENKHüIZEN,

Waarlyk ik zie ’er fchilderaehtig uit, myn gezicht verwekt liefde in alle vrouwen.

Komt hy by een Burgermeisje, dan is ’t, „ha! dag lieve Bruinecje, hoe vaart gy al, Zus ?

„ Gy ziet ’er engelachtig uit, kom gaauw naast my zitten, geef my een kus.

„ Laat dat neusdoekje zo digt niet toe zyn: foei, gy moet zo befchaamt niet wezen,

,, Dat flaat veel te ftyf.laat ons familjaar leven, wil niet vrezen.

„Gy draait uw hooft om, gy fchikt weg, gy krygt een kleur, is ’t mooglyk dat men een man,

„ Als ik ben, om een gering faveur zo lang laat bidden, ik laat Haan het weigren kan ?

„ Myn onnozel Schaap! gy weet nog niet te leven, be-fchaamtheid is uit de mode, wil naar my horen.

Ligthart.

Van dat onderwys wil ik my wel bedienen.

De Graaf.

Het geen ik daar zeg, komt fom-mige wat onbefchoft te voren. Maar het is noodzakelyk, men moet toonen hoe veel mennbsp;zig zelven acht, men moet zig wel voordoen,nbsp;En flout genoeg zyn om publiek te zeggen, „ik heb houding, ik heb verftand, ik heb hart, ik heb fatzoen,nbsp;De Waereld estimeert ieder tot dien prys, waarop hynbsp;zig zelven (lelt; maar van alle fouten en gebrekennbsp;Die een man kan bezitten, is ’er geen die ik grover ennbsp;detestabeler reken

Dan de zedigheid , die is het die de ware verdiensten verdooft en levendig begraaft,

De vrymoedigheid, parbleu! de vrymoedigheid is het, die ons met qiialiteiten begaaft:

Die onze vivaciteit,die onze fiavotr vivre in ’tdaglicht ftelt en doet leven.

aiiuoi.

.fi3V/tJ' nbsp;nbsp;nbsp;LiöT-

-acsV/

-ocr page 49-

35

B L Y S P E L.

LiGTH ART.

Nu weet ik eerst regt wat airs zyn, ventre blaauw ! wat zal ik my al airs geven.

Gerard.

15 Myn Zoon is vry goed aanneenis voor die lesfen, en dit is al een llichtelyk onderhoud,

Ligthart.

Maar dewyl wy op dit ftuk zyn , bid ik u, Mynheer, dat gy my eens kortelyk ontvouwt

Wat hoedanigheden noüdzaaklyk vereischt worden, om een Man van de Waereld te zyn, dat wenscheenbsp;ik wel te horen.

De Graaf,

Men moet met een goede provifie van vertrouwentheid en goede gedachten van zichzelven zyn geboren:

Met een natuurJyk penchant tot raillerie en medifance, daar by

Een heerfchende fmaak voor ’t piaifir,ja zélf een heet» je voor de ligemisfery:

Met een lierke trek voorde coquetterie, de wyn, de Vrouwen , en ’t fpelen.

Ligthart.

De Hemel zy gedankt! hy kwam my rykelyk alle die deugden mede te delen.

De Graaf,

Maar alle die qualiteiten zyn byna onnut, ja zo ik het zeggen mag, niets waart,

Indien de natuur dezelve met geen byzondere gratie heeft gepaart.

Men moet in alles een ongegeneertheid, goede linaak en vivaciteit betonen:

Men moet aardig en badinant zyn , en om een bon mot te zeggen, zyn besten viiend niet verfchonen.

Een bon mot gaat voor alles, ja als ik de keuze bad, ik zou met meerder vermaak

Op een gratieufe wy ze een onbeieeftheid zeggen, als een poliielfe doen. in een onbevallige fmaak.

C2 nbsp;nbsp;nbsp;Al*

-ocr page 50-

36 De HAGENAAR te ENKHUIZEN,

Als men maar iets piquants , iets met agrement , iets nieuws, iets aardigs weet te bedenken,

Heeft men zig aan de rede niet te bekreunen , het fpirituelle kin niet brilleren , zonder de redenbsp;te krenken.

Gerard.

„Wat onbefcbeidentheid!

L IG T H A a T.

My dunkt, Mynheer. dat ’er nog een voornaam point of twee aan uw onderwys manqueert.

De Graaf.

En welke zyn die?

Ligthart.

Hoe men op een onbedwonge wyze liegt en met de beste gratie vloekt en zweert.

De Graaf.

Die Idéé is juste, niets kan meerder embeilisfement aan de converfatie toebrengen,

Als op een gratieufe wyze, van tyd tot tyd, een waar-fchynlyk leugentje daar in te mengen:

Een energyque vloek, op zyn plaats en tyd gebruikt, is mede van een byzondere kracht.

Schoon men het niet als in rufie of by ’t fpelen moet appliceeren, en het by zommige, als reeds uitnbsp;de mode , werd veracht.

Ligthart.

O! in die twee kunsten ben ik Profesfor, die behoeft gy my niet te leren,

Ik kan liegen dat ik zelf geloof dat het waar is, en om bet te bevestigen met de beste gratie zweren

By me Ziel, by tneSieterna, by me bjan, amp;eetera, en vloeken, dedekfell potdomi! datjou de duivel haailnbsp;Gerard,

,, Die ondeugt,

De Graaf,

Foei, Mynheer, die vloeken zyn du dernier bourgeois, it Schooljongens bekent en van een lage taal,

Men

-ocr page 51-

B L Y S P E L. nbsp;nbsp;nbsp;37

Men moet voor het minst op zyn Eer zweren, en geen andere gebruiken als nieuwe en energique vloeken.

De eerste reis dat ik u weerzie, zal ik meebrengen een van de beste en leerzaamfte boeken

Voor een jong Heer, namendyk een verzameling van vloeken, door een Oost-Indiesyaar opgedeit.

Dog na de nieuwste gousty verbetert door een Ritmeester van de Housfaren, die zyn geit

Met fpelen verloren had.

Gerard.

Myn gedult is ten eind, ik kan myn gramfehap niet inbinden.nbsp;Ligthart.

De dekfel! daar is myn Vader, ik dacht niet hem zo dicht by ons te vinden.

Gerard, febertiende tegen de Graaf.

Veroorloof my , Mynheer ! dat ik op de krachtigfte wyze myn dankbaarheid betoon ,

Voor de goede en ftichtelyke onderwyzingcn , die gy gegeven hebt aan myn Zoon.

tegen Ligt bare.

En gy, myn Zoon! het is my lief dat ik zie, hoe gy uw tyd gaat bededen.

Ligthart verlegen.

Myn Vader, die Heer heeft de goedheid... my te leren... de manier... de reden....

De Graaf,

Ja Mynheer, ik zal hem nog wel andere dingen leren, daar gy niet

Kwalyk aan doen zotid, dat gy ’er u ook in pnderwyzen liet.

Gerard, tegens Ligtbart.

Gaat heen; ik zal u daadlyk eens andere lesfen geven.

* I

-ocr page 52-

38 De HAGENAAR te ENKHUlZEN,

ZESTIENDE TONEEL.

De Graaf, Gerard.

PDe Graaf.

arbku! ik defieer u, hem zo veel verftand en air te geven in al uw leven,

Als ik in een quartier uurs gedaan heb,

Gerard,

IVJynheer ik wenschte, eer wy verder gaan . Te weten, wat gy verftand noemt, en waarin gy oor-deelt het eigentlyk te beftaan.

De Graaf.

Ik begryp dat het verftand aan de ziel , even als de houding aan het lighaam ten ^ieraad moet ver-ftrekken,

En ’er dat brillante, dat bevallige, dat levendige, je ne fgais guoi ^ in verwekken.

Ja ik oordeel, dgt het voornamentlyk faeftaat dat men met veel woorden niets zegt.

En aan de minfte kleinigheid een aardige draai geeft, en een fchyn van nieuwigheid aan de gemeendenbsp;zaken hecht.

Gerard,

Zo gy dat verftand noemt, hebben wy het hier niet, ja vt'y achten ’t ons ten voordeelnbsp;Zulks niet te bezitten; maar verftaat gy door het ver-fiand een gezond oordeel..,.

De Graaf.

Ik ben niet dwaas genoeg om het verftand te verwarren met het gezond oordeel,neen, Mynheer,ik bid dat gy ’t my vergeeft.

Het gezond oordeel. is niet anders als dat gemeen oordeel dat jan en alle man heeft.

Jilaar het verftand komt alleen van Parys , dat is de Moeder der fraaije verftanden;

Dat

-ocr page 53-

B L y S P E L. nbsp;nbsp;nbsp;3ö

Dat is om zo te fpreken , de Stapel , het Magazyn waar uit alle andere landen

Verzien worden: het verftand geeft ons van alles een fuperficieele kennis en fmaaic,

Dat maakt een man aangenaam, vif, beminlyk, ja het vermaak

Der gezelfchappen, met één woord een man naar de mode; het zogenaanit gezond oordeel daartegen w il van alle zaken

Die het met de grootste naauwkeurigheid onderzoekt, en meent te verftaan, Mathematifche waarhedennbsp;maken.

Zulk een man is een last der gezellchappen, verveelend, pedant, een fimelaar.

Met één woord een ....

Gerard.

Een Noordhollander wiltgy zeggen, niet waar ? De Graaf.

Uit beleeftbeid wilde ik het woord verzwygen; maar gy hebt de fpyker op den kop geflagen.

Gerard.

Dat is te zeggen.zo ik wel begyp uw manier van denken , en het geen gy daar even hebt voorgedragen,

Dat een Noordhollander gezond oordeel bezit, maar het verftand mist.

De Graaf.

è Ja.

Gerard.

En dat een Hagenaar,als gy,verftand heeft, maar gezond oordeel ontbreekt.

De Graaf.

Zo is ’c.

Gerard.

De Hagenaars hebben u yeel verplichting voor die be* fchryving; maar nu moet gy my ook vergunnen ,

Dewy] gy zelve van het gezond oordeel afftaat, dat ik met recht het verftand u zal weigeren kunnen.

C 4 nbsp;nbsp;nbsp;-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;De

-ocr page 54-

40 De HAGENAAR te ENKHUIZEN,

De Graaf,

QuelU idéé kunt gy my iets weigeren ? het geen gy zelve niet bezit.

Gerard.

Ik neem aan

U te bewyzen dat geen verftand zonder gezond oordeel in rerum natura kan beftaan.

De Graaf.

In rerum natura is een term die zeer naar de fchool-geleertheid fchynt te ruiken.

Gerard.

Mag dan, naar uw begrip, een fatzoenlyk man geen latyn-lêhe fpreekwys gebruiken,

Vooral als men zaken verhandelt die Studie of geleert-heid aaangaan;

Daar gy, Jonkertjes, met gebroke frans (waar van ik twy-fel of gy dezelve de helft wel zoud verdaan)

Onze Nederduitfche moedertaal , die in rykheid niet hoeft te zwichten voor andere fpraken,

üpeenbelachelyke wyzerabraakt en onverftaanbaardurft maken.

Maar dit overgeflagen, ik hou ftaande dat men door het verftand het gezond oordeel behoort

Te verftaan, en dienvolgens.....

De Graaf.

Ach! Mynheer, wat begint gy ? gy klampt my met een argument aan boord.

GeR ARO.

Ik zal u bewyzen.

De Graaf.

Neen, Mynheer! men bewyst my niets, ik ben niet te overtuigen.

Gerard.

Jk zal echter uw hartnekkigheid voor de kracht van my-ne redenen doen buigen.

De

-ocr page 55-

BLYSPEL. nbsp;nbsp;nbsp;41

De Graaf.

Dat is een fchoone diamant, hy is wel gemonteert, apa-rent is hy te Parys gezet.

Gekard.

Zie daar onze man van verfland, die dooreen wisje was« je in zvn raifonnement word belet,

Die zig met kleinigheden bezig houd, onder de verhandeling van ernftige zaken.

De Graaf.

Maar, Mynheer, bemerkt gy niet dat ik op een polite wyze een einde zogt te maken

Van een reden voering die niy ennuieert?

G E R A K n.

Het gezond oordeel fchynt u tot een last

Te firekken, en gy houd u niet op als met gekheden, ’t welk aan geen verftandig man past,

De Graaf zingt.

Sans ramour amp; fans fes charmes,

Tout languit dans l'unhers,

Gerard.

Daar fcheclt nog veel aan voor een jongman, die zig beroemt te verftaan de kunst van wél te leven ;

Maar ik ben al te goed om my met zulk een gekskap in redentwist te begeven.

De Graaf.

Al hoog genoeg, Mynheer! ’t is billyk dat men zig raillerende verweert,

Zo lang men ons op een polite wyze en met bon mots attaqueert.

Maar als de inpertiiientie zo ver gaat, dat men ons be-(laat te honen,

Hy trekt zyn Degen.

Geven wy hiermede antwoord; dlons, ik zal u tonen.

Z E-

-ocr page 56-

42 De HAGENAAR te ENKHUIZEN, ZEVENTIENDE TOONEEL.nbsp;De Graaf, Gerard, De Baron.

De Baron grypende den Degen van den Graaf.

raat af, Mynheer! denk dat gy in Enkhuizen zyt, daar men niet ongeftraft den degen trekt.

De Graaf.

Parbleu! men zou niy ennuieeren en ik zon ’t niet mogen zeggen , ik zou my zien begekt En gefcholden, en zulks zou impunement gefchieden;nbsp;neen, ik wil fatisfaflie hebben, al zou ik my opnbsp;de gantfche ftad wreken.

Gerard.

Ik heb al myn bezadigtheid nodig om niet in rechtvaar, dige grarafchap te ontfteken.

Ü E Baron tegen den Graaf,

Bedwing uw drift, en bedenk waar gy zyt.

DeGraaf.

Ik ga, want zo ik langer bleef, ik w^as my zelven geen meester meer.nbsp;Adieu,indien gy hart hebt,zal ik u buiten de ftadfpre-ken, verftaje Noordhollands Heer.

ACHTTIENDE TONEEL.

De Baron, Gerard.

IDe Baron. k vraag u vergiffenis voor hem. Mynheer, ik bid datnbsp;gy de driften wilt verfchonen,

Die een jonge losbol, die eerst uit zyn Moeders keuken komt, u kwam betonen ,

Die meent dat ieder zig na zyn zeden moet fchikken, en alle andere gewoontens veracht,

G E*

-ocr page 57-

B L Y S P E L. nbsp;nbsp;nbsp;43

Gerard.

Mynheer! gy verwondert my ten hoogden,

De Baron.

W aarom ?

Gerard.

Om dat ik zo veel redelykheid en beleeftheid van een Haagfchenbsp;Jonker niet had verwagt.

De Baron.

Maar,Mynheer,hoe kunt gy door vooroordeel,’t welk geen verftandig man past, zo een haatiykvonn.svellen

Over alle Hagenaars, door hen in een graad, met zo een jonge wildzanger te ftellen.

Geloof my , Mynheer, gy doet hen te kort, de Hagenaars zyn zulke redelyke lieden als men ergens vint.

En indien ’er al een verwaande onder loopt, wy zyn zelve omtrent hunne dwaasheid niet verblind.

Maar de eerste om hen te befpotten, en zo wel als gy, hunne fouten te verachten,

Wy hebben dat ongeluk gemeen met alle menlchen : onder alle geflachten.

Onder alle daten en in alle deden vint men lieden van een bedurve fmaak: Mynheer!

Verlaat dan een vooroordeel, dat u ongelykdoed, en onderwerpt het aan de Rede weêr.

Gekard.

Wel aan. Mynheer, ik geef my over, ik bemerk hoe veel macht dat de reden

Op ons gemoed heeft, als zy verzelt gaat met welle. ventheid en bevalligheden:

Ik verzoek uw achting en vriendfehap, dewyl gy reed^ van de myne meeder zyt.

De Baron.

Gy had die reeds, Mynheer,permitteer my u teomheU zen, ik ben verblyd

De

-ocr page 58-

44 De HAGENAAR te ENKHÜIZEN,

De achting en vriendfchap van een man van uwe Verdiensten te hebben verkregen:

De eer is te groot, om niet verheugt te zjn en te roemen op zo een heerlyke zegen.

Gerard.

Vaarwel . Mynheer, ik, ben ten uiterften aangedaan over het geen gy my hebt gezegt,

NEGENTIENDE TONEEL.

DDe Baron.

us krygcn de menfchen een opvatting tegens de inwoonders eener Stad, buiten reden en recht ,nbsp;Hoe verliandig en redelyk iemand mag zyn, is by denbsp;vooroordeelen zyner geboorteplaats nog niet tenbsp;boven.

TWINTIGSTE TONEEL.

De Baron, Lizette.

Lizette.

Lynheer, weet gy wel met wien gy daar fprak?

D E Baron.

Met een zeer hups fatfoenlyk man zou ik geloven. Dat is al wat ik ’er van weet.

Lizette.

Het was met den Vader van onze Mevrouw. De Baron.

Met den Vader van uw MevrouwV dat is voor my een gelukkige ontmoeting.

Lizette.

Maar, zo ik vertrouw, Niet voor den Graaf, die in zyn drift questie met myn-heer heeft gekregen,

Hy is in groote boosheid vertrokken-, en vertelde my dat hy hem voor den degen

Had

-ocr page 59-

p L Y S P E L. nbsp;nbsp;nbsp;45

Had geëischt : is het niet fataal dat zulks Juist moest gefchieden op een tyd dat Mevrouw reeds uitgewist had

Die kwade indrukfelen . die Mynheer tegenszyn perfoon en gedrag heeft opj^evat.

Daar hv gereed en bereid was om hem tot zyn Schoonzoon te verkiezen.

EEN-EN-TWINTIGSTE TONEEL,

De Baron, Leonore, Lizette.

WDe Baron.

el nu,Mevrouw,hebtgyuwekeuzegedaan?mag ik op u hopen of moet ik u verliezen ?nbsp;Leonore.

Mynheer, myn befluit is de wil van myn Vader alleen Te volgen, dies moet gy, om my te verkrygen, metnbsp;hem fpreken.

De Baron.

Mevrouw, ik vlieg heen,

TWEE-EN-TWINTIGSTE TONEEL.

Leonore, Lizette.

Wa.,

Lizette. doet gy, Mevrouw?

Leonore.

Niets, als het geen my de eer komt raden:

Ik was de vriendfchap van myn Vader onwaardig, na ik gehoort heb de daden

^ Die de Graaf heeft uitgerecht: dit laatfie geval opent my t’eenemaal het gezicht,

Ik veracht hem zo veel hy verdient, en volg blindelings, fchoon vrywillig, myn pligt,

DRIE.

-ocr page 60-

46 De HAGENAAR te ENKHUIZEN, DRIE.EN-TWINTIGSTE TONEEL.

Leonore,Lizette,Gerakd, De Baron, Boüke Grien.

Gerard.

Lyn Heeren,veiTchoon my,dat ik inynegedachten niet kan verklarennbsp;Dan in het byzyn van myn dochter, zy dient zelve tenbsp;kiezen, met wien zy wil paren.

VIER-EN-TWINTIGSTE TONEEL.

LeonorEjLizette,Gerard,De Baron, Booke Grien, Ligthart houdendenbsp;De Graaf by de band.

MLigthart.

yn Vader, zie hier een Edelman die het grootfle berouw 'en verdriet

Betuigt, over het geen gebeurt is; hy is anders waarlyk zo befcheiden en polit....

, Gerard.

Zwyg wildzang, gy hebt zelf wel een voorfpraak nodig, en zoud beter doen voor u zelven vergiffenis tenbsp;vragen.

De Graaf.

Mynheer,ik had de eer niet van u te kennen,ik bid... Gerard.

Dit overgeflagen,

Ik wil myn Dochter niet dwingen, ik laat haar haare keuze vry,

Ik zal alleen maar voordragen....

L E o N o R E.

Myn Vader verkies zelf; de Echtgenoot, die gy my

Hebt

-ocr page 61-

BLYSPEL. nbsp;nbsp;nbsp;47

Hebt toegelegt, kan verzekert zyn dat hy my altoos zal behagert.

De Graaf.

Mevrouw' gy risqueert my te verliezen: gy zult het u te laat beklagen.

Gerard.

Dewyl ik hier maar drie weken kan blyven en, ik voor myn vertrek gaarne u zag getrout,

Zal ik trachten een keuze te doen, die myner waardig is , en u niet beroud,

De Graaf is een galant Heertje.

De Graaf,

Mynheer dat zyn notoire waarheden.

Gerard.

Maar hy maakt te weinig werk van bezadigtheid en de gezonde reden,

Die zo noodzaaklyk in het huwlyk zyn , dierhalven werd , hy van my afgezeid.

tegen Bouke.

En gy,Mynheer, zyt bezadigt genoeg ,maar bezit geen de minde welleventheid

Nog cosnplaifance, en wyl de eendracht van Man en Vrouw zonder dat niet kan bedaan, zyn die zakennbsp;Ten hoogften nodig, om een huwelyk gelukkig te maken,nbsp;Neem dan niet kw'alyk dat ik u voorbygaa , enden Heernbsp;Overllen verkies tot man

Voor myn Dochter, die by de welleventheid bezadigt» heid voegt, en alles bezit wat haar geluk vol»nbsp;maken kan.

De Baron.

Mynheer! gy maakt my de gelukkigde aller menfchen;, Maar myn heil is niet volmaakt, zo Mevrouw niet toe-ftemt myne wenfchennbsp;En uwe goedheid.

Leonore.

Twyfel aan myne toeftemming in ’t minfle niet, myn Heer,

De

-ocr page 62-

48 De HAGENAAR te ENKHUIZEN,

Dewyl myn Vader tot myn echtgenoot verkoren heeft een lïian, die ik oneindig waardeer,

En de hoogüe achting der waereld toedrage,..

De Baron.

Deze betuiging komt de grootfte vreugd in my verwekken.

De Graaf.

Adieu, Madame!gy zyt meer gertraftdan ik :gy bemind niy, en ik ga vertrekken,nbsp;vo:iS plains, vaarwel Heer Ligshart.

LIG T q A R r.

Ei! vertrek niet zonder my, Mynheer,

Ik meen onder uw Compagnie dienst te nemen, op dat ik in den Haag de welleventheid leer.

Boüke Grien.

Dag jimme, ik bin niet boos dat je my niet hebben wuude;

Maar was de Officier ien frye Fries, geloof ik dat je nooit beter Man krygen fuude.

De Baron.

Mynheer, gy overtuigt my dat ’er niets by een openhartig en redelyk Hollander halen kan.

Gerard.

En gy doet my erkennen dat een wellevend en bedaart Hagenaar is een onvergelykelyfc man.

EINDE.

-ocr page 63- -ocr page 64- -ocr page 65- -ocr page 66- -ocr page 67- -ocr page 68-