<■';..<:
|
||||||||||||||||||||
P:
|
||||||||||||||||||||
';>.
|
||||||||||||||||||||
I
|
||||||||||||||||||||
I
|
||||||||||||||||||||
iiUKs-uNivERSfiar
^OTRgCV<L
|
||||||||||||||||||||
I
|
||||||||||||||||||||
fc Afc j^r**^——^
|
||||||||||||||||||||
AMSTERDAM
IN Z Y NE
OPKOMST, AANWAS,
GESCHIEDENISSEN,
VOORREGTEN, KOOPHANDEL,
GEBOUWEN,
KERKENSTAAT, SCHOOLEN, SCHUTTERYE, GILDEN
E N
EGriKRING E*
BESCHREEVEN,
DOOR JAN WAGENAAR,
HISTORIESCHRYVER DER STAD.
TWEEDE STUK. |
||||||||
Te AMSTERDAM,
By I S A A K T ï K I O N. 1765-
Metf ttoilegk van de Edele Groot-Mogende Heeren Staaten van Holland en Weftvrietland.
|
||||||||
_|OTHEEK DERl
RIJKSUNIVERSITEITJ UTRECHT.
|
||||||||
DERDE DEEU
G E B O U W E N
DER STAD
AMSTERDAM.
|
|||||||||||||||||||||
EERSTE BOEK.
WEERELDLYKE GEBOUWEN en WERKEN. |
|||||||||||||||||||||
T
|
|||||||||||||||||||||
D H
|
|||||||||||||||||||||
U
|
|||||||||||||||||||||
Over-
gang tot de be- fchryving der Wee- reldlyke en Gees- telyke Gebou- wen : en •oooreerfl, van de Wecreld- hkeii. Befchry-
Ving van 't Stad- huis. |
|||||||||||||||||||||
IntEERSTEDEEL deezes Werks, eene
algemeene fchets gegeven hebbende van üe upkomit, Aanwas en tegenwoordige ge- daante der Stad AMSTERDAM; en in het T w e e D e , de Gefchiedeniffen dier Stad, door alle tyden, tot digt aan den tegenwoor- digen, hebbende te boek gefield; gaan wy nu over, tot eene byzondere befchryving van 't gene in de Stad merkwaardig is, en voor eerfl, van haare Gebouwen en Wer- ken, die , in weereldlyken en geeßelyken, können onderfcheiden worden. Wy beginnen met de eerften, en geeven,
onder de menigvuldige aanzienlyke Weereld- lyKe bebouwen, waarmede de Stad verrykt is, met regt, den voorrang aan 't Stad- huis, welk, in konfl en luifler, boven al- le de anderen uitmunt. Amflerdam hadt zo dra geene Stads reg-
ten en eene Stedelyke Regeering verkree- ëj-n omtrent den aanvang der veertiende eeu- rf£ ^i' , Stad hadt een Raadhuis noo-
üig, daar de Wethouderfchap vergaderde, in rt gCJaeeS-e zaakenbeilierde. Ook wordt, fchivä e?ure?vdie °p Per§ament g£-
d-n Wi ' ', Selyk ^y ■> op goede gron-
P deelte^ïT hebben W> ^ 't g^Oe
fvn ree'/ de veertiende eeuwe, gemaakt de on eInegS C g£mfn joelen, Lten-'
S nth nfS overIe^ring, omtrent de n I? ; °/?^e-zyds-Kapei: gedaan heeft. De Digter Joost van de^ Vondel verklaart zlg voor dit gevoelen,in zyne In-
(«) Zie II. Deel, I. Boe{, t!%
(h) Voorr. hl, XLVIII. 9Z enx"
(e) Keurb. C. f. 3.
II. STUK.
|
|||||||||||||||||||||
wydinge van V Stadhuis (d), zingende:
Het eerße fiondt daer 'f T zich uitfireckt in
zyn bedt Met biezen, riet en helm , geboott van we-
derzyde. Dasr d''Aemflelheer, van outst de zeekapei-
le wydde, Ter eere van Godts Helt, Sint Olof.--------
Ook flaat, gelyk wy, reeds by eene ande-
re gelegenheid (e), hebben aangemerkt, nog tegenwoordig, een Huis in de oude Kapel- fteeg, waarvoor men leeft het oude Stadhuis: welk opfchrift 'er reeds geftaan heeft, lang voor dat het huis, in de tegenwoordige ge- daante , vertimmerd was. Hierdoor, fchynt dan 't gemeen gevoelen beveiligd te wor- den, dat het eerlle Stadhuis, ter deezer plaatfe, gefligt geweeft is; ten ware men wilde vermoeden, dat de naam van Stad- of Stedehuis meer niet te kennen gaf, dan dat het huis der Stad toebehoorde; in welk geval, men 'er geen Raadhuis door zou be- hoeven te verflaan. Zo lees ik, van der Stede huys genaempt den engel, of der.fluys, dat is, of de Damsfluis , of de oude zyds - Kolks- fluis, in eene Ordonnantie op het plaatfen der brandgereedfchappen van den negenen- entwintigflen July des jaars 1550 ( ƒ )• Het bygevoegde woord oud geeft, nogtans, wat meer te kennen, en fchynt op een gewe- zen Raadhuis te zien. Schoon ik dan bely- den moet, uit geene egte befcheiden, te kon-
(4) Poëzy I. D-elt hl. 210.
(e) I. Deel, l. Betk., Ü. ~.
(f) Groot-Memo*. N. II, ƒ. 24,
A 2
|
|||||||||||||||||||||
Stad-
huis. |
|||||||||||||||||||||
Onder-
zoeknaar de plaats van het oudfte. |
|||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||
4
|
|||||||||||||||||||||||
zynde, verbrandde het Stadhuis andermaal op gTAD.
den drie-entwintigften May des jaars 1452 huis. (7). Het werdt, federt, herbouwd, en eer- 'tWordt lang met het-S. Elizabets-Gafthuis en Kapel- her- Ie vergroot, zo dat het, eindelyk, uit drie bouwd. |
|||||||||||||||||||||||
können toonen, dat het oudfte Stadhuis om-
trent de S. Olofs Kapelle geftaari heeft, neig ik nogtans tot het .oud en gemeen gevoelen.; te meer, om dat", uit oude Schyvers en eg- te ftukken, blykt, dat de S. Olofs-Poort, van ouds, een gevangenhuis geweeftis;en. dat de gevangenuTen, gemeenlyk, in of na- by de Stadhuizen , plagten gebouwd te worden.
Wanneer dit oudfte Stadhuis verlaaten,
of tot ander gebruik gefchikt werdt, is even onzeker. Vafl gaat alleenlyk , dat, in 't begin der vyftiende eeuwe, het Stadhuis reeds op de Plaetfe of Dam geilaan heeft. Sommigen zyn van gedagten, dat dit twee- de Stadhuis,- digt aan den kant van 't Wa- ter of Damrak, ftondt (g). Doch hiervoor vind ik geenen grond altoos. Commelin heeft een' Rentebrief van den agtentwintig- ilen January desjaars 1418 in't licht gegeven (£), waarby aan Jan Beth Walichszoon, die een erve aan de Stad opgedraagenhadt, welk aan die plaetfe gelegen,en aan de eene zydemet der Stede huys -ende erve belend was, van Stads wege, boven 't gene hy reeds ontvangen hadt, eene jaarlykfche rente van vier gouden En- gelfche Nobeleh beloofd wordt: en 't is, on- der de nakomelingen van deezen Beth, .van hand tot'hand, overgeleverd, dat de Vier- fchaar , die nevens 't Stadhuis ftondt, op dit aangekogt erf gefügt is geweefl. Doch dee- ze Vierfchaar heeft niet aan den waterkant geltaan; maar byna op gelyke rooijing met het midden der Kalverftraate, gelyk uit alle oude af beeldfels blykt. Het eigenlyk Stad- huis ftondt ten noorden van het erf, waarop, in of na 't jaar 1418, de Vierfchaar geftigt werdt: en fchynt de Stad het gebouw van Katryn Mathyfen Heyngenszoons Weduwe gekogt te hebben; alzo men, in den aange- haalden Rentebrief, leeft van der Stede huys ende erve dat Katryn Mathyfen Heyngenszoons JVedwoie plagh tho te behoren. Men weet niet zeker, of de Vierfchaar terftond in, of kort na 't jaar 1418, volbouwd werdt. Doch het Stadhuis ftondt 'er zekerlyk, reeds voor dien tyd, en wordt, onder den naam van der Ste- de huys, vermeld, in eene Handveft van Her- toge Willem van Beijeren van den jaare Ï411 (i); -waarby, onder anderen, veroor- lofdwordt, jaarlyks, Waardyns der Lakenen te kiezen. Het Stadhuis en 't S.Elizabets- of H. Geefts-Gafthuis, •welk 'er nevens ftondt, wer- dend eenen feilen brand die den drie-entwin- tigften April desjaars 1^1 ontftondt, of ver- teerd of zwaarlyk befchadigd (k). En beide deeze gebouwen eerlang wederom herfteld (s) '-'ONDELS Poëzy I. Deel, hl. i2I_
(h) Bladx.. 2J4.
(>) Handv. hl. ui. [ij.]
(k) Zie II. Deel, 111. Botkj hl. 14«,
|
|||||||||||||||||||||||
Stad-
huis. |
|||||||||||||||||||||||
gebouwen beftondt. Het noordelykfte ge-
bouw was vroegft tot een Stadhuis aange- |
Deszelfs
gedaante. |
||||||||||||||||||||||
kogt en geftigt geweeft. Hierop volgde de
Vierfchaar, die eenige voeten voorwaards uit getimmerd, en rondsom met yzeren tra- liën afgeilooten was; boven welken, onder anderen, de metaalen beeldteniffen der Graa- ven Willem den VI. , Vrouwe Jacoba en Hertog Filips van Bourgondie, benevens Iza- belle van Portugal, Gemaalin des laatften, in 't kleine, geplaatft waren, die nu nog, in de Kamer der Heeren Thefaurieren , be- waard worden. TuiTchen de traliën der Vier- fchaare, lagen, in laater'tyd, eenige haak- buflèn, zo fommigen aantekenen (m), wel tot twintig in getal, om, in tyd van nood, de Plaats of Dam fchoon te houden. De Vier- fchaar en de voet van 't noordelyke gebouw waren van witten gehouwen; het overige en gróotfte gedeelte van 't laatftgemelde van gebakken fteen opgemetfeld. TuiTchen dit gebouw en de Vierfchaar, ftondt de tooren, die tamelykhoog,en met een goed uurwerk en flagklok voorzien was. Dit Uurwerk werdt, volgens een befluit der Vroedfchap van den jaare 1563 (n) , vernieuwd. De toorenfpits, in 't jaar 1601, wel zes voeten over zyde hellende, werdt, met zonderlin- ge behendigheid, in den tyd van drie dagen, volkomen wederom regt gezet (0). Doch alzo de bouwvalligheid van den tooren voor 't inftorten van den zelven vreezen deedt, werdt deszelfs fpits, in 't jaar 1615, afge- nomen (p),en de Steêklok boven 't plat ge- hangen. Men befloot, federt, de flagklok te plaatfen op den Jan-Rooden-Poorts too- ren (q). Agter en bezuiden de Vierfchaar, ftonden S. Elizabets-Kapel (r) en Gafthuis, welken eerlang ook aan 't Stadhuis getrok- ken werden. In 't Gafthuis, was eene groo- te zaal, waar de breede Raad, uit de Vroed- fchap en Rykdom beftaande, en de Water- lieden uit het Noorderkwartier van Holland plagten te vergaderen (s). Voor den ingang der zaale, ftonden , met gouden letteren, de vier rymregels, vervattende den uitllag van de roekelooze onderneeming der Her- dooperen, welken wy, reeds by eene ande- re (l) Zie II. Deel, III. Btek^ hl. 152,
(m) M. FOKB.ENS Amft. hl. ioo.
(n) Reibl. Vroedfch. N. i. 29 No-w. iy«3.
(0) Refol. Vroedfch. N. «. 17^23 Fehr.'j Maart 1S0I. ƒ.
336 verfo, 337. Zie ook L.AURENTIUS Amfteldam. (p) Refol. Vroedfch. N. 11. 30 Jtny, i6is. f. \t9verf3.
(tj) Refol. Vroedfch. N. 11. 25 Febr. 1616. f. l66verfo. (r) Keurb. D. ƒ. 21« verfo. (1) GïOOt-Memor. N. I, ƒ, 233 verfo, inmarg. Ui verft.
|
|||||||||||||||||||||||
Wanneer
'er een Stadhuis op de Plaetje of Dam geftigt werdt. |
|||||||||||||||||||||||
Het ver-
brandt tweemaa len. |
|||||||||||||||||||||||
LBóek. . WEERELDLYKE GEBOUWEN. 5
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
re.gelegenheid (t), te boek hebben gefield, nuary des gemelden jaars, waren de rooflers Stad-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stad-
huis. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in 't Fondament gelegd. Op den twintigflen huis.
dier maand, werden de eerfte, en op den't gebouw zesentwintigflen Oclober des jaars 1649, de J?1^11 laatfle paaien in 't zelve geheid, 't Getal ^e cst' derzelven beliep dertienduizend zeshonderd negenenvyftig. Doch reeds op den agten- twintigften Oclober des jaars 1648, was de \ gebouw gelegd, aan den hoek , naar de Kalver- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In 't noordelyke gebouw , was ook eene
groote en breede zaal, vanwaar, uit de ven- fiers der Voorpuije, 's Lands Plakaaten en der Stede Keuren werden afgekondigd. Voorts, waren hier en hier omtrent de Ka- mers van Burgemeefleren, Schepenen, The- faurieren, Secretariffen en anderen, op de eerfte, en de Weeskamer, Affurantie - Ka-mer en WifTelbank, op de tweede verdie- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(it). De Kamer van Burgemeefleren flraat. Hy was van wit marmer, en om-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ping
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dik. Men las 'er deeze
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kwam onder den tooren ; om welke re
den, van ouds, de Aften, voor Burgemees- teren verleeden, dikwils, uit het Toorentje, gedagtekend werden. Zo lees ik, onder an- deren, onder eene Aóle van den jaare 1548, Actum den xij July a\ atf'. int thoerntgen prtibus omnibus burgermrn (v). Beneden
hadt dit gebouw gevangenplaatfen, naar de zyde van de Vogelfleeg. Doch, in't jaar iS57 ■> werdt , by de Vroedfchap, befloo- ten, drie huizen in de Gafthuisfleeg tekoo- pen, tot vergrootinge van 't Stadhuis, en tot het maaken van meerder gevangenis- fen (w). De aanwas der Stad hadt, al federt eeni-
ge jaaren, te wege gebragt, dat het Stad- huis, fchoon dikwils vergroot, veel te be- krompen was voor de menigvuldige Colle- gien en Amptenaars, die 'er , ten dienfle der -Stede, vergaderen en arbeiden moeflen: ook riep de bouwvalligheid van 't gefligt lang om een ander en beter, toen de Vroedfchap, in 't jaar 1Ö39, eerft op het aanbouwen van een nieuw Stadhuis begon te raadpleegen (x). 't Leedt egter nog eenige jaaren, eer 't bou- wen begonnen werdt. Eer'fl werden de bur- gerhuizen gekogt van verfcheiden' ftraaten, in welker plaats, het nieuw gebouw gefligt zou worden (y). Men befloot, eerlang, in May des jaars 1643 , met het afbreekender overgenomen huizen te beginnen (2). Doch, 't zy dat de duurte der bouwfloffen, of het verbranden en herbouwen der nieuwe Ker- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
trent vier voeten
woorden op: |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dezen eerßen Fonäamentßeen is
gelegd door Gerbrandt Pancras,
Jacob de Graef, Sybrant Valckenier, en
PlETER ScHAEP.
Der Heeren Burgermeefieren Soonen en Neeven.
Den 28 October M. DC. XLVIII. De Burgemeeflers, die , ten dien tyde,
regeerden, waren M'. Wouter Valc- kenier, Dr. Gerard Schaep, Heer van Kortenhoef, Gerbrand Claesz. Pancras en Cornelis de Graef, Vryheer van ZuidpoJsbroeJc. De laatfle was, nevens de Heeren Anthony Oetgens van Waveren, Jan Huydecoper, en jANCoRNELisGEELViNCK,byde Vroedfchap, verkooren, om opzigt te heb- ben over 't bouwen, 't Ontwerp van 't Ge- fligt , gemaakt door de Bouwmeefters Ja- cob van Kampen en Daniel Stolpert, werdt, na veel raadpleegens, goedgekeurd. Men viel, van toen af, vlytiglyk aan 't bouwen. Doch de onluften des jaars 1650, en de op- gekomen oorlog met den Staat van Enge- land , die de Stad veel koflen baarde, fchy- nen het werk eenigszinsgeflremd te hebben. Immers, de Vroedfchap befloot, toen die oorlog op 't hevigfl was, maar eene verdie- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De
Vroed-
fchap be- fliüt een nieuw- Stadhuis te ftlg- ten. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
k
|
tevens, en mogelyk nog meer anderen daar pmg te zetten op t gebouw (b), welk men
toe gelegenheid gaven; 't liep aan tot diep anders hooger zou hebben opgetrokken. In in den Zomer des jaars 1648, eer de huizen dit befluit, Jcwam egterjerandenng, nahet |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
treffen der Vrede met Engeland, in 't jaar
1654; alzo de inkomflen der Stad toen we- derom eenigszins waren aangewaffen. Men |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van de noordzyde der Gafthuisfleeg, bene-
vens alle de huizen, die voor de nieuwe Ker- ke flonden, afgebroken werden (a). Mid- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ne
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vondt dan geraaden, het Stadhuis, volgens
het eerfte Ontwerp, te volbouwen (c). En De Wet 't werk werdt zo yverig voortgezet, dat de houder- Wethouderfchap, op den negenentwintig- fchap flenjuly des jaars 1655, haare intrede deedt „Strede in't nieuwe gebouw (d), welk egter toen nog in 't geen nieuwe
(b) Refol. Vroedfch. N. XI. 27 Jmy i«j?. ƒ. Sj. gebOUW. (e) Refol. Vroedfch. N. xi. 10 Febr. 16JJ. ƒ. zu,
(d) Refol. Vjoedfch. ir. A. }0 Julj I6JJ. ƒ. I. A3
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
was men, eenen
|
geruimen
|
tyd te
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
e" eerfte J
Steen van vooren,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
begonnen met graaven :
|
en in Ja-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(t) Zie II. Deel, vi. Bock^, bl. 2A-6.
(u) PONTAN. Amft. jjkr. II. Cap. XI. p- *'<>• (■v) Geregiftr, m een OJd Regiftei ter Thefaurie. Kji N. XI. in het eerfle of bevenfle yaj^ (m) Refol. Vroedfch. n. ,. 23 Dec. lss7,
(x) Zie II. Deel, XV. B„e{, bl. 539.
f.y) Reib!. Vroedfch. N. is. zi jalu 1640./. 10 verfo, (z.) Refol. Vroedfch. N. is. i8 Jan. i«4J-ƒ. U1 verft, («) R-efol; Vroedfch. N- 1». I8 July U48. ƒ. Jy8 verft. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A M S TE R DA MS III. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
ó
|
||||||||||||||||||||||||||||||
te van twee-enveertig voet en zes duim, op Stad- '
eene diepte van niet meer dan vier voet. De huis, zydgevels of wanden, die eveneens gebouwd zyn, hebben ieder ook drie uitftekken: de middelden zyn ieder negenenzeventig voet drie en een half duim breed, en fpringen flegts een weinig voorwaards uit: de uiter- ften komen, in breedte en diepte, volkomen' lyk, met die der voor- en agtergevelen over- een. De twee tuiTchenruimten tuffchen de drie uitftekken in den voor- en in den agter- gevel zyn even breed, te weeten vierenvyf- tig voet, twee en drie vierde duim. De tuiTchenruimten tuffchen de uitftekken der wanden beflaan ieder maar omtrent negen- tien voet in de breedte. Het onderfte van 't Stadhuis is als een voetftuk gehouwen, en, rondsom 't gebouw, tot aan de eerfte Lyft, agttien voet, vyf en drie vierde duim hoog. Onder den grond, is 't gebouw, tot omtrent zeven voet boven 't heiwerk, van gebakken fteen opgemetfeld. Al 't overige buitenwerk boven den grond beftaat uit witten gehouwen Breemer- en Bentheimer fteen. |
||||||||||||||||||||||||||||||
geen dak hadt. Wy hebben elders aange-
tekend , hoe 't ongelukkiglyk verbranden van het oude Stadhuis, op den zevenden July des jaars 1652, de Regeering genood- zaakt hadt, haaren intrek te neemen in 't Prinfenhof, terwyl eenige byzondere Kamers elders geplaatfl werden (e). Van hier werdt alles, ten gemelden tyde , naar't nieuwe gebouw ovcrgebragt. De kap of het dak Werdt ook allengskens voltooid, en grooten- deels met leijen gedekt , blykende, uit de Stads- Regiflers, dat, nog tot in 't jaar 1682, een gedeelte ten minfte van 't gebouw, met roode pannen, gedekt geweeft is (ƒ). Eeni- ge jaaren laater, is de kap van zwaar Ierfch hout vernieuwd (g). Ook wordt het gant- fche gebouw, door eene geduurige toezigt |
||||||||||||||||||||||||||||||
Stad-
huis. Het oude
was te vooren afge- brand. |
||||||||||||||||||||||||||||||
en onophoud
derhouden. |
:Iyken arbeid, in welftand on-
|
|||||||||||||||||||||||||||||
welk , midden in de Stad,
|
||||||||||||||||||||||||||||||
't Stadhuis________________
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Gedaante
yan 't
Stadhuis van buiten. |
||||||||||||||||||||||||||||||
aan den Dam , met den voorgevel naar 't
ooften , gebouwd is , beftaat, boven den grond, uit drie verdiepingen. De eerfte of onderfte is binnenswerks twaalf voet negen en een derde duim Amfterdamfche maat hoog; de tweede en derde ieder zesendertig voet. Het dak,dat nietfpitstoeloopt,maar, van vooren, van agteren, en ter wederzy- de, op den kruin, omtrent vier voet breed, en met leijen gedekt is, is ruim vyfentwin- tig voeten hoog. In 't midden van het dak, regt boven de groote zaal, van welke wy beneden nader fpreeken zullen, legt een vlak looden plat, ter lengte van honderd en twin- tig , en ter breedte van zesenvyftig voet en omtrent agt duim. 't Gebouw is, buitens- werks, langs den voor- en agtergevel, breed tweehonderd twee-en-tagtig voet, vier en een derde duim ; en diep, van het mid- den-uitftek van den voor-, tot het midden- uitftek van den agtergevel , tweehonderd vvfendertig voet en vier duim. De hoogte van 't gebouw, met het dak, doch zonder den Tooren, is honderd en zeftien voet, en omtrent drie vierde deelen van een duim. De Tooren, zo. ver dezelve boven 't dak uit* fteekt is met zyn kap en lantaarn, zesen- zeftig'voet, negen en een half duim hoog. In den voor- en agtergevel, zyn drie uit- llekken of pavüioenen, een in 't midden, en twee ter wederzyde van eiken gevel, in breedte en diepte,met eikanderen overeen- komende. De midden-uitftekken zyn ieder negenentagtig voet en een duim breed, en fpringen zeventien voet en agt duim van het naakte werk vooruit. De wedeffiydfche of uiterfte uitftekken hebben ieder eene breed- fe) Z',e II. Deel, XVII. Beek., K J8?.
P (f) Rp.'ol. Vioedlcb'. I'. O. s Oec. i«g2. £/, 3 + l. (r) Reloj. ViceJfci^ L'. £.. ?} l}es. I«8j. hl, 33. £»,
Aa! I b'ft. !]■-<?./■ 7"
|
||||||||||||||||||||||||||||||
In 't voetftuk van 't gebouw, ftaan ronds-
|
Lichten.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
om twee-enzeventig eenigszins langwerpig
vierkante Lichten, die van buiten met dik- ke koperen en yzeren traliën bezet zyn; drie in ieder der agt uiterfte uitftekken van de voor-, zyd- en agtergevels: vyf in ieder der vier tuiTchenruimten van de voor- en agter- gevels , en twee in ieder der vier tuffchen- |
||||||||||||||||||||||||||||||
ruimten van de zydgevels. In 't midden-uit-
ftek van den agtergevel, ftaan agt dierge- lyke Lichten, een noordwaards, een zuid- waards, en zes naar 't weften, drie aan drie, |
Ingang
van voo- ren en van agt& ren. |
|||||||||||||||||||||||||||||
ter wederzyde van een langwerpig vierkan-
ten ingang, naar welken, men , langs zes fteenen trappen, opgaat, en die met twee deuren geflooten wordt. Doch in 't midden- uitftek van den voorgevel, zyn, in de plaats deezer Lichten, negen ronde boogen, naar welken men met vier fteenen trappen op- gaat , zeven ooftwaards, een noordwaards x en een zuidwaards; welke twee laatften, met yzeren traliën, geflooten zyn. Voorts,zyn, aan eiken midden-uitftek van de zydgevels, zes lichten in 't voetftuk. Door alle deeze lichten, worden de vertrekken van de on- derfte verdieping boven den grond verlicht. De Lyft, die 't voetftuk dekt, is, aan de vier hoeken van 't gebouw, en aan de twee hoeken van 't midden-uitftek van den voor- gevel , voorzien van zes groote Lantaarens. Langs de lichten van 't midden-uitftek en de twee tuffchenruimten van 't voetftuk van den noorder-zydgevel, door welken,de gaande- ry voor de gyzeling licht fchept, ftaat een yzeren hek van zwaare en lange fcherpe fpietfen, tot verzekering deezer plaatfe. Eo-
|
||||||||||||||||||||||||||||||
-£<zk4is yan J^icndci
|
||||||
G ^ Z I a T OT m je} T S T -A T> H TT I S,
OlYVOEB O znrJmif TOOHEJST Djsji NIEUWE KERKE.
|
||||||
r
|
||||||||||||||||||||||||||||
I. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||
WEERELDLYKE GEBOUWEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||
Boven de Lyft van 't voetftuk* ftaan ,
rondsom 't gebouw, langs de tweede ver- dieping, vierennegentig Kolommen van de Romeinfche of famengeftelde bouworde, die, met de Bajementen en Kapiteekn, zesender- tig voet en vyf duim hoog zyn: te weeten, in ieder midden-uitftek van den voor-en ag- tergevel, agt van vooren en twee aan elke zyde: m ieder uiterfte uitftek van de voor-, agter- en zydgevels, vyf, te' weeten, vier van vooren, en een naar elke binnen-zyde. In elke tuffchenruimtevan den voor-en agtergevel, ftaan vier Kolommen, en in ieder midden- mtltekvan.de zydgevels, zeven. Tuffchen ieder paar Kolommen, ftaan twee lichten bo- ven eikanderen, die beide zo breed zyn als de lichten der eerfte verdiepinge boven den grond; doch het bovenfte is juift vierkant, en het onderfte tweemaal zo hoog als het bovenfte. In elke tuffchenplaats van de zyd- gevels , is, in 't midden Van vier evengroo- te vierkante lichten, een rond licht, waar door de trappen en portaalen, die naar de df ^ verdieping leiden , verlicht Worden, lullenen de onderfte en bovenfte lichten, •en tuffchen de twee bovenfte vierkante lich- ten van de tuffchenruimten der zydgevelen hangen fierIyk uitgewerkte Feftonnen : de ronde lichten zyn met eenen fraai gehouwen ■ krans omvangen. Boven de Kroonlyft der Kolommen, van welken wy gefprokenheb- ben, ftaat, langs de derde verdieping van 't gebouw, een gelyk getal van Korinthifche Kolommen, die maar zeven vyftigfte dee- len van een duim hooger zyn dan de eerft- gemelden, en tuffchen welken, een gelyk getal van lichten en feftonnen, in den zelf- den rang, grootte en gedaante, geplaatft zyn: zo dat de lichten, zo wel als de ko- lommen en fieraaden der derde verdiepinge, regt boven die der tweede verdiepinge ftaan. Doch even onder de Kroonlyften der tweede en derde verdiepinge, zyn, in elke tuffchen- ruimte der zydgevelen, nog zes laage, doch even breede lichten, drie onder, en drie boven, in alles vierentwintig in getal, en tot meer verlichting der trappen dienende. °P de Kroonlyft deezer tweede ry Kolom- ?*eQ, ruft het dak: op ieder der vier hoe- en van Welk, eene vergulde Keizerlyke ,n ' hst wettiglyk verkreegen fietaad j ATi Wa?en der Stad> d°or vier vergul-
de Adelaars, die, ftaart tegen ftaart, op een wit fteenen voetftuk ftaan, gedraagen wordt. De Adelaars die, op den zuidoofterhoek, tegen over de Kalverftraat, ftaan, zyn van gegooten, de anderen allen van geflaagen koper gemaakt, lm het dak, welk zesendertig dakvenfters heeft , fteeken agttien witte "eenen Schooriteeaen, te weeten, vier uit |
||||||||||||||||||||||||||||
Stad-
huis. Kolom-
men. |
||||||||||||||||||||||||||||
het voor-, vier uit het agterdak; en vyf uit ie-
der der twee zyddaken; welke fchoorftee- nen even eens gebouwd, en, aan alle zy- den, met feftonnen behangen zyn. Onder ieder der vier binnenwaardfche hoeken van de zyddaken, is een groote waterbak ge- metfeld ± die altoos rykelyk voorzien gehou- den wordt van water, op dat men zig daar- van , by ongeval van brand, zou können be- dienen ; ten welken einde, ook boven in 't Stadhuis, twee brandfpuiten geplaatft zyn, beide aan de weftzyde, ter wederzyde van het houten gewelf, boven de Krygsraads- Kamer, die wy, wat laager , beichryven zullen. In ieder der vier waterbakken, legt eene buis, die onder 't dak uitkomt, en aan welke, by ongeval van brand, de Hangen der brandfpuiten können gefehroefd worden. De zoldering onder 't dak, die met fteenen gevloerd is, loopt langs de drie zyden der twee open Binnen-plaatfen ooftwaards tot te- gen 't voetftuk van den Tooren , en weffc- waards tot aan het houten gewelf van de Krygsraads - Kamer , van welk gewelf zy, met een houtert befchot, afgeflooten is. Ieder der bovenfte Kroonlyften van deri
voor- en agtergevel pronkt met eene groot- fcheFrorttefpies of Kap,waarin een aanzienlyk getal van meer dan leevensgrootte marmeren beelden,door den beroemden JrtusQuellyn, uitgehouwen zyn. De kap van den voor- gevel is twee-entägtig voet breed, en, in 't midden, agttien voet hoog. In den zel- ven, ziet men Amfterdam verbeeld, als eene ftaatelyke Maagd, draagende het wapen der Stad op de regter knie, en de Keizerlyke Kroon op het hoofd. Haar zetel wordt van twee leeuwen bewaard. Zy heeft een Olyf- tak in de hand, en vier zeenimfen reiken haar, van wederzyde, kranfen toe * terwyl twee anderen haar aard- en boomvrugten in den fchoot ftorten. Neptuin, op zyne Schelp- koets , met den drietand gewapend, bekleedt haare regter zyde, en voor den zetel, dob- beren twee Tritons, en eenige andere ftroom- goden en godinnen. Op de lyft der Fron- tefpies , ftaan drie metaalen beelden , die ieder twaalf voeten hoog zyn, de Frede, met den palmtak inderegter-,enMerkuurs flangenftaf in de linker hand, in 't midden, en de Foorzigtigheid en Regtvaardigheid,tet wederzyde. In de Frontefpies van den ag- tergevel, die in gedaante en grootte met die |
||||||||||||||||||||||||||||
Stad-
huis. Water.
baktea.
|
||||||||||||||||||||||||||||
Sieraad
der Lieh ten. |
||||||||||||||||||||||||||||
Fronte-
fpies of Kap van den voor-; gevel. |
||||||||||||||||||||||||||||
Kroonen
en Ade- laars op het dak. |
||||||||||||||||||||||||||||
Fronte-
fpies of Kap van den ag- tergevel. |
||||||||||||||||||||||||||||
van
|
den voorgevel overeenkomt, is de
|
|||||||||||||||||||||||||||
Koophandel der Stad, ook in de gedaante
eener aanzienlyke vrouwe, afgebeeld. Zy heeft den gevleugelden hoed van Merkuur op 't hoofd; het Koggefchip uit het zegel der Stad, waarvan men de maft, de ree en de aangeflaagen zeilen ziet, agter zig; en is voorus
|
||||||||||||||||||||||||||||
Dakven-
fters en Schoor- ft-enen. |
||||||||||||||||||||||||||||
■Ss
|
||||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||
8 1
voorts omringd van allerlei Stuurmans - ge-
reedfehap. 't Y en de Amftel zitten, in de gedaante van twee aloude Stroomgoden , voor haar. De bewooners der vier deelen des Aardkloots komen haar, van de eene en de andere zyde, de vrugten van elk geweft aanbieden. Op de lyft, ftaan, even als op die van den voorgevel, ook drie even groo- te metaalen beelden; te weeten, een Atlas, die een Hemelkloot, welks tekenbeeldtenis- fen fierlyk verguld zyn , op de fchouders torft, tuffchen de beelden der Maatigbeiden fVakkcrheid. De Tooren van 't gebouw ftaat, midden in 't dak van den voorgevel, op een voetfluk, dat negenendertig voet en twee duim breed en diep is, en maar weinig bo- ven het dak uitfteekt. De tooren zelf is rond, en, tot aan den kap toe, die op agt halve Korinthifche Kolommen ruft, eenen- veertig voet en drie duim hoog. De kap is zeventien voet hoog, en op dezelve ruft een lantaarn van agt voet zes en een halve duim, op welken, een windwyzer ftaat, ver- beeldende het Koggefchip uit het zegel van |
||||||||||||||||||||||||
melyk gemak. Aan de zelfde zyde, is een Stad-
Wynkelder en een Bierkelder, en weftwaards huis. een Strookelder, een Turf hok entweePro- vifiekelders ten gebruike van den Cipier. In • - den zuidervleugel van 't gebouw zyn twee zeer groote overwelfde kelders, die met ee- nen zwaaren muur van eikanderen afgefchei- den zyn. De weftelyke, die haaren ingang heeft beooften de zuidwefter opgangen naar de tweede verdieping, dient tot berging van kooien, potten en andere gereedfehappen, ten gebruike van den Effayeur van de Wis- felbank, en ftrekt zig voor onder zyne Ka- mer tot aan de zuider open Plaats uit. De Qoftelyke kelder, die onder de Kamer van den Ontvanger der Wiffelbank legt, ftrekt tot eene bewaarplaats van den fchat der Wis- felbank, en heeft eenen zorgvuldiglyk afge- flooten toegang, van welken Commiffaris- fen de fleutels bewaaren. Doch boven deeze Kelders,op de onder-Gaande-
fte verdieping, komt men , van vooren/y ™or door de zeven voorgemelde boogen in eene fchaar." lange Gaandery, die tien voet diep, en langs de geheele breedte van het midden-uitftek des voorgevels, ukgeftrekt is. Ten weder- |
||||||||||||||||||||||||
Ï5T\D-
HUIS. |
||||||||||||||||||||||||
Tooren.
|
||||||||||||||||||||||||
Kiokken-
fpel. |
de Stad. In den Tooren, hangt een kon-
|
|||||||||||||||||||||||
ftig Klokkenfpel, behalve de gewoonlyke
flagklokken. De Ton van 't fpeelwerk is zeven en een halve voet groot over 't kruis, weegt vierduizend vierhonderd vierenzeven- tig ponden, en heeft zevenduizend twee* honderd gaatjes tot het Hellen der nootem Michiel Servaas Nouts van Delft is de eerfle geweeft, die, op den tienden January des jaars 1695, tot Klokkenifl en Tonnifi van 't nieuw gebouwd Stadhuis werdt aangefteld(è). Tot hiertoe, hebben wy 't Stadhuis alleen- lyk van buiten befehouwd. Nu treeden wy, door een' der boogen van 't midden-uitftek des voorgevels, naar de onderfte verdieping van 't gebouw. Laager en onder deezen grond, zyn egter ook eenige ruime over- welfde Kelders en Vertrekken, die tot ver- fcheidenerlei gebruik dienen. Men heeft aldaar, in den noordelyken vleugel van 't gebouw, diepe overwelfde gevangen kel- ders , naar welken men, uit de wooning van den Cipier , met vyftien fteenen trappen, nederwaards gaat. Zy fcheppen licht van de noordelyke open plaats. Ooftwaards, zyn drie dubbele hokken,in vyf gevangenplaat- fen verdeeld. De gang voor ieder dubbel hok wordt met een' zwaare deur afgeflooten, om den gevangenen de gelegenheid te beneemen van met eikanderen te fpreeken. Noord- \vaards zyn twee paar enkele hokken, in den gang voor welken, tuffchen elk paar, ook een deur is. De hokken zyn' wyders ook nog met byzondere deuren afgeflooten, en ieder hok is voorzien van eene kreb en hei- (h) Gi.eot-Mcmor, N. IV. ƒ. 178%
|
||||||||||||||||||||||||
einde deezer gaanderye, treedt men, door
twee boogen , van gelyke grootte , als de voorgemelde zeven, die, allen vier , door zwaare houten deuren, können geflooten worden, verder binnenwaards. Voorts, ziet men, uit de gaandery , tuffchen de twee paar boogen, in de Vierfchaar, naar welke men, door de boogen aan de zuidzyde, den naaften toegang heeft. De Vierschaar is dertig voet negen en Vier.
een zeventiende duim breed, negentien voet fchaar. en drie duim diep, en vierenvyftig voet, tien en drie vierde duim hoog. De ingang der zelve, zuidwaards, is met twee zwaare koperen deuren geflooten, die elf voet hoog, famen zes voet breed, en voor twee derde deelen, naar boven doorlugtig,en met kon- ftig gewerkte traliën verfierd zyn. Op de traliën van de wefterdeur, leggen een regt en een gevlamd zwaard, kruislings over ei- kanderen vaftgeftrikt; op die der oofterdeur een geeffel, over welken, twee blikfem- fchigten, in 't midden met arends vleugels gedekt, kruiswyze , geplaatft zyn. Ieder deur heeft daarenboven drie geboogen boom- takken , met bladeren gedekt; tuffchen wel- ken , in de weiter deur, het zegel, en in de oofter deur, het wapen der Stad vaftge- maakt zyn. Daar de deuren eikanderen in 't midden raaken, ziet men een' ftam van een' boom met een' flang omflingerd. Tot zo ver, zyn de deuren doorlugtig. Doch laager, daar zy niet doorlugtig zyn, en elk eenige doodshoofden, en twee kruiswys leg- |
||||||||||||||||||||||||
Kelders
en ver- trekken onder den grond. |
||||||||||||||||||||||||
gen-
|
||||||||||||||||||||||||
I. Boek.
|
|||||||||||
WEERELDLYKE GEBOUWEN,
|
|||||||||||
9
|
|||||||||||
gende fchenkels draagen , leeft men , op
de eene en de andere deur , het Vers van VlRGILIUS.
DlSCITE JUSTITIAM MONITI \ Et NON TËM1
NERE DIVOS. dat is,
Leert regtvaardigheid befragten*
En geen Godheên te veragten. Men ziet, uit de voorgemelde gaandery weft-
waards in de Vierfchaarj door drie boogswyze openingen, die agt en een halve voet hoog, zes voet breed, en ook met getakte koperen traliën bezet zyn. Om ieder der drie mid- delfte traliën, zyn twee (langen geflingerd: boven ieder paar (langen, ftaat Merkuurs gevleugelde hoed. De (langen zyn een zin- nebeeld van de verleiding ten kwaade. On- der aan de lyffc van ieder der drie koperen traliën, zyn zes ronde gaten, om daaruit, in tyd vaii nood, fnaphaanen of diergelyk fchietgeweer te leggen, en den Dam te be- flryken. Ter wederzyde van den ingang der Vierfchaare, zyn twee, en regt daar tegen over, nog twee kleine boogswyze openin- gen , insgelyks, met getakte traliën bezet. Van binnen, is de Vienfchaar, grootendeels, van wit marmer gebouwd. In 't weften, ftaat een marmeren Regtbank , töt welke men langs drie diergelyke trappen optreedt. Op deeze bank, zitten de Schout en de negen Schepenen, wanneer de vonniffen der ter dood veroordeelde misdaadigen gelezen wor- den. Ten noorden, ten zuiden en ten oos^ ten, (taan twee ryen geftreepte of uitge- hoolde kolommen, ieder ry van een en twee paar boven eikanderen; doch in de vier hoe- ken ftaan halve kolommen. De onderften zyn van dejonifche orde, en omtrent vyftien voe- ten hoog i de bovenften, die van de Korin- thifche orde zyn, bereiken de hoogte van agttien voet. Ten weften ftaat ook dier- gelyk eene bovenry Korinthifehe kolom- wen. Doch beneden ziet men, in de plaats oer Jonifche kolommen van de overzyde_, twee paar naakte Vrouwenbeelden, die drie vakken van een fcheiden, welken juift zo groot zyn als de openingen aan de ooflzyde, en regt boven en in den rug van den zetel der Regteren komen. De Vrouwenbeelden vertoonen de veroordeelde misdaadigen. De twee buitenften bedekken, uit fchaamte, haa- re aangezigten met de handen. De handen der twee anderen zyn op den rug vaftge- boeid. In de drie vakken, zyn drie aloude gefchiedenifTen , overkonftig j in marmer, uitgehouwen. In net middelde, bellest Sa- li. STUK. |
|||||||||||
lomo den twift tuflchen de twee vrouwen * stäö-
over het leevende kind: in het noordelyke, huis; doet de Roomfche Burgemeefter Brutus zy- ne twee Zoonen onthalzen; en in het zuide- lyke, laat Koning Zaleukus zig een oog uit- fteeken, om één der oogen van zynen mis- daadigen Zoon te behouden. Tuflchen de twee paaren Vrouwenbeelden , zyn twee (maller vakken -, fierlyk met loofwerk door- wrogt. In het noordelyke; ziet men 't wa- pen der Stad, en in 't zuidelyke,het Kog- gefchip uit het Stads zegel. Regt tegen over de (malle vakken, ftaan, in 't ooften, in twee diergelyke vakken, tuflchen de Jo- nifche kolommen, de beelden der Geregtig- heid en Voorzigtigheid, kleiner dan lee- vensgrootte. Boven deeze vier vakken, in 't weiten en in 't ooften, en dp de zelfde hoogte, in 't noorden en in 't zuiden', zyn agt langwerpige (malle vakken, waarin de wapens van agt regeerende en Oud-Burge- meefteren, die, in 't jaar 1658 , in 't leeven waren, geplaatft zyn, zynde 'er, juift in dat jaar, vier van de twaalf overleeden. De agt overgebleevenen waren Ge rardSchaep, NicolaäsCorver,ÄntüonyÖet- g e n s vanWAveren, Frans Ban- ning Kok, Cornelis Bickek, Jo- HAN HUYDECOPER, C.ORNELISDE
GRAEFen Franc van der Meer.
Wyders, ziet men, in het verhemelte, bo- ven den zetel der Regteren, twee bondel- bylen boven de regtsoefeningen van Zaleukus en Brutus; een kruiswys geplaatft zwaard en palmtak, gedekt met een oog in een be- (traalden kring, boven Salomos regtsoefe- ning, en twee Meduzas hoofden boven de (malle vakken uitgehouwen. In 't noorden der Vierfchaare, regt over den ingang, ftaat een marmeren geftoelte, waarin de Secre- taris zig plaatft, om de doodvonniflen te leezen. Op dit geftoelte, van vooren, is de Stilzwygendheid afgebeeld, door eene-vrouw met den vinger op den mond, by een doods- hoofd , en een vliegende gans , met een' (teen in den bek. In den rug van 't geftoel- te , zyn fchreijende kinderen, met een doods- hoofd by zig, uitgehouwen. Én ter weder- zyde van het zelve, ziet men twee (langen om een boom geflingerd, die elk een appel in den bek hebben, kónftiglyk, afgebeeld, Regt over dit geftoelte, in 't zuiden, ter wederzyde van den ingang en de Jonifche ko- lommen , ftaan diergelyke twee om een boom geflingerde (langen in marmer uitgehouwen. In 't vak tuflchen de Korinthifehe kolommen in 't noorden, regt boven den zetel van den Secretaris, ftaat Amïlerdam, als eene Maagd verbeeld, op een langwerpig vierkant zwart marmeren voetituk, met Merkuurs llangen- B (taf |
|||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||
III. Deel!
|
||||||||||||||||||||
IQ
|
||||||||||||||||||||
ftaf in den regter arm,terwyl zy, met bei- de linker hand, het Amfterdamfch Kogge-Stad-
de de handen, Stads_ Wapenfchild voor de fchip, met aangeflaagen zeilen, agter, en huis. |
||||||||||||||||||||
linker borft houdt. Zy heeft de Keizerlyke
Kroon op 't hoofd, en aan haare voeten, leggen twee leeuwen. Ter wederzyde van de Maagd, hangen, aan aartige feflonnen, de Wapens der vier Burgemeefteren, onder welker Regeering, de eerde Heen van 't Stadhuis gelegd is, twee aan elke zyde. Op 't zwart voetftuk, ftaat, met gouden letters: IV. Cal. Nov. CD- D. C. XLVIII.
|
een zeegedrogt onder zig. De Amftel, die
ten ooften geplaatft is, zit rondsom in bie- zen , lis en andere ftroom- en flootgroente; heeft eene kroon van waterloof op 't hoofd, eene kruik op den fchoot, en een Otter, die beide de pooten om Zyn linker been geflaa- gen heeft, by zig. Tegen over 't vak, waar- in dit alles verbeeld is, heeft men een dier- gelyk, in 't zuiden der Vierfehaare, welk met twee houten deuren geflooten is, die |
|||||||||||||||||||
in Burgemeefters Kamer open gaan. Bur-
QUO COMPOSITUM EST BELLUM gemeeileren plaatfen zig in deeze opening, QUOD FOEDERATI INF. GERMAN. wanneer de Vierfchaar gefpannen worde |
||||||||||||||||||||
TOPULI CUM TRIBUS PHILIPPIS
POTENTISSIMIS HISPANIARUM
REGIBUS TERRA MARIQUE PER
OMNES FERE ORBIS ORAS ULTRA
OCTOGINTA ANNOS FORTITER
GESSERUNT ASSERTA PATRI^
LIBERTATE ET RELIGIONE
AUSPICIIS COSS.
PACIFICATORUM OPTIMORUM
GERBR. PANCRAS, JAC. DE GRAEF,
SIB VALCKENIER,PET.SCHAEP,
CÓNSULUM FILII ET AGNATI
TACTO PRIMO FUNDAMENTI
LAPIDE HANC CURIAM
FUNDARUNT.
dat is,
Den negenentwintigflen October (i) des jaars
een duizend zes honderd agt en veertig, waar-
in de oorlog, dien dé vereenigde Nederland- fche Volken, met drie Filippen , de magtig- ße Koningen van Spanje , te lande en ter zee, fehler door alle de deelen der weereld, meer dan tagtig jaaren lang, dapperlyk ge- voerd hadden, geëindigd, en de Vaderland- fche Vryheid en Godsdienfi bevefligd wer- den ; hebben , onder de begunfiiging van Burgemeeßeren , de beße Vredemaakeren, Gerbrand Pancras , Jacob de Graef, Sy- irarul Valckenier en PieterScbaep, der Bur- gemeefieren Zoonen en Neeven, door het leg- gen van den eerfien grondßeen, dit Raad- huis geßigt. Ter wederzyde van 't voetftuk, waarop dit
Opfchrift uitgehouwen is, leggen het Y en de Amftel, in de gedaante van twee aloude ftroomgoden. Het Y,welk ten wellen legt, leent op een anker, en Hort een' vifchry- ken flroom uk zyn watervat. 't Beeld heeft eene Stevenkroon op 't hoofd, een roer in (i) Anders, wordt het leggen van den eerfien
fteen van 't Stadhuis, overal, 0p den agtentwintig- ilen Oftober gelteld. |
||||||||||||||||||||
an de weil- en ooflzyde van de Vier-
chaar , boven, tuflehen de Korinthifche ko- ommen in, zyn, ter wederzyde, drie lang- werpige openingen , die met glasraamen plagten geflooten te zyn; doch nu, door- gaands , immers aan de weftzyde, open ge- houden worden, om te meer lichts, door de |
||||||||||||||||||||
raamen der voorpuije, te doen vallen op
den grooten opgang, agter de Vierfchaar. Om dezelfde reden, is ook 't gewelf der Vierfehaare niet befchilderd. Zelfs heeft men 't gewelf boven den gemelden opgang, dat met een vlugt vogelen en twee wigtjes, voerende een wimpel, waarop flondt,Au- di & Alteram PARTE?', plagt bemaald te zyn, doen overwitten. Ter wederzyde van de Vierfchaar, is een Vertrek-
ruim Portaal, waaruit men, langs een' op- ken der gang van zeventien en zeven fleenen trap-eerfteof pen, van de eene en de andere zyde, naar °"r^tc de tweede verdieping klimt. Tegen overp-lng. den noordelyken opgang, is de Kamer der Stads roêdraagende Booden, en tegen over den zuidelyken, flegts eene looze deur. Uit de twee Portaalen, komt men in eene gaande- ry, die, ten zuiden, rondsom eene groote langwerpig vierkante open plaats loopt, en alwaar de voornaamfte vertrekken van de eerfle verdieping hunnen ingang hebben. Hier ontmoet men eerfl den ingang naar de twee Vertrekken der Boekhouders van de Wis- ßlbank', daarna den ingang naar de drie ver- trekken der CommiffariJJen van dezelfde Bank, allen in 't ooften: voorts, in den zuidoos- telyken hoek, twee gemakkelyke fteenen opgangen naar de tweede verdieping nevens eikanderen, die gemeenlyk, des nademid- dags, beneden met twee deuren, en boven met een yzeren hek geflooten gehouden worden. Hierop volgen, in't zuiden, de ingangen der twee vertrekken van den Ont- vanger en van den Effaijeur van de fViffei- bank; waarop men wederom, in den zuid- weftelyken hoek, een dubbelen opgang naar de tweede verdieping ontmoet, die, even als
|
||||||||||||||||||||
I. Boek,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WEERELDLYKE GEBOUWEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ii
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
als de voorgemelden, des nademiddags, ge-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aan de paleije gebragt worden. In't gewelf, Stad-
welk in twee vakken verdeeld is, zyn fakkels,huis. roeden, tangen en ander foltertuig, konftig- lyk, uitgehouwen. Uit de Boeijen, zyn twee toegangen naar deeze Kamer. Langs den ee- nen, worden de gevangenen derwaards ge- fragt, als zy tot halsftraffe gevorderd, oïCapi- taal voorgefteld: langs den anderen,alszybloo- telyk verhoord worden. Op de Verhoorkamer noordwaards, volgt een flaapvertrek, daarna eene groote zaal, en vervolgens nog een twee- de vertrek, ten gebruike van denCipier. Agter al deeze vertrekken, loopt, in 't ooften, een breede en lange gang, die met eene deur aan 't groote Portaal, uitkomt, en de toegang naar de Boeijen en gyzeling is. In deezen gang, ontmoet men eerft ten wellen twee vertrekken , waarin de misdaadigen worden geleid, als zy verhoord,, aan de paleije |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stad-
huis. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
t wetten der Gaanderye,
n naar de vertrekken der |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Üooten wordt. In
zyn tw |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Concherge of "Kaftelein van 't Stadhuis, die
te gelyk het hoofd der roêdraagende Booden is. Ten noorden, komt men, uit de Gaan- derye, door twee groöte poorten, op de open plaats. In de Gaändery, die regt ag ■ ter den grooten dubbelen opgang naar de tweede verdieping legt, fchept men, door vier openingen, die naar buiten met glas- raamen, en binnenwaards met yzeren traliën bezet zyn, flegts weinig licht van eene meer betimmerde open plaats. Ook heeft men , in deeze Gaanda-y, geene andere vertrek- ken dan de Kamer der Btirgerwagt, en eene Kamer, die nog onlangs tot den Ontvangft der Stads Excyns van 't Beefliaal plagt ge- bruikt te worden; doch nu, tot berging van |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ongemunt zilver , door den Ontvanger van de bragt, of Captaal voorgelleld zullen wor-
PViJJelbank, gebruikt wordt, in 't ooften; by den. Ooftwaards loopt een gang langs de •ieder van welke twee Kamers,nog een by- zuidzyde der noorder binnenplaats, in wei- zonder vertrek is. Voorts, zyn 'er, ter we- ken gang, drie af geflooten gevangenplaat- derzyde,_nog twee vertrekken, die tot ber- fen zyn, elk uit twee hokken beftaande. Juift ging van turf,hout en andere noodwendig- zulke drie gevangenplaatfen zyn 'er, in een heden dienen. In den noordooftelyken hoek gang, langs de noordzyde der noorderbin- deezer Gaanderye , is ook een opgang naar nenplaats, die tot eene Schouts gyzeling die- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
agter de
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de tweede verdieping, die met een yzeren
hek afgeflooten is, welk niet, dan by by- , |
Regt
uit |
eze, is de Civile gyze-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
yf~ruime gevangenplaatfen be-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zondere gelegenheden, geopend wordt. By ftaande ,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i welken het ooftelykfte voor
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
deezen opgang, heeft de Schryver van 't
|
n gefchikt is
|
Alle deeze gevangen-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Woord een vertrekje, daar hy 't Wagtwoord plaatfen zyn van de vereifchte krebben en
fchryft, om het, vervolgens, verzegeld, aan heimelyke gemakken voorzien. Voor dezel- deProvooften,en aan de Kapiteinen, die de ven loopt een gang, licht fcheppende van |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wagt hebben, rond te brengen
De opgang voor den agtergevel leidt naar
een aanzienlykPortaal, welk twee-endertig voet, negen duim breed, en twee-enveer- tig voet, drie en een derde duim diep is. 't Gewelf van dit Portaal ruft op zes zwaa- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tuiTchen 't Stadhuis en de nieuwe Kerke. In
den eerftgemelden breeden en langen gang, is ooftwaards een ruime afgang naar de noor- der binnenplaats, alwaar zulken, die ter dood verweezen zyn, 's daags voor de uitvoering van 't vonnis , de dood aangezeid wordt. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Portaal
binnen den op- gang van oen ag- ■ te-gevel. Vertrek- ken in dit Portaal. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
re vierkante pilaaren. In't zuiden, ontmoet Deeze Plaats is, noordwaards en zuidwaards,
men hier eerft den ingang naar het groote met hooge houten befchotten, betimmerd, ver trek der Concherge, welk,met een gang, op dat men de gevangenen uit de .gaande- van de lichten aan de ftraat a'fgefcheiden is. rye niet zou können zien , of toeroepen. Daar na, den ingang naar een geringer ver- In de gaanderyen en portaalen der onderfte trek der Concherge, en voorts een doorgang verdiepinge , hangen , tegenwoordig , op naar de Gaandery rondsom de zuider open bekwaame afftanden , zevenentwintig lan- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
plaats, en naar het voorfte gedeelte van 't
gebouw. In 't ooften, komt men, uit dit I ortaal, door eene ruime poort, in een ver- try-'^at voorheen tot eene Wapenkamer gelchikt was, en nu door de Ruiterwagt, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
taarnen, die. 's avonds ontftoken worden.
Van de eerfte verdieping, treeden wy, Ingang
langs den grooten trap agter de Vierfchaar, der twee- naar de tweede, door den voornaamften in- d;eping, gang van vooren, in welken, twee gewel- dig 'zwaare doorlugtige koperen deuren han- gen , waarin twee boomftammen, met bladen gedekt; twee zonnebloemen en twee zwaa- re Palmtakken afgebeeld zyn. Aan elke zy- de van dien ingang, is een boogswys o- pen vak, welk ook met dikke koperen ge- takte traliën , over welken twee ankers, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
die tot be
|
waannge van
|
't Stadhuis aange-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fteld is, gebruikt wordt. In 't noorden van
't Portaal, heeft men eerft den ingang naar de wooning van den Cipier. Hier komt men •eerft in een voorhuis; voorts in een Portaal, en uit het zelve in de Verhoorkamer, alwaar de be- fchuldigden, op de aanklagte Van den Hoofd- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Officier, door Schepenen, gehoord, en ook kruiswys leggende , en in 't midden twee
B 2 flan-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
%
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS III. Deel.
|
||||||||||||||||||
duim breed, en agtennegentig voet hoog
van verdieping. Van deeze zaal loopen ten wedereinde breede Gaanderyen , noord- waards en zuidwaards, langs de voorgemel- de open plaatfen, van welken zy, door twee ryen lichten boven eikanderen, verlicht wor- den ; fchoon de onderfte ry, die op de noor- delyke open plaats uitziet, door houten lui- ken , van binnen, op de helft geüooten ge- houden wordt. De zaal zelve w~ordt, door drie ryen lichten boven eikanderen, verlicht; doch de helft der onderfte ry aan de noord- zyde wordt ook geflooten gehouden. In de gaanderyen, zyn de ingangen naar alle de vertrekken van de tweede, en de opgangen naar de derde verdieping, welker vertrek- ken alleen boven de gaanderyen en de ver- trekken der tweede verdieping komen, zyn- de boven de zaal niets dan het reeds gemel- de groote en breede plat. De gaanderyen zyn zesendertig voet hoog van verdieping, en zo hoog zyn ook eenige kamers, te wee- ten Burgemeefters Vertrek, de Raadkamer, een gedeelte van Schepens Kamer en de groote Secretary. Doch de andere kamers zyn, door eene tuffchen-zoldering of gewelf, in twee even hooge verdiepingen, ieder van agttienvoet, onderfcheiden.- De zaal en gaanderyen zyn, met derzelver
kolommen, beelden en fieraaden, grooten- deels van wit marmer gebouwd. Beide zyn zy, ter wederzyde, bezet met geftreepte of fiuitswys uitgehoolde Korinthifche kolom- men , tuffchen welken, naar de Plaatfen toe, de lichten gefteld zyn. Langs de zaal, (taan twee ryen zulke kolommen boven eikande- ren , zeven op een' ry: doch maar eene ry in de gaanderyen, die veel laager van ver- dieping zyn. 't Getal der marmeren kolom- men in de gaanderyen beloopt ter wederzy- de twee-enzeventig. 't Gewelf der gaande- ryen , welk op platte kolommen ruft, is met eenig loofwerk verfierd. Op de lyft der tweede ry kolommen van de
zaal, die van Benthemerfteen gehouwen en fraai verfierd is, ruft de Kap derzelve,die, van onderen, welffelswyze, befchooten, en, in 't begin deezereeuwe, konftiglyk beichil- derd is. Men ziet hier de Arifierdamfche Maagd, in 't midden, zittende in een' wa- gen , van leeuwen getrokken , op de wol- ken , met eene gelauwerde bondelbyl op den fchoot. Neptunus draagt haar de Steven- kroon op. Merkuur biedt haar zyn' Slangen- (taf aan, en Cybele de (leutels, die de fchat- kamers des gantfchen aardbodems voor haar ontfluiten. Zy heeft nog andere fieraaden omtrent zig, en onder anderen de Konften en Weetenfcbappen, door wigtjes, dry ven- de op de wolken, verbeeld, terwyl Herku- les, aan eenen anderen kant,den Nyd, den Las-
|
||||||||||||||||||
Hangen afgebeeld zyn, geflooten is. Boven
deeze boogswyze open vakken, zyn twee langwerpig vierkanten, in ieder van- welken, twee kruiswys leggende palmtakken , die eene Stevenkroon onderfteunen, en over wel- ken, een' flang in de rondte legt, van koper gegooten, geplaatft zyn. Door deezen in- gang, komt men op de groote Burgerzaal, een pronkftuk van geregelde Bouwkunde. De ingang zelf is, binnenwaards, ter weder- zyde, bezet met half doorgezaagde witte en bonte marmeren Korinthifche kolommen,die, by drommen, tegen eikanderen Haan , en met haare Kapiteelen en Lyft omtrent der- tien voet hoog zyn. Boven de lyft deezer kolommen, is, op een voetft.uk van ander- half voet hoog, Imfierdam, in de gedaante eener zedige maagd , op een' laagen ze- tel, van witten Avendelfteen uitgehouwen. Zy houdt een' olyftak in de regt^r-, en de vredepalmen in de linkerhand. Een adelaar zet haar de Keizerlyke Kroon op. Stads wapen verfierd haar de borft. De Sterkte en fVysheid, en vier wigtjes, met hoorens van overvloed, bekleeden'haare zyden. Voor haare voe- ten , leggen twee leeuwen. Hoog boven haar hoofd,(taat een groote loopendèUurwyzer. In de Fries van deezen ingang, zyn de vier •getyden van 't jaar, kennelyk aan de vrug- ten, die dezelven voortbrengen, met een' ■zandlooper in 't midden, konftiglyk, in wit marmer, uitgebeeld. Tegen over deezen ingang, ten einde der groote zaale, ziet men een' diergelyken, naar het Portaal voor Sche- pens Kamer, die ook, ter wederzyde, met juift zulken tegen eikanderen (taande Korin- thifche halve kolommen, bezet is. Op de lyft deezer kolommen, ruft, ook op een voet- ftuk van anderhalf voet hoog, het beeld der Geregtigheid, met het Zwaard in de reg- ier-, de Schaal in de linkerhand, en eene Zon agter haar, insgelyks, uit witten A- vendelfteen gehouwen. Zy treedt de On- izeetendheid en de lisifi met voeten. Aan haare regterzyde , ziet men 't beeld van de Dood, met een uitgeloopen uurglas by zig: aan haare linker-, dat der Tugtiging, met de Romeinfche bondelbyl in den regter arm, en een' houten (telt op den fchoot, van welken twee zwaare boeijen nederwaards hangen. Boven de Tugtiging , vliegen twee harpyen, en boven de Dood, twee gevleugelde wigtjes, het eene met een blik- iem in de handen, en het andere met gees- felroeden op de fchouder. Hoog , boven 't beeld der Geregtigheid, tegen 't gewelf aan, is de opftanding ten jongften dage, in beelden, die tweemaal zo groot zyn als 't leeven , door Adriaan Bakker, gefchilderd. De zaal zelve is honderd en twintig voet lang, zesenvyftig voet zeven en een halve |
||||||||||||||||||
Stad-
huis. gaande-
ryen. |
||||||||||||||||||
Stad-
huis. |
||||||||||||||||||
STeraa-
den van den zel- ven bin- nen- waards. |
||||||||||||||||||
Derzel-
ver Ko- lommen. |
||||||||||||||||||
Ingang
naar 't
Portaal
van
Schepens
Kamer.
|
||||||||||||||||||
Kap of
verhe- melte der Zaale. |
||||||||||||||||||
Groote
Burger- zaal en |
||||||||||||||||||
I. Boek.
|
|||||||||||
WEERELDLYKE GEBOUWEN.
|
|||||||||||
13
|
|||||||||||
Stad- Laßer en andere gedrogten, met zyne knods,
huis. verdryft. De wolkhemel wordt omvangen door twee konflig gefchilderde lyflen; eene, Zynde de buitenfte, die, ter wederzyde, met een half-rond, infpringt, waarop het Y, de Amflel, twee kindertjes met Stads wapen, en andere fieraaden, in 't graauw, gefchilderd zyn. Ook ziet men, in twee gekerm/ie halfron- den , ten wedereinde deezer lylte, de wapens der Heeren Dirk Bas en Frangois de Vroede, die, in 't jaar 1705, toen tot dit Schilderwerk beflooten werdt, Théfatiriers waren. Ter wederzyde van deeze wapens, zyn de Planee- ten Sol en Luna , en Cybele en Vulkanus geplaatft. Op de vier fcheppende hoeken van de lyffc, zitten de Wysheid, Geregtig- heid , Wakkerheid en Voorzigtigheid , met haare gewoone byfieraaden. De Geregtig- heid heeft het af beeldfel van Keizer Juïti- niaan by zig; eene Weegfchaal in de regier hand, en ruil, met den linker arm, op 't Corpus Juris. Binnen deeze, ziet men eene tweede lyft, insgelyks, in't graauw gefchil- derd , uit welker vier fcheppende hoeken, vier Wapenfchilden met bondelbylen voortko- men , ieder van welken, door drie wigtjes, anderfleund wordt: en op welke fchilden, de wapens der Burgemeefleren Nicolaas Witsen, Jeronimus de Haze de Georgio, Gerbrand Pancras en Joan Graafland, die in't jaar 1705 regeerden, verbeeld zyn. Beide de lyften zyn, met keurlyke feflonnen , zweevende wigtjes en andere aartigheden verlierd. Al- les is gefchilderd , door Jan Hoogzaad en Gerard Rademaker, naar de tekeningen van Jan Goeree. Van dezelfde Schilders, heeft men ook een af beeldfel der Stads Regeerin- ge, tegen over 't Huk der Opftandinge van Adriaan Bakker, aan de andere zyde der zaale, boven den grooten ingang. Zy wordt verbeeld door eene vrouw, met eenen ftaf in de regterhand en een fcheepsroer by zig. De Eendragt, voor haar gezeten, biedt haar eenen granaatappel aan. De Staatkunde, met twee aangezigten, en een' verrekyker in de hand, verzelt haar. De Reden, met wetboek, paffer en toom in de hand? daalt neder uit de wolken, om haar te verlichten. Zy wordt, wyders, omringd van de beel- den der Konflen en des Ovenheds, terwyl de Lifi en de Tweedragt voor haar de vlugt neemen. Derzel- De ingelegde vloer der zaale plagt nog
veringe- meer uit te munten'dan het gefchilderd ge- iSme- welf. In den zelven, zag men in 't mid- renvloer, den, een doorgefneeden hemeikloot, waar- ' in zi'g de Noordpool vertoonde; en de ge- fternten, z° a^sze doorgaands verbeeld wor- den, benerens de hemelkringen, van geel |
|||||||||||
koper, in 't marmer van den vloer, inge- Stad--
werkt waren. Doch de beeldtenifïèn in dee-Hu:s- zen platten hemeikloot zyn, door den tyd, al zeer uitgefleeten. Ter wederzyde van den hemeikloot, lagen, naar beide de ein- den der zaale toe, twee halve platte aard- klooten: in den eenen, ten ooflen, waren Europa, Azia en Afrika, en in den ande- ren , ten weflen, Amerika afgebeeld. De kuften werden, door gekleurde fteenen, on- derfcheiden. De evennagtslyn, de zonneweg en de andere kringen waren van geel koper. De tyd en 't menigvuldig betreeden der zaale hadt deeze konftftukken ook, voor een ge- deelte , beroofd van derzelver oorfprongke- lyk fieraad. Men hadt, hierom, voor eeni- ge jaaren, ondernomen, de halve aardkloo- ten te vernieuwen. Doch de flof, waarme- de de landen en wateren moeflen onderfchei- den worden , werdt niet beflendig genoeg bevonden ; waarom de plaats der halve aard- klooten, konftiglyk, met marmer werdt ge- vuld , zonder dat 'er de voorige af beeldfèls in gebragt werden: in welken ftaat het werk tot nog toe gebleeven is. Ieder der drie rondten heeft omtrent twee-entwintig voe- ten middellyns. De agt vleugels der vier groote boogen, Sieraj-
door welken men, uit de vier hoeken der jen,van zaale, in de gaanderyen komt, zyn niet al- 4n det leen met hangende feflonnen , loof, ge- |aande- bloemte en vrugten, die, van aapjes en eek- ryen. hoorentjes, beklauterd en beknabbeld wor- den , verfierd ; maar in de ryzende krom- ten der boogen, worden de vier hoofdflof- fen, door agt leggende Avendelfleenen beel- den van negen voeten, op tweederlei wyze, afgebeeld. En agt groote feflonnen van twintig voeten lang, boven de agt beelden, beflaan uit fieraaden, die op de beelden pas- fen. In de boogen ten ooften der zaale, wordt het Vuur vertoond, door een' jon- geling , die een lugtig kleed om 't bloote lighaam, een' blikfem in de regter-, en een' fakkel in de linkerhand heeft. Voor hem legt een Salamander. In de feflon boven zyn hoofd, vertoonen zig_ twee kindertjes in de vlammen, en veelerlei gefchut, vuurfleenen, vuurige zwaarden enz. Eene naakte gevleu- gelde vrouw, wier hoofd met wolken over- fchaduwd en met Herren gekroond is, ver- beeldt de Lugt. Zy fchoort het zwerk met beide de handen, en heeft een'arend en eene rave aan haare voeten. In de feflon, treedt een paauw op de wolken, onder wel- ken , de vier winden blaazen, en 't gevogel- te vliegt. Eene naakte vrouw, met eenen Heven, en eene kroon van paarlên en zee- gewaffen op 't hoofd, en riet en lis, daar een dolfyn den kop uitfleekt, ter wederzy- B 3 d£?
|
|||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||
AMS TER D A MS
|
|||||||||
14
|
|||||||||
de, verbeeldt het Water. Aan haare lin- en veelerlei aardvrugten.Boven devierboo- sTAD.
kerzyde, ziet men eenen haak, riem en ander gen, ftaan, in groote niffen, de Modellen der huis. fcheepstuig, en voor haare voeten, kreeften, vier zvdbeelden, die, opde kappen der voor- krabben en diergelyke waterdieren. In de fes- en agtcrgevelen, geplaatft zyn. 't Model van ton boven dit beeld, zyn twee wigtjes,op eene 't middenbeeld der Frede van den voorge- . zeefchelo zittende, en water uit kinkhoorens vel, ftaat, op gelyke hoogte, boven den blaazende, by rietgewas , viffchen , fchel- grooten ingang naar de Burgerzaal, en dat pen, hoorens enz. uitgebeeld. Cybele ver- van't middenbeeld des agtergevels, zynde beeldthierwydersdeAARDE. Zy heefteene een Jt las, die een' Hemelkloot torft,is bo- Stedekroon op 't hoofd, een zuigend kind ven den ingang naar't Portaal voor Schepens- aan de borft, en eenen kemel agter zig, op kamer geplaatft. De helft van den kloot ver- welken een aap zit, die den toom voert. Aan toont zig alleen buiten 't naakte werk. .haare regterzyde, heeft zy eenen leeuw, en In de agt gezigten der gaanderyen, ftaan Agt voor zig een'wolf en eene ilang. In de fefton, ook agt witte marmeren beelden, die zes 8roote zitten twee naakte kindertjes op eenen hoop voet en zeven duim hoog zyn? en op agf^^fgj, vragten. In 't midden, ziet men een' harts- omtrent even hooge langwerpig vierkante den inde kop, en daaronder, ter wederzyde, een' aap, marmeren voetftukken ruften. Vier van dee- agtgezig- en veelerlei aardvrugten. In de boogen ten ze voetftukken,ten noorden en ten zuiden,zyn'^"ff1 weiten der zaale,zyn dezelfde hoofdftoffen, op alleenlyk langs de kanten; de vier anderen, f™", eene andere wyze, en met andere of anders ten ooften en ten weiten, regt in't midden, gefchikte byfieraaden, afgebeeld, 't Vuur met keurlyk gewerkte feftonnen, behangen, wordt hier vertoond, door eene Moorin , De beelden vertoonen Cybele, en de zoge- met eene fehotel of kom van een zonderling naamde zeven Flaneeten. Cybele ftaat, in maakfel, daar eenFeniks in verbrandt, in beide de noordooftelyke gaandery , tuffchen de de handen. Zy heeft de Zon aan haare linker- Raad- en Weeskamer, in de gedaante eener zyde, en wordt, door eenen der vier win- bedaagde vrouwe, welker opperkleed , in den, aangeblaazen. In de fefton boven haar, den zoom, met bloemen en loof doorwerkt hangt het wapentuig van Mars, en een ke- is. Zy heeft eene Stedekroon op 't hoofd, ten, met vuurfteenen en vuurflagen behan- eenen fleutel en fchalmei in de linkerhand, gen , onder twee fmeedende kindertjes, en twee leeuwen voor haare voeten. Met Eene fchoone maagd, met een' paauw in de regterhand, ligt zy haar opperkleed een den regter arm, en eene chameleon op de lin- weinig op. In 't voetftuk, ziet men twee groo- ker hand, verbeeldt hier de Lugt. 't Hair te hoorens van overvloed, eenige gereed- zwiert haar lugtig om't hoofd. In't ver- fchappen tot den landbouw dienftig, twee fchiet , zweeft het gevogelte onder haar. fakkels, en een hardersflu.it. In de zuidoofte- In de fefton boven haar, blaazen twee wigt- lyke gaandery, tuffchen Burgemeefters Ver- jes lugtbellen. Voorts , ziet men hier de trek en deThefauiïe, ftaat Diana, verbeeld winden , reigers , paradysvogels en ander als eene Jagtgodin, met eene halve maan op lugtgedierte afgebeeld. Eene naakte zeenimf, 't hoofd , eenen boog op de fchouder, en met eenen fpuitenden waterbol in de regter- eenen fakkel in de regter hand. Agter haa- hand, eenen krans van watergroente om 't re linkerzyde, vertoont ,zig eene hinde, en hoofd, en een vat, daar zy met den linkerarm voor haare voeten, leggen twee zeegedrog- op leent, en welk water en fchelp viffchen uit- ten, en eenige kreeften en krabben. Op 't geeft, byzig, verbeeldt het Water. Zy voetftuk, is allerlei jagtgereedfchap,en on- heeft een rietbofch agter, en yeelerlei zee- der anderen een bondel jagers-netten, zeer gewas voor zig. In de fefton, ziet men twee konftiglyk, afgebeeld. Tuffchen de The' zeewigtjes, elk met een loopend watervat faurie Ordinaris en deSecretary, voor dea op den fchoot,en een fnoer hoorens en fchel- zuidooftelyken opgang naar de derde verdie- pen aan de beenen,daar een derde zeewigt, ping, ftaat, met den rug naar 't zuiden , met eene fchilclpad aan den ftaart, de handen MERKUUR,inde gedaante van een' fchoon' aan flaat. Flora verbeeldt hier de A a r d e. Zy Jongeling, met een' gevleugelden hoed op 't houdt de linkerhand op eenen grooten aard- hoofd, eene ftokbeurs in de linker handden kloot; heeft, in de regter, een fikkei; voorts, den flangenftaf op den regter arm. Een kraai- eenen bloemkrans om 't hoofd , en eenen jende haan en een bok bekleeden zyne zy- hooren van overvloed voor zig. Agter haar den. Op 't voetftuk, en in de twee boogen groeit een wynftok, en voor haare voeten, van den gemelden opgang, hangen, ter we- kruipen {langen en padden. In de fefton derzyde, feftonnen van graanen en loof. Tus- boven haar, ziet men twee Satyrtjes , een' fchen de Secretary en de Thefaurie Extra- leeuw en eene leeuwin, een' flang in 'tmid- ordinaris, voor denzuidweftelyken opgang, den, die zig om een' boom geflingerd heeft, ftaat, ook met den rug naar 't zuiden, het beeld
|
|||||||||
»
|
|||||||||||||||
I.BOEK.
|
|||||||||||||||
WEERELDLYKE "GEBOUWEN.
|
|||||||||||||||
15
|
|||||||||||||||
Stad- beeld van J u p i T e R, in de gedaante van een'
umk- llerk gefpierd man , vol hair en ruig van baard. Zyn kleed is met fterren bezaaid. Hy houdt den blikfem in de linkerhand, en heeft een' arend, met een' donderkloot onder de linker poot,aan dezelfde zyde. Ter regter, ftaat een ram. Op 't voetftuk, enindeboo- gen van den opgang, ziet men, ter wederzyde, feftonnen van eikenloof en kooren verbeeld. Tuffchen den ingang der Thefaurie Extra- ordinaris en de Kamer der CommiiTariffen van kleine Zaaken, ilaat, met den rug naar 't weften, het beeld van A p o l l o, in de ge- daante van eenen fchoonen baardeloozen jongeling, met krullende hairlokken. Zyn kleed zwiert hem lugtig van de fchouders. In de linkerhand , houdt hy eenen boog , en met de regter vat hy den pylkoker, die hem over de linker fchouder hangt. De draak Python legt aan zyne voeten, en agter hem ftaat eene harp. Op 't voetftuk, zyn harp , fchalmei , zakpyp , fluit en ander fpeeltuig, overkonftiglyk, afgebeeld. Tus- fchen de Kamer van Schepenen Extraordi- naris en de Rekenkamer, ftaat Mars in volle ruftmg, met zwaard, fchild en heirbyl gewapend, en een' gevleugelden draak op den helm. Agter hem, ftaat een wolf, en eene rave aan zyne voeten. Op 't voetftuk, ;ziet men veelerlei oorlogs- en wapentuig af- gebeeld. Hierop volgt, voor de twee noord- weftelyke opgangen naar de derde verdie- ping , het beeld van Venus, eene fchoone naakte vrouw, die alleenlyk een' lugtigen flui- jer voor den middel houdt. Zy heeft een' krans van myrthe en roozen om 't hoofd, een' appel in de linkerhand, eene zwaan ter reg- ter-, en eene duif ter linkerzyde, en twee gevlerkte wigtjes voor zig. 't Voetftuk, daar zy op ftaat, en de vleugels der boogen van den gemelden dubbelen opgang zyn, ter wederzyde , verfierd met afhangende feftonnen van zeehoorens, fchelpen, myr- the en roozen, daar boog en pylkoker, kam, borftel, paarlenfnoer, fpiegel en diergelyk tooigereedfchap aan gehegt is. Voor den dub- belen noordooftelyken opgang naar de Ka- mers van Huwelykfche en Zee-zaaken, ftaat Saturnus, in de gedaante van een oud man, met een' kaaien kruin, houdende een' fikkei in de linkerhand, en in de regter een kind, daar hy de tanden in zet. Agter zy- ne voeten , ziet men eene koorenfchoof, ploeg en kouter: voor hem, legt een zand- looper. En aan zyne regterzyde, ftaat een hoofd, met twee aangezigten. Op 't voet- ftuk, enindewederzydfche boogen vanden opgang, zynaardvrugten, adders, haspels, vlas en momaanzigten, aartig^k, uitgehouwen. Cefchü- ■ 'De vier hoeken der gaanderyen zyn ge- |
fchikt, om in dezelven agt gefchilderdeta- Stao-
fereelen te plaatfen, van welken 'er zes vol- huis. trokken zym Govert Flink was, in't jaar derde 1659, tot dit werk aangenomen, en hadt Taferee- de modellen reeds, vervaardigd. Doch hy jf"! m werdt j door de dood, belet, het werk ver- ken der der te brengen (z); waartoe, federt', ande- gaande- re meefters de hand geleend hebben. De oor- r>'en- log tufTchen Civilis en de Romeinen is, in deeze zes ftukken , afgebeeld. Boven de Thefaurie Ordinaris, fpoort Civilis de Bata- vieren aan tot het opvatten der wapenen, na de maaltyd, die, by maanlicht, in 't Heilig Woud, gehouden wordt: en daar naaft, boveri eenen der dubbele opgangen naar de tweede Verdieping, wordt de Kaninefaat Brinio, op een fchild, om hoog geheeven, en tot Veld- overfte ingehuldigd. Het eerfte van deeze twee ftukken is, door Juriaan Ovens (k), het andere, door den ouden Jan Lievensz,, gefchilderd. In den hoek , boven de op- gangen naar de Kamers der Commiffariffen van Huwelykfche en Zee-zaaken, en boven den ingang naar de Weeskamer, zyn twee vakken, in't jaar. 1661, befchilderd, door Jakob Jordaans, het eerfte, met de over- rompeling der Romeinen, in derzelver ten- ten , by nagt en fakkelligt; het tweede, met de beveiliging der Vrede tuffchen Cerialis en Civilis; waarin eene ftaatelyke vrouw, de Vre- de verbeeldende, uit de wolken nederdaalt. Boven den opgang naar de Kamer van Com- miffariffen van den Honderdften en Twee- honderdften Penning, en boven de ingangen der Thefaurie Extraordinaris en der Kamer van Commiffariffen van kleine Zaaken, moes- ten de Overwinningen by Bon en by Cafira Vetera of oud Leger , gefchilderd worden. Doch hier ftaan nu twee ftukken in Fresco of natte kalk, die, van de vogtigheid der muuren, en, zo men wil, ook van de onkun- de van zulken, die ondernomen hadden, de- zelven te herftellen, vry wat geleeden heb- ben. Zy zyn, door eenen Le Grand, ge- fchilderd , en vertoonen het eene de opge- regte zegetekens, door de Batavieren, op de Romeinen, veroverd; en het andere de , vredehandeling tuffchen Civilis en Cerialis, op de doorgebroken brug over den ftroom Naba- lia. De twee vakken boven de ingangen der Kamer van Schepenen Extraordinaris en dei- Rekenkamer , en boven den noordweftelyken dubbelen opgang naar de derde verdieping, zyn nog ledig. De twee boogen der gaan- deryen aan de ooftzyde, zyn ook, van bo- ven , door Jakob Jordaans, befchilderd. De noordelyke boog, met het verflaan van Go- liath , |
||||||||||||||
(i) A. HOÜBRAKEN Schouwb.dei Schilders II. Deel,
(4J ld. I. £>«/, il; 274. |
|||||||||||||||
bl.S*..
|
|||||||||||||||
IIL Deel.
|
|||||||||||
A M S T .E R D AM S
|
|||||||||||
16 1
|
|||||||||||
midden-uitftek van den noorder - zydgevel, Stad-
ten ooften, de JJJurantie - Kamer, en ten huis, weften, de Dcfolaate-Boedels-Kamer, die met een' muur van eikanderen gefcheiden zyn, en elk een vertrek nevens zig hebben. Bei- de deeze Kamers met derzelver vertrekken en den tuffchenmuur, beflaan juift zo veel plaats, in breedte en diepte, als de Secre- tary , met de haaren. In 't midden-uitftek van den agtergevel, is Schepns Kamer ge- plaatft, die tagtig voet zes en een half duim breed, en twee-endertig voet negen duim diep is. Voor dezelve, is een ruim portaal, en daarin, ter wederzyde, een vertrek voor de Deurwaarders der Vierfchaare en andere bedienden. Ieder van deeze vertrekken is drie-endertig voet twee en een half duim breed , en dertien voet diep. In de noor- der-tuffchenruimte van den agtergevel, ont- moet men, naaft aan Schepens Kamer, de Kamer van Schepenen - Extraordinär is, naar welke men ook, uit een portaal. ten noor- den van Schepens Kamer, toegang heeft, ïn de zuider-tuffchenruimte van den agter- gevel , heeft men de Kamer van CommiJJa- rijfen van kleine Zaaken , die een vertrek nevens zig heeft. Ieder van deeze Kamers is drie-endertig voet negen duim breed, en dertig voet diep. Het portaal en 't vertrek zyn ieder negen en een derde voet breed, en vyftien voet diep. In 't zuider-uitftek van den agtergevel, is de Thefaurie-Extraordi* naris geplaatft, die twee-entwintig voet en een derde van een duim breed, en vieren* dertig voet diep is, en twee vertrekken ag* ter zig heeft, van welken het eene tien voet en twee derde van een duim breed, en twee- entwintig voet en een derde van een duim diep is i het andere is tien voet en twee derde van een duim in 't vierkant. Einde- lyk, ontmoet men , in het noorder-uitftek van den agtergevel, de Rekenkamer , die ook twee vertrekken heeft, welken , zo wel als de Kamer zelve, juift zo groot, en op gelyke wyze verdeeld zyn, als de The- faurie Extraordinaris en derzelver vertrek- ken. Tot beide deeze Kamers, heeft men, uit een portaal in de gaandery e, toegang. Van alle deeze vertrekken bereiken Bur- ingefto-
gemeefters - Vertrek , de Raadkamer, het ken Ka- zuidelyke en grootfte gedeelte van Schepens m^s> Kamer en de groote Secretary de gantfche SetJS. hoogte der tweede verdiepinge, te weeten de en zesendertig voet. Doch de andere vertrek- derde ken zyn, door eene zoldering of gewelf, ge- v.erdic* fcheiden van eenige vertrekken boven de-pins' zelven, die tot verfcheidenerlei gebruik ge« fchikt zyn. Boven Burgemeefiers Kamer, de Juftitie Kamer en de Puije, heeft men de Cbarterkamer, daar de Refaktien van den Staat
|
|||||||||||
liath, en de zuideiyke, met dat der Filifty*
nen, door Simfon. Na 't befchouwen der Burgerzaak^ en der
gaanderyen ter wederzyde van dezelve, tree- den wy nu in de vertrekken der tweede ver- diepinge, die hier hunnen ingang hebben. Ter wederzyde van den voornaamen ingang in 't ooften , ontmoet men , zuidwaards, Burgemeefiers Kamer ä en noordwaards, de Jufiitie-Kamer, ieder van weiken, twintig voet, negen en twee derde duim breed, en dertig, voet diep is. Tuffchen deeze twee Kamers, boven de gaandery, die, beneden, voor de Vierfchaar is, heeft men de Puy of Afleesplaats, die twee-endertig voet en ne- gen duim breed; doch maar tien voet en z#- ven duim diep is. En deeze drie vertrekken beflaan het midden-uitftek van den voorge- vel. In de zuideiyke tuffchenruimte van den voorgevel, volgt, op Burgemeefiers Kamer, Burgemeefiers Vertrek ,-en in de noordelyke, op de Juttitie-Kamer, de Raadkamer, ieder van welke vertrekken vyfenveertig voet ze- ven en een halve duim breed, en dertig voet diep is. Naaft Burgemeefiers Vertrek, volgt, in dezelfde zuideiyke tuffchenruimte , een gang, uit welken men, zuidwaards, den in- gang heeft naar de Thefaurie Ordinaris, die twee vertrekken ten zuiden heeft, en in 't zuider-uitftek van den voorgevel gebouwd is.' Diergelyken gang heeft men ook, naaft de Raadkamer ten noorden, uit welken menj noordwaards, komt in de Weeskamer , die, met haarë twee vertrekken ten noorden, in 't noorder-uitftek van den voorgevel, is ge- plaatfl. Beide deeze Kamers, de Thefaurie Ordinaris en de Weeskamer, hebben ieder eene breedte van twee-entwintig voet en een derde van een duim, en eenè diepte van vierendertig voet. De vertrekken van ieder van deeze Kamers zyn tien voet en twee derde van een duim breed, en eenen- twintig voet vyf en een derde duim diepIn deviertuffchenruimtenvan de zydgevelskomen de gemeene trappen, langs welkenmen, naar de vertrekken der derde verdiepinge, en naar de vertrekken, die tuffchen de tweede en derde verdieping ingeftoken zyn, opgaat. In't midden-uitftek van den zuider-zydgevel, is de groote Secretary geplaatft, benevens de drie vertrekken, todezelve behoorende, te weeten het vertreder eerße Stads Klerken, ook de kleine Secretary genaamd, en het vertrek der Ordnaris Klerken, beide ten ooften, en een geheim vertrek voordeSecretariffen, ten weten. De groote Secretary is dertig voet diepenzevenenveertig voet een en twee derdduim breed. Tegen over de Secretary ederzelver vertrekken, ontmoet men , in |
|||||||||||
Stad-
huis. Schik-
king en gïootte der Ver- trekken van de tweede verdie- ping. |
|||||||||||
I. Boek.
|
||||||||||||||||||
WEERELDLYKE GEBOUWEN.
|
||||||||||||||||||
17
|
||||||||||||||||||
Stad- Staat en veele Stads Brieven en Papieren be- rond, boven den ingang van dit vertrek, g
|
TAD-
|
|||||||||||||||||
Huis- waard worden. Boven de Thefauiïe Ordi- ziet men twee naakte wigtjes, ieder eene nuts
naris, zyn twee vertrekken, welken ook tot bondelbyl, het teken der Roomfch - Burge- bewaaringe van eenige Stads Schriften, Boe- meefterlyke waardigheid, in de hand hou- ken, Papieren enz. gefchikt zyn, en nog dende. Zy hebben twee adelaars voor zig, een ander, boven het grootfte vertrek der die ieder een' fpiegel, omflingerd met eene Thefaurie, voor den Boekhouder der Amp- flang, gevat houden. Merkuur is, boven ten. Boven de kleine Secretary , is de Ze- dit rond, in een vierkant, uitgebeeld, bezig gelkamer. Boven het vertrek der Secretaris- met den honderdoogigen Argus, die een' fen,is een vertrek,tot bewaaringe van ou- wagtfchenhond agter zig heeft, indenflaap de Regifters gefchikt. Boven de Thefaurie te fpeelen. Aan den vleugel bezyden, en bo- Extraordinaris, is de Kamer der Commiffarisfen ven het rond, hangen feftonnen van eiken- van de honderdjte en ïweehonderdfie Penningen, loof,granaatappelen,druiven,Indifch graan en boven de Kamer van Commiffaiïffen van en ander gewas: alles in marmer gehouwen, kleine Zaaken, een vertrek, welk door de Binnen in 't vertrek, ftaan, aan elke zyde * Concherge gebruikt wordt. Boven 't noor- vier witte marmeren Korinthifche kolom- delyk gedeelte van Schepens Kamer, is des men. De marmeren fchoorfteenmantel, ten Schouts Comptoir, en boven de Kamer van zuiden, voor of ter zyde van weiken, de vier Schepenen Extraordinaris , het Comptoir regeerende Burgemeefteren zitten aan eene van Schepenen , naar welke beiden, men, langwerpig vierkante tafel, ruft op vier wk> langs eenen trap uit het Portaal voor Schepens te marmeren kolommen van dezelfde orde 4 Kamer, als mede langs eenen trap ter zyde van twee ronden en twee platten. In de fries dezelfde Kamer, toegang heeft. Boven de van den fchoorfteenmantel, ftaat de "zege- Rekenkamer , is de Kamer van CommiJfariJJen praal van den Roomfchen Burgemeefter van den Levantfchen Handel. De Kamer van Quintus Fabius Maximus, in 't klein, in wit Commijfartjfen van Huwelykfcbe zaaken, by marmer, uitgehouwen. De vleugels derope- welke nog twee vertrekken zyn, is boven ninge, door welke men, noordwaards, in de Defolaate-Boedels-enAirurantie-Kamers, de Vierfchaar ziet;doch die gemeenlyk ge- en men heeft, tot deeze Kamer en derzel- flooten gehouden wordt, zyn, ter weder- ver vertrekken, toegang, langs de twee trap- zyde, verfierd met uitgehouwen feftonnen, pen, in 't noordooften en in 't noordweften hangende aan ringen, die in de muilen van der gaanderyenvan degrootezaal.Eindelyk, twee leeuwskoppen vaftgemaakt zyn. In de heeft men, boven deWeeskamer, die der Com- weftelyke fefton, ziet men een zwaard, bon^ mijjarijjen van Zee-zaaken, voor welke, ten delbyl en twee fchaalen,en op een wimpel* weiten, een Portaal is. Ten noorden dee- het woord Fortiter, dat is, Kloekmoe-' zer Kamer, is een vertrek, welk door de Com- diglyk: in de ooftelyke, zyn een paar groo- miffariffen van Zee-zaaken; en ten zuiden tekruiswyze geplaatftefleutels, eenfcheeps- een ander, welk, door die van de Weeska- roer, graanen en vrugten, met het woord mer, gebruikt wordt. Prudenter, dat is, Foorzigtiglyk, uit- Byzonde- Alle deeze ingeftoken Kamers zyn voor- gehouwen. De poften der houten deuren
fchfyvin« z^en van 'C gene. vereifcht wordt, tot al wat van de openinge, die in de Vierfchaar uk- van '° in dezelven verrigt moet worden; doch vor- ziet, zyn met gefneeden loofwerk verfierd, deren, uit hoofde haarer fieraaden, geene In 't fchoorfteenftuk , ftaat de reeds ge- byzondere befchryving. In de Kamer der noemde Roomfche Burgemeefter Fabius Ma- Commiflariflen van den Levantfchen Handel, ximus, die zynen Vader gebiedt van 't paard hangen eenige gefchilderde af beeldfels van te treeden, eer hy hem aanfpreeke, kon- Levantfche dragten, en andere ftukjes, die, ftiglyk, door den ouden Jan Lievenszoon, door den onlangs overleeden Heere Cor- gefchilderd (/). Men leeft 'er dit vers van nelis Cal koen, Ambaiïadeur van den Vondel onder: Staat aan de Ottomannifche Porte, voor wei- nige jaaren, aan deeze Kamer vereerd zyn. De Zoon van Fabius gebied zyn eigen Vader Doch de andere vertrekken der tweede ver- yan >t paard te flygen, voor Stads eer en diepinge, die hunnen ingang, op de zaale aghtbaarheid:
of in de gaanderven , hebben, verdienen „. , ,, „ • lt , ,
naauwkeimger befchouVd te worden. Dte kent geen bloet, en eiscbt dat hy eerbie-
Wy beginnen met dlgh mieu
Dus eert een man van Staat het ampt
|
||||||||||||||||||
Mees-
ters |
Burgemeesterskamer. he™ opgeleid.
|
|||||||||||||||||
't Zol-
|
||||||||||||||||||
Kamer. Ter wederzyde van een konfti0, gebeeld O A- h°ub*akeij schou'wtgh 1. Deel, u. iVi.
II. STUK. '& C |
||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||
i8
|
|||||||||||
't Zolderftuk is in tweeën verdeeld,. en door
Joannes Bronkhorfl gefchilderd. Voor den fchoorfteen, ziet men de Burgemeeflerlyke agtbaarheid in de gedaante eener deftige vrouwe, die een' Scepter in de linker-, en twee fleütels in de regterhand houdt. Zy heeft den Bybel aan haare regter-, en vee- lerlei oorlogsgereedfchappen aan haare lin- kerzyde. Verfcheiden' wigtjes omringen haar. Onder haar , vliegt 'er een, haar, met de regterhand, een' palmtak, en met de linker, een' krans van eikenloof toerei- kende. Voor de glazen, zyn wigtjes ver- beeld , die eene bondelbyl en Keizerlyke Kroon draagen. Nevens en tuflchen de twee deelen van't zolderftuk, ziet men de wapens der Burgemeefteren JoanHuydecoper Ridder,Heer vanMaarsfeveen, Cornelis de Graef, Vryheer van Zuidpolsbroek, Joan van de Poll, en Hendrick D i R c k s z S p i e G H e L , die , in 't jaar 1655, de eerften in 't nieuwe gebouw zit- ting namen, konftiglyk , in hout,uitgehou- wen , en verguld. Tegen over den fchoor- fteen , hangen nog twee fchilderyen in zwar- te ebbenhouten lyften , verbeeldende het oude, en het tegenwoordige Stadhuis, bei- de van vooren. Het eerfte is , in 't jaar 164.1, naar 't leeven getekend, en in 't jaar 1657, gefchilderd, door Piet er Zaanredam. Het tweede is gefchilderd, in 't jaar 1667 , door Jacob van der Ulft van Gorinchem (m\ Beide wordenze voor uitmuntende Konft- ftukken gehouden : met naame het eerfte. Eindelyk, hangt, nevens den fchoorfteen, naar de glazen, het bekende vers van Con- flantyn Huygens, Heere van Zuilichem, kon- ftiglyk , met gulden fchryfletteren, in eene tafel van zwarten toetsfteen, die agtentwin- tig duim hoog, vyfentwintig duim breed, en in eene zwarte ebbenhouten lyft gevat is, gefneeden, door Elias Noski, Boheemervan geboorte, die , hier ter Stede, op de Lau- riergraft, gewoond heeft («). 't Gedigt zelf, fchoon dikwils gedrukt, verdient, om zynen deftigen inhoud, ook hier ter plaatfe, te worden ingevoegd: G E L U c K
Aan de E. E. Heeren
REGEERDERS
van
amstelredam,
In haer
Nieuwe Stadthuys.
Doorluchte Stichteren van 's Werelts achtße
wonder, (m) A. HoubrakEN Schoiiburgh. I. Deel, H. 17$. II.
Deel, hl. 197.
(») F. VON ZESKN , il. zo9.
|
|||||||||||
Van foo veel Steens om hoogh op foo veelHouts gTAD.
van onder, huis. Fan foo veel koßelycks foo konßelyck venvrocht,
Van foo veel heeriickheyts tot foo veel nuts ge-
brocht : God, die u Macht en Pracht met Reden gaf
te voegen, God gev' u in 't Gebouw, met Reden en Ge-
noegen , ' Te toonen wie gy zyt; en, daerik 't alinfluyt;
Heyl zy daar eeuwig in, en onheyl eeuwig uyt.
Is 't ook foo voorgefchickt, dat defe marm-
re muuren Des Aerdtrycks uytterfie niet hebben te ver-
duur en ; En werdt het noodigh dat het Negende ver*
fchyn', Om 's Achtße ïVonderwercks Nakomeling te
zyn; God, uwer Vad'ren God, God, uwer Kind'reit
Vader, God, foo nabyu,zy die kind'r en foo veel nader,
Dat hare welvaert noch een Huys bouw' en
befit', Daer by dit Nieuwe fla, als 't Oude ßondt
by dit. Constanter.
Anno CIOIOCLX. Zuidwaards naaft Burgemeefters Kamer,
treedt men in Burgemeesters Vertrek. Burge-
MEES-
Boven welks ingang, ook een open rond tersVer-
is, ter wederzyde waarvan, men een zee- TREK' gedrogt heeft afgebeeld , om welk, twee naakte kindertjes de armen geflaagen hebben. Voorts, ziet men hier twee hoorens van o- vervloed. 't Vertrek zelf is voorzien van twee fchoorfteenen, welker mantels elk op vier ronde en vier platte gekleurde Korin- thifche kolommen ruften. De friezen dcr- zelven zyn,met loofwerk en naakte kindes- tjes, aartiglyk, verfierd. De twet fchoor- fteenftukken munten uit in fraaiheid. Het noordelyke, welk door Ferdinand Bol gefchil- derd is (0), vertoont Fabricius in 't Leger van Pyrrhus, die hem, vrugteloos, door ge- fchenken, of door't gebriefch eens Elefants, in zynen pügt zoekt te doen wankelen. On- der 't ftuk, leeft men dit vers van Vondel: Fa-
(O A. HoUüUAKfiN Schouburgh I, Deel, hl. 301.
|
|||||||||||
■•■■$
|
|||||||||||||||||||||
I. Boek.
|
|||||||||||||||||||||
WEERELDLYKE GEBOUWEN.
|
|||||||||||||||||||||
19
|
|||||||||||||||||||||
Fabricius houdt flant in Pyrrhus legertenten.
Het gout verzet hem niet, door fchandelycke
zucht , Noch elefants gebriesch en felle dreigementen.
Zoo zwicht geen man van flaet voor gaven,
noch gerucht.. In 't zuidelyke fchoordeenduk , door Co-
vert Flink gefchilderd, ziet men den Burge- meeder Marcus Curius, zig, op zyne Land- hoeve , met aardvmgten 'geneerende : on- der het zelve, Haan deeze regels van den zelfden Digter: Op 's Burgemeeßers wacht magh Rome veiligh
Jlaepcn,
Als Markus Ruri'is, het aangeboden gout
Vcrfmaênde, zich genoeght met een gerecht van
raepen. Zo iwrt door Maetigheit en Trouw de Stadt
gebouwt. Ter zyden van de fchoordeenen, hangen,
aan fierlyke fedonnen, de wapens der twaalf Burgemeederen en Oud - Burgemeederen , die 't eerdin dit vertrek zitting genomen hebben. Diergelyke wapens, ziet men ook, in 't wellen van 't vertrek, boven tegen 't gewelf, in vier vakken, uitgebeeld. Het ge- welf is, door Joannes Bronkhorfi, met agt vierkante zolderflukken, befchilderd, waarin kindertjes, die palmtakken, eileenkranfen , en andere diergelyke zinnebeeldige voor- werpen draagen , aartiglyk, verbeeld zyn. In 't gewelf voor de twee fchoordeenen, liaan deeze woorden uit H o r at i u s : L e- ne Consilium datis. Stet Capi- tolium FULGENs. dat is : 't Raadhuis zal luiflerryk fiaan blyven; zo gy• zagtelyk regeert. De wand van 't vertrek, ten wes- ten , is, voor weinige jaaren, behangen, met drie Schutters (lukken, die, eertyds, in de groote zaale der Hoveniers Doele, gehan- gen hebben, daar zy groot gevaar liepen van befchadigd te worden'; waarom zy herwaards zyn overgebragt. Het zuidelykde is een Schutters gezelfchap , door Govert Flink ge- ichilderd (p): het middelde een diergelyk ge- ru^i Van den KaPitein Cornelis de Graef,
gefchilderd door Adriaan Bakker: het noorde- lykfte, door Joachim Sandrart gefchilderd, is een -korporaalfdiap van den Kapitein van Zwieten, gereed om de Koninginne Moeder van Frankryk, Maria de Medicis, wier ftee- nen borftbeeld, in dit (luk, gefchilderd is, in te haaien. Op een' rol papier, die van de tafel af hangt, plagt men deeze vyf regels van (p) A. HOUBRAKEN Schóuburgh, II. Deel, bl. ij.
|
|||||||||||||||||||||
Vondel, die nog gedeekelyk kenbaar St,\t>- .
|
|||||||||||||||||||||
HUIS.
|
|||||||||||||||||||||
zyn, te leezen:
|
|||||||||||||||||||||
De Vaen van Zwieten wacht om Medicis t''ont-
haakn. Maer voor zo groot een ziel valt Dam en markt
te klcen, En 't oog. der Burgery te zwak voor zulke
fir-aaien. Die zon van Chrißenryk is vlees ch, noch vel,
noch been : Vergeef het dan Sandrart dat hy haer maelt
vanßeen. Op Burgemeeders Vertrek, volgt de
Thesaurie Ordinaris. Thesau<
R1E Or-
Boven den ingang, ziet men, omtrent DINARIS-
zulk een rond, als boven dien van Burge- meeders Vertrek. Het Portaal voor dee- ze Kamer plagt van boven befchilderd te zyn met eene hemelsblaauwe lucht, waarin vee- lerlei gevogelte zweefde; doch is nu over- gewit. De fchoordeenmantel, in 't zui- den van 't vertrek zelf, rud op witte mar- meren Korincbifche kolommen , kondig- lyk , met loofwerk verfierd. Ter weder- zyde tegen den fchoordeenmantel , han- gen de wapens der Thefaurieren Nico- lais Tulp en Cornelis van Dronckelaer, die 't eerd zitting in deeze Kamer gehad hebben, 't Schoordeen- duk verbeeldt de Egiptifche Koorenfchuur ten tyde van den Aardsvader Jozef, gefchil- derd door Nikolaas de Held Stokade. Onder aan de lyd, leed men deeze regels, zo men wil, van Vondel, fchoon ikze , in zyne uitgegeven Gedigten, niet gevonden heb: Geheel Egypte brengt den Ryxvoogt fchat en
have En leeft nu zeven jaer by 't uitgereickte graen
Het vrye volk door noot wort 's Konings eigen
fLave. Eens mans voorzichtigheit kan duifenden ver-
zähl. |
|||||||||||||||||||||
Regt tegen over dit fchoordeenduk, hangt
eene fchildery van Kornelis Brizé , waarin Papieren, Rekeningen, Pergamenten- en an- |
|||||||||||||||||||||
dere Brieven, Schetien enz., als aan een
nooteboomen fchot ophangende, gefchilderd zyn (q)- Ter wederzyde van dit ftuk, han- gen twee fchilderyen van Bartholomäus van der
(?) Zie VONDELS Poëzv, II. Dteï, U. jje. A. HOU-
BRAKEN Schoubutgh 11, Deel, bl, 341. C 2
|
|||||||||||||||||||||
4».
|
||||||||||||||||||||||
A M S T E R D A M S
|
||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
||||||||||||||||||||||
20
|
||||||||||||||||||||||
uit, door Gerard Hondhorß gefchilderd (f).Stad-
Tegen den zuidelyken wand van de Kamer, huis. hangt een afbeeldfel van Keizer Karel den vyfden, waarvan de Schilder onbekend is. Boven in 't vertrek, langs den oofter- en noorder-wand , zyn, op eene gaandery, een groot getal van allerlei Regifters, in eene nette orde, geplaatft. Beneden ftaan ook eenige Regifters, in kaffen. De fecreete en verfcheiden' andere Regifters worden , in kaffen, in de kleine Secretarye , bewaard. Op de Secretarye, volgt de Thesaurie Extraori?inaris, Thesau-
rie Ex- boven welker ingang, een r0nd en tweeTRA0RDI- hoorens van overvloed, ter wederzyde, door wigtjes vaftgehouden , met veelerlei land- vrugten, op welken twee haanen ftaan, uit- gehouwen zyn. Dezelfde fieraaden ftaan ook boven de Kamer van Commissarissen van kleine Commis«
ZSARISSEM
A A K E N. va» . KLEINE
En beide deeze Kamers zyn voorzien van Zaaken.-
fraaije fchoorfteenen, en met loof en zin- nebeelden bewerkte zolderftukken. Tegen- woordig , zitten ook de Superintendenten der Zyden - Manufactuur en , en de Gemagtigden tot het zetten en weegen van 't Brood in de laatftgemelde Kamer. Op dezelve, volgt de groote en deftige
|
||||||||||||||||||||||
Stab- der Heiß, ieder met vier Heeren, vermoe-
hüis. delyk , Thefauriers , of Overluiden der Schutters Doelen , en met eenige andere beelden, befchilderd. Boven den ingang naar 't vertrek der Thefaurie, hangt eene afbeelding van oud Amfterdam, naar 't lee- ven gefchilderd, in't jaar 1536, door Cor- nelis Anthoniszoon (r). Dit ftuk is zeer uit- voerig gedaan. Men kan 'er de gebouwen van dien tyd, kennelyk, in onderfcheiden. Dezelfde Schilder , aan welken wy , in 't voorgaande gedeelte deezer Befchryvinge , meermaalen, gedagt hebben, heeft, eenige jaaren laater, dezelfde afbeelding, wat ver- kleind, in houtfneede, uitgegeven. Hetzol- derftuk deezer Kamer is in vyf paneelen ver- deeld. In 't middelfte, ziet men eenige wigt- jes, die kooren en kooren - maaten draagen. In de vier kleine hoekpaneelen, zyn de vier tekens der vrugtbaarfte maanden van 't jaar, keurlyk , verbeeld. Cornelis Holflein heeft dit zolderftuk gefchilderd. Voorts, hangen, in deeze Kamer, nog twee modellen van groo- ter ftukken. Ook ftaan , boven op eene groote kas, in 't wellen van de Kamer, de metaalen af beeldfels van eenige Graaven en Graavinnen, die, boven de traliën der Vier- fchaare van't oude Stadhuis, plagten te ftaan (/). In 't vertrek nevens de Thefaurie, wordt ook eenen konftig gedreeven zilveren drink- hoorn bewaard, die, oudtyds, op de Doe- lenfeeften, of op de maaltyden der Regee- ringe, plagt gebruikt te worden. Voortgaande, komt men in de |
||||||||||||||||||||||
Schepens Kamer.
|
||||||||||||||||||||||
Secretarye,
die twee voornaame deuren heeft. Boven de
eene, is een huilende hond uitgehouwen, ftaande met de beenen over 't lyk van zynen vermoorden meefter. In't verfehlet, ftaat eene hand met een zwaard, boven een brandend outer. Boven de andere, zynde eene looze deur, ziet men eene zittende vrouw, met den vinger op den mond, en eene vliegende gans, met een' fteen in den bek. Het eerfte is een zinnebeeld der.getrouwheid, het an- dere van het bewaaren van geheimen. Aan de poften der beide deuren, hangen Stads wapen en zegel, zegelringen, gezegelde brie- ven en hangfloten, aan koorden met kwaften, in marmer uitgehouwen. Diergelyke fieraa- den ziet men ook, in de noorder-gaanderye, langs de poften der Affurantie- enDefolaate- Boedels-Kamers. Voor den fchoorfteen van de groote Secretarye, hangt het afbeeldfel van Maria de Medicis, Koninginne-Moeder van Frankryk ,leevensgrootte en ten voeten (r) A HOUBRA.KEN Schoubmgh I. Dttl, il. 13.
(t) Zit hie; voor, 4*. 4. |
||||||||||||||||||||||
SECRETA-
RYE. |
||||||||||||||||||||||
SCHE-
PENS
In de fries van den ingang naar 't Portaal Kamm*
deezer Kamer, zyn twee hoorens van over- vloed afgebeeld: de eene is met boeijen en ketens gevuld, en met huift, diftels en an- der fcherp loof omringd. Men ziet 'er eene hand by, die een' geeffel houdt. Aan 't einde, legt eene voetmaat, en in 't midden, ftaat - een gevleugeld oog. Uit den anderen hoo- ren, reikt eene hand veelerlei vrugten,die, door eene andere hand, worden aangegree- pen. Ook ziet men hier eene voetmaat. In de vleugels van 't Portaal, ftaan , in den eenen, Herkules knods en leeuwenhuid, en in den anderen, een toom en gebit aan riemen en fnoeren hangende, konftiglyk, in wit marmer uitgehouwen, 't Gewelf van 't Portaal is met eenige kranfen en loofwerk verfierd. Boven den ingang der Kamer, leeft men: |
||||||||||||||||||||||
Au-
|
||||||||||||||||||||||
(O A, HOCERAKÏN Schowburgh J. •£>'«•', '/. ij».
|
||||||||||||||||||||||
L Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
WEERELDLYKE GEBOUWEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
21
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Stad- Audi ET ALTERAM PARTEM.
HülS.
dat is,
Hoor ook de andere partye.
Een gedeelte der Kamer van binnen is, naar 't
noorden, dooreen gewelf, dat op een dwars- balk en. vier fierlyk bewerkte en vergulde Breemerfteenen zuilen ruft, in twee verdie- pingen , verdeeld. De bovenfle verflrekt tot Schouts-Comptoir. Onder dit gewelf, hebben Schout en Schepenen eene verheven zitplaats. Het fleenen gewelf van het ove- rige en grootfte gedeelte der Kamer was, voormaals, door Erasmus Quellyn, fraai be- fchilderd met de Geregtigheid, de Sterkte, en de Voorzigtigheid , en veele byfieraa- den. Doch 't werk was, door de vogtig- heid der muuraadje, merkelyk befchadigd: waarom het gewelf, voor omtrent twintig |
kleeden haare zyden. Dit ftuk heeft, voor Stad-
deezen, in Schepens Kamer, voor den klei- "L,IS- nen fchooriteen, geftaan. Voorts, zyn, uit eene der Doelen, ook twee fchilderyen, ver-» beeldende Schutters - gezelfchappen , her- waards overgebragt. Het eene, tegen over de glazen geplaatft, vertoont vierentwintig Schutters. Men weet niet, door wien het gefchilderd is. In het andere, tegen over den fchoorfleen, welk door N. Elias, in 't jaar 1639,1s gefchilderd, flaan drie-en-twin- tig naamen gefchreeven, op eer briefje, welk gelyk als tuffchen de lyft en 't ftuk ingefto- \ ken fchynt. Onder deezen zyn d'E. Capi- tein Dirk Tyenburg, Pieter Adriaanfen Raap, Luitenant, Fredrik Bontemantel, Vaandrig, en Pieter Hajfelaer , Sergeant. De bekend- fte naamen onder de Schutters zyn Hans Bon- temantel, Guillelmus Barteloti, Nicolaas Cal- koen, Wynant Smit enz. De zoldering der Kamer, van welke wy fpreeken, en die van de |
|||||||||||||||||||||||||||||
jaaren , op nieuws, met verfcheiden' zin-
nebeelden , opgefchilderd geworden is, in vyf vierkanten, door Jan Engelbrechts. In tien andere vierkanten in 't gewelf, zyn de wapens van den Schout en van de negen Schepenen, die in 't jaar ^i655 regeerden, uitgebeeld. Voor den grooten fchoorfleen, die op vier bonte marmeren zuilen, twee ronden en twee platten, ruft, in't zuiden, is Mozes,met de tafelen der wet vanSinaï af- komende, treffelyk, gefchilderd door Ferdi- nand Bol(u).ln de fries van den fchoorfleen- mantel, zyn de danferyen der Izraëliten om 't gulden kalf, en de dartelheden, die'er me- de verzeld gingen, konfliglyk, in't klein, in marmer, gehouwen. De kleine fchoor- fleen in 't noorden, agter de zitplaats van Schepenen, heeft thans geen fchilderftuk. Na Schepens Kamer, volgt de Kamer van Schepe- Schepenen Extraordinaris.
Ken Ex-
traordi- Boven den ingang deezer Kamer, en boven'
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Rekenkamer,
|
Reken-
KAMER.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
welke aan deeze volgt, zyn ook, met aartig
loofwerk en zinnebeelden , befchilderd en verguld. In-de laatftgemelde Kamer, hangen twee groote wapenDorden der Heeren Re- kenmeefïeren. ."".;' ■'".. Naaft aan deeze, treedt men in dé
Desolaate-Bo edels-Ka MER. Desolaa-
TE-BOE-
Boven welker ingang, 't verdigtfel van De- £ELS'
j, O Ö' p K.AMKR.
oalus en zynen zoon learus, die, met zyne
waflehen vleugels, te digt aan de zon vloog, konfliglyk, uitgehouwen is. Voorts, ziet men hier ledige kiften, brieven, papier en rekenboeken, daar de rotten aan knabbelen, aartiglyk, afgebeeld, 't Schoorfteenfluk in deeze Kamer is, in 't jaar 1657, door Theo- dorus de Keizer, gefchilderd, en fchynt de gefchiedenis van Ariadne te verbeelden, die, door Thefeus verlaaten zynde, van Bacchus befchermd en geholpen wordt. Op de Defolaate-Boedels-Kamer, volgt de
Assurantie-Kamer. Assuran-
TIE-
Boven den ingang, is een fpeelende Arion, Kamer-
in eene flille zee, op een' Dolfynzittende, uitgehouwen. In 't fchoorfteenftuk, is The- feus , die , na 't verflaan van 't menfeh- paard, de kluwen, welke hem uit den dool- hof van Minos geholpen heeft, aan Ariad- ne te rug geeft, door Willem Brajfemary , anders Stryker , in 't jaar 1657 , gefchil- derd. Na de Ailurantie-Kamer, volgt de |
||||||||||||||||||||||||||||||
Naris.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
dien der Rekenkamer, welke op deeze volgt,
ziet. men fchreijende wigtjes en woedende wolven, met doode fchaapen, naakte kin- ders, doodshoofden en fchenkels onder hun- ne klaauwen, uitgehouwen: ook eenig oor- logstuig. Alle welke zinnebeelden fpeelen op het ftandbeeld van Mars, welk, tuJTchen deeze twee ingangen, geplaatft is. 'tSchoor- fteenftuk, in <je Kamer van Schepenen Ex- traordinaris , is door den ouden Jan Lievensz. gefchilderd, en vertoont de Geregtigheid, die 't zwaard, op de regter knie, om hoog houdt, en in de linker hand, de weegfchaal heeft. De Vrede en de Voorzigtigheid be- |
||||||||||||||||||||||||||||||
(») A. HOUBBAKEM Schouburgh I. Detl, H.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
30z,
|
||||||||||||||||||||||||||||||
C3
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Wees-
|
||||||||||||||||||||||||||||||
III. Deel;
|
|||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||
22
|
|||||||||||||||||||||
Daer Sahmons gebedt en offer Godt behagen, Stad-
Wort hem de Wysheit 's nachts belooft uit 's He-HUIS' mels troon,
Met eenen Ryckdom, Eer er. veel gewenfehte dagen.
Waer wysheit raeden mag, daerfpant de Staet
de Kroon. Voor den fchoorfteen in 't zuiden, ziet men
den ouden Jethro, zynen fchoonzoon Mozes raadende , zeventig oudften nevens zig te kiezen, om Izraël te regten, 't Stuk is ge- fchilderd , door Joannes Bronkhorfi. De ver-, kiezing deezer zeventig oudften zelven, of liever de byeenkomft der verkoorenen voor de Tente, is in een groot ftuk, welk vyfen- veertig voet breed, en negentien en een hal: ve voet hoog is, en den geheelen weftely- ken wand van't vertrek beflaat,indejaaren 1736, 1737 en 1738, keurlyk, door Jacob de Wit, gefchilderd. Deeze wand plagt be- hangen te zyn, en de Raad hadt, reeds in 't jaar 1697, beflooten, dien met een bekwaa- mer behangfel te verfieren (tü). Doch daar verliepen veele jaaren, eer zulks in 't werk gefield wierdt. In 't jaar 1735, werdt 'er, met meer ernft, aan gedag t, en de fomme bepaald, die men 'er toe wilde fchikken (x). 't Befchilderen van den wand werdt de Wit aanbevolen. Ook veriierde hy 't vertrek nog op andere wyzen. De rekening der kos- ten , die aan 't verfieren der Raadkamer he- fteed werden, beliep, in alles, dertiendui- zend tweehonderd zevenenvyfüg guldens en tien duivers (y). 't Groote ftuk, de ver- kiezing der zeventig oudften verbeeldende, wordt van kenners, hooglyk, geroemd. Bo- ven de vier deuren van de Kamer, ter we- derzyde der fchoorfteenen , heeft dezelfde Schilder, in vier ronde basreïïeven, en rood- agtig graauw, de vier vereifchten in de oud- ften afgebeeld, de Godvreezendheid, door A- braham, zynen Zoon offerende; de Waar- heid , door Jeremia, by de ziedende pot en de Amandelroede; 't ^erfland, door Jozef, in Egipte kooren doende opleggen, en den afkeer van de Gierigheid, door Èliza, de ge- fchenken van Naäman den Syrier van de hand wyzende. Onder deeze basrelieven , zyn , overeenkomftig met de friezen der fchoorfteenen , door" den zelfden de Wit, ook vier kleine graauwtjes gefchilderd, die veelen, in den eerften opflag, voorgekomen zyn, als in wit marmer uitgehouwen. On- der |
|||||||||||||||||||||
Stad-
|
|||||||||||||||||||||
Weeskamer.
|
|||||||||||||||||||||
huis.
|
|||||||||||||||||||||
Weeska-
mer. £)2 fieraaden boven derzelver ingang zyn ontleend van de afbeelding van Cybele, die tuffchen deeze en de Raadkamer geplaatil is. Ter wederzyde van eene ronde opening, leggen twee leeuwen, naaft welken, twee naakte kinderen, op eenige aardvrugten , zitten. De zoldering van 't Portaal voor de Kamer plagt, met eene blaauwe lugt, waar- in 't gevogelte vloog , befchilderd te zyn, op gelyke wyze, als die van 't Portaal voor de Thefaurie Ordinaris: doch is ook, al fe- dert lang, overgewit. In de Kamer zelve, zyn het zolder- en het fchoorfteenftuk fraai door Corneas Holflein gefchilderd (u). In't midden van 't zolderftuk, vertoont zig eene bedaagde vrouw , in een donker purperen kleed, zittende op de wolken, waaruit ver- fcheiden' gevkugeldewigtjes het hoofdftee- ken. Haare linkerhand, die eene weegfchaal voert, ruft op een boek. Met haare regter, ligt zy den flip van haar kleed op, om eenige verlegen kindertjes daar onder te bedekken. In de vier hoeken, ziet men vliegende wigt- jes j voorzien van byfieraaden, die op de zorg voor de Weezen zinfpeelen. In 't fchoor- fteenftuk , vertoont zig de Griekfche Wet- geever Lycurgus, zynen neef tot zoon aan- neemende. Tuffchen de venfters hangt een - gedeelte van een ftuk van Petrus Paulus Rub- bens, 't welk veel grooter geweeft is,en de geboorte des Heilands verbeeld heeft, 't O- vergebleeven gedeelte, welk men meent uit den brand van 't oude Stadhuis, of van de Nieuwe Kerke gered, en federt hier geplaatft te zyn, verbeeldt Jozef, agter een' os ftaande. Nu komen wy aan de |
|||||||||||||||||||||
Raad-Kamer.
Boven welker loozen ingang, om eene ronde
opening, byna dezelfde fieraaden als boven de Weeskamer uitgehouwen zyn. De Kamer zelve heeft, gelyk Burgemeefters Vertrek, twee fchoorfteenen, welker mantels op agt bonte marmeren Korinthifche kolommen, vier ronden en vier platten, ruften. Op de friezen, is allerlei loof- en beeldwerk, keur- lyk, in 't klein, uitgehouwen. Het fchoor- fteenftuk in 't noorden, fraai, door Govers Flink, gefchilderd (v), verbeeldt Koning Sa- lomo biddende, en de Hemelfche wysheid, daalende uit de wolken, en hemverftand, rykdom en eere beloovende. Aan den voet van 't ftukj leeft men: f«) A. Houbrakens Schonbutgh III. Detl, tl. 3J4>
(vj A. HOUBKAK.EN Schouburgh II. Ditl, il, ï*. |
|||||||||||||||||||||
Raad-
kamer. |
|||||||||||||||||||||
(ir) Refol. Vroedfch. L'. ï. 2 Ncv. 1S97. ƒ. »ji.
(x) Refol. Vroedfch. i'.KK. Z8 Jan. mi. 2+7-t». 175«. ƒ. 44?, *o7. (y) Refol. Vroedfch. L'. tt. 15 fttr. i;35>. ƒ. 4:?.
|
|||||||||||||||||||||
I. Boek.
|
|||||||||||
WEERELDLYKE GEBOUWEN.
|
|||||||||||
23
|
|||||||||||
der Abraham, ziet men een' hond met een'
zegelring, een zwaard, zegels en een' fleu- tel, de Getrouwheid afbeeldende : onder Jeremia, eenen bykorf, haan, zeef, lamp, pen en inktkoker, vertoonende de Naarftig- heid: onder Jozef, een uurwerk, toom en boog, de Maatigheid in 't arbeiden aandui- dende ; en onder Eliza, Merkuurs ftaf, een zandlooper, boek en harp , het fpreekenvan gepafte redenen afbeeldende. Tuffchen de venfterlichten, is de Tlollandfche Maagd, in de gedaante van eene Pallas, ook in 't graauw, door de Wit, gefchilderd. Zy heeft een' fpeer, met den hoed der Vryheid daarop, in de regterhand, en ruft, met de linker, op den Bybel, die op een hoog voetftuk ftaat. Boven haar hoofd, ziet men 'tKogge- fchip uit Stads zegel. Eindelyk , heeft de- zelfde konftenaar",tuffchen de vier bovenfte en de vier onderfte venfterlichten, nog vier zinnebeelden, in 't graauw, gefchilderd. In 't eerfte, de tafelen der Wet, een Altaar, een' Bybel en eene Lamp, verbeeldende den Godsdienß: in het tweede, een' burgt, een' bondel pylen, den hoed der vryheid en een' krans van eikenloof, aanduidende de burger- lyke Eendragt en derzelver vrugten: in het derde, eene fchaal en gewigt, vaten, pak- ken en Merkuurs flangenftaf, vertoonende den Koophandel;en in net vierde,een fchips voortleven, touwen, ankers, compas, graat- boog , riem, haak en ander fcheepsgereed- fchap, de Scheepvaart der Stad afbeeldende. 't Gewelf van deeze Kamer is, veel vroeger, en door eene andere hand, te weeten, door Erasmus Qiiellyn, Oom van den beroemden Beeldhouwer Artus Quellyn , befchilderd. Men ziet hier de Amfterdamfche Maagd , zittende op eenen adelaar in de wolken, en verzeld van de Wysheid, de Kennis, en de Regtvaardigheid;waarbynog andere zinne- beeldige fieraaden komen, die, ter oorzaake der groote hoogte van 't vertrek, 't gezigt der aanfchouweren byna ontwyken. Boven het groote ftuk van de Wit, zyn, in vier geboogen vakken, vier zinnebeeldige ver- tooningen van de waardigheid en eigen- fchappen der Burgemeefteren en Raaden uitgebeeld. In,'t noordelykfte, ziet men de Burgemeefterlyke bondelbyl agter eenen krans van eikenloof: in het volgende , de- zelfde bondelbyl, befchermd door eenen ge- kroonden leeuw: in het derde, eenen dolfyn, fpiegel, anker en flang, zinnebeelden van Voorzigtigheid en Vertrouwen: en in het vierde, een' bybel
j oijevaar en haan, pren-
ten van' Godsdienftigheid en Wakkerheid. Eindelyk, ziet men, aan ieder der vier zyderi van de twee fchoorfteerien, negen, en dus in alles zesendertig wapens van "de Raaden* |
|||||||||||
die 't eerft zitting in de Raadkamer gehad Stab-
hebben: en tuffchen de middelde lichten,Htj:s- hangen de wapens der zesendertig Raaden van't jaar 1737, toen de Raadkamer, op nieuws, verfierd werdt, in twee reekfen, ieder van agttien: allen, even als de eerft- gemelden, in hout gefneeden, en met de vereifchte kleuren .befchilderd. Boven aan elke reeks, ftaat S. P. Q. A. dat is, de Raad en 't Volk van Amflerdam : en onder aan: MDCCXXXVII. Op de Raadkamer, volgt de
T U S T I T I E -K A M E K. J?frn
•> AAME5
Ter wederzyde van de ronde opening bo-
ven derzelver ingang, zyn twee kinderen uitgehouwen , draagende ieder eene t bon- delbyl. Onder aan, ftaan twee arenden met uitgefpreiden vleugels, van welken de eene een bondel pylen, het zinnebeeld der Eendragt, en de andere Merkuurs Slangen- ftaf gevat heeft. In een vierkant, boven dit rond, ziet men Amfion, de muuren der , Stad Thebe ftigtende, door het fpeelen op de harp. De Kamer van binnen is, even als Burgemeefters Kamer, ten noorden en ten zuiden", bezet met vier Korinthifche kolommen; doch van Breemer fteen: De vloer is konftiglyk ingelegd, met drie wit- te marmeren kruiffen uit het wapen der Stad , ten wedereinde van welken , twee groote ilagzwaarden leggen. Ter linkerzy- de van den ingang van binnen, gaat men, met fteenen trappen, naar de Charterkamer, Ook is hier, in 't noorden, de ingang naar de Raadkamer, 't Zolderftuk is, door Ni- kolaas de Held Stol-ade, gefchilderd, en bc- ftaat uit drie byzondere verdeelingen. In 't middelfte, vertoont zig Amfterdam , in de gedaante van eene maagd, met de Keizer- ïyke Kroon op 't hoofd; eene weegfchaal in de regterhand, en een fcepter, met een beftraald oog daarop, in de linker. Zy is verzeld van de Wysheid en Wakkerheid, die boosheid,geweld, bedrog en andere on- deugden met voeten treeden. Naar de trap- pen toe, ziet, men eene maagd, die met een' geeffel de horfels verjaagt, terwyl twee naakte kindertjes zig onder haar kleed trag- ten te verfchuilen. En naar de glazen toe, vertoont zig nog eene maagd, die, omhan- gen met den leeuwenhuid, en gewapend met de knods van Herkules, zig bevlytigt om de andere te hulp te komen. Tuffchen Burgemeefters- en de Juftïtïe-
Kamer, is, regt boven de gaandery , .die voor de Vierfchaar legt, de PüIjË*
|
|||||||||||
III. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||
24
|
||||||||||||||||||||||||||
komen wy, langs verfcheiden' opgangen , Stab-
op de derde Verdieping. Wanneer men"uis. den trap in 't zuidooften, gemeenlyk den Too- verdie- rentrap genaamd, opgaat,ontmoet men, op PinSe< deeze verdieping, langs den zuider-zydge- Gewezen vel van 't gebouw, drie vertrekken, naad g™j£™" eikanderen, een groot in 't midden, met vier lichten , en twee kleinen ter wederzyde, ieder met een licht, die, tot in 't jaar 1762 toe, gefchikt "waren ter bewaaringe van de Regifters der verftorvene Notariffen , en hierom Minuten - Kamers genaamd werden. Doch op den twaalfden Oclober des gemel- den jaars, ontftondt 'er brand in een lang vertrek boven deeze Kamers, welk, eer- tyds, een gedeelte van de Wapenkamer ge- weeft was, en toen tot eene bergplaats van uitgediende papieren gebruikt werdt, behal- ve , dat de Schilders der Stads gebouwen en • werken zig van de overige plaats bedienden, om hunne verwen te bereiden. De vlam floeg, eer menze bluiTchen kon, door de vloer van 't vertrek, in de weftelyke kleine Minuten- Kamer, daar eenige fchade veroorzaakt werdt. En dit ongeval heeft gelegenheid gegeven, tot het verplaatfen der Minuten - Kamers, zynde van de drie vertrekken, in welken de Minuten geplaatft plagten te zyn, het mid- delde nu tot berging van uitgediende boe* ken van de Wiifelbank gefchikt. Ten oos- Tegen- ten van 't Portaal, welk naar deeze vertrek- woordige |
||||||||||||||||||||||||||
Stad-
huis. Puije.
|
||||||||||||||||||||||||||
P U IJ
|
||||||||||||||||||||||||||
of Af leesplaats, zynde ook eene gaandery,
langs het middelde uitdek van den voorgevel. Zy heeft twee ingangen, een' uit Burgemees- ters Kamer, en een' uit de Juftkie-Kamer: bo- ven welke twee ingangen, binnenwaards, na't fluiten der Vrede met Groot-Britanje, in 't jaar 1674, het volgende r ym, met gouden let- teren , gefield werdt. De zes eerfte regels van het zelve ilaan boven den ingang naar de Juftkie-Kamer, en de zes laatften boven den ingang naar Burgemeefters Kamer: 't Onknks door Frans gewelt
Vernedert Nederlandt,
Gaand', als dat ixas ghefiuiï, In 't Britfche Vree-verbant,
Droogt in d'Orangie zon De traanen uyt haar oogen:
O Burger - Vaderen Gebiedend aan het T,
Dat dit tot Vreugd van U En Stadt en Staedt gedy;
Soo komt God onvoorziens 't Vernederde verhoogen.
|
||||||||||||||||||||||||||
Vondel leefde nog, toen dit rym hier ge-
field werdt. Doch men ziet ligtelyk dat het niet uit zyne penne gevloeid is. 't Is, door fommigen, aan Joannes Antonides van der Goes toegefchreeven (2). Doch ik weet niet, op wat grond. Ten minfle vindt men't met, onder zyne uitgegeven Gedigten. t Zol- derfluk der Puije is, door Joannes Bronk- horfi , befchilderd , en in drie afdeelingen onder'fcheiden. In 't middelde, is de Tyd , in 't zuidelyke, het loffelyk Gerügt, en in 't noordelyke, het fchandelyk Gerügt, aamg- lyk, afgebeeld. 0 ,, t Voor de Juftkie-Kamer en een gedeelte enKa'aï. der Puije, wordt, tot het oefenen vanopen- baare lyf-en halsflrafTe,'s daags voor de uitvoe- ringe derzelve, een houten Schavot of Straf- plaats opgeregt; waartoe de paaien, planken, leeningen, en wat 'er meer toe vereifcht wordt, zodanig gereed gemaakt is, dat het, in zeer korten tyd, in en uk eikanderen ge- zet kan worden. De Kaak, wanneer menze noodig heeft, wordt voor het noordelykde voorlicht der Juftkie-Kamer gefteld._ |
ken toegang verleent, ontmoet men een JJJjjJJf*"
langen gang, die van't zuiden naar't noor- den loopt, in welken, aan 't zuideinde ,_de ingang van een vertrek is, alwaar eenige papieren van Schepens - Comptoir gebergd worden. Ooftwaards zyn de ingangen van verfcheiden' Kamers , eene van welken, reeds voor eenige jaaren, en twee anderen, in 't jaar 1763, tot Minuten-Kamers gefchikt zyn. De Minuten der Notariffen zyn hier, in zulk eene goede orde , geplaatft, dat zy, doorgaands, zeer vaardiglyk, gevonden kön- nen worden. Aan 't noordeinde van den gang, is eene deur der Konftkamer , van welke wy, terftond, fpreeken zullen. Naar 't zuideinde, is een vertrek, alwaar, tegen- woordig , Stads Excyns van 't Beeftiaal ont- vangen wordt. Den trap in 't noordooden Kamer der zaale optreedende tot op de derde ver- van 't dieping, ziet men, rondsom 't Portaalvan^1"00'" den trap, vier oude Schutters dukken han- m™s. gen.' een van Alion, twee van Paulus Mo- Gild. reelfen, en een van Cornelis Ketel gefchil- derd. Ook hangt hier een gedoodverwd duk van Gerard de LaireJJe, Caligula verbeelden-, |
|||||||||||||||||||||||||
de, die zyn Paard Burgemeeder maakt. Ten
weden van dit Portaal, is de ingang der Kamer van 't Groot- Kraamers-Gild, een fraai |
||||||||||||||||||||||||||
Vertrek-
ken der derde |
De vertrekken der tweede verdiepinge
van 't Stadhuis nu befchouwd hebbende , |
|||||||||||||||||||||||||
(z.) Gebouwen, Gezigtenenz.van Amfterdamgeir, 17J«
hl. ui- |
||||||||||||||||||||||||||
en lflgtig vertrek, welk, door twee lichten,
|
||||||||||||||||||||||||||
naar
|
||||||||||||||||||||||||||
I. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||
WEERELDLYKE GEBOUWEN.
|
||||||||||||||||||||||||||
naar 't noorden uitziet., De fchoorfteenman-
tel ruil op houten kolommen, en voor den fchoorfteen, ziet men vier oude Overluiden van dit Gilde, nevens den Gildeknegt, af- gebeeld. Boven de deur, die ten zuiden van den fchoorfteen is, hangt eene oude fchil- dery van Jacob Corneliszoon van Ooftzaanen, verbeeldende een' bekranften Gilde-Os (2), door eenen Schutter gewonnen , met het |
||||||||||||||||||||||||||
Dat hem ten beul verfirekt, en ramp op ramp Stad-
bereid: nms- Laat dan de trouw en 't recht, in all' uw' han-
del blyken, Zo zal des Hoogfien gunfi nooit van uw' drem-
pel wyken. Uit het gemelde Portaal, treedt men, ooft- Regtka-
waards, in eenen korten gang, aan welks mcr der ooftzyde, de Regt kamer der Diemer- oiWa- Df^etr" grafts-Meer is, die voor deezen op de on- gt:aftg. derfte verdieping, in de Kamer, waar, fe- Meer. dert, de Stads-Èxcyns van 't Beeftiaal ont- vangen werdt, en die nu, door den Ont- vanger van de Wiffelbank, gebruikt wordt, plagt gehouden te worden, 't Is een wel gefchikt, lugtig vertrek, met drie lichten naar 't ooften, nevens welk , weftwaards, een kleiner vertrek is met twee lichten naar 't noorden, en een naar 't ooften. In de Regt- kamer, hangen, rondsom den wand, eene hartenjagt en andere fchikieryen. Aan 't zuid- Konftka- einde vanden gang, is de ingang der /sToK/Z-mer. kamer, gelykze genoemd wordt, by welke, noordwaards, een kleiner vertrek is , het Konfi - Kabinet genaamd.' De Konftkamer werdt, omtrent het begin deezer eeuwe, opgeregt, en gefchikt tot eene Toon- en Verkoopplaats van Schilderyen , Teke- ningen , Beelden en andere diergelyke konft, |
||||||||||||||||||||||||||
fchieten naar de Paapegaay.
van den os, leeft men: |
||||||||||||||||||||||||||
Voor 't beeld
|
||||||||||||||||||||||||||
Negentien honderd en twaalf pont,
Heeft gewogen deze ojfe al ruym, En was hoog fefle halve voet ah hy fiond En dik X. voeten ie liech niet eene kruym, De lengktewasjufiltt. voet minlUl/duym. A\ 15 64. En in de fries der lyfte, ftaat, met zwarte
en vergalde letters: Dees . os . js . gewonnen . fcutterlic .
Van . Jacob . Reyerszoon . Boon. |
||||||||||||||||||||||||||
Toen . ten . twiedemaal. die
Wa* • gefielt . vafi . faver |
Papegaay
fchoon .
|
|||||||||||||||||||||||||
Voorts, hangen, in dit vertrek, drie Naam-
|
||||||||||||||||||||||||||
^0efeeneezee?Vferlüiden- Vf 1T^SJ waart0e Z^ eeni§e Jaaren' g"ediend heeft-
NeverTdit W^T verf ^ YVf t' Doch de Konft h^r ter Stede, federt eeni- ^rv rs van khangt het ^ n' §en *A> merkelyk aan't vervallen zynde, /ERr die m?ERMArSnASSC ,n ^bben Burgemeefteren , in 't jaar 1748 \ Gifdè geworden Is"" I76o»0vennan van den Schilder Jan van Dyk verlof verleend, om zig van deeze Kamer te bedienen, tot
Toen Gissingmagthos was om ieder'tzvri het §ee7] van onderwysin deMeetkonfti-
te zeeven, y ge begmfels der Schilder, en Tekenkonft,
r'n- byzonderlyk , in de Doorzigtkunde. Ook
In groot of meen, m veel of weinig, zwaar houdt hy't opzigt over deeze Kamer, die
°J "£f' nog tot eene Toonplaats van Konftftukken
Bedacht G e r e c h t i g h e i d , tot nut van 't gebruikt kan worden. Boven de deur, leeft
|
||||||||||||||||||||||||||
men deeze verzen van Jan Baptista
Wellekens:
De Dichtkunfl galmt van vreugt, nu dat haer
fiomme fufier, ■ In 't Raadhuis aan het T, een Eerplaets is
vereert: Zy ,fpraakeloos, vint troofi enfchuylt nu veel
gerufier By Themis , die , met reght, haer eed'len
geeft waardeert. O Burgervaders I ei! volhardt in Kunfi te
qiieeken, Zo word, als Orfeus Lier, 't Penfeel een
Hemeltecken,
D De |
||||||||||||||||||||||||||
famenleven,
Cereedfchap haar ter hulp, de Maat,'t Ge-
tagt Gewigt. Wie recht en trouw verbant, zich roekloos durft
vergeeten, zyn' Naafien in Gewigt, Getal of Maat, misleid, Verhygt in 't ein{r %yn hon, door 't wroegen-. de Gevoeeteny Dat
(2) Uit eene oude Rekening van dit Gilde, is my
gebleeken, dathet zelve, 0p de jaarlykfche Gilde-
maaltyd, eenen geneelen os plagt te Aagten, na dat
dezelve, voorgegaan van fpeelluiden, eerlt de Stad
rond geleid was.
n. stuk,
|
||||||||||||||||||||||||||
H wBB&magBBBmBm^ WT
|
||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||
De Konftkamer ftrekt zig, langs de lichten
van den voorgevel, uit tot aan de tegen- woordige Minuten-Kamers. Men ziet 'er nog eenige fraaije Schilderyen , Modellen en Prenten, en onder anderen, het af beeld- fel van den beroemden Zeefchilder Ludolf Bakhuizen, door hem zelven, in den ouder- dom van agtenzeftig jaaren , zittende, en leevensgrootte, gefchilderd. Hy houdt eene fchryfpen in de regter-, en een blad papiers, -waarop zyn eigen beeld, als in zwarte konft, door hem zelven gefchrapt, nog eens te zien is, in de linkerhand, 't Stuk is, in 't jaar 1699, gefchilderd, en door den Schilder, die Mede - Opziender der Konftkamer ge- weeft is, aan dezelve vereerd. In 't Konft- kabinet, wordt eene verzameling van meer dan zevenduizend Prenten van de beroemd- fte Italiaanfche, Franfche en Nederlandfche Meefters, vervat in twee-envyftigBoekdee- len, bewaard, die, door den konftlieven- den Heere Michiel Hinloopen, aan de Konft- kamer gemaakt, en in 't jaar 1709, door den Heere Burgemeefter Nicolaas fVitfen, Executeur van zynen uiterften wil, aan de- zelve uitgeleverd zyn. Wy hebben nu de vertrekken der derde
verdiepinge langs de zuidzyde, de ooftzyde en een gedeelte van de noordzyde, korte- lyk, befchreeven. De gewoonlyke toegang naar de overige vertrekken aan de noordzy- de , en naar eenige vertrekken der weftzy- de: is langs den trap in 't noordweften der gaanderye van de groote zaal. En hier ont- moet men eerft twee vertrekken, gefchikt ten gebruike van de Defolaate-Boedels-Ka- mer, die naar 't noorden uitzien, en zo groot zyn, als twee der drie gewezen Minuten- Kamers , in 't zuiden. Zy eindigen tegen den wand der Kamer van 't Groot-Kraamers- Gilde: voorts, weftwaards, een gang, aan welks zuideinde, de ingang is van eene groo- te Kamer, waar de uitgediende Boeken en Papieren van de_ Rekenkamer gebergd wor- den. Zy heeft vier lichten in 't weften, en een klein vertrek, noordwaards, nevens zig, welk maar een licht in 't weften heeft, en tot het zelfde gebruik dient. Nog meer noordwaards, zyn nog twee vertrekken, ge- fchikt tot huishoudelyk gebruik van den Ci- pier , en naar 't weften en noorden uit- ziende. De gereedfte toegang naar de overige ver-
trekken der derde verdiepinge aan de weftzy- de is, langs den vierden trap, in 't zuïdweften der gaanderye van de groote zaal. En hier ontmoet men eerft, in een gang ten weften, eene Kamer, meteen vertrekje daar nevens ten zuiden, welk drie lichten heeft, twee |
||||||||||||||||||||||||
zuidwaards, en een weftwaards. Zy plagten Stad-
beide, door de Superintendenten der Zyden- huis. Manufaótuuren , die nu in de Kamer der CommiflarifTen van kleine Zaaken vergade- ren, gebruikt te worden; doch hebben nu geen byzonder gebruik. De Schilder van Dyk heeft 'er een' fleutel van, en bewaart 'er de gebeeide fteenen , die tot de twee platte halve aardklooten, in den vloer der groote zaale, gefchikt waren; doch niet ge- bruikt zyn. De gang, waar deeze Kamer ingaat, leidt, Gang
ten noorden, naar de kleine, en uit dezel- Ilaar ve, door een ruim portaal, naar de groote raacis_ Krygsraads-Kamer, en is behangen met tien Kamers, oude Schutters ftukken: onder welken, de zogenaamde Braspennings maaltyd is, in 't jaar 1533 , door Comelis Jnthoniszoon, ge- fchilderd ; in welk ftuk, eenige S. Joris- of Voetboogsfchutters verbeeld zyn , welker kleeding aan de linkerzyde rood, en aan de regterzyde groen is. In een diergelyk, bo- ven den ingang naar de kleine Krygsraads- Kamer, ftaat een fchutter met een kelkje in de hand, zynde Claas Gaaf, Oud-Over- Grootvader van den Heere Burgemeefter NicoLAAs Witsen, volgens een op- fchrift met olieverw, op den rug van 't ftuk. Gaaf is, meen ik, dezelfde, die, in de lys- ten der Regeeringe, op 't jaar 1529, als Schepen, bekend ftaat, met den naam van Claas Gaaf Lambertz. De Kleine Krygsraads - Kamer is een ruim Kleine
vertrek , waar Kolonellen alleen byeenko- Krygs- men, en nevens welk, een vertrekje is voor ]? den Secretaris van den Krygsraad. In deeze Kamer, hangen vier oude en kleine en drie groote en nieuwer Schutters ftukken. Onder de eerften, is 'er een, waarin een perfoon met een bonten mantel, Cornelis Lambertsz Opzie, Oud - Over - Grootvader van den gemelden Heere Witfen , verbeeld ; gelyk ook , in een opfchrift op den rug van 't ftuk, te ken- nen gegeven wordt. Voor den fchoorfteen, hangt een ftuk van Paulus Moreelfen , die Schepen en Raad te Utrecht geweeft is. En daar tegen over een optrekkend Corpo- raalfchap van 't vendel van den Kapitein Frans Banning Kok, Heer van Purmerland en Ilpendam, in 't jaar 1642, door Rembrand van Ryn, gefchilderd. In 't ooften, hangt een ftuk, befchilderd, door Jacob Bakker, met een Corporaalfchap uit het vendel van den Kapitein Jan van Vloosisyk. Uit de kleine, komt men, door een por- Groote
taal, in de Groote Krygsraads-Ka- Kr7gs- M eR, die zo groot is als Schepens Kamer, ^*r daar zy regt boven komt. Zy is van den kap afgefcheiden, met een houten gewelf. Aan |
||||||||||||||||||||||||
Stad-
huis. |
||||||||||||||||||||||||
Eenige
vertrek- ken aan de noord en' welt- zyde, en der- zelver gebruik. |
||||||||||||||||||||||||
Overige
vertrek- ken der weftzyde
|
||||||||||||||||||||||||
LBOEK.
|
|||||||||||||||
WEERELDLYKE GEBOUWEN.
|
|||||||||||||||
27
|
|||||||||||||||
't einde der Kamer, ftaat eene lange tafel,
voor de Kolonellen , waarby eene kleine vierkante tafel voor den Secretaris geplaatft is. De Kamer is, aan drie zyden, bezet met drie ryen zitbanken boven eikanderen, op welken de Kapiteinen, Luitenanten enVen- drigs zig plaatfen, wanneer de groote Krygs- raad vergadert, of anders de Kapiteinen al- leen, 't Vertrek is, wyders, verfierd met elf of twaalf Schutters (hikken. Onder dee- zen, munt allermeeft uit een van Bartholo- meus van der Heiß, in 't jaar 1648 gefchil- derd, hangende beneden, aan de zuidzyde van 't vertrek, 't Verbeeldt een teerend Corporaalfchap Burgers, uit het vendel van den Kapitein Cornelis JanWiifen, die, door zynen Luitenant, Johan van Waveren, met de eeuwige Vrede, welke, in 't gemelde jaar, geflooten was, geluk gewenfcht wordt. Men wil, dat, voor enkele gedeelten uit dit ftuk, eertyds, {chatten gebooden zyn. Ze- ker is 't, dat het, door kenners , nimmer zonder verwonderinge befchouwd wordt (a). Agter de zitplaats der Kolonellen, hangt nog een ftuk van dezelfde meefterlyke hand; doch in 't jaar 1639 gefchilderd. 't Verbeeldt een optrekkend Corporaalfchap uit het vendel van den Kapitein Roelof Bicker. In 't ooften is ook een groot ftuk van Govert Flink ge- plaatft, insgelyks, omtrent het jaar 1648, gefchilderd , verbeeldende een Corporaal- fchap uit het vendel van den Kapitein Joan Huydecoper, Heer van Maarfeveen. Onder de ouder ftukken, is 'er een van den jaare 1625, waarin dertien beelden zyn, van den Kapitein Albert Coenraads Burg, den Luite- nant Pieter Evertsz. Huift, den Vendrig A- rend van Buil, den Serjant Herman Rendorp, en nog een Serjant en agt fchutteren. De drie eerften zitten aan eene tafel, met eene tekening van de oude Waal, eer nog het nieuwe Waals Eiland uit dezelve aangehoogd was, voor zig. Onder de overige ftukken, zyn 'er ook eenigen, die, in 't een of in 't ander opzigt, uitmunten. Alle deeze Schut- ters-ftukken zyn, in of omtrent den aanvang des jaars 1683, uit de Kloveniers-en Hand- boogsdoelen, herwaards overgebragt (b). De vertrekken der derde verdiepinge be-
reiken nergens 'onmiddelyk den kap of het dak van 't Stadhuis, de groote Krygsraads- Kamer alleenlyk uitgenomen, die 'er flegts, door^ een houten befchot, van afgefchei- den is. Alle de overigen hebben eene hou- ten zoldering, boven welken, ten ooften, ten noorden , ten zuiden , en gedeeltelyk <*) Zie HOUBBAKEN SchouWgh II. Veil, hl. 9. III.
Deel, tl. 117- ,r, . ■
(*•; Refol. Vioedich, ir. o. s Deccmb. ictz. f. hl
|
|||||||||||||||
ook ten weften , verfcheiden' vertrekken Stad-
gefchikt zyn. Zy zyn allen met gewelven huis. van gebakken fteen gedekt; welke gewel- ven , van boven, daar men onder den kap komt, behoorlyk gevuld en met bakken ge- vloerd zyn. 't Voornaamfte van de vertrekken, die Vertrek-
boven de derde verdiepinge komen, is de ken bo_ Wapenkamer, die, eertyds, de gant- 4™^ fche ooftzyde en een groot gedeelte van de verdie- noord- en zuidzyde van 't gebouw plagt te ping. beflaan, en nog de gantfche ooftzyde , en het ^"aPfn* grootfte gedeelte van de noordzyde beflaat. varacr' Degereedfte toegang naar dezelve is, langs den trap in 't zuidooften der gaanderye op de groote zaale, in 't gemeen den toorentrap ge- naamd. Even binnen den ingang deezer Ka- mer, die, aan beide haare einden, met zwaare houten deuren, geflooten is, ontmoet men eene afgezonderde zitplaats voorden Commis der Artillerie, en nevens dezelve, een ver- trekje , daar 't geweer fchoon gemaakt wordt; Voorts, is hier 't Stads fchiet- en zydgeweer, waarmede men, in tyd van nood, fpoedig y een groot getal van ingezetenen zou können voorzien , in zeer goede orde, geplaatft. Men heeft 'er hedendaagfche fnaphaanen, met bajonnetten, en anderen: degens, draag- banden, kruidtaiTen enz. : ook eenig oud zydgeweer, gladde yzeren cuiraflèn en har- naflen ; al 't welke, tot eene gedagtenhTe der oude wapenruflinge, bewaard wordt. De overige vertrekken boven de derde
verdiepinge zyn, in 't zuiden, het lang ver- trek , welk weleer een gedeelte der Wapen- kamer plagt te zyn, en waar, in 't jaar 1762, de brand ontftaan is: voorts, in 't weften * boven de kleine Krygsraads - Kamer , een groot vertrek, waar eenige uitgediende pa- pieren van de Wiftelbank gebergd worden, en aan dezelfde zyde, boven de. vertrekken, die door de Rekenkamer en door den Cipier gebruikt worden, eene ruime bergzolder, ten dienfte der Defolaate-Boedels-Kamer, en drie andere vertrekken, die tot berging van verfcheidenerlei foorten van gemaakt hout- werk , modellen van gebouwen en werktui- gen verftrekken. Boven deeze vertrek- ken , onmiddelyk onder 't dak en den Too- ren, onthouden zig dagelyks bedienden van de Stads Uurwerkmaaker, Loodgieter en Leidekker. Ten dienfte van dit werkvolk, welk, fomtyds, houtskoolen tot foldeerin- ge gebruiken moet, zyn fteenen overwelfde haarden onder 't dak gemaakt, buiten wel- ken , zy niet ftooken mogen. Uit de ftukswyze befchryving van dit Aanmer-
|
|||||||||||||||
en.
|
|||||||||||||||
grootfeh gebouw, is ligtelyk af te neemen , kinS .
dat het der Stad fchatten gekoft heeft. Nog- £^e D 2 tans, |
|||||||||||||||
'III. Deel.
|
||||||||||||||||
MSTERDAMS
|
||||||||||||||||
28
|
||||||||||||||||
te. De kleine fieraaden op de zaale hebben Stab-
ieder van vyftig tot zeitig guldens gekofl. HU1S> Voor de koperen deur der Vierfchaare, die drieduizend vierhonderd en vyftig pond woog, was agtentwintig Huivers het pond betaald; doch, naderhand, werdt, voor de koperen deur der groote zaale, niet meer dan twintig Huivers het pond gegeven. De fchilderflukken in de gaanderyen der zaale waren, aan Govert Flink, dieze egter, ge- lyk wy boven (c) , hebben aangetekend , niet voltrokken heeft, voor duizend guldens ieder, aanbefteed. Voor het ftuk in de Raad- kamer , daar Jethro Mozes raadt oudften te kiezen, is aan Joannes Bronkhorfi ook niet meer dan duizend guldens betaald. Men kan hieruit eenige giffing naar 't beloop der ove- rige kollen maaken. 't Gebouw heeft, zeker- lyk, hier te Lande, geene wedergade, en wordt, in andere Landen , door weinige gebouwen geëvenaard, en door nog kleiner getal overtroffen. (c) Bladz.. ij.
|
||||||||||||||||
tans, is het my, uit eene berekening van
een gedeelte der kollen, die ik gezien heb, voorgekomen, dat dezelven niet zo gewel- dig groot geweeft zyn, als eenigen zig ver- beeld hebben. Het grove werk van 't ge- bouw werdt niet alleen aanbefteed ; maar ook de beelden , de koperen deuren, de fchilderflukken , en andere fieraaden. En gelyk de Schilder-^ Bouw- en Beeldhouw- konfl, in 't midden der voorgaande eeuwe, toen 't Stadhuis geftigt werdt, den hoog- ften trap van volkomenheid bereikt hadden; zo vloeiden de konftenaars en arbeiders van allerlei foorte, in zulk eene menigte, her- waards, dat zulks gelegenheid gaf, om het gebouw , fpoediger, en zelfs met minder kollen , te volmaaken, dan tegenwoordig zou können gefchieden. De Frontefpies van den agtergevel is aan Artus Queïïyn, voor negenduizend vyfhonderd guldens, aanbe- fteed geweell. Doch hem was nog eene ver- eering van vyf honderd guldens beloofd, zo hy 't werk fpoedig en tot genoegen afmaak- |
||||||||||||||||
H. BEURS.
|
||||||||||||||||
I. Boek. WEERELDLYKE GEBOUWEN. 29
|
|||||||||||||||||||||
II.
U |
|||||||||||||||||||||
R
|
&
|
||||||||||||||||||||
B Ë
|
|||||||||||||||||||||
De Koophandel, die, al vroeg, in Am- werdt, daartoe, uitgezien eene plaats op t Beurs,
fterdam, heeft begonnen te bloeijen, Rokin, agter 't huis de Pot (2) , beooften heeft ook aldaar, al vroeg, eene Vergader- welk huis, aan de zuidzyde van den Mid" plaats voor de Koopluiden noodzaakelyk ge- deldam, in 't jaar 1563 , de markt van nieu- maakt. Nogtans vindt men niet, dat, met wen Haring gekeurd was (ƒ); en by de ernft, gedagt is, om hun, hier ter Stede, Vroedfchap beflooten , het fügten eener eene bekwaame Vergaderplaats te fügten, Beurze aldaar, met allen ernft?voort te zet- dan omtrent het einde der zeftiende eeuwe. ten (g). Men liet twee tekeningen maaken Voor dien tyd, kwamenze, in de Warmoes- van eene nieuwe Beurze , en verkoor de ftraat, naar 't einde toe, by een («), en kleinfte van de twee (/->). En in de LenterjeBeurs bergden zig, by regena<tig weder, onder desjaars 1608, werden de grondflagen van wordt de luifels der huizen aldaar. Door den tyd 't gebouw gelegd. Doch. men bevondt welS^'ê1» nogtans, fchynt de plaats hier te eng bevon- haaft, dat het heijen de huizen, die aan den den te zyn. Immers, uit eene Keure van Utrechtfchen Steiger of ooftzyde van't Rok- den negenentwintigften July des jaars 1592, m ftonden , geweldiglyk, zakken deedt; blykt, dat de Koopluiden, aan 't oofteinde waarom beflooten werdt, die huizen af te der Nieuwe Brugge (1) , vergaderden. Hier breeken, en de Beurs breeder en korter te ftondt een houten huisje, het Paelbuiske ge- maaken, dan men eerft voorgenomen hadt , naamd, waaraan een klokje hing, welk, ten (?)■ °P den negenentwintigften May, werdt De eerfle twaalf uuren op den middag, omtrent een de eerfte fteen van 't gebouw gelegd, door fteen ge- half kwartier lang, geluid werdt; waarna Henrik Hooft, jongden Zoon van den regee-le§d- de Koopluiden de Vergaderplaats verlaaten renden Burgemeefter Cornelis Pieterszoon moeiten, zynde het toen de gewoonte, van Hooft, en Broeder van den beroemden His- elf tot twaalf uuren, byeen te komen (b). toriefchryver Pieter Corneliszoon Hooft, 't In 't Paalhuisje, waarvan wy fpreeken, moes- Werk werdt, vlytiglyk, voortgezet. In't ten de Schippers het Paalgeld voldoen: en jaar 1611, arbeidde men aan den opgang, ook de brieven,die zy vanOoften enWes- om welken te bouwen, de Stads Paarden- ten herwaards bragten, terilond na hunne ftal, die toen aan den Dam ftondt, op de aankomft, afleggen; waarna dezelven, door Appelmarkt, aan de ooftzyde van den nieu- den Paalknegt, befteld werden (c). Doch we - zyds - Voorburgwal _, verplaatft moeft alzo de Koopluiden, op deeze hunne Ver- worden. Ook werdt, in 't jaar 1612, tot gaderplaats, voor de guure ooftelyke en het maaken van deezen zelfden opgang, nog noordelyke winden, blootftonden, hadt de een huis van Opmeer, insgelyks aan den Dam Vroedfchap, al in,'t jaar 15S6, beflooten, ftaande , voor Stads rekening, overgeno« de S. Olofs-Kapel tefchikken tot eene Beurs men (&). De Beursftraat, daar voor deezen voor de Koopluiden (d). 'tSchynt ook, dat de fleeden plagten te ftaan, werdt toen ook, de Koopluiden, federt, in deeze Kapel, en met fchoone huizen, bezet (/). En op den zelfs in de Oude Kerke , beurs gehouden eerften Auguftus des volgenden jaars,.werdt hebben, 't Laatfte is af te neemen uit eene de eerfte vergadering, op de nieuwlings ge- orde van Kerkmeefteren der Oude Kerke, ftigtte Beurs, gehouden, met zo groot een' van den zeventienden December des jaars toeloop van volk , dat de plaats te klein . 1602, waarby den twee Hondenflaageren fcheen. Men leeft dit, in een zwarten mar-De eerfte belaft'wordt, te Beurstyd, een van beide in meren fteen, die in den noordwefterhoekv |
|||||||||||||||||||||
Befchry*
ving der Beurs. |
|||||||||||||||||||||
Oudtte
Verga- derplaats derKoop' luiden. |
|||||||||||||||||||||
der gaanderye ingemetfeld is , in deezer "^|df&
voege: D O Ö R
' (f) ttatidv. hl. 89*.
(g) Refol. Vioedlch. Ui 1°, »8 -april> 14 July 1607. ƒ.
136 verfo , 142 -verfa. (h) Refol. Vroedfrh. N. 10. 1 Sej>t. 1607. ƒ. 14' *«r/».
(i) Refol. Vroedfch. N. 10. 17 May 1608. ƒ. i<>8.
(k) Refol. Vioedfch. N. 11. 25 May , i j«ny I6u. 8',
lu Maart I6j2. ƒ. 22, 57. (Ij ]. LAUKENTirjs Amftexdam.
(2) Öp de Bem-siluis, Haat nog eene Pot in den
gevel van een huis. v^elligt, is dit huis gebouwd op de plaats, daar, in 't begin der voorgaande eeu- |
|||||||||||||||||||||
de Kerke te zyn (e). Doch in.'t jaar 1607,
" 00 ZU II. Deel, VII. Beek., hl. 17«.
y) Keutb. H. f. 19 verf>. y) £éfirb. H. 'f. 12; verfo. (/) Ref.,1. Vtoedfc!.. N. s- i« M- "«*• L, (') Memor. vau Kerkm der Oude Kerke, hl. 6i. • (1) Men vindt dit beveftigd, inBBEDÉftODÉs
Moortje (Aft. tj. gc j n j^ van eens Koopmans
Zoon gezeid wordt": Staagb wshy op de brugb by de ^eg0C^anun. En wat laager, van twee luiden, die van deVifch-
markt komen: |
|||||||||||||||||||||
Doe gingben wy de waecbnesr,t water iangbs, over de we , het huis de Pot, waarvan wy fpreeken > ge
Korenmarckt, nä de beurs. ftaan heeft. D 3
|
|||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
3°
|
|||||||||||
boogen ruft, eene groote in 't midden, en Beurs.
vier kleineren, ter wederzyde. De voor- naame opgang is in 't noorden , ter eener zyde, langs trappen , en ter anderer zy- de, langs eene ryzende vlakte, 't Gebouw zelf is hier, met twee yzeren hekken , af- geflooten. De opgang in 't zuiden, daar ■ 't gebouw ook nog met een houten hek, welk twee ingangen .heeft, afgefchut is , heeft thans, ter wederzyde , twee zwaare yzeren hekken, ieder met twee deuren, eene van welken, aan elke zyde, des nagts, open blyft. In den voorgevel van de Beurs, ftaat het wapen der Stad in 't groot. De agter- gevel is, ten tyde der vergrootinge van 't gebouw , verfierd geworden , met eenen grooten fteenen Merkuur, die eenige vrug- ten en waaren onder den linker arm heeft, en geplaatft is tuffchen twee houten deuren, welken, by heet weder, geopend worden, om verfche lugt op de Beurs te brengen. Het maaken van dit beeld is, in't begin des jaars 1670, aan Bartholomeus Eggeris, voor zes- honderd guldens, aanbefteed (j).In'tFron- tefpies van den agtergevel, ziet men 't wa- pen der Stad, en eenige baaien, pakken en vaten met' koopmanfehappen ter wederzy- de , uitgehouwen, 't Langwerpig vierkant plein , daar de Koopluiden vergaderen, is omringd van eene breede gaandery, die op drie-en-twintig boogen, uitmaakende zesen- veertig blaauwe arduinfteenen pilaaren, ruft. Ieder van deeze Pilaaren heeft zynnommer, waarby men de Koopluiden, welker mees- ten hunne vafte ftandplaatfen hebben, lig- telyk, vinden kan. Ook ftaan, op de mees- ten, de naamen der Steden of Geweften, op welken de Koopluiden, die zig daaromtrent onthouden, handel dryven. Op eenigen, leeft men de naamen der waaren, welken daaromtrent verhandeld worden. En 't een en 't ander wordt ook, op houten borden, onder de gaandery tegen den muur vaftge- maakt, aangeweezen. Boven eiken boog, is eene nis van blaauwen arduinfteen tuffchen 't metfelwerk ingevoegd, in welken, beel- den of andere fieraaden zouden können ge- plaatft worden. Men treedt, met twee tre- den, op de gaandery. Op den blaauwen fteenen vloer derzelve, wordt, tegenwoor- dig , in de wintermaanden , eene houten zoldering gelegd; 't welk groot gemak geeft aan de Koopluiden, die, dikwils, omtrent een uur lang , op de Beurs blyven. Ter \ wederzyde, buitenwaards, ruft de gaande- ry op vierentwintig overwelfde boogen, twaalf aan elke zyde, die, van Stads wege, verhuurd of gebruikt worden. In eene der- zel-
(s) Vit een klein Regiftenje ter Thefaurie , ƒ. 117.
|
|||||||||||
Beues. Door Godes zeegen is tot ge-
rief derCoopluyden dese B o r- ze gestigt,en an°CDDCVIII.den XXIXMeYE DENlftenSTEENGELEYT,
EN DENlte»AüG. CIDDCXIII. PE Pe VeRGADERINGE GEWEEST, 't Gebouw was toen tweehonderd voeten
lang en honderd vierentwintig voeten breed. Men voer, onder den middelden boog, op welken het ruftte , door , met geftreeken maften (ni). Ook was 't niet ongeoorlofd, aldaar, met fchuiten te overnagten, mids zulks, met kennis van den fluiswagter, ge- fchiedde (ti). Doch m 't jaar 1622, raak- te hier in hegtenis zekere Baïthazar Paul, die, door de Spaanfchen, als zynde nu, na 't uitgaan van het twaalfjaarig Beftand, den oorlog wederom aangevangen, uitgemaakt was, om, hier ter Stede, brand te ftigten (0). De door- Terwyl hy zat, verfpreidde zig een gerügt, vaart on- dat men voorhadt, de Beurs, door middel der de van een vaartuig met buskruid, onder de- 5e0"dtbe. zelve gelegd, met de gantfche vergadering let. der Koopluiden, in de lugt te doen vliegen. Doch wat 'er van de gegrondheid van dit
gerügt ook zyn moge; zeker is 't, dat, fe- dert , de vaart onder door de Beurs ? met twee boomen, een in't Rokin en een in het Dam- rak afgeflooten werdt. Eninlaatertyd,heeft men de boogen, daar de beurs op ruft, met zwaare houten deuren, digt gemaakt, en dwarsbalken in 't muurwerk gelegd, in de De Beurs plaats van de boomen (p). De Beurs hadt wordt maar ruim vyfenvyftig jaaren geftaan, toen vergroot. men befloot, dezelve te vergrooten (q), en in den tegenwoordigen ftaat te herbouwen. De Tooren,die meer binnenwaards plagt te ftaan, en met eén fraai Klokkenfpel en vier Uurwyzers voorzien was (r) , werdt toen afgebroken , en in deszelfs plaatfe , doch meer zuidwaards, het tegenwoordig kleiner Toorentje gebouwd, waarin alleen een flag- klok hangt, behalven het klokje, dat, by 't aangaan der Beurze, geluid wordt. Ter- wyl de Beurs vergroot werdt, kwamen de Koopluiden, by goed weder, op den Dam voor 't Stadhuis, en anders in de nieuwe Kerke byeen. Grootte De B e u R s, geftigt in 't Rokin, ten zuiden en ge- van den Middel- of Vygendam, is een lang- «jaante werpig vierkant gebouw, welk zig van 't de eiirs. noorden naar 't zuiden ftrekt, en op vyf (m) Pontan. Anift. Libr. n. c«p. XXVI. f. ">•
(n) Handv. tl. 719.
(o) Zie II. Deel, XIII. Boek,, tl. +,3.
(f) Zie COMMELIN bl. I I7°-
(q) Refol. Vroedfch. I,. F. 9 <yi'ig. I6«s, /. tl.
\r) FOKK.SN8 bl. ijz.
|
|||||||||||
J dyJïeyerjU^
|
|||||||
G JE Z I G T Jü -A JST G £ H JE T R O IC I .JV,
O SP - 62) <?
N I JE II W JE ~ Z JT JD S ~" K, -JL JP'JE, JE êJzr B JE URS. |
|||||||
J. ~FeiLamvj&iZ-
|
|||||||
I. Boek. WEERELDLYKE GEBOUWEN. 31
Beurs, zelven, zynde de derde aan de ooftzyde, Ducaton gefield (y). Doch deeze Keure is Beurs.
wordt een Corps de guarde van de Nagt- of ook in ongebruik geraakt. De Beursklok Ratehvagt gehouden. Boven de gaandery, wordt, tegenwoordig, tegen twaalf uuren zyn, ter wederzyde , ook eene foort van geluid. Ten half een uure, plagten de dut- gaanderyen, die in eenige vertrekken on- bele deuren der yzeren hekken, op de helft derfcheiden, en niet altoos tot het zelfde ge- geflooten te worden. Voor.de opene in- bruik gefchikt geweeft zyn. In 't ooften, gangen, plaatflen zig vier bedienden van 't plagt het Pand der Lakenkooperen of de AalmoefTeniers-Weeshuis met armboffen , Laken-vent-hal te zyn; doch de Plaats, die daar zulken, die na half een uure ter beur- hier toe plagt te dienen, is nu gedeeltelyk ze kwamen, een aalmoes in flaken, of niet, gefchikt tot eene wooning voor den Opzien- naar hun welgevallen. Deeze bedienden ver- der der Stads werken en wateren. Plet ove- trokken ten een uure, wanneer alle de hek- rig gedeelte verftrekt , tegenwoordig, tot ken wederom geopend werden. Doch in eene Stads Timmerloots. In 't weiten, zyn de maand July des jaars 1763 , is deeze ge- verfcheidenerlei winkels, onder anderen van woonte afgefchaft. Ten zelfden tyde,zyn boeken, prenten, gereedfchappen en fraai- 'er drie koperen armboffen, op fteenen voe- jigheden. Ook is hier, naar't zuiden toe, ten, gefield, een binnen den ingang der een vertrek, waar Schilderyen verkogt wor- Beurze in 't noorden, en twee ten weder- den , en agter het zelve , de Schermfchool. einde van den opgang in 't zuiden, waarop Van de zolder boven deeze gaanderyen , de woorden Aalmoesfemers Armen gegooten maaken de bewooners van de boogen onder zyn. En federt blyven alle de hekken der de Beurs eenig gebruik. De Vergader- Beurze tot twee uuren open: alzo het thans plaats der Koopluiden op de Beurs wordt gemeenlyk zo lang aanloopt, eer de Beurs ook gebruikt om de waakende fchutters geheellyk van Koopluiden ontledigd is. der zeflig Burgervendelen , des nademid- Tot onderhoudinge van goede orde op de geurs- dags , in de zomer , beurtswyze , in den Beurs, is, van ouds, een Beursknegt aangefteld, knegt. wapenhandel te oefenen («). Ook wor- die, daarenboven, alleen geregtigd is, om den, op deeze plaats , maandelyks, des de Biljetten der openbaare Verkoopingen op morgens vroegtyds, de foldaaten, die hier en aan de Beurs aan te plakken. Hy doet ter Stede in bezetting leggen, betaald. De ook de afroepingen van openbaare Verkoo- Brandfpuitluiden worden 'er , insgelyks, pingen en verfcheiden' anderen op de Beurs, in 't gebruik der flang-brandfpuk onder- en geniet, voor ieder derzelven, van zul- weezen. ken, die hem te werk Hellen, twaalf ftui- Keuren Op het houden der Beurze zyn, van tyd vers (2). Voorts, moet de Beursknegt zor- houdcn tc>t tyd' verfcheiden' Keuren gemaakt (V), gen voor het fluiten en ontfluiten der Beur- der Beur- &e niet allen fchynen te hebben können ze. Hy voorziet, op zyne koflen, de ta- ze. naargekomen worden. Ook is 'er, in fom- fels onder de gaandery van pennen en inkt: migen, nu en dan, verandering gevallen, waarvoor hem, door de Koopluiden in't ge- De Beurstyd is, onder anderen, niet altoos meen, een Nieuwjaars-gefchenk plagt toe- eveneens bepaald. In de oudfte tyden, plagt gelegd te worden: 't welk , federt eenige men tweemaal 's daags beurstyd te houden, jaaren, by veelen, ik weet niet om welke 's morgens van elf tot twaalf, en 's avonds reden, verzuimd wordt. De Beursknegt be- van half zeven tot half agt uuren (w), in de keurt zulken , die op de Beurs kyven of maanden May, junv f Jaly en Auguflus; fchelden, en voert, ten teken zyner aanftel- en in de overige maanden, van een halfuur linge, een ftok in de hand, die, aan'tboven- voor den aanvang van 't luiden der Poort- einde, met Stads wapen befchilderd is. Voorts klok, tot het ophouden derzelve toe (x). is 'er een Waaker van de Beurs, die, op Naderhand, in 't jaar 1667, is de beurstyd op het fluiten en ontfluiten van den opgang op twaalf uuren, en eens 's daags bepaald; boven dezelve, agt geeft, wanneer de hekken geflooten werden, en elk, die laater kwam, endoor de kleine III.
deuren wilde ingelaaten worden , zes Hui- vers, ten behoeve der AalmoefTeniers - ar- Koorenbeurs. men, verbeuren moefl. De boete der Ma- kelaars was, ingelyk geval, op een halven T""\en Koorenhandel een' van deoudfleen Kosren- \_^ß voornaamfle neeringen der Stad ge- 6««" of
(«) Handv. hl. .70. weeft zynde, zo is 't niet vreemd, dat de Koorm-
(v) Handv. bl. 1055 mz.. [393 ■>■ \ïZXl'
(») Refol. Vroedfch. N. 7. 6 funy\,9U Keurb. H. ƒ. "/"'T- r , O) Hand», bl. 10?7. 1916}
ix) Handv. bl. iojj. [353] (,._) Handy. U, I085.
|
||||
III. Deel.
|
|||||||||||||||||||||
MSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||
32
|
|||||||||||||||||||||
overgetekend, zonder dat 'er den Opzien- Koorem-
der meer dan drie guldens voor behoeft be- beurs. |
|||||||||||||||||||||
. handelaars in Graanen, ook al vroeg, eene
afzonderlyke Vergaderplaats gehouden heb- |
|||||||||||||||||||||
KOOREN
|
|||||||||||||||||||||
BEU
|
ben. Zy kwamen, in de zeftiende eeuwe,
byeen op 't water, op de hoogte der oude brugge, op welke, reeds in de vyftiende eeuwe, eene markt van Kooren en Zout plagt te zyn (a) ; en behielpen zig, by regenagtig weder, onder de luifels der huizen daarom- trent, tot geenen kleinen overlail der be- wooneren. Om deeze reden, was, al in 't jaar 1547, gekeurd, eene nieuwe Kooren- markt aan te leggen op den Oude-zyds-Voor- burgwal , tuffchen de S. Jans- en Halfteegs- bruggen (b). 't Schynt egter, dat de Koop- luiden, op de voorige plaats, die digt by 't Stads-Excynshuis en by 't Koorenmeeters- huis, en derhalve veel gelegener was, blee- ven vergaderen. De Regeering befloot dan, weinige jaaren na dat de groote Beurs vol- bouwd was, tot geryf der Koorenhandelaa- ren, tegen de oude brugge ten zuiden, eene KOORENBEURS of KoORENMARKT,
|
taald te worden: alles volgens eene Keure
van den agttienden Oólober des jaars 1719 (f). De Opziender geniet ook het voor- deel van het monftergraan, welk, onder 't bezigtigen, op de Koorenmarkt, geftrooid wordt.
Toen, in 't midden der voorgaande eeu-
we , het nieuwe Waals-Eiland uit het Y aan- gehoogd was, werdt, by de Vroedfchap, in overweeging genomen, om de Kooren- ligters voor dit Eiland te plaatfen, en de Koorenbeurs te verleggen op het Plein voor den Kamperfteiger (g) ; doch men kwam tot geen befluit, en de Koorenbeurs is ge- bleeven, daar zy te vooren was. De Koo- renhandelaars komen aldaar, dagelyks, des morgens en des avonds, byeen; doch by- zonderlyk op de drie weekelykfche markt- dagen , Maandag , Woensdag en Vrydag, wanneer ook een groot getal van Buitenlui- den ter Koorenmarkt verfchynt. |
|||||||||||||||||||
over 't Water, te bouwen (c). 't Werk
werdt, in 't jaar 1617, voltrokken (d). 't Gebouw is van hout, en ruft op ingeheide paaien, 't Beftaat uit een langwerpig vier- kant Plein, dat, van vooren , alwaar een zwaare koperen armbos ftaat, open , en ter wederzyde en van agteren, met eene over- dekte gaandery beflooten is. De gaandery ruft op twee en vyftig houten pilaaren. On- der dezelve zyn, langs de wanden , eene groote menigte geflooten banken en kasjes, waarvan de Koopluiden en Makelaars de fleutels hebben, en in welken, de monfters der graanen bewaard worden. Agter en ne- vens de gaandery, zyn twee of drie vertrek- ken , tot geryf der Handelaaren, alwaar, onder anderen, de Koorenmonfters gewoo- gen worden. Op de Koorenbeurs, en den Koorenhandel aldaar, zyn ook verfcheiden' Keuren gemaakt (e); op het onderhouden Opzien- van welken, de Opziender van de Koorenbeurs der of 0f Marktmeefler , gelyk hy gemeenlyk ge- meefter noemd wordt, agtgeeven moet. Onder an- deren, begeeft hy, met goedkeuringe der Directeuren van den Oofterfchen handel en Reederye,de opengevallene banken en kas- jes, en geniet, daarvoor, van eene bank, twaalf, van eene dubbele kas, tien, en van eene enkele kas, zes guldens eens. Doch in geval iemant een' Vader, Zoon, Schoon- zoon , Weduwe, of Compagnon nalaat, die, binnen 't jaar, toont den Graanenhandel te willen aanhouden, moet de kas of bank des overleedenen , op deszelfs naam , worden (*) Keur van S. Maartens dag if.ss.in 't Keur!). A. ƒ,40,
\b) Keutb. E. ƒ. iZ9 verfo.
(e) Refol. Vioedfch. N. 11. 4 May UU, ƒ, IJl,
(d) J. LAURENTius Amfterdam.
(«> rtandr. H, j.0 e»*,, u0« *«?.,
|
|||||||||||||||||||||
IV.
Koor en me eters-Huis.
Tot het meeten, draagen en verfchieten Kooren-
der Graanen zyn, van ouds, arbeiders ^"""" en arbeidfters gefteld geweeft, die zig, ten dienfte der Koopluiden , plagten byeen te houden in een huisje (/;), welk, in de zes- tiende eeuwe, op de oude brug ftondt. Doch in 't jaar 1558 * werdt; by de Vroedfchap, beflooten, het zelve op de nieuwe zyds Kolk te verplaatfen (2). 't Werdt hier zo fierlyk gebouwd, dat het, in zekere overrompeling der Stad, in 't jaar 1577, door het Staatfch Krygsvolk, voor 't Stadhuis werdt aange- zien (&). In 't jaar 1620, werdt het, van den grond af, in de tegenwoordige gedaante, her- timmerd (/). Op den zevenden July, werdt de eerfte paal geheid, en op den dertienden, de eerfte fteen gelegd, 't Is een langwerpig vierkant gebouw, met een fteenen opgang aan elke zyde. 't Stads wapen pronkt in den gevel, 't Beftaat, voornaamlyk , uit een groot vertrek, daar de arbeiders hun ver- blyf houden , waar boven de Koorenmee- ters-Gilde-Kamer is. Onder het zelve, is eene ruime overwelfde Kelder, die ten ver- blyf der arbeidfters gefchikt is. Tegen 't gebouw, ten ooften, ftaat eene pomp, die ten gemeenen gebruik der buurte verftrekt. Het
ff) Handv. U. "c«.
(/) Refol. Vioedfch. N. it. j Maart iSjj. ƒ. ï+i„
(hj Keucb. D- ĥ i)5 verft.
(i) Refol. Vtoedfdi. N. I. iï ^,»«7 l$s%,
(i>) Zie II. Heel, IX. Iloek., £/. 35S.
(>') ]. LiVRïNTUus Amfteidara.
|
|||||||||||||||||||||
I. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WEERELDLYKE GEBOUWEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
33
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het wordt, federt het jaar 1681, even als de zesentwintigften Auguflüs des jaars I5O2;,0ud£
andere Güdenhuizen, door de Gilden, die al- gewag gemaakt (o). En in eene andere van Waag. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stads- '
EXCYNS-
Huis.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
daar vergaderen, onderhouden worden (in),
door het Koorenmeeters Gilde, onderhouden. V.
Stads-Excyns-huis.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den derden OÊlober des jaars 1509, wordt
belaft, allen waagbaar goed in de wagbe te brengen (/>). Deeze oudfte Waag ftondt, aan of in de Waagfteeg, aan de Plaats of Dam, tegen over 't Stadhuis (q). Zy hadt een fteiger , die agter aan 't Damrak uit- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kwam , van welken men gewaagd vindt, in
Aan 't oofteinde der oude brugge, op eene Keur van den eenendertigfben October den hoek der Oude - brugs - fteeg , des jaars 1521, beveelende geen vullens te brengen op de Waegh fleygher (r). By de
Waag, ftondt ook, ten deezen tyde reeds, een huysge daer die arbeyders in faten, gelyk, uit eene Keur van den zevenden Februa- ry des jaars 1528 , blykt (s). Ook hebben wy, by eene andere gelegenheid, aangete- kend , dat de Rederykers eene Kamer bo- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stads-
Excyns-
buis.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fth
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tal c 1 o ï o c x x x v 1 i 1. Van binnen, heeft het yen deeze Waage hadden (f). Doch in 't
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
jaar 1561, werdt, by de Vroedfchap, be-
flooten, eene nieuwe Waag te ftigten op de Plaatfe of Dam; waartoe, in dat, en in 't volgende jaar, verfcheiden' huizen gekogt |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gebouw verfcheiden' vertrekken , gefchikt
zo tot den ontvangft van eenigen der Stads- Excynzen, met naame die der Graanen, Bie- ren, Wynen, Turf en Kooien, als tot de |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
byeenkomflen der CommiffarifTen van den werden (u). Sommigen hebben aangete
Stads-Excyns. De Bier- en Wynwerkers der kend, dat de eerfte fteen van 't gebouw, oudezydc,gemee:n\ykBierdraagersgenaamd, door den Burgemeefter Pieter Kanter, ge- hebben, voor 't Excyns-huis, noordwaards legd was (p). Het: werdt, in 't jaar 1566, tegen de oude brugge, een langwerpig vier- voltrokken, fchpon men't jaartal 1565 in kant houten huisje, op paaien in het Dam- de gevels gefield heeft, waarfchynlyk, om rakftaande, alwaar zy zig, bydage, ont- dat dezelven, in dat jaar,: volbouwd waren, houden. Een diergelyk huisje, ten dienfle Zo dra de nieuwe Waag gereed was,werdt der Bierdraageren aan de nieuwe zyde, plagt, beflooten, de oude af te breekenf». nog in de voorgaande eeuwe, te ftaanbyde De Waag, nu de Oude Waag genaamd, StadsPaardenftal,toen op denNieuwe-zyds- is een vierkant gebouw van blaauwen Ar- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bierdraa-
gers-
Huisjes.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voorburgwal. Doch het werdt, na 't ftig
ten van 't nieuwe Stadhuis, van daar, op't Spui, agter 't Begynhof, verplaatft. |
duinfteen, en ftaat, tegen over 't Stadhuis,
op den Dam. Zy is twee verdiepingen hoog tot aan 't dak. De eerfte verdieping dient, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eigenlyk, tot eene Waage; de tweede tot
een Wagthuis voor deSoldaaten,., die, hier ter Stede, in bezetting leggen. In het zel- ve , zyn twee vertrekken, een voor de Op- per- en een voor de Onder-Officiers. Boven dezelven, zyn de vertrekken, voor de. ge- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VI.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Oude W a a
t Ts niet geheel zeker, wanneer Amfter
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Oudi
Wmg.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
X dam het regt der Waage, welk, van meenen, voorzien met hangzolders, op wel-
°uds, aan de Graaflykheid plagt te behoo- ken de flaapplaatfen gefchikt zyn, en nog ren, in eigendom, verkreegen hebbe. Wy hooger, onder't dak, heeft men twee af- hebben, by eene andere gelegenheid (b), gefchooten vertrekken, daar't geweer ge- grift, dat Hertog Albrecht van Beijeren plaatft, en fchoon gemaakt wordt. De fchoor- het aan 3e Stad heeft afgeftaan, in 't jaar fteen> balken en bindteri der twee eerftge- 1389. Zy heeft, ten minften , al vroeg, melde vertrekken zyn, met Stads wapens, gebruik gemaakt van dit regt, en derhalve, trommels, vendels, geweer, en ander fny- reeds in devyftiende eeuwe, eene plaats af- werk verfierd. Men heeft ongeraaden ge- gezonderd, alwaar Koopmans-goederen, die von- by 't ge^igt verkogt waren, gewoogen wer- (>) Kemb. b. ƒ. «s ■>><&•
den. Zulk eene piaats 0f gebouw werdt,hier \>] S'.mÜ'J. l ƒ. «4,297 *«ƒ»• n. ft. ƒ. u |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en elders,eene Waas. genaamd. Men vindt v,f- J"-'1?1- vroedich. n. i
|
1} ^4 f ril iïjo.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
, 1 ■* P ö Tr _ (r) Keuro. D. f. 74,
van dezelve, reeds in eene Keure van den r.) kma. d./. £,.
ft) II. Deel, VI. B«4., bh
* , («) Refol- Vroedfch. N. i. (m) Refol. Vroedlch. L'. N. 14. Jpril 168L ƒ• 333. (v) DAPPER *'■ 449,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
24z.
laVec. IJ«i, loDet. IJfiZ.
zï Dte. ij««./. 47 verft. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
{«) U. Deel, II. EaeK' bl' 171.
II. STUK.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(f) Refol. Vwedfcb. N. z.
E
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
34 AMSTERDAMS III. Deel.
vonden , eene kelder onder 't gebouw te 1488, gefügt was. Het heeft rondsom ver-s. Anto.
maaken (*). Het Leijendak der Waage loopt fcheiden' fpitsopgaande toorentjes. En m t nis- af fchuin opwaards. Op deszetfs top, Haan jaar 1690, is 'er, m 't midden, een dikker ^J™ twee windwyzers, Neptunus en 't Fortuin fpitfe korte tooren op gezet. Beneden zyn verbeeldende Tegen de lyft van 't gebouw vier dubbele deuren, tegen over eikanderen, van vooren fteeken twee fraaije hardfleenen in ieder van welken, met een paar fchaa- fchoorfteenen ten dake uit, en een dierge- -len, gewoogen wordt. Binnen in de Waage, lvke in 't midden der lyft van den agter- hangt eene fyne fchaal. Van boven en bene- gevel Rondsom het dak, langs de lyft, den dient dit gebouw ook tot verfcheiden plagt eene hardfleenen leening oïBaluflrade andere einden. Men heeft er een Wagt- te loopen die reeds in de voorgaande eeu- huis voor de Schutterye, en onder den mid- we weggebroken is. Ter wederzyde van delften tooren, is eene fraaije Ontleedplaats den' voorgevel der Waage, die naar 't wes- gebouwd, alwaar de ProfefToren der Ontleed- ten ziet gaat men, langs eenen dubbelen kunde openbaare LefTen ge e ven. Voorts, zyn, fteenen opgang, op welks plat, twee zitten- in het gebouw der Waage, de Gildekamers de leeuwen die de wapens van Holland en van de Chirurgyns- , Schilders- , Smids- , vanAmfterd'am tuffchen de klaauwen houden, Metfelaars- en Schoenlappers - Gilden. Op gefield zyn naar het wagthuis der foldaaten. de S. Antonis-Waage, worden, gelyk in de Onder deezen opgang, is eene der deuren van Waagen op den Dam en Botermarkt, ai- de Waage, even boven welke, tuffcheri yze- lerlei goederen, die by t gewigt verkogt ren traliën een fraaije kleine marmeren worden, gewoogen; maar in 't byzonder, beeldtenis g'eplaatft is, vertoonende, zo 't ook gefchut en ankers. Om deeze laatften proef. fchvnt de worfteling van Herkules met te beproeven is, digt by deeze Waage, naar plaats der Entheu's. In deeze deur, hangt een paar de Gelderfche Kaai toe, eene Proefylaats\^ fchaalen Zes paaren diergelyken hangen in gemaakt, zynde een hoogen paal, waar by de zes deuren der agter- en zydgevels; boven de ankers worden opgetrokken, waarna men- welke deuren, breede luifels gemaakt zyn, ze, met het midden der fchagt, vallen laat onder welken, de waaren, die ter waage op een zwaar ftuk yzers; welk opeen blok komen , voor den regen gebergd können in den grond vaflgemaakt is. En zo zydee- worden. Midden in de Waage, hangt een ze proef, onbefchadigd, doorftaan , wor- kleiner paar fchaalen, waarop niet dan fyne denze, door eenen daartoe geftelden Proef- en koftbaare waaren, met koperen gewigt, meefler, voor goed, gemerkt, en ponden, halven ponden en vier onfen, gewoogen worden. Zy werdt 'er, eerft in V111.
't jaar 1612, gehangen (y). De zyd- en ag-
tergevels zyn, in 't midden, verfierd met drie Reguliers-Waag. groote gehouwen wapens der Stad. __ ■ . , o , , «
& T^e laatfte Yergrooting der Stad heeft Regu-,
VII. _L/ gelegenheid gegeven, tot het aan- J*««-
leggen eener derde Waage, waartoe de WmS?
S. Antonis- of N i E ü w e Waag. nieuwe Reguliers - Poort , die , eerft in 't jaar 1655, gebouwd was, in 't jaar 1668,
Het toeneemen der Stad in getal van gefchikt werdt. By deeze Waage, werdt
huizen en inwooners, en de fterke een groot Plein gelaaten , welk tot eene aanwas des Koophandels, in den aanvang Botermarkt wordt gebruikt. _ De Re Gli- der voorgaande eeuwe, maakte het opreg- liers-Waag is een fraai vierkant ge- ten eener tweede Waage noodzaakelyk. bouw, met eenen fierlyken voorgevel, in Men befloot, in de Lente des jaars 1617, welks Frontefpies, het Koggefchip uk het de oude S Antonis poort, die, federt eeni- zegel der Stad,in t midden van twee Tri- ge iaaren, binnen de Stad getrokken was, tons , uitgehouwen is. In de Frontefpies hiertoe bekwaam te maaken ; 't welk, in van den agtergevel, ftaat het Stads wapen, het volgende jaar, reeds gefchied was (z). door twee leeuwen vaftgehouden. In dee- 't Gebouw welk op de S. Antonis-of nieuwe ze Waage, wordt, met drie paar fchaalen, Markt ftaat, behieldt genoegzaam dezelfde behalven eene fyne fchaal, gewoogen. Een gedaante , waarin het, volgens een oud op- ruim bovenvertrek van 't gebouw is tot een fchrift, in den muur te leezen,in den jaare Wagthms voor de Schutterye gefchikt. Tot het bearbeiden der Koopwaaren, die Waag-
(X) Refoi. v^dfch. N. ,. „ juny .JS5. J* Waa§e gfbragt worden, zyn, reeds in ^ers>
(y) Handv. ti. ,077. ' de voorgaande eeuwe, door Burgemeefte-
ÄKÄ'y: U' 4 I6,7,/' ren' een genoegzaam aantal van luiden aan-
ge-
|
||||||
Oude
Waag. |
||||||
I. Boek.
|
|||||||||||||||||||
WEERELDLYKE GEBOUWEN.
|
|||||||||||||||||||
35
|
|||||||||||||||||||
gefield, hier Waagäraagers genaamd, die,
met eikanderen, een Gilde uitmaaken, van welk wy, in de Befchryving der Gilden, nader handelen zullen. De Waagdraagers zyn gehouden, by 't weegen, de honderd ponden en de vyftig ponden op de fchaal te zetten. Doch 't afweegen gefchiedt door de IVeegers, eertyds Waagkvegts genaamd (a), die twaalf in getal zyn, en in ééne beurs werken. Zy genieten van elke wik, die zy afweegen , een halven fluiver ; en zo zy een' Prik. of Schaal buiten de Waage bedie- nen , drie guldens daarboven. Zo zy, tus- fchen twaalf en half twee uuren, wanneer de Waagen geflooten worden, den Koopman met afweegen ten dienfle (laan, genieten zy twaalf Huivers, of, zo zy meer dan twaalf wikken doen, een fluiver van elke wik. In 't weegen, moeten zy de hand niet aan de fchaal houden. Op een wik van eenhonderd tot zeshonderd pond, mogen zy twee; en op een wik boven de zeshonderd pond, vier pond uitflag geeven (Z>). IX.
L O M B E R D
Of - " A N K van L e e N i N G.
In de dertiende eeuwe, hadden zig eenige
Koophuden, uit Italië, naar Frankryk, Engeland, en ook naar de Nederlanden be- geven, onder dekfel van aldaar Koophandel te dryven; doch meefl met oogmerk, om aan behoeftigen geld te leenen, of, op on- roerende , en yoornaamlyk op roerende goe- deren , penningen te fchieten , tot eenen hoogen Intrefl (ƒ)• Zy draagen, in fchrif- ten van dien tyd, den naam van Cawarfini °f Coarfini, die de geflagtnaam van de eer- i , °f voornaamften fchynt geweefl te zyn. *n 't jaar 1260, werden zy, om hun over- dadig woekeren, uit Brabant verdreeven fh °.ok' eerlang j uit Frankryk. Doch 't fedt niet veele jaaren, of zy kwamen we- derom En men hadt hen ^ in de ]\jeder]an. den, byzonderIyk in Holland, zonoodig,
dat zy, zo lang zv 't njet aj te grof maakten met woekeren, in verfcheiden' Steden, ont- vangen en gedoogd werden. In de veertien- de en vyftiende eeuwen, werden zy, ge- meenlyk, Lomberden of'Lombaarden genaamd |
|||||||||||||||||||
(3) , om dat de meeden of eerften uit Lom-lom-
bardye herwaards gekomen waren. TeSchie- ber». dam, bewoondenze, in 't jaar 1327, een ffceenen huis (e), 't welk, ten deezen tyde, en daar ter Stede, iet ongemeens was. Uit eene Handvefl van Delft van den jaare 1342, blykt, dat zy, in die Stad, toen, reeds eeni- gen tyd, hun verblyf gehad hadden, in een huis, welk de Camerette , of ook wel der Lomberden buis genaamd werdt (ƒ). Te Oudexvater, onthielden zig twee Lombair- den, in den aanvang der vyftiende eeuwe: gelyk klaarlyk blykt, uit eenen brief van den eerflen April des jaars I4i2[i4i"3j(g). En't is zeer te vermoeden, dat zy, ten dee- En te: zen tyde, ook reeds in Amfterdam, geweefl Amfter- zullen zyn, fchoon my niet bekend is, dat 'er, in oude fchriften of flukken, eenig ge- wag van gevonden wordt, voor't jaar 1477. In eene Keure van den zesden January des gemelden jaars, werdt bevolen , dat elkzy- ne panden, voor vaftenavond, uit de Lom- berd moefl loffen, zonder daïr offenych wo- her te betalen. Ook werdt toen belafl, voor- taan , geerie panden meer in de Lomberd te brengen, of te ontvangen (h). Uit welke Keure, blykt, dat de naam van Lomberd, die eerfl aan de Perfoonen gegeven werdt, alreeds tot de Plaats, daar zy zig onthielden, of geld op pand gaven, was overgebragt. Ook ziet men 'er uit, dat de Lomberdhou- ders het, ten dien tyde, zo grof maakten met woekeren, dat men verboodt, hun ee~ nigen woeker te betaalen van de panden, die zy beleend hadden. Het verbod van pan- den in de Lomberd te brengen, welk hier- by kwam, hielde, nogtans, niet lang fland. Men fcheen de Lomberd niet te können mis- fen,en 't ontbrak niet aan Lomberdhouders, hoe zeer ook 't woekeren, in de Kerkelyke- wetten, verbooden was. De Vroedfchap deezer Stad verflondt egter, in't jaar 1547, dat zy zo veel nadeels aan 't gemeen dee- den, dat men beiloot, zyn beft te doen, om- ze ten Lande uit te helpen jaagen (i). Doch dit befluit hadt geen gevolg. In den aan- vang der Spaanfche beroerten , waren zy nog zo zeer in de gemeene veragting, dat, by eene Synode der Gereformeerde Kerken, te
(e) WlLHKLM. PROCUHAT. adarmunUil], (»MATTHÄI
Anal. Tor». II. p. 66i. (f) Zie BLEYSWYCK. Delft, bl. 606.
(g) Zie MIERIS Chatterb. IV. Deel, il- »30.
(h) Keutb. A. ƒ. S7> \ (i) Refol. Vroedfch. N. 1. 1* J»lj U*7. v (3) Lombardi queque Mie [Sciedamo] propter lucru
commorantes, domo—propria —- lapidea. Wilhelm. Procurat. ai annum 1327. p. 663. Jacob van der Qraft — is een Lombert, ende pUcbt een banc te hou- den tot Yfelfleyn. Cbron. van 1481 tot 1483. in Mat- th.ei Anal. ïoiti. I, p. 430- E 2
|
|||||||||||||||||||
Regu-
LIEHS-
Waa«.
|
|||||||||||||||||||
Wee-
Sers. |
|||||||||||||||||||
Oor-
fprong
der Lom berden, hier te Lande. |
|||||||||||||||||||
f«) Groot-Memor. ar. iV. ƒ. , JO vtrf».
(L) Handv. bl. 1077. io78. (') MATTH. PARIS *d annum iIJ9, o, m. Z4J.
(<0 MiRÄi op. Dipl. r»m. 1. ? 20r7-
|
|||||||||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||
36
|
|||||||||||||||||||
heel nieuw gebouw vergroot (r) ; en in laa- Lom-
ter tyd,by meer dan eene gelegenheid, van berd. binnen en van buiten , veel vertimmerd. Doch wegens huur van 't gewezen Huiszit- ten-Turf huis wordt nog , jaarlyks , twee- duizend guldens, aan 't Oude-zyds-Huiszit- tenhuis, betaald. De Lomberd, of het Huis of de Plaats en
Bank van Leeninge beftaat uit drie Sedaante
, 1- • j r\ j der Lom- groote gebouwen, die zig, van den Oude- berd.
zyds-Voorburgwal, langs de Lomberdfteeg, tot in de Nes uitftrekken. Het zuidelykfte en nieuwfte van deeze drie gebouwen dient, onder anderen, tot eene wooning voor den Concherge van de Bank van Leeninge; en heeft twee ingangen, een' op den Voorburg- wal , en een' in de Nes. Boven den eerften, die de aanzienlykfle is, zyn, in 't jaar 1740, de volgende agt regels van den Heere B a l- thasar Huydecoper, Oud-Schepen deezer Stad, op eenen witten fteen , ge- fchreeven: |
|||||||||||||||||||
te Dordrecht, in 't jaar 1574, gehouden, be-
|
|||||||||||||||||||
Lom
BERD
|
|||||||||||||||||||
flooten werdt, hen niet tot de gemeenfchap
|
|||||||||||||||||||
der geloovigen aan 's Heeren Tafel toe te
laaten (£). Doch na de verandering hier ter Stede j in 't jaar 1578, prees Willem, Prins van Oranje, der Stad Frangois Mafa- zia aan , tot het houden eener Tafel van De Lom- Leeninge (t). Na hem, vind ik, dat Jehan berd Laignier (tri), en Sion Luz Oftroi, voor hierdoor eenige jaaren, gehad hebben om, hier ter byzonde- Stede, alleen Tafel van Leeninge te hou- re per- den. De laatfte trok, in 't jaar iön, wel foonen ^rie en dertig en een half ten honderd 's jaars den?11' Intreft van de panden, die hy beleende (ri). Doch toen zyn O&roi, in 't jaar 1614, ftondt ten einde te loopen, werdt, by de Vroed- fchap, verftaan, dat het belang der Stede vorderde, dat de Tafel van Leeninge, voor Stads rekening, werdt waargenomen. Luz, die wel gezien was ten Hove, bewoog de PrinfeiTe Paksgraavinne , die met een' Zus- ters Zoon van den Prinfe Maurits gehuwd was, en den Stadhouder zelven, om by de Regeering van Amfterdam te verwerven , dat hem vernieuwing van zyn Oftroi, voor nog twintig jaaren, verleend werdt. Men kwam met hem te woorde, en vorderde, dat hy de Intreden der panden onder de hon- derd guldens een derde verminderde. Doch Zy wordt nY hadt hier geene ooren naar. De Vroed- door de fchap befloot toen de Leentafel aan de Stad de Stad te houden, en ftelde, reeds op den twee- aanvaard, entwintigflen April des jaars 1614 , twee CommiflariiTen aan, om het voornaam op- zigt op dezelve te hebben, te weeten, Frans Hendriksz Qetgens, Oud - Burgemeefter, en Jonas JVitsz. Raad en Oud-Schepen, die Commijfarijfen van de Bank van Leeninge ge- naamd werden (0). De Lomberd of Tafel van Leeninge was
voorheen gehouden aan de byzondere hui- zen der geoctrojeerde Lomberdhouders. Doch nu werdt 'er, van Stads wege, toe gefchikt het Turf huis derHuiszitten aan de oudezy- de; welk, in denjaare 1548,0p eene open plaats van 't Maria-Magdalenen-Kloofter in de Nes, geftigt, en, in 't jaar 1567, tot eene der Predikplaatfen voor de Gereformeerden hier ter Stede gefchikt geweeft was (p). Het werdt, in 't jaar 1616, tot eene Bank van Leeninge bekwaam gemaakt (a), en is, na de jongfte uitlegginge der Stad, met een ge- |
|||||||||||||||||||
Hebt gy noch geld, noch goed? gaa deeze
deur voorby. Hebt gy het laatfte, en miß gy 't eerfie?
kom by my: Geef pand, ik geef 'u geld. waarom zoude ik
u borgen? Of is het niet genoeg, dat gy van 't tnyne
teert ? Maar eifchtge uw pand te rug; zo dientge
in tijds te zorgen, Dat my mijn hoofdfom, met de renten, we-
derkeert. Zo help ik u en my; en toon, aan de onder-
zoekers Van mijn geheimen, 't graf des eervergeeten
vioekers. Het noordelykfle der drie gebouwen heeft,
insgelyks, twee ingangen, een' op den Voor- burgwal en een' in de Lomberdsfteeg. Bo- ven den laatiten, ziet men 't brengen van panden in de Lomberd, in fteen, uitgehou- wen : waarboven deeze woorden , al van ouds, gelezen werden: Tot behulp der noodt druftigen is hier gefielt
De Banck van Leninghe voor een cleyn geit. En in den voorgevel van het zelfde gebouw
' in de Nes, leeft men: Anno c 10 iacxiv,
den 29 April, gefchieden hier de erfie belee-
ninghe.
On-
(r) Refol. Vroedfch. Lt, D. 5 Sept. 1663. » J*n> I60*»
ƒ. 51 verf», si. |
|||||||||||||||||||
(^)Kerkel. Handboekje, bl. 134.
(Ij Refol. Vroedfch. N. 4. 7 Nov. i;jt.
( m) Vit de Stukken tet Thefaiuie, oude Lande S. L'. K.
(») Refol. Vroedfch. N. 11. 24 Jan. 1611. ƒ. $>.
(•; Refol. Vroedfch. N. 11. 17 Jan. 7 Jut] lóll.llDec.
16 IJ. *Jan.iz^Apr. K14. ƒ. 44, 64 verft , jy, 101 verf«, JIJ verft, (p) Zie II. Diel, VU. Boek, bl. 294.
\q) J. Lau&entivs Amfteldarn,
|
|||||||||||||||||||
I. Boek.
|
|||||||||||||||||
WEERELDLYKE GEBOUWEN.
|
|||||||||||||||||
37
|
|||||||||||||||||
Lom- Onder de drie gebouwen, zyn vyf Pak-
BESD. huizen, en twee zeer groote Kelders. De
Kelders en vier der Pakhuizen worden-ver- huurd. Het vyfde dient tot berging van goederen uit insolvente Boedels, die ook, voor het zelve, verkogt worden. |
|||||||||||||||||
per en Tin gefchikt, aangefteld. De Zoe- Lom-
kers zyn verpligt, hunne kamers fchoon te Be- houden , en, van tyd tot tyd, door het open- zetten der venfteren, te verlugtigen. Ook moeten zy de panden, die, door hunne on- agtzaamheid, vermifl worden , vergoeden. De Bank van Leening is in eene groote en verdee-
kleine Bank verdeeld, die ieder afzonderlyküng der beftierd worden. In de eerfte, gefchieden Bank van alleenlyk beleeningen , boven de honderd ^^^ guldens: in de laatfte, van tien ftuivers tot groote en zes en negentig guldens. Van panden, waar- Meint. op minder dan honderd guldens beleend is, wordt een penning van ieder gulden , ter weeke, Intreffc betaald. En deezen worden intreft kleine Panden genaamd. Van de middelbaar e der Panden, waarop van honderd tot vierhon-,Pan^en- derd vyfenzeventigguldens beleend is,plagt zeftien duivers van ieder honderd guldens, ter loopende maand, dat is, negen en drie vyfde ten honderd in 't jaar; en van de groo- te Panden, waarop vyf honderd guldens en daarboven beleend wordt, een gulden van de honderd, in anderhalve loopende maand, dat is, agt, en naderhand negen ten hon- derd , in 't jaar, betaald te worden (7). Doch deeze Intrell is, volgens eene Refolutie der1 Vroedfchap van den 28 January des jaars 1656, ten opzigte der middelbaare Panden, op zeven en een vyfde, en ten opzigte der grooten, op zes ten honderd verminderd (t). De Bank beleent niet alleen huisraad, klee- deren, goud, zilver, juweelen enz.; maar is ook bevoegd tot het beleenen van aller- hande Koopmanfchappen, buiten 't Huis van Leeninge, in der Koopluiden-Pakhuizen, leg- gende ; doch zy is, op deeze Koopmanfchap» pen, voor andere fchuldeifchers van den Beleener , niet geprefereerd , dan wanneer CommiffarifTen dezelven hebben doen ver- bruggen , en in hunne eigene bewaaringe overbrengen (w). Nogtans, gefchieden zul- ke beleeningen, die tot laager Intreft. van byzondere perfoonen te bekomen zyn, fe- dert veele jaaren, niet meer door de Bank van Leeninge. De Stad ftaat borg voor de herlevering van alle de Panden, die in den Huize van Leeninge gebragt zyn, op de ver- tooning der Leencedulen , of zogenaamde Lomberdbriefjes, en voldoeninge van hoofd- fom en Intreft, tot de week of maand, waar- in de panden vervallen zyn, ingeflooten. By ongeluk van brand, of diergelyken buiten- gewoonen ramp, plagt de eigenaar zyn pand te verliezen, en de Stad de penningen, daar- op gefchooten. Doch alzo, al vroeg, naauw- keurige zorg gedraagen is voor het bewaa- ken
(s) Handy, tl. «7»> *«°«
(t) Handy, tl, 681.
(u) Haneiy. tl. 48 u E3
|
|||||||||||||||||
Vertrek-
ken. |
Van binnen, heeft de Bank van Leening
|
||||||||||||||||
verfcheiden' groote vertrekken , gefchikt
tot gebruik van de Heeren CommiiTariiTen en derzelver bedienden. Onder dezelven, munt uit de Kamer, daar de Heeren Com- miiTariiTen vergaderen. Voor den fchoor- fteen, zyn deeze verzen van Seneca, in 't jaar 1740, gefield, door befchikking van den HeereGERARD va.nPapenbroek, Oud-Schepen deezer Stad, en toen Commis- faris der Bank van Leeninge: QjJI. STATUIT. ALIQUID. PARTE. INAUDITA.
ALTERA.
AEQUUM . LICET . STATUERIT . HAÜD . AE- QUUS. FUERIT.
Men leeft 'er deeze vertaaling onder van
den bovengemeldenHeereHuydecoper: Hoort gy, die klaagt: niet die verweert;
Al/preekt gy recht, gy doet verkeert. In de Kamer der CommiiTariiTen, is eene kas,
waarin de panden, waarop honderd guldens en daarboven beleend is, bewaard worden. En nevens dezelve is een ander vertrek, ook gefchikt tot bewaaringe van groote panden, op welke egter minder dan honderd guldens verftrekt is. In nog een ander vertrek, wor- den de panden van gemaakt Koper en Tin bewaard. Voorts, zyn 'er vier verdiepingen boven eikanderen, allen verdeeld in byzon- dere vertrekken met hekken afgeflooten: alwaar de panden van Wollen en Linnen, gemaakt en ongemaakt, op rekken, naarde fomme , die 'er opgefchooten is, onderfchei- den, geplaatft zyn. De panden leggen, in deeze vertrekken, op hunne maand en dag, in orde,om te ligter te können gevonden worden. Aan ieder derzelven, is een dubbeld van de de Leencedul vaftgemaakt,welk, zowel als Leencedul , eenige onbekende merktekens vervat, tot voorkoming van bedrog. Het opzigtoverde vertrekken der panden onder de honderd guldens, of om beter te zeggen, yan tien iluiVers tot zes en negentig guldens, Zoekers, is toevertroud aan negen Pandbewaarders of Zoekers; die, wanneer hun de Leencedul, door eenen der Lqffèrs, getoond wordt, ge- houden zyn, het beleende pand, terftond, te leveren. Zeven hunner zyn over de ver- trekken tot Wollen- en Linnen-panden, en twee, over de vertrekken, tot Zilver, Ko- |
|||||||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||
3B
|
|||||||||||||
penningen zyn, al federt meer dan tagtigLoM-
jaaren, afgefegd, en de Bank van Leeninge berd. kan gaande gehouden worden uit haar eigen Capitaal, welk meer dan een millioen gul- dens beloopt. De opperbeftiering der Bank vanLeenin-coMMis-
ge ftaat, federt veele jaaren, aan vyf C o M- sasissex. missarissen, die, jaarlyks, na de ver- andering der Wethouderfchap in 't begin van February, door Burgemeefteren, gekooren, of, gelyk gemeenlyk gebeurt, in hunnen dienft gelaaten worden. Zy vergaderen, des voordemiddags, van negen tot elf uuren, en houden zei ven aantekening van de groo- te panden, die ook in hunne onmiddelyke bewaaring blyven. De Conciërge of eerße Suppooß der Bank Concher-
van Leeninge is Opperboekhouder ; heeft Se» zyne wooning in de Bank, en vertoont de perfoonen der Commiffariffen, in derzelver afwezendhejd. Voorts, hebben Commiifa- rifTen, tot het beftier der groote Bank, on- der zig een' Cajfier der groote Panden, die, Caffiers by 't aanvaarden zyner bedieninge, voor tien der §I0°" duizend guldens , borg ftellen moet. Hy yeienne doet, alle maanden, rekening van uitgaave Panden. en ontvangft aän CommiffarüTen. Tot de kleine Bank, behoort een CaJJier der kleine Belee- Panden, zynde de derde Suppooft in rang: ners. voorts, zes Beleeners, die alle kleine panden, geen goud noch zilver zynde, waardeeren. Volgens deeze waardeenng, fchiet de Cas- fier 'er geld op, en de Boekhouder en Con- Boekhou- traroïïeur houden 'er aantekening van. Tot ders en het waardeeren van goud, zilver en juwee- c°"tra* len, is een byzondere Waardyn aangefteld,r En deeze zyn de Bedienden van de Beleen- Y^d kamer. Tot de Loffers-kamer , behooren juwee-1 vier Lqffers, een Intrefl-rekenaar, wieneen len. Adjunct toegevoegd is, een Contrarolleur, en Loüers. een Boekhouder. _ 'Fot 'deeze Loffers , ver- intreftre- voegt elk zig, die eenig pand uit de kleine kenaar. Bank begeert te lollen. Die eenig pand be- Adjunct. Ieenen wil, is niet gehouden, in perfoon, in de Bank te verfchynen. Commiffariffen hebben zes en vyftig Inbrengers of Inbreng- inbren- fiers aangefteld, die, door de gantfche Stad, gers en verfpreid zyn, en als Makelaars in beleenin- ^jj6"2" ge können worden aangemerkt. Aan dee- rs" zen, kan men zyn pand leveren. Zy fchie- ten 'er de begeerde fomme op , die hun , wanneer zy- de panden in de Bank brengen, 't welk, dagelyks, tot dertig panden toe, gefchieden moet; en wanneer de Waardyn of Beleeners oordeelen, dat zy 'er niet te veel op verftrekt hebben, door de Caffiers, te rug gegeven wordt. De Inbrengers en Inbrengfters, die de beleende panden ook loffen, en welken een bepaald loon, voor hunne moeite , toegelegd is, hebben ge- meen« |
|||||||||||||
j 0M. ken der Bank van Leeninge, van buiten en
berd. van binnen, is, federt, verftaan, dat zulke rampen, door de eigenaars der panden van honderd guldens en daarboven, alleen zouden gedraagen worden, blyvende dezelven ver- pligt, tot voldoening der penningen, door't Huis, op hunne panden verftrekt; terwyl de Stad zou inftaan, voor de fchade, die, door onagtzaamheid, verzuim, ontrouw, en die'r- gelyke, aan de panden komen mögt. De Panden, een jaar en zes weeken geftaanheb- bende, zonder dat dezelven geloft, of, door betaaünge der verfcheenen Intreft, voor lan- ger tyd, in de Bank van Leeninge gelaaten worden, können, na verloop van nog zes weeken, door Commiffariffen, in 't open- baar, of anderszins, verkogt.worden , ten behoeve van den eigenaar; die 't gene 'er meer van komt, dan 'er op verftrekt_ is, met de Intreft en koften, binnen een jaar moet komen ontvangen, of het vervalt aan de Armen. De koopers, die iet, in 't Huis van Leeninge, openlyk , op de Tafel, of ook by monde en in 't by zonder, om gereed geld, gekogt hebben, zyn verpligt, zulks terftond, immers ten langfte na Zes weeken, »te betaalen , onder bedreiging van parate Executie. De goederen, door de koopers niet ontvangen wordende, worden, in eene volgende verkooping, ter hunner fehade, wederom verkogt, zonder dat zyegtereenig voordeel genieten van 't gene 'er meer van komen mögt. Zo van de verkogte panden minder komen mögt, dan 'er op beleend is, moeten de eigenaars het kort voldoen (y). Wollen-ftoffen of andere waaren , die der bedervinge onderworpen zyn, worden, in gevolge eener Keure van den dertienden September des jaars 1686, niet langer dan voor een jaar en zes weeken beleend (w). In geval de Leencedulen vermift of verloo- ren zyn, können de panden,onder behoor- lyken borgtogt , worden geloft (*). Ten voordeele van de Bank van Leeninge, is, by meer dan eene Keure, belaft, dat nie- mant, buiten de Bank, eenige roerende of lofTe goederen mag beleenen tot hooger In- treft dan vier ten honderd (y). Capitaal De penningen, die tot het houden der der Bank Bank van Leeninge vereifcht worden, wer- Sgeee' den» by de eerfte opregtinge derzelve, op laft van de' Vroedfehap, door Commiffaris- fen, op Intreft genomen. De Thefaurie en de Weeskamer der Stad hebben ook, fom- tyds, merkelyke fommen aan de Bank van Leeninge verftrekt. Doch alle de geleende |
|||||||||||||
(v\ Handy, bl. 610, 6%i.
(in) Handv. bl. 6ii. (x) Handv. bl. tti. (/) Hand*, bl, «si, tSi, |
|||||||||||||
I- Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||
WEERELDLYKE GEBOUWEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||
39
|
||||||||||||||||||||||||||||
"Lom- meenlyk een bordje uithangen, waarop te
berd. leezen (laat: Hier gaat men in de Bank van Leeninge.
Waakers. Tot bewaaringe der Bank van Leeninge by nagt, zyn twaalf Waakers aangefteld, over welke de Concherge Kapitein is. Zy houden hun verblyf in een Wagthuis onder de Lomberdsbrag. Doch ten wedereinde van de Lomberdsfteeg , in de Nes en op den Voorburgwal, zyn twee fchilderhuisjes gezet, in welken, twee waakers fchildwagt houden. Zy doen ook, 's nagts, de ronde langs de Lomberd, tot verhoeding van dief- ftal, en andere ongelukken. |
||||||||||||||||||||||||||||
gemelde Kapelle overgebragt (d), Zy kreeg Vleesch-
den naam van de nieuwe Halle, en in't jaar hallen. 1584? werdt, in deßeech ouer de oude balie, weftwert op totten burghwall, eene Vlafch- markt geplaatft (e). In 't jaar 1586, befloot de Vroedfchap nog eene Vleefchhal te ftel- len, aan de nieuwe zyde, 't zy in de oude Halle, of in de Lieve - Vrouwen - Kapelle, of elders (ƒ). Men plaatfteze, kort hierna, in de Kapelle van 't S. Geertruids - Kloofter, op den Nieuwe-zyds-Voorburgwal, aan de ooftzyde , bezuiden de Dirk van Haflelts- fteeg. Doch hier was zo weinig neering, dat 'er naauwlyks een half beeft ter weeke gefleeten werdt. Men befloot dan, in de Lente des jaars 1587 , de Vleefchhal van daar te verplaatfen in de Kapelle van 't S. Margareeten - Kloofter in Gansoort of de Nes, pas bezuiden de nieuwlings aangeleg- de Vleefchhal, in de S. Pieters-Kapelle (g); gelyk gefchiedde. De Vleefchhal in de S. Pieters - Kapelle, door den tyd te klein be- vonden wordende, is geheellyk vernieuwd en vergroot, en heeft den naam van groote Vleefchhal gekreegen. De Hal in de oude S. Margareeten - Kapelle wordt de kleine . Vleejchhal genoemd. In de voorgaande eeu- Tegen- we en deeze, zyn by deeze twee Vleefch- woordi- hallen, nog drie anderen in de Stad opge- êe "3/ regt, aan de nieuwe zyde; eene op de Wes- J^nefcl1" termarkt; eene op de Heerenmarkt, eneene op de Reguliers- of Botermarkt; zo dat'er, in alles, vyf Vleefchhallen zyn, zonder de twee Vleefchhallen der Jooden daaronder te begrypen. |
||||||||||||||||||||||||||||
X.
VLEESCH-HALLEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||
e oudfte Vleeschhal, in eene
Akte van den negenden Juny_ des |
||||||||||||||||||||||||||||
D
|
||||||||||||||||||||||||||||
Oudfte
Vleefch- |
||||||||||||||||||||||||||||
hier t Jaars I52ß> net Vleyjchhuys genaamd, heeft
er geftaan in de Waagfteeg, tegen over het oude Stadhuis (z); en de fteeg, die, van den Oude-zyds-Voorburgwal, regt op dee- ze Halle aanliep, heeft, zo 't fchynt, naar deeze Hal, den naam van Halfleeg gekree- gen, dien zy, nog heden, draagt. Naaft deeze Hal, ftondt een huis, het Hoefyzer genaamd , gelyk , uit eene Akte van den elfden December des jaars 1546, blykt («). *n eenen Schepenen - brief van den jaare I5"°3 i wordt gewaagd van eene bal in gans- Mrde, nu de Nes. En zo deeze eene Vleefch- hal geweeft is, fchynt zy van het gemelde Vleefchhuis onderfcheiden geweeft te zyn, en kan, zo wej a]s jat, den naam aan de Halfteeg gegeven hebben. Doch hoe't hier- mede ook zyn moge; met het toeneemen der huizen in de Stad, kreeg men,door den tyd, eene tweede Vleefchhal noodig. De Vroedfchap befloot, in 't jaar 1563, daar- -Xoe een huis te naaften, ftaande op de Ap- pelmarkt, agter het Stadhuis QJ). Doch ik twyfel zeer,of dit befluit wel ter uitvoe- Tinge gebragt, en of'er ooit eene Vleefch- nal> ter deezer plaatfe, geweeft zy. Na de verandering der Regeeringe, toen veele Cjodsdienftige Gefügten tot weereldlyk ge- bruik gefchikt werden, kogt de Stad de S. Pie^rs'Kapelle in Gansoort, nu de Nes, van de Gaithuismeefters vans. Pieters-Gafthuis, voor twee honderd en vyftig guldens jaar- lykfche renten, en den afbrek van twee huizen (c). En in Auguftus des jaars 1582, werdt de Hal, uit ^ Waagfteeg , in de . U) Groot-Memor. N. i. f% r%
<«) Groot-Memor. N. n. /. z <i) Refoi. vroedfch. N. i; H 0ec nÄ3, lv «-efol. Vioedfch. N. 4. $ M«y J{u. |
||||||||||||||||||||||||||||
S
|
||||||||||||||||||||||||||||
I.
|
||||||||||||||||||||||||||||
Groote Vleeschhal.
De groote Vleefchhal, eertyds de Kapel- Gmte
Ie van 't S. Pieters - Gafthuis, is een Vkej'cb- eenvoudig langwerpig vierkant gebouw met 6a'* een fchuin dak, en zes ingangen, een'van vooren, een' van agteren en twee op elke zyde. Zy ftaat, langs de Boeren - Rivier- Vifchmarkt ten noorden, in de Nes, en heeft agtenveertig Vleefchbanken. Voor, boven de groote Vleefchhal is het Comptoh* der Vinders of Keurmeefters van het Vleefch, welk zynen opgang aan de noordzyde heeft. Boven den opgang, ftaat een verken aan de leer, en ander geflagt vleefch uitgehouwen: waaronder men leeft,DiE Vinders Ka- mer 1644. Ook heeft men hier de Kamers der Boekverkoopers-, Aardenwerksverkoo- |
||||||||||||||||||||||||||||
pers-
|
||||||||||||||||||||||||||||
(d) Keurb. G. ƒ. **i.
(e) Keurb. G. ƒ. 152.
(f) Refol. Vroedfch. N. f. '° «*T 'J8«.
(js) Refol. Vroedfch. A". *• »5 M**rt ij»7. |
||||||||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||
AM ST E R D A MS
|
|||||||||||||||||||||||||||
40 |
pers-, Hoenderkoopers-, Bontwerkers-,en
Vleefchhouwers-Gilden. |
|||||||||||||||||||||||||||
en naderhand tot eene herberg , nu het Vleesch-
Nieuwe-zyds-Heeren-Logement genaamd , hallen. verhuurd. In den voorgevel van 't gebouw, ftaan vier Offenkoppen uitgehouwen , ten .bewyze, dat het , by den eerften aanleg, tot eene Vleefchhal gefchikt geweeft is. Dochtoen men, in 't jaar 1659, de Stad, voor de laatfte reize, hadt begonnen uit te leggen, werdt de vierde Vleefchhal gebouwd, op de Heeren-markt, agter tegen het Nieu- we-zyds-Heeren-Logement;eerft' van hout, en naderhand van fteen. 't Is een laag ge- bouw , met twee ingangen, en agt Vleefch- banken, alleenlyk aan de noordzyde. |
|||||||||||||||||||||||||||
Vleesch
Hallen. |
|||||||||||||||||||||||||||
Kleine Vleeschhal.
De kleine Vleefchhal, eertyds, de Ka-
pel van 't S. Margareeten - Kloofter, ftaat ook langs de zelfde Vifchmarkt in de Nes, ten zuiden, 't Gebouw is naauwlyks half zo lang als dat der groote Vleefchhal; doeh merkelyk hooger. Uit het dak, fteekt een fpits Toorentje, zonder uurwyzer. Dee- ze Hal heeft twee ingangen, een' vanvoo- ren in de Nes, en een' aan 't einde, op de noordzyde. In dezelve, zyn twintig Vleefch- banken. Het Genootfchapder Geneesmees- teren houdt zyne vergaderingen, boven dee- ze Hal. Agter de groote Hal, plagt, voorheen,
eene markt van nugter Kalfsvleefch te zyn: en bezyden de kleine Hal, waren overdekte banken, daar vogels, en gekookte longen, lever enz., hier ter Stede verfche waar ge- naamd, verkogt werden. Ook is, nog in 't laatft der voorgaande eeuwe, eene markt van nugter Kalfsvleefch, op de Grimmenes- fe-iluis, gekeurd geweeft (h). Doch deeze markten zyn, federt eenige jaaren, allengs- kens, afgenomen , en , eindelyk, geheel te niet geloopen. |
|||||||||||||||||||||||||||
Kleine
Vltejcb-
bal.
|
|||||||||||||||||||||||||||
Nieuwe o/Botermarkts-hal.
Eindelyk , is, volgens een befluit der Nieam
Vroedfchap van den jaare 1736 (£), of ^oter' eene vyfde Vleefchhal gebouwd op de Bo- ^u' termarkt, die, in't jaar 1737, voltrokken werdt. 't Is een fteenen gebouw, welk vier ingangen, en twintig Vleefchbanken heeft. Behalve deeze vyf Hallen, zyn 'er nogjooclen.
twee onder de Portugeefche en Hoogduitfche vieefch- Jooden. De eerfte ftaat op de Houtgraft. hallen. De andere plagt, na het jaar 1672,wanneer zy eerft vergund werdt (/) , in eene hou- ten loots gehouden te worden. Doch in 't jaar 1685, werdt den Hoogduitfchen Joo- den toegeftaan, eene Hal en School aan hun- ne Synagoge te bouwen (m); gelyk, federt, gefchied is. De Jooden mogen, buiten dee- ze Hallen, geen vleefch verkoopen. Ook moeten, zy hun leevend vee, in de huizen der Vleefchhouweren, die in de Stads Hal- len gewoon zyn voor te ftaan, laaten Aagten of fnyden. Zy hebben beëedigde Snyders en Keurders, die 't beeft alleenlyk moeten doodfnyden, en, volgens de Joodfche wet, goedkeuren of af keuren: voorts, het fcheel- vet zuiveren, na dat het, door de Vleefch- houwers, van de darmen afgefcheeld is. Al wat 'er, wyders, aan 't beeït te doen isge- fchiedt door de VJeefchhouwers , die de zweesrikken, herffens, 'tmiddelrifenhoofd- vleefch, met zyn toebehodren, behouden, en den Jooden, van den afval, alleenlyk de Papa- de, dat is, den koffern, of kwabbe onderde kin, met de tong van 't Rundvee, toeweegen («). De Joodfche Hallen, van welken de voor-
deden.-, ten behoeve der armen van elke Na- tie , bekeerd worden, ftaan onder 't opzigt van eenige Direiïeurs of Penningmeefters , die
HJ Refol. Vroedfch. L'. LL. ji Sept. 171«. ƒ. |+.
(t) Handv. hl. 1466.
f 7») Groot-Memor. N, VII. ƒ. 116.,;
(») Handv. bl, i^a, 14*7- >4«j>. .
|
|||||||||||||||||||||||||||
Wester-hal.
De derde Vleefchhal is , in 't jaar 1619,
onder het aanzienlyk fteenen Wagt- huis der Schutterye, ftaande aan de weftzy- de der Keizersgraft, op de Weftermarkt, aangelegd (i). Zy heeft drie ingangen, twee ten wedereinde, en een in 't midden, on- der den dubbelen opgang naar het Wagthuis. In deeze Hal, zyn negentien Vleefchban- ken.
|
|||||||||||||||||||||||||||
Wefter-
lal. |
|||||||||||||||||||||||||||
Heerenmarkts-hal.
In 't jaar 1617* hadt men een diergelyk
Wagthuis en Vleefchhal gebouwd, op de Heeren - markt. Het onderfte gedeelte van 't gebouw was ook tot eene Hal gefchikt. Doch het werdt v weinige jaaren laater, aan de: Weftindifche Maatfchappye afgeftaan ; |
|||||||||||||||||||||||||||
markts-
bal. |
|||||||||||||||||||||||||||
(h) Handy, tl. 146%.
(i) ]. laurenïius Amfteidas».
|
|||||||||||||||||||||||||||
I. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WEERELDLYKE GEBOUWEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
41
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vleesch- die aan de Parnaffim, of Ouderlingen en Pen- in ffond houdinge der Vleefchhallen, is ook Vleesch;
«allen, ningmeeffcer rekening moeten doen. Geen gekeurd, dat niemant, in de Stad of der- hallen. ' |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jood mag buiten de Hal van zyne Natie ge- zelver Vryheid , eenig vleefch by 't pond
Aagt vleefch koopen, uitgenomen tongen, verkoopèn mag , die geene bank in eene |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
die overal gekogt mogen worden (o).
De Banken in de vier eerftsremelde Hal- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van de Hallen heeft (f). Veele andere Keu-
ren omtrent de Hallen zyn, door den tyd, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Orde op
de Bun- ken in de Vleefch- hallen, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
len plagten, voor deezen, door Burgemees- gedeeltelyk in ongebruik geraakt: waarom
teren, aan de Vleefchhouwers gefchonken wy te minder noodig agten, van dezelven te worden. Alleenlyk , betaalden zy , tot te gewaagen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
m
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
t jaar 1707, twaalf guldens 's jaars, voor
ieder bank, aan de Thefaurie. Doch toen werdt deeze Recognitie verhoogd, op vier- endertig guldens, voor ieder bank in de Nes; zesentwintig guldens, voor ieder bank op de Weftermarkt, en dertig guldens, voor ieder bank op de Heerenmarkt (p). In de Hal op de Botermarkt, zyn de banken, altoos, en in 't eerft aan de meeftbiedenden, ver- huurd geweeft, na dat zy eerft, door de Heeren Thefaurieren, tot het huuren waren toegelaaten. De Vleefchhouwers, die ban- ken in de vyf Hallen hebben, fchuiven, al- le weeken, eene bank voort', zo dat elk, °P zyne beurt, de gelegenfte en ongelegen' fte plaats bekleedt. In de Kermis alleen , "^kleedt elk zyne plaats twee weeken na eik- anderen. In de twee Hallen, in de Nes, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XI.
STAALHOF, ZYDE-HAL en
SAAI-HAL. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
D
|
ï weevery van Lakenen en andere Oudheid
Wollen-Stoffen is eene van de oud- derWee- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fte neeringen in Amfterdam. 't Geregt der veryevan
Stad was, reeds in 't jaar 1411, gemagtigd, g*^ om, jaarlyks, op goeden Vrydag, vier of Wollen- vyf JVaardyns ofOpzigters en Keurmeefters Stoffen, der Lakenneeringe te kiezen (u): waaruit {?'" ter af te neemen is, dat de Lakenneering hier > te e' toen al, gebloeid moet hebben. In 't jaar Laken- 1616, werdt, tot voortzetting der Laken- Vent-hal neeringe, eene Laken - Vent - Hal opgeregt. 0PSeregc Men befloot, daartoe de S. Agnieten - Kerk Ureenen, te gebruiken, die, federt eenigen tyd, doörf" de Admiraliteit, gebruikt geweeft was. Doch |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
g
|
. van de eene
ln de andere Halle over. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
O
|
Tot het fluiten en ontfluiten der Hallen, ik weet niet, of deeze Kerk hiertoe wel ge-
openen6 Worden, door het Vleefchhouwers - Gilde, bruikt zy. Ik vind, daarentegen, dat men, derzel- mett0eftemming vanBurgemeefteren,zeke- eenige jaaren hierna, eene Laken-Vent-hal ■pen" u ^e,Per^0°nen, mannen of vrouwen, een in gehad heeft, in de gewezen Kerk van 't S. So tf ierHalIe' aangefteld, die de Hallen, ter Marias - Kloofter, die op 't Rokin, op den |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
pen van
geflagt
vleefch
|
bekwaamer tyd, 's morgens en 's nademid- hoek van 't Pens- of Kalfsvels fteegje, ftondt.
dags, openen, en 's middags en 's avonds, De Stad verftrekte eene aanzienlyke fomme, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wederom fluiten (<?). Alle werkdagen, wordt tot bevordering van 't werk (v). Zelfs vindt
Halle gehouden , uitgenomen des Vrydags. men,dat zy,aan eenige Drapiers, geld ge- Ln op dien dag en des Zondags voor den mid- fchooten heeft, zonder 'er Intreit van te dag alleen en in den Slagttyd, dat is, van vorderen (w). Doch na dien tyd, is de La- half October tot den vierentwintigften De- kenneering, allengskens, in merkelyk ver- cember, mogen de Vleefchhouwers vleefch uit val geraakt, tot dat zy, omtrent het mid- hunhuisverkoopen. Op andere dagenen ty- den der voorgaande eeuwe, het hoofd we- den , mogen zy geene ftukken vleefch klei- derom begon op te fteeken (ar). De Laken- nsr dan een voet van runderen, kalveren, Vent-hal, die geheellyk verdweenen was, lchaapenoflammereninhuishebben,uitgeno- werdt, in't jaar 1660, van nieuws, opge- ven't gene zy, tot hunne huishouding, behoe- regt, en alzo de S. Marias-Kerk, federt vee- ven| en 't gene, voor de Jooden, geflagt is (r). Ie jaaren, tot ander gebruik gefchikt geweeft ln de Hal, moet het vleefch der zogenaam- was, boven de Beurs geplaatft. Burgemees- de wldebeefien, die, met groente en bloem- teren ftelden eenen Halmeefter over deeze kramen verfierd, door de Stad geleid zyn, Hal, in welke geene andere Lakenen ont- op eene afZon(jerlyke plaats, te koop gelegd vangen werden, dan die, binnen de muuren worden. En
geen vleefch dan dit mag, in of veilen der Stad, gemaakt waren. De Hal-
de Hal, met pa}m 0f gebloemte, of op eeni- meefter hieldt aantekening van de Lakenen, ge andere wyzej verfierci WOrden (/). Tot die |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(t) Handv. bl. 14««.
f») Zie II. Deel. III. Boek_, bl. i40.
(*) Refol. Vioedfch. N. 11.17 May, 17«ny, 17 ^ug. i«x«0
ƒ. 17} -ucrfa, 174 vcrfo , 181.
(w) Refol. Vroedfch. N. n. f Ntv, I«l«, ƒ. 1S7.
(x) Zit Handv, bl, IIlz. F
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(o) Handv. &'■ 4**, «s*.
it) Refol. Vroedfch. /„,. DD J2 M f f
(?) Handv. bl. I+Si. ' J
Cr) Handv. IL 775« Kemb. T. ƒ. 2jj virfi.
(') Handv. bl. jo«. J » J II. STUK,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A M S T E R D A M S
|
ïli: Deel.
|
|||||||||||||||
■A'
|
||||||||||||||||
zien worden; eene Kamer, daar de vyf Staal-""
Waardyns der Lakenen , ook Staalmeeflers hof , Zo- genaamd , beurtswyze , en een voor een, ^E"'iAL diïemaal ter weeke , des Dingsdags , des "llAU Donderdags en des Saturdags, verfch'ynen, om de blaauwe en zwarte Lakens, de eenig- ften, die aan't Staalhof gebragt worden, te keuren en te looden. In dit vertrek, han- gen zes fchilderyen van Waardyns der zes- tiende en zeventiende eeuwe. De oudfte is, met het jaartal 1559, gemerkt. In ieder deezer ftukken, zyn vyf Waardyns, zitten- de , en de knegt van 't Staalhof, ftaande, verbeeld. Voorts, ziet men 'er de Naam* borden der Waardyns. Het oudfte begint, met het jaar 1539. Boven, 'zyn ook nog twee bekwaame vertrekken. Het eene is gefchikt tot eene vergaderplaats der vyf Hoofdman- nen van den Lakenhandel, en der vyfen- twintig verkoorenen uit de Lakenhande- laars : het andere, tot de byeenkomften der Overluiden van het Lakenbereiders - Gilde: van alle welke Genootfchappen wy, in de befchry ving van 't Lakenbereiders - Gilde, nader handelen zullen. Op dezelfde verdie- ping , is nog een vertrek, waar, van ouds, de wolle in 't vet gekeurd plagt te worden: welk vertrek, federt het verdwynen der La- kenweeverye, niet meer tot dit einde ge- bruikt wordt. Nog hooger,-is een vertrek, daar de Droogfcheerders hunne proef doen. Het Tarhof, welk nevens het Staalhof ftaat, en zynen ingang in de Staalftraat heeft, is thans van weinig gebruik, en dient flegts om zekere grove Engelfche Lakens, na dat zy verkogt zyn, te keuren en temeeten.De vier Tarramecflers, die hier het opzigt over hebben , komen , in een beneden vertrek van het Staalhof, byeen. De Z Y D E - H-A L
beftaat uit een groot bovenvertrek, daar de Befchry-
zyde, ruw en geverwd, gewoogen en ge- vinS ran keurd wordt. Voor den fchoorfteen, is het falZyde' wapen der Stad gefchilderd. Nevens dit ver- °" trek, is de Kamer der Hoofdmannen van de Zyde-hal, welker naamen, in verfcheiden' borden , langs de wanden , gefchreeven ftaan. De Overluiden van 't Zydeverwers- Gilde houden, in deeze Kamer, tegenwoor- dig , ook hunne byeenkomften. Voor den fchoorfteen, is het Koggefchip uit het zegel' der Stad gefchilderd. De Hoofdmannen der Zyde-hal Hoofj-
zyn, in 't jaar 1656, aangefteld, en zes in mannen getal; twee Zyde-Handelaars, twee Zyde- derzeive- Lakenkoopers , en twee Zyde - Verwers. Van deeze zes perfoonen gaan 'er , jaar- lyks, in April, een uit ieder tweetal, af: in
|
||||||||||||||||
Staai> die hem om te verkoopen gebragt werden,
Aov,Zr- en berekende de verkogten aan hun, dieze Dfs!!' ^em h^den gebragt. Voorts, moeft hy, sax-. voor twaalfduizend guldens , borg ftellen, ten genoegen van Burgemeefteren. Het Opper-opzigt over de Laken-Vent-hal was toevertrouwd aan vyf Perfoonen, één' uit ,cle Wethouderfchap, en de vier anderen door 't Geregt te kiezen, twee uit de Lakennee- ring en twee uit de Drapiers Qy). Doch dee- ze Laken-Vent-hal is, in deeze eeuwe , we- derom afgenomen, en, al federt veele jaa- ren ,• geheellyk verdweenen. Opre^- De Waardyns derLakenen plagten hunne tuig van vergaderingen te houden, öp het oude Stad- htffaa!j". tuis'' beende WilTelbank, aan de Voor- Zyck-hai P'xïie ? waar de afkondigingen plagten te rende gefchieden. Hun vertrek werdt, naar het Saai-hal. louden o£ zegelen der Lakenen, het Zegelhais genaamd (z). Doch het verplaatfen der Stads Steenhouwerye , van tegen over de Kloveniers - Doele aan den Amftel, omtrent denjaare 1626, gaf gelegenheid, dat de plaats, daar dezelve geftaan hadt, eerft tot een Staalhof voor de Lakenen, en eene Saai- hal, en in 't jaar 1650, ook tot eene Zyde- hal verbouwd werdt; in welke plaatfen, eg- ter ; geene Wollen- of Zyden-ftoffen te koop gebragt, maar alleenlyk gekeurd en gelood worden. Omtrent het jaar 1592, fchynt 'er ook een Staalhof voor de Lakenen opgeregt geweeft te zyn (<?). Doch , vermoedelyk, is dit het zelfde geweeft, welk men ook het Zegelhuis genoemd heeft, en op 't Stadhuis geplaatft hadt. Het Staalhof heeft eenen deftigen ingang op de Verwersgraft, aan de weftzyde. De Zyde-hal heeft den haaren ten noorden van het Staalhof: boven aan welken, e.MlZydeworm op een moerbeiblad , by eene fdiaaf eneenige itrengen zyde, afgebeeld is. Boven in den zydgevel van het Staalhof in de Staalftraat, itaan de woorden , INT T A R H o F, in fteen uitgehouwen, die te ken- nen gee\ren, dat de Wollen Lakenen aldaar getard, dat is, genat, gemeeten en gekeurd worden. De Saaihal heeft haaren ingang, door eene ruime poort in de Staalftraat, aan de noordzyde. Boven dezelve , fbaat een zo- genaamde Agnus Dei of leggend Lam, welk een vendel draagt, in fteen, uitgebeeld. Het Staalhof
Befchry- heeft, beneden, behalve de wooning voor
ving van Jen knegt, een groot vertrek, daar de La- |
||||||||||||||||
h
|
bot
|
t6 kens geftaald of gelood, en eene Binnen-
|
||||||||||||||
plaats , daarze, vooraf, opgehangen en be-
(y) Handv. ld. 1135.
(z.) COMMKLIN, hl. 714. (a) Hanitv. li. 1116.
|
||||||||||||||||
I» Boek.
|
|||||||||
WEERELDLYKE GEBOUWEN-
|
|||||||||
43
|
|||||||||
Staal- in welker plaats, Burgemeefteren drie an- De Staal-
M-flAL*" deren biezen, uit een dubbel getal, door Saai-Hai hqf.Zy-,
*n Saai- de aanblyvenden en afgaanden benoemd. e»SAAt-
»AL. De Hoofdmannen zorgen, voor het onder- plagt, voor 't jaar 1632,00k toteene V-ent- hal.
houden der Keuren , op het Zydeverwen en Beleenhal van Saaijen en Lakenen te die- BeFchrv-
gemaakt, en beflaan de overtreeders der- nen. Doch de Vroedfchap befloot, in 'tvingdér zelven in boeten. Ook doen zy alle gefchil- gemelde jaar, deeze Vent- en Beleenhal zïSaai'Hlii' len, die over 't verwen der Zyde ontftaan, te fchaffen (c). Sedert, dient de Saai-Hal, ter eerfter aanleg af, by uitfpraak of bè- alleenlyk, tot het keuren van geverwde wol- middeling , blyvende egter het appèl aan len ftoffen. Zy beftaat, beneden, uit twee Schepenen open, na dat de penningen, die groote vertrekken, agter eikanderen, het ïernant, naar 't oordeel van Hoofdmannen, eerfte wordt de Blaauwhal, het tweede de voldoen moet,, vooraf, opgebragt zyn. Zwart bal genaamd. In de eerile, worden Voorts, wordt de Hal waargenomen door de blaauwgeverwde ; in de tweede , de een' Keurmeefler , een' Proefmeeßer, een' zwartgeverwde Saaijen en diergelyke ftof- Ontvanger, die een' Cajfier onder zigheeft, fen gebragt, om gekeurd en gelood te wor- en een' Knegt. De Keurmeefler, die thans den. Boven deeze veitrekken, zyn twee ook Boekhouder is, en uit een drietal van Kamers, eene van de Hoof Huiden der Saai' Zyde-verwers, by Hoofdmannen benoemd, neeringe, die aldaar, om de drie maanden, door Burgemeefteren gekooren wordt, heeft vergaderen, en eene van de Staalmeeflers der zyne wooning in de Halle, en weegt en Saaijen, van welken 'er twee, tweemaal ter keurt de Zyde, die ter Halle gebragt wordt, weeke, dés Dingsdags en des Vrydags, 's doorgaands alleen, met hulp van den Knegt, morgens, tot het ftaalen der Saaijen, op de of ook nevens den Proefmeefter. Alle Zy- Halle komen. Op de kamer der Hoofdlui- dehandelaars , Fabriqueurs en Zydewinke- den, hangt een groot ftuk,waarin vierder liers zyn verpligt, zo menigmaal zy Zyde, eerfte Hoofdluiden, Jaques de Win, Pieter in of buiten de Stad, laaten verwen, twee Noortdyk, Gerrit Kuycken en Gerbrant Ans- eensluidende Briefjes, by hen getekend, te lo, die, in 't jaar 1643 , dienden,benevens bezorgen aan de Zyde - Halle, inhoudende den Knegt der Saai-Halle, Jan Stochnans , den naam van den verwer; de plaats, waar gefchilderd zyn: welk ftuk, door de Hoofd- de Zyde zal geverwd worden, en hoe,veel luiden, uit hunne eigen beurze, bekoftigd, Zyde , tot ieder kleur, gefchikt is. Zo de en aan de kamer alleenlyk geleend is; ge- Zyde karmozyn, dons, hard zwart, of naai- lyk , in het Refolutieboek der Halle , op en ftikzyde tot zwart is, moet, zy,eerfl ruw, den negenentwintigften January des jaars en naderhand, geverwd zynde, nog eens, 1644, ftaat aangetekend. Voorts, heeft de ter Halle worden gezonden, om gekeurd te Knegt der Saai-Halle zyne wooning bene- worden ; waartoe de Keurmeefler of de den. Knegt zig, dagelyks, van negen tot half De Hoofdluiden zyn nog_ vier in getal,
twee uuren, in de Halle , moeten laaten twee van welken, jaarlyks, in January, af- vinden. Die fct verzuimt, verbeurt de on- gaan, in welker plaats, twee anderen, door aangegeven Zyde, en duizend guldens daar- Burgemeefteren , uit een benoemd dubbel boven. Van ieder pond Zyde wordt zeker getal van de voornaamfte winkeliers, ge- bosgeld, ten behoeve van de Halle, betaald, kooren worden. Zy ftellen, alle drie maan- welk, door de Hoofdmannen, verhoogd of den, den prys op het zwartverwen, en draa- Verlaagd wordt , naar tyds gelegenheid ; gen zorg, dat de Saaiverwers hunnen eed, doch niet hooger dan een en een halven volgens welken, zygeene verbooden verw- ftuiver loopen mag. Allen, die Zyde laaten ftoffen gebruiken mogen, naarkomen: ook verwen, moeten, by eede, in handen van dat de Lakenverwers niet te gelyk Saaiver- Bwgemeefteren , belooven , dat zy geene wers zyn (d). Zyde of Floretten, tegen de Keuren, zul- De Staalmeeflers, die agt in getal zyn,
len verzwaaren, noch, verzwaard zynde, worden allen , jaarlyks , vernieuwd , door verwerken; en dat zy dezelven niet om te Burgemeefteren. Hun werk is, de Saaijen, verwen verzenden zullen, voor dat zyze, eerft als zy geblaauwd, en naderhand, als ter Zyde-Halle, gezonden of aangegeven zy zwart geverwd zyn, te doen ftaalen vol- hebben. De jongfte Keur,op het verwen gens de Keuren: 't welk, door den Knegt der Zyde ende Zyde-Halle gemaakt, is van de Saai-Halle, gefchiedt: en waarvoor, v^n den vierentwintigften Maart des jaars volgens eene Keure van den dertigften Ja- ^58 (£). ■■*..:* nua. (e) Refol. Vroedfcfi. K. ij. 4 frf** l*3*. * 7'». '*JJ.
<l> *«*. T. ƒ. X3> «*. ^Ä ST,«* F 2 .
|
|||||||||
,/
|
||||||||||||
A M S T E R D A M S
|
||||||||||||
III. Deel.
|
||||||||||||
44
|
||||||||||||
den elfden September des jaars 1657 (g). 't vvit-
Getal en de foort of zwaarte der flukken, wsrkers- die, op de eerfle en tweede zolder, geplaatfl Pand' mogen worden, is, by de Ordonnantie, be- paald. De plaatfen in 't Pand worden , by lootinge der Overluiden van 't Gilde, onder de Pandbroeders, verdeeld. De Pandvrouw of Oppasfler moet het werk, tweemaal ter weeke, afveegen. Die geene open winkel , houdt mag geen werk in 't Pand brengen. Eindelyk, moet de Pandvrouw nette aante- kening houden van 't verkogte, en van den prys, tot welken het verkogt is. XIII.
Witwerkers-Pand.
De Witwerkers, die alleen in week hout, Befchry-
en binnenshuis mogen werken, plag- ving van ten, hier te Stede, eene Markt te hebben, het flt~ aan de weflzyde van den Singel, tuffchen "p^J™" de Warmoesgraft en oude Lelieflraat. Doch deeze Markt werdt, in 't jaar 1667, op de nieuwe Reguliers- of Botermarkt overge- bragt (b); daar zy egter niet fchynt gehou- den te zyn; alzo den Witwerkeren, den een- entwintigden July deszelfden jaars, werdt toegedaan, pp hunne eigene koden , eea Witwerkers-Pand op te regten (ï). Men fchikte hiertoe het huis , waarin de Re£tor der Latynfche Schoole aan de nieu- .we zyde plagt te woonen, welk toen ledig dondt. Doch dit Pand verbrandde onge- lukkiglyk, met de' drukkerye van Blaauw, op den twee en twintigden February des jaars 1672 (£). Men regtte egter, eerlang, een ander op, op den Nieuwendyk, by de Gravendraat , waarvoor 't Geregt, den .twintigden January des jaars 1675, eene Ordonnantie vaddelde (/). Maar dit Pand, ■waarover, onder de Pandbroeders, al vroeg, merkelyke :oneénigheid ontdaan was (m), fchynt-niet-veele jaaren in dand gebleeven te zyn. Immers, ik vind 'er, in de Stads Regiflers,m 't jaar 1691 (»j, geen gewag van gemaakt. En tegenwoordig wordt het ge? wezen huis" -van den Re&or der Latynfche Schoole aan de nieuwe zyde, in de Graven- draat, nog kenlyk aan de plak en roede, die in den gevel daat , wederom tot een Witwerkers -Pand gebruikt. De Witwerker? dellen hier ^ even als de Kidenmaakers, in 't Kidenmaakefs-Pand, hunne waaren te koop, XIV.
O) GioQt.Memor. N. IV../.. »46 verfi.
■ (X) Handv. bl. «30. (i) Handv; il. i:.5«. '
\k) V*N DE* Heyde Bsfchr. der Siang.Brandfpuitan.
*/. ij. (/) Handv. bl. i29«.
(m) Handv. hl. r7v8• - . ■
(r,j Zie Hsiiidv, bl. 1189."
|
||||||||||||
Kisten- rmary des jaars 1733 , een Huiver van ieder
MAAKEfis- fluk blaauV, en eenen een halve Huiver van Pand. ^ecier ftuk zwaxt betaald wordt (<?). De Staal- meeders mogen, niet flegts in alle Verwe- ryen,maar ook in alle Persferyen en Kalan- deryen , onderzoek doen, of aldaar ook goe- deren geperlt of gekalanderd worden, die niet behoorlyk gelogd zyn. XII.
KI S T E N M A A K E R S - P A K D.
JBefchry- T~"\e KaPel van 'l S- Juriaans" of & loris'
vingvOT § J Hof, welk, inde veertiende en vyf- het Kis- tiende eeuwe, tot een Leproozen-huis dien- te»»»«»- j^ werc}tj ggjy^ wy, reeds op eene ande- Paml. re P]aats (ƒ), hebben aangetekend, na de verandering der Regeeringe, gefchikt tot ' een Kistenmaakers-Pand, voor welk, in 't jaar 1624, de eerde my bekende Or- donnantie gemaakt werdt. Het daat in de Kalverdraat, regt over den Heiligen weg, op den zuiderhoek van de Olieflaagers fheeg. 't Gebouw , na de jongde uitlegging der Stad,in de voorgaande eeüwe,veelte klein bevonden wordende, werdt merkelyk ver- breed, en tot aan 't Rokin toe verlengd,en kreeg het Stads wapen in den voor- en ag- tergevel. Het heeft twee verdiepingen bo- ven den grond. De benedende wordt, van agteren aan 't Rokin, gedeeltelyk, gebruikt tot een Pakhuis voor de Concherge; alwaar het huisraad en de goederen, die by execu- tie ilaan te worden verkogt, gebergd wor- den. In 't overige en grootde. gedeelte van 't gebouw, zo wel op de twee bovende ver- diepingen als beneden , Hellen de Kiften- maakers of Schrynwerkers.deezerStede, die tot S. Jozefs gilde behooren, allerlei kallen, tafels, ftoelen en ander werk, meed van fyn hout gemaakt', openlyk , als in eene win- kel , te koop. Óver den verkoop Haan twee vrouwen , eene van welken, door Eurge- meefteren , wordt aangedeld. De andere is de huisvrouw van een' Pandbroeder. Zy verkoopen het werk, tot den..prys, die 'er van de Pandbroeders, welkenieder maai- één ftuk werk in 't Pandmogen hebben, op ge- field is, en genieten ieder een oortje van de gulden. Twee andere oortjes worden .ge- ntioten door twee Kiftenmaakers of Schryn- v/erkers, die, by beurten , zo wel als de vrouw van een''der Pandbroederen, agt da-: gen agtereen, in 't Pand oppafTen. Doch uit deeze vier oortjes moet de huur van 't Pand aan de Stad betaald worden,, volgens eene Ordonnantie van Burgemeederen van (e) Handv. bl. n^.
(f) I. Heil, I. Roci^, bl. 2.9.
|
||||||||||||
/
|
|||||||||||||||||||||||||||||
I. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
WEERELDLYKE GEBOUWEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
45
|
|||||||||||||||||||||||||||||
winkels van Wagenmaakers,Smids, Sloten- Stads
maakers, -Loodgieters en Leidekkers , ten Werk- dienfte der Stad. De Brandfpuiten, en de Pt-*AT- Hangen en lederen emmers, tot dezelven ,SEN* worden 'er, jaarlyks-, gemaakt en verfteld. Aan twee zyden en in 't midden van den Timraertuin, zyn lootfen opgeregt, onder welken, het gezaagd hout geplaatfl wordt. De ongezaagde balken en 't eekenhout leg- gen , agter en, bezyden den- Tuin, in 't wa- ter. De Stads Timmermans Baas, die 't op- zigt over al 't werkvolk heeft, en de Boek- houder hebben huiine wooningen aan den Timmertuin. |
|||||||||||||||||||||||||||||
XIV.
STADS WERKPLAATSEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
I.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Stads-Ti MMERTUiN.
De oudfle Stads Werkplaats is geweeft
, de S T A D s T i M M e R T u i N, eertyds, de Scaffcrie of Schaff e) je genaamd, en ge- tegen , tuffehen de Kloofters der oude en nieuwe Nonnen, ter plaatfe, daar, federt, het Oude-zyds-Heeren-Lógement gefligt is; gelyk, uit de Kaart van C'ornelis An- thoniszoon, klaarlyk', te befpeuren is. Men vindt van deeze Scafferie gewaagd, in eene Ordonnantie van Burgerrtéefteren van den eenentwintigften Maart des jaars 1528- (0). Eenige jaaren -laater, "werdt beflooten, flezelve te vergrooten ('-p) : waartoe, eer- lang, een huis, naar de zyde der lange Brug- ge, aan den Amftel, gekogt werdt (q). En *c zy dat de Sehaffery federt merkelyk uit- gelegd , 't zy dat zy wat meer züidwaards verplaatft wierdt; menvondtze, in de vol- gende eeuwe, ter plaatfe daar, fèdertr de nieuwe Doeleftraat is aangelegd, tuflchen de huizen van 't Gafthuis en'de Klovëniers- Doele. Zy hadt hier twee deftige hardftee- nen poorten: eene van welken, toen men, in 't jaar 1630, geraaden vondt, den Stads Tuin te verkoopen, voor 't Meisjes - Wees- huis , in de S. Lucienfteeg, geplaatft werdt. De andere werdt, wat laater, gefield voor de Doorlugtige Schoole , op den Kloveniers- burgwal Men befloot toen, den Timmer- turn te verplaatfen op Jan Bieter Aartfens Land (ryy ijnde-, zo ik my niet bedriege, een hoek gronds aan de Baangraft, tuflchen de Anjeliersftraat en deTuinftraat. Immers, 't is bekend, dat de Stads Tuin, aldaar, voor 't jaar 1660, gelegen was, hebbende eenen ingang in de Tuinjiraat (s), die, waarichyn- lyk, deezen naam naar den Stads Tuin, ge- kreegen heeft. Doch ter gelegenheid van de jongfte vergrooting der 'Stad, werdt de Timraertuin wederom van daar Verplaatft, aan de zuidzyde van de Onbekende of Ag- tergraft, tuflchen den Amftel en 't Weesper- Plein, alwaar dezelve nog tegenwoordig is. - Van ouds, werden, in de Sehaffery, ook fchuiten en fchepen getimmerd, ten dienfte der Stad; doch tegenwoordig wordt 'er al- leenlyk allerlei Huistimmermans werk ge- maakt. Voorts,; heeft men 'er byzondere (') GrOGt-Memor.'„V; I. ƒ. l9> verfi, .
" - (p) Refol. Vroedich. N. t. IO Dec. i$6z. (?) Groot-Memor. N. II. ƒ. y4. yi Refol. vroedfeh.-N. i6. it nec. 1630. ƒ. 174. V) Refol. vroedich. L'. &. si May 1-677. ƒ. zot. . |
|||||||||||||||||||||||||||||
Befchry-
ving der Stads. Werk- plaatfen. .. i. Timmer- tuin. |
|||||||||||||||||||||||||||||
Stads Steenhouwer? en Metseltuin.
De Stads S t e e n h o u w e r y was, in de 2.
voorgaande eeuwe, in de Staalftraat, Steenbou- by den Groenen Burgwal, tegen over de jiS-f.11 Saai-hal, gelyk, uit de Kaart van Balt ha- tuin. zar Floriszoon , blyken kan. Doch zy werdt, eerlang, verlegd, eerft langs den Stads wal, aan 't einde der Heerengraft, tegen over de Beulingftraat, van waar zy zig, tot aan't einde der Keizersgraft, uit- ftrekte (/) ; en daarna aan de Baangraft , noordwaards van de plaats , alwaar, in de jongfte vergrooting, deLeidfehe graft ge- graaven werdt (a). En hier is zy, nog te- genwoordig. Boven den ingang, leeft mea Stads Metseltuin. De Stads Met- felaars-baas heeft 'er zyne wooning, en het opzigt zo wel over de Steenhouwers, als o- ver de Metfelaars. Ook wordt hier de voor- raad van fteen, kalk en andere noodwendig- heden bewaard, tot de dagelykfche behoef- ten der Stad. |
|||||||||||||||||||||||||||||
StadsSchuitenmaaker s-W e r f.
In de vyftiende en zeftiende eeuwe, toen 3.
de Stad, voor haare rekening ,Oorlogs- Schuiten- fchepen deedt bouwen, hadt zy eene Scheeps- ™^ïrs' timmerwerf noodig: en hiertoe diende haar de Sehaffery, van welke wy boven gefpro- ken hebben. Doch na dat, met de veran- dering der Regeeringe, het beleid van den oorlog te water gefield was-aan de Collegien ter Admiraliteit, die hier en elders werden opgeregt, hadt de Stad , alleenlyk , eene Werf noodig , tot het maaken van Vlot' |
|||||||||||||||||||||||||||||
fchuiten , Modderfchouwen
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vuilnispraa-
men, |
|||||||||||||||||||||||||||||
(t) FlL. VON ZESEN p.
(») Refol. Vroedich. Lc-
F 3
|
|||||||||||||||||||||||||||||
D, 8 jFbbjf j«6j, ƒ. ^ wrfi.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||
46
|
|||||||||||||||||||||||||
men en diergelyken. Hiertoe werdt, by gegooten is, geboord. Van deezen molen, STAns
Werk de laatfte uitlegging der Stad, eene plaats ge- wordt een model, in 't klein, op het Stad- Werk • |
|||||||||||||||||||||||||
TLA AT
SEN. |
fchikt op Ooftenburg, thans de Stads huis, in een gefiooten vertrekje, agter .de«£AT-
|
||||||||||||||||||||||||
Schuitenmaakers-Werf genaamd, Wapenkamer, bewaard.
over welke , een Stads Schuitenmaakers-
Baas het opzigt heeft. 5-
|
|||||||||||||||||||||||||
Proefwerf van 't Geschut en
de Snaphaanen. Tot het beproeven beide van klein fchiet- 5-
geweer en van grof gefchut, werdt, ro%' _ > ■ ö„,br 1 \ werf van al in t jaar 1544, eene Werf geordonneerd >t Gefchut.
achter montelbaen buyten der Kae (z), dat is, op het Eiland, welk, federt, Uilenburg ge- naamd is. Doch na 't vergrooten der Stad, in de voorgaande eeuwe , is deeze Proefwerf verder Y-waards verplaatft, op een ftuk bui- • tendyks rietland, tuflchen de nieuwe vaart en 't Ziekenwater; welk,met flerke houten lootfen, ten dienfle van 't arbeidsvolk, be- timmerd is. Geen kanon, noch loopen van fnaphaanen mogen, hier ter Stede, verkogt, noch uitgeleverd worden,dan na dat zybe- hoorlyk geproefd zyn: waartoe zes gezwoo- ren, Proefmeeßers zyn aangefteld. De loopen, die, door de Ooft- en Weflindifche Maat- fchappyen, verzonden worden, zyn hiervan alleenlyk uitgezonderd. De beproeving van 't gefchut gefchiedt, met zo veel beft kor- relkruid, als de kogel zwaar is, tot welken het ftuk gefchikt is. De eigenaars betaalen, behalve voor 't proeven, ook iet voor 't regt der Gefchutwerf, welk aan de Thefaurie- Ordinaris verantwoord wordt (a). |
|||||||||||||||||||||||||
4-
|
|||||||||||||||||||||||||
Stads Geschut- (bKlokgietery.
Het Klokgieten werdt, van ouds, hier
ter Stede, geoefend, door iemant , die eene jaarwedde trok van de Stad. Zo vind ik, dat, op den agtentwintigften Ju- ly des jaars 1529, aan Goebel Zael, twintig guldens 's jaars werden toegelegd, zo lang hy 't Ambagt van Klokgieten, in de Stad, oefenen zou (v). Doch de Vroedfchap, al voor 't einde der zeflien.de eeuwe , geraa- den gevonden hebbende , jaarlyks , twee halve kartouwen te doen gieten, voor re- kening der Stad (w), bediende zig daartoe van eene Gefchut- en Klokgietery in een bolwerk, leggende, naar de tegenwoordige gedaante der Stad, op de Keizersgraft, by de Leidfche graft (x): alwaar derzelver ge- dagtenis nog bewaard wordt, in een pak- huis , de Klokgietery genaamd, op den hoek van 't Molenpad. De naaftlaatfte uitleg- ging der Stad, in 't begin der zeventiende eeuwe, in welke eenige nieuwe Kerken wer- den gebouwd, welker toorens van klokken voorzien moeiten worden; behalve dat ook de uitgeftrekte Stads wallen meer gefchuts vereifchten; gaf gelegenheid, tot het. op. regten eener nieuwe Geschut- en Klok- gieterye,die,in 't jaar 1614,gebouwd werdt; doch naderhand vernieuwd, en nog in wezen is. Zy flaat ten einde van de Kar- thuizersftraat, aan de Baangraft, tegen over de Zaagmolenspoort, en pronkt met Stads wapen in den voorgevel , op welks top, een klok flaat tuflchen twee fchuins tegen eikanderen ftaande ftukken kanon. In't jaar l68l, werdt eerft beflooten j de oude Ge- fchutgietery op de Keizersgraft te verkoo- pen, en de andere te verhuuren (;y);gelyk, nog tegenwoordig, gefchiedt. In dezelve, wordt, onder opzigt van den Stads Gefchut-*. en Klokgieter, allerlei metaalen gefchut en klokken, zo ten dienfle der Stad, als van andere Plaatfen, en van byzondere Perfoo- nen, gegooten. 't Gefchut wordt , door middel van eenen zwaaren molen, die met een paard rondgedreeven wordt, na dat het |
|||||||||||||||||||||||||
4-
Gesamt-
en Klok- gietery. |
|||||||||||||||||||||||||
Stads Salpeterhuis.
Tot het rafineeren, of zuiveren der Sal- _ 6-
peter, die, onder anderen, in 'tmaa- ^ *' ken van Buskruid, gebruikt wordt, werdt, in 't begin der voorgaande eeuwe, na dat de graften en ftraaten van de naaftlaatfte vergrootinge der Stad gerooid waren, een Rafineerhuis opgeregt, nu, in't ge- meen , het S A e p e T e R H u 1 s genaamd. Het ftaat, ten einde van de Palmgraft of nieiir we Braak, aan de noordzyde, en voert het Stads wapen in den voorgevel, waaronder men , naar eene ouderwetfche wyze van fpelling, leeft Treef-fe-neer-huis.
In dit huis, wordt de Salpeter gezuiverd,
onder 't opzigt van drie Keurmeefiers der zei-
ft) Groot-Memor. N. I. ƒ. ju,
(*) Handv, */, joji'iojn. |
|||||||||||||||||||||||||
(v) Ojd Regifter ter Thefaurie, Cas N. II. f. 1W.
(w) Refill. Vtoedfch. N. 6. zz Febr. US*.
ix) F il. von zesen ƒ>. 10«.
\y) Refol. Vtoedi'cU. Lh O. ?o Af ril iStJ, f. U
|
|||||||||||||||||||||||||
£ Boek.
|
|||||||||||||||||||||||
WEERELDLYKE GEBOUWEN,
|
|||||||||||||||||||||||
47
|
|||||||||||||||||||||||
TADs zelve, die eenen Meefterknegt onder zig
piUat- nebben> en, van tyd tot tyd , de gerafi- SjjN, neerde Salpeter, eer dezelve aan de koo- pers geleverd wordt, komen opneemen en
keuren.
Stads Kar- ™Paarden5tallen.
|
|||||||||||||||||||||||
Doch tot ftallinge voor de paarden, die stads
voor de Afch- en Vuilnis - karren gebruikt Werk- worden, en voor de Karren zelven, heeft p"at- de Stad nog drie andere gebouwen aange-SEN' legd of gefchikt, die allen aan afgelegen oorden ftaan: een by de Leidfche Poort, een ten einde der Reguliersgraft, en een tus- fchen de Utrechtfche Poort en Amftelbrug. Het laatftgemelde is eerfl tot een Stads-Ma-1 gazyn, om gefchut en wapenen te bergen, aangelegd, en naderhand tot eene Tapyt- maakery verhuurd geweeft ; doch wordt, federt Weinige jaaren , gebruikt tot eene Stalling voor Afchkarren en paarden. XV.
Artillery- o/Wapenëüizen,«
Koorenpakhuizen der Stad. De oorlog met de nabuuren, in welken, Befchry-
Amfterdam, al vroeg in de vyftiende ™§ der eeuwe, is ingewikkeld geweeft , heeft al-^jj daar het verzamelen van wapenen, gefchut offen- en buskruid, ten dienfle der Stede, ook al buizen. vroeg, noodzaakelyk gemaakt; en gevolge- lyk ook het ftigten van Artillery- of Wapenhuizen, waarin dit alles bewaard werdt. Plet buskruid werdt, van ouds, al- leen bewaard in den toernnen of toorens om- me der Stede; gelyk duidelyk blykt, uit eene Keure van den vyftienden December des jaars 1507 (h). Doch het oudfte Wapen- huis of Bushuis, gelyk het eertyds genoemd werdt, werdt, eerft in 't jaar 1551, aan- gelegd , op een erf agter 't Paulus Broeders* Kloofter (i) , naaft en benoorden het tegen- woordig Krankzinnigen-huis; en was, in't jaar 1554, nog niet volbouwd (k). Men fcheen, kort na dat het volbouwd was, te neigen, om het tot een Pefthuis te fchikken, en het Paulus-Broeders-Kloofter , welk ge- noegzaam ledig ftondt, tot een Gaflhuis te verkrygen (/). Doch toen, na de verande- ring der Regeeringe , dit Kloofter en de Kerk tot een ander einde werden vertim- merd , bleef men zig van het Bushuis be- dienen , tot het bewaaren der Stads wape- nen ; tot dat het, in den jaare 1603 , aan de Ooflindifche Maatfchappye, tot een Spece- ry-pakhuis, verhuurd werdt (m). Kort hier- na (n), ftigtte de Stad een ander Wapen* huis, aan de ooftzyde van den Singel of Koningsgraft, tuüchen de Handboogs- en Voetboogs-Doelen; 't welk nog in wezen is,
(h) Keurb. B. ƒ. 98 verf,.
(i) Refol. Vroedfch. iV. 1. 17 off. ijjo. 20 Maart is Si,
(k) Refol. Vroedfch. N.i. 16 Nof. '554- (O Refol. Vroedfch. N. 1. z9 J»ny, sjuly isst. i» Refol. Vioedfch. N.f"' " ^Pril I«»3./. 4*3 r 424. (»} Refol. Vroedfch. .'V. I». ïo Afr, ifioj, ƒ. $$ *»»?»$
|
|||||||||||||||||||||||
^TVn dienfle der Sleepers, die Koopmans-
|
|||||||||||||||||||||||
7-
|
|||||||||||||||||||||||
Baardm- -*- ê'oederen naar en van de Waage ïlee
flollen. Pen) w"as, al van ouds, een StadsPaarden- ftal gebouwd aan den Dam (b~), ter plaatfe, daar nu de Beursfteeg is. Doch, ter gele- genheid van het ftigten der Beurze, in den jaare 1608, en het maaken van eenen be- kwaamen opgang derwaards, in den jaare i6ii, werdt men genoodzaakt de Paarden- ftal te verplaatfen. Men verkoos daartoe eene plaats op de ooftzyde van den Nieuwe- zyds - Voorburgwal, bezuiden de Nieuwe Kerke, omtrent de plaats, daar toen de Ap- pelmarkt gehouden werdt. Hier werden eenige huizen van Jan Dirkszoon , byge- naarnd Doet 'er niet toe, overgenomen, en afgebroken (c), en de Stal werdt,in 't jaar ï6i2, volbouwd(t/). Het ftigten van het nieuwe Stadhuis , omtrent veertig jaaren kater, was oorzaak, dat deeze Paardenftal, met een geheel blok huizen, benoorden en agter het oude Stadhuis ftaande, moeft af- gebroken worden. En toen werdt eene ge- heel nieuwe aanzienlyke Stal geftigt, aan ^e weftzyde van den zelfden Voorburgwal, tuffchen de Mol- en Huiszitten-fteegen, op eenè fteenen brug (e), 't Gebouw was, in £ jaar 1661, reeds voltrokken; in 't begin van welk jaar, eene Ordonnantie gemaakt werdt, op 't gebruik der bakken , in de nieuwe ftaflinge (ƒ). Een gedeelte van 't gebouw,op den Agterburgwal uitkomende, werdt, federt, gefchikt tot eene Stads Ä* potheek. Doch na dat, in 't jaar 1748, de Ppfteryen der byzondefe Steden, en ook "ie van Amfterdam aan 't gemeene Land jan Holland waren afgeftaan, werdt de Stads £aardenftal en drie wooningen daarby be- urende , waaronder ook de Stads Apo- theek, in den jaare 1753, aan Holland tot een Generaal-Poft-Comptoir verkogt, voor eene formte van vyfenveertig duizend gul- dens (g). Tot geryf der Sleepers, zyn kleine houten open ftallingen gemaakt, zo op den Dam aan 't water, als agter 't Stadhuis. De Stads Apotheek is in 't Gaft- huis verplaatfl. |
|||||||||||||||||||||||
(4) Groot-Mernor. N. K. f_
|
|||||||||||||||||||||||
U) Refol. Vtoedlch. N. n, is May, ijmiyint.
|
ƒ.«.
|
||||||||||||||||||||||
(d) Groot-Memoc N. H. ƒ. 1+ï -
(O Refol. Vroedfch.N. »o. g j l6 ft 248.
(f) Groot- Memor. N. V. ƒ. 42.
(&) Refol. Vroedfch. £c. RR- >4 «'o*. t?ii, ƒ. 370.
|
|||||||||||||||||||||||
IIL Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||
4H
|
||||||||||||||||||||||||||||
waard. Doch wanneer de Stad, gelyk te-
genwoordig (1764), geenen voorraad van graanen heeft, worden de zolders deezer Magazynen verhuurd. De onderftukken zelven, die eigenlyk tot berging van gefchut en kogels zyn aangelegd, worden thans, op |
Artille-
RY of
Wapen-
huizen , en Koo- renpak- huizen der Stad. |
|||||||||||||||||||||||||||
is, en waarin , beneden , tegenwoordig,
meeft affuiten, kogels en granaaten worden bewaard. Op de zolders, plagt veelerlei handgev/eer te leggen: 't welk, federt, op de Wapenkamer, boven in 't Stadhuis, ver- plaatft is. 't Gebouw zelf is fterk en groot; pronkt, met het wapen der Stad en het jaar- tal 1606, in den voorgevel, en komtagter in de Handboogftraat uit. 't Vergrooten der Stad gaf , eerlang,
aanleiding tot het fligten van twee nieu- we Magazynen , of Wapenhuizen. Men verkoor , hiertoe , een plek gronds , ten einde der Brouwersgraft, aan de zuidzyde, tuffchen de Baangraft en eene plas waters, de Braak genaamd (4) , die, federt, aange- hoogd, en met huizen betimmerd is. Hier werden, in gevolge van een befluit derVroed- fchap van den jaare 1Ó35 (o),vier aanzien- lyke Pakhuizen getimmerd, niet, gelyk fom- migen willen (p) ,in de jaaren 1622 en 1623; maar, gelyk anderen (q) aantekenen,in de jaa- ren 1647 en 1648; omtrent welken tyd, de gantfche Brouwersgraft, van de Heerengraft af weftwaards, eerft bebouwd werdt. Twee van deeze Pakhuizen of Magazynen ftaan op de Brouwersgraft; twee anderen op de Baan- graft , nevens eikanderen. Zy zyn, boven het onderfhuk, vyf verdiepingen hoog, met de vliering , en pronken, boven, tuffchen ieder paar voorgevels, met het wapen der Stad. Het onderftuk van een deezer Pak- huizen op de Brouwersgraft wordt ^ tegen- woordig , ook meeft tot berging van affui- ten en kogels gebruikt. Op de zolders, wor- den Stads graanen en andere voorraad be- (0) Refol. Vroedfch. N. 17. 13 ^4pr. 16}S. ƒ. 8« verft.
(ƒ>; COMMEL1N, bl. «63. (q) F. VON ZESÊf), bl, lil. (.4) Twee plaatfen binnen de Stad draagen den
naam van Braak; de oude Braak, binnen den nieu- Wendyk, tuffchen de S. Jakobsftraat en de Nieuwe- zyds-Ärmfteeg , en de nieuw? Braak , binnen den HaarlemmerdyK, op de Brouwersgraft; van welke laatfte wy hier fpreeken. 't Is te vermoeden, dat zy - deezënnaam gekreegen hebben, naar twee doorbraaken in den dyk, die, in de oudfte tyden, dikwils, plag- ten voor te vallen, en onder anderen, omtrent de jaaren 1362, 14056111510. Zie Handv. van Rynland bl. 12, 31, 133. De waterplaffen, die, door deeze doorbraaken, veroorzaakt waren , fchynen den naam van Braak gedraagen te hebben. En zulk eene Braak ziet. men, in de Kaart van. Cornelis AnthoK is zo on, even buiten de oude Haarlemmer-Pooraan den Singel, afgebeeld. De plaffen, aangehoogd en bebouwd zynde, behielden den ouden naam. In 't jaar 1751, werdt, by 't graaveninde grondflagen van een huis , üaande aan de noordzyde van de Erouwersgraft tuffchen de Brouwersftraat en Prinfengraft, en dus binnensdyks, het agterend en roe |
||||||||||||||||||||||||||||
ABSTILLE'
RY- of Wapen-
huizen , ea Koo- renpak- huizen der Stad |
||||||||||||||||||||||||||||
een na, ook verhuurd. Men heeft, voor
eenige jaaren, in beraad gelegd, om deeze vier Stads Pakhuizen te verkoopen (r); 't welk egter, tot nog toe, niet gefchied is. |
||||||||||||||||||||||||||||
en van
Stads-
Kooren-
pakbui-
zen.
|
||||||||||||||||||||||||||||
Toen men, in 't jaar 1684, 't zy met of
zonder grond, bedugt was, voor eene ge- |
Nieuwe
Magazyn
nen.
|
|||||||||||||||||||||||||||
weldige onderneeming op de Stad, van de
zyde des Prinfen van Oranje, werdt, by de Vroedfchap , bellooten, nog drie lootfen , digt onder de wallen , te timmeren, tot berging van gefchut en wapenen (j). En dit befluit werdt , in de jaaren 1686 en 1687, voltrokken, met deeze verandering nogtans, dat men, in de plaats van lootfen, drie lange laage fteenen gebouwen deedt opregten, een binnen het bolwerk de Oos- terbeer, by de zogenaamde Heertjes-Lyn- baan ; een tuffchen de Amftelbrug en U- trechtfche Poort, en een binnen het bolwerk Osdorp tegen over de Looijersgraft. In het eerfte deezer drie Magazynen en op de werf nevens het zelve, wordt, tegenwoordig, het grootfte gedeelte van 't Stads Metaalen ka- non , affuiten en kogels bewaard; zynde het gefchut, federt het jaar 1736, uit de Ma- gazynen op de Brouwers- en Baangraft, en van elders, derwaards overgebragt (t). Doch de twee anderen zyn, al voor lang, tot ,een ander gebruik, gefchikt geweefh Het Ma- gazyn tuffchen de Amftelbrug en Utrecht- fche Poort, laatftelyk tot eene Tapytwee- very verhuurd geweeft zynde, wordt, fe- dert weinige jaaren,gebruikt toteene Stads Stal, waarin een gedeelte der Afchkarren, en der paarden, die dezelven trekken, ge- plaatft worden (a). 't Magazyn over de Looijersgraft is een Wagenmaakers winkel, daar de Stads karren en wagens gemaakt en herfteld worden. De Wapenkamer op het Stadhuis dient,
federt het einde der voorgaande eeuwe, toe berging van al het Stads handgeweer (v). 't Stads Buskruid heeft, tegenwoordig, gee- ne bepaalde bewaarplaats. Ik weet niet, of het Kruidhuis , welk fommige Grondteke- ningen der Stad, omtrent het einde van den Kadyk, geplaatft hebben, een Stads gebouw geweeft zy, of niet. Doch het is, al lang, verdweenen. Ronds-
|
||||||||||||||||||||||||||||
van een tamelyk groot fchip gevonden, en daarby
een ftuk van eene zeer ouderwetfche palmhouten kam. Men mag vermoeden, dat dit fchip, of een gedeelte van het zelve, by het doorbreeken van den dyk, naar binnen geflaagen, of gedreeven ge- worden is. |
||||||||||||||||||||||||||||
(r) Refol. Vroedfch. I». LL. n Sept. 173«. ƒ. 67.
(1) Refol. Vroedfch. L'. Q. ij Jutiy i«84. f. i+i. (r) Refol. Vroedfch. JL'. LL. il Sept. 17}«. f. %z, («) Zie hier voor, bl. 47. (vj Refol. Vroedfch. L'. X, t Au£. 1S9S. ƒ. 91. |
||||||||||||||||||||||||||||
I. BOEK.
|
|||||||||||||||||||||||||||
WEERELDLYKE GEBOUWEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||
49
|
|||||||||||||||||||||||||||
Artille-
*y ef Wapen-
HUIZEN,
en Koo-
EENPAK-
HUIZEN der Stad.
Batte-
ïyen.
|
|||||||||||||||||||||||||||
Rondsorn de Stad, zyn, tegenwoordig,
zes Batteryen, allen met grof Metaalen ge^ fchut, leggende op zwaare affuiten, beplant: een van drie agttienponders, aan Keerweér; een van vier vierentwintig, en vier agttien- ponders, aan de Ooflerbeer; een van vier twaalfponders, tuffchen het Bolwerk We- teringspunt en de Weteringspoort; een vart vier twaalfponders, by het Bolwerk Slooten, even beweften de Leidfche Poort; een van vier vierentwintig ponders, by het Bolwerk Wefterbeer , benoorden de Haarlemmer- Poort , en een van gelyke vier vierentwin- tig ponders, nog meer noordwaards, aan 't Blaauwhoofd. In vyf Kazematten , onder de wallen der
Stad, ftaat ook Metaalen gefchut, te wee- ten, drie zesponders onder 't gordyn tus^ fchen de Bolwerken Ooflerbeer en Outewaal; drie diergelyke ftukken, onder 't gordyn be^ Wellen de Weteringspoort; en nog drie dier- gelyken, onder 't gordyn beweften de Leid- fche Poort. In ieder der twee overige Ka- zematten , onder de twee vleugels van de Amftelbrug , ftaan maar twee zesponders. Voorts, zyn 'er, onder twee boogen van de gemelde brug, naar 't een en 't ander einde toe, twee Kelders , in ieder van welken, drie agttienponders ftaan, die den Amftel beflryken. In de zeftiende eeuwe , fielden Bürge*
meefteren eenen Artillerymeefler aan, die 't opzigt hadt over de Stads wapenen. Hy werdt, zo 't fchynt, van ouds , ook Bus- meefler genaamd, en hadt vrye wooning in [t Rondeel aan den Amftel, tot dat het zelve, ïn 't jaar 1630, door de Stad, verkogt werdt. Bieter Egbertszoon Fink is de laatile Busmees- ter geweeft, die in 't Rondeel gewoond heeft (w). Doch ïn 't jaar 1576, was reeds, by <*e Vroedfchap , beflooten , twee uit den Raade aan te Hellen tot Superintendenten %an den Artillerymeefler (x ). In de voor- gaande eeuwe, werdt het getal deezer Su- Psrintendenten tot drie gebragt. Zy kreegen t0eii den naam van Commissarissen eer Artillerye (y), en worden, ge- meJf%k, uit en door Burgemeefteren, aan- gefteld. Docn federt eenige jaaren, zyn 'er weaerom maar twee. Zy hebben eenen Commis der Artillerie of Artillerymeefler on- der zig, die vier bedienden heeft, twee op de Wapenkamer, en twee aan de Magazy- nen. Voor den Artillerymeefler, is, op den zeftienden May des jaars I759,eene nieuwe Inflruétie vaflgefleld (a), in gevolge van O») Aantek. vinJc^- G- Schaep PiETEUSZ.
(*) Refol. Vroedfch. N. 3. z M ï$7s. f. 31 verfi. (y) Refol. Vroedfch. Lt. C. ;i ^ l66z t zo<,verfo. U. F. I Afrit KS69. ƒ. 17« *«ƒ•. (e.) Gront Memor. N. XU. ƒ. Jt, II. STUK.
|
dezelve „ houdt hy eene Lyft van 't gefchut Artille^
„ en geweer der Stad, waarvan een dub- RY" °f „ beid ter Thefaürie Ordinaris beruft. Hy ™**™' is mag geene goederenuit de Magazynen en koo- „ laaten volgen, veel min Verruilen of ver- renpak- „ koopen, zonder byzondere bewilliging der hvizen „ Heeren Commiffariffen, aan Welken hy» D' „ jaarlyks, rekening doen moet; een dub-
„ beid dier rekeninge overleverende ter The- „ faurie. Hy mag geene meerdere Werk- ,j luiden aanneemen, dan met bewilliging „ van CommifTarifTen. Hy mag geen deel „ hebben in eenigen handel in gefchut, bus- „ kruid, lont of eenige anderen waarert, die ,, in de Magazynen worden opgelegd. Voorts „ moet hy zorg draageri, dat de Magazy- j, nen en de Geweerkamer, in goeden ftaat „ en nette gefchiktheid, onderhouden wor- |
||||||||||||||||||||||||||
Kazemat
ten. |
|||||||||||||||||||||||||||
55
|
den ; ten welken einde, hy dezelven, van
|
||||||||||||||||||||||||||
tyd tot tyd, moet onderzoeken. Einde-
„ lyk, is hy verpligt, in de Stad te woonen, „ zonder van huis te mogen gaan, dan met „ verlof van de Heeren Commifrariiren, of, „ in derzelver afwezendheid, van de Heeren „ regeerende Burgemeefteren." XVI.
W A & T H U ï Z £ Sf.' '
Ten dienfle der waakende Schutteren, Befchr?-
zyn, al van ouds, hier ter Stede, ver- ™& dsf fcheiden' Wagthuizen gefchikt geweeft, die, jjf?^ met het aanwaflen der Stad, dikwils, ver- anderd zyn (o). Omtrent den jaare 1618, werdt in beraad gelegd, om de oude S. O- lofs-poort, ten einde der Warmoesftraat, bekwaam te maakentot een Wagthuis. Doch alzo zy daartoe niet diehftig bevonden werdt, werdt zy, niet lang daarna, afgebroken (b). De tegenwoordige Wagthuizen, al- waar de Hoofdwagt gehouden wordt, Zyn vier in getal. Het eerfte is in 't Stadhuis; int twee beneden-vertrekken, naaft en in de Ka- mer der roêdraagende Boden: het tweede boven de S. Antonis-Waag, op de nieuwe Markt; het derde, boven deReguliers-Waag, op de Botermarkt, en het vierde, boven de Wefterhal, aan de Weflermarkt. Op ieder deezer Hoofdwagten, wordt, doorgaands, al- le nagten, met ééne Compagnie Schütters, gewaakt, die, terftond na 't opleezen van de naamenderfchutteren , eene fchildwagt voor 't Wagthuis uitzet. Behalve deeze Hoofdwag- ten , zyn 'er nog eenige Bywagten, die, insge- lyks, by nagt, uit deHoofdwagten,bezet wor- den; te weeten, eene boven het Nieuwe- zyds-
|
|||||||||||||||||||||||||||
'** Ar-
*jU^ry. |
|||||||||||||||||||||||||||
Artillery
metßtr. |
|||||||||||||||||||||||||||
(») Refol. Vroedfch. *?. J2. 4 jip'lt 13 Jnl] 1617. ƒ.
|
|||||||||||||||||||||||||||
10 , 17 verfa.
(b) Refol. Vroedfch. Jf. i>- « M*y isxt. ƒ. 57 *"/»
|
|||||||||||||||||||||||||||
G
|
|||||||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||
5°
|
|||||||||||||||||||||||||||
dien tyd, ronde toorens gemetfeld waren ? xoo*
omringd werdt. De Laftaadje, eene aan- ren* zienlyke Voorftad ten dien tyde, werdt, wat laater, ook met een Blokhuis en Ron- deel gefterkt (e). In de muuren, waren, gelyk uit de Kaart van Cornelis An- thoniszoon te befpeuren is , binnen- waards, ronde boogen gemetfeld , die tot wooningen voor behoeftige of geringe luiden dienden (ƒ). 't Gebruik van eenigen dee- zer boogen, immers van die tuflchen de Klo- veniers-Doele en de S. Antonis-poort, werdt, van Stads wege, aan onvermogenden, om niet, gefchonken (g); anderen werden, door de Stad, verhuurd: en onder deezen, waren 'er ook, die, door milddaadige lui- den , gehuurd werden, om 'er behoeftigen in te laaten woonen ( 5 ). De Vroedfchap hadt, reeds in 't jaar 1557, beflooten, dee- ze boogen digt te maaken (h): en eenige jaar en laater, werdt vaftgefteld, dezelven, door niemant, meer te laaten gebruiken (i). Evenwel, bleeven zy in wezen, zo lang de oude muuren niet afgebroken waren: 't welk, in 't jaar 1613 , nog niet volkomenlyk ge- fchied was (£); fchoon men 'er, reeds in 't jaar 1600 en eerder, toe beflooten hadt (/)• Doch in de jaaren 1602 en 1603, fchynen de meefte, en, in of kort na 't jaar 1613, de overige oude muuren afgebroken te zyn. De meefte Toorens, die in de muuren ge- metfeld waren , werden toen ook geflegt. Zy hadden, te vooren, tot verfcheidenerleï gebruik gediend. Van den aanvang de^ zes- tiende eeuwe, of eerder, werdt Stads bus- kruid , in eenigen deezer toorens, bewaard. Men heeft nog eene Keur van den vyftien- den December des jaars 1507, waarin be- volen wordt, geen buskruid te houden, dan in den toernnen omme der Stede (in). Doch toen, ter gelegenheid der naaftlaatfte uit- legginge, beflooten werdt, nieuwe bolwer- ken aan te leggen, van de Haarlemmer- tot aan de Heiligewegs-Poorte, werdt, te ge- lyk , vaftgefteld, het buskruid, uit de Stads Toorens, innieeze Bolwerken over te bren- gen (e) I. Deel, II. Boek^, bl. 42.
(f) Refol. Vroedfch. N. 5. 13 Sept. ifioo. ƒ. 311.
(£) Refol. Vroedfch. N. j. 7 Jan. Ij88. (h) Refol. Vïoedfch. N. 1. 11 J»»y 15J7. |
|||||||||||||||||||||||||||
Wagt zyds-Heeren-Logement, eertyds het Weft-
buize*. indifche- Huis, welken naam het, 't gene vreemd is, nog draagt, in de Ordonnantie voor de Schutterde, die, jaarlyks, in de Naam- myzers der Regeeringe en Schutters-Alma- nachen, gedrukt wordt: deeze by wagt wordt, door een Corporaalfchap , bezet, van welk, no°tans, eenige manfchap wordt uitgezon- den, om de Wagtplaatfen, by de gewezen oude Stads Herberg, en by de nieuwe Stads Herberg te bezetten : en eene, aan den Kamper -fteiger, in een vertrek van't zoge- naamde Zeeregt, een aanzienlyk vierkant ge- bouw, met eene groote poort,boven wel- ke, Stads wapen uitgehouwen is; en twee kleine deuren ter wederzyde. Het is, in t iaar 1618 , gebouwd (e), en heeft den naam van Zeeregt gekreegen, om dat de Lommis- fariffen van de Zeezaaken, voor het fügten van het tegenwoordige Stadhuis, aldaar, plag- ten te vergaderen. Van 't Corporaalfchap, welk hier de wagt houdt, wordt eenige man- fchap gezonden, om de Admiraliteits-Loots aan de Peperftraat te bezetten. Nog is 'er eene bywagt in de Loots aan Heertjes Lyn- baan, ten einde van den Kadyk, aan de fchans. Eenige manfchap van 't Corporaalfchap , welk hier waakt, bezet Keerweêr, alwaar ook eene wagt van foldaaten is. Voorts zyn de hoofdpoorten , de Haarlemmer, Leid- fche, Utrechtfche , Weesper en Muider, ook ieder met een Corporaalfchap bezet. De Raam- en Weteringspoorten worden, met tien of twaalf man, bewaakt. Aan de Zaag- molenspoort is alleenlyk eene wagt van fol- daaten. In elke Poort, is een kift met kruid en lood, om zig, daarvan, in tyd van nood, te dienen. TT « De Hoofdwagt der Stads Bezettinge van ^t der foldaaten is boven de oude Waage op den Bezet- Dam 00- Voorts, bewaaken de foldaaten tinSe- ook alle poorten en boomen, by dage en by nagt, en Hellen wagten uit, aan de twee ui- terfte bolwerken der Stad, in 'tooften en in weften. |
|||||||||||||||||||||||||||
XVII.
TOORENS. |
|||||||||||||||||||||||||||
w
|
hebben, in 't eerfle Boek van 't
EERSTE DEEL, (bl. 15 enZ.)
|
(i) Refol. Vroedfch. iV. 3. 22 Sopt, 157$.
(4J Refol. Vïoedfch. N. 11. 25 Maart 1S13. ƒ. 71?. (/; Refol. Vroedfch. N. g. ij Jan. 13 Septemb. 27 Nov. |
|||||||||||||||||||||||||
Oude
|
|||||||||||||||||||||||||||
ïaaL uw
|
|||||||||||||||||||||||||||
16GO. ijan. H02, 12 JUat't 1603./, 292 verft, 311 , 321 ,
375 verf« , +22 verft. (m) Keufb. B. ƒ. J8 verfo. ,
(5) Hier op ziet Brederode , in den Spaanfcben
Brabander (Act. UI.),, met deeze woorden: __________— Anne Klaas in de drie teflen
Die doet fo veel goedts (God loontfer') bier an de
tieften:
Gy wetet niet , hoe wel booghjes datje 's jaers wel buurt. |
|||||||||||||||||||||||||||
muuren kortelyk > verhaald, hoe de Stad, omtrent
rens°" den jaare 1480, wanneer zy, tuflchen den' rondsom Singel enKloveniers-Burgwal, beflooten was, de Stad. met muuren, in welken, op zekere afftan- den, naar de wyze van Veftingbouwen van (<0 Anntek. van Schepen G. schasp PieteRsz. »f 't
jaar irs 18. td) Zie hiervoor, il. 33i
|
|||||||||||||||||||||||||||
I. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WEERELDLYKE GEBOUWEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5*
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gen («). De Toorens, of eenigen derzelven
dienden ook tot Wagtplaatfen voor de Bur- gervendelen. In eene Keur van den zesen- twintigflen December des jaars 1512 (0), worden de Wagtplaatfen der Burgerye, tot zeflien in getale, opgeteld: de meellen van |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Too«
mms.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Too-
S.£KÏ„
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Reguliers-Tooren.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
e oudfle Reguliers-poort flondt, eer de 1.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
D
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Regu-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stad, omtrent den jaare 1480, be-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
welken Stads Toorens geweell zvn. Zie hier muurd werdt, in de Kalverflraat aan 't Spui, Too.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
daar nu de Oflenfluis legt. Doch deeze Poort een.
kreeg ook den naam van Bindwyker - Poort, . dat is, Binnenwyker - Poort (q) , na dat de Voorflad buiten dezelve, door de bemuu- ring, van welke wy fpreeken, binnen de veilen getrokken was. De Poort, die toen gefield werdt ten einde der Kalverflraat, aan den Singel, werdt ook de Reguliers-poort genaamd. En beide de Poorten worden ge- meld , in eene Keure van den zesentwintig- flen Maart des jaars 1487, waar de OfTen- markt gefield wordt, ter plaetze tuffchen den tween regulierspoirten, geheten die byndewyckp ende nergent anders (r). De oudfle Reguliers- Poort werdt, eerfl in 't jaar 1526, in Janua- ry , afgebroken (j). In de voorgaande eeu- we, werdt, met het uitleggen der Stad, eene derde Reguliers-poort, nu de Waag op de Botermarkt, aangelegd,met welke wyons, hier ter plaatfe, niet behoeven op te houden. De twee eerflgemelde Reguliers-poorten Gelegen-
hebben haaren naam gekreegen naar het ^ e-n |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
derzelver naamen:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1.
2.
Ó
O«
4-
5-
6. 7-
8. 9-
|
After de Gaflhuysmolen.
Op on/er Vrouwen toernne. Op Sh Jacobs toernne. Op St. Jeroens toernne. Op heyüge Cruys toernne. Op de mme brugge. ■ Op de Scbrey hoeck. Op beyman ruyjfchen toernne, by Sh Anthonys poirtte. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
10. After de bekeerde Süßeren.
11. Op Sh Sebafiiaens thoerne.
12. Op Uleberch.
13. Leewweborch.
14. Myert.
15. Melys Moolen.
16. Sh Andrïes toernne.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
_________
|
Eindelyk, werden ook fommigen van
|
deeze Reg^jf ^^'om weI]5te:%**, Her- van het
j LC tog Albrecht, den eenentwintigften January Regu-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
toorens, van Stads wege , aan byzondere des jaars I394 [I395], 3an den Priefler liers"
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Klootten
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
perfoonen verhuurd. In de Stads Regiflers, Gysbrecht Douwe , en aan eenige andere
is nog eene orde van Burgemeefleren van Priefl.ers . verlof gegeven hadt. Het dien- den vyfentwmtigflen April des jaars 1575 de voor Reguliere Kanoniken van den regel voorhanden, waarby, aan de bewooners van van Auguftyn, en flondt, in het Kerfpel der Steden toornen, gelall wordt, by hun ver- van Nieuwer-Amflel (t), niet verre buiten trek uit dezelven, niets mede teneemenvan de Vryheid der Stad, beweften den Amftel- t gene der Stad toekwam, of daar aan ge- dyk, en omtrent op de hoogte der Keizers- maakt was, al hadden zy 't fchoon zelven aft en Utrechtfche flraat. Het Kloofler doen maaken (p) Twee van deeze Toorens werdt ? door den VOOrnoemden Gysbrecht zyn, na de naaltlaatfle uitlegging der Stad, Douwe; door de Prieflers Pieter Nikolaas- met fpitfen voorzien, te weeten, de Heih- zoon van jjitgeefi en Jan Dirkszoon, endoor ge-Kruis-, nu de Haringpakkers-tooren, en den Leek jan Sching ? met verfcheiden' goe- de Montelbaans-tooren: welke laatfle, met deren en inkomflen, begiftigd («). Rudolf J den muur der Stad; maar tot befcherming van Diephout, Biffchop van Utrecht, gaf oer Voorflad, de Laflaadje, gefligt was. Een den Regulieren, buiten Amflerdam, in 't jaar aerde Tooren, de bchreijer stoor en genaamd, I454? verlofj om hun Kloofler, welk ge- neert alleenlyk een lpits oploopend dak met meenlykhet Huis van S. Jan Evangelifi ge- een wlndwyzer behouden gelyk vanouds. naamd werdt, te vergrooten. In't jaar 1494, jje overige Toorens, de Keguhers-toorenen verwierven de Kloofterlingen vryheid, om c <v0oäen-Poorts-tooren, zyn, eertyds, twee fluizen te mogen leggen in den Am- Stads_ 1 oorten geweefl, op welken, ook hoo- fteldyk ? die hier ook de Reguliersdyk genaamd ge lpitien gefield zyn. Van deeze vyf Too- werdt (y), en daardoor hunne Landeryen van |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Befchry-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vyf8Too- *Qm' ^e allen in wellïand onderhouden wor-
aus, den, moeten wy tnans, nog een weinig by- zonderer, fpreeken. Wy beginnen niet de
twee laattlgemelden.
(n) Rcfol. Vioedfch. N. |. zo Ja„, igol. ƒ. 33».
(•) Keurb. D. f. I-
lp) fiioot-Memor. ^- H. ƒ• i«.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^^^^^^^^^^^^^^^^^ het
(?) Zie I. Deel, I. Boe(, il. IJ.
(r) Keutb. A. ƒ. 158 verfo. (s) Groot-Memor. N. I. f. ?ag Verfi. (t) Zie den Giftblief by DAPPEB *'• »4« («) VAN HEUSSEN en VAN B.*N Keik. Oudhj IV. ütt^ il. Z04. (v) Gtoot-Memoi. N. t. f. iSU
G %
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||
III. Deel.
|
||||||||||
5*
|
||||||||||
bruikt (e), tot dat het, by de laatfte Ver-
grooting der Stad , ten deele vergraaven, ten deele aan erven uitgegeven en betim- merd geworden is. Toen, in 't jaar 1663, de Keizersgraft, omtrent de Ütrechtfche ftraat, gegraaven werdt , vondt men de grondflagen nog van het Reguliers - Kloos- ter , ruftende op elzen paaien. Men ontdek- te ook, dat het Choor der Kerke juift ge- ftaan hadt op de Ütrechtfche ftraat, alwaar, federt, de Peilfluis gelegd werdt (ƒ) : de ge- legenheid der Kerke , ten weiten van het Choor, is hier uit genoegzaam af te nee- men. De tweede Reguliers-poort, die naar dit
Kloofter genoemd was , en ten einde der Kalverftraat, aan den Singel, beweften den Amftel, ftondt,was gefterkt met twee Too- rens, en door een' muur gehegt aan een' der- den ronden Tooren, met eene ronde oploo- pende fpits, die aan den oever des Amftels gebouwd was. Tegen deezen muur, was een houten hok voor de Stads Zwaanen (7) getimmerd (g) ; welk , indien ik my niet bedriege, met het vergrooten der Stad, na- derhand, hooger op in den Amftel verplaatft is, en den naam aan den Zwaanenburgwal en Zivaanenhurgfiraat gegeven heeft. Tus- fchen de twee eerftgemelde Toorens der Poorte, was een uurwyzer geplaatft, en bo- ven het dak hing een flagklok. Nevens dee- ze poort noordwaards, was, in 't jaar 1617, een fterk Wagthuis gebouwd. De Poort bleef omtrent in deezen ftaat, tot in het "jaar 1618, wanneer 'er brand ontftondt in eene- Glasblaazerye, die nevens dezelve gebouwd was. De vlam verteerde de poort en de too- rens. Doch 't Wagthuis bleef ftaan. Men hadt, ten deezen tyde, reeds eene andere Reguliers-poort van hout geftigt, ter plaatfe waar nu de Waag op de Botermarkt ftaat; weshalve , bellooten werdt, alleenlyk den zuidelyken tooren der verbrandde poorte wederom op te bouwen, waarmede, in Oc- tober des jaars 1619, onder opzigt van den Stads
(e) Dapper, *'■ ?14.
(ƒ; DOMSELAF.il III. Boe{, bl.11,. C0MMELIN,6/. 204.
(g) DOMSELAER III. Bockj bl. 2 IS. (7) J- SIX VAN Chandelikr gewaagt hiervan in
zyn 's slmfterdammers Winter ,b\. 60. met deeze woor- den : De tmfe haagelhlanke fivaan
Najaade in Amftels Waterlaan, Die aan de lindenxortels lekt Is van de poormacbt dicht ombekt. En men vindt 'er nog klaarder van gemeld, in eene
orde van Bivrgemeefteren voor den Bewaarder der Stads Zwaanen van den zeftienden Auguüus des iaarï 1549, die, in een oud Regißer ter Thefaurie (Cas, ii- f. 124. verfo ) geboekt, en hier agter onder de Bylaagen (Lr. A) geplaatft is. |
||||||||||
het overtollig water te ontlaften. Walraven,
Heer van Brederode, en toen nog Ambagts- heer van Amfterveen, verleende hun deeze vryheid (io): en 't fchynt, dat zy toen Hui- zen gemaakt hebben, omtrent of op dezelf- de plaats, waar menze, in de voorgaande eeuwe, by de jongfte Vergrootinge der Stad, in de Keizers- en Prinfengraften, gelegd heeft. In't jaar 1532, op den eenender- tigden Oélober, in den vooravond, ont- ftondt 'er brand in 't Reguliers - Kloofter, welk, geheellyk, in de aflche gelegdwerdt (x). De Kloofterlingen zouden het gaarne hebben willen herbouwen: doch de Regee- ring van Amfterdam, in 't jaar 1529, de Ambagtsheerlykheid van Amfterveen gekogt hebbende, weigerde daartoe verlof te gee- ven. De Regulieren begaven zig naar Hei- lo by Alkmaar, en vereenigden zig, in 't jaar 1533 > met een Kloofter van hunne Or- de aldaar (3/). De plaats, daar 't Kloofter buiten Amfterdam geftaan hadt, met het naafte Land omtrent vier morgen groot, werdt, federt, tot eene Luftplaats en Boom- gaard verhuurd, onder anderen aan den ver- maarden Schout van Amfterdam Willem Dirkszoon Hordes, die 'er wel twintig jaaren gebruik van gehad heeft (z). Naderhand, werdt het Reguliers - Hof te koop geveild. De Stad lei in beraad, om het te naaften (a). Doch het werdt, door het Kapittel van Haar- lem , gekogt, welk het, eerlang, in eeuwi- ge erfpagt, uitgaf aan jakob Saffius, Kano- nik te Haarlem, die, in 't jaar 1572 , pro- tefleerde tegen 't (legten van het zelve (b), waartoe egter befiooten werdt, uit vreeze dat 'er de Staatfchen in neftelen mogten (c). Alle de boomen werden toen ook om verre gehouwen, de Ooftboomen alleen uitgezon- derd (i). Na de verandering der Regee- ringe hier ter Stede, in 't jaar 1578 , werdt het Reguliers - Hof wederom opgetimmerd en beplant, en, van Stads wege, ten min- fte gedeeltelyk, tot eene herberg verhuurd (6). In de voorgaande eeuwe, is het lang tot een Hortus-Medicus of Artfeny-tuin ge- (») Z7e den Erief by Dapper, bl. 32;.
(x) Groot Memor. N. I. ƒ. 3*8 verf,. (y) VAN HEUSSEN en VAN RVN Kerk. Oudh. IV. Deel, hl. »II. (x.) Zie een' Brief by DAPPER , bl. 326.
(a) Refol. VioHlch. M. 2. it. Nov. 1571. ƒ. 191.
(b) Zie 't Proteft by DAPPEK, bl. 327.
{c) Groot-Me:nor. N. II. f. 14.1, (d) Keuib. G. f. 7« verfo. (6) De Amfterdamfche Martiaal R o s m e r Vis_
scher beveftigt dit:, in de Quiaken, I. Schok, N. 36. bl. 19. met deeze woorden: Nel beroemde baer tegen Elsgen Boelen,
Datje in 't Reguliers Hof, noch op de Doelen,
Haer leven gbeproeft beeft Wyn nocb Broot.
En in de Rommelfio, I.Schok,N. 57.bl. 116.
Adieu Anneken buys en Reguliers Hof.
|
||||||||||
R 31 GUL 2~ 21 21 S ~ T O O 21 21 JST,
&ns ^i7{<y?^&ry cfe/ 3f TT _2V T. |
||||||
& 21 Z I G T of
|
||||||
I. Boek.
|
||||||||||||||
WEERELDLYKE GEBOUWEN.
|
||||||||||||||
53
|
||||||||||||||
Too-
SSJSS.
|
||||||||||||||
Stads Bouwmeefter, Henrik de Keizer, een
aanvang gemaakt werdt (h). Deeze Too- ren , die nog in wezen is, en de Regu- liers-Tooren genaamd wordt, heeft eene fraaije doorlugtige fpits, en in dezel- ve , een keurlyk Klokkenfpel en Slagwerk, met vier uurwyzers. De windwyzer op de fpits was, eertyds, eene vergulde Os, ter' gedagteniffe der Offenmarkt, die hier om- trent geweeft is; doch de os werdt, na wei- nige jaaren verloops, in een' haan veran- derd. Het Wagthuis bleef, na dat de Too- ren herbouwd was, nog eenige jaaren ftaan, wordende de bovenvertrekken van het zel- ve gebruikt tot Kamers voor verfcheiden' Gilden. Doch, in't jaar 1672, werdt dit Wagthuis tot eene Munt bekwaam gemaakt, alwaar Dukaaten, Dukatons en Ryksdaal- ders, met den ftempel der Staaten van Hol- land, onder aan welken Stads wapen ftondt, gemunt werden. Wy hebben, elders (i), aangetekend, by welke gelegenheid, zulks o-efchiedde. Doch het duurde niet lang. De Munt is, federt, vertimmerd tot eene aan- zienlyke Herberg, die, van Stads wege ver- huurd, en nog de Munt genaamd wordt. |
||||||||||||||
valligheid, gaf gelegenheid tot een befluit, Toq-
om den Jan-Rooden-Poorts-Tooren te ver- rens» nieuwen, en, met eene hooge fpits j uur- wyzer en flagklok, te voorzien, alzo de buurt hieromtrent het geryf van den Stadhuis-klok mifle. De Tooren was, voor 't einde van 't volgende jaar, voltrokken, en dellagklok van den Stadhuis-Tooren op den zelven overge- bragt (0). Men hadt den zelven, van on- deren omtrokken en verzwaard, met eenen vierkanten muur, en de fpits, die drie om- megangen of tranfen heeft, voorzien van vier uurwyzers. Op den top, werdt een doorlugtige Lantaarn geplaatft, en boven denzelven een windwyzer: in welken ftaat, de Tooren nog heden onderhouden wordt. Hy ftaat, aan de ooftzyde van den Singel, tuffchen de korte Huiszitten- en Spaarpots- fteegen. De onderfte vertrekken van den zelven dienen tot eene wooning voor den Geweldige of Provoofi van de Stads bezettin- ge. Boven dezelven, is eene Kamer, waar de Krygsraad over de Stads bezettinge ver- gadert, 't welk, nogtans, zeer zelden voor- valt. Nog hooger, zyn twee vertrekken, gefchikt tot eene gevangenis voor de Offi- eieren en foldaaten dier bezettinge; in wel- ke vertrekken, ook fomtyds,andere gevan- genen , die men niet, in de gemeene Stads gevangenis, of in het Tugthuis, wilde doen opfluiten, geplaatft zyn. Op het eerfte Bol- werk , noordwaards van de Leidfche Poort, Sloot en genaamd, plagt eene galg, en inlaa- ter' tyd een wip te ftaan, waaraan de foldaa* ten der bezettinge, die den hals verbeurd hadden, werden opgehangen of met minde- re ftraffe geftraft. Doch zy zyn beide, al federt veele jaaren, weggenomen. Op de hoogte van den eerften trans of ommegang van den Jan-Rooden-Poorts-Tooren, ftaat eene brandfpuit. Ook is hier een groote regenbak. By zwaar onweder, moeten de Stads Loodgieters-knegts zig, terftond, naar den Tooren begeeven, en de brandfpuit ge- reed maaken, om zig, by ongeval van brand, vaardiglyk, van dezelve te können bedie- nen. In 't jaar 1648, werdt beflooten, de brug, die ten zuiden van den Tooren lag , ter wederzyde van den zelven, te leggen (p), en in 't volgende jaar, werdt vaftgefteld , dezelve niet te betimmeren, gelyk men, in 't eerft, voorgenomen hadt (q) Zy werdt, eerlang, deftig, van fteen herbouwd, en ruft op drie boogen. Onder den Tooren en brug, zyn twee groote overwelfde kelders, die,ter wederzyde, tot aan 't water loopen. (o) Refol. Vroedfch. N. il. ig Feh. I6ifi. f. 166verft.
N. il. 27 Xov. 1617. ƒ. 48- „ ■; (p) Refol. Vroedfch. N. «»• H Nov. 16+8. ƒ.213*«/*.
(?) Refol. Vroedfch. -N- *<>• IS jf*«, iet?, ƒ. ie. G3
|
||||||||||||||
Tan-Rooden-Poorts-Tooren.
5. "Dy verkorting of verbaftering, wordt dee-
Jan- j^ ze Tooren ook de Jan Romperts- en PooDEN' Jan-Room-poorts-tooren (k) genaamd. Doch ïoojEN. Ïfan-Rooden-Poorts-Tooren is de regte naam. " Ook leeft men, in de oudfte Stads Regis- ters, gemeenlyk Jan-Rooden-Poort (/). De Jan-Rooden-Poort was eene der kleine Poor- ten van de Stad, in de bemuuring van om- trent den jaare 1480; ftondt tuffchen de Korsgens-Poort en Gaflhuis-molen, en hadt, vermoedelyk,_haaren naam naar eenen Jan Roode , die , in of omtrent deeze Poort, woonde. D£ Jan-Rooden-Poort hadt eenen enkelen fpitfen Tooren en een' doorgang naar de tuinen en raamen, die, even buiten dezelve, in grooten getale, waren aange- legd. In 't jaar 1554 > werdt beflooten, eene Valbrug te leggen buiten de Jan-Roo- den-Poort (in). Kort na de tweede uitleg- ging der Stad, werdt de brug voor de Poort, op verzoek der buuren omtrent de Lelie- ftraat, bezuiden den Tooren verlegd (n). Het af breeken van den Stadhuis-Tooren, in den jaare i6i6,ter oorzaake vandeszelfs bouw- (h) T. LAURENTIUS Amfterdam.
(i) II. Deel, XIX. Boe(, hl. 647é
iK.) J. LAUBENTIUS Amftetdam.
(t) Gtooc-Memor. N. II. ƒ. 3I.
{m} Refol. Vioedlch. N. i. s July !$;♦•
(n) Refol. Vroedfch. N. |. 19 Sepi. JJS+. f. 13.
|
||||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||
54
|
|||||||||||||||||||||||
Zy worden nu gebruikt door den Provooft
der bezettinge; doch, in't jaar 1652, werdt, ter gelegenheid van het verbranden van het oude Stadhuis , het gemunt en ongemunt goud en zilver uit de Wiflèlbank, in dezel- yen, gebergd. En dewyl de Tooren belet- te , dat de rytuigen, die, van de eene en de andere zyde, over de brug kwamen, eikan- deren van verre ontdekken en myden kon- den ; werdt, by eene Keure van den zesen- twintigften April desjaars 1668, bevolen, dat men, uit de Molfteeg komende, de brug, aan den binnen- of zuidweflkant van den Tooren, zou opryden; en, uit of van om- trent de Lelieflraat komende, aan den bui- ten- of noordooilkant (r). |
der Handboogsdoele geplaatfl (iu); alwaar To(>
het nog ftaat. De Kruistooren nam, na de rens. verandering der Regeeringe , allengskens, den naam van Haringpakkers-tooren aan, ter oorzaake der Haringneeringe, welke, ten dien tyde, en nog, voornaamlyk, tuflchen deezen Tooren en de Spaarnedammer- of Ybrug, geoefend werdt. Ten teken dee- zer Neeringe, heeft men eenen vergulden Haring, tot een windwyzer , op het fpits van den Tooren, geplaatfl. De beëedigde Keurmeeflers van den Haring houden hun Comptoir onder in deezen Tooren. Ook wordt, ter zyde van den zelven, het Loots- mans-Comptoir gehouden. Doch ten behoe- ve van den Gildeknegt der Lootsluiden, is, voor weinige jaar en, een huis op de nieuwe Haarlemmer Huis getimmerd. Voorts, heeft, in een boven-vertrek van den Haringpak- kers-Tooren, het Tinnegieters - Gilde, fe- dert eenige jaaren, zyne Gildekamer. De Hoedenmaakers- en Mandenmaakers - Gil- den houden 'er ook hunne Comptoiren. |
||||||||||||||||||||||
Too-
RIWS.
|
|||||||||||||||||||||||
Haringpakkers-Tooren.
|
|||||||||||||||||||||||
3-
Haring- |
De Haringpakkers - Tooren ,
|
||||||||||||||||||||||
flaande ten einde der Haringpakke-
Ï00KEN. rye:, oudtyds de nieuwe-zyds-honttuinen, digt by de nieuwe Haarlemmer-fluis, droeg, wel- eer , den naam van Heilige-Rruis-tooren , of blootelyk van Kruistooren. De laatfhe naam, die, in eenen witten fleen, aan den zuidhoek des toorens, plagt uitgehouwen te zyn, is my, reeds in eene Keur van den negenden November desjaars 1508 , voorgekomen (s). Vermoedelyk,heeft de tooren dien gekree- gen naar het Kruisgilde, welk, in de zes- tiende eeuwe, hier ter Stede, in bloei was (f); en, veelligt, zyne by eenkomflen, in dee- zen tooren , gehouden heeft. Ook diende hy , ten dien tyde, tot eene gevangenis voor zulken, die, om den Godsdienfl, in hegtenis raakten: veelen van welken, zo de overlevering wil, van deezen tooren, in 't Y gefmeeten, en verdronken werden: van waar een gedeelte van den Nieuwe - zyds- Agterburgwal, die niet verre van deezen tooren legt, de naam van Martelaars-grafi bygebleeven is. De Tooren was toen flegts van een fchuin dak voorzien , en hadt gee- ne fpits. In 't jaar 1577, werdt beflooten, Stads .buskruid in dezelve te plaatfen (u). De buuren, die omtrent deezen Tooren woon- den , klaagende, dat zy geene klok konden hooren; werdt, in 't jaar 1605 ? vaflgefteld, den zelven te verhoogen,enmeteenezwaa- re flagklok te voorzien (v). Het fpitsje, welk, tot dien tyd toe, op den Kruistooren geflaan hadt, werdt, federt, op het dak ver-
(r) Keuïb. O. ƒ. 17? virfi.
(i) Keiub. B. ƒ. 108 verfo. (t) Refol. Vroedfch. .N. z. zj Febr. 1570. f. 140. Z'f
ee^hier voor, II. Deel, VI. Boc{, hl. 242., . f») RefoJ. Vroedfch. N. 3. zo Occ. 1577. (v) Refal. Vroedfch. N. io. 20 Aug. i«oj. ƒ. 73.
|
|||||||||||||||||||||||
4.
|
|||||||||||||||||||||||
"SCHREIJERS-TOOREN.
Deeze ftaat, pas beooften de oude-zyds- 4-
Kolksfluis, of het Kamperhoofd, en Sc™EI' heeft nog byna dezelfde gedaante, die hy,XooREW. van ouds, gehad heeft, zynde een rond ge- bouw van vooren, en plat binnenwaards, of van agteren, met een fpits oploopend dak, op welks top, een windwyzer geplaatfl is. In den Toorentrans, rondsom het dak, zyn fchietgaten gemetfeld, waarin, voormaals, zo wel als op het Kamperhoofd, gefchut ge- plaatfl werdt. Voorts, voerde deeze Too- ren , van ouds, byna den zelfden naam als tegenwoordig, te weeten dien van Scbrei- jershoek , of, gelyk men eertyds fchreef, Scraye hoeck , Scrayhouck , Scraeyhouck en Schreyhoech ook, enkele reizen, Screyborn (x). Doch hom en hoek waren, oudtyds, woorden van ééne betekenis, 't Gemeen gevoelen is, dat de Tooren zynen naam gekreegen heeft, naar het fchreijen van zulken, die, hier ter plaatfe, het laatfle affcheid namen van hun- ne vrienden, welken, van ouds, aan't Kam- perhoofd , plagten fcheep te gaan (y). Ook zegt de overlevering, dat zekere vrouw, in den jaare 1569 . 't vertrek van haaren man zo diep ter herte nam, dat het haar niet al- leen veel traanen; maar zelfs het verftand koflte. Men ziet, nog tegenwoordig, in den
(1») Rcfol. Vroedfcji. A'. lo. 10 May i«c«. ƒ. 96 verf:
(x) Groot-Memor. N. I- ƒ. zs$ virfi, Kearb. D. ƒ. s»+. B. ƒ. 48 virfi , 98 virfi, lof. (7) Zie Hooïts Vencheidc Dichten, hl. 224.
|
|||||||||||||||||||||||
I. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||
WEERELDLYKE GEBOUWEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||
55
|
||||||||||||||||||||||||||||
den muur noordwaards , een fchreijend Vrou-
wenbeeld en een afvaarend fchip, in fteen, uitgehouwen, met den naam, Scrayer hou ck 1569. daaronder, welk men wil, hier , ter gedagtenifïe van dit zonderling voorval, gefield te zyn. De Opper -Commissarissen der
Waaien houden thans hunne Vergaderin- gen , in een boven-vertrek van deezen Too- ren, Welk, voor weinige jaaren, merkelyk verbeterd is. In dit vertrek, zyn, voor den fchoorfteenmantel, en in de lyft van een gezigt der Stad van den Y - kant, keurlyk, door Willem van den Velde, gefchilderd, de Wapens der meefte Heeren Commiflariffen uitgebeeld. De overigen zyn, op een Wa- penbotd, gefchilderd. Voorts, hangen hier twee fchilderyen. In het eene, in 't jaar 1674, door Jacob Bakker, gedaan, ziet men de afbeeldfels der CommifTariffen Dirk Claasz. van Leek, Jan Vlasblom, Wessel Smits en Hendrik Lyn- slager; waarby de Havenmeefter, met deszelfs knegt, en de Kapitein der Waal- redderen in der tyd, ftaande, gevoegd zyn. Het andere, in 't jaar 1747, door Jan Mau- Ttts Quinkhard gefchilderd, verbeeldt de Hee- ren CommiüärifTen Joan Agges Schol- ten, Jacobus Dufeyrou JaNsz., C ar elLynslager en Hendrik van Castricum. Boven deeze Kamer, is een vertrek, welk, weleer, de Kamer van het Tinnegieters-Gilde geweeft is; doch tegen- woordig , benevens de overige beneden- en bovenvertrekken van den Tooren, tot eene wooning voor den Opzigter van 't groot Ha- "oen- en Stroommeefierfchap, verftrekt. |
||||||||||||||||||||||||||||
tot dekking der Voorflad de Laflaadje, dee- too-
zen naam naar het oud en fterk Kafteel Mon- rehs. tauban in Guijenne bekomen, of van elders ontleend hebbe. De Montelbaans-Tooren is geftigt, na 't
jaar 1512. <c). Ik vind 'er't oudfte gewag van, in de Refolutien der Vroedfehap, op het jaar 1537, wanneer de Regenten vanhetS.Pie- ters-Gafthuis verlof kreegen, om eene Kraan op te regten op den toorn van Montelbaan (c). In 't jaar 1544, gaven Burgemeefteren den BuJJemakeren een erfue achter montelbaan, buyten der kae, om aldaar hunne Buffen te beproeven (d). Tegen 't einde der zeftien- de eeuwe, werdt de Laftaadje, van Mon- tenbaan tot aan den S. Antonisdyk, met eene fchans verfterkt (e), welke, naderhand, met deftige huizen , betimmerd is, en nog de Oude Schans of Montelbaans-burgwal ge- noemd wordt. Het uitleggen der Stad aan deeze zyde
gaf, in 't jaar 1605 , gelegenheid tot het verhoogen van den Montelbaans-Tooren (ƒ); die, met eene nieuwe fpits, twee flagklok- ken , en vier uurwyzers voorzien werdt. Doch na verloop van eenige jaaren, be^ vondt men, dat de Tooren zakte, en meer dan vier voeten over zyde helde: weshal- ve, beflooten werdt (g), de grondflagen te ontblooten, en, om dezelven,na'tregt zet« ten van den Tooren, een' vallen, zwaarea voet te heijen. De Tooren werdt, boven den grond, ook met eenen muur, ter dikte van vier en een halve voet, verzwaard, en in dien ftand gebragt, waarin hy, nog te- genwoordig , beftaat, en onderhouden wordt. Thans, verftrekt dezelve tot eene wooning voor den Kapitein der Waalredder en, tot ver- grootinge van welke, twee vertrekken, op paaien, agter, en ter zyde tegen den Too- ren aan, getimmerd zyn. XVIII.
S L Ü I Z E K
|
||||||||||||||||||||||||||||
Too-
&EB&
|
||||||||||||||||||||||||||||
MONTELBAANS-TOORÊN.
|
||||||||||||||||||||||||||||
5.
|
||||||||||||||||||||||||||||
/^\p meer dan éénewyze, wordt de naam
|
||||||||||||||||||||||||||||
M
|
BAANS
|
EL"\J van deezen Tooren gefchreeyen. Vee-
|
||||||||||||||||||||||||||
Tooren. len fchryven Montalbaans-tooren. Ln lommi^
§en leiden den naam af van den Hertog van, &ba (z), die, in 't jaar 1568 , voorhadt, omtrent de plaats van deezen Tooren, een Kafteel te doen fügten. Doch de Tooren voerde reeds diergelyken naam, lang voor dat de Hertog van Alva, hier te Lande , bekend was , en waarfchynlyk. voor zyne geboorte. Ook vindt men den naam van den Tooren, in de oudfte Stads Regißers, nergens, Montalbaans-tooren gefpeld; maar, doorgaands, Montelbaans-, en enkele reizen ook Monkelbaens- (a), en Montenbaens - too- ren; 't zy dat de Tooren, die gefügt was, (*) F- VAN ZESEN tl. I?o.
I*; Refol. vroedfeh. Ar. |. i9 Jan. ij»5. ƒ. 107.
|
||||||||||||||||||||||||||||
en
|
||||||||||||||||||||||||||||
W A T Ë R K Ë E R I' N G É N.
rTo dra, in de dertiende eeuwe, de Dam Oudfte
f, in den Araftel, waarnaar Amfterdam S^en den naam heeft, gelegd was, hadt men,in '*"a- den zelven , tot behoudenis van doorvaart en kldne en fchuuring, eene Sluis noodig , die , ze- Dams. ker- fluis.
(V) Zit I. Deel, II. Becl^, hl. 41.
(c) Refol. Vroedfch; N. 1. 1 Dee. 1S>7-
(d) Groot-Memor. N. I. ƒ. 315.
(e) Refol. Vroedfcli. N. 6. 1« y*».-i$96.
ff) Refol. Vroedfch. N. i°- *° ^"g- 1605. ƒ. 70.
(£) Refol. Vtoedfch. N. H. 2! Jmy 1*11. ƒ. 2f. |
||||||||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||
S6
|
||||||||||||||||||
zyde, was ook eene fpeye of Huisje, waar- Sluizen
fchynlyk, op de plaats, nog het Spuy ge- en Wa- naamd, van welk ik, in een Schepenen-briefTERKEE' J • 1 • 1 TT RIKSEN.
van den jaare 1370, gewaagd vind. Van
eene deezer Spuijen wordt ook gemeld, in eene der oudfte Keuren , verbiedende, door dezelve, te fchutten (0). De Landen in Reyerskoop en op Byle*
veld, tuflehen den Meerendyk en Haanwy- ker Kaade, in 't Stigt van Utrecht, plagten, volgens eene Handveft van Hertog Albrecht, in den Ryn uit te wateren. Doch Hertog Willem bewerkte, in 't jaar 1413, een Ver- drag tuflehen hen, gevoegd met de ingelan- den vanAgthoven enMaftwyk tuflehen den Meerendyk en Heerenvliet van S. Cathary- nen te Utrecht, ter eener, en de. Stad Am- fterdam en de ingelanden van Amftelland , ter anderer zyde, volgens welk, zy hun wa- ter, door eene watering , de Byleveld ge- naamd , uit den Ryn by de Haanwyker-Kaa- de, tot in den Amftel, en voorts, door d® Amfterdamfche Sluizen, tot in 't Y loozen mogten. Te gelyk , werdt, aan die van Hermelenwaard, Kokengen en Spangen ver- gund , in de Byleveld uit te wateren. Doch zy moeften een vierde gedeelte draagen in het onderhoud der twee Sluizen in den Mid- deldam , en der Sluis te Tpefioot, welk de Stad |!u!s te Amfterdam op zig genomen hadt. Een gelyk peflo*^ aandeel moeften zy draagen, in het onderhoud van eene vierde Sluis, die, tuflehen de Stad en Ypefloot, gemaakt zou worden. Eindelyk, moeften zy het Heikooper en ander vreemd water keeren uit hunWaterfchap (p). De vier- Sla« on- defluis, van welke, in dit Verdrag, gewaagd Aenrt^neis^' wordt, werdt, federt, gelegd, ter plaatfe,p00rtt alwaar, na de bemuuring der Stad, omtrent den jaare 1480, de S. Antonis-poort geftigt werdt , en kwam regt onder de gemelde Poort. De Stad nam, in 't jaar 1492, aan, de gemelde Sluis te onderhouden; waarvoor, door de Landen van Reyerskoop, de Prooft- dy van Mydrecht, en van Ouder- en Nieu- wer - Amftel, zekere fomme gelds betaald was (q). Op gelyke voorwaarde, nam zy, in 't jaar 1497, het onderhoud der fteenen fluize op den Middeldam, aldernaefl 't Ste- dehuis, op zig (r): en in 't jaar 1509, dat van de Ooflerfcbe Sluis aldaar (s). In 't jaar 1510, verbondt zy zig,uit gelyke oorzaak, aan die van Amfterveen en derzelver aan- hang , tot het onderhouden der twee fluizen in den Middeldam , en der fluize onder de S. Antonis-poort (t): alle welke verbindte- |
||||||||||||||||||
Sluizen kerlyk, terftond na 't leggen van den Dam,
en Wa- gemaakt werdt. Ongetwyfeld, was dit ge- TERKEE- fchied, op koften van den Heere van Am- kingen. ftel ^ alzo men vindt, dat de Dorpen Nieuw- veen en Kalflagen het regt om door Amfter- daiü uit te wateren, van Gysbrecht van Am- Hel en deszelfs Broeder Willem, Prooft van S. Jan te Utrecht, gekogt hebben, en, in 't jaar 1364, door Hertog Albrecht, in het zelve beveiligd geworden zyn (b). De Graa- ven van Holland, de Heerlykheid van Am- ftel bekomende, hebben ook het regt tot de Sluis in den Middeldam verkreegen. Dezelf- de Albrecht fchonkde Kolk deezer Sluize, veelligt om te beviflchen ; doch zekerlyk om, op 't gewelf boven dezelve, te timme- ren en te woonen, den twintigften January des jaars 1386 [1387],aan Heere Reinier Si- monszoon, Priefter te Amfterdam (z)- Ten deezen tyde , lag 'er , nevens de oude of groote, ook eene kleine Sluis in den Middel- dam. Beide de Sluizen lagen 'er , naar 't fchynt, reeds in 't jaar 1306, gelyk,uit ze- kere rekening van Bernd van Dorenweerde, Baljuw van Amftelland, van wege Biflchop Guy, af te neemen is. Hy verklaart, in de- zelve , dat hy, des dingesdages na Pinkfleren des gemelden jaars, tot Aemflelredamme ge- komen zynde, die fluyfen befagh (&). Ge- volgelyk, zyn 'er toen al meer dan ééne ge- weeft. Door de twee fluizen, van welken wy fpreeken, was het gedeelte van Amftel- land , welk men toen Jficbdoem noemde, en welk nu Nieuwer- Amfiel genaamd wordt (/), Andere gewoon, uit te wateren (m). Doch behalve ofS^L- deeze twee uitwaterende fluizen, waren 'er, jen.P in de veertiende eeuwe, reeds twee of meer Sluisjes of Spuijen, ten wedereinde van de Stad, dienende, om het water te leiden door de oude en nieuwe graften, nu de Oude- en Nieuwe - zyds - Voor- en ^Agterburgwallen. Naar den Y-kant, waren 'er twee, eene aan de oude zyde, daar, federt, de Oude-zyds- Kolks-fluis gelegd is , der Stede Sluze ge- naamd («), veelligt, om dat zy door de Stad bekoftigd was; en eene aan de nieuwe zy- de , zo 't fchynt, in den Amfteldyk, daar nu de Kolk is. Immers, ik lees, in eenen Sche- penen-brief van den jaare 1409, van vier huizen ende erven, gbelegen op ten nyendike, tnßreckende van der ouder fpoye, die toen, veelligt, reeds gedempt was, en nergens kan gelegen hebben, dan daar nu de Kolk is, tot Sinte Jacobs firate toe. Aan de Amftel- (.h) Handv. van Rynland, bl. 354.
(') MlJERIs Charterb. UI. Deel, bl. 4J«. (K.) "i>h Aantek. TÄnSchepen GerardSchaefPieteRSZ. (I) Zit de Oade Kaart van Amftelland -»»tr it Hand- vetten. (m) Zie Handv. bl. 709. [«.]
(nj Keutb. A. ƒ. 13. |
||||||||||||||||||
ms-
|
||||||||||||||||||
(0) Keurb. A. ƒ. 14 vtrfi
|
||||||||||||||||||
(p) Handv.
{q) Handv.
(r) Handv.
0) Handv.
|
7°9.
7". -iz.
7M. |
|||||||||||||||||
I*) Handv. tl. 7'i.
|
||||||||||||||||||
\' Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
WEERELDLYKE GEBOUWEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
57
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
enw* ni^n/imftei"dam,heiliglyk,naargekomenis.
terse^". ^n 'c jaar 154Ö, werdt de Wcfterfluis in den *'»st6M. Aliddeldam hermaakt («), en in't jaar 1594, werdt bellooten , de Damsfluis en Duiker te heritelleri (v) : 't welk, in 't jaar i597,eerft volbragt werdt (w). 't- Ver- OndemuTehen, waren, met het vergroo- Sro««en ten der Stad,ook andere fluizen aangelegd. 8«ft ge- De twee flllizen indenMiddeldam keerden, ïegenheidby hooge vloeden, het Y-water uit de Stad. tot hec Zo deeden ook twee Huizen in den S. An- haften tonis- of Zeedyk, de oude Kolksflws, in de we siui- . ^ Regiflers, d'oude zyds Sluyfe (x), en ook aeo. m eenen Schepenen - brief van den tienden July des jaars 1431, waarby een erf, daar- omtrent , an den Zeeburch , of Zeedyk gele- gen, aan 't S. Nicolaas - Gafthuis opgedraa- gen wordt, der Stede flufe genaamd; en de Sluis, boven welke de S. Antonis-poort ge- N;ai. fligt werdt. Doch toen de Stad nog binnen ^cndy. de Voor- en Agterburgwallenbegreepen was, Haariem- werc'l:.'er j ten gelyken einde, nog eene vyf- 1061 Huis. ^e ^LUS' aan 't noordeinde der Nieuwe-zyds- " Voor- en Agterburgwallen, aangelegd, die de Nicuwendyker- en Haarlemmer - Jims ge- noemd werdt (y) , en nu de Oude Haarlem- mer fluis heet. Zy werdt, in, of kort na 't jaar 1594, vernieuwd (z\ Aan de Ara- ftelzyde, waren, toen reeds, zo 't fchynt, tot keering of tydige doorlaating van het hoo- ge Amftelwater, en om fchuuring en ver- verfching te wege te brengen, in de Oude- en Nieuwe-zyds-Voor- en Agterburgwallen, Grimne °°^ twee ^'LUZen gemaakt, eene, ter plaat- fe-flui's.S fe ^er Grimneffe-, en eene, ter plaatfe der Offen.' 0ßenfluis; welke laatfte, in de Stads Re- fluis. gißers, ook de Byntwycker-fluis genoemd wordt (a). Doch, veelligt, is de eerftge- melde Huis laater gelegd geworden. Ter plaatfe van de laatftgemelde Sluis, werdt, in 't jaar 1526, eenefteenen brug gelegd (b). Toen de Stad, omtrent den jaare 1480,tot aan den Singel en Kloveniers-burgwal, uit- gelegd werdt, werden 'er, zo ver my ge- ^-eken is, in eenen geruimen tyd, geene nieuwe Sluizen gemaakt, uitgenomen het vetde-n" 1 t^' het Bomn'verdr2et genaamd, aan
Sluisje*" v» n§d> waarvan men, in de Stads Re- voorde ë'i'en > op de jaaren 1548 en 1554, g'e" Heiiige. waagd vmdt (c) , en een fluis je, niet verre Poon Van ' aan den Heiligen - weg, voor de tu) Oud Regifter ter Theorie, Ca* S. h. ƒ. xt.
(V) Relol. Vroedfch. N. . l%'Juny i,9+. f. S.
(») J. LAURENT,« Amftfriatn. (*, Groot-Memor. *. t./^^ O) Groot-MemorN. i. f. ^ Rcfo]> Vroedfch. N, «.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Heilige-wegs-poort (d). Het eerftgemelde Sluizen
ftrekte, om het Stads water op eene be-f» Wa- kwaame hoogte te houden, en daarbenevens TERKEE- , ° _ ■ ', , . , . , RING2N.
tot eene doorvaart voor de buitenluiden,
die-, by hoog water of groote drokte, lang toeven moeflen, eer 'er gefchut werdt; van waar het Verlaat de naam van Boeren - ver- driet fchynt bygebleeven te zyn. Omtrent den jaare 1545, werden de Grimneffe-fluis en de OJJen-fluis gelegd. De laatfte fchynt, in de plaats der Bmdwykeriluis, gelegd te zyn. De eerfle, veelligt, op eene plaats, waar nog geene fluis gelegen hadt. Immers, het b'ykt, uit eene uitfpraak der Landvoog- deffe, Vrouwe Maria, Koninginne van Hon- garye, van den agtften September des ge- melden jaars, dat defpoyen ofte verlaetenaen de Veemarckt opte nyeuwe Zyde, en tujjchen S'e' Marien Convent ende die nyewwe nonnen, welken men, federt, de Ojjen-fluis en de Grimnejjè-flüis genoemd heeft, niet lang na dien tyd, gelegd zyn. De uitfpraak is, ook in andere opzigten, merkwaardig; en nog nimmer gedrukt; waarom wyze, aan 't ein- de van dit Boek, onder de Bylaagen ( e) , geplaatft hebben. By de Vergrooting der Stad, die, in 't S. Anto-
jaar 1601, grootendeels, voltrokken werdt, nis-fluis„ werden wederom vier nieuwe Sluizen ge- Nieuwe maakt, die, door deeze vergrooting, nood- Haarlem- zaakelyk geworden waren, te weeten, twee mer fluiï' Buiten-lluizen, en twee Binnen-fluizen. De twee eerflen waren de S. Antonis-fluis, aan de oude (ƒ), en de nieuwe Haarlemmer-Jluis aan de nieuwe zyde: tot het aanleggen van welke laatfte, reeds in 't jaar 1594,belloo- ten was (g), fchoon zy beide, niet voor 't jaar 1601, voltrokken werden (h). De nieu- we Haarlemmer-fkiis werdt, in 't jaar 1617, vry wat verlengd. De S. Antonis-fluis dien- de niet, om 't binnen-water te loozen; maar om 't buiten-water te fchutten, en dus de wateren der Stad, op eene bekwaame hoog- te , te houden CO- De twee anderen, die, Heilige, in 't volgende jaar , werden voltooid, wa- wegs- ren de Heilige-wegs-Sluis, pas buiten de Hei- sluls* lige-wegs-Poort aan den Singel, en de Jan- jan. Rooden-Poorts fluis, ook aan den Singel,by Rooden- de Jan Rooden-Poort. Het water of de kolk £°?rts- der oude S. Antonis - fluis, die onder de S.Muis* Antonis-Poort lag, werdt, in 't jaar 1614, overdamd (£), en tot eene markt gemaakt. Doch de fluis , welker, deuren, ten einde der markt, aan de Gelderfche Kaai , ge- plaatft (d) Groot-Memor. N. II. ƒ. 97 v'rf>'
(*) L'. B. (f) Groot-Memor. K. II. f. 19» verf:
(g) Refol. Vroedfch. N. |. !» May, lJ<">3 IJ9*. ƒ. i,4.
(h) J. LaurentiuS Amfterdam. (i) Refol. Vroedfcli. N. 10. zoMdtrt Ifiot. ƒ. 164mr/i.
{k.) ]. LAimBNTlUS AultetliWl. H
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
13 u
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
• /- }}-.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
U; Refol. Vroedfch. N. s ,, ^ im ß
y\ Groot-Memor. N. I. ƒ. ,,,_
/ } "r°ot-Memor. N. I. ƒ. 3Jg Verrt
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
*'
|
- -^oot-Memor
|
. N. II. ƒ. u. ner'
|
|||||||||||||||||||||||||||||
/• »• Refol. Vroedfch. tf. r.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
II.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
STUK.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
58 AMSTERDAMS III. Deel.
sluizen plaatft werden, hieldt gemeenfchap met het in de Prinfen-graft, by de Leliegraft, voor Slotze»
en Wa- Amftelwater, door eene pyp, die nog, onder 't Nieuwe-zyds-Huiszittenhuis. Ook werdt«« Wa- TERKEE" de Poort, nu de S. Antonis-Waag, door- het vuile water, in 't zuid-ooften der Stad, J^^T " Gm' loopt, en in die Waag, met een groot luik, geloosd, door een fluisje, gelegd, ten einde» gedekt is: wordende het Y- en Amftelwa- van den Kadyk, by de nieuwe vaart. ter, op de markt, van eikanderen afgefchei- Door 'tmaaken van alle deeze Huizen en De Stad den door eene toldeur, by welke eene an- toldeuren, was de Stad, voor zo ver zy bin- was>ir'vi- dere toldeur geplaatft is, die het buiten-wa- nen dezelven lag, binnenwaaf ds, verdeeld in ™°^ je tef fchut, öf, door de Huidenvetters floot, vier Polders of Waterboezems. De eerde eeuwe, in den Oude-zyds-Agterburgwal, doorlaat, was afgefchut door de oude Kolks-fluis, de van bin- Tot bevordering van fchuuring en verver- GrimnefTe-fluis, de Huidenvettersfloots-tol-^a'.v^r" fching in de Stad, werden, omtrent dien deur op de S. Antonis of Nieuwe Markt, en V1vr\va- Vyf klei- tyd, vyf kleine fluizen aangelegd, te wee- eenige rioolen onder 't Gafthuis, en de terboe- ne Slui- ten de Bullebaks-fluis, ten einde der Blom- Godshuizen langs den Kloveniers - burg- zems. 2en# graft,in 't jaar 1613; de Leliefluis ,t&n ein- 'wal. De grootte of vlakke inhoud van de der Leliegraft, in 't jaar 1614; de groote deezen boezem werdt op drie en een halve Brouwers-fluis, op de Brouwersgraft, by de morgen waters gerekend : de tweede, die Prinfengraft, in't jaar 16155de kleine Brou- twee en dertig en twee derde morgen wa- • w er s-fluis, ten einde der Brouwersgraft, ee- ters bevatte , was beflóoten binnen de oude nige jaajen laater, en de Prinfen-fluis, op en nieuwe Haarlemmer-fluizen, de groote de Prinfengraft, voor 't Schermfchool, nu Brouwers-fluis, de Leliefluis, de Scherm- de nieuwe Waaien-Kerk, in 't jaar 1618 CO- fchools-fluis, de Leidfche - Poorts - fluis, de Sluizen jje laatfte en grootfte Vergrooting der Spiegels-iluis, de Reguliers - toldeuren , de der laat- gtad, die, omtrent het jaar 1657, begon- fluizen op de Utrechtfche ftraat, de Heili- crooting. nen werdt, maakte het leggen van nieuwe ge-wegs-fluis en de Offen-fluis. De derde ' fluizen wederom noodzaakelyk. Ook wer- boezem, die maar zeventien en een derde ' den toen twee groote fluizen tegen 't Y ge- morgen waters inhieldt, lag binnen de Een- Een- legd, ten wedereinde van de Stad, de Een- hoorns-Huis, de kleine Brouwers- of Haar- lioorns- hoorns-fluis, en de nieuwe Raapenburger-ßuis. lemmer-Poorts-fluis, de Bullebaks-fluis, 't " En om-'t hooge Amftelwater te keeren uit fluisje aan 't kleine Plein, ten einde der Leid- Raapen- ^e voornaame graften der Stad, en te ge- fche graft, de Schermfchools-fluis endeLe- burger- lyk, het Y- en Stads-water te houden uit liefluis. De vierde boezem, de grootfte van Slufs. den Amftel, maakte men drie nieuwe fluizen allen, lag , met den Amftel gemeen, tus- Drie op de Utrechtfche Straat, aan de Heeren-, Kei- fchen de Damsfluizen , de Öflenfluis , de Sluizen zers-'en Prinfen-graften. Ook hieldt men het Heilige-wegs-fluis, de fluizen op de Utrecht- Utrecht Stads Water uit den Amftel, van binnen, door fche ftraat, de Reguliers-toldeuren, 't lluis- fehe a de Reguliers-toldeuren, die, op de Reguliers- je ten einde van den Kadyk, de Scharbiers- Stiaat. graft, onderde brug over de Agtergraft, of nieuwe Raapenburger-(luis, de nieuwe werden gelegd; en van buiten door de We- S. Antonis-fluis, de Huidenvettersfloots-tol- terings-Beer, en toldeuren, die, onder de twee deur, de rioolenonder de Godshuizen, en Valbruggen, buiten de Weterings-poort, in de Grimneffe-fluis. In deezen boezem, re- ^le.^e de Stads Graft, geplaatft werden. Tot door- kende men te zyn vyf en dertig morgen wa- tot'ld" vaart enfchuttïngevan't Stads_water,maak- ters; zo dat de oppervlakte van al het wa- ding en te men, in de nieuwe uitlegging, de Spie- ter binnen de fluizen der Stad agt en tagtig fchuuing gels-Sluis, tuflchen de Spiegelgraft en We- en een halve morgen befloeg. Buiten de Van bui- van>t terings-poort; de Leidfche-Poorts-Jluis, inde muuren, was de Stads graft of veil in twee ten £a Water' Baangraftaan 't Leidfche Plein, en het fluis- boezems onderfcheiden. De eerfte , die,twee* je aan 't kleine Plein,ten einde der Leidfche tuflchen den Haarlemmer- of Wefter-beer graft; welk laatfte , in 't begin van deeze en den Weterings-beer voor de Weterings- eeu we, wederom gedempt is. In de voorige poort lag,^ ontving het Stads vuilwater, uitlegging, ftrekte reeds, tot loozinge van 't door de kleine Brouwers-fluis, en loosde het, vuile Stads water, de kleine Brouwers- of door den grooten duiker, die, in den Haar- Haarlemmer-Poorts-fluis, gelegen ten einde lemmer-dyk, pas buiten de Haarlemmer- van de Brouwers-graft. Voorts, maakte men Poort, gelegd werdt, in't Y. De andere nu, om 't Y-water bekwaamer, in en uit ver- boezem, die, tuflchen den Weesper - beer fcheiden' graften der twee laatfte uitleggin- voor de Weesper-poort en den Oofter-beer gen, te leiden, e^nfluis je of klap inde Leidfche aan den Diemer dyk lag, ontving het Stads graft, by de Keizers - graft, en, eeß ander water, en loosde het, wanneer dezelve te vol werdt, door middel van Watermolens,
(i) j. uurenthjs Anjaadam, die agter dei} Stads Timmertuin geplaatft |
||||
I. Boek. WEERELDLYKE GEBOUWEN. 59
Sluizen waren» insgelyks in 't Y. Beide deeze boe weinig lekken op den Amflel: waardoor, Sluizeic
teme"e~- zems werden gerekend eene oppervlakte van in dien tyd,, het Amflelwater, alleenlyk even«» Wa- »bwbkÏ' ne§enen negentig morgen waters te bevat- buiten de fluis, een weinig brak werdtj welk TERKKE^ ten: de eerfle zeven en zeflig, en de tweede brak water, met de minfïe ebbe, kon ge-RINGÏIf' twee en dertig morgen» loosd worden. Men bevondt, dat de Ain- ring6" Doch in deezen (laat van de Stads wateren, fiel, by't Oetgens pad, zeer weinige, en
denWa- bevondt men, dat zulke boezems inzonder- by de Schelpbrug, geheel geene brakheid terftaat heid > die met den Amflel gemeen lagen , hadt, zelfs na dat het Stads water, door de der stad, veel te weinig konden ververfcht worden, opening van eene toldeur, ter wydte van leggenCt a'Z° ^e Amflel, niet dan by zeerlaage ebbe, een, of een en een halve voet , een en van de ^e Zeldzaam voorvalt, eenigen merkelyken twintig maaien op den Amflel gelekt hadt Amftei- aftrek hebben kon. De meefle ververfching («). De Weesper-beer naderhand wegge- fluis. der gemelde boezems beflondt in het Y- nomen zynde, bleef de Stads buiten-graft, water een weinig te laaten flonfen, dat is, tufTchen de Weterings-beer en Oofler-beer door de klinketten der Sluisdeuren, en door of Diemerdyk, gemeen leggen met den Am- de Reguliers-toldeuren, te laaten afloopen, fiel, en daardoor altoos voorzien van frifch °P den Amflel, die gemeenlyk geen ander water, wordende het vuile water der Stad water te rug gaf, dan 't gene al lang in de aan deeze zyde, federt, door het fluisje ten Stad geflaan hadt, en zeer vuil was. In de einde van den Kadyk, geloosd in de nieu- andere boezems, waren, door den tyd, ook we vaart. veele ondiepe plaatfen gekomen, vooral om- Het maaken van zo veele nieuwe Slui-uitdc
trent de fecreeten onder de bruggen. Ook zen, ter gelegenheid van de verfcheidene meefte |
|||||||||
hadden de menigvuldige rioolen, die -in de vergrootingen der Stad, en het leggen der oud' b.in*
burgwallen uitliepen, op veele plaatfen, on- Amflel-fluis in 't byzonder, hadt de mees-'zen,wor- diepten veroorzaakt, die , door vaartui- te oude Binnenfluizen noodeloos gemaakt; den' de |
|||||||||
Sen geroerd wordende, of door warmte, of waarom de deuren, uit verfcheiden' derzel- deuren
andere oorzaaken, aan't giften geraakt zyn- ven, van tyd tot tyd, geligt werden, ens st' "e 5 vry wat flanks verwekten. Men befloot de doorvaart en waterloop door dezelven dan, het Y-water, welk, gemeenlyk, vooral vrygelaaten. Eenige Huizen, gelyk de Jan- des Zomers, twee of drie voet hooger was dan Rooden - Poorts - fluis , zyn geheellyk ver- net Amflelwater, uit den Amflel te houden, dweenen: anderen, gelyk het fluisje in den door het leggen van de Amflel-fluis, die, tus- Heiligen weg en het fluisje ten einde der ichen dePrinfen-graft en Agter-graft,opde Leidfche graft, werden gedempt. Doch h0°gteder Utrechtfche dwarsflraat, inden de (luizen, die nog kennelyk overgeblee- Amftel, gemaakt werdt (m). Door 't leg- ven; maar van deuren ontbloot zyn, zyn genvan deeze Sluis, werdt het Y-water in de Offen - fluis , het Boerenverdriet aan de Stad op eene bekwaame hoogte gehou- 't Spui, de Heilige - wegs - fluis in den Sin- den, en, door de binnenfluizen, alomme, door gel, de Schermfchools- of Nieuwe Waa- de graften geleid, die dus, doorgaands, len-Kerks-fluis, en de drie Sluizen op tweemaal in een etmaal, ververfcht werden, de Utrechtfche flraat. Het wegneemen van Zonder dat de Amflel werdt befmet. Men alle deeze fluisdeuren, op de drie laatflen na, droeg, federt, zorg, dat het intappen door hadt de Stad, die te vooren binnen de rriuu- andere Y-fluizen gefchiedde dan het uittap- ren, uit vier water boezems beflondt, ge- Pen , 't welk te wege bragt, dat het water, maakt tot twee Waterboezems van ongely- We.lk, door het omloopen door de Stad, ver- ke grootte, die door de groote Brouwers- vuild geworden was, geloosd zynde, niet zo fluis, de Leliefluis, het fluisje of de klapdeu- Jgt wederom in de Stad vloeijen kon. De ren in de Leidfche graft, de Reguliers-toldeu- meeft befmette boezems kreegen toen, ge- ren, de Amflel-fluis, en de drie Sluizen op meenlyl^ dagelyks goeden aftrek van vuil de Utrechtfche Straat, gefcheiden worden, water, a]Zo ^ e^e doorgaands agt of ne- Doch na het ligten der deuren uit deeze drie gen duim laager ging, dan 't water, in de fluizen, kan de Stad, ruim zo gevoeglyk, als Stad, zonder eenigen hinder, geleeden kon een enkele boezem, of groote Polder, wor- worden. Doch ais} by zeer hoog buitenwa- den aangemerkt. ter, de ï-fluiZen ^t gehouden moeflen Ondertuffchen , bevondt men, weinige Nieuwe
worden, deedt men, federt, dooreene tol- jaaren na 't leggen van de Amflel-fluis, Water- deur der Amflel-fluiss bet Stads water, om dat een voornaam gedeelte zo der oude als J^enn* het op een' lydelyken peil te houden, een nieuwe Stad, buiten de Sluizen leggende, %Jj£ met
« T»'»^*?,1, JI0edfch- L'-G- Ji oa>h. it Ntv. t«7o. (n) zie Daniel Stalpert Beiigt wejens de Wateren,
J "'*■ /• 71, 71 *<'/», 11» v,rf,, ittzer Stede. Stdrttkt iS7<-
H 2
|
|||||||||
AM ST E R D A M-.'.£1'»' III. Deel.
|
|||||||||||
6ó
|
|||||||||||
mét hoog water, onderliep. Hiertoe Be-
hoorden , behalve de Bickers-., Prinfen-, en Reaalen-Eilanden in 't noordweflen, en de Eilanden Kattenburg , Wittenburg en Ooftenburg in 't zuidooften der Stad , de Haarlemmer - Houttuinen, Haringpakkery, Texelfche Kaai,'t Water tot aan den Dam, de Oude Teertuinen, de Oude-zyds-Kolk, de Gelderfche Kaai en Laftaadje, het nieu- we Waals-Eiland, én de Montelbaans Burg- wal tot aan de S. Antonis-fluis, metdeftraa- ten en graf ten, die binnen deezen omtrek begreepen waren. De kelders der'huizen, die hier {tonden, ende benedenfte verdie- pingen van veele huizen zelven hadden veel overlaft van 't hooge water. In zulk een ge- val, waren de bewooners der huizen ver- pligt, hunne buuren uit de Kelders, met der- zelver huisraad, te bergen, tot dat hét wa- ter gedaald ware. Men weerde, daarenbo- ven , het water uit de huizen, en uit fom- mige ilraaten, door, in groeven voor de- zelven, breede planken te zetten, welker reeten met potaarde werden digt -gemaakt. Doch deeze middelen konden, dikwils, zó fpoedig niet in 't werk gefield worden, of het .water hadt alreeds merkelykéfchade ver- oorzaakt , met naame aan de Koopmanfchap- pen, die, in de pakkelders, lagen, en zo ras niet konden verwerkt worden"; behalve, dat het verwerken zelf veel ongemaks en koflen baarde. Men befloot dan, in't jaar 168-1, het voornaamfle gedeelte van 't gene buiten de Sluizen lag, te bepolderen, door het leg- gen eener zwaare Waterkeering op Zeedyks hoogte, in welke, op gelyke hoogte, voor de Sluizen, twee paar Vloeddeuren gelegd werden. Alleenlyk, verkooren de bewoo- ners der Haarlemmer - Houttuinéh en Ha- ïingpakkerye geene Waterkeering voor hun- ne huizen (o), willende zy liever den ouden overlaft van 't hooge water lyden, dan den gemakkelyker op- en afflag hunner koopwaa- renmhTen. In 't jaar 1682, was de Water- keering voltrokken. Zy werdt, gelegd van den Nieuwendyk af, door de Ramskooy, langs de Texelfche Kaai, de Oude Teertui- nen , het. nieuwe Waals - Eiland, en de Y- graft. Ook werden de Kadyk of nieuwe Zee- dyk, die buiten de Sluizen bleef, en de Haarlemmerdyk, van de Oude Haarlemmer- fluis af, tot aan 't Plein binnen de Poort toe, eerlang, merkelyk, verzwaard en verhoogd. De Vloeddeuren der Waterkeeringe wer- den gelegd op vyf plaatfen, onder de Nieu- we Brug, voor deDamsfluizen"; aan't Kam- perhoofd, voor de oude Kolks-fluis; aan de Laftaadje, voor de Nieuwe Markts- of S. (.) Zit II. Deel, XX. ZJe.fc, hl. 666 enz.-
|
|||||||||||
Antonis-Waags-fluis, en ten wèdereinde van Slotzes
't nieuwe Waals-Eiland, voor de S. Antonis-«» Wa- fluis. En op deeze wyze, werdt een groot TERKE^" gedeelte der Stad> zo fommigen. hebben R* aangetekend (ƒ>) , wel tweeduizend huizen, tegen hoogen vloed, verzekerd; zo dat nu, ■•.-'■ • behalve de te vooren genoemde Eilanden, ten wedereinde van de Stad, alleenlyk de Haarlemmer - Houttuinen en Haringpakke- rye en't gene daar agter legt, ten noord- ooften van den Haarlemmerdyk , aan den overlaft van 't hooge water onderworpen ■ blyft. De Sluizen der Stad zyn zesderlei : i. Zesderlei
Sommigen laaten het Y-water in de Stad, Sluizen tot behoorlyke ververfching ; of fchutten jjtad. het, by hoogen vloed. Hier toe dienen thans de Nieuwe Markts- , of S. Anto- nis-Waags- Huis , de oude Kolks -fluis, de Damsfluizen, de oude Haarlemmer-fluis en de nieuwe Haarlemmer - fluis, die , met den vloed, worden open gezet, en't buiten- water , dat verfch uit de Zuiderzee herwaards vloeitf, tot de 'vereifchte hoogte, intappen. Doch by hoogen vloed,worden deeze Sluk. lèn,!£o wel als de Waterkeeringen, welke laatften, anderszins, altoos open ftaan, digt gehouden. 2r. Om het Y-water van het Stads^water af te fchutten, dienen thans de Nieuwe Raapenburger- en S. Antonis - (lui- zen. 3. Tot uittappinge van 't water, na dat'het, door het grootfte gedeelte der Stad, geloopen heeft, diende, voor deezen, alleen de Eenhoorns-fluis, in den Haarlemmerdyk op de Prinfengraft; doch , federt weinige jaaren, is ook, door de Scharbiers- of nieuwe Raapenburger - fluis, uitgetapt: 't welk nu, in 't kort, wederom veranderd is; zo dat thans, gelyk voormaals , alleen door de Eenhoorns-Huis uitgetapt wordt. Het vuile water, welk, door de Eenhoorns-fluis ,vvordt uitgetapt, wordt belet wederom in de Stad te loopen, door het digt houden van twee fehutdeurén, in het zogenaamde Boerenver- driet^ de Roodebrug. 4. Om het Y-water in-4e Stad op eene bekwaame hoogte te houden, dient de Amftel - fluis, belettende den afloop van het zelve naar den Amftel, die,genoegzaam altoos, met naame des zo- mers , laager is dan het Y. Ook fluit deeze fluis, zo wel als de Reguliers- en Wete- ringspoorts-toldeuren, het Stads water van het Amftelwater. 5. Negen Binnenfluizen die- nen , om het water, door de Stad, bekwaam- lyk, te leiden, en daardoor alle graften te vèrverfchen; als de groote Brouwers - fluis, de kleine Brouwers- of Haarlemmer-Poorts- fluis, de fehutdeurén in de Prinfengraft, by 't
(p) COMMM.IIÏ, */. SS 3-
|
|||||||||||
Sl-jizeh
en Wa?
TERKEE-
IUKGEN- |
|||||||||||
!• Boek.
|
|||||||||||||||
WÈERELDLYKE GEBOUWEN.
|
|||||||||||||||
€i
|
|||||||||||||||
't Nieuwe - zyds - Huiszitten - Huis, de Le-
üefluis, de Raampoorts- of Bullebaks-fluis, de Lauriergrafts duiker, de fchutdeureri in de Leidfche graft, by de Keizers graft, de Leidfc'he - Poorts - fluis en de Weterings- Poorts-fluis: eenigen van welken ook het vuile water in de buiten boezems loozen. 6. Einde- 1'yk, zyn 'er nog twee Sluizen of duikers, die- nende om het vuile water, met behulp van Watermolens, te loozen in twee boezems, een ten weilen en een ten ooflen. De eerfte is de groote Duiker in den dyk buiten de Haar- lemmer Poort, die vier paar deuren heeft, en 't vuile water ontvangt uit de Stads buiten- graft of weftelyken boezem, welke zig,van denWefler-beer buiten deHaarlemmer Poort, tot aan den dam onder de Weteringspoorts- brug én de toldeuren in denzelven, uitftrekt. De andere kleine Sluis, of Outewaaler duiker, die twee paar deuren heeft, en tot het zelfde einde dient, legt ten einde van den Kadyk , en looft het vuile water , welk, beooften den Amftel,in de nieuwe Stadge- loopen heeft. Wy fpreeken niet van de GrimnefTe fluis, die twee Vloeddeuren heeft, welken altoos open ftaan , en alleenlyk, tweemaal 's jaars, in 't voor- en najaar, by nagt, toegedaan worden, om, na 't volzet- ten van de Oude-zyds-Voor- en Agterburg- Wallen door de Kolksfluis, de rioolen onder 't Krankzinnigen -Huis, Spinhuis , Oude- Mannen-Huis en Gafthuis', die, met fcliui- yen, van den Hoveniers - burgwal en Binnen- Amftel afgefehut zyn, fchoon te fchuuren. Gm te klaarder begrip te hebben van de
wyze, waarop de Sluizen werken, zo'tot Verzekering der Stad tegen hooge vloeden, als tot ververfching van dezelve, moet men weeten , dat een gemeene vloed in 't Y ryft tot omtrent tien voeten Rynlandfche . maat, beneden de hoogte van den Spaarne- dammer- en Muider-dyk. Wanneer de vloed tot deeze hoogte beneden den dyk geklom- men is, wordt het water gezeid te ftaan op vtads- of Amfierdamfch Peil. De hoogte van den dyk wordt, aan verfcheiden' Y-fluizen en aan alle Waterkeeringen , aangeweezen (MOv een' witten fteen, waarop gehouwen zeedyks hooghte,
zynde 9 voet 5 duim boven
Stads Peil. De peil (laat benevens en onder deezen fteen,
of naaft of tegen eene der Sluisdeuren , klimmende de merkletters in den zelven op, niet drie duimen, 3, 6, o, 12 enz.tot 104 duimen toe, zynde de gemelde hoogte van 9 voet 5 duim, Amiterdamfche maat. De |
|||||||||||||||
peiltekens aan de Waterkeering voor deSLurzEs
oude Kolks-fluis; aan de Nieuwe Markts-en Wa- fluis en elders, verfchillen hier van een wei-TER*E,f" , ,. '■ • ■ , . , RINSER
mg, en klimmen niet zo hoog, in t aan-
wyzen der ryzinge van 't water. Zo dra de vloed ryft tot vyf of zes duimen beneden deezen peil, moeten de Y-fluizen 5 en wan- neer dezelve, tot zeftien af agttien duim boven den zelven ryft, ook de Waterkee- ringen toegezet worden. Wanneer 't water tot vierentwintig duim klimt , wordt het flot aan de deuren der Waterkeeringen ge- hangen : op veertig duim, worden de nood- deuren, zynde de binnenfte deuren der Wa- terkeeringen , toegezet: op vyftig duim, wor- den de deuren met balken verfperd: op om- trent zeftig duim, loopt de Slaaperdyk by Spaarnedam over, waardoor eenige ontlas- ting voor de Stad komt. Ten einde der Haarlemmer - Houttuinen , legt een klin- ket of fchuif, die digt gemaakt wordt, als het water , in de nieuwe Teertuinen, op de ftraat ftaat. Voorts, moeten, volgens eene keure van den twaalfden January des jaars 1701 , geene Kelders binnen de Y - fluizen laager gelegd worden > dan eeri duim boven Stads peil, en buiten de flui- zen , doch binnen de Waterkeeringen j niet laager dan twee voet boven Stads peil, welke peil den Timmerluiden en Metfelaa- fen, door den algemeenen Opzigter van de Sluizen en Wateren der Stad, wordt aange- weezen (r), -'De Kelders , die van ouds laager gelegd zyn, hebben, nu en dan, zo ter oorzaake van het hooger Amftelwater, als vooral, uit hoofde van het hooger loo- pen der buitenvloeden, door de geduurige verwydering der zeegaten, nog laft van 't hóoge water: met naame in het laagfte ge- deelte der Stad. "Het hoogfte gedeelte der zelve is de Oude-zyds-Voor- en Agterburg- wal, de Nieuwe-zyds-Voor- en Agterburg- wal, de Singel, de Heerengraft en de Kei- zersgraft, met het gene binnen deezen om- trek gelegen is. In dit gedeelte der Stad, kan het water geruftelyk tot op Stads peil worden ingelaaten. Doch in het overige of laagfte gedeelte, moet het niet hooger dan tot op agt duimen onder Stads peil worden in- getapt. De Sluizen, door welken, het water, in het hoogfte gedeelte der Stad, wordt in- gelaaten , hebben, aan 't einde van den Wa- # terboezem van dit hoogfte gedeelte , een verval van omtrent vier of zes duim, dat is te zeggen, dat het water aldaar, gemeenlyk, maar vier of zes duim laager ftaat, dan aan de Sluizen. Zo dra nu het water, op de vereifchte Orde op
hoog-het
(r) Hand?, bl. 7Zs, fchutten, H 3
|
|||||||||||||||
en WA-
terKee.
|
|||||||||||||||
Wyze
van de vverking der flui- zen tot verzeke- ring der Stad te- gen hoo- ge vloe- den. |
|||||||||||||||
AMSTERDAMS III. Deel»
|
||||||||||||||||||
62
|
||||||||||||||||||
ten, en hunne beurt niet afwagten willen,
dubbel fchutgeld betaalen. Aan de Amftel- fluis hebben , behalve de gemelden , ook de Veerfchuiten de voorfchutting (t>). In de vyftiende eeuwe, plagten der Stede Hui- zen , maar drie- of viermaal 's daags, open- gewonden te worden, tot het doorlaaten van Vaartuigen (w). Doch met het aanwaffen der neeringe en vaart in de Stad,heeft men, in de volgende eeuwen, hierin verandering moeten maaken, en als 't het getyde ge- doogt , den gantfchen dag door, en zo lang de Boomen openblyven , laaten fchutten. Zelfs worden Stads-, Admiraliteits-, en Ooflindifche Compagnies - Jagten ook , by nagt, doorgefchut (x). Tot ververfching der Stad, en om 't wa-
ter , alomme, langs derzelver menigvuldige graften, te leiden , werken de Sluizen in deezer voege: het Y- of Zuiderzee-water , welk , by geregeld getyde, tweemaal in vierentwintig uuren, van 't ooflen, met den vloed , voor de Stad komt, wordt, door de intappende Sluizen, tot op eene bekwaame hoogte , dat is, tot op eenige duimen be- neden Stads peil, ter Stad ingelaaten, terwyl de- nieuwe Raapenburger- en S. Antonis- fluizen, die het Y-water affchutten, en de Eenhoorns-fluis, die alleen dient om uit te tap- pen, digt gehouden worden. De itroom komt, met geregeld getyde, ui Me Zuiderzee, over 't Pampus, in 't Y, en loopt, daar hy diepft is, van den vuurtooren by Durgerdam af, eerft, met eene flaauwe bogt, naar denWa- terlandfchen dyk; waarna hy zig Stedewaards wendt, en fterkft aanloopt op de Sluis onder de S. Antonis- of Nieuwe Markt, alwaarmen 't eerft het waffen van 't water verneemt, om welke reden, het Comptoir van den Opzien- der der Stads Wateren, ook voor deeze Sluis, in een houten huisje, over't water gebouwd, geplaatft is. Het- Y is, hier omtrent, ook op zyn diepft, voor de Stad. Doch het is, op de hoogte van de Ton op de Nes, nog veel dieper, gaande aldaar eenen zeer fter- ken itroom. Zo dra nu de Sluis onder de Nieuwe Markt , en de andere intappende Sluizen werken, en 't buitenwater gekomen is, tot voor de groote Brouwers - fluis, de Lelieflüis en de klap in de Leidfche graft, worden dezelven , midsgaders de Huiden- vettersfloots - toldeur , toegezet, waardoor 't buitenwater gefchut en geleid wordt, door den Kloveniers - burgwal, den Oude-zyds- Voor- en Agterburgwal, het Rokin , den Nieuwe-zyds-Voor- en Agterburgwal, den Singel, en langs de Brouwersgraftj door de Hee-
(v) Handv. il. 718.
(n>J Keutb. A. ƒ. ?i -vtrft, i£» vrift.
(x) Handv. iCjrs.
|
||||||||||||||||||
Sluizen hoogte, in de Stad ingelaaten is, worden
en Wa- de intappende Y - {luizen toegezet, en al- |
||||||||||||||||||
Sluizes
en Wi-
TERKEE-
SIWGÏN, |
||||||||||||||||||
TGRKEE
RINGEN. |
leenlyk geopend , om vaartuigen door te
|
|||||||||||||||||
laaten, waardoor niet dan het fchutwater,
dat is, het water, welk in de kolken tuffchen de binnen- en buitendeuren der Sluizen ge- ftaan heeft, en het water , welk door de Huisdeuren heenen lekt, in de Stad komt: 't welk geene ryzing van belang veroorzaa- ken kan. Doch zo dra de Sluizen twee, en niet meer drie voet, zo als de Keuren fpreeken, water fchutten, dat is, zo dra het water twee voet hooger ftaat aan de eene zyde der deuren dan aan de ande- re , laat men 'er geene vaartuigen meer door (Y): wordende zy, vervolgens, toege- zet; gelyk ook , wanneer het water nog meerder ryfl, omtrent de Waterkeeringen gefchiedt. Wanneer het water aan de eene zyde hooger is dan het water aan de andere zyde; doch niet zo hoog, dat 'er geene vaar- tuigen meer können worden doorgefchut, haalt men, om 't hoogfte water eerft met het water, dat in de kolk ftaat, en daarna het kolkwater met het laagfte water gelyk te doenvloeijen, de klinketten van de vloed- en ebdeuren, 't een na 't ander op: waarna de Sluisdeuren, in orde, worden opengewon- den. En is wel uitdrukkelyk verbooden, dat iemant de Sluisdeuren of Klinketten ophaa- le , voor dat de openftaande deuren en klinketten, geheellyk, zyn toegedaan, om dus te voorkomen, dat het water te hoog ryze in de Stad: ten welken einde, de enkele deuren, in de Leidfche graft, in de Prinfen graft by 't Huiszitten-Huis, en in 't Boeren- verdriet by de Roodebrug, ook maar om 't uur geopend mogen worden; ten ware 'er eerder zes fchuiten tevens voor dezelven la- gen te wagten (t). By hoogen vloed, wanneer de Sluizen niet doorfchutten , moet egter, met de klinketten, geduuriglyk af- en aange- flonft worden , om de buiten- en binnen- deuren gelykelyk te doen draagen (u). Wan- neer de Sluizen openflaan, gaat de uitvaart voor de invaart: doch regt het tegendeel heeft plaats, wanneer het buitenwater, tot op zyn' peil, ingelaaten wordt. Vifchfchuiten, fche- pen en fchuiten met buskruid, fchepen met beeilen, Molenaars-fchuiten, Nagtwerkers- fchuiten, Stads-fchuiten, die by daglooners gebruikt worden, en Admiraliteits- en Ooft- en Weftindifche Compagnies-vaartuigen, belaaden zynde, hebben, voor alle andere vaartuigen, de voorfchuttïng; doch de vifch- fchuiten, fchepen met beerten en Molenaars- fchuiten moeten, zo zy dit voorregt genie- (s) Handv. il. 7jtf 7it.
(t) Handv. hl. 72i. (u) Handv. il, 71». |
||||||||||||||||||
Werking
der Slui- zen tot verver- fching der Stad, en lei- dingvan 't water door de- zelve. |
||||||||||||||||||
I. Boek. WEERELDLYKE GEBOUWEN. 63
SluizEN Heeren- en Keizersgraften, en door de dwars- de groote pyp of kolk, drie paar Vloeddeu- Slotzek
.^,,V;A" graften en kanaalcn, die, met de meeften ren, en in de kleine, een duiker van twee«« Wa- RüiCEjr van deezea, gemeenfchap hebben, tot voor paar Vloeddeuren, die met de ebbe open-TERKEE" de Amftel - fluis, door welke het gefchut gaan. De Amftel - fluis, voor welke het wordt. Uit den Binnen-Amftel voor de Y-water gefchut wordt, heeft vier kolken.- Sluis, vloeit het water, ooftwaards, door Inde ooftelykfte , leggen twee toldeuren, de Heeren- , Keizers- en Prinfengraften , ter wederzyde van een' dam zuidwaards, en rondsom en dwars door de Plantaadje , en twee paar Vloeddeuren, ter wederzyde van wordt, met de ebbe, door den duiker, ten een' diergelyken dam noordwaarcls. Van de einde van den Kadyk,in 't Y geloosd. Het drie volgenden, heeft de middelfte of groo- digthouden van de Eenhoorns - fluis , die te kolk vier paar Vloed-, en vier paar Ebdeu- niet intapt , en het digthouden van de renrzynde twee paar van elke foorte geplaatft, de vloeddeuren der groote Brouwers- en Le- ter wederzyde van twee dammen , zuid- liefluizen, en der fchutdeuren in de Leidfche waards en noordwaards, midden in deeze graft veroorzaakt hebbende, dat het water, kolk, leggende. De twee andere wederzyd- in de Prinfen graft bewerten den Amftel, fche kolken hebben ieder twee paar deuren kager ftaat, dan in het overig gedeelte der van elke foorte. Een vyfde kolk in 't weften Stad, vloeit het ingetapte Y-water uit den is, door een' fteenen beer, in 't midden , Binnen-Amftel, noodzaakelyk, derwaards, en geflopt, en wordt, gevolgelyk, niet gebruikt, beverfeht hier de Prinfen- en Baangraften, De vereeniging tuflchen het Stads- en Bui- en de dwarsgraften, die met deezen twee ge- ten-Amftel- water wordt belet, door twee meenfehap hebben: wordende, om het wa- toldeuren, op de Reguliersgraft, onder de ter te bekwaamer te doen vloeijen langs de brug van de Agtergraft, en door twee an- dwarsgraften , ten noorden van de Blom- deren, leggende onder de twee Valbruggen, graft gelegen, de fchutdeuren in de Prinfen- in de brug buiten de Weteringspoort. Van graft, by 't Nieuwe-zyds-Huiszitten-Huis, de Binnen-lluizen dienen 'er vyf tot fchut- met de ebbe, digt gehouden: en het water, tinge van het Y-water, by vloed, om het de Stad nu ook aan de weftzyde beverfeht te bekwaamer te leiden, door de graften der hebbende, wordt, ten deele door de Een- Binnenftad: de groote Brouwers-fluis, die hoorns - fluis, buiten welke het, door het twee paar Vloeddeuren heeft; de Lefiegrafts- digthouden van de klap in 't Boerenverdriet, fluis, die ook van twee paar Vloeddeuren naar de Bickersboom geleid wordt, in 't Y voorzien is; de Bullebaks-fluis by de Raam- geloosd. De kleine Brouwers- of Haarlem- poort, met twee paar Vloed-, en twee paar merpoorts-fluis, die, by 't imappen, open Ebdeuren; de Sluis aan de Leidfche Poort, blyft, om het water, uit de Baangraft, naar de met een paar Ebdeuren in 't midden, en twee Stads buitengraft, te leiden; wordt, by het paar Vloeddeuren, ten wedereinde; en de uktappen, geflooten, om het water, welk Sluis aan de Weteringspoort, insgelyks met ■ de dwarsgraften over de Prinfengraft, en de twee paar Vloeddeuren, ten wedereinde, en Baangraft zelve beverfeht heeft, te leiden een paar Ebdeuren in 't midden. De klappen naar de Eenhoorns-fluis. in de Haarlemmer-Houttuinen, by de Roo- Vloed-en Om de Stad tegen hoogen vloed te bevei- debrug; in de Prinfengraft, voor't Nieuwe-
^nder '*8en' en't water, door dezelve, behoor- zyds - Huiszitten - Huis; en in de Leidfche- byzoïidc- tyk, te leiden, zyn de Sluizen en Duikers, graft, tuflchen de Keizersgraft en Prinfen- tesiui- alomme, van de vereifchte Vloed- en Eb- graft, en de Lauriergrafts - duiker hebben 2en. deuren voorzien. Onder de Y-fluizen, ieder een paar Vloeddeuren. De Hei- hebben de nieuwe S. Antonis - fluis twee ne Brouwers- of Haarlemmer - Poorts - fluis paar Vloed- en twee paar Ebdeuren : de heeft twee paar Ebdeuren; de duiker bui- Nieuwe Markts-fluis een paar Vloeddeu- ten de Haarlemmer - Poort, in den dyk, ren ■> en de toldeur by de Huidenvetters- vier paar, en de duiker, ten einde van den floot: de Oude - zyds - Kolksfluis , de oude Kadyk twee paar Vloeddeuren, die met de Haarlemmer - fluis, en de nieuwe Haarlem- ebbe open gaan. mer-fluis ieder twee paar Vloed-, en twee De menigvuldige Sluizen, in en om de Midde-
paar Ebdeuren. Doch de Damsfiuizen, die, Stad, van ouds gelegd, en nog tegenwoor- lenaan- tuflehen de Oude-zyds-Kolksfluis en de oude dig in wezen, en de fchikkingen, van tyd S^end, Haarlemmer - fluis 5 leggen, hebben ieder tot tyd, omtrent de werking derzelven, ge- ^™k jj"r maar een paar Vloeddeuren. De nieuwe Raa- maakt, hebben egter niet altoos, noch by graften Penburger fluis heeft vyf paar deuren in alle gelegenheden van wind en weder, be-te voor- alles, te weeten drie paar Vloed en twee hoorlyke ververfching van water können o°™een' Paar Ebdeuren. De Eenhoorns - fluis, be- brengen in de graften der Stad: 't zy dat doen ftaande uit twee pypen of kolken, heeft, in men, fomtyds, by hoog getvde, in eenige vermin- <fo. deren.
|
||||
III. Deel.
|
|||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
64
|
|||||||||||
gegeven (c). Doch, zo 't fchynt, al we- Sluizeiï
derom, met geen gewenfcht gevolg. Te- m Wa; genwoordig, heeft men, derhalve , geene _TJ!?„" O -111 1 Cl' 1 1 Rli-iOAK.
andere middelen, om de Stad, by groote
ftilte, of als 't buiten-water eenige dagen hoog blyft, en men, door de Y-fiuizen niet aftappen kan, van 't vuil water te ontlaften, dan dat men, door de vier Watermolens, van welken 'er twee, ten einde van den Kadyk, en twee anderen, buiten de Haar- lemmer Poort, aan den Y-kant, ftaan, de boezems, waarin het vuil water ontvangen wordt, zo laag houde als men kan,'t welk het water uit de Binnenftad derwaards leiden moet, en dus eenige beweeging maaken. Doch alzo men,door middel deezermolens, het Stads water maar een duim in een etmaal kan doen daalen, is ligtelyk te bezeffen, dat zy, doorgaands, weinig meer doen können, dan de Stad ontlaften van 't water, dat 'er, door lekking en fchutting, ingekomen is; waardoor het, van binnen, op eenen draag- lyken peil blyft. En zo dra 't buitenwater tot op vierentwintig duim boven peil geree- zen is, zyn zy genoodzaakt ftil te ftaan, en können geheel geenen dienft meer doen. De twee Watermolens , die nu ten einde van den Kadyk ftaan , plagten, voor dee- zen , te ftaan, ten einde der nieuwe Vaarte, die , in 't jaar 1675, van de Stad af tot aan Zeeburg, verlengd was (d) ; daar zy geplaatft waren,' om het vuile water, zo verre van de Stad, als mogelyk ware, uit te werpen. Doch alzo zy toen te grooten boezem voor zig hadden, die daalen moeft, eer de Stad ontlaft kon worden, werdt, in de Lente des jaars 1759, beflooten, dezel- ven van daar herwaards te verplaatfen (e), daar zy, digt aan 't einde van den ooftelyken vuilwater boezem, ftaan, en de Stad hierom fpoediger ontlaften können. Voorts, is het diepen of uitbaggeren van de graften, in en om de Stad, ook van uitfteekenden dienft, tot voorkominge van den ftank der wateren, 't Gefchiedt, gemeenlyk, in 't na- en voor- jaar, en 's morgens vroeg, op dat de roering zo weinig hinder doen zou , als mogelyk ware. Over de Wateren der Stede, is een algemee- Opzigt
neOj02%£eraangefteld,die tegenwoordig,te over gelyk, algemeens Opzigt er over de Stads Gebou- ^s 4 wen en Werken is. In de eerftgemelde hoeda- enGraaf- nigheid, heeft hy eenen Onder-Opzigter onder en Mod~ zig, en verfcheiden' mindere bedienden. Zy derwer- draagenzorg,datdeSchutfluizen en Water- keeringen, behoorlyk, waargenomen wor^ den 3
(c) Zit II. Dtel, XXII. Biel^, II. 723.
(i) Zit II. D««/, XX. ß««i, »/. 659.
(«) Refol. Vroedfch.. L'. UU, zo Maart, is April 17/5..
*(. ui, I«.
|
|||||||||||
Sluizen dagen , geenen genoegzaamen aftrek van
en Wa- Water hebben kon; 't zy dat, in den Zo- ggen" mer' ^ fti' weder, het water zo luttel rees en daalde, dat vloed noch ebbe, naauwlyks, eenige merkelyke beweeging in de wateren der Stad, en minft in de graften, die verft van de Y-fiuizen lagen, te wege brengen kon. De gewoonlyke oorzaaken van den ftank in de graften, die men gemeend hadt, door het leggen der Amftel-iluis, grooten- deels , weg te neemen, werkten, in zulke ge^ legenheden, eerlang, zo fterk als te vooren; vooral, na dat de Stad, digter bewoond dan voorheen, door haare menigvuldigerioolen, de graften, meer en meer, gevuld hadt met vuiligheid, die , met de minfte gifting of roering, niet nalaaten kon, vry wat ftanks te veroorzaaken. Men floeg dan verfcheiden' middelen voor, tot weering van dit onge- mak , en vondt, eindelyk, geen bekwaamer, dan het Hellen van Watermolens, ten we- dereinde van de Stad, die 't vuile water maaien zouden uit eenen boezem, waarin het, door fluizen of duikers, geloosd was, en het vervolgens uitftorten in 't Y, voor- al, in tyden, wanneer men géén'water van belang loozen kon, door de gewoone tüt- tappende Sluizen, 't Middel was, ook te vooren, en eer de Amftel-fluis gelegd ware, gebruikt (y) , en gefteld boven andere mid- delen , met naame, boven het inlaaten van het Nederftigtfch-water, tot fchuuring en ververfching , waarop , fomtyds , geraad- pleegd was (z). Doch men hadt 'er zo weinig dienft van gehad, dat, in de jaaren 1665 en 1666, bellooten werdt, de Stads Vuiïwatermolens buiten de Haarlemmer- poort tot Zaagmolens; en , alzo dit niet gelukken wilde, zelfs tot af breuken, te ver- koopen (a) : 't welk, federt, fchynt gefchied te zyn. In 't jaar 1687,floeg Burgemeefter Hudde eenige middelen voor , die , zyns oordeels, dienen zonden können, om meer- der ververfching te brengen in de Stad, by- zonderlyk,het maaken van boezems, aan de oude en nieuwe zyde van de Stad, die, door Ros- of Paardenmolens, zouden worden be- maalen (b). Eenigen van deeze middelen werden, federt, in 't werk gefteld. Doch fommigen van deezen zyn, naderhand, we- derom afgefchaft, of in ongebruik geraakt. In 't jaar 1700, werden, ten zelfden einde, eenige nieuwe middelen voorgeflaagen, van welken wy, elders, breeder berigt hebben (y) Refol. Vroedfch. N. |f, I« Nov. 1610. f. «3. N.io.
19 Nov. 16 Dtc. K49. ƒ. +j '»«r/i, jo verfo. Groot-Me- mor. N. UI. f. 19% «Fi*,. («■) Refol. Vroedfch. N. 10. 7 Dtc. I6j 1. ƒ. ïoo verfo.
(*) Refol. Vroedfch. /.'. D. 27 Maart 1*65. ƒ. zz+ verft.
t'. E. f Dcc. is««. 163. (k) Refol. Vroedfch, Li. R. I Jttny 16I7. f. Jac. Mu-
nim.-Reg. N. «. ƒ. JJ0 ,nx.. |
|||||||||||
I. Boek.
|
|||||||||||||||||||
WEERELDLYKE GEBOUWEN.
|
|||||||||||||||||||
6$
|
|||||||||||||||||||
Sluizen den, door de Sluiswagters, en geeven agt,
terJee °P ^ bekwaamlyk leiden en herleiden van kingen." net water door de Stad. In het Comp oir der Waterkeeringe, aan de Nieuwe Markt by de fluis, onthouden zig, nagt en dag, eenige bedienden der Waterkeeringe en Waterleidinge, by beurten; alle uuren aan- tekening houdende van de ryzinge en daa- linge van 't water, buiten en binnen de Y- fluizen. 's Nagts zyn 'er vier en een Com- mandeur. De algemeene Opzigter komt 'er dikwils: de Onder-Opzigter, dagelyks: En uit dit Comptoir komen de fchikkingen voort, op het digthouden der Sluizen, en der Waterkeeringen zelven, by hoogen vloed. De mindere bedienden der Waterkeerin- ge zyn omtrent vyf en twintig in getal, waaronder tien of twaalf Strooviffchers zyn, die 't flroo en andere dryvende vuiligheid vifTchen uit de graften, en wanneer 'er geene Waterleiding gefchiedt, ook op het fluiten der Waterkeeringen paffen: 't welk anders den Sluiswagteren aanbevolen is. De Wa- terleiding door de Stad gefchiedt alleenlyk in de zes Zomermaanden, April, May, Ju- iïy, July, Auguftus en September, wanneer men den meeften nood van flank heeft, en, geduurende welken tyd, de bedienden der Waterkeeringe ook paffen op de Binnenflui- zen aan deLeidfche graft, Leliegraft en el- ders. Over de Graaf- enModdenverken der Stad is ook een algemeene Opzigter: onder wien, aue de Modderluiden , onmiddelyk, flaan. ■tiet modderen van byzondere perfoonen in der Stede graften, welk, dikwils, ontydig gelcmedde,is,al van ouds, by verfcheiden' Keuren, verbooden geweefl (ƒ). |
|||||||||||||||||||
Stad, in 't begin der voorgaande eeuwe,waalbj*
een bewys van derzelver aanwaffende Koop- handel en Scheepvaart, bragt de Vroedfchap, in 't jaar 1610, tot het befluit, om eene nieuwe Waal aan te leggen, aan de wefl- of nieuwe zyde der Stad, van de hoogte der Wieringerflraat af, noordwaards, die dui- zend voeten in 't vierkant groot zyn, en, naar giffinge, twee honderd en vyftig duizend guldens koflen zou (2). 't Werk werdt, in 't volgende jaar, aangevangen, en gedekt, door het Bolwerk Leewwenburg of het Blaau- we hoofd, welk , met overleg van Prinfe Maurits (£), voor de Zoutkeeten gelegd werdt. Alles was, in 't jaar 1612, voltrok- ken. Doch in 't jaar i644,vondt men ge- raaden, de Oude Waal te dempen, op te hoogen en aan erven te verkoopen , die, federt, betimmerd, en het Nieuwe - Waals- Eiland geworden zyn (/). De Oude Waal werdt toen, meer Y-waards, verlegd, en in den flaat gebragt, waarin zy zig nog tegen- woordig bevindt. De twee Waaien zyn, buitenwaards, en ook naar binnen met paal- werk bezet, waardoor de flag van 't water gebroken wordt, en welk ook dient, om de fchepen daar aan vaft te maaken. De O u- Oudc- de-zyds-Waal is in drieën verdeeld, zyds" het weflelykfle , ook de groot-e Waal ge-WaaI" naamd, is de legplaats van allerlei, meeft groote fchepen: in het middelfle, de Braauw- of Timmerhaal geheeten, worden de fche- pen op zyde gehaald, gebraauwd en herfleld. Het ooflelykfle is een Dok of hok voor 's Lands-Oorlogsfchepen, die hier, aan 's Lands Timmer werf, gemaakt, vertimmerd, of op- gelegd worden. Diergelyk een dok of hok, voor de fchepen der Ooflindifche Maatfchap- pye, is, in de voorgaande eeuwe, wat meer ooftwaards, voor het Eiland Ooflenburg, aan- gelegd. De N1 e u w e of N1 e u w E-z Y D s- Nieuwe- Waal is in twee deelen onderfcheiden,,?yds: waarvan het noordelykfte de Nieuwe Waal, aa' en het zuidelykfle de Vijch- of Rommelhaven genaamd wordt. Tuffchen beide legt eene Jagthaven, van welke wy, terftond, nader fpreeken zullen. Beide de Waaien moeten, van tyd tot tyd, gediept worden. Tot het diepen der Nieuwe Waale, werdt, reeds in 't jaar 1631, beflooten (jri). Het opper-opzigt over de Stads Waaien Opper-
is, door Burgemeefteren, toevertrouwd aan ^°^IS* vier Commissarissen, onder welken,derWaa- de Opzigter van het Groot Haven- en Stroom- lew. meeflerfchap, en de Opperfte of Kapitein van de
(i) Refol. Vioedfch. N. 10. 9 Jwy, j Jtily isio. ƒ.
237 verfo, ÏJ9.
(k) Refol. Vroedfch. N. 11. » Ju»y i«n. ƒ. *3.
(/) Zit I. Deel, II. Bvck^, *'• 47-
(w) Refol. Vioedfch. N. I«. ZZ Jttly l6}l.f. loivtrfa
l
|
|||||||||||||||||||
XIX.
|
|||||||||||||||||||
w
|
|||||||||||||||||||
E N.
|
|||||||||||||||||||
Befchry- TLTet toeneemen der Scheepvaart van Am-
de" wVa" ""^l fterdam gaf gelegenheid tot het die- Un p.en eener fraaie of ruimen kuil, tot ber- ging van Schepen. De eerile werdt, aan de oude zyde, voor de Laftaadje, aangelegd, en draagt, in de Regiflers der Stad, op het jaar 1512 s den naam van Oude ■ zyds - Waal (§)• ^en ziet haare gelegenheid, en hoe zy , door den Montelbaans Tooren, be- fchermd werdt, afgebeeld in de Kaart van CoRNELis Anthoniszoon, die wy, in 't eerfle Boek van 't eerfle Deel deezerBe- fchryvinge , geplaatfl: hebben. In 't jaar ?59i > werdt beflooten , deeze Waal te befchoeijen (h). Doch het vergrooten der (h) Eefol ^em°r- Ä l-f' »" verf°-
( ' -elo!- vrocdfch. N. 6. 15 M*y issu
n. stuk.
|
|||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||
66
|
|||||||||||||||||||||||
flooten worden; waartoe byzondere Boem- Havens,
fluiters zyn aangefteld, die, op 't fluiten en openen der Boomen, paffen moeten. Dus heeft men, om van 't ooften te beginnen 1. de Ooflindifche boom , voor de Ooftindi- fche Werf. 2. de Keer weer s-booin, tuffchèn Wittenburg en Kattenburg. 3. de Admirali- teits-boom, voor de Admiraliteit Werf. 4, 5. de twee Hannekes - boomen nevens eikan- deren voor de Braauw- of Timmerwaal, op de hoogte van 't Weftindifch Pakhuis. 6. de Waals-boom, voor de Oude-zyds-Waal. 7.8. 9. de drie Kr aans -boomen, voor de groote Kraan, op de hoogte der Oude Waale en Gelderfche Kaai. 10. 11. de twee Nieuwe Brugs-boomen, voor de Nieuwe Brug. 12. de T-brugs- of Nieuwe-Stads-Herbergs-boom, voor de Nieuwe Stads Herberg. 13. 14. de twee Haarlemmer-boomen, voor de Nieuwe Haarlemmer-fluis.15.16. detweeOude-Stads- Herbergs-boomen, voor de gewezene Oude Stads-Herberg, of Rommelhaven. 17. 18. de twee Nieuwe Waals-boomen , voor de Nieuwe-zyds-Waal. ;o. 20. de tweeBickers- boomen voor het Bickers Eiland: en 21. de Zoutkeets-boom , voor de Zoutkeets-graft. Alle deeze Boomen leggen in 't Y. In den Amftel, leggen 'er maar twee, 22. 23. de Amflelboomen, voor de groote Amftelbrug. De Boomen moeten, op het luiden der Boom- klok , geflooten worden, ten ware het water zo hoog ftondt, dat het over de paaien vloei- de. Doch de Boom aan de Nieuwe-Stads- Herberg blyft open, tot de laatfte Veerfchuit van Buikfloot aangekomen is: en die aan de gewezen Oude-Stads-Herberg, tot half tien uuren des avonds. De fleutels worden,door de Boomfluiters , gebragt, aan de naafte poorten , en aldaar in een kiftje gelegd, waarvan de fleutel , verzegeld , onder de Poortfchryffters blyft, tot dat de Boomileu- tels , door de fchutters, afgehaald , en in de fleutelkift, op 't Stadhuis, gebragt wor- den. Doch zo de Boomfluiters te gelyk Poortiers zyn, bewaaren zy de fleutels der Boomen, en behandigenze aan de fchutters. De Boomfluiters moeten, des morgens, by tyds, aan de Boomen zyn, om de fleutels tot het openen derzelven te ontvangen (f). Binnen de Boomen, in 't Y, leggen geene groote fchepen, dan in de Waaien. De andere groote fchepen leggen, of, op eenen afftand van honderd voeten, voor cle paaien, 't welk men de Laag noemt, die altoos, zo lang dezelve niet vol is, in eene enkele ry fchepen moetbeftaan; of, verder af, op Stroom. Op de legplaatfen der fchepen; op het tee- ren en timmeren derzelven, en tegen het be-
(p) Vervolg d" Ksndv. tl, ?3,
|
|||||||||||||||||||||||
Waalen. & Waalreääers ftaan. De eerfle heeft eenen
knegt, en de andere eenen Luitenant en eenige mindere bedienden, Waalreddersge- heeten, onder zig. De Waalredders bewaa- ken de fchepen, die in de Waale winterlaa- ge leggen, by dage en by nagte, van Am- fterdamfche Kermis af, tot aan het einde van Maart toe. Zy mogen geene fchepen, die dieper gaan dan negen voeten, in de Waaien laaten: ook geene fchepen, die bus- kruid inhebben. Ook mogen zy, noch ie- mant anders, met vuur of licht in de fche- pen komen. Het Loon der Waalredderen, voor 't bewaaken der fchepen, die in de Waaien overwinteren, of eenigen tyd ver- toeven , of, terwyl zy aldaar leggen, ver- kogt worden, is, door myne Heeren van den Geregte, by verfcheiden' Keuren, ge- regeld. De verfchillen, tuffchèn den Ka- pitein der Waalredderen en de Schippers vallende, worden , zo 't mogelyk is, by minnelyke tuffchenfpraak van Commiffaris- fen der Waaien , afgedaan , en anders ge- bragt voor myne Heeren van den Gereg- te (ra). |
|||||||||||||||||||||||
XX.
|
|||||||||||||||||||||||
H A v
|
|||||||||||||||||||||||
N S.
|
|||||||||||||||||||||||
B
|
vin§ J^ _ ^^^ ^^^^
Evens teren, voor en in dezelve,die tot bekwaa
' me Legplaatfen,voor groote of kleine fche- pen , verftrekken, of können verftrekken. Doch, in eenen enger' en eigenlyker' zin, zyn de Havens der Stad de flroom het Y voor dezelve ten noorden , en de Amftel ten zuiden: behalve dat, van binnen, de Montelbaansburgwal, de Gelderfche Kaai, het Damrak, en de Singel tot aan den Jan- Rooden-poorts-Tooren, voor bekwaame Havens , gerekend können worden. Van de Jagthavens, in 't Y en in den Amftel, zullen wy , terftond, byzonderlyk, fpree- ken. . ,
Paaien. De Havens voor de Stad, in t Y en in
den Amftel, zyn bezet met twee ryen paa- ien, die, in 't Y, de Waaien influiten,en tuffchèn'welke twee ryen paaien , geene fchepen of fchuiten vernagten mogen ( o ) , op dat de Stad niet, by nagt, van den wa- terkant , genaderd, en 't Huiken voorkomen Boomen, zou worden. In deeze ryen paaien zyn, op be- kwaame afftanden, drie en twintig openin- gen , die des nagts, met Boomen, zynde lan- ge balken, met yzeren pennen bezet, ge- |
||||||||||||||||||||||
(,,) Handv. hl. 7S2-7S4. Vetv. il. 37» U°,
(/) Handy, tl. 750. |
|||||||||||||||||||||||
I. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||
WEERELDLYKE GEBOUWEN,
|
|||||||||||||||||||||||
67
|
|||||||||||||||||||||||
belemmeren der doorvaart, zyn verfcheiden'
Keuren gemaakt, welker voornaamften, in den laatftea druk der Handvefien (q), by een verzameld zyn. De Opzigter van 't Groot - Haven- en Stroommeeflerfcbap , in 't gemeen, Havennieefier genaamd, die onder de CoinmifTarilTen der Waaien flaat, en zy- ne wooning in den Schreijers Tooren heeft, draagt zorg voor de onderhouding deezer Keuren. En volgens eene Keure van den twmtigften April des jaars 1753, zyn alle Schippers gehouden, zyne waarfchuwingen gade te flaan, en naar te komen (V). Hy heeft dus het algemeen opzigt over alle Ha- vens en wateren, voor én in de Stad. Doch over eenigen van deeze wateren, zyn by- zondere Havenmeefiers gefield. Men heeft 'er een' over't Water, tuffchen den Dam en de Paapenbrug; een' over 't Water tuffchen de Paapen- en Nieuwe Bruggen; een' over't Y tuffchen de Nieuwe Brug en Haringpakkers- Tooren, en een' over de Appelmarkt. Zy zyn allen verpligt, goede orde te houden, onder de menigvuldige Schepen, Schuiten en Vaartuigen, die in de genoemde wateren leggen (7). Behalve de groote Havens, van welken wy
gefproken hebben, zyn'er nog drie kleine of Jagthavens, alleenlyk gefchikt, tot ber- ging van Speeljagten, Boeijers.en Schuiten: twee aan 'tY,byde plaats der gewezen Ou- de-Stads-Herberg, en ten einde van Katten- burg : en eene in den Amitel, voor en onder de Amftelbrug ten weiten, welke laatfte, in 't jaar 1718, gemaakt werdt. Over ieder deezer Jagthavens is een Havenknegt aange- fteld, die de plaatfen in de Havens verhuurd. Voorts zyn 'er drie Opzienders over ieder Haven j die, jaarlyks, uit een dubbel getal, benoemd, uit en door zulken, die ei- gen fpeelfchuiten in de Haven hebben, door Burgemeefteren, gekooren worden. De Op- zienders of Overluiden doen jaarlyks reke- ning , ten overilaan van eenigen uit de be- langhebbende ; verantwoordende de plaats- huur, en de koffen, die j daartegen, tot on- derhoud der Havenen, gedaan zyn. 't Ge- regt heeft, van tyd tot tyd, verfcheiden' Keuren gemaakt, tot onderhouding van goe- de orde, in het beflier en gebruik van dee- ze Jagthavens (t). Eens 's jaars * doen de Jagten en Boeijers van ieder deezer Jagtha- venen een' fpeeltogt, langs 't Y en langs den Amitel, onder een' verkooren Admiraal, Vice - Admiraal en Schout by Nagt. Zy zyn dan, op 't fierlykft,, uitgeftreeken, met vlag- BUda. 750759. Vervolg, H, 3tf.
y) Vervolg der Handv. hl. 37- (O Handv. hl. 757, 758, 75* > 7«i, 78*. (V z" Handr. hl. 7j»-7«i. |
|||||||||||||||||||||||
gen en wimpels, en de grootften voeren eeni- jjavenï
gen kleine ftukjes gefchut, die, van tyd tot tyd, geloft worden, terwyl de trompetten 'en andere fpeeltuigen klinken. Men noemt dit vermaak het zeilen van 't Jdmiraalfcbap, en 't is al zo oud hier ter Stede, dat 'er de DigterCoRNELis Gysbertsz.Peemp, in een Werkje, welk, in 't jaar 1616, in 't licht kwam, reeds gewag van maakt (ti). |
|||||||||||||||||||||||
Havens.
|
|||||||||||||||||||||||
Opzigter
van 't Groot- Haven- en Stroom-
nieefter- fchap.
|
|||||||||||||||||||||||
XXI.
|
|||||||||||||||||||||||
K R
|
|||||||||||||||||||||||
N
|
N4
|
||||||||||||||||||||||
Zo dra de Scheepvaart en Koophandel in Befchry-
Amfterdam fterk begonden toe te nee- vi"g der men, in de vyftiende eeuwe, werdt hier het Q^ffte*' opregten van eene of meer Kraanen, zyn- Kraanen* de zwaare famengeftelde Werktuigen, die, hier ter tot het inzetten van fcheepsmaften, en hetStede- Ioffen en laaden van gefchut, molenfteenen, zerken, marmeren blokken, voedervaten en andere zwaare lighaamen, gebruikt^worden, noodzaakelyk. De oudfte Kraan, van welke, al op 't jaar 14.98 , gewaagd wordt (t>) $ flöndt, in 't Y, tuffchen de twee ryen paaien, te- gen over den Schreijers-Tooren , gelyk, uit de Kaart van Cornelis Anthonis- s o o n , te zien is. Zy behoorde aan de Huiszitten-Armen van de oude zyde, en de Huiszittenmeefters verhuurden dezelve, in 't gemelde jaar, voor twaalf Koopmans gul- dens jaarlyks. In 't jaar 1511, werdt de- zelfde Kraan, aan Jacob in de Pelgrim, voor agt en veertig guldens, verhuurd(w).Doch in 't jaar 1537, kreegen de Regenten van't S. Pieters-Gailhuis en de Huis-Armen, van Stads wege, verlof, om eene Kraan op te regten, op den toorn van Montelbaan, mids zy dien tooren niet befchadigden, en Bur- gemeefteren het regt behielden, om de Kraan weg te neemen, of aan andere armen te fchenken, tegen vergoedinge der koften (x). 't Schynt, dat de eerftgemelde Kraan, door eenen Wolfen in de Fuik, woonende in de Warmoesftraat, opgeregt was, dieze, in 't jaar 1538, aan de twee gemelde Godshui- zen , voor driehonderd Filips guldens, ver- kogt. In 't jaar 1539, werden 'er nog wel tweehonderd een en zeventig guldens zeven ftuivers aan vertimmerd (j). Doch na dat men,in 't jaar 1606, eene fpits op den too- ren van Montelbaan gezet hadt, werdt de Kraan, die daar gefield was,weggenomen, en, zo ik my niet bedriege, eerfl in 't jaar 1620,
(») .Amfterod. Sfonogramm. p. u..
(v) 'Zie Cü.MMBLlN , hl. 710 Aant.
(m) COMMEMN , als boven.
(x) Refol. Vroedfch. i De,. 1537. N. 1. ƒ. ».
(y) DOMSïZ-AEK IV. e°ci, il, 2^5, COMMÏI.IN, i/.7io,
I Z
|
|||||||||||||||||||||||
Jagtha-
vens. |
|||||||||||||||||||||||
A M S T. E R D A MS
|
||||||||||||||
III. Deel.
|
||||||||||||||
66
|
||||||||||||||
ingezetenen, is dezelve doorfneeden van vee- BrU(-
le breede en fmalle graften, welker meeften c,£n. en voornaamften, èertyds, en zelfs nog in de voorgaande eeuwe, aan den waterkant, en, op eenige plaatfen, ook voor de huizen, met-Lindenboomen bezet waren (ƒ); doch nu meeft met Ypen-boomen bezet zyn. Om den toegang over deeze graften, van 't eene gedeelte der Stad naar 't andere, gemakke- lyk te maaken, zyn, over dezelven, al vroeg, een groot getal van houten bruggen gelegd. Wy hebben, op eene andereplaats (g), aangetekend, dat het getal deezer bruggen, omtrent den jaare 1500, toen de Stad nog binnen den Singel en Kloveniersburgwal be- flooten was, reeds vyf en dertig beliep. De uitleggingen der Stad, in de zeftiende en in 't begin der zeventiende eeuwe, gaven aan- leiding , tot het maaken van zo veele fteenen en houten bruggen, dat fommigen het getal derzelven, in den jaare 1628, op omtrent tweehonderd, berekend hebben(/;}. Dertig jaaren laater, telde men zeven en tagtig ftee- nen , en honderd zeventien houten bruggen (1). En tegenwoordig zullen 'er wel twee honderd en vyftig wezen, waarvan omtrent de helft fteenen zyn, wordende nog, van tyd tot tyd, in de plaats van de houten, ftee- nen bruggen aangelegd. Ook is men, federt eenige jaaren bezig, met het vernieuwen van verfcheiden' fteenen bruggen. Alle de bruggen , houten zo wel als fteenen, die, nog in de zeftiende, en veelen , zelfs in de zeventiende eéuwe , houten leeningen hadden, zyn,federt, met ronde yzeren lee- ningen , voorzien. Onder de houten brug' gen, zyn verfcheiden' enkele, en langs den Y-kant, ook eenige dubbele ophaal- of wip- bruggen, tot doorlaatinge van fchepen met ftaande maften. En in 't begin deezer eeu- we , was, in 't midden der Plantaadje, over de Prinfengraft, eene draaibrug van een zon- derling maakfel aangelegd, die niet opge- haald, maar- ter zyde uit open gewonden werdt. Doch 't werk was te dikwils ontfteld, eh de werking te langzaam: waarom de draai- brug , na verloop van eenige jaaren, weder- om in eene ophaalbrug veranderd werdt. Tot het ophaalen en nederlaaten der Wipbrug- gen zyn Brugwagters aangefteld: welker loon geregeld is, by myne Heeren van den Ge- regte , die ook, tegen het belemmeren en befchadigen van de bruggen, en tegen het floppen van de doorvaart ónder dezelven, verfcheiden' Keuren gemaakt hebben (k). De houten ongevoerde bruggen, die egter, te-
(f) FOKKENS hl.i pSi4 ,
(l) I- D"lt '• &"<i &&' 3ü ■ ■
\b) J. Lauuentjus A;i>fterdam.
(i) FOKKENS hl. 98. (^;Haridv. i/, 730,731,738, 752, y$%, s«4< 9*9'
|
||||||||||||||
.[,-„ kX, 1620, op de Weftfriefche Koorenmarkt, nu
nsn. de Stroomarkt, geplaatft. Immers, dat aldaar,
in 't gemelde jaar, eene Kraan gefield werdt,
lees ik in de Aantekeningen van Schepen G e-
RARD SCHAEP PlETERSZOON en in
het 'Rym van Jacobus Laurentius.
Ook vindt men. aldaar eene Kraan getekend, in de nette Kaart van BalthazarFlo- Groote ris zoon. De Kraan, die voor den Schrei- en kleine jerstooren ftondt, werdt toen de oude Kraan Kraan' geheeten. De andere heette de kleine Kraan. ï)e eerfte is, in 't jaar 1643 , vernieuwd, en verder Y-waards in geplaatft; doch binnen de paaien, die, reeds te vooren, verder v/a- ren uitgezet. En koftte deeze vernieuwing den Godshuizen meer dan veertienduizend guldens. Men heeft, in 't jaar 1664 en fe- dert , "meermaalen, veel aan deeze Kraan, die thans de 'groote Kraan heet, te koftege- legd. Wat de kleine Kraan betreft, dezelve heeft, niet veele jaaren, op de Stroomarkt geftaan; maar ftondt, reeds omtrent den jaare 1660 of eerder, aan 't einde van 't Bickers-Ei- land, by de brug, die naar 't Reaalen-Ei- land leidt. Zy dient meeft om molenftee- nen te ligten. Beide deeze Kraanen zyn nog in wezen, en worden, door de gemelde twee Godshuizen, aan by zondere Perfoonen ver- huurd (z), die 't rege der Kraane 5 welk, by> verfcheiden' Keuren- (a), en, laatftelyk, by eene Keure van den agt en twintigften Ja- huary des jaars 1756 (b) , geregeld is, ge- nieten , en verpligt zyn, de Kraanen te on- derhouden. By eene Keure van den dertig- ften December des jaars 1760, is verklaard, dat het Kraanregt alleenlyk betaald wordt voor het gebruik van de Kraan en derzelver gereedfehappen, en dat de Kraanmeefter , daarby, niet'meer dan een' of twee man, gelyk van ouds, behoeft te leveren (c). Het S. Jozefs- of Huistimmermans-Gilde is, reeds in 't jaar 1541, alleen bevoegd verklaard, tot Met maaken en verhuuren van eene lig- ter foort van Kraanen, die, byden dag', verhuurd wordenden welker huur ook, door myne Heeren van den Geregte, gere- geld is (d). By de groote Kraan, mogen geene fchep.en leggen, dan zulken, die de- zelve , tot loflen, of laaden, of inzetten van maften, gebruiken moeten (e). XXII.
B R U G GE N. |
||||||||||||||
■ r e Aot ververfching en fieraad der Stad, en
§ tot geryf der handel dry vende en andere |
||||||||||||||
Algemee-ne Be-
|
||||||||||||||
fchryving i'^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^m
van de {-) Gtoot-Mcmor. N. vni. ƒ. 90. K. lx, ƒ. an W<^ ßn/SIZen. (a) Handv. hl. logz, 10S3.
(h) Keutb. T. ƒ. 220. (c) Keutb, T. f. zs6. . Ui) Handv. hl.. i:9o, iiji. (e) HandV. hl. -ja. |
||||||||||||||
I. Boek.
|
||||||||||||
WEERELDLYKE GEBOUWEN.
|
||||||||||||
69
|
||||||||||||
Bb'js- tegenwoordig, een zeer klein getal uitmaa-
kt- ken, mogen niet bereeden worden (/), en zyn, hierom, met een' houten boom, afge- flooten. De Stad heeft, reeds by een Privile- gie van Hertoge Willem van den vierden November des jaars 1411, het regt verkree- gen, om haare bruggen, zo wel als haare itraaten, fteigers en kaaden, te mogen ver- maaken Qiii). Byzon- De vermaardfte, en grootfte of fraaifte dere bc- deezer Bruggen zyn deOude-brug, deNieit- ^chryving we-brug, de Paapen-brug, de Lange-brug, de Doele-bmg , de Halvemaans-brug , de Blaauwe-brug, de Magere-brug en de Am- llel-brug. Onder deezen, is, naar alle waarfchyn-
lykheid, de oudfte de Oude Brug.
|
||||||||||||
't gene wy, elders (o), gefteld hebben, dat brug-
het gedeelte der Warmoesftraate omtrent de gen. Oude Kerke eerder bebouwd geweeft is, dan het einde derzelve naar de Nieuwebrugs- fteeg toe; alzo de Stad zig, by het zelve, verbindt, om het paalwerk in het Y zo te ftellen , dat de trap , langs welken Dirk Jansz., uit het benedenfte gedeelte van zyn huis, op de Oude Brug klom, kon ftaan bly- ven, in den ftaat, waarin dezelve toen was: welk beding niet te pas kwam, zo de War-, moesftraat, langs 't Water, toen reeds, tot op de hoogte der Nieuwe Brugge, bebouwd ware geweeft, alzo de paaien, die dan bui- ten in 't Y zouden zyn gezet geworden, den trap van Dirk Jansz., die geftaan moet heb- ben , omtrent de plaats van den fteiger der Overysfelfche Veerfchepen , onmogelyk , konden bereiken. Zie hier de woorden van het flot der Overeenkomfte, waaruit wy dit opmaaken: Ende wairt dat men hier na der Stede voirf. ommefiadtboemde by den Te, zoe zoude ment alzo ruym maken, dat dirc Jansz voirs. fynen trappe behouden zoude, alsfe zy nu fiaet. Voorts, blykt, uit brieven van de jaaren 1424 en 1426, dat, voor dien tyd, ten wedereinde van de Nieuwe Brugge, zo wel ooftwaards als noordweftwaards naar den Nieuwen Dyk toe, het Y-water fpoelde, en dat toen aldaar een gedeelte van Stads water uitgegeven werdt, om aan te hoogen (p): 't welk al mede beveiligt, dat de oudileStad zig niet zo ver Y-waards geftrekt heeft, als de laatere. De Oude Brug werdt, in 't jaar 1504, gelloopt, en't arbeidsloon der brug- ge , die toen van nieuws geboinvd werdt, beliep, by aanbefteedinge, tweehonderd ea tagtig guldens (q~). Drie en vyftig jaaren laater, werdt, wederom, tot het vernieu- wen der Oude Brugge, bëflooten (r). Te vooren, plagt, aan 't wefteinde der Brugge, een blokhuis te ftaan, 't welk de Stad, voor dat de Nieuwe Brug, en de blokhuizen op dezelve, gemaakt werden, aan deeze zyde dekte; doch naderhand noodeloos, en in 't jaar 1550, afgebroken Werdt. Men maakte toen een fteiger, daar 't geftaan hadt (s). Van ouds, plagten zulkeri, die werk begeer- den , zig te Vervoegen op de Oude Brugge, daar zy, door anderen, die hunnen dienft noodig hadden , opgezogt en gehuurd wer- den ; gelyk, uit eene Keure van den zes en twintigften Maart des jaars i527 ■> af te nee- men is (t). Doch, tegenwoordig, heeft de Brug
(o) I. Deel, I. Boek, II. fi, 7.
(p) Groot-Memor. JV. I. ƒ. 145, zyi» *7* vtrfi,
(q) Groot-Memor. N. I. ƒ, Z4s> verf).
(r) Refol. Vroedfch. N. 1. 24 H°v- 'S$7.
(s) Refol, Vroedfch. N. 1. 1 J*»t i$S°.
(t) Keuib. O. f. IJS verft,
I'8
|
||||||||||||
Oude f~W y legt, in het oudfte gedeelte der Stad,
^ruS' M J over het Damrak, omtrent op de hoogte der Oude Kerke ten ooften, en der plaatfe van het Slot der oude Heeren van Amftel ten weilen, en fchynt weinig jonger te zyn dan de Oude Kerke, naar welke, zy den naas- ten toegang verftrekte, uit het Slot. Doch wanneer zy eerft gelegd werdt, is, zo wel als de nette tyd van de ftigting der Oude Kerke, onbekend. Het oudfte gewag, welk ik van "de Oude Brugge vinde, is, in eene overeenkomft van den agttienden Maart des jaars 1389 , die , omtrent honderd jaaren laater , in een der Stads Regifiers (»), te boek gefteld is, met dit opfchrift: Roerende van Heynrk Konincx huys an de ooßeynde van de oude brugghe. In dit ftuk, komen Andrïes Dogbede, Jan Nottairt, Jacob ruyffche aerntsz. ende Jacob van den bar ge, ber-aders van der poirtenvanaemflelredamme, overeen met Dirck Jansz., dat hy dat eynde van der brugge van den Wefieren kant van zynre trappen, die be- Zyden zyne buyfe fiact, houden fal oiflwairt boven ende beneden ten eemgen dagen buyten der poirte cofl voirf.: waar tegen hy fyn trap- fe behouden zou ende zynen vryen vuytganck van zyne trappe voirf. hebben op ter brugge voirf. tot eeuwigen dage. Uit welke woorden, waarin de Oude Brug, blootelyk, de brugge genoemd wordt, in den eerften opflag, zou fchynen te volgen, dat 'er toen nog geene andere bruggen over het Damrak gelegen hebben. Doch wy zullen, beneden, eene reden geeven, om te vermoeden , dat de Paapenbrug, ten deezen tyde, reeds gelegd ^as. 't Slot der overeenkomfte, van welke wy fpreeken, levert ook een bewys uit van (/) Handy, bl. 10SS.
<">) Handv- bL „,.
l»J <«oot-MemoI, N. I. ƒ. 245.
|
||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||
7o
|
|||||||||||
Brug- Brug zelve geen byzonder gebruik. Voor
s£N. dezelve, zyn de legplaatfen der Veerfche- pen naar verfcheiden' Gelderfche en Overys^ felfche Steden. Onder de Brug , aan de noordweftzyde , zyn de Comptoiren. der Koorendraagers- en Kooren-Ligtermans-Gil- den. De oude en trekkende Gildebroeders van 't laatftgemelde Gilde hebben ook een klein huisje op de brugge, in 't zuidweflen, kennelyk aan een' Kooren-ligter, die op de deur gefchilderd is; alwaar zy het inkomen, welk hun van ieder Ligtervragt is toegelegd, ontvangen. In 't noordooften, liaan, tegen en op ae brugge, het Bierdraagers - huisje, hier voor (u) gemeld, en een huisje voor den Aantekenaar van verfcheiden' Veeren. Ten zuidooilen, ftaat, op den fteiger, tegen't Excyns-huis, het Comptoir, alwaar de Turf en Kooien worden aangegeven: en onder de brugge, aan deeze zelfde zyde, is het Comp- toir van den Havenmeefler over het Dam- rak, tuflchen dePaapen- en Nieuwe-bruggen. De Oude Brug, die nog van hout gemaakt is, heeft drie gaten tot de doorvaart, en is omtrent drie honderd voeten lang. Noordwaards van dezelve, over 't Dam-
rak , aan den Y-kant, legt de Nieuwe Brug.
Nieuwe r'My is, ongetwyfeld, na de Oude Brug,
£ruS' Ja en waarfchynlyk, omtrent het einde der veertiende eeuwe, gelegd; niet juifl, om dat de Oude Brug, in'tjaar 1389, nog bloo- telyk de brugge genoemd wordt; alzo zy dee- zen naam, om haare uitffceekendheid, draa- gen kon, onaangezien 'er, toen reeds, an- dere Bruggen lagen in de Stad, en zelfs over het Damrak; maar voornaamlyk, om dat de Nieuwe Brug , in Hukken van de jaaren 1424 en 1426, reeds onder de naamen van nye bruggbe en vuyterfle nieuwe brugge be- kend geweefl is (y). Voor dat de Nieuwe .Brug gelegd was, werdt het Damrak, hier, met-een' boom, die in 't midden van eene ry paaien.lag , afgeflooten , en door een Wagthuisje befchermd. In 't jaar 1556", en federt, werdt, meer dan eens, by de Vroed- fchap, befiooten , de Nieuwe Brug, die, tot dien tyd toe, geheel van hout geweefl was, ten wedereinde, van ileen te hermaa- ken (ju), 't welk , niet voor 't jaar 1561, voltrokken werdt. Aan den buitenkant der Brugge, werdt toen een paalhuisjegezet, 't welk, naar de gelegenheid des tyds, een net gebouw was, met een doorlugtig toorentje, (*) Blad*. 3.
(v) Groor-Memov. N. I. ƒ. 24J.2SI, 272 vcrfo.
(w) Refo!. Vtoedfch. .N, 1. 6 Ma] ijjS. »o Stv, 20 Dicimb. I5J9. |
en in den Voorgevel met eenige kaapen en Bru«
zeetonnen verfierd. Hier werdt het Paal- gen. geld ontvangen. De Vendumeeflers of Af- flaagers hielden 'er hun Comptoir (x). Ook moeflen de brieven, die uit zee werden aan- gebragt, aan 't Paalhuisje worden afgelegd, om vervolgens, door den Paalknegt, be- fteld te worden. Doch wy hebben dit, reeds op eene andere plaats, aangetekend, als me- da, dat men, in de zefliende eeuwe , de Beurs op de Nieuwe Brugge plagt te hon- den (j). De tyd van de vernieuwinge der Nieuwe Brugge plagt, van buiten , tegen den fleenen vleugel aan 't oofbeinde, met deeze woorden, aangeweezen te worden: Doen men f ehre ef XVc. LXI. ongelaeckt,
Is defe brugh en Camper hooft volmaeckt. In 't jaar 1596, vondt de Stads Timmerman
Henrich Jacobsz Staets de oorgaten uit, en een der eerilen werdt, in 't midden der Nieu- we Brugge, geplaatfl (z). In 't jaar 1624, werdt, naar 't oofleinde der brugge,- naafl het Paalhuisje, een verdek of gaandery ge- maakt («), op houten pilaaren ruilende, van waar men een ruim uitzigt over 't Y hadt; doch 't welk , by onfluimig weder , van buiten geflooten werdt. En in 't jaar ió"6i , werdt, tegen 't wefteinde der brugge, naar ■ binnen, een vierkant plein gelegd, welk, tegen de Brug aan, eene overdekte gaande- ry hadt, rullende op agt houten pilaaren. 't Een en 't ander zou dienen tot een Schippers beurs, alwaar 't bootsvolk gehuurd werdt. Doch tegenwoordig, gefchiedt zulks meefl, op de Nieuwe Brug , langs de Texelfche Kaai, en in de herbergen daaromtrent. Ook is de gaandery op de Schippers beurs, door: ouderdom vervallen zynde, reeds voor lang, afgebroken. Hier (laat nu een Comptoir, daar 'sLands Impofl der buitenlandfche Fruiten be- taald wordt. Onder de brugge,aan deeze zyde, hebben de Kaagfchippers, en onder de brug- ge aan de Zuidooilzyde, deVlotfchuitenvoer- ders en de Steigerfchuitenvoerders hunneGil- de-Comptoiren, De Nieuwe Brug is omtrent in den voorgemelden Haat gebleeven tot in't jaar 1681, wanneer zy geheel van ileen her- bouwd , en alleenlyk_ van twee openingen, tot doorvaart, voorzien werdt. Ieder deezer openingen wordt, by hoogên vloed, gefloo- ten , door twee paar Vloeddeuren, die aan zes zwaare uitileekende hoofden, drie naar binnen en drie naar buiten, vaftgemaakt zyn, en
(*) Handv. bl. jti.
(y) 0ie hier voor, hl. 29. (z.) |. LAUKENTius Amfterdam. C«) Amtek. van Schepen GEÄAR0SCHAEP FiETEKSZ. oj>
dit juni. |
||||||||||
IM* I !■
|
|||||
èa&v. óKC 3'£Kr&es?z/.
|
|||||
Gezigt op ^ J^eeztwe Buztg ^ Tooreiv ^ Oztz>e ICehke.
|
|||||
I- Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||
WEERELDLYKE GEBOUWEN.
|
||||||||||||||||||||||||||
71
|
||||||||||||||||||||||||||
Brug.
»mt.
|
||||||||||||||||||||||||||
en hier de Waterkeering maaken. De ge-
dagtenis van het leggen deezer Waterkee- rmge is bewaard, in twee opfchriften, in't Latyn en in 't Nederduitfch, in wit marmer gehouwen, en geplaatft aan de buitenzyde der Nieuwe Brugge, naar 't Y. Boven elk opfchrift, ftaan' de wapens der vier Burge- meefteren,die in 't jaar 1681 regeerden, en onder de opfchriften, ziet men de wapens der vier Thefaurieren. Ter wederzyde, zyn de opfchriften verfierd met Burgemeefterly- ke bondelbylen. Het Latynfch Opfchrift, welk ooftwaards ftaat, luidt aldus: Ostiis Flevi aestv maris laxatis
Cataractas ac Lapideas moles Quatvor in locis
Ad frenandas exvndantes aqvas
Pro incolvmitate vrbis
CONRADO A BevNIN-^CoRNELIVS A VlOOS-
|
||||||||||||||||||||||||||
Boven ieder opening der Nieuwe Brugge, is brug.
een Oorgat, welk met een luik geflooten is, gen. dat opgehaald wordt, omfchepen metftaan- de maft door de brug te laaten. By 't her- bouwen der Nieuwe Brugge, zyn het oude Paalhuisje en het verdek nevens het zelve geheel weg geraakt. Tot voor weinige jaa- ren, plagt de Nieuwe Brug, die met klin- kerts beftraat was, niet bereeden te worden. Doch omtrent den jaare 1750, werdtde Brug, in 't midden, met groote ftraatfteenen be- legd , en daardoor tot een' ryweg bekwaam gemaakt. Voor de Brug, ten weften, ftaat eene koperen Armbos opeen' fteenen voet, ten behoeve der AalmoefTeniers-armen. De derde brug over het Damrak is de Paapen-brug.
Zy is, vermoedelyk, gelegd voor'tmid- Pees-
den der veertiende eeuwe, om aan de bruS- Geeitelyken van S. Nicolaas-Parochie of de oude zyde der Stad een' toegang te verftrek- ken naar de nieuwe zyde, nader dan over den Dam. Ik fiel den tyd van 't leggen der Paapen-brugge zo vroeg, om dat ik meen, dat zy, onder den naam van Inrebrugge of bin- nenftebrugge, gemeld wordt, intweeSche- penen-brieven van de jaaren 1365 en 1399, die ik in handen gehad heb. Zy heeft, waar- fchynlyk, den naam van Paapen-brug gekree- gen, om dat zy veel van Geeftelyken, die, hier te Lande, veeltyds , Paapen genoemd werden, betreden werdt. Sommigen vernaa- ien , dat de Priefters, op eenen vaftenavond, met fakkelen en toortfen, langs ftraat zwie- rende , de eerfte Paapen-brug, en een uit- hangbord , daar 't Vagevuur in verbeeld was, aan brand hebben geftoken ; waarna de brug, die, in de plaats der afgebrande brug- ge , gelegd werdt, eerft den naam van Paa- pen-brugge gekreegen, en federt behouden zou hebben (b). De Paapen-brug, die in 't jaar 1604 herbouwd werdt (c), is van hout ge- maakt, en ongevoerd, waarom zy niet be- reeden wordt. Zy heeft, gelyk de Oude Brug, een oorgat in 't midden, en zes ope- ningen ter doorvaart. Zy is omtrent twee honderd en vyftig voeten lang. Zuidweft- waards tegen de Paapen-brugge, ftaat het Comptoir van het Klein-Binnenlands-Vaar- ders-Gilde; en onder de brugge , Noord- weftwaards, dat van den Aantekenaar van 't Buitenveer op Haarlem. Zuidwaards van den Dam en Beurs, leg-
gen over 't Rokin nog twee oude bruggen, de Lange Brug en de Doele-brug, en ver- der (t) Walich SYVAERTS Roomfche Myfterien ontdekt ƒ.
Ig ver [o. (t) J. Lauäentius Arafterdam. |
||||||||||||||||||||||||||
gen.
Johanne Hvdde. Joanne Corver. Nicolao Opmeer. Consvlibus.
|
^ WYCK.
w Joannes Mvnter.
è,L,YDavicvs Trip. ^ Qu/ESTORES
ixNlCOLAVS WlTSEN %k Senator
|
|||||||||||||||||||||||||
riERI CVRARVNT.
k CORNELIO WlTSEN L. F. PRIMO HIC JACTO LAPiDE VIII. Cal. Avg. MDCLXXXI.
Het Nederduitfch Opfchrift, weftwaards
gefteld, is: Als de zeegaten door een reex van eeu-
wen DUSDANIG OPGESPERT WAAREN, DAT De Oceaen tot merckelïker hoogte
steeds instorte , en de stadt met ge- vaar van inbreuk en overstrooming dreygde, is dezelve op vier plaatsen MET WaTERKEERINGEN GESLOTEN.
|
||||||||||||||||||||||||||
iN T Burgermees-
terschap der Hee- ren CoENRAED VAN BeU-
ningen.
Johannes Hudde. Jan Corver. Nicolaes Opmeer. |
||||||||||||||||||||||||||
^ Onder 't beleyd en
m gezag der Heeren vW Thesauriers ë
^ CORNELIS VANVloOS-
é WYCK-
wvJoan Munter.
WLouis Trip, en J^NlCOLAES WlTSEN,
M Vroedschap.
|
||||||||||||||||||||||||||
■De eersten steen alhier geleyt door
C°^ELIS WlTSEN L. S. (*) IN'T JAAR l68l.
DEN 25 JüLY. |
||||||||||||||||||||||||||
(^Lam-
berts San. |
||||||||||||||||||||||||||
72 A M S T E R
BRUG. der over den Amflel nog vier anderen, de
gen. Halveinaans - brug , de Blaauwe - brug , de Magere - brug en de Amftel - brug. Onder deezenzyndeDoele-brug en de Amftel-brug alleenlyk fteenen; de anderen vier allen hou- ten bruggen. De Lange Brug.
Lange is de oudfte van allen, en lag 'er reeds, toen
Brug. hier het einde van de Stad was, in de veer- tiende eeuwe. In de Stads Regifters, wordt 'er, op de jaaren 1562 en 1563 , gewag van gemaakt; en ftondt toen, op deeze brugge, naar 't wefteinde, een Kapelletje, welk aan de Lieve-Vrouwe gewyd was (d). Zy is, dikwils, vernieuwd geworden. Men be- vondt, in't jaar 1627, dat zy veel te hoog lag. Zy werdt toen wel drie voet een duim ver- laagd. Zy hadt, van ouds, negen; doch heeft, tegenwoordig, maar drie gaten ter doorvaart. Omtrent het jaar 166o,weïden 'er voor 't eerfl yzeren leeningen aan gemaakt (e). D o m- selaer fchryft kwalyk, dat deeze Brug, eertyds, de roods brug geheeten heeft; ge- lyk reeds,door Commelin (ƒ), is aange- merkt. De roode brug plagt te leggen, al- waar nu de Doel e-b rug.
Doek- legt, die ik ook, enkele reizen , de lange
brug. brugge by deRegulierspoirte genoemd vind (g). Zy is,waarfchynlyk,voor't begin der zeftiende eeuwe, gelegd, en eerft van hout gemaakt ge- weeft. Doch ter gelegenheid van het flegten van't Rondeel, beooflen deeze brugge, on> trenthet jaar 1633, in welks plaats, een groot huis geftigt werdt, welk nog het Rondeel heet, werdt de Brug van Heen herbouwd. Zy ruil op agt zwaare zuilen, die zeven boo- gen maaken , zynde de zuilen geftigt op roofterwerk, welk op zwaare ingeheide paa- ien ruil; waarop de Digter Vondel het oog gehad heeft, in twee regels, die bo- ven den middelften boog plagten te ftaan, en dus luidden: Agt zuilen op een ry, een Brug van zwaa-
ren laß Begrondt den Amflel niet, en flaat allyk-
viel vafl. De Halve ma a n s-b rug
Halve- is gelegd, in 't jaar 1626, ter gelegenheid
maans-
trug. (d) Groot-Memor. N. II. ƒ. 9z ver/i, 9+.
(e) J. Laurentius Amfterdam. Domsejuer IV. Beek,
hl. 176. (f) Bladn. «28. U»nt, t.
(S) Keuib. B. ƒ. ,4, |
D A M S III. Deel.
dat, kort te vooren, de Amftel, hierom-Brug-
trent, aan de ooftzyde, vernaauwd en tot CEK- erven aangehoogd was. Ook heeft de brug, zo wel als de fteeg beweften den Amftel, op welke zy aanloopt, haaren naam gekreegen, naar haare kromme of halve - maans - wyze gedaante. Zy is twee honderd drie en ze- ventig voet lang (h), heeft tien gaten ter doorvaart, en kan, zo wel als de Blaauwe en Magere bruggen , in 't midden, wor- den opgehaald, tot doorlaatinge van groote vaartuigen. De Blaauwe Brug,
gelegen tegen over de Amftelftraat, plagt Blaauwe
de uiterfte brug over den Amftel te zyn, na Brug, de uitlegging, die in 't jaar 1601 aangevan- gen werdt, en hegtte twee bolwerken der Stad aan eikanderen. Zy droeg toen ook den naam van Amflelbrug en van Leeuwen- brug , naar vier Leeuwen, die, op de hou- ten leeningen der brugge, gefteld waren. Zy is drie honderd voeten lang, en heeft dertien gaten ter doorvaart. Na de laatfte vergrooting der Stad, werdt 'er nog eené brug over den Amftel gelegd, die de Am ftel-Kerkftraat aaneenhegt, en, om haare fmalte, de Magere Brug
genaamd werdt. Zy is egter, naderhand, Magere
merkelyk verbreed; heeft genoegzaam de Brug. zelfde lengte als de Blaauwe Brug, en ook dertien gaten ter doorvaart. Doch de aanzienlykfte brug der Stad is
de groote fteenen Amstel Brug.
Zy is ook, na de laatfte vergrooting der Amflel
Stad, in den jaare 1662 ,geftigt, tus- Brug, lenen de twee bolwerken, Oofter-blokhuis en Weiter-blokhuis, die zy, even als een gor- dyn , aaneenhegt. Deeze trefFelyke Brug ruft op vyf en dertig halfronde boogen, van gebakken fteen gemetfeld, behalve de buitenkanten der zuilen, en de randen der brugge van boven, die van graauwe gehou- wen fteen zyn. De Brug heeft eene zwaa- re yzeren leening., voor welke , weinige jaaren geleeden , binnenwaards, blaauwe fteenenpilaartjes gefteld zyn, die't voetpad van den ryweg der brugge onderfcheiden. Voorts, ftaan, op de Brug, twee Wagt- huisjes van gehouwen fteen , in welken , des noods, eene fchildwagt zou können ge- fteld CO ]. LAUHKNTIUS Amfterdam.
|
||||
I. Boek.
|
|||||||||||||||||
WEERELDLYKE GEBOUWEN.
|
|||||||||||||||||
73
|
|||||||||||||||||
Doelen, field worden. Van de vyf en dertig boo^
gen der brugge dienen de drie middelden tot doorvaart. De overigen, ter wederzy- de, dienen, ten deele, tot legplaatfen der Schuiten en Jagten van de Amilel - Jagtha- ven. De Brug is zes honderd en zeftig voe^ ten lang, en zeventig voeten breed. Van dezelve heeft men, zo wel naar binnen als naar buiten, een van de fraaifte uitzigten der Stad. De andere voofnaame fteenen Bruggen
der Stad zyn te veel in getal, om van ieder derzelven, afzonderlyk, te handelen. Aan en onder fommigen, gelyk, aan de groote ftee- nen Brug by de Nieuwe Kerk, en elders, in de oude Stad, zyn ruime kelders of klui- zen gebouwd. Anderen , gelyk de over- welfde doorvaart tuffchen de Nieuwe-zyds- Voor- en Agterburgwallen, en tuffchen den Agterburgwal en Singel , zyn met hooge huizen bezet. Onder de hoekboogen of ga- ten , van veele houten en fteenen bruggen, zyn ook, inzonderheid in de minfl aanzien- lyke gedeelten der Stad, tot geryf der klei- ne gemeente , houten fecreeten gemaakt, die, alomme, in twee byzondere vertrek- ken , voor mans- en vrouws-perfoonen, on- derfcheiden zyn. De hoekboogen van fom- mige bruggen zyn, van Stads wege, tot by- zondere Comptoiren ter ontvangft van eeni- ge gemeene middelen; ten dienfte derOver- luiden van eenige Gilden; tot Wagthuisj es, en tot andere diergelyk gebruik gefchikt. XXIII.
DOELEN.
|
|||||||||||||||||
den zyn. In een derzelven van den agtften Doelen
January des jaars 1414, wordt, door 't Ce- cilien-Kloofter, aan de Oudermans der oude /cutteren verpagt een erve, gelegen tujfchen der Stede nye grafie en Lambrecht Kocx erue, en ftrekkende van der haluer flrate, dat is * denk ik, van de helft der Cecilien-Kloos- ters-fteeg, nu de Prinfenhofs-fteeg, tot an der voirf. /cutters duelen. In een' anderen Van den zesden Maart des jaars 1417, wordt die /cutter duelen befchreeven , als gelegen tuffchen twe gr a/t en en hebbende eene floot ter wederzyde (£). In nog' een anderen van den zesden Juny des jaars 1455, wordt getuigenis gegeven van 't pagten van een erf, gelegen aen den Burgwalle by S. Jans brugge, en fireckende van der Stede oude grap- te tot aen die oude /chutters Deele en aen dié middelfle grafie toe (/). Ook heb ik een Uittrekfel uit het Regifler van Rooimeefleren der Stede in handen, gedagtekend den ne- genden Maart des jaars 1542, waarby zy verklaaren, gerooid te hebben op d'oude zy- des burchwall, agter op het ledig erf van het huis van Jan Klaaszoon van Hoppen , een müyre gecomen zynde by ouder tyden van de oude/chutters Doulen. In 't jaar 1413, was deeze Doele nog de eenigfte in de Stad. Doch 't leedt niet veele jaaren (tri), of men regtte nog twee andere Schutteryen op, te weeten, de jonge, of S. Joris-, of Voet- boogs - fchuttery, en de S. Sebaftiaans- of Handboogs-fchuttery (»), die elk ook haa- re Doele hadden. De Voetboogs - Doele, de oudfte van de twee, ftondt een weinig be- noorden de plaats, alwaar , naderhand, de Heiligewegs-Poort gefield werdt, en dient nu tot eene Vergaderplaats der Weflindifche Maatfchappye. Ik heb eenen Schepenen- brief in handen van den agtentwintigften A- pril des jaars 1458 , waarby aan die Ouermans, van die jonge Scutters totten filuen /chutters behoe/ eene tuyne, gelegen buten die byndwy- ker pokte, daar ook de Doele lag , opge- draagen wordt. En in een' anderen van den vyftienden July des jaars 1471, wordt, aan dezelfde jonge /cutters, een tuyne, gelegen in hunne dolen, en fireckende van deen /loet tot d'ander /loet, opgedraagen. Ook is my, van elders, gebleeken, dat, in deeze Doe- le , Warmoes werdt geteeld, die, door de Groenvrouwen, van daar gehaald, en aan de ingezetenen uitgevent werdt(o). De Handboogsdoele ftondt, eerfl, buiten de S. An=
U) Vit de oorfpronqkelyke Schepenen-Biieven.
(l) Zie COMMELIN, hl, loj *Aant. (*). (m) Keurb. A. ƒ. 62. (n) Handv. bl. 141. (o) Cojifeffie v,an Machtelt Lambert Lepeltax van 20 Fitn
USS- in'tCon(eiReboekva!ii^Aprili$!},M 11 Afr. i$(f. K
|
|||||||||||||||||
Oudfte
|
J~^\e Schutteryen, reeds_ in de tiende eeu-
|
||||||||||||||||
hier te J—J we > ^oor Keizer Henrik den I., zyn-
Stede. de opgeregt, heeft men, naar alle waar- fchynlykheid, al zeer vroeg, in de Holland- fche Steden, Doelen gefügt, in welken, de Schutters zig, met fchieten naar zeker wit °f doel, in den Wapenhandel oefenden. Te Amflerdam, was, vroeg in de veertiende eeuwe, reeds een Genootfchap van Schutte- ren 5 van welks Doele gewaagd wordt, in eene overeenkomfl tuffchen Schout, Sche- penenen Raade en dit Genootfchap van den vyfden September des jaars 1394 (i). Naar alle waarfchynlykheid, was deeze Doele gele- gen langs den Oude-zy ds-Agterburgwal, om- trent de oude Doeleftraat. Immers, dat, hier ter plaatfe,eene Doekgeweeft zy^geeft de naam der laatftgemelde flraat niet flegts *e kennen; maar 't blykt ook uit verfchei- den' Schepenen-brieven, die nog voor han- (') Handv. hl. 140.
n- STUK
|
|||||||||||||||||
D A M S III. Deel.
gehouwen (9). Doch deeze gevel is, reeds Doelen
voor veele jaaren, afgebroken, en in een' gevel , meer naar de hedendaagfche wyze van bouwen gefchikt, veranderd. Een fier- lyk Toorenfpitsje, welk weleer op den Kruis- of Haringpakkers-tooren geftaan heeft, en, in 't jaar 1606, op verzoek van de Over- luiden der Handboogsfchutteren, herwaards overgebragt is (t), fteekt nog ten dake uit. 't Gebouw der Handboogsdoele heeft, van binnen, verfcheiden' deftige vertrekken, en boven, eene groote zaal, alwaar de fchutters, oudtyds, hunne vergaderingen hielden. Men ziet, in 't voorhuis en in de andere vertrek- ken, nog verfcheiden' fchuttersgezelfchap- pen in fchilderyen verbeeld. En onder an- deren hangt, op de groote zaale, een fraai ftuk van Johannes Spilberg, verbeeldende het vendel fchutters van den Burgemeefter en Kapitein Joan van de Poll (u), 't welk, omtrent den jaare 1660, gefchilderd is. Ook ziet men hier, voor den fchoorfteen, een uitvoerig ftuk van Bartholomeus van der Heiß, naar wiens Broeder, die hier Kaftelein ge- weeft is, de Doele den naam van Doele van van der Heiß plagt te draagen. Het is, in 't jaar 1653, gefchilderd, en verbeeldt drie Kapiteinen, Albert Pater, Joan Blaauw en Joan van de Poll, welken de eertekenen der fchutteren aan den Schilder van der Helft, die by hen aan eene tafel zit, vertoonen. De Handboogsdoele, thans, gelyk wy reeds hebben aangemerkt, eene voornaame Her- berg , wordt van Stads wege verhuurd. De Kaftelein wordt, door Burgemeefteren, aan- genomen (v). De Kloveniers-Doele,
ftaande ten einde van de nieuwe Doele- Kleve.
ftraat en Kloveniers-burgwal, is tegenwoor- niers' dig ook eene aanzienlyke Herberg, alwaar Doele, openbaare Verkoopingen van huisraad ge- houden worden. Zy is, in twee gebouwen, onderfcheiden. Het kleinfte en geringfte ftaat aan de noordzyde van de Doeleftraat, en fchynt een overblyffel te zyn van het ou-
(t) Refol. Vroedfch. N. 10. ia May i«ofi. ƒ. 96 verfo.
(») HOUBRAK.ENS Schouwburg III. Beel, bi. 43. (v) Gioot-Memor. N. V. ƒ. 12«. (9) S. Sebafliaan, Burger van Milaan, en Hoofd-
man der eerfte bende, werdt, volgens 't getuigenis der laatere Kerkelyke Schryveren, op bevel van Kei- 2er Diocletiaan, om de belydenis van 't Chriftelylc geloof, door 't Kryggvolk , doorfchooten, omtrent het einde der derde eeuwe. Vide Henric. Thaborit. aliosque Auüor. apud Matthaeum Fundat. 6? Fat. Eccl. p. 544, 545- Zyn beroep en wyze van fter- ven fchynt gelegenheid gegeven te hebben , dat de Handboogsfchutters, hier en elders , hem tot hun« nen Patroon verkooren hebben. |
||||||
74 A M S T E R
Doelen. Antonis-poort, aan den S. Antonis dyk (8).
Doch zy werdt, ter gelegenheid van den oorlog met de Gelderfchen, in 't jaar 1508, afgebroken, en, omtrent vier jaaren laater, Noordwaards van de Voetboogsdoele , op het zogenaamde Schaapenveld, wederom op- geregt (p). Zy is, federt, tot eene deftige Herberg vertimmerd, en nog in wezen. De oude Schuttery zig diep in fchulden gefte- ken hebbende, en omtrent den jaare 151Ö vernietigd geworden zynde , werdt haare Doele, van Stads wege, verkogt,en'tgene 'er van kwam, eerlang, befteed, tot het op- maaken eener nieuwe Doele voor Kloveniers; 't welk, in of omtrent het jaar 1522, ge- fchiedde, ten zuideinde der Stad aan den Amftel, daar nu de nieuwe Doeleftraat is (q). Zy is, insgelyks, nog tegenwoordig in we- zen. Doch wy moeten beide de in wezen zynde Doelen, nog een weinig byzonderer, befchryven. De Handboogs-Doele
Byzonde- ftaat op de opftzyde van den Singel, tus-
re be- fchen 't Spuij en den Heiligen Weg. Zy fchry • was ^ ouc[tyds, van de Voetboogs - Doele, Ämd-er nu net Weftindifche Huis, gefcheiden, door hoogsdoe- eene floot of graft, in laater' tyd, de Vui- le , en lers-grafi genaamd, om dat de Lakenvullers zig, daaromtrent, hadden nedergezet. Doch deeze graft, die tot in den Singel liep, werdt, in't jaar 1650, gedempt, en een gedeelte van den grond, tuflehen de voorgevels der twee Doelen, met een Stads - Wapenhuis, betimmerd. Ook werden toen, dwars door de fchietperken der twee Doelen, twee dwarsftraaten gerooid, die van 't Spuij naar den Heiligen Weg loopen, en waarvan de ooftelykfte de Handboogsflraat, en de wes- telykfte de Voetboogsfiraat genaamd wordt. De Stad fchynt den Krygsraad toen, we- gens het afftaan der Doelen, met derzelver erven, voldoening gegeven te hebben (r). De Handboogsdoele plagt, weleer , eenen deftigen ouderwetfehen voorgevel te hebben, en , nevens den voornaamften ingang, ten zuiden, eene poort, door welke men naar het fchietperk ging: boven welke poort, S. Sebaftiaan,de patroon der Handboogsfchut- teren (0, met pylen doorfchooten, wasuit- (t>) Zie II. Deel, V. Boek^, hl. 109, 2IJ.
ïq) Zie It. Deel, IV. Bee\, hl. 413. V. Boe(, II. 484-
(r) Refol. Vroedfch. N. 18. s Juny i6$i. f, ng.N.20.
16 Juny I649. ƒ. 30 verf». (*) zie WALICH Sïvaerts Roomfche Myfter. ontdekt
ƒ. 19 verfo. (8) In eenen Schepenen-brief van den jaare 152I?,
wordt een huis opgedraagen , ftaande buiten de S. Antonis poort, binnen 't blockbuys, daer de bant- ttoch fclmtters doelen plegen te weefen. |
||||||
Z>JE TOOREir ZWJ&T 0F_ ZWYGT UTRECHT ,. /.ffcer^j^.du-.
|
|||
I. Böek. WEEPvELDLYKE GEBOUWEN. 75
. oude fchietperk der Klovenieren; waarom gen, die gevaar liepen van, by gelegenheid Stads
het, in 't gemeen ySchietdoek genoemd' wordt, der openbaare Verkoopingen, of andere fa- Herbes- Ook vergadert 'er, van tyd tot tyd,nogeen menvloeijing van volk,ligtelyk, befchadigd GEN- gezelfchap van Liefhebberen, om naar het te worden; waarom zy, op bevel der Plee- wit te fchieten, waarvan wy, in de befchry- ren Thefaurieren , in Burgemeefters Ver- ving der Schutteryen, eenigszins uitvoeri- trek, op 't Stadhuis, Overgebragt zyn, al- ger, handelen zullen. Men treedt, in dee- waar wyze nader befchreeven hebben (y). ze S chietdoele, door eene kleine Poort, bo- In de Kamer van de Qverluiden der Klo- ven welke * de Klaauw, het ,teken der Klo- venieren , ziet men de Pleeren Cornelis venieren, uitgehouwen is. Van binnen han- JVitfen , Roelof Bicker , Gerrit Reinfi en gen, in eene Gaandery en in een Vertrek, Simön van Hoorn, in fchildery, afgebeeld; welk op een' kolf baan uitziet, eenige oude Schuttersflukken. Nevens de kolf baan, XXIV.
ten noorden, heeft men het fchietperk, aaiï
welks einde, een houten vierkante fchyf , STADS PIERBERGEN.
beplakt met wit papier, waarop twee krin- gen getrokken zyn , ruitswyze , aan eene TT^Veezen zyn, tegenwoordig, vier in getal, Beßfhrjr- pen geileken wordt. De fchutters ftaan on- \_/ het Oiide-zyds-Heeren-Logement, het y,in§ der dereene overdekte gaandery, en fchieten, Nieuwe-zyds-Heereri-Lqgemerit, de Nieuwe Herler- door twee poorten, op zekeren afftand van Stads-Herberg, en .de Nieuwe Stads-Hef- gen, als eikanderen geplaatil, in 't fchietperk, dwars berg in de Plantaadje. door welk, de floot of het breede riool van 't Gafthuis loopt, welk zig, onder de huizen I;
van de Doeleftraat door,in denAmftelont-
laffc. Het andere gebouw, thans alleen by Oüde-zyds-Heeren-Logemejjt.
den naam van Kloveniers - Doek bekend, fchynt,in 't jaar 1522, toen de Kloveniers- TTet Oude-zyds-Heeren-Logement ftaat Oude-
Schuttety opgeregt werdt, alleenlyk beftaan _§_ _J_ aan de zuidzyde van den Grim-burg- z-jds- te hebben in den ouden tooren, Zwigi of wal, ten einde van den Oude-zyds-Voor- Heeren. Zivyg Utrecht genaamd, die toen, door de burgwal; De plaats, daar het zelve gefügt ^^] Stad, aan de Kloveniers gefchonken werdt, is, behoorde, of grensde ten minile, van en nog, byna in zyne oude gedaante, on- ouds, aan het Kloofter der nieuwe Nonnen, derhouden wordt (w). De Windwyzer van en verftrekte, in de zeiliende eeuwe of eer- deezen tooren is een vergulde Papegaai, ter der, tot eenen Stads Timmertuin, tóen dé gedagteniffe van het fchieten naar de Pape- Scafferie of'Schaffery genaamd; gelyk, uit de gaai, welk, van ouds, door de Kloveniers, Kaart van Cornelis Anthoniszoon,- plagt te gefchieden (x). In den muur van en ook van elders blykt (2); Naderhand, den Toofen, is een ffceen gemetfeld, waar- werdt, in de plaats der Schafferye, eene op twee kruiswys geplaatfte haakbuffen, en Brouwery getimmerd, de Sleutel genaamd, onder dezelven , de woorden SVYCPI die, na eenige jaaren verloops, tot eene Löm- WTRECIIT, met een' klaauw aan elke berd gebruikt werdt, en nog. laater, tot eene zyde, uitgehouwen zyn. Doch aan deezeri woonirig voor byzondere Koópluiden ver- Tooren is, ter wederzyde, zo langs de Doe- ftrekte. Eindelyk, werdt het gebouw door feftraat als langs den Amftel, een ruim ge- de Stad gekogt, en tot eene deftige Her- bouw getimmerd, welks ingang in de Doe- berg en Logement bekwaam gemaakt; 't feftraat is. Men treedt naar binnen ; door Middelfte en aanzienlykile gedeelte van 't eene groote poort, verfierd met builen en gebouw, welk, in 't jaar 1647, vernieuwd andere merktekens der oude Klovenieren. is, heeft twee vleugels, die zig , binnen- y °®rts, komt men, over eene voorplaats, waards ,.langs eene groote open plaats fèrek- in huis,, en langs een' breeden trap op de ken. De voorgevel is, tufTcheri de ligtert groote Schutters zaal j alwaar , voor den' der tweede en derde Verdiepinge, verfierd eenen Schoorileen , vier Overluiden der met hardfteen'en Feilonnen, en pronkt, iri Schutteren, Albert Koenraad Burch , Jarc deszelfs frontefpies, met het wapen der Stad* Plooswyk, Piet er Reaal en Jacob Willekens, waarboven , twee leggende Leeuwen de konfliglyk, door Govert Flink, gefchilderd Keizerlyke Kroon vafbhouden. Men treedt* zyn; Langs den wand deezer zaaie , plagten in 't gebouw, over eene ileenen brug, die drie fraaije Schutters-gezelfchappen te San* met een fraai yzeren hek kan afgeilooten wor-
(*>) Keu,!,. C. ƒ. Iï7. (y) Zit hier voor, hl. is».
l*> Keiub. E. ƒ. 60. - (*) Gioot-Meroor. X. II. ƒ. J+.
Ka
|
||||
III. Deel.
|
|||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||
76
|
|||||||||
Stads worden. Boven den ingang, ziet men, ins- 't Gebouw heeft twee ingangen, een' van Stads
Herber- gelyks, Stadswapen. Van binnen, is het vooren, onder den fteenen trap naar 't Wagt- Herber- gen, j^iuis voorzien van een groot getal ruime huis, welk hier nog gebleeven is, en een' GEK* vertrekken, en onder anderen van eene aan- aan de ooftzyde, uitkomende op deBinnen- zienlyke behangen zaal, alwaar , dikwils , plaats, alwaar, aan deeze zelfde zyde, ook groote maaltyden gehouden zyn, en in wel- een verdek tot een afflag getimmerd is: wor- ke ook huisfieraaden, kleederen enkoftbaar- dende alhier de meefte openbaare Verkoo- heden,die hier,gelyk in andere voornaame pingen van Schepen, en ook fomtyds'Ver- Herbergen, openlyk verkogt worden, ten koopingen van Houtwaaren en andere Koop- toon worden gefteld: ten welken einde, ook manfchappen gehouden. De Verkoopingen eenige benedenvertrekken, in den ooftely- by Executie van Schepen en Koopmanfchap- ken vleugel van 't gebouw, langs de Plaats, pen mogen, volgens eene Ordonnantie van dienen. Voor den weftelyken vleugel, op Burgemeefteren van den drie en twintigften de Plaats, is een hoog verdek op ftylen ge- December des jaars 1681, nergens dan hier timmerd, dienende tot eene zitplaats voor gefchieden (c). Wyders, is het Nieuwe- den Secretaris, Affiager, Verkoopers,Ma- zyds-Heeren-Logement voorzien van eene keiaars en anderen, alzo hier, genoegzaam groote zaal en verfcheiden' andere vertrek- het gantfche jaar door , in 't gemeen des ken en flaapkamers, bekwaam om aanzien - Maandags, Huizen, Hoffteden, Obligatien lyke luiden te herbergen. De beide ingan- en andere vafte goederen , zo by willige gen zyn, van boven, met Stads wapen ver- Verkoopinge , als , inzonderheid van den fierd. eerften November tot den eerften February, by Executie, geveild en verkogt worden. 8- 0 Nieuwe Stads-Herberg.
Nieuwe-zyds-Heeren-Logement. \ an of in't Y voor de Stad, plagtenNkum
f~\ twee Stads Herbergen op paaien te Stads-
Nieuwe TJet Nieuwe - zyds - Heeren - Logement, ftaan' de 0ude- ^Nieuwe-Stads-Herberg BeHerg.
St Xl ftaande op den Haarlemmerdyk aan gfnaamd.' waarvan de Iaa!,fte alleTen overge* fZT de Heerenmarkt, werdt, in 't jaar 1617 , Zeeven is. De eerfte die t Leproozen- ££ gebouwd tot eene Vleefchhal en Wagthuis J»? toekwam , ftondt op de hoogte der . van gelyke gedaante als het Wagthuis en de Buiten-Wiennger-ftraat, zynde een hegt Vleefchhal op de Weftermarkt. Men be- houten gebouw in den jaare 1Ö13 , voor- fpeurt dit nog, aan de vier Oflènkoppen, f aamlyk aangelegd, tot geryf van reizende die, in den voorgevel van 't gebouw, zyn luiden' dle' na c fluiten van den boom,en uitgehouwen. Doch de Vleefchhal bleef hier van, eene houte» P°°" °P de bruS' [anSs niet lang, en 't gebouw werdt, in 't jaar 1623, welkf mcen "aar deeze HerbfrS fg*« hadt> aandeWeftindifcheMaatfchappye, tot eene aan de Stad kwamen en hier hunne nagt- . Vergaderplaats, afgeftaan en verhuurd (a\ ™ft neemen konden. Ook werden er ópen- Me^ timmerde toen, agter eene open plaats, baare Verkoopingen van Zout, en ook wel een nieuw gebouw, met twee vleugels, aan I?n ha ePen .en Scheepsparten gehouden, het voorige, agter welk gebouw, eerlang, ??ch Jj*eering ™ deeze Herberg raerke/ opdeHeeren-markt, een nieuwe Vleefch- fykverloopen zynde,heeft men, voor eern- hal gezet werdt. De Weftindifche Maat- ge Jaar??' beflooten, dezelve, ten gronde fchappy hieldt hier haare Vergaderingen, tot toe » tlÜ % £\l g' ^ Wdk& na 't verlies van Brazil, in 't jaar* 164.7; ™ &**** v^ftrekt tham_ nog ten toe- wanneer zy in zulk een verval geraakte, da fn§ Tn eCn Blfgerwagtbuis' naar,eene zy, de huur van't Huis niet konnende op- JaSAa\e,n.> e?,n v" efn ^iger alwaar , brengen , haare Vergaderingen verleide in fW, „ine [chlUfS leggen' gefchlkt om haar nieuw gebouwd Pakhuis op Raapen- ck luidm aan bwrd te zetten, burg. 't Weftindifch Huis op clen Haar- De ?mm Stads.-Herberg, die nog in lemmerdyk ftondt, federt, verfcheiden'jaa- Jez|n 1S' ^erdt gebouwd, op de hoogte renagtereen, genoegzaam zonder gebruik, der Spaarnedammer-brug, ter gelegenheid tot dft men, iS 't jaar 1657, befloot, hel der 0P.reg^ge van het Veer over Buikfloot zelve te verhuuren tot eene Herberg (*), ?ar de DSteden ^oorn' fdaRn' M°njken," die, federt, den naam van het Nieuwtzyds- jï™ m Purmefnde> « de" W 1660. t Heeren-Logement gekreegen heeft. bebouw werdt, op gelyke wyze als de Oude 0 ° Stads-Herberg, van hout getnnmerd. Doch
(a) Refb!. Vroedfch. M i3. is May ,<Sij ƒ. 20» vtTr,. het
(b) Refol. Vroedfch. L'. A. t Jan. uS7. f. ig». (c) Handy, il. logi.
|
|||||||||
O U JD JE
|
Z, YjD S -HUJERJEJtf-LO G JE M E JST T
|
||||||||
HE T
|
|||||||||
VOORROORT VA N 'T G AL S T II U I xST ^
|
|||||||||
I. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||
WEERELDLYKE GEBOUWEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||
77
|
|||||||||||||||||||||||||||
Stads het is, in laater' tyd, en nog voor weinige
Herber- jaaren , merkelyk verbeterd , en met een ruim fteenen gebouw vergroot; alzo de nee- r]ng hier,ter oorzaake van hetvermaakelyk uitzigt over 't Y, merkelyk toegenomen is. Men komt, aan de Nieuwe Stads-Herberg, over eene lange houten Valbrug, de Y-brug genaamd , die ook ten toegang verftrekt naar een Burger-Wagthuis; naar den Buik- flooter Steiger, en naar eenen kleinen fleiger voor roeifchuitjes. De Nieuwe Stads-Her- berg behoort aan de Stad, en wordt, door de Heeren Thefaurieren, gemeenlyk, voor een zeker getal van jaaren, verhuurd. |
|||||||||||||||||||||||||||
Pofleryen der byzondere Steden en ook derADMiRÄ-
Stad Amflerdam, aan 't gemeene Land vani-ixEns Holland, in 't jaar 1748, de Stads Paarden-Gebou- ftal, hier ter Stede, op den Nieuwe-zyds-WEN' Voorburgwal, aan de weftzyde, tuffchen de Mol- en Huiszittenfteegen, waarby ook dê' Stads Apotheek geplaatft was, in 't jaar 1753, tot een Generaal Post-Comftoir, voor vyf en veertig duizend guldens, aan 't Land verkogt werdt. 't Gebouw is, federt, merkelyk vertimmerd, en heeft het wapen van Holland in den voorgevel gekreegen. Men treedt, door eene deftige poort, op eene ruime plaats, die, ter wederzyde eii van agteren, met onderfcheidenPoft-Comp- toiren, betimmerd is. Het Brabantfche , Franfche en Engelfche ftaat aan de zuidzy- de, het Hamburger en Keulfche aan de noordzyde, en het Binnenlandfche aan de weftzyde. Het overige van 't gebouw is, tot wooningen voor de Opzienders en voor- naamfte Bedienden der Poft-Comptoiren, gefchikt. De agtergevel pronkt met een Uurwyzer en Slagklok. XXVI.
ADMIRALITEITS GEBOUWEN.
Toert , in de veertiende en vyftiende oudfte
eeuwe , de Waterlieden, en vooral bchce- Amfterdam, groot gezag oefenden, over 't rinS van beleid Van den oorloge te water; het uit- ^%t ruften van Oorlogsfcliepen, en het heffen Adimra- van een Pondgeld, om de koften, daartoeliteït. vereifcht, te vinden; gelyk, uit veele plaat- fen onzer Hifiorie van de St ad,heeït können blyken (ƒ); was 'er, zo 't fchynt, geen by- zonder gebouw gefchikt, tot het waarnee- men van de zaaken der Admiraliteit. De Byeenkomften van de Afgevaardigden-der Waterlieden werden, op 't Stadhuis, gehou- den ; het Pondgeld ontvangen, daar de Re- geering zulks geraaden vondt (g), en de Oorlogsfchepen getimmerd, in de Schafferji het Baardfehuys, of den Timmertuin der Stad In den aanvang der Spaanfché beroerten zel- ven, toen Amflerdam alleen, in Holland* de Spaanfché zyde hieldt,en de Stadhouder, Graaf van BofTu, aan de Amfterdamfche Re- geering fchreef „ dat hy zig, met de fche- „ pen van oorloge, niet langer begeerde te „ moeijen (b)"; fchynt de Stad de zaaken de-r Admiraliteit, op haar eigen gezag alleen, beftierd te hebben (i), zonder dat, tot het waarneemen derzelven, eenig byzonder ge- bouw vereifcht werdt. Maar na t overgaan der
(f) II. Deel, III. Boek, *'■ '4' » »4*. »4«» IJ».
(g) Groct-Memor. N. 1- ƒ. 97 > ioj.
(h) II. Dtel, VIII. Boelt^, bl. 317. (i) II. Deel, VIII. Btel^ bl. 3« , 339, 33Ï, 3ÏJ » US*
*3
|
|||||||||||||||||||||||||||
Nieuwe Stads-Heuberg,
Plantaad je. |
|||||||||||||||||||||||||||
in de
|
|||||||||||||||||||||||||||
Nieuwe
Stads- |
|||||||||||||||||||||||||||
Na 't aanleggen der nieuwe Plantaadje,
|
|||||||||||||||||||||||||||
in den jaare 1681, vondt men geraa»
in de °' den, tot weeringe van kleine kroegjes en Plantaad- kuffen, aldaar, eene enkele Herberg te laa- |
|||||||||||||||||||||||||||
1«
|
|||||||||||||||||||||||||||
ien timmeren, en dezelve, met uitfluiting
van alle anderen , te bevoorregten met den Wyntap, gelyk, in 't jaar 1688, ge- fchiedde (d). De nieuwe Herberg is een fteenen gebouw van drie verdiepingen, en ftaat in de middellaan, aan de zuidzyde, even over de Prinfengraft. De ingang is, van boven, met Stads wapen verfierd. O- penbaare Verkoopingen worden , in deeze Herberg, ter oorzaake van derzelver afge- legenheid , niet gehouden. Doch men heeft 'er, eer de byzondere Loteryen verbooden waren, in 't begin deezer eeuwe, verfchei- den' kleine Loteryen getrokken; en ook , Naderhand , eene Lotery ten behoeve van t Eiland Ürk. De opftal deezer Herber- ge behoort aan byzondere perfoonen. Wy agten, hiermede, de Weereldlyke
Gebouwen, die eenigermaate aan de Stad hehooren, te hebben afgehandeld. Na 't befehryven der Godshuizen, zullen wy nog van eenige Gefügten gewaagen, die fom- j™§en, veelligt, ook tot de Weereldlyke tjeboüWen zouden betrekken. Hier ftaat ons nog te fpreeken, van eenige Gebouwen, die, of aan 't geiene Land van Holland, of aan de Admiraliteit, of aan de Ooft- en Wefundifche Maatfchappyen , toebehoo- ren. XXV.
Generaal Post-Comptoir.
Wy hebben, hier voor (e), reeds aan-
getekend, dat, na 't afftaanvande |
|||||||||||||||||||||||||||
Gene-
kaal POST-
COMP- TOIR. |
|||||||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||
73
|
|||||||||||||||
lang voor dat Prins Maurits aldaar ^ in't jaar Adimhia-
1594, geherbergd werdt (&), het Pririjen-uTEiTs Hof. In 't jaar 1597, werdt het voornaam-G^B0B" fte gedeelte van 't Kloofter of Prinfenhof ge- fchikt, tot eene Vergaderplaats voor eender vyf Collegien ter Admiraliteit , die toen, door' de algemeene Staaten, werden opge- regt: te weeten, voor het tweede in rang; En dit Collegie verklaarde* op den zeven- tienden April des gemelden jaars, geenen eigendom te hebben aan het Prinfen-Hof, noch aan de andere erVen, die j door de Le- den van het zelve, gebruikt werden (p). Door den tyd, verkreeg, nogtans, het Col- legie den eigendom aan een gedeelte van 't gebouw van de Stad, en in 't jaar 1655 , tradt men, over den afftand van het overi- ge, in onderhandeling (g). Op den eenen- twintigften January des jaars 1656, werdt eene overeenkomft getroffen , tulfchen de Admiraliteit en de Stad, waarby 't geheefe vierkant van 't Prinfen-Hof, met de woo- ningen en vertrekken, daaraan behoorende, aan de Admiraliteit afgeftaan werdt (r). Se- dert * is dit gebouw, door vernieuwing en vert-immering, van tyd tot tyd, merkelyk; verbeterd. Het aanzienlyk geftigt, welk, voornaamlyk, dient tot de Vergaderplaats van de Gecommitteerde Raaden ter Admi- raliteit, is, in 't jaar 1661, geheel van den grond op, gebouwd. En in deeze eeuwe * zyn de agterfte gedeelten der wooningen voor de Raaden, die uk andere Provinciën en Steden herwaards worden afgevaardigd , deftig hertimmerd. Zelfs heeft men, nog in den voorleeden jaare 1764, drie deezer wooningen, die op den Oude - zyds - Agter- burgwal ftonden , van den grond af, her- bouwd. Men vondt toen , by 't graaven dergrondflagen,nogeenige bekkeneelen en doodsbeenderen , overblyffels der lyken, die, van ouds, in de Kerke of op 't Kerk- hof van 't Cecilien-Kloofter, begraaven zyn geweeft. De voornaamfte ingangen der woo- ningen , van welken wy fpreeken, zyn, op de Oude-zyds-Voor- en Agterburgwallen j en zy komen, van agteren, uit aan de rui- me plaats van 't Adniiraliteits Hof. In 't jaar 1758, werdt het oude S. Cecilien Kerkje af- gebroken, en op dezelfde plaats,een nieuw gebouw tot een Comptoir van 't Convooi ge- ftigt. Het Kerkje van 't S. Agnieten-Kloos- ter, meer zuidwaards, op den Oude-zyds- Agterburgwal ftaande , is', reeds omtrent den aanvang der zeventiende eeuwe, door de
(«) Zie DOMSELAER IV. Boek., tl. 283. COMMILIN , IK"
J1Z.
(/>) Gioot-Memor. X. IV. ƒ. «p.
(?j Refol. Vtoedfch. Lr. A. 13, *° &!C. iSjy. ƒ. 5?,
47 verfa.
(r) Gtoot-Memor. KT. IV. ƒ> 88.
|
|||||||||||||||
Admira- der Stad aan de Staatfche zyde, in 't jaar
LiTEiTs 1578, kwam 'er, allengskens, merkelyke wen°U' verandering in de zaaken def Admiraliteit. De Staaten van Holland en Zeeland eerft, en daarna de algemeene Staaten heften een Convooigeld van de uit- en ingaande goede- ren , waaruit de kollen, vereifcht tot bevei- liging der Zee en der ftroomen, gevonden werden. Amfterdam hadt, in dit Convooi- geld , bewilligd (£), En, voor zo ver het zelve, van wege 't gemeene Land, ontvan- gen werdt, was 'er ook, in de Kooplieden, en vooral in Amfterdam, eene plaats noo- dig, voor den Ontvanger van het zelve en • deszelfs bedienden. Men fchikte hiertoe een gedeelte van 't Celle-Zufters-Kloofter, gelegen tulfchen den Oude-zyds-Agterburg- wal en den Zeedyk, op de hoogte van de Molenfteeg. En nog tegenwoordig, ftaat, op den Zeedyk, een oud groot huis, welk ,■ in de Eoopbrieven , daarvan voorhanden, den naam van het oude Convooi draagt. Doch 't leedt niet veele jaaren, of dit Convooi werdt, naar 't S. Cecilien-Kloofter, overge- bragt, alwaar ook, in 't jaar 1597, een der nieuwlings opgeregte vyf Admiraliteits-Kol- legien geplaatft werdt. |
|||||||||||||||
1.
|
|||||||||||||||
Admiraliteits- of Prinsen-Hof.
Befchry- 'tS. ^^ecilien-Hoofter, ftaande op den Öu-
ving van \^y de-zyds-Voorburgwal, zuidwaards het Ad- van je OLlc}e Doeleftraat, en reeds in 't begin TEiTs- of ^er vyftiende eeuwe geftigt, was , niet lang Prinsen- na de verandering der Regeeringe,in'tjaar Hof. jjjg} gefchikt tot een Logement voor Prin- fen en groote Heeren , waarnaar het den naam van Prinfenhof gekreegen heeft, die 'er nog, in 't gemeen, aan gegeven wordt. De Graaf van Leicefter is, zo ver my bekend is, de eerlle Heer van aanzien geweeft, die 'er, in 't jaar 1586, in geherbergd werdt (/). 't Gebouw werdt , toen reeds, het Hof van zyne Excellentie genaamd, en de Vroedfchap beiloot, in Auguftus des gemelden jaars, de Kerk van het zelve te fchikken tot een Schermfchool (m). Doch deeze Kerk werdt, eerlang, tot een Comptoir, daar 't Convooi- geld ontvangen werdt, vertimmerd. In 't jaar 1591, werdt beftooten , het gedeelte van 't Kloofter, daar de Koken plagt te zyn, te verbouwen, tot wooningen voor de Le- den der Admiraliteit, mids zy, daartoe, een gedeelte der penningen verftrekten(«).Het gebouw heette, toen reeds, en gevolgelyk, Ik) II. Dccl,X. Beerbt. 38«.
(I) II. Deel, X. ßae{, bl. 35,7.
(m) Refot. VtoedrcU. N. s. I6 Aug. IJ?«.
(vj Refol. Vcoedfch. n. «. » ^fpril ijyi.
|
|||||||||||||||
HUI ^± JD M I H ^± L I T JE I
|
|||||||||||
S
|
|||||||||||
jp R i jsr s e w
|
|||||||||||
O F
|
|||||||||||
^ HOF.
|
|||||||||||
I. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
WEERELDLYKE GEBOUWEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
79
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Admira.
LITEits
Geboo
WEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
de Admiraliteit, gebruikt geweeft (s) : en, bouwde fchoorfteenen, die vier Oorlogsfche- admira-
nog tegenwoordig, verftrekt het onderfte pen dervlagvoerende Opper-Officieren, Ad- liteits gedeelte van het zelve tot een Pakhuis, al- miraal, Luitenant-Admiraal, Vice-Admiraal Geb0«- wa-ar de aangehaalde goederen gebergdwor- en Schout-by-Nagt, tot windwyzers, voeren. WSN' den. Onder't gemeen, hier ter Stede, wordt In de eerfte verdieping van 't gebouw, |
|||||||||||||||||||||||||||||||
dit Pakhuis de Hel genaamd (t).
't Ad miraliteits- of Prinsen-Hof
heeft twee aanzienlyke ingangen, een' op den Oude-zyds-Voorburgwal, en een' in de Prinfenhoffteeg. Door den laatften, heeft |
zyn het Comptoir van den Commis der boof-
delykc betaalinge en het Comptoir van den Equipagiemeefler. Van hier, gaat men, langs eenen breeden trap, naar de tweede verdie- ping , alwaar de Raadkamer is, zynde |
||||||||||||||||||||||||||||||
Gedaan-
te, Sie- raaden en Vertrek- ken van hetzelve. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
men den naaften toegang naar 't Comptoir een groot, vierkant vertrek, met twee fraaï-
van'tConvooi,langs eenen breeden wentel- je fchoorfteenen, welker mantels en kolom- trap, 't Vertrek, tot dit Comptoir gefchikt, men, met beeldwerk, verfierd, en verguld zyn. is in verfcheiden' afgefchooten Plaatfen ver- De twee fchoorfteenftukken zyn, konftiglyk, deeld, naar het werk der byzondere Officie- door Ferdinand Bol, gefchilderd. In dezelven, ren en Bedienden. Ook is , naaft of agter wordt de gefchiedenis van den jongen Man- het zelve, een vertrek voor den Ontvanger, lius, die, om dat hy, tegen laft, geftreeden Wy hebben reeds aangemerkt, dat dit ge- hadt, op bevelzyns Vaders, onthalsdwerdt; bouw, weleer , de Kerk van 't Cecilien- en Eneas, de pryzen van den fcheepsftryd Kloofter geweeft is. Het fpits toorentje dee- uitdeelende, keurlyk verbeeld. Ook hangt zer Kerke fteekt nog ten dake uit. De an- hier het gefchilderd af beeldfel van den dere Poort leidt, voorby de wooning van Luitenant - Admiraal Michiel Adriaansz. de |
|||||||||||||||||||||||||||||||
den Kaftelein of Kafteleinfche, op eene groo
te vierkante Plaats , verfierd , in 't mid- den , met een' fraaijen pomp, aan eene zuil van blaauwen arduinfteen, boven op wel- ke, eene fierlyke glazen Lantaarn ftaat, en
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Ruiter. Voor den ingang der Raadkamer, bo-
ven welken, het wapen van Holland, tus- fchen twee ftroomgoden , uitgebeeld is, heeft men een ruim portaal, en in het zelve een Comptoir voor de Kamerbewaarders. Ter |
|||||||||||||||||||||||||||||||
die de plaats beflaat van den Geregtspaal, wederzyde van de Raadkamer, zyn twee
welke, hier , voor deezen , plagt te ftaan. vertrekken. In het weftelyke, houden de Aan de zuidzyde deezer Plaatfe, ftaat het ge- Raaden afzonderlyke Befoignes. En hier ftaat, bouw, welk, voornaamlyk, dient tot eene tegenwoordig, de pragtige Armftoel voor VergaderplaatG voor de Raaden ter Admi- den Admiraal-Generaal of deszelfs Reprefen |
|||||||||||||||||||||||||||||||
tant, die, in den rug, met het wapen van
den Huize van Oranje en de fpreuk Je main- tiendrai, en op het kullen, met het wapen der Admiraliteit, beftikt is. Voor den fchoor- fteen, in 't zuiden, is een Y-gezigt op óud Amfterdam gefchilderd. Aan den wand , hangen ook eenige Zeeftukjes, en midden in 't vertrek, een fraai model van een Oor- logsfchip van zes en dertig ftukken. Het andere vertrek ten ooften dient tot een Spreekvertrek voor den Raad en Advokaat- Fiskaal en den Commis-Generaal. Tegen den wand, ter wederzyde, leggen, op twee rekken, eenige veroverde fcheeps vlaggen. Uit dit vertrek, komt men, zuidwaards, in een ander, gefchikt voor de Commifen ter recherche, werwaards men, uit het Portaal voor de Raadkamer , ■ een' gemeenen toe- gang heeft. In het zelve, zyn ook eenige |
|||||||||||||||||||||||||||||||
raliteit. De gevel van dit gebouw, welk,
voor't grootfte gedeelte, uit gebakken fteen, gemaakt is, ruft op een wit hardfteenen voet- ftuk en diergelyke zuilen, 't Gebouw is drie verdiepingen hoog. De kap of frontefpies van den gevel is, met fraai hardfteenen beeldwerk, verfierd, vertoonende, in 't mid- den , een' Leeuw, die, door twee vliegen |
|||||||||||||||||||||||||||||||
oe wigtjes, bekranft wordt; den Holland-
Ichen tuin bewaakt, en twee kruiswys ge- plaatfte Ankers, zynde het wapen der Ad- miraliteit , vafthoudt. Ter regter zyde, ziet men 'c beeld der Geregtigheid , met een naakt kind , eenen hoorn van Overvloed houdende, by zig j en daar agter Neptuin opeen Walvifch,' met een Schip, Compas, Graadboog en Paffer. Ter linkerhand, ver- toont zig de Zee-oorlog, omringd van Ge- fehlt , Roopaarden, Kruidvaten , Ankers - |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Zeilen, Scheepskiften en Koopwaaren ; en vlaggen geplaatft. Op de derde Verdieping
gevolgd van Tritons, Meereminnen, Zee- van't gebouw, zyn de Secretary en Char- Paarden en andere gedrogten. Beneden, terkamer der Admiraliteit, benevens drie of ^er wederzyde van den ingang van't gebouw, vier kleine vertrekken, die tot Comptoiren ttaan, op fraaije arduinfteenen zuilen, twee voor den Boekhouder van den Eqiüpagie- LeeuWen die 't wapen der Admiraliteit voor meefter, en voor den Zegelklopper, en tot Z1g houden. Uit het'dak, fteeken vier net ge- ander gebruik gefchikt zyn. De Secretary (,) Ref. ,, „ , heeft twee fchoorfteenen. In t Portaal voor l» ^Z^^^^Xr*- dezelve, zyn beflooten Kaüen voor de Bo-
den,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||
8o
|
|||||||||||||
Admira- den, en ook eenige anderen geplaatft. In tinge der Scheeps-Timmerwerf(a;), die van Admira-
liteits" de Charterkamer, tenooften der Secretarye, eené verbaazende uitgeärektfieid is. uteits Gsbou- Zyn de Notulen van den Raad en andere Midlerwyl, was men, met het graaven ^°u" W£N' Stukken en Papieren, door den tegenwoor- der grondflagen van het tegenwoordig Ad- * digen Chartermeefler, den Heere M'. Jan miraliteits- «ƒ Lands Magazyn, S van
Jacob Haiitsinck, onlangs , in eene begonnen, op den twaalfden September des hetste_ zeer nette orde, gefchikt. Tuffchen het jaars 1655. In Maart des volgenden jaars, gen woor- ■ dak , zyn twee groote looden bakken ge- werdt de eerfte fteen van 't gebouw gelegd, dig Ad- fteld', die , gemeenlyk, vol water'gehou- door de Heeren Jonas Wit f en, Dirk Herberts, ^"0/ den worden, om zig van het zelve, by on- gieter Jacubsz. Buitegaar en Reinier van Kuik; Lands geval van brand, te können bedienen. Op en daarop, zo vlytiglyk, voortgevaaren met Maga- |
|||||||||||||
ZVN.
|
|||||||||||||
de Vliering, worden de gereedfchappen timmeren, dat het Magazyn, binnen negen r"""
nog bewaard, welken men , by de Admira- maanden , tot gebruik bekwaam gemaakt liteit in 't oefenen van lyf- en halsftraffen, werdt. Het ftaat, op den zuidwefterhoek plagt'te gebruiken. van Kattenburg, aan en in de groote Kat- Waakers Tot bewaakinge van 't Admiraliteits- of tenburger ftraat, rondsom in 't water. Het
van't Prinfen-Hof, zyn eenige Wagten aange- is van harden gebakken fteen gebouwd; twee Prinfen- ß.e]d, die, 'snagts, in vier huisjes, op den honderd en twintig voeten breed, twee hon- bof' Oude-zyds-Voor- en Agterburgwal, de wagt derd voeten diep, en drie verdiepingen hoog, houden, en in 't jaar 1662, door 't Geregt behalve dat het dak, welk, langs dezyd-en der Stad, gemagtigd zyn, om, even als de agtergevels, dubbel is, voor eene vierde gewoonlyke Nagtwagt, te waaken tegen verdieping verftrekken kan. De vier ge- brand en andere ongelukken; als mede te- vels van 't gebouw zyn, in 't midden, met gen huisbraak, overlaft en diergelyke onbe- vier uitfteekende paviljoenen uitgetimmerd. hoorlykheden, omtrent de plaats, waar zy In de frontefpiefen van den voor- en agter- zig onthouden, voorvallende (u). gevel, zyn de Zeevaart en de befcherming der zelve, fieriyk, in fteen, uitgehouwen.
2. Aan het Paviljoen van den agtergevel, welk, met trappen, naar 't water afgaat, ziet men
Admiraliteits- of Lands MaGa- de wapens der Heeren, die den eerften fteen
zyn en S c H e e p s-T 1M M e R w e R f. _ aan 't gebouw gelegd hebben: ook leeft men,
aldaar, in een opfchrift, in fteen gehou-
Oudfte "X.Ta 'c opregten der Admiraliteit, in't jaar wen, dat het, in negen maanden tyds, tot Admirali- J^ 1597 ,bergde dezelve, te Amfterdam, gebruik gebragt is. De buitenpoort van voo- teits-Ma- naare Scheepsgereedfchappen in gehuurde ren, die, op Dorifche kolommen, ruft, leidt iafee 's" Pakhuizen, die, hier en daar, door de Stad, over eene fteenen brug, door den ingang Tammer"- verfpreid waren. Doch daar verliepen niet van 't gebouw, boven met het wapen der werf hier veele jaaren, of haar werdt een erf, op Ui- Admiraliteit verfierd, in een ruim vier- ter Stede. jenburg, tot een Magazyn, en een ander, kant Portaal, in welks vier hoeken,vanbo- op Raapenburg, tot eene Timmerwerf af- ven, de wapens der vier Heeren Gecommit- geftaan. De eerfté deezer plaatfen geraak- teerde Raaden ter Admiraliteit, onder wei- te , nogtans, met het vergrooten der Stad, ker opzigt, het Magazyn getimmerd is, te te veel binnenwaards: en zy werden beide, weeten, Cornelis Wit jen, Burgemeefter der eerlang, te klein bevonden, tot het einde, Stad Amfterdam , Floris Pietersz van der waartoe zy dienen moeften. In 't jaar 1648, Hoef, Burgemeefter der Stad Haarlem, Frans verzogt de Admiraliteit, een Magazyn te Herberts, Burgemeefter der Stad Gouda, en 1 mogen bouwen op Marken, tot berging van Herman van Ewyk, Domheer te Utrecht, gefchut en kogels. Doch de Vroedfchap in hardfteen uitgehouwen zyn. Aan de zol- wees dit verzoek van de hand (u). 't Liep dering, hangt een fchuitje, welk uit de Straat aan, tot den twaalfden Auguftus des jaars Davis herwaards gebragt is. Ter wederzy- 1655, eer haar een groot erf op Kattenburg, de van dit Portaal, zyn twee ruime vertrek- tot ee'n Scheeps-Magazyn en Timmerwerf, ken. De Kamer ter regterzyde pronkt,voor werdt afgeftaan, tegen het erf op Uilenburg, den fchporfteen, met het wapen der zeven en de Timmerwerf op Raapenburg, die zy Vereenigde Provinciën, en met zeftien wa- te vooren bezeten hadt Qw). By het erf op pens van Raaden ter Admiraliteit. Ook han- Kattenburg, werdt, in 't jaar 1660, nog gen 'er eenige vlaggen en vendels, en, mid- een groot ftukgrondsgevoegd,tot vergroo- den in 't vertrek,een model van een Oor- logsfchip van zes en dertig ftukken. Boven de
(») Groot-Memor. N. V. ƒ. 89. deW.
(v) Refol. Vmedfch. N. 19. 9 7«". I«4S. ƒ. 173 vtrfi,
(»; Groot Meinot. K. IV. ƒ. ?o. (*) Ghhh - Memor. K. V. ƒ. IS verfi.
|
|||||||||||||
GJS ZJGT co 'Z ^äZ> JZZZl^L XI TJSZ T jS1 - M^. G^-Z r#; e^ ^ O O S TJSZl IC JE Zt ZC
|
|||||||
N»
|
|||||||
V
|
|||||||
Y
|
|||||||
I. Boek. WEERELDLYKE GEBOUWEN.
|
||||||||||||||||||
8t
|
||||||||||||||||||
ApMTftA- deur, tegen over den fchoorfteen, is een fraai
|
||||||||||||||||||
kers- en eeneCompaffenmaakers- Werkplaats.
Doch een voornaam gedeelte deezer verdie- pinge, langs den voorgevel in 't zuidooften, is gefchikt tot eene Wapenkamer, waar 't handgefchut, zyd- en ander geweer, welk in den zeekryg gebruikt wordt, in byzon- dere kaften, wordt bewaard. Tuffchen de twee gedeelten van het dak, loopt, langs de zyd- en agtergevels van 't gebouw, een wa- terbak , die zeftienhonderd tonnen waters houdt. Men plagt dit water, langs looden buizen, in welken groote koperen kraanen ftaken, op alle de verdiepingen, te können brengen, om 'er zig, voornaamlyk by on- geval van brand, van te bedienen; doch, federt de verbetering der blufchgereedfchap- pen hier ter Stede , zyn deeze buizen en kraanen weggenomen. Voorts, fteeken , aan de vier hoeken van 't gebouw , vier fchoorfteenen ten dake uit, die ieder eene konftig gewerkte koperen Sphere draagen. Tuffchen de daken, ten noorden , is een hoog plat, van waar men een ruim en ver uitzigt heeft, over 't Y en de Zuiderzee. In 't jaar 1740 , bevondt men eenige zak- king in de grondflagen van 't Magazyn; die, federt, verholpen werdt. Ook ftevigde men de wanden van 't gebouw, door eenen zwaa- ren fteenen beer, die, van onderen, tegen dezelven gelegd werdt. DeADMIRALITEITS-ScHEEPSTIM-
MERWERF heeft twee toegangen, een'
over eene brug uit het Magazyn, en een' uit de groote Kattenbnrgerftraat, van wel- ke zy, met eenen hoogen fteenen muur , afgefcheiden is; waar langs zy zig tot aan 't Y toe, ter lengte van omtrent vyftienhon- derd voeten , uitftrekt. De laatftgemelde toegang is eene groote fteenen poort, op welke een fierlyk fteenen Koepeltoorentje ftaat, voorzien van een Uurwyzer en Slag- klok. Door deeze poort getreden zynde, komt men op een vierkant plein, de Beurs genaamd, daar 't arbeidsvolk vergadert,als 't betaakyd is. Voorts ontmoet men, ter we- derzyde, de wooningen van twee der On- der - Equipagemeefters, van den Commis, van den Meefter-Timmerman, en van een of twee mindere Bedienden. Wyders, is de Werf, langs de zuidooftzyde, betimmerd met zwaare fteenen Lootfen, in byzondere vertrekken verdeeld. Hier heeft men de groo- te Smids-winkel , daar ankers en veelerlei zwaare yzeren gereedfchappen vervaardigd worden. Voorts, byzondere Werkplaatfen voor Blikflagers, Zwaardveegers, Huistim- merluiden en Schipbefchieters , Schuiten- tenmaakers, Roopaardenmaakers, Schilders, Maftenmaakers , Blokenmaakers, Metfe- laars, Loodgieters, Riem- en Boommaakers, |
||||||||||||||||||
Admira-
LITEITS
Gebou-
wen". |
||||||||||||||||||
<h
|
EIJOU
|
. ?clliIderft>ik van Bol geplaatf t, welk,voorheen,
|
||||||||||||||||
m deKajuit van eenAdmiraliteits-Jagt geftaan
heeft, en 's Lands hooge Regeering, in de gedaante eener aanzieiilyke Vrouwe, ver- beeldt , den ftaf van bevel aan eenen Zee- overfte toereikende. Onder 't ftuk, leeft men deeze regels van Vondel: De groote Zeevooghdin gebiet den waterheiligh
En Admiraal der Zee, in haaren dienß ge- treén, Dat hy de Zeevaert voor 's Lants Vrede en
Vryheit veiïïgh, En zegene den buit en koopvaerdy der Steen.
Hy y vaerdigb om dien laß groothartig uit te
voeren , Neemt Sterkheit , Wysheit en Voorzigiig-
heit te baet. Nu durft geen Zeegedrogbt op zee de vinnen
roeren. Zoo groeit den handel aen, ten wasdom van
den Staet. De Raaden ter Admiraliteit, het Magazyn
komende zien, vergaderen in deeze Kamer. De andere heeft, tegenwoordig, geen by- . zonder gebruik. Uit het Portaal, treedt men, regt uit, op eene vierkante Binnenplaats, die gewelfswyze over 't water gebouwd, en omringd is van eene gaandery, ruftende op ■zes en veertig kolommen van gebakken fteen, waardoor 't gantfche gebouw onderfchraagd wordt. De Plaats plagt met klein gefchut belegd te zyn ; doch men heeft dezelve , al federt eenige jaaren, van deeze zwaarte ontlaft. In de kelders van 't Magazyn, leggen thans
nteeft ledige watervaten en weinige kogels en oorlogstuig. De eerfte Verdieping van 't gebouw is verdeeld in vier voornaame Ma- gazynen, een tot Spykers en Yzerwerk; een tot Kabels en Touwwerk; een tot Zeildoek en Zeilen, en een tot bloks en 't gene meer tot de talie van een fchip noodig is. Uit deeze Magazynen, heeft men, langs fteenen trappen, toegang naar de zolders van de tweede en derde verdieping, boven ieder der- zelven: op welke zolders, de fpykers, het ligt yzerwerk, allerlei ftaand en loopend want, zeilen, vlaggen, vlaggenftokken, riemen, bloks , lantaarns, kardoeskookers , kruid- hoorens, kruidmaaten, potten, ketels, en yeelerlei ander Stuurmans- Konftapels- en jvoks - gereedfchap , in byzondere kaften , nokken , bakken en laaden , in eene zeer nette 0rcjej geplaatft zyn. Ook heeft men, °P de tweede verdieping, eene Zeilenmaa- ■"' STUK.
|
||||||||||||||||||
Befcbïy-
ving der tegen- woordige Admira- liteits- SCHEEPS-
TIMMEK-
WERF. |
||||||||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||
82
|
|||||||||||||||||||
met gefchut voorzien is. De Werf naar den Admika-
kant van het Dok toe is, eigenlyk, tot hetLmirs bouwen van groote Schepen gefchikt: het G^ou" overige en kleinfte gedeelte der Werf, naar den kant van 't Y, dient tot het timmeren Van Sloepen, Booten en ander klein Vaar- tuig. 3-
|
|||||||||||||||||||
Admira- Kuipers enz. Vooraan op de Werf, ftaat
LiTEiTs eene Stookloots, daar 't ligte hout, welk in
wbn°U" en aan de Schepen verbruikt wordt, lenig
wordt geftookt, wanneer het zig gemakke-
lyker buigen en verwerken laat.
Ten einde van de Werf, ftaat nog een
groot Scheepsmagazyn , tot berging der |
|||||||||||||||||||
Scheepsbehoeften en gereedfchappen , die
|
|||||||||||||||||||
uit zee aangebragt, en in 't eerftgemelde
Magazyn, niet bekwaamlyk, gebergd kön- nen worden. Het is, met de vliering, ook vier verdiepingen hoog, en heeft een dub- bel dak. In den voorgevel, boven de Poort, naar welke, men over eene fteenen brug toegang heeft, ftaan drie wapens der Raa- den ter Admiraliteit, onder welker opzigt, dit gebouw geftigt is: en op de lyftvanden agtefgevel, ftaat het wapen der Admirali- teit , door twee Leeuwen befchermd , in fteen uitgehouwen. De kelders dienen, voornaamlyk, tot berging van yzeren bal- laft voor de Oorlogsfchepen. Op de eerfte verdieping, worden de kabels, boeijen en andere zwaare Scheepsbehoeften gebergd: op de derde, de ligter Scheepsnoodwendig- heden. De tweede is in verfcheiden' win- kels onderfcheiden, alwaar de bloks , het ftaande en loopende want, en veele andere behoeften', tot de uitruftinge der Schepen vereifcht, gereed gemaakt worden. Tus- fchen 't dubbel dak, legt een groote Wa- terbak, waaruit het water, langs boden buizen, geleid wordt tot op de eerfte ver- dieping , alwaar het, tot groot geryf der buuren hier omtrent, door zwaare kraanen, kan getapt worden. Ook zou men 'er zig, by ongeval van brand, van können bedie- nen , ten welken einde, dit Magazyn van drie brandfpuiten voorzien is. Voor het zelve, is 's Lands Gefchutwerf, die , door- gaands, met een groot getal van metaalen en yzeren ftukken gefchut belegd is. Ook ftaat hier, aan 't Y, eene zwaare kraan,om Kanon en andere zwaare lighaamen te los- fen en te laaden, en om de Scheepsmaften uit- en in te zetten. Regt voor 't eerftgemelde Magazyn en
de Timmerwerf, is het groote Scheepsdok, alwaar de volbouwde Oorlogsfchepen, ge- woonlyk, onttakeld, worden opgelegd. Het |
Admïralïteits-Lynbaan.
De Stad, in 't jaar 1660, met de Admi- Befchry-
raliteit, wegens 't opregten eener ving van nieuwe Lynbaan, zynde overeengeko-de^DM1" men (j) , werdt dezelve, in 't zelfde jaar, TEITS gebouwd, aan 't einde van Ooftenburg, ne- Lyn. vens en beooften de Lynbaan der Ooftindi- BAAN° fche Maatfchappye. 't Gebouw is vyf en vyftig voeten breed , en omtrent agttien- honderd voeten lang, en pronkt, met twee kruiswys geplaatfte ankers, het wapen der Admiraliteit, onder een fraaije Fefton, in den voorgevel, op wiens lyft, een Leeuw met een zwaard en zeven pylen, het wapen der Vereenigde Nederlanden, geplaatft is. De agtergevel is, met de byzondere wa- pens der Vereenigde Provinciën , verfierd. De buiten-muuren van 't gebouw zyn wel drie voet dik: de binnen-muur, die 't ge- bouw , in de lengte, in twee deelen fcheidt, ruft op open boogen. Aan de eene zyde, de groote Baan genaamd, worden de kabels geflaagen : aan de andere , de kleine Baan geheeten, wordt _ het ligter touwwerk ge- maakt. Ook is hier de plaats, daar de hen- nip gehekeld; de Stoof, daar het touwwerk lenig gemaakt; de Teerketel, daar het ge- teerd wordt, en al wat verder tot eene zwaa- re Touwflaagery wordt vereifcht. De zol- ders van 't gebouw dienen tot berging van hennip, roopaarden, ledige vaten enz. De wooning van den Onder - Opzigter over 't werkvolk is voor aan de ftraat. Langs de zuidooftzyde van 't gebouw , van buiten, legt gemeenlyk een goede voorraad van Scheepsankers. XXVII.
GEBOUWEN der OOSTINDISCHE
COMPAGNIE. |
||||||||||||||||||
is een ruim vierkant, rondsom met paaien
bezet, op welken, op zekere afftanden , Wagthuisjes geplaatft zyn, waarin de Sche- pen , by dage en by nagt, door aangeftelde wagten , bewaakt worden. Voorts, zyn 'er, in 't paalwerk, twee openingen, eene naar den kant van de Werf, en eene naar buiten, door welken de Schepen, in en uit het Dok, gebragt worden. By de uitvaart naar buiten, ftaat een fterk Wagthuis, welk |
|||||||||||||||||||
OoSTINDISCH-HuiS.
Toen, reeds voor 't einde der zeftiende &?nlei't
eeuwe, de handel op Ooftindie der- ^^ wy-
0) Refol. Vioedfch. L'. S. 20. J*n. i<S6o. ƒ. 239 w/'.
|
|||||||||||||||||||
I. Boek.
|
||||||||||||
WEERELDLYKE GEBOUWEN.
|
||||||||||||
83
|
||||||||||||
GÏBOUr
WEN der OosTIN- ITSCHE Compag-
nie. ten en
vergroo-
ten van hetOosT- INDISCH.
Huis.
|
||||||||||||
fchappye te koop aan te bieden (g), en my Geeoo-
is onderregt, dat zy 'er, wat laater, twee wkn der honderd vyf en zeventig duizend guldens °ostin- voor betaald heeft, mids haar 't gebruik van compas- Stads grooten Moddermolen, tot het diep- nie. houden van haar Dok , vergund werdt, zo dikwils, als zy 't noodig hebben mögt. Het Oostindisch-Huis , waarvan Befchry-
wy fprceken, beftaat dus, uit drie aan een vins van geVoegde gebouwen. Het oudfte, tegen-hetzelve" woordig het Oude Slagtbuis genaamd, ftaat op den hoek van de Hoogftraat, en ftrekt zig langs den Kloveniers-burgwal of Ooftindi- fche Kaai, uit tot aan 't Krankzinnigen-huis. Het heeft vyf ingangen, waaronder twee kleinen, op den Burgwal; en een in de Straat, welke laatfte geopend wordt, wanneer 'er Speceryen of andere Indifche Koopmanfchap- pen, die, op de ruime zolders van 't Slagt- huis, bewaard worden, moeten worden af- geleverd. Voorts, gefchieden, in 't Slagt- huis, de aanbefteedingen der leevensmidde- len en andere waaren , die tot onderhoud van 't Scheepsvolk dienen, of naar Ooftin- die verzonden worden. Ook worden deeze waaren, voor een groot gedeelte, in 't Slagt- huis ontvangen, en uit het zelve gelaaden in Ligters , dieze aan boord der Ooftindi- fche fchepen voeren. Het tweede gebouw, welk het Ooftindifche Huis uitmaakt, ftaat beweften het gemelde in de Hoogftraat, en aan dit is, eindelyk, het derde en nieuwfte gevoegd , welk zig nog meer weftwaards tot aan den ingang der Waaien Kerke ftrekt. Beide deeze gebouwen hebben eenen ge- meenen ingang in de Hoogftraat , zynde eene fierlyke hardfteenen Poort, nevens welke, de deur naar 't Wagthuis is, waarin zig de waakers onthouden, die 't Huis, van buiten en van binnen, by nagt en by dage, bewaaken. Door de Poort, komt men op eene ruime vierkante Binnenplaats, daar 't Bootsvolk byeenkomt, om aangenomen of gemonfterd te worden. Voorts, zyn, op deeze Plaats, de op- en toegangen naar al- le de kamers en vertrekken van 't Huis, die zeer veelen in getal en tot veelerlei byzon- der gebruik gefchikt zyn. In fommigen , daar de Bewindhebbers vergaderen, zyn ee- nige Chineefche en andere Schilderyen ge- plaatft. Een bovenvertrek van 't zuider- deel des gebouws dient tot eene Wapenka- mer, alwaar veelerlei geweer, welk in den oorlog te water en te lande te paffe komt, wordt opgelegd. Ook is hier de groote Zaal, alwaar de openbaare veiling der Indifche waaren gefchiedt. &,
(f) Refol. Vroedfch» T.". GG. 2j Ja». 1710. ƒ. |.
h 2 |
||||||||||||
wyze was toegenomen, dat men, hier ter
Stede, eene Ooftindifche Maatfchappy hadt, die den naam droeg van de oude Compagnie, werdt, by de Vroedfchap, beilooten, dee- ze Maatfchappy te geryven met een erf tot een Pakhuis op Raapenburg, niet verre van 't Ryzenhoofd aan 't Y (z); welk Pakhuis, federt, herbouwd, en nog in wezen is. Het ftaat op den wefterhoek van de Foelieftraat; heeft twee aanzienlyke gevels, en een' gang aan de wefbzyde, die eene groote fteenen poort aan de ftraat heeft , boven welke , het gewoone merk der Maatfchappye alhier uitgehouwen is. Met den aanwas des Ooft- indifchen Speceryhandels, werdt, aan de Ver- eenigde Ooftindifche Maatfchappye , die, in 't jaar 1602 , opgeregt was, Stads Bos- °f Gefchuthuis, ftaande ten einde van de Hoogftraat, verhuurd , voor tweeduizend guldens in 't jaar (a). En 't leedt naauw- lyks twee jaaren, of men befloot, de Maat- fchappy te geryven met meerder plaats, om- trent het Boshuis; en Stads gefchut, welk daar, voor een gedeelte, nog was blyven leggen, over te brengen naar de Voetboogs- doele (b) , die , federt, gedeeltelyk , tot een Stads Wapenhuis verbouwd werdt. In 't jaar 1608, werdt haar een erf op Raapen- burg, tot eene Scheepstimmerwerf, afge- ftaan (O- 't Pakhuis, in de Hoogftraat, eerlang, te klein geworden zynde , kwam de Stad, met de Maatfchappye, in 't jaar 1658, overeen, om haar,nevens het zelve, een ander te bouwen, welk zig , tot aan den ingang der Waaien Kerke, uitftrekken (ß), en waarvoor de Maatfchappy, tegen vier en een half ten honderd van de koften der timmeringe, in 't jaar, aan huur betaa- len zou (e). Ten deezen tyde, betaalde de Maatfchappy, voor huur van 't oude Ooft- ïndifch-Huis, in de Hoogftraat, zeven dui- zend twee honderd guldens in 't jaar. De huur van 't nieuwe gebouw, naaft den ingang der Waaien Kerke, die drie duizend negen honderd vyf en dertig guldens beliep, kwam hierby; zo dat de jaarlykfche huur, voor- taan , elf duizend een honderd vyf en der- ■fxS guldens beloopen zou. Doch alzo, in 't jaar i<S($i ? n0g eenige verbeteringen aan 't Ooftindifch-Huis gefchied waren, werdt de Jiuur van het zelve, op elf duizend vyf hon- derd guldens in 't jaar, bepaald (ƒ). In 't begin des jaars 1720, befloot de Vroedfchap dit zo dikwils vergroot gebouw aan de Maat- (z) Refol. Vroedfch. N. * Si Nov. IJpo. f. 184.
(«) Refol. Vroedfch. N. e 14 April 160;. ƒ. 413,414.
£k) Refol.'Vroedfch. N. 10. io ,/.\>nl 160;. ƒ. s9t>trfi,
i') R-eibl. Vroedfch. s. 10. 15 .?-«• >*°s- f. <*i «?ƒ».
iV Réibl. Vroedfch. L'. A. 14 j*». 16JS. ƒ. 17*.
J'* Gtoot-Memor. at. iv. ƒ. iji.
v ) Gtoot-Memoi. N. iv. ƒ. 10 virfa.
|
||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||
84
|
|||||||||||||||
dienfte der Ooftindifche Schepen, geflagt, Gebou-
afgehouwen en ingezouten wordt. Tegen- wen der |
|||||||||||||||
Gebou-
wen der Oostin- DISCHE
Compag-
nie. Befchry-
ving van hetOosT- 1NDISCH
Zeema-
gazyn en ÏIMMER-
WERF. |
|||||||||||||||
ÖosTlNDiscH Zeemagazyn en
ScHEEPST IMMERWERF.
De Scheepstimmerwerf op Raapenburg,
die der Maatfchappye, reeds in't jaar 1608, was afgedaan, door den tyd te klein geworden zynde, vondt zy, na de vergroo- ting der Stad, omtrent den jaare 1660, ge- raaden , dezelve te verleggen op Ooften- burg. Hier kogt zy eenige erven van de Stad, ter breedte van zes honderd zes en dertig, en ter diepte van ruim agt honderd voeten, voor eene fomme van zeven dui- zend zes honderd en twintig guldens ( h ): welke erven , door twee wyde dwarsgraf- ten , in drie Eilandjes , verdeeld werden. Op het eerfte deezer Eilandjes; werdt een groot Zeemagazyn gefügt, ten einde der groote Ooftenburger ftraat, welk het gant- fche erf in de breedte beflaat. De twee andere Eilandjes werden aangelegd tot Scheepstimmerwerven. Het OosTiNDiscH Zeemagazyn,
veeltyds het O>oflindifcb-Buitenhuis genaamd, is vier verdiepingen hoog , zeventig voe- ten diep, en, ter wederzyde, van vooren en van agteren, met vleugels uitgebouwd. Op den voorgevel, die, zo wel als de agter- gevel , in 't midden, Paveljoenswyze, uit- fteekt, ffcaat een fraai Koepeltoorentje van hout met lood bekleed, en met twee Uur- wyzers en een Slagklok voorzien. Voorheen, ftaken 'er vier fchoorfteenen ten dake uit, die weggenomen zyn, om dat zy 't Maga- zyn , alwaar nu niet gevuurd wordt, te zeer bezwaarden. Men komt in 't gebouw, over eene brug, voor welke, ter regter zyde , een Corps de Guarde, ten dienfte der waa- keren van 't Magazyn, en ter linkerzyde, een Comptoir voor eenige Bedienden ge- plaatft is. Men treedt, in 't Magazyn, door eene aanzienlyke hardfteenen Poort van de Toskaanfche bouworde. Diergelyk eene Poort is ook in den agtergevel van 't ge- bouw. In 't Portaal tuffchen deeze twee Poorten, is een vertrek voor den Conftapel, en een ander voor den Poortier. In 't eer- fte , leggen , doorgaands, eenige kleine ftukjes gefchut. In 't andere, ffcaat eene brand- fpuit. Ter wederzyde der Poorte van den agtergevel, zyn de ingangen naar de pak- huizen der eerfte verdiepinge. Men heeft hier een Spykerpakhuis, een Pakhuis voor kabels en touwwerk en een Yzerpakhuis aan de regter zyde. En aan de linker zyde, een ruim Slagthuis , daar 't hoornvee ten (h) Groot-Memor. N. V. ƒ. $« verft.
|
oordig, hangt men hier vyftig of zeftig 0osTIN-
eflagte beeften te gelyk aan den haak. Op compag- e tweede verdieping, zyn, langs den ag- nie. tergevel, eene groote menigte en verfchei- denheid van Scheepsnoodwendigheden ge» plaatft. Langs den voorgevel heeft men 't Porcelein-Magazyn, de Peper-zolder, en de zolder, daar de fyner Speceryen, in befloo- ten kaffen, bewaard, en ook verlezen wor- den. De Cauris wordt hier ook uitgezogt. De zolders der derde verdiepinge zyn ook van Specerykaffen voorzien. Ook legt 'er Peper los en in baaien. Een gedeelte dee- zer verdiepinge wordt tot eene Loots voor de Huistimmerluiden gebruikt. De Kaneel- zolder is op de vierde verdieping. Het uit- fchot der Speceryen wordt op de vliering gelegd , op welke, voorheen , de Zeilen- maakers werkplaats plagt te zyn. Doch dee- ze is, in 't jaar 1752, verplaatft in een ge- bouw, welk, in 't gemelde jaar, voor de brug, ter regterzyde , naar de agterftraat toe, gefügt werdt, en waaraan, volgens een opfehrift in den voorgevel,Nicolaas Willem Hartman, op den twintigften April 1752, den eerften fteen gelegd heeft. Het ge- bouw is drie verdiepingen hoog, behalve de vliering. De benedenfte wordt , door de bedienden van 't Slagthuis, gebruikt, om Vleefch en Spek te zouten en te bergen. Op de tweede worden de nieuwe Zeilen en 't Zeildoek bewaard , en fomtyds ook natte zeilen gedroogd. De derde verdieping is de werkplaats der Zeilenmaakeren. Op de vliering, worden de oude zeilen en ander linnengoed , tot fcheepsgebruik, gebergd. Agter het gebouw, van welk wy fpreeken, ftaat een ander, welk, reeds in 't jaar 1720, gefügt is, en waaraan, volgens een opfehrift in den voorgevel, op twee hardfteenen , Gerrit Hooft de Jonge, Dirk Sautyn, Fran- fois de Witt en Adriaan van Loon de Jonge , den agttiendenApril des gemeldenjaars,den eerften fteen gelegd hebben. Het is eene verdieping hooger dan het voorgemelde, en gebouwd rondsom eene vierkante binnen- plaats , die met Verwhout belegd is. Het gebouw dient tot een pakhuis voor Koffy, Tin, Drogeryen, Speauter , Katoenen-ga« rens, en veele andere waaren, die uit de Indien worden aangebragt. Men kan de goederen hier, door middel van zes wind- affen, te water, en van vier, te lande, op- flaan en aflaaten. De Katoenen-Lywaaten worden gelegd in het Pakhuis der Compag- nie , op de Y - graft, nog de oude Werf genaamd. Uit het groot Ooftindifch-Magazyn, welk |
||||||||||||||
wy,
|
|||||||||||||||
I-BOEK.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
WEERELDLYKE GEBOUWEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
85
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
wen°J Wy' 'm ^e ea*^e plaats, befchreeven heb'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
pagnie, zyncle de letters V. O. C. dooreen west-
gevlogten, in fteen, uitgehouwen is. De ikdisch agtergevel is, op gelyke wyze,verfierd.De HüIS m Lynbaan zelf heeft haare groote Stoof en Pakhüis- Teerketel. Boven dezelve, is een zolder >, daar de hennip gehekeld wordt. Het Teer- Magazyn ftaat een ftuk wegs Van de Lyn- baan , rondsom in 't water. Het is een vier- kant gebouw van twee verdiepingen , en met een dubbel dak voorzien. Beneden wordt de Harpuis gemaakt, en de voorraad van Teer bewaard. Boven is eene Kuipery en Schipbefchieters winkel. Tegen over dit Magazyn, agter het Bolwerk Jaap-Hannes, ftaat de Zaagmolen der Ooftindifche Maat-* fchappye, alwaar het hout, welk zy tot Scheepsgebruik noodig heeft , gezaagd wordt. XXVIIL
Wèstindisch-Huis en Pakhuis.
De Vaart naar Guinea en deWeftindien, Befcbry-
hier ter Stede, zo wel als die naar Ooft vinS van indie, ook reeds voor 't einde der sefHentfé ^ST. eeuwe, ondernomen zynde, vondt de Vroed- indisch fchap, in 't jaar 1599, geraaden, aan zekere Hüis m vereenigde Maatfchappye , handelende op Parhuis« Guinea, een erf digt by 't Ryzenhoofd toe te ftaan (k). Dit erf lag ter plaatfe, daar nu het nieuwe Werkhuis ftaat, en men timmer- de 'er, eerlang, een Pakhuis. Doch na't op- regten der Weftindifche Maatfchappye, in't jaar 1621, verkreeg zy eene plaats tot het houden haarer Vergaderingen, op den Haar- lemmer dyk, aan de Heeren -m arkt, in een gebouw, welk tot eene Vleefchhal en Wagt- huisgefchikt was (/). 't Veroveren van Brazil, in den jaare 1630, bragt zo veel toe tot den bloey der Maatfchappye, dat zy, in 't jaar 1642, op den noordelyken hoek van Raapenburg, aan 't Y, nog een groot en fterk Pakhuis bouwde, tot berging der Weft- indifche waarem In 't jaar 1646, verzoet zy, dat de Stad een nieuw Huis voor haar bouwen wilde, op 't nieuwe Waals-Eiland. Doch dit verzoek werdt afgeflaagen (?«). Men voorzag, naar 't fchynt, het verval der Maatfchappye, welker zaaken in Brazil, ten deezen tyde, reeds geweldiglyk verloopen waren, en eerlang zo veel verder verliepen, dat zy, in 't jaar 1654, gantfch Brazil weder- om kwyt raakte. Zy was toen niet in ftaat, om de huur van haar Huis op den Haarlem- merdyk op te brengen, 't Bleef dan ledig ftaan,
(k) Refoh Vroedfch. N. £. % Nov. tj99. ƒ■ 2,4>
(/) Refol. Vroedfch. N. 13. 15 May 1615. ƒ. zo8 verft-,
\m) Refol. Vroedfch. N. 19. 10 Jan, i«<j«, ƒ 7j
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
3STIN
fISCUE COMPAQ KIE. |
^eI1 ' ^0mt meI1' 0Vel' eeIle ^rUSJ °P net
tweede Eilandje, ter wederzyde met loot'
fen bezet, voor de Scheepstuigmaakers , |
||||||||||||||||||||||||||||||
Blokenmaakers, Schuitenmaakers, voor wel-
ker Loots eenè Werf legt: voorts , voor Roopaarden-, Spillen-, en Braadlpitmaakers, Beeldhouwers , en Riemmaakers. By de Loots deezer laatften, ftaat het model van het eerfte Schip, welk op deeze werf ge- bouwd, en Zuidpolsbroek genaamd werdt.By den naam van 't fchip, ziet men 't jaartal 1663. Van het tweede Eilandje, komt men, over eene brug, op het derde of de eigen- lyke Scheepstimmerwerf. Deeze is, voor aan, ook, ter wederzyde, met lootfen be- zet. Men ontmoet hier de groote Smede- ry, waar met agttien vuuren gefmeed wordt; twee ten dienfte der Ankerfmids. Agter dezelve, ftaat de Stoof, daar 't befchot tot fcheepsgebruik lenig wordt gemaakt. Voorts heeft men hier eene Loots voor de houten Nagelmaakers , eene Spykerloots en eene Loots voor de Schipbefchieters. De Equi- pagemeefter heeft hier by ook een Comp- toir en Spreekvertrek. Het derde Eilandje is verre het grootfte van de drie, en omtrent drie honderd en vyftig voeten lang. Voor het zelve is het Dok der Maatfchappye, met paalwerk , in 't Y afgeperkt, alwaar de Ooftindifche Schepen, onttakeld , leggen. De Meefter Timmerman heeft zyne woo- ning voor 't Magazyn, tuffchen de groote en kleine Ooftenburger ftraat. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Lynbaan der OostIndische
Compagnie. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Befchry-
v}ng van Qa LYN- |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Ïn 't begin des jaars 1660, droeg de Stad,
aan de Ooftindifche Maatfchappy, den |
|||||||||||||||||||||||||||||||
*'Hn der grond op Ooftenburg, beooften de Agter-
^ostiïj. ftraat, het Magazyn en de Werf, op, tot |
|||||||||||||||||||||||||||||||
CHE
^°MfAG-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
^ene L Y N B A A n , en tot een Teer-Magazyn,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
^et uiterfte einde van de Stads veften aan
deezen kant, by het Bolwerk Zeeburg (i). De Lynbaan, tot welke men ook van de Werf, 0ver eene brug, toegang heeft, legt naaft dit der Admiraliteit ten weften, en heeft juift dezelfde lengte; doch het gebouw, welk, voor aan de Ooftenburger graft, ten dsele tot eene wooning voor den Equipage- meefter, ten deele tot een Hennip- en Touw- Ndiuis, is geftigt, is veel hooger, breeder > aanzienlyker, en pronkt met eenen fraai- 1 voorgevel, in welks nette Frontefpies, c merk der Vereenigde Ooftindifche Com- |
|||||||||||||||||||||||||||||||
0 Gto
|
ot-Meraor. N. V. ƒ. 10 mrfi.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
III. Deel
|
|||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||
86
|
|||||||||||||
bruik der Bewindhebberen vandeWeftindi- West-
fche Maatfchappye, en van derzelver be- indisch dienden sefchikt. Ook houden de D i r e c- ^uis en
ö , o 0 Pakhuis. teuren der Sociëteit van Surina-
me, die, in 't jaar 1682, opgeregt is, hier hunne Vergaderingen. Boven de hardftee- nen Voorpoort van 't gebouw, die van de Dorifche orde is, ziet met eene ftaalen Voet- boog , Pylen en ander oud oorlogstuig, kon- ftiglyk, uitgehouwen. En boven eene ande- re deur, die , door eene foort van een por- taal , ten toegang verftrekt naar eene bin- nenplaats , op welke verfcheiden' vertrekken hunnen ingang hebben, is een S. Joris, den Draak doorfteekende, aartiglyk, uitgebeeld. Het P A K H u 1 s der Maatfchappye, op den hoek van Raapenburg of de Y-graft, tegen over de Kalkmarkt, is een groot gebouw, met drie gevels, welker middeïïle met een' kap of frontefpies gedekt is, in welke, het merk der Geo'ürojeerde Weßindißbe Compag- nie, zynde de letters G. W. C., door eikan- deren gevlogten, is uitgehouwen. De Com- mis der Equipage en de Schipper van de Jag- ten der Weftindifche Compagnie hebben hunne wooning in het onderfte noordoofte- lyke gedeelte van 't gebouw. Het is, wy- ders, van zulke ruime zolders voorzien, dat 'er de waaren, die de Maatfchappy uit de Weftindien aanvoert, doorgaands, ligtelyk, können gebergd worden. |
|||||||||||||
West- ftaan, en de Maatfchappy hieldt haare Ver-
iNDiscH gaderingen, in haar Pakhuis op Raapenburg. Huis en 't Weftindifch Huis op denHaarleramerdyk ' werdt, in of kort na 't jaar 1657, verhuurd tot eene Herberg (n), die, federt, het Nieu- we - zyds - Heeren - Logement genaamd werdt. De Maatfchappy , buiten ftaat om haare fchulden te voldoen, in 't jaar 1674, ge- heellyk vernietigd ; doch te gelyk , van nieuws, op eenen anderen voet, opgeregt zynde, huurde de Voetboogsdoele, op den Singel, tuffchen den Heiligen Weg en 't Spuij, van de Stad, tot het houden haarer Vergaderingen , voor duizend guldens 's jaars (0). In, of omtrent het jaar 1654, hadt de Stad de Pakhuizen der Maatfchappye , die digt aan 't Ryzenhoofd ftonden , reeds van haar gehuurd, tot een Werkhuis voor de Bedelaars (p). En in 't jaar 1736, werdt dit Huis, tegen de gewezen Voetboogsdoe- le, ingeruild van de Weftindifche Maat- fchappye (5) , die 't laatftgemelde gebouw, nog tegenwoordig, bezit, en 'er haare Ver- gaderingen blyft houden. Het Westindisch Huis, of de ge-
wezen Voetboogsdoele is een oud gebouw, met verfcheiden' groote vertrekken, totge- («) Refol. Vroedfch. Lt. A. s Jun. 1SJ7. ƒ. 180.
(o) Groot-Memor. N. VI. ƒ. 160, 161. 1 O) Refol. Vroedfch. N. 21. 16 Jan. iS$4. ƒ. 140. iqi Refol, Vioedich. Lt, LL. 12 Sept. 173,6. ƒ. 8+, |
|||||||||||||
B Y-
|
|||||||||||||
*
|
|||||||||||||
I. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WEERELDLYKE GEBOUWEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
87
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BYLAAGEN
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bylaa-
GEN
V.A.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lr. A.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
op het III. Deel, I. Boe e.
L\ A. Ordonnantie van Burgemeeßeren van Amfierdam voor Willem Huysman, Bewaarder van der
Stede Zvuaanen, gedagtekend, den 16 Auguftus des jaarsi549. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
\\ P huyden hebben myn Heeren d'ambochs-
heer ende burgemeefteren der Stede van Aemftelredamme aengenoemen Willem Huysman omme te hebben die toezicht ende bewareniflè yan der Stede Zwaenen, te wetene, dat hy in t voerjaer toezicht hebben zal opte Zwaenen die broeijen willen, den zeluen ruychte toevoeren pnime bequamelicken nellen te maicken , die, jongens te fhuycken,fplisvoetenendemaercken. Item zal alle jaers, een maent voor kerniifïe,by den ambochsheere ende burgemeefteren coemen, ende den zeluen te kennen geuen hoe veel jon- ge zwaenen in 't voerjaer gekipt ende aengevoet zyn, ende hoe veel zy der zeluer jonge Zwae- nen opgehaelt willen hebben tot kermisfwaenen, ende zoe veel hem dan gelaft worde op te hae- len, die zal hy tot zynen cofte zoecken, ophae- len ende leueren in handen van de poertiers van de reguliers poert, die de zelue meeften, ende den ambochsheeren, burgemeefteren, trezorieren, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ende anderen daer aff hem beueël gedaen zal wor-
den , hoer kermisfwaenen te huys zullen brengen, daer aff zy hebben zullen van 't ftuck twee ftuuers van den trezoriers, daer voer die zelue poortiers die voorfz. Zwaenen des winters alft geflooten water is mede vueren ende onderhou- den zullen. Item zal die voorfz. Willem Huys- man, alle jaers , als 't begint te vriezen , alle der Stede Zwaenen by malcanderen brengeri omtrent de reguliers poert, omme daer by de poertiers gevuert te werden , voer al welcke zyne moeyte ende bewareniffe hy jaerlicx tot wedden hebben zal die fomme van dertien fcel- linghen ende vier penningen vlaems, verfchy- nende aßumptionis marie (1), daer van teerfte jaer wedde verfchynen zal aßumptionis marie , anno XV .c L. Aftum den XVIe" Augufti, an- no XLIX. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) Dat is, den 15 Auguftus.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lr. B.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bylaä-
GEN
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GEN
L'.B.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
CopiA van der Sententie by de ma*, van de Conin ginne gegeuen tujfchen die eygenaers ende ' '
geërfde van der laiflaigie ter eenre, ende den burgermren dezer Stede ter andere noepen* de'tvaftmakken van de voorfz. Laßaige, op den vyftienden September des jaars 1545. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A lzo die gemeyne eygenaers ende geërfde van
■f*- der laftaige gelegen buyten de Stadt Am- ftelredamme aen de ma', van der Coninginne van hongrye etc. regente van Key. Ma', in deze zy- ne erfnederlanden by diverfche fupplicatien had- den verzocht te willen ordonneeren ende hem- luyden confenteren de voorfz. plaetze genaempt Laftaige te befluyten, veftegen ende vereenigen *nit die voorfz. Stadt fuftineerende dat tzelue Reezen zoude de gemeen oerboer ende prouffyt "er voorfz. Stads ende oick verzeekertheyt nyet ^leenlyck van der Stadt, nemaer oick van den Cepen ende goederen aldaer arreuerende, alzoe
^Vel in tyde van Oirloge als oick in tyde van S^ote onwederen , tempeeften ende ysganck, aei"doore die vreemde coopman te meer genee-
gen zoude werden de voorfz. Stede ende den Lan- van holl'. te hanteeren ende frequenteeren , ten dien fyne allegerende ende bybrengende diuerfche redenen, feyten, ende middelen pre- ienterende de voorfz. beueftinge zelue tot hoer- luyaer cofte te doen doen in zulcker manieren als 't haer mac. oft haeren CommifTaryffen be- lieuen zoude te ordonneeren, mitz by dien van Amftelredam hemluyden laetende genyeten en- de gebruycken Van alzulcke incommen ende |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
coemen zouden moegen, totter tyt toe dat zy
ten vullen gerecompeiifeert zouden werden en- de dat bouendien den burgermeefteren ende re- genten der zeluer Stede verhoeden zoude war- den voorts te gaene met zekere reparatie by hem- luyden begonft aen S'. Anthonis poorte tot aen der ftontdat op heurluyder voergaendeVerzouc- ke geordineert foude werden. Ende dat die voorf. burgemrs ende Regenten de voorf. fupplicatien gezien hebbende by diverfche redenen, feyten ende middelen by gefcrifte ouergegeuen gefus- tineert hadden ter contrarien der voorf fupplian- ten verzouck ongefundeert zynde, ende dat 't zelfde der Stede noch oerboerlyck noch prouf- fytelick wezen zoude nemaer geheel hinderlyck der gemeene weluaert ende neeringe van de voorf. Stede, Ende mittertyt caufeeren de de- folatie ende verderffenifle van der ouder Stedej verzouckende mitsdien, dat den voorn. Supplian- ten heurlieder verzouck ontfeyt zoude werden, ende henlieden geconfenteert met he'tirl. begon- fte werck voert te moegen gaen; De voers. haer Ma', gezien hebbende de re-
denen by beyde partyen ten eynde als bouen' overgegeuen , heefc alvoerens gecommitteert heer Lodewyck van Vlaenderen , heere van Praet, ridder van deroirdene^ tweefte Camer- linck der Key. Ma', hooft van zynre fynaneieri en-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ke
|
uffyten als de voorfz. Stede doer de oirz ?ic-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van der voorfz. beueftinge vallen ende toe-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERD. WEERELDL. GEBOUWEN. III.Deel.
|
||||||||||
88
|
||||||||||
te verheten deen aen de Veemarckt optenyeu- Bylaa,-
we zyde, ende d' andere tuffchen Ste.' Marien 0EN convent ende die nyeuwe nonnen aldaer die wa- Lr. B, teren van doude zyde in een loopen , achter- uolgende de prcfentatie ende betooch daer aff den Commyfen gedaen van wegen den Regier- ders der voorsz. Stadt, om aldaer de vloyte te fchutten ende by den ebbe 't water van den am- ftel daer doer te laten zuiveren , zoe dat die Sceepen altyts aldaer zullen moegen vaeren al- zoe wel in de nyeuwe zyde als in doude en- de middelwart ten fyne dat de neeringe ouer alle de Stede haer beflrecken mach. Ende bo- uendien hare Ma1, willende voorfien tot meer- dere fortificatien der voors. Stede ordonneert den voorn. Burgemrs ende regierders de graf- te van der Stede , ftreckende van S. Anthonis, poorte noortwaarts tot in de tye te doen wyden ende verbreeden drie roeden, ende dat die huy- zen ende lynbaanen oft andere edifitien ftaende opte Laftage in aduenantie van dien affgetroc- ken ende achterwarts gefielt zullen worden ver- biedende voorts den geërfden van den voorii. laflaige dezelue plaitze meer te verhoogen dan die tegenwoerdelycken is offte eenige andere huyzen oft edificien meer aldair te maickene off te doen maicken dan van houten wanden ende gedeckt met weecke daecken noch oick die naerder der Stede grafcen te ftellen dan hier, voertyts by die van der Stad geordonneert ofte gepermitteert is geweeft. Al op te peyne van dat die zelue huyzen ofte edifitien van ftonden aen offgebroicken ende gedemolieert zullen wor- den tot hoerluyder cofte Ende tot dien arbi- traelycken gepunieert. Ende aengaende ande- re breder flerclen ofte fortificatien zullen die van der voorsz. Stede hen reguleren naer dat by den voorn, heere van Praet Stadhouder ofte andere die daer toe geordineert zullen worden geaduyfeert ende oorboorlycxte beuonden zal worden. Gedaen te Brueflele den XV.C" dach van feptembris anno XVC vyff ende veertich. Ondergeteykent Marie. Staet noch onnerge- fchr. ter Ordinancie van haere Ma', ende is on- dergeteykent Vereycken. Geregiftreerd in een oud Boek
ter Thefaurie, geintituieerd, op den ornflag, Aenneminghe van de Clarifjen. Copien van Rentebrieven enz. ftaende in de kas n°. si. in 'c bovenfle val; |
||||||||||
ende demeynen, ende Stadthouder van den Lan-
den van holl'. ende Utrecht, mitsgaders den heer van affendelfc ende elcken van hen omme hen op alle des voors. is te informeeren ende bezondere off t' innemen ende vereenigen van der voors. laftage weezen zoude meer tot oir- boir weluaeren ende prouffyt dan tot achter- deele fchade ende Intereft van der voors- Ste- de ende Inwoonders van diene, ende voorts daer op hoeren d'oorconden die beyde partyen zouden willen beleyden ende andere waert noot. Ende voirts vifitatie neemen ende doen mitter ooghe , ende te verftaen hoe veel die voors: vereeninghe coften ende waermen die penn. daer toe behoeufuende ten minden grie- ue zoude moegen vinden , Ende op al haere Ma1, befcheyt ouerzeynden mit hoeren advyze om voerts gedaen te zyne zoe men zoude be vinden behoerende. den welcken_ volgende de voorsz. Cömyfen hebben ter plaitze geweeft, ende van als vifitatie genoemen partyen ge- hoirt ende hemluyden geinformeert op de re- denen ende feyten, by hemluyden aen beyden zyden voort gefielt, Ende daer naer hoerlieder gebezungneerde mit hoerluyder aduyze haere Ma1, ouergezonden achtervolgende hoerl. Com- miffie. Die Coninginne hebbende alle 't zelue gedaen vifiteeren ende daer aff rapport gehoort by aduyfe ende deliberatie van den raide neffens haer wezende verclaert den voorn. Supplianten in heurluyder verzouck nyet gefundeert zynde. Ende nyetmin begeerende te voirderen de ge- meyne weluaert énde prouffyt van de voirs. Stede ende van allen den Inwoenders van dien, ende te vermeerderen aldaer die neeringe ende negociatie confenteert den voorn. Burgermrs ende Regierders te*-' moegen volmaicken die muer flreckende van S'. anthonis poorte noort- waerts tot verby den eerflen thoore daer nu ftaende, zukx als eeril by heml. geaduifeert is geweeft Ende des nyettemin van Honden aen mit alder diligentien poftponerende allen anderen wercken te doen maicken by aduyfe van zulcke Commyfen als haere Ma', aldaer ter plaitze zeynden zal de fchotdoeren dienende ende behoufuende aan twee fluyfen leggende binnen der zeluer Stede, deen aen, de nyewe zyde by der haerlemfche poorte , ende d'an- dere aen de oude zyde, zoe dat men daer doere op een gemeene vloet tot alle getyde t water van den tye daer doere in mach laten vloijen in de vier burchwallen der zeluer Ste- de , ende totte dien oock van ftonden aen te maickene ende leggen twee nyeuwe fpoyeh of4 |
||||||||||
D E R-
|
||||||||||
8P
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
DERDE DEEL.
G EB O UWEN
DER STAD
AMSTERDAM.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
TWEEDE BOEK,
KERKEN en KERKBESTIER der GEREFORMEERDEN* |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Over-
gang tot de be- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'y komen nu tot de Geeflelyke Gehou
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aan S. Nicolaas toegewyd (i), van waarde
gantfche oude zyde, het Kerfpel deezer Ker- ke, den naam van S. Nicolaas-Parochie ge- kreegen heeft. Pontanü's (c), en allen, die hem gevolgd zyn, fchryven, dat de Ou- de Kerk ook aan Joannes den Dooper toe- gewyd geweeft is; doch ik heb hiervan, tot iiog toe, in oude ftukken, geen bewys ge- vonden. De ongenoemde befchryver van Amfterdam, die, omtrent den jaare 1500, gebloeid heeft, is de oudfle, by wien ik dit leeze (d). Wy geeven, in de Befchryving der Ker-
ken, de eerfte plaats aan de Oude Kerke , niet alleen, om dat zy , volgens aller toe- ftemming, de oudfte Parochie- of Kerfpel- Kerk der Stad is; maar ook, om dat zy, met re- den , voor het oudfte Kerkgebouw gehouwen wordt, welk, hier, tegenwoordig, in wezen is. Sommigen, 't is waar, hebben gemeend, dat de S. Pieters Kapel, thans de groote Vleefchhal in de Nes, de oudfte Kerk der Stad zou geweeft zyn (e) ; doch 't is niet te vermoeden, dat men, in zulk eenen laagen en
(c) Amft. Libr. I. Cap. VI. p. 14.
(d) Ad Calcem fONTANi, p. j.
(e) Apud PONTANUM Lilr. I. Cap. VI. p. 14.
(1) Nicolaas, Biffchop van Myfa iri Lycie,
de vervolging ten tyde van Licinius ontkomen zyn- de, is onder Juliaan of Joviaan geftorven. Men verhaalt van hem, dat by, een kind zynde, al wat hy overhadt aan de behoeftigen plagt te geeven, eii in hooger' ouderdom,- een' arm' man, te Patara in Lycie, kennende, die met drie huwbaare dogters belaft was,welken,by gebrek van huwelyks goed, gevaar liepen van verleid te worden , van tyd tot- tyd, heimelyk, zo veel gelds ten venfter inwierp, als tot een uitzet voor deeze dogters vereifcht werdt. Vide Mattmm Fundat. 6? Fata Eccl.p. 188. En uit deeze vertelling is de gewoonte ontftaan, die, van ouds, in Amfterdam en elders, heeft plaats gehad, dat men den kinderen, op S. Nicolaasdag, heime- lyk, eenig gefchenk toewerpt , of in hunne fchoe- nen of muilen bergt, welk men hm diets maakt, van S. Nicolaas te Komen, M
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Oude
Kerk.
aan S. Ni-
colaas toege. wyd. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
der Stad , onder welken , de
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
w
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fohryvlns e£rfte plaats verdienen de elf Nederduitfcht
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GEREFORMEERDE
KERKEN, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wuiven
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en eerQ.'
der elf |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
W
|
te weeten, de Oude Kerk, de Nieuwe Kerk,
de Nieuwe - zyds - Kapel, de Oude - zyds - Ka- *0rmesh.?^j de Gaßhuis - Kerk , de Zuider - Kerk , ^ Küa. de Wefter - Kerk , de Noorder - Kerk , de Oofler - Kerk , de Eilands - Kerk en de Am- ßel-Kerk. Wy zullenze allen, in deeze or- de, befchryven. I.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Is het
oudfte Kerkge- bouw der' Stad. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
OUDE K E R IC.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Befcllrv.
*!"g der «ODE
ïeden.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
DeÖuöE Kerk, een groot en aan-
zienlyk gebouw , ftaat tuffchen de Warmoesftraat, die hier van ouds de Kerk- firaat plagt te heeten, en den Oude-zyds- Voorburgwal. Zy wordt de Oude Kerk ge- naamd , om haar te onderfcheiden van de nieuixse, die, in 't begin der vyftiende eeti* we ■> geftigt werdt. En men heeft nog eene oude Keur zonder dagtekening; doch die, naar alle waarfchynlykheid, voor 't midden der vyftiende eeuwe, gemaakt is, by welke, de burgers vermaand worden , als de klok klepte, op hunnen hoefflag, te verfchynen, t zy in de oude kercx toirn, of up der Stede buus (a): waaruit men zien kan, hoe oud de naam van Oude Kerke zy. In eene andere Keur van denzelfden tyd, draagt zy den naam Van groote Kerk, wordende daarin bevolen, §eene dooden te beluiden, in den toirtie van der groter Kerke, terwyl de Priefter op den pre- dikftoei was (b). Voorts, was zy,oudtyds, $t\ £eurb- c- /• '•
\°> Keiftb. A. ƒ. Ig verft.
n- STUK.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zy was
Weleer |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||
9°
|
|||||||||||||||||||
Anderen, die den tyd der ftigtinge dee- Oude
zer Kerke tot de dertiende eeuwe brengen Kerk- (i), fchynen my dien wederom te vroeg te Andere" {tellen. Amfterdam begon, in 't laatft derce vroeö' dertiende eeuwe, eerft een weinig te bloei- jen , en nam niet merkelyk toe, dan na dat het, in 't begin der veertiende eeuwe, be- ftendiglyk geraakt was onder 't gebied der Graaven van Holland, 't Is dan niet te ver- moeden , dat de buureiï der Plaatfe, in de dertiende eeuwe, reeds eene Kerk zouden geftigt gehad hebben. Sommigen, 't is waar f Onder- hebben , uit eenen brief van Biflchop Jan zoek van van Vernenburg van den jaare 1369, waar-^""p |
|||||||||||||||||||
Oude en waterigen grond, als de Nes is, de eerde
Kerk. Kerk zou geftigt hebben; daar men den hoo- gen en vallen grond, waarop de Oude Kerk ffcaat, zo naby hadt: behalve * dat fommigen eenen brief van den jaare 1419 te berde ge- bragt hebben, uit welken blykt, dat de Ka- pelle in Gans oord, welke zy meenen, de S. Pieters Kapelle te zyn, eerft in het gemelde jaar, ingewyd geworden is (f ) ; waaruit de jongkheid deezer Kapelle genoegzaam zou beweezen worden. Wy können egter niet ontveinzen, dat wy , onder de Heiligen, waaraan de Kapel in Gansoord, in 't jaar 1419, toegewyd werdt, den naam van S. Piet er niet gevonden hebben; doch wel dien van S. Mar gar eet; weshalve wy veeleer ver- moeden zouden, dat hier op de S. Marga- r e et en-Kapel, nu de kleine Vleefchhal, niet op de S. Pieters-Kapel, gezien wordt. Ook zullen wy, beneden, in de Befchryving van 't Gafthuis, doen zien, dat de S. Pieters-Ka- pel, in 't jaar 1385 , reeds in wezen was» Anderen zyn van gedagten, dat deS. Olofs- of Oude-zyds-Kapel de oudfte Kerk van Am- fterdam , en voor de Oude Kerk, geftigt ge- weeft is (g). Doch hiervan vindt men ner- gens eenig bewys, en-, indien 't zo ware , zou men bezwaarlyk eenige goede reden geeven können, waarom niet de S. Ölofs- Kapel, maar de Oude Kerk, tot eene Ker- fpelkerk , verheeven geworden is. Behalve dat de S. Olofs Kapel, eerft in 't begin der zeftiende eeuwe , verlof gekreegen heeft, om, op zekere byzondere feeften, Mis te katen zingen en Sermoenen te laaten doen; gelyk wy, in de Befchryving dier Kapelle, breeder toonen zullen; 't welk, vermoede- lyk, niet zo laat zou gefchied zyn, zo dee- ze Kapel ouder was .geweeft dan de Oude Kerke. Sommi- De juifte tyd van de ftigting der Oude gen fiel- Kerke is egter niet geheel zeker. Ponta- r^dhaa- NUS ^t ° t£ laat' ^cnryven^e (*) > in rer Sdg- 't begin der zeventiende eeuwe, dat de Ou-
tin'ge te de Kerk, voor omtrent twee honderd jaaren, laat- dat is, omtrent den jaare 1400, begonnen is gebouwd te worden. Men heeft nog twee brie- ven van den jaare 1334, waar in van de Kerfpelkerk van Jemfielredamme , als reeds gefcheiden van de Kerken van Ouder-Am- ftel en Nieuwer-Amftel, gefproken wordt. Gevolgelyk, moet de Kerk toen reeds eeni- ge jaaren oud geweeft zyn. En 't kan niet wezen, dat menze,omtrent den jaare 1400, eerft zou hebben begonnen te bouwen. Wy zullen deeze Brieven den Leezer, terftond, mededeelen. Doch eerft nog eenige ande- re aanmerkingen vooraf laaten gaan. ( (f) H. VAN Rsm op de Kerk. Oudh. IV. Deel, hl, Z]9.
(x) LE Long Reform, van Araft. hl. 92. (»j Ltct citat». |
|||||||||||||||||||
in verlof gegeven wordt, tot het herftellen >t jaar'
van't hoog - altaar in de Oude Kerke, be-1369, flooten, dat dit Altaar, toen, door ouder-waarby dom, vervallen was, en dat, derhalve, deggy°ns Kerk zelve, in 't jaar 1369, al zeer oud moet wordt.t geweeft zyn (£). Doch zie hier den brief verfiel» zelven, die wat gebrekkelyk uitgegeven is, ^se en oordeel, of 'er iet diergelyks uit op te ^00g maaken zy. taar. Johannes, Üei Gratia Episcopus Ultra-
jeäinus, Dileclis nobis in Chriflo, Domino Jo- hanni de Daventria, Curato Ecckfice Parochia- lis in Aemflerdam noflrce Dioecefis, nee non Procuratoribus Fabrica ejusdem Ecclefice Sa- lut em in Domino fempiiernam. Ut fupremum altare Chori fupradiclie Ecclefice', manibusves- - tris, Domine Johannes preefat e, frius coap- pofitis, liclté f range [1. frangere], feu f rangt face [1. facere], eoque in melius reformato, fuper eodem, in lapide portatiü confecrato, di- vina MiJJarum officia per quemlibet Presbyte- rum idoneum, dum tarnen aliud canonicum in- pedimentum non obfiflat; licité pofjint celebra- re feu facere celebrare, vobis & eidem Presby- ter o, infrahunc £? diem natalem Beati Jo- hannis Baptißce proximo affuturum inclufivé, tenorc preefentium concedimus facultatem, ha- rum noflrarum tefiimonio Litterarum. Datum Anno Domini millefimo trecentefimo fexagefimo noriOy menfis Decembris die fecunda. dat is:
|
|||||||||||||||||||
„ Johannes, door Gods genade, Bïs-
fchop van Utrecht, aan onze welbemin- den in Chriftus, Heere Jan van Deventer, Paftoor der Kerfpelkerke in Amfterdam, onder ons Bisdom, en den Opzienderen over 't gebouw der zelfde Kerke, altoos- duurend heil in den Heere ! By den in- houd deezes, en in oirkonde van deezen onzen brief, verleenen wy de magt, om het |
|||||||||||||||||||
hoog-altaar in 't Choor der bovengemel-
„ de
|
|||||||||||||||||||
(i) LE LONG hl, I«4-
(^)COMMELIN , hl. 4ÏI. VAN HEU3SEN. en VAN RVN ,
Keik. Oudh. IV. Deel, hl, 174, IS3. |
|||||||||||||||||||
G JE Z I a T ot> O^ O ZT JD JE _JC JE H IC
|
||||
c
|
||||
GEREFORMEERDE KERKEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||
9i
|
|||||||||||||||||||||||||||
II. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||
tum in Querceto,feria quinta poß feflumbea- öude
torum Philippi et Jacobi, Apofiolorum. AnnO K*kk- Domini 1334^ |
|||||||||||||||||||||||||||
« de Kerke, na dat gy, Heer Jan voornoemd,
„ vooraf uwe handen daarop gelegd zult jj hebben, vryelyk te mogen afbreeken * of ■>■> te doen af breeken; en, in een beter her- 5> vormd zynde, over het zelve, na dat hetj j> van een draagaltaar (2), zal ingewyd zyn, ,, door allerlei bekwaame Priefters * mids „ hun geen ander wettelyk beletfel in den » wegfta, vryelyk, de Mis te bedienen, » of te doen bedienen; 't welk Ulieden, en jj den zelfden Friederen, van deezendag afy 55 tot op den naaftkomenden Geboortedag »> van Johannes den Dooper ingefloóten, )j geoorlofd zyn zal. Gegeven in 't jaar des 55 Heeren een duizend drie honderd negen 55 en zeftig, den tweeden December." Immers, zegt deeze brief nergens, dat het
hoog altaar, door ouderdom, vervallen was. Veeleer, zou men 'er uit afleiden, dat het zelve, naar het toeneemend aanzien der Stad , te gering bevonden werdt, en daarom in een beter veranderd moeft worden. De bygebragte brief levert dus geen bewys
uit voor de hooge oudheid der Kerke. Doch de twee andere brieven van den jaare 1334 können ons'-, agt ik, derzelver waare oudheid* op betere gronden , leeren. Zy zyn den Heere Puter Vlaming, voorheen, medegedeeld, door den Heere Dionisius Andreas R o ë l l , Burgemeefler van De- venter. Ook is de eerfte derzelven , on- langs , door den Heere FransvanMie- Ris, uit het Pergament-Regißer der Char- terkamer van Holland, in 't licht gegeven Q), Dus luidenze beide: Guillelmus Hannonie, Hollandie Co-
ines, ac Dominus Frifie , univerßs prefentia vifuris notum facimus , qnod nos Ecclefiam Parochialem de Aemflelredamme , per fe di- vïfam Ê? feparatam ab Ecclefiis de Oude Aemftelle & Nieuwe Aemftelle , vacan- tem ad prefens per mortem vel liberam refig- "nationem Magißri Johannis de Ratingen,ulti ~>ni Reäoris ejufdem, Walther0 de Dronghele, filio quondam Domini Johannis de Dronghele, propter Deum pure 8* in Elemofynam contuli- mus & conferimus per prefentes, fupplicantes vobis Venerabili viro Dm Archidiacono loci ejufdem , quatinus ipfum ad diäam Ecclefiam admittatis £f Reftorem infihuatis in eadem , Jc'cnipnitatibus adhibitis in talibus fieri confue* tis. In cujus rei Teflimonium figillum nofirum ■prefentibus Hteris duximus apponendum. Da- '• (2) Lapis portatilis betekende , in 't Latyn der
■ middeleeuwe, eigenlyk, een Draagaltaar. Vide Du Cange Gloijanum in h. v. Van het misbruik, welk, "* fommige gelegenheden , van deeze Draagaltaaren gemaakt werdt, kan men van Rm op de Kerk. u"«'->:I.Deel,bl.oi. en V. Deel, bl.419. naleezen. |
|||||||||||||||||||||||||||
OüDS
Keuk.
|
|||||||||||||||||||||||||||
dat
|
|||||||||||||||||||||||||||
is:
|
|||||||||||||||||||||||||||
,, WïWilleM, Graaf van Henegou-
„ wen en Holland, en Heer van Friesland, „ doen allen, die deezen zien zullen , te „ weeten, dat wy de Kerfpelkerk van Aem- „ ßelredamme, in zig zelve gefcheiden en „ afgezonderd van de Kerken Van Oude „ Aemßelle en Nieuwe Aemßelk, tegenwoor- „ dig opengevallen, door de dood of vry- „ willigeh afftand van Meefter Jan van Ra- „ tingen, den laatften Paftoor dier Kerke , „ aan Wouter vart Drongelen, Zoon van „ wylen Heere Jan van Drongelen, zuiver- „ lyk om Gods wille en tot een aalmoes „ gegeven hebben, erf by deezen geeven; „ U, den eerwaardigen Aartsdiaken der zelf- „ de Plaatfe , verzoekende, dat gy hem in ,* de gemelde Kerke ontvangt, en tot Pas- „ toor aanflelt, met de plegtigheden, die in „ diergelyke gevallen gebruikelyk zyn. Ten „ oirkonde hier van, hebben wy ons zegel „ hier onder doen hangen. Gegeven te „ Quesnoy, 's Donderdags na den Feeftdag „ der H. Apoftelen Philippus en Jacobus* „ [ dat is, den vyfden May], in 't jaar des >, Heeren 1334. Guillelmus Hannonie,Hollands, Ze-
landiè Comes ac Dominus Frifie notum facimus univerfis, quod nos Ecclefiam Parochialem de O ut-Aemftel, Trajefitenfis Dioecefis, divifam, &f feparatam ab Ecclefiis de Aemflelredamme, &f de Nova Aemftel, ejusdem Dioecefis, va- cantem ad prefens, per mortem feu liberam ré* fignationem Magißri 'Johannis de Ratinge,, ultimi Reäoris ejufdem, cum fructibus . reddi- tïbus, & obventionibus fuis univerfis, ad ip* fam ecclefiam de Oud Aemftel periinentibus, fc? pervenientibus, difcreto viro Johanni,' filio Gifelberti, diSti Jacobs fonc, Clerico, pure £5* fimpliciter propter Deum Ê? in puram elemofi- nam contulimus Ê? conferimus per prefentes* In cujus rei Tefiimonium Hteris prefentibus fi- gillum nofirum duximus apponendum. Datum Ambianis, feria quarta poß fefium affumtio- nis beate Marie Firginis. Anno Domini 1334» dat is:
,, W Y W1L L e M, Graaf van Henegou-
wen , Holland, Zeeland, en Heer van Fries- land, doen allen en een iegelyken te wee- ten, dat wy de Kerfpelkerk van Out Aem- fiel, in 't Bisdom van Utrecht, gefcheiden en afgezonderd van de Kerken van Aem- ßelredamme en Nieüvier Aemjtel'm'tzelfde Bisdom, tegenwoordig opengevallen, door |
|||||||||||||||||||||||||||
Twee
brieven, daaruit' blykt, dat de Kerk, voor 't jaan33+ Beftigt
geweeft
is. |
|||||||||||||||||||||||||||
Chartert). II. Dcel, 11. S6z,
|
|||||||||||||||||||||||||||
de
|
|||||||||||||||||||||||||||
M 2
|
|||||||||||||||||||||||||||
?3
|
|||||||||||||||||||||||||||
I[I. Deel.;
|
||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||
92
|
||||||||||||||||||||
dat haare vryheid, in 't jaar 1342, merkelyk Oode
werdt uitgebreid (n). Keek, 3. Eindelyk, leert ons de eerfte deezer
brieven, dat de Kerk van Amfterdam, fchoon zy, ten tyde van het verleenen derzelven, nog geenen hoogen ouderdom bereikt hadt, evenwel, in't jaar 1334, reeds eenige jaa- ren oud geweeft moet zyn. Jan van Ratin- gen wordt de laatfle Pafioor [ultimus Recior} der Kerke van Amfterdam genoemd. Ge- volgelyk, moeten hem meer dan een, en veelligt wel drie of vier Paftoors zyn voor- gegaan : 't welk onderftelt, dat de Kerk, in 't jaar 1334, al eenige jaaren gefügt geweeft moet zyn. 't Blykt nogtans, dat de Paftoors hier ter Stede, in 't eerft, niet veele jaaren agtereen, in dienft bleeven, en , zo 't fchynt, al fpoedig naar aanzienlyker Kerken ver- plaatft werden. Toen Jan van Alten, in 't jaar 1359, door Hertoge Albrecht,tot Pas- toor werdt aangefteld, waren 'er, na Wou- ter van Drongelen, reeds twee anderen voor- gegaan , te weeten, Jan Bloote en Gerard Hert (0). In 't jaar 1369, was Jan van Dé' venter Priefter (p). En kort hierna, Filips van Leiden (q). Men kan dan de woorden laatße Pafioor [ultimus Rector] , die , in 't jaar 1334, van Jan van Ratingen gebruikt worden, in hunne volle kragt laaten, zon- der dat men behoeft te onderftellen, dat de Amfterdamfche Kerk toen meer dan vyf en twintig of dertig jaaren oud geweeft is. Op de gelegde gronden nu, vermoed ik, De Kerk
dat men den tyd van de ftigting der Oude f-s'hwa,ar^ Kerke behoort te brengen tot het begin der gefügt,7, veertiende eeuwe. Voor dien tyd , waren in 't 'be- de Heeren van Amftel Heeren der Stad; Sin d.er |
||||||||||||||||||||
Oude ,, de dood of vrywilligen afftand vanMees-
Kers. }j ter Jan van Ratinge, laatften Pafhoor der „ zelfder Kerke, met alle derzelver vrugten, „ in- en opkomften , die tot de gemelde „ Kerke van Oud-Aemftel behooren, aan ,, den eerzaamen Jan Gyzelbertszoon, ge- „ zeid Jakobszoon, Kerkelyken, zuiverlyk „ en eenvoudiglyk om Gods wille, en tot „ een louteren aalmoes opgedraagen heb- ,, ben , en opdraagen by deezen. In oir- „ konde waarvan , wy ons zegel aan den „ tegenwoordigen Brief hebben doen han- „ gen. Gegeven te Amiens, 's Woensdags „ na den Feeftdag der Hemelvaart van de H. „ Maagd Maria, [dat is, den zeventienden „ Auguftus,] in 't jaar des Heeren 1334. Aanmer- Eenige weinige aanmerkingen over dee- kingen ze twee brieven zullen ons, vertrouw ik, overdee- aanleiding geeven,om den tyd der ftigtinge ze twee van je Qude Kerke, op waarfchynlyke gron- |
||||||||||||||||||||
Brieven.
|
||||||||||||||||||||
den , na genoeg, uit te vinden.
1. De twee brieven, met eikanderen ver-
geleeken , doen ons zien, dat de Kerken van Ouder - umfiel of Ouderkerk en Amfterdam, tot in 't jaar 1334 toe, door een en den zelf- den Priefter, bediend geweeil zyn. Hieruit volgt klaarlyk, dat de Kerk van Amfterdam nog niet zeer aanzienlyk, en derhalve nog niet zeer oud geweeft kan zyn. Wanneer Jan van Ratingen de Kerk te Amfterdam heeft begonnen te bedienen, blykt, myns weetens, nergens. Doch in 't jaar 1323, is hy Priefter in Ouder-Amftel of Ouderkerk geworden, na dat Jakob van Benthem vry- willigen afftand van 't Prieflerfchap dier Ker- ke gedaan hadt (m). De naam vanOuder-Am- flel geeft genoeg te kennen,dat deKerk teOu- derkerk de oudfte Kerfpel-Kerk van Amftel- land geweeft is, alwaar de opgezetenender Landftreeke, eer nog deKerk terNieuwer- Amftel of Amfterveen geftigt ware, ter mis- fe gingen; en gevolgelyk ook, in de dertien- de eeuwe of eerder, de opgezetenen van Amfterdam, of van de Plaats, die, in laater' tyd, Amfterdam geworden is. 2. Doch deeze zelfde brieven leeren ons
ook, dat de Kerk te Amfterdam, in 't jaar 1334, reeds in zo verre toegenomen was in aanzien, dat zy gefcheiden werdt, of aan- gemerkt , als uit zig zelve [per fe] gefchei- den van de Kerke van Ouder-Amftel, en dat de bediening van ieder deezer Kerken aan eenen byzonderen Priefter werdt opge- draagen. In de Kerk van Amfterdam, werdt Wouter van Drongelen Priefter, en in die van Ouder - Amftel , Jan Gyzelbertszoon. Amfterdam was ook, ten deezen tyde , zo zeer aangewaffen in getal van inwooneren, (m) Zit Mieris Charteib. II. Detl, hl. je*.
|
||||||||||||||||||||
veertien-
eeu- |
||||||||||||||||||||
die, naar alle waarfchynlykheid, toen reeds
|
||||||||||||||||||||
twee Kerfpelkerken in hunne Heerlykheid We
geftigt hadden, te Ouderkerk en te Amfter- veen; en die 't opkomend Amfterdam nog van te weinig aanziens zullen gerekend heb- ben , om 'er eene Kerk te bouwen. Zy had- den 'er hun Slot;.en, in of aan 't zelve, ver- moedelyk, eene Kapel, die, zo't fchynt, aan de Lieve Vrouwe toegewyd was, en zelfs na 't verdelgen van 't Slot, in wezen gebleeven, of herbouwd is. Doch de oud- fte opgezetenen der Plaatfe gingen, of over den Dam, of over de oude brugge, langs de weftzyde des Amftels, naar Ouderkerk ter miffe; en kwamen aldaar in de Kerke, langs eene brug, die daar, al van ouds, over den ftroom gelegen heeft. Maar toen Guy van Henegouwen, in 't jaar 1300, Heer van Am-
(n) Zie I. Deel, I. Boe!lt hl. 9.
(0) Mieris chatrerb. ui. Veel,hl. ss. Scheperen-brief
VA' li'o, hy COMMFXIN, hl. 429.
(p) Zie hier voor, hl. 90.
(ij) VU. Phil. a Leydis de Cura Reipubl. & foite
ïrincip. Caf. LX. p. 107. Caf. LXIV. f. ïz*. |
||||||||||||||||||||
II. Boek.
|
|||||||||
GEREFORMEERDE KERKEN.
|
|||||||||
93
|
|||||||||
Oude Amfterdam geworden, en vooral, na dat water uit deeze put geproefd, en het tame- Oudé
foftK. hem, in 't volgende jaar, de Biffchoppelyke lyk_goed van finaak; doch een weinig geel- Kerk:. waardigheid van Utrecht opgedraagen was agtig van verwe bevonden. Men zeide my, (/), fchynt deeze Kerkelyke Heer zyne op- dat het, by hoog water, blanker en zuive- komende Stad ook van eene Kerk te heb- rer was. Voorts, ben ik onderregt, dat'er, ben willen voorzien. Of, veelligt, is 'er, zowel ooft- als zuidwaards van de Kerke, eerft, omtrent de plaats der Oude Kerke, meer putten zyn, die zeer goed water in- eene Kapel geftigt, die, kort hierna, toen hebben, en, naar alle waarfchynlykheid,op nu de Plaats Stads regt verkreegen hadt, tot het zelfde zand gemetfeld zyn. Doch het eene Kerfpelkerk verheeven werdt; gelyk overig gedeelte der Kerke, en de tooren in- men weet, dat, omtrent deezen tyd,meer- zonderheid ruft op ingeheide elzen paaien, maaien gefchied is (s). De Kerk werdt eg- En wil men, dat de buuren van Outewaal ter eerft bediend door den Priefter van Ou- de grondllagen van den Tooren; 't zy van der-Amftel; doch, na weinige jaaren ver- den oudften van welken men gemeld vindt* ïoops, op zig zelve;en in't jaar 1342, ver- die omtrent den jaare 1500 eene tamelyke wierf de Stad het regt, om het Kofterfchap grootte hadt, naar de gelegenheid der Plaat/e deezer Kerke te begeeven, als eene byzon- (*) 5 't zy van eenen volgenden, die, in 't dere gunft van den Graave (t). Ten deezen jaar 1566, volbouwd werdt (y), gegraaven tyde, immers in 't jaar 1333,hadt de Kerk en geheid, en daar voor het regt bekomen reeds vierKerkmeefters,HeynNutaertsfoen, hebben, om hunne dooden,die in de Oude Tideman die Zael, Claes Duvelant en Claes Kerke begraaven werden, een uur lang, te van den Damme, die, in eenen Schepenen- mogen beluiden, zonder iet voor 't regt der brief van 't gemelde jaar, welke in 't Wees- Kerke te betaalen. Izaak Commelyn huis plagt bewaard te worden, of nog be- fchryft, dat dit voorregt, by zynen tyd , waard wordt, den naam van Goedshuys be- nog plaats hadt (2). Zyne Befchryving der raders draagen. Oude Kerke is, wel eerft in 't jaar 1665, Naar- Ligtelyk bezeft men, ondertuflchen, dat uitgekomen ; doch, waarfehynlyk, vroeger
fpooring de Kerk, in haaren eerften aanleg, op ver- opgefteld. Maar Dapper, wiens Befchry-
lev °n£r' re na, het aanzien en de grootte niet heeft ving, reeds m 't jaar 1Ö63 , het licht zag, gen om gehad, die zy , federt, verkreegen heeft, meldt {a), dat het voorregt, waarvan wy ttent den De ongenoemde Befchry ver van Amfterdam, fpreeken, weinige jaaren te vooren, met den |rond> die omtrent den jaare 1500 bloeide, zegt, laatfien Outewaalder , zou uitgeßorven zyn. deaaK°L dat zy, zelfs in zynen tyd, door aangevoegde Ondertuflchen,is my zelven eene overleve- geltigtis Kapellen, nog dagelyks, vergroot en verfierd nng voorgekomen, die, in een oud burger- werdt (u) En twee honderd jaaren vroe- ]Yk huis»m deeze Stad, bewaard wordt, en ger, zal de buik der Kerke zelve zeer veel volgens welke, de nakomelingen uit dit huis. kleiner geweeft zyn, dan zy toen was. Vol- het regt hebben zouden, om zig in een graf gens eene overlevering, die, door Izaak m de Oude Kerke te laaten begraaven, en Commelyn (v), bewaard is,zou hethoo- de klok over 't lyk te laaten luiden, om dat geChoor,endatder Lieve Vrouwe, bene- derzelver voorouders, in overoude tyden, Vens den ingang ten noorden, geftigt zyn onder zulk een beding, een ftuk Warmoes- op eenen hoek van 't Muiderzand, welk hier ]and aan de Kerke gefchonken hadden, waar- eindigen, en zo hoog leggen zou, dat men, °P een gedeelte van 't gebouw geftigt werdt. gelyk 'er anderen Quo) byvoegen, dit gedeel- Men heeft my , wyders , onderregt, dat te der Kerke niet zou hebben behoeven te Quiryn of Kryn Steen, een Koorenmolenaar, heijen. Dezelfde Commelyn verhaalt, en Cornehs Blom, een Pakker, de laatften dat, op den zuidhoek der Engekerksfteege Ult deezen huize geweeft zyn* die,mgevol- m deWarmoesftraat, eene oude gemetfelde ge van het gemelde voorregt, m de Oude Put gevonden wordt, die, vooral by droo- Kerke,begraaven zyn geworden;Steen,op ge zomers, zulk helder en zoet water op- den zeftienden July des jaars 1726,enBlom* geeft, als nergens in Amfterdam gevonden °P den Vier en twintigftenFebruary des jaars wordt, ten blvke, dat het gemelde zandzig i739,m een graf digt by 'tOrgel,enKAL tot daartoe heeft nitgeftrekt. Ik heb zelf, gemerkt. Doch wat moeite ik ook nebbe aan- op den eerften Oäober des jaars 1762, het gewend; ik heb,noch by de overgebleeve- nen uit deezen huize, noch in de Papieren
fr) zie 11. Deei, i. Boe{, bi. 9i, ,ao. der Oude Kerke, geen eigenlyk bewysvoor (») Zit Van Santen Privileg, van Kennemeil. tl. 177. Ap-n
7j- Lams Handv. van Kennemeil. bl. nj. ws*
(») Zie II. Deel, n. ßoej^, bl. uo, 123. (x) Anonym, ad Calc. Pontani, p. +,
*MJ Ad Calcem Pontani , p< +. (y) Pon*an. Libr. I. Cap. vi. ƒ>. 14.
r»\ v? DOMSELAER IV. Boek., è'. 47- (ï.) By DOMSFXAER IV. ■«»«*,» M- 4«,
^nJ Daïpek [,it 3jti ^a) Eladz.. 37*f
M .1
|
|||||||||
A M S TER D A M S
|
IIÏ. Deel
|
||||||||||||||||||||||
94
|
|||||||||||||||||||||||
of hooge Choor, in 't ooften der Kerke, welk oude •
nog dien naam draagt. Keuk. . Het eerfte Choor, welk men, de groote 1.
of wefterdeur der Kerke ingetreden zynde, Hambur- terftond, ter linkerzyde, of noordwaards, |^oor 0f ontmoet, was het Hamburger Choor, ook de Kapel. Hamburger-Kapel genaamd, welk, in 't be- gin der vyftiende eeuwe, gefügt of gekogt was, door eene Broederfchap van Hambur* gers j die hier ter Stede woonden, en fter- ken handel dreeven in Hamburger bier. Zy hadden een altaar opgeregt in dit Choor, welk aan de Apoftelen Petrus en Paulus toe- wyd was, van waar de Overluiden der Broe- derfchap , in eenen Schepenen-brief van den vier en twintigften September des jaars 1421, den naam draagen van Overmans van Sunt e Pouwefc Altaar. De Broederfchap, nog voor 't einde der vyftiende eeuwe, in merkelyk verval geraakt zynde, werdt, in 't jaar 1494^ met goedvinden van de Wethouderfehap der Stad Hamburg, van nieuws, wederom op- geregt , en verkreeg, tot haare onderfteu- ning, een inkomen van eene ledige ton, of drie Caroli fluivers van ieder ton Hamburger bier, die, hier ter Stede, verkogt werdt. Zy ftelde zig toen wederom in 't bezit van haa- re Kapel, en van agt graven in dezelve, die haar, voorheen, nevens de Kapel, door de Overluiden der S. Nicolaas - Kerke, waren afgeftaan. De Overluiden der Kapelle maak- ten , in 't jaar 1509, een Reglement op het onderhoud van de Kapelle, en van de gaiit- fche Broederfchap. Volgens dit Reglement., werdt, aan alle Leden der Broederfchap , Koopluiden, Schippers, Stuurluiden of Boots- lüiden, die te Amfterdam aflyvig werden, eene begraafplaats in de gemelde agt graven toegeftaan. Weinige jaaren laater, begon zig de Leer van Luther te verfpreiden on- der deeze Broederfchap. De meefte Leden derzelve verlieten de Stad , ten tyde des Hertogs van Alva. 't Liep aan tot in 't jaar 1594, eer de Broederfchap eenigszins her- fteld; en tot in 't jaar 1621, eer den Over- luiden , door Burgemeefteren, het regt ver- leend werdt, om de Hamburger - Kapel en derzelver graven te gebruiken. De Broe- derfchap in laater tyd genoegzaam zynde uit- geftorven; is de Kapel, door de laatftover- gebleeven Leden, afgeftaan aan de Luther- iche Gemeente alhier, welker Ouderlingen, nog tegenwoordig, twee CommiiTariflèn over; 't Hamburger Choor benoemen, die, ver- volgens , door Burgemeefteren, worden aan- gefteld (d); voor hun leeven dienen, en thans alleen 't bewind over de agt graven in dit Choor hebhen. In 't verkiezen deezer Com- |
|||||||||||||||||||||||
den grondflag der overleveringe können ont-
dekken. Ik heb wel gevonden > dat de twee genoemde Perfoonen, Steen en Blom, in een en het zelfde graf in de Middel-Kerke, ge^ tekend num. 43., begraaven zyn; doch te gelyk, dat, in't jaar 1638, agttien guldens voor'tverhoogen van dit Graf en vooreene nieuwe zerk , aan Kerkmeefteren zyn be- taald ; waaruit zou fchynen te volgen, dat het, toen ten minde, geen vry graf geweeft is. De overlevering, van welke wy fpree- ken, ftrekt, midlerwyl, meer ofmin, tot beveiliging van 't gevoelen, dat, omtrent de Oude Kerke, van ouds, Warmoesland ge- weeft is, waarnaar de Warmoesfiraat den naam gekreegen heeft. Ook heeft , in de Oude Kerke, beruft een Teftament van Ja- kob Gerritszoon en Haze Fekerdei, Egtelui- den, den veertienden December des jaars 1473 gemaakt , waarby de eerfte aan de laatfte befpreekt eene eeuwige rente op een Lynbaan op den Zeedyk, met een Koolhof daarby; ten blyke, dat het Warmoesland zig, van ouds, tot heel aan den Zeedyk, heeft ukgeftrekt. Doch wy hebben ons reeds lang genoeg
by den grond der Kerke opgehouden, 't Ge- bouw zelf is allengskens vergroot, en, by* zonderlyk in de vyftiende en in 't begin der zeftiende eeuwe, met eenige aangevoegde Kapellen, vermeerderd geworden. In 't jaar 1563, befloot men het fteenwerk van den tooren te verhoogen tot zes en dertig voe- ten , en 'er eenen nieuwen kap op te Hel- len (Jj): die, drie jaaren daarna, voltrokken werdt. Tot in de voorgaande eeuwe, was de Oude Kerk omringd van een Kerkhof, welk, met een' muur, van de gemeene ftraat afgeflooten, en in de veertiende eeuwe, of laater, zo digt met gras begroeid was, dat 'er de ingezetenen hun Vee, Verkens, Schaa- pen en Paarden, op lieten weiden: 't welk men vindt, by eene onzer oudfte Keuren, verbooden te zyn. In dezelfde Keure, wordt ook verbooden, eenigerhande mairfe- rye [kraamery], driakel, rollen, gefebreuen werke , ghemaelde werke [prenten], noch gheenrebande guede, 'm de Kerk, in den Too- ren, noch op 't Kerkhof, te togben [uit te ftallen], noch te vercopen (c): waaruit af te neemen is, dat de Kerk, zo wel als 't Kerk- hof, van ouds , hier , tot eene foort van markt gebruikt werdt. • Toen de Kerk, voor de verandering in't jaar 1578 , reeds omtrent dezelfde gedaante hadt als tegenwoordig, was zy voorzien van twaalf Chooren of Kapellen, behalven het groote |
|||||||||||||||||||||||
Oude
Kerk. |
|||||||||||||||||||||||
Vergroo
ting van de Kerk en van den Too ren. |
|||||||||||||||||||||||
Toeftand
van 't oude Kerkhof om de- zelve. |
|||||||||||||||||||||||
Chooren
of Kapel- len in de Kerke. |
|||||||||||||||||||||||
mis-
|
|||||||||||||||||||||||
(b) Kefol. Vrocdf.rh. N.
(c) Keurb. A. ƒ. !9,
|
|||||||||||||||||||||||
1. 13 ~4u£. ij«3-
|
|||||||||||||||||||||||
(4) Groot-Memor. N. X. ƒ. 91 -vtift.
|
|||||||||||||||||||||||
II. Boek.
|
||||||||||||||||||||||
GEREFORMEERDE KERKEN.
|
||||||||||||||||||||||
95
|
||||||||||||||||||||||
Oude
KfifiK.
|
||||||||||||||||||||||
mifTarifTen, wordt nog de voorrang gegeven
aan zulken, die van Hamburg herkomftig fyn. In de beeldftorming des jaars 1566, hadt de Hamburger-Kapel zo veel geleeden, dat men, naderhand, voor dezelve, onder anderen, nieuwe deuren moeit laaten maa- ken, die met de gefchiedenis van 's Hei- lands opftanding befchilderd werden; doch, reeds voor lang, wederom weggenomen zyn. In de glasraamen der Kapelle, was Paulus bekeering gefchilderd. Doch zy werden, verouderd zynde, in 't jaar 1621, wegge- nomen , en warnen in de plaats gefteld, waar- op, in 't midden, ter grootte, van agt ruiten, alleenlyk twee wapens van Hamburg ver- beeld werden. De beroemde Adolf Vijfcher, éen der oudfle Lutherfche Predikanten hier ter Stede, is, op den vier en twintigften April des jaars 1613, in een der graven van het Hamburger-Choor, ter aarde befteld (u). Voorts ziet men nog, nevens en in het zel- ve, de Grafflede van den Veldmaarfchalk Wirtz, en het Grafteken van den Schout by Nagt Willem van der Zaan, welken wy, be- neden, uitvoeriger befchryven zullen. In 't Hamburger-Choor, is de ingang van een ftookhok. Op dit Choor, volgde het Binnen- en Bui-
tenlandsvaarden-Choor, 't welk, insgelyks, zyn altaar hadt. Ook hadden de Binnen- en Buitenlandsvaarders - Gilden een zilveren fchip,welk, in plegtige ommegangen,wan- neer het Gilde teerde, omgedraagen, en, zo men de ftaatfie aan de oude zyde hieldt, in 't Huiszitten - huisje in de Oude Kerke, opgeflooten werdt; gelyk, uit eenen Brief van den jaare 1473 CO» *s a^ te neemen. De Buitenlandsvaarders aan de oude zyde bezaten ook een beeld van S.Odulfof Olof, welk, insgelyks,by plegtige gelegenheden, omgedraagen werdt (g). In het Choor, van welk wy fpreeken, is thans de ingang van een zandhok. Naafl aan dit Choor, volgde dat der Weit-
koopers of Graankoopers , van fommigen, ten onregte, het Feerkoopers-Choor; vanan- oeren, even verkeerdelyk, het ÏVynkoopers- Lhoor genoemd. Voorby dit Choor, is de r°L M2r'ingang der Kerke, boven welken,
geichilderde glazen plagten te zyn; die reeds, voor lang, v0or gewoonlykeKerkraamen, zyn verwilïeld. Het Weitkoopers-Altaar in de Oude Kerke wordt genoemd, in den Stigting- bnef eenerVicarye, by Commelin (A), in de Befchryving van't'Gafthuis, aangehaald. Ooftwaards van het Weitkoopers-Choor,
iJ/\ v" eZte Stukken • •» ttit Aantek. van Christof-
«*■. Beudeker. y) By COMMKMN il. 42*.
jp Keuth. A. ƒ. 71 verf,,
V') iWt. sw.
|
||||||||||||||||||||||
kwam men aan S. Jeroens Kapel of Choor,
op welks hoek , het kleine Orgel ftaat. In 't jaar 1450 , hadt Bieter Gysbertszoon, in deeze Kapel, die 't Noorder-kruispand der Kerke uitmaakt, een altaar geiligt (0. In S. Jeroens-Kapel, ftaat, nog tegenwoordig, het houten model eener Coupel-Kerke, om- trent het jaar 1700, door Nicolaas Lißing gemaakt, om op de Botermarkt geftigt te worden. Hier op volgde het Voetboogsfchutters-
Choor, 't welk, eertyds , met een houten hek, plagt gefcheiden te zyn van het Lie- ve-Frouwen-Choor, waarmede het nu gemeen legt. In deeze twee Chooren, ziet men de fraaifte gefchilderde glazen, die , in deeze Kerke, of elders in de Stad, te vinden zyn. Het eerde, dat eigenlyk in 't Voetboogs- fchutters-Choor flaat, is in twee af beeldfels onderfcheiden. In het bovenfte, ziet men de boodfchap des Engels aan Maria; in het andere, het bezoek van Elizabet aan de H. maagd. Onder aan ftaan Paulus en Petrus, voor den eerflen van welken, een aanzienlyk man, in een graauw Moniks gewaad, zyn- de de Schenker van 't glas, Burgemeefter Jan Claaszoon van Hoppen, en voor den an- deren , eenige vrouwen geknield leggen. Men vertelt, dat van Hoppen, befchuldigd zynde van Ketterye, om zig te zuiveren, naar Rome in Bedevaart hadt moeten trekken, daar hem opgelegd werdt, een glas in de Kerk zyner Parochie te vereeren. En meent men , dat op zyn geval zien zouden de woorden Nemo l^ditur nisi a se ipso,
dat is: Niemant wordt beledigd dan van zig zelven,
die, op eene rolle, boven zyn hoofd-van
eens Biffchops Staf afwaaijende, te leezen zyn. Voorts ziet men , in 't zelfde glas, het wapen van Van Hoppen, en zyn Lyk is, voor het zelve, onder eene zerk, die, insgelyks, met zyn wapen verfierd is, be- graaven. In 't Vrouwen-Choor, zyn ook twee fraaije gefchilderde glazen. In 't eene, in 't noorden, naaft het voorgemelde geplaatft, ziet men, van boven, de juichende Enge- len over 's Heeren geboorte, in eenen geo- penden hemel, afgebeeld, en naar beneden, het kind Jezus, door de Herders en Wyzen, geëerd en begiftigd. Jezus befnydenis ver- toont zig in 't verfchiet. Onder aan ziet men 't wapen van Amfterdam tuifchen een' Romeinfch' Krygsknegt en een' BüTchop. Uit eenLatynfchopfchrift inditglas,blykt, dat
(i) Zie COMMIilN bl, 424,
|
||||||||||||||||||||||
Oude
Kerk.
roens-
Kapel of Cnoor. |
||||||||||||||||||||||
5.
Voet- boogs- Schut-
ters
Choor.
6.
Lieve- vrou- wen - Choor. |
||||||||||||||||||||||
fin Bui-
tenlands- ^arders- v-noor. |
||||||||||||||||||||||
3.
Weit- Wpers Choor. |
||||||||||||||||||||||
s. jt
|
||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||
96 |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ftondt aan den voet van 't Choor, en was, Oude
na de verandering desjaars 1578, gebleeven KeiiK' in de bewaaring van Kerkmeefteren, toen zy bevel van Burgemeefteren kreegen, om te vercoopen die filvere Ciborie , Claesjen [een S. Nikolaas-beeld] ende wat filver jy meer in baer bewaringe hadden, dempt o Bajtiaen, die Jy den Hantboogsfchutters moeften overleveren. In den ooftermuur van dit Choor, ziet men den ingang nog naar 't vertrek , alwaar de CommhTarifTen van Huwelykfche Zaaken plagten te vergaderen. Boven den zelven, leeft men 't Is haefi getrout, dat lange rout.. Men noemde deezen ingang deRoodeur, om dat hy, met eene rood gefchilderde deur, ge- flooten plagt te zyn. En hiervan wordt,he- den nog, onder 't gemeen der Amfterdam- meren, gezeid, dat een Paar voor de Roo- deur gegaan is, wanneer het zig, voor Com- mifTariflen van Huwelykfche Zaaken, die, federt meer dan eene eeuw, op 't Stadhuis vergaderen , heeft laaten aantekenen. In Bewaar- den weftérmuur van 't Choor , ziet men, Pla^ts der omtrent vyftien voeten van den grond, een s"ades Pri. yzeren deur, die tegenwoordig met kalk ge-vilegien wit, en met een hangflot en een hengfelflot en andere |
||||||||||||||||||||||||||||
dat het, door het geflagt der Biundten,am
de Kerke gefchonken is. Het andere glas, welk ooflwaards flaat, vertoont de flerven- de Lieve Vrouw, die eene Waskaars inde handen heeft; van eenen ftoet treurigen omringd is, en door eene rei van Engelen opgewagt wordt. De drie glazen, van wel- ken wy fpreeken, zyn, in 't jaar 1555, door eenen Dïgman, gefchilderd (è); doch, veel van den tyd geleeden hebbende, voor wei- nige jaaren, in Brabant wederom herfleld. Uit het Lieve-Vrouwe-Choor, treedt men, ooflwaards, door eene deur , in de Kapel van 't Heilige Graf, die nu tot eene berg- plaats voor turf verftrekt. Kort na de Re- formatie , plagt de Gereformeerde Kerken- raad , die ten deezen tyde in de Nieuwe Kerke byeen komt, in deeze Kapel te vergaderen: en fommigen meenen, dat de Kweekfchool der Theologie en Philofophie, S. Nkolaas- Collegie genaamd , welk , door Willem en Jan Eggert, Heeren van Purmerende, ge- fligt was, en door Jan Eggert Hartgerszoon en IVendelmoed, zyne Vrouw, merkelyk be- giftigd werdt,in deeze Kapel, plagt gehou- den te worden (/). |
||||||||||||||||||||||||||||
Oude
Kerk. |
||||||||||||||||||||||||||||
7-
Kapel van 't Heilige Graf. |
||||||||||||||||||||||||||||
voorzien is. Binnen deeze deur, is nog een
zwaare eekenhouten deur , met een fterk grendelflot; welke deur, geopend zynde, toegang verleent tot een vierkant overwelfd vertrekje, 't welk, aan de zuidzyde, door twee hooge fmalle venftertjes, licht fchept. Tegen den weftelyken muur van dit vertrek- je , flaat een eekenhouten kas, die met drie floten geflooten, en omtrent agt voet hoog is. De deur der Kas, van buiten digt met yzer beflaagen, flaat, op de helft, voor- waards over, op twee yzeren fielen, die aan dezelve hangen, en tot flutten voor de open- geflaagen deur verflrekken. In deeze Kas, zyn vyf en veertig Laaden, die ieder om- trent twee duim diep, half zo breed als de Kas, fchaars een en een half voet lang, en allen genommerd zyn. En deeze Laaden ver- vatten de oorfprongkelyke Handveften en Privilegien, door de Graaven van Holland en andere Vorilen en Mogendheden, van de oudfle tyden af, aan de Stad verleend, be- nevens veele andere brieven en flukken, die hier, al voor drie of vier honderd jaa- ren (3)) bewaard geworden zyn. De fleu- tels van 't Vertrekje en van de Kas zyn, tegenwoordig, op de Thefaurie-Ordinaris der Stad. Zeldzaam, worden de Stukken, die hier in bewaaringe leggen, bezien. In 't
(3) Onder een affchrift van een Privilegie van
den twintigften September des jaars 1413 , welk, niet lang daarna, febynt gemaakt te zyn, ïïaat, dac de origineele beruft in Sint nicolaus kereke by den ander 111 bcmtueflm. JU P.rivil, Boek, f. 99 veno. |
hikken.
|
|||||||||||||||||||||||||||
In 't ooflen der Kerke, was en is nog het
hooge Choor. Hier ftondt het hoog Altaar, waarop verfcheiden' byzondereMis- fen gefligt waren, door voornaame Amfter- dammers. Bovenzag men, in de glazen, gefchilderde afbeeldfels van eenige oude Graaven en Graavinnen van Holland: ook 's Heilands kruisfiging, en't overboord wer- pen van den Profeet Jonas. Noordwaards, naar de zyde van 't Kruispand, hadt Willem de I., Prins van Oranje, een glas vereerd. Doch alle deeze glazen, verouderd en be- ichadigd zynde, zyn, van tyd tot tyd, weg- genomen, en de plaats,met gewoone kerk- glazeri, gevuld. Ageer het hooge Choor , was, digtfl aan het Vrouwen - Choor, het oude Comptoir der Kerloneefteren, waar na- derhand de Huiszitten-meefters hun Comp- toir gehad hebben, en nu wederom hebben. Het plagt met eene yzeren deur van de Ker- ke afgeüooten te zyn. |
||||||||||||||||||||||||||||
8.
Hooge Choor. |
||||||||||||||||||||||||||||
9-
Hand-
boogs- fchutters Choor. |
Voorts, kwam men aan het Handboogs-
fcbutters-Cboor, zynde het zuider kruispand der Kerke, en de tegenwoordige Catechi- feerplaats. Sommigen hebben dit Choor, |
|||||||||||||||||||||||||||
ten onregte, het Choor der Voethoogsdoele ge-
noemd. Het Voetboogsfchiitters-Choor was, omtrent tegen over dit, aan de noordzyde der Kerke. Het Handboogsfchutters-Choor werdt ook het S.SebaJliaans-Choor genaamd, zynde deezen Heilig den patroon der Hand- boogsfehutteren geweeft. Zyn zilveren beeld |
||||||||||||||||||||||||||||
(kj) Memoriaal van Kerkm. bl. 77, 7s.
(/; Zie COMMELIN bl. 41«. |
||||||||||||||||||||||||||||
II. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||
GEREFORMEERDE KERKEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||
97
|
|||||||||||||||||||||||||||
O'JDE
|
|||||||||||||||||||||||||||
t jaar 1732, in de maand Juny, gefchiedde
Zulks , door de Heeren Thefauneren, Mr. Jan Six en Mr. Willem Munter, Oud-Burgemeefteren, benevens den Secre- taris Joan Thierky, Piet er Fläming en Gerrit Schoemaker, welke twee laatften toen arbeidden aan eene nieuwe Befchryving der Stad. Na dien tyd, weet ik niet, dat dee- ze Letterfcfrat hier bezigtigd geweeft is, dan op den dertienden Oktober des jaars 1761, toen zulks gefchiedde, door de Heeren re- geerendeBurgemeëfteren,M'.Daniel de D ï e u en M'.G ualterusPetrusBou- D a A n , die my, op dien tyd, ook dit on- gewoon gezigt vergund hebben. De mees- te ftukken waren toen nog zo zuiver en lees- baar , en de zegels aan die der vyftiende en zeftiende eeuwe zo gaaf, als of zy, nog maar weinige weeken, gedrukt geweeft waren. |
|||||||||||||||||||||||||||
is de Vergaderplaats der Huiszittenmeefte-
ren bekwaam gemaakt tot een Kerkmeejïers- Comptoir; waartoe zy nog gebruikt wordt. De ingang is t'eenemaal vernieuwd. In den noorder muur van dit Comptoir, is eene kas met laaden vaftgemetfeld, in welke een groot getal van oude Schepenen- en andere Brie- ven , de Kerk betreffende, gevonden wordt. De meeften behelzen giften van oud-ei- gens, geveftigd op de voorn aamfte hui- zen der Oude-zyds-Parochie, en ook op eeni- ge huizen, aan de Nieuwe zyde. Doch ik heb/er geene ouder brieven onder aangetrof- fen , dan van omtrent den jaare 1350. Voorts, hangen, in dit Comptoir, eenige fraaije ge- fchilderde afbeeldfels der Kerke van binnen: ook een gemyterd hoofd , keurlyk gefchil- derd, welk men houdt dat van S. Nicolaas te verbeelden. De Wapenkaart der Kerk- meefteren beflaat een groot gedeelte van eenen der vier wanden van 't vertrek. Men plagt 'er eene fchildery van den oproer der Herdooperen, in 't jaar 1535, te bewaaren, en een Tafereel, vervattende de naamen der gefneuvelde burgeren, in dien oproer (k). Doch beide deeze ftukken zyn niet meer voor handen. In 't voorbygaan, merken wy aan, dat de jaarlykfche ommegang , die, hier ter Stede. ter gedagteniffe van de over- winning der Herdooperen, plagt gehouden te worden (0), vanjaar tot jaar, aangetekend ftondt, in het Boek met den leeren band, welk, in de Oude Kerke, bewaard werdt; doch niet verder-dan tot het jaar 1567 (p) ; waar- uit men afneemen mag, dat die ommegang, federt, opgehouden is. Op het Huiszitten-Choor, volgde, aan de
zelfde zuidzyde der Kerke, Elizabetb-Gaeven- Kapel, gefügt, naar 't fchynt, door eene vrouw uit het oud Amfterdamfch geflagt van Gaef. Zy pronkt, tegenwoordig, met de Graffteden der Zeehelden van der Huift'en Sweers. Ook is, in dezelve, onder eene ver- heven zerk tegen den zuidelyken muur,-het graf van 't geflagt van Boreel, waarop de hoofdwapens van Boreel en Coymans, en van ieder derzelven agt kwartieren zyn af- gebeeld. De laatfte Kapel in de Oude Kerke is
bezuiden het groote Orgel, aan de weftzyde. Zy wordt van fommigen S. Cornelis - Kapel genoemd, naar een Altaar in dezelve, ge- ftigt, door Cornelis Janszoon Drebber, en aan S. Cornelis toegewyd. Anderen noemen deeze Kapel die van de Brundten en Dreb- bers. En 't fchynt, dat het geflagt van Brundt, zo wel als dat van Drebber, de ftigting, of het
(») Memoriaal van Kerkm. *'. is , 3«.
(o) Zie II. Deel , VI. Beekj tl. 246.
(p) Meraor. van Kerkm. tl. Jlä N
|
|||||||||||||||||||||||||||
Oude
Kerk. Kerk- racefters-
Comp- toir. |
|||||||||||||||||||||||||||
S-_Elois
|
Op het Handboogsfchutters-Choor, volg-
|
||||||||||||||||||||||||||
?.fSiiuds- de de S. Elois- of Smids - Kapel, waarin de
aPel. zuider ingang der Kerke is. In deeze Ka- pel , plagt, weftwaards, een houten hang- kamer te zyn, van ouds gefchikt tot eene zitplaats voor de Cellebroeders, die, bene- den onder 't volk, in de Kerke, niet werden toegelaaten, om dat zy verpligt waren, de kranken, zelfs in Pefttyden, te bezoeken; de dooden te ontkleeden, te kiften en te heipon begraaven, en hierom, als meer of • min befmettelyk, gefchuwd werden. Kapel der ^eroP volgde de Kapel der Huiszitten aan Huiszit. de oude zyde. By dezelve, die ook het Huis- zitten-Choor genaamd werdt, was het graf van het oud Amfterdamfch geflagt der Dob- bens. En Katryn Wouter Dobbens zoons Dog- ter belaftte, by haaren uiterften wil, die, den zesden Maart des jaars 1555, gedagte- kend is. dat men, over dit graf, een Tafereel zou Hellen, ende dair voer een kaerjje gehou- den te worden van inajje, dair voor makkende ende befpreechende honderd Karolus guldens fe "ƒ(»»). InditChoor, was eene deur, van Puiten met yzer belegd, boven welke, het •jaartal 1622 plagt teftaan. Door deeze deur, Wam men in de Vergaderplaats der Huis- Zlttenmeefteren, die in 't jaar 1497 getim- merd was. En hier gefchiedde de uitdeeling yan levensmiddelen aan de behoeftigen, die ln £ Choor byeen kwamen. Ook plagt men, ij1 net 2ejve ^ oncier een overgeverwd beeld, de volgenc|e w00rden te leezen: houtg0ds gebod, en geeft den
armen om Gods wil. be bedeeling der Huiszitten - armen heeft
nier geduurd, tot in 't jaar 1655: en federt THfitld?" em Affcluift TAn dit Teftament, onder my te-
|
|||||||||||||||||||||||||||
12.
Eliza-
beth- Gaeven- Kapel. |
|||||||||||||||||||||||||||
o I5'
S. Cornc- lis-Kapel.
|
|||||||||||||||||||||||||||
n. stuk.
|
|||||||||||||||||||||||||||
III. Deel$
|
|||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||
98
|
|||||||||||||||||||
taar van 'f Heilige Graf; waarop Wein Hein oUDE
Jacobs, anders fVeintje Pape, eene Vicary Kerk, geftigt hadt; het JVeitkoopers-Altaar, waarop Jan Claejfe van Hoppe en Chrißyn ,fyn Wyft eenen dienft hadden gefondeerd; S. Jacobs- Altaar, by de noorder deur, in den jaare 1450, door Gysbert P.ieters, geftigt; S. Je- nem-Altaar , aan de noordzyde, geftigt door Piet er Gysbert s, waarop verfcheiden' mhTen gefondeerd waren ; het Huiszitten-Altaar, waarop Heer Claes van Diemen , in 't jaar 1512, eene Vicary ftigtte; S. Andries-Altaar, waarop, reeds in 't jaar 1416, eene Vicary geftigt was; S. Adriaans - Altaar en S. Lu- den- Altaar, vermeld in het Teftamentvan Cornelis Wouters Dobbes zoon, Burgemeefter der Stad, en in eene Afte aan het zelve ge* hegt. Het laatfte ftondt ten noorden van S. Sebaßiaans-Altaar, aan den voet van 't Handboogsfehutters-Choor. Alle deeze Al- taaren zyn my bekend geworden, of uit de Stigtingbrieven der dienften op dezelven, of uit aantekeningen in de boeken der Galt- en Huiszittenhuizen hier ter Stede. Elders, vindt men nog gewaagd van S. Panctas-Al? taar, van S. Huberts-Altaar, en van 't H. Kruis-Altaar (a). Daarenboven , hadden veele Gilden hunne byzondere Altaaren in de Oude Kerke (y). Het Kuipers - Gilde, onder anderen, hadt 'er het Altaar van den Zoeten naam Jezus, van waar een naby ge- legen Steegje den naam van Zoeten naam Je- zus fieeg je nog fchynt behouden te hebben. Het Romans- of Kraamers-Gilde hadt 'er een Altaar, welk aan S. Maarten toegewyd was, en in den Beeldenftorm des jaars 1566, vry wat geleeden heeft (4). De Kerk was, wyders , oudtyds, voor- Beelden
zien van koftbaare Beelden en andere Sieraa- ™ ^"^ den. Waiich Syvaerts heeft aange- ier"a tekend (iu), dat de Kerkmeefters, in 't jaar 1522, een zilveren S. Nicolaas-beeld deeden maaken, welk drie en vyftig mark, een ons en twaalf engels zwaar was; tweehonderd goudguldens van maaken, en in alles negen- honderd agt en veertig guldens zwaar geld gekoft hadt. En't was dit beeld, welk,in 't
(u) VAN HEUSSEN en VAN RYN Kerkel. Oudh. IV. Deel,
hl. 177 * *'9, 178. (v) Handv. hl. s$6, «$o,
j[n>) Roorufche Myfter. ontdekt, Voorr. hl. %s.
(4.) Dit is my geblecken uit eene oude Rekening
van dit Gilde, in welke ik, op het jaar 1567, Ieeze: Oncoflen gevallen aen het autaer van Sc. Marten, dat de Geufen badden gevioleert. Het fchilderen van deuren en verniflen ƒ 7: — : —
Hec beeltfnyden van de Tabernakel . * 7: — • — Het ftoffeerfel van de Tabernakel . sii: — ; — ƒ25: - !-
|
|||||||||||||||||||
Oude
Kerk. |
het onderhoud van S. Cornelis-Altaar heeft
|
||||||||||||||||||
helpen bekofligen. In deeze Kapel, was wy-
ders eene Doopvont geplaatft. De laatfte, die 'er geftaan heeft ,■ was van koper, en, in 't jaar 1531, te Mechelen, door Cornelis van cien Einde, gegooten. Zy woog vyftien honderd ponden (5). En de plaatfmg dee- zer Doopvonte , die tot gemeen gebruik diende, in de Kapelle, van welke wyfpree- ken, doet my vermoeden, dat de Kapel of het Choor, geiyk het ook genoemd wordt, niet door de Drebbers en Brundten, maar door de Kerkmeefteren zelven, geftigt was, gelyk deezen het ook , in de voorgaande eeuwe, verkogt hebben, zo als wy, wat laager, zullen aantekenen. De Kapel is al- leenlyk de Brundten- en Drebbers-of S. Cor- nelis-Kapel genoemd, naar het Altaar, welk in dezelve geplaatft was. De Doopvont moet, voor 't jaar 1580,reeds weggenomen zyn geweell,alzoPetrus Opmeer, oitit trent dien tyd, gefchreeven heeft, dat 'er geene Doopvonten meer in Holland overig waren (r). Altaaren. De Oude Kerk was, eertyds, rykelyk van Akaaren voorzien. Omtrent den jaare 1500, werden 'er drie en dertig geteld (x). Onder deezen, waren het hoog Altaar, waarop Mei- nen Jansfoen, in 't jaar 1467, eene Mis ge- ftigt heeft (t); S. Antonis - Altaar ten noor- den, waarop Dirck Jan Uelmerszoen, Pries- ter, in 't jaar 1465, eene Vicary hadt op- geregt; S. Agnieten-Altaar, in 't noordoos- ten; S. Cornelis Altaar, boven reeds vermeld; S. Fieters-Altaar, waarop Boel Dirk/e Boelens, in 't jaar 1470, eene Vicary ftigtte; S. Geer- truids-Altaar, waarop Geertruid Albert Ottens Weduwe, reeds in 't jaar 1418, eene Vica- ry geftigt hadt; nog een Altaar, welk aan de Lieve Vrouwe, S. Bieter en Pauwels, S. Catharïna en S. Barbara gewyd, en omtrent óf in den jaare 1463, door Claes Jacobs, van nieuws, opgeregt was; een Altaar ter eere van S. Salvator en de Lieve Vrouwe, omtrent of in 't jaar 1497, door Meefter Jacob Pil- len , opgeregt; een Altaar aan de ziiidzyde, gewyd ter eere van Chriflus verryzenijje, van 6'. Antoni en van de Maagden S. Cunera en S. Antonia, waarop Meefter Willem Andries, in 't jaar 1505, twee Vicaryen ftigtte; een Altaar in de Middenkerk, ten zuiden, aan de tweede Pilaar, ter eeré van 6'. Jan den Evangelifi, waarop Frank Dirk Franken Joen en zyne Huisvrouw, in 't jaar 1541, nog eene Vicary fondeerden ; een Altaar ten noorden, aan S. Filippus toegewyd; het Al- (q) Memor. van Kerkm. hl. zt.
ir) Cathol. Maitelaarsboekj.il. Deel, hl. 274. (<) Anonym, ad Calcem PONTANI, />. 4, (tj Renteb. v*n 't Oude GafthuLs ƒ. 35. |
|||||||||||||||||||
&*?vna&&£&7i6s
|
||||||||||||||
OlfJDE ICJERKJS &rv'~^e^ Omée/ CHOORJEW &kIC^LPELLEJSr, -ènSlle/z^e/o
|
||||||||||||||
<j
|
||||||||||||||
óe?
|
||||||||||||||
*e/.
|
||||||||||||||
-«n
|
||||||||||||||
^t&cer&z ?iz72/J^. rM~d-~&rrjy~G-,
|
||||||||||||||
II. Boek.
|
|||||||||||||||||||||
GEREFORMEERDE KERKEN.
|
|||||||||||||||||||||
99
|
|||||||||||||||||||||
Kerk *" ar I5~^ ' tot ge^ gemunt werdt, gelyk
wy, ter zyner plaatfe (x), verhaald hebben. in t hooge Choor, ftondt een Sacraments- nuis, welk twee en vyftig voeten hoog, en waarin een konftig gewerkte zilveren Re- monfirancie of Hofliedoos geplaatft was (y). t Een en 't ander werdt, omtrent den jaare I544-5 geftolen door eenen Fries, Bouwen genaamd, die 't zilver gefmolten , en aan eenen Goudfmid verkogt hadt, en 't Sa- crament, van de Minderbroeders brugge, m t water hadt geworpen: waar 'er lang na gezogt werdt, zonder dat men 't weder vin- oen kon (2). De twee binnenfte deuren van 't hoog Altaar waren, in 't jaar 1537, konftiglyk; befchilderd, door Meefter Maar- ™n Jakobszoon van Heemskerk, die 'er twee honderd en zeventig guldens voor genooten hadt. En in 't jaar 1560, werdt het hooge Choor behangen met tapyten, die, door Wil- lem Andrieszoon de Raet , Tapytwerker te Leiden, gemaakt waren. Meefter Cornelis Dobbes hadt, reeds te vooren, een koft-1 baar tapyt aan de Kerke vereerd (a). De Kerkgereedfchappen van zilver waren ver- scheiden van foorte en veel in getal. Doch fommige Sieraaden weeken vry wat af van de deftigheid, die in eene Kerke betaamt. *n de Lyft boven de noorder zyddeur van 't hooge Choor, ftondt een fpotagtig zinne- beeld uitgehouwen, vertoonende een' ezel °P een' predikftoel, met een paard in eene wjeg voor zig, waarby een kat ftondt te liegen (Z>). En diergelyke afbeeldingen plagten 'er meer te zyn in deeze Kerke, en T.. zyn nog niet geheellyk verdweenen. woordln . Tot hiertoe, hebben wy ons meeft be- INaante j1^ gehouden met de befchouwinge der Ou-' iet Oude : Kerke, zo als zy was, voor de Hervor- Kerke, mmge des jaars 1578. 't Wordt tyd, datwy tot de befchryvinge haarer tegenwoordige Gro nir~ en inwendige gedaante overgaan. e- De lengte der Kerke met den tooren is,
buitens - werks, drie honderd j en zonderden
tooren en binnens - werks , twee honderd
negen en veertig voeten. De breedte van
nnddenkruis is, buitens-werks, twee hon-
erd vyf en twintig , en binnens - werks,
u'ee honderd en agt voeten (c). De gant-
. e °nimeg'ang is op zes honderd en veer-
Jg voeten gemeeten: alles Amfterdamfche
T00re V0^en^an elf duimen ieder.
en. De Tooren is, van den grond af, tot
aan den weêrwyzer, twee honderd en veer- tig voeten hoog. Het fteenwerk beilaat de }l\ Anonym. ad Ca,cem pONTANt , ^ 4<
|
|||||||||||||||||||||
helft van deeze hoogte, en de houten kap0üDs
of fpits, die drie ommegangen heeft, en,Kerk. op eene konftige wyze,vaft en fterk,in ei- kanderen verbonden is , de andere helft. Meer dan eens, is deeze tooren vernieuwd. En nog voor weinige jaaren, zyn deszelfs grondflagen merkelyk verzwaard. Ook zyn de klokken en het fpeelwerk in den zelven meermaalen veranderd. Men kan- van bei- de eene uitvoerige Befchry ving vinden, by Domselaer(<7) j en by CoMMELiN(f) Het onderhoud van den Tooren, welk, door Kerkmeefteren, plagt te gefchieden, is, fe- dert het jaar 1566, ten lafte van de Stad gekomen (ƒ). De Kerk is, van buiten,be- zet met verfcheiden' vvooningen, fommigen van welken, gelyk die van den Kofter en eenige mindere bedienden der Kerke, ge- meeilfchap hebben met vertrekken , die, van ouds, tot de Kerke plagten te behoo- ren. Anderen beftaan op zig zelven , en worden , door Kerkmeefteren , verhuurd. Op den Burgwal, naaft des Kofters wooning, is eene wooning gebouwd op de plaats van het oude Bekkeneels- of Doodsbeenderen- vat (g). Zy wordt nu, door een' der Deur- waarderen , gebruikt. De Kerk heeft tegenwoordig vier in- Ingan-
gangen: de grootfte is in V weiten onder ëen- den Tooren, zynde eene groote en zeer aanzienlyke Poort: de ingangen ten noor- den en- ten zuiden zyn veel kleiner en van minder aanzien : in 't zuidooften , is nog eene enkele deur, die ook tot een ingang plagt te verftrekken ; doch nu , met een yzeren hek, van de gemëene ftraat afge- flooten is. En in 't noordooften , is, in' 't jaar 1761, eene deftige poort geftigt, op eene plaats, die, voorheen, niet eene ftal- ling voor vyf paarden bezet was, welke, door Kerkmeefteren, plagt begeven te worden (£). Naaft en boven deeze Poort, is eene. woo- ning gebouwd, die verhuurd wordt. Van binnen, benoorden de nieuwe Poort, is een vertrek voor de Huiszitten aan de oude zy- de getimmerd, daar de Regenten tegenwoor-1 dig Comptoir houden, en de Colleéte, die zy in de Oude Kerke laaten doen, ontvan- gen, Van binnen, ruft de Kerk op twee Pilaaren.' en veertig groote Pilaaren. In 't midden, Kaars- hangen vyf groote Kaarskroonen, elk met kroonen. dertig armblakers, eri rondsom, langs den ommegang, twaalf kleinen, elk met zeftien armblakers. De geftoelten voor Perfoorien Geftoeï- van hoogen en minderen rang zyn, rondsom, ten. ras-
(d) IV. Boekj bh 57 enx,.
(f) Bladx.. +40 enz,. (f) Meinor. van Keikm. bl. t$.
(jt) Memor. van Kerkm. bl. 91. (b) Memor. van Keikm. bl. 88, N 2
|
|||||||||||||||||||||
j .. ., ^»^KTS Roomlchc Myfteriei
<?i Memoriaal va„ Kerkrn. bl.L, ï? |
ontd. ƒ. 7 verfe.i
, 209. MMELINÊ/, 154.
|
||||||||||||||||||||
(
|
W Me
|
MSELAER "I- Bockj, bl.zxo. CC
|
|||||||||||||||||||
flior. van Ketkrn. hl, 105 in marine
|
|||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS ■ III. Deel,
|
||||||||||||
IOO
|
||||||||||||
Twee Orgels zyn 'er in de OudeKerke. Het ojde
groote in 't weiten boven den grooten in- Kerc gang geplaatft, is een fchoon ftuk werks. 0rëeis' Het oudfte, welk hier geftaan heeft, was maar twaalf voeten hoog. Doch tuffchen de jaaren 1530en 1540,werdt'er een gemaakt, door Hendrik van Meiiwenbof, Meefter Jan, gebynaamd Befl-evaar, dien fommigen Hans- ke van Coolen noemen, en Meefter Hannen, drie Broeders: welk Orgel toen een duizend drie honderd en twintig guldens twee ftui- vers en agt penningen gekoft heeft. De deu- ren werden., door Meefter Maarten van Heemskerk, gefchildefd. Op de eene , zag men de Bondkift, die om de muuren van Jericho gedraagen werdt, en op de andere, David, danfende en fpeelende voor dezelf- de Bondkift., Van binnen ftondt , op de eene deur, 't verflaan van Goliath; en op de andere, het inhaalen van David, door de Jeruzalemiche Maagden. Dit Orgel werdt, van tyd tot tyd, en onder anderen, in de jaa- ren 1569 en 1682, met nieuwe Regifters vermeerderd (/). Doch omtrent den jaare 1724, werdt het Orgel geheellyk van nieuws hermaakt , door Chrißiaan Vatter , Orgel- maaker van den Koning van Groot - Britan- je, George den I., als Keurvorft van Ha* nover, en in den tegenwoordigen ftaat ge- bragt. I Iet werk is voorzien van vier en zes- tig trekkers, vier en vyftig ftemmen, en agt blaasbalgen. Op den dertienden Oótober desjaars 1726, werdt 'er, in 't openbaar, voor 't eerft, op dit Orgel gefpeeld. Het ruft, van binnen in de Kerke, op vier zeer fraaije zwaare marmeren zuilen, welker Ca* piteelen en Voetftukken konftiglyk verfierd zyn. Het andere of kleine Orgel, welk zeftien trekkers, vyftien ftemmen en drie blaasbalgen heeft,ftaat, gelyk wy boven reeds hebben aan- getekend, tegen den Pilaar op den hoek van S. Jeroens-Choor,aan de noordzyde der Kerke. Het is, omtrent het midden der voorgaande eeuwe, van buiten, met aartig gefneeden en verguld houtwerk,verfierd, waar in het wapen en zegel van Amfterdam zyn afgebeeld. De buitenzyden der Orgeldeuren zyn ook, door den beroemden Konftenaar Cornelis Brizé, met veelerlei fpeeltuig en muzykboeken , fraai befchilderd. Om 't Orgel is eene gaan- dery, op welke, voordeezen, fomtyds, Zang- en Speelkonftenaars geplaatft werden, die., met het Orgel, een aangenaam Concert maak- ten. Ook plagt men, nog in de voorgaan- de eeuwe, alle avonden, tot vermaak der wandelaaren in de Oude Kerke, op het klei- ne Orgel te fpeelen. Doch zulks is, al federt veele jaaren, buiten gebruik ge weeft. Van
(l) Memor. van Keikm. II. n, 13, 1S5, 17z.
|
||||||||||||
Oude tiuTchen de Pilaaren , geplaatft. De Pre-
Kerk; dikftoel, langs welks trap, een fraai gewerk- Predik- te koperen leening ftaat, is, in 't jaar 1642, ' ftoel. joor pjeter janszoon Kijleuiaaker, gemaakt (0, en geplaatft in 't midden der Kerke, aan de noordzyde,, tegen een Pilaar, aan wel- ken , op den Predikftoel, deeze woorden ge- lezen worden: Is 't dat ymant /preekt, dat hy fpreeke ah Gods Woord. 1 Petr. IV. Choor. Het hooge Choor, welk nu eene geheel andere gedaante heeft dan van ouds, is, om- trent het jaar 1682, voorzien geworden, met een fraai koperen hek van vooren (£); aan de bovenlyft van welk hek, naar buiten, de twee regels van den Heer Corneas Scbel- linger, die in't jaar 1587 Kerkineefter werdt, gelezen worden: 'tMisbruyk in Godes Kerk allengskens
ingebracht, Is HIER WEER AFGEDAAN, 't JAAR ZEVENTIG
EN ACHT. Binnenwaards, aan dezelfde Lyft, leeft men:
Men moet, om Godes dienst ên kennis reyn te houwen,
op't woords grond nu voortaan, op geen menschen instel bouwen.
Ter plaatfe, daar 't hoog Altaar plagt te
ftaan, ftaat een Predikftoel, die nu genoeg- zaam alleenlyk gebruikt wordt, tot voorlee- zing van het Formulier des Huwelyks, en inzegening van het Egtverbond. Boven de kleine zyddeur van 't Choor, ten zuidooften, door welke de Bruidegoms en Bruiden ge- meenlyk in- en uitgaan, ftaan deeze regels: Twiß, boovaerdy end'overdaet
Doen dat gheen huis feer langhe fiaet. Melanthon. In 't agterfte gedeelte van 't Choor , langs
de lyft van den houten wand, leeft men, ter gedagteniffe van de verdelginge der Spaan- fche Vloote, in 't jaar 1588 , de volgende regels: 't Heyloos gebroet, gefint de waerheyt uyt
te royen,
Had met de Spaenfe Vloot een groot Heyr opgebraght;
Maer God dit heyr verliet, en doet de Vloot verflroyen,
Door vuur rondom ten toon ,ßaet die te grondt met kragbt,
Looft hem, die zyn zaek regbt, in 't jaer tachtig end'acht.
|
||||||||||||
Twee
|
||||||||||||
(iy Memoi. van Kerkm. hl. 2Ty.
(i) Mem«, van Kerkm, il. 117. |
||||||||||||
^7. Qoer*e& /cu/n. dir.
|
|||||||
DJS OUDE K&RK ,
yan> èiruien,, ruuzr '-& <p-aotc Cfurar in 't Ooste?i f te> zzen.
|
|||||||
f.. &oere& Jculp. dir.
|
|||||
DE OUDE ICE HIC,
y-any óinnen, iiaxzr 't> tyfkrten>, t& JZierv.
|
|||||
II. Boek.
|
||||||||||||||||||||||
GEREFORMEERDE KERKEN.
|
||||||||||||||||||||||
ïöi
|
||||||||||||||||||||||
Kehr. Y3!1 e£nigen der oude gefchilderde gla-
Gefchu. Zenm de Oude Kerke hebben wy, in de
derde Befchryving van 't hooge 5 het Voetboogs- gtazsn. fchutters- en het Vrouwen-Choor, reeds kor- telyk gewaagd. Nog eenige anderen, zyn er, of zyn 'er geweeft, die hier verdienen gedagt te worden. Agter 't groote Choor, plagten twee befchilderde glazen te zyn. In t eene, werdt liet kroonen van Filips den •*• 3 gebynaamd den Schoonen, 't welk de Ne- derlanden aan de Kroone van Spanje bragt, afgebeeld. Onder aan las men: d Aartsbijfchop kroont hier, met zyn band,
Den fchoonen Flips met diamant, ■lot Koning op Kafiïïiens trom. Dus eerde ons Nederland die kroon. Doch dit glas is voor lang vergaan en- weg-
genomen. In 't andere , welk nog in we- zen ; doch zeer befchadigcl is , ziet men iïlips den IF. , het Munfterfch Verdrag , waarby de Nederlanden voor vry erkend werden , bezegeld , overreikende. Onder aan fhtan deeze vier regels van Vondel: Fttippiis tekent met zyn banden
Het Preêverbond met zeven Landen, Enftaat zyn recht en tytel af. Dit tuygt bet zegel dat by gaf; |
||||||||||||||||||||||
glazen zyn reeds, voor eenen geruimentyd, Oude
vergaan en weggenomen. Kerk. Wy komen nu tot de befchryving der Graffte•
voornaamfte Graffteden in de Oude Kerke, deu en beginnen met de oudfte. Bezuiden 't hooge Choor, in den omme- Van
gang, ontmoet men 't graf van den beroem- p^en den Amfterdamfchen Konflfchilder, Pieter Laurenszoon, in 't gemeen, om zyne lange - lighaamsgeftalte, Lange Pier genaamd, die, in 't jaar 1573 > overleeden (n)± en hier, in een dubbel graf, gelegd is, waarin, nader- hand ,- ook twee zyner zoonen bygezet zyn. Op de zerk fchynt, naar 't gene Izaak C o m m e l 1 n zig nog te binnen brengen kon (0), een versje geftaan te hebben ^ 't wdk begon: Den konflige fchilder Lange Pier
Met bey zyn Zoonen leggen bier enz. Doch 't was, by zynen tyd, reeds genoeg-
zaam uitgefleeten. In't jaar 1675, werdt het, zo 't fchynt, in deezer voege, vernieuwd* De Meefler Schilder Lange Vier
Met beyd' fyn Soonen, fchilders hier, Begraven, latig en oud bejaart, Blyven noch al in Kunft vermaart". Anno M. DC. LXXV. |
||||||||||||||||||||||
Ten noorden van 't zelfde Choor'; ziet Van
|
||||||||||||||||||||||
men de Grafftede van den Admiraal Ta c ob Jacob
van HEEM5KERK,kennelykaaneenTa-änems.
fereel van zwart marmer, welk, boven de-kerk. zelve, aan een Pilaar gehegt is, en waarop, in 't Latyn, gelezen wordt: |
||||||||||||||||||||||
ui
|
—-«v.-,» w~..~r , ~-.----»..„. ""& ~-"
|
|||||||||||||||||||||
gelchilderd glas, waarin de wapens
der Burgemeefteren ,die hier,federt dever- ftOdering des jaars 1578, geregeerd hebben, «gebeeld zyn. Men begon dit glas jtè be- rderen , in 't jaar 1654, en vind ik, dat |
||||||||||||||||||||||
^°'b^olyws 'er, nog in 't jaar 1681, aan
ë hilderd, en twee guldens tien ftuivers,
H"tVe^er waPen ' ontvangen heeft (m).
i„ j?atfte wapen, welk in dit glas is ge-
bap is dat van den Heer en Mr- iA3>t
I7 Ti^Ta Slicher, die, in 't jaar
pens d, r§emeei^er geworden is. De wa •
^-|j ?r v°lgende Burgemeefterën zyn ge- Kerke lïl een s*as' aan de mordzyde der 'T ?P den ooffcelyken hoek van het ge- . 1 , leve-Vrouwen-Choor. Boven, aan
e ^ eezer twee glazen, ziet men het wa- pen en zegel der Stad, door twee zittende KrygsKnegten vaftgehouden wordende. Na het eerftgemelde deezer glazen , volgden drie oude gefchilderde glazen. In het eene was het eeten van het Pafcha door de izraëhten afgebeeld. De twee anderen ver- toonden eenige oude gefchiedeniffen uit de negenden der Heiligen. Doch deeze drie .. (»>) Memor, va„ Kukmi bL 8lj zi4<
|
In de Lyft, onder het wapen van't Huis
van Heemskerk, welk tuffchen twee globën ftaat, en met eene Steveiikroon gedekt.is: |
|||||||||||||||||||||
lioNORI ET YEteRNITATI.
dat is:
Aan de Eere en de Eeuwigheid. En wat laager, in het Tafereel zelf:
Jacobo ab Heemskerck
Amstelredamensi. Viro fortiff et optime de Patria merito,
Qjii
Pofi varias in notas ignotasqiie oras navigatio-
nes, in novam Semblam fubpolo Ar Sik o, duast in
(n) PONTANI Amft. Libr. II. Cap. XXVIII. *. Z45.
(«) By DOMSELAER IV. Btek^ bl, si. N 3
|
||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||
IC2
|
|||||||||||
in Indiam Orientakm, verfus Antarfticum
totidem, indeque opimis fpoliis A°. cid idciv. reverfus viclor. TANDEM
Expêditionis maritima adverfus Hispa. pree-
feStus eorundem validam clajfem Herculeo anfu agrejfus in Freto Herculeo fub ïpfa arce et Urbe Gibraltar , VII. Kal Maji A°. cio iacvu. fudit ac profligavit. IPSE IBIDEMy
Pro Patria flrenuo dimicans , ghrïofe occü*
buit.
Anima coelo gaudet, Corpus boe loco jaeët. Have Leftot• famamque viri ama et viftutem. Cujus ergo
Ab Illußrisf. et Potentifs. Foederat. Provinc. Belgic.
OrDINIBUS P. P.
H. M. P.
Vixit annos XL. Menfem I. Dies XII.
dat is: AAN JaCOB VAN HeeHSK^ERCK^,
AMSTERDAMMER,
DIE
„ 'Na verfcheideneScheepstogten in beken-
„ de en onbekende Geweflen , twee naar „ Nova Sembla, onder den noord-, even „ zo veel in Ooftindie , naar den zuid- „ pool, van waar hy , in 't jaar 1604, met „ ryken buit, als overwinnaar, te rüg ge- „ keerd is, ElNDELfK,
„ Opperhoofd van eenen zeetogt tegen de
„ Spanjaarden geworden zynde, derzelver „ magtigeVloot, met een beftaan als dat „ van Hercules, in de Straat van Hercules, „ en zelfs in 't gezigt van 't Slot en de Stad „ van Gibraltar, aangetaft, en op den 25 „ April des jaars 1607, geflaagen en ver- „ delgd heeft; » WAAR Hr Z ELF
., wakkerïyk voor 't Vaderland ftrydende,
„ roemrugtiglyk gefneuveld is. De Ziel ge- „ niet den Hemel , het Lighaam legt ter „ deezer ftede. Zyt gegroet, Leezer, en ,y bemin 's mans lof en dapperheid: AAN WELKEEN,
DOOR „ 'de doorlugtigfte en hoogmogende Staaten
|
„ der Vereenigde Nederlanden, de Vaders oube
„ des Vaderlands, dit gedenkteken gefield Kerk. „ is. „ Hy heeft veertig jaaren * eene maand
„ en twaalf dagen geleefd." Onder dit ópfehrift, was de zeeflag voor
Gibraltar, in 't klein , afgebeeld; doch 't beeldwerk is nu meeft vergaan. Boven 't zelve, leeft men deeZe twee regels van den Ridder PieterCokneliszo on Hooft: Heemskerck, die diners door 't ys en 't yzer
dorfie flreven, Liet d'eer aan 't land, bier 't lyf, voor Gi-
braltar het leven. De helm en 't harnas van den Zeeheld zyn
aan een anderen naaftvolgenden Pilaar op- gehangen. En naardien hy, zo< ik my niet bedriege, de eerfte Zee-officier is geweefl, die, na de verandering der Regeeringe , hier ter Stede, met flaatfie begraaven is , zal ik, veelligt, fómmigen dienfl doen, met de 01'de der begraafenifle, uit eene aanteke- ning , die in den huize van Witsen be- waard geweefl is, hiertufïchen te voegen. Vooraf ging een vendel uitgelezen Soldaa- ten, in rouwgewaad, met omgekeerd ge- weer , fleepende fpietfen en vendel , en bekleedde trommels. Toen werdt de helm gedraagen. Daarop het Harnas. Wyders het wapen, zynde een zilveren Leeuw op een azüuren veld. En vervolgens het Lyk, welk van veertienKapiteins gedraagen werdt, leggende den vergulden degen op de kift. De naafle Bloedvrienden en de Raaden ter Admiraliteit volgden agter 't Lyk. En hier- op de Schout, Burgemeefteren, Schepenen en Raaden der Stad, de Leden van den Bur- ger-Krygsraad, de Bewindhebbers der Ooft-- indifche Maatfchappye en een groot getal van de deftigfte Burgeren, zo dat de flaat- fie , buiten de foldaateii, uit meer dan agt honderd perfoonen beftondt. 't Lyk werdt, den agtflen Juny des jaars 1607, ter aarde befleld. Doch daar verliep nog eenige tyd, eer het Grafteken gereed zyn kon. Schuin boven het zelve, plagt, aan een
der Schoorbalken, eene fchildery te hangen, waar op, aan de eene zyde, het Keizerlyke wapen, zynde een dubbele Arend, afgebeeld was. Op de andere zyde, las men: Anno 1559, hoc in loco, celebratie funt exe-
quiie Caroli quinti-Imperatoris ac Hollan-
èlce Comitis , vicefimo primo et
fecundo die Aprilis,
dat
|
||||||||||
lï. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||
GEREFORMEERDE KERKEN,
|
|||||||||||||||||||||||||
103
|
|||||||||||||||||||||||||
OüDfc
Kers.
|
|||||||||||||||||||||||||
dat
|
|||||||||||||||||||||||||
„ tegen den vyand, en beftreedt zo veele ouöë
„ vyandelyke overften , dat de Batavier , Kerk* „ voortaan, geeneVlooten behoeve, om den ,, Spanjaard te verwinnen. Hy heeft maar „ ééne kiel; maar eenen Overfte noodig; „ die, terwyl hy zig* ftrydende in volle „ zee, den Vaderlande toewydt, overwin- ,, naar , eenen roemrugtigen dood fterft; ,, Laat af, Romeinen, van op uweDecien „ te boogen. Dit marmer dekt ook het ,, lyk van eenen Decius.". ^33-
Onder de afbeelding van 't zeegevegt i leeft
men deeze regels van den Ridder Lau- rens Reaal. Hier rufi de Held,die van zynvyands fchepen
In zevenmaal kwam zeven vlaggen fleepen, En gaf voor 't laatfi op twee zo dapper vonk, Dat d'eene vlood, en d'ander by hem zonk. Wy hebben, boven (p), reeds te kennen yan
gegeven, dat. de Kapel, in welke de Doop- 't Geflagi vont plagt te ftaan,, door Kerkmeefteren , van <Je verkogt geworden is. Zulks gefchiedde, in ' of omtrent den jaare 1651. Kooper was de HeerBurgenleefterCornelis deGraef, Vryhêer van Zuidpolsbroek, die deeze Kapel, met verlof van Burgemeefteren, van de Ker- ke afgcfchut (q), en tot eene aanzienlyke begraafplaats.verbouwd heeft. Men komt 'er in, door eene fraaije marmeren poort, ruftende op twee Korinthifche kolommen, en geflooten mét eene doorlugtige koperen deur, ter wederzyde van welke, ook eene langwerpige opening is, met traliewerk be- zet: waarboven dé wapens van den Stig- ter en deszelfs Egtgenoote, Catharina Hooft, uitgehouwen zyn. De Lyft is met Zandloopers, Lampen en ander beeldwerk verfierd. Op dezelve ziet men , tuffchen twee fchreijende kindertjes, een' Feniks uit de vlammen vèrry zen, waaronder, in zwar- ten toetsfteen, de fpreuk des Apoftels (1 Kor. XV. 42) gelezen wordt:' Alsoo sal oock de opstandin-
ghe der dooden zyn het llg- ïiaem wort gezaeit in verder- velyckheït en wort op ghe- weckt in onverdervelyckheit. Het middelfte van de vyf glasraamen der
begraafplaatfe is' ook verfierd met de ge- fchilderde wapens van de huizen van de Graef en Hooft. fa
(p) EUdx.. 9f.
(/) Gioot-Mèmor. K* III. ƒ, 394,
|
|||||||||||||||||||||||||
is:
|
|||||||||||||||||||||||||
» In't jaar 1559 , is ter deezer plaatfe
" Swottdeh de uitvaart van Karel den V., " keizer,en Graave vanllolland, deneen- » en twee en twintigften April. CoTneUs t Dj£rSelyk Grafteken als dat van Heems-
jans- ' *erc'c is ook aan den hoekpilaar, ten ztii- zoot),ge. d£n agter 't Choor, opgeregt, ter gedagte- 7:]3.-irad Mie van Corneas Janszoon, bygenaamd de e«aan. Haan of het Haantje. Het pronkt, van bo- ,Ven W de Lyft, met zyn wapen, zynde een ■kraaijcnde Haan, en onder ftaat het zee- §evegt met twee fchepen, waarin hy om- kwam, afgebeeld. Op -her Tafereel, ftaan ?e v°lgende Latynfche verzen van denPro- eüor Caspar Barlaeus uitgehouwen: Viriuti ac Famce
Fortißimi Ducis CORNELII JOANNIS,
■Ainßehdamenfis, Cognomenti Galli,Dl
reäores et Vindices Qceani
Septentrionalis.
nspice Speciator nofircS miraciiïa gentis,
uejtaqiie viïïrici bello, jlupënda manu. Wc jacet Eoum qui duxit vela per orbem rftque Arabum Hesperio fanguine tinxit aquds. K}iem modo preedatrixpotuit Duinkerkatimere) Cum Morinum captcs Jiiccubuere rates. Una triumphanth toties fefe torfit in hoflem |
|||||||||||||||||||||||||
Üt
|
ppi, et adverfus exïu una duces,
|
||||||||||||||||||||||||
Lineatur Iber Batavo non clajfibus ultra
|
|||||||||||||||||||||||||
pfloptis: una ratis, dux fatis unus erit.
<j" dum Je Patrice mediis bellator in undis ^Vovet, illuflri funere vittor obit. •j™11 iïecios jaäare mihi cejjate., Quirites, \ JCSc etiam Üecii marmora Corpus habent. MDCXXXIII.
dat is:
e Opzienders en Befchermef s der Noordzee
Aan de dapperheid en roem
van den wakkeren Zeeoverfte, cORNELIS JANSZOON,
mlterdarnmer, gebynaamd de Haan.
" ^et5 aanfchouwer , op de wonderen
ï» n 0r>s volk, en op de verbaazende oor- " . Sen, W5iarm het overwinnaar geweeffc ? -1S- Wier legt hy, die de Oofter-weereld »» doorgezeild is, en de Arabifche zee met , Paanlch bloed geverwd heeft; voor wien
>> t roofgierig Duinkerken onlangs plagt te i?even> tQen de veroverde Vlaamfche
r br 1 zwiSten rnoeftcn. Met ééne zege-
- * aalende Steven, keerde hy zig zo dikwils
|
|||||||||||||||||||||||||
D A M S III. Deel.
Regt tegen over de Grafftede van Van Oude
der Huift , aan de weftzyde der Kapelle, Kerk, ontmoet men het treffelyk grafteken van j^^f1 den Vice - Admiraal Sweers, 't welk ee- sweers. nige jaaren laater opgeregt is. Boven aan ziet men zyn marmeren borftbeeld, en nog hooger, het wapen der Vereenigde Neder- landen en dat van den Prinfe van Oranje. Onder aan, is de voordeelige Slag, waarin de Zeeheld omkwam, afgebeeld. Tuflchen beide, ftaat, op een tafereel, welk van vlag- gen , wimpels en ander fcheepsgereedfchap omringd is, te leezen: Bic fitus efl
ISAACUS SWERIUS.
Qui eam quam nafcendi forte et folicita edu-
catione a parentibus prceclaram accepe- rat indolent DEO et Patrice devovit; Prinuim terreflris et maritimce Militice Tyro- cinium in India occidentali depofuit; In Patriam redux cum federet animo Regia via, ad honores graffari Terra fe continere non potuit: Mare ingreffus, omnes milities ordines infimes et medios eluStari in Juventute neccfje habuit. Piratas mahumedanos ßepius profligavit. Tutumque Batavis Maie mediterraneum ejji jujfit. Edidit tanta virtutis fortitudims et prudentus fpecimina, Ut omnia fumma omnium judicio meritus Proximum a primo int er thalaffiarcbas locum Arece maritimce preefeëtus adeptus fit. Quo ho- nore cum fungeretur in nupero Ulo tertio et ultimo contra Gallics Britanniceque Regum inflrucliffunas clajfes pra- liot Fortit er et generofe pugnando glande trajeBus XI Kalend. Septemb. Anno Chrißi MDCLXX1II. Gloriofe occubuit 9 Patrice Viëloriam , Civibus fui deficleriuin, exemplar pofieris imitandum reliquit. MAGNANIMO HEROI
Anno 1674.
dat is: Hier legt
ISAAC SWEERS. „ die den voortreffelyken inborft, welken
„ hy, door de geboorte en door eene zorg- „ vuldige opvoeding, van zyne ouders ont- „ van-
|
|||||
io4 Ä M S T E R
In de Kapel van Elizabeth Gaef, ten wes-
ten van 't oude Handboogsfchutters-Choor, ontmoet men twee aanzienlyke Graffteden, tegen over eikanderen , geftigt voor de Vice - Admiraalen Abraham van der Hulst en Isaac Sweers. Omde graf- zerk des eerften, in 't ooften der Kapelle, Haat een fraai yzeren hek, en boven dezel- ve , een konftig gedenkteken van marmer, verbeeldende den Zeeheld, leggende in vol- le rufting, en omringd van vlaggen en oor- logstuig. By hem ftaan twee fchreijende kindertjes, die zyn wapen vafthouden, waar boven de gelukkige zeeflag tegen de Engel- fchen, van den elfden, twaalfden, dertienden en veer tienden Juny des jaars 1666, in welken hy fneuvelde , afgebeeld is. Boven aan ziet men twee bazuinende Vrouwen-beelden, die 't wapen der Vereenigde Nederlanden, rus- tende tegen twee kruiswys geplaatfte an- kers , vafthouden, Onder dit wapen, leeft men: Ter onfterfelyker
GEDACHTENISSE
van den
Eed. en Manhaften Zeeheld, ABRAHAM van der HULST,
Vice-Admiraal van Holland en Weft-
Vriesland, Geboren tot Amfterdam,
den xi April cid idcxix. Hier ruft hy, die niet ruften kon,
Eer hy fyn vyand overwon:
Om hoogh leeft hy in vreughde, In marmer door fyn deugden.
Anno 1666.
Op de Grafzerk ftaat: Hier ruft de onfterfelycke Zee-Helt
ABRAHAM van der HULST,
Vice - Admiraal van Holland en Weft vries-
land onder den Zee-Raad t'Amfterdam, zynde glorieufelyk in fyn devoir overle- den, in de bevoghten Victorie tegen de Engelfchen den xn Juny cid idclxvi. Hier fluymert HULST, de Jchrik der Britfche
Zeebanier,
Beproeft in ßag opfiag, in Bloed, in vloed en vier.
De groote Zeeraad kroont dien Vaderlands Be- fchermer,
De faam des braven Helds braveert metaal en marmer. J. v. Vondel.
|
|||||
II. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||
GEREFORMEERDE KERKEN.
|
||||||||||||||||||||||||
105
|
||||||||||||||||||||||||
Oude
|
||||||||||||||||||||||||
miraliteyt doen oprechten, ter Eeren Oude
van den Schout by nacht Kerk. WILLEM van derZAAN.
Omtrent de Kaap Tres Forkas, uit een Al-
giers Rooffchip, met een ponts Kogel gefchooten, en ontflaapen den 17 Maart 1669. Dus leeft men na de doot.
Dit is door 't Landt tot eer van van der
ZAAN befielt, Om dat een Roovers fchoot ontzielde defen
Helt,
Vyfgoude ketenen had by voorheen genooten,
Rufi hier, tot eer van haar, die uyt hem zyn
gefprooten. Uit een opfehrift op de ankers, blykt, dat
dit gedenkteken, in 't jaar 1670, door den Beeldhouwer Rombout Verhuljl, vervaar- digd is. Zuidwaards van dit Gedenkteken, is het Van
Graf van Paul Wirtz, Veldmaarfchalk P??1 der Vereenigde Nederlanden, die, den drie tz° en twintigden Maart desjaars 1676, te Ham- burg , overleeden zynde, op den vier en twïh- tigden Oftober desjaars 1Ó79, alhier, daa- telyk, ter aarde bedeld werdt. Op zyne Grafzerk, daat,in 't koper: FoRTUNjE ET
Martis Soboles, equi«
tumque Magister WlRTSIUS
Invictus Regibus
hic situs est. dat is:
Hier legt een fpruit van 't geluk en van den
Oorlog, de Generaal der Ruiterye WIRTZ,
die door geene Koningen kon overwonnen
ixorden. En daaronder:
VIVAT POST FUNERA MAJOR*--
dat is: Na zynen dood, leeve by luiflerryker! |
||||||||||||||||||||||||
vangen hadt, Gode en den Vaderlande toe-
gewyd heeft. » Hy leerde de eerde beginfels van den
Krygsdienft te water en te lande in Wed- indie. Toen hy, in 't Vaderland weder- gekeerd , in overleg nam, om langs eer- lyke wegen naar waardigheden te dree- ven, kon hy 't aan land niet houden. In zee geftoken, moeft hy, in zyne jeugd, de minde en de middelbaare krygsamp- ten doorwordelen. Toen heeft hy de Turkfche Roovers dikwils verflaagen, en de Middellandfche zee voor de Hollanders veilig gemaakt. Hy heeft zo veele be- wyzen van dapperheid , dandvadigheid en voorzigtigheid gegeven, dat hy, die, naar aller oordeel, het hoogde waardig was, het naade aan het hoogde krygs- ämpt ter zee verkreegen heeft. Met dee- ze eere bekleed, is hy, onlangs, in den derden en laatden zeeflag, tegen de mag- tige Vlooten der Koningen van Frankryk en Groot-Britanje , wakkerlyk en groot- moediglyk drydende, door eenen kogel getroffen zynde, op den twee en twin- tigden Augudus van 't jaar des Heeren 1673, roemrugtiglyk gefneuveld, zynen Vaderlande de overwinning, zynen me- deburgeren de begeerte om hem wederom te hebben, en den nakomelingen een voor- beeld ter navolginge agterlaatende, j, De zeeraad der Vereenigde Nederlan- „ den te Amderdam heeft den Grootmoedigen Held
m dit gedenkteken, welk hy aan den Staat
3} wel verdiend hadt, doen opregten, in't
„ jaar 1674.
In 't Noordweden der Kerke, in 't Ham-'
burger-Choor, ontmoet men nog twee Graf- tekens. Bovert de Frontefpies van het eene, Welk, meed noordwaards, ter gedagteniffe van den Schout by Nagt Van derZaan, van marmer opgeregt is, ziet men twee ba.- Zuuiende wigtjes, voor het wapen der Ver- enigde Nederlanden, welk met eene ge- i'ooten kroon gedekt , en van vlaggen en yJaggeftokken omringd is. Onder de lyd, nangt het bordbeeld van den Zeeheld, in een kmgrond , welk door eene Slang , die de ftaart in den bek houdt, gemaakt wordt. In een tafereel van zwart marnier, ter Weder- |
||||||||||||||||||||||||
Van
Willem
van der |
||||||||||||||||||||||||
zyde van welk, twee ankers, met eikenloof Nog laager:
omvlogten geplaatd ; en waaronder het Major ab occasupostquampr^luxituBique,
|
||||||||||||||||||||||||
ftryd uitgehouwen zyn, leed men:
GEDACHTENIS
door haer Ed. Mog. de Heeren ter Ad-
II. STUK. |
^
dat is:
|
|||||||||||||||||||||||
Na dat hy zyne firaaien alomme verfpreid heeft,
is hy, by zynen ondergang, nog grooter. |
||||||||||||||||||||||||
O
|
||||||||||||||||||||||||
GRAF-
|
||||||||||||||||||||||||
ïo6 A M S T E R
0uDE GRAFSCHRIFT
Kerk- van den Heer
PAUL WIRTZ,
Baron van Ornholm, weleer Veldmaar-
fchalk van den Staat. PUGNANDO RESTITUIT REM (5).
De Feldheer WIR TZ, wel eer der Staaten
oog en hand,
De luifler, roem enfchrik van Chriflen Gene- r aaien
Die door zyn krygsfortuin flut Frankryks ze- gepr aaien,
Wiens arm, in Zweedfchen dienfi, de Poolen overmant:
Legt hier, den Elv ten trots, tot Amßels eer hegraaven.
Dus leeft dien Duitfchen Mars , gezien hy Scepterßaven.
Bartholomeus Abba,
XXIV. van Wynmaand 1679.
Rechtsgeleerde.
Boven 't graf, om hoog tegen den muur,
hangt, in een groot Wapenbord, het ge- flagtwapen van den Krygsheld , benevens zyn' kling, yzeren handfchoenen, fpooren enz. Ter zyde van het oudfte glas, waarin de
wapens der Burgemeefteren gefchilderd zyn, hangt het Wapenbord van den Zwëedfchen Admiraal Zeeheim, die ook, in deeze Kerke, fchynt begraaven te zyn. Op het bord, ziet men zyn wapen, zynde een zei- lend Oorlogsfchip, voerende de Zweedfche vlag van agteren en van de groote fteng. Om het wapen, ftaat H. G'. Zeehelm. Jd. v. Zweeden, is gefl. 27 May 1668. De graffteden van byzondere Perfoonen in dee- ze Kerke, veelen van welken ook haare ken- tekens of opfehriften hebben, zyn te me- nigvuldig, om 'er met naame van te gewaa- gen. In't jaar 1738, is, door Burgemees- teren, aan den fleer Godefridus Franciscus Cromhout, gefprooten uit een aanzienlyk Roomfchgezind huis in deeze Stad, toe- geflaan, eene Grafkelder, op zyne koften, in de Oude Kerke, te mogen ftigten, waar- in het Lyk zyner Egtgenoote, Vrouwe Jo- hanna Élizabet Bleefen, die zulks, by haaren uiterften wil, begeerd hadt (r), het eerffce geplaatft werdt. Zy beftaat uit een dubbel Graf, regt voor den ingang der Grafftede van den Huize van de G r a e f gelegen. Naämlyft Wy befluiten de befchryving der Oude derKERK Kerke, met eene Naamlyft der Kerk- MEESTE«
R W' (r) Meraor. van Keikm. of n Nov. 17JS.
(5) Dat is:
StRÏDEKDE , HEEFT HY 'S LANDS ZAAKEN HERSTELD. |
|||||
D A M S III. Defx.
.meesteren, van ouds Goedshuysberaders Oude
genaamd, voor zo ver zy, door anderen en Kbrk. door ons, uit oude ftukken en aantekenin- gen , hebben können opgefpoord worden. 1333. Heyn Nutaerts foen.
1333. Tideman die Zael.
1333. Claes Duvelant.
1333. Claes van den Damme.
1360. Ysbrand Arents foen.
1360. Egbert Pillegroms foen.
1360. Claes Arents foen.
139Ó. Wouter Willems foen.
1396. Servaes Roelofs foen.
139Ö. Jan Deymans foen.
1396. Vechter Jacobs foen.
141 o. Claes Beyen foen.
1410. Jacob Divel.
1410. Derk Jan Tydemans foens foen.
1410. Jacob Coman Willems foen.
1441. Jan Beduinre Alberts foen.
1441. Claes Janfens foen.
1441. Pieter Kroek.
1441. Willem Bruin Gerrits foen.
1460. Hendrik Jacob Gerrits foen.
1460. M'. Hendrik Foppens foen.
1474. Jan Dirckfe van Wormer.
1474. Jan Claes foen van Perfyn.
1474. Symen Dirck Bardens foen.
1474. Clement Gerrits foen.
1505. Jan Perfyn.
1505. Hillebrant Janfen.
1505. Hendrik Symonfe.
1505. Lambert Reyerfz.
1506. Andries Boelen.
1511. Pieter Roding. 1511. Jacob van Campen. 1511. Willem Rokefe. • 1511. Gerrit Wynants. "*
1512. Willem Croek.
1512. Dirck Claefz. de oude.
1512. Luyt Janfen. 151a- Jan Lambertfe Goedekan. 1513- CorneHs Janfen Vlaming. 1513- Kot Jacobfz. 1513- Hendrik de Konïnck. '
1514. Hillebrand Janfen Otter. I5Ï4. Gerrit Moyaerts. 1514- Jan Gerritfz. Fem.
i5IS- CorneHs Cornelifz. de Jonge Vla-
ming. I5I5^ Gerrit van den Anxter. I5!7- Allert Arentfe. 1517- Dirck Kerftenfe. 1518. Reyer Janfen. 1518. Gillis Janfen de WifTelaer.
1519. Allart Boel.
1519. Gysbert Tamenfe.
1519. Claes Gaef.
1520. Dirck Kros.
x$zt.
|
|||||
II. Boek.
|
|||||||||||||||||
GEREFORMEERDE KERKEN.
|
|||||||||||||||||
107
|
|||||||||||||||||
1521. Robbert Jacobfen.
1521. Volkert Janfen Snyder* 1521. Claes Jacobfe Bicker.
, *52i. Gysbert Janfz. Berenftein.
ÏJ22. Gysbert Thamfz. 1522. Claes Jeroenfe.
1523. Claes Volkerfe.
1525. Claes Gerrit Deyman. 1525. Jonge Jan Benning. 1530. Jacob van Hoef. 1530. Pieter Bicker. 1530. Hendrik Paulus.
1531. Symon Laurenfe Koppens*
1531. Hendrik Brouwer.
1532. Pieter Janfen Pletfer.
1532. Cornelis Gerbrantfe Ruys.
1533. Lambert Ysbrandfz. Koppens,
1534. Jacob Meeufz. Merois.
1534. Hendrik Frans. 153Ó. Floris Florifz. Karit.
1537. Pieker Kanter Willemfz.
1537. S ymeii Märten Dir ckfz. vanRuwiel.
1537. Claes Volkerfz.
1538. Pieter Claafz. Smith.
1539. Claas Meeufz.
1539. Brugman Wouterfz. Dop.
1541. Gerrit Claes Matheus. 1541. Claes Jacobfz Brouwer. 1541. Claes Hendrickfz. Bas. 1543. Gerrit Claefz. 1545. Cornelis Anthonifz. Schilder. 1545. Cornelis Janfz. Hollefloot.
1546. Sybrand Buyk Jacobfz. Bam.
1547. Lucas Meynertfz. van Alkeftein.
1548. Willem FÏendrickfz. Molenaer.
1548. Lourens Symenfz. van Neck. 1548. Cornelis Dobbenfz. 1550. Hendrick Trok.
1552. Jan Harmenfe Gouwenberg.
1552. Frans Dirck Marcufz.
1556. Mr. Pieter Bicker Willemfz.
1557. Claes Jacobfz.van Swieten van Ley-
den.
1558. Hendrik Krook.
1558. Andries Boelifz Hollefloot.
1559- Gerrit Janfen Koesvelt.
JS62. Jan Reyerfz.
J5Ö2. Hendrik Jacobfz. van Svvietenvan
Leyden.
T5Ö3. Claes Gerritfz. Bontwercker. I5^S. M'. Dirck Florifz. Kant. I5<56. Adriaen Janfz. Roeft in de Klau. I5ÖÖ. claes Buyk Jooftens. 1567- Cornelis Janfz. Rootkruys van Lis. 1568. Cornelis Janfz. Roothart. 1568. Jan Michielfz. Loef.
1569. Sybrand Willemfz. Stam.
J572. Evert Claefz. Schoch. 1S72. Jacob Pieterfz. Kanter. T5?3. Jacob Florifz. van Alkemade. |
1573. Dirck Claefz. Buik.
1574. Jan Ryfer Janfen.
1575^ Willem Adamfz. 1578-. Cornelis Floris van Teilingen.
1578« Gerrit Schaap. 1578. Dr. Claes Kat.
1579. Claes Boelenfz.
1579* Weffel Bekker. 1579. Adriaan Kromhout.
1580. Hendrik Olphertfz. Fuik.
1581. Jacob Pieterfe Schaap.
1583. Dirck Jacobfz. Roofekrans.
1584. Jacob Pauw.
1584. Claas Simonfz. Heemskerck.
ij8<5. Jan de Vry.
1587. Cornelis Schellinger.
1592. Reynier Pauw.
1592. Walich SyvaartS;
1594. Vincent van Bronèkhorft.
1601. Pieter Bas.
1604. Jacob Claesz. Roch.
1614. Jacob Pietersz. Koppit.
1618. Albert Velicher.
1624. Jan de Waale.
1630. Jacob Bicker Gerritsz*
l635- Jacob Jacobsz. Rogh.
1636. Rombout Jacobsz.
1640. Cafper van Dronkelaer.
1646. Willem van Erpekum.
J653- Jacobus Trip.
1654,. Abraham de Viflèr.
1658. Nicolaas van Ryn.
1658. Claes Pietersz. van Hoorn.
1663. M'. Nicolaas Liftingh,
1665. Rombout Hudde»
1666. Joannes Hudde.
1667. Gillis Reyniersz.
1668. Francois de Vicq,
1668. Mr. Pieter van Dam.
1669. Joan Pels.
1676. Joan Bernard. 1682. Steven de Geer. 1685. Abraham Oort. 1689. Jan Biler. 1698. Mr. Gerbrand de Vicq.
1699. Arnoud de Koek.
1700. Pieter Reyniersz.
1706. Jan Reaal. 1706. Pieter van Dam. 1716. Philips Anthony van derGhiefen.
1719. M'. Jan Wolters.
1720. Louis Boddens.
1720. Jan Gabriel Voet.
1721. Francois Leftevenon.
1723. Hendrik Lynflager. 1728. M'. Gerrit Hooft Gerritsz.
1729. Jan Hop.
1732. Lambert Alewyn. 1734. Albertus van Wellerhof. 1736. Lucas Trip Cornelisz, 2 -Ï743.
|
||||||||||||||||
OUDE
Kerk,
|
|||||||||||||||||
O
|
|||||||||||||||||
Mos A MS T E E
Nieuwe 1/43- Keter Trip.
Kf.kk. 1752. Abraham Bredius.
1754. Willem Gerrit Dedel Salomonsz,
1757. M'. Ifaac Ernft de Peterfen. i7Óa. Nicolaas de. Maréz. II.
NIEUWE K ^ R L
Befchry- IPV NieuweKerk,zo genaamd, om'
ving der \jp dat zy, lang na de Oude, geftigt is, Nieuwe was ? eertyds} de tweede Parochie- of Ker- Kehke. fpe|.Kerk der stad. Zy ftaat aan den Nieu we-zyds-Voorburgwal, daar devoornaamfte ingang in 't wellen is, en is, zo wel als de Oude Kerk, een aanzienlyk kruis-gebouvy: doch zy heeft alleenlyk eenen kleinen fpk- fen tooren in 't midden, zynde den hoogen en zwaaren tooren, welken men voorhadt, in 't wellen, te ftigten, onvolmaakt geblee- ven. Boven in den gevel van 't zuider kruis- pand, ftaat een fraaije Zonnewyzer. De Kerk heeft, behalve den gemelden, nog drie in- gangen , een' in 't zuiden, die op den Dam uitkomt, een' in 't noorden, ten einde van de Gravenftraat, en een' in 't ooften, in de van ouds genaamde Elendige Steeg. Zy was, oudtyds, omringd varwwee Kerkhoven, een in 't weften, en een in 't zuiden en zuid- ooflen. Het laatfte droeg den naam van het elendige Kerkhof, om dat 'er alleenlyk ge- ftrafte misdaadigen, en zulken, die men der gewyde aarde onwaardig keurde, begraaven werden. De gemelde elendige Steeg heeft den naam naar dit Kerkhof gekreegen. liet andere ltrekte tot eene begraafplaats voor geringe, doch onbefprokene luiden. Beide deeze Kerkhoven zyn, nog tot het midden der voorgaande eeuwe , in wezen geweeft («); doch, ter gelegenheid van het bouwen van het nieuwe Stadhuis, verdweenen. Te- gen de Kerke in 't noordooften, was, in 't jaar 1560, eenfierlykhardfteenenBekkeneels- of doodsbeenderen-huisje van eene tempels- wyze gedaante gebouwd; 't welk, omtrent den jaare iósö^ingeftort is. Op de plaats, daar het geffcaan hadt, werdt, in't jaar 1659-, een Comptoir voor de Wynroeijers gebouwd, ïyd der De oudfte Befchry ver van Amfterdam (v) Stigtinge. fielt, dat de Nieuwe Kerk, in 't jaar 1408, geftigt is. Doch, in de Lyflen der Regee- ringe, die voor deHandveften gedrukt zyn, leeft men: Anno 1414, is die nieuwe Kerk begonnen te bouwen. Veelligt, zyn de grond- flagen, in't jaar 1408 , gelegd, en de optim- mering, niet voor't jaar 1414, aangevan- Stigter gen. Men is 't eens, dat Willem Eggert, Willem jjeer vm j*mnexende, de Nieuwe Kerk me- Eggert, (u) Refol. Vroedfcl). N. 18. S Maart 1641. f.ilzverfo.
(v) Ai Galcem PONTANI, p, j. |
DA M S III. Deel.
de geftigt, en den opbouw derzeive, voor Nibot*>
een groot gedeelte, bekoftigd heeft. Hy Kemu . was van Gend in Vlaanderen herkomftis ; Ueer van doch, ten deezen tyde, een aanzienlyk Koop- eil£je> man te Amfterdam , en ftondt diep in de gunft van de Hertogen Albrecht en Willem van Beijeren, Graavert van Holland, welken hy, dikwils,, met groote geldfommen, on- derfteund, en, even als de Edelen van den Lande, in den Arkelfchen kryg, met twee mannen van wapenen , gediend (10) hadt. Ook verwierf hy, van den laatften deezer twee Graaven, verfcheiden' gunftige Privi- legien voor de Stad Amfterdam (x). Voor zigzelven, verkreeg hy, in't jaar 1410, de Ambagtsheerlykheid van Purmer en Pur- merland; en niet lang daarna, het aanzien- lyk ampt van Thefaurier des Graaven, welk hem byna het gezag gaf van eenen Graafly- ken Stedehouder (y). De hooge Heerlyk- heid van Purmerende, alwaar hy een Slot geftigt hadt, werdt hem, in 't jaar 1413, opgedraagen {%). Zulke gunften fielden hem, die van burger.lyke afkomft was,gelykmen ligtelyk denken kan, bloot voor de afgunfl der Edelen van den Lande. En verhaalt men, dat Hertog Willem, hiervan niet onbewufl, zynen Leenmannen, t'eenigen tyde, voor- hieldt „ dat hy zynen vriend, Willem Eg- „ gert, hunner zorge aanbeval, en dat hy „ op hen allen vernaaien zou, zo hem, by „ ongeluk, een tegel van het dak op 't hoofd „ viel." Na de dood van Hertoge Willem, die op den een en dertigften May des jaars 1417 gebeurde , ontving Willem Eggert, van alle kanten, uitdaagbrieven van de Hol- landfche Edelen, 't welk hem in zulk eene verlegenheid bragt, dat hy, zig nergens vei- lig waanende, kort na den Graave, zynen weldoener, van enkel hartzeer, op't Slot te Purmerende, overleedt, en den vyftien- den July des gemelden jaars 1417, te Am- fterdam , in de Nieuwe Kerke ,m net Choor Deszeifs of de Kapelle, federt, Willem Eggerts-Choor Graf en of Kapelle genaamd, begraaven werdt (a). S^[ft, Zyn Graffchrift wordt, nog, ten zuiden van c het groote Choor, ter wederzyde van eenen balk, tuftchen twee pilaaren, in deezer voe- ge, gelezen: Anno M C C C C ende X V11. den XV. dag
in Julio, fiarff den eerbaeren Heer JVU-
lern Eggaart, Heer tot Purmeicynde, gedoyteert met tivee Vicanen , mede fundU' Uur van defe Kerk, die begraven is onder defe blauwe ferk. Ir* (») Mieris Chartert. IV. Deel, hl. s+.
(x) Anonym, ad Calcem Fontani, p. <s.
(yj MlElus Charterb. IV. Deel, bl. ij;,2Ip , 288,371,
397, 398. (z.) ld. ibid. bl. 2Ä1.
(a) Regeer. Lyft vaar de H;indv. op 't /ar J417. As»"
jiym. *d Caicem i'qntani, p. s. |
|||||
u>4
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
\\ß
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
s
*S ■
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
fcS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
I
& |
|||||||||||||||||||||||||||||||
ff
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
&i i
Uli
% s
*i
>i
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
P
II
kl
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
f
p
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
1
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Ifl LO^
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
" k-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
JTJS2' KOFKREN -HJ5K roOJL 'X CHOOX. MUS. ZriJSUWJZ - KEHKE
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
& Crve/~ee,/£u4?. t&f.
|
||||||||||
-Ä OEZsIlSTGEJl - OF O T T2111S -'; (Xö^tf (9 J2 /
|
||||||||||
oey *y%etow€/ tJ\^€f£è/ ,
|
||||||||||
CSV
|
||||||||||
H. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||
GEREFORMEERDE KERKEN.
|
|||||||||||||||||||||||||
109
|
|||||||||||||||||||||||||
NtEOWn
|
|||||||||||||||||||||||||
In welk graffchrifc, opmerkelyk is ^ dat zyri
affterven gefield wordt, op den zelfden dag, waarop men, elders (b), leeft, dat hy be- graaven is. Voorts, ftaat zyn wapen, te- gen den zuider-muur, omtrent boven 't graf, uitgehouwen. Men wil, dat zyn dood oor- zaak geweeft is, dat de Kerk niet zo volko- men naar de fchetfe der Hoofdkerke van Amiens in Picardye, die nog, gefchilderd, ln de Kamer van Kerkmeefteren, bewaard wordt, heeft können voltrokken worden , als men voorhadt. Uit de affchriften van verfcheiden' egte ftukken, Willem Eggerts- Kapelle of Choor betreffende, en beruften- de in 't Comptoir van Kerkmeefteren der •Nieuwe Kerke, is my gebleeken, dat, in de jaaren 1414 en 1415, verfcheiden' Lande- ten , in Abbekerk en in Sybekarfpel, ten behoeve der gemelde Kapelle, die toen nog niet geftigt was,aan Heere WillemEggert, berden opgedraagen. _ De Nieuwe Kerk werdt, by haare eerfte
ftigting, toegewyd aan de Lieve Vrouwe, van waar de gantfche nieuwe zyde, zynde net Kerfpel deezer Kerke ,onz er Lieve Vivu- wen Parochie genaamd werdt; en aan 5. Ca- tharina, die, volgens 't verhaal der Legen- den , in 't begin der vierde eeuwe, te Alex- andrie in Egipte, om den Godsdienft, ter dood gebragt werdt. Men geloofde, dat van haar gebeente iet 4 op 't hoog Altaar, be- waard wei dt, in eene looden buffe, op wel- ke , te leezen ftondt: Dit iß gebeente van Sinte Catharina (c). In 't jaar 1421, verbrandde de Nieuwe
Kerk, benevens een derde gedeelte der Stad (d), Dochzy werdt, eerlang, zo pragtig her- bouwd, dat zy, omtrent den jaare 1500 , onder de aanzienlykfte Kerken van 't Chris- tenryk, gerekend werdt. Zy vervatte toen vier en dertig zeer fchoone Altaaren, en eene groote verfcheidenheid van koftbaare Kerk- neraaden ; onder welken, uitmuntten een zilveren verguld kruis, waarin, zo geloofd ^erdt, een gedeelte van het waare kruis ge- ei"kt was. Dit kruis woog zes en twintig
"^k zilvers. Voorts, was 'er een zilveren erguld Sacramentshuis van agt en dertig
ar* j en een zilveren Lieve Vrouwenbeeld
van twee en dertig mark (e). Nog ftondt een ander Lieve Vrouwen - beeld in 't mid^ , en der Kerke, en een van S. Catharina in t midden van 't hooge Choor. Ook was 'er een a M van S* Urfula (ft-
Onder de Chooren en Kapellen, van wel-
er rneeften wy weinig meer dan de naa-
r ) Regeer- Lyft T,oor de Handv. op'tjaar i+t7.
Cd\ „ 1yvaerts Roomfche Myfter. Voorr. bl. i7. (f) „,nonym- ad Calcem Pontani , p. 7.
u ' °* h» Dienftb. 4,T Nieuwe Kerke. |
|||||||||||||||||||||||||
men hebben können opfpooren, waren hetNlEUWE
S. Joris- of Schutters-Choor, agter 't vertrek, Kerk. waar thans de Kerkenraad vergadert; Wil- lem Eggerts-Choor,naaft en benoorden het Schutters-Choor; het Choor van Jan Dirkszoon Sill, nog meer noordwaards , en met een houten fchot van de Kerke gefcheiden, ver* ftrekkende nu tot eerien doorgang naar des Kofters woorimg;Jacob Férbergen-Choor, welk ook met een diergelyk befchot van de Kerke afgefcheiden is, en nu tot kckengebruik voor den Kofter verftrekt; en Jacob Meeuwszoons- Choor, welk nu tot een Stookhuis gebruikt wordt. Alle deeze Chooren waren aan de zuidzyde der Kerke. Aan de noordzyde, hadt men het Metfelaars- of Vier-gekroonden- Choor (<5), naar 't ooften, zynde nu de oos- telyke uitgang. In een glas van het zelve ^ ftondt het wapen van Loen en Boelen, waar van nu niets meer overgebleeven is. De uit- gang is juift, daar't Altaar plagt te ftaan. Naaft dit, volgt het Boelinger- of Ott er s- Choor, 't welk, met eene baluftrade vanar- duinfteen , naar de Corinthifche orde j ert voorts met een houten befchot, afgefchut is; Het werdt, in 't jaar 1510 , door Heere Fechter Dirksz, Prieftër, geftigt en begif- tigd (g), en dient nu tot eene bergplaats voor den Gravenmaaker. Hief op volgt het Drapeniers-Choor, welk ook j met eene ar- duinfteenen Baluftrade, waarop eeri houten befchot ftaat, van de Kerke afgezonderd is* en nu tot eene Timmerloots gebruikt wordt. En na dit, ontmoet men het Heilige Kruis-* Choor (h), welk, met een houten hek, van de Kerke is afgezonderd, en nuj door de Diaconie, tot het uitdeden van aalmoeiTen wordt gebruikt. Voorts, was 'er ,- in de Nieuwe Kerke, eene Kapel van Jacob den meerderen, waarop Jacob van Berich eenen dienft geveftigd hadt: ook eene S. Laurens- Kapel, die, door BartholomeiisGerbrandszoon Doos, Burgemeefter der Stad, t\\Aafje,zy- ne Huisvrouw, in 't jaar 1443 , geftigt was. Ook ftondt, aan de zuidzyde, eene Lieve Fr ouwen-Kap el, in 't jaar 1488, door Meeus Gerbr andszoon en Catryn zyne Moeder, ge- ftigt (i). Digt by deeze Kapel, was de Kapel van
(g) Ziè den Stigtingbrief in dt Bylaag. ï*. A.
(h) Vit oude Aantekeningen. (i) VAN HEVSSEN en VAN RYN Kerk. Oudh. IV. Deel,
il. 184 i '85- COMMELIN, bl. joj. (6) Deeze vier gekroonden waren Severus, Seve»
rinus, Carpophorus en Viüorinus , die geloofd wer- den , onder Diocletiaan, den marteldood geleeden te hebben. Zie Walvis Befcbr. van G»uda,ïl. Deel; bl. 30. Doch wat betrekking zy tot de Metfelaars hadden, weet ik niet. Ondertuflchen, vindt men, in eene Keure voor 't Metfelaars-Gilde hier ter Ste- de, van den agttienden May des jaars 1532,dat de Bosineefters, jaarlyks, op Vier-gekroonden-dag, re- kening moeften doen. Zie Handv, bl. 1382, 03
|
|||||||||||||||||||||||||
Toewy-
$ng der
Kerke aan de •Lieve vfouWe |
|||||||||||||||||||||||||
Haar
«ien
|
aan-
Van |
||||||||||||||||||||||||
°uds.
|
|||||||||||||||||||||||||
Beelden
«" Seraa.
oen. |
|||||||||||||||||||||||||
Chooren
en Ka- pellen. |
|||||||||||||||||||||||||
III. Deel»
|
|||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||
HO
|
|||||||||||||
jaar 1509 * twee Vicaryen op het Maar van Nieuwï
S. Jan Baptiß en Maria Magdalena, in de^5' zelfde Kapelle. Het graf van Gaas Lamberts Gae/wasookin deeze Kapelle. En op het zel- ve, moeften , jaarlyks, op zynen fterfdag9 drie kaarfen gefteld"worden. ïn 't jaar 1615, kwamen de nakomelingen der Eggerts, die regt hadden op deeze Kapelryen en op eene derde, geveftigd op S. Katharynen-Al- taar in de Oude Kerke, overeen met de Stad Amfterdam , om , tegen de overgifte der Landeryen, voor de drie Kapelryen verbon- den, drie jaarlykfche renten, ieder van een honderd en zeventig guldens, losbaar tegen den penning zeftien, te trekken (0). In 't jaar 1475, hadt Andries Willemszoon eenen Lykdienft ingefteld, op de graven van Ger- rit Bannink en Ruifch Jaeobsz, gelegen in het Kruis-Choor. In't jaar 1462, ftigtterx Willem Bruynincx en> Piet er Bye Jacobs f Priefters, wegens Dirk Holland en Margriet fyn Wyf, een Kapelrye, ter eere Gods, der Lieve Vrouwe en der Heilige Petrus, Pau- lus , Hieronimus en Margareet, belaft met vyf miiTen ter weeke. Het Altaar, waarop deeze dienft verrigt werdt, was, reeds in 'tjaar 1450, of eerder, opgeregtgeweeft: het ftondt in de Kapel van Catharyn-Mceus Ger- brants-foons Weduwe, Zufter van JacobBic- ker, die, in 't jaar 1454» geftigt werdt, aan de zuidzyde der Kerke; en werdt, ge- meenlyk , 5. Hieronimus-Altaar genaamd. De Pater der Karthuizeren was Collator dee- zer Kapelrye, en droeg dezelve, in 't jaar 1552, aan Meefter Jan Henrichs Nieveen, Re&or der Schoole aan de oude zyde., op. Hugbe Jans, Apothecar, fondeerde, in 't jaar 1494,voor zig zelven, voor Geert Ja- cob Bieters Dogter , zyne Huisvrouw, en voor beider voorouders in den opgaanden lyn, vyf milTen ter weeke op het zelfde Al- taar. Aan den Pilaar der gemelde Kapelle, ftondt nog een Altaar, het Romeinen- of Romenien-Altaar genaamd, waarop Jan de Waal, reeds in 't jaar 1476, eenen dienft geftigt hadt. Aan de noordzyde van 't hoo- ge Choor, ftondt een Altaar van S. Jan den Evangelifl, waarop eeneVicary geftigt was, die, nog in't jaar 1567, door Anna Benning, Weduwe van Jan Duin, Raad, aan Mees- ter Piet er Nicolaas, Priefter, gegeven werdt. Voorts, was, in de Nieuwe Kerke, een S. Cbrijloffels-Altaar, waarop Meefter Arend Barendsz, in 't jaar 1495, eene Kapelry ge- fondeerd hadt. En deeze Kapelry, of de in- komften derzelve, zyn, meermaalen, door Burgemeefteren, aan nakomelingen van den Stig-
(o) Vit het Memoriaal van Eggarts Ccippelrie, hertißendt
j 't Ctmfttir valt Kjikgneejieten ds:' niiuat K^ks- |
|||||||||||||
Nieuwe van ^et Heilige Graf, over welke, in 't jaar
Kerk. i 654, gefchil ontftondt, tuffchen Kerkmees- teren en de eigenaars; welke laatfben hun regt tot de Kapelle veftigden op eenen Sche- penen-brief van den jaare 1538, dien wy, hier agter, onder de Bylaagen (£), geplaatft hebben, 't Gefchil 'werdt, door Burgemees- teren, als zegsluiden, afgedaan. De Kapel bleef aan de Kerke, die, daartegen, drie graven aan de eigenaars afftondt, htm, daar- enboven , het regt laatende tot het graf in de Kapelle, welk hun, voorheen, reeds hadt toebehoord (/). De Kapel heeft haaren in- gang in de Kerke, en komt uit in de Ker- kenraads - Kamer, aan 't wefteinde. Ver- moedelyk, zyn 'er nog andere Chooren en Kapellen in of"aan de Nieuwe Kerke geweeft, van welken wy geen duidelyk befcheid heb- ben können vinden. De S. Jacobs - Kapel, op den Nieuwendyk, met de goederen tot dezelve behoorende, in 't jaar 1578, aan Kerkmeefteren der Nieuwe Kerke zynde overgegeven (jn), is, federt, tot burgerwoo- ningen vertimmerd, die, met de erven, aan byzondere perfoonen, verkogt zyn. Op eene deezer wooningen, ftaat het Toorentje dee- zer Kapelle nog; 't welk, door Kerkmeefte- ren der Nieuwe Kerke, plagt onderhouden te worden. Doch na 't overlyden van den laatften Klokfteller van den Kapeltooren, nu eenige jaaren geleeden, heeft men geenen anderen aangefteld, en het Toorentje en Uurwerk is, aan de bezorging van den ei- . genaar der wooninge, op welke het ftaat, overgelaaten. Attaaren. . Wat de Altaaren betreft, die, in de Choo- ren en Kapellen, en ook elders rondsom de Nieuwe Kerke, geplaatft waren; ik vind , dat,Heer Willem Claes, Priefter , nog in 't jaar 1503,eene zingende Mis op 't hoog Al- .taar geftigt heeft. In het Choor of Kapel- letje van Jan Dirkszoon Sill, ftondt een Al- taar, welk aan onzer Lieve Vrouwen zeven droeffenijjen gewyd was , waarop gemelde Jan Dirkszoon Sill, in 't jaar 1513 , vyf mis- fen ter weeke inftelde. Jan Eggert, Heer tot Purmerende, en Zoon van Willem, ftigter der Kerke, hadt, reeds in 't jaar 1418 , twee eeuwige Kapelryen geftigt, inWillemEggef ts Kapelle. Wy hebben den Stigtingbrief, die, voor zo ver my bekend is, nimmer, gedrukt, is uitgegeven , hier agter , onder de By- laagen (h), geplaatft. Heer Willem Eg- gert , Priefter, en Erfgenaam en Leenbezk- ter van de voortreffelycke Heeren, Willem en Jan Eggert, fyne voorvaderen, ftigtte, in 't (O Lr. !'.
(/) GrocK-Meuior. iV. TV. f j«.
(ni) vit eene oude Rekening van Kerkmeefteren der
Nieuwe Kerke van den jaare j<SS. (n) L'. C. |
|||||||||||||
»;^M
|
|||||
IM
|
|||||
II. Boek.
|
|||||||||||
GEREFORMEERDE KERKEN.
|
|||||||||||
ui
|
|||||||||||
Kbr^E Stigter , die als behoeftig werden aange-
merkt, toegeweezen geworden (p). In het Dienfiboek der Kerke, welk, tegenwoordig, niet meer voorhanden fchynt, werdt nog gemeld van de Akaaren van S. Barbara, S. Cornelia en 5. Severyn; van welken wy de nette plaats niet können aanwyzen. De mees- te Gilden hadden ook Akaaren in de Nieu- we Kerke, en onder anderen, de Bergervaar- ders, welker Altaar aan S. Anna toegewyd was; de Buitenlandsvaarders, de Binnenlands- vaarders, de Barbiers, de Bierdraagers, de Huistimmerluiden , die hun Altaar aan S. Jozef hadden gewyd; de Koorendraagers, Welker Altaar agter in de Kerke ftondt, en aan S. Judicus of Joolt gewyd was; de Droogfcheerders; de Verwers, welker Al- taar aan de Heilige Maagd was opgedraa- Sen; de Schoenmaakers, die 't hunne aan S. Krispyn en Krispiniaan gewyd hadden; de Volders, de Weevers, de Smids en de Sny- ders. Wy fpreeken niet van de Metfelaars, om dat wy van derzelver Choor, waarin zy ook hun Altaar hadden , reeds boven ge- waagd hebben. Op deeze Gilden-Akaaren, werden ook, fomtyds, door byzondere per- foonen, Vicaryen gefügt, gelyk, in 't jaar I5°o, door Niclaas Heyn Niclaas, man en voogd van Wendelmoet, Dogter van Heyman fan Tip of Hilp, Dirk Jacobfen Boel den ou- den en Dirk Jacobfen Boel den jongen, gebroe- ders, en wettige Kinderen van KatrynHey- mans, Süßer van Wendelmoet voornoemd, op 't Verwers-Altaar, gefchiedde. Voorts, vind ik gemeld deJltaarenvanGerytPaauw, Gr ebber Dirks, Albert Gerrits, Jacob Florisz en Steven Reyersz, zo genoemd naar de per- foonen, die eenige dienften op dezelven ge- B %t hadden. iveReT" In deezen ftaat omtrent, bevondt zig de
Vcrbrand .^euwe Kerk, toen zy, weinige maanden
en her- na de verandering des jaars 1578 , gewel-
°uwd. diglyk beroofd werdt van beelden en ande-
re üeraaden (q). Doch op den elfden Janua-
*Y des jaars 1645, trof haar een zwaarder
ramp. Zy verbrandde toen, by ongeluk,
Vatl boven en van binnen, geheellyk (r);
maar werdt, in 't kort, zo verre herfteld,
at de eerfte Predikatie, in de vernieuwde
^-erke, op den tienden May des jaars 1648,
? j Leeraar, Fredrik Keslerus, gedaan
werdt. fyjen {iacjt } midlerwyl, ook befloo-
*en' m 't weften der Kerke, een' zwaaren
nardfteenen Tooren te ftigten (s), en, in
May des jaars 1646, met het graaven der
grond (lagen, eenen aanvang gemaakt. Men
(f) Groot-Memor. N. V. ƒ n.
f?l f" "' Dcel>X- B»k., hl. 385. (si %"r11' IW' XV- B"K» W. 544. CoiV(5efo1- Vroedlch. u, ,9. a Sepr. 13 03ob. is+j. ƒ. J J 67. |
|||||||||||
vondt toen eenige oude grondflagen van ee- Nieuwe
nen tooren of klokhuis, die, in 't jaar 1565, Kerk. gelegd waren. Met het leggen van 't roos- De too- terwerk, en met het heijen, werdt, in Au- renb|yft guftus, begonnen, en tot in Juny des jaars °nna£] 1647, voortgevaaren, op den zesden van wel- ke maand, de laatfte van vierduizend vyf- honderd drie en negentig zwaare maften in den grond geheid werdt. Behalve deezen, waren 'er nog eenduizend zevenhonderd vyf- tien ftopmaften verbezigd: om niet te fpree- ken van vyf en vyftig oude elzen paaien , die in den grond gevonden waren. Op den twintigflen July hierna, werdt, door Corne- lis Bäcker, Zoon van den Heere Burgemees- ter Willem Bäcker, de eerfte fteen aan 't ge- bouw gelegd (t) , zuidwaards naar 't Stad- huis toe, en onder den zelven een gefchenk in goud van twee honderd guldens. Men arbeidde 'er, eenige jaaren, met veel yver aan. Doch toen liet men 't werk fteeken, zo fommigen meenen, om dat men oordeelde, dat zulk een zwaare Tooren het zeer naby gelegen Stadhuis, welk in deezen zelfden tyd gebouwd werdt, te zeer overfchreeuwd zou hebben. De Tooren, die reeds, tot op de helft van de hoogte der Kerke, opgetrok- ken was,, is onvolmaakt gebleeven, en van boven omzet met eene yzeren Leening. In 't jaar 1662, werdt aan Kerkmeefteren, op hun verzoek, toegestaan, de Kerk , in t noorden en in 't noordweilen, van buiten, met wooningen te bezetten (u); die, ten behoeve der Kerke, verhuurd worden, en fommigen van welken, nog voor weinige jaaren, vernieuwd zyn. De Nieuwe Kerk heeft, na de herbou- Grootte
wing, van welke wy fpreeken, omtrent de ^n §e* zelfde gedaante verkreegen, welke zy, totdg^gr. nu toe, behouden heeft. Zy is drie honderdke. en vyftien voet lang, en met de kruispan- den twee honderd en tien voet breed, 't Gebouw ruft op twee en vyftig hardfteenen zuilen, en wordt verlicht door vyf en ze- ventig groote glasraamen. In 't midden der Kerke, hangen vyf groote, en rondsom , twaalf kleiner koperen kaarskroonen: de eer- ften hebben ieder dertig; de anderen ieder twintig of zeftien armen met blakers. On- Gefchil- der de glasraamen der Nieuwe Kerke, derde zyn eenige nieuwen , die fraai befchil- g'azen. derd zyn. In 't glas, welk in 't noorder 3 kruispand, boven den ingang, geplaatft is, ziet men Graaf Willem den IV., de Stad be- fchenkende met het driekruisfig Wapen- fchild. De konft munt egter, in dit ftuk, meer uit dan de waarheid. Men vindt wel, dat
ff) Zit J. SlX VAN CHANDEL1ER Poëzy, hl. 41^4.
(») Refol. Vroedfch. Lt. C. ?i ^Attg. Uil..f. 104 verfa. Groot-Memor. H. V. ƒ. 86 Ter/i. |
|||||||||||
III. Deel
|
||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||
na
|
||||||||||||||
den, dat het byna van hennip fchynt ge- Nieuwe
draaid te zyn. Het ruft op eenige kleine Kerk. wigtjes. De beroemde Beeldhouwer Alber- tus Vinkenbrink heeft deezen Predikftoel ge- maakt. Zyne gedaante is te zien, in eene konftplaat van Holfleyn , die, by de lief- hebbers , hoog geagt wordt. Twee Orgels zyn 'er in de Nieuwe Kerke. Orgels.
Het grootfte ftaat boven den ingang in 't. weften, en ruft op vier halve en twee hee- le bonte marmeren Korinthifche kolommen, welker voetftukken en kapitteelen fraai ver- fierd zyn. TufTchen de halve kolommen, ftaan tweePenanten van wit marmer,waarop veeler- lei fpeekuig uitgehouwen is. Het Orgel zelf, een konftig werkftuk, kan met vier deuren geflooten worden, welken , door Joannes Bronkhorfl, met eenige deelen der gefchie- denifie van Saul en David, en vooral met het fpeelen en zingen van David en van de Jeruzalemfche maagden, van binnen en van buiten, befchilderd zyn. Het Orgel heeft drie en veertig Regifters of Hemmen, on- der welken , de vox humana of menfehen ftem zeer beroemd is. Het kleine Orgeï ftaat in 't zuider kruispand beweften den ingang. Het groote Choor is, van vooren, met Chooï.
een zeer konftig hek van gegooten koper, ruftende op eene marmeren Baluftrade, af- geflooten. De zwaare koperen lyft van het zelve, die, in't midden, met Stadswapen, welk door twee Leeuwen vaftgehouden wordt, verfierd is, wordt onderfteund door zes zwaare vierkante zuilen, tuffchen wel- ken , zeventien gevlamde en veertien reg- te , doch kleiner pilaaren geplaatft zyn, al- les met aartig loof bewerkt, en dertien voe- ten hoog. In 't Choor, gefchiedt niet al- leen, gelyk in dat der Oude Kerke, de pleg- tige Egtverbindtenis des Zondags, en nu en dan ook in de weeke; maar het Noordhol- landfch Sinode vergadert hier, om 't zeven- de jaar. Ook worden 'er, tweemaal 's jaars, 's Vrydags voor Paafchen , en 's Vrydags voor Kermis, de pryzen uitgedeeld aan de naarftigfte Leerlingen der Latynfche Schoo- ien. De Kerkenraad komt, tegenwoordig, ge- Kerken-
|
||||||||||||||
Nieuwe dat Graaf Willem de IV., in 't jaar 1342
Kerk. verfcheiden' Voorregten aan de Stad ver- leend heeft (o). Doch men vindt nergens, en 't is zelfs onwaarfchynlyk , dat zy het driekruisfig Wapenfchild van deezen Graa- ve heeft verkreegen. Regt tegen over dit glas, boven den ingang in 't zuider - kruis- band, plagt het fchenken van het Voorregt om de Roomfch-Koningklyke Kroon boven Stads wapen te mogen voeren, gelyk het, in 't jaar 1488 [1489] , door den Aartsher- tog Maximiliaan, gefchied is, met minder kondig, en meer naar waarheid, in 't glas- raam afgebeeld te zyn. Doch dit glas, vry wat van 't weder geleeden hebbende, is, al voor eenige jaareri weggenomen Het an- ' dere is ook merkelyk befchadigd. Beide de glasraamen pronkten met de wapens van de Burgemeefteren en vaneenige andereWet- houderen, die, toen dezelven hier geplaatft werden, in Regeeringe waren: met welken, het eerftgemelde, nu nog, verlierd is. Ten zuiden van 't groote Choor, boven den in- gang der Kapelle van 't Heilige Graf, zyn nog drie nieuwe gefchilderde glazen, waarin het heil der Vrede, door veelerlei zinnebeelden, vertoond wordt. Aan de vier grootfte zui- len van 't houten middengewelf,-ftaan vier engelen-beelden, die dat gewelf onderfchraa- ,,, f gern- De fchoorbalken van 't gewelf zyn, onlangs, vernieuwd. Een weinig beweften het zuider - kruis-
G y' pand, is eene Galery gebouwd voor de Bur- ger-Weeskinderen. Voorts, is de Kerk, Si rondsom, tuflchen en tegen de pilaaren en wanden, bezet met fraaije geftoelten voor
de Reo-eeringe en mindere Standsperfoonen. dV Onder^dezelven, munt allermeeil uit de Pre- ïtoel!'" dikftoel, die gemaakt fchynt op de wyze van den voorgaanden, welke, in den brand des jaars 1645, vernield geworden was. De tegenwoordige is rondsom met konftiglyk "■efneeden Beeldwerk verfierd. Onder aan zyn in vier vakken, voor en ter zyde, de vier'Evangeliften afgebeeld. By dezelven, ftaan de beelden van de Sterkte, t Geloofde Liefde, de Hoop, de Geregtigheid en de Voorzigtigheid. Hooger, vertoonen zig de zeven werken van Barmhertigheid, door |
||||||||||||||
woonlyk des Donderdags, na den middag, I?a _
byeen in de Nieuwe Kerke , in een ruim en ^^nfi^ats. fraai Vertrek, ooftwaards van den zuider- in- gang op den Dam, alwaar ook de Kofter zyne wooning heeft, 't Vertrek, waar de Kerkenraad byeenkomt, plagt, weleer, ge- deeltelyk te dienen tot eene Bibliotheek of Boekery , vermoedelyk, in de vyftiende eeuwe , opgeregt , door de nazaaten van Willem Eggert, Heere van Purmerende. Doch na 't itigten der Doorlugtige Schoole, in
|
||||||||||||||
kleine aartiglyk werkende beeldjes, in die-
pe verfchieten geplaatft. Het verhemeke, boven den ftoel, is, van onderen, met fraai loofwerk, verfierd, en draagt eenen tooren, met verfcheiden' ommegangen, op welken, ook kleine beeldjes fchynen te wandelen. De leening is met wyngaardsbladen door- werkt , en op den zelven legt een dik bog- tigtouw, zo konftiglyk van hout gefnee- (v) Zie II. Dul, II. Betk., hl. X»S, 124«
|
||||||||||||||
^ ^.^W PUEJDIKSTOEL, *^Q* XTIKITWJS "KEKKE.
|
|||
*f. &(t€ree fcuL, •. £r.
|
|||||||
DJB NIETfWE K&H1C,
|
|||||||
, ncuw z> "We/te/i, t& zxe/iy
|
|||||||
vtuv
|
|||||||
ÏÏ. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
GEREFORMEERDE KERKEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
ïi3
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Nieuw
|
||||||||||||||||||||||||||||||
: in t jaar 1632, werdt dezelve derwaards
overgebragt; en de Kamer, daar de Ker- kenraad, die des zomers in de Oude Kerke plagt te vergaderen , alleenlyk des winters byeenkwam , werdt toen merkelyk ver- groot , en tot eene geduurige Vergader- i^ats Van dit Genootfchap gefchikt. Aan elke zyde , ftaan twee ryen bekleedde zit- banken. In 't wellen, is een fraaije fchoor- iteen. Langs den noordelyken wand, han- gen twaalf oude gefchilderde af beeldfels van de eerfte Kerkhervormers, die , door den Weere Schepen Gekard van Papen- Br°ek, op den vier en twintigften Janua- ry des jaars 1743 , aan den Kerkenraad ver- ^erd, en federt hier geplaatft zyn. De Clas- lis van Amfterdam houdt haare Vergaderin- gen in deeze zelfde Kamer, boven welke, een diergelyk vertrek is, alwaar de Claslica- 'e maaltyd gehouden wordt. Het Comptoir der Kerkmeefteren is ten
|
||||||||||||||||||||||||||||||
in de Hoofden - Boeken fchryven , waarin Nieuwe
de naatnen, omftandigheden en bediening Kerk. der behoeftigen worden aangetekend. De groote Uitdeelkamer dient 's Donderdags nademiddags ook toteene Attefiatie-Kamer, * alwaar twee Broeders zitting hebben, om
de Atteftatien en andere omftandigheden van zulken , die onderftand begeeren, te onderzoeken. Boven de twee vertrekken, van welken wy fpreeken , zyn 'er nog twee, de groote Kamer,, daar de Dings- dagfche Vergadering der Broederen gehou- den wordt, in 't weften , en de Weeska- mer , in 't ooften: tuffchen welke vertrek- ken , een Portaal is, daar een Comptoir- tje, voor eenen der Suppooften van de Dia- conie, is afgefchooten. ' De Vergaderkamer is een ruim, wel gefchikt vertrek. Aan 't hooger- of wefteinde , voor den fchoor- fteen, zitten de Praefes, Scriba en Secon- de-Scriba, aan eene tafel , en de overi- ge Broeders , in hunnen rang , langs de wanden van 't vertrek, in twee geftoel- ten. De Kamer fchept haar licht, van ter zyde, door groote glasraamen, en van boven, door eenen fraaijen koepel, in 't midden. De Weeskamer, alwaar de Weesboekhou- ders hun verblyf hebben, is een lang en fmal vertrek. De Papieren - Effecten der Diaconie worden hier bewaard , in eene Kas , met eene houten en eene koperen deur geflooten, en in eene der Kerkpilaa- ren ingewerkt. In eene der Laaden dee- zer Kaffe , wordt eene zilveren Schaal be- waard , die , volgens zekere aantekening, aan dezelve gebonden , door de Gerefor- meerden van S. Marten in Frankryk, voor- maals, by de vieringe van 't Avondmaal , plagt gebruikt te worden. Aan deeze fchaal, hangt een klein houten zogenaamd geuzen- napje , op een ivooren voetje. Voor den fchoorfteen , ziet men eene zinnebeeldige vertooning van de zorg voor de behoefti- gen, met naame voor kranken en gebrek- kelyken, gefchilderd, door Louis Fabricius du Bnurg. De Milddaadigheid vertoont zig, in het zelve, op de wolken. In 't verfchiet, ziet men de Godshuizen der Diaconie. Ook ftaan, in 't ftuk, de naamen van de Weesboekhouders , die, federt dat het hier .geplaatft werdt, gediend hebben. Wy komen nu tot de befchryving der Graffter
aanzienlyke Begraafplaatfen in de Nieuwe den Kerke. In 't noorden der Kerke, fchuin agterden Van
Predikftoel, ziet men 't marmeren graf van Jan vai den Commandeur Jan van G a l e n , die,Galen* in 't jaar 1653, na een gevegt met de En- gelfchen, waarin hy de overwinning behaald hadt, aan zyne wonde, overleeden was. De P zee-
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Kerk-
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Co
|
efters-
|
|||||||||||||||||||||||||||||
weften van den gemelden zuider - ingang,
onder het kleine Orgel, in een vertrek, al- waar de Huiszittenmeefters aan de nieuwe 2yde hun Comptoir plagten te houden, tot dat het zelve, in 't jaar i64o,in'tNieuwe- Zyds-Huiszitten-huis, op de Prinfen - graft, verplaatft werdt. In 't Kerkmeefters Comp- t0rr> hangt een Wapenbord der Kerkmees- teren, waarop ruim tagtig wapens zyn uit- gebeeld. Voor den fchoorlteen, ftaat het jaartal 1666. De Diakenen hebben ook eene afzonder-
tyke Vergaderplaats, in 't noorden der Nieu- we Kerke, beftaande uit vier vertrekken, twee beneden, en twee boven. Zy is, eerfl pmtrent den jaare 1642, en laatftelyk, in den Jaare 1723 , merkelyk verbeterd en vergroot, ^n heeft twee groote deuren, in het ou- ^e Heilige Kruis-Choor, waarin tegenwoor- , *§ de behoefrigen, die door de Diaconie edeeld worden, byeenkomen. Boven de g°ilelyke deur , ftaat eene Spreuk der H. w a ^' u^ Jac°b- !• vers 27: en boven de , twee anderen, uit Matth. XXV. jrrs 4o. en Gal. VI. vers 10. uitgehouwen, gemelde Choor is, op dat de bedeeling , te meer orde zou können gefchieden, in H ken afgedeeld in enge gangen, die L f raderen loopen, en in welken de be- Clgen, bekwaamlyk, op hunne beurt kon- wagten, zonder eikanderen te verdrin- g • \ oorts, komt men, uit het gewezen 6-m!" 0or) in de twee beneden-ver- d ekken der Broederen - Diakenen , zynde "-groote Uitdeelkamer, in 'tweften, en de Donj ^deelkanier, in 't ooften, alwaar des Tuff urda§s de Uitdeelingen gefchieden. |
||||||||||||||||||||||||||||||
mp.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
toir.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
?er Dia-
Kenen, |
||||||||||||||||||||||||||||||
J-e ver.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
r
|
ort 1 n deeZe twee Vertrekken , is een
|
|||||||||||||||||||||||||||||
,,aa'i|efcliikt voor eenige Broeders, die
ü- STUK.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
III. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||
ii4
|
||||||||||||||||||||||||||||
fteld heeft, op den vyftiènden Maart des Nieuwe
jaars 1653; doch, alzo hem het eene been Kerk- afgefchooten was, op den negenden dag na de overwinningen den ouderdom van agt en veertig jaaren, overleeden is; heeft, op dat zyn roem eeuw in eeuw uit leeven zou, de Ed. Mog. Raad ter Admiraliteit te Amfterdam, in gevolge van een befluit der Hoog-Mogende Heeren Staaten, dit |
||||||||||||||||||||||||||||
Nieuwe zeeheld legt, in 't harnas, in wit marmer,
Kerk. op eene verheven tombe, op welker voor- zyde, een zeedag afgebeeld is. Daar onder
ilaan deeze vier regels:
Hier kit in 't Graf van eer den dapperen van
Galen, Die eerfi ging buit op buit Kaßilien afhalen,
En, met een Leeuwen hert, naby 't Toskaan-
fche flrant, De Britten heeft verjaagt, veroverd en ver-
brandt. In een zwart-marmeren Tafereel, boven de
Tombe, welk met eene fcheepskroon, on- der het wapen der Vereenigde Nederlanden, gedekt, en met vlaggen, wimpels, fpietfen, zwaarden, en ander oorlogstuig omringd is, leeft men: Generoßfßmo Heroi
JOANNIaGALEN
Qid ob res ßepe fortiter & feliciter geßas,
Sexies uno anno Duinkerkanorum preedatoriam Navem captam, £ƒ a Barbaris opima fpolia report ata, Ordinum Clafß in mari mediterraneo prcefeclus, memorabili prcelio ad Livornam Deo auxiliante Anglor. navibus, captis ,fugatist Incendio & fubmerfione dektis, Commercium cum diäi maris aecolis reßituit. Idibus Mart. Ao. cio id cliii. &P altero pede truncatus, nono die pofi vitloriam annos natus xlviii. ob'tit, ut fecula per gloriam viveret, Illufir. & preepotentiff, Ordinum decreto nob, £f potentijf. Senatus Architalaff. qui efi dmflelodami M. H. P. |
||||||||||||||||||||||||||||
33
|
||||||||||||||||||||||||||||
33
|
||||||||||||||||||||||||||||
33
|
gedenkteken doen Hellen."
|
|||||||||||||||||||||||||||
Ten zuiden van 't Choor, tuffchen twee Van
pilaaren, is de Grafftede van den wakkeren ?*ggrs. Zeekapitein DavidSweers. Boven de- zelve , hangen het wapen, de degen en de yzeren handfehoenen van den held: waaron- der gelezen wordt: David Sweers, Capiteyn, getrouwe-
lyk voor 't Vaderland gestorven, in de victorieuse Bataille tegens de twee Koninklyke Vlooten van Vrankryk en Engeland , op den XXI. AugustY MDCLXXIII. |
||||||||||||||||||||||||||||
Doch 't gene allermeeft uitmunt is het Van
Graf van den Luitenant-Admiraal-Generaal Mich^eï, MiCHiEL Adriaanszoon de Rui-deRul ter, welk, aan 't einde van 't Choor, in 't ooften, opgeregt is. Men was eerft van voor- neemen geweeft, dit Graf te fügten in het Choor der Oude Kerke, daar de Admiraal, wanneer hy in de Stad was, gemeenlyk ter preeke ging, en daar hy verkooren hadt, begraaven te worden. Ook was 'er alles toe vervaardigd. Doch de eigenaar van zeker graf in 't Choor, waarvan men een gedeelte noodig hadt, tot voltooijinge der Grafkel- der , wilde zynen eigendom niet afftaan. En deeze ftyfzinnigheid was oorzaak, dat het Graf in de Nieuwe Kerke gebouwd werdt (10). 't Stuk werks was eerft ontworpen en getekend, door den Beeldhouwer Rom- bout Verhuiß, die 't, daarna, in fteen ge- houwen, en in 't jaar 1681 voltooid heeft. Het werdt geplaatft boven de Grafkelder, en is omtrent dertig voeten hoog, en dertig voeten breed, 't Beeld des Zeehelds legt, eenige voeten boven den grond, in wit mar- mer uitgehouwen, met den Staf van gebied in de regterhand, ruftende de linker op de borft, en 't hoofd op een ftuk gefchuts. A'J-a 't hoofd- en aan 't voeteneinde, leggen twee Tritons, op eenen grooten zeehoorn blaa- zende: by ieder van welken, een zwart mar- meren kolom ftaat, daar de lyft van 't werk op ruft. Tuffchen de twee kolommen, ftaat in den agtergrond een Scheepsftryd uitge- beeld, boven welken, eene Stevenkroon, door
(») M«mor. van Ktrkraceft. der Oude K«k«' *'• to*'
|
||||||||||||||||||||||||||||
dat
|
||||||||||||||||||||||||||||
is:
|
||||||||||||||||||||||||||||
Aan den grootmoedigen Held,
.JAN van GALEN,
van Effen,
die ,^om veele braave en gelukkige krygs-
bedfyven; om dat hy, in één jaar, zes Duinkerkfche kaapers veroverd, en op de Barbaaren eenen ryken buit behaald hadt, het opperbevel bekomen hebbende over de Vloot der Staaten in de Middelland- fche Zee , in een merkwaardig gevegt voor Livorno, met Gods hulp, de Sche- pen der Engelfchen genomen, verjaagd, verbrand en in den grond gefchooten, en daardoor den Koophandel met de bewoo- ners van de oevers der gemelde zee her» |
||||||||||||||||||||||||||||
»i
33
33
33
33
33
33
35 33 '3 IJ |
||||||||||||||||||||||||||||
II. Boek. GEREFORMEERDE KERKEN. 115
Jjjw-door twee wigtjes , vaftgehouden wordt. ZT DIT TOEGEJVTD Nieuwe.
Vier anderen houden de wapens van Hol- Kerk.
land en de Vereenigde Provinciën om hoog. 4AN DEN BESTEN EN GROOTSTEN GOD,
TufTchen beide, ftaat een bazuinende Faam. *n de lyft, Ziet men 't wapen der Generali- EN AAN DE eeuwige cedagtenisse van Mi-
teit , en op dezelve , dat des Admiraals, cihel de Ruiter , Opper-Admiraal van Hol- rondsom met vlaggen bezet. Buiten de mar- LAND E^^ Westfriesland , door drie Eüro- meren kolommen, ftaat, in een vak ter reg- PIsCHE Dingen , met adelyke wapenen, terzyde, het beeld der Vmzigtigbeii, en in RIdderlyke waardigheid en een hertogdom een vak ter linkerzyde, dat der Standvafiig- IN 'T Koningkryk napels beschonken: een beid. In 't midden, heel om hoog, is het MAN ■> DIE ■> donder door eenigen voorou- Wapenbord des Admiraals geplaatft, waarop derlyken luister voorgelicht te zyn, al- het jaar van zyn overlyden gefchreeven LES eeniglyk aan Gode en zyne eigene ftaat. Onder zyn leggend beeld, leeft men, °eugd heeft te danken gehad ; die, door aet gouden letters, iü zwarten toetsfteen: eene ondervinding van agt en vyftig jaa- REN, IN HET STUK DER ZEEZAAKEN, /DE BE-
D. O. M. S. DREEVENSTE ZYNER EEUWE GEWORDEN , DE
~„ ■.„ GROOTSTE DAADEN , IN ZEVEN OORLOGEN,
*T.*™*.MEMORIA. MlCHAELIS.DE. RUI- D0QR D£N GANTSCHEN OcEAAN EN MIDDEL-
TER. ARCHITALASSI . HOLLÄNDER . ET. WEST- LANDSCHE ZEE , LOFLYK UITGEVOERD ; EILAN-
FRISLZE . A . TRIBUS . EUROPA . REGIBUS . DONATI. OEN EN STERKTEN IN 'f NOORDEN EN IN 't GENTILITIIS.INSIGNIBUS.EQÜESTRI.DIGNITATE. ZUIDEN VEROVERD 5 DE UITGESTREKTE KITST LANGS DE ATLANTISCHE ZEE VOOR DE Ne-
ET.DUCATU.REGNI.NEAPOLITANI.VIRI.QUI. DERLANDERS VERZEKERD, DEZEESCHUIMERS &ULLA. SIBI. PR^LUCENTE. MAJORUM . IMAGINE. GETEMD , EN IN VÏFTIEN REGTVAARDIGE ZEE- SIBI.DEO ET VIRTUTI. OMNIA . DEBUIT. EXPE- SLAGEN, ALS OPPERHOOFD, ONVERWONNEN, RIENTIA XVÏÏÏ. ANNORUM . REI. NAVALIS . SU*. ^TREEDEN HEEFT. En , DIEN BOVEN AN- DEREN GEDENKWAARDIGEN SLAG VAN VIER
«ÏATIS . PERITISSIMUS . REBUS . MAXIMIS . TOTO. DAGEN GELEVERD HEBBENDE , HEEFT HYDEM °CEANO. ET. MEDITERRANEO.MARE. PER. VII. STAAT DE GEWELDIGE MAGT DER VEREENIG- BELLA. BENE. GESTIS . INS ULIS . CASTELLISQUE . DE VlOOTEN, TOT VIERMAALEN TOE , GELTJK- An „„„,, KIGLYK, VAN DEN HALZE GEKEERD. SCHOON AD.BOREAM.ET.MERIDIEM.OCCUPATIS.ASSER- MNDER'IN MAGT , WAS m EVEN GR00T ,„
TA. BELGIS. VASTA. AD. MARE . ATLANTICUM. DAPPERHEID, EN IN BELEID EN GELUK GROO-
0RA. DOMITIS. PIRATIS. DUCTU . SUO . JUSTIS. TER. TeN LAATSTE, HET VADERLAND UIT ^INDECIM. PR.ELIIS. INVICTUS . DECERTAVIT . EEN BLYKBAARST GEVAAR GERED HEBBENDE,
n IS HY, IN EEN VOORDEELIG GEVEGT BY Sl- VLATRJDUANA . PR* . RELIQUIS . MEMORABILI. CIUEj GEW0ND, EN 1N DE HAVEN VAN SY-
Pl'GNA . EDITA . SOCIATARUM . CLASSIUM . VIM . RACU3A, MANHAFTIGLYK , OVERLEEDEN , OP
^lANEM.OUATER. AB . IPSO . REIPUBLIOE . TU- DEN NEGEN EN TWINTIGSTEN APRIL DES
Gm^ TAARS l6l6. ZYNDE DEN VIER EN TWINTIG- U>.prosperrime.Submovit.copiis. minor. Jten Maartdes jaars i6o7> te Vlis.in,
^UTE. PAR.CONSILIO.ET.SUCCESSIBUS.MA- GEN GEBOOREN. De STAATEN DER VeREE-
'0R" TANDEM. PATRIA . PRJESENTISSIMO . DISCRI- NIGDE ^NIEDERLANDEN HEBBEN EENEN ZeE- M!NI • EREPTA . SECUNDO . APUD . SlCILIAM . CON- °VERSTE VAN *ÜLKE UITSTEEKENDE VEEE"IEN-
FLlCTn STEN °EEZE GRAFSTEDE , OP GEMEENE KOS- u • SAUCIUS . SYRACUSANO . IN . PORTU. FOR- TEN D0EN OPREGTEN.
TlTEï? --------------~~ ' 1 • occubuit . xxix. April. A°. cioioclxxvi. t t , „TXr T
NATU«! V Ti/r ------------- Hï HEEFT LXIX. JA AREN, I. MAAND EN
ä • vlissing* . xxiv. Mart. A . cidiocvh. y dagen geleefd
ZZ 'T™™' mU"C"'' D'JC'' °"T,MF" DE SCHRIK DES GROOTENOCEAANS.
• MONUMENTUM . HOC. IMPENSIS . puBLi-
^s • E^iTARr. CURAVERUNT> Ter wederzyde van dit Graffchrift ; doch vr v-^inEr -T XT- meer inwaards, ftaan twee Latynfche ver- ui . ANNos. LXIX. mens . I. dies. V. fen yan den beroemden NicolaasHein- I]^MENST TPPMni) nrr a tvtt slüs ' insge,yks' met Souden !itters > in
*ui\h TREMOR. OCEANI. zwarten toetsfteen, gehouwen. Ter regter 1 welk rm A*n „ 1 j • • 1 zyde, leeft men:
V1« op den volgenden zin uitkomt: J *
|
|||||
Pa MI-
|
|||||
ii6 A M S T E R
MICHAELI RUTER O.
Ruteri hoc einerem viiïoris £? ojfa fepukro
Jdferta, cequoreo Marte recondit humus.
TantUlum exuvias Jpatii complcctitur omnes Funere de tanti quas tulit urna viri.
Niltamen cgifli, mors importuna, truimphuni De te perpetuum fama fuperfles aget.
In titulos Europa parum eji: feit Americus orbis Africa laurigeri feit decus ora ducis.
Fix capit Oceanus , wx fol oriensque ca- densque Tot palmis gravidam, tot fpoliisque ma-
num. Maxima quodfi quem virtus facravit Olymp, Hanc animam athereafas jubet ar cef rui.
NIC.HEINSIUS. DAN. FIL.
't welk, door den beroemden Digter, Johan-
nes Volknhove, in deezer voege , overge- zet ist De gront, door zeegevecht op zeegevecht
befchut
Van RUITER, wiens triomf's Lands wel- vaart heeft geftut, Bewaart nu zyn gebeent: het fterflyk deel des grooten
Verwinners ruft hier in zo naauw een perk beflooten. Noch recht de doodt niet uit: hem over- leeft zyn faam, Braveert haar, triomfeert oneindig met zyn' naam. Euroop viel hem te klein: d'Amerikaanfche landen.
Gewagen van zyn lof y en d'Afrikaanfche ltranden. Geen lucht, geen Oceaan , noch Ooft- noch Wefterzon
Beperkt de ftrydbre hant, die zo veel lau- ren won. Zyn menfehen ooit tot goön, door helden- deugt verheven, Dees helt is waardt om hoog de doot ten trots te leven. Ter linkerzyde ftaat r
MICHAELI R U T E R O.
Martins bic tumidi moderator &? incola fonti
Qui fihi fe totum dèbuit, ecce jacet. Jpfe lapis, cinis ipfe vki, fpirare videntur
Inclyta, pro patriis qua tulit, arma .focis. Hofli intentat adhuc marmor clademque fugam-
que: Saxa cruentatas flrage minantur aquas. |
D A M S III. Deel.
Naufragus buncfenfit fcopuhim squicumque Ba- Nieuws
tavas KEaKk JEquora turbanti clojfe premebat opes.
Ilic hojtes, ubicunque jacent, commune fepul- crum Cum duee fortiri, patna er ede, tiiés. Si tarnen eß tumulus, moribundis vitafalusque Civibus,& dextree laus redït undefuce. NIC. HEINSIUS. DAN. FIL,
Luidende, naar de vertaaling; van den zelf-
den Vollenhove: Hier ruft de krygshelt, vbogt eri burger
van den plas
Des woeften Oceaans, die alles, wat hy was, Alleen kreeg door zich zelf, noch teeft z'yïj moed in 't marmer,
Noch vecht bykans het lyk van 's Vaderlands befchermer. 't Graf dreigt den vyand noch met neêr- Iagè, en den vloet
In 't entren, vlucht hy niet;, te verwen met zyn bloet. Dees was de Zeeklip, daar wie Hollands fchat,» met Vlooten
Wou pionderen, 't hooft weleer te berfte op heeft geftooten. De Staat verbeelt zich hier al 't vyandlyk gewei t,
Waar 't fneuvelde, in een graf begraven met dien helt. Of is 't geen graf, waar by de Staat, bykaas geftorven,
Nieuw heil, nieuwe oorlogseer, nieuw le- ven ziet verworven*. De ingang der Grafkelder des Admiraals Is
buiten, en ageer 't Choor. Boven den zel- ven leeft men: INTAMINATIS FULGE/T
• HONORIBUS. dat is:
Hy blinkt in onbezoedelde eere. In de zelfde Grafkelder, zyn ook byge- Vsn
zet de Lyken van Jonker Jan Paulus'zoon Jan *& van Gelder , de Ruiters behuwdzoon, die, Gel*Ê' op den een en twintigften Auguftusdesjaars 1Ó73 , gefneuveld was ; Engel, Baron de Ruiter, Zoon van den Admiraal; Johan de Witte en Michiel de Witte, den eerften een Schoonzoon, en den tweeden een Kleinzoon van de Ruiter. Het wapen, en de heim, degen en handfehoenen van Van Gelder, |
|||||
II. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
GEREFORMEERDE KERKEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
n:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
NïRPwe
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
den eenigften van de vier, die, ftrydende,
omgekomen is, zyn aan den naaften pilaar opgehangen. Onder dezelven leeft men: Hier ruß die dapper fich in Neerlants Scheeps-
magt droeg,
Avenfe in een jaar driemaal twee Konings VloO' ten ßoeg,
"J is met zegenpraal voor 't Land op zee ge-
flor ven,
En heeft, door lof en eer, bier 't Heldengraf verworven.
Bezuiden het Choor, naaf den kant van
den ingang der Kerke op den Dam, is het Graf van den vermaarden Digter Joost Van Vondel, die hier, op den agtften February des jaars 1679, begraaven, en met eene gemeene zerk, zonder eenig opfchrift, gedekt werdt. Doch omtrent drie jaaren kater , deedt de Heer J o a n S i x, Heer Van Wimmenum en Vromade, Oud - Sche- pen en Raad deezer Stad, deeze regels op s Dichters grafzerk houwen: Hic jacet Vondelus,
PhOEBO AC MUSIS AMICUS,
En niet, gelyk fommigen aantekenen,
VIr phoebo et MVsIs guatVs VonDe*
LIVs hIC est. t Welk B R A N D T (a;), in deezer' voege, ver-
taald heeft: hIer rVVt Van VondeL hoogïI bèïaarDt,
ApoLLo en zIIn' ZANGBERG VVaArDt. Het Burgemeefterlyk geflagt vanD e Ha-
^ E de Georgio , eene begraafplaats in ^et oudeDrapeniers-Choor, aan denoordzy- j e der Kerke, welk nu tot eene Timmer- °ots gebruikt wordt , gekogt hebbende, Jjffrj in den jaare 1702, van Burgemees- z^i de vryheid gekreegen (y~), om de jL *> Waarmede de begraafplaats gedekt is, zerifer te moSen feggeö > dan de andere ^- VY voegen hier by de naamen van de
ErKmeesteren jer ]\jieüwe Kerke, Ver itienze heeft können opfpooren:
J5°3- Geryt Jans Peng.
I5°3- Jacob Hugen Zoen. J5o3- Ruyfchjans. x5io. Jan Dirksz. Zil. xSio. Frans Claeiïèn. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Clacs Beuyck.
Waiich Dirksz. Cornelis Benninck. Pictcr Simonszoen. Jonge Clacs Hein. M'. Pieter Colyn. Jan Lambertfe. Jan Gavezoen. Rever Picterfe. Huyg Janfcn. Pieter Janfcn Akkerman. Ruyfch janfcn. Floris Janszoon. Popius Occo. Gerrit Ariszoen. Simon Claeszoen. Jan Pietcrfe Schaep. Jan Banningh. Heiman Jacobszoen van Ouden Am-
ftel. ■ Dirck Jansz Peftrcn.
Jan Ysbrantsz Hoolefloot. Egbert Garbrantsz. Jan Willemsz. Jan Ryfcr Jansz. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
510.
512. 5r3-
5I3-
5i3' 5H- 514. 5I5- 5!5- 5I7-
518. 5I9-
520.
521.
522,
5a3-
524-
525-
526. 527-
538. 538. 538. 538. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
t Van
{?°ftvan
V°ödcl.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Na deezen, ontbreeken de naamen der Kerk'
meeßeren , tot op de Verandering des jaars 157S: wanneer volgen |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Egbert Pietersz, Vinck*
job Cornelisz. Coftcr.
Jacob Bas.
Pieter Jacobsz. Bolwerck.
Jan Cornelisz Hooft.
Rykert Autgesz.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Cornelis Cornelisz. de Lan
|
&
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Gysbcrt Janfen van de Poli
Willem Pietersz. Hooft.
Claes Claesz. Guldekruys.
Pieter Matthysz.
Ifack Ouwerogh.
Ys-brand Harmensz.
Pieter de Vlaming.
Gerrit Olphertsz.
Matthys Pietersz.
Claes Jansz. Buys.
Francois van Cruysbergen.
Pieter Pietersz. Karfeboom.
Dirrick Heynick,
Jan Willemsz. Boogaert.
Michiel Reyniersz. Pauw.
Gerrit Hudde Hendricksz.
Pieter Jacobsz. Elias.
Frans Jacobsz. Hinloopen.
Matthys Willemsz. Raephorft,
Hermen Theulincxs.
Joan Huydecoper.
Dr. Pieter Jansz. Hooft.
Dr. Cornelis van Dronckelaer.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Van het
GeQagt *»n de g«e de «eorgio. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
1593-
1593-
1593- 1593- !597- 1599- 1600. 1607.
1609. 1612. 1612. 1613- 1616. 160.0. 1610. 1622. 1Ó25. 1627. 1628. 1629. 1629. 3
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
NDELS Leven, il, 74.
toot-Memoi. N. V1U. ĥ *ǥ |
|||||||||||||||||||||||||||||||
OJG
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||
III. Deel.
|
||||||||||||||||||
ii8
|
||||||||||||||||||
Kalverflraat, tegen over het Burger-Wees- Nieuwe-
huis, daar zy haaren aanzienlykften ingang zJ°Xu heeft, in 't weiten. Twee andere ingangen deezer Kapelle zyn 'er , een in 't ooften op 't Rokin, en een in 't noorden, in de Wy- de-Kapelfteeg. In 't weiten, fteekt een fpit- fe tooren ten dake uit. 't Is my ten hoogfte waarfchynlyk, dat ^"Ä!.
men deeze Kapel, die nogtans, by haare eer- genheid fie opregting, eene veel geringer gedaante derScig- gehad heeft; na de Oude Kerk , voor het tinge» oudfte Kerkgebouw van Amfterdam houden moet, fchoon de juifte tyd van derzelver Stigtinge niet aan te wyzen is. Men heeft, van ouds, geloofd, en de Roomfch-Katho- lyken houden, in 't algemeen, voor zeker, dat de Kapel, van welke wy fpreeken, ge- fügt werdt, ter gelegenheid van zeker won- derwerk , omtrent het midden der veertien- de eeuwe , op de plaats der Kapelle, voor- gevallen. Omtrent den aanvang der zes- tiende eeuwe, is, zo ver my gebleeken is, het eerfte omftandig verhaal van het zelve in 't licht gegeven, vermoedelyk in de La- tynfche taaie, 'tzy door Jan Gerbrands- zoon van Leiden, of een' ander', op» gefteld (z); waarnaar verfcheiden' overzet- tingen in 't Nederduitfch gemaakt zyn, zo in de oude Hollandfche Chronyk (a) en in de Vermeerderde Chronyk van B e k a (&), als in een afzonderlyk Boekje , waarvan my een afdrukfel ter hand gefteld is, tot titel heb- bende , Hier beghint die vindingc van 't hoich- weerdige ende heylighe Sacrament, in 't vier ende vlam miraculofelyc ongcqitetfi ende geheel geconferueert ; het welche rußende is hinnen der Stadt van Aemfieircdam, ende die plaetfi wert ghenoemt ter Heyliger Stede (c). En 't verhaal van dit Boekje is wel 't uitvoerigfte. Eïndelyk, heeft Leonak dM a r i u s, Pries- ter te Amfterdam op 't Begynhof (d), in 't jaar 1639 , eene uitvoerige Verhandeling over de Mirakelen der Heilige Stede uitge- geven , genaamd Amstelredams eer ende opcomen door de denchvaerdige miraklen aldaer gefchicd aen ende door het H. Sacrament des Altaers Anno 1345, f Antwerpen [waar- fchyn\yk,Amßerdani] by H e n d r i kA erts- SENsi639.&orBoET rus a Bolswert; welke laatfte naam, van fommigen (c), ten onregte, voor den naam des Schryvers ge- houden is. De uitvoerigfte Verhaalen van het won- Verhaal
derwerk, welk gelegenheid tot het fügten ™"ft^- der Kapelle zou gegeven hebben, komen damfCh hier-
(z.) Zie Lr. Long bl, 197.
(a) Divif. XXIII. Caf>. X.
(b) In MATTHJ.I Anal. Tom. III. />. ii»,
(c) Zie LE LONG, bl. los.
(d) J. F. Foppens Biblioili. Be'.g, T«m. V.. f. air.
(e) 'DAPPER bl. 387.
|
||||||||||||||||||
. Lucas Jacobsz. Rotgans.
, Hendrick Louwercnsz. , Fredrik Alewyn. , Zacharias Roode. .. Pieter Trip. Jacob Pietersz. Elias.
, 'jan Duyts. Lucas Scholten,.
Jan Hinloopen.
, Joan RomboYits.. , Jan de Weert. Albert Bentes.,
Karel Voet.
. Jacob Trip. Jan van Erpecum..
Jacob ten Grootenhuys.
. Jeronimo de Haze. . Andries Bernarts. . Anthony Bruningh. , Dirk Alewyn. , Louis Wolters. Johan van der Merel.
Adriaen Temminck.
, Jan Elias Huydecoper., , Mattheus Abbas. , Reinier van Cuyck. Louis Vittor.
Nicolaas Calkoen CorneIisz>
Mr. Willem van Dam.
David van der Meer.
Nicolaas Elias.
Anthony Schellingwouw.
Jan du Fay.
Franeois de Vicq.
Floris Elias.
Franjois van HarencarfpeL.
Pieter Huguetan.
Mr. Mattheus van Hartogveld.
Jan van der WilTel..
Paulus Emtinck.
Pieter Calkoen.
Jacob Boreel Jansz.
Mr. Ferdinand van Collen Ferdi-
nandsz.
Raymond de Smeth.
Wybrand ten Poorringen.
Hendrik Hooft Gerritsz.
Cornelis Munter. Andries Bicker. M'. Evert Berewout. Cornelis Jacob van der Lyn. Jacob van Ghefel Junior. Gerard Munter. III.
|
||||||||||||||||||
1629
1630,
1646,
1,647.
1649, 1649.
1656.
1657.
1657-
1657. 1667.
1673.
1-673. 1675-
1675. 1675. 1-679. 1680, 1680 1,681. 1682, 1685. 1687. 1:688. 1690,
1693.
1694. 1704. 1704..
1707. 1709. 1709.
1709. I7I !.
1712.
3-713-
1714..
1714.
1715.
1719. 1724..-
1727. 1728. 1730.
1732-
1732. 1734"
1743-
1749.
1749. 1759-
1763.
|
||||||||||||||||||
Ni euwe-j
ZYDS-
Kapel.
|
||||||||||||||||||
NIEUWE-ZYDS-KAPEL.
keNiEUWE-ZYDs-Kapel, van ouds
de Heilige Stede genaamd, ftaat in ds |
||||||||||||||||||
Befchry-
ving der Nieuwe- ÄYDS-
Kapelle.
|
||||||||||||||||||
\
|
|||||||||||||||||||
lï. Boek.
|
|||||||||||||||||||
GEREFORMEERDE KERKEN.
|
|||||||||||||||||||
119
|
|||||||||||||||||||
der Stede van Amfielredam, om defe miracu- Nieuwe-
len allen kerflen men/een tecondigen , onfefe-mis- gelen hier an gehangen. In 't jaer ons Heren Kai,ei- M. CCC. XLV. des Donredaechs in der Oc- tauam van PaeJJchen. Sedert werdt, zo men wil, op de plaats, daar het wonderwerk ge- beurd was, eene Kapel geftigt, in welke de wonderdaadige hoftie , eerlang , geplaatft werdt, die de Kapel der Heilige Stede, eeu- wen agtereen, beroemd gemaakt heeft. Wy hebben niet voor, de waarheid van Kort on-
't verhaalde wonderwerk, omftandiglyk, tederzoek onderzoeken. Doch wy können niet nalaa- j^fge' ten, eenige weinige aanmerkingen te maa-waardig- ken, die onpartydigtn , van welke Gods- heid van dienftige gezindheid zy ook zyn mogen , ^!t vei> moeten doen twyfelen, of het zig, met de aa ' gelegenheid van het ftigten onzer Kapelle, niet een weinig anders hebbe toegedraa- gen , dan ons het verhaal , genomen zo als het legt, zou moeten doen denken. 1. Ik merk, voor eerfl, aan, dat, in fchrif- Tydge-
ten van tydgenooten, zo ver zy my bekend nooterl zyn, niets het allerminfte van dit beroemde„'jet'van't wonderwerk gefproken wordt. B e k a , die wónder- gebloeid heeft, toen 't geval gebeurd moeft werk. zyn, rept 'er geen een woord van. Even weinig wordt 'er van gewaagd by anderen, die, omtrent het midden der veertiende eeu-
we, geleefd hebben, en welker fchriften tot ons gekomen zyn. 2. De oudfte Schryvers, die 'er van ge- Deoud-
waagen, hebben, ten minften honderd jaa- pen, die ren na den tyd, waarin het wonderwerk ge-'ervan SGW33.-
loofd wordt gefchied te zyn, gebloeid. En gen> ,joen
deezen fpreeken 'er van, in zeer algemeene 't met woorden. De Schryver van het Goutfche weinige Chronyxcken (ƒ) zegt alleenlyk : In 't jaar™°£™> ons Heeren M. CCC. ende XLVII. doe ge- fchillen fchiede dat Mirakel in die Stede van Amfler- omtrent dam van den H. Sacrament. V e l d e n a a r den £yd fchryft (g): In den jaef ons Heren 1342, Joe beurde^* ge fchiede, in die Stede van Amfler dam, een groot mirakel van den H. Sacrament, dat een fieck menfche ontfanghen hadde, ende over gaff, ende in 't vuer gegoten wert. Doch men ziet, dat beide deeze Schryvers, de oudften, die van 't Mirakel gewaagen, merkelyk, omtrent den tyd van 't gebeurde , verfchillen. De eerfte ftelt, dat het, in 't jaar 1347 ; de tweede, dat het, in 't jaar 1342, gebeurd is. En 't zelfde jaartal vindt men ook, in de Latynfche Uitgaave van Ve leenaars Chronyk (h). In een ander Chronykje, welk agter de Chronyk van den Ongenoemden Klerk uitgegeven is, leeft men ook (2): Item, in 't,
(f) Bladz. loj.
lg) Biadz.. 78.
(h) In MAiTfi.ïl Ana!. Tim, V. f, f$J,
{$) BUdx.. ï*7.
|
|||||||||||||||||||
Uit:
|
|||||||||||||||||||
£ïWE-
Kapel.
Ponder- |
„ Dat een ziek menfch, hier ter
Stede, 's Dingsdags voor Palmzondag , zynde den zeftienden Maart , in 't jaar I345 > kort na Vespertyd, het Sacrament ontvangen hebbende, het zelve, lang na zonnen-ondergang, wederom uitbraakte; wanneer het, door de vrouwen, die den zieke bedienden, in een zuiver vat, ont- vangen , en in een groot vuur geworpen werdt. Dat eene van die vrouwen, 's an- derendaags , omtrent Priemtyd, by 't vuur, welk den gantfchen nagt gebrand hadt, zynde gaan zitten, midden in de vlammen, de hoftie zag, zo geheel wit, als zyze, immermeer, in eens Priefters hand, ge- zien hadt. Dat zy de hoftie, zonder zig te branden, uit het vuur greep, en van de eene hand in de andere leide. Dat de hoftie , ondertuflchen , eene vuurige of verbrande gedaante aangenomen hebben- de , aan eene andere vrouwe overgegeven werdt, dieze, in eenen fchoonen doek, leide, en in haare kift floot. Dat de man deezer vrouwe, t'huis gekomen zyn- de, en vernomen hebbende, wat 'er ge- beurd ware, de hoftie uit de kift nam, en gewaar werdt, dat zy zig inzyne hand beweegde, even als het hert van een' fooek, die geopend was. Dat de hoftie een vlek behieldt, op de plaats, daar zy, door den man, aangeraakt was, die 'er, honderd of meer jaaren na dien tyd, nog aan te zien was. Dat de Priefter, ge- haald zynde, de hoftie uit de kift nam, en in de Ciborie deedt; doch dat de Ci- borie naderhand ledig, en de hoftie we- derom in de kift gevonden werdt. Dat ' Y°lgens fommige verhaalen, tot twee of drie reizen toe, gebeurde, zelfs na dat de hoftie reeds in de Oude Kerke over- gebragt geweeft was. Dat de Priefter toenbefloot, dat de hoftie, plegtiglyk, afgehaald en overgebragt moeft worden; gelyk gefchiedde. Dat een kind van den man en de vrouw, die de hoftie gehad hadden, met de vallende ziekte gekweld zynde, genezen geworden was, na dat de ouders en bloedvrienden het Sacrament, ln de Oude Kerke, eerbiediglyk, bezogt, ^n aldaar hunne offerhanden gedaan had- ^-\ Het verhaal, in het boekje, waar an de titel aanvangt Hier beghint enz. wordt et deeze woorden beflooten : Ende want e de Je voorfeide funclen van den beyligen Sa- ja'nent warachtich zyn, ende <wi bekennen, ~ ß in der waerheit fo gefciet zyn, als voor- %e$n> f° hebben «DiFIorys van Boeckhorft, '. Baeliu des mögenden Princes des Heren |
||||||||||||||||||
Werk m
«eHeili. ge Stede.
|
|||||||||||||||||||
ende "°m ^°^ant 2" den lande van Amflel
m Waterlant, Scout, Sc epen ende Rade |
|||||||||||||||||||
III. Deel.
|
||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||
I20 ■_________
't jaer ons Heeren M. CCC. en XLII., Joe
ghefciede een myrakel van onfer lieve Vrouwe
ende van den heylige Sacremente tot Aemfler- damme van den brande. 3. De Haarlemmer Karmeliet, Jan Ger-
BR.ANDSzooNVANLEiDEN,diein'tjaar 1504 overleedt, is de eerfte der bekende Schryveren, die 't gebeurde, in't jaar 1345, geplaatfl, en met byna alle de omflandig- heden, met welken wy het boven verhaald hebben, te boek gefield heeft (£). En hy is, door den Schryver der oude Holland/ehe Chro- nyke; door den Vermeerderaar van Beka, en door alle de overigen, gevolgd. 4. En hier valt nu de vraag, of het ver-
fchil der oudfte Schryveren, onderling en met de laateren, omtrent den tyd van 't ge- beurde , de geloofwaardigheid van 't verhaal niet vry wat verzwakt ? 't Is waar, dat we- derom tot beveiliging van dit verhaal fchynt te ftrekken, dat Floris van Boekhorfl, Rid- der en Baljuw van Amflelland , benevens Schout, Schepenen en Raaden van Amfler- dafn, het wonderwerk, weinige dagen na dat het, in 't jaar 1345, zou voorgevallen zyn, met hunne zegels, bekragtigd hebben. Doch niemant getuigt deeze bezegelde brie- ven immer te hebben gezien. En ik meen niet, dat 'er van gewaagd wordt, eerder dan in 't kleine Mirakelboekje , welk , eerfl in 't jaar 1518, in 't licht gegeven werdt. Zo ook deeze brieven, in vroeger' tyd, bekend geweefl waren, is 't bezwaarlyk te-begry- pen, dat Schryvers der vyftiende eeuwe , omtrent het jaar van 't gebeurde, zo mer- kelyk verfchild zouden hebben. Ik zou hier- om , voor de egtheid deezer bezegelde brie- ven , geenszins , durven inflaan. Om nu nog niet te zeggen, dat Floris van Boekhorfl, Ridder, my, nergens, als Baljuw van Am- ftelland , voorgekomen is. Van Leeu- wen meldt maar drie Edelen uit den huize van Boekhorfl van deezen naam. Twee der- zelven bloeiden in de zeftiende eeuwe: de derde, omtrent den jaare 1330 : doch deeze laatfle was Rentmeefler- Generaal van Kei- zerinne Margareet (/), naderhand, Graa- vinne van Holland; en, zo ver blykt, geen Baljuw van Amflelland. In eene gefchree- ven Lyfl der oude Baljuwen van Amflelland, door Schepen Gerard Schaep Pi-e- terszoon opgemaakt, wordt ook geen Floris van Boekhorfl, en zelfs in 't geheel geen Floris gevonden, dan Floris de onledige, op het jaar 1313; doch deeze kan, in't jaar 1345, geen Baljuw van Amflelland geweefl zyn, alzo 'er, in de gemelde Lyfl en elders, na hem, en voor 't jaar 1345, nog wel drie «) Chron. Libr. XXVIII. Ca/>. X. f. »J4.
(/} VAN Leeuwen 'fiatar. lUuftr. bl. «so t»K. |
||||||||||||||||||||||
Baljuwen van Amflelland geplaatfl worden, te Nieuwk-
weeten, Arfl van der Hor/t, op het jaar 1327,zYDS" Willem KuJ'ervan Ooflerwiyk, op het jaar 1332, Kapbl* en Heer Gerrit van Eemskerk, Ridder, op het jaar 1338 (m). Gevolgelyk , is Floris de onledige de Floris van Boekhorfl niet ge- weefl, die, in 't jaar 1345, als Baljuw van Amflelland, het wonderwerk getuigd zou hebben. 5. De Kapel der Heilige Stede, is nog- Omtrent
tans, niet lang na 't midden der veertiende het jaar eeuwe, reeds zo vermaard geweefl, dat'er, I345» naar alle waarfchynlykheid, in of omtrent ™™tans den jaare 1345, iet vreemds is voorgeval-iet zon« len, op de plaats, daar zy gefügt werdt, 't derling» welk, in die tyden, voor een wonderwerk sebe^reifc aangezien, en greetiglyk verfpreid en ge- aanl'ei- loofd is. Men heeft 'er, in laater' tyd, nieu- ding tot we omflandigheden by verzierd, die 't gevalhet a^',s nog wonderlyker hebben doen voorkomen.ten en De beroemdheid der Kapelle lokte zo veel maard- volks naar Amflerdam, en bragt Geeflely- heid der ken en weereldlyken zo groote voordeelen KaPel!®
|
||||||||||||||||||||||
KlEUWE-
ZYDS- Kapel.
|
||||||||||||||||||||||
Jan Ger-
brands-
zoon van Leiden is deeerfte, die't ge- val in 't jaar 1345
plaatft. |
||||||||||||||||||||||
Wat men
te hou- den neb- be van het be- zegeld getuige- nis der Wethou- derfchap van Am- flerdaiH. |
||||||||||||||||||||||
aan, dat niemant reden hadt
|
, eeeevefi
|
|||||||||||||||||||||
om haaren j^ft#
|
||||||||||||||||||||||
wonderdaadigen oorfprong intwyfeltetrek
ken , tot dat de tyden begonden te veran- deren , en men de bewyzen begon te onder- zoeken, waarop de waarheid van 't Amfler- damfch Mirakel geveftigd werdt. Veelligt, heeft tot het fligten der Kapel- Ws.td.it,
Ie alleenlyk gelegenheid gegeven, dat een vermoe- kranke de hoflie, die hem, door den Pries- deIyk • ter, gegeven was, niet heeft können door- ^ee zwelgen, maar geheel wederom uitgebraakt heeft, 't Uitbraakfel, in 't vuur geworpen zynde, heeft de vlam, ligtelyk, in zo verre können uitblufFchen, dat men de hoflie, on- gefchonden, heeft können opraapen. Hier van heeft men, terflond, veel gerugts ge- maakt , als van een groot wonderwerk. De wooning, daar 't geval gebeurd was, is tot eene Kapel verbouwd: waarin , zo fommi- gen vernaaien, de haardflede, met roode fleenen belegd, bewaard gebleeven is, tot in 't jaar 1624, wanneer zy, nevens een klein fchoorfteentje, welk tegen een' pilaar aan ftondt, is afgebroken (n). En indien men Van het dit verhaal aanneemt, volgt 'er uit, dat het Mïrakeï- zogenaamd Mirakelhuis, aan de weftzyde der j" ^f" Kalverflraat, tegen over de Kapelle, welk waann lang door een Roomfchgezind geflagt be-de hoflie woond geweefl is, niet flaan kan op de plaats, S^S. daar men, oulings, geloofde, dat het won- derwerk omtrent de hoflie gebeurd was; al- zo de haardflede, volgens dit verhaal, aan de ooflzyde der Kalverflraat gelegen, en in den omtrek der Kapelle begreepen geweefl is,
(m) Zie MIERIS Charterb. II. Deel , bl. 4*5 , «il.
(») Opkomft der Nederl. b;ioetten enz. gedrukt te Kra- len 1673. hl. ui. |
||||||||||||||||||||||
mm
|
|||||
DJS WIJS 7JWJS ~ ZYD S -JZ^LJPJSL ,
Ta/i ouwen., naa./-1 Oo.rte/t, te &.£/t o.
|
|||||
■oereejcufy. £,:
|
|||||
X>E NI&TJWJR - ZYJDS -IC^LPEL ,
yan vuuie/i, naar 't IVeste/i, te zce/t .
|
|||||
II. Boek.
|
||||||||||||||||||||
GEREFORMEERDE KERKER
|
||||||||||||||||||||
121
|
||||||||||||||||||||
Nieuwe.
Kapel, |
||||||||||||||||||||
is. De noordwefterhoek der Kapelle wordt
zelts, nog tegenwoordig, de heilige hoek ge- naamd. .Maar de kift, in welke de hoftie gelegd werdt, is, zo men wil, nog tegen- woordig , in wezen, en wordt in 't Burger- Weeshuis bewaard. Immers, my is, aldaar, op den twee en twintigften April des jaars 1702, eene oude kift getoond, die zeven- tien duim hoog, ruim zeftien duim breed, en, over het dekfel gemeten, ruim twee en dertig duim lang was. Zy hadt, van voo- *en, drie yzeren floten, en was, op het dek- fe' i befchilderd met drie witte hoftien in de vlammen : met twee diergelyken, tegen de emden, en met nog twee, van vooren; voor welke laatften, twee Engelen knielden; doch alle deeze figuuren waren, reeds voor een groot gedeelte, uitgefleeten en vergaan. En deeze kift werdt van de Roomfchgezinden, dïe dezelve nog dikwils kwamen zien, ge- houden voor dezelfde, waarin de wonder- üaadige hoftie gelegd geweeft was. De Kapel kreeg, terftond na dat zy ge-
'"gt was, den naam van Heilige Stede. En de Provißors ende beivarers van dezelve on- thielden eenen weg, die, van den Am- .kl, nu 't Rokin, liep tot heel aan Slooten, en gebruikt werdt door zulken, die de Hei- nge Stede kwamen bezoeken. En deeze ^eg werdt de Heilige Weg genaamd ; een naam, die nog aan eea gedeelte van den- zelven gegeven wordt. In 't jaar 1371, Werdt deeze Weg verkogt aan 't Gafthuis jannen Amfterdam , die 't onderhoud van "en zelven op zig nam (0): doch zig, ver- nioedelyk uit onvermogen, niet naar behoo- en kweet van deezen pligt; waarom de De- f?1"1 en 't Kapittel der Lieve-Vrouwe in den «aage Burgemeefteren der Stad, in den jaa- [e H15, met het onderhoud van de Kapel- e en van den Weg, die toen beide merke- y«- vervallen waren, belaftte , hun , daar- ^egen, alle de inkomften der Kapelle, en e de Offerhanden, die aldaar gedaan zou-
n^nw°tden, afftaande, mids daar van een j- j%n zilvers 's jaars, aan 't Kapittel in d" , vaage, wierdt uitgekeerd. Uit den brief, >~niervan verleend werdt, blykt, dat het
• 'Crament, welk , dus luiden de woorden, !? 1 Ptaats,daar de Kapelflaat, wonderdaa- d H ßHVonden was Pn loco> ubi difta Ca- V il ktuatur, miraculofe invento] toen in ae uude Kerke bewaard werdt; doch dat |
||||||||||||||||||||
dert vyftig jaaren, door Burgemeefteren be- Nieuwe-
noemd, en, door 't Kapittel in den Haage, zyds- aangefteld was. En eindelyk, blykt 'er uit, Kapel* dat 'er toen, behalve het hoog Altaar, nog drie andere Altaaren in de Kapelle waren (p). De brief, waarby de Regeering van Amfter- dam zig verbindt, om het gemelde mark fyn zilvers 's jaars aan 't Kapittel der Lieve Vrou- we in den Haage te betaaien, is bewaard in een Vidimus van Schepenen van den Haage vanden jaare 1550, en nog nimmer in 't licht gegeven, waarom wy dien, hier agter, on- der de Bylaagen (q), geplaatft hebben. Indien men ftaat maaken moge op het De Ka-
verhaal van den Vermeerderaar der Chronyke pel Ver- van B e K A , is de Kapel der Heilige Stede, .bran.dt» op Zondag den drie en twintigften April des ^l™* jaars 1421, afgebrand. Zelfs fchynt hy te zeggen, dat de wonderdaadige hoftie toen ook door de vlamme verteerd werdt. Dus luiden zyne woorden: Doe hemde die nye kerck, die heylige Stede, ende dat heylige Sa- crament aldair te rußen flach (r). Aan dee- zen brand, fchynt gedagt te worden in een' Schepenen-brief van den tweeden Maart des jaars 1423, waarby een huis en erve op tie Middeldamme , aan S. Nicolaas - Kapelle en Gafthuis opgedraagen wordt, welk belend was met een erue op ten hoek van der Stege, dar Kathryn Heyndrik Andries foens We- duwe, voir den brande, in plach te woenen. OndertulTchen, hebben anderen, ook in laa- En in 't ter' tyd, geloofd en gefchreeven, dat het Jaa"452* Sacrament, naderhand, nog in wezen ge- weeft, en zelfs, in eenen anderen brand, die op den een en twintigften May des jaars 1452 voorviel, midden in de vlammen,on- befchadigd gebleeven is (s). Onder anderen, wordt zulks getuigd, door den ongenoemden Befchryver van Amflerdam, die omtrent den jaare 1500 bloeide (t). Doch zo de won- derdaadige hoftie, in 't jaar 1421, reeds ver- brand geweeft is , gelyk de Vermeerderaar van Be ka fchynt te zeggen, kan zy, in 't jaar 1452, niet, ongefchonden, in 't midden der vlammen, bewaard geweeft zyn. Vafter gaat, dat de Kapel, na 't jaar 1421, Zy wordt
herbouwd is, en, in 't jaar 1452, ander- grooter maal afgebrand zvnde, zo veel ichooner en en k}}00' ruimer werdt opgetimmerd, dat zy, reeds bouwd. omtrent den jaare 1500, onder de fraaifte Kerken gerekend werdt. Zy werdt, ten dien tyde, en nog lang daarna, van alle kanten, niet flegts uit de verfte hoeken der Stad , van
(f>) Handv. hl. 421.
(q) l: d.
!r) Vermeerd Beka , hl. 39g.
(i) L. Mssuus Amdelr. eer enz,bl, «4. zie »«/^'/Ver-
haal hy Le Long. hl. 324. (t\ ^id Calcem Fontani, />.'$. |
||||||||||||||||||||
vifoors
der «ede
?raagen
5et,on-
derhoud
?n>n
aan het
|
||||||||||||||||||||
Bürge.
""eeftc
^ belas.
ter, >er 2'gmede,
onder
zekere
Voor- haaiden |
||||||||||||||||||||
S
|
braï TlQ Zou konnen worden
de P " n. f 'let men' u*c den zelven, dat Peil?!? ?! ..le' als Kapellaan, in de Ka- der Heihge Stede, dienft deedt, al fe- |
|||||||||||||||||||
11 STUK.
|
||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS HL Deel,
|
|||||
van de Haarlemmer-Poort en 't Hoofd af (a); deren der Heilige Stede, in een treffelyk Nieuwe-
maar ook uit andere Steden, en zelfs uit af- vers op haar derde Eeuwgety, der vergetel- g^ gelegene geweften, rykelyk bezogt en be- heid te ontrukken (£), is, by de hoogag- giftigd, met naame door zulken, die, van ters zyner Poëzye, bekend. gevaarlyke reizen, behouden waren t'huis De Kapel, die, in 't begin der vyftiende Altaaren»
gekomen. De AartshertogMaximiliaan,in eeuwe, maar vier Altaaren hadt (c), was,£ eelie. 't jaar 1484,in den Haage krank leggende, omtrent den jaare 1500, van zes Altaaren deedt eene gelofte, om het Sacrament te voorzien. Het berbemdfte van deezen was Amfterdam in bedevaart te gaan bezoeken, het H. Sacraments- Altaar, behoorende aan indien hy in gezondheid herfteld mögt wor- een Gilde van Vrouwen, het H. Sacraments- den. Zyne herftelïing volgde op deeze ge- Gilde genaamd. De Ovenvyfven van dit Gil- lofce: waarop hy zig herwaards begaf, en de, gelykze, onder anderen, in eenen Sche- eene Kelk en Waskaars van eene geweldige penen-brief van den jaare 1498, genoemd grootte, in de Kapel der Heilige Stede, worden, waren, in't jaar 1573, Tryntgen offerde (v). Ook vereerde hy een glas in Hendrix, Aef Jacobs, Tryntgen Bieters en de Kapelle , waarvan nog een gedeelte in Mari Claes, gelyk blykt uit eenen brief, die den zuidooftelykenhoekvan't gebouw over- in 't Burger-Weeshuis bewaard wordt. Nog gebleeven is. 't Gemeen gevoelen was, dat, vondt men 'er S. Hier-onimus-Altaar, gemeld door het Sacrament hier ter Stede, verfchei- in eenen rentebrief van den jaare 1539; S. den' wonderdaadige geneezingen gefchied- Rochus-Altaar, waarvan, in brieven van de den. Doch fommigen vernaaien, dat de ou- jaaren 1548 ,1552 en 1566, gewaagd wordt, de miracukufe hoflie, door den tyd vergaan en 5. Laurens - Altaar, gemeld in eene Lyft zynde,van den BiiTchop van Utrecht genut- van de inkomften der Kerke van Slooterdyk tigd was; die eene andere hoftie, in derzel- (d). Voorts, was 'er een Lieve - Frouwen- ver plaatfe, gewyd hadt Qw). Óp den Sa- Altaar, welk aan de noordzyde der Kapelle craments-dag in de vaften, hieldt men eenen ftondt, en reeds, in eenen Schepenen-brief plegtigen ommegang, met het' miraculeus van den jaare 1368, vermeld wordt. De Sacrament , en omtrent Pinkfteren , een' Kruisbroeders, die in de Pleilige Stede by- diergelyken;gelykwy, reeds op eene ande- eenkwamen, en in 't jaar 1361 reeds ver- re plaats (x), hebben aangetekend, 't Vry- meld worden, hebben 'er waarfchynlyk ook geleide, welk, by deeze gelegenheid, ge- een Altaar gehad. meenlyk voor veertien dagen,verleend werdt, Voor de Kapelle der Heilige Stede, ver- Veran«c'
lokte veel volks herwaards. Doch ook aan moedelyk boven den ingang in 't weften , ringed". zulken, die, op andere tyden,het Sacrament, plagten, tot op de tyden der Hervorminge ^"ve,»4 in bedevaart, kwamen bezoeken, wordt, toe, deeze woorden, met gouden letters, te de Öer' in eene der oudfte Keuren, vrygeleide ver- leezen te zyn: Signa & inhabilis fecit in te vorffli»S' leend,'inet deeze woorden: Item enich man Deus excelfus, dat is „ de groote God heeft, of vrou-wenaem die binnen der Stede coemtzyn » in u, tekenen en wonderen gedaan (e)." pilgrimmaedze te doen ten heylighen Sacramen- Doch dit opfchrift is , naderhand , uitge- te, dien en machmen met hecomineren noch be- wifcht. Eenige Roomfchgezinde Schry vers Jetten binnen der Vryhede noch dair buten van verhaalen, dat de Kapel, na de verandering onfen poirters. Mer wairt dat hy om ander des jaars 1578 , eenen geruimen tyd, ge- zaken auame, dat zoude flaen tots gherechts bruikt geworden is ,• eerft tot een' Paarden- hekenninge. Ende dair zullen 2y toe doen alze ftal, naderhand, tot een Stads Turf huis, en der gherechte zal guetduncken {y). Opmeer eindelyk,tot een Zout-kaffe (ƒ). 'tLaatfte heeft eenige wonderdaadige geneezingen wordt, ook door anderen , beveftigd , en aangetekend,die,ten zynen tyde,inde Ka-, meent men, dat zulks,nog in de voorgaan- pelle van de Heilige Stede, gebeurd zouden de eeuwe, aan 't ziltig uitilaan der pilaaren, zyn. Onder anderen, fchryft hy het fchie- van welken toen eenigen vernieuwd wer- lyk opbreeken van het beleg der Stede, in den, zou gebleeken zya (g). Zeker is 't, den jaare 1572 (z) , toe aan eenen omme- dat 'er, na 't jaar 1578, eenige jaaren ver- gang methet Sacrament, op denraad van een' loopen zyn, eer de Kapel tot een Godsdien- Boer van Abkoude, gedaan {».Hoe Von- füg gebruik gefchikt werdt. De Vroedfchap del, in zynen tyd, getragt heeft de Won- befloot, in 't jaar 1586, dezelve af te ftaan
aan
(a) W. Syvaerts Roomfche Myöericn ontd, ƒ.33 vcrfo.
(v) Anonym, ad Calcera PoimTANI , p. j. (b) Poëzy I. Deel, hl. 4*2.
(m) W. Syvaerts Roomfche Myfter. ontdekt, ƒ.3111e rf>. (c) Zie hier voor, hl. irt,
(x) II. Deel, IV. Boek^, hl. 197. (d) By Le LONG, hl. +97.
(y) Keutb. A. ƒ. s. (e) w- Syvaerts Roomfche Myfter. onrdekt, ƒ• ?*•
(z.) Zie II. Deel, VIII. Boek, hl. HJ. (f) Opkomft der Nederl. beroerten gedr. 167?- bL I37'
(<*) Cathol. Mattelaais-Boek, II. Deel, hl. si, t%t, tjj Domselaer IV'. Boek^, hl. 7j.COMM6i.1N , hl.+T*
|
|||||
<^ry,
|
rS&rè, ^zTo^J^^feiTo^t- Heilige Stehe, m^^JViEzrwE-ZYDs-JC^iJPEL.
|
|||||||
JXK/.*,
|
||||||||
tf- Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GEREFORMEERDE KERKEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
123
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nie,
ZYl
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
- -J"* ^e Walfche Gereformeerden (h). Doch zyde der Kapelle, hangt een groot Wapen- Nieuw»-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
meen niet, dat dit befluit ter uitvoeringe bordderKerkmeefleren, federt het jaar 1519.ZYßs-
gebragt werdt. Omtrent drie jaaren laater, Voor den fchoorfteenmantel, ziet men het Kai>eu werdt zy, ten diende der Nedcrduitfche Ge- wapen en zegel der Stad, en de wapens van retormeerden, tot het doen der Hoofdpre- vier Kerkmeefteren, Helens,PancrasyScm HCatrln' bekwaam gemaakt; alzo de twee en Vakonier, ten tyde van welken, de man- °°™kerken, ter oorzaake van het aan- tel fchynt gemaakt te zyn. 't Schoorfteen-
^aJen der Gemeente, te klein geworden fuik is niet kwalyk gefchilderd. Ik heb, in ar<?n (0- Op den eerften Zondag in De- 't Kabinet van Kerkmeefteren, geene 011de
einher des jaars 1590, werdt 'er 't eerfte ftukken , de Kapelle betreffende, können
vondmaal gehouden, waartoe 't brood en vinden. Alleenlyk,(worden aldaar nog eeni-
to.e ^yn 5 op laft van Burgemeefteren, door ge brokken bewaard van een gedoodverwd /^erkmeefteren der Nieuwe Kerke,bezorgd Schilderft.uk, waarop het Mirakel der Hei- erdt (k): De Kapel is, federt, in de te- üge Stede, en byzonderlyk, de vrouw, die
genwoordige gedaante herbouwd. In 't jaar de onbefchadigde Hoftie uit het vuur grypt; 57, werdt beflooten, den vloer derzelve de plegtige ommegang met dezelve; de
verhoogen , en met blaauwe zerken te aanbidding derzelve, door Engelen en men- eieggen ^_ -pe vooren was deze]ve ? zo i]f fchen , en andere byzonderheden verbeeld
meen, flegts met gebakken fteenen belegd zyn. geweeft.^ \n 't eerft werdt, in deeze Kapelle, even in dezej. ^e Nieuwe-zyds-Kapel is honderd vyfen als in de Hoofdkerken, alleenlyk in de Ne- ve, wordt,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
§edaa»t|e aSC^S voet lang? en honderd en dertig derduitfche taaie gepredikt. Doch de Duit-in de
" v°et breed; en wordt verlicht door dertig fche oorlog eerft, en daarna de dood van den rHIoolh
2yeuWe. groote glasraamen. 't Gewelf ruft op twin- Paltsgraave Fredrik, verkooren Koning van ÏÏe g<£ XaPel!e ^ T?n^e Reenen zuilen. By avond worden, Boheeme, in den jaare 1632, gaf aan een predikt. °P tien koperen kaarskroonen , 't vereifcht groot getal van Hoogduitfche Gereformeer- getal van kaarfen ontftoken. Over de drie den gelegenheid, om hun Vaderland te ver- ingangen naar 't Doophuis, leggen drie laaten, en zig hier ter Stede neder te zetten, ïerlyke koperen boogen. Ook zyn de fchui- Van toen af, werdt ook, eens of tweemaal neplaaten, waarop de Predikant en de Voor- ter weeke, ten dienfte deezer Geloofsgenoo- Zanger denBybel leggen,van doorlugtigko- ten, in de Hoogduitfche taaie, gepredikt, Per, konftiglyk, gewerkt. Van binnen te- in de Nieuwe-zyds-Kapelle, zynde Otto Ba- gen den weftergevel der Kapelle , is eene dius den eerften Leeraar geweeft, die, tot win!6 ^a'ery voor de Weeskinderen , op het waarneem;n van den Predikdienft in de -ike ook , veeltyds , andere toehoorders Hoogduitfche taaie, in 't jaar 1620, her- Piaats neemen. Regt hier tegen over, in 't waards beroepen werdt. Tegenwoordig , °ften, is een net portaal, beftaande bene- wordt 'er, des Zondags, na den middag, en en uit zes grooter, en boven uit zes klei- van half February tot het einde van Augus- , er. geflingerde kolommen , die ook een tus, ook des Woensdags, ten vyf uuren des e"i Kapelletje onderfteunen. Tegen 't avonds, om de veertien dagen , in de Hoog- oorden , ftaat een klein Orgel, 't welk, in duitfche taaie, gepredikt. Ook wordt 'er, 1 verheid van geluid, boven alle de Orgels om de twee maanden, het tweede Avond- &T ter S.tede' pIagt uit te munten: doch maal, in deeze taaie, gehouden. Rondsom Vo]ert de jongfte herftelling, veel van zyne de Nieuwe-zyds-Kapelle, zyn eenige woo- z maakt:neid verlooren heeft. De deuren ningen en kaften getimmerd , die , door een' Setyk doorgaands, befchilderd, aan de Bedienden derzelve, bewoond, of, door met Davids inhaaling na 't ver- Kerkmeefteren, aan anderen verhuurd wor- den fVan Goliath, en aan de andere, met den. fnWr?eeIenx!en. David , door Saul met de Ziehier de naamen derKERK mees te- Naamlyft |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
e gedreigd. In de Nieuwe-zyds-Ka- ren van deeze Kapelle, oudtyds Regenten derKERK-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
MEESTÏ-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
plaatf^yn Seene zeer aanzieniyke Begraaf- van der Capelle en Capelmeefierën genaamd,
SchouTn ^en ^ee^c 'er ^et ^ van ^en zo ver dezelven hebben können gevonden REN'
e deezer Stede Willem van der Does, worden :
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
jnn,e Grafkelder van 't Geflagt van Jlewyn.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1431. Jan Bout Aelbertszoen,
1431. Dirck Jacob Fekardyszoen.
1431. Jan Beduynre Aelbertszoen.
1503. Bruyning Jacobsz.
1503. Frans Claesz,
1503. Mr. Pieter Colyn.
O^a
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• t Kerkme
|
-efters - Comptoir, aan de noord-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
a»
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
""■vetnh , UurlProngkëlykf Or-'e vn Bürgern, van 50
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
('
|
* *el»l. Vioedfch. L
|
in d- Nieuwe Ktrke.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
>. A. 28 'Jan. ISJ7. ƒ. ijo vtrft.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1511,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
124
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1758. Daniel Hooft Gerritsz.
1760. Jean Deutz.
17 61. M'. Nicolaas Willem Roè'H.
1762. Mr. Joan Graafland de Jonge
17Ö4. Jacob Hooft.
IV.
OUDE-ZYDS-KAPEL.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
OUDE-
zyns-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'Claes Volkertsz.
Dirck Jan in de Kalverfiraet over de
Heilige Stede. Pieter Stevensz. Popius Occo. Klaes Hein. Heiman Jacobsz. van Oude Amflel.
Klaes Boelensz. Jan Dirksz. Sil. Jacob Banninck. Dirck Martsz. Mooy. Jan Lambertsz. Willem Koek. M'. Hendrik Dirksz. Jacob Wouter Dobbesz. Jacob Heindriksz. Aris Gerritsz. Pieter Koenesz. Härmen Jansz. Claes Dircksz. Jan Vechtersz. Härmen Gysbertsz. Olof Abinga. Willem Jansz, Bogaert. Huyg Hendriksz. Verploeg. Gerrit Gerritsz. Dootshooft. Volkert Nanning van Ayta. Reynier Reael. Hendrik Brouwer. Jacob Reeprnaker, Jan Witfen. Nicolaes van Bronckhorft.
Jan Jansz. Koekebacker. Jacob Valckenier. Everard Scott. Abraham Alewyn. Egbert de Vry. Jan van Erpecom. Hendrik Scholten. Jacob Scott. Joannes Tielens de Jonge.
Jacobus Valconier. Jofephus Coymans. Gerbrand Pancras. Jan Nuyts. Daniel Kick. Mr. Gillis Graafland. Mr. Gerard Trefchouw. Jan Ditelaar. Mr. Daniel van Liebergen.
Adriaan van der Ghiefen. Abraham Mattheus Koolbrand. Joan Scherenberg. Daniel Bäcker. Antoni Warin. Hendrick Bicker Jansz. Egidius van de Poll. Joan Couck. Jonas Witfen de Jonge. M\- Hendrik Backer. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1511.
1512.
1513- 1517- 1518. 1519-
1522.
1523-
1524.
1525-
1526.
1527.
1543-
1543- I543- 1543- 1549- I55I- I55I- 15Ó2. 1562. 1593-
1593-
1606. 1618.
1623. 1628. 1632. 1634. 1^37-
1639. 164.6. 164.6. 1664. 1672. 1678. 1678. 1679. 1679. 1679. 1682. 1683.
1688. 1690. I705-
1709. 1712. I7I5-
171Ö.
1719. 1729. 1730.
^732.
1740. 1746. 1749. 1753- 1754. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
.eOuDE-ZYDs-KAFEL ftaat aan 't Befchrf
^} begin van den Zeedyk by den Kam- ving °f per-Steiger, alwaar zy twee ingangen heeft. °^_ Twee andere ingangen zyn 'er, in de Kapel- \ts&i* fteeg. Boven den voornaamften ingang in 't noorden, op den Zeedyk, zyn een geraam- te , eenige doodsbeenderen, en eenige ko- renairen, daaruit opryzende, in fteen uit- gehouwen, waaronder men leeft: SPES ALTERA VITiE.
dat is:
De andere hoop des Leevens. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Oude-zyds-Kapel is, oulings, niet aan
S. O duif, Priefter en Prediker in Friesland, in de negende eeuwe; maar aan S. Olof, een' der eerfte Chriften-Koningen van Noor- wegen , die in de elfde eeuwe bloeide, toe- ge wyd geweeft,en werdthierom, voorden tyd der Hervorminge, de S. Olofs Kapel ge- naamd. Sommigen hebben hieruit afgeleid, dat deeze Kapel, ook reeds in de elfde eeu - |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zy is'j«.
vanou*»
aan S» SSV
geweclu
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
we
|
gefügt is, en, derhalve, voor het oud
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
fte Kerkgebouw van Amfterdam gehouden
moet worden (m). Doch zo de Leeftyd van eenigen Heilig iet bewyft, omtrent den ou- derdom van Kerken of Kapellen, aan den zelven toegewyd , zullen verre de meefte Godsdienftige gefügten eeuwen ouder zyn, dan zy, op goede gronden, gehouden wor- den, 't Komt ons, in tegendeel, voor, dat de S. Olofs-Kapel niet alleen jonger is, dan de Oude Kerke en de Nieuwe-zyds-Kapel, die in de veertiende eeuwe gefügt zyn ; maar dat zy zelfs, na de Nieuwe Kerke, die in 't begin der vyftiende eeuwe gebouwd werdt, gefügt geworden is. En dit ons gevoelen fteunt op deeze drie redenen. 1. Niemant heeft, tot hiertoe, een eenig
fchrift of ffcuk te berde gebragt, ouder dan de vyftiende eeuwe , waarin de S. Olofs- Kapel genoemd wordt: 't welk gegronde re- den geeft, om te vermoeden, dat zy, voor dien tyd, niet in wezen geweeft is. 2. De Stads-Poort, die digt by de S. O-
lofs-Kapel plagt te ftaan; lang tot een ge- • van-
(») Le Long, hl. 01, 9?,,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
denen»
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I oven,
d^sV'
„iet lang voor 't midden |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
f-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
der vy
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tiende
eeuwe ? geftigt leviet is. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Boek.
|
|||||||||
GEREFORMEERDE KERKEN.
|
|||||||||
125
|
|||||||||
zydsE' yan§ennuis gebruikt is (n), en eerft in 't eindelyk, uit eenen brief van den Deken en Oude-
Kap£L. J,aar IÖ18 afgebroken werdt (o), droeg, in 't Kapittel der Lieve-Vrouwe-, of Hof-Ka-ZYns- «e zeftiende (j5), en miflchien reeds in 't pelle in den Haage, gedagtekend den ne-KAl*1' laatftjofin 't midden der vyftiende eeuwe, genden Maart des jaars 1512; waarby.de den naam van S. Olofs-Poort, dien zy, on- Üvermam der Kapelle eerft verlof krygen-, getwyfeld, naar de naaftgelegen Kapel, aan- om, den vreemden Coopman ende heur o'mghe- genomen hadt. Maar, in 't begin der vyf- feten tot gerive, miïTe te doen zingen , pre- tiende eeuwe en eerder, hadt zy eenen an- dikatien te laaten doen , en - offerhande te deren naam. In eene onzer oudfte Keuren, verzamelen , geduurende den tyd van vyf die even na eene Keur van den jaare 1401 en twintig agtereen volgende jaaren: 't welk, geboekt is, heet zy de poirthuyfe vptieKen- vermoedelyk, niet zo laat gefchiedzouzyn, Jyde (^). in eene andere, een weinig laater zo de Kapel toen reeds verfcheiden eeuwen te boek gefield , de poirthuyfe vp t eynde van oud geweeft ware. De Kapel der Heilige der Kercflrate (f). In twee brieven van de Stede hadt diergelyke vryheid, reeds in 't jaaren 1424 en 1431, die in 't Leproozen- jaar 1415, verkreegen (w). AVy hebben den nuis bewaard worden, draagt zy den naam brief, die ook andere merkwaardigheden van der Kerkflrate poirtbuus. Zelfs wordt zy vervat, en nog nimmer gedrukt geweeft is, °ok die Warmoesßraet poirte genoemd, in hier agter,onder deBylaagen(x), geplaatft. eene Keur van den jaare 1478 (s). En in Uit de voorgefteide aanmerkingen, mee- eene andere van den jaare 1481, nog we- nen wy veiliglyk te mogen befluiten, dat de Waar- derom de Kerkfyde Poort (t). Zyhadt deezen S. Olofs-Kapel, niet lang voor't midden der fcbynly- naam gekreegen naar de Oude Kerke; en vyftiende eeuwe, geftigt is. De gelegenheid ke 8el5.' die van Warmoesfiraet-poirte naar de War- der ftigtinge is ook niet moeilyk op te fpoo- haarer Moesßraat, aan welker einde zy ftondt. Maar, ren. De Stad hadt, in 't jaar 1443, vanStigcing. 20 de S. Olofs - Kapel toen reeds lang ge- Chriftoffel, Koning van Deenemarke, vry- jpouwd geweeft ware; waarom zou de Poort, heid verkreegen, om op Noorwegen te mo- m dien tyd, niet zo wel als naderhand, naar gen handelen (y). De vaart derwaards gaf de Kapel genoemd geweeft zyn?In de zes- denNoordfchen Koopluiden aanleiding, om tiende eeuwe, draagt zy beftendiglyk den Amfterdam dikwils te komen bezoeken; en naam van Sint Olofs poirte (u). En [hieruit deezen wilden men wel gelegenheid geeven, Wag men veilig befluiten, dat de Kapel toen om hunnen Godsdienft te können verrigten, reeds eenen geruimen tyd geftigt gewecH pas binnen de poorte, niet verre van wel- jas. Doch in eenen Schepenen-brief van ke, hunne ichepen lagen. Dus werdt dan den jaare 1451, waarin ik, voor 't eerft, de Kapel, van welke wy fpreeken, geftigt, ^an de S. Olofs-Kapelle gewaagd vind, wordt zo wel als naderhand btvoonegt, denvreem- de Poort nog die Kerczyde poirte genoemd, den Coopman tot gerive. Zy werdt den be- om geene andere reden, naar 't fchynt, dan roemden Noordfchen Heilig Olaus of Olof Hiftorie oat de Kapel nog niet lang genoeg geftaan toegewyd, om de Nooren aan te lokken, van s. ^c» om haaren naam aan de naaftgelegen Olof was, na de dood van Sueno , Ko-OIof- ötads Poort te hebben können mededeelen. ning van Deenemarke en Noorwegen, ver- ^e inhoud van den brief zelf fchynt de jongk- kooren tot Koning van Noorwegen, daar hy heid der Kapelle te beveiligen. By den zei- 't Chriftendom alomme invoerde. Doch Ka- ^en wordt verpagt of verhuurd aan Sinte nut, Suenos Zoon, die in Deenemarke re- Vhtiers Capellen, gelegen an die Kerczyde poir- geerde, deedt hem den oorlog aan, enover- e' dat kdich erue dat voir die voirfz. Capelle won hem. Olof fneuvelde, volgens fommi- ëelegen fx? mit die fleenen toerne fir eckende an gen, in den ftryd; of werdt, volgens ande- er poirte voirf. (v). Dit ledig erf heeft, ren, door beleid van Kanut, van zyneeige- yerrrioedelyk, moeten ftrekken, tot opbou- ne huisgenooten, verraaderlyk, omgebragt, ^lng of vergrooting der onlangs geftigtte in 't jaar 1028. Zyn yver voor den Chris* JvapelJe. telyken Godsdienft ; zyne agting voor de S-DejongkheidderS.Olofs-Kapelleblykt, Priefters; zyne mildaadigheid omtrent de ar-
'(. „ men, en zyne naauwkeurige waarneeming ver},,. Urb' B- «AcaUcmf. «4. D./. ug verfi.E.f. iï« jgj- uiterlyke plegtigheden hebben hem,eer-
h\ G^o°!'Mtocdfch- N- I2- lxM" 161%- f- s' v'rf°- lang, onder't getal der Heiligen, doen plaat-
(?) Kewb. A'T" Nl r f' ***"*"& fen (z). En de Nooren, zyne onderdaanen, </) Kcmb. 1: f \rfr be-
f,i v , V ■>• '4 verft. PC*
U ÏTr '• f ?■ im. f») Handv. II. +it.
(«O K '" tf, »» *«■/"•• (xJLr E.
E- ƒ• Ufi /• ™f*- "^calc£ni/.S4. D. ƒ. Wiverft. (y) Zie II. Deel, III. Boc{_, il. Ifo. ƒ■ ij. wrJ" Gro°t-Memor. N. 1. f. ij7 verft. .N. II. (z.) Alb. Kkantzii Norvag. Uhr. III. Cup. VI. p. 381.
(vj Gm«, »r Saxo Gbammatic. Hift. Dan. Libr. X. p. 154 , iyj, 194»
"t-Memor. H. I, f. ll9 verf,m & Nat. über. S. J. 'StephANH p, 111,
<l3
|
|||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I2Ó
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
behielden zo veel agting voor hem, dat zy werdt, blykt uit deeze woorden van den Oude-
zig gaarne begaven in Kerken en Kapellen, Brief van 't Hof-Kapittel in den Haage van ZJ°£S~U die hem waren toegewyd. In zyne Kapelle den jaare IJ12, dien wy boven hebben aan- te Amfterdam, hadt men zyn beeldtenis aan gehaald, en die , hieragter (c) , geheel te lee- 't gewelf gefchilderd, aan de voeten van dat zen is; Maer om dat die Heren ende broeders van Koning Kanut, die hem met een zwaard van Jerufalem, die t heylighe graf ons Heren dreigde. Izaak Commelyn getuigt (a), Jefu Chrifii ghevifiteert hebben, haer flacie dat hy dit af beeldfel nog gezien heeft, fchoon ende feefie houden upten palmdach , zo füllen die hy den Koning met het zwaard, ten onreg- voorfz Capelle - bewaerers ende hoer nacome |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
OuDE-
ZYDS- KaP£L.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
te, voor S. Olof heeft genomen, die niet o
verwonnen heeft, maar door Kanut over- wonnen is. Aan deeze S. Olofs-Kapelle, was, reeds
voor 't jaar 1500, nog eene andere Kapel gevoegd, gelykende , zegt de oudfte Befchry- ver van Amfterdam /;), naar den Jeruza- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
linghen moghen fitten met haer voorfz büßen
um almiffen en offerande t ontfanghen den voorjz. gheheel palmdach ghedurende. En uit eene Keure van den dertienden Maart des jaars 1498, vergeleeeken met het berigt van W a- i 1 ch S Y v Af,r T s z o o N (f/), blykt, dat men, op den Palmzondag, een' houten ezel, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bcrigt
wegens de Kapel Ie van |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Teruza-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
iem, die
aan de S.
Olofs- Kapel ge-
voegd was. |
.—.-.-------—--------j-----, ——-------o-—----------------- r ------- --------- ------i-----------------------—
[ad injtar Jberojolimitani templi, cum fepul verbeeldende, het eene jaar, uit de Kapelle
chro Domini]. Van deeze bygevoegde Ka- der Heilige Stede, naar de Nieuwe Kerke, pelle vindt men weinig befcheids. Ik Hel en het andere jaar, uit de Kapelle van Je- vaft, dat zy geftigt is, door de Broederfchap ruzalem, naar de Oude Kerke trok; 't welk, der Jeruzalemsvaarders, die hier, in de vyf- fomtyds, en vermoedelyk alleen in de laat- tiende en zeftiende eeuwe, in wezen geweeft, fle gevallen, door de Jeruzalemsvaarders , en haaren oorfprong verfchuldigd is aan de met hunne Jeruzalemfche Veeren in de hand, reizen in bedevaart naar 't Heilige Land, en fomtyds, door twaalf oude mannen, uit welken, toen nog, door fommigen, onder- het Oude-mannen-huis, die met zonderlinge nomen werden. Inde Gafthuis-kerke, ziet gekleurde lange rokken gekleed waren, plagt men, nog tegenwoordig, eene oude Schil- te gefchieden. De Schoolieren der beide Pa- dery, waarin elf zulke Jeruzalems-vaarders, rochien Honden dan, in wit Choorgewaad, Burgers deezer Stede, ieder met eene zo- voor de open bovenvenfters van verïcheiden genaamde Jeruzalemfche veer in den arm, huizen aan de Kerkhoven, en zongen, als knielende ter wederzyde van een altaar, waar- de ezel voorbykwam, en wierpen 'er palm- op een kleed legt, beftikt met*het wapen takken op neder. In de Keure, van welke van Jeruzalem, zyn afgebeeld. De wapens wy fpreeken, leeft men uitdrukkelyk , dat |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de ridderlike broederfchap van den heiligen Lan-
de overeengekomen was, dat men t eenjaer onfe beere god upten ezel halen zal mitter pro- ceffie eerïtken becleet uyt Jerufalem, ende bren- vaarders ftaan onder de wapens, en onder gen in de oude kerck, ende t ander jaer, vuyter aan de fchildery leeft men: Pieter Heinricx- heilige Stede in de nyetve kerck. Voorts, blykt, uit de Keure, dat de ridders, die hy huys wa-
ren, den plegtigen ommegang moeften by- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
woonen, buiten wettig belet, waarvan de
meerderheid der broederen, den heer, dac is, de Schout, ende 't gerecht zouden oor- deelen (e). De S. Olofs-Kapel en de bygevoegde Ka- Staaf der |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zoon Feit, A°. 1551. Jan Woutersz. Gael,
A". 1553. Matthys van Bancken, A°. 1553. Wouter Brugmans,A'. 1557. Floris Gerritsz A°. 1560. Thomas Symonsz. A°. 1561. Pie- ter Gysbertsz. Ruyfch, A°. 1562. ReyerWil |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lemsz, A°. 1562. Evert Jansz. Bäcker, A°. pel van Jeruzalem bleeven in deezenftaat, Kape,ie>
1563. Boven 't Altaar, is 's Heilands He- tot na de hervorming des jaars 1578. De"ineor.
meivaart gefchilderd. En in den onderften fieraaden en gereedfchappen der Kapelle fflinge.
rand der fchilderye, in vier vakken, 's Hei- werden, in 't jaar 1579 . door Kerkmeefte-
lands Opftanding; 't bezoeken van zyn Graf; ren der Oude Kerke, op laft van Burgemees-
zyne verfchyning aan Maria, en zyne ver- teren, verkogt. Ook ontvingen deeze Kerk-
fchyning aan de Discipelen. Doch 't fchil- meefters, eenige jaaren, de huuren derhui-
derwerk en 't fchrift heeft al zeer veel van zen, die aan de Kapelle behoorden (/").De
den tyd geleeden. Dat nu de Broederfchap Kapel ftondt, midlerwyl, ledig. Doch in 't
der Jeruzalemsvaarders deel hadt aan den jaar |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dienft, die in de S. Olofs - Kapelle verrigt
|
(c) rtylaajren I s E. *
(dj Roomkhe Mylter. ontdekt, Vunrr. (<r) Groot-Menmr. JV. I. ƒ 116 verft, (ƒ) Zil COMMELIN bi- 4<Sï. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
il.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I«.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
{») Bj DOMSELAF.R IV. Boe{, hl, 7J.
(h) Ai Calccm ÏONTA1U, p. ;. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
U. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GEREFORMEERDE KERKEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
127
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
OüBE-
2YDS-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
jaar 1602, werdt beflooten, de gemelde hui-
zen , die zeer bouwvallig geworden waren, te verkoopen, en de S. Olofs-Kapel bekwaam te maaken tot den predikdienil (g). Zy kreeg, ledert, den naam van Oude-zyds-Kapelle. In 1 jaar 1644, werdt by de Vroedfchap vaft- gefteld, de Kapel te vergrooten, en daar* 5°e eenige huizen over te neemen (h). En *n t jaar 164.6, werdt zy, in de tegen woor- ?xge gedaante, volbouwd. De Stad gaf, in t Jaar 1656, nog vyftien honderd guldens, tot eene wooning voor den Kofter (i). De Oude-zyds-Kapel, die een iierlyk too-
rentje met een'ommegang heeft, is honderd vyf en twintig voet lang, en negentig voet bfeed. 't Gewelf, aan welks fchoorbalken, nier en daar, nog eenige oude kopftukken en beeldjes te zien zyn, werdt, by de herbou- Wing des jaars 1646, fraai befchilderd. doch ïs3 in 't jaar 1743 , overgeverwd. Het ruft, in 't midden, op drie, en ter zyde langs de muuren op zeven pilaaren. De Kapel heeft vyf gcoote glasraamen, in welken, Stads wapen en t Koggefchip uit Stads zegel gefchilderd ^yn, en drie kleinen, onder eene ruime ga- jery, in 't zuiden. In 't midden der Kapel- je, hangen vyf groote koperen Kaarskroonen. *n dezelve, wordt doorgaands maar tweemaal ter weeke, des Zondags, gepredikt. Doch na "e Namiddags-Predikatie, wordt de jeugd ^n inzonderheid de meer gevorderden hier in «en Gereformeerden Godsdienft onderwee- £en of gecatechiseerd. In 't jaar 1752 , is ^et gebouw der Kapelle merkelyk verbeterd. De naamen der K e r k m e e s t e r e n der
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1677. Jan Wittebol.
168 r. Adriaen Temminck Jacobsz.
1682. Jean Thierry.
1685. Nicolaes Six.
1686. Jacob Looten.
1689. Cornelis Broeck. 1693. Mr. Hendrik Decquer de Jonge.
1693. Casparus van Wallendal.
1707. Lambertus Lepeltak.
1709. Pieter van Rhyn de Jonge.
1712. Willem van der Does.
1715. Pieter de Smeth.
1725. Jan Hendrik van Heemskerck.
1725. Gillis Sautyn.
1730. George Clifford.
1730. Jeronimus Graafland.
1730. Philip Zael.
1734. Mr. Dirk Sautyn.
1739. Jacob Gerard de Famars.
1743. Gillis Valckenier Junior.
1751. Jan Meyn.
1752. Willem Backer Willem Cornelisz.
1763. Bartholomeus van den Sandheuvel
Junior.
1764. Mr. Johannes Cyprianus van E-
wyck.
V.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gast-
Hurs-
Kekk.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tegen,
^oordi- ge ge- öaante «M zelve,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GASTHUIS-KERK.
e Gasthuis-Kerk ftaat op deBefchry-
Oude" Turfmarkt, daar zv haaren vin§ der |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
D
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gast-
H'JIS-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
voornaamften ingang heeft, en loopt, win-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fr17*
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kelhaakswyze, of met eenen elleboog, tot kerke*
aan het Gafthuis-hof, daar een tweede in- gang is. De Kerk heeft nog eenen derden ingang, uit de lange Galery van het Gafbhuis. 't Gebouw is oud en fmal, en heeft, van bin- nen , ter wederzyde, lange fmalle Galeryen, onder welken zitbanken geplaatft zyn. De Predikftoel ftaat in 't ooften, digt aan den hoek des elleboogs, voor de galery. Voor en ter wederzyde van den zelven, zyn, onder en op de Galery, eenige zitplaatfen voor de Wet- houderfchap, Regenten van 't Gafthuis en mindere ftandsperfoonen. Voorts, hangen , in 't ruim der Kerke, koperen kaarskroonen. Ook is 'er, voor , en ten zuiden van den Predikftoel, een Doophuis afgezonderd, 't welk egter niet tot de bediening desDoops gebruikt wordt. Het gedeelte der Gafthuis - Kerke, welk Verande-
van de oude Turfmarkt naar den Predikftoel ringen in loopt, en waarop een fpits toorentje ftaat, jgeb°jUW was weleer de Kerk van het Kloofter der erzevej nieuwe Nonnen, van welks ftigtinge wy, reeds by eene andere gelegenheid (£), ge- waagd hebben. Het andere gedeelte was, van
(k) I. Deel, I. JJ«^ il. 2I.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
yude-zyds-KapelIe zyn niet verder voorhan-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zie
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
,en>dan van de voorgaande eeuwe.
nrer de Lyft der zelven: |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1617.
1617.
1624.
1624.
1625.
ï.629.
163ö.
I643. I<346.
I655. 1660. I662. 1663. 1663. 1664. 1670. 1676. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Symon van der Does.
Jan Franfen Bruiningh, Notaris.
Jacob Claefen Gelthouwer.
Cors Hendrickfen Cloeck.
Joris Ariaenfen.
Jacob de Gyfelaer.
Claes Jacobfen Gelthouwer.
Cornelis Corneliffen Karfeboom.
Ifaek Soolmans.
Nicolaes R. van Capelle.
Claes Pieterfen van Hoorn.
Jofeph Deuts.
Marcus Broen.
Jan Bas.
Aert Kool.
Jan van Loon.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mattheus Amya.
M.*l*JbL Vr0edfcI'. N. I z, ztjan. l«0i.f.i7f<*rfi.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||
158
|
|||||||||||||||||||||
ook met deszelfs toeftemming, mögt gefchie- Gasï-
den. De Kerkenraad hoorde den voorgeflaa- ,|^ gen Leeraar op drie punten „i.of by ook een „ trek badde, ende hem inwendig voelde ge- „ roert, om zyne Vaderftad, indien hy al- ,, daar beroepen wierdt, te dienen? 2. of „ hy ook ftigtelyk van zyne Gemeente zou „ können ontflaagen werden? 3. of hy zig, „ in Leere en Kerkelyke Vergaderingen, „ ook met de andere Dienaars deezer Ste- „ de zou konhen voegen?" Op de eerße deezer vraagen , antwoordde hy „ dat de „ trek naar zyn Vaderland elk natuurlyk en „ aangebooren was." Op de tweede „ dat „ hy zig gedroeg aan zyne Gemeente." En op de derde „ dat men, omtrent zyne Leer, „ gedrag en houden der Kerkelyke Verga- „ deringen, by zyne Claflis , onderregting „ bekomen kon." Twee dagen na dit on- derzoek (7), verfcheenen twee Burgemees- teren , Mr. Willem Bardefins en Egbert Roe- lof szoon , in den Kerkenraad, den zelven ken- nis geevende „ dat Burgemeefteren noodig „ hielden, dat 'er altoos een Predikant in „ een der Gafthuizen woonde, om de kran- „ ken, in hun uiterfte, te trooften; dat E- |
|||||||||||||||||||||
van de verandering des jaars 1578 af, tot
in 't jaar 1645, het Mannen-Gafthuis. Doch toen gaf het verbranden der Nieuwe Kerke gelegenheid, tot het vergrooten der Gaft- huis- of Nieuwe-Nonnen-Kerke ■, waaraan het Mannen-Gafthuis getrokken werdt; om welke reden, nog tegenwoordig, denaam van Mannen-Gasthuis , boven den ingang der Kerke, op de oude Turfmarkt, gelezen wordt. De bedfteden in het Man- nen-Gafthuis werden toen weggebroken, en de plaats derzelven met zitbanken bezet. Te vooren, hadt men , beurtswyze, in 't Mannen- en in 't Vrouwen-Gafthuis gepre- dikt, en dit duurde nog, tot in 't jaar 1655. Doch toen werden de Predikatien in 't Vrou- wen - Gafthuis, die des Zondags nademid- dags plagten te gefchieden, afgefchaft; en men bleef alleenlyk prediken in de oude Ker- ke der nieuwe Nonnen, zo als dezelve, met het Mannen-Gafthuis, aaneengetrokken was. In of omtrent het jaar 1686, is de gewezen Nieuwe - Nonnen - Kerk nog meer vergroot (f). En dit famengevoegd gebouw draagt thans alleen den naam van Gaflhuiskerke. In den Noordweftelyken hoek van het ge- deelte der Kerke , welk op de Turfmarkt ingaat, op de Galery,"hangt de Schildery der Jeruzalems-vaarders nog, waarvan wy, in de Befchryving derOude-zyds-Kapelle (m), uitvoeriglyk, gewaagd hebben. In de Gafthuis-Kerke, wordt, tegenwoor-
dig , 'des Zondags alleen, driemaalen gepre- dikt , tweemaalen voor den middag, en eens na den middag. De Vroeg- en Nademid- dags - Predikatie plagt te gefchieden, door den Predikant, die byzonderlyk in 't Gaft- huis beroepen was, en de tweede Voorde- middags-Predikatie, door de Stads-Predikan- ten , by beurten. Doch tegenwoordig wor- den alle de beurten in de Gafthuis - Kerke, door den Gafthuis-Predikant en de overige Stads-Predikanten, beurtswyze, waargeno- men , en de Gafthuis-Predikant predikt ook, op zyne beurt, in de andere Kerken. 't Liep, na de verandering des jaars 1578,
aan tot in 't jaar 1582, eer men dagt om't beroepen van eenen Gereformeerden Predi- kant in 't Gafthuis. De Regenten vervoeg- den zig, ten dien tyde,aan Burgemeefteren, verzoekende dat hun Everhard Hermanszoon, een Amfterdammer, die toen te Maasland ftondt, mögt worden toegéftaan. Burge- meefteren , als hebbende 't regt van Patroon- fchap over de Gafthuis-Kerke (rï), bewil- ligden in dit verzoek, en weezen de Regen- ten aan den Kerkenraad, op dat het beroep, (/) Refol, Vroedfch. L'. R. is Jan. i68«. ƒ. 3j.
(m) Bladz,. 116.
i») Gtoot-Memor. N. IV. ƒ. 88 verft.
|
|||||||||||||||||||||
Gast-
huis- Kerk. |
|||||||||||||||||||||
s>
|
verard Hermanszoon hun, ten dien ein-
|
||||||||||||||||||||
de, door de Regenten van 't Gafthuis,
„ voorgeflaagen, en hun en der Burgerye „ aangenaam was; en dat zy hierop de ge- „ dagten van den Kerkenraad begeerden te „ verftaan." De Kerkenraad bewilligde , terftond, in den voorflag van Burgemeefte- ren, onder voorwaarde, dat de Predikanc zig, in Leer en Kerkelyke Vergaderingen, voegde met de andere Dienaars. Burgemees- teren hernamen „ dat zy voorhadden, hef» „ daar toe te houden." Ook maakten zy, eerlang (8), eene Ordonnantie op 't aannee- men van Dienaars, die , als nu en hier na- maals, tot bedieninge der Gafihuyfen zouden werden aangenomen , behelzende „ dat zy, „ even als andere Dienaars, der Gemeente „ van den Predikftoel voorgefteld, en, zo „ 'er geene wettige verhindering kwame, „ op de gewoonlyke wyze, in den dienft „ beveiligd zouden worden. Dat zy zig, „ in Synodale , Clafficale en Kerkénraads- „ Vergaderingen, houden zouden by de an- ,, dere Dienaars. Dat zy, op de Zon- en „ Feeftdagen, tweemaal, in't Gafthuis zoii- „ den prediken; de gantfche week door, „ de kranken bezoeken; doch aldaar geene „ Sacramenten bedienen, noch andere ge" „' woonlyke of nieuwe Kerken-Ordeningen „ invoeren. Dat zy ook, op hunne beurt, ,, in de groote Kerken prediken, en de Sa- cra- f-f) Op den 4 Oftober des jaars 1582.
(8) Den 7 November 1582. |
|||||||||||||||||||||
Tyd en
orde van 't predi- ken al- daar. |
|||||||||||||||||||||
Wyze
van aan- ftellen van den Gafthuis Predi- kant. |
|||||||||||||||||||||
H- Boek.
|
|||||||||||||||||||||
GEREFORMEERDE KERKEN.
|
|||||||||||||||||||||
Gast-
huis. Kbrk. |
|||||||||||||||||||||
Goofen Jacobsz. Hooft.
Ysbrant Jacob Dobbefen,
Gerrit Jacob Witfen.
Jan Hendriksz. Oetgens.
Elbert Cornelisz.
Neck Pietersz.
Jan Commelin.
Pieter Cornelisz. Spiegel.
Willem Willemsz. Vrint.
Geurt Dirksz.
Pieter Rodingewert.
Simon Willemsz. Noomfen.
Cornelis Jansz. Geelvinck.
Härmen Ysbrantsz. Hem.
Volkert O verlanden
Jan Jansz. Karel de Jonge.
Lambert Pietersz.
Jacob Poppen.
Jacob van Neck.
Pieter Reaal.
Ysbrant Harmensz.
Abraham Boom.
Pieter Egbertsz. Vink.
Jan Gysbertsz.
Jacob Bicker.
Warnar Ernft van Baffen.
Dirk Wuytiers.
Reinier Reaal.
Bartholomeus Reaal.
Hendrik Hooft.
Comelis Arentsz.
Floris Noomszoon.
Jacob Hendriksz. Servaes.
Pieter Jansz. Snoek.
Dirk Haffèlaer.
Nicolaes Baltesz.
Comelis Schellinger Gerritsz.
Hendrik van Bronkhorft.
Pieter Jacobsz. Wroght.
Gerrit van Helmont.
Nicolaes Pancras.
Jacob van Neck.
Michiel Popta.
Jacob Bicker.
Jan Steur.
Willem Schellinger.
Jacob Backer.
Mr. Jan Veneman.
Coenraet van Heufïèn.
Izaak Commelin.
Mr. Jan Coetenburg.
Nicolaas Blaauwhelm.
Pieter Six. ,
Silvefter Heermans.
Michiel Marfelis.
Mr. Dirck Heermans.
Leonard Winninx.
Mr. Pieter Verloo.
Jacob Poppen.
Mr. Francois de Vroede.
|
|||||||||||||||||||||
>» cramenten uitdeelen zouden (0)." En op
deezen voet, werdt Everard Hermanszoon, w 't jaar 1583 , als Predikant in 't Gafthuis, beveiligd. Naderhand, is geraaden gevon- den , dat ook de Krankbezoekers het Gaft- huis bedienen zouden, in 't bezoeken der Zieken., Ook is, fomtyds, een Gafthuis- "redikant beroepen, door den Kerkenraad, en op gelyke wyze als de andere Stads Pre- dikanten ; doch niet zonder uitdrukkelyk verlof van Burgemeefteren , gelyk, onder anderen, by 't beroepen van Ds. Daniel E- versdyk, in den jaare 1688', gebleeken is (p). Doch gemeenlyk hebben Burgemeefteren eenen Predikant voor 't Gafthuis , by naa- 1116 > aan den Kerkenraad , voorgefteld ^n aangepreezen, die, vervolgens, op de Nominatie gebragt , en , met eenpaarige ftemmen der Leden van den grooten Ker- kenraad , verkooren geworden is; gelyk , °nder anderen , in 't Kerkenraads - 'Pro- tocol (q ), by de verkiezinge van D'. Cor- nelius van den Bogaerde, Predikant te Hoorn, in den jaare 1726, gezien kan worden.Voorts, wordt de Gafthuis - Predikant, gemeenlyk, door den Oud - Raad van Burgemeefteren , gemagtigd, om in alle de Kerken te predi- ken , mids blyvende Predikant der zieken Jn 't Gafthuis: 't welk ik vind, dat, onder änderen, omtrent den gemelden Predikant Van den Bogaerde, heeft plaats gehad (r"). Wy laaten hier volgen de naamen der
Regenten van het Gafthuis, federt de ver- andering des jaars 1578, na welken tyd, zy, te gelyk , Kerkmèesteren der Gaft- huis-Kerke geweeft zyn. |
|||||||||||||||||||||
1589«
1589.
1592. 1592.
1592. 1593-
1594- 1594- 1594- 1594- 1599- 1599- 1602. 1602. 1602. 1603. 1603. 1606. 1607. 1607. 1609. 1609. 1609. 1613. 1613. 1(514. i6i.y.
1618. 1621.
1623. 1623. 1624. 1625. 1626. 1629. 1630. 1632. 1637. 1643. 1645. 1645. 1646. 1646. 1650. 1651. 1651. 1651. 1651. 1652. 1655-
1655. 1655. 1656. 1661. 1670. 1671. 1672. 1672. 1678. 1678, R
|
|||||||||||||||||||||
d« Re-
Senten v'an >(. Saïhuis-
*Ketk.'
^eeftg.
rVer
Aetke. |
|||||||||||||||||||||
Arend Henriksz. Weesp.
Jan Percyn. Wouter Cornelisz. Verhel.
Otto Pietersz. Jan Jacobsz. Bal. Fredrik Jansz. Vogel. Jan Jacobsz. Pluydecoper. Bruyn Fredriksz. Pieter Willemsz. Jan Cornelisz. Hooft. He'ndrick Cornelisz. Spiegel. Matthys van Bancken. Hendrik Lucasz. Matthys Coenraetsz. Servaes Gooffensz. Limburg. Floris Klaesz. Kloeck. Gerrit Pietersz. Bicker. Gerrit Adriaensz. Harington. Pieter Adriaensz. Wykerfloot. |
|||||||||||||||||||||
1578-
1578. 1578. *579- *579- <J579- 1580. 1580. 1580. *58i. 1582. 1582. WS. 1583. 1584. 1584. 1585. 1587- 1588. |
|||||||||||||||||||||
(") Kerbenr. Protocol N. i f t2c 1-7 t,„
<P{ Keikenr. Protoc. N. XV ' ' ty£rxix-f- •"•
I727. °V van dm Oud-Raad van Bürgern. vanz7 >Aug.
|
|||||||||||||||||||||
n- STUK.
|
|||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
||||||||||||||||||||
AM ST.ERDAMS
|
||||||||||||||||||||
13°
|
||||||||||||||||||||
welker Befchryvinge wy nu overgaan, zyn Zuiber-
allen geiligt, na de tyden der Reformatie, Keuk' en ter gelegenheid van de verfcheidene ver- grootingen der Stad. VI.
ZUIDE R-K E R K.
Toen de Stad, omtrent den aanvang der BefcW'
zeventiende eeuwe, terwederzydevan ving„^ denS. Antonis-dyk, uitgelegd geworden was, |^Ë. befloot de Vroedfchap, in 't begin des jaars 1602, uit te zien naar eenige plaatfen, tot het bouwen van nieuwe Kerken , zo wel buiten de S. Antonis - Poort, als buiten de de Haarlemmer-Poort (s). En 't leedt niet" lang, of de Stad kogt een erf, toteene Kerk en een Kerkhof, ten zuiden van de nieuwe Hoogflraat (0, alwaar toen eenige fpeeltui- nen waren aangelegd. In 't volgende jaar, StigtinS- begon men, met graaven en heijen der grond- flagen, en, op den twee en twintigflen Au- guilus des jaars 1603 , werdt de eerilefleen van 't gebouw gelegd , door Jan Bkker, Zoon van den regeerenden Burgemeeiler , Gerrit Bicker. 't Werk flondt, federt, om- trent vier jaaren ilil; doch werdt toen we- derom hervat (u), en, in vier jaaren, zo ver gebragt, dat de eerile Predikatie, in de Ker- ke , op den twee en twintigflen May des jaars 1611, zynde den eerilen Pinkflerdag, gedaan werdt. 't Een en 't ander blykt, uit het volgende opfchrift, welk, van binnen in de Kerke, tegen den muur van den Too- ren, te leezen is : Ter oefeninge van de Chriflelyke Religie is
defe Zuyder Kerck geflieht, Anno cioiocin. den xxii Augiifti, den iflen fleen geleyt ('t werk ruym iv jaren [lil geflaen^) An". CI3IDCXI. volmaeckt, ende op den Pinx- terdagh de ie Predicatie gedaen. 't Liep nogtans aan, tot in 't jaar 1614, eer
de tooren, en de muur en ingangen van"'t Kerkhof, geheellyk, voltrokken waren. Ook ziet men dit jaartal nog , aan den tooren , boven den uurwyzer. |
||||||||||||||||||||
Samuel Gillis.
Jan van de Put.
Hendrik Decker.
Hendrik, van Baerle.
Cohftantyn Decquer.
Pieter van der Poel.
Mr. Elbert Sucher.
Mr. Joan van der Voort.
Claude Louis de Surmont.
Reinier la Clé.
Gillis van Hoven.
Mr. Daniel Kick Junior.
Mr. Abraham de Riemer Junior.
Nicolas« Warin.
Jan Lucas Pels.
Gerard Bors van Waveren.
Jan van den,<Bofch.
M'. Gerard Aernout Haflelacr.
Jan Huydecoper.
Bartholomeus van den Santheuvel.
Samuel Elias Coymans.
Willem van Loon Jansz.
MV Wouter Valckenier.
Rombout Lepeltak.
Andries Munter.
Bartholomeus Muylman.
Mr. Joan Hendrik Kerckrink.
Mc. Jan Wolters de Jonge.
Mr. Jacob Coymans.
Adriaan Temminck.
Godefridus Cromhout.
Thomas van Son Zegersz.
Nicolaäs Faas.
Jofua van Ouderkerk.
Nicolaas van Buren.-
M'. Maarten Wevering Antonisz.
|
||||||||||||||||||||
1679.
1681. 1681. 1682.
1686. 1691. 1691. 1693. 1694. 1695. i7°5-
1707,
1719.
1719. 1719.
1721.
172a. 1722. 1723. 1723. i725-
1728. 1728.
1732.
1732.
I732-
1736. 1738.
1739-
1741. 1743-
i75°- 1755- Ï755- 1760. 1761.
|
||||||||||||||||||||
De vyf Kerken, welken" wy , tot hier
toe, befchreeven hebben, de Oude Kerk, de Nieuwe Kerk , de Nieuwe - zyds - Ka- pel, de Oude - zyds - Kapel en de Gaflhuis- Kerk, zyn de eenigfle Kerken in Amfter- dam , die , voor de tyden der Reformatie, in wezen geweefl zyn, en nu nog , door de Nederduitfche Gereformeerden, gebruikt worden. De Franfche en Engelfche Ge- reformeerden gebruiken ook nog twee Ker- ken , die , door de Roomfch - Katholyken, gefügt zyn ; gelyk wy , hierna, zien zul- len. De andere oude Kapellen en Kloos- terkerken zyn, of geheellyk verdweenen, of ftrekken niet meer tot oefening van den openbaaren Godsdienfl , maar tot ander nuttig gebruik; gelyk wy, in de befchry- ving van eenigen der tegenwoordige ge- bouwen , reeds hebben aangetekend, en nog verder zullen aantekenen. De zes 0- verige Kerken der Nederduitfche Gerefor- meerden, de Zuider-, Weiler-, Noorder-, Ooiier-, Eilands- en Amflel - Kerk, tot |
||||||||||||||||||||
Men ,
fchynt» in 't
eerft, voorge- had te hebben deeze Kerk S. ?"* Kerk te noemen« |
||||||||||||||||||||
In 't' eerft, dagt men , deeze Kerk den
naam van S. Jans Kerk te geeven. En dee- zen naam vindt men gemeld op den rand van 't Regifler der Vroedfchap , op 't jaar 1606 (ö). Ook werdt het Kerkhof, ronds- om de Kerke, nog vroeger, S. Jans Kerk- hof genaamd (w). Doch de yverigfle Ge- re-
|
||||||||||||||||||||
(») Reibt. Vroedfch. N. s. ïr jm. 1S02. ƒ. ;gi verfo.
(t) Refol. Vroedfch. N. Ä ij May i«o2. f. 399 ve-fo. (u) Refol. Vroedfch. N. 10 27 July i<so6. ƒ. 103 verfo' (v) Refol. Vroedfch. tibi fupra. (a) Refol. Vroedfch. N. a. 26 May, 14 Juny 160}. f-
426 verfa. 428. |
||||||||||||||||||||
■p
|
||||||
$ éverve /ö*h . Mr,
|
||||||
JD JE ZUIDMU-ICïïRK
~s4zrt tornen , naar 'f Zzctóerb , te/ ^£c7U .
|
||||||
It. Boek.
|
|||||||||||
GEREFORMEERDE KERKEN.
|
|||||||||||
■13'
|
|||||||||||
7
KËK^R ref°nneerden hielden deezen naam te zeer
te fmaakeh naar Roomfchgezindheid. Men befpeiirt dit, klaarlyk, uit de woorden van Walich Syvaertszoon, wienswerk- Je 5 Roomfche Myfierien ontdekt, in 't jaar l0°4, toen de grondflagen der Zuider Ker- ke gelegd waren, het licht zag: want, met reden,beweerd hebbende, dat de ftoffelyke Kerken flegts werken van menfchen han- den zyn, laat hy 'er (x) op volgen: gelyck- nien fien magh aen het beginfelvan de Kercke, "welche alhier nu gebouwet wert (jnet welcke de Superfiitie aireede begint te fpeelen, om die, n(ie de oude ende nieuwe Roomfche Jfgodijche wyfe, eenen naem te gheven, welcke haer niet en betaemt) dat het menfchen werck is. De af- keer der Gereformeerden van eenen naam, die, met de naamen, welken de Roomfch- gezinden aan hunne Kerken gaven , over- eenkwam , is, federt, naar alle waarfchyn- lykheid, oorzaak geweeft, dat de nieuw ge- bouwde Kerk, zelfs in het opfchrift, xvelk in den muur des Toorens geplaatft werdt, niet S. Jans-, maar Zuider Kerk genoemd is, om dat zy, in 't zuidelykfte gedeelte der Stad, gefügt was. Des Sants naam is, nog- tans, vermoed ik, bewaard gebleeven in de naaftgelegen Santflraat; fchoon de meeften den naam der zelve Zandflraat fchry ven, zon- der dat ik heb können vinden, dat hier, van °uds, meer zands geweeft zy, dan elders, j in de Stad.
gen.an "^e Zuider Kerk ftaat tuffchen de nieu-
we Hoogftraat en Raamgraft, en heeft vier
ingangen, twee in de Santftraat, van welken de ooftelykfte, eerfb in 't jaar 1733 , gemaakt ls; een in de Santdwarsftraat, en een' op de S. •Antonis-breêftraat.De laatfte is ook de ingang paar't Kerkhof, welk, in 't eerft, nog eenen jngang in de Santftraat plagt te hebben, die, w de Frontefpies, met allerlei gereedfchap, tQt het begraaven van dooden in gebruik, en met de fpreuk Memento mori , Gedenkt te flemen, plagt verfierd te "zyn. Doch dee- Ze ingang is, voor lang, weggenomen. De andere, die nog in wezen is, is eene fraai- ^ hardfteenen poort, in welker Frontefpies, f en<~ doodbaar, doodshoofden en beenderen, Grootte. £onftlgiyk ■ uitgehouwen zyn. De Kerk is,
innenswerks, een honderd agt en dertig voeten ]ang f en een en negentig voeten breed. £y heeft geen Choor,gelyk de ou- de en nieuwe, doch geene andere Kerken, die, na den tyd der Reformatie, geftigt zyn, Slerj?rLSCede' hebben- Het midden-dak
der Kerke fteekt ver boven de twee zyd-
Gia ^aken uit, en ruft op tien zwaare, ronde,
azen. «eenen pilaaren, vyf ter wederzyde. In 't
certt, was de Kerk met gefchilderde glazen
<x) Pil. 3j.
|
|||||||||||
voorzien, die door vyftien byzondere Gil- Zuider
den (9) gegeven waren. Het zeftiende WaS, ÜMUE« door de Admiraliteit, gegeven, en vertoonde den flag voor Gibraltar (y), in 't jaar 1607, by den Amfterdamfchen Admiraal Heemskerck, gewonnen.Doch alzo zy deKerk,geweldiglyk, verdonkerden, zynze allen, in gevolge van een befluit van Kerkmeefteren van Decem- ber des jaars 1658, allengskens, weggenomen, en ongefchilderde glasraamen, in welker mid- den , alleenlyk, het wapen en zegel der Stad ftaan, in de plaats gezet. Egter, is de Kerk niet zeer licht, om dat de glasraamen, in de zydpanden, wat laag geplaatft zyn, en-de huizen ten weften, in de Santdwarsftraat, wat digt aan de Kerk ftaan. De Kerk heeft, in 't midden, vier groote, en in de omme- gangen , agt kleine Kaarskroonen. In 't zui- den der Kerke, is, in 't jaar 1660, eene rui- me Galery voor de Diaconie - Weeskinde- ren gebouwd: waarby, in 't jaar 1749, nog eene andere, boven den ingang in 't Noord- ooften, ten behoeve der toehoorderen in 't gemeen, gevoegd is. De Tooren der Zuider Kerke, die in 't Tooren.
zuidweften ftaat, en twee honderd zeven en dertig voeten hoog is, heeft drie tranfèn of ommegangen: de eerfte, van onderen , is honderd en vyf voet hoog: de tweede dertig voet. Op den zelven , flaan, aan de vier hoeken , vier hardfteenen Jonifche kolom- men van gelyke hoogte. De derde trans, die met eene fteenen leening omringd is, is een en dertig voet hoog, gerekend van het bovenfte gedeelte van den tweeden trans. Van den derden trans tot aan 't kruis, zyn nog een en zeventig voet. 't Gebouw van den tooren wordt van kenners zeer gepree- zen. De koepel of kap is doorlugtig, en voorzien van een fraai klokkenfpel; welk egter niet zo zwaar , en wat hooger van toon is, dan dat van den Oude-Kerks-Too- ren. Sommigen hebben den bekenden Jan Adriaanszoon Leegwater, als maaker van dit uur- en fpeelwerk, te boek gefteld (z). In 't Kerkmeefters-Comptoir, hangt een fraai fchilderftuk, in't jaar 1669, door Ferdinand Bol, gedaan , en het aanbrengen der ge- fchenken , tot den opbouw van Salomos Tempel, verbeeldende. In de vergulde Lyft van het zelve, ziet men de vier wapens der Kerkmeefteren, die, in 't gemelde jaar, in dienft waren. Het
(y) A3ntfk. van Schepen SchAEP MSS. N. 2.
(«.)- DooHEGEF.ST en POSJACER Rypcr Zeepoftil, h'. 339«
(o) Zie hier derzelver naamen: 't Schoenmaakers-,
Kleêrmaakers-, Goud- en Zilverfmids-, S.Lucas-,'t , Viffchers-, Bergenvaarders-, Metfelaars-, Kraamers-, S. Jozefs-, Scbeepstimmermans-, Kuipers-, Smids-, Droogfcheerders-, ßinnenlandsvaarders, en Bakkers- Gilde. R 2
|
|||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||||||||||
A M S T E R D A M S
|
|||||||||||||||||||
132
|
|||||||||||||||||||
Mr. LucasTrip.
Jooft de Smeth de Jonge. Nicolaas Witfen. M'. Joan de Witt. Joan Corver de Jonge. Carel Boelens. Mc. Diderik van Buren, Jan van den Velde. Jan Carel Six. Frans van Marfelis. M'. Hiob de Wildt. Balthafar Coymans. Mr. Iman Mogge. . Karel van Dam. Willem Giefenbier. Jan Lucas van der Duffcn. David ten Hove. Jan van Marfelis Junior. Lodewyk de Bas de Jonge. Märten Bäcker. M'. Pieter Nicolaas Rendorp. George Clifford Junior. Jacob van Ghefel Junior. VII.
|
|||||||||||||||||||
WësTEÏ;
Kerk. |
|||||||||||||||||||
Zuider Het Zuider - Kerkhof is het eenigfte hier
Kerk. ter Stede, welk nog, omtrent de Kerk,ge- Zuider. bleeven is. De overige Kerkhoven, die aan Kerkhof, of om de Kerken plagten te zyn, zyn, al voor lang, verdweenen of verplaatft. Men begraaft , nogtans, zeer zeldzaam, op het Zuider - Kerkhof : zynde aldaar maar ééne dubbele Grafkelder, boven den grond op- gebouwd , en met twee zerken gedekt. Zy behoort aan het geflagt van I/aak Hartman en Jaapje Hanfe Roodenburgh , Egteluiden; die, hier, de eerfte, in 't jaar 1684, en de andere, in't jaar 1701, begraaven, en wel- ker wapens, boven de Grafftede, geplaatffc zyn. Naamlyft Zie hier de Naamlyft der Kerkmees- derKERK- teren van deeze Kerke: |
1694.
1698. 1700.
1702. i7°5-
1709. 1711.
1717.
1719. 1720. 1722. 1724. i73°-
I731- 1740. 1741.
1749. 1749. Ï750-
1754- 1755- 1758. 1763. |
||||||||||||||||||
MEESTE-
|
|||||||||||||||||||
611. Gerrit de Beer.
611. Cornelis Philipsz. Boom. 611. Willem Jacobsz. Pauw. 614. Simon Willemsz. Nooms. 616. Adriaen Cromhout.
617. Cornelis Jansz. Valckenier.
621. Cornelis Canter. 621. Cornelis Michielsz. Blaauw,
627. Reynier Reayer. 627. Jan Cornelisz. Valckenier. 633. Jacob Jacobsz. Roch. 635. Jacob van Bronckhorft. 650. Willem Six. 652. Adriaen van Cuyck.
653. Nicolaes van Bambeek.
653. Jooft Janfen Cruysvelt.
654. Jan Tayfpil.
657. Thomas Broers. 661. Elbert Del. 66"j- Jan BaptiftaBartolotti van den Heu-
vel. 668. Mr. Nicolaes Witfen.
669. Mr. David de Wilhem.
670. Denys Nuyts.
671. Gafper Pellicorne, Heer van Lair-
reght.
672. M'. Anthoni Gommers.
672. Nicolaes Walens. 672. George de Haes.
673. Pieter Pellicorne.
673. M'. Jacob Bicker Hcndriksz.
675. Jan Coymans. 683. Mr. Fredrik Danckers.
684. Mr. Quiryn van Stryen.
685. Hendrik Hudde.
688. Mr. Jacobus van Stryen.
689. Willem Adriaen van der Stel.
691. M'. Jan Six de Jonge. 691. Guillain Pels.
692. M'. Daniel Jan Bernard.
692. Joan van Hemert.
693. Carel Hartfmck.
|
|||||||||||||||||||
WESTER-KERIC
De laatfte Vergrooting der Stad op e'e'ne BefcW'
na, in den jaare 1611, zynde aange- vin§ ^ vangen, befloot de Vroedfchap, in den jaa- jJ^s! re 1614, in deeze vergrooting, een erf tot eene markt, tuffchen de Keizers- en Prin- fengraft, te laaten leggen (a). Men gaf, aan deeze markt, in 't eerfh, den naam van Keizersmarkt (b). Doch, naderhand,is haar de naam van Weftermarkt bygcbleeven. De bewooners der Keizers - graft omtrent de markt verzogten, in 't jaar i6ró , dat 'er eene ftraat gerooid mögt worden, die, van over de markt, ooftwaards, liep. Doch dit verzoek werdt afgefiaagen (c). In 't begin Stigticfc des jaars 1615 , werdt goedgevonden, Gn deeze markt, eene Kerk te iligten (d). Doch 't liep aan tot in 't jaar 1620, eer de eerfte fleen van 't gebouw gelegd werdt. Zulks gefchiedde, op den negenden September, door JVillem de Vry, Zoon van den regee- renden Burgemeeiler, Fredrik de Vry. En in 't jaar 1631 ,op den agtften Juny, zynde Pinkfterdag, werdt, in 't nieuwe gefügt, de eerfte Predikatie gedaan. De gedagtenis van 't een en 't ander is bewaard in een opfehrift van deezen inhoud, welk, boven eeneningang naar desKofters wooning, bezuiden de wefler- deur ■, van binnen in de Kerk, te leezen is: Tot
(a) Refol. Vroedfch. >7. il. 19 Pee. t«t*. f. 141.
(b) Refol. Vroedfch. A'. 12. 13 Jaly 1817. ƒ. 17 verft.
(c) Refol. Vroedfch. N. 11. 19 hec. 161 <J. ƒ. 19j i/er/*>
(4) Refol. Vroedfch. N. 11. 7 Jan. 161 j. f, 141. |
|||||||||||||||||||
*J, .tf(we& /cvZs. Tibi
|
||||||||||
JD JEi WJESTHJl-IZJEllK
|
||||||||||
'art /ViriTVCiv, naar' '■& Ovfèeiv, ~t& zieiz-
|
||||||||||
/y
|
||||||||||
D E W.E STEH -JCJEH IC
varv /innen, naar 'ü G)¥e/hizs, ':te/ Xc&n/.
|
||||
ÏÏ- Boek.
|
||||||||||||||||||||||
GEREFORMEERDE KERKEN,
|
||||||||||||||||||||||
133
|
||||||||||||||||||||||
West
|
ER
|
|||||||||||||||||||||
ruft, en, naar 't zuiden, voor weinige jaaren, Wester
ten behoeve der toehoorderen in 't gemeen, Kebk. vergroot is. In 't ruim, hangen vier koperen" Kaarskroonen, elk van dertig armen, en ter wederzyde agt kleineren, 't Kerkméefters- Comptoir is een fraai vertrek. In 't zelve hangt eene afbeelding der Kerke van buiten' van de Keizersgraft te zien, konftiglvk, door Jan van der Heyde, gefchilderd. Ook ziet men, hier, de wapens der Kerkmeefteren, in een zinnebeeldig Tafereel, in 'tjaari75o, door den Konflfchilder Louis Fabrieius du Bourg, gefchilderd. De Tooren deezer Kerke, die,in 't wes- Toorpn
ten, tegen eene bogt der Prinfengraft, ftaat, en daardoor van zeer verre gezien kan wor- den, overtreft alle de andere toorens dee- zer Stad, in hoogte en fraaiheid. Hy heeft drie tranfen of ommegangen. De voet van onderen beflaat agt en dertig voet in 't vier- kant. De Tooren is, van de ftraat af, tot aan den eerften ommegang, honderd en veer* tig voet hoog. Tuffehen den eerften en twee- den ommegang, ftaan, ter hoogte van agt en veertig voet, zeer fierlyk bewerkte ko- lommen op de vierhoeken, tuffehen welken, aan elke zyde van den Tooren, Stads wapen geplaatft is. Tuffehen den tweeden en derden ommegang, is de Tooren doorlugtig: ook hangen hier de fpeelklokken. En deeze tus* fchenwydte is, ter hoogte van agt en der- tig voet, op de vier hoeken, ook met ko- lommen bezet, tuffehen welken, vier Uur- wyzers geplaatft zyn. De kap boven den derden ommegang is, insgelyks,doorlugtig. In dezelve hangt de groote ilagklok. De top des Toorens is , beneden 't kruis, ge- dekt met de Roomfch-Koningklyke Kroon, die 't wapen der Stad verfiert. De kap be- reikt, tot aan 't kruis, de hoogte van drie en zeventig voet; zo dat de Tooren, in 't geheel , twee honderd negen en negentig voet hoog is. Hy is niet voor 't jaar 1638, geheellyk, volbouwd. Sommigen hebben aangetekend, dat JanAdriaanszoonLeegwa- ter het Uur- en Speelwerk in deezen Too- ren gemaakt heeft (g). Aan deeze Kerk plagt ook een Kerkhof Kerkhof,
te zyn, welk, tot het begraaven van doo- den, diende. Men hadt den toegang der- waards door eene fraaije poort van de Tos- kaanfche orde, die, ooftwaards van de Kerke, op de Keizersgraft flondt, en van boven, bei- de naar binnen en naar buiten, met een ge^ lauwerd doodshoofd, tuffehen twee hoopen doodshoofden, in fteen gehouwen,verfierd was. In 't midden, boven den ingang, las men: Mors fidelium est vitje perennis ini-
(g) dooregeest en Posjager Ryper Zeepoftil, W. 33?.
R3 |
||||||||||||||||||||||
Tot oeffeninge van de Chrifielycke Religie
w defe IVefier Kerck ghefiicht Anno MDC. XX. den IX. Septembri den eer- ften fleen gheleyt, ende A°. MDC. XXXI. °p Pinxterdach de eerfle Predicatie ge- daen. lerwyldeKerk gebouwd werdt, was, zuid-
Waards van dezelve , eene groote houten loots opgeflaagen , waarin, tot in 't jaar 1(^3i toe, gepredikt werdt; waarna dezelve Wederom werdt afgebrooken. Een Kleer- maker, Klaas Janszoon genaamd, aan Bur- gemeefteren, by Requefte, te kennen ge- geven hebbende, dat hy, om zynen yver Voor de waarheid, zyne kalanten,diemeeft ■^-emonflranten waren, verlooren hadt, was, PP zyn verzoek, den eerften Oótober des jaars 1620, by provifie, tot Kofier in de Weiler-Loots-Kerk, aangefleld (e). Cnr°otte De W e s T e R - K e R K, zo genaamd, om •kante ^at zy' *n 'c we^e^yk gedeelte der Stad ,
gefligt is, ftaat op eene ruime markt, al- omme met boomen bezet, en gelegen tus- fchen de Lelie-graft en Ree-ftraat. Zy is de grootfte en aanzienlykfle van alle de Ker- ken, die, hier ter Stede, na de Reformatie, gefligt zyn. Binnenswerks, is zy honderd agt en zeftig voet lang, en zeven en negen- tig voet breed, 't Gebouw is twee Staad- jen hoog, die beide, met pilaflers van de Toskaanfche en Jonifche orde, bouwkon- ftiglyk, verfierd zyn. De onderfle flaadje i? agt en veertig,de bovenfle negenender- tig voet hoog. Op deeze ftaadje, ruft het dak, welk zeven en dertig voet hoog is. De fteenen gewelven van't gebouw ruften, met derzelver boogen, ter wederzyde, op vyf Zwaare pilaaren, elk, als een drieling, fa- oiengekoppeld. De Predikftoel ftaat, tegen een der zelven, in't noorden. In't weiten der Kerke, boven den ingang, werdt, in 't jaar 1687, een fraai Orge' gefteld, op vier rnarmeren zuilen. Het heeft zeven en der- tig Regifters of Hemmen, en is, van bui- ten , met keurlyk beeldwerk , verfierd. &oven het Orgel, ftaat het beeld der Lief- de , waaronder men leeft : Deo et pro- Ximo : dat is , Gode en den naaflen. Ook zyn de deuren van het Orgel, door Gerardde LaireJJe, fraai befchilderd. Kerkmeefteren wa- ren, in 't jaar 1682 , gemagtigd , om dit Orgel, welk men rekende, zeftien duizend of negentien duizend guldens te zullen kos- ten, te laaten maaken(/). In 't ooften der Kerke, is , ten zelfden tyde, eene ruime tralery gebouwd voor de Aalmoeffeniers- Weeskinderen, die op vier fleenen pilaaren |
||||||||||||||||||||||
■
|
(f- -root-Memor. N. II. ƒ. i?8 verfo.
VI Refol. Vioedfch. Zr. o. 12 Kov. 1652. ƒ.
|
|||||||||||||||||||||
317.
|
||||||||||||||||||||||
i34 AMSTERDAMS III. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
initium, dat is: De dood der geloovigen is't 1737.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M'. Aegidius Willem Tollink.
Mattheus Boendermaker. Henrik Bicker. Nicolaas Warin Junior. Lieve Geelvinck. Cornelis Deutz van Afïèndelft. Zeger van Son. . Lambertus van Notten. Hendrik de Wacker van Son. Jean Deutz. Philippus van der Nolk.
Henry Clifford. VIII.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Weste
Kerk. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
begin van 't eeuwig Leeven: en van binnen:
Bona mors initium vitm , dat is: Een goede dood is 't begin van 't leeven. Doch in 't jaar 1655 j zynde een Pefttyd, werdt beflooten, dit Kerkhof, om de kleinte en flank, niet meer te gebruiken, en het in 't Bolwerk Ry- keroord, ten einde van de Blomgraft, te ver- leggen (b), daar het nog is , en Wefler- Jieikhof genaamd wordt. De Poort, van wel- ke wy fpreeken, werdt voor een meefterftuk der konil gehouden. Men ziet diergelyke fie- |
1738.
1740.
-745-
1748. 1748. 1749. l75l-
175*-
!753- l75S-
^757-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
raaden, als boven deeze Poort plagten te itaan,
nog boven de twee ingangen der Kerke in't ooiten: de zuidelyklte van welken eene loo- ze poort is. De Kerk heeft twee andere voornaame ingangen, een in 't weiten, en een in 't zuiden.. De naamen der Kerkmeesterenzyn
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
NOORDER KERK.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
D
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Noorder Kerk, zo genaamd , Be^^
om dat zy, in 't Noorder gedeelte Ï}^bpek |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Naamlyft
der Kerk« MEESTE-
REN. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
der Stad, gelegen is, ftaat aan de weitzyde gEBs£.
van de Prinfengraft, tuflehen de Anjeliers- en Brouwersgraf ten, op een plein met boo- men bezet, eertyds, de Prïnfen-, doch nu de Noordermarkt genaamd. De zelfde ver- grooting der Stad, die, tot het bouwen der Weiter Kerke, aanleiding gaf, heeft ook, tot het ftigten van de Noorder Kerke, gelegen- heid gegeven. De Vroedfchap beüoot, in 't begin des jaars 1620, uit te zien naar plaats tot eene kleine Kerk of Kapel, op de Prinfenmarkt (ï). En 't liep flegts aan, tot Sog'»1* den vyftienden Juny des gemelden jaars, toen de eèrfte fteen aan 't nieuwe gebouw gelegd werdt, door den oudften Zoon van Cornelis Dankens, Stads Meeiter Metfelaar. In 't jaar 1623, was de Kerk, in zo verre, volbouwd, dat, op den zeftienden April, zynde Paafchdag, de eerfte Predikatie ge- daan werdt. 't Een en 't ander blykt uit dit opfehrift, welk boven den ingang in't noor- den van binnen te leezen is: Tot oefeninge van de Chrißelycke Religie,
is defe Noorder Kerck ghejlicbt, Anno MDC. XX. den XV. Juny den eerfien Steen gheleydt. Anno MDC. XXIII. vol- maeckt, ende op Paefchdagb de eerflePre- dicatie gedaen. De Noorder Kerk , die kleiner is dan de &o0f
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1631. Hendrik Voet.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kieft.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1631. Cornelis Ysbrantsz.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1633. Joan Bicker.
1647. Reynier Pauw. 1651. Gerard Smits.
1652. Joan Coymans.
1653. Adriaen de Waert.
1657. Jan Barent Schaap.
1658. Nicolaas van Lieberg.
1659. Guilliam de Penyn.
1669. Willem van den Broek.
1670. Dr. Gerard de Penyn.
1670. Denis Nuyts. 1677. Daniel Bernard, Heer van Catten- broek.
Salomon van de Blocquery. Reymont Wolters. Cornelis Calkoen. Coenraad Geelvinck. Marten van Loon. Pieter Balde. M'. Nicolaas de Vicq. Hendrik van de Blocquery. Mr. Anthony van Waveren. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aegidius Tollink.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mr
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M'.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1704.
1708. 1709. 1711. 1716. 1719. 1719. 1724. i725-
1727. 1729. 1729, 1736, |
Willem Bäcker.
Wigbold Muilman. Jan van Ghefel. Abraham Lellevenon. M'. Willem du Fay. Fredrik Berewout. Abraham Boddens Thomasz. Mr. Pieter Rendorp. Pieter Pels Andriesz. M'. Pieter Pels. Mr. Nicolaas Witfên Jonasz. M'. Gerrit de Graef. Jacob Elias Scott. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
twee andere nieuwe Kerken, welkenhier voor , befchreeven hebben , en
|
wy>daante-
maar |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zeventig fchreeden in haaren omtrek heeft,
is een fraai kruisgebouw, welk, van bin- nen , nogtans, eene agtkantige gedaante heeft, en daarom zeer gefchikt is, tot het gehoor der openbaareLeerredenen,en eene groote menigte volks bevatten kan. De vier ge-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
f») ftefol. Vroedfch. AT. tz. z° Febr. io ^fpril, 6 M*y
(h) Refol. Vroedfch. Lx. A. iz ^Aug. i6jj. ƒ. j. i«;o. ƒ. 10« vttfi, 109, ni. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Z> JE N O O R JD JE R K^RIC
vnrt' óinneny, naar 'ó *¥fécrrZen te-' zzen/,
|
|||||
J c/
|
|||||
II. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GEREFORMEERDE KERKEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
135
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
N
|
j2J»br gevels van 't kruis hebben ieder twee groo-
te hooge glasraamen, en een glazen rond, welk boven ieder paar glasraamen geplaatft, en twaalf voet over 't kruis groot is. De gevels zyn, van onderen, ieder twee en ne- gentig voet breed. Op het plat van eiken gevel, ftaat eene fraaije Baluftrade: en uit het dak fheekt een fierlyke Tooren, die tot aan <jen kloot, welke't kruis en den weêrwyzer draagt, vier en vyftig voet hoog is. Twee v°ornaame ingangen heeft de Kerk, een in't noorden, en een in 't zuiden, zynde beide, binnenwaards, poorten van deDorifche bouw- de 5 die ieder twaalf voet hoog zyn. Het gekroond Stads wapen flaat boven ieder der- Ze'ven. Boven den zuider ingang, van bin- V^n j ftaat het Geloof, de tien Geboden en het Gebed des Heeren, op een Tafereel, voorts, zyn 'er nog twee mindere ingan- gen: een derzelven leidt door des K öfters woo- ning.'t Kruisgewelf der Kerke ruft, vanbin- £en > op vier zwaare, als drielingen, famenge- ■^oppelde kolommen, tegen eene van welken, fje Predikftoel gefteld is. In 't midden der Ker- *e> hangt eëne groo'te koperen Kaarskroon, en vier anderen rondsom dezelve. Voor de Kerke, in 't ooften, plagt een groot vier- kant Kerkhof afgefchooten te zyn; 't welk, te gelyk met het Wefter - Kerkhof, ver- P'aatft, en in het Bolwerk Karthuizers, be- ?°orden de Zaagmolens-Poort, overgebragt ls- Het wordt nog het Noorder - Kerkhof ge • |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1683.
1687. 1689. 1690. 1697. 1704. 1704. 1707. 1714. I7I5-
1719. 1721.
1721. i725-
I731-
1733-
1739-
1742. 1744.
1746. 1746. 1748. 1748. 1752- |
Barent de Moor.
Louis Trip. Jan Loten.
Mr. Antoni de Sadeler.
Dr. Ludovicus de Dieu,
David van der Meer.
Jacob Temminck.
Hendrik Huyghens.
Jacob Faas Nicolaasz.
Willem van der Does Junior.
Jan Bernard.
Mr. Johan Schrevelius.
Mr. Jan van Loon.
Jan van Marcelis Junior.
Daniel Deutz de Jonge.
Jan Willem Trip.
M'. Willem Adriaan van Weert.
Daniel Jan Bouwens.
Mr. Johan Ortt.
Dirk van Marfelis.
Pieter van der Nolk.
Johan Michiel Bock.
Hendrik Hoogenberg.
Daniel Parvé.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
OOSTER*
Kerk.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1756. Joan Geelvinck.
1758. Ifaac Hoogenberg. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
George Clifford Pietersz.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1760.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IX.
O O S T E R-K E R K. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^aamd. De beroemde Hendrik de Keize, is
oouwmeefter der Zuider-, Wefter- enNoor- der-Kerke geweeft. |
De jongfte uitlegging der Stad heeft ge- Befchry-
legenheid gegeven tothetftigtenvan IinS der |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
j Tot hiertoe, zyn
^ Noorder-Kerke |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
drie.Kerken, -de Oofter-Kerk, de Eilands- Kerke."
Kerk en de Amftel Kerk, welken wy nog befchryven moeten. De Vroedfchap, in de Lente des jaars
1659 , beflooten hebbende , eene houten Loot's, in de plaats van eene Kerk, tot het houden van openbaare Godsdienftige Ver- gaderingen , op te regten op Raapenburg (£); gefchiedde zulks, zonder uitftel : en op Paafchdag , zynde den agt en twintigften Maart des volgenden jaars, werdt daarin de eerfte Predikatie gedaan. De Loots, die den naam van Oofier-Kerke kreeg, ftondt aan 't einde van Raapenburg, voorby 't nieuwe Werkhuis, aan de fchans, ter plaatfe, daar, federt, de nieuwe Raapehburger - fluis ge- legd werdt. 't Leggen deezer fluize gaf ge- legenheid, tot het afbreeken der Loots, van welke wy fpreeken : en in 't jaar 1669, werdt beflooten, eene fteenen Oofter-Kerk te bou- wen op Wittenburg (/), alwaar, by 't uitgee- ven der erven, plaats tot eene Kerk open- gelaaten was. Men viel, nog in 't zelfde Stigting. jaar,
(O Refol. Vroedfch. L'. B. n Maart i«j9. f. 93.
(I) Refol. 'Vioedfch. t'. F. II Jtity ifisj. f. 203. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kerkmeesteren
gefteld: |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I623. Hendrik Lludde.
1623. Pieter Haflelaer. 1623. Jan Teunisz. Schellingwouw.
1624. Jan Huydecoper.
ï6a6. Hendrik Voet. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ï629.
Ï637-
364I. I645.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan Valkenaar.
Pieter Jansz. de Wit. Adriaan Valckenicr. Dirk de Lange. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
16
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
49-
|
Pieter van Loon.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^53. Jan Fontaine.
1(%3- Cafper van Ceulen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3658.
I66a. 1664. "Ï667. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Daniel Bernard.
Jean Raye. Cornelis van Gec'1. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
. Salomon Swecrs.
1669- Joannes Rykers. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^80.
168 o. I682 |
oannes Kcvmers.
Johannes van Grol. Chriftoffel Indifche Raven. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Willem Raap.
Pieter Sifc. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i36 A M S T E R
Ooster- jaar, aan 't graaven. Op den vierden Oe-
Kekk. tober, werden de vier eerfte fteenen van 't gebouw gelegd, door Gillis PPybrantsde Jon- ge, Dirk van der Waeyen, Hendrik de Penyn en Aernoud Blom, Zoonen der toen dienende Kerkmeefteren. Voor 't einde van 't jaar 1671, was de Kerk volbouwd,en de eerfte Predikatie werdt, op Kersdag, gedaan. Grootte DeOosTËRKERicis een fraai vierkant en ge- kruisgèbouw, welk, binnenswerks, honderd daante. voeten lang en breed is. Zy heeft vier in- gangen , drie van welken tot gemeen gebruik dienen. De vierde is de toegang naar des Kofters wooning en 't Kerkmeefters-Comp- toir. De aanzienlykfte ingang is in 't zui- den , en heeft een deftig Portaal, op welks plat, eene fierlyke Baluftrade ftaat. In 't Por- taal , is de ingang naar 't Diakens-Vertrek. De Kerk wordt, in 't zuiden en noorden, door twee, en in 't weiten en ooften, door drie ryen glasraamen, boven eikanderen , verlicht. In deeze glasraamen, zyn het wapen en zegel der Stad, en de wapens der Bur- gemeefteren, Mr. Andries de Gr a e f, JoAN VAN DePöLL, D'. NiCOLAES
Tulp en Cornelis van Vloosw yk,
die, in 't jaar 1671 , regeerden, gefchil- derd. 't Gewelf ruft op vier vierkante pi- laaren van de Jonifche orde. In 't weften tus- fchen twee der zelven,ftaat de Predikftoel, die vierkant, en, in elk der drie voorfte panee- len, met een byzonder zinnebeeld, bewerkt is; doch alle de zinnebeelden zyn omringd van een' flang, het af beeldfel der eeuwig- heid. Men ziet 'er een brandend hert met vleugels, op een' lelietak; een anker, met korenairen en leliën, en twee Jeruzalemfche veeren of palmtakken, kruiffelings geplaatft. De leening van den trap naar den Predik- ftoel ruft op diergelyke palmtakken en le- liën. Zulke zinnebeelden ziet men ook, in een basrelief, boven den toegang naar't Kerkmeefters-Comptoir, in't noorden der Kerke. Het vertoont een' fpiegel met twee . (langen, en eene duif in 't midden; boeken, palmtakken en andere lieraaden ter weder- zyde. Onder aan, leeft men PrUDENTES & INNOCENTES.
dat is:
Voorzigtigen en onno%elen.
In dit Comptoir, hangen, voor den fchoor-
fteen en boven de deur, twee Wapenborden der Kerkmeefteren. De geftoelten voor de Regeeringe zyn , ter wederzyde van den Oofter-ingang, tegen over den Predikftoel, en de overige geftoelten, rondsom en tegen de wanden, geplaatft. Agter de geftoelten der |
D A M S III. Deel.
Regeeringe, heeft men, by 't bouwen der Oostek-
Kerke, de grondflagen gelegd, waarop men,IiERK' des noods, de pilaaren tot eene galerye zou können veftigen. Negen koperen Kaars- kroonen hangen 'er in de Kerke. De mid- delfte en grootfte is, met het boveneinde van haaren ftang, vaft in 't midden van een Uurwyzer, geplaatft in 't gewelf der Kerke, vlak onder den Tooren, en door deszelfs uurwerk bewoogen wordende. De Tooren is een maatige agtkantige koepel, met een' lan- taarn , van gedaante als de tooren van 't Stad- huis. Sedert drie of vier jaaren, arbeidt men zeer aan 't herftellen van 't muurwerk dee- zer Kerke, welk hier en daar begon te fcheu- ren. Zie hier de naamlyft van de K e r k- Naam'vs>
meesteren der Oofter-Kerke. d('^r£" [ 659. Nicolaas Pietersz. van Hoorn. E£li*
[ 659. Dirk van der Waayen.
1659. Arcnt Hardebol. 1659. Jan Baptifta Hochepied.
1660. Jofephus Duyts.
1660. Cornelis Schaep. 1662.. Gillis Wybrandts. [663. Mr. Nicolaas Lifting. [663. Dr. Gerardus de Penyn. 1669. Dirck Blom.
1670. Abraham Tobias.
1671. Louis Trip.
[672. Salomon van de Blocquery. [672. Rochus van de Capelle. ;673- jonas Witfen. 673. Anthoni van der Ghielïèn.
676. Anthoni Bruyning.
680. Daniel Cherify.
680. Carel Six.
680. Hendrik Scholten.
690. Mr. Daniel de Dieu.
693. Jan Hinloopen.
694. Floris Elias.
yo(). M'. Jacob Karsfeboom. 712. Jacob Elias Scott. 715. Benjamin Dutry.
716. Jan Agges Scholten.
720. Nicolaas Calkoen de Jonge. 725. Anthony Guftaaf de Geer. 732. Coenraad van Son. ;73Ö. Jean Fleon. 742. Mr. Jacobus van de Poll. 746. Zcger van Son. 748. Jan Nicolaas van Eys Ifaaksz. 748. Mr. Coenraad Ie Leu de Wilhem. 748. David de Wildt.
749. Hendrik de Wacker van Son.
752. Jan PieterBok. 755. Arnoldus van Ryneveld.
756. M'. Carel Wouter Viflcher.
760. Pieter van Ghefel. X
|
|||||
2>je ïïiz^irns-ICEiLx:.
|
||||
DE IsTlETTWE HAL
|
||||
*fc Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GEREFORMEERDE KERKEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
137
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i6$i. Elias Coymans.
1683. Hendrik Theulinx.
1684. Hendrik van Beuningen.
1689. Ni colaas Calkoen Cornelisz, 1691. Cornelis Borghorfl. 1697. Adriaan Pels.
1704. Gillis Valckenier.
1704. Mr. Pieter Calkoen.
1704. Süvefter van Tongeren.
1706". Abraham Loten.
1707. Jan van der Wiffel.
1711. Willem Nolthenius.
1711. Philippe de la Fontaine.
1713. Hendrik de Wacker.
1719. Mr. Johan Ortt.
1721. Mr. Gillis Coymans.
1721. Pieter Teftas.
1729. M'. Gualterus Petrus Boudaen,
1729. Ewaldus Deodati.
1730. Cornelis Jacob Hagelis.
1737. Lucas Trip Dirksz. 1739. Willem Cornelis Backen 1739. Dirk Bäcker.
1740. Jan de Cerf Jansz.
1745. George Clifford Junior. 1745. Willem Hooft. 1746". Hendrik Clifford.
1748. David Jacob van Eys.
1749. Ambrofius Pool.
1753. Philippus van der Nolk.
1755. Gysbert Heycoop. 1757. J°ao Fredrik d'Orville. 1757. Jacob Luden. XI.
A M S T E L-K E R K.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ElLAKns^
KERK,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
EILANDS-KERK.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
T°en, in 't jaar 1659, beflooten werdt,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
STANDS-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de Oofter-Loots, op Raapenburg, te
timmeren; werdt, te gelyk, vaftgefteld, een diergelyk houten gebouw, tot eene Kerk, °P te regten, op het Bickers - Eiland (in). Uok werdt, in het zelve, op den zelfden Paafchdag des jaars 1660, de eerfte Predi- katie gedaan. De Eilands - Loots was van eene langwerpige gedaante, en hadt drie da- *en) van welken het middelde, boven de twee uiterften, uitftak. 't Gebouw Avas , r°ndsom , van kleine dubbele glazen venfters voorzien. Men heeft zig van deeze Loots, omtrent vyf en zeventig jaaren, tot eene j^erk, bediend. Doch in 't jaar 1734, be- iloot de Vroedfchap, eene fteenen Kerk, in ^ plaats der zelve, te fügten (n). Zy werdt e?rft in 't jaar 1736 volbouwd, en tegen 't emde van dat jaar, werdt de eerfte Predika- jj*e gedaan in de nieuwe Ei l a n d s-K é r k e. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ee«yds
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
e
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ho
|
'«en
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lo
|
'Ots.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wordt
b0UV7d<
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Haare
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lante.
|
% heeft ook, gelyk de Loots, eene lang-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
werpige gedaante; doch is merkelyk hooger.
/vvee deftige ingangen heeft deeze Kerk, een j^'t zuiden, en een in't noorden, alwaar des Kofters wooning en't Kerkmeefters-Comptoir ls ■> en nog twee deuren in 't ooften 't Gebouw Wordt, wyders, verlicht door twintig glasraa- ïïien-van redelyke groote, twee van vooren, ter wederzyde van den zuider-ingang, en ne- gen aan elke zyde. In de Kerke, hangen twaalf koperen Kaarskroonen: vier in 't midden, daarvan de twee binnenften de grootften ^yn, en vier aan elke zyde. Het dak ruft, van mnen, op zeftien witte ronde hardfteenen ^olommen, tegen eene van welken in't ooften, de Predikftoel ftaat.Midden uit het dak,fteekt een kleine Koepeltooren, die doorlugtig, en vanUurwyzer en Slagklokken voorzien is. Kerk meesteren deezer Kerke zvn
geweeft: |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tot geryf der Gereformeerde bewoone- Befchry.
ren van de nieuwe uitlegging der Stad ving der werdt, zn 't jaar 1668, by de Vroedfchap' Amstel- vaftgefteld, omtrent de Utrechtfche Poort' Kerke* eene Predikfchuur op te regten (0). Hier was,by 't uitgeeven der erven aan de noord- zydeder Prmfen-graft, tuiTchen de Regu- hers-graft en Utrechtfche ftraat, een groot veld tot eene Kerk gefchikt, welk, federt, het 'AmfleheU genaamd werdt. Men ging, Stigtlng, eerlang, aan't bouwen van eene ruime vier- kante Loots, op dit veld; die, even als de Oofter-Kerk, honderd voeten lang en hon- derd voeten breed was, en in welke, op den negenden Maart des jaars 1670, de eer- fte Predikatie gedaan werdt. In 't jaar 1687, werdt beflooten, eenige erven omtrent de Amftel-Kerk te verkoopen; doch het plein of veld aan die Kerk egter groot genoeg te laaten, om op hetzelve, t'eenigen tyde , |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I^S9. Louis Quickelenbiirg.
I(559- Cornelis Graafiand. 1659. Adriaan van Loon. 1659. Willem Blaauw. 1 ^7- Jacques Thierry. I^67- Joannes Carpentier. 1076- Ifaac Hochepied Junior. l678. Andries Bernard. l679- Jacobus Schot. l679- Cornelis Graafiand. l679- Joan van Zeiler. Iö79- Hendrik van der Voort. f»? W°,L Vroe<iCch. Ir. B. 27 Maart i«59- ƒ• 93.
«-efol. Vroedfdi. L'. KK. 29 April lyz+f. 34<S, 11 STUK.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eene
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(o) Refol. Vroedfch. Lr, F. 9 A„Sy lS(u ß |p ^
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
138
|
|||||||||||
De naamen der K e R k m e e s t E r e N van hu^'
de Amftel-Kerke zyn: ^,lyft derKïRK'
1669. Daniel Stalpert. meest*" 1669. Thileman Soolmans. keU-
1669. Jacob Noirot.
1669. Gillis Sautyn. 1672. Chriftophel Thysz. 1672. Adriaan Temminck Engelbreght. 1681. M'. Laurens Bake. 1687. Willem Bäcker Cornelisz. 1Ó88. Joan Scott. 1690. Jacob Dankerts.
1691. Mr. Everard Scott.
1703. Hendrik van Hoorn. 1715. Abraham Engelgraaf. 1715. Philip Hack. 1717. Otto Schutten.
1727. Jan van Son.
1732. M'. Marten Schrik.
1739. M'. Jan van de Poll Harmensz.
17 41. Willem van Heemskerck.
1742. Jan van de Poll Pietersz.
1744. Mr. Arnoldus Commelin.
1745. Joachim Rendorp.
174Ó. Jan Six de Jonge. 1747. Jacob Hop. 1747. Willem Hooft.
1748. Nicolaas Pyll.
1751. Pieter van de Poll de Jonge.
1751. Mr. Aegidius Laurens Tolling. 1753. Francois Hendrik van Hoorn. 1755. Abraham Dedel. 17 60. Dirk Bas Bäcker. XII.
KERKBESTIER der NEDERDUITSCHE '
GEREFORMEERDEN. De zorg voor 't onderhoud der elf be- 3^e,
fchreeven Kerken van de Nederduit- f\i^- fche Gereformeerden deezer Stad is toeyer- ^e Ö(M trouwd aan Kerkmeesteren, die ookrefrr',s het opzigt hebben, over den ontvangfl; der j^en- inkomften, tot dit onderhoud gefchikt, wel- £eRlC, ken, voornaamlyk, uit de graven, de zit- ^es&' plaatfen en het klokluiden over Roomfchge- rEn. zinde dooden komen. Over ieder Kerke, zyn vier Kerkmeefters, die, voor hun lee- ven, of tot hooger bevordering, dienen, en, door Burgemeefteren, worden aange- fteld. Doch over de Gafthuis - Kerke, zxn de zes Regenten van 't Gafthuis, te gelyk, Kerk-
zeld van de Wakkerheid en Standvafiigbeid, en raad-
pleegende met de Wysheid , Voorzigtigbeid en God'' vrugt. Zy doet Geweld en Bedrog wyken, en wordt gekroond, door de Gelukzaligheid. Onder aan 't Ruk, zal men 't af beeldfel van Keizer Juiliniaan en ve«" fcheiden' Regtsgeleerde boeken zien. |
|||||||||||
Amstel- eene fteenen Kerk te können zetten (p): 't
Kerk. welk egter, tot nog toe, niet gefchied is. Grootte De A M s T e L-K e R K is een tamelyk hoog, en ge- en hegt en kondig in een verbonden houten daante. gebouw, welks midden-dak boven de zyd- daken uitfteekt, en op twaalf houten fty- len ruft. De Kerk heeft drie groote, en vier kleine ingangen, en is, van binnen, met de vereifchte geftoeken voor de Magiftraats- en mindere Standsperfoonen, voorzien. De ze- ven kaarskroonen in deeze Kerke zyn, in 't jaar 1670, door de Stad, aanbefteed,eene van drie honderd pond,twee ieder van een honderd en zeitig pond, en vier ieder van tagtig pond, of daaromtrent, tot zeventien Huivers het pond (q). In 't Kerkmeefters - Vertrek , hangt een
zinnebeeldig Tafereel, vertoonende de wa- pens der Kerkmeefteren, gehegt aan eene -zuil, by welke, het beeld der Waarheid ftaat, waarop de voornaamfte Deugden het gezigt geveftigd houden. Boven aan de zuil, ziet men de zinnebeelden van 't Gebed en de Boetvaardigheid. Een kindje, de Lief- de tot den Godsdienst afbeeldende, wyft naar een klein fchild, waarop de Schriftuurtek- ften Gen. XXVIII. vers 17. Pfalm V. vers 8. Tred. IV. vers 17. en Jez. LVI. vers 7. aan- getekend zyn. Het Y, de Amftel en het wapen der Stad toonen de plaats aan, daar de Kerk gefügt is. Onder aan 't ftuk, ziet men, op een fchildje, deeze regels van den geagten Digter Laurens Bake, Heere van Wuherhorfl, weleer Kerkmeefter dee- zer Kerke, die op eene oude Wapenkaart plagten te ftaan: De Godsvrugt plaatße wel de Godsdienfl in de
Kerken, Dog God die 't goetdoen mint, geen woorden
zonder werken, Bewoont nog hout nogfleen, maar een opregt
gemoet, Dat nedrig fmeekt, en hem met dank en lof-
zang groet. 't Stuk is, even als een diergelyk, in 't Kerk-
meefters Vertrek der Wefter-Kerke, in 't jaar 1750, gefchilderd door Louis Fahricius du Bourg, Kofter der Amftel-Kerke (1). (p) Refol. Vroedfch. /,' R. 7 Jan. J6i7. f. 223.
(<j) Vit een klein Regiftertje ter Thefaurie , ƒ. 121. (1) Terwyl dit blad gedrukt wordt , in 't begin
des jaars 1765, is dezelfde Konftfchilder bezig, met het fchilderen van een Scboorfteenftuk voor den kleinen of noordelyken fchoorfteen van Schepens- Kamer op't Stadhuis; dien wy, hier voor (III. Deel, I. Boek, hl. 21.) gemeld hebben , van geen fchil- derftuk voorzien te zyn. Het zal de Gerêgtigheid verbeelden, zittende op eenen verheven zetel, ver- zeld
|
|||||||||||
II. Boek.
|
|||||||||||
GEREFORMEERDE KERKEN.
|
|||||||||||
139
|
|||||||||||
Kerkmeefters. Ook is, in ieder Kerke, be-
halven in de laatftgemelde, een Kofier, en een Gravenmaaker, die, door Burgemeefte- ren , worden aangefteld. Doch, in fommi- ge Kerken, worden deeze ampten, door een' en den zelfden perfoon, bediend. En in de Gafthuis- en Amftel-Kerke alleen, wordt niet begraaven. De Organiften en Voorzangers in "eKerken worden, ook door Burgemeefteren; doch de Deurwaarders , Stoelenzetflers of ■Pfoatsbewaarflers en andere mindere bedien- en , door Kerkmeefteren, aangefteld. De Kerkmeefteren plagten, eenige jaaren na de verandering des jaars 1578 , de Predikanten te betaalen, uit penningen, die hun, door *k Thefaurie, werden ter hand gefteld. Zy 'nogen, zo min als de Regenten der andere Go Jshuizen, eenige zwaare nieuwe werken aanleggen, zonder bewilliging van Burge- "neefteren (r) , die Opper - Kerkmeefters zyn Van de Kerken en Kapellen deezer Stad (s). Pok zyn zy., federt het jaar 1592 , verpligt, jaaiiyks, Rekening van ontvangft en uit- gaave te doen aan Burgemeefteren (t). In ieder Kerke, met naame, in de grootften, zyn bekwaame geftoelten afgezonderd voor den Schout, Burgemeefteren, Schepenen, Raa- den,Commiflariffen, Secretariffen,Kerkmees- teren, Regenten der Godshuizen, en eenige andere Amptenaars. De Krygsraad heeft ook een afzonderlyk geftoelte. In eenigen van deeze geftoelten, wordt, fomtyds, aan by- zondere Perfoonen, 't zy amptenaars of an- dren , naar hunnen rang, by byzondere Ac- *e van Burgemeefteren, zitplaats verleend. ^y behoeven niet aan te merken, dat de ^edikanten, Ouderlingen en Diakenen ook ^unne byzondere geftoelten hebben. Voorts, zyn 'er, behalve deezen, nog veele gelloo- ten en ongeflooten mannen-zitbanken. De P'aatfen, op de eerftgemelden, ftaan, zo wel als de vrouwenftoelen in den buik der Ker- ,e » aan de begeevinge van Kerkmeefteren ^). De vrouwenftoelen in de Doophuizen ^"°rden, federt het jaar 1687, door Burge- ^efteren, begeven (y). j , 0%ens eene Inftruótie voor de Kofters ,t gemeen van den jaare 1655, zyn de-
' ,Ven, als eerfte Suppoofien van de Kerke, J zy genoemd worden, verpligt „ goe-
" e zorg te draagen, voor al wat de Kerken j, aangaat) met naame voor het openen en " ^Ulten der Kerken; het luiden der klok- » ken, tegen den tyd der Predikarien ; 't « voorzien der banken met boeken, kus- Jr)Hsndv. 4/. 94c
t») M Groot,vIemor. N. VU. f. «f.
*'• io9 mor" '•/" Notulb. van Kcrkm. der Oude Kerke , [l\ £ant1*- W- "i.
a£el. Notulen van Burgemeeft. vtn u Seft, 16J7.
|
|||||||||||
„ fens, ftooven; en der Kroonen met kaar- Kerk-
„ fen: ook voor het dekken en ontdekken bestier.
„ der tafel, by de bedieninge des Avond-
„ maals. Zy mogen niemant in de Doop-
„ huisjes zitting toeftaan, dan die daar toe
„ geregtigd is. Zy moeten zelven het wa-
„ ter in het Doopbekken gieten, en het
„ Doopboek , naauwkeuriglyk , houden.
„ Voorts, moeten zy de verzogte Voorbe-
„ den en Dankzeggingen den Predikant net
„ opgeeven; en, eer zy ter Kerke uitgaan,
„ toezien, dat de deuren geflooten zyn,
„ en 't vuur der ftooven wel verzorgd is."
De Kofter der Nieuwe Kerke is, in 't by-
zonder, verpligt, den Kerkenraad en Clas-
ficale Vergaderingen waar te neemen ('t;). De
Gravenmaakers zyn gehouden „ de Graven,
„ tydelyk, te doen openen en fluiten, dezel-
„ ven, behoorlyk, te doen vullen en ftampen,
„ en de zerken effen en gelyk te doen leg-
„ gen (10): voorts, het regt der Kerke en
„ hun eigen Loon te ontvangen, volgens
„ het reglement, daar op, den negen en
„ twintigften April des jaars 1724, by Bur-
„ gemeefteren, vaftgefteld (*)."
De gewoonlyke Kerkenraad der Gewook.
Nederduitfche Gereformeerden , die, in 't g^qote gemeen, eens ter weeke, des Donderdags Kerkeh- ten twee uuren na den middag, indeNieu- kaad. we Kerke, byeenkomt, beftaat thans uit ne- gen en twintig Predikanten, waaronder een Hoogduitfche Predikant begreepen is. Ook bekleeden, tegenwoordig, twee ProfeiToren, een in de Oofterfche taaien, en een in de Godgeleerdheid, famen , eene Predikants- plaats. Doch zy hebben elk eene ftem, in den Kerkenraad. Voorts, zyn een gelyk getal van negen en twintig Ouderlingen Leden van den gewoonlyken Kerkenraad. Van de Pre- dikanten is een , by beurte , eene week, Praefes of Voorzitter; een ander Scriba of Schryver , en een Ouderling Subfcriba of* tweede Schryver. De Scriba en Subfcriba veranderen om de twee maanden; en wan- neer de Predikant, die Scriba is, op zyne beurt Praefes zou moeten zyn, gaat zyne Praefidiale beurt over tot den Predikant, die hem in rang opvolgt. De Leden van den Kerkenraad zyn verpligt, dien, buiten gewigtige verhindering, alle Donderdagen, by te woonen. Doch behalve deezen, is 'er een gr o o t e K e r k e nr a a d, uit de Predi- kanten , de Ouderlingen en twee en veertig Diakenen beftaande, en dus, in alles, honderd en een Leden uitmaakende. Doch deeze Kerkenraad vergadert, alleenlyk, om Pre- dikanten, en, jaarlyks, om Ouderlingen , Dia-
(v) Groot-Memor. N. TV. ƒ. 34.
(m) Groot-Memor. N. IV. ƒ, 3« verft.
(x) Groot-Memor. N. X, ƒ, 31 enx.,
Sa' . ,.,. -
|
|||||||||||
III. Defx.
|
|||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
I4-0
|
|||||||||||
ders (c), dat het Geregt, voor het invoeren Ker*>.
der Reformatie, verlof gaf tot prediken in bestie?- de Klooflers. En men heeft geene reden om te Hellen , dat Burgemeefleren of het Geregt, na de Reformatie , minder magt zouden behouden hebben , dan zy , reeds voor de Reformatie, gehad en geoefend had- den. Men houdt, hier ter Stede, in 't ver- kiezen en beroepen der Predikanten, deezen volgenden voet ; wordende alleenlyk den Gafthuis-Predikant aangefteld door Burge- meefleren , als hebbende het regt van Pa- troonfchap der Gafthuis-Kerke, gelyk wy, hiervoor (d), hebben aangetekend. De gewoonlyke Kerkenraad, uit Predikan- wyz^,
ten en Ouderlingen beftaande, 'sDonderdags va" en na't openvallen eener Predikantsplaatfe, of na derzd- 't begraaven van een' afgeflorven Predikant, ven. byeengekomen zynde, vaardigt een' Predi- kant j gemeenlyk den Preefes, met zynen Ou- derling af, om, den volgenden dag, handope- ning tot het doen van een nieuw beroep, aan Burgemeefleren, te verzoeken. Doorgaands, wordt deeze handopening, terftond; zeld- zaam na eenig uitftel, eenvoudiglyk, ver- leend. Doch, enkelereizen, vinden Bur- gemeefleren geraaden, den Leden van den Kerkenraad eenige nuttige vermaaning voor te houden, opzigtelyk op het te doen be- roep ; of eenig byzonder Leeraar, of foort van Leeraaren voor te flaan en aan te pry- zen, op welken, men hun raadt, in het doen der Verkiezinge, ten nutte van de Stad en van de Kerke, het oog, byzonderlyk, te ves- tigen. Van de bekomene handopening wordt, den volgenden Donderdag, in den kerken- raad , verüag gedaan. De Predikanten en Ou- derlingen gaan, hierop, des Dingsdags daar aan, over, tot het benoemen van een zes- tal , waaruit, terftond, een drietal gemaakt wordt. De Diakenen, die , op dien dag, hunne gewoonlyke Vergadering hebben , krygen aldaar , door Afgevaardigden uit den Kerkenraad, kennis van het benoem- de drietal door Predikanten en Ouderlin- gen , en gaan daarop , agt dagen laater,. ook over , tot het maaken eener Nomi- natie van zes Perfoonen, die, insgelyks, ter- ftond, tot een drietal gebragt worden, waar van ook, door afgevaardigden uit de Ver- gadering der Diakenen, ten volgenden Don- derdage , aan den Kerkenraad kennis wordt gegeven. Uit beide de Nominatien, wordt, 's Dingsdags daarna, door den grooten Ker- kenraad, uit Predikanten, Ouderlingen en Diakenen beftaande, een drietal gemaakt; waaruit, ten zelfden tyde, een Perfoon ver- kooren wordt. De Nominatie en de Ver- kie-
(c) II. Deel, VI. Bse{, hl. 134.
(d) BUdz., 118.
|
|||||||||||
Kerk- Diakenen en Diakoneffen te verkiezen. De
bestier. Wethouderfchap heeft, hier ter Stede, zo wel als elders, van ouds, regt gehad, om Afgevaardigden te zenden in alle openbaare Vergaderingen, en gevolgelyk, ook in den Kerkenraad. Dit regt der Wethouderen in 't gemeen is zelfs, uitdrukkelyk, erkend , in het zeven en dertigfie Lid der Kerken-or- deninge van de vermaarde Dordrechtfche Sinode (y). Ook heeft de Wethouderfchap van Amfterdam zig van het zelve bediend , in het jaar 1632; en, eenige jaaren agtereen, zitting in den Kerkenraad gehad (z), daar- toe een' of twee Burgemeefleren, of Sche- penen, die CotmniJJarißin politiek genoemd werden, afvaardigende. De eerften, die, in 't jaar 163 2, van wegede Wethouderfchap, zitting in den Kerkenraad namen , waren Geurt Dïrksz. van Beuningen, regierend, en Andnes Bicker, Oud-Burgemeefter. In't jaar 1639 , werden Comelis Bicker en Reinier Reaal, Oud-Schepenen,in den Kerkenraad af- gevaardigd : en eenige jaaren laater, de Hee- ren Comelis van Dronckelaar en Antoni Oet- gens van Waveyen (a). Doch deezen zyn de laatften, welken, van wege de Wethouder- fchap , geduurige zitting in den Kerkenraad gehad hebben. En thans heeft deeze zit- ting , federt veele jaaren, geene plaats gehad, fchoon 'er altoos twee CommiJfariJJfen -politiek uit Burgemeefleren zyn; een van welken, gemeenlyk, op de Noordhollandfche Sinode, zitting neemt, wanneer dezelve , hier ter Stede, gehouden wordt. Predi- De verkiezing der Predikanten ge- kanteN. fchiedt, in Holland , niet op eenerlei wyze. Te Amfterdam, heeft men, met dezelve, . terftond na de Reformatie, den Kerkenraad laäten beworden, behoudende Burgemeefle- ren, nogtans, het regt, om handopening, tot het doen van een beroep, te verleenen, en om het gedaan beroep goed- of af te keu- ren , beflendiglyk, aan zig. In andere Ste- den , wordt dit regt geoefend door de Hee- ren van de Wet of het Geregt, beftaande uit Schout, Burgemeefleren en Schepenen. Doch hier ter Stede, is, al vroeg, het gant- fche politiek beflier der Stad aan Burgemees- teren toevertrouwd geweefl, die, gevolge- lyk, ook het regt, waarvan wy fpreeken , beflendiglyk, gebruikt hebben. Wy hebben zelfs, by eene andere gelegenheid, een fluk van den jaare 1513 aangehaald , waaruit blykt, dat de Klooflerlingen, immers de Clarifïen , oudtyds , haare Paters niet ver- kiezen mogten, dan by advys ende wille van den Burgermeester en (&). Ook blykt, van el- (y) Zie II. Deel, XIV. Boe(, hl. 504.
(z.) Zie II. Veel , XIV. Boe{, bl. jil. (a) Vit Aantck.M»Schepen GEKABQSCHAEPPIETERSZ,
(b) Zie, I, Deel, I. Boe{, bl, }8.
|
|||||||||||
fr« Boek,
kie
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GEREFORMEERDE KERKEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
141
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1ï5ÏIERi ^lezing gefcliieden, by meerderheid van de hadt (ƒ). Doch hier ter Stede, plagt men, kerk-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gemeenlyk , Predikanten, die niet jonger bestikk.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Terflondna~d
|
; verkiezing,
|
wordt van de
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dan twee en dertig, en niet ouder dan vyf-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zelve kennis gegeven
|
aan Burgemeefte
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tig jaaren waren, en een of meer beroepen
gehad hadden, te verkiezen. Maar hierin voor eenige jaaren, wederom verande- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ren,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
die, vervolgens, met Oud - Burgemeefteren,
j"aadpleegen op het goed- of afkeuren van het gedaan beroep. Zo zy tot afkeuring be- ften, 't Welk gefchieden kan, zonder dat ïï^n beoogt, den afgekeurden Predikant, in |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ring gekomen, mogende men, nu, volgens
eene fchikking van Burgemeefteren van den tienden November desjaars 1740, hier, gee- ne Predikanten beroepen , die jonger dan dertig, noch ouder dan vyf en veertig jaa- ren zyn. De wedde der Predikanten nier ter Stede is, meermaalen, verhoogd, en ein- delyk gebragt, op een duizend zeven honderd guldens in 't jaar, die, onder zekere voorwaar- de , nog met vyf honderd guldens verhoogd zyn. De verhooging van de wedde der Predikanten is, zo wel als de vermeerdering van hun getal, door de Vroedfchap , by meer dan eene gelegenheid, gelaaten aan de befchikking van Burgemeefteren en Oud* Burgemeefteren (g). Zy worden , hier, betaald door de Stad , die daartegen, na de verandering der Regeeringe, de gees- telyke goederen en Vicaryen verkreegen heeft (b). Wyders, is, reeds in 't jaar 1Ó67, by de Vroedfchap, beflooten, aan alle wet* telyk beroepen Leeraars der publyke Kerken, na dat dezelven den gewoonlyken Poorter- eed zouden hebben afgelegd, het Poorter- regt te fchenken (f). In alle de Gereformeerde Kerken, wordt, Tyd en
des Zondags , gepredikt. In de Gafthuis- or^.,va!1 Kerke , driemaal , eene Vroegpredikatie, oftedü"' en Voor- en Nadenmiddag. In de Oude en feeren, Nieuwe Kerken, om de andere week, eene doopen, Vroegpredikatie, behalve wanneer 'er be- ™ 4' diening van 't Avondmaal is; en voorts,al- maalhou- toos, Voordenmiddag, Nadenmiddag, en 's den, in de Avonds. In de Wefter - Kerke, wordt, al- Neder- toos , driemaal , Voordenmiddag , Naden- eérefor. middag en 's Avonds gepredikt: in de Zui- meerde der- en Noorder-Kerke, van gelyken, van Kerken. het einde van Oftober tot het einde van Maart; doch van April tot het einde van Oftober, wordt, in deeze twee Kerken; en het geheele jaar door, in de overigen,uitgeno- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
f all • °" —°------------ ----------- —
L auerminft, te hoonen , ontbieden zy de
atgevaardigden des Kerkenraads voor z-ig, en geeven hun van de afkeuring kennis. **e Kerkenraad is dan verpligt, van nieuws, ^ndopening te verzoeken en tot een nader beroep over te gaan. Doch zo Burgemees- teren gezind zyn, het gedaan beroep goed te keuren, gelyk gemeenlyk gebeurt, doen 2y Zulks, tegenwoordig, niet, dan na dat 2y Verzekerd zyn, dat de beroepen Predi- «anj het beroep zal aanneemen. De ver- gooren Leeraar wordt , vervolgens , aan ~e Claffis van Amfterdam voorgefteld, en, daar goedgekeurd zynde , der Gemeente, ^rie Zondagen agtereen, in alle de Kerken, "es voormiddags , van de Predikftoelen, Voorgedraagen, op dat elk, die iet op zyne t-eere of gedrag te zeggen mögt hebben, Zulks den Kerkenraad zou können aandienen. Vervolgens, plagt de beroepen Predikant, Zo hy reeds eene Standplaats hadt, gelyk l£r> genoegzaam altoos, gebeurd is, door
£eue bezending uit denKerkenraad, op Stads boften, van zyne Gemeente los gemaakt te forden. Doch federt eenige jaaren , gè- ehiedt deeze losmaaking, door eenen brief,
a t overzenden van eene oningevulde vo.-
^gt. waarin de beroepene den naam in- vult van den Predikant, dien hy tot zynen 'Osrnaaker verkieft, aan wien de Stad vyftig Südens toelegt; genietende de Leden van en Kerkenraad, die anders, op hunne beurt,
„e Losmaaking zouden hebben moeten doen, ^attlen, honderd en vyftig guldens O). De z r°^pen Predikant, in deezer voege, van va ft meente> losgemaakt, en op eenen brief I* J1 Urgemeefteren, ook van de Wethouder- • aPzyner Stad, ontflaagen zynde, wordt,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ne
|
y plegtiglyk, en zo hy, voorheen, gee- men de Oude, Nieuwe, Gafthuis- en Wefter
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
andere Standplaats gehad heeft, 't welk by- Kerke, alleenlyk Voordenmiddag en Naden-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
middag gepredikt. Op tweeden Paafchdag,
ne Hemelvaartsdag, en tweeden Pinkfterdag, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ooit voorvalt, ook met oplegging der ha
St r aSden dien{1: beveftigd. Volgens ee
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aats-Kefolutie vaQ ^en een en twintigften wordt, in alle de Kerken, alleenlyk Voor- en
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Pr^rTl £r ^ Jaars IO"8°>mogt niemanttot
Plu i11' 'ln eene ftemmende Stad van dam ' en §evoIgelyk ook niet inAmfter- deS' verkooren worden, dan die den ou- a°m van zeven en twintig jaaren bereikt |
Nadenmiddag, doch op tweeden Kerftdag,
even als op Zondag, gepredikt. En in de Gaft- huis-
(f) Groot-Makaatb» Hl. Veel, hl. 483.
(e) Refol. VroedTch. Lt. B. 31 Dec. i«<5. f. I89 lt D.
17'juny iM}. ƒ. 10 verfo. L'. QL ^o Al nart J68 + ƒ. 67. (hï Refol. Vtoedfch. N. 4. 7 jm. I;y9. Groot-Memor.
N. III. ƒ• 3°! *■'■ V. ƒ. rt, (i) Refol. Vroetffdï, I.t, E. s *4ug, 1&6-J. ƒ. ü}.
S 9
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fO Wol.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
der Regeer, en Oud . Biugermceft. 3 Dteemt.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ï?JS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
f- 8o.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
142
|
|||||||||||
Kerk- huis-Kerke, worden, op alle die dagen, de
bestier, gewoonlyke Vroeg- en Voor- en Namid- dags-Predikatien gedaan. Öp de Bededagen, wordt, in alle de Kerken, evert als des Zon- dags, gepredikt. In de weeke,gefchieden, des zomers , twee Vroeg - Predikatien, 's Dingsdags in de Nieuwe, en 's Donderdags inde Oude Kerke, en vyf Avond -Predi- katien , 's Woensdags in de Noorder- , Nieuwe-, en Zuider-Kerke; en 's Vrydags, in de Wefter- en Oude Kerke. Doch des winters, dat is, van het einde vanOótober tot het einde van Maart, zyn 'er zeven A- vond-Predikatien, 's Woensdags in de Noor- der- , Nieuwe en Zuider-, 's Donderdags, in de Amftel-, en 's Vrydags in de Oude en Wefler-Kerke, en in de Nieuwe-zyds-Kapel, en maar eene Vroeg - Predikatie, 's Dings- dags, in de Nieuwe Kerke. Om de twee maanden, wordt,twee Zondagen agtereen, des voordemiddags, Avondmaal gehouden, in alle de Kerken, uitgenomen in de Gaft- huis - Kerke. Het eerfte Avondmaal wordt gehouden in de Oude, Nieuwe, Zuider-, Wefter-, Noorder- en Amflel-Kerke,en in de twee Kapellen, op den laatften Zondag der maand: en het tweede, wederom in de Zuider-, Wefter- en Noorder - Kerken; in de Nieuwe - zyds - Kapel, in 't Hoogduitfch, en in de Oofter-, en Eilands-Kerke, op den eerften Zondag der volgende maand. Het doopen gefchiedt, in alle de Kerken, be- halven in de Gafthuis-Kerke , des Nademid- dags en des Avonds,, zo wel in de weeke, als des Zondags. Doch des Zondags 's Avonds, alleen in de Nieuwe Kerke, in de zes Zo- mermaanden , en in de Oude en Wefter- Kerke , in de zes Wintermaanden. Ook wordt 'er, door eenen Predikant , gecate- chifeerd, des Zondags, na de Namiddags- Predikatie, in de Oude-zyds-Kapel, 't gehee- le jaar door: ten zelfden tyde, des zomers, in de Zuider- en Noorder-, en des win- ters , in de Oofter - en Eilands - Kerken. Voorts,wordt, des Zondags ten vyf uuren, 't geheele jaar door, in de Nieuwe-zyds- Kapel, en des winters, 's Maandags, op't zelfde uur, in de Amftel-Kerke, voor zul- ken, die veertien jaaren bereikt hebben , gecatechifeerd. 's Dingsdags en 's Donder- dags , 's morgens ten elf uui'en, is 'er Cate- chifatie, voor meerder geoefenden, in de Oude Kerke. Het afleezen der Huwelyks- geboden van Gereformeerden gefchiedt, des Zondags,voor den Voormiddags-dienft, al- leen in de Oude, Nieuwe, Zuider- en Wes- ter-Kerken. De Vroeg-Predikatien begin- nen, des zomers, ten halfzeven, de Voor- middags-Predikatien ten half negen uuren: en des winters, de eerften, des Zondags, een |
halfuur, en in de weeke, een uur, en dep»^
tweeden, beide in de weeke en des Zon- bESTI dags, een halfuur laater; doch daar 't Avond- maal gehouden wordt, begint de Voormid- dags-Predikatie een half uur vroeger. De Nademiddags-Predikatien beginnen, altoos, ten half twee, en de Avond-Predikatien ten half vyf uuren. Doch de Belydenis - Predi- katien , des Vrydags- , en de Voorberei- dings - Predikatien, des Saturdags 's avonds, vangen ten vier uuren aan. Al in de zeftiende en zeventiende eeuwen,
is, by verfcheiden' Keuren, zorg gedraagen, tegen het ontheiligen van den Zondag, door het dryven van openbaaren Koophandel; het uitftallen ; het tappen; het doen van Zwaaren arbeid, door Waagdraagers, Schui- tenvoerders en diergelyken; het vertoonen van Kamerfpelen; het houden van Scherm- en Dansfchoolen enz. (k). Eenigen van dee- ze Keuren zyn , federt, vernieuwd. Men mag, des Zondags, voor twaalf uuren, on- der de Predikatie, geene gelagen zetten, en, dien dag, geenerlei gedruifch maaken om- trent de Kerken. Ook is, in 't jaar 1737, verbooden, des Zondags voor zeven uuren des avonds, zingende, of op Inftrumenten fpeelende, door de Stad te vaaren (/). ^ De twee Predikanten der EngelfchePres- da $e
byteriaanfche Kerke hier ter Stede behoo- Ä^ ren, zo wel als de Predikanten der Neder- duitfche Gereformeerde Kerke , tot de Clas- fis van Amfterdam, die, in 't geheel, uit twee en vyftig Predikanten beftaat, te wee- ten, twee en dertig uit de Stad, waar on- der de twee Engelfchen begreepen, en de twee Profeflbren , die elk eenen halven Pre- dikantsdienft waarneemen, voor twee Pre- dikanten , gerekend zyn; twee uit Weesp, twee uit Naarden, twee uit Muiden, een van Muiderberg, een van Hilverfom , een van Huizen, een van Blarikom en Laren, een uit de Oude Loosdrecht , een uit de Nieuwe Loosdrecht, een van Loenen, een van 's Graavenland , een van Ouderkerk, een van Amfterveen, een van Waverveetf» een van Diemen, een van Slooten en een Slooterdyk. In de Claffis van Amfterdam? zitten, behalve de Predikanten, ook tvr^ Ouderlingen uit de Stad. Uit de andere St<?' den en Plaatfen, wordt, nevens een' PredJ" kant, ook gemeenlyk, een Ouderling afge" zonden. De Claffis van Amfterdam zit,2e" venmaal in 't jaar, in de Nieuwe Kerke» den tweeden Dingsdag in January; den e&~ ften Maandag in April, in May, in Juny» in September, en in Oótober, en 's Ma3ïl" dags»
(k) Handv. tl. 117. - .
(0 HandV. tl. 113 , 119, «o.
|
||||||||||
H. Boek.
da |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GEREFORMEERDE KERKEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
H3
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
«ags, agt dagen voor het houden van de 2o.Rudolphus Petri, Amflelodamenßs, ber. van•Woordhollandfche Sinode, welke haare zit- Saanredam, is 1649. den 4 Juny overleden,
|
F.RK-
nESTIER,
I6l2.
IÓ20.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gofuinus Geldorpius, beroepen van Sneek, is
1627. den ix Auguftus overleden. Adrianus Smoutius , beroepen van Overmaas tot het jaar ï630. den 7 January uit de Stad vertrekkende is tot Rotterdam 1646. overleden. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tingen 21.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tln-gen, met den laatften Dingsdag in July,
aanvangt, en om het zevende jaar, te Am- verdam , gehouden wordt. Doch zo 'er *:en ßededag, of een der verfchietende Feeft- dagen vanPaafchen, Pinkfteren of Hemel- vaartsdag valt, in de week, waarin, anders- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
22.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
23-
|
Otto Badius , beroepen van Huchelhoven en'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Löuenigh uit Gulickerlant ,tot eerfle Predicant
alhier in ''t Hoogduyts, en 1626 in de Neder- duytfe Kerken, is 1664. den 8 Mey overleden. 24. Joannes Kloppenburg, Amflelodamenßs, beroe-
pen van Heusden, is 1630. in den Br iel Pre- dikantgeworden, en 1640. Profe/forTbeologia te Harderwyk, en 1644. te Franeker, overle- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den
da, |
' de Claffis zou moeten gehouden wor-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
as»
°erefor.
|
wordt zy, tot den volgenden Maan-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1521.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
_ uitgefteld
Zie hier de Naamlyft van alle de Neder- duitfche en Hoogduitfche Predikanten dee- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ZerStad, zo als dezelve, in 't jaar 1764,
gedrukt en uitgegeven is: *• Joannes Kuchlinus, beroepen van Embden,
n IS96. geworden Regent van "'t Collegie bin- nen Leyden, alwaar hy 1606. is overleden. 2- Petrus Hardenberges, beroepen uit Embder-
'#nt, is 1580. van hier te Zwol beroepen. 3- Martinus Lydius, beroepen van Antwerpen,
ts 15^S-gm>orden ProfefforTheologne totFra- nequer, alwaar hy in 't jaar 1600. is overleden. 4- Joannes Nicolai a WafTenaar, beroepen van
Hrydenes,is in't zelve jaar overleden, den 28 Oeiober. 5-Hillebrandus Cuneus , beroepen van Hoog-
Carjpel, is 1583. van zyn dienfl ontflagen. "• Joannes Ambrofius, beroepen van Sybe- Car-
Jpel, is 1599. den 16 Oftober overleden. '• Joannes H'llius , beroepen van Leyden, is
'^}9. den 1 October overleden. • Everardus Hermanni, Amflelodamenßs, ber.
van Maeslant. tot eerfle Predicant alhier in V is 1589. overleden.
9. Petrus Pïancius, Predicant geweefl zynde te
truffel, als de Prins van Parma dezelve Stad gewonnen had, hier beroepen r en overleden 1622. den 25 May. Jaeobus Arminius, Proponent zynde alhier be-
r°epen, en 1603. geworden Profeffor Theologiiz te Leyden, in 1609. den 19 October overleden. *■ Johannes Halbergius, Proponent zynde, alhier
beroepen in "'t Gaßhuis, en 1599. in de Kerken, ts 1606. overleden. • Lucas Ambrofius, beroepen van Muyden, in 't
yaflhuis.en 1610.inde Kerken, overl. 1628. •^ Joannes Urfinus , beroepen van Utrecht, is
j »62°. overleden. ^■Joannes la Maire, Proponent zynde alhier be-
j. rfffien is 164a den 4 Juny overleden. -" . lrnerus Helmichius, beroepen van Delft,
16 t„^I6oS overleden.
'"l/C<^Us Roelandus, beroepen van Francken-
£e .•> en i6s8. geweeft Affejfor in 't Synode
attonael te Dordrecht, en daar na te Ley-
Jn ^committeert tot de overfetting des By-
|
. den 1652.
25-Jacobus Laurentius, Amflelodam., beroepen
van Naerden, is 1644. den 19 Maart over led. 16. Eleazar Swalmius, beroepen van Schiedam, is
1652. den 4 jfur/y overleden. 27. Anthonius Pïancius, beroepen van Ooflerhout
irt't Gaßhuis, overleden den 29 Febr. 162°. 28. Petrus Wachtendorp , beroepen van Linnig
uit Gulickerlant, overleden 1652. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ttie
|
erde
rke. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Il522.
I623. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
J58o,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
29
|
Cornelis Hanekopius, Predikant geweefl zyn-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1625,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de te Breda, is als het Spinola gewonnen had»
de, in Juiy alhier beroepen en 1626. in No- vember van zyn dienfl ontflagen, is 1655. 0- verleden den 15 July. 30. Petrus Pulleus, beroepen van Amflelveen in't
Gaflbuis, is 1629 overleden. 31. Fredricus Keslerus, beroepen van Stolburg, in
't Hoogduyts, is 1636. na Brafilvertrokken, en na zyn wederkomfle 1643 beroepen in dl Nederduytfe Kerken alhier, overleden 1650. den 15 September. 32. Henricus Geldorpius, beroepen van Leeuwaar-
den, is 1652. den 6 Oktober overleden. 33. Joannes de Monrcourt, Amflelodamenfls, be-
roepen van Weesp in 't Gaflbuis alhier, en 1667. den 16 Augufius om zyn ouderdom en fwakheid Emeritus geworden. 34. Petrus Clafenius, beroepen vanDomburghuit
Zeelant, is 1636. den 3 December overleden. 35. Anthonius Haringhoek, beroepen van Amers-
foort , is 1636. den 25 February ove. leden. 36. Lucas Trelcatius, beroepen alhier uit de Fran-
fein onze Neder duytfe Kerken , i's 1638. den 28 April overleden. 37. Wilhelmus Somerus, beroepen van Alkmaar,
overleden 1649. den 30 September, 38.Jacobus Hollebeek, beroepen van Amersfoort,
is 1650. den 30 November overleden. 39. Petrus Wittewrongel, beroepen van Zierikzee,
bevefligt op den 31 July, overleden 1661. den 7 December. 40. Joannes Rul 'itlas, beroepen uit de Engelfe Ker-
ke, in de Ploogduytfe, Ü1652 van hier na Heydelberg beroepen,eni6$<$ weder van Hey- delberg alhier gekomen in de Nederduytfe Kerk, is op den 16 May bevefligt, daar na inflante- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1626.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^81,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1628.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I63O.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1632.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
JS9o.
lS0t> |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
163
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1634.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1635.
1638. 1Ö39.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1Go8.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lyk verflogt zynde, is 1666 den 7 Auguflus
voor de tweedemaal in de Hoogduytfe Kerk ge- gaan , en 't zelfde jaar overleden. 41. Henricus Rulgeus, beroepen van iVeesp, is den
25 May bevefligt en den 22 OSlober 1680. overleden. 42. Petrus Leupeuius, beroepen van Hattem, be-
vefligt den 30 January, over leden den 15 Ja- nuary 1670, 43.WÜ-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»7.
|
ASr? i(53 2. overleden.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
. arus Heydanus, beroepen van Franken-
a', ts i62(5 den 14 January overleden. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
£ —es Cornelius Silvius, Amflelodamenßs,
ïvfT^ Vm Stotm->in ,( Gaßhuis, en 1622. ] 9 Jac K ken, is 163 8. den 19 Nov. overleden. en °i>Us Ti'iglandius ,beroepen van Stolckwyck, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IÓ40.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
164a.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den
|
l034 geworden Profejfor Theologia te Lei-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aldaar 1654. dm 11 April overleden.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
144
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
69. Cornelius Lycochton, beroepen van Rotter-
dam, bevefligt den 2 Maart, overleden den 29 Juny 1685. 70. Nicolaes de la Plancque, beroepen van Kam-
pen, bevefligt 13 May, overleden den 8 Au- guflus 1702. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
43. Wilhelmus Schotanus, beroepen van Sneek,
bevefligt den 10 July, is 1664. in Maart om zyn ouderdom en zwakheid Emeritus geworden, en 1666 den 15 December overleden. 44. Cornelius Coffius, beroepen van Purmerent. is
op den 13 April bevefligt, en 1661. den 22 Fe- bruary overleden. 45. Harmanus Langelius, beroepen van Rotter-
dam, op den 16 Auguflus bevefligt, en 1666. den 10 September overleden. 46. Joannes Heydanus, beroepen van Rotterdam,
is op den 28 November bevefligt, e» 1670. den 14 Juny overleden. 47.David Rotheus, Amflelodamenßs, Proponent
zynde, alhier beroepen, den 10 April beves- tigt is 1655. den 6 Augufli overleden. 48. CafparusdeCarpentier, beroepen van Amers-
foort, den 17 April bevefligt en 1667. <fc» ia May ov rieden. 49. Abrahamus Roehof, Amftelodamenfis, beroe-
pen van Ilpendam , bevefligt den 7 May, over- leden den 7 February 168a. 50. Petrus Proëlius, beroepen van Gouda , den 7
Mey beveiligt, overleden den 19 Aug. 1661. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kerk-
eestier. 1645. 1646.
I647- 1649. 1650. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BESTU*
ió6$-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7i-
|
Cornelis Dankerts , Amflelodamenßs, beroe-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
pen van Gorcum , bevefligt den 13 September,
overleden den 27 January 1693. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
72
|
Henricus Kieftius, beroepen van Alkmaar,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
beveft. den $ Dec. overleden den 25 Mayi 683.
73 Henricus Rynsdyk', beroepen van Oudewater,
bevefligt den 9 Jan. overl. den 6 Maart 1689. 74 Petrus Schaak, beroepen van Alkmaar, beves-
tigt den 17 July , overleden den 17 Sept. 1708. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
75-
|
Johannes Silvius, beroepen van Zittert in de
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoogduitfe Kerk alhier, bevefligt den 2 Au-
guflus , overleden den 6 Juny 1699 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
76
|
Segerus van Son, beroepen van Rotterdam ,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bevefligt den 11 September, overleden den 14
Maart 1687. 77 Rudolphus Rulams, beroepen van Graft, in het
Gaflhuis, bevefligt den 4 Maart , overleden den 9 Juny 1688 78.Petrus van der Hagen, Amflelodamenßs, be-
roepen van Leyden, bevefligt den 1 Maart, o- verleden 1671 den 3 July. 79 Gualterus Boudaen Courten , beroepen van
iet Veere, bevefligt den 31 Auguflus, over Ie- den den 14 February 1684. 80. Bernardus Homoet, beroepen van Rotterdam,
bevefligt den 14 December, Emeritus gewor- den 20 Sept. 1708. overleden 22 April 1717. 81. Bernardus Somer, beroepen van Vlißngen,
bevefligt den 19 Nov., overl. den 2 July 1684. 82. Gysbertus Ooftrom, beroepen van Kuylenburg,
bevefligt den ai Febr., overl. denó May 1706. 83. Jacobus Beugholt, Amflelodamenßs, beroepen
van Ooflzanen, bevefligt den 14 Auguflus, o- verleden den 10 September 1677. 84. Joannes Relant, beroepen van Alkmaar, beves-
tigt den j 9 Dec., overleden den 18 Aug. 1703. 85. Theodorus Beels. beroepen van Maasfluis,
bevefligt den 19 February, overleden den 31 Auguflus , /ß V 2^/wg JtfdT.
86. Balthafar Becker, beroepen van Weesp, £<?y<?*"
//#* ^K 31 Z)fC, overleden den 11 Junyx 698. 87. Joannes Oyers, beroepen van Zwol, bev. deft
15 Z)i?c. e« overleden den 5 ^«»j 1704. 88. Guilielmus Anüaar, beroepen van Delft, be-
vefligt den a Feb., overleden den \ 4 July 1694* 89. Gerbrandus van Leeuwen, beroepen van Haat'
lern,bevefligtdeniMaart,overl. ri iKf#yi72ï' 90. Joannes van Dorellaer, Amftelodamenfis, bg'
roepen van Medenblick,bevefligt den 30 Maßrti overleden den 2 April 1707. 91. Jacobus Vaiïèur, beroepen van Swammerdtti^
bevefligt den 19 April, overl. den 11 Jan. 16 9»' 92. Hero Sibersma, beroepen van Harlingen-i '
<ä?8 15 Auguflus bevefligt, Emeritus i7a?' overleden den 4 Maart 1728. 93. Albertus van Wefterhoff, beroepen van ^>°'
terdyk , bevefligt den 23 April, overleden ciäfl 27 September 170a. 94. Johannes Smith , beroepen van Alkmaar ■> "e~
vefligt den$0 April, overl. den 23 Mayl710'^ 95. CafparusRuppius,£??'oe/,>e« vanlVefeh beves-
tigt den 17 September, Emeritus gtivorden »s 3%/y 172a, overleden den 1 j ilfart i727 , 96. Gerafd van der Port, beroepen van Londe.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1651.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1^7*
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
51.
|
Samuel Coop a Groen, beroepen van IVefl-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fanen, den ia November bevefligt, en ever-
leden den 21 jfamiary 1686. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1652. 52
|
Carolus Schulerus, beroepenvan Steenbergen,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den 7 'j'uly beveßigt en overl. 17 April 1670.
53. Petrus Gribius, beroepen van Middelburg, uit
de Engelfe Kerk aldaar, in de Hoogduitfe Kerk alhier , bev. 1 o Nov. overl. den 27 Maart 1660. 54. Menfo Joannes,beroepen van Zwol,bevefligt
den 8 December ,24 May 1664. overleden. 55.Joannes de Gavarel, Amftelodamenfis, beroe-
pen van Harderwyk, bevefligt den 5 Jan. in ,t zelve jaar den 4 Maart overleden, zonder (vermits zyn ziekte^ dienjl aan de Kerk ge- daan te hebben. 56. Robertus Junius, Beroepen van 'Delft, beves-
tigt den 9 Feb., overl. den 28 Auguflus 1655. 57 OttoBelcampius, beroepen van Deventer, en
denio April beveßigt, overl. c/en iijulyi6%$. 58. Abraham de Roy, beroepen van Z1ttphen,den
15 Maart bevefligt, is 1680. 21 Apriloverled. 59. Jacobus Clerquius, beroepen van Haarlem,
bevefligt ao Feb., overleden 2 Novemb. 1680. 60. Andries Lansman, beroepen van Leyden, be-
vefligt den 5 Maart, overleden 11 Sept. 1666. 61. Lucas Vinckius, beroepen van Alkmaar, den
7 Mey, overleden den 19 April 1671. 6a- Laurens Laurentius, Amftelodamenfis, beroe-
pen van Dordrecht, bevefligt op den 1 8 Jan. is 167a. den 28 Jan. overleden. 63 Johannes Nieuwenhufiüs, beroepen van Nim-
wegen, en bevefligt den 11 Maart, overleden den ia January 168r. 64. Ifaacus Ie Maire, Amftelodamenfis, beroepen
van Rotterdam, bevefligt den 3 April, overl. den 6 May 169a 65. Jacobus Triglandius, beroepen van Haarlem,
bevefligt 17 July, is den 8 Nov. 1664. overled, 66. Laurentius Homma, Amflelodamenßs, beroe-
pen van Enkhuyzen den 18 December, over- leden den 4 January 1.681. 67. Joannes Viflchems, beroepen van Zutphen, be-
vefligt den 1 Oclober, overl. den 22 April 1694. 68. Gerardus Havicius, beroepen van Leyden, is
bevefligt den 10 ^^ > Emeritus geworden 25 ^«/ji 1698. overleden 15 iJf^ 1699. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I671'
j(57J'
IÓ77-
lol* |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I653-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1654.
1656. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1660.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i683*
ló33- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1661.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1662.
J663. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
X*8*'
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
H. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||
GEREFORMEERDE KERKEN.
|
||||||||||||||||||||||||
Kerk.
1685. |
||||||||||||||||||||||||
»'« Engelant, bevefiigt 28 O&ober, overleden 10
September 1691. 97- Adrianus van Wefel, Beroepen van Leewwaar- den, beveßigi 18 iVw., eóer/. ló^tf. r/io> 98. Joannes de Roy,Beroepen van Edam ^beves-
tigt den 5 May, overleden den 11 Febr. 1705. 99. Leonardus Groenewegen beroepen vanSchoon ■
boven, bevefiigt den 17 jfuny, overleden den 6 May 1696. loo.Petrus du Bots, beroepen van Gorcum, be-
vefiigt 24j May, overleden 3 Maart 1698. l0'.Daniel Eversdyk, Amflelodamenfis, beroe-
pen uit de Zype, in 't Gaflhuis, Bevefiigt 2.2 ■Auguflus, overleden 28 ./?»§• 1726 lQ2.Jacobus S-refo, beroepen van Delft, A?wi*
*%£ 12 Juny, overleden 11 x^ör// 1708 l03- i-amb. Zegers, beroepen van Monnieken dam,
bevefiigt 18 iVk>., overleden 8 OÖoA. 1727.
•ianus van Qoitrum, beroepen uit de En-
gelfcbe Kerk alhier, btvejiigt 20 Jw/ji, 0-
v er Uden 10 January ijió.
I0J- Cornelius Schulring, beroepen van Gorcum,
Bevefiigt den 18 OÖ. overl.den ;<ijfuny 1725. ïc6 Hieronymus van Alphen, beroepen van Zut-
phen, bevefiigt den 25 Ociob en 1715. ge- wone« Profejfor Theologie te Utrecht ,1742. aldaar overleden. *07. Hugo van der Helft, beroepen van Alkmaar•,
bevefiigt 19 Se/tf. overleden 11 _7«//y 1727. Ip8. Henricus Winter, beroepen van Kapelle aan
den TJfel, bevefiigt den 14 November en o- verleden den 27 .^/g". 1700. JOS. Adrianus Beukelaar, Amflelodamenfis , £e-
roepen van Utrecht, bevefiigt den 30 &£>?. overleden den 29 Maart 1717. ? T0. Tako Hajo van den Honert, beroepen vanden
Briel, Bevefiigt den 18 May, en 1714.gewor- den Prof, Theol. te Leyden, aldaar overl. 1740. 11 *• Elifa van der Horft, Beroepen van Monnicken-
dam, bev. den 24 Aug. overl. den 30 Sept. 1728.
Il2„Florentius Bomble,beroepen van Zwol, be- vefiigt den iö ÄTov,, overl. den 2? Jan. 1722. 1J3-Clemens Strefo, beroepen van Repelen, uit bet Graaffcbap Meurs, bevefiigt indeHoog-
duytfe Kerk, den\ Oêtob., overleden den 31
Jan. 1718.
Ir4-Paulus Steenwinkel, beroepen van's Herto- genbofch, bevefiigt den 28 Nov., overleden
den 7 April 1740.
1,5-Otto Brantz Swalmius , beroepen van Enk- bityfen, bev den 2 2 Oä., overl. 6 May 171 o.
I°-Joiias Hollebeek, beroepen van Haarlem, j <tew 3 Dec, overleden den 13 ^ra^ 1726. ^•Johannes van Staveren , beroepen van Alk- muar, bevefiigt den 4 November, overleden
HR T6n 6 November 1724. 8* Johannes van der Hagen, beroepen van Ley- ~.eT*, bevefiigt den 17 Augufius , overleden
Iio p!Ba*#»»:y 1739-
>«^ranciscus Burmannus, beroepen van Enk-
buJfen, bevefiigt den 10 Afav, era 1715. ge- worden Profejfor in de Theologie tot Utrecht, 12 1&k^' a^aar overleden.
°' Abraham Chanfleury, beroepen van 's Herto-
genbofch, bevefiigt den 8 Aug., overleden den 2, Sept. I?I4. •^erardus Fuppius Hondius, beroepen van
■Hoorn, bevefiigt den 19 Juny, overleden den 129 Vfaart T74o. Ti-^rrnanus van de Wall, beroepen van ZuU U' STUK |
||||||||||||||||||||||||
pben den 8 July, overl. den 7 May 1733.
123. Johannes d'Outrein, beroepen van 'Dordrecht,
bevefiigt den \6 Dec., overl. den i^Feb, 1722. 124. Nicolaas Wiltens, beroepen van 's Herto-
genbofch,den 2 3 Dec. Emeritus geworden in. Mey 1733. en overleden den 4 April 1734. I2J. Wilhelmus Vonk, beroepen van Delft, "bev.
den 6 April, overleden den 9 Sept. 1724. 12Ö. JohannesCramer, beroepen van Delft, bev.
den 28 Sept., overleden den 6 Ociob. 1718. 127. Petrus Boudaan, beroepen van Utrecht j bev.
' den 5 OSldb., overleden den 30 Mey 1734. 128.JoannesJunius, Amftelod., her. van Leeu-
waarden , bevefiigt den 17 Febr., overleden 1729. 129. Johannes Thiereiis, Amfielodamenfis, beroe-
pen van Arnhem,bevefiigt den 2i\Februaryi overleden den 9 Aug. [721. 130. Johannes delaMoraifiere, beroepen van Dor-
drecht . bevefiigt den 5 May, overleden den 13 Oäober 1758. 131 Johannes Petrus Canzius, beroepen van Alk-
maar , bevefiigt den 12 May, overleden den 12 May 1742. 132. Henricus Vos, beroepen van Utrecht, bev.
den 3 May, overleden den 1 OStob. 1752. 133. Johannes van Dooreflaar, beroepen van Dor-
drecht, bevefiigt den 11 July, overleden den 8 Sept. 1719. 134.Johannes Hagelis, Amflelodamenfis, beroe-
pen van Dordrecht .bevefiigt den 2j Decemb", overleden den \6 Nov. 1735. 135-Johan Gofewyn E verhard Alftein, beroepen
uit Brandenburg, in de Hoogduytfe Kerk, bevefiigt den 19 Nov. overl. den 25 May 1740. 136. Cornelius Houthof, beroepen van Dordrecht,
bev. den26Nov., overl.den 22 April 1752. 137. Johannes Backer, Am(telodamenfis, beroepen
van Maasfluys, bevefiigt den 24 Augvfius, overleden den 10 Jan. 1743. 138.Petrus Elzevier, beroepen van Enkhuyfen,
bev den 1 Nov., overleden den 7 April, 754. i30.Johan Viflcher , beroepen van Amersfoort,
bev. den 10 April, overleden den 6 April 1759* 140.Johannes Noordbeek, beroepen van Deven-
ter , be v. den 12 j^f/}>, ow?'/. de» 8 April 1749. 141. Leonard Beels, £eroe;wj van Gouda, èewj--
%£ de?z 1 Aroü., overleden den 5 Nov. 1756. 142. DanielBedber, beroepen van Alkmaar, bev.
den 6 Febr., overleden den 6 Jan. 1726. 143. Thomas van Son, Amfielodamenfis, beroe-
pen van Delft, bevefiigt den 13 Feb., over- leden den ai Jan. 1737. 144,PetrusZaunliifer, beroepen van Vianen,be-
vefiigt den 24 Dec., overleden den ij May 1739.
145. Albertus Haringh, beroepen van Delft, be-
vefiigt den4 Maart ,oiierl. den 27 Oei. 174'- 146. Cornelis van Rhyn, beroepen von Zutpben,
bev, den 23 Sept., overl. den 21 Nov. 1745. 147.Franco de Bruyn, beroepen van Deventer,
bevefiigt den 21 April, overleden den 26 Ja- nuary 1763. 148. Johannes Plantinus, beroepen van Utrechtt
bevefiigt den 29 September. 149. Cornelius van den Bogaerde, Amfielodamen-
fis , beroepen van Hoorn, in 't Gaftbuys, be- vefiigt den 16 Febr. en in Sept. van 't zelve jaar in de Kerken, overl. den 7 Dec. 1739. Tjo.Franciscu» Halma t beroepen van Elburg>
T fa |
||||||||||||||||||||||||
Kerk-
BESTIEK,
|
||||||||||||||||||||||||
ïflCV
|
||||||||||||||||||||||||
XWS.
1692.
1593.
|
||||||||||||||||||||||||
1715^'
|
||||||||||||||||||||||||
171e.
1717.
1718.
!7I9. 1721.
1724.. 172*.
|
||||||||||||||||||||||||
I691.
%8. |
||||||||||||||||||||||||
l7<>2.
^03.
'704. ^08.
|
||||||||||||||||||||||||
*m-
|
||||||||||||||||||||||||
172&
|
||||||||||||||||||||||||
172?*
|
||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
146
|
III. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kerk- - bevefligt den 14 Sept.s overleden den 8 Ja-
bestier. nuary 1733.
151. Tiberius Rey tsma, beroepen van Middelburg,
hevefiigtden 19 0£t.,overLden 1 July 1742. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i76YAdrianus Buurt, beroepen van Hanau , be- g£RK-
vefiigt den 25 Febr. 1748. bestiEK* 177. Petrus Noordbeek , beroepen van Gronïn- j 747-
gen, bevefligt den 14 July. ïl$' i78.Rutgerus Perizonius, beroepen van Veendam, il$'
bevefligt den 15 Juny. 179. Erneftus Phiüppus Gerhardus van Effen ,
beroepen van Flattern, bevefligt den 6 Ju- h-
180. JohannesJacobus Kesler, beroepen van Stein-
furt, in de Hoogduytfe Kerk, bevefligt den 21 Sept. namid. in de N. Z- Kapel. 18I.Willem Hendrik van Harscamp, beroepen tf' '
van de Nieuwe Loosdregt, bevefligt den 4 Oäob., overleden den n FAr. 1753, i82.Johannes de Lange, Amftelodamenfis, ber. 0'
van Nymcgen, bevefligt den 6 Juny. i83»Winoldus Budde, beroepen van Arnhem, *7$ '
bevefligt den 21 May. t84.Johannes Kalkoen, Amftelodamenfis , ber.
van Franequer, bevefligt den 6 Aug. 185. Wilhelmus van den Broek, Amftelodamen-
fis , beroepen van Leiderdorp, bevefligt den |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
J723.
|
152.Theodorus van Schelluyne, beroepen van
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bommel, bevefligt den 22 February.
153."Wilhelmus Snabelius,beroepen van Campen, bevefligt den 19 Dec., overleden den 6 May 1732-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
172p
I730. 1732.
|
154. Cafparus Goris, beroepen van Deventer, bev.
den 8 May, overleden den 8 Febr. 175t. 155. Willem Schiphout, beroepen van Noortwy-
kerbout, bevefligt den 19 Maart, overleden den 21 Juny 1747. 156. Petrus Hollebeek , beroepen van Campen ,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bevefligt den 10 Aug., overleden den \/\ Ju-
ly 1750. 1733' 157. Hieronimus van Alphen, ■Amftelodamenfis,
beroepen van Leeuwaarden, bevefligt den 19 May, 23172 dzen/ï wegens zwakheid nederge- legd Decemb. 1757. overleden 17^8. Ij8. Jacobus Covyn, beroepen van Dordrecht, bevefligt den 2 Aug., overleden den 11 ^a- »aarj! 1746. 159. Gerardus Kulenkamp, beroepenvanDelft uit
bet Gaflbuys, bevefligt den 9 Aug. 1733. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
31 Dec.
186. AdrianusBecol,Èeroepra van den Briel,bev.
den 15 Sept. 187. Wilhelmus Coolhaas, Lingt &p Antiq. O-
rient. Frofeffor, tot Predikant alhier beves- tigt den 2 Maart. 188.Petrus Curtenius, Amftelodamenfis, Theol.
Frofeffor, tot Predikant alhier bevefligt den
2 Maart,
|
1754-
I75J' 175?'
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1734-
1736* 1737.
1739' 1740.
|
160. Broërius Brouwer, beroepen van Harlingen,
bevefligt den 22 Aug. overleden den 23 ifcy 1757'
161. Joannes Esgers , Amftelodamenfis, beroepen
van Middelburg, bevefligt den 26 Febr. en 1740. FrofeJJor Theologice geworden te Ley- den, en aldaar 1755 overleden. 162. Martinus Snethlage, beroepen van Delft, bev.
den 2 Juny, overleden den 29 ^«rc. 1763, 163. Samuel Coenraad de Bruine, beroepen van
Middelburg, bevefligt den 20 Sept. overle- den den 30 Maart 1748. l64johanTemmink, Wemm:Fil: ber. vanSchoon-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
l89.Johannes van Schelle, beroepen van Edam,
bevefligt den 8 May 1757. en 175Ü. Prof.
Theolog. geworden te Leiden, en aldaar 17Ö2
overleden.
190.Daniel Serrurier, beroepen van Leiden,bev. den 28 Aug.
191. Nicolaas Tetterode , beroepen van Dor-
dr echt, bevefligt den 9 April. 192. Johannes Arnoldus Eek, beroepen van Zut-
phen, bevefligt den 11 Juny, 193. Samuel Claver. beroepen uit de Ryp, beves-
tigt den 7 January. J94.Rudolph Arend ten Brink, beroepen van
Hattem , beveftigi den 21 Jan.
195. Hermannus Genet, beroepen van Delft uit ,t Gaflhuis, bevefligt den ij July, over-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
758'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
boven, in,tGaftbuis,bev. den 10 April 1740.
en in Nov. van het zelve jaar in de Kerken. 165, Johannes van der Vorm, beroepen van Vlis-
fingen, bevefligt den 21 Aug. 1740. iöó.JacobusTyken, beroepen van Schiedam, en
bevefligt den 8 Jaunary 1741. Iö7jacob de Jonge , beroepen van Wefl - Zaan-
dam en bevefligt den 12 Febr. overleden den 17 OStober 1757. 168. David Brunir.gs, beroepen van Neckerau, in
de Hoogduytfe Kerk, bevefligt op Faasmaand, namidd. den 3 April in de N. Z. Kapel, 0- verleden den 16 Juny 1749. l6o.Johan Albert van Muyden , beroepen van
de Nieuwe Loosdregt, bevefligt den 25 Fe- bruary. 170. Wilhelmus Peiffers, beroepen van Delft ,
bevefligt den 19 Aug. 171. Jacobus du Marchié, beroepen van Zierih
zee, beveßigt den 23 Sept. 174a. overleden den 30 Dec. 1748. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
75?'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1741.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
leden den 16 July 1763.
196. Herman Hubert, beroepen van Campen, be-
vefligt den 15 May. i97.Füips Serrurier, beroepen van Wüsveen,
bevefligt den 29 May. 198'Joh. Henr. Wefterhoff, beroepen van Gou-
da, bevefligt den 6 Nov. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
63-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
n
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1742.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Ouderlingen, die, voor 't eerll,
in't jaar 1566, eenigen tyd na de Diake- nen, werden aangefteld {in), zyn , te ge- lyk met de Predikanten, toegenomen in ge- tal , en maaken nu negen en twintig Perfbo- nen uit, alzo aan ieder Predikant een Ou- derling toegevoegd is. De Ouderlingen die- nen twee jaaren agter een. Het eene jaar, gaan'er vyftien; het andere jaar, veertien af.
(m) Zit II. Vitl, VII. Bichj U. ij».
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tl»
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ï743. I72
|
Hermannus Engelberts, beroepen van Delft,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bevefiigt den 31 Maart, overleden den 11
Aug. 1745. 173. Rutgerus Schutte , beroepen van Dordrecht,
bevefligt den 7 Nov. 174. Johannes Boskoop, beroepen van Utrecht,
bevefligt den 6 February. 175. Adriaan JohanElzevier, beroepenvan's Gra*
venland. bevefligt den 27 Maart overleden den 16 jpuny. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1745-
1746. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
K. BoEit.
|
|||||||||||||
GEREFORMEERDE KERKEN,
|
|||||||||||||
147
|
|||||||||||||
S«8K.
|
|||||||||||||
Ook wordt, aldaar, het eerfte Avondmaal, Kerk.
door een' Broeder uit de Gafthuis-Kerke by- besiu». gewoond, voor wien. de Broeder * die in de Noorder-Kerke zitten moeft, de beurt in de Gafthuis-Kerke waarneemt. Het tweede Avondmaal in de Eilands-Kerke, en de Voor- bereiding aldaar, wordt bygewoond door den Broeder, die dan zyne eerfte vrybeurt heeft. De zitting in de Zuider- en Oofter-Kerken is, op gelyke wyze , als de zitting in de Noorder- en Eilands-Kerken, onder vyf an- dere Ouderlingen, verdeeld. Het tweede Avondmaal in de Zuider-Kerke wordt door den Broeder, die 't langft zyne vrybeurt heeft gehad, en dat, in de Oofter-Kerke, door de twee Broeders, die hunne vrybeurten 't laatft gehad hebben, bygewoond. Die, op het tweede Avondmaal, in deeze twee Kerken, inkomen, moeten ook de Voorbereiding by- woonen. En op deezen voet, moeten de negen en twintig Ouderlingen in de Predika- tien komen, of zy verbeuren eene boete, ten behoeve van zeker liefddaadig Fonds, waar- van wy, beneden, nader fpreeken zullen; ten welken einde, altoos plaats in de Bank, voor den Ouderling, die zitten moet, moet worden opengélaaten. De Catechifatien worden ook door eenen
Ouderling bygewoond. In de Oude Kerke en in 't Diaconie-Weeshuis, gefchiedt zulks door den Ouderling, die den'Catechifeeren- den Predikant toegevoegd is. In de Amftel- Kerke, waar, eens ter weeke , des Maan4 dags, in de zes Winter - maanden, te begin- nen met 0£tober, en dus maar zes en twin- tig reizen gecatechifeerd wordt, zyn de drie oudfte Ouderlingen vry van het bywoo- nen der Catechifatien. De Zondags - Cate- chifatien , in de Zuider-, Noorder-, Oos- ter- en Eilands-Kerken, en in de twee Ka- pellen , worden bygewoond door de Ouder- lingen, die, in die Kerken, zitting .hebben gehad. De Ouderlingen verbeuren ook eene boete, zo zy de Catechifatien, op hunne beurt, niet bywoonen. Zes maal in 't jaar, voor de gewóonlyke
Avondmaalstyden , worden nieuwe Lede- maaten aangenomen, in de Oude en Nieu- we Kerken. Zulks gefchiedt , door twee Predikanten, by beurten; doch de twee oud- fte Predikanten en de Hoogduitfche Predi- kant zyn 'er vry van. Vier Ouderlingen woonen, telkens, deeze aanneeming by, van welken dienft, de vyf oudfte Broeders dus ook ontflaagen zyn. De Ouderlingen, de aanneeming van nieuwe Ledemaaten heb- bende bygewoond, maaken de Lyften der zelven op; zien, of zy behoorlyk geboekt zys, en doen van 't een en 't ander verflag aan den Kerkenraad. Het aanneemen van T 2 Le-
|
|||||||||||||
ïisTj£R ar De gewoonlyke Kerkenraad, beflaande
Uit Predikanten en Ouderlingen, moet, door hen, buiten gewigtige verhindering, wee- kelyks, worden bygewoond. In 't alge- meen, zyn de Ouderlingen verpligt,zohier, als elders hier te Lande, te waaken op de Leere en op het gedrag der Predikanten en der Ledemaaten. Ten dien einde, zyn zy gehouden, de Predikatien, in allé de Ker- ken , by té woonen. De weekelykfche zit- ting in de Wefter-Kerke, die met de Vry- dags - Avonds - beurte aanvangt, is tufïchen vier Ouderlingen verdeeld, ieder van wel- ken eene week zit. Doch die des Zondags Zyne beurt in de Wefter-Kerke heeft gehad, moet ook , wanneer 'er 's Vrydags in de Nieuwe-zyds-Kapel wordt gepredikt, aldaar zitten. De twee Avondmaalen , in de Wes- ter-Kerke, worden, door een' van de vier Ouderlingen, terwyl een andere de gewoon- lyke zitting waarneemt, bygewoond. De zitting in de Nieuwe en Gafthuis - Kerken, verwiffëlt tuffchen vier andere Ouderlingen. En als een van deezen by 't eerfte Avond- maal in de Nieuwe Kerke zitting heeft , ■woont ook zyn opvolger het zelve by. In de Oude Kerke en Oude-zyds-Kapel, gaat de weekelykfche zitting rond tufïchen zes andere Ouderlingen. De opvolger van hem, die, op de eerfte Avondmaalen, in deeze twee Kerken, zitting heeft, woont dezelven ook by. Ook woonen twee van deeze zes Broeders, by beurte, de een het eerfte A- vondmaal, in de Zuider-Kerke, en de ander het tweede, in de Nieuwe-zyds-Kapel, by. In de Nieuwe- en Gafthuis-Kerke, en in de Oude Kerke en Oude-zyds-1 Kapel, zit ieder Ouderling twee weeken agter een. De Zit- ting in de Nieuwe-zyds-Kapel en Amftel- Kerke, gaat rond tuffchen vyf Broeders, ie- der van welken, eene week in de eene Ker- ke gezeten hebbende, ook eene week in de andere Kerke zit. Wanneer 'er, 's Donder- dags , in de Amftel-Kerke gepredikt wordt, *?egint de weekelykfche zitting aldaar met. *jlen dag, anders des Vrydags, en op Bede- ïï.ag> des Woensdags. De Broeder, die des jJ"^tags in de Nieuwe-zyds-Kapel zit, moet Catechifatie aldaar ook bywoonen. Het fiE1 ir ^v°ndmaal, in deeze en in de Am- e.-j£erke, wordt, door de opvolgers van
nun, die dan in deeze Kerken zitting heb- *len' bygewoond. In de Noorder- enEilands- p p ' Verwi^è^ de zitting ook tuffchen
yr Broeders, ieder van welken, zyne beurt eene week in de eene Kerk gehad hebbeli- jk ' °°k in de volgende week, tot de andere wrk overgaat.Die, op de twee Avondmaa- lt ' hunne tweede vrybeurt hebben, woo- 11 dezelven, ook in de Noorder-Kerke, by.
|
|||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||
148
|
|||||||||||
te gaan. Zulke perfoonen moeten ten min- Kë*k'
ften vyf en twintig jaaren oud , en een best1 jaar Ledemaat geweeft zyn. Zy worden, tufTchen de twee Avondmaalen, onderzogt, na dat zy zig, veertien dagen te vooren, heb- ben aangegeven, op dat 'er tyd zou zyn, om naar hun gedrag te verneeteen. Tot het waarneemen der zeven Clafficale Vergade- ringen , worden veertien Ouderlingen be- noemd , twee tot elke vergadering. Alle de Predikanten verfchynen in de Claffis. Tot de Noordhollandfche Sinode, waaronder de Claffis van Amfterdam behoort, wordt maar één Predikant en één Ouderling afgevaar- digd. En als de benoemden tot deeze Com- mifiie buiten ftaat geraaken, omze waar te neemen, wordt hunne plaats, door hunne onmiddelyke opvolgers, vervuld. De gewoonlyke huisbezoekingen, voor 't
onderhouden van 't Avondmaal, worden door een' Predikant, met den Ouderling, die hem toegevoegd is, elk in zyne Wyk, waargenomen. Doch de twee oudfte Pre- dikanten en de twee oudfte Ouderlingen zyn van het doen van huisbezoekingen vry. De Stad is, derhalve, naar 't getal der overige Predikantsplaatfen en der Ouderlingen , in zeven en twintig wyken verdeeld. Doch hierby komen nog vier wyken buiten de Stad, die de vier jongfte Predikanten, by fchikkinge , onder zig verdeelen, en daar zy, met hunne toegevoegde Ouderlingen, huisbezoeking doen. De byzondere Commiffien van den Ker-
kenraad , 't zy 'er iet, by Burgemeefterert of elders, voorgedraagen, of verzogt moet worden, worden, door eenen Predikant en eenen Ouderling , waargenomen. Twee- maal 's jaars , worden de Doopboeken in de Kerken naargezien , in Maart en in September , telkens , door vier Predi- kanten en vier Ouderlingen: een paar ver- rigt dit werk in de Oude Kerke, Oude-zyds- Kapel en Eilands-Kerke ; een ander paar in de Nieuwe Kerke en Nieuwe-zyds-Kapel; een derde paar, in de Zuider-, Amftei- en Oofter-Kerken, en een vierde paar, in de Noorder- en Wefter-Kerken. De Propofitien of Leerredenen over den Catechismus, die, 's Woensdags 's morgens, in 't Diaconie- Oude-Vrouwen-Huis, gefchieden , worden, tweemaal in 't jaar, door eenen Predikant * en eenen Ouderling, bygewoond. By het doen der groote Rekening van de Diaconie aan Burgemeeftéren, die, eens's jaars, in Ja- nuary , gefchiedt, zyn ook een Predikant en een Ouderling tegenwoordig. En 't groot Examen of Onderzoek der Kinderen in c Diaconie - Weeshuis, welk door twee Pre- dikanten gefchiedt, wordt door twee Ou- |
|||||||||||
KeRK. Ledemaaten, die, uit eene andere gezind-
BESïiKK. heid , tot de Gereformeerde Kerke over- gaan , wordt, wanneer het aan de huizen der Predikanten gefchiedt, daar ook dikwilszul- ken, die in de Gereformeerde Leere zyn opgevoed, worden aangenomen, insgelyks, door eenen Ouderling, bygewoond. De vyf oudfte Ouderlingen, die 't aanneemen der Le- demaaten niet bywoonen, zyn nogtans ver- pligt, na 't afgaan der Ouderlingen, die zulks laatft gedaan hebben, het boeken der Lede- maaten , die in January en February aange- nomen , en met Atteftatien van buiten inge- komen zyn, naar te zien. Ook moet een van hun het aanneemen der Ledemaaten zelf bywoonen, in geval de Ouderling, wiens poft het was, voor het vervullen vanzynen dienft, mögt overleeden zyn. Zo zulk een Ouderling de Catechifatien in de Oude Ker- ke en in 't Diaconie-Weeshuis zou hebben moeten bywoonen, moeten deeze zyne beur- ten , door de vier oudften, en door dien van den Hoogduitfchen Predikant, worden waar- genomen. De Atteftatien van Ledemaaten, die van buiten inkomen, worden, alle Don- derdagen , in den Kerkenraad, ontvangen, door den Predikant , die de voorgaande week voorgezeten heeft ; en door zynen Ouderling , die dezelven boekt. Van de Atteftatien van vertrekkende Ledemaaten wordt ook , door een' Ouderling , boek gehouden. De vier jongfte Ouderlingen houden de Atteftatieboeken , in welken, zy de aan- en inkomende Ledemaaten, om de twee maanden , moeten inteke- nen. De twee Cenfuurboeken van Mannen en Vrouwen, die voor den Kerkenraad ver- fcheenen en beftraft zyn, worden ook, ie- der door een' Ouderling, behandeld. Inden Kerkenraad , zyn zes Ouderlingen , ieder twee maanden, Subfcribas of tweede Schry- vers. Tot deeze poft, komen, in de eerfte plaats, zulken _, die meer in dienft ; doch nimmer Subfcriba geweeft zyn. En zo dee- zen het vereifchte zestal niet können uit- maaken, gaat men over tot zulken, die in het tweede jaar van hunnen eerflen dienft zyn: voorts tot zulken, die, in hunnen voo- rigen dienft of dienften, maar eenmaal Sub- fcriba zyn geweeft, en, eindelyk, hoewel zulks zeldzaam voorvalt, tot zulken, die dee- ze poft reeds tweemaal hebben bekleed. De oudfte in dienft van deezen zes zit de eerfte als Subfcriba. De Subfcriba brengt in 't Pro- tocol in't net, 't gene, door den Scriba, in Aäis gebragt is, en geeft den afweezenden Leden kennis van de Commiffien, die hun zyn opgelegd. Voorts houdt hy een Regifter van zulken , -die onderzogt en goedgekeurd zyri, om uit Catechiseren. |
|||||||||||
". Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GEREFORMEERDE KERKEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
H9
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
derlingén bygewöond. Eindelyk, houdt een
der oudfte Ouderlingen de Kas der Liefde- gaaven, 't Fonds Charitatis genaamd, waar- m ny> jaarlyks, op den laatften Donderdag voor de verandering des Kerkenraads , de ^os j die , in de Kerkenraads - Kamer, op de tafel ftaat, in 't byzyn van twee zyner oudfte Medebroederen, ledig maakt. Uit dit fondSj worden, nu en dan, behoeftige Bui- ten-Gemeenten onderfleund. pz D i A K e N e N der Nederduitfche Ge-
reformeerde Kerke hier ter Stede, aan wel- ben de zorg voor de behoeftige Ledemaa- ten toevertrouwd is,hebben, in deeze hoe- danigheid, ook het opzigt over verfcheiden' Godshuizen, die onder 't bewind der Dia- conie ftaan. De grootte der Stad, en de menigte der arme Ledemaaten maakt het werk der Diakenen zeer laftig. Delaft wordt ^gter, merkelyk, verligt, door de nette or- de en geregelde fchikkingen, die zy, op Jannen uitgebreiden dienft, gemaakt heb- ben, 't Zal, derhalve, niet onvoeglyk zyn, toer, een kort berigt in te vlyen van de wyze, waarop de dienft der Diakenen ver- % wordt. Wy hebben, elders , aangetekend, dat
de Gereformeerde Gemeente hier ter Stede, Zo drazy, in 't jaar 1566, eenige vryheid yan Godsdienftoefening verkreegen hadt, Diakenen aanftelde, die de aalmoeflen, on- der de preeke, in houten fchotelen, verga- derden (o). Doch deeze vryheid duurde ^egts tot in de Lente des volgenden jaars. £)e Gereformeerde Gemeente verliep toen geheellyk (p), en werdtniet herfteld, dan **a de verandering der Regeeringe, in't jaar £5?8 ; van welken tyd af, de'gewoonly- *e Lyften der Diakenen eerft aanvangen. De inkomften der Diaconie waren , in 't ^erfl, gering, en de laften zwaar, naarge- Jailg dier inkomften. In 't jaar 1578, werdt ?r zeventien honderd vyf en veertig gul- dens, vier ftuivers, en vier penningen uit-, Segeven, en maar veertien honderd negen en zeftig guldens, veertien ftuivers en drie penningen ontvangen; zo dat 'er twee hon- erd vyf en zeventig guldens, tien ftuivers, e" een penning te kort kwamen. Doch in de / en vyftig volgende jaaren , werdt 'er, f ,00s^meer ontvangen dan uitgegeven, en, omtyds, merkelyke fommen overgehouden. . ° iS c> in den volgenden tyd (q), en tot «eden toe, doorgaands gegaan; hoewel'er, J^totyds, jaaren tuflchen beide gekomen zyn, |>e!yk, onder anderen, in den bangen oor- ' §styd, die met het jaar 1672 aanving, ge- </>) it' Dec!> vn- B"k, h!- **«•
(?) ZU 2ef/' VHI- £"e^> hU 3°5 «*.
CO^MEtlN, i/i. -Jgy eng,. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
beurd is waarin de uitgaaven de ontvangft, KeRk-
verfcheiden jaaren agtereen, vry wattebo- b«™ ven gingen. In de volgende oorlogen,heeft de Diaconie dit lot, dikwils, moeten onder- gaan , en "zelfs veelen van haare vaftigheden zo Huizen als Obligatien, moeten verkoo* pen, tot onderfteuninge der behoeftige Lede- maaten. 'tZelfde is, na den ftrengen wintel en duuren tyd des jaars 1740, meer dan eens, ge- beurd. Doch men heeft, in't algemeen, onder- vonden, dat de Diaconie beft heeft können beftaan, in tyden van vrede. Onder haare voornaamfte inkomften,zyn de Colleclenin de Kerken en by de huizen, die haar, van Stads wege, worden toegelaaten. Voorts, bekomt zy, van tyd tot tyd, ook meer of min aanzienlyke erfeniffen en Legaaten Haare uitgaavefl zyn , allengskens, toege- nomen, met het toeneemen der Stad. In de zeftiende eeuwe, heeft zy , ten hoogfte niet veel boven de dertig duizend guldens' meen jaar, uitgegeven: in de zeventiende eeuwe, zyn haare uitgaaven tot ruim drie- maal honderd duizend guldens opgeklom- men : en in de laatfte twintig jaaren, heeft zy, doorgaands, tinTchen de vier- en vyf- maal honderd duizend guldens, en zelfs nuen dan, tot boven de vyfmaaj honderd duizend guldens, uitgegeven. Doch op dat men den ftaat der inkom- Jaarlyk-
iten en uitgaaven der Diaconie, nog by-fcheïtaat zonderer , zou können zien , voegen wy der zel" hieronder een uittrekfel uit de groote Re- TsVto't kening, die, jaarlyks, aan Burgemeefteren o-1763. vergegeven, en ter Thefaurie bewaard wordt. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B£Sr
|
'ER.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ï*4e-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Eerfte
f°Pre8. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fc
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
taco"
|
Hie
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
%;;
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Overgehouden Te kort gekom.
:------------ƒ 275.10. 1
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In Uitgegeven
1578./ 1745- 4- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1579-- 1663-19- 9 ƒ
1580.- 2527.19. 2 - 1581.- 2435.11. 5 - 1582.- 2580.19. 5 . |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
535-
181. 199- I5S.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3-10
i- 5 9. 4
7.11 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fe
|
"»ften
|
.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en ,,'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'»«n.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1583-- 2743.13.101584.- 4442. 9. .1585.- 5244-10,151586.- 6567. 6. 14I587.- 9939.18. 11 -
|
- 2CO. 16. II
.- 24.i7.i4
- 993-19- 3
- 688. 2. 4
■ 320. 14. 1 - 301. 8. 11
- 258. 19. 3
- 315- - 3
- 1316. 13. s
- 3050. 8. "
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1588.- 9487-16-
I589--I05IO. 14. 1590.-10687. 6. 1591.-11435. 5.. 1592.-12804. 7. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1593.-14820. 3.12 - 3633. 5.13
1594.-18197-18-14-5074- 8.13 1595.-23176.19.. - - 3305- LH 1596.-22964. 6.14- 5178.14.15 I597-"255I4- 8.10 - 5135. 11.14 1598.-27469-18.12 - 4668. - 15 J599--32298. 8. 5 ■ *935- 9-14 T3
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1609.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
15°
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In Uitgegeven Overgehouden Tekortgekom. K«*^,
i655./274543.i7. - ƒ HU- 5- 9 ƒ--------------- eE
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kerk- In Uitgegeven Overgehouden Tekortgekom.
be*tier» I600./33657-10.14 ƒ 4539.17. 4 •ƒ-------■----------
1601.-34758.10.15 - 8925. 6.13 —
1602, ■ 43786. 7. 5 -16024. 2. - 1603.-47554.19.10-19361. 18. 8 - 1604.-38633. 3- 7 -23929. ii- 7 ■ 1605. - 44352. - 13 -25289.14.15 - 1606.-49328.13. 5-19320.10. 6 • 1607.-54402.17.11 - 7081. - 13 • 1608.-66326. 1. 6 -11395. 13.14 ' 1609.-47653.14-15 - 3201. 9- 4 • 1610.- 59238. 8.12- 4498.13. 8 ■ 1611.-61261. 6. - - 2048.14.10 ' 1612.-72507. 5. - - 9291.15- 8 1613.-68964.Hi1- 8857-12. 9 1614.-61706.10. 8-11588.18. 2 1615. -66231.12. 6-10443. 17. 8 1616.-71431.13- 4- 7679-18. 4 I6I7.-92757. ia- - -I5907.I4. - 1618. - 82901. 7. 8 - 9307. 7- - 1619-- 89679. 7. 4- 13844.14.10 1620.- 84667.11. II - 10865. 7.13 1621.- 99078. 6.14 - 1759.13. 4 1622.- 93425. 2.12 -14703.17. 4 1623.-109228 13. 8- 4549.17.4 1624.-124742 10. 8-12813 2. 8 1625.137471.14. 4- 73H. I- 4 1626.-124141, 2. 8-14555.11 - 1627.-134618. - 8 -12169. 6. - 1628.-I45873. I.I4 - 6517. 9 8 1629.-i47928.il. 6- 7084.12.8 1630.-131505. 3- - - 37II. 8 8 1631.-131399-10. - - 6o6q. 15.10 1632.-137801. 5.12-10545. 8. - 1633.-137894-14. 2- 1498. 5« 2 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
l656.-322371.il. 6- 5862.13.6
1657.-274310.18. - - 8632.14. -
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
8 - 5766.15. -
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1658.-264095.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1659.-253390. 4. -
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
- 6464.10. -
- 6145- 7 -
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1660. -238301. 1. -
1661.- 280499.16. - |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1662.-291484. - 14
1663.-325028. 5« - 1664.-353864. 9- - 1665.-315730. 6. - 1666.-334017. 2. - 1667.-326554.11. - 1668. -283383.13- - 1669.-277207.10. - 1670.-302508. 3- - 1671.-297619. 2. - 1672. - 312967. 6. -
1673. -349I93-' - -
1674.-348089. 6 - I675-- 353860.18. - 1676. -358704. 3- - 1677.- 306046. 6. - 1678.-291814. 8. - 1679.-268792.14. - 1680.- 272527. 11. 8 1681.- 322478.17- - |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2923. 9. -
3936.19. - 5079.16. - 3573 2. -
1259. 7 - 1010, 6. - |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
. 2011. 4.
. 4186.18. ■ 5084,I4. 3I6I5- 9' .14304 19- - 8062. 9'
- 9485. I.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
- 1780. 2 -
- 1860. 5- -
-75725.14. - -37357- 6. - |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5337 I-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1682,-367659. 6. -
1683. -291676 17. - 1684.-276274.17. - 1685- - 259468.10. - 1686.-263165.16. - 1687.-27704L 6. - |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5278. 4-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1561.14. -
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1688.-283631. i. -
1689-286282.16. - 1690.-286411. - - 1691.- 264921.14. . 1692. - 270670. 1. -
1693. - 25144°-IO- -
I694.-281416. 6 1695.-282519.15- - 1696.-276494. I- - 1697.-278615. 7- - I698.-326548. 2. -
1699. - 296548.14. - 1700.-303659. 6> - 1701.-303188. - - 1702.-325309. 6. - 1703.-275121.17. -
1704.-308235.11. . 1705.-290110. 4. -
1707.-278936.17. -
1708.-279314- - -
1709.-319454-lö' *
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
- 535. 2- II
" 203. 4. 8
. 2509.19. 14 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1634--146724.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1635.-152925.12. 8- 7535.I7.I2
1636.-204975. 4. 9------.---------
1637.-185917.10. 5 -
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
179. 9- -
4056. - 8 1370. 7' -
416. 3. 8
284 13. -
90. - -
437-I3- -
256. 9 -
78. 6. -
- 665. 3. -
. 546.15. -
. 6870. 8. -
. 867- 8. -
. 4516 10. -
. 445.15. -
. 1081.15« -
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1638.-172516.18.10-
1639. -173023. 9.10 - 1640.-183911. 7.12 - I641.-204684.il. 6 - I642.-I848H. 2.10 - 1643.-195355-IL - " 1644. -214233.15- -1645.-253110. 8.12 - 1646.-215609.14. -1647.-23C453-IS- - - 1648.-235501.17. -1649.-225322. 1. -1650.-239497. 9. - - 1651- -252821. 2. - - 165a. .272236. 1. . |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1653.-252934. 4-
IÖ54.- 254637.12, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1494.19'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II- Boek.
In Uitgegeven
:7io ƒ320519. 7. . I7n.- 3S5587.16. ■
!7i2.-3294.76.18. • 17i3-- 320224.15. . I?I4'-355971-16. -
17i5.-3i8os6.16. - 17i6--336970.15. - 17I7--282263.19. ■ I718'- 312476. 4- - 1?1* - 383329. 7- ■ I72o. -321428. 7. - I?21--385138. 5. -
1?22'-379852. 4- •
1723--352i6i. 8. - J724..322211, 2. . 'I7aS. -363265. 7- • 1726.. 367193.13. - |
|||||||||||||||||||||||||||||||
GEREFORMEERDE KERKEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
151
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
In de voorgaande eeuwe en eerder (r), Kerk-
heeft: de Diaconie, fomtyds, eenigen onder- bestier. fland genooten uit Stads Kaflè, of uit de Kafle van byzondere Godshuizen, die aan de Stad verantwoord werdt. Onder ande- ren , vind ik, dat de Diakenen der Gerefor- meerde Kerke, in 't jaar 1602, ten behoe- ve van de armen, op lad van Burgemeefte- ren, tot twee reizen toe, van Kerkmeefle- ren der Oude Kerke een honderd ponden vlaams ontvangen hebben (V). In 't zelfde jaar, ontvingen zy, op gelyken lall, van Kerkmeef teren der Nieuwe Kerke, twee- maal twaalf honderd guldens (f). Ook heeft de Stad, op den een en twintigflen Juny des jaars 1625, eene onlosbaare rente van een honderd en vyftig guldens's jaars aan de Dia- conie gefchonken («), De giften van den grond tot het Diaconie-Weeshuis, het Dia- conie-Oude-Vrouwen-Huis , en de Diaconie : Brouwery, van Stads wege gefchied (©), können ook, als een onderfland der Diaco- nie , worden aangemerkt. ^ Al 't welke wy hier te liever hebben willen aantekenen, om dat fommigen zig verbeeld hebben, dat de Diaconie, nimmer, eenigen onderfland ge- nooten hadt van de Stad. OndertufTchen, is, uit de korte fchets van dezwaarc inkom- flen en uitgaaven der Diaconie , ligtelyk, op te maaken, hoe veel omflags 'er zy aan den dienfl der Diakenen, tot welks byzon- dere befchryvinge wy nu overgaan. De Diakenen houden , weekelyks , des Gewoon-
Dingsdags, ten vyf uuren nademiddag, hun- lyke Ver- ne gewoonlyke Vergadering, in de Nieuwe ëade^in- Kerke. Des Donderdags, 's morgens, ge- Diake^ fchieden, in dezelfde Kerke, de gewoonly- nen. ke uitdeelingen: waartoe, en tot eenig an- der Dienflwerk, ten dien tyde, ook eenige Broeders vergaderen. En 's nademiddags, komen, ten zelfden dage, ook twee Broe- ders byeen, voor welken, zulken , die on- derlland begeeren, met hunne Atteftatien, en verzeld van twee getuigen, Ledemaaten der Kerke, verfchynen. Deeze Broeders doen onderzoek naar den flaat en 't gedrag der behoeftigen, waarvan wy, hierna, uitvoeri- ger gewaagen zullen. Zy deelen ook, om de vier weeken, den onderfland uit, die op on- volledige Atteflatien genooten wordt. Eenige dagen na dat de nieuwe Diakenen Byzon-
verkooren zyn , belegt de aanblyvende dere Be- Weesboekhouder eene byeenkomll van de dienin- gantfche Broederfchap, in welke, de byzon- derdezël- dere ven.
(r) Zie II. Deel, XI. Boe(, tl. 410,
Is) Memor. van Kerksneeft. der Oude K«ke,i/. 203,104.
(t) Vit de oorfpr. Rcfol. van 17 *A»&- e" I* Septemb,
I602. berußende in de Nieuwe Kjrke, (»> Groot-Menior. AT. III. ƒ 22 verfi.
\v) Refol. Vtoedfcb. L, A-. 26 Jan. ifij«. ƒ. J3. L'.Vf,
H sAprit li$ï. ƒ. 3J2. L'. S. 1« Maart Iggg. ƒ. 7S, |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Overgehouden Tekortgekom.
ƒ 7179. 11. - ƒ---------- . . 8322, 1. -------------.
. . 3271. 4.--------------
■ - 2795.17. - —----------
- 1468.14.--------------
-10886. 1.--------------
- 9782.10.--------------
. .17921.14.--------------'
-13934- !•--------------'
. . 24420. ---------------■
-16508.11.--------------
-26888 17.--------------
. . 30760.16.--------------■
. 10444. 8. - ■-----•
. .26788.16. .------------
. .27977-16.--------------
. 930. 1.--------------
■ • 8983 15---------------
■ - 3969. 2.------------—-
■ . 4034,----------------
- 8493.15. - —■---------
-12871-15---------------
-' 794.15---------'■--------
- 3248. 1.--------------
-17665.10.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
1727..
Ï728.. 1729
*73o. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
-343175.12. -
355922.18. ■ 392744. - - |
|||||||||||||||||||||||||||||||
■365439-15. -
173i.. 401897.19. - I73a.-368n6.i2. - 1733».403548. . . 1?34- -356935.10. -
I?35 -398812.19. - 1736. _ 346732. 7. . ï?37--375412. 6. - I?38. .427585.17. - *739.- 399888. 5. - I740'-443183. I. - I74I--5I8SI9. 1. -
*7<") '•^•-473761.15. - ?43<-417482. 9. -
7H.- 403233.18. -
745.-420557. 6. -
t746.- 403387.17. -
47- - 402034. 9. -
?48'- 469061. 3. .
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
417. 9-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
- 1290. 7. -
-11126. 8. - - 478r. 4- -
- 1468.16. -
- 269.18. -
- 239. - -
- 6588.17. -
- 335- 3- -
- 926.18. -
-14929. 2. . - 202.15. -
- 182. 1. -
- 574- 7- -
- 403. - -
- 602.16. -
- 970 17. -
- 891. 8. -
- 752.13. -
- 852. 9. -
- 1550. 7. -
- 1273.12. .
- 1304 13. .
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
1749.
J7So. '75*..
1753.
|
'434235-I3.
•427372.18. "442404. 4. '«8570. 6.
"43270!. 3. |
||||||||||||||||||||||||||||||
S6--«9446. 8.
^7.-53098!. , |
|||||||||||||||||||||||||||||||
-4886o6.I7>
524762. 3< _ 440751. . . 439555-19. - '460242. 7. . .
'455542.17. - -
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
846. 8. -
991.12. -
1074. 4. .
663. 4. - 284.10. . |
|||||||||||||||||||||||||||||||
J7Sa.
I7G3>
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
139.10. -
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
III. Deel-
|
|||||||||||
I52
|
|||||||||||
ander' Broeder verzeld , het zelfde werk, ^tR^&,
in de kleine Uitdeelkamer, verrigt. Som- BES mige byzondere poften, te weeten die van Groot - Boekhouder, Seconde - Boekhouder, Vryen Broeder , Scriba, Seconde-Scriba, Groot - Alphabeth - houder en Paflant-Mees- ter, worden, ieder door één perfoon, twee jaaren agtereen, bekleed. Doch van alle de overigen, die , door twee Broeders, wor* den waargenomen, gaat'er, jaarlyks,eenaf, fchoon ieder Broeder, in zyne poft, twee Qt. jaaren agter een, blyft dienen. De Groot- ^ib^' Boekhouder brengt de Partyen, met de uit- ^r. deelingen , welken zy genieten , te boek en op 't Alphabeth in 't Groot - Boek, de rekening van overleeden Partyen opmaa- kende en fluitende, en zorg draagende, dat, wanneer de Party, die op een Bediening- briefje boven aan ftaat, overleeden is, de langftleevende geene Bediening geniet, dan' na dat deszelfs Lidmaatfchap beweezen is. Wyders, houdt hy aantekening van de open Plaatfen in 't Diaconie-Oude-Vrouwen- en Mannen-Huis, en van onverhuurde woo- ningen , op het Medenblikker Hofje ; en draagt zorg, dat zulken, die 't meeft trek- ken , zo 't zyn kan, in 't Oude-Mannen of ^ Vrouwenhuis geplaatft worden. De Seconde- S*^. Boekhouder, die, met het vermeerderen van ^0^tp de uitdeelingen der Diaconie, tot verligting van den laft des Groot - Boekhouders, aan- gefteld is, houdt ook een Boek, waarin de partyen, die, in de kleine Uitdeelkamer, be- s. deeld worden, eene rekening hebben. Nog f0%iO*' komt 'erjaarlyks een van de twee Weesbock- ^ houders aan, die, 's Donderdags, ter Weeska- mer van de Diaconie, in de Nieuwe Kerke, verfchynen moeten, en 't Renteboek, Com- miflieboek en Weesboek der Diaconie waar- neemen. Hun poft is, wyders, de erfenilfen en boedels, die aan deDiaconie komen, te aan- vaarden en te redden; de renten der Diaconie te doen ontvangen, en de Commiflien, uit fterfgevallen ontftaande, uit te voeren; dezel- ven, binnen agt dagen, in 't Commiftieboek aantekenende. Commiflien by de Admiraliteit en Ooft- en Weft-Indifche Compagnie zy° hiervan egter uitgezonderd, zynde daartoe afzonderlyke Commiflariflen uit de Broedef" fchap gefteid. De Weesboekhouders h<^1' den ook aantekening van alle de kindek11 en bejaarden, die, door de Diaconie, |>?" (leed worden; en van zulke Kinderen, <"e nog wel geenen daadelyken onderftand ge" nieten ; maar aan weiken , om dat hu*1" ne Ouders Ledemaaten geweeft zyn , net regt der Diaconie toegeftaan, dat is_, ver" lof verleend is, om, t'eenigen tyde, in ge' val zy in ongelegenheid geraaken mogtefl» onderftand te mogen vraagen. Voorts, raad* |
|||||||||||
kerk- dere Bedieningen onder de Broeders, by kie-
bëstiee. zinge, naar den tyd van hunnen dienfl, of, voor de eerftaankomende, naar hunnen ou- derdom, verdeeld worden. Een Broeder, die, te vooren, Weesboekhouder geweefl is, heeft, nogtans, fchoon jonger in rang, tot deeze poft de voorkeuze. Men geeft, in deeze verdeeling , ook fomtyds, agt op de bekwaamheid en gelegenheid der byzonde- re Perfoonen; wordende alles, by vriendely- Prefiden- ke fchikking, afgedaan. In gevolge deezer ten. fchikkinge, zyn 'er, in ieder jaar, negen Pre- sidenten , agt van welken elk zes weeken voorzitten; doch Praefes negen zit maar vier weeken voor, en wordt, in 't volgende jaar, wanneer hy nog zes weeken voorzit, Prae- fes een. De Praefes doet een gebed, voor 't aanvangen, en eene dankzegging na 't eindigen van elke Vergadering. Na 't ge- bed, worden de Notulen der laatfte Verga- deringe, door den Scriba, gelezen. Ver- volgens, gefchieden de voorftellen of ver- zoeken, van welken de Praefes niets toe- ftaan mag, dan 't gene , by de meerder- heid der Vergaderinge , goedgekeurd is. Hy gedoogt niet, dat eene Refolutie der Vergaderinge, die nog geen jaar en zes wee- ken oud is, in omvraage gebragt worde: ook niet, dat men omvraag doe , om iet in omvraag te mogen brengen. Doch zaa- ken , die niet met de wetten der Diaconie ftryden, is hy verpligt, in omvraag te bren- gen. Ieder heeft regt om een vierdendeel uurs te befteeden om over eene zaak te fpreeken , of te advifeeren : doch. meer- der niet. De Praefes ontvangt al 't geld, dat gecollecteerd of geboiTeerd wordt, of op eenige andere wyze inkomt, aan zyn huis, en doet 'er de vereifchte uitdeelingen en be- taalingen uit, zorg draagende, dat het geld tot de Donderdagfche uitdeelinge, behoor- lyk verdeeld en opgepakt, aan de Kamer is, waarvan hy 't overfchot naziet met den Scri- ba , met wien hy ook, als hy afgaat, zyne rekening effent, de overfchietende pennin- gen aan zynen Opvolger overhandigende , en zyne rekening van Ontvangft en Uitgaa- ve voorleezende in de Vergaderinge, daar zy, tegen de rekening, die de Scriba houdt, wordt naargezien. De Rekeningen of As- fignatien, die, door den Praefes, betaald worden, moeten door twee Broeders gete- kend zyn. Die 't eerft prefideert, na 't aanftellen van nieuwe Diakenen, is vry van 't waarneemen der Donderdagfche Kamer- dagen , op welken, de dienende Praefes, verzeld van den Groot-Boekhouder en nog een' Broeder, de uitdeelingen doet, in de groote Uitdeelkamer , terwyl zyn Opvol- ger, van den Seconde-Boekhouder en een' |
|||||||||||
ÏÏ. Boek. GEREFORMEERDE KERKEN,
|
|||||||||||||||||||||||
153
|
|||||||||||||||||||||||
8&iïe». £leegen de Weesboekhouders ook met de
|
geeven moet, op dat deeze de boete, daar- Kerk-
|
||||||||||||||||||||||
Woeders CotnmiffariJJèn van den Bouw, over
*!et verhuuren en verkoopen van de huizen der Diaconie. De inkomende Weesboek- houder is 5 wyders, yerpligt, de Notulen der |
|||||||||||||||||||||||
op gefield, moge invorderen, 's Donder- besties,
dags, onderzoekt hy ook, of de Hoofden- boeken en anderen in goede orde gehouden zym De boeten, van welken wy fpreeken, worden bewaard in des Scriba's Boeten-bos, en, by voorkomende gelegenheden , he- fteed aan Liefdegaaven, onder andefeiï, toé losfinge van Slaaven en onderfteuninge vari Buiten-Gemeenten, waaronder ook de Lü- therfche Broeders niet vergeten worden. Een der Broederen bekleedt de poft van Groót- Groot-Alphabethhouder. Zyn werk is, alle be- Alpba- hoefcige Partyen, die in de Weekelykfchehoudef* Commiffie worden verantwoord, en aan 't Groot-Boek genieten, midsgadefs, de ver- anderingen , in de groote Bezoeking voor- vallende, op den naam van elke party, naar orde van 't A. B. C., te boek te brengen. De vafte en verwiffelende Broeders, die 't verdere
Weeshuis en 't Oude Vrouwen- eri Manne Huis waarneemen, midsgaders, de Gecom-re Dien- mkteerden ter beftieringe van het Cor-üen' vers - Hof worden , insgelyks, in de voor- gemelde byeenkomft, gefield; doch wy zul- len van derzelver dienften, in 't befchryven van deeze Godshuizen, byzonderlyk, han- delen. Vervolgens, komt, jaarlyks, aan een van de twee Gecommitteerden tot de zaakeii van de Admiraliteit en van Ooß- en Weflindiey voor zo ver dezelven behoeftige partyen aangaan, welken zy ieder eene Rekening, in hunne boeken, geeven moeten: een der' twee ConwiiJJariJJen van de Browwery; een der twee Commijjarijjenvan den Bouw en Bakkery, die opzigt hebben op de huizeri, en op de Bakkery der Diaconie; dejaarlykfchekofteri, tot herflelling of verbetering der huizen ge- daan, aan de Weesboekhouders opgeeven, en met dezelven ? op het verkoopen en ver- huuren van huizen , raadpleegen moeten. Zy mogen niet meer dan zes honderd gul- dens , tot herflelling of verbetering van ee- nig huis, befteeden , zonder uitdrukkeiy- ke bewilliging der Vergaderinge. Wyders, zyn 'er twee Infpetlores van de Apotheek in 't Diaconie-Weeshuis, die. tot vyftig guldens toe, voor geneesmiddelen, beftee- den mogen , buiten gelyke bewilliging ; twee Examinateurs of onderzoekers der At- teflatien van zulken , die eenigen onder- ftand begeeren ; twee CommiJJarißen van de Loots, die , te gelyk, gemagtigd zyn, tot onderzoek van het _ Burgerfchap der behoeftigen. De Loots is een vertrek aan 't Diaconie - Oude - Vrouwenhuis, daar de Inboedeltjes, die äan de Diaconie vervallen, gebragt, en, doofde Suppooftinne, ten o- verftaan van een' der Broederen van de Loots, worden weggefchikt, om,of twee« V maal |
|||||||||||||||||||||||
do
|
rgaderinge van 't voorleeden jaar, die,
|
||||||||||||||||||||||
0r den Scriba , gehouden zyn , in 't
|
|||||||||||||||||||||||
fit0e«Jer. T?f0t" Notulen Boek over te fchryven. Den
' .vv eesboekhouderen is een Adjunct-Boekhou- f,Vrye Broeder genaamd, toegevoegd , le de Hoofden der weekelykfche Commis- len °verfchryft, en 's Vrydags, voor twaalf *jUl*en, bezorgt, daar zy behooren. Wy- eps» fchryft hy de Quohkren der uithan- gende Boffen, en bezorgcze by de Broeders ■ooireerders, die deeze Boffen, eens 's jaars, boeten ledig maaken. By 't overlyden van een Praefes, of van een' Broeder, die een jezoekboekje heeft, moet hy de Kas van den eerften, of het. Boekje van den anderen o Verneemen, en derzelver poften vervullen, geduurende welken tyd, hy van boffeeren en weekelykfche Commifïien vry is.Ook heeft ^y 5 wanneer hy, voor de tweede reize, in den jhenft komt, de voorkeuze tot het Wees- boekhouderfchap, in geval het, door geen' ^iba, gewezen Weesboekhouder, gekooren wordt. De Scriba of Schryver leeft, in elke ge- ^oonlyke Dingsdags-Vergadering, na 't ge- "ed, de naamen der Broederen op; houdt aantekening van de afwezenden, en in't by- zonder ook van 't voornaamfte, dat, in de Vergadering,voorvalt, en beflooten wordt; ei1 leeft zyne Notulen van elke Vergadering, *u elke volgende Vergadering, voor. Voorts, draagt hy zorg, dat alles, alomme, byzonder- tyk, in de Vergadering en in de Godshuizen der Diaconie, naarde wetten en reglementen der Broederfchap, behandeld worde, de boe- ten invorderende, die op het laat komen, of geheel wegbly ven zonder wettig belet, en op pudere verzuimeniffen, gefield zyn. Wyders °udt hy Contra-Rekening van 't gene de refidencen ontvangen en uitgeeven, dezel- e > onder anderen, opmaakende, uit de zo- ?eriaamde Piden, of Memorien van inge- .ragte penningen en Dubbelden van Affigna- - en > die hem moeten behandigd worden. Hy iy^erPugt, de Contra-rekeningen der Pre- We Vin' afzonderlyk , te boeken , en ter ook amer over te leveren- Hy h°lldt
om jee?.Contra-Renteboek, 't welk hy,
^c0nd , ^ drie maanden, tegen dat der Wees-
Scribïi ■ »oekhouderen, moet naarzien. Hem wordt
n Seconde-Scriba of tweede Schryver toe-
cL^tj6 r) ^e' in de Dingsdags-Vergadering,
der R?f der Commiffien leezen; 't getal
Coiiir? .' waarmede geboffeerd is, en de
eertijf *n de ^erken naarzien, en, zo hy
' II o^isflaS ontdekt, dien de Scribaop-
Kl' STUK.
|
|||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS III.Deel.
|
||||||||
i$4
|
||||||||
Broeders, in eVen zo veele wyken der Stad, K0"^
eens 's jaars, de groote bezoeking doen, inï£S welke zy, tot aanhouding, vermeerdering, vermindering, of afwyzing van verleenden onderftand befluiten, en, daar 't de nood ver- eifcht, iet extra toeflaan. Van alle deeze fchikkingen , wordt, jaarlyks, een Boekje gedrukt, en aan de Broederen ter hand ge- field ; waarin het dienflwerk, aan elk hun- ner opgelegd, onderfcheidenlyk, aangewee- zeh wordt. De arbeid der Diakenen zal klaarder be-
greepen worden , als wy wat byzonderer zullen hebben getoond, op welk eene wy- ze , de Diaconie haare voornaamfle in- komflen bekomt, en met welk eene voor- zorg , zy dezelven, ten meeflen nutte der behoeftigen, wederom uitreikt. De Diaconie bezit eenige Huizen en Obli- Or^Jf
gatien, van welken zy huuren en intreflen heLce°rei> trekt ; doch onder haare voornaamfle in-. ie komflen, zyn, gelyk wy reeds hebben aan- feW*' gemerkt, de Collecten in de Kerken en by de huizen.'t Is te vermoeden, dat zy, na haare tweede opregting, in 't jaar 1578, tot het doen deezer Collecten, even als andere Gods- huizen , verlof zal gekreegen hebben van Burgemeefleren; hoewel my daarvan geen blyk is voorgekomen. In alle de elf Gere- formeerde Kerken, wordt, door Diakenen, onder de preeke, gecollecteerd, in zwart la- kenfche zakjes, waaraan een klein koperen fchelletje hangt, en die, aan 't einde van een' langen flok, vaflgemaakt zyn. Doch in de Oude en Nieuwe Kerken, colleólee- ren Diakenen niet, dan des Zondags 's a- vonds, en in de Gaflhuis-Kerke, alleen on- der de Voormiddags - preeke. In de Oude Kerke en Oude-zyds-Kapel, collefteeren ze- ven Diakenen , by beurten , in de eerfle twee, en in de andere, drie te gelyk. • In de Nieuwe Kerke en Nieuwe - zyds - Ka- pel , doen zeven andere Diakenen de ColJ lecle, insgelyks by beurten , in de laatfle twee , en in de eerfle , drie te gelyk. Doch de Broeder , die , des Zondags 's a- vonds , voor 't eerfle Avondmaal, uit de Nieuwe Kerke gaat, is ontflaagen van by dat Avondmaal dienfl te doen. De Broeder, die, 's Woensdags voor 't eerfle Avondmaal, in de Nieuwe Kerke ingekomen is, moet» Saturdags 's avonds, en 's Zondags voor- en na den middag, in de Nieuwe-zyds-Kapelte' collefteeren, en 's Saturdags 's avonds , c brood tot het Avondmaal fnyden : ook by de Avondmaalhoudinge dienen; doch hy is» des Zondags 's avonds, vry. De drie Broe- ders , die anderszins niet colle&eeren zou- den, moeten, ter deezer gelegenheid, des Saturdags 's avonds, -in de Nieuwe Kerke»
cos
|
||||||||
Kerk- maal 's jaars, in 't openbaar, verkogt, of, ten
bestier, dienfle van de Diaconie, bewaard te wor- den. Doch 't Lynwaat, welk in de Loots komt, wordt aan de Zufleren - DiaconefTen ter hand gefield, die 't, ten nutte der Dia- conie , uitgeeven. De Broeders van de Loots komen, tweemaal ter weeke, des Woens- dags voor-, en des Saturdags nadenmiddag, in 't Oude-Vrouwenhuis, byeen. Voorts, zyn 'er twee Gecommitteerden, om kinderen van Lidmaaten van buiten ter Vaart te recom- mandeeren ; 't welk egter niet gefchieden mag, dan met uitdrukkelyke bewilliging der groote Vergaderinge: twee Lakm- en Hoe- denhopers; twee Stoffenkoopers; twee Lin- nenkoopers > twee Leêrkoopers ; twee Graa- nenkoopers; twee Boter- en Kaaskoopers, en twee Ryfl en Kruideniery-koopers. Alle in- koopen gefchieden by Ledemaaten der Ker- ke, binnen der Stede Vryheid woonagtig. Men plagt vafle Leveraars te hebben. Doch in 't jaar 1740 is beflooten, dezelven te laa- ten uitflerven. Zo de inkoopen meer dan drie honderd guldensbeloopenzouden,moet 'er de Vergadering eerfl in bewilligd hebben. De vafle Broeders van 't Oude-Vf ouwenhuis koopen de Graanen, ten behoeve der Dia- conie-Brouwery. Men affigneert, voor de inkoopen, op den Praefes, by wien men egter eerfl onderzoekt, of hy penningen in . voorraad heeft, in geval de Asfignatien meer dan zes honderd guldens beloopen zouden. Nog is 'er een PaJJant - Meefler , die aan behoeftige doorreizende Ledemaaten, op 't vertoonen eener behoorlyke Atteflatie van hun Lidmaatfchap, ten hoogfle zes guldens geeven mag, mids zy binnen 's jaars niet wederkomen. Voorts, zyn 'er agt Gecom- mitteerden tot het opzigt over de agt Schooien der Diaconie, van welken 'er twee zyn aan de oude, en zes aan de nieuwe zyde. Ieder paar Schooien Haat onder 't betlier van twee Broeders. Zy worden ook Scholarchen ge- naamd, en bezoeken de Schooien, gewoon- lyk, tweemaal, en buitengewoonlyk nog eens, in 't vierdendeel jaars. Ook affig- neeren zy de Schoolmeeflers, voor hun Loon en Verfchot, op den Praefes. Eindelyk, Worden benoemd de Broeders, die, alle Don- derdagen , de Boeken behandelen, en de par- tyen helpen, die op Atteflatien genieten. Zy Verfchynen, teil getale van zeven tevens, en maaken, met eikanderen, een getal van agt en twintig uit. De beurten om in de Kerken en by de huizen te collecleeren, en om de ge- collecteerde penningen te tellen, worden, insgelyks, naar behooren, verdeeld: ook de Zesweekfche Commifïie , om daadelyke of vafle bediening toe te flaan, en de vyftien Bezoekboekjesi naar welken, vyftien paar |
||||||||
H. Boek.
|
|||||||||||||
GEREFORMEERDE KERKEN.
|
|||||||||||||
*55
|
|||||||||||||
Kê»k.
|
|||||||||||||
by de_huizen gefchiedt, om de vier wee- Kerk-
ken, in de Vergadering der Diakenen ge- bestier. bragt; van waar zy, na 't leezen der Notu- gecollec- len, ook naar de Telkamer gebragt worden.teerd- De penningen , in de Kerken gecollec- teerd , worden, door eenige Broeders, on- der de negen Presidenten, geteld. Dit tellen gefchiedt, door alle de Diakenen, by beur- ten. Onder ieder der zeven eerft dienende Prefidenten , tellen vyf Broeders: en onder de twee laatften, famen zeven. Doch de Broe- ders Boffeerders tellen zelven, insgelyks by beurten, 't gene zy gecollecteerd hebben. In de Telkamer, wordt, behalve de Broeders Tellers, niemant dan den Scriba en Secon- de-Scriba toegelaaten. De ongangbaare fpecien worden, alle zes weeken, door de Broeders - Tellers, verwiffeld. De getelde penningen, door eenen der Broederen ge- boekt zynde, worden, nevens een Vide of Lyft der fpecie, door de Tellers getekend, in Kiftjes, aan 't huis van den Prefident ge- bragt, en, terftond na dat hy afgegaan is, aan zynen opvolger, verantwoord. De Scri- ba bekomt Dubbelden van deeze Viden, om- ze te können boeken. De Collecte by de huizen gefchiedt, om Orde op
de vier weeken , des Donderdags 's morgens. heC b°s- Hiertoe zyn vyf en twintig Diakenen aan- ^coil gefield, die , verzeld van twee Diaconie- ïefteerên Weesjongens, om van hunne aankomft , met de vooraf, aan elke wooning, kennis te gee- Bo{^ .ty ven, elk eene Wyk der Stad, welke, ten ^ Ul" deezen einde, in vyf en twintig Boffeer- wyken verdeeld is, rondgaan, en doorkruis- fen, en met de Bos colleéleeren aan de hui- zen van Gereformeerde Ledemaaten, en van zulke anderen, die gaarne hunne Liefdegaa- ven aan de Diaconie willen mededeelen, ten welken einde, zy,even als de Gereformeer- de Ledemaaten, eene L, aan ééne der poften hunner wooningen, laaten ftellen door de Diaconie-Weesjongens, die, hiertoe, jaar- lyks, kort na den gewoonlyken verhuistyd in May, de Stad doorgaan, 't Geboffeerde geld wordt, onder de Prefidenten, 's Dings- dags daaraan, geteld: en 't beloop der ge- boffeerde penningen, gewoonlyk, door den Sub-Scriba, te boek gefield. Dus, kortelyk, hebbende aangeweezen, Wyze,op
op wat wyze, de Diaconie een voornaam welke de gedeelte haarer inkomften, in de Kerken en Diaconic by de huizen, collecteert, gaan wy nu over, ^f de om te doen zien, hoedanig de behoeften onder- der Ledemaaten, door haar, vervuld wor- fteuning den. der be* Om onderzoek te doen op de behoeften, Lede'8
en dezelven in orde te vervullen, heeft de maaten. Broederfchap, al voor veele jaaren, twee- ^5*e" derlei verdeeling gemaakt van de Stad, eene Cmmijne V 2 in
|
|||||||||||||
jïs^' collefteeren en broodfnyden: aldaar des Zon-
dags by 't Avondmaal dienen, en ook desa- vonds collecteeren. In de Weder Kerke , collefteeren zeven andere Broeders , ins- gelyks, drie tevens, en by beurten. Ze- ven anderen colle&eeren , by beurten, in deZuider-, en in de Oofter-Kerke, twee in ieder Kerke. De Broeder, die, by het tweede Avondmaal, in de Zuider-Kerke in- komt , is ontflaagen van daar by te dienen; hordende den dienft, by het eerfte Avond- maal, door den Broeder, die op hem; en den dienft by het tweede Avondmaal, door den Broeder, die op deezen volgt,waarge- nomen. De Broeder, die, des Zondags van net eerfte Avondmaal, uit de Oofter-Kerke ^gaat, dient, in die zelfde Kerke, by het tweede Avondmaal aldaar. Drie andere Broe- ders neemen, twee tevens, de Colleóte in de Gaflhuis - Kerke waar; doch deeze zelfden nioeten ook , in de weekbeurten ; in de tweede Voorbereiding, des Saturdags 's a- vonds, en by het tweede Avondmaal, in de Nieuwe-zyds-Kapelle, colleéleeren: op wel- ken laatftgemelden tyd, de twee Diakenen, die, anders, in de Nieuwe-zyds-KapelIe, zou- den hebben moeten collecteeren, de Colleéte in de Gafthuis - Kerke waarneemen. In de Amftel-Kerke, wordt, door drie andere Broe- ders , by beurten , twee tevens , gecollec- teerd. De laatft ingekomen Broeder neemt, nevens den laatft ingekomen Broeder uit de Wefter Kerke, de Donderdags - avonds- Colledte, in de Amftel-Kerke, waar ; ten "^are aldaar maar één# Diaken vereifcht Werdt: in welk geval,*de Broeder uit de Refter-Kerke ontflaagen is. Eindelyk, col- lecteeren de agt overige Diakenen, by beur- ten s drie te gelyk, in de Noorder-, en twee ^ gelyk, in de Eilands - Kerke. Doch de ■Broeder, die, op het eerfte Avondmaal, uit ^e Eilands - Kerke uitgaat, is verpligt, op het tweede Avondmaal, in dezelfde Kier- e > te dienen. Men begint, gemeenlyk , *j?n uur na 't aanvangen van den Predik- lenft; doch op Avondmaalstyden, terftond na t afleezen van den Tekft, te colleclee- n< By het trouwen in de Kerken , op j..Sewoone tyden, wordt ook, door twee lakenen, gecollecteerd. De gecollecteerde Penningen worden, terftond na datdeKerk lltgegaan is, door de Collectanten, gefor- eerd, en jn ]ec[eren zakken geflooten, die y 5 door eenen Diaconie-Weesjongen, naar unne hujZen laaten draagen; doch van wei- En 0n i ,en de fleutels,in de Kamer der Diakenen, Jet teiien ^'yyen. 's Dingsdags na de Collefte, des ^nPen' in H lddags' worden de geflooten zakken,
*klln' ka Telkamer, zynde de groote Uitdeel -
4rtier, en de Boffen,in welken,deCollefte
|
|||||||||||||
iS6 AMSTERDAMS ItLDiaa,
in vier deelen, van welken een deel de gäfit- gen: welk laatfte gefchiedt, door den Pre- Kg^
fche Oude Zyde vervat; zynde degantfche dikant en Ouderling van de wyk daar de Nieuwe Zyde, in drie deêlen, bekend by behoeftige party woonagtig is. \ an t gene Na i 2 en q ondrrfeheiden : en eene den Broederen, uit naarae van den Kerken- in 'vyflien'deelen', naar 't getal der vyftien raad, bekend gemaakt wordt, geeven zy, Bezoekbo^kies getekend van A. tot P. in- terftond, met een Vide of briefje, kennis geflooten" waarin de behoeftigen, in ieder aan den Praefes,die de Fiele aan den Scriba deel of wyk woonagtig, opgefchreeven zyn. behandigt, door wien dezelve genotuleerd, Van de eerfte deezer twee verdeelingen en, ten volgenden Dingsdage, ui de volle wordt gebruik gemaakt,in de waarneeming Vergadering voorgelezen wordt. In deeze der JVeekehkfche Commißen, gelyk dezelven zelfde Vergadering doen de Broeders-Exa- senoemd worden, in deezer voege: onder minateurs der Atteftatien, mondeling,ver- ieder der negen Prefidenten, zyn, tot deeze flag van de verzoeken om onderftand op Commiffien.vier paar Broeders gefield,een onvolledige Atteftatien, hun s Donder- paar voor de Odfde Zyde, en een paar voor dags te vooren , van wege den Iverken- ieder der drie deelen van de Nieuwe Zyde. raad , gedaan. De Vergadering befluit De iongfle in de Commiffie uit ieder paar daarop, tot het aanneemen of afwyzen dier neemt dezelfde Commiffie , nog eens zes Atteftatien. In 't eerfte geval , wordenze weeken waar, onder den onmiddelyk vol- door den jongfte Atteftatie - Broeder ge- genden Praefes: en de oudften in de Commis- boekt, ende Predikant en Ouderling, die fie onder Praefes een , dienen, op gelyke 't verzoek gedaan hebben , verftrekken, wvze, als iongflen, onder Praefes negen; in dit geval, tot getuigen; waarna de At- zoi dat ieder paar Diakenen, in deeze Wee- teftatien worden ter hand gefteld aan de kelvkfche Commiffie, twaalf weeken dient, Broeders, die in de weekelykfche Commis- de Broeders, die onder Praefes eenen Prae- fie zyn, elk paar m zyn Quartier; welke fes n^n dienen , uitgenomen, die maar Broeders de party , op den gewoonlyken tien weeken in de Weekelykfche Commiffie tyd , gaan bezoeken ; de verantwoording zyn Een behoeftige, onderhoud begeeren- van dit bezoek, en hunne Conclufie oi de vervoegt zig, van twee eerlyke getui- befluit tot onderftand, op den rug der At- gen Ledemaaten der Kerke, verzeld, des teftatie, fchryven , en zulks, den volgen- Donderdags, na den middag, met eeneAt- denDingsdag, derVergadennge voorleezen, teftatie of getuigfehrift wegens zyn Lid- De partyen, die dan worden aangenomen, maatfehap die door den Kerkenraad ver- genieten onderftand om de vier weeken, leend wordt,voor de Kamer der Diakenen, tot dat hunne Atteftatie volledig is; waarna alwaar de twee Broeders - Examinateurs der zy, verderen onderftand behoevende, den ge- Atteftatien, ten twee uuren, byeenkomen, woonlyken weg moeten mf laan. Vanouds, om op de partyen, die zig aangeeven; der- fchynt de Diaconie onderftand verleend te zelver Atteftatien en getuigen, naauwkeu- hebben aan alle Lidmaaten ; doch in t jaar ri<* onderzoek te doen. Zo zy de aangee- 1625, werdt, voor't eerft, vafIgefteld, dat ving eerlyk en alles in orde bevinden, fchryft iemant ten minfte zes maanden Lidmaat ge- de oudfte der twee Broederen de naamen, weeft moeft zyn, eer hy onderftand trekken ouderdom en woonplaats der partyen ; de kon van de Diaconie. Deeze tyd werdt.» naamen en ouderdom van derzelver kinde- om den grooten toevloed der armen, in 't ren en de naamen der getuigen , op de jaar 1647 > °P een; in 't jaar 1651, op twee, Atte'ftatien- al het welke de jongfte Broe- en in 't jaar 1701, met kennis van Burge- der op het Atteftatieboek , aantekent, meefleren, op vier jaaren verlengd. Doch Men zegt, vervolgens, den partyen aan, in 't jaar 1759, 1S> by den Kerkenraad en dat zy den volgenden Vrydag of Saturdag, Diakenen, goedgevonden, te vorderen,dat 't bezoek van twee Broederen te wagten behoeftigen, die buiten de Vryheid deezer" hebben. De Broeders - Examinateurs der Stad, doch binnen de Vereenigde Provin- Atteftatien wagten, ten zelfden Donderdage, cien en Generaliteits Landen, Lidmaat ge' ook de gewoonlyke bezendingen uit den worden waren, bewyzen moeiten, ten min- Kerkenraad af; welken dienen, of om iet fte vy f jaaren; en zo zy, buiten deeze Lan- aan Broederen-Diakenen bekend te maaken, den, belydenis gedaan hadden, ten minfte of om de eene of de andere party, welker zes jaaren, Lidmaat geweeft te zyn : aan Atteftatie niet volkomenis, 't zy dezelve, welk befluit, welk, msgelyks, door Burge- nïet lang genoeg, Lidmaat geweeft, of hier, meefleren, goedgekeurd is, men zig iedeit niet lang genoeg, voor Lidmaat erkend zy; gehouden heeft. In 't jaar 1653, was, reeds, van wege den Kerkenraad, ter bekominge by Burgemeefteren, verftaan, dat, van twee van onderftand, gunftiglyk, voor te draa, gehuwden, de langftleevende, geen Lidmaat |
||||
& Boek.
|
|||||||||||
GEREFORMEERDE KERKER
|
|||||||||||
W
|
|||||||||||
«£snÉ8 ^nde j midsgadefs de Kinderen ■, welker ou-
ders geen jaar Lidmaat geweefl: waren, door de Aalmoefleniers■, zouden onderhouden worden. Doch wanneer man of vrouw een jaar Lidmaat geWeefl waren, zou het on- derhoud van beide, en van de kinderen, in- dien de Lidmaat de langftleevende geweefl baad Ware' tornen ten lafte van de Diaconie. *« q4?" _ ^e Broeders, die in de weekelyke Commis* ™$e op |?e zyn, doen, ieder paar in zyne wyk, naar jjfts/ï*. de vier wyken, Waarin de Stad verdeeld is, onderzoek op de aangegeven' partyen, en belaften dezelven , zo alles wel gevonden wordt, binnen zes weeken, de vereifchte befcheiden Burger - cedul, Trouw - cedul , ^00p-cedul, Dood-cedul van overleeden pian of vrouw; of zo de man vaart, de be- scheiden van de reis, Transporten en Maand- cedulen, om welken, zonder koften, te be- komen , hun Vrybriefjes gegeven worden, ter Kamer te bezorgen. Voorts, worden 2y ■> tegen den eerft volgen den Donderdag, befcheiden voor de Kamer, alwaar zy, zes weeken lang, om de veertien dagen, be- deeling genieten, in gevolge der gemelde daadelyke Commiffie op Attefiatie, gelyk zy genoemd wordt. Midlerwyl, fchryven de Broeders, die in de Commiffie geweefl: zyn, op de Attefiatie > en's Dingsdags daarna, op den rand van het Atteftatieboek, Eerlyk werk meritecrt vafle bediening. De zes Weeken ver- loopen Zynde, fchryft de oudfte Broeder, die dan uit de Commiffie gegaan is, Hoofden ixm Commiffie tot vafie Bediening : waarop de partyen andermaal bezogt worden, door den Broeder, die in de Commiffie gebleevenj ^ door den Broeder, die, op nieuws, in dezelve gekomen is: en 't gebeurt, nu en dan, dat men, in deezen tiuTchentyd , zo j^el nadere kennis gekreegeri heeft van den itaat en 't gedrag dier partyen, dat dezel- \en, geheellyk, worden afgeweezen. Schoon e Diaconie niet gewoon is, na 't eerfte onderzoek , terftond , vafte bediening toe e ftaan; gefchiedt zulks egter, nu en dan, omtrent Perfoonen , die , in overvloed of ^ien geleefd hebbende , buiten hunne eruild, tot behoefte vervallen zyn. In zul- ^e gelegenheden, wordt het getuigenis van en Predikant, Ouderling, of Diaken, voor er*e daadelyke Commiffie , aangenomen , en het afgaan van een Hoofd van ComrmV *?*'& IeTt0ï Vafte Bediening toegeftaan.
van de Commiffie tot vafte
"*fr!" pdieninge, onderzoeken de Broeders alles
en naauwkeurigfte, en tekenen zulks aan
P de Hoofden der Commiffie: waaruit zy
cj}g^ yolledige verantwoording opmaaken,
jn ,zy 5 in de daartoe gefchikte Quohieren,
t net fchryven , en, ten volgenden
|
|||||||||||
Dingsdage, m de Vergaderinge, voor-Kerk.
leezen. De Vergadering keurt het befluit bestier» der Broederen in de Commiffie goed , of maakt 'er eenige verandering in: waarnaar de bedeeling gefchiedt. Wegens het onder- zoek van den ftaat en omftandigheden der behoeftigen, zullen wy , beneden j in het befchryven van de behandeling der Be- zoekboekjes, byzonderer berigt geeven. Dé vafte Bediening wordt, driezins , naar de nooden zyn , toegeftaan , of des Winters en des Zomers evenveel; of des Winters j volgens de Wetten der Diaconie , en des Zomers met vermindering ; of, eindelyk, des Winters volgens de wetten, en des Zo- mers niets. By deeze wetten , wordt, in de veertien dagen, aan man en vrouw, met twee kinderen tot laft; of aan partyen van vyf en twintig tot vier en dertigjaaren oud, een' gulden; van zes en dertig tot vyf* tig jaaren, een gulden tien ftuivers; van een en vyftig tot zeventig jaaren, twee guldens; en van een en zeventig jaaren en daarbo- ven , twee guldens tien ftuivers toegelegdi Men kan egter ligtelyk bevroeden, dat men zig, in den tegenwoordigen tyd, daar aan niet ftiptelyk houden kan. Nogtans, wordt deeze bediening niet merkelyk verhoogd;, ten ware de partyen, met ongeneeslyke Lig- haamskwaalen, bezogt waren, en niets win- nen konden: 't welk, by de verantwoor- ding , moet worden gemeld. Ook wordt, aan huishoudingen, met veele kinderen be- laft , vyf ftuivers in de veertien dagen, voor ieder kind boven het bepaalde tweetal, toe-^ geftaan, mids rekenende de kinderen, die geld winnen, twee voor een. Getrouwde partyen, van welken de man een ambagt doet, 't zy timmeren , metfelen , turf- of koorendraagen ; en Vrouwen , Weduwen of Dogters, die des Zomers uit werken, of uit naaijen gaan, genieten geen' onderftand dan des Winters\ dat is, van den eerften November tot den eerften May. Voor ieder volwaffene, waaronder kinderen van twaalf jaaren en daar boven begreepen zyn, wordt een brood in de veertien dagen gegeven; aan man of vrouw, met een kind boven de agt jaaren, twee brooden; aan twee kinde- ren van agt tot twaalf jaaren, een brood, en aan perfoonen > die meer dart vyf en zes- tig jaaren oud zyn* in de plaats van Rog- gen-, Tarwenbrood. Het verkoopen cri koopen j inruilen of beleenen van het brood* is, by eene Keure van den zes en twintigflen January des jaars 1695, ftrengelyk , ver- booden (w). De broodloodjes zyn, dikwils, in meer dan één opzigt, veranderd, om het naar-
(r>) Keutb, K. ƒ. 43 verfr,
V 3
|
|||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||||||||||||
M S T E R D A M S
|
|||||||||||||||||||||
158
|
|||||||||||||||||||||
tevens, ingelaaten : de eerfte zeshonderd Kf-^',
- 1 1 - bes1
nommers, in de groote , en de overigen,
in de kleine Uitdeelkamer. De Praefes, in
de eene en de andere Kamer, zig voorzien hebbende van een' vierkante bak, in vakken verdeeld , in welken, drieguldens, daalders, guldens, pakjes van tien en vyf ftuivers, en de broodloodjes gelegd zyn; heeft de Bedie- ningbriefjes in de ééne hand; roept de par- tyen , by naame, op, en de folio, die zy in 't Groot-Boek hebben, terwyl hy, met de andere, de bediening grypt, opnoemt, en voor elke party op een houten bordje legt. On- dertuffchen, ftelt de Groot-Boekhouder, in de groote, en de Seconde-Boekhouder, in de kleine Uitdeelkamer , dezelve te boek. Een ander Broeder, wien 't zyn Kamerdag is, boekt de bedieningen, in de zogenaamde klad, onder eikanderen: waaruit daarna de nette fom der Uitdeelinge wordt opgemaakt. Alles gefchiedt, in zulk eene orde en met zo veel vaardigheid, dat het der befchou- |
|||||||||||||||||||||
naarmaaken te voorkomen. Op de tegen-
woordigen, is, aan de ééne zyde, eene ta- fel , waarop twee brooden leggen, gemerkt met de letters D I A, het merk der Diaco- nie , afgebeeld. Om den rand ftaat Gere- formeerd Diaconie - Brood. De andere zyde draagt het beeld der Behoeftig- heid. Om den rand leeft men Verge- noegd en dankbaar. OpdeezeLood- jes , können de behoeftigen, terftond, het brood, in de Bakkery der Diaconie, op het Blaauw erf, agter de Nieuwe Kerke, gaan haaien. Aan burgers , op 's Vaders Bur- ger-cedul , wordt geene bediening toege- ftaan, voor dat die Burger-cedul overgete- kend is; waartoe de Broeders in Commiffie, en ook de Broeders der Bezoekboekjes een' noodpenning van dertig ftuivers geeven mo- gen. Zo de man of vrouw geen Lidmaat is, fchoon Gereformeerd, moet zulks, met de Doopcedule, beweezen, of reden gege- ven worden , waarom men geene Doop- cedule bekomen kan. Zo de vrouw Lu- therfch is, geniet zy geen' onderftand, zo zy niet, met een handfehrift van den Groot- Boekhouder der Lutherfche Diaconie, be- wyze, dat zy aldaar niet onderfteund wordt. Doch de man Lutherfch zynde , wordt de huishouding niet onderfteund, al is de vrouw Gereformeerd: alles volgens eene herhaalde orde van Burgemeefteren, en eene overeen- komft tuffchen de twee Diaconien van den jaare 1759. De Vergadering ftaat ook, na voorgaand onderzoek en verantwoording, fomtyds, met naame aan vrouwsperfoonen, agt guldens toe, voor drie maanden huur: ook wel plokjes van twintig guldens , om eenige neering te beginnen; of om zig te redden; of om daar mede de Diaconie te bedanken. Doch de behoeftigen können, zulk een plokje genooten hebbende, in een jaar en zes weeken, volgens de wet der Dia- conie , geenerlei nieuwen onderftand beko- men. |
|||||||||||||||||||||
Kerk-
BfiSTIER.
|
|||||||||||||||||||||
w
|
Behalve de vafte Bediening, wordt, nu ^arjn f
en dan, aan de meeft benoodigden, eenig ^ette'la' extra, door de Broeders, toegeftaan: 't welk egter niet meer dan drie guldens beloopen mag, zonder dat 'er de groote Vergadering in bewilligd heeft. Het verzoek om een extra, boven de drie guldens, moet, eer het ge- fchiede, in de Extrahoeken, gefchreeven, en deezen, by tyds, op des Scribas Leffenaar, gelegd worden. Voorts, moet het ook, in de Bezoekboekjes en Commiffieboeken, aan- getekend zyn. Binnen de zes weeken, mag geen tweede extra toegeftaan, of aan de groo- te Vergadering verzogt worden. Het Extra beftaat, of in Noodpenningen, of in Wollen ■ en Linnen-kleeding, Beddengoed, Dekens, Lakens, Koufen, Schoenen, Muilen, Breuk- banden , Bybels en Doodkiften. Alle deeze noodwendigheden zyn, zo wel als de broo- den, op een prys gefield, volgens welken, dezelven, door den Groot-Boekhouder, op de rekening van elke party, worden geboekt: op dat men, ten allen tyde, zou können zien - wat elk genooten heeft: 't welk, onder an- deren , van dienft is, wanneer een behoef- tige , tot beter' ftaat gekomen, het genoo- tene aan de Diaconie zou willen vergoeden; gelyk, nu en dan, gebeurt. De bovenkle- ding voor mannen , jongens en kinderen» die de Diaconie geeft , is ros karfaai: <*e gefchiktften krygen gekleurde of zwarte Ser- gie: de onderkleeding is blaauw karfaai. D.e bovenkleeding van vrouwen en meisjes is zwarte of gekleurde Wefterfche kroonras, tot Jakken ; en geftreepte Leidfche baai, tot Schorten. Doch aan de gefchiktften wor- den Sergie-Jakken en Schorten gegeven. Ve |
||||||||||||||||||||
Tyd,
plaats en wyze der gewoone week e- lykfche uitdeelin- gen. |
De gewoonlyke uitdeelingen gefchieden,
des Donderdags voor den middag, in twee Vertrekken, hiertoe gefchikt, in de Nieu- we Kerke. De behoeftigen vergaderen, voor dezelven , in het gewezen Kruis-Choor, welk, door verfcheiden' gangen, met hek- |
||||||||||||||||||||
ken van eikanderen afgezonderd, en in ei-
kanderen loopende, zulks verdeeld is, dat de behoeftigen eikanderen niet verdringen. De partyen, die confent hebben, om zig de bediening, door aangefteldeKamerloopfters, te laaten t'huisbrengen, worden de eerften geholpen, in beide de Uitdeelkamers. Daar- na , worden de andere partyen, na dat zy hunne Bedieningbriefjes aan eenen der Sup- pooften hebben overgegeven, by vyftigen |
|||||||||||||||||||||
n. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
GEREFORMEERDE KERKEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
I59
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
gemeene onderkleedereh zyh roode Duffel- ders in de Commiffie zig fchikken naar de Kerk-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
orde, omtrent de Bezoekboekjes beraamd, tósiaa«
van welke wy, beneden, handelen zullen. De Broeders in de Commisfie befluiten Beftee-
óok tot inneeming van kinderen in 't Dia- delingen, conie-Weeshuis, en van perfoonen in't Dia- conie - Oude - Vrouwen en Mannen-huis en in 't Corvers-Hof, van al 't welke, wy, in de befchryving dier Godshuizen, byzonder- lyk, handelen zullen. Doch hier komt te |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
fche Onderrokken , en blaauwe of rood
karfaaijen Borftrökken. Het verkoopeh en koopen, inruilen , of beleenen van deeze kleederen en van het Linnengoed, al het welke, met de Letters D I A, tuffchen twee fterren, in een' kring, is getekend, 'is by eene Keure van den vyf en twintigften Ja- nuary des jaars 1752, fcherpelyk, vérboo- den(a:). Titnoodpenningen, die extra worden |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Pennin.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
toegeftaan, moeten altoos tien fluivers min- pas, nog kortelyk flil te flaan, op het be-
der zyn, dan de gewoonlyke bediening. Zy fleeden van mannen, vrouwen of kinderen, Worden, des Donderdags, door den Scriba of waartoe, by deeze Broeders, insgelyks, be- Subfcriba, gegeven, na dat zy,'sDingsdags te flooten wordt, na dat zy de Atteftatien en Vooren, in't Noodpenning-boek, ingefchreeven andere befcheiden in orde bevonden, en van zyn. De Koufen en 't Linnengoed worden ge- de eerlykheid der partyen het vereifchte |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
asfigneerd op de Zufleren Diaconeffen, in 't
Diaconie - Weeshuis. De oude Jakken en Schorten, Bedden, nieuwe en oude Dekens, Rjaamkinderen-goed, als luijers, dekens en ptólappen, en doodkiflen met derzelver toe- pehooren, worden, op de Broederen van de Loots , en halve fcheepsuitruflingen voor befleedelingen, of voor kinderen van zul- ten , die onderfland genieten van de Dia- conie , op de Kleêrkamer in 't Diaconie- Weeshuis geasfigneerd. Oude Bedlakens worden, 's Donderdags, door den Scriba, Uitgereikt, na dat zy, 's Dingsdags te voo- ïen, in 't Oude-Lakenboekje, ingefchreeven zyn. Voor ongemakken, worden één, en voor eene aanftaande kraam , twee oude |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
berigt bekomen hebben. De boedels van
zulke partyen, worden , vervolgens, door de Broeders in de Commiffie , geinventa- rifeerd, en 't gene niet tot derzelver lyf be- hoort gewaardeerd. Zo dezelven meer bé- draagen dan dè fchulden , wordenze aan- vaard: anders, afgeweezen. De Diaconien in 't gemeen zyn, reeds in 't jaar 1680, door 's Lands Staaten, geo&rojeerd geworden, om de boedels, aan dezelven vervallende, te mögen aanvaarden, zonder verder, dan voor 't beloop derzelven>in de voldoeninge der fchulden, gehouden te zyn, mids zy de Boedels, ten overflaan van Schepenen, doen inventarifeeren. Doch J3urgemeefteren heb- ben de Diaconie deezer Stad, daar 't Sehe- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lakens toegeflaan. Wollen kleederen, Ryg- penen niet zou te vergen zyn, dit inventa-
Jyven, Schootsvellen en Linnen pakjes wor- rifeeren by te woonen, bevoegd verklaard, den geasfigneerd op den Kleêrmaaker; en om de inventarifatie te doen , zonder 'er ychoenen en Muilen op den Schoenmaaker, Schepenen over te moeijen. Men onder- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
i0. t Diaconie-Weeshuis: Hoeden op den
■ßmnenvader, en Breukbanden op den Chi- ÏUrgyn, in 't zelfde Huis. Kuipers-, Glazen- makers- , Metfelaars- en Huis- en Scheeps- ^ttimermansgereedfehap, wordt geasfigneerd ^P den Broeder - Ambagtsboekhouder, en kchoenmaakers-gereedfehap, op den Schoen- maker in 't Diaconie-Weeshuis: doch daar v°rdt geenerlei gereedfehap toegeftaan, dan a dat het eerft aan de Dingsdagfche Verga- ^eri«g is voorgefteld. De Bybels, die extra bvh 1 toe§eftaan j zvn Huis-bybels, Zak- dp cu' °f Quarto-Bybels, en worden, on- ^ericlieidenlyk, des Donderdags, in de Ka- 1 erf.'.°P den Scriba geasfigneerd. Alle be- • e ll^n zyn verpligt , hunne bediening, «1 periöon, te komen haaien. Doch om v^erêewigtige redenen, gelyk ziekte, laft van kinderen en diergelyken, wordt, fom- «od anJ!nt of verIof verleend, dat hun de Co«- ' door zekere bedienden derDia- gebre' KamerlooPfiers genaamd, worde t'huis-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
zoekt , wyders, of de partyen ook erfenis-
fen te wagten hebben, en houdt 'er aante- kening van. Vervolgens, worden de man- nen , door de Broeders - Diakenen , en dé vrouwen, door de Zuflers-Diaconeffen,he- fteed. Ten opzigte van de kinderen, die befleed moeten worden, om dat de Moeder dood, en de Vader op de vaart, of afwezig is, moet de Broeder, die de befïeeding ge- daan heeft, by 't Comptoir, voor welk de Vader vaart, ten behoeve der Diaconie, een' Schuldbrief van twee maanden gaadje in 't jaar tragten te verkrygen, en, in de verantwoording zyner Commiffie, aanteke- nen , of dezelve verleend zy, of zal worden; te gelyk daarvan kennis geevende aan de Broeders, gecommitteerd tot de zaaken van Ooft- en Weftindie. Zy moeten ook ver- antwoorden , of deeze Kinderen een of meer Broeders, onder of boven de negentien jaa- ren, naar Ooft- of Weftindie hebben, en zulks, insgelyks, aan de gemelde Gecom- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
to u
|
^ agt. Voor 't overige,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
moeten de Broe-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
mitteerden opgeeven. Alle de befteedde kin-
deren worden aan de Broeders van het Wees- boek , |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
i6o AMSTERDAMS III, Defx-
|
|||||||
Wy komen nu tot de behandeling der Be- jjeré'
zoekboekjes, die v}ftien in getal , en van besT:^ A tot P ingeflooten gemerkt zyn. Ieder dee- B*^ zer Boekjes vervat eene wyk , zynde de Stad, ^c*' ten deezen aanzien, in vyf tien wyken ver- boeW5S- deeld. De vier Quartieren, in welken de Stad, ten aanzien der weekelyke Commis- fie, verdeeld is, zyn ook, zo riadoenlyk, in de byzondere Bezoekboekjes begreepen. Het Quartier der Oude Zyde is vervat in de Boekjes A. B. en C. Doch het laatfte be- helft ook een gedeelte van 't eerfte Quartier der nieuwe zyde, welk, voorts, in de Boek- jes D. E. F. en O, begreepen is. Het twee- de Quartier der Nieuwe Zyde is vervat in de Boekjes G. H. I. en in een gedeelte van het Boekje K., begrypende het overige ge- deelte van dit Boekje , en de Boekjes L. M. N. en P. het derde Quartier der Nieuwe Zyde. Ten dienfte der Broederen Diakenen, is een Regifter gedrukt, vervattende de naa- men van alle de Graften, Straaten en Stee- gen der Stad, naar orde van 't A. B. C, voor welke naamen, dé Letters der Boekjes ftaan, waarin dezelven gevonden worden. Eens 's jaars, gefchiedt 'er, volgens dee- ]&r\e-
ze Boekjes , eene algemeene bezoeking ^inS' van allen, die, door de Diaconie , onder- z° fteund worden; waartoe dertig Broeders , twee tot ieder Boekje, aangefteld zyn. De Boekjes zyn, van buiten, befchreeven, met de Letter, 't jaartal, 't Quartier en de naa- men en hoedanigheid der twee Broederen, die, volgens ieder Boekje , de bezoeking doen. De Letter en 't jaartal worden, ge- makshalve , ook gefield onder en boven aan ieder blad, welk ook gefolieerd is. Voor in 't boekje, is een Regifter, naar orde van 't A. B. C., van alle de naamen der behoef- tigen, die in het zelve gebragt zyn. Op de linker zyde van ieder blad, ftaat de woon- plaats , de naam, hoedanigheid en bediening der byzondere partyen, en deeze omfchry- ving wordt een Hoofd genaamd. Op de reg- ter zyde, wordt eene nadere omfchryving van den ftaat en omftandigheden der par- tyen gefield, met aanwyzing van de bewyzefl» voor 't een en 't ander: 't welk ^erantwoor 0ßn ding genaamd wordt. In de Hoofden, fielt fle- men de hoedanigheid der partyen,'t zyWe' zoeK'. s< duwenaar, Weduwe, Jongman of bedaag' bo^ de Dogter : 't welk met het Groot- of Wees' boek overeenkomen moet. 't Getal van t>e" fteedde Lidmaats - kinderen , en derzeit naamen en ouderdom , volgens de Doop" cedulen, worden, onder de naamen der Ou- deren , die in 't hoofd ftaan, gefield. By alle partyen, wordt de Letter en foliuni van 't Groot-boek, en by de nieuwen, ook de Letter enfolium van 't Boekje of Commiffie |
|||||||
Kerk- boek, en die, onder dezelven, op een am-
BESTiER. bagt gaan, ook aan de Broeders van hetAm- bagtsboek opgegeven. Voorts s worden alle de befteedde partyen in 't generaal Quohier gebragt, en door de Broeders van de Be- zoekboekjes, onder welken zy behooren, in de gemelde Boekjes, overgetekend: waarna deeze Broeders, in de groote jaarlykfche be- zoeking , ook naar derzelver ftaat en gedrag onderzoek doen: 't welk, ten opzigte van de befteedde kinderen, en van zulken, die 't regt tot de Diaconie behouden, duurt, tot dat zy vyf en twintig jaaren bereikt hebben. Orde op De Broeders, die, de laatft voorgegaane hetfchrj-zes weeken, in Commiffie geweeft, en uit ven der dezelve uitgegaan zyn, zyn verpligt, de vol- vanCom- gende zes weeken, de Hoofden van Commis- miffie. fie voor 't zelfde Quartier der Stad, waar- over hunne Commiffie zig geftrekt heeft, in 't Commifiieboek te fchryven: 't welk, des Donderdags voor twaalf uuren; doch op de Boffeerdagen , voor een uur , gefchieden moet, zynde wel uitdrukkelyk vaftgefteld, dat de Subfcriba, 's Dingsdags, geene Hoof- denboeken afgeeven zal , om dien avond hoofden te fchry ven. Tot vafte bedieninge, mogen geene hoofden gefchreeven worden, dan voor partyen, die, agt dagen te voo- ren, voor de derdemaal, op Atteftatien ge- nooten hebben. Men mag geene hoofden, 't zy om iemant in de Godshuizen te plaat- fen, of te befteeden, of iemant het regt der Diaconie toe te ftaan, qïeenplokje van twin- tig guldens, gelyk het genoemd wordt, om daarmede te bedanken, dan na dat de Lid- maats - Atteftatien en andere befcheiden in orde bevonden , en de eerften , met een Vide of dubbeld van het hoofd, des Don- derdags te vooren, aan den Groot-Boekhou- der bezorgd zyn. Die een hoofd van Com- miffie verzoekt, midsgaders , die begeert, dat zyn getuigenis, of dat van eenen ande- ren Broeder, voor eene daadelyke Commis- fie, by de groote Vergadering, worde aan- genomen , moet het zelf fchryven. Doch wanneer de Broeders van de Atteftatie-Ka- mer een hoofd verkrygen, tot een plokje van twintig guldens , moet het, door de Broeders, die in 't Hoofden-fchryven zyn, gefchreeven worden. Van zulke hoofden krygt de Groot-Boekhouder geen Vide: ook niet van de hoofden tot vafte Bedieninge, of tot agt guldens voor drie maanden huur: wordende van deeze allen , alleenlyk , de Atteftatien overhandigd. De hoofden tot befteeding, óf tot het regt der Diaconie, of tot verhooging van bedieninge alleen, wor- den in het Commiffie - Hoofden - boek , in ilanco, gefchreeven» |
|||||||
II- Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||
GEREFORMEERDE KERKER
|
||||||||||||||||||||||||||||
161
|
||||||||||||||||||||||||||||
boek, waaruit dezelven gekomen zyn, op
den rand der Hoofden, gefield: voorts,.de bediening en 't brood, met byvoeging, of zy, voor 's Winters alleen, of met verminde- ring voor den Zomer, of voor's Winters en s Zomers evenveel, toegedaan zyn. De
verandering der Bedieninge wordt ook, on- der de voorige, met byvoeging der woor- den , nu en voortaan , aangetekend : gelyk °°k het confent of verlof om de bediening te laaten haaien, en de byzondere en extra onderfland, en onder anderen het toeftaan yaP Bedden en Bybels, met byvoeging van *- Jaar, waarin zulks gëfchied is. By de Be-
deedelingen , die tot het Weesboek be- hooren, wordt het Koftgeld, en de tyd, wanneer 't ingaat, gemeld, te gelyk met de Letter en folüim van 't Weesboek. De Verantwoordingen, die, zo wel in de
Weekelykfche Commiffie, als in de Bezoek- poekjes gefchieden, vervatten niet alleen de hoedanigheid van elke partye, maar ook, Zo zy Weduwenaars of Weduwen zyn, waar en wanneer de overleedenen zyn geftorven, of begraaven. Van verlaatene mannen of vrouwen, wordt verantwoord, waar en wan- neer zy getrouwd ; hoe lang zy verlaaten geweefl zyn, en of zy iets van den verlaa- $er of verïaatfter verneemen, of genieten. Van eene Weduwe en verlaaten Vrouw, wordt ook verantwoord, wat de man ge- daan heeft: en van alle partyen, de geboor- teplaats, ouderdom, hoe lang zy hier ge- woond hebben, of zy burger zyn, en zo ja, Wanneer geworden, ook voor alle dingen, b-oe lang zy Lidmaat geweefl zyn. Zo man en vrouw, van welken de een tot eene an- dere gezindheid behoort, behoudenis van bediening verzoeken, wordt zulks niet toe- gedaan , ten zy blyke, wat de huishouding aldaar geniet. Voorts, wordt verantwoord, T'aar iemant zig mede geneere; wat hy win- *Je, en indien niets, wat hiervan de reden ^- Nog, of hy of Meefter of Knegt zy;
^ Zo 't laatfle, by wien hy werke; of hy
|
||||||||||||||||||||||||||||
gegeven: en zo men het tegendeel bevindt, Kerk.-
|
||||||||||||||||||||||||||||
BEST1ÜR.
|
||||||||||||||||||||||||||||
wordt zyn naam van de Quohieren afge-
fchreeven. Zo de man, of Vader op de vaart is, wordt verantwoord, waar heenen; voor welk Collegie; met wat Schip en Schipper; in welke hoedanigheid, en op hoe veel gaad- je: ook, of 'er Transport gemaakt zy, en hoe groot: van gelyken, of 'er een Maand- cedul gemaakt zy; zo ja, ten wiens behoe- ve ? Zo dezelve verkogt of verzet is, voor hoe veel, en aan wien ? Indien 'er geen Maand-cedul gemaakt is, draagen de Broe- ders zorg, dat 'er, zo dra het Transport vol- daan is, een gemaakt worde, ten behoeve van de vrouwen of kinderen, zo ver dezel- ven der Diaconie aangaan. Voorts, wordt verantwoord, of en hoe veele kinderen tot laft de partyen hebben; derzelver naamen, oiiderdom, bedryf en wind. Doch zo zy op de vaart zyn, behoeft 'er geen Maand- cedul voor gemaakt te worden. Van kin- deren onder de vyf jaaren, worden alleen- lyk de naamen en ouderdom aangetekend. Van kinderen boven de vyf jaaren, moet verantwoord worden, dat zy op de School der Diaconie gaan; of reden gegeven, waar- om zulks niet gefchiede. Kinderen boven de twaalf jaaren moeten blyken op een am- bagt te gaan ; of verantwoord worden , waarom niet. Geene kinderen tot laft wor- den verantwoord, dan die minder dan ne- gentien jaaren bereikt hebben, ten ware de ouders reden gaven, waarom zulke kinderen de koft niet winnen können ; die nogtans, zo dra zy vyf en twintig jaaren oud zyn, moeten afgefchreeven worden. Zo de meis- jes het Wollen- of Linnen naaijen leeren, moet blyken, waar , wanneer , door wie, voor hoe lang, en voor hoe veel, zy bedeed zyn. En zo zy voor langer dan drie jaaren befteed zyn, wordt daartoe, door de Dia- conie, geen geld gegeven. Zo zy, dqor de Diaconie, zyn befteed, wordt het jaar en folium van 't Naaiflersboek in de Verant- woording aangetekend. Omtrent de befteed |
||||||||||||||||||||||||||||
'e
|
ut.
oor- |
|||||||||||||||||||||||||||
^ilj!»,
|
||||||||||||||||||||||||||||
en.
|
||||||||||||||||||||||||||||
een Gilde behoore, 't welk, ten opzigte de kinderen in 't gemeen , wordt verant
|
||||||||||||||||||||||||||||
. nknegts, alleen omtrent de Scheepstim-
e^uiden plaats hebben kan; of hy ook iet |
woord, wie der Ouderen laatft overleeden,
en of dezelve Burger geweefl zy: draagen- de de Broeders zorg, om de Burger-cedulen te laaten overtekenen, wanneer de jongens zeftien, en de meisjes negentien jaaren oud zyn. Zo de befteedde Kinderen, voor de Admiraliteit, of Ooft- of Weftindifche Com- pagnien vaaren, moet zulks aan de Wees- boekhouders worden opgegeven. Zo zy een Ambagt leeren, moet verantwoord worden, by wien, voor hoe lang, en wat zy winnen. De Diaconie houdt geene befteedde kinde- ren , die fimpel, blind of kreupel zyn, langer, dan tot dat zy vyf en twintig jaaren bereikt X heb- |
|||||||||||||||||||||||||||
nipt- f^n G^de geniete; en zo neen; waarom
ver i' ^e broeders der Bezoekboekjes zyn aan H^' Jaartyks, in September, eene lyft tv ei1 Scriba over te geeven van de par- J'-n > die onder een Gilde behooren, waar- . n zy verklaaren, niet te können trekken: Jaarna, by de o verluiden der Gilden , on- jgfop wordt, of zulks de waarheid zy? f!^n aat °°k, in de weekelykfche Commis- bndeZQnderheid ' dooreenen der Suppoofteir Voorri°e^en' of de wm^ van iemant5 die
TT ^SS1 werkt, naar waarheid zy op- 11 STUK. |
||||||||||||||||||||||||||||
i62 AMSTERDAMS III. Deel.
Kerk- hebben, waarna zy te wege brengt, dat de zyn, behalven om 't Burgerfchap te laaten over- ÏÖg^
bestier, naafte vrienden of buuren Burgemeefteren, tekenen. Van de verhooging in de Bediening B" by Requefte, verzoeken, om haar van zul- moet, aan den Groot.-Boekhouder, terftond ke kinderen te ontladen. Zo zy ,op 'tover- na 't afloopen der groote bezoekinge, fchrif- i0. lyden der Ouderen, reeds meer dan vyf en tclyk, kennis gegeven worden. De vermin-^g, twintig jaaren oud zyn, wordenze geheellyk dering in Bediening of Huur moet, terftond, afp-eweezen. De Diaconie befteedt geene op het Bedieningbriefje veranderd, en insge- kinderen, by luiden, die onderhoud genie- lyks aan den Groot-Boekhouder opgegeven ten, of niet Gereformeerd zyn : ook niet worden: gelyk, ten opzigte der partyen, die meer dan vier op ééne plaats, en niet by uit andere Boekjes overgenomen zyn , ook hunne bloedvrienden, dan met goedkeuring gefchieden moet aan de Broeders, uit welker ^ der groote Vergaderinge. Zo 'er verande- Boekjes die partyen zyn overgenomen. Zo ° in ring in de befteeding, het werk, of de winffc aan de partyen in de groote bezoeking geene "aD 5er' der Befteedelingen komt, moet zulks aan de verhooging, noch extra, noch confent, noch i\^° Wees- en Ambagtsboekhouders opgegeven, plaats in de Godshuizen is toegeffaan; en zo tf°L en op den kant der Verantwoordinge aan- derzelver Bediening of Brooden ook niet ver- Ä tekend worden. minderd zyn, wordt, tot flot der verantwoor- ofv^^ Orde, De twee Broeders van ieder Bezoekboek- dinge, blootelyk, gemeld, dat zy continua-i^'
naar wel-je, elk paar in zyne wyk, eens's jaars, de tie verzoeken. Zo eenige partyen overlee-
ke, inde groote bezoekin g doende, verleenen aan be- den, of afgefchreeven , of in de Godshuizen bezoek kende partyen , op derzelver verzoek, of gcplaatft zyn , of bedankt hebben , wordt king, verhooging van Bediening, of eenig extra, zulks, op de Bedieningbriefjes, aangetekend , of verlof om zig de Bediening te laaten t'huis en daarvan aan den Groot - Boekhouder en brengen , of plaats in 't Diaconie - Oude- aan den Groot-Alphabeth - houder kennis ge- Vrouwen- of Oude - Mannen - huis. Doch geven. aan nieuwe partyen, die uit de Commiffie- De Z u s t e r s - D i a c o n e s s e n , die een V^rf'
of andere Bezoekboekjes komen, mag geene gedeelte van het dienftwerk der Diaconie, in- ** verhooging van Bediening, noch extra wor- zonderheid, zo ver het vrouwen, en het huis den toegeftaan, dan na dat 'er de groote houdelyke in't gemeen, betreft ,waarneemen, Vergadering in bewilligd heeft: 't welk,by zyn twaalf in getal. Men vindt, dat 'er, by de Verantwoording , moet worden aange- de eerfte inftelling der Diaconie, in den jaare tekend. Somtyds, wordt de bediening in 1566, reeds eenige oude, deugdzaame Zus- de groote Bezoeking ook verminderd, oft ters tot DiaconefTen, hier ter Stede, verkoo- Confent ingetrokken: doch doorgaands blyft ren zyn (y). De gewoonlyke Naamlyften Verhoo- de bediening gelyk zy was. Zo aan eenige der DiaconefTen beginnen, nogtans,eerfl met ging, partyen Verhooging, Confent, of extra toe- het jaar 158a , waaruit men fchynt te mogen tnfxL §eflaan wordt' moet 'er de reden van ge" afneemen, dat, by de hertelling der Diaco- 'meld worden: en indien de huishouding, nie, in den jaare 1578, niet terftond, Dia- uit verfcheiden'perfoonen, of gedeekelyk uit coneflen aangefteld geworden zyn. Zy waren, kinderen,beftaat,moet byzonderlykworden in't jaar 1582, maar drie in getal: doch dit gemeld, voor welke perfoonen of kinderen, getal is, met het toeneemen der Stad,allengs- het extra gegeven wordt. Men verhoogt kens, grooter geworden. Behalve den dienft, geene partyen, dan in de uiterfte noodzaa- dien zy, in 't Diaconie Oude-Vrouwen-Huis, kelykheid, en ftaat nooit verhooging en en in't Diaconie Weeshuis, doen, van welken extra te gelyk toe. De verhooging in Be- wy, m de befchryving dier Godshuizen, na- diening mag niet boven de tien Huivers, in der zullen handelen; doen agt haarer, twee de veertien dagen, beloopen. Het extra, be- aan twee, ook huisbezoek in de vier (W' ftaande in kleeding, dekfel en eenige andere èeren, in welken de Stad, ten dienfte der noodwendigheden, mag met meer beloopen, Broederen Diakenen, die in de weekelykfche dan, voor partyen zonder kinderen,veertien; Commiffie zyn, verdeeld is, en geeven van 't met twee kinderen, agttien; met vier kinde- gene haar voorkomt, en den Diakenen aan- ren, twee en twintig; met zes kinderen, zes gaaty kennis aan de Broederen , in wel»* en twmtig; met agt kinderen en daarboven, wyk^ de partyen woonen , of befteed fln- dertig guldens. Voor mannen of vrouwen, Wy hebben, reeds elders (2), gemeld, dat het die geene Lidmaaten, of voor kinderen, die bui- Linnengoed en de Koufen, op Afïïgnatien ten de Gereformeerde Kerke gedoopt zyn, der Broederen Diakenen, zo die in de Com- wordt geen extra, en ook geene Doftors- of- miflie zyn> ais die de Bezoekboekjes houden, Chirurgynsbriefjes toegeftaan. Noodpennin- do^ gen worden niet gegeven , dan aan zulken,
die, door de Broeders, in perfoon, bezogt fö^"A7"i £?•hl''•«• |
||||
tt- Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
GEREFORMEERDE KERKEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
163
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Kerk-
fi£STIER.
}lsgtsge.
berden e» and». r,ei, die dwDia- conie, zondej. loon, fte ftaan.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
door de Zufteren Diaconeflèn, aan de behoef-
tigen worden uitgedeeld. De Diaconie, die, zo hier als- in den Haa-
gs •> dikwils, genoodzaakt is, Regt te zoe- fm ■> op de gewoonlyke wyze, of Requeftcn in te leveren aan de hoogc of mindere Over- heid , of in eenige andere opzigtcn, raad en hulp van Regtsgelcerdcn en anderen noodig heeft, wordt, in denHaagc, van twee Ad-
vokaaten en een' Procureur, en hier ter Ste- den , ook van twee Advokaaten, twee Procu- reurs , een' Notaris , en twee Solliciteurs , zonder loon, gediend. Ook ftaan haar, op gelyken voet, de eerfte Stads Klerken,en een der Ordinaris Klerken van Secretarye ten diende, in 't gene zy ter Secretarye te verrig- ten heeft. In erkentenis deezer dieriften, gee- Vcn Diakenen, jaarlyks, ecne maaltyd in eene v°ornaame herberg ; waar by , behalve de gemelde perfoonen , ook eenige voornaame Beampten der Admiraliteit, en der Ooft- en Weftindifche Maarjchappyen, aan welke de Diaconie diergelyke vcrpligting heeft, geno- digd worden. Voorts, zyn 'er zes Docloren van de Dia-
conie, een te# dienfte der kranken in het Diaconie Oude - Vrouwen- en Mannen - Huis; een voor het Diaconie - Weeshuis en Oor- vers - Hof, en vier voor de vier Quartieren, waarin de Stad, by de Diaconie , verdeeld is. Ook heeft zy vyf Chirurgyns, een'voor haa- re Godshuizen, en vier voor de vier gemelde Quartieren. Alle deeze Perfoonen worden, door de groote Vergadering der Broederen- Diakenen, op een jaarlykfch Honorarium of ee- rengefchenk, aangcfteld.Van de Meefters Hand- ^c'rksluiden, tot herftelling en onderhoud van rte huizen der Diaconie vereifcht, behoeven wy niet in 't byzonder te fpreeken. De Diaconie heeft, in haare agt Schooien ,
ahvaar de Kinderen der behoeftige Ledemaa- J^ni in leezen, fchryven, en de beginfels der ^reformeerde Leere, onderweezen worden, St Schoolmeefters, twee aan de Oude Zyde,
en twee, in ieder der drie Quartieren, aan de
leuWe Zyde. Voorts, heeft zy thans drie
uPPooften, die de Vergaderingen der Dia-
|
||||||||||||||||||||||||||||||
der Kamerloopfter bedient drie van de vyfticn Kerk-
Bezoekboekjes. De groote Vergadering heeft, bestier. op den twaalfden November des jaars 1748, een Reglement voor deeze Kamerloopfters, onder welken groote misbruiken plagten plaats te hebben , vaftgefteld , welk , naderhand , dikwils vernieuwd en vermeerderd is, en naar. welk zy zig , ftiptelyk , gedraagen moeten. Onder anderen, is haar verbooden, iet, bo- ven 't gene haar toegelegd is, en 't gene, ' door de Diakenen , van elk bedieninge in- gehouden wordt, van de behoeftigen te vor- deren , op de verbeurte van vyftig guldens voor de eerfte, en van haar beroep voor de tweede reize. Wanneer 'er eenig Ampt, by de Diaconie, openvalt, wordt daarvan , aan de eerfte Dingsdagfche Vergadering, kennis gegeven. De ampten blyven ten minfte veer- tien dagen onbegeven, eer 'er, door de groo- te Vergadering, over geftemd wordt. Zuïken, die eenig ampt bekomen , moeten, eer het openviel, Ledemaaten der Kerke geweeft zyn. De Nederduitfche Gereformeerde Diaconie Overeen,
is, reeds in 't jaar 1622 , met de Walfche komften Gereformeerde Gemeente, overeengekomen, der Dia- dat de wederzydfche armen, man en vrouw, ^""de van welken de een tot de eene, en de ander Diaco- tot de andere Gemeente behoorden, zouden nien van onderhouden worden by die Gemeente, van ^ldere welke de man Lidmaat was; dat de vrouw, ten na zyn overlyden, zou worden onderhouden, op het door die-Gemeente , by welke zy Lidmaat .oncler' bleef, en dat de Weezen, na haar affterven, ^Ive- zouden worden onderhouden, door die Ge- derzyd- meente, by welke de langftlcevende Lidmaat fche ar* geweeft was. En diergelyke overeenkomften men* zyn ook, met goedkeuringe van Burgemees- teren , in den jaare 1759 , getroffen , eerft met de twee Doopsgezinden- of Mennoniten- Gemeenten by den Tooren en 't Lam, en in de Zon op den Singel, en daar na, met de Lutherfche Gemeente. De Nederduitfche Gereformeerde Diaco- Zy is erf-
nie deezer Stad is, volgens 06troi van 's Lands genaame Staaten van den vyftienden September des jaars lz? c1£. 1735, erfgenaame van alle perfoonen, kin- gen,door deren en bejaarden , die , t'eenigen tyde, in haar on- |
||||||||||||||||||||||||||||||
E°ftorcn
5» Chi. |
||||||||||||||||||||||||||||||
r
d
|
gyns
Dia-
c°ßie. |
|||||||||||||||||||||||||||||
School.
Ineeflers> |
||||||||||||||||||||||||||||||
Hpoos-
S» en repoos.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
kenen
|
||||||||||||||||||||||||||||||
deren
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Waarneemen, en ten dienfte der Broe- of buiten haare Godshuizen, onderhouden ge- der-
|
||||||||||||||||||||||||||||||
weeft zynde, zonder kinderen of verdere na- ^ '
komelingen , en zonder uitkoop gedaan te der nako- hebben , overlyden. Doch onder derzelver melingen, nalaatenfchap, wordt niet begreepen, 't gene °verly- hun, geduurende hun onderhoud, mögt aan- befterven of gemaakt worden: waarvan eg- ter de Diaconie niet alleen de vrugten geniet; maar van 't beloop van welk, zy, eer zy 't uitkeere, in gevolge eener nadere Refolutie van 's Lands Staaten van den zeftienden Juny des jaars 1751, ook het geheele bedraagen X a van |
||||||||||||||||||||||||||||||
verrigten, 't gene, buitens huis, en in
buiten de Vergaderingen , te doen valt; °uPpooftin, die den Broederen van de 00ts, by \ inventarifeeren en waardee- ren der Inboedeltjes , ten dienfte ftaat ; en vyf Kamerloopfters. De laatften , die oldoende borg moeten ftellen, bezorgen en partyen, die confent of verlof hebben, geft § en '* brood' aan dezelven toe-
fent? ♦ ten welken einde , haar de Con-
riefjes in handen gefteld worden. Ie-
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Kamer-
lo°p(leis, |
||||||||||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||
i64
|
|||||||||||||||||||||||||||
Eene week na de verkiezing van Ouderlin-
gen en Diakenen, gefchiedt de verkiezing |
|||||||||||||||||||||||||||
van den verleenden onderftand mag aftrek-
|
|||||||||||||||||||||||||||
BBS***
|
|||||||||||||||||||||||||||
Kerk-
BESTIER.
Wyze
van ver- kiezing van Ou- derlin- gen , Dia- kenen en Diaco- neflen. |
|||||||||||||||||||||||||||
ken («).
Wy komen mi, tot het ontvouwen der wy-
ze , waarop de Ouderlingen en Diakenen , nridsgaders, de Zufteren-Diaconeflen, jaar- lyks Tin't begin van February, verkooren wor- den Van de Ouderlingen,Diakenen enDiaco- neflen gaan, jaarlyks, allen zulken, die twee iaaren gediend hebben, .af: 't welk, gemeen- |
|||||||||||||||||||||||||||
ee
|
|||||||||||||||||||||||||||
van Zufteren-Diaconeflen , die ook twe"
|
|||||||||||||||||||||||||||
jaaren moeten ftil gezeten hebben, eer zy
weder verkieslyk zyn, en welker Alphabeth, van gelyken, vooraf, gelezen en aangevuld wordt: waarop, terftond , de verkiezing volgt. De verkooren Ouderlingen en Dia- kenen krygen, door een' Predikant en een' Ouderling , uit den Kerkenraad afgevaar- digd ; doch de verkooren DiaconefTen, door een' Predikant en een' Diaken, kennis van derzelver verkiezinge. 's Dingsdags daarna, worden de DiaconefTen; en eene week laa- ter, de Diakenen, met eene korte Leerre- de , die van een gebed voorgegaan en ge- volgd wordt, door twee byzondere Predi- kanten , in de Vergaderkamer der Broede- ren Diakenen , plegtiglyk , ingezegend : waarna zy den dienft aanvaarden. De af- gaande Broederen en Zufteren worden, by beide deeze plegtige gelegenheden , voor derzelver dienft, bedankt. Ten dienfte der kranke Leden van de Ge-
reformeerde Kerke, hebben Burgemeefteren, hier ter Stede , negen Krank bezoe- kers of Ziekentroosters aange- fteld, die elk hunne wyk hebben, en, ten behoeve der kranken van die wyk, können gehaald worden. Zy zyn ook verpligt, de misdaadigen, die op den hals zitten, in de gevangenis, te bezoeken, en by de uitvoe- ringe van het doodvonnis te verzeilen. In Pefttyden, heeft de Regeering, fomtyds, bui- tengewoone Krankbezoekers aangefteld (b). |
|||||||||||||||||||||||||||
lyk, op de helft, of omtrent de helft uitkomt.
Zeven weeken voor dat de nieuwe Ouderlingen enDiakenen in dienft treeden, is 'er ■, op Maan- dag voor den middag ,-groote Kerkenraad, om het Jlphabeth der Ouderlingen en Diakenen vol te maaken. En dit beftaat,in het leezen eener Naamlyfte, naar orde van 't A. B. C., voor beide deeze dienften. Op deeze Naam- lyrt , zyn , vooreerft , alle zulke P.erfoonen «ebiagt, die, als Ouderlingen enDiakenen, gediend hebben, en nog, naar 't gewoon ge- bruik, tot dezelfde dienften, verkieslyk zyn. De Ouderlingen, die gediend hebben> moe- ten een; de Diakenen twee jaaren ftil geze- ten hebben, eer zy wederom verkieslyk zyn. Zy worden allen verkooren, om twee jaaren ao-terecn te dienen. By 't eindigen der Leezin- ge van elke Letter, wordt gevraagd, of de Leden ook nog iemant op die Letter heb- ben op.te ftellen,waartoe elk vryheidheeft. Na deeze leezing, fcheidt de Vergadering. Vier weeken daarna , doch op Dingsdag, gefchiedt 'er- eene tweede leezing. Zo ie- mant , te vooren, in de eene of andere hoe- danigheid, gediend hebbende, gaarne ver- |
|||||||||||||||||||||||||||
BS*0*
|
|||||||||||||||||||||||||||
fchoond was van nieuwen dienft, draagt hy
zorg, dat 'er de Vergadering, by de-tweede leezing, kennis van heeft: 't welk gefchiedt door den Predikant van zyne wyk, zo dra zyn naam gelezen wordt. Twee dagen na de tweede leezing, op Donderdag , treedt men tot de verkiezing, die met Briefjes ge- fchiedt, waarop ook de Hemmen van af- wezende Leden gefteld zyn. Gemeenlyk, wordt niemant tot Ouderling verkooren, dan die, driemaal twee jaaren, als Diaken, 2-ediend heeft, ten ware hy Regent van een Godshuis ware. Eerft, wordt de verkiezing der Ouderlingen; daarna die der Diakenen verklaard". Zy worden allen, twee Zonda- gen agtereen , der Gemeente , in alle de Kerken, voorgefteld, en des Saturdags's A- vonds, zynde de Voorbereiding tot het eerfte Avondmaal, na eene derde voorftelling, in de Oude en Nieuwe Kerke , plegtiglyk , in den dienft beveiligd. De Ouderlingen treeden, des Donderdags daar aan, in hun- -nen dienft. Doch de Diakenen reeds des Dingsdags, en na dat zy ingezegend zyn. (rf) Veivolg der Handy. Il, il.
|
|||||||||||||||||||||||||||
XIII.
OUDE WAALEN-KERK. Behalve de elf Kerken der Nederduit- oKot
fche Gereformeerden , zyn , hier tergde- Stede, ook twee Kerken van Walfche ofj^Ä Franfche, en eene Kerk van Engelfche Ge- $■ en reformeerden, midsgaders, eene Engelfche ^Li- Episcopaale Kerk , tot welker Befchryving^iie ^z" wy nu overgaan. ref°r'de kerke»'
De Waalen-Kerk,federt de opreg-^ ., ting eener tweede, waarvan wy, terftond>8.efc ^f nader fpreeken zullen,de Quae-Waahn-fork^^ genaamd, ftaat op den Oude - zyds - Agter" \v>A^ burgwal, aan de Ooftzyde, tuflchen de Hoog- p&^- ftraat en Spinhuis-fteeg, daar zy haaren oud- ften en voornaamften ingang heeft, voot welken een vierkant plein legt, ter wedct- zyde met burgerwooningen bezet. In "e Hoogflxaat, naaft het Qoftindifch Huis ten we«*
O) Keuib. M, ƒ. ïs«.
|
|||||||||||||||||||||||||||
6- i^/nmA ate/irv .
|
|||||
iïj£ oudje: w^-^LJLJEJsr-iciïiiic,
|
|||||
Hi Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GEREFORMEERDE KERKEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AALENWeften, heeft zy nog eenen anderen in- niet gevolgd te zyn.Immers, in 't jaar 1558, Oude
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gang, langs eenen langen gang , die met
eene Poort van witten gehouwen fteen,
een ftuk werks van den beroemden bouw-
konftenaar Hendrik de Keizer, en met Stads
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^fii{,
|
befloot de Vroedfchap, het Paulus-Broeders- Waalew
Kloofter, welk toen genoegzaam ledig ftondt, Kekk- voor de Stad, te verkrygen tot een Gaft- huis (e). Doch 't liep nog aan, tot na de |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wapen verfierd , van de Hoogllraat afge- verandering der Regeeringe des jaars 1578,
^heiden is. De ingang der Kerke op den eer het, gedeeltelyk, tot een' Proveniers-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
•Agterburgwal
groote van voo
|
heefi drie deuren: eene Huis, gefchikt werdt. Midlerwyl, hadt de
en twee kleinen, ter Stad, reeds op verfcheiden' tyden, by aan- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wederzyde. Bo
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
koop,
goed gedeelte van den grond van 't Kloos-
ter (ƒ), en onder anderen, in 't jaar 1555, den Kloofterboomgaard , groot vyftig en een halve roede, gelegen aan de weftzyde van der Stede bushuy, en ftrekkende, op de halve floot, tuffchen het Paulus-Broeders- Kloofter en dat der elf duizend maagden , tot elf guldens de roede gekogt (g). Na de verandering der Regeeringe , begaf zig een goed getal van Gereformeerden uit de Walfche Nederlanden herwaards, voor wel- ken , Jean de la Greve, reeds in 't jaar 1578, hier ter Stede, gepredikt heeft, zonder dat my gebleeken is, in welke Kerke. De Stad gaf hem eene wedde van honderd Daalders in 't jaar, van welke hem het eerfte halfjaar, in Juny des jaars 1579, op laft van Burgemees- teren , door Kerkmeefteren der Oude Kerke, die ook, in 't eerft, en zelfs tot in 't jaar 1586 toe, de Nederduitfche Predikanten betaal- den , voldaan werdt (/;). Doch in 't jaar 1586, werdt, by de Vroedfchap, befloo- ten, den Walfchen Gereformeerden de Ka- pel in de Kalverftraat, tot verrigtinge van den openbaaren Godsdienft, toe te flaan (f): hoewel 't my niet waarfchynlyk is, dat dit befluit ter uitvoeringe gebragt werdt. In 't zelfde jaar, werdt Jean Hochedé, Predi- kant alhier, van wege de Walfche Kerken, nevens eenen Predikant, die Delft en Rot- terdam bediende, op de Nationaale Sinode in den Haage, afgevaardigd (k). Niet lang Herbou- hierna, fchynt den Walfchen Gereformeer- «'ing en den deKerkderPaulus-Broederen ingeruimd ^erSr0°" • tint?
te zyn, die, in 't jaar 1616, reeds zo veel
te klein bevonden werdt, dat men befloot, dezelve te vergrooten, door hetmaakenvan eenen doorgang uit de Boshuisfiraat, nu de Hoogftraat , naar 't gewezen Choor , en door het bouwen van eene Galery boven het zelve (/): 't welk, gedeeltelyk, gefchied is. Uit het opfehrift, boven aangehaald,blykt, dat
(e) Refol. Vroedfch. N. i. 29 Juny 155«.
(f) Schepenen-brief Ta» 30 January 1532.
\g) Groot-Memor. N. II. ƒ. 55. \h) Memor. van Kerkm. der Oude Kerke, II, 153,104» ipj, 196.
(i) Reib!. Vroedfch. X, s. 14 April ls%S.
(4J Zie W. te water Tweede Eeuwgetyde der Ge-
loof'sbelydenifiè, hl. ts- (l) Refol. Vroedfch, N, 11. ij J«ly I6i<s. ƒ. 17«, .
X 's
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Genese XXVIII. vers 17.
*~e Heu ici efi la maifon de Dieu, et la porte
des Cieux. dat is:
?» Deeze plaats is het Huis Gods, en
» de poorte des Hemels.'- - Boven de zuiderdeur ftaat:
Pseaume V. vers 8.
Tentrerai en.ta maifon avec rever ene e,
dat is:
>•> Ik zal in uw huis gaan, met eerbiedig-
3» heid." En boven de noorderdeure:
Mat TH. XXI. vers 13.'
•frfo maifon efi la maifon XQraifon.
dat is:
j, Myn huis is het huis des Gebeds."
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
0
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ttdh
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
cid.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Oudtyds,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
behoorde deeze Kerk tot het
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
S
|
Paulus-Broederen , en was,
( „as in 't jaar 1409, gefügt, volgens een »Pichrift, boven aan een' balk, omtrent in bidden der Kerke, luidende :
' Cette Eglife a etê fondéc A°. MCCCCIK. taccommodêe A°. MDCXLVH. aggrandie A°. MDCLXI. dat is:
eeZe Kerk is gefligt 1409; herbouwd,
1647; vergroot, 1661. 1 l Panlus- Broeders Kloofter, in 't jaar
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
oor eenige Kloofterlingen, verlaa-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
,en federt
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
, naar t lchynt, voor een
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ï
|
or vv'
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in >^t.Sec*eelt:e, ledig gebleeven zynde; werdt,
Plee ^ar I^1' ^Y ^e Vroedfchap, geraad- Jyj §^'om ^e Regulieren van Heilo en Oude |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gevoe
|
en derwaards over te brengen, indien 't
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
glyk gefchieden kon(d).Doch dit fchynt
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
*'. Ijj * I. Deel, I. J!oe{,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hl. 24. Et. Deel, III. Bieks
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vioedfcll. N. I. s Nov. IJ4I,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i66 A M S T E R
|
D A M S III. Deel.
|
|||||||||||
Oude dat de Waaien - Kerk ook, in 't jaar 1647,
Waalen hertimmerd is. Eenige jaaren kater , be- Kerk. voncjt men} jat Je zuidelyke zydmuur der Kerke begon uit te fpatten, en dreigde in te ftorten, waarom,in 't jaar 1659, tot her- ftelling derzelve aan deeze zyde, beflooten werdt Qni). En toen werdt de Kerk, aan den zuidkant, uitgezet over het S. Joris Hof, waar eenige kleine huisjes afgebroken wer- den, 't Werk was, in 't jaar 1661, vol- trokken. Op het dak der Kerke, in 't mid- den, werdt, ten dien tyde, ook een klein Koepeltoorentje geplaatfl. Doch de Kerk ïs, federt, en nog voor weinige jaaren, van binnen, merkelyk verbeterd. Zy heefteene Galery, aan drie zyden, en een fraai Orgel in 't oollen. Het is, in 't jaar 1680, ge- maakt , en voor omtrent dertig jaaren ver- nieuwd. Voorts, is de Kerk, beneden en op de Galery, voorzien met de vereifchte Gefloelten , voor de Magiftraat en ande- ren, en met eenige afgezonderde zitplaat- fen, voor mannen en vrouwen. De Waa- ien-Weeskinderen hebben hunne plaats, op de Galery, agter den Predikftoel. Men heeft 'er , wyders , beneden , een afgezonderd Doophuis, agter en ter wederzyde van den Predikftoel, die aan de noordzyde ilaat. 't Gewelf der Kerke ruft op veertien ronde fteenen kolommen. • In 't midden, hangen drie groote , en ter wederzyde boven de Ga- lery zes kleine koperen Kaarskroonen. De ver- gaderplaats des Kerkenraads in 't weden is , onlangs , merkelyk verbeterd, 't Vertrek is klein; doch groot genoeg tot de byeen- komften van den gewoonen en grooten Ker- kenraad. Naamiyit Zie hier de naamen der K e r k m é e s t e- derKERK- ren deezer Kerke, federt het jaar 1586. MEESTE-
*£N* 1586. Jan Sybrandsz de Jonge. :
1588. Jan Petay.
1590. Jacob Pietersz Coppit. 1592. Egbert Pietersz. Vinck. 1597' Wybrant Appelman. 1597. Pieter Cornelisz. Verwer.
1598. Jan Pietersz. Reaal.
1598. Pieter Rooding.
1599. Jacob Florisz. Kloeck.
1604. Claes Jacobsz. Haringcarspel.
1605. Dirck de Vlaming van Outshoorn.
1607. Albert Lucasz. 1609. Marten Adriaensz Boom.
2611. Claes Hendrik Lenartsz. 1612. Hendrik Cromhout. 1615. Wybrant Warwyk.
1616. Jasper Cornelisz. Lodder.
1619. Hendrik Barentsz. BontemanteL |
1624. Dirk Tholincx.
1624. Dirk Corver. 1626. Hendrik Lonts. 1628. Dr. Gillis Snoek. 1634. Claas Corver. 1637. Jan van de Poll. 1639. Pieter Gerritsz. Hooft.
1640. Ottho Cornelisz. van der Oever.
1643. Theunis Claesz. Bruyningh. 1646. Gerrit Hudde.
1647. Ysbrant van de Wouwen
1648. Dirck de Lange.
1651. Jan de Raed. 1651. Anthoni Caftelein.
1652. Adriaen Weveringh.
1652. Dirck Tulp. 1655. Johannes Reaal.
1658. Jan van Dyk. 1658. Johannes Pollio. 1660. Jacob van Neck. 1ÖÓ2. Samuel Sautyn. 1664. Pieter Schaep.
1665. Leonard Ranft.
1666. Mr. Jacob Jacobsz. Hinloopen.
1667. Daniel Hochepied.
1672. Abraham" Alewyn de Jonge.
1676. Cornelis Valckenier. 1679. Dr. Abraham van der Voort. 1679. Jan van Oofterwyk. 1660. Jan Trip. 1681. Gysbert Vaftrick. 1688. Nicolaas Ie Seuter. 1688. Adrianus Duyvensz. 1690. Plermannus Hartman. 1690. Jan Jacob de Famars. 1699. Mr. Nicolaas Sautyn. 1702. Abraham Leftevenon. 1702. 'M'. Daniel Hooft. 1705. M'. Hendrik Hooft Gerritsz. 1711. Fredrik Alewyn. 1711. Jan van der Wiffel. 1713. M'. Dirk Alewyn. 1715. Nicolaas Willem Oetgens van "W> veren. 1715. Jan Wolters Stevensz.
1716. Hendrik Reaal.
1719. M*. Jan van de Poll Jansz.
1721. Bonaventura Oetgens vanWavere11'
1728. Mr. Hugo de Wildt.
1729, Olivier Schaak.
1731. Mr. Nicolaas Hendrik vanHoo?11'
1732. Jan Sautyn de Jonge.
1745. Mr. Pieter Hartfinck. 1747. Mr. Jacob Boendermaker. 1753- Cornelis Hartfinck.
1754- Jean Delafarelle.
1757- Mr. Cornelis van der Hoop-
|
|||||||||||
(OT^Refol. Vioedfch. /.', B. 27 N>v. iss9. f.
|
||||||||||||
XïV«
|
||||||||||||
II. Boek.
|
|||||||||||||||||||
GEREFORMEERDE KERKEN.
|
|||||||||||||||||||
167
|
|||||||||||||||||||
1685- Cornelis Bors van Waveren.
1688. Pieter Pouille. 1689- Hendrik ter Smitten. 1697. Mr. Jan Baptifla Hochepied. 1Ö99. Cornelis Calkoen de Jonge. 1702. Abraham Alewyn Abrahamsz. 1704. Arent van der Waaijen. 1707. Hendrik Trip.
1708. Dirk Trip.
1713. Cornelis Trip.
1714. Jan Calkoen Nicolaasz.
1723. Jacob Boreel. 1729. Hendrik ter Smitten de Jonge.
1729. Mr. Abraham Alewyn de Jonge. 1737. M'. Cornelis Huift.
1738. Jan Corver Trip.
1739. Jan Leonard Deutz.
1739. Pieter Martens. 1744. Lodewyk de Bas de Jonge.
1746. Harman van de Poll.
1750. Ferdinand van Collen de Jonge.
1750. Hendrik Balthafar van Aalft.'
1752. Jan Bernd Bicker.
1755. Nicolaas Doekfcheer.
1757. Pieter Rentrop.
1761. Jan Carel van Notten.
|
|||||||||||||||||||
XIV.
|
|||||||||||||||||||
Nrauwz
Waalen Keek. |
|||||||||||||||||||
NIEUWE WAALEN.-KERK.
|i)g<jj" ~""\e verdrukking der Gereformeerden in
vJieuwe J—J' Frankryk, die, in 't jaar 1680, aan- ^aai,En vmg, deedt, alterftond, eenige perfoonen Bej^E. de wyk neemen naar Holland, daar zy, met Jjjid tot" °Pene armen, ontvangen werden. In den ^igten ßazorner des volgenden jaars, kwamen de r2elve. eerfte zes huisgezinnen te Amfterdam, die met het burgerregt befchonken werden, en vryheid kreegen, om, drie jaaren agtereen, allerlei handwerken te mogen doen, zonder dat zy de Gilden behoefden te winnen, of eenigen Excyns te betaalen (n). De Re- geering onderfteunde de vlugtelingen ook met geld, in het opregten van eenige Fa- briquen. Hun getal wies zo 'fterk aan , na 't herroepen van 't Ediét van Nan- tes, in't jaar 1685, dat de Kerk te klein werdt, om, nevens de Oude Walfche, ook de nieuwlings aangekomen Franfche Gere- formeerden te bevatten. De Vroedfchap be- floot, derhalve , het Schermfchool op de Prinfengraft, op den hoek van 'tMolenpad, welk men rekende veertienhonderd perfoo- ften te zullen können bevatten , tot eene ^ieuweWaale N-of F RANscHE Ker- Ke, bekwaam te maaken (0). En dit be- fluit werdt,in 't jaar 168Ó, ter uitvoeringe gebragt. De nieuwe Kerk werdt bediend, door twee Predikanten uit de vlugtelingen, ^n bleef gefcheiden van de oude Kerke, tot ln tjaar 1712; wanneer de twee Kerken ^erden famengevoegd, en, door dezelfde Predikanten , by beurten , bediend. Het gebouw der nieuwe Kerke is laag ; doch Voorzien van een hoog dak. Het heeft geen' Ivoren. Een der twee voornaamfte ingangen' is op Je Prinfengraft, alwaar ook 't Kerkmees- ters-Vertrek en des Kollers wooning is. In t eerftgemelde, hangt eene Wapenkaart der ^•erkmeefteren. Nog een voornaame, en ^n kleine ingang is 'er, op 't Molenpad. e zorg voor 't onderhoud van ieder der P^ee Waaien - Kerken ftaat aan vier Kerk* eesteren, die, door Burgemeefteren, . nTe.VangefteW- DeKerkmeeflerender «ft vVn 't s f"-1?^ zyn'te seIyk' Resenten
4>(ï „f C b' J.oris Hof. Wy hebben derzelver
^ï£- d?52ren,i ^ Voor» opgegeven. Zie hier de
g Naamlyft van die der Nieuwe Waaien
|
|||||||||||||||||||
De befliering der Walfche Gereformeer- Kerkbe-
de Gemeente alhier is toevertrouwd aan ftier der drie onderfcheiden' Kerkelyke Vergaderin- Walfche gen, de gewoonlyke Kerkenraad [Confifioi- meerden. re], beftaande uit alle de Predikanten, die tegenwoordig zes in getal zyn, en de die- nende Ouderlingen, zynde zeftien in getal; de dubbele Kerkenraad [double Confifioire], uit de gemelde Predikanten en Ouderlingen, en uit de dienende Diakenen, die zeventien in getal zyn, beftaande; en de drieledige Ker- kenraad [jriple Confifioire] , die, door de Predikanten, en de afgaande, aanblyvende en aankomende Ouderlingen en Diakenen, wordt uitgemaakt. De dienende Diakenen houden , daarenboven , eene Vergadering op zig zelven\_Confifiohe des Diacres], om te voorzien in de zaaken der behoeftige Le- demaaten , zo ver dezelven hunner zorge aanbevolen zyn. De wetten, waarnaar de Gemeentelyke zaaken thans beflierd wor- den , zyn, laatfhelyk , door den dubbelen Kerkenraad , in eene bekwaame orde ge- bragt, en op den zes en twintigften Janua- ry des jaars 1756, door alle de Leden van dien Kerkenraad, goedgekeurd. De gewoonlyke Kerkenraadkomt, eens ter Conßfioire
weeke, des Dingsdags-nademiddags, ten half of §e' vier uuren, by een, in een vertrek der Oude ^^. Waaien-Kerke. De Predikant,_ die, 's Zon- kenraaX dags te vooren, des Voordemiddags, in de oude Kerke, gepredikt heeft, is Prefident, en de Predikant, die, ten zelfden dage,des Na-
|
|||||||||||||||||||
1(*85. IfaacBrayne
J685. M'. Jacob Hooft. 1(%. Nicolaas Calkoen. vroedlch, Lr. R. l2 Deumi, ifisj. ƒ, 33.
|
|||||||||||||||||||
ió8 AMSTERDAMS III. Deel.
|
|||||||
die van de beurs der Schoolieren, en die der^TA^"
beurs van den Heer M o u c h e , als mede die Ke&k der Waldenzen van Piemont worden onder de Ouderlingen verdeeld. Men verkieft een' Fis- kaal , die de boeten, welken de Leden, by ver- fcheiden' gelegenheden,verbeuren, invordert; een Thefaurier, die de penningen ontvangt en uitgeeft, en een' Boekhouder [Controllern'], die'er rekening van houdt. Voorts, doende Regenten van 't Weeshuis hunne jaarlykfche Rekening aan den driedubbelen Kerkenraad: waarna, de afgaande Ouderlingen en Diake- nen bedankt worden. Zo alles, bekwaamlyk, in ééne zitting, kan worden afgedaan, fcheidc de Vergadering: anders, komen de Leden, ten volgenden dage, nog eens, byeen. De Beurs van den Heer M o u c h e , in zyn
leeven Raadsheer in 't Parlement van Parys, van welke wy zo even fpraken, is, al in de voorgaande eeuwe, opgeregt, en heeft zy- nen oorfprong gehad uit eene geringe fom- me, door den gemeiden Heere , gefchikc voor zulken, die 't Evangelie onder de in-, wooners van Noord-America, byzonderlyk inNieuw-Nederland, zouden willen prediken. Doch alzo zig, hiertoe, weinige of geene bekwaame voorwerpen opdeeden, is de hoofdfom deezer Beurze fterk aangewaffen, en, eindelyk, volgens eene Refolutie van haare Hoog-Mogendheden van den negen- den December des jaars 1716, gefchikt, tot onderfteuning van twee Studenten, die zig tot denPredikdienft willen bekwaam maaken. En de Hoofdfom deezer Beurze wordt, in ge- volge van een befluit der Walfche Sinode, door de Kerk van Amfterdam, bewaard. Men heeft nog eene ouder Beurs in de Walfche Ker- ken deezer Landen, de Beurs der Schoolieren genaamd, die nu ook, tot onderfteuning van twee Studenten, dient (p), en, voor de klein- fte helft, door de Kerk van Amfterdam, efl voor de grootfte helft, door de Kerk van Mid- delburg , bewaard wordt. Alle de Walfche Ge' meenten hebben, van de oudfte tyden af, to- heden toe, tot deeze Beurs gegeven. WY fpreeken niet van de Weduwen - Beurs, die door de Predikanten, Leden der Walfcbe Sinode , gehouden wordt, en tot onder' fteuning hunner Weduwen ftrekt (q). C0és,,y ■ De Vergadering der Diakenen wordt, êe" des K
woonlyk, eens ter weeke, des Dingsdag?' cr's°jt' ten drie uuren, gehouden. De oudfte inVjjp* dienft zit voor: doch een' Predikant,allee"' pyV of van eenen Ouderling verzeld, iet i# »eo- Vergadering der Diakenen hebbende v0°r te draagen; ruimt de Diaken-Prefes hem de eerfte plaats in. 's Dingsdags na ieder twee- (p) Regiem, du Synode des Eglif. Walonnes Cb, X'
/>• 39 & fitiv.
(q) Regiem, du Synode Cb. XXIV. f. <s°«
|
|||||||
Witsch, Nademiddags, in de nieuwe of kleine Ker-
Kerkjjn. ke, heeft gepredikt, Secretaris of Scriha der Vergaderinge. De Predikanten, die 's Woens- dags of Donderdags den dienft moeten waar- neemen, zyn niet verpligt, den Kerkenraad by te woonen. En wanneer de Kerkenraad, buitengewoonlyk, des Zondags, byeenkomt, zit de Predikant voor, die, 's Voordemid- dags, in de oude Kerke, gepredikt heeft, wordende de poft van Scriba dan waargeno- men , door den Predikant, die, ten zelfden tyde, in de kleine Kerke, heeft gepredikt. De Scriba houdt niet alleen aantekening van de voornaamfte befluiten des Kerkenraads, die , in de eerftvolgende Vergaderinge , herzien worden; maar ook van de naamen der Ledemaaten, die, met Atteflatien, her- waards komen, of van hier vertrekken. Double De dubbele Kerkenraad vergadert, gewoon- Confiftoke lyk, voor het eerfte, en na het tweede A- of dübbe- vondmaal, desDingsdags, op het zelfde uur, als Ie Ker- ^e gewoonlyke Kerkenraad: de eerfte reize, enraa ' om Ledemaaten aan te neemen; en de tweede, om de rekeningen der Diakenen te hooren. De Prefident en Scriba zyn dezelfde Predikan- ten, die den gewoonlyken Kerkenraad, in deeze hoedanigheid, zouden gediend heb- ben. Wanneer de dubbele Kerkenraad, bui- tengewoonlyk , byeenkomt, worden de Le- den , door den Prefident', met briefjes, fa- mengeroepen. Zo 'er eenige verandering ge- maakt wordt, of in 't beftier der Gemeente, of in het opzigt over de behoeftigen, moet zulks, door den dubbelen Kerkenraad,gefchie- den, die ook de Ouderlingen en Diakenen verkieft; de vier Doótoren, de twee Chirur- gyns, en de twee Apothekers der Gemeente, midsgaders de Binnen-Vader en Binnen- Moeder in 't Waaien-Weeshuis aanftelt. ■frlt)le De drieledige Kerkenraad vergadert, ge- Conßhoire woonlyk, eens 's jaars, op Zondag, ten vier
of "drie- uuren na den middag, na dat de aankomen- l>dife de Ouderlingen en Diakenen in den dienft wad."' beveiligd zyn. De Predikant, die de be- veiliging gedaan heeft, zit voor in deeze Vergadering. In dezelve, worden, eerft, de Kerkelyke Wetten voorgelezen. Vervol- gens, gaat men over, tot het verkiezen van twee Regenten en eene Regentes van 't Waaien - Weeshuis. Daarna, kiezen de Ou- derlingen en Diakenen hunne wyken, die veertien in getal zyn, zynde twee Ouder- lingen, te weeten de Regenten van 't Waa- ien-Weeshuis, en drie Diakenen, naamlyk, de twee andere Regenten van 't zelfde Wees- huis, en de Diaken-Paflantmeefter, vry van het opzigt over eene byzondere wyk. De Doop- en Lidmaats - boeken, en de boeken der Geloofsgenooten, die gevangen, of op de galeijen zyn ; die der Kerkelyke behoeften; |
|||||||
GEREFORMEERDE KERKEN.
|
|||||||||||||||
IL Boek.
|
|||||||||||||||
169
|
|||||||||||||||
{Sa*
|
|||||||||||||||
't Weeshuis ^moeten bywoonen. Gewoon- Walsc«
lyk, wordt 'er, des Zondags, in beide deKöwcf. Kerken, tweemaalen,_des Voor- en Namid- dags, en om de veertien dagen, by beurte, ook des avonds, gepredikt. Voorts, pre- dikt men, des Woensdags 's avonds, in de Oude Waaien - Kerke, en des Donderdags 's avonds, van den Donderdag tuflchen de twee Avondmaalen in April, tot den Don- derdag tuffchen de twee Avondmaalen in Oftober, in de Wefter-Kerke; en van den laatftgemelden tot den eerflgemelden Don- derdag , in de kleine of nieuwe Waaien Ker- ke. De Voormiddags - Predikatien begin- nen ten negen, de Namiddags - Predikatien, ten half twee, en de Avond - Predikatien, ten vyf uuren. Doch op de Avondmaalstyden, die op dezelfde dagen vallen, als in de Ne- derduitfche Gereformeerde Kerken, begint men de Voormiddags-Predikatien, een half uur vroeger, behalven in February, Oftober en December, wanneer, in de Walfche Ker- ken , ook op de Avondmaalstyden, de Voormiddags-Predikatien, ten negen , en de Namiddags - Predikatien ten twee uuren , aanvangen. De Voorbereidings-Predikatien gefchieden, des Saturdags - namiddags, ten vier uuren , in beide de Kerken. Op de Bededagen , wordt driemaal , in de oude ' Kerke, 's voormiddags ten negen., 's na- middags ten half twee , en 's avonds ten half vyf uuren gepredikt, en tweemaal inde kleine Kerke, 's voor- en nademiddags, op ' de gemelde uuren. Op tweeden Paafch-, tweeden Pinkiter-, tweeden Kerft-, en He- mclvaarts-dag , predikt men tweemaal, in beide de Kerken , voormiddag ten negen, en namiddag ten half twee uuren ; doch 's avonds niet. Als Kerftdag, op eenen Maandag of Donderdag valt, wordt 'er 's Woensdags; en als dezelve op een' Dings- dag of Vrydag komt, 's Donderdags, niet gepredikt. In zes weeken tyds,gaan de Pre- dikbeurten rond, tuffchen de zes Predikan- ten, en in de zevende week, is elk hun- ner , beurtelings , vry, behalve wanneer 't Avondmaal is. De Predikanten , van hunne Ouderlingen verzeld , doen, eens 's jaars, eene algemeene huisbezoeking , en tweemaal, op den laatften Zondag in Juny, en op den laatften Zondag in December, eene vermaaning van den Predikftoel tot milddaadigheid , ter gelegenheid der twee gewoone jaarlykfche Colleften, aan de hui- zen der Ledemaaten. Wy voegen hierby de Naamlyfl der Pre- Naamlyfl
dikanten, die, in de oude Kerke voor, en der Wai* in beide de Kerken ,^na derzelver famenvoe- pf^j. ging, tot hier toe, beroepen geweeft zyn. kantel Y t. Jean
|
|||||||||||||||
de Avondmaal, en dus om de twee maan-
den, doen de Diakenen rekening aan den dubbelen Kerkenraad, of kezen hunne Ba- lance , gelyk het genoemd wordt. En dee- ze Balance , door de Vergadering zynde goedgekeurd, wordt by den voorzittenden Predikant, den Scriba en de twee oudfte Ouderlingen ondertekend. De Predikanten der Walfche Gemeente
worden, byna op gelyke wyze, beroepen, als die der Nederduitfche Gereformeerde. De dubbele Kerkenraad vaardigt een' Pre- dikant, een' Ouderling en een' Diaken af, °ni handopening te verzoeken van Burge- meefteren. Men treedt, na dat 'er, twee °f drie Zondagen agter een, openlyk, voor gebeden is, tot de verkiezing , die, dooi- den driedubbelen Kerkenraad , gefchiedt, welke dan, uit de Predikanten, en dienen- de en jongft afgegaane Ouderlingen en Dia- kenen , beftaat. Men maakt, eerft, eene ■Nominatie van een ruim getal, by meerder- heid van ftemmen , waaruit , daarna , de verkiezing gefchiedt, met briefjes. De Pre- sident , van eenen Ouderling en eenen Dia- ken verzeld, geeft 'er, terftond, kennis van aan Burgemeefteren, en doet verflag van zyne boodfchap aan den Kerkenraad, die, ^idlerwyl, vergaderd blyft. De Prefident *üaakt den beroepen Predikant zyne verkie- *iug bekend, hem vraagende, of hy 't be- r°ep aanvaarden zal, indien het door Bur- Senieeftjren goedgekeurd wordt? En, zo jty bewilligt, en Burgemeefteren hunne goed- keuring verleenen, wordt hem 't beroep, andermaal, uit den naam der Vergaderinge, °Pgedraagen. 't Beroep wordt, vervolgens, °f door de Sinode, indien dezelve kort daar- na gehouden wordt, of door eene Claffisvan ten minften vyfof zes der naaftgelegene Ge- beenten, welke, met verlof vanBurgemees- *eren, befchreeven wordt, beveftigd. Het beroep wordt, daarna, drie Zondagen agter ^en) in beide de Kerken, van de Predik- ,°e'en, afgekondigd, en de beroepen Pre- ikant, op den derden Zondag, plegtiglyk, veltigd: waarna hy, des avonds, zyne in- «ede.predikt, in de oude Kerke. Voor de dSene^eveftigin.g'biedt de Predikant, die
T p ^uft verrigten moet, den nieuwen afrf? 1 gerenden Burgemeefteren,
aan derzelver huizen aan. Doc| na de beves! ging, wordt hy denCommiffarilTenpolitik,
n den regeerenden Burgemeefteren fin der-
eiver Kamer op t Stadhuis, aangebooden.
De Walfche Predikanten zyn verpligt,
te hZ agS s,.PorSeiw inzonderheid, niet
gen e! te prediken om dat de Ouderlin-
II STUK en dG Catechifaïien in
|
|||||||||||||||
? Pre-
|
|||||||||||||||
III. Deel«
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
170
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jean de la Greve, is 1603 overleden. 23. Henry Chatelain, beroepenvan''s Gravenba W^
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ge oV?2 9 Dec., bevefiigt den 11 Febr. 1728- KërK '
overleden den 9 ilfay I743- ''J-,', 24. Theodorus Francois Huet, beroepen van *?3 '
'i Gravenhage den 19 November , beveftigt den 11 Maart 1731., overleden den 27 Oc*
Jober '733. 0l; 25. Ifaac Samuel Chatelain , Amfielodamenfis , l73
beroepen van Rotterdam den 13 November, bevefiigt den 17 February 1732. 26. David Renaud Boaillier, beroepen van Lon- J73*'
i/e« de?z 12 January, beveftigt den 13 ^«723? wederom naLonden vertrokken in April 1749» overleden 1759. 27. Daniel Olivier, Beroepen van Lorden den 8 i73''
Maart, fcec. de?ï 24 jF«/;y, overleden den \ 8 December 1736. 28. Jaques Jean Desmazures, Amfielodamenfis, \f»'
'beroepen van Rotterdam den 15 January, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jean Hocbedé(gezegt de la Vigne), beroepen
van Antwerpen den 16 en beveftigt den 29 September, is 1622. overleden. 1 ean Taffin , beroepen van Haarlem, in Fe- 'hruary ,bev. den 3 May, is 1602.overleden. Simon Uoulart, beroepen van IVefel, den 16 September, bevefiigt den 14 Ocïober;fynDe- miffie bekomen 1615. Thomas Maurois, beroepen van Ceulen in
January, bevefiigt demi Augufius, over- leden in den jaar e 1646. Fabrice de la BalTecour, beroepen in Aug., bevefiigt den 9 May 1617. Emeritus gewor- den in 1649. overleden den 29 April 1650. Jean Doucher, beroepen van Vlijfmgen den 9OCÏ., bev. in Nov. 1621 , overleden (629. Lucas Trelcatius, beroepen uit de Nederduits fcbe Kerk vanElhurg, bevefiigt den $ May, en alhier in de Nederduitfche Kerk beroepen in i6~4. overleden in 1638. Godefroy Hotton, beroepen van Limburg den 25 Juny , bev. den 26 Nov., Emeritus ge. worden in 16$$. en overl. denzo Juny 1656. Henry Blancheiefte, beroepen van Maafirigt den 14 Qctober 1645. bevefiigt den 28 April 1647. overleden den i8 Augufius 1670. Nicolaas de la BalTecour, beroepen van P'lis- fingen den 8 Maart, bevefiigt den 26Juny, overleden den 17 May 1677. Nicolaas Colvius, beroepen van Dordrecht den 28 May, bev. den 20 Aug., Emeritus ge- worden in April 17 \ 1. overl. den 1 jNov. 1717. Louis de Wolzogue, beroepen van Utrecht den 26 OStoher, bevefiigt den 21 December, overl. den 13 November 1690. Pierre Pierot, beroepen van ter Goes den 1 Augufius , bevefiigt den 7 jVoü. troer/. den 1 jtofy 1688. Etienne Morin, Predikant tot Caen, beroepen
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bev den 1 April.
29. Pierre Jaques Courtonne, beroepen van Goes
den 25 Se^>£., fce<u. de%7 vtfpn'f 1743. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
30. Jaques George de Chaufepié , beroepen van
Delft den 17 September , bev. den 1 Dtf- cem&er. 31° Jean Henri Francois,gewezen AdjunB-Pre-
dikant te lp er en , lal Extraordinair Predi- kant alhier verkoren den 19 April t748.de» 9 Mey 1749 £oJ Ordinair Predikant, Èet'ef- tfgt den 27 jW;y. 32. Eftienne Lefpinaflè, Amfielodamenfis, her-
roepen van Deventer den 1.3 May, e» /?£* veftigt den 27 ^aty, overleden den 16 A- pril 176Ï. 33. Jean Scipion Vernede , Amfielodamenfis ,
beroepen van Maastricht den 19 May, fcefl.
de« ió Augufius. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4?'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
17
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
.tfu
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hr*ï
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De verkiezing der Ouderlingen en Dia-
kenen gefchiedt, jaarlyks, in January. Zy dienen twee jaaren. Van de Ouderlingen, die zeflien in getal zyn, gaan 'er, jaarlyks, agt af: en van de Diakenen, die een getal van zeventien uitmaaken, het eene jaar, ne- gen , en het andere jaar, agt. De dubbele Kerkenraad vergadert, op den eerften Dings• dag na het tweede Avondmaal in January > om het getal der afgaande Ouderlingen en Diakenen te vervullen: ten welken einde, men twee Lyften opdek, vervattende de naamen van zulken, die geoordeeld worden» in de eene of andere hoedanigheid, te kon' nen dienen. Des Zondags daarna, gefchiedc de verkiezing uit deeze benoeming. Ouderlingen, die een, en de Diakenen, die twee jaaren buiten dienft geweeft zyn, ko°' nen, op nieuws, verkooren worden: doch > zo de eerften verkiezen , nog een jaar te ruften, behoeven ze 'er , alleenlyk, by tyds, aan den Ouderling hunner Wyk ken- nis van te geeven. 's Maandags.na de verkiezing , worden de voor 't eerft Ver' kooren Ouderlingen en Diakenen in "e^ Kerkenraad ontvangen, en, vervolgens, w« ? |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den 8 Augufius, bevefiigt den 17 OBober,
Emeritus geworden den 25 Jufy 1699. o^erZ. den 5 AJay 1704. Pierre Yfarn , beroepen den 8 Augufius,
bevefiigt den 17 October, Emeritus gewor- den den 27 OStober 1712. overleden den 23 May 1714. Abraham Boddens, Amfielodamenfis , Pro-
ponent zynde , èïer beroepen den 8 Augufius, bevefiigt den 24 O&oöer, overleden den 12 jVoü. 1727. Nicolaas Colvius, Amfielodamenfis, beroepen
van Dordrecht den 23 Augufius, bevefiigt den 18 OBober, overleden den 26 Novem- ber 1730. Godefroi Clermont, beroepen van Leyden
den 23 Augufius , beveftigt den 25 Öfto- Zw. Anthoine d'Arbufiy, <j>a72 Utrecht, beroepen
den 22 January, bevefiigt den 19 Maart, Emeritus geworden den 31 January 1735., overleden den 30 November 1741. Jean Brutel de la Riviere, Ieroepen van Rot- terdam den 5 February, beveftigt den 6 ^?- priü, overleden den 14 Augufius 1742. Johannes Boddens, Amfielodamenfis, feeroe- pen van Rotterdam den 24 OBober, beves- tigt den 7 January 1725., overleden den i8 OBober 1731. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
16.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
rß'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
17-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II« Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GEREFORMEERDE KERKEN;
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
171
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
CKS1BZ<?lldagen sereen* aan de Gemeente voor- verloop van vier; en zo zy uit de Generali- WalsciIé
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gefield: waarna zy , op den derden Zon-
dag > plegtiglyk , beveiligd worden. Zo eenig Lid van den dubbelen Kerkenraad o- verlydt, wordt zynen Weduwe of erfgenaa- men de rouw beklaagd, uit naam der Ver- gaderinge, door een' Predikant, een' Ou- derling en een' Diaken, 't Zelfde gefchiedt, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
teits-Landen komen , na verloop van vyf, Kerken.
of, van afgelegener PJaatfen komende, na verloop van zes jaaren, te verwagten heb- ben. Zulken, die naar Frankryk' vertrek- ken willen, können geene Atteftatie beko- men, dan om byzondere redenen, waarvan de Kerkenraad moet oordeelen. Een Ou- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
m geval eene Regentes van 't Weeshuis, of derling vermag, iemant, voor eene enkele
deH uisvrouw van een' Predikant, of van reis, van 't Avondmaal te weeren, 't welk een' der dienende Ouderlingen of Diakenen gefchiedt, door 't inhouden -der Loodjes, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fterft.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zonder vertooning en overlevering van wel-
ken , niemant ten Avondmaal toegelaaten wordt. Doch zo 't, naderhand, noodig zyri mögt, gefchiedt zulks , door den Kerken- raad. Zo een Lidmaat het ongeluk ge- had heeft van banquerout te gaan, wordt hy van 't Avondmaal geweerd, tot dat hy zig, met zyne fchuldeifchers, verdraagen heeft, Die alles betaald hebben, zyn zelfs vcrkies- lyk tot Ouderlingen en Diakenen. De Wal- fche Gemeente heeft twee byzondere Kas- fen, eene der Predikanten en Ouderlingen en eene der Diakenen, die, elk op zig zel- ve , beflierd en verantwoord worden. Het geld en de papieren deezer KafTen worden bewaard, in twee yzeren kiften , elk met twee byzondere flooten geflooten, waarvan ieder paar fleutels , door twee byzondere Perfoonen, bewaard wordt. De Diakenen hebben hunne byzondere Reglementen , waarnaar zy zig, in 't bezorgen der behoef- tigen, gedraagen. Zy zyn, laatflelyk, op den dertigflen October des jaars 1744, ver- nieuwd. Elke Diaken houdt een boekje, waarin de naamen, ouderdom, beroep en verdere omflandigheden der behoeftigeri zyner Wyk, midsgaders, de woonplaatfen van de Krankbezoekers, Doctoren, Chirur- gyns, Apothekers en Aanfpreekers aangete- kend zyn: welk boekje hy, uit den dienlt |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
D
|
Ouderlingen
|
zyn , in 't algemeen ,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
verpligt
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
: waaken over de zeden der
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
u.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
*
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
<
|
van de openbaare erger-
*ei>en. niffcn, die dezelven geeven mogten, en die tQt hunne kennis komen, aan den Kerken- raad verfiag te doen. Twee Ouderlingen en drie Diakenen, ten minfle, zyn gehouden, de Predikatien , en een Ouderling en een Piaken, by beurten, ook de Catechifatien in 't Weeshuis by te woonen. Ook deelen de Ouderlingen en Diakenen, een van elke foorte in ieder wyk, om de twee maanden, de Loodjes uit , op welken, de Ledemaaten ten Avondmaal toegelaaten, en welken, door twee Ouderlingen , by de Avondmaalhou- ding, wederom ingetrokken worden. By t aanvaarden deezer Loodjes, zyn de Le- demaaten gewoon, eene gift voor de armen der Gemeente te doen, die door den Dia- ken ontvangen wordt. Vier weeken voor de onderhouding van 't Avondmaal, doet de Predikant, die, des Zondags 's morgens, *n de oude Kerke, gepredikt heeft, na 't eindigen van den dienft,eene korte les over de kleine Catechismus, welke, door twee Ouderlingen , by beurten , moet worden bygewoond. ^En op de vier daaraan volgende Maandagen, 's namiddags ten drie uuren, on- dervraagt een Predikant de Aankomelingen |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
die zig hebben aangediend, om Ledemaaten treedende , _ aan zynen opvolger ter hand
te worden, in't openbaar, in dezelfde Kerke, fielt. De Diakenen doen, twéemaal's jaars, ^aar -by ook twee Ouderlingen tègenwoar- eene algemeene huisbezoeking onder de be- *jJg moeten zyn. Doch het ondervraagen hoeftige Ledemaaten: waarna, tot vermeer- öer aankomelingen gefchiedt ook, dikwils, dering, vermindering, aan- of inhouding van aan t huis van eenen Predikant, in 't byzyn den verleenden onderfland, beflooten wordt, an den Ouderling der wyk, zo deeze zulks Niemant bekomt eenigen onderfländ varr iv left- En hier flaat men den aankome- de Diaconie, dan wanneer het hoofd des gen, fomtyds, toe, in 't Nederduitfch, te huisgezins Lidmaat der Walfche Gemeente |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
antwoorden, in geval zy Nederduitfche Leer-meeflers gehad hebben , of zig, niet be-
hT^A ln>t Franfch' können uitdruk- *,"'-/!y ' ^ordt, in't aanneemen, de Wehte toegevendheid gebruikt, om- rent zulken, die een zwak geheugen heb- klaa' met Ieezen können. Men ver- moei' noftans> aan zulken, die men ver- konnl'u eemgen onderfland zouden «n beoogen, dat zy dien niet, dan na
|
is. Voor Lidmaats - Kinderen worden al-
leen gehouden zulken, welker Ouders niet flegts Lidmaaten zyn, of geweefl zyn, maar die ook zelven, in de Walfche Gemeente, zyn gedoopt. Een der Diakenen is , by- zonderlyk , gefteld , tot het bezorgen dei* Pqflanten, of behoeftige reizigers. De Walfche Diaconie heeft tweederlei Inkom-
foort van inkomften. De eerfle beflaat uit £eTn ,£«
,. . Walfche
die, vanhaa-Dlaco.
re nie. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||
172
|
|||||||||||||||
scbS
|
|||||||||||||||
Walsche1^ eerfle opregting af, in de Oude Waaien-
Keuken. Kerke, en naderhand, in beide de Kerken, gefchied zyn,endie ook, tweemaal 'sjaars, aan de huizen der Ledemaaten, en om de twee maanden, by znlken, die ten Avondmaal wil- len komen, gefchieden; als mede uit de boffen in de Gods- en andere huizen, en uit het ar- mengeld , welk, by de Stad en by de Ooflin- difche Maatfchappye, ontvangen wordt: waar by, van tyd tot tyd, eenige erfeniffen geko- men zyn. De andere komt uit den onderfland, die haar, al voor het midden der voorgaan- de eeuwe, en vooral, na het overkomen der Franfche vlugtelingen, genoegzaam jaar- lyks, uit Stads Kaffe, vergund is. In't jaar 1631, hadt zy verlof verzogt, tot het doen eener openbaare Golleéle byde huizen. Doch dit verzoek vondt geen' ingang. Men ver- koor , de behoeftige Gemeente, met eene fomme gelds, te onderfleunen (r). Toen, in't jaar 1680, de Franfche vlugtelingen, in deeze Stad, eene fchuilplaats begonden te zoeken, vondt de Diaconie zig zo bezwaard, met de behoeftigen , dat zy, nog voor 't einde des jaars 1681 , met twintigduizend guldens, van Stads wege, onderfteund werdt (x). Zelfs werdt haar, federt, veroorlofd, tweemaal 's jaars, eene Collecte by de hui- zen te doen, ten behoeve der vlugtelingen, die, tot aan 't jaar 1688, geduurd heeft(t). Van dien tyd af, zyn de behoeftige vlugte- lingen , door de Walfche Diaconie, onder- houden , die egter, jaarlyks, door de Stad, met eene zeer aanzienlyke fomme , onder- fteund werdt, ook na dat de vervolging in de Palts, die, in 't jaar 1719, aanving, een groot getal van Franfche Gereformeerden herwaards gedreeven hadt. De vlugtelin- gen, die, in 't jaar 1690, onderfland trok- ken , waren zeventienhonderd en agt in getal (k). De Stad onderileunde de Dia- conie , met veertigduizend guldens 's jaars; daar, fomtyds, nog een buitengewoone on- derfland van dertigduizend guldens byge- voegd werdt (v). Om zulk een' aanzienlyken onderfland te vinden, werdt, in 't jaar 1707, beflooten, de belafling op de Vleefchban- ken te verhöögen, en de nieuwlings aanko- mende Koffyfchenkers ieder vyfhonderd guldens te laaten betaalen (w). De gewoon- lyke onderfland bleef, na dien tyd, jaaren agtereen , op veertigduizend guldens jaar- lyks bepaald. Doch de Diaconie kwam , desonaangezien , byna jaarlyks, te kort. O) Refol. Vroedfch. N. ifi. $ July 1631. ƒ.202 verft.
(s) Refol. Vroedfch. L*. O. 6 Decemh. IS8I. ƒ. loj.
(t) Refol. Vroedfch. Lr. P. is, 28 Jan. 1S83. ƒ. 41, 2j.
Li. R. 9 2iov. 168$. ƒ. 6. Li. S. 26 Maan 1688. ƒ. 76. (k) Refol. Vroedfch. V. T. 31 July 1S90. ƒ. 270.
(t/) Refol. Vroedfch. L'. Z. 27 Oäob. 1699. ƒ. 3S2. Lt,
AA. II Jan. 1702. ƒ. 2+3. Li. BB. 9 Jan. 1703. ƒ. 102. (te) Refol. Vroedfch, Lt. DD. u Maart 1707. ƒ. 19,
|
|||||||||||||||
Alle de agterflallen zyn, eindelyk, in't jaar ^EJ{.
1743 , verrekend , en het onderhoud der^ vlugtelingen, die nog, van tyd tot tyd, hoe- wel in kleinen getale, herwaards komen » benevens de onderfteuning van Stads wege, in 't volgende jaar, op eenen vallen voet gebragt. Men bevondt toen, dat de Walfche Diaconie aan vier derlei perfoonen onderfland verleende: i. aan Waaien, de oude en na- tuurlyke Leden der Kerke. 2. aan Franfche vlugtelingen, die, in en kort na 't jaar 1680, in merkelyken getale, herwaards geweeken waren, en nog nu en dan overkwamen. 3. aan arme Waldenzen: en 4. aan zulken, die, op laft of met kennis van Burgemeefleren, een jaargeld trokken van de Diaconie, en hierom gepenfioneerden genaamd werden. Burgemeefleren en Raaden verflonden, dat de eerfle foort van behoeftigen , door de Diaconie alleen, moefl worden onderhou- den: en dat daaronder behoorden te wor- den begreepen allen , die , of zelven , of welker ouders, hier ter Stede, vier jaaren agtereen, gewoond hadden, zonder onder- fland genooten te hebben, en zig, in dien tyd, by de Walfche Gemeente hadden ge- voegd. Doch de drie andere foorten van behoeftigen nam de Stad aan, door de Wal- fche Diaconie, te laaten voorzien van on- derhoud , op den volgenden voet: de Ge- penfioneerden , tot het volle jaargeld, waar- op zy gefield werden, en van de behoefti- ge Franfche vlugtelingen en arme Walden- zen, welke laatften byna uitgeflorven, of tot beteren flaat geraakt zyn ; de kinde- ren onder de agttien jaaren , tegens vyf- > tien guldens in 't jaar , 'en de bejaarden, tegen vyf en zeventig guldens in't jaar. Alle deeze perfoonen worden, door de Diakenen, op eene Lyft gebragt, die, jaarlyks, in de maand January, aan eenen der eerfle Stads Klerken ter Secretarye, moet overhandigd worden: en deeze doet 'er verflag van aan Burgemeefleren. De Franfche vlugtelingen, die, van tyd tot tyd, overkomen, worden ook, onderfcheidenlyk, op deeze Lyfl ge- bragt: en zulken, die, of flerven, öf^we- derom vertrekken, of in flaat geraaken om zig zelven te geneeren, worden van de Lyft afgefchreeven. Doch zo zulke afgefchree- venen, binnen vier jaaren , wederom be' hoeftig worden, mogen zy, op nieuws, op de Lyft worden gefield. liet beloop va" den jaarlykfchen onderfland wordt, alle drje maanden, ingaande met den eerflen April» door Diakenen, ter Thefaurie Ordinaris ont- vangen O). . tf& De Predikanten en Ouderlingen der Wal- v.^, |
|||||||||||||||
fche'
|
|||||||||||||||
(x) Refol. Vroedfch. /.«. MM. z% May 17*3. f- 2I«-
|
|||||||||||||||
il» Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||
GEREFORMEERDE KERKEN.
|
|||||||||||||||||||||||||
m
|
|||||||||||||||||||||||||
\v4L
Ven? jCfle Kerken in deeze Stad zyn Leden van
de Walfche Sinode der Vereenigde Neder- landen, die, tweemaal des jaars, in 't laatft van April, of in 't begin van May, en in 't laatft van Auguftus, in de meefte Neder- landfche Steden, waar Walfche Gemeenten ?yn ■> en om de vyftien jaaren, ook eens, *n deeze Stad gehouden wordt. De Sinode vergadert dan in de groote zaal van't Oude- Mannen- en Vrouwen-Huis. Wanneer zy buiten deeze Stad gehouden wordt, wordt een der Predikanten, by beurten, en een der Ou.hrlingen, ter benoeminge van den Kerkenraad, derwaards afgevaardigd. Voor hun vertrek, vervoegen zy zig by de Com- ttufTarifTen politik, aan ieder van welken zy, "7 hunne terugkomft,ook een affchrift van 1 gene op de Sinode gehandeld is ter hand ftellen. In geval de Sinode, hier ter Stede, ftaat gehouden te worden, wordt daartoe , vooraf, verlof verzogt van Burgemeefteren, en te gelyk eene plaats, daar de Vergade- ring bekwaamlyk kan worden gehouden. De ■Afgevaardigden der Walfche Gemeente al- hier moeten , vervolgens, zorg draagen, dat deeze plaats, tot het houden der Sino- de , gereed gemaakt worde. De Gemeente Van deeze Stad is eene van de zes Gemeen- ten,onder een' van welkerPredikanten, de Ar- chiven der Sinode, by beurten, bewaard wor- den. Zy draagt ver het meeft, te weeten twin- tig ten honderd, in de koften van de Sinode. Wy hebben, hier voor (y), te kennen gege- Ven, dat de dubbele Kerkenraad der Walfche Gemeente, de Doftoren, Chirurgyns en Apo- |
|||||||||||||||||||||||||
Doch de eigenlyke Atteftatien wegens de Engel-
inzegening der Egtgenooten worden, door «che den Kerkenraad, uitgegeven. De Foorlee- Presby" zers en Krankbezoekers krygen ook eene In S£AUr" ftruftie van den Kerkenraad. Van de Krank- Keek. bezoekers bezoekt een de oude, en een de nieuwe zyde der Stad. XV.
ENGELSCHE PRESBYTE-
RIAANS CHE KERK. |
|||||||||||||||||||||||||
De Engelfche Gereformeerden hebben
twee Kerken hier ter Stede. De eer- fte is die der Presbyteriaanen, zo genaamd, om dat zy geene Biffchoppelyke Regeering erkennen ; maar zig , even als de Nederduitfche en Walfche Gereformeer- den , houden aan de ordening der Presbyteri of Ouderlingen, die van gelyken rang zyn, in de Kerke. De andere is die der Episco- p aaien of BifTchoppelyken. De Engelfche Presbyteriaanfche Kerk ftaat op het Begyn- hof, en is, ongetwyfeld, een van de oudfte Godsdienftige Geftigten deezer Stad, alzo het Begyn-hof, waartoe zy plagt te behoo- ren, gelyk wy, in de Befchryving van het zelve, toonen zullen, reeds voor het midden der veertiende eeuwe, in wezen geweeft is. In 't begin der zeventiende eeuwe, was het getal der Engelfche Presbyteriaanen , hier ter Stede, in zo verre toegenomen, dat hun de Begynen - Kerk werdt afgeftaan , alwaar John Pagett, in 't jaar 1607, tot eerften vas- ten Predikant, beroepen werdt. Hy deedt 'er de eerfte Predikatie, op den vyfden Fe- bruary, na dat de Kerk, 's daags te vooren, in de tegenwoordigheid van den Schout, Wil- lem van der Dö^j,envandenNederduitfchen Predikant, Petrus Plancius, plegtiglyk, in- gewyd was. De Kerk werdt, toen, na de herftelling van Koning Karel den II., op den troon van Groot - Britanje, in 't jaar 1660 , veele Engelfchen herwaards kwamen, in 't jaar 1665, op Stads koften, en onder 't op- zigt van Kerk.meefr.eren der Nieuwe Kerke, vertimmerd, en, zo my berigt wordt, met al wat ten zuiden van de pilaaren ftaat, by- zonderlyk met eene nieuwe Kerkenraads- en Diakens-Kamer , vergroot. De noord- zyde der Kerke is, in 't jaar 1727, vernieuwd. En de Gemeente heeft, geduurende deeze vernieuwing, haare Vergaderingen gehou- den , in de Gehoorplaats der Doorlugtige Schoole. Tegenwoordig, is de Kerk een klein, doch tamelykwelgefchikt gebouw, met een' tooren in 't wellen, waarop een hooge fpits ftaat. Men wil, dat de koperen Leezenaar van den Voorleezer, waarin de Letters W. Y 3 M. |
|||||||||||||||||||||||||
Befchry-
ving der Engel- SCHE
Presby-
TERIAAN-
SCHE Kerke.
|
|||||||||||||||||||||||||
Oudheid.
|
|||||||||||||||||||||||||
So*
|
thekers der Gemeente aanftelt. Doch Burge-
|
||||||||||||||||||||||||
meefteren ftellen, daarenboven, een' Stads
Doétor en Chirurgyn ten behoeve der vlug- telingen. De aanftelling van twee Kofters , twee Voorleezers, en twee Krankbezoekers gefchiedt ook doorBurgemeefteren. De Kos- ters moeten zig fchikken naar de Inftru&ie, v°or de Kofters in 't gemeen, door Burge- jneefteren vaftgefteld, midsgaders, naar eene ^zondere, by den Kerkenraad beraamd. De Kofter der oude Waaien-Kerke geeft verklaa- f ingen van de drie Zondagfche afkondigingen er "uwelyksgeboden, die aldaar, voor den aanvang der Voormiddags-Predikatien, door den v oorleezer, gefchieden. De Huwelyken van zulken, die 't begeeren,worden,in de- zelfde oude Waaien-Kerke, des Zondags na middags en des Woensdags 's avonds, en des zomers, in de Wefer-Kerke, des Donder- gags s avonds,door eenen Walfchen Predi- kant ingezegend. En de Kofter houdt 'er aantekening van, om 'er, wanneer't ver- ent wordt, verklaaring van te geeven. |
|||||||||||||||||||||||||
Vergroo-
|
|||||||||||||||||||||||||
O) Blad
|
|||||||||||||||||||||||||
*. 168,
|
|||||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||
174
|
|||||||||||||||
te, zou gebruikt worden; maar dienen ten f&
behoeve der Diaconie (ß), die 't, in het jaar pBJ5sB^ 1714, verkogt heeft. Kort na 't overgaan tEbia^ der Gemeente uit de Barndefteeg, werdt be- scb^ flooten, eenen tweeden Predikant , in de KE Engelfche Presbyteriaanfche Kerke, te be- roepen (c). .g. De Kerkenraad der Engelfche Presbyte- j^
riaanfche Gemeente beftaat, thans, uit twee Predikanten, vier Ouderlingen en vier Diake- nen. De Predikanten behooren tot de Ne- derduitfche Claffis van Amfterdam. Zy, en de Ouderlingen en Diakenen worden, ge- noegzaam op gelyke wyze, verkooren, als die der Walfche Gereformeerden. Voorts, zyn 'er, in deeze Gemeente, ook twee Dia- coneffen. De Kerkmeefters der nieuwe Ker- ke , onder welker Parochie, het Begyn-hof, van ouds, behoorde, blyven nog Kerkmees- ters der Engelfche Kerke , van welke wy fpreeken. En de Gravenmaaker der Nieu- we Kerke is ook Gravenmaaker van. deeze. De Engelfche Gemeente plagt eenen Krank' bezoeker te hebben, die door de Stad be-' taald, en door Burgemeefteren aangefteld werdt: doch het afneemen der Gemeente, in getal van Leden, is oorzaak geweeft, dat deeze poft, federt veele jaaren, onbegeven gebleeven is. Alle Zondagen wordt, in de Engelfche Kerke,, tweemaal, gepredikt, voor- en nademiddag. In de weeke ^ is 'er, federt veele jaaren , geene Predikatie ge- weeft , behalve zesmaal 's jaars, des Satur- dags , ten vier uuren , tot voorbereiding voor 't Avondmaal, welk ? op de laatfte Zon- dagen in February, April, Juny , Augus- tus , Oftoberen December, gehouden wordt. De wedde der twee Predikanten is, federt het jaar 1710, ongelyk. De oudfte heeft de- zelfde wedde, als de Nederduitfche Predi- kanten. Doch de jongde wordt, op dui- zend guldens, beroepen. Deeze wedde wordt* nogtans, op vyftien honderd guldens ver- hoogd, na dat hy twee of drie jaaren ge- diend heeft, en op zeventien honderd gul- dens , wanneer hy tweemaal zo lang heeft gediend. m«$
Zie hier de naamen der Predikanten, die* ^pr^
tot hiertoe, in de Engelfche Presbyteriaan- 0$ fche Kerke, beroepen geweeft zyn: |
|||||||||||||||
Engel- M. R. R., dooreen gevlogten, betekenende
scHB Willem en*Maria, Koning en Koningin, en 't teriaIb jaarta' l^9 te Zien zyn, midsgaders, de ko- scHE peren armblaakers, door deeze Vorftelyke ' Kerk. Perfoonaadjen, aan de Kerke zyn vereerd. De zilveren Avondmaalsbekers zyn een ge- fchenk van Izaak Sinke'fon, die, in 't jaar 1717, Ouderling was. In 't jaar 1743, voer- de men, in deeze Gemeente, eene nieuwe beryming van Pfalmen en Kerkgezangen in: en in 't jaar 1753, hebben de voornaamfte Leden, op hunne koften, een nieuw Orgel, in de Kerke, geplaatft, en de Pfalmboeken, met nieuwlings famengefteld Muzyk van J. Z. Triemer voorzien, doen herdrukken, en ten voordeele der armen verkoopen. Het Orgel, welk vierduizend tweehonderd vyf en negentig guldens gekoft heeft, werdt, op den agttienden December des gemeldenjaars, ingewyd , door eene Predikatie over den honderd en vyftigften Pfalm, die, door den oudften Predikant, David Longueville, ultge- fproken werdt. Behalve voor en na de ge- woonlyke Predikatien, wordt 'er ook, des . Vrydags, des Zomers, van Maart tot No- vember, van vier tot vyf, en des Winters, van November tot Maart, van drie tot vier uuren des avonds, op dit Orgel, gefpeeld. Verfcheiden' byzondere Leden hebben, fe- ' dert, ook andere gefchenken gedaan tot nuttig gebruik der Kerke. Men plagt, hier ter Stede, nog eene andere Engelfche Ge- meente te hebben , Brovmifien of Bruinis- ten genaamd, die, reeds voor 't einde der zeftiende eeuwe, uit Engeland, waar zy zig, met de Leere en Regeering der Kerke, ten tyde van Koninginne Elizabeth, niet ver- draagen konden, herwaards gekomen waren (z); doch altoos maar een klein getal hebben uitgemaakt. Zy hielden, in 't eerft, hunne Vergaderingen op denGroenenburgwal, toen een afgelegen oord van de Stad. Naderhand, vergaderden zy in de Barndefteeg, daar hun- ne Vergaderplaats , in eenen feilen brand des jaars 1662, verteerd werdt (a). Doch in 't jaar 1668, bouwden zy eene andere, in dezelfde Steeg, aan de noordzyde, daar een gang is, die nog de Bruinißen-gang heet. De Gemeente nam,federt, zo fterk af,dat zy, in 't jaar 1708, uit een' Ouderling, een' Dia- |
|||||||||||||||
ken, en drie Broeders beftondt, die toen
tot de Presbyteriaanfche Kerk overgingen, en het Kerkhuis, in de Barndefteeg, aan de Nederduitfche Gereformeerde Diaconie 0- vergaven, onder beding, dat het nooit tot eenige Godsdienftige Vergadering, buiten de Nederduitfche Gereformeerde Gemeen- (ï.) Zie II. Deel, XI. Boek, bl. 416. PlïeftiUU. & eill-
Jit. Vnor. Epift. p, 65.gj. (a) CoMMELlN, bl. W3, |
|||||||||||||||
té°1'
1. John Pägett, eerße Predikant, beveftigt den
ao April. Ml>
2. Thomas Pots, beroepen van Flißingen den
12 Maart, overleden 1Ö35. (.<$•
3. John Rulitius, beroepen van Heydelberg, &e' J
lies-
{b) Commiffieboek der Diaconie Li. C. f. ü- NotuI*
boek, ƒ. is. ai*
(c) Refbl. van tien Oud-Raad van Burgen». 30 ?*'7
170?./. iï.
|
|||||||||||||||
II. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GEREFORMEERDE KERKEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
*75
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gezet, welken hy, by ukerften wil, aan de Engel-
armen der Engelfche Gereformeerde Kerke sc"£ van Amflerdam, hadt nagelaaten ; die de- Erisco' zelven , op den zeigenden May, des jaars eJuS 1763, in 't openbaar, verkogt heeft. XVL
ENGELSCHE EPISCOPAALE KERK.
Wanneerde Engelsche Episco- Befchry-
paaleGemeente begonnen heb- y.ing der be, hier ter Stede, Godsdienftige Vergade- ^n^' ringen te houden, is my, tot hiertoe , niet Episco- klaarlyk gebleeken. By het Verdrag met male Koninginne Elizabeth van den jaare 1585, Kerke* was \vel beftemd, dat de Engelfche bezet- ting, in de Steden van verzekerdheid, Brie- Ie en Vliffingen, Kerken hebben zou, daar zy den Godsdienft, op de Engelfche wyze, dat is , volgens de Episcopaale ordening, vryelyk, zou mogen oefenen (e). Doch 't blykt niet, dat de Engelfchen deeze vry- heid, zo vroeg, ook elders , en vooral in Amfterdam, gezogt en genooten hebben. Maar te Rotterdam, daar zig, lang voor 't midden der volgende eeuwe, eene Maatfchap- py van Engelfche Koopluiden, Avanturiers genaamd, hadt nedergezet, was hun, in den jaare 1635, eene Kerk, tot oefening van hunnen Godsdienfl, volgens de discipline ende ordre van de Kcrcke van Engelandt, afgeftaan (ƒ"). Na de dood vanKarelden L, en onder de regeering van Kromwei, weeken verfchei- den' voornaame Engelfchen herwaards; doch 't blykt niet, dat zy, te Amfterdam, Gods- dienflige Vergaderingen gehouden hebben. Toen Karel de IL, in 't jaar 1660, op den troon van Groot - Britanje, herfteld werdt, kwamen ook verfcheiden' Engelfchen, die zig niet hadden können voegen tot de ge- meenfehap, welke de Koning, in de Engel- fche Kerke, hadt ingevoerd,in deeze Stad. Twee hunner Predikanten verzogten, in de Lente des jaars 1663, vryheid van Gods- dienftoefening aan Burgemeefteren (g). Zj verklaarden, dat zy, in de Leere, niet van de Gereformeerden verfchilden; fchoonzy, in de Kerkenordening, niet allenthalve, met dezelven, eens waren, 't Verzoek werdtin de Vroedfchap gebragt. Men vondt geraa- den, de gedagten der Presbyteriaanfche Pre- dikanten, deswege, in te neemen. En op deezer getuigenis, dat de aangekomen En> gelfchen ge ene aanfiotelyke Leerpunten had- den, (e) Zie BOR XX. Boe(, bl. 6t [«*>]• Vaderl. Hift. VIII.
Deel, bl. 94- _, . (f) Extract uit het Concordaet tuflenen de Vioedfchap der
Stad Rotterdam en de Sociëteit der Merchants Adventurers , in dato j Febr. 16 5 5. MS. (s) Refol. Vioedfch. I'. C. loMaart 16S3, f. z^verfi,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gefügt den 27 January , en overgegaan in
de Hoogduytfe Kerk in December 1Ó39., overleden 1666. Julius Hering, beroepen van Shrewsbury in
Engeland den ó Dec., overleden 1645. Thomas Pagett, beroepen van Blakeley by
Minchefter in Engeland, den 27 Nov., en overgegaan na Sorewsbury in Engeland den 29 Auguftus 1646. Richard May den, beroepen van Utrecht den
31 Óaober', en beveftigt den 17 Maart 1647. en Emeritus in Maart 1669., overleden den 4 Oclober ióyo. Willem Price, beroepen van Londen den 9
Auguftus, overleden in July \666. Richard Wood ward , beroepen van Weftmaas
den 2 September, en beveftigt den 31 Oft. overleden den 23 Auguftus 1669. Alesander Hodge, beroepen van Delft den
6 Feb., overleden den 1 Dec. 1689. Adrianus van Ooflrum, beroepen van Lon-
den den 15 Oclober, uyt de Neder duytfe Kerk, en.beveftigt den 2S February. 1691. en 1692. alhier van de Engelfche inde Ne- derduytfe Kerk beroepen, overleden den 10 January 1716. Hii£o Fits, Amftelodamenfis, beroepen van
Pliffingen den 6 Dec. en bev. de 21 Fdn: 1700. Emeritus geworden den 31 Oclober 174:., overleden den i\ February 1742. Daniel Rainey , beroepen van Londen den
14 Dec. beveftigt den 22 Maart ijix.,en den 1 Auguftus 1739- af f tand, van zynen dien/'t gedaan. David Longueville, beroepen van Exon den
1 February, en beveftigt den 17 July-. David Thomfon , beroepen van Alt den 4
November, en beveftigt den 16 December. en overgegaan na Gargunnocb in Schot- land den 1 April 1758. James BKnsrrall, 5. S. Theol. Do£l. beroepen
van Islingtoun by Londen den 30 May, en beveftigt den <x<$ J'dy. en A°. 1,^64 over- gegaan na Dunde® in Schotland. William GrieiTon, beroepen van Dordrecht,
beveftigt den 3 Maart. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
<9.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'46.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II.
H.
16. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
.Ds Gemeente bezit, tegenwoordig, een
Wees- en Armenhuis op de Looijersgraft, Waajvan wy, hierna , breeder berigt gee- en zullen, en twee huizen nevens het zel- Ve; Tot in 't jaar 1763, behoorden haar ?jovyf huizen op het Schaapen-plein, tus- in £f Reguliers- en Doele-bruggen, die, 0 omtrent het jaar 1624, gebouwd wa- ren op den grond van het oude Glashuis, en XV ^ l6lS' verbrand was 00»
van de Wooningen , daartoe behooren- rf' ga j J^ansz. Engelsman, Brander hier
r,tele' eJ? Lid der Engelfche Kerke, in jelker Reglers, hy, orfder den naam van John forden of Jourdan, bekend is, hadt kSSn ®iA VO,ot a§tduizend guldens, ge- ë van de Stad, en 'er deeze huizen op |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(«0 2
|
'U tóen voor, III. D»l, t. £oe^ t/§ fu
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i76 AMSTERDAMS III. Deel,
Engel- den, en vroom van leeven waren, werdt hoorzaal der Doorlugtige Schoole, byeen te Ë^*
scHE hun vrye Godsdieniloefening, in een byzon- komen (k) ; gelyk zy, op den vierentwin- gplSco' Ensco- <jer huis, toegeftaan (£). 't Zou* in den tigften February, voor't eerft, gedaan heb- tKh\s Kerk! eerften opflag, fchynen, dat deeze Engel- ben, en, nog tegenwoordig, doen, terwylzy P^' fchen Episcopaalen geweeft waren, om dat naar bekwaame gelegenheid , tot het aan- zy verklaarden, in de Kerkenordening, van leggen eener Vergaderplaatfe, uitzien. De de Gereformeerde Kerke te verfchillen. Engelfche Episcopaale Gemeente is hier, Doch als men in aanmerkinge neemt, dat altoos, klein van getal geweeft. Zy wordt de Presbyteriaanfche Gemeente alhier gun- bediend door eenen Predikant, die, door de ftig getuigenis gaf van hunne Leere , is Kroon van Groot-Britanje, betaald wordt, 'er reden om te vermoeden, dat zy eer- en, even als alle de Leeraars der Engelfche der behoord hebben , tot de kleine Ge- Episcopaalen buiten 't Ryk, zyne zending meente der Browniften of Bruiniflen, die en ordening heeft van den Biffchop van hier, op 't einde der vyftiende eeuwe,aan- Londen, onder wien hy, in 't Geeftelyke, gekomen, en federt merkelyk verminderd, ftaat. Hy predikt, tegenwoordig, eens of geheellyk verdweenen was. Immers, wy ter weeke, na 't volbrengen van den ge- hebben , hiervoor (/), verhaald, dat deeze woonlyken Engelfchen Kerkdienft , des Bruiniften, in 't jaar 1668, een huis in de Zondags 's morgens, ten tien uuren. De Barndefteeg gebouwd hebben, tot het houden Vergadering wordt, voor een gedeelte , van Godsdienftige Vergaderingen. Omtrent door Engelfch Scheepsvolk , uitgemaakt, het einde der Regeeringe van Karel den IL, Men rekent, dat 'er 't Avondmaal, welk, en onderde Regeeringe van Jakob den II., op Paafchen, Pinkfteren en Kerfttyd, en, begaven zig wederom veele aanzienlyke En- nog twee- of driemaal tuflchentyds, gehou- gelfchen naar Holland, en naar deeze Stad. den wordt, door tuffchen de twintig en veer- Doch my is niet gebleeken, dat zy toen ee- tig Perfoonen tevens, wordt ontvangen, 't nige andere Engelfche Godsdienftige Verga- Vertrek, welk deeze Gemeente, nog on- dering hebben bygewoond, dan de Presby- langs , plagt te gebruiken, was van eene teriaanfche. Ik vind niet, dat de Episco- Galery, en van een Altaar, naar de En- paalen hier eene Gemeente uitgemaakt, en gelfche wyze, voorzien. In de plaats van openbaare Vergaderingen gehouden hebben, het Altaarftuk , welk 'er , toen het, tot voor den jaare 1700. Omtrent dien tyd, eene Roomfche Kerk , verftrekte , ge- of weinige jaaren laater, huurden zy een bo- ftaan hadt, las men de tien Geboden en de ven-vertrek van een huis , op den Oude- Geluofsbelydenis der Apoflelen, in gulden let- zyds-Agterburgwal, op den zuiderhoek van ters, en in de Engelfche taaie. De zorg de Huidenvetters - floot, welk vertrek, te voor de Gemeentelyke zaaken ftaat aan den vooren, door de Auguftynen , die nader- Predikant en aan de voornaamfte Leden der hand in de Spinhuisfteeg vergaderden, tot Gemeente, als Kerkmeefters. Men onder- eene Roomfche Kerk, gebruikt geweeft was. regt my, dat Burgemeefteren, op den twaalf- Zy hebben 'er, tot in 't begin deezes jaars den December des jaars 1707, aan deeze 1765, hunne Godsdienftige Byeenkomften Gemeente, even als aan anderen, het voor- gehouden; doch, op den agttienden Janua- regt verleend hebben, om Huwelyken,die ry, verlof van Burgemeefteren gekreegen, behoorlyk aangetekend , en waarvan drie om, voor eenigen tyd, in de kleine Ge- geboden gegaan zyn, in haare Kerke, te • ■ doen inzegenen. (h) Refol. Vroedfch. £', D. g Juny i««3, ƒ. *,
(0 BUAz.. 174. (4) Gwot-Memoi. N. XII. f. jo«
|
|||||
B*-
|
|||||
11 Boek. GEREFORMEERDE KERKEN. *fj
I; BYLAAGEN ïr
9p het lil. Deel, II. Boek.
L. A, Stigting der Böelinger-K apelle /* de Nieuwe Kerke, doorVechter Dirgx$
Priefter, in 't jaar 1510. \T 7y Jan Lambert zoen en Claes ghaefffcé- rien, ende niet meer, fonder expres confent i
VV pene in aemftelredame oirconden en en believingen , van de voirf. heer Vechter en* bennen dat voer ons quame Ruyfch Jans zoen de fyn nakomelingen, daer op hy of fyn nako- Jahdircx zoen, Frans Claes zoen, Claes Bouyck, melingen een ofce meer Vicaryen fal mogen kerkmeefters van onfeLieve vrouwe kerke bin- fliehten, ende mhTen mogen fuildeeren, doen- nendeefe fteede, ende geliede , in dien name de bidden voer fyn Siele, fynder ouderen en % confente van den Rade defer ftede , alzoe vrunden fielen, ende voer alle die geene daer heer vechter Dircx priefter feekere merkelyke hy voer begeerende is, tot euwigen dagen, als fommen van penningen in aelmiffegegeeven heeft, hem en fyne nakomelingen belieuen fal. der voirf- kerken, omme dairmeede, als nu ge- Ende tor dien binnen de voirf. cappelkn heb- keurt is, te timmeren en fundeeren, ter eeren ben vier graven, over hem ende fyn nakomelin- Goits ende fyn lieve moeder de gloriofer maget gen tot euwigen dagen, die hy iri meeninge is Marien, een Cappelle aent' oifteynde van der te bedekken, met twee farcken,behoudelykder v°irf. kerken, aldernaift de Drappenierders kerke hoérder recht, op den voirf. graven, en Appelle die fy in den name als boven van nu dat den voirf. heer vechter, of fyn nakomelin- voirtaen tot ewigen dagen tot coften van voirf. gen niet fal of füllen mogen toefchutten, maer: Werken füllen houden, dack dicht in rake ende open laten, omme een yegelyck, daer inne te dake , dat daeromme die voirf. heere vechter, fitten en knielen, omme fyn devotie te doen, achtervolgende feekere overcomfte mit hem foo veele als recht en reeden eyfehen fal alle dair af van te voren gemaekt, gehouden en ge- arch en lift uytgefondert. in oirconde defen brief acht fal werden, als een euwig fundatoer der befegelt mit onzen Zegelen, gegeven uptenvier- v°irf. cappelle, ende dat men in derfelver cap- den dach vanjanuario.int'jaer ons heerenduy- Pelle een altaar fal fliehten, als nu al gedaenis, fent vyfhondert, en thien. lef eeren Goits, ende fynder liever moeder Ma- |
||||||||||||
Opdragt der KapelU van het Heilige Gräfin de Nieuwe Kerke aan Geruit Cornê-
liszoon e» Maria ClaasDogter, Egteluidm , hy eenen Schepenen - brief vaii |
||||||||||||
den zevenden OB ober des ja ars X5
|
>ai
|
|||||||||||
H
|
||||||||||||
YT 7y Lambert frederycx zoen ende Jacob mogen doen maecken ende vermaecken't gundt l^ g.
Vy Henricx zoen Schepenen in Aemftelre hen gelieuen zall ende d'felue Capelle gebruye-
dattime, oirconden ende kennen dat voor ons ken fonder dat yemandt daerihne plaetze , in- karnen Jan Ysbrantsz. hoolefloot, Egbert Gar ghanck ofte vuytganck zal mogen hebben danby ,rantsz. Jan Willemsz. ende Jan Ryfer Jansz. hoerluder wille, ende daerinne te moegen een yrckmeefters ende regenten van onfer lieuer altaer oft meer ftellen, daer op mifièn funderen, eJ?ÜWen parochy kereke binnen defer Stede dooden in derzelue Capelle begrauen zoo veele de gelieden in der vooifchv. qualitéby weete daer leggen zullen mogen ende zy luden daer rec°nfent van den Raide defer Stede dat Ghe- plaetfe gunnen willen "behouden der voorfehr. ^ ~0rnelisz ende marie Claes dochter zyn Kereke hoer recht vanden grauen te weeten van feeck^e "uysvrouwe der voorfehr. kereke een een hooffdoot drie Wilhelmus fchilden , van een tjm ere. fomtne van penningen omme in hoere kindt, dat men an een flock draecht, twee wil* de be^ra'i^e §eemPloyeert te werden gegeuen en- helmus fchilden, ende een jonger kindt d'welck Senten k nebben, daer voere de voersz. Re- onder den arm te kereke gebrocht wert een wil- ielue Ch Weete ende confente als voorenden helmus fchildt, ende den graeffmaker zyn ar- erri > V • T' Corne'iS7- ^ynder huysvrouwen beytsloon foo dat behoort, fonder eenige ande> jjn e ' oerer beyder erffgenamen ende nacome- re coften van den grauen te lyden, des fal de oufr" Van ifren bloede geconfenteert ende voorfeh. Kereke den voorfehr. Capelle houden defrfh^'Uen 3ben> ende gheuen ouer by dack dicht ende t licht van den zeluer Capell« Wvcli, "e* een eeuwich recht omme te ge- zoo wel datter nu es, als dat men namaels be- dat'be^r1 deCaJ?el,e die men nu ter tytnoempt quamelicken zouden mogen gecrygen tot gheen voorfci -!>"r , §.e"aen ari dezuyt zydevander tyden mogen betimmeren ende zullen de voorn, dat zv , .Kercke indernaevolgende maniere als Gheryt ende marie ende hoere nacomers den tra- II.' STr'^n m V00rfcar. Capelle zullen lie off 't geficht ter Kerckeo inne, nutter doere
ljK- Z van |
||||||||||||
III. Deel.
|
||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||
178
|
||||||||||||||||||
zeuenden dach in Öflobri in 't jaar ons hseren B?laA"
duyfent vyß'hondert acht ende dertich. Onder ges ftont getekent Franc van Delff, ende was be-L- fegelt met twee uythangende fegelen van groe- ne waffe. Uit een affchrift, den dertienden Septem-
ber 1615 , gecollationnesrd en geaU- tben ifeerd, door A. van der. Lyn, N&' taris te Alkmaar, beruftende in 't Comp" toir van Kerkmeefteren der nieuwe Kerke. |
||||||||||||||||||
van de voorfch. Capelle mogen grooten , zoo
zy bequamelicxt mogen , welcke geficht hen nyet belet noch bedeel: zal mogen werden . wel verftaende dat men 't voorfch. heylige graff in der zeluer Capelle fal laeten, ende alle vrydage paefch auondt ende voorts op alle oudegewoont- licke hoochtyden de Capelle voorfchr. fal open laten ftaen tot voordeel ende deuotie van der gemeente ende tot proufyt van voorfchr. kerc- ke die d'almoefen alsdan comende genieten fal. fonder arch ende lift. In oirconde defen brieff befegelt met onfen Segelen, Gegeuen op den |
||||||||||||||||||
u. c.
|
||||||||||||||||||
Stigting van rwee Kapelryen , in Willem Eggerts Kapelle, in de nietnve Kerke, by uiter-
flen wille van Jan Eggart, Heer te Purmerende, gedagtekend den twee - en - twif tigflen Auguflus des jaars 1418. In den naeme des Faders, des Soens ende des beyligen geeßs, Amen.
|
||||||||||||||||||
Jan Eggart, here tho Purmerende, doen cont
ende te weten allen luyden, dat ick ren lo- ve ende ere Gods fynre gebenedyde moeder ma- rien^'Jan Baptift ende Sinte Barbara ende in Saligheden mynre Sielen, myns vaders, myne ouders ende myne nacomelingen hebbe geflieht, geordonneert, ende gemaeckt een ewige Capel- rie ftaende in de Capelle getimmert op de fuyd fyde aen dat nieuwe fabryeke der parochie kerc- ke van onfer vrouwe voorn, binnen der Stede Amftelredamme, ende hebbe met voorfien,wel bedagt ende beraden defe Capelle gedoteert en- de doteere met derthien ende een halve oude Vrancrixe fchilden jaerlixe renten ter ewelyc- ker pachte ftaende op een huys ende erve ge- legen in der Stede Amftelredamme in de Wynt- molenftraet geheten Copperanfen hunt,gelyck die propre brief van die rente claerlyck inhout ende begrypt. behoudelycke dat diepriefterup defe Capelrie jaerlix fal verdienen ende hebben van de voorfchr. renten twaelf Vrancrixe fchil- den , ende die anderhalve Vrancrixfe fchilden fal men befegen tot de autaer en de Capelle voor- fchr. jaerlixe mede tho belichten, ende tot den Ornamenten ende anders gelyck daer tho beho- rende fal behoeflyck wefen ewelycken dueren- de. Ende des fo is myn wille ende ordonnan- tie dat de patrone, gever ende prefenterer van defer Cappelrie fal wefen de rechte leenvolger ende erfgenaem ewelycke duerende , ende die fullenfe elck na des anders dood begeven in dei- manieren en de forme gelyck hierna gefchreuen ftaet. Dat 's te verftaen, fo wanneer dat de priefter die defe Capellrie bedt aflyvig word, ende dood is, waer by dat die Capelrie ledig fy, fo fal die gene die de patroon of gever daer af is, wel bedagt ende beraden verkiefen enen goeden eerbaeren armen priefter ofce clerek die by den eerften toecomende jaer priefter wor- den wil ende priefter word , die enen goeden naeme ende geruchte heeft, dat hy priefterlyc- ke ende deuchdelycke Ie vet, daer die patrone by fyn fiele ende confeientie felvefal duncken dat fe godlixte, eerlixte ende befte aen befteet fy, dien fal hy fe geven of prefenteren puer- lyck om Gods wille, ende in deler gifte ofpre- ftntatie en fal hy niet aenfien beden noch voor- |
||||||||||||||||||
beden , vriend noch mage , liefHe noch hate, V-
gifte noch gunfte van iemand dan alleen God en- de fyn eygen confeientie, nochtans moet hyfe wel fynen vriend ende maag gunnen ende geven voor eenige vreemde, alfo Verre hy onbefpre- kelyck ende goed van leuen fy, gelyk voorfchr. ftaet. Voorts, fo wie defe capelrie hebben fal die falfe felve verdienen , wanneer hy 's niet van ftade is, met drie mifïèn ter weke ende niet min daer op te doen ende te celebreren na goeder confeientien ende na fyn vermogen,, ende als die mifiè gedaen is then gravetegaen in der Capelle voorn, ende aldaer te lefen Ml' ferere mei Deus ende de profundis met een of twee collecten voor alle gelovige fielen die in den vagevier fyn ende fonderlinge voor die fie- len mynre ouderen, myns vaders, myns moe- ders , voor my en d' myn nacomelingen ende voor die genen dair defe patroonre in die jegen- woordigen tyd wefende voir wil gebeden heb- ben, ende die gene die defe Capelrie fal hebben, die fal hem verbinden, al fulcke fettingen ende ordonnantien als hier voir ende nae ftaen gefchre- ven tho houden, ende dat die nimmermeer by hun en füllen worden verminderd, vereort, noch gebroken nae fyn verftande ende vermogen. Voorts fo hebbe ick up de voorfchreven autaer geflieht ende gedoteert een andere Capelrie die men mede verdienen fal met drie mifïèn ter we* ke upten felven autaer gelyck die propre brief van dier fundatien dat claerlycken inhout ende begrypt ende hebben noch tot beyden Cappel- ryen voorn, gegeven ende geven een huys ende hofïlede leggende en ftaende in de voerftrate by" de voorfchr." Kercke alfo myn neve Symon Abbe die Cofter van de voorn. Kercke dat nu ter ty<*' bewoond om door de priefteren die deze twe C** pelrien füllen hebben te bewonen ofte verhurefl ende die renten ofce nutfehap däer af gelyck te hebben ewelycken durende ende waert fake,dat fy daer over twiftende ofte fchelende worden dat fouden fy aen beide fyden blyven, ende«5?" g:xen by den patroonre voorfchr. ende die föude fe dan fcheyden als hum redelycken duncken foude by fynre confeientie. Voort fo is myn uy- terfte wille ende meyninge dat óefe priefteren ende regeerers der voorfchr. twe Capelrien el*
mit
|
||||||||||||||||||
II- Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GEREFORMEERDE KERKEN,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1/9
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dispofitie ende ordonnantie met fynénbrieve hier BylAa-
deurftekende wil confirmeeren ende veftegen e- gen welycke te duren ende den voorn, here Gerred L'. G in de felve Capellryen met allen heuren rechten, en de toebehoren inftitueren. In oirconde defen brief befegeld mit mynen Segele hier aen gehan- gen. Gegeven upten twe en twintichften dag in Augufto in 't jaer onfes heren duyfend vier honderd en tchtien. Uit eene Verzameling van egte Stukken, ge-
naamd Memoriael van de Cappellrje van Joan en Willem Eggert. heren tot Purmerend, berußende in'/ Comptoir van Kerkmeeßeren der nieuwe Kerke. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
mit anderen overdragen ende haer meeften oot-
m°et te doen, alfo dat op fes dagen in elcke Weke elckes dages een mifïè word gedaen op ten voorfchr. autaer duerende tot ewege dagen , 'leckte ende andere nootfaecke uytgenomen, oehoudelyck oock der moederkereken altoos haers rechts. Ende defe voornoemde Capelrien geve ick, ende hebbe gegeven , ende daeitoe Seprefenteert puerelycken om Gods wille Here ^erred Willems Schrevels foon priefterdenEerw. Vader in Gode Here Vrederyck van Blancken- nemBiffchop t'Utrecht mynen genadegen here, ende bidde hem om Gods wille dat hy mynen vyterften wille, meyninge ende begeerte voorn. ler in wil helpen vervullen ende defe voorn. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
l'c.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
U. D.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vidimüs van Schepenen van 's Graavenhaage van eenen Brief der Wethouder-
schap van Amsterdam, waarby dezelve zig verbindt, om, tegen de Offerhanden in de Kapel der Heilige Stede, aan het Kapittel der Lieve Vrouwe in den Haage, een mark zilver 's jaars te betaalen : zynde deezen brief gedagtekend den vierden Maart des jaars 1415. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
*•'.*.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
YT 7y fcepenen in den hage doen condt allen
VV ende eenen yegelicken dient behoort ■Dat wy gehandelt geflen ende gelefen hebben eenen fcepenen brieff vander ftede van Aemftel- ledamme begrypende elf geheele regelen vuyt- hangende bezegelt met een groen wallen zegele vander voorfz ftede wefende noch heel gans ga- ^e fonder eenige Correftie van raferinge daer in- ne gedaen zynde dat wy mereken condenluyden- de van woort tot woorde als hier nae volcht. „ Wy Schout feepene ende rade der ftede Aem- «elredamme doen cond ende te wetene allen luden want die Eerbare lüde deken en capittel vander ^aPPellen inden hage om goids wille ons gegon- gt hebben op te bueren alfulcke ofFerhande en- ^e aelmilTen als inder heylige ftede tot Aemftel- redamme geoffert ende gebrocht zullen worden en ene mede fulke vruchten eii renten als comen zullen vanden lande dat daer toe behoort tehul- Pe totter timmeringe in der heyliger ftede voorfz. £nde houdinge desheyligen weges gelycken die grieven die zy ons dair of gegeven hebben in- houden ende begripen zoe hebben wy dat aen- §euen ende van rechter deuchden ende gunften |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wegen ende in beteringe ende in meerniflen van L'. D,
hoerre provende den heeren vanden cappittel voorn wedergegeven ende geloeft geven ende geloven mit defen brieve vänder voorfz ftede wegen een marek fyns zuivers ewelic dueren- de welc mare zuivers of die waerde dair voir men betalen fal alle jaire den heeren voorn of horen vicicureit tot Aemftelredamme binnen den kersheyligen dagen commer vry buyten hoeren cofte. Ende waert dat wy des nyet en deden zoe wes cofte of' fcade dat die heeren voorfl daer by leden dien geloven wy hem up te rechten ende te beteren by horen fympelen woerden zonder enich wederfeggen alle dinge zonder arch en lifte teverftaen. In oirconde en in ken- nifTe der waerheden zoe hebben wy defen brie- ve bezegelt mitter voorn. Stede zegele hier aen ge- hangen Gegeven upten vierden dach in mairte Int jare ons heren duzent vierhundert ende vyfthien. ïn oirconde der waerheytfoe hebben wyfeepe- nen voorn in forme van vidimus defen brief beze- gelt met ons gemeen zegele hier onder aengehan- gen upten achtentwintichften dach van Junio int Jair ons heeren duyfent vyf hondert ende vyftich. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
V. E.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
.„.-mansderS. Ölofs Ka-
offerhanden te haten doen, gedag- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B
|
rief van "'t Kapittel der Lieve Vrouwe in den Haage, waapelle te Amflerdam verlof krygen om miffen ,fernioenm en
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tekend den negenden Maart des jaars
|
'512.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'E.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wy Deken efi Capitele van onfer Liever gheinclineert tot hare begheerte om gods dient! L,
V rouwe CapelleCollesiateiipthof inden tevermeeren, ende den Vreemden Coopman ,
Hage, angemeraefighehoorthebber.de die be- end heuromghefeten,tot genveghegont hebben,
El o* -ea £U?PTllCatie van Tacob Jansz van Co- en gönnen mits defen, dat zy Overmans endebe-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
E,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^f, Cnft«\apieter
|
------ .. vrnent aibertz, enae ro- »«" " A„— ? r 7«« -----L ,
•sz, als nu Overmans ende bewaerers van hiernaemaels füllen welen, füllen moghen doen
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
.peue itaende in die prochie van finghen upten vermis aacn van uei yenz.Capel
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^
|
^
|
apelle ftaende in die prochie van finghen upten Kermis dach van der verfz.Capel-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lnte Nicol
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
icolas Kercke binnen Aar QroAc xron lp een Miffe in de felve Capelle, eii des achrpr-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ae;V,^ia!i Ker£ke bi""en der Stede van Ie een MifTe in de felve Capelle, en des achter
vaml!teJrdamme' onfen Capittelen incorporeert, noensVigilien mitsdaechs. Daer nae te doen fin den Sm Myren'Predicat'enfermonenofferhan- ghen een MhTe van Requiem mits ontfanck van c"ae andershaerenverfoeke; Sooiftdatwy offerande defen vorfz: daghen, Desghelyck dat Z 2 vj
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i8o AMSTERD. GEREFORMEERDE KERKEN. UI.Deel.
|
||||||||||
alfulcke aelmifïè en offerande als men hem Luy- oEJJ
den gont, desgelycx alle avonts miteenpaesboert ^ g, of dierghelycke te fitten om offeranden en ael- miffen te ontfanghen van den gheenen die comen verfoecken onfer Liever Vrauyven Beelde, oeck moghen doen predicken alle feüeael daghen jn- den vaefte alle heylicn dagen buyten den vaften, behoudelick dat het tot allen hoerluyden tyden Miffen en Sermonen zullen voor acht urenfinor- ghens gheeynt wefen, en tot dat zy gheen Sin- gende Miffen noch Sermonen doen füllen alsmen doen fal in de prochie Kercken dyergelyck tus" fchen zeven en acht uren voorfz.', Ende alzo dit comt en comen fal tot zaecken achterdeel van Recht van der voorfz: prochi Kercke welckreehc wy Deeken eii Capittelen voorfz: ghehouden zyn by onfen Eede te onderhouden, Om nochtans te believen onfen prochianen die affectie ende iver hebben totten dienft goeds diemen aldaer doen fal binnen der voorfz: Capelle, fo füllen die voorfz: Capelle bewaerers die nu zyn eri nae- maels coramen zullen voer die Confervatie van trecht van dervoorfz prochie kercke jaerlicx be- talen upten belooken paesdach, Ons Deeckenen Cappittel voorfz- of onfen ghewaerdighen Boode de fomme van drie gouden Koervorften gulden gemunt voer date des briefs of payemcnt hore werde, Dit Traclaetfal geduren nae date van dee- fen brieve vyff ende twintich jaeren, en te Ende van deefe voorfz. xxv jaeren fait expireert wefen, In gethuicheniffcn der Waerheyt hebben wy Dee- ken en Capitele voern. deefen onfen brieff mit on- fen groetenZeghelen, up vuythangende___en be- zeghelt Int jaer ons Heeren Dufent vyffhondert
enae twaelf den neeghenden dach in Marcio. |
||||||||||
zy Overmans ende bewaeres van verfz. Capelle
oec füllen moghen doen finghen een Miffe in de felve Capelle mit Sermonen en offerande te ont- fanghen up elcx deefer naghefchreven dagen, Te weeten up Sinte Mauricius dach, up des heylicx Cruisdach Verheffinge, up Sinte Servaesdach, up Sinte Atmen dach, up S". Olauus dach, Te moghen ooc doen fingen Alle dingsdaghen alft gheen heylich dach en js, een Miffe vanSinte An- ne, Ende up des Kers avont, Kersdagh, en Palm avondt, daer füllen moghen fitten mit horen Buf- fen die zy nu hebben Offerande en Almiffen ont- fanghen , Ende dit nae den noene, alzo jnden daghen toebehoeren allen Kerften meynfchen te covnen in haer moder der heylighen kerke fonder enige dispenfatie ter contrarie gegheven zoude moghen werde by den paftoer, Maer om dat die Heren en broeders van Jerufalem, dietheylighe graf ons HeerenJefu Chrifli ghevifiteert hebben haer ftatie en feefte houden upten palmdach, zo füllen die voorfz Capellebewaerers en hoerna- comelinghen moghen fitten met haer voorfz. buf- fen om Almiffen en Offerande t ontfanghen den voorfz: gheheel palmdach ghedurende, De voorf/.: Capelle bewaerers ende hoer nacomelinghen zul- len ooc in de voorfz: Capelle moghen doen fin- gen votive Miffen als 't gheeh Sonnedach noch heylich dach en js, als zy van den Coopluyden eri anderen daer toe verfocht werden , ghevende van elck de voorfz: votive fingende Miffe den paftoer derdalve ftuver, füllen mede alle Vry- daeghe alle heylich dagen avont,en alle heylich dagen tfavonts moghen finghen ende doen fin- ghen een Lof, nae dattet Lof in de prochi Ker- ke vuyt is zullen ooc alle daghe onder die ivliflè om moghen gaen met een boi t om te ontfanghen |
||||||||||
Bylaa-
1>. E. |
||||||||||
/
|
||||||||||
l83
D E R D E DEEL. GEBOUWEN
D E R S T A D Amsterdam.
DERDE BOEK.
Eerken en Kerkbestier der byzondere Gezindheden,
buiten de Gereformeerden. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
°»er.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
jVja 't befchryven van de Kerken en 't byeenkwam,is onbekend gebleeven. Toen Luther-
n.Be.0t »L\l Kerkbeftier der Gereformeerden, in de Gereformeerden, in 't jaar 1566, in deSCHE Vv'og t Voorgaande Boek, komen wy nu, tot de Minderbroeders Kerke predikten, met be-^EUKEK' »e p.nde- befchryving der overige Proteflantfche en williging der Roomfehe Regeeringe, ver- j?ftan°; andere Kerken, in Amfterdam. zogten de Lutherfchen, vergeefs, om de S. v >en Onder de Proteftantfchen, geeven wyde Olofs-Kapel (e),en bleeven nog heimelyke
i^ ^et Vergaderingen houden (ƒ;. Na de veran- j*«BHe^ '< L dering der Regeeringe in't jaar 1578, hoop-
S% ten zy op meerder vryheid, en hielden hun-
LUTHERSCHE KERKEN, ne byeenkomften, toen, of wat laater, in
een Pakhuis of Schuur, de Pot genaamd, by
om haare oudheid en aanzien, de eerfte plaats: de Handboogsdoele; niet zonder kennis'der- waarop wy de Remouftranten- en Doopsge- Gereformeerde Wethouderfchap (g). In 't zinden-Kerken, en Collegianten- en Qua*- jaar i588,verzogten zy, om eene openbaa- kers-Vergaderplaatfen, in orde, zullen laa- re Plaats, tot oefening van hunnen Gods- £<*(U ten vo,§eru dienft. Doch men verftondt toen, dat hier t^Vie De ^eer van Luther, omtrent den jaare geen andere Godsdienft, in 't openbaar, be-
ften " ^52°'*n deeze Stad bekend geworden zyn- hoorde geoefend te worden, dan de Evan- Sh' ï ' 1 ^ben de eeri^e aanhangers deezer gelifche Gereformeerde (b). En men verboodt hitr %n i-eere hier, ook al vroeg, heimelyke Ver- zelfs de heimelyke Byeenkomften der Luther- se/ gadermgen gehouden in byzondere huizen, fchen, die ik vind, dat, in 't jaar 1595,ten onaangezien zy, van 't jaar 1525 af, ftren- minften onder anderen, in 't huis van zeke- gelyk vervolgd werden fa). Zy kwamen fom- ren Augufiyn Pyn, gehouden zyn (z). In 't tyds, ook buiten de Stad, in de Vryheid, by- jaar 1604, werdt hun, voor 't laatft, zo ver ?en, en lazen daar Luthers Overzetting van't my gebleeken is, aangezeid, dat zy hunne ^isuweTeftament in 't Nederduitfch (b). 't Vergaderingen zouden hebben na te laaten, ^chynt dat zy , hier ter Stede, zo vroeg, 0f de Städte ruimen (k). Doch na dien tyd, en mogelyk vroeger geweeft zyn dan de Ge- hebben zy, allengskens, meerder vryheid ge- ftormeerden, welker Leer, onder den naam kreegen.'Zy kwamen, eerlang, openlykge- tifhr °Iampadifche Kette,l en Sacramen- noeg, byeen in het Pakhuis de Pot, en be- \l v7' Ver°ordeeld werdt (c). Wy hebben, ftonden zelfs, nu fterk toegenomen in ge- 'uf' Ult de Sententie van den Schout tal, in 't jaar 1632, toen de Regeenng hierZy f%- jan rtubrechtszoon, die niet vreemd gehou- ter Stede ten hoogfte gemaatigd was in 't ten de öcn werdt van Luthers gevoelen, getoond, ftuk van den Godsdienft, op de plaats van ^her- dat de Lutherfchen hier, in 't jWr 1525, dit Pakhuis en den naaften grond , eeneSf^ Tl VtXkeJJergaderingen hielden, waar aanzienlyke openbaare Kerk te ftigten, thans ' W /e?lf ?frf?ew'Priä:ervanUü-echt, genaamd de Lu- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
daar men toen
(tl\ 2-f II. Deel , VI. a,fc ,, t/J. ""
il STUK. Aa
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
««/. vu b«^, u. »9».
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||
i84
|
|||||||||||||||||
den van 't gebouw, ftaan rondsom befloo-Ltfr»
ten banken: ook zyn 'er eenige beflooten ^eit. banken op de galeryen, waar egter de mees-" te plaatfen open, en voor allen gemeen zyn. De beflooten plaatfen, zo boven als bene- den , worden gekogt: en men betaalt, daar- enboven , nog zeker jaargeld tot derzelver onderhoud. Voor 't overige, is het ruim der Kerke bezet men negenhonderd vier en zeventig vrouwen ftoelen, voor ieder van welken, ook jaarlyks iet aan de Kerke be- taald wordt. In 't ruim, hangen drie groo- te koperen Kerkkroonen , ieder met drie ringen armblakers. Uit een opfchrift van eene deezer Kroonen, blykt, dat dezelve, reeds in 't jaar 1620, gegooten, en dus, waarfchynlyk, in het Kerkhuis, waar de Gemeente, vóór dat de Kerk gebouwd werdt, byeen kwam, gebruikt geweeft is. Voorts, hangen 'er elf kleine Kroonen , met eenen ring arm- blakers, onder de galeryen; en elf dierge- lyken , op de tweede galery, in 't noorden en in 't zuiden. De onderfte galery wordt, des avonds, verlicht van armblakers, die, ■ voor aan de pilaaren, en agter aan de bal- ken , vaftgemaak't zyn. Aan deeze Kerk, in 't ooften, zyn nog
twee ruime Vertrekken, boven eikanderen, gebouwd. De onderfte dient tot eene Ka- mer voor de Diakenen : de bovenfte is de Con~ fiflorie of Kerkenraads - Kamer , alwaar de Predikanten en Ouderlingen byeenkomen. Op deeze Kamer, wordt een gefchilderd af- beeldfel van den vermaarden Hervormer, Martinus Lutherus,bewaard,welk men zegt, een egt ftuk te zyn. Men heeft 'er nog vier kleine ftukken, den zelfden Lu- therus, zyne Huisvrouw, Vader en Moe- der verbeeldende. Boven de Confiftorie, is eene Kamer, alwaar eenige boeken geplaatft zyn, die, voormaals, ten dienfte van jon- ge Studenten, plagten te ftrekken. Men bewaart hier ook een houten model, welk, met veel reden, gehouden wordt voor eene afbeelding van 't voorige Kerkhuis, het ge- wezen Pakhuis de Pot, en drie daaraan paa- iende Huizen of Pakhuizen, op het Spuij. Volgens dit model, fchynt het Kerkhuis een' Kap of Frontefpies op den gevel, en zynen ingang gehad te hebben op of omtrent de plaats, waar nu de weftelyke ingang op hec Spuij is. In de Kamer der Diakenen, han- gen twee Wapenborden van eenen Broe- der en Zufter, die beide, onlangs, aanzien- lyke fommen aan de Lutherfche Diaconie ge- maakt hebben. De Broeder, de Heer A- braHAm Cromhuysen, is, opdenzes- den Auguftus des jaars 1751, overleeden* Ónder zyn Wapenfchild, leeft men: De
|
|||||||||||||||||
Luthersche Oude Kerk.
|
|||||||||||||||||
LuTHER-
SCIIE |
|||||||||||||||||
Kerken,
|
Zy ftaat, aan de ooftzyde van den Sin-
|
||||||||||||||||
ving der JLJ. gel ■> °P den hoek van 't Spuij, en heeft
zelve. vier ingangen, een' op den Singel, twee op
't Spuij, en een' in de Handboogsflraat. De
eerfte fteen aan dit gebouw werdt gelegd,
^den veertienden Auguftus des jaars 1632;
'en 't was, voor 't einde des volgenden jaars,
in zo verre voltrokken, dat de Inwydings-
Predikatie, op den Kersdag des jaars 1633,
door den Predikant Caspanis Pfyffer, gedaan
werdt.
De Kerk is ruim, langwerpig vierkant van
gedaante , en rondsom van de' vereifchte lichten voorzien. De kap beftaat uit drie nevens eikanderen opgaande leijen daken. Van binnen zyn, ter wederzyde van 't ge- bouw, in de lengte; en in 't ooften,ofvan agteren, ook in de breedte, drie galeryen boven eikanderen gemaakt. De onderften ruften, binnenwaards, op agt en twintig hardfteenen Pilaaren van de Dorifche orde. Doch de middelften, en de derde in 't oos- ten , worden, zo wel als het middelfte dak, onderfteund door houten Jonifche kolom- men. De hoogfte galeryen ter wederzyde, die zeldzaam gebruikt worden , ruften op balken, die in den kap leggen. De Predik- ftoel ftaat, in 't weften, op eenen bekwaa- men afftand van den voorgevel, binnen een vierkant, welgefchikt Doophuis, in welks midden, de Avondmaals tafel ftaat. Men heeft dus, genoegzaam van alle de plaatfen in de Kerke, den Predikant in 't oog. Agter den Predikftoel is, in 't jaar 1692, een def- tig dubbel Orgel geplaatft, welks deuren, door den beroemden Philip Tideman, fraai befchilderd zyn (/). Het Orgel is, van bo- ven en van onderen, met welgemaakte beel- den , verfierd. Ter wederzyde van het zel- ve , ftaan de tien Geboden en het Geloof, op twee groote tafereelen, gefchreeven. On- der het Orgel, is een bank voor de doope- lingen en derzelver getuigen. Terregterzy- de van den Predikftoel, is de bank voor de Predikanten: en langs de zuidzyde van het Doophuis, zyn 'er twee voor de dienende Ouderlingen en Diakenen. Regt tegen over deezen, ftaan twee diergelyken: in de ag- terfte van welken, de uitheemfche Minis- ters, die der Lutherfche Leere toegedaan zyn, en zig hier bevinden, plaats neemen. Ook heeft men aldaar wel Heeren van de Regeeringe geplaatft; gelyk de voorfte dee- zer twee banken, fomtyds, aan Vrouwen van zeer hoogen rang ingeruimd ge weeft is. Beneden, onder de galery, en tegen de wan- (/; zit Houbkaiven SehiMeibocit III. Diti, ki. 3««,
|
|||||||||||||||||
III.Boek. Overige PROTESTANTSCHE en andere KERKEN. ï%$
De dankbre Godvrucht, die, in Luthers Tem." des gemelden jaars 1659, de eerfle Predika- Luther-
pekhoor, tie gedaan werdt, door den Predikant Pau- «CHE
Cromhu'isens milde gunfl haar Armoe zag lus Cordes. Twee jaaren laater, verzogt de Kerken?
belonken, Kerkenraad om plaats tot eene Kerk in de
Heeft hier zyn Wapenfchlld de onfierflykheid Konynenflraat , die hun vergund werdt,
gefchonken; rnids zy het Pakhuis de Kroon wederom af- En fielt Hem'( nagefiagt, verheugd, ten heil- flonden (w). Omtrent deezen tyd, werdt,
baak voor■■ *Q den Kerkenraad, voorgeflaagen, of'tniec Wel zalig die, met hem, getrouw aan''s Hei- geraaden ware, in de Konynenftraat, eene
lands metten houten Loots op te ilaan, tot het doen der Hunfihat, Gods Kerk ten dienfle, op Hemel- Predikatien, tot dat men eene andere gele-
renten zetten. genheid, tot het bouwen eener Kerke, be- komen zou hebben. Doch deeze voorilag ,
Op het Wapenbord der Zufler, Vrouwe vondt geenen ingang. Men bleef dan pre- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ven.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
duwe van den Heer en Mr. Melchior ten Ho
Ve, Haer van Rhynouwe enz. die op den een endertigften Oclober des jaars 1763, over- ■feedt, ftaat: |
diken op de Brouwersgraft. Doch in 't jaar
1667, kogt de Gemeente eene veel bekwaa-
mer plaats dan deeze, digt aan 't noordeinde van den Singel: en hief werdt haar vergund, eene Kerk te bouwen, mids zy de plaats in |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de Konynenftraat, waar egter, zo ver my
weder mild be- gebleeken is, nog niet gepredikt was, we- derom verliefe (0). In 't volgende jaar, wer- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Godvreczende Armoe
fchonken. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tiet
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ug
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ten Hovens Weduw volgt haar Broeders den de grondflagen van 't nieuwe gebouw
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
loflyk fpoor:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
beheid, met drie duizend zes honderd en
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Haar gunfi klinkt Luthers Kerk, met dankbre vyftien uitgezogte zwaare mailen : en op
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den vierentwintigflen Oclober des jaars 1668,
aan het zelve, de vier eerile fteenen gelegd, door Nicolaas Struyck, Hendrik van Riet ,- Gerrit Hillebrands en Tbeodorus Dominicus, onder het opzigt der Bouwmeefteren Jacob van Riet, Dirk Dominicus, Daniel van Koe- fchot en David Hunthum (p). 't Gebouw was, voor 't einde des jaars 1671, in zo verre voltrokken, dat het, op den eerflen Kers- dag des gemelden jaars , door den Predi- kant Volkhar dus Vijjcher, met eene pkgtige Kerkrede, werdt ingewyd. Het kreeg, fe- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
galmen, door,
Zyfirooit, door 't heilgeloof, roept elk, deez' liefdevonken.
De naneef eer", met ons, die overmilde vrouw: Die deugd by wapens voegde, en by de Gods- vrugt trouw.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
By de Kerke, ftaan drie huizen der Gemeen*
te, die door Predikanten bewoond worden, meerder ruimte voor de Kerke te maa- ien , hebben de Ouderlingen, met bewilli- ging van Burgemeefteren, in 't jaar 1754, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
twee huizen, die toen flonden op de brug dert, den naam van
van 't gewezen verlaat, het Boerenverdriet} |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
weggebroken, en den Nieuwe-zyds-Agter-
burgwal, van de Kerke af, tot aan de kor- te Heifteeg , op gemeene koften van de Kerke en van de eigenaars der huizen, op m_^m
|
LUTHERSCHE NlEÜWEKERK.
Zy ftaat, even als de Lutherfche Oude Befchry-
Kerk, aan de ooflzyde van den Sin- vi?§ der" |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
d" gedeelte van den Agterburgwal ftaande, gel; doch digt aan t noordeinde, mtf verre
zeer veel doen verbreeden van de Nieuwe Haarlemmer fluis. 't Ge- De Kerk, van welke wy fpreeken, was bouw deezer Kerke, een van de fraaiften
nog naauwlyks vyf en twintig jaaren vol- der Stad, is naar de fchetfe van den Bouw- bouwd geweeft, toen zy te klein bevonden kundige Dorsman gemaakt, en gelykt, m werdt voor de fterk aanwaffendeGemeente, gedaante, naar de ronde Kerk teitome. ue Men verzogt dan verlof van de Regeeringe, muur is, van het fondament op™s tot tot het bouwen eener tweede Kerke. En aan de ftraat, veertien, en.verydgeMCM Burgemeefteren en Raaden verleenden dit aandeLyft, tien voeten ^*k'„^™g Verlof, voor het einde des iaars i6so(V) Ter- ronde kapvan't voorgebouw der Kerke, uit wyl men naarbel^SÄffier^ welken ee" ^t" ^°^^4 Wfar*
Waag, bediende meTzifvaf een Pakhuis, oP eene Zwaan,het zinnebeeld vanLuther, fc Kroon genaamd, aan de zuidzvde van de tot een windwyzer ftaat, is van buiten be |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5?
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
«ouwersgraft, tuffchen de Keïze^enPrin-
"graften, alwaar, op den eerften Kersdag |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dekt
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(„) Gioot-Memor. N. V. ƒ. 7z verf».
(o) Gioot-Memor. N. V. ƒ. 198 verf». (p) zie A. Faauw Ewïop. Littketdoiu hl..
Aa 3
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
im) Refol.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vioedfch. L*. B. s,,7 o«, isjy. ƒ. «4, «8.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Slft
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
D A M S III. Deel.
ontvangt het daglicht, niet alleen door twee Lirrfl**
ryen glasraamen boven eikanderen , maar s£^u$.~ ook door den Lantaarn, die in 't midden van den ronden koepel ftaat, en onder welken, een zwaare koperen Kerkkroon hangt, met drie ringen armblakers. Rondsom deeze kroon , hangen drie kleineren, met twee ringen armblakers, en op en onder de ga- leryen-, nog vierentwintig anderen, die maar een' ring armblakers hebben. De wanden der Kerke beneden zyn, rondsom, met fraai- je houten Lambrifeeringen bekleed. Aan de zelve, is eene ruime Kerkenkamer, alwaar de Kerkmeefters der beide Kerken byeen komen, 't Model van 't Orgel deezer Ker- ke wordt, in dit vertrek , zorgvuldiglyk, bewaard, 't Gantfche gebouw is, van den grond af tot in den Lantaarn, die op den, koepel ftaat, een honderd twee en zeitig voet en agt duim hoog. Terwyl men met het bouwen der Nieuwe Kerke voortging, verzogt de Lutherfche Gemeente, in 't jaar 1669, in dezelve te mogen begraaven. Doch dit verzoek werdt toen van de hand gewee- zen (q). 't Liep aan tot in het jaar 1674, eer zy verlof kreeg, om in beide de Kerken te mogen begraaven, mids van ieder Lyk zo veel aan de Thefaurie der Stad betaald wierdt, als van andere Kerk - Lyken plagt betaald te worden, en dat de Gravenmaa- kers, door Burgemeefteren , wierden aan- gefteld (r); gelyk, federt, gefchied is. Vee- Ie graven,in beide de Kerken, zyn, van tyd tot tyd, door Kerkmeefteren, verkogt. Doch een genoegzaam getal derzelven behoort nog aan de Kerken, en dient, om verhuurd te worden. Inde Nieuwe Kerke, is een Grafkelder van den Ruflifchen Refident Christoffel van Brantz, en een dubbel graf van 't geflagt van V1 s s c h e R. Aanmerkelyk is 't , ondertuflchen , dat twee zulke aanzienlyke Kerken, binnen den tyd van veertig jaaren, genoegzaam eenig- lyk uit vrywillige giften geftigt geworden zyn: hebbende de Gemeente zig, ter gele- genheid van het bouwen der Nieuwe Kerke, alleenlyk belaft met vyftig duizend guldens, die van twee honderd perfoonen, welken ieder twee honderd en vyftig guldens op- bragten, by wege van Lyfrente met Tonti' ne, den vyftienden Maart des jaars 1671» tegen vier ten honderd, opgenomen werden: en zynde de jaarlykfche lntreft, onder de leevende geldfchieters, verdeeld, tot dat de laatfte, op den drie en twintigften Novem- ber des jaars 1755, overleeden, en de Ge- meente , eindelyk, van deezen Iaft onthee- ven
lq) Refol. Vroedfch. L'. F. 28 Jan. n J«l3 '««»•/'
137, *°3- y (r) Refol. Vroedfch, L', K. « ^ipril i«7+. /• 1«»
|
||||||
ï86 A M S T E R
dekt met rood koperen plaaten , die, met
verlof van Koning Karel den XI., tolvry uit Zweeden herwaards gevoerd zyn; en ruft op vier paar ronde gekoppelde, en zes halfron- de fteenen zuilen van den Dorifche orde, die op vierkante voetftukken geveftigd zyn. Het rond gebouw, waarvan wy fpreeken, wordt voorts, van agteren, omvangen van een half rond gebouw, welk van binnen met het zelve vereenigd, en welks plat, van bo- ven, ook met koperen plaaten gedekt is. Op dit plat, is een grootelopden regenbak, die altoos rykelyk voorzien is van water, op dat men 'er zig, by ongeval van brand, van zou können bedienen. De Kerk heeft vier deftige ingangen, een' op den Singel, een' in de Jeroenenfteeg, een' nog meer ooft- waards naar den Nieuwe-zyds-Agterburgwal, en een' in de Osjes-Poorts-fteeg. Binnen in de Kerke, en byzonderlyk in het half ronde gebouw, zyn twee zeer ruime Galeryen, bo- ven eikanderen , naar welken men , langs eenen grooten wenteltrap zonder fpil , die altoos voor een meefterftuk der Bouwkun- de gehouden is, opklimt. Op de beneden- fte Galery, zyn zeventien ryen zitbanken, van welken de vyf eerften afgeflooten zyn: de twaalf overigen, en veertien ryen op de tweede Galerye zyn allen open plaatfen. Doch op de tweede Galerye, is een afge- fchooten plaats voor de Weeskinderen. De Predikftoel, die met konftig fnywerk, ver- beeldende de voornaamfte Evangelifche ge- fchiedeniffen, verlierd is, ftaat in het voor- fle of ronde gebouw. De opgang naar den zelven, uit het geftoelte van den Predikant, gefchiedt langs een' trap, die in den muur verborgen is. Boven den Predikftoel is, in 't jaar 1719, een deftiS dubbel 0rSeI ge'
plaatft. Het is, met fraai gefchilderde deu- ren , en wel gemaakt beeldwerk, verfierd. Boven , zit David op de harp fpeelende, tuflchen twee bazuinende Engelen, die elk eene Zwaan by zig hebben. Laager zitten twee wigtjes met fpeeltuigen, ter wederzy- de eener ftaande harpe. Heel boven aan, zyn de wapens geplaatft der vyf Kerkmees- teren, onder welker opzigt, het orgel ge- maakt werdt , Härmen Bufflnßhut , Simon Burg, Gerard de Jong, Jacob Oortman en Jntboni Gril. Het Doophuis is ter regter- zyde van den Predikftoel, beneden tegen den muur. De voornaamfte gefto alten zyn, in het zelve, op gelyke wyze, verdeeld, als in de Lutherfche Oude Kerke. Ook wor- de de beflooten banken, beneden, en op den eerfte Galerye, even als in de gemelde Kerke, verkogt en onderhouden. Het ruim der Kerke wordt, met agthonderd een en zeventig vrouwen iloelen, bezet. De Kerk |
||||||
^^ Qyet e£%
|
|||||
'■<rtoetin?èe LUTHER3CHÜ NIEUWE KERKE1?'""1'^^
|
|||||
Hl. Boek. Overige PROTESTANTSCHS en andere KERKEN. 187
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WHF.R.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uit de Predikanten en dienende Ouderlingen Luther-
beftaande , vergadert , op den eerften en sche derden Woensdag in elke maand, des na- Kkucek- demiddags ten drie uuren, in de OudeKer- of se" ke. By buitengewoone gelegenheden, wor- f°£nly" den de afgegaane Ouderlingen, Oud-üudfien kenraa'd genaamd, ook tot deeze Vergadering verT zogt. Men handelt, in dezelve, aHeenïyk over zaaken, die de Leer en Godsdienftoe- fening aangaan. En na 't eindigen deezer Byeenkomfte, blyven de Ouderlingen afzon- derlyk vergaderd, om zaaken, de Kerkely- ke goederen , aan hun bewind toevertrouwd, betreffende, af te doen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ven geworden is. Het Weeshuis en't Ko-
nynen-Hofje zyn, weinige jaaren na de Nieu- we Kerke , gebouwd , insgelyks, uit vry- willige giften. De Lutherfche Gemeente, ook genaamd
de Gemeente, toegedaan de onveranderde Augsburgfche Confeffie, of Geloofsbelydenis- fe, wordt, tegenwoordig, hier ter Stede, bediend door zes Predikanten, een van wel- ken in 't Hoogduitfch predikt; tien Ouder- lingen, en twaalf Diakenen. De Predikanten worden benoemd en ver-
kooren door den grooten Kerkenraad, be- staande uit de Predikanten en de dienende en gediend hebbende Ouderlingen en Dia- kenen. De Kerkenraad verzoekt geene hand- °pening van Burgemeefteren, tot het ver- kiezen van eenen Predikant; doch geeft, nogtans, van een gedaan beroep kennis aan hunne Edele Groot-Agtbaarheden. Ook vind ik, enkele reizert, aangetekend, in de Re- gißcrs der Stad, dat het beroep van eenen Lutherfchen Predikant, door Burgemeefte- ren , goedgekeurd is (j). De Ouderlingen en Diakenen dienen twee
jaaren, gaande jaarlyks, op den eerften Zon- dag in May, de helft van hun getal af. Ten zelfden tyde , wordt dit getal, door den grooten Kerkenraad, wederom volgemaakt, tilt twee dubbele getalen , genoemd, het eene door den gewoonen Kerkenraad, of het Confifiorie, beftäande uit de Predikanten en benende Ouderlingen, waaruit de nieuwe Ouderlingen verkooren worden: het andere, «oor het Collegie van Diakenen, waaruit de plaatfen der afgaande Diakenen worden ver- vuld. De Ouderlingen, die voor 't eerft aan- komen, moeten uit Diakenen, welken twee maaien, in die hoedanigheid, gediend heb- ben, verkooren worden. Beide de Ouder- lingen en Diakenen, den dienft hebbende aangenomen, worden, door oplegginge der handen, inden zelven beveiligd. Te ge- 'yk, worden de afgaande Leden verzogt, °e dienende Collegien,in allegewigtigezaa- ien, waartoe eene groote Vergadering be- r°epen moet worden, met hunnen goeden raad, te willen byftaan. jr e Sr°ote Kerkenraad of groote Kerkehke |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»e.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
h der
At- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De groote en gewoonlyke Kerkenraad,
|
Secreta-
ris. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en de afzonderlyke Byeenkomft der Ouder-
lingen wordt bygewoond door eenen Secre- taris, die eene vafte wedde trekt, en een Regifter houdt van de verrigtingen en be- fluiten dier Vergaderingen. 't Collegie van Diakenen vergadert op dan
läatften Saturdag van elke maand, des mqr- gens, om uitdeeüngen te doen, en 't gene verder tot deszelfs bewind behoort te rege- len. Eens 'sjaars,in 't begin van January, doen de Diakenen eene algemeene colleéte, aan de huizen der Ledemaaten, door de gaht- fche Stad, die, ten dien einde, in vier wy- ken, verdeeld is. Ook doen zy, eens 'sjaars in dennazomer, eene algemeene huisbezoe- king, by de behoeftige Ledemaaten. By eene Keure van den agtentwintigften Janua- ry des jaars 1763, is bevolen, de boedels van zulken, welker kinderen, door de Luther- fche Diaconie, worden onderfteund; terftond, en eer dezelven verminderd worden, aan Diakenen aan te geeven (£). In de Vergaderingen, van welken wy.tot
hier toe gefproken hebben, en in anderen, die aan dezelven ondergefchikt zyn, worden alle zaaken behandeld naar zekere Kerke!yke Ordonnantien en byzondere Reglementen, van tyd tot tyd, desaangaande gemaakt, en door ieder Lid, by 't aanvaarden van zynen eerften dienft , ondertekend. Doch over zaaken van gewigt, gelyk zyn het beleggen en opneemen van penningen; het koopen of verkoopen van huizen of andere vaftig- heden; het hertimmeren van huizen of ker- ken , wanneer het meerder ftaat te beloo- pen, dan by de Reglementen voor elk Col- legie bepaald is; het aanftellen of afdanken van Suppooften, en al wat meer het vermo- gen , aan de Collegien gegeven, te boven gaat, moet ieder Collegie zyne afgegaane Leden befchryven, en derzelver raadinnee-. men, om, vervolgens, met meerderheid van ftemmen, te befluken. De
(,) Keutb. V. f. é.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
SS-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
?ev,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
et.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
*5^riar f*
|
derm£ beftaat, gemeenlyk , uit om-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tL- )-, "?§entig Leden, en wordt', behalve
E J Roemen en verkiezen van Predi- Kanten, Ouderlingen en Diakenen > ook over |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
andere zaaken van
|
groot gewigt , byeen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
g
|
* t7 ï K ^^ eenige Bedienden
er Kerke, door deeze Vereäerini*. aan- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en afgefteld._
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
torjê
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
D
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gewoonlyke Kerkenraad of 't Conßfiorie,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vim. den Oud-Raad
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van Bürgern. L*. C. 30
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
té
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
" '?0i. ƒ. 1$ verf»,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
i88
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Collegien, welken aan die der Ouder- over de zaaken der Lutherfche Gemeente te rem^'
lingen of Diakenen ondergefchikt zyn, zyn Groede in 't Land van Kadzand , welke, stb* die van Kerkmeefleren, CommhTariffenvan voor't grootfte gedeelte, uit geweeken Saltz- ^K# het Fonds, Direcleurs van 't Hamburger- burgers, die zig, aldaar, in 't jaar 1733» Choor, Regenten van Brantzen-Rus-Hofje, hadden nedergezet, plagt te beftaan, zyn Commiffariffen over de Gemeente in 't Land drie in getal, een Predikant en twee Onder- van Kadzand, en Commifiäriflen tot de zaaken lingen. De CommifTariffen over de zaaken der Gemeenten in Ooflindie, Suriname en der Gemeenten in Oofhindie zyn, insgelyks, Berbice; welke Collegien aan Ouderlin- drie in getal,een Predikant en tweeOuder- gen onderhoorig zyn; en die van Regenten lingen. Die over de zaaken van Suriname van 't Weeshuis, Regenten van 'tKonynen- en Berbice zyn twee in getal, een Predikant Hofje, en Regenten van het Zwaardveegers- en een Ouderling. Hofje in de Tuinftraat, welken allen drie |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
LOTHER-
SCHË Kerken.
Onderge- fchikte Colle- gien. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
aan Diakenen ondergefchikt zyn.
|
II.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Kerkmeefiers, die vier in getal zyn,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
worden, door de Ouderlingen en Oud-Oud-
|
REMONSTRANTEN-KERK.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
ften, uit de hunnen, voor hun leeven, ver-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
D
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
kooren. Het onderhoud der twee Kerkge-
|
eREMONsTKANTEN hadden, voor 3e$%
|
iß
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
bouwen is hun aanvertrouwd. Ook wordt
|
en na dat hunne Leer, in de vermaarde vingl0^-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
de prysder verkogte en verhuurde graven, bmode van Dordrecht van de jaaren 1618 en *^n<
en 't gene van debeflooten zitbanken in de 1619, veroordeeld geworden was, hier ter teJi- Kerken komt aan hun verantwoord. Zy Stede, heimelyke Vergaderingen gehouden, K***' houden hunne Vergaderingen, den eerften in verfcheiden' byzondere huizen; doch 't Maandag van elke maand, in de Nieuwe liep aan, tot inden Zomer des jaars 1030, Kerke, en doen jaarlyks rekening aan het eer zy ondernamen, een huis en eene gewe- Collegie van Ouderlingen. zen Hoedenmaakery, aan de weftzyde der De CèmmiJJariJJen van het Fonds, zynde Keizersgraft, bezuiden de Prinfenftraat, wel-
een Predikant en twee Ouderlingen,die,in ken zy, eenigen tyd te vooren,op de naa- eene groote Confifioriaak Vergadering, voor men van Anthony de Lange en Dr. Joan Har- hun leeven, verkooren worden , hebben 't togsveld, tot het houden hunner GodsdienfH- bewind over de middelen, gefchikt tot on- ge byeenkomften, gekogt hadden, tot eene derfteuning van Lutherfche Predikanten bin- Kerk te vertimmeren ; in welke, op den nen deeze Landen, die , doer hunne Ge- agtften September des gemelden jaars, de meenten, van geene genoegzaame wedde eerfte Predikatie gedaan werdt, door Simon können worden voorzien; en van derzelver Episcopius (v). Weduwen. Ook können 'er jonge Studen- De Remonflranten-Kerk is een net en lug-
ten uit onderfteund worden. Jaarlyks, op tig gebouw, met twee deftige ingangen op den vyfentwintigften Juny, of den eerften de Keizersgraft: behalven eenen kleinen in- Zondag daarna, wanneer men eenen aan- gang, in 't zuidweften, die , genoegzaam vang maakt, met het prediken over de Augs- eeniglyk , door de Opzienders, gebruikt burgfche Geloofsbelydenis, gefchiedt 'er, in wordt. De Kerk is eenigszins langwerpig beide de Kerken, aan alle de deuren, in by- vierkant. De Predikftoel, boven welken, zondere koperen bekkens, door de Ouderlin- een fraai Orgel gefield is, ftaat in 't zuiden, gen en twee der drie CommifTarifTen, eene Langs de drie andere zyden der Kerke, zyn afzonderlyke collecte ten behoeve van dit twee galeryen, boven elkanderen getimmerd, Fonds, van welks befliering, jaarlyks, aan die elk op twaalf houten kolommen ruften- het Collegie van Ouderlingen verantwoor- In 't midden der Kerke, en onder de bene- ding gedaan wordt, na dat de jaarlykfche denfte galery, hangen zeven koperen Kaars- uitdeeling uit het zelve, door Commiffaris- kroonen. Langs de wanden , ftaan nette fen, nevens denPrefident en den volgenden gefloelten, en onder anderen, een, in't oos- Prefident der Ouderlingen, geregeld gewor- ten, öfter regter zyde van den Predikftoel» den is. alwaar Magiftraats- en andere aanzienlyke Van de Regenten van't Weeshuis, van 't Perfoonen plaats neemen. Beneden aan&e
Brantzen-Rus-Hofje en van de twee andere Kerke, ten noorden, is een vertrek getim" Hofjes, zullen wy, beneden,in debefchry- merd, alwaar de Kweekfchool der Rem°n- vinge dier Gefügten, nader handelen. Van ftrantfche Broederfchap gehouden wordt. Op de Directeurs of CommhTarifTen van 't Ham- de eerfte galery in 't noordooften, is de in- burger Choor hebben wy, hier voor, in de gang naar de Kerkenkamer, een bekwaam befchvyving der Gereformeerde Oude Ker- vertrek, welk, met de gefchilderde afbeeld-, ke («)-, reeds gewaagd. De CommuTarifTen fe's |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
(»; III. Deel, II. M>ek.,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
(v) Zie II. Deel, XIV. Bael^, bl. JI4.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
tl. 9S.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
UI.Boek.- Overige PROTE3TANTSCHE en andere KERKEN. igp
|
||||||||||||||||
fels van de Profefforen Jacobus Arminias,
Simon Episcopius, en Philippus van Lim- boreh; van den Predikant Johannes Uyten- bogaart, en van den Ontvanger Johan Uy- tenbogaart veriierd is. Op de tweede gale- rYe > ontmoet men den ingang naar de Bi- bliotheek of het Boekvertrek der Kerke, die van een tamelyk getal van de nuttigde Boe- ken , ten gebruike der Studenten en anderen, voorzien is, en, van tyd tot tyd, toeneemt. Twee Bibliothecarii, die uit de Leden van den grootenKerkenraad verkooren worden, heb- ben 'er het opzigt over. Langs de Keizers- ëraft, is de Kerk der Remonftranten bezet jüet deftige huizen , vyf van welken der Kerke toebehooren. Een der Profefforen woont, gemeenlyk, in een deezer huizen. , De Remonftrantfche Gemeente wordt ge-
wend , door drie Predikanten en tien Opzien- ders. Doch het getal deezer laatften is, fe- dert eenen geruimen tyd, zeldzaam vol ge- weeft., en heeft, gemeenlyk, uit niet meer • dan agt Perfoonen, beftaan. De Predikan- ten en dienende Opzienders maaken den gewoonlyken Kerkenraad uit, die, op geenen Vaftgeftelden tyd; doch alleenlyk, wanneer de voorvallende zaaken zulks vereifchen, op aanzegging van wege den Praefes der Predi- kanten en den Praefes der Opzienderen, ver- gadert. Doch de groot e Kerkenraad, uit de Pre- dikanten en de dienende en gediend hebbende Opzienders beftaande, vergadert, gewoonlyk, viermaal 's jaars, vier weeken omtrent voor de °nderhoudinge van 't Avondmaal: en eens te- gen May, om de Rekening van den Boekhou- der ,die, door den grooten Kerkenraad, uit de Opzienders,gekooren wordt, op teneemen en goed te keuren: voorts, buitengewoonlyk, om Predikanten te kiezen, en by andere buitenge- jvoone gewigtige gelegenheden: ook om de Kerkelyke bedieningen van Kofter, Voor- lezer , Organift enz. te begeeven. In beide deeze Kerkelyke Vergaderingen, zit een der "edikanten voor: een ander is Scriba, voor- naamlyk, om brieven te ftellen en te teke- nen. Wyders, zyn 'er twee Scribas uit de ypzienders, een van welken de notulen (lelt, v g^meenlyk door hem zei ven, of fomtyds worden 4en anderen' in 'C net' Seboékt
woraen. Tot alle Commiffien naar buiten, woiden een of twee Predikanten, een' die-
nenden en een' oud Opziender afgezonden, ■uoch naar de Societeits-Vergadering,wan- eer zy, te Rotterdam, gehouden wordt, gaan altoos twee Predikanten, en vyf die- nende en oude Opzienders hoSu,Avondmaal*<**,"doorgaands, ge- Tunv ï,0p de eerfle Zondagen, in Maart, inval WPteml?er !?^cen»ber,ten ware het Ü STU? Pmkfterda§ in Juny gele- |
||||||||||||||||
genheid gave dat het dan eenen Zondag ver-
fehikt werdt. Tweemaal 's jaars, voor den tyd van 't Avondmaal in Maart en in Sep- tember, doen de Predikanten, elk van eenen Opziender verzeld, huisbezoeking by de Le- demaaten der Kerke. De nieuwe Ledemaa- ten, door de Predikanten aangenomen zynde, worden, in de vier gewoonlykeByeenkom- ften van den grooten Kerkenraad, aan den zel- ven aangegeven, 's Woensdags 's avonds voor 't houden van 't Avondmaal, gefchiedt 'er eene Belydenis - Predikatie, in de Ker- ke , in de plaats van welke, tot voor wei- nige jaaren, des Vrydags, eene Redevoe- ring op de Kerkenkamer plagt gedaan te worden. Des Saturdags 's avonds daarna, ge- fchiedt 'er eene Predikatie, tot Voorbereiding yoor 't Avondmaal, 't Getal der afgaande Opzienderen wordt, jaarlyks tegen May, door den gewoonlyken Kerkenraad , vervuld. De Predikanten, door den grooten Ker-
kenraad beroepen zynde, moeten, vooraf, zo wel hier als in de andere Kerken der Re- monftrantfche Sociëteit of Broederfchap , door het Collegie van Dirctlie, gelyk het ge- noemd wordt, worden goedgekeurd. Dit Collegie beftaat uit tien 'Kerken, van Am- fterdam, Rotterdam, 's Graavenhaage, U- trecht, Gouda, Leiden, Hoorn, Alkmaar, Delft en Haarlem; benevens twee Dire&eu- ren, die, jaarlyks, op de Societeits-Verga- dering , welke, beurtswyze, te Amfterdam, midden in de Kerke, en te Rotterdam, ge- houden wordt, verkooren of gecontinueerd worden, en de overige Kerken reprefentee- ren. Doch dit Collegie komt, doorgaands, niet byeen, om een beroep goed te keuren. De Kerk, die een beroep gedaan heeft, ver- zoekt 'er goedkeuring op, by twéé brieven, een' aan de Kerk van Amfterdam; die,van daar, aan de Kerk van Utrecht, en voorts, aan die van Hoorn, Alkmaar, Haarlem en den naaftgezeten Directeur, voortgezonden wordt; en een' aan de Kerk van Rotterdam, die, van daar, aan die van 's Graavenhaage; voorts, aan die van Gouda, Leiden, Delft en den anderen naaftgezeten Directeur wordt voortgefchikt. De brieven, van de gantfche Direfitie getekend zynde,worden gezonden aan den Curator der vacante Plaat/en, zynde een' der Predikanten, insgelyks, jaarlyks, op de Societeits-Vergadering, gekooren of gecontinueerd, dieze te rug zendt aan de Ker- ke , daar 't beroep gefchied is. Een beroe- pen Predikant of Proponent moet, by twee fchriftelyke Aften, betuigen, dat hy 't be- roep , onder behoorlyke goedkeuring, aan- genomen heeft. En een beroepen Predikant, in 't byzonder, is verpligt, by dezelfde fchrif' telyke Acten, te verklaaren, dat hy 't be- Bb roep,
|
||||||||||||||||
Rei.:on-
stran- T£X-
I\ERK. |
||||||||||||||||
Wyze
van 't be- roepen der Pre- dikanten. Collegie
van
Direüie.
|
||||||||||||||||
fc?
|
||||||||||||||||
III. Beeu
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
ipo
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
, reu051'
keneii, voor 't vervullen der nooden van be- .TKAs. hoeftige Ledemaaten. Zy houden hunne ge" tes'
woonlyke Vergadering, eens om de veer-KsKi" tien dagen, des Donderdags ten drie uuren na den middag, in de Kcrkenkamer, alwaar, ten zejfden tyde, de uitdeelingen aan de behoeftigen gefchieden. Doch zy worden ook, buitengewoonlyk, alleen door den Prae- fes, byeengeroepen. En over zaaken vaß geldmiddelen worden, behalve de dienende» ook de afgegaane Opzienders vergaderd. De Remonftrantfche Gemeente heeft, hier tel Stede, geen Wees-, noch Oude-Vrouwen" of Mannen-Huis. De behoeftigen Weezefl en anderen worden door de Opzienders he- fteed. Wanneer 't getal der Opzienderen agt is, gelyk tegenwoordig, zyn de twee oudften der aangebleevenen, ieder agt wee- ken, en de zes overigen, ieder zes weeken, Praefes. Voorts, hebben de dienende Op- zienders een gedeelte van het werk onder zig verdeeld. Wanneer hun getal tien is, zyn twee van hun Bouwmeefters; twee an- deren hebben 't bewind over de Obligatiefl en Rentebrieven der Kerke, nog twee doen onderzoek op de nooden der behoeftige Le- demaaten : twee anderen koopen de ftoffen tot kleedinge; de eetwaaren en andere nood- wendigheden, ten dienfte der behoeftigen: en de overigen twee zyn Scriba's. Doch nu 'er maar agt zyn, neemen een of twee der- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
roep, op hem uitgebragt, aan den Kerken-
raad zyner Gemeente bekend gemaakt heeft. Van welke Aften, één, in eiken beroep- brief, verzonden wordt. Zo 't beroep, niet langer dan twee maanden voor 't houden der Societeits - Vergaderinge, gefchied is, worden 'er geene brieven afgevaardigd, en het moet dan , ter goedkeuringe , op die Vergaderinge, gebragt worden. Indien ee- nig Lid van de Direftie zwaarigheid maakt in de goedkeuring van een beroep, wordt daarvan aan den Curator der vacante Plaat- fen, en door deezen, aan de Kerk, die 't beroep gedaan heeft, kennis gegeven. En deeze Kerk fchryft, of doet eene bezending aan het Lid, welk zwaarigheid maakt, of kan ook het Collegie van Direftie, op haare koften, byeen roepen. Doch of dit laatfte, in dit, of in eenig ander geval van gewigt, noodig zy, ftaat aan het oordeel d;?r Kerken van Amfterdam en Rotterdam. Men mag geene Predikanten beroepen, dan die reeds in de Sociëteit in dienft, of, door de Cura- toren van de Kweekfchoole, verkiesbaar verklaard zyn. De Curator der vacante Plaat/en draagt
ook zorg, dat eene Kerk, welker Predikant overleeden is, of door ziekte of eenig ander toeval, belet wordt, zynen dienft waar te neemen, niet onbediend blyve. Hy fchikt 'er eenen Proponent naar toe, die verpligt |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
REMON-
STRAN- TEN - Kerk.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Curator
der vacante
Pkatftn. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
is, zig aan zyne aanfchryving te onderwer- zelven verfcheiden' van de gemelde byzonde-
pen. Of zo 't aan Proponenten ontbreekt, re poften waar. Een der dienende of gediend verzoekt hy 'er eenen der Predikanten van hebbende Opzienders is Boekhouder. De Col- de Claffis toe, waar onder de Kerk, die den leften onder de preeke,die tweemaal, desZon- vereifchten dienft mift, behoort, zynde de dags en op deFeeftdagen, voor- en nadenmid- gantfche Sociëteit in vyf Claffen verdeeld, dag, en in de weeke, des Woensdags, behal- Alle de Predikanten, zulken, die dertig jaa- ven omtrent de Avondmaalstyden, gefchiedc, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
worden, door alle de Opzienders, by beurten,
waargenomen. Toen 'er tien Opzienders wa- ren , plagten de twee oudften van collefteeren vry te zyn: 't welk nu geene plaats meer heeft. Volgens de Reglementen der Gemeente, kafl niemant onderftand van dezelve genieten, dan die, hier ter Stede, twee jaaren; of, zo hy van buiten gekomen is, drie jaaren, als |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
ren in dienft geweeft zyn, alleenlyk uitge-
zonderd , zyn verpligt, op laft van den Cu- rator , eens, in eene vacante Plaats, op de No- minatie , te prediken. En alle deeze fchikkin- gen hebben zo wel hier ter Stede plaats, als in de overige Remonftrantfche Gemeenten. De Opzienders neemen, in deeze Gemeen- te , niet alleen het werk van Diakenen, maar |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Opzien-
ders. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
ook dat van Ouderlingen en Kerkmeefteren Lidmaat gewoond heeft. De afgegaane Op
waar. Zy zyn verpligt, agt te geeven op de zienders zyn wederom verkieslyk, na dat zy Leere en op het gedrag der Predikanten en twee jaaren buiten dienft geweeft zvn. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Naardien de Sociëteit derRemonftrantetf^f
de Stad Amfterdam verkooren heeft, tot de prf vafte plaats van haar Seminarium of Kweek- ß0^ fchool, daar de jeugd, tot de waarneeming ^ , van den Predikdienft, bekwaam gemaakt *ai#, wordt, zal 't niet onnut zyn, hier, eene kor- $xo^ te befchryving van de gefteldheid deezer-fÄ |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
der Ledemaaten. De zorg voor 't onderhoud
van 't Kerkgebouw, en van de andere hui- zen der Gemeente is hun, insgelyks, aan- bevolen ; fchoon zy, volgens de Reglemen- ten , op het beftier der Kerke gemaakt, niet boven de honderd guldens aan een derzelven befteeden mogen , buiten bewilliging van den grooten Kerkenraad. Zy hebben, zon- der dat 'er den Predikanten befluitende Stem in toegelaaten wordt, 't geheel bewind over |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Kweekfchoole te laaten volgen.
De Remonftranten, in 't eerft, het on-
|
, pro1'
re* |
||||||||||||||||||||||||||||||||
derwys hunner Studenten, aan deezen en ge
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
de goederen der Kerke, en zorgen, als Dia- nen bekwaamen Predikant onder hen, heb-
ben- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
HL Boek. Overige PROTESTANTSCHE en andere KERKEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
191
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
*>
>■ ^
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bende toevertrouwd; vonden, in 't jaar 1634,
geraaden, hier ter Stede,een Seminanumoï Kweekfchool te ftigten, alwaar Simon Epis- copius de eerfte Profeflbr in de Godgeleerd- heid geweeft is. De Noordhollandfche Si- node deedt, federt , eenige poogingen, om deeze Kweekfchool te doen weeren; doch Burgemeefteren vonden niet geraaden, te onderzoeken, wat iemant, in zyn byzon- der huis, deedt, en hielden zig te vrede, wanneer het onderwys, by de Remonftran- ten > niet openbaarlyk, gegeven werdt (to). "et onderwys der Philofophie, in de Re- nionftrantfche Kweekfchoole, werdt, in 't Jaar 1684, voor 't eerft, aan eenen byzon- deren Profeflbr aanbevolen, en daartoe de vermaarde Joannes Clericus verkooren, die, naderhand, ook de Kerkelyke Hiflorie ge-, jeerd heeft. Tegenwoordig zyn 'er nog twee ProfefToren, JakobKrighou T,in de God- geleerdheid , en Abraham Arend van Der M e e r s c h , in de Philofophie en an- dere nuttige Weetenfchappen. Het opzigt over de Kweekfchoole ftaat aan
agt Curatoren, die, voor den tyd van vyf jaaren, door de Societeits-Vergadering, uit het gantfche lighaam der Predikanten, ge- kooren worden. Doorgaands , zyn 'er de twee oudfte Predikanten der Kerken van Amfterdam en Rotterdam onder; doch de Sociëteit is aan deezen niet bepaald. Na dat de vyf jaaren om zyn, gefchiedt 'er eene nieuwe verkiezing, die gemeenlyk op de- zelfde Perfoonen valt. De Kerken vanAm- fterdam en Rotterdam hebben regt, om elk twee, en de overige Kerken, tot hetColle- gie van Direcf ie behoorende, elk eenen haa- rer Opzienderen tot de Vergadering der Cu- ratoren af te vaardigen, om over het voor- komende te helpen raaden en befluiten. Al- te de Predikanten der Sociëteit mogen zelfs jn die Vergadering verfchyi^n; doch zy heb- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
verklaaren tot de Promotie. Doch die mag- Remos-
tiging wordt vereifcht, om dat de Propo- stR*k- nenten een jaarlykfch traftement genieten 1™1 van de Sociëteit, behalve dat hun de reis- koften, die zy, in't bedienen der Kerken maaken moeten, uit de Societeits -Kafie' of door de byzondere Kerken, worden goed- gedaan. De Curatoren vergaderen, twee- maal 's jaars, in 't voorjaar en in 't najaar, op de befchryving van den Profeflbr in de God- geleerdheid. De Studenten, moeten dan, voor de Curatoren, telkens, blyken hunner vorderingen geeven, behalve dat 'er ook, op hun gedrag, onderzoek gedaan wordt, oordeelende men een herhaald onderzoek dienftiger, dan een enkel, kort voor de Pro- motie. De Studenten oefenen zig, gemeenlyk, Oefenm-
twee jaaren, in de Philofophie, binnen wel- 6en der |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ken.tyd^zy, ten minfte , vier korte La- S
|
ten.
|
en_
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tynfche Oratien moeten doen, tot oefening
van 't verftand en den ftyl, in 't ftellen van iet zaakelyks; en van 't geheugen, in 't zel- ve van buiten te leeren. Daar na, ftudeeren zy, gemeenlyk, drie jaaren, in de Theologie. Op de drie eerfte Vergaderingen der Curato- ren , moeten zy, telkens, eene korte Latyn- fche Verhandeling, door hen opgefteld, voor- leezen; en in den tyd, tuflchen de drie volgen- de Vergaderingen, twee door hen famenge* ftelde Propofitien of Predikatien uitfpreeken: na welken, en nog eene Proefpredikatie ge- daan te hebben, zy eerft Proponent können worden. En 't is by de Remonftranten te noodiger, dat 'er zo veel oefenings in't op- ftellen en uitfpreeken van Predikatien voor- ga , om dat hunne Proponenten, terftond, op Commiffie van den Curator der vacante Plaatfen, tot den Predikdienft gebruikt wor- den. De Oratien en Predikatien, van wel- ken wy fpreeken, gefchieden, in de Kerke, van den Predikftoel, en over dezelven wordt, terftond na dat zy gedaan zyn, in de Kamer, daar de dagelykfche LeiTen gegeven worden, door de Profeflbren, elk in zyne wetenfchap, met de Studenten, die toehoorders geweeft zyn, eenig gefprek gehouden. De Profes- foren in de Theologie en in de Philofophie zyn, in deeze hunne hoedanigheid, geene Leden van den Kerkenraad. Doch de eer- ften zyn 'er, doorgaands of altoos, en de anderen ook, nu en dan, toe verzogt. III.
DOOPSGEZINDEN-KERKEN.
De Doopsgezinden, die ook, naar Opkomfï
Menno Simonsz,Mennoniten ge- der unemdzyn, hebben, al kort na hunne op-gjy |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
"*»
|
«n
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
%.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
%
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Cllr;
|
'er alleenlyk raadgeevende Hem.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fatoren oordeelen, of de jonge Luiden,
°le zig, in de Kweekfchoole, tot den dienft j Reinonflrantfche Kerken, bekwaam wil- lst- m^a'fen > genoeg geoefend zyn, in de aïstud en Griekfche taaIen' om aldaar>
ten 7enten' te können worden toegelaa- drag de/sfSten WydCrS' ag£'i°P hetge"
hunne vorderiS' 'Y'pTT^T™ ^ de Theologie § £v J de PhllofoPhie en f ppn. a„ c.j "y promoveeren, vervol- dat t' A f, ^denten tot Proponenten , na
den J' A '7°0raf' gemagtigd gewor- SsZT?' d0A0V-de ^^voorgfande Socie- indtn^T ?ng: iWelk altoosgefchiedt, * de Curatoren de Studenten bekwaam WJ Se«. Refol. van Bürgern, van ,«s juny „„.. .
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bb 2
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
komft,
|
'
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
t
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IIJ. Deel.
|
|||||||||||
A M S TE R D A MS
|
|||||||||||
19?
|
|||||||||||
nende zelfs, in 't jaar 1572, met eenige pen- P0^
ningen naar hun vermogen, den Prinfe van EL^ Oranje (c), die, by eene Acte onder zyne hand, den vyfden May desgemelden jaars, te Dillenborch , getekend, en nog in wezen, twee perfoonen, tot het inzamelen deezer penningen, gemagtigd hadt, en 'er hun eene kwyffchelding van gaf, welke, totin't be- gin der voorgaandeeeuwe,bewaardgeweeft- is, door 'Jan Dominküs, Bierbefchooijer te Amfterdam (d), en nu beruft, in de Ge- meente der Vereenigde Vlaamfche en Wa- terlandfche Doopsgezinden , die haare Ver« gaderingen houdt, by 't Lam en by den Too- ren. 't Is zeer waarfchynlyk, dat de Vlaa- mingen en Waterlanders, of eene van bei- de deeze foorten van Doopsgezinden in Am- fterdam, deeze gifte, geheel of grooten- deels , gedaan zullen hebben: waarom wy. een affchrift der Kwytfcheldinge, hieragter, onder de Bylaagen (e), hebben geplaatft. De Vlaamfche en Waterlandfehe Doopsgezin- den fchynen, ten deezen tyde, Kerkelyke gemeenfehap gehouden te hebben. Immers, na dat, in 't jaar 1578, de Doopsgezinden, zo wel als andere Hervormden, hier ter Ste- de , waren wedergekeerd, en, met goede kenniffe , hunne Byeenkomften hielden , werdt 'er, in Maart des jaars 1581 i eene Vergadering belegd van twaalf Gemeenten der Doopsgezinden, uit Gend, Antwerpen* Amfterdam, Rotterdam, Purmerende, Sar- < dam, Jisp, Schermerhorn, Graft, de Rypv Weftzaanen en Wormer; en dus wel vart Vlaamfche en Waterlandfehe ; doch niet van Friefche Plaatfen, als met welker Ge- meenten, de Vlaamingen, in 't jaar 1567, gefcheurd waren. In deeze Amfterdamfche Byeenkomft, van welker /Ma ik eenaffchrifc in handen gehad heb, en die, van den vier- den tot den zevenden Maart, duurde , werdt eenige orde gefteld op het bedienen van Ge- meenten , die geene Leeraars hadden ; in fommigen van welken, Diakens tot Leer- aars werden aangefteld: en daar men geene bekwaame Leeraars vinden kon, werdt be- flooten, de H. Schriften, inde Gemeente, te laaten voorleezen. De Leeraars of Ver- maanden, gelykze genoemd worden,moes- ten , toen, door de Gemeenten, gekooren, en , met een vriendelyck omhel/en , tot den. dienft aangenomen worden. Voorts, werdt, op eene vraage van die van Rotterdam, of een Broeder 't Officie van Froedfchap wel zot* mogen bedienen, door de Vergadering., ja geantwoord, mids hy zig onthielde van tot bloed-
(c)- Zie II. Deel, IX. Boe{, bl. ,«j.
(d) Uit cm' Brief van Pictet Wilicrnsz. B<*>m6aaIt tin Bürgern C. P. Hooft, vefthnevtn 7 ^iug. I*°4* (#) Lf. A. |
|||||||||||
DoopssE-komft, omtrent den jaare 1530, heimelyke
zinden Vergaderingen gehouden, in enbiüten Am-1 Kerken. ß-erdam. ^y hebben, elders (x) , aangete- s'!1"/" kend, dat Koman Jan Klaaszoon, Leerling- 'en van Menno, omtrent het jaar 1544.,, hier ter Stede, in zulk eene Vergadering , ge- leerd, en Menno's: fchriften ter drukperfe bezorgd en verfpreid: hadt; en dat het een en 't ander hem den hals koilte. Gillis van Aken fchynt ook te Amfterdam ; doch'eeni- ge jaaren laater, geleerd te hebben (y). Doch de Doopsgezinden werden, ten deezen tyde, hier en-elders, ftrengelyk, vervolgd. Menno Simonsz fchreef, in eenen Pefltyd,en dus, waarfchynlyk; in 't jaar 1557 of 1558 (z), twee Brieven aan zyne Geloofsgenooten, in en omtrent Amfterdam, die, in zyne Wer- ken (a), te kezen zyn;doch alleenlyk eeni- ge algemeene vermaaningen behelzen. GcfchU- ' Xot op deezen tyd toe, waren de Doops- dézelvm gezinden nog in geene byzondere foorten van ' een gedeeld, en alleenlyk, naar de geweften, daar zy zig onthielden, of van waar zy, door de vervolging, naar elders, verdreeven wer- den , onderfcheiden, in Vlaamingen, Frie- zen , Waterlanders en Hoogduitfehen. En 't is ten hoogde waarfchynlyk, dat van alle deezen, bok nu en dan, geduurende de ver- volging , een ige Leeraars herwaar ds gekomen zullen zyn, en aanhang gemaakt zullen heb- ben. Doch in 't jaar Ï559, kwam'er eene fcheuring tuffchen de Hoogduitfehen en Ne- derlanders of Friezen. De eerften, die,, in 't ftcik van 't bannen uit de Gemeente , om werken des vleefchs, of 't gene men daar voor hieldt, zagter gingen, werden, door Menno, 'die tot de anderen behoorde, van de Kerkelyke gemeenfehap uitgeflooten. Doch of deeze Ban ook invloed op de Am- fterdamfche Doopsgezinden hadt; ismyniet klaarlyk gebleeken. Maar de twift, die, omtrent het jaar 1566 of 1567, in Friesland, ontftondt , èn met onderling bannen van Vlaamingen en Friezen eindigde (b), ver- deelde, naar alle waarfchynlykheid, ook de Vlaamfche en Friefche Doopsgezinden, die zig, te Amfterdam, onthielden; alzo men deeze twee foorten, naderhand, ontmoet, in twee byzondere Vergaderingen, hier ter Stede, zonder dat men eene andere bekwaa- me gelegenheid tot deeze afzonderinge weet aan te wyzën. De vervolging, die,ten ty- de des Hertogs van Alva, op 'thevigft, woed- de , dreef de Doopsgezinden, zo wel als an- dere Hervormden, uit Amfterdam. Zy hiel- den , federt, de Staatfehe zyde, onderfteu- (xl U. Deel, VI. Boek^, bl. 1J+, 2jj,
(y) tl. Deel, VI. fis«y bl. IJ9. (x.) Zie 11. Deel, VII. BoeJ^, bl, i6t.
(a) niadz.. «37 , <;;<,.
('*'; Brandt i. o„i-t 4/t +oj «hu
|
|||||||||||
HL Boek. Overige PROTESTANTSCHE en andere KERKEN.
|
|||||||||||||||||||||
Ï9j
|
|||||||||||||||||||||
JOo,
|
|||||||||||||||||||||
. bloedftortinge te raaden. Ten deezen tyde^
icnynen 'er, naar men vermoeden mag, ten nimfte twee, en mogelyk drie byzondere ■doopsgezinden-Vergaderingen, hier ter Ste- de, ge weeft te zyn ; doch waar dezelven gehouden werden, is bezwaarlyk te zeggen. Sommigêö hebben aangetekend , dat de Doopsgezinden, kort na de verandering des jaars 157g . hunne meefte Vergaderingen hielden, op den Nieuwendyk, omtrent de Waarlemmer-Poort (ƒ). Uit zeker vonnis van den negenden May des jaars 1581 , waarin gemeld wordt, dat iemant, op den enden 'Maart des gemelden jaars, aan 't huis Van Gerbrand Gerritszoon, die Doopsgezind ^as, en in de Brouwery van 't Jeruzalem- Jche Kruis, op den Oude-zyds-Voorburgwal, °ver t Prinfen-'hof, woonde, gevraagd hadt, VtedP/de*) anderendaags, de Vermaanïng der Mennifien gedaan zoude worden (g), zou men byna belluiten mogen, dat zy, zelfs toen, n°S op geene bepaalde plaats byeen kwa- den. Doch in, of kort na deezen tyd, hiel- den de Waterlandfche Doopsgezinden, die, mogelyk, als de naaften aan Amfterdam ge- woond hebbende, voor de oudften, hier ter Stede , moeten gehouden worden , hunne Byeenkomften, in een Pakhuis, in de oude •^ieuwftraat of Teerketels fteeg, in laater' tyd, de oude of de kleine Spyker genaamd. Pe Vlaamingen vergaderden, vermoedelyk, ^sgelyks, in een Pakhuis, op den Nieuwe- Zyds-Agterburgwal, tuffchen de Lynbaans- en Spaarpots - fteegen, daar de oude Vlaa- ^ingen nog byeen komen. Doch waar de nezen, - ten deezen tyde, vergaderden, is fny nietklaarlykgebleeken, ten ware zy, Ju- reeds gelyk naderhand, hunne Byeen- komft gehouden hadden, in een Pakhuis,^ 4rke Noë genaamd, op de Heerengraft, tus- chen deKorsjes- en Molenfteegen. Veel min- |
mingen. De laatftgemelden hielden, nadeDooPSOE.
fcheiding, hunne Vergaderingen, in of by zinden eene gewezene Brouwery, het Lam genaamd, Kekken- op den Singel, tuffchen de Beuningsftraat en het Koningsplein. De eerftgemelden bleeven naar 't fchynt, in de oude Vergaderplaats op den Nieuwe-zyds-Agterburgwal. Onder de Hoogduitfchen, Friezen en Oude Vlaa- mingen, ontftoriden, voor 't einde der zes- tiende., en in 't begin der zeventiende eeu- we, nog verfcheiden' fcheuringen; verdec- kende elke Gemeente zig, in deelen en fmal- deelen, tot zo verre, dat,gelykdeGroot fprak (i), naauwlyks iemant 't getal, of de naamen derzelven zou können zeggen, en een Doopsgezind Schryver,tot de Gemeen- te der Oude Vlaamingen behoorende, wiens Werkje, in 't jaar 1636, uitkwam, tot twaalf of dertien byzondere foorten optelt (k). Doch of alle deezen, ook in Amfterdam, gevon- den werden, zou ik niet durven verzekeren. De twee foorten van Friezen hebben egter, ten deezen tyde, hier hunneByeenkomften ge had (/): de Oude Friezen*, o£JanJakobsz-Volk, in de Blomftraat, aan de zuidzyde, tuffchen de eerfte en tweede dwarsftraat: de ande- ren , die zig, alleenlyk Friezen noemden, en van fommigen Lubben Gerritsz-Volk ge- naamd werden , ter voorgemelder plaatfe op de Heerengraft, in het Pakhuis de Arke Noë. Ook heeft eene nieuwe fmaldeeling van Oude Vlaamingen, die in 't jaar 1620 ontftondt, haare byeenkomflen gehouden, in de Tuinftraat aan de noordzyde, tot dat zy, in 't jaar 1730, zig wederom by de Ou- de Vlaamingen gevoegd heeft. Doch de Waterlanders, die, eerlang, eene nieuwe en grooter Vergaderplaats ftigtten, aan de weft- zyde van den Singel, by den Jan-Rooden- Poorts-Tooren, welke, in 't jaar 160$, reeds volbouwd was (in), en, federt, de groote Spy- ker genaamd werdt, fcheurden, Zo ver my bekend is, naauwlyks ergens, en lieten lig- tclyk anderen toe tot hunne gemeenfehap; waarom zy, van de hardften onder de an- deren , den fchimpnaam van Drekiüagen kree- gen. Die, onder de Hoogduitfchen, Frie- fchen en Vlaamingen, zagtft gingen, vielen hun toe: waartoe Lubbert Gerritszoon, Leer- aar onder de zagte Friezen, die, omtrent het jaar 1580, de Waterlandfche Belydems hielp opftellen («), zeer veel gearbeid heeft. De vereeniging tuffchen de zagtften der ge* fehei-
(i) Zie hier Voor, II. Deel, XII. Boek* *'• 45J.
(IQ L. WiLLEmsZ Ezels-Kinnebakken ƒ. 13 verft, (l) maatschoen Vervolg op Schyn Gefchied. der Men. non. UI- Deel, bl. 77. (m) Maatschoen Vervolg op Schyn Gefchied. der Men- non. III- Deel, tl. 84.
tn) schyn Gefchied. dei Mennon. 1,0«/, bl. ut. II»
Deel, iU Ió.
Bb 3
|
||||||||||||||||||||
Sge
|
|||||||||||||||||||||
'il
|
|||||||||||||||||||||
Öf,
|
|||||||||||||||||||||
-^b, vv t^L in. v_ciugc v ergaaerpiaacs uei
^oogduitfche Doopsgezinden aan te wyzen. te ifn nieuwe twift, die, in 't jaar 1586, _ -t'faniker, ontftondt, over 't koopen ^ n, een huis, waarin, meenden fommigen, hande?dPehadriet 0Preg>"fhrc;gtv^digge-
ten alomme •' Zette de Vla,amfch.e Gemeen" VolOaagen fcnenr?ere' ^ hej\llf°P eene
ovpml J ,eur*ng, welke de Vlaamingen, «Äeonpen0k5LAt=tm' S ln
fchc,, o^^-j eikanderen de broeder-
j*fe Vlaaminge »en Huiskoopers genaamd!
^dere noemde men, blootelyk, Vlaa- <s\ lfAND't' ï- Deel, il. 6T0.
(b) üït ComMEI.IN l/l. 1077.
S'fchreeven ferhaalen.
|
|||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
194
|
|||||||||||
5<#
|
|||||||||||
Doopsge- fcheiden' Gemeenten en de Waterlandfche
ZTNDEN was, reeds in 't jaar 1591 , tot ftand ge- Kerken. bragt (0)} 0p den grond eener BelydenifTe, die men 't Concept van Keulen noemde. Zy duurde nog, in 't jaar 1604. Doch na dien tyd , fcheidden eenige Hoogduitfchen en Vlaamingen zig wederom van de vereenig- de Gemeenten. Lubbert Gerritszoon, die, in 't ftuk van den Ban en my dinge, allengs- kens , gemaatigder geworden was , en in verfcheiden' Gemeenten , geleerd hadt , bleef toen , naar 't fchynt, alleen by de Wa- terlandfche dienen, daar hy, reeds in 't jaar 159?> voor eene groote vergadering, hadt gepredikt (p> By deeze Gemeente, voeg- den zig, in 't begin des jaars 1615, omtrent dertig Engelfchen, voor welken, in de En- gelfche taaie , eenen tyd lang , gepredikt werdt, in het Bakhuis van Jan Munter, waar- in ook eenige behoeftigen woonden. Doch in 't jaar 1613, hadden zig reeds eenige Hoogduitfche Broeders afgezonderd van de Waterlandfchen, voor welken, Lenaert Clock de eerfle vermaaning deedt, in een befonder Capelleken (<q) , zonder dat my gebleeken is, waar deeze Vergaderplaats gehouden wierdt, en hoe lang, dit hoopje, op zig zelf, ge- bleeven zy. Men verloor, ondertuffchen, het werk der hereeniginge niet uit het oog. De Vlaamingen te Amfterdam iloegen 'er zelven de hand aan, in 't jaar 1627. De ftiptheid der Oude Vlaamingen en anderen, die ligter, en in meer gevallen, banden , hadt de Gemeente der Vlaamingen reeds fterk doen toeneemen in getal. Zy liet dan een' rondgaanden brief afgaan, die, den zesentwintigften September des gemelden jaars, getekend was, en in welken, erkend werdt, dat men, voorheen, van wederzy- de, te driftig was voortgeflaagen in 't ban- nen ; met ernftige vermaaning, tot heeling der breuke, en tot vrede en eendragt. Ook ontwierpen de Vlaamingen , wat laater , eene Geloofsbelydenis , het Olyftakje ge- naamd , die ten grondflag der vereeniginge verftrekken zou (r). Zy zogten deeze bely- denis ook aan de Waterlandfchen fmaakelyk te maaken, in 't jaar 1630. Doch dit ge- lukte niet. De poogingen der Vlaamingen waren egter niet t'eenemaal vrugteloos. In 't zelfde jaar, vereenigden veele Friefchen en Hoogduitfchen zig met hen. Ook kwamen, in 't jaar 163 2, twee Leeraars en eenige Le- den , uit de Gemeente der Oude Vlaamingen, tot hen over, die hun beft deeden, om de (o) Vit een brief van Hans Buflcliaart van 10 ^4ug. 1591.
\f) Zie hier voor, II. Detl,Xl.Btc{,bt. 409. en BRANDT
I. Deel, hl. gij. (q) Vit Aantek. van R. Willemsz. berußende in de Ver~
?a<K by den Toeren, {r) MaATSCHqbn Vervolg tp SCHYN UI. Qnlt bl, 169,
|
|||||||||||
Oude Vlaamingen te ontzetten van derzelver poo^
Vergaderplaats, op den Nieuwe - zy ds - Ag- g^sS*' terburgwal, die, voormaals, in huure, of by vergunninge, gebruikt; doch, in 't jaar 1619» gekogt was. Zy hingen 'er zelfs een flot aan, en ftelden 'er wagters by. De Oude Vlaamingen hielden toen, eerft, voor eenen korten tyd, hunne byeenkomften , in het Pakhuis den Toorenwagter, aan de weftzyde der Keizersgraft, by de Brouwersgraft, en huurden, daarna, naaft de geflooten Ver- gaderplaats , eene andere, daar nu een Wyn- huis is, de zes Kruiken genaamd, welke zy, wel veertien jaaren, gebruikt hebben: waar- na hun, in 't jaar 164.6, door de vereenig- de Gemeente, hunne oude Vergaderplaats, in gevolge eener uitfpraake van goede man- nen , wederom werdt overgegeven, en af- gedaan. In 't jaar 1644, hadt de veree- nigde Duitfche, Friefehe en Waterlandfche Gemeente ook eenen voorflag tot vereeni- ginge gedaan aan de Gemeente der Vlaa- mingen, die, insgelyks, met eenige Frie- fchen en Hoogduitfchen vereenigd was. De voorflag ruftte , op de onderftelling , dat men, in de grondwaarheden des geloofs, eens was. De Waterlandfche Gemeente boodt aan, over en weder, in elkanders Ker- ken, verzogt zynde, te prediken; aan de gemeene Leden vryheid te laaten, om el- kanders Predikatien te hooren; onder eikan- deren , te trouwen, en de egt te laaten be- veiligen , daar men goedvondt: ook onder- ftand te bewyzen aan elkanders armen; ter- wyl, voor 't overige, de huishoudingen der twee Gemeenten onderfcheiden zouden bly- ven. Doch deeze voorflagen vonden gee- nen ingang by de Vlaamingen, die, niet overtuigd, dat men,in de grondwaarheden,, eens ware, vorderden, dat men, daaromtrent, tot nader onderzoek, komen zou, of dat hun- ne uitgegeven BelydenifTen zouden worden aangenomen; waartoe de anderen niet ver- ftaan konden. De vereeniging bleef dan ag- ter. En daar verliepen maar weinige jaaren, toen'er, in de vereenigde Vlaamfche, Frie- fehe en Hoogduitfche Gemeente zelve, nieu- we tweefpalt ontftondt. In deeze Gemeente, was, in 't jaar 1648,
tot Leeraar beroepen Galenus Abrabamsz. de Baan, die, reeds te vooren , door de ver- keering met Adam Boreel, zoon van Joban Bureel, Heere van Duinbeeke, uit een def- tig geflagt in Zeeland, gefprooten(s)<; Da- niel de Breen, en anderen , gedagten hadt begonnen te vormen , over den ftaat "er zigtbaare Kerke, en over eenige Leer^u^" ken,
(,) Zie P. de la B.ÜE Gdetteii Zeehud, bl.i7.Su#-
kund. Zeel. bl. 3. |
|||||||||||
III. Boek. OveRge PROTESTANTSCHË en andere KERKEN. Ï95
e- «en, die geoordeeld werden, af te wyken ook nog, boven de poort fbaan. Sommigen Hoopsöe
|
||||||||||||||||
!>
Ds:
X |
||||||||||||||||
van de begrippen, welken, tot dien tvd toe, hebben gemeend, dat de fpreuk Verf er {$ zinden
by Zyne gezindheid, den meeften ingang ge- Obdura, door den Stigtef, ontleend was, uit Kmim' |
||||||||||||||||
ter gelegenheid, dat Samuel Apoflool, die,, een binnengevel: waaruit af te neemen is,
in Maart des gemelden jaars, inden ouder- dat het huis in dien tyd gebouwd werdt. oom van vierentwintig jaaren, tot Leeraar De gefcheiden' Gemeenten, die zig beide aangenomen was, den vyftienden Oclo- eenen en denzelfden naam gaven van Ver- bet daarna, des voordemiddags, eene Pre- eenigde Vlaamfche, Friejcbe en Hoogduitfche öikatie gedaan hadt, welke, door Galenus, Doopsgezinden, beweerden, ondertuflbnen, des nademiddags, vlak uit tegengefproken beide regt te hebben, op het Kerkgebouw ^n wederlegd werdt. Van toen af, floeg by 't Lam, en op de Kerkelyke goederen. de vlam van den Broedertwift ten dake uit. Die van de Zon meenden, dat zy een uit- ^alenus werdt befchuldigd van wangevoe- fluitend regt hadden op het Kerkgebouw, ^ns, waarvan't verfpreiden, zelfs by's Lands doordien het, in't jaar 1631, door Har* •\lakaaten, verbooden was. De befchuldi- men Hendriksz. van Warendorp , gemaakt SJügen werden voor 't Hof van Holland ge- was, om gebruikt te worden, tot oefening rf^» daar Galenus gehoord, en vry ver- van den Godsdienft, die toen aldaar gepre- k«ard werdt, by eene uitfpraak van den dikt werdt; waarby zy, huns oordeels, naauw-J ^erdenden September des jaars 1663 (t), keuriglyk gebleeven waren, daar hunne par- jhe ik niet weet, ergens, gedrukt gezien te tyen, zeidenze, van den zelven waren af- hebben ; waarom ikze, hier agter, onder de geweeken. Doch van de andere zyde, werdt aylaagen («), geplaatft heb. De twift, zo beweerd, dat zy, die by 't Lam bleeven hoog gereezen, ftondt gefchaapen , uit te vergaderen, de anderen niet uitflooten, maar •«open op eene volflaagen' fcheuring , die Broederlyk verdraagen wilden, en hierom öürgemeefteren, welken ook met deeze on- niet konden ontzet worden van 't gebruik lüften gemoeid werden, zogten te voorko- van 't Kerkgebouw. Voor 't einde des jaars ^n; beveelende, op den tienden January 1664, kwamen partyen overeen, om de ge- ~es jaars 1664, alle diepzinnige.gefchilftuk- fchillen over 't Kerkgebouw en de Kerkely- ^en,fmaakende naar de Leere der Sociniaa- ke goederen te verbïyven aan de uitfpraak Jlen 5 te houden van den Predikftoel; en, by van Burgemeeileren, waarvan elke party, e drie Beftierders der Kerkelyke middelen, voor een' byzonderen Notaris en getuigen, jvee anderen te kiezen, in de plaatfe van een Compromis of Verbindfchrift tekende (¥)„ ^ee overleedenen; tot welke verkiezing, Burgemeefleren magtigden, op den zesden y5den negentienden derzelfde maand, een January des volgenden jaars, den Heer Te- edelyk middel aan de hand gaven (V). Doch trus Check, Raad deezer Stad, en de Advo- ver deeze verkiezing, kon men eikanderen kaaten, Jacob de la Mine en Paulus Biffchop , £°k niet veritaan. Eindelyk, liep de twee- om, hunnentwege, deeze uitfpraak te doen Palt zo hoog, dat drie Leeraars, Tobias van (y). Doch, naderhand, verklaarden zy aan e» Wyngaard, Izaak van Vreede en Samuel Galenus en Apoftool, dat deeze uitfpraak al- PlfiooJ, en zes- of zevenhonderd Ledemaa- leen de Kerkelyke goederen betreffen zou, . n5 zig van de overigen afzonderden, en, en dat het Kerkgebouw zoublyven aan hun, t .een gehuurd Pakhuis, in de oude Teer- die in vrede begeerden te leeven; alzo zy Inen 5 byeen kwamen. Doch op den ne- zig, in het onderzoek, wie by de Leere ge- j "tlenden September des jaars 1664, kog- bleeven ware, en wie daarvan zou mogen &el I fr'tf Sjezen Brouwery op den Sin- afgeweeken zyn, niet begeerden in te laa- ts , tünchen de Bergtlraat en Blaauwburg- ten (2). Galenus en de zynen bleeven dus ai , van Vrouwe Agatha van Oudshoorn, in 't bezit van 't Kerkgebouw by 't Lam. veauwe van den Heere Burgemeefter Jan De andere party hieldt haare Vergaderingen aVwUszo°n beehinck; daar de Zon op het in de Zon. En in 't jaar 1672, kwamen de C: en „rZ\ ET Obdura, dat is, Ver- twee partyen overeen,wegens eeneverdee- «ag en Volaard, boven de poort ftondt; ling der Kerkelyke goederen, zonder dat my «K teken en fpreuk, nog tot op deezen gebleeken is, op welk een' voet. nelf' overgebleevenzyn: gelvk de wa- Mid- f der Huizen vaaGeehinck en Oudshoorn, (»>ƒ'« G- VAN l00N N£derK HiftoiiePenn- *• d^
(') Vin a,„ ■ , V *)8°Groot Memor. N. V. f. i6i-, i«l vtrfo. en hieragter
<u) Lr. -jj^emonaal van Adr. pQTS ƒ. 2IJ> ,» d/Bylaagen Lr. C. N. i en z.
(v) Groot'.U . ,. (y) Gioot-Memor. N, V, f. lóo verjo.enüytezeen L'.m
|
||||||||||||||||
LIN . */.
|
n D*, GALENUS en T. van DSM
|
|||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||
III. Deei*
|
|||||||||||||||||||||||
196
|
|||||||||||||||||||||||
Agterburgwal uitkwam, daar de Arke ^^0
nog in den gevel flaat, hadden dezelve, i'1 lpS$$$4 't jaar 1720, met kennis en bewilliging van Burgemeefteren (a), verplaatft in de klein3 Zon, in de Prinfenflraat, en op de Prinfen* graft uitkomende, waar, eertyds, de Vel-' gadering van Doopsgezinden, die uit de Zon gefcheiden waren, en naderhand eene By eenkomfl van Collegianten geweeft was- Ook was 'er, in nog laater' tyd, eenige rei- zen , door Roomfchgezihden, dienfl gedaan. Deeze Vergaderplaats, die net hertimmer» werdt, kreeg, federt, ook den naam van de Arke Noachs. Doch na dertig jaaren ver- loops, was de Friefche Gemeente, in ge* tal van Ledemaaten, zo zeer afgenomen, en hadt zo groot een gebrek aan Leeraars, dat zy, in 't jaar i752,befloot, zig met de Ge- meente in de Zon te vereenigen, op eenige weinige Leden na, die zig by de Gemeente van 't Lam en den Tooren gevoegd hebben' Na deeze vereeniging, werdt 'er nog eeni- ge reizen gepredikt in de Arke Noachs, die, federt, eenen geruimen tyd, ledig geftaafl heeft; doch nu, door de Gemeente in de Zon, tot een Oude Vrouwen- en Weeshuis, ver- bouwd is. , Tegenwoordig, zyn 'er, derhalve, maat >
drie Doopsgezinden Gemeenten binnen dee- ^ $ ze Stad. Zy worden, doorgaands, onder-p^. fcheiden, naar de plaatfen, daar zy hunne gS^. Vergaderingen houden. De grootfte der drie öe"V Gemeenten heeft twee Kerken: de twee an- $jjf deren, ieder ééne. . De twee eerftgemelde ^f Kerken ftaan beidetuffchen den Singel en^'f Heerengraft. De eerfte, de K e r k b y 't & e" Lam genaamd , gelegen tuffchen de Beii'^V ningsflraaten 't Koningsplein, fchynt, vooraf |
|||||||||||||||||||||||
Midlerwyl, hadt de Waterlandfche Ge-
meente , die haare Vergaderingen hieldt in den grooten Spyker by den Jan - Rooden- Poorts - Tooren, zig, op den eerden Juny des jaars 1668, vereenigd met de Gemeen- te, die by 't Lam vergaderde. Zy namen federt den naam van Vereenigde Vlaamfcbe en Wa- terlandfche Doopsgezinden aan. Doch eeni- ge weinige Leden der Waterlandfche Ge- meente , geen behaagen fcheppende in dee- ze vereeniging , voegden zig by de Gemeen- te in de Zon, die zig, van toen af, ook Vereenigde Vlaamfcben en Waterlandfcben noemde. Ook heeft deeze Gemeente zig, in 't jaar 1674, vereenigd met eenige Vlaam- fche en Waterlandfche Gemeenten in Noord- holland en elders, die thans omtrent veertig in getal zyn, en jaarlyks, in de maand May, in de Kerk van de Zon, eene Societeits- Vergadering houden. Midlerwyl, waren 'er, reeds te vooren, zo ik my niet bedrie- ge, eenige Leden en een of twee Leeraars uit de Zon uitgegaan, die hunne Vergade- ringen hielden op de Heerengraft, in het Pak- huis, de Arke Noë, tunchen de Korsjes- en Molenfleegen, waar, eertyds, de Friefche Doopsgezinden plagten byeen te komen; doch, eerlang , een huis betrokken in de Prinfenflraat, welk toen de kleine Zon ge- naamd werdt. Maar deeze kleine Gemeen- te verdeelde zig, na verloop van eenigen tyd, nog wederom in twee hoopjes, een van welken, op de Prinfengraft , over de Noorderkerk , byeen kwam. De Verga- derplaats van deezen werdt bet Sterretje ge- naamd. De kleine Zon, in't jaar 1676, met die van 't Lam en den Tooren, vrugteloos, over eene vereeniging gehandeld hebbende, voegde zig , na weinige jaaren verloops, wederom by de groote, en het Sterretje ver- eenigde zig, in 't jaar 1692, met de Friezen, die, in 't jaar 1664 > de Vergaderplaats, den Ouden Spyker, in de Teerketelsfteeg, van de Waterlandfche Gemeente gekogt had- den ; welke, federt, de Arke Noë genaamd werdt. De Gemeente der Oude Friezen, die in de Blomftraat plagt byeen te komen, heeft zig , na 't overlyden van eenen haarer twee laatfle Leeraaren, Jasper Douwes ge- naamd, ter gelegenheid, zo my, doorfom- migen verhaald is, van zeker verfchil met den overgebleeven Leeraar Piet er Wiebes Bakker, die zyne Dogter, Maaike, welke buiten de Gemeente getrouwd was , niet bannen wilde, in 't jaar 1725, vereenigd met de Gemeente, die haare Vergaderingen houdt by 't Lam en by den Tooren. De Friezen, die, in de oude Nieuwflraat of Teer- ketelsfleeg , plagten te vergaderen, en wel- ker Vergaderplaats ook op den Nieuwe-zyds- |
|||||||||||||||||||||||
DoorsGE«
ZINDEN
Kerken.
Vereen i-
ging der Vlaam- fche, Water- en dfch e en andere Doops- gezinden. |
|||||||||||||||||||||||
't einde der zeftiende, of in 't begin der ze-
|
.V"
|
||||||||||||||||||||||
ventiende eeuwe, beflaan te hebben, in een
ruim pakhuis, behoorende tot de Brouwf |
|||||||||||||||||||||||
rye bet Lam.
't jaar 1639, genwoordige |
Doch dit Pakhuis werdt, i0
van den grond, af, in de te' gedaante , herbouwd. fL2 |
||||||||||||||||||||||
woonhuis der Brouwerye is, in 't jaar i6(5I>
vernieuwd (li), en draagt nog een Lam,0? den top van den gevel. De Kerk heeft tw^ ingangen op den Singel, en een' op de de Hc&' rengraft. De laatfle is, voor weinige jaarej1' deftig vernieuwd. Van binnen, heeft . Kerk twee galeryen boven eikanderen, ®\ op zes houten kolommen ruften. In 't m1 ' den der Kerke, hangen twee tamelyk gr°ott koperen Kaarskroonen. De Predikftoel #a3 in 't noorden, tuffchen de middelfle lichte" van den zydgevel. Voorts, is de Kerk, P . neden, voorzien van de vereifehte geft0^
ten» ■
(a) Groot-Memor. N. IX. ƒ. 257.
(b) F, VON ZESBN bl. ist.
|
|||||||||||||||||||||||
III. Boek. Overige PROTESTANTSCHE en andere KERKEN. 197
|
|||||||||||||||||||||
• ten. In 't noordweflen der Kerke, waar ook
des Kofters woonmg is, ontmoet men een wel gefchikt langwerpig vierkant vertrek , daar de Leeraars en Diakenen, voor en na de preeke, byeenkomen, en daar de laat- ften de gecollecteerde penningen, voor eenen 'tyd, bergen. De andere Kerk, die, door deeze zelfde
Gemeente, gebruikt, en de K e r k b y d e n T o o R e N genaamd wordt, is kleiner en ou- "erj dan de gemelde, en ftaat ten zuiden van de Bergftraat, tegen over den Jan-Roo- den-Poorts-Tooren. Zy heeft ook drie in- gangen , een' op den Singel en twee op de Heerengraft. De Kofters wooning is op de Heerengraft. Van binnen , heeft het ge- bouw veel overeenkomft met de Kerk by 't Lam. De twee galeryen boven eikanderen ruften ook op zes houten kolommen. De Pre- dikftoel ftaat in 't noorden. In 't midden der Kerke, hangen twee groote koperen Kaars- croonen. Men heeft, beneden, bekwaame €£ftoelten. Op de bovenfte galery, in 't buiden, zyn drie byzondere ingangen naar drie vertrekken. Het weftelykfte en groot- fte is de gewoonlyke Kerkenkamer, daar Leeraars en Diakenen, weekelyks, byeen- komen : het volgende is de Kamer der Leer- baren, die tot hunne afzonderlyke byeen- komften gefchikt is, en alwaar eene Kweek- school der Doopsgezinden gehouden wordt. Het derde en kleinfte vertrek is de Kamer der DiaconefTen. Alle deeze vertrekken zyn yoorzien van't gene vereifcht wordt, tot net einde , waartoe zy gefchikt zyn. De ouderdom en bouwvalligheid deezer Kerke fteeft de Dienaars der Gemeente, die ook ver- lto^den > genoeg aan ééne Kerk te hebben, reeds voor lang, doen bedagt zyn, op het bouwen van eene nieuwe en grootere, in de plaats van deeze. En de bouwkundige■ Jbra- oam Ebbenhorfl heeft, al voor eenige jaaren, een houten model van eene Coupel-Kerk, met |
een weinig veranderd, en laatftelyk, in 'tDööpsafr
jaar 1725, in eene zeer nette orde", gebragt «ndejSt is, Terftond na drie uuren, wordt het ge- Kekke^ bed gelezen, waarna men treedt tot de ver- handeling der Gemeentelyke zaaken, de Ka- mer betrefTende. De Leeraars zitten alleen voor, in de Kamer; doch by beurten, en ieder eene maand. De poft van Scriba wordt insgelyks, door eenen Leeraar, waargeno- men , die daartoe, by de Vergaderinge , voor eenige jaaren, of voor eenen langen tyd, verkooren, en, zo lang hy Scriba is, geen Prefident wordt. De Prefident is ver- pligt, van alle zaaken van eenig belang, waar- op , by de Kamer, ftaat geraadpleegd te wor- den, met briefjesj die , door den Scriba, worden opgefteld, vooraf,kennis te geeven aan de Leden. Ook moet hy de zaaken, zo veel mogelyk zy, by vriendelyke overree- ding, en met eenpaarigheid, tot befluit zoe- ken te brengen. Doch indien zulks niet ge- lukken wil, wordt alles, eindelyk, by meer- derheid van ftemmen, afgedaan,met voor- behoudenis van elks vryheid, om aanteke- ning te laaten doen tegen't genomen befluit. De Prefident belaft, fomtyds, zaaken van groot gewigt, voor elk, behalve voor af' wezende Mede-Leden, geheim te houden, op eene boete van driehonderd guldens, ten be- hoeve van de armen der Gemeente. De geno- men befluiten worden, altoos, of in dezelfde, of in eene volgende Vergadering, gerefumeerd of herzien: waarna zy eerft kragt hebben, en uitgevoerd wofdem De Prefident, afgaan- de , is verpligt, de boodfchappen , die nog, uit den naam der Vergaderinge, te doen zyn, te bezorgen: waartoe hy, in gevallen van belang, een of twee Leden, tot zyn gezel- fchap en hulpe, verkiezen mag. De Scriba houdt aantekening van de befluiten der Ver- gaderinge , en leeftze, altoos, voor, eer hy- ze in't net ftelt. Voorts, beantwoordt hy de brieven, die aan de Gemeente gerigt wor- |
||||||||||||||||||||
af*
|
|||||||||||||||||||||
rie deftige ingangen, vervaardigd, welk, op
ez°lder, boven de Leeraars - Kamer, ge-
PJaatft is. Doch dit ontwerp fchynt, federt
et verbeteren van 't gebouw, waar van wy
preeken, voor eerft, niet in 't werk gefield
te£>Uen worden.
Lamln d°e0nP?zinde Gemunte, die hy't
genwoordig Tüo;en vergadert, wordt, te- ? • „- t^-o' gediend van vier Leeraars en iZi g D]akenen5die,met eikanderen,den £kenïaaimt^km. Zy komen, alle wee- ken, des Donderdags nademiddags, ten drie der?' ^T*!, m ï reeds gemelde vertrek vS?eSe byiden Tooren- De handelingen den J VergaderingendetzelverLeden wor- 't iaa? ïlkt naar ee,n Reg'ement, welk,in 11 STuksema drie jaaren laater'
|
|||||||||||||||||||||
den , uit den naam der Vergaderinge. Zo
dra de gemeene zaaken afgehandeld zyn, begeeven de Leeraars zig naar hunne Kamer^ om de zaaken, die den Predikdienft aangaan, te verhandelen. Zy mogen geenen, dan be- kende, en ter goeder faame ftaande bui- tenleeraars verzoeken, om voor hun te pre- diken. De Diakenen blyven , na dat de Leeraars vertrokken zyn, afzonderlyk ver- gaderd , tot bezorginge van den dienft der armen. De behoeftigen, die iet vandeBroe- derfchap begeeren , moeten hun verzoek, tuffchen drie en vier uuren, inleveren by den Kofter, die 't der Vergaderinge voordraagt; waarna zy 'er, indien men 't noodig oor- deelt , op gehoofd worden. In de Verga- dering der Diakenen, zit ook één der zel- Cc ven. |
|||||||||||||||||||||
*,
|
"v
|
||||||||||||||||||||
^
|
|||||||||||||||||||||
D A M S III. Deel-
toen reeds by den Tooren vergaderde, be- ^D?j
flooten heeft , den fwacken te geval, den $&$&' eerften dag, het Avondmaal te houden aan eene tafel, en den tweeden dag, zonder ta- fel (c). Wanneer men 't Avondmaal by den Tooren houdt, wordt, des Voormiddags, °0^ in de Kerk by't Lam, gepredikt. 'sVrydags voor 't Avondmaal, houdt men eene Voor- bereidings-predikatie. In February en N°" vember, is de gewoonlykfte tyd van doope°> des Zondags 's avonds eene week voor 't hoü" den van 't Avondmaal; wanneer 'er ook» 's Voordemiddags, eene Belydenis - predika- tie gedaan wordt. De Voordemiddags - Pre- dikatien beginnen ten negen uuren; doch als 't Avondmaal is, een half uur vroeger, 's Na" demiddags, beginnen de Predikatien altoos ten twee, en 's Avonds ten vyf uuren. ,^t- De Diakenen, die twintig in getal zyn > ^
dienen vyf jaaren agtereen. Jaarlyks, gaan11 'er vier af, in welker plaats, door de Leer- aars en Diakenen, insgelyks met bewilli- ging der Broederfchap, vier anderen ver- kooren worden. Doch indien 'er, binnertf jaars, een of meer Diakenen, die nog niet in 't laatfte jaar van hunnen dienft waren'» mogten overleeden zyn, worden 'er zoveel meer nieuwen verkooren. De verkiezing gefchiedt, in 't begin van December, en in 't begin van January, treeden de nieuwlings verkooren Diakenen in dienft, en worden de afgaanden bedankt. Doch zo een of meer nieuwlings verkooren Diakenen niet gezind zyn, den dienft te aanvaarden, wor- den zo veelen van de genen, die anderszins zouden afgegaan zyn, verzogt, om nog een jaapte dienen,ten ware zy reeds zes jaaren gediend hadden. De Diakenen zyn verdeeld in vier ploegen, ieder van vyf Perfoonen, hebbende elke ploeg het opzigt op de be' hoeftigen der Gemeente, in eene Wyk der Stad, die, ten deezen aanzien, in vierwy ken verdeeld is. In deeze wyken, wordt» van tyd tot tyd , huisbezoeking gedaafl- Ook doen de vier Leeraars, elk in eene wyk» verzeld van eenen Diaken uit elke ploeg» by beurten, eens in't jaar, de benodigiflg tot het Avondmaal, aan de wooningen va" de Leden der Gemeente. Voorts, zyn onder de Diakenen zeven Boekhouders: een Journal' en Grootboekhouder, die den gantfchen ftaat d& Geldmiddelen en der inkomften en uitgaaf van de Gemeente te boek ftelt; een Rejbto' tie-boekhouder of Scriba, die de'befluitenvan de Vergadering der Diakenen aantekent) een Correspondentie-boekhouder, die aanteke- ning houdt van 't gene met meer of mi« be- hoeftige Buitengemeenten wordt gehandeld; een
O) Aantek. vaa R. WILLEMS», i'. A. ƒ• *•
|
||||||
193 A M S T E R
DoopsGE- ven, in zynen rang, eene maand voor, be-
MND.EN ginnende deezen rang, alle jaaren, op nieuws, Kerken, vanden oudflen.De Prefident-Diaken heeft, op eiken Kamerdag, drie Medebroeders, tot zyne byzondere hulpe, by zig: een, die 't Ar- menboek voor zig heeft, waarin aangete- kend ftaat, wat elke behoeftige genooten heeft, en wanneer; een ander, die de As- fignatien fchryft van 't gene aan de behoef- tigen toegeftaan wordt, en een derde, die hiervan aantekening houdt in eene klad : waaruit het, naderhand, door den Armen- boekhouder , in 't Armenboek , geboekt wordt. De Prefident-Diaken, met de maand afgaande, wordt, de volgende maand, Cas- houder of Caffier. De Vergadering der Dia- kenen heeft ook haaren Scriba, die aante- kening houdt van de verzoeken, welken, buitengewoonlyk, gedaan worden, en van het toeftaan of afïlaan derzelven. Hy fielt ook de briefjes, waarop de Diakenen, by- zonderlyk, befchreeven worden.' Voorts, draagt hy, nevens den Caffier, zorg, dat de boeken, na 't fcheiden der Vergaderinge, gebergd worden, naar behooren. Leeraars. De Leeraars deezer Gemeente worden ver- kooren, door de dienende Leeraars en Diake- nen , met bewilliging der Broederfchap, aan welke de verkooren Leeraar wordt voorge- fteld, met bygevoegde vraagè, of'er iemant derBroederen ook iet tegen hebbe?'t welk, ge- meenlyk, met fiilzwygen, beantwoord wordt. In elke Kerke, wordt, des Zondags, eens ge- predikt, in de eene, des voordemiddags, en in de andere, des nademiddags: ook op tweeden Paafch-, en tweeden Kerftdag, en op Be- dedag. Doch op tweeden Pinkfler- en He- melvaarts-dag, wordt maar eens, des voor- demiddags alleen, by den Tooren, gepre- dikt. Op Nieuwjaarsdag, al komt dezelve indeweeke, wordt ook, des avonds, by den Tooren gepredikt: op GoedenVrydag, dat is, Vrydag voor Paafchen, van gelyken. Voorts is'er, in January, February, No- vember en December, ook 's Woensdags 's avonds, Predikatie by den Tooren. Vyf- maal 's jaars wordt, by deeze Gemeente, Avondmaal gehouden , doorgaands in Fe- bruary , May, July, September en November, driemaal by 't Lam, alwaar, volgens eene ou- de gewoonte onder de Vlaamfche Doopsge- zinden , het brood en de beker , door de Leeraars en Diakenen, uitgedeeld en rond gebragt wordt aan de Deelgenooten , die op hunne plaatfen blyven zitten; en twee- maal by den Tooren, daar men, volgens 't gebruik der Waterlandfchen en der meefte Proteftanten, aan tafel gaat: zynde my maar één voorbeeld bekend, dat men, in 't jaar 1613, in de Waterlandfche Gemeente, die |
||||||
MI. Boek. Overige PROTESTANTSCHE en andere KERKEN.
|
|||||||||||||||||||||||
199
|
|||||||||||||||||||||||
>SGR-
|
|||||||||||||||||||||||
^%E"een Memoriaal-boekhouder, die de uitdeelin- en de Laden,.op dezelven en op de huizen Doopsgs-
Süitf. ê£n aan de behoeftigeii, by wyze van klad- gefield, betaald worden. Vier Diakenen zyn zinden deof Notitieboek, aantekent; een Armen- Boedehneefiers. Hunne poft is de boedelsKerk*»- boekhouder, die, in't net, aantekening houdt der behoeftigen, die aan de Gemeente ver- |
|||||||||||||||||||||||
Van t gene de behoeftigen genieten; een
familie- en Kojtw'mmng - boekhouder, die den naat en 't beroep der behoeftige huisgezin- |
vallen , elk in eene van de vier wyken der
|
||||||||||||||||||||||
Stad, aan te Daan en te redden. Vier ;
deren, insgelyks, elk in eene wyk, zyn 0/>- |
|||||||||||||||||||||||
öen en perfoonen te boek dek, en een Turf- zienders over zulke behoeftigen, die befteed
*« Spys -boekhouder, die van de turf, het worden, om een Ambagt te leer en. Twee vleefch, de boter, de kaas, de gort en an- Diakenen zyn CemmiJJariffen tot den inkoop ■ Q fpys, die, ten dienffce der behoeftigen, van Turf en Spys, en een is gefield tot het jngekogt en uitgedeeld wordt, aantekening invorderen en verantwoorden der boeten, houdt. Een der Diakenen, en wel, byzon- die, by verfcheiden' gelegenheden, ten be- cierlyk, de Cahier, doet, alle Vrydagen, 's hoeve van de armen der Gemeente , ver- pademiddags ten drie uuren, in de Kerke by beurd worden. De Diakenen hebben ook t Lam, uitdeeling van Tarwen- en Roggen- de beurten, om, by 't uitgaan der twee Ker- Mood. En in 't begin van December, ge- ken, de aalmoe/Ten der Gemeente te verza- lchiedt, ter zelfder plaatfe, eene algemee- melen, onder hunne vier ploegen, verdeeld. ne uitdeeling van Vleefch, Boter, Kaas en De Cas deezer Colleiïe wordt gehouden irt anderen voorraad van fpyze tegen den win- de Kerk by den Tooren, werwaards, de pen- ter. Doch mannen of vrouwen, die, buiten ningen, in de Kerk by 't Lam gecollecteerd, deeze en andere Doopsgezinde Gemeenten, eens ter maand , moeten worden overgc- getrouwd zyn, genieten geen' onderftand bragt, wordende de armbofTen aan de Ker- uit de Gemeentelyke Cafle, fchoon 't aan ken, om de drie maanden, geledigd. Wy Diakenen gelaaten is, om, in hoogennood, fpreeken niet van de Regenten van 't Oude- aan zulke perfoonen, de helft te geeven van Vrouwen-Huis der Gemeente, noch van die t gene zy, anders, zouden genooten heb- van 't Linden- en Rypen-Hofje, die ook ben. Van de overeenkomd van den jaare uit de Diakenen worden gefield, omdatwy 1759, met de Nederduitfche Gereformeer- voorhebben, in de befchryving deezer Gods- de Gemeente, volgens welke,de huisgezin- huizen, nader, van dezelven te gewaagen. |
|||||||||||||||||||||||
hen onderileund worden, door de Gemeen
le, daar de man Lidmaat is; de Weduwe, door de Gemeente, daar zy Lidmaat blyft. |
|||||||||||||||||||||||
Ten diende der behoeftigen, zyn, in dee-' Diaco-
ze Gemeente, ook vyf Diaconejftn gedeld, neff«i. die, even als de Diakenen, en op denzelf- |
|||||||||||||||||||||||
en de Weezen, door de Gemeente,daar de den tyd, voor den tyd van vyf jaaren, ver-
Jangftleevende Lidmaat geweed is (d) ; heb- kooren worden, en van welken, gemeen! yk,
ben wy, reeds by eene andere gelegenheid, jaarlyks, eene afgaat. Zy zyn, te gelyk,
gewag gemaakt (e). Wyders, zyn 'er nog Regenteffen van 't Oude - Vrouwen - Huis.
eenige andere byzondere dienden of Com- Plet huishoudelyke der behoeftigen , en 't
mimen, onder de afgegaane en dienende voorzien derzejven van kleedinge én ande-
Diakenen, verdeeld. Vier hunner, met den re noódwendigheden is haarer zorge aanbe-
oudden, of eenen der oudde Leeraaren aan volen. Zy komen, op den zelfden tyd als
t hoofd, zyn, voor hun teeven, Commijfaris- de Diakenen, in haar Vertrek in de Kerk
Jen over de buitenlandfche Zaaken, die, voor- by den Tooren, des Donderdags nademid-
haamlyk, het onderdeunen van vervolgde dags, byeen.
or verarmde buitenlandfche Doopsgezinden De Gemeente heeft, tegenwoordig, twee Dotfo- emeenten betreffen, en in gemeenfchap Doftoren, twee Chirurgyns en drie Apo-ren'ch{-
J?et de Doopgezinde Gemeente, die in de thekers, die, door de Kerkenkamer, dat is, g""Ypo-
on vergadert, worden waargenomen. Vier door de Leeraars en Diakenen, verkooren thekers.
hSïf ' Diakenen zyn Bouwmeeßers. Zy worden. De Doftoren en Chirurgyns be-
neDDen topzïgt 0Ver 't onderhoud der twee dienen ieder twee wyken, en van de Apo-.
iverKen, en der verdere huizen van de Ge- thekers, bedient een twee wyken, en de an-
rneente, welke laatden zy verhuuren: ook deren twee elk eene wyk.
zorg draagende, dat de verfcheenenhuuren Wy komen nu tot de befchryving derKweek-
ontvangen worden. jje Groot-Boekhouder Kmekfiboole, in deeze Gemeente opgeregt fchool
en vier andere Diakenen zyn CommilTam- om jongelingen bekwaam te maaken tot den **
fen over de Obhgatten en Papieren- Effeclen Predikdienft. Men hadt, reeds in 't jaar^Kn,
ftfu Gemeente, agtgeevende, dat de ver- 1680, den Leeraar Galenus Abrahamsz.vex- in de Ge
|
|||||||||||||||||||||||
toe
|
|||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||||
AMST E R D A M S
|
|||||||||||||
200
|
|||||||||||||
hem zelfs, na 't overlyden van den Profes- D^Eir
for Clericus, het onderwyzen der Logica aan p^Eif- zyne Medefludenten hadt aanvertrouwd- Men verkoor hem dan tot Profeffor in de Theologie en Philofophie. Doch zyne ver- kiezing bleef geheim. Hy werdt, in 't vol- gende jaar, eerft tot Proponent bevorderd» en deedt toen, tot voortzetting zyner fW' dien, eene reis naar Engeland. Midlerwyl» vondt de Kerkenraad geraaden, te beproe- ven , of men de voorgenomen Kweekfchool, op redelyke voorwaarden, ook tot eene So- cieteits-Kweekfchool zou können maaken: waarover, in 't jaar 1735, aan twee en veer- tig der rekkelyfte Buiten - Gemeenten ge- fchreeven, en met de Gemeenten in de Zon en in de Arke Noachs gefproken werdt. Aan de meefte Buiten-Gemeenten werdt, op haar verzoek, het beraamde Ontwerp op de Kweekfchoole toegezonden. Men befchreef- ze zelfs hier ter Stede. Doch maar zes Ge- meenten zonden hier afgevaardigden. Daar werdt, derhalve, niets geflooten, en de Ge- meente alhier bleef belaft met het bewind en met de koften der opgeregte Kweek- fchoole. Nieuwenhuis, zyne intrede, met eene Latynfche Redevoering, gedaan heb- bende , ving de openbaare Leffen aan, in 't vertrek der Leeraaren in de Kerk-by den Tooren, op den eerften December des jaars 1735. Zyn opvolger, Heere OosteR- baan, is, in 't jaar 1761, beroepen. Hy is verpligt, de Philofophie en Theologie te onderwyzen. Doch de Kerkenraad heeft den oudflen Leeraar, Klaas de Vries, die zig, veele jaaren, in de Wis- en Natuur- kunde , naar de nieuwe Engelfche wyze, ge- oefend hadt, verzogt, aan de ftudeerende jeugd, in de voornaamfte deelen der Phi- lofophie , Leffen te willen geeven; waartoe hy een gedeelte van den tyd, die hem van zynen gewoonlyken Predikdienft. overfchiet, heeft afgezonderd. De werktuigen, die, in zyn Collegie, tot het doen van Natuurkun- dige en andere proeven, gebruikt worden, zyn , door eenige vermogende Leden der Gemeente, bekoftigd. ^ De Kweekfchool ftrekt, volgens het Re- ÖV
glement op dezelve, den zevenden No- $&$' vember des jaars 1737, by den Kerkenraad, vaftgefteld, niet alleen om jonge Luiden bekwaam te maaken tot den Predikdienft-, in deeze Gemeente, alhier) en in andere Doopsgezinde Gemeenten , alomme; maar ook om' te bezorgen, dat eenige min ver- mogende Buiten-Gemeenten, die zig, aan het opzigt van deeze, byzonderlyk, heb- ben aanbevolen , van Leeraars , en van middel omze te onderhouden, voorzien worden. Zulke Gemeenten zyn, nogtans, ver-
|
|||||||||||||
Döopsge- toe men hen, door voordeelige voorwaar-
ziNDEN den, zogt aan te moedigen, zig, onder an- Keuken. deren, verbindende , om han een eerlyk Gelegen- beroep te bezorgen, zo zy al niet mogten de'opreg.Aaagen, in 't bekomen eenerLeeraarsplaat- ting der fe. En 't werk hadt zo veel opgang, dat, zelve, in 't jaar 1692, aan Doclor Galenus , als Onderwyzer of ProfeJJbr, gelyk hy ook, fom- tyds, genoemd werdt, eene jaarwedde en vrye wooning werdt toegelegd. Agt Ge- committeerden der Kerkenkamer, van welken Galenus een was, hadden het opzigt over de Kweekfchool, en oordeelden over de vor- dering en bekwaamheid der Studenten. Doch in 't jaar 1699, nog by 't leeven van Doólor Galenus, die eerft in 't jaar 1706 overleeden ïs, werdt beflooten, Pieter Noordyk, Leer- aar te Utrecht, tot Prediker en Profeffor al- hier , te beroepen, op eene wedde van agt- tienhonderd of tweeduizend guldens in 't jaar. Noordyk bedankte egter voor 't beroep als Profeffor; doch werdt, in 't jaar 1703, Leer- aar , terwyl Galenus voortvoer met het on- derwyzen der jeugd tot zynen dood toe. Noordyk werdt, in 't jaar 1708, nog eens ver- zogt om het Profefforfchap te willen aannee- men; doch hy bleef het, beftendiglyk, af- flaan(/). Men liet dan de Doopsgezinde jeugd ftudeeren, ten deele op 's Lands hooge Schoo- ien, of op de doorlugtige Schoole deezer Stad, en ten deele,by deRemonftranten. 't 1 Ontwerp om de Kweekfchool te herftellen werdt egter niet uit het oog verlooren. In
de jaaren 1709 en 1713, deedt de Doops- gezinde Gemeente van Rotterdam voorfla- gen aan deeze, om eene Societeits - Kweek- fchool op te regten; 't bewind over welke ftaan zou aan zekere Sociëteit der rekke- lykfte Gemeenten, opgeregt om de behoef- tige Gemeenten van Leeraars te voorzien, die toen nog nu en dan byeen kwam; doch nu, federt veele jaaren, niet meer. Doch men kon eikanderen niet verftaan, naar be- hooren. In de Gemeente hier ter Stede, bleef de zaak nogtans leevendig. De Ker- kenraad handelde 'er over, in de jaaren 1715 en 1716, en men nam, in 't jaar 1726, een uitdrukkelyk befluit, om eenen Profeffor aan te ftellen. Nogtans, verliepen 'er eenige jaaren , eer men een bekwaam voorwerp aantrof, om deeze poft te bekleeden. Ein- delyk, wierp de Kerkenraad, in 't jaar 1733, het oog op Tjerk Nieuwenbuis, die zig, op de Hooge Schoole van Franeker , geoefend hadt, en tot Doctor in de Philofophie be- vorderd was, en die nu, in de Theologie, ftudeerde onder de Remonftranten, daar men |
|||||||||||||
(ƒ) Refolutieboek der Kam« L', D. tl. 11, 1««, 167,
I«8 , 20».
|
|||||||||||||
III. Boek. Overge PROTESTANTSCHE en andeke KERKEN. aoi
*%^"verphgt,jaar!yks, aanhouding van den ver- ke wy, hier voor (g), gefproken hebben, Doopsge-
^seNi benden onderftand te verzoeken, en geene geeft hy maar ééne Les in de Philofophie. zinden ' Leeraars te verkiezen, dan die, in de Kweek- De Lellen, die, altoos, in de Latynfche taa- Kerken» fchoole, van welke wy fpreeken, tot Pro- Ie, gegeven worden,mogen door elk, zon- ponenten , bevorderd zyn. Zy moeten, aan der onderfcheid van gezindheid , worden dezelven, met den onderftand, dien zy van bygewoond. De gewoonlyke tyd van ftu- deeze Gemeente trekken, en die twee hon- deeren is vyf jaaren, twee in de Philofophie, derd en vyftig,of uiterlyk driehonderd gul- en drie in de Theologie. Doch die toonen, dens beloopt, ten minfte vyf honderd gul- dat zy zig, op de openbaare HoogeSchoo- densin 't jaar, können toeleggen. Doch zo len, genoegzaam , in de Philofophie , ge- zy hiertoe buiten ftaat zyn, worden zy ge- oefend hebben , zyn alleen verpligt, drie weezen tot andere Doopsgezinden Gemeen- jaaren in de Theologie te ftudeeren. De Jen, of aan de Beftierders van zekere maa- Studenten zyn gehouden , Latynfche Ora- ■jwg'i ten deezen einde, door den Diaken tien en DifTcrtatien, en Predikatien, in de jan Honoré , aan deeze Gemeente , ge- Nederduitfche taaie, te doen, terwyl zy, daan. Men is niet gewoon, den onderfland in de Philofophie en Theologie, ftudeeren, te verminderen, wanneer eene min vermo- op gelyken voet omtrent, als onder de Re- gende Gemeente de wedde van haaren Pre- monftranten (h). Het onderzoek der Stu- dikant tot zes honderd guldens mögt können denten gefchiedt tweemaal 's jaars, in de brengen : doch wel, wanneer zy in ftaat Lente en in den Herfft: waartoe de Gecom- geraaken mögt, omze verder te können ver- mitteerden tot de aankweeking der Leeraa- hoogen. De Gemeente onderhoudt eenige ren , byzonderlyk , befchreeven worden , Kweekelingen, doch niet meer dan zes of fchoon alle de Leden van den Kerkenraad agt, en draagt de koften hunner ftudien, daar by ook können tegenwoordig zyn. Zy, Zonder zig egter , tegenwoordig , verder, die tot Proponenten ftaan te worden bevor- byzonderlyk, aan hun te verbinden, in geval, derd, worden over de Leere ondervraagd, zy met tot den Predikdienft mogten können en van 't gantfche onderzoek wordt, op den bevorderd worden. De Kweekelingen, 'tzy eerftvolgenden Kamerdag, aan den Kerken- zy, uit deeze Stad, of door eenige Buiten- raad verflag gedaan: waarna de bevordering Gemeenten, worden voorgedraagen, wor- tot Proponenten gefchiedt, in welke de den niet aangenomen, dan na dat zy getoond Broederfchap ook ftilzwygende bewilligt, hebben, genoegzaam bedreevente zyn in de De Profeflor is geen Lid van den Kerken- Griekfche en Latynfche taaien:'t welk ook, raad, ten zyhy 'er, byzonderlyk, toe ver- °mtrent de Studenten in 't gemeen, plaats zogt worde. heeft. Het onderhoud der Kweekelingen is De tweede Doopsgezinde Gemeente hier II.
°p twee honderd en vyftig guldens bepaald, ter Stede houdt haare Vergadering nog, i n Befehl- en zy verbinden zig, om geen beroep, bui- de Zon, op den Singel, 't Gebouw, welk^dser ten bewilliging van den Kerkenraad, te aan- twee ingangen heeft, op den Singel en op gezinde vaarden, zonder de koften te vergoeden, de Heerengraft, werdt, in 't jaar 1683, Gemeen- die, ten hunnen behoeve, gedaan zyn. De van binnen en van agteren, t'eenemaal, ver-te >haare Proponenten genieten drie honderd guldens nieuwd. Ook is de ingang op den Singel, S?hou- s jaars, tot dat zy een vaft beroep hebben, voor weinige jaaren, verbouwd, en boven dende m ^n zyn, midlerwyi, verpligt,de predikbeur- de poort een bekwaam vertrek gemaakt, °e Zon. en, die hun, door den Kerkenraad, opge- daar de Diaconeffen byeen komen. In het raagen worden, waar te neemen: ook zul- zelve, zyn eenige kaften, waarin de Mee- hKi ten" Gemeenten, die geenen Leeraar ding voor de behoeftigen bewaard wordt. • ebben, 0p laft van den Kerkenraad, voor De Kerkenkamer , een ruim vertrek in 't
d-Sï' te dienen- Het °PziëE over wellen, tegen den agtergevel der Kerke, rien *0f ƒ hoole ftaat aan tien Gecommitteer- is toen ook vernieuwd, en fchept haar licht, den P l VnklWeekmg der Leer aar en, zynde Van boven, door een' grooten Koepel. De JnKl ïÜT'de vier Leeraars,twee altoos Kerk zelve is van eene ruime gafery voor- danDiyvende Leden uit de Diakenen, en drie zien, ruftende op zes houten kolommen. De «weren, die mt de dienende Diakenen, ge- Predikftoel ftaat tegen den agtergevel van « "% nen worden- 't gebouw, in 't wellen. In 't ruim der Ker- 4b0r-v PePlYfdr°r> die 2yn eigen Samenflelfel ke, hangen drie; onder de galery, tegen over
|
||||||||||||||
J
|
r E d?S •' Pïaf..vyf Lelfen in de Theologie, en den Predikftoel, twee, en aan elke zyde, nog
|
|||||||||||||
i
|
||||||||||||||
'%
|
||||||||||||||
%*V XLm df ™°foPhie ter- weeke' te geeven, twee koperen Kaarskroonen. Voorts, is de
JcenïV6 V*c™tien> die, door den Ker- Kerk aad,_ geregeld zyn. Doch tegenwoor- m bm*. «,.
8 » en m gevolge d£r fchikj^ *ym wel. (h Zie hier voor, U. $»U
Cc 3
|
||||||||||||||
AMSTERDAMS III.Deel.
|
|||||||
i02
|
|||||||
Doopsge- Kerk van bekwaame geftoelten voorzien. behoeftige Ledemaaten: een ander dat der ®^v0
zinden J)q Gemeente der Doopsgezinden, die in Ledematen in 't gemeen, en der gebooren ggs*s** erken. je 2on vergadert , wordt doorgaands ge- Kinderen : een derde bezorgt den vrydora
ftfer^deé- diend vän drie Leeraars en tien Diakenen , van Lands- en Stads Laflen : nog twee heb- zer Ge- die den gewoonlyken Kerkenraad uitmaaken. ben opzigt over de Weeskinderen, die op meente. Doch toen de Friefche Gemeente, in't jaar een ambagt befleed worden. Eindelyk, houdt Kerken- J752, met deeze , vereenigde, kwamen , een der Diakenen het Copyboek der Brie- met dezelve, drie Leeraars over, van wel- ven, die , door den Kerkenraad , worden ken nog twee in 't leeven zyn. De Ker- afgevaardigd. Op het waarneemen deezer kenraad vergadert, alle Woensdagen, des byzondere poften, en den dienft der Dia- Zomers , ten drie, en des Winters ten half kenen in 't gemeen, is, reeds in 't jaar 1664, drie uuren na den middag. Doch tot het een uitvoerig Reglement gemaakt, welk, in verkiezen van Leeraaren,en eenige andere 't jaar 1684, vernieuwd , en in de jaaren zeer gewigtige zaaken , wordt de groote 1697, 1727 en 1753, in verfcheiden' op- Kerkenraad befchreeven, die uit de Leer- zigten, eenigszins, veranderd is. By het ' aars en uit de dienende en afgegaane Dia- zelve, zyn eenige boeten op verzuimenis- kenen beftaat. fen en misflagen in het waarneemen der by- Leeraars. De verkiezing der Leeraaren gefchiedt, zondere poften gefield, die, door den Pre-
by eenpaarigheid of by meerderheid van de lident, ingevorderd, en , by gelegenheid, Hemmen des grooten Kerkenraads, die voor- befleed worden, tot vervulling van voorko- af eene Nominatie maakt; doch de verkie- mende nooden , welken niet bekwaamlyk zing moet, door de Broederfchap, worden ten lafte der Gemeente können worden ge- goedgekeurd, die, ten dien einde, des Zon- bragt. De behoeftige Ledemaaten, onder- dags, na dat de verkiezing gedaan is, ver- fland begeerende,können zig, alle Woens- zogt wordt, na 't eindigen van den Voor- dagen , vervoegen aan de Kerkenkamer , middags-dienfl , een weinig te vertoeven, daar weekelykfche uitdeelingen van klee- DePredikatiengefchieden, hier, op de zelf- ding en noodpenningen gefchieden: doch op de tyden, als by de Gemeente, die by 't Lam het Hofje der Gemeente in de Tuinftraat, en den Tooren vergadert, met dit onder- wordt brood en turf uitgedeeld. De be- fcheid alleenlyk, dat, in de Zon, op Goe- hoeftigen, die op dit Hofje woonen, wor- den Vrydag niet, en op tweeden Paafchdag, den, alle maanden, en de behoeftigen buiten alleenlyk des Voordemiddags , gepredikt het zelve, alle drie maanden, door de Diake- wordt. Ook wordt 'er 't Avondmaal maar nen, bezogt. Elke behoeftige ontvangt zy- driemaal 's jaars gehouden, op den eerflen ne bediening alle vier weeken. Doch in No- Zondag , in Maart, in July, en in November, vember, gefchiedt 'er groote uitdeeling van De Leeraars, elk van eenen Diaken verzeld, Vleefch, Spek, Boter, Kaas, Gort en an- doen , eens 's jaars , in den Herffl, in hunne dere fpyze , in de Kerke. De verkiezing byzonderewyken, huisbezoekingbydeLeden van Diakenen, in de plaats van de afgaan- der Gemeente. Men heeft, in deeze Gemeen- den, gefchiedt, jaarlyks, op den eerflen te, onlangs, eene nieuwe en zeer fraaije be- Woensdag-avond in December, na 't eindi- rymingder Pfalmen ingevoerd, die, zo my gen van den gewoonlyken Kerkdienfl. Voor- berigt wordt, door een Genootfchap van ken- af, wordt der Broederfchap afgevraagd, of ners en oefenaars der Poëzye, gedigt, en zy daarby tegenwoordig wil zyn, danofzy, uitgegeven is, onder de Spreuk Law Deo, in de verkiezing des Kerkenraads, beruft? En Saks Populo. zy verklaart zig, genoegzaam altoos, ftilzwy- Diake« De Diakenen dienen vyf jaaren , en zyn, gende, voor het laatfte: waarna haar de ge-
nen, eerfl na dat zy vyf jaaren buiten dienfl ge- daane verkiezing, terftond, bekend gemaakt weeft zyn, op nieuws, verkieslyk. Eender wordt. Deverkooren Diakenen worden, op oudften is Scriba, en houdt aantekening van den eerflen Zondag in 't nieuwe jaar, na '-* voorkomende zaaken en genomen befluiten: eindigen van den Voormiddags-dienfl, door een ander is Groot - Boekhouder , en levert, eenen der Leeraaren, plegtiglyk, beveiligd jaarlyks , een' netten flaat of Balance aan en ingezegend. , p den Kerkenraad. De Scriba behoudt zyne Wyders, zyn, in deeze Gemeente, vier Dj^
poft, zo lang hy in dienft is; doch de ove- Diaconejfen, die, gemeenlyk,voor haar lee-n rigen negen zyn, maand om maand , eerfl ven, in dienft blyven, en door den dienen- Caflier en daar na Prefident. Elk hunner den Kerkenraad verkooren worden. Zy ^°" heeft, daarenboven , eene byzondere poft men, om de veertien dagen, des Woens- waar te neemen. Twee zyn Bouwmeeßers, dags, op het zelfde uur als de Kerkenraad, en hebben 't opzigt over de vafte goederen byeen. . Jp der Gemeente. Een houdt het boek der Voormaals, plagten de Jongelingen, die^/
zig
|
|||||||
III. Boek. Overige PROTESTANTSCHE en andere KERKER
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
203
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
j
|
Kt
|
t, aS tot denPredikdienftfchikten,in de Ge- blyven, en met, gelyk in andere Gemeen- D00PSGS.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
meente, van welke wy fpreeken, door ee
nen der Leeraaren, onderweezen en geoe- fend te worden. Doch in 't jaar 1753 , kort na dat de Gemeente van de Arke Noachs zig met deeze vereenigd hadt, werdt men te raade , eenen der Leeraaren, D°. Pe- trus Smidt , het ProfefTorfchap in de Godgeleerdheid enz. op te draagen, en, on- der 't opzigt der Leeraaren en dienende Dia- kenen in 't gemeen , als Curatoren , eene Kiveekfihool op te regten, voor zulken, die genoegzaame ervaarenis in de Latynfche Taaie, en andere bekwaamheden hadden, om) in de gemelde taaie, tot den Predik- dienfl, te worden opgeleid. Men gaf van deeze opregting kennis aan de Gemeenten, die, met deeze, behoorden tot eeneSocie- teits-Vergaderinge, welke,jaarlyks,byeen- komt; dezelven noodigende, om haare jon- .gelingen te zenden op de nieuwe Kweek- fchoole, die reeds verfcheiden' Leeraars aan ■Doopsgezinde Gemeenten heeft uitgeleverd. De Reglementen, op deeze Kweekfchoole gemaakt, komen, in de meefle opzigten, overeen met de Reglementen , voor de Kweekfchoole der Gemeente,die by't Lam en den Tooren vergadert. Doch de Gemeen- te in de Zon laat maar drie ^/a/ram'of Kwee- kelingen toe, om óp haare koflen te ftudee- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ten, na verloop van eenige jaaren, afgaan, z'kdep
Een der Dienaaren des Woords is Oudfle ,Usxm* en, in deeze hoedanigheid, alleen bevoegd, om Doop en Avondmaal te bedienen; waar- toe hy, door een', twee, of drie dernaafl- gezetene Oudflen, plegtiglyk, en met op- legginge der handen, wordt ingewyd. Hyy en de andere Dienaars en Diakenen worden, uit en door de gantfche Broederfchap, daar toe, byzonderlyk, famengeroepen, by een- paarigheid of meerderheid van flemmen , verkooren. Men ziet, in deeze verkiezin- ge, op de meeflgeoefenden, en die, te ge- lyk , van eenen fligtelyke.n wandel zyn. Doch aan een' verkooren Leeraar wordt, op zyn verzoek, altoos, eenige tyd gelaa- ten, omzig, tot het aanvaarden van den Predikdienfl, te bereiden. Des Zondags, en op de Feefl- en Bededagen, wordt 'er, in de Kerke deezer Doopsgezinden , maar ééne Predikatie gedaan , des Vbordemid- dags. In de weeke, wordt 'er niet gepredikt, behalve des Saturdags, tot Voorbereiding voor 't Avondmaal, welk 'er, gewoonlyk, tweemaal 's jaars, gehouden wordt, opPaa- fchen, en tegen den winter. Dé gewoon- lyke Vergaderingen der Gemeente, en de byzondere Byeenkomflen der Broederfchap worden aangevangen en beflooten, met een |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ren. De ProfeiTor geeft zyne LefTen in de flil Gebed of Dankzegging , waarvan de
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Leeraar, vooraf, den inhoud opgeeft. De
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
\ Kerkenkamer
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ff*
|
De derde Gemeente der Doopsgezinden Dienaars en de meefle mansperfoonen doen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
S^ i\^er h011^ haare Vergaderingen, op den dit gebed, knielende. In de Vergaderinge,
|Sjj ^leuwe - zyds - Agterburgwal, aan de wefl- bedient men zig nog van eene oude Over- '/"N, j^de, tuflchen de Lynbaans- en Spaarpots- zettinge des Bybels, genaamd die vanMco- %'rSe Reegen, naafl de herberg de zes Kruiken. Zy laas Bleflkens, welke, by de Doopsgezinden, !Nhoe> t' a^ *n dß zeftiende eeuwe, den naam van ouds, gebruikt werdt; doch, federt, by de"^!" §edraagen van Oude Vlaamingen. Ook heeft de meeflen, voor de nieuwe Overzettinge, \ts XhQn naar> fomtyds, Dantzigers genoemd, op laft der Staaten deezer Landen gemaakt, \ °m dat zy met ééne der twee Doopsgezin- en in 't jaar 1(537 in 't licht gegeven, ver- een Gemeenten te Dantzig , aldaar, oud- wifTeld is. Wyders, is, by deeze en dier- tyds, Klerken genaamd, zo't fchynt, naar. gely ke_ Gemeen ten, de plegtigheid der Voet - |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eenen Oudfle of Leeraar, die Klerk of
■Klerk heette, altoos, Broederlyke gemeen- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
waffchinge nog in gebruik; doch niet, ge-
lyk onder zulke oude Vlaamingen, die, met |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
jchap onderhouden heeft, en door dezelve, den naam van Groningers , onderfcheiden
°mtyds, van Leeraars voorzien is. De Ver- worden, by de onderhoudinge van 't Avond-
gaderplaats der Gemeente is een langwerpig maal, en in de Kerke; maar alleen, omtrent
vierkantbeneden-vertrek,tegens welkswes- Oudflen of Dienaars, die van eenige Bui-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
iÜvm Wand' de Predikfloel gefield is, in't tengemeenten herwaards gezonden zyn; en
miauen eener afgeflooten bank voor de Die- ter plaatfe, daar zy hunnen mtrek genomen
«aren en Diakenen. Regt tegen over den hebben. De Kerkenkamer, van welke de
gedikitoel in 'tooften, is eene kleine ga- Dienaars des Woords en de Dienaars der
ery,en even binnen den ingang van't een- armen Leden zyn, wordt op geenen vaflen
^oudig gebouw, eene Kerkenkamer. tyd gehouden, doch vergadert, doorgaands,
De Gemeente, van Welke wy fpreeken eens of tweemaal ter weeke, naar dat zulks
L°e? ' te§eilwoordig , bediend van vyf de gelegenheid vordert. De Diakenen raad-
fiehrk Dienaars des JVoords, die nog, pleegen, in de voornaamfle zaaken, de zorg
vantJan^uds' zonder wedde, dienen;en voor de armen betreffende, altoos, met de
W£e Diakenen,, die in geduurigen dienfl Dienaars des Woords.
Me
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vu
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
%,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hl. Deel.
|
||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||
so4
|
||||||||||||||||||||||
Col-*'*
|
||||||||||||||||||||||
fchikt, werden Collegien der Propheet en ge"
naamd, en in de oudfte Synoden van de jäh- ren 15Ó8, 1571 en 1574» fterk aangewe- zen («). Men beoogde , onder anderen> op deeze wyze, geoefende Luiden op te te1* den tot den Predikdienft (o). Doch de Cor legien, van welken wy fpreeken, hielden •> na 't opregten van Hooge Schooien, ntec lang ftand by de Gereformeerden en Luther' fchen. Zelfs raakten zy, by de DoopsgS" zinden , daar zy de voornaamfte Kweek' fchoolen der Predikanten plagten te zyn> meer en meer, buiten gebruik, tot dat h& afzetten en bannen van veele Remonftrant* fche Predikanten, omtrent het jaar iöip» gelegenheid gaf, dat zulke Leden van by* zondere Gemeenten, die zig van hunne Leeraars ontzet zagen, en zig niet genö£' gen konden met het gene hun, in de open' baare Kerke, geleerd werdt, de oude oefe- ningen , welken fommigen zelfs boven de Predikatien ftelden, wederom begonden in te voeren, en eerft te Warmond,daarna te Rynsburg, en vervolgens ook in andere Ste- den en Dorpen deezer Provinciën, Collegien op te regten, daar vryheid van leeren gß" geven werdt aan elk verftandig en befchei' den Chriften. Doch 't liep, tot in of om' trent het jaar 1646, aan, eer, te Amfter"- dam, om het opregten van zulk een Colte' gie gedagt werdt. Omtrent dien tyd, of wat eerder, was
met der woon herwaards gekomen AdaP Boreel, van wien wy boven (ƒ>) reeds ge- waagd hebben; die, nevens Galenits Jbra- hamsz. de Haan, wien, naderhand, het Leer- aarampt onder de Vlaamfche Doopsgezinden opgedraagen werdt; Michiel Komans, die o> tot de Remonftrantfche, of tot de Doops- gezinde Gemeente behoorde, en Daniela Br een, die, te Leiden, onder den Remon- ftrantfehen ProfefTor Episcopius, geftudeerdr en, na 't veroordeelen der Remonftrantfche Leere in de Synode van Dordrecht, de HoO' ge Schoole verlaaten hadt ; hier het eerft5 Collegie opregtte, op het Rokin over h& Rotterdammer Veer, op den zuiderhoek v^ de Kalfsvelsfteeg, in een huis , dat van l S. Marias Kloofter hertimmerd was,en no£ in wezen is. Hier vergaderde, door den ty^» een goed getal van luiden van allerlei gß' zindheid, gelyk ook de eerfteopregtersnißt; eenerlei belydenis aankleefden. Boreel w^5 van Gereformeerde herkomft• Gatend Doopsgezind: Komans, veelligt , Ren«>n" ftrantfch, en de Breen plagt ook tot deRe" monftranten te behooren. De yver van Gar (a) Zi' Kerk. Handboekje bl, i, 17, u, 1*1 ».'1 87>f '
(o) Kerk. Handb. bl, j. (p) Blad:., Iji+, |
||||||||||||||||||||||
Coi,le» Alle de Doopsgezinden Gemeenten zyn,
GiANtEN op den zesentwintigften January des jaars Ver" 17145 door Burgemeefteren deezer Stad , |
||||||||||||||||||||||
gader-
PLAATS
|
||||||||||||||||||||||
vermaand, tot het houden van aantekening
|
||||||||||||||||||||||
der geboorenen onder haar (z), om, indien
't vereifcht wordt, gelyk dikwils gebeurt, getuigenis te können geeven van den dag van iemants geboorte. Wyders , hebben Burgemeefteren en SecretariiTen deezer Ste- de , by meer dan eene gelegenheid, beves- tigd , dat, op de verklaaring der Mennoni- ten, of der zulken, die, wegens hun be- grip uit het Evangelie, zwaarigheid maa- ken in het doen van eenen eed; en dus dee- ze verklaaringen doen, met waare woor- den , in plaatfe van eede; hier, volgens een aloud gebruik, altoos regt gedaan wordt (£). By de Vlaamfche, Waterlandfche en oude Friefche Doopsgezinden Gemeenten, was, oudtyds, het trouwen voor den Leeraar, in de Kerke, in gebruik. Doch op den twaalf- den Auguftus des jaars 1621, kreegen al- len, die op deeze wyze getrouwd waren, bevel van de Wethouderfchap, om, binnen drie maanden, voor Schepenen te verfchy- nen, en hun huwelyk nader te doen beves- tigen (/). IV.
VERGADERPLAATS der
|
||||||||||||||||||||||
Óf/
|
||||||||||||||||||||||
Eer men, in 't begin der Reformatie ,
hier te Lande, Hooge Schooien hadt opgeregt, alwaar jonge Luiden in de Her- vormde Leere onderweezen, en tot waar- neeminge van 't Predikampt bekwaam ge- maakt werden; hadt men , by alle de ge- zindheden , die van 't Pausdom waren afge- weeken, eene foort van oefeningen inge- voerd, die men hielde gegrond te zyn op eene plaats van Paulus - Brieven (m). Men liet, naamlyk, zelfs gemeenen broederen ge- legenheid, om, in de Kerke, na de Predi- katie , of op andere bekwaame tyden, een- gedeelte der H. Schriften, beurtswyze, te verhandelen, tot ftigtinge der Gemeente, met redelyke vryheid, om iet, welk ande- ren nuttig oordeelden, te voegen by 't ver- handelde. Onder de Gereformeerden, noem- de men deeze wyze vanoefenenproponeeren, en propheteeren, om dat menze hieldt te ge- lyken naar het gene de Apoftel, in de aan- gehaalde plaatfe, propheteeren noemt. De Byeenkomften , tot deeze oefeningen ge- (») Gtoot-Memor. N. IX. ƒ. 179. Handv. bl. +64.
\k.) Handv. bl. 46$. Zie os^hiei voor, II, Pef/, XI. Boek, bl. 409. (/) Keutb. I. ƒ. 2«7. Handv. bl, 4«+,
(m) x Kjr. XIV. zfi-^o. |
||||||||||||||||||||||
Oor-
fprong
der Col- legien, onderde by zen de- re Ge- zindhe- den der Her- vormden, |
||||||||||||||||||||||
III. Boek, Ovêrge PROTESTANTSCHE en andere KERKEN. 205
\jjkw s braSc egtjer te wege ,dat veeleDoops- in de Synode bekend mögt zyn. En deezen Collis*
%* SeZinden het Collegie bywoonden, waarom betuigden „ geene kennis altoos te hebben, g^rte« J^fi 5et' by Veelea, en zelfs by de Regeering „ dat 'er, in hunne Stad, eene Rweekfchool ^. deezer Stad , voor eene Fergadering van „ van Sociniaanen zyn zou. Doch twee jaa- plaats. Mennonißen, werde aangezien (q). Doch, „ ren geleeden was hun, zeiderize, voorge- niet lang na de opregting van het Collegie, „ komen, dat zig aldaar zekere Vergade- vielen de Gereformeerde Predikanten dee- „ dering van Mennoniften openbaarde • zerStadj of eenigen der zei ven der Regee- „ waaromtrent Burgémeefteren zulke orde nnge klagtig^ datT 'er Sociniaanfche dwaa- „ hadden gefield, dat de Predikanten daar- hngen verfpreid werden op't Collegie. De „ in genoegen genomen hadden." DeLe- ^ociniaanen waren , federe het jaar 1638, den van Holland verftonden dan, dat meri m Poolen vervolgd (r): en eenigen derzel- de zaak niet verder roeren zou (t). 't Colle- ven hadden de wyk genomen naar Holland gie, eenigen tyd, op meer dan éérie plaats, en naar deeze Stad. Een hunner Schriften gehouden zynde, werdt, zo 't fchynt, eer- Was hier zelfs, by den beroemden Drukker lang, wederom ov ergebragt in het Huis op Joan.Blaaiiw tóiz naderhand Schepen werdt, het Rokin. Galehus Abrahamsz. bleef het in't jaar 1642, van de pers gekomen; doch, bywoonen; doch deedt, na eenige jaaren by Schepenen-VonnifTe, in de Stads tuin, verloops, zyn beft, om het in de Doopsge- Verbrand (ƒ). 't Zou dan zeer wel zyn kon- zinden - Kerk by 't Lam over te brengen, of nen, dat iemant, die hunner Leere toege- ten minflen, om in die Kerk ook een Cöl- Qaan was, zig op 't Collegie vervoegd, en legie op te regten. Tot het laatfte, werdt, zyn gevoelen aldaar voorgefteld hadt. Doch byzonderlyk in de jaaren 1055 en io"ó'o,ge- burgémeefteren, onderzoek doende, op de arbeid (ji). Doch 't gelukte niet, dan na natuur van 't Collegie, kreegen geen ander dat de Gemeente, die federt in de Zon by- berigt, dan dat het eene Fergadering van eenkwam, zig van de Gemeente, die by 't Mennonißen was. Nogtans, vonden zy ge- Lam vergaderde, gefcheiden hadt; en na dat raaden, het Collegie op het Rokin te doen de laatftgemelde Gemeente zig met deWa^' fluiten. De Predikanten lieten zig hierme- terlandfche hadt vereenigd. De Collegian- de genoegen. Doch de Collegianten ver- ten bleeven egter op het Rokin vergaderen, gaderden, na verloop van eenigen tyd, we- tot dat zy, in of kort voor het jaar 1675', derom op eene andere plaats, en onder an- een huis huurden, op de Keizersgraft, aais deren in 't huis van zekeren Koopman, zo de ooftzyde, tegen over den Schouwburg, ik meen, Anthony Rookeww, op de Keizers- daar de Oranjen - appel in den gevel flondt. §raft, by de Groenlandfche Pakhuizen. In Hier hielden zy, in 't gemelde jaar, hunne £en Zomer des jaars 1648, ftelden de Ker- gewoonlyke Byeenkomften. Hoe zy dit J^elyke Afgevaardigden van Breda, op de Huis, ten zelfden tyde, tot een Weeshuis ^uidhollandfche Synode, die te Delft gehou- aangelegd , en federt gekogt hebben, zullen den werdt,voor „ dat,te Amfterdam, eene wy, watlaager, te boek ftellen. Een he- )j SociniaanfcheKweekfchoolopgeregtwas; vige twift, die, naderhand, onder de Col- j> en dat de Sociniaanen, die dezelve had- legianten, ontftondt, gaf gelegenheid, dat » den opgeregt, van de Wethouderfchap de Regenten van 't Weeshuis, in 't jaar 1685, ■■> verzogt hadden, in de Stad te mogen bly- het Collegie, voor beide de twiftende par- I» ven woonen." Men vraagde den Am- tyen , toeflooten. Zy vergaderden toen, iterdamfchen Predikant Rudolpkus Petri, die ieder afzondeflyk: de eene party ihdePrin- f? Synode by woonde, wat hy 'er van wift? fenftraat, in een huis, welk ook een' uitgang yAverklaarde „ niet te weeten, dat 'er, in op de Prinfengraft hadt, en in laater' tyd, " Amfterdam, eenig Collegie van Sociniaa- tot eene Kerk der Friefche Doopsgezinden " nen ware; maar wel, dat de Kerkenraad vertimmerd is; en de andere party wederom " ^a" de Wethouderfchap hadt vertoond, op het Rokin, en naderhand, in eene ge- j, dat te Rynsburg, eene vergaderingvan wezen' Glasblazery op de Keizersgraft, tüs- " Ierlche^i' gezindheden begon in zwang fchen de Ree- en ßeerenftraaten. Doch in 't », te gaan. DenKaaLÓsheerJobanvanForeefl, jaar 1690, werdt het Collegie in den Oran- je de ^'node,alsCommiffarispolitica ,hadt jen-Appel wederom, voor beide de partyen, Dygewoond, verfiagvan>t seb£urde doende geopend, mids zy, op afzonderlyke tyden, ^r v ergadennge van Holland; werden de Af- byeen kwamen, en elkanders oefeningen niet pvaardigden der Stad Amfterdam verzogt Hoofden. Maar aan deeze en .andere voor- e willen verklagen, wat hun van 't verhaalde' waar- ff) On?1' ?oU-, 3° ST: ,s*8- *'. 330 (t) Refol- Ho"- ». 3" &P>- ***** «• 3IJ , 33o. w
05 «>artyd- Chton. tl. 7i. • 33°' hier aeter »» <*e Bylaagen £'. E. A'. i rti a. ' *3 ' '*
«»»dt Dagw. */. 3z. ,u) Lammeien Kryg, tl. i*.
U- STUK. (Dd
|
||||
III. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
2od
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
uit en door de intekenaars tot de Kas, DJ ^ER-
meerderheid van ftemmen, worden vervuld. gApe'^ 't Beftier deezer Kaffe is, in 't jaar 1734' n-AAT op eenen geregelder voet gebragt, en toen is vaftgefteld, dat de middelen derzelve zou- den dienen. 1.tot onderhoud van behoefti- ge Collegianten. 2. tot betaaling van eeni- ge Gemeentelyke onkoflen. 3. tot vervul- ling van eenige dringende nooden buiten de Collegianten. en 4. om aan iemant on- der de Collegianten eenige penningen op In- treft te fchieten, tot voortzetting van een eérlyk beroep. Wyders, zyn de Beftierders deezer Kaffe ook Regenten van zeker Hof- je , het Roozen - Hofje genaamd : waarvan wy , ter zyner plaatfe , nader gewaagen zullen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Colle- waarden werdt, naar 't oordeel der Regen-
giantün ten van 't Weeshuis, niet voldaan naar be- gadÊr- nooreI1: waarom het Collegie aldaar, ih 't plaats, jaar 1694, andermaal geflooten werdt. Bei- de de partyen hielden toen, beurtswyze, zo ik meen, byeenkomften in het gemelde Huis in de Prinfenftraat, de kleine Zon genaamd, om dat 'er eenigê Doopsgezinden, die uit de Zon waren uitgegaan, Vergaderingen ge- houden hadden; tot dat zy, iri 't jaar 1700, vereenigden, en wederom in het Weeshuis den Oranjen-Appel byeen kwamen. Befchry- Zy vergaderen, nog tegenwoordig, in een ving van bovenvertrek van het zelfde Weeshuis, welk het Col- ineen Johg'man's- en Dogters - Huis onder- denOran- fcheiden is. Het eerile heeft zynen ingang, |
|||||||||||||||||||||||||||||||
jen-Ap
pel. |
die ook de toegang naar 't Collegie is, op
de Keizersgraft, over den Schouwburg. In |
||||||||||||||||||||||||||||||
't vertrek, tot het Collegie gefchikt, zyn
alle de Plaatfen voor elk gemeen. De Ge- meente, die hier gewoonlyk byeenkomt, houdt, tegenwoordig, maar eens ter wee- ke, des Zondags, na den middag, midsgaders, op Bede- en Hemelvaartsdag, openbaar Colle- gie. Daarenboven, is'er nog eene byzohdere oefening, die voor Jongelingen gefchikt is. Zy, die, in 't openbaare Collegie , ge- woonlyk , het woord voeren, worden daar- toe , doorgaands, vooraf verzogt door de be- kwaamde Leden der Gemeente; fchoon men aan elk befcheiden en verftandig Chriften yryheid laat, om aan de Gemeente voor te draagen, 't gene hy oordeelt tot ftigtinge te können dienen. Gemeenlyk, wordt 'er, na 't zingen van een' Pfalm of geeftelyk Lied, en na 't doen van een gebed, een gedeelte der H. Schriftuure verklaard; en, na dat 'er gelegenheid gelaaten is, om eeni- gê aanmerkingen te maaken over 't gene men gehoord heeft , wordt de Verklaarde Tekfl, doorgaands door een' ander', toege- paft; waarna de gantfche oefening, met een gebed en dankzegging, welk, veeltyds, van een gezang wordt voorgegaan , beflooten Wordt. Eens 's jaars, gemeenlyk in Februa- ïy , wordt 'er 't Avondmaal gehouden. Aan den op- en ingang naar de Collegieplaats, zyn eenige Armboffen gefield: een ten be- hoeve van armen van allerlei gezindheid: de overigen ten behoeve der Weezen, die in dit Weeshuis worden opgevoed. De behoeftige Collegianten worden onder-
fteund uit eeneArmenkas, tot welke, jaärlyks, wordt ingetekend. Zy ftaat onder 't opzigt van drie Beftierders, welken drie Gecom- mitteerden toegevoegd zyn, met welken zy, in zekere gevallen, moeten raadpleegen. Zy dienen drie jaaren. Doch jaarlyks gaat 'er een Beftierder en een Gecommitteerde af, welker plaatfen, in 't begin van December, |
|||||||||||||||||||||||||||||||
V.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
QUAKERS - VERGADERPLAATS.
De Proteftantfche gezindheid, welke, al
vroeg, fpotswyze, Quakers ge- noemd is, heeft haar begin genomen ter ge- legenheid der predikinge van eenen Engelfch- man, George Fox genaamd, die, omtrent het jaar 1647, opftondt. Zy heeft zig, hier ter Stede, in of kort voor het jaar 1656, neder* gezet. De éerften, die hier leerden, en eeni* gen aanhang maakten, waren Willem Arnes, jan Stubs en Willem Katon. Arnes kwam, in 't jaar 1657, ten tweede maale, in Am- fterdam ; doch kreeg toen bevel van Bur- gemeefteren, om de Stad te ruimen. Hy maakte zwaarigheid, om dit bevel te ge- hoorzaamen, en werdt, daarop, nevens ze- keren Humbie Thatcher, ter Reguliers-pooite uitgeleid. Maar Arnes was, den volgenden dag, al wederom in de Stad, daar hy zig nog eene geruime wyle ophieldt, en onder de Doopsgezinden en Collegianten vry wak ingang vondt. Katon kwam , na hem, is Amfterdam. Doch zy keerden beide, eeï' lang, naar Engeland. Arnes kwam, nog i'1 't jaar 1662, hier ter Stede weder,daarhy> in 't zelfde jaar, overleeden is (y). De Qua-* kers hielden hunne eerfte Vergaderihgefl» in byzondere huizen hier ter Stede, zee* in 't heimelyk, en fomtyds tot diep in de*1 nagt. Doorgaands, kwamen zy byeen, ifl een' gang aan de fchans, by de Reguliers' poort, de Engelfibe gang genaamd, en nog» in den zuidooftelyken hoek der Botermark0' te vinden: 'fomtyds, ook buiten de Stad, aan den Amftel, op het Kuipers-, en 8**?r" hand op het Verwers-Pad, in eene Looije' rye. Doch na't jaar 1663 («>), werdt, meen |
|||||||||||||||||||||||||||||||
ff
sis*5.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
W
|
fi'
|
||||||||||||||||||||||||||||||
&
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
A3?'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
(v) W. Sïwfl Hift. der Quakffs, H '71'
Oj W. StWEt Hift. dei Quakeis, bl. H«> |
|||||||||||||||||||||||||||||||
20J
1*71
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
III-Boek. Overige PROTESTANTSCHE en andere KERKEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
207
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
&
|
Vjj. Rs ik, de Vergadering wederom binnen de Stad worden hier vermaand, om die gaave op te Quakers
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^ö.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
verlegd: en, zo my berigt wordt,gehouden wekken, en zig in ftaat te ftellen, om de-VER-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
h
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zelve mede te deelen, in de Godsdienffige^??*-
Vergaderingen. Men vermaant of beftraft 'er, wyders, de ongeregelden, die, zo zy zig, na herhaalde vermaaningen, niet be- teren , van de Gemeente uitgeflooten, of, gelyk de vrienden zig uitdrukken, ontkend worden, tot de Broederfchap te behooren. Ondertuflchen , kan zulk een uitgeflooten Lid zig van de verklaaring, in eene maan- delykfche Byeenkomfl: gedaan, op eene drie- maandelykfche, en van daar, op eene jaar |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
*4rs. in
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
June
Ndi |
een huis in de" Driehoekftraat, aan de
zuidzyde der Brouwersgraft; tot dat de Ge- meente , in 't jaar 1675, een huis kogt op |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^'Sa.ge de Keizersgraft, tuffchen de Leliegraft en
"Plaats. Prinfenftraat, alwaar zy, in 't volgende jaar, voor 't eerft vergaderde, en, nog tegen- woordig , byeenkomt. Het huis is kenlyk aan een' gefchilderden Driehoek, die boven de deur ftaat. De Vergadering komt by- een in een ruim binnenvertrek, welk, dik- ^As, van nieuwsgierigen vervuld is. De |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gejoöfiiyke Vergadering deezer_ Gezindheid lykfche Byeenkomfl beroepen. Van 't gene,
f des Zondags, of, gelyk zy liever fpree- in deeze Byeenkomften, voorvalt, wordt, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
«en, op den eerften dag der weeke,'s voor- door een'der Vrienden, aantekening gehou-
demiddags ten half tien, en 's nademiddags den. In dezelven, wordt ook op de Leer, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ten twee uuren.
. Het beftier der Gemeente ftaat aan ee nige Oudften of Opzienders; hier ter Ste' |
Leerwyze, en inzonderheid op het gedrag
der gewoonlyke Leeraaren en Leeraareflen der Gemeente agc gegeven. Voor veertig of vyftig jaaren, was, hier
ter Stede, ook een gezelfchap van ßeevers, gelykze genoemd werden, die op den Over- toomfchen weg byeenkwamen. Doch het heeft niet lang ftand gehouden. Men on- derregt my, dat deeze Beevers egter nooit tot de Gemeente der Quakers hier ter Ste- de behoord hadden , gelyk men, ligtelyk, uit de overeenkomft in den naam (1), ver- moeden zou. Behalve de befchreeven Proteftantfche
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
let
|
ute."
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de, doorgaands, vier of vyf in getal. On-
der dezelven, zyn 'er twee , aan welken net onderhoud van 't huis, daar de Ge- nieente vergadert, byzonderlyk toever- trouwd is. Voorts, maaken zy hun werk Van het bezoeken der Leden van de Gemeen- te, die zy, in hunne behoefte, uit eene ge- meene Kas, onderfteunen. Een der Öpzien- deren is Kashouder: een ander Boekhouder, kenige bedaagde vrouwen hebben, byzon- derlyk , het opzigt over de Zufters, en zyn |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
éven als de Diaconeffen in andere Gemeen- Kerken en Godsdienstige Vergaderingen ,
*en,aan te merken,fchoon zy deezennaam zyn'ernogverfcheiden' GodsdienstigeOefe |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
mngen, in byzondere huizen, zo onder de
Gereformeerden, als van eenige andere Ge- zindheden , tot welken ook de zogenaamde Hernhütfche Broeders behooren; in welker befchryvinge wy ons niet inlaaten. VI.
KERKEN der ROOMSCHGE-
ZINDEN. Wy komen nu tot de befchryving deroer-
RoOMSCHGEZINDEN K E RK E Ngang tot hier ter Stede: waarby wy voegen zuiienfchrv-
een kort berigt van twee andere Chriftelyke VjDg der Kerken, eene Armenifcbe en eene Griekfche, Roomsch- die, tegenwoordig, in Amfterdam, gevon- oezhtde« den worden.
De Roomfchgezinden, die, hier, voor de Aan,e._
verandering der Regeeringe des jaars 1578, ding tot
alle de openbaare Kerken gebruikten, moes- de vry- ten zig, terftondna die verandering, behel-]?eid def pen in byzondere huizen,daar de Wethou-Sden' derfchap hunne heimelyke Byeenkomften, hier ter ' oog-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
njet draagen.
De Quakers in 't gemeen houden maan-
delykfche , driemaandelykfche en jaarlyk- Iche Byeenkomften, beide van mannen en gouwen, doch ieder afzonderlyk; in wel- ke Byeenkomften, zaaken verhandeld wor- den , die 't beftier der Gemeente en deKer- «elyke tugt betreffen. En deeze Byeenkom- ften worden ook hier gehouden; fchoon het klein getal van Quakers in deeze Stad niet gedoogt, dat men zig ftiptelyk binde aan *je orde op deeze Byeenkomften, allereerft, öoor George Fox, in den jaare 1668, aan j Vrienden in Holland aangepreezen (ff), n deeze Byeenkomften, zit niemant voor; ït?<ivina dat de Vergadering, eenigen tyd, » ^u r°p de Hemelfche verlichtinge ge- wagt heeft of ^ dat .a een overlufd |e. bed gedaan ls, ftekde een of de and §ie
gg daar toe oPgewekt of in ftaat ^dt
iet voor, welk het oogmerk der Vergade-
SSAb'tre, Men Ve^oekt hier fommigen
gt Opztenders en Opziendcreiren> En gj. Savannen °^ Vr0UWe«vin welken, mende
&dave om te leeren of te prediken befpeurt, (*> J. Rcxxy Pifcipl. ofti.eQi^e« print* I7,£.p. u.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
't gngelfeh, betekent beeveti.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) to Quake, in
Dd * |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
III. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
203
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ROÖ<
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
RooMscïi- oogluikende, toeliet (j). Doch, na dat de Roomfchgezinden Gemeenten, hier te Lande,
gezinden afval des Graaven van Rennenberg, in den welker Priefters, voor een groot gedeelte, Kerken. jaare I5g0 > fen Staaten van Holland aan- gevlugt of verjaagd waren, wederom van Stede, na jeiding gegeven hadt, tot het verbieden der zielzorgers te voorzien. Te Amfterdam, wa- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
der ing
der lte- geeringe in 't jaar 1578. |
' Roomfche Religie,inhunneProvincie, werdt, ren van de Kloofter-Priefters niet meer dan
ook hier ter Stede, en in de Ambagtsheer- twee Minderbroeders overgebleeven, die, 1 lykheden der Stad, het prediken, trouwen, hier en daar, in 't heimelyk, dienft deeden. doopen en andere oefeningen , naar de Sasbold fchikte, terftond, meer Priefters her- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Roomfche wyze,by eene byzondere Keure, waards. Doch zyn bedryf werdt, toen nog,
verbooden (2). In 't jaar 1589, kwam 'er zo euvel genomen by de hooge Overheid, wederom een Plakaat der Staaten van Hol- dat hy, in 't jaar 1602, met verbeurdver- land uit, tegen de Vergaderingen der klaaringe zyner goederen, ten Lande uit ge- Roomfchgezinden; doch 't werdt, hier ter bannen werdt. Na zynen dood, in 't jaar Stede, niet afgekondigd, dan onder uitdruk- 1614.> droeg Paus Paulus de V. het Vicaris- kelyk beding „ dat Schepenen de flraffen, fchap over de Vereenigde Nederlanden op „ by het zelve gedreigd, naar billykheid, aan Philippus Rovenius, AartsbüTchop van „ en naar de gelegenheid der zaaken, zou- Philippis, die, federt, op den voorflag van „ den mogen maatigen («)." Verfcheiden' de Aartshertogen Albertus en Izabella, kort Leden der Regeeringe verftonden,dat men voor 't uitgaan van 't Beftand, totAartsbis- de Roomfchgezinden zagtelyk handelen fchop van Utrecht, voorfchikt werdt. In moeft. Onder anderen, was van dit gevoe- eenen brief der Vergaderinge van Kardinaa- len Reinier Kant, die, in 't jaar 1580, Bur- len tot voortplantinge des Geloofs, van de» gemeefter geworden was, en wiens Wedu- eerften May des jaars 1628 ,leeft men,dat, we, naderhand, aan den Raadsheer Johan toen, te Amfterdam, onder anderen, twee van Heemskerk, uit wiens aantekeningen, ik Franciskaanen of Minderbroeders, een Do" dit fchryve, verhaald hadt „ hoe hy, als eeni- minikaan , en een Jezuit dienft deeden. R°* s, gen fpraken van de voornaamfte Room- venius, die zeer, met de geordenden, w^" „ fchen ter Stad uit te jaagen, wel hadt dur- ken zig, van tyd tot tyd, drongen in de Staüea . j, ven beweeren, dat men Luiden, die fchot hier te Lande, overhoop gelegen hadt, kwam, „ en lot betaalden, zo niet behoorde te han- in 't jaar 1626, met hen overeen, dat zy, ifl „ delen; en te minder, daar men zelf zo de Statiën te Amfterdam, daar zy toen waren^ „ niet hadt willen gehandeld zyn," daarby blyven zouden, 't Verdrag werdt, door in- voegende „ dat de Roomfchen, te zeer ge- haandenVIII.\ieveft\gd,e.n Alexanderde Vil* 5, drukt wordende, zig mogelyk wederom hing'er, in't jaar 1656, zyn zegel aan. Maar „ in 't bewind zouden zoeken te dringen; Rovenius,die zig Aartsbiffchop van Utrecht „ wanneer de laatfte plaag erger zyn zou, tekende,hadt, midlerwyl, in 't jaar 163*5 „ dan de eerile geweeft was (£)." Doch in de Stad Amfterdam, zo ver dezelve, buiten 't jaar 1591, bevondt men, dat eenige op- den Singel en Kloveniers-burgwal,uitgelegd roerige en den vyand toegedaane luiden, was, verdeeld' in drie Statiën, aan ieder' Pas- onder dekfel van Roomfche Vergaderingen toor in dezelven, die egter, onder de Paftoors te houden, heimelyk, byeen kwamen; waar- der oude en nieuwe Kerken, ftaan zouden- tegen , by eene fcherpe Keure, voorzien zyne Parochie of Kerfpel toewyzende (ß)- werdt (c). Naar maate, nogtans, dat men De Paftoor der Oude Kerke ftondt toen op meer overtuigd werdt, dat de Roomfchge- 't Begynhof, fchoon aan de nieuwe zyd£ zinden niets oproerigs in den zin hadden, gelegen : die der Nieuwe Kerke , op den werden hunne heimelyke Byeenkomften te Nieuwe-zyds-Voorburgwal, by 't Spuy. De Amfterdam zeldzaamer geftoord. Parochien, die, van nieuws, werden opge- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Staat der
Room fche Ker ke, hier |
Na 't overlyden van Fredrik Schenk van regt, waren die van de Noorder- en Wes-
XaM£ew&Krg,AartsbiffchopvanUtrecht,inden. ter-Kerken aan de nieuwe zyde, weiken zig» jaare 1580, gedroegen fommige Geeftelyken van de hoogte van den Jan-R.ooden-Poorts- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tiTia'nde. zig, als Vicariifen van den opengevallen ze- tooren, ftrekten, noordwaards en zuidwaards»
tel, tot dat één der zelven, SasboldFosmeer,in zo ver als de Stad toen bebouwd was; el1 'tjaar 15895 door, of van wegeVaus Gregorms die van de Zuider- of S. Jans Kerke, aan d£ den XIII., tot algemeenen Vicaris der Ver- oude zyde, begrypende het ooftelyk gedee"' eenigde Nederlanden, werdt aangefteld; die, te der Stad, over den Klo veniers - burgw3'; terftond daarna, zyn werk maakte, om de Doch deeze verdeeling heeft geenen ftand ,Y;~~; r r, , ,, können houden (e). En Rovenius werdt, (y) Zie BRANDT I. Deel, bl. «01. v ' ij,
(z.)-Zie II. Deel, X. Boek.., hl. 38«.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(a) 11. Deel, XI. Beek, bl. +04. (d) Batavia Sacta P. II. p.
|
40)'.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(b) Gefbgtreken.
(c) II. Deel, XI.
|
* *__ _ ,,_ _ - _ il T n»*(j
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
va.11 de HEEMSK.E8KEN ƒ. 79. MS,
Boeket bl. 405, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
{e) VAN HEUSSEN en VAN
il, i'Jii 35>8» +!'♦, +17, -»ij |
R.YN Kerk. Oudh. I.
IV. Deel, bl, 1*1, 2< |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III. Boek. Overige Protestantsche EN ANDERE KERKEN. zog
GE^Ca-in t jaar 1640, door 't Geregt van Utrecht, Nuncius te Keulen, wien, reeds in 't jaar Roomsch-
^cN. |ebannen. Te Amfterdam , genooten de 1706, de zorg voor de Roomfche Kerken oezwdïk Roomfchgezinden, ondertmTchen, ten dee- deezer Landen, door Paus Clemens, opge-Kerkes- zen tyde, reeds eene ongeftoorde vryheid. draagen geweeft was, op den hals gehaald ' De Vroedfchap ftemde 'zelfshet vernieuwen hadden; maakten ook zwaarigheid, in het QerPJakaaten tegen hunne Byeenkomften af, aanneemen der Bulle Unigenitus ,'t welk ge«- toen 't, in 't jaar 1636, een' tyd, dat de legenheid gaf, tot groote verdeeldheid, 's Staat met Frankryk verbonden, en met Span- Paufen Nuncien te Keulen en te Bruffel ar- Je in onderhandeling was, ter Vergaderinge beidden, om 't zeerft, om de Roomfchge- Van Holland, werdt voorgeflaagen (ƒ). En zinden deezer Landen te beweegen, tot eene ZJ verklaarde, by dit befluit te volharden, volftrekte onderwerping aan de Paufelyke tQen twee Predikanten, in 't jaar 1644, ter uitfpraak: 't welk hen, by veelen, gelukte, gemelder Vergaderinge, over het toenee- Verfcheiden' Priefters vielen hun, insgelyks, men der Papillen, geklaagd hadden. Men toe. En zy verzuimden niet, zorg te draa- vprftondt egter, dat de heerfchappy van gen, dat de openvallende Statiën, zo veel mtheemfche Kerkelyken over ingezetenen doenlyk ware, voorzien werden van Pries« van den Staat behoorde geweerd te wor- ters, die de Bulle hadden aangenomen. Doch d^n (g). De vryheid der Roomfchgezinden, zulken,die hierin zwaarigheid m aakten, dee- hier ter Stede, nam toe, op het fluiten der den, van hunne zyde, hun beft,om de Ge- jrede, met Spanje, indenjaare 1(548. Na meenten, die hun waren toegedaan , niet de dood van Rovenius, werden Jacobus de ontbloot te laaten van Priefters van hun ge- h lorre, Zacharias de Mez, Joannes van voelen. En zie hier, op welk eene wyze , NeerkaJJel, Petrus Codde en Gerard Potkamp, men dit oogmerk bereikte. tot Paufelyke Vicariffen, aangefteld. Codde, De Priefters, die de Paufelyke Conftitutie Zy, die geweigerd hebbende, het Formulier dervyf hadden aangenomen, de Roomfche Kerk dee- pc°n' punten, die, door Innocent den X. en Ale- zer Landen aanmerkende, als ontbloot van jS.«»- xander den Vil., als bevattende de Leer van haare aloude Biffchoppelyke Regeeringe , tus niet , Cornelius Janfenius , Biffchop van Ypere, en als alleenlyk konnende beftierd worden hadden €n, als uit zyne Werken getrokken, veroor- door zendelingen, die hun geeftelyk gezag aar|geno~ deeld
waren, eenvoudiglyk, te ondertekenen, van buitens Lands, ontvingen, werden ge- kjezên ""
^erdt, eerlang, naar Rome ontbooden; van zonden van de Nuncien te Keulen of teeenen1
waar hy, in 't jaar 1703, te rug keerde, zon- Bruffel, als hiertoe, door den Paus, gemag- AartsWs-
der zig te hebben können verdedigen, tot ge- tigd. Doch hunne partyen, zig houdende ut^ht"1
noegen van't Roomfche Hof,welk hem fchor- voor de regte oude Clerefie of Geeftelykheid,
»v m zynen dienft. Theodorus de Kok, Adam beweerden, dat het Utrechtfche Kapittel,
^amen,tn Joannes van Byleveld, federt zynde.fchoon van zynen voorigen luifter en tyde-
aangefteld, om 't Vicariffchap waar te nee- lyke inkomften verfteken, nog in wezen was,
men, kreegen uitdrukkelyk verbod van 's en, gelyk voormaals, regt hadt, om eenen
Lands Staaten, om zig diergelyke waardig- Aartsbiffchop van Utrecht te kiezen. De
neid aan te maatigen, en om zig, hier teLande, Kapittelen van Haarlem en andere Steden,
te onthouden (h). En federt heeft de hooge waar, in de zeftiende eeuwe, Biffchoppe-
Uyerheid, hier,geenen Paufelyken Vicaris lyke zetels waren gefteld, waren,huns oor-
^ftou. Wll^ngedoogen (2). deels, ook nog niet verdweenen. Men
°ort? d tW^ over de wyze van veroordeelen verkoor dan , in 't jaar 1723 , Cornelius
fej (i-V er voorgemelde vyf punten, die fommigen Steenoven, Priefter te Leiden, tot Aarts-
fO voor de Leere van Janfenius hielden, mid- biffchop van Utrecht, die, door Dominicas
ojj^ï», j\rw7*' zynde doorgedrongen in deeze Maria Varlet, Biffchop van Babylonie, die
l^e ' jgi\ en> nam fterk toe, na dat zekere hon- zig, eenigen tyd, te Amfterdam, onthouden
^Nte Franfï ?*n ftellingen, getrokken uit een heeft (k), ingewyd werdt, en, zo wel als zyne
t* de' Paus ri rk van Paßbier Quesnel, door opvolgers, en de Biffchoppen van Haarlem,
J4Vai1 LvpT" s/enXL, in 't jaar 1713, by welken, federt, verkooren werden, verfchei-
N,»B A ,7 maarde Bulle Unigenitus, veroor- den' Priefters gewyd, en in byzondere Sta-
5<2" óT /*T; VeeJe Priefters hier te Lan- tien, zo hier ter Stede als elders, gefteld
V J L ?°dde> °ok na zyne fchor- heeft. Steenoven is, in t jaar 1725, door
^ng , Hadden blyVen erkennen, en zig, Cornelius Joannes Barcbman Wuytiers; in 't
aar door ' de ongenade van 's Paufen jaar 1734, door Theodorus van der Kroon;
fe nefoi. vroédfeh. N. « l5 „ , en in 't jaar 1739, door Petrus Joannes
J7 i\ ^ci^ vioédfch. N. ,s. " 5fc m6-J- "t r iVlpin-
(h) G ' 2S v"f°- ,S 7""y 1644'
C'^ *^^ffit%5"-Äiiiiiif».'«0.*«7»«0- (k)iï \ T/lf VAN PAPENDEEC** Hift. «ter U-
«•»e«. HM. Al*, üeü, hl. H „^ trechtfclie Kerke, il. $L Dd3
|
||||
III. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||
210
|
|||||||||||||||||||||||||||
„ de gehoorzaamheid aan de Overheid ont *°&sfvtß
„ üaan kan." Voorts, moet hy belooven, ^p#- „ dat hy zig niet zal laaten gebruiken, om „ geld of gelds waarde, aan buitenlandfche „ Klooflers, Kweékfchoolen , of Kerken» „ over te maaken." Na welke verklaaring» Burgemeeileren hem eene AcSfce verleenen > waarby hem wordt toegelaaten, de Prieiler- lyke dienften, hier ter Stede, byprovifie en tot wederzeggens toe, waar te neemen. Al het welke, hier, en alomme in Holland, ge- vorderd wordt, in gevolge van een Plakaat van 's Lands Staaten van den een en twin- tigflen September des jaars 1730 (0). .$ Tegenwoordig, zyn 'er twee en twintigGei\$'
Kerken of Statiën der Roomfchgezinden in ^\l& deeze Stad , en derzelver Vryheid, onder Lß&' welken 'er zeven zyn, welken bediend wor- den , door Prieilers, die de Bulle Unigenitus niet hebben aangenomen, en, in 't gemeen, Janjenifien genaamd worden; fchoon zy de vyf punten, die, als Hellingen van Janfe- nius, veroordeeld zyn, uitdrukkelyk verwer- pen; alleenlyk verklaarendé, dat hun niet blykt, dat dezelven, in de werken van Jan- fenius, gevonden worden. De overige vyf' tien Statiën worden bediend, door Prieilers, die allen deeze Bulle aangenomen hebben* En onder dezelven zyn twee Statiën, waarin Franciskaanen, of Minderbroeders; twee an- deren , waarin Dominikaanen of Predikheer en; een, waarin ongefchoeide Kar meuten, en een, waarin Augufiynen dienil doen. De overi- gen negen worden bediend, door Prieilers, die in geene Moniken-orden zyn, en in 't gemeen Weereldlyke Priefiers oïJVeereldshee- ren genaamd worden. ;j De twee Kerken,die, door Franciskaanen f^i
|
|||||||||||||||||||||||||||
Meindaarts, opgevolgd. Doch het Room-
fche Hof heeft geen' van deeze BiiTchop- pen willen erkennen. Verfcheiden Gees- telyken, die, ter oorzaake van de gefchil- len over het Formulier der vyf punten, en over de Conftitutie Unigenitus, uit Frank- ryk en Brabant, verdreeven werden, kwa* men, midlerwyl, herwaards, en onder an- deren , de vermaarde Quesnel zelf, die, te Amilerdam,veelejaaren, ten huize van den Koopman Arnoud 'Jofepb de Brigode du Bois, gewoond heeft, en, in't jaar 1719, overlee- den is Q). De geleerde Zeger Bernard van Espen ,ProfeiTor in beide de Regten te Leu- ven, begaf zig, in't jaar 17 27, naar Amers- foort {tii), in de Kweekfchoole, die door de Geeftelykheid van Utrecht opgeregt was, en die nog in ftand is. Eenige andere Leden der Leuvenfche Hooge Schoole,en onder ande- ren , de vermaarde Pbilippus Laurentius Fer- hulfl, die, onder den naam van L. Zeelander, tot verdediging der Transfubftantiatie, en on- der dien van Bh.Fläming, tegen de aanneemers der Bulle, gefchreeven heeft; volgden hem, eerlang, derwaards.De jongelingen,die zig tot den Geeftelyken ftaat, onder deeze partye, fchikken, oefenen zig, in deeze Kweekfchoo • Ie, in de Godgeleerdheid, en in andere wee- tenfchappen. De hooge Overheid deezer Landen eri de
Wethouderfchap der byzondere Steden ge- doogen, niet alleen, deeze tweederlei foor- ten van Roomfchgezinden; maar laaten zelfs, op veele Plaatfen, onder de aanneemers der Conftitutie, die hunne zending van buitens Lands bekomen, geordende Prieilers toe, onaangezien 's Lands Staaten, dikwils, ge- oordeeld hebben, dat men dezelven, en in |
|||||||||||||||||||||||||||
Rootascfi-
gezinden
Kerken. |
|||||||||||||||||||||||||||
De aan-
neemers der Con- ftitutie en hunne partyen ■worden, bdde, hier ter Stede, toegelaa- ten. |
|||||||||||||||||||||||||||
of Minderbroeders, bediend worden, zyn ver- ^ ^
re de grootilen, in getal van Ledemaaten^Ä- |
|||||||||||||||||||||||||||
't byzonder de Jezuiten, behoorde te wee-
ren (h). In deeze Stad, zyn zelfs, nog te- genwoordig , eenige Roomfche Kerken, die, door geordende Prieilers, bediend worden. Voormaals, zyn, hier ter Stede, ook Jezui- ten toegelaaten geweeft, welker twee Ker- ken, in't jaar 1730, geflooten zyn, fchoon men verzekert, dat zy, zeer in ftilte, nog op twee plaatfen, in deeze Stad, dienft doen. Doch geen Prielier wordt, ergens in Hol- land, noch byzonderlyk in deeze Stad, toe- gelaaten , voor dat hy zig aan Burgemeefle- ren vertoond, en, op zyn Priefterlyk woord, verklaard, en door zyne handtekening be- veiligd heeft „ dat hy een' afkeer heeft van „ de Helling, dat de Paus, of eenige an- „ dere Geeftelyke magt de onderdaanen van (O C. P. HOYNCK VAN PAPENDRECHT Hlft. der U-
tieciitfche Kerke. hl. %%. im) Lettre d'un Pretre Francis imfr. 1754. ?■ LIV. 8c
dans les Piec. autent, f. izs>. O) Groot-Plakaatb, V. Deel, bl. Jêl, $63, SH> S&S t
577» J7*' VU Deel, H, 5«7, |
|||||||||||||||||||||||||||
Eene derzelven, de talrykfle van de twee,
|
£ Hf'
|
||||||||||||||||||||||||||
#r
|
|||||||||||||||||||||||||||
f
|
|||||||||||||||||||||||||||
ilaat op de S. Antonis- of Jooden-Breéilraat,
|
'jaf.
|
||||||||||||||||||||||||||
aan de zuidzyde, daar Mozes en A'dron in defl ,,^r<
gevel ilaan, welk teken, aldaar, door de1]^ ftigter van 'thuis, die een Jood was,geilel" geweeil is. 't Gebouw is, voor eenige jaä' ren, van binnen, geheellyk, vernieuwd, & in 't jaar 1759, is 'er ook een nieuwe gaV?' voor gezet. De Kerk zelve, die midden ^ 't gebouw ilaat, is fraai opgetimmerd, e van drie galeryen voorzien, In dezelve, ï1^ verfcheiden' Altaarftukken van den verm^f' den de Wit. In 't voorhuis van de wooflif» der Paters, hangen eenige konftige Schü'jr" ryen, onder welken uitmunt een Italiaan^ iluk, verbeeldende S. Franciscus in vPxtü king, verzeld van twee Engelen. Op ce-D ruime binnenplaats, ter zyde van de Kerk^ (») Zie Groot-Plakaatb. VI. Deel, *'• »*7«
|
|||||||||||||||||||||||||||
M.Boeic. Overige Protestantsche EN ANDERE KERKEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||
211
|
|||||||||||||||||||||||||||
!&**
*&?■ |
|||||||||||||||||||||||||||
ftaat een fierlyke fontein en pomp. De Kerk,
Y.an welke wy fpreeken, wordt tegenwoor- dig van vyf Paters bediend. Het gebouw ltaat, in de Regifters der Verpondingen, °P den naam van den oudften. -De andere Kerk der Franciskaanen of
Minderbroederen ftaat aan de ooftzyde der ^alverftraat, digt aan 't zuideinde; en komt, van agteren, uit op 't Rokin, daar't Boompje in den gevel ftaat, welk ook in de Kalverftraat Ulthangt. 't Gebouw is, voor eenige jaaren, Van binnen, fraai vertimmerd, en, op 't Rok- ^ ï voorzien van eenen breeden agtergevel. De Kerk heeft twee groote galeryen boven fikanderen, die drie zyden van 't gebouw "eüaan, en op zes nette houten kolommen ruiten. Het Choor, daar 't Orgel ftaat, en , Zangers geplaatft zyn , is op de eerfte galery. jvjen heeft, in deeze Kerke, eeni- ge fraaije fchilderftukk en van Graat, van Ll{ychem en andere meefters. Zy wordt ook van vyf Paters bediend. Men meent, dat öe Minderbroeders, die, hier , van ouds, een aanzienlyk Kloofter hadden, en in't jaar 1578, nevens de Roomfche Reg-ering ter Stad mt geleid werden, zig, federt, altoos, tieimelyk, in dezelve onthouden, en, hier «n daar, in ftilte , dienft gedaan hebben; tot dat zy,tuflchen de jaaren 1620en 1630, Vryheid kreegen, om Kerken te ftigten, en, eenigszins openlyker, dienft te doen. , De Dominikaanen of Fredikheeren, die zig, ?0rt na de verandering, immers omtrent den Jaare 1620, in deeze Stad bevonden , en ene Statie bediend hadden, hebben, tegen-
woordig, twee Kerken, die elk door twee aters worden gediend: waaruit alleen ge-
noeg af te neemen is, behalve dat het my ook van elders,is gebleeken,dat zy, intal- 7«heid van Leden, niet haaien können by £e Kerken der Franciskaanen. Beide de Ker- *en ftaan in hetoudfte gedeelte der Stad. Aa' °udfte vandetwse 'Senaamdhet Stad'
tik tan Hoorn ' we^ ' *:1 den v00rgevel, ^ §enouwen is, ftaat aan de weftzyde van j n j^ienwe-zyds-Agterburgwal, benoor- omtren^°rsJesfleeg- 'c Gebomv is' in of
z^Sl-I737' T TJof va,n BT
»gang maa?4 egter bepaalden, dat de
duim iyd 2Ven VOet h0°3' d\ie VOet vier ten moeft zynVï? eene,effen deur Sf 00- Verbeterd; en de.' V™ hT6n.' .merke,Jk geheellyk vernieTiwT^i' Z tJ?* PÜ ?** galeryen. He," r?' " T t"*
de S i • , z Uioor is op de twee- ^ Boven, m tanden-der S&fe, ftaat
|
en heeft, ter wederzyde, nette, geflinger- Roomsch.
de, houten kolommen. Inde wooning der genden Paters, zyn eenige konftig gefchilderde af-KERK£Ä beeldfels van voornaame mannen uit de Orde der Dominikaanen, en onder anderen een van Paus Benedictus den XIII. De Kerk van welke wy fpreeken, plagt door Wee- reldsheeren bediend te worden (q), en fchynt eerft omtrent het midden der voorgaande eeuwe, door Dominikaanen, in bezit geno- men te zyn. De andere Kerk, die, door Paters van dee-2. De
ze Orde, bediend wordt, ftaat aan de weil- K"k by zyde van den Singel, bezuiden de Bergftraat, ien7an' over den Jan - Rooden - Poorts - Tooren. Zy p°0„£ is, hier ter plaatfe, in 't jaar 1644, geftigt. Tooren. De Gemeente, die hier, gewoonlyk, ver- gadert , is, federt omtrent veertig jaaren, fterk toegenomen in getal. De Kerk is een net enlugtiggebouw;doch niet groot, naar gelang van de grootte der Gemeente: waar- om dezelve, gedeekelyk, geplaatft wordt ,j in twee vertrekken onder de eigenlyke Ker- ke , alwaar de predikatien, door eene ope- ning in de zolder, bekwaamlyk, gehoord können worden, ik weet niet, dat hier ee- nige uitmuntende Altaarftukken worden ge- vonden. De Kerk, daar, in de Franfche taaie,ge-Kerk dir
predikt wordt, waarom zy , veeltyds, de°"Ä«- Franfibe Kerk wordt genaamd , wordt be-tyBeilie. diend van twee Paters van de Orde der on-fe»™f'" gefchoeide Karmeliten, die, uit het Kloofter Fmn/cbt van deeze Orde te Parys, herwaards gezon- %sr*' den worden. Zy ftaat op den Nieuwe-zyds- Voorburgwal of Boommarkt, even bezuiden de Roosmarynfteeg, en heeft ook eenen uit- gang , op den Nieuwe - zyds - .Agterburgwal. Zy is, naar my berigt wordt, onder den naam van La Cbapclle de France of Franfche Kapel, geftigt, in 't jaar 1662; doch in 't jaar 1733, met verlof van Burgemeefteren (/•), van vooren, op de Boommarkt, en van binnen, fraai vertimmerd. De eigenlyke Kerk is een hoog en fierlyk gebouw. Zy heeft twee ga- leryen, die op vier fraaije houten kolommen ruften. Het Choor is geplaatft op de hoogfte galery. Boven het zelve, is een klein ga- lerytje voor den Orgeltreeder. Rondsomde Kerke, zyn tien fraaije Basrelieven, in ros- agtig graauw , of Lindenhoutskleur , van den "beroemden de Wit gefchilderd (s), ver- beeldende de Evangeliften en de voornaam- fte Kerkvaders. In de zaal van de wooning der Paters wordt een fraai Schilderftuk van Rubbens bewaard, de afneeming des Heilands |
||||||||||||||||||||||||||
hu
|
|||||||||||||||||||||||||||
i.i.
|
|||||||||||||||||||||||||||
eirge en luSöge ■Koepel, tegen welke
|
|||||||||||||||||||||||||||
van
(q) VAM HEUSSEN en VAN E)»* 'Kerk, Quith. Jfljg, D(n
M. 19».
(r) Groot-Memoc. N. X. ƒ. 99.
(,) van gooi. Nieuwe Schouwburg H. jieel hl x;c
|
|||||||||||||||||||||||||||
,c AÏ Rotting yan Chriftus^iIderd i
|
is.
|
||||||||||||||||||||||||||
'<»Sotdrer Kerke is ^rffk^wa;
|
|||||||||||||||||||||||||||
III. Deel;
|
||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||
£12
|
||||||||||||||||||||||
gelyk, in het zelve, boven 't Zangers-Choor, j;^,»«*1
waar ook de tyd der ftigtinge aangetekend pra-";- ftaat, te leezen is. De tyd der verfieringe van 't gewelf wordt ook, boven 't Altaar» en boven de woorden Deo. opt. max. datis? aan den befien en grootfien God, door dit TyG' fchrift, aangeweezen: agnVs qVI oCCIsVs est ab orIgInb
MVnDL dat is:
Bet Lam dat gefidgt is vaii de grondkg-
ginge der moeereld. De Kerk heeft maar eéne galery, die op7
vier houten kolommen ruft. Boven dezel- ve j is het Choor. Beneden, in de Kerke, tegen den wand, is het Mirakel der Heilige Stede, in twee Schilderyen . verbeeld. Jaar- lyks,op, en agt dagen na den dertienden Maart,wor Jt de gedagtenis van dit Mirakel > in deeze Kerke, met byzondere plegtigheden» gevierd. Verfcheiden' Priefters, van binnefl en van buiten de Stad, dienen by ditFeeft. Het Sacrament wordt dan, van binnen, de Kerk omgedraagen. Aan de twee kolommen naaft aan den ingang der Kerke, hangen, op dien tyd, twee Vaanen, konftiglyk befchil- derd , die, van ouds, by de plegtige omme- gangen door de Stad, plagten gebruikt te worden . en met het jaartal 1555 getekend zyn. Ook bewaart men hier nog vier ou- de kuflens, die, met de gefchïedenis van het wonderwerk, zyn beftikt; en een kon- ftiglyk geborduurde kafuifel, welke , eer- tyds, door Keizer Maximiliaan, aan de Ka- pel der Heilige Stede, zou zyn vereerd ge- weeft. De Kerk munt niet uit, in konftige fchilderyen: doch men heeft 'er eenige M' taarftukken van Johan Ween x, en daar on- der eene geboorte des Heilands en eene Hemelvaart der H. Maagd, die uitvoerig en kragtig gefchiiderd zyn: ook eene Op" ftanding des Heeren van J. Foorhout, en een ftyk, in 't graauw, welk, door de Wir> gefchiiderd is, en het Geloof verbeeldt. Vaö ouds, plagt, in de Kapel van 't Begynhof, eefl gedeelte van het waare kruis, zo men g£' loofde, bewaard te worden; gelyk my, ui1 eenen Aflaatbrief van den jaar e 14.26, di-'0 ik, op dat men ook een voorbeeld van dee- ze foort van brieven hebben zou, hier ag/ ter (w) geplaatft heb, gebleeken is. Dochdi£ overblyffel fchynt niet meer voorhanden te zyn. Een ander, in laater' tyd herwaards ge' zonden, wordt nog, driemaal 's jaars aan de eerbiedenis derGemeente voorgefteld- In dee* |
||||||||||||||||||||||
van 't Kruis verbeeldende. Ook is 'er, in de
Kerke , een marmeren konftftuk van den Beeldhouwer 'frangois Abfiel; zynde eene ftaande Maria, met het kind Jezus op den |
||||||||||||||||||||||
ROOMcCH.
GEEINDx.N Kerken.
|
||||||||||||||||||||||
arm.
|
||||||||||||||||||||||
In de Spinhuis-fteeg, daar de Ster op de
deur ftaat, is eene Kerk, die thans, door drie Paters van de Orde der Augitfiynen, be- diend wordt, 't Gebouw plagt, in de voor- gaande eeuwe, gebruikt te worden tot een Pakhuis, waar de goederen, die, door de Commifen der Admiraliteit, werden aange- haald , gebergd werden. De Auguftynen ^ die, op meer dan ééne plaats, hier ter Ste- de, plagten dienft te doen , hielden toen Godsdienflige Vergaderingen, in een bo- venvertrek van een huls op den zuiderhoek van de Huidenvettersfloot, waar , nader- hand , de Engelfche Episcopaale Kerk gehou- den is. Doch in 't jaar 1699, betrokken de Auguftynen het gebouw in de Spinhuis-fteeg, welk, van binnen , tot eene hooge en defti- ge Kerk vertimmerd werdt. Zy heeft twee galeryen, die op vier ronde kolommen rus- ten. Regt tegen over 't Altaar, welk zin- lyk gebouwd is, heeft men eene afg;fchoo- ten zitplaats voor de voornaamften uit de Gemeente. De Predikftoel munt uit in fraai- heid. Ook zyn 'er verfcheiden' konftige Schilderyen, in deeze Kerke. Van de negen Statiën, welken, doorwee-
reldlyke of ongeordende Priefters, die de Bulle Unigenitus hebben aangenomen, be- diend worden, zyn 'er agt in de Stad, en eene buiten de Stad, in de Vryheid Onder de agt Statiën in de Stad, is, gewifle-
lyk, die van 't Begynhof eene der oudften, zo 'niet de oudfte van allen, 't Begynhof zelf, ftaande tufTchen de Kalverftraat en Nieuwe- zyds-Voorburgwal,is een der oudfte gefügten van Amfterdam, gelyk wy, hierna , in de befchryving van het zelve, toonen zullen. De Begynen-Kapal werdt, na de verande- ring der Regeeringe , tot eene Engelfche Presbyteriaanfche Kerke, gefchikt. De Pas- toor, die, in dezelve, dienft plagt te doen, Werdt, in't jaar 1580, ter >tad uit, naar den Haage gevoerd. Doch omtrent den jaa- re 1620 , begon men wederom dienft te doen op 't Begynhof, in eene byzondere wooning aldaar. De vermaarde Leonard Ma- Tius werdt, in 't jaar 1631, Paftoor op't Be- gynhof, en Overfte der Begynen (t). Men rtigtte'er, in't jaar 1672, de tegenwoor- dige Roomfche Kerk, in 't weften van 't Hof, waarby eene bekwaame wooning gevoegd werdt voor den Paftoor. In't jaar 1725, is het gewelf der Kerke jfierlyk, bepleifterd, (*) Van Heussen tn van Ryn Keik, Oudh. IV, £>«/,
il, 202., |
||||||||||||||||||||||
Kerk der
Augufty-
nen, ge- naamd de Scer. |
||||||||||||||||||||||
Negen
Kerken, die be- diend worden,
door
weereld-
lyke
Priefters
aannee-
mers der
Bulle
Unigeni-
tus.
I. Op 't
Begyn-
|
||||||||||||||||||||||
Ö
|
%e
|
|||||||||||||||||||||
(»; Bylaagen, is. F.
|
||||||||||||||||||||||
Ui Boek. Overige Protestantsche EN ANDERE KERKEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ai3
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
?*»D»v"
|
De Gemeente h Roomsêr-
den Paftoor, die nog, e ven als voormaals,te die hier gewoonlyk vergadert, is zeer tal-ÖEZINDE» gelyk, Overfte of Vader der Begynen is, ee- ryk, en overtreft, in dit opzigt, alle de ove- Kekken' nen Kapellaan by zig. rige Gemeenten, die, door weereldlyke Pries- De Kerk, die naaft, in oudheid, komt, ters, gediend worden. Ook wordt hier, te-
aan de Kerk op 't Begynhof, ftaat op den genwoordig, de dienft door drie Priefters Nieuvve-zyds-Voorburgwal , aan de weft- waargenomen, hebbende den Paftoor twee zyde, tuflchen 't Spuij en de Roskamsfteeg. Kapellaanen by zig. Men vermoedt, niet zonder grond, dat zy, In de Heintje-hoeks-fleeg, op den zuider- 4. i„ de
feeds voor't jaar 1623, in wezen geweeft hoek van den Oude-zyds-Voorburgwal, (laat Heintje. is. Zy wordt ook bediend door twee Pries- ook een Huis, welk, in 't jaar 1663, toteene ¥°**s' ters, den Paftoor en een Kapellaan. Somtyds Roomfehe Kerk, vertimmerd werdt. De |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5£*
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zyn 'er twee Kapellaanen ge weeft. De Ge
nieente is hier vry talryk. Doch de Kerk is piet groot, fchoon net gebouwd. Zy is, ln 't jaar 1736, met verlof van Burgemees- teren , en overeenkomftig met eene fchetfe, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gemeente, fchoon de Paftoor, federt eeni-
gen tyd, eenen Kapellaan by zig heeft, is hier niet talryk. Ook is de Kerk zelve, die op de derde verdieping van't Huis geplaatft, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
die aan hun vertoond was (v), merkelyk Men heeft hier een fraai Altaarftuk , de
\erbeterd. De milddaadigheid van het aan- kruisfiging verbeeldende. In de Kerkglazen, ^ienlyk Roomfchgezind geflagt van Cromhout plagten de twaalf Apoftelen gefchilderd te heeft veel toegebragt, om deeze Kerk in zyn: doch de beeldteniflèn zyn, grooten-1 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
"and te houden. Men heeft 'er een Altaar-
ftuk van C. van Savoy, in 't jaar 1656, en twee anderen van Roozendaal, in 't jaar 1674, gefchilderd. Ook wordt 'er een Lieve-Vrou- wenbeeld met het kindjezus bewaard, welk Zeer fraai van hout gefneeden is. Ten ty- de van den Apoftolifchen Vicaris Philippus Rovenius, droeg de Paftoor, die hier ftondt, 2ynde de vermaarde Steven Kragt, den naam van Paftoor der nieuwe zyde. Marius, die loen op 't Begynhof ftondt, werdt Paftoor ^er oude zyde genaamd. De Kerk, genaamd de Poflhoorn, aan de
' °oftzyde van de Prinfengraft, even bezuiden ?e Brouwersgraft, op welke, zy ook eenen pigang heeft, is, vermoedelyk , niet veel Jonger dan de laatftgemelde, of, veelligt, tjiet dezelve,van gelyken ouderdom. Doch £e Statie is herwaards verplaatft van den ^aarlemmerdyk, tuflchen de Brouwersftraat en Eenhoornsfluis, daar zy 't Friefche Wapen |
deels, verdweenen.
De Kerk, genaamd de Papegaai, in de 5. De
Kalverftraat, tuflchen de jonge Roeien- en PaPeSaiii' S. Lucien-fteegen, fchynt, omtrent den jaa- re 1672, geftigt te zyn: immers, het oudfte voorhanden zynde Doopboek begint met het gemelde jaar. Doch voor dien tyd, is, vol- gens fommigen, deeze zelfde Statie, door eenen Jezuit, bediend geweeft (w). De Kerk is, voor omtrent veertig jaaren, in de tegenwoordige gedaante , herbouwd. De wooning des Paftoors is, nog onlangs, mer* kelyk, verbeterd. Hy betaalt 'er huur van aan 't oude Katholyke Armen - Comptoir, aan welk het gebouw, in eigendom, toebe- hoort. In de Kerke, een fraai, hoog ge- bouw, zyn twee galeryen: de onderfte ruft op vier ronde kolommen, 't Altaar is zeer wel gefchikt. Op het zelve, ftaat een zwaar vergulde, en konftig gedreeven Taberna- kel. Men heeft, in deeze Kerke, verfchei- den' fraaije fchilderyen : ook eenigen van de Wjt, en daar onder eene, de krooning der Lieve Vrouwe verbeeldende. Eene der aanzienlykfte Roomfehe Kerken 6. De
is de Pool ,op de Y-graft, naaft het nieuwePooL Werkhuis. Zy heeft deezen naam behou- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
heette.
|
In dezelve, is, omtrent den jaare
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1620
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
~ » door Auguftynen , dienft gedaan.
u°ch de oudfte Regifters der gedoopten en
getrouwden, welken,in deeze Statie,voor-
anden zyn, beginnen eerft, met de jaaren
?°4i. Het tegenwoordig gebouw
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
% c Jaar 1687, gekogt; doch na dien den van een Pakhuis, in welks plaats, zy
lya, e« nog voor weinige jaaren, merkelyk in't jaar 1720, door den vermaarden Ge |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vertimmerd. De Kerk is ruim. Zy heeft rardusvanWykersloot, Paftoor
wee galeryen,boVene]kanderen.HetChoor in deeze Statie, met verlof van Burgemees- « op eene derde kleine galery geplaatft. Het teren, geftigt werdt. De Statie zelve is, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
yan Aflaat
|
met eene byzondere vergunning nogtans, veel ouder. Voor de verandering
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
voor zulken, die aldaar den des jaars 1578, en nog lang daarna, ftondt,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
«asdienft komen oefenen, bevoorregt, 't in de bnurte Outewaal, buiten de S. An-
tumSdoordewoorden Altare privilegia- tonis-poort, eene Kapel, die aan S. Anna |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
>aie boven het zelve gefchreeven ftaan,
|
toe-
(„) Van Heussen in tan RïN, Kerk.Qudh, IV. Dut,
tl. 192. Ee
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
<
|
°°' Mem0r. N. X. ƒ. ui wr/i.
II. STUK.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||
214
|
||||||||||||||||||
hier gewoonlyk vergadert, wordt thans door ^tSDjK
twee Priefters bediend. pp-1*' In het Roomfche Meisjes-Weeshuis, aan g> pe ,(
de zuidzyde van 't Spuij, op den hoek van psï «^ de Voetboogsftraat, in 't gemeen het Maag' 0'.^ denhuis genaamd, is ook, reeds voor'tmid' o" den der voorgaande eeuwe, eene Kerk ge' digt, zonder dat de nette tyd dier Scigtin' ge, ergens, aangetekend is. Alleenlyk is hier, op den dertigden Oäober des jaars 1652, een Prieder, Wallcrus Fontein ge' naamd, overleeden, die, vermoedelyk, de eerde in deeze Statie zal geweed zyn. Iö de Kerke, die , gelyk een groot gedeelte van 't gebouw , oud is, heeft men eene afgezonderde plaats gefchikt voor de Wee- zen, die in 't Maagdenhuis worden opgS' voed. Een Altaarduk , door de Wit ge* fchilderd, verbeeldt de boodfchap des En- gels aan Maria. Voorts . heeft de Kerk niets merkwaardigs, dan dat 'er, tegenwoordig» een klein ftukje houts bewaard wordt, welk men gelooft een gedeelte te zyn van het kruis des Heeren. Het is, volgens zeker ge' tuigfchrift, door Euzebius Franzofini, ApoS' tolifchen Vicaris te Smirna, in 't jaar 1761». vereerd aan den Kapucyn Dominicus Parifird, van wien de tegenwoordige Paftoor in c Maagdenhuis het heeft weeten te bekomen. De Nuncius te Bruffel, Ghilini, heeft, in 't jaar 1764, aflaat beloofd aan alle Chriftenen» die dit overblyffel, plegtiglyk, zouden ko- men bezoeken , en zeker kort gebed aan den Heiland opzenden, of ten minfte hét Onze Vader en het Weeft gegroet, met het ■ gewoonlyk oogmerk der Kerke, uitfpreeken. De Kerk in 't Maagdenhuis wordt, door eenen Paftoor, bediend. Zyne wooning heeft haaren ingang in de Voetboogsftraat. . $*f Buiten de Utrechtfche Poort, op het Kui- fyif'1'
pers-Pad , binnen de Vryheid , ftaat eene ^ Roomfche Kerk, die, thans, door twee Pries- ters , bediend wordt. Zy hebben eene be- kwaame wooning op het Ruftenburger-Pao» van waar men, over eene (loot, toegang heeft naar de Kerke op het Kuipers-Pa^j Het oudfte Doopboek, welk hier bewaard wordt, begint in het jaar 1661, en de Sta- tie is, vermoedelyk, niet veel ouder. DocJ1 de Kerk plagt, op den noorderhoek van '£ Kuipers-Pad, aan den Amftel, te ftaan, e,n is,eerft in deeze eeuwe, aan 't einde van c gemelde Pad , naar de Wetering toe, i° een gewezen Turffchuur, verplaatft OO' Zy is, van binnen, redelyk wel gefokt, en heeft eene galerv in de breedte» tegeO |
||||||||||||||||||
RoowscH-toegewydwas, en in welke, nog tot over 't
gezinden midden der voorgaande eeuwe, dienft ge- Kerken. daan werdt. Doch, met de jongde uitleg- ging der Stad, is deeze Kapel verdweenen, en de Statie, in 't jaar 1663 , verplaatdaan Funen, daar nu de Rookery der Oodindifche Compagnie is. Eenige jaaren laater, iszy, op 't Kattenburger - Plein, verplaatd, en ein- delyk, in de Pool overgebragt, alwaar nog een S. Anna's beeld te zien is, welk, voor- maals, in de Outewaaler-Kapelle , plagt be- waard te worden. De Kerk , van welke wy fpreeken , is een ruim , hoog en lug- tig gebouw, voorzien van twee galeryen, die op vier houten kolommen ruften. Ter wederzyde van het welgebouwd Altaar, daan twee konftige beelden van de Apoftelen Pe- trus en Paulus. Onder de Altaarftukken , munt uit een gekruifte Chriftus , met de Moeder des Heeren, den Apoftel Joannes en Maria Magdalena, door de Wit gefchil- derd. Voorts, is 'er eene afneeming van 't kruis, naar Rubbens, welk aan den Keurvord van Keulen, Clemens Aitguftus, plagt toe te be- hooren. De Gemeente, die gewoonlyk in de Pool vergadert,is vry groot, en wordt, tegen- woordig , van drie Priefters gediend. >tV , In de Kerkdraat, aan de noordzyde, even Duifje. ' beooden de Spiegelllraat, daat eene Room- fche Kerk, die, zo my berigt wordt, in, of omtrent het jaar 1682, geftigt, en, ter ge- dagteniffe der Nieuwmeegfche Vrede het Vrede-Duifje genaamd werdt. Philippus Men- fink was Paftoor (x~), en, naar 't fchynt, ook eigenaar deezer Kerke. Immers ik vind, dat Juffrouw Maria Geertruid Menfink, die, op den elfden September des jaars 1727, over- leeden is, by haaren uiterften wil van den negen en twintigften April des jaars 1724, het gedigt gemaakt heeft aan Vrouwe Geer- truid Cornelia Schouten, Weduwe Matthias van Bree, met verzoek, dat zy geliefde te bezorgen , dat het, met al wat 'er toe be- hoorde , altoos, tot eene Roomfche Kerke, gebruikt zou worden; en dat niemant, dan een opregt Roomfch Prieder, die, in Gees- telyke zaaken, volkomenlyk gehoorzaam was aan den doel van Rome, in deeze Statie, zou worden aangefteld. Sedert , is 't ge- bouw verhuurd aan de Paftoors, die 't gene 'er, na aftrek van 't onderhoud en de laden, óverfchiet, aan de armen mogen uitdeelen. De Kerk, van welke wy fpreeken, is klein. Onder de Altaardukken, is eene Opdanding des Heeren, door de Wit gefchilderd. Ook heeft men 'er eenen gekruiften Chriftus, van den ouden Foorhout. De Gemeente, die |
||||||||||||||||||
over t Altaar. Het Choor is, in Ê
|
middefl
|
|||||||||||||||||
dee-
|
||||||||||||||||||
J*}.?* HEUSSSN 'n ViN RYN Kêtk' 0adh- IV- D"!> (y) Vergok VAN HEKSEN m VAN WW Ke,k. O-*-
" * IV. Dttl, bl. ij>$.
|
||||||||||||||||||
■
1
|
||||||||||||||||||
III. Boek. Overige Protestantische EN ANDERE KERKEN.
|
|||||||||
21$
|
|||||||||
Sts
|
|||||||||
£***£ deezer Salerye> gebeld. Men bewaart, te zyn (a): die, federt, in deeze over-Rc0MSr,,,
%N> in deeze Kerke. twee Schilderftukken van gebragt is. De Kerk is, aan twee zyden, gezinde' de Wit, een geichenk van den huize van voorzien van eene galery, boven welke het Kerkejn- Moens. Choor is. Men heeft hier een' zeer fraai- zeven Statiën, welken bediend wor- jen Predikftoel, op welken, de borftftukken
jjin"' ^en, door weereldlyke Priefters, die de Bul- der Apoftelen Petrus en Paulus uitgehouwen je Unigenüus niet aangenomen hebben, en, zyn. Voor den opgang, ftaat een beeld van jNen in 't gemeen, Janfenijten genaamd worden, Mozes , met de tafelen der wet, leevens- Neld 2yn de volgenden: , grootte. ^e De grootfte , of ten minden eene der In de Barndefteeg, aan de zuidzyde, by 5. De
óièe?ers» Srootften is op de Brouwersgraft, aan de den Oude-zyds-Agterburgwal, is ook eene Oyevaar,
h\* Noordzyde, ftuTchen de Brouwersftraat en Kerk, daar de Oyevaar boven de deur ftaat, ikmii *orte Prinfengraft. Voor den Stigter derzelve zynde, hier ter plaatfe , voormaals , eene Viet yoi"dt gehouden de Priefter Jufiiis Moeder- herberg geweeft, die den zelfden naamvoer- >- ßhn, die , reeds in 't jaar 16Ó4., Paftoor de. De Paftoor, die hier den dienft waar- ^ft.in't ^eezer Kerke was. 't Gebouw is ruim,en neemt, heeft thans eenen Kapellaan by zig. |ineen wel gefchikt. Men heeft 'er maar ééne ga- De Kerk is een lugtig , wel gefchikt ge- *>'/- kry, en eenige konftige Schilderftukken. bouw, welk zyn licht fchept door kerkgla- 1^' ^e Gemeente plagt talryk te zyn; doeh is, zen , die in 't zuiden geplaatft zyn. De \4">'<ie ,eenigszins> afgenomen, vooral, na dat, in Predikftoel, die te Mechelen gemaakt is, <fe°!!V \ Jaar !757>de Paftoor Joachim Bervelingh, en de gedaante van een' kelk heeft, wordt i„* die hier ftondt , afftand van zynen dienft voor een konftig werkftuk gehouden. Ook \s, gedaan hadt. Zy wordt thans, door eenen is hier een fraai altaarftuk van Coets, ver- pt. Priefter, bediend. beeldende Simeon, met het kind Jezus, in C*<e In de °Llde Teertuinen , even benoor- den Tempel.
Sè» den den Zeedyk, is eene andere Kerk, al- In 't Jongens - Weeshuis der Roomfch- £• A* '
"• Waar, voor 't huis, op welks boven-ver- gezinden, aan de zuidzyde der Lauriergraft, f^nS"ls.' trek, zy, reeds voor 't midden der voor- tufTchen de twee laatfte bruggen, is ook Wus])UÜ' Voorgaande eeuwe, geftigt is (z), de drie eene Kerk, die, even als de Kerk in 't Maag- Bontekraaijen uithangen. De Kerk is net denhuis, voornaamlyk voor de Weezen , betimmerd, en van eene ruime galery voor- geftigt was; doch in weike, zy, federt de z*en; doch de Gemeente is zeer klein. Zy verdeeldheid over de Bulle Umgenitiis, niet 3. ï„ d wordt, door eenen Priefter, bediend. komen mogen, alzo de Regenten van het jl^n.' Eene andere Kerk ftaat, aan de noord- Weeshuis allen deeze Bulle toegedaan zyn.
\ Zyde van de Vinkenftraat, op den oofter- De Kerk is van eene redelyke ruimte ; doch hoek van de Baanbrugfteeg. 't Gebouw heeft geene andere galery, dan die, waar- plagt, voormaals, gehuurd te worden van op het Choor , regt tegen over 't Altaar, een Doopsgezind geflagt, van welk het, na- geplaatft is. Zy wordt, door eenen Priefter, derhand , door eenen der Paftooren , ge- bediend. ■kogt is. Het fchynt, omtrent het midden Eene der jongfte Kerken ftaat op den 7- Op den
der voorgaande eeuwe, tot eene Kerk, ge- Nieuwe-zyds-Agterburgwal, aan de ooft- Nieu^ lchikt te zyn: waartoe een vierkant boven- zyde, tuffchen de Lynbaans- en Pottebak- terbürS Vertrek bekwaam gemaakt is. Ter weder- kers-fteegen, en is, eerft in 't jaar 1695, wal, te. dIdTjVan 'C AIcaar ' ftaan de beelden van geftigt, door de Moeder van Jacob 't Zul »"orden ~e H. Maagd en van S. Jozef, op voetftuk- en Vieler 't Zul, den eerften Paftoor hier feaa,J''1' «en. Tegen 't gewelf, is 's Heilands He- ter Stede, op den zelfden Agterburgwal, fleeg, k vaart > konftiglyk , gefchilderd. Men by de Brouwery de Hooiberg, en den an- ee t er geene galery. De Gemeente wordt deren Paftoor der Egmonden. De Statie chn TMT-UVee Priefters bediend, hebbende van den eerftgemelden , die toen in't nieuw • _ attoor, gemeenlyk, eenen Kapellaan gebouw werdt overgebragt, was, in vroe- < öe oy zig. ger, d ^ geweeft op den Oude-zyds-Voor- No, r, Lene andere Kerk is 'er, in de Keizers- burgwal, ineen huis, daar de Helmuhhingi
itraat, aan de no0rdzvde, daar de Paauw van waar den Paftoor de titel van Paftoor Doven de deur ftaat. De tegenwoordige Bis- van S. Nicolaasaan de oude zyde bygeblee- jchop van Haarlem is tha°s paft00r deezer ven is (b). Hy huurt de Kerk en 't Kerk- ^erke; doch heeft eenen Kapellaan onder huis, voor eenen by uiterften wille bepaal* eene ^ d-e voorSaande- eeuwe, plagt 'er den r ö- Antonis Breêftraat ;.yAli hèijsses *» *in rW Kerk. Oudh. ivvpwi,
D< &«».N HEUSSEN * V4N RïN Kc'k- 0ldh' IV- ^(»?K«tai: Oudh. I.V. D«lt il. TSU
E e 2
|
|||||||||
2iö AMSTERDAMS III. Deel*
RooMscH-d-nprys, van de erfgenaamen der Stigte- neemen, te zullen aanbrengen. Ook ver-J«^
gezinden reffe De Kerk is geplaatit op een boven- binden zy zig tot gehoorzaamneid aan den^*. Kerken. v^rrek van 't gebouw. Zy heeft eene ga- ftoel van Rome , en om geene gemeen- ter? die op zes kolommen ruft. Boven de fchap te houden met de ongehoorzaamen, ealer'v is een ruim Zangers-Choor, en op het waardoor, in 't byzonder , de zogenaamde zelv» 'een Orgel, welk geoordeeld wordt, Janfeniften verftaan worden. Eindelyk,ver- in keurlykheid van toon, alle de Orgels in klaaren zy , eenen afkeer te hebben van, de Roomfche Kerken deezer Stad te over- eenigerwyze, toevlugt te neemen tot de treffen Ook heeft men 'er drie konftige weereldlyke Overheid, in geeftelyke zaa- Altaarftukken,eenegeeffeling des Heilands, kern . lsdi« in 't iaar 1665, door F. Roozendaal, ge- Doch de Priefters, die de Balie ümge-^c
fchilderd, eene afneeming van 't Kruis, in nitus niet hebben aangenomen, worden thans, ^ijj 't iaar 1659, door C. van Savoy gedaan, en hier ter Stede , aangefteld, door den Bis- geg^ eene Geboorte des Heeren. Boven verfchei- fchop van Haarlem , die tegenwoordig is beD den deuren in deeze Kerke ftaan uitgelezen Joannes van Stiphout, Paftoor inde Paauw, fpreuken der H. Schrift, in de Nederduit- in de Keizersftraat. Het Bisdom vanHaar- fche taaie. De Gemeente, die hier verga- lem was, in 't jaar 1560, opgeregt, en Am- der t, plapt', voormaals, door twee Priefters, fterdam behoorde 'er-toe, gelyk wy, ter bediend te worden; doch federt, eenigen tyd, zyner plaatfe (c), gemeld hebben. Doch wordt de dienft aldaar, door niet meer dan na de verandering der Regeeringe , en de eenen Priefter, verrigt. dood van den tweeden Biffchop, Godefridus Wyze ' Wy komen'nu tot de wyze, waarop de van Mierlo, in den jaare 1587, heeft heC
van aan- Roomfche Priefters, hier te Lande, en by- Kapittel verzuimd, of vergeefs gepoogd, Helling zon(jerlyk in deeze Stad, worden aangefteld. eenen nieuwen Biffchop te kiezen, tot dat, ifooin En deeze wyze is onderfcheiden, omtrent in't jaar 1742 , na dat de Kanoniken, de' fche " zulken , die de Bulle Unigenitus aangeno- een na den anderen , de Bulle UnigenituS Priefle- men ? èn zulken, die dezelve niet aange- aangenomen hebbende , zwaarigheid hadden renchieI . nomen hebben. De eerften, immers de Wee- gemaakt, om zig langer den naam van het zodkde' reldsheeren onder dezelven, worden, door Haarlemfch Kapittel toe te paffen; Hiero* Bulle ' den Aartspriefter over Holland,Zeeland en nimus de Bock, Paftoor in de Vinkenftraat, Unigeni- \yeftfriesland, die thans is Emericus van Ka- hier ter Stede, door den verkooren Aarts- m*ott' Veile Paftoor in Vogelenzang en Hillegom; biffchop van Utrecht, die oordeelde, vol- * men of door den byzonderen Aartspriefter over gens * 't regt van overgang , hiertoe ge- 'hf Amftelland , zynde , tegenwoordig , Joon- wettigd te zyn, tot Biffchop van Haarlem, J. nes Simon Hermanus Oem , Paftoor in de werdt ingewyd. Zyn opvolger, de gemel- Statie op den Nieuwe - zyds - Voorburgwal, de van Stiphout, heeft, niet alleen, op den / by het Spilij , hier ter Stede; aan 's Paufen veertienden July des jaars 1745 , van Bur- Nuncius te Bruffel voorgedraagen, endoor gemeefteren deezer Stad (d); maar ook, den zelven, herwaards gezonden. Somtyds, federt, van Gecommitteerde Raaden van 't gefchiedt deeze zending ook wel, zonder Noorder -Kwartier, en van Burgemeefterefl dat 'er eenige voorftelling,' door de Aarts- der Stad Enkhuizen , uitdrukkelyk , verlof priefters, voorafgegaan is; doch de gezon- gekreegen, om de Biffchoppelyke dienften, den Priefters worden, altoos, door de Aarts- by provifie en tot wederzeggens toe, waar priefters over Holland en Amftelland , by te neemen. En in gevolge van dit verlof, fchriftelyke Acle , erkend, en tot de by- en van de oogluikende toelaating der Hee' zondere Statiën gefchikt. De geordende ren Gecommitteerde Raaden in den Haage, worden, gemeenlyk, op aanfehryvens van ontvangen de Priefters van zyne partye» de Priefters derzelfde Orde, wanneer'er eene hier ter Stede, en alomme in 't Bisdom vaO Plaats vervuld moet worden, door den Pro- Haarlem, van hem hunne zending. Onder- vinciaal der Orde, in Brabant of in Frank- tuffchen, mogen de Priefters van de eene ryk, aan den Nuncius voorgefteld en aan- en de andere partye, op de gemelde wyze» gepreezen; door deezen gezonden, en by Kerkelyk zynde aangefteld, in Holland, en de Aartspriefters erkend. Zy verklaaren, byzonderlyk hier ter Stede, geene Priefter- voor dat zy herwaards komen, by plegti- lyke dienften doen, dan na dat zy, aan Bur- gen eede, aan den Nuncius, dat zy alle de gemeefteren, en vervolgens aan den Hoofd- Paufelyke Bullen, byzonderlyk die, waarby Officier, van hunne aanftelling blyk getoond, de vyf ftellingen , welken men Janfenius en de verklaaring en belofte , van welken toefchryft, en de ftellingen van Quesnel wy» veroordeeld zyn, aanneemen. Zy belooven,
, ... .» i Ti 11 1 <c) 'T- Deel, VII. Hoek., bl. 270.
zulken, die iet tegen deeze Bullen onder- (^ Gioot-Memor. n. xi. ƒ. 9.
|
||||
Hl. Boek. Overige Photestantschë EN ANDERE KERKEN. 217
vïS''Vy' hiervoor 00» gewaagden, voor Bur- 't Armen-Comptoir, om de drie maanden, Rgom,c,(
Hek; §erneefteren, gedaan hebben. Burgemees- zekere fomme gelds toegelegd wordt, die»gezinden teren behouden nogcans , gelyk van zelf door den Paftoor ,_ volgens zeker bepaald Kerken. ipreekt, het regt aan zig, om zulken, op getal van briefjes, inhoudende de naamen Welker perfoon of gedrag, iet van belang der armen, en de begrooting der gifte, voor te zeggen is, of die de hoedanigheden niet ieder derzelven gefchikt, en vier, vyf, 0f "ebben, welken, by 's Lands Plakaaten , zes guldens in't vierdendeel jaars beloopen- gevorderd worden, voor eenen tyd ofvoor de, wordt uitgedeeld. Doch, behalve, dee- a't0°s, af te wyzen.Schoon men ook, hier ze valte briefjes, ftaan de Regenten aan de t^1'Stede, de zendingen van'sPaufèn Nun- Paftoors, die, veeltyds, met meer armen cius gedoogt, ftaat de Regeering hem eg- belalt zyn, dan zy, daaruit, onderfteunen ter geene Jurisdictie toe, over erkende in- können naar behooren; eenige andere brief- §ez-tenen van Arnilerdam, zelfs niet over jes toe, getekend met het byvoegfel, Per irielters.. die, uit zynen naam, hcrwaards nos Confratres,dat is, Door om Medebroeders. gezonden zyn: en in 't jaar 1708, hebben Zulk foort van briefjes zyn ook in de han- ^urgerneefteren eenen R^omfchen Prieiter, den vanbyzondere armen. Dochzy moetenj ^e voor den Nuncius te Keulen gedag- by 't overlyden der armen, op welker naam vaard was, verbooden , aldaar te verfchy- zy ftaan, aan de Regenten te rug gegeven &%, nen (ƒ )• worden; die egter zeldzaam weigeren, zul- jhvi.J In elke Roomfche Kerke hier ter Stede, ke briefjes, op eenen anderen naam, over
|
|||||||||||||||||
h
|
zyn een Organift en eenige Choorzangers te tekenen, mids het hun, door de Paftoors,
|
||||||||||||||||
°f Choorzangfters: ook doorgaands een of verzogt worde. In buitengewoone gevai1-
'e,). meer Oppaflers of Plaatsbewaarders: en in len, worden ook, op verzoek der Paftoo- de meeften, eene Kofterin. Doch alle de'e- ren, voor eene enkele reis,noodpenningen ze dienften worden , op verzoek der Pas- uitgedeeld. Doch behalve deeze uitcieelin- tooren of oudfte Paters van ieder Kerke , gen in geld, gefchieden 'er ook, jaarlyks, doorgaands, zonder dat 'er eenig loon voor door handen van de Paftoors, uitdeelingen gegeven wordt, waargenomen. De Plaats- van Kaas en Gort. Het Comptoir zendt, bewaarders zyn , gemeenlyk , ook bedie- in 't begin van December, zeker getal van naars der begraafeniifen , hier ter Stede Noordhollandfche Kaazen en zakken Gort, ■datffpreékers genaamd; en worden, in deeze aan ieder Kerke; die, in porden van eene hoedanigheid, beloond , door zulke Leden Kaas en drie vierde vat Gort voor eiken ar- &? Gemeente , die hen te werk Hellen, men, door de Paftoors, worden uitgedeeld. Voorts, zyn 'er, eenige luiden, gemeenlyk De Paftoors zyn gehouden, jaarlyks, na twee in elke Kerke, gefield, om de Lief- Paafclien , fchriftelyk, getuigenis te zenden «egaaven der Gemeente, by 't fcheiden der aan 't Comptoir, dat de armen, voor welken vergaderinge , in houten laaden, te ont- zy aanhouding. van onderftand verzoeken, fangen. Tot het zelfde einde, zyn'er ook aan de Chriftelyke pligten voldaan hebben, Net. ßoffen gep^atft, aan de ingangen." da, is, te Biegt en ten Avondmaal ge weeft {Ndej , De Prielters trekken hun onderhoud uit zyn.
i^% deeze Liefdegaaven , en uit anderen, die, Onder de Roomfchgezinden, zyn, ook in Hoppen.
£y byzondere gelegenheden, met naame, deeze Stad, eene foort vangeeftelykeDog- Py 't doen der gewoonlyke Biegte, op ters, die, hier en elders, IClopzußers en lüop- aafchen, en op andere tyden , gedaan pen of Klopjes, en in Brabant, Qjiezels ge- Xvorden. En daar de Gemeente groot is, naamd worden. Zy woonen egtgr niet by- eu de inkomften rykelyk zyn, wordt'er ook een; maar, hier en daar, door de Stad vcr- ^en gedeelte van beiteed, tot onderftand der fpreid. Zy doen, wanneer zy zig in deezen ÖS j?\ ftaat begeeven , geloften van^ onthouding ■ ^nÜ1 Mn °ne Z0I'g voor de arme Leden der aan den'Pafbor van hunne Kerke. Sommi-
ge? tnnT f 1 Kerks hkr ter Stede ftaat, by- gen dienen, in de Kerken, als Kofterinnen: H, £u-a<~nyk, aan het Oude-Katbolyken-Jimen- anderen doen de eene of de andere neermg: «S^if'T*5i ^aarvan wy, in de befchryving eenigen houden Schooien voor jonge km- «tt uet Godsnuizen, nader "handelen zullen. Hier deren, van welke Schooien een aanmerkelyk |
|||||||||||||||||
k
|
kenen^wy alleenlyk aan ^ volgensze- getal hier ter Stede gevonden wordt. Zy
|
||||||||||||||||
- der Gemeenten en perfoonen, gehouden, en ftaan onder geen
setal der armen, door de Regenten van byzonder opzigt. De Kloppen draageö al*
(«) n,ni% iio leenlyk een zedig zwart gewaad , en een
tJ Gloot.Kemor. ,v. ix. /. gj. byzonder hoofdhulfel. Men meent, dat zy
E e 3 haa-
|
|||||||||||||||||
\
|
|||||||||||||||||
III. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||
ai8
|
||||||||||||||||||||||||||
boorling van de Stad Amafia , vyftien jäh-
ren , deeze Kerk, genaamd den H i. i l i- gen Geest, bediend hebbende. heb, op myne eigene koßen, deeze Foorpoort bef' bouwd; een marmeren Lam boien dezelve gejteld; den Jleenen opgang,' en drie onder- en drie bovenlichten doen manken . tergedag- tenijfe van myzehen en van myne overkede- ne Is ader en Moeder, in 't ArmeniJch jaat np8, dat is f in 't jaar 1749. Het opfehrift, boven de binnendeur, komt
uit op deezen zin: /£ Arachiel,Zoon van Paulo don Arache-
lentz, inboorling van Ispahan Gulpha, hebt op myne koßen, deeze binnendeur laat en her- bouwen; het voorhuis eenigszins verhoogd ert verbreed;den wand en vloer^met marmeren plaaten, belegd, en 't gewelf metbloemwerk bepleißerd , ter gedagtenijfe van mynenover- heden Vader Paulo en van myne nog leeven- de Moeder, in 't jaar des Heeren 1749. De Kerkmeefters, die een of twee in ge-
tal zyn, hebben opzigt over 't gebouw, en over de weinige armen der Gemeente. VIII.
GRIEKSCHE of RUSSISCHE KERK.
Eindelyk,heeft men ook,hier ter Stede,
eene kleine Gemeente van Griek- sche of Russische Christenen, die, hier en daar, in 't huis van een Lid der zelve, plagt te vergaderen; doch, federt eeni- gen tyd, op een boven-vertrek van een huis, op den Oude-zyds-Voorburgwal, tuffchen de Minderbroeders-en Kreupelfteeg, daar de drie Valken in den gevel ftaan, byeenkomt. 't Al- taar is van 't overige gedeelte der plaatfe af- gefcheiden, door een houten befchot, waarin eene deur is, met eene opening van boven, in welke, een verguld houten kruis ftaat. Ter wederzyde der deure, hangen twee kleine fchilderytjes. De Gemeente, in welke, te- genwoordig , maar drie of vier mansperfoo- nen zyn, behalve den Priefter, heeft altoos beftaan uit een zeer klein getal van Leden. De weinige Ruffifche Koopluiden en Bootsgezel' len , die, van tyd tot tyd, in deeze Stad ko- men , gaan hier egter ter Kerke. De dienft wordt 'er waargenomen, door eenen Priefler» die uit Rusland herwaards gezonden wordt; doch, fonuyds, bezwaarlyk, te bekomen is. |
||||||||||||||||||||||||||
haaren naam gekreegen hebben, in tyden
van onveiligheid voor de Roomfchgezinden deezer Landen; toen men zig van haar be- diende, om den luiden aan te kondigen , waar en wanneer, de heimelyke Vergade- ringen Honden gehouden te worden ; ten welken einde, zy, alomme, daar Roomfch- gezinden woonden, aan de deuren gingen kloppen. Men vindt, ook in deeze Stad, zo wel als elders hier te Lande, mansperfoo- nen, die gelyke gelofte doen als de Klop- jes, en Kb f broeders genaamd worden. Doch hun getal is zeer klein. VII.
ARMENISCHE KERK, De Koophandel op Smirna en de Levant
heeft, al in de voorgaande eeuwe, ge- legenheid gegeven, dat zig eenige Armeni- fche Chriftenen , hier ter Stede, met der woon hebben neder gezet. Zy hielden hun- ne eerfte Godsdienftige Byeenkomften, in een huis, in de Dyksftraat. Doch in 't jaar 1714, verwierven twee hunner Kerkmees- teren, Baba fan di Sultan en Nicolaas Theo- dor, verlof van Burgemeefteren, om eene nieuwe en openbaare Kerk te fügten ( g ), alwaar zy,nog tegenwoordig, dagelyks, twee- maal , ert, des Zondags, en in de groote vas- ten, driemaal 's daags, byeen komen. DeKerk, een net gebouw, met twee ryen glasraamen, ieder van zes lichten, boven eikanderen in 't ooften, ftaat, tuffchen de Keizers-en Konings- ftraaten, op D wars-Boomfloot. Men heeft 'er eenige Altaarftukken; doch geen' Predikftoel, Zy wordt door eenen Priefter bediend, die, op verzoek der Gemeente, door den Patriarch van Groot - Armenië, herwaards gezonden wordt. De tegenwoordige Priefter, Joannes de Minas, heeft de Armenifche Gemeente alhier, reeds dertig jaaren, gediend. Hy heeft de Kerk , in 't jaar 1749, op zyne koften , met eenen deftigen op- en ingang, verfierd, en, boven de poort, een leggend Lam of Ag- nus Del, in marmer, doen uithouwen. Ten zelfden tyde, is de binnenfte ingang der Ker- ke , insgelyks, vernieuwd, op koften van den tegenwoordigen Kerkmeefter , Arachiel di Paulo. Het een en 't ander wordt, in twee Opfchriften, in de Armenifche taaie, boven de twee ingangen gefteld, te kennen gege- ven. Het eerfte, welk boven de Voorpoor- te ftaat, is van deezen inhoud: Ik Joannes, Prießer, Zoon van Minas, in-
|
||||||||||||||||||||||||||
SCBË
pi* |
||||||||||||||||||||||||||
Armski.
sciie Keek.
|
||||||||||||||||||||||||||
Befcliry«
ving der Armeni- sche Kerke. |
||||||||||||||||||||||||||
A
vin.-,,
|
||||||||||||||||||||||||||
f
|
||||||||||||||||||||||||||
(f) Refol. van dtn Osd-«Raai3 van Bürgern. 30 Jttnuary
•SS'. |
||||||||||||||||||||||||||
\%
|
||||||||||||||||||||||||||
ttl Bom. Overge Protestantsche EN ANDERE KERKEN, X19
sVeoBE I& „ gehouden hebbende, door den Onder-jooöscH*
Cï*. ' „ fchout en eemge Geregtsdienaars,uitge-SYNA8o.
SYNAGOGEN <fcr JOODEN. „ gaan om Roomfchgezinden - Vergaderin-GEN-
IKomn- •* » §en te ftooren 5 overvallen waren geweeft; ^ Pür \Jfen heeft verfcheiden' JoodscheSy* „ doch dat men, befpeurende dat zy Jooden
]^eeiche -*-▼! na gogen, hier ter Stede, tot wel- „ waren, hen, v©oreerh% niet verder ge- lden , Jter befchry vinge, wy nu overgaan. „ moeid hadt." sH.er . Omtrent welken tyd, de eerfte Jooden In een ander Joodfch Gefchrift, Gedagte-
Zl§ ■> te Amfterdam, hebben nedergezet, is nis voor de toekomende eeuwen geheeten, wordt my nergens klaarlyk gebleeken. Men weet gemeld „ dat tien Jooden,die vier jongens ^'l-enlyk, dat, Jan den III., Koning van „ by zig hadden, in 't jaar 5364, naarder |
||||||||
Portugal, in 't jaar 1549, door zyn gantfche
j-yk > fcherp onderzoek hebbende laaten *j°en naar bedekte Jooden, die, in fchyn, "en Chriftelyken Godsdienft hadden aange- nomen ; veelen derzelven zig naar Holland °egaven, daar hun, door 't Hof, by her- haalde Plakaaten, het Land verbooden werdt y>)- 'tBlykt niet, dat zy zig, federt,inmer- kelyken getale, of openlyk, hier te Lande, of in deeze Stad, onthouden hebben, dan na de verandering der Regeeringe, in 't jaar I5?8. Pontanus, wiens Befchryving van Amfierdam, in 't jaar 1611, uitkwam, te- kent aan (f), dat de Portugeefche Jooden £ig, weinige jaar en geleeden, aan de oude Zy- de, hadden begonnen neder te zetten. In ïeker Joodfch Werk , genaamd Boom des |
Jooden tydrekening,'t welk, met het jaar
1603, overeenkomt, met twee fchepen, rykelyk belaaden, uit Spanje, te Embden aangekomen zynde, door den reeds ge- melden Rabbi Uri Levi, dien zy aldaar aantroffen , naar Amfterdam geweezen werden; dat zy, hier gekomen, een huis huurden, in de Jonkerftraat, tegen over den Montelbaanstooren; alwaar ÜriLevi hen , na verloop van eenige weeken', kwam befnyden. Dat het Geregt, ken- nis gekreegen hebbende van de byeen- komft, die de Jooden, in de Jonkerftraat, hielden, Rabbi Uri en zynen Zoon A'dron Uri Levi deedt in hegtenis neemen; doch, eerlang, wederom op vrye voeten ftellen." Gefchrift , waarin deeze byzonderheden |
|||||||
Leevens, wordt verhaald „ dat de eerfte gevonden worden, is, door den Kleinzoon
» Jooden, in 't jaar 5350,naar der Jooden van Rabbi Uri, genaamd Uri de Aäron Le- »• Tydrekening," 't welk, met het jaar 1589 vi, opgefteld. Doch zo men 't verhaal, °fi59o, naar de tydrekening der Chrifte- welk daarin voorkomt, aanmerkt als het zdf- nen, overeenkomt, „ uit Portugal,tefche- de, dat, in den Boom des Leevens, gevon- *» pe, herwaards vertrokken waren, ten ge- den wordt, ziet menligtelyk, dat het, en >» tale van drie Perfoonen , Manuel Lopes in den tyd, en in verfcheiden' andere om- »> Homcm en Maria Nunes , twee onder- Handigheden, met het zelve, verfchilt. Maar » trouwden, benevens Miguel Lopes, Oom miflehien ipreekt de Boom des Leevens, van >> van Manuel; dat Mayor Rodrigues,Moe- de eerfte aankomft der Portugeefche, ende ii der van Manuel Lopes, verzeld van An- Gedagtenis voor de toekomende eeuwen, van de » tonio Lopes Pereyra, Jufia Pereyra, en ee- eerfte aankomft der Spaanfche Jooden, te »> nige anderen, in 't jaar 1598, teAmfter- Amfterdam. Zy zegt,_ ten minfte, dat de J> dam, aankwam, en dat 'er toen verfchei- twee fchepen, die de tien Jooden overvoer- » den' huwelyken , onder deeze aangeko- den, uit Spanje kwamen. Vaft gaat het, " men Jooden, geflooten werden, zynde, ondertuffchen, dat de Portugeefche Jooden ? °nder anderen , Manuel Lopes Hörnern zig, op het einde derzeftiende, of omtrent » getrouwd met Maria Nunes; en Francis- den aanvang der zeventiende eeuwe, hier te ^ Nunes Pereyra, met zyne Nigte Jufta, ter Stede, hebben nedergezet. De gemee- " ie ' naderhand, den naam van Abigail ne Joödfche Almanachen plaatfen hunne -' k^ndam'Dat Jufta haaren man reeds twee aankomft alhier, in 't jaar 1595. " hinaf"en ten minfte gebaard hadt, toen Zy verkooren eenen oord van de Stad, epi? W °°j . nvermaarden Rabbi t/riZm," die maar even bebouwd, en nog niet digc en ttoogdmtfehen j00d, die te Embden bewoond was, op en omtrent den S. Anto- k r 'jCnnU endan in Amfterdam kwam, nis dyk of Breêftraat. Ook hebben zy zig, *5 Deineeden werdt. Dat de Jooden, te Am- federt, aldaar, meeft byeen gehouden, alzo » iterdam, op den Grooten Verzoendag des de gelegenheid hunnerSynagogen en Vleefch* * Bars 1595, eene heirqelyke Vergadering hallen, en verfcheiden'hunner plegtigheden, met naame die van baaden en begraaven,
{§ f1 vaderi. Hiß. v. Detl hl niet gedoogen, dat zy ver vaneen verfpreid J *«* ii. c»f. vm. f. ,f: *'■3«» woonen.
Wei-
|
||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||
III. Deel-
|
||||||||||||||||||||||
.220
|
||||||||||||||||||||||
geruimen tyd , heimelyke vergaderingen :
doch ondernamen, in 't jaar 1648, eene o- penbaare Synagoge en Vleefchhal te bou- wen , 't welk hun, in gevolge van een be- fluit der Vroedfchap, verbooden werdt (o)- Doch 'tleedtmaar weinige jaaren, toen hun, zo wel als den Portugeefchen Jooden, het bouwen eener Synagoge werdt toegelaaten: waartoe zy, in 't jaar 1658, met kennifle der Wethouderfchap, eenige penningen op- namen (p). In 't jaar 1685, verwierven zy ook verlof, om eene Vleefchhal op te reg- ten. De Synagoge was gebouwd, op den hoek van de Amftelftraat, tegen over 't Ou- de-zyds-Huiszitten-huis, in 't gezigt van de Synagoge der Portugeefche Jooden: en de Vleefchhal werdt, nevens de Synagoge ge- field. Midlerwyl, waren 'er, met den Pool- fchen oorlog, die in 't jaar 1654 aangevan- gen was, een groot getal van Poolfche Joo- den herwaards gekomen (q), die eene af- zonderlyke Synagoge, op Vlooijenburg, in de Houtftraat, hadden opgeregt, welke , eenige jaaren, ftand hieldt. Doch in 't jaar 1673 , werdt hun, door de Wethouderfchap der Stad, het houden van afzonderlyke Ver- gaderingen verbooden (r): waarna zy zig, met de Hoogduitfche Jooden , vereenigd hebben. De Synagoge J«r Portügeesche
Jooden is een deftig en aanzienlyk ge- bouw. Men treedt, door eene ruime poort, in eenen Voorhof, die, aan drie zyden, be- zet is met wooningen, waarin Schooien ge- houden worden, in welken, de jeugd, in de Hebreeuwfche taaie, en in de Wet, onder- weezen wordt. Ook is hier een vertrek, alwaar de Opper-Rabbi en de Onder-Rab- bynen zig, dagelyks, oefenen in de Wet en in de Talmud: en een ander, daar de Parnaflim, weekelyks, vergaderen. In den Voorhof, is eene galery, die op twaalf pilaaren ruft, en waaronder een groote waterbak, met ver fcheiden' koperen kraanen, ftaat. De Jooden waffchen hier de handen, eer zy 't gebouW der Synagoge zelf intreeden. Dit gebouw" is vierkant en hoog, en heeft een platdak» omringd van eene fraaije Baluftrade. De voor- gevel heeft veertien, de agtergevel twaalf groote lichten, behalven een rond licht in ie" der, in 't midden der Baluftrade. De ingang naar ^t gebouw, in 't weften, is eene hooge» aanzienlyke poort, die op gemetfelde ko- lommen ruft. Behalve deezen, zyn 'er nog twee ingangen, die, door de vrouwen, g£" (O Refol. Vroedfch. N. ij. Ii J<mj !«♦»• f' "•
(f) Handv. bl. \i%.
{q) Chion. van Medenbl. tl, zïj,
(r) Kemb. P, ƒ. 71 verf).
|
||||||||||||||||||||||
Weinige jaaren na hunne aankomft, wa-
ren hun, by de Wethouderfchap deezer Stad, reeds twee beëedigde Makelaars van hunne Natie toegeftaan, welk getal, in 't jaar 1612, met nog agt anderen, vermeerderd werdt (k). Hieruit is klaarlyk af te neemen, dat zy, van tyd tot tyd, toegenomen waren in menigte, en dat hun genoegzaame vryheid gelaaten werdt, om hunnen Godsdienll, in ftilte, in byzondere huizen, te oefenen. Doch in 't zelfde jaar 1612 ,beftonden zy, zonder daar- toe verlof verzogt te hebben van Burgemees- teren , eene openbaare Synagoge te fligten op Uilenburg, tegen over denMontelbaans- ïooren, die't Huis van Jakob genaamd werdt. Men nam hun dit zo kwalyk, dat hun de oe- fening van hunnen Godsdienll verbooden werdt (/). 'tLeedt,nogtans, niet langer dan tot in 't jaar 1619, wanneer 's Lands Staa- ten hun vrye Godsdienftoefening toelieten. Zy bouwden toen eene Synagoge op de Hout- graft, die uit twee famengevoegde woo- ningen beftondt. Hun getal, midlerwyl, fterk zynde aangegroeid, ook in Leden van ver- mogen , inzonderheid door de aankomft van veele Spaanfche en Italiaanfche Jooden, wer- den 'er nog twee Synagogen opgeregt. De drie byzondere Natiën kwamen egter, in 't jaar 1638 en 1639, overeen, om voortaan maar ééne Synagoge te houden, en niet te gedoogen, dat 'er, in vervolg van tyd, door tien of meer Jooden, eene nieuwe Synago- ge zou worden opgeregt: ook niet, dat by- zondere perfoonen, tot deeze Synagoge be- hoorende, in eenige andere van Hoogduit- fche, Poolfche of andere Jooden, zouden gaan bidden. En deeze overeenkomft, mids- gaders, het verdrag van vereeniging, tus- fchen de Portugeefche en Spaanfche Jooden, werdt, op verzoek der Jooden zelven, den zeventienden November des jaars 1670, en den elfden May des jaars 1675, door myne Heeren van den Geregte, bekragtigd (ui). Ondertuflchen, kwamen de drie Natiën, in de Synagoge op de Houtgraft, byeen, tot dat men,_in 't gemelde jaar 1670, de te- genwoordige Synagoge bouwde , op het plein, tegen over hetLeproozenhuis, tus« fchen de Muiderftraat en Muidergraft; na't voltooijen van welke, de Voorige Synagoge, tot Burgerwooningen, verkogt werdt. De Hoogduitfche Jooden, die toen al eene
Synagoge hier ter Stede hadden, fchynen, niet lang na de Portugeefchen, herwaards gekomen te zyn («). Zy hielden, eenen (A) Handv. tl. 1063.
(O K-efol. Vroedfch. N. tl. % M*y 1611. f. 62.
iro) Handv. bl. 47J. Keillb. P. ƒ. lij verf,.
(n) Refoi. vim den Oud-Raad van Bweeia, 1« *4nr.
|
||||||||||||||||||||||
joodsche
Synago- gen. Zy nee-
men fterk toe, in getal. |
||||||||||||||||||||||
til'.
|
||||||||||||||||||||||
ten
hier |
||||||||||||||||||||||
in«;
|
||||||||||||||||||||||
A
|
||||||||||||||||||||||
DeHoog-
duitfche en Pool- fche Joo- den zet- |
||||||||||||||||||||||
Hï. Boek. Overige Protestantsche EN ANDERE KERKEN. 221
|
||||||
N*>? ^m^} w°rden. 't Gewelf van 't gebouwruft Kerkfieraaden bewaard worden. Voorts, isj
|
loonscHS
|
|||||
%. ' °P vier hoogeenzwaarehardfleenen kolom- 'er, ter wederzyde , eene galery voor deSvNAocT
^en. Even binnen den grooten ingang, ftaat vroawen. Doch alzo deeze Synagoge haaft0£iV- een verheven Voorleezers - geftoelte , op te klein viel, hebben de Hoogduitfche Joo- Welks vier hoeken, vier zwaare koperen Kan- den, in't jaar i686\ nog eene andere ge- selaars geplaatft zyn. Voor dit geftoelte, be- bouwd, boven de Vleefchhal, die nevens "eden, is de ftoel van den Chacham of Op- de groote Synagoge (laat; en in 't jaar 1730, Pj^r-Rabbi, en ter wederzyde, zyn de zit- eene derde, agter de groote Synagoge. En Plaatfcn der Godgeleerden. De dienende deeze laatïte is, in't jaar 1750, merkelyk \arnaß,m 0f Ouderlingen zitten, wat ver- vergroot,en, geheel van den grond af,op- . r af, noordwaards , of ter linkerzyde , getimmerd, zo dat zy, tegenwoordig, de ln een afgezonderd geftoelte Voorts , eerftgemelde oudfte, met welke zy, in ge- 2yn > door de gantfche Kerke, verfcheiden' daante en grootte, vry na overeenkomt, in fyen van zitbanken voor de mansperfoonen; fraaiheid over reft. Zy heeft eenen defti- ^eneden. voorzien met geflooten kasjes , gen opgang, en midden op het dak, ftaat Waarin de Kerkboek en en Bidkleeden be- een fierlyke koepel. De galery voor de vaard worden. Ter wederzyde , boven dee- vrouwen, die verpligt zyn, op haare plaat- e z'tplaatfen, zyn twee galeryen voor de fen te blyven, zonder dezelven, ter gele- ^rouwen. Zy ruften, ieder, op zes hard- genheid van eenige plegtigheid, te mogen Reenen Pilaaren, en zyn, van vooren, met verlaaten (s), befiaat drie zyden van 't ge- jagt traliewerk, afgefchut;zo dat men,van bouw. Boven den ingang in 't weften, ftaat £eneden, bezwaarlyk, op de galeryen zien een tafereel, waarop een algemeen Gebed' ^an. In 't midden der Kerke, hangen vier aan Gode, ook voor de Overheid, metgul- groote koperen kroonen,waarop,byavond, den letters, in de Nederduitfche taaie, ge* kaarfen ontfteken worden. Doch, aan eene fchreeven is. Behalve deeze drie Synago- der kroonen , hangt eene glazen Lamp, die gen, hebben de Hoogduitfche Jooden nog altoos brandende gehouden, en daarom eeu- drie of vier kleine of By-Synagogen, zo in ^igduurend licht genaamd wordt. Tuflchen de Amftelftraat, als op Vlooijenburg, en op ^e groote pilaaren , hangen nog vier kroo- Uilenburg, op verfcheiden'tyden, gebouwd; nen, die zo groot niet zyn als de gemelden, van welken wy niets byzonders weeten te en onder ieder galery, zeven kleine kroon- melden. 'ü'es. Het oollelyk gedeelte der Synagogeis Het Kerkbeftier der Jooden hier ter Ste- ^.erk^e*
^gefchooten met een hek van glad Sakker- de, en het onderhouden deropenbaare Sy- ^óo^en^ panen hout, binnen welk hek. eene ver- nagogen van beide de Natiën en der armen en bezor- ieeven plaats is, waarin de Priefters op onder dezelven ftaat, by elke Natie, aan ging; der öeri Sabbath en op de andere Feeftdag n, een Collegie van zes Varnaffim of Ouderlin*™™^, ;ja dat zy , vooraf, door de Leviten, ge- gen, en eenen Penningmeefler, die verpligt zelve».C" ^affchen zyn , den dienft, onifchoeid , ver* zyn, by gewigtige gelegenheden, den raad Jgten. Op het hek ftaan agttien zwaa- der afgegaane ParnaTim en Penningmeefte- e koperen Kandelaars. Een Sakkerdaa- ren in te neemen, De wyze, op welke, de rien - houten kas, die fraai gemaakt, en in Parnaflim, by beide de Natiën, de Kerke- vyf kafr.-n verdeeld is , waarin de Boeken lyke zaaken beftieren, heeft niet zo veel o- ai* Mozes, net befchreeven, en in rollen vereenkomft met eikanderen, of zy ver- ,°Pge ro'd, benevens andere Kerkfieraaden, dient eenigszins onderfcheidenlyk befchree- ewaarj worden, ftaat tegen den agterge- ven te worden. De Portugeefche Jooden el van 't gebouw, en wordt niet dan op hebben de Reglementen op hun Kerkbeftier ,en Sabbath; op de Feeftdagen; des Maan- nimmer gemeen gemaakt. Wy können het, È ple§St'en ^es Donderdags , en , by andere derhalve, alleenlyk befchryven naar de be- ViN- De§e.^eleg^hed en, geopend. rigten, die ons desaangaande zyn medege- ^ SVan se S Y^root^e en oudfte der tegenwoordi- deeld, en die wy reden hebben om te ver-
%i^K' scHe T AG°GE N van * Hoogdüit- !rouwen, dat, ten minfte, in de voornaam- ö ^°Qg na J ° ? D E N is kleiner , en op verre fte opzigten, naauwkeurig en naar waarheid )oo Sc9e f2, aaBzlee%k niet,als die der Portugee- zullen zyn. Doch, wat de Hoogduitfche ' eerfn' Y u ' nogtans, byna dezelfde Jooden betreft, derzelver KerkelykeRegle- Wplf^ï^t" Uten en van binnen- 't Ge- menten zyn, op hun verzoek, door Burge- eit ruit ook op vier hardfteenen kolommen, meefteren, goedgekeurd en bekragtigd, en > rent m t midden, ftaat eene vierkante ver- plaats, en, m 't ooften, eene fierlyke
j' aaar de Boeken van Mozes en andere ('"> Zie '* ^iï^ van I737,'"de Hamlv- n.^gi. l- STUK. Ff |
||||||
AMSTERDAMS III. Deel.
|
|||||||
222
|
|||||||
Toodsche vervolgens, in de Stads Regifiers,geboekt: zulke dagen als de Boeken van Mozes %<&'^<P
Synago- 't welk ons in ftaat gefield heeft, om daarvan zen worden, verzuimen, verbeuren vyf gul' ci#. GEN- uitvoeriger berigt te geeven. dens aan de armen. By de Portugeefchen» Colle- DeParnaffim enPenningmeeflers der Por- die maar ééne openbaare Synagoge hebben,
gira^an tugeefche Jooden vergaderen doorgaands woonen Parnaffim en Penningmeefter dezel'
Painaffim des Zondags 's ogtends; doch die der Hoog- ve, doorgaands, by. Doch, op het ver- en Pen- duitfchen hebben geenen vallen tyd van zuimen hiervan , is geene boete gefield- meelte- byeenkomen; maar vergaderen nogtans, veel- Parnaffim en Penningmeeileren der Hoog' ren. tyds, des Zondags na den middag, en voorts, duitfchen onderzoeken tweemaal 's jaars, j11 op lall van den Parnas-Prefident, en aanzeg- de maand Tar, die omtrent met May, en in ging van den Kofier. Zy verbeuren zekere de maand Hesvan, die met November, o* boete, ten behoeve van de Armen, zo zy, op vereenkomt, den Aalmoes - cedul der Ge- den beraamden tyd, buiten wettige verhinde- meente, en regelen der verhooging, ver- ring, niet in de Collegie-kamer verfchynen. mindering, aan- of ophouding van deri By afwezendheid van één of meer Leden, verleenden onderftand aan de behoefdgen. worden , by de Hoogduitfchen , eerfl de De Turf- cedul , volgens welken , de uit- Penningmeefler of AalmoefTenier der Kran- deeling van Turf aan de behoefdgen ge' ken, en vervolgens, van de drie laatft af- fchiedt, wordt, eens 's jaars, in de maand gegaane Parnaffim, by lootinge, één of meer Hesvan, geregeld. Doch by de Portugee- tot de Byeenkomfl, geroepen; of zo dee- fchen gefchiedt het regelen van den Aal- zen daartoe, om wettige redenen, niet be- moes - cedul maar eens in 't jaar, omtrent voegd waren, zulken, die, voor hen, Par- Paafchen, voor dat de Penningmeefter af' naffim of Penningmeeflers geweefl zyn, ins- gaat. In de Vergadering van Parnaffim van gelyks, op zekere boete, indien zy, buiten beide de Natiën, en nergens anders, mag •gewigtig belet, agterblyven. By de Portu- beflooten worden, tot het doen van eenige geefchen, wordt de Vergadering van Par- Gemeentelyke koflen en uitdeelingen ; en naffim en Penningmeefleren geagt flerk ge- zulks, by meerderheid van flemmen. Doch noeg te wezen, wanneer'er vyf Leden te- de Penningmeefler by de Hoogduitfchen genwoordig zyn. Zo'er minder verfchynen, mag, des noods, tot twee guldens tien ïtui" roept men een of meer uit de ouden j doch vers toe, aan iemant geeven, zonder Parnas- niet by lootinge. De Parnas-Prefident doet, fim te kennen; en tot zes guldens toe, alleen by beide de Natiën, alleen de vöorflellen, met kennis van den Parnas-Prefident. By de in deeze Byeenkomflen, en befluit met de Portugeefchen, is zulks zo naauw niet be- meerderheid. Op zynen lafl, worden ook paald. u $ eenige afkondigingen van klein belang , De Penningmeefler , of Opper - Penning- for$
gelyk , wanneer 'er iet verlooren is , in meéfler, zo als hem de Hoogduitfchen noe-^S de Synagogen der Hoogduitfchen, gedaan, men, aan wien 't bewind over de Armen-1& v Doch zulke afkondigingen vallen, zelden penningen is toevertrouwd, is byzonderlyk bL of nooit, voor, by de Portugeefchen: verpligt, de Armengelden in te vorderen, en afkondigingen van gewigt gefchieden, en te boek te brengen, en van dezelven de by beide de Natiën, niet, dan na dat daar- vereifchte uitdeelingen te doen. By dePor' toe, by meerderheid van flemmen van Par- tugeefchen, doet hy, eens 's jaars, omtrent naffim en Penningmeefleren, beflooten is. Paafchen, rekening aan Parnaffim j doch by Parnaffim mogen alle Lidmaaten en Congre- de Hoogduitfchen , moet hy ten minfte° ganten, zynde zulke Jooden, die in de Sy- eens ter maand , zyn boek in het Collega nagogen gewoon zyn te komen, doch gee- van Parnaffim laaten onderzoeken, en daar- ne Lidmaaten zyn, voor hun Collegie, doen enboven, eens 's jaars, op den derden avond dagvaarden. En die, na de derde dagvaar- van het Loofhutten-Feefl, aan het zelfde ding, niet verfchynen, verbeuren, by de Collegie, eene algemeene rekening doefl» Hoogduitfchen tien , en by de Portugee- die, door Parnaffim goedgekeurd en gete' fchen twaalf guldens, voor de Armen. De kend zynde, ten volgenden dage, door de? Parnaffim der Hoogduitfchen moeten, be- Kofier der groote Synagoge, openlyk, a*' halve de groote, ook de By-Synagogen, wee- gelezen wordt. Maar by de Portugeefchf17' kélykSjby woonen, om op het naarkomen der leeft de Penningmeefler zelf zyne rekening KerkgewQonten en Reglementen agt te gee- in de Synagoge. De Penningmeefler der ven. Doch de Prefldent-Parnas, en zulke Hoogduitfchen, eenjaar gediend hebben" Parnaffim, die zeventig jaaren bereikt heb- de, wordt, het volgende jaar, Penning™^" ben, zyn hiervan ontflaagen. Zulke ande- ter of JalmoeJJenier der Kranken , f0- affig' ren, die 't by woonen der Synagogen, op neert, ten behoeve der Kranken in 't by^ |
|||||||
yC (&3l&t0r' ~fc&h. axl v&yum.
|
||||||
J)E TWEE GEOOTE SYNAGOGE!? J>EH HO O GW! TS CHE Jo OE>EJSr
OUDE - Z YD£ -HUISZITTEN - J^i JMOJiSSE 2^1 EUS - j£ZTTS , |
||||||
UI. Boek. Overige Protestantsciie EN ANDERE KERKEN. 123
Sï4oHE £onder, geld, vleefch of hoenders op den leggen zy, in^de Synagoge, den vereifch- Joodschk
"*». Penningmeefter. Ook woont hy, na de ge- ten eed af, in 'tbyzyn van den Opper-Rab- Synagó-
Woonlyke aanzegging, de Vergadering van bi, en van de afgegaane en aangebleeven °m'
Parnaffim en Penningmeefter, by, in welke, Parnaffim. Zo men 't niet eens heeft kon-
*}7 egter geene item heeft , dan in geval nen worden over de verkiezinge, of zo eert
één der Leden afwezig zyn mögt. Doch de of meer verkoorehen den dienfl weigeren
Portugeefchen hebben geenen Penningmees- te aanvaarden, worden de oude Parnaffim
ter der Kranken. De zorg voor dezelven en Penningmeefter, zynde allezulken, die
ftaat aan een byzonder Collegie, waarvan ooit tot Parnaffim ofPenningmeeftersverkoo-
\ wy> wat laager, gewaagen zullen. ren geweeft zyn; 't zy ze den dienfl aanvaard
%V- Parnaffim en Penningmeefter der Portu- hebben of niet, byeen vergaderd, en uit
J^ing" 'geefche Jooden dienen maar één jaar.Doch dezelven, by fchikking, te beginnen van
ihr. órri 't half jaar * voor 't Paafchfeeft j welk in den oudften, de open plaatfen vervuld. De hjj en Maart of April valt , en met Nieuwjaar , afkondiging hunner verkiezinge gefchiedt 4'
StlJ*" We& in September komt, gaan'er drie Par- op gelyke wyze ; doch zy worden, door
ijjNoti. naffim af, in welker plaatfen, drie anderen den Prefident-Parnas, opgehaald. De Par-
%dc v?rkooren worden. De plaats van den Pen- naffim zitten, elk twee maanden, voor, in
fcef^ ningmeefter, die op Paafchen afgaat, wordt hun Collegie: en onder de aankomenden al-
den. ^an, insgelyks, vervuld, En zie hier, op toos eerfl, de gene die eerft getrouwd, of •>
^elk eene wyze, zulks toegaat: 't Collegie, voormaals, de oudfte in dienfl geweeft is.
eenige dagen voor de afkondiging van nieu- De wyze , op welke Parnaffim en Pen- Wyze We Parnaffim, vergaderd zynde, doet men ningmeefter, onder de Hoogduitfche Joodr v?n Ver"
|
||||||||||||||
een rood, en zes groene balletjes in eene bos. fche Natie hier ter Stede, verkooren wor-14162^8
|
||||||||||||||
t)ie 't roode balletje trekt,noemtiemanttot den, en de vereifchten in zuïken, die ver- naffii
|
m eil
|
|||||||||||||
Parnas. Waarna men overweegt, of hy kieslyk worden geoordeeld, zyn, eerfl in 'fPenning.
herkiesbaar zy of niet: waaromtrent, by- jaar 1737, en federt, op eenen vaften voetmeefter» ^onderlyk, in aanmerking komt* of hy van gebragt. Twee of drie jaaren voor den ge-^d0".de ?e aanzienlykften der Natie zy , en of hy melden tyd, was 'er merkelyk misnoegen duitlche ^ttiant uit het dienende Collegie ook te na gereezen, tuffcheh de dienende Parnaffim Jooden. *Q den bloede befla. Zo hy niet verkiesbaar en eenige Ledemaaten, die derzelver trouw geoordeeld wordt, loot men op nieuws, en verdagt hielden. De Parnaffim bragten de benoemt een' ander'. Doch indien men zaak voor Burgemeefleren , waar dezelve hem verkiesbaar verklaart, wordt 'er gebal- onderzogt, en zy voor vroomen en onbe- heerd, ofhy daadelyk verkooren zal zyn, fproken Luiden erkend werden, by eene ^aartoe hy, ten minfte, vyf ftemmen heb- Publicatie van den negenden Juny des jaars pen moet. Zo hy'er maar vier heeft, wordt 1735, die^ den volgenden dag, door een' er, op nieuws, geballot eer d, om te beproe- Stads Bode, in de Synagoge voorgele-
ven, of een der Leden ook van gedagten zen werdt (t). Ten zelfden tyde, bevalen ^ogt veranderen, en hy daardoor, of met Burgemeefleren, dat de Kerkelyke Regle- vyf ftemmen verkooren, of met drie ftem- menten; door de oude en dienende Parnas- ^en, verworpen mögt worden. En zomen firn en Penningmeefters, van nieuws, her- der de verkiezing niet eens kan worden, zien en verbeterd zouden worden, gelyk, fb- ^datde balloteering, verfcheiden' maaien, dert, gefchiedde, wordende het verbeterd i?erhaald is , wordt dezelve opgehouden. Reglement, uit honderd en twee Ärticulen ~°ch zo dezelve voltrokken wordt, gaat beftaande , aan Burgemeefleren vertoond * **}en, op gelyke wyze, over tot de verkie- en, op den twaalfden April des jaars 1737» ,lnS^an de twee andere Parnaffim en van door hen,, goedgekeurd en bekragtigd (ti).
e^ Penningmeefter. De verkoorenen wor- Het is, in de jaaren 174.7, 1751. en J752 ,
en^ by afkondiging, door den Penning- insgelyks,met goedkeuring vanBurgemees-
eeiter, 0f^ jn zvn afZyn? door den Par- teren , in eenige opzigten, veranderd en a^"^refident, na 't eindigen van 't eerfte vermeerderd (e), in gevolge van het laat-
gedeelte van den Voormiddags dienfl, aan fle Lid van het zelve, waarby het verände- re Gemeente bekend gemaakt: waarna de ren of vermeerderen daarvan, aan de mees- ^gaanden, door den Voorzanger, met een te ftemmen der oude en dienende Parnaffim ^genwenfch begroet, en de aankomenden, en Penningmeefteren, gelaaten is (w),
aank y iWyZe' ingezegend worden. De De dornenden, in de Synagoge zynde, wor- (0 H:anf4v- "• y «•
hunn- 1 ar§aar>den, opgehaald, en naar \v\ véivoiP &n Hamiv. «. >•>» «, it. 8 Plaats geleid. Eenige dagen laater, (^ H3,ld''"•♦»*■ Ff 2
|
||||||||||||||
k
|
||||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
224
|
|||||||||||
SC&
|
|||||||||||
joodsc^b De zes Parnaffim en de Penningmeefter
SYNA0Ö- der Hoogduitfche Jooden dienen twee jaa- GEN. ren, en,jaarlyks, op den derden avond van het Loofhutten Feeft,welk ook in de maand September komt, gaan de drie oudfte in dienft zynde Parnaffim af: en de Penning- meefter wordt, voor nog een jaar, Penning- meefter of Aalmoeffenier der Kranken. In de plaats der afgaanden, worden, vooraf, op dien zelfden avond , drie Parnaffim en een Penningmeefter verkooren: 't welk, in deezer voege, toegaat. De dienende Parnaffim en Penningmees-
ter , ten overftaan van alle de oude Parnaffim en Penningmeefters, en van den Chacham of Opper-Rabbi, in hun Collegie, vergaderd zynde, maaken, by meerderheid van Hem- men , eene Nominatie van nieuwe Parnas- fim en Penningmeefter. Vervolgens * nee- men zy, uit het Regifter der Ledemaaten, op alle Waardige Perfoonen, die ten min- ften op twintig Briefjes tot onderftand der Armen moeten gefield zyn. Derzelver naa- men worden in eene beflooten BofTe gedaan, 'uit welke de Parnas-Prefident vyf en twin- tig perfoonen trekt, die eikanderen niet te na in den bloede beftaan: en uit deezen vyf en twintig, trekt de Opper-Rabbi zeven, die terftond, door de Kofters, worden ge- haald , en naar de Collegie - kamer geleid , alwaar deeze zeven Perfoonen, uit de eerft- gemelde Nominatie , ieder drie bevoegde Perfoonen, om als Parnaffim, en een, om als Penningmeefter te dienen , verkiezen. Doch die zig zelven verkieft verbeurt vyf en Zeventig guldens, en wordt niet verkoo- ren geagt,al hadt hy fchoondemeefteftem- men. Elk hunner geeft de naamen zyner verkoorenen, op een briefje gefchreeven, in het Collegie der Parnaffim, aan den Chacham, die dezelven in eene beflooten bofTe werpt en daar wederom uittrekt; waarna zy, die, by dezelven, blyken, de meefte ftemmente hebben,geagt worden tot nieuwe Parnaffim en Penningmeefter verkooren te zyn. Zo twee verkoorenen even veel Hemmen heb- ben, wordt, tuffchen dezelven, door den Chacham geloot. De Prefident bewaart de Hemmen, tot dat de verkoorenen, die, ter- ffcond, door de Kofters, kennis van hunne verkiezing krygen, de bediening aanvaard hebben: en zo dra zulks gefchied is, en de verkoorenen in 't Collegie geleid zyn, wordt 'er, tuffchen de zes dan dienende Parnaffim, geloot om de beurten van het Prefidentfchap, zynde hy, wiens naam het eerft uit de bos- fe komt,de eerfte twee maanden,Prefident, en de anderen, vervolgens. Doch zo één of meer verkoorenen den dienft weigeren te |
|||||||||||
aanvaarden, en 'er, op de Nominatie derg^,
zeven Kiezeren, geen meer bekwaame Per- aï$. foonen gevonden worden ; doen zy eene nieuwe keuze uit de eerftgemelde Nomina- : tie van Parnaffim en Penningmeefter. De aankomende Parnaffim en Penningmeefter belooven, by eede, aan handen van den Chacham, dat zy den dienft getrouwelyk zul- len waarneemen. De afgaande Parnaffim en Penningmeefter moeten, by beide de Natienr twee jaaren ftil gezeten hebben, eer zy we- derom verkieslyk zyn. Doch by de Portu- geefchen wordt zulks, niet zo ftiptelyk, ag- tervolgd. Niemant wordt, by de Hoogduit- fchen, tot Parnas verkooren, dan die eerft, twee jaaren, Opper-Penningmeefter geweeft is; oude Parnaffim uitgezonderd. En niemant is verkieslyk tot Opper - Penningmeefter, dan die twee en dertig jaaren bereikt heeft. Doch op het een en het ander wordt, by de Portugeefchen, zo naauw niet gezien. Par- naffim en Penningmeefter der Hoogduitfchefl moeten ten minfte ftaan op vyftig briefjes, tot onderftand der armen. Doch de Portu- geefchen hebben zulke briefjes niet. Men verkieft, onder dezelven, egter altoos vail de vermogendften der Gemeente tot deeze dienften, en onder beide de Natiën, geene Perfoonen, die geduuriglyk buiten 's Lands zyn ; noch zulken, die boedelafftand ge- daan hebben, of met hunne Schuldeifchers, voor minder dan 't beloop der fchuld, ver- draagen zyn: ook zulken niet, die hun ar- mengeld niet ten volle betaald hebben: en eindelyk, ook geene twee volle Neeven, veel min nadere bloedverwanten, zelfs niet, wanneer des eenen Huisvrouw volle Nigc van den anderen is; doch wanneer de Huis- vrouwen van twee verkoorenen alleenlyk volle Nigten zyn, mogen de mannen wel te gelyk dienen. Men plagt ook, om tot Pa/" nas of Penningmeefter onder de Hoogduit" fchen te können verkooren worden, nood- zaakelyk, eene zitplaats in de groote Syna' goge, op zynen naam en folium^te moeten hebben. Doch men bevondt, dat fomfl11" gen, geen behaagen hebbende in het waar* neemen deezer dienften , nalieten, eenff plaats op hunnen naam te doen ftellen; waa1" om dit vereifchte, in 't jaar 1751 ,met°P' zigt op het Penningmeefterfchap , te fll£c gedaan is (x). Een verkooren Parnas ° Penningmeefter onder de Hoogduitfchen £ weigerende den dienft te aanvaarden? °_ dien, binnens tyds , verdatende , veibe*}~ ren, de eerfte drie honderd, en de tweede vier honderd guldens, ten behoeve der ar- men« (*)• Vervolg der Handv. bl. 20.
|
|||||||||||
III. Boek. Overige Protestantsche EN ANDERE KERKEN.
|
|||||||||||||||||||||||
225
|
|||||||||||||||||||||||
offerd wordt. In ieder der twee andere Sy- Joódsche
nagogen, worden ook twee Perfoonen ge-S^Aoo- fteld, tot den Ontvangft der giften, die al-CElïi daar gefchieden; doch tot den Ontvangft der giften ten behoeve der armen van, Je- ruzalem wordt aldaar een byzonder Perfoon gefteld. Die een deezer mindere dienften weigert te aanvaarden, of na de aanvaarding verlaat, verbeurt vyf en twintig guldens. Alle de Onder-Penningmeefters moeten boek houden van 't gene zy ontvangen: en van alles, eens 's jaars, uiterlyk in de maand December, aan Parnaffim en Penningmees- ter rekening doen. By de Portugeefchen, waar het armengeld gereeder opgebragt, of niet zo fcherp ingevorderd wordt, komen verfcheiden' van deeze dienften niet te pas- fe. Ook hebben zy geene byzondere Kerk- meefters, ftaande het onderhoud der Syna- goge , onmiddelyk, aan Parnaffim en Pen- ningmeefter. Nogtans, verkieft dit Colle- gie, op Nieuwjaarsdag , zynde den eerfteh der maand Tisri, die in September komt, ook twee Bruidegoms der Wet, en op Paa- fchen, een' Parnas van 't Heilige Land; een' ten behoeve der Joodfche flaaven, onder de Mooren en Turken; een' , die opzigt heeft op het Kerkhof te Ouderkerk, en een', die zorg draagt voor de kleeding der be- hoeftige Studenten van de Natie. De Sikkel wordt aan de Synagoge betaald. De Chacham of Opper - Rabbi, van wien Cbacbém
wy, reeds in 't voorbygaan, gewaagd heb- °f ?f?er' ben, wordt, by de Portugeefchen, door Par- a l' naffim en Penningmeefter, aangefteld; doch by de Hoogduitfchen, binnen zes maanden na dat de Plaats opengevallen is, uit eene Nominatie van ten minfte drie , en ten hoogfte vyf openbaare hooggeleerde Per- foonen , gemaakt by de dienende en afge- gaane Parnaffim en Penningmeefter, gekoo- ren,doör alle hooggeleerde Ledemaaten;en alle andere Ledemaaten, die veertig óf meer Briefjes, ten behoeve der armen, opbren- gen , wordende zyne wedde, door de die- nende en afgegaane Parnaffim en Penning- meefteren, geregeld. Hy heeft, onder de Hoogduitfchen, byzonderlyk het opzigt over Godsdienftige zaaken: hy zit voor in 't CoiJe- gie der Godgeleerden: hy houdt het oog op de Leermeefters en Leerlingen der Gemeente, en onderzoekt de eerften, 't zy Ledemaaten of vreemden , eer hun het onderwys der Jeugd wordt aanvertrouwd. Vreemde Leer- meefters mogen zig, niet langer dan drie jaaren, van hunne afwezende Huisvrouwen onthouden. Doch by de Portugeefchen, daar de Parnaffim meer gezags over den Opper- Rabbi aan zig gehouden hebben, dan by d; Ff 3 Hoog-
|
|||||||||||||||||||||||
^en: en zyn de laatften niet verkieslyk tot
J- arnas, dan zes jaaren na dat zy deeze boete betaald hebben. By de Portugeefchen , ver- beuren beide de Parnaffim en Penningmees- ters vier honderd guldens, zo zy weigeren den dienft te aanvaarden, en zwaarder boe- te » zo zy dien, binnens tyds, verlaaten. De verkoorenen tot Penningmeefters der By- Synagogen onder de Hoogduitfchen betaa- len ■> in geval van weigering of verlaating Van den dienil,eene boete van honderd gul- dens. 6 Vier dagen na 't verkiezen van nieuwe
Parnaffim en Penningmeefler, by de Hoog- duitfchen , dat is, op den zevenden avond van 't Loofhutten-Feeft, ftellen de dienen- de Parnaffim en Penningmeefters twee waar- dige Perfoonen aan, tot de opdragt der zit- plaatfen in de groote Synagoge, beide voor fnannen en vrouwen. Zy mogen nogtans geene Plaatfen overdraagen, dan met kennis en fchriftelyken laft van den Parnas - Prefi- dent. Ten zelfden tyde, worden ook, uit de afgegaane Parnaffim en Penningmeefter, twee Ontvangers der reftanten van 't ver- schuldigde Armengeld aangefteld ; zonder 't voldoeii van welken , niemant een Be- fnydenis- of Trouwfeeft plegtiglyk vie- ren , of voor de Boeken van Mozes verfchy- üen mag; Deeze twee Ontvangers dienen £ok als Kërhneeflers, en draagen zorg voor het onderhoud der Synagogen, en der ge- bouwen , daartoe behoorende, mogende nie- mant, buiten hun opzigt, iet het allermin- te aan de Gemeentelyke gebouwen veran- deren, op de verbeurte van tien Ryksdaal- tfers voor de Armen. Voorts, worden, op den zelfden zevenden avond van het Loof- jUitten-f eeft, twee Bruidegmm der Wet ge- gooren: de oudfte van welken het laatfte gedeelte der Wet leeft, waarmede de jaar- ^ykfche Leezingen beflooten worden: waar- J1 de andere, de volgende reize,wederom, £et het eerfte gedeelte, aanvangt. Nog elt men twee Geleerden, tot het opzigt
and r ^cnoolen der arme Leerlingen: twee voo??' t0t den °ntvanSft van de giften fteliing6 arm5lcrariken; tot opbouw en her- mr h£- VanLSynagogen en Kerkhoven, en hf,„ i„* ° ' >;e de armen toebehooren: en
S evel r' arm^^ der §^n,tenbe- RroSL c Van Jeruzalem, die in de |
|||||||||||||||||||||||
E?en
|
|||||||||||||||||||||||
S
|
eden; en van den
|
||||||||||||||||||||||
■> die , voormaals, tot
|
|||||||||||||||||||||||
x
|
°HcWv, ij t^"""
|
||||||||||||||||||||||
d^erhoud des Tempels, werdt opgebragt
den Ä eens s Jaar.s' voor 't ingaan van
derpLïfaVOnd7- ï de Vergaderkamer
^affim, ten dienfte der Synagogen, ge-
|
|||||||||||||||||||||||
M S T E R D A M S III. Deel;
|
|||||||||||
2i6 A
|
|||||||||||
tj «ibUMiM heeft hv bepaaldelyk over dienden der Gemeente worden, door Par-J°^G»-
SS8 ^Äfrf^dSgeS^opzigt, affin, enP—eefteen, -g^me^ o». •.'w^in'r College cferGoarek-er. alteen yk flemmea Pgwmgmeeferenvan "»Kolters. deTdi ÄeVaSrn^M
A^bieerivk bewind , wdk den Jooden aanneemmge der Bedienden van de Hal, als &*
^-Kf&te^faim.ftaat hier sin Par- Beeftenfnyders, Beenhouwers, enanderen- ^ ^ t0felaaCn^Onner Rabbi draagt, by de Doch niemant wordt, by de Hoogdiutichen, U J* ;£henPmetbeÄi.ffanParnas- tot eemge.Kerkelykebedieningeoftótbed^ KS«Ä ^oefende ninge der Halle Jegelaaten, dan die zesjaa- P^fnonen den titel op van Geleerd en Hoog- ren Ledemaat geweeft is, benalve dat, tot Op- SfcSrf welke titels by hunne naamen gt per-Rabbi en Opper-Voorzanger, alle be- geerd, weutc tilu ƒ , ^e- kwaame Perfoonen verkooren können wor- voegdword^w^eazr^d^b de ,f Ledemaaten. En S"btSe;: enheden. Wy- by de PoLgeefchen, wordt het Lidmaat,
dr ;eèfthyyook, by de Hoogduitfchen, fchap , ook tot de andere Gemeentelyle na sedaan onderzoek en met bewilliging dienften met zo byzonderlyk vereifcnt. Die van Parnaffim en Penningmeefteren , ver- eenige aa moes,'t zyby Ziekte, of tot Paafch- S tof het drukken van Gebedeboeken en brood, of in eemge andere gelegenheid, van anderen, waarbv eenige nieuwe uitlegging de Kerk genooten heeft, wordt tot geener- Svoe "dis Doch by de Portugeefchen, wordt lei Kerkelyk beftier toegelaaten, dan nadat Kt verlof tot het drukken van allerlei Boe- hy 't genootere aan de Kerk te rug gege- kèn zonder onderfeheid, alleen door het ven heeft. ^ Coïegie van Parnaffim gegeven, fchoon zy, De Foonangers, gelykze genoemd wor- gef,
vooraf door den Chacham, moeten worden den, of liever Voorleezers en Foorbidders, loeXekeurd Hy doet ook openbaare Leer- droegen, van ouds, en nog tegenwoordig, den fedenen. 't welk aan geene vreemden, dan naam van Afgezanten der Gemeente, om dat die ook'Opperfte Rabbynen zyn, toege- zy, uit den naam der Gemeente, tot God laaten wordt; en zelfs aan deezen niet, op fpreeken. Zy worden, hierom, ook door Sabbath's morgens. By de Portugeefchen de Gemeente verkooren. By de Por iigee- wordt 'er Ster , door Parnaffim, dikwils, fchen, daar 'er twee zyn, gefchiedt zulks, in verlof toe gegeven. Hy geeft, wyders, by deezer voege. Elk die paar een opengeval- rHooïduitfchen, me/kennis van den Par- len Voorzangers-plaats flaat, vervoegt zig, nas P?efident, verlof tot trouwen; neemt, na dat, daartoe, eene afkondiging gefemed Zln^metAMorenoiO^-^h. is, aan 't^Coilegie van Parnaffim met een W^^ikeniflên'ïf in Kerkelyke zaa- verzoekfchnft. Men onderzoekt vervolgens ^ en SS met gelyke kennis, over naar hun gedrag: en na dat het zelve onbe- 'r vèrleenen van Scheldbrieven. Alle an- rispelyk gevonden is, wordt hun elk eene dere Kerkelyke gefchillen worden zelfs, voor week gefield, om in de Synagoge de Wet te den Chacham en zyne AfleiToren, afgedaan, leezen en t gebed te doen.; Vervolgens b£ wedker Vergadering, hierom, het Huis des roept men de Ledemaaten in de Vergader JlS'genlamd wordt. Hy veroorloft het kamer der Parnaffim, alwaar elk van hun verkoopen van ingebragten Jooden - Wyn eene Lyft van de naamen der zulken, die naar mi K>as en geniet * voor 't vèrleenen van de Voorzangers-plaats ftaan, en hunne gaa- edWverlof-cedul, zoveel, alshem.door ven hebben laaten.hoor en, ter hand gefte£ ParnaffimenPenningmeefleren,toegelegdis wordt. Elk begeeft zig met zyne Lyft naar Hv draaft zorg, dat niemant Thephilin of een' hoek van t vertrek,en fcheurt er dei' SL kiemen noch Mejüfoth of Gedenk- naam uit van hem dien hyverkieft, het of' teil^koope/ verkoope of gebruike , dan rig gedeelte der Lyfte verfcheurende en weg- die door bekwaame Sehryvers, Ledemaaten werpende. De naamen der verkoorenen vro der Gemeente, bereid en gefchreeven zyn. den toegerold in eene bos gedaan, die * Hy mag1 niemant voor zig dagvaarden, noch nademiddags in t byzyn van den Opper-K* onder eenig verband leggen, dan met ken- bi en Parnaffim geopend wordt. Die de & nis en bewilliging van Parnaffim en Penning- te {temmen heeft wordt voor verkoop f Refter die verligt zyn, hem, met naame agt. De Kofter maakt hem zyne vertag W de Hoogduitfchen,V zyn wettig aan- bekend, en brengt hem voor Parnaß\ zkn, te handhaaven. h«n terftond in de Synagoge en naar Affeflb- De Onder - Rabbynen of AM«* ™nuden Voorleden geftoelte geleiden. ■. ö
fen van chacham, de Kofters, Schryvers, Boekhou- De Voorzangers onder de W^ |
|||||||||||
d
chai
|
Cha" der« Doftoren, Apothekers en andere Be- zyn verpligt, beurtelings, opdenö^oau
|
||||||||||
UI. Boek, Overige Protestantschis EN ANDERE KERKEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ä2?
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
op de andere Heilige dagen, in alle de open- ware men van dezelve by 's Lands Staaten ]90T)<cliZ
baare Synagogen, te kezen. Doch op de ontflag bekomen hadt, geflooten (2), en op Synago- drie laatften der zes Verzoendagen, voor 't Stadhuis beveiligd zyn. Voor het fehry- GEN* en na Nieuwjaar, leezen, volgens een oud ven der Trouwbeloften en Huwelyks-Voor- gebruik, eenige Ledemaaten, fchoon niet waarden,'t welk, door denSchryver der Ge- dan met bewilliging van den Parnas - Prefi- meente, gefchiedt, wordt zeker Loon gege- dent. Ook laaten de Parnaffim hetNamid- ven, 't welk by de Portugeefchen onbepaald dags-gebed, 's daags voor 't opkomen der gelaaten; doch by de Hoogduitfchen bepaald |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lueuwe Maane, door iemant anders,leezen,
■•Joch. by de Portugeefchen, heeft, hier- 1 T-v _
|
is. De ondertrouwden betaalen , onder de
Hoogduitfchen,_ook drie ten honderd van het |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
omtrent," eene andere gewoonte plaats. De aan te brengen Huwelylesgoed, ten behoeve
v oorzangers by de Hoogduitfchen, hunne van de armen, indien zy geene Ledemaaten
beurt verzuimende , verbeuren merkelyke of kinderen van Ledemaaten zyn. De Cha-
boeten , ten behoeve van de armen. Zy cham geniet, voor 't inzegenen van 't Hu-
ttwgen niet dan op laffc van de tegenwoordig welyk, een ten honderd van 't Huwelyks«
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zvnrlo t)------Ol*. V r.„,Ton Jnn Doi-tnu.Prp.
|
goed, indien het duizend guldens of minder
beloopt; doch zo 't meer dan duizend gul- dens bedraage, van de eerfte duizend gul- dens één, en van de overige een vierde ten |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zynde Parnaffim, 't zy van den Paraas - Pr<
iident, in de groote Synagoge, of, in zy ne afwezendheid, van eenen der anderen, °f van de Penningmeefteren, beginnen te |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kezen. De Voorzangers moeten, 's daags honderd. Maar van zulken , die vyfhon-
voor den Sabbath of Feeftdag, op welken derd guldens of minder gegoed zyn,is hem Zy leezen moeten, nevens den Schry ver der een halve Ryksdaalder toegelegd. Doch by gemeente, de Boeken van Mozes, in wel- de Portugeefchen is dit alles niet zo naauw ken, zy zullen leezen, onderzoeken, en des bepaald, en de gift voor de armen, aan de noods verbeteren: en zy verbeuren drie gul- byzondere fchikkingen van 't Collegie van rlnS,rrZM dlkm,S a!S er' naderh*nd 4 eene Parnaffim, overgelaaten. Aan den Chacham, icnxytteil in gevonden wordt. Niemant mag, wordt een vry willig gefchenk gedaan. Voorts Py de Hoogduitfchen , in de Synagogen, loopen 'er nog eenige andere kollen op het overluid beginnen te bidden , dan na dat trouwen, byzonderlyk voor den Bruidegom de Voorzanger aangeheeven heeft: en die die, voor de Hoogduitfchen, in het Reglet £er"ge ftoornis of opfehudding onder 't Ge- ment van den jaare 1737, worden opgege- bed veroorzaaken , verbeuren telkens zes ven. Aan een behoeftig Lidmaat, wordt , ^yksdaaldc-rs. By de Portugeefchen, heeft by zyn trouwen, door Parnaffim en Penning* elk ^T^eid om ■> voor dat het Gemeentelyk meelteren der Hoogduitfchen, drie Ryks- gebed gedaan wordt, een' Pfalm of Lofzang daalders gefchonken, of meer, zo hy een ^erluid op te zegg m; doch men moet op- geleerd perfoon is; doch niets, indien hy ouden, zo dra de Voorleezer eenen aanvang een onwaardig Hu welyk aangaat. Zulken ,
gemaakt heeft. De Verdragen en Overeen- die gehouden worden, uit Aarons ftam af- t ff 'Huwelykfcne of Kerkelyke zaaken komftig te zyn, en daarom als Priefters wor- etreffende, moeten, by de Hoogduitfchen, den aangemerkt , mogen geene'voor hun
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
huwelyken aangaan
zy
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
v
|
ekragtigd worden: waartoe de Opper-Voor- zy~het doen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ch hunne
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ï£rf,en 9pPer."Kofters' byzonderlyk, kinderen, nimmer, voor Ledemaaten of
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fchl°eS^ verkiaard zyn. By de Portugee- Priefters er
nen, gefchiedt zulks door den Chacham of flaapen Do |
kend. Huwelyken , met be-
gters aangegaan, worden niec |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5S ^ASbtS'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• . openbaarlyk in de Synagoge, noch met het
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
jj] n P^gt» hier, zo wel als elders, niet verfchynen voor de Boeken van Mozes en
der de°H j6 P°rtugeefche; maar ook on- andere plegtigheden; maar alleenlyk in ftil-
den' ei] S^^che Jooden, by verfchei- te, door iemant , dien de Opper-Rabbi
Trouw-n^Rr en van Vreugdefeeften , daartoe benoemd heeft, ingezegend. Zulke
te dnpn H- yden enz' geweldige koften getrouwden, noch het kind of de kinderen,
in 'S ,,Cnder de Hoogduitfchen,reeds voor het Huwelyk, in onegt geteeld, kon.
Ho? 731' ^erkelyk, en in 't jaar 1747, nen nooit Lidmaat worden, ten ware Parnas-
ien meeI bd?oeid zyn (y). De Huwely- firn zulks, om goede redenen, raadzaam oor-
tiRtrorden' m éé?e der Synagogen,pleg- deelden; doch in zulk een geval, niet dan
di!,^, ^zegend; doch zulken alleen, onder beding, dat zy vyf honderd guldens,
eigens de Pohuke Ordonnantie, ten of zoveel meer, als de JParnaflim redelyk
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
O) Hsnd
|
»v. bi.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
.»-..■.
|
(tj Veivolg dtr Hantlv. bl. ij.
|
OOr-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1«>, 492. Vetvolg bl.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I», 20.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
228 AMSTERDAMS III. Deel.
Joodsche oordeelen, ten behoeve der armen,opbren- en opgelegd worden. Het armengeld, welk, Jood^8
Synago- gen: wanneer , niet alleen zy , maar ook inzonderheid by de Hoogduitfchen , jaar-Sfg4 GEN* ' hun eigen onegt kindof kinderen, in tyd en lyks, voor het ingaan van het Paafchfeeft, ^e»- wyle , Lidmaat können worden. De ge- en by de Portugeefchen, voor den grooten ge- trouwden, van welken wy fpreeken, kon- Verzoendag, moet betaald worden, wordt, nen egter nimmer Parnaffim of Penningmees- in deezer voege , geregeld. Parnaffim en ter worden. Ook mogen zy, noch de on- Penningmeefter der Portugeefchen Hellen al- egte kinderen, nimmer, op Nieuwjaar en Ie Ledemaatenen Congregranten op een jaar- grooten Verzoendag, voor de Boeken van lykfch armengeld, welk, naar tyds gelegen - Mozes, geroepen worden; noch anderen, heid, verhoogd of verlaagd wordt; doch niet zonder onderfcheid van dag of dagen, voor minder dan twee, en niet meerder dantwee- dezelven , doen roepen. Wy behoeven niet honderd guldens beloopt. Doch Parnaffim te zeggen, dat zulke getrouwden, zo zy, en Penningmeefteren der Hoogduitfchen voor hunHuwelyk, Lidmaat geweeft zyn, maaken,alle vier jaaren, eerft eene begroo- hun Lidmaatfchap, terftond, verliezen. Eg- ting der fomme van elk Armenbriefje, waar- te Kinderen worden, by de Hoogduitfchen, na zy, de Penningmeefter of Aalmoezenier befneeden, in de Synagoge, daar de Vader, der Kranken , en nog zeven waardige Per- de Peeter, of de Befnyder eene vafte Plaats foonen, die eikanderen niet te na in den heeft. En zo zy 'er geen van allen eene heb- bloede moeten beftaan, elk, die tot de Ge- ben, in de groote Synagoge. Doch onegte meente behoort, by meerderheid van Hém- kinderen mogen,ingeeneSynagoge,befnee- men, Hellen op een zeker getal van Brief- den worden, op de verbeurte van tien Ryks- jes. Twee van de gemelde zeven Perfbo-, daalders. Onder de Portugeefchen, gefchie- nen moeten zelven ieder op honderd; twee den nimmer befnydeniflen in de Synagoge; anderen, ten minften op zeftig, doch onder maar altoos in byzondere huizen. Het uit- de honderd; en de drie overigen, ten mins- fpreeken van den Kerkelyken zegen, ter ge- ten op dertig, doch onder de zeftig Brief- legenheid van iemants ziekte, en de inlei- jes gefteld zyn. 't Staat aan Parnaffim en ding van eenen rouwdraagende gefchiedt, Penningmeefteren, naar gelegenheid van by de Hoogduitfchen, in de Synagoge, daar zaaken, het Armengeld tweemaal in 't jaar hy, die den zegen verzoekt, en de rouw- te doen betaalen. Voorts, ftellen zy de draagende vafte Plaatfen hebben, of an- Ledemaaten en Bywooners ook opeen jaar* ders, in eene der By-Synagogen. Een Lid- geld , tot voldoening der groote Wafch- maat, Bywooner, of vreemdeling onder de kaarfen, die op den grooten Verzoendag, Hoogduitfchen overlydende , moeten zy- en der Ceder - Appelen, die op het Loof- j ne erfgenaamen, of zo hy zyne huisvrouw hutten - Feeft, in de Synagogen, gebruikt of kind verlieft, moet hy zelf aan de worden. Doch by de Portugeefchen, wordt, Kerk voldoen, 't gene hy nog aan dezelve hiertoe, jaarlyks tien dagen, van Nieuw- fchuldigis, of het Lyk wordt, zonder eeni-'jaar tot den grooten Verzoendag, eene ge plegtigheid, of eerbewys, ter aarde be- Kift gefteld in de Synagoge, waarin elk zo ffceld.Nogtanswordt,om dit te voorkomen, veel werpt, als hy geraaden vindt. Die» door Parnaffim, toegelaaten, af kooping van ónder de Hoogduitfchen , het Armengeld armenfchuld te doen. Doch by de Portu- en de verdere laften , op welken zy ge' geefchen, daar 't armengeld zo fcherp niet fteld zyn, niet voldoen, mogen niet alleen» ingevorderd wordt, kan men, noch by 't volgens meer dan eene uitdrukkelyke vef' begraaven, noch by andere gelegenheden, gunning van Burgemeefteren (ö) , uit de niet of bezwaarlyk merken, dat iemantar- Synagogen geweerd worden; maar de op' mengeld fchuldig gebleeven is. _ gelegde laften mogen, volgens herhaald vet' Voor- De Armen der Joodfche Natie' hier ter lof van Schepenen, ook by parate Executie*
naamftc Stede worden Onderhouden, ten deele uit worden ingevorderd (£). ^i
flesten ^e inkomften van eenige goederen, die, van De zitplaatfen in de Synagogen worden» yL
behoeve tyd tot tyd, aan dezelven gemaakt, of door by de Portugeefchen, door het Collegie v&sf1 der Ar- Parnaffim en Penningmeefteren gekogt of Parnaffim, gegeven aan wie zy willen, die'ergsl" men. verkreegen zyn; ten deele en voornaamlyk, egter, zo zy 't goedvinden, en 'er ver1110' uit het armengeld, welk allen, die eenig ver- gen toe hebben, een gefchenk voor doen mogen hebben, verpligt zyn, op te brengen; aan de armen. Doch by de Hoogduitfchen » voorts, uit de zitplaatfen in de Synagogen, worden zy, of door Parnaffim en Penning- en inzonderheid uit de inkomften der Hal- meefteren, ten behoeve der ar men» of, door len; waarby nog komen de giften en boeten, dS die, by verfcheiden' gelegenheden, gedaan (*) Han<]v- **• 4?s» 478-
o o 'o ^j Handv. bl, 470, 477,
|
||||
IJI. Boek. Overige Protestantsche EN ANDERE KERKEN.
|
|||||||||||||
229
|
|||||||||||||
fe"
|
|||||||||||||
de bezitters, openlyk in de Synagogen, of
onder de hand, aan anderen, verkogt, en vervolgens overgedraagen. Doch in 't laat- fte geval, mag zulks, immers in de groote Synagoge der Hoogduitfche Jooden, niet gefchieden, dan na dat het, vooraf, drie- rnaalj op twee agtereenvolgende Maanda- gen , en op den tufïchen beide komenden Donderdag, door den Koller, uitgeroepen ls' De overdragt moet, binnen zes maan- den na de derde uitroeping, gefchieden, of toen is verpligt, op nieuws, drie uitroepin- gen te laaten doen; De onkoften, op het uitroepen , overtekenen en opdraagen der Zitplaatfen loopende, worden, in de meefle gevallen , door kooper en verkooper, elk Voor de helft, betaald. Doch zo de koop, °m zekere redenen, door den Opper-Rabbi en zyne Aflefïbren, moet worden beveiligd, draagt de verkooper de kollen, hierop loopende , alleen. Voorts, mogen geene Zitplaatfen verkogt, verruild of verpand Worden, dan aan Leden der Gemeente, in gevolge eener uitdrukkelyke vergunninge Van myne Heeren van den Geregte van den negen en twintigllen November des jaars 1703(0. De inkomflen der Vleefchhallen van elke
Natie, buiten welken, niemant, die tot ie- der der twee Natiën behoort, eenigerlei Vleefch, uitgezonderd tongen, koopen mag ,(<0 > leveren een voornaam gedeelte uit van t gene tot onderhoud der armen gefchikt is. De Halle der Portugeefchen Haat onder de be- ttiering der Parnaflim, gelyk wy reeds, in 't Voorbygaan, hebben aangemerkt. De Halle der Hoogduitfchen Haat onder't bewind van Vier Penningmeejters, die ten minfte zes en dertig jaaren oud moeten zyn, en twee van Welken jaarlyks afgaan, in welker plaats, op den zevenden avond van het Loof hutten- *eeft, twee anderen, door Parnaflim en Pen- Ringmeefleren, geileld worden. Zymoeten, ?an deezen, tveekelyks , den Haat van de lnkomflen der Halle opgeeven, en jaarlyks, Voor't Paafchfeefl, hunne groote rekening üoen. Volgens eene fchikking van Burge- meefteren van den twaalfden April des jaars 1ZP '-tjZyn ^e Penningmeeflers van de Hal- herge?dOIrd^^O0,dfche Natievfp,igt'
ren d t A In diervoege te bewaa- ' ,e een, zonder de anderen, daar-
?\gerei\vryen toe gang heeft (O- De
Beeflenfnyders, Beenhouwers en andere Be- dienden der Halle ftaan onder hun onmid. ■ö Sf vÄnhouwers, mTn nie'
eenig V'eeicn borgen, dan die eene
?d %*»<{*■ K. 47C.
fe) u 'llef voor, III. Deel. r r> , 1,
11 STUK. '
|
|||||||||||||
eigen zitplaats, op zyn Folium, in de groo- Joodsch*
te Synagoge, heeft. En zo zulk een in ge- Synaso- breke blyft, om deeze_ of eenige andere ar-G£N- menfchuld te voldoen, is zyne zitplaats daar- voor , by praeferentie voor alle andere fchul- den, aanfpraakelyk. Doch in de Portugee- fche Halle, wordt in 't geheel niet geborgd, \ of, zo 't gefchiedt, loopen 'er de Bedienden alleen 't gevaar van. Uit het invoeren van Boeken van Mozes; Voor-
het leezen in, en verfchynen voor dezelven, <jeeien in de Synagogen, 't welk alles vooreene zon- msrjauit derlinge eer gehouden wordt, trekken deverfchei- Joodfche armen ook eenig voordeel. Elke den' Ker- Synagoge'heeft eenige afïchriften derBoe-H^e ken van Mozes in eigendom. Doch 't ilaat bylon-11' elk Lid der Gemeente vry, daar by een af- derlyk fchrift te voegen, behooriyk verlierd, en,uit d.e by de Hoogduitfchen , van een gordyn, £IeftIg" welk voor de kas, waarin men de Boeken omtrent van Mozes bewaard , gehangen wordt , de Boe- voorzien; wordende hem dan toegelaaten„ken van eenige Perfoonen, op byzondere dagen,Mozes' voor de Boeken van Mozes te roepen. Doch die nog armen-geld fchuldig zyn, mogen aldaar niet voor de Boeken van Mo- zes verfchynen: ook zulken niet, die Boe- del-affland gedaan, of zig, met hunne Schuldeifchers, voor minder dan 't beloop der fchuld , verdraagen hebben , dan na dat zy , ten behoeve der armen, hebben opgebragt, 't gene Parnaffim en Pen- ningmeefteren redelyk hebben geoordeeld. Men brengt de Boeken van Mozes, die iemant aan de Synagoge vereerd heeft , te voorfchyn , en leeft 'er in , ter gele- genheid , dat hy , wegens een Bruiloft of* Befnydenis van hem of zyne kinderen, voor die Boeken verfchynen moet. De plegtige dienfl, om anderen vóór de Boe- ken van Mozes te doen komen , Segan genaamd, kan, by de Hoogduitfchen, ook gekogt worden ; doch niet dan door ge- trouwde Ledemaaten, behalven in de By- Synagogen , daar deeze dienfl, door Jon- gelingen , gekogt kan worden, mids zy dien, door gehuwde Ledemaaten, doen waarnee- men. Allen, die hier voor de Boeken van Mozes verfchynen, doen zekere gifte aan de Armen. Zy hebben regt om, voor drie perfoonen, met naame, te laaten bidden, daar zy den Opper - Rabbi en den Parnas- Prefident mogen doen byvoegen: ook hun- ne Huisvrouwen, wanneer zy, na 't kraam- bedde, voor 't eerfl, in de Synagoge ko- men, nevens het jonggebooren kind; en op de Feeltdagen, zo veele kranken , kraam- vrouwen, reizigers, en kinderen die voor't eerfl in de Synagoge komen, als Parnaffim en Penningmeefteren , naar* tyds gelegen- Gg heid,
|
|||||||||||||
5e*-
|
|||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||||||||||
230
|
|||||||||||||||||||
SC»*
|
|||||||||||||||||||
Jooiwchi heid, goedvinden. Doch, onder de Portugee- tyd vergund. Wanneer Weduwenaars en P°^o0.
|
|||||||||||||||||||
SïNASO
OEN,
|
|||||||||||||||||||
fchen, hebben, omtrent dit alles, eenige by
zondere gewoonten plaats. De dienfl, Se- gan genaamd, wordt aldaar niet verkogt; maar, door den Prefident - Parnas, bege- ven : en elk, die voor de Boeken van Mo- zes verfchynt, doet eene gift aan de Ar- men, naar zyn welgevallen. Men bidt 'er voor byzondere perfoonen, met naame , en ook voor overleedenen. Ook heeft men 'er de gewoonte, om openlyk zekere fom- me aan de Armen te belooven, op de ge- zondheid van zyne Huisvrouw, zyne Ou- ders , zyne Kinderen, of zyne Broeders of Zuflers, of goede vrienden, zonder den Cha- cham en Parnaffim te vergeeten, die dan, met naame, of met uitdrukking hunner hoe- danigheid , genoemd worden. Wanneer ie- mants Zoontje, voor 't eerfl, in de Syna- goge komt, en by 't uithaalen of oprollen der Boeken van Mozes dient, betaalt de Vader ook iets voor de armen. By 't over- lyden van iemant, betaalt men, by de Hoog- duitfchen, om hem in 't Gedenkboek der overleedenen te doen optekenen, insgelyks, iet aan de armen, aan den Schryveren aan den Kofier. Doch 't zelfde gefchiedt, ook by andere gelegenheden, te menigvul- dig om allen te worden opgenoemd. De meefte Kerkelyke dienflen , de behande- ling der Boeken van Mozes, het aanftee- ken der Lichten, het aanreiken van den Wyn op den Sabbath en op de Feeflda- gen, en anderen meer , worden, op den laatflen dag van het Loofhutten-Feeft, on- der de Hoogduitfchen, in 't openbaar, in de Synagoge, opgeveild, en verkogt: doch onder de Portugeefchen , by gelegenheid, begeven. In de Joodfche Gemeenten, worden
driederlei Perfoonen onderfcheiden, Le- demaaten, Congreganten of Bywooners, en Vreemdelingen. Een Ledemaats Zoon, trouwende , wordt ook Ledemaat, mids- gaders, een Vreemdeling , die met een Ledemaats Dogter trouwt. Zy zyn beide, immers, onder de Hoogduitfchen, verpligt, zig,binnen vier maanden na hunHuwelyk, by Parnaffim en Penningmeefler, in 't Re- gifler der Ledemaaten, te laaten optekenen: waarvoor de eerfle , aldaar , drie , en de tweede, zes Ryksdaalders betaalt. Zo zy langer dan vier maanden wagten, verbeuren zy tien Ryksdaalders: en zo zy de inteke- ning een jaar verfchuiven, zyn zy van hun Lidmaatfchap verfleken, en 't kofl hun hon- derd Ryksdaalders, zo zy 't op nieuws be- komen willen. Doch indien iemant hunner. |
|||||||||||||||||||
Weduwen, vreemdelingen zynde, met Le- ^,
demaats Zoonen en Dogters, hertrouwen» worden zy wel Ledemaaten , maar hunne Voorkinderen niet, ten ware zy, voor ie- der derzelven, zo veel betaalden, als Parnas- fim en Penningmeefleren redelyk oordeelen- Een vreemdeling kan zig ook, zonder dat hy trouwt, tot Lidmaat laaten aanneemen, mi"3 betaalende, onder de Hoogduitfchen, hon- derd Ryksdaalders, of zo veel meer, als Par- naffim en Penningmeefleren vinden te be- hooren. Zo dra iemant Lidmaat wordt, Hel- len Parnaffim en Penningmeeflers, onder de Hoogduitfchen,hern op zeker getal vanBrief- jes, tot onderfleuning der Armen. By de Por- tugeefchen, wordt hy ook op een jaarlvkfch armengeld gefield. Een Lidmaat by de Hoog- duitfchen , die buiten 's Lands reizen, en midlerwyl zyn Lidmaatfchap behouden wil, moet zig, by Parnaffim en Penningmeefle- ren , in 't Regißer der biiitenwoonende Lede- maaten, laaten aantekenen, enjaarlykstwee Ryksdaalders, ten behoeve van de Armen, doen betaalen; zynde hy van zyn Lidmaat- fchap verfleken, zohy dit vyf jaaren agter- een verzuime. De Opper-Rabbi en de Voor- zangers der groote Synagoge van de Hoog- duitfchen , geene Ledemaaten zynde, wor- den het, zo dra zy hunnen dienfl aanvaar- den: en 't Lidmaatfchap gaat over op de kinderen, die zy, geduurende hunnen dienfl» voortbrengen. Ledemaaten alleen zyn on- der de Hoogduitfchen bevoegd tot het koo- pen van plegtige dienflen, in de groote Sy- nagoge , en om voor de Boeken van Mozes te verfchynen. 't Laatfle wordt, nogtans, by hen, ook aan Vreemdelingen, die zig> voor eenen korten tyd, hier ter Stede, op' houden, onder zekere bepaalingen, toegelaa- ten. Ledemaaten hebben, in 't waarneemefl der plegtige dienflen, en in 't verfchynen voor de Boeken van Mozes, altoos rang voof bloote Bywooners, en voor Vreemdelingen- De Ledemaaten en Congreganten , of By wooners, de Wet, in alle haare deelen, pleg' tigheden en omflandigheden, zo als zy thafl* kan onderhouden worden, niet onderhoü' dende, worden, deswege, by de Portugee' fchen, door het Collegie van Parnaffim; & by de Hoogduitfchen, door den Opper-Rab' bi, gebreukt, en tot geenerlei Kerkely^ dienflen toegelaaten, dan na dat zy de op- gelegde boeten betaald of voldaan hebbsn' Indien zy zwaarlyk overtreeden, worden zy > by de eene en de andere Natie, zelfs uit de Synagoge gebannen. Zo een Lidmaat onder de Hoogduitfchen Speelhuizen of Danska- |
|||||||||||||||||||
Lede-
maaten , en der- zelver Voorreg- ten, bo- ven By- wooners enVreem- delingen. |
|||||||||||||||||||
mers hnnHr. nf in rWpIvrpn als Speelman oi
|
|||||||||||||||||||
kort na zyn huwelyk, buiten 's Lands reizen mers houdt, of in dezelven, aïsSpeelma.
moet, wordt hem nog zes maanden langer Danfer, verkeert, verlieft hy zyn Lidmaat- fchap » |
|||||||||||||||||||
HL Boek. Overige Protestantsche EN ANDERE KERKEN.
|
|||||||||||||||||||
.231
|
|||||||||||||||||||
fcE
|
|||||||||||||||||||
fchap; wordt nooit tot het waarneemen van
eenigen Kerkelyken dienft toegelaaten, en kan geenen Gemeentelyken onderftand be- komen , indien hy, t'eenigen tyde, tot be- hoefte vervallen mögt. Tot voorkoming van benadeelinge der ar-
men , is het opregten van byzondere Syna- gogen, Baden of Hallen verbooden; onder de_Hoogduitfche Jooden, op eene boete van duizend guldens. Zelfs mag niemant, uit- genomen den Opper-Rabbi, by de Hoog- duitfchen, eenige afzonderlyke Godsdienfti- ge Vergaderingen aanleggen , vooral niet °m ■> in dezelven, uit de Boeken van Mozes te leezen. 't Staat nogtans vry, met be- williging van Parnaffim en Penningmeefte- fen, zekere Collegien op te regten, mids in dezelven niemant tot Rabbi of Kofter, veel min tot Penningmeefter verkooren wor- de , dan die een Lidmaat der Gemeente is; ten ware de meefte Leden van zulk een Col- legie Vreemdelingen waren, in welk geval, de Penningmeefter ook een Vreemdeling zyn mag. Zulke geoorlofde Collegien zyn 'er, tegenwoordig, veelen, beide onder de Por- tugeefche en Hoogduitfche Jooden, hier ter Stecfe. Men kan deeze Collegien , in driederlei
foorten, onderfcheiden. I. Sommigen zyn enkelyk aangelegd tot onderwyzing en oe- fening in de Hebreeuwfche taaie en in de Wet. II. Anderen, tot diergelyke oefenin- gen , en te gelyk, tot het oefenen van by- zondere werken van barmhertigheid. III. En Wederom anderen, tot het oefenen van wer- ken van barmhertigheid alleen. Het voornaamfte der Collegien van de
eerfle foort, onder de Portugeefche Jooden, is genaamd Heshaim of Boom des Leevens, en reeds in 't jaar 1639 opgeregt. Het wordt, federt veele jaaren, gehouden op de Binnen- plaats der Synagoge. En in het zelve, worden pulken,die zig,eerft, in zes ondergefchikte Schooien, of inde voornaamften derzelven, 5*°or aangeftelde Leermeefters, 'in de He- weeuwfche taaie en Godgeleerdheid, hebben aaten onderwyzen, en die bekwaam geoor- tt zyn'Om tot hetCollegie Heshaim over gaan_, onder 't opzigt van den Chacham,
;e™er„in .de Wet geoefend. De Leden van cht College, die> lh Onder-Rabbynen, of als Proponenten , konnen worden aange- merkt, gemeten eene maandelykfche wed- foK'.Ult e|n\\aFe' hie»oe byzonderlyk ge- \^y-'n Zy hebbfn eene beurs of bos opge- Ä' Gene'zln.è der metgezellen genaamd,in wSe-' elkLid, maandelyks, iet legt, en aan i£V m ,ge t*1 7an ziekte >een weekgeld Colleï- ?nke Ln uitgekeerdwordt.,Het &le Heshaim ftaat onder 't opzigt van |
|||||||||||||||||||
vierParnaffim en eenen Penningmeefter, die Joodsche
jaarlyks allen afgaan. Vooraf, maaken zy, SyNAeo- en de Parnaffim en Penningmeefter der Na- Gm- ' tie, elk eerfl eene afzonderlyke Nominatie van nieuwen, waaruit, by onderlinge fchik- king , de plaatfen der afgaanden vervuld worden. De Penningmeefter van Heshaim. is, altyd, een oud Parnas der Natie. De af- kondiging van de aanftelling deezer Regen- ten gefchiedt, op Pinkfterdag. Zy woonen 't onderzoek der Leden van 't Collegie by ,■ van welken, altoos, drie tevens onderzogt worden : een uit welk getal zy verkiezen i om de plaats van een loontrekkend Lid te vervullen. Men heeft nog elf of twaalf dier- gelyke Collegien onder de Portngeefchen, als, 't Sieraad der Jongelingen en het Huis van Jozef, beide, in 't jaar 1669, opgeregt; de wooning der Geregtigheid, Leas Tent, de Kt 'Oon der oude Mannen, de Stem van Jakob enz. die, hier en daar, in byzondere hui- zen , gehouden worden. Ook zyn 'er, voor- maals, eenige anderen geweeft, die, door den tyd, te niet geraakt zyn. De Collegien van de tweede foort, onder
de Portugeefche Jooden, zyn de volgenden: een, genaamd Loon der weldaadigheid, welk, reeds in 't jaar 1639 , opgeregt, engefchikt is, om te leezen, en om de Lyken ter aarde te beftellen; een, Vader der Weezen gehee- ten, waartoe, in 't jaar 1761 ,een huis ge- kogt is, ftaande op de S. Antonis-Breêftraat, aan de noordzyde, tuffchen 't Muider-plein en de Markensfteeg, alwaar behoeftigeWees- jongens onderweezen en opgevoed worden: een ander, Onderhoud der Dogteren genaamd, ftaande in de Zwaanenburgsftraat, aan de weftzyde, en in 't jaar 1734 opgeregt, om arme Weesmeisjes te onderwyzen en op te voeden: een, genaamd de Wagters op den morgen, waar men niet alleen leeft, maar ook eenigen onderftand bewyfl aan zyne Le- den : nog een, het dubhcld van de Wet ge- heeten, daar men leeft, en brood uitdeelt, en nog een, Verlufiiging des Sabbaths ge- naamd , welk niet alleen leeft, maar ook, weekelyks, brood, en olie tot de Sabbaths- Lampen uitdeelt. Men plagt, onder de Por- tugeefche Jooden, nog verfcheiden'dierge- lyke Collegien te hebben. Doch eenigen der- zelven zyn te niet geraakt, en anderen, met andere Collegien, vereenigd. Tot de derde foort van Collegien, onder
de Portugeefche Jooden, behooren 'er vyf, die byzondere foorten van gewaad uitdee- len: als, het Collegie, eertyds de Helm des Heils, en nu, de Sierlyke Kroon genaamd, welk hoeden en paruiken uitdeelt; de Man- tel der Geregtigheid, daar men behoeftigen voorziet van overrokken, JaJJtn genaamd; Gg 2 de
|
|||||||||||||||||||
0:
|
|||||||||||||||||||
ft*
che
|
|||||||||||||||||||
H
|
|||||||||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||
232
|
|||||||||||||||||||
c0
|
|||||||||||||||||||
Toodsche de Heilige Linnen rok , daar men hemden
Sykago- geeft; de Kroon der Jongelingen, daar men cm. IcoufTen; en Uwe gangen zyn in de Schoenen, daar men fchoenen uitdeelt. Doch behalve deezen vyf, is 'er nog een, Hulp der Vrouw- luiden genaamd, welk kouffen en fchoenen aan behoeftige vrouwluiden bezorgt. Wy- ders, is 'er een Collegie, de Bruidfchat ge- naamd, en aangelegd om behoeftige dog- ters uit te huwelyken: en twee anderen, 't Verbond des Vredes, om arme Kraamvrou- wen, die van Zoonen , en 't Regt der Dog- teren, om zulken, die van Dogters bevallen zyn, eenigen onderftand te bezorgen, en, in 't eerfte geval, van Peters en Meters, die 't kind, by de Befnydenis, houden, te voorzien, 't Collegie, Hoop der VerloJJinge, deelt vleefch uit, voor 't Paafch-, en vleefch en brood, voor 't Loofhutten - Feeft. 't Col- legie , Schikking van 't hout, bezorgt brand- hout aan behoeftigen; en 't Collegie, Toe- rigting der Lampen , olie voor de Macha- beërs-Lampen. Het Collegie, Chebra, of de Broederschap , by uitfteekendheid, genaamd, voorziet de arme kranken van Genees- en Heelmeefters, Artfenyen, en andere nood- wendigheden. De afkondiging van de ver- kiezing der Parnaffim van dit Collegie, die, op gelyke wyze als die van Heshaim, ver- kooren worden , gefchiedt , op den Sab- bath, die komt midden in de agt dagen van het Feeil der zogenaamde Machabeërs- Lampen , 't welk , doorgaands , in De- cember valt. De Collegien, Werken van Godsvrugt en Regtvaardighcid der Vrouwen, die, in 't jaar 1707, en in 't jaar 1734,0p- geregt waren; doch, in 't jaar 1758, met eikanderen, vereenigd zyn, bezorgen kran- ke mannen en vrouwen van waakers of waakfters, beddelakens, hemden enz. Vyf byzondere Collegien zyn 'er, tot verrigting van 't gene, omtrent alle Lyken van de Na- tie , zonder onderfcheid, te doen valt: de Wagt van 't Huis, uit jonge fterke mans beftaande, die de Lyken uit het fterfhuis haaien, en op de baar brengen: de Dienfi der Heilige dingen, beftaande uit honderden twintig perfoonen, onder welken, veelen van de aanzienlykften der Natie zyn, die uit het Collegie, Loon der IVeldaadigheid, hiervoor (ƒ), vermeld , by lootinge , moeten ge- trokken worden, en de Lyken van 't fterf- huis naar de fchuit draagen: het Collegie, JVeldaadigheid en trouw, ingefteld, om de Lyken der mannen te waffchen, en de gra- ven voor mannen en vrouwen te delven: 't Collegie, Edelgefleente, welk zerken ver- fchaft op de graven van behoeftige over- (f) BUdx.. I}1,
|
|||||||||||||||||||
leedenen: en 't Collegie, 't Is beter te gaan $#>$
|
|||||||||||||||||||
j>y»
|
0-
|
||||||||||||||||||
in 't Klaaghuis , welk de behoeftige naaft-
beftaanden van een' overleeden', geduuren- de de zeven treurdagen, waarin zy noch uit- gaan , noch werken mogen, van onderftand bezorgt, en eenige Leden benoemt, om, geduurende dien tyd , het getal der tien mansperfoonen, boven de dertien jaaren, te helpen uitmaaken, welk vereifcht wordt, tot het doen van Gemeentelyke gebeden in 't fterf huis, die dan, door de naaftbeftaan- den, niet in de Synagoge gedaan können worden. Alle deeze dienften omtrent de Lyken worden verrigt, zonder dat 'er eenig loon voor begeerd , of genooten wordt. Het draagen van de Lyken uit het fterf huis naar de fchuit in 't byzonder wordt voor zulk een Godvrugtig werk, en voor zulk eene groote eer, gehouden, dat de voornaamfte Jooden zelven zig veel moeite geeven, om in het Collegie, de Dienfl der Heilige dingen genaamd, te worden aangenomen. Alleen- lyk, hebben de Parnaffim eenige arme vrouws- perfoonen aangefteld, om de doodkleedeh voor alle Lyken te maaken, en de Lyken van vrouwenen kleine kinderen te waffchen: aan deezen wordt, door de vrienden der o- verleedenen , zo zy eenig vermogen heb- ben , doorgaands, een vrywillig gefchenk gedaan; doch zy moeten zig te vrede hou- den , al wordt haar, gelyk by de armen ge- beurt, niets altoos gegeven. De Portugeefche Jooden hebben ook een
Oude - Mannen • Huis en een Oude - Vrouwen' Huis, die hier byzonderlyk verdienen ge- meld te worden. Het eerfte , Steun/el of Staf der oude Mannen geheeten, ftaat op de eerfte Weesper - ftraat aan de ooftzyde, efl is, in 't jaar 1751, gefügt. De naam van 't Godshuis ftaat, in 't Hebreeuwfch, in den gevel: in welken men, wat laager, leeft: Des Hemels gunfl befiraalt, en zegent e$>
behoedt ,
Die d'oud bejaarde Licn flaagonderßeunt t* voedt.
In dit Huis, worden, tegenwoordig [in Ma?
1765-] > elf oude mannen, onder 't onnii^" delyk opzigt van een' Binnenvader en Bi15" nenmoeder, onderhouden. Vier Collegie11* als, de Opregten van wandel, in 't jaar 1^ opgeregt, tot onderfteuninge van behoeftig6 kranken; twee anderen, met het zelfde oog- merk, in de jaaren 1673 en l682, &&\ fteld; en nog een, fierke Tooren en-^^T der kranken geheeten, welk bedden PJaScmt te deelen, zyn allen, onlangs,met het Ou- de-Mannen-Huis, vereenigd. Het Oude' Vrwwn-Huis, gefügt door den Heer Me' |
|||||||||||||||||||
\
|
||||||||||||||||||||||||||
III. Boek. Overige Protestantsche EN ANDERE KERKEN.
|
||||||||||||||||||||||||||
^33
|
||||||||||||||||||||||||||
%£?Ei*w Abrahanel, wiens Zoon 'er nog de
|
||||||||||||||||||||||||||
tot het opvoeden van Weesjongens, welker j00dsche
Vaders Ledemaaten zyn geweeft. Zy heeft Synago- hiertoe,voor eenige jaaren, aangekogt eenGEN- Hofje, in de Raapenburgerftraat, voor- maals , Bujjenfibutsbofje genaamd , en uit verfcheiden' wooningen beftaande. Nog zyn 'er twee Collegien van Befnyders, een, welk alleen Zoonen van Ledemaaten, en een, welk ook Zoonen van Vreemdelingen befnydt. Men heeft, by de Hoogduitfchen, ook een Collegie, welk voor het bezoeken van, en waaken by gevaarlyke kranken, midsga- ders, voor het waffchen, kiften, draagen en begraaven der overleedenen, zorgt. In 't jaar 1726", heeft dit Collegie eene Lees- plaats gebouwd, op Vlooijenburg. Onder de Vrouwen, is ook een Collegie, ingefteld om aan behoeftigen linnen tot doodkleeden te bezorgen. De doodkleeden worden hier, ook door een byzonder Collegie van de aan- zienlykfte Vrouwen der Natie, opgemaakt. Twee Collegien draagen, even als onder de Portugeefchen, zorg, voor de naaftbeftaan- den van overleedenen, geduurende de ze- ven treurdagen : het eene , in fterfhuizen van Ledemaaten der Kerke; het andere, in fterfhuizen van Congreganten en Vreemde- lingen , zonder onderfcheid. Men heeft nog eenige weinige andere Collegien onder de Hoogduitfche Jooden, die weinig aanmer- king verdienen, of van welken my niets by- zonders voorgekomen is. Alle deeze Col- legien worden onderhouden, uit vrywillige Giften van de Leden en anderen, en uit maakingen, die 'er, van tyd tot tyd, aan gefchieden. De Jooden in 't gemeen zyn, federt het vryheid
jaar 1630, verpligt, zig, hier te Lande, in derjoo- 't ftuk van het trouwen, te voegen naar de den hier Politike Ordonnantie van den jaare 1580 (g);ter Stede, en dus, fommige Huwelyken, die de Mo-\^naa~ zaifche Wet veroorloft, na te laaten. Doch derzelve. federt eenige jaaren, wordt hun, op hun ver- zoek, nu en dan,door 's Lands Staaten,by byzonder O&roi, ontflag van deeze Ordon- nantie toegeftaan. Hier ter Stede, is hun, byzonderlyk, belaft, hunne geboden, voor Commiflariflen van Huwelykfche zaaken, te laaten aantekenen, en hunne Trouw te be- veiligen voor Schepenen. Doch zy zynont- flaagen van de verpligting, om op den Sab- bath voor 't Geregt te verfchynen. Voor hun is een byzonder Formulier van eenen eed vaftgefteld, waarby zy zig onderwerpen „ aan alle de tydelyke en eeuwige ftraffen, „ die de God Izraels, over die van Sodoma „ en Gomorra, ook overKorah,Dathanen „ Abiram, gezonden heeft; en aan zulken » Ee"
(£) Handv. II. 471.
G§3
|
||||||||||||||||||||||||||
«««, ' beiliering over heeft , ftaat, op de- Kei-
zersgraft, aan de zuidzyde, op den hoek van den Binnen-Amftel, en draagt den naam van Rechobot of ruimte. Ook leeft men de Jpreuk der Schrift (1), Nu heeft ons de Hee- re ruimte gemaakt, in den gevel. In dit Huis, w.elk in twaalf wooningen verdeeld is, ge- nieten Weduwen en Dogters, doorgaands bedaagden, vrye wooning. Toen de Hoog- duitfche Jooden hier eerft in de Stad kwa- men , regtten de Portugeefchen eene Broe- derfchap op, genaamd de Poorten der Gereg- tigheid,tn dienende, om de behoeftigen on- der hen, eenige dagen, te voorzien van huis- vefting en onderhoud. Doch deeze Broeder- fchap is te niet geraakt, zo dra de Hoog- duitfchen hier eene afzonderlyke Gemeente 0n. hadden opgeregt.
Il0o^<äe De Hoogduitfche Jooden hebben dezelfde
Sfche driederlei foorten van Collegien, als dePor-
°<H. tugeefchen. Het voornaamfte is dat der God- of Wetgeleerden , ook Heshaim, of Boom des Leevens genaamd. De Chacham of Opper-Rabbi deezer Natie is 'er het hoofd van, zo verre de dagelykfche Leezingen en het Onderwys in de Wet aangaat. De Le- den vergaderen in een vertrek naaft de groo- ts Synagoge. De Godgeleerden, die in dit Collegie worden toegelaaten, trekken van vier tot agt guldens ter weeke. Tot het be- . wind over de goederen van het zelve, zyn byzondere Regenten aangefteld. Nog zyn er twee Collegien, een, door byzondere Perfoonen, opgeregt, om arme kinderen te onderwyzen in het leezen en verftaan- van dé gefchreeven Wet;en een,ingeftelddoor de Gemeente, tot het zelfde einde, en daar- enboven, tot het onderwys in de Mifchnaoï mondelinge Wet en derzelver uitleggingen, ten ander Collegie is 'er, waarin,dagelyks, £ene afdeeling uit den Talmud gelezen wordt: £Q twee, die, 's Woensdags 's nagts, van len tot twaalf uuren, leezen; en van twaalf ot een uur, treuren, over de verwoefting Van Jeruzalem. Voorts, is 'er een Collegie iigefteld, om, alle twee jaaren, eene ou- tw °dZe "DoSter "it te huwelyken, en eene
T-ie e',by lootinge , welker Vader een fcll ^»egie geweeft is. In dit Col- ten Ä alle avonden>in deHSchrif- UesnfeatfnA Trft0e' in '* ^*724'een£
^eespiaats, op Udenburg, op Koks Hofje, gebouwd is. Een ander diergelyk Collegie
Jüwtook, om de twee jaaren, eene arme
^gter uit: ook van zulke Vaders, die gee-
|
||||||||||||||||||||||||||
V
|
'°orts.
|
™ften der Kerke geweeft lyn.
|
||||||||||||||||||||||||
is
|
- er eene Broederfchap, ingefteld
|
|||||||||||||||||||||||||
(Og
|
||||||||||||||||||||||||||
e". XXVI. 22.
|
||||||||||||||||||||||||||
234 AMSTERDAMS III.Deel.
Keek»"'
•nnn.cH, gedreigd, die zynen naam, valfchelyk, eenige kinderen geftolen hadden, werden^ CL: " inroepen en gebruiken." 'tSchryvenen zy, deswege, by eene Bekendmaaking van gen. 'fpreeken tegen den Chriftely ken Godsdienft; 't Geregt, verdedigd (s). In tjaar 1743 ,is het aanwenden van poogingen, om Chrifte- den Hoogduitfchen Jooden, by 't Geregt, neu tot hunne Leer over te haaien, en het toegeftaan, dat geene Leden van hunne Na- hebben van vleefchelyke gemeenfchap met tie eenig ander Bad gebruiken zouden mo- Chriften-vrouwsperfoonen, al zynze zelfs van gen, dan het Bad, welk, door de Parnas- een eerloos leeven, is hun, hier, reeds in't firn derzelve, was aangelegd, of in t ver- iaar 1616 verbooden geweeft (h). Het oefe- volg mögt aangelegd worden (ƒ;. Zy mo- nen van den Kerkelyken ban omtrent Leden gen, nogtans, hier ter Stede, in geene Gil- hunner Gemeente , is hun , daarentegen, den zyn;en,fchoon zy tot Burgers worden bv Burgemeefteren en Schepenen, veroor- aangenomen, volgens eene Keure van den lofd midszy daarin geene ongewoone ftreng- jaare 1632, geene Poorters-Neenng doen heid'gebruiken (O- By eene Keure van den (u). Doch Joodfche Doftoren in de Me- agtentwintigften January des jaars 1760, is dicynen , Apothekers en Chirurgyns wor- belaft, dat zulke Portugeefche Jooden, die den hier toegelaaten. Ook zyn 'er, tegen- zigby deParnafilmaangeeven, om buiten woordig, drie beëedigde Joodfche Transla- 's Lands te verreizen, en ten dien einde geld teurs , en omtrent vyftig Joodfche Make- uit de Armen-kas ontvangen, terftond ver- laars. Zy mogen allen, vryelyk, met de trekken moeten; onder bedreiging van an- Chriftenen handelen. Doch de Apothekers derszins geligt, en, in de Gyzelkamer, ter mogen, volgens eene Keure van den jaare befcheidenheid van Schepenen, bewaard te 1667, geene geneesmiddelen verkoopenaan worden (k\ De Hoogduitfche Joodfche Na- Chriftenen (V). In 't jaar 1656, kreeg een tie alhier is, op den eenentwintigden No- Portugeefche Jood ook verlof, tot het op- vember des jaars 1698, by 's Lands Staaten, regten eener Suikerrafineerderye, die, meen ontheeven van den Impoft op de Turf, die ik, nog in wezen is, mids hy niet minder zy aan hunne armen uitdeden (/). En in 't dan honderd ponden Suiker en een vatSi- volgende jaar, is haar, ten zelfden einde, ook roop tevens verkogt O). Ook is hun , vrydom van Stads Excyns , voor agtduizend dikwils , vergund, vette en Krmdeniers- ton Turf toegeftaan (m): welke vrydom waaren te mogen verkoopen. Onder de van 's Lands Impoft, in 't jaar 1748 (») , Hoogduitfche Jooden, geneeren veelen zig, en van Stads Excyns, in 't'jaar 1751, tot met het koopen en verkoopen van huis- . on twaalfduizend ton Turf en vierhonderd raad, gemaakt zilverwerken oude ennieu-, zakken Tarwénmeel, om op Paafchen te ge- we kleederen. Veelen zyn handelaars in bruiken, vermeerderd is (0). De Portugee- wiffel en geldfpecien, en doen ook grooten fche joodfche Natie hadt, al in het jaar 1681, handel op Duitfchland en andere Landen. De vrvdom van Stads Excyns gehad,voor aide vooraaamfte Portugeefche Jooden. dryven Turf die zy aan de armen uitdeelt (p). Men allerlei zwaaren Koophandel op Spanje, Por- heeft'den Jooden, hier ter Stede, fomtyds, tugal en andere Geweften. Ook handelen vee- ook andere gunften beweezen. In 't jaar len in allerlei Aótien. 167 2, werden zy verfchoond van den arbeid aan de Veflingwerken der Stad , waartoe veelen der andere ingezetenen verpligt wer- den, mids alleenlyk twaalfhonderd en zes- ü L K 1^ ri U V L i\.
tig guldens, voor de gantfche Natie, in de ^_^ -T , , . r, „ c , f, _ ha^L.
Stads Caiïe brengende (5). Burgemeefteren TV Nederduitfche Gereformeerde ^V
hebben zelfs, fomtyds op hun verzoek, be- IJ ken *f"% ,a"en' ogenomen dejgjj, wllligd dat een der Pedionariffen deezer Gafthuis- en Amftel-Kerken , tot be«jjM Sad geftaan heeft over een Verdrag, welk, plaatfen. Ook wordt erin beide de W** ötaa geudcui necit remaak? fche Kerken, m de Engelfche Presbyteriaan- door deParnaflim, met eenen Rabbi gemaakt en |£ de >
werdt (r). Poen hun in jaar i663^en l h ^ Doch »t b en fc
onregte, naargegeven werdt, dat zy, nier, ^ ^^ ^ ^ rf ^6 ^^
't Begraaven op de Kerkhoven, die, oud-
(il Handv' i/'+n'. £y^s> ^e Kerken plagten te omringen, is» {kj) Keurb. T. ƒ. 250 vtrft. Oer"
(l) Handv. bl. 47S- „, , ,\„ . ~'y. . r
. lm) Refol. Vroedfch. ir. Z. 27 Febr. iSjJ. ƒ. 233. O) Keurb. O. ƒ. 3S -»erf,.
e») Refol. Holl. 17 Febr. 17+8. bl. 18S. W Handv. bl 4»+-
(.) Refol. Vroedfch. ir. Q&. 4 May 1751. ƒ. 104. . («) Handv. bl. 138. [1S9.J
(p) Refol. Vroedfch. ƒ.*. O. 4 Sept. 16il', ƒ. 4*. [v) Handv. bl. 952. [982.] _ .
V/) Groot-Memor. N. VI. ƒ. 87. (») ^ül. Vwedfch, U. A. io Dcc. I6SS-7 /«»• »«'
(r) Gtoot-Memor. N. X. ƒ. lii verft, ƒ. J2.
|
||||
Hut kljsijstf, JL^rthtji zich s ~H of,
cmttrent,- aUn^ Saam 1630.
|
||||||||
IIJCT GHOOTJi Ka.RTHX^IZ.KRS~HOF
|
||||||||
omtrent <&n faare Jijo,
|
||||||||
lü Boek. Overige Protestantsche EN ANDERS KERKEN. 235
derhalve, in deeze Stad , van haaren eer- Plein van 't Karthuizers - Klooller mr «m kv™»«.
ften oorfprong af, in gebruik geweeft. Zelfs Kerkhof gefchikt (i). S wercien deeze Kerkhoven, van ouds, gehou- Tegenwoordig , zyn alle de K e r k h o- De gele-
üen voor vryplaatfen , werwaards de mis- ven, ten dienfte der Chriflen - Ingezete- genheid* uaadigen plagten te vlieden, om voor de han- nen aangelegd, binnen de muuren der Stad tier te' den van 't Geregt veilig te zyn ; hoewel en zes in getal, het Karthuizers-, het s' ^enwoor' ^en hier, al vroeg , verflondt, dat het Antonis-, het Leidfche, het VVefter-, het Kerkho> Viugten op Kerkhoven geene misdaadi- Noorder- en het Zuider - Kerkhof. Doch ve" be-" gen bevrydde , en vooral geene moorde- op het laatfte wordt zeldzaam, en maar uit fchree' naars (x) . »t weik zo ver ging , dat de een enkel geflagt, begraaven. - Ven" f-aad, in 't jaar 1526, befloot, het Regt Volgens eene Keure van den eenender-
ynen gang te laaten gaan, tegen eenen moor- tigflen July des jaars 1681, moeten op't «enaar,dieop S. Nikolaas-Kerkhofgevlugt, Karthuizers - Kerkhof, gelegen tegen over "vandaar geligtwas, ondanks het bevel de Lindenftraat, ten weften, begraaven wor- an den verkooren Biflchop van Utrecht, den de Lyken, vallende van de nieuwe Le- n tegendeele gegeven (y). Voorts, was, lieilraat, langs de weflzyde van dePrinfen- an ouds, verbooden, vee op de Kerkho- graft, tot aan 't blaauwe Hoofd; en voorts ^n te weiden, of met kraamen op dezel- langs de veilen, tot wederom aan de Le- Ven voor te ftaan (2). Men hadt zulke Kerk- lieflraat, met al wat hier binnen lest Od n°ven, niet flegts in den Roomfchen tyd , het S. Antonis - Kerkhof, leggende aan de ^ de oude en nieuwe Kerken; maar dee- Heerengraft, tuffchen de Weesperflraat en ren bleeven 'er nog, lang na de verande- Muidergraft; van't Kamperhoofd, langs dei J^g der Regeeringe : en om de Zuider-, ooflzyde der Gelderfche Kaai, tot aan de Veiler-, en Noorder - Kerken , die, in Halvemaans-brug, en voorts, opwaards , ' e voorgaande eeuwe , gefligt werden, langs den Binnen - Amilel, tot aan den wal; g j ^n°ok nog diergelyke Kerkhoven aan- midsgaders , 't gene voor deezen tot het ipegd. Om de nieuwe Kerke, waren twee Zuider Kerkhof plagt te behooren, te wee- r^erkhoven, die eerfl, ter gelegenheid van ten, van de Kloveniers - Doele , alles wat jet ftigten van 'het nieuwe Stadhuis , ver- beoollen 't Rokin legt, rege doorgaande tot Tienen zyn. Het elendige Kerkhof, 't ge- aan de nieuwe Brugge. Op het Leidfche jlngfte van de twee, langs de ooflzyde der eertyds het Heilige-wegs-Aentóo/,welk zy- ^erke gelegen, vind ik nog genoemd, in nen ingang in de Raamflraat heeft; van de ^.n jaare 1642 («) : en het andere, het geweezen Picqueur-Schmtr, ten einde der Am- ^euwe-zyds-Kerkhof genaamd , nog in 't flelllraat, langs den Binnen-Amflel, tot aan <W ff647 ^' Het Zuider Kerkhof, by de Takfleeg;, van daar, regt door, tot aan zelfs eerfle aanlegging, S. Jans Kerkhof de Looijersgraft, en al wat ten zuiden hier e. naamd (c), is nog , gedeeltelyk, in we- van legt. Op het Wefler Kerkhof, leggen- der xr&fyk WY> m de Befchryving derZui- de ten einde van de Blomgraft, in het Bol- Vw ^' reeds hebben aangetekend, werk Rykeroord; van de Takfleeg, 'tRok- • , VVefler- en Noorder - Kerkhoven zyn, in langs, tot aan de Zoutfleeg: door dez<4- rydp Jaar 1655, verplaatft (<?). Ten dien ve, regt uit, dê Leliegraft langs, tot op de ten il ^oaren 'er nog twee Kerkn°ven bui- Lynbaans-graft. En op het Noorder Kerk- poort' een buiten de Heilige-wegs- hof, gelegen even benoorden de Zaagtno- hin,-e ' nu het Leidfche Kerkhof, en een lens-Poort, in het Bolwerk Karthuizers ; het s • S* ^ntonis - Poort (/)' welk nu van de ZouCfteeg, langs 't Water, den Y- 'nhet' """ilis Kerkhofis. 't Laatfte is, kant om, tot aan de Eenhoornsfluis; voorts, ^as 'er3"]I<539' aangelegd (&)• '£ Eerfle de ooflzyde van de Prinfengraft, tot aan Ï602 gaf1 ?erder- De Peiltyd des jaars de Leliegraft. Doch zo men twaalf guldens, benige Ke 'uL^heid tot het aanleggen van ten behoeve van 't AalmoeiTeniers - huis , ^a.d- en t Ven , binnen en buiten de verbeuren wil, flaathetvry, een Lyk bui- oen werdt, onder anderen, het ten de Wyk, waar het geftorven is, te laa- ten begraaven (0- Van Lyken, die in de [*) Keurb. A. ƒ. i0, Kerken begraaven worden, wordt, nogtans, <4 Keurb MAeT'Tf • * * *'s verf,. deeze boete niet gevorderd, 't Loon voor
Ui Refoi. vroedfeh' N 18 de Gravenmaakers op de Kerkhoven is, bv
^JaÄÄÄ. K. ,^ T ^-f—r- eene Keure van den zesden November des
(«0 £• 4is. 6 u*y> H J»«y i«j. ƒ. jaars 1670, geregeld (k). (') 2Ïet,voor' IIL Deel-> " 2» i T>
Ö &£lt; .!"- Deel- "• *ft &"«•• - «»• wRefo;- vrdfch- N- >■is M* "«■ /■ *,*. e'
MJ Reioi v J »*■ (i) Handv. hl, 973. ***'
Vroedfeh. N. 17. 1, F.i, l6^ fi ^ w/.#> fö Handy. tu ,/4.
|
|||||
V
|
|||||
s36 AMSTERDAMS III. Deel-
Behalve deeze Kerkhoven binnen de Stad, graaven worden, en het andere, welk ge-
zyn 'er nog drie buiten dezelve, ten be- noegzaam alleen voor de geringfle luiden,
hoeve der Joodfche Natiën alhier. Het aan- en voor perfoonen onder de dertien jaaren,
zienlykfte deezer drie Kerkhoven is , met gefchikt is , by Zeeburg tegen den Die*
verlof van 's Lands Staaten, op den twaalf- merdyk , binnenwaards. Vreemdelinge" >
den May des jaars 1618 verleend (/), te welker vrienden of erfgenaamen geene h°n"
Ouderkerk aangelegd, door en ten beb. oe- derd Ryksdaalders, ten behoeve der arrnen>
ve van de Portugeefche Jooden, die 'er den voldoen willen, worden ook, by Zeeburg?
naam van Bethaim, dat is, Huis der Leeven- ter aarde befteld. Ook zulken, die zo koi'c
den, aan geeven. Het pronkt, met ver- voor den Sabbath of Feefldag overlyden»
fcheiden' fierlyke Graftekens en nette He- dat het Lyk, voor 't ingaan van 't Feeft
breeuwfche Opfchriften. De anderen twee of van den Sabbath , niet naar Muidei" zyn aangelegd, door de Hoogduitfche Jood- berg kan worden gebragt. De doodgraa-
fche Natie, een te Muiderberg*, daar alle vers mogen geen Lyk begraaven, dan met
Ledemaaten, die niet behoeftig zyn, be- verlof van den Prefident der Parnaffim («")•
(0 Refol, HoU, iz May «ig. il. 10». <w) Handy, il. w, «z.
|
|||||
B y-
|
|||||
HL Boek. Overige Protestantsche EN ANDERE KERKEN. Z37
B Y .L A A GE N
op het III. Deel, III. Boek.
Lr. A.
Quttantie , waarby , Willem de L, Prins van Oranje, erkent.een duizend enzeßigguldens,
tefi dienfle der gemeene zaake, van eenige Doopsgezinden ontvangen te hebben. Gedagtekend den 29julyI57s,. \A/y Wilhelm,by der gratiën Godts,Prince quicteren tegens de voirfchreeven ende eenen
, * V van Oraengien, Graue van Nafläu etc. Iegelycken dient zoude mogen aenghaen.
oekennen midts delen ontfangen te hebben deur Dees toirconden hebben wy dele met onfen
fanden vanDierickJansz.Coftenbofch ende Pee- name ondergefchreuen ende ons fecreet Cachet
er Willemsz. Bogaert die fomme van een duy • daer beneffens doen drucken. In onfen Veltle-
ent tzeflich Carolus guldens tot twintich ftu- ger tot Hellenrade by Remunde [Roermonde~\
ers vlaams den gulden gerekent, ende dat van opten negen ende twintighften dach July vyff-
egen edycke goede bekende perzoonen, die tienhondert Jaer ende t zeventigh twee. (Was
e zelue penningen tot vorderinghe van de ge- getekend}
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bylaa-
GEN
L'. A.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^eyne zake zyn contribuerende, waer van wy de
|
Guille' de Nassau.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2elue bedancken ende belouen den voorfz. Die-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ter zyde, flondt gedrukt een
Zegel in rooden wafcbe. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jansz. ende Peeter Willemsz. van de voir
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fch
|
reeven 1060 gulden , munte als boven, te
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lr. B.
AbraJ"3!W 'f H°n~™nH°llan<lvan den veertienden September des jaars 1662,waarby GawxvsI* B.
van Socr MSZ' Memon'ß Leeraar te -Amfterdam, vry verklaard -wordt van de befcbuldiging |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
r^-efien ende geëxamineerd by den Hove van
Holland de verklaaringe ende verdere be- scheiden, denfelven Hove overgediend, ftrek- kende tot befwaarnifle van Galenus Abrahamsz j?enonifte Leeraar tot amfterdam aangaande des- lelfs Leere in faaken van het Chriften geloove ^ven of de gefeyde Galenus Abrahamsz foude ragten voor te ftellen ende inne te planten de ~eere Socini, voor fo verre defelve ftrydig is "'et het gemeen gevoelen van het Chriftendom «ide de openbaare betuigingen van Gods heilig woord, ende hier te Lande door Placcaaten van «e hooge Overigheid expreflelyken verbooden: iiïlna w^'g^de gegeven Communicatie van den in1oud der voorfeyde verclaaringe en befchey- "en mondelinge in veele verfcheide ende lange |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
conferentien gehoort den voorn. Galenus A-
brahamsz dewelke ook hadden geprefenteert van fyne Leeringe omtrent de voorz. pointen van de Religie fchriftelyk berigtinge te doen, 't welk om redenen by den Hove was ondienftig bevon- den^ heeft het voorsz. Hof met volle en fatis- fattoire kenniflè goedgevonden den voorzeiden Galenus Abrahamsz te dimitteeren ende hem voor bevryd te houden van alle caufatien ende befchuldigingen, maar denfelven te blyven aan- fien in fodanigen Haat ende conditie als andere mennonifte Leeraaren hier te Lande werden aangefien. Gedaan in den Raade den 14 Septem- ber 1663. Getrokken uit bet VIII Memoriaal van
den Griffier Adriaan Pots. f. 215. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lr. C.
/£CJÄ?muTen of herbind/driften, waarby de verfchillende partyen der vereenigde Vlaam- L'
KerkehhJ 71 Hoogduitfcbe Doopsgezinden te Amfterdam den twift over 't Kerkgebouw en de J™ goederen verblyven aan Burgemeefteren. Getekend den a8 , 29 en 31 December 1664. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
N. 1.
^cE&S.*8 e" *9 DeTcemb<* A<". 1664,
°Penbaer Notir!« n,voor mY Jeuriaen de Vos, «£-j_,_. uc.aris, by den Hove van Hollant |
Jooft de Volder Jacob Hamer, Take Cornelisz.,
Silvefter van Beeckhoven, Ferdinandus vanBo- nevael, Jarigh Jellisz., Jacob Otto van Hal- mael, Jan Beuningh, David de Neufville, Ja- cob Fredrixen Anfchot, Michiel Comans,Rut- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
§èadmitteert t'Arnft"^ uen rjuvc va" nüliani
|
gert Aertsz., Willem Jansz. van Coppenol, Har-
man Gerritsz. blaupot, Jacob Jacobsz Burier, Hendrick van Hoogvelt Abrahamsz., Jan Otto van Halmael ende Jan Pellewyck: alle zynde refpective dienaren en broederen der vereenigde Vlaemfche, Vriefche en Hoogduytfche Doops- geflnde Gemeente hier ter Stede, haer vergade ringe, als van outs,tegenwoordig oocknunoeh houdende op de Cingel by de gewefene Brou- Wery van het Lam; de welcke in den name en van wegen defelve Gemeente (als daertoe by Hh ex. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
povèTvn^ dPgn wmt d'eerfame Jeye Jeyes:
S? Da fd Wyngaerc' D- Galenu* Ate
Hür„l?.u^ld kpruyt, Gerrit Koeck_ nav |
n
. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ïrts.
:sz, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
?endrickT!tlLT\mbur^',Pirck van der Cogen^
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jac°b van ln Ho°gvelt D rcksz. Tan Setten
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eTrTVa" K*l Coerten Heter Niefe'n, San-
II. STü|.penaeI d 0ude> SachariasRofyn, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
238
|
|||||||||||
fel ven, en de rato caverende voor Cornelis Bor, bylaA'
jegenwoordig nae Utrecht vertrocken, alle ^'GitSr men broederen van de vereenigde Vlaemfie ,!/• Vriefle en Hoogduytfe Doopsgefinde Gemeente hier ter ftede, die by de gefamentlycke gemeen- ten van, de felve doopsgefinden, in alle de Ste- den van Hollant, Utrecht en elders, voor de rechte Gemeente mee hen overeenkomende is erkent, en overfulex het recht hebbende en be- houdende , gelyck hun altyt gecompeteert heeft, ende noch is competerende tot de Vergadef- plaets en aencleven van dien by de gewefen brouwerye van het Lam op de Singel, volgens de befcheyden van de oprechtinge en anders daer af fynde, welcke Comparanten, in den naeme ende van wegen defelve Gemeente (als hiertoe, by expres befluyt hunner broederen in 't ge- meen, op den a8 defer loopende maent, geau- thorifeert ende geiaft wefende) verclaerden, ge- refolveert te fyn, om te fubmitteren ende over te geven, gelyck fy, geheel, alingh ende al* fubmitteeren en overgeven by defen, ter arbi- trage en uytfpraken van haer Ed. Groot-achtb. d' Heeren Burgernieefteren en Regeerders defef Stad Amfterdam alle foodanige queftien en ver- fchillen,als openftaende fyn tuflehen henlieden Comparanten, in qualité als boven ter eenre, en JayeJayesz Coopman, Covert van den Wyn- gaert , Dr. Galenus Abrahamsz, David Spruyt, en de verdere met hun van de algemeene be- lydeniffe der vereenigde Vlaemfche, Vriefle en Hoogduytfe Doopsgefinde Gemeente afgeweken broederen ter andere fyde, wegens de middelen, roerende en onroerende goederen, aétien, ere' diten en gerechtigheden , die de voorf. Gfi' meente eygendommelyk is hebbende, ende hen van defelve perfoonen onthouden werden; ten eynde hare hooggemelte Ed. Groot-achtb. felfs» ofte hare Gecommitteerden uyt hunnen name, in en over de gemelte queftien en pretenfien, metten gevolge en aencleve van dien, foodanig gelieven te handelen, arbitreren, decideren enz. als haer Ed. Groot-achtb. ofte derfelver Ge- committeerden , nae recht , reden en billick- heyt, füllen verftaen te behooren, belovende fy Comparanten, in voorfz. qualité, voor hun eö defelve hare Gemeente, onwederroepelyk voot aengenaem en van waerde te füllen houden, afle 't gene uyt erachte defer gedaen en verricht fa* werden, fonder daertegen immermeer te doefl» of gedogen gedaen te werden, direót offindirefo in rechte noch daer buyten, op eenigerhandems' niere, renuncierende ten dien eynde wel expres' felick alle benefïtien en privilegiën als van re- lief, redu&ie, appèl en alle andere behulprnid' delen, die hen Comparanten eenighfints in Coti' traventie defes te bate foude mogen comen, o* revocabel maken, onder verbant van alle demi**' delen der voorfz. hare Gemeente, hebbende of- te gekrygende, die fubmitterende ten bedwang van alle rechten en rechteren, enipecialyé^"60 Ed. Hove van Hollant; authoriferende de Coffl' paranten uyt hun tot et verder vervolgen defes* en alles wyders te verrichten wat eenighfintsTver' eyfcht fal fyn, namelyck uyt de dienaren, lau- rens Hendriksz. Ifaac van Limburg, Gernt Kuyc- ken , Gerrit van Gelyn met Hans Vlaming, ei* uyt de Ledematen, Salomon van Aldewerelt* Pieter van Gelyn, Abraham Stockman, Andn» Apoftol en Hendrick Lambertyn, te faemeiv ^ het meerder getal van hen voor 't geheel. ^gr |
|||||||||||
Bylaa- exPrGS befluyt hunner broederen in 't gemeen,
gen " °P ^en 2lf,I° ^eftr lopende maent , geauthori- Lr. C. ^eert en ge'aft fynde) verklaerden gerefolveert te fyn, omme te fubmitteren en over te geven, gelyck fy geheel, alingh en al fubmitteren ende overgeven by delen, ter arbitrage en uytfprake van hare Ed. Groot achtbare de Heeren Bur- gernieefteren en Regeerders defer Stadt Am- fterdam , alle foodanige queftien en pretenfien , als een gedeelte van hare dienaren en broederen (die, de ordinaris Vergaderplaats verlaten heb- bende, fig onlangs van hen Comparanten en het gros der Gemeente hebben afgefcheyden) over ende op de middelen ofte goederen derfelver Gemeente hebben gelieven te moveren: ten eyn- de hare hoog gemelte Ed. Groot -achtb. feit of- te derfelver Gecommitteerden uythunnennaem in en over de voornoemde queftien en pretenfien foodanig gelieven te handelen, arbitreren, de cideren enz. als hare Ed. Groot - achtb. ofte der- felver Gecommitteerden, naer recht, redenen billickheyt, füllen verftaen te behoren. Belo- vende fy Comparanten in qualité voornoemt, voor hun en hunne Committenten , onweder- roepelyk, voor aengenaem, goet, vaft en van waerde te füllen houden alle het geen uyt erach- te defer gedaen en verricht fal worden; fonder daertegens immermeer te doen , of te gedogen dat gedaen werde, op geenigerhande manieren, direclelyck of indireételyck , in rechten ofte daer buyten; renuncierende ten dien eynde wel expreflelick alle beneficien, privilegiën, relive- menten, appellen. en alle andere behulpmidde- len , die hen Comparanten eenigfins ter contra- rie defen fouden können dienen en reVocabel maken; onder verbant van alle der voorsz hun- ne gemeentens middelen , hebbende ofte te ver- krygen, defelve fubmitterende ten bedwangh van alle rechten en rechteren , en fpecialick den Ed. Hove van Hollant. Aldus gedaen fon. der argh ofte lift, binnen defer voorsz. Stad Amfterdam, ter prefentie van Gillis Jooften en Willem Arisz. als geloofwaerdige getuygen ne- vens my Notaris hierover geftaen, ten dage als boven. Onderftont quod atteftor rogatus: ge- tekend J. de Vos Not«, publ. N. i.
|p huydendenlaeftenDecembris 1664, Com- pareerde voor my Nicolaes Liftingh, o- penbaer Notaris tot Amfterdam by den Ed. Ho- ve van Hollant^ geadmitteert , en de getuygen naergenoemt, Tobias van den Wyngaert, voor hem en uyttenname van Thieleman "Tielen van Sittart, Ifaa&van Vreede,Samuel Apoftol.Jan van Dyck, Mr. Pieter Eyfen, Gysbert van Sin- gel, Laurens Hendricksz., Ifaac van Limburgh, Sander Gerritsz. Vryhof, Gerrit Kuycken, Ger- rit van Gelyn, Jan Soutman, Plans Vlaming, Pieter van Singel, Pieter ter Himpel ende A- driaan Corver, dienaren; mitsgaders Abraham van Lou, Andries Apoftool, Salomon van Al- dewerelt, Dirck Willinck , Hendrick Lamber- tyn, Jan Coerten, Pieter van Gelyn, Jan Claesz van Knodfenburg , Cornelis Corver , Egbert Jansz. blockfiel, Ifaac Ifaacksz. van Limborgh, Pieter Jansz Eylof, Jan Willemsz van Auvel- dinck,Jan5 Willemsz. Heil,Jan Kuycken,Lam- bertus Bidloo , Arent Vorfterman, Floris Claesz. Bergervis, Abraham Stockman, Egbert Jaspersz. Jacob Theulingh en Jacob Dircksz. voor haer |
|||||||||||
W. Boek. Overige Protestantsche EN ANDERE KERKEN. 239
^eiitaende, dat Laurens Hendricksz en Gerrit nen defer voorfz. Stadt Amfterdam, ter preferi- Rv
j^uycken defe afte niet en fal prejudiciëren in tie van David van der Meer en NicolaesBrou- gen""
d re^,u^iteyc als gefurrogeerde executeurs van wer, als getuygen, en hebben de Comparanten L'. C.
er2. eftamente en voogden over d'onmondige deminute ondertekent. Onder ftont, quod at-
rrgenaemen van Herman Hendrixsz. Waren- teftor rogatus: getekend
aorP en Chriftina RaiTelaers. Aldus gedaen bin- N. L i s t i k g h , Nots. pubi.
1/. D.
Authorifaüe of Magtigingvan M-.Petrus Cloeck,.^^, en M". Jaco b de laMinkL'.d.
^Paulus BisscHOP,Ä«toffl, om de verfchillen onder deVereenigdeiVlaamfcbe, Frie- Jcbe enHeogduitfcbe Doopsgezinden by te leggen^ of af te doen. Gedagtekend den zesdenjanuary 1665. Xjürgermeesteren en Regeerders gens zyn geregiftreert) reciproquelyk medebren-
, DER Stad Amstelredamme, geilen gende volcomene fubmiffie ende overgevinge
"degelefen hebbende zekere twee aften d'eene t'onfer arbitrage en uytfprake off van onte Ge-
n1 de refpeftive dienaren en Broeders der Veree- committeerdens van alle zoodanige queftien en
JJ.de Vlaemfe, Vriefe ende Hoogduytfe Doops- verfchillen , als openftaende zyn tuflchen par-
seiinde Gemeente hier ter Stede, haer Vergade- tyen voornoemt, breder in defelve Aftens ver-
lnge houdende op de Cingel by de gewefene meldt; Zoo is t, dat wy goedgevonden hebben
|
|||||||||||||||||||||||||||
\
%
|
|||||||||||||||||||||||||||
C.
|
|||||||||||||||||||||||||||
te fubftitueren en committeren, gelyck wyfub-
ftitueren en committeren by defen de hr. M-. Petrus Cloeck, Raad defer Stadt, midsgaders d'E. Mr. Jacob de la Mine en Paulus BilTchop, Advocaten;omme in onfenname de voorfz. par- thyen, naar inhoudt van de gemelte twee Ac- tens, te horen, en in gevolge over hare ques- tien, verfchillen en preteufien zoodanige uyt- |
|||||||||||||||||||||||||||
_ Wery van 't Lam, gepafTeert voor den No
Bris Jeuriaen de Vos alhier, op den 28 en 29 ^ecember leftleden,d'andere van de refpeftive dienaren en Broeders van de Vereenigde Vlaem- *e Vriefe en Hoogduytfe Doopsgefinde Gemeen- te insgelyx hier ter Stede, houdende hare Ver- gaderinghe op de Cingel, in 't huys toebehoort «ebbende de Weduwe van den Heere Burger |
|||||||||||||||||||||||||||
f^M^rl""*' gepafTeert voor den Nota- fpraeck en decifie te doen, als zy Gecommit-
ns M. iNicolaes Liftinck alhier, op den leften teerdens na recht, reden en billickheyt zullen iJecember voorfz. beyde defelve aften (die al- verftaen te behoren. Aftura in Amftelredamme nier xn t 50 Groot Memoriaell f°. 161. vervol- den 6 January A°. 1665. * |
|||||||||||||||||||||||||||
Lr. E.
|
|||||||||||||||||||||||||||
Pioee Refolutien der Heeren Staaten van Holland en Weflfriesland van den 21 en %o September des n p
jaars 1648, betreffende de Vergadering der Collsgianten, te Amflerdam. |
|||||||||||||||||||||||||||
hael ghedaen, als dat de Gecommitteerden van
wegen de Stad Breda, in de opghemelte Syno- de van het voorfchreve Sociniaens Seminarium mentie hadde gemaeckt, feggende het felve in de Stadt Amfterdam te refideren; ende dat de voorfchreve Socinianen, van de Heeren Magi- ftraten derfelve Stad hadden verfocht, aldaer haer domicilie te mogen continueren; Dat Do- minus Rudolphus Petri, in de voorfz. Synode prefent zynde, daer op was verfocht de Verga- deringe te berichten: dat defelve daerop hadde verklaerdt geen kennifle te hebben , binnen de Stadt van Amfterdam eenigh Collegie van So- cinianen te wefen, maer wel dat den Kercken- Raedt aldaer, aen de Magiftraet hadden vertoont, dat binnen Reynsburgh een Vergaderinghe van verfcheyde Seften begon in fwangh te gaen : doch vorder niet te weten wat in't voorfz. werck was gedaen, refererende hem vorder tot de Afta Synodalia, en is daermedemeer-gemekeRaeds- Heer Foreeft bedanckt en gedimitteert. De Heeren van Amfterdam hier op verfocht
zynde, figh te verklaren wat van de voorfchre- ve gelegentheydt mochte wefen, hebben ghe- feydt geen kennilTe te hebben, dat in hare Stad een Seminarium der Socinianen foude wefen 5 maer wel, den tydt van twee jaeren geleden haerluyden voor te zyn gekomen, dat aldaer doen fekere Vergadering van Mennoniften figh openbaerde, ende dat de Heeren van Amfter- dam daer over foodanighe ordre hadden gefteldt dat de Predicanten van hare Stadt diesaengaende contentementhadden genomen: ende hebben de Leden daerop verftaen, dat de voorfz. fake daer by fal werden gelaten. Hh a L'. F.
|
|||||||||||||||||||||||||||
N». 1.
|
|||||||||||||||||||||||||||
I
|
|||||||||||||||||||||||||||
s in de Vergaderinghe verfcheenen de Heer
|
|||||||||||||||||||||||||||
' Raedsheer Foreeft, en heeft rapport gedaen
^an de notabelfte faecken in de Sinode van Zuyd- ^ollandt, laetft tot Delff gehouden, gepafTeert, refererende onder anderen, dat in de voorfchree- Ve Sinode notificatie was ghedaen, dat binnen leeckere Stadt van Hollandt een Collegie van Socinianen was aengefteldt. Waer op zynde ge- delibereert, is goedt gevonden, dat deHeer Fo- *eeft van wegen haer Edele Groot Mog. fal wer- ben verfocht explicité te willen verklaren, wat f an het voorfchreve Collegie der Socinianen, in w^erheydt kan werden opghenomen, ende in fch dt ^et ^ve isopgerecht,ommedevoor- nreve nader openinghe verftaen zynde, vorder t mogen werden gedelibereert, wat dienthalven •tt,«^?166^.611 dienfte van den Lande fal dienen te werden ghedaen, voor Sficlï' V00rfz* YfP0rt; *™&™™?
ovpr ohpil; f j' en na welgemelte Heer hadt gedimuteej Afte Sinodale> is bedanckten
T . N°. 2.
^V^? Ve^erin§he Cdes verfocht zynde)
bÄ? rRaedsb-eer Foreeft, ende van we- g defelve verfocht zynde, nader te verklaren
Colwe-m ,kencnelic^ ls van het Seminarium,ofte
raPPof e„dei' S°ci"ianf n > «Jaer van by hem in fyn hetS^ffl de Sl"°de Vatl Zuydt-Hollandt, in *tfohS?&\m™li* was Weckende , ende ge- verhaeldf \dat m ^^wfchreve Sinode was öiseStol' "et voorlchreve Seminarium in ee- s otadt van Hollandt te refideren, heeft ver- |
|||||||||||||||||||||||||||
>
|
|||||||||||||||||||||||||||
24o AMSTERD. Overige Prot. EN ANDERE KERKEN. III. Deel.
* J' n AA*
Aflaatsbriefvan den algemeenen Stedehouder des Bifchops van Utrechtsen behoeve van ™&">J»'^
ckSlmn 't Begynhof, te Amflerdam, op zekere Feefldagen, Godsdtenßiglyk, zouden ko**^ f> bezoeken. Gedagtekend den vyfden July des jaars 1426. T Iniverßs fanBe matris eccleßefiliis adquospre- „ jefteit vertrouwen ftrekken tot luifterz^ US LrepervenerintFr.HenrkusDeiet „ Vaderlyke heerlykh^d, die de w, ereld mg Atoiolke fedis gratia Episcopus rofenfis Reye- „eenen onmtfpreekbaaren glans, verhchu Oo* f3 in Chriflopatris ac domini domini Swederi „ bewyzen wy hun gaarne onze gunft,ing* ^adeJgratia Episcopi TrajeBenfis in pontificali- „ derheid dan wanneer hunne Godsdienftg bu Fkarim generalis falitem in domino fempi- „ ootmoedigheid, door de verdientender he ïLnvVtdmdor paterne glorie äiti fiia mundum „ ligen en door gebeden, onderfleund wordt- mZai^mcZtlte pij Ja fidelium de '„ Waarom wy dan ook, het volk Gode aenge; cleZmlïïmaeius maieftate fperanciumtunc etiarn „ naam en tot betragters van goede werken wil tree tuebenigne favore proßquimur cum deuota ,, lende maaken, de geloovigen zelyen, door fpforum bumilitas fanBorum meritis et precibuj „ Aflaaten en beloften van vergiffenis als dool rliuLtur Cupienes igitur dominopopulum red- „ zekere inneemende gefchenken, nodigen, 01» iTlZttaMhmet bonorum operum feStatorem „ ten dien einde mede te werken, op dat zy zei' S/« ipfosadcomplacendum fibi quafi quibusdam „ ven ook daardoor des te bekwamer mogen aSuismuneribus Indulgentiis et rtmißmihs „ worden, tot het ontvangen der Goddelykege- invitamus ut exindediuine"gratie reddanturapu- „ nade En op dat de Kapel der Begynen gele «mc Ft ut Capella Begynarum fita in parochia „ gen in het kerfpel van de nieuwe Kerke derStaa ZZ'e ecclefie oppidi de Amflelredamme TraieBen- „ Amftelredamme, in het Bisdom van Utrecht, %dyocefeos aCbrifli fideiibus fundata nee non „ door Chriftgeloovigen geftigt, en begifngd mee ßvnamonßrancia deaurata in qua vt a fide dig- „ eene vergulde Retnonftranue, waarin gely* ZLrcepimus de ligno domini noßri jbefu cbr is- „ wy van ge ooftvaardige luideniverftaan hebbeo, cLrLuiis fanBorum fit inclufum per nos cum „ iet van 't kruis onzes heerenJezus Chnftus ej llleZxiJte fi} eonficret*,<;ov8rmfreqventetur „ eenige overblyflelen der heil,gen beflooten bon Mus e Cbrifli fideles eo liberius caufa de- „ zyn, en die door ons pleg iglyk gewyd ,s met Zionisad ipfam Capellam et ad venerabilem „ betaamelyke eere bezogt worde; en,op dat f crucem domini venerandam conflaant et pro e- „ Chriflgeloovigen, ter oefeninge van den Gods äißcatione Capelle prediBe manus porrexerint ad. „ dienft, tegereeder tot de Kapelle zelve, en iutrkes quo maioris dom gratie fe confpexerint „ om aldaar het eerwaardige kruis des Heeren te effi refeBos de omnipotentis dei mifericordia et „ eeren, famenvloeijen; en op dat zy, tot op heatorum petri et pauli Apoßolorum eins auBori- „ bouwinge der gemelde Kapelle de behulpzaa Ut conßß, omn bus vere penitentibm et confeßs, „ me hand zouden bieden, naar gelang dat zybj £ in,natiuitatis, Circumcifionis, Epypbanie , „ vindenzouden^angrootergenade-gaavendeel Varafcbeues, RefurreBionis, Afcenßonis, Pen- „ genooten geworden te zyn; zo hebben wy, tZJßes Trinitatis, et Corporis domini nofiri jbe- „ vertrouwende op de barmhertigheid van deO t cbrifli nee non natiuitatis, afumptionis, an- „ almagtigen God en.ophet gezag,zyner Apoj« JmnShnis,comePeimhy purificathnis et vijlta- „ telen de gelukzaligePetrus en Paulus, allen die, cloZs beate marie lirginis Ltiuitaüs beatejoban- „ waarlykboetvaardigzynde, en gebiegt hebbeO nis babtifie heatorum petri et pauli atque andree „ de ,op Kerfttyd,opdenFeeftdagder Befnyde iobanmS eivangeliße atque omnium aliorum apos- „ nifle. of Drie Koningen, op goeden Vrydag, o? Zorum et ewangelißarum , Invencionis et Exal- „ Paafchdag, op Hemelvaartsdag, op Pinkfterefl. adonis fanBe crucis, fancli mkhaelis archangeli „ op H. Drievuldigheidsdag op H. SacramentS In feflo omnium fanBorum , et commemoratione „ dag, op de Feeftdagen van de geboorte, hem^ mi mar urn fanBorum innocentum SanBorumque „ vaart, boodfehap, ontvangenis, reiniging en be Stebham laurencii étinnocencii martyrum, Sanc „ zoeking der gelukzalige maagd Maria, op &> mum mcolai, martini, willebrordi Confeforum. „ dag der geboorte van den gelukzaligen Joannes SanBe mark magdalene Jancle anne, SanBarum „ den Dooper van de gelukzalige^^Petrus en PaJ Katbarine, barbare, agnetis ,dorothee ,margare- „ lus, van Andreas, van Joannes den Evangelie' te virsinum fefliuitatibus Et per oclauas predic- „ en van alle andere Apoflelen en EvangehiteO» larum feßivitatum oBavas habencium fingulisque „ opdedagenderVindmgeenVerheffinge vantij diebus dominkis diBam Capellam deuote vifitave- „ H. kruis, op den dag van S.Michiel,denOpP<-i rint et ante crucem prediclam ßexis genibus ter „ engel,op Allerheiligendag, op AllerzielendaB» oater nofler et aue marie deuote dixerint totiens „ op de Feefldagen der H. Martelaaren Steven, quotiënt hoc fecerint quadraginta dies de imune- „ Laurens en Innocent der Heilige Belydereo, Is eis penitenciis miferkorditer in domino relaxa- „ Nicolaas,Maarten en Willebrord; derHedi, mus In cuius reitefiimoniumftgillumnofirumpon- „ Maria Magdalena der Heilige Anna, der H£ tißcale prefentibus efi appenfum. Datum Anno do- „ lige Maagden Kathanna, Barbara, Agniet,Uo mini miUtfimo quadringentefimo vicefimofexto men- „ rothea en Margareet; op de Oftaven van 7. ßs Julii die quinta. » Yen^ de °PgCt^ de/ef daSen' fj^e
J J 2 dat is: „ ven hebben, en op alle Zondagen, de geniep
Aan alle kinderen van de Heilige Moeder de „ Kapel Godsdienftiglyk bezoeken, envo«;<f
„ Kerke, welken deeze brief ter hand komen „ gedagte kruis, met geboogen knieën, d»i zal, wenfcht Fr. Henrik,by der genade Gods „ noßersm eene Ave Maria, eeAiedg 't
l endesApoftolifchen Stoels, Biffchop van Ro- „ zeggen zullen zo dikwils zy dit bW ' fa, en in Biffchoppelyke zaaken algemeene „ barmheraglyk in den Heere, veeT J, n^ ' Stedehouder van den eerwaardigen Vader in „ aflaat van de hun opgelegde boete t?egeiw Chriftus, den Heere Zweder, by der zelfde ,, oirkondewaaiwan,onsBifrchopPei>^-.egeeren
" genade, Biflchop van Utrecht, altoosduurend „ deezen gehegt is. Gegeven in t jaar ues 1^ " heil in den Heere. De godvrugtige geloften „ eenduizend vierhonderd zesentwintig,^^ " der geloovigen, die op Gods goedertieren ma- „ vyfdenjuly. |
||||
241
DERDE DEEL.
GEBOUWEN
DER STAD
Amsterdam.
|
|||||||||||||||||||
VIERDE BOEK.
GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN. |
|||||||||||||||||||
i.
GASTHUIS en PESTHUIS.
|
|||||||||||||||||||
%,
|
|||||||||||||||||||
N
|
|||||||||||||||||||
a't befchry ven der Kerken en der Kerk- de Gafihuis, toen reeds, grootendeels tenGisT-
beftieringe, gaan wy nu over tot het minfle, aan het Stadhuis getrokken was, en HU1S «» |
|||||||||||||||||||
«tot
|
|||||||||||||||||||
ilCtGoH§ e^c^ryven vande overigeopenbaare Go o s- dus, niet zo bekwaamlyk, Godsdienfliglyk, p EST'
Sw VIZEN' meeftnaar den rang, welkenzy, bezogt kon worden. Het oude Gafihuis was,HUIS' ^»iedertveele jaaren,in de jaarlykfche Naam- gelyk, van ouds, doorgaands, plagt te ge- ^st l wyZersderRegeeringe,gehad hebben,eenen fchieden, opgeregt, door een Gilde van 5l'ts"e aanvangmaakendemethetGASTHUis,een milddaadige luiden, aan eenigen van wei- hst, n Van de oudfte gefligten der Stad, ken, het beftier en de zorg voor het onder- Ä' , Voor de tyden der Hervorminge, waren houd van 't Gefligt toevertrouwd werdt. Men §S\ er drie Gaflhuizen te Amflerdam, het Oude, noemde dit Gilde het Gaßhuis-Gilde, en het *e$ ^i- Heiligen - Geefls- of S. Elizabets - Gafihuis, hieldt eene jaarlykfche maaltyd, tot welke, 'Sü ?ai? de Plaats of Dam, naait het oude Stad- ieder Gildebroeder drie groot omleide, be- "huis; het S. Bieters■ Gafihuis, in de Nes, halven een groot te Jairfanc (d). HetGafl- ^het Lieve-Frouwen-Gafthuis, opdenNieu- huis, waar van wy fpreeken, was, in't jaar ^en Dyk, aan de weflzyde. Een vierde, 1371, nog het eenigfle hier ter Stede: 't Qer HeySger Stede Gdßh'uis genaamd (a),is, welk daaruit genoegzaam af te neemen is, ^igenlyk, een Oude-mannen-of Vrouwen-huis, dat het, blootelyk, het Gafihuis, zonderee- en geen Ziekenhuis geweefl: in welken laat- nige onderfcheiding, genoemd wordt, in de tten zin, wy hier het woord Gafihuis, be- Overeenkom«: van dat jaar, met de Bewaa- Paaldelyk, neemen. Wy hebben, reeds by rers van de Heilige Stede (e), 't Is zeker ge- pn^ andere gelegenheid, van deeze drie noeg, dat dit Gafthuis, welks Gaflhuismees- ^althuizen eenig berigt gegeven (b). Doch ters ik, in 't jaar 1484, nog afzonderlyk ge- 0 no m" ondienftig zyn, dat wy 'er, hier, noemd vmde, voor het einde der vyftiende $,# freenige byzonderheden by voegen. eeuwe, vereenigd werdt met het S. Pieters- 0"f/;,°fde l °U^e Gafihuis'iS->omtXQnt het midden Gafihuis (f); fchoon het gebouw, welk t!!''Gaff" We X.eert^ende eeuwe, reeds in wezen ge- aan het Stadhuis getrokken werdt,nogvee- ^ centii '/1ZO men blyk heeft, dat Paus Inno- Ie jaaren, in fland bleef. Veelligt,hadtmen Oélobe Vl'' °P den zeven en twintigflen 't, al voor de vereeniging, gedeekelyk, tot rin Van het negende jaar zynerRegee- weereldlyk gebruik doen dienen, en, ver- LpV.w7 °P het jaar 1361 valt, aflaat ver- moedelyk, onder anderen, om misdaadigen, fe™. TT T aaf allen> die het zelve, op ze- voor eenigen tyd, op te fluiten, gelyk daar- cre Heilige dagen, zouden komen bezoe- toe de Gaflhuizen, in fommige Steden van ^n;_ welke ahaat, nevens veele anderen, Holland, nog tegenwoordig, gebruiktwor- |
|||||||||||||||||||
ter,r^nu4'-88/°Vergebragt is in hetS.Pie- den: en zal men daarin dan de reden moe-
5 ^althuis (c); veelligt, om dat het ou- ten zoeke.n vah de benaaming vaiï Gafihuus-
f«) Ke boeven, die, in de oude Keuren, t&ëtftfag.
ÜIÏ'TÏÏ^Fb«!!^^™^**«* len, voorkomt, indezelfde betekenis, als
<*««£ J!" _Alïch"ft 'f Wekfeï V/n,1,7 L«: «. m. ™n
|
|||||||||||||||||||
Hhj
|
|||||||||||||||||||
D A M S III. Deel.
Lieve-Vrouwe Kerke op 't Hof in denHaa- G^
ge gaven, in 't jaar 1492, aan 't S. Pieters- pEST. Gafthuis verlof, om de Kranken, die aldaar hUis. ftierven, te mogen begraaven. 't Blykt, wy- ders, uit oude aantekeningen in het tegen- woordige Gafthuis, dat het S.Pieters-Gaft- huis in de Nes in een Mannen- en Vrouwen- Gafthuis onderfcheiden was, en dat 'er, in beide, ook Proveniers ontvangen werden. Voorts, was 'er, tuflchen 't Gafthuis en 't Cellebroeders - Kloofter, ook een Pefiilentie- huys gebouwd, agter welk Huis, in 't jaar 1563 ,eene plaats tot een Kerkhof werdt ge- fchikt, welk, op den zeven en twintigftéo May des gemelden jaars, door Nicolaus ü> nova terra of van Nieuw-Land, eerften Bis- fchop van Haarlem, gewyd werdt. De dood- kiften, die, hier, omtrent het jaar 1721» gevonden werden (m), zyn, vermoedelyk, op dit Kerkhof, geplaatft geweeft. De Vroedfchap hadt, in 't jaar 1558, zynde eenen zwaaren Peft-tyd, reeds beflooten, het S. Pieters-Gafthuis geheel tot een Peft- huis te gebruiken (n). Doch dit befluitis, vermoedelyk, niet uitgevoerd. De veree- niging van het oude of S. Elizabets- en het S. Pieters-Gafthuis fchynt, in 't jaar 1493 > reeds gefchied te zyn, alzo, by eenen Sche- penen-Brief van den zevenden December . des gemelden jaars, eenige goederen opge- draagen worden aan de Huiszittenmeefteren aan de nieuwe zyde, mids zy daaruit eene jaarlykfche uitkeering aan de armen deeden; doch, zo zy hierin nalaatig bleeven, ver- beurden zy, tot een eeuwige pene, defomme van vyftich gouden koeruorflen rynsguldens, daer of hebben fal die van Sinte peters en finte Elyfabeths gafihuys fis ende twyntich gouden gulden, onfi Lieuen Vrouwen Gafihuys veer- tien gouden gulden en de Memorie-meefters van ons Vrouwe parochie, allen binnen defer Stede* totten ghemenenpriefieren behouff\tien gouden gulden (0). De twee Gafthuizen bleeve11 vereenigd ; doch de naam van S. PieterS' Gafihuis is, federt, genoegzaam alleen, & gebruik gebleeven. _ ^ Het Lieve Vrouwen-Gafihuis, op den Nieu' %^s,
wendyk, wordt, zo ver my gebleeken is> niet vroeger gemeld, dan in eene Keure» die , vermoedelyk, tot het begin van & vyftiende eeuwe, gebragt moet worden,el1 aldus luidt: Item foo wes huyfinghe ende ef°e die CanoniJJen, die Bagynen, die heylighe Ste' de, die Gafihuyfin, als van den heyligen Geil ende van Sinte Peter, offonfer Vrouwen Ca" pelle, hebben willen, dat füllen zy hebben W* des gerechts fegghen, indien dat dat gberechtt dunctt
(m) Zie I. Deel, I. Bock_, bl. ze.
\n) Refol. Vroedfch. N. I. 19 Juny IJJ8-
(»J Vit het Gafthuis, Unie LXXII.
|
||||||
242 A M S T E R
Gast- men nu die van Rasphuisboeven gebruikt (g).
huis es Wat hier van zy; ik vind, in zeker Rente- Pes r ■ boek van't Vrouwen - Gaflhuis, welk nog in 't Huls* Gafthuis voorhanden is, omtrent het jaar 1505» gewaagd van eene maaking aan de twee gafihuyfen, ten duidelyken bewyze, dat het oude Gafthuis toen niet meer op zig zelf beftondt. SPi'ters- Het S. Pieters-Gaßhuis is, vermoedelyk, Gafthuis. niet veele jaaren jonger geweeft, dan het ou- de , of S. Elizabets-, of Heilige-Geefts-Gaft- huis. Uit eenen Brief van den Provifeur en Deken van Amftelland van den jaare 1382, blykt, dat toen reeds in fland was een Gil- de of Broederfchap van S. 'Pieter, waarvan Provifiurs of Overmans waren Frank Dirksz., Claas Pyl, Claas Woutersz. en Wermbold Ja- cobsz. Ook vind ik, in twee Schepenen- brieven van de jaaren 1384 en 1395, die in 't Leproozenhuis beruften, van Oudermans of Ouermans van Sinte Pieters ghilde gewaagd. Ik ftel vaft, dat dit eenViflchers-Gilde ge- weeft is, alzo dezelfde naam, nog tegen- woordig , aan het VilTchers-, Vifchverkoo- pers- en Vifchverkoopfters - Gilde is byge- bleeven. Ook is 'er, in het tegenwoordige Gafthuis, nog een Latynfche brief van den twaalfden July des jaars 1393 voorhanden, waarin de bovengemelde Wermbold Jacobsz. genoemd wordt een Zoon van Jacob den Vis- fiher [Wermboldus filius Jacobi Pifcatoris.~] Dit Gilde hadt eene Kapel geftigt, die, in eenen Schepenen-Brief van den jaare 1385, insgelyks nog, in het tegenwoordige Gaft- huis , beruftende, Sinte Pieters Kerk genoemd wordt. Wy hebben, reeds te vooren (h) , aangetekend, dat deezeKerk, tegenwoordig, de groote Vleefchhal is. Tegen over de S. Pieters Kapelle of Kerk, werdt, door dezelf- de Broederfchap, een Gafthuis opgeregt, welk ik allereerft genoemd vind, in eenen Schepenen-Brief van den dertienden Augus- tus des jaars 1401; doch 't gene, vermoe- delyk , toen al eenige jaaren geftaan hadt. Immers die gaflbuyfin - mee fiers, alze van den heylighen gheefie ende van Sinte Peter, wor- den genoemd, in eene Keur, die geboekt ftaat, voor eene Keur van den jaare 1399 ü). 't S. Pieters-Gafthuis beweerde, omtrent den jaare 1469, en federt, eenoud regt_ ge- had te hebben op de Dams-iluis, die, in 't jaar 1370, aan den Priefter, Reinier Simons- zoon , gefchonken was (k), en die de Stad, federt, naar zig genomen hadt, tegen be- taaling van eenen halven nobel 's jaars aan 't Gafthuis (/). De Deken en 't Kapittel der (g) Keurb. A. ƒ. 113 verft, il».
(b) Zie III. Deel, I. Boik^, bl. 39. (i) Keurb. A. ƒ. 7. (k) Zie UI. Deel, I. Eoe{, bl. JS. (I) Renteb. getek. A. en Renteb, gertêumi d« grote Re.
gyftet? btrujtenie in 't Gußhtiis. |
||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN. 143
»««<#, <to 2y AVn behoeven ende nootdruftich Meynaert Cupers dochter, Lobbe Grobben en gast-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zynfp). in een oud Renteboekje, berus- Gheertruut Splinters dochter (0> even buiten de
|
Huis m
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
«■caae m riet Leproozenhuis, wordt het Frou- Stad, geftigt was, en daarom, in eenen Brief Pest'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
HUIS.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wen-Gaflhuis, op het jaar 1421, uitdrukke- van den negentienden September des jaars
|yk genoemd. Ook vind ik het vermeld, 1399, befchreeven wordt, als gelegen binnen in Schepenen - Brieven van de jaaren 1432 der vrihedevan Amflebedamme, ten tyde der en 1450. Wy gedraagen ons, wyders,aan overdragt,ftondt,tufTchen deStadsgraft,nu t gene wy, in het eerfie Deel (q), wegens denKloveniers-Burgwal, ten ooften, enden
£et Vrouwen - Gafthuis, hebben aangete- Oiide-zyds-Agterburgwal, en de floot nevens en^- het tegenwoordig Oude-zyds-Heeren-Loge-
De verandering der Regeeringe des jaars ment, ten weften. De Kerk van dit Kloofter
I5?3, gaf gelegenheid, tot het famenvoegen ftondt, daar nu de gang van 't Gafthuis is, en, en verplaatfen der twee gemelde Gafthui- zuidwaards van de Kerke, lag de Boomgaard Zen 5 het S. Pieters-Gafthuis, welk, te voo- der oude Nonnen, die, in brieven van den *en al, met het oude Gafthuis, vereenigd jaare 1395, der Zußeren hone genoemd wordt, was en het Lieve-Vrouwen-Gafthuis. De De floot, van welke wy fpreeken, fcheidde ^aichuismeefters van de twee Gafthuizen het Kloofter der oude Nonnen van het Kloos- iooten toen een verdrag met de oude en ter der nieuwe Nonnen, welk, weftwaards,
jUeuwe Nonnen, die, in alles, omtrent vyf- door den Amftel, nu hier de Oude Turfmarkt
^g fterk waren , en haare Kloofters en der- geheeten, bepaald was , en noordwaards,
zelyer inkomften, aan de Gafthuismeefters door de plaats, daar de Stads Timmertuin
jtfitonden, mids genietende den Huisraad, plagt te zyn, en voorts, door den Grim^
Wuisveftinge er> jaarlykfch onderhoud, 't burgwal,beflootenwerdt.Zuidwaards,werdt
Verdrag werdt, den elfden en dertienden het, door het geftigt, welk men nu het Gafi-
Uctober des gemelden jaars, door de Non- huls-hof noemt, en welk toen een voornaam
«en, getekend. De kwytfchelding gefchied- gedeelte van het Kloofter uitmaakte, gefchei-
Ue voor Schepenen, op den vyf en twintig- den van eenige Burgerwooningen, die hier
iten der zelfde maand, en Willem, Prins gebouwd waren. Vermoedelyk, is de Kerk
Van Oranje, Stadhouder van Holland, gaf, of Kapel van dit Kloofter, aan welke, reeds
SP den negen en twintigften en dertigften in't jaar 1421, aflaat verleend was (u), in
j-'ecember des zelfden jaars, aan de gantfche den grooten brand des jaars 1452, vernield
handeling, zyne toeftemming (r). De beide geworden. Immers, men heeft nog eenen
/•loofters hadden, omtrent twee maanden te Latynfchen Brief van den twintigften Maart
ooren , de ftaaten hunner inkomften en des jaars 1455, waarin Rudolf van Dienhout
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ÏCVe
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9*
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
er.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■\c
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
*
|
™ " ■ — »■,.,__ r »
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
, --. ^,x jJuigciucciLcicii overgeleverd; Biffchop van Utrecht, den Nonnen van het
«och hielden 'er dubbelden van, die nog, in Kloofter die Lely verlof geeft, om, in de Gafthuis, voorhanden zyn. Onder dat der plaats van haare verbrande Kerk, eene ande- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
oude Nonnen , ftaat deeze merkwaardige re te fügten (o).
antekening: Deeze inventarius der goederen Terftond na dat de overeenkomft, tuffchen 7 J1« die namen der fußeren hebben wy op't Stad- de Gafthuismeefteren der twee Gafthuizen, deV^ot uys gebrocht an die borghermeefiers, daer toe en de Kloofters der oude en nieuwe Nonnen een Man- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^dwongen wefende^ den 4 Augufio 1578. On- getroffen was, werden de zieke mannen, uit 2^* en
ObÏ 'is my» uit het oorfprongkelyk het S. Pieters-Gafthuis, ovërgebragt in'het ZlT' , ," f n^e betalingboek der Gafihuysvade- Kloofter der nieuwe Nonnen, welker Kerk Gafthuis,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IfJj^11 'c J'aar I579 tot het jaar 1582, geblee- tot een Zieken - vertrek gefchikt, en met
|
gemaakt.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eenk' n-' aan de Nonnen» voIgensde over- bedfteden en andere noodwendigheden voor-
en tw Van twee en veer% tot honderd zien werdt. 't Liep aan, tot in 't jaar 1582, is toesTd^ fu^ens jaarlyks, tot onderhoud, eer de kranke vrouwen, uit het Lieve-Vrou- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wvh Uh" wen-Gafthuis, opdenNieuwendyk,gepIaatft
nieuwe TV Van de K,oofters der oude en werden, in het Kloofter der oude Nonnen,
le \~ •A<rn\Xe?' reeds by eene andere ge- wordende de Kerk van hetzelve ook tot een
genneicl^) kortdyk, gewaagd. Hier voe- Zieken-vertrek bekwaam gemaakt. De Aanleg
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
oude Nonnen,
<W ZW Dyrc S£Z2£
|
loofter der Vroedfchap befloot, in 't jaar 1586, een vaneen
jaar 1389, Gafthuis voor kranke Soldaaten te fügten, Jold*a"
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wïlborcb ten huis. a
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
u] ^b. A.
|
ƒ. 9.
2«.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(t) Schepenen-Brief van i ^4 f ril t3«9. in 'tGaßhuis,
(u) Vit den Ooifprongkelyken Aflaatsbtief, berußende' in 't Gaflhuis. (v) Uit den Oorfprongkel. Brief in 't Gtßbui,, en uit
een boek aldaar, genaamd. Dubbelde der Brieven van de nieuwe Nonnen •ƒ St. Disnyftus Convent />. 4, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de oorfprongkelyke Befinden, te
Z'= ook DOMSELAER . Mr _ , » .,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
G
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XU.,».' ,-ookDOM^HK,j^£ ^^«5^
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(') zu i
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
s+s.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Heel, I. BoeJ^, tl, ij f Z2
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||
244
|
|||||||||||||||||||||||||||||
gelde te maaken (a). In't jaar 1754 s zyn ook,
omtrent den ingang van 't Gafthuis, verfchel' den' veranderingen gemaakt. Eenige huize11' |
Gast-
huis 0 PEST"
pUlS'
|
||||||||||||||||||||||||||||
ten weflen van de Kerke der oude Nonnen
(iu):en dit werk werdt, in 't volgende jaar, voltrokken: 't welk wy hier te liever mel- den , om dat fommigen (#) het fügten van dit Soldaaten-huis, ten onregte, aan den Graa- ve van Leicefler toegefchreeven hebben. Het werdt, nogtans, het Engelfche Huis ge- naamd (y), waarfchynlyk, om dat 'er, in 't eeril, veele Engelfche foldaaten, die toen in 's Lands dienft waren, in geplaatft wer- den. De Gafthuismeefters van het Lieve-Vrou-
wen-Gafhhuis, ten dien tyde, bellooten heb- bende , de Lieve-Vrouwen Kapel, die tegen over het Gafthuis ftondt, tot Burgerwoonin- gen te vertimmeren; werdt, by de Vroed- fchap, vaftgefteld, de Vrouwenfteeg, die zeer eng was, en op welks hoek, de gemel- de Kapel ftondt, te doen verwyden (z); ge- lyk, federt , gefchiedde. In 't jaar 1645, werdt, ter gelegenheid van den brand der Nieuwe Kerke, het Mannen-Gafthuis, tot eene Kerk, bekwaam gemaakt, en het Sol- daaten - huis, tot een Mannen - Gafthuis , ge- fchikt. In 't Vrouwen-Gafthuis, plagt, des Zondags nademiddags, ook gepredikt te wor- den; doch zulks is, in 't jaar 1655, afge- fchaft. In de jaaren 1603 en 1611, deeden de Regenten van 't Gafthuis , op den grond van 't Godshuis, langs de oude veft, nu den Kloveniers-burgwal, elf deftige huizen zet- ten, die zig, van den ingang naar 't Oude- Mannen- en Vrouwen-huis, ftrekken, tot aan de nieuwe Doelenftraat. Zy worden, in 't gemeen, de Nommerhuizen genaamd, om dat zy, boven de deuren,van tiommer 1. tot 11. getekend waren. Doch twee deezer huizen N°. 1. en 2. zyn, reeds voor eenige jaaren, verkogt. Elf diergelyke huizen werden, in 't jaar 1642, ook langs de oude Turfmarkt, door de Regenten van 't Gafthuis , van nieuws , opgetimmerd. Het Gajlhins-hof werdt, ten zelfden tyde, herbouwd , met zes en twintig wooningen , rondsom eene langwerpige plaats, die, in 't midden, door- fneeden wordt van een' toegang naar de Gaft- huis-Kerke. Ter wederzyde van deezen toe- gang, legt een Bleekveld. De huuren van alle deeze wooningen maaken een aanmer- kelyk gedeelte der inkomften van het Gaft- huis uit. Burgemeefteren en Raaden der Stad hebben, aan de Regenten van het Gaft- huis, op derzelver verzoek , meermaalen, verlof verleend, om eenigen hunner huizen en landeryen, zo tot afloffinge van gemaak- te fchulden, als tot andere nuttige einden, te |
|||||||||||||||||||||||||||||
Gast-
huis en Pest- huis. |
|||||||||||||||||||||||||||||
ter zyde tegen den ingang naar den Baijerd en
het Soldaaten-huis ftaande, zyn, toen en fe' dert, afgebroken , en met de plaats het Plein» blyde boek genaamd, vergroot; waar nu de de ingang van de btads Apotheek is, die toen» van agter de Stads Paardenftal, derwaarts werdt overgebragt. De gemeene muur, tus- fchen het Gafthuis en Oude-Mannen-Huis» ter gelegenheid der herbouwinge van het laatftgemelde, te zwak bevonden wordende» werdt, met bewilliging van Burgemeefteren» den agt en twintigften May des jaars 1755 gedagtekend, geheel aan de Regenten van het Gafthuis overgelaaten, mids die van het Oude-Mannen-Huis de venftergaten in dien muur, ten hunnen kofte, deeden digt met' felen (b). Wy komen nu tot eene byzondere befchry
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Huizen
van 't Gafthuis op den Klove- niers- burgwal en oude Turf- markt. |
|||||||||||||||||||||||||||||
r
|
|||||||||||||||||||||||||||||
vin ge van het tegenwoordige Gasthuis»
|
|||||||||||||||||||||||||||||
ö»1
|
|||||||||||||||||||||||||||||
welk nog, veeltyds, S. Pieters-Gaßhuis (1)
genaamd wordt. Het heeft zynen ingang op den Oude - zyds - Agterburg wal, aan de ooftzyde, digt naar 't zuidereinde, door eene aanzienlyke Poort, die, in 't jaar 1736', ver* nieuwd, en, van boven, met twee groote beelden, een' kranken man en vrouw ver' toonende , en, door Jan van Logteren, uit' gehouwen, verfierd is. Men komt, doof deeze poort, in eenen langen, breeden, open gang: in welken, ter linkerzyde, de Bur* gerwooningen, die, zuidwaards, in de Poort van 't Oude-Mannen- en Vrouwen-huis, welk naait het Gafthuis ftaat, door de Regenten van 't Gafthuis, gebouwd zyn, licht fchep' pen. Ter regterzyde, ziet men, meer bin'^ nenwaards dan voor de vertimmering de* jaars 1754, den ingang van den Baijerd,i° gr
(a) RefoJ. Vroedfch. Lr. S. 6 fan. iifsg. f: 4. L'. AA'
13 Dec. 1700. ƒ. Is. (b) Groot-Memor. N. XI. ƒ. 2oj.
(1) Sommigen hebben aangetekend, dat het beel"'
welk men, nu nog, op een der Stads pakhuizen, la"? den Grimburgwai, weftwaards van het Oude-zy°j' Heeren - Logement, geplaatft ziet, een S. Pieters bee' plagt te zyn; doch dat men , om eenigen te getD°L te komen, die zig (lieten aan den eerbied, dien » Turffchippers, in het doorvaaren der Grimneffeflu1^ naar of van de oude Turfmarkt, aan den Heilig be' weezen, het beeld zyne fleutels afgenomen, en ee°e Lauwerkrans opgezet heeft,- in welken ftaat, bet,n°ë tegenwoordig , gezien wordt. Zie Aantek. op V0l\ dels Hekeldigten bl. 56. in Oiïavo. Doch als me" aanmerkt, dat het S. Pieters Gafthuis, eerft "a ° verandering des jaars 1578, herwaards overgebr ° is, zal 't, veelligt, niet zeer waarfchynlyk v00r^J men, dat men, toen of laater, zou g°edseJ,n„ hebben, hier, een S. Pieters beeld te plaatfen; Icnoc»» op hetzegel van het Gafthuis, welk, nog tegemvoo dig, in gebruik is, een S. Pieter met de ileuteis afgebeeld. |
|||||||||||||||||||||||||||||
.;/
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Gaflbuisn
Hof. |
|||||||||||||||||||||||||||||
f») Refol. Vroedfch. N. $. 2y OBob. g Not», ijj«,
(x) F. VON ZESEN hl. 3215.
(y) Zii de Kaart van BalTH. FloriszOON.
(ï.; Refol. Vioedfch. N. j. zo M«mt US7. '
|
|||||||||||||||||||||||||||||
!V. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN.
|
|||||||||||||||||
245
|
|||||||||||||||||
Die eenige befmettelyke kwaal hebben, wor-
den niet in den Baijerd ontvangen. Als de gaften te bedde waren, plagten hunne klee- deren, door de bedienden van den Baijerd, in manden vergaderd; voor de deuren der geflooten flaapkamers geplaatfl, en des mor- gens wederom uitgeleverd te worden. Doch dit is nu buiten gebruik. De gaften worden niet uitgelaaten, voor dat men, in de flaap- vertrekken, onderzoek gedaan heeft, of 'er ook iet uit den Baijerd gemift wordt (e). By hun vertrek, krygen zy, veeltyds, eene ver- maaning , om zig van Bedelaarye te ont- houden. By den Baijerd, ftaat een wafch- huis, een vatenhok en een rookhok. Even voorby den ouden ingang van den
Baijerd; doch eer men aan den tegenwoor- digen ingang komt, ftaat het Soldaaten- nu het Mannen-Gafihuis, welk, by de vertim- mering van den jaare 1754, zeer veel ver- beterd is. Het is een lang vertrek, ter we- derzyde bezet met negen en veertig Bedfte- den, twee van welken gefchikt zyn voor zulken, die raazende koortfen hebben, of niet wel by 't hoofd bewaard zyn. 't Ver- trek komt uit in eene lange gaandery, al- waar de Binnenvader en Binnenmoeder van 't Mannen-Gafthuis hunne wooning hebben. Ook zyn hier een wafchhuis, en andere ge- makken. Ten einde van den gang, in welken de ingang naar den Baijerd en't Mannen-Gaft- huis is, komt men, door een groote deur, die nogtans maar zeldzaam geopend wordt, en door eene poort aan de zuidzyde, boven wel- ke, de fleutel, het teken van S. Pieter, ftaat, langs eene open plaats, daar de Poortier zyne wooning heeft, in 't Vrouwen-Gafihuis, welk, in een midden-gebouw, zig (trekkende noord- en zuidwaards, en twee vleugels, die ooil- waards loopen , verdeeld is. In een der vleugels, worden zulke vrouvvsperfoonen ge- legd , die hier in 't kraambedde gevallen zyn, of, buitens huis, verloft zynde, herwaards gebragt worden. Ten einde van deezen vleu- gel , in 't ooften, is een vertrek, daar de vrouwsperfoonen verloft worden. Wyders, zyn 'er,aan'tVrouwen-Gafthuis, twee ver- trekken gevoegd, waar de lyders van den fteen gefneeden, en geplaatft worden. Nog heeft men hier een wafchhuis, een turf hok, en andere vertrekken, tot nuttig gebruik. Langs de wanden van 't Mannen- en Vrouwen- Gafthuis, voor de lichten boven de Bedfte- den, loopen breede gaanderyen, die tot ver- fcheidenerlei gebruik dienen, en waarop, des noods, ook krebben zouden können ge- field worden. Het Vrouwen-Gafthuis heeft in 't geheel zeven en tagtig Bedfteden, die |
|||||||||||||||||
genaamd, naar 't fchynt,om dat 'er allerlei
behoefcigen, zonder onderlcheid, in ontvan- §en j en drie nagten geherbergd worden. Men hadt zulk een Baijerd reedsin'tLieve- Vroinven-Gafthuis gehad , gelyk my , uit zekere Quitantie der Regenten van het zelve van den een en twintigften Oftober des jaars £573 > en zelfs uit de oude Renteboeken, ge- bleeken is. Pontanüs(c) getuigt ook, dat: aan 't S. Pieters-Gaithuis in de Nes, in t jaar 1504, een Baijerd, geftigt is: 't welk f°mmigen (d), ten onregte, van den Baijerd in het tegenwoordige Gafthuis verftaanheb- "ben. In zeker oud Rentcboekje van Sint e riet er s Capelle ende gaflhufe ,nogtegenwoor' ®lg-> in't Gafthuis, voorhanden, vind ik dee- ze woorden: Item -voy hebben ontfangen van ineefter pieter f ranfen een bedde in die heyert, wn armen op te herbergen: en ineen ander, wordt gefproken van een huis in gansoort, nu de Nes, naeft onfe heyert. Waaruit klaar- lykblykt, dat," ook in 't S. Pieters-Gafthuis ln de Nes, een Baijerd plagt te zyn. Bo- Ven den tegen woordigen ingang van den Baijerd , leeft men, 't gene , voormaals, Voor den ouden ingang, plagt te ftaan: Drie nachten langer niet herberg ik die 't
behoeft , ■E« houd de vierde uyt de fcoifiers en 't ge-
bueft. koorts, komt men, langs eene kleine open
plaats, in een vierkant vertrek, met eene naardfiede of ftookplaats in 't midden, die , ^ndsom, met banken omzet is. Mans- en ^rouwsperfoonen, voor af, tegen den avond, by den Vader van den Baijerd, onderzogt, jn aangenomen zynde, worden, op deeze ^nken, geplaatft; en getoefd,met defpy- . ,e > die de zieken hebben overgelaaten, en .(aarna, boven dit vertrek, te bedde gebragt, J.1 krebben , geplaatfl in vier byzondere , aapvertrekken <
twee voor mans-, en twee
(j00r Vr°uwsperfoonen. Des morgens, wor-
0 n^e' wederom uitgelaaten; doch zonder terff^n' 'C We^ a'' federt veele jaaren, ag- nafften is* En op deeze wyze ' drie de, worden*?' Sfherbergd geweeft zyn-
in Lc, 1 y' volgens de orde van thuis, g zes weeken tyds* „iet wederom in den «aijerd ingenomen: hoewel hierin, fomtyds, ^redenen ,_ eenige oogluiking gebruikt j^ordt. Die m den Baije?d vernagten wil- ren ™Jten .Z1S' des zomers , voor zes uu- voo'r ?dej Winters' yoor zonnen-ondergang, de deur van de" zelven, vervoegen. tt „ zrsf.n, h. 32j.
H-STuk. |
|||||||||||||||||
Gast-
huis en Pest- huis. |
|||||||||||||||||
Mannen-
Gafthuis- of Sol- daaten- huis. |
|||||||||||||||||
Vrou-
wen- Gafthuis. |
|||||||||||||||||
rein
|
|||||||||||||||||
(e) Handv. }/. 272,
II |
|||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
III. Dekl.
|
||||||||||||||||||||||||
246
|
|||||||||||||||||||||||||
't f* AS*f"
nog een oud iUtaarftuk, welk, in eene/ref Büis.
Nonnen-Kapellen,fchynt gebruikt geweeft te jflJlS # zyn, benevens een oud Regenten-gezellchap. pEsi- Agter deeze Kamer , is een wel gefchikt Spreekvertrek, alwaar ook de oude brieven en Papieren van 't Gafthuis, in kaffen, be- waard worden. De Wapenborden der "e" genten hangen in een fteenen Zomerhws> welk uitziet, opeen' grooten boomgaard, die v eenen uitgang heeft op 't Gafthuishof. *n tejf&r den noordweitelyken hoek van deezen booflj' Ka»"*' gaard, is de Hamer der RegenteJJen, een wei' nig uitwaards, getimmerd. Wyders, is hiel* omtrent een Spreekvertrek en groote koo- ken. Wy fpreeken niet van de kelders en andere gemakken, die het Gafthuis zo be- kwaam maaken, tot het einde, waartoe
het
geftigt is, als eenig diergelyk hier te Lande-
De ooftelykfte poort of deur, op 't vooï' plein van 't gebouw , is de toegang naa* de. Stads Jpotbeek, die, in- 't jaar 1754, vafl nieuws getimmerd is, en uit welke het Gaft' huis, welk, voormaals, zyne byzondereA' potheek plagt te hebben, nu ook van g2' neesmiddelen voorzien wordt. By dezelve» is ook een ftookvertrek gevoegd. Wyders» zyn, by de Apotheek, twee ruime vertrek' ken, een, ten dienfte der Stads Doftoren» die aldaar de behoeftige kranken onderzo^' ken, en een, ten dienfte der Stads Chiruf' gyns. By deeze vertrekken, is eene ovef' dekte gaandery , daar de lyders, die, va11 Stads wege geholpen worden, vertoeven- Van de Stads Apotheek zullen wy, hier na» nog eenigszins byzonderer, handelen. j$. Onder de beftiering der Regenten v& $Ur
het Gafthuis, ftaat ook het w. f"
P E STHUIS,
welk wy nu, kortelyk, befchryven moeten-
De menigvuldige en aanhoudende PeftzieK' ten hier ter Stede, byzonderlyk in de vy tiende eeuwe, heeft het opregten van Pe#' huizen , al vroeg, noodzaakelyk gemaald;' Ook hebben wy reeds gemeld, dat het % Pieters Gafthuis, in de Nes, en het Lie^e' Vrouwen-Gafthuis, op den Nieuwendyk ' beide van Pefiilentie-huyfen voorzien wafgf} (ƒ)• ^ Was dan niet vreemd, dat men,y deeze Gafthuizen, na dat dezelven, in "e Kloofters der oude en nieuwe Nonnen, ^a' ren overgebragt, ook een Pefthuis voeg^' Wy hebben reeds aangemerkt (g), dat k~ tegenwoordig Verbandhuis , eertyds , et^ Pefthuis geweeft is. Het was, door de mee"" gemelde floot, van de andere Gafthuizen*»' |
|||||||||||||||||||||||||
Gast-
huis en Pest- huis. |
rein en net onderhouden worden, en nog
eene Bedftede, voor zulken, die niet wel by 't hoofd bewaard zyn. Eene Binnenmoe- |
||||||||||||||||||||||||
der is 'er over 't Vrouwenhuis, die ver-
fcheiden' dienftmaagden heeft. Zy heeft eene afgezonderde verblyfplaats, ten einde van een der vleugels van 't gebouw. Uit het zelve, komt men, in de reeds gemelde lan- ge , overdekte gaandery, ruftende op ronde fteenen piiaaren, en loopende langs de floot, die, eertyds, de twee Nonnen-Kloofters plagt te fcheiden. In deeze gaandery, worden de lyders, die uitwendige ongemakken hebben, Verband- of gekwetft zyn , onderzogt. Langs eene huis. brug, die over de floot legt, treedt men in 't Verbandhuis, 't welk, eertyds, tot een Peft- huis diende, en waar nu allerlei uitwendige ongemakken, die voorwerpen der Heelkonft zyn, befmettelyken uitgenomen, genezen worden. Het is in een beneden- en boven- vertrek onderfcheiden. Het eerfte, voor mannen gefchikt, heeft negen en twintig Bedfteden: het tweede dient voor vrouwen. In het zelve, ftaan , doorgaands, omtrent twintig open krebben. Agter 't Mannen- vertrek, is een kleiner , daar zulken , die zwaare ongemakken hebben , gelegd wor- den. Men heeft ook, by 't Verbandhuis, een wafchhuis en bleekveld. Ook is, van buiten, tegen het zelve, een ftookhuis voor den Apotheker getimmerd. Hieromtrent is ook een vertrek, daar fomtyds Ontledingen gefchieden. Het opzigt over 't Verbandhuis is aan een' Binnen vader en Binnenmoeder toevertrouwd, die eenige bedienden onder zig hebben. De knegts van 't Verbandhuis haaien de onbekende drenkelingen en be- hoeftige dooden , met de Gafthuiswagen, naar 't Verbandhuis; waar menze, eenigen tyd, in een vertrek, het Doodenhuis genaamd, nederlegt; waarna zy gekift, en-, met de fchuit, naar 't Kerkhof van 't Pefthuis, ge- bragt en begraaven worden. Weftwaards van 't Verbandhuis, ontmoet men eene Tim- merloots, en ooftwaards, de Bakkery en de Brouwery. In 't Gafthuis, wordt tweederlei brood gebakken, tarwenbrood, en brood, voor een derde, uit rogge, en voor twee derde, uit tarwe beftaande. Doch men brouwt 'er driederlei bier, zwaar, middel- baar en dun. Het laatfte wordt veel, ten dienfte van zieke ingezetenen, die 't willen laaten haaien, uitgedeeld. Men betaalt 'er of niets voor, of eene gift, naar zyn wel- gevallen , in de Boffen van 't Gafthuis. |
|||||||||||||||||||||||||
Regen-
ten-Ka- mer. |
Aan de zuidzyde van het open plein, naaft
de groote Poort, zyn vier deuren of poorten. |
||||||||||||||||||||||||
De weftelykfte is, langs eene gaandery en
open' plaats, de naafte toegang naar de Kamer der Regenten, die niet groot is. Men ziet'er |
|||||||||||||||||||||||||
»4'
|
|||||||||||||||||||||||||
(f) Zie I. Deel, I. Boe^, hl. ï«. en Wei VOO*, il.
(/) Hier voor. bl. 246. |
|||||||||||||||||||||||||
1V. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENTIGE GESTIGTEN.
|
H7
|
||||||||
gefcheiden. Doch men bevondt^ door den loopt, die met de graft om het huis gemeen- Gast-
tyd, dat de beimetting, desonaangezien, tot fchap heeft, en over welke, eene houten en Huis «« de naafle wooningen, voortfloeg: waarom, twee fteenen bruggen leggen. Van deeze Pest omtrent het jaar 1616, raadzaam geoordeeld Plaats, heeft men, door vier groote Poor- HJIS' werdt, een nieuw Pefthuis te ftigten buiten ten, toegang naar de vier vleugels van 't de Heilige-wegs-Poort, ten zuiden van den gebouw, welker mtmren wel drie en een Heiligen Weg, in 't open veld. Dit Huis halve voet dik zyn. De voorgevel is, in 't Wasi omtrent den jaare 1660 , byzonder- midden, met een uitftek of paviljoen, ge- tyk kenbaar, om dat 'er een os boven de bouwd: waarin, ter regterzy de of ooflwaards, poort afgebeeld was (h). Doch 't was, reeds de Regenten - Kamer, en ter linkerzyde of jang te vooren, te klein bevonden. Ook lag weftwaards, de wooning van den Binnenva- het te digt aan den weg: waarom het verlaa- der van 't Huis geplaatft zyn. Voor den ten, verkogt, en met verfcheiden' woonin- fchoorfteenmantel der Regentenkamer, ziet £er* j betimmerd werdt. 't Gebouw heet egter men de wapens der dienende Regenten, ten n°g het Oude Pefihuis, en beftaat uit tien tyde der jongfte herbouwinge, Mr. Gerard wooningen, vier aan den Heiligen- of O- Aamout Hajfelaer, Bartholomeus vandenSant- vertoonifchen-weg, twee aan elke zydevan heuvel, Samuel Elias Coymans, Rombout Le- £ene Poort, en zes in de Poort. Zo dra men peltak, Andries Munter en Bartholomeus Muyl- beüooten hadt, het oude Pefthuis te verlaa- man. Voortgaande, treedt men, door eene ten, was men bedagt, op het ftigten van binnen - poort, in een vertrek , welk den ^en ander. Het Gafthuis bezat een ftuk gantfchen voorgevel van 't gebouw beflaat. t-ands, omtrent half weg den Overtoom, Het is in tweeën verdeeld, door twee hou- "ff Blaau'we Zok genaamd, en vyf of zes kam- ten befchotten , en heeft eenen ruimen door- Pen benoorden den Heiligen weg, in de Stads gang naar de Binnenplaats, in 't midden. Ook bolder, gelegen. Hier vondt men geraaden, heeft het gemeenfchap, met een diergelyk een nieuw Pefthuis aan te leggen. De Stad vertrek, langs den weftelyken zydgevel. Bei- verftrekte 'er vier en twintig duizend gul- de deeze vertrekken zyn gefehikt voor kran- ^ens toe (i). Op den twintigflen July des ke, onnozele en ongeregelde vrouwsperfoo- jaars 1630, werdt de eerfte fteen aan 't ge- nen. Het tweede isgemeenlyk vol,en vond bouw- gelegd, door den Heer Comelis Has- ik 'er,op het einde van May desjaars 1765, fifoer. in .yyf jaaren tyds, werdt het vol- omtrent tagtig krebben bezet. In het eerfte, tooid. Het koftte , behalve den grond, zyn eenige bedfteden, waarin zulken, die eenhonderd zeven en veertig duizend negen moedwillig zyn, of beginnen te raazen, voor Südens en vyftien ftuivers. Doch 's nagts eenen tyd, opgeflooten worden. By dit ver- ?a den veertienden April des jaars 1732 (2), trek,zyn, ten wedereinde, eene bergplaats |s het gantfche gebouw, by ongeluk, van voor Kookengereedfchap, Bottelery, Schaf- "innen, genoegzaam geheel, afgebrand: huis, Kooken en andere gemakken geplaatft. *j^ar kort daarna, wederom, byna indezelf- Ook een bekwaam vertrek voor de Kooken- ^e gedaante, herbouwd. moeder. Langs den agtergevel van 't ge- Men heeft-, van den Heiligen- of Over- bouw, is een vertrek, voor diergelyke man-
tQomfchen weg , over eene houten brug, nen gefehikt,als in de twee voorgemelden, toegang naar het Pefthuis, door eene lan- vrouwen geplaatft zyn. Ik vond 'er , ten §e. laan, ter wederzyde met boomen bezet, voorgemelden tyde , drie en zjeftig open Jlgt aan 't einde deezer laan, treedt men, krebben,^die , grootendeels, bezet waren. ?Ver twee fteenen bruggen , van welken Ook zyn 'er twee bedfteden, ter opfluitinge •/e tweede , met een groot yzeren hek , van kwaadwilligen of raazenden. De Zie- , an de laan afgeflooten is, en over eene kenvader der mannen heeft eene Kamer by nouten brug, jn >t gebouWj we\k rondsom dit vertrek. In 't Poortaal voor het zelve, n t water legt, genoegzaam vierkant, en is de ingang naar de Apotheek, daar egter van gebakken fteen gebouwd is. De vier thans weinig voorraad van geneesmiddelen .gevels van 't geb0Uw ftaan langs eene rui- bewaard wordt, alzo dezelven, van tyd tot vf ' V1™te Binnenplaats, met boomen tyd, zo wel als het Bier en het Brood, uit ^-zet , midden do0r Welke eene vaart het Gafthuis , herwaards gebragt worden. ( Agter of nevens de Apotheek, is een wafch- ,teÄN.Is. , , huis. In_den vierden of ooftelyken vleugel
(2-) w * ° 7un? lSi°-f- JSZ- van 't gebouw, plagten, voormaals, net op-
fx^^Qhuen''m^Hiflor^ der Stad (il Deel, gemaakte bedden te leggen, die zeldzaam
Aïten^ gebruikt werden; waarom dit vertrek het Se 't?^"$*^%i&g?&?£ Pakhuis genaamd werdt. Doch men heeft
boeteren. '6 'er, na de jongfte herbouwing van 't Huis, Iï 2 der-
|
|||||||||
248 AMSTERDAMS III. Deel.
Gast- dertig hokken voor dolle menfchen getim- Schepen. En, federt het jaar 1717, bezit öa«^
huis en mera j die, veeltyds, van zulke elendigen het Gafthuis de Ambagtsheerlykheid van h^, huis" vol zyn. In ieder derzelven, is eene kreb Kortehoef, en twee flukken Lands, in 't Stigt büjS# en een heimelyk gemak. Men heeft'er, be- van Utrecht, die, aan de Regenten, inOc- halve deeze hokken, nog twee bedfleden, tober des gemelden jaars, verkogt en opge* waarin men de lyders opfluit. Van binnen, draagen zyn, door Jongkvrouwe CatHA- langs de wanden der vertrekken, van welken rina Heerman van Zuidwyk, die Wy gefproken hebben, loopen, even als in den koopprys aan het Gafthuis gefchonken 't Gafthuis, gaandcryen boven de krebben heeft. De Regenten hebben , federt den en hokken, voor de lichten van elk ver- agt en twintigften January des jaars 1656» trek, alwaar de gewaflchen kleederen en 't het voorregt gehad, om, in alle openbaars lynwaat gedroogd , en alwaar ook, des Kerken deezer Stad, plaats te mogen nee- noods, krebben zouden können gefield wor- men in het Kerkmeefters-geftoelte (v), wel- den. Op eenigen afftand van 't_ gebouw ten ke plaats hun ook, als Kerkmeefters der Gaft- weften,ftaan twee fleenen huisjes, het eene huis-Kerke, toekwam. Zy vergaderen, eens wat grooter dan het andere, en beide voor- ter weeke, des Woendags na den middag. De zien van een kagchel en van krebben. In RegentefTen komen, gewoonlyk, des Vry- deeze huisjes, worden zulke mans envrou- dags, byeen. De Regenten van het Gaft- wen geplaatfl, die befmettelyke kwaaien huis, en van alle de andere Stads Gods- efl hebben. Nog verder af, zyn twee begraaf- Werkhuizen zyn, tegenwoordig, in gevol^ plaatfen of Kerkhoven, alwaar de lyken van ge van een befluit der regeerende en Oud- zulken, die, hier of in 't Gafthuis, fierven, Burgemeefleren van den jaare 1764, ver- of daar, of hier dood gebragt zyn, begraa- pligt, by hunne aanflellinge, met eede, te Ven worden. Op het eene, worden de kis- belooven, dat zy zig, in de beflieringe de* ten vyf, en op het andere, zeven hoog bo- byzondere Gefügten, eerlyk en getrouwe" ven eikanderen geplaatfl. Als het eene vol lyk, kwyten zullen (ii>). ts- is, begraaft men op het andere. Het eerfle De Regenten van het Gafthuis hebben ee*^'
kan, in gewoone fterftyden, ruim twaalf, nenBoekhouder in hunnendienft, die van dep^ het andere vyf en twintig jaaren gebruikt inkomften en uitgaaven van het Huis aante* At- worden , eer het behoeft te worden ledig kening houdt, en de rekening, welke, jaar? j> gemaakt. Het Pefthuis en het naafte omgele- lyks, aan Burgemeefleren gedaan wordt, op'' gen land zyn nog binnen de Vryheid der Stad; maakt. Voorts, zyn 'er twee Doótoren en twee doch de twee Kerkhoven, de twee gemelde Chirurgyns van het Gafthuis, en een Do£tof huisjes, en zelfs het buitenfte pad langs de en een Chirurgyn van het Pefthuis, die al' floot ten weflen, leggen onder 't gebied van len, door de Regenten, gefield worden. V^ Nieuwer-Amftel. de Binnen-vaders en Binnen-moeders en aö' Regen- De beftiering van het Gafthuis en het dere Bedienden, in beide de Huizen, het'
ten en Pefthuis flaat thans aan zesR e gen te Nen ben wy reeds melding gemaakt. /"' Regen- zes Regentessen of Buitenmoe- Het Gafthuis bezat, van ouds, veele la»1',$^
vaifhet DERs, die, voor hunleeven, of, ten op- deryen buiten, en ook een goed getal V^V^ Gafthuis zigte der eerften, ook tot hooger bevorde- huizen in de Stad: onderde laatflen, V$$\é' en Peft- deringe toe, door Burgemeefleren, gekoo- welken wy 'er reeds eenigen hebben opge'(^is. |
||||||||
huis.
|
||||||||
ren worden, uit de deftigfte ingezetenen, noemd, waren'er ook een aanmerkelykge^"
Onder de Regenten, is, eertyds, en nu we- over de Prinfengraft, in de nieuwe uitleg' derom, federt het jaar 1743 (t), een geweeft ging, en byzonderlyk, in de eerfle Wete' van den Roomfch -Katholyken Godsdienft ringsdwarsftraat,die de Regenten, in 't'}$ Doordien het S. Pieters Gafthuis, van ouds, 1670, hadden laaten bouwen, tot voortz^f een Van de vyf grootfte ingelanden was in ting der Weeverye, Wolkammerye en l_ Nieuwer-Amftel of Amflerveen («)j zo is gene daartoe behoort, welke handwerk: een der tegenwoordige Regenten altoos men> ten dien tyde,fterk aanmoedigde(*/' Heemraad, en op zyne beurt ook Dykgraaf De huuren deezer huizen en landeryen, z, vanditHeemraadfchap. Burgemeefleren van verre het Gafthuis dezelven nog bezit, m^* Amfterdam, als Ambagtsheeren van Nieu- ken ."een groot gedeelte van deszelfs i"k0l> wer-Amftel, verkiezen een' der Regenten ften uit. Doch de laatftgemelde huizen in d^ tot deeze waardigheden, 't Gafthuis is ook nieuwe uitlegging zyn , federt eenige ja3 Hoofd-Ingelande van Weesperkarfpel, en reJ]' gevolgelyk, een der Regenten kiesbaar tot (v) Groot.Meraor. M IV. fi ti ^ t1
(w) Refol. van den Oüd-kaad van Burgemeeft. V'
|
||||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
249
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ren, allen verkogt. Het Gaflhuis bezit ook, den können (a). Men heeft, hierom, ook Gast-
nevens het Oude-zyds-Huiszittenhuis, de opgemerkt, dat'er zeer veel meer vreemde- HUIS m
groote en de kleine Kraan (y), die, laatflelyk, lingen dan ingezetenen in ontvangen wor-^J'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jfcfll
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ïtü
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
;s.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
m t begin deezes jaars 1765, voor driedui
zend guldens in 't jaar, verhuurd zyn. Voorts, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den. Immers, in't jaar 1623, vondtmen,
onder de zevenhonderd zieken in 't Gäfl- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
geniet het Gaflhuis de aalmoeffen, die, in huis, maar eenen Poorter (b). Het mag,
de Vroeg-Predikatie, en in de Namiddags- derhalve, met regt, den naam van Gafl- of Predikatie, in de Gaflhuis-Kerke, door den Vreemdelings-buis (3) draagen. Men rekent, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
er, van de tweeduizend zieken, die,
t Gaflhuis komen,
en zeflien
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Poortier, en door een' der twee Binnenvade
|
dat
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ren, welken, om de maand, beurt houden, ver- by g
zamekl worden, 't Gene, in de Voormiddags- omtr
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Predikatie, ontvangen wordt, is voor de Dia- honderd genezen worden.
conie. De Turf, die, tegen 's Lands Pia- Op den eerflen Juny deezes jaars 1765,
kaaten, in de Buitenvelder- en Middelpol- vond ik, in 't Vrouwen - Gaflhuis, honderd
der, gebaggerd, en uit dien hoofde, ver- vier en dertig: in't Mannen Gaflhuis of Sol-
beurd verklaard wordt, komt ook ten voor- daatenhuis, zes en veertig zieken: in'tVer-
deele van het Gaflhuis. Het geniet een en bandhuis, twee en veertig mannen, en een
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en vyftig vrouwen: en in 't Peflhuis, vier
en zeventig mannen, en honderd vyf en twintig vrouwen. In de week te vooren, waren 'er, in beide de Huizen, ingekomen drie en dertig, uitgegaan vier en veertig, en geflorven veertien perfoonen. Wy hebben, in de Befchryvinge der Gafl- Naamen
huis-Kerke (V), de naamen der Regenten ^er °ud' van 't Gaflhuis, die te gelyk Kerkmeefle-g|nten\ ren dier Kerke zyn, geplaatft, van 't jaar 1578 af, tot op 't jaar 1761: waarbywyhier |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
een halve groot in de twaalf, op ieder pond
Vlaams rantfoen van de veroverde en ver- beurd ver klaar de goederen door de Admira- liteit hier ter Stede; die ook haare zieke en gekwetfle Bootsgezellen en Soldaaten, tegen redelyke voldoeninge, in het Gaflhuis, zendt. Voor de kranke of gewonde Soldaaten, die te Lande gediend hebben, en in 't Gaflhuis ge- bragt worden, is aan het zelve, van wege "s gemeene Land, zes fluivers 's daags voor |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
komflen, zyn de laflen van het Gafïhuis zo afïeenlyk voegen Jean Philip Gilles, die, in't
zwaar, dat het, van tyd tot tyd, uit Stads kas- jaar 1764, Regent geworden is. Zie hier nu de *"e, onderfleundI moet worden. De meeflean- naamen der Regenten van het S. Pieters- dere Godshuizen en Kerken genieten, bo- Gaflhuis alleen, die, van't jaar 1511, tot ven hunne gewoonlyke inkomflen,die op ver- het jaar 1577 ingeflooten, gediend hebben: «f na niet können toereiken, ookonderftand |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
u« Stads kaffe: en beloopt de onderfland aan
allen, tegenwoordig, door een, meer dan eenhonderd en vyftigduizend guldens in't jaar. Wyders, heeft het Gaflhuis, in 't jaar 1626, Aet voorregt verkreegen, om zyne fchulde- Jaars, ter eerfier aanleg, voor 't Hof van Rolland, te mogen dagvaarden. Wy fpree- *en niet van de vryheid van Verpondingen, cn van 's Lands- en Stads - Impoflen en Ex- ynzen , die het Gaflhuis, met verre de |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1511. Jan Claasz. van Hoppe.
1511. Jan Claasz. Sillemoer. 1511. SybrantBuyk. 1511. Jacob Pieter Gaven.
1512. Jonge Dirck Klaasfoen.
1512. Willem Splinter.
1513. Pieter Thomasz.
1513. Hob Jacobsz. ij 14. Pieter Symonsz.
1515. Koert Jorisz.
1520. Frans Claasz. Heinen.
1522. Claas in de Kat.
1523. Volkert Jansz. Snyder.
1525. Jan Dircksz. Syl. 1525. Cornelis Brunt. 1525. Claas Claasz. Kloeck.
1526. Cornelis Sybrantsz. Buyk.
1529. Pieter Jansz. Ackerman. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
heeft.
|
Men mag 't ook, onder de
|
voor-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
geSeefT"1 het G^huis, rekenen,dat Bur-
tiVfl-pn T n' reeds °P ^en negen en twin- bebn, datKer,S-JaarS ^ verkIaard. ^
zelve te ontvang™1* T8^n zou'in^et VWMmii^rT". Ult hoofde van eemge Oolïïgd£ God^ienflige belydenis (z\ van H Tn eene dierlelyke verklaaring van dej vyf er^twlntigften January des jaar! .«86 dat het GafthuisSgeenJprov/niefsJhuis lySar een e^el ^huis, waar armen en
nden> om met> hulp en onderhoud vin- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1529.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
{*) Groot-Memor. N. VII. ƒ. iS8. Handv. *'. 271.
(b) DOMSELAER IV. Boei, bl. 117. COMMEX.1N bl,
(c) III. Deel, II. Boel^, kL- "»•
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
J4I.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(3) In onze oudfte Keuren, komt het w oord gafl
meermaalen voor, in de betekenis van Vreemdeling. Item, leeft men daar, enen zeeuaerdigen man, is by poirter ofte gaste. Keurb. A.f.2, Zie ook f.i23verfo, Handv. bl. 705. Ii 3
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2ï.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Deel, I. Boei, bl. «7.
V. ƒ. lip verf..
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
/Vi p*e m
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III. Defx.
|
|||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||
aso
|
|||||||||||||||||||||
Manim*
|
|||||||||||||||||||||
Claas Vermoy.
Jan Pietersz. Schaap.
Gerrit Huift.
Ysbrant Pieter Copszoen.
Cornelis Gerbrandsz.
Vechter Claasz.
Gerrit Wilkensz.
Jan Oom Jansz.
Cornelisz Anthonisz. Schilder.
Jan van Hoppen.
Jooft Sybrandfe Buyk.
Pieter Foppenfe.
Simon Kops Claasfoen.
Gerrit Claasz. Thenes.
Claas Claasz. Stapper.
Laurens Symensz.
Elbert Marcus.
Claas Jacobsz. van Leyden.
Jan Claasz. Kat.
Jan Janfen.
Pieter Pietersz. Occo.
Claas Hoyert Claasz.
Bouwe Jacobsz.
Jan Vechterfe.
Marten Jacobsz. op 't Rockin.
Cornelis Willemsz. van Rieck.
Cornelis Jansz. int RoodeKruys.
Jan Vechters.
Dirck Meynertfe Pater.
Cornelis Gysbertsz.
Hendrik Cornelisz.
Cornelis Jacobsz. Brouwer.
Dirck Jansz. Deyman.
Gerbrant Claasz. Benning.
Thomas Symonsz.
Jacob Cornelisz. Brouwerszoen.
Frans Dircksz. Otter.
Cornelis Franszoon.
Mr. Albert Pietersz. Canter.
Sybrant Jooften Buyk.
Jacob Meinertsz. Brouwer.
II.
|
|||||||||||||||||||||
HetMANNEN-TüGTHUis,veeltyds, ^uüT.
blootelyk, het Tugthuis, en, in 't ge- „uis <ƒ meen, het R a s p h u i s genaamd, ftaat op rasp- den Heiligen-weg, aan de zuidzyde, tegen HÜIS" over de Voetboogsftraat, ter plaatfe, daar, BeftW weleer, het Clariiïèn-Kloofter plagt te zyn > ^t%i* van welks Stigtinge in den aanvang der zes- K£N. tiende eeuwe, wy, reeds by eene andere ge- 'ïvoX\ legenheid (d), gefproken hebben. Dit Kloos- ^lSJ ter was, nog geenetagtig jaaren, volbouwd £*IS# geweeft, toen de Vroedfchap deezer Stad niei- befloot, een gedeelte van het zelve te fchik- ^\\%{0t., ken tot een Tugthuis voor mansperfoonen. de°Pjfl Gelegenheid hiertoe gaf niet, gelyk fommi- ''"j^K* gen (e) gemeend hebben, het Plakaat der be Staaten van Holland van den zeftienden De- cember des jaars 1595, tegen dievery ten platten lande en in de Steden, die, ten dien tyde, meer dan voorheen, door landloopers en bedelaars, gepleegd werdt (f): het befluit der Vroedfchap, tot de opregtinge van een Tugthuis, was genomen, meer dan zes jaa- ren voor dat dit Plakaat in de weereld kwam (g). De Oud-Burgemeefter CornelisPie- terszoon Hooft heeft 'er, niet lang na de opregting van het zelve, eene andere reden van gegeven, te weeten, de zwaarig- heid, die 't Geregt, al terftond na de ver- andering der Regeeringe, in 't jaar 1578» maakte, om dieven ter dood te verwyzen (b). En dit komt genoegzaam overeen, met de- aangehaalde R efolutie der Froedfchap, waar- in, uitdrukkelyk, gelezen wordt „datSche- „ penen zwaarigheid maakten, om fommige „ kwaaddoenders, overmids hunne jongk- „ heid, Capitäal te ftraffen; en dat zulks „ gelegenheid gaf, tot het befluit, om een „ huis, tot caßyement van dezelven , te ftig- „ ten, en daartoe te neemen het Clariflen- „ Kloofter." Ook leedt het niet lang, of men vondt geraaden, de Clariffên, die, te- gen de Keure, aan haar Kloofter getimmerd) en de Paufelyke Religie, in het zelve, geoe- fend hadden, daar uit te zetten, mids haaf verzorgende van onderhoud (i). 't Liep eg' ter nog eenigen tyd aan, eer het Tugthui* tot ftand gebragt was. In April des jaatf 15951 was net volbouwd (k). En op den derden February des volgenden jaars, kwä' men de eerfte twaalf gevangenen in he1- Tugthuis (/). In 't zelfde jaar 1596, zorg^s men reeds, om het Huis, met nieuwe in* komften, te voorzien, aan het zelve, v°ot twee of drie jaaren, by provifie, toeftaande |
|||||||||||||||||||||
1529.
I53I-
I536-
1537.
1540. 1543-
1545- 1546. 1547-
1547- 1548. 1548. 1548. 1549- 1549- I5JI- 1553- 1553- 1556. 1558. 1561. 1563-
I5Ö3- 1564. 1564. 1564. 15Ö5.
1566. 1567.
1567. 1568. 1569. 1569. i57°-
1571. 1572- 1574- 1575- 1575- I57Ó. 1577-
|
|||||||||||||||||||||
Mannen
Tugt- huis of Rasp- huis. |
|||||||||||||||||||||
MANNEN-TUG THUIS,
of
RASPHUIS. De Tugthuizen deezer Stad zyn
drie in getal, het Mannen-Tugthuh of Rasphuis, het Frowwen-Tugthuis of Spinhuis, en het nieuwe Werkhuis; en de Regenten der zelven hebben rang na die van het Gaft- huis. Het Ferbeterhuis, fchoon onder een ander en minder beftier gefield, is ook eene foort van een Tugthuis, en kan, derhalve, nergens bekwaamlyker, dan agter de drie gemelde Gefügten, geplaatft worden. Wy laaten, hierom, de befchry ving van alle deeze Tugthuizen, op die van het Gafthujs, volgen. |
|||||||||||||||||||||
Getal der
Tugthuï- zen in Amfter- dam. |
|||||||||||||||||||||
(d) Zie I. Deel, I. Bee{, il. Jo.
(e) PONTANUS Libr II. Cup. IX. p. $!.
(f) Groot-Plakaatli. I. Deel, kol. 4SI. a.
(S) •Refol. Vroedfch. N. f. 1» July ij»j»./• "' virjn (h) Zie II. Deel, XI. Boekj, bl. 414.
(ij Refol. Vjoedfch. N. 6. zi Oüob. >*»»•
(k) PONTANUS Libr. II. Cup. IX. />• '8'
(l) Regift. der inkom. Tugtelinge« «• »•/• * '"**
|
|||||||||||||||||||||
GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN. 25r
W jf heffing van het Exuegeld, en de boeten, den jaars, tot het raspen van Verwhout, Mannen
jjutsof dle de zes en dertig Raaden, voor het laat binnen de Stad en derzelver Vryheid , alleen Tust. Jjj»s». komen in, en het wegblyven uit den Raad, bevoegd verklaard werdt (q). Het opregten F1* °f plagten te verbeuren (?n). Doch het Huis van eenen Raspmolen op den Zaandyk, te- n^' heeft deeze inkomften, naar 't'fchynt, niet gen over 't Kalf, gaf, federt, aanleiding, lang genooten. De toevloed van kleine jon- dat Burgemeefteren 0£troi verzogten van's gens niet llegts, maar ook van fterke mans- Lands Staaten, om, in hun Tugthuis, met perfoonen, by welken, fomtyds, meffen en uitfluiting van alle anderen in Holland en 0^ _ ander geweer gevonden waren, gaf gele- Weftfriesland, Verwhout te mogen raspen. Het"1 §enaeid, dat Burgemeefteren van 's Lands En zy verwierven't, op den elfden May des |el«e ver. Staaten Óclroi verzogten, waarby de Regen- jaars 1602, met deeze uitzondering alleenlyk, eH ten en andere Opzieners van het Tugthuis dat, zo eenige andere Stad inHolland goed- Vrygefproken mogten worden van alle naar- vinden mögt, een Tugthuis op te regten; maaning, zo zy, by ongeluk, eenigenTug- daar, indien men't geraaden vondt, zo veel teling, in 't verweeren van hun lyf,derwy- Verwhout zou mogen geraspt worden, als 2e > kvvetfen mogten, dat 'er de dood op binnen die Stad verhandeld werdt (r). In v°lgde: welk OcÜroi hun, op den veertien- laater' tyd, is aan de ingezetenen van Am- den Maart des jaars 1597, verleend werdt («). fterdam verbooden, eenig Verwhout, elders Dp den zeven en twintigften Maart des vol- dan in het Tugthuis, te laaten raspen, of |enden jaars, werden de Regenten, door breeken. Ook mag het Verwhout, welk Schout, Burgemeefteren en Schepenen,be- elders geraspt is, hier ter Stede, niet ver- voegd verklaard, om de Tugtelingen te ilui- kogt worden (j). De Regenten, federt hèt ten en te ontfluiten; derzelver arbeid te ver- jaar 1613 , of eerder , gekapte fpaanders, Naaren, of te verlichten; hen te ftraffen, buiten 't Huis,hebbende laaten maaien (t) , liet 'den kerker, met onthoudinge van fpy- nebben, eindelyk, volgens een befluit van 2é en drank, met ftokflagen, en zelfs met Burgemeefteren en Raaden van den jaare roeden-, reepen-, oftouw-flagen: wa'artoë 1656 (ü), zelven eenen Molen opgeregt, *Y> des noods, ook twee dienaars van den aan de Koftverlooren Vaart of nieuwe We- Schout zouden mogen gebruiken, zigegter, tering, niet verre van den Overtoom, al- ln zaaleen, die geeffeling of zwaarder ftraf zou- waar het Verwhout, welk niet bekwaamlyk ^n mogen fchynen te vorderen, vervoegende geraspt kan worden, of welk men verkieft ' aan rnyne Heeren van den Geregte (0). De te breeken en te maaien, tegenwoordig, met arbeid, die toen, in het Tugthuis, gedaan twee paar fteenen,in de plaats van een paar, ^erdt, was het trypwerken; waartoe, by gebroken en gemaalen wordt. Meer dan O^een- ^rgemeefteren , tot Meefter aangenomen ééne overeenkomft is 'er, tuflchen de Ra> deswege'' "'as zekere 'Jan Patent, op- den zeven en genten en de Verwkoopers, met toeftem- gemaakt. ^vincigftenjanuary des zelfden jaars 1598 (p). minge van Burgemeefteren, gemaakt, op het ~% het trypwerken, werdt, eerlang, gevoegd maaien en raspen van het Verwhout; op het £et wetven van Wollen- en Satynen bom- loon daartoe gefteld, en op de .afrekening j^zynen. En de weevery in het Tugthuis met de Boekhouders van het Tugthuis. De ;chynt, tot omtrent het jaar 1670, geduurd laatfte is van den vierden July des jaars 1763. .e hebben, waarna dezelve te niet geloopen O')- De Verwkoopers moeten, volgens deeze y.- Immers, ik heb, in de Re gifiers van het overeenkomft, jaarlyks, ten minfte, de helft ^ß%K, niet können vinden, dat men,na van de heele houten, die zy inzenden , aan - 2*H aJaar l667, eenen Meefter-weever heeft gebroken hout, te rug trekken, zo zy niet ^'- v^n^ftelcl- Doch niet lans; na 't aanneemen van de vryheid, om zo veel heel hout in te |
||||||
i*ars ivoo „, n kwam'in c begin des ter begeerte van den Verwkooper, met aluin
*en arh4d ' • , fyetl i met zulken, die dee- of kalkwater, gekleurd; doch zo zy 'er ee-
f'agten tp'l tad en derzelver Vryheid, nige andere kleur aan willen gegeven heb>
°ver ," , l ' 0ri? dien, voortaan, alleen ben, moetenze 'er zelven deftoffen fx*»ber
d^ZQV^n T^Tr- aTugthuis'wdk'°P ZOrgen' Een Verwkooper mag, jaarlyks,
•.1 en twintigiten january des gemel- op
(m)^ ° (?) Keurb. rt. ƒ. ,4S.
fal ul- Vroedfch. N. 8 j jf (r) Handy, il, „4.
(/) f- 0,-M">mi"r N U f ,. f» KJactboefe van 'cZasgftl, W. 2. .4«« t einit.
K?) G,***fc£g; NU l\\\S- Handv- H. t4i. tv) Refol. Vroedfch ir K »* *.* i6,«. ƒ. ,éI vgtfr
*• JV' "' I' I8Ï' (*) Groot-Memor. N, Kil. f. s7 virffl
|
||||||
a52 AMSTERDAMS III. Deel.
Mannek op den eerflen May, niet meer dan twintig Door deeze Poort, treedt men in een Poor- Mj^.
Tuot duizend pond, gefchild of ongefchild Cam- taal,alwaar de ingangen zyn naar de Kamer ^ 0f Kujs of pechie-hout, Sapan-hout, S. Maartens- of der Regenten; naar de wooning van den ^s?- HLAISP' Stokvifch - hout, Fernambuk - hout en geel ßinnenvader en naar eene kleine beneden- »ülS'K. hout, vier duizend pond van elkefoorte; zaal, alwaar'twee fchilderflukken hangen,^1- en maar drie duizend pond Vifet - hout, of twee Collegien van oude Regenten verbeel- wat meerder of minder van elke foorte, dende. Ook ziet men hier twee kleine fruit" doch, in alles, niet boven de drie en twin- ftukjes, door Ernfi Steuven of Staven, ter" tig duizend pond, en daaronder niet meer wyl hy, op 't einde der voorgaande, of ij1 dan drie duizend pond Vifet - hout, in het 't begin van deeze eeuwe, in 't Tugthuis Tugthuis hebben. Van alle hout, zonder zat, gefchilderd. Wy hebben, elders (y) > onderfcheid , wordt dertig Huivers , voor van deezen Schilder, en van de gelegen- rasploon; en van het Vifet - hout, vier en heid, by welke, hy in het Tugthuis raak- twintig, en van alle ander hout, twintig te, iet, uit anderen, aangetekend. Doch, Huivers , voor maalloon, van■de honderd federt, hebben wy, in de Eegifiers der in- pond betaald. De baaien, waarin, 't gebro- komende Tugtelingen, die, door de Regenten ken, gemaalen en geraspt hout gedaan wordt, in der tyd , gehouden zyn, gelezen, dat zyn ook op een' prys gefield, en die gebro- Steuven, voor zes jaaren in het Tugthuis ken gaaf hout inhouden , met Stads wapen; gezet zynde, op den tienden July des jaars die hout met de bafl inhouden, met Stads 1698 ,ingekomen,en, afflaggekreegenheb- wapen en.de letters TH., en die rothout bende, op den dertigflen April des jaars 170 r, inhouden , met de letters THR,, zonder wederom ontllaagen was: en dathy, twaalf Stads wapen , gemerkt. De Bedienden van dagen daarna, voor de tweede reize, in het het Tugthuis mogen, op geenerlei wyze, zelfde Tugihuis gezet, en, op den derden hout in het zelve zenden; veel min , als February des jaars 1702 , andermaal, op vrye makelaar, ftaan over inkoop of verkoop van voeten gefield is: 't welk wy hier welheb- Verwhout. Wy behoeven niet aan te mer- ben willen melden, op dat men , daaruit» ken, dat de naam van Rasphuis het Tugt- ons voorig verhaal nader zou können ophel' & huis van 't raspen van 't Verwhout bygeblee- deren. De Regenten - Kamer, die op de Voor- j^ï'' ven is. plaats uitziet, is niet groot. Men ziet 'er $$• Poorten Men komt, in het zelve, door twee groo- eene Wapenkaart van eenige Regenten, e°
of ingan- te en aanzienlyke Poorten. Boven de eer- van de drie laatfte Regenteflen. Ook hangt he" Man- ^e» die aan den Heiligen-weg flaat, en toe- 'er een groot, fraai Regenten-Huk, door Jofi nen- gang verleent tot eene ruime Voorplaats, is, Maurits Quinkhard gefchilderd (z) , en eefl Tugt- onder de lyft der Frontefpies, de Tugtmees- klein gecrayonneerd, waarin ook vier Regefl' huis' ter, zittende op eenen wagen, met Verw- ten zyn afgebeeld. Naaft dit vertrek, i* hout belaaden, en getrokken van Leeuwen, de gewezen Kamer der Regenteflen, die nü> Tygers en andere wilde dieren, die hy met door de Regenten, tot een Spreekvertrek» een' geeffel voortzweept, konftiglyk, in hard- gebruikt wordt. m$ v (leen, uitgehouwen. Hierboven leeft men: ' Voorts, komt men, beneden, door tw<?e „ju Jjf
zwaare deuren, tuflehen welken, een houte11 pen
ViRTUTis est DOMARE QUAE cuNCTi pavent, hek flaat, opde Plaats van het openbaar Tié'yp. huis, ten ooflen; en ten zuiden, doortWef '
dat is: andere deuren, op de Plaats van het geheJ' me Tugthuis, in 't gemeen, de Secreete Plää'^
't Is der dapperheid eigen, te temmen, 't gene genaamd. De eerflgemelde is rondsom W'
elk vreefl. timmerd, ten deele, met kap- en rasph0 c
ken voor de Tugtelingen, ten deele, ^ j ,,
De Frontefpies is verfierd met het beeld der vertrekken en kelders, tot verfcheidener' #oA> Tugtiging, in de gedaante eener Vrouwe, gebruik. De hokken, die agt in getal$1 £def gp> hebbende een geboeid mannen - beeld, aan onder welken een dubbel hok is, aande^eu.te" elke zyde. Onder deeze afbeelding, flaat zyde, zyn, van vooren, met dubbele 'jjj CASTiGATiOjdatis, Tugtiging.De twee- ren en zwaare yzeren traliën, gefloote1'' _ de Poort is, van boven, gedekt met de meer de binnendeur van ieder hok, is eene *?"or dan leevensgrootte beelden van twee half ning, met een klap voor dezelve, wa^ , naakte tugtelingen, bezig met het raspen den Tugtelingen de fpyze en drank toefLt Art,e'
van Verwhout, den dagelykfehen arbeid reikt wordt. In deeze hokken, vrordt ' in óf in dit Huis. Onder de lyft flaat een Weef- Ver ^ getouw , ter gedagtenifle der Weeverye, . , „ ,
die hierv in vroeger tyd, geoefend werdt. (i) YAN co«. schonW£ 11. zw, *'■ «j*- |
|||
IV.Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN. 25
|
||||||||||||
o
|
||||||||||||
&*s
|
||||||||||||
u^n Verwhout aan kleine fpaanders gekapt, of, worden de zaagen en't ander gereedfchap m,\nnïn
%ts „ƒ met eene zwaare zaag, beflaande uit zes of uit de hokken gehaald , op dat zy 'er, & Tugt- t^' agt, in zulker voege, nevens eikanderen, ge- nagts, geen misbruik van raaaken zouden. "UIS"/ S plaatfte bladen, dat de tanden van een vol- Men doet hun, doorgaands, om de veertien jV^' gend blad, komen voor de hoeken, die twee dagen, wiffelen van hok, om, zo veel mo-' tanden van een voorgaande blad maaken, gelyk zy, alle gevaarlyke onderneemingen %n geraspt wordt. De Tugtmeefler geeft, te voorkomen, en inzonderheid, om het uit- °P weekelykfchen lafl der Regenten , aan breeken te beletten. In geval, eenigen trag- ieder paar Tugtelingen zyn werk. Volgens ten' uit te breeken, geevende Regenten'er het Reglement, door Regenten, op den arbeid kennis van aan't Geregt; wanneer zy, of, gemaakt, moet een paar van de ilerkfte ka- met vermeerdering van den tyd hunner op- re's, weekelyks, tot drie honderd pond ge- fluitinge, of met geeffeling, of zelfs zwaar- raspt hout leveren. Gekapt hout levert elke der, geftraft worden. Zulken, die zig wel ^ugteling tweehonderden zelfs drie honderd kwyten , krygen, daarentegen, op voor- pond 's daags. Van de zwakken, wordt minder fpraak der Regenten, afflag van den tyd hun- gevorderd. Doch alzo men bevondt, dat de ner gevangeniife. De gefchiktflen , mids Plaats- |
||||||||||||
>pers.
|
||||||||||||
* ugtelingen de fpaanders en het zaagfel, met geene Jooden zynde , worden, by dage, loo£
jTater, zand of vuilnis, mengden, om zo veel te uit de hokken gelaaten, en bekomen, op en jpoediger hun gewigt te können inbrengen; omtrent de Plaats, een ligter dienflwerk, hebben de Regenten den Tugtmeefler, federt welk hun, door de Regenten, wordt opgelegd. meer dan twintig jaaren, toegelaaten, meer Dus zyn 'er twee of drie Waagknegts, een of Werks te vorderen. Maar als de Tugtelingen al tweeSpaanderzoekcrs, die 't gezond en 'rot hout te Hegt werk leveren, wordt het wel eens van eenfcheiden: twee Onderbaazender Kap- verbeurd verklaard, of niet gerekend, terwyl bokken, twee Schaffers, die den gevangenen , z7) evenwel, gehouden blyven, het gevor- de fpys aanbrengen, op de binnenpoort paffen, ^if j derde gewigt, met het einde der weeke, en ook, by beurte, de nagtwagt houden. De {JU;. °P te brengen. Zo zy niet werken willen, Waagknegts en Schaffers moeten ook den °f zig aan eenig ander misdryf fchuldig maa- Tugtmeefler, alle avonden, de hokken hei- ken , worden zy, in de gevangenkelder, daar pen bezoeken, en de zaagen en andere ge- 2y, op fleenen fJaapfteden, zonder ftroo of vaarlyke gereedfchappen brengen naar de dekfel, leggen moeten, te water en te brood Waage, daar zy, des nagts, opgeflooten wor- gezet; ofliun wordt een zwaare yzeren ket- den. Wyders, zyn'er, onder de Plaatsloopers, ting om 't eene been geklonken, die zy, nagt ook een Keteljchuurder , een Schoenlapper, en dag, aanhebben, en daar zy zelfs, door- twee Plaatsveegers, en mogelyk nog anderen, gaands, vier of zes weeken lang, mede ar- naar dat de dienfl van 't Huis vordert, en de geiden moeten; of, zy worden, met een bekwaamheid der Tugtelingen reikt. DeTug- Spys en bullepees, of met een dik touw, aan een flok telingen krygen gewoonlyke fcheepskoft: tot drauk der Jafl gemaakt, afgeklopt; of men doet hun fpyze;eens ter weeke, gezouten of gerookt Tugtelin- tfe dubbelde kraag aan, zynde twee houten vleefch of fpek; eens ftokvifch: en voorts, gea' ^erktuigen, die, met het breedfle einde op erweten, paardenboonen en gort, des mid- elkanderen gelegd, omtrent de gedaante van dags: en eens, 's avonds, karnemelk, met een juk hebben. Zy hebben elk een groot, gort van haver en garfl. Hun gewoonlyke eri een kleiner gat; zyn, in de lengte, door- drank is bier van een gulden de ton, waar gefiieeden , en worden den Tugteling, in van elk hunner, alle dagen, ruim twee min- der voege, aangedaan,dat deboogender gelen toegedeeld wordt. Doch op Kermis, wee groote gaten om zynen hals fluiten, krygen zy zwaar bier. De kleeding, die hun, Kleeding. n zyne armen, door de twee kleine gaten, door de Regenten, wordt gegeven, beflaat ot boven zyn hoofd, om hoog fleeken. En uit eenen graauwen, groven rok en broek, ys- > e^e, êeftalte valt hem zo pynelyk, dat hy landfche koiüTen, fchoenen, en een hemd dprh ru een etmaal in b'y ven kan, zon- van half gebleekt vlaamfch Linnen. Doch zul- dS , .yrIchaP te belooven. Men vertelt ken, die, van wege 't Geregt, in 't gehei- w in 'dat de Tugtelingen in eene me Tugthuis, gezet zyn, krygen, behalve aterkelder gezet worden, daar zy, nagten de gemelde kleeding,indien zy dezelve be- ken' P°mPe/\moeten, zo zy niet verdrin- geeren, ook een borflrok. is n willen (a). Doch zulk eene waterkelder In ieder hok van het openbaare Tugthuis, Anc'ere
jer niet, en is er, naar alle waarfchynlyk- zitten ten minflen vier, en fomtyds wel agt Vertrek- ken mTer geTeft- Zo dradeTugte- of tien Tugtelingen. De P,f ? ^' °P ee-^e"' °aS &CI1> des avonds, hun werk'afhebben , nenbekwaamenafftand van de hokken, om- U?2i zet met een hoog houten ftaketfel; en op II. sVngwvzei doorAmfl6tda»>. K lés. dezelve, leggen, gemeenlyk, verfcheiden'
1UK. Kk \ par-
|
||||||||||||
III. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
254
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tf
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
alwaar kinder
|
n van eerlyke Jgg
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
partyen Verwhout, gereed om ter Waage
gewoogen, en onder de Tugtelingen ver- deeld te worden. De Waage is, in 't zuidelyk gedeelte van 't gebouw , beneden. En boven dezelve, zyn de zolders, daar 't geraspt en ge- broken hout gebergd worde Voor de Waage, op de Plaats, ftaat een geeffelpaal, voerende het beeld der Tugtiging op den top. Aan den voet van 't beeld, ftaat het woord Casti- gatio. Aan de ooftzyde, ontmoet men een vertrek, naar welk men, langs eenige trappen, opgaat. Men noemt het de Kerk, om dat 'er, des Zondags voor den middag, door eenen Krankbezoeker, gepredikt wordt, voor de Tugtelingen. Ook worden 'er, ten zelfden tyde, gecatechifeerd zulken, die zig daartoe hebben aangegeven. De dagelykfche gebeden, die, ten dienfte van het Huis, ge- drukt zyn, worden, door eenen der gefchikt- fte Tugtelingen, gelezen. Onder de Kerk, is eene kelder, waar de Onderbaazen der Kap- hokken eeten; en eene kelder, die, onder an- deren , tot eene gevangenis dient, en waarin vier hokken zyn, elk voorzien van eene ftee- nen legerftede, doch geen heimelyk gemak. Naaft den opgang naar de Kerk, is een rasp- hok. In 't noorden, daar, beneden, hokken zyn, heeft men, boven, de vertrekken voor eenige Bedienden van het Huis. Voorts zyn 'er, beneden, rondsom de Plaats, behalven een groot kaphok in 't weften, verfcheiden ver- trekken , tot byzonder gebruik gefchikt: als een, daar krankzinnigen,voor een' korten tyd, geplaatft worden; een, daar men zulken, die befmettelyke kwaaien hebben, geneeft; een, boven't rasphok in 't ooften,voor deSchaapen, gelyk menze noemt, dat zyn zulken, die , om 't plokgeld te trekken, op openbaare verkoo- pingen van vafte goederen,gebooden hebben, zonder, wanneerze aan 't geveilde blyven hangen, borg voor de betaaling te können flellen. Voorts, is 'er een Nagtwaakers-, een Schaffers-, en een Schoenlappers - vertrekje. En boven de wooning van den Binnenvader, heeft men zes hokken voor vrouwluiden , die, voormaals, by de herbouwinge van 't Spinhuis, gediend hebben, tot plaatfmge der Tugtelingen, welken van daar hier werden o- vergebragt. Voorby deeze hokken, komt men aan de gewezen Weefzolder, waar nu, bin- nen een geflooten hek, de uitgediende boeken en papieren van het Huis bewaard worden. Tot hiertoe, fpraken wy alleenlyk van het groote of openbaare Tugthuis. Wy komen nu tot het geheime Tugthuis, of de Secreete Plaats , die, eenige jaaren na het groote Tugthuis, betimmerd werdt. Burgemeefte- renen Raaden hadden , reeds in't jaar 1600, beflooten, een ander gedeelte van 't Claris- fen-Kloofter, tot een geheim Tugthuis, te |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
verbouwen ,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mannen
Tugt- huis of Rasp- HUIS,
Waage,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ingezetenen,
11 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en gegoedde
|
dieto
|
HUIS «.
met kennis RASr
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
regeld gedrag vervallen waren
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van 't Geregt, en na dat men, alvoorens, Hui*
over hun onderhoud, met de Regenten,.zou overeengekomen zyn, zouden können ge- plaatft worden (/;). En dit befluit werdt, in 't jaar 1603, voltrokken. Men plaatfte, fe- dert, van tyd tot tyd, eenigen der voorge- melde jonge luiden, in 't gemeen hier W'ti* tebroodskinderen genaamd, in het geheime Tugthuis (c). Naderhand , zyn 'er ook, dikwils, Perfoonen gezet, die zig aan oproe- righeid ; aan kwaadfpreeken van de Over- heid ; aan 't fchryven of ftrooijen van ver- booden Gefchriften, en aan andere misdaa- den hadden fchuldig gemaakt, welken men niet geraaden vondt, openlyk , aan den ly- ve, te ftraffen. Tot deeze laatften, heeft niemant toegang. De eerftgemelden eeten en verkeeren met eikanderen, en hebben, gemeenlyk, ook verlof, om op de geheime Plaats te mogen wandelen. Deeze Plaats is maar aan twee zyden betimmerd. De twee andere zyden zyn een muur van 't groots Tugthuis, en een muur van de Latynfche Schoole en van de wooning van den Rector- Langs ééne der betimmerde zyden, zyn vy hokken of vertrekken beneden, en vyf an- deren , daar regt boven. In deeze tien ver- trekken , worden de meeft fchuldigen, elk afzonderlyk, geplaatft. Aan de overzyde, treedt men, langs eenige trappen, ópwaards, naar een ruim vierkant vertrek, met eene haardftede, daar luiden van eenig aanzien, of jongelingen van een ongeregeld gedrag geplaatft worden. Doch boven dit vertrek zyn nog twee anderen, die,van ouds,voor deeze laatften, of, voor de zogenaamde fVÜ'' tebroodskinderen, gefchikt geweeft zyn. Maar federt de opregting van 't Verbeterhuis, wor- den zy zeer zeldzaam hier gezet. Onder '£ vierkant vertrek, waarvan wy fpreeken, zyf* drie gevangen-hokken, daar zulken, die va1* de geheime Plaats tragten uit te breeken, °* zig aan eenig ander wanbedryf fchuldig maa' ken, voor eenen tyd, te water en te brood, ge' zet worden. De Tugtelingen, die in't gehein^ Tugthuis geplaatft worden, worden, gemee^' lyk, niet verpligt, eenigen arbeid te doen. I1? groote beide en in 't geheime Tugthuis, z,£' ten, gelyk men ligtelyk denken kan,den ee&e. tyd, meer Tugtelingen , dan den andere [ 't welk verandering maakt, in de verdee__ ling van 't werk, en van de byzondere cüen" ften. In 't laatft van May des jaars litt * waren 'er niet meer dan vyftig in alles, van J ° wel*
(b) RefoJ. Vroedfch. N. 8 l7 Novemb. i«°°-f' Jï'«
{c) vit Aantekeningen in 't Mannen-Tug'^"*» |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kerk.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gevan-
genkel- der enz. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geheim
Tugt- huis, de Secreete Plaats genaamd. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENTIGE GESTIGTEN. s>S5
\^ïw kelken 'er zeven in 't geheime Tugthtiis za- rug gebragt wordt: en die vrye wooning Mamjeïs
fes 0y. ten, en twee, in de Stads boeijen, waakten, heeft, in een Huis, in 't zogenaamde Kloos- Tugt- „**• ( Het bewind over het Tugthuis ftaat aan ter, agter het Tugthuis. De Tugtmeefler, ™£r? Wie V^er Regenten, die, door Burgemeefte- van ouds,ook Guardiaan der Tugtelingenge- HU1S." % >tr ren, voor hun leeven, of tot hooger bevor- naamd , moet, daarenboven , aantekening ^is. deringe, gekooren worden , en 's Woens- houden van het hout, welk inkomt; naar den §*»- dags, na den middag , hunne gewoonlyke Molen gaat, van daar te rug komt, en, 't Vergadering houden. Voorheen, plag- zy geraspt of gemaalen, uit het Huis, afge- ten 'er ook twee of drie RegentefTentezyn, leverd wordt. Hier van, en van den arbeid ^e> in 't jaar 1607, voor 't eerft, werden der Tugtelingen levert hy, weekelyks, een aangefteld. Doch toen, in 't jaar 1747,de Lyft aan de Regenten. Ook haalt hy en bezorging der fpyze aan den Binnen-vader de Boekhouder van den Molen , alle zes aanvertrouwd werdt, hebben de drie laat- maanden, op Afïignatien der Regenten, ften haaren dienft nedergelegd. En tot hier- het Rasp- en Maalloon op, by de Verw- tQe, heeft men noodeloos geoordeeld, van koopers. De Regenten hebben zelven , *%. pieuwSjRegenteffen aan te Seilen. Wyders, daarbenevens , nog eenen Boekhouder aan- Vr, is 'er een Binnenvader of Cipier, die, door- gefield, die Contraboek houdt van 't gene gaands, getrouwd, en, volgens zyne Inftruc- de twee anderen te verantwoorden heb- tie, welke, nog onlangs (4),is vernieuwd, ben, en de rekening , die , jaarlyks , aan gehouden is „ den Schout, Burgemeefteren Burgemeefteren overgeleverd wordt, in 't » en Schepenen, midsgaders, den Regen- net fielt. De Molenaar aan den Rasp- » ten van het Huis, te gehoorzaamen; zig, molen heeft drie knegts en een' fchuitknegt » omtrent de fchaffing, te fchikken, naar in zynen dienfl. Zy worden allen vyf aan- s> het Reglement, desaangaande, door de gefteld , door de Regenten , die alle de j, Heeren Thefaurieren, den vyfentwintig- Suppooflen van Inftructien voorzien en be* i, ften April des jaars 1747 , gemaakt, en taaien. De Binnenvader alleen ontvangt zy- >i niet, dan des noods, en met kennifTeder ne wedde van de Stad. » Regenten, buiten het Tugthuis, te ver- De Regenten mogen niemant, die tot het Orde op »> nagten. Voorts, mag hy van de Tug- Tugthuis veroordeeld is, inneemen, dan
rnet het in-
» telingen geene giften ontvangen , zelfs voorkennis en op bevel van't Geregt. Ook ^™
» niet, na dat zy ontflaagen zyn. Omtrent mogen zy zulke Tugtelingen niet ontflaan, haten der » de fluiting, moet hy zig gedraagen,naar dan op gelyk bevel, waarvan,by fchriftely- Tugte- » de byzondere Inftru&ie der Regenten. En ke AÊle, blyken moet. De anderen, die, zon- llnSen- » zo een Tugteling, door zyne onagtzaam- der door de Regters daartoe veroordeeld te » heid of grooter fchuld, ontvlugt, wordt zyn, in het Tugthuis, befleed worden, mo- \,, j> hy, met afzetting van zyne bediening, of gen niet worden ingenomen, dan by raade *%, »met zwaarder ftraffe, geftraft (i)." De en met bewilliging van Burgemeefteren (/)* Binnenvader heeft eenen Tugtmeefler nevens De eerfte foort van Tugtelingen zit 'er, ge- zig, die zorg draagt, dat de Tugtelingen den meenlyk, een zeker getal van jaaren. In 't vereifchten arbeid verrigten, en geftraft wor- laatft van January, tegen dentyd van dege- nen, zo zy, hierin, nalaatig zyn. Ook on- woonlyke verandering der Regeeringe, ver- derwyft hy de gefchiktften,fomtyds, inlee- fchynen Schout en Schepenen, van eenen \, ^en en fchry ven. Beide deeze Bedienden wor- Secretaris verzeld, in het Tugthuis; doen de den, door Burgemeefteren, aangefteld. DeRe- Tugtelingen, in de zogenaamde Kerke, Senten ftellen,wyders,eenenKnegtaan,ten voor zig komen, en verleenen hun, ge- hunnen dienfte, die ook het timmeren ver- meenlyk ook op voorfpraak der Regenten, «aan moet, 't welk, nu en dan, door Tug- afflag van de jaaren, die zy nog zouden heb- telingen, die 't geleerd hebben, ten dienfte ben moeten zitten, indien zyzigwelgedraa« van t Huis, en onder zyn toezigt, gedaan gen hebben; met naame, in het ontdekken ho5- W°r> u der misdaaden van andere gevangenen, en a<iers. T, Voct|' behalve deeze Bedienden van het in het bewaaken van zulken, die op denhals
tiuis, hebben Burgemeefteren een' Boek- zitten. Doch, fomtyds, worden zy, voor- eer van den Molen aangefteld, die aan- al, wanneer de Regenten over hen klaageny tekening houdt van al 't Verwhout, welk, met opflag van de jaaren hunnertugtigmge, |ekapt of gebroken , aan den Molen geftraft, inzonderheid, wanneer zy getragt /gw: , en van daar, Qf aan de Koop- hebben uit te breeken, waarvoor veel zorg aen afgeleverd, of naar het Tugthuis te gedraagen wordt; hoewel het eenigen, nu (d) „ en dan, gelukt is. De twee andere Tugt- vu uen elfden May I76a< ^ Handy> hU ïM>
Kk 2
|
||||
III. Deel-
|
||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||
2sé
|
||||||||||||||||||||||
Mans8"
BÜlS «ƒ
Ras?'
»ui* |
||||||||||||||||||||||
1631. Dr. Franck van der Meer.
1633. Nicolaas van Loon. 1639. Jacques Leones. 1639. Cornelis Dirkfe Abba. 1645. Jan Lons.
1646. Jan Willemfe van Haarlem.
1647. Willem Schryver.
1653. Izaak Heirmans.
1654. Gysbert Adriaanfe Vries.
IÖ55- Jacob Hinlopen Thimonsz. 1655. Gerrit Papenbroek.
1657. Jeronimus Rans. 1660. Rombout Hudde.
1661. Hendrik Scholten.
1667. Pieter Muylman.
1668. Jan de Waert.
1669. Pieter van Ryn.
1670. Härmen Voordy.
1676. Frans Six.
1677. Mr. Joan Elifton.
1678. Jan Jacot.
1679. Jacques Ryswyck.
1696. Elias van Valencyn. 1698. Mr. Hermanus Amia.
1699. Albertus Homoet.
1700. Jacob Le Seutre.
1700. Daniel Planck. 1707. Jan Daams. 1710. Gerrit Kuyt.
1712. Cornelis Panfer. 1717. Hermanus Broyel. 1722. Abraham Ter Borg. 1728. Izaak Hogenberg. 1731. Willem van Collen. 1734. Rudolph van Norden. 1740. Jacob Gerrit Karffeboom.
1741. Pieter van der Nolk.
1742. Arent Willem van Kerchem.
1743. Jacob Graver.
1748. Mr. Jan Bofch Junior.
1748. Pieter van den Broek.
1749. Johannes Lodewyk Strandwyk.
1754. Aarnoud Noè'1. 1757. Zacharias Zylmans.
|
||||||||||||||||||||||
huizen en het Verbeterhuis worden, op ge-
lyken tyd en wyze, door Schout en Sche- penen, bezogt. Al van de eerfte opregtingevanhetTugt-
huis af (f), en federt, is het dikwils, ge- beurd , dat 'er Perfoonen, op het verzoek van andere Geregten, in het zelve, geplaatft zyn. Doch men heeft zulke perfoonen niet willen inneemen, dan onder beding, dat de- zelven den koft zouden moeten winnen, en, wanneer zy dit niet meer doen konden, on- derhouden worden, door de Geregten, op welker verzoek, zy waren ingenomen (g). Thans komen de Geregten van andere Plaat- fen, gemeenlyk , met de Regenten over- een , wegens het onderhoud van zulke Tug- telingen, die, desonaangezien, verpligt wor- den , te arbeiden. In 't jaar 1655, hebben Burgemeefteren zelfs toegedaan, dat een jongman, Richard genaamd, op verzoek van den Spaanfchen Ambafladeur Gamarra , in het Tugthuis geplaatft werdt (h). Zie hier de naamen der Regenten van
het Mannen-Tugthuis, van deszelfs opreg- tinge af, tot heden toe: 1595. Ysbrand Ben.
1595. Ysbrand Hermanfe. 1595. Hendrik Buyck.
1596. Symon de Ryck.
1596. Hendrik Hendrik. 1599. Coenraet Matthysz. 1599. Jan Jacobsz. 1599. Pieter de Vlamingh. 1601. Jacob Adriaenfe.
iöor. Pieter Willemfe Vrindt, 1602. Jan vanByler.
1602. Hendrik Frenkink. 1602. Dirk Vlack. 1605. Cornelis Akkerfloot.
1606. Jan van den Eynde.
1606. Gerrit de Beer.
1607. Gerrit Schellingen
1609. Rem Egbertfe BifTchop. 1609. Jan Pieter Aertsz. 1611. Jan Brouwer.
1613. Fredrik Jansz.
1Ó15. Cornelis Pieterfe Tolk.
1617. Cornelis Schellinger.
1617. Jan van Hoorn de Jonge.
1618- Hendrik Boelisz.
1619. Pieter Dirksz. Emaus.
1619. Matthys Jansz. Egberts.
1620. Jacob Jacobsz. Seeuw,
1626. Dirk Hendriksz. Deuwaeg. 1629. Hendrik Dirkfe Spiegel. |
||||||||||||||||||||||
mannen
Tugt-
HUIS of
Rasp-
huis. In het zelve, worden
ook, op verzoek
van an- dere Ge- regten , Tugtelin- gen ge- plaatft. |
||||||||||||||||||||||
Naatnlyft
der Re- genten. |
||||||||||||||||||||||
1764. Joan Pieter Tronchin.
III.
SPIN H U I S,
en
NIEUWE WERKHUIS. Het Spinhuis en Nieuwe Werkhuis ftaaft
tegenwoordig, onder 't opzigt van de zelfde Regenten en. Regenteflen, u'äaroifl wy van beide deeze Huizen, in één hoofd- deel , handelen zullen. . Het Spinhuis of Vrouw™-Tugthuti ftaat, aan de ooftzyde van den Oude-zyöS- |
||||||||||||||||||||||
(f) ZU Hnndvr. il. 254.
(g) Groot-Memor. N. III. ƒ. jiï. N. IV, ƒ. So verft,
N. IX- ƒ■ 105 verfc. (h) Gioot-Memor. N. IV. ƒ. S+,
|
||||||||||||||||||||||
JV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
257
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
s
|
t4'itI15 ^gterburgwal, tuffchen het Waaien-Kerks- agtften September des jaars 1598, werdt het Spinhuis
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Plein en het Rusland, en heeft zynen in-
gang in eene fteeg, die de Spinhuis-fieeg ge- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
«Cis,
|
Importen vry verklaard (p). Boven'de deur ^™
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
naamd wordt. Het was ,oudtyds, het Kloos-
ter van S. Urfula , van welks gelegenheid |
van het zelve, waren, by de eerifte opreg- HUIg. *
ting, deeze versjes gefield: |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
,wy > elders, eefproken hebben (1). Voor dat „ r , Tr
het tot een Spiis vertimmerdwerdt, was, 0m fibmeleMeyshm,Maegdenen Vrouw
her ter Stede, in gebruik, de ledigloopende 't Bedelen, leech-gaenen dool-wech U f houwen, J°nge meisjes te doen komen, in de Kapellen Is dit Spin-huis gheßicht,foo men hierficn mach; van 't S. Joris-Hof en van'tS.Pieters-Gaft- EM ket fich niet veneelen mch m |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[ls* daar zig eenige vrouwen, met wie-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
*en, haspels , kaarden en andere werktui
§en, onthielden, om haar een bekwaam hand- werk te leeren (k). Doch, in 't jaar 1596,. Werdt, by de Vroedfchap, beflooten, in de r- Joris-Kerke, nu het Kiftenmaakers-Pand; in de Kerke op 't ronde Begynhof, of op eene andere bekwaame plaats, tot het zelf- de einde, een Spinhuis op te regten (/). In t volgende jaar, was het, reeds voltrokken,
Jer plaatfe, daar het, nog tegenwoordig, ftaat, en ik vind, dat men toen, uit het zelve, ook handreiking aan arme Kraam- en andere vrouwen gedaan heeft. Ook werden toen Vrouwsperfoonen, in 't Spinhuis, aan jv-erk geholpen, die, buiten het zelve, ge- nuisveft werden (m); en des Zondags aldaar Vergaderden, om gezamenlyk naar de Kerk te gaan. Het Spinhuis mögt, van ouds, met Zlliken, die op overfpel bevonden werden, heimelyk, verdraagen : een derde van de boete, die niet minder dan honderd guldens zyn mögt, uitkeerende aan den Schout, wien ^en den overfpeeler niet behoefde bekend *e maaken («). De Regenten van 't Spin- huis plagten, eertyds, ook verlof te geeven, °m, voor eenige dagen of maanden, aal- Joeffen op te haaien, door de Stad. Doch jut 's, al lang, in ongebruik geweeft. Ter- *tond na de opregting, werdt het getal der ^genten, van twee tot vyf, en wel haaft, °t zes vermeerderd. Ook verwierf het
Pinhuis, al vroeg, zeker regt ten lafte van
, en, die, binnen de Stad of derzelver Vry- eeid, de tapneering zouden oefenen: en, II ng> den derden of vierden penning van
e vertooningen en vreemdigheden , die ten^i in de Stad' om §eld' zou willen laa-
na v fn: doch yan dit Iaatfle inkomen, moeit, hu«i^l68a.' de helfc aan't Leproozen- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uyt Charitaet, hier aen de handt te houwen,
Wie weet wat hem oft de ~Zyne noch gefchien
mach (q). Doch 't leedt niet lang, of men plaatfle ook
vrouwsperfoonen van een ontugtig leeven, die, uit openbaare Bordeelen, geligt waren, in het Spinhuis: zelfs, door den tyd, zulken, die, om dievery of ander misdryf, eene o- penbaare fchandftraf geleeden hadden. En dit fchynt de reden geweeft te zyn, dat de Beeldhouwer, Hendrik de Keizer, in 't jaar 1607, bezig, om eenige beeldtenis boven de deur te vervaardigen, den Droflaard P1 e- TEK CORNELISZOON H O O F T Verzogt,
om iet op te ftellen, welk beter op het te-
genwoordig gebruik van 't Huis paffen mögt, dan de aangehaalde rymen. De Digter maak- te toen de twee regels (;•), die 'er tegen- woordig ftaan; doch 'er, op dien tyd, niet terftond, fchynen geplaatft geweeft te zyn. Op den agttienden February des jaars 1643, brandde het Spinhuis, by ongeluk, of door onvoorzigtigheid der Tugtelingen, ten gron- de toe, af. Doch 't werdt, in 't jaar 1645, welk jaartal tegen den zuidelyken binnenge- vel ftaat, veel fchooner en grooter, in de tegenwoordige gedaante, herbouwd. Ter- wyl het herbouwd werdt, werden de Tug- telingen, ten getale van vier en dertig, in het Mannen-Tugthuis, bewaard, en aan werk geholpen (s). Men treedt, in 't Spinhuis, door eene Sieraa-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
&M»
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tu,.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
)%
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fierlyke poort van gehouwen fteen, die, ter ^
|
in-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wederzyde, bezet is, met kolommen van de garig en
Romeinfche orde. Boven den ingang, ziet zydgevel. men de Tugtiging, in de gedaante eener vrou- we, met twee tugtelingen by zig, eene van welken zy met den geeffel dreigt, konftig. lyk, in marmer, uitgehouwen. Onder die leeft men de bovengemelde re- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
n
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I
|
genooten Co)~7nZ°Tlë' ?°°T C ^'T' gels van Ho o f t , in gouden letters i
inkomfr ; 'al voor lang, met andere en, vermeerderd geworden. Op den Schrik niet. Ik wreek geen quaet: maer dwing
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
\l) I. Veel, I. Boet, hl, ,,
|
tot goet.
Straf is myn bant: maar lieflyk myn gemaet. In
(p) Handv. hl. 497.
(?) FONTANUS Lihr. II. Caj>. IX. p. 103.
(r) HOOJTS Brieven N. I. */. I.
(s) vit Aantekeningen in het Mannen-Tugthuis.
Kk3
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
,■* «-efol. Vroedioh. N.
|
; \l Nov. IJ9«- ƒ• IJ7-
f' *>9 verft, isoverfi. Keurb.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
H.//„^'oot-Meinor,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
N. 11.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
" **££■ H. /. 99 v.,fi. K. /;4
|
en 16 Mdarti j9S.
Refol. van Bürgern.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1«8ï. Handv. hl. 297. 4' R'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
S58 AMSTERDAMS III. Deel
Spinhuis In de Frontefpies van den zydgevel, aan den genteffen is nevens die der ^genten ten S«#*
SZ Agterburgwal^ynookdrievrouwenbeelden, noorden, en pronkt ook met de gefteeden «» NIEUwe di!fPinnen,naaijenenbreijen,inhardfleen, wapens van eenige Regenteffen aan «*WJ* Werk- uitgehouwen. En in de Spinhuis-dwarsfteeg, fchoorfteenmantel, en met twee grootefcftu »v HÜIS- is,in'tjaari754,ookeenedeurgemaakt,om, derftukken waar onder e, een van Boon* bynood van brand, of in andere ongelegen- is (a). Ook zyn hier, in drie kleine fraa^ heid gebruikt te worden;boven welke,een ftukjes, een oud man, eene koppelaariter> Spinnlwiel uitgehouwen is. en eene fchreijende ligtekooi afgebeeld. ^ Geleden- Naar binnengetreden, komt men, voor- Voormaals, fchynt het werk der Tugte w
Kden bv een Comptoir voor de Poortierfche, in hngen, genoegzaam eeniglyk, fpinnen ge ge„, Vertrek- ' poortaal, daar de ingang naar de woo- weeft te zyn. Doch het afneemen der Lin- keüvan,tnin2 van den Binnenvader en Binnenmoe- nenweeveryen heeft te wege gebragt, dat gebouw, ning ^ ^ ^ Kooken en Kelder> en d£ het)6n in dk TugthmS5en door degantfche ooe'ang naar de Kamer der Regenten en Stad, veel minder gedaan wordt, dan het
Regenteffen is , midsgaders , de opgang plagt. Voor deezen, gefchiedde het zo ry- naar het groote Werkvertrek der Tugtelin- kelyk, dat men, nog op t einde der voor- gen. In dit Poortaal, hangt een konftig ge- gaande eeuwe, op de Keizersgraft, tuffchen fchilderd afbeeldfelvan vier oude Regenten, de Weftermarkt en Leliegraft, eene Spin- Uit het zelve, treedt men, ooftwaards, op newiekn-markt hadt (v), die nu, al lang;, eene langwerpige Binnenplaats, rondsom def- verdweenen is. 't Voornaamfte werk, in t tig betimmerd. Aan de noordzyde, bene- Spinhuis, is, derhalve, tegenwoordig, Lin- den zyn drie overwelfde vertrekken of boo- nen-naaijen; hoewel 'er ook nog, door eefl een'waar de Tugtelingen te flaapen gelegd gedeelte derTugtelingen, die onbekwaam zy_n worden en een vierde, waar zy,aan twee totLmnen-naaijen, gefponnen wordt. Eeni- tafels eeten In elke flaapboog, ftaan tien gen derTugtelingen worden ook, tot het huis- open krebben, agt, die ieder voor drietug- werk,gebruikt. Tweemaal ter weeke, komt telingen gefchikt zyn, en twee, in ieder van er een Krankbezoeker m hetTugthuis, des welken maar ééne oude of zwakke tugte- Zondags, ten negen uuren, om eene Leerrede line gelégd wordt. De boogen, van welken te doen, en des Woensdags, ten twaalf uu- wvfpreeken, zyn, van vooren , met een ren , om de Tugtelingen te catecbifeeren- ■' hoog vzeren hek, van de Plaats afgeflooten. Tegenwoordig, [in May 1765], zyn er om- |
|||||||
Reet boven deeze boogen, is aewerxpiaats ucul ^m& lug^^u^ *~pmM10. (l,
der Tugtelingen, die met houten hekken Na dat het Spinhuis, m t jaar 1654, met V«,
omzet, en in tweeën verdeeld is. In de het Nieuwe Werkhuis, vereenigdgewordener eene verdeeling, waar de Boven-Binnen- was O), werdt, tot vermeerdering der in-^ moeder ook eene onderfcheiden zitplaats komften van de beide huizen, op den ne-gyi heeft zitten de linnen - naaifters, en in de genentwintigften January des jaars 1655, be- tf Jj andere de fpinfters. Ten zuiden van de volen, dat niemantbier terfleete zou mogen ^ Binnenplaats, is eene gaandery, opagtko- tappen, noch gelagen zetten van wyn, bier,)# lommen ruftende; en boven deeze gaande- brande wyn of tabak, ook geene drooggaftery ry tegen over de werkplaats aan de Noord- houden,dan na, daartoe, een Biljet van'tVrou- zvde, zyn drie geheime vertrekken, voor wen-Tugthuis verkreegen, en 't regt, daarop zulke vrouwsperfoonen, die hier, om haar {taande, betaald te hebben. Alle deeze luiden ongebonden gedrag, door ouders ofvrien- moeten,daarenboven,allevierdendeeljaars» den, met kennis van 't Geregt, geplaatft aan 't zelfdeTugthuis, verlof verzoeken om oß worden. Nevens dezelven, is de wooning neering te mogen aanhouden, en dan betaa- van de Boven-Binnen-Vader en Moeder, len, voor het tappen van wyn en bier, f die opzigt hebben over 't werken der ge- 't verkoopen van tabak , welk , veeltyds» woonlyke Tugtelingen. De Regenten-Ka- gepaard gaat, vyf en twintig ftuivers; voot mer of Comptoir is een net gefchikt vertrek, het houden van drooggaftery, en den wy»; verfierd, langs den fchoorfteenmantel, met en biertap daarbenevens, vyftien ftuivers» de gefne'eden wapens van veele Regenten, en zonder den wyntap , tien ftuivers : en In 't fchoorfteenftuk, is de Tugtiging, een' voor 't verkoopen van tabak, van brande- breidel aan eene Tugteling toereikende, kon- wyn en van zwaar bier in 't klein, van eiKs» ftiglyk, gefchilderd. Ook hangen 'er vyf fchil- tien ftuivers. De tappers, die klein bier * y derftukken van Boonen , Quinkhard (0 en ten, zyn, in 't jaar 1675, ook op «enum ■anderen, zo veele gezelfchappen van Re- vers in t vierdendeeljaars,ten behoevev^ eenten verbeeldende. De Kamer der Re» ° (») VAN GOOL I. Deel, tl. 305.
(t) Van GOOL Schouwb. I. Deel ,■ tl. 19» , i»i. II. (v) Keutb. Q f. I6i verf,.
Deel tt. ia. (»JRefol. Vioedfch. A.^i. itf J*»- «««• /• H>°" |
|||||||
R
|
|||||||
IV- Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
W
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vrouwen-Tugthuis, gefield. De Binnen- Meures, Barthólomé Muilman, Frangois Jn-Smsnvis
ader of Provooft van 't zelfde Tugthuis is thony Lyfius, Fravgois Gallas en Jan Ifaac e>n |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fe1
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
evoegd verklaard, om, in alle huizen, daar
|
Fremeaux. Ook hangt
|
NlEUWE
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bier, brandewyn of tabak in 't
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
menwyn,
|
beeldig Schilderftuk van den beroemden Lai-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
HUIS.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kle:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ein verkoopt, of drooggaftery houdt, on- rejji , de Tugtiging vertoonende , di
erzoek en bekeuring te doen. De Regen- w™"'
en verleenen ook eene Aóte, aan zulken,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
een
n ten
erk- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
d
|
le bevoegd zyn om vifch te draagen, daar-
y voegende een koperen vifchje, welk de |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
huis , uit drie Verdiepingen of Zolders, bo-
ven eikanderen. De eerile is de Vrouwen- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
v
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
"cndraagers, ten teken hunner aanftellin- Werkzolder, daar touw gepluisd, hennipge-
§e3 op de borft hangen moeten (x). kaart, gefponnen, geweeven, genaaid,en |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ander vrouwelyk werk verrigt wordt. De
Boven-Vader en de Boven-Moeder, welke laatfte op 't vrouwelyk werk agt geeft, heb- ben hier hunne wooning. Ook is 'er een ver- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
NIEUWE WERKHUIS.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
%-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
erval der WefUndifche Maatfchap-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
':v
|
pye, door het verlies van Brazil, in trekje voor den Tugtmeeiter van't manvolk,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
%
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
voorgaande eeuwe, gaf gelegenheid, dat of tweeden Boven - Vader. In een klein
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vf«cheiden' van haare pakhuizen, langs den Comptoirtje van de Boven - Moeder, wordt,
„ 'kant, ledig ftonden. De Vroedfchap be- des Zondags voor den middag, door een' . °°t , derhalve, nog voor 't einde van 't der Vaders, by beurten, eene Predikatie Jaar 1650, een of meer van deeze pakhui- voorde Tugtelingen gelezen. Op de twee- ^tzhmxe.nitox.&tnArmen-liindeien-JVerk- de Verdieping, zyn de flaapzolders voor Uts ()0- Het werdt, eerlang, niet flegts mannen en vrouwen, die, door een houten
ot dit gebruik gefchikt; maar diende ook, befchot, van eikanderen afgefcheiden zyn.
per bedelaars en lediggangers in te plaat- Ook is hier een Mannen- en een Vrouwen- en, en -tot werken te noodzaaken. Het Ziekenvertrek. De derde Verdieping is de ,°ndt, eenigentyd, onder het opzigt van Werkzolder der mannen, daar fylen, peper- yzondere Regenten en Regenteffen: doch en verwhout - baaien, hairen - vloerkleeden
v,erdt, in '6 jaar 1654, gebragt onder 'tbe- enz. geweeven worden. De Tugtelingen ^itld der Regenten en RegenteiTen van het die in dit Huis worden geplaatft, zyntwee- „pinhuis (2). Tot in 't jaar 1736, heeft de derlei. Eenigen, of de meeften zyn Bede- j ^ het Huis in huure gehad van de Weil- laars: anderen zyn zulken, die, om eenig ^difche Maatfchappye. Doch toen is be- ligt misdryf, hier, door 't Geregt gezet; of °°ten, het Weftindifch Huis op den Sin- zulken, die 'er, om dronkenfchap, of eeni-
&!> Welk der Stad toekwam, tegen het nieu- ge andere ongeregeldheid, of door de Dia- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
conien, of door hunne vrienden, met ken-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
W-' \Werkhuis, te verruilen Ca).
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
iH&' te ftaat ?p de Y-graft'aar* 't einde, fchuin nifle van 't Geregt, befteed worden. In May
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en veer-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
iei^^
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^eftgeene uitwendige fieraaden. Men komt, tien Tugtelingen in het Werkhuis, dertien
°r eene kleine deur, voorby een Spreek- mans-, en negen en twintig vrouwsperfoo- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
crtrek
|
der Regenten, eenige trappen neder
in een ruim-Pakhuis, welk tot veeier |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nen, die 'er, door of met kennis van het Ge-
regt : en veertien mans-, en agt en vyftig |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
>ards
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
le:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^.gebruik, en ook tot een flagthuis dient, vrouwsperfoonen, die 'er, om bedelaarye,
PjVaards van dit Pakhuis, is eene open gezet waren. Pkiisd'daaf °udt0UW' om te kraauwen > ge- De Tugtelingen in beide de huizen eeten,
WQr, en gekookt,en andere arbeid verrigt eens ter weeke, vleefch of fpek. Voorts, ttioedw'll k *s'er een Tugthok, daar de erweten, boonen, gort, melk, en wat de tyd geflooten^eik V00r eenen ty^» worden op- verder geeft. Het Werkhuis heeft, tot hier- hebben h' beneden-Vader en Moeder toe, uit den arbeid der Tugtelingen, niet kon- 'er een Kx^* °°'C ^unne wooning- Voorts, is nen onderhouden worden, en heeft, van tyd
eene BakkpenZ°lder ten ooften, midsgaders, tot tyd, merkelyken onderftand genooten van <k komr m 6n Kooken< Aan dezelfde zy- de Stad. Zelfs heeft het, van zyne opregtinge ^e ReSnt Tr eenige treden °Pwaards,op af, aan het Spinhuis zeven of agt duizend gul- Ho Tv f' een vierkant vertrek, dens'sjaarsgekofl.Doch deRegenten hebben, fcho0ro'er g,.tuitzigt heeft. De nette tegenwoordig, zulke veranderingen in den der ^eenmantei isverfierd met de wapens arbeid gemaakt, waartoe zy, reeds by eene
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i*>
|
egenten tlom Elias . Jacob Willink Refolutie vanBurgemeefteren van den twaalf-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den Maart des jaars 1654, vryheid gekree-
gen hadden, dat men gegronde hoop heeft, dat deeze laft, allengskens, verminderen zal By
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i»8 ,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i*-) *er'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1650. ƒ. ijl verfe.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
°'-Vroedfch. Zr. LI
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
D A M S III. Deel.
|
|||||||||||||||||
26o A M S T E R
|
|||||||||||||||||
1597. Martyn Chatelyn.
1598. Barent Gerritsz. Moutmaker.
1599. Arent Petersz. Raap.
1599. Claas Burchmans.
1600. Jan Carftensz. Vries.
ió"oo. Cornelis Lucasz.. 1601. Pieter Claasz. Cop.
1602. Marten Adriaansz. Boom.
1Ö02. Anthony Gailjaart. 1605. Gerrit van Veelen.
1606. Tobias Woutersz.
1606. Gillis Jansz. Bedt.
1607. Pieter Pieterfen Karffeboom.
1608. Arent Philipsz. Biffchop.
1609. Egbert Sturck.
1613. Aert Lambertsz. Cock.
1617. Jacob Jansz. Hart. 1621. Harman Gerritfe. 1621. Hendrik Jansz. Bremer. 1623. Jacob Hendrikfe Kloek. 1623. Jan Jansz. Dorhout. 1625. Gerbrant Brouwer.
1626. Abraham de Clerck.
1626. Hendrik Boelisz. 1628. Hendrik Dirksz. Molenaar.
1633. Cornelis Ysbrantsz. Kieft.
1634. Albert Pater.
1638. Gillis Maas.
1639. Jacob Jansz. Lansman.
1639. Barent Staats. ,
1640. Elbert Dell,
1641. Paulus Jansz. Kley.
1642. Jan Maas.
1646. Nicolaas Rochusz. van de Capella
1650. Jaeob van Ryn. Regenten van het Spinhuis tnt
Nieuwe Werkhuis. 1654. Klaas Jansz. Klopper.
1654. Govert Rovers.
1654. Joannes Pollio.
1656. Barent Pietersz. Elias.
1657. Michiel Tielens.
1662. Joris Croock. 1662. Hendrik Bekker. 1666. Joannes Commelyn.
1667. Willem Muylman de Jonge.
1673. Jan Baptifta Liefrinck. 1673. Henrik van Gent. 1673. Thomas van Hoflandt.
1674. Cornelis Cock Dirksz.
1675. Abraham Ie Seutre.
1679. Jacob Schardinel.
1680. Willem Kerkrinck.
1681. Tobias van de Velde.
1684. Joan Borghorft.
1685. Sebaftiaan Bekker.
1686. M'. Fredrik Sluysken.
|
|||||||||||||||||
By eene Keure van den dertienden Augus-
tus des zelfden jaars, is vaftgeileld, dat zul- ken, die op bedelaarye betrapt werden, voor de eerfte reize , zes weeken, en voor de tweede reize, drie maanden, in 't Werkhuis zouden gezet, en voor de derde reize, ge- geefleld en gebannen worden (b). De Hoog- duitfche Jooden verzogten, in 't jaar 1695, dat hunne bedelaars, die in 't Werkhuis za- ten , op den Sabbath, niet mogten werken, noch verpligt worden , om blootshoofds en met gevouwen handen te bidden. Doch Bur- gemeefteren lieten dit verzoek onbeant- woord (c). En men laat hun thans toe, op den Sabbath, te ruften, mids zy,in de vyf andere dagen, zo veel over arbeiden, dat zy, weekelykfch , 't vereifchte werk leveren können. Tegenwoordig, (laan het Spinhuis of Vrou-
wen-Tugthuis en het Nieuwe Werkhuis on- der het opzigt van zes Regenten en vier Regentessen of Buitenmoeders, die, by haare eerfte aanftelling, in 't jaar 1596, maar twee in getal waren. De Regenten en Re- genteffen worden , op gelyke wyze als de Regenten en RegentefTen der andere Gods- huizen , aangefteld. De Regenten vergade- ren, gemeenlyk, alle weeken, des Donder- dags na den middag. De Regenteffen ko- men , ten zelfden dage, byeen : doch om de drie of vier weeken. Van de meefte by- zondere Bedienden deezer twee Huizen, hebben wy reeds melding gemaakt. De oudfte, en, zo ik my niet bedriege, de ee- nigfte Inftruólie voor de Regenten van 't Spinhuis is, den derden Maart des jaars 1599, gedagtekend. In dezelve, draagen zy den naam ook van Opzienders der Armen, en wor- den bevoegd verklaard, tot weering der Be- delaarye. Voorts, mogten zygeene fchaa- mele vrouwen, van buiten komende, innee- men, dan op behoorlyk blyk van de Wet- houderfchap der Plaatfe, daar zy van daan kwamen (d). De Inftruclie behelft nog ee- nige andere byzonderheden, die, naderhand, afgefchaft, of in ongebruik geraakt zyn. Zie hier de naamen der Regenten van
het Spinhuis, en van het Spinhuis en Nieu- we Werkhuis beide: Regenten van bet Spinhuis.
1596. Egbert Pietersz. Vink, Oud-Schepen.
1596. Jan Claasz. Kloek.
1596. Jan Veen.
1596. Huych Cornelifle Jager.
1596. Symon Symonsz. Goudfmit,
■{*) Handv. hl. 45S.
(e) Groot-Memor. S. IX. ƒ. 2U. Handy, il. +7J.
(d) GioouMemoi. N. XI. f. igj, w/i. |
|||||||||||||||||
Spinhuis
en Nieuwe
Werk- huis. |
|||||||||||||||||
Regen-
ten en Regen-
tessen. |
|||||||||||||||||
Naamlyft
der Re- genten van het Spinhuis en Nieu- weWerk- huis. |
|||||||||||||||||
1688. Paulus Verbeeck.
|
i6qi>
|
||||||||||||||||
IV-BoEic. GODSHUIZEN Sn GODSDIENSTIGE GESTIGTEN. '26t
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
£Kae.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
de befchreeven Tugthuizen. Al in 't jaaJ-vSbrbä*
1496, werdt iemant, door't Geregt, ver-tehuis, weezen in eene boete van derdehalf pond vlaaras, om daarmede te beginnen een gay oei off vangenijj'e an 't Sint e Anthonys pokte, daer men mirt meer inleggen ende bevjaeren zou de kinderen off gezellen defer Stede van quaden regiment e {e). Deeze gevangenis zou eene foort van Verbeterhuis geweeft zyn. Doch ik weet niet, of men dezelve vol- bouwd hebbe. De verandering in den dienft der Mannen- en Vrouwen-Tugthuizen, die, door den tyd, en met het toeneemen der Stadj voornaamlyk, gebruikt werden, om luiden van flegte afkomft, en nog flegter gedrag, te ontvangen, gaf, eindelyk, in 't jaar 1694, gelegenheid tot het opregtenvan het tegenwoordig Verbeterhuis (f), in een gebouw, welk, eertyds, gebruikt was, om, in het zelve, fchurft, zeere hoofden en dierge- lyke onreine ongemakken te geneezen. Doch na verloop van weinige jaaren, fchynt hetVer- beterhuis in verval geraakt, en tot eeneLa- kenbereidery enVerwery verkogttezyn. 't Liep aan, tot in 't jaar 1718, eer, by den Oud- Raad van Burgemeefteren, beflooten werdt, het Verbeterhuis wederom in tekoopen,of- ten minfte te huuren; waartoe de regeeren- de Burgemeefteren gemagtigd werden (g). 't Eerfte is, federt, gefchied. Het Huis is, van tyd tot tyd, vertimmerd, om het be- kwaam te maaken, tot het einde, waartoe het gefchikt was ; doch het blyft, deson- aangezien, een oud en onregeïmaatig ge- bouw van binnen. Het ftaat aan den Stads wal of fchans, een Gelegefl-
weinig beooften de Weteringspoort. Men h^|d.en komt, door de buitendeur, in een' open gang, rin„ie~ en uit den zelven, door een' tweede deur s aan 't Huis, voor welk, ooftwaards, een be- vallige, groote, vierkante Tuin legt, met een fraai fpeelhuis aan de Lynbaansgraft. De wooning van den Kaftelein, beneden, be- ftaat uit verfcheiden' Vertrekken. Onder anderen,is 'er eene Kamer,daar 't Geregt, eens'sjaars, vergadert, om de opgefloote- nen te zien. De vertrekken, gefchikt voor Mans- en Vrouwsperfoonen van een onge- bonden en ontugtig gedrag, en voor zulken, die niet wel by 't hoofd bewaard zyn, on- der welke laatften, fomtyds, drie of vier in één vertrek geplaatft worden, zyn, in al- les , twintig in 't getal, zo wel beneden als boven, op de eerfte en tweede Verdieping; en meer of min gemakkelyk en vermaake- ..... lyfc,
(e) Regift. der Correa. igtet 't Keutb. B. ƒ. j7 veTßM
(f) Gtoot-Memor. N. VIII. ƒ• *6 v"f°- Keurb, R. ƒ.
40 verft.
(s) Refol. van rege«, en Oud Bürgern, £«, c, %S J*-
nuary »718. ƒ, 44,
LI
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
1691. Jacob Quina.
J693, Dirk Colonius. 1694. Mr. Willem van Harn, ïöpö. Gerbrand Elias. I698. Daniel Verhoutter. !Ö99. Mr. Andries Hees. !7°o. Tobias Looten. i?oö. Andries Carel Jong. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sïiüjs.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
l7io.
|
Jacob Fredrik du Fay.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Daniel Nys.
1716. Mr. Abraham Boddens Eduardsz. 1716. Floris Elias. 1719. Eduard Boddens. 1721. Goddert Gappel. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
1728.
!73o.
^34- |
Mr. Arnoldus Commelih.
Mr. Hendrik van den BofcL
Mr. Salomon Dedel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
1736. Egbert van Buurem
l737- Willem Cornelis Backen |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
1738
*739-
ï744-
1746.
1746.
1748.
1749. 1751-
Ï755-
|
Carel Johannes Boelens*
Gerard Kuyften van Hoefen.
Gidion Vi&or.
Jacob Willink Meures.
Bartholomé Muilman Junior.
M'. Francois Anthony Lyfius.
Francois Gallas.
Jan Ifaak Fremeaux.
Willem van Hoefen.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Nicolaas Konauw.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
!759-
Ï760. Mr. 'Guillelmus Titfingh»
1763. Jan Simons.
IV,
VERBETERHÜIS. erbeterhuis ofBeterbuis,ook
r*~ X eene foort van een Tugthuis, is, nog- ans, Van eene ancjere natuur dan de Tugt-
, Ulzen, van welken wy, te vooren, gefpro- ^en hebben, en flaat niet onder 't opzigt van j-egenten en Regenteflen. Ook worden 'er §eene Perfoonen in geplaatft, dan zulken, . er welker onderhoud en huisvefting,men
^g Verdraagen heeft met den Betermeefler of Qßeleiii, die, door Burgemeefteren, wordt
ngefteld, en , federt veele jaaren, huur drïa l ?uis be£aaIt aan de Stad- Wyders'
een^r J de ^a^en der Huishoudinge, en & «e, daartegen, de voordeelen van het juis, zonder dat hy van zyne inkomftenen ^tgaaven rekeningydoet; aan de Stad. Doch 2 moet gedoogen, dat de Perfoonen, die «der zyne bewaaring gefteld zvn,jaarlyks, e|en den tyd van de verandering der Re- bra£nge' V,00r Schout en Schepenen, ge- ook k n. onderz°gt eerden. Niemant mag VerLrT11 be^g^g'van 't Geregt,in 't °pzia--en US W° gezet- En in deeze
Ilfsfff}^ dlt Huis' eenigszins,naar
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
V
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
HL Deel-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
0.62
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hüiszit- lyk, naar de Perfoonen zyn, die hief gezet ftinver ,en s winters een mand turf en e>.
?eNAal-worden. Op de eerfte Verdieping, is een brood moeften uitdeelen: nog tweeiianat
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
MOESSE
UIERS-' Huizen zvn
en WEN-
Hor.
|
eene haard, waar ook twee bedfteden in Jan Barthouts fieeg, in ieder van wöJJ'
De opgeflootenen in dit Huis eeten twee arme vrouwen woonden. Aan ïeu meer aan eene gemeene tafel, gelyk Kamer, werden vyftig; ftuivers 's jaars, z igen, voormaals, plagten; maar de fpys fpek en vleefch,uitgedeeld. Voorts,naoae |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Huiz**,
WEN"
Hof.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en drank wordt elk hunner afzonderlyk, in zy twee Kamers in S. Jans-ftraat, in i£
de bvzondere vertrekken, daar zy geplaatft van welken, drie arme vrouwen woonde* • zyn, gebragt. De Kaftelein geeft de ge- Ook bezaten zy een Turfhuis op den zw fchiktften, gemeenlyk, vryheid,om 's mor- derhoek van de Stooffteeg, op den Ouae ^enseen uur of twee te wandelen in den zyds - Agterburgwal, waarin eene vrouw Tuin Hy mag zig, even als de Regenten woonde; met een huisje daar nevens, öe' en Bedienden der Tugthuizen, met geweld, woond door drie arme vrouwen, die ïede verzetten tegen de perfoonen , die onder een ftuiver 's weeks, en 's winters die f ort' zyne bewaaring gefield zyn, enze, des noods, genooten. Doch dit Turfhuis werdt, op dei opHuiten (b). Tegenwoordig [in Juny 1765] vyf en twintigften February des jaars 1552' |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Turff
°P ft d^0° |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
{teeg-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
er
ilootenen in
|
alles, nog geene twintig opge- voor zeftien honderd en zes guldens, v&'
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
't Verbeterhuis.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kogt aan Gerrit Heyn Wouwe, Apotheker»
waarna de arme vrouwen werden overge' bragt in 't nieuwe Huis, over 't Cellebroe- ders - Kloofter in de Nes (h) , welk, nadeï" hand, tot eene Bank van Leeninge gefchikt werdt. Wy houden voor zeker, dat de grond van dit Huis, voorheen, tot het S.Maria Mag' dalenen Kloofter behoord hadt, wat 'er ook |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
V.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
HUISZITTEN-AALMOËSSENIERS-
HUIZEN |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WEDUWEN-HOF.
|
anderen (0) van mogen gedagt hebben; alz°
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^ wy, reeds te vooren (p), hebben doen zien»
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zorg
voor |
Van de eerfte opkomft der Stad af, heeft dat dit Kloofter, langs het Spuij, nu de Lpn*
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
men, aldaar, zorg gedraagen, voor het berdsfteeg, ftondt; en daarenboven blykt ffl*
CIUf onderhoud der behoeftige ingezetenen, in de dat het, pa het ftigten van het Huiszitten' im"?6' oudfte Keuren, die, tegenwoordig , voor- Huis, nog aan de zuidzyde van dit Hjg deoudfte handen, en, omtrent den aanvang der vyf ftaan bleef. Uit de Aantekeningen van Sehe' tydcn. tiende eeuwe, gemaakt zyn, arme huysfitte- pen Gerard SchaepPieterszoo* nen en arme huysfittende luden genaamd (*). zie ik, dat, boven de deuren van twee ge' De Perfoonen, die zorg droegen voor deeze welfde Kelders van 't Huiszitten Pakhuis'^ arme ingezetenen, werden, in de oudfte ty- Comptoir, federt de Bank van Leening?» |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gelezen werdt: _________________
In V j'aer ons Heeren
Den 27 Augufii is 't gefondeert.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den, bewahr es en b er aders der armen huys-
fittcnen (k), en, naderhand, Huiszittenmees- ters geheeten (/). Zy waren, eerft, vier in getal, en werden, jaarlyks, van 's Geregts txege , gekooren (m). Doch omtrent het |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
midden der vyftiende eeuwe, waren zy reeds 't welk niet dan op de ftigting van 't H^
onderfcheiden , in Huiszitten - meefiers van zitten-Huis zien kan. Een gedeelte van &
S. Nicokas-Parochie of aan de oude zy'de, en opfehrift fchynt nog overgebleeven. ™'
Huiszittenmeefiers van onze Lieve Vrouwen mers, men leeft nog, in eenen fteen boV^
Varochie, of aan de nieuwe zyde. Zy bezaten den ingang van den eerften kelder onder d
verfcheiden' huisjes, en Kamers,of woonin- Lomberd, op den Fluweelen burgwal:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gen van één vertrek diep, hier en daar, inde
Stad, waarin zy behoeftige luiden, om niet, lieten woonen. Ook deeden zy, in de Kerken |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In 't jaer o heren
1550. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
he£
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van hunne Parochie, van tyd tot tyd, uit- % de ontruiming van dit gebouw , tot
deelingen aan de armen. De Huiszitten aan genoemde einde, werdt, van Scads weg, de oude zyde hadden, onder anderen, in de *** & Huiszittenmeefiers eene recogntU zeftiende eeuwe, een huis aan 't Kerkhof erkentenis van twee duizend guldens sj om de oude Kerke, waarin zes arme vrou- toegeftaan; gelykmy, uit de oorfpron^ |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wen woonden , die zy, alle weeken, een
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(n) Extraft uit een Boek in 't O. Z. Hul
A». J545 Ut IS71. (o) COMMELIN tl. J3J.
(p) l. Deel, I. Beet, bi- I».
(ij) vit een Conuaä *«» den jmn «*a
US *•'. J3J. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(h) Handy, hl. ipji.
(>) Keurb. A. ƒ. 7, 17 verft,
(\_) Keurb. A. ƒ. 7.
(I) Keurb. C. ƒ. + verft.
(w) Keilib. A. ƒ. 17 verft, C. ƒ. 4 vtrft.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bj CO«51*"
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN. 253
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
7'ke Acte onder Stads zegel ten Zaaken, van
den negentienden January des jaars 1615, gebleeken is. Zy is ook, in de Stads Regtfiers. v)> te boek gefield. En wy hebben, el- s CO ■> gemeld, dat de beloofde tweedui- zend guldens 's jaars, nog tegenwoordig , jjjtt de inkomften der Bank van Leeninge, betaald worden. De Huiszitten aan de jMeuwe zyde bezaten, onder anderen, by yifte van Geryt Gerbrancl Paeuwenfoen, in den jaare 1477 gedaan, e en /meerhuis en diner s- "uis daer aen, den Peereboom geheeten , en gelegen in de Gaßhuisßege, by der brug, aen "er Stede middelfte gr achte: welke huizinge, door tien maagden of weduwen, de naaften 111 den bloede van den fchenker, bewoond Hioeft worden. Wy hebben elders (t) ge- kift, dat deeze twee gebouwen geftaan heb- ben , op den hoek van de Huiszitten fteeg en ^ieuwe-zyds-Agterburgwal, agter 't Stad- buis , alwaar de Regenten van 't Nieuwe- 2yds-Huiszitten-huis, in 't jaar 1710, met verlof van Burgemeefteren (u) , een huis ^n pakhuis herbouwd hebben. De zelfde ^ïuiszittenmeefters verkreegen , in 't jaar ïSor , van Lysbeth Claes Stoeters Wedww en \foes Moeiert eene gifte van honderd en tag- ^g Rynsguldens, waarvoor zy een fate Lands |
twee Huizen te brengen op eenen eenpaa-
rigen voet: van 't gene, waarover zy zou- den mogen verfchiilen , kennis geevende aan de Heeren Thefaurieren. Die van de oude zyde verkreegen, in de jaaren 1609 en 1610, een groot erf van de Stad, ageer het Leproozen - Huis, om 'er een Turf huis op te zetten (s). En op dit erf hebben zy, federt, het tegenwoordig Oude-zyds-Huis- zitten-huis gefügt. De Huiszitten' meefters aan de nieuwe zyde hadden, in 't begin der zeventiende eeuwe, een Huis aan de ooft- zyde van den Singel, benoorden den Jan- Rooden-Poorts-Tooren (a) , op den hoek van eene fteeg, die, tegenwoordig, de Spaar- pots-fieeg, en in de Kaart van Baltha- zar Floriszoon, nog de oude Huiszit- ten fleeg genaamd wordt. Doch in 't jaar 1614, werdt hun een erf van zedig voeten breed , op de Prinfengraft , benoorden de Leliegraft, tot een Provifie- of Voorraad- huis, toegedaan (Z>). En op dit erf, héb- ben zy, federt, het tegenwoordig Nieuwe- zyds - Huiszittenhuis gebouwd. Wy gaan nu over tot eene byzondereBefchry ving van beide de Huizen, en beginnen, met het Oude -zyds - Huiszitten - Aalmoesseniers-
Huis. |
||||||||||||||||||||||||||||||||
Huis zit-
ten-Aal- MOESSÜ-
NIERS-
HuiZEN
en Wedu-
wen- Hof. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Sik.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
HuisziS-
tenhuis
op dea Singel. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
te Duivendrecht aankogten, om uit de vrug-
ten, jaarlyks, aan drie honderd arme men- fchen, ieder een wit tarwenbrood uit te dee |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
De Regenten van dit Huis hadden, in't ßefchry-
jaar 161 o, op het erf agter't Leproo- ving van zen-Huis, tegen den Stads wal, een groot net0ur,£- Provifie-huis gefügt, uit vier pakhuizen be- hukzit. flaande; doch in 't jaar 1654, bouwden zy, "ten-Aal- op den grond van den Tuin der Leproozen, moesse- door een gedeelte van welken , ook eene u™RS" graft gegraaven was , een ruim en deftig huis, welk Stads wapen, in den voor-, en het koggefchip uit Stads zegel in den ag- terge vel, voert, op den Leproozen - Burg- wal, ook den Huiszitten-Burgwal en Turf- graft genaamd , waar aan , op den vyf- den Oétober des gemelden jaars, door Härmen van de Poll, Zoon van den Burgemeefter Jan van de Poll, de eerfte fieen gelegd werdt, gelyk , uit een opfehrift in het Voorhuis, blykt. Ter we- derzyde van het Voorhuis, flaan twee Spreu- ken der H. Schrift : Psalm 41 vers 2. Salich is hy die fick verft andicb draegt tegen de Armen. De Heere fal hem bevryden ten dage desquaets.enPßovERBiA 19 vers ij. Die ficb des Armen ontfermt leent den Hee- re : ende hy fal hem fyne weldaet vergelden. Men komt, in dit Voorhuis, langs eene floep, die,
(z.) Refol. Vroedfch. N. >°. '° 7«'y liep. e Febr.m».
f. 20S verfo , 21S verfn.
(*) Groot-Memor. N. II. f, 20+.
(b) Refol. Vroedfch, .N. II, .u *4pril i«r+. f. nj.
LI 2
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
;en (y). Door zulke giften, en veele dierge-
Jyken, gedeeltelyk, by anderen aangetekend V%), werden de Huiszitten - meefters, die ^°k, al van ouds, by de Huizen, met de chaale, omgingen, in ftaat gefield, om de ehoefte der arme ingezetenen te vervullen. ■ De Vroedfchap befloot, op den dertien- en December des jaars 1505, de Huiszit- ,en van beide de Parochien, die, federt vee- e Jaaren, afzonderlyk bezorgd geweeft wa- j6'1 > met eikanderen , te vereenigen (x). °ch dit befluit fchynt niet uitgevoerd te Jn% In laater' tyd ,* heeft men , meer dan ■^ns, diergelyk een befluit genomen (3/). och de uitvoering is, tot hiertoe, agter gebleeven. De Huiszitten-meefters aan bei- den C)Z^eri zyn' vo'Sens eene Refolutie van dri^ e U • • van ßurgemeefteren van den |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
e»i.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
feu,'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
pufft om c\7T- Juiy uesja;
pr. ' , ,Xe maanden, byeen te komen, gt gezamenlyk te overleggen, wat diens-
git zy, om de beftiering en afgiften der |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
y) Groot-Memor. N, tt . r
; UI. Deel, 1.B„C£ «° "*'
\l i.d«/,i. B.,itti. ;/«•
(■u\ ^'oot-Memor N. lx. f '
(Jij r t-OMMELIN lol, jj9>
(?) » ?°t-Memor. N. I. ƒ. ItJ „ r
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
-4/T»7 UU. f. 170. Lt.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
l«7». ƒ. IJ«
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||
A M S T E
|
||||||||||||||||||||||||||||
D A M S
|
||||||||||||||||||||||||||||
R
|
||||||||||||||||||||||||||||
2 64
|
||||||||||||||||||||||||||||
Ook is hier, meer naarvooren, de wooning
van den Binnenvader. Tuflchen de vertrek- ken, daar de infehry ving en de uitdeeling ge" fchiedt, komt men, door het gemelde Poortaal, in een' fchoonen tuin, rondsom welken, eene gaandery loopt, voorzien met zes en dertig glasraamen, in welken de wapens der zes en dertig Raaden van den jaare 1655 plagten gefchilderd te zyn. Doch met het vernieu- wen der raamen, zyn deeze wapens wegge* raakt. Men bewaart 'er egter de af beeldin- gen van op pergament, omze , in tyd en wyle, wederom op 't glas te können doen fchilderen. De gaandery, die, omtrent den jaare 1666, van vooren, met de wapens der dienende Regenten, Marten Cantert, Coeri' raad Klenck, Pieter van Croonenburgh, Af' nout Scbuyt , Casparus Commelin en Pieter Daay, verfierd, en, in de jaaren 1754 en I757 5 vernieuwd werdt, heeft eenen uitgang in de Amftelftraat, door welken, de behoef- tigen inkomen, om ingefchreeven , of be- deeld te worden. In deeze gaanderye, wor- den , des winters, ook hekken geplaatft, op dat de armen eikanderen niet verdringen zouden. Aan 't einde van den tuin, ftaat een zeskantig fteenen Tuinhuis, welk, in of omtrent het jaar 1710, gebouwd, en, boven» verfierd is met de wapens van de zes toen dienende Regenten, te weeten, Joannes Com' melin , Pieter Mierink , Matt heus Gansneb genaamd Tengnagel, Arnoldus Dix, Reinier Dibbeis en Nicolaas de Swaan. De vier pak- huizen van het Huiszitten-huis, van welken» de twee middelften, onder eenen gevel, ge* bouwd zyn, dienen tot berging van turf, koo- ren, boter en doodkiften, en komen, van ag- teren , aan de Amftelftraat: aan de overzyde van welke, een ruim gebouw, tot welk men, door eene groote houten poort, over eene Plaastjtoegang heeft, gefchikt is, ten deele tot eene Bakkery, en de wooningen van den Bak- ker enTimmermans-Knegt, en ten deele tot een magazyn, alwaar het hout, de bouwftoffen en andere noodwendigheden, tot het heitel- len van den turf vereifcht, gebergd worden. Onder de Plaats , leggen vier en twintig Traanbakken, die nu tot Regenbakken die' nen, en waaruit het water, ten voordeelt van het Huis, verkogt wordt. Na 't volbon- wen van dit Huiszitten-huis, werdt de uit- deeling, die, in de Oude Kerke, plagt ge- daan te worden, derwaards overgebragt- En gefchiedde de eerfte uitdeeling hier, volgen« een opfehrift, in het eerftgemelde groote vertrek , nevens den fchoorfteen , °P fm twintigften December des jaars 1 655- tv er- dient, veelligt, te worden aangemerkt> £a__ eenige balken en andere bouwftoffen, ëe*°'. men van de Blokhuizen, die op den Ami^i |
||||||||||||||||||||||||||||
Huiszit- die, ter wederzyde, opgaat, en onlangs, zo
ten-Aal-wel als de voorgevel, merkelyk verbeterd is. MOF.SSE- jer wederzyde van den opgang, ftaat een ïtr,fTRS' fraai vzeren hek. Uit het voorhuis, treedt riuizEN J ii- -il
en Wedu-men, ter regterhand, in een aanzienlyk ver-
|
||||||||||||||||||||||||||||
i0
|
||||||||||||||||||||||||||||
VVë^'
|
||||||||||||||||||||||||||||
en
flu"'
|
||||||||||||||||||||||||||||
wen-
Hof. |
trek, onder welks hoogen fchoorfteenmantel,
|
|||||||||||||||||||||||||||
voor weinige jaaren, een marmeren Engelfche
fchoorileen gezet is. De mantel is, vanvoo- ren, door Bartbolomeus van der Heiß , be- fchilderd, met de afbeelding der zes Regen- ten, die de Oude-zyds-Huiszitten-armen be- zorgden , toen het Huis gebouwd werdt, te weeten, Jan Selyns, Marten Cantert, Cor- nelis Hoppefack, M\ Pieter Ernfi vim Boffen, Jan Lämmern, en M'. Willem van der Does. Tegen den wand van 't vertrek over de lich- ten , plagt het uitdeelen van brood, boter, kaas en turf, in drie fraaije fchilderftukken van Bronkhorfl, van Loon en Holßein, afge- beeld te zyn. Doch een deezer ftukken, het uitdeelen van Turf verbeeldende , is nu verplaatft in de Ukdeelkamer, en, in des- zelfs ftede, een groot Regentenftuk, in 't jaar 1675, door Pieter van Anrade, gefchilderd, uit een ander vertrek, overgebragt. Boven den ingang, binnen in de Kamer, ftaat een wei- gemaakt beeld der Liefde, en aan de twee binnen-poften , hangen de Wapens der zes genoemde Regenten, konftiglyk, in hout uit- gebeeld. Voorts, leeft men, aan den wand, twee Spreuken der HeiligeSchrift: Deutes. levers 11. Gy zult uwe hand mildelyck opdoen aen uwen Broeder, aen uwen Bedruckten, ende aen uwe Armen in uwen Land. en, P b. o v. 14 vers 13. Want die den armen verdruckt finadet des filven maker ; maer diefich des nootdniftigen ontfermt, die eert hem. De zolder van't ver- trek , en vier niffen in 't graauw, in de vier hoeken, zyn fraai, door Holftein, befchil- derd. Tegen over dit Vertrek, is de gewoon- lyke Regenten - Kamer oft Comptoir, in welke , vier fchilderftukken hangen , vier gezeJfchappen van Regenten verbeeldende, twee,in de jaaren 1706 en 1720, door Ar- noldus Boonen(c),en een, in denjaare 1740, door Cornelis Troofl, gedaan. Het vierde is, in 't jaar 1759, door Jan Maurits Quinkhard, gefchilderd, en vertoont de Regenten Jan Willig Meures, M'. Jan Jacob van Beau- mont, Jacob Guiilot, Gysbert van der Goot, Willem van der Meulen en Abraham Grommèe. Het Voorhuis naar agteren afgetreden zynde, komt men in een Poortaal, en van daar in twee vertrekken: een, daar de behoeftigen worden ingefchreeven, waar, voor den fchoorfteen, een fraai fchilderftuk, drie fchepen, in de bar- ning tegen de rotfen, vertoonende, geplaatft is', en een ander, daar de uitdeeling gefchiedt. (c) VAN GOOI Schouwb. l.Deel, bl. 303, sof.
|
||||||||||||||||||||||||||||
'Sias- puxijSexs'sscoTFrj:w-izrfLLkLizs<ifiH - sctjlz ~ men o i sn
|
||||
'siim-suzuz&s skowtw- Msri^rzsmir- sax.z - srarno & ïïh
|
||||
1V. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENTIGE GESTIGTEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
265
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Frans Hendriksz.
Allert Bodertsz.
Ziewert Claasz.
Dirk Coife.
Claas Jacobsz. Pa
Claas Meeuws.
Jan Bet. ,
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
geftaan hadden, en in 't jaar 1654. gehegt
waren , aan-'t Oude-zyds-Huiszitten-huis, verbruikt zyn. De Huiszitten-meefters aan de Oude zy-
de hebben, al van ouds, het voorregt ge- had , om het op- en affcheepen der Beeften te mogen verhuuren of verpagten: in welk Voorregt, zy, Iaatftelyk, by eene Ordonnan- ce van 't Geregt van den drie en twintigften Januarydes jaars 1680,beveiligd geworden zyn (d). De Herberg Zeeburg aan den Die- per- of Muiderdyk, digt by welke, de mees- te beeften worden opgefcheept, en eenige jehuuren, binnensdyks, hieromtrent, komen *tet Oude-zyds-Huiszitten-huis in eigendom toe. De Puin, die aanZeeburg gebruikt wordt, 'evert de Stad aan 't Godshuis, om niet. Wy voegen hierby de naamen der Re-
Renten van het Oude - zyds - Huiszitten- "uis, zo ver dezelven hebben können ge- Vonden worden: |
5l9-
520.
520.
521- <22.
524-
524-
524-
526.
527.
53°-
53°-
538.
538.
538.
539-
54°-
54°-
541.
544-
547-
547-
547-
549-
549-
549-
55°-
55°-
550-
552-
552-
552-
553-
555-
556.
556-
557-
558.
558-
558-
560.
560.
563-
s^s-
566. 567-
568. 568.
569* 571-
57l'
571- 573-
573^
574-
574-
577-
577-
1578. LI 3
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ft*»
Nest
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Pieter Smit. ,
Jacob Huyg Haring, r
Albert Corsz.
Albert Hees.
Claas Harck.
Hendrik Jansz. Kraak.
Mr. Reyer Lambertfe van der Horft.
Cornelis Jacobsz. Hollefloot...
Cornelis Jacobsz. Buyk.
Allert Dirksz.
M'. Pieter Bicker Willemsz.
Hendrik Franfe.
Cornelis Jacobsz. Brouwer.
Gerrit Claasz.
Jan Harmansz. , •
Hendrik Boogaarr.
Jan,Oom Jansz.
Gerrit Tes.
Wybrant Fredriksz.
Pieter Brugman.
Wouter Dobbesz.
Anthony Verhoef.
Lucas Meynertzoon.
Jan Klaasz. Koop.
Arent Hudde.
Claas Jacobsz. van Svvieten.
Claas Gerritfe.
Amy van der Hoef.
Dirk Schaep.
Hendrik van der Does.
Andries Jansz. Boelisz.
Gerrit Jansz. Coesvelt.
Govert Jansz.
Jan Poppen.
Tymen Myndertfe.
Jacob Benningh.
Gerrit Arentfe.
Arent Ernft van Baffèn.
Reynier Hendriksz. Rooclaas.
Andries Boelisz.
Jacob Pieterfe Cantert.
Adriaan Franfe.
Mr. Elbert Cantert.
Jan Michielfe Loef Brouwer.
Cornelis Franfe.
Cornelis Gerritfe.
Geert Symenzoon.
Jan Ryfer Janszoon.
Evert Cortfe.
Claas Heyn Cornelisfoen.
Arent Sadelyn.
Pieter Oly. <.
Egbert RoeloËft,.
*57*>
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Claas Gherfte.
Jan Pape.
Jan Gherfte.
Pieter Ryke.
Jan Eggert Pieterszoen»
Fredrik Ifebrantzoen.
Albert Gerytzoen.
Claas Jacobsz.
Lambert Cfaaszoen»
Jan Clement.
Doen Jacobsz.
Jan Gysbertfe.
Jacob Garft.
Jacob Roelofsfoen.
Jacob Claasz. Watergang.
Jan Claasfoen.
Heymen Jacobsz.
Jan van Pcrfyn.
Marten Dirksz.
Jacob in de Pellegrim.
Claas in de Guide Hand.
Allert Andriefe Boelens.
Jan Claasz.
Meeus Pieterfe Doos.
Claas Gaaf.
Hobbe Arck.
Reyer Dirckfe Bardefe.
Arent Boelisz.
Luyc Jacobsz.
Jan Bet Harmanfe.
Hendrik Pietersz. Haring.
Sem Jacobsz.
Mr- Cornelis Campen.
Jacob van Ceulen.
Dirk Boelisz. "
Jan Lambertfe.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ï440.
1440. 1440. 1440. J445-
*445- H4-5- 1448. 1448. 1497. H97-
H97-
H97-
1500. Ï500.
ï5oo. ï5oo. 1504- ^04. ^09. »5U. 'Sn. *5ia.
^ia. ïSia. ^H- 1515- ws-
1515- 1516. *5i8.
15x8. 15i9. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
f4) Handv. ti. l7U
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
266 AMSTERDAMS III. Deel.
|
|||||||||||||||||
Pieter Coefart de Jonge.
Arent van der Waaijen.
Myndert Roft.
Eduard Becker.
Johannes van Drogenhorft.
Willem van der Does.
Joannes Commelin.
Pieter Mierink.
Mattheus Gansneb, genaamd Teng'
nagel.
Arnoldus Dicx. Reinier Dibbets. Nicolais ffe Swaan Junior. Gerrit van Ooilen. Mr. Jacob Heshuyfen. Nicolaas Teengft. Mr. Daniel van der Lip. Chriffiaan van Cuyck. Jacob Elias Michielsz. M'. Egidius Willem Tolling. Jan van Marfelis. Wynand Wiltens. Jan Willink Meures. Mr. George de Waart. Mr. Jan Jacob van Beaumont. Jacob Guillot Junior. Gysbert van der Goot. Willem van der Meulen. Abraham Grommée. |
|||||||||||||||||
1681.
1682. 1685. 1687. 1691. 1692. 1693. 1704. 1704. i7°5-
1707.
1710. 1717. 1717. 1719. 1721. 1723. 1726. 1728. 1738. 1739-
1742.
1744.
1746. 1747-
1747. 1758.
1759-
|
|||||||||||||||||
Marten ten Berg.
Pieter Goverts,
Frans Hendrikfe Ruys.
Job Cornelisz.
Hendrik Boelisz.
Reynft Pieterfe.
Hillebrant Brouwer.
Pieter Paauw.
Jan Poppes.
Jacob Bicker.
Arent van de Velde.
Hendrik Hudde.
Roelof Egbertfe.
Jacob Willemfe Warmont.
Jacob Wilkes.
Sie wert Meyndertfe.
Arent van Arp.
Arent ten Grootenhuis.
Pieter Gerritfe Kruydenier Ruyten
burg.
Cornelis Jansz. Valckenier.. Dirk Hem. Jan van Hoorn. Hillebrant Schellinger. Jan Hellinghs. Jacob Pieterfe Hoogkamer. Jan Reynier Claasz. Hendrik, van de Sande. Govert Boelisz. Jasper Segers. Outgert Pieterfe Spiegel. Pieter Jacobsz. van Ryn. Rochus Pieters van de Capelle. Jan Selyns. Pieter Vlack. Balthafar Jacot. M'. Wilhelmus Elbingh. Andries van Zaanen. Bernard Schellinger. Jooft Jansz. Kruysvelt. Marten Canter. Cornelis Hoppefack. Balthafar Helt. Jan ten Grootenhuis. Pieter Ernft van Baflen. Frans Bruyningh. Jan Lantsman. Mr. Willem van der Does. Coenraat van Klenck. Pieter van Kroonenburgh. Araout Schuyt. Casparus Commelin. Pieter Daay. Albertus Reynft. Jan Klaasz. van Beuningen. Bonaventuur van Dortmont. Anthony Hoevenaar. Arnout van de Cruys. Ferdinandus Bol. Jacob Quina. |
|||||||||||||||||
'578.
'578. '578-
'578- '579-
[58i. rS8i. '58a.
[582. '585.
'586. '586. '587-
'587. [588. 1590. 1594- '595- '595- '597-
[600. [602.
[613.
[614.
[616.
[616.
[619.
[619.
[620.
[621.
162.1.
[624.
[625.
'636.
[639.
[639.
[640.
[641.
[64a.
[646.
1648.
1650.
1652.
1653-
'653-
[654.
[654.
[660.
1663.
1666.
1666.
1666.
[671.
[672.
[672.
[673.
'673.
1673- [681. |
|||||||||||||||||
TEN-A«1--
|
|||||||||||||||||
Wy komen nu, tot de Befchryving van heE
Nieuwe-zyds-Huiszitten-AalmoessenieRs*
Huis. De Huiszitten-meefters aan de Nieuwe
zyde, op het erf, op de Prinfengraff» by de Leliegraft, eene Bakkery en Turf hulS hebbende opgeregt, bleeven voortgaan mel het doen der gewoonlyke uitdeelingen, in de Nieuwe Kerke, tot dat het verbranden deezer Kerke, op den elfden January deS jaars 1645, aanleiding gaf, tot het ftigten van het tegenwoordige Nieuwe-zyds ÜülS" zitten-huis, naaft de Bakkery en het Tu* * huis,boven gemeld; waartoe nog tweepa " huizen werden aangekogt. Het Huis werde» in 't jaar 1649, volbouwd. De Bakkery is^ in 't jaar 1690, geheellyk, vernieuwd.' o°c het Turf huis verplaatir., in drie byzonde Stads gebouwen, ffcaande digt aan de *'*' len: een by de Zaagmolens - Poort; een ver de Paffeerderftraat, en een ten einde v de Reguliersgraft. Het Nieuwe-zyds-H^ zitten-huis is, nog voor weinige Jaare ' n3 binnen, zeer veel verbeterd, en, in ,- 't jaar 1762 is de groote Uitdeelpg> ^ begon te zakken, van nieuws, &-" '. |
|||||||||||||||||
Hifi*
|
|||||||||||||||||
voikomeniyK neriteid. ue gr^---------
der is, ten zelfden tyde, dieper gemaal
|
e
|
||||||||||||||||
en
'in |
|||||||||||||||||
■
|
||||
^J^T ZrzMlTWE - ZYJ)S -HZriSZITTJSJr - AAJiMOJCS'SHJSTIJïRS -HUIS
|
||||
IV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN. 267
|
||||||||||||||||||||||||
^H" *n tras °^ 1"ement ge'egd. Het Godshuis ,
" waarvan wy fpreeken, beftaat uit twee by- zondere gebouwen. Het eerfte en aanzien- lykffce, welk drie Verdiepingen heeft, voert Stads wapen in de Frontefpies, en heeft een' ruimen ingang, voor welken, een koperen armbos geplaatft is. Voorts, (laat 'er, ter we- derzyde van den ingang, een zwaar yzeren hek. Naar binnen getreden, komt men in een ruim Voorhuis, waar, zuidwaards, de toe- gang is naar de wooning van den Binnen- vader en Binnenmoeder, uit twee Kamers en een kooken beftaande. Noordwaards , treedt men j in 't Comptoir der Regenten, |
||||||||||||||||||||||||
drie Regenten de uitdeelingen doen vanHuisziT-
brood, boter en kaas, die den behoeftigen, T£N Al- door de Bedienden van 't Huis, worden aan- J^f" gereikt; en ook van eemg geld, welk, aan Huizen fommigen, door de Regenten zelven, gege-«» Wjedu- ven wordt. In dit vertrek, welk men <feWEN- Kerk noemt, om dat het byna de gedaanteIl0F' van eene Kerk heeft, zyn verfcheiden kaflèn, waar de brooden, de boter en de kaas, in een vertrek, het Boterhuis genaamd, hiertoe byzonderlyk gefchikt, behoorlyk afgewoo- gen en verdeeld, vooraf, geplaatft worden. Ten zuiden van de zogenaamde Kerk, heeft men de Bakkery, waar, met drie ovens, ge- |
||||||||||||||||||||||||
een net vierkant Vertrek, met een fraaijen bakken wordt, en naar welke, men ook,
bepleifterden en overgeverwden koepel, van door eenen open gang, die voor aan de Prin- boven.Aandenfchoorfteenmantehzietmende fengraft uitkomt, toegang heeft. Voorde wapens van eenige Regenten, terwederzyde Bakkery , is eene ruime Timmer-en Berg- man een'fpiegel en fchilderftuk, in'tgraauw. Loots: en daarby een Turf hok, waarin een |
||||||||||||||||||||||||
Vez
|
fteenen Turf kok er gemetfeld is. Voorts,
heeft men, boven, zeer ruime Kooren- en
Kaaszolders, en, onder den zuidelyken vfeu-
behoefrigen, befchilderd is. Ook ftaan 'er gel van 't gebouw, eene groote, koele Bo
|
|||||||||||||||||||||||
drie diergelyke zinnebeelden in 't graauw,
in 't wellen, boven; en in de vier hoeken der zaale, agt deugden, insgelyks in 't graauw, °p deuren gefchilderd. In de vier lichten ^an 't vertrek, plagten vier Burgemeefter- tyke wapens te ftaan, die, met het vernieu- wen der glasraamen, weggenomen zyn; doch, levens het wapen en oud zegel der Stad, in gereedheid zyn' gebragt j om 'er weder- om geplaatft te können worden, 't Schoor- tteenftuk vertoont een gezelfchap van Re- genten j en tegen den ooftelyken wand, }s een groot Regentenftuk geplaatft, welk, ^ 't jaar 1651, door Jacob Bakker, gefchil- "erd is. Boven den ingang naar 't vertrek van binnen, zyn de wapens van zes Regen- en , konftiglyk, uitgebeeld. Ook hangen er de wapen- en naamborden der Regen- |
terkelder, die, 's winters, met planken be-
legd wordt. Noordwaards, nevens het Huis, welk wy, tot hiertoe, befchreeven hebben, ftaat een laag gebouw van eene verdieping, het Tuinhuis genaamd. Het voert het Kog- gefchip uit Stads zegel in de Frontefpies, en heeft drie deuren, boven twee van wel-. ken , midsgaders, boven de deur van den gang, die, zuidwaards, langs het groote ge- bouw loopt, de uitdeelingen aan de behoef- tigen , welken hier gefchieden, met toepas- felyke plaatfen der Schriftuure , door den beroemden Henrik de Keizer, konftiglyk, in hardfteen, uitgehouwen zyn. In 't midden, leeft men: Saligh fyn de barmhertige , want haer fal barmhertigheydt gefchieden. Matth. V. vers 7. En ter wederzyde: Doet wel aen den Armen. U Loon is in den Hemel. Agter |
|||||||||||||||||||||||
etl aan den wand: en in twee vakken in 't de middelfte deur, die niet geopend wordt,
^°ften, leeft men: Ter gedacht entjje van de is een vertrek, welk op een' fraaijen , lan- )erfiellinge defes Godtshuys ityt de nieuwe Kerck gen bloemtuin uitziet. Langs deezen tuin, *l[I'rfie uytdelingealhier aenden armengedaen loopt, aan elke zyde, eene gaandery, die,
P den 20 December desjaers 164.9 '• doen Huys- door middel van drie hekken, in vier lange
J ten-meéfiers fyv.de Lucas Pietersz Conyn, Jo- gangen verdeeld is. De twee zyd-deuren qU jfur.' Rombout Kemp, Claes van Liih, verleenen toegang naar deeze beide zyden ^rnslis Metfuc en jjaac Qommelyn. Terzyde der gaanderye. Door de eene deur, Wör- ter zaale, ineen' engen gang, is de deur van den de behoeftigen ingelaaten, die verzoe- n overwelfd vertrek agter 't Voorhuis, al- ken ingefchreeven te worden, waartoe een 'mr- K f1 de papieren - effeéten van der Regenten, met den Binnenvader byzig, ^uis bewaard worden. Uit de zaal, komt zit, in een vertrek met twee deuren, ten Welt' in een Zeer §root en nooS vertrek , einde van den gemelden tuin, alwaar, voor Waa :P Zwa,are , en %len ruft, en al- eenenEngelfchenfchoorfteen,eenzinnebeel- den d^ wepkelykfche uitdeelingen gefchie- dig fchilderftuk ftaat: en door de andere deur, fch»ïd > *s' (*00r ^outen hekken, in ver- laat men hen wederom uit. |
||||||||||||||||||||||||
. a naauwe gangen. verAfM • ^n >"nW De Huiszitten - meefters aan de Nieuwe Het bezit
|
||||||||||||||||||||||||
S
|
Waar 'jZyn drie P^atfen afgezonderd, al- zyde hebben, nevens het Gafthuis, al vroeg, deh,elfc
' aes zomers, twee, en, des winters, het voarregt gehad, om de groote en kleine J^^ |
|||||||||||||||||||||||
Kraan, Kraanen,
|
||||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||
MSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||
s68
|
|||||||||||||||||||||||
Hoi«1*"
tBn-A^' Hoi««*
»*& WEN'-
|
|||||||||||||||||||||||
1553. Pieter Hendrikfe Opmeer.
1554. Claas Corneliflen.
1554. Gerrit Reynft.
1555- Jacob Hendrikfen. 1555. Härmen Ellersz.
1556. Jonge Jan Duveffen.
1556. Albert Dirk Marcusz.
1557. Florus Roeters.
1559. Jan Vechtersz. Semelkoper.
1562. Andries Hollefloot. 1562. Dirk Jan Deymans. 1566. Coen Pieterfen. 1566. Floris Dirkfen Otter. 1568. Gerbrandt Eggenfe. 1568. Thomas Symonfen.
1569. Jan van Santen.
1569. Dirk Jan Evertfe. 1571. Lucas van Teylingen.
1572. Hendrik Egbertfe Houtkoopeï.
1573. Claas van Santen.
1574. Evert Jacobfen.
1574. Gerrit Janfen Deyman.
1576. M'. Jan Tymansz.
1577. Jan van Marken.
1577. Mr. Jan Duvefen.
1578. Simon Dirkfen.
1578. Bartholt Dirkfen. 1578. Jan Smit. 1578. Jan Verburg. 1578. Jan Pieterfe Reaal.
1579. Willem Pausz.
1580. Anthony Jansz. Schellingwontf.
1580. Jan Janfen Carel.
1581. Tymen Meindertfen.
1582. Claas Egbertfe Gooijer.
1583. Jan Claasz. Reymertfe.
1585. Cornelis Jacob Witze. 1585. Gooffen Jacobfen Hooft.
1585- Jan Pieterfe de Wit. 1586. Wybrant Appelman.
1586. Henderik Pieterfe Schryver. *588. Jan van Heusden. 1589. Claas Lambertfe.
1589. Hendrik Pieterfe. 1592. Jacob Egbertfe. 1598. Jan Witzen. 1603. Albert Symenfen Jonkhein. 1603. Dirk Claas Reyniers. 1609. Jan Cornelisz. Geelvinck. 1609. Willem Hooft Jansz. 1609. Hendrik Lens. 1611. Jacob Dirkfen de Lange.
1612. Pieter van Montfoort.
1614. Dirk Haffelaer. 1617. Abraham Gilion.
1618. Philip Theyfen.
1620. Pieter Jacobsz. Elias. 1620. Jan Pieterfe Brugman. 1620. Franck van der Does. |
|||||||||||||||||||||||
Kraan, hier ter Stede, te verhuuren * en 't
voordeel, welk 'er van komt, voor de helft, te genieten; gelyk wy, reeds elders ( e ), hebben aangetekend. Zy plagten ook eeni- ge Landeryen in Nieuwer-Amftel te. bezit- ten; doeh dezelven zyn, al voor veele jaa- ren, allen verkogt geweeft (ƒ). Zie hier de naamen der Regenten
van het Nieuwe-zyds-Huiszitten-Huis , zo verze hebben können gevonden worden; |
|||||||||||||||||||||||
Huiszit-
TEN-ÄAL-
MOESSE- NiERS- HUIZEN tn Wedu-
wen- Hof. Naamlyft
der Re- genten. |
|||||||||||||||||||||||
1449-
1449-
1449. 1449. 1459-
1459- 1459- 1459-
1511. 1511.
1511. 1511. 1512. 1512. I5I4- I5I5. I5I5- 1518. I5I9- I5I9- 1522. 1523-
1523-
I523-
1524. 1524.
15*5-
1526. 1528.
1528. 1528. I536- 1537- 1537- 1538. 1538. 1540. I54I-
1542. 1543-
1546. 1546.
1547-
1548. I550. I55I. I55I- |
Meindert Janszoen.
Jacob Reynertszoen.
Jan Heinszoen die Wantfnyder.
Pieter Cornan.
Floryn Jacobszoen.
Symon Claeszoen.
Jacob Pille.
Gerrit PaauWi
Willem Dayn.
Gerrit Volkerfen.
Barent Barentfe.
Reyer Peterfe.
Claas GerritfeMattheuffen.
Jan Lambertfe.
Jacob Huygh.
Pieter Opmeer.
Jan Meeufen.
Jonge Claas Hein.
Simon Claaszoen.
Jan Duvesz. de Oude.
Claas Kloeck.
Jan Gavenszoen.
M'. Hendrik Dirk Janneszoen,
Mr. Windrik Hendrikfen.
Claas Jan Cobbenszoen.
Albrecht Braafeman.
Albert Louw.
Claas Hein.
Claas de Jonge.
Dirk Hillebrantszoen Otter.
Willem Dirksz.
Jan Duvesz. de Jonge, Houtkoper.
Jacob Dobbefe.
Claas Doedefe.
Simon Tamenfen.
Simon Claas Copsz.
Floris Martsz.
Willem Jansz. Brouwer.
Jan Duvesz., Lakenkooper.
Ysbrant Jansz. Beer.
Härmen Ottensz.
Dirk Jan Hendrikfe.
Pieter Jacobsz. Schaap.
Pieter Pietersz. Codde de Jonge.
Härmen Roodenburg.
Hendrik Corneliflen.
M'. Willem Jacobsz. Walichsz.
|
||||||||||||||||||||||
(e) Zie III. Deel, I. Bce^t bl. «7. IV. Bte{, tl, 1+9,
(f) Stids MiflireH N. XXIX. ƒ. 91 verf«.
|
|||||||||||||||||||||||
1620. Hendrik Laurensz.
|
t6iO'
|
||||||||||||||||||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN. 269
|
|||||||||||||||
1620. Jan Gerritfe Coppit.
1622. Willem Adriaanfe Raap. 1624. Cornelis Scheliïnger. • 1624. Jan Gerritfen Verlooren Arbeid.
1Ö25. Willem Ysbrantfe Kieft. 1625. Dirk Haring.
1626. Jan Lambertfe.
1630. Lucas Pietersz Conyn. 1630. Johan Steur.
1631. Jacob Corneiisz. Hooft.
1632. Jan Benningh Koekebakker.
1635. Rombout Kemp. 1640. Claas van Lith.
1Ó44. Cornelis Metfue. 1645. Pieter Gerritfe Haflelaer.
1646. Gerrit HafTelaer Claasz.
1647. Ifaac Commelyn.
2651. Jan Appelman. 1651. Jacobus Reynft.
1652. Hendrik Roeters.
1652. Abraham Ernfl van Baffen.
1653. Joachim Jansz. Scheepmaker.
1655. Jan van Halewyn. 1655. Tymon Veeneman.
1657. Hendrik van Cleef.
1662. Elias Nuyts.
1666. Pieter Bernouille.
1673. Matthias Amia.
1673. Gerrit Schaap.
1673. Adriaan Temminck, Engelbertsz.
1676. Marten van Loon Pieterszoon.
1677. Anthony Reepmaker.
1679. Baftiaan Beerewouts. 168 r. Ni colaas van der Hagen. I683. Izaak Soreau. 1683. Nicolaas Ie Seutre.
1684. ErnO; van Croonenburg.
1/588. Daniel Kick.. 1688. Sieuwert Witzen.
1688. Jan van der Graaf. 1690. Jofeph van de Putte. 1692. Reinier La Clé. 1694- Hendrik Miering. ^QS- Egidius van den Bempden. ^95- Hendrik Stok. 1(599. Aarnoud Schuyt. *7oi. Dirk Cok Corneiisz. 1701. Balthazar Sweers. 1708. Barend Haan. J725. Matthys Slicher
J729. Cornelis Jacob h ,is.
730. Jan Jacob Verrneeïen
'33- Diderik Grommée
illl' ^'- Jo^Hubert van Meel.
|
|||||||||||||||
1739. Jan Teftas.
1739. Theodore Balguerie.
1740. Guilielmo Hartiinck.
1741. David Giffenig.
1745. Nicolaas Wittens. 1749. Philip Zaal Jooftzoon. |
Huiszit-
TEN Aal- MOESSE-
JNlttRS-
HüTZES
en Wedüt
wen- Hof; |
||||||||||||||
1749. Willem van Lingen. I________
1751. Martinas de Wilde.
I750'- Jacob Luden. 1757. Ambrofius Pool.
1761. Gerard de Putter. 17 61. Andries Benezet. De Huiszitten-meefters aan beide de zy- Gelegen-
den waren, al van ouds, bezitters geweeft heId tuC van verfcheiden' wooningen, voor bedaag- Jf, °p^f" de Weduwen en Maagden gefchikt, welke een We- wooningen, hier en daar, door de Stad, ver- duwen* fpreid, en aan hun gemaakt, of opgedraa-Hof' gen waren. Wy hebben 'er, hier voor(g), reeds eenigen aangeweezen. Men kan 'er de Opmeers - huisjes, de Jan - Fys - Vliegevs- buisjes , het Keizerryk , en Vegters - boom- gaard byvoegen. Doch de voornaamften 1 waren de Volders - buizen , gelegen aan de noordzyde van den Heiligen - weg , tegen over 'tClariffen-Kloofter, eerft door de Stad gebouwd, ten dienfle der Lakenneeringe; doch, in 't jaar 1584, verkogc aan Ttgen Wil- lem Schepels dogter , Weduwe van Hees Willemszoon -, tot wooningen voor arme vrouwen, voor eene fomme van vyf dui- zend vyf honderd guldens; mids datBurge- meefteren de keur aan zig behielden, om de twee wooningen, diedigtftaan de veftfton- den, ten gebruike der Lakenbereideren, vol- gens fchattinge van goede mannen, aan zig te behouden (h); 't welk zy, nogtans,niet fchynen gedaan te hebben. De Stigteres (tel- de , op den tweeden Oóïober des gemelden jaars, zes van deeze wooningen, die agttien in getal waren, onder opzigt derHuiszitten- meefteren aan de Oudezyde; zes anderen onder opzigt der Huiszitten - meefteren aan de Nieuwe zyde; vier onder opzigt van de Regenten der Gaflhuizen, en de twee ove- rigen onder opzigt van de Regenten van 't Weeshuis, en fchikte een inkomen van een- honderd guldens 's jaars, tot onderhoud dee- zer wooningen; te gelyk, bedingende, dat haare vrienden en de vrienden van haaren man, Hees Willemszoon, voor anderen, in dezelven, zouden geplaatfl worden (f). Doch toen men, in 't jaar 1649, befloot, hetgroot- fte geaeelte van den grond der Hand- en Voetboogs-Doelen, agter de Volders-hui- |
|||||||||||||||
zen
(g) Bladx.. iSt ent..
(h) Refol. Vtoedfcb. AT. s. 19 *'pt. Ij8+,
Mm
|
|||||||||||||||
H. S T Afl"enkergh
|
|||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||
UI. Deel.
|
|||||||||||||||||||||
27°
|
|||||||||||||||||||||
ben, ook twaalf wooningen, onder en bo- H°IS^
ven, te beginnen van den Stads wal af, en ^iss,f, nog twee anderen begeven; en dat de twee ^iekS- wooningenvoor den Binnenvaderen Binnen-11^%. moeder, tuffchen de twee Huiszitten-huizen, «^ |
|||||||||||||||||||||
zen gelegen, aan erven uit te geeven, werdt
geraaden gevonden, ook deeze armen-woo- ningen te verkoopen, en 't gene 'er van ko- men zou, zo ver het (trekken kon, aan te leggen tot ftigtinge van een nieuw Wedu- wen-Hof, op een gedeelte van den grond van 't Karthiüzers - Kloofter (£) , welk de Stad van 't Burger-Weeshuis, waaraan dit Kloofler afgeftaan was, voor vyf duizend agt honderd zeven guldens en elf ftuivers, gekogt hadt. Te gelyk, befloot men, eeni- ge andere armen-wooningen, zo aan de Ou- de als Nieuwe zyde, te gelde te maaken, en de penningen te befteeden tot opbouw van het nieuwe Huiszit ten-Weduwen-Hof.
|
|||||||||||||||||||||
Huiszit
t£n-Aal-
MQESSE-
HIERS-
Huizen
en Wedu- wen- Hof. |
|||||||||||||||||||||
»•eH-
|
|||||||||||||||||||||
gemeen blyven zouden (/). Doch in 't jaar ^f
1669, befloot men, van elke zyde, eenen Binnenvader te ftellen: en toen werden dee- ze twee wooningen, by onderlinge overeen- komft tuffchen de beiderzydfche Regenten, aan die van de Oude zyde overgegeven (in), die 'er, federt, hunnen Binnenvader hebben laaten woonen, aan welken men ook het ge- bruik van een boven-vertrek, welk gemeen gebleeven was, vergund heeft. Van wege de Oude zyde, worden dus, nog tegenwoor- dig, veertien beneden- en veertien boven- wooningen aan behoeftigen begeven. De Regenten van de Nieuwe zyde begeevcn agt en dertig beneden-, en even zo veele boven-wooningen aan behoeftigen. De woo- ningen der Oude zyde zyn met A. B. C enz. die dèr Nieuwe zyde met 1. 2. 3 enz. gete- kend. Doch tot de Nieuwe zyde, behoo- ren ook nog twee beneden-wooningen; bo- ven eene van welken.., twee boven-woo- ningen , boven eikanderen, zyn, in de Tichel- ftraat, naaft het Weduwen-Hof. De bei- derlei Regenten ftellen, wegens ieder zyde, eenen Binnenvader op 't Weduwen - Hof, die elk opzigt hebben, op de wooningen en bewoonfters, tot zyne zyde behoorende. De Binnenvader wegens de Oude zyde bewoont twee beneden-wooningen, en eene boven- wooning ter regter-, of aan de weftzyde van den ingang. De Binnenvader wegens de Nieu- we zyde bewoont de twee uiterfte woonin- gen van 't Geftigt in 't ooften, aan de Kar- thuizers-ftraat, boven en beneden. Het We- duwen-Plof heeft ook een' uitgang op de Anjeliers-graft, langs welken, eene Timmer- loots, eene bergplaats voor de Boedeltj^s der behoeftigen, en voor de Turffleeden, ten dienfte der Nieuwe zyde alleen, getirfl- merd zyn. Op de Plaats van het zelve, die twee Bleekvelden heeft, leggen eene diep* geboorde Put, en een Regenwaters-Pomp» uit welke laatfte, aan elke bewoonfter, ge" meenlyk, vier emmeren waters ter weeke gegeven worden. _ ß> Volgens een Reglement op de beftiering^t
van het Weduwen-Hof, in den jaare i<?5°' V-0r.,. door de Regenten van beide de zyden, b7b£!s! voorraad, vaftgefteld, worden, voor andt- fte ren, in dit Godshuis, aangenomen "Wedu- wen, of ongehuwde Vrouwsperfoonen > dje aan de Stigters of begiftigers in den bloede rit
(/) Ex/raft uit de Notulen in'tO.z. Hmszitten Huls*""*
2j oa.b. .«50. - z. Huiw«e,h* |
|||||||||||||||||||||
__ :t ftaat agter de Karthiüzers, en is, in
jLl 't jaar 1650, onder 't opzigt vanden
'Stads Bouwmeefter, Daniel Stalpart, vol- bouwd. In den Voorgevel, ftaa.t een Sche- pel, ter gedagteniffe der Volders huizen, die, door Ttgen, Dogter van Willem Schepel, geftigt waren. En rondsom leeft men, op vyf wapenfchilden, de naamen der Gefüg- ten , welker koopprys, onder anderen, tot het bouwen van het Weduwen-Hof, is aan- gelegd: Keizerryk , Opmeer , Vechters-Boo- .gaert, Peereboom, en Jan - Wif- Vliegen. Het Huis heeft, wyders, in 't midden, voor aan de ftraat, een' deftigen ingang, die toegang verleent naar eene ruime Plaats, rondsom bebouwd met de wooning'en voor behoefti- ge Weduwen en bedaagde Maagden. Agt van deeze wooningen, vier boven- en vier .beneden- ver trekken, -zyn 'er, aan elke zyde van den ingang, zo wel voor aan de ftraat, als van binnen aan de Plaats, die, aan de drie overige zyden , met twee en twintig beneden-, en even zo veel boven-woonin- gen bezet is: zo dat 'er, in alles, vier en vyftig beneden-, en even zo veel boven- wooningen zyn, van welken vier beneden- en drie boven - wooningen , door de fcwee Binnenvaders, gebruikt worden. De ove- rigen honderd en een worden, door behoef- tigen, bewoond. De Stad , het grootfte gedeelte der koften van 't bouwen gedraa- gen hebbende, liet het onderhoud en be- wind van 't Geftigt aan de twee Huiszitten- huizen alleen, zonder dat 'er 't Gafthuis en 't Burger-Weeshuis, voortaan', eenige be- zorging over hebben zouden. Men kwam overeen , dat de Regenten van 't Oude-zyds- Huiszitten-huis, die in 't eerft ze'ftien drie en vyftigfte deelen in 't onderhoud en de laften droegen; doch, naderhand, fomtyds minder, fomtyds meerder, gedraagen heb- -
|
|||||||||||||||||||||
Befchry-
ving van het Huis ZITTSN-
Wedu-
WEN-
Hof.
|
|||||||||||||||||||||
(kj Reful. Vroedfeh.,_A'. _.. i. Dcccmb. iCng, f. 51. (»»_ Conventie van 14 /% I66». in'(O
|
|||||||||||||||||||||
^
|
|||||||||
A
|
|||||||||
't HuiszitTJBJsr- Wfbuwèj^- Ito f
|
|||||||||
'tS HiriSZIT TJSJf - WjBD 7TWF2V - H O F
■>im ói'n/inn , naar opteren te. .:/••/'
|
|||||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN eh GODSDIENSTIGE GESTIGTEN. 271
ï£u^s|It- beftaan: .voorts, ingebooren_ poorterfchen: de Huiszitten-meeflers^ te laaten bedeelen, Huiszif-
SloEsstfL" en daarna, ook andere huiszittende perfoo- dan die, hier, zes jaaren agtereen,gewoond tenäal- Ä- ~ nen, zulken zelfs, die wettige kind of kin- hadden (p). En deeze tyd is, naderhand, ^OESSE- f^Tx deren hebben b- midszy, vooraf, borg ftel- op zeven jaaren gefield. ^ De toevloed der Huizen \c£tJDü-len, dat dezelven, na haar overlyden, niet armen, en van zulken in 't byzonder, die zi°-, enWmm- *W ten lade der Regenten komen zullen ; erl met valfehe Getüigfchriften van de plaats en WKN_ dat de Zoonen niet langer dan tot datzyne^ tyd hunner inwooninge, aan de Huiszitten- HüFi gentien, en de Dogters niet langer dan tot huizen,.vervoegden;en, na dat zy, 's win- dat zy agttien jaaren bereikt hebben,iahet ters, hier, de uitdeelingengenootenhadden,. Godshuis, zullen mogen verblyven. De be- zig, des zomers, ten platten Lande, onthiel- -woanders moeten, voor dat zy op 't Hof den, en van den bedelzak leefden,'hebben, komen woonen, een' netten ftaat van 't ge- het invoeren van fcherper toezigt, danvoor- iie zy bezitten aan de Regenten overgeeven. maals gebruikt was, noodzaakelyk gemaakt. Zy mogen zig niet geneeren met het bakken Men heeft ^ op den tienden January des jaars van boekweiten- of oliekoeken, noch eeni- 1682, vaftgefteld „ dat 'er j voortaan, gee- ge andere neering doen b waartoe vuur ver- „ ne zomergiften gegeven zouden worden, eifcht wordt: ook geene doove kooien .be- „ dan aan oude, kreupele en elendige men- waaren, dan onder den fchoorfteen, en in „ fchen. Dat de Huiszitten, aan niemant, doofpotten. Voorts, moeten zy te vrede ,-, die van eenig. Godshuis , evenveel van zyn met de wooning, die haar aangeweezen „ welke gezindheid, onderhoud trok, meer is; allen twifl en gekyf myden,eri den Re.- „ zouden mogen geeven, dan een of twee genten en Binnen vaderen [gehoorzaam, zyru ,j manden turf ter weeke naar de grootte De Binnenvaders zyn verpligt, het Hof ten „ der huisgezinnen. En dat de Oude en negen uuren te fluiten. Na tien uuren * ma- „ Nieuwe zyde verdeeld zouden worden in gen zy niemant inlaaten. Ook moeten zy^ i} kleine wy ken, over ieder van welken, een voor en op dat uur, tweemaal , de ronde „ Wykmeefler zou worden gefield;die on- doen, om te zien, of elk zyn licht wel uit- „ derzoek zouden moeten doen, of de armen* gedaan heeft. Voorts, moeten de Binnen- „ welken, door de Huiszitten, bedeeld wer- Vaders van't overlyden der Bewoonfteren j „ den, de gaaven ook onwaardig waren* terftond, aan de Regenten, die 't aangaat, „ waarvan 6zy den, Regenten zouden moe- kennis geeven (n). De bewoonflers van 't j, ten kennis geeven: en te gelyk, of ook, Weduwen-Hof gemeten, boven vryewoo- *, onder de bedeelde huisgezinnen, kinde- ning, van wege de Nieuwe zyde, ieder een „ ren waren, bekwaam om eenig handwerk tarwenbrood, eenige kaas enzesfluivers aan „ te doen, of te leeren (q)." Ten zelfden geld ter weeke, en dertig ton turf, in 't jaan tyde, werdt 'er "zekere fehikking gemaakt, Doch die van de Oude zyde krygen, behal- tufTchen de Huiszitten-huizen en het Aal- Ve't brood en een pond boter ter weeke, en moeffeniers-huis,van welke wy,in de Befchry- vyfen twintig ton turf in't jaar, uit zekere ou- ving van het laatftgemelde, fpreeken zullen, de Legaaten, daarenboven, weekelyks, eenig De befliëring van beide de Huiszitten- geld, te weeten, in den zomer, twaalf Huivers, huizen komt, in de voornaamfle opzigten, *tï(, en in den winter, vier en twintig Huivers, overeen; doch verfchilt egter,in eenige by- \** De Huiszitten - huizen aan de Oude en zonderheden, in 't vervolg, daar 't pas geeft, Nieuwe zyde flaan ieder onder 't opzigt te melden. Tweemaal 's jaars, gefchiedt 'er van zes Huiszittenmeesters of eene algemeene infchryving van behoeftige Regenten, die ook het Weduwen-Huiszitten, aan beide de zy den. De winter- Hof beflieren, en, even als de Regenten infchry ving aan de Oude zyde begint door- der andere Godshuizen, door Burgemeefte- gaands in Oftober of November, enduurtzes ren, worden aangefleld. In de oudfle tyden, weeken, drie dagen in ieder weeke , van Jr4e werden zy, jaarlyks, door 't Geregt, ge- twee tot vyf uuren na den middag, waarna linHe kooren (0). In de zefliende eeuwe, werden de wintergiften, metdehVrydag voorKerft- bieder reeds., door de Huiszitten-meeflers, ook in tyd, aanvangen, die, tot Vrydags voor Palm- en, cf«> den zomer, uitdeelingen gedaan,en welaan zondagingeflooten,duuren. Aan de Nieuwe 'uiden, die drie jaaren Poorter geweeft wa- zyde, begint zy, in't laatft van Oftober, of in'c ren, of hier, vier of vyf jaaren agtereen ge- begin van November, en duurt zeven weeken ftadelyk, gewoond hadden, en, uit dien hoof- agtereen, alle nademiddagen , behalve 's Je» huiszittenden genoemd mogten worden. Vrydags, van twee tot vyf uuren. De zo- D°ch in't jaar 1650, is, by Burgemeefte- mer-infchry ving, die van veel minder uit- ren en Raaden, bellooten, niemant, door geftrektheid is, begint, aan de Oude zyde, vee**
S ït ^tReglemcntzelf. z«.^CommEI.IN> il. ,„. <f\ ^ Tïf *' "' " °* **» fA '?*
v j «.emb, A> yt ,? vtrfti c, ƒ. + vtrc, (f' «*■«»• »*> */»• Mm 2
|
||||
A M S 'T- E R DA MS III. Deel.
|
|||||||
S72
|
|||||||
HmsziT- veertien dagen voor Paafchen; en aan de beide de zyden draagen zorg, dat de dog-Hüisz^'
ten-Aal- Nieuwe zyde, in Maart, en duurt maar zes tertjes van behoeftigen, van zeven tot veer- ten-A' moesse; dagen. Aan de Nieuwe zyde, duurt de win- den jaaren oud, op het Stads Zyde-Wind- M°^ss. KiERs. ter-bedeeling, dertien, en de zomer-bedee- huis, befteed worden, ten ware zy reeds een j?füi2Bjr en Wedó. ling negen en dertig weeken. Doch aan de handwerk oefenden, of de ouders noodzaa- ê»jVP? • wen- Oude zyde, duurt de winter-bedeeling langer kelyk dienen moeiten; waarvan behoorlyk w£K' Hof. of korter,naar datPaafchen laat of vroeg komt: blyk moet gegeven worden. En hiervan ge-1*0^ waarnaar zig ook de zomer-bedeeling regelt, fchiedt aantekening op de briefjes, tot naar- die, altoos, 's Vrydags voor Paafchen, aan- rigt der Regenten, die, de volgende dagen, vangt. By de bedeeling, zyn een of meer Die- op de infchryving, zitten. Als de Regenten naars van 't Aalmoeflèniers-Weeshuis tegen- eenigen twyfel hebben, omtrent de partyen, woordig, om 't gemeen in orde te houden, die ónderfland begeeren, wordt de infchry- De zevenjaarige inwooning der behoeftigen, ving uitgefleld, tot dat, door een' der Sup- die, een voor een, voor de Regenten, inde pooflen, nader onderzoek op dezelven ge- Infchryf-Comptoiren, moeten komen, moet, daan is. De infchryving gedaan zynde, volgt, door twee eerlyke Gereformeerde of Luther- kort daar op, de bedeeling, die, eens ter fche Ledemaaten, getuigd worden. Ook moe- weeke, des Vrydags, na den middag ge- ten deezen de wezenlykheid der behoefte fchiedt. Aan beide de zyden," wordt, het van elke party e verklaaren. Vrouwen, wel- gäntfche jaar door, brood uitgedeeld. Doch ker mans op de vaart zyn, moeten zulks, aan de Oude zyde, deelt men, zomer en win- met eene Atteftatie of met getuigen, bewy- ter; ook boter uit: waartegen, aan de Nieu- zen. Man en Vrouw met één kind worden we zyde, des zomers, alleen brood, en aan niet, immers niet ligt, bedeeld: ;ook geene fommigen, des zomers en des winters, ook bedroogen dógters , al hadden zy fchoon, eenig geld, te weeten, twee, vier, zes, agt, voorheen, ónderfland genooten. De We- tien of twaalf ftui vers ter weeke, en^deswin- duwenaars of Weduwen, die een of meer ters, aan allen, die geene Ledemaaten van ee- kinderen onder de veertien jaaren, en de ge- nige Gemeenten zyn, ook boter, en aan vee- huwden, die, met twee of meer kinderen Ien,daarenboven, kaas uitgedeeld wordt.Beidc van die jaaren, belaft zyn, moeten, met de Huizen deelen, des winters, aan alle Huis- hunne kinderen , aan 't Comptoir komen, gezinnen en huishoudende perfoonen turf uit. Zulken, die kinderenleenen, verliezen hun- Zulken, die vier of meer kinderen onder de ne gifte. Sterken, en die geenenlaft van kin- veertien jaaren hebben, krygen twee zak- deren hebben, worden niet bedeeld: ook ken turf, ter weeke: alle de overigen niet geenen, die minder dan veertig jaaren oud meer dan eenen zak. Van deeze zakken, maa* zyn, ten ware zy gebrekkelyk van lighaam ken de drie omtrent twee ton turf uit. Zo waren. Zelfs wordt, aan geene anderen, drie of meer behoeftige partyen, by elkan- die jonger zyn, enkelyk turf gegsven. De deren, woonen, of in ééne flaapftede t'huis briefjes van zulken, die, door Regenten, leggen, krygen zy,famen, maar eenen zak worden afgeweezen , worden ingetrokken turf, en men geeft hun geene briefjes, ten en bewaard, op dat menze zou können naar- zyze allen, gelykelyk, aan 't Comptoir ko- zien, indien eenïge afgeweezen party, na- men. Aan zulken, die, by de Gereformeer- derhand, voorwenden mögt, haar briefje, den, Lutherfchen, Roomfchen, of eenige by de voorgaande gifte, verlooren te heb- andere gezindheid, Lidmaaten zyn, wordt ben. Men geeft geen confent, of verlof om alleen turf gegeven, met dit onderfcheid nog- de bediening, elders, dan aan de Huiszit- tans, dat, aan Gereformeerde Ledemaaten, tenhuizen, of, door een' ander', te laaten de gewoonlyke ónderfland verleend wordt \ haaien, ten ware de behoeftige party niet tot dat zy van de Diaconie trekken können: gaan kon: of zo zulks al, om eenige ande- 't welk, tegenwoordig, gemeenlyk, niet eer* re goede reden, gefchiedt, moet dezelve, der zyn kan, dan na dat zy vyf, of zes ja*" door het oudfte kind, of door een goeden ren Lidmaat geweefl zyn (r). Behoeftig2 bekenden, wiens naam op het briefje gefield Kraamvrouwen krygen, aan de Oude zyde* wordt, worden gehaald. Die zig willen laa» vier weeken agtereen , 's winters, eene*1 ten infchry ven, moeten, vooral, de vereifch- zak turf meerder, dan zy gewoonlyk genie* te Trouw-enDoopcedulsmedebrengen. Op ten, en, zomer en winter, een gulden aart de Doopceduls der Roomfchgezïnden, waar- geld ter weeke , fchoon hier, anderszins» in veel bedrog plagt te gefchieden, wordt, geen geld gegeven wordt. Aan de Nie^' byzonderlyk, agt gegeven, en onder ande- we zyde, krygen zy geen meerder turf; ren gelet, dat daar by de Statie of Kerk, maar zes en twintig Huivers , of, z° z? waar de Priefter, die den doop bediend heeft, twee" woont, gemeld worde, Dé Regenten aan (r) git m. d»i, ii. a,*, »'. »*«•
|
|||||||
IV.BoEif. GODSHUIZEN en GODSDIENTIGE GESTIGTEN. 273
fï^A11"" tweelingen voortgebfagt hebben, twee en genhonderd. Aan de Roomfchgezinden, en huiszit.
HoÏS5EAL dertig Huivers , ter weeke. 't Getal der aan de Gereformeerde _en Lutherfche Lede- ten-Aa^ ^ïrs. ' brooden, die , des zomers , aan de Oude maaten , wordt, des winters, alleen turf ge- msesse- ;^ek zyde, gegeven worden, loopt van een tot geven; doch zulke Protestanten , die.tot ^SEN \vE^EDüvier, en des winters, van een tot zes of geene Gemeente behooren, krygen de vol- enWKi>u- Hof.' meer , naar de grootte der huisgezinnen; Ie bedeeling. ; wen- rekenende men, gemeenlyk, voor ieder kind, De inkomften van beide de Huizen be- IIoF-
een brood meer'. Doch aan de Nieuwe zy- ftaan uit de vrugten van eenige Huizen, Lan- J}^0"?* de, geeft men, zomer en winter, van één deryen,RentebrieyenenObligatien,welken Hu",^ tot'zes of meer'brooden, naar 't getal der zy bezitten. Ook hebben wy, hier voor, ten-Hui- kinderen. Het brood wordt, genoeg- reeds gemeld, dat het Oude-zyds-Huiszkten-^™- ■ zaam altoos, van enkele Pruiffifche Rog- huis het regt van de opfcheepinge der Bees- in £ en ge gebakken. Ieder brood weegt vyf pond. ten, en het Nieuwe-zyds-Huiszitten-huis de Oude en De boter plagt, voormaals, Friefche te zyn, helft van het inkomen der Kraanen bezit. Nieuwe Doch federt eenige jaaren, gebruikt men, Daarenboven , verzamelt het Qude-zyds- eifb e[]g doorgaands,Ierfche,enliefft Waterfordfche, Huiszitten-huis ook aalmoeffen, des Zon- i3Uizen. die beter koop, en ruim zo ilrekzaam;doch dags, in de Vroeg-, Voormiddags- enNa- liiet zo zuiver is. Aan de Oude zyde, is demiddags - Predikatien, en des Donderdags» egter, onlangs, wederom, Friefche en Gro* in de Vroegpredikatie, in de Oude Kerke; ninger boter gekogt. Elke behoeftige par- en hetNieuwe-zyds-Huiszittenhuis,desZon- ty krygt, des zomers, aan de Oude zyde al- dags, op gelyke tyden, en des Dingsdags, leen, van een half tot anderhalf, en .des in de Vroegpredikatie, in de Nieuwe Kerke, winters, van een half tot derdehalf pond Ten hunnen behoeve, gefchieden ook twee- ter weeke. Doch aan de Nieuwe zyde, derlei. ommegangen met de fchaale by de •geeft men, 's winters alleen, van een. half huizen, een door de Wykmeefters, en een pond tot een pond Boter. Van de Noord* door de inzamelaars der Aalmoeffeniers, van hollandfche kaas, die alleenlyk aandeNieui* welken wy, wat laager, breeder berigtgee- we zyde en des winters gegeven wordt , kry- ven zullen.. De aalmoeffen, die, in de Bos- sen partyen, die met vyf kinderen belaft zyn, fen, op openbaare Plaatfen en in herbergen, een vierde gedeelte van een twaalf-ponds plagten verzameld te worden, werden ook, kaas • en partyen, die zes kinderen hebben-, voor deezen, door de Huiszitten-huizen, ge- een halve agt-ponds kaas, ter weeke. Aän nooten; doch zy zyiv, by de fchikking des beide de zyden, worden ook doodkiften uitge- jaars 1682, aan 't Aalmoeffeniers-Weeshuis deeld, voor behoeftigen van allerleije gezind- afgeftaan. Ondertuffchen, hebben, federt heid.De meefte en voornaamftefchikkingen deezefchikking, verfcheiden'byzondereper- op de infchryving en uitdeeling, van welken foonen, herbergiers, winkeliers en anderen, wy gewaagd hebben, zyn vervat, in een Re- op de Regenten, uit eigen beweeging, ver- glement, door de Regenten van 't Huiszitten- zogt, dat 'er, in hunne huizen, boffen, ten Huis aan de Nieuwe zyde, op den twee en behoeve der Huiszitten-huizen, mogten ge- twintigften Odlober des jaars i734,vaftge- hangen worden; gelyk, hier endaar, ge- field. Aan de Oude zyde, alwaar op de in- fchied is. Het Huiszitten-Huis aan de Ou- fchryving inzonderheid, tot nog toe, geen de zyde heeft veel verlooren aan eene Bos, ömftandig Reglement vaftgefteld is, volgt die, voor't affchaffen der Pagten en Admo- men egter, omtrent het een en het ander, diatien, in't jaar 1748, in't Vleefchhouwers genoegzaam den zelfden voet. 't Verfchil, Gildehuis, plagt te hangen, en, jaarlyks, ryke- in eenige weinige opzigten, hebben wy niet lyk voorzien was. De Huiszitten-huizen zyn, verzuimd, aan te tekenen. wyders, volgens eene Keure van den vierden 't Getal der behoeftigen, die, aan beide January des jaars 1530» erfgenaamen van
de zyden, bedeeld worden, is, gelyk men zulken, die door hen onderhouden zyn, en ligtelyk denken kan, niet altoos even groot, geene nakomelingen agteriaaten_ (xj. Zy eS des zomers verre het kleinfte. Aan de hebben ook, reeds op den twmtigften Sep- Oude zyde, zyn, voor den winter van 't jaar tember des jaars 1533>regt verkreegen, om i764eni765,mimagttienhonderd,envoor hunne fchuldenaars , wegens Kuftmge of den zomer van 't jaar 1765,omtrentzeven- Huishuur, om de veertien dagen,te mogen honderd partyen ingefehreeven. Doch aan loos- en eigenpanden (f). DeLegaaten door de Nieuwe zyde, die veel uitgeftrekter is, en zulken, die, in dienft der Ooit- or Weftin- , ^aar veelmeer behoeftigen woonen,beliep difche Compagmen, alhier uitgevaarenzyn, ^ getal der ingefehreeven partyen, in den afin zelfden winter, meer dan vyfduizend drie- o) Kemb. d. ƒ. w. H*ndv. R'ï7«,
honderd, en in den zelfden zomer, ruim ne- ^ ' 7
Mm 3
|
||||
AMSTERDAMS IILDsel»
|
|||||||||||||||||||
$74
|
|||||||||||||||||||
ken j by beurten j zevenmaal in 't jaar, eenen ^v:sf^
ommegang, met eene zilveren fchaale, • ten TJ^SSÏ. behoeve der beide Huiszitten - huizen. Zy NIERs- verzoeken eene vry willige gifte, voor de Huis- flüiz^. |
|||||||||||||||||||
aan de Annen gemaakt, zyn, door Burge-
meefleren, verklaard, toe te komen, voor de helft, aan de Gereformeerde Diaconie, en voor de wederhelft, aan de Huiszitten. Doch zulke Legaaten, gemaakt zynde aan de Armen van of tot Amßerdam, zyn verklaard, te behooren aan de arme Weezen, dat is, aan het Burger-Weeshuis deezer Stad (a). De JWyk- of Buur tmeefiers, van welken
wy, reeds in 't voorbygaan, gewaagd heb- ben , zyn van ouder inftellinge, dan men, in 't gemeen, geoordeeld heeft. Immers, ik vind, op het jaar 1545, al gewaagd van Quartier- of Wyhneefiers, die, uit de Re- geeringe en deftigfte Burgers, gekooren wer- den , en, by welken, in dien zorgelyken tyd, alle vreemdelingen, zo dra zy in. de Stadkwa- men, zig moeiten aangeeven. De Stad was toen in zeven wyken verdeeld, drie aan de Oude; en vier aan de Nieuwe zyde: en in ieder Wyk, waren twee Wykmeefters (v). Doch 't fchynt, dat deeze Wykmeefters niet lang gediend hebben. Ook kwam hun dienft, veelligt, niet volkomenlyk , met dien der tegenwoordige Wykmeefteren, overeen. Im- mers, in'tjaar 1652, befloot het Geregt,by raade der zes en dertig Raaden, tot weerin- ge der onbehoorlyke Bedelaarye, Buürtmees- ters aan te ftellen, om agt te geeven op de luiden, die, in elke Wyk of Buurt, kwamen woonen, en om aan de behoeftigen getuig- fchriften te geeven > waarop zy onderhoud, by de Huiszitten* zouden können genie- ten (iy). En deezen fchynen, federt, den naam van fVykmeeßers gekreegen te hebben. Zy zyn verpligt, zulken, die de buurt ontruften, te vermaanen, om daarvan af te laaten <, en 'er, anderszins, den Geregte kennis van te geeven. Zulken, die hunne kinderen ledig laaten loopen, moeten zy daarvan afhouden; en zo men hun geen gehoor geeft, zulks den Regenten van'tWerkhuis, of den Gildeknegts der byzondere Gilden aandienen. Behoeftige kinderen, die beide de ouders verlooren heb- ben, moeten zy, door de naafte vrienden ■, zoeken te doen aanneemen. Doch zo dee- zen zulks weigeren, zyn zy verpligt, den in- boedel der ouderen op te tekenen, en de lyft daarvan te overhandigen aan de Armenbe- zorgers , van welken de overleedenen onder- houden ge weeft zyn. En 't zelfde moet ge- fchieden, wanneer iemant overlydt, die van aalmoeffen geleefd heeft. De Wykmeefters moeten een Regifter houden van alle de ar- men in hunne wyk,die onderhoud genieten. Voorts, dóen zy, in hunne byzondere wy- f«) Groot-Memot. N. lil. f. ij+, z+i. Handy, ll.iyt,
(f) Keurb. E. ƒ. 114. Zie ook^ hiei veor, II, Dttl, YI. Stjckj, it. 2SS. (w);Handv. tl, w.
|
|||||||||||||||||||
Huiszit-
ten-AaL' MOESSE-
HIERS- Huizen
en Wedu- WEN-
Hor.
|
|||||||||||||||||||
armen. Doch behalve deezen, gefchiedt 'er,en
|
|||||||||||||||||||
weN-
|
|||||||||||||||||||
alle vier weeken, en dus dertienmaal in 't
|
|||||||||||||||||||
jaar , een diergelyke ommegang met de cwtói
fchaale, door eerlyke Burgerluiden, ïnsge-tf»^. lyks , ten behoeve der Huiszitten - huizen, de 0f onder den naam van Aalmoeffeniers - armen. J^*«*f' Voormaals, plagt deeze fchaal aan 't Aal- fttiif'' moeffeniers - Weeshuis toe te komen; doch zy is, in 't jaar 1682, afgeftaan aan de Huis- zitten-Huizen, die, daartegen, het onder- houd der bejaarde arme huiszittende luiden op zig genomen hebben, welk, te vooren, ook ten lafte van het Aalmoeffeniers-Wees- huis plagt te komen (ac). De Wykmeefters dienen, zonder bepaaling van tyd; doch zy, die met de fchaale omgaan, können, na ver- loop van drie jaaren, ontilag verzoeken; wanneer zy, gemeenlyk, een drietal opgee- ven, waaruit de Regenten de open plaats vervullen. Zy worden egter, veeltyds, ver- zogt, te willen aanblyven, en dienen, zo wel als de Wykmeefters, veele jaaren ag- tereen. Die in de Wyken buiten de Stad •met de fchaale omgaan , zyn vry van het Poortgeld (y). De Regenten van beide de Huiszitten-Huizen ftellen twee Lyften op, voor zeker getal van jaaren , van alle de Zondagen, op welken, in de Kerken aan bei- de de zyden, wordt afgekondigd, dat men, de volgende weeke, voor de Huis-armen, of voor de Aalmoeffeniers - armen , met de fchaale, zal omgaan. En deeze lyften zyo gedrukt onder de Commiffie , die aan de Wykmeefters en aan de Aalmoeffeniers, ten deezen einde, door de Regenten, uit laft van Burgemeefteren, ter hand gefield wordt. Aan de Oude zyde, wordt de dag der Col- lecte , eenigszins, gelaaten aan de keuze der Collectanten, mids de verzamelde penningen, door eenen Bediende, in dezelfde weeke, van hun afgehaald, en 'sVrydags, aan't Comp« toir gebragt worden. Doch aan de Nieuwe zy- de , verzoekt men de Aalmoeffeniers , 's Woensdags, en de Wykmeefters, 's VrydagS daaraan, te willen omgaan., en de pennin- gen, op Woensdag verzameld, den volgen- den Vrydag, en de Colle&e van Vrydag» op den zelfden dag, in de volgende weeke» aan 't Comptoir te willen brengen. Die tot Wykmeefter verkooren wordt, mag zig daar- van riiet ontflaan. En deeze verpligtingfcnynt ook op de Aalmoeffeniers te leggen. Elk kan, tegenwoordig, tot Wykmeefter. verkooren wor-
(*) Zit hier na, 0. VII. «'»VeBefchryv.vaB'tA"«08*"
SEniers-Weeshuis. (y) Gtoot-Mcmoi. K. IX, ƒ, 174 v*&* |
|||||||||||||||||||
Wyk- of
Buurt-
meefters.
|
|||||||||||||||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN. 2- *
|
||||||||||||
**4?,' ^°urden' uitgenomen de Burgemeefterenl, ters, fomtyds, gelyk in de jaaren 1670 en H
|
BISZIT.-
|
|||||||||||
k°Ess£ ^chepenen , Oud - Schepenen , Raaden en 1672, aan huisgezinnen, die 't verzoeten, ten L
^ers. Kapiteinen der Burger-Compagnien (z). De drie manden turf ter weeke, teeen wf en moesse" |
||||||||||||
NIKRS-
|
||||||||||||
«n^N- Oade zy de is, al federt veele jaaren, verdeeld zes Huivers de mand, uitgedeeld (b).J~ By:
^.EDrj- -ge weeft in vieren dertig; de Nieuwe zy- de eerfte overkomft der Franfche viugte- ^Wedu- V de, in drie en negentig wyken; fommigen lingen, zyn de behoeftigen onder dezelven wen-* van welken nog in tweeën verdeeld zyn. eemge jaaren agtereen, door de Huiszitten-HoF- In de meeilen deezer wyken en halve wy- Huizen, onderfteund (c). En nog in 't jaar buitenge- ken, zyn twee Wykmeefters, in ieder; in 1736, heeft het Oude-zyds-Hiüszittelihuis ^°°neu enkelen, drie Wykmeefters aangefteld. Be- twee duizend , en het Nieuwe-zyds-Huis- ylland- halve deeze wyken in de Stad, zyn 'ernog zittenhuis vier duizend zakken turf, op laft vier buiten de Poorten, in ieder van wel- van Burgemeefteren, aan de Walfche Dia- ken, twee, drie, of vier Wykmeefters aan- conie , ten behoeve der Franfche Vlugte- gefteldzym De aanftelling der Wykmees- lingen, uitgeleverd (d). Doch het getal teren gefchiedt, door de Regenten der Huis- dier Vlugtelingen, federt, een vierde ver- zitten - Huizen aan beide de zyden, veel- minderd zynde ; hebben Burgemeefteren, tyds,en,aan de Oude zyde, altoos,uit zul- op den twintigftenApril des jaars 1753 ,be- ken, die met de AalmoefTeniers-fchaaleheb- laft, ook een vierde minder turf aan dé ben omgegaan, en ook,door de Regenten, Walfche Diaconie, uit te deelen. 'üe noo- gefteld worden. , dige vertimmering van beide de Huiszit- De Regenten houden,'s Vrydags na den ten-Huizen en de duurte der graanen ,
'tniddag, hunnen gewoonlyken Comp'coir-dag, boter en turf, federt eenige jaaren, heeft op welken tyd, ook de uitdeelingen van brood, ook te wege gebragt, dat zy , en 't boter en kaas gefchieden.De turf wordt den be- Nieuwe-zyds-Huiszittenhuis in 't byzonder, hoeftigen, op Maandag, Dingsdag en Woens- onlangs, met aanzienlyke fommen uit Stads dag, t'huis gebragt. De vafte Bedienden der Kaffe, hebben moeten onderfteund worden. Huiszitten-Huizen zyn, aan elke zyde, een Wyders , vind ik , dat Burgemeefteren Boekhouder, en een Binnen-vader en Binnen- op den een en twintigften July des jaars moeder; aan de Oude zyde, zes, en aan de 1702, den Regenten van 't Nieuwe-zyds- Nieuwe zyde, ook zes Suppooften, die den Huiszittenhuis gelaft hebben, aan twee ou- Regenten, inzonderheidby deinfchryving en de burgers, man en vrouw, die Gerefor- 'uitdeeling, ten dienfte ftaan, en eene Bo- meerd , doch geene Ledemaaten waren , terweegfter aan de Oude, en zes aan de Nieu- jaarlyks, uit te keeren, een honderd gul- We zyde, daar zy egter alleen 's winters die- dens. Doch zulke voorbeelden zyn zeldzaam, nen. Voorts heeft men, in daghuur,en des OndertiuTchen, ziet men, uit dit alles, hoe winters alleen ? aan de Nieuwe zyde, een Op- zwaare laften deeze Huizen te draagen heb- ziender over ieder der drie Turffchuuren, ben, en te gelyk, van hoe groote nuttigheid twaalf Turffleepers, twaalf Beftelders, vier zyzyn, tot onderfteuhinge der behoeftigen, en twintig Turfraapers en agt Turfdraagers. die, nogtans , meeft vreemden, en aan de Aan de Oude zyde, daar de Suppooften ook Oude zyde, voor een groot gedeelte, be- beftelders der turf zyn, en daarenboven, na: hoeftige zeeluiden zyn. gedaan onderzoek, maandelyks, verflag doen Van de Schooien, die, federt eenige jaa- van 't overlyden der bedeelden, heeft men ren, gedeeltelyk, onder 't opzigt der Re- maar zes Turffleepers, twintig Scnuurwer- genten van beide de Huiszitten-Huizen, op- 5t%s en zes Turfflorters. geregt zyn, zullen wy, hierna, by bekwaa- tj^n- "' De behoefte der Huiszitten - huizen, by- mer gelegenheid, handelen.
vS zonderlyk van dat aan de Nieuwe zyde, heeft i%<ls BurSemeefteren, dikwils, aanleiding gege- VI.
ÖH'Ven' °.m zorg te draagen, dat deeze hui- BURGER-WEESHUIS.
■0$, zen, uit Stads Kaffe, onderfteund werden.
5e"i ?° IS het Nleuwe-zyds-Huiszittenhuis, daar T7 ene ryke Amfterdamfche Vrouw, Haasje Aanlei-
Qe Huisgezinnen, die onderhoud trokken, H/ Claes dogter, m 't Paradys, genaamd, ding tot van het jaar 1655 tot het jaar 1673, van bezittende eenige huisjes in de Kalverftraat, het lüg. Z79Stot5860,waren aangegroeid, in ?t jaar omtrent de Kapelle der Heilige Stede, by'env™ . *674, met twaalfduizend guldens en een- of op de plaatfe, waar, in 't begin der zeven. GE" vV Jj°nderd en dertig Laften Rogge , onder- tiende eeuwe, het Huis & Goude ftondt (e\ Wees-
*&• benï (fl)' 0p beTVTel-Van 'Ê Ger4t, heb- , 0 , ' welk,'HÜIS- llVls Den de fJn:<!7:1.(.pn.T-Tm7Qn :„ (u.° • (b) Keurb. O. f. 230 verf«.
^ iiuiszitten i-iuiz^n, m ftrenge win- [j Refoi. vroedfch. v. k. 9 »•». t«8j. /. 6.
/t\ K (i) Gioot-Memor. N. X. ƒ. 117 verft.
(*{ w1v- *'• 4«i.+«J , «99. (,) Aecooit**» t Maan 1S07 , rankende het Hnit de-
|
||||||||||||
D A M S III. DEEt.
toe, op den naam van Koning FilipsdenlI., BuRflj
den negen en twintigften Maart des jaarsfj^ 1559 [1560], Oclroi verleend was (n), her-a bouwd. Doch in't jaar 1574, werdt, tot onderfteuninge van het Huis, belaft, dat eik- die Burger werdt, drie guldens , ten be- hoeve van het zelve, betaalen zou; welke fomme, naderhand, verhoogd is. Na de verandering der Regeeringe, op den tien- den Maart des jaars 1579, ftonden Bürge-' meefteren en Raaden de goederen van de Kapelle in de Kalverftraat aan het Weeshuis af, alzo deszelfs uitgaaven zo zeer vermeer- derd waren, dat men, in lang, geene kin- deren , in het zelve, hadt können inneemen. In Oétober des jaars 1578, hadt men reeds twee duizend guldens, uit het zilverwerk der Nieuwe Kerke, aan het zelve gefchonken. En op den vier en twintigften en vyf en twintigften Maart des jaars 1579, kwamen de Regenten, met de Mater en Nonnen van S. Lucien-Kloofter, tegen over het Wees- huis , en met de Karthuizers, die hun Kloos- ter toen buiten de Stad hadden, overeen, dat alle de goederen deezer Kloofteren, aan het Weeshuis, zouden worden afgeflaan; waar- tegen de Regenten zig verbonden , om de Moniken en Nonnen, hun leeven lang, te voorzien van huisvefling en onderhoud; ge- lyk ik ook bevind, dat zy, aan de Karthui- zer-Moniken, tot in 't jaar 1614 toe, wan- neer delaatfle overleedt, drie en dertig dui- zend vier en negentig guldens; en aan de Nonnen, tot in't jaar 1633 toe, toen de laatfte ftierf, vier en twintig duizend een honderd veertien guldens en vyftien Huivers, in alles, betaald hebben (o). In 't jaar 1580, f^ji, werden de weezen overgebragt in 't S. Lu- !* $ cien-Kloofter, welk eenen uitgang hadt in \tfßt de Kalverftraat, voor welken, in 't volgen-nr"^, de jaar, eene fraaije hardfleenenPoort, met f^f twee huizen ter wederzyde, gefügt werden ^ Het gewezen Weeshuis werdt, federt, ver- huurd. In deezen ftaat, bleef het nieuwe Weeshuis, tot in 't jaar 1632,wanneer be' flooten werdt, het Oude-Mannen- en Vrou- wen-huis, welk nevens den ingang van he£ Weeshuis, ten zuiden, ftondt, en waaruit & oude luiden, al in't jaar 1601, verplaatft w3- ^ ren, te vereenigen met het Weeshuis, wefc IV^ hier voor, aan 't Oude-Mannen en Vrouwe*1 {„ p, Gafthuis, eene rente van dertien honderd gul' jey gens 's jaars beloofde, die, in 't jaar 1662,°^ werdt afgeloft. Het S. Lucien-Kloofter,me£ic het Priefters-Huis, en nog twee huurhuizen» in't jaar 1634, zynde afgebroken, werdt, in de plaats derzelven, een nieuw Meisjes- Weeshuis getimmerd, tot vergrootinge waar*
(») In 't Weeshuis. Laaie X.
(«) Vit *ant«keningen in 'f Weeshuis.
|
|||||
a76 A M S T E R
Borger- welk, federt, de Herberg de Keizers Kroon
Wees- geworden is, befloot, omtrent den jaare kuis. 1520, dezelven te doen dienen, tot huis- veftinge en opvoedinge van zeven of agt arme Weeskinderen, over welken, zy het opzigt gaf aan Teeinves Sweerszoon. Doch 't leedt niet langer, dan tot in 't jaar 1523, toen 't Geregt een Reglement voor dit Wees- huis maakte, welk, den een en dertigften Maart des gemelden jaars, gedagtekend was (ƒ). Van dien tyd af, werden de Regen- ten , door Burgemeefteren, aangefteld. 't Weeshuis, waaraan, in de Lente des jaars 1524, nog getimmerd werdt (g), federt, toe- neemende in getal van kinderen; werdt, niet alleen by byzondere Perfoonen, maar ook by Burgemeeileren en Raaden , zorg ge- draagen, om de inkomften van het zelve te vermeerderen: en vind ik, dat, ai in't jaar 1556, aan het zelve, vergund is, plaats aan de vefte, tot lyndraaijen, te mogen verhuu- ren (b): 't welk het begin fchynt gegeven te hebben, aan de Lynbaanen langs den Sin- gel , waarvan de Lynbaamfleegcn nog den naam draagen. Ook heeft het Weeshuis, van dien tyd af, Scads vuilnisvaten verhuurd (?) , die, naderhand, wederom,aan de Stad, en, eindelyk, aan 't Aalmoefleniers- Wees- huis, gekomen zyn. In 't jaar 1559, werdt beflooten, langs de wefbzyde van 't Rokin, van omtrent de plaats, daar, federt, de Beurs gefügt is, tot aan de Kapel der Heilige Stede toe, daar de huizen tot aan 't water ftonden, een' Burgwal te leggen (£). Dit gefchiedde, federt. Doch hierdoor werden eenige Ver- kenskotten , en het heimelyk gemak van 't Weeshuis, aan't water flaande, weggeruimd. Men befloot dan, op 't einde des jaars 1561, een erfje.van de Heilige Stede te koopen, en daarop een ander heimelyk gemak te tim- meren Q). Doch de Regenten, in 't jaar 15Ó2, weigerende, een uitftek van een' oven, waar- door de nieuwe burgwal belemmerd werdt, weg te breeken, beflooten, om hiertoe niet genoodzaakt te worden, hunnen dienft ne- der te leggen; en bragten, op den agt en twintigften Auguftus, hunne fleutels aan Bur- gemeefters-Kamer. Burgemeefteren verkoo- ren, terftond, andere Regenten , en men vondt geraaden, de boete, op het weigeren van Stads dienften gefield, te verdubbelen (»»). Midlerwyl, was het Weeshuis, in 't jaar 1561, uit de inkomften eener Loterye, waar* (f) Handy, tl. *7j.
(g) Vit een Requcft der Regenten van t-?4> geboekt in
ttn Ueciieil der Documenten van het Weeshuis. {/)) Refol. Vroedfch. N. I. 2 Junj ISS*.
(«') Vit Aantek. van SchepenG. SCHAEP PIETERSZOON, »p 't jaar »631. (O Refol. Vroedfch. N. 1, 7 (/) Refol. Vroedfch. N. r. 10 Dtcemb. 1561. (m) Kelol. Vioeiifch. n. 1. jo A«£. lS6t, |
|||||
IV.BoEK; GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN. 277
waarvan, in 't volgende jaar, een hoekje De Poort zelve is, van boven, verfierd met burgen
gronds van agt honderd voet in 't vierkant, eenige Weeskinderen, ftaroogende op eene Wik"- van 't Begynhof gekogt werdtv Gerrit Has- duif, het zinnebeeld van den HeiligehGeeft, Hms* felaer, Zoon van den Majoor Nicolaas Has- naar welken, de Wees- en Gafthuizen en Jeher, leide den eerfben fteen aan dit ge- dit Weeshuis in 't byzonder, van ouds ,'p'lag- bouw, welk eenen deftigen ingang kreeg, ten genoemd te worden (p). Ook ffcaat dit in de S. Lucien-, voormaals, de Heertgens- zelfde zinnebeeld, nog tegenwoordig, aan ßeeg. Het gewezen Oude - Mannen - Huis een huis in de Kalverftraat, op den hoek van diende toen alleen tot een Jongens-Huis, en eene fteeg, die, om dezelfde reden, de Duif- behieldt zynen ingang, in de Kalverftraat. jes ßeeg genaamd wordt. En men ziet hst Men kogt, in 't jaar 164.5, een huis en pak- boven verfcheiden' ingangen in 't Huis, en fauishierby, en vertimmerdeze, tot een Jon- zelfs., op het gewoone zegel der Regenten. gens-Ziekenhuis. Eengedeelte van't Meis- Onder de af beeldfels der Weeskinderen, bo- jes-Huis, langs den Nieuwe-zyds- Voorburg- vende Voorpoorte van't Jongens-Huis, leeft wal, bouwvallig geworden zynde, is, van men deeze regels van den genoemden Digter: 't Begynhof af, tot aan de fteenen brug, die |
|||||||||||||||||||||||
naar de Deventer Houtmarkt, nu de B.'om-
markt, leidt, in 't jaar 1680, deftig her- bouwd. De eerfte fteen aan dit werk werdt, op den negen en twintïgften Auguftus des gemelden jaars, gelegd, door Willem Six den |
Wy groeijen vafi, in tal en laß,
Ons tweede Vaders klaagen. Ay, ga niet voort, door deeze Poort,
Of help een luttel draagen. |
||||||||||||||||||||||
jongen. Het Jongens-Huis is, voor eenige
jaaren, ook fraai vernieuwd. En aan beide De Poort doorgegaan zynde, komt men in de huizen zyn, van tyd tot tyd, merkelyke eene gaandery, die op hardfteenen zuilen ruft. Verbeteringen gemaakt, waarmede men , Ter regter zyde, in de gaandery, is de woo- |
|||||||||||||||||||||||
nog tegenwoordig, [in 1765],bezig is.
Voor de Poort van't Jongens-Huis, |
|||||||||||||||||||||||
ning van eenen der Suppooften, die de ver-
diende loonen der Werkjongens ophaalt; aan |
|||||||||||||||||||||||
8»
|
|||||||||||||||||||||||
>a» het in de Kalverftraat, is een klein vierkant Plein, welke, ook een uitgang buiten de Voorpoorte
«Nas waarop, voor aan, in 't midden, een kope- is. De wooning beftaat, uit verfcheiden'bene- ■ ' ren gegooten Armbos gefteld is. De twee den-enboven-vertrekken.Meerweftwaards, burgerwooningen, ter wederzyde, op de hoe- komt men aan de wooning van den Poortier, ken van dit Plein gebouwd, komen, onder uit eene flaapkamer en kooken beftaande. anderen, het Weeshuis toe. En in de voor- En nog verder, aan eene Timmerloots, voor- gevels van dezelven, zyn twee Weeskinde- rnaals, een Koehuis, waar, in 't begin dei- ren uitgehouwen: een Meisje in den eenen, voorgaande eeuwe, des winters, nog wel en eenjongen, in den anderen. Beide houden- twintig koeijen plagten geftald, en boteren Ze een tafereel voor zig, waarop deeze ver- kaas gemaakt te worden, ten dienfte van het Zen van den Digter J ó o s T vanVonbel Huis (g). Doch deeze omflag is, al voor |
|||||||||||||||||||||||
gelezen worden:
Op het eerfte: |
meer dan honderd jaaren, afgefchaft geweeft.
En de Loots wordt nu gebruikt om 'er al het houtwerk, zo voor het Weeshuis, als voor dè |
||||||||||||||||||||||
huizen, aan het zelve behoorende, gereed te
|
|||||||||||||||||||||||
maaken. Aan't einde der gaanderye,is eene
poort, door welke, men toegang heeft naar het Meisjes-Huis; doch die, gemeenlyk, ge- flooten gehouden wordt. Ter linkerzyde der gaanderye, heeft men eene ruime vierkante Plaats, langs twee zyden van_ welke , het Jongens - Huis , voor eenige jaaren , van nieuws, gebouwd is. 't Gebouw langs de twee andere zyden is ook merkelyk verbe- terd. Ten weflen deezer Plaatfë, is de op- gang naar de Jongens-Eetzaal, een ruim én hoog vertrek. Onder deeze Eetzaal en dé naafte vertrekken, zyn drie ruime kelders , het Jongens-wafchhuis, de Metfel-kelder en de Kuipers-kelder. Zuidwaards van de Eet- zaal, (p) zh AmPzing Haarlem, bl. 3sj. Pars Kïtwvkfch*
Oudheden, bl. i8o csü. ' (?) PONTANUS Libr. II. Caj>, II, ƒ>. 70.
JNfn
|
|||||||||||||||||||||||
Bier treurt het Weeskint met gedult,
Dat arm is zonder zyne fihult, . En in zyn armoe moet vergaen, Indien gy 't weigert by teßaem Zoo gy gezegent zyt van Godt, Vertrooß ons uit uw overfchot. Op het andere i
Geen armer Wees op aerde zwerft,
■Dan die der Weezen Vader derft. &er Weezen Vader derft hy niet, Qü Weezen trooß in haer verdriet* iesßa uw oogen op ons neer,
®ns aller Vader trooß u weer. II. STUK. |
|||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||
III. Deel.
|
||||||||||||
278
|
||||||||||||
gewaad. Voorts \ hangen hier twee naauw- burgE*'
keurige tekeningen, eene van den platten Wees' grond, en eene van de voornaamfte gevelsHÜI van 't gebouw, beide, in 't jaar 1759,door den Landmeeter Willem Jacob Vonk, gedaan. Wy fpreeken niet van de wapens en naam- borden der Regenten, die, in dit vertrek, gevonden worden. Agter het zelve, is nog een klein vertrek, het Cas-Comptoir genaamd, alwaar het geld van 't Godshuis bewaard wordt. In dit vertrek, hangen twee Schil- derftukjes, een, door Juriaan Pool gefchil- derd, en aan het Weeshuis vereerd; waarin, hy zig zelven, in Weezenkleedinge, heeft afgebeeld, ter gedagteniffe zyner opvoedin- ge in dit Godshuis. Op de Linnen-Kamer, boven, daar 't ongemaakt Linnen bewaard wordt, hangt nog een ftuk van Pool, waar hy, in een nag trok, gefchilderd is. Het an- der ftukje, welk in 't Cas Comptoir hangt; verbeeldt een' ouden Wees, zo my berigt wordt, BarendJansz.Bode,en in'tgemeen, Baandje genaamd, die' niet wel by st hoofd bewaard, en, door de gantfche Stad, bekend was, om dat hy, altoos, de fleeden van zul- ken, die naar en van het trouwen reeden ? agter aan liep. Hy is ook, in een grooter ftukje, in "'t vertrek voor de Regenten - ka- mer , afgebeeld. Langs deeze twee vertrek- ken , naar de zyde van de S. Lucien fteeg $. zyn de Broodbakkery, die één' oven heeft, en waarby een ruim enhoogRcokhuisftaat; een kleine kooken, die alleenlyk, by byzon- dere gelegenheden, gebruikt wordt; eene flaapkamer voor een' ongehuwden Kooken- vader; eene Eetkamer voor de Suppooften van 't Huis, en daarby de groote Kooken voor de Jongens en Meisjes, alwaar, voor drie plaaten nevens eikanderen, en op twee fornuizen, gekookt wordt. Hier by is een vertrek, daar 't brood wordt gefneeden, en' eene wooning voor een getrouwde Kooken- vader en Kookenmoeder , zig {trekkende langs den Voorburgwal; midsgaders, een wafchhuis, welk, onder door de helling van de fteenen brug, tot aan 't water, loopt- Doch de wafchhuizen in 't Weeshuis dien^fl niet meer tot het voorig gebruik, federt d& men raadzaamer geoordeeld heeft, het ge' maakte Linnen, op*sGraavenland, telaatefl waiïchen , en de Meisjes aan ander werk te houden. Boven de wooning van de Kookenvader en Moeder, is de Regentejftfi' Kamer, een net ingeftoken vertrek, uitziende op de fteenen brug, die naar de Blomm31^ leidt. Hier hangt een gefchilderd af beeldfe« van 't wapen van 't Godshuis, zynde eene bß' ftraalde duif, het zinnebeeld van den H- Geeft. Het wordt, door een Weesmeisje eP een' Weesjongen, vaftgehoudeh, en is oflvv |
||||||||||||
zaal, komt men aan de Kooken van 't Jon-
gens-Ziekenhuis, en aan dit Ziekenhuis zelf, waarbyeenDoodenhok is,alwaar deLyken, voor eenen tyd, geplaatft worden. Noord- ooftwaards van de gemelde Kooken, heeft de Ziekenmoeder eene Kamer, en langs de ooftzyde van de Plaats, is de wooning van den Schoolmeefter der Jongens. Zy be- ftaat, uit verfcheiden' vertrekken. Naaft dezelve, ten noorden, zyn de Glazenmaa- kers- en Schilders-winkels. En daar naaft, op de Plaats, zyn een honderd en twintig kasjes gemaakt, tot berging voor de Jongens, die elk een' fleutel van hunkasje hebben. Boven de Jongens-Eetzaal, zyn twee Slaapvertrekken, boven elkanderen. Op het onderfle, ftaan al- toos zes en negentig krebben, ieder voor drie jongens gefchikt: op het bovenfte, zoveel, als men 'er meer noodig heeft. De Jongens- school is boven de gaandery, aan de noofd- zyde der Binnenplaats. In het Me i s j es -Hu i s,komt men,uit
de S. Lucien fteeg, over een ruim Voor- plein , door eene fraaije, groote hardfteenen Poort. Hier ontmoet men, eerft, ten oos- ten, de wooning van den Boekhouder van't Weeshuis, waartoe de Regenten, gemeen- lyk, eenen Notaris verkiezen. Zy beftaat, uit verfcheiden' goede vertrekken , tegen over welken, aan de zuidzyde van den gang, die naar 't Jongens-Weeshuis leidt, hy een Comptoir heeft. Naaft het zelve, is het gewe- zen Regenten-Comptoir, een ruim vertrek, welk op de Plaats van 't Jongens-Huis uitziet. Het wordt nu gebruikt, om de inboedels, die de kinderen inbrengen, of die 'tWeeshuis erft, in orde en te koop te leggen. Ook wordt 'er 't geld der kinderloonen en colle&en ge- teld en ontvangen. Ooftwaards van het eerft- gemelde Comptoir, heeft de Schoenmaaker van het Weeshuis zyne wooning. Op de wooning van den Boekhouder, volgt, even binnen den ingang, aan dezelfde ooftzyde, de wooning van den Poortier. Weftwaards, treedt men, door een ruim Voorvertrek, in het tegenwoordige Regenten-Comptoir, eene groote en fraaije Kamer, welke op de groo- te Binnenplaats van 't Meisjes-Huis uitziet. De fchoorfteen en wanden zyn, onder ande- ren , verfierd met drie Regenten- en twee Regenteffen-ftukken, van Juriaan Ovens, Arnold Boonen (f) en andere meefters, ge- fchilderd. In een der Regenteffen-ftukken, door Jacob Backer gedaan, munten de na- tuurlykheid en konft, byzonderlyk, uit. In een der Regenten-ftukken, ziet men den Majoor Nicolaas Haßelaer, die Regent van 't Godshuis geweeft is, in zyn krygsmans- (<•) Zit VAM GO0L Nieuwe Schouwburg, I. Detl, bl. 301,
|
||||||||||||
Buk ger'
Wees- huis. |
||||||||||||
Befchry-
ving van het
Meisjes- Huis. |
||||||||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENTIGE GESTIGTEN. 279
|
|||||||||
ringd van de Vrouwelyke wapens van vier
Regenteffen, die in 't jaar 1680 dienden, Debora Blaaww , Huisvrouw van Johannes Hudde, Catharina van Heiningen, Huisvrouw van Cornelis Valckenier , Maria Munter, Huisvrouw vanlfaac JanNys, en Maria van der Merct , Huisvrouw van Hendrik van Gent. Weftwaards van de groote Binnen- plaats , in 't midden van 'tgebouw, is de op- gang naar de groote Meisjes Eetzaal, een "friim en hoog Vertrek, voor welk, een groot Poortaal legt, het Middelhuis genaamd. Langs deeze zaal,ten weften,zyn de Linnen-naaiwin- kel, de Breijwinkel, en de Slaapkamers voor de Linnen-naaimoeder en Breijmoeder. Meer zuidwaards, heeft men 't Meisjes - Zieken- huis , met een kooken en wafchhuis, voor het zelve; eene Slaapkamer voor de Zieken- tnoeder, en een Doodenhok. Doch de kooken Van dit Ziekenhuis, de flaapkamer der Zieken- moeder, het Doodenhok, en eene Kamkamer daar boven , worden , tegenwoordig , [in 1765], geheellyk, herbouwd. Nog meer zuidwaards, heeft men't Meisjes-wafchhuis, en naar 't ooften, een' Bier-kelder en een' Boter-kelder. Boven deeze kelders is de woo- ning van den Kleêrmaaker en Wollen-naai- tneefteres; en daar naaft de Wollen-naaiwin- kel, alwaar alle de Wollen-kleederen voor 't Huis gemaakt worden. Zy wordt thans ook herbouwd, en daarboven eene plaats gefchikt, tot berging van boeken en papieren van bet Weeshuis. Voor dezelve , legt de fpeel- plaats der kleine kinderen , op welke, de in- gang is naar derzelver Eetzaal, die ook tot eene Catechifeerpfaats voor de Meisjes dient, en waarby een kooken en wafchhuis geplaatft is. Aan de ooftzyde van de groote Meisjes- Plaats, is de Kinderen-School, alwaar, desZon- dags, voor de Jongens, gecatechifeerd wordt, en waar agter eene Speelfchool voor de klei- nen is. Noordwaards van deeze twee vertrek- ken is het Pand; en agter', of ten ooften van het zelve, de Loots, die beide tot berging die- nen. Boven, op de tweede Verdieping van t gebouw , zyn de Slaapkamers voor de groote Meisjes, langs de noord- en weft- £yde; en voor de kleine kinderen, by wel- ken , ook de Moeder over dezelven haare Vooning heeft, langs de zuid-en een gedeel- de van de ooftzyde. De kleine jongens en de kleine meisjes leggen afzonderlyk; doch al- len, grooten en kleinen, drie in eene krebbe. De beftiering van het Burger - Weeshuis ^°rdt, door Burgemeefteren, aanvertrouwd *an zes Regenten en vier Regentessen of J^tenmoeders.De Regenten vergaderen, ge- d °nlyk, eens ter weeke, des Woensdags, na een ^ddag. De Regenteffen komen, ook, ens ter Mreeke, gewoonlyk, des Maandags na |
|||||||||
den middag,byeen. Wy hebben, reeds in 't BüRCER.
voorbygaan, aangemerkt, dat de Regenten WSEg» eenen Boekhouder hebben aangefteld, die in't Hms- Huis woont, en gemeenlyk een Notaris is al- Boek* zo hem de redding en vereffening der boedels houder- en goederen, die de Weeskinderen mede- brengen of erven, onder 't bewind der Regen- ten, aanbevolen is.Daarenboven, maakt hy,uit het boek der inkomften en uitgaaven van het Huis, welk, door de Regenten zelven, gehou- den wordt, de jaarlykfche rekening op, diedn Burgemeefteren gedaan wordt.Ook neemt hy, in afwezendheid der Regenten, van alle voor- vallende zaaken kennis daar van verflag doen- de aan de Regenten, welker gewoonlyke Ver- gaderingen hyook, als Secretaris, by woont. De gewocmlykeSuppoofien of Bedienden van Suppoos-
het Burger-Weeshuis zyn de volgenden: een ten. Schoolmeefter van de groote Jongens, die een Ondermeefter onder zig heeft; een School- meefter over de grooteMeisjes; en eene Moe- der , een Schoolmeefter en Schoolmeefteres, over de kleine kinderen. Over de groote Jongens en groote Meisjes, zyn ook twee Moeders: de eerfte heeft vyf, de andere drie dienftmeiden ten haaren bevele. Zy draagen zorg voor het behoorlyk opdis- fchen der lpyze; het fchoonhouden der ver- trekken; het waffchen en opdoen van't Lin- nen ; het verfchoonen en reinigen der bed- den en tafels; het bezorgen van behoorlyke verfchooning aan de kinderen enz. De bed- den worden, om de veertien dagen , ver- fchoond, en tweemaal ter weeke, worden 'er fchoone tafelkleeden gelegd. Voorts, zyn 'er twee Suppooften, die 't geld, welk de werkjongens verdienen, weekelyks, of ten langfte om de veertien dagen, by der- zelver Meefters, ophaalen; aan de Regen- ten verantwoorden, en tevens verflag doen van 't gedrag der Jongens, en of 'er eenigen hun werk verzuimd hebben. Een Kooken- vader en Kookenmoeder draagen zorg, voor 't bewaaren en bereiden der fpyze, waartoe zy een' knegt en zes meiden ten hunnen dienfte hebben. De Kookenvader houdt boek van den voorraad van fpyze, en draagt zorg, dat zy, naar behooren, geleverd worde. Driemaal in de weeke, komt er een Bak- ker in 't Huis, om zo veel roggen- en tar- wenbrood te bakken, als hem, door den Koo- kenvader , aangezeid wordt. Aan elke Poort van 't Weeshuis, is een Poortier. De Jon- gens-Poort wordt, met het luiden der Stads Poortklok, geopend en geflooten. Zo de werkjongens, na agt uuren 's avonds, t'huis komen, moet de Poortier daarvan aan de Regenten kennis geeven. De Poortiers mo- gen geene kinderen laaten uitgaan, dan die toonen, verlof te hebben. Die aan deMeis- Nn 2 jes-
|
|||||||||
a8o AMSTERDAMS III. Deel.
|
||||||||||||||
Poorter geweeft moeden zyn: waartegen,BuRGÊK
in 't jaar 1564, gevorderd was,dat de kin-^s£S' deren onder de negen jaaren oud zyn moes-ü ten; doch in't jaar 1584, wederom toegege- ven , dat kinderen van twaalf jaaren oud en daaronder zouden worden ingenomen (0- Op deezen voet, is de bepaaling der hoeda- nigheden van de kinderen,die in 't Burger- weeshuis konden komen , gebleeven, tot in 't jaar 1737. De Diaconie, toen bevin- dende , dat haar Weeshuis, met veele kin- deren , belall; werdt, die, by 't Burger-Wees- huis , in gevolge der gemaakte fchikkinge, waren afgeweezen, verzogt aan Burgemees- teren , dat hierin, tot haare ontlaftinge, ee- nige verandering gemaakt mögt worden. En op den agttienden April des gemeldenjaars, werdt, by Burgemeefteren en Raaden, be- raamd , dat, by voorraad , voor den tyd van zes jaaren, in 't Barger-Weeshuis zou- den worden ingenomen jongens, tot veer- tien, en meisjes, tot twaalf jaaren, welker ouders, of de langdleevenden van beide, ten minde vier jaaren, Poorter geweed waren(a). In 't jaar 1743, en in 't jaar 1749, werdt dee- ze fchikking, t'eiken reize, voor nog zes jaaren, verlengd; doch in 't laatde geval, ver- klaard , dat de Ouders beide vier jaaren Poor- ter geweed moeden zyn O). In't jaar 1756, en in't jaar 1761, is de laatitgemaakte fchik- king, telkens wederom voor zes jaaren, ver- lengd; doch, tot voorkoming van misver- dand, verklaard, dat de kinderen gebooren moeden zyn, na dat de ouders Poorter ge- worden waren (™), overeenkomdig mét de ' Refolutie der Vroedfchap van den vyfden September des jaars 1631 (x). By eene Keu- re van den zevenden April des jaars 1634» is ook reeds vadgedeld, dat kinderen van zulken, die, aan Poortereden of Poorters dog- ters getrouwd zynde, verzuimd hadden, den gewoonlyken Poorter-eed te doen, niet in't Weeshuis zouden aangenomen worden (j\- Onegte Lidmaatskinderen, beneden de vyf" tien jaaren, komen in 't Diaconie-Weeshuis- En zo zy ouder, of zo hunne ouders geen<? Lidmaaten geweed zyn, komen zy in 't Aal' moeffeniers-Huis. Volgens het oudde R<?' glement op het Weeshuis, blyven de Wee' zen in 't Huis, zo lang als het de Regent?1 goedvinden (z). Doch de Vroedfchap heeft» in 't jaar 1631, verdaan, dat de Regent11 kinderen van agttien jaaren uit het Hül9 mogten doen gaan (a). Ve (t) Handv. hl. 275.
(«) Refol. Vroedfch. Lr. LL. ig April 173T, ƒ. ***• ,t
\v) Refol. Vroedfch. L'. MM. 3 July 1743. ƒ. 43i- " '
PP. 10 Juny 17451. ƒ, 11«. ,„ . (w) Refol. Vroedfch. L'. TT. 4 Maart 17«-ƒ• 23- *
ÜU. ï8 ^ipnl 1761. ƒ. 333. . (x) Refol. Vroedfch. N. 16. $ Sept. i«3i-ƒ• zij Vi"
(y) Handv. bl. 114.
|
||||||||||||||
jes-Poort moet, byzonderlyk, agt geeven,
dat de jongens niet met de Meisjes verkee- ren. De Schoenmaaker van 't Huis, die ee- nige knegts onder zig heeft, doch geene Weeskinderen, buiten kennis der Regenten, in zynen byzonderen diend, gebruiken mag, verzorgt de kinderen van fchoenen en mui- len , en houdt 'er behoorlyk boek van. lïy mag geen Leer koopen, voor zig zei ven. Een Kleêrenmaaker en Wollennaaivrouw onder- wyfcen de Meisjes in 't Wollennaaijen, op de winkel, daartoe gefchikt. De Kleêrenmaa- ker moet ook, voor 't bereiden en verwen der lakenen, karfaaijen, baaijen en andere doffen tot kleedinge, en, voor het maaken en verftellen van de wollenkleederen der kinderen , zorg draagen. De Linnennaai- meederes, die eene Onder-meefteres by zig heeft, oefent de Meisjes in 't Linnennaaijen, en draagt zorg, dat de winkel, door drie Meisjes, fchoon gemaakt, en 's winters van vuur, op den haard en in de ftooven, voor- zien worde. De Breijmeefteres houdt dier- gelyke orde op de Breijwinkel. Over ieder der twee Ziekenhuizen, is eene Ziekenmoe- der. De Jongens-Ziekenmoeder heeft eene: de Meisjes-Ziekenmoeder, die voor beide de Ziekenhuizen kooken moet, ook eene diendmeid tot haare hulpe. Drie Weesmeis- jes, zo van de Wollen- als van de Linnen- winkel , helpen, daarenboven, het huis- en kookenwerk waarneemen,in het Meisjes-Zie- kenhuis. 'sNagts, komen twee Weesmeisjes, by de zieke meisjes, en twee Weesjongens, by de zieke jongens, waaken. Om het vuile Lin- nen aan de Moeder over de groote Meisjes toe te tellen; het fchoone wederom te ont- vangen , te ftryken, en uit te deelen, is eene Styiïter aangefteld, die, als 't vereifcht wordt, van twee Weesmeisjes van elke winkel wordt geholpen. Eene Kamfter heeft ook, dagelyks, werk aan't kammen en reinigen der Jongens en Meisjes van het Kinderenhuis, en der Meisjes van de breij- en naai winkels; vier van welken haar, 's Saturdags, de Kamka- mer helpen fchoonmaaken. Omtrent de hoedanigheden en jaaren ,
vereifcht , om in het Burger-Weeshuis te worden aangenomen, is, meermaalen, ver- andering voorgevallen. Volgens het oudfte Reglement van den jaare 1523 , mogten al- leen wettige Poorters - Kinderen , beneden de tien jaaren oud, in 't Weeshuis ontvan- gen worden,zonder dat bepaald werdt,hoe lang de ouders Poorters geweeft moeden zyn. Doch in 't jaar 1554, werdt verklaard, dat de langdleevende der ouderen zeven; in 't jaar 1564, dat dezelve twaalf (j-), en in 't jaar 1634, dat beide de ouders zeven jaaren |
||||||||||||||
Burger-
Wees- huis. |
||||||||||||||
Hoeda-
nighe- den , ver- eitelt om in 't Burger- Wees- huis te können komen. |
||||||||||||||
(z.) Handv. bl. 175,
(a) Refol. Vioedfch. N. 1«. 5 Sept. ttfji. ƒ. 21$
|
||||||||||||||
■vff"
|
||||||||||||||
(') „Xemb. V. f. 149,
|
||||||||||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN. 2 8 r
|
||||||||||||||||
zynen dienft te neemen, dan met kennis en Burger.
toeftemming der Regenten (b). Het Huis Wees- verfchaft, aan de Jongens, 't gene zy, totHUIS- het oefenen van hun handwerk, behoeven. Die 't Huistimmeren leeren worden, door den Meefter Timmerman van 't Weeshuis in;de maanden November, December, Ja! nuary en February, twee avonden ter wee- ke, in de Teken-, Meet- en Bouwkunde, onderweezen. De Weesjongens, die op een ambagt befteed worden, zyn, zo lang zy in 't Weeshuis zyn, vry van de onkoften der Gilden. De Meisjes, in 't Groote-Meisjes- Huis zynde overgegaan, worden, tot dat zy veertien jaaren bereikt hebben, geplaatft op de Breijwinkel,daar zy 'tbreijen leeren,en, ondertuffchen, by beurten, tweemaal 's daags, by den Schoolmeefter der groote Meisjes, fchoolhouden. Vervolgens, gaan zy over, of op de Linnen-, of op de Wollen-naaiwin- kel, naar dat haare bekwaamheid ftrekt. Op deeze winkels, bly ven zy zes jaaren, terwyl zy, eens 's daags, fchool gaan. Ook moeten zy, met haar zeftiende jaar, twee jaaren agter een. het huiswerk helpen doen, en met haar agttiende jaar, wederom op de winkels zyn. Onder 't eeten, wordt, in beide de Eetzaa- Oefening
len, by de Jongens , door een' der bekwaam- in Schrif- fte Jongens, en by de Meisjes, door een tuurIyke der bekwaamfte Meisjes, een gedeelte der kenms' H. Schrift voorgelezen, 't Zelfde gefchiedt ook, dagelyks, op de Breij- en Naaiwinkels, en zelfs des Zondags, voor den middag, by de kleine kinderen. Een Krankbezoeker, daartoe by de Regenten aangefteld, cate- chifeert de Schooljongens, eens, en de Werk- jongens driemaal ter weeke. De Meisjes wor- den ook gecatechifeerd, door den zelfden Krankbezoeker, die 's Woensdags, na den middag, op de Wollenwinkel, en 's Vrydags, voor den middag, op de Linnenwinkel komt. 'sDingsdags en 's Donderdags, catechifeert hy zulken, die,in de Zondags-Catechifatie, moeten antwoorden, of zig bekwaam maa- ken, tot het doen haarer belydenis, eer zy uit het Huis gaan. De Zondags-Catechifatie gefchiedt, na dat de Voormiddags-dienftin de Kerke geëindigd is, door twee Predikan- ten, een by de Jongens, en een by de Meis- jes. In de Zondags-Catechifatie by de Jon- gens, is altoos een der Regenten tegenwoor- dig, 'üe Schooljongens moeten, in dezelve, by beurten, de Vraagen van den Catechismus opzeggen. In de Zondags-Catechifatien, wor- den de naamen der Jongens en Meisjes opge- lezen , op dat men weeten mögt, of 'er ook ee- nigen agtergebleeven zyn. De Jongens gaan, 's Zondags voormiddags alleen, ter Kerke, in de
(b) Handv. hl. Z7J.
Nn 3
|
||||||||||||||||
De kleine kinderen en zuigelingen, in 't
Weeshuis komende, worden, door de Re- gentefTen , buiten 't Huis befteed, tot dat zy vier of vyf jaaren bereikt hebben; wan- ■ neer zy, op het Kinderhuis, geplaatft wor- den. Hier wordenze, door de Moeder van dit Huis, bezorgd. Zy gaan, dagelyks, twee- maal ter Schoole, om fpellen_, Ieezen, fchry- ven, den Catechismus, eenige Schriftuur- plaatfen en de gewoonlyke gebeden te ke- ren. Eens 's jaars', neemen de RegentefTen kennis van de vorderingen der kleine kin- deren , die dan ook een vereeringkje kry- gen. 's Zondags Namiddags, mogen zy uit- gaan, mids, by tyds, wederom t'huis zyn- de. In Auguftus, gaan zy, midsgaders de Breij- meisjes en Schooljongens, elke foort op een' byzonderen namiddag, eens, in het Doolhof, en worden, ten zelfden tyde, op water- en- melk, peeren, koek enz. onthaald. Als de jon- gens elf of twaalf, en de meisjes tien of elf jaa- ren bereikt hebben, gaan de eerften, in 't groote-Jongens-, en de anderen, in 't groote- Meisjes-Huis, over. Hier wordt, voorde Jongens, van den eerften Maart tot denlaat- ften Oclober , tweemaal, en van den eer- ften November tot den laatften February, driemaal 's daags, lees-, fchryf- en reken - fchool gehouden, uitgenomen des Saturdags, na den middag. Het Avondfchool in den winter is alleen gefchikt voor de Jongens, die op een ambagt gaan. De Meefters moe- ten, by 't opftaan en te bedde gaan der Jon- gens, tegenwoordig zyn: ook by 't doen van het gebed, en by het uitdeelen der boter- hammen. Een hunner leeft 's avonds de naa- men der Jongens op, en moet van zulken, die afwezig gebleeven, ofte laat, of onbekwaam t'huis gekomen zyn, aan de Regenten ken- nis geeven. 't Zelfde opleezen der naamen gefchiedt ook by de Meisjes; doch van der- zelver agterblyven wordt aan de RegentefTen kennis gegeven. De Werkjongens moeten, als zy geen werk hebben, ook het Dagfchool bywoonen. Jaarlyks, worden de vorderingen der Schooljongens door de Regenten onder- zogt, die hun ook eenige prysjes, beftaande in een Bybel, Nieuw Teftament of Pfalmboek, en een klein vereeringkje in geld uitdeelen. De Jongens, in Ieezen, fchryven en re-
kenen , behoorlyk onderweezen zynde, wor- den , zo veel gevoeglyk zy, naar hunne ei- gene keuze, op een handwerk befteed, voor den tyd van zes of zeven jaaren. Men be- engt, gemeenlyk, in ieder jaar, zes ftui- Vers ter weeke, verhooging van hun loon, ^elk ten voordeele van het Huis komt. Doch y eene Keure van den negenentwintigften |
||||||||||||||||
wRGER-
feg der
f*oo. |
||||||||||||||||
Ha
|
||||||||||||||||
kelyk
|
ftiis des jaars 1634,is aan elk uitdruk-
|
|||||||||||||||
verbooden , eenigen Weesjongen in
|
||||||||||||||||
s»82 A M S T E R
de Nieuwe-zyds-Kapel, alwaar ookdeBreij-
meisjes, ten zelfden tyde, ter Kerke gaan, zyn- de voor dezelven afgezonderde banken ge- fteld, onder de galery, daar deAalmoeffeniers- Kinderen zitten. De groote Meisjes gaan, ook alleen's Voordemiddags, in de Nieuwe Ker- ke, Doch op eerften Paafch-, Pinkfter- en Kerftdag , gaan beide Jongens en Meisjes tweemaal ter Kerke. De kinderen worden naar de Kerke geleid, door de Schoolmees- ters , en een of twee andere Suppooften. De gewoonlyke fpys der Kinderen is, des
Zondags, 's middags, witteboonen met bo- ter en azyn: en agtmaal gefprengd, en zes- maal gerookt vleefch toe in den zomer: voorts, zesmaal gebraaden offenvleefch, met graauwe erweten, vyfmaal, kalfs- en fchaa- pen-vleefchnat, met groente en ryft, en drie en twintigmaal gekookt offenvleefch: en 's avonds, 't geheele jaar door, ryftenbry. 's Maandags, 's middags, graauwe erweten met gefneeden offenvleefch, haché genaamd, en karnemelk met firoop en brood toe: 's avonds, karnemelk, met gort en firoop, en een ftuk met kaas toe :'s Dingsdags, 's middags, in den winter, week om week, agtmaal, gefprengd vleefch met kool, aardappelen of wortelen, en voorts, verfch vleefch: en in denzomer, tweemaal kruisbeffen met verfch vleefch; twee- of driemaal peulen, en drie- of vier- maal tuinboonen met ham of gerookt fpek; twee- of driemaal fnyboonen met haring; drie- of viermaal, gerookt fpek met zoete ap- pelen : en appelen met tarwenbrood, en boter daar over. 's Avonds, wordt 'er, 't geheele jaar door, karnemelk met firoop en brood, en een boterham toe, gefchaft. 's Woensdags, 's middags, fchaft men groene erweten met lang nat, en zoutevifch met boter toe; doch in den zomer, twee- of driemaalen, zoute- vifch met wortelen: 's avonds, ryftenbry, en een ftuk met kaas toe; doch in den zomer, twee- of driemaal koude zoete melk met tar- wenbrood. 's Donderdags, 's middags, graau- we erweten met faus, en karnemelk met brood en firoop toe: in den zomer, drie-of viermaal, een boterham met aalbeflen: 's a- vonds, karnemelk met meel en firoop toe. 's Vrydags, 's middags, gort met vet of faus, en karnemelk met firoop en brood: 's avonds, karnemelk met gort en firoop, en een ftuk met kaas toe. 'sSaturdags, 's middags, witte erweten met faus, en ftokvifch met boter: 's avonds, karnemelk met brood en firoop, en een boterham toe. Op Kermis- enhoogtyden, worden de kinderen, meer dan gewoonlyk, onthaald. Op Kermis, wordt eens offen- vleefch met pruimen en rozynen; en eentar- wenbroods boterham toe gefchaft: op eer- ften Kerftdag, wortelen met vleefch, en een |
D A M S III. Deel;
dicrgelyke boterham, en op tweeden Kerft- B«»5^'
dag, wittebroods fap, en 's avonds, een dub- ^^ bele boterham en agt guldens bier toe: op eerften Paafchdag, 's middags, kalfs- en lams- vleefch, met pruimen en rozynen, en 's a- vonds, drie eijeren, met een' dubbelen bo- terham: op tweeden Paafchdag, witteboo- nen , en twee eijeren met een boterham toe. In den flagttyd, wordt offenvleefch-nat met groente gefchaft: en eens in 't jaar, fchel- vifch en verfche zalm. De uitgaande Jon- gens en Meisjes worden onthaald op twee gebraaden kalfsribben, twee gebraaden os- fenribben , twee Hukken gerookt vleefch, een ham, vier fchotels kropfalade, tarwen- brood , boter en kaas, en, voor twee kin- deren , een pints fles witten wyn. „ De kleine kinderen worden, zo lang zy in Ty^ ^
't Kinderen - Huis zyn, ten zeven uuren 's °P ie morgens, gewekt, en ten zes uuren 's avonds, £^d« wederom te bedde geleid. De Schooljon-gaan« gens moeten, des zomers, ten zes, en des winters, ten zeven uuren opftaan, en 's a- vonds ten zes uuren naar hun flaapvertrek gaan. De Werkjongens worden , des zo- mers , met het luiden der Stads Poortklok, en des winters, ten zes uuren, gewekt, en gaan 's avonds, ten negeti uuren, naar de flaapver- trekken. De Breijmeisjes ftaan , des zomers, ten half zes, en des winters, ten half zeven; en die van de Wollen- en Linnenwinkel, des zomers, ten vyf, en des winters ten half ze- ven uuren op. De Breijmeisjes moeten, ter- ftond na de avondmaaltyd, en die van de Linnen- en Wollen-winkels, ten half negen uuren, naar haare flaapvertrekken gaan, al- waar , ten half tien uuren, de lantaarns uit- gedaan en de lampen weggenomen worden. u Ten dienfte der zieke Weeskinderen en D^°J
Bedienden van het Huis, hebben de Regen- CJjJ ffl ten eenen Doólor, Chirurgyn en Apotheker ^Z' aangefteld. De twee eerften komen, dage- &> lyks, in het Huis, om de zieken en bezeer- den te bezoeken, en te verbinden. De Chi- rurgyn moet de Suppooften en groote Wees- jongens doen fcheeren, en de Jongens in 't gemeen, om de twee maanden , het hair fhyden. .„j De kleeding der Jongens heeft veel over- te,f
eenkomft met de Livery, die de oude Poor- Atf' ters deezer Stad plagten te draagen, wanneer ze' zy te velde trokken. In deeze Livery, vondc men twee kleuren uit het wapen der Stad, rood boven, en wit onder (c). Doch in de wambuizen of rokjes der Weesjongens, en in de tabberden der Meisjes, heeft men > al roeg, eene der andere kleuren uit het wa- en verkooren, te weeten de zwarte, in de plaats
(f) Zit II, Dut, III. Bitij il. ifï»
|
||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN. 28
|
||||||||||||||||||
Chits jakje, een kalaminken keurslyf, eenBvRam-
kalaminken borftrok , twee paar koufen, Was- één paar fchoenen, drie paar muilen, zesHÜIS" hemden, twee blaauwe en twee witte lin- nen voorfchooten, vier neteldoekfche neus- doeken, twee en een half dien fyn linnen, tot klein goed, en een fluitmand met een flot, tot berging. De Jongens, die, met bewilliging der Re- Uitrus-,
genten, naar Ooftindie gaan, bekomen de f<*ë van volgende uitrufting van het Huis: een Fles- d;T ^eanasr' fenkelder met vyftien fleffen brandewyn , Ooftin- twaalf pond tabak, twee gros pypen, een die vaa- waakrok,een wollen pak, een onderpak, ren° drie pak linnen kleederen, drie paar koufen, drie paar fchoenen, een matras, een hang- mat , een deken, twee kuffens, twee bonte floopen, twee Engelfche mutfen, twee paar wanten, twee fjerpen, twee flaapmutfen, twee blaauwe en twee witte hemden, zes bonte en twee witte dafTen, zes bonte neus- doeken , een Bybel, een Chriflelyke Zeevaart, zes menen, agt kammen, een fchaar,twee tonderdoozen, twee vuurflagen, zes vuur- fteenen, twee pond Spaanfche zeep, eenig Schoenmaakers gereedfchap, een half pond wafchlicht, een en een half gros veters, ee- nig garen, vier lepels, twee tabaksdoozen , twee tregters, twee waterkannen, een fles met geeft van lepelbladen, vier fchellings- koeken, en wat anysdrop, knoplook en mie- rikswortel. Die voor Zeilenmaakers, Tim- merluiden , Kuipers enz. naar Ooftindie vaa- ren , maaken een Transport, welk, door het Weeshuis, van hun overgenomen wordt. Doch door de Hooploopers of Jongens worde geen Transport gemaakt. In 't jaar 1703 , fchonk Burgemeefter Johan Huilde eenige kleine ampten van Waagdraager, Turfdraa-. ger, Turfhever, Koorenzetter enz. aan de Regenten, ten behoeve van de gefchiktften onder de Weesjongens. Aan de Weezen wordt van 't gene hun^
terwyl zy in het Huis geweeft zyn, aanbe- ftorven is, Intreft, tegen twee en een half ten honderd in 't jaar, goedgedaan, zo dra zy uit het Huis gegaan zyn : en wanneer zy meerderjaarig worden, of trouwen, wordt hun dehoofdfom, met de verloopen Intreft, uitgekeerd. Het Weeshuis is , van zyne eerfte opregting af, by vergunning van de Wethouderfchap deezer Stede, welke, nog laatflelyk, in 't jaar 1736, by Oótroi van 's Lands Staaten, beveiligd geworden is, erf- genaam van Weezen, die zonder nakonie- lingfchap overlyden, en geenen uitkoop ge- daan hebben. By het inneemen van Wee- zen, heeft het Weeshuis ook regt op al wat de Ouders derzelven hebben nagelaaten (d). En
(d) Handv. bl. 47J, 17«. |
||||||||||||||||||
plaats van witte, die veel te ligt berneuzelen
zou. Ook heeft men de kleuren anders gefcha- keerd, en de rokjes en tabberden, van boven tot onderen, verdeeld, ter linkerzyde in rood, en ter regterzyde in zwart. Doch beide de mouwen zyn zwart. De broeken der Jongens zyn geheel blaauw. De ftof is, voor de Werk- jongens en Linnen- en Wollen-naaimeisjes, Laken, en voor de fchooljongens, breijfters en kinderen van het Kinderenhuis, Karfaai. Men heeft, ongetwyfeld, met zulk eene bo- ven-kleeding, willen te kennen geeven, dat deeze Weezen Poorters-kinderen waren. De Bediende van 't Weeshuis, die, weekelyks, aalmoeflen voor 't Huis, met de fchelle, ver- zamelt,, draagt een' mantel van rood en zwart Laken, op gelyke wyze, gefchakeerd. Het Huis geeft alleenlyk Engelfche mutfen aan de Jongens, die zy drie jaaren draagen moe- ten. De hoeden, die de meeften draagen, moeten zy zig zelven verzorgen. . De Jongens en Meisjes, hun ambagt ver- ■ ftaande, en in ftaat zynde, om den koft te winnen, gaan , jaarlyks , op den eerften Zondag in de maand May, uit het Huis. 's Middags na het eindigen der Catechifatien, in welken, door een' uitgaandenJongen,en een uitgaand Meisje , eene aanfpraak tot dankzegging gedaan wordt, worden de uit- gaande kinderen, eerft, op eene middag- maaltyd onthaald, waarna zy, in 't Regenten- Comptoir, voor de Regenten en Regentes- sen , verfchynen, by welke gelegenheid, door een' der Regenten, eene aanfpraak en ver- maaning aan hun gedaan wordt. Aan ieder der Jongens wordt dan, tot een affcheid- penning, vier Ducatons, en aan ieder der Meisjes twee Drieguldens, door de Regenten, vereerd, 's Daags te vooren, krygen zy.hun Uitzet van de Regenteffen, die dan, aan ie- der Jongen, een Daalder, en aan ieder Meis- je , een Ryksdaalder vereeren. Het uitzet der Jongens beflaat in een Zwart-Lakenfche rok, kamifool en broek, indien zy, vooraf, hunne belydenis, by de Gereformeerde Ge- meente, gedaan nebben: voorts, in een brui- ne Lakenfche rok en broek, twee kalamin- ken borflrokken, een bruine karfaaijen lap, een hoed, twee paar koufen, drie paar fchoe- nen, zes hemden,vier neteldoekfche daffen, een Bybel, twee leêren fchootsvellen, voor Zes guldens aan gereedfchap , en hout tot eene kift, om 't goed in te bergen. Het uit- zet der Meisjes beflaat in eene zwarte, ras- .^e-marocque-Japon, eene zwarte zyden ka- I^r, en een zwart faaijen regenkleed, mids ^y v0oraf haare belydenis gedaan hebben: ï°.0rts, in een Wolle - damaften rok , een j£W-damaften-rok, een gekleurde fergien r0K>een roode duffelfche rok,eenEngelfch |
||||||||||||||||||
k
|
r.*
|
|||||||||||||||||
zo**.
|
||||||||||||||||||
%
|
Ê?S.
|
|||||||||||||||||
284 AMSTERDAMS III. Deel.
|
|||||||||
Burger- En zyn allen, die eenig beflier hebben * in Gemeente (o). Doch na de verandering der burg**"
Wees- de boedels van Ouders, welker kinderen Regeeringe,werden verfcheiden geeftelyke ^EES" huis. -m ^Qt -Weeshuis zullen moeten worden goederen aan het Weeshuis opgedraagen : tlüIS* opgevoed, en in alle boedels, waaruit aan eerft,gelyk wy reeds gemeld hebben, in't jaar zulke kinderen eenig voordeel befproken 1579 , de inkomften van de Kapelle in de Kal- is, of toekomt, volgens eene Keure vanden verltraat, en't gebouw der Kapelle zelve (p): agtentwintigften January des jaars 1764, en kort daarna, de goederen van de S.'Lu- verpligt, dezelven, ten fpoedigften, aan de cien-enKardiuizers-Kloofteren(4). Onderde Regenten aan te geeven (e), goederen der Karthuizeren, waren het groo- Aanwas Wy hebben boven (ƒ) aangetekend, dat te en kleine Karthuizers-Hof begreepen (r).
ènafnee- net gStalder Weezen, by deopregtinge van In de beden, ten behoeve van het Weeshuis, *t ^eta?11 het Weeshuis, maar zeven of agt beliep, is eenige verandering gekomen. Men doetze der Wee-Doch in den tyd van tagtig of negentig jaa- nu, by de huizen, vyfmaal 's jaars met de zen in 't ren, was het al tot vyf honderd aangegroeid fchaale , en, weekelyks , met de bos en Wees' (g). In't jaar 1629, telde men zeven hon- fchelle, gelyk van ouds. En in de Nieuwe U1S' derd kinderen in 't Weeshuis. Omtrent der- Kerke, nevens de Huiszitten aan de Nieu- tig jaarenlaater, was het getal, zo eenigen we zyde, des Zondags, in de Voordemiddags- melden (/&), agt honderd en dertig; doch vol- en Nademiddags-Predikatien. De twee derde gens anderer aantekening (i), niet minder dan deelen van de voordeelen des Schouwburgs duizend. Doch, federt, is dit getal, allengs- zyn hier, in de voorgaande eeuwe, bygeko- kens, afgenomen; waartoe de opregting van men. Uit het Poortergeld, geniet het Wees- verfcheiden' andere Weeshuizen hier ter Ste- huis, federt den agt en twintigften January de wel 't meeffc heeft toegebragt. In 't jaar des jaars 1662, dertien guldens. Het Wees- 1692, werden 'er vyf honderd zes en zeven- huis bezit, daarenboven, eenige Landeryen tig, en in 't jaar 1740, maar vier honderd en Huizen: en onderde laatften, de Herberg zes en dertig in geteld, van welken nogee- de Keizers Kroon, die, in 't jaar 1725, her- nigen buitens huis befteed werden. Terwyl bouwd is, en vyftien huizen in de Kal ver- ik dit fchryve, in May des jaars 1765, wor- ftraat, ter wederzyde van den ingang van 't den 'er honderd een en veertig groote Jon- Jongens-Huis; dertien huizen in de S. Lu- gens, en honderd vyf en dertig groote Meis- cienfteeg, en een zesde van omtrent vier hon- jes, in 't groote Huis, en honderd zeilien derd, te weeten drie en zeventig huizen ,'in kinderen in 't Kinderenhuis opgevoed: en de nieuwe Uitlegging over de Prinfengraft, daarenboven nog dertien, buitens Huis, be- en byzonderlyk, in de Weterings-dwarsftraa- fteed. ten; in de Nieuwe Looijersftraat, en op de Inkom- De inkomften van 't Weeshuis waren, in 't Vyzelgraft; waartoe de Stad, in 't jaar 1670,
. fien van eerft, zeer gering. Doch in 't jaar i553>werdt den grond gefchonken hadt (O- u. hetWees- aan het zelve toegellaan, in de Nieuwe Ker- De Landeryen, welken het Weeshuis be- ï-*"n fs"
huis> ke, onder de Sermoenen en andere dienden, zit, hebben, voor 't grootfte gedeelte, voor- $$r'f met het derde bord,te mogen omgaan,in de maals, behoord, onder de goederen van de j,^ plaats van de Leproozen, en in de Heilige Karthuizers- en S. Lucien-Kloofters. Tot de «u^. Stede, agter de Kerkmeefters dier Kapelle. Landeryen der Karthuizeren, behoorden, on- "e Ook verwierf het, toen reeds, de weekelyk- der anderen, de booge Kooijen en de langs Noor- fche bede by de huizen met defchelle (k), die der-Kooijen, gelegen in de Bogt, in de Banne nog ftand houdt. In 't jaar 1564, kwam hier vanWeftzaanen; de//o?'» of i/oom, ten zuide'1 by eene jaarlykfche bede met de fchotel of van de Hollefloot, oudtyds de Hoorn- of Horn- fchaale, by de huizen (7). Ter gelegenheid floot genaamd, in 't Y, en de Weerd of Ja*1 van'? groite ende miferable inconvenient, den Verbellen-Kiland, een weinig noordooftwaards Weeskinderkens,irit jaar 1566, overgekomen, van den Horn gelegen. De Kooijen en en van ons, elders (?«), omftandiglyk, be- Weerd waren, in't jaar 1429, door Jan, Das' fchreeven, werdt het Huis, uit Stads KafTe, taard van Blois, Ridder en Heer van ÏTreslong» met honderd ponden vlaams, onderfteund (n). aan 'tjKarthuizers-Kloofter verkogt. HeC In't jaari575, verwierf het, voor eens, en zon- Weeshuis heeft de Weerd of Jan Verbell^' der dat het in gevolg zou mogen getrokken Eiland, in 't jaar 1593 > opgedraagen aan c worden, eene buitengewoone bede van de hoogeHeemraadfchapvanRynland,hetrie£~ (e) Keutb. u. /. 36. land op het zelve, alfeenlyk, aan zig behoU"
{f) BUdz.. 27«. ö den-
|
|||||||||
(g) PONTANUS Lihr. II. Cap. II. f, 70.
(h) Semaine burlesque d'Amfleidam p. 2t«, („) Refol. Vroedfch. N. 4. 28 Jan. 157$.
(i) DOMSELAERlV.-B»^, il. i!?. CoMMELWi hl. S6+. (p) Refol. Vroedfch. N. 4. lo Maart IS79-
|
|||||||||
(O Refol. Vroe'.ifch. N. t. 28 Sept. 1553.
(l) Refol. Vroedfch. N. 1. 1% Maart jjS4.
(m) II. Deel, VII. Btr^t hl. 274..
|
(et) Vide (y FONT AN. Llbr. II. Cap. II. />• 7°' . ,,f(
(r) Aam. van Schepen G. SCHAEP I'ietEBsZ- eptjaani}
(,) Refol. Vroedfch. L'. G. i* .April J«7°* *aF<»r-1>? - |
||||||||
(n) Refol. Vroedfch. N. i, tj May \$if. ƒ,\|\('j&êrfh 'y S9 ve'rfé
|
|||||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENTIGE GESTIGÏEN. 285
|
|||||||||
Wy voegen hier onder eene Naamlyfl der Burger.
Regenten van het Burger - Weeshuis: Wees. HUIS.
1529.. Claas Jacobsz. Paradys. «»■£<*
1529. Arent Boelezoen. oenten.
1530. Cornelis Frederikfe Bäcker.
1534. Gerrit Jan Lambertzoen. !537- Symon Lourenfe Stoter. !538. Gysbert Jansz. van Haarlem. 1541. Frans Adriaanfe Thoon. 1543. Claas Vechtersz. 1545. Willem Cornelisz. Stickel.
1549, Floris Roeters.
1550. Claas Jacobsz. Stoeldraaijer.
1553. Pieter Jacobsz. Schaep. I553- Jacob Pietersz. Colyn. 1555- Claas Dirksz, in de drie Koningen.
1556. Ernfl Roeters.
1557- Jan van Ouwewater.
1557- Willem Jacob Walichs.
1558. Willem Paulusz.
1562. Jan Claasz. Pyl.
1562. Jan Vechter.
1562. Dirk Claasz. Neys,
1562. Jan Beth Jacobsz.
1562. Ernfl Roeters.
1563. Willem Paukisz.
1563. Cornelis Gysbertsz.
1564. Jacob Gerrit Teeuwesz.
1565. Jonge Jan Duyvesz.
1567. Gerrit Schaep. 1567. Jacob Cornelisz. inS.Andries.
1567. Jacob Roeloffe. 1567. Jacob Jansz. Ouwewater.
15(57. Gerrit Jansz. Preekfloel. 1568. Jan Dirk Marcufïên.
1569. Arent Hendrikfe Suyvelkooper.
1569. Jan Philipfe Suyvelkooper. 1575. Roel Jooflen. 1577. Gerrit Corver.
1578. Huybert Symonsz. Appelman.
1578. Cornelis Eibertfe. 1578- Barent Claaflen, in de drie Engelen,
1579- Dirk Jansz. Graaf.
1579- Jacob Claasz. Bas. J579- Jan Thomasz. van Alkmaar.
J579- Jacob Jansz. Vinck. 1580. Claas FranfTen. 1583. Laurens Jacobsz. Reaal. 1585. Barent Janfen Steenhuis. 1585. Cornelis Cornelisz. in de Haak, 158Ö. Evert Claasz. Huift. 1588. Frans Hendriksz Oetgens. 1588. Jan Jansz. Garfl. 1590. Cornelis Cornelisz. de Lange. I590- Jacob Janfen Benning,m 'inliegen- de Varken. 1590. Hendrik Hendriksz Houthaak. 159.2. Paulus van Heemskerk. 1593. Jacob Willekens. 00 , X594-. |
|||||||||
dende. Hertog Albrecht van Beijeren, in 't
jaar 1392, het Karthuizers-KIoofler willende itigten, gaf daartoe drie honderd Dordrecht- fche fchilden 's j aars uit de inkomflen van een ftucke Lants, dat geheten is die Hoern, gelegen op die Zuytfide van den Hoiren floot (ï). Hertog Willem verkogt,in 't jaar 1399> het Eiland zelf, welk hy Saner Hom noemt, ongetwy- feld, om dat het, aan een hom of hoek der Zaane legt, aan 't Karthuizers-KIoofler, voor twaalf honderd vyf en zeventig Gendfche no- belen, en verklaarde het, in 't jaar 1412, voor altoos, vry van alle gemeene Lands Laflen, in welken vrydom, het, by Sententie van den Hove van Holland van den veertienden Au- guflus des jaars 1501, beveiligd werdt. Op het Eilandje den Horn, welk ook S. Antonis- Eiland gen-aamd werdt, plagt, nog in de zes- tiende eeuwe, eene Kapel te flaan, gelyk my, uit deStigting van eenen dienfl op een altaar in dezelve,gedaan door CatrynClaes dogter,Pieter Thaems Weduwe, op den eerflen December des jaars 1512, gebleeken is. Op denHorn, flonden, eertyds, vyf Boerenwooningen (u), die, met de Landeryen, nog in de voorgaande eeuwe, twee duizend zes honderd drie en twintig guldens 's jaars aan huure opbragten (ü).En fchynt het Weeshuis, toen, of al eerder, de gewoone en buitengewoone Verpondin- gen van deeze wooningen en Landeryen te hebben moeten opbrengen. Doch de Boeren- wooningen op denHorn, welk Eilandje,thans, omtrent tagtig morgen Lands, groot is, zyn, al federt eenige jaaren, tot op drie, en nu tot op twee verminderd. En het onderhouden en hefchoeijen van het zelve valt het Weeshuis Zo kofbbaar, dathet, in 't jaar 1751, voor den tyd van vyftien jaaren, vrydom van Verpon- dingen , voor den Horn, van 's Lands Staaten, Verzogt en verkreegen heeft. Van denjaare l7S2, tot den jaare 1763, ingeflooten, heeft ^en, tot onderhoud van het zelve, boven al- le inkomflen, eene fomme van zeven en twin- tigduizend zeven honderd negen en zeventig guldens en zes fluivers te kofle gelegd (tu). öe Boeren van den Horn leveren hunne Kar- nemelk aan 't Weeshuis. Wy hebben, hier voor fo), reeds aangete-
kend , dat de Legaaten, die, ten behoeve JerArmen van oftQt Amßerdam, gemaakt zyn, door pulken, die in dienfl der Oofl-of Weft- lriri:-he; Compagnie van hier zyn uitgevaa- *en, aan het Weeshuis zyn toegeweezen. f') De Giftbrief » in 't Weeshuis. Laade X.
£ ^0 Recueil Set Documenten van het Weeshuls II. Bte\t " rl{ *9,3o,3I, 3», 3 + , 3S, 39. ?t J-^Aantek, vi» Schepen GerriX Schaep Eietebsz.o/
Oawi S?-i*.'R#quÊft der Regenten Qm veilenging van 't
(x 1 i,P,1 vrydom van Verpondingen. *'*"***. 273. ÏI. STÜK.
|
|||||||||
III. Deel.
|
||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||
s8ó
|
||||||||||||||||||||
1696. Mr. Nicolaas de Vicq.
1696. Mr. Pieter Nuyts.
1697. Michiel Elias.
1698. Abraham Engelgraaf.
1703. Hendrik Hop.
1704. Jacob van der Waaijen.
1708. Gerard Rogge de Jonge. 1708. Hero Mooy. 1713. Leonard van Hoefen.
1715. Mr. Joan van Heuvel. 1715. Pieter Roos. 1717. Philips van der Ghiefen, 1720. Albert van der Merct. 1720. M'. Wigbolt Sucher Elbertsz. 1723. Balthafar Huydecoper. I725< Jan Lucas Bouwens. 1731. Jean de Wolf.
1732. Joan Hendrik Kerckrïnk.
1732. Abraham Pyll. 1736. Mr. Gerrit Hooft Danielsz.
1736. Francois de Witt. 1738. Willem Meulenaar. 1738. Jan Hooft. 1740. Mr. Pieter Cornelis Haffelaer.
1741. Jan Backer de Jonge.
1743. Daniel Hooft Danielsz. *745- Jan Fredrik Berewout. 1746. Carel Johannes Boelensz. 1748. Jean Deutz van Affendelft.
1749. Jacob Roman.
1749. Joan Baptifta van Renffelaer.
1757. Jacob Guillot. 1757. Cornelis van Royen. 1759. Cornelis Jacob van der Lyn,
1760. Joan Servaas Lynflager,
VIL
|
||||||||||||||||||||
1594. Cornelis Benning.
1595' J°rïs Joriffen. 1596. Pieter Pieterfe van Neck.
1597. Jan Jacobsz. Huydecoper.
1597. Cornelis JorifTen. 1599. Albert Corneliflên.
1599. Symon Gerritsz Schaep. 1599. Jan Claafen Vlooswyk. 1601. Cornelis Jacobsz. Bas. 1601. Dirk Hendriksz. Queekel. 1604. Jacob Egbertfe, in S. Nicohas. 1604. Hendrik Servaas.
1605. Pieter Claasz Overlander.
1610. Jan Gysbertsz.
1611. Jan Willemsz Boogaart.
1612. Pieter Pietersz Haffelaer.
1612. Ryckert Gerritsz Kieft. 1615. Tymen Jacobsz. Hinloopen. 1615. Jacob Jacobsz. Vinck. 1620. Dirk Heingh. 1620. Jan Reyniersz.
1620. Roelof Woutersz. 1622. Jan van Heusden. 1622. Claas Haffelaer. 1624. Frans de Neve. 1629. Gerbrand Claasz. Pancras. 1631. Claas van Campen. 1631. M'. Gerrit Schaep Pietersz« 1631. Cornelis Jacobsz. Waaijer. 1636. Cornelis Jan Witfen. 1636. Willem van Loon. 1636. Abraham Alewyn. 1639. Guiliaume Lindemone.
1640. Jacob Jansz. Lansman.
1640. Jacob Theunisz. van Straalen. 1640. Willem Ysbrantsz Kieft, 1642. Bernard Schellinger. 1644. Willem van Erpecom.
1644. Hendrik Vaftrik.
1645. Mr. Jan van Hellemond.
1651. Jacob Jacobsz. Hinloopen, 1654. Floris Roeters. 1656. Jacobus Trip.
1658. Jan Lens. 1662. Daniel 1'Eftevenon. 1667. Joannes Wybrants. 1667. Jacob de Graaf.
1668. Cornelis Wilmerdonck,
1672. Michiel Hinloopen. 1672. Wigbold Muylman.
1673. Anthony van Hengft.
1674. Jacob Trip Hendriksz.
1675. Hans Boor.
1675. Michiel Wiltfchut.
1676. Willem Six Willemsz,
1682. Jan Graafland. ï68<5. Abraham Bäcker. 1686. Cornelis Verpoorten. 1689. Gerbrand Pancras Michielsz» 1691. Jacob Elias de Jonge. |
||||||||||||||||||||
KIER*'
We*5'
HOI*'
|
||||||||||||||||||||
AALMOESSENIERS ■ WEESHUIS.
|
||||||||||||||||||||
B
|
urgemeefteren en Raaden, bevindende»E*/
dat de Huiszitten - huizen , het Gaft-**^ |
|||||||||||||||||||
huis, het Oude-Mannen-huis, en 't Burêer" Bfl^«
Weeshuis, in den aanvang der voorgaande bie' eeuwe, nog niet voldeeden, om de behoef- Ste ten van oude en gebrekkelyke rnenfchen, en van ouderlooze of verlaaten kinderen te ver- vullen, beflooten, op den negen en twiß" tigften January des jaars 1613 , nog een Godshuis op te regten,onder den naamvaa Aalmoesseniers-Huis, welk, op£en Singel, tuffchen den Heiligen weg e° ^e" guliers-Tooren, op een gedeelte van dfn grond van 't Clariffen-Kloofter, gefüg£ werdt» en waarin, naderhand, de Latynf^eSchool overgebragt is. In 't jaar 1624» werdt een gedeelte van het Mannen - Tugthuis, tot vergrootinge van dit Aalmoeffeniers-Huis, vertimmerd (y). In het zelve, werden be- hoet-
(j) Refol. Yioedfch, ü, 14. i« 7»1' ,4*+' /•l0% *"r/*'
|
||||||||||||||||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN. 287
|
||||||||||||||
V.
|
||||||||||||||
hoefcigen, die in deeze Stad gebooren wa-
ren, of, ten minfle vier jaaren agtereen, gewoond hadden, even als in de Huiszitten- huizen, bedeeld; met naame des zomers, wanneer de Huiszittenhuizen, in dien tyd, geene uitdeelingen deeden. Zulken , die kwaadaartige ziekten hadden, werden ook, op kollen van het Aalmoeffeniers-Huis, ge- nezen. En aan de vefle of fchans, by de Heilige - wegs - Poort , flondt, reeds in de zefliende eeuwe, eene zogenaamde Laza- rette, of Lazarusbuysken (z), waarin zeere en fchurfde hoofden, onder 't opzigt eener Heelmeeflereffe, die, naderhand, door de Regenten van 'tAalmoeffeniers-Huis, werdt aangeileld, genezen werden. Het tegen- woordig Verbeterhuis, by deWeteringspoort, plagt ook, tot dit gebruik, te dienen («). Nog werden, in het Aalmoeffeniers - Huis, flerke bedelaars en andere lediggangers, na dat zy, door den Hoofd-Provooft van 't Huis, waren opgevangen, aan 't hennipkloppen en anderen arbeid gezet; waartoe, naderhand, het Werkhuis opgeregt is. Voorts, werden de Regenten van dit Godshuis ook belaft, met de opvoeding van Weeskinderen, die,' in 't Burger-Weeshuis, niet konden worden ingenomen: ook van vondelingen, die, te vooren, door Burgemeefteren, in de by- zondere Godshuizen, befteed (//); en nu, 20 wel als de gemelde weezen, door de Re- genten van 't Aalmoeffeniers-Huis, by ge- meene burgers, van kofl en huisveftinge, bezorgd werden. Wyders, gaven de Regen- ten, aan vreemdelingen, voor eenen tyd, den kofl, en reisgeld, als zy vertrokken. Ein- delyk, droegen zy zorg, voor de begraaving Van lyken van behoeftigen, en leverden 'er doodkiflen toe. Zy waren zes in getal en dienden drie jaaren, gaande de twee oud- ften in dienft, jaarlyks, af. En, na dat zy deeze drie jaaren uitgediend hadden, waren zy, naderhand, niet meer verkieslyk. Doch de Aalmoeffeniers werden, door den
tyd, zo zeer belaft: met de opvoeding van ouderlooze en verlaaten' kinderen, dat zy geene kans zagen, om dezelven allen in den koft te befteeden, by zulke luiden, daarzy, bekwaamlyk, konden worden opgevoed. Zy verzogten, derhalve, op 't einde des jaars 1662, aan Burgemeefteren en Raaden, dat £r een nieuw en grooter Aalmoeffeniers- iluis, tot opvoedmge deezer kinderen, mögt gorden opgeregt. Men bewilligde, in 't begln des volgenden jaars, in dit verzoek f», l*} Refo'. Vioedfcb. N. j. 2% ^pril IJ8(S-
lt{ iie hier voor' *'• 261,
i Refoi. Vioedfch. N. §. i9 jMm 1S9S. ƒ. l9? wry#-
f- *I« *"¥• Vloedfch- Lu C' 17X'v.l66z.zt74r,.U6s.
trJ<>> 21$. |
en fchonk 'er een groot erf toe, in de nieu-Aal-
we uitlegging, aan de zuidweflzyde der Prin- **°xs*i' fengraft, tuffchen de Leidfche graften Leid- J5*g fche ftraat. De Regenten kreegen verlof, huis. om de noódige penningen, tot het fügten van't nieuwe gebouw, op te neemen(/f). Op den twaalfden December des jaars 1663, maakte men eenen aanvang met heijen, en op den zeventienden Maart des volgenden jaars, werdt de eerfte fleen aan 't gebouw ge- legd , door den Hoofdprovoofl Jan Vos, uit den naarn van alle deRegenten. Het Huis was, in 't jaar 1665, voltrokken: en, op den eerften Januarydes volgenden jaars, werden de kin- deren, die, door de Regenten, alomme in de Stad, befteed waren, in het zelve overgébragt. In 't jaar 1680, kreegen de Regenten verlof, Het om een nieuw Ziekenhuis te bouwen aan hetwordt Aalmoeffeniers - Weeshuis , mids daartoe ver8r00t" maar weinig meer dan negen duizend gul- dens befteedende (e). Het Huis was voor niet meer dan agt honderd kinderen gefchikt, en in't jaar 1683 , bevondtmen, dat'er reeds dertienhonderd in ontvangen waren, waar- om , op verzoek der Regenten , orde ge- field werdt, om een nieuw Huis te voegen by het voorgaande (ƒ), gelyk, federt, ge- fchied is. Midlerwyl, was 'er, in 't jaar 1682, mer- 't Getal
kelyke verandering gevallen, in het getal e.n de en werk der Regenten, 't Getal der zelven r™^1 was, tot hiertoe, niet meer dan zes ge weeft, en "ke- en in 't jaar 1663, waren hierby vier Re-gentes- genteffen of Buitenmoeders gevoegd. Doch n , nu vonden Burgemeefteren geraaden, 't ge- or?r c' tal der Regenten tot agt, en, in't jaar 1685, nieuws, dat der Regenteffen tot zes te vermeerde- geregeld, ren. Ook werdt, in 't jaar 1682, verklaard, dat de Regenten, voortaan, niet anders zou- den te bezorgen hebben, dan hun Weeshuis en de kinderen, waaronder begreepen zou- den zyn de Vondelingen ; zulken, welker ouders in 't Gafthuis ziek lagen, en alle an- dere kinderen, zonder onderfcheid: en dat zy al 't gene, verders, voorheen, ter hunner bezorginge, geftaan hadt, overlaaten zouden aan de Huiszitten, zo van de Oude als van de Nieuwe zyde , aan welken , elk aan zyne zyde, daarbenevens, zou worden af- geflaan de maandelykfche of vierweek- fche Colleéle met de fchaale, die de Aal- moeffeniers plagten te hebben, en die, voor- taan , door en ten behoeve der Huiszitten; doch nog op den naam der Aalmoeffeniers, gefchieden zou. Doch de boffen , die in Her-
(d) Refol. Vroedfch. L'. D.zoNav. iïfij. ƒ 7I, Gtcot«,
Memor. N. V. ƒ. izj. (e) Refol. Vroedfch. Ir. N. % Dec. i6%o. f z6l
(f) Refol. Vioedfch. I». P. 2j Juny isj5> ƒ 3^'
OO 2
|
|||||||||||||
•nn
|
||||||||||||||
A>
|
||||||||||||||
III. Deel.
|
||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||
288
|
||||||||||||||||
ken-Vader en Kooken-Moeder: nevens dezel- AAt- ,
ve, ter linkerzyde, is de wooning van den moessï* Jongens Schoolmeeßer en Huismoeder: en naar w^es- de Meisjes-Plaats toe, heeft men de Kinde Hüi$. renhuis-Eetzaal en School, daar Jongens en Meisjes, te jong om in het groote huis ge- plaatft te worden, eeten, in fpellen en leezen onderweezen worden, en hun gewoon verblyf hebben. Ter wederzyde van de Poort, aan de Meisjes-zyde, zyn de wooning van den Kleê- renmaaker, en de winkel en isoonihg van den Scboenmaaker van 't Huis. Langs de Binnen- plaats, van agteren, zyn ook eenige ver- trekken , tot huiffelyk gebruik. Voorts, is, weftwaards van de Meisjes zyde, over eene lange fmalle Plaats, een Wafchhuis en Bak- kery getimmerd. In de laatfte, wordt, meC drie ovens , gebakken. De Bakker heeft zyne wooning hier by. Ooffwaards van de Jongens zyde, over eene diergelyke lange, fmalle Plaats, is het Ziekenhuis, welk, door een' kooken in 't midden, in twee deeleii onderfcheiden is; waar zieke Jongens en Meisjes worden geplaatft. Ten einde van de Plaats, is een wafchhuis, en daarby een vertrek, waar de lyken, voor een' tyd,ge- zet worden. Uit het Poortaal binnen de Poort, aan de vn^'
Jongens zyde, is, ter regterhand, de opgang naar de vertrekken der tweede Verdiepinge. Men ontmoet hier eerft een ruim Voorver- trek voor dé Regenten-Kamer, alwaar nog een bord hängt, welk, reeds in 't oude Aal- moeffeniers-Huis, geplaatft geweeft is, en waarop , met gulden letters, gefchreeven ftaat: De Hemel draegt geen zytmaer hïflertnacr
elks kermen.
Zoo ziet d'' Aelmoejfenier ,op't nypcnvanden noot,
En reicht elk nooddruft toe, uit V burgers milden fchoot.
Hy flut, door 't heele jaer, het leven van den armen.
Uit dit Vertrek, komt men in de Regenten-
Kamer of Comptoir, die langwerpig vierkant, hoog en ruim is, en, door vier groote lich- ten , over de Prinfengraft , uitziet. De fchoorfteenmantel is, van boven, verfierd met de wapens der Regenten, die, ten ty- de der ftigtinge van het Huis, in dienftwa- ren ; en met eenige andere Regenten - wa- pens, van voóren. Beneden, boven denfpie- gel, ftaan deeze regels, die aan Vondel worden toegefchreeven: Dees Godtshuis-boüïvers, die getrouw nood'
driftige armen, ,, |
||||||||||||||||
Herbergen en elders hingen of ftonden, zou-
den, ten behoeve der Aalmoeffeniers, bly- ven (g). En in 't jaar 1685, werdt beraamd, dat, wanneer het Aalmoeffeniershuis kinde- ren innam, welker ouders , door de Huis- zitten, onderhouden waren geweeft, de Re- genten der Huiszitten - Huizen den boedel zouden moeten redden, en 't gene 'er van kwame aan het Aalmoeffeniers-Huis uitkee- ren (Ä). Ook hebben Burgemeefteren, nog, in 't jaar 1691, goedgevonden, dat, voor- taan , gelyk van ouds, het befteeden der kin- deren van zulken, welker ouders in het Gaft- huis ziek lagen, zou moeten gefchieden door- de Regenten van het Aalmoeffeniers-Wees- huis (i). En op deeze wyze, is het Aalmoes- feniers-Huis onderfcheiden geworden van de Huiszitten- en andere Godshuizen, en een enkel Wees- of Kinderen - Huis gebleeven. Het is een deftig gebouw, met twee uit-
fpringende voorgevels, in ieder van welken, eene ruime poort is, en nog twee diergely- ken tuffchen beide. Doch de twee middel- den worden, doorgaands, geflooten gehou- den. Het gantfche erf is drie honderd twee en tagtig en een halve voet breed. En het weftelyke gedeelte van 't gebouw is voor Meisjes; het ooftelyke gedeelte voor Jongens gefchikt. De Verdiepingen van 't Huis, die, boven den grond, vier in getal zyn, fcheppen, van vooren, licht van de ftraat; van binnen, van twee vierkante binnenplaatfen, de ee- ne voor de Jongens-, en de andere voor de Meisjes-vertrekken gefchikt; en van agteren envanwederzyde,van fmalle openPlaatfen. De Poort aan de Jongens-zyde zynde in-
getreden , ontmoet men, ter linkerhand, de ixooning van den Secretaris der Regenten, die uit verfcheiden' bekwaame vertrekken be- ftaat, welken, van de Prinfengraft en van de Plaats,licht fcheppen.Terregterzyde,is de verblijfplaats der Comptoir-Moeder, uit twee vertrekken beftaande, die op de Prinfen- graft uitzien. Voorts, zyn, langs de Jon- gens-Plaats, aan alle zyden , verfcheiden' vertrekken , tot huiffelyk gebruik, en tot wooningen voor eenige Süppooften dienen- de. Ook zyn hier, voor weinige jaaren, eenige vertrekken gefchikt tot eene Apo- theek ten dienftè van het Huis, en tot een ftookhuis en wooning voor den Apotheker, die, door Burgemeefteren, aangefleld wordt, en, boven vrye wooning, koffc enz., eenejaar - lykfche wedde van vier honderd guldens ge- niet (£). Agter in 't Huis, is de groote Kooken, en daarby de wooning van den Koo- Cs) Handv. bl. 271.
(fa) Groot-Memor. N. VII. ƒ. 117. (») Handv. bl. 179. (O Refol. van den Oud-Raad VSUJ Bürgern, vtn zo May
Ï7*I. bl. 105. |
||||||||||||||||
Aal-
MOESSE-
NIERS- Wees-
HUIS.
|
||||||||||||||||
Befcbry-
ving van 't gebouw van't Aalmoes feniers- Wees- huis. |
||||||||||||||||
Vertrek-
ken der eerlte, |
||||||||||||||||
^^mmm
|
||||||
UIL T JL^LZ,J£0&S>S& JSTI & R S
|
||||||
Wj: je s h ui s
|
||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN. 289
|
|||||||||
*
Al 'tjaer bedienende, handhaven en befcher-
men,
Staen in de wapen? van hun flammen hier ten toon.
Wie armen handhaeft, wint de hoogfle wä- penkroon.
Langs de wanden van 't vertrek, zyn zeven
oude Schilderftukken geplaatft, twee van welken ieder twee oude Regentenkoppen vertoonen: in de vyf anderen, ziet men 't werk der AalmoefTenieren en der behoefti- gen, zo als het, van ouds, beftondt, kon- ftiglyk, afgebeeld. Een vertoont de infehry- ving der armen: een ander de huisbezoe- king , die, door een' der Regenten, verzeld van den Hoofdprovooft, gefchiedt: in twee anderen, die, in 't jaar 1627, gefchilderd zyn, ziet men de uitdeeling van brood, geld en ftof tot kleeding, die, voormaals, door de Aalmoeffeniers, plagt te gefchieden: en in het vyfde , wordt het hennip - kloppen en andere arbeid vertoond, die, in het oude Aalmoeffeniers - Huis , plaats hadt. Wy- ders, hangen 'er twee nieuwe zeer groo- te Regenten-Stukken, ieder agt Regen- ten en de Hoofd - Provooften, Secretaris en Boekhouder in der tyd vertoonende: het eerie is, door Cornelis Troofl: het ande- re, door Tibout Regten, gefchilderd. Ag- ter 't Regenten-Comptoir, is een kleiner vertrek, de Geldkamer genaamd, waar boe- ken , papieren en geld bewaard worden: en nog een vertrekje, ook, onder anderen, tot bewaaring van fchryf boeken, gefchikt. Wy- ders , heeft men, langs den voorgevel, ter Wederzyde der gemelde vertrekken, eene Lakenkamer, daar de voorraad van lakens, karfaaijen en baaijen tot kleeding voor de kinderen bewaard wordt, en een Wollenwin- bel, daar de wollen - kleederen worden ge- maakt. In 't middelfte gedeelte van 't ge- bouw , haar den agtergevel toe, ontmoet men , ter eener zyde , eene ruime Slaap- plaats voor de kleine Meisjes uit het Kinderen- Huis, en ter anderer zyde, eene Provifie- Kamer, daar de voorraad van erweten, boo- ïien, gort en meel bewaard wordt. Langs den agtergevel, is de Regent ejjen - Kamer, een fraai Vertrek, welk, in 't jaar 1761 , rnerkelyk verbeterd, en met een gefchilderd behangfel , naar de hedendaagfche wyze , verfierd is. Ook zyn de wapens der Re- gentenen voor den Schoorfteenmantel ge- beld. De kamer fchept licht van de ag- *erplaats, die, met een' hoogen muur,van ^Leidfche dwarsftraat afgefcheidenis. Ter *ie.ner zyde van de Regenteffen-Kamer, is de ^^naaiwinkel, daar ook 't linnen voor't ms bebaard wordt, en ter anderer zyde. |
|||||||||
een ruim vertrek, daar de Jongens en Meis- Aal-
jes, die, op Maytyd, uit het Huis gaan,MoEssE. ' voor het laatft, onthaald worden. Voorts, S.ERS" zyn hier omtrent ook eenige andere ver- huis?" trekjes, tot huiffelyk gebruik dienende. Langs de zydgevels van 't gebouw, over de twee Binnenplaatfen, loopt ter eener zyde , de Eetzaal voor de Meisjes, en ter anderer zy- de, de Eetzaal voor de Jongens, twee hoo- ge kamers, die de gantfche diepte van 't Huis, in de lengte, beflaan. Ook heeft men, aan de Meisjes zyde, boven de Bakkery, eene groote Slaapkamer. Op de derde Verdieping van 't Huis, zyn derde, en
de Schooien voor Jongens en Meisjes: ook de kleine Naai- of Lapwïnkel, de Breij-fcbool en de Kamkamer: en , langs den agterge- vel, twee vertrekken, gefchikt, het eene tot een Kinderen-Huis voor Jongens, en het andere tot een Kinderen - Huis voor Meisjes. De kamers voor de twee Kinderen - Moe- ders, en voor de Naai- en Breij-meefteres- fen zyn, op deeze Verdieping,naar behoo- ren, gefchikt. Ook is hier eene groote Slaapkamer voor de Meisjes, en twee klei* nen voor de Jongens. De overige Slaapvertrekken voor Jongens vierde
en Meisjes, die met dubbele deuren van el- Verdie- kanderen zyn afgeflooten, zyn, op de vier- pinS- • de Verdieping, langs den Voor-, en de twee zydgevels van 't Huis. Ook heeft men hier, langs den agtergevel, eene ruime Droogzol- der, daar de kleederen, die hier, even als in't Burger-Weeshuis, federt eenige jaa- ren , ook op 's Graavenland worden gewas- fchen; des zomers, op de gewoonlyke wyze, en des winters, door middel van kagchels, gedroogd worden. Hierby zyn de Kamers voor de fVafchmoeder en de Kammoeder: en, voor in 't Huis, aan de Jongens zyde, de Oppoffers-en Qnäermeefters-Vertrekjes : en aan de Meisjes zyde, twee vertrekken voor den Schoolmeefter der Meisjes. Wy fpree- ken niet van de Wier-, Provifie- en andere kelders, die, onder de benedenfte Verdie- ping , zo ten dienfte van 't Huis in 't ge- meen , als van de voornaamfte Suppooflen, in grooten getale, gevonden worden. De Regenten van't Aalmoeffeniers-Wees Jaaren èn
huis plagten, eertyds, geene kinderen in tedere neemen; die twaalf jaaren en daar boven ten *{*- oud waren. Doch al federt veele jaaren, Aal'moes^ zyn zy verpligt, kinderen te ontvangen, tot feniers- den ouderdom van vyftien jaaren toe;, en ^eeskin- wel, volgens een beiluit der Vroedfchap, n' kinderen van allerlei foorte, hoe gebrekke- lyk dezeïven ook zyn mogen (7). Doch Bur- gers-kinderen moeten boven de twaalf jaa- |
|||||||||
ren
|
|||||||||
(0 Refol. Vïoedfch. V, O, zi Seft, I(s8i, nt 3O0>
Ö03 |
|||||||||
29o AMSTERDAMS III. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||
ren oud zyn: anders, komen zy in 't Burger- waren (o). Op den derden January des jaars ^AL.
Weeshuis: en kinderen, welker ouders, of 1759, hebben Burgemeefteren, wyders, eene moj&F.
overeenkomft bekragtigd, die, tuffchen de*".^
Regenten van 't Aalmoeffeniers - Weeshuis Hü*s. en de Diakenen der Lutherfche Gemeente, geflooten was. Zy behelft „ dat de Kinde- |
||||||||||||||||||||||||
f
|
||||||||||||||||||||||||
ren.
en de andere Lutherfch Ledemaat geweeft
waren, zouden worden opgevoed, of, in het Aalmoeffeniers-Huis, zo zy, in de Gere- |
||||||||||||||||||||||||
kinderen in, welker ouders, door 't Geregt,
ter dood gebragt zyn, of in hegtenis gehou- den worden. Wy hebben reeds aangemerkt, dat het Huis ook voor Vondelingen geftigt is: hoewel deezen, en ook kinderen boven de vyftien jaaren, niet dan op byzonderen laft van Burgemeefteren, worden ingenomen. 't Leggen van kinderen te vondeling is, nog- tans, by herhaalde Keuren, verbooden. Vol- gens de oudfte, die my bekend is, van den vyftienden December des jaars 1491, werdt het, met de Kaak en ballingfchap voor den tyd van een jaar , geftraft. Volgens kate- re Keuren, werdt het, met verlies van 't regter oor, geboet, en by nog laateren, is 'er geeffeling op gedreigd. Ook is, by meer dan eene Keure, verklaard, dat ouders, die hunne kinderen verlaaten, nimmer van de- zelven zouden mogen erven (m). Doch on- aangezien deeze Keuren, levert deeze groo- te Stad, van tyd tot tyd, veele vondelin- gen en verlaaten kinderen uit, die, met ta- melyke gereedheid, in het Aalmoeffeniers- Huis, ontvangen worden. Van deeze ge- reedheid, is egter, ook dikwils, misbruik gemaakt. Veelen, die aangenomen hadden, de kinderen hunner vrienden of bekenden, met naame die van zeevaarenden, welken, daarvoor, hunne Maand - cedulen verpand hadden, op te voeden, bragten dezelven, |
||||||||||||||||||||||||
3?
|
formeerde Kerke; of in het Lutherfche
|
|||||||||||||||||||||||
Weeshuis, zo zy, in de Lutherfche Ker-
„ ke, gedoopt waren. Dat kinderen, wel- „ ker ouders beide, of de langftleevende „ van beide, twee jaaren, by de Lutherfche „ Gemeente, Ledemaaten waren geweeft, „ of van welken, zo zy beide der Luther- „ fche Leere waren toegedaan, maar een „ twee jaaren Ledemaat geweeft was, in „ 't Lutherfche Weeshuis, zouden worden „ ingenomen, mids zy beide, een jaar en „ zes weeken, binnen deeze Stad of der- „ zelver Vryheid, gewoond hadden. Doch „ dat kinderen, van welker ouders,de langft- „ leevende wel Lutherfch; doch geen Le- „ demaatgeweeft was, in'tAalmoeffeniers- „ Huis zouden worden ontvangen, even- „ veel, of de ouders Poorters geweeft wa- „ ren, of niet. Dat, eindelyk, ook kinde- „ ren, welker ouders, fchoon tot de Luther- „ fchen behoord hebbende , openlyk ge- „ ftraft, of gevangen gezet waren , in 't „ Aalmoeffeniers-Huis, zouden worden in- „ genomen (q)." De zuigelingen, die, in dit Godshuis, worden ontvangen, worden, door de Regenteffen, buiten 't Huis, ter min- ne befteed : hebbende zy , hiertoe, door- |
||||||||||||||||||||||||
naderhand , aan 't Aalmoeffeniers-Weeshuis, gaands, een groot getal, en fomtyds wel dertig
voorgeevende, dat zy van de ouders verlaa- of veertig minnen in dienft. Daarna, komen ten waren. Doch hiertegen is ook, by ver- de kinderen, omtrent vier jaaren oud zynde, fcheiden' Keuren, voorzien. Zelfs hebben in 't Huis; en worden, in't kleine Kinderen- Burgemeefteren, meer dan eens, en laatfte- Huis opgevoed, tot dat zy oud en fterk ge- lyk,in't jaar 1755, de Ingezetenen gewaar- noegzyn, om onder de groote Meisjes of fchuwd „ dat elk, die een verlaaten kind of Jongens te können geplaatft worden, waar „ kinderen in zyn huis of bewaaring nam, ge- zy blyven, tot dat zy, een bekwaam hand- „ houden zou zyn, zulk een kind of kinderen, werk geleerd hebbende, in ftaat zyn, om hun1 „ op zyne eigene koften, te onderhouden, eigen brood te winnen; wanneer zy uit het „ zonder daarvan, door eenig Godshuis hier Huis gelaaten, en van onder het opzigt der „ ter Stede, immermeer, te worden ont- Regenten en Regenteffen ontflaagen worden. „ laft («). 's Lands Staaten hadden reeds, Doch kinderen, welker ouders, of een van op den agtften Auguftus des jaars 1682, beide, vaftgezet, of uitlandig geweeft, °f vaftgefteld , dat luiden, die van de eene vermiftzyn, worden, aan dezelven, te rug naar de andere Plaats vertrokken waren,en gegeven, wanneerze wederom op vryevoe- binnens 's jaars krank werden, of, overly- ten gefteld worden, of opkomen. 1° zulj< dende, kinderen nalieten, zo wel als de kin- een geval, moeten de ouders, zo 'thimver" deren, zouden geagt worden te blyven, ten mogen toelaat, aan 't Huis voldoen, 'c Se_n,e Jafte der Plaatfen , van waar zy gekomen de opvoeding der kinderen gekoft heett j c, |
||||||||||||||||||||||||
(m) Handv. bl. ;j% , 4ji, 454.
(»; Handv. bl, jtj, 1664, 57s. ƒ• «3.
|
||||||||||||||||||||||||
f») Groot Pi akastb. til. Detl, bl. M*0-
h) Groot Memur. iX. X'.l. ƒ. +9 ver'°' |
||||||||||||||||||||||||
Gtoot-Mcmoi. N. XI.
|
||||||||||||||||||||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN. 291
|
|||||||||||||
tien jaaren oud zyn, en zig zelven kleeden AAt.
können; wanneer zy in 't Groot-Huis over- moessë- gebragt, en de Jongens by de Jongens, en ™.ERS- de Meisjes by de Meisjes geplaatft Wor- ^uu*' den. Hier worden de Jongens, tot dat zy vyftien jaaren bereikt hebben, in 't lee- zen, fchryven en rekenen, en in de gron- den van den Godsdienft onderweezen , en daarna op een Ambagt beiteld. De Re- genten fchikken zig , hierin, gemeenlyk, naar hunne keuze, en geeven hun verlof, om een' Meefter te zoeken, by wien zy een week of twee op de proef arbeiden, waarna de Regenten een verdrag met hem aangaan. De ambagten, die zy in 't gemeen verkiezen, zyn Huistimmeren, Scheepstimmeren, Wit- werken, Kiftenmaaken, Spaanfche-Stoelen- maaken, Beeldhouwen, Zeilenmaaken, Mas- tenmaaken, Lyftenmaaken,Kuipen, Schoen- maaken en eenige anderen. Hun arbeidsloon wordt opgehaald door een' Bediende van 'c Huis, die ook onderzoek doet op hun ge- drag; zyn ontvangft, om de veertien da* gen, aan de Regenten verantwoord, en van 't gene hy verder vernomen heeft, verflag doet. De Meisjes, insgelyks, tot eenen be- kwaamen ouderdom, op de Schoole zynde onderweezen, gaan over op de Breij-, Lin- nen- , of Wollen-winkel, ter keuze der Re- genteffen ; daar zy, door byzondere Meefte- reffen of Moeders, en op de Wollen-win- kel, ook door een' Meefter Kleêrenmaaker, in 't Breij en, Linnen- en Wollen-naaijen, on- derweezen worden. Het Breijen en Linnen- naaijen leeren zy egter volkomenft, om dat dit ook, om loon, ten behoeve van't Huis, voor deftige ingezetenen, gedaan wordt. De Groot-Huis-kinderen, Jongens enMeis- catechi-
jes, worden, wyders, tweemaal ter weeke, fatien. des Maandags en des Donderdags, door twee byzondere Leermeeiters, in den Chriftelyken Hervormden Godsdienft onderweezen. Ook worden zy, alle Dingsdagen, door twee Pre- dikanten, by beurten, ruim een uur agter- een, gecatechifeerd. Aan de befte Catechifan- ten wordt een godgeleerd boek, tot een prys, vereerd, uit een Legaat, ten deezen einde, door Jacêbus Theens, gemaakt. Wyders, wor- den de groote Jongens en Meisjes, afzonder^ lyk,doordeMeefters en andere Bedienden, geleid, den eenen Zondag, voor- en nade- middag, naar de Weiter - Kerke , en den anderen Zondag , 's voordemiddags alleen , naar de Nieuwe -zyds- Kapel. De School- kinderen, Jongens en Meisjes tevens, wor- den, alle Zondagen, 's nademiddags alleen, geleid naar de Nieuwe Kerke. In deeze drie Kerken, zyn galeryen, waarop zy geplaatft worden. Op Zondag nademiddag, den ze- venen twintigften Juny des jaars 1704,1er- Wyl
|
|||||||||||||
welk, voor kinderen van zes tot negen jaa-
ren , op agt en veertig; van negen tot twaalf jaaren, op vier en vyftigj van twaalf tot vyftien jaaren, op zeitig; en boven de vyf-
tien jaaren, op zes en zeitig guldens in't jaar gefteld wordt: behalve de kleeding, die op zeitien guldens 's jaars wordt gerekend. De befcheiden, die, by 't inneemen van
kinderen, gevorderd, en gemeenlyk beko- men worden, zyn de Trouw-cedul der ou- deren, de Doop-cedul der kinderen, en blyk van de Geloofsgezindheid, woonplaats, dood, begraafenis ennalaatenfchap, zo 'er eenige is, der ouderen: alle welke befcheiden, by ei- kanderen , in eene doos, weggelegd worden. Voorts, worden de kinderen, door den Secre- taris , in 't ingenomen-Kinderen-boek, onder ei- kanderen , ingefchreeven, met meldinge van den naaimouderdom en de andere aangehaalde omftandigheden. Of zo de Vader op de vaart is, of gevangen zit, wordt zulks ook byzon- derlyk gemeld. Van onegte kinderen, die, veeltyds, uit het Gafthuis komen, wordt de naam, met byvoeging van het woord onegt; en de naam der Moeder, en of dezelve over- leeden of weggeloopen is, te boek gefteld. Van de Vondelingen wordt aangetekend, Wanneer en waar zy gevonden zyn; met aan- hegting van het fchriftelyk berigt, zo 'er eenig berigt by geweeft is, en melding van den naam, die aan dezelven, door den voor- zittenden Regent, by den Doop, die, eens om de maand, gefchiedt, gegeven is. De Vondelingen worden dan, met een fchrif- telyk verzoek der Regenten, door den Mees- ter en Moeders der Kinderhuizen, naar ééne der Gereformeerde Kerken, ten Doop ge- bragt. De ingenomen kinderen worden , terftond, met naam, nommer enz. overge- bragt op één der drie Boeken, waartoe zy behooren: die nog geene vier jaaren zyn, op het uitbefieedde-Kinderen-Boek; die tus fchen de vier en tien jaaren oud zyn , op het Kinder enbuis-kinderen-boek: en die boven de tien jaaren zyn, op het Groot-Huis-kinderen- boek. Die in 't eerfte Boek ftaan, worden, Zo dra zy den vereifchten ouderdom berei- ken , in het tweede, en die in het tweede ftaan, ten zynen tyde, in het derde Boek overgebragt; en als zy overlyden, of uit het ■Huis gaan, op gelyke wyze, afgefchreeven. De kinderen onder de vier jaaren worden, gelyk wy reeds gemeld hebben , buitens buis befteed, en door Minnen opgekweekt. *ö 't Kinderenhuis, worden zy verder op- voed door twee Kinderhuismoeders, eene ^Ver de Jongetjes, en eene over de Meisjes: n > door een' Kinderhuismeefter, onderwee-
eri in >t fpeiien, leezen,de gemeene gcbe-
qen en- den Catechismus, totdat zy omtrent |
|||||||||||||
%.
|
|||||||||||||
o
|
|||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||
29a
|
|||||||||||||||||||||||||
Aal-
MOESSE-
NIERS- Wees-
HUIS.
|
wyl de Jongens in de Wefter-Kerke waren, erweten met vet, en vleefch en brood toe,
en de Predikant, Jacobus Strefo, het voor- en 's avonds zoetemelk met ryft: 's Maan- gebed, ter naauwer nood, beflooten hadt, dags ^ 's middags, gort met vet en firoop, ftortte een gedeelte van de noordelyklte en kaas en brood toe: en's avonds, karne- |
||||||||||||||||||||||||
boog van 't gewelf, met een geweldig ge- melk met gepelde garft, en boter en brood:
kraak,naar beneden en op de kinderen,zes 's Dingsdags, 's middags, groene erweten van welken verpletterd, en vier en veertig, met nat, en kaas en brood toe: en 's avonds, meer of min zwaar, gekwetft werden. Twee karnemelk met grutten meel, en boter en der Regenten, die in de Kerke waren, ftel- brood: 's Woensdags en 's Vrydags, wordt den, terftond, orde om de ongelukkigen te 'er, middag en avond, even als des Zomers, redden. Men bragtze , met fleeden, met gefchaft :'j Donderdags, fchaft men,'s mid- de fchuit, met bakermatten, naar 't Huis te dags, ryftnat, en kaas en brood toe: en 's rug, daar de gekwetften, ook op uitdruk- avonds, karnemelk met gepelde garft, en kelyken laft van Burgemeefteren, door de boter en brood toe: en 's Saturdags,'snäd- bekwaamfte Chirurgyns, verbonden, en op dags, gort met vet en firoop, en kaas en allerlei wyze, ook met Franfchen en Rynfchen brood toe : en 's avonds, even als in den wyn, verkwikt werden. De gefneuvelden Zomer. werden, 's Dingsdags , op zes lykbaaren, Doch fomtyds, wordt van deezen gewoon-
gevolgd van twee Regenten, alle de Sup- lyken fchafregel afgegaan, en de kinderen, pooften, en een goed getal van jongens uit op eene ongewoone wyze, onthaald. In Maart het Huis, op het Leidfche Kerkhof, ter aarde en December, eeten de Kinderhuiskinderen, gebragt (q). gemeenlyk, eens pannekoeken, van een vier- Kleeding." De kleeding der kinderen is zwart tot bo- de tarwen-, en drie vierde grutten meel, in
venkleeding, en blaauw tot onderkleeding, boter gebakken. Op eerften Paafchdag, ee- karfaai, voor de jongen, die nog niet wer- ten alle de kinderen eijeren, die in manden ken, en laken, voor de ouderen. Boven gekookt worden, totdat de dooij er begint aan de linkermouw van de rokjes der Jon- te ftollen. Men geeft 'er hun wittebrood* gens en van de tabberden der Meisjes, is een bollen met boter by;de grooten krygen zes} zoom of boordfel, welk men een bragoent- de Schoolkinderen vyf; de grootfte Kindef' je noemt, gehegt van wit, rood en zwart, huis-kinderen vier, en de kleinften drie eij£" zynde de kleuren uit het wapen der Stad: ren ieder. Op Pinkfteren, fchaft men Kalfè" door welk kenteken, de kinderen, die in vleefch in groen Warmoes gekookt, waar- 't AalmoeiTeniers-Huis zyn, van de kinde- toe agt kalveren geflagt worden. In iMay, ren , die in andere Godshuizen worden op- krygen de kinderen, doorgaands, driemaa- gevoed, onderfcheiden worden. len radys, en als 't warm weder wordt, kou- |
|||||||||||||||||||||||||
Spys.
|
De gewoonlyke fpys der kinderen in 't de fchaal, of bier met brood, ongekookt. 1°
|
||||||||||||||||||||||||
Aalmoefleniers - Huis is, des Zomers,'; Juny, eeten zy, twee- of driemaalen, kruis-
Zondags, 's middags, graauwe erweten met beffen: ook twee- of driemaalen, kropfalä- |
|||||||||||||||||||||||||
de, met olie en azyn, en als 't zeer" heet
is, koude, in de plaats van gekookte, karne- melk, met tarwen- en roggenbrood. Ook |
|||||||||||||||||||||||||
vet, en kaas en brood toe, en 's avonds
zoetemelk met ryft: 's Maandags, 's mid- dags , gort met karnemelk, en kaas en brood |
|||||||||||||||||||||||||
's avonds, karnemelk met gepelde garft, en wordt 'er, in denzomer, twee- of driemalen»
boter en brood toe :'s Dingsdags en Prydags, gerookt fpek gegeten. In July, fchaft men 's middags, groene erweten met nat, enkaas twee-of driemaalen peulen, en twee-of drie- en brood: 's avonds, karnemelk met grutten maaien tuinboonen. In 't midden van July > meel, en boter en brood toe: 's Woensdags, Auguftus, September en Oétober, wordt 'er, 's middags, witte boonen met boteren azyn, 's Zondags 's middags, hutspot met wortelen en kaas en brood toe: en 's avonds, zoete- gefchaft, waartoe telkens twee vette koei- melk met gort, en boter en brood toe: 's jen geflagt worden. In Auguftus, krygen Donderdags, wordt, 's middags, even als 's de hinderen aalbeffen, als zy niet meer dan Zondags 's middags, gefchaft, en 's avonds, vyf en veertig of vyftig ftuivers de honder» karnemelk met gepelde garft, en boter en pond koften: ook wel boerenkool, en Hoorn- brood toe: 'sSaturdags, fchaft men,'s mid- fche of Leidfche wortelen. 3^a den twintig' dags , gort met karnemelk en firoop , en ften deezer maand, op een' Donderdag, eß' kaas en brood toe: en 's avonds, karnemelk ten de Kinderhuis - kinderen ^ffenharft ea met brood en firoop, en boter en brood toe. wittebroods fap : en drinken 'vyf gulden« Des Winters, wordt 'er eenige veran- zoet bier toe : waarna , onder (hen en <^ dering in de gewoonlyke fpyze gemaakt, 's Schoolkinderen, twee ton appeKen of witte Zondags, 's middags, fchaft men graauwe pruimen worden uitgedeeld. Nja den ntf"' (i) vu de Notulen d<r Regenten. dag, vermaaken zy zig,in hef, JDoolhof. *° Sep*
|
|||||||||||||||||||||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
293
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^4U
HulS(
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
September, fchaft men, twee- of driemaa-
len, kool, en op Kermiszondag, ofTen-huts- pot, met pruimen en rozynen. In Oélober, ook kool, en ofTen-hutspot met wortelen. In November, (lagt men, in 't gemeen, zes en dertig offen , waarvan de fchonken, met wortelen, aan de kinderen gefchaft worden. Op den eerflen Kerftdag, eeten de kin- deren wittebrood, in zoetemelk geweekt. Op den eerden Zondag in May, worden de kinderen, die uit het Huis gaan, in een , afzonderlyk vertrek, in 't byzyn der Regen- ten en Regentelfen, deftig onthaald. Men fchaft hun dan groen warmoes, met kalfs- vleefch gekookt, gebraaden kalfs- en fchaa- penvleefch , fricadellen , ham en gerookt vleefch, ryftenbrij met fuiker en kaneel; ra- dys,en amandelen en rozynen,totnageregt. Ook krygen zy een fles wyn, met hun vieren. Voor de maaltyd, worden 'er pfalmen ge- zongen : en 't gebed en de dankzegging, door een' der uitgaande Jongens, gedaan. Ten vier uuren, na de maaltyd, vervoegen de Regenten zig in de RegentefTen-kamer. De uitgaande kinderen komen 'er, vervolgens, waarna een der Regenten eene aanfpraak aan de Jongens, en eene der RegentefTen eene aanfpraak aan de Meisjes doet, hun Voorhoudende, hoe veele weldaaden zy in het Huis genooten hebben, te gelyk, met hunne verpligting tot dankbaarheid aan Go- de, aan de Burgemeefteren deezer Stad, en aan de Regenten en RegentefTen, met by- gevoegde vermaaningen tot eenen eerlyken en Godsdienftigen wandel. Voor hun vertrek, bekomen zy hun uitzet, beflaande dat der Jongens in een gekleurd Lakens bovenkleed, een Sergie-onderkleed, een hoed , twee paar fchoenen, twee paar kouflèn, vier hemden, vier neusdoeken , vier linnen daffen , een Nieuw-Teftament en Pfalmboek, of, zo zy Ledemaaten zyn, een Bybel, benevens het gereedfchap , dat zy, tot hun handwerk , noodig hebben. De Regenten voegen hier by een' heelen, en de RegentefTen een' hal- vfn zilveren Ducaton. Die, met bewilli- ging der Regenten, naar Ooftindie, of naar elders op de vaart gaan, worden uitgeruft met een fcheepskift, en daarin, vier witte, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
om te dienen, worden voorzien van een ge- Aal-
kleurd Stoffen- of Sergie-jak, met faai ofM0£SSE" andere ftof gevoerd; een geftreepte Luikfch- w^t faaijen fchort, een Lakenfche onderrok een huis. bratten voorfchoot, Sergie-borftrok en ryg- lyf, of vyf en twintig guldens in de plaats: voorts, vier hemden, drie blaauwe voor- fchooten, drie ellen linnen, een paar fchoe- nen , een paar muilen, twee paar kous- fen , twee boezelaars , een Teftament of Bybel en Pfalmboek , gespen, zyde, ga, ren, lint enz. en een mand met een flot om alles in te bergen. In geld , krygen; zy van de Regenten een' halven, en van de RegentefTen een' heelen zilveren Du- caton. Wanneer de kinderen twee jaaren uit het Huis geweeft zyn, en men goed ge- tuigenis hoort van hun gedrag, krygen de Jongmans van de Regenten een zwarte La- kenfche rok en broek, of agttien guldens agttien ftuivers m geld ; en de Dogters, dertien en een half el ras de marokko tot een' jak, zes en een half el Luikfch faai tot voe- ring , vier en een half el kroonfaai tot een fchort, drie el laken tot een rok, een en drie vierde el vlaams linnen, garen, Jint, zyde. haaken en oogen enz. of vyf en twintig gul- dens in geld, 't welk haar, door de Regen- tefTen, gegeven wordt.'t Gene de kinderen erven, terwyl zy in 't Huis zyn, wordt, door de Regenten, bewaard, en hun, doch zonder Intereft , uitgekeerd , wanneer zy mondig geworden, of tot eenigen goedge- keurden ftaat gekomen zyn. 't Getal der kinderen in het AalmoefTe- Getal,
mers - Weeshuis is ongelyk. Somtyds is het, tot zeftien honderd, geklommen. Op 't ein- de der voorgaande eeuwe, beliep het, tus- fchen de dertien honderd en veertien hon- derd (r). En terwyl wy dit fchryven, op den dertigften Juny des jaars 1765 , zyn 'er vier honderd een en dertig Jongens en zes honderd en negen Meisjes in 't Huis Ter begeerte der Regenten, voegen wy hierin eene lyft van de Kinderen , die , op den laatften December van ieder der volgende jaaren, in 'tAalmoefTeniers-Weeshuis,wer- den opgevoed: |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en twee bonte hemden, twee bonte floo-
pen, zes neusdoeken, twee linnen-pakjes of Wambuizen, meffen, kammen, naalden, saren, «paanfche zeep,drie paar kouffen,drie paar poenen, een lakenfche waakrok, vier pond «foak, pypen, twintig mingelen brandewyn, £eii matras, kuilen, hangmat, kombaars, JJgelfche muts enz. De Meisjes, die, zo y niet met naaijen den koft willen zoeken te v-nnen, z;g , gemeenlyk, reeds, twee of n^den te.vooren, verhuurd hebben,
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ü' STUK.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Pp
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS UI. Deel."
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
294
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gefleld eene Comptoïrmoeder , een Koo- ^ht'^.
kenvader en Kookenmoeder, zynde Man en *°^ Vrouw, een Bakker, een Schoenmaker en yp» zyne vrouw , een Kleêrenmaaker en zyne nuiS' vrouw , een Schoolmeefter over de Jon- gens en zyne vrouw, een Schoolmeefter 0- ver de Meisjes en zyne vrouw, een Onder- meefter by de Jongens, een Poortier aan de Jongens zyde, twee Huisknegts, een Zie- kenvader, twee Ziekenmoeders, een Linnen- meefleres, eene Onder-Linnenmeefleres, ee- ne Breijmeefleres, eene Wafchmoeder, eene Kammoeder, twee Kinderhuis-moeders, en een Schoolmeefter van't Kinderhuis: waarby, onlangs, ook een Apotheeker van 't Huis ge- komen is. De Hoofd-Provoofl en de Apothe- ker zyn de eenigfle Suppooflen, die, door Burgemeefleren, worden aangefteld. De Regenten en RegentefTen Hellen alle de ove- rigen , elk züiken, die onder derzelver by- zonder opzigt flaan. -t De Hoofd-Provoofl, die, federt veele jaa- ^V
ren, als een der Subftituit-Schouten, wordt^$$ aangemerkt, en tien Dienaars, voormaals, yjf Provoofien genaamd, onder zig heeft, wel- te\[K ken, door Burgemeefleren, op voorflagder^/' Regenten, worden aangefteld (s); heeft op- zigt over de boedels, die aan 't Godshuis vervallen , en inzonderheid over die van ouders, welker kinderen in het zelve wor- den ingenomen ; en woont de verkooping der zelven by. Hy draagt zorg voor de kin- deren , die te vondeling gelegd worden, eii doetze , met kennis en verlof van Burge- meefleren, in 't Godshuis brengen. Hy geeft agt, dat de Keuren, ten behoeve van het Huis gemaakt, naargekomen, en de boeten, aan het zelve, befproken, met naame die op het te trouwen ryden en op het begraaven, worden ingevorderd, waarop hy, door zy- ne Dienaars, aan 't Stadhuis en aan de Ker- ken , laat paffen. Hy verzoekt ook, by el- ke ukrufting der Ooftindifche Compagnie , dat eenige Aalmoefleniers - Jongens naar Ooflindie mogen worden aangenomen , en houdt 'er een net Regifler van. Ik vind, dat, ïeeds in 't jaar 1613 , een Hoofd - Provooft der Aalmoeffeniers is aangefteld (t). Hem is, byzonderlyk, gelafl, de bedelaars te doen opvangen, en in 't Werkhuis brengen: fn men mag hem, op zwaare flraffe, in 't uit- voeren van zynen pligt, geenen tegenftand tr bieden (w). De Hoofd-Provoofl is, fomtyds, S^ ook Secretaris der Regenten geweeft ■> en deeze houdt de Regifters der ingenomen kinderen, en de drie Boeken van zuiKen, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ki
|
nderen.
423'
475' 3<55' 289. 307-
341
292.
240,
235'
211 168,
136.
229,
201
183
{59
154
172
*59
104
°77
130 156
120 203
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In
7i6 717
718 7l9
720
721
722 723
724. 725
726 727
728 729 73°
731 732 733 734 735 736 737 738 739 740 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aai.-
MOESSR-
K1ERS- Wees-
huis. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Regenten van 't Aalmoefleniers-
Weeshuis, die nog agt in getal zyn, verga- deren , gemeenlyk , eens ter weeke , des Woensdags na den middag, wanneer zy zit- ten , om kinderen in te neemen; inkomften te ontvangen, fchulden te betaalen, en voorts alles, wat de befliering van 't Huis aangaat, te bezorgen. Zy hebben een gedeelte van 't werk onder zig verdeeld. Twee hunner hebben 't opzigt over de bouwing; twee an- deren doen den inkoop der Lakenen en an- dere ftoffen tot kleeding: nog twee koopen de Graanen, en hebben het opzigt over de bakkery, en de twee overigen doen den in- koop der verdere eetwaaren. De Regen- tessen, die zes in getal zyn, komen, ge- meenlyk , des Donderdags byeen, wanneer zy de minnen der kinderen, die buiten 't Huis beileed zyn , betaalen ; de fchaffing regelen; de behandeling der Naaij- en Breij- winkels onderzoeken; de kinderen van klee- ding, voorzien, en de kleine Proviiie en fy- ne Linnens, ten dienfle van het Huis, ver- zorgen. De Suppooflen en Bedienden van het Huis
zyn veelen in getal. Ten dienfle van 't Comptoir der Regenten in 't byzonder,zyn de Hoofd-Provoofl der Aalmoefleniers, een Secretaris en Opperboekhouder, een Onder- boekhouder, een Ophaaler der boeten op het begraaven, en van het Precario, en een Ophaaler van de loonen der Jongens. Ten dienfle van hét Huis in 't gemeen, zyn aan- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Beftie-
ring. Regen- ten. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Regen-
tessen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Suppoos
ten, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
die of uitbefleed, of in 't Kinderen - riui
|
d
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(S) Refol.Vrocdfch. Ir. N. 14-Ap"1 i6il'f' "**
(!) Groor-Memor. N. II. ƒ. 244 *">'* l») tfaadv. H. 4$6, 4J7, 4S9- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN. 205
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
V,
JtoESSE-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
of in 't Groot-Huis gebragt zyn : ook
het Alphabeth , tot deeze Boeken behoo- rende. Voorts, houdt hy aantekening van de befluiten der Regenten, en van 't gene gewigtigs aan 't Comptoir voorvalt. Hy Helt de Aften en brieven der Regenten, en tekentze, ter Ordonnantie van dezehen. Ook ontwerpt hy de berigten op de Requeften, die, door Burgemeefleren, ten dien einde, aan de Regenten ter hand gefield zyn. Doch meermaalen zyn de ampten van Hoofd- Provoofl en Secreteris, door twee byzondere Perfoonen, bekleed ge weeft. De Opperboek- houder , die, dikwils, dezelfde Periöonis, als de Secretaris, houdt een Journaal en Groot - boek van alle de inkomften en uit- gaaven van het Huis; maakt de Balance op, en fielt de rekening, die, jaarlyks, aan Bur- gemeefleren gedaan wordt. De Onderboek- honder houdt boek van het gene het Gods- huis , wegens het regt van Praecario en het regt op het begraaven, te vorderen heeft, om welke regten op te haaien, een byzon- dere fuppooft is aangefteld. De Ophaaler van de Ambagtsloonen der Jongens moet dezelven, om de veertien dagen, vorderen en verantwoorden: en om de drie maanden, een Reflant-Cedul overleggen, inhoudende eene nette aanwyzing der agterflallige ar- beidsloonen. By 't invorderen der loonen, bedient hy zig van het Ferzidmboek, welk, door de Jongens-Schoolmeefter, gehouden wordt, en waarin aangetekend ftaat, welke en hoe veele dagen, de Jongens, met zyne kennis, verzuimd hebben. Zyn pligt is ook onderzoek te doen naar de Meeflers , by Welken de Jongens verkiezen te werken; en op het gedrag der Jongens, na dat zy, door de Regenten , ergens befteed zyn. Hy mag geene verandering maaken "in de o- Vereenkomft, die met de Meeflers getrof- fen is, gefchiedende zulks, alleenlyk , 'op zyn voordraagen , door de Regenten zel- Ven, voor weiken de Meeflers ontbooden morden. Onder de Suppooflerr ten dienfle van 't
riins in 't gemeen , is de Comptoir - Moeder de eerfle. Zy doet , nevens den Hoofd- rrovooft, onderzoek naar de boedels, die aan t Huls komen; helpt den Secretaris de- zelven tnventariferen, en woont de verkooping derzelven by. zy draagt zorg, dat de inko- kende kinderen, door den Secretaris, wor- den ingefchreeven, en brengtze daarna, ter P'aatfe daar zy behooren. Zy moet onder- gek doen naar t gedrag en de omftandig- Jd.en van zuike Meisjes, die, uit het Huis e baan zynde, komen, om haare tweede rite zorp^lr of om mtkooP te doen. Zy draagt
ö'dat het Comptoir der Regenten fchoon |
||||||||||||||||||||||||||||||||
en in orde zy, en heeft verder het algemeen Aai,
opzigt op het Huis en «p de mindere Sup- m°es |
||||||||||||||||||||||||||||||||
Kookenvader en JjgJ£
HUIS.
Kooken-
vader en Kooken- moeder. |
||||||||||||||||||||||||||||||||
pooflen van het zelve. De
Kookenmoeder, zynde man enzonder kinderen, draagen zorwaaren en kookenbehoeften ven houden aantekening van 't |
||||||||||||||||||||||||||||||||
gen en gebruikt wordt. Voorts, doen zy
de fpyze, op haaren tyd, bereiden en opdis- fchen; de Kookens, Provifie-kamers en Pro- vifie-kelders, en 't koper en tin, tot Kookeii- gebruik dienende, fchoon houden. Zy heb- ben twee Huisknegts en vyf dienftmeiden in hunnen dienfl, welke laatilen, door de Re- gentefTen , gehuurd worden, en behalven huisvefling, fpyze en drank , een redelyk loon, in 't jaar, genieten. De Kookenvader in 't byzonder houdt aantekening van de loonen der Timmerluiden, Metfelaars, Lood- gieters en anderen, die aan 't Huis arbeiden. Hy moet de gangdeuren, door welken de fpys gedraagen wordt, zelf openen en flui- ten , en zulken uit de kooken houden, die 'er niets te verrigten hebben. Hy geeft ook agt op 't gebouw, en dient de Regenten ^ die over den Bouw gefield zyn, byzonder- lyk, aan, wat daar aan behoort hermaakt te worden. Hy bezorgt de Lantaarens voor de Avondbegraafeniffen. 't Gene in de Bakke- ry van verkogte doove kooien wordt on |
||||||||||||||||||||||||||||||||
0
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
PPer.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Sou.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
o-t
V"
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
aan
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
en door hem verantwoord. Hy betaak en
verrekent daartegen het arbeidsloon der Turfdraageren en andere kleinigheden. Hy mag egter geen Kookengereedfchap koopen, of inruilen , dan op fchriftelyken laft der Regenten ofRegenteffen. Ook mag hy gee- ne Leverantfiers aanpryzen, veel min, eeni- ge gefchenken van dezelven ontvangen. Hy moet , by ziekte van de Schoolmeefters , met de Kinderen, ter Kerke gaan; dage- lyks, voor half tien uuren's avonds, t'huis zyn , en na tien uuren eene algemeene huis- bezoeking doen. Hy bewaart allé de fieu- tels van 't Huis; doch mag geene floten > noch fleutels laaten maaken of hermaaken, dan op fchriftelyken laft der Regenten, en by den gewoonlyken Smid van 't Huis. De Kookenmoeder is verpHgt, zig dagelyks iri de kooken te laaten vinden, om op het be- reiden der fpyze agt te geeven. Zy moet het oog hebben op het gene, door de Meisjes, uit de fpyskamers of kelders, gehaald wordt, en, in't ftuk der fchaffinge, zig voegen naar het gene haar, door de RegentefTen, bevolen wordt. Zy en haar man eeten met de meefle andereSuppooflen, aan eene gemeene tafel, zynde tot deeze maaltyd een uur gefield. De Kookenbedienden eeten afzonderlyk, en een half uur ha de Suppooflen. De Kook'enmoe- Pp 2 der |
||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
29ö
|
|||||||||||||||||||||||||||||
der moet de Zaaien der Regenteffen doen vertoond , en zulken, die nieuwe kleêren Aai-- .
fchoonhouden. Zo de Kookenvader voor behoeven, bekomen dezelven, op Paafchen moessS' zyne vrouw overlydt, is zy terftond verval- en op Kermis. De Meisjes krygen, eens 's ^EES. len van haare bedieninge; en zo zy voor hem jaars, omtrent May , gemeenïyk , nieuwe hUis. fterft, moet hy, binnen 't jaar, met genoe- tabberden. In Auguftus, krygen de kinde- gen der Regenten, hertrouwen, of het Huis ren van het Kinderen-huis nieuwe kleêren. ruimen, ten ware men geraaden vonde, hem In September, worden alle de kinderen, die eene bekwaame Kookenmoeder toe te voe- dezelven behoeven, van nieuwe Onderklee- gen. 't Zelfde heeft plaats omtrent de School- deren, en in Oftober, van nieuwe gebreidde meefters en Huismoeders over de Jongens koufTen voorzien; doch aan zulken, die eenig en Meisjes, die ook getrouwde luiden zyn. gebrek aan de voeten hebben, worden witte . De Bakker heeft het opzigt over de Bak- gebreidde koulTen gegeven. De Schoolwees- Sch°^( kerye , en draagt zorg , dat het brood , ter over de Jongens boven de tien jaaren, ^iu* naar behooren, en op zynen tyd, gebak- moet de Werk- en Schooljongens, ten be- aoeif ken worde. Zyne vrouw moet^ de Bak- kwaamen tyde, doen wekken: de eerften, ovtf ** |
|||||||||||||||||||||||||||||
ÄAt-
MO.ESSË-
MIERS- Wees-
huis. |
|||||||||||||||||||||||||||||
Bakker.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
kery doen fchoonhouden. De Schoenmaa-
ker koopt, op laft van de Regenten, het leer , daar hy 't beft bekomen kan; be- |
des zomers, dat is, van Maart tot Amfter- J°ng
damfche Kermis, ten half vier uuren; en des winters, of in den overigen tyd van 't jaar, |
||||||||||||||||||||||||||||
Schoen-
maaker. |
|||||||||||||||||||||||||||||
waart en fnydt het zelf, en geeft geene ten half zes uuren: en de Schooljongens,
fchoenen uit, dan genommerd; en aan gee- des zomers, ten half zeven uuren , en des ne uitbefteedde kinderen, dan op een brief- winters, tuffchen zeven en half agt uuren. Hy je van de Regenteffen, 't Gereedfchap moet doet de Jongens, 's avonds en 's morgens, hy doen haaien by de Leverantfiers, door de bidden; en leeft, 's avonds, in de flaapver- Regenten gefield, 't Getal zyner knegts is trekken, hunne naamen op, naauw toezien- grooter of kleiner, naar dat 'er meerder of de, of 'er ook iemant afwezig zy. Hy moet, 's minder kinderen in 't Huis zyn; doch hy morgens, insgelyks , toezien, of ook eender magze niet aanftellen , noch afdanken, dan Jongens, om bevrydte zyn van naar werk, of met kennis der Regenten. Wyders, is hem naar fchool te gaan, zig, hier of daar, onder de ook aanbevolen, het ontvangen van het krebben, verftekenhebbe. Zo hy zieken aan- Sleedegeld van zulken, die met eene, twee treft, zendt hyze, met een briefje van zyne |
|||||||||||||||||||||||||||||
hand, naar 't Ziekenhuis , waar hy, dagelyks,
onderzoek doet, of 'er ook eenigen zo ver herfteld zyn, dat zy hun werk können doen, |
|||||||||||||||||||||||||||||
of drie lleeden te trouwen ryden. Zyne
vrouw is Poortierfche aan de Meisjes zyde. Zy mag geene Aalmoeffeniers - Meisjes uit- |
|||||||||||||||||||||||||||||
laaten, dan die, door 't overleveren van een' of te fchool komen. Hy begint zyne School
penning , toonen, verlof te hebben. Voorts, 's morgens ten agt of half negen, en 's na- is zy verpligt, de Schoenmaakers winkel en demiddags ten half twee uuren: en eindigt Kleêren- wooning fchoon te houden. De lüeêrenmaa- het, ten half twaalf, en ten vier uuren, maaker. ker en zyne vrouw, die 't opzigt over de Wol- doende, by 't aanvangen een gebed , en len-winkel hebben, onderwyzen de Meisjes, by 't eindigen, eene dankzegging uitfpree- welken, door de Regenteffen , aldaar be- ken. Hy draagt zorg, dat de Jongens te fcheiden zyn, in 't wollenaaijen. Voor den gelyk de Catechifatien, des Maandags, des arbeid, wordt 'er, 's morgens, en 's nademid- Woensdags en des Donderdags 's avonds, dags, een kapittel uit den Bybel gelezen, en, by woonen, en dat alle de Jongens in de Ca- na 't uitfcheiden, telkens, een Pfalmgezon- techifatie verfchynen, die 'sDingsdags, doof gen. De vrouw of Wollenaaimeefteres moet eenen der Predikanten, gehouden wordt. Hy de meisjes, aan welken zy eenige onreinheid geleidt de Jongens, des Zondags, aan paa- befpeurtjVan tyd tot tyd, op de Kamkamer ren, naar de Kerk, zorgdraagende,datnie* doen kammen en reinigen, en de zieken naar mant agterblyve, en dat zy zig, zo onder 't Ziekenhuis brengen. De Kleérenmaaker weg,als op hunnePlaatfen, ftil en zedige ontvangt, des Saturdags, de dagelykfche gedraagen. Hy geeft agt, dat geen jongen» kleederen, en des Zondags, de beften, op zonder verlof, uit de Stad ga, of buiten'1 het Kleêrhuis. De Regenteffen bezorgen de Huis vernagte. Hy bezorgt de uitruftingva0 Wollen-winkel van al 't noodige, op ver- zulken, die, met bewilliging der Régenten» zoek van den Kleérenmaaker. 's Dingsdags, naar Ooftindie vaaren; en geeft, aan de Re; om de veertien dagen, komen de Jongens genten en Regenteffen, by tyds, eene tyft in denflok , zo als men 't noemt, dat is, by over van zulke jongens, die in ftaat zyn > om den Kleérenmaaker, om hunne kleêren te den koft te winnen, en met May uit het liuis laaten bezien, en 't gene daaraan gebreekt te können gaan. In 't laatft van Maart, laat te doen herftellen. De kleêren van de Jon- hy de jongens, die omtrent vyf"en paren gensworden,daarenboven,tweemaal'sjaars oud zyn, uitgaan, om een'Meeïler tezoe- Kell ß
|
|||||||||||||||||||||||||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN. 297
%ê"s ^en, daar zy een handwerk können leeren, den Apotheker behandigen, en zien toe, dat ju .
vNs-E" en doet zulken, die geen werk hebben, da- het Ziekenhuis behoorlyk gelugt, of, door het moesse- j^Es- gelyks, fchool gaan. Hy houdt aantekening branden van Geneverbeflèn, gezuiverd wor- NlERS- q^- van de dagen, die de Werkjongens verzui- de. Zy doen ook, op een briefje der Re- ^SES" ■»eeita men" ^e Schoolmeefter aan de Jongens gentellen, verfch vleefch voor 't Ziekenhuis HU zyde, heeft eenen Ondermeefler onder zig, haaien by den Vleefchhouwer. Twee Doéto- die ongetrouwd moet zyn, en hem, in 't ren en twee Chirurgyns zyn, ten dienfle der noderwyzen van, en agt geeven op de jon- zieken, door deRegenten, aangefteld. DeLin- Linnen- gens , de behulpzaame hand bieden moet. nenmeefieres, die ongehuwd moet zyn, onder- meefte- De vrouw van den Schoolmeefier, of Huis- wyft de Meisjes in 't Linnen - naaiien , |
||||||||||||||||
moeder aan de Jongens zyde, geeft agt op de heeft eene Ondermeefteres onder zig. 'De b
|
5reij-
|
|||||||||||||||
bedden, op het fchoonhoudenvan't houtwerk Breijmeefleres moet ook ongehuwd zyn. De meeftc-
en tin, en op het bezorgen der overgefchoo- JVafchmoeder zendt het lynwaat naar de bleek res-r, ten fpyze, in de kooken. Alle Vrydagen, vor- op 's Graavenland; ontvangt het wederom, ^der dert zy fchoon linnen tot de bedden, en ver- en doet het op 5 met hulp van zo veele Meis« fchooningvoordejongensvandeWafchmoe- jes, als de Regenteffen geraaden vinden. $c() der, die zy 't vuile in de plaats ter hand ftelt. Voorts, geeft zy het uit, daar 't behoort, en He^ De poft van den Schoolmeefier en Huismoeder ontvangt het vuile in de plaats. De Kam- Kammoe- S^uis. aan de Meisje* %yde , zynde ook man en moeder kamt en havent de meisjes. De twee der. ^°edsr vrouw, komt, in 't voornaamfte, met die van Kinder huismoeders hebben opzigt op de kin- KU}dcï' i^e Schoolmeefier en Huismoeder aan de Jon- deren onder de tien jaaren, welken, door ders'"06" J2s' gens zyde over een. Alleenlyk, worden de een' Meefter, die buiten 't Huis woont, dage- Meisjes, door de Huismoeder, gewekt, en lyks, in 't fpellen en leezen onderweezen te bedde geleid. De Schoolmeefier onder- worden. De meefte Suppooften eeten aan wyft de Meisjes, byzonderlyk des Woens- eene gemeene tafel, onder opzigt van den dags en des Saturdags, in de gronden van Kookenvader. Doch de Comptoirmoeder, den Godsdienft, en geleidtze , des Zondags, de Kleêrenmaaker , de Schoenmaaker, de naar de Kerk. Hy draagt ook zorg, dat de Bakker, en de Schoolmeefier over de Jon- Naai- en Breijmeisjes, op haar' tyd, gaan gens houden hunne tafel afzonderlyk. De naar de winkels , daar zy befcheiden zyn. Ziekenmoeders eeten in het Ziekenhuis. Beide de Schoolmeefters moeten zorg draa- Het Aalmoeffeniers-Weeshuis, een nieuw inkom- gen, dat alle gemeenzaamheid tuffchen de gefügt zynde, heeft andere foort van in- fte" \rr Jongens en Meisjes afgefneeden en vermyd komften dan eenige oude Godshuizen, die Vrta"1bet>, ler- worde. De foortier aan de Jongens zyde, landeryen en huizen bezitten. Al van't jaar ieders"' die ongehuwd is, laat geen jongen uitgaan 1613 af, hebben de Aalmoeffeniers , door Wees- dan die verlof van den Meefter heeft, en vergunninge der Wethouderfchap, een in- huis- ten blyke daarvan eenen penning toont, komen gehad uit de boete, welke betaald die hem, door den Meefter, ter hand ge- moeft worden van alle Lyken, die, na twee field is. Hy opent de poort, voor 't ophou- uuren, zo wel op de Kerkhoven als in de den van het luiden der Stads Poortklok, en Kerken, begraaven werden. In deeze.boe- rj[t de fluitze, 's zomers, ten half tien, en 's win- te, is, meer dan eens, verandering gemaakt; boeten ters, ten negen uuren. Zo hy, na tien uu- doch, eindelyk, in 't jaar 1682, vaftgefleld, der Kerk" f en, iemant der Suppooften inlaat, moet hy dat alleen van Lyken, die in de Kerk wer-Iyken* 'er aan de Regenten kennisvan geeven.Hy den gebragt,na dat de klok twee uuren ge- paft, wyders, op het luiden der Huisklok, flaagen zou hebben , vyf en twintig gul- j%s. en draagt zorg, dat niemant het Huis iet dens; na half drie uuren, vyftig guldens; na ^gts, ontdraage. De Huisknegts fnyden 't brood drie uuren, honderd guldens, ennahalfvier en de kaas, voor de Jongens en de Meisjes; uuren, twee honderd guldens , aan boete brengen en haaien de Provifie naar en van betaald zouden moeten worden. Doch van de Provifiekamers, en doen het verder huis- Lyken, die in deOofler- en Eilands-Kerken Werk, welk hun, door den Kookenvader en begraaven werden, zou de eerfte deezer boe- Kookenmoeder, wordt opgelegd. Ook helpen ten niet worden gevorderd. En Avondlyken zyde Lantaarnen, die't Huis byde Avondly- zouden, voor half tien uuren , in de Kerke ken verhuurt, wegbrengen en wederom haa- moeten zyn, op de boete van vyftig guldens: ^n. Het fmeeren der boterhammen, waartoe, alles ten behoeve van 't AalrnoefTemers- |
||||||||||||||||
V
|
S. r^gelyks , een vierdendeel boters gebruikt Huis(V): wordende, wyders,van avondly-
|
|||||||||||||||
°" en h^' ge^c^e^t door twee meiden. De Zie- ken boven de vyf en twintig jaaren, een hon-
'ede" 4n^er' en ^e twee Ziekßnmueders draagen, derd vyf en vyftig; van tien tot vyf en twin- rs' J) b^de de zyden, zorg voor de zieke kinde- tig 5 doen de voorfchriften des Do&ors aan f") Han<iv. */. mi. »7*»97.4. •
PP3
|
||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||
III. Deel!
|
|||||||||||||||||
298
|
|||||||||||||||||
tig jaaren, een honderd en vyf; van onder
de tien jaaren, vyf en vyftig, en van avond- lyken, die onder den arm gedraagen wor- den , dertig guldens betaald. Ook was, in 't j aar 1679, reeds belaft, dat van lyken, die, by dage, met ftatie, uit de Stad werden ge- voerd , twintig, en by avond, honderd en vyftig guldens, aan 't Aalmoeffeniers-Huis, zouden worden betaald. Doch by dage of by avond , in ftilte , vervoerd wordende, zou 'er niet meer dan tien guldens van be- taald worden. Volgens eene Keure van den vyfden April des jaar* 1765, moet, wegens het begraaven met koetfen by dage, vyf en zeventig guldens van ieder Lyk, aan het Aalmoeffeniers - Huis worden betaald : en vyf en twintig guldens van ieder kinderlyk, welk, by dage, begraaven wordt, met eene fleede, die van eene of meer koetfen wordt gevolgd (ra). Volgens eene fchikking van het jaar 1667, genoot het Aalmoeffeniers- Huis ook, van ieder honderd Begraafenis- briefjes, mids men 'er meer niet dan drie honderd Hete drukken, een gulden. Doch van de Kerkhoflyken betaalde men niets: van de Kerklyken by dage, ten minfte tegen drie honderd briefjes, en van de Kerklyken by avond, en van lyken, die vervoerd werden, ten minfte tegen vier honderd briefjes, tot vyf en twintig ftuivers het honderd (x). Doch in laater' tyd is vaftgefteld, dat, tot drie honderd briefjes toe,drie guldens, van vier honderd briefjes, vyf guldens, en ver- volgens tot duizend briefjes toe, van ieder honderd twee guldens betaald zouden wor- den. By de avondlyken, worden, hier ter Stede, veertien, zeftien, of twintig Lantaar- nen gebruikt, die, door het Aalmoeffeniers- Huis, verhuurd worden, betaalende men, voor ieder Lantaaren, met brengen en weder- om haaien, twintig ftuivers ten behoeve van het Huis. Zo meer dan twaalf paaren een Avondlyk in ftaatfie volgen, moet, van ie- der overpaar, vyf en twintig guldens, ten behoeve van het Aalmoeffeniers - Huis, be- taald worden, ten ware geene verdere bloedvrienden dan volle neeven het lykver- zelden. Zulken, die buiten de Stad naar of van het trouwen ryden, betaalen, volgens eene Keure van 't jaar 1702, van ieder ry- tuig, vyf en twintig guldens. Doch zo de rytuigen, voor en agter, hangen,moet 'er, van het eerfte, honderd, en van het twee- de en derde, ieder vyftig guldens betaald wor- den. Die te voet, ofmetdegewoone fchuit, buiten de Stad gaat trouwen, betaalt zes gul- dens. Die, in de Stad, met fleeden, te trou- wen rydt, betaalt van eene fleede, twee gul- (w) Keurb. U. ƒ. SS verft,
(".i Handv. hl. 9-z. . |
|||||||||||||||||
dens tien ftuivers, van twee fleeden, zes gul- Aaï"
dens zes ftuivers, en van drie fleeden, twaalfu0^ guldens twaalf ftuivers. Doch die koetfen ^,ë£S- gebruikt, betaalt honderd guldens (y). In de Huw- jaaren 1624 en 164.2, is ook bevolen, dat de Het v|e rantfoenen der Huizen en Erven, Schepenie $e en Scheepsparten, die, openlyk, aan de meeft- nen. biedende verkogt worden, met een vierde gedeelte, ten behoeve van de Aalmoeffeniers- Armen, zouden moeten worden verhoogd ,. (z). Van zeer veele Ampten , die, door 't ^p Burgemeefteren , begeven worden , wordt 8cl ' ook, volgens de Ordonnantien van den veer- tienden April des jaars 1682 en van den een en dertigften January des jaars 1737, zeker regt aan 't Aalmoeffeniers-Huis betaak. Ieder, Z&%t die Bierbefchooijer wordt, betaalt, volgens ir?Lr, eene orde van den vyf en twintigflen July ^jc'/' des jaars 1654, dertig guldens aan dit Huis. jers- In 't jaar 1691, is ook, ten behoeve van het vrap K. zelve, eene belafting gelegd, op alle wy- ven- nen, die, hier ter Stede, verwerkt worden, w • te weeten, een Huiver van ieder oxhoofd, °e en van minder vaatwerk, naar evenredig- $ heid. Ook trekken de Aalmoefleniers een V''/' armengeld van alle de inkomende graanen; xyf van de Tarwe, twee blanken; van de Rog- „ju- ge , een ftuiver; van de Mout, een blank, en van den Haver, een halve ftuiver van 't laft; welk, door de Excynsmeefters, ont- vangen , en aan 't Huis uitgekeerd wordt. ^ Ook keert de Thefaurie twee en twintig gul- tf'jV dens uit het Poortergeld, van allen, die hun të^, Burgerfchap koopen, aan 't Aalmoeffeniers- js Huis uit. DeAalmoeffen, die, in de Boffen, ^ aan 't Aalmoeffeniers-Huis, aan de groote Beurs, aan de Koorenbeurs, en op de nieuwe Brug, gegeven worden, zyn, ten behoeve van t 't Aalmoeffeniers-Huis, gefchikt (a). 'tRegc' 't*// welk der Stad , voor 't gebruik van kleine ^ gedeelten van Stads grond , tot plaatfmge van regenbakken, pothuizen enz. toekwam, hier, in 't gemeen, het Regt van praecario genaamd, is, al voor lang, aan 't Aalmoes- feniers - Huis afgeftaan; en, nog laatftelyk, by twee Keuren van den agt en twintigflen January des jaars 1736, en van den agt en twintigflen January'des jaars 1755, belaft» hoe het, door Rooimeefteren, begroot,e0^3n^ vervolgens betaald moet worden ('#)• N°g ?en^, is, op den negentienden Juny des jaars i7l*' VtfL door de regeerende en Oud - Burgemeefte' Ping ren, verftaan, dat van openbaare verko- ping, waartoe, by Requefte , aan Burge- meefteren verlof verzogt moet worden, voortaan, ten behoeve van het Aato°!lle"
mers-
(y) Handv. II. j4s, $49,
(z.) Handv. cl. jic.
(a) Handv. bl. 271.
(i; Handv. bl. j«t. Keurb. T. j. *05'
|
|||||||||||||||||
Aal-
MOESSR-
NIERS- Wees-
HütS.
|
|||||||||||||||||
Van de
Begraafe nisbrïef- jes. |
|||||||||||||||||
Uit het
ryden om te trouwen. |
|||||||||||||||||
IV, Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN.
|
|||||||||||||||||||||
299
|
|||||||||||||||||||||
Aal. ■
|
|||||||||||||||||||||
niers-Weeshuis, tien guldens zouden moeten
worden betaald. Sedert, is men overeenge- komen , dat van alle Houtverkoopingen aan de meeftbiedenden , die , fomtyds , zeer groot zyn, vyfrien guldens betaald zouden worden. De eerfte Stads Klerken ter Se- cretarye ontvangen dit regt; verantwoorden 't aan de Regenten, en genieten twee ten honderd voor hunne moeite (c). Van de Koopmanfchappen, die in 't openbaar wor- den verkogt, geniet het Godshuis een half ten honderd , welk , aan het zelve, door de Afflaagers, wordt goedgedaan. De Stads Boden vorderen ook van elke Dagvaarding, die zy doen, een ftuiver voor 't Aalmoeffe- niers - Huis. Eindelyk, heeft het Aalmoes- feniers-Huis ook het voordeel van de Meft, Aflche en Vuilnis, die, met karren, hand- wagens en fchuiten , in de Stad, vergaderd; aan de veilen, op hoopen, geftórt, en ver- volgens afgeleverd, of ook wel, door de ge- bruikers, uit de ftallen van Vleefchhouwers, Sleepers en anderen, op een Biljet van den algemeenen Opziender van Stads vuilnis , waarby de ftallen, byzonderlyk, worden aan- geweezeiï"(d) , afgehaald worden. In de veertiende eeuwe, toen de Stad nog, bin- nen de Voor--of Agterburgwallen, befloo- ten was, werdt wel verbooden, het veghel- quaet, of de aangeveegde vuilnis en ajjche, in 't Te of die Am ft el, te werpen; maar men Het toe, dezelven in de graften te draagen CO- Naderhand, werden 'er Vuilnisvaten gemaakt, door de Stad; waar elk verpligt Was, zyne vuilnis te laaten brengen. Zulk een vuilnisvat, was 'er, onder anderen, in t begin der zeftiende eeuwe, by de Lyesdells hrugge (ƒ). Uit deeze vuilnisvaten, en van elders, daar de vuilnis, tegen de Keuren, Werdt geworpen, werdt dezelve, in dien tyd, weg gehaald, door S. Pieters Gildefchuit; waar voor de inwooners eenig regt aan 't S- Pieters Gafthuis fchynen betaald te heb- ben (g-J. Ik vind ook, dat het Burger-Wees- huis, in en na 't jaar 1556, de Stads vuil- nisvaten verhuurd heeft (h). Doch in laater' tyd heeft de Stad de vuilnisvaten wederom aan zig gehouden! De aanwas derzelve, in t begin der zeventiende eeuwe, gaf gele- genheid , om te denken op het bewaaren en verkoopen van de Stads vuilnis, ten haaren behoeve: en in 't jaar 1626, werden Burge- meefteren , door de Vroedfchap, gemagtigd, °m naar eene bekwaame plaats, tot berging van de Stads afch en vuilnis, uit te zien (f). y) Hanrfv. hl. i%a.
}dJ Kcurb. T. ƒ. Z3J |
|||||||||||||||||||||
Seclert dien tyd, werdt dezelve, voor reke- Aal-
ning der Stad, opgehaald, en te gelde ge-MoEsse- maakt, of verpagt, welk laatfle, nog in 't ^.ERS- jaar 1666, gefchied is (£). Doch in 't jaar Hü^s* |
|||||||||||||||||||||
1673 , werdt het vuilnis der Stad geheeliyk
aan de Regenten van het Aalmoeffeniers- Huis , ten behoeve van het zelve , afge- ftaan (l). Burgemeefteren vonden, in 't jaar 1698, geraaden, 't bewind van 't vuilnis, waartoe ook het begeeven der Vuilnis-fchui- ten en Vuilnis-karren behoort, te flellen aan drie der dienendeRegenten, metnaame. Doch hierin kwam, in't jaar 1712, verandering, wordende toen, by Burgemeefteren, vaft- gefteld, dat de drie oudfte Regenten in rang, voortaan, 't bewind van 't vuilnis hebben zouden (in). Doch de algemeene Opzigter over de Vuilnis-kanen en fchuiten bekomt zy- ne aanflelling van Burgemeefteren. Niemant mag eenige vuilnis, op de ftraaten of in de graften der Stad, ftorten of werpen, op de verbeurte van zes guldens, ten behoeve van hem, die de bekeuring doet: ftaande daar- over het oordeel aan de Regenten (n). - De vuilnis en afch wordt veel afgefcheept naar Brabant en Vlaanderen, daar zy, tot bemes- ting der Landeryen, gebruikt wordt. Met deeze inkomften, en eenige Legaa-
ten, die'er, nu en dan, bygekomen zyn, waaromtrent aan te merken is, dat zeker Legaat, aan de Aalmoezeniers-Armen ge- maakt, in denjaare 1716, verflaan is, aan het Aalmoefleniers - Weeshuis te behooren (0), is dit Huis, federt eenige jaaren, in ftaat, om zyne zwaare koften goed te maa- ken, «onder buitengewoone groote onder- fteuning uit de Stads KafTe te behoeven, die het, nog in de voorgaande eeuwe, vanjaar tot jaar, plagt te genieten. Onder anderen, werdt, na het affchaffen van de Maaltyden der Regeeringe, in den jaare 1(572, befloo- ten, jaarlyks, vier duizend guldens, onder den naam van Maaltyden-geld, aan hetAal- moeffeniers-Huis uit te keeren (p), 't welk egter, federt lang, is opgehouden. Doch de Stad doet, jaarlyks, zes duizend zeven honderd guldens aan het AalmoeiTemers-Huis goed, waar uit de wedden van den Hoofd- Provooft en van de tien Onder-Provooften of Dienaars betaald, en zefh'g onmondigenon- derhouden worden. Het Aalmoeffeniers-Huis heeft, by O&roi van den zesdenJuny des jaars 1736, regt verkreegen op de nalaatenfchap van allen, die, door het Huis, onderhou- den (kj Handy, hl. 73s.
(I) Hand*, tl. 73 j. (»)Dagel. Notulen van Burgeaieefteien van is jA.it
1698. «* 9 lApril 17U. (n) Handv. bl. 73J. (o) Handv. bl. zs°- (f) RefoJ, vwedfch. 4'. H, 11 N,v, is7ï, /f 4J.
|
|||||||||||||||||||||
Va-. ,
h de
|
|||||||||||||||||||||
^ de
|
|||||||||||||||||||||
/-,' Keuvb. A. ƒ. 1*.
VA vutb-1!- /•I4fi """&•
(h\ Seu'b. B: f. 12*.
('i rV?- vm Scte?sa G- SchAep.Pietersz. ept/aan6}i.
J *er0l% viocdfch. N. Jj. H S*pt. 'i6i6.f.i7tvirfi. |
|||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||
3°o
|
|||||||||||||||||||||||||
Aal- den zynde, zonder kinderen overlyden. Ten
mousse- zelfden tyde, werdt, by 's Lands Staaten, |
|||||||||||||||||||||||||
1632.
1632. 1632. 1632.
IÓ33-
1633. 1634. 1634. I635. I635- l635. 1636. 1636. 1637.
1637. 1638. 1638. IÖ39- IÓ39-
1640.
1640. 164I. 164I. 1642. 1642. i(543-
1643. 1644. 1644. 1645. 1645. 1646. 1646. 1647. 1647- 1648. 1648. 1649- 1649-
1650. 1650. 1651. 1651. 1652. 1652. i653-
i6~53-
1654- 1654. 1654. IÓ54- 1655. I655-
1656. 1Ö56.
IÖ57- i<557. 1658. 1658. 1660. |
ieter Gerrits Hooft.
driaan Veen.
lbert'Kuy per.
ieter Cleutryn.
uillaume Lindeman.
r. Jan van Hartogvelt.
ieter Willems Hooft.
erbrand Dobbes.
an Lefchevin.
ornelis Rutgerts.
driaan Jacobs van Noort.
oofl de ßaats.
acob van der Marckt.
ttho Cornelis van den Oever,
heunis Claas Bruyningh.
r. Jacob Bas Cornelisz.
loris Ysbrants Kieft.
aniel Bernards.
ornelis Rus.
Jacob Francken.
braham Francx.
an de Baats.
Nicolaas Rochus van Capeüe.
Pieter Vinck.
acob Vlack.
D'. Johan van Halewyn.
aeobus Ryckaarts.
Raymont de Smeth.
Dirk Boelenfen.
Pieter Syen.
Gullliam Momma.
Fredfik H. Bontemantel.
Jacob van Ryn.
Cornelis van Werckhoven.
Jaeobus Reynfl.
Jaeobus de la Salie.
Jacob Jacobsz. Hinloopen,
Floris Soop.
Hendrik Roeters.
Simon Feit.
Jacob de Wale.
Claas van Lith.
Simon Goulart.
Jacob Thymons Hinloopen.
Jeronimus de Hafe de Jonge.
Jan Tayfpil.
Floris Roeters.
Robert de Vicq.
Jan Vlasblom.
Jan van Egeren.
Nicolaas van Ryn.
Daniel van Gheel.
Mr. Rombout Hudde.
Aarnold ten Grotenhuis.
Mr. Floris Elias.
Hendrik Becker.
Joannes van de Pütt.
Carel van Erpecum.
Paulus van Liebergen.
|
||||||||||||||||||||||||
MOES**
HIER5' ,iuis-
|
|||||||||||||||||||||||||
MIERS
Wees
huis. |
beflooten, diergelyke Oftrojen aan allePro-
teftantfche Godshuizen, op derzelver ver- |
||||||||||||||||||||||||
zoek , te verleenen (5). Ondertulïchen,
wordt aan zulken, die in 't Aalmoeffeniers- Weeshuis opgevoed zyn, door de Regenten, toegelaaten, uitkoop te doen; op zyn minft, tegen vyftig guldens eens; waarna zy, vrye- lyk, over hunne goederen, befchikken mo- gen. Naamlyft Wy voegen hierby de naamen der Re- guiten §enten van &*■ Godshuis:
1613. Symon Symonsz.
1613. Dirk KlaafTen Kan.
1613. Jacob Dirksz. de Langen.
16134 Wybrant Warwyck.
1613. Huych Jans van Craaijeftein,
1613. Jan Adriaans Roeters, alias Clau.
1613. Hendrik Hooft Willems.
1614. Aernout de Vale.
1615. Pieter Jan MieufTen.
1615. Frans Jacobs Hinloopen.
1616. Jan Pieters du Bien.
1616. Abel Matthysz. Burch.
1617. Gysbert Jacobs de Gooijer,
1618. Klaas Barents Verwer.
1618. Ysbrant Cornelis Helm.
1619. Jacob Hooft Willems.
1619. Gerrit de Beer de Jonge.
1620. Vö\ckert Nannings van Aitha»
1620. Cornelis Michiels Blaauw.
1621. Frans Volckerts Croock.
1621. Claas Andrieffe.
1622. Willem Matthys Raaphorft»
1622. Cornelis Canter. 1622. Jan Salyns de Jonge.
1623. Reyer Claas Dral.
1623. Jacob Jacobs Rombout. 1623. Dirk Hem.
1624. Anthoni van Davelaar,
1624. Tating Jans Kat.
1625. Eduart Emtinck.
1625. Cornelis Stalpaart. 1625. Pieter Jans Swelingh.
1626. Hans Willems Elbinck*
1626. Ysbrant Hein;
1627. Pieter Rans.
1627. M'. Joofl Boelens.
1628. Charles de Latfeur.
1628. Hans Schepel.
1629. Pieter Schaap. ;
1629. Hillebrant Bentes.
1630. Aris Hendrik Halewac.
1630. Hendrik Jans de Jonge.
1631. Anthoni van Beaumont.
1631. Pieter Pels.
1632. Roelof Codde.
(j) Handr. kl. 17p,
|
|||||||||||||||||||||||||
Michiel Tymons Hinloopen
|
|||||||||||||||||||||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN. 30 r
|
|||||||
1660. Joan Anslo.
1661. Gysbert Schouten.
1661. Daniel Auxbrebis. 1661. Mr. Jacob Coetenburgh. 1661. Daniel de la Biftrate.
1662* Jan Sucher. 1662. Jacobus de Marez.
16Ó3. Mr. Joan de Wale. 166%. Johannes Bailli. 1666. Mr. Tymon Hinlopen. 1670. Daniel Rochoffl 1673. Dirk Bas Jacobsz. 1673. Mr. Rornbout Jacob Jacobsz.
1673. Jan van L'er-
1674. Mr. Adriaan Roeft.
1677. Floris Raap.
1678. Gysbrecht de David Strantwycló
1682. Mr. Dirk Hillensbergen. 1682. Mr. Willem van der Waaijen.
1682. Jacob van Ghefel.
1682. Dr. Huybertus Krieck.
1682. Aernout Abels.
1684. Lodewyk Mierinck.
1684. Dirk Schaap.
1689. Cornelis Darval.
1692. Conftantyn de Reneaulme.
1695. Jan Eyghels.
1695. Mr. Johannes van Hoorn.
1697. Rudolph Vogelfangh.
1697. M'. Wigbolt Slicher de Jongeä
1705. Willem van der Does.
1708. Chriftiaan Wefterhof.
1708. Jean Lepeltak.
1712. Jacob Boulé.
1712. Jan de Veer.
1717. Theodoor Rogge.
1719. Lodewyk de Bas.
1719. Mr. Nicolaas Philips de Famars.
1720. Mr. Petrus Lepper.
1724. Jan van Vliet. 1724. D'. Casparus Cpmmelin, Junior.
1725. Willem Swart.
1729. Philip Schryver. 1731. Abraham Vermeeren.-
1734. Pieter van Loon. Ï734' Pieter Schrik. 1736. Pieter van der Meulen. J737. M'. Guillelmo Pels. *737- M'. Pieter Schaak. 1742. Pieter Hendrik de Bas. J743- Dirk Alewyn. 1745- Guilielmo Hartfinck. *747- Gillis van der Voort. 1749. Anthoni Des bordes. 1749. M\ jan Fredrik Bachman. 1751. Dr. Johan van Alphen. 1757- Mr. Cornelis Bäcker Cofnelisz. J763. Lodewyk de Bas. xl<£. M'. Jan Jood Marcus. Tf e J^'- Johan Corne]is Radermacher.
lL STUK. |
|||||||
OüDE-
VIII. Man-
nen- EN
ÖUDE-MANNEN- EN VROUWEN- Sü?"
GASTHUIS. Gast'
fans.
Hertog Jan van Beijeren gaf, op den der- Oudfte
tienden November desjaars 1422,aan Gafchuis Dirk Holland , Burgemeefter der Stad Am- H^' fterdam, verlof tot het ftigten van een Gafl> den, hier huis uit zyn eigen goed , tegen over des ter Stede. heilichs Sacrainentsbuys, dat men Met ter Hei- liger Stede. De vier mannen, die 't hei- lig Sacraments huis, in der tyd, zouden re- geeren , zouden ook het bewind over dit Gafthuis hebben (f). En 't fchynt, niet lang hierna, voltrokken te zyn. Immers ik vindj V in twee byzondere Renteboekjes van 't oude Gafthuis, van de jaaren 1457 en 1459, die, in het tegenwoordige Gafthuis, beruften, gewaagd van der beyliger Stede Gaflbuys: 't welk op het Gafthuis van Dirk Holland fchynt te moeten zien. Holland hadt, ook aan an- dere Godshuizen, zyne milddaadigheid ge- toond. In een Renteboekje van 't S. Pieters Gafthuis, genaamd dat grote Regyfler, lees ik: Item op Sinte Cecilien Cloefler enen haken ouden vrancrixen feilt ende een vyftendeel van enen helen vrancrixc feilt tfiaers, te betalen op fmte pieters dach in Cathedra. En dit beeft gegeuen die oude dirk hollant, om alle nacht een lampe te hemen in dat grote fiechuus, ende dit en moetmen niet vercopen. In 't jaar 1548, op den eerften Auguftus, kogtMeefter Jan Beerenzoen, Priefter, eene rente op de Stad, van agt en zeventig gouden Carolus guldens^ tot veertig grooten vlaams ieder, ten behoe- ve van hét Oude-Mannen-Gafthuis; dat is ^ . van het Gafthuis van Dirk Holland, alzo de kwytfchelding gefchreeven werdt, uit naa- me van den ghaflhuyfe van den heyllighe Sa- crament e ter heylligherßeede (s). 'tBlyktook, dat dit Gafthuis eene Poort hadt, de Oude- Mannen-Poort genaamd. Het werdt, kort na 't jaar 1550, door aankoop van nieuwe huizen in de Kalverftraat, allengskens, ver- groot. Eh tot deezen aankoop, werden de Gafthuismeefters, naar 't fchynt, in ftaat gefield, door eene maaking van Haasje Claas Dogtery in 't Paradys, die, in haar leeven, ook de eerfte aanlegftef van het Burger- Weeshuis geweeft Was, en nu zekere fomme, tot een Gafthuis voor elf oude Vrouwen, ge- fchikt hadt. De Priefter Jan Beerenzoen gaf, volgens fommiger aantekening, in 't jaar 1550, nog eene rente van dertien ponden groö-
(r) Mieris Charterb. IV. Deel, hl. 66z.
■ {') B-egifter,- berußende in 't Oude Mannen en Vrouwen, Gafthuis, genaamd Incomende Renten, Giften ende 1*éïia. inenten, ijgi. ƒ. *• |
|||||||
III. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
302
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eene buitengewoone bede te mogen doen.
Doch dit verzoek werdt, by de Vroedfchap, van de hand geweezen (y). Na de verande- ring der Regeeringe, in 't volgende jaar , werdt 'eregter., voor eens, in bewilligd (z). En in 't jaar 1597, werdt het getal van vier en twintig oude luiden, die, tot hiertoe, in 't Gafthuis geplaatft waren, tot op vyf en veertig vermeerderd. De Regenten verwier- ven, in 't jaar 1600, verlof van de Wethou- derfchap, tot het opregten eener Loterye («), waartoe 's Lands Staaten , reeds in 't jaar 1596, 06troi verleend hadden (b), en uit de winft van welke, in 't jaar 1601, een nieuw Oude - Mannen- en Vrouwen - Gafthuis geftigt werdt, in den tuin van het Oude- Nonnen-Kloofter. De Lotery was getrok- ken , op de Nieuwe-zyds-Kolk, alwaar, te- gen het Koorenmeeters huisje , een hoog tooneel was opgeregt. Op den negenden Auguftus des gemelden jaars, werden de ou- de luiden, ten getale van honderd, ten dee- le , uit het Oude-Mannen- en Vrouwenhuis in de Kalverftraat, welk, eerlang, aan het Weeshuis getrokken werdt, in het nieuwe gebouw geplaatft, en, federt, met nog der- tig , vermeerderde Het trekken der Lote- rye werdt afgebeeld , in eene fchilderye i die, in de Eetzaal der Vrouwen, plagt te hangen; doch nu niet meer voor handen is, en onder welke, deeze regels gelezen wer- den: Deez onze Lotery,
Met hulp der Burgery, Voedt honderd dertig gryzen ,
In dit huis nieuw gebouwd, Daar 't ander twintig oud En vier maar plagt te fpyzen.
In 't jaar 1604, kwamen 'er nog twintig ö^er
in 't Godshuis (O- In 't jaar 1616, werdt er wederom eene Lotery, ten behoeve van dit Huis, getrokken (d) : waarin , reeds^ in t jaar 1614, bewilligd was (e), 't Gefchiedde, op de S. Antonis- of nieuwe Markt, wer- waards de Wethouderfchap zig begaf, en de pryzen, ten aanfchouwen van elk, by de nieten, in eene bos deedt, dezelve, en de bos, daar de Loten in waren, met Stads ^a" pen, verzegelende. Het trekken der Lo- terye ging, vervolgens, nagt en dag,vo°r.ü» en duurde wel zes weeken. Men vondt zig in ftaat, om, naderhand, het getal d&t ou^ (y) Refol. Vrocdfch. N.' 3. 17 7"{y JJ77-
(z.) Refol. Vroedfch. N. 4- 2* Au&. 157»- (a) Keurb. H. f. zï'.
(b) Refol. Holl. zi 7"ly 1S96 hl. i*8.
(c) Zie Handv. gcdmht i«i3. U. 7$t I6'
(/) Refol. Vioed:ch. «. 11. »7 e^««*4/- n<5 J
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
grooten's jaars, tot onderhoud van twaalf
oude Mannen, in het Oude-Mannen-Gaft- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Oude
Man-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
e*
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
neN-
VROtf
WE»' ÜASÏ' HUIS. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vrou-
WEN-
GaftT HUIS. |
EN huis. Te gelyk, Helde hy eene Ordonnantie
voor het Godshuis, die, door het Geregt, werdt goedgekeurd, en, volgens welke, on- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
der anderen „ niemant in het zelve zou mo-
„ gen ontvangen worden, dan die meer dan |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3'
|
vyftig jaaren oud, en deezer Stede Poor-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ter of Poorterfche was. De Priefter al-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5>
|
leen, die, boven de twaalf oude Mannen,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in 't Gafthuis, zou worden onderhouden,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■>1
|
zou geen Poorter behoeven te zyn. Ook
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zou men niet meer Perfoonen in 't Gaft-
huis inneemen, voor dat de gemelde vier |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
35
|
en twintig tamelyk van nooddruft voor-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
va»1
O'"?' |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zien zyn zouden. De twaalf oude mannen
„ moeften, jaarlyks, op den Palmdag, den „ ommegang agter het beeld op den Ezel „ (f) verzeilen , en de twaalf Apoftelen „ vertoonen." By deezepunten, waren nog eenige anderen gevoegd, die, elders, om- ftandiger, te vinden zyn (u). In 't jaar 1554, kogten de Regenten, van der heylligher Stee- de meeflren, een huis en erve over die heyl- ligher Steede, belend met het Oude mannen poortgen offte Inganck, aan de zuidzyde, en- de die behuyfinghe van derheylligerSteede,aan de noordzyde (ü). Hier by, verkreeg men, in 't jaar 1572, nog een Huis, genaamd de Builkifl, belend het Oude - Mannen - Gaft- huis, aan de noord-, en Piet er Jacob Haef- gens , aan de zuidzyde; ftrekkende, voor van de Kalverftraat, tot agter aan de Be- gynen-floot; met eenige wooningen daar agter, die, ten deele, verhuurd, ten deele, door het Godshuis , tot een Bakhuis, tot een zomerkooken, en tot een Pefthuis ge- bruikt werden (w). De volgende aanteke- ning , te vinden in het Regifier, waaruit wy deeze byzonderheden ontleenen, kan de ge- legenheid van dit oudfte Oude-Mannen-Huis, nog nader, ophelderen. Dus Iuidtze: Het oude mannen gaßhuys heeft 3 wocninghen on- der een dack, gaende benoorden die oude man- nen poort, flrekkende van den achtergeuel van 't oude mannen huys, flaende benoorden doude mannen poort, tot achter ant hlyckvelt van het oude mannen huys. Ende deefe timmeragye es eertyds geweefl het eerfie oude mannen gaßhuys, als eensdeels die quytfchelainge van 't huys, flaende benoorden die poort, meede brengt (jx). Het Godshuis,waarvanwyfpreeken, droeg, federt, beftendiglyk , den naam van 't Hei- lige Sacraments- of Oude Mannen -Gaflhuis. De Regenten verzogten, in 't jaar 1577, (t) Zie III. Deel, II. Boe(, hl. iz6.
(u) Zie COMMÏUS , hl. J7L (v) Regifter genaamd Verhueringe van 't Lant ende die
huilen enz. \$%z. f. Io verfo. berußende ah hoven. (m) Regüter ah boven f. 2.1 verfo , zS, 27, %%. (x) Regifter ah boven f. iz verft. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VS""
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN. 303
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
luiden te brengen tot op twee honderd. De
Regenten hadden, op den vyftienden Janua- ry des jaars 1604, nog een ftuk gronds ge- kogt van 't Gafthuis, welk, ten noorden van het Oude-Mannen-Huis, aan de oude veft, nu den Kloveniers burgwal, lag, waarop, federt, drie groote huizen, behalve nog drie kleinen, in den ingang van 't Oude- Mannen-Huis, gebouwd werden. Het ge- ftigt zelf beftondt, voor eerft, uit drie lan- ge overdekte gaanderyen, loopende langs de drie zyden van eene groote vierkante plaats, waarop een bloemtuin en bleekveld lagen. Agter deeze Plaats, werdt, door Piet er Pie- tersz. Ente, in 't jaar 1605, eene put ge- boord , ter diepte van twee honderd twee en dertig voeten. Men befteedde, tot dit booren, een en twintig dagen, en hieldt, dagelyks, aantekening van den onderfchei- den grond , dien men aantrof: uit welke aantekening, tot hier toe, aangaande de ver- fchillende gefteldheid van den Amfterdam- fchen grond, het meefte licht te trekken is. Op den eerften dag, boorde men, door een en vyftig voeten aangehoogde aarde, darri en veen, weeke klei, zand, en wat harder klei; op den tweeden, door twee en twin- tig voeten zand, waarop, hier, de meefte huizen gezet worden ; blaauwe klei, wit zand, zavel-aarde en mollem: op den der- den , door veertien voeten louter zand: op de drie volgende dagen, door vyf en vyftig Voeten, eerft zand met klei, en daarna met fchelpen en hoorentjes, en vervolgens, har- de klei, doorgaands, met hair en fchelpen, Vermengd, en fomtyds, onvermengd: op de Zeven volgende dagen, door twee en zeftig 'Voeten meeft harde klei, en, op 't laatft , door dertien voeten zand, meeft met (teent- jes gemengd: en op de agt laatfte dagen, door agt en twintig voeten louter zand (ƒ). t>och deeze Put fchynt niet, of niet lang, ^n de verwagting beantwoord te hebben, ^mers, zy levert, tegenwoordig, gelyk de Meefte putten hier ter Stede, onzuiver wa- ter uit. Ook is zy thans, door toezakking van den grond, op verre na, zo diep niet als zy plagt. In de gaanderyen om de Plaats, Van welke wy fpreeken, waren de woonin- gen yoor de oude luiden getimmerd. Langs **e vierde zyde van de Plaats, in 't noorden, jtondt een deftiger gebouw, met een' fierly- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ging van Burgemeefteren (g), befloot, het Oude-
zelve te herbouwen: 't welk, eerlang, na Man- dat 'er , door den oudften Zoon van den *p-En Regent M'. Jan Jacob Hartfinck, Jan Pieter ;*°u" Hartfinck genaamd, op den zeven en twin- Gast> tigften May, de eerfte fteen aan gelegd was, HU1S- eeniglyk uit de middelen van het Huis, om fommigen van welken te gelde te maaken, Burgemeefteren verlof verleend hebben (h), . naar het ontwerp van wylen den Heere Mr. PieterRendorp, Burgemeefter deezer Stad, in den jaare 1757, voltrokken werde, en wel verdient, eenigszins uitvoeriglyk, be- fchreeven te worden. Het Oud e-Mannen- en Vrouwen- Befchry-
Gasthuis dan, in 't gemeen, het Oude- ving van Mannen-Huis genaamd, ftaat, op den Oude- hetzelve. zyds - Agterburgwal, aan de ooftzyde, digt aan het zuideinde, naaft en benoorden het |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
«Ols
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zieken-Gafthuis. Het heeft twee ingangen,
een' op den gemelden Agterburgwal, en een' |
Ingarï-
gen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
regt agter deezen, op den Kloveniers - burg-
wal. De eerite is eene deftige hardfteenen Poort, waarin, van boven, zo wel binnen- als buitenwaards, het merk van 't Godshuis, zynde eene bril, uitgehouwen is. Binnen deeze Poort, heeft men een' breeden gang of voorplaats,ter wederzyde met burgerwoonin- gen bezet. De andere Poort is nog van 't oude gebouw overgebleeven, en binnen dezelve ^ ftaan, in een'korter gang, ook drie woonin- gen , die 't Godshuis toebehooren. Voorts, treedt men, van wederzyde, door twee aan- zienlyke Poorten, in 't eigenlyk gebouw , welk, even als het oude, langs de vier zy- den van eene groote vierkante open Plaats, op welke vier lierlyke Bleekvelden leggen, getimmerd is. Onder de Plaats, zyn, by de jongfte herbouwing, nog twee Regenbak- ken gelegd, die ieder duizend ton waters houden. De twee Poorten, van welken wy fpreeken, verleenen toegang naar eene bree- de hooge gaandery, langs welke, aan de zuidzyde, agttien ruime , overwelfde boogen gebouwd zyn, die , ten behoeve van het Godshuis, tot winkels, verhuurd worden, en alwaar, dagelyks, en byzonderlyk, op de Jaarmarkten, groote toevloed van koopers is. Ten wedereinde deezer gaanderye, komt men, door eene deur, binnen in 't Huis. Daarenboven, is, in't midden van ieder der vier binnengevels van't gebouw, welks hoe- ken van hardfteen, en welks wanden van zwaaren gebakken fteen opgehaald zyn, eene hooge, deftige, hardfteenen Poort; twee van welke Poorten, in 't ooften en in'tweften, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ter
|
gevel en uurwerk. In het zelve, hadt men,
■
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
wederzyde van den ingang, de eetzaa-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
-n voor de mannen en de vrouwen, voorts de
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'*pmers der Regenten en RegenteiTen. En in
^eezen ftaat omtrent, is het Godshuis geblee-
n' tot dat men, in 't jaar 1754, met bewilli-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eveneens, gebouwd zyn.
|
Doch de zuidely-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
ke
(g) Groot-Memor. N. XI. ƒ. 2°J.
(b) Groot-Memor. JSl.U.f.llt ■**>/»,Ï2J. N< xnj_ +I>
Qqa
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(f) Zit
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
COMMELIN hl. J,3'
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
304
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ke is, binnenwaards, naar de Plaats toe, uit- nog eenïge wooningen voor Vrouwen, die Oud*
getimmerd, en, van boven , verfierd met van 't oude overgebleeven, en al vroeger Mj»,, een' grooten uurwyzer. De noordelykeBin- hertimmerd zyn, te weeten, twee vertrek- VeOÜ- nenpoort voert Stads wapen en 't jaartal jes, ieder voor twee perfoonen, beneden; wSm- MDCCLIIIl. inden top, boven een def- twee diergelyken, en een vertrekje voor Gas*' tig Balcon. Door deeze Poort, komt men, een, in een gang daar boven, en, nog hoo R&\ in een ruim Voorpoortaal, waarvan de wan- ger, twee vertrekjes vooreen, twee, ieder & den, ter wederzyde, met de wapens der Re- voor twee, en een voor drie perfoonen. Ook ^ genten en Regenteifen, die, in 't jaar 1754, is hierby een vertrek met vyf bedfteden, dienden , en 't gewelf , met zinnebeeldig voor zulken, die befmettelyke kwaaien heb- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
OUDE-
Man-
N£N- EN
Vrou-
WEN-
Gast-
HUIS.
Vertrek-
ken. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
loofwerk, fierlyk, bepleiflerd zyn. Uit dit
Poortaal, treedt men, regt uit, naar de Koo- ken, naar de Bakkery, en naar de woonin- gen van den Binnenvader en Kookenmoe- der, die uit verfcheiden' goede vertrekken gang, beflaan: en, ter wederzyde, in eene gaan- twee; dery, alwaar men eerft, ooflwaards, de Re- en agt elk voor twee Vrouwen gefchikt. In
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gent' ^^^^^^^^^^^^^^^^
penborden, een Naambord, en vyf Regen- tenftukken verfierd is. Het oudfte, welk voor den fchoorfteen ftaat, is zeer fraai, in |
't zuiden, boven de gaandery, daar de win-
kels zyn, heeft men twee vertrekken, ie- der voor vier, twee vertrekken, ieder voor drie, en vyfvertrekken, ieder voor twee |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Regen-
ten- Kamer. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
't jaar 1618, gefchilderd:.het nieuwïle, in Vrouwen. En in 't noorden, daar, bene-
't jaar 1750, door Jan Maurits Qiiinkhard, den, deEetzaalen, Regenten- en Regen- gedaan (i) , vertoont de Regenten Pieter teilen-Kamers, en andere vertrekken, ten KarJJeboom, M'. Jan Jacob Hartfinck, Jacob gemeenen gebruike , zyn geplaatft , heeft de Leeuw en Pelgrom ten Grotenhuis Boender- men, boven, ter wederzyde van een ruim |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vertrek, alwaar de kleederen der overlee-
dene oude luiden , onder 't opzigt der Re- genteffen, bewaard worden, veertien ver- trekjes , ieder voor eene; negen, ieder voor twee, en een voor drie oude Vrouwen ge- fchikt , die, ten deele van de Plaats, ten |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
maker. Onder de drie anderen , is 'er een van
Barend Graat (k), een van Bakker, en nog een van Quinkhard, in 't jaar 1732, gefchilderd. Verder ooflwaards, is hier de Mannen-Eet- zaal, die twee haardfleeden heeft,en, door vier groote lichten, op de Binnenplaats, uit |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ziet. ~ Aan de andere zyde, ten wellen, is deele, aan de floot of fmalle graft, die, ten
de Kamer der Regent ejfen, waar twee Wa- noorden, langs het huis loopt, licht fchep' penborden hangen , en een zinnebeeldig pen. In elk vertrek, zyn zo veele bedfte- fchildery, de zorg voor de ouden vertoo- den, als'er perfoonen geplaatil zyn. Twee nende. Verder weftwaards, is de Eetzaal ruime, gemakkelyke trappen, in 't noord- voor de Vrouwen, die dezelfde gedaante heeft, ooflen en in 't noordweflen, verleenen toe- als de Mannen-Éetzaal, en uit welke, men, gang van ds eerfle naar de tweede verdie- eenige treden opwaards, komt in twee Zwak- ping van 't gebouw , boven welke laarfte, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Regen-
teffen- Kamer. Eetzaa-
len. Zwak- ken- Kamers. Woonin- gen voor de oude Mannen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ken-Kamers, eene voor Mannen, en eene de Turf-, Kleêren-, Kooren-, en bergzol-
|
J
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
voor Vrouwen. In elke kamer, is een haard, ders zyn. ^^
|
<*.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
en in de eerfle, zyn zeven, in de tweede, De oude Mannen en Vrouwen, die, in py
negen bedfteden. Tuflchen deeze twee ver- dit treffelyk gebouw , gehuisveft, en van jyl^, trekken, is 'er een, welk tot eene wooning fpyze en drank verzorgd worden, zyn, ter- «^ voor de Zwakken-Moeder gefchikt is. De wyl wy ditfchryven, [in Auguftus 1765], een sf wooningen voor de Oude Mannen zyn in 't honderd zes en zeftig in getal, te weeten, een ooftelyk gedeelte van 't gebouw, beneden en vyftig Mannen en een honderd en vyf* en boven. Beneden, zyn agt vertrekken, tien Vrouwen; en meer können 'er, tege*1" elk voor twee perfoonen, en boven, een groot woordig, niet in't Huis geplaatft worden-^ vertrek voor vyf, en negen, elk voor twee De orde op de fchaffing is, nu en dan, ve/" fc. perfoonen. In't zuidooften, boven de gaan- anderd: en men heeft zig, in dit Godshuis, dery, daar de winkels zyn, heeft men nog byzonderlyk toegelegd, om de oude lu1" twee vertrekken, ieder voor twee oude Man- den wel te onthaalen. Het dagelyks ont- nen. Voorts, zyn, in 't ooften en in 't noor- byt van mannen en vrouwen , we^ den, de meeïle vertrekken en kelders, tot vrouwen, te gelyk met het vuur in de itoo- huiflelyk gebruik, beneden. Ook heeft men ven, uit de kooken komen haaien, iS > den hier, in 't noorden, agter 't nieuwe gebouw, eenen dag, brood met boter, en den anderen, ,•, v. r- c u rr n , t, brood met kaas. Doch 's Zondags, word' (1) VAN Gooi. Schoub. II. Deel, tl. 131. . , , tf , , -,AA^<r<i frha.lt
({) HoujsRAKEN schoub. ii. De,i, ti. 103. met ontbeeten. sZondags; s mwcwg!>,iui*^
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Woonin-
gen voor |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hjï T O ZTD £
|
||||||
■JiïJt&&$iï% xif BROUWEN ~ G^LS THUIS,
|
||||||
-2^e<?zx
|
||||||
HE T O UD&
|
||||||||
~M.A]SrN-E-JSr-kzr- V R o zr w-JEtf - GASTHUIS,
maar- c/e/ ^Poo^dayy^e/ £e ^ce-n^y
|
||||||||
^y
|
||||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN. 305
men Kalfs- en Lamsvleefch-nat, met groen- ften Pinkfterdag, fchaft men ryftenbry, met
te or ryit: s avonds, bierenbrood, waartoe fiuker en kaneel vooraf, en gebraaden Kalfs bierman zes guldens de ton gebruikt wordt, vleefch toe; en elk krygt een rond witte- Als t heet is, fchaft men koude fchaal, in brood, een pint wyn en een pint Rotter- de plaats, 's Maandags, wordt, 's middags, dammer bier. En op tweeden Pinkfterdag graauwe erweten, of kool, of wortelen, met wordt 'er graiuwe erweten, en Kalfs-karre- verfch , of enkele reizen ook offenvleefch, wey, met korenten en rozynen, gegeten" welk een weinig gezouten is, gefchaft. Op Kermis-Zondag, fchaft men ryftenbry" Ieder Commenfaal krygt ook een half pint met fuiker en kaneel, en gebraaden Lams- wyns toe. 's Dingsdags, 's middags, fchaft bouten: en elk krygt dan ook een rond witte- men witteboonen met offen-vleefch-nat, brood, een pint wvn, en een pint Rotter- of met zuure faus, en in den Zomer, ook dammer bier. In November, houdt men een fnyboonen of peulen: 's avonds, wordt 'er Slagttydsmaal, en dan wordt 'er, even als op ryftenbryopgedïCcht.'sWoensdags,'smiddags, Kermis; doch in de plaats van Lamsbouten fchaft men fpek - kluifjes , met raapen: of gebraaden dunne ofTen - lenden gefchaft Op groene erweten , met varkens-worft; ofap- beide de Kerftdagen, fchaft men zogenaamde pelen, met gerookt fpek, en, tweemaal 's Deuvekaters, met een faus van boter en m^lk- jaars, gerookte Paterftukken, met appelen en op den eerften dag, krygt elk, daaren- of peeren: ook, als het in den tydis,blom- boven , een rond wittebrood en een pint kool, fpenagie, of andere groente, en kin- Rotterdammer bier; doch geen wyn. Op nebakshammen : nu en dan, konynen, of alle deeze buitengewoone dagen, wordt 'er endvogels, met appelen, en enkele reizen, 's avonds, op de gewoonlyke wyze ge- Schelvifch,Both, Schol, Zalm of Paling, 's fchaft. Tot verfnapering, worden de'oude Avonds, wordt 'er ryftenbry gegeten, 's luiden,in den zomer,tweemaal opkerfTen Donderdags, 's middags, eet men gort,met en tweemaal, op aalbefTen onthaald Op' rozynen, en een faus van boter en melk; en Bededag, wordt maar eens 's daags, 's avonds s avonds, bierenbrood, 's ('rydags, fchaft ten vyf uuren, en even als op Zondag, ge- men, 's middags, karnemelks-brij, en zou- fchaft. Doch wy moeten, omtrent defchaf- tevifch met wortelen toe, en 's avonds, ook orde in't algemeen, aanmerken, dat o-elvfr
|
||||||||||||||||||||||
0%
|
||||||||||||||||||||||
OUBE-
Man- '.
NEN- EK
Vrou-
wen- Gast- huis. |
||||||||||||||||||||||
p"
|
||||||||||||||||||||||
L-___n~~n, ~~~+ ~~«.. '„ c*___7___ ____j~
|
'er, voormaals, verandering in gemaakt is,
in dezelve , in vervolg van tyd, ook lig- telyk, meer veranderingen en verbeterin- gen zouden können gemaakt worden. Som- tyds is , aan de oude luiden, wel eens ee- ne buitengewoone maaltyd vereerd, of be- r____1____ "r* * ** "r"r
|
|||||||||||||||||||||
karnemelk met gort. 's Säturdags, wordt
'er, 's middags, groene erweten, met lang nat, voor, en ftokvifch na gegeten : 's a- vonds, fchaft men wederom ryftenbry. In den Zomer, wordt 'er, zevenmaal,tuinboo- tten met haring, op Vrydag middag, opge |
||||||||||||||||||||||
difcht, en dan fchaft men, 's Saturdags, in fproken, en Fredrik Henrik, Prins van O-
de plaats van ftokvifch, Labberdaan. Op ranje , op den twee en twintigften May Dingsdag- en Donderdag-middag, wanneer des jaars 1642, het Huis bezigtigende, fchonk 'er geen vleefch gefchaft wordt, en alle a- ieder der oude luiden een driegulden (/). |
||||||||||||||||||||||
Vonden , zonder onderfcheid, krygen de Zulken , die in dit Godshuis begee-
pommenfaalen juift zulk een ftuk toe, als zy, ren ingenomen te worden, moeten, vol- 's morgens, tot hun ontbyt gehad hebben, gens de oude, doch eenigszins veranderde Voorts, worden de oude luiden, op Hoog- Ordonnantie, ongehuwd, boven de'vyftig tyden en Feeftdagen , by uitftekendheid, jaaren oud, en Poorter of Poorterfche dee- pnthaald. Op Vaftenavond, fchaft men , zer Stede zyn. Burgemeefteren hebben , s middags, dikke ryftenbry met fuiker en voor eenige jaaren, verftaan, dat menze in- jtaneel, en gebraaden Lamsbouten. Ook neemen mag, als zy, zeven jaaren, Poorter krygt ieder Commenfaal dan een rond witte- of Poorterfche ge weeft zyn, en zo lang,ag- |
Vereifch-
ten in de Oude Mannen- en Vrou- wen , die in dit Godshuis worden ingeno- men. |
|||||||||||||||||||||
brood, een twee ftuivers koek , een pint tereen, hier ter Stede, gewoond hebben (jn),
wyn, en een pint Rotterdammer bier, welk, En de Regenten zyn, reeds, in't jaar 1635-, te Alkmaar, gebrouwen wordt, 's Avonds, met de Nederduitfche Gereformeerde Dia- Wordt 'er naar gewoonte gefchaft. Op eer- conie, overeengekomen, dat partyen, door ften Paafchdag, fchaft men ryftenbry met Diakenen voorgedraagen, voor partyen, die, lüiker en kaneel, zes eijeren en een pint Rot- door byzondere perfoonen, werden aange- t£rdammer bier voor ieder; en op tweeden preezen , in 't Oude-Mannen en Vrouwen- *Vchdag, graauwe erweten met braadvet, Huis, zouden worden ingenomen (n): hoewel f1* vier eijeren voor ieder. Op eiken dag, dee- ^ygt elk een rond wittebrood. Op Hemel- (0 zie "• Deei,xv.s^i, ti. #?.
^artsdag, wordt 'er Kalfs- en Lamsvleefch- l7TJf*SC*n de" °ud"Raad van Bur2em' VM 2*7a"' Qat> met groente Of ryft, gegeten. Op eer- (") Notulen der Diaconie van iüjz-1658, ƒ. 1S>
OS 3
|
||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
HL Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3o6
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
deeze overeenkomfl: geagt wordt vervallen weeft; doch , eindelyk , op drie gebragt. O®?
tezyn, na dat de Diaconie zelve een Oude- De Regenten vergaderen, doorgaands, Don- JJ^ Vrouwen- en Mannen-Huis heeft opgeregt. derdags, 's morgens ten tien uuren. De Re- Vb0ü- Zy moeten,wyders, een bed, drie dekens, genteffen houden geenen vaften vergader- weu- twee hoofdkuflens, zes flaaplakens, zes floo- tyd, maar komen, gemeenlyk, 's Saturdags, G'JJ" pen, zes hemden, een beft en een dagelyks byeen. Binnens huis, zyn een Binnenvader, B . kleed, de mans een mantel, voorts, een ee- eene Kookenmoeder, eene Ziekenmoeder, ken kas, twee ftoelen met twee ftoelkus- een Poortier en tweeBoodfchaploopers,die, fens, ee'n mingelens kan, een pints kan, een uit de oude mannen, genomen worden; een tinnen waterpot, een tinnen kop, en tien knegt en zeven dienftmeiden. Alle Donder- guldens zeftien ftuivers aan geld medebren- dagen, 's morgens ten half negen uuren, gen.Dit geld dient tot de begraafenis derCom- wordt 'er, voor de oude luiden, eene Leerre- menfaalen, en wordt verdubbeld, ingeval de en Catechifatie gedaan, door eenen Krank- zy begeeren, op eene ongewoone wyze, be- bezoeker, die ook, tweemaal ter weeke, eens graaven te worden. Het Huis erft alle degoe- de Vrouwen-, en eens de Manne»-Zwakken- deren,diezy,ftervende,nalaaten,enzymoe- kamer bezoeken moet. Het Godshuis heeft ten, b'y hun inkomen in 't Huis, al wat zy be- ook eenen vaften Do&or en Chirurgyn. zitten aan de Regenten overgeeven en op- De inkomften van het Oude-Mannen- en lni;0 draagen;die'er hun vier ten honderd in't jaar Vrouwen-Huis beftaan uit de huuren van $■&' vanuitkeeren.Dewinft,die.zy,opeeneeerly- eenige huizen, de Intreffen van eenige Obli- ke wyze, in't Huis doen, is voor hun. Voorts, gatien en een derde deel van de zuivere moeten zy zig te vrede houden, met de woo- winft, die de Schouwburg geeft; voorts, uit ning,die hun aangeweezen wordt, en's win- de gemelde verzameling van aalmoeffen in ters, dat is, van den eerften November tot den de Oude Kerke, na de Huiszitten aan de laatften April, voor zeven, en 's zomers, dat Oude zyde, onder de Vroeg-, Voormiddags - is, van den eerften May tot den IaatftenOc- en Namiddags-Predikatien, op de Zon en |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
OüDE-
Man-
NEN- EN
Veou-
WEN-
Gast-
HUISs
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tober , ^^_^^_^^^_^^^__
ten ware zy langer verlof hebben van den Bin
nenvader: wordende de poorten, een uur laa
|
; Feeftdagen alleen; en uit de Aalmoeffen, die,
hier én daar, in eenige boffen, vergaderd
worden; waarby, voorrnaals, plagten te ko- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ter, geflooten; na welken tyd, zy geen vuur, men de giften van ftokvifch, brandhout,
licht noch doove koolen,in hunne wooningen, haring, bier en gort, die, van wege dit Huis, hebben mogen (o). Die, zonder verlof, de by de Bergervaarders, Noordsvaarders, Ha- maaltyd verzuimt, plagt, zes weeken, van de ringkoopers, Bierbefchooijers, en Grutters, Tafel gebannen, en die dronken t'huis kwam, werden opgehaald: 't welk, federt veele jaa- zes weeken uit het Huis gezet te worden, ren, in ongebruik geraakt is. Wyders is, Doch dit is, thans, genoegzaam, buiten ge- aan dit Huis, al in 't jaar 1601, toegeftaan bruik. Het Tabak rooken was, eertyds, ook het Wanfchepel van alle partyen Graanen, verbooden: doch wordt nu gedoogd. In an- die, van ooften of weften gekomen, hier, dere opzigten, is, nogtans, byzondere zorg voor 't eerft, uit het water, verkogt en ge- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
meeten worden (q). De Koorenmeeters en
Koorenzetters waren, voorrnaals, verpligt, te zorgen, dat dit wanfchepel, alle Satur- dagen, aan 't Comptoir der Regenten, ge- bragt werdt. Doch thans doen zy 't in by- zondere kiften, ten deezen einde, op'tKoo- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gedraagen, tegen ongeval van brand
't Bewind over dit Godshuis plagt, van
ouds,teftaan aan twee Regenten;doch derzelver getal is, in 't jaar 1572, tot drie, en in de voorgaande eeuwe, tot vier ver- meerderd , waarop het, tot nu toe, geblee- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Beftier
van het zelve. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ven is. Zy worden, door Burgemeefteren, renmeeters-Huis, op de Kolk, geplaatft. K
gekooren, en hebben eenen Boekhouder in 't eerft, werdt het zelve maar genooten van hunnen dienft. In 't jaar 1695, hebben zy partyen boven de zes laften: doch federt het verlof gekreegen, om, in de Gafthüis-Ker- jaar 1712, ook van partyen van zes lafteri ke, in het geftoelte van de Regenten van't en daar onder (r). In 't leveren van dit Wan- Gafthuis,plaats te mogen neemen(». Ook zyn fchepel, zyn egter, federt lang, zo gr°ot5 'er , in de Oude Kerke, drie banken tot hun misbruiken ingefloopen, dat'er het Godshuis gebruik, en dat der Regenten van het Oude- weinig van geniet. Van ieder wynko<j$an' zyds-Huiszitten-Huis,afgezonderd:ineenvan die in 't Gilde komt, geniet het Oude-M- welken, de Suppooften, die, hier, de Collefte, nen-Huis,federt het jaar i6oö,een' halveniaam ten behoeve van het Godshuis, doen, plaats Pranfchen, of ook, enkele reizen,K? f |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
n
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uiten- wyn; en van ieder Bakker, die zyne
|
doet,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
moeders zyn lang maar twee in getal ge-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
t(oU bl, 3JJ.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
O)
(f) |
(q) Refól. Vroedfch. N. f
(r) Handy, bl. 277, 278." |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Handv.
Handv. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hl. 27S.
bl. z?8. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uȣ-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
307
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
doet, omtrent tien guldens aan brood, vol-
gens eene Keure van den tweeden Septem- ber des jaars 1652, waarby belaft is, dat zulk eene proef, in dit Huis, gefchieden moet. Eindelyk, worden de Legaaten, die aan 't Oude-Mannen- en Vrouwen-Gafthuis gemaakt zyn, verftaan, tot dit Huis, niet tot het Zieken-Gafthuis, te behooren. Zie hier de naamen der Regenten van het
Oude-Mannen- en Vrouwen-Huis: |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
1713. Joannes Baalde.
1719. George Bruyn.
1720. M'. Jan Casper Hartfinck.
1722. Jacob Voordaagh. 1726. Jacob Oortman.
1731. Mr. Jeremias van der Meer.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Krank-
zinnig oen- Huis. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
\'!
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
ASf.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uü
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
's.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
1739
1739
!743 i745^ |
Pieter KariTeboom.
Mr. Jan Jacob Hartfinck.
Mr. Jacob de Leeuw.
Mr. Pelgrom ten Grotenhuys Boen-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
SS*
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
dermaker.
Mr. Henrik Backer;
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
1550. Jacob Hendriksz.
1550. Claas Gaaf Claasz. 1553. Claas Dirkfe Koning, 1556. Frans Andriefe. 1561. Jan Michielfe. 1561. Hendrik Somer.
1562. Cornelis Willemsz.
1566. Willem Pauluflen. 15Ö7. Jan Gerrit Jan Lambertfe,, 1572. Albert Dirk Marcus. 1572. Symon Dirksz.
1573. WefTel Jacobsz.
1574. Symon Jansz. Houtkoper*
1575. Beyer Gerritsz.
1578. Geurt Dirksz. 1578. Evert Claasz. Huift»
1579. Otto Vogel.
1585. Cornelis Heimes.
1586. Pelgrom van Dronkelaeï,
1588. Willem Meynaarts.
1589. Dirk Thymans.
1592. Wybrant Adriaansz. 1596. Hendrik Hendriksz. 1613. Paulus Claasz. 16174 Hendrik Tholings. 1618. Willem Hendriksz. 1621. Roelof de Vry. 1625. Willem Wyntjes. 1627* Tymen Jacobsz. Hinloopen*
1628. Jan van Baasdorp.
1632. Philip Laurens.
1634. Gysbert Michielsz. Hoppe&ck»
1638. Dirk Aertfe Koek.
1639. Jan Michielsz. Blaauw.
1640. Jan Jansz. Koekebakken
1644. Floris Ysbrantsz. Kieft» 1653. Jacob Vlack. 1655. Willem Pauw.
16s5. Anthony Gömmefs,
I658. Adriaan Boelens.
1662. Arnoud de Raad.
1671. Ifaak Jan Nys.
1674. Jeremias van der Meer,
1681. Pieter van Wickevoort»
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
1758.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
IX.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
KRANKZINNIGEN.HUIS.
Eer nog het tegenwoordig Krankzinni- Opreg-
gen-Huis opgeregt ware,werden, ver ting van moed ik, de Krankzinnigen geplaatft,in dejl" Gaft- of Pefthuizen , alwaar afzonderlyke ZInot- " Dolhuisjes fchynen gemaakt geweeft te zyn. gen- En zulk een Dolhuisje zal 't zyn geweeft, al- Hbw» waar, gelyk wy reeds op eene andere plaats gemeld hebben (s), in 't jaar 1549, zekere krankzinnige Vrouw uit de Doopsgezinden opgeilopten werdt. Doch in 't begin des jaars 1561, boodt Henrik Pauluszoon Boelens, een aanzienlyk burger, en, gelyk ik hem, in zekere aantekening, genoemd vinde , Heer van der Does, den Raade drie duizend guldens aan , mids daarvoor een Dülhuys wierdt opgeregt (?). Volgens eene oude overlevering, in 't nageflagt van den Stig- ter, zou zyne zwangere Huisvrouw, Stynè of Chriflina Boelens, door eene krankzinnige vrouw, die, woedende, de trappen afkwam, aangevallen en by de keel gegreepen wor- dende, vol fchriks, eene gelofte gedaan heb- ben, datzy, of haar man, indien zy eene gezonde vrugt ter weereld bragt, den Raad om een plek gronds verzoeken, en daarop een Krankzinnigen-Huis ftigten zou: zy zou vervolgens, inderdaad, van een welgefchaa- pen kind bevallen zyn, en haare gelofte vol- bragt hebben. Doch wat hier van zy; 't is zeker, dat men, in 't volgende jaar, met het ftigten van een Krankzinnigen-Huis, be- gonnen is, en dat Henrik Pauluszoon, of liever zyne Huisvrouw, alzohy, injulydes jaars 1562, reeds overleeden was (u), daar- over 't voornaamfte bewind gehad heeft. Immers, ik heb, ten huize van Henrik Wyn- koop, Koopman hief ter Stede,die uit eene Vrouwe van het geflagt der Boelens gefproo- ten is, eene eigenhandige rekening derStig- te»
(j) II. Deel, VI. Boei, il. 258.
(t) Refol. Vroedfch. H. i. 9 Jun. is6i.
K S7h
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
*682» Jaques Thierry.
l<583. Anthony Reepmaker. l$9o. Jan Everwyn Glimmer. ^92. Jeffe van Bunfchooten. *7*2. Jan van Kerchem. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||||||||||||
3o8
|
|||||||||||||||||||||
Kraï"5
ZIN'nI'
GEK' Bi«*-
|
|||||||||||||||||||||
Krank- tereffe gezien, waarin zy, dagelyks, hadt
ziNNi- aangetekend, wat zy, aan bouwftoffen en |
huizen van de zieken en ftervende genooten
(a). In 't Verzoekfchrift, ten deezen einde ingeleverd, noemen de Regenten zig Re- genten van bet Gaflhuys der Krankfinnige men- fcben binnen dezer Stede. In 't jaar 1591, ftondt de Vroedfchap het trekken eenerLo- terye toe, ten behoeve van het Krankzinni- gen - Huis, 't welk, in het volgende jaar, volbragt werdt (b). Het trekken deezerLo- terye gefchiedde, op het Rusland, op een opgeregt tooneel, ten overftaan van eenigen uit denRaade; en duurde, nagt en dag, zon- der ophouden, tot dat de Lotery uitgetrok- ken was. De inleg was zes Huivers, en de hoogfte prys een zilveren kop van zeftig lood , en vyf honderd guldens daarboven in geld (f). De winft, die van de Loterye kwam, werdt aangelegd tot verbeteringe van het gebouw, waaraan, in 't jaar 1615, het zuidelyk gedeelte, federt het nieuwe Dolhuis genaamd, getimmerd werdt. In 't jaar 1637, zyn aan het Huis, van agteren, nog dertien Huisjes gefügt, om eene vierkante plaats, die eenen uitgang heeft in eene fteeg, wel- ke in de Spinhuis-dwarsfteeg uitkomt. Voorts, zyn verfcheiden' vertrekken van het Huis, in deeze eeuwe, van tyd tot tyd, -merkelyk verbeterd. In't jaar 1703, zyn, onder_ an- deren , zes vertrekken voor Krankzinnigen getimmerd, boven de kleine galery, om de laatftgemelde agterplaats; waarby, in laatef tyd , nog twee vertrekken gevoegd zyn- Ook is de galery voor de wooning der Be- dienden, in't jaar 1764, geheel vernieuwd. Het Krankzinnigen-Huis, tot welks byzondere befchryving wy nu over- gaan , ftaat, aan de weftzyde van den Klo- veniersburgwal , tuffchen het Slagthuis der Ooftindifche Compagnie en de Spinhuis- fteeg, op een gedeelte van den grond van het S. Urfulen - Kloofter, op welks overige gedeelte, het Spinhuis gefügt is. De in- gang van vooren is eene fierlyke fteenen Poort, boven welke, het Stads wape" 5 en onder het zelve, de wapens van den Stigter» Henrik Pauluszoon Boelens, en deszelfsHuis- \ rouwe, Chriflina Boelens, uitgehouwen zyn. Laager leeft men: Dit Godtshuys is geflieht, uyt liefde milt
van aert,
En toomt de Dolbeyd, die zich zelfs nócb niemant fpaert.
1562.
Het zuidelykfte gedeelte van 't gebouw ,
welk, in 't jaar 1615, getimmerd wer<*t»P'3^
ook
(o.) Handv. bh 274. ,
(b) Refol. Vtoedfch. N. 6. 9 jipriltS»u h' 7' n^tti'
ïjQX. Keutb. il, f. 21, (cj Vit de Kaarre der Loteiye, s«*"'1^ 1S9U |
||||||||||||||||||||
GEN
Huis.
|
arbeidsloonen, uitgegeven hadt; 't welk, met
|
||||||||||||||||||||
eikanderen, over de vyfduizend guldens be-
liep: doch zy rekende, dat het gene 'er, boven de uitgeloofde drie duizend guldens, verfchooten was, door de Stad, behoorde ver- goed te worden; gelyk, naar alle waarfchyn- lykheid, ook zal géfchiedzyn. Uit de zelfde rekening, blykt ook, dat het, tot in't jaar 1568 en 1569, aangeloopen heeft, eër't Huis, van binnen , geheellyk , voltimmerd was. Doch in 't jaar 1562, was reeds, by de Vroed- fchap, beflooten, in dit Huis, inteneemen, voor eerft, Poorters; ten ander en,ïrwoon&rs, die geene Poorters waren, en eindelyk, ook vreemdelingen, die, hier ter Stede arbeiden- de, met krankzinnigheid, bezogt werden: mids aan de eerften den voorrang geevende voor de tweeden, en aan de tweeden voor de derden (v). Ook zyn 'er, fomtyds, per- foonen ingenomen, op uitdrukkelyken laft van Burgemeefteren (w). Een der eerften, die hier geplaatft werden, was Meefter El- bert Huik, Priefter en inboorling van Am- fterdam, van wien verhaald wordt,dat hy; ten tyde der Hervorminge, vinnig gewoed hebbende tegen de Lutherfchen en andere zogenaamde ketters; veelen van welken, en daar onder ook Jan Arendszoon, die, nader- hand, hier ter Stede, leerde, hy, uit Alk- maar en uit Leiden, de wyk hadt doen nee- men ; naderhand, met krankzinnigheid be- zogt , en in 't nieuwe Dolhuis gezet werdt (x). Hy kwam 'er in, op den twintigften Oótober des jaars 1567, enoverleedt'er,op den derden May des. jaars 1597; waarna hy, in de Oude Kerke, begraaven werdt (y). In 't jaar 1565, werden den Regenten van het Dol- huis twee beden 's jaars by de huizen toege- ftaan (z). En uit deeze beden, die nog plaats hebben, wordt het Huis gedeeltelyk onder- houden. Van de dagen, op welken zy itaan te gefchieden, wordt, des Zondags te vooren, in alle Kerken, kennis gegeven. De vafte inkomften van het Godshuis beliepen, in 't jaar 1570, niet meer dan vyftien guldens drie Huivers en vyf penningen, waar te gen wel zes honderd en vyftig guldens in 't jaar, alleen aan eetbaare waaren, werden uitge- geven , behalve dat aan 't Huis ook veel te herftellen viel van 't gene de Lyders ver- nielden. De Raad vondt, derhalve, op ver- zoek der Regenten, geraaden, toe te ftaan, dat het Huis, van de lyders of derzelver vrien- den, zou mogen genieten, 't gene de Gaffc- t» Refol. Vroedfch. N. I. ij July Ij6z. Handv. bl,zy+.
(w) Groot-Memor. N. VII. ƒ. 9J.
(x) Memor.van L. J. REA&L by BRANDT, I. Dcel,bl. 316,
(y) Vit Aantek. in 't Krankzinnigen-Huis.
{*.) Refol. Vioedfch. N. z. s Ntiv, Ijtfj. ƒ, s verft.
|
|||||||||||||||||||||
IV, Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN.
|
|||||||||||||||||||
3°9
|
|||||||||||||||||||
ook eene Poort te hebben, die, federt, toe- drank wordt aangereikt. De buitenfte wordt Kränk
|
|||||||||||||||||||
gemetfeld is. Boven dezelve, is het voeden
der krankzinnigen, in eenige Dolhuisjes met traliën, in een fteen, uitgehouwen: waar- onder men deeze regels leeft, welken, in 't gemeen, aan Vondel toegefchreeven worden: Die met krankzinnigheydt zyn begaeft
Die worden bier gefpyfi en gekeft. |
by nagt geflooten; en ook by dage, wan- zjnnï-
neer de lyders te veel gewelds maaken. In £J£ zeer koud weder, legt men, tuflchen deeze twee deuren, heet gemaakte fteenen, waar- van de lyders nog eenige warmte hebben. Het Huis geeft hun, zo hunne vrienden hun niet van kleeding voorzien, een rooden duf- felfen hansop, gelyk men 't noemt, zynde een kleed, waarvan het wambuis, de broek en de kouffen aan eikanderen vaft zyn. Bo- ven de ooftzyde der groote galerye, zyn, van ouds, drie vertrekken geweeft, in welker plaats, voor omtrent twintig jaaren, vier an- deren getimmerd zyn : waarby , onlangs, een vyfde gevoegd is. In deeze vertrekken, worden lyders geplaatft , die , in 't Huis befteed zynde, niet, dan met byzonder ver- lof der Regenten , mogen gezien worden. Boven de kleine galery, uit dertien Huisjes beftaande, zyn nog agt vertrekken; doch hier worden, zo wel boven als beneden, de zwaarfte lyders gezet. Dus zyn 'er in alles thans drie en vyftig huisjes en bovenver- trekken voor krankzinnigen: eenigen van welken egter,nu en dan, tot ander gebruik dienen. Ten einde van de noordzyde der groote
galerye, ftaan de ftigting en vergrootingen van 't gebouw, met gulden letters, in zwar- ten toetsfteen, in deezer voege, aangetekend: Godt fy Lof prys ende eer!
Anno 1562. Is defe plaets, tot Behoef van de
kranckfinnighen, Godt ende den armen toeghe-eygent van de Ed. Henrick Pau- •welf. Boelenfen, die welche eerfie Fon- datuer was van defen Huyfe ende de ■ Stichter van XI. Dolhuyskens. Anno 1591. Is tot handhavinghevanfooGodts-
vruchtighe ende pryfelicke inftellinghe , een publycke Loterye opghereght, waer door 't [elfde grootelicks verrykt is, en- de toeghenomen heeft. Onder Regenten
Hendrik Verwek.
Claas Jacobz. en
Hendrik Buyck. Anno 1615. Is 't getal van de Dolhuyskens tot
XXXI. toe vermeerdert, de inooninghen met de Galderyen herbout, ende met blauwe fteen verheerlykt , ende alles ten aanfien van fraeyheyt ende timme- ragie merckelicken verbetert, als Re- genten van defen huyfe waeren: Rr Jan
|
||||||||||||||||||
deï Re-
|
In 't Poortaal, binnen de Poort, is, zuid-
|
||||||||||||||||||
- waar ds, de opgang naar de Regenten-Kamer,
tejw en en noordwaards, de ingang naar de Kamer telfci). der Regenteflln, die beide, op den Hove- niers-burgwal , uitzien. In de eerfte, een net, vierkant vertrek, met een fraaijen fchoor- fteenmantel, hangt een fierlyk Wapenbord van de Regenten. Boven den ingang der tweede, ftaan de Wapens der tegenwoordi- " ge Regenteffen, Anna Jacoba van He- mer t, Weduwe van Mr. Gerard Kuyften van Hoefen, Schepen en Raad deezer Stad, Maria de Flines , Weduwe van Jan de Clercq , en Sara Amsincq_, Huis- vrouw van David Jacob van Eys. De fchoor- fteenmantel in 't vertrek is, met de gefnee- den wapens eeniger voorgaande Regentes- fen, verfierd. Ook hangt hier een Wapen- bord der Regenteffen ; een gefchilderd af- beeldfel van den Stigter , Henrik Paulus- zoon Boelens, en een groot ftuk, het trek- ken der Loterye van 't jaar 1592, op een hoog tooneel, by avond en toortslicht, ver- beeldende. Uit het Poortaal, komt men, in de groote galery, die rondsom eene lang- werpig vierkante open Plaats loopt, welke, door een zomerhuis, dat de geheele breedte beflaat, in een' Bloemtuin en een Bleekveld verdeeld is. In 't midden van den Bloemtuin, ftaat het beeld der Razernye, met de han- den in 't hair, op een vierkant voetftuk, voor Welks vier zyden, vier manskoppen ftaan, uit welker gelaat, ook verfchillende foorten van Krankzinnigheid te leezenzyn. Langs de noord- en een klein gedeelte van de weflzyde der galerye, ftaan de wooningen van den Binnenvader en Binnenmoeder, de kooken, een wafchhuis, en een vertrek, daar't brood voor t huis gekneed en bereid wordt, waar- na men 't, buiten 't Huis, laat bakken. Langs de welt-,zuid- en ooftzyde der galerye,zvn zeven en twintig Dolhuisjes gemetfeld, die elk met eene krebbe en heimelyk gemak Voorzien zyn Zy fcheppen licht en lugt «oor een rond gat boven den ingang, en gor een tweede, in het fchuin dak der ga- ren Elk hmSje IS' met twee zwaare deu- " » geilooten, en m de binnenfte, is eene |
|||||||||||||||||||
P
|
II.
|
in„§ > waardoor den lyderen de fpyze en
|
|||||||||||||||||
STUK. F
|
|||||||||||||||||||
III. Deel,
|
||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||
310
|
||||||||||||||||
beft bier toe, behalve nog eene maaltyd van KrasK
wafelen, en oliekoeken, in 't midden der vas-z^1 ten. Ook krygen de lyders, om de drie maan-^J^ den, elk een driegroots zoete koek. De ge- woonlyke fchaforde is, 's Zondags 's middags, gort, en 's Zomers, gerookt, en 's Winters, ge- fprengd vleefch toe. 's Avonds, fchaft men bierenbrood, 's Maandags, wordt 'er, 's mid- dags , groene er weten met lang nat, en vleefch toe, èn 's avonds, karnemelk met gepelde garft opgedifcht. 's Dingsdags en 'sWocnsdags, wordt 'er, 's middags,groente, fruit, en 't gene de tyd verders geeft, en worft of fpek toe gefchaft: byzonderlyk, ook vifch, panne- koeken , en, in den ilagttyd, twee maaien, gort- eri bloedbeulingen. 's Dingsdags 's a- vonds fchaft men zoetemelk met gort, en 's Woensdags 's avonds, bierenbrood, 's Don- derdags, 's middags, wordt 'er graauwe er- weten , en vleefch toe, en 's avonds zoetemelk met gort opgedifcht. 's Vrydags 's middags, fchaft men, 's Zomers, vleefchnat van kalfs- ea lamsvleefch, en 'sWinters, gefprengd vleefch met appelen, 's Avonds, wordt 'er karnemelk met gort gegeten. 'sSaturdags, wordt 'er,'s middags, beurtelings, witteboonen, en een boterham toe, of ftokvifch, en 's avonds ryftenbry gefchaft. By de AvOndmaaltyden, worden twee fneeden brood, een met boter, en een met kaas voor elk gegeven. De lyders ontbyten niet: doch de middagmaaltyd wordt, ten tien uuren 's morgens, gehouden. De ver- trekken of huisjes der lyderen worden, ftip- telyk, alle weeken, fchcon gemaakt. De mans worden, om 't vierdendeel jaars, gefchooren, wanneer hun en den vrouwen ook de nagels aan handen en voeten gekort worden. Op den vierden Maart des jaars 1734-3
heeft het Krankzinnigen - Huis ook. Ok- troi van 's Lands Staaten verworven, om alleen erfgenaam te zyn van zulken, die, in het zelve, onderhouden, en, zonder kin- deren , of verdere af komelingen na te laa- ten, overleeden waren, mids zulks bepaald bleeve tot zulken, die, op koften van het Huis, onderhouden waren gewe
eft(/).Men
ontvangt, in het Krankzinnigen-Huis, ook
zulken, die, door andere Godshuizen, on- derhouden geweeft zyn; doch zulks gefchiedt niet, dan na dat men, wegens het onder- houd derzelven, met de Regenten , over- eengekomen is (g). De Nederdiiitfche Ge- reformeerde Diaconie betaalt , tot onder- houd der lyderen, die zy, in 't Kranke"- nigen - Huis en in 't Pefthuis, heftest, vol- gens eene overeenkomft van den jfiare I^* zo veel als dezel ven, jaarlyks, van haar plag- en Handv. H. *74. , c_ fu!y (£) Refbl; van Regeer, en Oud-Eurge111- Lt' *•" »° 7 J ■ 37 + J. ƒ. IZ2 vcrfti. |
||||||||||||||||
Jan Hendrickz Soop.
pleter symonsz van dek,
• Schellingen. ende
Symon Jansz Fortuyn.
Danckt ende denckt.
Zuidwaards van dit opfchrift, boven den in-
gang naar de weftzyde der groote galerye , ftaan de wapens der tegenwoordige Regen- ten, Jacob Willem de Famars, A- braham Hartman, Jan van Me'- keren en Jan Wybrant Fleon, on- der welker opzigt, deeze galery geheellyk vernieuwd is. En boven den ingang naar de ooftzyde dier galerye, leeft men deeze regels van Vondel (£): Tree zagt, en wandelt onbefchroomt,
Hier wordt de Razerny getoomt. In 't begin van Juny des jaars 1765, wa-
ren 'er, in alles, een en dertig krankzinnigen in dit Godshuis. De beftiering van het Krankzinnigen-Huis
ftaat, tegenwoordig, aan vier Regenten en drie R.EGENTESSENOfBuiTENMOE-
D e R s. De Regenten hebben eenen Boek-
houder ten hunnen dienfte. De Bedienden van 't Huis zyn een Binnenvader en Binnenmoeder, een' Naai fier, twee knegts en twee dienft- maagden. De Regenten vergaderen, eens ter weeke, des Woensdags na den middag, ten vyf uuren. De RegenteiTen komen, ge- woonlyk, des Donderdags, na den middag, byeen; doch niet ftiptelyk alle weeken. De inkomften van het Krankzinnigen-Huis
zyn, federt de eerfte opregting, merkelyk toegenomen, en bellaan thans, voornaam- lyk, in de huuren van eenige Huizen, en in de Renten van eenige Lands-Obligatien. Ook behoudt het Huis nog, federt het jaar 1565, de twee jaarlykfche Beden, die, in de eerfte week na S. Jan in den zomer, en in de eerfte week na nieuw Jaar, des Dings- dags, aan de oude, en des Woendags, aan de nieuwe zyde, met de fchaal, worden op- gehaald. De luiden, die dit Liefdewerk ver- rigten, worden door de Regenten verkooren. In 't jaar 1582 , heeft Magteld Schaap
eene rente van zeven guldens tien ftuivers 's jaars aan het Dolhuis gemaakt, tot drie jaarlykfche maaltyden, voor de Krankzinni- gen (e). Doch tegenwoordig worden 'er, jaar- lyks, vyf buitengewoone maaltyden aan de lyders gegeven, beftaande uit fchaapenbou- ten, met een ftuivers broodje voor elk, en (d) Poëzy II. Deel, hl. 308.
(e) DAÏPER il. 437.
|
||||||||||||||||
Krank-
zinni- GEN-
Huis.
|
||||||||||||||||
Beftie-
ring. |
||||||||||||||||
Inkom-
ften.
|
||||||||||||||||
Buiten-
gewoone maalty- den. Gewoon-
lyke
fchafor-
|
||||||||||||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN. 31 r
|
||||||||||||||||||||||
ten te trekken; 't welk, watlaater, op den
vallen prys van een gulden tien fbivers in de veertien dagen, gefield is (h). Zie hier eene Naamlyft der Regenten
van dit Godshuis. 1574. Gerrit Jansz. Delft.
1574. Hannen Hendriksz.
1578. Jan Hendriksz. Stock.
1578. Claas Jacobsz.
1578. Arent Brouwer.
1578. Cornelis Jansz, Kies.
1578. Hendrik Buyk.
1578. Reinier van Heemskerk.
1578. Gerrit Wolfertsz.
1611. Symon Jansz. Fortuyn.
1611. Jan Hendriksz. Soop.
161 r. Pieter van der Schelling.
1617. Pieter Elias.
1619. Rombout Jacobsz.
1625. Pieter Jansz. Blauwehaan.
1638. Reyer Pietersz. Elias.
1640. Seger Uytenbogaart.
1653. Hendrik Reaal Reiniersz.
3654. Jacob Rotgans.
1663. Pieter Cloeck.
1664. Pieter van der Graft.
1664. Salomon Sweers. 1670. Nanning Cloeck. 1672. Ifaak van Buuren. 1672. Volkquin Monma. 1674. Willem van Erpecum. 1679. Jan Everwyn Glimmer.
1680. Mr. Jan Co'lyn Thovion.
168r. Jan van Duinen. 3686. Joris de Waart.
1689. Lucas Trip.
1690. Abraham de Riemer.
1694. M'. Jacobus Trip. 1698. Gabriel Eyghels. 1700. Samuel Weymer. 1706. Dirk van der Meer.
1707. M'. Jan Ryfer.
1712. Leonard van Hoefen.
1713. Jacob Kick.
I7I5- Gerrit van Ruller. 1719- Mr. Hendrik Amelis de Dieu.
*7i9. Mr. Dirk van.de Perre. 1724- Jooft Wefterveen. 1728. Pieter van Spvkershof. 1736. Hendrik Reinier Brouerius vanNi- dek. 1742. Jacob Willem de Famars.
1743. Nicolaas Wiltens.
1745. Abraham Hartman. 1748. Jan Middelman. 1748. Balthafar Nolthenius. 1756. Jan van Mékeren. Ï756. Jan Wybrant Fleon. Wrfo ^efo1' als v"nn *» ?*»«»?, U Jul] 1748./. 138
J > '19 verft. |
||||||||||||||||||||||
LEPROOZEN-HUIS.
JTet Leproozen-Huis , een van de
__LJL oudfte Gefügten der Stad, flaat tus- fchen de S. Antonis-Breêftraat en Houtgraft, aan een Plein, tegen over de Synagoge der Portugeefche Jooden. By zyne eerfle opregting, in of omtrent
den jaare 1402; welke tyd ons gebleeken is, uit eenen Schepenen-brief van den vyftien- den Maart des gemelden jaars, waarin,men leeft, dat het, toen, geor dineert endeghematct was, droeg het den naam van S Nicolaas- en 5. Antonis - Gafihuis. In eenen Giftbrief van Hertoge Willem van Beijeren van den jaare 1415, waarvan, terftond, nader, heet het het Hospitaal van onfc Vrouwe en Synte Nycö- laas. Het ftondt, ten dien tyde, gelyk wy, elders (i), reeds hebben aangemerkt, en nog lang daarna, buiten de Stad, aan den binnen- kant van denZeedyk, naar denAmftel toe. Het hadt ook eeüe Kapel, van welke, in Schepe- nen-Brieven vandejaaren 1417,1422,1423 , 1424,1425,1426,1427,1428 en'anderen, uitdrukkelyk, gewaagd wordt. En'twasdee- ze Kapel, die, op den zes en twintigflen Au- guftus des jaars 1566, aan de Gereformeer- den , onder den naam van der zieken Kerk, by liegt weder, werdt afgeftaan (£). Het Pluis fchynt eerll, omtrent eene eeuw lang, ge- fchikt geweeft te zyn, tot een Gaft- en Pro- veniers - huis. Doch voor den jaare 1500, werden de Leproozen, uit het S. Joris- of S. Juriaans-Gafthuis, in het zelve, overgebragt (/). Op 't S. Joris-Hof, beruft een Teftament van Katharyn Foppens Dogter van den zesden May des jaars 149 r, waarin zes Ryns gul- dens eens, aan het Leproozen-Huis, buiten de S. Antonis-Poort by Amfterdam [Domui Leproforum extra portam Sanfii Anthonii, pro- pe Amfierdamutri] gemaakt worden. Gevol- gelyk, moeten de Leproozen toen reeds in het zelve geplaatft geweeft zyn. Van toen af, kreeg het den naam van Leproozen - huis, dien ik ook vermeld vind, in eenen Sche- penen-Brief van den jaare 1504; waar by een ftuk Lands opgedraagen wordt aan de arme miferabele Leprofen , tot Sinte Anthony. De Leprofye, of Lazarye, gelyk deeze
kwaal ook genoemd werdt, naar Lazarus, die, in de gelykenis van den ryken man, voorkomt, als vol zweeren, en dien men in laater' tyd, met Lazarus , den Broeder van Maria en Martha, verward, en tot een' Hei- lig gemaakt heeft, wordt, van fommi^en |
||||||||||||||||||||||
Hij
|
||||||||||||||||||||||
Eefchry-
ving van het Leproo- zen- Huis. Oudheid.
|
||||||||||||||||||||||
*«&.
|
||||||||||||||||||||||
Ouder
Leproo- zen-Huis alhier. |
||||||||||||||||||||||
met
|
||||||||||||||||||||||
(i) I. Deel, I. Boek, hl. 19.
(k.) Zie II. Deel, VII. Boek^, il. Zo+.
(I) Anonym, at calt. ïONTANI p. 5,
Rr 2
|
||||||||||||||||||||||
•
|
||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||
III. Deel,
|
||||||||||||||||||||
12
|
||||||||||||||||||||
dyk, en was, met eenen hoogen muur en tn?*001
graft, die met den Amflel gemeen lag,om- f. vangen. De Kapel flondt , gelyk uit de. Kaart van CornelisAnto niszoon te , zien is, digt tegen den dyk; doch werdt, in 't jaar 1609, nevens denringmuur, afgebro- ken, en de plaats bezet met agt burgerwoonin- gen onder vier Vlaamfche gevels, die nog in wezen; doch, in 't jaar 1755, herbouwd zyn. De tuin van 't Huis, naar den Amflel, werdt, vervolgens, ook tot ander gebruik gefchikt. De tegenwoordige Voorpoort fchynt ook, in 't jaar 1Ó09, gemaakt te zyn. Boven de- zelv.e, ziet men twee Leproozen, een' man en eene vrouw, konfliglyk, in fleen uitge- houwen. Pas binnen den ingang, ten noor- den , heeft de Poortier zyne wooning.'Voorts, gii)"^ komt men, op eene ruime Binnenplaats, met plaa boomen bezet. De meefle wooningen der Provenieren hebben haare ingangen, langs deeze Binnenplaats. De zuidelyke vleugel van 't gebouw rondsom deeze Plaats is, in 't jaar 1735, van nieuws, opgehaald: waaraan, volgens twee opfchriften in den zelven, Ar- noud NoëlenPieter Arnold Bert, Neeven van twee dienende Regenten, de eerfle fleenen gelegd hebben. De weflelyke vleugel is, in 't jaar 1764, en de ooflelyke, in't jaar 1765, veel verbeterd. In 't zuidweflen, is de op; R^c gang naar de Kamer der Regenten, een fraai te^j, en ruim vierkant vertrek, verfierd met ze- ven Schilderflukken, waarin eenige oude en laatere Regenten, naar 't leeven, zyn afge* beeld. Onder dezelven, munt uit een fluk van Ferdinand Bol Wyders, zyn 'er twee ftukken van Jrnoldus Boonen, in de jaaren 1714 en 1729 gedaan (q), en twee van Quinl' hard en van der Myn. Het nieuwfle, welk voor den fchoorfleenmantel flaat, is, doot Tibout Regters, in 't jaar 17 ór, gefchilderd» en vertoont de Regenten Frans van Kerche^t Matthys Oofler , Willem Hendrik Noltheni'f en Johannes Luycx. Plet zolderfluk van ol£ vertrek is, konfliglyk, door den vermaarde" Gerard de Lairejfe, befchilderd, metdezorg voor de Leproozen en Onnozelen. Men ziet 'er ook een' S. Antoni,die, op meer plaaC" fen, in 't huis afgebeeld is. In een Poortaa voor de Regenten-Kamer, hangen ook twee oude afbeeldfels van Regenten. *n <~er Spreekvertrek by dezelve, nog een. _ n hangt, in 't Poortaal, de gefchiedenis: va Naäman den Syrier, konfliglyk, door Fer&' nand Bol, gefchilderd. En in-'t SpreekvertreK, eene fraaije fchildery, in 't jaar i^33 J£ |
||||||||||||||||||||
Leproo- niet zonder grond, aangemerkt , als eene
zen- vrugt der Kruisvaarten naar het Heilige HuIS* Land (tri). Immers, zy is, na den ongeiuk- kigen uitflag deezer bygeloovige togten, in de twaalfde, dertiende en veertiende eeu- we, hier te Lande, eerfl gemeen geworden. De kwaal, die nu, miflchien, in deeze ge- weften, in 't geheel niet, of weinig meer gevonden wordt, was zo befmettelyk en af- fchuwelyk, dat -de Huizen, in welken de lyders geplaatfl en genezen werden, byna o- veral, buiten de Steden, werden opgeregt. Het eerfle Leproozen-huis, welk hier, nog voor het einde der veertiende eeuwe, ge- fügt werdt, flondt buiten der Poorten van Am- ficbedamme, ter plaatfe, daar na het Kiflen- maakers-Pand is («). En toen, omtrent eene eeuw laater, de zieken, van daar, in het te- genwoordige Leproozen-huis, werden over- gebragt; flondt het zelve nog veel verder buiten de Stad, fchoon de ziekte, toen reeds, veel zeldzaamer geworden was , en veel van haare natuur en befmettelykheid ver- koren hadt. Men was 'er egter, in 't jaar 1532, nog zo afkeerig van, dat, by eene Keure van den vyf en twintigflen Jnly des gemelden jaars, bevolen werdt, dat geene Leproozen in de Stad zouden hebben te ver- nagten, of met de klep te gaan bidden; maar zig, buiten dezelve, ten huyfe van de Lepro- fen, onthouden (0). Doch toen, na 't jaar 1593 ■> de Stad zo verre werdt uitgelegd, dat het Leproozen-huis binnen de wallen ge- trokken werdt, en de Leproosvaders ver- klaarden , geen vermogen te hebben, om het Leproozen - huis te verplaatfen, gelyk hun, van Stads wege, gevergd was, maakte men geene zwaarigheid, om het te laaten flaan, daar het flondt (p), en daar het, tot heden toe, gebleeven is. Het Huis dient, tegen- woordig , zeldzaam, tot het einde, waartoe het, na dat de Leproozen, uit het S. Joris- Gafthuis, in het zelve waren overgebragt, gefchikt werdt. Het ftrekt nu, behalve tot een Proveniers-Huis, ook tot een Gafthuis voor fimpelen of onnozelen, en is, na zyne eerfle opregting, dikwils, vertimmerd. In 't jaar 1609, werdt 'er een geheel nieuw gebouw aangevoegd. In 't jaar 164.0, zyn 'er verfcheiden' vertrekken by gebouwd , en, nog in deeze eeuwe, en onlangs, is het Huis, in verfcheiden' opzigten, zeer veel verbeterd. Befchiy- Het Leproozen - Pluis flondt, voor dee- ving van zen, tiuTchen de Stad en de buurt Oetenwaal, |
||||||||||||||||||||
woordje binnenwaards tegen den S. Antonis- of Zee- daan, verbeeldende het optrekken üeT^"
den en der Leproozen, op Koppe«naan £
|
||||||||||||||||||||
L
|
||||||||||||||||||||
ZEN- France Tum. IV. p. 61, 62.
Huis. (>•) zu \. Deci, i. s«e^, hl. i9.
(o) Keurb. D. ƒ. 181 -verfo.
(f) Rcfol. Vioedfch. N. $. 21 lApril Ifsf, ƒ. It« verf».
|
||||||||||||||||||||
Deel, bl.iot,}*'
|
||||||||||||||||||||
(q) Van Gooi. Nieuwe Schouwb. !•
II. Deel, il. Iji. |
||||||||||||||||||||
HUT L E JP & O O Z & jsr -
94p?fj c/c J^irvn^nnZiats te/ ^^^J ..
|
|||||
H UI S ,
|
|||||
IV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN. 313
|
||||||||||||||||||
welken'er tien haar uitzigt hebben op de Leproo.
flraat. Aan eenige Proveniers, die, tegen-z™- woordig, zes in getal zyn, is toegeftaan,Hurs' elk eene Dienflmaagd te mogen houden; mids zy, daar voor, afzonderlyk, betaalen. De maakyd der Provenieren begint, 's Orde
middags, ten half twaalf, en 's avonds, tenv°or de half agt uuren; tegen welken tyd, elk zig, op p.rove- 't luiden van't fchafklokje, in de eetzaal,meis* vervoegen moet. De maakyd duurt telkens een uur. Ten tien uuren, des avonds, wordt de Poort geflooten. En na dien tyd wordt 'er geen Provenier binnen gelaaten. Nie- mant mag eenige fpys of drank met zig naar zyne wooning neemen , veel min buitens huis brengen , of doen brengen , op ver- beurte van de tafel voor zes weeken ;en van vier Ducatons, daar en boven , of zwaar- der of ligter ftraffe , naar het goedvinden der Regenten. Dronkenfchap , vloeken , fchelden en diergelyk misdryf wordt ook, met korter of langer van de tafel te blyven, en met een, twee of drie Ducatons, zo iemant 'er eens, twee- of driemaalen toe vervalt, geboet. Geen Provenier mag iemant in zy- ne wooning laaten vernagten, zonder uit- drukkelyk verlof der Reganten (s). Het bewind van 't Leproozen-huis ftaatBeftïe«
aan vier Regenten en drie Regentes- rinS- SEN, die, even als die van andere Gods- huizen , door Burgemeefleren, worden aan- gefleld. De Regenten vergaderen , ge- gewoonlyk , alle weeken, des Woensdags na den middag. De RegentefTen komen ook, doorgaands, weekelyks , op Woensdag na den middag, byeen; wanneer ook, ten half vier uuren, door eenen Krankbezoeker, voor de Gereformeerde Proveniers, en voor zulke onnozelen, die, daartoe, eenigszins in flaat zyn, een rede over den Catechismus gedaan wordt: by welk onderwys, ook aan- hoorders van buiten 's huis worden toe- gelaaten. Men is, met deeze onderwyzingen, begonnen, op den zes en twintigflen Juny des jaars 1754, hebbende Vrouwe Petro- nella Cal koen, Weduwe van den Hee- re Jean de la Fontaine, en Regen- teffe van dit Godshuis, volgens haaren ui- terflen wil, vier duizend guldens aan de RegentefTen doen ter hand flellen, om, uit de "inkomften van dezelven, zeventig of tagtig guldens 's jaars, aan eenen Krankbe- zoeker , die deeze onderwyzingen doen, en de zieken in 't huis, geduuriglyk, bezoeken en aanfpreeken moet, toe te leggen; en het overige te befleeden, aan eene of twee jaar- lykfche maaltyden van warme gebraaden bou- ten |
||||||||||||||||||
en Dingsdag, voor het oude Stadhuis, met
fleeden, trommen, pypen, kranfen en ande- re fieraaden. De Leproozcn plagten, op die dagen, aalmoeffen op te haaien door de Stad, en werden, den eerflen dag, in 't Gaflhuis, en den tweeden, in 't Burger-Weeshuis,op het middagmaal, onthaald. Doch dit omgaan is, met het jaar 1604, opgehouden. Ook is Adriaan van Nieuwland, wiens naam op] het Huk, waarvan wy fpreeken, gefield is, vol- gens Hou BR aken (r) , reeds in 't jaar ióoi, overleeden: waaruit volgen zou, dat hy 't niet; immers niet in 't jaar 1633, ge- fchilderd heeft. Weflwaards, tegen 't ge- bouw , waarvan wy fpreeken , legt een nette tuin , langs welken de Eetzaal voor de Proveniers , de wooning voor den Bin- nenvader en Binnenmoeder der zelven, de Bakkery en de Kookens gebouwd zyn. In 't noordweilen , is de Kamer der Re- gentefTen. Zy heeft een aangenaam uit- zigt over den tuin. In dezelve, hangen twee ftukken, waar in eenige oude RegentefTen verbeeld zyn. De tuin heeft eenen kleinen uitgang, in de Lazarus-fleeg. In't zuidelyke gedeelte van 't gebouw , heeft men twee groote vertrekken, alwaar de fimpele maus- en vrouwsperfoonen, elke kunne afzonder- lyk, hun gewoonlyk verblyf hebben. Bo- ven deeze vertrekken, zyn Proveniers-Ka- mers , en hooger Koorenzalders. Agter de gemelde vertrekken , is eene Plaats, aan welke , het Verbandhuis uitkomt, waar, fomtyds, nog Leproozen genezen worden. Ook zyn hier nog eenige vertrekken voor onnozelen. De Lairejfe heeft eenige fraaije tekeningen gemaakt van het Leproozen-Huis en het gene 'er in verrigt wordt; welken ge- voegd zyn, in een keurlyk Wapenboek der Regenten , dat, in de Regenten - Kamer, bewaard wordt. Uit het Leproozen-huis, is, op den agtflen January des jaars 1698, be- graaven een iimpel vrouwsperfoon, Annet- je ViJJer, en , om dat zy een zeer klein hoofd hadt, in 't gemeen, Atmet je met het kleine hoofdje genaamd. Zy is agt en negen- tig jaaren oud geworden, en hadt altoos in den mond de woorden, God zayt, moet niet fieelen. . Tegenwoordig, [op den eerflen Juny des
jaars 1765] , zyn 'er een en twintig onnoze- len , in 't Leproozen - huis , zes mans- en vyftien vrouwsperfoonen. 't Getal der Pro- menieren beloopt veertig, tien mans-, en der- tig vrouwsperfoonen, en juifl zo veelewoo- ^ngen zyn 'er maar voor Proveniers ge- £hikt, te weeten, twaalf huizen, van wel- ppl 'er negen op de Plaats, en drie op het leu*uitzien, en agt en twintig kamers, van ^ *« D„l, il. +}.
|
||||||||||||||||||
Sit
|
||||||||||||||||||
C»o0r
|
||||||||||||||||||
(s) vit de Ordonnantie voor de Proveniers,
|
't Le-
|
|||||||||||||||||
proozen-Huis,
Rr 3
|
||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
III. Deel.
|
|||||||||||||||||||
3'H
|
||||||||||||||||||||
Doch in 't jaar 1706, zyn Regenten noggelafl, L
|
||||||||||||||||||||
ten en Rotterdammer bier, voor de onno-
zeler!. De Regenten Hellen eenen Boekhouder aan,
die de inkomflen en uitgaaven van't Huis in 't Grootboek overbrengt. Voorts, zyn 'er een Binnenvader , eéne Binnenmoeder o- ver de Proveniers , eene Binnenmoeder over de onnozelen , een Poortier en agt dienftmaagden. De Regenten hebben ook, op een jaarlykfch Honorarium , een' Doc- tor en een' Chirurgyn van 't Huis aange- fteld. De Leproozen, die,oudtyds,inhet Huis,
werden ingenomen, moeden , ten minfte drie jaaren, binnen de vryheid van Amfter- dam, gewoond hebben, eer zy van Lazarye overvallen waren. Voorts, werden 'er, voor- maals, ook vreemde Leproozen geherbergd ; doch niet langer, dan een' of twee nagten. De Leproozen, die zig, binnens huis, in de egt begaven, werden ter deure uit gezet. In 't Huis, plagten ook zulken, die voorgaven, met Lazarye befmet te zyn, gefchouwd te worden, waarvoor zy een vierde van een' Engelfchen nobel betaalden, de helft, ten behoeve van het Huis, en de wederhelft, ten behoeve van den fchouwer (t). Doch federt het verminderen of verdwynen dee- zer ziekte, in den aanvang der voorgaan- de eeuwe, gefchiedt de fchouw op dezel- ve, in Holland, genoegzaam eeniglyk, in gevolge van een Graaflyk Privilegie, in of voor het jaar 1413 gegeven (u), in het Le- proozen-Huis buiten Haarlem; waar egter, volgens eene Ordonnantie van Stadhouder en Raaden over Holland, Zeeland en Fries- land van den dertienden Oótober des jaars 1586 (v), niemant gefchouwd mag worden, dan die, in Holland, Zeeland, of Weftfries- land, woonagtig is: waarvan zy bewys too- nen moeten van de Steden of Plaatfen, daar zy woonen. Burgemeefteren van Amfterdam verleenen , nog tegenwoordig , van tyd tot tyd, brieven van voorfchryving aan 't Leproo- zen-Huis by Haarlem , voor zulken hunner ingezetenen, die voorgeeven, met Leprozye befmet te zyn; met verzoek, dat dezelveif, op die kwaaie , gefchouwd, en met bewys van de bevindtenis voorzien mogen worden (w): waar na zy, vuil gefchouwd zynde, ge- meenlyk , hier en elders , met eene klep , waarop het wapen van Haarlem gebrand is, loopen bedelen. Sedert vcele jaaren worden zulken, die geagt worden met Lazarye befmet te zyn, niet meer in't Leproozen-Huis gehuis- veft; fchoon zy 'er nog wel genezen worden, (f) Handv. bl. 270.
(n) Zie Piivil. van Haarl. bl. «9. (v) zie Privil. van Haarl. bl. 550. («) Compoftboek ƒ. 1. Stads Miffiven-Eoeken N. XXIX. ƒ. 7« & paßim. |
||||||||||||||||||||
Lepeoo-
ZEN-
Huis.
Bedien- den. |
||||||||||||||||||||
een.kind, welk men oordeelde deeze kwaaie te z
|
||||||||||||||||||||
hebben, in te neemen, en te geneezen (#).
En Burgemeefteren hebben, laatftelyk, op den tweeden May des jaars i764,toegeftaan „ dat „ kinderen, die op de Stads Schooien gingen, „ en bevonden werden, met Leprofye," zo als men het thans noemt „ befmet te zyn, in „ het Leproozen-Huis, zouden genezen wor- „ den." Ondertuflchen , oordeelen de Re- genten , uit de befcheiden, met welken, zul- ke kinderen aan 't Leproozen - huis gebragt worden, of zy tot het zelve behooren. Wy- ders, heeft men 'er, doorgaands, onnozelen in geplaatft. Eindelyk , dient het Huis tot een Proveniershuis , gelyk het, reeds in de vyftiende eeuwe , geweeft is ( y ) ; en waartoe het ook, op den een en twintigften Ja- nuary des jaars 1697, door Burgemeefteren en Oud-Burgemecftcren, bevoegd is verklaard (2), zynde den Prys, tot welken, het Le- proózenhuis Proveniers mag inneemen , ten zelfden tyde, door haare Edele Groot-Agt- baarheden, geregeld naar den ouderdom der Provenieren. Volgens deeze fchikking, be- taak iemant van 45 jaaren 3859 guldens.
46 - - - 3776 - - -
47 ------- 3694 - - -
48 - - - 3611 - - -
49 ------- 3525 - - -
50 ------- 3446 - - -
51 ------- 3364 - - -
52 -------- 3o74 . . _
53 ------- 3184 - - -
54 ------- 3094 - - -
55 ------- 3°°4 " * "
56 ------- a9J4 " " -
57 - - - 2824 - - -
58 ------- 2734 - - -
59 ------- 2644 - . .
60 ------- 2554 - . .
61 - - - 2464 - - -
62 - - - 2374 - - -
63 - - - 2284 - - -
64 - - - 2194 - - _
65 ... 2104-..
66 - - - 2014 -..
67 - - - 1924 - . _
68 - - - 1834 - - -
69 ------- 1744 . . -
70 en daar boven 1654 - - -
De Proveniers genieten, hiervoor, boven
de inwooning, goede fpys en drank, vuur en licht. Ook worden zy bewaflehen, en> d°or (x) Groot-Memor. N. IX. f co. ,. r „
(y) ZU een oud RÉnteboekjè, ber»ftende in >t L*v,.,*.»-
Huis en I. Deel, I. B»ek. bl. 103. . «.,*. (I) Refol. v«. dn Oud-Raad van »««««■• «» *' ?"**
I«.»7'
|
||||||||||||||||||||
Keuren,
omtrent de Le- proozen, |
||||||||||||||||||||
Schouw
der Le- proozen te Haar- lem. |
||||||||||||||||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN. 315
den Doftor, Chirurgyn en Apotheker van 't ftal, tot eene afbreuk, te verkoopen, voor Leproo-
Huis, bediend, twee duizend zes honderd agt en twintig gul- zen- In 't jaar 1751, werdt wel, ten behoeve van dens, en het erf aan de Stad te laaten. De HüIS-
het S.Joris-Hof, byThefaurieren,goedgevon- oudfte bekende bezitting van het Leproozen- den, dat het Leproozen-Huis geene Proveniers Huis is de viflchery in de Waaien, milchen meer zou . inneemen. Doch de onderftand, de Stad en Ypefloot, die , door Hertosre Wil- dien het Huis toen van de Stad noodig hadt, lern van Beijereri, op den zeven en tvvinti«-- vvieszo zeer aan, dat men het, federt, we- ften September des jaars I4i5,aan hetzelve, derom heeft toegelaaten. De Regenten bren- voor vyf ponden 's jaars, in eeuwige erfpagt, gen de koftpenningen, of 't gene zy beleggen gefchonken was (i). Het regt tot deeze Vis- konnen, ter Thefaurie, die 'er hun den gewoon- fchery, welke zig, in't Y, van den Montel- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
baans-burgwal, of eigenlyk van de S. Antonis-
fluis tot aan de fluis by Jaap-Hannes, en |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lyken Intreft van betaalt.
De inkomften van 't Leproozen - Huis be-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ijj£ ftaan, voornaamlyk, uit de voordeden,- die daar, tot op zeventig roeden van de laatftge-
"'de Proveniers aanbrengen, en daarenboven, melde fluis, Y-waards ( e ), of van de S. An- uit de intreden van eenige Lands Obligatien, en tonis-fluis, tot halfwege het Y, uitftrekt, wordt uit de huuren van eenige huizen en Landeryen. nog, van tyd tot tyd , door het Leproozen- Onder anderen, bezit het Fluis eenige Lande- Huis, verhuurd, doorgaands, van dertig tot ryen in de Outewaaler-Polder buiten de Mui- vyftig guldens en een zoode vifch 's jaars der-Poort, uit hoofde van welken, de oudfte mids de Regenten vryheid houden, om zcl- Regent van 't Huis, zynde thans Mat- ven, in dit water, te viflchen. Een gedeelte THYS O o ster, door Burgemeefteren, tot van het water, tot deeze Viflchery behoören- Heemraad van deeze Polder wordt verkooren de, en zig van Ooftenburg tot aan den Paar- (V). Het Leproozen-Huis heeft ook een ge- denhoek uitftrekkende, draagt , als het Le- deelte gebouwd van de huizen, die, omtrent proozen-Huis toekomende , federt lang, en het jaar 1672, in de nieuwe uitlegging der nog tegenwoordig, den naam van het Zie- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stad,in de tweede en derde Weteringsdwars- ken-water : welke naam ook wel
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aan de
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ftraat, en in de Noorderftraat , getimmerd gantfche vifTchery gegeven wordt. Op den
Werden.; waartoe het eene aanzienlyke fomme, agttienden Maart des jaars 1682, is ook tot vier ten honderd, hadt moeten opneemen. aan het Leproozen - Huis gefchonken de Doch deeze Intreft werdt, al in 't jaar 1681, helft van het voordeel, welk het Vrouwen- op drie en een half ten honderd verminderd Tugthuis of Spinhuis alleen plagt te trek- (6), en de hoofdfom is, federt, afgeloft. De ken , van de geooiiofde fpelen, en vreem- rmizen, die weinig voordeel gaven, zyn, ten digheden, die, binnen de Stad of derzelver getale van zeventig en ééne Loots, federt het Vryheid, vertoond worden (f). Doch de jaar 1754,allen verkogt. In't jaar 1579, nam collefte , die het Huis , na het Oude-zyds- liet Leproozen-Huis het Klooiler van S, Ma- Huiszitten - Huis, onder de Predikatie in de ria-Magdalena in Grimneffè, met alle deszelfs Oude-Kerke, plagt te hebben, is, federt het goederen,' naar zig, beloovende, daartegen, jaar 1604, opgehouden. agthonderd en vyftig guldens, jaarlyks, tot Wy voegen, ten befluite, hier by de naa-Naamlyft
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
onderhoud van den Pater en de Nonnen, te
|
men der Regenten van het Leproozen- der Rn"
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
G EM T£#.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zullen uitkeeren (c). Uit hoofde der Over-
eenkomfte, deswege gemaakt, bezit het Le- proozen-Huis,nog tegenwoordig, eenige hui- zen iri de Nes, en onder anderen, het be- kende Logement, & Stad Lions. Het Leproo- zen-Huis plagt ook in eigendom te bezitten de Oude Stads Herberg aan den Y-kant, die de Stad, in 't jaar 1666, aan het Huis hadt o- Vergegeven, tegen eenige huizen en Lande- ryen in Outewaal, welken , met de jongde Vergrooting, binnen de wallen getrokken wa- ren. Doch alzo de herberg, zeer bouwvallig geworden zynde, ten minfte zeftien duizend jpldèns van hertimmeren zou hebben moeten boften, befloot men, in 't jaar 1755, den op- f t] £ro°t-Memor. N. IX. ƒ. ici.
(c\ A foL Vroedfch. Lt. O. + Sefa. iets. f. 49.
|
Huis, zo ver dezelveri nog voor handen zyn: "
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1511. Jan Lamhertsz. Vyg.
1511. Cl'aas Hillebrantsz. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1511
1511 1512
1513
^513 |
Claas Bicker.
Frans Hendriksz. Ruys, in de Wil-
deman. Pieter Bouwes.
Michiel Jansz. in de Sterre.
Claas Garft.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1514. Jan Lambertsz. Goetdern.
1514. Claas Jacobsz. Paradys. i5*5- Jacob Van Colen. 1517. Gys Taamsz. 1519. Härmen Matthysz. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
W9-
ter Nie»-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(d) Handv. II. 173.
(e) Refol. der Gecomm. van Hoofd-Ingelanden
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
].,„=_ .Coord en Afftand van den ï<j. July 1570 in de By- wer Amftel van 23 .May 1671,
-"gen, ir. Ai Nt ueniw •> ^ HandVj Ht z7+> |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
D A M S III. Deel.
|
|||||||||||||||
i6 A M S T E R
|
|||||||||||||||
s.p15'
Hof-
|
|||||||||||||||
1676. Jacob Fredrik du Fay.
1686. Jacob van der Merft. 1686. Hendrik Hunthum. 1695. Mr. Pieter Nuyts.
1696. Philip van der Ghiefen.
1700. Carel Boelens. 1704. Dr. Chrifloffel Valentyn.
1709. Hendrik Viffer. 1711. Willem Pyl.
1712. Michiel du Fay.
1713. Hendrick de Wacker.
1713. Wolphert Hendrik Drinkveld.
I7i(5. Frangois Meerhout.
17-21. Mr. Johannes Scliulting.
1726. M'. Willem Jan van Midlum.
1735. Jan Frans de Famars.
1740. Aäron Noè'1.
1743. Frans van Kerchem.
1746. Matthys Oofter.
1748. Arnold van Aalft.
1748. Willem Hendrik Nolthenius.
1752. Johannes Luycx.
1761. Lodewyk Hovy de Jonge.
1762. Gualterus Petrus Craeyvanger.
XI.
S. J O R I S-H O F. |
|||||||||||||||
Egbert Gerbrandsz.
Volkert de Snyder.
Arent Jan Berensz.
Gysbert Fredriksz..
Symon Gouffart.
Pieter van Neck.
Jacob Lambertfe.
Pieter Fredriksz.
Jonge Claas Koek.
Gerrit Pancras.
Cornelis Brunt.
Claas Meeuws.
Robert Harmansz^
Jacob Huyg.
Weifel Lantfinck Brouwen
Symon of Hey man Jarisz. Hariiïs.
Claas Claasz. Wynkoop.
Claas Pietersz.
Cornelis Willemsz.
Jacob Fransz. Zaal.
Reyer Gerritsz.
Jan Jacobsz. Viffcher.
Marten Symonsz. Schuytjen.
Otto Symonsz.
Claas Florisz. van Alkemade.
Jacob Hendriksz. Bas.
Pieter Cornelisz. Boom.
Jan Cornelisz. Verhel.
Hendrik Haalken.
Pieter Bicker Brouwer.
Cornelis de Vlaming.
Jan Ysbrantsz. Blauwehulk,
Gillis Jansz. Valckenier.
Siewerd Sem.
Adriaan du Gardyn.
Hendrik van Bronkhorft.
Roeter Ernft.
Ernft Roeters.
Dirk Vlack.
Jacob Willemsz. Hooft.
Mr. Hendrik Koppit.
Auguftyn Uyttenbogaard.
Frans van Limburg.
Philip Thyfen Schryver.
Dr. Jan van Hartogveld.
Pieter Cleutryn.
Mr. Frans van Limburg.
Claas Baltensz. van de Wiele.
Mr. Jacob de Vogelaar.
Reinier de Block.
Hans Auxbrebis.
Gysbert van Wieringen.
Pieter Adriaansz. van Leeuwaarde.
Gillis Hens.
Gerrit van Ruytenburg.
Anthony de Haas.
Dirk van Outshoorn.
Dr. Bonaventura van Dortmont.
Ifaak Hudde.
Jan Hermans.
|
|||||||||||||||
1519.
1519
1519
1519
1519
1519
1520
1521.
1521.
1522.
1522.
1522.
1523-
1524. 1525-
1525-
1526.
1567.
1567- I5Ö7-
15Ö7.
1568. 1568. 1572- 1575- 1578. 1578. 1578- 1579- 1581. 1581. 1583- 1583- I58Ó. 1592. 1595- 1597-
1607. 1614. 1625. 1625.
1627. IÖ33-
i635- 1638. 1639. 1652. IÖS5- IÖ55- 1655- 1656. 16Ö0. 1665. 1667. 1667. 1667. 1668. I^73-
1673. K575-
|
|||||||||||||||
ii
|
|||||||||||||||
et geftigt, welk, in de veertiende, vyf- sjir
tiende en zeftiende eeuwe, den naamtti/'t{f droeg van S. Joris - Hof, ilondt , naar dt tegenwoordige gelegenheid der Stad, in de ^ Kalverftraat, tegen over den Heiligen wég: en de Kapel van het zelve dient, thans, tot een Kiftenmaakers-Pand (g). Het was, van ouds, een Lcproozen- en Froveniers-huis. En 't blykt, uit eene Afte van den zeftienden November des jaars 1496", dat 'er ook Sij- pelen , in den koft, befteed werden (F). Men bewaart, in het tegenwoordig S. Joris Hof, nog eene Ordonnantie van Burgemeefteren en Raad, voor der zyeken ende huys t finte Joryaens, die, den vierden Auguftl,s des j aars 144Ö, gedagtekend is (*). Ook blykt, uit eene Aóle van 't Geregt van den tienden Au- guftus des jaars 1485 (*), dat dit Huis, op de vier hoogtyden, aalmoeflen plagt op te haa- ien, doorgantfch Waterland en Amftelland- Doch wy hebben, hier voor (k), aangemerkt, dat de Leproozen, voor den jaare 1500, uit dit Huis, werden overgebragt, in het o. Antonis-Gafthuis, welk, federt, den naam van Leproozen-huis aangenomen heeft, ^nrq0c nog tegenwoordig draagt. Het S. X°ris'h js bleef egter, nog lang, een Proveniers-n ^ (S) Zie T. Deel, I. Boe^t hl. 29.
{!>) GrbotMemor. N. I. ƒ, 21) verf'- (i) Zie Bylaagen /r f[, {*) Zie Ryiaagcn L'. C, (^) Bladz.. 311. |
|||||||||||||||
' .^ SINT -JO RI^L-AJSTS - of s. JORIS HOF)
|
|||||||||
waas?-*- 7tzs?i/
|
|||||||||
KIS TE NM^AKEUS
w*s o-e *7Cawewfrra,at- _
|
|||||||||
IV. Boek. GÖÖSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN. % 17
|
|||||||||||||
s.
|
|||||||||||||
pe Kapel, over welke twee Kapelmeefters
c bewind hadden, werdt ook onderhouden (0* En vind ik, dat, uit dezelve, zowel a's uit andere Kerken en Kapellen hier ter Stede, op den vyf en twintigften Auguftus des jaars 1566, de beelden geligt zyn. Ruim drie jaaren te vooren, was, by de Vroed- schap , nog eene Ordonnantie gemaakt, op het onderhoud van het S.Joris-Hof (m). Doch na de verandering der Regeeringe, beiloot men, de Kapel, tot ander gebruik, te fchik- ken, en de huizing, die 'er aan behoorde, te verkoopen. Men maakte, met dit laat- fte, eenen aanvang, in 't begin des jaars WS», en in Auguftus deszelfden jaars, wer- den de Proveniers , en al de huisraad van het S. Joris-Hof, overgebragt in het Kloos- ter der Paulus-Broederen, welk, federt, den naam van S. Joris-Hof aangenomen heeft._ Wy hebben de oude gelegenheid van dit Kloofter, reeds elders (w), befchreeven. Hier voegen we 'er nog by, dat het, met eene floot, die, zo ik meene (ï) , in den jaare 158a,overwelfd werdt, gefcheiden was van het Kloofter van S. Urfula of der elfduizend Maagden (0), nu het Spinhuis. Het was, reeds in 't jaar 1541, in zo verre verlaaten, of uitgeftorven , dat, by de Vroedfchap, in beraad gelegd werdt, om de Regulieren van Heilo en Oude Naarden, indien 't gevoeg- lyk gefchieden kon, derwaards over te bren- gen (p). Doch dit fchynt niet gelukt te Zyn. In 't jaar 1558, ftondt het genoeg- zaam ledig, en werdt toen reeds bellooten, het zelve, voor de Stad, te verkrygen tot een Gafthuis (q). 't Was dan geen wonder, dat de Proveniers uit het S. Joris - Hof in het zelve werden overgebragt. Het is, fe- dert, van binnen en van buiten, meermaa- len vertimmerd, en ook, door het vergroo- ten der Waaien - Kerke, vry wat ingetrok- ken en verkleind. De zuidzyde van 't ge- bouw, die de oudfte, en, zo men, uit een Jaartal aan 't zuidoofter-hoekhuis, afneemen niag, in't jaar 1596, getimmerd was, is, ln- 't jaar 1678 , geheel vernieuwd, hebben- de Abraham Alewyn den jong ßen, Zoon van eenen der Regenten, Abraham Alewyn den jongen, daar aan, op den agtften April des Semelden jaars, den eerften fteen gelegd. f') Clroot-Mcmoi N. I. ƒ. 295 verfo.
("*) Refol. Viosdfch. JV. 1, 15 Mat.it IJ63.
/») I. Deel, l. B°e^, hl. ï+.
y) Grom-Memor. N. II. ƒ. 55.
y) Refol. Vroedfch. N. 1. j Nov. 1*41.
'?) Refol. Vroedfch. N 1. 19 Jttny. ijjg.
eevO Myne meening ruft op deeze woorden in
iis"\,0llde Rekening van het tegenwoordige S. Jo- Jloet ^ ^pr" > betaelt voor plancken en bakken, om die
' atu' mede te beforgen . . ƒ 18 : 5 •' 2 II. STUK.
|
|||||||||||||
De ooftzyde is, in 't jaar 1695,herbouwd. S. Joris-
De weftzydè is , eindelyk , ook , met be- HoF* williging van Burgemeefteren (r) , geheel vernieuwd in 't jaar 1747, wanneer het ge- bouw eenen deftigen ingang gekreegen heeft, in de Spinhuis fteeg. ' Het S. Joris-Hof ftaat, tuffchen de Befchry-
Oude Waaien- Kerk en Spinhuis-fteeg, en ™e van i 1 n .*». 1 • riet te-
plagt , voor deezen, alleenlyk, eenen gerin- genwoor-
gen krom omloopenden ingang te hebben, dige s.
op het Waaien-Kerks Plein, die nu, ge-|?RIS- meenlyk, geflooten gehouden wordt. De eigenlyke ingang is in de noordelyke of korte Spinhuis-fteeg, door eene aanzienlyke Poort, boven welke, de naam van S. Joris Hof, met gulden letteren, in fteen, uitge- houwen is. Men treedt, door deezePoort, in een Poortaal, alwaar, ter regter zyde, de ingang is naar de Kamer der Regenten, die, van de Plaats, en uit de Spinhuis-fteeg licht fchept, en net befchooten is. Ter linker- zydé, is de Kamer der Re gent effen, een be- hangen vertrek, uitziende, over de Plaats. De fchoorfteehmantel is verfierd met de wa- pens der tegenwoordige Vrouwen Regen- teffen , Catharina Susanna van den Bempden, Huisvrouw van den Heere en Mr. Bieter van de Poll, Sophia Htjydecoper, Weduwe van den Hee- re Mattheus Buys, en Elizabet Clig- net, Huisvrouw van den Heere Mr. Ge- rard Aarnout HaJJelaer. In dit vertrek, is ook een toegang naar den ruimen Kooken, op welken, de Eetzaal volgt, alwaar twee groote Haardfteden zyn , en , dagelyks , vyf ronde tafels, ieder voor tien Proveniers gefchikt, gedekt worden. Ten noorden van de Eetzaal, zyn twee beneden - wooningen voor Proveniers, tuffchen welken, een trap is, die toegang naar vier kamers verleent. Voorts, gaat men, uit het Voorpoortaal, langs een' breeden trap , naar de Boven- wooningen van het nieuwe gebouw: en hier ontmoet men , eerft , een ingeftoken ver- trek , welk boven de Poort uitziet: wyders, op de tweede Verdieping, langs een' rui- men gang , nog zeftien kamers van ongely- ke grootte, die, ten deele van de Plaats, ten deele, uit een' open gang, die, bene- den , langs den Kooken en Eetzaal loopt, en, uit de Spinhuis-fteeg , licht fcheppen. Nog hooger, zyn nog twee kamers; eene ge- meene Kleêrzolder, en eenige kleine Turf- zoldertjes, voor de Proveniers. De Binnen- Vader en zyne Vrouw hebben, behalven een vertrek beneden, ook eene kamer, op de tweede Verdieping, boven de Regenten- Kamer , tot hunne wooning. Alle deeze |
|||||||||||||
Het
äs»
VIqos-
|
|||||||||||||
ver-
|
|||||||||||||
(r) Gioot-Memot. JV. XI. ƒ. zi verft,
Ss
|
|||||||||||||
AMSTERDAMS
|
III. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3i8
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
S.JOK*
Hof.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
S. Joris- vertrekken zyn, in't nieuwite gebouw. In
Hof. ' 't oude, zyn vyftien beneden- wooningen, ten deele, uit twee, ten deele, uit drie ver- trekken beflaande, en zeilien kamers, naar welken, men, langs een' trap in 't zuidoos- ten , toegang heeft; zo dat 'er, in alles, zes en vyftig wooningen zyn. In den gevel van de middelffce wooning in 't zuiden, ftaat een S. Joris, den draak doorfteekende, in (teen uitgehouwen, welk af beeldfel nog, op meer plaatfen in't Hof, gezien wordt, 't Gebouw is, boven en beneden, van Regemvaters- ' pompen en andere gemakken voorzien. Langs de Plaats, die met twaalf boomen bezet is, en, in 't byzonder, langs de Waaien - Kerk in 't noorden, zyn eenige houten berghok- jes getimmerd, die, door de Proveniers, ge- bruikt, en afgedooten kunnen worden. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1528. Jacob Wouter Dobbensz.
1554- Jooft Willemsz. 1554. Claas Boelisz. 1554. Frans Adriaansz. 1554. Jan Claasz. Pyl. 15515. Jan Jacobsz. Onderwater. 1556. ïymen Pieterfle Goyer. 1558. Jan Jansz. Smit.
!559- Gerrit van Doesburg. 1559. Symon Gerritsz.
15Ó1. Lucas Pietersz. 15Ö1. Balthafar Symonsz. 1581. Jan Betfen Roodenburg. 1581. Claas Symonsz. Heemskerk. 1581. Reynier Claasz. 1581. Yef Gerritsz.
1583. Jacob Fransz. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het Huis is, tegenwoordig, alleen ge"
fchikt voor luiden, die 'er hunnen koft koo- pen. Burgemeefteren hadden , in January |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Eeftie-
rins. |
De Kerkmeeflers der oude Waaien - Ker-
ke , die vier in getal zyn,zyn te gelyk Re- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
genten van het S. JorisHof. Behalve
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
deezen,zyn 'er nog drie Regentessen, des jaars 1697, eene Ordonnantie beraamd
De Regenten vergaderen, gemeenlyk, alle (t) , waarnaar de Regenten zig, inhetaan- Donderdagen, na den middag: de Regen- neemen van Proveniers, fchikken moeiten. teilen, alle Vrydagen. Wy hebben de naa- Doch, in't jaar Ï734, is hierin,by den Oud- men der Regenten, hier voor (j) , aange- Raad van Burgemeefteren, verandering ge- tekend, van 't jaar 1586 tot den tegenwoor- maakt (a) , volgens welke, de Proveniers, digen tyd: waar by wy, alleenlyk, voegen federt,aangenomen zyn. Alleenlyk, heeft moeten dien van Pieter Martensz Junior, die, de toeneemende duurte der leevensmiddelen in 't jaar 1764, Kerkmeefter en Regent ge- te wege gebragt, dat men den prys, by de- worden is. Zie hier de naamen der ouder zelve gefield, eenigszins, heeft moetenVer- Regenten van S. Joris - Hof, zo ver menze hoogen. Het Koftgeld, voor ieder Prove- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
heeft können opfpooren:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nier, wordt, op een honderd en tagtig
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
guldens 's jaars, gerekend , ten ware hy»
niet aan de gemeene tafel, maar in zyne eigene wooning, begeerde te eeten; in welk geval, zyn koftgeld ten minile zeitig gul" dens hooger gefield wordt: of, zo twee Proveniers byeen woonen, ten minfle vyf- tig guldens voor ieder, 't Koftgeld van een' dienitbode wordt op honderd guldens 's jaars gefield ; en, zo twee Proveniers famen één' dienitbode houden , berekend, naar de jaaren van den jongften. De huur wordt hooger of laager gefield, naar dat de wooningen zyn, en loopt, van dertig^ tot een honderd en zeventig guldens, in't jaar- Alle de Benefieten of proven worden toteene hoofdfomme gebragt, welke, voor twee Pro- veniers die byeen woonen, naar de jaa*f.\| van den jongften, berekend wordt; en &^ de Proveniers, in eens, moeten opbrengen•■ of zo hun zulks, niet terflond, gelegen korah betaalen zy, maandelyks, interefl van t ge daaraan ontbreekt, die niet minder ge . moet worden, dan de rente, die het« » |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
, Albert van Diemen.
, Claas Heyn.
, Dirk Janszoen.
. Comen Jansz.
. Jan Ysbrantsz. Bäcker.
, Claas Gerritsz. Olyüager.
, Pieter Thomaffên.
Pieter Symonfen.
Jacob van Emen.
Dirk Jansz. van Slooterdyk.
Claas Heyn.
Pieter Ysbrantsz. Lynflager.
Willem Monick.
Jan Martensz.
Willem Cornelisz.
Dirk Janfen, by ie Heilige Stede.
Pieter Gyfen.
Gerrit Jacobsz.
Willem Topper.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1509
1509 1509 1509 1511 1511 1511. 1511. 1511. 15.12. 1513- I5I4- I5I5- 1517-
1517- 1518.
1518. 1521.
1521. 1522.
1523-
1524. 15*5-
. 1527-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gerrit Outgertsz,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
JVT.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Cornelis Buick.
Cornelis Kiftemaaker.
Roel Jansz.
Gysbert Pietersz.
Ysbrant Jansz. Bäcker.
Deel, II. £«e^ bl, 166,.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
anderszins,van deThefaurie ontvangen
|
heb-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
0) Groot-Memor. N. VIII. ƒ. ■*+ vrrr'- ,0 J**.,?}*-
(u) Refol. van den Oud &aad van Burgc»" j |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
£r. C. ƒ. 79 verf>>
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ê
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
319
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ningen, die de Regenten ter Thefaurie heb-ZvnE-
ben gebragt, en van de uitkeeringen, die Wind- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
"ebben. Men neemt geene Proveniers in,
dan die vyftig jaaren bereikt hebben, ten wa- man en vrouw den koft willende koopen, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
HUIS.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hun, aldaar, van Stads wege, gedaan zyn.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
een van beide over de vyf en veertig, en de
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
andere over de vyftig jaaren oud was, in welk
geval, de proven berekend worden, naar de |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
jaaren van den jongden, ten minite tegen
agt ten honderd. De Proveniers moeten hun- nen ouderdom, met Doopcedulen of andere befcheiden , ten genoegen der Regenten, _ |
ZYDE-WINDHUIS.
De vervolging in Frankryk, omtrent den Befchry-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
jaare 1680 , die veele vlugtelingen
|
vmg van
hctZYDE- WlKD- HÜIS. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bewyzen. De penningen, die de Proveniers herwaards de wyk deedt neemen hadt on
inbrengen, worden, tegenwoordig, met by- der anderen, de weevery van Zyden floffen Voeging van den naam en ouderdom van ie- hier zo fterk doen aanwaiTen, dat men wel der' Provenier, ter Thefaurie overgebragt, haaft, gebrek begon te krygen aan werk- alwaarvandezelven lyfrente gegeven wordt, volk, tot het voortzetten dier Weeverye |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vereifeht. 't Haperde, onder anderen, aan
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
opperfoonen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
8 ten honderd.
9 - - - -
10 --- -
io| - - - - 11 - - - -
uh - -
12 - - - -
|
zydewindfters: en naardien de Stad, ryke-
lyk, voorzien was van fchamele meisjes, die
ledig langs ftraat liepen, werdt de Vroed- fchap, op het einde des jaars 1682, te raa- de, de zolders boven 't Stads Wapenhuis op den Singel, tuiTchen de Hand- en Voet- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van 45
- - 50
- - 55
- - 60
- - 65
- - 70
" - 75
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tot
|
50 jaaren
55-------
60 - - -
65 - - ■
70 - -..,
75-------
80--------
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
boogsdoelen , te fchikken tot een Zyde-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Windhuis(ï): waartoe,vooreeril,twee
De rente der hoofdfomme, opgebragt door duizend drie honderd vyfen twintig guldens, twee Proveniers, die byeen woonen, wordt uit Stads kafTe, gegeven werden (w). De Wel gerekend naar de jaaren van den jong- gewoonlyke opgang naar dit Huis is, in de ften; doch blyft egter vaft op den langft- Poort van 't Weftindifch-Huis, eertyds, de leevenden. De uitkeering wordt begreepen Voetboogs - doele. Doch.het gefügt heeft te loopen, van den dag, dat de hoofdfom nog eenen op- en afgang, die met eene deur ïngebragt is, tot op den ilerfdag van den in de Handboogsftraat uitkomt,boven wei- Provenier toe. By 't fluiten van 't Verdrag ke, de naam van Zyde-Wind-Huis te leezen |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ftaat, en die, door de zydewindfters, ge-
bruikt wordt. Voormaals, plagt men, hier, drie zolders, of werkplaatfen , te hebben. Doch, federt eenige jaaren, zyn 'er, door- gaands , maar ééne, en zeldzaam twee toe |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
met de Regenten, betaalt de Provenier ze
tere fomme op hand, die, zo hy mögt ko- toen te overlyden, of van gedagten te ver- anderen, eer hy de aangeweezen wooning betrokken heeft, aan het Proveniers - Huis |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vervalt. De Proveniers mogen geene fpyze, gebruikt. De Werkzolders zyn , door af-
nochdrankvan'tS.Joris-Hofvervoeren,noch gefchooten hekken, in winkels verdeeld; in
iemant in hunne wooning laaten vernagten, ieder van welken, zeftien of zeventien meis-
2onder uitdrukkelyk verlof der Regenten, jes geplaatft worden. Elke winkel ftaat on-
Zy moeten zig van alle buitenfpoorigheden der'topzigt van eene bedaagder vrouwsper-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— en, _____^^^^^^^^
trouwen, moet een van beide zyne wooning, ten behoeve van het Hof, ruimen, en zig, deswege, nader verdraagen met de Regen- en. In 't algemeen, zyn zy verpligt, zig |-e fchikken naar de Ordonnantien van 't Hof, bereids gemaakt, en nog te maaken. Het S. Joris-Hof heeft, gelyk de andere |
foon, die veertig of vyftig ftuivers ter wee-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ke winnen, en zorg draagen, dat de Zy-
de , welke zy van den Meefterknegt ontvan- gen , naar behooren, en zonder veel fchade, gewonden wordt. De Regenten-Kamer, die op den Singel uitziet, is een ruim vertrek, op de hoogte der eerfte werkzolder. De breede fchoorfteenmantel is, met Stads wa- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Godshuizen hier ter Stede, vryheid vanLands- pen, en eenig beeldwerk, op de Zyde-nee-
£n Stads Importen en Excynzen. Het geniet, ring flaande, verfierd. Agter deeze kamer, behalve de voordeden, die de Proveniers '1S een vertrek, daar de Zyde, by't ontvan- Jaobrengen, ook eenige inkomften van de gen en wederom afleveren, gewoogen; en huizen en Obligatien, die dit Godshuis, zo "°g een> dfr eIke Party, midlerwyl,inby- Vel als de oude Waaien Kerk, bezit. Doch zondere backen, geborgen en bewaard wordt. w" ■ De wooning van den Meefler - knegt, uit twee
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
t ^'Hof wordt, jaarlyks, afzonderlyke re-
1 lng gedaan aan Burgemeefteren, op wel-
» °°k melding gemaakt wordt van depen-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(v) Refol.
(w) Refol. SS 2
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vroed'ch. L'. P. 23 Dcc. 1«8i. ƒ ,.
vi« tien Omi-l\.aad van üurgeui. ^u Dee. i6gi.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
32o AMST.ERDAMS III.Deël.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
twee vertrekken beftaande, is op de hoogte aan zes R e g e n t e n , die, voor hun leeyen, Zï*"^
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zyde-
WlND-
HÜIS. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van de tweede werkzolder, die, nu, genoeg- of tot dat zy hooger waardigheid bekomen,
|
HUIS»
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zäam alleen, gebruikt wordt, en in zes win-
kels verdeeld is. In drie of vier derzelven , wordt, nog tegenwoordig, gewerkt. Meis- jes van agt tot zeilien jaaren oud, welker |
door Burgemeefteren, uit een dubbel getal.
by de dienende beno.emd , gekooren wor- den. Zy vergaderen, eens ter weeke, des Woensdags na den middag, ten vier uuren, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ouders onderhoud genieten van de Htiiszit- wanneer zy kinderen, voor eenige jaaren
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
infchryven. Het loon van 't Zyde-winden
wordt, door hen, geregeld, naar 't gene 'er 't Huis voor betaalt. Burgemeefteren heb- ben hen, op hun verzoek, in 't jaar 1693 , even als de Regenten der andere Godshui- zen, togt- en wagtvry. verklaard (a). Ten hunnen dienfte, en tot het onmiddelyk op- zigt over 't Huis en den arbeid in het zel- ve , ftellen Burgemeefteren, op hun voor- draagen, een' Meefter-knegt en zyne vrou- we aan, op eene behoorlyke wedde, en vrye wooning, vuur en licht. Zy moeten beide het Zyde-winden verftaan. De Oppasfters en "Windfters moeten, des Zomers, ten zes, en des Winters, ten agt uuren des morgens, op-'t Huis zyn. Ten twaalf uuren, gaan zy af om te eeten, en werken, rra den mid- dag, wederom, van één tot agt uuren. De Meefter-knegt leeft een gebed, als zy komen en vertrekken. Doch windfters,welker ouders onderhoud trekken van de Huiszitten-hui- zen, gaan, 's winters, 's avonds ten. zes uuren, naar de Stads fchoolen. 'sWinters, worden 'e? kagchels, op de werkplaats, geftookt, en vuur in de ftooven van de Oppasfters en kinderep gegeven : waartoe de twee Huiszittenhui- zen, by beurten, duizend manden Turf, in 't jaar, aan 't Huis zenden. De Windfters en Oppasfters krygen ook, winter en zomer, behoorlyk bier van 't Huis. ' _ £$[* In de voorgaande, en in 't begin deezer ^j
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tenhuizen, de Diaconie of andere Godshui-
zen , worden hier, in de eerfte plaats, en voorts, ook andere Dogters van ingezetenen, met het winden van Zyde, omredelyk loon, welk, jaarlyks , met twee Huivers ter wee- ke, en van zeven, tot dertig Huivers, op- klimt , aan werk geholpen; en plagten, daar- enboven , door een' aangeftelden Schoolmees- ter , in 't leezen en fchry ven, en in de gron- den van den Godsdienft , onderweezen te worden; 't welk, na de opregting der Stads Schooien, in 't jaar 175 2, buiten gebruik ge- raakt is. Niemant mag de meisjes, in 't Zy- de-Windhuis befteld, uit het zelve, haaien, of doen haaien, om dezelven tot ander werk te gebruiken, voor dat zy, den beftemden tyd , hebben uitgediend; en zo iemant, by deeze of eenige andere gelegenheid, de Re- genten , of derzelver Meefter-knegt, onbe- hoorlyk bejegent, wordt dezelve in 't nieu- we Werkhuis gezet, of anderszins, naar 't goedvinden van myne Heeren van den Ge- regte , geftraft. De Regenten zyn gemag- tigd, om zig te vervoegen aan den Heere Hoofd-Officier, die verpligt is, de boeten,
door zulken,die de meisjes uit het huis troo- nen, verbeurd, op de Schouts - rolle in te
vorderen. Tot onderhoud van't Zyde-Wind-
huis, moet van ieder baal Zyde en Floret,
honderd pond of meer weegende (x), die
ter Waage gewoogen wordt, ten minfte tien
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ju1
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ftuivers, door den Kooper, en ook zo veel
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
, plagt het getal der Meisjes in -
de-Windhuis veel grooter te zyn, dan het Ztfj. tegenwoordig is: 't welk aan de groote ver- ^ mindering der Weeverye van Zyden floffen, hier ter Stede, moet worden toegefchreev611. Men heeft, fomtyds, tot over de vyf hon- derd Meisjes, in 't Huis geteld. Doch te- genwoordig, [in Juny 1765-]» zyn'er, met de Oppasfters, maar omtrent zeftig. _ / Zie hier de naamen der Regenten, die J - &i p
Zyde-Wind-huis, van zyne opregting af,tot 0iT |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
door den Makelaar, die den koop geflooten
heeft, tot eenen Godspenning, betaald wor-
den: tot den ontvanglï van welke Gods- penningen , geflooten boffen, in de Stads Waagen, hangen (y). Doch van de Zyde,
die by de Ooftindifche Compagnie gekogt
en gewoogen wordt, ontvangt deweegerde
Godspenningen, en fteltze den Regenten ter
hand. Enmaggeeneverkogte Zyde geleverd
worden, voor dat dit regt aan'tZyde-Wind-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
huis voldaan is (z). Het verminderen van den nu toe, beftierd hebben:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aanvoer van Zyde en Floretten-garen, federt
eenige jaaren,heeft veroorzaakt, dat dit in- komen thans geen vyfde gedeelte beloopt van 't gene het, voormaals, plagt te be- draagen. Het opzigt over het Zyde-Windhuis ftaat
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1682. Aarnout van der Cruys.
1682. Steven van Schooneveldt. 1682. Gysbert van der Smitze. 1682. Marten Zorgh. 1682. Willem de Roy. 1682. Ysbrand van Boorn. 1684. Carel Quina. (a) Handv. 11. 16s.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Beftie-
ling. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(x) Uit de Apoftille of het Requefl: der Regenten .gedagt.
21 Oäob. I68S.
(y) Hanciv. hl, 1167, llfij).
(2.J üïooi-Memor. .N. Vil./, «pz verf».
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i6S5-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN.
|
|||||||||||||||||||||||
321
|
|||||||||||||||||||||||
N-
»Hg
N
|
|||||||||||||||||||||||
1685
168(5.
1689.
1691.
1692.
1697.
1706.
1710.
1716.
1716.
1722.
1727.
1730.
!73°-
1744-
*745-
1746. I7SO.
1755.
1761. 1762. 1762. 1763. |
A t 1 T» 1 1' _- _ 1 * Tl___ ._ 1 TT T »
|
||||||||||||||||||||||
Abraham Bo
Tobias Boel. Willem van Breen. Joannes Ruymveldt. Jean de la Haye. Noë Marisfal. Jooft Provooft. Jacobus Kops. Adrianus Montanus Jofua Eysfen. Jacobus Bosman. Dirk de Ram. Jacobus Marisfal. Jacobus de la Haye. Gerrit Eysfen. Daniel du Rieu. Izaac Balk. Hendrik Treurniet. Jan de Bree. Feftus Gesner. Willem van Onna. Hendrik Clockener. Antoni Ruyghrock. XIII.
|
merbroek en Papenkoop. Voor 't einde des Djaco-
jaars 1657, was het Huis, in zo verre,vol- nie- trokken, dat 'erhonderd en vyftig kinderen Wees~ van Gereformeerde Ledemaaten in geplaatft werden: waarna het, door den Predikant Pe- tnis Witt om-ongel, in 't byzyn van eenen Burgemeefter en van eenige andere Leden der Regeeringe, plegtiglyk, werdt ingewyd. Het DiACONiE-WEESHUis,eendef- Befcbry-l
tig, vierkant gebouw, honderd zes en dertig ving van voet breed, honderd zes en zeftig voet diep, hetzeIve. en drie verdiepingen hoog, onder de zol- der en vliering , ftaat, op den hoek van de Zwaanenburgftraat, en ftrekt zig, van ag- teren, tot in den Binnen-Amftel. Het heeft Jongens- twee op-en ingangen, een'naar het Jongens-, Huïs. en een' naar het Meisjes-Huis, waarin het gebouw verdeeld is, hebbende ieder zyde eene ruime vierkante Binnenplaats, die ronds- om betimmerd is. Door den eerften of wes- telyken opgang, naar binnen getreden zyn- de, ontmoet men, eerft, ter regterzyde, de Kamer der Diakenen, een ruim vertrek, welk, Kamer in de Zwaanenburgftraat, en over den Zwaa- der Dia- |
||||||||||||||||||||||
kenen.
|
|||||||||||||||||||||||
nenburgwal, uitziet. In de Lyft van den'
fchoorfteenmantel, ziet men de wapens van vier Broederen Diakenen, die 't opzigtover 't bouwen van 't Huis hebben gehad, Jo- hannes Teerink, Hendrik Schölte, Izaak de la Vigne en Abraham van Friesfem, fierlyk, uit- gehouwen. Voor den fchoorfteen, leeft men deeze regels van den Diaken D a n i e l W i l- link: Heeft Hellemans zyn goed der Broede-
ren zorg bevoolen, Toen hy zyn oogen floot ,vanAken volgt
dit fpoor, Van Liefdewerken houdt geen groot erfchat
vcrhoolen, Maar leent de Elendigen een mededoogendoor.
Wie ooit de Liefde zal een eedle hoofddeugd
noemen, Zal] a-N van Aken, om zyn Lief den s-
weldaad, roemen. Wyders, hangen 'er eenige Naamborden der
Broederen-Diakenen, die zitting in 't Huis hebben gehad, en eenige afbeeldingen van 't gebouw. By deeze Kamer, is, langs den Zwaanenburgwal, een vertrek of Poortaal, alwaar,'s Woensdags 's morgens, de buiten- gewoone uitdeelingen van Wollen -klee- deren, hoeden, fchoenen, muilen enz. aan de behoeftige Ledemaaten buitens huis, ge- fchieden. Ook worden hier de ongemaakte Lynwaaten en andere voorraad, in kaften, bewaard. Uit dit Poortaal, hebben de Diake- nen een' toegang naar de Eetzaal der Jongens, Eetzaal. die haaren gemeenen ingang aaji't ander ein- Ss 3 de |
|||||||||||||||||||||||
DIACONIE-WEESHUIS.
De Nederduitfche Gereformeerde Dia-
conie, zig, federt haare opregting, belaft vindende met de zorge voor de op- voeding van behoeftige Weezen, welker ou- ders wel Ledemaaten der Kerke, doch gee- ne Poorters geweeft waren; waarom, of om dat de kinderen meer dan de bepaalde jaaren hadden, zy niet in 't Burger-Weeshuis kon- den worden aangenomen; zag zig genood- zaakt, dezelven, alomme, door de Stad,by gemeene luiden, in den koft te befteeden. Doch 't getal deezer kinderen wies, door den tyd, zo zeer aan; de koften liepen zo hoog, en de opvoeding van veelen was zo gebrek- kelyk, dat de Broederfchap, omtrent het mid- den der voorgaande eeuwe, de gedagten, ernftelyk, gaan liet, op de opregting van een Weeshuis. Men verwierf 'er, eerlang, ^e toeftemming van Burgemeefteren toe, ?n > op derzelver voorflag, vereerde de Raad, H1 't begin des jaars 1656, een erf, by den ^aanenburgwal, aan de Diaconie, tot op- ^egting van een Kinderhuis (b): waartoe de ^tad nog zevenduizend guldens fchonk (c). jPe Diaconie kogt 'er, federt, nog een erf j^5 en, op den twintigften April des gemel- ?ei1 jaars, werdt de eerfte fteen aan 't ge- °uw gelegd, door Jan van Flooswyk, Zoon au den regeerenden Burgemeefter, Cornelis n ^looswyk, Heer van Vlooswyk, Die- <Cj „"f01- Vroedfch. L', A. 6, 2« Jm. \6s6. f. Si.
- J N°tttlen der Diaconie v*h iSjz-isjs, ƒ. sy,i<>3. |
|||||||||||||||||||||||
v
|
|||||||||||||||||||||||
III. Deej..
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
322
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aan de zuidzyde, een fiaapvertrek voor den
Broodfnyder, en een groot vertrek, daar de bedden gereinigd en verfteld worden. Bo- ven de derde Verdieping aan de Jongens- zyde, zyn ruime Turf- en Kooren zolders. Het Meisjes-Huis, welk, door twee deu- ren in de gaanderye, van het Jongens-Huis is afgeflooten, is, genoegzaam op dezelfde wy- ze, verdeeld, als het Jongens-Huis: alleenlyk, zyn' eenige beneden- enbovenvertrekken van het zelve, van de Jongens zyde, afgenomen. In de Poort of ingang, heeft men, ter linker- zyd'e, de Kleêrmaakers-wooning en Wollen- winkel, en ter regterzyde, de Schoenmaa- kers - winkel en wooning. In 't zuidooften van 't gebouw, aan den Amftel, heeft men hier de Kamer of 't Comptoir der Zvfleren- Diacone/fen, een net Vertrek, alwaar twee fraaije Schilderftukken hangen, het eene de maaltyd , en het andere het kleeden, ver- fchoonen en havenen der Weesmeisjes ver- beeldende. Voor den fchoorfteenmantel ftaat dit Vers van den Diaken Willink: Ter gedagteniffe
Van den Liefdaadigen
JAN van AKEN,
Overleden den 29 van Hooimaand,
en
begraven den 3 van Oogftmaand,
A. 1718.
in Amfteldam.
Een vaß geloove dat door reine Liefde werkt,
En 't buigzaam Cbriflen hert in zeekre hoop ver fier kt, Wordt kenbaar als het bloeit in Cbrifllyk me- dedoogen,
Omtrent JSlooddruftigen door Broederpligt be- woogen. Van Aken hadt een febat door naarßig' heit vergaart,
En voor zich zeken niet, maar de armen, trouw bewaart, Dien hy uit Liefde, toen hy wifelde zyn leven En ßondt naar hooger goed den Broedren heep gegeeven , Ten noodig onderhoud van 's Heilands arme Dus blyft vanAkens naam in zegen hier
beneên.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Diaco-
NIE- HUIS.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de heeft. De Jongens worden hier ook, 's
Maandags 's avonds, door eenen der Predi- kanten , in de gronden van den Godsdienft, onder weezen, of gecatechifeerd. De Meisjes worden, ten zelfden tyde, door eenen ande- ren Predikant, in haare Eetzaal, gecatechi- feerd. De Catechifatie wordt, aan elke zy- de, door een'Ouderling, en, daarenboven, aan de Jongens zyde , door een' Diaken, en aan de Meisjes zyde , door eene Dia- cones,bygewoond. Zy begint, des Zomers, ten zes , en des Winters, ten vyf uuren. - Voorts , is , agter de Jongens - Eetzaal, een Weevers-winkel, alwaar grof Linnen ge- weeven wordt, om eenige Weezen, die tot anderen arbeid onbekwaam zyn, bezig te houden. Oollwaards van den ingang aan de Jongens zyde, ontmoet men de Jpotheek, tegen over welke, een Diftilleer- of ftook- vertrek is. De Apotheker heeft ook een aar- tig kruidentuintje, langs den zuidwefterhoek van 't Huis, aan den Amftel; en op de twee- de Verdieping, een vertrek, daar hy zyne drooge geneesmiddelen bergt. Over de A- potheek, zyn twee Broeders - Diakenen In- fpectores , die, op den eerften Maandag in elke maand, 's namiddags, ten twee uuren, op de Vergaderkamer in de Nieuwe Kerke, byeen komen, om de Docloren en Chirur- gyns der Diaconie te hooren, en andere zaa- ken af te doen, de kranke en behoeftige Ledemaaten, en de Apotheek der Diaconie betreffende. Op de tweede Verdieping van 't gebouw, aan de Jongens zyde, boven de Eetzaal, is de School der Jongens, alwaar de jongden leezen,fchry ven en rekenen leeren, en alwaar ook, des Donderdags, gecatechi- feerd wordt. Ten einde van de Schoole, is een klein vierkant vertrek, het Zwaanenhok genaamd, vermoedelyk, om dat het omtrent boven de plaats is, alwaar, eertyds, de Stads Zwaanen plagten bewaard te worden (d). Het dient om de baldaadige jeugd, eenige dagen, op te fluiten. Voorts, heeft men, op deeze Verdieping, eene Beddenkamer, waar- op eene vuurhaard is voor de kleine Jongens; een fiaapvertrek voor den Poortier, Wee ver en Onderweever, een Jongens-Kleêrkamer, en nog een vertrek of twee tot berging. Op de derde Verdieping , zyn , rondsom, de Slaapkamers der Jongens, die, doorgaands, met hun drieën, in ééne krebbe, flaapen. De Leezers, en de Jongens, die 't geld der Colleóten draagen , hebben elke foort een byzonder fiaapvertrek. Op het laatfte, wor- den ook de Ryloopers, zynde zulke Jongens, die de kinderen naar de Kerk geleiden, en de ryen derzelven in orde helpen houden, ge- plaatft. Voorts is, op deeze Verdieping, (d) Zit III. Deel, 1. fi.«^, bl, Ji.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Diaco-
nie- Wees- Huis. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tltti*
Buis-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
C5'
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Weevers
winke |
Sch°' .
«-*
ffin ;.«
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
s«
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
p*
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
:0»ö
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Apo-
theek. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
.School.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Slaapka
mersenz, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De uitdeelingen der Linnen - kleedmgege-
fchieden, in dit vertrek, door de Difconehcn. j De Eetzaal der Meisjes is, langs de Ooltzy- in^ de van't Huis, en fchept haar licht van dc„aa»> Plaats tuffchen 't Huis en 't Slagthius, waar- «0 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
323
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
<Co.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
werkplaats en eene Timmerloots. De twee- Diaco-
de Verdieping is, in een vertrek voor bejaar- nie- de weezenyen in een ander, daar deftoffen V^££S' tot kleedinge bewaard worden , verdeeld. Op de derde Verdieping, zyn de Meisjes- en Jongens-Ziekenkamers, voorzien, de eer- fte van zes, de andere van zeven bedfteden. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wy, terftond, fpreeken zullen. Voorts,
volgen, aan de zuidzyde, langs den Amftel, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■'s.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de groot e en kleine Linnen-naai-winkel, waar-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hy de Linnen - naai - meefteres een vertrek
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
X
|
°oni
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
v-m!^-ueeft. Daarna, komt men aan de wooning
J^en- "Qan den Binnenvader en Binnenmoeder , die |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
UirJ eQ Paviljoenswyze uitgetimmerd is, en een ruim
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uitzigt heeft over den Binnen-Amftel. Op de
tweede Verdieping, is, boven de Eetzaal, de Meisjes -Schoolgephattt., en boven deDia- coneffen kamer, de Brei]'winkel: voorts, de Kamkamer , twee flaapvertrekken voor de Meisjes, voorzien met krebben, voor drie gefchikt, en nog een vertrek voor eene On- der-Linnen-meefteres. Op de derde Ver- dieping , zyn nog drie flaapvertrekken voor de Meisjes, en, onder anderen, een, daar dertien bedfteden ftaan, die ieder voor twee Rieisjes gefchikt zyn. Hier by is ook een zogenaamd Zwaanenhok. Voorts, heeft men, op deeze hoogte, een vertrek voor de Styffier en de twee Huiswerkfiers; een vertrek voor de Kamfier, en een ander, voor eene Onder-Linnen-naaimeefteres, en eene flaapkamer voor de tien dienftmeiden van het Huis. Eindelyk, is hier, in 't noorden, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De twee Ziekenmoeders hebben hier by ie-
der ook een vertrek. De vierde Verdieping is verdeeld in een flaapvertrek voor de kleine Jongens, en een flaapvertrek voor de kleine Meisjes, die allen, in open krebben, leggen. Hooger heeft men nog een Turf-zolder en~ Vliering. Het beftier over het Diaconie - Weeshuis Beftie-
wordt, door de Broederfchap, toevertrouwdrin§- aan zes Diakenen. Twee van deezen, wel- ken men vafle Broeders noemt, neemen dee- zen dienft , twee jaaren na eikanderen, waar. Doch , jaarlyks , gaat 'er één af. Van de anderen vier , worden 'er twee , na verloop van zeven weeken, door twee anderen , verwifTeld ; doch dienen, op 't laatft van 't eerfte jaar van hunnen dienft , in de Diaconie, nog wederom zes weeken, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
v
Si:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
K
K |
de Styfkamer, daar 't gewaffchen Lynwaät
gefteeven, gevouwen en geftreeken wordt. Onder de eerde Verdieping van 't gantfche gebouw, heeft men groote overwelfde kel- |
in 't Weeshuis. De twee anderen van de
vier gemelden dienen dertien weeken agter- een, eer zy, door twee Broeders, worden afgeloft. Alle de verderen dienen dertien wee- ken agtereen; zo dat het Weeshuis, in een jaar, behalve door de vafte Broeders, door zeftien andere Diakenen bediend wordt. Van de Diaconeflen, die twaalf in getal zyn , neemen 'er tien den dienft in 't Diaconie- Weeshuis waar, twee als vafle Moeders, van welken'er ook, jaarlyks, ééne afgaat, en de overigen agt, ieder paar, dertien weeken in't jaar. De zes Broeders, die te gelyk in't Weeshuis dienen, vergaderen aldaar, twee- maal ter weeke, des Woensdags, ten tien uuren voor-, en des Saturdags, ten vvf uuren na den middag. Doch wanneer 't/des Sa- turdags , Voorbereiding tot 's Heeren A- vondmaal is, komen zy ook, 's morgens ten tien uuren, byeen. Op den dag van elke eer- fte Voorbereiding , verfchynen de zitting hebbende Zufters ook in 't Broeders-Comp |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ders ; vier van welken, tot berging van
wynen en andere koopmanfehappen, ver- huurd worden. De anderen worden, ten dien- fte van het Huis, gebruikt. Onder de woo- ning van den Binnenvader en Binnenmoeder, is de kooken, voor welken, aan den Binnen- Amftel, midden in een bloem- en kruiden- tuin , een net en ruim fpeelhuis getimmerd is, ten gebruike der zitting hebbende Broederen. Omtrent den kooken, heeft men ook het Broodhuis, daar de boterhammen, door den oroodknegt, wien eene vrouwsperfoon tot zyne hulp is toegevoegd, gefheeden en ge- fineerd worden. Ook zyn hier de Bier- en ^rovifie-kelders, de hokken tot berging van kookengereedfehap, en het Eetvertrek voor la%m Suppooften , welk op den tuin uitziet. * . Ten ooften van 't gebouw, welk wy , tot hiertoe, befchreeven hebben, heeft men, in Jaater tyd, een groot Slagthuis getimmerd, ^elk eene verdieping hooger is dan het oude §ebouw, en, toen het Lynwaat nog binnens huis gewaflehen werdt, ook tot een Wafch- huis diende; waarom 'er een groot fornuis en waterketel in gemetfeld is. Het is, door eene ruime Plaats, gefcheiden van het ou- j5 gebouw , uit welk men, van boven, g.^gs twee overdekte gaanderytjes, naar 't "phuis; toegang heeft. Het beftaat, be- en> uit het Slagtvertrek, een Schilders |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
toir , wanneer alle de Suppooften verflag
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
moeten doen van't gene, onder elks bewind,
in't Huis voorgevallen is: waarna de Zufters wederom naar haar Vertrek keeren. Volgens eene Keure van den agt entwintigftenjanua- rydes jaars 1760 , moet van alle fterfgevallen, waar kinderen nablyven, die, door de Dia- conie , moeten onderhouden worden , ter- ftond , aan dezelve kennis worden gegeven zonder dat de boedel, vooraf, geroerd, veel min iet uit den zelven vervreemd mag wor- den (e). Diakenen aanvaarden dee?e boedels, zo
(e) Kemb. T. /. *$*.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||
III. Deel.
|
||||||||||||||
324
|
||||||||||||||
Maandags, een fluk kaas en brood; en Dings- diaco-
dag en Saturdag, 's Avonds, wederom een ^zi. boterham, 's Woendags 's avonds, wordt, HU1S, aan alle de kinderen, een boterham van tar- wenbrood gegeven. De Diaconie-Weeskin- deren draagen zwarte Lakenfche boven-klee- deren; hebbende men, al voor veele jaaren, het Engelfche paklaken beter bevonden dan het Tilburgfche (h). De Broeders, die 't beftier over 't Weeshuis hebben, ftellen al- leenlyk eenige mindere Bedienden in het zel- ve aan. De voornaamfte Suppooften wor- den aangefteld door de groote Vergadering der Diakenen, die ook alleen oordeelt, wel- ke Kinderen men behoore in te neemen. De Moeders-Diaconeften kiezen Naai- en Breijvrouwen * en eenige andere vrouwely- ke bedienden. Zy zorgen , wyders, voor de huishouding en kleedinge binnens huis, en vergaderen ook, tweemaal ter weeke, op den zelfden tyd, als de zes Broeders. Het Reglement, waarnaar hetDiaconie-Weeshuis beftierd wordt, is, door den Kerkenraad en Diaconie, in't jaar 1658, ontworpen; in 't jaar 1668, vermeerderd, en, door myneHeeren van den Geregte, goedgekeurd en bekrag- tigd(0- , . J
Volgens dit Reglement, moeten de kin- w^f
deren, die nog te jong zyn, om een hand- ^/f werk te leeren, tweemaal 's daags, 's rnor-°A gens en 's nademiddags, fchool gaan. Voor 0r de werkjongens, wordt, 's avonds, en voor de naai- en breijmeisjes, 's morgens vroeg, ook fchool gehouden. De fchool wordt, 's morgens, met een gebed, aangevangen, en 's avonds ook met een gebed beflooten. De namiddags - fchoole wordt, met het leezefl van een Hoofdftuk der H. Schrift, begonnen; en, voor 't uitgaan van elke fchoole, wordt 'er een Pfalm gezongen. De kinderen wor- den , behalven in leezen en fchry ven, in de gemeene gebeden, en in de gronden van de Gereformeerde Leere onderweezen, en, tot een zedig, gefchikt en beleefd gedrag, ver- . maand en opgeleid. Eens 's jaars, in Juny, gefchiedt het groot Examen: wanneer Jongens en Meisjes, elke foort afzonderlyk, door een' Predikant, in 't byzyn van een' Ouderling» omtrent hunne vordering, onderzogt worden. Ook worden dan pryzen aan de naarftigen uit- gedeeld. De kinderen moeten, hoofd voor hoofd, als zy opftaan, en voor datzy te bedde gaan, God, op de knieën, bidden en danke"- Daarenboven, gefchieden 'er genieentety £C gebeden en dankzeggingen, 's morgens en f avonds, en voor en na demaaltyd,d°°.r e der bekwaamden. Voor de dankzegging na |
||||||||||||||
Diaco. zo zy bevinden, dat 'er meer goederen dan
nie- fchulden zyn ; verdraagen zig , ten befte, Wees- met de fchuldeifchers, en plaatfen de kinde- ren , die nog geen vyftien jaaren bereikt hebben (ƒ), in 't Weeshuis, indien dezel- ven nog geene Lidmaaten zyn,en de langft- leevende der Ouderen, een jaar lang, Lid- maat geweeft is. Kinderen, welker ouders, of de langftleevende derzelven, nog geen jaar Lidmaat zyn geweeft, komen in 't Burger- Weeshuis , of zo zy daartoe te oud, of geene wettige Burgers kinderen zyn, in't Aalmoeffe- niers-Huis. Wanneer, 's Dingsdags, op de gewoonlyke Vergadering der Broederen Dia- kenen in de nieuwe Kerke , verantwoor- ding gedaan is van kinderen, tot het Dia conie-Weeshuis behoorende, moeten de^ zelven, den volgenden dag, met alle debe- fcheiden, hen betreffende, derwaards, wor- den overgebragt. De Diaconie is, wyders, reeds in 't jaar 1622, met de Walfche Ge reformeerde ; op den negenden April des jaars 1759, met de twee grootfte Doopsge- zinden Gemeenten, vergaderende by't Lam en den Tooren, en in de Zon, en daarna ook met de Lutherfche Gemeente, overeen- gekomen „ dat de wederzydfche armehuis- „ gezinnen onderfteund zouden worden , „ door de Gemeente, daar de man Lidmaat „ van was, en na zyn affterven, door de Ge- „ meente, daar de vrouw Lidmaat van bleef. „ Doch dat, na haar overlyden, de weezen „ komen zouden tot lafte van die Gemeen- „ te, daar de langftleevende Lidmaat ge- „ weeft was." En deeze overeenkomften zyn, door Burgemeefteren, of ftilzwygende of uitdrukkelyk, goedgekeurd (g). Spvze en De gewoonlyke fchaforde voor deDiaconie- Kleeding. Weeskinderen is, 's Zondags 'sMiddags, witte boonen, en's Avonds karnemelk mét gepelde garft: 's Maandags, graauwe erweten met vet, en 's Avonds, voor de Jongens, ry- flenbry, en voor de Meisjes, karnemelk: 's Dingsdags, 's Middags, gort, met zoetemelk, en 's Avonds, voor de Jongens, karnemelk, en voor de Meisjes, ryftenbry: 's Woensdags, 'sMiddags, vleefch, fpek,of gezouten- of ftok- vifch, met wortelen, kool of raapen, en 's A- vonds, karnemelk met brood: 's Donderdags, 's Middags, groene erweten met lang nat, en 's Avonds, even als 's Maandags: 's Vrydags, 's Middags, broodfap van karnemelk, 's Win- ters warm, en 's Zomers koud: 's Avonds, even als 's Dingsdags: 's Saturdags, 'sMid- dags , als 's Dingsdags, en 's Avonds , als 's Woensdags. De Werkjongens en Naaimeis- jes krygen, Zondag, Dingsdag, Donderdag en Saturdag, 's Middags, een boterham; 's (f) Notulb. der Diaconie van iSjo-icso, ƒ. jy.
(g) Groot-Memor. N. XII. ƒ. 52 verft.
|
||||||||||||||
i. ƒ• *7ï»
|
||||||||||||||
V') Notulb. der Diaconie van ijzi-iT*
V) Handir. il. z$i. |
||||||||||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN.
|
|||||||||
325
|
|||||||||
't jaar. Hierby wordt het beloop der klee- Duco-
dinge gevoegd, en, uit het een en 't ander, »ra- opgemaakt, wat elk kind aan de Diaconie Wees" zou moeten vergoeden, indien het, daartoe, HUIS' t'eenigen tyde, in ftaat en genegen zyn mögt. Men houdt ook een Ambagtsboek, waarin aangetekend wordt, wat de kinderen verdie- nen ; 't welk, vervolgens, op hunne rekening, wordt afgefchreeven. De minfte prys, voor welken, de Diaconie aan Weeskinderen toe- laat, afkoop te doen van het regt, welk zy op derzelvernalaatenfchap heeft,is zeftig guldens eens (o). By 't uitgaan, krygen de kinderen eeneerlyk uitzet. En, in 't jaar 1727,heeft de Broederfchap geraaden gevonden, eßatni- nen-, in plaats van fergien-jakken, aan de uitgaande Meisjes, te geeven (p). De er- feniffen, aan Weeskinderen, geduurende hun verblyf in 't Weeshuis, opgekomen, worden hun, wanneer zy mondig geworden zyn, uit- gekeerd (3).'t Is nu en dan gebeurd, dat 'men kinderen, die, eenen geruimen tyd, en zelfs tot verre over 't jaar, geleeden , uit het Weeshuis weggeloopen waren , om goede redenen, wederom, in het zelve, ingenomen heeft (r). Doch volgens de wet der Dia- conie, die, laatftelyk, in eene groote ver- gadering van den een en dertigften Julydes jaars 1752, bekragtigd is, verbeuren zul- ken , die, zonder verlof, flegts eenen nagt, buiten't Huis verbly ven, hun tweede uitzet! De voornaamfte Suppooften van het Dia- Suppoos
conie-Weeshuis zyn de Binnenvader en Bin- ten. nenmoeder, de twee Schoolmeesters, de Schoenmaaker en Kleêrenmaaker: en dee- zen worden door de groote Vergadering der Broederen Diakenen aangefteld. Ook ftek deeze den Apotheker en Catechifeermeefter. De Poortier en Broodfnyder; de Weever, de Geldophaalder, die deAmbagtsloonen der Jon- gens invordert, en veelligt, nog eenigen wor- den aangefteld door de Broeders, die in 't Huis zitting hebben. Én deezen ftellen ook Leve- rantfiers aan van waaren, ten behoeve van het Weeshuis, tot welker inkoop, geene by- zondere Commiffien van Diakenen gefield zyn (j). Wyders, begeeven zy eenige dien- ften, en byzonderlyk die van Huiswerkfters, welken 't Huis moeten fchoonhouden, met overleg der Zufteren-Diaconeffen: aan wel- ke laatften, alleen ftaat het begeeven van Styffters-, Naaifters-, Breijfters-, en Kam- fters - Plaatfen, midsgaders, het huuren der dienftmeiden van het Huis. Het
(ii) Notnlb. der Diaconie van iÄgo.1704. ƒ. 3j„
(p) Notulb. der Diaconie van 1721-1738. ƒ, -.0.' (q) Notulb. van I«j8-i«8o. ƒ. 130, 131. va„ ' ƒ. 3J7. l'0*' (r) Notulb. van 1704-171$. ƒ. 833.
(!) Zie hier, voo», III. Deel, II, Bee^ ll IJ4 Tt
|
|||||||||
de maaltyd, leeft ook een der kinderen een
Hoofdftuk der H. Schrift. De Schoolmees- ters en Binnenvader doen ook een ogtend- en avondgebed voor alle de Suppooften van het Huis, die, ten dien einde, byeen ge- roepen worden. Des Zondags, worden de kinderen, des voor- en nademiddags, Jon- gens en Meisjes, by beurtverwifTeling,naar de Zuider-Kerke geleid, de Jongens , door den Schoolfneefter, en de Meisjes, door den Binnenvader. In 't eerft, werdt, by Bur- gemeefteren, in overleg genomen , om de Diaconie-Weeskinderen, in de Nieuwe-zyds- Kapelle, te plaatfen: doch, naderhand, werdt de Zuider-Kerk daartoe gefchikt, alwaar ee- he galery gemaakt werdt (£). Twee nade- middagen in de weeke, des Woensdags en des Saturdags, gaan de fchoolkinderen, een üur vroeger dan naar gewoonte , uit de fchoole, om op de Binnenplaatfen te fpee- len. De handwerken voor de Jongens, die meeft in aanmerking komen, en op welken zy, gemeenlyk, met hunne veertien jaaren, befteed worden (/), zyn huis- en fcheeps- timmeren , metfelen , fchoenmaaken , zei- lenmaaken,_ kuipen , boekbinden, glazen- maaken, witwerken, blikflaan en manden- rnaaken. Doch 'tfmids-ambagt wordt ver- myd, op dat, zegt het Reglement, de jon- gens eikanderen bet opfluiten van Sloten niet leeren, tot dieverye. Schoon de Diaconie, al vroeg, beflooten heeft, geene Weeskin- deren Latyn te laaten leeren (m); ontbreekt het egter niet aan voorbeelden van bekwaa- rne jongelingen, die, door de Diaconie, tot de ftudie gefchikt zyn (n). Ook houdt men, tegenwoordig, eene Teekenfchool, in 'tHuis, ten nutte van zulken, die timmeren of met- felen leeren. De Meisjes leeren, in 't Huis, breijen, wollen- enhnnen-naaijen, en allerlei Vrouwelyk huiswerk. De kinderen worden, in geval van ziekte, op de Ziekenkamers , door den Doótor, Chirurgyn en Apotheker Van 't Weeshuis, bezogt en bygeftaan: doch zo zy eenige befmettelyke kwaaien hebben, naar de openbaare Ziekenhuizen gebragt. De Broeders Diakenen, die 't Weeshuis waar- omen , houden, onder anderen, een Wees- kinderen - boek, waarin de koften van het onderhoud der kinderen, jaarlyks, aange- tekend worden, rekenende men het koft- geld van kinderen van zes tot negen jaaren, op agt en veertig; van negen tot twaaifjaa- ren, op vier en vyftig; van twaalf tot vyf- tien jaaren, op zeftig; en van yyftien jaaren 'en daarboven, op zes en zeftig guldens, in i<) Notulb. der Diaconie t/«»i«31.IÄ,9./. Io8,113. >»4.
f^S°tUlb- deT P!aCOnie v«* I«S°.I7°4. ƒ• 331.
(") ^°tU,',b- d" D>ac0nie v'h ™ïttl«so. ƒ. $S,
* ' "otulb. van 573+ ««*■•ƒ. 310. ll- STUK.
|
|||||||||
AMSTERDAMS III. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
32Ö
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het getal der kinderen in het Diaconie- ren de kollen droegen, die op vyftien hon- diacö-
Weeshuis beliep, op den eerden Augudus derd guldens begroot werden. Doch 't bleef nie^ deezes jaars 1765, vier honderd en tagtig, agter> om dat men niet meer dan drie hon- VroU. te weeten, twee honderd en vier Jongens, derd negentien guldens en zes duivers vin- wen»^ en twee honderd zes en zeventig Meisjes, den kon (w). Eene nieuwe erfenis van Jan NUK- Ik vind ergens aangetekend, dat 'er, in 't van Men, die,op den negen en twintigden »Ë^ jaar 1701 , twee honderd vier en veertig July des jaars 1718, overleedt, delde de Jongens en twee honderd vier en tagtig Meis- Diaconie in daat, om het Oude-Vrouwen* jes; en in December des jaars 1740, in 't Huis te vergrooten, en 'er eene wooning geheel, vyf honderd agt en twintig kinde- voor oude Mannen by te voegen. De Zie- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Diaco-
KIE-
Wees-
HUIS.
Getal der
Kinde- ren. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kenkamer werdt, naar den tuin toe, mer-
kelyk, uitgezet, en onder dezelve, eenige verblyfplaatfen getimmerd, en allengskens vermeerderd, zo datze, al federt veele jaa- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ren, in 't Diaconie-Weeshuis, waren.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XIV.
DIACONIE-OUDE-VROUWÉN-
MANNEN-HUIS,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
EN
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ren, gediend hebben tot huisveding voor
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ruim honderd oude Mannen, waardoor het
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Huis een Diaconie - Oude - Vrouwen- en
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
einige jaaren na dat het Diaconie-
Weeshuis gedigt was, bevondt men, |
Mannen - Huis geworden is.
Het gebouw bedaat, uit eenen voor- en 3^ |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aanlei-
ding tot het ftig- ten van hetDiA- CONIE-
OüDE- Vrou-
WEN- EN
Mak-
hen- Huis. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dat de oude Vrouwen, die, door de Diaco- agtergevel, ter breedte van drie honderd en vg^
nie, bedeed werden, ieder omtrent honderd ^ftig voeten: en twee zydvleugels, langs de guldens 's jaars koftten, en zig nog, in kei- Heeren- en Keizersgraften. Regt in 't mid- den van t gebouw, leggen twee groote vier- kante bleekvelden, tuilchen welken, men, langs een breed bedraat Pad, toegang heeft naar het agterde gedeelte van't gebouw. De twee zydvleugels zyn ook getimmerd, ronds- om twee langwerpig vierkante bloemtuinen; |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bhDe
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
guldens, rekende, te Zullen können onder-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
houden. Inzonderheid, werdt hier op ge- en agter } gantfche gebouw, welk twee hon-
dagt, na het overlyden van den Heere Ba- derd en dertig voeten diep is, legt een groo- rent Helleman, op den agttienden Oftober te, net geregelde Boomgaard, m een ge- des jaars 1680, van wiens aanzienlyke nalaa- deelte van welken naderhand, Corvers Hot tenfchap de Diaconie erfgenaame geworden gebouwdis. Het Huis heeft, langs den Bin- was. Men verwierf'er de goedkeuring der nen-Amdel, drie deftige ingangen. Denud- HeerenBurgemeederentoe:deVroedfchap delftf> d/f op de Vrouwen-eetzaal leidt, fchonk der Diaconie een erf op den Binnen- w.ordt zeldzaam gebruikt. De noordelyke , Amdel, tuffchen de Heeren- en Keizers- die naaft aan de Heeren-gratt is, is de ge- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
graften (0: en op den agttienden Oftober
|
men in een ruim Poortaal, en voorts, noord
waards, in de Kamer der Broederen-Diakenen» een ruim, vierkant vertrek, uitziende °Y3r ^/ |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
des jaars 1681, werdt de eerde fteen aan
't gebouw gelegd door een' Zoon van den Diaken Jacob van Gbefel, genaamd Jan |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van G hes e L O), die, naderhand, in't den Binnen-Amdel en Heerengraf t
jaar 1719, Schepen deezer Stad geworden, fchoorfteemnantel is,ingevolge van een De- en, den twintigden Oftober des jaars 1726, flult der groote Vergaderinge van uiajce- overleeden is. Men begrootte de koden nen'met net waPenvanHelï,bm ans(*;, van 't gebouw op omtrent honderd duizend en. ,met de wapens der zeven Broedere- Diakenen, die, ten tyde der fbgünge, t be- wind over't gebouw hadden, verfierd. Voor den zelven, leed men deeze regels van D1R K Schelte: |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gdd
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ingewyd werdt. Het was aangelegd, om
vier honderd oude Vrouwen te huisveden, en den twee en twintigden February des jaars 1684, werden 'er de eerden honderd in geplaatd. Op den voorflag van den Heere Jan Six, Schepen deezer Stad, werdt, by de Diaconie, geraaden gevonden, een Too- rentje op 't gebouw te zetten, mids de buU- ft) Rcfol. Vroedfch. /-'. N. 14 April ï6%\. ƒ. 33». («) Notulb. der Diaconie van 1680-1704. ƒ. 94. (v) Notulb. der Diaconie van 1880-1704. f, il til, 33, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Heb dank, Godvruchtigen, door <wien dit Huis
bierfiaat, , Voor 't ruim gefebonken erv\d'HoogMmre
Magißraat, Foor 't geld, veel gever en tenHstLU '
die door 't flerven, n („) Notulb. al, Uvtn f. 9S. 1». "7» **** ..(,
(x) Notulb. der Diaconie va» t«*-l70*' * 'z0»'7' |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'
|
||||||||||||||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN én GODSDIENSTIGE GESTIGTEN. 327
|
||||||||||||||||||
Op de Eetzaal, volgt wederom een Fuur-Daiét-
haard of Stookplaats. In deeze Stookplaat- nie-
fen, komen de oude vrouwen, by koud we- £UDE" dei-, haare ftooven vullen. Na de tweede J£?& Stookplaats, volgt de Kamer van den Bin- Man- nenvader en Binnemnoeder, een ruim vertrek, KEN* en eindelyk, het Comptoir of de Kamer der yUIS.*. Zufieren-Diaconefjen, aan den hoek der Kei- haarde zersgraft. Voor den fchoorfteen is, in een Kamer fraai fchiiderftuk, de uitdeeling van kleeding, ^«i den die, vyfmaalen in 't jaar, door de Zufteren v^ ^ gefchiedt, en de verdere bezorging der oude Binnen- luiden in dit gefügt, konftiglyk, afgebeeld, moeder. Ook hangen hier een Naambord der vafteZus- J™^ teren van dit Huis, en drie Naamborden van conefïhj. allede Diaconeffen. Onder de tweede Vuur- haard, is de groote Kooken, de Provifiekelder, eneenige andere vertrekken. Ook is hierom- trent, aan den zuidelyken bloemtuin , bene- den , het Broodhuis, daar 't brood gefneeden Brood- en gefineerd wordt : en de zogenaamdehuis- Loots der Broederen-Diakenen, zynde eene Loots. ruime kelder, aan de zuidzyde van den ge- melden tuin, van welker gebruik wy, elders (y), gehandeld hebben. Boven 't Comptoir der Diaconeffen , is het flaapvertrek der dienftmeiden, alwaar agt meiden van den Binnenvader en Binnenmoeder, en vyf van de Wafchmoeder haar verblyf hebben. De Wcifch- Wafchmoeder heeft hier by öok een vertrek vertrek- tót haar verblyf, rtaaft welk , de Styfkamer kcn' is, alwaar het Lynwaat voor de oude Vrou- wen , welk, in een groot wafchhuis, bene- den , wordt gewaffchen; gefteeven, geftree- ken, en voorts, op tafels, in verdeelde vak- ken, van 1 tot 430 getekend, in orde gelegd, en, door elke vrouw, op een eveneens ge- nommerd wafchbriefje, waarin de foort van Lynwaat, kortelyk, uitgedrukt is, en van welk de Wafchmoeder een dubbeïd houdt afgehaald wordt. Boven 't Comptoir derProvifie- Diakenen en daaromtrent, is eene Provifie- Kamer.
kamer, eene Kamer, daar de ftof tot kïee-enx"
ding voor de behoeftigen in kaffen bewaard wordt, en eene Kamer, daar de uitgediende Boeken der Diaconie worden geborgen. Hoo- ger, onder 't dak, zyn ruime Turfzolders , Koorenzolders, Kleêrenzolders, en een zol- der , de Veerenzolder genaamd, daar nieuwe bedden gemaakt, en ouden^verfteld worden. In 't agterile gedeelte van' 't gebouw, heeft Woonftg men? een weinig beneden den grond, de^roi)de wooning voor de oude Mannen, voormaals, de Mannen* Mannen-Kdder genaamd. Zy beftaat uit een Eetvertrek ten noorden , en een vertrek waar, ter wederzyde, bedfteden geplaatfl zyn, ten zuiden. Men heeft het getal dee- zer bedfteden, in 't jaar 17Ó5, nog met vyf , , riieu^ (y) III. Deel, II. Bui,', hl, ff},
Tt 2
|
||||||||||||||||||
De kas geen kleine ßut ter rechter tyt deed
erven:
De Broed'ren voor hnnn' zorg,voor Tydver- zuim, en vlyt,
Elk wacht van zyn Talent de Renten'tzy- ner tyt.
Voorts, hangen 'er een fraai' Naambord der
vafte Broederen, wien 't bewind over 't Ge- ftigt, van tyd tot tyd, is aanvertrouwd ge- weeft, en vier anderen van alle de Diakenen. Öok wordt 'er een Predikftoel en Orgel, door een' ouden inwooner van 't Huis, aar- tiglyk, in 't klein, van hout gefneeden, ter zyner gedagteniffe, bewaard. Langs den voor- gevel van 't gebouw, beneden en boven; rondsom de zydvleugels, insgelyks, beneden en boven, en langs den agtergevel, boven alleen, loopenbreedegaanderyen, in welken, de ingangen zyn van de vertrekken der ou- de Vrouwen en der Suppooften van het Huis. De wooningen der oude Vrouwen zyn, door- gaands , twintig voet breed, en twaalf voet diep. Langs den agtergevel, is de Zieken- kamer voor de Vrouwen, op de eerfte Ver- dieping , en daar onder de wooning der ou- de Mannen. Ten zuiden van den gewoon- lyken ingang, aan den Binnen-Amftel, heeft inen eerlt een Comptoir voor den Binnenvader, Voorts, een vertrek, daar de lyken geplaatft Worden: daarna, eene Vuurhaard of Stook- plaats , vervolgens, de Eetzaal der Vroimen, die honderd drie en twintig voet lang en dertig voet breed is; de gaandery,in 't mid- den , affnydt, en in welke, aan negentien tafels, zeventien, voor twintig, en twee, voor twaalf vrouwen ieder, gefchikt, dage- iyks, gc-fbysd wordt. Langs de tafels, Haan, ter wederzyde, lange banken, op welken, de plaatfen, voor elke vrouwe, met klamp- jes, afgedeeld zyn. In het midden der zaa- le , leeft men , op een tafereel, dit vers Van Laükens Bake, Heer van Wulver- florft: Dat Amfiels Weeshuis kweek met zorg de
teere jeugd.
Hierßicht mildadigbeid, die Chriflelyke deugd, Met geld van Helleman en anderen, bewoogen
Tot d oude en arme vrouw, uit liefde en me- dedoogen ,
Dees ruime woonplaats, door Diakens vlyt en trouw.
De Burgervader fchonk den grond tot dit gebouw.
Wie dus, in Jmfierdam, bouwt Zions kerk en muuren,
■Üiens naam zal hout enfleen, zyn lof de tyd %*rduuren.
L. Bake Wol verhorst. i687-
|
||||||||||||||||||
K
|
||||||||||||||||||
«11,
|
||||||||||||||||||
■
|
||||||||||||||||||
328 AMSTERDAMS III. Deel.
DiAco- nieuwen vermeerderd. Het beloopt thans een ze, _ verwiffeld, als wy, hier voor (f),- ten Diac<>
nie- honderd en veertien , en zo veele mannen opzigte van de bedieninge in het Diaconie- ™z' Oude- können'er, tegenwoordig, inde wooning Weeshuis, hebben aangetekend. HetRe-y^oü. wenden der oude Mannen, geplaatft worden. Boven glement, waarnaar het Diaconie-Oude- Vrou-wEN-£iJ Man- dezelve, is de Ziekenkamer der Vrouwen, die, wen- en Mannen - Huis, met eenige kleine Man- ken- eenige voeten naar buiten uit, getimmerd, veranderingen, nog tegenwoordig, beftierd *"^ p.UI,s" _ en in tweeën verdeeld is. Aan elke zyde, wordt, was, reeds op den veertienden Fe- kamer en zyn twee haardfteden. Boven twee derzel- bruary des jaars i63i , door Gecommitteer- ven, leeft men twee versjes van den gewe- den uit den Kerkenraad en uit de Diaconie, zen Diaken D a n i e l W i l l i n ic. In de Zie- ontworpen, en door Burgemeefteren goed- ken-Kamer, zyn drie en negentig bedfleden , gekeurd (c); doch is, in't jaar 1719, ver- en nog vier, voor de dienftmeiden, die de meerderd met eenige punten, die de oude zieken oppaffen. De Ziekenmoeder heeft mannen betreffen. De vrouwen, die in 't Zwak een vertrek by de Ziekenkamer. Uit dezel- Huis worden ingenomen, moeten zyn we- kenkei- ve s komt men, benedenwaards, in de Zwak- duwen, die geene kinderen tot laft, of onder t Vrou" kenkelder^ die ook in tweeën verdeeld, en de vyf en twintig jaaren, hebben, of bejaarde wen. van zeven en veertig bedfleden en krebbén Dogters, die vyftig jaaren oud zyn; vyftien voorzien is. In dezelve, worden vrouwen jaaren te vooren, geduuriglyk, binnen de geplaatft, die niet wel by 't hoofd bewaard Stad gewoond hebben; aldaar tien jaar Lid- zyn , onder 't opzigt van eene Zwakken- maat der Kerke geweefl zyn, en twee moeder , die hierby ook een vertrek , tot jaaren van de Diaconie gënooten heb- haar verblyf, heeft. In 't eerfl, was de ben. Doch van dit laatfte vereifchte , '1S Zwakkenkelder flegts voor dertig perfoonen men , fomtyds, om goede redenen, afge- gefchikt; doch men heeftze, door den tyd, weeken (d). De mannen, die men in 'c merkelyk vergroot (2). In 't onderfte ge- Diaconie-Oude-Mannen-Huis plaatft, moe- deelte van 't gebouw, zyn, aan drie zyden, ten zyn, of weduwenaars, zonder kinderen eenige ruime kelders, die, ten voordeele der tot laft, of bejaarde Perfoonen, meer dan Diaconie, tot Wynkelders en ander gebruik, zeitig jaaren oud; of, zo zy blind, lamj verhuurd worden. Van de Hooifchepen , kreupel, of beroerd zyn, of eenige andere die hier aankomen, en, veeltyds, aan den ongeneeslyke kwaal hebben, ten minfte wal, voor't Godshuis, komen leggen, ge- vyftig jaaren. Zy moeten twintig jaaren niet de Diaconie ook, in gevolge eener Or- in de Stad gewoond hebben; vyfrien jaaren donnantie van Burgemeefteren, twaalf of zes Lidmaat geweeft zyn, en, in beiderlei ge- fluivers, naar dat de fchepen groot zyn, van val, eenjaar onderftand hebben gënooten ieder fchip,'t zy dezelven voor't Huis komen (e). Beide mannen en vrouwen moeten, leggen, of niet. De brand, die, op den tweeden met eene gewoonlyke bediening der Diaco- February des jaars 1726, in 't Oude-Vrou- nie, niet beftaan können. Die 't meefl trek' wen-Huis, ontftondt, verteerde denKooken ken worden 't eerft in 't Oude-Vrouwen-en van binnen, en bragt ook eenig nadeel toe Mannen-Huis geplaatft; zo zy anders de °' aan het dak (a). Doch de fchade werdt, verige vereifchte hoedanigheden hebben-^e fpoediglyk, gebeterd. Tot voorkominge van onderftand van zulken,die onwillig zyn, om diergelyk ongeluk, is'er een brandfpuit in in 't Huis te gaan, wordt gefteld, op twee gul' 't Huis , waaraan, in geval van nood, de dens in de veertien dagen,of, op vyftig g'uldeßs fterkfte oude mannen moeten arbeiden. De 's jaars. Wyders, hebben Burgemeefteren, op Brandfpuit is bok tot dienft van't Diaconie- den tweeden Auguftus des jaars 1720, vet' Weeshuis: en de oude Mannen en eenige klaard , dat vrouwen, welker mannen vyf e0 Weesjongens worden, tweemaal 's jaars, door twintig jaaren waren vermift, zonder dat me11 den Stads Brandmeefter, ten overftaan der 'er iets van vernomen hadt, en dietenmin#e Broederen, in 't gebruik derzelve, geoefend, zeftig jaaren oud waren, als weduwen z°a' Beftje. De beftiering van het Diaconie - Oude- den worden aangemerkt. De Vrouwen eJl ring. Vrouwen- en Mannen-Huis ftaat, even als Mannen, in ditOude-Vrouwen-en Mannen*
die van het Diaconie - Weeshuis , aan zes Huis, draagen, elke foort, eenerleikleedM' Diakenen, en vier Diaconefïèn, te gelyk. Zy doen 'er een maatig handwerk, na# Onder de eerften,zyn ook twee yafteBroe- hunne bekwaamheid en kragten gefchikt* ders: onder de laatften, twee vafte Moe- en behouden't voordeel, welk'er vankornt- ders. De overigen worden, op gelyke wy- ^ (b) BUix,. 32?'
(x.) Notulb. der Diaconie van 1680-1704./. 33g, 340, (',) "and,T* f' 2|?*' ■ * f. "4, it%
35;, 376. ' (d) Notult». der Diaconie van l6to-*39**J} '** •
(a) Notufc. der Diaconie vm i7si- iy3i, f, 363, *1J: v*» '(."V7^-' ?•■ I2'- van x7i"\7I*r.l}i. '
1 ut' J- i"S< £ej Nowl!,, der Diaconie va» nH-W**' >' 4Jl'
|
||||
IV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN. 3 29
Zy moeten elk hun eigen bed maaken, en wittebroodsfap gefchaft• de eene week met Diaco-
mogen geenen fierken drank, noch doove zoetemelk en boter, en de andere week, KrE: koolen in hunne vertrekjes hebben: ook na met zoetemelk alleen, en een boterham toe: y°!*£ negen uuren, geen vuur, noch licht. De 's avonds,eet men bierenbrood met firoop, wen- e# Poort wordt, 's winters, ten agt, en 's zo- en een fneede broods met ftolkfche kaas toe: Man- mers, ten negen uuren,- 's avonds, geiloo- by> welke gelegenheid, doorgaands, omtrent £EN~ ten. De goederen, die de ingenomen Per- honderd ponden kaasverfneedenwordt.Men s' foonen bezitten, of die hun, naderhand, uit f lagt, alle drie maanden, zes verkens, die, eenigen hoofde, opkomen, vervallen, ter- metdefpoelinguitdenkooken, endeoverge- ftond , aan de Diaconie , ten ware zy het fchooten fpyze der oude luiden, worden vet Huis verlaaten , en alles , wat zy van de gemefl. De fpys wordt, in de wooning der Diaconie genooten hadden, vergoeden wil- mannen,enindeZiekenkamerenZwakkenkel- den. Die't Reglement overtreeden, wor- der der Vrouwen, gebragt door de meiden van den , door Diakenen of Diaconeffen , be- den kooken. Bier krygen de oude luiden zó ftraft ; of, zo woorden niet baaten, aan eene veel als zy begeeren. Koffy en thee, die de ou- afgezonderde tafel, de fibandtafel genaamd, de vrouwen inzonderheid, dagelyks, gebrui- met geringer fpyze getoefd (ƒ), of, voor zes, ken, moeten zy zig zei ven bezorgen. Eens twaalf, of meer weeken , in het huis geban- 's jaars, worden zy voorzien van linnen- eil nen; of, voor eenigen tyd, of zelfs, voor wollen-kleeding, kouffen, fchoenen en mui» altoos, ten huize uit gezet. len:.en alle Saturdagen, deelen de Diaco- De fpys,die, in dit Godshuis, voor man- neflèn-, lappen, garen en fajet uit, om de
nen en vrouwen, gefchaft wordt, beftaat, kleederen te verflellen. De Doclor komt, alle ogtenden, in een dubbele boterham, 's eens ter weeke, naar de zieken en zwakken Maandags,wordt 'er,'s middags, gebroken zien, en de geneesmiddelen, die hy voor- gort met zoetemelk, en een boterham, en fchryft, worden, in de Apotheek in't Dia- 's avonds karnemelk met gepelde garft en conie-Weeshuis, toebereid, firoop gefchaft; 's Dingsdags, 's middags, In 't Diaconie-Oude-Vrouwen- en Man- Gods- graauwe erweten met vet en een boterham, nen-Huis, worden, alle dagen, Godsdien- dienft'gë en's avonds, ryflenbry.'s Woensdags,'smid- ftige oefeningen gehouden, 's Maandags, is oefeniIÏ" dags, wordt 'er, naar believen der dienen- 'er Catëchifatieop de Vrouwen-Eetzaal. Ook S~n* de Diakenen en Diaconeffen, en naar 't ge- komt 'er dan een Krankbezoeker by de zie- «e de tyd geeft, opgedifcht: als,'s Zomers, ken en zwakken, 's Dingsdags en Donder- warmoes, of nat met groente en kalfsvleefch; dags, worden de oude mannen , voor den beffen met gerookt vleefch; raapen, met middag, getatechifeerd: en na den middag, verfch, of peulen en tuinboonen, met gerookt leeft een hunner eene Predikatie uit van fpek; fnyboonen met haring, of zoute vifch der Hagen over den Catechismus, hetee- met wortelen: en 's Winters, nat'met ryft en nige Predikatien-boek, welk hier gebruikt gefprengd vleefch, zo lang het niet te zout wordt, 's Woensdags, voor den middag, is; voorts, ook aardappelen en raapen, of doet de Krankbezoeker eene Propofitie of witte of favooikool by 't gefprengd vleefch; Leerrede over den Catechismus, en na den of ftokvifch met aardappelen, 's Woensdags, middag, wordt, in de Zwakkenkamer, ge- ]savonds, eet men bierenbrood met firoop. catechifeèrd.'sVrydags en'sSaturdags, wordt 's Donderdags, wordt 'er, 's middags, groe- 'er, door den Catechifeermeefter, in de Vrou- we erweten met lang nat en vet, en een bo- wen-Eetzaal, den geheelen dag, gecatechi- »erhain toe, en 's avonds, zoetemelk, beur- feerd. 'sVrydags na den middag, leeft een telings, of met tarwenmeel, of met gepelde oud man eene Predikatie in de Zwakkenka- garft, opgedifcht. 'sVrydags, eet men,'s mer, en de zieken en zwakken worden, door middags , witteboonen , met een faus van den Krankbezoeker, bezogt. Voor zulken, boter en azyn, en een boterham toe. Ook die niet ter Kerke gaan, wordt, 's Zondags Wordt dan, aan de oude luiden, zout voor 's morgens, ook eene Predikatie Op de Vrou- degeheele week, uitgedeeld, 's Avonds, wen-Eetzaal gelezen. Voorts, wordt'er, wordt 'er karnemelk, by verwiffeling, of dagelyks, voor en na de maaltyd,gezongen fc-et grutten meel , 0f met haveren gort, en gebeden, en onder 't eeten, een Hoofd- gefchaft. 'sSaturdags, wor(jt 'er, 's middags, ftuk uit den Bybel gelezen, gebroken gort met zoetemelk, en een boter- Alle de oude mannen en vrouwen hebben, haitt toe, en 's avonds, Poespas] of karnemelk 's Zondags, vryheid om uit te mogen gaan! *;n bier, met brood, annyszaad en firoop, Doch in de week, gaan de mannen Maan- §e§eten. 's Zondags, wordt 'er, 's middags dag, Woensdag en Vrydag na den middag uit, en de vrouwen Dingsdag en Donderdag.
(f) Notmb. det Daeonta van I6so.,70+, f% tiZ, 's Saturdags na den middag, heeft niemant
Tt 3 ver-
|
||||
III, Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
33°
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
verlof om uit te gaan, behalve wanneer het Het Cokver s-H o f flaat op.de Héeren- Corve
Voorbereiding ten Avondmaal is, en dan graft , aan de zuidzyde, agter het Oude- alleenlyk na den middag. Vrouwen-Huis, daar het eenen deftigen op- Beic Op den eerften Auguftus des jaars 1765, en ingang heeft, in 't midden van den voor- vanDhjt
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Diaco-
WIE-
OUDE-
Vrou-
wen-en Man- nen- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
waren'er vyf honderd zeven en vyftig oude
vrouwen in dit Godshuis i te weeten, vier |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gevel, die, daarenboven, verfierd is, met zeW*'
de wapens der Stigteren . Corvee en |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
deeze regels van
s van Nidek |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
h
|
c 't \ Ie • nonderd en twintig in de vertrekken, alwaar Trip, onder welken ,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
oude 'er, gemeenlyk, vier, en in enkelen, ook Mattheus Broüeriu
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vrouwen drie en twee by eikanderen gehuisveft zyn, gelezen worden
■ fchoon zy elk eene byzondereBedilede heb- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ben : voorts, een en negentig in de Zieken-
kamer , en zes en veertig in de Zwakken- kelder, 't Getal der mannen beliep toen honderd en veertien, zynde alle de flaap- plaatfen bezet. |
Zo weldoen dank verdiend en armen zorg be-
looning, Druipt C o R v e R s naam enTKi?sop yeders
tong als honing , Door wiens gefchenk, en wil, dit Godshuis
is gebowwt, Dat met haar Wapens pronkt, hun Naam
onfierflyk houd. In de Frontefpies van'den Voorgevel, ftaat
de Zorg voor behoeftige ouden, in hard- fleen, uitgehouwen. In 'c voorhuis van t gebouw, welk, in alles, honderd voet breed, en vyf en tagtig voet diep is, ontmoet men, aan de ooftzyde, de wooning van den Bin* nenvader en Binnenmoeder, en voorts, tef |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XV.
CORVERS-HOF. De Diaconie hadt nu een Weeshuis en
een Oude-Vrouwen- en Mannen-Huis. Doch alzo, in dit laatfte, alleenlyk, onge- huwden van de eene en de andere kunne, afzonderlyk van eikanderen, konden gehuis- veft worden , werdt de Godsvrugt en Liefd |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stigting
van Corvees ■
Hof. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
daadigheid van een trefFelyk Paar gehuwden wederzyde, twee beneden - wooningen der
hier ter Stede bewoogen, om eene aanzien- behoeftigen, en een trap naar de boven- lyke fomme te fchikken, tot het fligtenvan wooningen. De eerften zyn, zo in't Voorhuis, een Godshuis, waarin ook oude en behoef- als rondsom de Binnenplaats, in alles, agt- tige Egtgenooten zouden können geplaatft tien, de tweeden zeftien in getal, waaron |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
der egter ook de wooning voor den Binnen-
vader en Binnenmoeder begreepen is. Drie der Bovenwooningen , aan de weftzyde van 't gebouw zyn, in t jaar 1757, gefligt, uit eene gifte van Vrouwe Anna Eliza- beth Geelvinck, Weduwe van den Heere Jan Lucas Pels en Vrouwe van |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
worden. De Heer Mr. Jan Corver ,
Schepen, Raad, en Kolonel over een Rege- ment fchutteren hier ter Stede, de Diaconie tot zyne erfgenaame gefteld; en zyne Huis- vrouw, Vrouwe Sara MariaTrip, aan dezelve, een Legaat van dertig duizend gul- dens , tot zulk een einde, gemaakt hebben- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de ; werdt een gedeelte van het erf, welk, Hoogelande , in de plaats van een' Kooren-
door de Stad, tot het Oude-Vrouwen-Huis^ zolder, gelyk, in den weftely ken binneng^e', gefchonken was, en nog onbetimmerd lag, door deeze regels, te kennen gegeven wordt: tot eene plaats voor het nieuwe Godshuis, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
afgezonderd. Men ving, in 't jaar 1721, aan
met graaven. De Prefident der Diakenen in der tyd, l/aak Warnfink, leide den eer- ften fteen aan 't gebouw: 't welk, door den Heere Burgemeefter J a n T r i p , geweigerd |
Had Corvers ryke Jorge en Trips dit Huys
eeß&* , r.ft
Vrouw Hoogeland e's ^lP
Heeft, in dit armen-flifi, Tot een gedagtenis, drie Hutten opgerigt* |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
was {£). In 't volgende jaar, werdt de tim-
mering van het zelve fterk voortgezet: in't ,. T3- 1 nn jaar 1723, werdt het Huis tot ftand gebragt, 0ver eene "ette vierkante Binnenplaats, °1 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nen zuilen, gefield zyn, treedt men, opwaart
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ben ruim'vier en zeitig'duizendvkr'honderdguldens beloopen. En de erfenis van den
|
nen, die \ opzigt over dit Huis hebben-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Heere Corver, na aftrek der Legaaten, en zien Ult °P den gr00£en Boomgaard ag
der koften eener deftige Grafftede, in de Diaconie-Oude-Vrouwen- en Mannen1-^ Kerke van de Beverwyk, meer dan een hon- De fchoorfteenmantel van het eene * ^ derd en zeitig duizend guldens. met de Papens der Stigteren, Co* . |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Trip.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ook bewaart men, * het anae
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
d) Notuib. der Diaconie ■*«» 1721-1738. ƒ. s*, sj. derzelver gefchilderde afbeeldfek,neven'
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dat
ra«
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
!V. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN. q a t
ÜäK ««■ vanden Heere Gerrit Cor ver, Heere bewooners van Corvers-Hof mWdP*1d p, „
vanVelfen, en Burgemeefter deezer Stad, deeze buitengewoone uitdeelina is Vom Ho™'
van wien de Diaconie zeer groote weldaa- tyds meerder, en fomtyds minder naar tvds den genooten heeft: welker gedagtenis, on- gelegenheid. De bewooners van Corvers-Hof veranderen, ook vernieuwd wordt, ineen hebben vry gebruik van Doflor, Chiniravn *Wg zinnebeeldig Schilderftukje van Louis Apotheker en geneesmiddelen der Diaconie' Hl Erichs du Bourg. Die met de bovengemelde bedeeling niet be- \e' De-beftiering van Corvers-Hof ftaat aan zes ftaan kan, wordt, uit de gemeene Kas dei-
Gecommitteerden uit de Broederen Diakenen, Diaconie, verder onderfleund ; mids zulks zynde, gemeenlyk, den Scriba, den Groot- vooraf, door de Broeders, die de beftierin<r' boekhouder, tweePrefidenten der weekelyk- van 't Godshuis hebben, aan de groote Ver^ jche Commiffien, Praefes een en negen, en gadering der Diakenen, verzogt worde. Wan- de vafte Broeders uit het Weeshuis en Oude- neer een der twee Egtgenooten overlydt, Vrouwen-en Mannen-Huis, die in het twee- wordt de nablyvende , terftond , of in 't de jaar van hunnen dienft zyn. Zy vergade- Oude - Vrouwen-, of ia 't Oude-Mannen- ren, eens om de veertien dagen, en blyven Huis der Diaconie overgebragt. Het inbren- gen jaar in deeze Commiffie. Zy houden af- gen van Partyen in 't Corvers-Hof gefchiedt zonderlyke rekening'van de inkomften en uit- door de Broeders - Diakenen, volgens zekere gaven van het Godshuis. De eerften beftaan, beraamde beurtorde , beginnende m r d Voornaamlyk, uit de intrcfl van de hoofdfom- Groot-Boekhouder en Scriba d' f rne, die, na 't volbouwen van het Huis, van eene party inbrengen: Voorts,' de tw pen de erfenifTe overgefchooten is, en uit de huu- fidentcn-6o?zo?w of Praefes een en Praef- ren van verfcheiden' kelders en zolders van 't gen, insgelyks, famen eene party daai-nT gebouw,die, tot berging van Koopnlanfchap- de twee Broeders van de Weeskamer &m*n pen verhuurd worden. Wyders, doen zy eene party, wyders, de twee vafte Broeders van hunne befhenng rekening aan de groote van het Weeshuis, van gelyken eene mrrv- Vergadermg der Broederen-Diakenen, zowel zo ook de twee vafte Broeders van het Od als de Broeders, die, tot de bediening in het Vrouwen-Huis: daarna de dertio- Broeder-" Weeshuis en in het Oude-Vrouwen- en Man- de vyftien Bezoekboekjes, loopende van L^Üäk hen-Huis, gemagtigd zyn. In Corvers-Hof, tot L'. P., ieder paar Broeders eene party .-'en borden, door de Broederen Diakenen, geene eindelyk, de Seconde-Boekhouder en de Ad- andere Perfoonen ingenomen, dan Mannen junftvande Weeskamer, famen eene party. e« Vrouwen , aan eikanderen gehuwd , de De partyen worden eerft aan de groote Ver- een ten minfte zeftig, de anderen vyf en gadering voorgefteld, die de Gecommitteer- yltig jaaren oud* Zy moeten een van beide den tot de beftiering van Corvers-Hof mag- wintig, en de andere vyftien jaaren, hier ter tigt, om'er onderzoek op te doen waarna atede, gewoond hebben: ook moet een van zy, de vereifchte hoedanigheden hebbende „nnVJ^ a' Cn de andere tien Jaaren> Lid- worden aangenomen. Doch zes woonrad maat geweeft zyn en in alles,ten minfte twee worden, door de bloedverwanten vandeSdl jaaren, door de Diaconie, onderfleund zyn -ters, vervuld, die 'er thans, gemeenlvk vr geweeft. Voorts, moeten zy geene kinderen wen plaatfen. Binnens huis, ftant hV™ g laft hebben. Ieder Perfbon geniet, jaar- over 't Hof, aan een' Binnenvader e R,? g' *yks, twee en vyftig guldens: de helft in geld, moeder, Man en Vrouw zond™- uïï ^ de wederhelft, in de volgende waareit laft, » tWrfü^^S^&S Ëenhalfv; A A Mti r De Poort van Corvers-Hof, wordt's wimers
Ied»r vL • ?dcd B0ter' t0t f?-'--ten Qegen,en 's zomers ten tien uurengefloo-
5 ftuive • n,eenbr00dVan ten' Ellna tienuuren> maS memant vuur, Twin tip; nerS'riis ~ '" ' " 6:10:- op den haard noch in flooven, noch licht aan
Aan kleed en tUrf * ' " " 4:IO:~ neDben. Het Reglement, waarnaar het Huis m§ - - - . 8: - :- beflierd wordt, is, den twintigften July des ■
ƒ26: - •* - Broederen-Diakenen, vaftgefteld , en komt
b0cn j fc', j. " in't voornaamfre, overeen, met het Reglel afsreHno,! Kleecll"S w°rdt, om de twee jaaren, ment voor het Diaconie-Oude-Vrouwen- en
Wvdpi ' en, !°0pt &n zeftien guldens. Mannen-Huis. ^oedll' *!?, n Cr' naar 'c goedvinderi der De Diaconie heeft eene B a k k e r y en eP ^
tVf^Z Ti,r ir l doorgaands, des zomers ne B r o u w e r y. Uit de eerfte , worden t ?Z°nie' fen^aal kalfsvleefch, en des winters, kaar- behoeftige Ledemaaten van brood, en ïSAS- en i-UnL' jutters- en kruideniers - waaren, beide, het Weeshuis, het Oude-VrnmJn «*'?• vleefch om in te zouten, aan de en Mannen-Huis en Corvers-Hof, vanibtood en
|
||||
332 AMSTERDAMS III. Deel,
|
|||||||
WAALE&.en bier, voorzien. De Bakkery, in welke, Vanagteren, hadt het huis zynen uitgang waai^'
Wees en met zes ovens gebakken wordt,ftaat agter de op de Lauriergraft, aan de noordzyde,door Webï•« Vuou- Nieuwe-Kerke, op het zogenaamde Bkauwen- eene hardfteenen-Poort, boven welken, eene O"^' |
|||||||
wen- en erf- Zy is, met verlof van Burgemeefteren , duif en eenige weeskinderen waren afge- WEIf-<*
Man- in 't jaar 1674 , opgeregt (b). De Bakker beeld. De eerfte Regenten, Jean Hochepied MaN' ®EN" doet, federt het jaar 1741 , eed aan Bürge- en Mei de Horipon, Ouderlingen, en Jan *>*■*' ms' meefteren (t). DeBrouwery, tot welke, de Bagelaar en EJaias Cafielein,Diakenen,hiel-IiulS' Stad den grond gefchonken heeft (£), ftaat den hunne eerfte byeenkomft in dit Huis, . op de Prinfengraft, aan de zuidzyde, op den op den negen en twintigften May des ge- hoek van den Biwnen-Amftel. Zy is, in't jaar melden jaars, en fielden, ten zelfden tyde, 1688 , opgeregt. Men brouwt hier bier van een Reglement voor het zelve op, welk nog, garft, boekweit en hoppe, omtrent zes en dertig in de voornaamfte opzigten , onderhouden reizen in 't jaar, en telkens vyftig ton. Ik wordt. Op den eerften July daaraan, kwa- vind ergens aangetekend, dat de Diaconie, in men de Weezen in 't Huis. De inkomften 't jaar 1731', een honderd zes en zeftig dui- van het zelve kwamen toen, alleen, uit de zend zes honderd brooden , aan behoeftige winften der kinderen, en uit de Collecten in Ledemaaten buiten de Godshuizen , heeft de Kerke. In 't jaar 1635 , werdt alles, uitgedeeld; en dat 'er, in 't Weeshuis, drie wat i: in. de week van 't eerfte Avondmaal, en veertig duizend zes honderd twaalf; in 't geeollefteerd werdt, tot onderhoud van 't Oude-Vrouwen- en Mannen-Huis, drie en Weeshuis gefchikt. Doch in 't jaar 1640, vyftig duizend vier honderd agt en twintig, vonden Diakenen geraaden, 't geld vandee- en in 't Corvers-Hof, z:even honderd vier en ze Collecte te brengen in de gemeene kas veertig brooden gebruikt zym Uit de Brou- der Diaconie, en zig te belaften, met de werye, zyn,in't jaar 1733 , negen honderd onderfteuning van het Weeshuis, wanneer zes en dertig en een halve ton bier, in 't het te kort komen mögt. In 't jaar 1669, Oude-Mannen- en Vrouwen-Huis; agt hon- heeft het Weeshuis den laatften onderftand derd vyf en tagtig ton, in 't Weeshuis; ze- uit de kas der Diaconie ontvangen, ven en vyftig ton, in de Bakkery, en zes Doch \ leedt nog geene veertig jaaren na 0$ en twintig ton, in de Brouwery, gebruikt, de opregting , of dit Huis werdt veel te^a' klein bevonden. De dubbele Kerkenraad, teo>
XVI. uit de Predikanten en dienende Ouderlingen en Diakenen beftaande , befloot dan, het
WA ALEN-WEES- en OUDE-VROU- Huis, tot burgerwooningen,te verkoopen,
WEN- en MANNEN-HUIS. en, met bewilliging van Burgemeefteren en
Raaden, die 'er den grond toe vereerden (/),
Oudfte TTVe Walfche Gemeente was, hier, al vee- een nieuw Weeshuis op te regten op de Vy- Waalen- ^J Ie jaaren, in ftand en bloei geweeft, zelgraft, tüffchen de Prinfengraft en eerfte ^ huisdiertoen ^aare Kerkenraad ; befpeurende , dat Weteringsdwarsftraat. Op den negen en 0^ ter Stede, veele arme Ledemaaten kinderen nalieten, twintigften Oef ober des jaars 1669, werden ",„ ƒ die, om dat de ouders geene burgers ge- de twee eerfte fteenen aan 't nieuw gebouw n{ey weeft waren, niet in het Burger - Weeshuis gelegd, door Paul Goudin den Zoon en Sara rf^fl konden worden geplaatft, en, als van Le- van Raey, Zoon en Dogter van twee Re" q^' demaaten gefprooten, niet gevoeglyk, aan genten, gelyk, uit een opfehrift, voor den ^'^ de Aalmoeffeniers konden worden overge- fchoorfteen in de Regenten - Kamer, blykt- ^, geven; in't jaar 1631, te raade werdt, met In de Lente des jaars i67i,washetgebou«r^ bewilliging van Burgemeefteren, een Wees- voltooid, en op den twee en twintigften A' $$" huis op te regten, onder 't opzigt van vier pril, werden de kinderen, uit het oude Hü^s Gecommitteerden , twee Ouderlingen en in de Laurierftraat, overgebragt in het nieu" twee Diakenen. Men verkoos, hiertoe, een we, welk, dien zelfden dag, met eenepleê' erfinde Laurierftraat, aan de zuidzyde, om- tige redevoering van den Predikant Louf trent in 't midden, tuffchen de eerfte en Wolzogen, die in de Waaien-Kerke gefchi^" tweede dwarsftraat, alwaar, uit vrywillige de, Gode was toegewyd. De dienende ^e', giften en Legaaten van eenige oude Leden genten waren toen Antoni Warin en PaU der Gemeente, een gebouw, met drie voor- Goudin, Ouderlingen, en Jean du R°'l^t gevels, geftigt werdt, welk zynen ingang Jeremias van Raey , Diakenen. VaU , hadt, door eene Poort, die nog in wezen oude Weeshuis, welk in't begin des ê£^l is,en è&Waalen-Weespoon genaamd wordt, den jaars 1671 verkogt was,is alleenly*
ge-
(h) Notulb. der Diaconie van I«s8-1680. ƒ. IJ8, ïSS. f jjf
(i) Groot-Memor. N. IX. ƒ. Z73. f') Refo!. Vioedfcll. L'. F. IJ J»nn»rj ^69- i"
(y Refol. Vioedfch, U, S. 26 Maart 1688. f.ys. vtrfi.
|
|||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN. 333
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
w
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
V^ER-gedagtenïs overgebleeven, in den voorge- ■ Op 't arme weeshuis van de Walen,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Waalew-
Wees- en Oüde- Vkou- WEN-e» MAN-
NEN- Hurs.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
'J!£S.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wiens laß nog aengroeit jaer op jaer,
Wanneer 't ontfangt met open armen Die arm zyn zonder hunne fchult,
De Weeskens, die om nooddruft kermen ; En voedt hen op met groot gedult
In tucht en eèrelyke zeden. Wie zietze zonder fchreien aen ?
Heeft Krifius arm voor ons geleden, Wie kan voorby dees kribben gaen
En flauen, zonder met de Wyzen Te offeren een luttel gout,
Om 't naekt en kongrigh kint tefpyzen , Dat in dit Betlehem verkont ?
Ay zorght niet, dat de f chatten minderen, Die gy aen Godt op woeker geeft,
Door vreemde en ouderlooze kinderen. Gedenkt dat Godt hun Vader leeft,
Die in uw weldaet wort geprezen, En 't goet dat nimmer zal vergaen.
De zuivre Godsdienfi is den Weezen In hun ellende by teßaen («)•
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
DüDe'£'j melden naam van Waaien-Wees-Poort, en
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
N--
N en
s
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
in dien der twee Weespaden, in de tweede
dwarsftraat, tuffchen de Laurier- en Roo- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
zenftraaten. In 't zelfde jaar 1671, begon
men, in 't nieuwe Weeshuis, Wollen- en Linnen-kleedinge; in't jaar 1674, brood, en in 't jaar 1688, ook turf uit te deelen aan de behoeftige Leden der Walfche Gemeen- te, 't Gebouw was, in 't jaar 1683, ver" groot, met een' geheelen vleugel langs de |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
eerfte Weteringsdwarsftraat, die tot een
' Oude - Vrouwen - Kuis gefchikt werdt. Het gantfche gebouw werdt, in 't jaar 1720 , met een' yzeren leening omringd. En in 't jaar 1726, werdt een op zig zelv' ftaande vleugel van 't Huis langs de Prinfengraft , met het lighaam van 't gebouw, vereenigd, en, nevens de zolder boven de Bakkery, 'met toeftemming van Burgemeefteren, be- kwaam gemaakt, tot een Oude-Mannen-Huis, alwaar zes en twintig, en, des noods, twee |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
en dertig oude mannen können geplaatft
worden. De eerften kwamen 'er in, op den Hierna volgt de Kamer van den Binnenva- eerften November des gemelden jaars,en 't der en Binnenmoeder; dan de Linnen-naai- geftigt werdt, op den twintigften, met eene winkel, en vervolgens de Kamer der Re- Leerrede over 2 Kor. IX. 14., die , in de gentellen, in welke, voor den fchoorfleen, groote Waaien-Kerke; en met gebeden en drie der eerfte RegentefTen zyn uitgefchil- Vermaaningen, die, in 't Huis, door den derd. Aan de züidzyde van't gebouw, langs de Predikant Joannes Boddens , uitgefproken Weteringsdwarsftraat, is de Eetzaal [Rcfec- werden, plegtiglyk, ingewyd. In Novem- toir\ der Meisjes, waarop die der oude t>er des jaars 173*3 ■> zvn °°k eenige Wal- Vrouwen volgt. Voor deezen, zyn zeven henzen in 't Huis ontvangen. Wy komen beneden- en agt boven-vertrekken gefchikt; |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
*iu tot eene byzondere befchryving van
gebouw. Het W aal en - Wees- en Ou de-
Vrouwen- en Mannen-Huis is een |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
de meeften voorzien van twee bedfteden,
en uitziende op de Weteringsdwarsftraat. In 't weften is, beneden, de Ziekenkamer der oude Vrouwen, waarin eene haard en vier |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
deftig, vierkant gebouw, met twee ingan- Ledekanten zyn. DeJongens-Eetzaal is, aan
gen op de Vyzelgraft. Door den eefften, de noordzyde van 't oude gebouw, langs de treedt men in't Jongens-Wees- en Oude- Prinfengraft, naar welke, die der oudeMan- Mannen-; door den tweeden, in 't Meisjes- nen voigt. In een klein marmeren tafereel, Wees- en Oude-Vfouwen-Pluis. In 't eerfte, voor den fchoorfleen der zelve, flaat dit op- ontmoet men, in een' ruimen gang, terlin- fchrift, in vier regels: jterzyde of zuidwaards, de Regenten-Kamer, m welke agt Regentenftukken geplaatft, en P- Couturier: G: Mottet: J: Bargignac &
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
onder anderen, de Regenten, die, in 't jaar
$709, dienden,konftiglyk,doorArnoldBoo- maifon; ont projetté et achevé, par la he-
nediction du Seigneur, dans vi. mots, cette
edifice de Charitê , confacré h Tufage des pauvres Vieillards. Il a eté dediê Le EX Novembre 1726. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
nob
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bede voor het
W ALEN-WEESHUIS.
t'Am sterdam.
Aan alle Chriftenen. °c* het uw mededogen flrakn °P dees van elk vergete fihaer, (m) VAN Gool Schoub. I. D<el , bl. 3ÓI#
II. STUK.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
dat is;
„ Filips Couturier , Willem Mottet, Jan
n Bargignac en Willem Clermont Joannes- „ Zoon, Regenten van dit Huis, hebben „ door 's Heeren zegen, dit Liefde-geftiot' f») VONDELS Poëzy I. Deel, bl. 47-, ^ '
Vv
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
334-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Waalen-
Wees en Odde- Vaou. wen- en Man- nen- huis. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
welk, ten nutte van behoeftige oude man- dienen. De Regenten; beftaande uit twee W
|
WEES-51
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nen, geheiligd is, ontworpen en volbouwd, Ouderlingen en twee Diakenen, dienen twee vv ^
*__ 1 . 1 _ ___ ______ 1__ TT-*.* _1___"_______« J „ ~L •__1 1 ____*.',-,,.------- f^\.% Anf- ^ -
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in den tyd van zes maanden. Het is, den jaaren: doch, jaarlyks, gaat 'er een Ouder- Vß0lr.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
twintigften November des jaars
ingezegend.'' |
1726, ling en een Diaken af. De Regenteffen, van wen-<"
welken 'er, jaarlyks, maar ééne afgaat, bly- Ma*- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
55
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ven drie jaaren in dienft. De groote of drie- *^
ledige Kerkenraad der Walfche Gemeente, uit de Predikanten, en dienende en afgaan- de Ouderlingen en Diakenen beftaande, ver- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De wooningen of vertrekken voor de on
de Mannen zyn veertien in getal, zes be^ neden, en agt boven. Ook heeft de Bewaar |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
der der oude Mannen, hierby, een vertrek; kieft, in January, terftond na de plegtige
gelyk de Bewaarder der oude Vrouwen ook beveiliging der nieuwe Ouderlingen en Dia- eene kamer, by de Ziekenkamer derzelven, kenen, twee Regenten en eene Regenteffe, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in de plaats der afgaanden. Van de Regen-
ten wordt 'er een, uit de aankomende Ou- derlingen , en een uit de aankomende Dia- kenen , verkooren. Doch niemant wordt Regent, wiens huisvrouw in daadelyken dienft is , als Regentes. Ook wordt de huis- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tot haar gebruik heeft. De Ziekenkamer der
oude Mannen in 't weiten is van eene haard- ftede, en vier bedfteden voorzien. De gan- gen, in welken de wooningen der Oude- Mannen en Vrouwen uitkomen, hebben hun uitzigt op eenen aangenaamen tuin en boom- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gaard , die tuffchen de twee weftelyke vleu- vrouw van eenen dienenden Regent, nitft
gels in legt. De Jongens en Meisjes hebben mer, tot Regentes verkooren: beide, in ge' ieder haare Binnenplaats, die , door eenen volge van een befluit des Kerkenraads van open gang, ter wederzyde met eene deur den dertienden January des jaars 1709. Pe geflooten , van eikanderen, afgefcheiden nieuwverkooren Regenten en Regentes wor- zyn. Aan elke zyde, is, tuffehen de eerfte den, door eenen der Predikanten, by beuï' en tweede Verdieping, eene kamer, daar de te, op den eerftvolgenden Vrydag , in '£ befte kleederen der kinderen, afzonderlyk, Weeshuis, plegtiglyk, in dienft gefield. #° bewaard worden. En op de tweede Verdie- een der Regenten binnen 's jaars overlydt» ping, zyn de Slaapkamers [Dortoirs] en Zie- kieft de dubbele Kerkenraad eenen anderen |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in zyne plaats. De Regenten vergaderen»
gemeenlyk,eens ter weeke,des Vrydagsna den middag, in het Huis, om zorg te draagen voor 't gene deszelfs beftiering betreft. Zy |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kenkamers der Jongens en der Meisjes. Inde
Jongens-Slaapkamer, zyn vyftien, en in de Meisjes - Slaapkamer , veertien bedfteden. Naaft de Meisjes-Ziekenkamer, is een ver |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
trek der Regenteffen, verfierd met twee of koopen ook het graan tot de bakkery, de
drie fchilderftukken; alwaar uitdeeling van turf en de ftoffen tot kleeding voor de be |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hoeftigen. Zy mogen geene Weeskinderen
in 't Huis ontvangen, dan die, wettiglyk, gebooren zyn van eenen Vader en Moeder, beide Ledemaaten der Walfche Gemeente, en hun, door de Broederen-Diakenen, w°r' den aangebooden. Zy befteeden de Wees- jongens op een bekwaam ambagt, zig daar- in, zo veel betaamlyk zy, fchikkende naar derzelver verkiezinge. Zonder bewilliging' den dubbelen Kerkenraad , mogen zY |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kleeding aan de behoeftigen gefchiedt: entegen over dezelve , is de Wollen - naai-
winkel. Twee of drie vertrekken, beneden en boven, dienen tot bewaaringe der ftof- fen tot kleeding. Ook heeft de Moeder of Bewaarder der kleine kinderen , op dee- ze hoogte der tweede Verdiepinge , eene kamer. Onder 't Eetvertrek der oude Mannen , is eene fchoone Bakkery , al- waar , in twee ovens, driederlei brood ge- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bakken wordt. By dezelve, is eene Builery, geene merkelyke verandering maaken, aart
en een vertrek, alwaar de Diakenen, wee- 't gebouw. Ook moeten zy, jaarlyks, ref kelyks, uitdeeling van brood aan de behoef- kening van hunne beftiering doen, aan dert tige Ledemaaten der Gemeente doen. Het drieledigen Kerkenraad. De _ Regenteip0 Huis is, wyders, voorzien van eenen ruimen draagen zorg voor de huishoudinge, en zie° |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ft
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kooken, Provifiekelder, Turf- en Kooren-
zolder en andere vertrekken, tot nuttig ge- bruik. In 't jaar 1757 , zyn , op koften van de Turfdraagers, twee windwyzers ge- field op 't Huis, welks noordelyke zydge- vel tegen over de Turfmarkt ftaat. Ook is deeze zelfde vleugel, in 't jaar 1761, mer- kelyk verbeterd. |
de huiffelyke rekeningen naar. . ■$$
De voornaamfte Bedienden van het HulS va^V
zyn een Binnenvader en Bhmenmoeder, man ji^f. en vrouw, een Bewaarder [Gardien] ^"f^ Mannen ; eene Bewaarfier \Gardiennc] «ei $& oude Vrouwen, en eene Bewaarfier der kleine 0ü&^ Kinderen. De Binnenvader moet de Regen- jy> ten, en de Binnenmoeder de Regentellen, &■ |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Beftie-
ring. Regen- ten en Regen- tessen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De beftiering van het Huis ftaat nog aan alle Vrydagen, berigten, wat 'er gewigüg>0uj
vier R e g e n t e n en drie R e g e n t e s s e n; in 't Huis voorgevallen is. Zy jnogen n°0^ ^ |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
behalven op
Zon-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IV. Boek GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN,
|
335
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
w
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
"VV^n-Zon- en Feeftdagen. De Binnen vader móet Maart des jaars 1679, herzien, en goedje-Eng
Qi%]en de kinderen den Catechismus leeren, enze keurd , door den drieledigen'iverkenraad.sche |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
naar de Kerk geleiden. Ook houdt hy, da-
gelyks, ïchool voor de kleinen. Hy levert het graan tot de Bakkerye aan den Molen, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wees en
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De opregting van 't Oude - Vrouwe
heeft 'er, naderhand, eenige verand |
n - Huis n
UUDE-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 u/s--, -.—-ermg in vR0U.
gemaakt; en toen het Oude-Mannen-Huis wen-
opgeregt was , werdt de Predikant, Jean IIü'I3< Brut el de la Rivier e, door den, dubbelen KW- kenraad, gelaft, om eenige nieuwe gebeden voor het Huis op te ftellen, en den verou- derden ftyl van het Reglement te befehaa- ven. 't Een en 't ander is, door hem, ge- fchied, en, by den dubbelen Kerkenraad, op den zeftienden September des jaars 1727, goedgekeurd (0). Het jongfte Reglement heeft veel overeenkomft met de Reglemen- ten voor de Nederduitfche Gereformeerde Diaconie-Wees-en Oude-Vrouwen- en Man* nen-Huizen. 't Getal der Weeskinderen in 't Waaien- Getal der
Weeshuis was, m 't jaar 1690, vier en tag-Weezen tig, tweeen veertig Jongens, en twee enenoude veertig Meisjes : in December des jaars Vr9"wen 1740, telde men 'er drie en zeitig in alles, nen. ' en in July des jaars 1765, waren'er negen en. twintig Jongens en agttien Meisjes, en twee en twintig oude Mannen, en twee en der- tig oude Vrouwen. Burgemeefteren hebben, op den agttienden December des jaars 1704, toegedaan, dat men de Weezen der Fran- fche Vlugtelingen, in het Waaien-Weeshuis, plaatfen mögt. Zy worden, uit den onder- ftand der Stad, ten behoeve dier Vlugte- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sar.
|
houdt 'er aantekening van, en ook van 't
brood, welk'er van gebakken wordt; hy |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
helpt den Diaken in 't uitdeden van 't brood,
en deelt ook de turf uit, op een briefje der Diakenen. Hy en de Bewaarder der oude Mannen moeten, eens ter maand, de kas- jes der oude Mannen en Weesjongens naar- zien. Gelyk onderzoek gefchiedt ook, om- trent de kasjes der oude Vrouwen en Wees- meisjes , door de Binnenmpeder, en door de Bewaarfter der oude Vrouwen. Wanneer de Binnenvader fterft, is zyne vrouw ver- vallen van haare bediening in 't Huis. De oude Mannen, die in 't Huis ontvan-
gen worden, moeten ten minfte vyftig jaa- ren oud , ongehuwd , erkende Leden der fy^rou- Walfche Gemeente zyn, en van de Diaco-
nie genooten hebben, 't Staat hun vry,tus- fchen de maakyden, tabak te rooken;doch nergens, dan op de Plaats, of onder de Eet- kamer, 's Winters, wordt 'er vuur voor hun aangelegd, in de Eetkamer; doch de Be- Waarder alleen heeft regt over de tang. 't Gene zy bezitten, wanneer zy in 't Huis ko- men en 't gene zy, met eenig handwerk, Winnen, terwyl zy 'er zyn, komt ten voor- deele van het Huis. De oude Vrouwen wor- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den , volgens de Reglementen der Diakenen, lingen, onderhouden,
door dezelven , met toeftemming der Re- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
genten , in het Oude - Vrouwen - Pluis ge-
plaatft. De Bewaarder der oude Mannen Wordt, door de Regenten, verkooren. Hy is, te gelyk , Poortier. Ook leeft hy de Schriftuur en de gebeden voor de oude Man- nen , en maakt zyn werk van het onder- houden der vrede en goede orde onder de- |
XVIL
ENGELSCHE WEES- en OUDE-
VROUWEN-HUIS. De Engelfche Prcsbyteriaanfche Gemeen- Opreg
te dcezer Stad, die talryker plagt te tingen yn , dan zy tegenwoordig is , heeft ook Befchry- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
te
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zelven.
De Jongens en Meisjes mogen niet in
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ving vun
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1651, geraaden gevonden
|
, hier^t En-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ter Stede
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fl'^1%. Sanders vertrekken komen, noch eenige
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ci,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
, v-^ii Wees- en Oude-Vrou-gfi^che
wen-hu is op te regten, waartoe zv. on Wees- en
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
et gemeenzaamheid famen hebben. Ook mo-
gen zy, zo langze in het Huis zyn, zig, door geene trouwbeloften $ aan eikanderen verbinden. De bovenkleeding der Jongens en Meisjes is rosverwig Laken. Alle deBe- wooners en Bewoonfters hebben, federt het jaar !747j> eene ongewoone rykelyke mäal- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den zevenden January des gemelden jaars, °™£
vier huizen, in 's Heeren Executie, gekogtWEN." heeft: twee van welken zy, federt, tot een Huis. Godshuis, bekwaam heeft gemaakt. In het zelve, worden kinderen haarer Ledemaaten en oude behoeftige Vrouwen , die , insge- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eener maakinge v
•B e e c cl , HuisvroMelchior deRUysch die
»en Regentes geweeft Js. Zy wordop den Verjaardag haarer begraafenig den zes en twintigen April, ge*£»- eerfte Reglement, Waar naar h
ffiS* Z aIIeenlYk een Weeshuis wera ^erdt, was, op den nege
|
lyks, Ledemaaten zyn, geplaatft, en van on
derhoud verzorgd. Het ftaat op de Looijers- graft, aan de zuidzyde, en is, in 't jaar 1750 merkelyk vertimmerd. Boven den ingano-' die, eenigszins, beneden den grond is, ft££ twee Weeskinderen ,' een Jongen en een Meis-
ras, De- w(#) r#jr« Ordres & Regiem, de la Maifon des Orphelin« ntienden ■&c- £dn-de 17«°. y«««»»
Vv 2
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS IILDeel.
|
||||||||||||
33<5
|
||||||||||||
In 't midden van deeze Plaats, die met boo- Lutbe*'
men bezet is, en , 's avonds, door tien lan- ^"3. taarens, verlicht wordt, legt een bleekveld, HU1S> omringd van een agtkantig houten hek. Voor den noordelyken gevel van 't gebouw, die, van een uurwyzer en flagklok voorzien is, is, in de Plaats, een groot fteenen compas gemetfeld. Langs den ooftelyken vleugel van 't ge- bouw, ontmoet men, eerit, de tuooning van den Binnenvader: voorts, een Poortaal, welk, voor een Spreek- en Betaalvertrek der Re- genten, dient; en daarna, de Regenten-Ka- mer, een fraai, lugtig , behangen vertrek, met een' Engelfchen fchoorfïeen , verfierd met de wapens van eehige Regenten, 't Schoorfteenftuk , het Loon der Weldaadig- heid vertoonende , is door Quinkhard ge- fchilderd. 't Zolderftuk en een groot Re- gentenftuk is gedaan, door een' Jongeling, die in het Weeshuis opgevoed is. Voorts, is hier , onlangs, het Stamwapen van Vrou- we Johanna Maria Cromhuysen, en van haaren Egtgenoot, den Heere Mr. Melchior ten Hove, ter gedagteniffe haarer uitfteekende milddaadigheid aan de Luther- fche Wees-armen, in eene fraaije vergulde lyft, opgehangen. Onderde vertrekken ,van welken wy gefproken hebben , zyn eene School voor de kleine kinderen, een Schoen* maakers - winkel, en de Provifie- en Bierkel- der. Uit de Regenten-Kamer, treedt men, onmiddelyk, in de groote Eetzaal, alwaar ook de kinderen, alle Maandagen, door ee- nen Leermeefter, en, op den eerften Maan- dag in elke maand, door een' Predikant, gecatechifeerd worden. Boven den ingang der Eetzaale, van binnen, leeft men: De Weezen fpreeken:
O aangenaam verblyf, wie zou u niet waar-
deeren? Hier laat liefdaadigheid ons nimmer iets ont-
beerën Fan''t geen tot onderhoud van't lighaatnnoo- dig is. Hier wordenwe opgeleid, tot eedle deugdbf
trachting, Hier flerkt men ons gelooft en onze heiher'
wachting: Zou hier de troon niet zyn der maare er- kentenis ? Onder de Eetzaal, heeft men, onder ande-
ren , het Broodhuis, alwaar het brood gebragt, en tot boterhammen gemaakt wordt- En boven de Eetzaal en Regenten-Kamer - zYn de Wafch- en Droogzojders, daar de gewas- fchen kleederen opgedaan, en gedroogd wor-> den. In 't ooften, zyn ook, doch laager.de Schoolmeefters kamer en de Apothekers ka- mer, |
||||||||||||
Meisje, afgebeeld. Uit het Voorhuis, waar,
voormaals, twee bedfteden plagten te ftaan, komt men , ter linkerzyde , of oofhvaards, in de Eetkamer, waarnevens de Slaapkamer der oude Vrouwen is, in welke, vier bed- fteden zyn. Het Slaapvertrek der Kinderen is op de zolder. Boven de gemelde bene- den-vertrekken, is de Regenten-Kamer , een welgefchikt vertrek, en de wooning van den Binnenvader en Binnenmoeder. Het Huis wordt beftierd, door de vier Diakenen en de twee Diaconeflèri der Engelfche Gemeen- te, en heeft eenen Binnenvader en Binnen- moeder. De twee Predikanten deezer Ge- meente komen , in dit Huis, catechifeeren, op den laatften Woensdag van elke maand, waarin zy geen Avondmaal houden, en op den eerften Woensdag, voor de onderhou- dinge des Avondmaals. In Maart des jaars 1741, waren in 't geheel geene kinderen in dit Huis: en thans, in July des jaars 1765, zyn 'er een Weesj ongen, en vier oude Vrou- wen. De Weesjongens draagen een rok van bruin Laken, met opflagen, en een blaauw bragoentje op de fchouder. De Weesmeis- jes zyn met aartige korte jakjes van dezelf- de ftoffe gekleed. De oude Vrouwen heb- ben bruine greinen Japonnen aan, over blaau- we kalaminken rokken. XVIII.
LUTHERSCHE WEESHUIS.
De Lutherfche Gemeente, zo voor haare
Kerken als armen , inden jaare 167 8 en federt , vryheid verkreegen hebbende van 's Lands en deezer Stede beladingen op de mid- delen van Confumptie, en van de gewoone en buitengewoone Verpondingen op de huizen (j>); werdt, ten behoeve van derzelverWeezen, in 't gemelde jaar, door haare Diaconie, een Diaconie-Weeshuis gefügt, welk nog in (land, en in 't jaar 1757, van vooren, def- tig vertimmerd is. De grond van 't geftigt, voormaals een tuin, die tot eene Goudleder- maakery was aangelegd, was, door den eige- naar, Jan GEERKENs,tot het gemelde ein- de , aan de Gemeente vereerd, 't Gebouw is, federt, uit aanzienlyke maakingen , ver- beterd en vergroot. Het heeft zynen ingang, aan de noordzyde van de Lauriergraft, tus- fchen de tweede dwarsftraat en Baangraft, door eene ruime Poort, yzeren hek en gang, die, onder een gedeelte van't nieuwe gebouw, door- loopt, tot op eene zeer groote vierkante Plaats, rondsom welke, het Weeshuis gebouwd is. (p) Refol. Holl. iz Maart 1S7S. zy Mtart 1679. 17 Dec.
IS81. bl. 710. 24 Decemb. 170S. bl. 774. \$January 1737. hl. is. Refol. Vroedfch. L'. M. 27 April 1678. bl, 40. Zie »o^Handv. bl, 4S3. |
||||||||||||
Luther-
SCHB
Wees-
huis. |
||||||||||||
Befchry-
ving van
het Lu- THER-
SCHE Wees-
huis. |
||||||||||||
H^T LÜTHJE HS CHE ~Wjsz< $ wjji $■
|
|||||
J, (r&eivejiulp, dir
|
|||||
/C
|
|||||||||||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN
|
|||||||||||||||
337
|
|||||||||||||||
Sc^flsR- mer, en hooger de Styffters-kamer, en een
\V-j.Es_ of twee andere vertrekken. Aan de noord- *ins. zyde, ontmoet men, eerlt, eene nette A- potheek, ten dienlte van het Huis, en van de behoeftige Ledemaaten der Gemeente: voorts, de Regenteffen-Kamer, een fraai, |
|||||||||||||||
Het bewind over dit Weeshuis ftaat aan Luthes-
^REGENTENen^REGENTESSEN.SCHTEHER Van de zes Regenten worden 'er drie ver- W]EES- kooren, uit de dienende Diakenen; twee van HÜIS* welken twee jaaren dienen. De derde dientBe(lie" maar één jaar. De drie andere Reo-empn ™t rin§ van stn\/r»...J______j ___1 öfn -en,OOJj het Huis. |
|||||||||||||||
behangen vertrek, met een' Engelfchen
fchoorfteen ; en daarna het Eetvertrek deSuppoolten en den kooken. Boven deeze vertrekken , is een Slaapvertrek voor dJongens, welk , met een houten befchotafgeichooten is van een vertrek, daar dMeisjes haar linnen naaijen, en het, elk in eeafzonderlyk kasje, opfluiten. In den weitelyken vleugel van 't gebouw, is de Bakkerywaar, met twee' ovens, gebakken wordtvoorts, de Breijwinkel en een vertrekje voode Breijmeelteres; de Linnen -naaiwinkelmidsgaders, eene Ziekenkamer voor de Jongens , alwaar ook de Ziekenvader zyn verblyf heeft. Agter dezelve, is een vertrek, alwaar, weekelyks, door een' derDiakenen, brood uit- gedeeld wordt aan de behoeftige Ledemaatendie, op eene kleine vierkante Plaats, met eene gaandery ter wederzyde, in den zuidweitely- ken hoek van't gebouw, byeenkomen. Boven deeze vertrekken, is de Kleermakers-winkeen wooning; een vertrek, daar de bedden en inboedels geborgen worden; hooger, de On- dermeefters wooning en eene flaapkamer voor de Jongens. In den zuidelyken vleugel van 't oude gebouw, heeft men, beneden, de School, daar de Jongens en Meisjes, beur- telings , in leezen,'fchryven en rekenen8, onderweezen worden ; hooger, de wollen- naaiwinkel en kleine Meisjes-llaapkamer, en 1 nog hooger, een vertrek voor de School- meefteres der kleine kinderen, en een Kleê- ren-kamer voor de Meisjes. In 't nieuwe gebouw, welk, in 't jaar 1757, Voor deezen vleugel, aan eene kleine Binnenplaats, ge- zet is, en aan de Lauriergraft uitkomt,heeft Rien, beneden, eene Ziekenkamer voor de groote en kleine Meisjes, boven een gedeelte Van welke, de Ziekenmoeder eene ingeftoken Kamer heeft. Boven de Ziekenkamer, zyn twee Slaapkamers voor de Meisjes, boven eikanderen. Alle de flaapplaatfen zyn open krebben, in ieder van welken, twee of drie |
Jffcfforen genaamd , worden gekporén uit
de afgegaane Diakenen, of ook wel uit de afgegaane Ouderlingen. Zy dienen drie jaar- ren; doch, jaarlyks, gaat 'er één van hun af. Zulks heeft ook plaats, omtrent de drie Regenteffen. _ De Regenten en Regentes- fen leveren, jaarlyks, eene benoeming van een dubbel getal over aan eene groote Dia- conie-Weeshuis-Vergadering van dienende en Oud-Diakenen, en oude Regenten van 't Weeshuis, die de opengevallen plaatfen, uit het zelve, vervult. De Regenten ko- men , ge wo onlyk, op den eerlten en derden Woensdag van elke maand, des voormiddags m het Weeshuis, byeen, om op het gene de beftiering van het Huis betreft te raadplee- gen. Tot buitengewoone gevallen,hethuis- felyk beltier betreffende, byzonderlyk, tot het aanltellen en ontflaanvan Bedienden, wordt eene groote Weeshuis-Vergadering, in 't Weeshuis, beroepen, die uit dienende en gediend hebbende Regenten beftaat. Eens ter maand, doet een Suppooft van 't Wees- huis, van een' Weesjongen verzeld, eene Collecte, ten behoeve van hetzelve, aan de huizen der Ledemaaten. De Reglementen voor het Weeshuis zyn
gemaakt, door de groote Weeshuis-Vergade- ring; doch de Regenten moeten, jaarlyks, aan de groote Diaconie Weeshuis-Vergade- ring , rekening doen. Volgens de gemelde Reglementen, mogen geene andere kinde- ren in 't Weeshuis worden ontvangen dan zulken, welker ouders, of de langltleeven- de van beide, in de Lutherfche Gemeente deezer Stad, tien jaaren Ledemaat geweelt zyn en hier ter Stede gewoond hebben. Doch, indien de ouders zo jong geltorven zyn, dat zy, met gevoeglyk, tien jaaren Le- demaat zouden hebben können wezen, wor- den hunne kinderen egter, als Diaconie-kin- deren , niet als Weeskinderen, ingenomen. De kinderen, die in 't Weeshuis ontvangen wor- den , moeten, wyders, in de Lutherfche Ge- meente deezer Stad, gedoopt, en niet bo- ven de veertien jaaren oud zyn. Zo zy meer dan veertien, doch geene zeltien jaaren oud zyn, komen zy wel in 't Weeshuis; doch worden, aldaar, als Diaconie - Weeskinde- ren , aangemerkt en gehandeld: en boven de zeltien jaaren zynde, buiten 't Huis befteed Zo een der ouderen Gereformeerd geweeft is worden de kinderen, die in de Luther- fche Gemeente gedoopt zyn, in 't Weeshuis Vv 3 , ont- |
||||||||||||||
V kinderen leggen.
Nj„ °.mt™ den Jaare 1690, waren 'er ruim
•tagtig kinderen m dit Huis (q); doch op den
eerlten May des jaars 1760, zyn 'er twee
honderd en tagtig geteldj te w^eten) hon.
Zïd vieF en d.e™g jongens, en honderd zes
en veertig meisjes, en in 't begin van April
«es jaars 1765, waren 'er een honderd drie en
wrntig jongens, en een honderd en vyftig
«jes, zo wel Diaconie-, ajs Weeskinderen.
|
|||||||||||||||
33§ AMSTERDAMS III. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Luther- ontvangen, zonder onderfcheid, ofdelangft- fteedinge vaneenige weezen, befloot, op den wiss-.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
SCHE
Wees
huis. |
leevende der ouderen Lutherfch geweeft vyfentwintigftenjanuary desjaars 1676', een huis der
zy, of Gereformeerd. De kinderen, wel- Weeshuis op te regten, waartoe zy, eerlang, °°"J'. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ker ouders, door de Diaconie, onderhouden een huis en eenige agterhuizen kogt, by de den.
geweeft zyn, mogen niet iiï 't Weeshuis wor- Brouwery van den Arend, op de Prinfen- den ingenomen, op den gewoonlyken voet. graft, aan de noordzyde, tuftchen de Vy- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zy worden'er egtef wel, door de Diaconie,hefteed; doch trekken, wanneer zy uit het
Huis gaan, niets Van de voordeelen, die |
zelftraat en de Reguliersgraft, voor omtrent
vyf en twintig duizend guldens, uit den boe- del van Ifaac Foucquier. 't Groote gebouw, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de andere kinderen,zig wel gedraagen heb- en de tuin agter het zelve was, zo my be
bende, van het Weeshuis te wagten hebben: rigt is, voor dat de Stad hier uitgelegd werdt,
doordien de Legaaten, uit welken, deeze eene Luftplaats en Oranjehuis geweeft van 't'
voordeelen komen , niet aan Diaconie-kinde- Burgemeefterlykgeflagtvan Falckenier;doch
deren; maar aan Weeskinderen, gemaakt zyn. ik twyfel, of hier voor meer grondszy, dan
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
een wapen met drie Valken, in den voor-
gevel, 't welk nogtans, nimmer, het wapen van 't gemelde geilagt geweeft is. Veeleer, vermoed ik,dat de voorige eigenaar, Fouc- quier, wiens naam van Faucon [Valk] kan afgeleid zyn, zulk een wapen gevoerd heeft. De penningen, tot den koop en vertimme- ring van 't gebouw vereifcht, werden ge" vonden, by intekening onder de Leden der Gemeente, en by gifte, in eene beflooten kift, die, in de Kerkenkamer, geplaatft werdt. Eenige jaaren laater, is 'er nog eene Collec- te gedaan, tot onderhoud van 't Godshuis. Midlerwyl, was 'er, op den drie en twintig- ften January des jaars 1677, de eerfte by- eenkomft van Weesvaders of Regenten ge- houden. De Gemeente hadt, reeds op den zeventienden December des jaars 1676, vry- heid van Verpondingen, voor het nieuwe Godshuis, verworven: op den zeventienden Maart des jaars 1677, verwierf zy ook vryheid van alle 's Lands Impoften (r), en wat laater , van deezer Stede Excynzen. Ondertuffchen, was men, met bouwen van |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
OndertiuTchen, worden buitengewoone gif-
ten en noodpenningen aan de ouders, in al- les niet boven de dertig guldens beloopende, niet gerekend voor onderhoud, welk de kinderen uitfluit van het voorregt, om, op den gewoonlyken voet, in het Weeshuis te worden ingenomen. By eene Keure van den agt en twiritigften January des jaars 1761, is belaft, dat, van alle fterfgevallenvan ou- deren, welker kinderen, door de Luther- fche Diaconie, of in 't Lutherfche Wees- huis , zullen moeten worden opgevoed, aan de Diaconie, of aan de Regenten, kennis moet worden gegeven; of dat, anderszins, de kinderen ten lafte der naafte vrienden blyven zullen. Van de erfeniflen, zulken kinderen tefl deel vallende, moet ook, ter- ftond , aan de Diaconie , of aan de Re- genten, kennis gegeven worden (r). De Boedels, die aan 't Weeshuis, of aan de Diaconie der Lutherfchen vervallen, mo- gen aanvaard worden, zonder dat men Be- neficie van Inventaris behoeft te verzoeken, terwyl men egter, niet verder dan voor |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
beloop der zelven, tot het voldoen der fchul- het Huis, zo vlytiglyk, voortgevaaren , dat
den, gehouden is, mids men van dezelven de verfpreidde kinderen, nog in het zelfde ftaaten Inventaris doe maaken, ten over- jaar 1677, derwaards werden overgebragt- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ftaan van een' Notaris en getuigen {f).
De voornaamfte bedienden van het Wees-
huis zyn een Binnenvader, een Apotheker, en een Schoolmeefter, die een' Ondermees- ter onder zig heeft. Doch van deeze en van de Vrouwelyke bedienden, die, door de RegentefTen, gefteld worden, hebben wy reeds, in't voorbygaan, gewaagd. XIX.
WEESHUIS der DOOPSGEZINDEN,
e Gemeente der Vlaamfche en Wa- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In teerft, werden, nu en dan, ook Wee-
zen van Doopsgezinden ouders, van buiten de Stad, ingenomen: doch zulks gefchiedt, federt veele jaaren, niet meer. Ook is de weevery, veele jaaren, in 't Huis geoefend, zo fterk, dat de meefte,zo niet alle de jon- gens , tot Weevers, werden opgeleid: 't welk ook, al federt lang , t'eenemaal afgefchaft is. Op het einde der voorgaande eeuwe, werden veertig Jongens en twee en veertig Meisjes, in dit Weeshuis, onderhouden («)• Doch het getal derzelven is, federt, allengs- kens,afgenomen. InFebruary desjaars i74r» waren 'er niet meer dan dertig kinderen, en |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bedien-
den. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Opreg-
ting van een Wees- huis der Doops- gezin- den. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
D
|
terlandfche Doopsgezinden, haare tegenwoordig, [in Auguftus 1765 J, telt men
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
___
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vergadering houdende by 't Lam en den 'er dertien Jongens, en drieën twintig Meis-
Tooren,zig ook belaft vindende met de be- jes. Het |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(r) Kemb.
(*; Relol. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
V. f. 6.
Holl. zj> April 1752.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(t) Handv. bl 4«J , 4««,
(") COMMEtlN tl. 616.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hl.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
71«.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTJGTEN iaa
Sder Het Weeshuis fc D o o p s g e z i n- gel van het Oude-Vrouwen-Huis, waar van Wees-
- ps- .... , ^ net v t gebouw Van d^iw wy, terftond, zullen handelen. Zv Haan huis der
Hg*, verdiepingen, behalve de zolder en vlk- onder't opzigt der Regenten van höt Wees Do0i's-
Êefc', rinS- Boven den ingang, leeft men; huis. Wyders, zyn 'er, agter 't Weeshuis, SS*" \> twee lugtige vierkante fpeelplaatfen, een "
^zelpe ^ verdraagt en zwygt, voor de Jongens, en een voor de Meisjes
Overwint en verkrygt. Nevens het Weeshuis, ftaan vyf, en agter
het zelve, in de Kerkftraat, zes woonhui-
De voorgevel van 't Huis is nog, in dejszen zen, die, ten behoeve van het zelve, ver- jaare 1765, vry wat verbeterd. In't Voor- huurd worden. huis, ahvaar de winkel van den Schoenmaa- Het Weeshuis ftaat, onder de beftierinp- Beftie-
ker van 't Huis, die te gelyk Poortier is, van vyf. Regenten en vier Regentes^ rinS- geplaatft is, leeft men, boven eene armbos, s en, die, voor vyf jaaren,verkooren wor- deeze regels van den Digter Antonio es: den, en voormaals, jaarlyks, by beurte van één tevens, plagten af te gaan; wanneer zy,
Deelt mild een aalmoes uit, die hier komt in- een jaar ftil gezeten hebbende, wederom ver- getreden ; kieslyk waren: doch nu worden zy, dikwils, Cy kunt nooit uw gefchenk, met beter vrucht, verzogt, zes jaaren, of langer aan te bly-
befleeden: ].- ,"ƒ,, ven De Regenten worden,ujt'de dienende Want hoe wordt darmoe ooit onnozeler geleen, Diakenendeezer Gemeente, op den voorflas
Als ouderloos te zyn, en iveereloos met een. der dienende Regenten, verkooren: en de Re- genteffen, uit de voornaamfte Weduwen der Voorts, is 't gebouw in tweeën verdeeld, Gemeente, De verkiezing gefchiedt, injanua- wordende de Jongens, aan de ooftzyde, en ry, door de dienendeKerkenraad en Repen- de Meisjes, aan deweftzyde, geplaatft. Ter ten. De Regenten vergaderen, alle Woensda- wederzyde, is, voor elke foorte, eene Eet- gen, 's nademiddags, ten drie uuren in het zaal, dienende die der Jongens ook tot eene Weeshuis. De Regenteffen komen, ten zelf- School. Agter deeze, is do. Re gent en-Kam er, den tyde, byeen. De Binnenvader enBinnen- een net behangen Vertrek , welk op den moeder worden, door den Kerkenraad aan- tuin uitziet. Wyders, komt men, ooftwaards, en afgefteld. Doch de overige Suppooften eenige weinige treden afgaande, in den koo- door de Regenten. Het Reglement, waar- ken , waarby een afgezonderd vertrek, en naar het Weeshuis beftierd wordt, is, op eene kelder is. Hier boven, hebbende Bin- den zeventienden November desjaarsi68i, nenvaderen Binnenmoeder hunne wooning, by den Kerkenraad, vaftgefteld, hebbende m twee vertrekken beftaande. Nog hooger, deezen zig het regt voorbehouden, om daar- zyn, beide weilwaards en ooftwaards, twee in de noodige veranderingen te maaken. flaap vertrekken, een voor de Jongens, en De Weesjongens worden, des Zomers een voor de Meisjes, die, door eene Kleed- ten vier, en des Winters, ten half zeven kamer voor de Meisjes, en, door twee deu- uuren, de Meisjes , des Zomers , een half ren, van eikanderen afgefcheiden zyn. De uurlaater, en des Winters, op het zelfde kinderen flaapen, twee aan twee, in open uur, gewekt. De Jongens, die een An> krebben. De vertrekken hebben uitzigt o- bagt leeren, moeten , 's Zomers ten half ver de Prinfèngraft. Agter de Meisjes flaap- agt,en 's Winters, wanneer zy avondfchool «amer, is de Kamer der Regenteffen, msge- honden , ten vyf uuren , t'huis zyn. Alle Jyis, een behangen vertrek, met een' En- ogtenden, wordt 'er een gebed, in de Eet- gelfchen fchoorfteen; daar nevens, eene ka- zaaien, gelezen. Des Zondags voorden mid- mer voor de Linnen-naaivrouw, en verder dag, gaan de kinderen ter Kerke, by't Lam ooitwaards , de Wollen- en Linnen-naai- of by den Tooren: en 's Woensdags naden Xvinkei ,_ welke drie vertrekken over den middag, worden zy, de eene week, door tuin uitzien. H00gef zyn, langs den voor- eenen der Predikanten , in tegenwoordig- gevel, nog een flaapvertrek voor de Meis- heid van een'Regent, in den Godsdienfton- Jes, eene Ziekenkamer, een vertrek voor derweezen of gecatechifeerd, en de andere «e Ziekenmoeder, eneene Tarwzolder: en week, zeggen zy, voor den Predikant, zeke- gigs den agtergevel, eene Kamer voor de re Schnftuurlyke vraagen op. Zulken, die wollen-naaivrouw, en een vertrek voor de zig hierin wel kwyten, krygen, jaarlyj« t\vee dienftmeiden van 't Huis. Nog hoo- een nuttig boek, tot een prys. Onder de g*» zyn de Strykkamer, de Droogzolders maaltyden, wordt ook uit de H. Schrift m hoev R°ggezclder- De Bakkery, ten be- lezen. Kaart- en Dobbelfpel is aan Jongens VifipX ^an het Weesnuis» en nog eene Pro- en Meisjes, en tabakrooken, byzond-rlvk e-Jcelder zyn, onder den ooftelyken vleu- aan de Jongens, verbooden. De kinderen mo-
|
||||
III. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||
34-Ó
|
|||||||||||||||||||||||
XX.
|
|||||||||||||||||||||||
mogen, ïiiet dan met byzonder verlof, in den
kooken komen. Doch de Meisjes mogen, aldaar, na den middag, ten half twee uuren, vuur in de ftooven, en ten half vyf uuren, gekookt water tot thee komen haaien, na dat, op 't een en 't ander uur, vooraf, de klok getrokken is. Volgens de gewoone fchaforde, in welke
egter, naar tyds gelegenhed, en op goedvin- den der Regenteffen, dikwils, verandering voorvalt,wordt 'er,'s Zondags, 's middags, vleefchnat, kool, raapen, wortelen, boer- enboonen , of peulen, en vleefch toe ge- fchaft. 's Avonds, eet men ryflenbry. 's Maandags 's middags, fchaft men't gene van 's Zondags ovefgefchooten is. 's Dingsdags 's middags, wordt 'er graauwe erweten en een ftuk toe; 's Woensdags 's middags, gort en vleefch toe; 's Donderdags 's middags, witte- boonen en een ftuk toe,en'sFrydags'smid- dags, zoutenvifch, ftokvifch, of foupe op de ketel gefchaft. 's Maandags, 's Dingsdags, 's Donderdags en 's Vrydags 's avonds, fchaft men karnemelk, met gort of meel, en een ftuk toe: en 'sWoensdags 's avonds, zoetemelk met meel, en een ftuk toe. 's Saturdags 's middags, wordt'er gort, of groene erweten, en een ftuk toe, en 's avonds, om de veertien dagen, bollen, en anders, bierenbrood en een ftuk toe, opgedifcht. Den eerften Dingsdag in elke maand, worden 'er, 's middags, boek- weiten koeken, en den eerften Woensdag in elke maand, 's avonds, waterenbry en een ftuk toe gefchaft. De (lukken zyn, zo 's mor- gens , als na de maaltyden, den eenen dag, brood met zoetemeikskaas, en den anderen dag brood met boter. De handwerken, op welken de Jongens
befteed worden , worden, gemeenlyk, aan hunne keuze gefield. De Meisjes leeren, in 't Huis, voornaamlyk, Wollen- en Linnen- naaijen. Het Weeshuis, waarvan wy fpree- ken, heeft, in 't jaar 1737, van 's Lands Staaten Oótroi verkreegen, om te mogen erven van zulke Weeskinderen, die, in het Huis opgevoed zynde, zonder nazaaten o verlyden, en geen uitkoop gedaan hebben(ü). De Doopsgezinden Gemeente, die in de
Zon vergadert, plagt haare Weeskinderen, die weinig in getal waren, te plaatfen, op haar Hofje in de Tuinftraat; doch, federt het bouwen van een ander, in ftede van dit, ter plaatfe, waar, voormaals, de Kerk der Frie- fche Doopsgezinden plagt te ftaan , heeft men beflooten, een huis, welk ter zyde van deeze Kerk ftondt, te herbouwen tot een Weeshuis. (v) Refol. Holl. 19 Febr. 1737. bl. $7.
|
|||||||||||||||||||||||
Wers-
Huis der
Doops- gezin- den. |
|||||||||||||||||||||||
OÜDE-VROUWEN-HUIS der
DOOPSGEZINDEN. De grootfte Doopsgezinden Gemeente
hier ter Stede, die by 't Latn en den Tooren vergadert, heeft ook een Oude- Vrouw e N-H u 1 s. Het plagt te ftaan, in de Elandsftraat, aan de noordzydé , by de Prinfengraft, en in het zelve, werden, voor 't einde der voorgaande eeuwe, reeds twin- tig , oude en behoeftige Vrouwsperfoonen on- derhouden. Doch dit Huis, te klein en te bouwvallig geworden zynde, is, voor weini- ge jaaren, verkogt, en, in 't jaar 1759, een ander Oude-Vrouwen-Huis geftigt, regt agter, eri in een gedeelte van den Tuin van het Weeshuis der zelfde Gemeente, die, tot dee- ze' Stigting, byzonderlyk, in ftaat gefteld was, door twee maakingen tot zulk een ein- de , eene van IzaakAckersloot en zy- ne Huisvrouw , Margaketa van deR Kindert, ter fomme van twintigduizend; en eene van Maria Verduyn, pVediiwé van Gommaris van Bortel, ter fom- me van zesduizend guldens. Het Oude-Vrou- wen-Huis, waarvan wy fpreeken, is een def- tig gebouw, inzonderheid, van den agterge- vel aan te zien, naar welks ruimen ingang, men, ter wederzyde, langs een' ftoep van ze- ven treden, opgaat, en in welks frontefpies, een üurwyzer en flagklok geplaatft is. Aan de ooftzyde van deeze ftoep, beneden, zyn de ingangen naar de Bakkery en Provifie-kelder, van welken wy, hier voor (V), in de Be- fchryving van het Doopsgezinden Weeshuis, gewaagd hebben'. In de Bakkerye, wordt, met één'e oven, niet alleen, ten behoeve van het Weeshuis en Oude-Vrouwen-Huis; maar ook, ten behoeve der Diaconie deezer Ge- meente , Roggen- en Tarwenbrood gebakken. Aan de wefïzyde der ftoep, zyn de ingangen naar den kooken,en naar eene Provifie-kelder, ten behoeve van het Oude-Vrouwen-Huis. Onder de ftoep, is eene werkplaats voor de dienfeboden. Doch de eigenlyke en gewoon- lyke ingang van 't Huis is in de Kerkffraat. Hier treedt men, langs vyf treden, opwaards, dooreene netgebouwde Poort, boven wel- ke, een klein vertrekje is, in een Voor- huis, waar, ter regterzyde, de afgang is naar de kooken en kelder, en ter linkerzyde, e^a vertrekje , waar de Lyken , voor een' ty", geplaatft worden. Uit het Voorhuis., komt men in.'t eigenlyk gebouw, waar, i° 'c j""1* den, een fierlyke en gemakkelyke wenteltrap ftaat, die overal licht fchept, door een fraai- jen,
(m) W«fc. 3*9.
|
|||||||||||||||||||||||
Befchïf
van het
Oud11'
VkoU'
Door*'
|
|||||||||||||||||||||||
OZ&K
|
en
|
||||||||||||||||||||||
deK
|
|||||||||||||||||||||||
zelf« »
ftierw |
|||||||||||||||||||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN 34t
jen, hoogeii, vierkanten, glazen koepel, en dertienden December des jaars 1761, vafl-wEEä.
toegang verleent naar de tweede en derde gefield, en beftaat uit elf artikelen. Zy mo-huis rfw
gen, niet zonder verlof van den Binnenva- Coli-e-
der of Binnenmoeder, uitgaan, dan des Dings-GUKTEW* dags, dengeheelen dag, en des Vrydags, na den middag. Doch zy moeten, des zo- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sta.
JSs-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uuren, en des winters
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
de Eetzaal, alwaar, voor den fchoorfteen, dee-
ze regels van den Diaken Antoni Hart- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
wederom t'huis zyn. Ook
vry , zonder gelyk verlof. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
voor donker ,
ftaat haar niet |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
s e N gelezen worden :
Hy, die den nood der armen poogt te weeren,
Én 't zwakße deel van 't menfehelyk ge-
flacht , In ouderdom, geen byfiand laat ontbeer en, Volbrengt een pligt,alom te febaars betragt.
Men vind'er toch, die zich daar aan verbinden: Getuigen zy dit Oude-Vrouwen-Huis ,
Waar uwe hulp, vereende Doopsgezinden! Der gryzen hals ontlafi van 't zwaarfle kruis.
Dies voegen haar, van armoe hier ontheven, Ontzag voor hen, wier zorg hier kleed en
voed, Gehoorzaamheid, aan 't voorfchrift haar ge- geeven , En tot elkaar een liefderyk gemoed.
Zo vloeye fieeds, in reine pligtbetooning, Dit bly gejuich haar dankbre lippen af:
Hoe zoet is hier der zitflren famenwdoning ! Lof, lof zy GOD', die deze ruß ens gaf.
Op de tweede Verdieping, heeft men dê
Regenten-Kamer, een net behangen ver- trek met een' Engelfchen fchoorfteen; eene Ziekenkamer, en vyf vertrekken vooroude Vrouwen: op de derde Verdieping, zyn 'er zeven en eene Strykkamer. Alle de ver- trekken zien uit op den tuin agter 't Wees- huis. De vertrekken, voor behoeftige ou- de luiden gefchikt, zyn lugtig en hoog van verdieping. In 't geheel, zyn 'er zeventien. Ieder vertrek heeft twee bedfteden ert twee kaffen, en tegenwoordig, [inAuguftus 1765], |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
eenig bezoek te ontvangen, dan des Donder-
dags na den middag, van twee tot zes uu- ren, 't Onmaatig gebruik van fterken drank is haar, ftrengelyk, verbooden, endeftraf, op de overtreeding van het Reglement, ftaat aan de Regenten', of ook wel, in fommige gevallen, aan de RegentelTen. Voor 't 0- verige, komt het zelve overeen, met an- dere Reglementen, voor diergelyke Gods- huizen. Het Weeshuis en Oude - Vrouwen - Huis
der Doopsgezinden, die by 't Lam en den Tooren vergaderen , zyn , federt het jaar 1677, vry van 's Lands Importen O) en Stads Excynzen. XXI.
WEESHUIS der COLLEGIANTËN.
Wy hebben, hier voor (y), aangete-Aanief-
kend, dat de Collegianten, die hun- dins tot ne Vergaderingen, federt omtrent dertig^opv^' jaaren , op verfcheiden' Plaatfen , hier ter een Stede, gehouden hadden, eindelyk, daar-Wees - toe, in of kort voor't jaar 1675, een huis huur- 5,UIS der den, op de Keizersgraft over den Schouw-G°AN'^m burg, welk , van ouds, de Oranje- Appel ge- naamd was. Eigenaar van dit Huis was de Heer Nicolaas Opmeer, toen Oud-Schepen, en naderhand, meermaalen, Burgemeefter der Stad. Men hadt, in het zelve, nog niet lang Collegie gehouden, toen eenige Collegianten, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
|yn 'er drie en dertig oude en bedaagde die, ongetwyfeld, immers voor 't meerder ge-
Vrouwsperfoonen in geplaatft. Boven de deelte, ook tot de Doopsgezinden behoorden, derde Verdieping, is eene fchoone Kleêr- mz}nxMnQ,GerritJacobsz.Dermout,Abraham |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Fries, Wynand Bla&uwpot, Levinus Fincent,
Willem Sieuwertsz, Pieter Reindertsz, Jan Huygen Hendriksz, Jacob Heeremans , An- thony Rooleeuw en Willem Bruin, bevroeden- de, dat de Doopsgezinden hier ter Stede nog geen Weeshuis hadden, op den elfden July des gemelden jaars 1675, beflooten , eenige Weeskens, welker ouders beide, of een van beide de weerloosheid hadden verfiaan, op te voeden; in leezen, fchry ven, een be- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
zolder en rookhök.
Het bewind over dit Oude-Vrouwen-Huis
i\ aa? vyf dienende Diakenen uit de ge-
melde Doopsgezinden.Gemeente) a]s Re. genten. De Diaconeflen zyn RegentelTen
Van het zelve. In 't voorige Oude-Vrouwen- Huis, plagt aHeenlyk eene Binnenmoeder tè 3h. Doch in t jaar i?33 ? befloot men een «innenvader en Binnenmoeder over het zel- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
- aan te ftellen. Tegenwoordig, is 'er eg-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
*er wederom aHeenlyk eene Binnenmoeder, k^aarn handwerk, en den Chriftelyken Gods»
jjle eene of twee dienftmeiden onder zig dienft te onderwyzen; en daartoe,eenvoor- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
naam
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wet Reglement, waarnaar de oude Vrou*
eT?Z!>gte gedraagen hebben, is, op den 11 STUK. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
fx) Handv. il. 4««.
(y) III. Deel, III. Boek., H.i»s,
Xx
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
]3'42
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Wees' naam gedeelte van het gehuurde huis te Men komt, iii 't laatftgemelde, door een WeeS^
Colle-*" ^hikken. De penningen, hiertoe vereifcht, betimmerden gang, boven welken, twee ver- j^E.
«anten.werden, vrywilliglyk, gegeven. Doch mep trekjes agter, en hooger, twee Graanzol- cU$i&'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
bevondt, al terftond, dat verfcheiden' lui-
den genegen genoeg waren, om milde gif- ten te doen, tot opvoedinge van Weezen, mids menze niet bepaalde, tot zulken alleen, welken van Ouders, die de weerloosheid be- leeden hadden, waren nagelaaten. Menbe- iloot dan, reeds op den agtften April des jaars 1678 , ook Weezen, welker Ouders tot andere gezindheden behoord hadden, en die, niet bekwaamlyk, in andere Weeshui- zen , konden worden ingenomen , in het Weeshuis der Collegianten, op te voeden: |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
ders voor tarwe en rogge, boven eikanderen BefCbtf-
zyn. Ten einde van den gang, ontmoet men ving^, de trap naar de Collegieplaats, en verder naar he«e boven, langs en aan welke, eenige armbofTen gefteld zyn, nevens deeze regels van Corvclis van Eeke, voormaals Regent van dit Huis; Geef van uw haaf
Ken milde gaaf
Ons arme Wees en. By ons uw geit,
Óp winfi gefielt^
Is buiten Vrefe: God geeft het weer
En nog veel meer
Hier, en na defen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
en
|
federt, zyn 'er, van tyd tot tyd, kin-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
deren van de verfcheiden' gezindheden der
Proteftanten, byzonderlyk, van allerlei foort van Doopsgezinden,in geplaatft. Ook is dit |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Weeshuis gefügt, uit giften van verfchei-
den' gezindheden ; en onder anderen, uit Ten einde van den gang, treedt men in een een gefchenk van tienduizend guldens van ruim vertrek, welk, onder anderen, tot een Vrouwe Catharïna Hartogveld, Slagthuis gebruikt wordt, en de gewooïily- Weduwe van den Heere Willem van ke doorgang is naar de Plaats en Tuin. Zuid' der Aa, Raad in de Vroedfchap en waards van dit vertrek is de Kamer voor den |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
eerften Secretaris der
Midlerwyl, hadt men, in
des jaars 1677 , gelegenheid gevonden,
om het Huis den Oranj en - Appel te koo
|
Binnenvader en Binnenmoeder, en daarna de
kooken, die ook het Eetvertrek der Jongens is,en uit welken men,door eenWafchhms, toegang heeft naar de Bakkery, alwaar } |
||||||||||||||||||||||||||||||||
pen. En zo dra dit gefchied ware, ver- roggen- en tarwenbrood, voor beide de hui-
zogt en verkreeg men, op den zeftienden zen, nu, door een'Bakker van buitens huis, September des gemelden jaars, vryheid van gebakken wordt, 't welk, voormaals, door 's Lands Staaten van alle de middelen van den Binnenvader, plagt te gefchieden. Bo- Confumptie, die, tot opvoeding en onder- ven de bakkery is eene builzolder. Wyders houding der Weezen , in 't voornoemde is, in den kooken, de ingang naar de Proyi- Weeshuis, zouden worden gebruikt. Ook fiekelder en, voor de Kamer van den Bin" werdt het Weeshuis, door de Vroedfchap nenvader en Binnenmoeder, nog een opgang der Stad, op den zeven en twintigften No- naar boven. Op de tweede Verdieping? vember daarna, ontheeven van de betaalin- heeft men, nevens de Collegieplaats, de Jon- ge van deezer Stede Excynzen (z). 't Ge- gensSchool,boven welke, eene ingeftoken tal der Weezen, van tyd tot tyd, toenee- kamer is, alwaar de Beftierders van de Ar- mende, belloot men, in 't jaar 1680, tot men-kas der Collegianten, tegenwoordig, het aankoopen van een huis,welk, regt ag- eens ter maand, byeenkomen. Voor dee- ter het voorgaande, op de Heerengraft, ze Kamer, is een klein vertrekje, waarvan ftondt ,[en een' breeden vierkanten tuin hadt, deeze Beftierders tot een Sprefkvertrek ge- in welken, een ruim gebouw, van den grond bruik maaken. De derde Verdieping beitaat af, werdt opgetimmerd,welk, met een' be- uit vier vertrekken, een, welk tot berging flootenbloemtuin en twee bleekvelden,van van huisraad dient; eene Kleerkamer voor het huis op deKeizersgraft afgefcheiden,en de kinderen; een vertrek, tot boekoefening tot een Dogters-Weeshuis gefchikt werdt. voor de bekwaamften gefchikt, en een Men plaatfte eenen fteen in den voorgevel flaapkamer van agt bedfteden, met ïaaty van het nieuwe gebouw, waarin de naam behangfels voorzien. In het Meisjes-rluJ^ van Weeshuis der Collegianten naar welk men, door een'open gang J ^ werdt uitgehouwen, en het Dogters--Huis Huidenftraat,toegang heeft, ontnioeLgin. kreeg zynen uitgang, langs een' gang, in eerft, in 't Voorhuis, deKamervana |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
de Huidenftraat. Het Huis op de Keizers-
graft werdt, federt, alleen tot een Jong- rnans-Huis gebruikt. (*) Handv, bl, 470,
|
-i-,Q«^,„„j__„/-.f-irfs »ono mime vierKa
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
nenmoeder: voorts, eene ra3Xaer:'j,,,ax.
Eetzaal, en daarna,den kooken. Onder ze vertrekken, zyn, eene kelder , eene School gebruikt wordt, eene W lootseneene ruime Provifiekelder, die, d ^ |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
IV, Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN. 343
u^r houten hekjes, bekwaamlyk, verdeeld is. leezen en breijen leert. Ook kernt en havent Wees-
cQn.Eer Naall de Kamer der Binnenmoeder,, is de zy de Meisjes. En in 't afzyn der Binnen-huis der '^tbn, opgang naar boven, ontmoetende men, op moeder, is haar de zorg voor het Dogters- Cou-E- " de tweede Verdieping, de Kamer der Re- Huis aanbevolen. _ De Binnenvader wekt de GIANTEK' genten, een ruim vertrek; waarnevens een Werk- en Schooljongens: de Binnenmoeder kleiner vertrek is: voorts de Wolle-naaikamer, van het Dogters-Huis de Meisjes. De Jongens en de Kamer der Regenteffen, in welke, een gaan, na't ogtend-gebed, by tyds, naar hun afgefchooten vertrekje is, welk, tegenwoor- werk,ofnaar'tfchool,buitenshuis:deMeisjes, dig, door eene Ziekenmoeder , gebruikt die, des avonds, binnens huis, door een' aan- wordt. Op de derde Verdieping, is de Slaap- geftelden Schryfmeefter, in 't fchryven, on- kamer , voorzien van negen bedfleden en derweezen worden, naar de Naai- of Breij» nette kasjes tot berging; de Linnen-naai- kamers, alwaar zy onder 't beftier der Naai- kamer, en eene Kleêrkamer, die ook tot vrouwen en Ziekenmoeder zyn. DeBinnen- eene Ziekenkamer gebruikt wordt, en op moeders in beide de Huizen hebben't opzigt welke eene bedftede is. De vierde Verdie- over 't bereiden der fpyze, en bewaaren de ping beftaat uit eene ruime bergzolder, over kleederen der kinderen. Op de fpyze is eene 't geheele huis: en de vyfde, uit twee Kleêr- orde beraamd, waarin egter, met kermis der zolders nevens eikanderen, op eene van wel- Regenteffen, naar tyds gelegenheid, dik- ken, een looden regenbak geplaatft is. In wils, verandering gemaakt wordt, fchaffen- beide de Huizen zyn, wyders, verfcheiden' de men van de gezondlte foort van fpyze, andere vertrekken en gemakken: doch het en veeltyds groente en verfch vleefch! Dogters - Huis is veel ruimer en beter be- De bovenkleeding der Jongmans is zwart Q tïmmerd, dan.het Jongmans-Huis. karfaai: die der Dogters Serge des Dames. Kiij? der 't Getal der Kinderen in beide de Huizen Na de middagmaaltyd , hebben de kinde-
en,e" is fomty ds meerder, fomty ds minder geweeft. ren, een half^uur of een uur, verlof, om In February des jaars 1741, waren 'er zes op de Plaats of elders in Huis te fpeelen,of en dertig in'alles. En tegenwoordig, [inOc- zig, op eene andere geoorlofde wyze, bezig tober 1765], zyn 'er agt Jongmans en zeflien te houden. De Jongmans moeten, van den k Dogters. dertienden May tot den eerften Auguflus, en tj^e. Het Weeshuis der Collegianten flaat, te- als 't lichte maan is, zonder Jicht, naar bed
ë' genwoordig, onder 't *opzigt van vyf R e- gaan, anders met een' lantaarn, die, ten genten en drie Regentessen. De tien of half elf uuren, door den Binnen va- Regen ten plagten, in'teeril, of voor hun der, afgehaald wordt. De lantaarn, met leeven, oAot dat zy goedvonden, hunnen welken de Meisjes naar bed gaan, wordt, ten dienlt neder te leggen, 't bewind te behou- tien uuren, door de Binnenmoeder, afge- den. Naderhand, is hierin verandering ge- haald. De Jongmans en de Dogters worden, komen, en het jaarlyks afgaan van een'Re- eens om de veertien dagen, tegenwoordig, gene ingevoerd. Doch na't jaar 1716, zyn door twee der Regenten, in de beginfels zy wederom, voor hun leeven, aangeblee- van den Chriflelyken Godsdienfl, ofinSchrif- ven. In 't begin van het jaar 1744, is 'er tuurlyke kennis, geoefend. Ook plagt 'er, op nieuws , eenige verandering gemaakt , des zomers , door de Meisjes, en 't geheele kiezende men, federt, de Regenten voor jaar, door de fchooljongens , by beurten vyfjaaren; hoewel zy, dik wils, verzogt wor- drie of vier avonden in de weeke, iet nut- den, langer te willen aanblyven. De Re- telyks gelezen te worden: 't welk egter nu genteffen dienen voor haar leeven, of, tot zy buiten gebruik is. De kinderen woonen, des geraaden vinden , haaren dienft af te Haan. Zondags na den middag, de gewoonlyke Ver- Baide de Regenten en Regenteffen worden, gadering der Collegiancen, doorgaa'nds, by. door de dienende Regenten, verkooren. Zy Voor den middag, gaan de Jongmans, met vergaderen, gewoonlyk, des Donderdags, den Binnenvader, en de Dogters, met de na den middag; de Regenten alle weeken, Binnenmoeder, of eene der Naaivrouwen, |
||||||||||
H*N
|
en de Regenteffen, 0m de veertien dagen, of de Ziekenmoeder,_ by beurten, gemeen-
HeC Jon§mans-Huis ftaat onder 't onmid- lyk, by de Doopsgezinden, die hunne Ver- , delyk beftier van een' Binnenvader en Bin- gadering by't Lam en den Tooren houden, nenmoeder , die twee dienftmeiden onder ter Kerke; hoewel aan zulken, die vyftien |
|||||||||
zig hebben. In het Dogters-Huis, zyn eene jaaren bereikt hebben, op hun verzoek; en
Binnenmoeder , en twee Naaivrouwen, die aan zulken, die, onder bekwaam opzigt, uit 't Wollen- en Linnennaaijen onderwyzen en en t'huis geleid worden, ook meermaalen ^fenen. Ook heeft men hier, tegenwoor- vryheid gegeven is, om elders, met naame f}8> eene Ziekenmoeder, die ook voor de by de Remonftranten, ter Kerke te gaan; kleine kinderen zorgt, enze, vervolgens, waaraan, onder anderen , toe te fchry ven Xx 2 is.
|
||||||||||
344 A MS T E R D A M S III.Deel.
|
||||||||||||||
verhuurd wordt: houdende de Regenten, Roomse
alleenlyk, eene Voor-kamer van het zelve, Katbop tot hun' Comptoir, in gebruik. In deeze Ka- £*DEnt: mer, hangt een getekend Wapenbord der arme11' Bezorgerén of Regenten. Voor den fchoor- Co»«' fteen, ftaat een fraai Schilderftuk van den t01"' beroemden de Wit, in't jaar 1754, en dus kort voor zynen dood, gedaan. Het verbeeldt, in een rond fteenen tafereel, in 't graauw, de Evangelifche gefchiedenis der ryken, en der arme Weduwe, hunne gaaven , in 't byzyn van den Heere Chriftus en zyne Apoftelen, in de Offerkifl brengende. &et tafereel, voor welk een gordyn epgefchoo- ven is, wordt, door een' fchoonen Jonge- ling , die de oogen aandagtiglyk om hoog flaat, met de eene hand Vaftgehouden,ter- wyl hy, met de andere, een ftuk gelds in eene armbos fteekt. Aan de andere zyde, ziet men nog eene hand van agter 't gordyn, insgelyks, eene gift,in eene andere armbos, fteekende. Voorts, leggen, op den voor- grond, eene derde armbos, een zak gelds, en eenige briefjes. Men houdt dit ftuk voor een van de fchoonften, die van de Wit voor- handen zyn. De Regenten, veeltyds, Af menbezorgers genaamd, zyn, federt meer dan eene eeuw, vier in getal, en dienen, door- gaands, voor hun leeven: wordende, bf} over- lyden van een' derzelven, door de drie ove- rigen , een' ander', in deszelfs plaatfe, gekoo- ren, uit de aanzienlykften onder de Roomfch- Katholyken deezer Stad. Zy vergaderen, alle veertien dagen , des Woensdags, wan- neer zy uitdeelingen, in geld, doen, aan de behoeftigen. In December, deelen zy ook kaas en gort uit. Van de uitdeelingen, die zy, in geld, en in kaas en gort,laaten doen, doordePaftoors der byzondere Kerken,hier ter Stede, hebben wy, reeds op eene^ande- re plaats (£), eenig berigt gegeven. '£ ^e" tal der behoeftigen, die van kaas en go.rC bedeeld worden, beloopt twee en twintig honderd of vier en twintig honderd:_ en el- ke portie beftaat uit ééne kaas en dne vier- devat gort. . De inkomften van dit Cornptoir komen,
uit de vrugten van eenige giften en Legaa- ten, die, van tyd tot tyd, aan het zelve, gemaakt zyn ; hebbende Burgemeefteren deezer Stad,reeds op den zesden December des jaars 1661 ,toegeftaan, dat zeker Legaat van twee duizend guldens, gemaakt• *f* * hoeve der armen van de Rcomfcb-Katholyw ligie, door derzelverArmenbezorge£,m g ontvangen warden (*). En op den ^tode» Maart des jaars i7ij , hebbende Regeln zelfs van 's' Lands Staaten, Oftroi bekomen, |
||||||||||||||
is, dat zy, uit het Huis gaande, zig niet by
eene en dezelfde Gemeente voegen. De Jongmans, die genegen zyn, om het byzon- der Jongelingen - Collegie, welk, veele jaa- ren, des Zondags voor den middag, in de gewoone Collegianten - Vergaderplaats, ge- houden is, by te woonen, of te helpen waar- neemen, hebben ook daartoe vryheid. Wy hebben de meeften deezer byzonderheden, de beftiering van het Weeshuis der Colle- gianten betreffende, ontleend, uit twee Re- glementen , voor omtrent dertig jaaren , door de Regenten, opgefteld. Voor 't ove- rige , komt de beftiering van dit Godshuis , met die van andere diergelyke Godshuizen, na genoeg overeen. De Regenten hebben, even als die van andere Proteftantfche Gods- huizen , by Oftroi van 's Lands Staaten van den agttienden February des jaars 1750 , regt verkreegen, op de nalaatenfchap van zulken, die, in dit Weeshuis opgevoed zyn- de, zonder nakomelingfchap, en zonder uit- koop gedaan te hebben, overlyden. Ook mogen zy het gene de Weezen, by hunne inneeming in 't Huis, bezitten, midsgaders de vrugten van 't gene hun, terwyl zy in't Huis zyn, gefchonken of gemaakt wordt, en hun, als zy uit het Huis gaan, wederom wordt uitgekeerd, ten behoeve van het Huis,be- houden («). XXII.
ROOMSCH-KATHOLYKE-OU-
DEN-ARMEN-COMPTOIR. Onder de Roomfchgezinden deezer Stad,
is, ook al voor lang, by zondere zorg gedraagen, voor de arme Leden hunner Ge- meenten , ouden en jongen. Men heeft, reeds in de voorgaande eeuwe, drie Armen- Comptoiren onder hen gehad, die, nog te- genwoordig , in wezen zyn, het R o o m s c h- Katholyke-Ouden-Arm en-Comp- T o 1R , voormaals de Beurs der Katholy- ke armen genaamd , waaruit alleen bejaar- den onderfleund worden, en twee Wees- huizen , het Maagden-Huis en het Jongens- Huis. Het Ouden-Armen-Comptoir ftondt, omtrent den jaare 1630 , onder 't bewind van twee Regenten , Gerrit Vermeulen en Jakdb Dirksz.de Roy, die, in 't jaar 1632, Claas Schepel en Tsbrand Hem , tot hunne mede-helpers, verkooren. Men vindt gee- ne aantekeningen van vroeger Regenten. Zy kwamen, ten dien tyde, en nog lang daarna, byeen,in eene gehuurde kamer; doch hebben, eindelyk, een huis verkreegen, aan de ooft- zyde van den Nieuwe-zyds-Agterburgwal, digt by 't Spuij, welk, egter, grootendeels, (a) Refol. Holl. Ig Feh. 1750. tl. i«j.
|
||||||||||||||
RoOMSCff
Katho-
LYKE-
OuDEN- Armen-
CoMP-
TOIK. |
||||||||||||||
Befchry-
ving van het Roomsch
Katho- LYKE-
OUDEN- Armen-
Comp- TOIR.
|
||||||||||||||
om,
|
||||||||||||||
(h) III. Deel, UI.•*«*., bL Z'7" r
V) Groot-Memor. H. V. fi 5* verf,. |
||||||||||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN. 345
om , met kennis van Burgemeefteren, te verandering, de Stad, voor een groot ge-\VEEs.
mogen beuren alle erfeniffen, ten behoeve deelte, ruimende, lieten haar Kloofeer be- huizen hunner armen en weezen, gemaakt(d). Se- trekken,door de Weesmeisjes, die 'erblee- der 'dert, hebben de Regenten of Bezorgers van ven, tot in 't jaar 1585, wanneer de Stad de f™^™' dit Comptoir en van beide de Roomfchge- Klooflers en Geeftelyke gefügten , welken den. ' zinden-Weeshuizen, van Burgemeefteren, haar waren afgedaan, begon te fchikkentot verzogt, dat zy bevoegd verklaard mogten weereldlyk en ander gebruik. De Meisjes worden, om zékere huizen, ftaandeopver- werden toen, uit dit Kloofter, overgebragt fcheiden' byzondere naamen; doch enkelyk in een huis van Jan Deyman, aan de w-eft- gefchikt , tot onderhoud hunner oude en zyde van den Nieuwe-zyds-Voorburgwal, jonge behoeftigen, wanneer zy hetdienflig het vyfde benoordendeLynbaansfteeg,daar oordeelden, te mogen verkoopen: 't welk de vergulde rondas uithing. Hier zyn zy hun, op den een en dertigfteit January des gebleeven, tot in 't jaar 1Ó29, wanneer zy * jaars 1727, is toegeftaan, mids zy de pen- verplaatft werden, in het tegenwoordige ningen, daarvan komende, beleiden aan kus- Maagdenhuis,welk, volgens aanwyzing in den tingen op de verkogte Perceelen ; aan 's voorgevel, in't jaar 1628, geftigtwas. De Lands Obligatien, of aan Obligatien op de milddaadigheid van twee Regenten, Pieter Thefaurie deezer Stad, en dezelven allen, Pietersz Can en Gerard Kuyflen, heeft hiertoe ter Secretarye, deeden brandmerken : ge- zeer veel geholpen. Het toeneemen van lyk, federt,gefchied is. In 't jaar 1719,zyn het getal der Weezen bragt, federt, deRe- zy reeds van Stads Excynzen ontheeven ge- genten in de noodzaakelykheid, om het ge- weeft (e). Voor 't overige, gefchiedt 'er, bouw ,van tyd tot tyd, te vergrooten, waar- vier maaien in 't jaar, ten behoeve van dit toe men eenigen der naad gelegen burger- Comptoir, eene verzameling van aalmoes- wooningen aangekogt, en aan het oude ge- fen, aan de huizen der Roomfchgezinden, ftïgc getrokken, of geheellyk hertimmerd door eerlyke burgers van den Roomfch-Ka- heeft: 't welk, noodwendig, aan het ge- tholyken Godsdienft, die, hiertoe, door de heele gebouw, eene ongeregelde gedaante Regenten , verzogt worden, en de verza- heeft moeten geeven, die men, nogtans, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
melde penningen aan 't Comptoir brengen.
XXIII. WEESHUIZEN der ROOMSCH-
GEZINDEN. |
by de jongfte vertimmering, zoveel doen-
lyk ware, verholpen heeft. De eerfte ver- grooting is, in 't jaar 1684; de tweede, in 't jaar 1736, en de laatfle, in 't jaar 1752, gefchied (ƒ). Het Maagdenhuis flaat op 't Spuij, op den Tegen-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
weftelyken hoek van de Voetboogsftraat. woordige
Ter wederzyde van de deur, ftaat een yze- S^aante. ren hek. In den gang , binnen de deur, en in fommige vertrekken, hangen eenige oude Schilderftukken, die, voormaals, in Kloos- ter- of andere Kerken hier ter Stede, fchy- nen geplaatft geweeft, en, naderhand, her- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
R5*
Vvaa
M, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
V
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
n de beide Weeshuizen der Roomfch-
gezinden , het Maagdenhuis en het Jon- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
genshuis , is het
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M A A G D E
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
«**Si-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
N H U I S
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Men heeft reden om te geloo- ZZTJZ^f^1 a f7"" ln den '§anS>
, reeds omtrent den jaare 1570, hfS^en oud altaarftuk, waarop 't jaartal 1____ u„ ™i-__i„i„ „o'«. ' 1530 itaat. In de Linnen-nsami-ini-Ai hPt |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
het oudile.
ven, dat tiet
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
"ie.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gefügt is. Immers, by zekere oude aante- 153£ ltaat* .ln de>innen-naaiwmkel, het
keningen, ftaan Jakje Pieters Foppens en f™e vertrek ter hnkerzyde, of ten ooften,
Marytje Laurens Spiegel, als fligtereflèn,en ™"f' 0ndf anc^eren' een Rl'k'Tfl ff
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
frn^lichieUzoonLoefiiBtouwlv, die, in't J5ö75 Schepen en Raad werdt, alseer-
|
Ecce PANEM Angelorum, dat is, Zie kier
het brood der Engelen; een Priefter, en nog dertien knielende Perfoonaadjen gefchilderd zyn, welken men meent, de vier Burge- meefteren , en de negen Schepenen der Stad te verbeelden. In ééne der Ziekenkameren, ziet men eenftuk, ter gedagteniffe van drie |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
j
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fte Regent van het Maagdenhuis bekend,
zonder dat my, klaarlyk, gebleekenis, waar de jonge dogters toen gehuisveft werden. Poch met de verandering der Regeeringe, is 'er ook merkelyke verandering gekomen |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
___________ Vleefchhal is, na
ilÜl Van HEUSSEN en VAN RYu Kerk. Oudh. IV. De
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
naam met meer leesbaar is; en twee over-
leedene Maters, Mary Gbysberts dochter en Macb-
(f) Uit medegedeelde Aantekeningen det Regenten
Xx3
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
«£$1*
|
e c^Privil. va»iHa«I. *,. 6o9.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van den Oiid-Raad van Bürgern.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2« Jan,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
III. DeelV
|
|||||||||||
346
|
|||||||||||
Wees- Machtelt Jacobs dochter, gefchilderd. Doch
huizen het Convent of Kloofter, waartoe deeze Pa- der ters en Maters behoorden, wordt niet ge- 5e°z°in-SCH' noemd. In de opfchriften leeft men, alleen- DEN. lyk, Pater of Mater van dit Convent. Waar- fchynlyk, wordt 'er S. Margareeten- Kloos- ter , waar de Weezen, oudtyds, geplaatft waren, mede gemeend. In de Kerk van 't Huis, welke wy, hiervoor (g), befchree- ven hebben, hangt ook eene fchildery, op welke , in afgezonderde vakjes , het ver- meend wonderwerk der Heilige Stede, om- trent zo als in Marius Amflelredams eer ende opcumen, verbeeld wordt. Agter de Linnen - naaiwinkel, eene groote kamer, is eene kleine Binnenplaats, en verder, een vertrek, welk, voormaals, de kooken van 't Huis plagt te zyn; doch waar nu onge- maakt Lynwaat geborgen wordt. Ten wes- ten van den gang, komt men, eenige tre- den opwaards, in een Poortaal ; en , van daar, in de Kamers der Regenten en der Re- genteffen , twee bekwaame vertrekken, die beide op het Spuij uitzien. Voor de Engelfche fchoorfteenen deezer Vertrekken, zyn twee fraaije Schilderftukken, in 't graauw, van den beroemden de Wit geplaatft. Voor den fchoorfteen van de Regenten-Kamer, is de gefchiedenis van Ruth en Boaz; en voor dien der Regenteffen, de zorg voor de Wees- meisjes , op eene zinnebeeldige wyze, af- gebeeld. Het eerfte ftukje is, in't jaar 1745, gefchilderd. Agter de Regenteffen-Kamer, is een vertrek voor de Moeder over de klei- ne Kinderen, die, beneden, van't Spuij af, tot aan de groote Plaats toe, twee flaapver- trekken hebben. Ten zuiden van 't Poortaal voor de Regenten - Kamer, is de Wolien- naaiwinkel, en daarby een vertrek voor de Keldervrouw, die, beneden, aan de Plaats, nog een vertrek heeft. De Plaats, die ten einde van den gang legt, en winkelhaakswy- ze loopt, is, aan alle zyden, betimmerd; meeft met kleine vertrekken, tot Ziekenka- mers, wooningen voor de Binnenvrouwen en ander gebruik gefchikt. Doch het nieu- we gebouw ftaat in 't weften. Voor en on- der het zelve, is eene hooge gaandery, rus- tende op drie heele en twee halve kolom- men van blaauwen arduinfteen. Onder de gaandery, zyn de ingangen van den kooken, een vatenhok en een turf hok beneden, mids- gaders, een gang naar 't Spuij. Hooger, is eene groote Eetzaal: daar boven, twee fiaap- vertrekken nevens eikanderen, en nog hoo- ger, twee diergelyken. De flaapvertrekken zyn van een groot getal van kasjes, tot ber- ging voor de Meisjes, voorzien. Wyders, heafc het Huis verfcheiden' Ziekenkamers, (g) III. Deel, UI. B»k, il, in.
|
|||||||||||
Turf- en Graanzolders, en Bier- en Provifie- Wk«-
kelders aan de Plaats. Ook is hier eene Bak- Hü^ kery, waar, alleen voor 't Huis, met ééne r00ms&' oven, gebakken wordt. cezik- Het Maagdenhuis wordt beftierd, doorDEN.^
vier Re ge nt en entweeR e gent essen, ^ ' die gemeenlyk voor hun leeven dienen. By 't affterven van een' der Regenten, kiezen de drie overigen eenen anderen. En by 't overlyden eener Regenteffe, wordt derzelver plaats, door de overgebleevene, met kennis en toeftemming der Regenten, vervuld. De Regenten en*Regenteffen vergaderen, om de veertien dagen, des Woensdags na den middag. De Priefter, die, in de Kerk in 't Maagdenhuis, dienft doet, heeft ook, in 't geeftelyke, het opzigt over de Weeskinde- ren , en onderwyftze in den Godsdienft. Voorts, zyn 'er een goed getal van Binnen- vrouwen, zo om de Meisjes, in 't breijen, en wollen- en linnen-naaijen, te onderwy- zen, als om zorg te draagen voor den koo- ken , de kelders, en 't gene verder tot de huishoudinge behoort. De beftiering der Kin- deren in dit Huis wordt, zo veel de gelegen- heid van 't Geftigt gedoogt, gefchikt naar 't gene, in andere Weeshuizen, plaats heeft. De fchaforde komt, na genoeg, overeen, met die van het Jongens-Huis, waarvan ter- ftond nader. ,ej 't Getal der Kinderen beliep, inFebruary GetJ.
des jaars 1741, twee honderd en vyftig, en Ke^ tegenwoordig, [in September des jaars 1765]?re worden 'er twee honderd twee en veertig^ in 't Huis, opgevoed, en een, buiten 't Huis, befteed. De inkomften van 't Maagdenhuis beftaan,
gedeeltelyk, uit de winften der kinderen, die eene tamelyke fomme , met Linnen- naaijen, verdienen; uit de huuren van ee- nige huizen; en uit de intreften van eenige Obligatien. Ook gefchiedt 'er , tweemaal 's jaars, eene Colle&e aan de huizen der Roomfchgezinden , ten behoeve van dit Godshuis* ■ . « Het ander Weeshuis der Roomfchgezin- uw ^
den, het toN6V
J O N G E N S-H U I S *£jp
, PB*'
genaamd, ftaat op de Lauriergraft, aan de
zuidzyde,tuffchen de twee laatfte bruggen- De Weesjongens werden, tot in 't begini dee- zer eeuwe, in byzondere huizen, he^ee twee eerfte Regenten over dezelven, z0 menze aangetekend vindt, waren torn ^ Noorman en Beter van Schor el, en dien den» 't jaar 1664. Doch het tegenwoordige vv_ huis werdT , eerft omtrint den Wel<°* . geftigt. Boven den ingang van t Äeg^ |
|||||||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN. 347
ten-Comptoir, vän binnen, leeft men , dat ters, afgefchooterrzyn. Verder zuidwaards, Wees-
aldaar, op den zeven en twintigften Octo- heeft men twee Ziekenkamers boven elkan-huizen . ber des jaars 1701, de eerfte zitting der Re- deren, ieder van zes krebben voorzien In R der |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
s
SNch
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
genten gehouden is ^^^^^^^^^^^
merkelyk, vergroot en verbeterd. De zui delyke vleugel, daar de Eetzaal is, is,in 't jaar 1706, getimmerd. Agter den zelven, heeft men, in 't jaar 1747, eene nieuwe Bakkery en uitgang in de Eländsftraat ge- bouwd , over eene open plaats, van welke het Huis , aan deeze zyde , licht en lugt fchept. Men treedt, van de Lauriergraft, door eene groote Poort, in een' gang, met eene gaandery, op drie hooge houten pilaa- ren ruftende, ten ooften, en de deur der Kerke, welke wy, hiervoor (g), befchree- ven hebben , ten weiten. Voorts, komt men op eene groote, vierkante, beltraatte Plaats, met zeven boomen bezet, en een fier- lyke regen- en putwaters-Pomp, in 't mid- den, 't Gebouw van 't Weeshuis is, langs drie zyden van deeze Plaats , getimmerd. Langs de vierde, of noordzyde , ftaat de Kerk, en een pakhuis en woonhuis, die door 't Huis verhuurd worden, en op de Lau- riergraft ingaan. In den ooftelyken vleu- gel van 't gebouw, ontmoet men, eerft, de School, voorzien van een kagchel en plaats Voor den Meefler en Ondermeefter: voorts, het Regentejfen-Comptoir, waarin, zo wel als ïn een klein vertrekje, naaft het zelve, be |
den zuidelyken vleugel van 't gebouw,is de S-^
Eetzaal, naar welke men, langs tien hard-den. fteenen trappen , optreedt. Bove |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zaal, is een llaapvertrek voor de Schoolkin-
deren : en agter deezen vleugel, over eene agterplaats, is de Bakkery", daar, meteen' oven, alleen voor 't Huis, gebakken wordt. Boven dezelve, is eene builzolder, en hier- omtrent, beneden , is de Kleêrenmaakers- winkel van't Huis. In den weftelyken vleu- gel van 't gebouw, heeft men nog eene gaan- dery , die op zes houten pilaaren ruft. Hier- op volgt een vertrek voor den Binnenvader en Binnenmoeder, en een groote kooken. Hooger is de /kapkamer voor deeze twee Suppooften, en een vertrek voor deLinnen- naaifter van 't Huis. Ook zyn hier de graan - en provifie-zolders, een rookhok enz. Be- neden , in 't zuiden, heeft men, koele Bier- en Boterkelders, vatenhuis enz. Boven de deuren der meefte vertrekken, ftaan Spreu- ken der Schriftuure , in 't Latyn en in 't Nederduitfch, vermaaningen tot zorg voor de Weezen behelzende. De beftiering van dit Weeshuis itondt,Refr
weleer, aan twee; doch ftaat nu aan vier xiug. Regenten, en twee Regentessen. Zy dienen, gemeenlyk, voor hun leeven. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
flooten kaften zyn, tot berging van kleede- By't openvallen eenerRegentsplaatfe,verkie
ren en ftoffen tot kleedinge. Hierop volgt zen de overige Regenten eenen anderen. De |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
het Comptoir der Regenten
Comptoiren hangen zyn ^^^^^^^^^^^^^^^^^^
fchoorfteen en fchoorfteenftuk, gefchilderd door een' gewezen Binnenvader van 't Huis, Brouwer genaamd. Onder 't ftuk in 't Re- genten-Comptoir, zynde eene zinnebeeldige vertooning van de zorg voor de Weezen, leeft men: |
plaatseenerRegentefle wordt,door de over-
gebleevene, vervuld. De Regenten vergade- ren, om de veertien dagen, des Woensdags na den middag. Doch de RegentefTen hebben
geenen bepaalden tyd van byeenkomen. De
inkomften van dit Weeshuis zyn, gedeel- telyk, van dezelfde natuur, als die van het Maagdenhuis. Ook gefchiedt 'er, tweemaal 's jaars, eene Collecte, ten behoeve van het |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
. zelve, aan de huizen der Roomfch-Katho-
Uit Liefde tot de Wees fproot dit Roomt- lyken.
huisbefiier. _ De Suppooften of Bedienden van het Huis Suppoos-
Barmhartigheid en ßr af is ly de Vaders hier. zyn een Binnenvader en Binnenmoeder, die ten-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
En onder 't ftuk, in 't Comptoir der Regen
teilen, verbeeldende twee deftige vrouwen bezig met bezorgen van behoeftige Wees kinderen: |
vyf dienftmeiden ten hunnen bevele hebben,
eene kinderenmeid , eene kookenmeid en drie werkmeiden. Voorts , zyn 'er twee Schoolmeefters , een Broodfnyder en eene |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Linnen-naaifter. Alle deeze Bedienden woo-
Door Moeders vlyt en diend kleedt, fpyfl nen in ,'C HuiS' Dof,deBfkker,tweeKleê-
men d'ouderlool J ' ' J renmaakers, en een Schoenlapper, ten dienfte |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Goed is 't die dankbaar is, en deugd omhelfl
|
hebben hunne wooninS »*i-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
altoos.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ten het zelve.
De kinderen |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
worden, in leezen
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fchry- Onder-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
«oven deeze vertrekken, en de gaandery in ven, rekenen, en in dé vreeze Gods on" w5Tdér
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^ng, is eengroot flaap vertrek, waar
p twee Kamers, voor de twee Schoolmees |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
derweezen. Zy moeten, s morgens en
avonds, hunne gebeden leezen, onder an* deren, biddende, voor de Regenten en Wel- doe- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kinde-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
j|g .•■•' AMSTERDAMS III. Deel.
Wi. doeners van 't Huis, zo wel die overleeden Men berigt my, dat.het getal der^kinde- bjJ*
Sn S die nog leeven. Zy zyn gehouden, ren m dit Huis, m t jaar VW™** Geta, der naarftiglyk, te? Kerke te gaan ; doch ten derd en twintig beliep. ^f^l&
Roomsch- 3ft|yethun zeflen by eikanderen, zon- [inSeptember 1765] »worden er honderdeen S* dertig ergens, buiten 't Huis, in grooter en tagtig geteld, getal, byeen te voegen. De Jongens die, door de Regenten, op een ambagt befteed a a 1 v.
worden, hebben vryheid, om het, vier, HOF
vyf, of zes weeken, te beproeven, eer zy B L Ir ï JN -H U 1<
zïg bv de Regenten, behoeven te laaten . , Befciirf
aaneklnen. Men bedingt, by de beftee- TT/y voegen , by de befchryving der Be
Sdat de Meeflers hen, van den eerften W ^T^"Katholvke" ^rm ^ van £ fi'totdeneerftenOaober, ten agt; en ftigten de befchryving van het. Begyn-gËf vin den eerften OÉtober tot den eerften A- Hof, fchoon in zynen oorfprong niet voor Ho* m ten ze ven uuren, naar huis moeten laa- behoeftigen aangelegd, om dat wy ze ner- £n gaan, ten ware zy noodig werk voor hun gens, bekwaamlyker weeten te plaatfen. A hadden- in welk geval, zy gehouden zyn, Het Begyn-Hof is een van de oudfte °"
hun'savondlde/koft en't nagts huisves- Geeftelyke geftigten, hier ter Stede, Wy ühg te geeven. De Poort van 't Huis wordt, hebben, by eene andere gelegenheid (*), 's winters nanegen, en 's zomers na tien uu- aangetekend, dat het, in t jaar 1380* reeds ren niet geopend. Het overtreeden der m ftand was; doch federt, is ons, uit ver Re4menÄ van het Huis, metnaame, 't fcheiden'egte ftukken, die nog, onder de vïSen van't werk, het uitblyven by MeefterefTen of Moeders der Begynen be- nagt het vloeken, dobbelen, zwemmen ruften, en ons door den Paftoor van t Hof, zonder verlof, en andere ongeregeldheden, ter hand gefteld zyn, klaarlyk,_gebleeken, worden, naar haaren aart, met meer ofmin- dat het ten minfte vyf en veertig ofvyfog der ftrengheid, en fommigen, voor de der- jaaren ouder is Wy zullen de voornaam^ tonaal begaan zynde, met uitzettinge uit ften deezer ftukken, van de meeftevan tetHuis eeftraft welken nog genoegzaam geen gebruik ge- Sdvs en De fpys, die in dit Weeshuis gefchaft maakt is, aan t einde van dit Boek, onder
t«, wordt5,\ Zondags en^oenslgs, 's £2^^^^^^ middags, graauwe erweten , of groente, t Begyn-Hol, uit dezelven, nier, zov Sar den tYd van 't jaar,en eenftukvleefch ons doenlyk zy, tragten op te ndtoen. „* Ä tle , en 's avonds, karnemelk met rfWj£j« ^^^^S*
• fëtë£ÜËg,% Ä w^^Uni^«/ffin dien
ZoX in de maand , 's middags, verfch tyd, en nog dikwils naderhand toncfrouwen
Mehmet foupe opgedifcht: waarin, nog genaamd werdent, ini huure of ter leen,g_
onlangs, deeze verandering gekomen is, bruikt te zyn Doch op den een en der
dat 'el hans, alle Zondagen, verfchvleefch tigften July des gemelder1 jaars, droeg£W
gefchaft wordt. '* Maandags, fchaft men, van der Lane Wien t gebouw toebehoorde
lmTddagI,g^ne erweten me't langten het den toncf rouwen den beghmen toten ^
kaas en brood toe, en 's avonds zoetemelk Hghen op. Van den fcJepenenWt,
met gort,
eet men. |
||||||
mer,met karnemelk,en inden Winter,met w«* w,, — -&-*, ^^^in.-" , : -jn
vet, en 's avonds, karnemelk met gort,en ^b^/^^^^Ä^ een boterham toe. 'i Donderdags, wordt'er, dien tyd, aan de Stads ondfeff J^J^ £&^£Ä boVrhamte, ^ge- hadt en federt de*ß^JS%ffi.
SO &y^, fchaft men, 's middags, gefcheiden van de ftntoy* of Bn^g*
dikke gort met "zoetemelk, en kaasenbrood na de K*™^^ <f he, **&, in
toe, en 's avonds, karnemelk met meel en f*g* j*1** in *£*?*' L^f' Vermeld
een boterham toe. 's Saturdags, wordt 'er, de Handveft van den Jaare ,34», nd
's middags, karnemelk met gort gekookt, wordt, en, gelyk_wy, elders W t*orden,
en kaas en brood toe, en 's avonds alleen- hebben, hier omtrent gezogt moet ^
lyk een dubbele boterham gegeten.. De bo- r>
venkleeding der jongens m dit Huis is ros- V4 »• D- N- «•
verwig Laken of karfaai, (O '• c«'. 1. *»k. u- » r*
|
||||||
IV, Boer. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN. 349
V zou ik niet durven verzekeren. Maar, door ge, die gelegd was vuer der baghiwn eraf te v
dit Land, liep eene Laan, naar welke, Cop- daar zy nog legt, weßwain tnt»j{ï'»MYS'
Pe van der Lane,de oude eigenaar van'tBe- grafie] leggen lieten. Se'sSd 11* Jf gynhuis, fchynt genoemd geweeft te zyn. zelfden tyde, eeneftraat van zeftieT. vAer iJie Laan heeft, naar men vermoeden mag, breed, tuffchen 't Begyn-Hof en der SrT tot het Begyn-Hof behoord, en zig, langs graft, ten werten, met belofte van on d> de Begynen-graft of Begynen (loot, uitge- erf, nimmer eenïge huizingen te zuflen fte] itrekt. Immers, ik vind, dat Burgemeefte- len, uitgenomen muuren of toorens tot be" ren, m tjaar 1545, orde Hellende op het veftiging der Stede (ƒ>). Doch in't iaar ku" diepen der gemelde floote, 't welk, door de werdt dit erf gefchonken aan 't Begyn-Hof buuren, gefchieden moeft, bevalen, dat men door welk, het, federt, betimmerd is (a) nietflegts de paaien; maar ook de wortels Midlerwyl., hadt het Kapittel der Lieve *r boomen uit deze ve uithaalen zou (/). En Vrouwe-Kerke in den Haage'met toeftW hieruit volgt kaarlyk, dat'er, van ouds, minge des Biflchops van Utrecht, reeds in't boomen geftaanhebben angs of op de plaats jaar i4r9, belaft, dat het Begyn-Hof niet derBegynen-grafte, welke boomen fchynen verder bewoond zou worden, dan tuffchen de H,be,nb*oord^d.e Laan, van welke, in der Stede vefle,die toen was,en deBegynen" de Handveft van den jaare 1342, gewaagd graft. De Begynen-Kapel was toL rfeds L Wordt. De Begynen, die federt, het Hof wezen, en is, miffchien, mSanTvoor dien bewoonden, betimmerden het, van tyd tot tyd, geftigt geweeft, om dat, toen eerft tyd, en, naargelang dat haar getal aangroei- aan Maagden en Weduwen, wonende f^rn de, met nieuwe huizen; en de Regeering beghynboue, veroorlofd werdt, eenen wee feSf'iZ Zlf enKt™igftren April des reldlyken Priefter te kie.en, tot haaren Ka- tars 13 «9, dat de gebouwde of aangekogte pellaan (V). Doch de Kapel en 't Begvn-Hof huizen, door de bezitfters of derzelver erf- verbrandden,ongelukkig^ indenTooten genaamen , aan niemant, noch op, noch brand van den drie en K iXnAmSS buiten den Hove, zouden mogen verkogt jaars 1421, die een derde gedeelte de Srd gorden dan met gemeene bewilliging van verteerde (,). Beide het Hof en de Kanel alle de Begynen Wy plaatfen den brief, werden egter, federt, wederom opgebouwd dieditbeyel behelft, hier agter, onderde En vindt men, dat Meefter BaerntDinTZn' plaagen (m). t Is aanraerkelyk, dat de in, of omtrent het jaar 1475 zekere laar' cegynen, in den zelven, arme baghinen ge- lykfche fomme gemaakt heeft', tot voldoe- noemd worden. Men gaf haar egter, na- mnge der huishuure van drie arme Begynen «ernand, wederom den naam van ioncvrou- die men, ten allen tyde, op 't Beavn-Hof' J»*». Hertog Albrecht van Beijeren , de moeft laaten woonen (t). Het Belrvn Hof ^?Tte^nflÄ'in-'tJaari393' in heeft, na zyne herbou4g den nTm in Sf hJ? rn^Wd*raw& neemende, het ronde Hof of ronde BegynbofgeSZ^ wfamaar'7ven71VZ dCn tyde' eenen Re§el' De Poort voor het zelve , diïSog !nTe'- IndTeno? l'deZeeZè VOeëenmoeiV' ?**■>«*?*> in \>™ W, vernieuwd
u cue nog, in ae meeite en voornaamfte te zyn, gelyk, uit dit jaartal, welk boven opzigten gevolgd wordt. Wy hebben 's dezelve ftaat, is af te neemen. Vier karen
«ertogs Handveft hier agter («) geplaatft, laater, werdt de Regeering hier tJf^T gar een oud affchrift, op pergaSment ge-' veranderd. De Kapel S0p 't JÄS^* -hreeven, 't welk men, met de uitgaave toen, gelyk andere Geeftelvl; . k van anderen (0), vergelyken kan. D? Be- eenen fy/lang, £ Sdft £*££ Sonden fC t0?femend,e in vermogen, fchikt, en,eindelyk,aan deÈngllfchePrL 't warer Zuiden van haaren Hof, daar byteriaanen ingeruimd, gelyk wy, terzyner ïnlaater',tV^n0uds' Veel breeder was dan plaatfe («), hebben aangetekend. Het Be-
hoogen F ' •Sa? <e w*nnen» en aan te §yn_Hof zelf, beftaande uit eenige byeen- dit ld h ln 'Z Jaar r4-r7' werdt haar gevoegde wooningen, aan byzondere per« ftaa -A de Wethouderfchap , afge- foonen toebehoorende , werdt niet äange- ter K A Zy Van het zelve eenefiraete, merkt als de Nonnenkloofters' hier ter Ste-
WS te Van veertien voet, en zig ftrek- de, die ontruimd, en tot ander gebruik ae- gnde, nevens eene ftraat van geIykf breed- fchikt werden. Men liet de Begylen in hfa- > aie er toen reeds lag van der nyen brug- , , ^. „ , , re J ° (l>) %e Byl.iagen Lr. D. iV 4
U L' V. N i. J-^*<rf' 4*1 f'* Bylaagen £r. D. N s. ■"•-^•7.
(\; ^. D N. ?. f'j Vermeerderde uEKA ;„ matth-ïi Anal. Tom, m
II. ,Do> *EÜSSE* en VAN RyN Kerk< Oodh< IV. D,tl, f'(\» - BvIaafen /t d N 6
|
||||||||||
ö.
|
8 "Tuk.
|
(K) lU' D"lUl. B"k., il- «73.
|
||||||||
Yy
|
||||||||||
AMSTERDAMS UI. Deel'.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
35°
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
re eigene of gehuurde wooningen blyven; en onzes oordeels met meer waarfchynlyk-begï;ï'
en zy zyn 'er gebleeven, tot op deezen tyd heid, dat de orde der Begynen, omtrent den HoF* |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Begyn-
Hof. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
jaare 1170,
ter van Luik, Lambert Begghe of Le Begue,
dat is, de Stamelaar, genaamd, die eenige Weduwen en Dogters bewoog, om onge- huwd, en in gemeenfehap te leeven (#), en zig, met haar handwerk, en met Gods- dienftige oefeningen, bezig te houden, zon- der zig, daartoe, nogtans, door onverbreek- baare geloften, te verbinden. Zy namen, in 't kort ,fterk toe, in de Nederlanden, al- waar alommeBegynhoven werden opgeregt- Doch in den aanvang der veertiende eeuwe, hingen eenige Begynen de doolingen aan van eenen Minderbroeder, Pjeter Jan d'Otivd genaamd, die, in de Kerkvergadering van Vienne, in't jaar 1312, veroordeeld wer- den. De orde der Begynen werdt, in de- zelfde Kerkvergadering, te niet gedaan. Doch |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
't Begyn-Hof in 't gemeen de kelder onder
de Sacriftie der Begynen-Kapelle , tot een wafchhuis, laaten gebruiken, 't Vertrek bo- ven deeze kelder was, na de verandering der Regeeringe, de Gilde-Kamer van 't S. Jozefs- of Timmermans-Gilde geweeft. In 't jaar 1665, werdt het aan de Ykers der maaten ingeruimd. Drie jaar en laater, werdt het ook ten dienfle van de O verluiden der Zydereederen gefchikt. En deeze laatften zogten, in 't jaar 1674, de bewoonfters van 't Begyn-Hof van 't gebruik der gemelde kelder te ontzetten. Doch Burgemeefteren hebben 't haar, op den negentienden Maart des gemelden jaars, uitdrukkelyk , toege- weezen (i>). Het Begyn-Hof is rondsom bezet met
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gelegeü'
heid en gedaan- te. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
meer of min net gebouwde wooningen, die, fommigen meenen, niet zonder grond, dat
of door Begynen, of door Weduwen en be- de Kerkvergadering niet beoogd hebbe, de daagde Dogters van den Roomfchen Gods- Nederlandfche Begynen, die regtzinnig ge* dienft, bewoond worden. Sommigen woo- bleeven waren , en zig binnen de paaien nen, in haare eigene, anderen, in gehuurde haarer eerfle eenvoudige inftellinge gehou- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wooningen. In 't midden van den Hof, leg
gen twee Bleekvelden , een groot en een |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den hadden, te veroordeelen (y). Immers,
men vindt,dat de Biffchop van Kamerykde |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kleiner, en beide, met laage muuren, waar Begynen van Antwerpen, in't jaar I323>
op houten hekken Maan, van den weg, ronds- van de gemeene doolingen der Begardenen om, en dwars over den Hof, afgeflooten. Begynen vry verklaard heeft (2). Ook heb- Wyders, is de Hof, in't ronde, met hoo- ben de Paufen de voorregten van fommige ge, ^gefchooren, meeft^wilde Kaftanjen- en Begynhoven, in laater' tyd, meermaalcn be- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lindenboomen bezet. Voor de meefte woo
ningen, ftaan, ter wederzyde, en naarvoo- ren, houten hekjes , die dezelven van de Plaats affluiten. De voornaamfte toegang naar 't Begyn-Hof is, uit de Begynenfteeg, in de Kalverftraat, langs eene houten brug, die over de Begynen-floot legt, door de reeds |
veiligd (a). De blaam van onregtzinnigheid,
die op eenige Begynen gelegd was j fchynt nogtans anderen, naderhand, bewoogen te hebben, om zig, liever Urfulinen dan Be- gynen , te laaten noemen. De Amfterdam- fche Begynen, die altoos Begynen genoemd zyn, hebben ook, zonder zig egter aan s- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gemelde oude Poort, boven welke ,_men een Urfulas regel te binden, S. Urfula, zo wel
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
afbeeldfel ziet van S. Urfula, eenigen der
maagden van haar gezelfchap, onder haaren wyden mantel, bedekkende en befchermen- de. Doch, voor omtrent veertig jaaren, heeft men, op aanzegging van Burgemees- teren, om meer plaats te hebben voor de |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
als S. Jan, tot haare Patroone verkooren:
't welk dan ook de reden is, waarom zy'J3' Urfula, met eenigen haarer Maagden, bo- ven de poort van 't Begynhof, en elders op den Hof, hebben uitgebeeld. . . B(#; De Begynen, die hier, federt eenige]&'&&
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
rytuigen, die, fomtyds, de Kalverftraat te reri) wederom zyn toegenomen m getal,e»jäh»
zeer belemmerden, nog eenen ingang naar tnans ruim dertig haaien können, ftaan on-$w$ den Hof gemaakt, agter de Begynen, aan der de beftiering van vier Meeflerejfen, die*.^ 't Spuij, die_egter alleen geopend wordt, vanouds, en nog tegenwoordig, Moers oï |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wanneer de Koomicne iierK aan- en uit- Moeders genoemd werden, en deeze waar-
gaat, digheid, voor haar leeven,bekleeden,wof' |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Oor-
fprong van de |
De orde der Begynen is van Nederland- dende, by 't affterven van eene derzelven,
fchen oorfprong. Sommigen meenen, dat door de overigen, eene andere gekooren, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
orde der ZY> door de H- Beëëa> Dogter van PePyn in derzelver plaatfe. De Meeftereffen, va«
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Begynen. van Landen, Hertog van Brabant, in de
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
iio.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ai
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zevende eeuwe, ingefteld, en naar dezelve
|
(*) Magnum Chron. Belg, ad annum n"58' f'
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tof
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
genoemd is (w). Doch anderen beweeren,
|
nr.it. 1107. p. ï5*- -E^'t. Piflorii.
|
f. 3S°
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(y) Voycz, FiEURY Hift. Eccl. Tom. XV.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ivj uroor-ivicinur. ^v. vi. ƒ. 152.
(w) Vide MiRiEl Opera Diplom, Tom. I. p. lis, 215, W. Torn. 11. f. 9*8, 9J8. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XI
|
IA. p. *«»• ,
(z,) Viic Mir/ei Opera Dipl. t«m'
(«) j. F. Foppens Nova d;?i. »"•
|
u f,ziS
f. zo; t l°~
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN. 35r
welken wy fpreeken, droegen, in 't begin den Overfte, gefchiedt, moet zy zes wee-r.
ken lang, binnen den Hof blyven, en in't Hof.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
eerfte jaar, met uit de Stad gaan. Zelfs mo-
gen de Begynen in't geheel niet uitgaan om boodfehappen te doen, zonder daartoe maandelyks, verlof te vraagen van deMees- tereffen. Van den Advent tot aan Kerfttyd en van Vaftenavond tot aan Paafchen, mo- gen zy niet buiten den Hof ter maaltyd gaan. Op Kermisdag, en 's Maandags en 's Dings- dags daarna, noch op eerften Paafch-, Pink- fter- en Kerftdag, mogen zy niet alleen niet ter maaltyd gaan, maar ook niet aan ftraat gaan kyken. Op de Zon- en Feeftdagen, mogen zy niet uitgaan, zonder merkelyke oorzaak, zelfs niet, na dat de Vesper of A- vonddienft geëindigd is. Uit de Stad gaande, mogen zy niet verder reizen, noch langer uitblyven, dan zy verlof hebben. Zy mo- gen op geene Bruiloften, noch grooteGaft- maalen gaan, daar veele weereldlyke Perfoo- nen zyn: ook niet naar Kermiffen of Jaar- markten trekken: en zelfs niet, zonder ver- lof, buiten den Hof gaan eeten, veel min vernagten. Zonder verlof van den Overfte en MeefterefTen, mogen zy niet van de ee- ne wooning in de andere verhuizen. De MeefterefTen mogen, by raade van deOud- ften, eeneBegyn, die zig ongeregeld ge- draagt, uit den Hof zetten, en onderhoud weigeren. Doch 't is niet zonder voorbeeld |
|||||||||||||||||||||||||||||||
fleren des Begynbofs, en waren toen maar
twee in getal. Zy hadden regt, om , ne- vens zeven van de oudfte Begynen, eenen weereldlykeri Priefter te kiezen tot eenen Kapellaan , die ook den naam van Pater, Vader of Overfle der Begynen droeg, wel- ken hy nog heden voert. Hy, of zyn ge- magtigde waren alleen bevoegd verklaard om der Begynen biegt te hooren; dezelven vry te fpreeken, boete op te leggen, en met de Sacramenten, byzonderlyk, met het laatfte Oliefel, te bedienen (b): in welk regt, de Paftoor van 't Begynhof, als Overfte der Begynen , zig , nog tegenwoordig, hand- haaft. OndertufTchen, hebben Burgemees- teren , van ouds, ook de hand gehad in het beroepen van eenen Pater of Overfte der Begynen. Immers, ik vind, dat zy, op den negenen twintigften May des jaars 1477, Meefter Herwych Gysbertszoon, Amfterdam- mer, die, te Heidelberg, een kerkelyk Be- neficie hadt, by eenen Brief, die, in de Stads Regiflers (c), geboekt ftaat, genodigd heb- ben , om het regiment van de begynen, die hoer pater onlanx geflurven was, an te nemen, onder belofte van hem zekere jaarlykfche fomme, tot zyn onderhoud, te zullen toe- leggen. Oiidtyds, en volgens de Handveft van |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Hertoge Albrecht van den jaare 1393 ,mog- dat Burgemeefteren aan de MeefterefTen be
ten de Begynen geenerlei bewind van wee- laft hebben, zekere Begynen, die in der
reldlyke dingen hebben: 't welk egter zo niet zelver ongunft vervallen waren, vrye woo-
fchynt verftaan te zyn, dat men haar niet, ning en onderhoud toe te leggen (d). Na
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
elk
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
federt, altoos, zo ver my bekend is, het
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
in haare wooning
^^^^^^^^^ uuren, moet het licht worden uitgedaan, behalve daar zieken zyn. De Begynen moeten, vlytiglyk, ter Kerke |
|||||||||||||||||||||||||||||||
beftier haarer eigene tydelyke zaaken toe-gelaaten heeft: 't welk zy ook nog tegen-
woordig hebben. Sommigen oefenen't een |
|||||||||||||||||||||||||||||||
oft ander vrouwelyk handwerk: anderen komen," en op het leezeh haärer Leffenof
leeven van haare eigene inkomften. Voor Getyden agt geeven'. Haar gewaad en huis- 't overige, leezen zy haare Gebeden en Ge- raad moet zedig zyn. Zy mogen niet dan* tyden, in 't Nederduitfch, zo wel in haare gekleed voor den dag komen, en niet dan Wooningen, als, dagelyks, in de Kerke. Zy met eene kaper over den Hof of uitgaan Tot neemen de lallen vanden Hof, als het Poor- voorkominge van gedruifch op den Hof |
|||||||||||||||||||||||||||||||
tierfchap, het Kofterfchap enz. by beurten
waar. Ook draagen zy zorg voor 't fchoon- houden der Kerke, en 't verfieren van den Altaar: alle welke dienften haar, door de MeefterefTen, worden opgelegd. Zy wor- den, na dat zy, eenen geruimen tyd, be |
|||||||||||||||||||||||||||||||
mogen er geene haanen noch honden ge-
houden worden. Ook mogen 'er geene Vrien- dinnen der Begynen of anderen vernagten, zonder verlof van de MeefterefTen: en knegt- jes, die boven de drie jaaren oud zyn, in 't geheel niet. Hertog Albrecht hadt reeds |
|||||||||||||||||||||||||||||||
proefd zyn, door den Overfte ende Meefte- belaft, dat geene vreemde mansperfoonen
reffen, plegtiglyk ontvangen, of gekroond, ge- op den Hof mogten eeten, behalve de arbei-
tyk men 't noemt; waarna zy deMeefleres- ders> die aIdaar werken moeften (e). En federt
fen, in gewigtige gelegenheden, tot raad is't eene beftendige gewoonte geweeft , dat
«lenen, en de gemeene laflen van den Hof men, overeenkomftig met de inftellingen van
^pen draagen. Als een Begyntje eerftaan- andere Begynhoven (ƒ), geene mansperfbo-
geilornen is, 't welk ook, pWttelyk, door npn
' ' *,lc6u6,J'*-> (d) Groot-Memor. N. X. ƒ. uj, zoj "en
(J £* Bylaagen U. D. K. ,. O) Zje Bylaagen I'. D N. 3.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
W Gl°ot.Me,„0r. N. I. ƒ. »o. . (f) r«fe Matthsi Fundat.. & Fata Ecclef. Lih I
|
, p.'38 I.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Yy 2
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
3S2 AMSTERDAMS in. Deel.
öaM« neu od het Begyn-Hof heeft laaten vernag- 'ex nog agt en twintig in wezen, welken wy, Hofjej.
1 ten dan den Pafloor en zynen Kapellaan. hier, kortelyk, befchryven zullen De meeften der gemeide byzonderheden zyn Wy beginnen met zulken, die, door, ot GwJ
vervat in den Regel der Begynen, uit agttien ten behoeve van Gereformeerden, geltigt ^ Le'den beftaande. Hy werdt, in 't jaar 1731, of gefchikt zyn. Deezen zyn zes in getal; te den Soor op\ Begyn-Hof, Wi,- ß«^fe^^f^f, ^Ä' eus Cornelius Dierout, aan Burgemeefteren je, Ockers-Hofje , Medenbhkker■ Hof je en overhandigd, ter gelegenheid, dat fommigen Fontaine-Hofje. beweerden, dat het Begyn - Hof begreepen ^ was, onder de Roomfch-Geeftelyke Geftig-
ten aan welken, volgens het Plakaat van den Deutzen-HofJe, ™ befchikking over haare goederen be- ms doende van den Gereformeerden Gods-
heldt, en dat de Regel, waarnaar zy zig, dienft, uit de nalaatenfchap van Vrouwe Ao- op'tBegyn-Hof,gedrlegen,enkelykilrek- nhta^Deutz lauft Weduwe van den te om de ruft, gefchiktheid en goede orde Heer Zacbarias Bereßeyn van Hofdyk, Heer onder de bewoonfterstebewaarend):welke m Middelhanus , Burgemeefter en Raad redenen zo veel ingang vonden (i), dat de der Stad Delft; en voormaals gehuwd ge- Begynen, federt, fltoos, gelyk W vooren, weeft, met den Heere Gerard Meerman, vrYelyk,by Werften wil, over haare goede- Raad m de Vroedfchap der gemelde Stad. ren hebben mogen befchikken, ook ten be- De Stigteres hadt er zelve , voor haaren hoeve van Bewoonfters van den Hof. Men dood, die, op den dertienden February-des Iaat haar ook nog toe,het Begyn-Hof, 's a- jaars 1692, voorviel , de vereifchte erven vonds, te fluiten, en de Poort, door eene toe gekogt, en tot Regenten benoem kerft Poortièrfche, altoos eene der Begynen, te laa- de Executeurs van haar Teftament en, na ten bewaaren.En gelyk haar, reeds in't jaar derzelver overlyden, drie van de naaften van lAio eene vrye begraafplaats, binnen den haaren bloede. Men treedt in dit gefhgt, Hove, ten behoeve van den Kapellaan of door eene groote Poort, m welker lyft, dee- Paftoor, den Kofter en alle de Begynen, toe- ze regels, in marmer, uitgehouwen zyn: geftaan is (k); zo worden, nog tegenwoor- j Dmtz hat Uer haar u^ en Gods. dig, de Begynen, in de oude Begynen-Ka- örf. * u km pelle, nu de Engelfche Presbytenaanfche Dm Jrm'm een trooa y m morbeeU aan
Kerk, begraaven. De Lykbaar wordt, in den Ryken. zulk eene gelegenheid, door twaali Begy-
nen, aan de hand , rondsom den Hof, ge- Op de lyft, ftaan, wyders, twee marmeren draagen, en 't Lyk, vervolgens, ter aarde kindertjes;de wapens der Stigterefle enhaa- belleld. rer mannen, en andere fieraaden. Door de XXV. Poort, komt men in een ruim Poortaal, heb-
bende, ter regterzyde, of ooftwaards, de
HOFJES. wooning van den Binnenvader, en, ter lm- kerzyde, of weftwaards, eene wooning, die
Befchry- TJehalve de Godsdienftige Gefügten, van verhuurd wordt. Ten einde van't Poortaal, ving van J^ ^iken wy,hier voor, gehandeld heb- treedt men, langs drie trappen, af, op eene fes ge- ben, zyn 'er, in Amfterdam, van ouds, by- gr0ote,vierkante Binnenplaats, die, in vier fligt door zonderlyk in de voorgaande eeuwe, en ook perken, twee bleekvelden voor , en twee of voor ig deeze,een groot getal van Hofjes aan- bloemtuinen agter, verdeeld is, en, ronds- byZGe-e geleêd' door byzondere Perfoonen van ver- om welke, twintig vrye wooningen, voor zindhe- fcheidenerlei gezindheid, meeft allen, tot vrye twintig bejaardeVrouwsperfoonen, gebo0^ den: als wooning voor bedaagde en oude Vrouws- Zyn# jn \ midden van de Plaats, flaflt een voor perfoonen. Sommigen van deeze Hofjes zyn arduinfleenen regen- en putwaters-pon'P' V1 wederom te niet gegaan, of tot ander ge- ^ dezelve , een ferlyke lantaarn , <üe ,e bruikgefchikt. Doch, tegenwoordig, zyn gantfche Plaats verlicht. Teneinde van ae (x) Groot.Phk,a,b. i. *„,, ü. >„>. Plaats, is wederom een open P^Xg
(h) stads Miffi»en N. xxviM. ƒ. «,. tende op twee kolommen en twee ruauc*,»
O) Refoi. ho», i ahS. 4731. «. «7«. , he, zeiv„ , uurwyzer en flag-
\\) Byiaagen u. o. N. s. noven net Acivc is een UW1 J klok,
|
||||
IV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN. 3 53
|
||||||||
%Jes. klok. De bewoonfters mogen, vryelyk, over laagen gang. Het Hofje beftaat, uit twaalf Hof?
|
ES.
|
|||||||
haare goederen befchikken, zonder dat zy wooningen, zes huisjes en zes kamers. Het is
'er iet van aan het Hofje behoeven te laa- aangelegd toteene vrye wooning voor bedaag- ten. Zy genieten, boven vrye wooning, de Gereformeerde Vrouwspersonen. Doch, ieder zedig guldens aan geld , veertig man- federt eenige jaaren, koopen de bewoonders den turf, twintig ponden ryd, twintig pon- de plaatfen voor haar leeven, en verbinden den boter, twee kaazen en twintig ponden zig, daarenboven, om het Hofje te onder- kaarfen, in 't jaar. De bediering van Deut- houden. Het daat nog, onder 't bewind van zen-Hofje daat thans aan drie Heeren uit de erven des Stigters, die, zo myberigt wordt, het geflagt der Stigtereflc, M'. Corneas Deutz te Utrecht, woonagtig zyn. %an AJJendelft, Raad, Jean Deutz Andriesz. . «n Mr. Jean Deutz.
2# Oc kers-Hofje,
Raap en-Hofje gedigt by 't oud Amfterdamfch geflagt der #•
^. daat, aan de noordzyde van de Palmgraft Ockers, flondt, weleer, op den Heiligen H^""
litfj^1' of nieuwe Braak, en is gedigt, door den Weg, in een flopje, aan de zuidzyde, over
Heere PieterAdriaanszoonRaap, de Volders huizen; doch werdt, omtrent den
die, vier en twintig jaaren agtereen, op de The- jaare 1650, vandaar, verplaatd in de krom-
faurie Extraordinaris alhier, gezeten heeft: me Palmdraat. Boven de Poort, daat A. O,
waarom Vondel (/)hem, met regt, by uit- 't welk den naam van den Stigter aanduidt,
fteekendheid , den Trezorier noemen mögt, en daaronder het woord Hof. Het is, voor
in het volgende vers: ruim veertig jaaren, verkogt, en toen, van
nieuws , eenigszins, herbouwd : waarna de
Op het huisjes, die zes in getal zyn, twee voor, en
,Trr,„..,„„„ vier agter, en voor welken, twee bleek-
■. WEDUWEN- EN WEEZENHOF veldjes leggen, door den eigenaar, tot een'
geringen prys van omtrent twintig guldens
v A N in 't jaar, zyn verhuurd geworden.
PETERRAEP. 5-
, „, Medenblikker-Hofje
Peter Raep, de Trezorier,
Boude uit mededogen hier plagt het Fier-Evangelißen* Hofje genaamd 5.
't Weduwen- en IVeezenhof; te worden, om dat de Fier Evangeliflen in Meden-
Men gebruik het tot Godts lof. den gevel donden. Doch by 't herbouwen jjlf//'
van dit Hofje, voor weinige jaaren, door de
Het beftaat uit twaalf wooningen, zes huis- Nederduitfche Gereformeerde Diaconie, zyn jes en zes kamers, die, eertyds, ook voor deeze beeldteniflên weggenomen, en in de weezen, gefchikt fchynen geweeft te zyn; doch plaats gefteld Fredrik de HL, Koning van Pruis- nu alleen, door Vrouwspeifoonen, bewoond fen, wyzende naar den Hemel, met dit on- worden, welken ieder, boven vrye wooning, derfchrift, Hï is myn Borcht. Het vyf en twintig manden turf, in't jaar, genie- Hofje is geftigt, door Claas van Me- ten. Boven de Poort van 't Hofje,ftaat een denblik, Meefter Metfelaar, wiens erf- groote Raap, onder de letters P. A. dat is, genaamen het, in den jaare 1691, aan de ge« Gieter Adriaansz., benevens het jaartal 1648, melde Diaconie, by verdrag, hebben over- waarfchynlyk, den tyd der ftigtinge. In den gegeven. Het ftaat in de Vinkenftraat, aan gevel, is het wapen van den ftigteruitgehou- de zuidzyde, tuffchen de Dommerftraat en wen. De bediering van't Hofje ftaat aan een'of Baanbrugsfteeg, en beftaat uit vier huisjes twee Regenten uit het geflagt van den Stigter, aan de (haat, en vier huisjes en vier kamers, en thans aan den Heere Michiel Bruy- aan de Plaats, op welke, twee Bleekveldjes fci'NGH, Rand in deVroedfchap deezer'Stad. leggen. De wooningen aan de ftraat plag- ten verhuurd; de anderen, om niet, be- 3- woond te worden. Doch de Diaconie heeft * 3 R o e T e R s- Hofje, dit Hofje, onlangs, verkogt, en, tegenwoor-
dig §e% door HendRik Roeters, die, djg, worden aUe de wooningen verhuurd.
'' *n 't jaar 1673, tot Schout'deezer Stad, ver- ' 6. gooren werdt, daat, op de Lindengraft, aan Fontaine-Hofje
- e 2uidzyde. Men komt 'er oo. door eenen A , _ , , v .
J yr» l v ftaat, aan de ooftzyde der Keizersgraft, e.
il)u*zyuDec!,t:i.iot.- tuïFchen de Heerenftraat en Brouwersgraft'Font"ine-
Yy 3 -mHofje.
|
||||||||
III. Deel.
|
||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||
354
|
||||||||||||||||
werdt; heeft de Vergadering van Ouderlin- H«q
genenOud-Oudften, in 't jaar 1668, ge- raaden gevonden , een deezer erven , ter breedte van negentien, en ter diepte van honderd agt en twintig voeten, aan de Dia- conie af te ftaan, om aldaar eenLuTHERscH- Diaconie-Hofje te bouwen, welk zynen in- gang , boven welken, een Pellikaan gefchil- derdis,heeft, in de Konynen-ftraat, aan de weftzyde; waarom het ook den naam van t Konynen - Hofje draagt. In't jaar 1718, befloot men,nog een erf, waarop, tot dien tyd toe, eene Lopts geftaan hadt, te fchik- ken tot vergrootinge van het Hofje, die, eerlang, voltrokken werdt. Het Hofje be- ftaat dus, uit zeftien huisjes, agt van wel- ken , aan de noordzyde, in 't jaar 1670, vol- bouwd zyn. De agt anderen, aan de zuidzyde, zyn, in 't jaar 1720, volbouwd. Doch voor el- ke twee huisjes, is maar eenen ingang of deur, gefchikt. Boyen die der oudften, ftaat Vre- de , Liefde, Geloof en Hoop: en boven die der jongften, Opregtigheid, Waarheid, Stand- vafligheid en Overwinning. In de oudften, zyn agt beneden-wooningen; en boven elke, twee kamers boven eikanderen. Doch in de nieuwften, zyn maar zeven beneden-woonin- gen, alzo het ooftelykfte huisje maar eene enkele wooning is; waartegen, elke bene- den-wooning nog een onderhuisje heeft; het weftelykfte van welken niet bewoond is, maar tot berging dient. Voorts, heeft elke beneden-wooning ook twee kamers, boven eikanderen; zo dat 'er, in alles,een envyf- tig wooningen zyn, die ieder twee bedfte- den hebben, en voor twee Vrouwsperso- nen zyn gefchikt. Tuffchen de twee ryen huisjes, loopt eene beftraatte, langwerpig vierkante Plaats, voor aan de ftraat, be- timmerd , ten zuiden, met eene wooning v°or den Binnenvader, waarby ook eene Regen' tenkamer is, die over de Plaats licht fchept; ten noorden, met een huisje, waar de I>ia~ conie de inboedeltjes der behoeftige" tergt; en agter, ten einde van 't Gefügt ,met drie kleine vertrekken boven eikanderen; boven den ingang van welken, men leeft: Geloof en Hoop doen hier haar milde gra-
ven blyken. Dè Liefde voedt de Vrede, en koeßert ar-
remoe: , . , Opregtigheid blinkt uit, de Waarheid;"'^*
Zo kan Standvaftigheid met de Overw».
ning pryken. De Plaats wordt, wyders, by donker weder,
van vier lantaarens verlicht. Ve °Jf™ &e fters van 't Hofje plagten allen , door ^ |
||||||||||||||||
Hofjes, in eene aanzienlyke buurt, en is, in 't jaar
1754, gefügt, uit de nalaatenfchap van Vrou- we Petronella. Calkoen, Weduwe van den Heer en Mr. Joan Fontaine, Schepen en Raad deezerStad, gelyk,ineen opfchrift, in den voorgevel, nevens de wa- pens van Fontaine en Cal koen, uitge- houwen , te kennen gegeven wordt. Het Hof- je beftaat uit veertien wooningen, zes huis- jes en zes kamers, die langs eene beftraatte . plaats getimmerd zyn, en nog twee woonin- . gen, ten einde van een' Bloemtuin, agter de Plaats, nevens eikanderen , aangelegd. Voor aan de ftraat, heeft het gefügt een' deftigen opgang naar het Regenten-vertrek, en naar de wooning van denOpzigter of Op- zigtfter over het zelve. De gewoonlyke in- en uitgang is onder. De bewoonfters genie- ten eenigen onderftand in geld, en vyftien ton turf in 't jaar, boven de vrye wooning. Ook worden zy, eens ter weeke, door eenenKrank- bezoeker, bezogt en onder weezen. De beftie- ring van't Hofje ftaat aan twee Regenten uit het geflagt der StigterefTe, en thans aan de Heeren Jan Calkoen,Burgemeefter,en Mr. Abraham Calkoen, Secretaris dee- zer Stad. De Spiegels-huisjes of Spiegels-gang aan de
Botermarkt, in de Paardenftraat, in 't jaar 1602 , gefügt, door de erfgenaamen van Laurens Janszoon Spiegel, zyn, waarfchynlyk , het oudfte Gereformeerde Hofje , hier ter Stede, geweeft. De woo- ningen zyn lang begeven geworden , door eenige aanzienlyke geflagten , uit dat van Spiegel af komfüg. Doch alzo de huisjes, door den tyd, zeer vervallen waren, zyn zy, in September des jaars 1729, afgebroken, en de grond, tot burgerwooningen, verkogt. Luther- De andere Proteftantfche Gezindheden, scHEN, of byzondere Leden derzelven, hebben ook gehnS-" eeniëe Hofjes gefügt, gelyk zyn 't Luther- den en fche-Diaconie- of Konynen-Hofje, van Brant- andcre zen -Rus- Hofje, 't Zwaardveegers - Hofje en Gezind- Grills-Hofje, door , en meeft voor Luther- heden. fchen;', Hofje fc Zon en Arke Noacb, 't Linden- Hofje, en Rypen-Hofje, voor Doopsgezinden; en 't Hofje Veneria of Maarhops-Hofje, 't Sui- ker-Hofje, Anfloos-Hofje, de Huisjes van Bofch, 't Hofje in de Scbuijermaakers - gang, en 't Roozen-Hofje, voor allerlei Proteftantfche Ge- zindheden. 7- ■
Luthersche Diaconie-Hofje. Lutbe'rfcbe De Lutherfchen, omtrent den jaare 1660, Diaconie- eenige erven, in de Elands- en Konynen- of Äo- ftraaten, gekogt hebbende, met oogmerk, nynen- om aidaar eene Kerk te fügten; welk oog- |
||||||||||||||||
Hofje.
|
||||||||||||||||
merk, nogtans, niet ter uitvoeringe gebragt
|
||||||||||||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN.
|
||||||||||||||||||||||
355
|
||||||||||||||||||||||
Lutherfche Diaconie, onderhouden te wor-
den. Doch federt het jaar 1760, plaatflmen 'er, zo veel mogelyk zy, ook zulken, die, behalve vrye wooning, geenen onderfland be- hoeven. Vier Regenten hebben 't bewind over het Hofje. Zy worden, jaarlyks, uit en door de dienende Diakenen, verkooren. Ieder der Regenten zit drie maanden voor, en begeeft de plaatfen op 't Hofje, die , in zyn vierdendeel jaars, openvallen. 8.
|
||||||||||||||||||||||
twee glazen-kasjes, in de anderen, maar Hofje
ééne van elke foorte. De vertrekken zyn van ongelyke grootte, en ook, van binnen, niet eveneens gefchikt. Tegen den agterge- vel, is, op eene bekwaame hoogte, een uur- werk en flagklok gefield. Ten einde van de Plaats flaan, boven, in den zuidelyken gevel, de wapens der drie Executeuren"' van het Teftament des Stigters, den Predikant E- verhard Meyer, en Hendrik en Willem Blan- kenhagen. Voorts, komt men hier in een ander Poortaal, waar twee Kamers, ten dienfle der Regenten gefchikt, haaren in- gang hebben. De eigenlyke Regenten-ka- mer ten weflen is verfierd, met de gefchil- |
||||||||||||||||||||||
Van Brantzen-Rus-Hofje.
|
||||||||||||||||||||||
Uit een gedeelte der nalaatenfchap van
|
||||||||||||||||||||||
jw denHeereCHRisTOFFEL vanBrantz,
|
||||||||||||||||||||||
p-(if'. Kaad en Refident alhier van het Rufïifche
Hof, werdt, in 't jaar 1733, op de nieuwe Keizersgraft, aan de zuidzyde, tuflchen den Binnen-Amflel en Weesperflraat, een aan- zienlyk Hofje volbouwd, welk hy, reeds by zyn leeven, hadt begonnen te fügten, voor bejaarde Lutherfche Vrouwsperfóonen. Het draagt den naam van Van Brantzen- Rus-Ho f je. 't Gebouw heeft een' fraai- jen voorgevel. In de Frontefpies van den zelven, is de Barmhertigheid, de hand rei- kende aan behoeftige oude vrouwen, uitge- houwen. Even boven den ingang, leeft men: Brantz , door de Koopmanfchap tot rykdom
en tot eer Geklommen, heeft my,in den naarnacht van
zyn leeven, Den ouden tot hun trooß, ter wooninge ge-
geven. Aanfchowwer , is uw doen gezegend van den
lieer , Volg Brantz in deugden, en zyn liefde tot
den armen. God gaf hem, dat hy mild zig hunner kon
erbarmen. Men treedt,langs eëne floep,die terweder-
zyde opgaat, door eene grootedeur, in een juim Poortaal. Ter linkerzyde, ontmoet men t venrek vari den Binnenvader en zyne
Vrouw, en daar tegen over, een' trap, langs welken, riiên naar de boven-ver trekken gaat. Vervolgens, komt men, op eene nette, lang- werpig vierkante Plaats, tegen de wederzyd- *che wanden, bezet, met een regenwaters- pom'p en een putwaters-pomp, boven ieder van welken, een lantaafen flaat; en, bene- Jen en boven , rondsom, betimmerd met «elgefchikte wooningen , voor agt en veer- *g Vrouwsperfóonen. De wooningen zyn
vSen en twintiS m Setal: een en twintig
w n dezelven zyn gefchikt voor twee be-
üe ?ersieder, en de overigen zes vooree-
• m de eerflen, zyn twee bedfteden en
|
derde af beeldfels van den Stigter; van zyne
Ouders; van zyne twee Zuflers, en van twee Dogters van de oudfle. Ook hangt 'er een naambord der Regenten. De andere kamer ten ooffcen dient tot een Spreekvertrek. Uit het Poortaal tuflchen deeze twee vertrekken treedt men, langs tien breede; fleenen trap- pen , in eenen fraaijen Bloemtuin, met een aar- tig marmeren groepje in 't midden: ten einde van welken, een deftig fleenen zomerhuis flaat, welk, met het wapen van den Stigter en ander beeldwerk, verfierd is. In dit zomer- huis, is, aan de eene zyde,een Spreekver- trek, en aan de andere, een kooken. Op de derde Verdieping van 't voorgebouw, zyn twee vertrekken Voor den Binnenvader en Binnenmoeder afgefchooten. Voorts, heeft men, hier en hooger, afgefchooten Turf- zoldertjes en andere gemakjes, voor de be- woonflers. 't Gebouw ruft, wyders, van vooren, op een gemetfeld verwelffel, waar- onder drie groote kelders zyn, die Onderen ter wederzyde van de floep ingaan. De Stigter heeft, by uiterften wil , het
Hofje gemaakt aan de Ouderlingen der Lu- therfche Gemeente, om het, naar zyn Re- glement, te beflieren. Vyf Regenten heb- ben 'er 't bewind over, van welken, de oud- fle Predikant in der tyd één is. De vier an- deren worden, voor hun leeven, uit de die- nende of afgegaane Ouderlingen, gekooren. De Regenten zyn verpligt, op bepaalde ty- den, rekening te doen aan het CoJlegie van Ouderlingen. Op het Hofje, worden geene andere lui-
den geplaatfl, dan bejaarde Dogters of We- uwen , die geene kinderen ten haaren lafle ebben, en die boven de vyftig jaaren oud, n zes jaaren Leden der Lutherfche Gemeen- e geweeft zyn. Zy genieten, behalve vrye ooning, veertig manden turf voor een' per- oon, of vyftig manden voor twee by ei- anderen woonende perfoonen , benevens en' .bekwaamen voorraad van boter, kaas,' aarfen, en grutters- en kruideniers-waaren.' |
|||||||||||||||||||||
Ook
|
||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
III. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
35Ö
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hofjes. Ook worden, op twee verfcheiden' tydendes Hoe ieder lid der Chriflelyke Kerke
jaars, in May en in November, nog veertig Dient zyn geloof te toonen door zyn mrke.
guldens aan geld, tot onderhouding van klee- deren, en vervulling van andere behoeften, De bewoonflers genieten, boven vryewoo-
aan ieder bewoonfler uitgedeeld. Volgens ning, vyf en twintig manden turf, in't jaar.
de inftelling des Stigters, geeven de Regen- Ook wordt 'er, drie of vier reizen in't jaar,
ten, jaarlyks, op zynen geboortedag, die op eenige voorraad van eetwaaren aan haaruit-
den eerflen Auguftus valt, eene deftige maal- gedeeld. De beftiering van het Hofje ftaat
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Horjss.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tyd aan de bewoonfters.
9-
Zwaardvee gers-Hofje,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aan drie Regenten en drie RegentefTen ,
bloedverwanten of maagen der Stigteren, zynde thans Regenten Anthony Grill, Piet er Cocq en Mr. Volken Melchior van Goens. De |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in de Tuinflraat aan de zuidzyde, tuflchen bewoonfters», die niets van eenige Gemeen-
de Prinfengraft en eerfte dwarsftraat, in te, als eene aalmoes, genieten mogen, en een gang,voovmzals,deZwaardveegers-gang de vrye befchikking over haare goederen |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9.
Zwaard'
veegers-
Hofje.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
behouden , krygen elk eene gedrukte Or-
donnantie , waarnaar zy zig gedraagen moe- ten. Zy komt, na genoeg, overeen met de Reglementen voor diergelyke gefügten. Het Hofje wordt, 's avonds, ten tien uu- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
genaamd, beftaatin zes wooningen, te wee
ten, vier huisjes, en twee kamers, boven de zuidelykften en oudften. Zy zyn, door Gerrit van Loenen en Jnnetje Abrahams, by uiterften wille van den vyfden Auguftus des |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
jaars 1738, gemaakt aan de Lutherfche Dia- ren, geflooten. De Regenten ftellen eene
conie, onder 't bewind van de Diakenen, der Bewoonfleren aan , om den fleutel te om, door bedaagde, behoeftige Weduwen of bewaaren. Dogters, die geen' onderftand van elders ge- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
11.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nieten , om niet, bewoond te worden, zonder
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hofje de Zon en Arke Noacil
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ooit te mogen worden verhuurd, ofverkogt.
10.
Grills-Hofje,
ftaande, in de eerfte Weteringsdwarsftraat,
aan de noordzyde, by de Spiegelgraft, is gefügt door Anthony Grill en Eli- zabeth Grill, Egteluiden, die, in of omtrent het jaar 1724, eenen aanvang maak- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Doopsgezinde Gemeente, die haare^
Vergadering houdt in de Zon op den Sin- ^ * gel, plagt, reeds in de voorgaande eeuwe, M' een Hofje te bezitten, in de Tuinflraat, te- $* gen over den StadsTimmertuin, welk haar, na de fcheiding van de Gemeente, die by 't Lam bleef vergaderen, inden jaare 1672, werdt aanbedeeld. Het was niet alleen ge- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
10.
Grills* Hofje. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ten met bouwen, 't welk twee of drie jaa- J^ ^IlpcuceiU- ™c was mee ^s-
ren geduurd heeft. 'tGeftigt beftaat uit agt fchlkt tot eene woonplaats voor oude vrou- beneden- en agt bovenwooningen,die langs 'ven ^ ^T^'? ?W> ^ ?4 u' r eene beftraatte Binnenplaats gebouwd zyn, den ook Weeskinderen geplaatft. Het ver- en elk,door twee bedaagde of oude Vrouws- kree§' in *}*** iö77,vryheid van sLands perfoonen, Ledemaaten der Gereformeerde ^poften, en van StadsExcynzp(m).Do^ of Lutherfche Gemeenten, en dus , door eenige jaaren na dat de FriefcheGerneen^ die, in de Arke Noachs, op dePnnfengral
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
by de Prinfenftraat, plagt te vergaderen, met
de Gemeente in de Zon vereenigd was > be"
floot men het Hofje in de Tuinflraat te ver- koopen, en een ander te ftigten, i° ^e P'aats van de Kerk de Arke Noachs* die, voor- maals, door de Gemeente van de Zon, be- zeten ; doch, in 't jaar 1720, aan de Friefche Gemeente, verkogt was. 't Een en 'c an" der is, in deezen jaare i7°5, voltrokk^- De oude luiden zyn reeds in't nieuwe geltl§ overgebragt.Ook is men voorneemen*'ee£ huis, welk, eertyds, aan de gemelde Ker behoorde, en tegen over 't Hofje_^V f-e hertimmeren , tot een Weeshuis. Het n j ^ is een net gebouw, uit zes huisjes, en twe maal zes kamers, boven eikanderen,belc,. de. In 't midden van den voorgevel, cue, (m) Handv, tl, 4«s, 4«,.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
twee en dertig in 't geheel, bewoond wor
den. Voor het Hofje aan de ftraat, ftaan zes huizen, vyf van welken, ten behoeve van het gefügt, verhuurd worden. Het zesde, zynde het tweede van den kant der Spiegel- graft af, verftrekt tot een' ingang, boven welken, de Regenten-Kamer is. Voor den fchoorfteen derzelve, ftaan de trouw- enfterf- dagen der Stigteren, boven derzelver wa- pens , aangetekend: zynde dit milddaadig paar, op den twintigften OÊtober des jaars 1693, in de Egt verbonden, en de man, op den vyfden November des jaars 1727, en de vrouw, op den zevenden Juny des jaars 1725, overleeden. Onder aan leeft men deeze re- gels van Frans Ryk: Anthony Grill, die met zyne echt-
genoot My heeft geßigt, leert ons nog na bun dood, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN bh GODSDIENSTIGE GESTIGTEN.
|
||||||||||||||||||||||||||
357
|
||||||||||||||||||||||||||
*&.
|
||||||||||||||||||||||||||
naar 't zuiden, of naar de Prinfenflraat, ge-plagten de befliering over het zelve te heb- Hofjes.
keerd ftaat, is een trap, die naar de kamers ben. Doch zy hebben dezelve, voor weinige leidt. Boven de trap deur, is een lantaarn ge- jaaren, opgedraagen aan de gemelde Doops- plaatft, en nog hooger, de Arke Noachs, die gezinde Gemeente, die by 't Lam en den van de Zon befcheenen wordt, in (leen ge- Tooren vergadert. Het flaat thans onder 't houwen. Boven dezelve, is een marmeren bewind van vier uit de dienende Diakenen, uurwyzer en een flagklok gefield, en daar- Het Hofje was gefchikt, om door arme onder deeze regels van den zoetvloeijenden Doopsgezinden of andere Proteftantfche Per- Zededigter Bernardus de Bosch: foonen, om niet, bewoond te worden, en 't Geloof heeft hier Gods woord ontvouwd; heeft > °P dien voet, den een en twintigften
|
||||||||||||||||||||||||||
De Liefde ons dit verblyf gebouwd
De Hoop blyve ons geduurig noopen, Om op der zielen Zon te zien,
Den tyd zorgvuldig uit te koopen, En dus tot de Ark des heils te vliên!
De wooningen zyn licht, en wel betimmerd.
Ieder huisje heeft eene bedftede,Utrechtfchen fchoorfteen en kelder. De kamers hebben En- gelfche fchoorfteenen. Voorts, heeft het Hof- je, beneden en boven, de vereifchte gemak- ken , en overvloed van regen- en pompwa- ter. De zolder en vliering zyn in tweeen verdeeld, gefchikt, aan de ééne zyde, om kleederen te droogen, en aan de andere, tot berging van turf: waartoe agttien Turfzol- dertjes, een voor elke wooning, afgefchoo- ten zyn. Het Hofje ftaat onder de befliering Van alle de dienende Diakenen, die 'er, by beurten, het opzigt over hebben. Het Re- glement voor de bewooners en bewoonfters komt, in de voornaamfle opzigten, met de Reglementen voor andere diergelyke Gefüg- |
O6tober des jaars 1738. vryheid van Ver-
|
|||||||||||||||||||||||||
pondingen verkreegen (n). De Doopsgezin-
den Gemeente, van welke wy fpreeken, plagt nog een Hofje te hebben in deLooijersftraat, aan de zuidzyde, den Hoekfleen genaamd, op welk zy behoeftige Leden , om niet, liet woonen, en van onderhoud verzorgde. Doch dit Hofje , zeer bouwvallig geworden zynde, is, den veertienden Oclober des jaars 1760, openlyk,tot een gemeen gebruik, verkogt. 14.
't Hofje Venetia, of
Maarloops-Hofje ftaat in de Elandsftraat, aan de noordzyde, ( 24.._
tuflchen de laatfte dwarsftraat enBaangraft. 'i.Iiofje Het is, omtrent het midden der voorgaande Fet^la eeuwe, aangelegd; fchoon het toen, uit niet Maar- meer dan dertien wooningen, beftondt. Stig-^"Af- ter van deeze wooningen was JacobStof- fi'- fels, een voornaam Koopman op Venetië, waarom hy zyn Hofje ook Venetia fchynt ge- noemd te hebben. In 't jaar 1671, verkoor hy Gerrit van Maarloop, die Re- monftrantfch was, en nog twee anderen, om, nevens zyne Zufter en eenige erfgenaame, Anna Stoffels, die verkooren hadt, zelve op het Hofje te woonen, de befliering over het zelve, na zynen dood, op zigte neemen. De twee Regenten, die, nevens Maarloop, 't bewind over 't Hofje hadden, overleeden of buiten ftaat geraakt zynde, hieldt Maarloop, na 't afflerven van Anna Stoffels, die hem tot haaren erfgenaam gefield hadt, 't beftier alleen in handen. Hy vergrootte het Hof- je, welk toen den naam van Maarloops-Hof- je aannam, van tyd tot tyd, uit zyne eigene middelen: en vind ik, dat 's Lands Staaten, reeds op den tweeden Maart des jaars 1685, aan 't Hofje Venetia, waarvan Maarloop toen Opziender was, vryheid van Impoft verleend hebben, mids, en zo lang daarin Ge- reformeerde Franfche vlugtelingen ontvan- gen werden, en vrydom van Stads Excyn- zen werdt genooten (o). Doch de eerfle deezer voorwaarden heeft,met de verande- ring (») Groot-Plakaatb. VI. Deel, hl. I!;j.
|
||||||||||||||||||||||||||
ten , overeen.
|
||||||||||||||||||||||||||
12.
|
||||||||||||||||||||||||||
Linde n-H o f j e
ftaat op de Lindengraft, aan de noordzyde, tuflchen de Brouwersgraft en eerfte dwars- ftraat. Men komt, op het zelve, door eene nette houten Poort. De huisjes, die tien in getal zyn, en tien kamers hebben, ftaan rondsom een zindelyk bleekveld. De be- woonfters der eerften hebben iedereen kei- zertje, en die der laatflen ieder een gedeel- te van de zolder tot haar gebruik. De twin- tig wooningen ftaan ter begeevinge der Dia- kenen van de Gemeente der Doopsgezinden, haare Vergadering houdende by 't Lam en f e"T°0r,en > vyf van welken 't bewind over t Hofje hebben. 13-
R Y p e n.h o f j e lp in 't jaar 1737, geftigt,uit een gedeelte der nalaatenfchap van Gekard vande * Y p, en ftaat, op de Roozengraft, aan de ^oordzyde, tuflchen de tweede en derde jJJ^sftraat. Hetbeftaat uit Vyf huisjes, die, mnf drie zyden van een bleekveld, getim- dJ: 1 zyn ; èn even zo veele kamers, boven Zdven. De erfgenaamen van den Stigter
il- STUK.
|
||||||||||||||||||||||||||
è&
|
||||||||||||||||||||||||||
^
bt
|
||||||||||||||||||||||||||
(o) Refol
Zz
|
||||||||||||||||||||||||||
Holl. z Maart ifilf. il'.
|
||||||||||||||||||||||||||
7%
|
||||||||||||||||||||||||||
d5g AMSTERDAMS III. Deel.
|
||||||||
fl
|
||||||||
rino- der tvden en het fterk afneemen van bleekveld gebouwd zyn. De twintigfte is een Hofj*
IloFJES. nngcLr tyden,.ea ( ^ behoeven Regenten.vertreL Boven de poort of in- naargekomen te worden. Maarloop hadt,in gang, leeft men:
'tiaar 1709, toen hy een' Remonftrantfchen Liberalität^ svm monumentusvt hic poni
en een' Doopsgezinden Regent, nevens zig, CUravit Petrus Joannes Suykerhof. verkoor, het Hofje, reeds met zeventien dat is. wooningen en f^^^tn^ ^eter Jansz. Suykerhof heeft hier dit gedenk-
ge" t^T^^^ ** *~ -ilddaadigheid doen opregten zelve door de maakirigen van verfcheiden' Het geftigt is, in laater' tyd, door verfchei- segoeddeRemonftranten, zeer veel toege- den' Remonftranten, en, voor eemge jaa- nomen Het geftigt beftaat, tegenwoordig, ren, door wylen 'Johannes Oofierhng, mer- uiteen en dertig wooningen, eenevanwel- kelyk, bevoordeeld. Ook worden er aller- ken door de Regenten, tot hun Comptoir, lei Proteftantfche gezindheden op geplaatlt. p-ebruikt wordt. Zy zyn gebouwd rondsom De bewoonfters , zynde bedaagde Dogters eene nette en lugtige vierkante Plaats, die of Weduwen, genieten, behalve vrye woo- metboomen bezet, en van twee bleekvel- ning, twintig tonnen turf, tien ponden ryft, den voorzien is. Boven de voorfte Poort, een vaatje boter, en eenig geld, in 't jaar. ftaat de naam Venetia. En boven den Zy moeten, jaarlyks, op Kerfttyd, verzoe- ïngang naar de Plaats, leeft men: Vrede ken, om nog een jaar te mogen blyven;en ZYDEEZEN huize. Aan de Plaats, boven den de Regenten behouden de magt aan zig, om uitgang,ftaat Bedenkt uwen uitgang. Het in dit verzoek te bewilligen, of niet. Zo zy Hofjp ïs'gefchikt voor behoeftige Vrouws- trouwen, zyn zy vervallen van de inwoon ing perfoonen van allerlei gezindheid, onderde op het Hofje, alwaar geene Mansperfoonen Proteilanten. De bewoonfters genieten vyf mogen woonen, of vernagten. Het Hofje en twintig ton turf, en driemaal eenig geld mag nooit geheel ledig gelaaten, en moetal- in 't iaar: 't welk, tegenwoordig, wel tag- toos, zelfs op de Zon- en Feeftdagen, ten tig guldens in alles voor ieder bedraagt; doch, minfte door twee bewoonfters, bewaard wor- by onverhoopte vermindering der inkomften, den. Het bewind over het Hofje ftaat, thans, verminderen zou. De beftiering van't Hof- aan twee Remonftrantfche Regenten, Bur- ie ftaat aan drie Regenten, twee uit de Re- gemeefteren hebben, by zekere gelegenheid, monftranten en een' uit de Doopsgezinden, op verzoek der Regenten, verklaard, dat de De begeeving van de zeventien wooningen twee laatftgemelde Hofjes als Proteftantfche aan de nieuwe zyde van 't gebouw gefchiedt, Godshuizen aangemerkt worden, en vry-zyn. bv beurten, door de Regenten, en door de van 't betaalen der gemeene Lands midde- bloedvrienden van den Stigter Maarloop. len (p). Ook zyn zy, door de Vroedlciïap, - laatftelyk, in 't jaar 1752, van deezer Stede b' TT Excvns op de Turf ontheeven (q\
't S U I K E R-H O F J E ,
is. is, omtrent het jaar 1670, geftigt, uit de . ' •
>t Suiker, naiaatenfchap van Pieter Jansz. Sui- a n s o s-M o je,
Hofje' KERHOF, Koopman binnen deeze Stad, in de Egelantiersftraat, aan de noordzya^, ^
die, by uiterilen wil van den vierden Janua- tuffchen de Prinfengraft en eerfte dw ^ rvdes jaars 1667, de Executeurs van den ftraat, is , naar alle waarfchyntyKne > zelven, de Heeren Mr. Pieter de Groot, toen voor 't einde der zeftiende, of ïn.den aan- Penfionaris deezer Stad, Theodoor Kerel vang der zeventiende eeuwe, ge1^' ?oc? rinek en Vollen van de Felde, belaft hadt, Cl aas Claaszoon Anslo,_ die, in het zuiver overfchot zyner goederen te be- jaar 1555 ,te. Anslo, nu Chriftiama, m Noof' ft^eden tot het bouwen en onderhouden wegen,gebooren was, en zig, omtrent ae van een Amenhof, hïer, te Haarlem, of in jaare 1580, hier ter Stede, nedergezet naa , den Haage, zullende zy ook magt hebben, daar hy, in 't jaar 1582,in de egt getre" om de wooningen op 't gemelde Hof te be- was met Geert Jans , by welke , ny geeven, en om, by overlyden van een'der fcheiden' kinderen, en onder anderen,^ Executeuren, een' ander' te kiezen in des- nelis Claaszoon Anslo, Leeraar onder^^ zelfs plaatfe. De Executeurs hebben 't,fe- terlandfche Doopsgezinden alhier, vLaken. dert, hier ter Stede, opgeregt, op de Lin- heeft. Hy geneerde zlg met den ^ dengraft, aan de zuidzyde, tuffchen de twee handel, en woonde, aan de w^ • ƒ benoor.. middelfte bruggen, even beooften het Roe- den Nieuwendyk, het zevende nui ^ß ters-Hofje. Het beftaat uit negentien woo- ningen, die, winkelhaakswyze, langs een g> Ï3gy^g&&& ™l'f' » |
||||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN én GODSDIENSTIGE GESTIGTEM. 359
|
||||||||
fy
|
||||||||
)tjEs- ee?Je S' Jacobsftraat , toen hel Fergulde Het Hofje beftaat, uit drie Huisies en drie Rn
Scbtld genaamd. Nu hangt 'er, federt vee- kamers, <* dus uit zes wooninS die S ie jaaren, Nieuw Delft uit. Aftslo is, in 't meenlyk, ieder dooreene bedaagde Vrouws- jaar 1632, en zyne Huisvrouw, eenige jaa- perfoon, bewoond worden, hoewel'erook ren laater, overieeden. De egtgenooten, fomtyds, twee Zufters, of eene Moeder en die der Doopsgezinden belydenilTe waren eene Dogier, by eikanderen, worden re- toegedaan , hadden , onder anderen, een' plaatft. Voor de huisjes, legt een bleek" Tuin in de Egelantierstraat, aan welks ein- veld. Men heeft toegang naar het Hofje de, eenige huisjes gebouwd waren, in wel- door een' gang, od welks ooftelvken hoek ken zy, reeds by hun leeven , behoeftige de twee huizen ftaan, welker huur, tot on- liuden, om niet, lieten woonen. By uiter- derhoud van 't Hofje, gefchikt is. Het heeft ften wil van den vierden Auguftus des jaars even als de andere Proteftantfche Gefügten' 1626, hadden zy drie agterhuisjes aldaar ge- federt het jaar 1737, vrydom van gewoone fchikt, om altoos, door arme luiden, bewoond en buitengewoone Verpondingen. Uithoof- te worden, en twee anderen, voor aan de de der 'Stlgtiüge, hebben de "bewoonfters, ftraat, om, uit de huur der zelven, de ar- tot hiertoe, weinig meer dan vrye wooning men-huisjes te onderhouden. Zy bepaalden können genieten: doch de milddaadigheid hunne ftigtmg met aan eenige byzondere van Regenten , RegenteiTen en anderen gezindheid; en alzo zy, behalven aan de heeft haar, doorgaands, van turf en ande- Doopsgezinden Gemeente, ook eenige pen- ren voorraad voorzien. Het Reglement ningen aan 't Burger-Weeshuis, aan 't Aal- welk elke bewoonfter, by haare inkomft od moeffeniers-Huis , aan 't Oude-Mannen het Hofje, ondertekenen moet, komt, ten Huis,_ en aan de Huiszitten gemaakt had voornaamften deele, overeen met de Relie- den, is het te vermoeden, dat zygeenege- menten voor andere diergelyke Gefügten zmdneden van hunne weldaadigheid hebben T7 willen altfluiten, 't Gefügt kreeg, eerft na TT 7'
't overlyden der Stigteren , den naam van üisjes van Bos ca.
Anslo's-Hofje. De beftiering, omtrent wel- Deezenftaan,naaften beooften hetRaanen
ke, zy geene fchikking gemaakt hadden, hofje, op de Braak, en zyn, door Arend h -' fchynt, doorgaands of altoos, geftaan te Dirkszoon Bosch, vermoedelyk om- van* hebben , aan een' hunner nakomelingen , trent den zelfden tyd als Raapenhofje dat Bofcb' mannen of vrouwen , tot dat Cornelu van is, omtrent den jaare 1648, geflikt, 't ß'lvkt der Vliet, Koopman hier ter Stede, in den ten minfte, dat het erf, te gelyk'met het jaare 1758, zyne Moeder Cornelia van Laer, erf, waarop Raapenhofje ftaat, aangekogt Weduwe van Jan van der Vliet, zynde op- is. De Huisjes van Bofch zyn vier in fetal gevolgd, een' Mede-Regent, en, na des- Een ftaat op den hoek van, en de drie an- zelts overlyden , onlangs , wederom twee deren in een' engen gang. Elk huisje heeft anderen,uit de nakomelingen der Stigteren, eene bovenkamer, zo dat 'er, in 't geheel tot zig verkooren, en zig veel moeite gege- agt wooningen zyn. De oude behoeftige ven heeft, om het gefügt, welk merkelyk bewoonfters genieten niets dan vrye woo- vervallen was, in beteren ftaat te herfiel- ning. De benoeming tot deeze woonin°-n Jen: verwervende, onder anderen, in't jaar ftaat aan de nakomelingen vanden Stieter 1762, op gunfüge voorfchryving van Bur- uit welken , thans, Arend Bofch Koopman' gemeefteren deezer Stad(r), vrydom van en Lid,der Doopsgezinden Gemeente, die Xmpoft op twintig ton turf en een ton bier by den Tooren en \ Lam vergadert, bewind voor elke wooning, en op een Haagfche zak over 't gefügt heeft. De bewoonfters zyn van ,fw' of een en een vierde zak rogge, voor onderfcheiden' Proteftantfche gezindheid, elke bewoonfter. Voorts, hebben hy en zy- l8 ne twee Mede-Regenten, W. Adriaan Fort- „ . •
gern tn Antoni Hänfen, een Contract van Hof je^Schuijermaakers-gang,
overleevmg bewerkt, ten behoeve van het m de Anjeliersftraat, aan de noordzyde, tus- 18. Hofje, waaraan, na het overlyden van de fchen de tweede en derde dwarsftraat, be-H°fJein intekenaars tot honderd portien, zo nako- ftaat «it tien wooningen, ter wederzydeee- d.eSchui- melingen van den Stigter, als anderen, eene nerfmalle open Plaats, drie huisjes, met drie Cl lomme van dertig duizend guldens befter- «elders daar onder, aan de noordzyde, en v.en zal. En men is, nog tegenwoordig,be- twee huisjes, met twee kamers daar boven *lg, om eenige graven in de Nieuwe Ker- aan de zuidzyde. Het is gefügt, door Pi E- *;> die, onder de talrykenakomelingfchap terPietersz. van Beek., omtrent .Van Anslo, gemeen gebleeven zyn, ten nut- den Jaare W Immers, in dat • te van het Hofje, te doen afftaan. er tw*e hmTs aan getimmerd De be- <>) H!m**% Dagvaa« 1 jw, ,7«, woonfters genieten, behalve vrye wooning,
|
||||||||
ie-
|
||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||
36o
|
|||||||||||||||||
fchen en Doopsgezinden geplaatft. De Per- Hofje*-
foonen, die dit Hofje bewoonen, zyn aan zekere Reglementen verbonden, en moeten, onder anderen, jaarlyks, op Kerfttyd, aan de Regenten verzoeken, of zy mogen bly- ven woonen. Zy genieten thans, boven vrye wooning, uit nadere maakingen en verza- melingen ten haaren behoeve, eenigen voor- raad van turf: ook, fomtyds, eenig geld. Het Roozen-Hofje heeft, op den negen en twintigften November des jaars I75°") vr.y- heid bekomen, niet flegts van Verpondin- gen , maar ook van 's Lands Impoit_ van dertig ton turf en een ton bier, voor ieder wooning, en van een zak tarwe, of een en een vierde zak rogge, voor ieder perfoon, in 't jaar (f). _£i). De Roomfchgezinden hebben nog wel Rooj^,
negen Hofjes hier ter Stede, die allen, door gezi» byzondere Perfoonen, gefügt zyn : te wee- ten, S. Andries-Hofje, Claas Reiniersz. Hof- je, Hamers-Hofje, Bouwers-Huisjes, Otters-, nu Moens-Kofje, 't Hofje de zeven Keurvor- flen, Paarslakens-Huisjes, Nieuw Suiker-Hof- je en Swigters-Eofje. Zy zyn allen, na de verandering der Regeeringe, gebouwd. 20.
S. Andries-Hofje is, in 't jaar 1617, gefügt, door Meefter j£ Jacob Oly, Priefter, die, hier ter Ste- $\£. de, den agtften Oólober des jaars 1593, ge- g0fji, booren, en, den vyftienden January des jaars i647,overleedenis. Het ftaat op de Egelan- tiersgraft, aan de zuidzyde, een weinig be- werten de laatfte dwarsftraat. Boven den in- gang, leeft men Vrede zy met u. Het Hof- je beftaat uit agttien huisjes en agttien ka- mers , waar onder zes huisjes en zes kamers zyn, aan de ftraat. De overigen ftaan ronds- om eene open plaats en Bleekveld. De meeften worden ieder door twee, en allen door zes en zeitig behoeftige Roomfchge- zinden Vrouwsperfoonen, bewoond ,die ie- der , boven vrye wooning, nog vyf tonnen turf, in 't jaar', genieten. Twee der Moeders of Meeftereffen van 't Begynhof hebben 't opzigt over de bewoonfters. Op het Hofje, is eene kleine Kapel, alwaar, door den Kapellaan van 't Begynhof, doorgaands, alle Vrydagen_» voor de bewoonfters, dienft gedaan wordt* 21.
|
|||||||||||||||||
Hofjes, ieder een en dertig manden turf, in 't jaar,
en vyf guldens, om vleefch te koopen. Se- dert eenige jaaren , wordt haar , door de liefddaadigheid eener bedaagde Weduwe, ook elk, jaarlyks, een vaatje boter toege- fchikt; fchoon zy, op dit gefchenk, geenen vaften ftaat können maaken. De beftiering van 't Hofje ftaat aan twee Regenten uit de maagfchap van den Stigter : zynde thans Pieter van Heyningen en Gerrit Bofch , die zig, in 't begeeven der Plaatfen, aan geene byzondere gezindheid bepaalen. 19. 't RoozEN-Hofje 19- ftaat op de Roozengraft, aan de zuidzyde, 'tR°ozen- tuffchen de twee laatfle bruggen. Een ge-
°*}e' deelte van de plaats, waarop het gefügt is, plagt, voor deezen, te behooren tot een Doolhof, by anderen (s), uitvoeriglyk, be- fchreeven ; doch is, naderhand, tot ver- fcheidenerlei gebruik, verhuurd, tot dat het erf, op het einde des jaars 1741, gekogt werdt, door de Beftierders van de Kas der Collegianten, uit een gedeelte der nalaaten- fchap van Jan d e J a g e r , Houtkooper hier ter Stede, die den dertigften Auguftus des jaars i74ooverleeden was, en hen tot erf- genaamen gefteld hadt, om 't gene 'er, na 't uitkeeren van eenige Legaaten, van zyne nalaatenfchap overfchoot, te befteeden tot het aankoopen of bouwen vanbyeengevoeg- de wooningen, voor behoeftige, eerlyke en inzonderheid bedaagde en oude luiden, die men daarin, om niet,moeft laatenwoonen, den voorrang onder dezelven geevende, (1.) aan zulken, die de Teftateur mögt benoemd hebben : (2.) aan zulken, die , van zyne maagfchap zynde, behoeftig worden mog- ten; en (3.) aan Collegianten, die tot de Vergadering in den Oranje-Appel over den Schouwburg behoorden. Het Roozen-Hof- je is, vervolgens, in't jaar 1743, volbouwd, en beftaat uit vyf huisjes, ieder van welken eene bovenkamer heeft, zo dat 'er , in 't geheel, tien wooningen zyn, wel betimmerd, en met de vereifchte gemakken voorzien. Zy ftaan langs de twee zyden van eene o- pen plaats; waarop een bleekveld gelegd is. In fommige wooningen, worden, fomtyds, twee Zuiters of goede vriendinnen geplaatft. Anders, wordt ieder wooning, door één' perfoon, bewoond. Gelyk de Stigter van dit Hofje den Collegianten alleenlyk den voorrang op het zelve heeft willen gegeven hebben, zonder de bewooning van het zel- ve aan Collegianten te bepaalen; zo zyn 'er ook, dikwils, Perfoonen van andere gezind- heid op geplaatft geworden. Onder de eerfte bewoonfters, waren wel agt Gereformeer- den. Naderhand, zyn 'er ook Remonftrant- (s) M. FOXiSSNS bl. jol»
|
|||||||||||||||||
Claas Reiniersz. Hofje
|
af
|
||||||||||||||||
ftaat aan de weftzyde van de Keizers^ 'Cifltff .
tuffchen de Beeren- en Runftraaten- j5°v Reif den ingang, ftaan, tuffchen de Spreuk^^B»ftf' de is 't fondament, de eerfte letters van den voor- en toenaam des Sugters C. K oe- nevens het jaartal 1618, waaruit men ichy* (s) Refol. Holl, 19 Ntwrnb. %i%«> bL II52"
|
|||||||||||||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN. 361
|
||||||||||||||||||
Ha
|
'rfe.
|
|||||||||||||||||
te mogen afneemen, dat het Hofje, in dien
tyd, gebouwd is. Het beftaat uit agttien wooningen, die rondsom een lugtig bleek- veld gebouwd zyn. De bewoonfters genie- ten niets dan vrye wooning, voor welke zy, nogtans, by haare opkomft, twee- of driehon- derd guldens eensbetaalenmoeten, waarvoor de wooningen onderhouden worden. Twee Regenten hebben 't bewind over het Hofje. 22. Hamers-Hofje, ftaande op de Heerengragt, tuffchen de Hei-
en Dubbelde-worft-fteegen, is, vroeg in de voorgaande eeuwe, gefügt, door zekeren Zeepzieder, Bynsdorp genaamd, naar wiens Zeepziedery, de Hamer, op het Wa- ter, het Hofje zynen naam heeft. Toen het gebouwd werdt, lag hier de Stads wal. Doch federt is de grond, voor het Hofje, Zo zeer aangehoogd, dat de huisjes van het zelve byna kelders gelyken. Zy zyn agt in getal, vier aan de ftraat , en vier op de Plaats. Elk huisje heeft eene kamer, zo dat 'er, in alles, zeftien wooningen zyn, ge- fchikt voor behoeftige oude Vrouwsperfoo- nen. Een Regent heeft 'er 't bewind over. 23. Bouwers-Huisjes. Deezen zyn vyf in getal, en zeven kamers
boven dezelven. Zy ftaan , in de Wyde fteeg, op de Deventer-hout-, of Bloemmarkt, aan de zuidzyde, vier voor aan de flraat, en een in een flopje daar nevens, en zyn, in t jaar 1635, doorSiEUWERiPiETERSZ. Sem, Bewindhebber der Ooftindifche Maat- fchappye, en Marretje Arend Bou- wers D o g t e r , Egteluiden, gefügt. De wapens van beide ftaan midden in den voor- gevel , met de eerfte letters van de naamen der Stigteren, S. S. boven , en M. A. B. onder dezelven. De huisjes hebben hunnen naam, naar de Vrouwe, gekreegen. Zy wor- den , door ongehuwde Vrouwsperfoonen , twee aan twee, in ieder beneden- en boven- vercrek , bewoond , en ftaan onder 't op- zigt der Armenbezorgeren van 't Roomfch- Katholyke - Ouden - Armen-Comptoir. Sem hadt, reeds in 't jaar 1619, verlof verzogt, om zekere Godshuisjes te mogen zetten, op een ledig erf, op Raapenburg. Doch dit verzoek was , om dat het erf tot eene Scheepstimmerwerf verkogt was geweeft, ^n om de gevolgen, afgeflaagen («). 24. M O E N s-H O F J E,
J? de Vinkenftraat, aan de zuidzyde, tus-
icnen de Mouthaansfteeg en Dommersftraat, Plagt, voor deezen, Otters-Hofje te neeten, en waS} door eenen uit het oud (") Refol. Vioedfch. N. «. *J J«n, isiS, ƒ. 72.
|
||||||||||||||||||
Burgemeefterlyk geflagt van Otter, gefügt.
Naderhand, is het m bezit geraakt van H e n- rik, Graave van Mo zus, en, voor wei- nige jaaren, vanvooren, van nieuws, op- getimmerd. Het heeft, federt, den naam van Moens-Hofje aangenomen, die, boven den ingang, onder het wapen van den her- fügter, zynde een ftaand zwaard boven een naaikuffen, uitgehouwen is. Het Hofje be- ftaat uit vier nieuwe huisjes aan de ltraat, en vyf oude aan de plaats, en wordt be- woond door behoeftige vrouwen of huis- gezinnen , onder welken, tegenwoordig, ook Gereformeerden zyn. 25-
't Hofje de zeven Keurvorst f.n is, voor veele jaaren, gekogt en aangelegd
door Jan Pronk, voor behoeftige vrou- wen en kinderen, die, voormaals, vrye woo- ning plagten te genieten; doch, tegenwoor- dig , iets ter weeke moeten opbrengen. Het Hofje ftaat in de Tuinftraat, aan de zuid- zyde , tuffchen de laatfte dwarsftraat en Baangraft, en heeft thans zes huisjes en zes kamers. Een Regent heeft'er't bewind over. 2(5.
Paarslakens-Huisjes
in de Kerkftraat, aan de noordzyde, digt by den Binnen-Amftel, zyn zes in getal; doch in meer dan zes wooningen verdeeld. De naam van Paarslakens-buisjes is egter byna verdweenen, en ook, niet altoos, door dit Gefügt, gevoerd. Vroeg in de zeftiende eeuwe, of eerder, Honden, aan de ooftzyde van den Singel, op de plaats derLutherfche nieuwe Kerke, tien fteenen kamers, of huis- jes van een vertrek diep, toebehoorende aan Jan Deernen, wiens nakomelingen zi<r Diemen, van Diemen , of ook Deyman ge- fchreeven hebben. Jagt Jans, Dogtervan Jan Deernen, en Huisvrouw van Pieter Op- meer, geene kinderen hebbende, maakte, by haaren uiterften wil van den zes en twintig- ften Juny desjaars 1518, de helft, dat is, vyf van deeze huisjes , die haar, naar 't fchynt, van haaren Vader, waren aanbe- ftorven, en die zy befchryft, als, gelegen aen die HaerJemmer Poort , en , voormaals, die oude Lynbaen genaamd geweeft te zyn, om, in dezelven, altoos, arme menfehen, om Gods wille , te laaten woonen. Zy ftelde, wyders, haare Zufter, Mar gr eet Jans, tot haare erfgenaame. En de nakomelingen van deeze, Sara van Diemen, Weduwe van den Majoor Nicolaas Iiaffelaer, Coenraad Burg, Cornelis Bäcker, als in huwelyk hebbende Chrifiina Le Gillon, Jan Jansz. Paarslaken en Barthold van Steenhuizen , verwierven op den zes en twindgften Maart des jaars 1667, verlof van 't Hof van Holland, om Zz 3 de |
||||||||||||||||||
Hofjes.
|
||||||||||||||||||
»ll-
V
|
||||||||||||||||||
25.
't Hofje deziven Keurvor- flm. |
||||||||||||||||||
%
|
||||||||||||||||||
26..
Paars- lakens- Huhjes. |
||||||||||||||||||
362 AMSTERDAMS IILDeel,
Hofjes, de vyf huisjes op den Singel, aan de Luther- by zynen uiterften wil, gemaakt denderden Bon
fche Gemeente, te verkoopen, mids , el- Auguftus des jaars I744.dat dezes huisjes, ders, vyf of zes anderen bouwende (t>) ; ge- ieder met twee kamers, en dus, famen, tot lyk, federt, gefchied is, ter plaatfe, daar agttien wooningen, van den grond af, zou- de zogenaamde Paarslakens huisjes, nog te- den vertimmerd worden, waartoe vier en genwoordig, ffcaan. Zy worden thans, of dertig duizend guldens zouden mogen wor- bewoond, of begeven, door byzondere tak- den befteed; en dat, in ieder derzelven, zou- ken van den Stam der Stigtereffe. den worden geplaatft twee oude, behoeftige 27. Roomfch-Katholyke Amfterdamfche Burger-
Nieuw Suiker-Hopje, vrouwsperfoonen van onbefproken leeven.
27. ftaande op de Prinfengraft, even bezuiden Hy ftelde Executeurs van deezen zynen uiter-
Nieüw de Reeflraat, in eene gemeene Poort, voor- fte« wil, en de bezorgers van het Roomlcn- sJiikJr- maals, de Parffers - Poort genaamd, is, in 't Katholyken - Ouden - Armen - Comptoir, ten fje' jaar 1755, aangelegd, door Gerrit ten gemelden einde,tot zyne erfgenaamen. Hy
- San den, Suikerrafmeerder hier ter Stede, verkreeg, nog by zyn leeven, verlof van enMARUDEGnooT, egteluiden, en be- Burgemeefteren, tot het ftigtcn van dit Hof- ftaat uit zes huisjes, drie van welken, elk in Je (*)■ ^azyn over]yden, werdt het, naar eene beneden-voor-en agter-wooning ver- zvn voorfchrift, in tjaari74<5, volbouwd, deeld zyn. Boven ieder deezer drie huisjes, Boven den lngang aan de tat, leeft men, zyn twee voor-, en twee agterkamers, en bv eene hand U1C de wolken, die aan eene boven de anderen drie, twee kamers, bo- andere hand een ftuk gelds toereikt: ven eikanderen,zo dat 'er, in 't geheel, ze- Beatus qui intelligit super egenum & ven en twintig wooningen zyn, die elk, door pauperem : in die mala liberabit euj* twee behoeftige Vrouwsperfoonen, bewoond Dominus. Psalm XL. v. 1.
worden. De drie grootfte huisjes komen van dat is:
agteren uit aan eene open Plaats, op welke Welgehikzaligisby, die zigverßandiglyk draagt
twee bleekvelden leggen. Het Hofje wordt tegen eenen elendigen: de Heere zal bevibe- thans beftierd, door den Stigter, die, by vryden, ten dage des kwaads. uiterften wil, den twintigften May des jaars Bovm den binnenften of tweeden ingang, 1755 , voor den Notaris Jan Ardinois, ge- {laat de naam, dien de Stigter,by zynen ui- maakt, het bewind over t Hofje, na zyns terflen wii, aan 't Hofje eegeven hadt, te en zyner Huisvrouwe overlyden , gefteld weeten S. J. Tdat is: S Jans] Oude- heeft aan hunne kinderen, met magt, om Vrouwen - Swigters - Familien- anderen tot zig te neemen, den voorrang Hofje. En aan de binnenzyde leeft men: p-eevende aan bloed- en aangehuwde vrien- „. nn. , r , den. De maagen van de Stigters, t'eenigen Sm ™at ik > m m?n ßaat> voor defe °ude
tyde, plaats op het Hofje begeerende, moe- „ Vrouysen, ten, voor anderen, worden ingenomen. By So mlhê heb èebout' fdfs «" "» §r00t
't verkrygen eener wooninge, worden zeftien betrouwen. guldens betaald, voor welken, de bewoon- Gefegende van God den Armen komt te baan,
let, overlydende, begraaven wordt. Doch Milien falßen dit Hofje dat hier jlaadt. zo haare vrienden verkiezen, het Lyk t'huis De Stigter van dit Hofje was ook eigenaar te haaien, worden de zeftien guldens, voor van een Huisje in het Balk in 't Oog-fteegje, de helft, aan de gewoonlyke Aanfpreekers welk, van agteren, aan 't fteegje_, waarin t en Draagers, en voor de wederhelft, aan de Hofje ftaat, uitkwam. Dit Huisje is, ook met Bewoonfters van het Hofje uitgedeeld. Ieder verlof van Burgemeefteren Cx)' tot een Bewoonfter krygt, omtrent Nieuwjaar, een huisje of Kapelletje gemaakt, waarin, eens nieuw hemd; omtrent de Vaften, agt pond ter weeke, door eenen Priefter van de Orde meel, een vierdevat gort, en een vierdevat der Auguftynen, uit de Star in de Spinhuis: erweten; en in den Slagttyd, tien pond os- fteeg, ten behoeve der Bewoonfteren, dien fen-vleefch en tien pond vet. 't Gene zy nalaa- gedaan wordt. De bewoonfters van dlC}j-0*'s ten, blyft ten behoeve haarer Erfgenaamen. je genieten ieder zeven en twintig Su ~f-e 28. aan geld, en tien ton turf in 't jaar, en a.^ Swigters-Hofje ftuivers broodjes, alle weeken. Aanfrrnen-
28. ftaat, op den Binnen - Amftel, beooften de Bezorgers van 't Katholyke-Ouden- ej.
Swigters- Halve-maans-fteeg, ineen fteegje, vanouds Comptoir, en de twee Executeurs.J*^^ W' de Speelmans-fteeg genaamd; doch nu, groo- kanderen, is, voor hunne moeite,
tendeels, tot dit Hofje vertimmerd. I z a a k derd vyf en twintig guldens 's jaars, en i
Swigters, Boek- en Kaartverkooper in de tig guldens, om, by het doen der xexen^ Nieuwebrug-fteeg, bezat zes huisjes in de een glas wyns te können dringen, toeg Speelmans-fteeg in eigendom; en belaftte, (w) Groot-Memor. N. X. f. li ■
,„,,..,„ r, .j , „ . . . , ,. (x) Giooi-Memor. N. XI. ƒ■ HS». o y.
{v) %it Belc.ieiaen, berujlsnde onder as nakamehngenvun » ' i' *
Maigareet Jans Deernen.
|
||||
IV.Boek. GODSHUIZEN EN GODSDIENSTIGE GESTIGTEN. 3«j
Y L A A G EN
op Art IV. Deel, IV. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||
Bylaa-
GEN.
L'. A.
|
|||||||||||||||||||||||||
Lr. A.
N. i.
Accoord tuffcben de Conventualen van bet Maria-Magdalena-Convent, en de Leproosmeefleren der
Stad Anïflerdam, van den veertienden July des jaars 157p» p huyden fyn de Vaders ofte Regenten van te van den voorf: Leproosmrs: tot vyf ofte
'den Armen Leprofen buyren deefer Stede meer bequame Woningen die den conventualen twee ende twee t'famen füllen gehouden fyn
te bewoonen, ende fy luyden oflyvich worden- de dat die weder aenden Leprofen füllen ko- men , fonder dat zy eenige woningen zullen |
|||||||||||||||||||||||||
niedeueRe
|
|||||||||||||||||||||||||
den deefer maent, ter eenre, en de Pater mette mogen verhuyren, alle dinck fonder arch ende
gemeene conventualen van den Convente van lift t'oirconde hier van gemaect drye cedullen Maria Magdalena op t'Spuytgen binnen defer alleens luydende, ende by den voorf: Burger |
|||||||||||||||||||||||||
Leproosmeelters , Conventualen
ende heurluyder voochden ondergeteeckent op den 14" in Julio Anno 15= negen ende tfe- uentich. (getekend)
Jan Claes za kat, Egbert Roelofs , Cornelis
van Teylingen, Hendrik Olferts Fuyck, Jacob Banninck, Claes Jan/e kat, "An- thonys Willems z" Bontekoe , Jan Visker Jan Verbee, Hynryck Hakken, Willem Peterfs Pater als voer, aefjans, Anna Claes, gert Heyms, Diewer Pieters' Ael Gerrits, Wienen boelen, Styn Jans, Griet Jans, Hillegont Bernts,KatrynRoelants: |
|||||||||||||||||||||||||
ftede, met Dr. Claes Janffe Cat, ende Antho
nis Willems Bontekoe haere voochden , ende Jntercefïeurs ter andere zyden, veraccordeert ende overeengecomen , beroerende de ontruy« minge, ende verlatinge vanden voorf: conven- te ende alle des voorf: convents goederen tot behoef van den voorf: Leprofen, ende dat in maniere ende op de conditien en voorwaerden, hier inne verclaert. Eerft dat de voorf: Pater en Conventualen
gehouden füllen fyn eerftdaecbs t'voorf: con- vent te ontruymen, ende van flonden aen af- ftant te doen van alle de goederen en incoomen ■vande voorf: convente, oeck die voer date van oefen verfchéneri ende vervallen fyn waer de goe- deren en incoomen fyn gelegen, ende daermee* de den Regenten van den Leprofen tot behoufF der fel ver Leprofen te laten bewarden,alshaer Vry eygen , uytgefeyt van den Meubelen als huysraet en diergelyken niet naegelvaft fynde, die de voorf: Conventualen naer hen füllen mo- |
|||||||||||||||||||||||||
N.
|
|||||||||||||||||||||||||
2,
|
|||||||||||||||||||||||||
Affland of overdragt van de Conventualen voor-
noemd aan bet Leprofenhuys, gedagtekend den zeftienden July des jaars 1570. |
|||||||||||||||||||||||||
e haeren vryen wille mede te \T/y Jan Janszoon Smithende Wouter Ver-
I- \y hee, Schepenen in Aemftelredamme oir-
conden ende kennen dat voor ons quamen heer Willem Pieterszoon Pater, Dyeuwer Pieters Dochter, Aef Jans dochter, Anna Claes doch- ter, Dieuw.er Gerrits dochter, GeertruytMa- thys D'., Griet Jans dochter, Katharina Roe- |
|||||||||||||||||||||||||
doen, uytgefeyt allsteden, Treforen,
Waer jegens deden füllen fyn JaePenfie van den voo^e fomme van Ach
|
|||||||||||||||||||||||||
T°H guldens j ingaende den eerden Augufty lants d'. , Ael Gerrits dochter, Styn Jans
eeritcomende4 die den zelfden Pater en Con- dochter, Hillegont Barents dochter, alle ventualen byden vierendeel jaers betaelt füllen conventualen tegenwoordich in den convente iWoi'den," vry fonder enich afbreek elk volgen- van Maria Magdalena op t' Spuye binnen dee- tle de Ordonnantie die by myn heeren den Uur- fer fteede voor henfelven endê uyter namen germeefterendaer opgemaekt fal worden, welc- van Harmein Pieters dochter, Imme Jans doch« *e Jaerlixe Penfien by t' overlyden van den ter, ende Volckgen Cornelis dochter, meede oorlz: 1 ater en Conventualen elcxs naer ad- geproffesfide conventualen, in den felven con- venant affterven fal ende füllen de.voorf: Le- vente, abfent fynde, metten Eerfamen Heyn- Foesmrs. tot harenlaften neemen als fyneemen drick Olferts zoon Raedt defer Stede, haerluy- ^V deefen alleden fchulden van den voorf-con- der voocht in defen gecooren, Anthonis Wi'l- ^nte, füllen daerenbouen de voorf: conven- lems zoon Bontekoe mede Raedt,Doftor Claes J.üalen, tegenwoordich jn jjen voorf. conVente Jans zn Cat, ende den voorfchreuenHeyndrick ynde. ende anders gheenen tot haeren verdoe- Olpherts zoon , haeren vyerendeelen, foemen ^e hebben omme mne te woonen het fieckbuvs die naeft conde gecrygen, ende gelyede met eentten ^euenter' cie Koeken met de poert tot haere voochts hant by weete confente endebe- ft \ryen uytganck mitsgaders de kamerkens,. lieven van Burgermeefteren deefer Steede, en- K K'eJ<ie van den Poene zuytwaerts tot ant de goetduncken van haer vierendeelen voernt- hm,rS ys om defelve v°orfi plaetfen ende vercoft, ende tot eenen vryen eyeendommê yungen te maken ende onderhouden tot cos- getransporteert te hebben den Lepreosmeefter*
van
|
|||||||||||||||||||||||||
>
|
|||||||||||||||||||||||||
A M S T E R D A M S
|
||||||||||||||||||||||||||||||
UI. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
3Ö4
|
||||||||||||||||||||||||||||||
ende incoomen meer te pretendeeren fonder gn-t*'
aerch ende lilt. in Oirconde deefen brieffuebe' GEu. feegelt mie onfen Zegelen, gegeeven den fes- \j. B« ■ tienden July int Jaer ons heeren Duyfent vyff hondert negen ende t'feventich. (was getekend)
Mr. CORNELIS,
Verder voorzien , met twee Zegels in groen
wafcb, aan twee uithangende Jtaarten. |
||||||||||||||||||||||||||||||
van den Armen Leproofenhuyfe buyten defer
Steede tot behouff van den zelfden Leproofen, t'voorlchreuen convent , met alle des voor- ichreuen convents goederen, als landen, huy- fen, erfven ende onroerende goederen, mits- gaders alle den incomende Renthen gheenen uytgefonderd hoe die mogen weefen, ende ge- lyeden daer off all voldaen ende wel betaeld te •weefen den leden Penninck met den eerften, foe dat zy daer omme beloofden nu noch tot eeuwigen daghen geen Recht, Aftie, ofte toe- leggen op des voorfcreuen convents goederen |
||||||||||||||||||||||||||||||
GEN.
L'. B.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Lr. B.
Vidimus van eene Ordonnantie van Burgemeefleren der Stad Amfterdam voor de Zieken en't H ui s d
van S. Joris , gedagtekend den vierden Auguftus des jaars 1446. |
||||||||||||||||||||||||||||||
L'. B.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
huyfes ende als zy orloff hebben in die ftede te
commen van den ouermans voorf. zoe füllen zy aendoen een vlieger daermenfe by kennen mach dattet een Lazarus menfche es. "Item zoe zul- len zy commen ter maeltyt als die clock thien geflagen heeft alft geen vafteldach en is mer in den vaften oft alft botvaft is zoe zullen zV commen te elfter huere. Ende waert fa ecke dat daer eenich waer die dat niet en dede die foude geen na eten hebben. Item voort dat zy des zomers thuys commen zullen in hore felues woeninghe voor negen dhaluen ende des win- ters tot viuen vptie zelue corexie gelyck haer gewoenten ende rechten vuytwyfen. Ende waert fake dat daer yemant ware dié hier inne ouer-, horich worde ende woude defe ordonnancieo ftatuten ende gewoenten niet houden zoe zul- len dié ouermans van den huyfe vorf. die mo- gen corregieren ende vuten huyfe fetten zon' der wederfeggen van yemant In kennifl'e der waerheit hebben wy der vorn. Stede fegelethen faecke hier beneden an gehangen Gegeuen vp- ten vierden dach in Augufto In t jaer ons hee- ren duyfent vier hondert fefle ende veerticö Ende want wy dit jegenwoordege Vidimus je* gen den principalen originalen brieff beuonden hebben alleens ludende van woerde tot woerde Zoe hebben wy in Oirconde der waerheit der Stede Segel ten faken hier an doen hangen op ten xxix« dach in novembry in't jaer ons nee/ ren duyfent ende vyff hondert. |
||||||||||||||||||||||||||||||
Wy fchout borgermeeftren feepenen ende
rade der ftede van aemftelredamme doen te weten ende certifieren een ygelyck wient behoort mit kennifle dat wy opten dach van huiden datum van defen brieue gefien gelefen ende gevilï teert hebben enen befegelden brieff in parkemeyntgefcreuengans gaue ende geheel in geferiftc fegel ende wafle zonder eenige ra- fure daer off dinhouden hier na volght van woerde tot woerde Wy borgermeefters ende rade der ftede van aemftelredamme doen cond allen lüde want wy ouerfte rectors ende voogh- den zyn van der ziecken ende huys tfinte Jo- riaens binnen onfer ftede vryhede gelegen zoe hebben wy vuyt verfoecke ende begeeren van- der vier ouermans des zelues huyfes om nut- fcip profyt ende orboir des huyfes voirfcreuen ende voor allen gefonden luyden gewillekoert ouerdragen ende geboden willekoren ouerdra- gen ende gebieden mit defen onzen brieue enen ygelycken ziecken menfche in den feluen huy- fe defe nabefcreuen ftatuten ende ordonnantien op die verbuerniffe van horen prouen eenen ze- keren tyt ende voerc totter ouermannen corre- xie die volkomelycken te houden gelyck dat ymmer behoort. In den eerften dat daer geen van den ziecken die voor een fïek menfche an- genomen is in der ftede commen fall tot gee- nen tyden ten zy by Confente ende oirloff der ouermans Ende "voort en zullen zy in geenen huyfen gaen ten waert fake dat zy angeroepen worden van den huysheere ofte huysvrouwe des |
||||||||||||||||||||||||||||||
Lr. C.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Open brief van Burgemeefleren, Schepenen en Raad der Stad Amflerdam, aan de Geeflely& e,("'
Weereldlyke Regeering van Waterland en Amßelland, ten behoeve der Ziekenmeefieren <üa\r Leproozen-Huis van S. Joris, gedagtekend den tienden Auguftus des jaars I4W' |
||||||||||||||||||||||||||||||
L'. C.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
dach van huyden voir ons in perfone geC^en
zyn die ouermans endeSieckenmeeftersya» Siecken Lazaryen huyfe van Sint Joris jf [:0S binnen defer Stede ons te kennen gevende le0 dat zy vanioudts geplegen zyn te hebben toi ^n vierhoechtyden van Jare een bede ouer ai 1 ^ kereken aldair tot hulpe ende onderh°uacende van den voirs fiecken lafaryen huyfe dair or fl van welcker bede zy een deel jaren geleden & ontfanck gehad en hebben mar tobben^« 'beruften tot defen dage toe ouermitsiaat*y &t zeer mit fiecken in den voirf. ^ÏJzLdfo. noch belaft en hebben geweeft ende nebbe' deJj |
||||||||||||||||||||||||||||||
Allen den ghenen die defen brief zullen fien
of horen lefen Saluyt ende onfe minnelic« ke groet doen den Schout BurgermeefterenSce- penen ende Raide der Stede van Aemftelredam- me te weten ende fonderling den eeriamen pas- toren Schouten ende Burgermeefteren van den Steden van monickedam ende van Edam ende voirt den paftoren Schouten ende Scepenen van den dorpen vanRarop vanZuyder woude ende van broyck van purmer ende purmerlant van lansmaer van zunderdorp van fcellincwoude van ulpendam van aemfterueen van diemen ende van ouder- kerek onfea goeden vrunden alze dat vpten |
||||||||||||||||||||||||||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN en GODSDIENSTIGE GESTIGTEN. 3 65
den ingefetenen van der Steden ende dorpen tien willen hoir behulpelicke handt horer ael-Bniu-
voirf. van der voirf. bede ende recht ongemoyt moeffen vp dat t voirf; huys ende die fiecken 6e&. gelaten mar om ouermics dat zy a!s nv" grote- dair by onderhouden ende gelaefc mogen wor-Lr. C. lycken bevinden t voirf. huys mit fiecken belafl den ende dat zy ende een ygelic van hun dair ênde befwaert te wefen meer dan zy re te vo- by goids loon hebben ende alfo verdienen mo- ren geweeft hebben zo is hun van noden om de gen want in der waerheit kennen dat vp defe onderhoudenilTe van dien de voirf. bede de vier tyt van groten node is de behulpelicke handt hoechtyden vanden jare gedurende wederom te der aelmoefien van eenen 3'gelicken te hebben hebben ende an te nemen Eegherende dairom ende fonderlinge van den genen die dair m ge- an ons dat wy hoir lad ende aermoede by on- houden zyn als ghy zyt gemerct dat de ouer- feu brieuen den lieden ende Dorpen voirf. be- mans ende fieckemeefters van den Siecken' La- teckenen wouden. Ende om ouermïts dat ons faryenhuyfe voirf. feggen gehouden te wefen tzelue begeren redelicken dunct wefen ende waert dat yemant van den ingefetenen of in- dat wi oicfc kennen dat zy zwaerlyken mitfiec- wonende van den Steden en de dorpen voirf. ken ende anders belalt zyn ende dat het hun mitter fiecte van der lafarye belafl of befmet niet mogelicken en is 't voirf. fiechuys te onder- worde hy ware arm of ryck dat fy die fcul- houden zonder te hebben de hulpelicke handt dich zyn in den voirf. fkchuyfe te nemen te der aelmoefien van allen goeden menfchen en- houden ende hoir gemack te doene na ge- woente des fieckenhuis voirf. gelyc als of "hy
poorter ende inwoner defer Stede wair ende dat fy dat voirt noch alfo doen ende onder- houden willen gelyc dat behoirt ende fculdich. fyn van doen In kennifie der waerheit foe hebben wy der voirn. Stede zegel ten Zaic- ken hier beneden an doen hangen In 't jan- ons beren duyfent vier hondert vyfFende tach- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
V■
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
voir den fieckenhuyfe voirf. ommegaen füllen tich vpten th'ienden dach van augufto.
ende dat zy hunluyden voirt gönnen ende ge- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
D.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
N,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
K E
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
K
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
u
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bsrußende op 'ïBegynhqf, bier ter Stede.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
N. I.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Oudfie bekende opdragtbrief van 't Begynbof tedinfierdam, gedagtekend den een en derti«ften L' D^
July des jaars 1346. a ' |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dusdanighen ghefet als hierna ghefcreuen fiaet:
Dat is waer dat enighe beghine die nv fi of hier namaels opten beghynhoue woende hufinghe cofte of tymmerde die en foude die hufinghe in haren leuen noch hoer èrfname na hoerre doet |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wy henric coppen foen fcoute, heyne ni-
claerts foen, heyne van Zuden er.de diric Ghereyts foen, Scepene in Aemftelredamme, orconaen ende kennen dat Coppe van der Lane quam voor ons ende fcout quyr. tot enen vrien |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eyghen dat beghynhuys den ioncfrouwen den vercoepen noch vervreemden yenighe menfchë
beghinen die daer nu in fyn , iof hyr namaels in buten den houe noch binnen ten ware bi oer-
coinen zeilen Goede in te dienen ende heeft hem loue ende confent der gbemeenre beghinen bin-
aaer of opghedraghen enen vrien eyghendom. In nen den houe voerfcr. Ende om dat■ wi willen"
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
datditftade ende vaft ghehouden warde foe heb-
ben wi defen brief bifeghelt mitter ftede feghel voerfcr. ghegheuen op finte marcus dach ewan- gelïfte In 't jaer ons hren m. ccc. neghen ende tachtich. Onder aan hing bet oudfie Stads Zegel
zynde bet Kogge/chip, met bet wapen van Holland tegen de mafi , in groen wafcb gedrukt. N. 3. •
Brief van Hertog ÄLbrechtw B e ïj e-
ren "Da« den zeventienden Auguftus des jaars 1393, ixaasrby hy de Begynen te Am- fier dam in zyne befcberming neemt, en baar eenen Regel geeft. Aalbrecht by goeds genaden Palensgraue op
ten ryn , hertoghe in beyeren graue van |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
orcondedefenbrieuebefegheltmitonfenZeghe-
*en. Ghegheuen in den jare ons hren M C C C
Zes ende viertich op Sinte Peters auont ingaen- de oefte. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
N. a.
Orde van de Regeering der Stad omgeene bui-
zen op bet Begynbof te vervreemden of te ver- hopen, dan met bewilliging van alle de Be- gynen: gedagtekend den vyf en twintigflen April des jaars 1^0. Wy fcout fchepenen ende rade der Stede
van Aemlterdam maken kenlic allen lie- ^n die defe lettere füllen fien dat wi om or- Arn'nprofyt ende nucfcaP der armer beghinen in dehinidam ende °eC 0m a,renande fcadc laften- ten 1 • e voernoede die namaels ghefcien moch- fenrP nnen horen hoiie ende tymmeringhe con- , "Ärck ende gheordineert hebben al n' ai uk
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aaa
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
he-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
366
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
heneghouwen , van hollant , van zeelant ende ften ioncfrouwen van den houe als voorf._is.Eti- b^a«
heere van VreeiTelant, want wi willen ende me- de alle die gheen die om defe voerf*. ghebreken m$. ■ nen ende begheren dat goeds dienft ende fyn ee- van den houe gedaen worden of felue van den \j. P- re in allen onfen Landen ende machten ghebreec houe ghaen woenen fonder confent ende goet- ende ghemeerret ende gefterct worde Soe doen duucken der meeftriiTen voerf. die en füllen toi; wi cont en te weten afien luden dat wi gheno- ghencïi tiden weder opten voerf. houe woenen. men hebben ende nemen in onfe befcermeniiTe Ende want wi dit voerf. beghinenhof endeionc- voer ons ende voer alle onfe nacomeiingen dac frouwen die daer nu ter tyt in fyn of hier na- beghinehof bynnen onfer ftede van Aemftelre- maels in füllen wefen lyf ende goetinonferboe- dammemit alle de ionckvrouwen die daer nu ter de en beicermeniiTe ghenomen hebben endene- tyt in woenen ende ontfanghen fyn ofte hier na- men in allen manieren als voerf, es fo beuelen maels in woenen of ontfhngen füllen werden mit ende ghebieden in al onfen landen allen onfen, allen hoeren gueden ende toebehoeren dac fi nu rechteren fonderlinge onfè gherechre taa Am- ter tyt hebben ende namaels vercrighen of heb- fterdam die nu ter tyt fyn ende in toecomende ben füllen. Ende wi willen ende ghebieden hem tiden wefen füllen dat fi den voerf. hof ende naerftelike dac fi godlie eerlic zeedelic vreed- ioncfrouwen die daer nu in woenen ofnainaels famich ende gheeftelic leuen leyden ende gode in woenen füllen in befeermenifle ende hoede ihehoerfamicheit der heili- hebben füllen. Endein allendefen punten voerf- mitten ioncfrouwen die fi tot hem nemen hul-
pen ende ftareken tot allen tiden als fys van Ende
tot e> |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bylaa-
GEN.
Lr. D.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
k
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
beghinenhof woenen of namaels in woenen ful- waer dat fake dat yemant waer die hem
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
len twift of onruft onderlinge hadden wel- nighen tiden misdede mie woerden of mit wer-
ken twift of onruft fi niet laten en wouden bi ken fo ghebyeden wi onfen gherechce van on- der meefterilTen ende bi befceide redeliken lu- fer ftede van Amfterdam dat fi dat fo fèarpéliö den diere die meefterilTen bi hebben wouden berechten ende corrigeren dac s hem een ander die füllen die meeftriiTen mitten ouden ende hoede te misdoen den ghenen die wi in onfer vroetften joncfrouwen van den houe voerf. van hoede ende befeermenifle ghenomen hebben, onfen weghen van den feluen houe doen fon- Ende alle defe voerf. fake füllen wefen behou- der yemants wederfegghen. voert fo en fel gheen dende de ioncfrouwen voerf. al hoers rechts en- joncfrouw van den houe voerf. van huus va- de brieue die fi hebben van onfen rechte van on- ren fonder Confent ende goetduncken dermeeft- fer ftede van amfterdam, Ende want wi willen riffen noch langher van huus blïuen dan na goet dat defe voerf punten ftade ende vaft bliuen duncken der meeftriflen voerf. noch gheen jonc- tot ewighen daghen fo hebben wi defen brief frou des hoefs en fel van den houe gaen eten bezeghelc mit onfen zeghele. Ghegehuen in noch in gheenre manieren van den houe ver- den haghe op ten feuenden dach in Augufto m nachten fonder confent ende goetduncken der 't jaer ons heren dufent drie honden ende drie meeftriiTen voerf. voert fo en fel gheen jone- ende tnegentich. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
frou yemant mit haer inhalen woenen fonder con-
fent ende goetduncken der meeftriiTen voerf. Ende gheen ioncfrouwen en füllen op ten hof te finnen in enen huus woenen fonder confent der meeftriflen voert gheen ionckfrouw voerf. en fal kynder moeten houden of leren ten fi by con- fent ende goetduncken der meeftriiTen voerf. en- de ioncfrouwen voerf. voerc fo en füllen gheen ioncfrou ontfanghen fi en hebben eeniaer of an |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
N. 4.
Brief van de Wethouder fchap der Stad Amfter-
dam t van den vyftienden AP1'1* des jaars 1417 , ivaarbjt dan de Begynen aldaar, een ftuk Lands, onder zekere voorwaarden, af' pjsllaan wordt. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
derhalfop ten voerf. hof ghewoent. Voert fo wie TT 7y Schout, Schepenen ende Rade der Ste-
van den ioncfrouwen voerf. tot enighen dienften VV de van Aemftelredamme doen cond en- ghecoren worden te doen die fel den dienft goe- de te wetene allen luden dat wy bi rade conien- dertierlic an nemen of den hof voerf. rumen. te ende guetduncken der wyslïede Vroeticippe voert foe en füllen gheen mannen gheeftelic of- ende rychede der voim. Stede van der zclaerStede te waerlic te ghenen tyt opten hof eten wtghe- wegen ghegeuen hebben ende gheuen mit deferi feit arbeitsluden als fi opten voerf. hof arbeiden, brieue den ghemenen Joncfrouwen vpten baghyn- Voert fo wat joncfrou op ten hof voers eyghen houe binnen der Stede voirf. enen vryen eyghen- huus of tilbaer goet.heeft of camer dat fi gheefc doem vanden erue ghelegen an den zeluen t>a^ ofbefprect den hof of den ioncfrouwen des hoe- ghynhove alzo als zy dac wt den watere op ghe* ues dac willen wi dat voert gha fonder yemants weruet hebben zuytwairt tot an der nyerbrugj^ wederfegghen. Voert fo ghebieden wi ende ver- die nu fteket ouer der baghinen grafie ende v& |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bieden den Joncfrouwen des hoefs voerf. tot e- dane voirt weftwairc tot an der-Stede grafi
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wighen daghen nymmermeer die hofftede des houdelicken dat neffens der voirf. brugge
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zai
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Weft-
e
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hoefs in gheenre wys te vermynren. Voert waer bliuen leggende een ftraete raeyrecht vut
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
.dat fake dat enighe van den Joncfrouwen voerf. wairc tot ander Stede grafie ftreckende *T ft
tot enighen tiden yeghens defe voerf. punten fet- ftrate die baghinen zullen op maken ende ' |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ten ende keren
alfo dat fi enigi
|
^
„- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wouden die niet
en ware ende hem daer of niet beteren en
wouden na dattet hem ghefeit waer van den ghen g
|
re an houden ende maken tot j^^fiLiJ
an die zuytzi1-'0
srroö
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
meeftriflen fo füllen die meeftriflen voerf. van van den baghynhoue tot hair coe geaoudei
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
der
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den houe moghendoenbiden outften endevroeti gemaect hebben. Voirt zo zullen wy
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vorvn.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IV. Boek. GODSHUIZEN ën GODSDIENSTIGE GESTIGTEN. 3 67
|
||||||||||||||||||||||||
voirn. ftede weghen doen maken vpt wefteynde
Van defen erue bi der ftede grafte een ftvate zes- tien voet breet ftreckende van den baghynhoue tot ander voirf. bueren Strafe ende dan zo zul- len die baghinen defe Strate alfo voirt ane hou- den ende maken tot eewigen dage. Ende wy gelien van der voirn. ftede wegen hier af vol ende al betaelt den leiten pennync mitten eerften. Voirt zo gelouen wy van der zeluer ftede wegen de- len' baghinen tfelue erue in alre manieren als voirf. ftaet vrye te waeren jaer ende dach als reen erue ende eyghen is fcoudich te waren en de alle oude brieuen af te nemen. Ende noch •20 hebben wygeloeft ende gelouen van der voirn. ftede wegen den voirf: baghinen dat men dat erue leggende tuffchen der bueren ftrate voirf ende ■der Stede Sciltraminge tot ghienen dagen en zal betimmeren mie eenigen hufingen vtgenomen mueren of toernen dair men die ftede voirf. me- de beveftiget. Alle dingen zonder archendelifte. Inoirconde ende in kenniflê der waerhede fo heb- ben wi feoutfeepene ende Rade voirs defen brieue bezeghelc mitten voirn. Srede zeghele hier aen gehangen. Gegeuen vpten vyfrienden dach in aprille in t iare ons heren dufent vierhundert en» de zeuenthien. N. 5,
Brief van 't Kapittel der Lieve Frowvos Kerke
in den Haage van den agttienden Auguftus des jaars 1419, waarby aan de Begynen te Amsterdam veroorlofd voordt, eenen <weereld- lyken Priefier te kiezen tot baaren Kapellaan. Wy Deken ende gemeene Capittel der ker-
' ken van onfe Vrouwen in den Hage des ftichrs van Utrecht doen cond allen luden datwy om loue ende eere ende dienfte Gods te verme- ren ende om bede ende begeerte der Stede van aemftelredam ende oic om oitmoedich verfoec der deuoter mageden ende weedvvien wonende opten beghynhoue derprochien van aemftelredam an die zwtweft fide van der ftede gegeuen heb- ben ende gheuen mit goeder voirfienigheit mit npen rade den maechden ende weedwyen dienv ter ty t op ten voirf. beghynhoue wonen of namaels wonen füllen aifo veel alft in ons is ende die eer- waerdigen Vader in Gode die BiiTcop van Utrecht Confenteren ende Confirmeren wil fulke punten van gracien als hierna gefchreuen ftaen. In den eerften dat die twee bewaerfteren deshoefs voirf. 01 te feuen van den oudften beghinen die in des Voirf. hoefs dienft gheweeft hebben nv ende tot alre tyt füllen mogen kiefen eenen eerbaren wair- U Pleiter toc eenre zeker tyt dat is te ver- ltaen allo langhe alft hem genuecht die hem rmffe ende ander gotlike dienften in hair Capelle Vnlic lal moghen doen lefen of finghen des feilen die fangmiifen op die drie principael hoechtiden als paesken pmxter ende kersdach gedaen we- len voir dat die clocke negen flaet. Ende wou- «en fy dan dair meer lezende mifièn hebben dat *oude wefen mit beflotenre poirten hoers hofs J?tt hoers felfs volc ende anders nyemant. Voirt l° füllen fy tot allen mifTen ende gotlike dien- tvlf VO'rf- mir haren clocken mogen luden ende |
||||||||||||||||||||||||
hem genuecht wtgefeyt vierwarftsjaers fo feilen Byi,aa-
fi prediken moghen mit opene doeren als op fin- gen te Jans ewangeliiten dach ende hoer kermis dach L'. D. fente maria magdalenen dach ende fente Urfulen dach ende dat niet te doen eer die vesper ende compleet in die prochikere wtgefongen fyn. I- tem fo fel hoir Capellaen of die ghene die hys machtiget hoir alre biecht horen abfolueren énde penitencie fetten ende hem miniftreren die hey. lige Sacramenten euchariftie ende heyliger Öly- en tot alre tyt als fyt begheren wilke heylige Sacramenten fy eerbaerlic als dat betaemt in hair Capelle füllen moghen houden. Item fo füllen fy hebben een vrye fepultuer binnen den houe voirf. dat fi begrauen mogen hoir Capellanen Goftef ende alle die beghinen die binnen horen houe fteruen ende ander maechden ende wedu- wen wonende binnen den houe voirf ende niemant andsrs. Ende wairt zake dat yemant anders dair begrauen woude wefen des füllen die beghinen voirf. ons of onfe Capellanen binnen dertich da« ghe te rekenen dat die menfeh daer begrauen wairt wtreyken voir eiken dode drie gouden vrancryefche Cronen. Item des füllen die be- ghinen voirs ons of onfen Capellanen om onder- danicheyt der heyliger kerken te bewifen wtrey- ken ende betalen voir fulke offerhande als fy fculdich fyn ende voir alle offer dat van hair beghinen ende hairs felfs doden in hair Capelle geoffert wertjairlics ons of onfen Capellanen fes gouden Vrancricfche cronen te betalen binnen der octaue van paesken. Ende wairt zake datter eenigerhande ander offerhande quamen an goude an fulver of enigerhande ander cleynodehetwair in bloke of opten outairbouen twee nobel fiaers dat feilen wy of onfe Capellanen die ene helfc hebben ende die beghinen voirf. ter tymmerin« ghe hore kerke die ander helft. Item fo en feilen die beghinen mit voirwairden haren hof niet mere maken noch bewonen dan twisken der fte- de veften die nv is ende die graft die nv ter tyt onder dat beghynhof gaet aen die Oeftzide. I- tem wie dit beghynhof füllen regieren die ful- lent foe regieren dat die prochikerk dair niet by veraftert en fy behoudelic die punten voirf. In kennifie der wairheyt fo hebben wy Deken ende gemeen Capittel voirC onfes gemeens Capittels zeghel an defen brief gehangen. Gegeuen in 't jair ons heren dufent vierhondert ende negentien vpten achtften dach in Augufto. [Door deezen brief, was de volgende be-
veiliging gefteken:] Predericus dei gratia Episcopus TrajeStenfn. Ad
univerjorum noticiam cupimus pervenire quod narrata in literis quibus bcec noflra prefens cedula corifirmacionis eft transfixa ex certa fcientia ra- tificamus approbamus rata et firma babemus. Ét deinceps in perpetuum inuiolabiliter volumus in quantum in nobis eft obferuare ac eadem aukoritate noflra ordinaria corfirmamus noftrarum teftimonio literarum. Datum anno domini millefimo quadrin- gentefimo decimo nono menfis augufii die decima oäaua. |
||||||||||||||||||||||||
[getekend]
|
||||||||||||||||||||||||
Jo. HONDERTMERCK.
|
||||||||||||||||||||||||
fe feil
|
doen wtghefeit ten fermoen welke fermoen
|
|||||||||||||||||||||||
dat is!
|
||||||||||||||||||||||||
e« mogen doen doen mit belokende doe
|
||||||||||||||||||||||||
ren der poe«en des hoefs voirf. tot alre tyt alft ,, Fredrik door Gods genade Bilïchop van U
|
||||||||||||||||||||||||
Aaa
|
||||||||||||||||||||||||
trecht.
|
||||||||||||||||||||||||
■»
|
||||||||||||||||||||||||
III. Deel«
|
|||||||||||
363 AMSTERDAMS GODSH. en GODSD. GESTIGTEN.
|
|||||||||||
weder in fetten by den meeften ftemmen «- ^
houdelic dat meefter baernts magen of die van ^ fl, finen blode gecomen fyn ende arme baghynen fyn die füllen defe fteden hebben voir een ander. In oirconde defen brieue befegelt mit onfen ie- gelen. Gegeuen vpten fefs ende twyntich/ten dach in Januario in t Jaer ons heren dulent vier hondert vyf ende tfeuentich. N. 7.
Brief van de JVètbouderfcbap der Stad 'Jm-
fterdam, van den negen en twintigftcn ja- nuary des jaars 1511, waar by zeker erf, ^n de Begynen aldaar, wordt afgeftaan. Allen den gheenen die defe onfe letteren zul-
len fien of horen lefen faluyt. Doen vvy Schout, Burgermeefteren, feepenen ende rade der Stede van Aemftelredamme te weten certificeren mit kenniffe der waerheyt dat wy by rade ende confente van den feflendertich raden defer Srede omme fekere merekelyke deuchdelycke reden den zeluen raden ende ons daer toe porrende ctfjn baghynen van den ronden hoff binnen defer ite- de°tot behouff van den gemeenen hoff voer heur ende heuren nacomelingen gegunt ende f°^,ee* nen vryen eygendome quytgefchouden neb.r 2- terffue leggende weftwart van den zeluen hoff tuflehen den grafte ende den hoff alzoe lange al» t zelue hoff is omme tfelue erffue te mogen be- timmeren ende ewelycke ende erffelycke beßtten ende aebruycken als heur vrye eygen goedt ion- der dat wy oft onfe nacomelingen tot enigen tv de heur ter fake van dien yet füllen eyflèn ov- gedoogen geeyflcht te werdde in eeniger manye ren alle arch ende lift vuytgefondert. In ke»nws der waerheyt hebben wy Schout Burgermee«? ren, Schepenen ende rade voirn. der voirl-1« van Aemftelredamme Zegel ten Zake bfe' *en. den an doen hangen, Gegeven op den "?£_" c" de twyntichften dach van Januario l"c J'-Lr u" heren duyfent vyffhondert ende elft. |
|||||||||||
„ trecht. Wy begeeren dat tot kenniflè van al-
„ len kome, dat wy het verhaalde, in den brief, „ door welken deeze onze beveftigings-cedul „ gefteken is, uit onze zekere weetenfchap,be- „ kragtigen , goedkeuren en voor vaft en be. „ ftendig houden. Ook willen wy het zelve, j, voor altoos, en zo veel in ons is, ongefchonden „ naarkomen, gelyk wy het, uit onze magt, en „ door't getuigenis van deezen onzen brief, be- 5, veftigen. Gegeven in 't jaar des Heeren een „ duizend vier honderd en negentien, den agt- „ tienden Auguftus." |
|||||||||||
N. 6.
Qjiytfchelding van vyftien pont groot vlaams,
door Meefter Baernt dircxfoengemaakt, tot vol- doening der buisbuure van drie arme Begynen, op bet'Bsgynbof, gedagtekend den zes en twintigiten January des jaars 1475. Wy Jan talinc ende Albert Otten zoen fee-
pene in Amftelredamme oirconden ende kennen dat voir ons quamen die matriffen van dat beghynhof binnen der voirn. ftede alfe die- duwe Jacobs dochter ende merretgyn Willems dochter mit outger outgersfoen hoeren gecoren Voecht Ende gelieden bi confent der rade van der ftede ende 'c gemeen baghynshofs wegen dat fy ontfangen hebben van kathryn dircx dochter vyfden pont groet vlaems geit welke voirf. gelden meefter baernt dircx foen faliger gedachten gegeuen ende befproken heeft dat voirf. baghynhof in defer manieren dat die ma- trhTen voirn. die nv fyn of namaels wefen fül- len hier voir jairlixe geuen ende wtreiken fül- len fes guede goudene Johannes beyerfle gül- dene tot drie arme baghynen behoef vpter fej- uen haghynhof omme hair huyshure dair jairlixe mede betalen ende tot welker tyt een van de ba- ghynen oflyuich geworden fal wefen fo füllen die matriflen mittie oudfte magheden van den feluen baghynhof dair altyt een arme baghyn |
|||||||||||
DER-
|
|||||||||||
3öp
BERDE DEEL. GEBOUWEN
DER STAD
AMSTERDAM.
|
|||||||||||||
VYFDE BOEK.
|
|||||||||||||
Gebouwen, tot bevordering van Weetenschappen en nuttige
. Oefeningen, aangelegd. |
|||||||||||||
DOORLUGTIGE SCHOOL.
V
jot |a»8 T> ehalve de weereldlykeen geeßelykegehou- voor 't CoUegie, gelezen hadt. Voorts, moeit Dook-
^rV 13 wen> in de vier voorgaande-Boeken van de Reélor, dagelyks, een gedeelte van'tE-"G™E G,| det dit Deel befchreeven, is de Stad nog voorzien vangelie leezen, of doen leezen, en 'er, des cmoh' V^ vaneenige Gebouwen, Oefen- en Werkplaat- Zondags,-de gewoonlyke glofi, of uitleg- Age fen , tot aankweeking van geleerde ïVeeten- ging, byvoegen. Daarop, moefl hy over- "üa^ëe- fihappen en Taaien, entot andere nuttige en aan- gaan tot het leezen van Philofophifche Les- "efèu? genaame bezigheden aangelegd; die, ten dee- fen, waarna dan volgde het leezen der vier j^jjjj" Ie tot de eerftgemelde, ten deele ook tot de boeken van den Hoogen Zin. 't Schynt, £*W:* tweede foort van Gefügten, können geagt dat de fligters beoogden, dat dit Collegie, O11' worden te behooren. Wy hebben, hierom, ook door Studenten, zou worden bygewoond, jjS?011" tot derzelverbefchryving,het tegenwoordi- om dat zy willen,dat de Priefters behouden jXlg ge vyfde Boek gefclükt. Wy beginnen,met zouden, 't gene zy, met fchryven, of met ^. ' de Doorlugtige School e. onder wy zen in de vry e konden, verdienen t^reg. De Stad Amfherdam haare opkomft voor- mogten. Ook lieten zy 't aan hunne vry-
jjoil^ö iiaamlyk verfchuldigd zynde,aan deuitbrei- heid, of zy eenige Orde wilden omhelzen 4 |»{|le> ding haarer Scheepvaart en Koophandel, gelyk de Kanonnlken plagten. Doch zo zy |
|||||||||||||
»t> *. heeFtmen zig, aldaar, niet vroeg noch fterk,' \ deeden , moeften zy géene andere Orde
!*'5**- toc!§elegd °P het aankweeken der Geleerd- aanneemen, dan die van S. Auguftyn (a). |
|||||||||||||
^.,«n" Purmerende, hadden, in 't begin der vyf- dat men, hier ter Stede, voor het"aankwee-
l^ofo. tiende eeuwe, een Collegie gefügt, in de ken der geleerdheid, naar den fmaak dier Nu nUc^e °fnieuwe Kerke, beftaande uit eenen eeuwe, gezorgd heeft. Eggerts Collegie \,§e' ReStor of Overpriefter, vier of meer Pries- fchynt ook, allengskens {b), tot ftandgeko- ters, en eenige Klerken; welk Collegie zy men,en in de oude Kerke geplaatftgeweeit fchikten, om, gelyk de Kanonniken plag- te zyn (c). Doch het is, na verloop van ee- 0uc|fte ten, de getyden te zingen Jan Eggert Hart- nige jaaren, wederom te niet gegaan: gis. Stads gertszoon en JVendclmoet, zyn wyf, beves- fende fommigen, dat de boeken, die tot het Moekery. tigden en vermeerderden deeze ftigting,op zelve behoord hebben, naderhand , in de den veertienden February des jaars 1450, Stads Boekerye, in de Nieuwe Kerke, zyn beladende, in't byzonder, dat de Reftor over- Baccalaureus in de TneoWip 7vn moeft.en f*> zie «/«stigtingbnef, «7Commf.uk bi 4I7.
*W J ^A;„U • • I1LUJO&le Zyn mUlf ' C (b) Zie «»■ Brief vaim M*y i*7g [,, CcZ™r,VJll Alt
dat de waardigheid van Reftor, altoos, door }.j zu hier voor, tu. nj, u.BXufI
den oudften Pnefter van't Collegie, bekleed Lombakdus, waarin degantfche Godgeleerdheid ,in
™oeft woraen; even als zulks, in de Colle- Plaatftn uit de Kerkvaders, verhandeld werdt. 't
glen van S. Benediftus te parvs en van g. WerVfi °mtrent het bidden der twaalfde eeuwe,
donaas re BruSee eekr l il' Uï£ °P§efleld> en- eeuwen agtereen, de Tekft geweeft
hvT • ? l SeMuikelyk was, mids waarover, in de Theologifche Schooien , gelezen
y öe vier boeken van den Hoogen Zin (1), weidt Ook telt men tot twee honderd vier enveer-
CO rjP„ i> 1 on »,™ j. r, j tigSchjyvers.die uitleggingen over 'twerk vanLoM-
^ BotefJSÄft«™ Zin Wpen iARI,ÜS gefchreeven hebben. Voiez Fleurt Hifi.
"°esen der Sententien of Spreuken van Pjstrus Ecclefiafl. Tom. XV. p. 59.
Aaa 3
|
|||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||
37°
|
|||||||||||||||||||||||
DeDooRtuGTiGE SCHooL,of Me- Door-cs
naeum illuflre, gelyk zy, tot onderfcheidin- Scg00* |
|||||||||||||||||||||||
Door- overgebragt ( d ). Zeker is 't, ten mïnfle,
LüGTiGE dat de Stads Boekery, lang voor de opreg- |
|||||||||||||||||||||||
ge van de Hooge Schooien or Academiën, , tf/
|
|||||||||||||||||||||||
School. tulg der Doorlugtige Schoole,in de Nieuwe
Kerke, geplaatft geweeft is (e). Na het te niet loopen van Eggerts Collegie, werdt, hier ter Stede, niet gedagt,om hetopregtenvan diergelyke Collegien. Men oefende zig, in de geleerdheid, op de Hooge Schoole te Leuven ; en vermogende luiden maakten jaarlykfche fommen , tot onderhoud van fchamele Studenten, poorters deezer Stad, of ten minften inboorlingen van Holland, die, te Leuven, in Artibus of in der Theolo- gien, gingen ftudeeren; gelyk my , onder anderen, uit een' Rentebrief van twee en zeventig Karels guldens (ƒ), door Meefter Henrik Faulusz., Provifeur der Stad, ten be- hoeve eener arme Studenten - beurze te Leu- ven gegeven, en uit het Teftamentvan &*- tryn Wouter Dobbeszoons Dogter van den zes- den Maart des jaars 1555, gebleeken is (2). Doch, omtrent dien tyd of eerder,fchynen 'er,met kennifle der Regeeringe, ook les- fen, in eenige deelen der geleerdheid, boven de oude Waage, gegeven te zyn. .Immers, Pontanus heeft aangetekend, dat Joannes Sartorius, Amfterdammer, en Leermeefter in de Latynfche Schoole, die in dien tyd bloeide, aldaar, de Hebreeuwfche taal, in 't openbaar, onderweezen heeft (g). In 't jaar 1574, werdt de Hooge School,te Lei- den , opgeregt, En daarna ook andere Hoo- ge s'choolen, in de andere Vereenigde Pro- vinciën, fommigen van welken, na dat de Stad de Staatfche zyde gekooren hadt, door de Amfterdamfche Jeugd, rykelyk, bezogt werden, tot dat men, in 't jaar 1629, te raa- Sfde'r de werdt, eenen Profeflor in dePhilofophie Door- en in de Hiftorien herwaards te beroepen, LUGTiGE en een jaar laater, tot het beroepen van twee ScHOOLE-profeflbren, befloot. Hoe hieruit de opreg- ting der Doorlugtige Schoole volgde , en hoe dezelve, op den agtften January des jaars 1632, plegtiglyk, werdt ingewyd, hebben wy, reeds elders (h) , omftandiglyk, aange- tekend. Zy is, tot nog toe, in fland ge- bleeven, en de geleerdheid is 'er, dikwils, door beroemde mannen ,in verfcheidene wee- tenfchappen, gehandhaafd en bevorderd, on- der welken ,Vossius,Barlaeus,Sen- GUERDIUS, BlONDEL, WOLZOGEN,
FranciuSjMorinus, d'Orville en
anderen hebben uitgemunt. |
enoemd wordt, flaat op den Oude-zyds- ving
oorburgwal, ook den Fluweelen - burgwal dera^** eriaamd, aan de ooflzyde, tuffchen de Ag- ietenftraat en 't Oude-zyds-Heeren-Loge- ment. Het gebouw, welk, hiertoe, eigen- lek , gefchikt is, was weleer de Kerk van 't S. Agnieten - Kloofler (i), en heeft nog veel van zyne oude gedaante behouden, onder anderen, een fpits Toorentje, welk midden uit het dak fleekt.Men treedt 'er in, door eene fraaije hardfleenen Poort, die voor den Stads' timmer tuin, in de nieuwe Doeleftraat, plagt te ftaan; doch herwaards Verplaatft is. In de frontefpies deezerpoorte, flaat Stadswapen, boven het jaartal 1631, en op de twee deu- ren , de naam van 't gefügt, Athenaeum illustre. De ingang plagt, voorheen, met kleine huizen, bezet te zyn, die, eerlang, werden afgebroken. Men komt, door de Poort, op eene ruime Plaats, en voorts, in de gewezen Kerk van 't S. Agnieten-Kloos- ter, die, in drie deelen, onderfcheiden is- Het onderfle, welk zynen ingang op den Oude-zyds-Agterburgwal heeft, is een Ad- miraliteits Pakhuis: het middelfte is het groo- te en het kleine Auditorium, of Gehoorzaaf der Doorlugtige Schoole, en het bovenfte de Stads Bibliotheek of Boekery. De groote Gehoorzaal is een ligt, langwerpig vierkant vertrek. De Profefïbraale ftoel flaat in 't wes- ten. Rondsom, flaan nette gefloelten, voor de Wethouderfchap der Stad, voor deCuratoren, Profefïbren, Doéloren, Predikanten en ande- ren , en, in 't ruim, zeven zitbanken. Langs de wanden van 't vertrek, hangen de egte ge- fchilderde afbeeldfels van omtrent vyf tig be- roemde en geleerde mannen van allerlei #aa£ en gezindheid , welken , in 't jaar 1743 » door den Oud-Prefident Schepen, G e r a R ? van Papenbroeck, aan de Doorlugti- ge Schoole vereerd zyn. Men ziet hier, in t weiten, boven den Leeszetel,de beeldtenis van den vermaarden en geleerden L a u r e n s de M e d i c i s. In 't zuiden, of ter regter- Zyde van den zetel, zyn Copernicus, Grotius en de Staatsmannen Oldenbarneveld, Hoge?' beets en Johan de Witt geplaatft: in 't oos- ten, Hooft, Daniel ßeinfius , Cafaubonus, Marnix, Heer van S. Aldegonde, de twee Scaligers, Sabnafius en Joofl van Vondel: en |
||||||||||||||||||||||
in 't noorden, Erasmus, Frobenius, Luther*
Melanchton ,Beza ,Cahinus, Morus, Guaüe- rus, Buchananus, Thuanus, Junius, Janus Dou- fa, Lipfius, Baudius, Foßus, Barlaeus, ^Ja' cius, Barclajus ,Cartefius, Lubienietskb brae- |
|||||||||||||||||||||||
(d) COMMELIN hl. É48. not. (a).
(e) PONTANUS Lier, II. Cup. XXVI. f. 130.
(f) ln't Virtrek der Thefauiie. Oude Laade H. Li. Z.
(s) Amft. Libr. II. Cap. XXVIII. p. u7. (h) II. Z)«/,XIV. Boek,,il. J21 enz.. AddeG.].VOSSUEpi& CXXXV. CXXXVI.CXL. CXLI. CXLII. CXLVIII. & CLXII.
|
|||||||||||||||||||||||
(2) Wy hebben dit Teftament, welk, ook in ande-
re opaigten, aanmerkelyk is, aan 't einde van dit Boek, .in eene Bylaage, onder L>. A. geplaatft. |
|||||||||||||||||||||||
(,) %ie I. Deel, I. Boek,, tl. 2».
|
|||||||||||||||||||||||
V. Boek. GEBOUWEN > tot NUTT. OEFENINGEN GESCHIKT. 3 71
SJGï'(iE ?w» Jams Secundus, Hoogßraten, Antoni- welk, nooit voorheen, bekend of uiteeeeven Doo
%0i-> ««, de Paufen Urbaan de VIII. en Alexan- hier,voor eenigejaaren,uitde Boekerv vin iwnrc« der de VIL. Machiavel, Torquato Taßo, Ui- den reeds gemeiden ProfelTor B ur M an se Scii00*- tenbogaart, Episcopius, Brandt, Dirk Fol- plaatfl, en van deezen inhoud is: '&U kertz. Coornhert en de Doopsgezinden Leer- aar Lubbert Gerritsz. Voorts, hangt, regt D E over den Profefforaalen ftoel, eene af beelding U r b e A m s t e l o d a m e n s i op eene groote koperen plaat van de over- blyffels van 't aloude Palmyre , insgelyks, E T ejus
een gefchenk van den Heere van Papen- Athenaeo illustpi
broeck, die ook twee oude borftbeelden van Julius Cézar en Cicero aan de Doorlugtige Prißcalocumdareßuetanovis. Stat nomine ma<mo
bchoole vereerd heeft welke, op 't Poor- Leida vetus: creßcunt, quas fua favia nanet aal, van binnen, geplaatft zyn. De Hoog- Unaßd ante alias urbes hac lande fuperbit eeraar Pieter Bukman heeft de gedag- Amflela quam juniïis Toque lambit aquis ' tems van t gefchenk des Heeren vaaPapen- Divhias gemini quae poffidet aurea mundi: broeck bewaard, in een fchoon Latynfch vers, Cui dat Eous opes Hesperiusque kas we Ik, op een tafereel, in de groote Gehoor- Nobilis emporio rerum quas cont'netorb'is ■ Zaal, te leezen is, en dus luidt: Orbis et imperio trader e digna crnuü ' T , D Urbrs Populis angußa ßuis, licet aedibus ahh
in 1 1 N A c o T H e c A M Lucida contemto ßurgat adaßrafolo.
ViiiORUM Ei,UDITI0ME ET MERITIS m Patriam Et W««J tarnen ima petit, quantum 'exit in
in^ustriüm auras: A . Vrh Vencti cedas ambitießa maris.
A ViRo AMPLissiMo Merx una buk deer at, qua jam bene dives a-
GERARDO van PAPENBROECK, Doctr^ncedit nunc qimque celja bonis
Judicum QUONDAM Praeside &c. &c. Mercurio fiaretjoh quüm praefide qwmdaml Fraejidmm Pallas junxit amicaßuum.
ATHENAEO AMSTELOD AMENS I Mercurii ßamulos numero conprendere non eß: Tres fibißacramt dia Minerva viros.
D o N A T A M. Poßmodo major erit numerus, tempusque futu- O • • j nm efl>
SLf 1freliï PrTalia dfa Lrl &ao t«at m° culmn M™ juvmtaßuum.
ËtwlZ) &Saf!~afi?u in aefe Sradum, Auguror, anBataVas premet olim majorAthenas
SZ \tZ J eXmf PnmSi D°te aUa Ut mllam nbvh ^reparem '
yrms, er aeterno nomina finpta peplo ; K
Du:bene Mußarum Cuftodibus ,inclyta quorum - Claudius Salmasius.
Barbanem patria pellit ab urbe mams. A
Etreßer: Ingenuae decora haec imitanda ju- A°' CI3."XXXI1-
T ventaJ;> De zin deezer regelen komt jkortelyk hier
, ^arga PAPENBROECKL/mra videre dedit. op uit: „ dat, in het groote en ma's-Ho-
"egeneres doleat ne nobilis Ta nepotes, „ Amfterdam, welk, uit ooflen en weïef
At ßoboles magnos pofiuma vincat avos. j „ van menigte van koopwaaren voorzien
Petrus Burmannus ; " Äf eeif/aar ontbrak, de ge-
„ ieerdneid, naamlyk, die uu, door t.be-
Junior. ■>■> roepen van drie beroemde mannen, ook daarvan de zin ,-* a , 11 j-j „ rykeiyk was aangebragt: waaruit te wag-
» intreeden r * " . ,a,1Ien' diedeeze zaaI » ten ftondt, dat de Amfterdamfche TeuJd
» Cdeï de teleleld' °en P™" " "SS * T* F ^ " ™ gr00t ™
3, i.n„r,w ^eieerdrieid , en Papen- „ getal, op de ftudien, als, voormaak r>r> * voXefentr^T Veele ^ï S ,T ?00P\andd' f^^^kS
» heS^^b^oS!?^ voorgefteId delyk, hangt h.er ook eene Grondtekening " opdat'deStadnSkf' ^ te/eSë™> ^n degroote Gehoorzaal,die, ter gelegen-
» vL^lmS2S?age,df d£ nane£" uÊld T l g6fchenk desHeeren vanPa?en. » ^thehZTzvn^r0m^den'm^r°P 5r0f^' gemaakt is. Agter de groote, volgt " °^K(^? V°0rouders zelfs n°S de kflei.ne Gehoorzaal, waar de Curatoren £ °P een o 5 f!^i • , Profefforen byeenkomen, eer zy in degroo- '
§e<% evna^dertafefflet men eenouder te Gehoorzaal verfchynen. Ook zyn^'er
öc van den geleerden Salmasius, dikwils, leffen gegeven. DeProfeflbrs floel ftaat
|
|||||
IILDeei
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
STERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A M
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
372
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door-
LÜGTIGE
School.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
elders (k)l aangemerkt, dat dit vertrek, te- heeft er, nu eens twee, dan we m
Inwoord g, ook door de Engelfche Epis- ven te gelyk gehad.. In t jaa,i6,9^ oen ëpXGelneente, tot haare Godsdienftige 'er zes ^^J^^nS- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gaderingen,g
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ver
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ebruikt wordt. :. _ f
|
genwoordig, in October des jaars I7°5>z?a
'er zes, te weeten: 1728. Joannes Burmannus, in de Krwlhmde.
1740. Petrus Burmannus, in de H$meu* mifpreekendheid, Griekfche Taaie en Digtkunde. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tegen-
woord; Stads Biblio THEEIC
|
De Stads Bibliotheek of Boe-
ge keet., regt boven de twee Gehoorzaalen,
js van veelerlei boeken voorzien; doch niet zo groot, als men zou mogen verwagten. De |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Catalogus of Lyftder zelven is, Iaatftelyk, in
't jaar 1711, gedrukt. Men vindt 'er, een klem getal van zeer goede affchriften van Gnek- fche en Latynfche Schryveren onder. De Boe- kery Haat, buiten deVacantien, eens ter wee- ke, open, des Saturdags na den middag, van twee tot vier uuren. Voor den ingang, hangt een Latynfeh vers van C o r N E l i s P l e m p, tot afmaaning van ongeregeldheid; 't welk ook, aan't einde van den Catalogus, gedrukt is. De meefte boeken en uitgaaven zyn, in de voorgaande eeuwe, in agtinge geweeft. Ee- nigen zyn, in deeze eeuwe, en nog voor om- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1753-
•I754- 1754- 1762. |
Wilhelmus Koolhaas , in de Oolter-
fche Taaien en Oudheden.
Bartholoiieus Sieren , in beide de
Regten. Petrus Curtenius , in de Godgeleerd-
heid. . Folkert Snip, in de Ontleed-en Heet'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hinde.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Vroedfchap heeft, in 't jaar 1757, bÊ'
flooten, de Profeflbren, die toen , in de |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
trent twintig jdetica aaii^^go. ^^v ^j^ --
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
trent twintig jaaren aangekogt. Ook zyn 'er
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eenken in de zestiende, zeventiende en agt- Doorlugtige bchoole, leflen gaven, en, 1«
tiende eeuwe, aan de Boekerye, vereerd. Men vervolg van tyd, aldaar zouden beroepen vindt hier gefchenken van >*toi«g, Raad worden, te befchenken met het burgen^ in den Hove van Holland; van Jan Thomas- deezer Stad ty. ; Ook zyn zy, en de Sa ZÖÖB,RaadindeVroedfchapdeezerStaden denten, al in t jaar 1668, °P «^JÄ Scho arch; van den geleerden Schepen Jan Juny, vry verklaard van ^aaken en °ptreK feZ, di'en Hooet (0 een perfion van te- ten (p). De rang onder **d"*»| reeds koorlykvernuft noemt; van de Burgemeefters op den zeven- en negen en 1twintig tenue jaannesHuddeenDiederikBasmndcnmter- cember des zelfden jaars, in deezer voege, cemplden Schepen Papenbroeck , die, on- door Burgemeefteren, geregeld, dat,to.n, der anderen, alle de oorfprongkelyke Hand- de voorrang gegeven werdt aan den! rotes driften der Werken van den Ridder Hooet for in de Regten; waarna twee Profeflbren aan de Boekerye vereerd heeft, en van an- in de Philofophie, een mide Meaicynenvg ~T \p een in de Welfpreekendheid en Grieben* n.hVn eHe't opzigt over de Boekery is, door de taaie volgden(q). Deprofeflbren mogen, ^
Sus. Curatoren, toevertrouwd, fomtyds, aan by- gens eene orde van Burgemeefteren **# zondere Heeren uit de Regeeringe, fomtyds, dertienden Oélober des jaars 1700, geene aan eenen der Profeflbren, en fomtyds, aan penbaare Oratten of Redevoeringen d<*< eenen Predikant. Doch, tegenwoordig, en dan pa dat zy 'er, vooraf, een atichnft »» federt het jaar 1752, wordt de poft van Bi- hebben ter hand gefield aan den eerflejf bliothecarius, door den ProfeflbrBuRMAN, Curatoren (r). Burgemeefteren, aan«*»*£ bekled De Bibliothecaris heeft, nu en dan,, by de opregting der Doorlugtige Scnoow verlof gehad, om, geduurendeeenige weinige '^7^kfn^ ^^m%Carf%^\^, jaaren fjaarlyks, voor honderd Ducatons, aan bezing der Pro.efloren,door de Vroed* ^ boeken, tenbehoeve der Bibliotheek, aan; overgelaaten is (j) hebben , onaange* 0. te koopen. Hy mag geene boeken, noch Doorlugtige School, tot het geeven * den üeutel der Bibliotheek uitleenen, dan penbaare Lef en doorde Profeflbren ,%dp |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
op fchriftelyke orde van Burgemeefteren. derlyk, gefchikt is, dikwils, aan ge°
|
lui-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tot het toezien op de Bibliotheek, wanneer
dezelve openftaat, bedient hy zig van den Bedel der Doorlugtige Schoole (m). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(s) Refol- Vroedfch. L'. N. 19 Ottih. lip
.1) Refol. Vroedfch. ir xT. 17 Sept. i/*7 (p) Handv. *'. 94S- (V) Groot-Memor. N. V. f. 141 verjo. (/) Groot-Memor. #.. vul. ƒ. 201. „. (,) Retól. Vroedfch. N. is. ji Dec, ï*ïy' I630. f. HS verfi, 174. Terfn. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
,i.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(k_) III. Deel, II. Boel- , hl. 17S.
(I) Hift. XXVI. Eoe{, bl. lijs. (m) Handv. II. 94S. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II Dcci»
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
V.Boek. GEBOUWEN,totNUTT. OEFENINGEN GESCHIKT. 373
sc;^Vs- luiden, verlof gegund, om leffen te geeven, in maar een generael fchole zyn zou, welk men Latyn-
s%Ql en buiten de gemelde Schoole, in de Regten, oordeelde, te moeten opregten, in de Hal- |CHE
in de Geneeskonft, in de Oofterfche taaien, in fteeg, waar toen byna niemant dan openbaere C|loou
de Wiskonft enz. (?)• Ook heeft men, federt gemeen vrouwen woonden, da er men, zo luidt
het jaar 1709 , een' Leftor of Leeraar in de de Keur, der Stede buten flandts meer confüfie
Wis-, Zeevaart- en Sterrekunde gehad, die, offfpreect dan eer, ende oick cleen behagen is
in 't Nederduitfch, in de Doorlugtige Schoo- voir God almachtich (b). Doch dit beiluit
Ie, leflen geeft. En deeze poft wordt thans, werdt niet uitgevoerd, voor 't jaar 1556.
na Mattheus Soeten en Martinus Marxens, De Hooftfcboole, die toen werdt opgeregt,
door P-ïbo Steenstra, bekleed. werdt geplaatft aan de nieuwe zyde, en daar-
'II. in, een nieuwe Rectoren Onderrectoraange-
T A^\7i\TcrT4T? cranni fteld- De rchoolieren, die, tot dien tvdtoe,
LAT YNSCHE SCHOOL. de mtyffmiß-en>in de Kerfpelkerken, gezon-
Schoon men zig, hier ter Stede, gelyk wy, gen hadden, werden daarvan ontflaagen, en,
hier voor (a), hebben aangemerkt, niet in derzelver flede, getydezangers, op Stads t^J- zeer vroeg en flerk, heeft toegelegd, op het koften, aangefteld(O.Doch'tleedtnaauwlyks e' gene men gewoon is Geleerdheid te noemen; zesjaaren,ofdevereenigde School werdt we- is 'er egter, al van dè eerfle opkomft der derom in tweeën gefcheiden, gelyk te voo- Stad af, eene School geweeft, waar de Jeugd, ren (d). Uit een affchrift eener lyfte van in leezen en fchryven, en in de taaien, on- wedden der Amptenaaren hier ter Stede in derweezen werdt. In het oudfle uitvoerige den jaare 1570, is my gebleeken, dat,in'de Privilegie, welk tegenwoordig voorhanden, Oude - zyds - Schoole , een Reétor en vier en in 't jaar 1342 gegeven is, leeft men, dat Meeflers, en in de Nieuwe - zyds - Schoole, die van Amfterdam behouden zouden dieScho- een Reétor eri vyf Meeflers onder weezen. le(v) ,ten blyke,dat 'er toen,reedseenigen Beide de Schooien voerden toen den naam tyd, eene School in de Stad geweefl was. van Hoofdfchoolen , en 'tblykt, uit eene Wy hebben, by eene andere gelegenheid Keure van den negenden September des (•zw), gegift, dat deeze School, in of aan de jaars 1595, dat, in dezelven, toen , La- Oude Kerke, geplaatft was. Doch na 't ftig- tyn, Griekfch, Franfch en Duitfch ge'leerd ten der nieuwe Kerke, in 't begin der vyf- werdt (e). Voorts, was uitdrukkelyk ver- tiende eeuwe, werdt ook, by dezelve,eene booden , eenige Latynfche of andere By- School opgeregt, en, in eene Keure van den fchoolen te houden, dan met byzonder ver- jaare 1461, verbooden, eenige kinderen, lof van Burgemeefleren (ƒ), die 't, fom- van de eene naar de andere zyde der Stad, tyds, ook aan vreemdelingen, plagten toe dat is, van de oude, naar de nieuwe, of van te flaan (g). En dit verbod is, naderhand (b), de nieuwe, naar de oude zyde, ter Schoole en nog onlangs, by eene Keure van den der- te zenden (>•). Ook werdt, op den derden tigilen January des jaars 1765, ten opzigte der July des jaars 1500, gekeurd, dat niemant Weetenfchappen en Taaien, die, in de Door- Schoolkinderen zou hebben te kaftyden, dan lugtige en Latynfche Schooien, onderweezen de Schoolmeeflers van beyde deProchye kerc- worden, vernieuwd (f). Men hieldt twee La- ta« (y).. In deeze Schooien, werdt niet al- tynfche Schooien, ook na de verandering der leen de Latynfche taal onderweezen, naar Regeeringe,in'tjaar 1578. Dochtoen werden eene Ordonnantie voor de Recloren en Mees- nieuwe Recloren aangefleld (k). Ook voer ters, door 't Geregt, gemaakt (2); maar men,ten minflen aan de oude zyde, voort, met men hadt'er ook, in de zefliende eeuwe, Franfch en Nederduitfch, in de Latvnfche een' Walfchen Meefler, Philips van der Stee- Schoole, te onderwyzen. In't jaar 1594, werdt, He genaamd, wieh, op den een en twintig- by de Vroedfchap, overwoogen, of ook geraa- ilen Oétober des jaars 1536, gelaft werdt, den zou zyn, nog eene Latynfche School te geene Jongens onder de twaalf jaaren ter voegen by de twee, die'er reeds waren (/). fchoole te ontvangen (a). 't Geregt en de En is toen, naar fommiger aantekening Cot)" Ses en dertigen hadden, reeds op den een en &v £ dertigflen January des jaars 1495, gekeurd, fb) Keutb. b. f.
|
||||||||
dat 'er, in de plaats van twee, voortaan, O) RelbI- vroedfeh. n. i. 3, a^. ,,yj# ,o7.,B, 3t
U) Refol. Vroedfeh. N. ,7. «, MMTt l63+. ƒ. 42.Groot- (d) Refol. Vioedfch, N. i, JO De, , ,ei
«emor. N. III. ƒ. IW vrfo. N. VI. ƒ. lil. N. VII. ƒ. »8. (e) Keurb. H. ƒ. 49 verf0. '. * '
«• Vin. ƒ. 182. N. IX. ƒ. 9g wryj# (f) Keutb. H. ƒ. i9+ ve,f0,
(«) Bladx.. 369. (£) Groot-Meraor. N. I. f. t±6 verfe. «7- f-
tv) Zie U. Dee.ll. B.c( ttm 10<J. (h) KelIIb. H. ƒ. l9^er/i.'
fn\ Zie I. Deel, I. B°<k., &f. I». {i) Keutb. V. f. 53 f
}*i Keuib. A. ƒ. 39- CO Refol. Vioedfch. N. 4.' " 7«»y IJ7*.
(i) K^ll>• U' f' 4* ' ■ (1) Refo1, Vrocdrch- N- l 7 7""y IS94, /■ 5 vtfi'
f«)C«eÄ I. ƒ. 3o9 v„fu bWV ^^nvs Amiterd. ÖOMSEI.AER IV. U,
K-STUK. ' 'Bbb
|
||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
374-
|
|||||||||||
en tagtip- duizend guldens verlooren werden u^f
(p). Midlerwyl, hadt de Stad, in O&ober scb*^ des jaars 1670, vier wooningen ineen'gang, • by fchatting van 't Geregt, overgenomen, tot vergrooting der nieuwe Lal ynfche Schco- le, op den Singel (q). En in"'t jaar 1678, werdt de School aan de oude zyde, in de Koeftraat, met deeze vereenigd. De Mees- ters aan de oude zyde, onder welken, twee Franfche en twee Duitfche Meefters waren, werden ontflaagen; doch met een jaargeld begunftigd (r). De fchool in de Koeftraat werdt, tot burgerwooningen, verkogt C J )• Eene derzelven is lang eène herberg geweeft, die den naam van 'tGroot Schoolóroeg. Van 't jaar 1678 af,is'er dus maar eene Latynfche .School hier ter Stede geweeft, waar nu al- leen: Latyn enGriekfch onderweezen werdt. In 't jaar 1685, was dezelve zeer in verval geraakt, door de onbekwaamheid van den Re6tor en van eenige Prseceptoren. De Vroedfchap befloot, derhalve, dit verval te herftellen (f). De Reclor werdt bewoogen, om van zyn ampt af te ftaan. Eenige Prse- eeptoren werden ontOaagen , en daardoor de School in beteren ftaat gebragt. .^ De Latynsche School ftaat dan, B^r
aan de ooftzyde van den Singel, tuffchen den ^ Heiligen-Weg en Regulierstooren, en was,% tot in't jaar 1666, een Aalmoeffeniers-Huis, welk, op een gedeelte van den grond van het oude Clariffen - Kloofter, geftigt was , waar naar de ftraat, op welks hoek de School ftaat, en twee anderen, wat meer zuid waards loopende, nog den naam van het Kloofier draagen. Men treedt in 't gebouw, door eene fraaije hardfteenen-Poort, die, eertyds, voor den'ingang der Schoole agter de nieuwe Kerk, plagt te ftaan, en van daar herwaards verplaatft is. In 't Frontefpies der Poc*te s leeft men, onder 't wapen der Stad: DlSCIPLINA VITjE SciPl°#
dat is:
Tugt is 's leevens ßeunfil- en daaronder, in zwarten toetsfteen: Arte frobus, probitate pias, pietate beatuS
Ut verè fias, haec Jchola culta dabit.
dat is: Deeze School, by gewoond zynde, zal u onder' "joyzen,hoegyjnderdaad, door konfi,vroom;
door vroomheid, Godvmgtig, en door God'
vrugtigheidy gelukzalig zult können worden.
Onder deeze twee regels, plagt het jaartal MVCXXIIIL, of 1524, «ftaan, welk Q>; Zie VAN DF.R HEYDEN Befchryv. d« SlaDS " Biaild"
fpuiten, tl. ij. (?) Groot-Memor. N. VI. ƒ. jo. - ...
(\) Refol. Vroedfch. Lr. M. + N»*- "^ f' V ..
(s) Refol. Vroedfch. /r M I9 Maar' l67S' *' 34J' (?) Refol. Ywedfch. £'.' CL ** M*3 l6*s'f' 2'*- |
|||||||||||
L atyn- de School in de Koeftraat geftigt, in de plaats,
scan van 't Bethanien-Kloofler ,• werwaards, zo School. men meent, eerlang, de School aan de ou- de zyde, die toen ftondt, aan de weftzyde van den Oude-zyds-Agterbufrgwal, tegeno- ver de Bloedftraat, alwaar een huis plagt te flaan, welk het wapen der Stad en het jaar- tal 1568 in den gevel voerde, en welk men agt, het huis van den Reótor geweeft te zyn, werdt overgebragt. De School in de Koe- ftraat werdt. in 't jaar 1625, verfierd met eene fraaije hardfteenen poort, die nog in wezen is, en voor welke men leeft: Eruditae pietati S. MDCXXV.
dat is:
Aan de geleerde Godvrugtighe'ul toegewyd.
1625.
't Huis van den Reclor ftondt ten ooften
van de Schoole. De andere School, aan de nieuwe zyde, die, in 't jaar 1597, herbouwd, en met twee fchoone huizen, voor den Rec- tor en ConreÏÏor, vermeerderd werdt («) , ftondt ten noorden van de nieuwe Kerke, ter plaatfe,, daar nu de Bakkery der Diaco- nie, en de naafte huizen ftaan. De Poort der Schoole ftondt voor de ftraat, nu Blaau- wenfir aatje genaamd, en, voor deezen,een gang, die naar de fchoole leidde. Naaft het weftelyk hoekhuis van die gang, bezyden de Poort, ftondt het Huis van den Reclor, welk nog in wezen is, en een plak en roede in den gevel voert. HetZwartehand-fteegje, op den Nieuwe-zyds-Voorburgwal, aan de ooft- zyde,ook een toegang naar defchool, droeg toen den naam van Scboolfteegje. 't Een en 't ander is befcheidelyk te zien, in de groote Kaart van Balthazar F l o r i s- Opreg- zoon. Doch nadat, in 't jaar 1666, het ting der ni£UW-e Aalmoeffeniers-Huis, op de Prinfen- woordbe Sraft > geftigt was, werdt de Latynfche School LATyN? der nieuwe zyde verplaatft in 't oude Aal- scHF. moefleniers- Huis, op den Singel, en 't ge- Schoole. bouw agter de nieuwe Kerke verhuurd aan den beroemden Drukker , Joan Blaawvo , Schepen en Raad der Stad, die 'er zyne Boek- drukkery, van de Blomgraft, by de derde dwarsftraat (0), in overbragt. De wooning van den Reclor werdt, in 't jaar 1667, tot een Witwèrkers Pand, bekwaam gemaakt. Doch deeze Drukkery was, maar weinige jaaren,in ftand geweeft,toen zy, ongeluk- kiglyk, verbrandde, op den twee en twin- tigften February des jaars 1672: in welken brand, de letters en plaaten van den ver- maarden Atlas en Stedeboeken vernield, en, naar men rekende, wel drie honderd twee (n) J. Laorrntius Amfterdam,
(e) F. VON ZESEN bl, US,
|
|||||||||||
V. Boek. GEBOUWEN, tot NUTT. OEFENINGEN GESCHIKT.
|
||||||||||||||||||||
375
|
||||||||||||||||||||
«c/*11" den tyd aanwees van het fügten of hèrbou-
ScHo0t Wen ^er Schoole agter de nieuwe Kerke, of ' ten minften dien van het bouwen deezer Poorte. Doch dit jaartal is nu niet meer in wezen. In de Poort is, ter regter zyde, een vertrekje voor den Claniger of Poortier, waar- |
Leermeefters. In de eerfle Schoole of ClafTe
(3 ), onderwyft de Praeceptor alleenlyk de eer- fte beginfels der Latynfche Taaie: in alle de o- verigen,wordt dieTaakin meerder volkomen- heid, en ook de gronden der Griekfche Taaie, door de drie andere Praxeptoren, en voor |
Latys-
SCHe
Schooi..
Claffen
der La- tynfche Schoole. |
||||||||||||||||||
al, door den Conreótor, op de vyfde, en
door den Reótor, op de zesde Schoole, on- derweezen. De Schooien beginnen, des zo- School- mërs, dat is, van Paafchen tot Kermis, des tyd. morgens, ten agt., en des winters, of van Kermis tot Paafchen, ten half negen, doch van den eerften December tot den laatften January,ten negen; en des nademiddags, al- toos, ten twee uuren. Des zomers, eindigt de fchool, 's morgens, een quartier voor elf, 's winters, ten elf; doch in December en January,een quartier na elf uuren.'s Na- demiddags, gaat de fchool, winter en zomer, ten half vyf; doch van half November tot half February, ten vier uuren uit. Maar de fchool van den Reótor of zesde School be- gint , altoos, behalven in December en Ja- nuary, een half uur laater, en eindigt, 's nademiddags, een half uur eerder, dan de andere Schooien: en 's morgens, altoos, ten half elf. Wyders, geeft elke Praeceptor, in zy- ne Schoole, alle dagen, behalve 's Woens- dags en 's Saturdags, 's morgens na fchooltyd, drievierdendeel uur lang,^m>ßar<?ofbyzon- dere lellen. De Schoolieren hebben vyf ge- Vacan. woonlyke Vacantien, in 't jaar, de Paafch-, tien. Pinkfter-, Groote, Kermis- en Kerfltyds- Vacantie. De groote Vacantie duurt ruim drie, en voorde School van den Reótor, ruim vier: de vier overigen ruim twee wee- ken. 's Woensdags en 's Saturdags, wordt 'er, 's nademiddags, geene fchool^ gehouden. Ook krygen de fchoolieren, 's middags voor den bededag ; op de zes dagen in 't jaar, als de Proefvoorfchriften [Themata examina- lïd], 's morgens, gefield zyn,en als 'er een Praeceptor tot hooger Claffis bevorderd is, een' halven; en alle drie maanden, na dat het Minerval of Schoolgeld ontvangen is; ook, by de jaarlykfche verandering der Re- geeringe; by het invoeren van eenen nieu- wen Profeffor en by het doen eener buken- gewoone Redevoeringe, in de Doorlugtige Schoole; by het aankomen vaneenen nieu- wen Reótor, Conreótor of Praeceptor; op verhuisdagen, en op dagen, als 'er openbaa- re lyfitraf gefchiedt, doorgaands , een ge- hee-
(3) Men verftaat, in 't Nederduitfch, door de eer-
fte , de laagfte, en door de zesde, de hoogüe School: doch als men den rang der Schooien, in 't Latyn, |
||||||||||||||||||||
in eefchonaarLatyzondwelkwarekenzyndplaatin- eien.Schode Pode opdie,gevevan 'komtaan dvan dboveRecten hevenv(Jcwaa' geftodie bvantrekken,eeneis, zfteenVenuen mVoorkaan•en dedie tefteennoordden hbyzydie,armfttafelvenshen,^er. bank
d*'M de He-<V een;
|
||||||||||||||||||||
onderfcheidt, is men gewoon, doorpnma Clajfis of
. de eerfte School, de hoogfte, en door Clajfis ftXM, of |
||||||||||||||||||||
?0^e /f0 *S' tegenwoordig, toevertrouwd aan
|
||||||||||||||||||||
0r> een ConrectorenvievPraceporen,ot de zesde School, de laagfte School te betekenen.
Bbb 2
|
||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS III. Deel.
|
|||||||
376
|
|||||||
Latyn- heelen dag Vacantie. 't Staat, daarenboven, meerder volkomenheid, onderweezen. In Lat^'
sche aan den Rector, nu en dan,, een' enkelen de vierde Schoole , worden de Leerlingen, j^'^jj School, halven dag Vacantie te geeven. verder, in 't Griekfch, zo wel als in 't La- School- De boeken, die, tot het leeren en oefe- tyn, geoefend. De Herfcheppingen [&fc-
boeken! nen der Latynfche en Griekfche taaien, en tomorpbojes] vanOvidius,Ciceros ge- der beginfelen van de Redeneer- en Digt- meenzaame Brieven, Justinus, de Bly- kunde, in de Schooien, gebruikt worden, fpelen van Terentius en de Fabelen moeten, vooraf, door de Scholarchen, goed- van Ezopüs worden beoefend en over- gekeurd, en door den Reftor getekend zyn gezet. Ook begint men hier rhet onder- (u). Het dagelykfch onderwys, in de'by- wys in de Redeneerkunde [Rhetorica] en zondere Schooien, gefchiedt, naar zekere Digtkunde: en men doet 'er 't Nieuwe orde, daarop, door Burgemeefteren, op 't Testament in 't Griekfch verklaaren. In voordraagen der Scholarchen, beraamd; 'm de vyfde of Conreótors Schoole , wordt de welke, nogtans,nu en dan,wel eenigeklei- Jeugd verder in 't Griekfch geoefend. Het ne verandering gemaakt wordt. De Leer- Nieuwe Testament en een gedeelte lingen der eerfle Schoole zyn in vier rangen van Luc ianus worden verklaard enorer- [Ordines] onderfcheiden. De oefeningen der gezet. Voorts, wordt de Redeneerkunde twee eerfte rangen zyn genoegzaam dezelf- onderweezen: en de Leerlingen oefenen zig den, met dit onderfcheid nogtans, dat de in eenige uitgelezen Redevoeringen en in de kffen van den eerden rang ligter en korter Verhandeling over de Vriendjehap van C i c e- zyn, dan die van den tweeden. En terwyl r o; in de Blyfpelen van Terentius en de Leerlingen van den eerften rang hunne in de Herderszangen van Virgilius, In leffen opzeggen; oefenen die der drie ande- de zesde of Reótors Schoole, wordt het re rangen zig, om korte Nederduitfche Voor- Griekfch en de Redeneeerkun de verder be- fchriften [Themata] te Hellen in 't Latyn, of oefend. Ook worden hier de Leerlingen on- Woordvergelykingen[Co?H£flrafiow]enbui- derweezen in het doen van openbaare Re- gingen der naam- en werkwoorden [Decli- devoeringen, en geoefend in 't opfteilen van nationes &? Conjugationei] in 't net te fchry- Brieven, en van korte Aanfpraaken, Chreiae ven. In den derden en vierden rang, wor- genaamd. De Lierdigten ï«z?zHoRATius,of den de Leerlingen, in de eerde beginfels der eenige Fabelen van P h a e d r u s , of iet an- Latynfche taaie, en in het buigen der naam- ders, welk de Recïor opgeeft, worden, in de en werkwoorden onderweezen. Ook leeren maatvanTreurdigten[£/^'^], overgebragt, zy eenige naam- en werkwoorden van bui- Ook worden 'er de Tydrekening en Aardryks' ten, en oefenen zig in 't vertaaien der Sa- hefchryving der Ouden onderweezen. Wyders, menfpraaken van Corderius. In de twee- verklaart men 'er de Eneis van Virgilius, de Schoole, wordt de afleiding en fchikking de Lierdigten van HoRATius,de uitgelezen der woorden [Etymologia & Syntaxis] van Redevoeringen van Cicero, Fl o rus, het Vossius onderweezen, en de Jeugd ge- Nieuwe Testament m 't GnVI/i'/ii, en oefend, in't fchry ven van Griekfche letters, den Griekfchen Schryver , AntoninuS en in 't leezen van Griekfche woorden. De Liberalis; geevende den Reftor, °Yer Nieuwelingen [Novitiï], of zulken, die nog dëeze Schryvers, Hiftorifche en taalkundige geen half jaar, op eene en dezelfde Schoole, aanmerkingen op, Dictata genaamd. In a^e de geweeft zyn, krygen, in de tweede Schoo- fchoolen, wordt,des Saturdags, deHeide'berg- le, gemakkelyker leiTen,dan zulken, die'er fche Catechismus opgezeid: en zy worden, da- meer dan een half jaar gegaan hebben, en gelyks, met een gebed, aangevangen en ge- . daarom Ouden [Feterani] genaamd worden, eindigd. De Leerlingen moeten, niet flegts, op Zy oefenen zig beide, in de Samenfpraaken de fchoolen, maar ook aan hunne huizen, aan van Corderius; de uitgelezen Brieven van de opgegeven Leflèn werken, zo in 't famen- C re e R o en de Koppeidigten van Cato. In Hellen en overzetten,als in't van buiten leeren. ^ de derde fchoole , worden de Klaagdigten De naarftigfte Leerlingen gaan, met het E^/ [Trißia] van Ovidius verklaard;Phae- halfjaar,over naar eene hoogerSchoole.De ^ & drüs en Nepos vertaald; de uitgelezen anderen, met het jaar, of langer tyd. -Al- y& BrievenvanCicERoineenenatuurlykeorde len worden zy, tweemaal 's jaars,op^aan~ ^' gezet, en een begin gemaakt van het buigen dag en Dingsdag voor Paafchen ■> en °P der Griekfche naam-en werkwoorden. Ook Maandag en Dingsdag voor Amfterdamlcne worden hier de regels op de maat der woorden Kermis, ten overftaan van de Scholarchen en [Profodia] van buiten geleerd, en de gron- den Vifitator, door de Praeceptoren>on^" den der Latynfche en Griekfche taaien, in zogt. In de laatffe vier weeken van ieder halt M Hand, u. M7. jaar,geeftdeReaor, in elkeClaffeof öchoote |
|||||||
V.Boek. 'GEBOUWEN,totNUTT.OEFENINGEN GESCHIKT. 377
een, en, eenigen tyd te vooren, de Praeceptor teren, wordt aangefteld, neemt mVnwP fcfen« r
twee Proefontwerpen [Themata examinalia] lieren aan, en tekent d^rSr naaTnefon JA* |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
*?»-
%<*.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
terve
|
S^«.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
een
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
lyft van de naamen, geboorteplaats en dat zulken, die reeds elders in deSShi
'dom der Leerlingen. en van de fanren. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
ouderdom der Leerlingen, en van de fauten, taaie onderweezen
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
die elk, geduurende een felfjaar m zyne laager ClaiTe, naar hunne bekwaamheid ^e
iÄm^,begaanheeft:opwelkelyft,ookge- plaatft worden. Hy is verpligt, om de tSl hrno-r wni-Hpn H<=> tanfpn in Hf=> I hemmt /f av^t^^ „f J •„ i i , r 9,' , '■"i-1-
ot drie weeken, de andere fchoolen te be
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
b
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
nalia der Praeceptoren: maakende de fauten
in die van den Reófcor eene beflifling, over den rang van twee Leerlingen, die evenveel fauten gemaakt hebben in de Themata der Praeceptoren. De lyft, van welke wy fpree- ken, houdt ook in, hoe veele reizen ieder Leerling afwezig is geweeft. Voorts,vervat zy de Pen/a Lectionum, zynde eene aanwy- zing van 't gene, in 't verloopen half jaar, uit de Schryvers, verhandeld is. Eindelyk, houdt zy, by onderfcheiding, de naamen in van drie of vier der zedigfle, naarftigfte en in 't Griekfch meeft gevorderde Leerlingen. Zulke lyften worden, aan de Scholarchen, den Vifitator en den Rector, ter hand ge- field. De Scholarchen kiezen een ftuk uit de Pen/a Lectionum, waarover de Leerlingen, door hunne Praeceptoren, die voor eeneLes- fenaar, ter regter zyde der Scholarchen, ftaan, ondervraagd worden, 's Vrydags na de on- dervraaging , 's morgens ten negen uuren, gefchiedt de Promotie of bevordering der Leerlingen, in 't Choor der nieuwe Kerke, 't zy tot hooger Claffe, of naar de Doorlug- tïge of Hooge Schoole. Ten zelfden tyde, worden ook, aan de bekwaamften, pryzen uitgedeeld. Aan de befte fchryvers plagten zilveren fchryfpennen, en aan de bekwaam- fte Leerlingen, boeken van meerder of min- der waarde, vereerd te worden: doch te- genwoordig krygenze allen alleenlyk boe- ken tot pryzen. De Scholarchen, de Vi- fitator en Reétor woonen deeze plegtigheid ook by. De Conrector en Praeceptoren, ins- gelyks. De Reétor opent, veeltyds, de Ver- gadering met eene Redevoering, hoewel hy hiertoe niet gehouden is. Twee of drie, en en- kele reizen ook vier van de bekwaamde fchoo- lieren, die ten minften een jaar op des Rec- tors Schoole geweeft zyn, en de minfte fau- ten begaan hebben, doen dan ook Redevoe- ringen , die, door den Reétor, zyn opgefteld, |
zoeKen, en kennis te neemen van het ge-
drag en de vorderingen der Leerlingen, te gelyk toeziende, dat de Praeceptoren hun- nen phgt waarneemen naar behooren; en d<* gefchillen, die onder dezelvenontflaan moe- ten, ten befte mogelyk , tragtende by te leggen, 's Woensdags en 's Saturdags, doet hy een boek, door alle de Claffen, brengen, waarin de Praeceptoren de naamen der afwe- zende Leerlingen optekenen. Ook geeft hv agt op het behoorlyk fluiten derSchoolpoor- te door den Clamger of Poortier, door wien hy ook de hedzangers, fruitverkoopers en cuergelyken Van voor de Schoole weert. _ De Conrector en de andere Prceceptoren, Comet-
die aan den Rector ondergefchikt zyn, mo- tor en gen geen byzonder onderwys aan hunne hui- £erdere zen geeven dan aan Leerlingen van hunne SS*" Schoole. Zy moeten opregte aantekening houden van de fauten,in defchoolfcheOnt- werpen [ Themata Scholaflica] begaan- en die voorfchriften bewaaren, omze, desnoods te können te berde brengen. Zo een Prae- ceptor, door ziekte of gewigtig belet, ver- hinderd wordt, zyne poft waar te neemen, moet hy daarvan kennis geeven aan den Rec- tor, die dezelve, door de andere Praecep- toren, laat vervullen. Indien de Reftor zelf, meer dan drie dagen, belet is, worden des- zelfs Leerlingen onder weezen, door den Con- rector , die zyne eigene nieuwelingen fA7o- vitii] aan den Praeceptor der vierde Schoole overdoet. By afwezendheid van den Coa- reftor, wordt deszelfs School waargenomen door den Praeceptor der vierde Schoole, die zyne nieuwelingen aan dien der derde Schoo- le overdoet. Zo de Prasceptor der vierde Schoole afwezig is, worden zyne oudefchoo- lieren [^etaram], door den Conreétor, en zy- ne nieuwelingen, door den Praeceptor der derde Schoole, onderweezen, By afwezend- |
||||||||||||||||||||||||||||||||
en
|
eid van deezen, worden zyne oude fchoo-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
*" gedrukt, in 't Choor, aan de Scholar
|
lieren aan den Praeceptor der vierde en zy-
ne nieuwelingen aan dien der tweede Schoo |
||||||||||||||||||||||||||||||||
Waw defSS' de,ft«fïffiagl» den
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
*e^verdere wSS"' den Conreótor en Ie overgedaan. En zo deeze laatfle afwezig
e verdere ^ceptoren, plagten uitgedeeld is, onderwyft de Praeceptor der derde Schoo-
alTÄ"^ £ dfezegewoonteis,onlangs Ie zyne oude fchoolieren, en die der eerfte geicnatt. L>e Redevoeringen worden thans Schoole zyne nieuwelingen. Den Praeceptor
«!et meer gedrukt der eerfteSchoole afwezig zynde, wordtS
tor en } E c j ° R 'D ' Zo wel als de c°nrec- zelfs School, door den Praeceptor der twee-
^aage^ander,e ^fptoren, op het voor- de Schoole, waargenomen, die Zyne eigene
ëe« der Scholarchen, door Burgemees- oude fchoolieren aan denPraceptgrder der-
Bbb 3 de
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
H
|
:ot.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
IIL Deel,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
37§
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
de Doorlugtige en Latynfche Schooien be-Si".^
treffende. Wyders, is'er ook een Visita-s^° t o r of Bezoeker der Latynfche Schoole aan- \^' gefteld, die, eens of tweemaal desjaars,Opioi- den toeftand der Schoole, en de vordering der Leerlingen, onderzoek doet. En deeze poft wordt, of door eenen Profeffor der Doorlugtige Schoole, gelyk tegenwoordig, door den Profeffor Pietek Burman, of door eenen Predikant der Gereformeerde Kerke, bekleed. Voormaals, plagten 'er twee Viütatoren te gelyk te zyn. Doch, federt veele jaaren, is 'er niet meer dan een. III.
STADS-SCHOOLEN. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
de Schoole overdoet. De Praeceptoren mo-
gen geene verandering maaken in de Schry- vers, die, in elke Schoole, gebruikt worden, dan met goedvinden van den Vifitator en den Re&or. Zy mogen ook niet, na den be- fremden tyd, in hunne Schooien komen , noch, voor 't einde van den fchooltyd, uit dezelven vertrekken,dan des noods,enmet kenniffe van den Reótor. De Claviger of Poortier haalt de fleutels
der fchoolpoorte van 't huis des Reftors; o- pent de venfters der fchoolen en de fchool- poort; luidt de fchoolklok, en fluit de Poort, zo dra des Reftors Leerlingen op de Schoo- le zyn. Voorts, moet hy op.dePoort bly- ven paffen, zo lang de Praeceptoren op de Schooien zyn: en na dat de laatfte fchoolie- ren zyn uitgegaan, alles wederom fluiten, en de fleutels by den Reótor brengen. Hy is verpligt, de Schooien, de Schoolplaats, en de ftraat voor de Schoole te veegen; 's win- ters , de kagchels te ftooken , en de ftooven van den Reótor, Conrector en andere Prae- ceptoren van vuur te voorzien. Wyders , moet hy de Scholarchen, in derzelver ge- woone en buitengewoone Vergaderingen, opwagten; de nodigingen tot de Promotie [ Programmata ] aan de huizen der Burge- meefteren, Schepenen en Raaden en derzel- ver Secretariflen; aan de Profeflbren; aan de Nederduitfche , Walfche en Engelfche ■Gereformeerde Predikanten, en aan zulken, die hem verder worden opgegeven, rond- brengen ; en de Pryzen, in 't Choor der nieuwe Kerke , en op de tafel der Hee- ren Scholarchen bezorgen. Eindelyk , is hy verpligt,in alle Schoolzaaken, den Rec- tor , Conreótor en anderen Praeceptoren ten dienfte te ftaan. De Doorlugtige en Latynfche Schooien
deezer Stad ftaan onder 't hooge opzigtvan drie Leden der Regeeringe, gemeenlyk Bur- gemeefteren, die , met betrekking tot de Doorlugtige Schoole, den titel van Cura- toren; en, met betrekking tot de Latyn- fche Schoole, den titel van Scholarchen voeren. De drie eerfte Scholarchen , zynde een Burgemeefter en twee Raaden,zyn,zo ik my niet bedriege,in'tjaar 1594, aange- fteld('ü). Zy droegen toen den naam van Op- zienders, die egter, wel haaft, in dien van Schalarchen, veranderd werdt (p). De Cu- ratoren en Scholarchen flaan, gemeenlyk, bekwaame Perfoonen, tot Profeflbren, Rec- toren en Praeceptoren, voor aan Burgemees- teren, door welken, dezelven worden aan- gefteld. Ook neemen Burgemeefteren, ge- meenlyk , hunnen raad in, op alle zaaken, (v) Refol. Vioedfch. N. J 2i Juny 159*. f. t verf,,
(w) Refol. Yioedfch. N. ii. 14 Du. 1611. ƒ,. 4». |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lattn-
SCHE
School,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Claviger
ofPoor- ticr. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
T
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
en, in de Schooien der twee Kerfpel-
|
tiet"
|
V
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
kerken,van ouds, ook Ieezen,fchry- fe"o?&
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
ven en rekenen onderweezen werdt,'t welk, «ng.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
ii
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
langft, aan de oude zyde, fchynt fland .ge-e
|
ei'1»
is |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
houden te hebben, plagten de kinderen van ^
ter$f
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
b
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Schoole befleedte worden; 't zy dat dit ge
fchiedde, door de Huiszittenmeeftercn , of door milddaadige burgers, die 't onderwys der behoeftige Jeugd bekoftigden. Op het laatfte, heeft Br ederode het oog, in den Spaanfchen Brabander, als hy C^ct- Hl.) een armelyk Amfterdamfch wyf van eene haarer barmhertige gebuuren doet zeggen: ------''------fi het myn kyeren gnapjes eklifdt en eriet ,
En fy fluurtfe int groot fchool,'t n van fin&" ven niet efchiet.
Doch na dat de Hoofd- of groote School,
alleenlyk, tot het onderwyzen der Latynfche en Griekfche taaien, gefchikt werdt, was 'er weinige gelegenheid , voor behoeftige kinderen, welker ouders nog leefden» °m» in de noodige weetenfchappen van hetbur- gerlyk leeven, Ieezen en. fchryven, kofle- loos, onderweezen te worden. Men onder- vondt hiervan, door den tyd, z° vee^ 1}a" deels, in deeze volkryke Stad, dat men, ein- delyk, op 't voorbeeld van andere Steden van Holland, in 't jaar 1741» ernflelyk,be- begon te'raadpleegen op de^opregting van eemge Stads Schooien'(*> 'c Leedt eemge jaaren, eer het ontwerp, op dit gewig"g ftuk gemaakt, onderzogt en befchaafdwas, naar behooren. Eindelyk, werdt het, m Juny des jaars i745, by de Vroedfcnap, , goedgekeurd (y). Men begon, met de op- f® f regting van drie Schooien, die, onder be- ftier van Gemagtigden uit den Kerkenraaci en van Regenten der twee Huiszitten-Hui- zen,
(X) Refol. Vroedfch l'. M«- z% <**"}■ '74I# \\' VA'
O) Ädol. yloJlctl'. NN. .0 Juny i745. hl. **« |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Curato-
ren e Q SCHOLAR'
CHEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
V, Boek. GEBOUWEN, tot NUTT. OEFENINGEN GESCHIKT.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
379
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
htfs
S-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zen, ftaan zouden. Doch, in deeze famen-
gevoegde beftiering, ^ontdekten zig, al ras, eenige zwaarigheden (z): 't welk gelegen- heid gaf, dat Burgemeefteren de beftiering der drie opgeregte Schooien lieten alleen aan de Gemagtigden uit den Kerkenraad, zynde een Predikant, een Ouderling en een Dia- ken over ieder Schoole, van welken, de Ou- derlingen en Diakenen,al zynze fchoonbui- ten dienft, gemeenlyk, in dit bewind bly- ven. Doch van de vyf andere Schooien, die, federt, van tyd tot tyd, opgeregt zyn, ftaan 'er twee onder de beftiering der Re- genten van het Oude-zyds-Huiszittenhuis, en drie onder die der Regenten van het Nieu- we-zyds-Huiszittenhuis. De Regenten van de twee Godshuizen en de Gemagtigden uit den Kerkenraad zyn egter verpligt, verflag van den toeftand der Schooien te doen aan, en, op de verbetering derzelven, te raad- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Op ieder Schoole, is een Scboohneefieren sTim
Scboolmeefieres, zynde egteluiden, die, bo- Schqo |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ven vrye-wooning, vuur en Jicht, eene be-
kwaame jaarlykfche wedde genieten. Op fom- |
LEN,
Ondè
wys,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Op
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
mige Schooien, is ook een Undermeefter. Zy
|
dezelve.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
moeten allen Ledemaaten der Gereformeerde
Kerke zyn , en worden, door de Regenten en Beftierders, onder goedkeuring der Heeren Commiflkriflen,aangefteld.Zy onderwyzen de kinderen, in 't fpellen en leezen. De Meefter en Ondermeefter in 't byzonder leeren hen, daarenboven, fchryven en rekenen, en de Meefteres onderwyft de Meisjes, in't breijen, of eenig ander nuttig handwerk. Voorts, wor- den de kinderen, van tyd tot tyd, door hen, vermaand, tot een zedig, gefchikt en beleefd gedrag,en onderweezen, in debeginfelsvan den Chriftelyken Godsdienft : waartoe de Woensdag namiddag, en de Saturdag voor- middag gefchikt is. Men leert hen , in 't |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
pleegen met vier Commissarissen over byzonder, 't Gebed des Heeren, de twaalf
Artikelen des Geloofs, de tien Geboden, da
Morgen- en Avond-Gebeden en de gebeden voor en na de maaltyd; het kort begrip van den Chriftelyken Godsdienft, welkagter de Nederduitfche Gereformeerde Pfalmboeken gedrukt is ; eenige voornaame Schriftuur- plaatfen, en eindelyk den Heidelbergfchen Catechismus, over weiken, zy ook, door den Meefter, gecatechifeerd of ondervraagd worden, die hen, daarenboven, ook in 't zingen der Pfalmen onderwyft en voorgaat. De Schooltyd, die, voormiddag, 's zo- mers van agt tot half twaalf, en 's winters, van negen tot twaalf; namiddag, 's zomers, van twee tot vyf, en 's winters, van twee tot half vyf, en van den eerften Oftober tot den een en dertigften Maart, 's avonds, van zes tot agt uuren, duurt; wordt, met een Pfalm en met een Gebed, welk , door eenen der bekwaamfte Leerlingen, gefchiedt, aange- vangen en beflooten: wordende. na ieder voorgebed, een gedeelte der H. Schrift, 's voormiddags,uit deHiftoriefche bockendes |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dde
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
S
|
n,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vlpmgzftftbizwgbbbHL
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
School.
tyd en
Vacan- tieii. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
graft, en op de Lynbaansgraft, beooften Ouden Teftaments, en,'s namiddags, uit de
net Leidfche Plein. In de vyf laatftgemel- Evangelien en Handelingen in het Nieuwe de Schooien , worden genoegzaam alleen Teftament, voorgelezen. Doch de Avond- kinderen ontvangen, welker ouders onder- fchool wordt, alleenlyk met het Gebed des |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Heeren,aangevangen,en met het gewoone
Avondgebed beflooten. In dezelve , wor- den Jongens en Meisjes van twaalf tot zes- tien of agttien jaaren toegelaaten, en aan fommige Jongens , die daartoe byzondere bekwaamheid en geneigdheid wonen, ook onderwys gegeven in dè beginfels der Wis- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ftand genieten van de Huiszitten - huizen;
hoewel 't ook niet ontbreekt aan luiden, die, fchoon geen' onderftand van de Huiszitten genietende, verzoeken, dat hunne kinderen, °p de Stads Schooien, buiten hunne koften, ^ogen onder weezen worden: aan welke ver- keken, zo op de Huiszitten-, als opdeKer |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
•terykë Schooien, gemeenlyk, voldaan wordt, en Zeevaartkunde. Op de Stads Schooien,
D°ch niemant wordt op de Schooien ontvan- mogen geene andere boeken gebruikt wor- ff5vdan op fchriftelykenlaft der Regenten en den, dan die, door de Regenten enBeftier- ßeftierders. ' ders, zyn goedgekeurd. De fchoolieren kry- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
<*) Refoi. vroedfch. i'. Fr« * JMkary i7Si, bi.»«. gen geene Vacantien, dan 0r
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nieuwjaars-
dag,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||
38o
|
|||||||||
St.ds dag, Hemelvaartsdag, Bededag en Zondag, le&antmet de fchaale, die 't ontvangen geld Coix^
Schoo- Op Kerfttyd, Paafchen, Pinkfteren en Ker- op de Thefaurie brengen («). De Regenten ^^ L£N* mis, moeten de Meefters vooraf aan de Be- der Huiszittenhuizen en de Beftierders der Genoo*' ftierders vraagen, hoe lang de Vacantie duu- drie Kerkenraadsfchoolen doen, van hunne cCha^_ ren mag, die, gewoonlyk, op eene geheele uitgaave, tot onderhoud der Schooien,jaar- «^ week, gefteld wordt. lyks, verantwoording aan de Heeren Com- ^ Tweemaal 's jaars, in Juny en in Decem- miflariffen uit de Vroedfchap. De 1 helau-
Pryzen. ^ worden, door de Regenten enBeftier- rie betaalt de huuren der Huizen, in wel- ders', aan de bekwaamfte Leerlingen, zes ken, de Schooien gehouden worden, bene- Prvsjes uitgedeeld, drie aan de Jongens, en vens de wedden der Schoolmeefteren, en doet drie aan de Meisjes; elk drietal beltaande, het verfchot, welk, daarenboven, gedaan in een Bybel, een Nieuw-Teftamenten een wordt, goed aan de Regenten derHuiszit- Pfalmboek. Aan kinderen van Lutherfche ou- ten-Huizen, en aan de Beftierders, van we- ders, wordt een Bybel, of Nieuw-Teftament ge den Kerkenraad. _ Voor elke Schoole, van de Lutherfche Overzetting, of een Lu- ftaat eene armbos, die, om de drie maan- therfch gezangboek gegeven. Somtyds, heeft den, geopend wordt, wordende 't gene 'er men ook wel een klein Hiftoriefch Werkje, in vergaderd is befteed aan de kleine ge- tot een prysje, uitgedeeld: immers, ik weet, fchenken , tot aanmoediging der naarftige dat myn kort begrip der faderlandfcbe tiijlorie, Leerlingen. Men trekt, in deeze Stad, fe- in de Oude-zyds-Huiszitten-Schoolen, tot een dert eenige jaaren, zo veele nuttigheid van vierde prysje'gegeven wordt. Aan de Nieuwe de Schooien, die, eigenaar tiglyk, ftrekken, zyde, wordt het zelfde Werkje, ook aan Jon- om eene gefchiktheid en kundigheid te we- gens'die ter Zee vaaren, gegeven. Ook geeft ge te brengen onder de fchamele ingezete- men, in deHuiszitten-Schoolen, tot belooning nen, waarvan zy, voorheen, byna geheel- van de naarftigheid der Leerlingen en tot on- lyk, verfteken waren, dat het niet onwaar- derfteuning der behoeftigften, een nieuw fchynlyk is, dat derzelver getal eer toenee- hemd , een paar kouflen, die, in de Schooien, men, dan verminderen zal. Immers, de School gebreid zyn, of een paar fchoenen. De School- op Wittenburgisreedszovol, dat men, nieC meefters houden nette aantekening van de dan bezwaarlyk, aan'ieder Leerling, genoeg- vordering en 't agterblyven der Leerlin- zaam onderwys geeven kan. gen, en doen 'er verflag van,zo wel opde IV. weekelykfche Comptoirdagen, in de Huis- C0LLEGWM MEniCUM,
zittenhuizen, als wanneer de Regenten de v ,. Schooien komen bezoeken:'t welk ten min- GEN0OTSCHAP der GENEES-
ften eens om de drie maanden gefchiedt. By mfttqtFREN Zulk eene gelegenheid, worden niet alleen , 7 t- 'o , ii*n fie'<
de traage en agterblyvende Leerlingen,ern- T7an ouds, plagten, hier ter Stede,allen, j^rf
ftelyk, beftraft; maar de bediening van zul- V die de Geneeskonft oefenden, en hiel- ^ ke Ouders, die van de Huiszitten genieten, pen oefenen, en die men, in twee fooien > ^u,. wordt ingehouden, zo zy hunne kinderen, Doctoren in de Medicynen of Geneesmeesters, wy, die op geen handwerk of op 't Zydewind- en Apothekers of Kruidmengers, ge*°°n * §**,. huis gaan, niet ter Schoole zenden, of zo te onderfcheiden, te behooren tot het Kraa- G^y zy, na herhaalde vermaaningen, geene zorg mers-Gilde. De Cbnurgms of Heelmie" pp draagen, dat dezelven daar, fchikkelyk,en behoorden, tot in het midden der zeltienae <^r zuiver van ongedierte verfchynen. Zo de eeuwe, onder het Gilde der Trip- or AJom- ^ - Leerlingen, naar't oordeel der Regenten en penmaakers, waarvan zy, in of omtrent net Beftierders, ver genoeg gevorderd zyn, wordt jaar 1552, gefcheiden werden, om eer1 Wi- hun, op verzoek hunner ouderen, of van zul- de op zig zelven uit te maaken ^ I*>ö ■ ken die 't opzigt over hen hebben, een fchrif- de Doftoren en Apothekers bleeven, tot n* telykaffcheidgegeven: 't welk hun,nevens de volgende eeuwe,nog met netKraamej* eene ernftige vermaaning tot een'eerly ken en Gilde vereemgd, zonder aan eenige Jteu GodsdienftigenwandeLterhandgefteld wordt, lyke Wetten of Reglementen verbonden1 Taarlvk- De agt Stads Schooien worden onderhou- zyn, behalven aan eenige weinige Keu fche Col- den, uit eene Collefteby de huizen; die, eens (c) , die, in de zeftiende eeuwe, gnees_ lette ten , • -n de byzondere wyken, gedaan wordt; waren; en waarby de oefening der ï?°eVe na dat de tyd, daartoe gefteld, vooraf, in alle konft verbooden werdt, aan alle z^'^ ^ Schoo- de Kerken, en zelfs, op verzoek der Par- niet, op eenige vermaarde Hooge ^ len« naflim, in de Synagogen der Jooden, is af-
gekondigd. De Collecïe gefchiedt, in el- g c^-™. *.*./. W**
ke wyk, door een' Wykmeefter en een Col- & Kemb. d. /. $u e. /. in> |
|||||||||
V. Boek. GEBOUWEN, tot NUTT. OEFENINGEN GESCHIKT. 3 81
'On
bevorderd waren. Ook moeiten deezen, voor- namis, in't jaar 1726, op laft van 't Ge-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5c£isooT. eenige Docloren, hier ter Stedewoonagtig, en andere byvoegfels, vermeerderd, en on-
G^1'** en daartoe, by't Geregt, genoemd. Aan de der den naam van Pharmacopaea Amfieloda-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
"WL
|
fe-
|
Apothekers was, onder anderen, gelafi,zig, menfis renovata, of hernieuwde• Amßerdamfche
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in het ftoffeeren hunner Winkelen , en in Apotheek, in 't Latyn en in 'tNederduitlch,
het bereiden der Geneesmiddelen, te fchik- herdrukt.
ken naar het Dispenfatêium of Winkelboek De Vergaderplaats der infpeftoresof'Toe-
van den Prooft Nicolaas. Doch 't verzuim zienders van het Genootfchap der Genees- hiervan gaf gelegenheid tot veele misbrui- meefteren is nog boven de kleine Vleefch- ken, om welken te weeren, eerlang, het hal. Voor den opgang derwaards, ftaat een Genootfchap der Geneesmeefteren werdt op- fraaije hardfteenen poort, die, vanboven, geregt. Doftor Nicolaas Tulp, die, nader- verfierd is met de borftbeelden van Escula- hand , meermaalen , de Burgemeefterlyke pius en Hippocrates. TufTchen beide, is waardigheid deez?r Stede bekleed heeft, op het wapen der Stad uitgehouwen , en daar den agttienden April desjaars 1635, veele onder dat van't Genootfchap, zynde een |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Befchry-
ving van deszelfs Verga- derplaats. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
, die om eenig geneezend kruid ge-
flingerd is. 't Schild wordt van eene hand vaflgehouden. 't Vertrek, daar de Inipec- tores vergaderen , pronkt, tegenwoordig, met twee groote fchilderftukken, twee voï- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
voornaame Doftoren in de Medicynen, ten zynen huize, vergallende, fioeg hun voor,
of 't niet geraaden zouzyn, een nieuw Win- kelboek op te ftellen, waarnaar, alle de A- pothekers zig zouden hebben te gedraagen |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zyn voorflag vondt ingang. Men benoemde Ie Collegien van Infpeftores verbeeldende,
zeven Doftoren, aan 't hoofd van welken, In het eene, welk, door Cornelis Troofl, in Doólor Tulp was, om een Winkelboek te 't jaar 1724, voltrokken is, ziet men de af- ontwerpen. 't Gefchiedde. 't Ontwerp werdt beeldfels der Doftoren Hendrik van aan drie Apothekers getoond, en, door de- Bronkhorst, Casparus Commelin zelven, en, eindelyk, door alle de Doftoren, en Daniel van Buur en, en die der goedgekeurd; waarna het, door 't Geregt, Apothekeren Jeronimo de Bosch en by raade der Vroedfchap, in de Lente des Martinus Haasbaart. De Gilde- jaars 1636, hier ter Stede, werdt ingevoerd knegt, Jooß ter Pelkwyk, is hier by afgebeeld. (d). Op den zeftienden January des volgen- In het andere ftuk, welk, in 't jaar 1756, den jaars, ftelde het Geregt twee Doftoren door libout Regten, gefchilderd is, zyn de en twee Apothekers aan, om toe te zien, Doftor en_JoANNES Hanedoes, CoR- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dat het nieuwe Dispenfatorium, of Winkel-
boek, flipt gevolgd werdt. Zy kreegen den naam van Infpeftores of Toezienders , en |
NELis Joannes de Famars, Pe-
trus van Leend t en Abraham van Hagen, en de Apothekers Jeronimo d'e Bosch, dezelfde, die ook, in 't voor- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
*«~"-.-" , van lulu ai , imune V ClgaUCipiaaLS,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ïn de Nes, boven de kleine Vleefchhal,eer- gemelde ftuk, gefchilderd is, en Petrus
tyds de Kerk van 't S. Margareeten-Kloofter. Thierens afgebeeld. Ter zyde af, is de Het getal der Infpeftores werdt,in't jaar 1638, kleinzoon van den Apotheker de Bofch, en rneteen',en,inlaater'tyd,metnogeen'Doc- aan de linkerhand, de Dienaar van't Ge- tor, vermeerderd. Op den vyftienden January nootfchap , Joannes Lafrens , gefchilderd. desjaars 1638, werden de Apothekers vanhet Voor den fchoorfteen, die, met de uitgc Kraamers-Gilde gefcheiden, en tot een byzon- houwen wapens van alle de Infpeftores, ver- der Gilde verklaard (<?), waarover de Infpefto- fierdis, ziet men 't gefchilderd afbeeldfel res toezigt hebben, en tot welk, de Doftoren van Hippocrates, of eenig' ander' aloud' Ge- in de Medicynen ook, voortaan, behooren neesheer. Onder dit beeld, leeft men de zouden. De Infpeftores werden, op den agt- volgende vier regels van LambertusBid- tienden September des zelfden jaars, gemag- e o o, die ook Infpeftor van 't Geneesmees- tigd,om het voornoemde Dispenfatorium, of ters-Genootfchap geweeft is: Winkelboek der Apothekeren te verbeteren; »t, ^rnhhhtis bonos inAionnt /»•„„* * .
doch met zo kleine verandering alsmogelvk f Vobïta . , lgm 0,net AêTtas L-_- -j„ _..., vcianucuij& aismogeiyK 4rtn■ Apollmeae lauro. ■nalmapm.e Inhnrum. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
war,- Tv.;ds 7TilL-Q r.;^____+ u-j J ^riu "FUM"cue Muiu, paimaeque aborum,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hemeefteren , waren goedgeKd (ƒ) Findi
|
NATUS.
|
T™™ fi* J™ *""*«« Se-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
•* ^eet niet, of die verbetering toen voort-
n§ hadt; maar het gantfche Dispenfato- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
't welk, in zin, hierop uitkomt:
Op dat de lof, door eerlyke oefeningen
verdiend, niet aan onwaardige landloopers gegeven worde; en op dat men zynege- Ccc „ zond- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5>
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(/}
ff.
|
S>;°.
Grooi-Mémor!IN. III. ƒ. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
!?♦•
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. STUK.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||
382
|
||||||||||||||||||||||
dienft beveiligd. Voorts, zyn zy, van 't
jaar 1657 af, jaarlyks, op de maal ty den der Regeeringe, genodigd; tot dat die maalty- den, in 't jaar 1672,werdenafgefchaft. Na- derhand , zyn zy, jaarlyks, door Commiffa- riffen van den Hortus Medicus of Artfeny- Tuin, ter maaltyd onthaald: 't welk egter ook, door den tyd,^n ongebruik geraakt is. In 't jaar 1714, zyn hun, van Stads wege, honderd en vyftig guldens 's jaars,tot eene vriendelyke maaltyd, toegelegd (g), welke fomme, voor't jaar 1737 , toen zy'teeuwge- tyde der opregtinge van hun Genootfchap vierden, verdubbeld werdt. Doftoren in de Medicynen, hier ter Ste-
de de Geneeskonft willende oefenen, moe- ten, vooraf, hunnen Promotie-brief en Bur- ger-cedul aan 't Genootfchap, welk, gewoon- lyk, buiten de Vacantien, zynde dezelfde als die voor't Geregt deezer Stad, alle Dingsda- gen , van half twaalf tot twee uuren, byéen- komt, vertoonen, omby het zelve erkend, en aangetekend te worden. Zy betaaleri agttien guldens, by hunne intekening, en vyf guldens 's jaars, tot onderhoud van den Artfeny-Tuin* De Apothekers mogen ook geen' winkel op zetten, voor dat zy, by 't Genootfchap, onder- zogt en goedgekeurd zyn. Dit onderzoek ge* fchiedt, van half April tot het laatft van No- vember. Ieder Apotheker betaak honderd en vyftig guldens by zyne intrede in 't Gilde, en daarenboven honderd guldens , tot onder ^ houd van den Artfeny-Tuin : voorts, zes guldens 's jaars, vier guldens en tien Hui- vers tot den Artfeny-Tuin, en een gulden tien ftuivers voor Jaarzangen, aan't Genoot- fchap. De Apothekers worden niet tot hec doen van de Proef toegelaaten, dan na dat zy, drie jaaren, hier ter Stede, by een er- kend Apotheker, gediend, of zes jaaren» buiten de Stad, winkel gedaan hebben. De Apothekers-knegts moeten zig ook by c Collegie laaten onderzoeken en infchryven, waarvoor zy dertig ftuivers betaalen: voorts, moeten zy vier guldens 's iaars opbrengen, tot onderhoud van den Artfeny-Tuin, en, by het doen hunner Knegts proeve, drie gul- dens aan't Genootfchap. De Apothekers moe- ten, ten allen tyde, toelaaten, dat hunn winkels, door de Mpeftores, onderzogt w°r" den. De Joodfche apothekers zyn aan de- zelfde regels gebonden, als de Chriftef «^ Doch zy mogen 'geene geneesmiddelen Chriftenen verkoopen. De Apothekers moe ten deOrdonnantien der Doeren, ten mm- ftè zes jaaren lang , bewaaren. Z-y » 6 aan niemant Arfenicum of Rottekro d vet koopen, op eene boete van tien guldens,in |
||||||||||||||||||||||
„ zondheid aanbekwaame kruidmengers zou
„ mogen vertrouwen, heeft Amftels Raad, „ hier, het regt en den luiffcer der Konft „ weeten te handhaaven." Voorts, hangen, in dit vertrek, twee ge-
tekende wapenborden der Infpeélores. Naad het zelve, is een vertrek, daar, eens ter maand, leffen in de Vroedkunde gegeven, en nu en dan ook vrouwen-lyken ontleed worden. Voor de plaats, daar de Profeffor ftaat, zyn zes halfronde agter eikanderen op- loopende ryen ftaanplaatfen, waar omtrent honderd vrouwen de lefTen können aanhoo- ren, en de ontledingen zien. In 't midden van de kamer, hangt eene koperen kaars- kroon , die, door de Stad, aan 't Collegie ver- eerd is. De wand is, wyders, verfierd, met eenige gefchilderde af beeldfels van ontleed- kundigen der voorgaande eeuwe; tegen over welken, men een Collegie van Infpeélores ziet, welk, voormaals, in derzelver Verga- derkamer , plagt te hangen, en, in 't jaar 1Ó83 , door Adriaan Bakker, gefchilderd is. Het vertoont de Doctoren Egbertus Veen, Bonaventura van Dort- mont en Joan Verwout, en de Apo- thekers Joannes de Vriest, en Ja- kobusDankertsz. de Ry. Terregter zyde, in dit ftuk, ftaat de zoon van den A- potheker de Vrieft, en ter linker zyde, de Gildeknegt, Sieuvoert van Duinen, verbeeld. Nog hangen hier de naamborden der Infpec- tores. Beide deeze vertrekken fcheppen licht van de Boeren-Vifchmarkt. Agter het twee- de , volgt de -wooning van den Dienaar van 't Collegie, die hier , uit twee goede ver- trekken en een kooken, beftaat, en waartoe, boven, nog eenige vertrekjes behooren. De hoogfte verdieping van 't gebouw, waar 't dak, doorgaands, befchooten is, plagt, voor- maals , door de Rederykers, tot het vertoo- nen van Tooneelfpelen, gebruikt te worden; doch is nu,door middel van houten befchot- ten, in verfcheiden' vertrekjes , verdeeld. In het ooftelykfte , doen de Apothekers hun- ne proef. Voormaals, plagt hier ook de Klein- Kraamers Gildekamer te zyn. De IN s p e c T o R e s van 't Collegium
Medicbm of Genootfchap derGeneesmees- teren zyn,tegenwoordig,zes in getal, vier Doctoren en tweeApothekers. Zy hadden zig, in den zwaaren pefttyd des jaars 1655, zo lofFelyk gekweeten, dat zy, niet flegts, uit naame der Wethouderfchap, bedankt, maar ook, met eene plaats in de Kerken, in 't ge- ftoelte van CommiffarifTen, vereerd werden. Ook worden zy, van dien tyd af, te gelyk met de Commiffariffen, die, door 't Geregt, wor- den aangefteld, jaarlyks, op of omtrent den vierden February, gekooren, of in hunnen |
||||||||||||||||||||||
Colle-
gium Me- dicum of Genoot- schap der Genees- MEESTE-
REN, |
||||||||||||||||||||||
«OM»?
pico«
scha*;
■es».-
|
||||||||||||||||||||||
vkf
5>
|
||||||||||||||||||||||
Getal,
verkie- zing en voorreg- ten der Inspec- ■50EES. |
||||||||||||||||||||||
ge-
|
||||||||||||||||||||||
CO Gtoot-Memor. N. I* ƒ• »S» v"^
|
||||||||||||||||||||||
V.Boek. GEBOUWEN,totNUTT.OEFENINGEN GESCHIKT. 383
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gevolge de Keure van den een en dertigften
- January des jaars 1726. De Gildeknegt, of, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i<537. Mr. Rembertus Fontanus.
1637. Mr. Joannes Commerfteyn.
1638. Dr. Joannes Hartogveld.
1642. Dr. Arnoldus Tholinx.
1643. Dc. Franciscus de Vicq.
1643. Mr. Nicolaus Fontanus. 1649. Dr. Daniel Arminias. 1651. Dr. Franciscus Sylvius. 1653. Dr. Joannes Deyman. iöjï. Dr. Guilhelmus Pifo. 1655. Mr. Jan Teunisz Pool.
1656. Mr. Charles de Sivry.
1657. Dr. Joannes Commerfteyn.
1659. Dr. Henricus Lons.
1660. Mr. Francois de Penyn.
1665. Mr. Henricus Heemskerk. 1670. Dr. Abrahamus van Voort.
1671. Dr. Egbertus Veen.
1674. Mr. Rudolphus de Lange. 1077. M'. Joannes de Vrieft. 1678. Dr. Bonaventura van Dortmont.
1680. Mr. Petras Melcherfle Veris. 1682, Dr. Joan Verwout. 1682. Mr. Jacobus Dankertsz. deRy. 1687. Mr. Chriftoffel Valentyn.
1688. Mr. Lambertus Bidloo.
1702. Dr. Hendrik van Bronkhorfl;. 1704. Dr. Chrifloffel Valentyn. 1704. Mr. Jacobus van den Burg. 1711. Dr. Casparus Commelin.
1712. Dr. Gerardus Sermes.
1712. D'. Joan de Stoppelaar. 1714. M«. Jeronimo de Bofch. 1721. Dr. Daniël van Buuren.
1722. Mr. Martinus Haasbaart.
1727. Mr. Joannes van de Poll. 1730. Dr. Marcus Anthonius Boyer. 1730. Dr. Guillelmus RöelJ. 1732. D'. Samuel Seullyn.
1732. Dr. Jan Hanedoes. 1741. D'. Theodorus Tronchin. 1748. Dr. Cornelis Joannes de Famars 1751. M'. Petrus Thierens. 1753- Dr. Petrus van Leendt.
1754- Dr. Abraham van Hagen.
1764. Mr. Johannes Ni colaas Sievers. 1766. Mr. Dirk Timmer. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Anato-
mie of Ont- leed- TLAATS.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
S-OOT.
lip,.
|
zo ais hy thans genoemd wordt, de Dienaar
van 't Collegium Medicum, die, door Burge- meefleren, aangefleld wordt , is bevoegd |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
verklaard, tot het beftellen van Apothekers-
' knegts, waarvoor de Meefter vier guldens van eiken knegt betaalt; doch maar twee guldens, zo hy een knegt aanneemt, die hem niet door den Gildeknegt gebragt is. De Apothekers mogen geene geneesmiddelen laaten t'huis brengen , dan die , met den naam van den lyder, of van den bewooner van 't huis, daar dezelven gebragt worden, getekend zyn (/?). De Infpeótores werden, in't jaar 1728, gemagtigd, om, met ken- nis der Overluiden van het Chirurgyns - Gil- de, eenige jongelingen naar Parys te zen- den, die zig, aldaar, in de Chirurgie, zou- den oefenen: en om de onkoflen, hiertoe vereifcht, te vinden,zouden hun, jaarlyks, duizend guldens, uit de kalle van 't Chirur- gyns-Gilde, worden ter hand gefield, waar- van zy, ter Thefaurie Ordinaris, rekening moeden doen (z). Doch het liegt gedrag der meefte jongelingen was oorzaak, dat dit ont- werp, in 't jaar 1730, wederom te niet liep. De Infpecïores zyn, nevens den Prcelec-
" tor der Chirurgie, in wiens plaats, nu de Pro- fejjbr in de Anatomie of Ontleedkunde geko- men is, federt het jaar 1668, ook gemagtigd, tot het onderzoek der Vroedvrouwen. Nie- mant wordt als Vroedvrouw toegelaaten, dan die zig , zes jaaren, onder eene erkende Vroedvrouw, als Leerlinge, geoefend heeft, en by 't Collegie ondervraagd en aangeno- men is (k). Het Collegie vergadert, op den derden Donderdag in elke maand , veertien dagen na dat de ProfefTor in de Ontleedkun- de , voor de Vroedvrouwen, gelezen heeft; niet alleen , om zulken te ondervraagen, die zig, als Vroedvrouwen, aangeeven; maar ook, omallezaakenengefchillen, de Verlos- kunde betreffende, die voor het zelve gebragt, of aan het zelve verbleeven zyn, te hooren, en af te doen. Het Collegie is, by verfcheiden' Keuren, gemagtigd, om alle boeten zonder onderfcheid, by parate Executie, in te vorde- ren. Wat den ProfefTor in de Ontleedkunde, ten opzigte der Vroedvrouwen , te doen ftaat, zullen wy, wat laager, aantekenen. Wy voegen hierby eene Naamlyffc van
alle delNsPECTOREs van 't Geneesmees- ters- Genootfchap: 1637. Dr. Egbertus Bodóeus.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A N A T O
|
M I e,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
to
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
of
ONTLEED-PLAATS. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In t jaar 1550, werdt de Anatomie of Ont- Oudfte"
leding van 't Menfchelyk Lighaam, hier Ontleed- ter Stede, reeds openlyk, geoefend, ten?-aat?n' dienfle der Chirurgyns, die egter toen nog Stede, geen afzonderlyk Gilde uitmaakten. Men be- diende zig, daartoe, zo fommigen aanteke- Ccc 2 nen |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dr.
D' |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ï637-
ÏÖ37. |
yEgidius Snoek.
Joannes Antonides van der Lin- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den.
Keiub. T. ƒ.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(,6) Handy, hl. »jo
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
219.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
yl Handy, hl, 9*4.
\KJ Handy, hl. S6j. Kearb.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
T. f, ijio verft.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III. Deel:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
384
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nen (/), van een vertrek in 't S. Urfulen- glasraamen, die in het Lyen-dak geplaatfl Anato-
Kloofter, nu het Spinhuis. Doch na 't ge- zyn. Rondsom 't vertrek, zyn agt fchuin mie«/ melde jaar, werdt een boven-vertrek van 't boven eikanderen oploopende ringen van ^D. S. Margareeten-Kerkje, nu de kleine Vleefch- zitbanken en ftaanplaatfen gemaakt ; van plaatS' hal, gefchikt tot eene Leesplaats over de welken de eerfte of benedenfte gefchikt is Chirurgie, en tot eene Ontleedplaats, ten voor de Leden der Regeeringe, de Infpec- dienfte der Chirurgyns. De Ontledingen ge- tores van 't Genootfchap der Geneesmeefte- fchiedden, hier, gemeenlyk, door ervaaren ren, en de Doftoren, die boven de vyftig Docloren, met kennüTe en bewilliging der jaaren oud zyn: de tweede en derde, voor Wethouderfchap (in). En wil men, dat de de overige Doctoren, de oude en dienende eerfte, die, hier ter Stede, in 't jaar 1550, O verluiden van 't Chirurgyns - Gilde, en de ontleed werdt, een bekende dief, Zufier Meefters Chirurgyns, boven de vyftig jaa- Luit genaamd, geweeft is, wiens huid, toen ren; de vierde, vyfde en zesde, voor de o- bereid zynde, nog, op de Chirurgyns-Gilde- verige Meefters-Chirurgyns; en de zevende Kamer, boven de S. Antonis-Waag, be- en agtfte , voor de Chirurgyns - knegts en waard wordt. De Ontleedkunde is, federt, verdere aanfchouwers ; alles, volgens de in deeze Plaats , geoefend , door Maarten fchikking, op den agt en twintigften Janua- Jansz. Cofler, Sebafiiaan EgbertszoonenNi- ry des jaars 1752,by 't Geregt,goedgekeurd colaas Tulp , die allen drie de Burgemeefter- en bekragtigd (0). De Cathedra of Leesftoel lyke waardigheid, in deeze Stad,_ bekleed van den Profeffor der Ontleedkunde ftaat hebben. Midlerwyl, hadt het Chirurgyns- tegen deeze ringen. Om het lyftwerk van Gilde deezer Stede, op den dertienden Maart 't vertrek, leeft men deeze verzen van den beroemdenDigter CasparBarlaeus:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Anato.
mie of Out- LEED-
PLAATS. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
komen, om, eens 's jaars, het Lyk van ie-
mant, die, door 't Geregt, ter dood gebragt was, te mogen ontleeden, zonder dat zulks, door den Schout, mögt belet worden; ge- lyk, voormaals, wel gefchied was (ra). De konft werdt, van tyd tot tyd, tot meerder volmaaktheid gebrägt. De Ontleedplaats, in 't jaar 1619, boven de S. Antonis- of nieu- we Waag, op de Chirurgyns - Gildekamer , verplaatft zynde, werdt, na dat de Rede- rykers, van boven de kleine Vleefchhal, ver- trokken waren, in 't jaar 1639, ten tweede maale derwaards overgebragt, en t'eenemaal vernieuwd. Doch omtrent eene halve eeuwe laater, werdt het vertrek , na de jongfte vergrooting der Stad, zo veel te klein be- vonden , dat de oude en dienende Overlui- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Qui vivi noenere mali, pofi funera profunt,
Et petït ex ipfa commoda mort efalus.
Exuviae fine voce docent, et mortua quaimis Frufia, vetant ifla Hos ratione mort.
Frons, digitus, ren, lingua3caputycortpuhno> cerebrum, . OJJa , manus vivo dant documenta tibi. Auditor, te difee et dum per fingula vadis, Crede vel in minima parte latere Deuin. waarvan de zin is: „ dat kwaaddoeners ,
„ hier, na hunnen dood, nog nuttig zyn, „ en dat alle de byzondere leden &n deelen „ des menfehelyken lighaams, tot de minften „ toe, bewyzen, dat zy van Gods hand zyn „ gewrogt/' In deeze Schouwplaats, is de Ontleedkun- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gelegen-
heid tot de opreg- ting der tegen- woordige Anato- mie of ONT-
LEED- PLAATS. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
luiden yan 't Chirurgyns - Gilde, in 't begin
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
des jaars 1690, aan~Burgemeefteren, verlof de,doorverfcheiden'beroemuemannen ,ge-
verzogten, om een nieuw Theatrum Anato- oefend; en onder anderen, door den vennaar- micum of Schouwplaats der Ontleedkunde, by den. Fkedrir Ruysch, van wien-nog of boven hunne Gildekamer, op de S. An- ^™& zeldzaamheden der Ontleedkunde tonis- Waage, te mogen opregten. Men voorhanden zyn , die , op de Chl™rgyns' Boven de Bur- Gildekamer , bewaard worden. Men ziet
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
't midden van 't gewelf der
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
t de wa-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
werdt een agtkante koepeltooren gezet, opwelken , eeh vlag tot een windwyzer ge-plaatft werdt, waarop het woord Anato-MiA ftaat.
De Schouwplaats der Ontleedkunde is,
onder deezen tooren, gebouwd, en heeft de- zelfde agtkante gedaante. De beweegbaare Ontleedtafel ftaat, in 't midden van 't ver- trek , welk licht fchept, door verfcheiden' (l) DOMSELAER IV. Boeit, *'• I99.COMMEI.lN hl. Éjz.
(m) PONTANUS Libr, II. Cap. XVI. p. 118. (n) Zie DOMSELAER IV. JSoel^, il. i?S. COMMELIN il. «J3. |
gyns - Gil"
. en met die der andere Profefforen in de Ontleedkunde, be- fchilderdis. .^ De Kamer van 't Chirurgyns-<j*l- *sI)y
de, die laager dan de Schouwplaats is,en, q$P door verfcheiden' lichten, over de Nieuwe -gr Markt uitziet, is rykelyk voorzien van zeld- O- zaamheden der Ontleedkunde en anderen: ook ftaat, in een Poortaal voor dezelve, eene gla-
(0) Keurb. T. ƒ. 13; verft.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Befchry-
ving der- zelve. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
V. Boek. GEBOUWEN ,;tot NUTT. OEFENINGEN GESCHIKT. 3 85
|
||||||||||||
glazen - kas met werktuigen der Ontleed- en
Heelkonft. De fchoorfteen is, met de uit- gehouwen wapens van eenige Overluiden, verfierd, en de wanden, rondsom, behan- gen met oude en nieuwe fehilderftukken, tot twaalf of meer in getal, doorgaands, ge- zelfchappen van Overluiden of Chirurgyns, en Voorleezers ofProfefforen in de Ontleed- kunde verbeeldende. Het nieuwfte, welk, in 't jaar 1761, door Tibout Regters, gefchil- derd is, vertoont den Profeffor Petrus Cam- per, 'm een gezelfchap van Overluiden, be- zig met een hoofd te ontleeden. In eenige andere ftukken, ziet men de af beeldfels der Doctoren Maarten Jansz. Kofier, Sebafiiaan Egbertsz. en Nicolaas Tulp. Doch de twee oudlten en fraaiften zyn beide van Rembrand: het fchoonfte van de twee is, in 't jaar 1632, 'gefchilderd, en vertoont DoclorTulp ende Chirurgyns Jacob Blok, Hartman Harmansz. Adriatm Slabbraan, Jacob de Witt, Matthys Kalkoen, Jacob Koolveld en Frans van Loe- nefi, die allen, behalve den laatften , ook Overluiden geweeft zyn. In 't andere, welk, by ongeluk van brand, die, op den agtflen November des jaars 1723, in 't Poortaal, toen flegts met een houten befchot van de Kamer gefcheiden, ontftondtj grootendeels, befchadigd werdt, ziet men Doctor Joan Deyman, met een ontleed lighaam voor zig. Boven den opgang naar de Schouwplaats
en Gildekamer, aan de zuidzyde der Waa- ge , ftaat het hoofd van Hippocrates, kon- ftiglyk, uitgehouwen. Op de trapdeur, is een geraamte gefchilderd onder de woor- den Huc TENDiMüs omne's, dat is, Hierin eindigen alle onze poovingen. Boven de deur, leeft men Xheatrum Anatomicum & Col- legium Chirurgicum , dat is, Schowwplaats der Ontleedkunde en Vergaderplaats van't Heel- me efiers-Gilde. Beide deeze vertrekken zyn, den meeden tyd van 't jaar, voor een' ie- gelyk , te zien. Men betaalt flegts twee ftuivers voor den opgang. De Professor in de Anatomie plagt,
buiten de Vacantien, tweemaal ter weeke, des'Dingsdags en des Vrydags, in'de Ont- leedplaats, leffen te geven over zyne Konft, Y°or df- Chirurgyns en Chirurgyns knegts. Doch thans bepaalt hyzig, niet zo Hipt, aan deezen tyd. De Leffen worden, doorgaands, ook door eenige Doctoren,en andere voor- gaarne luiden bygewoond. De knegts moe- ten, volgens eene Keure van den een en Jertigften January des jaars 1720, de les- *en komen hooren , en betaalen daarvoor ^vee guldens tien Huivers eens (p). Vol- ftSf 3ne Keure van dei* vyf en twintig-
en JVovember des jaars 1676 , moet de |
||||||||||||
Profeffor ook Haan over het doen der proe- akatö.
ve van zulken, die tot Chirurgyns begeeren mie of aangenomen te worden (q). Voorts, doet °NT- hy, op den eerften Donderdag in elke maand, "Jj£\ boven de kleine Vleefchhal, leffen over de Vroedkunde, welken alle de Vroedvrouwen, die haar werk nog geene tien jaaren geoe- fend hebben, op zekere boete, moeten ko- men bywoonen. Byzonderlyk, is hy ver- pligt, de Vroedvrouwen te onderregten, in welke gevallen, zy de hulp van eenen Vroed- meefter verzoeken moeten. Voor de Vroed- vrouwen zelven, zyn verfcheiden' Keuren gemaakt. Zy moeten ten minfte zes en der- tig jaaren oud, en Burgereffen deezer Stad zyn, en, zes jaaren, onder eene andere Vroed- vrouw , geleerd; met dezelve , ten minfte drie jaaren, by baarende vrouwen gegaan, en zeftien kinderen gehaald hebben , eer zy, als Vroedvrouw , mogen worden toe- gelaaten. Niemant haarer mag zwangere vrouwen verloffen, dan die, by 't Genoot- fchap der Geneesmeefteren en den Profeffor in de Anatomie, goedgekeurd en aangeno- men is. Zo zy eene ongehuwde vrouw ver- loffen, moeten zy, vooraf, vraagen, wie de vader van 't kind zy, om zulks "des noods, te können aanbrengen, daar 't behoort. Zy mogen niet meer dan ééne Leerlinge te ge- lyk hebben, behalve haare eigene dogtersj en geene Leerlingen, die minder dan twee jaaren by haar geleerd hebben, uitzen- den , om verloffingen te doen. De Vroed- vrouwen en derzelver Leerlingen moeten, eens '? jaars , op de gewoonlyke zitdagen in May en Juny, haare naamen en woon- plaatfen aan 't Collegium Medicum komen op - geeven. De Stads - Vroedvrouwen, die by be- hoeftigen gehaald worden, zyn aan dezelfde wetten onderworpen. Zy moeten, daaren- boven, ieder in haare byzondere wyken, woo- nen, en, alle drie maanden, aan 't Genoot- fchap aanbrengen, hoe veele kinderen zy, van Stads wege, ontvangen hebben. De Vroedvrouwen zyn nog tot andere byzon- derheden verpligt, die, in de Keuren, haar betreffende, können worden nagezien (f). De Stads Vroedvrouwen in't byzonderzyn gehouden, haare toevlugt, in gewigtigege- vallen , te neemen tot de twee Stads Vroed- meeflers, die haar de noodige hulp moeten toebrengen, en, om de drie maanden, de verloffingen, die zy hebben bygewoond, op- geeven aan den Profeffor in de Anatomie, die, deswege, berigt doen moet aan het Collegium Medicum £f Obfletricium of Genoot- fchap der Genees- en Vroedkunde. Voorts, moe-
(<]) Handv. hl. 9«i.
(r) Handv. tlt »S7-»7°' Keutb. T. ƒ. Ho verft, iqzverfi,
Ccc ó
|
||||||||||||
Km
|
||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||
• 3B<5
|
III. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||
TufTchen de Heeren-, Muider-, Baan- en
Raapenburger-Graften, was van de nieuwe vergrooting der Stad een groot, langwerpig ftuk Lands ledig blyven leggen. Men vondt geraaden, dit Land te fchikken tot eene Plantaadje. Dwars door het zelve, om- trent op de helft, liep de Prinfengraft. De beide blokken, ter wederzyde deezer Graf- te , werden, in de lengte, beplant met twee breedeLaanen Ypen- en Lindenboomen. De weflelykfte deezer Laanen, welker boomen, federt, netjes gefchooren werden, loopt regt op de Muider-Poort aan. Door ieder blok, loopen twee kruislaanen. Het noordelykfte der twee blokken is in zes, en het zuidelyk- ite in negen perken verdeeld. Ieder perk heeft zyne grooter of kleiner verdeelingen, die allen, voor 'teerffc, met,den eerftenFe- bruary des jaars 1683, en naderhand nog verfcheiden maaien, tot tuinen verhuurd zyn geworden, voor den tyd van twintig jaaren, mids dat de erven niet zouden mogen wor- den gefmaldeeld, noch met huizen betim- merd , behalve met kleine wooningen voor eenen Tuinman, en zulks nog niet, dan met kennis van de Heeren Thefaurieren. Ook moeiten de erven, die, door de Stad, op drie voet boven de Stads hoogfte peil, zouden worden gehouden , met fchuttingen , teil minfte van agt en ten hoogfte van tien voet, worden omzet O): en deeze voorwaarden werden, eerlang, door eene Keure, gefterkt (y) Ondertuffchen, hebben de huurders dee- ze voorwaarden zeer kwalyk gehouden. De verhuurde erven zyn niet alleen gefmaldeeld; maar ook, met allerlei wooningen» bier-, wyn- en theekroegen bezet; waardoor ^eer- lang, zo groot een verloop gekomen is m de Plantaadje, dat Burgemeefteren en The- faurieren, om dit verloop, zo veel mogeIyK ware, te herftellen, geraaden gevonden heb- ben, by 't uitgaan der jongfte huure, «?. l jaar 1764, de erven, in de Plantaadje meJ teverhuuren dan tot turnen, tegen twaa 1 ftuivers de vierkante roede, en op de voi' gende voorwaarden: „ 1. Dat de erven met verder mogen gefmaldeeld worden, dan
„ zy reeds zyn. 2. Dat de huurders geene „ Platten, Toorentjes, noch uitkyken,op „ hunne gebouwen , zullen mogen maaien, „ noch die gebouwen hooger optrekken, „ dan agt of tien voet, behalve langs a „ Laanen en Paden, en niet dieper, dandt _ „ tig voet in de groote, en twee-e*> „ tig, in de kleine tuinen: alles,met ^ „ der Heeren Thefaurieren. * k „ mant, op deeze erven, &mS ^ pf
|
|||||||||||||||||||||||||||
Hortus
Medicus of Stads- Artse- Njr-TuiN
en PLAN-
TAADJE. |
moeten zy ook, in gewigtige Vrouwelyke
ongemakken, de behoeftige lydereflen voor- zien van hulpmiddelen: alles volgens eene inftruclie , door Burgemeefteren , op den zeftienden Auguftus des jaars 1752, voor |
||||||||||||||||||||||||||
Ä
TAAPi1
|
|||||||||||||||||||||||||||
hun, vaftgefteld (s).
VI.
HORTUS MEDICUS,
of
ST ADS-ARTSENY-TUIN; en
PLANTAADJE. Gelyk men, hier ter Stede , al vroeg,
voor de behoorlyke oefening der Ge- nees- en Heelkonft, zorg gedraagen heeft; zo is 'er ook, reeds in't begin der voorgaan- de eeuwe, of eerder, gezorgd , voor het aanleggen van eenen bekwaamen Artfeny- Tuin, en voor de opregtinge van eene Stads Apotheek. De oudfte Stads - Artfeny * Tuin, van wel-
ken my eenige melding, in de Stads Regis- ters, voorgekomen is, was aangelegd, op het nieuwe Land, welk, omtrent den Zwaa- nenburgwal , uit den Amlïel, aangewonnen was. Doch op het einde des jaars 1630, werdt beflooten, dit Land te verkoopen, en den Stads Kruidtuin te verplaatfen (t). Dit gefchiedde, vervolgens. De Artfeny - Tuin werdt overgebragt, in den gewezen Reguliers-Hof, die, naar de tegenwoordige gedaante der Stad, op de Keizersgraft, om- trent de Utrechtfche ftraat, gelegen was. De naafte toegang derwaards was, door de Re- guliers-Poort , die toen ftondt, daar nu de Waag op de Botermarkt is, buiten welke , men, langs een kort pad, kwam op een dwars- pad, het Reguliers-Pad genaamd, waarop de Artfeny-Tuin lag (a). Doótor Joannes Snip- ■pendaal, van wiens kundigheid in de krag- ten der kruiden , loffelyk, gewaagd wordt, in dePoëzye van Six van Chandelier (y~), plagt, in deezen Artfeny - Tuin, leffen over de Kruidkunde te geeven. Doch toen, ter gelegenheid van de jongde uitlegginge der Stad, deeze Tuin vergraaven moeft wor- den, werden de kruiden en gewaffen, uit denzelven, overgebragt, in den Tuin van 't Gafthuis;en daar verliepen eenige jaaren, .eer men, tot het aanleggen van eenen nieu-, wen. Artfeny-Tuin, befloot: 't welk, einde- lyk, in 't jaar 1682, gefchiedde (w). |
|||||||||||||||||||||||||||
s"
|
|||||||||||||||||||||||||||
hei»
|
|||||||||||||||||||||||||||
je.
|
|||||||||||||||||||||||||||
Oudflc
Stads- Artfeny- Tuin. |
|||||||||||||||||||||||||||
(s) Groot-Memor. N. XI. ƒ. 174.
(t)-Refol. Vroedfch. N. I6. 2+ Dec, 1Ä30. ƒ. 175 verfo.
(u) F. VON ZP.SEN, II. 202.
(v) BUdz.. igo.
(w) Refol. Vioedfcii. L". O. 12 N«v. 1682. ƒ• 318.
|
|||||||||||||||||||||||||||
(x) Refol. Vroedfch. V. O. &*• ltt* f' '"*
(yj Keuib. CL ƒ. **«•
|
|||||||||||||||||||||||||||
V. Boek. GEBOUWEN, tot NUTT. OEFENINGEN GESCHIKT. g&
|
|||||||||||||||||||||
die moerasfig was, werdt behoorlyk aange-
hoogd, en, reeds in 't jaar 1683, beplant. Naderhand, en.vooral, federt omtrent vyf- tien jaaren, zyn 'er merkelyke veranderin- gen gemaakt aan den Artfeny-Tuin, die nog, in zeer goeden ftaat, onderhouden wordt. Men komt 'er in, door eene fraaije Poort,
ter wederzyde van welke, twee vierkante zuilen van gebakken fteen ftaan, aan welken, het wapen en zegel der Stede hangen, en op welken, twee ileenen vaazen geplaatft zyn, in ieder van welken, des zomers, eene groo- te Aloëplant ftaat te groeijen. Op de deu- ren derPoorte, plagten twee kopftukken van Theopbraflus en Dioscorides, en een van Ny- geia,de Godinne der gezondheid, afgebeeld te zyn, die, met het vernieuwen der'deuren, zyn weggeraakt. Boven de Poorte, ftaat de naam |
|||||||||||||||||||||
ÄICÜS
Sb. |
„ of neering zal mogen doen ; ofkoeijenof
„ andere beeften, behalve zyne eigen paar- „ den, zal mogen houden, en vooral geene „ kroegen of herbergen, een of meer Hui- ,> zen uitgenomen, die aldaar , van Stads |
||||||||||||||||||||
Hortus
Medicus
of Stads- Artse- ny-Tuin en Plak- TAADJE.
Befchry-
ving
van den
Hortus
Medicus
of Stads-
Artse-
HY-Tülw.
|
|||||||||||||||||||||
„ wege, mogen worden gezet, of gedoogd,
„ met verlof, om in dezelven te mogen tap- „ pen. Ook zulled 'er eenige weinige Bak- „ kers en Vettewaariers worden toegelaa- „ ten,mids zy daartoe verlof verzoeken van „ Burgemeefteren. 4. Dat de binnenfchut- j, tingen niet laager dan agt, en niet hoo- „ ger dan tien, en de buiten - fchuttingen, „ noch hooger, noch laager, dan tien voet „ zullen mogen zyn, en dat niemant eenige „ haagen of andere hoog opgaande boomen „ digter dan agt voet aan zyne binnen- „ fchutting zal mogen planten. 5. Dat elk „ zyne meft en vuilnis, aan den naaftgelegen „ waterkant, zal moeten doen voeren, zon- „ der 'er de Laanen, agterwegen of water- |
|||||||||||||||||||||
Hortus M
|
|||||||||||||||||||||
EDICÜS,
|
|||||||||||||||||||||
„ loozingen mede te belemmeren. 6. Dat
„ de huurders vryheid hebben zullen, om 3, hunne gehuurde erven, met verlof van „ Burgemeefteren en Thefaurieren, aan an« „ deren over te doen; doch dat zy, met het „ eindigen der tegenwoordige huurjaaren, „ dat is, met den een en dertigften Janua- „ ry des jaars 1784, hunne opftallen zullen „ moeten wegneemen, of aan de Stad laa- „ ten, ten ware Burgemeefteren en The- „ faurieren in der tyd geraaden vonden, op „ nieuws, huur te maaken (2)." De Plan- taadje is, federt deeze nieuwe ichikking, ge- heel veranderd van gedaante.. Het groot getal van theetuinen en tapperyen, onder welken, fommigen, op eenen zomerfchen dag, aan duizend of vyftien honderd men- fchen, bier en anderen drank verkogten,is geheeliyk verdweenen, en veele erven wor- den , wederom, in Lufthoven en Plaifiertui- Hen, veranderd. De Lindeboomen, die, by "en eerften aanleg, in de Laanen geplant wer- den , zyn egter, al lang, verdweenen.. Op de hoeken der voornaamften, ftaan wilde Kas* tanjen-: en voorts, alomme, Ypenboomen. Doch na 't rooijen en verdeelen derPlan-
taadje, in den jaare 1682, waren, voor de noordelykfte kruislaan , langs de Heeren- graft , behalve de zes perken , die in dit Wok lagen, nog drie perken van ongelyke grootte onverhuurd gebieeven, die tot bofch ^aren gefchikt. Ook werden de twee oos- *%kften, eerlang, met digt geboomte, be- P'ant, welk, voor weinige jaaren, in eene zeer Regelde orde, verplant is. Doch hetwes- teiykfte, omtrent een morgen groot, werdt ot een' Artfeny-Tuin aangelegd. De grond, |
dat is, Artfeny-Tuin. Even binnen dezelve,
ontmoet men, lings af, de wooning van den Hortulanus of Hovenier, die, voor weinige jaaren, merkelyk verbeterd en vergroot is, en uit verfcheiden' vertrekken beftaat. Op dezelve, volgt een lang fteenen gebouw, in vier vertrekken verdeeld. In het eerfle en langfte, de Gaandery genaamd, wor- den de vreemde planten, des winters, be- waard. In het tweede, welk de warme Ka- mer heet, wordt, in kagchels, geftookt, om planten, die buitengewoone hitte vorderen, te doen voortkomen, konnende, uit dit ver- trek , de vereifchte warmte, ook in de twee naafte vertrekken, gebragt xvorden.Het derde vertrek is het Oranje/mis, waarin, des winters, de Oranjeboomen geplaatft worden. Op het Oranjehuis, volgt de Kamer van CommiJJariJJen van den Hortus Medicus, een net behangen ver- trek. In het zelve, ftaan drie geflootenBoeken- kaffen, voorzien van de befte kruidkundige Boeken, en een Kabinet met vreemde ge- dierten in fleffen, en met keurlyke metaal- en mineraal - ertfen, welke laatften, voor 't grootfte gedeelte, door den Heere Willem: van der Meulen, Kapitein eenerBur- ger-Compagnie hier ter Stede, aan den Hor- tus vereerd zyn. Voorts, ftaat hier een Ka- binet met opgezette Vogels en fraaije in- en uitlandfche Kapellen en andere gekorven diertjes, behoorende aan den tegenwoordi- gen Hortulanus of'Hovenier, Joannes Storm, en zyne Huisvrouw, die nog een ander Ka- binet met Vogels, in een Tuinhuis aan de Muidergraft, geplaatft hebben. Voorby het fteenen gebouw, waarvan wy fpreeken, op den hoek van den Tuin aan de Plantaadje, ftaat een nette koepel, van binnen , met groen loof en gebloemte, befchilderd. Voor |
||||||||||||||||||||
) Vtt de Conditien van Y'criiuuringe.
|
|||||||||||||||||||||
ULDeel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||
338
|
|||||||||||||||||||||||||||||
mtyds, geftaan onder 'topzigt van twee,HoRTüs.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Hortus
Medicus
c/Stads-
Artse-
ny-Tuin
en Plan
TAADJE.
|
't fleenen gebouw naar binnen , legt een
Bloemtuin van eene driehoekige gedaante, die, met een' muur, van den grooten Tuin afgefcheiden, en des zomers, met uitland- fche, meeil Kaapfche en andere Afrikaanfche gewaffen, bezet is. De grooteTuin is in drie |
fomtyds, onder 't opzigt van drie Commiffa- uf^X)$-
riffen uit de Vroedfchap, die, door Bürge- ^rTSe- meefteren, verkooren worden. Tegenwoor- Ky-Tü^ dig, zyn twee Burgemeefteren C o M M i s s a- en PL*£ rissen van den H o Rt u s M ed i c vs. Zy TAApJ' ftellen den Hortulanus of Hovenier aan, die sari^ tien, of twaalf knegts onder zig heeft. Ik hÓkt"'5 vind, dat het ampt van Hortulanus, onder msdi^' den naam van Stads Gardenier, al in 't jaar 1627, in wezen geweeft is (a).Doch de In- firuètie, waarnaar hy dienen moet, is, nu en dan, veranderd. De laatfte is van den zesden January des jaars 1751 (£). Volgens ■ dezelve, moet hy in den Hof woonen, en zorg draagen, dat de inlandfche zo wel als de uitheemfche Gewaffen, in denzelven, naar behooren, opgepaft, aangekweekt en in ftand |
|||||||||||||||||||||||||||
perken verdeeld, die,door bekwaame wan-
delpaden , omringd worden. De grond is 'er bezet met veelerlei in- en uitheemfche ge- waffen. Langseen der paden, Haan bak- ken met water, waarin veelerlei gewaffen , die in 't water groeijen , worden aange- kweekt. De Ooft-en Weftindifche gewas- fen onder welken 'erveelen zyn, die, zeld- zaam of nooit, hier te Lande, gezien wor- den ftaan in hooge Broeikaffen, met ovens van onderen, geplaatft tegen de muuren, die, langs twee zyden van den Tuin, zyn opge- haald , zynde de twee andere zyden, langs |
|||||||||||||||||||||||||||||
gehouden worden.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
de Heeren- en Muidergraften, met haagen
en hoog geboomte, bezet. In een der kas- fen,ftaat thans een Draakenbloeds-boom,die> wegens zyne hoogte, merkwaardig is; ver bo- ven 't dak uitfteekt,enom welks kruin, een nette glazen koepel gezet is. Voorts, leggen, hier en daar, ook veele broeibakken, op de bekwaamfte plaatfen, in welken, de Ooft- en Weftindifche gewaffen, door de warmte der zonne alleen, tot rypheid worden gebragt. Men plagt, in de voorgaande eeuwe, loo- den waterbakken,in den Tuin, te hebben, •waarin het water uit de regenbakken ge- pompt werdt; waarna het, door de Zon ver- warmd zynde, werdt gebruikt,om den hof te begieten. Doch deeze waterbakken zyn, al voor veele jaaren, weggenomen , en men gebruikt nu, tot het begieten van den hof, 't welk, by de minfte droogte, noodzaakelyk is zeer veel Vegtwater, welk, door de Wa- terfchuit van den Hortus, van boven Weesp, gehaald wordt. De regenbakken leveren veel te weinig waters uit, om den hof te voorzien. De groote Kruidkenner J o h a n- nesCommelin, Raad deezer Stede, en een der twee eerile Commiffariffen over den Hortus Medicus, heeft de voornaamfte zorg gehad van het aanleggen, fchikken en voor- zien van den Artfeny-Tuin, en eene uitvoe- rige befchryving van de zeldzaamfte Gewas- fen, welken 'er, in zynen tyd, aangekweekt werden, famengefteld, die, door zynen Neef, Caspar Commelin, vervolgd, en, in twee dee- len in folio, in 't licht gegeven is. Doch de geflagten en foorten der bekende gewaffen zyn, federt, zo zeer toegenomen, dat de tegenwoordige Hoveniereenigen der dwars- paden in den grooten Tuin heeft moeten be- zetten , en andere fchikkingen maaken, om plaats voor dezelven te vinden. Commis- j)e nortus Medicus of Artfeny-Tuin heeft, |
|||||||||||||||||||||||||||||
Om de koften te vinden, tot het opreg
|
*»$»
|
||||||||||||||||||||||||||||
ten en onderhouden van den Artfeny-Tuin ^fR
vereifcht, hebben Burgemeefteren, reeds op m^ den agttienden December des jaars 1683 j0"^ vaftgefteld, dat niemant toegang tot den zei-h°0,ji. ven hebben zou, zonder daarvoor vier dui- vers te betaalen, behalve de Heeren Hoofd- Officier, Burgemeefteren, Schepenen, Raa- den, Commiffariffen, Penfionariffen en Secre-* tariffen. De Infpeftores van 't Cullegium-Me- dicum hebben ook vryen toegang tot den Art- feny-Tuin. De Doctoren betaalen vyf,enc*e Apothekers vier guldens en tien ftuivers s jaars, voor den vryen ingang. De Apothekers- knegts'moeten vier guldens 'sjaarsbetaalen, waarvoor zy toegang hebben tot de leffen over de Kruïdkunde, die, door den Profes- for in deeze weetenfchap , geduurende de . maanden Juny, July en Auguftus, vier maal ter weeke, in den Artfeny-Tuin, gegeven worden. En ditTuingeld moeten de mees- ters van de knegts invorderen (c). De Chirur- gyns en Chirurgyns-knegts hebben ook toe- gang tot de Leffen over de Kruidkunde,in den Hortus, waarvoor het Gilde, jaarlyks, twee honderd en vyftig guldens betaalt. Voor den Profeffor in de Kruïdkunde is, ook op den zesden january des jaars 1751> door Burge- meefteren, eene ïnftruétie gefteld (d). ®e Doftoren, Apothekers enApothekers-knegts» midsgaders de Chirurgyns, de Chirurgyns- knegts, en de Studenten onder de andere Profefforen der Doorlugtige Schoole, krySen eenen koperen penning; op het vertoonen van welken, zy in den Hortus worden toe- gelaaten. De Chirurgyns - knegts betaalen, by hunne intekening , aan '$ Chirurgyns- (n) Gioot-Memor. N. til. ƒ. +« vttf«.
(b) Groot-Memor. N. XI. ƒ. H--
(c) Handv. bl. 553.
(d) GrootMemoi. N. XI. ƒ. H2-
|
|||||||||||||||||||||||||||||
V. Boek. GEBOUWEN, tot NÜTT. OEFENINGEN GESCHIKT. 3 8£
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fehikking der Commiiïariffen van den Hortus
Medicus," om daarvan zulk een gebruik te maaken, als zy zullen geraaden vinden (g). De Plantaadje, van welke de Hortus Me |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gilde, vier guldens voor zulk een' penning.
Doch zo zy dit verzuimen, moetenze 'er, meefter wordende, twaalf guldens voor be- taalen. De ingang in den Hortus ilaat ook, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
HoRtus
Medicus of Stads- AKTSE- n ir-Tuin en Plan- taadje, Hout-
vesters over 't geboom- te der Stad, ia de Plan- taadje en elders. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
v
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dägelyks, uitgenomen des Zondags, aan een diens een gedeelte, en die, door den Am-
iegelyk vry; mids daar voor vier ftuivers be- fterdamfchen Digter, DanielWulink, taalende: doch na zes uuren, wordt niemant onder den naam van Amflerdamfche Tempe, ingelaaten, en elk is verpligt, ten zeven uuren, in Digtmaat befchreeven. is, ftaat, nevens ai te vertrekken. By den ingang van den Hor- het geboomte, welk langs de meefte en voor- tüs, van binnen, hangt een Tafereel, waarop naamfte burgwallen der Stad geplant is, on- eenige andere Hof wetten gefchreeven ftaan. der het opzigt van twee Houtvesters, Volgens dezelven, worden zulken, die eeni- die ook, door Burgemeefteren, gemeenlyk ge planten ffceelen; eenige takken, vrugten uit aanzienlyke Leden der Regeeringe, wor- of zaaden afbreeken; over de bedden fprin- den aangefteld. Zy hebben eenen Stads Boom- gen; den Hovenier kwalyk bejegenen, of planter onder zig , die eenige arbeiders ifï eenige andere onbehoorlykheidpleegen,ter- zynen dienft heeft, en zorg draagt, dat het |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'Md
|
4N.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'Je.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ftond, uit den Hof geleid; van welken hun
't gebruik, voor het toekomende, ontzeid wordt. Voorts, betaalt ieder Apotheker, by het doen van zyne proef, honderd guldens, tot het onderhoud van denTuin. Voormaals, plag- ten alle Apothekers, uit denzelven, met krui- den en wortelen, vereifcht tot het maaken van eene firoop, zalf enz., voor twaalf ftui- |
geboomte, alomme,naar behooren, iniïand
gehouden, en verbeterd wordt. Tegen het befchadigen en uitrooijen van Stads geboom- te en plantfoen, zo in de Plantaadje als el- ders , zyn, van tyd tot tyd, menigvuldige Keu- ren gemaakt. Ook mag, volgens de Keuren, niemant, in de Paden der Plantaadje, eenige vuilnishoopen maaken; noch zelfs voor zy- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vers, en tot het maaken vaneen Apozemaoi nen tuin, om die daar, langer dan agt dagen
Afkookfel,voor drie duivers, geryfd te kon- te laaten leggen (b). |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
htd
|
VII.
STADS APOTHEEK. Gelyk deArtfeny-Tuin aangelegd is,voor-
naamlyk tot aankweekinge van genee- zende kruiden en wortels,ten dienftederA- Tum, worden betaald en t gene de Apo- potheeken hier ter Stede, zo heeft men ook, thekers, by het doen hunner proeve, moe- reeds in de voorgaande eeuwe, eene S t a d s ten betaalen, worden door de Infpeclores A po th e ek , in deeze Stad, opgeregt, ten |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Opreg-
ting en verplaat- fing der Stads Ä- FOTHEEK.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
:hap
ontvangen, en aan CommiiTarifTen van den
Hortus Medicus verantwoord. De Infpec- tores moeten ook, met kenniile dier Com- miiTarifïen, zorg draagen, dat de gemelde fchikkingen, die, den dertienden Novem- ber des jaars 1705, in eene Keure van 't |
dienfte der behoeftige ingezetenen, alwaar
de geneesmiddelen, door eenen Stads Apo- theker, toebereid, en aan de behoeftigen, op de Ordonnantie der Stads Doftoren, die zes in getal zyn, uitgeleverd werden (i). Wy hebben reeds elders (k) gemeld,dat de |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
- Stads Apotheek plagt geplaatft te zyn op
Geregt, veranderd zyn, naar behooren wor- den Nieuwe-zyds-Agterburgwal , agter de. den agtervolgd (.). Die in gebreke blyven, Stads Paardenftal, vin waar dezelvefterge- let jaarlykfch Tuingeld te voldoen, worden legenheid dat die Stal tot een Generaal Poit- n eene boete van den vierdubbe en beloop Comptoir vertimmerd werdt,in 'tjaari754 K'tSJ'eIvkeb.eflaagen;endat, tzyzeVan aan't Gafthuis werdt overgebragt. HierS tn/n'r£Ïmik.mT/ kenofmetjS djkchet eene wooning voorden Stads Apotheker,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
. . i lder ■> by Keuren van den vyf en
twintigltenjanuary des jaars 1752 en van den oertigften January des jaars 1753, vaftge- tteld is (ƒ )• De rneft, die, uit de fchepen, met offen van buiten 's Lands komende, in het Dis- tti& van de Plantaadje, aan den wal gebragt, jj« ten voordeele der Aalmoeffeniers-Armen bekeerd plagt te worden, is, volgens bevel Jjan Burgemeefteren van den drie en twintig- en April des jaars 1687, gelaaten aan debe- |
en daaraan een ruirn vertrek voor de Apo-
thekers-winkel getimmerd. Van twee andere vertrekken voor de Stads Doctoren en Stads Chirurgyns, hebben wy, in de befchryving van 't Gafthuis, melding gemaakt. De Stads Apotheker, die, door Burgé-StadsA-
meefteren, aangefteld wordt, is verpligt, potheker. zig te gedraagen naar een Reglement, den Vier-
te) Handv. bt. 9fj. ( h) Handv. hl. 743,744,748»74S> '°47'Keinb.T. ƒ. 243verfi,
(i) Handv. hl, jij*.
(O III. Dul, I. B"ka bl- 47-
Ddd
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vervolg der Handv. H. 49.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. STUK
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
39o AMSTERDAMS III. Deel.
|
||||
Stads vierentwintigften April des jaars 1755, by Stad hebben zou (r). Ook heeft men, ïnsT/iDS'(
Regen- Burgemeefleren en Oud - Burgemeefteren , de j aar en 1692 en 1740, ondernomen, groo-CouRAi*'
bakken, beraamd (/). De Stads Do&oren plagten, te en diepe putten te graaven, met verlof ^'^
eertyds, toezigt te hebben op de Stads A- van de Regeeringe, op plaatfen, daar men RY#
potheek(wt). Doch in't jaar 1741, is zulks, dagt, zuiver water te zullen können vinden,
door den Oud-Raad van Burgemeefteren, en behouden (*). Doch deeze ondernee-
opgedraagen, aan de Infpeclores van 't Ge- mingen zyn kwalyk uitgevallen. De Oud-.
nootfchap der Geneesmeefteren, die ook de Raad van Burgemeefteren heeft, eindelyk,
rekening van den Stads Apotheker naarzien, in 't jaar 1761 , beflooten , jaarlyks, voor
en zorg draagen moeten, dat zyne winkel Stadsrekening, twee groote Regenbak-
wel geftoffeerd blyve. Het Reglement, daar- k. e n te doen maaken, aan de Kerken, Gods-
op toen gemaakt, is, in 't jaar 1754» nader huizen en andere Stads gebouwen, en uit
beveftigd. De Stads Apotheker, die nu ook dezelven, de kleine gemeente, en ook ande-
het Gafthuis van geneesmiddelen voorziet, ren, in tyden van fchaarsheid, tot eenenlaa-
heeft,gemeenlyk,vyfknegtsinzynendienfl. genprys,van regenwater te voorzien (0-
VIII. Men heeft ditbefluit, terftond, begonnen
o^atac t> vrvMti & vir v tvt M 'c werk te ftellen '• en in 't jaar 1763, wa-
STADS REGENBAKKEN. ren ,£f reedg twee RegenbakJken ^ktf Gelegen- \VTy hebben, by eene andere gelegen- een aan de Noorder-Kerke, die omtrent veer-
heid tot YY heid («), aangemerkt, dat de graf- tien honderd, en een aan de Stads Pakhui- kenTan" ten, die deeze Stad, van ouds, plagten te om- zen op de Brouwersgraft, die omtrent der- groote ringen, zo wel als de Amftel, die dezelve tien honderd ton waters inhoudt. Sommi- Regen- doorfnydt, zoet, of byna zoet water uitle- gen hebben egter misbruik gemaakt van dee- aanKsENd verden, welk van de ingezetenen gebruikt ze voorzorg der Regeeringe, meer waters, gebold $ werdt, om fpyze in te kooken, en-bier uit dan zy voor hun huisgezin behoefden, op- wen. te brouwen. Wy hebben ook doen zien, koopende uit de Stads bakken, en het, tot by welke gelegenheid, 't Stads water zo brak veel hooger prys, uitventende, aan hunne en bedorven werdt, dat het, in de zeftien- mede-ingezetenen: 't welk, veelligt, de re- de eeuwe, als fchadelyk voor de gezond- den is, waarom dit anderszins heilzaam werk, heid, werdt aangemerkt (0). Van toen af, tot hiertoe, niet verder is voortgezet, werden de Regenbakken gemeener dan zy IX. plagten, tot zo verre dat, in elk huis ten STADS-COURANTEN-DRUKKERY.
minften een Regenbak gemaakt werdt. Doch veele pakhuizen en veele openbaare gebou- " Tet aanftellen van Koopmans-boden,dieo^
wen hadden , of geene, of veel te kleine XTX brieven van de eene naar de andere fp^ Regenbakken, zo dat 'er veel regenwaters plaats bragten; 't welk, hier te Lande,niet^Z, verlooren ging. Hieruit ontftondt, by lan- voor de zeftiende eeuwe, en in deeze Stad,^* ge droogte of vorft, dikwils, groot gebrek zo ver my gebleeken is, eerft omtrent hetrfj(l< aan zoet water in de Stad: 't welk men,op midden dier eeuwe,fchynt begonnen tezynj^s- verfcheiden' wyzen, heeft getragt te voor- heeft, toen het, omtrent den aanvang der komen. Somtyds, heeft men gezogt, te volgende eeuwe , zeer in gebruik was ge- wege te brengen, dat de brouwers, die 't raakt,, naar 't fchynt, de eerfte aanleiding water, in de zeftiende eeuwe, reeds van bui- gegeven, tot het opftellen, drukken en uit- ten haaien moeften, zulks digt by de Stad, geeven vannieuwstydingen uit verfcheiden' uit de Haarlemmer - Meer, mogten können Geweften , die, hier, met een onduitfch bekomen, wanneer het, aan den Overtoom, woord, Couranten, of Loopmaar en, gelyk de in hunne fchuiten, zou können worden over- Ridder H o o f t dit woord vertaalt, genoemd geftort (p). Doch 't water der Meer werdt werden. ^Men begon hiermede, al vroeg i*1 ook, doorgaands, te brak bevonden. Op de zeventiende eeuwe, te Haarlem en te Am- andere tyden, is in beraad gelegd, om 't fterdam, zonder dat ik heb können ontdek- Vegtwater te leiden tot in de Stad (q), of, ken, in welke deezer twee Steden, de eerfte door eene gegraaven vaart, van klein Mui- Couranten uitgegeven zyn. Ik heb Amfter- den af, in 't Gein, daar men 't nader byde damfche Couranten van de jaaren 1628 en 1632 in handen gehad, de oudfte van wel-
17ÏÏ JW°!' *-" dm °ud'Raad vaa BttIgem' **Aftil ken gedrukt was, by Broer Jansz, die Z.*S
(m) kandv. ti. 9J4- noemt Out Courantier in 'tLemvan%yn?rin~
(n) II. Deel, V. Boek„, hl. 212. ° CS'
(o) II. Deel, VI. Boekj, hl. 2Jz.
(p) Refol. Vroedfch. N. I. i+ Jan. ij«i. GrOOt-Memor. (r) Zie II. Deel, XVII. B'e(, hl. (96.
N. II. ƒ. 8i verf,. (s\ Groot-Memor. N. VIII. ƒ. 23. N- X. ƒ. "°- (q) Refol. vioedfch. N. 14. 49 April, 13 May m+. (t) Refol. van den Oud-Raad ■»«»Bürgern. 13 /«».I7*1«
ƒ■ 170 > 173. ƒ. Ij»7. |
||||
V. Boek." GEBOUWEN, tot NUTT. OEFENINGEN GESCHIKT. 391
|
|||||||||||||||||||||||
Ns.
|
|||||||||||||||||||||||
celycke Excellentie. De Couranten vonden,
ai terflond, en inzonderheid, na dat, met het uitgaan van het twaalfjaarigßefland, de oor- log wederom begonnen was, zeer veeleLee- zers. In Amfterdam, kwamen, weekelyks, verfcheiden' Couranten uit, by onderfchei- den' Drukkers, die dit werk, in't eerft,op eigen gezag, ondernomen hadden. Doch, naderhand, verzogten en verkreegen zy daar- toe verlof van Burgemeefteren; gelyk zo de Boekdrukker Ott o Barents Smient, in 't jaar 1655 , vryheid kreeg, om de Saturdagje Cou rante, om de veertien dagen, en de branjzhe Courante , weekelyks, des Maandags, te mo- gen drukken, in de plaatfe van Jan van Eilten en zyne erfgenaamen (u). Men gaf aan dee- ze Drukkers den naam van Courantiers. En vind ik, dat Joannes van üaveßeyn ,in't jaar 16Ö1, in de plaats van de Weduwe Piet er Broersz, tot Courantier aangenomen is (v). Behalve de Nederduitfche en Franfche Cou- ranten , bekwam Cornelis Jacobsz. Zwol, in 't jaar 1668, ook verlof om eene Italiaan- fcbe Courant uit te geeven(iu):'twelk,nog- tans, niet lang geduurd heeft. De Franfche Courant werdt, in 't jaar 1^83 , verbooden (x). Doch 't leedt niet lang, of het uitgee- Ven derzelve werdt wederom toegelaaten. De Boekverkooper Caspar Commelin, dezelfde, meen ik, van wien, in 't jaar 1694., de be- kende Beßhryving van Amßerdam uitgege- ven werdt, was geprivilegeerd, tot het uit- geeven der Amfterdamfche Duitfche en Franfche Courant, en hadtzig, eenige jaa- ren te vooren , in maatfchappy begeven met Jean Troncbin du Brueil, die, in 't jaar 1690, verlof kreeg tot het uitgeeven der Fran- fche Courant (y): 't welk nog, door zyne nakomelingen, gefchiedt. Commelin gaf de Nederduitfche Amfterdamfche Courant, ee- nige jaaren te vooren, uit, op zynen naam alleen. Doch zy werdt, meen ik, nader- hand, uitgegeven, door Aart Dirksz. Oos- faan of deszelfs Weduwe, welker nakome- lingen de voordeelen, die 'er van kwamen, in laater' tyd, gedeeld hebben, met den Ad- vokaat Willem Arnold, die de Courant fchreef, of deedt fchryven. Na nog eenige verande- ringen , in 't bewind over dezelve, werden Burgemeefteren, in 't jaar 1734, te raade, den eigendom der Courant, by verdrag met de be- zitters, te verkrygen voor rekening van de Stad, en het Courantierfchap, onder den ti- tel van CommiJJarisfihap der Binnen- en Bui- tenlandfihe Nouvelle* of Ty dingen, te begee- (") Groot-Memor. N. IV. ƒ. 84_
J>0 Groot-Memor. N. V. ƒ. 4Ä verf^ fK) Groot-Memor. N. V. fi 1Q^ v„p,m Kx) Keat',. Q. ƒ. 47. W Gtoot-Memor. N. VII. ƒ. zi3 verf.. |
ven als een Ampt (?,), waarvan de Stad, nog-
tans, nu, de helft der inkomften geniet; en na het afiterven van den tegenwoordigen Hee- re Commiffaris, de geheele inkomften ge- nieten zal, zullende het CommnTarisfchap, als dan, of vernietigd, of voor rekening dei- Stad, waargenomen worden. En deeze nieuwe fchikking, op het uit-
geeven der Nederduitfche Amfterdamfche Courant, heeft gelegenheid gegeven , tot het opregten der Stads-Couraijten- Drukkerye, waartoe een huis aan de ooftzyde van de Beurs gebouwd is, in welk, de Uitgeever der Courant vrye wooning heeft. Tot het famenftellen der Courant, zyn twee Perfoonen aangefteld. Op de Drukkerye, daar tweeperfen gaan, arbeiden zeven zetters en drukkers, behalve den mees- terknegt. De Courant wordt, driemaal ter weeke, uitgegeven, des Dingsdags, des Don- derdags en des Saturdags: 's daags en's nagts te vooren, wordt zy afgefchreeven en gedrukt. |
||||||||||||||||||||||
Stads-
COUKAN-
ten-
Drukke- RW
|
|||||||||||||||||||||||
Cc
|
|||||||||||||||||||||||
Opreg-
ting
eener
Stads-
Couran-
T£N-
Drukke-
ry. |
|||||||||||||||||||||||
De Stads Courantier is, volgens eene In-
ftrucHe van den negen en twintigften May |
PI igt der
Couran- tiers. |
||||||||||||||||||||||
des jaars 1693 > verpligt „ zorg te draagen,
„ dat hy geene verdigte tydingen verfpreide, „ en altoos opregte berigten bekome. Hy „ mag, wegens de Koopvaardyfchepen, die „ hier in laading leggen, en derzelver ver- „ trek niets melden, waarmede de vyand „ zyn voordeel zou können doen: ock gee- „ ne aanftootelyke uitdrukkingen, betref- „ fende den Paus, de Kardinaalen, deGees- „ telykheid, of eenige gekroonde Hoofden, „ Prinfen of Mogendheden, vooral, zo zy „ vrienden of bondgenooten van den Staat „ zyn, in de Courant invoegen. De huis- „ felyke zaaleen en Refohrtien van den Staat, „ al zynze binnenslands niet t'eenemaal ge- „ heim, mogen ook, in de Courant, niet „ weereldkundig gemaakt worden (a)." Burgemeefteren nebben, in 't jaar 1734, de Courantiers ook verbooden , briefwifleling te houden met Minifters van den Staat of derzelver bedienden, en den inhoud van der- zelver brieven in de Courant te plaatfen (b). X.
SCHOUWBURG.
De Tooneeloefening, by de oude Grie-Oor-
ken en Romeinen, zeer in gebruik, fprong doch, in de middeleeuwe, t'eenemaal in ver der too- val geraakt, is, in Frankryk, niet voor dej^0^e- veertiende, en in de Nederlanden, niet voor ter Stede! de vyftiende eeuwe, wederom ingevoerd. Ten
(x.) Refol. van den Oud-Raad v3n Burgem. van z7 ^tfrïl
1713. *5> fanuary 1719. t9 Jaimarj 1734. f, jo. 67 verft, ti. (a) Handv. hl. 94g.
(b) Handv. hl. 948.
Ddd 2
|
|||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||
39'2
|
|||||||||||||||||
beeldende, en verfcheiden' andere zinnebeel- Sc8°ü
dige Perfoonaadjen, fpreekende m verzen, werden ingevoerd (g). Doch daar ver- liep een geruime tyd , eer deeze oefe* ning, in Holland, doordrong. Te Amfter- dam, fchynt zy,niet lang voor 't jaar 1518, bekend geworden te zyn, alzo Burgemees- teren, begeerende dat de Rethoryken voort- gang hadden, op den vier en twintigften Oc- tober van 't gemelde jaar, beflooten, hun negen en twintig guldens en vier ftuivers, die zy, tot opregting van hunne Kamer, he- fteed hadden, te vergoeden , en dejaarlyk- fche Kamerhuur, of ten minften een gedeelte der zelve, uit Stads KaïTe, te doen betaalen ^ (Ä). De Rethoryken, Rethorykers of Rederykers Res waren Liefhebbers der Taal- en Digtkunfl, ^V' die, in de Steden en ten platten Lande, ka- mers opregteden, in welken, zy niet alleen zig zelven in deeze weetenfchappen oefen- den ; maar ook Spelen, door hen zelven of anderen opgefteld, en in 't eerft ook, door- gaands, Schriftuurlyke of zedelyke ftoff-n behelzende, openlyk, voor den volke ver- toonden. Zulk eene Kamer, was ook de Amfterdamfche , van welke wy fpreeken, die ik meen, dat boven de Waage, tegen over 't Stadhuis, in of aan de Waagfteeg ftaande, gehouden werdt. Immers, wy heb- ben , reeds elders (i), aangemerkt, dat al- daar, in 't jaar 1535, eene Rederykers Ka- mer was opgeregt. En anderen hebben ge- toond , dat de Amfterdamfche Kamer, al ee- nige jaaren te vooren,met die vandenHaa- ge, Leiden, Gouda en Alkmaar, gemeen- fchap hieldt (£). Ter laatflgemelder Stede, fpeelden de Geeftelyken, voor 't einde der vyfciende e,euwe, eene foort van Tooneel- fpelen (4). De Regeering van Amfterdani begunftigde, in 't eerft, deeze oefening •' c welk aanleiding gaf, dat men, behalve de gemelde, nog eene of meer Kamers opreg- tede in deeze Stad, alwaar, van tyd tot tyd, Bat-
fx) Metnoir. d'Olivier de la MARC«6 'W. I. c!"
XXIX. />. 4i+ (rf<*'ry. (h) GKxn-Memor. N. I. ƒ. z,5. (i) II. Deel, VI.■ Boe{, bl. 242. (kj Boomkamp Alkmaar, bl. 7°- (4) My is, onder-eenfge ftukkea , Alkmaar be'
treffende , ter hand gekomen eene Schilders-^' ning van den jaare 1495. die aldus luidde : In den eerflen ghemaeckt voorde Clercken een bel noch gf'
maeckt defatansPauwelion noch gemaeckt tweepaer dü1ut' Citeren web gemaeckt een febilt voor de cbrißelyke ri ' der noch beb ick telcken dat Jy fpeelde de duy»els & ' Jcbildert,en nocb Jommige pylen ^ ander Jnu-i^l' Somma verdient met een én &et aer
|
|||||||||||||||||
Schouw- Ten tyde van Koning Karel den V., vondt
burg. men eene foort van Tooneelfpeelers in Frank- ryk, Jongleurs genaamd, die Tooneelen op- floegen, op de Markten, en fpelen en klag- ten vertoonden; onder welken, ook zulken waren, waartegen de Regeeringgoedvondt, door eene ernftige Ordonnantie , te voorzien. Ook raakten toen de Kamerfpelen, op de Maaltyden der Grooten, in gebruik (c\ Vroeg in de veertiende eeuwe, hadden de Pelgrims, die, uit het Heilige Land, in Frank- ryk, te rug kwamen, de gefchiedenis van 's Heilands lyden en andere gewyde gefchie- deniffen, onder den naam van Myfieres of Verborgenheden, reeds ten tooneele gevoerd. De naam van Verborgenheid werdt, federt, ook overgebragt op ongewyde en Verdigte gefchiedenilTen. Men fpeelde de Verborgen- heid van Herkules en diergelyken. Wat laa- ter, voerde men zedelyke fpelen in; in Frank- ryk, Moralités, en, hier te Lande, nader- hand , Spelen van Zinnen genaamd; tiüTchen of agter welken, klugten gevoegd werden. Somtyds, werden deeze fpelen vertoond op wagens, met welken, de Digters en Speelers door 't Land reeden. Doch, eerlang, wer- den 'er byzondere Huizen, en zelfs Gafthui- zen en Kerken, toe gefchikt (d). 't Leedt niet veele jaaren, of de Tooneeloefening werdt ook in de Nederlanden overgebragt. Het oudfte voorbeeld, welk 'er my, hier te Lan- de , van voorgekomen is, vindt men vermeld, in de Utrechtfcbe Jaarboeken van den Heere Kaspar Burman (e) , alwaar verhaald wordt, 'dat, in 't begin des jaars 1418, op Driekoningen-dag, eenTooneelfpel,Kening Herodes en zyne daaden genaamd, te Utrecht, in de Domkerke , vertoond werdt. Ook plagt men, aldaar, in andere Kerken, en op andere dagen, Tooneelfpelen te vertoonen: en was men gewoon, den volke hiervan, vooraf, kennis te geeven, en elk te vermaa- nen, zig te wagten van alle onzedigheid in de Kerken, op dat de Tooneelfpeelers niet gehinderd, noch de aandagt geftoord mögt worden. En Vondel heeft, in zyne vroege jeugd, aldaar, voor't Stadhuis, de gefchie- denis van David en Goliath zien fpeelen (ƒ). Een ander voorbeeld van de.Nederlandfche wyze van tooneelfpeelen vindt men, in de MemoiresvwciOlivierde laMarche, die verhaalt,dat Hertog Filips vanBourgon- die , den zeventienden February des jaars 1453, te RyfïH, een Kamerfpel deedt ver- toonen, waarin eene vrouw, de Kerk ver- (c) VELLY & VILLARET Hiftoite de France, Tom. XI.
p. 197, 229-
(d) VELLY & VILLARET Tom. XII.ƒ>. 37+ Qyfuiv. Tom.
XIV. p, iof , i+s, 299. (e) I. Deel, bl. 221.
(f) Zie 't Berecht voor Salmoneus.
|
|||||||||||||||||
xit guldens
|
Mot.
|
||||||||||||||||
Jaques
|
|||||||||||||||||
betaelt den vin™ octobris
95- [dat is 1495]
S«: xii gl. |
|||||||||||||||||
V;Boek. GEBOUWEN, totNUTT. OEFENINGEN GESCHIKT. 393
|
||||||||||||
ï>-
|
||||||||||||
Batementen, gelykze genoemd werden, dat
is , Bly- of Klugtfpelen vertoond werden. Doch het verfpreiden der Hervormde Leere, tot welke veele Rederykers, hier ter Stede, niet ongenegen waren, en welke zy, niet zelden, bevorderden met hun fpeelen, deedt de voorige gunffc der Regeeringe in ongunft verkeeren. Bouwe Claas Mollenzoon, Willem Gommertszoon , Willem Henrikszoon , Jan Wouterszoon, Claas Janszoon, Glazenmaker, Henrik Henrikszoon, Snyder, Tsbrand Come- liszoon, Wolleklopper, Dirk Remmertszoon en Pieter Henrikszoon, allen retorifynen of Re derykers, hadden, in 't jaar 1533, eene Ka- mer of Vergadering hier ter Stede opgeregt- buiten kennis van 't Geregt, en aldaar ^ op eenen Zondag, in'tlaatft van December des gemelden jaars, een Batement of Blyfpel ge- fpeeld, waarin zeer op de Geeftelykheid ge- fchimpt was. 't Geregt kreeg 'er kennis van, en veroordeelde de negen gemelde Perfoo- nen, tot eene Bedevaart naar Rome (/). Ten zelfden tyde , werde gekeurd, dat gh e ene Camers van de retorifynen voort an zig zouden enderwinden , eenige openbaere batementen te fpelen, voor ende aleer die by den gerechte ge- vifiteert ende toegelaten zouden wefen omme ge [peelt te worden, op de correStie van der Ste- de (m). Van dien tyd, fchynen de Rede- rykers-Kamers verdweenen te zyn uit deStad, behalve de eerfte en oudfte, die, zo ik my niet bedriege, van haare opregtinge af, tot na de verandering der Regeeringe, in wezen gebleeven, en daarom, federt, de Oude Ka- mer genaamd is. Van deeze Kamer, agt ik, dat Egbert Meinerdszoon, Vader van Burgemees- ter Sebafiiaan Egbertszoon, voor 't jaar 1568, Lid en Faótoor geweeft is (n). Zj hadt, ge- lyk de gewoonte was, haar blazoen of zin- nebeeldig wapen, zynde een Kruisbeeld, met den Egelantier onder de doornen en deeze fpreuk, In Liefde bloeijende , gelyk men 't, onder anderen, agter de Tweefpraack van de Ne der duit f che Letterkunß. door deeze Ka- mer uitgegeven, afgebeeld ziet. En Keizer Karel de V. hadt haar, zo fommigen aante- kenen (0), in 't regt om dit blazoen te mo- gen voeren, beveftigd. Na 't overgaan van Antwerpen, in't jaar 1585, kwamen'er twee Brabantfche Kamers te Amfterdam. De eene, de witte Lavender genaamd, voerde ten zin- fpreuk Uit levender jonfl. Van deeze Kamer ls, onder anderen, een Zinnefpel voorhan- '^en, in het Konfitoonend Juweel van Haarlem. Ook heeft zy, in 't jaar 1613, eene vraag uitgegeven, om, door de andere Rederykers- fO Keurb. C. f. »«•
\m\ Rourb. C. ƒ. .94. y) f e II. Deel, VUT. Hoe\, tl. ,„. K') BKANnt vondels Leven, bl. 13.
|
||||||||||||
Kamers, beantwoord te worden: welke vraag, Schouw-
met de antwoorden, in 't zelfde jaar, gedrukt, uurg. en by de Liefhebbers bekend is. De tweede Brabantfche Kamer, die, nogtans, niet lang ftand hield t, hadt het Vygeboomken, met de byfpreuk Het zoet vergaaren, tot een blazoen. De oude Kamer,en, veelligt, ook eene der twee anderen (/;), hieldt toen haare byeen- komften in de Nes, boven de kleine Vleefch- hal: en B R e D e R o heeft 'er het oog op, als hy, in zyn Moortje, (III. Bedr. IV. Uitk.) een' jongeling doet zeggen: Kom gaan wy op deHal,en zien de geeßenfpeelen.
Doch men fchynt ook eene Rederykers-Ka-
mer, op het Rokin, op ééne der zolders van de Marien - Kerke , (taande op den zuider- hoek van 't Kalfsvels- of Pens - fteegje, ge- houden te hebben. Immers, my is, uit ze- kere aantekening, gebleeken, dateengezel- fchap van Rederykers; in 't begin des jaars 161 o, aan Burgemeefteren , om eene der zolders van de Stads Ammunitiehuizen ver- zogt hebbende; eene zolder boven de Ma- rien-Kerke verkreeg. De oude Kamer bleef, nogtans, de vermaardfte van de drie. De aanzienlykfte luiden der Stad, zelfs Leden der Regeeringe, hielden 'er de hand aan. In de opdragt van de Tweefpraack, bovengemeld, aan Burgemeefleren en Raad , zeggen de Kayzer , Faftoor, Prins ende Kamerifien in Liefd-bloeijende, die dezelve, den eerßen des Hoymaands 't jaar 1584, getekend hebben, dat hunner zom zelf belieft heeft, Leden des Kamers te worden. En eenigen verhaalen, dat 'er, in 't jaar 1581 en federt, vyf Burge- meefters en verfcheiden' Schepens en Raa- den Leden der Oude Kamer waren (q). Zie hier derzelver naamen, zo alsze, in een oud Rekenboek der Kamer, aangetekend ftaan: Willem Bardefius, Burgemeeffcer en Raad, Cornelis Pieterszoon Hooft, Burgemeefter en Raad, Egbert Roelofszoon, Burgemeefter en Raad, Jacob Boelenszoon»Burgemeefter, Ja- cob van Nek, Burgemeefter en Raad , Jan Coenraad Zevenfiar , Schout , Jan Jacobs- zoon Huydecoper, Schepen en Raad, Jan Cor- neliszoon Hooft , Schepen, Jan Vcrhee, Schepen en Raad, Frans Benning, Schepen, Pieter Willemszoon Vriend, Schepen, Ryrfl Piet er szoon, Schepen (f), Laurens Jacobs- zoon Reaal, Schepen, Adriaan Pauw, Sche- pen en Raad, Henrik van Marken, Raad , en Herman Roodenburg, Raad. Hierby kwa- men verfcheiden treffelyke burgers, als P/>- ter
(j>) Zie BRANDT ibid. «> PONTANUS Libr. II. Cap. XVI.
/>. JI7. (q) HOÖFTS leven. U-S-
(r) A. pars Katwykfe Oudheden, bl. 234.
Ddd 3
|
||||||||||||
ÏJ».
|
||||||||||||
394 AMSTERDAMS III.Deel.
ter Corvcr, RM» Heemskerk, Herman Ren- dweenen geweeft te zyn Immers, ik vind Sc****
Schouw- ter Lonet, ä^ibi> » nergens, eenig verder gewag van ge- BÜRÜ' ^"^AÈÏÏtoSktóvnbe. maakt. Se W der Oude Kamer lagen
rfro^fde Geleerdheid die H o o f x en V o N- ook, onderling , overhoop, en verhepen, de
S?t ïn^S'tï regtfclmoenkenm een na den ander. Bredero die zig.eerft
ÏN&W engDigtkunde heb- in't jaar : 6x5 , by de Oude Kamer, gevoegd
ten Stort. Hooft gewaagt'er van, in een hadt, klaagt er, bitterlyk, over, m zeker
SÄ de Kamer in liefde Moeijende, Gedigt, daar hy Rethonca ipreekende m
herwaards gezonden uit Florenfe, in den aa- voert; te kennen geevende ,, da men,eer-
t TOGO rO toen hy nog maar negenden, „ tyds, of geleerde of aanzienlyke mannen,
SvSdÄÄderSenjaarenSudwa», „ tot hoofden der Kamer, plagt teverine-
en vuiiuciH Y doc]:1 tja(. men nu rm tjaariui5d met deeze woorden. » ^.'^ en onkundige ]uiLden Denoemde,
Afc» ww<ft f of Amfierdam, die met zyn hoogb 'j die der Schouwplaatfe fchande aandee-
redlcbt , „ den, en zig, door vleijers, beweegenlie-
De dulfire wegb tot lof en viaere deugbt ver- ^ ten,5 0m de rollen uit te deelen aan on-
licht (6): , „ bekwaamen." Dus laat zig, onder ande»
En K A M P e N, die met kunß 't geweer, beloop ren j zyne Rethorica hooren:
der jmge»
flet n*t der deugfen'tquaet der ondèughtweet jroomaals naer out gbebruyck coosmen tot te zinoen, d'hoocbße fiaat
En Koster, Vondelen, B r e ê r o ö £eB gk/em trefflyzk Man, o/eener uyt &»
ra VicTORYN (7), Äaar, -
Die nu altoonenwat z hiernamaelszullenzyn. Die door gbewoonte en kunß, ghehouden wert
, . , , Raadt-[aalich,
Op deeze Kamer, werden, vermoedelyk, kort beerrcbten w.yfTelyck, ontßchlyck en lieftaa-,
voor en na den jaare 1600, de Treurfpelen ^ ^n&itfw en Pohxena en Ite/wtt en Anaane Doen vantmer Geefien vee^Schryfryck en wl
|
||||||||||||||||
van den federt zo vermaarden hooft ver- beßpaackt
toond. 't Blykt ook, uit eenen zyner line- Jn, tbedden .efwind, aartich en ongemaackU
ven, in't jaar 1611 tzmD'.johan ten Groo- ___ J---------ö i_ _ _ __ ö__-----■
tenbuis, Oud-Schepen en Raad deezer Stad, Beßet de Caartenfelf, en overlceß de naanen
gefchreeven, dat hy zyn beft wel doen wil- ym over xwintich Jaar, gbyJult fibrickend «
de om de Oude Kamer te doen bloeijen (s~) ßhaamen,
De' Brabantfche Kamer Uit levender jonß i)at ghy nu met dit febuym,foutcomenhier ten
voerde, in 't jaar 1612 , V o n d e l s Pafcha ^ronc^
ten Tooneele. Men fpeelde, op de eeneen qt in (}e Schouplaats daareerfi niet dan gout efi
de andere Kamer, ook de Spelen van den bbmL
geeftigen Bredero. In 't gemelde jaar y/annecr mcn nu verkieß, fiel men te fawen
1612, des Zondags voor Kermis, werdt zy- mtm
ne Criane ten Tooneele gevoerd, zo ik mee- Het ß0p van je Maats, een deel neuswjß
ne, op dezelfde Brabantfche Kamer. Op de ßtten,
Oude Kamer, werdt, in 't zelfde jaar, Cos- ja wiensgemcyneroep dan maackeneenen :n^n
TEES Kluge van Teeuvns den Boer gefpeeld, Die m haer Jinlyckheyt de rollen gbeven can-
die, naderhand, ook op de Brabantfche Ka------------------------------------- j------■ -^
mer, vertoond werdt (t). Bredero s Moortje Uymaeckt Coning of Prins die Boer te zfiü*
werdt, in 't jaar 1615, op de Oude Kamer boorden. * •ft vertoond. Doch in dien tyd, was 'er reeds j)fe befl de fiomme fpeelt, geeft hy een farfv
ÏÏchen merkelyke twift ontHaan, tuffchen de twee woorden. __ |
||||||||||||||||
de Ka
mers |
- Kamers in Liefde hheijende en Uit levender --------.-----------------■ - •--------~~ , \
jonß want de Kamer, Het zoet wngaaren, Dies zyn lobbige tong {ha (8) Cah?e j
|
|||||||||||||||
ïchynt, ten dien tyde, al wederom ver- heeft gbefeyt, puS
|
||||||||||||||||
(s) HOOïTS Brieven N. 6. bl. 9.
(1) Voor'oer. voor TEEUWIS DEN BOER.
|
||||||||||||||||
1 (8) Campen, ook boven (bl. 72?) ^Ho'o^
|
||||||||||||||||
^
|
||||||||||||||||
(5) Ik volg Brandt, In Hoofts Lemen, bl. 6. ongetwyfeld CorNïus van Camper ^ jaarS
ten opzigte vin den tyd .waarin deeze brief gefchree- in eenen Brief vanden twintigft«> ™Y^ 5l.bl.
ven werdt. In de Uitgaave van den zelven , door Ja- 163S , als een oud man vermeld. *«»"Jörnen,
co» van der Bürgh, bl. 42s. wordt, ten onregte, 346. Ky zal on , wat aager nog:^s vo H
Seid, dat hy, in 't jaar xoo7, of l6o8 .gefchree- g ^^X^jSSSA.j^
VeC6JS'HEr:RiK LAURENSZOON Spieghel. de overgebragt, Vondel (W «■ P^d. bl.4«
(7) Joan Vechters o/ ViCTORYN.Regtsgeleerde. gewag maakt.
|
||||||||||||||||
V. Boek. GEBOUWEN, tot NUTX OEFENINGEN GESCHIKT. 395
|
||||||||||||||||||||||||||||
SC«!
|
||||||||||||||||||||||||||||
^^- Dus lang heeft opuduym denwerrevel gedreyt. Heeft yemant nu een fpelgemaeckt
|
||||||||||||||||||||||||||||
Schouw-
burg. |
||||||||||||||||||||||||||||
'2Vk £o/«£ Äef na orj wenfch, en na al ons he-
gheer en , Wy füllen nu een reys eenander Lietgen Ie eren:
Welcks flyf en dwaes opfet Terfites heeft ge-
fiarckt: Vraagt ghy viierP.de Dragers Heerfchap van den
Coornmarckt. Syn grove botte tongh en hout niet op vanfchel-
den Van zyn voomaemße Knechts of alderbraeffle
Helden. |
||||||||||||||||||||||||||||
Daermen {doch lachend' niet) aenraeckt,
Met moeyten en met tydt verliefen, Als men de rollen dan uytdeelt, Den een die wrockt, d'ander krackeelt, Elck foufe felfs wel willen hief en. Jnd're brengen haer rollen weer,
And're willen niet f pelen meer,
't Valt fwaer veel hoofden te beßurefii
And're willen en kunnen niet.
Zo hier geen beterfchap gejchiet,
Zo mach ons Ryck niet langer duren (u).
|
||||||||||||||||||||||||||||
Hy met al zyn aenhangfullen door trotfchefpyt,
De Camer eer yet lang,foghyer niet voorfyt, Wy hebben deeze Plaatfen uit Bredero's
Heel helpen in 't verderf, of in eeuwighe fchan- Gedigten, die thans niet veel gelezen wor-
dem den,hier, wel zo uitvoerig, willen inlaffens
Daarna, geraaden hebbende, de willigte Bal- om dat men 'er uit afneemen kan, hoe 't,
tingen, dat zyn zulken, die de Kamer ver- in zynen tyd, met het Amfterdamfch Too-
|
||||||||||||||||||||||||||||
^^^^^^^^^^^^^^^^^^ _ onder
anderen, uit, dat de hoofden, de Keizer, Faftoor en Prins der Kamer, en veelligt de eerfte alleen, of voornaamlyk, de rollen uit- |
||||||||||||||||||||||||||||
laaten hadden, terug te roepen, befluit zy,
|
||||||||||||||||||||||||||||
in deezer voege: ____________________
Dan Campen, Lambert (9), Hooft
|
||||||||||||||||||||||||||||
m, Z ï"!*!'" ('M 'gfïl'd„, *M„« deelden, die, door de Kameriften zelve«
mißechtm met veerßebt, fi ,ek dat hebben ^ ^ m '^ Kmft . gefpeeld werde]] ,( raanZdmyn oule Mao,, ,äie ^bliefden Ä'iÄ'^Ä
M bakeren, * & ***** &$a&EA5AÏÏ£
|
||||||||||||||||||||||||||||
De zelfde Bredero gewaagt ook, in een
Lied aan Jan Jacobsz Vijfcher, Schilder en Glasfchryver, omtrent den zelfden tyd ge- maakt , van het verval der Kamer in Liefde bkeijende, met deeze woorden: Waerom het Eglentiertjen, ach!
Niet bloeyt gelyck het voormaels plach Is Vrundt u vriendelycke Vrage: De meeße mangel die ick weet, Dat is : dat elck zyn plicht vergeet, Want niemant wil den ander dragen. Dies tf Eendracht vlucht nu voor de twiß,
De Eenvoud voor de fchalcke lifi,
De oude trouw is gantfeh gebroken,
De Liefde van de kunß is fieck,
Ofyverloos, door fpyt ofpieck
En wert gedicht noch rym gefproken.
Dies wert men wetteloos enfiof,
De goede zeden raecken of, En die't hemfeboon te recht wil moeijen, Die viert beguygelt en belacht, Gelaßert en fmaedlyck veracht Hoefou den Églentier dan bloeijen? (9) Door Lambert, wordt, waarfchynlyk, Lam-
J^RT Lambertszoon verftaan, van wien Samuel Cos-
» naderhand, 't gebouw, waarin hy zyne nieuwe
^KWemie fligtte, fchynt gekogt te hebben, lm-
L^k ^Y zullen, wat laager, zien , dat Lambert
v,JTertszoon eene kufting op dit gebouw, ten Me
a"Cofrer, bezeten heeft.
vrJ Samuel is Samüei, Coster.
|
plaats hadt; waarop Samuel Coster
fchynt te zien, als hy, in de Opdragt der
Spelen van Bredero aan Burgemeefteren en Raaden, zegt, dat de Poëten voortyts tot laß waren. Doch, federt eenige jaaren, was men begonnen, op de Oude Kamer, de toeky- kers iet te laaten betaalen, en 't voordeel, dat 'er van kwam, af te ftaan aan het Ou- de-Mannen-Huis, welks Regenten toen ook de koften droegen, die op 't fpeelen liepen. Ik vind, dat men , in Frankryk , ook, al vroeg, de gewoonte hadt, om den armen eenig deel te geeven aan 't gene, door de aanfchouwers der Tooneelfpelen , betaald werdt (y). Coster heeft aangetekend, dat, na dat Brederode en hy de hand, ern* ftelyk,aan de Kamer gehouden hadden, het Oude - Mannen - Huis , in minder dan tien maanden, te weeten van den tweeden July i(515 tot in April 1616, over de tweedui- zend guldens, zuiver voordeel, boven de uitgefchooten onkoften,genooten hadt be- halve , dat nog de Kamer, in kleederen en andere behoeften, in dien tufTchentyd, groo- telyks, verrykt geworden was. Hy voegt 'er by, dat, in de drie jaaren,die Brederode by de Kamer ge weeft was, het Godshuis meer inkomfi gehadf hadt, dan in alle devoorgaende jaren, dat, voor 't f ehe, by de Camer, ge- fpeelt
(») G. A. ERF.DEROOS Boertigh Liedb. hl. 108,
(v) Velly Sc vutAMl üiftoire de Fiance , Tom, |
|||||||||||||||||||||||||||
Op de
oude Ka- mer, wordt,ten
voordee- le van 't Oude- Mannen* Huis ge- fpeeld. |
||||||||||||||||||||||||||||
XII. P' i9S.
|
||||||||||||||||||||||||||||
3p6 AMSTERDAMS IILDeel.
r«„lt vjm ßheweeß Doch in dien tyd, was Regifiers en egte Stukken, die nog, in 'tBur- scho«<
t^'ttZZtoLcr, van deVpreg- gefWeeshuis, voorhanden zyn hebben my 0* tiLe einer nieuwe Kamer, die hy de Aca geleerd, wat, eigenlyk, van de zaake ge- op
Ä ÏÏS noemde/en van welke hy zulk eene weeft zy. De Regenten van dit Godshuis. "> Ä ioede ve wagting hadt, dat zy, dagt hy, befpeurende, hoe veel voordeels het Oude- ^ "»'«' na' maTd/zou zyn, om,met hulp der oude Ka- Mannen-Huis trok van het fpeelen op de dceIhand' Seffen geheel Godshuis te voeden. En Oude Kamer, llooten, op den dneentwin- Sr" ftho'on dit ontwerp veel tegenkanting ont- tigften September des jaars x6i7 een ver- Suf Sette, nzonderheid, van,,« hoope Molic- drag met Samuel Cofter over 't fpeelen op S« ffelvkhvze betitelt, die haer f onrecht Re- zyne Academie, of Nederlands Oefenfchool, Jrwkers noemden O); raakte het egter, tot fiigtinge en vermaakelykheid van eentege- Sriinfond. Ve/fcheiden' geleerde en lyk. Volgens dit verdrag, zou het Wees- aanzienlvke luiden begunftigden de onder- huis al de koften draagen, en, in de eerlte JUminff De Regeering fchonk 'er een zes jaaren, een derde van t voordeel genie- Ptf me oo de Keizersgraft, tuflchen de ten, De overigen twee derde zouden voor Beeren-'en Runftraaten, daar Cofiers Aca- Cofter zyn. Doch na verloop der eerfte zes demie ook de Duhfche en Nederduiifche A- jaaren, zou het voordeel tuflchen t Wees- cadernie genaamd , eerlang , oP koften van huis en Cofter, gelykelyk, gedeeld worden rnZ zflven eeftigt, en, in 'tjaar 1617, (4 Op deeze wyze, geraakte de Neder- door eerï Voo'rfpel van Suffridus Sik- duitfche Academie in ftand, die, van haa- tinits, Apollo genaamd, gevolgd van een re opregtinge af, een Byenkorf, met het Treurfoel Vnaamd de Moord beghaan aan woord Y ver, tot haar blazoen voerde. Doch Wülem, Mnfe van Oranje, gedigt door G. 't: leedt maar tot in t jaar 1622 toen het van Hoghendorp , en, in dit zelfde jaar, ge- Weeshuis de Academie met al dentoeftel, drukt ingewyd werdt. Hierop volgde,des tot het fpeelen behoorende , van. D'. Cofter anderendaags, de overaartige Warenar van overnam, Om t verdrag, welk, deswege, den Droffaard Hooft, waaraan, gelyk hy op den negenden Auguftus des gemelde» fchrvft (x)Jmae neegen daagen gejpilt wa- jaars, getroffen werdt te fluiten, hadden, ren op hoope dat het Spel noch eens mocht op laft van Burgemeefteren, gehandeld Cor- dienen om eenige armen fAmflerdam,oft te nelis van Campen, Henrik Jacobsz. enCorne- Muiden wat voordeels te doen, en te vervallen lis O ankert sz. Voor t erf, den opftal en een deel van de koflen noodig om den Baeto, toeftd tot het fpeelen werden, aan Cofter, eenzvnerTreurfpelen,«in^0m«. Wyheb- zes duizend agt honderd en vyftig guldens b-n deeze woorden hier te liever willen aan- goedgedaan: behalve dat het Weeshuis ee- haa'en om dat 'er uit blykt, dat de Ware- ne kufting van drie duizend twee honderd Z\ten voordeeleder armen gefpeeld werdt. guldens, ten behoeve van Lambert Lam- sTxtinus ook, inzynen Apollo, de nut- bertsz. ten zynen lafte nam. De toeftel , tigheden van het Tooneelfpel optellende, die onder den koop. begreepen was, wordt, ponder andeten: VC^M^S^^ En'tbeß,dcnArmenzalbetwfenvoorderlycL omdraeyende doecken op het toneel Jynde.22,
' ' -waepenen van de voornaemfle Irmcen op ovae- Ondertuffchen , leeft men, in Vondels len gefihildert. 9 viercante waepenen van de
Leven (y\ dat de koften der Academie,in Vnye enfesprincen waepenen op doeck.zgioo 'teerft door eenige Lief hebbers der Poëzye te fchilden daer■ de■ tampen aen hangen aen envooaldoorSamuelCofterzelven,gedraa- d'ander fyde gejehfert, met haer bicxende genwerdenr'twelknietwaarfchynlykvoor- ^toto^W«^H komtTzo men'tvoordeel aan de armen heeft flogen, koorden ende blockst taeffels ée he f ft an ?lein omreyeken met haer fchragen ende banc Hp, Ook hébben fommigen aangetekend, dat ken noch een minder taeffel met 2 fchragen J
Bu Lr- het Burger-Weeshuis, al terftond, het voor- fikken daer het toneel mede vergroot wert, e*
wS Seel van 't fpeelen op de nieuwe Academie gevangen deur tralys gevys gemaect. 2 g £ huifSf; getrokken, en de koften, daartoe vereifcht, houten trahen tn t fpelvan herzilia gemae«. voorSe 1 gedraagen heeft, even als het fpeelen op de de blaffe umn S^*»"^"<* *J3» va°n 1 Oude Kamer, voor rekening van 't Oude- te fvarte Imnengrdynen daer t toneel'me* *- Mannen-huis, gefchiedde (*). Doch de «rtj^«. f^fägßxb (a>) S. CosTERsOpdragt van G. A. BrederodesSpelen.
(x) HOOFTS Siieven N. j+. bl. 4S. ^„fter , berußende i»'*
(f) EUdz.. 14. (") Vit het Accoord met Samuel Can" » J
{z.) vit Aantek, van Schepen G. Schaep Pïetersz. Weeshuis. LaadeXIV.
|
|||
V. Boek. GEBOUWEN, tot NUTT. OEFENINGEN GESCHIKT. 3^f
|
||||||||||||||||||||||||||||
°öw- les]. De triumphwagen. 't Viercantemtaertgen.
Vormen van tienewerck, op ten folder leggende (b). Op de Academie , in deezer voege toe- geruft , werden , midlerwyl , verfcheiden' Spelen van Bredero gefpeéld, en onder deezen, zyn Stomme Ridder, en zyn Spaan- fche Brabander , in welk laatfte , de oude platte zeden der Amfterdammeren, op eene geeftige wyze, worden afgefchilderd. On- dertuilchen, duurde de tweedragt tuflchen de Kamers, en vermeerderde zelfs, hand o- verhand. Men zag 'er, in 't jaar 1618, |
gerfchuiten, zeven van welken de zeven Pro- Schouw-
vincien verbeeldden: op den agtften, ftondt burg- een krygsheld, die, met een' dubbelen Oran- jen-fluijer, de Provinciën vereenigd hieldt: de negende was met zangers en fpeelluiden ge- vuld. Met al deezen toeftel, voer men, van voor de Academie, naar 't Prinfenhof, en behaagde 'er zyne Doorlugtigheid zo zeer mede,_ dat hy, den volgenden dag, in de A- cademie verfcheen,daar Hoofts Geeraard van Velzen gefpeéld, en de Vertooningen nog eens herhaald werden (d). De afgunft en tweedragt dei- Kameren Vereeni-
bleef duuren. En de twee Godshuizen, het g'nS der Wees- en Oude - Mannen - Huis, hamen 'er •üudl^' meer deels in, na dat het eerfte, gelyk wy <je Aca ■ boven aantekenden, in 't jaar 1622, het demie. erf en gebouw der Academie, met al den toe- ftel , tot hetfpeelen behoorende, van Samuel Cofter gekogt hadt (e). Men onttrok eikan- deren de befte Toóneelfpeelers: 't welk niet nalaaten kon, ten nadeele der Godshuizen te ftrekken, tot dat, de Brabantfche Kamer, uit levender jonfl, eindelyk, te niet gegaan zyndej de Oude Kamer, door bemiddeling van Burgemeefteren, met de Academie ver- eenigd werdt. Dit gebeurde, in't jaar 1632 (ƒ), en in 't jaar 1635, vind ik, dat hec Weeshuis een derde iri het erf en getimmer- te , genaamd de Nederduytfe Academie ofte Amfierdamfe Kamer, met d1 kledingen ende an- der tuych tot de Speelplaats behoorende, aan het Oude-Mannen-Huis verkogt heeft (g). De Academie, die flegts van hout opgeflaageri Was, en voor welke, eene Loots llondt, die, in 't jaan631, aan een' Steenkooper verhuurd was (b), moeft toen hertimmerd worden. De twee Godshuizen möeften hiervan de koften draagen, 't welk, overeenkomftig met de uitfpraak van Burgemeefteren van den jaa- re 1632, gefchiedde, voor twee derde, door het Weeshuis, en voor een derde, door het Oude-Mannen-Huis, welke Godshuizen ook diergelyk aandeel hadden, in de voordeden van 't fpeelen. De blazoenen der Kamer in Liefde bloei jende en der Nederduitfche Aca- demie waren, federt de vereeniging, ook famengevoegd. Men hadt den Egelantier der Oude Kamer gevlogten om den Byen- korf der Academie, en van de twee Zin- fpreuken deeze eene, Door Yver , of Yvek, in
|
|||||||||||||||||||||||||||
ter gelegenheid der inhaalinge van Prinfe
Maurits, een blyk van. De Kamers plag- ten , naamlyk, van ouds, by 't innaaien van doorlugtige Perfonaadjen, en by andere pleg- tige gelegenheden, omftryd, uit te munten, in het maaken van zinnebeeldige Vertoo- ningen. Men hadt zulk eene vertooning ge- |
||||||||||||||||||||||||||||
had , by 't inhaalen van den Graave vanLei-
cefter, in 't jaar 1587, waarby een burger, Zwynskop genaamd, zig voor Neptunus liet gebruiken; en, fchoon 't winter was, half naakt, op een houten Walvifch, door 't wa- ter reedt, om den Graaf te begroeten. In 't jaar 1594, was Prins Maurits, na 't vero- veren van Groningen, herwaards gekomen, Op een Tooneel, aan de Paardertftal op den Dam, ter plaatfe der Beursfteeg, gebouwd, Vereerd met eene vertooning van 't verflaan van Goliath , waarby Frans Volkertszoon Koornbert, Schepen der Stad, den perfoon Van Saul, en Jacob de Gein dien van David Verbeeldde. Het Beftand van den jaare 1609 hadt aan de Oude Kamer gelegenheid gege- ven , om negen vertooningen toe te Hellen op den Dam, de dwingelandy van Tarquyn* en Brutus y ver voor de Vryheid verbeelden- de : over welke vertooningen, Hooft uit- leggingen gefchreeven hadt (c). Het Hu- welyk van den Paltsgraave Fredrik met de Dogter van Jakob den I., Koning van Groot- Britanje, gaf, ter gelegenheid, dat het Paar, in het jaar 1613 , door Prinfe Maurits, her- waards geleid werdt, ook aanleiding tot het ftellen van eenige vertooningen, 't Was dan niet vreemd, dat de Kamers, in't jaar 1618, den Prins - Stadhouder , op gelyke wyze , Vereerden. Maar de Oude Kamer, die, meen- de men, by tyds,door Burgemeefteren, van s Prinfen aanftaande komfte verwittigd was geweeft, en zelfs de Brabantfche Kamer was eerft gereed. De Leden der Academie, dit filet konnende verduwen, fielden, in alleryl, ftegen vertooningen toe, 0p zo veele ftei- 'fw?,Äit.eene Notirieele Copie van het Kocp-Contraft,»'»
(c I z ferujtende.
Eurgh 'bi Hoo*TS Gedichten in cU Uitgaave van van der n- STUK.
|
||||||||||||||||||||||||||||
(d) Blyde inkoraft van haare Majefteit
tannien , bl. $ , - , % t 9 enz. |
||||||||||||||||||||||||||||
van Groot-Bri«
|
||||||||||||||||||||||||||||
/.. \ P/lfl1fl!l Ja.
|
• -
|
|||||||||||||||||||||||||||
(e) Recueil de
(f) Afte vnn
|
Do
lïgero |
menten van het Weeshuis ƒ. I+g
cefteren van yjfly 163*. berufle'n |
||||||||||||||||||||||||||
de in 't Weeshuis.
(g) "uit de Ooifpjontrk. Quitantie -van 22 ,#ƒ„- ,, .
rußende in 't Oude-Mannen-Huis. "' be" (h) Vit eene Rekening van 't Weeshuis, in de AintrJf
van Schepen Schahp. ' as «nrelc Eee
|
||||||||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||
398
|
||||||||||||||||||||||||||||
zelfs voor weinige jaaren, zyn 'er ook nog ScH£*f
veffcheiden' veranderingen en verbeteringen Buit- gemaakt aan de Schouwplaats. En terwyl wy dit fchry ven, in den Zomer en Herfit des jaars 1765 , worden 'er merkelyke verande- ringen gemaakt in 't voorgebouw , welk, naar de Voorplaats toe, uitgetimmerd wordt. Ook wordt 'er, boven het Tooneel, vry wat aan 't gebouw verbeterd, 't Voornaamfte gedeelte behoudt egter nog dezelfde gedaan- te, die het, in en kort na 't jaar 1664, ver- kreegen heeft. ^ Doch in 't beftier van den Schouwburg, Ve^iu
is , dikwils , verandering gekomen. Bur-^pi^ gemeefteren hadden, na 't herbouwen van de5 t den Schouwburg, in 't jaar 1637 , tot be-Scb^ ftiering van den zelven , zes Regenten ofbürg Hoofden aangefleld (q) , die Speelers aan- namen en afdankten. De eerften waren Wil- lem Dirksz. Hooft, David Sens, Mr. Steven Vennekool, M'. Jacob Block, Heeremäh DirksZ Coorenkind en Simon Engelbrecht. Zy werden, jaarlyks , op den voorflag van Regenten, door Burgemeefteren, veranderd. En in 'c jaar 1638, waren Hoofden des Schouw- burgs David Sens, Jacob Bas Comeüsz-, Flo' ris Soop, Willem van Campen, Willem DirksZ- Hooft en Tobias van Domfelaer (r) : waarofl" der 'er twee waren * die, ook ïn't voorgaan- de jaar, als Hoofden gediend hadden. £>e Vader van den Hiftoriefchryver Geeraardt Brandt, die zig Gerrit Brandt fchreef, is,in 't jaar 1642, en federt, en de Digter jan Vos , naderhand, ook Hoofd des Schouw- burgs geWeeffc. Doch deeze Hoofden ga- ven den regten Liefhebberen weinig genoe- gen met hunne beftiering. Doorgaands, Jie~ tenzy, uit eene verkeerde fpaarzaamheid > {legte luiden, om niet, voor ftom ipeeleu» geevende hun verlof, om aan twee of drie, huns gelyken, vryen toegang te verleenen tot de zydgalery (/). Doch 't gene verder ging; zy voerden , fomtyds , Spelen tefl Tooneele, waarin, Kerk en Staat en nabuu- rige Mogendheden beledigden gehoond, e/1 de goede zeden gefchonden werden: 't welk benevens den hevigen oorlog des jaars io72' gelegenheid gaf, dat de Schouwburg» °P lad van Burgemeefteren, geflooten weide (0, en niet geopend, voor 't jaar i67$ T wanneer Burgemeefteren zes nieuwe Regf1^ ten aanftelden, die alleen van hun z°ud£ afhangen, en van welken, jaarlyks, tw zouden afgaan, met magt aan de oveT1%? om, telkens, een dubbel getal over teier£ll |
||||||||||||||||||||||||||||
in Liefde bloeïjende , gemaakt. Van dit
Blazoen , en van het Blazoen der Kamer Uit levender jonfl zyn nog gefchilderde af- beeldingen in wezen. De Raad, Claas of Nkolaas van Kampen,
die ook Regent van 't Weeshuis, en niet onbedreeven in de Bouwkunde was, hadt het opzigt over het bouwen. Het Tooneel, welk onbeweeglyk,en met fraai beeldwerk, en, onder anderen, met een gelauwerd beeld van Prinfe Fredrik Henrik (z), verfierd was, ftondt toen in 't zuiden van't gebouw, waar nu de veertien ftuivers plaats is. De koften der herbouwinge beliepen, in alles, negen en twintig duizend een honderd drie guldens en eenige ftuivers (£), De Godshuizen had- den , te vooren, eenigen der naafte huizen en erven, by 't voorig erf, aangekogt, ge- fyk, ook in kater' tyd, gefchied is. Immers zy bezitten nog, in gemeenfchap, een huis op de Prinfengraft, agter den Schouwburg. Terwyl de Academie herbouwd werdt , fpeelde men op de Schermfchool, welke toen ook boven de kleine Vleefchhal gehouden werdt, en vind ik, dat aldaar, op den ze- ventienden September des jaars 1637, B r e- d e r o d e s Moortje vertoond is. De Academie, die nu den naam van
Schowwburg kreeg, werdt, op den derden Ja- nuary des jaars 1638(0, ingewyd, meteen nieuw Treurfpel van den Digter Joost van Vondel, Gysbrecht van Aemfiel ge- naamd (?/z). Schout, Burgemeeileren, Sche- penen en Raaden vereerden 't Schouwfpel met hunne tegenwoordigheid. Maar in 't jaar 1664, werdt het gantfche gebouw we- derom gefloopt, en aan den niéuwen Schouw- burg , die nog (laat, op den vier en twintig- tigften Maart des gemelden jaars, de eerfte fteen gelegd, door de Digteres Maria Vos, Dogter van den bekenden Digter Jan Vos (n). Het Tooneel werdt, federt, beweeglyk gemaakt, naar de Italiaanfche wyze, zynde, zo men meent, van het oud Tooneel, al- leenlyk de beelden van Melpomene en Tha- lie, die den voorgrond, ter weder^yde, ver- fieren, nog overgebleeven. Doch deeze ver- andering , die zes en dertig duizend, zes honderd drie en zeftig guldens agttien ftui- vers en agt penningen gekoft hadt (0), werdt, by fommigen, voor eene verflimmering van 't gebouw aangezien (p). In laater' tyd, en |
||||||||||||||||||||||||||||
Schouw-
burg. |
||||||||||||||||||||||||||||
De Aca-
demie wórdt, tot een Schouw- burg, her- bouwd. |
||||||||||||||||||||||||||||
Inwy-
ding. |
||||||||||||||||||||||||||||
Herbou-
wing. |
||||||||||||||||||||||||||||
(i) Zie Vondels Poé'zye, I. Deel, hl. ?;o.
" ({) Recueil der Documenten van het Weeshuis, f. 14«. (!) Recueil der Documenten van het Weeshuis, ƒ. 167.
(m) VondRLS Leeven, bl. 40.
(;i) Zic]to& Vos Gedichten II. Deel, hl. ji«. enC. IiEU-
öeker Aam. op C. Bruins Zoelen, hl. 133. (o) Recueil der Documenten van het Weeshuis, ƒ. 148.
(p) A. Pels Gebr. enmisbr. des Tooneel s,£/. 15.
|
||||||||||||||||||||||||||||
(q) Groot-Memor, N. v. f. gj. . f tÄ7
|
l6ii
|
|||||||||||||||||||||||||||
(r) Recueil derDocnm. van het Weeshuis-/• ,0/>
|
||||||||||||||||||||||||||||
(') A. PELS Horatius Dichtkunft, w- *»; ,.
f,\ A. FELS Gebr. en misbr. des Toonce.s |
||||||||||||||||||||||||||||
}<>•
|
||||||||||||||||||||||||||||
V.Boek. GEBOUWEN,totNUTT.OEFENINGEN GESCHIKT. 399
|
||||||||||||||||||
gelyk beladende, dat drie Regenten van ie- Scr.ouw-
der Godshuis, nevens de zes Regenten van burg. den Schouwburg, jaarlyks, het dubbel ge- tal zouden benoemen, waaruit Burgemeefte- ren de plaatfen der afgaande Regenten van denSchouwburg vervullen zouden(y). Doch't verveelde deezen haaft, dat zy meer afhingen van de Regenten der Godshuizen, dan voor- heen. Zy ftonden dan af van hunnen dienft. Die der Godshuizen namen't beftier wederom op zig,en verhuurden den Schouwburg, in 't jaar 1681, aan Dr. Lodewyk Meyer, Joan Fluymer en Pieter de la Croix, voor den tyd van drie jaaren, die, naderhand, nog met drie jaaren vermeerderd werden, tegen twin- tig duizend guldens, in 't jaar. Doch de huurders fchynen luttel voordeels gehad te hebben van hunne onderneeming. Immers, in 't jaar 1687, werdt de Schouwburg, voor nog drie jaaren, tegen zeventien duizend guldens's jaars, verhuurd aan Jan Koener- dingh en David Lingelbagh, die hunne reke- ning zo kwalyk gemaakt hadden, dat zy, reeds in 't jaar 1688, verzogten, van de huur ontflaagen te wtorden , en negen honderd guldens , tot fchade-betering , verwierven (z). Ook hadden deeze huurders even wei- nig , of nog minder genoegen gegeven aan 't gemeen, dan de voorige Regenten (a). De Regenten der Godshuizen hielden, eindelyk, 't bewind, geheellyk, aan zig. Zy werden 'er, in 't jaar 1699, in beveftigd, by den Oud-Raad van Burgemeefteren, die ver- ftondt, dat zy , voortaan, gelyk zy reeds gedaan hadden, altoos, twee Adfiflenten of Directeurs tot zig neemen moeften, om hun, in 't oordeelen over de fpelen, en in 't be- ftier van 't gantfche werk, behulpzaam te zyn (b): na welken tyd , de Schouwburg, tot heden toe, onder 't bewind der Regen- ten van de Godshuizen, geftaan heeft, en op eenen genoegzaam eenpaarigen voet ,' beftierd geworden is. Burgemeefteren en 't Geregt hebben, van Keuren /
tyd tot tyd, verfcheiden' Reglementen en omtrent Keuren gemaakt, den Schouwburg betref- ^e" fende. In den zelven, mag geenerlei bald- burg.UW' daadigheid gepleegd worden. De Hoofd- officier is gemagtigd , om twee van zyne dienaars, op de fpeeldagen , te houden in den Schouwburg, om, op de klagte der Re- genten , de balddaadigen daaruit te leiden, of zelfs
|
||||||||||||||||||
j^odw- ren aan 'Burgemeefteren, om uit dezelven
"&ü- twee nieuwen te verkiezen, 't Voordeel, welk de Schouwburg gaf, zou egter, gelyk van ouds, voor twee. derde, door het Wees- huis, en voor een derde, door het Oude- Mannen-Huis, genooten worden. De zes Regenten, die, voor 't eerfl, op deeze wy- ze, werden aangefteld, waren Petrus Fran- cius, ProfefTor in de Welfpreekendheid, Dr. Lodewyk Meyer, Mr. Jndries Pels, Advokaat, Jacob Matham, T>'. Jan Bouwmeefier en To- lias van Domfelaer (u). Doch deeze fchik- king duurde niet lang. De Regenten der Godshuizen waren te onvrede over de Re- genten van den Schouwburg, die zig, huns oordeels, te veel gezags aanmaatigden. In 't begin des jaars 1679, werdt 'er egter, met goedkeuring van Burgemeefteren, een& o- Vereenkomft getroffen tufTchen beide, waar- by, onder anderen, bepaald werdt, dat de Ontvangers der penningen, door de Regen- ten van den Schouwburg, en de Ontvangers der Loodjes, op welken men, op de byzon- dere plaatfen, toegelaaten werdt, door de Regenten der Godshuizen, zouden worden aangefteld; en dat de Regenten der Gods- huizen zo dikwils in den Schouwburg zou- den mogen komen, als zy goedvonden (©). OndertuiTchen, werdt, ook onder 't gemeen, geklaagd over de Regenten van den Schouw- burg. Vooral, werdt aangemerkt, dat zy, te zeer gefteld op het invoeren van fpelen, waarin, de regels der Tooneelpoëzye, naar behooren, waren waargenomen, en op de taal- en digtkunft en goede zeden gelet was, het volk, niet gevat op zulke kiefchheden, uit den Schouwburg hielden, en de Gods- huizen benadeelden. Doch Pels, een dier Regenten, beweert (ia), dat 'er, federt dat de Schouwburg, laatftelyk, ontilooten was, jaarlyks , vierduizend guldens meer waren overgewonnen, dan voor het fluiten, onder het beftier der voorige Hoofden: 't welk, na genoeg, overeenkomt, met eene Memo- rie van dien tyd, die ik gezien heb, en die, in 't Oude-Mannen-Huis, bewaard wordt. Voorts, wyft hy aan, dat fraaije Hukken zo veel en meer toeloops hadden, dan vodden (x). Nogtans, hieldt deeze Regeering niet lang ftand._ De Regenten der Godshuizen klaagden, in 't jaar 1680, over 't nadeel, welk de armen leeden, by de tegenwoordige be- ftieringe: waarop Burgemeefteren hun het hewind over de ontvangft en uitgaaven van den Schouwburg wederom opdroegen, te C«) Groot-Memor. N. VI. ƒ. 2oo.
C*Ó Groot-Memor, N. VI./. ïiiverf„,
</>) Gebruik en misbruik des Tooneeb, H. *!>•
<*) w. hu ju
|
||||||||||||||||||
(y) Refol. van den Oud-Raad van Bürgern.
|
■van 11 ^4U„
|
|||||||||||||||||
1680. ƒ. 2I3 verCo
|
||||||||||||||||||
<*.) Recueil der Documenten van het Weeshuis, ƒ, ,-_
(1) Zie Nederd. Keurd. hl. </«« enz..
(»J Refol. van den Oud-Raäd van Burpemeeft. 2i «ai/y
I6S9. f. s. . J
|
||||||||||||||||||
Ee
|
||||||||||||||||||
e 2
|
||||||||||||||||||
4oo AMSTERDAMS III. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||
gCHOUW. zelfs aan 't Geregt aan te brengen. De Ac- fchool, vertoond werdt (z), uit de Stad scho"*'
burc. teurs en Aärices zyn verpligt, te voldoen geweerd (£). Doch, in deeze eeuwe, heeft jju&g. aan de verbindteniffen, die zy, met de Re- men, voor eenen korten tyd, Franfche Too- genten , hebben aangegaan. Niemant, met neelfpeelers, en ook, nu en dan, eene Ita- naamegeenePoëeten, mogen famenfpannen, liaanfche Opera, op den Schouwburg, ge- ten nadeele van den Schouwburg (c).Die voor doogd. Poëet by de Regenten erkend is, heeft, voor De S c h o u w b ur g , op dat wy, einde- Befcfjj'
den tyd van eenjaar en zes weeken, fchoon lyk, tot de befchryving van 't gebouw zelf yingf3 't, doorgaands, langer toegelaaten wordt, komen, is, naar de enge plaats, waarin de- 'ïfü$& vryen toegang tot den Schouwburg, en hem zelve gefügt werdt, een treffelyk gevaarte. Scno^' worden, wanneer zyn fpel vertoond wordt, Pels getuigt 'er van(/),dat de Bouwmees- hui- zes Loodjes ter hand gefield, mids het een ter, Nicolaas van Kampen, voorfpel van vyf bedry ven zy. Van een na- , of klugtfpel krygt de Poëet niet meer dan -j- ... ,. , Werk>
drie Loodjes, anders,mag, in 't algemeen ScHm^km van omtrek, groot, en *>yd, gelyh
gefproken, niemant in den Schouwburg wor- n,„ " ör ', , r,.~mi+j „„ , den ingelaaten, dan die het geld, daartoe D^ßhnen; en t gemak zo met de welßand
gefield, ten volle, betaald heeft.Doch men „ „ J> f' r. a v „
kan zig, voor agt Dukaaten, of twee en Dat dit gebouw, verfierd met zulk een pracht,
veertig guldens, in t iaar, vry-of uitkoo- „ , , , . j.' ,., a .. . „ ,
peneneer men, ten allen tyde, overal, Gelyk zo braaf een kunfi, én groot een' Stad
behalven in de Loges, plaats neemen kan, mids v efamd i a >,+ - o
de plaatfen niet befproken zyn. De toegang Een meeßfß^ ^f rekte, *« Schouwe agter het Tooneel wordt ook, doorgaands! merd £emmd' > aan niemant vergund, dan' aan zulken, die Men treedt 'er in, door eene groote hard- ?°°l*
aldaar eenigen dienft moeten doen. Bürge- fteenen poort van de Dorifche Orde, boven meefteren hebben,_al in 't jaar i6Q6,belaft, welke, deeze twee regels van Vondel, |
|||||||||||||||||||||||||||
dat men geene aanftootelyke fpelen ten Too
neele zou voeren, en dat men zig, zo veel mogelyk ware, voorzien,zou van A&eurs en Aétrices van een onbefproken leeven(d): alzo men, altoos, verftaan heeft, dat het Tooneel moeft gehouden worden binnen de |
|||||||||||||||||||||||||||
die de meefte verzen, welken , elders, in
den Schouwburg geplaatft plagten te zyn, of nog zyn, gemaakt heeft, in gulden let- ters , zyn uitgehouwen: |
|||||||||||||||||||||||||||
De weereldis een/peeltooneel,
Elk/peelt zyn rol,en krygt zyndeeh |
|||||||||||||||||||||||||||
paaien van een nut,cerlyk envermaakelyktyd-
|
|||||||||||||||||||||||||||
ver dr\'f (e). By eene Keure van den zeven en T j . j , , n
twintigtien January desjaars 1757, is belaft, ? de, P00"' 1S noordwaards, het Comptoir,
dat de Speelers en Speelfters zig behoorlyk daaTr t geld voor den ingang ontvangen, en
omtrent de Regenten zullen hebben te ge- de Lo°dJes mxgedeeld worden. Boven de
draagen, onder bedreiging van zes weefen P°°? ftaan' buitenvvaards, twee lantaarens,
te water en te brood gezet te zullen worden, en, bmnenwaards de borftbeelden van if
zo zy, zonder fchriftelyk verlof der Regen- ]
ten, hunnen dienft, buitens tyds , verlaa- ten (ƒ). In Juny des jaars 1683, lieten Bur- |
|||||||||||||||||||||||||||
geméefteren toe, dat'eene bende Franfche ?e vierkante Plaats door eene andere Poort,
Tooneelfpeelers, eene maand agtereen, op 9 een rum} Po0rCaal' daar zuidwaardsde in- F" den Schouwburg fpeelde fe). Doch federt San§ naar de £oonu* van de,n Sïïein, ? werdt beflooten, geene vreemde Tooneel- f1 een vertrekje, waar men de Haatfen be- |
|||||||||||||||||||||||||||
fpeelers, op den Schouwburg, noch elders in
de Stad, meer toe te laaten (£). In't jaar 1682, hadt men eene Italiaanfche Opera, die, onder't opzigt van eenen Theodor o Stry- ker, met kenniffe en bewilliging van de Re- genten der Godshuizen, op de Scherm- |
fpreekt. De frontefpies deezer tweede poor-
te ruft op twee kolommen, boven welker kapiteelen , ook twee lantaarens geplaatft zyn. De wooning van den Kaftelein beftaat, uit verfcheiden' zeer goede en wel gefchik- te vertrekken. In het Poortaal voor dezel- |
||||||||||||||||||||||||||
ve, hangen drie Gedigten: een van Von-
del, luidende: Geen
|
|||||||||||||||||||||||||||
fc) Hand», hl. 178.
Cd) Handv. hl. 9+7-
Ce) Groot-Memor. iV. VIII. ƒ. lio vtrjt.
Cf) Keurb. T. ƒ. 227.
(i) Groot Memor. .N. VII. ƒ. 8».
(h) Refol. vun dsn Otid-Raad var» Bürgern, z Sept. i«83
ƒ• 13!« |
|||||||||||||||||||||||||||
(i) Contra* i» Regenten met Mr.iWod«o Snyk«, **»
27 Ottob. I«7»-
(k) Groot Memor. N. Vit. ƒ. *!■ , ., ,,.
(Ij Gebruik en misbruik des To°«eels» "• !*' |
|||||||||||||||||||||||||||
V
|
|||||||||||
V.Boek. GEBOUWEN,totNUTT. OEFENINGEN GESCHIKT. 401
|
|||||||||||
Sc:
|
|||||||||||
ook niet meer. De vertrekken der twee Schouwe
verdiepingen boven deeze Kamer zyn, ten BÜRG- deele, tot gebruik voor de Regenten, ten deele, tot gebruik van den Kaftelein gefchikt. Wyders, treedt men, uitliet rneergemel- Schouw-
de Poortaal, regt uit, en opwaards, naarde plaats. Schouwplaats: te weeten, ten zuiden, naar de Staanplaats, ten noorden, naar den Bak, ten wellen of in 't midden, naar de Loges, of Huisjes, gelykze Pels noemt (m), en naar de verdere zitplaatfen. De grond der Schouwplaatfe, die 't ooftelyk gedeelte van 't gebouw beflaat, maakt een fraai gefchikt halfrond, en loopt, beneden,langzaam hel- lende , af, tot voor 't Tooneel; zo dat 4e agterften, die op de Staanplaats ftaaa, of in den Bak zitten, bekwaamlyk, over de voor- ften heenen können zien. De Bak f van welken de Staanplaats, door een houten af- fchutfel, met yzeren pennen bezet, is af-, gefcheiden, heeft tien banken, en twee hal- ven , ter wederzyde van 't Orcheflre, of d& Plaats der Muzikanten, die, in een vierkant, in 't midden van den Bak, tegen 't Tooneel aan, zitten, en, behalve den Orcbefiremeefier, thans, veertien in getal zyn. In 't halfrond der Schouwplaatfe, zyn, wyders, twee ga- leryen, boven eikanderen. De benedenfte is verdeeld,in agtenkele, en twee dubbele Lo- ges, welken, uitgenomen de Regenten-Loge, welke regt op het Tooneel ziet, en de Tour- Loge., ter linkerzydevan dezelve, die de Re- genten, by beurten, begeeven»doorgaands, verhuurd zyn; en in de zogenaamde veertien ftuivers-Plaats, in 't zuiden, die ook, nu en dan, wordt verhuurd, en drie agter ei- kanderen oploopende banken heeft. De Re- genten hebben, uit hunne Kamer, een' be- kwaamen toegang naar hunne Loge; en ook, door een langen gang, die, van agteren, langs de veertien ftuivers-Plaats omloopt, met een neergaande trap, naar agter het Tooneel. In deezen gang, zyn eenige kas- fentot berging van Speelgereedfchap: enee- nige mindere Speelers zyn gewoon, zig hier te kleeden. Boven den langen gang, is nog een gang of gaandery tot berging én bewaaring der Tooneelkleederen gefchikt. De tweede gale- ry, of zogenaamde tien-ftuivers-Plaats, is aan alle zyden van het halfrond bezet, in 't mid- den met vyf, en ter wederzyde met drie banken agter eikanderen, die, tot aan de zoldering toe, oploopen. De Schouwplaats is, beneden, langs de wanden, zeer net be- fchooten : de zoldering, fierlyk, geplatfon- neer d; en langs de Loges en veertien ftuivers- Plaats , (m) Hotatius Dichtktmft, */• *••
Eee 3
|
|||||||||||
Geen kint den Schouburgb laßig zy,
Tabakpyp, bierkan, fnoepery, Nogh geenerlei baldadigheit. Wie anders doet, wort uit gekit. Een van Jan Vos:
De Godsdienfl roept de ziel; betlyfdezorgb
voor 't leven.
Elk beeft haar eygentyd: wee die hier tegen fireven.
Wie tyd in tyden vint, wort geen Toneel ontzeyt.
Zoo leert men door het fpel, noch deugd in ledigheyd.
En nog een van Vondel:
Tooneelfpel quam in 't licht tot leerzaem tijt-
verdryf.
Het wyh geen ander fpel, noch koningklyke vonden.
Het bootfl de weerelt na: het kittelt ziel en h/f:
Het prikkehze tot vreught, of flaet ons zoete wonden:
Het toont, in 't klein begryp, al 's menfchen ydelheit,
Daar Demokryt om lacht, en Heraklyt om fchreit.
Dit laatfte is, zo my berigt wordt, door den
Vermaarden Tooneelfpeeler, Thomas van Malfem, die, in 't jaar i7i9,overleedenis, ïïiet het penfeel en zyne linkerhand, die hy alleen gebruiken kon, konftiglyk,gefchree- ven. Aan de zuidzyde van 't Poortaal, is ook
een ruime opgang naar de Kamer der Re- genten, die, in 't jaar 1765, merkelyk, ver- beterd en vergroot is. Zy is, zo wel als twee verdiepingen boven dezelve , voorwaards, &aar de Plaats toe, over welke zy, met drie jichten, uitziet, uitgetimmerd; rondsom met kafTen voorzien, en fierlyk befchooten, of gelambrifeerd: en van boven, koepelswyze, j>epleiflerd. De fchoorfteenmantel is, ge- heel naar de hedendaagfche wyze , opge- bouwd en verfierd: en by deeze vernieu- wing, zyn deregels van Vondel; Gelukkig is het Land,
Daer 't kint zyn moer verbrant,
die, voormaals, voor den fchoorfteen plag-
Jen te ftaan, weggeraakt. De oude af beeid- ete van Herakliet, Dernokriet, Apollo , Werkuur en andere oude Godheden , die Van de Kamer in Liefde bloeijende her- Komftig, en hier geplaatft waren, zyn 'er |
|||||||||||
8*
|
|||||||||||
AMSTERDAMS 'III. Deel.
|
||||||||
4© 2.
|
||||||||
van ter. zyde en van agteren, veranderd kan Schoü
worden van gedaante. De voornaamfte by*BÜB zondere tooneelen zyn de negen of tien vol ■ gende. De Oude Hofgaandery, verfierd met Oude deuren ter wederzyde, en met oude Goden- &°°t beelden, is, naar den trant van Le Potre, door den beroemden Laireffe, gefchilderd. Zy beftaat , uit vier fchuins ftaande fcher- men , aan elke zyde, en een' fchutfcherm, het einde der gaanderye vertoonende. Agter den derden zydfcherm, wordt, fomtyds, een fchutfcherm geplaatft, om een korter en ge- flooten vertrek te verbeelden. Men heeft ook een' troon, zo men meent, van dezelf- de hand, die, in dit vertrek, geplaatft kan worden. Ook ftelt men 'er, aan den twee- den fcherm, eene Alcove , den Troon van Pels genaamd, en gefchikt, om een Vor- ftelyk flaapvertrek, of Tent te verbeel- den. De nieuwe Hofzaal, door den konft-jjie^j, ryken Cornelis Troofi, gefchilderd , beftaat, 0°'z insgelyks, uit vier fchermen aan elke zyde, en uit twee fchutfchermen of agterftukken, een met eene poort van de Korinthifche or- de, en een met een' Troon. Alles is, met zinnebeelden , verfierd. Men kan deeze Zaal, pok, by den derden fcherm,affluiten, door een fchutdoek , waarop een fraaije fchoorfteen gefchilderd is; en de zydfcher- men , met groen gefchilderde paneelen, be- hangen ; wanneer zy eene zwierige heden- ^ daagfche Kamer vertoont. De Konftfchilder jjijji, Jacobus Buys heeft, onlangs , onder 't op-0° zigt van voornaame Konftkenners , eene Hofzaal gefchilderd, die, uit vier fchermen aan elke zyde, en verfcheiden' fchutfcher- men , beftaat. De Zaal is, naar de Korin- thifche orde, in den pragtigften fmaak der Ouden, opgebouwd, en, met Godenbeelden en anderen, verfierd. In 't midden der Zaa- le , vertoonen zig, ter wederzyde , twee dwarsgaanderyen, de eerfte, voor den derden, en de tweede agter den vierden fcherm , waarvan nog nimmer voorbeeld op het Tooneel gezien is. De wanden zyn van teder geel, gefleepen Oofterfch marmer; de fchagten der kolommen en de kroon- en andere lyften van rood met wit gevlakt, en de kapiteelenen bazementen der kolommen, en de friezen en poften der deuren, van wit , marmer. De Italiaanfche Straat heeft ,^aan m elke zyde, vier fchermen, die, met deitige ^ huizen, befchilderd zyn. Op den fchutfcherm, wordt eene grootfche marktplaats en pragtig . gebouw vertoond. Het Bofib beftaat uit B<> zeven fchermen aan elke zyde,die"iet1^1 gegroeid geboomte zvn befchilderd. Men gebruikt 'ir,naar deneifch der Tooneelfpe- len, drie onderfcheiden fchutfchermen^ |
||||||||
Schouw- Plaats, hangen Spiegel- en Armblaakers,
burg. waarop kaarfen ontfteken worden. Tooneel. Het Tooneel, welk de weftzyde van 't ge- ' bouw beflaat,is vyfvoet en twee duimver- heeven boven de grondvlakte van den Bak. Op den voorgrond van het zelve, ilaan, aan elke zyde, twee fierlyke Korinthifche Kolommen, van agteren met Pilafters gedekt, en {trekkende tot onderfteuning van eenen fraaijen boog, die den voorgrond van het Tooneel overwelft. TufTchen de kolommen, ftaan de beelden van Melpomene en Tha- lia , van welken het eerfte inzonderheid uit- munt , in fraaiheid. Alles is van hout; doeh de kolommen, met derzelver Pilafters , de kroonlyft, de boogen, de voetftukken der beelden zyn, als fterk gevlakt rood marmer, en de Bazementen, Kapiteelen en Beelden, als wit marmer, gefchilderd. Het Tooneel wordt, van vooren, agter den boog en de kolommen, gedooten door een gordyn,be- fchilderd, met het blazoen der vereenigde Oude Kamer en Nederduitfche Academie, zynde een' Byenkorf, omvlogten, meteen' bloeij enden Egelantier ; en met de zinne- beeldige tekens van den Koophandel en Zeevaart. Boven den Byenkorf, ftaat het woord Yver: en onder den zelven, twee regels van Vondel: De Byen florten hier het eêlfle dat ze lezen,
Om d'ouden flok te voên, en d ouderlooze •weezen. Voor 't gordyn, hangen vyf kroonen, op
ieder van welken, twaalf kaarfen ontfteken worden. Zy können, door middel van een evenwigt, zeer gemakkelyk, opgehaald, en Eyzon. nedergelaaten worden. Het Tooneel zelf is dere foor-verfierd met veelerlei foorten van zyd- en ^£ovan. fchutfchermen, die, grootendeels, zo fraai fcher"ee en konftig, naar de befte regels der Door- men. zigtkunde , befchilderd zyn , dat het Am- fterdamfch Tooneel, in dit opzigt, geoor- deeld wordt , de voornaamfte fchouwtoo- neelen van Europa te overtreffen. De vier voorfte zydfchermen ftaan fchuin, en in on- gelyke hoeken: de drie agterflen ftaan regt. Zy können allen, zeer gemakkelyk, bewoo- gen worden, loopende eiken zydfcherm op twee rollen, en de voorften, als de zwaar- ften, in koperen uitgehoolde groeven, ga- leijen genaamd. De fchutfchermen, die het Tooneel, van agteren, fluiten, endeLugt- doeken, aan 't gewelf van boven, hangen allen in evenwigt. De werktuigen, doormid- del van welken, de fchermen bewoogen wor- den , zyn, onlangs, merkelyk verbeterd, der- wyze, dat het Tooneel nu, in een oogenblik, |
||||||||
V. Boek. GEBOUWEN, tot NUTT. OEFENINGEN GESCHIKT. 403
- Het is, door Andries van der Groen, gefchil- gern De Zee, die zeef konftig gemaakt is, Schouw-
derd, en gevolgd naar een ander, welk, zo en zig, op eenen afftand, vertoont, als met ^rg. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
s,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
my berigt is, keurlyk, door Chrifloffel Lu
teniet ski, gedaan was, en waarvan nog en- |
zagtelyk bruifchende golven af- en aan-
vloeijende , mag wel, onder de aartigfte |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kele fchermen overgebleeven zyn. By het Konftwerken van het Amfterdamfch Too-
Bofch wordt, fomtyds, aan 't einde van het neel, geteld worden. De andere gereed- Tooneel, een berg vertoond, die zeer fier- fchappen en huisraad, tot het Tooneel ver- lyk ftaat. Het Zonnehof, uit zeven fcher- eifcht, zyn te verfcheiden en te menigvul- men aan elke zyde, en een' fchutfcherm be- dig, om byzonderlyk te können worden op- ftaande, is, voor het grootfle gedeelte, door genoemd. In veelerlei foorten van koflbaare Kleede- den vermaarden Jacob de Wit, met wolken en min koftbaare Kleederen, munt het Am- rcm |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
k?e-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en andere lieraaden van den Sterrenhemel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fterdamfch Tooneel, ongemeen j uit. Men
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uitmuntend fraai, gefchilderd
|
Men bedient kan 'er allerlei Standen, Landaart, zeden en
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'er zig van, in Vondels Faëton, en in gebruik, nieuw en oud, door gepafte klee-
eenige andere Tooneelftukken. De Tuin deren, uitbeelden, en de Regenten fpaaren, beftaat ook uit zeven fchermen aan elke zy- federt veele jaaren, geene koften; om, in de, en twee fchutfehermen, naar vereifch ditopzigt, te voldoen aan den eifch derby- der byzondere Spelen. De burgerlyke of ge- zondere Tooneelfpelen. meene buurt, uit twee fchermen aan elkezy- Agter, ter wederzyde van, en boven het vertrek-
de en een' fchutfeherm beftaande, is natuur- Tooneel, en boven de Schouwplaats, zyn een ken erT lyk en fraai gefchilderd. De oudenoetfihe of groot getal van vertrekken en zolders, ten zolders, burgerlyke Kamer is , meent men , door de dienfte van den Schouwburg, en tot gebruik ^ff'ter LaireJJe , gefchilderd, en altoos voor eene der Tooneelfpeeleren. Ten noorden van het de valfen der fraaifte vertooningen van den Schouw- Tooneel, is eene ruime Bergplaats shet Pak- boven burg gehouden. Men heeft de wanden der- huis genaamd, die ook, gedeeltelyk, tot eene hetTo°- zelve, voor eenige jaaren, overgewit, en 'er Timmerloots gebruikt wordt; Ten weiten 1 : e?
.' , ° J , .' P ', .,° 1 . VH.JXUI koven de eenige andere veranderingen in gemaakt, en ten zuiden, zyn, agter en bezyden het Schouw-
De hedendaagfihe Kamer beftaat., uit een of Tooneel, een goed getal van Kleedkamer- plaats. twee fchutdoeken, en twee zydfehermen, tjes gebouwd, daar de voornaamfteSpeelers van gewoonlyk Kamerbehangfel gemaakt, en Speelfters zig, vrouwen en mannen af- De deuren eri venfters in 't vertrek zyn* 2onderlyk, Meeden. Ook zyn 'er, in't zui- door Trooßi gefchilderd. Wy fpreeken niet den, boven, twee ingedoken vertrekken, Van de Poè'étifihe Hel, die egter, van fom- daar de Danfers en DanferelTen zig kleeden. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
V
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
%
|
<*.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
qetu
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
%
|
5r,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
migen, geroemd wordt: ook niet van de
Kapel, die, met weinige verandering, tot een' Kerker wordt gemaakt, noch van eeni- |
Boven het Tooneel, waar, voormaals, maar
eene groote zolder was, in afgefchooten ver- trekken verdeeld, zyn, in 't jaar 1765,nog |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ge andere fchermen, die, nu en dan, wor- twee zolders boven dezelve gebouwd , die
den gebruikt; alzo dezelven van te weinig ook, in byzondere vertrekken, verdeeld zyn. belang zyn, om byzonderlyk opgenoemd te Boven de Schouwplaats, zyn ook drie ver- worden, diepingen, boven eikanderen. Op de be- Men heeft, tot uitvoering van eenige T00- nedenfte , heeft men eene Schilderzolder., neelftukken , ook verfcheidenerlei Konft- daarde tooneelen en't gene'er meer noo- werktuigen noodig, waarvan de Schouwburg dig is gefchilderd worden. Wyders dienen rykelyk voorzien is. In den vloer van het deeze meefte zolders tot berging van den Tooneel, zyn een groot, en zes kleine Zink- menigvuldigen huisraad en deverfcheide- luiken, door welken, men Perfoonen, tafels nerlei noodwendigheden, die, in zeer vee- en andere dingen kan doen opkomen, en Ie Tooneelfpelen, te paffe komen, nederdaalen. Voorts, zyn 'er twee Wolken,, De beftiering van den Schouwburg ftaat, Beflié- eene groote en eene kleine, die, door mid- federt het einde der voorgaande eeuwe, aan rins van del van evenwigten, nedergelaaten en opge- de Regenten van het Wees- en Oude-Man- schouw haald worden, en zig, zeer natuurlyk,ope- nen-Huis, die, gewoonlyk, op alle de Speel- burg, üen en fluiten. Zy zyn fraai befchilderd, en dagen, op de Regenten - Kamer , in den door de dienen, om Goden, Engelen of andere Per- Schouwburg, byeenkomen, en op het naar- Regen- f°onaadjen, van boven naar beneden , of komen der Keuren, omtrent het fpeelen ge- he"t$ca ^n beneden naar boven te voeren. Men maakt, en op het bewaaren der goede or- en Oude/ heeft ook verfcheidenerlei flag van Vlieg- de in de Schouwplaatfe agtgeeven. Ook on- Mannen- Wrken, dienende om perfoonen, gedrogten, derzoeken zy de fpelen, die hun, door de Huis* wagens en andere dingen, over het Tooneel, Tooneelfpeldigters, worden aangebooden , en opwaardsennederwaards, tedoenbewee- eer dezelven ten tooneele worden gevoerd. Zy
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ni
t >or
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
HL Deel;
|
|||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
404
|
|||||||||||
fchiede. Wyders, verhuurt hy de Plaatfen, Schoo*
die, voor de Speeltyden , befproken wor- burg. den; hy doet de Schouwplaats, het Too- neel, de Regenten - Kamer , en de andere vertrekken van den Schouwburg fchoon hou- den , en geeft agt op het vuur en licht, welk* onder 't fpeelen, of by andere gelegenhe- den , gebruikt wordt. Hy heeft het oog over de Timmerluiden en andere arbeiders aan den Schouwburg, en houdt boek van derzelver verdiende loonen. Voor deezen dienft is hem, boven vrye wooning in den Schouwburg, ook'vuur, licht en andere voordeden toegelegd. j. De Tooneelmeefler , ook , gemeenlyk of f «C,
altoos, een Aóteur, bezorgt , tegen eiken mee' Speekyd , dat de kleederen en de andere vereifchte toeftel in gereedheid zyn. Hy draagt ook zorg, dat de Speelers en Speel- fters het Reglement, door de Regenten $ voor hun gemaakt, naarkomen, en houdt aantekening van de boeten, op het overtree- den van het zelve vallende. Hy deelt, op laft der Regenten, de rollen uit, en geeft, aan de Speelers en Speelfters, bytyds,ken- nis van 't gene 'er vertoond zal worden, op dat zy zig daartoe zouden können bereiden. Voorts, bezorgt hy de kleederen, toonee- len, konftwerken en allen anderen toeftel, die tot elk fpel vereifcht worden. Zyn werk is ook, na 't afloopen van het eerfle fpel, aaii te kondigen, wat 'er, ten volgenden Speel- dage, vertoond zal worden. De Baletmeefier ontwerpt en regelt, op j3al2L,
gelyke wyze, de Baletten en Danfen. Ook mee bedient men zig van hem, om de aankomen- de Speelers en Speelfters eene goede hou- ding te leeren. Beide genietenze, voor hun- nen dienft, eene jaarlykfche wedde. J- De Orchefiremecfier,aan wien, insge'ylcs' 0^-
eene jaarlykfche wedde toegelegd i«» n^e" [gf, het opzigt over de Muzikanten van "en Schouwburg, en fchikt en verdeed de "-fa" zykftukken. ,m Wyders, is 'er een Opzigter over de klee- on-
deren der Mannen, die de vereifchte kleede- e? $ ren aan de mannen uitdeelt, en zorgdraagt, ^V* dat dezelven, na 't fpeelen, behoorlyk,ge- i\z$' veegd en geborgen worden. Van gelyken, ^^ is 'er eene Opzigtfier over de kleederen der JW'^v vrouwen. De Schouwburg heeft twee Per- defl, foonen in geduurigsn dienft , die de man- nen helpen kleeden- Vier Kleedfiers bewy- zen den zelfden dienft aan de vrouwen. Voormaals, plagt men eenen Meefter Klee - renmaaker in den Schouwburg & n^ben> die de nieuwe kleederen maakte, .uocn* tegenwoordig , worden zy , buitens huis, gemaakt. Nog is 'er een Barbier, om de t> o. Spee« |
|||||||||||
Schouw- Zy hebben 0£troi, om, met uitfluiting van
burg. alle anderen , de goedgekeurde Tooneel- fpelen te doen drukken; doch Haan het regt daar toe , voor ieder Spel , af aan eenen Drukker naar hun welgevallen, met wien zy, deswege, vooraf, eene overeenkomft aangaan. Men heeft den tegenwoordigen Drukker vergund, de Tooneelfpelen, die, op de fpeeldagen, in den Schouwburg, be- geerd worden, door iemant, voor zyne re- kening, aldaar, te laaten verkoopen. Hy drukt ook de Biljetten, waarby bekend ge- maakt wordt, wat men fpeelen zal. Zy wor- den , aan de twee Godshuizen, aan 't Stadhuis, aan de Beurs, aan de Koorenmarkt, aan de Hoofdpoorten der Stad, en, op verfcheiden' andere Plaatfen, aangeplakt, waartoe de Re- genten twee Aanplakkers hebben aangefleld. De Regenten verkiezen, wyders, de Speelers en Speelfters, Danfers, Danfereffen , Mu- zikanten , Zangers en Zangereflen: elk be- loonende , naar zyne of haare bekwaam- heid , en naar den dienft, dien 'er de Schouw- burg van trekt. Men beloont hen, ge- meenlyk , by ieder Spel, verbindende de Regenten zig, dat 'er ten minde negentig Spelen, in ieder Saizoen, welk in 't eerft van Auguftus begint, en in 't eerft van May eindigt, zullen vertoond worden. De Re- genten ftellen twee Adfißenten aan, die, voor- maals, ook Directeurs en toeziende Regen- ten plagten genoemd te worden. De Kas- telein , de Tooneelmeefter, de Baletmees- ter, de Orcheftremeefter, en alle de mindere bedienden van den Schouwburg worden ook, door de Regenten, aangefleld. Doch, onder de Regenten der twee Godshuizen, is het werk van den Schouwburg, gemeenlyk,in zulker voege verdeeld, dat twee Regenten van het Weeshuis en een Regent van het Oude - Mannen - Huis , tot Bouwmeefters, gefield zyn , en twee '^Regenten van het Weeshuis, en een van het Oude - Mannen- Huis het opzigt hebben over het Tooneel, en het gene , daartoe , byzonderlyk , be- hoort. Adfiften- De Adfißenten zyn, voor't eerfl:, in 't ten. jaar 1699 , op laft van Burgemeefteren, aan- gefleld , om de Regenten, in 't oordeelen over de Spelen, en in 't gantfche beflier der Schouwburg, behulpzaam te zyn. Zy ge- nieten ieder , tegenwoordig , eene wedde van vyf honderd guldens, in 't jaar. Kafte- De Kafielein van den Schouwburg, waar- lein. toe, reeds meer dan eens, een der bekwaam-
fle Acteuren of Speeleren verkooren is , neemt de Kamer der Regenten waar, wan- neer dezelven vergaderd zyn, of draagt zorg, dat zulks, door iemant, in zyne plaatfe, ge- |
|||||||||||
V."
|
Boek. GEBOUWEN, tot NUTT. OEFENINGEN GESCHIKT. 405
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
.ti5,J:v- Speelers te fcheeren, eer zy ten tooneele uit derzel ver naam, in den Schouwburg geno- scnovw
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
verfchynen; een Paruikenmaaker, om hunne
paruiken op te maaken en te fchikken, en een Coëffeur of Kapper der Speelfters. Tot het zetten en verzetten der Tooneelfcher- men , het fchikken der konft- en vliegwer- ken , en het maaken van vuurwerken voor het Tooneel, is een Machinifi aangefleld, die eenige Timmerluiden onder zig heeft. Men voege hierby den Soufleur of Boek- houder, die, van ter zyde het Tooneel,den Speeleren en Speelfteren, wanneer zy meer of min haperen, hunne rollen herinnert. Wy fpreeken niet van den Kaarfenfnuiter en van eenige andere mindere Bedienden van den Schouwburg;. Tot den ontvangft van 't gene , voor
den ingang in den Schouwburg, betaald wordt, en tot het uitgeeven der vereifchte Loodjes, zyn twee Ontvangers gefield, en negen Perfoonen zyn , in de voorpoorte , aan den Bak , en voor den opgang naar boven , verdeeld , om de Loodjes weder- om' in te vorderen, en de aanfchouwers te laaten gaan, daar zy behooren. De Lood- jes , van welken wy fpreeken , zyn van Hevig bordpapier gemaakt; aan de ééne zy- de met den Byenkorf, het Blazoen van den Schouwburg, beftempeld, en aan de ande- re , door een' der Regenten, getekend. In elk faizoen, worden zy van verwe veranderd, en fomtyds ook van gedaante. Sedert eenige jaaren, hebben de Regen-
ten den Tooneelfpeeleren verlof gegeven, om, na 't eindigen van elk faizoen, twee of drie Spelen, ten hunnen voordeele, op den Schouwburg, te vertoonen. 't Gene hiervan komt wordt onder hen verdeeld , |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
digd. Alles was , vooraf, geregeld", om burg.
het aanzienlyk gezelfchap te ontvangen, naar behooren. De koetfen werden, op deWes- termarkt, en van daar, langs de Keizers- en Prinfengraften, door twee Onderfchouten, in orde gefchaard. Voor, en binnen de Voorpoort des Schouwburgs, tot op en o- ver_de Plaats, ftondt een Adjudant, die vier Serjanten onder zig hadt, aan 't hoofd van vier en vyftig Soldaateft, van twee Trom- flaagers verzeld. De Schout en regeerende Burgemeefteren, treedende door een dubbel gelid Soldaaten, die 't geweer prefenteerden, terwyl de trom geroerd werdt; werden, pas binnen de eerfte poort, ontvangen door twee Regenten. De regeerende Schepenen, die ook door een dubbel gelid Soldaaten traden, welken 't geweer prefenteerden, doch zonder dat de trom geroerd werdt, werden aan de tweede Voorpoort ontvangen. De Oud-Bur- gemeefteren traden , door een enkel gelid Soldaaten, met het geweer by de voet; en de Oud-Schepenen en Raaden traden, alleenlyk, door de Wagt, die aan de Voorpoort ftondt; doch 't geweer prefenteerde. De Schout en regeerende Burgemeefteren werden geplaatft in den Bak, op de zevende bank, van waar men 't befte gezigt op het Tooneel heeft: de regeerende Schepenen, op de zesde,-de Oud - Burgemeefteren, op de agtfte; de Oud- Schepenen en Raaden, op de vierde, vyf- de, negende en tiende. Op de Staanplaats, van waar het Tooneel zig zeer voordeelig vertoont, waren ook banken gefield , met groen laken bekleed, op welken, de Com- miffarifTen en SecretarifTen zaten. De Re- genten der twee Godshuizen zaten, in hun- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
naar evenredigheid van elks gewoonlykdag- ne gewoonlyke Loge, en, hier en daar, in
geld, zonder in aanmerking te neemen 't ge- de anderen, waar ook hun verder genodigd |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
gezelfchap geplaatft was: de Regentenen
der Godshuizen zaten in de dubbele Loge. De twee Adfiftenten der Regenten plaats- ften zig, in de linker hoek-Loge. De Poëeten zaten op de veertien - ftuivers- Plaats. Voor de knegts, die 't gezelfchap medebragt, was de tien-ftuivers-Plaats ge- fchikt. Men fpeelde, op den gewoonlyken tyd, een Tooneelfpel van den Digter Tan de Marre, toen ook Adfiftent der Re- genten, ter deezer gelegenheid, famenge- fteld, en genaamd Eeuwgetyde van den Amfier- damfchen Schouwburg: waarna men eenTreur- fpelvan Piet er Langendyk, genaamd Julius Cezar en Cato, volgen liet. Het eerfte werdt, federt, nog zeftien maaien, in 't openbaar, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
He, aan fommigen, daarenboven, tot eene
erkentenis, toegelegd is. Somtyds, zyn de Tooneelfpeelers ook , door de Regenten, plegtiglyk onthaald, en befchonken, en, on- der anderen, ter gelegenheid der vieringe van het Eeuwgetyde der Stigtinge van den tegenwoordigen Schouwburg,met een ver- haal waarvan wy de befchryving van den Schouwburg befluiten zullen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
V
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
sis
|
Tegen den zevenden January des jaars
573B, toen 't vier dagen over de honderd |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
(|;.4 Jaaren geleeden zou zyn, dat de Schouw-
VÄ« burg was ingewyd, werden de Schout,Bur- J«hoJj fiemeefteren, Schepenen, Raaden, Commis- 5js.in"t?riflen» Penfionariflenen SecretarifTen, met |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
**
|
l?38,
|
^»zelver vrouwen, midsgaders, de Regenten
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
en Regenteffen der twee Godshuizen, de twee vertoond. Onder't ipeelen , en tuffqhen
Adfiftenten, de Poëeten, en eenig weinig an- de bedryven, werden aan 't aanzienlyk ge- aergezelfchap, ter keuze van de Regenten, zelfchap allerlei ververfchingen aangeboo- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
■II. STttk-
|
Fff
|
& jen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
III. Deel.
|
|||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||
4o6
|
|||||||||
Tsken- den. Alles liep af in de uiterfte orde. Men hebben egter eenige Konftoefenaars en Lief- Tss&?
School, muntte, federt, gedenkpenningen, ter ge- hebbers de Tekenichool, op nieuws, opge- Scho° dagteniffe van het Feeft : de Regenten regt, op de voorige Plaats, boven de Leid- onthaalden de Tooneelfpeelers, treffelyk , fche Poort, alwaar nu wederom, gelyk voor- in den Schouwburg, op het Tooneel, en maals, naar 't naakte lee ven, getekend wordt, deeden elk hunner eene vereering. Vyf 't Genootfchap deezer Konftenaaren en Lief- en twintig jaaren laater, in 't jaar 1763, hebberen heeft zelfs, onlangs, een Regle- is, doch met minder omflag en luifter, de ment voor de Directeurs of Beftierders der gedagtenis der opregtinge van den Schouw- Teken-Academie, en voer de Stellers van't burg nog eens vernieuwd, en, ter dier gele- Model of voorwerp , waarnaar getekend genheid, vertoond een ftukje van den zinne- wordt; en een ander, voor de Leden in 't lyken Digter L u c A s P a t e r , genaamd de gemeen, ontworpen; welke twee Regle- juichende Schouwburg. menten, op den twintigften December des Y jaars 1765, door Burgemeefteren, zyn goed-
■^ gekeurd, mids de Tekenfchool bleeve on-
TEKEN-SCHOOL. der 't opzigt van den Heere Burgemeefter
Jonas Witsen (p) , voornaam' kenner
Gelegen- T^e Schilder- en Tekenkonft is, te Am- en begunfliger der kpnft, die aan 't Ge- heid tot I J fterdam, in de zeftiende, en inzon- nootfehap de eer gedaan heeft, van zig, reattng derheid in de zeventiende eeuwe, fterk ge- tot Hoofd-Direfteur over het zelve, te laa- eener" oefend, zonder dat 'er eene openbaare Plaats, ten verkiezen. Teken van Stads wege, gefchikt was, om de gron- 't Vertrek, waar de Teken-Academie ge- B^'t
ScHO0LE,den deezer konften, aan jonge liefhebbers, houden wordt, en voor welk, een klein ver- vi^, te onderwyzen. Voornaame Schilders, ge- trekje voor de Directeurs en Stellers afge- ^if lyk Barend Graat en Gerard de Laireffe, hiel- fchootenis, ziet, met twee lichten , uit over g-f;^' den, alleenlyk, tot in 't laatft der voorgaan- 't Leidfche Plein. In het zelve, ftaan, ineen de, en in 't begin deezer eeuwe, byeen- halfrond,twee ryen banken boven elkande- komften aan hunne huizen, waar, onder an- ren, op welken, de Tekenaars plaats neemen. deren, naar 't naakte leeven, getekend werdt Tegen over dezelven, wordt het naakt Model (»). Doch Graat overleedt, in't jaar 1709, of Voorwerp., omtrent een voet van den enLaïrefle, in 't jaar 1711; waarna deeze grond verheeven, gefteld, voor een kagchel, Tekenfchoolen vervielen. De beroemde Te- die, tegen dat de Konftoefenaars byeenko- kenaar Jan IVandelaar , aanfpannende met men ,geftookt wordt. Voor, boven 't Model, eenige andere Konftenaars en Liefhebbers, hangt eene groote lamp, met twintig zwaare nam het werk, eenige jaaren laater, we- pitten, waardoor't Model en'tgantfche ver- derom by der hand, in een byzonder huis trek,genoegzaam, verlicht wordt. Voorts, (0). Doch op het einde des jaars 1718, ver- zyn 'er,langs de wanden, eenigepleifter- en wierf zyn gezelfchap verlof van Btirgemees- andere beelden geplaatft, tot oefening voor teren en Kolonellen, om zig te mogen be- jonge en aankomende Leden. ' .e(- dienen van een vertrek op de Leidfche Poort, 't Genootfchap vergadert, van den eerften w^
boven de Corps de Guar de of het Wagthuis Ofitober tot den laatften Maart, tweemaal ter ^p> der Soldaaten,, alwaar Wandelaar, Michiel weeke, des Woensdags en des Saturdags, van Elgersma , Jan Maurits Quinkhard , Louis vyf tot agt uuren des avonds. Onder de Le- Fabricius du Bourg., Hendrik van Cuyehernen den, die thans een getal van tuffchen de anderen eene A c a d e m i e of S c h o o l der dertig en veertig uitmaaken, zyn zes Direc- Tekenkonst opregteden. Hier werdt, teurs en Stellers van 't Model, en eenige eenigejaarenagtereen,naar'tnaakteleeven, honoraire Leden, welke laatften wel, na- getekend. Doch deeze School, fchoon 'er de vens de eerften, in de koften der Acade* vermaarde Bernard Picard en Jacob de Wit, mie draagen;doch niet tekenen. Deoverige eenigen tyd, de hand aan hielden, geraakte Leden zyn, in drie ClaJJen of foorten, naar ook, eerlang, in verval. Eenigen der opregte- hunne bekwaamheid, onderfcheiden. De drie ren en anderen deeden, in't jaar 1743, eenige oudfte Directeurs zyn, ieder eene maandag- poogingen , omze te doen herftellen; en'er tereen, Prefident. De drie jongften dienen, eene gelegener plaats toe te verkrygen bo- by beurten of onderlinge fchikking, als Secre- ven de Beurs, waar, voormaals, de Laken- taris. 't Model wordt, door alle de Directeurs, Vent-hal plagt te zyn. Doch deeze poogin- en door eenigen uit de Leden, by beurten, ge- gen vielen vrugteioos uit. In 't jaar 1758, Held; (») ÖÖüBRAKÏN It. Biel., bl. 203. Hl. Deel, b-i, m9. fp) vk het Apoftil van Burgemepfteren 't >>et R,egue»
■ X') V*N ^«JOJL II. b*el> b!. 175. der Dire&emen van de Teken 'Academie. |
|||||||||
V;Boek. GEBOUWEN, tot NUTT. OEFENINGEN GESCHIKT. 407
|
|||||||||||
SjwoEs fteld; en, gemeenlyk twee reizen agtereen, in
sC(^Y- den zelfden jffcand, Aan zulken, dje, in ieder Ie^0' Claffe, 't beft naar 't naakte leeven getekend hebben-, worden, jaarlyks, drie pryzen uit- gedeeld van verfchillende waarde ; doch , met eikanderen, ten minfte honderd guldens beloopende. Zy worden, door de drie oud fte Directeurs, voor drie vierde , en door de drie jongften, voor een vierde, bekoftigd. De Directeurs, aan welken alleen ftaat te oordeelen r wie de pryzen verdiend hebben, mogen zelven niet naar de pryzen tekenen. Zulks gefchiedt, alleenlyk, door zulke Stellers, die geene Directeurs zyn, en door de overi- ge Leden. Die den prys, in eene der twee laagfte ClafTen, behaald heeft, gaat, ter- ftond daarna, tot eene hoogere, Claffe over. De koften, tot onderhoud der Academie ver- eifcht, worden, door een der Leden , als CommuTaris, ontvangen, en jaarlyks verant- woord: de boeten, die, by verfcheiden'ge- legenheden, verbeurd worden, worden, door den jongften Directeur, ingevorderd. Die tot een Lid begeert te worden aangenomen, moet ten minfte vyftien jaarên oud zyn, en eenig blyk van bekwaamheid om naar 't lee- ven te tekenen, aan de Directeuren, gee- Ven können. De tegenwoordige Directeurs der Tekenfchoole zyn Jacobus Buys, Cor- tielis Ploos van Amßel Jacobs Cornelisz., Ja- cob Otten Husly, Bieter Louw, Anthony Zie- fenis en Reinier Vinkeles. XII.
MANEGES, °f
RYSCHOOLEN. |
|||||||||||
eene nieuwe Ryfchool opgeregt, in een'rui- Maneges
men Paardenftal, die, van binnen, geheellyk,«/ Ry- uitgebroken werdt. Zy is omtrent tweeen SCH0°" tagcig voet lang, en dertig voet breed. De LEN* paarden, ruim vyftig in getal, worden, in eenige hokken , aan en in eene ftalling, tegen over de Ryfchool, aan de zuidzyde der Am- ftelftraat, geplaatft. De Piqueur of Ry* meefter, Pietér van Bom, ondervvyft de konft van te paard te ryden, in deeze Ryfchool. In 't jaar 1744., werdt, op koften van
Zes voornaame Heeren , Salomon Dedel, Bruno van der. DuJJen, Cornelis Munter, Je- remias van der Meer, Hendrik Bicker en Fui- ken Both , een veel grooter en aanzienly- ker fteenen gebouw opgeregt, en tot ee- ne Ryfchool gefchikt , ten einde van de Leidfche graft, aan de fchans, nevens en voorden Stads - Metfekuin. Zy werdt, voor 't eerft, verhuurd aan den Piqueur Jan Fre- drik Schröder,'die den eerften fteen aan 't gebouw gelegd hadt. Thans heeftze Co'r- nelis Chrifiïaan Caspar Gregeer 'm huur. 't Beneden - vertrek, tot de Ryfchoole ge- fchikt, is een honderdvier en zeftig en een half voet lang, en vier en vyftig voet breed. Ten einde der Ryfchoole, is eene Balcoh- kamer gebouwd, uit welke, de Vrouwen het ryden, en drillen der paarden aanfchouwen können. De ftalling, die voor zeftig paar- den is gefchikt, is agt en veertig voet in 't vierkant groot. De wooning van den Pi- queur , een hooger gebouw, agter de Ry- fchoole , beftaat uit vyf bekwaame vertrek- ken. Boven dezelve, is eene ruime zaal, alwaar, des winters , gemeenlyk 3 eens of tweemaal ter Weeke, een Concert van Zang- en Speelkonftenaars en konftenaareffen ge- geven wordt. Onder de wooning van den Piqueur, legt een regenbak, die tweedui- zend ton waters houdt. Een derde Manege öf Ryfchool, zynde
eene groote ftevige houten Loots, op ee- nen fteenen voet, is, in 't jaar 1761, voor den Piqueur Simon Jordan Keizer , opge- regt , op het Weesper-veld. Ter weder^y- de van den ingang, is eene ftalling voor zes paarden, boven welke , de wooning voor den Piqueur is, en een Balcon , uit- ziende, in de eigenlyke Ryfchool, die om- trent vier en tagtigvoet lang; twee en veer- tig voet breed, en, aan drie zyden , van lichten voorzien is. Hier agter, legt eene ruime open Plaats, ten einde van welke, eene ftalling voor veertig paarden getim- merd is. ' De vierde Manege hier ter Stede is, in
't jaar 1764, op koften van verfcheiden' Liefhebbers, en onder opzigt der Heeren Fff 2 Jo-
|
|||||||||||
5s,
|
|||||||||||
In de voorgaande eeuwe, ftondt'er ee-
ne Ryfchool, aan het eerfte Bolwerk bewerten de Blaauwe Brug, naar de tegen- woordige gelegenheid der Stad, ten einde van de Amftelftraat, aan de zuidzyde. Men noemdeze toen de Piqueur - Plaats, gelyk , uit de Kaart van Balthazar Floris- zoon, te zien is. Doch deeze Plaats is, ter gelegenheid van de jongfte vergrootinge der Stad, binnen de Ütrechtfche Poort o- vergebragt, daar zy, eenige jaaren, in ftand geblee^en iis; j De Loots, die tot dezelve behoorde, is ,eindelyk, zo my berigt wordt, verplaatft, buiten de Muider- Poort, aan den Outewaaler weg, daar zy nog ftaat. Doch, federt, zyn 'er vier andere Maneges of &YSCHOOLEN gebouwd. A ïn'tjaar 1726, werdt, aan de noordzyde der ^ftelflxaat; doch digter aan de Botermarkt, |
|||||||||||
IILDeel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4o8
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XIV.
SCHERMSCHOOL. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jofepb Fernandes Nunes, Nkolaas de Veertn
Johannes Lublink de Jonge , voor den Pi- queur Andries Hardt, geheel van fteen ge- bouwd , in de Utrechtfche dwarsflraat, aan de zuidzyde, by de Reguliersgraft. Zy is negentig voet lang, en vier en dertig voet breed. De ftalling nevens dezelve is voor negentien paarden gefchikt. Hierby is de |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dril-
school. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
SCHOOL'.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M
|
is niet klaarlyk gebleeken? waar deßef<M'
oudfte Schermschool hier ter Ste- ^"|TAps |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de gehouden Werdt. In 't jaar i586,befloot ScSERn-
de Vroedfchap dezelve te houden in'de Kerk scBoot' Cecilien-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
woUoning voor den Piqueur. Wyders, zyn Tvrf 't Prinfen-hof (O, voormaals t ^eanstr-
alle de Ryfchoolen voorzien van de ver- Kloafter.Doch ik weet met of zulks gefchied eifchte hooi-, ftroo- en haverzolders. Jou- ZJ' Geinige jaaren laater hieldt menze bö- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ge luiden worden, in deeze Ryfchoolen,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dagelylcs, in 't beryden, drillen en bedwin-
gen van paarden geoefend. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kleine Vleefchhal («). In'laater' tyd, fchynt-
ze ook boven de Waage op den Dam, en in de Voetboogsdoele, op den Singel, te zyn gehouden (u). Doch in 't jaar 1650, werdt 'er eene plaats toe afgezonderd aan de binnen - barmte van den Stads wal, ten einde van de Prinfengraft, toen, hier ter plaatfe, de Turf- markt. De Schermfchool bleef hier, tot in 't jaar 1686,wanneer zy, tot eene nieuwe Wal- fche ofFranfche Kerk, vertimmerd werdt (w> Sedert, werdt zy verplaatft in een afgefchoo- ten vertrek boven de weftelyke gaandery van de Beurs, daar zy, nog tegenwoordig, ge- houden wordt. De Liefhebbers worden hier, dagelylcs, van 's morgens ten tien, tot 's nade- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XIII.
DRILSCHOOL. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
H
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
et aanneemen van eenen Stads Drilmees-
ter, om de Burgery te onderwyzen , |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Befchry-
ving van de Stads Dril- school. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in de behandeling der wapenen, is hier, al
in 't begin der zefliende eeuwe, of eerder, in gebruik geweeft. Immers , ik vind, dat Burgemeefteren, met goedkeuring van 't Ge- regt , hiertoe, op den zeventienden January des jaars 1518, hebben aangenomen Caspar Beyerßoff er, op e ene wedde van vyftig gul- dens 's jaars en vrye wooning, te weeten 'f zuderhuys op d'ouwe zyds fluyfe Qf). In de zeventiende eeuwe, waren'er twee Drilmees- ters, voor welken , in 't jaar 1655 , eene Inftruftie werdt opgefteld (r). Zy hielden toen nog hunne Oefenplaats in de Scherm- fchoolen , van welken wy , terftond , fpree- ken zullen. Doch na 't vergrooten der Beurs, werdt hun gelegenheid gegeven, om de Schut- ters deezer Stede aldaar, des Zomers, in de |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
middags ten twee uuren, in het fchermen en
de verdere behandeling van het zydgeweer ge- oefend, door den Stads Schermmeefier, die, door Burgemeefteren, wordt aangefteld (/)■> en eenen knegt onder zig heeft. Met verlof van Burgemeefteren was, hier,
op den Nieuwe-zyds-Agterburgwal, aan de weftzyde , tuuchen de Raam- en Vliegende fteegen, in 't jaar 1663, eene Kaatsbaan ge- timmerd (y) , die, voor weinige jaaren, te niet gegaan en afgebroken is, zynde, in derzelver plaats, een hegt Pakhuis gezet, welk nog de Kaatsbaan heet. Ten einde van den Sin- gel, aan de ooftzyde, by den Reguliers-i 00- ren, plagt ook eene Kaatsbaan te zyn (z> XV.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
behandeling van 't geweer; in het trekken
en wenden, by heele of deelen van Vende- len , en in 't gene meer tot den Wapenhandel behoort, te onderwyzen: waartoe thans drie Drilmeefcers aangefteld zyn. Het exerceeren of drillen op de Beurs gefchiedc, alle nade- middagen, uitgenomen des Zondags, van den zeven en twintigften May tot aan Amfterdam- fche Kermis, geduurende welke oefening, de Beurs geflooten wordt (j). Eenige Burger- Compagnien worden ook, des Zomers, ten overftaan van eenen Drilmeefter, in de be- handeling der wapenen geoefend, op een ge- deelte van de Onenmarkt, by de Utrechtfche Poort, het Slagveld genaamd, alwaar, onder anderen, met los kruid gevuurd wordt. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
D O O L II O F.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Me
|
n plagt, in deeze Stad, drie Doolhoven $&%
te hebben, een op de Prinfengraft, op vuj» |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den zuiderhoekvande Looijersgraft, het Oude po0t>-
Doolhof genaamd;een op de Roozengraft aan H0F. de zuidzyde, tufïchen de twee laatfte bruggen, en een op de Weesperftraat, tuuchen de Hee |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ren-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
15S«*
f. tit.
COMMEI-INj 3 9'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(t) Refol. Vroedfch. N. 5- 1« Aug
(u) PONTANUS biht, II. Cap.. XVI. (v) DOMSELAER IV. Boe^f H.U4. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hlMl-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I. ƒ. 17J verfo.
IV. ƒ• 6^ verf». |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(<j) Groot.Memor. N,
(r) Gtoot-Memor. N. (s) Handy, bl. 170. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(w) Refol. Vroedfch. Lt. R. it P"- >*85"-'-
(x) Groor-Memor. N. IV. f. sa-WJ'- (y) Groot-Menior. N. V. ƒ. \H- (tj F. VON ZESEN, tl. JS4- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
V.BoEK. GEBOUWEN, totNUTT. OEFENINGEN GESCHIKT. 40*
ren- en Keizersgraft (a). Het eerfte is alleen in len opraduyfinofftonneefen, in en voor dezel-D00Ii.
wezen, en nog, gelyk van ouds, geplaatfl, aan of ven, 't welk, inde voorgaande eeuwe, hier plagt hof. naafteene herberg, op welker Agterplaats, het te gefchieden, om volk a»n te lokken is, Doolhof geplant is. Voor het Doolhof, ftaaj: reeds by eene Keure van den agt en twin- een Fontein, en, in een vertrek nevens dePlaats, tigften April des jaars 1629, verbooden ge- is een Poppenfpel te zien , waarin de Amfter- weeft (b); doch wordt, in het oude Dooi- damfche Jeugd en veele nieuwsgierige vreem- hof, oogluikende, gedoogd. Ik heb ergens delingen zig, des zomers dagelyks, en, op ande- gemeld gevonden, dat David Lingelbach, die re tyden, twee- of driemaal ter weeke, komen verfcheiden' Treur- en Blyfpelen gedigt heeft, vermaaken. Het maaken van Fontein-en andere ftigter der Doolhoven, hier ter Stede, ge- xvaterwerken in herbergen, zo wel als het fpee- weeft is (c"). |
|||||||||||||
Sr,
|
|||||||||||||
(a.) Zie M. FOKKENS hl. 3C0, 302, 307. & Sem. burl.
d'Amfterd./. »40&fiiv.
|
|||||||||||||
(b) Keurb. K. ƒ. 134.
(ij Aantek. van G. SCHOEmAKER MS.
|
|||||||||||||
Fff 3
|
|||||||||||||
BY-
|
|||||||||||||
III. Deel
|
|||||||||||||||||
AMSTERDAMS
B Y LA A
op het III. Deel, V. Boek.
Lr. A; |
|||||||||||||||||
4io
|
|||||||||||||||||
AÓfi:
|
|||||||||||||||||
G E
|
|||||||||||||||||
BïLA
|
|||||||||||||||||
Testament t>a?J Katryn Wouter Dobbens soons Dogter , gedagtekend den 6 Maart 1555»
|
|||||||||||||||||
Kerke verbeyden mag, ende indien de voorf;
collateurs ofte prefentanten, by brieven ofte anders, voor den geprefenteerden een beurs in t' Collegio Theologorum begeeren ende véï« krygen, lbo füllen fy de helft van de voorf: fes en dertig guldens fiaars geeven den voorf: Collegie tot profyt van den gemeenen bur- falen foe verre die vercreegen beurs perfect is, ofte anders füllen fy t' moogen fupplee- ren van de voorf; helfte, toter date per- fect: is, ende t overfchot den Collegie geeven; houdende die ander helft te weetenachtiengul* dens fiaars tot profyt van een ander jong ftu- dent, bruykende die reedelyke tot fyn behulp» ende die meede prefenteerende t'Collegie voorf: ende plaatfe vercrygende defelve ander helft meede tappliceeren in Maniere als vooren. Item befpreekt hier toe vierentwintig guldens
fiaars alle van twintig ftuvers t ftuk te loflen als vooren omme miffe gedaan te werden in finte Barbara conventen foe veelden voorf: Collateurs goeddunkken fal na den eyfch van der tyd t'aflig- neeren voor elke miffe drie ftuvers, derdalve ftuverof twee ftuvers,nagelegendheyd ende re* delykheyd, begeerende ook memorie tot deefen dienft te weefen, ende dat de voorf: Collateurs ook magt füllen hebben tot deefen dienft een goed heere te ftellen, ende den felve als ook den ftudenten by henluyden geprefenteerd foo van den dienft als van den beurfe te priveeren indien fy hen qualick fcnicten. Voorts legateerde ende maicte de voorf: Tes-
taterffe d oude parochie kerke, binnen der voorf: fteede Amftelredamme Honderd guldens. Item den arme bwysfitters aan d oude fyde acht
ende twintig gulden. _ . Item den arme weeskinderen vyf ende twintig
gulden. Item den oude mannen over den beylige Jteeae
vyf ende twintig gulden. Item den Nierparochie kerke twaalf gulden. Item den Arme Huysfitten aan de nieuwefyd« twaalf gulden. . Item finte Pieters gaflbuy* vyfentwintig gul*
den.
Item t'vrouwe gaflhuys twaalf guldens. Item den Arme Leprofen vyfentwintig guldens. Item alle haar arme vrinden te faamen twee laft roch ende vyftig gulden an gelt, te geeven ende te diftribueeren den eenen min ende den an- dre meer, na goeddunken van hoere nabeitaan de Teftamen roers. *, der- Item den Pafloor vanden voor/: oude KerKeu
tig ftuvers. . n.mipr1&
Item elke van de Cappellanen twintig nuver»
Den Cofters elcxs tien ftuvers- Ende den bondßagers elcxs vyf "«vers. |
|||||||||||||||||
In den name des Heeren Amen. in den jareder
geboorte des felven onfes Heeren, vyftien honderdvyfenvyfcig inder veertienfter indidtie, opten feiten dag van de Maand Mar dus, impe- reerende de Grootm: heere Carolus, byder godlyke voorfigtigheyd Keyfere Etc: Is gecompareerd in Prefentie van my No-
taris publiek, ende vanden getuygen hier on- der genaemt d'eerbare perfoone Katryn Wou- ter Dobbenfoons Dogter, my Nots. bekend inwonende poorterfche der iteede Amftelre- darome, by der gratie gods van Lichame ge- fond, gaende ende ftaer.de, haer verftand wel hebbende, alft clairlyk fcheen, dewelke over- merkende die feekerheyd des Doods, en de d'onfeekerheyd der uure van dien, begeeren- de dien te voircoomen mit hoere dispofitie Teftamentair, heeft in allen beteren formen, wegen ende Manieren , foe fy dat vaftelykft doet, omme feekere reedenen, hoeren moet ende confciende foe fy feyde moveerende, ge- maakt ende geordonneerd haaren Teftamente ende vanden goeden die fy mitter Dood fal ontruymengedisponneerdjin maniere hier naar verclaart. Ende Eerft beveelende haare fiele gode ge-
benedyt ende haar Lichaam der gewyde aarde. Revoceerde de voorf: Teftatrice alle fuiken Teftamenten ofte Dispofitien van uterfte wil- le als fy voor datum van deefen gepaffeert mach hebben, uytgefeyt feekere verclaringe Tefta- mentair by haar den 2C«July 1549. gedaan voor meefter pieter Vloits Notaris publiek ende fee- kere aetuygen, beroerende Hillebrantjen Hille- brants uyten Hagen dogter, daar by fy Tefta- terffe als nog perfifteerde, ende begeerde de felve verclaringe agtervolgd te werden. Item legateerde de voorf: Teftaterffe, als fy
legateert ende befpreekt mits deefen, die fom- me van fesendertig Karolusguldens fiaars telos- fen den penninkagtien uyt haren gereedften goe- den, tot onderhoud van fchamele ftudenten in- der Univerfiteyt van Leuven dog met fuiken Conditien dat hier toe niemand fal moogen ge- prefenteerd werden dan weelende van haar bloed foe langhe daar iemant van haaren bloede dat begeert, ende die es defer fteeden poorter, oft ten minfte uyt deefen Lande van Holland niet hebbende twee en dertig guldens fiaars: daar of die prefentatie doen füllen doufte Kerkm". en- de d'oudfte Huysfittenmeefters van d'oude Pa- rochie Kerke deefer voorfleyder fteede inder- tyd, ende dat die ftudenten hier toe geprefen- teerd weefende , gehouden füllen werden te ftudeeren in Artibus , ofte in der Theologien fuicxs haar Manieren aanftellende dat men ap- |
|||||||||||||||||
parentelyk van henluyden eenig profyt inder
|
|||||||||||||||||
V.BOEK.. GEBOUWEN »tot NUTT. OEFENINGEN GESCHIKT.
|
|||||||||
411
|
|||||||||
?yUage ^tem naar dienftmaagt die haar ten tyden van
V. A, haar overlyden dienen lal twee gulden. Item Anna gerryts eertyds .haar dienftmaagd-
twee gulden. Item geert jans haar nichte, Bagyn opten ron-
den bof drie gulden. Item Katryn Jans haar Dienfïmaagt vyfentwin-
tig ftuvers. Item digna Thymans haar nigte op t'voorfz:
hof 25. ftuvers. Item elke van de armen bewonende tbuysflt-
tenbuys aan de Oudefyde vyfentwintig ftuvers. Item elke van de Bagynen op t'voorj: ronde Ba-
gynbof een pint wyns met een broot van een oortjen. Item elk convent binnen der voorf: fteede
van Amftelredamme vyfentwintig ftuvers. Item elk van de paters van den conventen
voorf: drie ftuvers, des füllen fy elcxs doen een fielmiffe voor de fiele van haar Teftaterffe. Item elk van den Cellefujters drie ftuvers.
Item den Minnebroeders tot drie Jairen eiken
Jairop haar Jaricheyt een eerlyke maaltyd met rynfche wyn. Item den Pater van Sinte Barberen Convente
indertyd van haar overlyden weefende drie gul- den. Item Mr. Hajo Jans/èorapriefter drie gulden.
Item drie van haren achterskinderen, deene
ten Bethanien, ende d ander twee tot Sinte Ma- rien wonende, elcxs vyf en twintig ftuvers. Item neel Cornelis Conventuale tot finte Ci-
cilien vyf en twintig ftuvers. Item der Cartbuferen Convente tot Utrecht een
eerlyk maal. Item befpreekt nog tot behouf ende onder-
hout van broeder Hendrik Burchmane Conven- tuale. aldaar veertich güldene fiairs, daarmeede de nabeftaande Teftamentoers, ende na haerluy- der doet die fy t' beveelen füllen toelicht füllen dragen totten voorfz: broeder Hendrik fyn lee- ven lang gedurende , foo veel dat godlykenft aan mi en den feekeren Teftamentoers goetdun- ken fal, fonder dat hy ofte t'voorf: conveut eenich regt,acl:ie ofte toefeggen fal mogen heb- ben ofte pretendeeren, totten voorf: veertich gulden fiairs. Item Elburg hair nicht tot Neck by Purmer-
eynde, ende by heur oflyvigheyt huer kinderen in hoere plaatfe honderd gulden. Item Hillebrantjen Uytenhage haar nichte
vier ende twintig gulden mit fulker conditie dat I'y geen moeiten fal maaken omme meer te heb- ten , ende oft fy eenige moeite maecten en fal alsdan nyet hebben. Item Ysbrant Dobbens dair moeder of is gheer-
te cornelis d'. hair nichte twaalf gulden jairlick- fe renten te i0ffen den Pennink achtien. Item Marie Jacob Dobbens foons dogter drie
gulden eens. Item ane Mr. Cornelis Dobbens. haeren broe-
der vyf ende twintich gulden eens. Item wilde de voorf: Teftaterfle dat na hae-
ren overlyden gedeelt fal werden over alle defe «eede voorf: den Armen diet begeeren füllen elk een brood van een oortjen. Item wilde meede gefielt te hebben over haar
ouders graff byt buysfitten Cboor in d oude Kercke een Tafereel ende dair voer een kaerfle gehou- II. STUK.
|
|||||||||
den te worden van Waffe dair voor maicken-Rvr
de, ende beipreekende, honderd Karolus gul-f,iMAAGE dens eens , ende dat hair uytvaert met twee vigihen, ende alle dinc voorts na bethamen ende behooren gedaan fal werden , dat meede * de voorf: Legaten, na hairen overlyden met- ten eerften betaald lullen worden, ende oft hair penningen te cort quamen, datmen de pennin- gen daartoe behouftig op renten fal halen oft anders de felven penningen vinden,foe den voorf: I eftamentoers beft geraden fal dunken. •knde in alle andren goeden die fy Teftaterfle
ongedisponeerd ontruymen fal, inftitueerde fy Geerte, Lubbrick, Katryn, Lysbet, Wouter, Garbrand, Elburg, ende Pieter des voorn: Mr. Cornelis Dobben foons kinderen, Clara, Elbur", Wouter, Claes ende Ysbrant, Burchman Wou- ters foons nagelate kinder te famën in gelyke Portien ende hooft voort hooft ofte in Capita te füllen vveefen haar erfgenamen mit fulker conditien dat de ghoeden die defelve hair erf- ghenamen van hair teftareffen erfuen füllen, ge- brocht ende bewairt füllen worden in handen van den Weesmrn der voorf: fteede ter tvd toe dejonexte van hen alle outweelèafal vieren- detwintich jairen binnen welken tiden de voerf: ghoeden nyet en lullen belalr moegen werden dan foe veel des noot fy tot betalinge en vol- doeninge van de voorf: legaten, ende füllen de voorf: Erfghenamen binnen de voorfz: tyd te vreeden moeten fyn mitter bruyeware der voorf- Erffeniffe, welke bruyeware de voorn: Mr Cor- nelis hair broeder hebben ende behouden fal fvl nen leeven lange gedurende , foo veel fyner kinderen aendeel bereurenfal,fonder dat de«-e- fevde gefuftineerde erfgenamen, defelve erffe- niflen füllen mogen deelen fcheyden ofte dechar- geeren, voer der tyd dat de voirf: vierendetwin- tich jairen verloopen füllen weefen, füllen ook de voorf: Weesmrn, binnen den tyd voorf: met den voorn: Mr. Cornelis Dobbens. foe verre en- de foe lange hy in levenden lyve blyft, den voorf: goeden regeeren, ende adminiftreren fon- der dat de voorf: Erfgen: den voorn: Mr. Corne- lis eenige Rekeninge, bewys ofte Reliqua van fyne adminifiratie füllen mogen eyfehen de- felve adminifiratie ftellende op fyn confcie'ntie foe fy Teftaterfle verclaarde hem deefe faeke wel te betrouwen. Wilde meede de voorf: Teftaterffe, dat de
voorf: goede die fy achterlaten fal tot ghenen tiden füllen mogen verfterven ofte vervremden van haren bloede, in eenige manieren. Omme welke haare voorf: Dispoïitie Teftamentair te executeeren , ende te volbrengen , de voorf: Teftaterfle deputeerde de Eerfameh ende wei- geleerden heere Mr. Willem Kunnes Licentiaat in de Théologie, ende M'. Claas Kan Paftoer totSpaerwoude pnefteren, te famen en elk in't bilonder, biddende henluyde de voorf: Execu- tie om gods wille te willen aenveerden, ende volbrengen daer toe ook henluyden ghevende lpeciale ende volcoome macht, ende bevel pik meede omme heuren Teftamente, mit alle beuren goeden te befchermen. End- legateerde elke van hen beyde, voer hoeren moeiden fes Karolus guldens. Al t'welk vooren gefcreven ftaat die voorn:
Teftaterffe feyde ende verclairde te vveefen ,hai- F f f 4 ' ren
|
|||||||||
4i 2 AMSTERD. GEB., tot NUTT. OEFFEN, GESCHIKT. ÏIL Deex.
|
|||||||||||||||
voorf: oude Parochie kerke getuygen hier over BsiaagB
Ipecialyk geroepen ende gereden. üu. in meo L'. &* p'tbQcollo fiptimo folio 37. 33. 39. et 40. |
|||||||||||||||
Byiaage ren Teftamente ende uterfte wille begeerende
Lr# ^; t ielve als fulcxs ofte als codicille ghifte ter caufe des Doots oft onder den Levenden of-
|
|||||||||||||||
te anders foe dat nae de gheeftelyke ofte wair-
|
|||||||||||||||
[was getekend met een zespuntige ftar, en
daar onder] Frans. N: de Delf f Nut*. pubmS
O MN IA DESURSU'M. |
|||||||||||||||
licke rechte,a ofte ufantie der voorf: fteede
ofte anderfints beft ende vaftelik gefchieden
ende fubfifteeren mach van waerden gehouden
te werden ende volcoomen effect te lullen
forteeren , ende hair by my Notaris publiek
|
|||||||||||||||
van t'ghene voórf: ftait ghemaikt gefereven
en.de gelevert te worden een ofte meer open- [en ter zyde, nevens twee zegels]
bare inftrumenten inder befte forme.
|
|||||||||||||||
Flortius Engberti.
Simon Alwin. [nog ter zyde, eene verklaaring van den No-
taris F: N: Delff, in het Latyn, wegens de egtheid van dit Inftrument.] |
|||||||||||||||
Aldus gedaen inden Convente van de Celkfus-
teren, binnen der voorf: Stede van Amftelre-
damrne ten dagen en jare als boven daar by
over ende anweefende, eerfamen ende discre-
te heeren M'. Florens Engelberts vicecureyt, -; ende M'. Symon Alewyns Cappellaen vande |
|||||||||||||||
413
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
VIERDE DEEL.
KOOPHANDEL
VAN
A . M . S T E R DAM.
EERSTE BOEK.
Handel in de Stad, voornaamlyk ten gebruike der Ingezetenen.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
OPENBAARE MAR ÉTEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
\.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
ners van Amfterdam , die , grootendeels, Mark.
Viflchers en. Landbouwers waren, hebben, ten. ongetwyfeld, hunnen vifch en zuivel aller- eerfl vertierd, onder zulken hunner mede- ingezetenen, die zig, op eenige andere wy- ze, geneerden; enze, ook al zeer vroeg, op openbaare markten, te koop gefield. Met het toeneemen der Stad, zyn hierby andere neeringen en handwerken gekomen; die ook al, in de eerfte plaatfe, ten dienfte der In- gezetenen , ondernomen en voortgezet zyn. In de veertiende en vyftiende eeuwe, heeft men begonnen, deeze handwerken en nee- ringen te begrypen onder beflooten Gilden, van welken wy, hierna, afzonderlyk, han- delen zullen. Doch 't zal hier de plaats zyn, om wat uitvoeriger te gewaagen van den handel, die , meeft in 't klein, en ten ge- bruike van de Ingezetenen, ook buiten dee- ze Gilden, op de openbaare Markten, hier ter Stede, gedreeven wordt. , Amfterdam is, waarfchynlyk by zyne eer- Op open. fte opkomft, omtrent den aanvang der veer- baare tiende eeuwe , door zyne Heeren, bevoor- Markten, regt geworden met de vryheid, om eene of meer openbaare Markten te houden. De Brief van Graave Willem den III. van den jaare 1304, elders (a), van onste boek ge- field, by welke , deeze vryheid wederom ingetrokken wordt, maakt 'er uitdrukkelyk gewag van , in deeze woorden : Fort fin ontfegge^ <töi hen al hare Vryheyden en mar c- ten,diefy van ons ende van onfe voorvaders hebben. Doch 't leedt niet veele jaaren, of de Stad verkreeg de verlooren vryheden we- derom , en onder anderen het voorregt om openbaare markten te mogen houden (b). Zelfs
(«■) I. Deel, I. Boei, hl. 3«-
(b) Zie n. Deel, II, Bnel^t bl. II»,
Gg§
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
0
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Gebouwen van Amfterdam, en 't ge-
ne , in dezelven, ten nutte der Inge- VjVeu zetenen in 't gemeen, verrigt wordt, uit- Xl ^n voeriglyk, hebbende afgehandeld; gaan wy ^' nu over, tot het geeven eener algemeene sï" 4i. fchetfe van den Koophandel der Stad, de ^Ait, voornaame oorzaak van haaren aanwas en grootheid. Wy hebben 'er het Vierde |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Deel onzes werks toe gefchikt.
De KOOPHANDELMH AMSTERDAM,
op 't ruimft genomen, begrypt alles, wat,
binnen de Stad, gemaakt en bereid, of van |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
elders derwaards gebragt, en verkogt wordt,
Zo in 't klein, als in 't groot; en alles, wat van hier naar elders wordt vervoerd , om verkogt of gebruikt te worden, zo wel Bin- nens- als Buitens-Lands; benevens de wyze, waarop dit vervoeren gefchiedt, beide te Water en te Lande. In deezen ruimen zin, is ook de Scheepvaart, onder het woord |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
O,
|
Koophandel, begreepen.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Men kan den Koophandel van Amfter-
Iq ir^ ^am onderfcheiden, in drie foorten. I. Voor 0tteu, zo ver dezelve beftaat in het vertieren van waaren, die in de Stad gemaakt, bereid of gebragt, en ook gebruikt worden. II. Voor zo ver dezelve gelegen is, in het ontvangen en verzenden van waaren, van en naar el- ders , binnen deeze Landen: en III. Voor zo ver dezelve, in het ontbieden of afzen- den van waaren, van of naar buitens Lands, beftaat. En onder deeze drie hoofden, zul- len wy den Amflerdamfchen Koophandel !'tïa befchryven. ÜL^Stä , De handel of neering, die in de Stad ge-
VJ?e- *eeven wordt, in waaren, welken, door |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
(I,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
J» ine^ ^J«gezetenen_ zelven, gebruikt worden, is
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
^!eil4e" r rïyk de oudfte van de drie opgenoemde
"en van Koophandel. De oudfte inwoo |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
IIr- STUK.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
IV7. Deel.
|
|||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||
4"H
|
|||||||||||||||||||
de Êuentiiriers, of Kwakzalvers, gelykze, Maks*
federt, genoemd zyn , mogten voorilaan. tem. De oudfte opdragtbrieven van het huis, in welks floep, het Roelands beeld ftaat, zeg- gen , zo my berigt is, alleenlyk, dat het huis, vanends, St eenen Roeland genaamd was: waar uit blykt, dat het beeld'er al zeer vroeg ge- ftaan heeft. Doch wanneer het opgeregt zy, is my nergens voorgekomen. Het toenee- men der Stad, in grootte en getal van In- gezetenen , deedt ook, eerlang, het getal der openbaare markten toeneemen: 't zy men, door Markten, of zekere Tyden , of zekere Plaat/en, op welken, men zyne waaren te koop ftelde , verfta. In den eerften zin, werden fommige markten dagelyks gehou- den, anderen, eens, twee-of driemaalen ter weeke, anderen, eenige reizen in't jaar. Tegenwoordig, wordt hier,dagelyks, V$
uitgenomen des Zondags, markt gehouden ^te"' van vifch, groente, fruit, turf, hout, ftroo, zand, kalk, en andere waaren. Met melk, wordt, zelfs op de Zon- en Feeftdagen, ge- markt. De Weekelykfche marktdagen zyn Maandag, Woensdag, en Vrydag: wanneer 'er, inzonderheid des Maandags, markt ge- houden wordt van klein vee , gevogelte, boter, kaas, graanen , kruiden, bloemen, boomen, ftoelen, manden, houtwerk,oude kleederen en fchoenen, vodden enz- Drie voornaame Jaarmarkten zyn 'er, daarenbo- ven, de Half-Vaftens-Markt, de Pinkfter- markt, en de Kermis of groote Jaarmarkt, op welken, en inzonderheid op de laatfte, allerlei Waaren, door inwooners en vreem- den , in grooten overvloed, te koop gebragt worden. Voorts, wordt 'er, jaarlyks, op gezette tyden, markt gehouden van offen, verkens en ander viervoetig vee. ^ Van de Weekmarkten fchynt de M&&' Wfrf
dags-markt de oudfte. En vindt men, oat, m* op dezelve, al voor het einde der vyfäende eeuwe, vrygeleide toegeftaan is 0- 0°* was zy, vermoedelyk, in 't begin.^er zes* tiende eeuwe, nog de eenigfte der drie Week- markten hier ter Stede; alzo de Aartshertog Filips, in 't jaar 1503, de Maandags-Markt, te Haarlem, op Woensdag verleide, onder |
|||||||||||||||||||
Zelfs vindt men, reeds op het jaar 1306,in
eene Rekening van Bernd van Dorenweerde,
Baljuw van Amftelland, aangehaald in zeke-
re gefchreevene Aantekeningen vanGerard Schaep Pieterszoon , Schepen en
Raad deezer Stad, de volgende woorden:
Item in den Jaren ons heren M. CCC. enfejfe,
in die Marct van Ameflel te holden, verteerde
Beemd IX <£. V fi. VI t Daar men, door
die Marct van Ameflel, eene Jaarmarkt, te
Amfterdam, of eene Jaarmarkt, te Ouder-
kerk , of te Amfterveen, fchynt te moeten verdaan. De Markten ftonden, hier te Lan-
de en elders, al van ouds, onder de byzon- dere befchermïng van den Vorft (c), en elk,
die aan geene zwaare misdaad fchuldig, of
balling geleid was, mögt, veiliglyk, der-
waards gaan, enkeeren. Men plagt, van
deeze befcherming des Vorften, en van de
veiligheid der markt, hier te Lande, veel-
tyds, kennis te geeven, door het opregten
van Kruiffen, aan 't begin en einde der Markt-
plaatfen, 't welk, nog tegenwoordig, hier
en daar, en, onder anderen, in den Haage
(^) en in de Beverwyk, in gebruik is. In
Duitfchland , duidde men het zelfde aan,
door het opregten van houten of fteenen ge-
wapende beelden, Reelands beelden genaamd, naar den beroemden Krygsman Roeland, die, ten tyde van Karel den Grooten, leefde, en van wiens dapperheid de Moniken wonde- ren verdigt hebben ( e). En 't is my ten hoogfte waarfchynlyk, dat de bekende Am- fterdamfche fieenen Roeland , die , in den {loep van een oud gebouw, op denNieuwe- zyds-Voorburgwal, over de Kolk, ftaat, tot zulk een einde, is opgeregt. 't Beeld is ge- harnaft , en heeft, zo 't fchynt, eertyds, een opgeheeven zwaard in de hand gehad. En 't is bekend, en nog aan eenige tekenen te merken , dat 'er, oudtyds, eene markt langs de weftzyde van den Nieuwe-zyds- Voorburgwal, van de Molfleeg tot aan de Dirk van HalTeltsbrugge, geweeftis. Veel- ligt , heeft deeze markt zig verder, en tot aan de plaats, daar 't beeld ftaat, uitgeftrekt. Zeker is 't, ten minfte, dat op de Kolk, regt over den fteenen Roeland, van ouds, eene |
|||||||||||||||||||
Märk-
ten. |
|||||||||||||||||||
openbaare Veemarkt geweefl is (ƒ); dat anderen, om dat, te Amfterdam, ook op
'er ook, met andere waaren, is gemarkt (g), Maandag, markt gehouden werdt (/'). Voca en dat de Kolk zelfs de eenigfte plaats in de hy zouze niet op Woensdag verlegd hebben, Stad was, waar, volgens eene Keure van zo men, tè Amfterdam, toen ook al, eene den zesentwintigften April des jaars 1550 (b), Woensdags-Markt gehad hadt. De be^°0" ners van huizen en kelders, aan de Markten
(0 Zie mieris chartetb. 1. Deei, bi. 3JÏ. ii. Deei,bi. gelegen, mogen, op de Marktdagen, voor
"#ft ä'SUU 11. *1 y, „, dezelven, uitlallen, en op het Water,, alk Ce) vide STRuvii Corp.Hift.Germ. Per. iv. Seü. i. p. dagen. Doch allen, die de Markten geprui-
11+ & lAuä. in not. cit. ^Adde Not. Varior. «rfEGiNHAur. ken»
tfe vita Caroli Magni C*p. IX. f. jj. Edit. Schminkii.
(f) Keurb. B. f. 51.
|
|||||||||||||||||||
Keurb. B. ƒ, 13 verf*, \S verft.
Privileg, van Haarl. *'. 'T»' |
|||||||||||||||||||
(S) Keurb. D. ƒ. 71. (i)
(h) Keurb. E. ƒ. ijs. f/j
|
|||||||||||||||||||
I. Boek.
|
|||||||||||||||||
KOOPHANDEL,
|
|||||||||||||||||
415
|
|||||||||||||||||
ken, 't zyze aan dezelven woonen of niet $
moeten, alle weeken, voor elke plaatfe, een Huiver aan den Marktmeefler betaalen (k). Buiten de drie vrye Jaarmarkten, en de drie weekelykfche Marktdagen, mag niemant, met eenige Hallen met gemaakte kleederen, op de Markten of elders, voorflaan (/_). De drie vrye Jaarmarkten zyn haa-
ren oorfprong verfchuldigd aan voornaame Feefldagen , die,hier ter Stede, plegtiglyk, gevierd werden, en op welken, veele vreem- delingen herwaards kwamen. De Halfvas- tens- Markt is in gefield, by gelegenheid van den Feefldag, ter gedagteniffe van het ver- meende wonderwerk, aan het Sacrament in de Heilige Stede, welke Feefbdag, altoos, omtrent het midden der vaften, invalt (in). De Pinkjïermarkt is oorfprongkelyk van den Sacraments-dag, die, op Donderdag naden eerflen Zondag na Pinkfleren, komt («). De groote Jaarmarkt of Kermis, die > altoos, in de maand September, op Zondag na den Feefldag van S. Lambert, aanvangt, en, e- ven als de twee andere Jaarmarkten, twee weeken , voor de buitenluiden , en drie weeken, voor de ingezetenen, duurt, is in- gefleld, by gelegenheid van een Feefl van Kerckwydinge of KercmiJJe, gelyk de oude Keuren fpreeken; 't zy dat het zelve op de inwydinge der Nieuwe, of, gelyk ik eerder vermoede, op de inwydinge der Oude Ker- ke gezien hebbe. Op dit Feefl, werdt ook veertien dagen vrygeleide verleend aan al- len , uitgenomen vyanden en ballingen (0): 't welk veel volks naar de Stad lokte. Wy behoeven niet aan te merken, dat de naam van Kermis, die aan deeze Jaarmarkt gege- ven wordt, van het woord KercmiJJe af kom- flig is. In 't jaar 1655, werdt de Kermis verlegd, op den eerflen Zondag in Auguflus. Doch in 't jaar 1660, werdt dezelve, op 't verzoek der Vleefchhouweren, klaagende, dat zy't vleefch, welk zy, op de Kermis, moes- ten Aagten, in Auguflus, niet wel voor be- derf konden bewaaren, wederom in Septem- ber gebragt, gelyk van ouds (p). De Ker- miskraamen plagten, vroeg in de vyftiende eeuwe, gekeurd te zyn in de Molenfleeg, dat is, denk ik, in de Stilfleeg, die toen de Molen- of Gaflhuis-molenfteeg heette; en in 't Gaflhuis (a), dat is, het oude Gaflhuis, naafï het Stadhuis. Doch in laater' tyd, zyn zy, elders, verplaatfl. Allen, die, op de drie Jaarmarkten , of op eene derzelven , met CO Handv. H- 11°-
(l) Handv. bl. 7?°« (»>) Keurb. B. ƒ. " "cr/"0» 71. <") Keurb. B. ƒ. »!• Zie °°i. II. Deel, IV. Boe^.bl. is7.
<•> Keurb. 3./ 8,2°. I>. ƒ. 72. f f'Rtfol, Vroedfch. N. 11. I6 ^ipril jgjj. ƒ.248 verft, '1 ^'J ?a/v «««»•ƒ• V v"f°'
KI) Kentb. C. ƒ. 50 verft. |
|||||||||||||||||
eene kraam, willen voorflaan, moeten zig, Mark-
voor den Lootdag, zynde agt dagen voor het TEN- ingaan dier Jaarmarkten; doch, voor de kor- te, kraamen, faaykraamen, koper- en tin-, hout- en blikkraamen, en oude kleêrkraa- men, den negenden dag, aangeeven by den Marktmeefler, en 't gewoone marktgeld, zyn- de zes ftuivers van ieder kraam, betaalen. De Lootdag duurt twee dagen agter een. Op den eerflen, wordt,onder de burgers en ingezetenen, en op den tweeden, onder de buitenluiden, om de plaatfen, geloot, en elk moet zig te vrede houden, met de plaats, die hem ten deel gevallen is (r). Op het looten en plaatfen der Koperkraamen is, in 't jaar 1750, eene byzondere Keur gemaakt. En by eene Keure van den elfden Septem- ber des jaars 1753 5 '1S belafl, dat de Buiten- luiden , op de drie Jaarmarkten, niet langer zullen mogen voorflaan, dan tot dat de Jaar* markt uitgeluid wordt5 't welk, in de Half- vaflens-Markt, gefchiedt op Donderdag, in de Pinkfter markt, op Vrydag, en in de Ker- mismarkt, op Woensdag, voor den derden Maandag van de markt (s). Doch wanneer men, door Markten, Markt-
plaatfen verftaat , is Amflerdam van veele Markten voorzien, eenigen van welken, voor verfcheidenerlei, en anderen, meefl voor ee- nerlei waaren, gefchikt zyn. De nieuwe Brug was, reeds by eene Keure van den jaare 1462, gefchikt, om, op dezelve, met allerlei waaren, voor te ftaan (t); doch, federt, heeft men * voor fommige waaren, byzondere plaatfen aangeweezen, en by de jongfle Keure, op het looten, flellen en uitzetten der Marktkraa- men van den veertienden Maart des jaars 1755,1s beraamd, dat, op de drie Jaarmark- ten , op de Nieuwe Markt, zouden worden geplaatfl de Linnen-, Kant-, Katoen-, Zilver-, Koper-, Tin-, Schuijers-, Stoffen-, Neuren- burger-, Kleêren-, Hoeden-, Koufen-, Schoe- nen -, Luijermands-goeds-, Poppengoeds- en Koekkraamen, midsgaders, de Linnen- en . Lappen-flallen. De Koekkraamen, die hief niet ftaan können, moeten, door den Markt- meefler, op de Botermarkt, of op eene an- dere bekwaame Plaats, worden gefield. Met Plateelen, potten en allerlei Aardenwerk, wordt, volgens de gemelde Keure, langs de ooftzyde van den Kloveniers-burgwal, van dé nieuwe Hoogflraat tot aan de Halve- maans-brug, en voorts, langs den Binnen- Amflel, naar den Groenen - burgwal toe, voorgeflaan. En langs de weflzyde van den zelfden burgwal, van de Bloed/lraat tot aan de Spinhuis - fleeg , uitgenomen voor het Ooft-
(r) Handv. bl. 769.
(») Vervolg der Handf. il. it,
(t) Keurb. A. /. +°.
Ggg 2,
|
|||||||||||||||||
Jaar-
Sten. |
|||||||||||||||||
8^
|
|||||||||||||||||
Vs.
|
|||||||||||||||||
IV. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||
A M S T E R D A M S
|
|||||||||||||||||||||||||
4i6
|
|||||||||||||||||||||||||
Ooftindifche Huis,rriet allerlei kraamen, in gehouden (z) , tot dat dezelve, in 't jaar 1669, M*»
de Keure niet uitgedrukt, of voor welken, op de Reguliers-markt, federt, de Botermarkt T elders, geene behoorlyke plaats gefchikt is. genaamd, werdt overgebragt («). Thans De Blikkraamen zyn, aan de zelfde zydevan wordt 'er geene markt op den Dam gehou- den Kloveniers-burgwal, tuffchen de Spin- den. Alleenlyk, gedoogt men, dat fommi- |
|||||||||||||||||||||||||
Märk-
ten. |
|||||||||||||||||||||||||
gen, des bomers , met droogen ïenoi en
fcharren, melk en weij of huij, zangvogel- tjes en andere kleinigheden, op den zelven voorftaan. Ook legt 'er, genoegzaam al- toos, voorraad van Talk- of Smeervaten om- trent de Waage, die, door de Kaarfenmaa- kers , bezien en gekogt worden, 't Gebruik van Musko vifch of Noordfch fmeer plagt, van ouds, verbooden te zyn. Doch de Keu- ren , daartegen gemaakt, zyn lang in onge- bruik geweeft, en, den een en dertigften Ja- nuary des jaars 1743, uitdrukkelyk, te nieC gedaan (Z>). De S. Antonis- of Nieuwe Markt,
gelegen tuffchen den Kloveniers-burgwal en S. "-j
Gelderfche Kaai, in 't ooftelyk gedeelte der «lS'j^ oude Stad, waarom zy ook de Ooflermarkt ^^ plagt genaamd te worden, was, voor 'tjaar 1614, meeft water, welk tot de Stads bui- tengraft behoorde; doch werdt toen gevuld, aangehoogd, en tot eene markt bekwaam gemaakt, onder welke , een riool of pyp doorloopt, 's Maandags, plagt hier meel, gezouten vifch, bokking, Friefche kopbo- ter, kaas en eijeren te koop gebragt te wor- den. Doch deeze waaren worden thans el- ders verkogt. Met fommigen, wordt niet meer gemarkt. De Meelhal, die , aan de de markt, in 't jaar 1615,aangelegd werdt, is, naderhand , de beroemde Boekdrukkery van Paulus van Raveßein geworden (c). Op de Nieuwe Markt, wordt, tegenwoordig, op |
|||||||||||||||||||||||||
het Rusland; de Porcelein- en Houtkraamen,
op het Konings-Plein, gekeurd. Op de Wes- termarkt, ftaan de Galanterie- en Kapkraa- men, aan de zuidzyde, en de Manden-kraa- men, aan de noordzyde van de Kerk. De kraamen mogen niet breeder dan veertien, en niet dieper dan zeven voet zyn, Porce- lein-, Hout-, Koek- en Wafelkraamen uit- gezonderd. Voor ieder gat, welk , door het Hellen der kraamen, in de fïraat, ge- maakt wordt, moet vier Huivers aan de Stad worden goedgedaan O). De voornaamfte Plaatfen, die, van ouds,
tot Week- en Jaarmarkten van veelerlei flag van waaren, gefchikt geweeft zyn, en nog, genoegzaam allen, gebruikt worden, zyn de Dam, de S. Antonis- of: Nieuwe Markt, de Beeren-Markt, do. We fier - markt, do. Noor - der-markt en de Reguliers- of Botermarkt. Wy zullenze allen , kortelyk , befchryven , en beginnen met den Dam,
ongetwyfeld, een der oudften, of het oud-
fte open Plein der Stad (v): doch, tot in 't midden der voorgaande eeuwe, veel kleiner dan tegenwoordig. Aan en op den zelven, ftaan de voornaamfte gebouwen der Stad, het Stadhuis, de Nieuwe Kerk en de Waag. De tien toegangen naar den Dam, van de Vifch- markt, van den Vygendam, uit de Beurs- fteeg, uit de Kromelleboogsfteeg , uit de |
|||||||||||||||||||||||||
Voor-
naamfta Markt- plaatfen. |
|||||||||||||||||||||||||
Dam.
|
|||||||||||||||||||||||||
Kalverftraat, van de eene en de andere zy- de weekelykfche markten, met gemaakte
de van 't Stadhuis, van agter de Nieuwe kleederen, oude en nieuwe, voorgeftaan(^)- Kerke, van den Nieuwendyk en van ƒ t Water Op de Jaarmarkten, ftaat het 'er vol veeler- of Damrak,worden, des nagts, met yzeren lei flag van kraamen. Doch de Koek- en ketenen O), afgeflooten. De Dam of Plaats, Wafelkraamen ftaan dan, niet alleen hier gelyk dezelve oudtyds genoemd werdt, is, in en op de Botermarkt; maar, daarenboven, de zeftiende eeuwe, door het aankoopen en hier en daar verfpreid door de Stad, op en af breeken van huizen, van tyd tot tyd, ver- omtrent fommige bruggen, en op de Wa- groot (x). Van ouds, werden de Schutters en genpleinen, voor de Poorten. Voorts, is ■> Burgers ,op de Plaats, famengeroepen, en de- aan de Hoveniers van Rynsburg, Noordwyk zelve werdt, in tyd van nood, door Schout, en Hillegom, toegeftaan, met geneezende Burgemeefteren en Schepenen, aan 't hoofd kruiden, te mogen markten aan de NieuW-e der Schutteren, bewaakt (y). Doch 't gene Markt, van de Barndefteeg af, tot aan de wy hier byzonderlyk melden moeten; op den Koeftraat toe, zonder daarin, door eenige Dam , werdt de weekelykfche markt van kraamen, verhinderd te mogen worden (*> fpek, boter, kaas, eijeren en ander zuivel De |
|||||||||||||||||||||||||
(h) Keurb. T. ƒ. 211 verft.
(v) Zie I. Deel, I. Boelt^, bl. 1 , 2.
(w) zie Rooseboom Recueil Cap. XXXII. bl. ijj.
\x) Groot-Mernor. N. I. ƒ. 254 ver/o, 259 verfo,260, 2R3
verfo. N. II. ƒ. 2 verfo. Refol. Vroedfch. H.t. 3 Novcmb, JJ4«. 23 ^April Ijjo. N. 2. 9 Nev. Isój. ƒ. 6. (j) Keuib. A. ƒ. 10* vsrfa, 119 vtrfo. B. ƒ. 104 verft.
|
|||||||||||||||||||||||||
f*) Handv. bl. 197-
(t) Kcurb. O. ƒ• I9lvttf>, 207 verf'. tb) Handv. bl. 9*S- < (c)vit Aantek. van Schepen G. SCHAWW»»«B«..?
jaar i«ij. (d) Handv. bl. 79«, j99,
(e) Handv. bl. S03.
|
|||||||||||||||||||||||||
KOOPHANDEL.
|
|||||||||||
I.' Boek.
|
|||||||||||
417
|
|||||||||||
Vlas- en Garenmarkt gehouden te worden Mark-
(711). Doch deeze is, reeds voor veele jaa-TEN. ren, te niet geloopen. Voor dien tyd, hieldt menze op het Rusland (n). Omtrent te ge- lyk met de Weflermarkt, is ook aangelegd de N O O R D E R-M A R K T,
die, in 't eerfl, ook de Prinfenmarkt ge- noor.
naamd werdt (o), en aan de weflzyde van der- de Prinfengraft, tufTchen de Brouwers- enMAaKT- Anjeliers-graften, gelegen is (p). Men heeft, op deeze Markt, ook eene fraaije Kerk ge- fügt. In 't jaar 1660, werdt de Noorder- markt afgedeeld met vierkante vloerfleenen, tufTchen welken, elke kraam bepaald is (q). En in 't jaar 1747, werdt gekeurd, dat de flallingen of kraamen op de Noordermarkt niet grooter zouden mogen zyn dan vyfvoet lang en vyf voet hoog; dat de wegen, naar de Markt leidende , onbelemmerd zouden moeten blyven, en dat de goederen, die al- daar waren uitgeflald, 's avonds met zon- nen-ondergang, van de markt moeflen ge- nomen worden (r). Doch deeze Keur is, op den dertigften January des jaarsi7<56,in deezer voege, veranderd, dat de kraamen dertien voet breed, zes voet diep, en zes voet hoog; en, tufTchen de Noordermarkts- brug en 't Paapen - Eiland, langs den ry weg, des Maandags, zelfs agt voet hoog zouden mogen zyn: en dat de kiften der oud-yzer- kraamers, op de Markt, zouden mogen bly- ven flaan (s). De waaren , die hier ter markt gebragt mogen worden, zyn, volgens de Keuren, oude kleederen , beddegoed, hoeden, lappen, potten en pannen, flroo enz. (O- De laatfl aangelegde Markt voor verfcheidenerlei waaren is de Bote r-m a r k t,
ook de Reguliers-Markt genaamd, naar deBoTER-
Reguliers-poort, nu eene Stads Waag, by m&bxt. welke, dezelve gelegen is. Zy ftrekt zig, in de lengte, van de Reguliers-Breéftraat tot aan de Amflelflraat, uit, en heeft, behal- ve deezen, verfcheiden' andere toegangen. Menheeft, in't jaar 173 7, op deeze Markt, ook eene Vleefchhal gebouwd (ü). Sedert het jaar 1669, wordt, op dezelve, des Maan- dags, markt gehouden van boter, kaas en ander zuivel, welke, voor dien tyd,op den Dam,
(m) DOMSELAER IV. Boek., tl. 245. COMMELIN bl. 6%9.
(n) Zie de Kaait van BALTH. FLORISZOON-
(e) Refol. Vroedfch. JV. 12. 28 Febr. 1620.fi 106 ver fa.
(t>) Refol. Vroedfch. N. n. 29 Dec. 1c14.fi. i4l,
(q) Groot-Memor. JV. V. ƒ• 14 verf».
(r) Vervolg der Handv. tl. 39.
(') Keurb. ü.fi. 56.
(t) Handv. bl. jo6, 8°4, 808, 830.
(k) 2ïe III. Deel, I. Baekj bl, 4e,
Sgg 3
|
|||||||||||
^AHic. HEER EN-MARKT,
»CkEN" ge'eSen aan de Heerengraft, tufTchen den
'Kr* Haarlemrnerdyk en Brouwersgraft, plagt, in 't begin der voorgaande eeuwe , tot eene Verkenmarkt, gebruikt te worden, gelyk, onder anderen, uit de Kaart van Baltha- zar Floriszoon, te zien is. Doch te- genwoordig wordt zy tot geene markt ge- bruikt. Alleenlyk worden, des Maandags, in den zomer, nu en dan, bloemen in pot- ten , voor de Markt, aan de Brouwersgraft, te koop gefield. De W ESTER-MARKT,
^ sTstt- eertyds ook de Keizersmarh genaamd (ƒ),
4"ÏT- en gelegen, aan de Keizers- en Prinfengraf- ten , tufTchen de Leliegraft en Reeftraat, werdt, in of omtrent het jaar 1615, aange- legd , ter gelegenheid van de naafllaatfle vergrootinge der Stad (g). Men heeft 'er, federt, eene aanzienlyke Kerk op gefligt, en een Wagthuis , van welk het onderfte gedeelte tot eene Vleefchhal gebruikt wordt (h). De buuren op de Keizersgraft verzóg- ten, in 't jaar 1616, dat 'er, tegen over de- zelve, .tufTchen de Harten-ftraat en Lelie- graft , eene Straat gerooid mögt worden. Doch dit verzoek werdt afgeflaagen (i). H;t zwaare geboomte, welk op de Wefter- markt plagt te flaan, is, voor weinige jaa- ren, uitgerooid, en jonge boomen in de plaats gezet. Op de drie Jaarmarkten, flaan hier veelerlei kraamen, en onder anderen Rari- teit- en Galanterie-kraamen. Ook is, in 't jaar 1735, gekeurd, dat deMandenmaakers, die, federt eenigen tyd, op den Nieuwe- zyds-Voorburgwal, benoorden deMolfleeg, gemarkt hadden , voortaan, tweemaal ter Weeke, des Maandags en des Vrydags, op de Weflermarkt, aan de zyde van de Hal en Reeftraat, zouden voorïlaan (k): gelyk federt gefchiedt. Op de Jaarmarkten, wordt, behalve met Galanterie- en Kapkraamen, ten zuiden van de Kerke , ook voor het Wagthuis op de Weflermarkt met Vloer- matten , voorgeflaan, leggende de vaartui- gen , met welken deeze matten worden aangebragt, voor de markt, in de Keizers- graft. Het omloopen en voorflaan met Vloermatten, op andere tyden, is, by her- haalde Keuren, verbooden (/). In de voor- gaande eeuwe, plagt, onder de luifel van de Weflerhal, 's Maandags en 's Vrydags, eene ff) Refol. Vroedfch. JV. it. l3 jul tSly. f, tJ v„fi.
\&) Refol. Vroedfch. JV. . i. 29nee, jf.14.fi i+i. ^"1 Zie III. Deel, I. B»ekj bl. 40, 4». en H. Boe^ f't\ Sefo1' Vroedfch. N. 11. 1» Dec. 1616. f. 19S verf,.
\J-.I Handv hl. 804.
IV Vetvoig der Handv. bl. 44.
|
|||||||||||
IV. Deel.
|
|||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||
4i8
|
|||||||||||||||||
Stede is. In alles, zyn 'er drie, de groote Mai*-
Vifchmarkt, de Boeren-Vifihmarkt,en de klei-TEN' ne Vifchmarkt. Groote Vischmarkt. De Vifchmarkt, die thans de groote ge- Ggf naamd wordt, en aan het Damrak gelegen ^-^ is, was, vermoedelyk, reeds in de veertien- de eeuwe, in wezen, en mogelyk eerder; alzo de Amflerdamfche viffchers, al vroeg, gelegenheid gehad hebben , om gebruik van eene Vifchmarkt te maaken. Ik vind 'er egter, in de Stads Regiflers, geen gewag van gemaakt, voor het jaar 1476, wanneer bevolen werdt, allen Vifch op ten middelilam af te flaan (z). Doch toen was deeze Vifch- markt reeds zo veel te klein, dat men, in of omtrent het jaar 1484, befloot, eene nieu- we aan te leggen, op het Water, tuflehea de Oude brug en den Karnemelksfielger («), 't welk ik egter niet weet, of wel geichied zy. In de zefliende eeuwe, was de Vifch- markt een vierkant houten gebouw, met overdekte Vifchbanken, flaande op 't gewelf van de groote Damsfluis, rondsom vry, en, van buiten, bezet met houten kallen, die ver- huurd werden; gelyk, uit de Kaart van C o R- NELisANTHONiszooN,te zien is. Doch in het jaar 1599, welk jaartal, in een'fteen, boven't Afflaagers-Comptoir,ukgehouwen is, werdt de Vifchmarkt, byna rondsom, betim- merd met huizen, die aan de Stad behooren. De markt is dus gelyk als van deStad afgefloo- tén.Men komt 'er op, van denVygen- of Mid- deldam, door twee overwelfde poorten, voor welken, yzeren hekken zyn, die toegedaan worden, als 'er geene markt is. Van den kant van het Damrak, en uit de Warmoes- ftraat, door de Vifchfleeg, heeft men ook twee open toegangen naar de Vifchmarkt- Aan het Damrak, llaat een ileiger, daar de Zeevifch aangevoerd en gelofl wordt. E" in het zelve, legt een zeer lang vlot, waar langs de Riviervifchfchuitjes leggen- ^° dra men, van deezen kant, de markt op- treedt , ontmoet men den fleenen ring, bin- nen welken, de vifch afgeflaagen wordt. De groote Vifchmarkt is in eene Zee- en Rivier' Vifchmarkt verdeeld. De eerfle beflaat de weflzyde van de Markt, zo ver de groote Damsfluis zig uitflrekt. De laatfle plagt al- leen de ooilzyde van de Markt te beflaan» doch werdt, in't jaar 1625, door het at- breeken van eenige agterhuizen , benoorden de Vifchfleeg, aan het Damrak flaande, ver- lengd f», en in 't jaar 1662, beoofle" de fluis, in't Water, op eenen fleenen gernet- fz) Ketub. A. ƒ. »3. j
f«) Keurb. A. ƒ. ijz verft,
(bj J. LAUBlNTius Amftetdam. |
|||||||||||||||||
Dam, plagt gehouden te worden. En bui-
ten deeze markt 7 mogen geene vreemden boter of ander zuivel aan de huizen uitven- ten. Met klein vee, hoenders , duiven, ganzen, eenden en ander gevogelte, wordt hier ook gemarkt (y). Op de Jaarmarkten, worden 'er ook andere waaren uitgeflald ; doch niet in zulk eene menigte en verfchei- denheid, als op andere Markten. Maar op de groote Jaarmarkt of Kennis, fbaan de meefle Koordedanfers- en andere fpelen op de Boter-markt; hoewel ook eenige weini- gen , fomtyds, op de Wagenpleinen voor de Haarlemmer- en Leidfche Poorten, toege- laaten zyn. Zy, die zulke fpelen of eenige andere vreemdigheden, op de Kermis, voor geld, vertoonen willen, en daartoe plaats, op de Boter-markt of elders, begeeren, om tenten op te flaan, moeten zulks, vooraf, verzoeken aan Burgemeefleren, die 'er niet in bewilligen, dan voor den tyd van twee, of ten langfle drie weeken, en onder voor- waarden, dat de vertooners eerfl raet de Godshuizen, die regt hebben op den derden of vierden penning van al wat men in de Stad om geld zien laat (w) , en byzonderlyk met het Spinhuis, moeten overeenkomen; dat zy den Stads Straatenmaaker ook vol- doen moeten, voor de fchade, die zy aan de flraat toebrengen, door het opregten der tenten, en dat zy, op Zondagen, niet voor- ftaan, noch aan de tenten laaten arbeiden (#). Doch aanflootelyke en 'zedelooze Ker- misfpelen worden niet toegelaaten. Ook geene openbaare dobbelfpelen. Zelfs vind ik, dat, al in 't jaar 1547,een verzoek van 's Heeren Dienaers, om, in de toen aanftaan- de Kerckmijfe, 't Quaecbort te mogen houden, by Burgemeefleren, afgeflaagen is (y). In kommerly ke tyden, zyn de Kermisfpelen ook, nu en dan, geweerd. Doch het berigt, wegens de Kermisfpelen
op de Boter-markt, heeft ons een weinig af- geleid van de neering, die op de Markten gedaan wordt; waartoe wy nu wederkeeren. Tot hiertoe, fpraken wy alleen van de
Markten , op welken veelerlei waaren te koop gefield worden: doch daar zyn veele andere Markten in de Stad , op welken , voornaamlyk, maar eenerlei waar wordt ge- veild. Van deezen zullen wy nu, in orde, handelen. Wy beginnen met de VISCHMARKTEN,
de oudlle van welken, naar alle waarfchyn-
lykheid, de oudfte byzondere markt hier ter (v) Handv. bl. 778, 79S , 797.
(w) Zie Hl. Deel, IV. Boe{, bl. ij7. (x) vit verfcheiden Apostillen op Requeften aangaande de Kermisfpelen. en Groot-Memor. W. VUI. ƒ. I*y. ty) Groot-Memor. N, II. ƒ. ». |
|||||||||||||||||
Mark-
ten. |
|||||||||||||||||
Markten,
waarop
maar
eenerlei
Waar
geveild
wordt.
|
|||||||||||||||||
KOOPHANDEL.
|
|||||||||||||||
I. Boek.
|
|||||||||||||||
419
|
|||||||||||||||
op of omtrent de S. Antonis- of Jooden- Mark-
Breêftraat, uit te flyten, zonder dat dezelve, ten. aan de markten, op den afflag, geweeft ,_of zonder dat 'er, gelyk men 't noemt, fchot en lot over gegaan is (h). Doch deeze Keu- ren worden, dikwils, overtreden. Ook is 'er, ten opzigte van de geringere foort van vifch, eenige verandering in gemaakt, waar- van , terftond, nader. Op het houden der Vifehmarkt, zyn ook oude en laatere Keu- ren gemaakt, die, doorgaands, beter naar- gekomen worden. De Zeevifch, beftaande, voornaamlyk, inKabbeljaauwen Schelvifcb, en waaronder ook Zalm begreepen is, te fchepe herwaards gevoerd wordende, moet, terftond, worden gebragt aan deLootplaats, op 't Water, aan de weftzyde, tegen de Nieuwe brug van binnen , aan een klein plein, voormaals de Schippers beurs genaamd. Hier wordt de aangebragte Zeevifch, door een' Opzigter van de Lootinge, die van Bur- gemeetleren aangefteld wordt, in drie dee- len , afgeloot; twee deelen voor de groote, en een deel voor de kleine Vifehmarkt. De Verkoopers moeten , terftond, met hunnen vifch, naar de byzondere Markten fchie- ten ; doch die de laaide Looting krygen hebben 't in hunne keur , of zy , dien zelfden, of den volgenden dag, den aange- bragten vifch willen doen afïlaan. Both, ScholjSpieringenAal komt niet in den afïlag; maar wordt, aan een huisje, in 't Y, tus- fchen de Nieuwe Stads-Herbergs-en Nieu- we-brugs-boomen, op paaien gebouwd, en in 't gemeen het Botbhuisje genaamd, aan- gebragt en verkogt. De Zee-vifch, door de Keurmeeflers zynde goedgekeurd, wordt, in kleiner of grooter bennen, door de Knegts of Opßeepers van de Fifchmarkten, in den Ring gefleept. Tot het leveren der vifch- bennen, plagt eene vrouw, aan elke Markt, aangefteld te zyn, die vier duiten voor een Kabbeljaauws- , en twee duiten voor een Schelvifch-ben ontving, zynde de Vifch- vrouwen gehouden, de bennen, zo veel zulks mogelyk ware, aan haar wederom te geeven, wanneer zy twaalf en een halve ftuiver, voor ieder honderd bennen, te rug kreegen. Doch het leveren der Vifchbennen is, federt, tot een mannenampt gemaakt, en, by eene Keure van den dertigften January des jaars 1765, vaftgefteld, dat, voortaan, voor ie- der Kabbeljaauws-ben , zes, en voor ieder Schelvifch-ben, vier duiten betaald zouden worden (1). De vifch wordt, vervolgens, door een' Afflaager, aan ieder Markt, van Burgemeefteren aangefteld, aan de meeft- bie-
(h) Handv. II. 8ir, «i«f *'7»»i8,»io, sii.szx.izj,
824,S2s,8z8. Vervolg ,f ie Handy, tl, 42,43.
(0 Keurb. U. ƒ. **• |
|||||||||||||||
felden voet, wyder uitgezet. De
BOEREN-Vl-SCH MARKT,
ook wel de kleine Vifehmarkt genaamd, wordt
gehouden, op een langwerpig vierkant Plein, in de Nes, tuflèhen de twee Vleefchhallen. Mier wordt Amftel- en andere Rivier-vifch ter markt gebragt, die, door de viffchers of opkoopers, met hunne eigene fchuitjes, op het Rokin by de Beurs leggende, herwaards gevoerd wordt. De Boeren, die hier markten, hebben, by eene Keure van den een en der- tigiteü January des jaars 1743, verlof gekree- geti, om alle dagen, buiten de Zon- en Feeft- dagen, met hunnen eigen vifch,ofmetzul- ken, dien zy van hunne buuren hebben o- vergenomen, te mogen markten, moeten- de zy allen anderen vifch, met welken zy, hier ter Stede , willen voorftaan, aan de groote Vifehmarkt brengen (c). Op de groot- te van den vifch, die hier ter markt gebragt mag worden, is, reeds op den een en twin- tigften Oétober des jaars 162.1, eene Keur gemaakt Qd) ; waaruit ik afneem , dat de Boeren-Vifehmarkt, niet lang voor dien tyd, aangelegd is. Te vooren, was 'er eene Groen- te- en Vogelmarkt, gelyk blyken kan, uit Brederodes Moortje (e), een Blyfpel, welk, in 't jaar 1615, voor 't eerft, ver- toond werdt. De Kleine Visch markt,
die ook de niemve Vifehmarkt plagt genaamd
te worden, werdt, in 't jaar 1662, aan de weftzyde vanden Singel, terwederzydevan de nieuwe Haarlemmer-lluis, aangelegd (ƒ), en is ook, gelyk de groote Vifehmarkt, in eene Zee- en Rivier-Vifehmarkt onderfchei- den. De eerfte legt ten zuiden: de tweede ten noorden van de fluis. De ring of af- flag is, op de Zee - Vifehmarkt, tegen de fluis aan, gebouwd. Volgens eene Keure van den zesden February des jaars 1663, moet van allen vifch, die hier, met fchuiten of wagens, wordt aangebragt, een derde deel gelaaten worden , aan de nieuwe of kleine Vifehmarkt (g). De andere twee der- de deelen worden , aan de groote Vifeh- markt , afgeflaagen. De Rivier-vifch, die, door de Viffchers of Opkoopers zelven, op de Boeren- Vifehmarkt, verkogt wordt, is hieronder egter niet begreepen. By menigvuldige Keuren, isverbooden,
met Zee- en Riviervifch, om te loopen by de. ftraaten, of dien, aan byzondere huizen °r kelders, buiten de markten, met naame rrf\Hand'- hl< $19-
fJ Xeutl,. It f l6s verft.
(f) KeUrb- 0 y_ ;, verfa
W «'oot-Alemot. N. V. ƒ. JO verf, en 100.
|
|||||||||||||||
D A M S IV. Deel.
ten, vooraf, om plaats op de groote Vifch- ]VUR!C"
markt, looten: zo als ook, op de Boeren- ?m' Vifchmarkt,gefchiedt. Op delaatftgemelde Markt, wordt van ieder Vifchfchuitje een' halven Huiver aan den Keurmeefler betaald. Volgens eene Keure van den dertigften Oc- tober des jaars 1708, moet 'er een bord , met Stads wapen geflerkt, aan de Vifch- markten worden aangeflaagen, waarop de de lengte, die de Baars, Voorn en Poft heb- ben moet, om niet afgekeurd te worden, onderfcheidenlyk, afgetekend is (n). De Vifchvrouwen, die de Vifchbanken, op bei- de de Vifchmarkten, van de Stad in huure hebben, zyn verpligt, die banken, dagelyks, na 't afloopen van de Markt, te reinigen, , waarna de vuiligheid, in kruijwagens, door een' bediende , by de Heeren "Thefaurie- ren aangefleld, naar de Stads vuilnisfchui- ten gebragt wordt. De Vifchvrouwen ftaan niet altoos agter dezelfde Vifchbank, maar fchikken, alle weeken, eene bank voort. Om den vifch , die , door byzondere perfoo- nen, gekogt is, naar huis te brengen, zyn eenige Vifchdraagers aangefleld: hoewel 't ook, door veelen, gedaan wordt, die niet byzonderlyk aangefleld zyn. Voormaals, ge- fchiedde deeze aanflelling, door deOpzienders der Armen,nu door deRegenten van het Spin- huis. De aangeflelde Vifchdraagers plagten, al van ouds, ten teken hunner aanftellinge, een koperen vifch je op de borfl te draagen (0): waarop Br ederode het oog heeft, als hy, in den Spaanfchen Brabander (A&. V. Sc. I.), eene Spinfter tegen een' armen jongen doet zeggen: Hadje kennis an de Overluy van de Vijfchers
dat jy die ginght vraghen
Om ien penninckjen op je borfl , ß mocht je moytjens vis dragen
Dat brenght '.sjaers al hielveulop}fo vetil»ick weet niet hoe.
Tot het keuren van den zeevifch, zyn
twee Keurmeeflers aangefleld, een over el- ke markt. Zy draagen, in 't gemeen, de» naam van Schouten van de Vifchmarkt. Ook mogen zy zydgeweer voeren (p). De O- verluiden van 't S. Pieters-Gilde zyn gefiel tot onderhouding der goede orde op de Vifcn* markten. Ook zyn zy gemagtigd, om & fluikers, en omloopers of omloopflers meC vifch te bekeuren, en aan tehouden; waartoe de Subflituit-Schouten, de Hoofd-Provooft van't Aalmoeffeniers-huis, derzelver Dienaars en die van den Heere Hoofd-Officier, bene- vens de Soldaaten en Wagten aan de boo- 0 men,
(n) Handv. hl. tzS,
Co; Handv. tl. ?i4. (f) Handv, hl. si*; |^^^B |
||||||
420 A M S T E B
biedenden verkogt, mogende de burgers en
inwooners zo wel in den Ring koopen, als de vifchvrouwen, mids zy alleenlyk voor hunne eigene huisgezinnen koopen (£).De leevende vifch wordt, voor den dooden, afgeflaagen. Voormaals, plagt geene vifchvrouw meer dan twee Zalmen te mogen mynen, dan na dat de andere vifchvrouwen voorzien waren. Doch dit gebruik is, op verzoek der Ver- kooperen , afgefchaft. Elk koopt nu zo vee- Ie Zalmen, als hy goedvindt. De onkoften op het afflaan van den Zeevifch, die zeer hoog plagten te zyn, zyn, in 't jaar 1734, verminderd, op negen en een half ten hon- derd van het beloop van den vifch, waar- van de Afflaager twee en een half ten hon- derd ; de Penningmeeflers, die 't geld van de Afflaagers overneemen, en aan deVerkoo. pers uitkeeren moeten, vier ten honderd; de Keurmeefler een ten honderd, en de Op- ßeepers twee ten honderd genieten (f). Wan- neer , des winters, de vifch, met wagens, in de Stad gebragt wordt,wordt dezelve afge- loot voor de kleine Vifchmarkt, werwaards zig de Opzigter over de Lootinge als dan vervoegt. De Baars, Voorn, Poll en dier- gelyke fyne vifch moet, eer zy ter markt gebragt wordt, aan den Bothweeger worden aangegeven, die, van ieder fchot of gewigt, twee ftuivers geniet. De Viflchers moeten, volgens eene Keure van den agt en twintig- flen. January des jaars 1737, met de Both, Schol, Spiering, Tongen en Scharren, re- gelregt naar 't Bothhuisje vaaren, daar de- zelve , aan de meeflbiedenden, de Both, by vyf en zeventig ponden tevens, verkogt wordt (m), na datze, vooraf, door den Both- weeger, of deszelfs knegt, gekeurd zyn; moetende den dooden vifch, terftond, in 't water geworpen, en die nog eenigszins leeft, doch onbekwaam is om ter markt te wor- den gebragt, aan de Godshuizen gezonden worden. De Vifchkoopers en Vifchvrou- wen der twee Markten van Both en ande- ren diergelyken vifch, tot hun genoegen, aan 't Bothhuisje, geryfd zynde, mag het overfchot, na half tien uuren, naar den Zand- hoek gevoerd, en aldaar, aan eenige aan- geflelde Opkoopfters, ten behoeve der om- loopfters by de ftraat, verkogt worden. De Schelvifch, zeer overvloedig zynde aangeko- men , wordt ook, aldaar, na dat de Mark- ten voorzien zyn , ten zelfden einde , aan agt aangeflelde Vijchbaazen geleverd. De BothvifTchers, met hunnen eigen vifch wil- lende voorftaan , gelyk hun, op de drie weekelykfche Marktdagen, vryftaat, moe- fi^) Handv. hl. 814. (1) Handv. hl. sis. (m) Handv. hl. 828. |
||||||
: A N D E L. 421
den Keurmeefter van den vifch aan de klei- Mark- •■
ne Vifchmarkt, leverbaar gekeurd zyn (y). ten. Na de Vifchmarkt > zal, vermoedelyk, de Beestenmarkt,
of, gelykze, veeltyds, genoemd wordt, de eEE3ten-=
Ossenmarkt, om dat deeze de grootfte of Ossem- is, de oudfte byzondere markt hier ter Ste- markt. de zyn geweeft; alzo 'er de oudfte gedeel- ten der Stad, gelyk zyn de Kaherflraat en de Ojjen-ßuis naar genoemd zyn. Men plagt • zelfs, van ouds, up tie fluyfe, niet alleen des Maandags, maar ook op andere dagen in de weeke, met Varkens, te koop te ftaan; 't welk, op den zesden May des jaars 1473 > verbooden werdt (iu). Ik verfta, door tie Sluyfe, hier, de groote Damsfluis, die* ten dien tyde, defiuis, by uitfteekendheid, genoemd werdt. En men moet niet vreemd vinden, dat de Middeldam toen tot eene Varken- markt gebruikt werdt; men hadt, vroeg ia de vyftiende eeuwe, naauwlyks eene andere marktplaats in de Stad. De Varkens waren ook zeer overvloedig, zo dat, al omtrent den aanvang dier eeuwe, verbooden werdt, dezelve langs ftraat te laaten loopen (x). Langs der Stede vellen, ftonden Varkens- kotten, die eerft, in 't jaar 1489, werden afgekeurd (y). En Thymen Gerritsz, de Var- kendry ver , hadt een huis aan de Plaats of Dam, welk hem, in't jaar 1540, door de Stad, afgekogt Werdt (2). Ook blykt, uit eene Ordonnantie voor 't Vleefchhouwers Gilde van den jaaré 1586", dat toen, vlak voor 't Stadhuis, noch markt gehouden werdt van Kalveren, Lammeren en Schaapen (a). Doch de Varkenmarkt was, voor den aan- vang der zeftiende eeuwe, reeds op de Kolk verplaatft, en werdt, in of omtrent het jaar 1506, binnen de buitenfte Haarlemmer Poort, die toen ftondt, daar nu de nieuwe Haar- lemmerfluis legt, overgebragt (b). Nader- hand, is zy, aan de weftzyde van den Sin- gel, tuffchen de Rosmolen en de Haarlem- merpoort (c), en nog laater, op de Heeren- markt gehouden (d). Doch in't jaar 1626, werdt zy, aan de zuidzyde van de Linden- graft, gekeurd (e), en in 't jaar 1651, bui- ten de Reguliers-Poort, nu de Waag op de Botermarkt, nevens Simon Ryken Pad (ƒ); tot .
(ii) Handv. bl. 11S71.
(n>) Keurb. A. ƒ. 72 verft.
(x) Zie I. ßeel, I. Boe^, &'. 3».
(f) Keurb. A f. 171 ver fa.
(X.) Zie I. Deel, I. Boe{, bl. ifi.
fa) Keurb. C. /. J05.
(I,) Nigrer 't Kemb B. onder de Correftien. ƒ. g},
(c) Refbl. Vroedfch. N. f 27 tisv. ia°o. ƒ• )it.
(d) Zie hier voor, bl. 4.17.
(e) Keurb. K. ƒ. toj.
(f) Refol. Vroedfch. X. io. 9 M*J i«5t./..i jo verf..
Hhh
|
|||||
I. Boek. K O O P I
k
<K" men, hufï, des hoods, de behulpzaame hand
G^ bieden (q).
V,^ De Garnaalen, de Panharing , de Kat-
' aal eri Katvifch , die niet aan de Vifchmark- ten komen, om aan de uitflyters verkogt te worden, plagten, voor deezen, op Droogbak te worden aangebragt;doch,in'tjaar 1705, werdt gekeurd, dat men, met deezen ge- ringen vifch, voortaan, aan den Zandhoek, ter wederzyde van de Taanflraat, zou voor- ftaan (r). Gemeenlyk, legt'er ook een vaar- tuig met Garnaalen, agter een' flal, waarin gekookte Garnaalen verkogt worden, aan de ooftzyde van den Singel, tuffchen den Heiligen weg en 't Spuij , welke plaats , hierom , de Garnaalen-markt ge- noemd wordt. Doch my is niet bekend, dat dezelve, by eenige Keure, tot zulk eene Sej markt, gefchikt is.
tfcj°f"eti Tot eene Legplaats voor de vaartuigen,
\lSn' die, met gedroogde Schol en Scharren, her-
waards komen, was, in de voorgaande eeu- we, het Spuij, tegen over het Maagdenhuis, gefchikt. Ook flondt men, met deeze waa- re, agter de Begynen, voor (s). Doch te- genwoordig wordtze, meeffc, in de Haring- pakkerye, op het Water, en ook, eenigs- zins, op den Dam, agter de Waage, vertierd. In 't jaar 1731, (lelden Burgemeefteren, by ■provifie, voor den tyd van drie maanden, een' Faétoor der drooge fchol aan (f). Doch ik weet niet, dat zulks, naderhand, ge- 8«k. fchied is-
\£g- Het Koningsplein, in 't midden, onder de
boomen, is, in 't jaar 1736, gefchikt tot ee-
ne Bokking markt voor Buitenluiden, die aldaar, tweemaal ter weeke, des Maan- dags en des Vrydags, mogen markten; doch met hunne Bokking niet door de Stadryden, of loopen (u): 't welk men alleen aan inge- zetenen deezer Stad, en, in 't byzonder, met bokking, die, in de Bokkinghangen, aan 't Blaauwhoofd , hier ter Stede, gerookt is, A%èi ^eeft willen toelaaten.
e'ger," Tot eene Legplaats der Schepen en Schui-
ten metMoiTelen,isdeMossELSTEiGER ïn'tY, by de kleine of nieuwe Vifchmarkt, al voor lang, gefchikt geweeft. De vaartui- gen met Oefters, welke vifch,federt eenige jaaren, in groote menigte, te Petten ge- ipeend, en herwaards gevoerd wordt, leg- gen, volgens eene Keure van den een en dertigften January des jaars 1741, ook aan den Moflèlfteiger. Oefters noch Moffelen . rnogen geloft worden, dan na dat zy, door U) Handv. bl. 8l,_
y) Handv. bl. gM. y) Handv. bl. 807. fö ZSafTti?-x-f-9Z vrf"
111 STUK.
|
|||||
IV. Deel.
|
|||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||
422
|
|||||||||||||||
winters, in dit gebouw, rondsom , in de
hoogte, opeen gearbeid. De eigenaar,zyn- de thans Izaak Koek, Zoon van den aanleg- ger, verkoopt het, 's zomers, by 't pond, voornaamlyk, om wyn en andere dranken te verkoelen en koel te houden, 's Winters, gebruikt hy 't, om het deeg, waarvan hy allerlei nagemaakte vrugten, tot nageregten, op voornaame maaltyden, bereidt, te doen ftollen. DeScHAAPENMARKT, die, eertyds,
omtrent de oude Reguliers poort , nu den Regulierstooren, daar het Plein nogde Schaa- penmarkt heet, fchynt gehouden te zyn, is nu binnen de balie van de eigenlyke Offen- markt , ten weften. De KA L vERe N M A RKT, die altoos met
de Schaapenmarkt plagt vereenigd te wezen, werdt, in 't jaar 1669, van dezelve afge- fcheiden, en overgebragt op het Plein bin- nen de Leidfche Poort; daar zy, egter, niet lang bleef, wordende, in 't jaar 1671, we- derom by de Schaapenmarkt overgebragt (/). Zy wordt, nu ook, aan de weftzyde der Beeftenmarkt, gehouden. De Kalveren en Schaapen zyn hier , veeltyds, geplaatft, in hokken, die in open ftallingen gemaakt zyn. De Beeftenmarkt is tweederlei, van ma* ger, en van gemeft, of vet vee. De magere Offenmarkt begint in April, en duurt, tot dat de weiden behoorlyk voorzien zyn van gras. De vette Offenmarkt of flagttyd wordt 's Maandags, 's Woensdags en 's Vrydags gehouden, van het midden van Oftober, tot het midden van November. De vette Var- kenmarkt wordt, op den zelfden tyd, ge- houden. Van de magere Varkens is de voornaame markt aan den Diemerdyk, by Zeeburg, daar zy ook opgefcheept worden. Volgens twee Keuren van den elfden en twaalfden O&ober des jaars 1658, moeten de Varkens, die, met fpoeling, of afval van Kooren-brandewyn,en ftyffel, gemeft zyn, afzonderlyk, op de markt geplaatft worden: en 't invoeren én verkoopen van Varkens, die met Finken van Walvifchfpek zyn ge- meft, is, vplftrektelyk, verbooden (?«).Het regt om, hier ter Stede, alleen allerlei bees- ten te mogen op- en affcheepen is, al voor lang, verleend geweeft aan 't Oude-zyds- Huiszitten-huis (H). De Opfcheepers der Beeften , die , van ouds , Poßmeeßers ge- naamd werden, om dat de loffe brug* over welke, zy het vee ontfeheepen, den naam van Poß draagt, zyn alleen bevoegd tot dit werk. De beeften worden op- en afgefcheept aan den Diemerdyk by Jaap Hannes of Zee- burg, (l) Handv. hl, 774, 77J-
(m) Handv. hl, 77j.
(»; <?>> III. Deel, IV. Beek., *'• *«*•
|
|||||||||||||||
Mark- tot datzy, by eene Keure van den zes en
TEN. twintigften Auguftus des jaars 1671, by de Ucrechtfche Poort, geplaatft werdt (g); waar zy, nog tegenwoordig, is. Wät de Offenmarkt aangaat, dezelve
werdt, van ouds, en wel op den zes en twintigften Maart des jaars 1487, gekeurd ter plaetze tuffchen den tween reguliers poir- ten, waarvan de eerftetoen ftondt,daar nu de Offen (luis legt, en de tweede, daar nu •de Reguliers-tooren ftaat; geheten die binde- wyck, ende nergent anders (b). Doch in't jaar 1629, werdt zy van daar verplaatft op 't Plein voor de Reguliers - Poort ■J), die toen van hout gemaakt was, en ftondt, daar nu de Waag op de Botermarkt ftaat. Eenige jaaren laater, werdt zy buiten de Reguliers- Poort , op de hoogte van de Heeren graft, gefteld (*), en eindelyk, na de jongfte Ver- grootinge der Stad, overgebragt, daar zy nu is, op het Plein binnen de Utrechtfche Poort. OJf'n- De Beesten- of Ossenmarkt is markt' een ruim veld,"in 't midden, doorfneeden
van de ftraat , die naarde Utrechtfche Poort leidt, en met hoog geboomte bezet. Langs de Offenmarkt, meeft ten weftenvan de Poort gelegen, zyn houten balien opge- regt, aan welken, de beeften worden vaft- gemaakt. Verder weftwaards, ftaan eenige ftallingen, waarin het vee, des nagts, ge- plaatft wordt. Ook is hier de wooning van den Marktmeefter. In de Agtergraft, was, voor deezen, eene bekwaame drinkplaats af- g'fchooten, daar 't vee plagt gedrenkt te wor- den ; doch zy dient nu, zo ver zy nog over- gebleeven is, voornaamlyk, tot een wed voor de paarden. De markt is, wyders, ook met eene balie omringd, en met een hek afgeflooten, op dat de beeften niet zouden verdreeven worden, voor dat de Impoft en Excyns voldaan is, 't welk, in de wooning van den Marktmeefter, gefchiedt. yatken- De V ARKe NM ARieT is ten ooften van markt. de ftraat aangelegd. De grond derzelve is, omtrent drie'voet, opgehoogd; mêeft be- ftraat, en rondsom met eene fchutting af- geflooten. De vette Varkens leggen hier, geduurende den markttyd, in hokken. Ver- kogt zynde, wordt 'er, terftond, de Impoft Yskelder. en Excyns van betaald. Een weinig zuid- weftwaards van de Varkenmarkt , is, in 't begin des jaars 1755, onder digt geboomte, een Tskelder gebouwd, door Adriaan Koek, Conficurier hier ter Stede, die den grond, voor een zeker getal van jaaren, gehuurd heeft van de Thefaurie. Het ys wordt, 's (g) Keurb. P. ƒ. 22 verft.
(h) Keurb. A. f. 158 verft,
(i ) Refo). Vroedfch. ff. 1«. 1 Jitny 1*29, ƒ. g« verft.
({J Refol. Vioedfch. I». D. ao Ntv. i6«j. ƒ. «4.
|
Mar«'
TI*
|
||||||||||||||
3
|
|||||||||||||||
&
|
|||||||||||||||
«.Hf»'
|
|||||||||||||||
I« Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
KOOPHANDEL.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
423
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
V
»> |
||||||||||||||||||||||||||||||||
bürg , of in de Stad aan den Moffelfteiger,
ten einde van den Singel ten noorden, of aan de Varken- en Offenmarkt. Voor 't regt der op- en affcheepinge wordt betaald, van een Os of Koe, twee duivers vier penningen; van een Paard, twee Huivers agt penningen; van een mager Varken , vier penningen; van een vet Varken, agt penningen; van een vet Kalf, twaalf penningen; van een mager of nugter Kalf, agt penningen, en van een Schaap, vier penningen. En dit fegt wordt niet alleen betaald van het vee, dat over 't Y in de Stad komt; maar ook van 't gene, door de Haarlemmer-, Leidfche-, Utrechtfche-, Weesper- en Muider-Poorten, of langs den Amflel, wordt ingevoerd. By vorft en beilooten water, wordt het vee ook, aan de gewezen Oude*, en aan de Nieuwe Stads Herberg aan- en afgevoerd (0). Voor ieder os of koe, die op geen voeder flaat, wordt, voor ftaangeld, aan den Marktmees- ter van de Offenmarkt, twee ftuivers 's daags betaald: voor ieder Schaap of Varken, vier penningen, en op voeder flaande, een ftui- ver. De offen, die van buiten ingebragt worden, om hier te worden verkogt, moe- ten alleen aan de Offenmarkt te koop ge- field , en vooraf aan den Marktmeefter aan- gegeven worden: en iemant, die hier eenig vee gekogt heeft, mag het, noch op de markt, noch elders , wederom verkoopen, dan drie weeken na dat hy 'er eigenaar van geweeft is (p). Ondertuffchen , raakt het Aagten van offen en koeijen, in den Slagt- tyd, om ingezouten, en, geduurende den winter, gegeten te worden, hier ter Stede, federt eenige jaaren, meer en meer, buiten gebruik, bevindende men het vleefch, welk lang gezouten geweeft is, nadeelig voor de gezondheid. Ook leggen de Vleefchhouwers zig hier, meer dan zy plagten, toe, op het Aagten van rundvee, geduurende den win- ter, zynde, reeds by eene Keure van den Vyfden December des jaars 1732, toegelaa- ten geweeft, na den laatften November, eens ter weeke, des Woensdags, markt te hou- den van offen, koeijen, queen en vaarzen (3). Om opzigt te hebben op de Offenmarkt, en de andere Markten, daarby behoorende, zyn vier Commiffariffen, door Burgemees- teren, aangefleld, die Commissarissen Van de Ossenmarkt genoemdworden. Zy draagen zorg, dat de Keuren , op de Markten van het vee gemaakt, worden naar- gekomen , naar behooren. Keizer Karel den V., in't jaar 1523, Rei-
n°ud, Heere van Brederode, verlof gegeven |
hebbende, omeene jaarlykfche Paardenmarkt
te houden, in het Dorp van Amfterveen (r), welks Ambagtsheerlykheid, in 't jaar 1529, aan de Stad verkogt werdt (x), overleide men, federt, of dit Privilegie ook regt ga- ve, tot het opregten eener Paardenmarkt, in Amfterdam. Men bevondt, by onder- zoek , dat het Privilegie zo ver niet kon worden uitgeftrekt. Doch men verftondt, dat de Steden in 't gemeen regt hadden, om ongeprivilegeerde Paardenmarkten in te {tei- len, daar buitenluiden niet vry waren van arrefien om fchuld. En men befloot, eer- lang, om 'er, ook hier, eene op te regten (t), die, tweemaal 's jaars, op den eerften Woensdag na Laetare, dat is, na den der- den Zondag voor Paafchen, en op den laat- ften Maandag in Auguftus, zou gehouden worden, en, in 't jaar 1658, voor 't eerft, gehouden werdt. Doch zy is niet veele jaa- ren in ftand geweeft (ii), en, zo ik meen, zonder afgefchaft te zyn , van zelve te niet geloopen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Mark-
ten. geregt,
en te niet geloo- pen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||
Ter gelegenheid der raadpleegingen over
|
Paarden-
viller.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
het opregten eener Paardenmarkt, was hier,
door Burgemeefteren, de eerfte Paardenvil- kr aangefleld, op den negentienden Decem- ber des jaars 1656 (v). Hy is, volgens de Keure, alleen bevoegd, om doode paarden en andere viervoetige krengen te villen (w). De paardenmeft, die, langs de ftraaten, in kruijwagens of vuilnisvaten, legt, mag, vol- gens eene Keure van den negen en twintig- ften January des jaars 1755, door niemant, dan door de bedienden van de vuilnis, wor- den weggehaald (x). |
||||||||||||||||||||||||||||||||
De handel in Kooren, die, in 't groot, ge-
dreeven wordt op de Koorenmarkt, |
KoOREN-
MARK.-
TEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
van welke wy, hier voor (y ), reeds ge-
fproken hebben, worde ook, in 't klein, en by de zak , gedreeven op meer dan ééne Markt hier ter Stede. Men heeft, voor eerft, de Stïgtsche en Gooische Koorenmarkt ,
die, in 't jaar 1643 , gekeurd werdt op den Stigtfibe
Binnen-Amftel , aan de weftzyde, tuffchen en Gooi- de Paardenflraat en Halvemaansfteeg (2) ,fibe Ko°- alwaar voorheen een houtwal plagt te zyn, renmarkt' en, federt, des Maandags, markt van al- lerlei Stigtfche en Gooifche Graanen, by- zonderlyk van erweten en boonen, gehou- den (r) Handv. bl. 32t.
(s) Zie II. Deel, V. Boet, bl. IZ7. (t) Refol. Vroedfch. Li A. 15, 20 J«». i«J7« f- >>3,1«7. («) Zie F. VON Zf-SEN , bl. 202. («) Groot-Memor. N. IV. ƒ. w- (w) Handv. bl. losïi (x) Verfolg der Handv. H. '45>. (y) III. Deel, I. Iioe(, hl. 31. (*) Refol. Vroedfch. W. i». 6 Jan. 1S43, ƒ. 14s verf«.
Handv. bl. «02. Hhh 2
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
f") Vetvolfr der Handv. hl.
(P) Handv.'4/. 771 , 772. (1) Handy, bl. 774. |
||||||||||||||||||||||||||||||||
JJ.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
IV. Deel.
|
|||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||
424
|
|||||||||||||||
wederom uitflyten, woonden. Twee zulke Mae*'
Biermarkten, of, gelyk menze heet, B I E R K A A IJ E N,
zyn 'er thans in deeze Stad, de oudfte,eer-
tyds, de Delft [che Bierkaai genaamd , om dat 'er veel Delftfch Bier plagt gefleeten te worden, en nu de Oude Bierkaai geheeten, ftrektzig, federt dat zy, in 't jaar 1682, vergroot is (e), langs de weftzyde van den Oude-zyds-Voorburgwal , genoegzaam van 't noordeinde, uit tot aan de Varkensfluis. De andere, de kleine- of Heeren-, of Nieuwe Bierkaai genaamd, is aan de noordzyde van de Brouwersgraft, tuffchen de Heerenmarkt en Binnenbrouwersftraat. Eenige Bierbe- fchooijers woonen, behalven op de Kaaijen, ook op de Heerenmarkt, en op de Nieuwe- zyds-Kolk. Doch de handel in vreemde Bie- ren is , federt het rykelyk gebruik van wyn, en van koffy en thee , zeer flerk afgenomen. De Bierbefchooijers zyn, in 't jaar 1621, tot een Gilde gemaakt (ƒ) , waarvan wy, hier na, onder de Gilden,- handelen zullen. Het tappen van uitheemfch Bier omtrent de Bierkaaijen gaf zo veel gelegenheid tot het verkorten van der Stede Excynzen, dat het zelve, by verfcheiden' Keuren, verbooden is. Het mag niet gefchieden, aan de ooft- noch weftzyde van de Heeren-markt, omtrent de nieuwe Bierkaai; noch in de S. Anne-ftraat, in de S. Anne-dwarsftraat, in de fteegjes en Hop- jes tuffchen de S. Jans- en Oude-Kerks-brug- gen, en op het Oude-zyds-Kerkhof, omtrent de Oude Bierkaai (g). Men plagt,vanouds, |
|||||||||||||||
Mark- den wordt. Zy worden hier, in zakken,te
ten. k0op gebragt, en mogen, in geene minder
hoeveelheid dan eene mudde of zak tevens,
verkogt worden (a). Behalve deeze, is'er
ook eene
Westfriesche Koorenmarkt,
Weflfrie- in 't gemeen de Schager-markt genaamd, die
Jcbe Koo- eerfl. geweeft is, aan de ooftzyde van den renmar . g^g^ naar't noordeinde, terplaatfe, nu de Stroomarkt genaamd; naderhand,op de-> zelfde oaftzyde van den Singel; doch meer zuidwaards, tuffchen de Lynbaansbrug en Jan-Rooden-Poorts-Tooren, verlegd werdt, en, eindelyk, in 't jaar 1662, geplaatfl aan de ooflzyde van de Heerengraft, tuffchen den Blaauwburgwal en oude Lelieftraat. Hier plagten, des Maandags, allerlei Weft- friefche en Noordhollandfche graanen niet alleen; maar ook klein vee, gevogelte, kaas, eijeren en fruit ter markt gebragt te worden. Zelfs is 'er, veele jaaren agtereen, des Zon- dags, na den middag, eene tälryke markt geweeft van duiven, musfchen en andere kleine vogeltjes. Doch by eene Keure van denagtentwintigflenjanuarydesjaars 1752, is belaft, dat geene andere dan Weftfriefche vaartuigen, en die alleen met Kooren belaa- den, ter bovengemelder plaatfe, op de Hee- rengraft, zouden mogen markten; dat al- daar geene hoenders, duiven , musfchen , fpreeuwen of ander gevogelte , vee, kaas of eijeren zouden mogen worden te koop gefield ; en dat de Weftfriefche Kooren- vaartuigen , niet dan 's Maandags, zouden mogen markten (Z>). Het Kooren , welk hier verkogt wordt, moet, naar de maat dee- zer Stede, worden geleverd (c)4 Al voor veele jaaren, plagt 'er nog eene markt te zyn van duiven en kleiner gevogelte, die, zonder, zo veel my bekend is, door eenige Keure, gewettigd te wezen, des Zondags, op de Baangraft, tuffchen de Paffeerder- ftraat en Looijersgraft, gehouden , en ge- meenlyk de Duivenmarkt genaamd werdt. Doch zy is nu ook verdweenen. In de voor- gaande eeuwe, werdt, des Zondags, ee- ne Hunden- en Duivenmarkt gehouden , op het bolwerk by de Regulierspoort; die, by eene Keure van den dertienden November des jaars 1642, verbooden werdt (ji). Bier- Tje vreemde Bieren zyn, hier ter Stede, KAAijEN. QOk aj Zeer vroeg, aangebragt, en heeft men,
derhalve, ook al vroeg , plaatfen gehad , daar deeze Bieren ontfcheept, geveild en verkogt werden, en daar de Bierbefcbooijers, gelykze genoemd worden, die deeze Bieren (*) Handv. bl. 780.
(i>) Vervolg der Handv. U. 42.
(c) Handv. bl. %oz,
(tl) Keuib. L. ƒ. 184. verft.
|
|||||||||||||||
Melk markt
|
|||||||||||||||
tf#
|
|||||||||||||||
te houden op de Plaats of Dam, en vooraan N^i
in de Kalverftraat: ook op andere plaatfen Ä der Stad; doch in 't jaar 1482, werdt ge- keurd, dat men dezelve niet dan agter 't oude Gafthuis, dat is, agtpr het tegenwoor- dige Stadhuis, naar de zuidzyde, ter markt zou brengen (h); en in 't jaar 1523, dat men daarmede, op de Burgwallen, en op 't Wa- ter, zou mogen voorllaan (0- Maar in 'c jaar 1581, werdt zulks wederom alleen op de Gafthuisfluis,ten einde de Gafthuisfteeg, toegelaaten. In laater' tyd, fchyntmen,om- trent de Heerengraft en Brouwersgraft, al- waar eene houten brug nog de Melkmarkts- brug heet, met melk, gemarkt te hebben. Doch tegenwoordig , leggen en ftaan de fchuiten en wagens met melk alomme door de Stad, in en langs de graften, en de mees- te
(') Handv. &'■ 77Ä.
(f) Handv- hl. iig9.
(g) Handv. bl. i4g+.
(h) Keurb. A. ƒ. 135 vcrftm (ij Handv. bl. so*. |
|||||||||||||||
LBoek. KOOPHANDEL.
|
|||||||
425
|
|||||||
M
\;c' te melk wordt, in open houten emmers, den geplaatft tuffchen de Elands- en Looi- MarK.
langs de huizen, te koop gedraagen. De jersgraft; de fchuiten van rondsom de Stad, ten. melkvaatjes en melkmaaten, vooral zulken, en byzonderlyk de Diemermeerfche en We- die de Huiskiiden zelven herwaards brengen, teringer-fchuiten; de Utrechtfche en Bever- moeten , jaarlyks, door den gezwooren Y- wyker-Peulfchuiten, en de Weftlandfchen, ker, nagemeeten, en met het Stads wapen aan de ooftzyde.der Prinfengraft, tiuTchen en 't jaartal gebrand worden (£). 't Geregt de Ree- en Beerenbruggen, en des noods, heeft, reeds op den zeftienden July desjaars bezuiden de laatftgemelde; en de Leidfcheen 1481, bevolen, in die melck ofte hoye [huij], Leiderdorper-,als mede deBeemfter-,Purmer- geen water te gieten (/). en andere fchuiten, met ftoppel- en ftaart- Men heeft hier, tegenwoordig, verfchei- raapen,aan de weftzyde van de Prinfengraft,
den' tuffchen de Laurier- en Roozenftraaten, en Groen markten, des noods, tot over de Weftermarkt (tn). De
, ,. , , ., plaats, tuffchen de Ree-en Beerenbruggen,
waar veelerlei aardvrugten en moeskruiden, beideaan de ooft- en weftzyde der Pnnfen-
van rondsom de Stad, en van afgelegener graftj wordc thans de Wme Gromnarkt ge. Plaatfen, te koop gebragt worden. De oud- naamd;en de Marktmeefter heeft, onlangs, fte, van welke men duidelyke melding ge- bevel gekreegen, om de openvallende Plaat- maakt vindt, was geplaatft agter de groote fenaldaar, eens 's jaars, in de maand Mav Vleefchhal,aanS. Pieters-Kerkhof, en langs by infchuiving voor-of bovenaards dat is' de weftzyde van den Oude-zyds-Voorburg- naar>t noorden, te laaten vervullen; en de wal, tot aan de Varkensfluis. Doch zy werdt, aankomende Tuinluiden, agter of onder aan in tjaar 1044, van daar verpiaatft aan de de Markt> naar >t zuiden^ te plaatfen («). ooftzyde van de Prinfengraft, tuffchen de Doch de Warmoestuinen in de Diemermeer Reeftraat en Weftermarkt, daar de fchuiten ]everden, door den tyd, zo veele groente lagen; en op de Weftermarkt zelve, daar de nit^ dat} met dezelve, niet bekwaam! vk Groenluiden voorftonden. De Groenmarkt tuffchen de Ree- en Beerenbruggen kon ge- bleef hier egter naauwlyks negen jaaren, en markt worden ; waarom, in 't jaar 1700 werdt, in 't jaar 1653 , overgebragt, aan de werdt toegelaaten, deeze groente ook eens weftzyde van de Prinfengraft, van de Pnnfen- ter weeke . des Maandags , en in 't iaar brugge, tot de Egelantiersgraft, toe: en m I7oI , tweemaal,des Maandags en des Vrv- t jaar 1656, werdt den Noordho landfchen dags, op 't Oude-Kerks-Plein, ter Markt te Groenluiden in t byzonder , die meeft bren en ^ De te uk de B lemer. kool,raapen en wortelen aanbrengen,plaats meerj die . in >£ jaar I?02 doo "broken
om te markten aangeweezen, tuffchen ae z nde door het inftorten of plempen van Beerenflraat en kleine Groenmarkt die modderj a]lengskens, gedeekelyk, gevuld, nog, omtrent de Reeftraat , gebleeven en >t nieu*e ^ fterk bezaaid is , was aan de ooftzyde van de Prinfengraft. wordt by de Diemermeers - groente , ter Doch in t jaar 1Ö58 , werdt deeze Groen- markt gebJragt: en in >t jaar I?ö >d markt, beftaande toen meeft uit Groenlui- ze tweederlei Warmoeziers verdeeld gewor
den van Haarlem, Beverwyk en andere Plaat- den> i„ twee ploegen, over ieder van wel fen daaromtrent, verlegd aan de weftzyde ken, jaariykSj op den eerften April, door van de Prinfengraft, tuffchen de Reebrug ßurgemeefteren, uit een opgegeven dubbel en Roozengraft. De Streeker-Groenluiden, getai5 twee O verluiden gekoof en worden, die zig,tuffchen deLaunergraft en Beeren- die? voor de onderhoudi£g der goede orde brug , gelegd hadden , werden, in t jaar onder dit Gi,de yan Groenluiden, zorg draa- 1668, meer zuidwaards, tuffchen de Elands- gen> Beide de pioegen markten, federt, grart en Looijersftraat, geweezen. In tjaar te gd k) op >t Oude - Kerks - Plein; doch, 1674, werdt de markt der Leidfche Groen- op hunne eerfte markt, op de Prinfengraft fchuiten in t byzonder gefchikt op dePrin- beurtelings, om den anderen dag, en op de fengraft, omtrent de Laurierftraat, van 't Houtgraft, by de gewezen Jooden - Kerk, Vuilnisvat, tot aan zekere paal, aldaar ge- welke plaats zy ook ingenomen hadden, en plaatft: en die der Beemfter - fchuiten, tus- die hun nu vergund werdt, week om week- fchen de Roozengraft en Roozenftraat.Doch doch alleenlyk des Vrydags (ƒ>)• Men noemt lQ 't jaar 1697, kwam 'er wederom eenige dit gedeelte der Houtgraft, federt, de %o Verandering in de Groenmarkt. De Noord- \ hollandfche, en met naame de Streeker-vaar-
tuigen, met kool, wortelen en raapen, wer- \l] "S^'ZVim,m. « schepe„en van , ik.) Han^ il „,.*, 934», 936*. (°) Hwiv. II. 792, 791.
(O Keutb. A ƒ ,i+ v,rfi>. C* Han'lv- "- ?*»•
Hhh 3
|
|||||||
IV. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||
426
|
|||||||||||||||||||||||||
mogen zig vervoegen aan zulk eene geau- Mar**
tborifeerde Groenvroww, ofSchryffler, gelykTE menze gemeenlyk noemt, als zy goedvin- den (y). By eene Keure van den eerften April des jaars 1760, is belaft, dat, des zomers , of van den eerften May tot den laatften Oélober, op de Groenmarkt, tus- fchen de Roozenftraat en Roozengraft, voor de geauthorifeerde Groenvrouwen , plaats moet gelaaten worden, voor zeftien, en 's winters, of van den eerften November tot den laatften April, voor agt Groenfchuiten, mids 'er, op de Prinfengraft over de Wes- terkerk, genoegzaame plaats blyve, voorde Leidfche en Haagfche Salade-fchuiten (z> Eindelyk, is 'er ook eene Reinigfler of Aan- veegßer van de Groenmarkt aangefteld , die de Markt, des zomers voor tien, en des win- ters voor elf uuren des morgens, reinigen moet, waarvoor zy van ieder fchuit drie, en 's winters, van ieder wagen, twee ftui- vers , van ieder fleede, die met een paard getrokken wordt, een en een halven ftuiver, en van ieder handfieede, een halven ftuiver geniet, zo dikwils, als dezelven aan de markt |
|||||||||||||||||||||||||
den-Groenmarkt. De Warmoeziers, van wel-
ken wy fpreeken, betaalen , volgens eene Keure van den eenendertigftenjanuary des jaars 1730, ieder twaalf ftuivers 's jaars aan hunne Overluiden (#). Zy plagten, al voor den aanvang deezer eeuwe, des Maandags, ook aan de nieuwe Markt voor te ftaan (r), 't welk, zo ik meene, nog, door eenigen, gefchiedt. Aan de Hillegommer Tuiniers en Warmoeziers in 't byzonder is, in 't jaar 1717, plaats om te markten aangeweezen, aan de weftzyde van de Prinfengraft, tus- fchen de Reebrug en Lauriergraft O), daar zy, met groente en fruit, en, onder anderen, met fmaakelyke aardbeijen, voorftaan. De verkoopers van groente, die huizen of kel- ders , op de Groenmarkt, tuffchen de Ree- en Beerenftraaten, bewoonen, mogen, vol- gens eene Keure van den een en dertigften January des jaars 1749, voor hunne woon- plaatfen, tot aan de groote fteenen toe, uit- ftallen, zonder daarin, door de buitenluiden, verhinderd te worden (t). De Groenmarkt is, federt het jaar 1717,bepaald gebleeven, op de plaatfen, daar zy toen, volgens de Keu- ren , mögt gehouden worden. De Groenfchuiten, die aan de markt wil-
len komen , mogen niet grooter zyn dan twaalf Lands Lallen ten hoogflen (u), en moeten allen , met hun agterfteven , regt tegen den wal leggen. Zy moeten zig by den Marktmeefter aangeeven, en 't regt der Markt voldoen. Zy mogen, 's morgens voor, of's avonds na het luiden der Poortklok, niet loffen. De koopers moeten, met hunne fchuiten en wagens, des zomers voor negen, en des winters voor tien uuren, van de markt zyn. De raapen, aardappelen, tuinboonen en kool worden, door luiden, die van Bur- gemeefteren aangefteld zyn , gemeeten of geteld. De manden, met welken, de boo- nen, aardappelen en raapen gemeeten wor- den , moeten behoorlyk geykt zyn (v). Ook zyn, reeds in 't midden der voorgaande eeu- we , twaalf of dertien geauthorifeerde Groen- vrouwen toegelaaten, door Burgemeefteren (w), welker getal, naderhand, op agt ver- minderd, doch, in 't jaar 1686", wederom op negen gebragt (a;) is. Zy betaalen de verkogte groente, terflond, aan de Groen- luiden , en vorderen de uitgefchooten pen- ningen wederom van de koopers, voor wel- ke moeite en verfchot, zy twaalf penningen van ieder gulden genieten. De Groenluiden (q) Handv. bl. 79».
(r, Handv. bl. 79*.
(1) Handv. bl. 794.
(t) Vervolg der Handv. bl. 4.1.
(u) Keiub. T. ƒ. 13g.
(v) Vervolg der Handv. bl. 4? , 4?.
(m) Groot-Memor. N. IV. ƒ. rsi verft. N. V. ƒ. «1 verf«.
(x) Groot-Memor. N. VII. f. 145^
|
|||||||||||||||||||||||||
komen (a)
|
|||||||||||||||||||||||||
öif'
|
|||||||||||||||||||||||||
Na de Groenmarkt, volgt de
Fruitmarkt,
van ouds, en nog tegenwoordig, naar de
Fruit, die meeft op dezelve verkogt wordt, de Appehnarkt genaamd, en zekerlyk eene van de oudfte Markten der Stad, alzo men, in de Keuren van omtrent het begin der vyftiende eeuwe, al gewaagd vindt van Fruit- verkoopers, als tot het S. Jans Gilde behoo • rende (b). De oudfte Appelmarkt is geweeft» aan de weftzyde van den Oude-zyds-Voor- burgwal , tuffchen 't S. Pieters Kerkhof en 't Spuij , federt de Huiszitten-, en nu de Lomberdsfteeg genaamd.Naderhand, is zy, op den Nieuwe-zyds-Voorburgwal, aan de ooftzyde , omtrent tegen over de plaats, daar tegenwoordig hetGeneraal-Poft-Corfip- toir is, verlegd. Doch in 't jaar 1613, werdt reeds geraadpleegd, om dezelve ook van daar te verleggen (c). En 't leedt niet langer dan tot in 't jaar 1616, toen zy, aan de ooftzy<>e van den Singel, tuffchen deHeij-enRaai»' fteegen, werdt pvergebragt, daar zy, nogte' genwoordig, gehouden wordt, fchoon men, reeds in 't jaar 1651, in overweeging g^" nomen heeft, omze, vandaar, aan de welt- zyde van de Prinfengraft, tuffchen de Elands" |
|||||||||||||||||||||||||
tfA>"vI
|
|||||||||||||||||||||||||
en
|
|||||||||||||||||||||||||
(3) Handv. H- 7««.
(k) Keurb. T. ƒ. 1J4 verfe.
(a) Handv. bl. 795 , 796.
(b) Keurb. A. ƒ. n.
fc;Refol. Vroedfch. N. 11. it oBob. ioJ,<«. 1 89 1 91 verft.
|
|||||||||||||||||||||||||
tffi
|
|||||||||||||||||||||||||
i
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
I. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
K O Ö P HA N D E L.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
427
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
en Looijersgraften, daar, federt, eene Groen-
markt gekeurd is, te verleggen (rf). Veelerlei fruiten, met naame appelen,
peeren, pruimen, kerfen, aalbezien, nooten enz. worden hier, van omtrent Leiden, Delft, Rotterdam, den Haage, Utrecht, Woerden, Hoorn, en andere Plaatfen, in Noordholland en elders, ter markt gebragt. Doch de Aard- en Kruisbezien worden geloftop dePrinfen- graft, tuflchen de Run- en Beerenftraaten, uitgenomen eenige Delftfchen, die op het Rokin, en de Diemermeerfchen, die op de Meer-Groenmarkten geloft worden (e). De gewoonlyke marktdagen, hiertoe gefchikt, zyn de Maandag en Vrydag. Doch 't ftaat buitenluiden ook vry, dagelyks, fruiten ter markt te brengen. Zy betaalen van ieder ton of mand fruit zeker regt aan 'tFruitver- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
ten, aangebragt, en eens ter weeke, desJVW
Maandags, vertierd.De Bloemmarkt vangt tem. s Zondags, na drie uuren des nademiddags, reeds aan, en duurt, den volgenden Maandag zo lang de Lente en Zomer duuren. De Haar- lemmer, Noordwyker en andere Bloemiflen brengen hier eene groote menigte van Bloe- men, Bloembollen en Zaaden ter markt. Ook worden'er, des Maandags, veeltyds, ver- koopingen van Bloemen, by opveilinge aan de meeflbiedenden, gehouden. Beide deeze Markten zyn, zekerlyk, meer dan eene eeuw oud. Ondertuflchen, is my niet bekend, dat, voor dezelven, immer, eenige Keuren ge- maakt zyn. Wy komen nu tot de
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Turfmarkt
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
E N.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
koopers-Gilde. Buitenlandfche Fruiten, ge-
lyk Chinaas-appelen, Limoenen en Kaftan- jen , fchoon zy niet aan de Appelmarkt ko- men, zyn dit regt ook onderhevig (ƒ). Het aanbrengen van onrype of verrotte Fruiten is, by eene Keure van den elfden January des jaars 1664, verbooden (g). De Haven- of' Marktmeefler van de Fruitmarkt draagt zorg voor de onderhouding der Keuren, op de- zelve gemaakt. Tot het meeten der Fruiten, Zyn beëedigde Fruitmeeters, door Burgemees- teren, aangefteld, die niet mogen meeten, dan met behoorlyk geykte manden en ton- nen, welken van 't Gilde gehuurd worden (h). De Fruitmarkt is, dikwils, zo zeer be- zet met manden en tonnen, dat 'er de rytui- gen, bezwaarlyk, voorby können, 't Geregt heeft, hierom, op den agt en twintigflenJa- nuary des jaars 1755, gekeurd, dat 'er, voor negen uuren des morgens, niet over de Fruit- markt gereeden moge worden (i). By de Fruitmarkt, voegen wy de |
die twee in getal zyn, eene van Hollandfche, Turf-
en eene van Overzeefche Turf, waaronder MARK> ook de lange Friefche en Groninger Brou- TEN" wers Turf begreepen is. De eerfle en oud- fte Turfmarkt, die, te gelyk, eene Houtmarkt was, is geweefl, in het Damrak, omtrent de Paapenbrugge, van waar dezelve, niet voor 't begin des jaars 1564 , in den Amftel buiten de lange brugge, ter plaatfe nu nog de oude Turfmarkt genaamd, verlegd is (k). Hier bleef zy, tot in 't jaar 1642, wanneer zy, aan de ooftzyde van de Prinfengraft, tuflchen de Runftraat en den Stads wal, die toen lag, daar nu de Leidfche graft loopt, overgebragt werdt (/). Doch in 't jaar 1671, werdt zy, naar de zelfde zyde van de Prin- fengraft , in de nieuwe uitlegging, tuflchen de Spiegel-en Vyzelftraaten, verplaatit (7/2), daar zy, nog tegenwoordig, gehouden wordt. Op deeze Markt, wordt meeft Hollandfche Turf aangebragt. Tot eene markt voor de Friefche en Groninger Brouwers en andere Turf, werdt, in 't jaar 1634, plaats gefchikt aan 't Reaalen-Eiland, by het Blaauw-hoofd. Doch het Y aldaar te ondiep geworden zyn- de, werdt deeze Turfmarkt, in 'tjaanó~73, op Kattenburg verlegd («); fchoon de Schip- pers, die deeze foort van Turfvoeren, ook veeltyds, tuflchen de gewezen Oude Stads- herbergs-brug en Nieuwe Haarlemmer fluis, gaan leggen. Op het leggen der Turffchepen aan de
Markt zyn verfeheiden' Keuren gemaakt, en laatftelyk eene van den agt en twintigflen January des jaarsi^öi, waarby bevolen wordt, dat dezelven moeten leggen nevens eikande- ren, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Boom markt,
die, aan de weftzyde van den Nieuwe-zyds-
Voorburgwal, ter wederzyde van de S. Lu- cien-brugge; en de B L O E MM A R K T,
die, wat meer noordwaards, tuflchen deRoos-
maryn- en Wyde fteegen, op de gewezen Deventer-Houtmarkt, en nog verder, tot aan de Stilfteeg toe, gehouden wordt. Op de Boommarkt, worden veelerlei jonge boo- men, uit de Enteryen in deVeenen, en van omtrent Alkmaar en de Beverwyk, met fchui- (<i) Refol. Vioedfch. N. 20, j x)ec. iSji. ƒ. 100.
f/) Handv. tl. 78«.
(f) Handv. tl. 78?, 7Ü-
\S) Hand?, tl. 78«-
('O Vervolg der Handv. tl. 40.
V) Keuib. T. ƒ. iio.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
^
^
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
(k_) Refol. Vroedfch. N. i. i% Febr. ij*4.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
(I) Refol. Vroedfch. N. ij. 10 July I6+1. t .,Keurb. L. ƒ. 174 verf,, zio, J'
|
verf,
P. f 16 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
(m) Groot-Meiiior. N
verf, Handv. tl. 7S8.
(n) Handv. il. jg%.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
VI. ƒ. 3J verf,. Ke„lb>
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
IV. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||
4*8
|
||||||||||||||||||||||||||||||
federt veele jaaren, gehouden eene Mak**
Kuiper s-M a r k t,
alwaar, des Maandags, allerlei klein droog Kuir^*'
Vaatwerk, tobbens, emmers, kuipen, fcherf- MAßK ' borden, en diergelyk klein-kuipers werk te koop gebragt wordt. De Gildebroeders van het Kuipers - Gilde ftaan hier, beurtelings, voor, zo dat iemant, die, den eenen Maan- dag , de eerfte plaats beflaagen heeft, den 1 volgenden Maandag, de tweede plaats be- flaan moet. Elke plaats mag niet grooter dan twaalf voeten genomen worden, en die, driemaal agtereen, verzuimt, ter markt te komen, verlieft zyne plaats: alles volgens eene Keure van den een en dertigftenMaart des jaars 1634 (t). Op de Jan-Rooden-Poorts Toorens-brug-
ge, aan de zuidzyde, wordt, insgelyks des Maandags, eene B O O MM A A K E R S'M A R It t
|
||||||||||||||||||||||||||||||
ren, van de Vyzelbrug af naar de Spiegel-
flraat toe, met den voorfteven naar den wal, en zo fchuin naar het midden der grafte toe, dat de doorvaart behoorlyk vry blyve ( o ). Voorts, zyn 'er ook, nog onlangs, op het meeten en opdoen der Turf, twee merk- waardige Keuren afgekondigd, te uitvoerig om'er, hier ter plaatfe, byzonderer berigt van te geeven (p). By de Turfmarkten, voegt de
HOÜTMARKT,
oudtyds de Deventer - Houtmarh genaamd,
om dat het Brandhout, welk daar ter Markt gebragt werde, veel van Deventer kwam ; en gelegen, daar nu de Bloemmarkt is, op den Nieuwe-zyds-Voorburgwal, tuffchen de Wyde- en Roostnarynfteegen. Doch het flerk aanvoeren van Noordfch Brandhout, in 't gemeen f'ademhout genaamd , maakte deeze markt te klein. De Schepen met Va- demhout werden, hierom, in't jaar 1673, geplaatft aan de oude Teertuinen ( q ). De Deventer-Houtmarkt, ook reeds, eenige jaa- ren te vooren, toteene Bloemmarkt gefchikt zynde, werdt het Brandhout, welk daar te koop plagt gebragt te worden, gelegd in den Huiszitten - burgwal. Doch de Markt bleef aldaar niet langer dan tot in't jaar 1684, wanneer zy, in de Muider - graft, voor de Synagoge der Hoogduitfche Jooden , ver- legd werdt (r), daar zy, nog tegenwoordig, is. Zy beftaat in een ruim plein, met hoog geboomte bezet, waaraan de Houtfchepen leggen. Volgens eene Keure van den zeven en twintigften January desjaars 1728 , moe- ten de Houtfchepen looten om de plaatfen aan de Markt. De eerfte plaats wordt gefield vooraan, tegen over de Synagoge, daar een fchip veertien dagen mag blyven leggen ; waarna het, op de laatfte plaats, bewerten de Plantaadje, moet gaan leggen, en van daar wederom verhaalen; van veertien da- gen tot veertien dagen, eene plaats voor- waards fchikkende. Het hout mag niet, op de Markt, noch elders, op eenig onbe- timmerd erf, worden opgeftapeld ; maar moet, zo lang het onverkogt is, of in de fchepen blyven, of in pakhuizen of lootfen, worden opgezet (s). Voorts, moet het Tal- hout, door Stads Tellers, geteld, en het Va- demhout , door Stads Meeters, gemeeten worden. Aan de ooftzyde van den Singel, bezui-
den den Jan-Rooden-Poorts-Tooren, wordt, |
||||||||||||||||||||||||||||||
Mark-
ten. |
||||||||||||||||||||||||||||||
Hout-
markt. |
||||||||||||||||||||||||||||||
gehouden, alwaar de Boom- en Leerenmaa-
kers, met houten Leeren, Boomen, Puthaa- ken en Kleérftokken, voorftaan. Doch vol- gens eene Keure van den twintigften Maart des jaars 1664, mogen zy den voorbygang, door het rykelrk ten toon ftellen hunner waaren, niet belemmeren («). Men heeft, hier ter Stede, ook eene H o e p e n-Markt,
die eerft plagt te zyn, aan de weftzyde van
't Rokin, en in 't jaar 1655, daar tegen 0- ver, tuffchen de Lange brug en 't Kalfsvels- fteegje, verlegd werdt (y). Naderhand, is de Legplaats der Hoepenfchepen geweeft» tuffchen de Doele- en Halvemaansbruggen, en tegenwoordig leggen dezelven veel, aan de weftzyde van den Singel, omtrent de Korsjes-fteeg. Op het Rokin, aan de weftzyde, omtrent
de Olieflaagers-fteeg, plagt voor deezen de |
||||||||||||||||||||||||||||||
Ho"*
|
||||||||||||||||||||||||||||||
J*
|
||||||||||||||||||||||||||||||
H e N N 1 p-M A R K T
|
||||||||||||||||||||||||||||||
geplaatft te zyn. Doch zy werdtjnadejong-
fte Vergrooting der Stad, naar de rtoordzy- de der Heerengraft, tuffchen de Utrechtfche ftraat en Reguliersgraft, overgebragt, al- waar de Legplaats is der Vaartuigen, die '&' landfche Hennip en Touwwerk herwaards brengen. De HooImarkt,
hier ter Stede, plagt gehouden te worden
. laögs (t) Handv. */. 803.
(u) Handv. bl. goj. (V) Handv. bl. 7«*. |
||||||||||||||||||||||||||||||
K*
y |
||||||||||||||||||||||||||||||
(e) Keutb. ü. ƒ. 7 verft.
(•)) Keurb. U. ƒ. 30 verfb, jz.
(q) Handv. bl, 76«.
(r) Handv. hl, 76«.
(«J Hand», bl, 767.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
KOOPHANDEL.
|
||||||||||||||||
I. Boek.
|
||||||||||||||||
429
|
||||||||||||||||
datdegrooteStroofchepen met ftaandemas- Mark-
ten, voortaan, leggen zouden, op de lange tes. Houtgraft, van den Zwaanenburgwal af, den hoek om, tot aan de Kraanenbrug toe: en de kleine fcheepjes, met leggende maften,, op de Prinfengraf't, voor deNoorder-Kerk(Ä). De Stroofehippers moeten zig , by hunne aankomft, ook aan 't Diaconie-Oude-Vrou- wen-Huis aangeeven, en ten behoeve der Diaconie, twee ftuivers van een Friefche Tjalk, en een ftuiver van ieder kleiner vaar- tuig betaalen (V). De Stroofehippers mogen, hier, niet langer aan vier weeken markten, en in't klein, niet minder dan vyftig boffen aan iemant verkoopen (d). Wyders, zyn, hier ter Stede, twee |
||||||||||||||||
8*- langs de zuid- en weftzyde van den Binnen-
Amftel j doch werdt, in't jaar 1671, ver- legd op de Heerengraft, aan de noordzyde, tuffchen den Binnen - Amftel en Weesper- ftraat, daar zy niet veele jaaren bleef, wor- dende , in 't jaar 1689, wederom overgebragt op den Binnen-Amftel, tuffchen de Heeren- en Keizersgraften, voor het Diaconie-Oude- Vrouwen-Huis Qw). Hier houden, nog te- genwoordig, de Friefche en andere vreem- de Hooifchepen hunne Legplaats. Het Hooi plagt, hier, alleen by 't voeder, verkogt, en door gezwooren Meeters gemeeten te wor- den. Een Voeder Hooi moeft tien voet agt duim lang , zeven voet agt en een halve duim breed, en, uk den bodem van den wagen, negen voet zes en drie vierde duim hoog zyn. Doch wanneer 't uit den grond gemeeten werdt, moeft het dezelfde lengte en breedte, maar de hoogte van agt voet agt duim hebben,alles Amfterdammer maat O'). Maar in 't jaar 1712 ,• werdt belaft, dat het Hooi niet dan by't gewigt verkogt moeft worden: waartoe zes beëedigde Hooivaeegers werden aangefteld. By eene nadere Keure van den dertigften January des jaars 1725, •werdt het egter gelaaten aan de verkiezinge des koopers, of hy 't Hooi, by 't gewigt of by de maat, ontvangen wilde (y). De Hooi- fchippers moeten , zo dikwils als zy met hunne fchepen aan de Markt komen, aan de Diaconie betaalen, van ieder Friefche Tjalk twaalf, en van ieder kleiner Vaartuig, zes ftuivers (2). De Stroomarkt,
^- hier ter Stede, is ook meer dan eens vef-
?■ plaatft, fomtyds, buiten bewilliging, en fom- tyds, op bevel van 't Geregt. Zy fchynt, voormaals, gehouden te zyn aan de ooftzyde van den Singel, naar 't noord einde, terplaat- fe, die, nog de Stroomarkt genaamd wordt, ten ware zy deezen naam alleenlyk gekree- gen hadt, om dat 'er eenige uitflyters van Stroo woonen. ' In 't jaar 1627, werdt de Stroomarkt, op de gewoonlyke Marktdagen, gekeurd aan de Noordermarkt (a), daar nog eene kleine Stroomarkt is. Doch voor om- tfent veertig jaaren, lagen de Stroofchepen, ten deele langs de weftzyde van den Singel, van de nieuwe Haarlemmer-fluis af, tot voor de Bergftraat, ten deele voor het Diaconie- Oude- Vrouwen-Huis, aan deHooimarkt. En toen werdt, by eene Keure van den agt en twantigften January des jaars 1723, bepaald, (») Handv. bl. 76S.
(x) Handv. bl. 939. y) Handv. lil. 911, 511. y-\ Handv. bl. 912. (") Handv. bl. gog. n- STUK.
|
||||||||||||||||
Zand-Markt
|
||||||||||||||||
E N,
|
||||||||||||||||
eene van Zand, welk meeft tot ballaft in Zand-
fchepen gebruikt wordt, en eene van Zand, Mark- welk tot allerlei ander gebruik dient. De eer-TEKL fte Markt is de oudfte, en aangelegd, ter gelegenheid van het toeneemen der Scheep- vaart alhier. Zy fchynt, in 't begin der ze- ventiende eeuwe, vermoedelyk, zonder door eenige Keure gewettigd te zyn, gehouden te wezen aan de ooftzyde van den Singel, tus- fchen de nieuwe Haarlemmer-fluis en Has- felaers-Brouwerye (e), die toen, op den Sin- gel, omtrent het Kattegat , gelegen was. Doch op den negen en twintigften May des jaars 1618, beval het Geregt, dat de Zand- ponten, van Maart af, tot het einde van No- vember , in de oude Waale en Waterfcheeps- haven, zouden leggen, en niet binnen den boom komen (ƒ). In 't jaar 1634. * werden zy, aan 't Reaalen - Eiland, by 't Blaauwe Hoofd, aan de Noordweftzyde van den ftei- ger, verplaatft (g). Doch, federt veele jaa- ren , leggen zy ook aan de weftzyde van het Bickers-Eiland. De andere Zandmarkt werdt in 't jaar 1652, gekeurd by den Reguliers' tooren (b); doch is, federt, verlegd in den nieuwen Binnen-Amftel, aan de weftzyde, niet verre van de Amftelfluis. Het meefte Zand wordt, uit de Zanderyen omtrent Naaf- den, en van Muiderberg, 's Graavenland i Hillegom enz. herwaards gebragt. Hierby voegen wy de K- A L K M A R K T,
waar, voornaamlyk, gebakken Friefche Steen K LK.
en Kalk ter markt gebragt wordt. De Leg- M/VEKj plaats der Schepen, die deeze waaren her- waards (b) Handv. bl. 7<5jj.
Cc) Handv. bl. 9j2, (d) Handv. bl. ysg, (') Handv. bl. 715. (f) Handv. bl. 7i4. ig) Handv. bl. jsi. ('") Handv. bl, 83°. Iii
|
||||||||||||||||
A M S T E R D AM S
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IV. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
43°
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
waards voeren, plagt, nog ift het midden
der voorgaande eeuwe, te zyn, tuflchen de Korsjes- en Lynbaansbruggen, beide aan de ooft- en aan de weftzyde van den Singel (i). Doch in 't jaar 1663 , werdt dezelve verlegd aan de zuidooft-zy de van het Nieuwe -Waals- Eiland (£), federt de Kalkmarkt genaamd. Op het meeten en hermeeten van Steen en Kalk, waartoe beëedigde Amptenaars zyn aangefteld , zyn menigvuldige Keuren ge- maakt (0, en nog laatftelyk eene van den agt en twintigften January des jaars. 1764 (m). Over de Meeters en Draagers van de Kalk, is een Vader of Opziender aangefteld, die |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dat de Mandenmarkt, voortaan, tweemaal mar«*
ter weeke, des Maandags en des Vrydags, te^- zou gehouden worden, op de Weftermarkt, aan de zyde van de Reeftraat en Hal, van de Prinfengraft tot de Keizersgraft, daar de Mandenmaakers, alle Maandagen, eene plaats moeten voortfchikken (p). Sedert dat het gebruik van den Rook-ta-
bak, hier te Lande, en in deeze Stad, ge- meen geworden is, heeft men hier ook eene Tabakspypen-Markt opgeregt, die, in 't ge- meen, de |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mark-
ten. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
P Y P E N-M A R K T
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zig, dagelyks, in 't Kalkhuisje aan deKalk-
|
genaamd wordt, en gelegen is, ter weder-
|
P?pfrf.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
markt, moet laaten vinden, om
de noodige arbeiders te voorzien. Onder de Markten, die, van oud |
elK van Zy<je van den Nieuwe-zyds- Voorburgwal, RlA
bezuiden de Gafthuisfteegsbrugge. In 't jaar |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eens
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1663 , werdt', ten voordeele der Tabakspy
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ter weeke, op Maandag, plagten gehouden penmaakers, die toen hier ter Stede waren;
te worden, is ook de doch nu ? al lang ? verdweenen zyn, gekeurd,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
S T O E L E N-M A R K. T,
die, weleer, aan het Water, op en ten noor-
den van de Paapenbrugge, plagt te zyn ; |
dat buitenluiden, alleenlyk des Maandags,
doch dan ook, den gantfchen dag, met Py- pen mogten voorftaan, zonder dat zy ver- mogten, hunne waar, by de huizen, te koop |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stoe-
len- Markt.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
doch in het jaar 1654, aan de weftzyde van te draagen. Alle Pypen, die hienom te ver
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den Nieuwe-zyds-Voorburgwal, tuflchen de
Molfteegs- en Dirk van Hafleltsbruggen, verlegd werdt (w). Tegenwoordig, blyft zy egter, genoegzaam, tuflchen de Molfteegs- en S. Nicolaas-bruggen, bepaald. De Stoe- lenmaakers , die hier markten, fchuiven, el- |
koopen gebragt worden, moeten aan de Py-
penmarkt worden geloft. Om de plaatfen moeft, om 't vierdendeel jaars, worden ge- loot , ten overftaan van den Marktmeefter, die van ieder ton korte, en van ieder mande lange Pypen, een ftuiver, en van een mand- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ken Maandag, eene plaats voort. Volgens je porceleinen Pypen een'halven ftuiver ge-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
noot, welken, door den kooper, betaald wer-
den. De Marktmeefter, voormaals,over de Pypenmarkt gefteld, was, onder anderen , verpligt, zorg te draagen, dat de ftraat en de opgangen der brugge niet belemmerd werden (q). Thans zyn 'er nog zes Marktmeefiers over M^jjji*
byzondere Markten, hier ter Stede, die,i»c door Burgemeefteren, worden aangefteld, en zorg draagen, dat de goede orde op de Mark- ten , en de Keuren, deswege gemaakt, on- derhouden worden, naar behooren. Men heeft 'er een' van de S. Antonis of Nieuwe Markt, een' van de Reguliers- of Boter- markt, een' van de Noordermarkt, een' van de Groenmarkt, een' van de Oflenmarkt, efl een' van de Appelmarkt. Behalve deezeri zes, is 'er nog een Marktmeefter der drie Jaarmarkten, die zorg draagt, dat de Kraamen en Kermisfpelen, op de bekwaamfte plaatfen, gefteld, en de Keuren, op de Jaarmarkten gemaakt, en de byzondere bevelen van Bur- gemeefteren, by 't verleenen van verlof tot het opregten van Kermisfpelen, behoortyk, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eene Keure van den negen en twintigften
Oftober des jaars 1675, moeten, eiken Markt- dag , twee Stoelenmaakers, daartoe, door de Overluiden, verkooren , rondgaan, en toezien, of 'er ook Stoelen van Appel- of Peerenboomen-hout gemaakt zyn, of Stoe- len van Vuuren-, voor Stoelen van Effen- hout , te koop gefteld worden (0). De Mande n-M a r k t,
hier ter Stede, plagt, van ouds, gehouden
te worden, op het Water, omtrent de Vrou- wen-fteeg. Doch is, in den jaare 1634,aan de weftzyde van denNieuwe-zyds-Voorburg- wal , tuflchen de S. Nicolaas- en Dirk van Hafleltsbruggen, verplaatft. Voor omtrent dertig jaaren, bevondt men,, dat de Stoelen- en Manden-markten eikanderen te zeer be- lemmerden , te meer, doordien de Manden- maakers , zelfs tot aan de Molfteeg toe, voor- ftonden. 't Geregt keurde, derhalve, op den agt en twintigften January des j aars 1735, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Man-
den- Markt. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(i) Handv. hl. 766.
(O Handv. hl. t>%.
(t) Zie Handv. il. 1014 enz.
lm) Keurb. U. ƒ. 41.
in) Handv. bt. so8.
(o) Handv. tl. s°8.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
is
dee- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
agtervolgd worden. Sedert veele jaaren
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
il.
il.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(p) Handv.
(?) Handv. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
8C4.
804, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
80J.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
X Boek.
|
|||||||||||||||||||||||
KOOPHANDEL.
|
|||||||||||||||||||||||
43 ï
|
|||||||||||||||||||||||
ty
|
"•oen.
|
||||||||||||||||||||||
deeze Marktmeefter ook te gelyk Stads Roe-
per (r). Dus hebben wy alle de Markten, die thans,
hier ter Stede, in wezen zyn, kortelyk,be- fchreeven. Voor deezen, zyn 'er nog ee- nige andere, zelfs vermaarde Markten ge- weeft , die thans geheellyk verdweenen zyn. Voor omtrent dertig jaaren, waren 'er nog twee aanzienlyke Biscuit ■ markten, eene aan de oude zyde, op den Fluweelen-Burgwal, tuffchen de Oude Doeleflraat en Stooffteeg, die, reeds in de zeftiende eeuwe, in fland was (V), en eene aan de nieuwe zyde, op de Keizersgraft, tuffchen de Weftermarkt en Leliegraft. De Bakkers van Wormer en Jisp bragten hier geheele laadingen Biscuit of tweebak, in tonnen, ter markte (t). Ook ftondt men, op deeze markten, voor, met De- venter- en Kamper-koek(a). Doch deBakkers deezer Stad hebben zig zo fterk toegelegd, op het bakken van fmaakelyke Biscuit, dat de Wormer Biscuit, allengskens, haare agting verlooren heeft, en de Maandagfche Biscuit - markten, van tyd tot tyd, afgenomen, en, eindelyk, geheellyk verdweenen zyn. Op de Biscuit-markt aan de nieuwe zyde , plagt ook eene Spinnewielen - markt gehouden te worden (v), die, al veel vroeger, te niet geloopen is. Eene Glazen- en Kannenmarkt, die, in 't jaar 1622, tweemaal ter weeke, des Maandags en des Vrydags, buiten de oude S. Antonispoort, op de nieuwe Markt, gekeurd werdt (ui), is ook, voor lang,op- gehouden : wordende nu deeze waaren , naauwlyks anders, dan op de drie gewoon- lyke Jaarmarkten, ter markt gebragt (#): wanneer men, met dezelven, onder anderen, by den Jan-Rooden-Poorts Tooren , en op de oude Biscuit-markt, op den Fluweelen- burgwal, voorftaat. II.
GILDEN van NEERINGEN, HAND-
WERKEN en ARBEIDERS. De Markten voldoen ^ op verre nä, niet,
om de Ingezetenen te voorzien Van 't gene zy behoeven, of begeeren; zo om dat, óp de dagelykfche en weekmarktert , niet alles te koop gebragt mag worden; als, om dat het veelen niet gelegen komt, op de Markten, te gaan koopen,'tgene aldaar ge- veild wordt. De Jaarmarkten, op welken, (r) Gtoot-Memor. N. III. ƒ. m JV- j. ^ wf^ vm#
■f* 14.2 -verfo. (') Refol. Vroedfch. N.-}. 31 Deccmb. jjïo.
(») Handv. bl. 777.
<«) Handv bl. 800.
'vi Handv. bl. 807.
f») Keutb, H. ƒ■ 17«.
lx) zu Vervolg der Handv. bl, +0,
|
|||||||||||||||||||||||
met weinige uitzonderingen, alles te koop Gilden.
mag gebragt worden, waaraan iemant winfi meent te zullen können behaalen, worden te zeldzaam gehouden, dan dat elk, op dezel- ven , al zynen voorraad zou können opdoen. Behalve dat veele waaren niet zo goed val- len , op de Markten, als menze begeert, en elders bekomen kan. Hieruit is dan een an- dere tak van Burgerlyke Neering en Handel ontftaan, die, door de handwerksluiden en winkeliers, of kleiner of grooter neering- doende luiden, alle burgers, of ten minften ingezetenen der Stad, dagelyks, met hun- ne mede-ingezetenen, gedreeven wordt. On- der de voornaamften van deezen, zyn 'er veelen, die tot geen byzonder Gilde behoo- ren; gelyk zyn de Haringkoopers, Teer^ koopers, Katoendrukkers, Zeepzieders, Bran- ders, Mouters,Touwflaagers en anderen; van welken wy, beneden, eenig byzonder verflag zullen doen. Onder de minderen, zyn 'er ook eenigen, die in geene byzondere Gilden begreepen zyn ; gelyk de Horologiemaa- kers, Diamantflypers, Zadelmaakers, Zeeven* maakers, Knoopenmaakers, Naaldenmaakers, Speldenmaakers eneenige anderen, van wel- ken wy niet afzonderlyk behoeven te hande- len. En onder de geringften, heeft men'er vee- len, die ook in geene Gilden zyn, en meeft al- len , of aan hunne wooningen, of langs de ftraaten, uitventen, 't gene zy, op de Mark- ten of elders, hebben ingekogt; gelyk, da- gelyks , in grooten overvloed, omtrent ee- nige foorten van vifch, groente, fruiten , bloemen, turf, hout, ftroo, zand en andere waaren gefchiedt. Doch van deeze kleine handelaars, die aan zeer weinige byzondere Stedelyke Keuren verbonden zyn, behoeven wy, ook niet byzonderlyk, tefpreeken. De Winkeliers, Handwerksluiden en Arbeiders, die onder byzondere Gilden begreepen zyn, en, of hunnen mede-ingezetenen eenige waa- ren leveren, of dezelven, met hunnen ar- beid , ten dienfte ftaan, zullen wy, in de eer- fte plaatfe > befchryven ; en daarna tot de voornaame Tranfiquanten en handelaars, die tot geene Gilden behooren, overgaan. Men hadt, van ouds, tweederlei foort van Alge-
Gilden hier te Lande, en ook in deeze Stad. me!n Sommigen waren gezelfchappen, die zig by- ^lf^s eengevoegd hadden, om eenige Liefdewer- den oor- ken, in gemeenfchap, te oefenen; om by- fprongea zonderlyk voor eikanderen te bidden,- om, nï«uiir op gemeene koften, Altaaren te ftigten, en ^er G'i" miffen op dezelven te laaten doen, en ook, ters'tede, om eene jaarlykfche maaltyd famen te hou- den. Men hadt, onder deeze Gilden, beide Gilden van Vrouwen en van Mannen. Tot de laatften, behoorden de S. Jacobs-Broeder- fchap, het Kruis gilde en het Lieve-P'rouwen- |
|||||||||||||||||||||||
en.
|
|||||||||||||||||||||||
Iii 2
|
|||||||||||||||||||||||
Gilde.
|
|||||||||||||||||||||||
IV. Deel.
|
||||||||||||||||||||
A M S T E R D A M S
|
||||||||||||||||||||
43'
|
||||||||||||||||||||
Gildeh. Gilde, welke twee laatfhen de Stad, in tyden de genaamd (h~). Het Volders Gilde werdt $s&*
van gevaar,-ook met de wapenen ten dien- S. Rochus-Gilde; het Linnenweevers - Gil- fte Honden (j). Onder de Vrouwen-Gilden, de S. Severus Gilde, het Bakkers-Gilde S. waren het Sacrament s-Gilde, welk een altaar Hubrechts-Gilde geheeten (j). Anderen had- hadt, in de Nieuwe - zyds - Kapel (z) , en den andere bynaamen, van welken wy, in 't veelligt ook in de Oude Kerke (ja), en het gevolg, melding maaken zullen. De dienft, Maagdengilde, welk, eerft diep in de zeftien- die op de Gilden-Altaaren gefchiedde, werdt, de eeuwe, werdt opgeregt (b). De andere door de Gilden, bekoftigd : waarom men, foort van Gilden, van welken wy, hier ter veeltyds, vindt, dat, in de oudfte Gildekeu- plaatfe, alleen handelen moeten, waren Ge- ren, vermeerdering van inkomften verkree- nootfchappen van Koopluiden of Handwerks- gen wordt, tot betere onderhouding van deft luiden, welker oorfprong, hier te Lande, dienft, die, op het een of het ander Altaari niet voor de dertiende eeuwe, fchynt ge- in de Oude of Nieuwe Kerke, verrigt werdt. plaatft te können worden. In Frankryk, is Somtyds, voegden zig twee Gilden, die_ an- Lodewyk de IX., die in't midden dier eeu- derszins geene deminfte overeenkomfthad^- we regeerde , de eerfte geweeft , die de den,tefamen; gelyk zo de Fruitverkoopers |
||||||||||||||||||||
byzondere Hand wer kslaiden en Winkeliers
in Genootfchappen famengevoegd, en van Ordonnantien voorzien heeft (c). Sedert, zynze, ook in de Steden van Holland, ge |
||||||||||||||||||||
en Bontwerkers , en de Chirurgyns en Klom-
penmaakers, van oucls, vereenigd geweeft zyn. En de reden deezer zonderlinge ver- eenigingen fchynt geene andere te zyfl ge- |
||||||||||||||||||||
meen geworden.Te Amfterdam,heeft men, weeft, dan dat zy, ieder op zig zelven, de
naar alle waarfchynlykheid, reeds in de veer- koften niet konnende draagen van den dienft, tiende eeuwe,eenige Gilden gehad, alzo,in die, in eene der Hoofdkerken of Kapellen, de oudfte Keuren, op pergament gefchree- op een byzonder Altaar, verrigt werdt; zig, ven, en, grootendeels, voor 't einde der tot dat einde, famenvoegden, om gelykelyk "veertiende eeuwe, gemaakt , het inftellcn deel te hebben, aan de voordeelen, welken van Willekeuren ofte Settingen, aan de Gilden men zig van zulk een' dienft beloofde. " Dè hier ter Stede, verbooden wordt (d): gelyk Gilden hielden, wyders, ook hunne jaarlyk- men ook voorbeelden vindt van Gilden, die, fche maaltyden, wanneer de Altaaren, on- om het maaken van Keuren, gebreukt zyn (<?). gemeen, verfierd , en met büitengewponë De meefte oude Gilden verkooren zig eenen Feeftgezangen vereerd werden: gelyk ik; Befchermheilig, aan wien zy een altaar toe- onder anderen, in de oude Statuten van het wydden, gemeenlyk, in eene van beide de Groot-Kraamers-Gilde, gelezen heb. DeGil- Parochiekerken, en , fómtyds, in beide de debroeders droegen, ieder, iet tot de' kos- Parochiekerken tevens: fomtyds ook, in de ten van het Feeft, en hiervan is oorfprongke- Kapellen. Van enkele Gilden, leeft men, lyk, dat het Gildegeld, welk, in de meefte dat zy een altaar, in eene der Kloofterker- Gilden, jaarlyks, opgebragt wordt, nog te- ken, hadden.De Schuitenvoerders,by voor- genwoordig , den naam van Jaarzangen beeld, die, nog in de zeftiende eeuwe, van draagt. Op of omtrent den tyd deezer jaar- den Utrechtfchen fteiger, aan de ooftzyde lykfche maaltyd, werden, gemeenlyk, nieu- van 't Rokin, omtrent de Beurs, gelegen , we O verluiden verkooren; 't welk, in fom- op Utrecht voeren, hadden een Altaar, welk mige Gilden, gefchiedde, door het zenden aan S. Anna toegewyd was, in de Cellebroe- van een ftuk van de paftey, die op de rnaal- ders-Kerke, die digt by hunnen fteiger ftondt tyd voorgediend was; zo dat de Gildebroe- (ƒ). De Gilden werden , dikwils, ge- der, die zulk een ftuk t'huis kreeg, Over- noemd naar deeze Befchermheiligen. Het man was: gelyk my, uit twee overeenkom* Marfers-, Komans-, of Kraamers-Gilde, een ften van den jaare 1473, tuffchen de O ver- van de oudften der Stad, en nu het Groot- luiden van het Buitenlands- en Binnenlands- Kraamers-Gilde genaamd, droeg, van ouds, vaarders-Gilde,aan de oude en aan de nieu- den naam van S. Maartens-Gilde (g). Het we zyde, gebleeken is (£). Voorts, hadden Fruitverkoopers - Gilde werdt 'S. Jans-Gil- de Gilden ook armboffen, waaruit behoefti- ge Gildebroeders onderhouden werden (0- (y) Refoi. vroedfch. N. 1.5W «*s N 2. „ juiy gn dit gebruik heeft nog, by veele Gilden, IS66. ƒ.19. Keurb. E./, -o verfo, 208 verfo. F. ƒ. 4? verf«, . J U 1 V J
6« verfi, 67. zie »<, hier voor, i. Deel, i. Boei^, bi. plaats: doen by eene lieure van den negen
en twintigften April des jaars 1636,is reeds
vaftgefteld, dat een behoeftig Gildebroedér maar
|
||||||||||||||||||||
2
|
||||||||||||||||||||
(c) Voiez. Velly Hift. de France Tom. V. p. 298
(d) Keurb. A. ƒ. 16. Handv. bl. 1177.
(e) ^igter 't Keurb. B. ƒ. 1 verfo,
(f) Keurb. C. ƒ. 67.
■ (g) Keutbi A. •ƒ, II verfo.
|
||||||||||||||||||||
(h) Keurb. A. ƒ. 12.
(i) Groot-Memor. N. II. ƒ. jj. f <() Keurb. A. ƒ. 72 verfo. (t) Keurb, C. ƒ. 61 verft. |
||||||||||||||||||||
LBoek. K O O P H A N D E L.
|
|||||||
433
|
|||||||
iden. maar uit één Gilde onderhoud genieten mag, twintigllen Auguflus des jaars 1749 (a).Wy- gilörè.
al heeft hy fchoon verfeheiden' Gilden ge- ders, wordt, in alle de Gilden, zeker ln- kogc(m): 't welk egter, omtrent fommige komgeld betaald, behalven het Jaargeld of Gilden, uitzondering lydt. Het onderhouden de Jaarzangen, die, om de drie maanden, van Altaarenis, te gelyk met de jaarlykfche of, om 't half- of heel jaar, betaald worden, maakyden, kort na de verandering der Re- In de meefle Handwerks-Gilden, moet ie- geeringe, in 't jaar 1578 , afgefchaft (k). mant twee, drie, vier, en, zo hy een vreeni- Volgens herhaalde Befluiten derVroedfchap, deling is, fomtyds, zes jaaren gediend heb- mogen de Ordonnantien voorde Gilden, of ben, eer hy zyne proef doen, en in 't Gilde Gildebricven, by myne Heeren van den Ge- ontvangen worden kan. By veele Gilden, regte, te niet gedaan, of veranderd worden worden de Leerlingen ingetekend, en be- (0). Voorts, is,_ al vroeg, vaflgefleld , dat komen, na dat zy den vereifchten tyd ge- niemant, in eenig Gilde, mag aangenomen diend hebben, eenen Leerbrief. Doch van worden^ ten zy hy eerfl Poorters-eed gedaan de kollen, hierop loopende, zyn deBurger- hebhe(p); 't welk, nogtans, niet in alle Gil- Weeskinderen vry verklaard (v). De Gil- den, wordt naargekomen. Ook is, by eene debroeders' van genoegzaam alle de Gilden Keure van den zeflienden September des zyn verpligt, des verzogt zynde, met liet jaars 1669, beraamd, dat Vader en Zoon, lyk van een' Gildebroeder, of van deszelfè Schoonvader en Schoonzoon, twee Broeders Huisvrouwe, ten grave te gaan. Die 't ver- of Zwaagers, en Oom en Neef niet te gelyk zuimen, vervallen in eene boete, welke, ge- Överluiden van eenig Gilde mogen zyn (q). deeltelyk, door den Gildeknegt, genooten De Överluiden der Gilden plagten , van wordt. Veele Gilden houden een zwart ouds, hunne jaarlykfche rekening te doen doodkleed, met zilveren fchilden, waar op ten o verdaan van eenigen uit den Geregte het teken of wapen van't Gilde is afgebeeld, (r). Doch federt het jaar 1655, gefchiedt De vrienden, van overleeden Gildebröeders, zulks voor Gemagtigden van Burgemeefle- die nalaaten, dit kleed te gebruiken, of het ren , die daartoe de Stads SecretarifTen aan- Gilde niet aanfpreeken ter begraafenhTe, gefield hebben (j). Aan byzondere Gilden, vervallen ook in eene boete, ten behoeve . is, naderhand, meer dan eens, en op den van het Gilde. vyfden April des jaars 168 r, aan alle Gilden, Alle deeze dingen hebben, in veele, of BeCchry- zonder onderfcneid , belaft, jaarlyks, aan in de meefle Gilden, plaats. Doch de by- ving der SecretarifTen rekening te doen (t): 't welk zondere Gilden, tot welker befchry vinge wy ^"de- eg ter, tegenwoordig, door fommige Gilden, nu overgaan, hebben, van ouds, ook nog alreGlldeH- niet naauwkeuriglyk onderhouden wordt, iet byzonders gehad , 't welk der moeite De Överluiden der meefle Gilden, die jaar- waardig zal zyn, aan te tekenen. Zy zyn lyks afgaan, benoemen een dubbel getal, uit omtrent vyftig in getal. Wy zullen, zo veel welk Burgemeefleren_ nieuwe Överluiden mogelyk en gevoeglyk zy, aan de öudflen kiezen. In eenige weinige Gilden, worden de den voorrang geeven. Överluiden, door Burgemeefleren en Sche- penen, gekooren. De meefle Gildeknegts S. P t e ter s-G ti d e, worden, insgelyks, by Burgemeefleren, door- gaands, uit, doch fomtyds ook buiten de of het Gilde der Vifchverhopers en Vifchver- I. Gildebröeders, aangefleld. De twee oudfle koopfiers, is, ongetwyfeld, een van de oud- #■ PlK* Gildebröeders, die met der daad werken, flen. In de Keuren,op Pergament gefchree- ™SDE hebben regt, om de Gildeboeken , op het ven, en, waarfchynlyk, reeds voor het einde Comptoir der Överluiden, eens 's jaars, na der veertiende eeuwe, afgekondigd, wordt al te zien. De Gildeknegts vorderen de Jaar- van de Vifchmarkt en Vifchkoopers niet al- zangen of .het Gildegeld in van de Gilde- leen; maar ook-van deVynders of Överluiden broeders, en zyn verpligt, de onvrye Perfoo- van SintePieters Gilde gewag gemaakt (w). En nen aan de Överluiden aan te brengen: al 't ineenen Schepenen-brief van den jaar-e 1384* welke breedér vervat is, in eene algemeene berußende in't Leproozen-huis, vind ik drie Keure omtrent de Gilden van den een en Oudermansvan Sinte Piet er s Ghilde, met naa- me, genoemd. Sommigen hebben, derhal- ■
(m) Hand,- *'■ »7«- ve, ten onregte, den oorfprong van dit Gil- J3.fi* vÄS&«£^ de gefield, in 't jaar 1530 (xf Ook heb-'
(p) Keurb. A. ƒ. 4°- Handv. bl, li% De.H
' (l) Handv. M. 1178.
y) Handv. hl. ri77- (») Vervolg der Handv. il.''70.
y) Notul. van Secret, f. s. (v) Kei>rb, D. ƒ. 91 verf,. Handv. hl. i3oc i,g7
VM ■ fCOf>t-Mamet. X. Vfc ƒ. 13*. K. VlH, ƒ. M. N. (") Keutb. A. f. 13. Zie eokjll. Deel I.V. Btek hl'ia,
/""' ... :: .. CM ??«^WJ4I?v*!t,>lt*|i; $Wm^fö$.
Iii %
|
|||||||
IV. Deel*
|
|||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||
43£
|
|||||||||||||||||||||
m nra ben wvi Wer voor (y), nog andere redenen Gilde, die vier in getal zyn, en hun Comp- GM
GW ZZln om deszdfs begin, voor 't einde toir oP de groote Wchmarkt houden voor der veertiende eeuwe, teilellen. By eene weekelykfche onkoden , vuur en licht, K-ure van den agt en twintigden January fehoonhouden van de Giidekamer, maalty- des iaars i s 14, van welke ook P o■ n■ t a n u s den en andere kleinigheden, midsgaders voor (ei Vewae maakt, wordt aan dit Gilde een het boekhouden en vaaren met de fchiuten, duit van ieder Os of Koe toegedaan, mids jaarlyks, eene fomme van agt honderd gu - het daarvoor eene vuilnisfchuit onderhieldt, dens uit de Gildekaffe toegedaan. De Gil- die de vuiligheid van de Vleefehhal en van deknegt genoot, voormaals, honderd vyfen de Wchmarkt int ye, offaemfiell, oft ter zeventig; doch nu twee honderden vyftig plaetfic daer men hem wyfin fal, wegvoerde guldens in t jaar , en twaalf guldens voor ïa) En ik vind van deeze vuilnisfchuit,on- een Nieuwjaar en Kermis (e). Hy is, daar- der' den naam van S. ? iet ers-Gilde-Schuit, enboven, vry van Jaarzangen en Bankgeld reeds in vroeger Keuren,gewaagd (é) In (ƒ). Van de Overluidenzyn er twee hetbefchryven der Vifchmarkten (c), heb- Vijcbkoopers, of zulken, die Riv^rvifchban- ben wv reeds eenige Keuren aangehaald, ken in huure hebben, en twee Waterfcheeps- die o igt 00 het S- Pjeters - Gilde hebben, luiden, of huurders van Waterfcheepsban- Hier voegenwe 'er alleenlyk by, dat, vol- ken. Jaarlyks, in July, gaat 'er een van el- lens de iongfte Keuren, alle vreemden, die ke foorte af, in welker plaats, uit een De- hler met vifch ter markt willen komen, en noemd dubbel getal, coor Burgemeederen , voorheen aan het Gilde betaald hebben, twee anderen gekooren worden, jaarlyks, zes guldens, ten behoeve van By S. Pieters-Gilde, voegen wy nel het zelve', moeten opbrengen. Voorinkom- geld in 't Gilde, wordt negen- guldens be- Vleeschhoüwers-Gïl»e,
taald, door zulken, die nog geene zes jaaren , • , jn. v lf',«<
burger geweed zyn, en zes guldens, door waarvan, ook reeds, in de oudite Keuren, ^&
zulken die langer burger zyn geweed: en op pergament gefchreeven, gewag gemaakt ^ iaarlyk's twee guldens, door de Gildebroeders wordt (g). Het is, derhalve, niet eerd m ytf> en Gildezuders van de oude en nieuwe Zee- 't jaar 1502, opgeregt, gelyk foromigen aan- O* Vifchmarkt en twee guldens tien duivers tekenen (1). Men vmdt het, klaarlyk » door de overigen. Aan de ouden ,die zedig vermeld, in eene Keure van den vierentwin- iaaren bereikt hebben, ende markt niet meer tigden April des jaars 1463 (£);en het was, waarneemen; en aan zulken, die zeven da- ongetwyfeld , in het begin der vyrtiende pen ziek zyn Fe weed, en nog ziek blyven, eeuwe, en mogelyk eerder, reeds m ftand. moeten twee |uldens ter weeke worden uit- De Vleefchhouwers moeten, in 't Gilde wil- jredeeld Doch de eerdgemelden moeten, lende komen, meer Gildegeld betaalen, zo ten minden, agt jaaren in 't Gilde geweed zy hun Poorterfchap gekogt, of nog geene zvn Cd) De Gildebroeders en Gildezuders, zeven jaaren gehad hebben, dan zy behoe- die thans ["in 1766], tuffchen de vier hon- ven te doen, zo zy gebooren of behuwde derd en vier honderd en vyftig, fterkzyn, Poorters zyn. De Knegts moeten by tGil- hebben op de Rivier-Vifchmarkten, drieder- de ingetekend worden, en niemant woroE lei flag'van plaatfen in huure: IVaterfcheeps- voor Vleefchhouwer aangenomen, dan die banken, welken, voormaals, door luiden, die toont, twee jaaren, als Leerling, en vier jaa- hunnen vifch, met eene foort van vaartui- ren, als Knegt gediend te hebbenV)-™/ Tm Waterschepen genaamd, herwaards jaar 1615, heeft het Vleefehhouwers-Gilde bragten, gebruikt werden; Rivier - Vifch- eene Bos opgeregt, ten behoeve van ver- »X, wlartoe ook de Legplaatfen der armde Gildebroeders (*); in welke Bos,èe vifchfchuiten, aan 't vlot, voor de groote Jaarzangen gebragt worden. Volgens me |
|||||||||||||||||||||
en voor de kleine Vifchmarkt, behooren ,
en Aalbanken, zo genaamd, om dat 'er, voor- maals , meed met Aal of Paling plagt gemarkt te worden. De banken der Zee-Vifchmark- ten zyn alleen aan Gildezuders verhuurd. By eene Keure van den agtden December des jaars 1754, is aan de Overluiden van dit |
|||||||||||||||||||||
^^^^^^^^^^^^^^^^ nig-
(V) Befoign. van Bürgern. '» Schepenen van 28 7<"»' '?***
(f) Vervolg der Handv. *'■ l0S'
(g) Keurb. A. ƒ. iz verf».
(h) Keurb. A. ƒ. 19 verf: (i) Keurb. T. ƒ. Ui. (,y Handv. bl. 1464. (i) Domselaer IV. Boek , M. 3rI' F?!Sf S
bL 74*- Do* deezen (tellen dg %&«*£ meefte Gilden te jong om dJM7d?°0idftc Gil- trent, alleen gefchikt hebben ***££ vo0l. dekeuren , die in de §?3roScn" Kwbockm,
handen zyn. Maar in de getctiioewn *>.w« vindt men 'er dikwil« ouder«
|
|||||||||||||||||||||
(y) Bindt.. 4'*.
(x.) Libr. II. Cap. XVII. f.
(») Keuib. Cf. 60.
(b) Keurb. B. f. MS.
(c) Zie hier voor, bl. 419.
(/) Handv. bl. i+03, H°+.
|
|||||||||||||||||||||
JIJ.
|
|||||||||||||||||||||
Vervolg bl, 4*» "»*i IOJ»
|
|||||||||||||||||||||
KOOPHANDEL,
|
||||||||
L Boek.
|
||||||||
431
|
||||||||
nigvuidige Keuren, mag hier geen vleefch houwers. Hec . Gilden*
van zieke,ongaave,geftorven,ofverfmoor- ~ »fVFRKtNan^« n ■ « nL
de Beeften verkogt worden (/). En om hier- bPEK # V^kenslaagérs-Gilde W^/
tegen te waaken, zyn, door Burgemeefte- is, van dien tydaf,fchoonflegtsby voorraad^^
ren, drie Vinders oïAeurmesflers aangefteld, en tot wederzeggens toe, tot een bvzond<>rGERSi die de Beeften, alsze, geflagt zynde, nog Gilde gemaakt, by eene Keure van den zevenGlLDE' geheel aan den balk hangen, z1Ên en goed- entwintigften January des gemelden jaars In keuren moeten. Zy houden hun Comptoir dit Gilde ? wordt niemant aangenomen, 'dan boven de groote Vleefchhal in de Nes, en die twee jaaren by eenen VerkenAaager ge- komen alle Donderdagen byeen. Niemant, woond heeft. Voor inkomgeld, wordt door 't zy Vleefchhouwers of anderen , mogen een' gebooren of behuwd Poorter vyf en beeften, die zy zelven hebben vetgeweid, nvintig, en door eenen, die zyn'Poorter- anders verkoopen dan by de hoop (m). Ook fchap gekogt heeft, vyftig guldens betaald, mogen de Vleefchhouwers, tuflchen S. Ka- Ieder Gildebroeder moet vier guldens in 't tharynen-dag, zynde den vyf en twintigften jaar , voor jaarzangen , opbrengen. Nie- November en Vaftenavond, geene koeijen mant mag) in meei&dan één huis& Spek. f Aagten. Volgens eene Keure van den een Verkendaagers-neering doen (r\ De knegts en demgften January des jaars 1764, mo- moeten zig ook in 't Gilde laaten intekentn, gen de Vleefcnhouwers, buiten den flagttyd, zeifs zo dikwils, als zy, binnens tvds Pn en de dagen, waarop geene Hal wordt ge- buiten noodzaakelykheid, van meefter vpt houden, niet minder dan een halve voet Os- anderen (Y). De Weduwe van eenen Gilde" fen-,KoeijenofQLieen-vleefch,enmetmm- broeder mag deneering, meteenen Zoon der dan een half Kalf, Schaap of Lam, in 0f Knegt, aanhouden, tot haar hertrouwen huis hebben, noch aldaar verkoopen: en, toe. Zo men een' Gildebroeder of Gilde- ten opzigte van de Kalveren, Schaapen of zufter niet van 't Gilde begraaven wil heb- Lammeren, die, voor de Joodfche Natie, ben, moet zulks, met twaalf guldens wor- gellagt worden, met minder dan de twee den afgekogt. Die uit de Gildebos 'onder agterfte bouten , aan eikanderen vaft (n). fleund willen worden, moeten meer dan vvf Vreemden plagten , met hun vleefch, op tig jaaren oud, en ten minfte tien iaaren in de Maandags-markt, te mogen voorftaan; 't Gilde geweeft zyn. De Overluiden zvn doch, volgens eene Keure van den tweeden drie in getal, waarvan 'er, jaarlyks in 'tbe September des jaars 1672, is hun zulks, al- gin van Maart, twee afgaan, in welker plaats leen op de drie vrye Jaarmarkten, toege- twee anderen, uit een dubbel getal,door dé • laaten (0). Zy maaken er nogtans, federt Overluiden benoemd , by Burgemeefteren eemge jaaren, niet veel gebruik van. Op gekooren worden. Zy houden hun Comp- het begraaven der Gildebroederenen Gilde- toir boven de Wefterhal, daar zy,'s Woens- zulleren, is, den zeven en twintigften Ja- dags, van drie tot vyf uuren, byeenkomen- nuary des jaars 1762, eene nieuwe Keurge- zy genieten, jaarlyks, voor hunne moeite en maakt, moetende de Lyken, zo t begeerd verteering , twee honderd guldens uit de worat, door de veertien jongfte Gildebroe- GildekafTe. De Gildeknegt f die uit <Z ders, gedraagen worden (p). Volgens eene drietal van Gildebroederen, bv de Overlm" andere van den vyf en twintigften January den benoemd, door Burgemeefteren ^not des jaars 1763 ,moet ieder Gildebroeder vyf fteld wordt, trekt vyftig guldens 's iaarT en ftuivers ter maand voor Gildegeld, en zes is Vry van Jaarzangen (0 Voorheen plag" ftuivers, om de drie maanden, voor Jaar- ten de vette Verkens, hier ter Stede, op zangen, betaalen (q). O^er het Vleefch- het mes, en ten lafte van den verkooper, houwers-Gilde, zyn een Deken en vier O- verkogt te worden; doch,federthetjaan720, verluiden aangefteld, die, jaarlyks, op den moeten alle Verkens, vette zo wel als ma- zesden beptember, veranderd worden. Zy gere, gefchouwd worden, by eenen beëedig- nouden hunne: Gildekamer ook boven de den Verkenfchouwer, door Burgemeefteren groote Vleeichhal. De Verkenflaagers en aangefteld. Hy geniet van ieder vet Ver- Spekkoopers plagten , van ouds , tot het ken twee ftuivers , en van ieder mager Vleefchhouwers Gilde te behooren. Doch, een («> ö ' in 't begin des jaars i75I, zyn de Spek- of Onder het S.Pieters-,en naderhand onder
Verkenllaagers gefcheiden van de Vleefch- het Vleefchhouwers-Gilde , plagten ook de H) Handv. hi. 910. Hoen- (*>) Handv. bl. I4«8.
(") Keurb. ü. ƒ. 4J verfo. (r) Keurb. T. ƒ. 214 t„ß.
y\ Handv, bl. 146«. (,) Keurb. U. ƒ. ts verfi.
y) Keurb. ü. ƒ. 12 verfo, (t) Vervolg der Handv. bl. 112.
(li Keurb. U. ƒ. 27. («) Handv. bl. 904.
|
||||||||
IV. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
436
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Gilden. Hoender- en Vogelkaopers te behooren, tot Comans- of Koopmans-G£M<? genoemd werdt, G»-i>E
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
dat, in 't jaar 1660, een afzonderlyk
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
van den vier en twintigften July des jaars
1476, uit welke blykt, dat het zelve , van ouds, eenen dienft plagt te bekoftigen, op een Altaar, in de S. Nicolaas- of Oude Ker- ke (&). Ook heb ik het gezien,in oude Re- keningen van dit Gilde. En uit het oudfte Gildeboekje, welk, tegenwoordig, voorhan- den is, en met het jaar 1527 aanvangt, is my gebleeken , dat men, des Zondags na Sint Maarten, de Gildemäaltyd plagt te hou- den , die twee dagen duurde. Des Zondags, at men, 's middags, koevoet en pens met er- weten , voor het eerde, en hutspot, voor het tweede geregt: daarna , gebraadeii vleefch, en boter en kaas. 's Avonds, werdt het gefchotelde van 's middags, en voorts ry- ftenbry, gefprengd vleefch, en boter en kaas opgedifcht. 's Maandags, 's middags, fchafte men,eerft, al't overgefchootene van's Zon* dags; daarna, bry of erweten;voorts, pas- teijen; dan gefprengd vleefch, en eindelykj boter en kaas : en 's avonds, kwamen 'er, by 't overgefchootene van 's middags, hoen- |
|||||||||||||||||||||||||||||||
IV.
Hoen-
der- en Vogel
|
Hoender- en Vogelkoopers-
Gilde werdt opgeregt (u). Het omloöpen met
|
||||||||||||||||||||||||||||||
koopTrs- Konynen, en met geplukte Hoenders of Vo-
Gilde. gels is, ten behoeve van dit Gilde, meer- maaien verbooden. Doch des Maandags mo- gen vreemden, met leevende Hoenders en Vogels, op de Reguliers- of Botermarkt, voorftaan. Ook zyn de Pleinen omtrent de Hallen, in 't jaar 1662, tot markten voor gevogelte, gefchikt. Wanneer , hier ter Stede, gevogelte, haazen, konynen en dier- gelyk vee ter markt gebragt wordt,om aan de Hoender koop ers verkogtte worden, zyn dezelven verpügt, de partyen in Loten te leggen, en om dezelven, vreedzaamlyk, te werpen (w). Eene Hoen der koopers-Wedu* we mag, volgens eene Keure van den zeven en twintigflen January des jaars 1736, de Neering aanhouden, zo lang zy niet her- trouwt (x). Zieken en behoeftigen können |
|||||||||||||||||||||||||||||||
twintig Huivers ter weeke uit de boiTe trek- ders en konynen, en vogels of ganzen, op
ken, mids zy geene neering meer doen(y). tafel. De Schout der Stad kreeg van elke De Overluiden van het Hoender- en Vogel- jaarlykfcheMaaltyd een harft of eene paftei. koopers-Gilde zyn vier in getal, twee Hoen- Aan den Priefter, die 't Gilde - Altaar be- derkoopers en twee Vogelkoopers. Jaarlyks, diende, werdt ook eene paftey van tien ftui- |
|||||||||||||||||||||||||||||||
in Auguftus, gaat 'er van ieder tweetal een
af. Zy houden hunComptoir, op den eer- ften Donderdag van elke maand, boven de groote Vleefchhal. By eene Keure van den negenden July des jaars 1750, is hun, voor hunne^moeite en verteering, een honderd vyf en tagtig guldens in 't jaar, uit de Gil-' dekafle, toegelegd. De Gildeknegt trekt zes en zeitig guldens, en is, daarenboven, vry van 't Gildegeld, ter fommevan drie gul- dens zeftien Huivers, in't jaar (2). Het S. Maartens - Gilde, ook S. Nicolaas-
Gilde, en, federt, het Groot-Kraamers-Gilde
|
vers t'huis gezonden. Al 't welke wy wel
zo byzonderlyk hebben willen aantekenen , op dat men de zeden der voorouderen, in dit opzigt, met de tegenwoordigen , zou können vergelyken. En dit heeft geduurd, tot na de verandering der Regeeringe hier ter Stede (c). Onder het Groot-Kraamers- Gilde, behooren, tegenwoordig, alle win- keliers van wollen- en zyden-Lakenen, Lyn- waaten, Chitfen, Katoenen, Naai-en Stik- zyde , zyden Linten, gebreide Koufen, en in 't algemeen allen, die de eile en koperen ge- wigt , in hunne neering, gebruiken. De Or- donnantie voor dit Gilde, die nog meeft ge- volgd wordt,is van den vyftiendenNovem- ber des jaars 1554 (d). Doch, op verzoek van het zelve, zyn, van tyd tot tyd, verfchei- den' Keuren gemaakt, waarby het omloöpen en voorftaan met Saaijen , Bombazynen , Diemetten , Sergien , Dekens, Katoenen- en Linnen-Lynwaaten, Neteldoeken, Zyden Stoffen en andere winkelwaaren verbooden wordt (e). Van het Groot-Kraamers-Gilde zyn zes Overluiden, van welken, jaarlyks» in 't beginvan July, de helft afgaat. Zy Pla§* ten hunne Gilde-Kamer te houden boven de Wellerhal j doch, in 't jaar 1688, is dezel- we*
(i) Keurb. A. ƒ. 84 verfo.
(c) Zie Handv. hl. 13jj. U) Handv. hl. ijjj. (') Handv. l>l. i}\, g32. |
||||||||||||||||||||||||||||||
V.
Groot- Kraa- MERS-
GlLDE. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
genaamd , is ook al
meergemelde Keuren |
zeer oud. Onder de
op pergament ge- |
||||||||||||||||||||||||||||||
fchreeven, vindt men 'er ééne, waarin be-
volen wordt, dat een Marfeman of Kraamer Poorter en Gildebroeder van Sinte Martyns- Gilde zyn moeft, en dat die Ouermans van dit Gilde die Fynders zouden <wefen (a), dat is, of Keurmeefters over de deugdzaamheid der Kraamerye, of bekeurders van zulken, die de Keuren overtraden. Men heeft nog eene Ordonnantie voor dit Gilde, welk ook het (v) Handv. hl. 1268.
(m) Handv. hl. 1269, 1270, 1692. Vervolg hl, te.
(x) Handv. hl. 1270.
(y) Keurb. T.f. 251 verfo. (z.) Vervolg der Handv. hl, %y, (a) Keurb. A. ƒ. 11 verft,., |
|||||||||||||||||||||||||||||||
KOOPHANDEL.
|
|||||||||||||||||
I. Boek.
|
|||||||||||||||||
437
|
|||||||||||||||||
werdt, door de Kraamers, gehaald van ze- Gilden.
kere Grosfiers, die, door Burgemeefteren, waren aangefteld (k). Doch 't een en 't ander is, inzonderheid, federt de groote ver- andering in het heffen der gemeene midde- len op de verteering, in 't jaar 1748, in on- gebruik geraakt. In 't begin van 't jaar 1749, is 'er, voor 't eerft, eene zetting gekomen op het Boekweiten-meel en de Boekweiten- gort, die nog fland houdt, en naar welke de flyters zig fliptelyk gedraagen moeten. Tot het doen deezer zettinge, zyn vier Per- foonen, twee uit de Koopluiden, die'tCol- legie tot het zetten en weegen van 't brood helpen uitmaaken, en twee uit de Grutters of Graankoopers, Overluiden van 't Klein-Kraar mers Gilde, door Burgemeefteren, aange- fleld , die, eens ter weeke, des Vrydags, na- demiddags, ten dien einde, in de Kamer van Commifïarifren van kleine Zaaken, op 't Stad- huis , byeen komen. De Briefjes, op welken de zetting gedrukt is, worden, door de Die- naars van de Vierfchaar, aan alle Grutters en Meelflyters rond gebragt (/), die verpligt zyn, dezelven aan te neemen, en voor ieder derzelven, een' fluiver te betaalen (m).Het Klein-Kraamers-Gilde heeft zes Overluiden, van welken, jaarlyks, op den vyf en twin- tigflen January, de helft afgaat. By eene- Keure van den zeflienden December des jaars 1749, is aan deeze Overluiden, vier honderd guldens's jaars, voor hunne moeite, ver- teeringe, fchoonhouden van 't Gildehuis, en andere onkoflen toegeflaan. De Gildeknegt trekt, jaarlyks, drie honderd guldens, en tien guldens tien fluivers, voor een Nieuwjaar (n). De Gildekamer plagt, eertyds, boven de kleine Vleefchhal, in de Nes , te 2yn. Doch na dat het vertrek, welk daartoe dien- de, tot eene Leesplaats inde Vroedkunde gebruikt geworden is, heeft het Klein-Kraa- mers-Gilde , met verlof van Burgemeefteren, in 't jaar 1721, een huis in 't Kloofter ge- kogt, welk, in 't volgende jaar, tot een Gil- dehuis bekwaam gemaakt werdt (0). Hier wordt, alle weeken, des Donderdags, Comp- toirdag gehouden. Onder de oudfle Gilden deezer Stede, tel- vir.
len wy ook het Laken. * BEREI-
Lakenbekeiders- en Droog- "ers- «»
scheerders-Gilde, jj°°£ waarmede, van ouds, de Weevers, Vullers q*£s
en Verwers der wollen Lakenen vereenigd plagten te zyn. De Lakenneering moet hier, al
{kj Handv. hl. 1171.
(t) Vervolg der Hand», hl. »!, 9«.
(m) Keuib. T. f. Z4* verfa.
(n) Vervolg der Handv. tl. p*.
(o) Groot-Memoi. N. IX. ƒ. 173. N, X. ƒ. 3 wfl
Kkk
|
|||||||||||||||||
ve, met toeftemming van Burgemeefteren,
verplaatft op 't Stadhuis, in een vertrek bo- ven de Kamer der Commiffarifien van Hu- welyks-Zaaken, alwaar, op den eerften Maan- dag in elke maand, des nademiddags, Comp- toirdag gehouden wordt. De Gildeknegt woont, van wege het Gilde, de Verkoo- pingen by, van geweeven' flofFen: 't welk, by eene Keure van den agt en twintigften April des jaars 1764., ook tot de Avondver- koopingen uitgebreid is (ƒ). Het Gilde, waarvan wy fpreeken, wordt,
federt veeiejaaren,hetGroot-Kraamers-Gilde genoemd, om het te onderfcheiden van het Klein-Kraamers-Gilde,
welk, in het jaar 1621, by voorraad en tot
wederzeggens toe, opgeregt werdt, en waar- toe de uitflyters van kaas in 't klein, de ver- koopers van erweten, boonen, gort, meel, enz. by de kleine maat,de Kaarfenmaakers, en de Vettewaariers of Commenyhouders behooren. Die deeze waaren verkoopen wil- len , behoeven geene Poorters te zyn; doch moeten 't Inkomgeld aan 't Gilde voldoen, terfomme van vier guldens eens, en jaar- lyks, voor Jaarzangen of ziekengeld , een gulden; uit welk ziekengeld , een kranke Gildebroeder of Gildezufler een gulden 's weeks kan trekken. Doch de Kaarfenmaa- kers , die onder 't Klein - Kraamers - Gilde behooren, moeten vyf en twintig guldens voor Inkomgeld betaal en, en toonen, dat Zy, drie jaaren agtereen, als Knegt gediend hebben, en Burgers deezer Stad zyn: alles, volgens eene Keure van den agt en twintig- flenjanuary des jaars 1752 (g). Over de Kaar- fen zyn, al van ouds, tweeKeurmeeßers ge- field geweeft, die toezien, dat dezelvenvan goed (meer gemaakt zyn, of anderszins de Kaarfenmaakers in boete beflaan (h). De, Kaarfenmaakers plagten, op Drie-Koningen- avond , aan hunne kalanten, Koningskaarsjes fe vereeren of te verkoopen, die, op kleine blaakertjes, of in potaarde, op den grond, gezet werden, en over welken , door de jon- ge luiden, heen en weder, gefprongen werdt; 't welk, fomtyds, oorzaak tot ongelukken of ongeregeldheden gaf. Doch federt dat het maaken van Koningskaarsjes, by eene Keu- re van den negentienden December des jaars 1714, verbooden is geworden (t), is dit gebruik, allengskens, verdweenen. Op den prys van 't Zout, welk, door de kleine Kraa- mers, verkogt wordt, plagt, even als op dien van 't brood , eene zetting te zyn , en 't (/> Keurb. U. f. A,t.
■ <&) Vervolg der Handv. hl. 9«. {») Handv. hl. 913 enz. (l) Handy, hl. 91J. H. STUK,
|
|||||||||||||||||
V
|
lt>EN,
|
||||||||||||||||
DA M S IV. Deel,
ven is, van tyd tot tyd, afgenomen. DeG«.D^
handel in Lakenen, zo wel tot gebruik van de ingezetenen deezer Stad, als tot verzen- ding naar elders, beide binnens- enbuitens- Lands, is hier egter nog van zo veel belang, en de Lakenbereideryen en Lakenverwe- ryen, die ieder een byzonder Gilde uitmaa- ken, bloeijen nog in zo verre, dat wy noo- dig geagt hebben , hier een beknopt berigt te geeven van 't bewind over den Laken- handel deezer Stad, en de Regeering der twee gemelde Gilden. Toen, in 't begin der voorgaande eeuwe, H"oft
de Lakenneering in haaren fterkften bloei n»D\tt was, vondt het Geregt geraaden , by eene !^ep- Keure van den zesden January des jaars 1618» ha»^ te beraamen, dat Burgemeefteren, jaarlyks, uit de Lakenkoopers, vyf of zes Perfoonen zouden aanftellen, om, buiten vermindering der Collegien van Waardyns; van Overlui- den van 't Lakenbereiders Gilde , en van Tarrameefteren, die allen in (land zouden blyven, opzigt te hebben op de Lakennee- ringe ; en om, met voorkenniffe van Burge- meefteren, fchikkingen te maaken, tot be- vordering van derzelver welftand. Elk, die eenige neering in wollen waaren aanvangt, moet zig by deeze Hoofdmannen en Opzienders van den Lakenhandellaaten intekenen. De Hoofdmannen zyn bevoegd verklaard, om , ten nutte der Neeringe, een of meer Lakenkoopers af te vaardigen naar andere Steden of" Plaatfen; doch zo zulks, op aanfehryvens van 's Lands Staa- ten , vereifcht mögt worden, gefchiedt dee- ze afvaardiging door Burgemeefteren. Zy hebben ook opzigt op 't ftuk der Lakenbe- reiderye,en draagen zorg, dat de Plakaaten en Keuren, desaangaande gemaakt, worden naargekomen, naar behooren. En zo zy iet verneemen, waaraan der Lakenneeringe veel gelegen is, moeten zy 'er den Heeren Schout, Burgemeefteren en Schepenen, by tyds, ken- nis van geeven. De beiluiten, die , by de meefte ftemmen der tegenwoordig zynde Hoofdmannen, genomen worden, moeten* ook door de afwezenden, ftiptelyk, worden naargekomen (w). By eene Keure van den zevenden January des jaars 1655, is, wy ders, vaftgefteld, dat de Hoofdmannen van den Lakenhandel hunnen knegt op alle vet- koopingen van Lakenen, Karfaaijen, Baai- jen en andere ftofFen, de neering betreffen- de , mogen zenden, om toe te zien, dat 'er niets verkogt worde, buiten't gene, door Burgemeefteren, toegelaaten is; voor welk toezigt, de verkoopers aan den Knegt twee guldens tien ftuivers 's daags betaalen moe- ten (n) Handr. il. 113+, »ijj.
|
||||||
438 A M S T E R
Gilden, al voor 't einde der veertiende eeuwe, zeer
gebloeid hebben, alzo Hertog Willem van Beijeren, in 't jaar 1411, Schepenen en Raa- den magtigde, om, jaarlyks, op Goeden Vrydag , vier of vyf Waerdeyns van der Draeperye van de Laeckenen, die in de Stad gemaakt zouden worden, te kiezen (p). En onder de Keuren, op pergament gefchree- ven, die, zekerlyk, omtrent dien tyd, ge- maakt zyn, vindt men reeds zeer uitvoeri- gen op de Lakenneeringe (#). Zelfs ver- klaarde het Geregt, in eene Keure van den zesden January des jaars 1618, den Laken- handel, voor eene der voornaamfte neerin- gen, waardoor God almagtig deeze Stad ge- zegend hadt (r). Ook is dezelve, na het midden der voorgaande eeuwe, fterk toege- nomen (s); doch, in deeze eeuwe, wederom vry veel verminderd, ter oorzaake van den fterken aanwas der Lakenweeverye, zo wel ten platten Lande in deeze Pro- vincie , als in de Meijerye van 's Herto- genbofch, en ook buiten 's Lands, daar, de arbeidsloonen beter koop zyn ; zo dat 'er , tegenwoordig , geené Lakenweeve- . ryen in de Stad meer zyn: zynde een oud Collegie van Gouverneurs der Lokenen in 't vet, ter gelegenheid van het overlyden van den laatften Lakenweever, in 't jaar 1748, by myne Heeren van den Geregte, te niet gedaan. De Lakenraamen ftonden, van ouds, langs der Stede Buitenfingels, en wel tus- fchen het Kloofter der Paulus-Broederen, nu het Ooftindifch huis, en het Bethanien-Kloos- ter; van waar zy, eerlang, meer zuidwaards, naar den Amftel, verplaatft werden. Doch deeze Raamen werden, in't jaar 154 i,ver- kogt (t): en de gedagtenis derzelven is, in den naam van de Raamgraft, alleen nog overgebleeven. Aan de weftzyde der Stad, af ter Sint Lucien-Klooßer, nu het Meisjes- Weeshuis , Honden ook Raamen («), om- trent de plaats, waar tegenwoordig de Raam- ßeeg loopt. Doch in 't jaar iör4, werdtbe- flooten, de Raamen, by voorraad, te ver- plaatfen omtrent de Karthuizers; en weinige maanden laater, in't zelfde jaar, twee wee- ren Lands, der Stad toekomende, en gele- gen buiten de nieuwe f unificatie, over de deurvaart , genaamd de Bloemengraft ■, tot Raamen te fchikken (ü): gelyk,federt,ge- fchied is. Ook Haan de meefte Lakenraa- men nog ter deezer plaatfe, buiten de Raam- en Leidfche Poorten. Doch het getal derzel- (f>) Handv. bl. m.
(q) Keurb. A. ƒ. 30. (r) Handv. bl. 113*. (i) Zit Handv. bl. 1111. (t) Groot-Memor. iV. I. ƒ. Zj» verfo, ZS4, 1J7, 3ij.
(u) Groot-Memoi. N, I, ƒ. 304 ter/i. (v) Refol. Vioedfch. ti.ll. IZ sAfril,li Jvnj IJI+. ƒ. UZ, 116 verft. |
||||||
L Bcek*
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
KOOPHANDEL,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
43P
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GliDBN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ten (#). Elk, die Lakenneeringdoet,moet
eenige guldens in 't jaar, tot de onkoften> die de Hoofdmannen, ten nutte der Nee- ringe, te doen hebben, opbrengen. Volgens eene fchikking van den twintig-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ven aan, en Schepenen vervolgens. Volgens gildbw
het oudfte Privilegie op het kiezen der Waar- dyns van den jaare 1411, moeft de outfle ghefworen Clerck, of Secretaris, vooraf Sche- penen en Raaden eenen eed ftaiien op een Cru- ■ cifix, dat zy goede Waardyns kiezen zou- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
etJo,
|
ot-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
th;
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
v?fapVan ften Maart des jaars 1638, zyn 'er, daaren
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
boven, vyf en twintig Perfoonen, by Bur- den (a). Doch deeze eed is, na de veran
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dering der Regeeringe , in ongebruik ge-
raakt. In deszelfs plaatfe, plagt de Secre- taris een gebed te leezen, waarin den Almag- tigen gefmeekt werdt, dat hy de handeling zulks wilde beftieren, dat 'er niet dan God- vreezende, vroonte, verfiandige mannen, der gierigheid vyand zynde , mogten verkooren worden. Doch deeze plegtigheid is ook, federt het jaar 1745, nagelaaten (b). Men treedt dan, terftond, tot de verkiezing.De Prefident-Burgemeefter fielt den eerften per- foon op tot Waardyn. De drie volgende Bur- gemeefteren , naar derzelver rang, de drie volgenden. De vyfde wordt, door'den Pre- sident - Schepen, opgefteld. De Secretaris houdt aantekening van de verkooren Per- foonen , die, terftond, door eenen Bode , |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gemeefleren , gekooren uit de Lakenkoo-
pers, waaronder de Hoofdmannen begree- pen zyn; en welk getal, by afly vigheid, uit een dubbel getal, by de overigen benoemd, door Burgemeefteren, vol gemaakt wordt. De fchikkingen, cloor deeze vyf en twintig, op de Lakenneering gemaakt, aan 't Geregt vertoond, en door het zelve goedgekeurd zynde, moeten, door elk, agtervolgd wor- den. De Hoofdmannen, die altoos vyf in getal geweeft zyn, en van welken 'er, jaar- lyks , twee of drie afgaan, moeten, op den agtften January, eene Nominatie van twaalf Perfoonen maaken, zes uit de vyf en twin- tig , en zes uit de gemeene Lakenkoopers: en Burgemeefteren kiezen, uit de eerften zes, twee of drie Perfoonen tot Hoofdmannen, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den-
'Vrs. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in de plaats der afgaanden, en twee of drie binnen geleid worden, en,zo Zyvoor'teerft
Perfoonen uit de tweeden zes, om de open- verkooren zyn, den eed aan myne Heeren gevallen' plaatfen onder de vyf en twintigen van den Geregte afleggen, of anderszins, op te vervullen (y). De Hoofdmannen vanden hunnen ouden eed, in den dienfl worden ge |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
houden. De Waardyns plagten, vanouds, toen
de Lakenweevery hierflerk bloeide, de wolle in 't vet, of eer zy gefponnen of geweeven werdt^, te keuren: ook hadden zy 't opzigt over 't fpinnen der wolle, en 't weeven, vullen en verwen der Lakenen. Doch tot dit alles, het opzigt over 't verwen alleen- lyk uitgenomen, werden, in 't jaar 1652, benevens de Waardyns, vyf Gouverneurs van de Draperye of Lakenweeverye aangefteld die ook op Goeden Vrydag verkooren wer- den (c). En dit Collegie is, omtrent eene eeuw, in ftand gebleeven. Doch met het |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lakenhandel komen, om de vier maanden,
byeen, in een vertrek van 't Staalhof. Doch behalve deeze Hoofdmannen, wor-
den, jaarlyks, op Goeden Vrydag, by Bur- gemeefteren en Schepenen,gekoorenW aar- D Y N S of O P ZI E N D E R S DErLaKENEN,
't welk, van ouds, zeer plegtiglyk plagt te
gefchieden, en, nog tegenwoordig, zeer def- tig toegaat. De Waardyns zyn vyf in getal, van welken, gemeenlyk, eenigen, fomtyds ook allen, jaarlyks, op nieuws, verkooren worden, zynde het, by eene Handvefl van Hertoge Filips van Bourgondie van den een |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
entwintigllenFebruarydesjaarsi452[i453], verloopen der Lakenweeverye uit de Stad,
gelaaten aan Schepenen en Raaden, om,zo eindelyk , gelyk wy , boven (d), hebben zy 't noodig oordeelden, een' of twee oude aangetekend, in 't jaar 1748, vernietigd. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Waardyns in dienfl: te houden (z). Sche-
penen, op laft van Burgemeefteren, verzogt zynde , tegen den Goeden Vrydag, in vol- len getale, in hunne Kamer te willen komen, onder anderen, om Waardyns der Lakenen te verkiezen, maaken Burgemeefteren, voor- af, met de Prefidenten van Schepenen, eeni- ge fchikking op de aanftaande verkiezinge, en begeeven zig , vervolgens, na dat zy Schepenen hebben laaten vraagen, of de- zelven tot het doen der verkiezinge gereed zyn, naar Schepens - Kamer. Hiet zitten de Heeren in hunnen rang:Burgemeefterenbo- (*) Handv. */. !!?«•
W Handy, hl. 113«. (*J Handv. hl. m. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Waardyns hebben, om dezelfde reden,
thans, voornaamlyk, opzigt over deLaken- bereiderye en Lakenneeringe, inzonder- heid, na dat het Geregt, op den vyf en twintigffcen May des jaars 1685 , gekeurd heeft, dat zy alleenlyk uit Lakenkoopers, niet uit Verwers, gekooren zouden worden {e). Ook zullen wy, terftond, zien, dat 'er byzondere Hoofdmannen der Lakenverwe- rye zyn aangefteld. Wat nu het Lakenbereiders- of Droog- 0ver! , feheer- den van 't
(a) Handv. il, m.
(b) Befoign. T/d»Bürgern, en Schepenen t(«»!fi^»r,;,
(c) Zie Handv. bl, uu. r /1J*
(d) BUdz,. ^..38.
(V) Handv. il. I<!7.
Kkk t.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4,o AMSTERDAMS IV.Deel.
, ■ ! n-m w«,**. nvArhprzplvezvn men ast op het beteugelen der muitzieke ga*-°
*»». fcheerders-Gildebetref^^?^ ^ %Jdezelven,°alomme, werk te wei- Laken- al van ouds, vyf Overliuden gewef' v™ » De meefte Gi!den zyn, by de Keu- Sf ^^iïï^'wldS^ S geregtigd, om, wegens Wde boe-
ou jaar drie afgaan, in de ecraew £ den zonderdat zy VOOraf,
tember.wami^de^g^^^ ^ behSoevPen te haalen: hoeJel zy 't,
even als in andereG^en >«^^e om koften te myden, na het opregten der
teren vervuld worden -J^S" Keurrolle, in den jaare i56S, zeldzaam ge-
ByeenkomfteninhetStaalnot,aaarzy, s Doch Lakenbereiders.
tans, op geenen t^^^^gT^ Gilde mag de boeten, zonder pandinge.by
f^ÄÄÄ" w**V* invor,deren £\By er
de wyze , ^^^f^^egeld. Ook is Keure van den een en dertigften Januarydes
by verfcheiden Keuren, geregeia< vo . behoeve van het Laken-
hun, al in de voorgaande ™™>™*%Zm bereiderfcildè hier ter Stede, bevolen, dat
kn' TlÄmemo dngeS ^ maaken,e§n de Saaydroogers Frizeerders of Trypfcheer-
^TSV^^Xden, om nie't te ders geen Droogfcheerders werk zouden mo-
wiC Taneonp zekere onger'ymde voor- g^^of » « ^ogfcheerder,
Waarden(/): ^£S£ Het vullen dir Lakenen plagt, vanouds,
TtafifeSft^ veeI'hieVer ^tf Schieden, woonen-
I76i, heeft net ueregc * ersJ?in- de deVullers,zo'tfchynt,aan den Heiligen het vmlverklaarenvanDroogfcheerfers win ^ den g; ^ Kalverflr£
kels fe). Doch tegendema«zagt-en op v g f n ^ nfch m£t
roerigheid der Droogfcheerders-gaften^ordt 8 F, mUrs-graft genaamd
ook, nog op ^.^^1^^^ wasW Zyis eerftindevoor|aandleeuwe,
, Volgens een uitgedrukt bevel van s Land w ^ J y Doch ^ ÄÄ hier oo'k Wnden, waren, reeds in 't jaar
1638, mag een ivieeiua. ^ , ,. ° g t wooningen voor arme vrouwen
zien is van een fchriftelyk^befcheid onder ^ de veft Uden, tot de-nee-
Stads wapen, waarby blykt, dat hjvvan | Draperye, bleeven dienen (0). Met zynen voorgaanden g^J^^»^ heT verloopen der Lakenweeverye/zyW
Vergade- gefcheiden is (h). Uok waakt men, voor ers rnaar elders verhuift; zodat 'er ringvan fiet onderhouden deezer wet,,op eene oude de^^ na , kend j ' nen in 0f
iSST ^e^ring van afgevaardigden uit de La- thans zo ver ^^w(M^egJch SFS t«i«r«*r* van alle de Steden van Hol and, ™aer « ^ Lakenbe- daar dit handwerk geoefendpWordt, die hans buiten^dejryne ^ g ^ ^
An «en n ^J^J^Ä: Ko^verlooren-vaart, of nieuwe Wetering.
Steden. Haarlem, Delft,Leiden, A™dam gou Lakenvewen is hier egter nog in ee-
da, Rotterdam, Alkmaar, Hoorn en Enk- begreepen onder een afzon-
huizen. Op deeze Vergadering, die, beur- Svk (SJe het
telings, in ieder der gemelde Steden, om de derlyK unae, net twee jaaren , plagt gehouden te worden ; Lakenverwers-GildE doch die, federt het jaar 1737,0m de vier ,{j,
iaaren gehouden wordt, verfchynen twee genaamd. De Lakenverwery is, hier ter v
of drie Overluiden van het Lakenbereiders- Stede,zo oud als het Lakenbereiden ; doch, j^ Gilde uit elke Stad, die wel door hunne tot in 't jaar 1665, onder geen byzonder Ql^ Medebroeders benoemd zyn; doch fchrifte- Gilde begreepen geweeft. Maar toen werdt, lvke Commiffie medekrygen van Burgemees- by 't Geregt, beflooten, tot voorftand der teren derbyzondere Steden, immers van die Lakenverwerye, die, zeer aan't vervallen van Amfterdam (O-Men raadpleegt en befluit, geweeft zynde, wederom een weinig begon in deeze Byeenkomften, op alles, wat den te bloeijen , een Gilde van Lakenverwets welftand der Lakenbereiderye bevorderen op te regten; gelyk gefchiedde (?) Ue kan en ieder Gilde tragt, vervolgens, in vooren, hadden de Waardyns der Lakenen zynê Stad, by de Wethouderfchap, te ver- het voornaam opzigt over de Lakenverwe- ■ werven, dat de genomen' befluiten tewerk ** gefteld mogen worden. Byzonderlyk, geeft (k} Handv u I34I>
(l) Vervolg der Handv. bl. 97-
% gS^ÊXi. Deel, kol. ,,W. ; W ™± Virft N' S- 2S Se?t- I!S4"
W) Groot-Memot. N.IX. ƒ. l^ verfo. N.X./.zoi verß. (f) Handv. bl. lAo.
|
||||
I.
|
K O O P H A N D E L.
|
||||||||||||||||||||||||
Boek.
|
|||||||||||||||||||||||||
441
|
|||||||||||||||||||||||||
rye gehad: en vind ik, dat deezen, reeds in 't geftaald worden: 't welk gefchieden moet, Gilden.
jaar 1512, met eenen Ver wer van Parys, eer dat de Lakens zwart mogen worden ge- overeengekomen zyn, om hier zyn handwerk verwd; en nog eens, na dat zy zwart ge- te oefenen (q). En in 't begin des jaars 1527, verwd zyn. Doch de Lakens, die, buken werdt, door de Stad, honderd guldens ge- de Stad ge verwd zynde, hier ingevoerd wor- leend aan eenen Verwer van Mechelen, om den , behoeven niet op 't Staalhof te worden daarmede hier zyn ambagt te beginnen (V). gebragt («). 't Zelfde heeft omtrent de baai- De blaauw- en zwart- Verweryen zyn de jen en karfaaijen plaats. Men heeft agt on- oudften hier ter Stede geweeft, waarby, derfcheiden' ftaalen of'looden, tot de blaau- naderhand, de Verwerven van andere kleu- wen, en even zo veel tot de zwarte Lakens, ren, byzonderlyk, van Karmozyn-rood, ge- De looden worden, in't Staalhof, door deri komen zyn, zynde, in 't jaar 1623 , de Kleur- knegt, gegooten, met Stads wapen, en mo- verweryen, op de Blomgraft,toegelaaten(/), gen, noch elders, noch door iemant anders, daar zy nog, meer dan elders , gevonden gegooten worden. Tot het fpoelen der zwar- worden. Sedert het jaar 1665', ftaat het teLakenen, plagten beè'edigde Spoelders, opzigt over de Lakenverwerye hier ter Ste- door de Staalmeefters aangenomen, en door de aan zes Hoofdmannen, die, jaar- Burgemeefteren gefield te worden. Doch lyks, op Goeden Vrydag, na de Waardyns zulks gefchiedt niet meer. De Lakens wor- der Lakenen, en op gelyke wyze, door Bur- den, door de Verwers - knegts, gefpoeld. gemeefteren en Schepenen, gekooren wor- De Staalmeefters zyn gehouden, de andere den, te weeten, twee uit de Lakenhandelaars, Lakens, na 't fpoelen, te toetfen, of dezelven van welken de een binnens lands, en de an- wel gefpoeld zyn (u). De gekleurden ko- der buitens lands handelt; een uit de La- men niet aan 't Staalhof, 't Loon van't ver- kenwinkeliers , twee uit de Blaauwverwers, wen wordt, naar het ryzen en daalen der en een uit de Karmozynverwers. Van deeze Verwftoffen, geregeld, door de zes Hoofd zes Hoofdmannen, gaan 'er, jaarlyks, vier mannen, en een' voornaam' onzydig' Verw- af, een Handelaar, de Winkelier, een Blaauw- kooper, die zy, ten dien einde, jaarlyks, verwer, en de Karmozynverwer. Doch de tot zig kiezen. Tot het ontvangen der Verw- aanblyvenden en afgaanden leveren, voor- loonen, ftellen de Overluiden van 't Gilde, af, een dubbel getal van gemelde vier foor- met goedkeuring van 't Geregt, eenen Ont- ten over aan Burgemeefteren en Schepenen, vanger aan, die, zo wel als de Hoofdman- die , uit het zelve, de verkiezing doen. Nie- nen, Overluiden en Verwers, eed doet, dat mant blyft langer dan twee jaaren agtereen hy zig, naar de Keuren, hem betreffende, in dienft. Behalve deeze Hoofdmannen, gedraagen zal; en eer hy in dienft treedt, zyn'er nog vyf Overluiden van het voor twaalf duizend guldens, borg fielt. Ook Lakenverwers - Gilde, die, jaarlyks, in de moet hy, om.de veertien dagen, aan de Paafchweek , door Burgemeefteren alleen, Verwers voldoen, 't gene hy, voor hun, gekooren worden, en beftaan uit de drie Ver- ontvangen heeft. De penningen der Ver- wers onder de Hoofdmannen, en nog twee weren mogen onder den Ontvanger niet gear- Verwers, die, uit een dubbel getal, door reßeerd of beflaagenworden. De Karmozyn- deeze Hoofdmannen en de oude Overluiden en Schaarlaken-Verwers alleen mogen hunne benoemd, gekooren worden. By eene uit- Verwloonen zelven ontvangen (w). Alle Gil- voerige Keure van den dertigften January debroeders van 't Lakenverwers-Gilde moe- des jaars 1670 (t), is bepaald, dat alle La- ten, tot onderhoud van het zelve, volgens kens eerft behoorlyk geblaauwd moeten wor- eene Keure van den vyfden December des den, voor dat dezelven zwart worden ge- jaars 1675, zo zy geen ketel hebben, twee verwd: ook, welke ftofFen niet tot zwart guldens; of anders, van elke ketel, die zes verwen mogen worden gebruikt. Men heeft, of meer voeten over 't kruis wyd is j twee tegenwoordig [x763], nog zes Blaauwver- guldens; zo dezelve vier voet wyd is, een wers, onder welken 'er twee zyn , die ook gulden; en zo dezelve minder dan vier voet zwart verwen. De Lakens , geblaauwd , wyd is, tien ftuivers, in't vierdendeel jaars, gefpoeld, en door de Verwers gelood zyn- betaalen (x). De Hoofdmannen der Laken- de , moeten naar 't Staalhof gebragt, en al- verwerye vergaderen, alle Saturdagen, en de daar, door de Waardyns of Staalmeefters, Overluiden van't Gilde, alle Donderdagen, aan uitgefneeden ftaallappen, beproefd, of des nademiddags , in't Staalhof. °okgefteken, en, goed bevonden zynde, Tot het fchatten van de gebreken der Tarra. |
|||||||||||||||||||||||||
G;
|
lÖEK.
|
||||||||||||||||||||||||
. meefters.
|
|||||||||||||||||||||||||
op.
|
|||||||||||||||||||||||||
f?) Groot-Memor. N. I. ĥ 263.
y) Groot-Memor. N. I. 'ƒ• 28«. y) Keiirb K. ƒ. Ï4 verfo. V) Zie Handv. hl. i"7 en*" |
|||||||||||||||||||||||||
(u) Handv. bl. 1132.
(v) Handv. bl. 1133.. (rv) Handv. bl. 112S. (x) Handv. bl. I3J». |
|||||||||||||||||||||||||
Kkk 3
|
|||||||||||||||||||||||||
IV. Deei*
|
|||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||
442
|
|||||||||||||||||||||||||||
Gilden, opgemaakte en verkogte Lakenen , zyn ,
al federt het.jaar 1590 , vier Tarra- meesters aangefteld geweeft , die ook , jaarlyks , op Goeden Vrydag , ter- ftond na de Waardyns der Lakenen, door Burgemeefteren en Schepenen, verkooren worden. Zy plagten, tweemaal ter weeke, des Dingsdags en des Donderdags, in het Staalhof te vergaderen, daar zy de Lakens, die voor hun gebragt werden, onderzogten, en, zo 'er eenig gebrek aan was, regelden, hoe veel 'er de kooper voor korten mögt (y). Doch dit alles gefchiedt, tegenwoordig, zeer zeldzaam, en naauwlyks twee- of drie- Laken- maal in't jaar. Nu en dan, worden er ee- meeter. nige grove Engelfche Lakens in net larhof gebragt, die aldaar nat gemaakt, en gemee- ten worden, door eenen gezwooren Laken- meeter, die, door Burgemeefteren, tot het meeten van Lakenen, Karfaaijen, Baaijen, Duffels, Plets en andere wollen waaren, aangefteld is (z). De Weevery van Saaijen , Wollen-
Damaften , Boratten , Bombazynen en andere wollen ftoffen , die, nog in de voorgaande eeuwe , hier ter Stede , zeer plagt te bloeijen , is ook genoegzaam, of geheellyk verdweenen. Doch de Zwartver- werye van Saaijen houdt nog ftand, zynde 'er, in 't jaar 1763, terwyl wy dit fchryven, nog vyf Blaauwverwers en drie Zwartver- wers vanSaaijen, die geen Gilde uitmaaken, fchoon zy onder 't opzigt van de Hoofdlui- den en Staalmeefteren der Saaijhalle ftaan fa). In 't jaar 1591» werdt gekeurd, dat 'er geene Verweryen van Lakenen of ande- re ftoffen, van nieuws, zouden mogen wor- den opgeregt, dan van de Kloveniers-Doele af, Noordooftwaards op , tot aan den S. Antonis-dyk toe. En volgens eene Keure van den tienden O&ober des jaars 1613 , mogten zy ook op de Blomgraft, en op de Lynbaansgraft, tuffchen de Blomgraft en Egelantiersgraft, worden opgeregt (b). In 't jaar 1663, is, by myne Heeren van den Geregte, geoordeeld, dat 'er geene Ver- weryen op den Groenenburgwal zyn mog- ten (0- , , , .
Wy voegen, by het Lakenverwers-, het
|
en van Burgemeefteren, byeede,belooven, Gild*1*'
dat zy de Zyde niet, tegen dé Keuren, ver- zwaaren zullen. En de Zydehandelaars en Winkeliers moeten diergelyken eed doen (ß). Het pond Dons en harde Zyde mag, vol- gens eene Keure van den een en dertigften January des jaars 1746, op vier en twintig onfèn,worden geverwd (f). Van alle Zyde, die buiten of binnen de Stad wordt gezon- den om te verwen, moet zeker bosgeld aan de Zydehalle betaald worden. En 't gene van dit inkomen , na aftrek van de onkoften der Halle, zuiver overfchiet, plagt, voor een vierde, aan 't Groot - Kraamers - Gilde, en voor drie vierde, aan 't Zydeverwers-Gilde te worden goedgedaan; voor de Overluiden van welke twee Gilden, de Proef- en Keurmees- ter ook rekening moeiten doen: maar, in't jaar 1656, werdt gekeurd, dat zulks geheel- lyk aan 't Verwers-Gilde moeft worden uit- gekeerd , alzo de Verwers, na dien tyd, al- leen tot het onderhoud der Halle betaalden: 't welk, te vooren, voor een vierde gedeeld te, door de Winkeliers, plagt te gefchieden. Doch, federt eenige jaaren, is hierin weder- om verandering gekomen, wordende nu het zuiver overfchot van het inkomen derZyde- Halle , door beide de Gilden , genooten. Het Verwloon wordt, door de Hoofdmannen van de Halle, niet alleen naar de pryzen der Verwftoffen, maar ook naar die der Gom- men en andere inmengfels (ƒ), geregeld, en door eenen aangeftelden Ontvanger, die eenen Caffier onder zig heeft, ontvangen,, omtrent op gelyken voet, als zulks in 'tLa- kenverwers-Gilde gefchiedt. Het Verwloon moet, binnen de drie maanden, betaald wor- den ; doch aan niemant, dan aan den Ont- vanger , of zynen Caffier (g). De Verwer mag, volgens eene Keure van den vier en twintigften Maart des jaars 1758 , vier ten honderd laaten korten (b). Over het Zyde- verwers-Gilde , zyn vier Overluiden gefield, van welken j jaarlyks, op den negen en twin- tigften December , twee afgaan , welker plaatfen , uit een benoemd dubbel getal, door Burgemeefteren, vervuld worden. Zy houden, tegenwoordig, hunne Gildekamer, in de Kamer der Hoofdmannen van de Zy- |
||||||||||||||||||||||||||
dehal, en komen, op den tweeden Ding«"*
dag in elke maand, byeen. Onder de oudfte Gilden deezer Stad, m°eC
ook geteld worden het |
|||||||||||||||||||||||||||
Zydeverwers-Gilde,
|
|||||||||||||||||||||||||||
IX.
|
|||||||||||||||||||||||||||
Z
|
verwers-welk van vroeger inftellinge is danhetvoor-
|
||||||||||||||||||||||||||
Gilde. gaande, als zynde, reeds in 't jaar 1626,
opgeregt. De Zyde-Verwers moeten, eer
zy in't Gilde worden aangenomen, aan han-
|
|||||||||||||||||||||||||||
Weever s-G i l d £>
|
|||||||||||||||||||||||||||
wel'
|
|||||||||||||||||||||||||||
(d) Zie ïll. Deel, I. Biek^, bl. 43.
(e) Handv. bl. 16S7.
(f) Vervolg der Handv. bl. «»,
(g) Handv. bl. JI89.
(li) Keutb. T, ƒ. Z39 verft-.
|
|||||||||||||||||||||||||||
(y) Handv. bl. 1133.
(x.) Handv. bl. 93«*. »'«•
(a) Zie III. Deel, I. Bve{, bl. 4Ï,
(b) Handv. bl. 1004, iooj.
(e) Veirolg in Handv. */. ji. |
|||||||||||||||||||||||||||
I.BoEic. KOOPHANDEL. 443
f^EN. weleer S. Rochus - Gilde genaamd (f). Het na eenige jaaren verloops, wederom verval-gilden.
toef; worde, als reeds in wezen zynde, gemeld, len fchynt te zyn. En by dezelfde Keure, Si." in eene Keure van den vyf en twintigften worden de Overluiden van dit Gilde gemag- ^öe. Auguilus des jaars 1475 (k); doch is, onge- tigd, om de tonnen, de halve tonnen, en de
twyfeld, veel ouder. De Altaar van dit Gil- vierendeels, met welken de Appelen gemee* de, of eigenlyk van de Weevers - Knegts, ten worden, en zelfs alle andere kleine maa- aan S. Rochus toegewyd, ftondt in de Ka- ten te yken en te branden (q). En dit regt pelle der Heilige Stede (/). De Wollen- en bezitten zy nog tegenwoordig, moetende Linnen-Weevers waren 'er, eertyds, beide alle maaten, die minder dan een half fchepel ónder begreepen; doch, federt het verval bevatten, by hen, te yken gebragt worden der Wollen-weeveryen hier ter Stede, zyn (r): welke yk de kleine Tk wordt genaamd, 'er genoegzaam geene, of geene Wollen- Ook verhuuren zy de tonnen, waarmede, niet weevers meer onder, en het Gilde wordt alleen fommige fruiten, gelyk appelen, pee - zelfs, doorgaands, het Linnen-weevers-Gilde ren en nooten, maar ook kryt gemeeten genoemd. De Linnenweeveryen zelven zyn wordt. Zy plagten , om de twee jaaren , weinigen in getal,en verminderen, vantyd eene maaltyd te houden, waarop, fomtyds, tot tyd. De Overluiden, die vier in getal groote ongeregeldheid bedreeven werdt; plagten te zyn, zyn, tegenwoordig , maar doch dezelve werdt, in 't jaar 1612, afge- twee of drie. Zy worden, in de Kermisweek, fchaft, en in de plaats derzelve, wederom veranderd, op de gewoonewyze, en houden, eene Armenbos, voor zieke Leden van 't eens ter weeke, des Dingsdags,'s avonds ten Gilde, opgeregt (Y). Volgens eene Keure zes uuren,Comptoirdag in deTuinftraat,in vanden dertigften January des jaars 1742, een vertrek boven de Corps de Guarde der mag, uit deeze BoiTe, geene uitkeering ge- Ratelwagts. De uitvoerigfte Keure voor dit daan worden, dan aan zulken, die, 't Gild, Gilde is van den twintigften April des jaars onder den ouderdom van veertig jaaren, ge- 1589, en betreft, voornaamlyk, de opreg- kogt hebbende, zo ziek of zwak zyn, dat ting en onderhouding eener GildeboiTe. Ook zy geen werk doen, noch de ftraat gebruiken wordt, in het XXX. Lid der Keure, bevo- können. Ook zyn zulken, die, drie jaaren len, dat niemant van de Gildebroederen in on- agtereen, geen fruit verkogt, noch hunne echte ofte hoerderye fal mogen fitten, op ver- jaarzangen betaald hebben, van't Gilde ver- beurte van 'f Gilde (pi). Doch op de Gilde- fteken mi. De Overluiden van 't Fruitver- boffe zyn, naderhand, verfcheiden' nieuwe koopers-Gilde zyn vier in getal. Zy worden, fchikkingen gemaakt (n). Op den dertigften jaarlyks, op den vierden February, veran- January des jaars 1750, is ook, ten behoeve derd. Voor deezen, hieldenze hunne Gilde- van dit Gilde, op nieuws, verbooden , ee- kamer ophetrondeBegynhof, en, zo't fchynt, nig garen uit de Städte voeren, om het, in de Begynen-Kerke, alwaar, ten minfte, de elders tot Lynwaat gemaakt zynde , hier kleine maaten, door hen, plagten geykt te wederom in te brengen; mogende ook nie- worden (u). Doch tegenwoordig houden zy, mant der ingezetenen eenig gefponnen ga- des Saturdags, Comptoirdag boven de Wes- ren naar buiten zenden, om 'er, elders, Lyn- termarkts-hal. By eene Keure van den twaalf- Ufcj waat of Servetgoed van te laaten weeven (0). den July des jaars 1752, is hun zes honderd v^iT. Het S. Jans-, nu het en vyftig guldens 's jaars, voor alle moeite "00. en koften, toegelegd. DeGildekneet eeniet
• Fruitverkoopers-Gilde, vyf honderd guldens's jaars (ü). "eSIgemeC
is, naar alle waarfchynlykheid, reeds in de Wy voe§en h^by het
veertiende eeuwe , in wezen geweeft, en Peltiers- en Bontwerkers-Gilde, vtr wordt, in de oude Keuren, op pergament p^11'
gefchreeven, vermeld Q>). De Bontwerkers welk ook al, in de veertiende of vroeg in tiers- m
en Pelfers, die nu een Gilde op zig zelven de vyftiende eeuwe, in ftand, en met hetEowT- uitmaaken, behoorden, oudtyds, tot het S. Fruitverkoopers-Gilde vereenigd geweeft is ~ERK£RS- Jans-Gilde. By eene Keure van den twaalf- (w), waarvan het, eerft op den negen en den December des jaars 1585, is reeds eene twintigften Auguftus des jaars 1613 > gefchei- Armenbos opgeregt, ten behoeve van het den werdt (ar). Buiten de Gildebroedersvan Fruit-of Appelkoopers-Gilde, dienogtans, '■ dit . " (q) Handv. 11, ii79i
(i) Keurb. C. ƒ. 18» verf». (r) Handv. hl. 9z%.
(k.) Keurb. A. ƒ. 27. (O Handv. il. n7s.
f O Groo: Memor. N. II. ƒ. +J. Keurb. C. /. «o. (') Handv. il. i6gg.
\m) Handv. bl. H74 ««•• . (K) zie Handy, bl. 92g.
y\ Handv. bl. 1478, H79- (v) Vervolg der Handv. tl. 7*«
y) Vervolg der Handv. */. Hj. (•») Keurb. A. ƒ. 12.
\P) Keutb, A. ƒ. iï. (*•) Handv. tl. J4°»-
|
|||||
444 AMSTERDAMS IV. Deel.
Cildbh. dit Gilde, mag niemant eenige nieuwe ge- keurd, dat de Overkiiden ook Bosmeeders G\to^
maakte of ongemaakte Bontwerkers waaren, zouden zyn (ƒ). Zy worden, uit alle de hier ter Stede, verkoopen, zelfs niet in o- Handwerken, waaruit het Gilde bedaat,ge- penbaare veilinge ; doch op de drie Jaar- kooren, op of omtrent den elfden Oftober, markten, is zulks geoorlofd (y). De Over- en vergaderen, des Saturdags, om de veer- luiden van 't Peltiers- en Bontwerkers-Gilde tien dagen, in een vertrek boven deS. An- zyn vier in getal, en worden, jaarlyks, op tonis-Waage. Volgens eene Keure van den den eerden Dingsdag in September, veran- agt en twintigden January des jaars 1752* derd. Zy hebben hunne Gildekamer in de zyn zy gehouden , de twee oudde Gilde- Nes , boven de grooté Vleefchhal, daar zy, broeders te nodigen, om, zo zy 't goedvin- alle veertien dagen, des Maandags, byeen den, tegenwoordig te zyn, by het doen der komen. By eene Keure van den vyfden De- proeve van eenen aankomenden Gildebroe- cember des jaars 1749, ishun twee honderd der (g). Voorheen, plagten de Smids ook en vyftig guldens 's jaars, voor hunne moei- Spykers, en veelerlei ander yzerwerk te maa- te en verteering , toegelegd , mids zy 't ken, welk nu meed van buiten ingevoerd, Proefgeld geheel in de Gildebofle bren- enindeYzerkraamers-winkelsverkogtwördt. gen. De jongde Gildebroeder in der tyd Doch by verfcheiden' Keuren, en laatdelyk is, volgens de Keure van den jaare 1613, by eene Keure van den een en dertigden Gildeknegt, en geniet daarvoor vrydom January des jaars 1749, is bepaald, welk y- van 't betaalen der Jaarzangen (z). Het zerwerk, hier ter Stede, niet dan door de Gildebroeders van het S. Eloijen - Gilde ,
S. Eloijen-o/Smids-Gilde, verkogt mag worden (b). De oud-Yzer-
, . . _ - v, . kraamers mogen geen nieuw Yzer- of Koper-
XIIT. waaronder, met aleen de Grof- en Klein- w£rk koopen, 0f verkoopen. En zy,en de
fi of' f™tdsi ma"rrk de• ifc»^"' k°Per- nieuw-Yzer-kraamers mogen ook niet, dan
LJ- finmëers' MeJJenmaakers, Zwaardveegers en - £n VQor hmm wooni % uitftaiien, uit- |
||||||||||
Gilde.
|
Roerenmaakers behooren is ook een van de men de Marktdagen w\ De Slypers-
|
|||||||||
oudde Gilden deezer Stad en vroeg in de *eeri ma^ ^ zond* d^er Tot[
vyftiende eeuwe , of eerder in ftand ge- daan iS) enniet in wagens met uypfteenen, weed f». Het bezat, vanouds, eene Kapel iangs de ftraaten, en aan de hallenen vifch- enAltaarindeOudeKerke(6), waarop gezien ma?kten, ge0efend worden (*). HetSmids- wordt, m eene der oudde Keuren ten behoe- Gi,de heJ yan ouds? het had> om ye van dit Gilde, den veertienden Decem- de ktg n Schepel ^aarmede de
ber des jaars 1491 .gedagtekend (c): en nog Sme&edkooien gemeeten worden, te verhuu-
in een laatere van den vydienden Novem- f£n (/)< Doch*m ]aater> d >a 0, ber des jaars 1554 W). Uit het XXXII. Lid ren £obneeters aangefteld , die , met het
van de laatdgemelde Keure, blykt.ook dat Sch d aan de Koolenverkoopers vergund, dit Gilde eene jaarlykfche Gildemaaltyd meeten mogen midshet, in grootte, met hieldt, waartoe ieder Gildebroeder evenveel de Schepels van het Smids-GUde, overeen- gelden moed. In laater tyd, hielden de O- korfle_ ^Het Güde ie£ Qok £enjg verluiden alleen,behalve de grootemaaltyd, voordeel van de koo%n die verf t en
nog een zogenaamd SleuteImaal; doch, by gemeeten worden (,«), 't welk, boven het eene Keure van den twaalfden November b den Koolmeeteren toegelegd, betaald des jaars 1750 is hun, daarvoor, en voor moet worden. Doch alzoo veele koopersde alle verdere onkoden, zes honderd gudens s koolen Uever b ,t igt daQ , de maat jaars toegelegd De Gildeknegt trekt een ontvangen willen, is 'er ook een beëedigde honderd en vyftig guldens, boven t gene Kooiwceger , door Burgemeederen, aange- hy, volgens de Keure en oude gewoonte, fteld (w); wiensioon, laatdelyk, by eene plagt te gemeten (^Behalve de Overkiiden Keure van den agt en twintigden January van het S. Eloijen-Gilde,.die eertyds vyf in des ;aars r765, geregeld is (0). Aan de Slo- getal waren; doch m het jaar 1624, op zes tenmaakers is, by byzondere Keuren, ge- gebragt werden hadt het Gilde,in vroeger laft ne fleutels in 't lood te (laan, om tyd, nog een Deken en Bosmeeders, die >er an^eren naar te maaken dan voor be- opzigt hadden over de Armen - bofie van t ken- Gilde: doch in 't jaar 1579, was reeds ge- (f) Kandv. lL {ifl-
(X) Vervolg der Handv. bl. gf>
O) Handv. bl. not. Vervolg der Handy, bl. 104. (h> Vervolg 4«r Handv. bl. 84,
(z.) Vewolg der Handv. bl. I04. (') Handv. bl. 1690.
{») Keutb. A. ƒ. 25, 33. (OKeiirb. U. ƒ. 53 verfi,
(b) Zie UI. Deel, II. ßeet, bl. 97. (l) Handv. HL. Izji.
(c) Keutb. C. ƒ. 5+. (">) Handv. bl. ujj,
(d) Handv. bl. u«. {») Handv. 4/. u0j.
(t) Vervolg dir Handv. */. is. (») Keutb. V.J. si veTf,^ |
||||||||||
LBoek. KOOPHANDEL. 445
****». kende luiden, en 't looden afdrukfel terftond de. De Oud - Deken en nog een Overman Gilden.
te verbreeken: ook moeten zy hun merk blyvenindienft(*> De Overluiden houden, flaan op de fleutels, die zy maaken (p). In tweemaal ter weeke, des Dingsdags en des 't jaar 1615, is reeds gekeurd, dat geene Vrydags, Comptoirdag, m het Gildehuis, Smids, of die 't Aanbeeld gebruiken, inde in de S. Anna-dwarsftraat. De Juweliers, Blomftraat, woonen mogen (?). Ook, vol- Wiffelaars en Handelaars in gemunt en on- eens eene Keure van den jaare 1627, niet gemunt Goud en Zilver moeten half Mees- op Raapenburg (r). En by eene Refolutie ter-geld, aan 't Goud- en Zilverfmids Gilde, der Vroedfchap van den jaare 1639, is be- betaalen, eer 't hun vryftaa, hunnen handel raamd, dat Smids , en allen die het Am- te dryven (j). Het Goud- en Zilverwerk, beeldgebruiken, niet mogen werken op de welk, hier ter Stede, verkogt wordt, en Koningsgraf! of Singel; op de ooftzyde van tot de zogenaamde kleine Keur behoort, de Heerengraft, noch op de Hoveniers- moet, vooraf, door den Deken en Overlui- Doele-graft, of Hoveniers burgwal, ter den, by de fteek, getoetft, en met Stads wederzyde, tot aan de S.Antonis-of nieuwe wapen gemerkt worden (z). Zilver van de Markt toe 0). Ten behoeve der Anker- gehalte van tien penningen is kleine Keur, en fmids in't byzonder, zynook eenige Keuren van elf penningen vyf grein, groote Keur. On- gemaakt. Geene Ankers of Dreggen, zwaar- gekeurd, gemaakt Zilver mag hier niet ver- der dan dertig pond, mogen binnen deeze kogt, maar moet, zelfs wanneer't in de Lom- Stad of derzelver Vryheid, worden inge- berd verzet geweeft is, in de Wiffelbank ge- voerd, om alhier verkogt te worden (t). Ook bragt worden («); daar het geproefd, en, naar mogen zy niet ter Waage worden gewoogen, de waarde, betaald wordt. Het Goud- en dan na dat zy, door het laaten vallen op een Zilverfmids-Gilde heeft ook eemg voordeel ftukyzer, geproefd, en byde Keurmeeflers van de Houtskoolen, die, hier ter Stede, goed bevonden zyn (a). aangebragt en verkogt worden. De Schip- D By het S. Eloijen-Gilde, voegen wy het Pers»^%hl?r houtskoolen aanbrengen, mo-
gen elk fchip, ten hoogften, aan vier per- Goud- en Zilversmids-Gilde; foonen verkoopen; doch moeten, ten be- ^D-en _ hoeve van het Gilde, van elke honderd ton, %l**- fchoon zo oud niet als het eerftgemelde , eene ton, en, daarenboven, vier penningen
%>£ hebbende ik, van het zelve, in de Stads van ieder ton betaalen. 't Zelfde regt moet Regifters, geen vroeger gewag gevonden, ook betaald worden, door zulken, die koo- dan in het jaar 1469 (v). Ook moeftde Stad len , tot hun eigen gebruik , ontbieden, reeds fterk in welvaart toegenomen zyn , Doch groote partyen kooien worden, jaar- eer 'er handwerken, die, gelyk deezen, meert lyks, ten gebruike van het Gilde, in de ronde, tot fieraad en pragt dienden , bloeijen kon- dat is, onder de Gildebroeders, elk naar zy- den. 't Blykt, uit eene Keure van den twee ne behoefte, geloft; en, vooraf, door De- en twintigften January des jaars i6or, dat ken en Overluiden, onderzogt, waarvoor dit Gilde, van ouds, ook een Altaar onder- zy een vierde ftuiver van ieder ton genieten, hieldt (ra), waarfchynlyk, in de oude Ker- Het Gilde befteedt de levering deezer Koo- ke, hoewel my zulks niet klaarlyk geblee- len aan de minfl aanneemenden aan, ten 0- ken is. Tegen 't einde der voorgaande eeu- verftaan van eenen Secretaris, of gezwooren We, was het getal der Gildebroederen zo Klerk der Secretarye. Doch Deken, Over- zeer aangewafTen, dat de Overluiden tot vyf luiden en Gildeknegt mogen geene kooien vermeerderd werden , twee Goudfmids en verkoopen, noch tot het leveren derzelven drie Zilverfmids, onder welken, een Deken intekenen. De leveraars betaalen twee per- en een Oud-Deken begreepen zyn. De die- foonen, die de Overluiden bezorgen, om dee- - nende Overluiden benoemen, jaarlyks, tegen ze kooien van het gruis te zuiveren. De ge- den eerden December, negen perfoonen , zwooren Koolenmeeters genieten , voor vier Goudfmids en vyf Zilverfmids, uit wel- meetloon, een Huiver van elke ton, en nog ken Burgemeefteren , drie Overluiden kie- zes guldens van ieder fchip, 't zy dat de zen, een' der zelven tot Deken verklaaren- kooien afgekeurd worden, of niet. Van de kooien; die in de ronde gekogt worden,
t» Hand», ti. ms, iïf7. moet niet alleen eene ton van de honderd,
xjv Rem *. -t vertrek der Thefaurie. oude L««d< z.« en vier penningen van- de ton, ten behoeve
(r) Handv. *;. 1001. van 't Gilde , nevens nog vier penningen
f') Refol. Vroedfch. N. n. 22, jul ,S3,. ƒ. tfoverfi. ° 6
f') Vervolg der Hand/, bl. Ci. ' Van
,,(*) Handv. bl, icSS, 10S9. Zit oak UI. Deel, l. B^kt ^ Handy, hl. i2tp.
*'•»+. (y) Handv. bl. 1691.
(v) Keutb. A. ƒ. «o ver/b. (z.) Handv. il. \zs9, "«<>•
(w) Handv. bl. rz;j>. (") Handv. il, l69t>
II. STUK. Lil
|
|||
IV. Deel.
|
|||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||
446
|
|||||||||||||||||
Brouwers-Pakhuis in het andere, 't welk, zo GiLpElf'
't buiten 't gezigt van de Bier - Impofthuis- jes gefchiedt, niet zonder kennis van Com- miflariflen van den grooten Excyns, gedaan mag worden, is, by verfcheiden' Keuren, ge- regeld (m). De Bierdraagers mogen geen werk by de ftraat aanneemen; maar zyn ge- houden , het zelve aan hunne Huisjes, agter de Begynen en aan de Oude Brugge, te ko- men haaien («). Het openen en fluiten van deeze Huisjes gefchiedt, door twee zoge- naamde Vaders van de Bierdraagers, die, zo wel als de Bierdraagers zelven, door Burge- meefteren, worden aangefteld, en zorgdraa- gen, dat de werken, in goede orde, en by de pen af, aan de arbeiders worden uitge- geven : ook moeten zy, nevens de Overlui- den , de gefchillen, die in de Huisjes ont- ftaan, zoeken by te leggen. Zy zyn daar- enboven bevoegd, om zulken, die dronken in de Huisjes komen, het werken te ver- bieden (0). Behalve de Bierdraagers, die thans een honderd zes en zeventig in getal zyn , hebben Burgemeefteren , reeds om- trent het midden der voorgaande eeuwe, Veertig gezwooren Noodhulpen der Bier- draageren aangefteld, welker getal, in den jaare 1706, nog met twaalf vermeerderd} doch nu wederom, tot op vier en dertig, verminderd is. Zy arbeiden, in de plaats der oude en zieke Gildebroedefen , waar voor zy de helft genieten van't gene zy ver- dienen. De Bierdraagers mogen, metgee- ne onvrye Luiden, Basjanders genaamd, werken, zo lang 'er Noodhulpen te beko- men zyn (f). Het Bierdraagers-Gilde ftaat onder't opzigt van vier Overluiden, die, jaarlyks , in de maand September, veran- derd worden. Zy hebben hun Comptoir in de Kromelleboogs- of Rooleeuws-fteeg aan den Dam, daar zy, dagelyks, van negen tot twaalf uuren des morgens, Comptoirdag houden. Zy ftellen , jaarlyks , zes Gilde- broeders tot OppalTers aan, die 't geld, welk voor de looting verdiend wordt, ontvangen, en, alle maanden, aan de Overluiden ver- antwoorden moeten ; voor welke moeite, hun vyf en twintig guldens 's jaars toege- legd is (q). De Armen-bos, die de Bier- draagers, van ouds, gehad hebben, en in welke, ieder van hun , weekelyks, twee ftuivers geeven moet, is in bewaaringe der Overluiden, die, uit dezelve,aan eiken ou- den of zieken Gildebroeder, drie guldens tien ftuivers ter weeke uitdeelen (r).
' Wy
(m) Handv. bl. 1201,1202, i*oj. Vervolg bl. 7J«
(n) Handv. bl. 1201.
(') Handv. tl. 1197.
lp) Handv. bl. uS7, 119Ï. 1199, ""+•
(?) Gtoot-Memot. N. VIII. ƒ. 116.
(r) Handv. bl. 1204,
|
|||||||||||||||||
Gilden. van de ton, ten behoeve van Deken en Over-
luiden, worden betaald; maar de Gildeknegt geniet, daarenboven, als Befchooijer van de Houtskoolen, die de Gildebroeders op- doen , een ftuiver van de ton (b). 't Gene van de Houtskoolen , ten behoeve van 't Gilde, inkomt, wordt, jaarlyks,nevens het inkomgeld der Meefteren en Leerknegten, en andere voordeelen van het Gilde, door de Overluiden, ter Secretarye, verantwoord XV. (V). Het |
|||||||||||||||||
BlER-
DRAA- GERS- |
|||||||||||||||||
BlERDRAAGERS-GlLDE,
|
|||||||||||||||||
eertyds, en reeds in 't jaar 1456 (i), ook
Gilde. ^et £)raagers-GiMe genaamd, om dat de Bier- draagers ook andere laften dan Wyn en Bier, en ,in 't algemeen, alles wat Stads Excyns onderhevig was (e),plagten te draagen, en te bearbeiden, moet ook onder de oudfte Gilden gerekend worden, zynde den handel in buitengebrouwen en vreemde Bieren, om niet van de binnen gebrouwen Bieren te fpreeken , eene van de oudfte neeringen hier ter Stede geweeft. Ik vind van de Bier- draagers reeds gewaagd, in eene Keure van den negen en twintigften July des jaars 1461 (ƒ). Uit eene andere van den een en der- tigften May des jaars 1475, blykt, dat zy eenen dienft bekoftigden, in de Lieve Vrou- wen- , of nieuwe Kerke (g). Ook plagt het Draagers-Gilde, nevens anderen, onder hun- ne Kaarfe, in de plegtige ProceJJien of Om- megangen , op te trekken, en de Vaanen te draagen (fc). Tegenwoordig, zyn de Bierdraagers, zo w,el als de Turf- en Waag- draagers, en Koorenmeeters en Koorenzet- ters , byzonderlyk, gehouden, de Brandfpui- ten waar te neemen: waartegen de Overlui- den en Gildeknegts van alle deeze Gilden, in 't jaar 1674, tot wederzeggens toe, van de Burgerwagt vry verklaard zyn (z). De Bierdraagers in 't byzonder zyn, van ouds, verpligt geweeft, de Lyken, die uit het Ou- de-Mannen-Huis begraaven moeten worden, te draagen; waar voor, aan ieder Draager, vyf en twintig duivers betaald wordt (£). De Bierdraagers zyn alleen bevoegd, om Wynen, Brandewynen, Azyn en Bieren, die excyns fchuldig zyn, te verwerken, uitge- nomen de wynvaten, die met de groote kraan geloft, of over boord gezet worden (ï). Het loon van deezen arbeid, en byzonderlyk ook dat van't verwerken van Bieren uithet eene (b) Handv. bl. 1260, 1260, 1261.
(<r) Zie Handv. bl. I2J9. (d) Leggei det Carthuifeis, berußende in 't Burger-Wees.
huis , ƒ. 57. (e) Keurb. Cf. 4; verfii,
(f) Keutb. A. f. }8.
ig) Keurb. A. ƒ. 7$ verfo.
(h) Handv. des druks van I6I3. bl. 192.
(i) Handv. bl. 1199.
({) Handv. bl. 1199.
(0 Handv. bl. iiss.
|
|||||||||||||||||
I. Boek.
|
|||||||||||||||||||
KOOPHANDEL.
|
|||||||||||||||||||
447
|
|||||||||||||||||||
Jfe
|
den.
|
||||||||||||||||||
zeftiende eeuwe, een afzonderlyk Gilde ge- Gilden.
worden, waartoe, in 't eerfl;, ook de Kooren- meeters en Koorenzetters behoord hebben, die, naderhand, een byzonder Gilde gewor- den zyn. De Koorendraagers zyn 'er, nogtans, al vroeg in de vyftiende eeuwe, of eerder, geweeft, alzo de Koorenhandel een van de oudften deezer Stad is (x). Doch zy waren, naar 't fchyrit, begreepen onder het Draa- gers-Gilde. In eene Keure van den dertien- den Maart des jaars 1551, ftaan zy, en de Koorenmeeters en Koorenzetters, die met hen vereenigd waren , bekend onder defi naam van S. Joofien-Gilde. Het S. Jooften- Altaar, in de Nieuwe Kerke, werdt, door dit Gilde, onderhouden (j). In 't jaar 1589, werden de Koorenmeeters, die, tot dien tyd toe, ééne Armen-bos gehad hadden met de Koorendraagers, van dezelven afgefcheiden (z). De eigenlyke Koorendraagers , ge- naamd van den groot en gang, maakten , voor dien tyd, en nog lang daarna, een onder- fcheiden Gilde uit van dat der Ophouders of Koorenfioriers, genaamd van dèn kleinen gang, met welk zy, eerft in 't jaar 1655, tot één Gilde vereenigd werden («). De Kooren- draagers arbeiden niet alleen in graanen en zout, met uitfluiting van alle andere draa- gers; maar mogen ook, in Speceryen, die in open zakken gedraagen worden, arbei- den (Z>). Volgens de Keuren, mag niemant in 't Koorendraagers - Gilde worden aange- nomen , die boven de agt en dertig, of on- der de agttien jaaren oud, of fyne leden niet macbtigh is (V). Het Gilde verhuurt, vol- gens een oud voorregt (d), zakken, gangen, trappen en leeren, om in 't werk, welk de Gildebroeders zelven doen, of elders, ge- bruikt te worden, zynde de huur van dit alles, by verfcheiden' Keuren, geregeld (e). Hetinkomgeld in 't Koorendraagers - Gilde is, van tyd tot tyd, verhoogd, en laatffce- lyk, in 't jaar 1722, op vyftig guldens ge- field. De Jaarzangen zyn drie guldens. Aan de zieke en oude Gildebroeders , worden twee guldens tweeftuivers ter weeke uitge- deeld (ƒ). De Koorendraagers zyn, dikwils, ook in't Kooren-Ligtermans-Gilde , en mo- gen, in zodanig een geval, van beide deGilden onderftand genieten (g): 't welk , anderszins, in 't algemeen, ongeoorlofd gekeurd is (*)- De
(x) Keurb. A. ƒ. 10 verfo, 40.
(y) Keuib. C. ƒ. .94 , 172.
(z.) Handy, bl. 1117, 1 jzj.
(1) Handv. II. 1321.
(h) Handv. bl. 1319, 1324. Varv,olg der Handv. bl, $4,
(c) Handv. hl. I3i7> uzi.
(d) Keurb. G. ƒ. 94.
O) Handv. */. nu , int, «31*» IJ*®» tjif
(f) Handv. bl. 1323 , n*+-
(g) Handv. bl. i3*c>.
(») Zie hier vpor» *'• 4'1-
Lil 2
|
|||||||||||||||||||
Wy voegen, by het Bierdraagers-, het
BlERBESCHOOIJERS-GlLDE,
fchoon veel jonger, en eerfl in't jaar 1621
opgeregt (s). De ßierbefchooijers zyn luiden, die Tappers en anderen voorzien van buiten gebrouwen Bieren. Zy mogen alleen op de Bierkaaijen,enopdeNieuwe-zyds-Kolkwoo- nen. Doch de Bierbefchooijers op de Nieuwe - zyds-Kolk, die, tot onderfcheiding, Bierfiee- kers genaamd worden, mogen geen Bier ver- koopen van hooger prys dan zes guldens de ton, de kollen daaronder begreepen (ƒ). By 't inkomen in dit Gilde, moet, behalve 't Gilde- geld, welk, in 't jaar 1684, op veertig gul- dens verhoogd is, nog dertig guldens, ten behoeve van't Aalmoeffeniers Huis, betaald worden. Tot voorkominge, dat de Bier- befchooijers elkanders neering niet belem- meren , noch naar zig trekken , zyn ver- fcheiden' Keuren gemaakt. Zy mogen geen verding met de Brouwers maaken, dan over den prys van 't Bier, en aan geen' Tapper leveren , die geld aan een' ander Bierbe- fchooijer fchuldig is, ten zyze die fchuld overneemen en voldoen. Zy zweeren ook, dat zy der Stede Excyns niet zullen verkor- ten ; en geen Bier afleveren, dan door beëe- digde Bierdraagers (f). De handel in vreem- de Bieren plagt hier veel fterker te zyn, dan hy tegenwoordig is. Burgemeefteren fielden, nog in de voorgaande eeuwe, eenen beëe- digden Bewindhebber aan, die de vreemde Bieren, voor de uitheemfche Koopluiden, verkogt (u). Het Gilde hadt zyne Gildeka- mer, en vier Overluiden, die eenen Gilde- knegt onder zig hadden (v). Doch de nee- ring is, in deeze eeuwe, zo geweldig ver- loopen, dat 'er naauwlyks drie of vier Bier- befchooijers , en een Bierfteeker overge- bleeven zyn; zo dat het getal der Overlui- den tot op twee verminderd is. De Gilde- kamer is ook? in 't jaar 1751, verlaaten O), en de Overluiden komen nu famen, aan 't huis van den voorzittenden Overman. De Dienftmaagd, die de kamer, in de plaats van een' Gildeknegt, waarnam, is toen ook af- gedankt. De verandering van Overluiden gefchiedt egter nog, in 't begin van De- cember. Het KoORENDRAAGERS-GlLDE
is, zo ver my gebleeken is, niet voor de
(s) Handv. hl. U*9.
(f) Handv. hl. 11S9» "»o, u9S, ns4.
,(*) Handv. */. UJ°' ll»1 > i I9*i ns+< 'I9J.' Vervolg "• 79. (") Handv. hl. 87$ «»*•
y>) Handv. bl. n89» H9i» 119*1. Vervolg hl. 74.
(»J Vervolg dir Handv. hl. 7t.
|
|||||||||||||||||||
fc"-
|
|||||||||||||||||||
W
|
*Ojj.
|
||||||||||||||||||
IV. Deel.
|
||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||
443
|
||||||||||||||||||||||
GüflE*
|
||||||||||||||||||||||
at. De erfgenaamen vaneen' overleedenGilde-gen (g).De Koorenmeeters, die, te vooren,
broeder, dien zy niet van 't Gilde willen laa- eene gemeene Bos met de Koorendraagers ten begraaven, moeten, volgens eene Keu- hadden, hebben, reeds in 't jaar 1589, eene re van den agt en twintigden January des afzonderlyke Bos gekreegen (r). De Mee- jaars 1735, twaalf guldens aan 't Gilde gee- ters en Zetters werken gezamenlyk, moe- ven (z). Het tabakrooken onder 't werk is tende den Zetter de maat regt zetten en hou- den Koorendraageren, by verfcheiden'Keu- den, terwyl 'er de Koorendraagers 't graan ren, fcherpelyk, verbooden. Zy verbeuren, in fcheppen of (tarten, waarna het, door den voorde eerde reize, drie; voor de tweede Meeter, afgedreeken en gemeeten wordt, reize, zes guldens, en't werk, voor den tyd Op het meeten en zetten, en op het Loon van zes weeken: voor de derde reize, wor- voor de Meeters en Zetters, zyn verfchei- den zy van hunne bedieninge afgezet (k). den Keuren gemaakt (ƒ), en laatdelyk eene By eene Keure van den derrigden Novem- uitvoerige van den zeven en twintigften Ja- ber des jaars 1668 , is reeds belaft, dat het nuary des jaars 1762 (j). In alles, zyn 'er Loon der Koorendraageren , binnen eene dertig Koorenmeeters, en een gelyk getal maand, betaald moed worden (/). De Koop- van Koorenzetters, aan welken beide, in 'c luiden bedienen zig, gemeenlyk, van eenen geheel, twintig Noodhelpers zyn toege- Fattoor, die op het bearbeiden hunner graa- voegd. Zy worden allen, door Burgemees- nen opzigt heeft,en 't arbeidsvolkin'twerk teren, aangedeld. De Meeters of Zetters (telt, en betaalt. De Koorendraagers houden zyn verpligt, aan de Admiraliteit hier ter zig doorgaands op, aan of omtrent de Koo- Slede, aan te geeven, hoe veele graanen renmarkt, of in een huisje onder de Oude van buitens Lands ingekomen, en by hun Brug. Zy zyn, gelyk de Draagers in 't al- gemeeten zyn; waarvoor hun, door 't ge- gemeen , altoos byzonderlyk verpligt ge- meene Land, vyftig duivers van ieder hon- weed, om te byte en te brande te komen. In derd Laden toegelegd is. De Cedulen, by tyden van oproer, plagten zy ook, op de welken blykt, dat 's LandsImpod en Stads Nieuwe-zyds-Kolk, (amen te trekken, daar Excyns van de inkomende Graanen betaald zy, door Burgemeederen, van geweer voor- zyn, moeten aan de O verluiden derKooren- zien, en tot dilling der beroerte gebruikt meeteren zyn getoond, eer dezelven gemee- werden (m). DeOverluiden van het Kooren- ten mogen worden (t). De Overluiden van draagers-Gilde zyn vier in getal, van welken, 't Koorenmeeters- en Koorenzetters-Gilde jaarlyks, in January, twee afgaan. Zy ver- zyn vier in getal, van welken, jaarlyks, in gaderen, des Donderdags, in een huisje on- January, twee afgaan. Zy houden hunComp- der de Oude Brug. By eene Keure van den toir op de Kolk, in 't Koorenmeeters-Huis, zes en twintigften February des jaars 1750, alwaar zy, dagelyks, byeen zyn. By eene zyn hun zes honderd guldens 's jaars, voor Keure van den zeventienden September des hunne moeite en koden, toegelegd. Alleen- jaars 1750, is hun twee honderd vyfentwin- lyk, mogen zy vuur en licht in 't Comptoir tig guldens 's jaars, voor hunne moeite en aan't Gilde berekenen. De Gildeknegt trekt verfchot, toegelegd. Doch zy mogen daar- vyf en twintig guldens, een derde van de enboven, tot zes honderd manden turf in 't boete der genen, die niet met een' Gilde- jaar, ten lade van 't Gilde brengen. De broeder ter begraafenis komen, en tien ftui- Gildeknegt trekt vyftig guldens 's jaars, be- vers van ieder inkomend Gildebroeder (n). halve dertien guldens voor de ronde maat, |
||||||||||||||||||||||
Gild:
|
||||||||||||||||||||||
XVIII.
KOOREN-
MEETERS- en Koo-
EENZET-
7ERS-
GlLDE.
|
Wy komen nu, tot het drie guldens voor een Nieuwjaar, en ver-
goeding van tydverzuim, wanneer hy voor
Koorenmeeters-äKoorenzetters-Gilde, 't Gilde te begraaven moet gaan (u). Bur- gemeederen hebben ook eenen Boekhoud&r die, eertyds, twee byzondere Gilden heb- of Vader over de Meeters en Zetters aange- |
|||||||||||||||||||||
bende uitgemaakt, in 't jaar 1654, in één deld, die aantekening houdt van 't gene,
Gilde vereenigd werden (0). Uit eene Keure uit ieder Schip of Ligter, gemeeten wordt, van den zedienden Maart des jaars 1565, en te wege brengt, dat het zelve aan hec blykt, dat de Koorenmeeters en Koorenzet- Comptoir der Convoojen en aan't Stads Ex- ters, zo wel als de Draagers (p),in plegtige cynshuis worde opgegeven. Hy draagt ook ommegangen, de Vaanen plagten te draa- zorg, dat de Koopluiden van Meeters en Zet- |
||||||||||||||||||||||
tets,
|
||||||||||||||||||||||
(i) Handv. hl. 1314«
(*J Hasdv. hl. uu.
(I) Handv. il. nu.
(m) Handv. bl. i?i8, l;i°.
(n) Vervolg der Handv. bl. 94,
(c) Handv. bl. ij29.
(p) Zit hiei voor, bl. 44«.
|
||||||||||||||||||||||
(<j) Keinb. C. ƒ. 104.
(r) Handv. bl. nis.
(f) Handv. bl. nog, ii09, ulo, ijij.
(O Keutb. U. ƒ. 10 verfo.
(') Handv. bl. 1527, JMi, 1S9+.
(«) Vervolg der Handv. bl. »j.
|
||||||||||||||||||||||
I- Boek.
|
||||||||||||||||
KOOPHANDEL
|
||||||||||||||||
449
|
||||||||||||||||
^8»,
|
||||||||||||||||
vier penningen van de gulden, ten behoeve Q^m
van de.Gildeboffè (a). De Ligterhuur loopt op en af, naar dat 'er veel of weinig te lig- ten is. Doch zo zy hooger loopt dan zes guldens 's daags, ftaat het den Koopman vry, met Kraakfchepen, of kleine Binnenlands- vaarders, te doen,ligten; 't welk anders niet geoorlofd is (b). De Ligters mogen niet langer dan vier Maandagfche Marktdagen agtereen gelaaden blyven leggen (c). De Ligterluiden plagten, als zy den laft inhad- den, 's nagts in hunne Ligters te moeten flaapen; doch, federt het jaar 1661, fluiten zy de luiken der Ligters des avonds, en ont- fluitenze des morgens, wederom, waarvoor hun twee fluivers toegelegd is (d). De Ligter- luiden behoorden, voorheen, onder 't Bin- nenlandsvaarders - Gilde; doch werden, in 't jaar 1649, van het zelve afgefcheiden, en tot een Gilde op zig zelf gemaakt, by my- ne Heeren ,van den Geregte (»• Het Loon voor 't verfchieten der Ligters, zo buiten als binnen de fluizen, is, by eene Keure van den agt en twintigftenjanuary des jaars 1760, geregeld (f). De Overluiden, die eikande- ren , volgens eene Keure van den zeventien- den July des jaars 1698, niet nader dan Zus- terlingen beflaan _ mogen (g), zyn vier in getal. Jaarlyks, in January, gaan 'er twee af. Zy komen, alle Saturdagen , in een vertrek onder de Oude Brugge, byeen. By eene Keure van den zes en twintigften Fe- bruary des jaars 1750, is hun twee honderd vyf en zeventig guldens in 't jaar, voor hunne moeite en verteeringe, toegelegd. Zy mogen alleenlyk vuur en licht, welk in 't Comptoir gebruikt wordt, aan 't Gilde in rekening brengen. : De Gildeknegt geniet, boven de helft der boeten, dertig guldens 's jaars (è). Volgens eene Keure van den eerflen Maart des jaars 1741, keeren de O- verluiden agt en dertig ftuivers ter weeke uit de GildebofTe aan de oude en zieke Lui- den uit (z). Wy voegen hierby het Waagdraagers-Gilde, xx>
welk wel, eerft in't jaar 1616, opgeregt J^.G'
werdt; doch welker Leden , de arbeiders GERs- aan de Waage, reeds lang van te vooren, Gilde. beftaan hadden (k), en, vermoedelyk, on- der (a) Handv. hl. njif, HS7, I3jj.
(h) Handv. hl. 135s. (c) Handv. il. 1357.
(d) Handv. hl. 1358.
(e) Handv. */. I3J5,I3J«,I3J7-
(f) Keurb. T. ƒ. 248 ver fa,
(S) Handv. hl. i?6o. (h) Vervolg der Handv. hl. pS.
(») Handv, hl, 1161.
(K.) Zi' III. Deel, I. *"<., "> 3?.
|
||||||||||||||||
ters, of van Noodhelpers, in derzelver plaat-
fe, voorzien worden , en geniet hiervoor een halven fhiiver van ieder Laft graanen en zaad , en vier fluivers van ieder honderd zout (v). Hy zit ook, in 't Koorenmeeters- Huis,op de Kolk. Op het looten om't werk, is, by eeneKeure van den zefliendenMaart des jaars 1764., orde gefield (w). De Gil- debroeders van het laatftgemelde Gilde worden, zo wel als de Bierdraagers, Waag- draagers en Turfdraagers, aangefteld, door Burgerrieefleren. Doch zo is 't niet gele- gen , met de Koorendräagers, noch met de Gildebroeders van het KoOREN-LlGTERMANS-GlLDE,
welke laatflen alleenlyk toeitemming van
Burgemeelleren verzoeken moeten, om in 't Gilde te mogen komen; welke hun, genoeg zaam altoos, verleend wordt. Volgens de oude Keuren, moeten alle Schepen, die door de fluizen können, loflen, daar't den Koopman behaagt ; doch de meefte Koorenfchepen zyn zo groot, dat de Laading in Koor en-Lig- ter s, gelyk menze noemt, dat zyn vaartui- gen, zonder mallen, met hooge ronde lui- ken , of in kleiner fchuiten met byna platte luiken, die onder't Klein-Schuitenvoerders- Gilde behooren, moet worden overgefchoo- ten, en aan de markt gevoerd en verkogt, of voor de pakhuizen gebragt, en gezolderd. De Kooren-Ligters mogen niet grooter zyn dan zes en vyftig voet lang over lieven, vyf- tien en een halve voet wyd, buiten op de barkhouten te meeten, en zes en een halve voet hol, te meeten van 't vlak op de uit- Wateringe (x) De Luikfchuiten mogen niet grooter zyn dan tien lallen , immers niet meer dan tien laften ligten, om in de Stad te voeren (y). Op den een en twintigften November des jaars 1624, is reeds vaftge- fteld, het getal der Ligters te laaten afnee- ïïien tot tweehonderd vyf en twintig toe, mids den Maftfchepen ook vryheid gegeven wierdt, om te ligten. Doch in 't jaar 1641, werdt dit getal wederom op twee honderd en vyftig gebragt (2). Geen Ligterman mag meer dan één' Ligter hebben, en zelfs geen aandeel in eenen anderen. Die eenen over- leeden Ligterman opvolgt, moet zyn Ligter, volgens de waardeering van Overluiden, o- verneemen. Die zynen Ligter verkoopt, kan in 't Gilde blyven , mids hy het blyve onderhouden. Van Ligters, die verkogt wor- den, betaalen kooper en verkooper ieder (•*) Handv. hl. 110?, njo.
<w) Keurb. IJ. ƒ. 47.. }*) Handv. hl. 1358. y) Handv. hl. 15<Si. C*j Handy, hl. 135«» UJS- |
||||||||||||||||
v.
|
||||||||||||||||
Lil Q
|
||||||||||||||||
IV. Deel.
|
||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||
45°
|
||||||||||
woordig zyn 'er maar twee Afch - Veemen. Gn^
In 't jaar 1685, waren 'er, in alles, negen- tien Veemen. Doch toen werden 'er, door Burgemeefleren, nog drie bygevoegd (r). 't Getal der Veemen, is, nog tegenwoordig, twee en twintig, waaronder egter niet be- greepen is het zogenaamde Kaas- Veem, welk maar uit twee Perfoonen beftaat, die, alleen- lyk op de Marktdagen, de Kaas bearbeiden, en, de overige dagen der weeke ,• als Vrylui- den, worden aangemerkt. Ieder Veem be- ftaat, gemeenlyk, uit vyf, zes of zeven, en enkelen ook uit agt of negen perfoonen, De meeflen houden hunne dagdykfche ver- blyfplaatfen in huizen, of op kamers en in kelders, rondsom den Dam. De twee Afch- veemen alleen hebben hunnen intrek aan de Noordzyde der Brouwersgraft, tufïchen de korte Prinfengraft en Binnen - Oranjeflraat: en het Purper-hoeden- of Hop-Veem, naar 't einde van den Nieuwe-zyds-Voorburgwal, op de zogenaamde Hopmarkt, onder deArms- fleegsbrugge. Zie hier de naamen van alle de Veemen: 1. Schotsche Veem.
2. Zeeuwsche Veem.
3. Blaauwhoeden-Veem.,
4. Groenhoeden-Veem.
5. Klapmutsen-Veem.
6. Leidsche Veem.
7. Bonthoeden-Veem.
8. Roodhoeden-Veem«,
9. Geelhoeden-Veem.
10. Stroohoeden-Veem.
11. Zwarthoeden-Veem.
12. Withoeden-Veem.
13. Medenblikker Veem.
14. Haarlemmer Veem.
. 15. Friesche Veem. 16. Engelsche Veem.
17. Texelsche Veem»
18. Graauwhoeden-Veem.
19. Zyden Veem.
20. Zwart - Asch - Veem.
21» Water - Asch - Veem. 22. Purper-hoeden- of Hop-Veem.
De voorwaarden, op welken een Vrymaß
tot Veemgafl, in een der byzondere Vee- men, aangenomen wordt, zya onderfchei- den , naar dat 'er veel of weinig werk is in een Veem, vergeleeken met het getal der manfehap, waaruit het beflaat. Wanneer 'er eene plaats in een Veem openvalt, be- noemen de Veemgaflen drie Vryluiden, uit welken Burgemeefleren de verkiezing doen- De nieuwe Veemgafl betaalt, by zyn inko- men, eene merkelyke fomme aan 't Veem» . van
(r) Handv. bl. 1073.
|
||||||||||
Gilden, der den algemeenen naam van Drangers, be-
greepen werden. De eerfle Ordonnantie voor de gemeens gefvoore arbeyders aan de Wa- ge is van den zes en twintigflen Maart des gemelden jaars. By dezelve, werdt, voor 't eerfl, orde gefield op de verkiezing van O - verluiden * en eene BofTe opgeregt (/). Het gantfche Gilde der Waagdraageren beftaat, tegenwoordig, [in April 1766], uit twee honderd drie en tagtig perfoonen, die, door Burgemeefleren, zyn aangefteld. Omtrent honderd en vyftig van deezen hebben zig, van tyd tot tyd, in Ploegen, of reenten, ge- lykze genoemd worden, famengevoegd; Elk Veem arbeidt in ééne beurs. De overige Waagdraagers worden Vryhiden genaamd. De Veemen zyn meefl allen ondericheiden, aan zekere tekens aan den hoed, of aan de kleur der hoeden zelve: en deeze tekens zyn, fomtyds, met bewilliging van Burgemeefle- ren, aangenomen (tri). .Van ouds, regtten eenige Waagdraagers een Veem op, naar hun welgevallen. Doch by eene Keure van den • vier ert twintigften December des jaars 1654, is vaflgefleld, dat zulks niet dan metbyzon- dere bewilliging van 't Geregt gefchieden mag («). Burgemeefleren hebben, federt, in 't jaar 1668, aan vier Waagdraagers, toe- geftaan, zig het Zeewwfche Veem te mogen noemen (e), 't Getal der Veemen is, allengs- kens, aangegroeid. Onder de oudflen, zyn, gewiffelyk * het Blaawwhoeden- en Klapmutfen- Veem te tellen. Breöerode maakt van beide gewag, in zynen Spaanfihen Brabander, welk fpel, in 't jaar 1617, volmaakt werdt; als hy Jerolimo, die voor eenen voornaamen Koopman gaan wilde {Act. IV.) , op deeze wyze, doet befchryven: « Hy is met zyn Makelaars hi'tpackhuys om zyn
balen te wegen:
Hy teykentfe elck op baer noniber ,met zyn ey- ghen merck,
Want hy het al de blauhoeden en de kxap- mutsen in 't werck,
Met een deel Vlamingen van Packers en andere uythe-emfcbe opflagers:
Wil jy gaen jy meughi, ickgaboven by de Ver- fchieters en Korendragers.
In 't jaar 1623, waren 'er drie Veemen al-
leen van /jfchiverkers: waarby toen, door 't Geregt, een vierde gevoegd werdt (p). Doch deeze Afchwerkers behoorden toen niet tot het Waagdraagers-Gilde, waarmede zy, eerfl in 't jaar 1690, vereenigd zyn (5). Tegen- (/) Handv. il. 1470.
(m) Groot-Memor. N. VIII. ƒ. 218.
(n) Handv il. 1472.
(e) Groot-Memor. N. V. ƒ. 245 vtrft,
(p) Handv. hl. 1473,
(ij) Handv. */. isti.
|
||||||||||
I.Boek. KOOP H A N 0 K L, 451
Glt.DEN. van welke zyne Weduwe of erfgenaamen, Gilde zyn zes in getal. Zy zyn te gelykBos- gilben
na zyn overlyden, een gedeelte te rug kry- meefters. Jaarlyks , omtrent den° aanvang gen. De Veemen, hun werk zelf niet af- van May, gaan 'er twee van af. De oveti- konnende, zyn, volgens verfcheiden' Keu- gen bieden Burgemeefteren eene benoeming ren, verpligt, zig, by de pen af, te bedie- van vier Gildebroederen aan, twee uit de nen van zo veele Vryluiden, als zy noodig Veemen, en twee uit de Vryluiden; uit wei- hebben, mogende zy, niet dan by gebrek ken, een Veemgaft en een Vryman, totO- van Vryluiden , zig behelpen met onvrye verluiden, verkooren worden. De Overlui- perfoonen, in't gemeen Basjanders genaamd den houden hun Comptoir naaft het Waag. {s). In de voorgaande eeuwe, hielden de draagers-huisje aan de Nieuwe Kerk, daar Vryluiden zig, dagelyks, op, in eene kelder zy, des Saturdags, op den middag, verga- aan den Dam; doch in 't jaar 1693, werdt deren. By eene Keure van den twaalfden 'er een huisje, tegen de Nieuwe Kerke, aan Maart des jaars 1750, is hun drie honderd de zuidzyde, tot hun verblyf, gefchikt, daar guldens's jaars, uit de Gildekaffe, voorhun- zy zig, dagelyks, vervoegen, om op werk te ne moeite en verieeringe, toegelegd. De •wagten (f). Tot het bewaaren der pen, is Gildeknegt trekt vyftig guldens 's jaars (a). een Pennevader aangefteld, die twintig gul- Het Gilde onderhoudt tien oude en onver- dens ter maand van 't Gilde trekt, en ver- mogende Gildebroeders , vyf Veemgaften pligt is, de pen geheim te houden, op dat en vyf Vryluiden,die ieder evenveel, naam- de Veemgaften niet weeten zouden, welke lyk drie guldens ter weeke,genieten. By 't Vryluiden aan de beurt leggen, om te wer- openvallen der plaatfe van een Veemgaft ken. Voorts, bekeurt hy de Waagdraagers, onder deezen tien, wordt dezelve, met een die de orde op de pen niet naarkomen, en Veemgaft; en eene openvallende Vrymans- geniet vierftuivers van elke bekeuringe(«). plaats, met een' Vryman vervuld, hebben- De Waagdraagers zyn alleen bevoegd, tot de, onder beiderlei foort, zulken de voor- het bearbeiden van waagbaare goederen , keur, die langft in 't Gilde geweeftzyn(b). waardoor niet alleen verftaan worden goe- Het deren, die met der daad aan de Waag ko- Turfdraagers-Gilde ™
men; maar ook zulken, die der Waage on- , aXI. derhevig zyn, al komenze 'er fchoon niet. is, eerft in 't jaar 1619, en dus drie jaaren Jr"ARJ."
Doch de Potafch, Rozynen enStokvifch zyn na het Waagdraagers-Gilde, opgeregt (c),cers- hiervan uitgezonderd. Ook mogen de Koop- fchoonmen, aleene of twee eeuwen te voo- Gilde. luiden hunne waaren, binnens huis, doen ren, Turfdraagers en Turfdfaagfters, hier verwerken , door zulke arbeiders, als zy ter Stede, gehad heeft. In eene Keure op goedvinden (i>). Wyders, zyn de Waag- het meeten van de Turf van den jaare 1465, draagers, van ouds, verpligt geweeft, des vind ik ook reeds van Turfvulflersgewaagd, winters, te byte ofte yfe te komen: ook, in Uit dezelfde Keure, blykt, dat de turf toen geval van oproer, zig te vervoegen aan de met manden gemeeten werdt (d) : 't welk noordzyde van de Waage op den Dam, om geduurd heeft (e), tot in 't jaar 1678, federt aldaar de bevelen van Burgemeefteren af te welken tyd, met tonnen, wordt gemeeten wagten O). By eene Keure van den agt (ƒ). De ton wordt in manden uitgeftort, en twintigften January des jaars 1758, is om, in dezelven, op de fchouders, gedraa- bepaald, dat zulken, die, in 't Gilde of in gen te worden. Deeze manden plagten geenê een Veem, komen, dertig guldens, in de vafte grootte te hebben; doch moeten, fe- plaats van twaalf, ten behoeve der Bofte, dert het jaar 1694., gemaakt worden, naar betaalen moeten (#)• De Waagdraagers, zekere yzeren maat, die op de Kamer van door de O verluiden bekeurd wordende, zyn het Turfdraagers-Gilde bewaard wordt (g). "gehouden de boeten, terftond, te voldoen De tonnen en manden, midsgaders het touw (y): doch zo deeze bekeuring valt over 't en blok, waarmede de turf wordt opgehyft, gebruiken van onvrye perfoonen, moet de worden, door het Gilde, verhuurd. De Turf- bekeurde, by eede, verklaaren, dat hem de- fchipper betaalt de huur van de tonnen en Zelven, door den Koopman, zyn toegevoegd manden, en de ontvangers van de turf die (2). De Overluiden van 't Waagdraagers- van het touw en blok (h). De turf plagt hier
, (*) Handv. H. 1080, io8l) I+ 16iS Vmoig<kr Handv. (f) Vervolg der Handv. hl. nj.
*>l. 113. ¥>) Vervolg der Handv. hl. 11+.
L' O) Handv. bl. 1472. 1*73. (c> Handv. hl. 1450.
, f«) Hïndv. bl. ïogo, i+7J. i+74. (d) Keurb. A. ƒ. 41.
yO Handv. hl. 1470, 1079. (e) Handv. hl, J13.
(w) Handv. hl. 147°, I+71- (f) Handv. bl. 917, 14J4.
**) Keurb. T. ƒ. 252 verfi. (g) Handv. bl. 91t.
' y) Keutb. T. ƒ. 2iJ i/erf«. (h) Handv. hl. 9lJ,ifJ°' '4SS, «458 > I4J9. Vervolgd
l*J Kenrb. T. ƒ. 249 verfi. ^ Handv. bl. m.
|
||||
/
|
||||
AMSTERDAMS IV.Deel.
|
|||||||
de 'er deeze reden, uitdrukkelyk, van gege- Gil^'
ven, in eene Keure van den dertigften Oc- tober des jaars 1648 voor de Waagdraagers, die onder dezelfde verpligting leggen (r). Het Loon der Turfdraageren is, eenigszins, ongelyk, naar de moeilykheid van 't werk. De Brouwers betaalen, voor het opdoen der lange Turf, minder loon dan andere burgers, zynde daaromtrent, by meer dan eene Keu- re , eenige fchikkingen in hun voordeel ge- maakt (/). De Turfdraagers en Turfhevers ftaan on-
der 't opzigt van Keurmeeflers en Finders van de Turf, die ook Faders van de Turf- draagers genoemd worden: en aan beiderlei foort van arbeiders het werk, by de pen af, uitgeeven. Zy doen de gefchillen af, die, over de deugdzaamheid van de Turf, of, over het Loon der Turfdraageren, vallen kön- nen (ï). De Keurmeefters of Vaders der Turf- draageren zyn twee in getal. Van gelyken zyn 'er twee Moeders over de Turfvuljiers, die de pen houden voor Vulfters en Raap- fters, en in welker tegenwoordigheid, de Turf overgemeeten wordt, in geval 'er ver- fchil over de maat valt. Zy mogen, in ge- val van ziekte, of by andere ongelegenheid, iemant anders, in haare plaats, aan de markt zenden («). Op het behoorlyk meeten en opdoen van de Turf, zyn, van tyd tot tyd, en nog onlangs (v), zeer goede Keuren ge- maakt ; doch zy zyn te uitvoerig, om 'er hier zelfs den korten inhoud van op te gee- ven. De Meefter Kuiper, die de nieuwe tonnen maakt, en de Kuipers - Knegts, die dezelven verftellen, worden, by eede, ver- bonden , omze, op de maat, te maaken en te houden (1«), Van ieder binnenfchip moet , tien, en van ieder Overzeesfchip negentien ftuivers, ten behoeve van het Gilde, betaald worden (x). De Overluiden van het Turf- draagers Gilde zyn vier in getal, van welken 'er, jaarlyks, in January, twee afgaan. Zy houden dagelyks hun Comptoir op de Prin- fengraft by de Vyzelftraat, op de nieuwe Turfmarkt. Wy komen nu tot de Gilden der Schip-
pers , die thans in twee foorten onderfchei- den können worden, te weeten het Groot- Binnen- en Buitenlands-vaarders-Gilde, en het Klein-Binnenlands-vaarders-Gilde. De zoge- naamde Buitenlands - vaar der s behooren tot het eerftgemelde. Wy beginnen met het Groot-
(r) Handv. bl. 1472.
(s) Handv. bl. 917, 1458. Vervolg der Handv. *'• "K,
(f) Har.dv. bl- 914. 9 ij, 145«, H5 8. Vervolg ''"•Handv.
bl. in. (u) Refol. -van den Oud-Raad van Bürge«1- 24 July
l<>99- ƒ. 4. (-!/) Keurb. ü. ƒ. 30 verfo r il.
(re) Befoign. van Burgem. en Schepenen vanz^ Maart ï}t3r
(*) Keurb. 0. ƒ. 1«.
|
|||||||
Gilden, hier van ouds door vrouwen gedraagen te
worden: ook door mannen en vrouwen, op eenen en den zelfden tyd (i): doch, federt veele jaaren, wordt zy alleen door mannen gedraagen. De Schipper wordt eerft geoor- deeld de Turf geleverd te hebben, als de Turfdraager de mand op de fchouder heeft (£), komende alle de arbeidsloonen , die voor dien tyd, aan het loffen van de Turf, verdiend worden, met naame die der Turf- raapfters en Turfhevers, voor zyne reke- ning. De arbeiders en arbeidfters in de Turf, die
thans hier door Burgemeefteren worden aan- gefteld, en allen tot het Turfdraagers-Gilde behooren , fchoon zy afzonderlyke Boffen hebben , zyn Turfdraagers , Turfhevers, Turfvulfters en Turfraapfters. Om met de laatften te beginnen; die , eerft, in 't jaar 1685, ten getale van vyftig aangefteld, en nu tot vier en vyftig vermeerderd zyn (/) ,• haar werk is, de Turf, in de fchepen, te raapen in de kleine manden, waarmede de- zelve , door de Schippers-knegts, in de ton gedraagen wordt. De Vulfters , die twee honderd en zeven in getal zyn, fchudden en vullen de Ton 5 waarna dezelve, door de He- vers, die, in 't jaar 1688, ten getale van zes en zeftig, werden aangefteld (m) ; doch nu, tot drie en zeventig, vermeerderd zyn; uit- geftort wordt in twee manden, die, door de Vulfters behoorlyk zynde opgehoogd , door de Hevers, getild worden op de fchou- ders derTurfdraageren, dieze draagen, ophys- fen en ftapelen. Voor en in't jaar 1684, zyn'er twaalf inftervendeNoodhelpfters van deTurf- vulfters aangefteld, die de helft van 't gene zy winnen, aan de oude en onvermogende Vulfters, voor welken zy arbeiden, moeten uitkeeren (n). Het rooken van tabak, in de Turffchepen , en onder 't loffen en op- werken van de Turf, is, by verfcheiden' Keuren, fcherpelyk, verbooden (0). De Turfdraagers zyn, tegenwoordig, tot een getal van drie honderd zes en zeftig, aan- gegroeid. Zy mogen geene Turf koopen dan voor hun eigen gebruik, ten ware zy daartoe uitdrukkelyken laft van iemant had- den (p). Zy zyn, van ouds, verpligt geweeft, te brande te komen. En dit is de reden waar- om hun, by eene orde van Burgemeefteren van den eerften January des jaars 1633 , op verbeurte van het Gilde, gelaft is, binnen, de muuren der Stad, te woonen (q): WOrden- fj) Handv. bl. 913, 914, 14.fi, (kj) Handv. bl. 1454. (I) Groot-Memor. N. VII. f. 12;. (m) Groot-Memor N, VII ƒ. 152 verft. (n) Handv. bl. 91S, »17, I+JI,14J6, I4J?, (o) Handv. bl. 916,918,1459, (f) Handv. bl. 914. {<{) Handv. bl. I4J2, |
|||||||
I. Boek. KOOPHANDEL* 453
|
|||||||
tiggeykte laften en daaronder, voortaan, Gilden.
tot het Klein-Binnenlands-vaarders-Gilde be- hooren zouden (d). De Ligters plagten, oud- tyds, ook tot het Groot-Binnenlands-vaar- ders • Gilde te behooren (e), tot dat 'er, in't jaar 1649, een afzonderlyk Kooren-Ligter- mans-Gilde opgeregt werdt. De Schippers, dip Koopmans goederen om vragt voeren willen, moeten hunne Schepen, door ge- zwooren Amptenaars, laaten peilen,en niet dieper laaden, dan, volgens de peil; die in bewaaring der Overluiden is, en oudtydsop de Oude Brugge plagt te hangen (f). In 't algemeen , mogen vreemde Binnenslands- vaarende Schepen, die zonder vragt hier gekomen zyn , geene goederen in of aan deeze Stad inneemen. En zo zy hier al belaa- den zyn aangekomen, mogen zy geene vragt inneemen, dan op de plaatfen, van waar zy gekomen zyn, of daar zy t'huis hooren (g). Hiervan beweeren egter de Schippers van fommige Steden, gelyk die van Haarlem en Gouda, uitgezonderd te zyn. Ook zyn'er, voor weinigejaaren,by Refolutie vanmyne Heeren van den Geregte, de Schippers, vaa- rende naar Breukelen, Maarfen, Maarfen- ■ veen, en andere Dorpen aan de Vegt, van uitgezonderd (h). De Amfterdamfche Schip- pers zelven, niet in de eene of de andere beurt te laaden leggende, mogen op Plaat- fen , waarop geregelde Beurtfchepen vaaren, maar voor eenen Koopman laaden (/). Geen Schipper, zohy geen Beurtfchipperis,mag hier laaden, voor dat hy zig by 't Gilde aan- gegeven , en een verlof briefje bekomen heeft (F). De Gildebroeders van het Groot- en Klein- Binnenlands-vaarders-Gilde verbeu- ren , zo zy zig onwillig toonèn, om Krygs- volk, Leevensmiddelen of Oorlogsbehoeften, ten dienfte vanden Staat, te vervoeren, voor de eerfte reize, dertig, en voor de tweede reize, honderd guldens, en mogen , in 't eerfte geval, in zes weeken, niet vaaren. In het tweede geval, worden zy zelfs uit het Gilde gezet. De Beurtluiden worden niet gepreft, als zy in laading leggen. Ook geene andere belaaden Schippers , welker Legda- gen nog niet verftreeken zyn (/)• De Overluiden van het Groot-Binnen- en
Buitenlands-vaarders-Gilde zyn vyf in getal, van welken'er, jaarlyks, in January, het eene jaar drie, en het andere jaar twee af- gaan ; welker plaatfen, uit een benoemd dub- bel getal van byzondere foorten van Schip- pers, (d) Handv. bl 1210 , 1212.
(e) Handv. bl. 1206 , 120».
(f) Handv. bl. i2os.
(g) Handv. bl nor;, 1207.
(h) Befoign. van Uurgem. "• Schepenen van 7 May »7«o.
(i) Handv. hl. 1207, 12". (k..) Handv. il. tto8. (') Handv. bl. I6ii' Mmm
|
|||||||
Groot-Binnen- en Buitenlands-vaar-
DERS-GlLDE.
't Blykt, uit twee Overeenkomften, de eer-
fte van den tweeden, en de andere van den zesden January des jaars 1473 , dat 'er, voor dien tyd, twee Gilden van Buitenlands-vaar- ders hier ter Stede geweeft waren , een aan de Oude, en een aan de Nieuwe zyde. Dier- gelyke twee Gilden' van Binnenlands - vaar- ders waren 'er, tot dien tyd toe ■, ook ge- geweeft. Doch toen vereenigden de Buiten- lands - vaarders van beide de zyden zig tot één Gilde. De Binnenlands-vaarders deeden van gelyken. Men befloot, de Kapellen en Altaaren , die de Buiten- en Binnenlands- vaarders , in beide de Kerfpelkerken, geftigt hadden, voor gemeene rekening, te onder- houden. De Buitenlands-vaarders aan de Ou- de Zyde hadden een beeld van den H. O duif, of liever Olof, welk, in de plegtige omme- gangen , rond gedraagen werdt. Men kwam nu overeen, om dit beeld te laaten in be- waaring der twee afgaande Overluiden; ge- lyk my, uit de eerfte der aangehaalde Over- eenkomften, gebleeken is (y). Het zelfde Gilde, welk thans het Groot-
Binnen- en Buitenlands-vaarders-Gilde ge- noemd wordt, plagt , eertyds , blootelyk, het Binnenlands - vaarders - Gilde genoemd te worden (2), fchoon het op Brabant en Vlaan- deren voer; alzo deeze Provinciën, voormaals, onder dezelfde Regeering plagten te flaan als Holland; en ook, gemeenlyk, binnen 't Land door, langs de Zeeuwfche ftroomen, bevaaren werden. Het tegenwoordig Klein- Binnenlands-vaar der s-G'^.èe droeg, oudtvds, den naam van't Groot Schuitenvnerders -Gilde (a). Doch nam allengskens den naam van Klein-Binnenlands-vaarders-Gilde aan. Het an- dere werdt toen het Groot-Binnenlmds-vaar- ders-Gilde genoemd. Doch het laätftgemelde nam den naam van Groot-Binnen- en Buiten- hnds-vaarders-Gilde aan, na dat, by eene Keure van den een en dertigften December des jaars 1648,. belaft was, dat ook de Bui- tenlands - vaarende Beurtfchepen op Ham- burg en andere Plaatfen Gildebroeders van 't Groot-Binnenlands-vaarders Gilde zouden moeten zyn.(i). Voorheen, plagten alle Vaartuigen, die grooter dan vyftien laften waren, tot dit Gilde te behooren (O- Doch naderhand is, by twee Keuren van den zes- den February des jaars 1685 •> en van ^n negen en twintigften January des jaars 1732, vaftgefteld, dat Schepen van vier en twin- . (y) Keuib. A. f. 71 verft.
'*•> Handv. t-t. ucj. )?> Handv. bl, 1206,1212. </> Handv. bl. T228. (c> Handv. bl. I2CÄ. n. stuk.
|
|||||||
IV. Deel.
|
|||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
454
|
|||||||||||
1648, uit de aanzienlykfte Koopluiden, vyf G&DE*
CommifTariiren over de beurten van Rouan en Londen aangefteld, die, naderhand, ook Commiffariffen over de andere Buitenlands- vaarders geworden zyn (s), en die ik, in ee- ne Keure van den negen en twintigften Sep- tember des jaars i<5<5o, CommiQ'arijJenvan de Büitenlandfche Beiirtfchepen hier ter Stede ge- noemd vinde (0; doch die nu, gemeenlyk, Commissarissen van de Buiten- c^ff lands-vaarders genaamd worden. Zy f»1'1''^ hebben magt, om Schippers en anderen, die ^"ten- tegen de Keuren, op de Buitenlands-vaar-j^ds-^ ders gemaakt, gehandeld hebben, voor zig va^ te ontbieden, en dezelven, volgens de ge- melde Keuren, te oordeelen ; bly vende eg- ter hunne vonniffen appèl aan Schepenen onderworpen, na dat dezelven, by voorraad en onder borgtogt, ter uitvoeringe gelegd zyn (u). De Keuren, op de Buitenlands - vaarders
gemaakt, zyn menigvuldig en verfcheiden. Zy betreffen , voornaamlyk , den tyd en plaats van laaden en loffen , welke laatfte aan deeze Stad bepaald is, mogende de Bui- tenlands-vaarende Beurtluiden, buiten dee- zer Stede vryheid, niet laaden noch loffen, en zelfs geene goederen inneemen, buiten hunne gewoonlyke Legplaatfen. De vragten op Rouan, S. Valeri, Hamburg en Breemen zyn ook geregeld, en de gefchillen, die daar- over ontftaan, worden, door Commiflaris- fen van de Buitenlands-vaarders, afgedaan. Wyders, is 'er, al in 't jaar 1614, een Op- ziender over de Buitenlandsvaarende Beurt[che- pen aangefteld, die agt geeft, dat dezelven» ten beftemden tyde, afvaaren, en niets tegen de Keuren laaden. Zelfs is hy bevoegd, om een' Soldaat te leggen op de Schepen, die hy bekeurd heeft (v). Op het huuren, be- laaden en monfteren der Schepen, die, op Hamburg, Breemen, Rouan en Londen, vaa- ren, zyn, in 't begin des jaars 1762, twee Keuren gemaakt (ixi). Tot het KlEIN-BiNNENLANDS-VAARDERS-GiLDE , tf j,pll<',
welk, eertyds, het Groot-Schuitenvoerders-p^'
Gilde genaamd werdt, en waartoe de Scbuy ^ tevoerders, vaarende van den Utrecht/eben Stei- p^V ger, onder anderen op Utrecht, van ouds, Gib behoorden (x); behooren, federt het jaar 1685,alle Binnenlands vaarende Vaartuigen van vier en twintig geykte Laften en daar- onder; 't zy dat zy geregelde Veeren bevaa- ren,
C«) Handv. bl. tin, 125«.
(t) Handv. bl- «3*.
(«) Handv. bl. 1134, Vervolg der Handv *'• 8I-
(■») Handv. bl. U27, 1232, 1233. Vervolg **r Handv.
tl. 80. (m) Keurb. U. f. 12 verfa ,\% verft.
(x) Keuib. C. ƒ. 57.
|
|||||||||||
Gildeh. pers, door Burgemeefteren, vervuld worden.
Zy vergaderen, des Vrydags nademiddags, in een houten huisje, by de plaats der afge- broken Oude Stads-Herberg. Zy genieten, volgens eene Keure van den twaalfden No- vember des jaars 1750 , twee honderd en vyftig guldens 's jaars, voor hunne moeite, uit de Gilde-kalle, en mogen, daarenbo- ven , een honderd en vyftig guldens, voor onkoften, in rekening brengen. De Gilde- knegt trekt, 't gene hy van ouds gehad heeft (ra). Het Gilde plagt, al van ouds, de loo- pen teverhuuren, die, in 't verarbeiden van 't grof Zout, gebruikt worden («). Ook is, aan het zelve, by eene Keure van den vyf- entwintigften May des jaars 1753 , een vier- de ftuiver toegelegd van ieder gulden der Kooppenningen van alle Vaartuigen, tot dit Gilde behoorende, zo dikwils als dezelven verkogt worden. De kooper en verkooper draagen ieder de helft van deezen laft (0). Op verzoek van 't Gilde, zyn 'er, in 't jaar 1752 , twee Veerfchippers op Leuven in Brabant aangefteld; doch flegts tot weder- zeggens toe (p). En in 't begin des jaars 1761, hebben Burgemeefteren toegedaan, dat de Gildebroeders van 't Groot-Binnen- en Bui- tenlands-vaarders-Gilde, om de openvallen- de beurten op Antwerpen en Gend, looten mogen: waarna de Schipper, wien de beurt ten deel valt,door Burgemeefteren, wordt aangefteld. De Buitenlands-vaarders,
waardoor men , van ouds, en tegenwoor-
dig , zulke Schippers verftaan heeft, die, in geregelde beurten, vaaren, op Londen, Rou- an, S. Valeri, Hamburg, Altona, Breemen, en eenige plaatfen daaromtrent, maakten, in de vyftiende eeuwe, nog een afzonder- lyk Gilde uit, gelyk men afneemen mag uit de Overeenkomft van den jaare 1473, welke wy, hier voor (3), hebben aangehaald. Doch federt dat zy, in't jaar 1648, verpligt wer- den , Gildebroeders van het Groot-Binnen- lands-vaarders-Gilde te worden, fchynen zy niet meer als een byzonder Gilde te können worden aangemerkt. De Buitenlands-vaar- ders ftaan egter, niet eigenlyk noch onmid- delyk, onder de Overluiden van het Groot- Buiten- en Binnenlands-vaarders-Gilde, van welk zy, alleenlyk, verlof om te laaden moe- ten vraagen, en 't regt, welk hiertoe ftaat, aan 't Gilde voldoen (r). Doch Burgemees- teren hebben, reeds in of omtrent het jaar (m) Vervolg der Handv. bl. ys.
(n) Handv bl. 1207. («.) Vervolg der Handv. bl. 7«. (f) Vervolg der Handv. bl. 76. (q) BUdz.. 453.
(r) Handv. bl, 1232, 1235, 123$,
|
|||||||||||
I. Boek. KOOPHANDEL.
|
||||||||||
455
|
||||||||||
••öEN. reri) bf niet De oudfte Gildekeure voor daarenboven , uit welken hy een' Looperbe-Gilde
dit Gilde is van den zes en twintigften July taaien moet (c). By eene Keure van den
des jaars 1594.; doch toen behoorden'er gee- een en dertigften January des jaars-1740,
ne andere Vaartuigen onder, dan die minder zyn het Inkomgeld en de Jaarzangen van dit
dan vyftien Laften voerden (y). Voorts, Gilde, merkelyk, verhoogd; doch daartegen
zyn 'er, van tyd tot tyd, vericheiden' Keu- vaftgefteld, eene uitkeering van drie guldens
ren voor dit Gilde gemaakt, die, in aart, ter weeke te doen aan de Weduwen van
overeenkomen met de Keuren voor het Gildebroeders (d). Voorts, moet ook van
Groot-Binnenlands-vaarders-Gilde. Onder een verkogt Vaartuig, tot dit Gilde behoo-
anderen, mogen vreemde Schepen,die hier rende, een vierde ftuivervan de gulden der
ledig of niet half belaaden gekomen, en gee- Kooppenningen, door Kooper en Verkoo-
ne Haarlemmers noch Goudenaars zyn, in per, betaald worden (e).
of aan de Stad piet wederom laaden, zelfs Om voort te gaan met het befchry ven der XXIV.
niet op hunne eigene havens, ten ware alle Gilden, die blyken de oudften hier ter Ste- KLHêR-
de Burgers en Gildebroedersbevragtwaren, de geweeft te zyn, komen wy nu tot het MAA"
Doch, zo zy hier belaaden komen, mogen Giloe.
zy, op hunne eigene havens, wederom laa- -K-L e e r m a a k e r s - .G i i D È.
den. Vreemden mogen egter, zelfs in dit i\/rpn TT1-^j. >_ 1,Q(. „,,in.„
geval, niet laaden, zonder dat zy een verlof- „e LT * J 6 f W.aS van 'in ee"
Sjè van deOverluiden of den Gildeknegt ZnTZ^Lt T "1?^™ May df
bekomen hebben Cz) En zo zv hier ledie ir j 475J- J7S milekoere genaamd.
DeKomen neDDen \z). n.n zo Z) nier leaig Ult deeze geure bl kt dat de Dro°_reh zyn gekomen, en, by groote drokte, en na ders h dien d Jok £ot dk Gi]degbenoor.
dat alle de Gildebroeders voorzien zyn, ver- dei}.£n dat ^ zdve eenefl dienftbekofti
<->t b-r^ro-pn nm TP aartpn . mnpfpn wn ppti i .....,_ . — o
|
||||||||||
Deiuupciiuc Lwadiiguiaens, van een vragL Ult eene laatere Keure van den ^ >
van honderd en vyftig guldens negen gul- January des jaars 1539, befpeurt men dat
dens; van een Vragt van honderd guldens, de WoiienaaiIlers toen reeds, in hetSnv zes guldens; van een Vragt op Dordrecht ders.Gilde werden aangenomen (g). Ook en Rotterdam zes guldens, en vanVragten waren . yan ouds,0^ür„?% Prol op andere Plaatfen naar evenredigheid ten mmmn fte,d 'voor welken, de Wol- behoeve van het Gilde worden uitgekeerd lenaaifters eöene f ft j
Ca\ De Kaagluiden op t Vlie en 1 exel be- rwh aw;* ra,w QO„- • V- K } Uren ook tot het Klein-Binnenlands-vaar- P°£ t™'* Fn TTJ^A ^"n g£~
ders-Gilde; doch hebben twee afzonderlyke ™* g^^ En ik vind van deeze Over- Overluid-n (b) vrouwen geen laater gewag, dan in een Re- H-t Gild-ftaat te?enwoordi> ondm-hpr quelt' welk z^ omu'enc den Jaare x745,
±i.t ^iid. itaat, tegenwoordig, onder liet aan myneHeeren van den Geregte, hebb-n opzigt:van zeven Overluiden, twee uit de ingeIeverd (i). Die't Kleermaaken oefenen
Kraakfchippers een uit het Utrechtfche ZOnder hunne proef, voor deOverluiden van Schietfchuiten-Veer,eenuithetHaagfche, >t, GiIde daan te hebb verval] • Delftfche en Rotterdamfche Veer, en de eene boete van twaalf guldens, van welke drie overigen beurtelings uit het Haarlem- de helf en de inge2eten di fa fche Veer, uit het Goudfche Volkfchuiten- Jerk ftellen, de wederhelft betaalS moeten Veer, uit het Leidfche Veer, ult het U- (l\ yn\\,~ nnx,«« vi ^ 1 j r~ u r u -ïT 11 r u v „ \T^* o„ „;«• u^ W' /jülKe onvrye Kleermaakers werden ,
trechtfche Volkfchuiten-Veer, en uit het van ouds BêunaLn genaamd, om dat zy Go^he Y^r-Veer. JaarJyks, m January, 0 de Bem of zoJder ^ , te MJ> gvltrifïier0f V1Cr l{lwdker Plaatfen' of hun onderhoud te zoeken, 't Woord Beun.
w1iss^^z^r^£^aazsn- ™TkT* kwilyk Bemham
w j _, vurvuiu wujuen. ^> nuuaen ze„t 1S van de Kleermaakers overffebrap-r
hun Comptoir nevens de Paapenbrug , daar äaüe zulken die, fchoon baiten de Gilden
zy, dagelyks, verfchynen. Zy trekken drie ZVnde,'twerk van GUdebroederS, oefenen;
honderd guldens s jaars voor verfchot, en zelfs 0 de onvr Makelaars Doei! dit
nog drie honderd guldens, in de plaats der r * y ^^aars. uocli dit in
maaltyden_, uit de Gildekaffe. De Gilde- (c) Vervolg der Handv. b! 77
knegt geniet eene vafte wedde van vyftig Ö ul'ad^'t" Hzndv-hl-'77- 'vetg.Kemb.T.f.usverft,
guldens; doch verfcheiden' kleine inkomften (}> Keürb.' A.'}"ïverr,.
(gj Keurb. c. ƒ. 75.
(y\ u , ,, ih) Handv. bl. 1507. U) h!" j'- , ""' „,a il) Befijign. ^»Bürgern, en Schepenen tS» 1S 7äm ,
(il Harnk- i; /- "' (') K'LIAAN Didion. dr»K,v*n ij99. „ -t W0Qrd £)f_
|
||||||||||
Mmm a
|
||||||||||
IV. Deel.
|
|||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||
456
|
|||||||||||||||||||
Stede ook Huidenkoopers en Leoijers plagten Gh-dEÏ?'
te zyn, en nog fomtyds zyn. In de oudfte Keuren op pergament, waarfchynlyk in de veertiende eeuwe gemaakt, vindt men 'er reeds op het koopen van groene of verfche en natte huiden (r); waaruit de oudheid deezer neeringe hier ter Stede af te neemen is. Ook onderhieldt het Schoenmaakers- Gilde, in de vyftiende eeuwe, reeds eenen dienft in beide dé Kerfpelkerken (s). De Looijers-kuipen ftonden, in de zeftiende eeu- we , aan den buitenfingel, omtrent de plaats, waar nu de Huiden- en Runfiraaten loopen, die daarvan , naar alle waarfchynlykheid , den naam bekomen hebben. Men kan die afneemen, uit eene Refolutie der Vroedfchap van den jaare 158Ö, waarby beflooten werdt, de Graft buiten V Fort, federt de Heerengraft genaamd, niet verder zuidwaards te graaven, dan tot omtrent het Land, daer de Schoen- maekers beur cuypen hebben gefielt (t). In laa- ter' tyd, werden deLooijeryen, verderweft- waards, daar nu de oude Looijersftraat is, verplaatft, en nog laater, ook omtrent den Heiligen- of Overtoomfchen weg, en Bui- tenvelderfche wetering. Doch deezen laat- ften werdt, in den jaare 1663 , plaats in de nieuwe Vergrooting aangeweezen ( u ), daar zy nog zyn; draagende de ftraat, daar zy meeft gevonden worden, den naam van Nieuwe Looijersfiraat. Tegenwoordig zyn de Huiden- en Leêrkoopers, dikwils, van de Looijers , en meeft altoos van de Schoen' mankers onderfcheiden ; fchoon zy allen, ook nog, gelyk van ouds, onder één Gilde be- hooren. Niemant mögt, oudtyds, Huiden uit het
flyk koopen, dan die tot het Gilde behoor- de (y). De Leêrkoopers, zelfs zulken,die Jugten , Spaanfch-, Turkfch- of Kamoes- Leer verkoopen, mogen deeze neering ook niet oefenen, dan na dat zy 't Gilde voldaan hebben (w). Vreemden mogen hier ter Ste- de geen Leer verkoopen, dan by openbaare veiling, ten overftaan van eenen Afflaager; of ten minfte onder betaaling van 't regt van Se- cretariflën enAfflaagers(#;. DeLooijers moe- ten , insgelyks, Gildebroeders zyn. De Run, die ongemeeten of ongewoogen van buiten inkomt, moeft, voormaals, aan denGildeknegC aangegeven, en door hem, met de maat van 't Gilde, gemeeten, of gewoogen worden, eer zy verkogt werdt. De Gildebroeders moes-
(r) Keurb. A. ƒ. 12.
(s) Keurb. a. ƒ. 77. (t) Refol, Vroertfcli. N. j. 20 Stpt. ijs«.
(<t) Refol. Vroedfch. Lt. c. iï Dec. i66J- ƒ• zl1 vtrfu L'. D. i May 1463. ƒ. ï. (v) Handv. bl. nye. (w) Handv. bl. USo,ii5j. (x) Handv. bl. u8I, jzii. Vervolg d" Handv. bl. %i> tl' |
|||||||||||||||||||
Silben, 't voorbygaan. De verkoopers van oude en
nieuwe gemaakte Kleederen, met naame de Kleêrkoopers van de Hoogduitfche Joodfche Natie, zyn, volgens verfcheiden' Keuren, gehouden, het Kleêrmaakers - Gilde te vol- doen (m). Eene Weduwe van eerten Gilde- broeder, het handwerk met een' knegt wil- lende aanhouden, is verpügt, den zelveneene proef te laaten doen, zelfs zo dikwils als zy van knegt verandert, en vyf guldens aan 't Gilde te betaalen.En zo zymet hem trouwt, moeten 'er nog drie en veertig guldens wor- den opgebragt, die, met de voorgemelde vyf, het volle Inkomgeldvan agt en veertig guldens uitmaaken C«)- Het Kleêrmaakers-1 Gilde ftaat, van ouds en nog tegenwoordig, ónder 't opzigt van een' Deken en vier O- verluiden. Jaarlyks, in't begin van Oótö- ber, worden 'er een Deken en twee Over- luiden , in de plaats der afgaanden, door Bur- gemeefteren, gekooren, zynde den Deken gemeenlyk den oudflen der twee aanblyven- de Overkiiden. Zy houden hunne Gildeka- mer in de korte of kromme Spinhuisfteeg, daar zy, eens ter weeke, des Donderdags avonds, byeen komen, van Paafchen tot Ker- mis , van vyf tot zeven uuren, en van Ker- mis tot Paafchen, van drie tot zeven uuren. De Overluiden genieten, boven het Proef- geld, voor hunne moeite en koften, vier- honderd guldens 's jaars, uit de GildekafTe. De Gildeknegt heeft vrye wooning in 't Gil- dehuis, en trekt, daarenboven , drie honderd en vyftig guldens in't jaar, behalven eenige voordeden van het begraaven: alles volgens eene Keure van den vyfden December des jaars 1749 (0). De Overluiden doen de ge- fchillen af, die, over't krenken der Keuren, voor 't Gilde gegeven, voorvallen; doch van hunne uitfpraaken valt beroep aan Bar- gemeefteren. Zy moeten, jaarlyks, in te- genwoordigheid der nieuwe Overluiden , en ten overftaan van vier der voornaamfte Gildebroederen, en van eenen Gemagtigde van Burgemeefteren , rekening doen (p). Wy voegen , by het Kleêrmaakers-, het |
|||||||||||||||||||
HuiDENKOOPERS- , LooiJERS- etl ScHOEN-
MAAKERS-GlLDE, |
|||||||||||||||||||
XXV.
HUIDEN-
|
|||||||||||||||||||
KOOPERS-, . . .
Looi- welk wemig jonger is dan het voorgaande,
jEEs-e« zynde de oudfte Keure, welke men voor S,CH°^N" het zelve vindt, den tienden Tuny des jaars MAAKERS- , 1 1 /• \ TT 1 . J 1
Gilde. 1475 . gedagtekend (q). Het plagt, van ouds,
alleenlyk, het Schoenmaakers - Gilde genoemd te worden, alzo de Schoenmaakers hier ter |
|||||||||||||||||||
(m Handv. i/. 13a*, 1309, Mio, i}io.
{») Handv. Ül. 1309. Verv. bl. pi. (») Vervolg der Hand?, bl, 90.' (p) Handv. il. I30+. (tjj Keiub. A, ƒ. 77. |
|||||||||||||||||||
KOOPHANDEL,
|
|||||||||||
I. Boek.
|
|||||||||||
457
|
|||||||||||
niffe van zulken, die van't Gilde begraavenGiLraw,-
worden, een derde van de boete op 't be- graaven,en een gulden van elk,die't Gilde wint (e). Men plagt hier, nog in de voorgaande
eeuwe , een Gilde van Leêrbereiders en Leêrtouwers te hebben, die Spaanfch Leer en Vet Leer bereidden. Ook nog een ander van Zeemleêrbereiders (ƒ). De eerften hadden zig, nevens de Huidenvetters, in de Barnde-fteeg en Bloedftraat, waar men nog de Huidenvetters-floot heeft, nedergezet: doch op den elfden December des jaars 1631 , werdt gekeurd, dat zy daar niet meer zyn mogten Qg). Beide deeze Gilden zyn, reeds voor lang, te niet geloopen. De overge- bleeven Gildebroeders van het Zeemberei- ders-Gilde zyn, in 't jaar 1711, naar Zutfen vertrokken, en het Gilde daarop te niet ge- daan (h). Wy hebben, reeds in 't vöorbygaan, ge- XXVI.
wag gemaakt van het Oude- OüDE-SCHOENMAAKERS- of SCHOENLAPPERS- Maakeks-
GlLDE, Schoen- 't welk, reeds in de zeftiende eeuwe, in ftand gij.de.
geweeft is. De eerfte uitvoerige Keur voor het zelve, my bekend, isr van" den vyftienden May des jaars 1590 (f). De meeffce anderen, die federt gemaakt zyn, betreffen de Gil- deboffe, en derzelver inkomften en uitgaa- ven. De Oude-Schoenmaakers hier ter Stede plagten veel fterker te markten, dan zy, federt eenige jaaren, doen. Zy waren ge- woon , alle Maandagen, volgens eene Keure van den tienden January des jaars 1609, op de Nieuwe-zyds-Kolk, voor te ftaan: 't welk ten minfte vyftig jaaren geduurd heeft (k); doch nu al lang opgehouden is. Het Gilde blyftegterin wezen, en heeft nog, gelyk van ouds, vier Overluiden, die, eens ter weeke, des Donderdags na den middag, ten vier uuren , Comptoirdag houden , in de Gildekamer, aan de S. Antonis-Waag. Jaar- lyks, in December, en niet meer, op den zesden January, gelyk van ouds, gaan 'er twee van de Overluiden af, welker getal, door Burgemeefteren, op degewoone wyze, vervuld wordt. De Overluiden genieten , voor hunne moeite, verteering, en vuur en licht op de Gildekamer, drie honderd en vyftig guldens 's jaars. De Gildeknegt trekt een honderd guldens, en een gedeelte van de begraaffenis-boeten (7). De I
(e) Vervolg der Handv. bl. 88.
(f) Handv. bl. r3Si.
(g) Kcurb. K. ƒ. i8i. Handv. */. 999-
(h) Groot-Memor. N. X. f. ui. (i) Handv, bl. 14'*.
(<) Handv. bl. S°*. (0 Vetvolg der Handv. bl. Iqj. Mmm 3
|
|||||||||||
'^den. moeften,by tyds, aan de O verluiden bekend
maaken, of zy Run van 't Gilde begeerden op re doen, en hoe veel. De Overluiden plagten zig, vervolgens, te voorzien van fchors, die op de Runmolen van 't Gilde, aan de ooftzyde van den Amftel by den Om- val , tot Kun gemaalen vverdt (y). Doch dee- ze molen is, al voor veele jaaren, verkogt. De Looijers koopen nu de Run, 't welk hun, voorheen, ook vryftondt, buiten 't Gilde, en daar zy goedvinden. Die Traan by de kan of mingelen verkoopen wil, moet, vol- gens de Keure van den negentienden Juny des jaars 1603, den Traantap van 't Gilde huuren (2). Doch deeze Keur is, al federt lang , in ongebruik geraakt. De Schoen- maakers mogen geene fchoenen lappen, voor dat zy 't Schoenlappers-Gilde voldaan heb- ben. Ook mag niemant nieuwe fchoenen, voor ouden, ter markt brengen, ten zy 'er eene oude zool en agterlap aan gezet zy (a). Volgens eene Keure van den een en dertig- ften January des jaars 1729, mogen vreem- den hier, zelfs op de gewoonlyke Jaarmark- ten , met geene nieuwe fchoenen voorftaan (•£). Wyders, is, op den agt en twintigften January des jaars 1752, gekeurd, dat Schoen- maakers, die tot armoede vervallen, in het Schoenlappers- of Oude-Schoenmaakers- Gilde, moeten worden aangenomen (c). De Overluiden van 't Huidenkoopers-,
Looijers- en Schoenmaakers - Gilde zyn zes in getal, drie Leêrkoopers of Looijers, en drie Schoenmaakers. Onder de drie eerften, is een Deken, die twee jaaren dient. Jaar- lyks, op den vierentwintigften Juny, gaan 'er drie af, een Leêrkooper en twee Schoen- maakers , in welker plaats, Burgemeefteren drie anderen kiezen. De Overluiden zyn nu ook Bosmeefters, waartoe, voorheen, twee Perfoonen, door 't Geregt, fchynen gekoo- ren geweeft te zyn Qd). Zy doen, in die hoedanigheid, uitdeeling aan zeven en twin- tig behoeftige Gildebroeders. De zieken genieten twee guldens ter weeke. De Over- luiden trekken twee honderd guldens 's jaars uit de Gildekaffe , voor hunne moeite en verteering, behalve zes guldens proefgeld. Zy mogen vuur en licht aan 't Gilde in re- kening brengen. De Gildeknegt geniet, boven vrye wooning in 't Gildehuis op 't Rusland, waar eens ter weeke , des Don- derdags ,Comptoirdag gehouden wordt,een honderd guldens in 't jaar , twee guldens tien ftuivers voor 't bezorgen der begraafe- (?) Handv. {/. i:?«, "79, izg0
**-i Handv. bl. 1275.
}!> Handv. bl. 1*78-
» i Handy, bl. u(j.
y> Y,et»°!g der Handv. bl. %%.
IV H-Indv. tl. 1Z77, JZ78.
|
|||||||||||
45B AMSTERDAMS IV. Deel.
Gilden. De meefte Gilden, welken wy, tot hier- dig, draagt. Het Kuipers Gilde, in 't jaar Gh-d«*'
toe, befchreeven hebben, zyn, in de vyf- 1625, oordeelende, dat de Bergenvaarders tiende eeuwe, of eerder, opgeregt geweeft. hunnen eigen vifch niet mogten kippen, of Wy hebben 'er de befchry.ving van eenige met hoepen beflaan, verftondt het Geregt, jongeren tuflchen gevoegd, alleenlyk om dat op den veertienden November, dat zy zulks^ zy eenige merkelyke overeenkomft met de met hunne eigen broodeeters, vryelyk, doen vroegeren hadden. Uit eene Keure van den mogten, zonder dat zy, deswege, door het twintigften Maart des jaars i436(m),blykt, Kuipers-Gilde, eehigszins, mogten worden dat 'er, toen nog, eenige Gilden in wezen gemoeid (t). waren, van welken wy nog niet gewaagd De Overluidén van't Bergenvaarders-Gil-
hebben. Sommigen van deezen zyn ver- de zyn vier in getal, twee blyvendeen twee dweenen, of, naderhand, onder andere naa- vaarende. De laatften plagten , van ouds, men, bekend geweeft. De anderen zyn het verpligt te zyn om, ten dienfte van het Gil- Bergenvaarders- Gilde , het Timmermans- de, naar Bergen te vaaren. Doch dit is, fe- Gilde , het Metfelaars-Gilde en het Chirur- dert lang, buiten gebruik; fchoon de naam gyns-Gilde. Van deezenvier, als zekerlyk nog in wezen blyft. Vän elkefoort, gaat in de vyftiende eeuwe in ftand geweeft, 'er, jaarlyks, injanuary, een af,in welker moeten wy nog handelen, eer wy tot de Gil- plaats, Burgemeefteren , uit een benoemd den der volgende eeuwe overgaan. Het dubbel getal, twee anderen kiezen. Zy plag- xj n ten hunne Byeenkomften te houden, in een Sï' B E R G E N V A A R D E R S - GI L D E. j^ ^ de ^^ ^ Amfte]s , ^ ^
v^r-EN" is, waarfchynlyk, opgeregt, kort na dat de ten de Vryheid der Stad, federt veele jaaren,
DERs- Vaart op Bergen in Noorwegen, hier ter eene herberg, die nog den naam van Bergen- GlLDE' Stede, begon te bloeijen, lang voor het ein- vaarden-Kamer draagt. Wy hebben, by eene de der vyftiende eeuwe (n). Het Gildehuis andere gelegenheid, aangetekend, dat dit van dit Gilde vind ik, op het jaar 1503 , huis, vermoedelyk, m het kort beleg der Stad reeds vermeld (0). Wy hebben, op eene van den jaare 1572, immers voor het jaar andere plaats (p), reeds eenig berigt gege- i57ö. verbrand werdt (u). En indien ik my ven van den inhoud der eerfte uitvoerige niet bednege, werdt het, na deezen ramp, Keure voor dit Gilde van den tienden Fe- wederom opgebouwd, en tot eene herberg bruary des jaars 1539. Uit dezelve, blykt, verhuurd. Veelligt, heeft 'er Roemer dat het een Altaar onderhieldt, welk aanS; Visscher het oog op, in deRommelfoO Annatoegewyd was, en in de Nieuwe Kerke (N. 57- bL 116.) als hy, affcheid neemende (i) ftondt(^). Het Gilde gaf ook eene jaar- van de Amfterdamfche herbergen , onder lykfchemaakyd,die,doordeGildebroeders anderen, zingt: en derzelver huisvrouwen werdt byge- Mku Anneken h m R lkrsHqf woond en waartoe elk zyn aandeel betaa- Meu Jm h fJa dk ^ ƒ len moeft, t zy hy op dezelve verfcheene M uyshfanfa en JuykerpeerL
of niet , zonder dat men ïemant de fpyze J v ' J J l mögt t'huiszenden (r). Op den drie en twin- Jnneken-hays, of S. Annen-buis is, gis ik, dei
tigften January des jaars 1576, werdt ge- naam geweeft, dien Bergenvaarders-Kamer, keurd, dat elk, die zig, hier ter Stede, ge- toen reeds eene herberg, gedraagen heeft, neerde met het verkoopen van Berger- of om dat het Gilde zig aan S. Anna hadt toe- Yslandfchen vifch, Jaarzangen aan hetBer- gewyd. Doch dit Gildehuis is, al voor veele genvaarders - Gilde betaalen zou. De Fac- jaaren, verkogt. Tegenwoordig, vergade- toors werden nogtans van 't betaalen van ren de Overluidén op geene vafte plaats, eri Jaarzangen vry verklaard, ten ware zy den komen, doorgaands, maar eens's jaars, byeen. $ vifch , by vyf- of zeshonderd ponden en Het Ho^r daar onder, verkogten (s). Sedert dien tyd, Si Jozefs-Gilde, |jV
ichynt het Bergenvaarders - Gilde ook den _
naam van het Stokvifcbkoopers-Gilde te heb- ?ok het Timmermans-Gilde genaamd, welk ik,
ben aangenomen, dien het, nog tegenwoor- m eenen Schepenen-brief van den twintig- ften Auguftus des jaars 14.68, genoemd vind, (m)Kemb. A ƒ. ut. en welk, waarfchynlyk al veel vroeger, in » {:\ S&ä KfÄ£ HS^Ju, /. 3os. ftalKl was>vervatte'van ouds>niet allef
(/>) II. Deel, VI. Boe{, bl. ï+j>. Öe
(a) Zie Handv. bl. iigg.
(r) H3tldv. bl, 1187. f') Han<'V• hL 1U9- „
(/) Handvr. bl M88. ("> zie »• D"l- VI"- Boe(, bl. 3i«.
(1) Lees, op de aangehaalde plaats (II'. Deel,■ VI. (2) Tshlten was de naam van eene foort van Herfft-
B»ik ,bl. 249.) nieuws, in de plaats van oude Kerke, peeren. Zie Kiliaan op 't woord Ysbout. |
||||
I. Boek. KOOPHANDEL. 459
Silden de Huis-, maar ook de Scheepstimmerluiden Huistimmerluiden geen Schrynwerkers-, GlLDEN
' (V), welke laatften 'er, in 't jaar 1517, van noch de Schrynwerkers geen Huistimmer- afgefcheiden, en met het Buitenlandsvaar- mans-werk doen,en in 't algemeen, mogen ders-Gilde vereenigd werden (w). Het was, de byzondere Gildebroeders van 't S. Jozefs- in de vyftiende eeuwe, vereenigd met het Gilde niet in elkanders handwerk treeden (d). S. Eloijen- of Smids-Gilde, waarvan het,in Doch het befchieten van Kajuiten, en het 't gemelde jaar 14.68 , gefcheiden werdt. paaken van banken en kasjes, van binnen Tegenwoordig, behooren 'er toe de KaJJen- in de fchepen, wordt gerekend, tot Huis- maakers of Schrynwerkers, de Stoelenmaakers, timmermans - werk te behooren (O- _ De de Spaanfche Stoelenmaakers, de Blokenmaa- Meefter - Timmerluiden mogen, van ieder kers, de Wieldraaijers , de Lyflenmaakers, knegt, dien zy, in iemants dienft, te werk de ïVagenmaakers, de Laadenmaakers, ende Hellen, niet meer dan drie Huivers 's daags Witwerkers. De Boom-en Riemenmaakers, voordeel genieten. Den Meefter-Schrynwer- de Vyzelaars, de Spiege!kasmaakers,deKof- keren is,by de Keuren, vyfftuivers toege- fermaakers , de Schaavenmaakers, de Goo- Jegd (ƒ). De Meeflers-Gilde broeders van tenmaakers, de Stoovenmaakers en de Schui- 't S. Jozefs-Gilde moeten, voor ieder knegt, jerboutemnaakers zyn wel geene Gildebroe- dien zyaanneemen, tien Huivers, zohyeen ders van't S. Jozefs-Gilde; doch egter ver- Poorter, en vyftien Huivers, zo hy een pligt, het Gilde te voldoen: waarom zy vreemd® is, ten behoeve van het Gilde, be- Gildekoopers genaamd worden. Voormaals, taaien (g). Voor vreemde knegts worden behoorden, tot dit Gilde,nog andere hand- niet gehouden, die, tweejaaren, hier ter werken, die nu verdweenen zyn, of ten Stede, gewoond hebben. Zulke knegts, die minfte niet op zig zelven geoefend worden, hunnen Poortereed hebben afgelegd, mogen, Zodanigen waren de Weefgetouwmaakers, werk noodig hebbende, alle vreemde knegts, de Spinnewielmaakers, de Spietfenmaakers boffen, of uit den dienfl doen gaan, ten wel- en anderen. ken einde > zl zië > van een' Stads bode ver- Uit eene Ordonnantie voor het Timmer- zeld, aan 't huis van den Meefter-Timmer- mans-Gilde van den dertienden Maart des man, die vreemde Knegts m dienft heeft, jaars 1500, blykt, dat het zelve een Altaar vervoegen moeten, en verzoeken, m der- onderhieldt in de Nieuwe Kerke (*), welk zelver plaats, te mogen worden aangenomen, aan S. Jozef, die, gemeenlyk , geloofd De gefchillen, die hierover mogten ontftaan, wordt, een Timmerman geweeH te zyn, moeten voor Commiffariffen van Huwelyks- toegewyd was (y). Ook ziet men, uit de- zaaken gebragt worden (h). De Franfche zelfde Ordonnantie, en uit eene andere Keu- Vlugtelingen, die, eertyds,in 't Gilde wer- re (z), dat het Gilde eene foort van Blaas- den aangenomen, zonder dat zy verpligt wa- balgen verhuurde, die, van ouds, en,zomy ren, eene proef te doen, zyn, federt het berigt wordt, nog by fommige Scheepstim- jaar 1720, zo wel als de andere Gildebroe- merluiden, gebruikt worden, om fchepen uit ders> tot het doen der gewoonlyke proeve het water te blaazen. Het Gilde heeft nog verpligt 0). De Schrynwerkers mogen geen regt, om zekere kleine Kraanen te mogen gemaakt werk, door Uitdraagflers, laaten verhuuren(a).Ookmaghethetgereedfchap, verkoopen (*). Zy moeten, volgens eene en het gemaakt of begonnen werk van o- Keure van den dertigften January des jaars verleeden Gildebroederen , volgens eene *75°> binnen de poorten, woonen (/). De Keure van den twintigften January desjaars Witwerkers mogen geen hard hout verwer- 1662, in 't openbaar, aan de meeftbieden- ken: en de Zeilenmaakers of anderen mogen den doen verkoopen, zonder Secretaris of geene a"dere bloks dan ouden verkoopen, Afflaager, en zonder te misdoen tegen de blyvende het verkoopen van nieuwe bloks Keuren,op de openbaare verkoopingen ge- a,leen aan deBlokenmaakers geoorlofd (m). maakt (b). De Gildebroeders, die een jaar Niemant^ mag floelen draaijen of matten, lang buiten de Stad woonen, verbeuren 't dan die, in \ Tlde 1S; ei? onvryen mogen Gilde CO- De Huistimmerluiden mogen geen zelfs' *00ld? burgers, met gebruikt wor- Metfelaars-werk aanneemen; gelyk de Met- den(V). Op het begraaven der Gildebroede- felaars ook geen huis mogen aanneemen te ,niI , ,. ,ren» timmeren en te metfefejf Ook mogen de hÄV" ""• u8+' ««' »>" Vetï0,s^ (e) Handv. bl. u9g.
(v) Keutb. C. ƒ. 47 vtrfo. (f) Handv. hl. ,289> ,2J|0>
C»J Keurb. C. ƒ. 60 verf«. (g) Vervolg der Handv. bl. 90.
<*) Keutb. C. ƒ. 47 verf°- (>>) Handv. II. jsjij.
y) Handv. bl. 1285, 1*9°. («) Handv. hl. 1301.
(*\ 5andv- hl- 1407. (k) Handv. bl. 1287, we.
(b\ „ndv- hl- ui»0. "S1- (l) Vervolger Handv. bl. 90.
<A S^ndv- hL "*'• («) Handv. bl. 1188.
V) Handv. bl. us*. (n) Haijdv. tl. U9°> «30l.
|
||||
IV. Deel.
|
||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||
46o
|
||||||||||||||
der.zeftiende eeuwe, Keuren op het Mas-gilden-
tenmaaken gemaakt, en Keurmeefters over de Mallen aangefteld waren (ip). Doch in 't jaar 1656, of weinig eerder, werden de Maftenmaakers onder 't Scheepstimmermans- Gilde begreepen, en in 't jaar i(584, by Bur- gemeefteren, goedgevonden, dat een der Overluiden van dit Gilde, voortaan, uit de Maftenmaakers, gekooren zou worden (x). De Gildebroeders van 't Groot- en Klein- Binnenlands-vaarders- Gilde, de Brouwers, en alle anderen, die Waterfchepen gebrui- ken, zyn gehouden, hunne fchepen enfchui- ten, hier ter Stede, te laaten timmeren en herftellen. Ook moeten alle fchepen, die hunnen laft breeken voor de paaien deezer Stad, en vertimmering noodig hebben, door Gildebroeders van het Scheepstimmermans- Gilde, herfteld worden (j). De Meefters- Scheepstimmerluiden zyn verpligt, ingeze- tenen voor vreemden tot knegts te gebrui- ken , en de laatften, voor de eerften, af te danken. Doch aan klein werk, Ree-zeils uitgenomen, mogen zy zulk volk zetten, als zy goedvinden (z). De Scheepstimmerlui- den , die, door de Admiraliteits-, Stads-, of Ooft-lndifche-Compagnies- Werven, worden afgedankt, mogen, door de Meefters van by- zondere Werven, niet worden aangenomen, zo lang 'er nog Iüouviers, of Scheepstimmer- luiden , die alleen op byzondere Werven ge- woon zyn te werken, te vinden zyn. Doch deezen ontbreekende, mogen de Scheeps- timmerluiden der drie Hoofdwerven, by by- zondere Meefters, arbeiden, tot dat menze, op de gemelde Hoofdwerven, wederom noo- dig heeft. Ook moeten zy, door de byzon- dere Meefters , in geval van afdankinge, voor de Klouwers, worden afgedankt (#)• Scheepstimmerluiden , die werk zoeken , moeten zig, 's morgens, een half uur voor 't luiden van den bengel der Admiraliteits- Werf, vervoegen op denKadyk by de Kat« tenburger brug, of vooraan in de Bickers- ftraat, en 's middags, van twaalf tot een uur, op de Nieuwe Brug; zonder dat zy zig, onder weg, of op eenige andere plaats, tot werken, mogen laaten aanneemen {b). Allen, die 't handwerk van Scheepstimmeren willen leeren, en op zyn' tyd Gildebroeder worden, moeten zig, op 't Gilde - Comptoir, laaten intekenen. Die Gildebroeder worden wil, moet, twee jaaren lang, het volle L°on» zynde, des Zomers, agt en twintig. en des Win-
|
||||||||||||||
Gilden, ren, en op de inkomften van het Gilde, is,
onlangs, by twee Keuren, orde gefteld (o). Over het S. Jozefs-Gilde, zyn dertien Over- luiden, onder welken, een Deken is. Van dezelven gaan 'er, jaarlyks, tien of elf af, welker plaatfen, uit de elf handv/erken, waaruit het Gilde beftaat, den negentienden Maart, op de gewoonlyke wyze, vervuld worden. De Overluiden uit de byzondere handwerken ftaan allen eikanderen gelyk (p). Het Gilde plagt, van ouds,gelyk demeefte anderen, eene algemeene maaltyd te hou- den (t]). Doch dezelve is, na de verande- ring der Regeeringe, afgefchaft. De Over- luiden, die ook Proefmeefters zyn, trekken van eiken Proeveling vier en veertig gul- dens en veertien duivers; en daarenboven , uit de Gildekaffe, drie honderd guldens^ in 't jaar. De Gildeknegt heeft vrye wooning in 't Gildehais, in de Reguliers - dwarsftraat aan de zuidzyde, welk, in of omtrent het jaar 1664, door 't Gilde, getimmerd werdt (r), en waar, eens ter weeke, des Donderdags, Comptoirdag gehouden wordt. Hy trekt, daarenboven, drie honderd en vyftig gul- dens uit de Gildekaffe; heeft zyn aandeel van de Begraafenis - boeten, en ook eenig profyt van de openbaare verkoopingen van houtwerk en gereedfchap (s). De Overlui- den hebben 't bewind ook over de Boffe der behoeftige Gildebroederen , waaruit egter niemant onderfteund wordt, dan die zeftig jaaren oud is, en zes jaaren tot de Boffe be- taald heeft (t). Eer het tegenwoordige Gil- dehuis getimmerd werdt, plagt de Gildeka- mer op 't Begynhof te zyn (m). XXIX. Wy voegen, by het S. Jozefs-, het
SCHEEPS- _ -1
Timmer- SCHEEPSTIMMERMANS- en MASTENMAAKERS-
mans- en Gilde.
maakers". De Scheepstimmerluiden , die , gelyk wy
Gilde, reeds hebben aangemerkt, met de Huistim- merluiden, tot één Gilde plagten te behoo- ren, en, in 't jaar 1517, van dezelven ge- fcheiden , en tot het Buitenlandsvaarders- Gilde overgebragt werden, bleeven niet lan- ger met het zelve vereenigd, dan tot in 't jaar 1589, wanneer zy, op den vyfden Oc- tober, tot een byzonder Gilde, werden ver- klaard (v). De Schuitenmaakers werden, van toen af, onder dit Gilde begreepen. Wat de Maftenmaakers betreft; zy fchynen, in 't eerft, onder geen byzonder Gilde behoord te hebben, fchoon 'er, reeds voor het einde (o) Keurb, U. ƒ. 14 ver f o , 44 verft,
(p) Handv. bl. I;oz.
(q) Handv. hl. lig;|.
(r) Handv. bl, 1195.
(s) Vervolg der Handv. bl. 90.
(t) Vervolg der Handv. bl. 90.
(«) Aantek. va« Schepen SCHAEP MSS, N. ï.
(v) Handv. bl. 1406.
|
||||||||||||||
(m) Handv. bl. 157?.
(x) Handv. bl. i!79, nSo. (y) Handv. bl. hio, 1411, 1413. los 1 ie*. (z) Handv. bl. 1411 , 141z, 1413,
C«) Vervolg der Handv. bl. 106. (b) Veivolg der Handv. bl. I06, |
||||||||||||||
Vervolg der Handv. il.
|
||||||||||||||
KOOPHANDEL.
|
|||||||||||||||||||
I. Boek.
|
|||||||||||||||||||
4<5r
|
|||||||||||||||||||
CtLDEN. Winters, agttien ftuivers's daags, gewonnen
hebben. De Maffcenmaakers moeten , ten minften een' Zomer, het Loon hebben ge- wonnen. Het Inkomgeld is drie en veertig guldens voor eens Poorters zoon; drie en vyf- tig guldens voor een Inboorling, die geen Poorter is; en drie en zeitig guldens voor een vreemdeling; doch voor 't opneemen der proef, wordt niets betaald (c)- Het tabak- rooken onder 't werk is den Scheepstimmer- luiden, by verfcheiden' Keuren, fcherpelyk, verbooden (d). Doch hun is, zo lang zy in 't werk zyn, van ouds, vrydom van Stads Bier-Excyns toegeftaan ge weeft (e). De Maftenmaakers mogen geene maften berei- den, dan na dat zy, door den Keurmeefler van de Maßen, gezien en goedgekeurd zyn. De Keurmeefler moet 'er zelfs nog eens over gehaald worden , na dat de Maften reeds gemaakt zyn. Ook is 'er een gezwooren Meet er aangefleld, om de Maften, die by de palm verkogt worden, te meeten (ƒ). De Overluiden van 't Scheepstimmermans- en Maftenmaakers-Gilde zyn thans vyf in getal, waar onder één Mallenmaaker is. De vier Meefters-Scheepstimmerluïden wor- den, voor de helft, uit die van 't Bickers- Eiland en daaromtrent , en voor de helft, uit die van Kattenburg en daaromtrent, ge- kooren. Zy worden, jaarlyks, in 't midden van January, op de gewoonlykewyze,ver- anderd. Wyders, zyn 'er, federt het jaar 1750, twee Geaiithorifeerden uit het Gilde, die bevoegd zyn, om, voor dat de Overlui- den afgaan, de GiJdeboeken naar te zien. Van deezen twee gaat 'er, jaarlyks, een af, wiens plaats, uit een drietal, by den aan- blyvenden en afgaanden Geauthorifeerde benoemd , door Burgemeefleren , vervuld wordt. De Overluiden trekken een honderd en vyftig guldens 's jaars, uit de Gildekaffe. De Gildeknegt geniet zeven ftuivers van ieder groot, en drie en een halve ftuiver van ieder klein Schip, welk, van nieuws, op- gezet wordt, en zes honderd guldens's jaars daarenboven. Aan oude Gildebroeders wor- den drie, en aan zieke twee en een halve guldens ter weeke, tot onderftand, gege- ven (g). HetScheepstimmermans-Gilde is een van de talrykften hier ter Stede en bevat wel vyftien honderd Gildebroeders, Meefters en Knegts. Het Comptoïr van dit Gilde wordt, des Saturdags, om de veertien dagen, gehou- den in een vertrek van het Wagthuis aan den Kamper Steiger, of zogenaamde Zeer egt. y) Handv. bl. 1415 Vervolg der Handv. tl. '°S.
y) Handv. il. 14.13 , I4H.
y> Handv. bl. Tf9.
f \ Santlv- *'• J37*» I'79' l?8o.
|
|||||||||||||||||||
Het
|
|||||||||||||||||||
B Gilden
Metselaars-Gilde, xxx.
van ouds, ook het Lieve-Frowwen-Gilde ge- laars-
naamd, is, reeds in de vyftiende eeuwe, Gilda. in ftand geweeft, en hadt een Altaar in de Nieuwe Kerke; gelyk, onder anderen, blykt, uit eene Keure van den twee en twintigften Maart des jaars 1498 (h). Eertyds, behoor- den de Schilders, de Glazenmaakers en de Borduurwerkers ook onder het Metfelaars- Gilde; doch de twee eerften deezer Hand- werken zyn, naderhand, tot het S. Lucas- Gilde overgebragt. Het derde is genoegzaam verdweenen. Tegenwoordig , beftaat dit Gilde , uit Metfelaars , Steenhouwers , Lei- dekkers, Loodgieters en Looden-Pompenmaa- kers. In dit Gilde, moet ook, gelyk in het Timmermans - Gilde , aan Burgers voor vreemden werk gegeven worden , gelyk, reeds by eene Keure van den veertienden Auguftus des jaars 1579 , bepaald is (*'). Niemant mag tot Gildebroeder worden aan- genomen, dan die vier jaaren het handwerk geoefend, en twee jaaren by een' en den zelfden Meefter gewerkt heeft. Het Loon der Metfelaars-, Steenhouwers-, Leidekkers- en Pompenmaakers-Knegts, midsgaders, dat der Opperluiden van de Metfelaars-Knegts, is in Zomer-loon, Herfft- en Voorjaars-loon, en Winter-loon onderfcheiden, en by eene Ordonnantie van den tienden November des jaars 1662 , naauwkeuriglyk, bepaald (k). Niemant mag, hier ter Stede, Plaaten, Vloer- fteenen, of eenige andere fteenen ilypen, dan die in 't Steenhouwers-Gilde is. Alleen- lyk, was de Slypmolen buiten de Leidfche Poort hier van uitgezonderd (7). De Over- luiden van dit Gilde zyn vyf in getal, onder welken, een Deken is. Zy beftaan, volgens de reeds gemelde Ordonnantie , uit drie Meefters-Metfelaars, een van welken Deken is, een Meefter-Stèenhouwer, en een, die te gelyk Meefter-Leidekker en Pompenmaa- ker is. Zy dienen twee jaaren, en wor- den , op den elfden November , veran- derd (in). De Overluiden hebben 't bewind over de ArmenboiTe van 't Gilde, waartoe, van ouds, benevens den Deken, twee Bos- meefters plagten aangefleld te zyn (n). By eene Keure van den twaalfden November des jaars 1750, is aan de Overluiden drie honderd en vyftig guldens 's jaars uit de Gildekaffe toegelegd. Zy genieten, daar- enboven , tien Ducatons van ieder Proeve- ling.
(h) Keurb. C. ƒ. 44. Zie osl^UÏ.Oeü, II. E,e^,ll,io9.
(•) Handv. bl. 1381, liiz.
(\) Rancjy. bl. 13S+.
(I) Handv. bl. 1387.
(m) Handv. tl. '***•
(n) Handv. bl. U*1«
Nnn
|
|||||||||||||||||||
l£> Handv. bl ,,g0j 1407, Vervolgd Handv.tl.
|
|||||||||||||||||||
II. STUK.
|
|||||||||||||||||||
IV. Deel.
|
|||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
462
|
|||||||||||
markten, met vreemde paruiken, verbooden Gi
(w). Niemant mag zig, als Vroedmeefter, uitgeeven , dan die, door den Profeffor der Ontleedkunde , den Decanus , en den die- nenden Proefmeefter van't Chirurgyns-Gilde, en twee Doctoren, uit en door de Infpec- tores van 't Collegium Mediaan benoemd, on- derzogt is (re). Het Steenfnyden mag, hier ter Stede, niet geoefend worden, dan na dat de Steenfnyder, tot elkbyzonder geval, van Burgemeefteren verlof verzogt, en verkree- gen heeft (y~). De Chirurgyns zyn, reeds by de Keure van den zeven en twintigften April des jaars 1497, verpligt geweeft, van de ge- kwetften, die men hun vergde te verbinden, den Schout kennis te geeven (2). En zulks is, federt nog, by herhaalde Keuren, bevo- len (a). Zy mogen geene wonden, in 't Gafthuis, onderneemen te geneezen; maar moeten zulks alleen voor de Stads Chirur- gyns overlaaten (/;). De Weduwen van Chi- rurgyns , haare Winkels verkogt hebbende, mogen geene anderen wederom opzetten (c). Het Gilde verleent, volgens eene Keure van den agt en twintigften January des jaars 1764, geenen onderftand, dan aan zulken, die hun- ne Jaarzangen, Maandgelden en boeten,be- hoorlyk, betaald hebben (d). Byeene Keure van den vyf en twintigften November des jaars 1676, is reeds belaft, dat de Chirurgyns- Gildekamer voorzien gehouden moet worden van eene Kas met Inftrumenten der Chirur- gie ; eene andere met Drogeryen en Krui- den, in de Chirurgie te pas komende, en eenige voornaame Schryvers over deeze konft (e): en wy hebben, in de Befchryving deezer Gildekamer, gezien, in hoe verre, men aan het oogmerk deezer Keure voldaan heeft (ƒ). t Het opzigt over 't Chirurgyns-Gilde ftaat
aan een' Deken, tw^e Proefmeefters, van welken de Deken een is, vier Overluiden, en een Collegiemeefter. Het Collegie van Overluiden wosdt, jaarlyks, in 't begin van September, veranderd. Doch de Collegie- meefter gaat, eerft om de vyf jaaren, af. De Deken en Overluiden genieten, jaar- lyks , uit de GildekafTe, zes honderd guldens, behalve het gene hun , voor Tentamen-, Examen- en Proefgeld , en eenige andere Vacatien, toegelegd is. De Gildeknegt trekt twee honderd vyf en zeventig guldens in 't jaar,
(w) Keui'b. T. ƒ. 230.
(x) Vervolg der Handv. bl. SI.
(y) Handv.' bl. 9SS-
lx.) Keurb. C. ĥ Si.
(a) Handv. *'• S>5<", 963.
(b) Handv. bl. 9J6.
(c) Handv. bl. n9o.
(d) Keurb. U. ƒ. 42 verf».
(e) Handv. bl. 9(t.
(f) 0ie III. Deel, V. £nek^, bl. }S4-
|
|||||||||||
Gilden. Hng. De Gildeknegt trekt twee honderd
guldens 's jaars, en vyftien guldens voor 't ophaalen der Jaarzangen. Hy heeft, daar- enboven , eenig voordeel van de proevelin- gen; van 't begraaven, en van't verbieden van 't werk, aan zulken, die in eens anders werk treeden, zonder dat deeze voldaan is (o). De Overluiden vergaderen, alle Maan- dagen , van drie tot vyf uuren, na den mid- dag, in een vertrek boven de S. Antonis- Waage. Onder de Gilden, die, in de vyftiende
eeuwe, in ftand geweefl zyn, is ook het XXXI. ClIIRURGYNS-GlLDE,
cYws— waartoe, volgens eene Keure van den zeven
Gilde, en twintigften April des jaars 1497, niet al- leen de genieene barbiers ofbairtfiheerders(py, maar ook de Tripmaakers of Houtsblokkenmaa- kers , en de Stillegangmaakers behoorden, welke twee-laatften'er,eerft in't jaar 1551, van afgefcheiden werden (<y). De Barbiers behooren 'er nog toe. Zy moeten zelfs eene andere proef doen dan de Chintrgyns, be- ftaande dezelve alleenlyk in aderlaaten, daar de Chirurgyns, over verfcheiden' gewigti- ger deelen der Heelkonft, onderzogt wor- den (f). Niemant mag zelfs voor Chirurgyn ter Koopvaardye vaaren, dan die, vooraf, door de Overluiden, onderzogt en bekwaam genoeg bevonden is: 't welk, by verfchei- den' Keuren, inzonderheid, ten opzigte van zulken, die zig voor Chirurgyns naar Groen- land en Straat-Davis verhuüren willen, ge- vorderd is. De koften op het Zee-Examen zyn , by eene Keure van den agttienden December des jaars 1749, geregeld (j). De Chirurgyns-knegts, die hier Mëefter worden willen, worden, tot het doen der Proeve, niet toegelaaten, ten zyze toonen können, dat zy vyf jaaren by de oefening der Chi- rurgie geweeft zyn (t). De onkoften op het doen van zulk eene proeve beloopen, vol- gens eene Keure van den dertigften January des jaars 1733 , twee honderd en vyftig gul- dens , van welke fomme, nogtans, door eens Burgers zoon, zeven, en door eens Chirur- gyns zoon, vyftien guldens mogen gekort worden (a). De Hairfnyders,Paruikenrnaa- kers en Paruikenverkoopers mogen hun handwerk of neering niet oefenen, dan na dat zy het Chirurgyns - Gilde voldaan heb- ben (y). Ten behoeve der twee laatften, is het omloopen of voorflaan, buiten de Jaar- (0) Vervolg der Handv. bl. ioi.
f» Keurb. C. ƒ. j.3.
(q) Keurt). C. ƒ. 173 ver/i.
(r) Handv. bl. 957, 95«, v6o.
(s) Handv. bl. 9S3, 964. Vervolg der Handv. bl. jr.
(t) Handv. bl. 1140.
(") Handv. bl. 1241.
(vj Handv. bl. 1241 , 1242,169e.
|
|||||||||||
I.Boek. KOOPHANDEL. 463
G,ißEN. jaar, uit de GildekafTe; zes guldens voor ie- maakt, onder beding, dat dezelven, door giu>en.
der voorwerp, dat ontleed werdt; zes gul- de eigenaars der Zaagmolens, zouden onder- dens voor elke Gilde-begraafenis, en 't gene houden worden (f). Doch 't liep aan tot hem, door de Gildebroeders, voor de Nieuw- in 't begin des jaars 1695, eer de Houtzaag- jaars-Almanakken, wordt gegeven (g). Wy molenaars in een byzonder Gilde werden fa- hebben , reeds by eene andere gelegenheid mengevoegd (q); welk nog in wezen is , (/;), gemeld, dat de Gildekamer boven de zynde, na 't invoeren der Zaagmolens, het S. Antonis- VVaage gehouden wordt. De houtzaagen met de hand, geheellyk, ver- Overiuiden vergaderen hier, alle weeken, dweenen. De Zaagmolens zyn meeft gefield des Maandags. In de Gildekamer, hangen buiten de Utrechtfche, Leidfche, Raam-, verfcheiden' fchilderflukken, waarinde O- Zaagmolens-en Haarlemmer-Poorten, onder verluiden in der tyd, door verfcheiden'Konfl- de Vryheid der Stad; mogende hier, vol- fchilders, en laatftelyk, door Arnoldus Boo- gens verfcheiden'Keuren, geen hout worden nen, Jan Maurits Quinkbard (ï), en Tiboiit ingevoerd, welk, buiten de Vryheid, ten Regt er s , naar 't leeven , en keurlyk, zyn platten Lande, gezaagd is. Op Zon-en Feefl- afgebeeld. of Bededagen, mogen de Zaagmolens niet {j^Xli. Het maaien. Ook mag 'er, op de Zaagmolens,
*CTO- Houtzaagmolenaars-Gilde e" op de werven omtrent dezelven, geen ta-
^A4RS. . . bak gerookt worden (r). De Overluiden van %s. ' is veel jonger dan de meefleGilden, welken het Houtzaagmolenaars-Gilde zyn zesinge-
wy, tot hiertoe, befchreeven hebben, om dat tal, en worden, jaarlyks, op Goeden Vrydag, de Zaagmolens, eerfl in de zefliende eeuwe, by Btirgemeefleren en Schepenen, in den uitgevonden zyn. Doch het Houtzaagen is, dienfl gehouden, of vol gemaakt, uit een reeds in de vyfciende, of eerder, hier terStede, dubbel getal, door de dienenden benoemd, in gebruik geweeft, fchoon het niet, door uit de verfcheiden' foorten van Gildebroe- middel van molens, maar met handzaagen, deren , als Greenenhoutzaagers , Eekenhout- die, door twee mannen, op- en neder getrok- zaagers en Wagefchotzaagers. Zy zyn v by ken werden, plagt te gefchieden. Tot inde zonderlyk,gemagtigd,tothet bekeuren van zefliende eeuwe toe, was de Houthandel zulken , die hier hout invoeren of verkoopen, zulk een voornaam gedeelte van den Koop- welk ten platten Lande, buiten de Vryheid handel deezer Stede, dat de Oude- enNieu- deezer Stad, gezaagd is, mogende zelfs ieder we-zyds-Houttuinen niet alleen, maar de Gildebroeder de fchuiten, met zulk hout be- meefle burgwallen der Stad, met houtwaa- laaden, met hulp van 's Heeren Dienaars, ren, bellapeld lagen, gelyk, uit de Kaart aan de keten dóen fluiten, volgens eene van CoRNELis Anthoniszoon, te Keure van den dertigflen January des jaars befpeuren is. Men was, in dien tyd, ge- I739 (j). De KafTenmaakers of Schrynwer- woon, het hout op de bruggen en fluizen te kers alleen, niet naar genoegen van gezaagd zaagen, 't welk, by eene Keure van denne- Hout,by 't Houtzaagmoienaars-Gilde, kon- genden Maart des jaars 1495 , verbooden hende geryfd worden, mogen't, van buiten werdt (£):fchoon_'t,inden jaare 1589, nog deezer Stede Vryheid, laaten inkomen, on- op 't Rokin gefchiedde (/). De Houtzaagers der voorwaarden , die, laatftelyk, by eene maakten ook, in de zefliende eeuwe, reeds Keure van den dertigflen January des jaars een Gilde uit;_ gelyk blykt, uit eene Keure 176(5, bepaald zyn (ƒ). De Overluiden genie- van den twintigften Oclober des jaars 1529 ten twee honderd en vyftig guldens 's jaars; (m). Ruim zeflig jaaren laater, werden de doch mogen de koften, die zy maaken, wan- Zaagmolens uitgevonden (?z), en eerlang, neer zy,fbmty ds, genoodzaakt zyn, buiten de ook hier ter Stede, of even buiten de zelve, Gildekamer, byeenkomflen te beleggen, aan in gebruik gebragt (0). In 't jaar 163o, ver- 't Gilde in rekening brengen. Den Gildeknegt wierf een Genootfchap van Houtzaagers ver- zyn een honderd en vyftig guldens, en zes lof, tot het opregten van Zaagmolens, waar- guldens voor een Nieuwjaar toegelegd CO- toe hun de grond, door de Stad, werdt af- De gewoonlyke byeenkomflen der Overlui- geftaan. De wegen en paden, naar de mo- den worden, tweemaal ter weeke, des Maan* lens leidende, werden, op Stads koften, ge- dags en des Vrydags, gehouden , in een ver-
M aTV»6 D^fltl' Il' !l' (P) Groot Memor. N. III. ƒ. M„ w/l. en Conventie met
Dl> vÏnGOOL Nieuwe Schout! L D..I, tl. jo,. II. £ ^molenaars in 't Vertrek derThefaurie Hnm, W,
a' Ke'mb*B f ii. ^) Handv" hL "75-
W *!" Handv *' IJl«- (/\ Hand/- *'• »«T. IMI, »W, «7*. "7?-
J**J Kemb. C f. 6S. Handv. U. Iï7„. t/J Handv. bl. 1029.
)"{ ^Eteboom Saanl. Arcadia, bl. s3J. SV ,?eur^ VJ f'J™Av hl j-
(»V Hanav- bL lol?k ' (t) Vervolg der Handv. M, $7.
Nnn 2
|
||||
464 AMSTERDAMS IV. Deel.
vertrek van het Wagthuis aan den Kamper- en huurders van Koorenmolens moeten allen Gi">E'
UIU..EN. fteiger ^ gemeen]yk bet Zeeregt genaamd, in 't Gilde zyn. Doch Bakkers mogen geen Tot onderhoud van het Gilde, moet,behal- deel hebben in Koorenmolens. De Kooren- ve het Inkomgeld en de Jaarzangen, een duit molenaars zyn, volgens de Keuren, verpligt, van ieder gulden der Kooppenningen van alle hun bier en brood te haaien by de Brouwers Zaagmolens of gedeelten van Zaagmolens, en Bakkers, voor welken zy maaien. Zy zo dikwils als dezelven verkogt worden, wor- mogen maar eenerlei foort vankoorenbree- den betaald («). ken, en de Rogge niet dan volgens een By'tZaagmolenaars Gilde, voegenwy,het monfter, welk, om de twee maanden, ver-
n nieuwd wordt. Het maailoon is, by de Keu-
XXXHI.S. Victors- of Koorenmolenaars -CjIlde; ren> bepaald. De Bakkers moeten het Koo-
torT-C' welk veel eerder opgeregt is. 't Is zelfs ren den Molenaaren toeweegen, die volftaan
of Koo- Zeker genoeg, dat, in of omtrent Amfter- können, als zy een en een half pond op ieder RENMo- jam |j jn jg veertiende eeuwe of eerder, zak, ter oorzaake van 't fluifmeel, minder LENAARs- een ^f mger Koorenmoiens geftaan hebben, leveren. De Molenaars mogen geen vee .of De Molen, die by de oudfte Haarlemmer- gevogelte aan hunne molens houden, hoen- Poort ftondt, op de Molenwerf, van welke, ders alleenlyk uitgenomen (a). Meel, welk, in eenen brief van denjaare 1336, gewaagd buiten de Vryheid der Stad , ten platten wordt O); en de windmolen aan den Zee- Lande, gemaalen is, mag hier ter Stede niet dyk, vermeld in de Handveft van denjaare worden ingevoerd. Doch de invoer uit de 1342 (w),zyn, naar alle waarfchynlykheid, beflooten Steden ftaat, onder eenige voor- Koorenmolens geweeft, en gefchikt, de eer- behoedfels, vry (b). Voor deezen, mogten de fte ten dienfte van de nieuwe, en de andere Koorenmolenaars, niet dan by vriezend we- ten diende van de oude zyde der Stad. In der, met hunne Karren, door deStadryden. een Huk van denjaare 1402, leeft men van Doch by eene Keure van den een en dertig- nog een molen buiten de Binnenwyker Poorte ften January des jaars 1753, is hun zulks, (x), die, waarfchynlyk, ook een Kooren- onder zekere bepaalingen, op alle tyden van molen geweeft zal zyn. En in eene Keure 't jaar, toegelaaten. Onder anderen, moet van vroeger' tyd.krygen de Molenaars, dat ieder Tarwe- en Rogge-molen, jaarlyks, vyf zyn, Koorenmolenaars, verlof, om hun werk en twintig, en ieder Mout- molen, jaarlyks, buiten de Stede te mogen doen (y); waaruit vyftïen guldens aan de Stad betaalen, waar- af te neemen is, dat 'er, toen reeds,.meer van alleenlyk zulke molens bevrydzyn,aan Koorenmolenaars dan de drie gemelden ge- welken, ter oorzaake van derzelver afgele- weeft zyn. Tegenwoordig, zyn 'er een en genheid van't water, of uit anderen hoofde, dertigKoorenmolens,inde Stad en derzelver het ryden met de karren of wagens, te voo- Vryheid. De meeften zyn, in de Bolwerken ren, toegeftaan geweeft is. De Brouwers, om de Stad, opgeregt. De overigen ftaan bui- die hunne eigene Moutmolens hebben, mo- ten de Haarlemmer, Leidfche en Weterings- gen karren en wagens gebruiken; doch niet poorten.Detyd,wanneerdeKoorenmolenaars dan by beflooten water, en mids daarvoor eerft tot een Gilde gebragt zyn, is my niet tien guldens in 't jaar betaalende. Alle deeze klaarlyk geblee ken. Doch't moet lang voor de penningen worden, door de Overliüdenvan verandering der Regeeringe zyn gefchied, 't Koorenmolenaars-Gilde, ontvangen, en om dat het Gilde naar een Heilig, S. Victor, aan de Rekenkamer verantwoord (V). By genoemd is, en de Overluiden, nog, op S, eene Keure van den vyf en twintigften Ja- Vi&ors dag, zynde den tienden Oftober, nuary des jaars 1763 , is nader bepaald, dat verkooren worden. Ook wordt het, onder de Molenaars-wagens en karren, des Zomers, den naam van S. Fechters-Gilde, gemeld, in niet zwaarder dan met twaalf, en des Win- eene Ordonnantie van den een en dertigften ters, niet zwaarder dan met agttien zakken, July des jaars 1577 (z). Het Koorenmole- belaaden mogen zyn, en dat zy, van negen naars-Gilde heeft eenige Keuren, die met de tot half twee uuren, niet ftaan noch ryden Keuren van het Houtzaagmolenaars - Gilde mogen, op den Dam , ter wederzyde van overeenkomen. De Koorenmolens mogen de Beurs, op den Heiligen - Weg , in de ook, op Zondag, niet maaien. Ook mag men, Kalverftraat, Warmoesftraat , Hoogftraat, aan dezelven, op de Zon- en Feeftdagen, Molfteeg , Stilfteeg , Halfteeg , Pylfteeg , niet werken. De eigenaars, deelgenooten noch op den Fluweelen Burgwal, tuiTchende • \ twee laatftgemelde fteegen (ß): op dat de (u) Handr. h\ 1274. fter-
(■u) Zie I. De\l , I. Boek., hl. 9.
(w) Zit II. Écfl, II. Boel^,bt. 109. (*) Handv. hl. 138S, U89i '»'• '39J, 13*7» IJ»8» l*»f'
{x) Zie II. h"l, UI. Boc(, hl. 137. (h) Handv, hl. 13»».
(y) Keuxb. A. ƒ. 11. (c) Vervolg dir Handv. hl. loz.
(z.) Groot-Memot. N. II. ƒ. 151. (d) Keurb. U. ƒ. 2% -eirfo.
|
|||
KOOPHANDEL.
|
|||||||||||||||||
I. Boek.
|
|||||||||||||||||
465
|
|||||||||||||||||
fterke toegang aldaar niet zou belemmerd
worden. De Overluiden zyn vier in getal, van welken, jaarlyks, op den tienden Ofto- ber , twee afgaan, in welker plaats, Burge- meefteren, op de gewoonlyke wyze, twee anderen kiezen. Zy plagten hun Comptoir in de Huidenftraat te hebben: doch komen, federt eenige jaaren, om de veertien dagen, des Donderdags, ten drie uuren, byeen, in een huis op de Leidfche graft, by de Prin- fengraft, waar de Gildeknegt vrye wooning heeft. Hy geniet, daarenboven, een hon- derd en tien guldens in 't jaar, een gedeelte van de boeten, en twaalf Huivers van ieder Molenaars-knegt, die zig in 't Gilde laat in- tekenen. Aan de Overluiden is twee hon- derd guldens in 't jaar, uit de Gildekaffe, toegelegd (e). De boeten , die de Gilde- broeders betaalen moeten , plagten , van ouds, bekeerd te worden, voor de helft, ten behoeve van het Gilde, en voor de we- derhelft , ten behoeve der arme Leproozen, de Vaders of Regenten van welken, ook de gefchillen, die onder de Gildebroeders" ont- ftonden, afdeeden. Doch in 't jaar 1614, werdt de uitfpraak over deeze gefchillen ge- field aan CommifTariffen van kleine Zaa- ken(/). ' By het Koorenmolenaars-, voegen wy het Brood-Bakkers-Gilde,
welk zekerlyk niet jonger is, fchoon de oud-
fte Ordonnantie voor het zelve, my bekend, eerft den zeventienden Maart des jaars 1530, is gedagtekend (g). 't Blykt klaar, uit de oudfte Keuren, dat de Gildebiïeven, oud- tyds, wel, mef.de hand van eenen Secretaris gefchreeven, aan de Gilden geleverd; doch niet ter Secretarye geregiflreerd werden (/;). Men heeft, hiermede, eerft in de zeftiende eeuwe, eenen aanvang gemaakt, en daartoe een afzonderlyk boek, zynde het Keurboek C. aangelegd; waarin alle de Gildebrieven, die men nog vinden kon, werden te boek ge- field. Doch veelen, en, zo 't fchynt, ook die van de Bakkers, waren toen reeds ver- looren. Men befpeurt, uit eene overeen- komll van den jaare 1541, dathet Bakkers- Gilde een Altaar in de Oude Kerke van het 5. Hubr echts-Gilde overgenomen heeft (i). Voorts, zyn 'er,in laater' tyd, menigvuldi- ge Keuren voor de Bakkers gemaakt. Zul- ten , die aüeenlyk brood uitflyten of verkoo- pen, zonder dat zy 't zelven bakken, zyn ook verpligt , het Broodbakkers - Gilde te . (e) Vervolg der Handv. tl. ioi.
'f) Hand»: bl. ,;S3. <£) Handv. tl. u«i. <h) Keurh A. ƒ. 35. (') Groot-Meinor. N. !*'ƒ. 311. |
|||||||||||||||||
• voldoen. En by eene Keure van den vyfden Gilden»
May des jaars 1750, is hunne winft bepaald ; op twee Huivers van de gulden ( k ). De foorten van brood, die, hier ter Stede, mo- gen gebakken worden, en de zwaarte, die 't brood, naar zynen prys, behoort te heb- ben, zyn, by de Keuren,bepaald,moeten- de de Bakkers hun Roggenbrood in 't by- zonder met hun merk merken , op dat de foort en zwaarte van het zelve, te beter, zou können onderfcheiden worden (/_). De Bak- kers-Knegts en Leerlingen moeten zig, by 't Gilde, Jaaten infchryven, en ten minfte twee jaaren by eenen Meefter gediend heb- ben , eer zy, tot het doen der Proeve, wor- den toegelaaten. De Bakkers-Proefgefchiedt in't Oude-Mannenhuis, ten behoeve van welk, het Proef-brood gefchikt is (iri). De Bakkers plagten, voormaals, Deuvekaters, eene foort van fyn brood, en naderhand , Paafchbrooden, op zekere tyden, aan hunne kalanten te vereeren. Doch federt eenige jaaren, zyn hun alle vereeringen, by her-- haalde Keuren, verbooden geweeft (n). Vier Overluiden zyn 'er van het Bakkers - Gilde, van welken 'er, jaarlyks, tegen 't einde van September , twee afgaan. Zy genieten, be- halve het Proefgeld, welk drie guldens van ieder proeveling is, zes honderd guldens in 't jaar (0). Hun Gildehuis is agter de Oude Kerke, daar zy, eens ter weeke, des Don- derdags , ten drie uuren na den middag, by- een komen. Van het Broodbakkers - Gilde zyn twee Gildeknegts, een van welken in het Gildehuis woont. Zy genieten ieder een honderd en vyftig guldens in 't jaar uit de Gildekaffe, en hebben, daarenboven, eenig voordeel van 't verhuuren en intekenen van Knegts, en van de Gildebroeders, die ver- zuimen , ter begraafenhTe te komen. Ook is hun ieder vyf guldens in 't jaar tot een Kermis toegelegd. Zy bedienen, week om week, het Gilde-Comptoir (p). 't Getal der Gildebroederen in het Bakkers-Gilde beliep, in het begin deezer eeuwe, reeds over de vier honderd (#). Tot het bepaalen van't gewigt en den prys Collegie
vanhetBrood,enomtoetezien, dat de Bak- tot het kers aan de Zetting voldoen, plagten , van ^ Zet" oads, opS.Obers-ofS.HubrechtS-dag,d<ltis,op ten van den derden November, twee Perfoonen uit 't Brood, de Bakkerye aangefteld te worden, een van 't Roggenbrood, en een van 't Wittebrood, die den naam van Broodweegers droegen, en een
(() Vervolg der Handv. bl. 73.
(I) Handv. bl. gg2, S8 3, 885. Keurb. T.f.iii verf«, zis.
ft») Handv. bl. 1183,118+. en Ul.Ocel, IV. Bttk^bl. 307.
(n) Handv. bl. 890,892, H83-
(«) Vervolg der Handv. bl. 71.
(p) Vervolg der Handv. tl. 72.
(q) Stads Miffiven N. XX. ƒ. 57.
Nnn 3
|
|||||||||||||||||
den.
|
|||||||||||||||||
466 AMSTERDAMS IV.Dêel.
Gilden, een rond jaar dienden (r). Doch in 't jaar Het gh»**
' 1557>werdt, by de Vroedfchap, beflooten, Koeken-, Biscuit- en Pasteibak- XX^-
voortaan, luyden van f at/oen, uyt de XXXVI. kers-Gilde, Koe „iï-' Raeden of uyt de treffelykfie Gemeente , tot . ^
broodiveegers te kiezen (s). In laater' tyd, welk, van ouds, met het Broodbakkers-Gil- «^.
zyn 'er altoos agt Perfoonen toe aangedeld, devereemgd was,is,by eene Keure van den K£RS. vier Koopluiden, handelende in Graanen, en vierentwintigden January des jaars 1693, van öaJß. vier Bakkers, die, nog tegenwoordig, het het zelve afgefcheiden, en tot een afzonderlyk Collegie tot het zetten« weegen Gilde verklaard. Het Broodbakkers-Gilde VANHET Brood uitmaaken. Zy verga- moeit, aan het zelve,vier honderd zilverenDu- deren, eens ter weeke, des Vrydags, na den catonnen uitkeeren, en behieldt, daarentegen, middag, op het Stadhuis, in de Kamer van het Gildehuis en alle de goederen van het Commiffariffen van kleine Zaaken, daar zy Gilde Doch men vondt goed, dat het nieu- den prys van 't Brood regelen, naar de pryzen we Gilde, door de twee Gildeknegts van het der Rogge en Tarwe, die hun, weekelyks, Broodbakkers-Gilde, bediend zou worden(a), door de Makelaars in de Graanen, moeten gelyk, nog tegenwoordig , gefchiedt. Het worden opgegeven (*). Hiervan worden, nieuwe Gilde kreeg zyne eerde Ordonnantie, terdond, briefjes gedrukt, en door deWaa- waarby de Proef, voor de aankomende Koe- kers of Deurwaarders van de Vierfchaar, kenbakkers, Biscuitbakkers en Pafteibak- aan 't Stadhuis, aan de Oude en Nieuwe kers, werdt vadgedeld, in 't volgende jaar Kerke, en aan deKoorenmarkt aangeplakt, 1694 (b). Voorts, werdt het gewigt der en by de Bakkers en Slyters van Brood rond- Koek, by verfcheiden'Keuren, bepaald; het gebragt (a). De gewoonte van de zetting omloopen met Koek afgekeurd, en aan de van 't Brood aan de Kerken aan te plakken Gildebroeders van beide de Gilden verboo- is zeer oud, hier ter Stede, leezende men, den, ^elkanders gebak te bakken (e). Ook in eene Keure van den twee en twintigften is, in't jaar 1745, gekeurd, dat een Koeken-, November des jaars 1484, van de oude Biscuit-, of Pafteibakker, maar in één huis, Ordinancye van den broede te onderhouden, zyne neering^doen mag (d). Den Koeken- gelyck als dat voer die Kercke gefcreuen ftaet bakkeren in 't byzonder is, by eene Keure (o). Het Brood mag niet alleen niet boven, van den een en dertigden January des jaars maar ook niet onder de Zetting verkogt wor- I749-> gelaft, zig, in 't gewigt en den prys den (w). Doch in duure tyden, is, op be- van de Koek, Itiptelyk, te gedraagen naar vel van Burgemeefteren, het Brood aan be- de Zetting, die, op de gemeende foort, ook hoeftigen, fomtyds, onder de Zetting,ver- weekelyks, in 't Collegie tot het zetten en kogt, en defchade, van Stads wege, aan weegen van't Brood, gemaakt wordt (e), de Bakkers goedgedaan (x). De Broodwee- De Overluiden van dit Gilde zyn vier in gers doen, van tyd tot tyd, onderzoek by de getal, twee Koekenbakkers, een Biscuitbak- Bakkers, of't brood de vereifchte zwaarte ker en een Pafteibakker, van welken 'er, hebbe. Men mag hun, in 't waarneemen jaarlyks, in O&ober, twee afgaan. Zy ver- van hun ampt, niet hinderen. En zulken, gaderen, eens ter weeke, des Donderdags, die voor de huizen der Broodweegeren waa- ten drie uuren na den middag, in een ver- ren, en de Bakkers waarfchuwen, wanneer trek boven de S. Antonis-Waage, op de zy uitgaan, om 't brood te weegen, verval- nieuwe Markt. Voor hunne moeite,is hun, len in eene boete van drie honderd guldens, boven het Proefgeld, drie honderd guldens of worden, zo zy dezelve niet voldoen, voor 's jaars uit de GildekafTe toegelegd. Uit de den tyd van drie maanden, in het Rasp- of Gildebroeders, zyn twee Perfoonen gemag- Spinhuis gezet (y). De Broodweegers doen tigd, tot het naarzien der Gilderekeninge j zulken, welker brood te ligt bevonden is, die ook, jaarlyks, nevens de Overluiden, de door de Deurwaarders van de Vierfchaar, Nominatie van een dubbel getal, tot het dagvaarden; beflaanze in de verbeurde boe- verkiezen van twee nieuwe Overluiden,op- te, en verbieden hun de neering, zo lang dellen (ƒ). dezelve niet voldaan is (z). Om met de befchryvinge der oudfte Gil-
den voort te gaan, ontmoet ons het
(r) Handv. bl. iï8I.
O) Refol. VroedfcK. N. 1. l^ *Au£, 1J57.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
O) Handv. \£/. 883.
(») Handv. bl. m> 28».
(v) Keutb. A. ƒ. i5+.
(») Handv./ bl. 890.
(x) zie Groot-Memor. N, VIII. ƒ. I80 verf,,
(y) Handv. bl. 891.
(x.) Handï. W. 8»r.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I. Boek.
|
||||||||||||||||||
KOOP H AND E L.
|
||||||||||||||||||
407
|
||||||||||||||||||
Ui
|
||||||||||||||||||
Makelaars-Gilde,
|
||||||||||||||||||
kogt hebben, zorgvuldiglyk, bewaaren,om gilden,
|
||||||||||||||||||
lI>EN.
|
||||||||||||||||||
jJXVI.voor welk, my geene ouder Ordonnantie
1«ars* voorgekomen is, dan van den vyfden May Giid^ des jaars 1533 (g). Ook is 't niet te ver- moeden , dat de Makelaars, hier ter Stede, veel vroeger, een beflooten Gilde zullen heb- ben uitgemaakt, om dat het verkoopen en koopen, door tuffchenkomft van Makelaars, fchoon, al in de veertiende eeuwe, in Hol- land , in gebruik (h), tot op het einde der vyfciende eeuwe toe, hier ter Stede, onge- oorlofd plagt te zyn; hebbende 't Geregt, by eene Keure van den een en dertigften January des jaars 1495, verklaard, op koop, door Makelaars geflooten, voortaan, geen regt te zullen doen (i). Ook werdt, by eene Keure 'van den zeflienden Maart des jaars 1530, alle Makelaardy verbooden, ten wa- re de perfoonen, die zig daarmede geneeren wilden, vooraf,door 't Geregt,daartoe be- voegd verklaard waren (£). In de zeftiende eeuwe, waren'er reeds Makelaars, die by Burgemeefteren aangefteld en beè'edigd wa- ren. De eerfte uitvoerige Ordonnantie voor dezelven is van den zeven en twintigften January des jaars 1612.(I). Zy hadden,toen reeds, eenen Deken , vyf O verluiden en twee Bosmeefters. De Ordonnantie is, fe- dert , meermaalen , vermeerderd en ver- nieuwd. De laatfte uitvoerige is van den een en dertigften January des jaars 1746 (m). Het getal der Makelaaren is, van tyd tot tyd, merkelyk,en laatftelyk, in't jaar 1758, nog met vyftig vermeerderd («), zo dat het nu tot vier honderd en vyftig aangegroeid is, behalve de Joodfche Makelaars, die thans vyftig in getal zyn, daar zy, in 't begin des jaars 1612, maar twee in getal waren, en toen tot tien vermeerderd werden (0). De Makelaars mogen, volgens de Ordonnantie, op Zondag , geene partyen fluiten, noch monfters haaien, noch vertoonen. Ook ftaat hun niet vry, koophandel te doen in waaren, waarin zy, gewoonlyk, makelen. Zy mogen, op hunnen naam, voor hunnen meefter , koopen, zo wel in openbaare veiling, als uit de hand; doch zyn gehouden, hunnen Mees- ter op te geeven, binnen driemaal vier en twintig uuren, indien het gekogte den veer- tigften, tagtigften, of eenige andere Pennin- gen onderhevig is; en, indien niet, zo dra het begeerd wordt. De Makelaars in Graa- ien moeten de monfters van 't gene zy ge- (g) Keutb. C. ƒ. 7°-
lh) Zie Mieris Chartert). III. Deel, il. szS.
y) Keurb. B. ƒ. 11.
£p Keurb. D. ƒ. iji vtrfi.
> ■* Haniïv. tl. 1000.
r™i'r?amlv- hL ,S7S-
1758. 4;efo1" vtta d'n °U(i-Raad van Bürgern, van 27 JAn.
CO Handy." ki, IcSj. |
te können oordeelen, of de partyen met de-
zelven overeenkomen. Ook zyn zy verpligt, des verzogt zynde, weekelyks, de pryzen der Tarwe en Rogge aan 't Gildehuis op te geeven, waarna dezelven, door de Overlui- den, aan*'t Collegie tot het zetten en wee- gen van 't Brood, worden bekend gemaakt; De Makelaars in Kruideniers-waaren mogen geene partyen, by hen gekogt, in minder hoeveelheid dan by de Ordonnantie bepaald is, onder de Winkeliers of anderen, verdee- len. Geen Makelaar, noch iemant anders mag eenige openbaare Verkooping aanflaan, uitgezonderd van Huizen, Schepen of ande- re goederen, van Welken, by de Opdragt, de veertigfte, tagtigfte, of andere Penningen moeten betaald worden, dan na dat hy, daar- toe , vooraf, van Burgemeefteren, by Re- queft, verlof verzogt, en het Regt van 't Äalmoeffeniers - Huis, zynde tien guldens van ieder openbaare Verkooping (p), vol- daan heeft. Behalve de Makelaars, mogen de Eigenaars der goederen ook openbaare Verkoopingen houden; doch noch de eenen noch de anderen ooit buiten de Vendumees- ters , en altoos ten overftaan van een' Se* cretaris of gezwooren Klerk. Voor 't aan- flaan eener openbaare Verkoopinge, moet men zig ter Secretarye vervoegen , en al- daar, met de SecretariiTen of Vendumees- ters , bekwaamen dag en uur tot dezelve be- raamen. De Avondverkoopingen beginnen, van den veertienden Maart toe den een en twintigften September, des avonds ten zes uuren, en den overigen tyd van 't jaar, ten vyf uuren, of met het ophouden van de Boomklok. Doch de openbaare Verkoopingen van Wynen gefchieden , van den eerften Maart tot den laatften November, ten zes, en van den eerften December tot den laat- ften February, ten vyf uuren. De Verkoo- pingen by dage moeten, op het uur, by 't iljet uitgedrukt, een halfuur onbegreepen, ehouden worden. Zo de Verkooping gee- en voortgang heeft, of't goed uit de hand erkogt is, moet daarvan, ten fpoedigfte, er Secretarye en aan den Vendumeefter, ennis gegeven worden. Wanneer verfchei- en' partyen, op eenen tyd en plaats, ftaan erkogt te worden,loot men om den voor- ang, of dezelve wordt toegedaan aan den enen, die 't eerft zyn Requeft aan Bürge- x neefteren ingeleverd heeft, of de eerfte in t aanflaan van Biljetten geweeft is. Meer- aaien , is het fluiten van Optie-partyen, aarby zekere premie gegeven wordt, om et in zyne keur te hebben, eenig goed te le-
|
|||||||||||||||||
(p) Zit III. Dtil, IV. B»ik.t il, ï,»8.
|
||||||||||||||||||
IV. Deel.
|
|||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
463
|
|||||||||||
zyn, van tyd tot tyd , verfcheiden', ook Gu-DE
fcherpe Keuren gemaakt. Doch 't getal der- zelven is nog zeer groot. Het Makelaars-Gilde ftaat onder't opzigt
van een' Deken, vyf Overluiden en twee Bosmeefters , die, jaarlyks, op of omtrent den vyf en twintigften Oclober, by Burge- meefteren, uit een dubbel getal, door De- ken,. O ver luiden en Bosmeefteren benoemd, veranderd worden. De Deken en een Bos- meefter gaan, jaarlyks, af, en het eene jaar drie, het andere jaar twee Overluiden. De Deken beklaagt de Overtreeders der Keuren voor de Overluiden en Bosmeefters, die de- zelven in boete beflaan , en zig met dezel- ven verdraagen; doch verpligt zyn, zaaken, die ter hunner kenniffe niet ftaan,den Hee- ren Burgemeefteren voor te draagen. De dienende Deken, Overluiden en Bosmees- ters mogen eikanderen niet nader dan Zus- terlingen beftaan (x). Het Gilde wordt ge- diend van twee Gildeknegts, een van wel- ken zyne wooning heeft in 't Gildehuis, op den Nieuwe-zyds-Voorburgwal, op den Noorderhoek van de Nieuwftraat, alwaar „ eens ter weeke, des Donderdags, Comptoir- dag gehouden wordt. Weinige jaaren na't inftellen van de oud-
fte Ordonnantie voor de Makelaars, werdt ook opgeregt het Kuipers- en Wynverlaaters- *.,»(&'
Gilde, en W' welk, oudtyds, met het S. Eloijenof Smids- tEbs-
Gilde vereenigd geweeft was. De Ordon- &lV nantie, by welke de Kuipers van de Smids gefcheiden werden, is den zeftienden De- cember des jaars 1542 gedagtekend (a). Uit dezelve blykt, dat de Kuipers toen een Al- taar in de Oude Kerke hadden, welk aan den zoeten naam Jezus gewyd was, en welks gedagtenis, nog tegenwoordig , bewaard wordt, in de Zoete-naam-Jezus-fleeg, die tus- fchen de Warmoesftraat en 't Oude Kerks Plein loopt. Uit de gefchiedeniflen deezer Stad van den jaare 1567, is ons reeds ge- bleeken, dat het Kuipers - Gilde genegen was tot de Hervorminge (b). In 't jaar 1601, werdt, voor dit Gilde, eene Bos opgeregt, en het bekwam toen eene uitvoerige Keure (c), die, federt, met verfcheiden' anderen, vermeerderd is. Alle Kuiperswerk binnen de Stad moet, door Gildebroeders of der- zelver Knegts, gedaan worden, met naame het Haringwerk, het open- en toeflaan van Tabaksvaten, en zelfs het kippen van ftok- vifch;
(z.) Handv. hl. i«7s.
(.<) Keurb. Cf. si verfo. (b) Zie II. Deel, VIII. £oe{, hl, 319-
(c) Handv. bl. 1337.
|
|||||||||||
Gilden, leveren of te ontvangen, of niet, aan de
Makelaars verbooden geweeft. Doch dit verbod is, zeldzaam, naargekomen. Ook is het, fomtyds, uitdrukkelyk , ingetrok- ken (q). Voor deezen, plagten eenige Ma- kelaars gemagtigd te zyn, tot het opftellen en drukken van eene weekelykfdie Prys- Courant der waaren, goederen en wifTelen. Zy leverdenze aan de Koopluiden, dieze be- geerden , en gaven 'er een zeker getal van aan den Beursknegt, die 't voordeel, welk 'er van kwam , aan de Nederduitfche Gere- formeerde Diaconie moeft verantwoorden (r). Doch naderhand is, door Burgemees- teren , een' Prys-Courantier aangefteld, die 't voordeel van het drukken der Prys-Courant geniet, en alleenlyk een klein gedeelte van het zelve aan de Diaconie blyft uitkeeren (.?)• Het loon der Makelaaren, Courtage of Ma- kelaardy genaamd, is, in 't jaar 1747, be- paald by eene uitvoerige Lyft, die, nader- hand , in eenige opzigten, veranderd is (t). Van de Wynen, die openlyk geveild, doch niet verkogt worden, genieten de Makelaars, volgens eene Keure van den negen en twin- tigften January des jaars 1754, de helft der Courtage (a). De Makelaars, door Burge- meefteren aangefteld en beëedigd zynde , betaalen, voor Inkomgeld in 't Gilde, veer- tig guldens, en drie guldens voor het ftokje, zynde een gedraaid houten ftafje van een half voet lang, aan 't een einde met zilver bellaagen, waarop hun naam gefneeden is. Volgens de oude Ordonnantie, moeften zy dit Hokje toonen, zo dikvvils als zy eene party flooten (v). Doch dit 's nu genoeg- zaam buiten gebruik. Voorts, betaalt ieder Makelaar , by zyn inkomen, en vervolgens, alle jaaren, nog dertien guldens vier Hui- vers , voor Jaar-, Brand- en Amptgeld, ge- lyk het genoemd wordt (w). Het Brandgeld wordt opgebragt, om daaruit te vinden eene fomme van zes honderd guldens , die het Gilde , jaarlyks , aan de Stad betaalt, om van het brandbhuTchen, waartoe de Make- laars , zo wel als andere Gildebroeders, oud- tyds, verpligt waren, bevryd te zyn (x). De Joodfche Makelaars betaalen het zelfde; doch trekken, behoeftig zynde, niet uit de GildebofTe, gelyk de anderen (y). Tegen zulken , die makelen, zonder door Burge- meefteren aangefteld en beëedigd te zyn, in 't gemeen Byloopers en Ëeunaazen genaamd, f<j) Handy, hl. 1072.
(r) Handy\ bl. j«i . 1064..
(s) Keutbj Q^ ƒ. 41 verfa.
(t) zie Handv. bl. 1681 enz,. Vervolg II. sy enz,,
(tt) Vervolg der Handv. bl, 60.
(v) Handv. bl. 3070.
(w) Handv. bl. 1677,
(x) Handv. hl. 1064.
(^j^Handv. bl. 1S77.
|
|||||||||||
I Boek. KOOPHANDEL. 469
Glt-DEK. vifch; doch dit laatfte mag ook, door de geregt is (k). Tot dit Gilde, behooren al- Gilden,
broodeeters der S:okvi)chkoopercn,gefchie- len, die zig metde VVynkooperye geneeren, den (d). Die van 't Kuipers- en Wyn ver- uitgezonderd, aan de eene zyde, de Gros- laaters-Gilde moeten ook, by 't lofTen van fiers, die niet minder dan agt Oxhoofden Wynen , Brandewyneri, Azynen , uitheem- Franfchen , een voedervat Rynfchen , en fche Bieren, Olie en andere natte waaren, eene pyp Spaanfchen Wyn, en Brandewyn en gebruikt worden (e). Ten behoeve van dit geftookte wateren, by een half ftuk, een Gilde, is het inbrengen van allerlei vaatwerk oxhoofd, of halve pyp, te gelyk, leveren: van buiten , o:n hier te verkoopen, by her- en aan de andere zyde, de Tappers, die haaide Keuren, verbooden. Het vaatwerk, wyn ter fleete, by de kan, fles of mindere welk zekere maat moet houden, gelyk zyn maat, verkoopen. Doch, in de openbaare de Biervaten, Zeepvaten, Haringtonnen enz. opveilingen, mag de Franfche wyn, by 't vac moeten, door een' gezwooren Brander, ge- van vier oxhoofden, verkogt worden, zon- zien, goedgekeurd, en gebrand worden.En der dat de verkooper in 't Wynkoopers- 'c ftaat deezen niet vry , eenige vaten te Gilde behoeft te zyn. De Gildebroeders branden, die van buiten ingebragtzyn (ƒ). mogen niet minder dan agt mengelen Wyn De Biermaat is, hier ter Stede, grooter dan te gelyk verkoopen (/). Ook zyn zy, vol- in de naafte omgelegen Steden. De Ton gens eene Keure van den zeven en twintig- houdt hier zes en zeventig Dordrechtfche ften January des jaars 1757, verpligt, van ftoopen, uitmaakende een honderd en twin- elke ruft Wyn, Brandewyn of Azyn^diezy, tig Amflerdamfche Mengelen: het half vat op hunnen naam, ontvangen, inkoopen, op- veertig Dordrechtfche ftoopen of vier en flaan i verzenden, of overzetten, een' zeke- zeftig Amflerdamfche Mengelen , en het ren ftuiver, ten behoeve van het Gilde, te vierdendeel twee en dertig Mengelen (g). betaalen (in). Niemant wordt in't Gilde Het Gilde ftaat onder 't opzigt van vier O- ontvangen, dan die ten minfte vier jaaren verluiden, van welken 'er, jaarly ks, in Juny, als Wynkoopers-gezel gediend heeft, en twee twee afgaan. Volgens de Keure van denjaa- jaaren Burger geweeft, of eens Burgers Zoon re 1601, moeten de Overluiden, terftond is. De Knegts moeten zig, inden aanvang na dat de twee nieuwen verkooren zyn, twee van hunnen dienfl, by de Overluiden van nieuwe Proefmeefters kiezen, in plaats van 't Gilde , laaten intekenen («). Voor in- twee afgaanden. Die 't Kuipers - Ambagt komgeld, wordt twaalf guldens aan 't Gilde wil oefenen, moet, vooraf, zyne Proef voor betaald, door elk, die Gildebroeder wordt, de Proefmeefters doen, en voor 't hout tot Hy moet,daarenboven, een half aam Fran- de proef, en het opneemen derzelve, het fchen Wyn aan 't Oude -Mannen-huis zenden Gilde voldoen, in gevolge eener Keure Van (0). De Wynkoopers mogen geen ander den zeven en twintigften January des jaars Kuipers werk doen , dan hunne eigen vaten 1757 (#). Het Gildehuis van 't Kuipers- op- en toeflaan , en hoepen om dezelven leg- en Wynverlaaters- Gilde, alwaar de Gilde- gen. Zy mogen geen nieuw Vaatwerkmaa- knegt vrye wooning heeft,ftaat in deBarn- ken ;ƒ>). By eene Keure van den twee en defleeg. Op de Gildekamer, zyn verfchei- twintigften April des jaars 1589, is reeds den' Schilderftukken, waarin dé Overluiden bevolen, dat niemant, binnen de paaien van in der tyd afgebeeld zyn: een van denKonft- 't Oétroi der Stad, op de Ëxcynzen, mag fchilder Arnoldus Boonen, gedaan in 't jaar tappen, dan met byzonder ver.of van Bur* 1710; en twee anderen van den beroemden gemeefteren: en werden die paal. n, by de Jan Maurits Quinkhard (i). De Overluiden gemelde Keure, gefield, buiten de Haarlem- houden hier, eens ter weeke, des Maandags, mer-Poort tot aan Slooterdyk; buiten de van vyf tot zeven uuren, Comptoirdag. S. Antonis-Poort tot aan Ypefloot; buiten Wy voegen, by het Kuipers- en Wyn- de Reguliers-Poort, tot aan het lange Loop- verlaaters-, het veld, en bui ten de Heilige - wegs - Poort, tot x half wege Slooten (q).
ty*xvrlTt Wynkoopers-GildEj De Overluiden van het Wynkoopers-Gil-
*o0^ de zyn zes in getal, van welken 'er, jaar-
Gltt)E.s" fchoon het, eerfl by eene Ordonnantie van lyks, in de maand Oótober, drie afgaan. Zy
den zeflienden Oaober des jaars 1659, op- worden gekooren, zo wel uit zulken, die de Kui-
(d) Zie hier voor, tl. *j8. (k) Handv. il. i48o.
' (<) Handv bl. 13+0, 1**1, ,1+, „4+- (l) Handv. hl. i*so, t+Si, 148a.
(ƒ; Handv hl. 1337, U4.0, !6j)<t (m) Vervolg der Handv */. iij.
\g) Handv. hl. i'*o. (») Vervolg der Handv. hl. 11;.
(h) Keurb- T. f. **■'* *"*/* (>) Handv. hl. 1481.
(»') Van Gool Nieuwe Schouwt, i. Deel, *'• 3°l. II. (t>) Handv. hl. i48a, 1483. Deel. bl. , ,1# {tj ; Handv. hl. 1483.
H. STUK. Ooo
|
||||
IV, Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
47°
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gildsn. Kuipers proef gedaan hebben, als ukzulken, Doch by de laatflgemelde Keure, is aan de gopsSi
die dezelve niet hebben gedaan. Het Gilde- Overluiden gelaaten, zulk een' Gildebroe- huis is in de Koeftraat, alwaar de Overlui- der als zy goedvinden tot Gildeknegt te ge- den , op den zelfden tyd als die van het Kui- bruiken (yj. pers-Gilde, te weeten des Maandags, van De Schilders, Glazenmaakers, Borduur-
vyf tot zeven uuren, Comptoirdag houden, werkers , Beeldfnyders , Tapytwerkers en De Gildeknegt heeft ook vrye wooning in anderen plagten, van ouds, te behooren tot het Gildehuis. Op de Gildekamer, ziet men, het Lieve- Vrouwen- ofMetfelaars-Gilde(z); even als op die der Kuipers en Wynverlaa- doch, in 't jaar 1579, werden deeze Kon- ters, de zes Overluiden in der tyd, in een ftenaars en Handwerksluiden begreepen on- ftuk van Boonen, in 't jaar 1712, en ineen der een afzonderlyk Gilde (a), welk het |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
groot ftuk van Quinkhard, konftiglyk, ge-
|
S. Lucas-Gilde
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fchilderd (r).
Weinige jaaren na de opregting van het
Kuipers Gilde, te weeten in 't jaar 1551, werden de Stillegangmaakers , Klompen- maakers, Leeftenmaakers en Schaatfenmaa- kers, die, tot dien tyd toe, één Gilde met de Chirurgyns hadden uitgemaakt, van dezel |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
genaamd werdt, om dat men, in 't gemeen,
gelooft, dat de Evangelift Lucas een Konft- fchilder geweeft is, en de Konftfchilders de voornaamfte Leden van dit Gilde zyn. De Groffchilders, die tot dit Gilde behooren, moeten, zo zy te gelyk Glazenmaakers zyn, het Inkomgeld wegens beide de Handweg ken voldoen (b)> De Beeldhouwers moeten hunne proef doen, ten genoegen der Over* luiden van S. Lucas-Gilde, eer zy tot Gil- debroeders worden aangenomen (c). Allen, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gib»**
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ven gefcheiden, en tot een byzonder Gilde
opgeregt (s) , welk, tegenwoordig, het Schaatsen-, Leesten- en Klomfenmaa-
kers - Gilde |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XXXIX
Schaat- sen |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lasten- genaamd wordt. In dit Gilde, worden ook die eene pers gebruiken , met naame de
en Klom- ontvangen zulken, die zig alleenlyk met het Speelkaartenmaakers, en de Konft- of Prent |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
PÏKM4A
kers-
Gilde |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
verkoopen van Klompen,LeeftenofSchaat'
fen geneeren (t). De Gildebroeders of Gil« dezufters mogen, met hunne waaren, buiten hunne Woonfteden, niet voorftaan, dan al- leenlyk op de gewoonlyke Marktdagen («). Wanneer 'er meer dan een half duizend hout, welk, tot de handwerken, onder dit Gilde behoorende, gebruikt wordt, aan de markt |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
winkeliers zyn verpligt, zig te begeeven of
onder het S. Lucas-, of onder het Boekdruk- kers-Gilde (d), welk laatfte, voorheen, ook met het S. Lucas - Gilde vereenigd geweeft is. Men mag geene openbaare Verkoopin- gen alleen van Schilderyen, Beelden en Prent- konft aanleggen, dan ten overftaan van den Knegt van 't S. Lucas-Gilde, die de koopen |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
komt, moet van de party omlaage gefchieden zelf moet opgeeven, en ten toon houden,
onder de Gildebroeders, eer zy, door iemant, of doen houden. Ook moet de Catalogus voor zig zelven, gekogt mag worden (y). van zulke verkoopingen, vooraf, door de De Overluiden van dit Gilde zyn vier in Overluiden, worden naargezien; waarvoor getal, van welken, jaarlyks, in de maand aan dezelven vier guldens betaald wordt (*)• 06lober,twee afgaan. Zy houden hun Comp- De Overluiden van S. Lucas-Gilde Zyn vyf toir aan de S. Antonis-Waag, op de Nieuwe in getal, twee Schilders, twee Glazenmaa- Markt; alwaar zy, om de veertien dagen, kers en een Beeldhouwer. Zy worden, jaar- des Donderdags, byeen komen, te weeten, lyks, op of omtrent S. Lucas-dag, zynde den van den eerflen May tot den laatften Oóto- agttienden Oétober, veranderd, gaande als ber, des nademiddags, van vier tot vyf, en dan een Schilder, een Glazenmaaker, en om van den eerften November tot den laatften het tweede jaar, ook de Beeldhouwer af. De April, van drie tot vier uuren. Aan de O- Overluiden mogen niet meer ten lafte van verluiden is, by eene Keure van den vyfden het Gilde verteeren dan drie honderd guldens December des jaars 1749, een honderd en in't jaar (ƒ). De Gildekamer is boven de tagcig guldens in 't jaar uit de Gildekaffe S. Antonis-Waage, daar de Overluiden, alle toegelegd. De Gildeknegt geniet vyftig Saturdagen, van zes tot agt uuren des avonds, guldens \ix>). Voorheen , plagt de jongfte byeen komen. • Gildebroeder, altoos, Gildeknegt te zyn (x). . By |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fy; Vervolg der Handv. bl, 9it
(z.) Keurb. C. ƒ- 4-4. (a) Handv. bl. I36S. ■374- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(r) VAH GOOI. Nieuwe Schouwb. 1. Deel, bl. 301. II.
Deel, bl, uz. \
(1) Handv. bl. 1310.
(t) Vervolg dtr Handv. bl, 92.
(u) Handy, bl. 13II. Vervolg, bl. ji.
(v) Handv./»/. uu.
(v) Vervolg der Handv. bl. 9Z , jij.
(x) Handv. bl. 1311.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(c) Handv. bl. i
(d) Handv. bl.(«J Han.lv. bl,
voig, bl. 99-
(f) Veivulg d,
|
1374.
1368, 13«S»> IJ7° , I371» %i1i'
Handv. bl, $9, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ver-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||
KOOPHANDEL.
|
|||||||||||||||||||||||
4?I
|
|||||||||||||||||||||||
0;
|
^en. By het S. Lucas-Gilde, voegen wy het
|
||||||||||||||||||||||
dens tien Huivers betaalende (m). By eene Cilde».
|
|||||||||||||||||||||||
f°EK-
><COO- vEHs -m
Smis |
Boekverkoopers-, Boekdrukkers- en
Boekbinders - Gilde , welk, met het zelve, vereenigd plagt te zyn;
doch op den twintigflen January des jaars 1662, van het zelve afgefcheiden, en tot |
Keure van den negenden July des jaars 1750,
is hun, voor hunne moeite en verteering, twee honderd en vyftig guldens, uit de Gil- dekafTe, toegelegd («). Onder de Gilden, die reeds in de zeflien-
|
|||||||||||||||||||||
de eeuwe in wezen waren, moet ook geteld
|
|||||||||||||||||||||||
een öyzonder Gilde verklaard werdt (g).
Niemant mag, volgens eene Keure van den zesden February des jaars 1685 > de neering van Boekverkoopen, Boekdrukken ofßoek- binden, hier ter Stede, beginnen, dan die* vier jaaren, by een' en den zelfden meefler, gewoond heeft (A). De Boek- en Plaatdruk- kers mogen ge'ene meer boeken of plaaten drukken, dan hun worden aanbefleed (i). Ook mogen geene boeken, by openbaare opveilinge, verkogt worden, dan by affter- ven of infolventie van den Eigenaar, of wan- neer iemant de Boekneering verlaaten wil. En die, in 't laatfle geval, zyne Boeken of Prentkonft verkogt heeft, mag geen open winkel doen, dan na drie jaaren verloops. By eene Keure van den agt en twintigften January des jaars 1761 , is verbooden, on- gebonden boeken, nevens inboedels, in 't openbaar, te verkoopen (£). De Catalogus van de Boeken, Letters of Plaaten, die men in 't openbaar verkoopen wil, moet, ten minften agt dagen voor de verkooping, aan de O verluiden geleverd worden, die gehou- den zyn, onderzoek te doen op den eige- naar, en de gelegenheid der Verkoopinge, en daarvoor vyf guldens genieten. De Gil- deknegt woont de Verkoopingen by , en geeft de koopen op. Het opveilen van on- gebonden of gebonden Boeken, in byzondere byeenkomflen van Boekverkoopers of ande- ren, onder wat voorwendfel het ook zyn moge, is, by herhaalde Keuren,verbooden. Doch deeze Keuren zyn, dikwils, overtreden, zo wel als die tegen het omloopen met lied- jes , nieuwe tydingen en andere gedrukte fchriften, dagelyks, overtreden worden (/). De Overluiden van dit Gilde zyn vyf in ge- tal , drie Boekverkoopers, een Boekdrukker en een Konfl- of Prentverkooper. Zy wor- den , jaarlyks, op den twintigflen January, veranderd.De Gildekamer , alwaar zy, eens ter weeke, des Maandags, ten zes uuren des avonds, byeen komen, is boven de groote Vleefchhal Doch men kan hen ook buiten- gewoon doen vergaderen, mids hun, daar- voor, volgens de Ordonnantie van den ne- genden November des jaars 1663, drie gul- (g) Handv. hl. tïI7.
(*>) Vervo;g der Handv. hl, yj.
(') Handv. b-l. 121«, izis».
(k.) Keurb. U. f. 9
V) Handy, hl. Uli, ui», Ulo, i3(!t>,30, II701H71.
|
worden het
TlNNËGlETERS-GlLDÊ, XL1I,
TlNNE-
de oude Ordonnantie voor het welke, den gieters-
dertienden January des jaars 1573 > gedagte-GlLDE» kend is. De Tinnegieters draagen, in de- zelve, ook den naam van Kannenmaakers (0). De Kannendekkers en Lepelmaakers, enzul- ken, die Tin verhuuren, behooren ook on- der dit Gilde* Ook plagten 'er de Glazen- Kannen- en Aardenwerks-vefkoopers toe te behooren. Op het alloi, of de gehalte, van het "Tin > welk hier ter Stede alleen mag ver- werkt worden, zyn, van tyd tot tyd, ver- fcheiden'Keuren gemaakt, waarby, onder1 anderen, aan de Overluiden magt gegeven wordt, om, in de Tinnegieters-winkels, op de deugd van het Tin, welk aldaar verwerkt wordt, onderzoek te doen (/>). Men ver- werkt hier vierderlei foort van Tin, te wee- ten, Bloktin, fyn Roostin, Keur- Tin, en klei- ne Keur-Tin. Het Bloktin is het fynfle, en geheel zuiver. Het wordt gemerkt meteen' Engel: waarby, door fommigen, ook Stads wapen gevoegd wordt. Het gewoone fyne Tin, Roostin genaamd, om dat het met eene Roos gemerkt is, moet op de honderd pond vier en negentig pond van 't fynfle en zui- erfle Bloktin en zes pond lood houden: en t gewerkte of verkogte Tin mag niet meer an een aas van deeze gehalte verfchillen. och het Keur-Tin, welk met Stads wapen emerkt is, mag op de honderd pond twee n negentig pond van het gemelde Roostin n agt pond lood houden (q). Hetgeringfle oort van Tin, welk met Stads wapen ende etters KK., dat is, kleine Keur, getekend is, ag drie aazen minder zyn, dan het voor- emelde Keur-Tin. Doch van dit tweederlei eur-Tin mag geen ander Tinwerk gemaakt orden, dan Diflilleer Slangen en Helmen, offerpotten, Bier- en Wynkannen zonder ypen, Klifleer-Kannen en Spuiten, Treg- ers , Inktkokers, Lepels en Kargazoen- erk (r). Elke Tinnegieter mag zyn byzonder erk op zyn Tin zetten, mids het aan de eurkamer bekend zy. De Overluiden van het
(m) Handv. hl. 1119, 1210.
(n) Vervolg der Handv. hl. J%.
(0) Handv. II. 1441.
(p) Vervolg der Handv. hl. nc>
(q) Handv. hl. 1447.
(r) Handv. hl. 144s.
|
||||||||||||||||||||||
OOO 2
|
|||||||||||||||||||||||
A M S T E R D A M S IV. Deel.
|
|||||||
47 »
|
|||||||
rnnBN het Tinnegieters-Gilde zyn drie in getal, myle buiten de Vryheid, of binnen de Stad Gil*
onder welken een Keurmeefter is. Zy wor- koopen, moeten zy vier penningen van de den, jaarlyks, in de maand November,ver- gulden, ten behoeve van tGilde, betaalen, anderd De Gildekamer, alwaar zy, op den welken, door den gegen, die, van wege t eerften Maandag in elke maand, byeenko- Gilde, tot het doen van den inkoop ,uitge- m^n plagt, in de voorgaande eeuwe, te zyn zonden wordt, moeten worden opgehaald, in een bovenvertrek van den Schreijers-too- Die in gebreke blyft, om zyn aandeel in ge- ren • doch is, federt, in den Haringpakkers- kogte teenen te voldoen, krygt geene'ken- tooren verplaatfl, alwaar zy nog tegenwoor- nis, dat 'er nieuwe omlaage van teenen zyn d- js zal. Zyne fchuld wordt door t Gilde vol- j_je't daan, welk hem, deswege , in regte kan
aanfpreeken. Alle koopers moeten hunne
Glazen - Kannen- en Aardenwerks- kooppenningen, binnen veertien dagen na Glazen- verkoopers - Gilde , den koop, den Overluiden in handen ftel- Kannen- ,, met.het Tinnegieters-Gilde plagt ver- len. Het inbrengen van vreemd Manden-
b"n-AR" eenigd te zyn, werdt, by eene Keure van werk is by herhaalde Keuren, verbooden, weeks- den agttienden February des j aars 1676, van mogende het zelve, ook door de Gildebroe- vERKoo- jjet zelve afgefcheiden, en tot een Gilde op ders, met worden opgekogt> om het weder- £"' zig zelve gemaakt (j). Sedert, zyn 'er ver- om te verkoopen (j> t Staat met vry, fcheiden' Keuren afgekondigd , tegen het Mandenwerk by de huizen te koop te draa- verkoopen in't klein van glazen , kannen gen. Zelfs mogen de Gildebroeders met en aardenwerk, door vreemden,en doorin- meer dan twee derdrie weekelykfche Markt- gezetenen, die geene Gildebroeders zyn (0- dagen des Maandags en des Vrydags, met be Overluiden van dit Gilde zyn vier in hun Mandenwerk , op de Mandenmarkt getal, en worden, jaarlyks, in 't begin van voorftaan (z). De Mandenmaakérs-rys en December, veranderd. Zy houden, volgens ukkenboffen mogen, niet dan in beflooten eene vergunning van Burgemeefteren van plaatfen, worden opgeflaagen f>).De O- den iaare1683 («), hunne Gildekamer bo- verluiden van t Mandenmaakers-Gilde wa- ven de groote Vleefchhal, alwaar zy, eens ren, eértyds, rnaar drie (V)\; doch zyn nu ter weeke, des Saturdags ten zes uuren des vier in getal. Jaarlyks, m t begin van No- avonds, byeen komen. By eene Keure van vember, gaan er twee af, in welker plaats, den zettenden-Maart des jaars 1752,is hun, op de gewoone wyze, twee anderen gekoo- voor hunne moeite en verteering, jaarlyks, ren worden. Zy houden hunne Gildekamer drie honderd guldens uit de Gildekaffe toe- in den Hanngpakkers-tooren, daar zy, eens gelegt De Gildeknegt geniet een honderd ter weeke, des Maandags, van twee tot drie euldens; twaalf guldens voor een Nieuwjaar, uuren, byeen komen; doch den eerften Maan- en twaalf guldens voor 't opnaaien van 't dag in elke maand, totvyf uuren zitten,om Gildegeld in 't jaar , behalve nog eenige de Jaarzangen, en 't gene de Gildebroeders kleine voordeden Cv). verder fchulchg m0Sten z?n te ontvangen. T11 Weinige iaaren na de opregting van het de voorgaande eeuwe, plagt de Mandenmaa-
tinnegieters-Gilde, te weeten in den jaare kers - Gildekamer te zyn boven het Wagthuis i<8ó, is ook opgeregt het aan denRegulièrs-tooren(0,nu de herberg J de Munt. By eene Keure van den twaalfden
XL1V Mandenmaakers-GildEj Maart des jaars 1750, is den Overluiden ,
Manhen- , , ,n ^ j • 1 1 voor hunne moeite, een honderd guldens's
maakek" zy^de oudfte Ordonnantie voor het zelve, ars ^ de GiIdekaffe toegelegd. Zy genie«
Gilde. den dertienden December des gemeldenjaarsiJ daarenboven, tien guldens van elkeri gedagtekend (w;. De Mandenmaakers mo- ^ j. (d> De jongde Gildebroeder is gen, volgensdeezeUrdonnantie, geene tee- akoos Gifdeknegt. Hy geniet een gulden nen koopen, binnen eene myle rondsom de yan e]ke teenen> tot he£ koo & ^ Vryheid deezer Stede. En zelfs geene tee- wdke hf de Gildebroeders famenroept; wei-
nen, die hier te koop worden gebragt, dan k lden hem door den verkoopt be- na dat alle de Gildebroeders, door den Gil- g word). , C. r dekiiegt, daartoe geroepen zyn geweefl O). w" jje
Van de teenen, die zy of verder dan eene
\ (y) Handy, bl. 137J>137«, 1377 j 1378. Vervolg»'*'. ts<öi
(s) Handv. )bl. 144«. (*■) Handv. hl, U76.
('t) Handv./bl. 1450. Vervolg, bl. 509, 110,^111. (") Keurb. T. ƒ. i$6.
(») Groot/Memor. A7. Vil./. <,%. <b) Handv. *'. '37J.
f>) Vervolg der Handv. bl. 110. (c) Aant. van Schepen SCHAÈP. MS. N. *.
(w) Handv. bl. IS75. • id) Vervolger Handv. bl. 100.
(x) Handv. bi. »7J» l') Handv. */. hts, 1378.
|
|||||||
I. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
K O O P H AN D E L,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
473
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Vlot- Steiger- en Roeifchuitehvoer- ftrektheid van 't regt van fommige Steigers Gn.Df.rn
ders zyn, ongetwyfeld, reeds in de zeftien- is, door Burgemeefteren, bepaald Dat van de eeuwe, en mogelyk al eerder, onder een den Kamper-fteiger ftrekt zig tot aan de of twee Gilden, begreepen geweeft, fchoon noordzyde, en dat van denHoofdfteigertot 'er mygeen blyk van voorgekomen is. De aan de zuidzyde van den Nieuwendammer opkomende Koophandel der Stad heeft deeze fteiger (&). En volgens eene Keure van den foort van arbeiders, al vroeg, noodzaakelyk dertigften January des jaars 1766, moeten de gemaakt. Zy dienen, gelyk men weet,om Steiger- ofZolderfchuiten, aan de Ooft-,en perfoonen en goederen van allerlei foorten, de Roeifchuiten, aan de weflzyde van den van en naar boord * en van de eene naar de Kamperhoofds- of Kraansfteiger leggen; mo- andere plaats in de Stad te vervoeren. Te- gende de laatften, alleenlyk by gebrek van genwoordig, en federt lang, zyn zy in twee andereplaats, aan de ooftzyde leggen, of Gilden onderfcheiden : het Roei- en Stei- bl yven leggen (/). De Gildebroeders z'yn > gerfchuitenvoerders-Gilde en het Vlotfchui- van ouds, verpligt geweeft, te brande en te |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
G*
|
LDIN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
byte te komen. Hiertegen is hun, van Stads
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ten voerders- Gilde. Het
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
P „ ^...... wege, vergund, by beflooten water »ysbrug-
Roei-mSteiger-Schuitenvoerders^Gilde genteleggen, over welken men van den
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
PlV.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
is het grootfte, en, waarfchynlyk, ook het ^aI °P ,z ys komt. Het voordeel, hiervan
oudfte Tot het zelve, behooren niet alleen bomende, wordt, tuffchende Gildebroeders |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
be!!0EEi zulke
|
Gildebroeders, die groote of kleine aande verfcheiden fteigers,gelykelyk, ge-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Roeifchuiten hebben, dienende om perfoonen °^T^n\ Va? eJke fcTc> die door een'
en goederen te vervoeren; maar ook zulken, Crildebroeder gekogt wordt moet vier pen- die Steigerfchuiten houden, dienende, voor- ningen van de gulden in de Gideboffe betaald naamlyk, tot het van of naar boord voeren ™°ld(\n> de helft door den kooper, en de van Koopmans-goederen. Zy worden, niet neJf c do°r de" verkooper (n). Eene Weduwe éelyk de voorgaanden, met riemen, maar eens Gildebroeders, haars overleeden mans* met haaken en boomen beftierd, en draagen f™« > door.een knegt, willende laaten voe- den naam van Steigerfchuiten, om dat zy hun- ren' is verpligt, hem aan het Gilde aan te ne gewoonlyke Legplaats hebben aan Stei- Seeve" 0Q- Doch onvrye perfoonen mogen eerf die hier en daar in de Stad, met naame feene Roel"noch Steigerfchuiten voeren (/>). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
p ' . _<,,.. _____1 ._____j__TT___.-
|
er vyf Overluiden van
"er, veele jaaren agtereen, tien geweeft. Doch in en kort na 't jaar 1666, is het getal wederom op vyf en een' Deken verminderd, tot dat het, in 't jaar 1668, andermaal op tien gebragt werdt (4). Tegenwoordig, zyn 'er maar negen, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lang den Y-kant, gevonden worden. Voorts,zyn zy wyder en langer dan de Roei-fchui-ten; doch zo lang niet als de Vlotfchuiten,
die ook geen boord hebben, gelyk de Stei- gerfchuiten. De oudfte Ordonnantie voor het Koei- enSteigerfchuitenvoerders-Gilde, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
welke my is voorgekomen, is van den der- „-, .-.- ,. ■ , ~
tienden Tuny des jaars 1613 (ƒ)• Elke Gil- vaI? weIken h/c eene jaar vyf, en het ande
dehroeder mag maar ééne fchuit bevaarenfe). 'e)w ™* afgaan. Zy worden, mt de Gil |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Niemant buiten 't Gilde mag, met zyne ei-
|
ren
|
^^if^^Jt^^^ 9*?°
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gene fchuit, goederen naar of van boord
voeren. De Schippers alleen mogen zig, om 't gene zy tot hunne uitrufting en garnie- ring behoeven aan boord te brengen, van hunne eigene Sloepen en Booten bedienen. De Teerkoopers, hunne eigene fchuiten wil- lende gebruiken, zyn verpligt, het Gilde |
op of omtrent den vier en twintigften
Juny. Hunne Gildekamer is onder de Nieu- we Brug,aan de binnenzyde, daar zy, eens terweeke, des Saturdags ten vier uuren, Comptoirdag houden , en vyftig guldens 's jaars ten lafte van 't Gilde verteeren mo- gen (r). Het Gilde heeft twee Gildeknegts, Het |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
te koopen "*"
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^^^^^^^^^^^^^^^
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Schuitenvoerders geene waaren laaden, noch Vlot-Schuiténvoerders
lofTen. Doch 't ftaat den Roeifchuitenvoer- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
LD E XLVI,
Vlot- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GI
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
deren vry, des Zondags, met volk, uit fpee- is, vermoedelyk, jonger dan het Klein of Schoi-
len te vaaren, of volk aan en van boord te Roei- en Steigerfchuitenvoerders - Gilde , T£nvoê*. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
voeren. Maar zy mogen geen volk aan-
neemen buiten hunne Steigers; noch volk aanfpreeken om te vaaren, welk reeds door een' ander' aangefproken is (i). De uitge- |
fchoon de oudfte my bekende Ordonnantie qJJ^
voor
(k.) Vervolg der Handv. bl. 10».
(I) Keüib. U. ƒ. <So verfo.
(m) Handv, bl. i+ü, 14.13 , 1414.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(n) Handv. bl. 1410.
(oj Keurb. T. ƒ ïj«.
(p) Keutb. V. ƒ. 45 vtrß.
(q) Handv. bl. 1421 , 14*1-, I4Ïïk
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eft Handv. bl. i+io.
(.S) Handv. bl. H*Ä-
C>) Handv. bl. I4i$ > 14*«, «s>j.
(') Handv. bl. 1+10, «4"-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(r) Vervolg 4»r Handv. bl. jog,
Ööo 3
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
f
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IV. Deel.
|
|||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
474
|
|||||||||||
van ieder Gildebroeder, die niet met een' Gp-^
Gildebroeder te begraaven gaat Qz). Ten dienfte van den Koophandel en
Scheepvaart,is, hier ter Stede, waarfchyn- lyk reeds in de zeftiende eeuwe, opgeregt geweeft een LootsmaNs-Gilde, Xlvl'
LooTS-
voor welk men eene uitvoerige Ordonnantie mans^
vindt van den een en dertigften Maart des GlU° jaars 1632 («). By eene Keure vandenvyf- den February des jaars 1698 , is het getal der Lootsluiden, die dit Gilde uitmaaken , op vyftig bepaald, vyf en twintig, om Texel, en vyf en twintig om het Vlie uit en in te lootfen. Doch behalve deezen, zyn, voor ieder' ftroom, nog tien Noodhulpen aange- fteld, om, by gebrek van vafte Lootsluiden, dienft te doen (b). Alle Schippers, die hier laaden, zyn gehouden, Poorters en Gilde- broeders tot Lootfen aan te neemen, behal- ve wanneer zy alleen hunne eigene of hun- ner Reederen goederen inhebben. Ook zyn zy niet verpligt, een' Loots te neemen, wan- neer zy alleen met ballaft in zee willen. De Lootsluiden moeten, dagelyks, in 't Loots- mans-huisje aan den Haringpakkers-tooren, op hunne beurt pallen, en, by de pen af, den Schipperen, die hen, een dag van te voo- ren, moeten komen waarfchuwen, ten dien- fte ftaan. Het loon der Lootsluiden is, by de Keuren, bepaald, en wordt gerekend naar de diepte, die de fchepen gaan, en naar den ftroom, welken zy uit- of ingelootft worden (c). Ook is, by eene Keure van den der- tigften January des jaars 1750, vallgefteld, hoe veel Lootsgeld betaald moet worden , wanneer een fchip, gedeeltelyk zeewaards gebragt zynde, door ysgang, genoodzaakt wordt, te rug te keeren (d). Een Loots- man, die, door verzuim, flof heid of kwaade giffing, een fchip aan den grond zeilt, kan, na voorgaande kenniffe, afgezet, en zelfs aan den lyve geftraft worden (e). De Loots- luiden van den Texelftroom, hier ter Stede, hebben, in 't jaar 1742, eene Weduwen- Bos opgeregt, waaruit vyf Weduwen van vafte Lootsluiden op den gemelden ftroom een gulden en tien ftuivers ter weeke trek- ken können (ƒ). De Overluiden van hec Lootsmans - Gilde zyn vier in getal, waar- van 'er, jaarlyks, in January, twee afgaan. Zy houden hun Comptoir aan den Haring- pakkers-tooren; doch hebben geeneii vaften tyd
(z.) Vervolg dir Handv. il, log.
(a) Handv. tl. 1497.
(I>) Handv. bl. 15c».
(c) Handv. bl. 1497,1499,1498,1499,150011501,
(d) Vervolg der Handy, bl. lil.
(c) Handv. bl. 1497. Zit —K Keurb. T. f. 249 verft.
\f) Handv. tl. ijoi. |
|||||||||||
«ilden. voor het zelve, reeds den agttienden Janua-
ry des jaars 1589, gedagtekend is (»• De Vloifchuiten, die geen boord hebben, wor- den, voornaamlyk, gebruikt, tot vervoe- ringe van allerlei Wynen , Houtwaaren , zwaare vaten, marmeren en andere fteenen blokken, en diergelyke koopmanfchappen. In 't jaar 1688, werdt gekeurd, dat het ge- tal der Vlotfchuiten, op een honderd vyf en zeventig bepaald zou zyn, en dat,byaf- ftand of verllerf van eenen Vlotfchuiten- voerder, iemant, die in zyne plaats in 't Gilde kwam, gehouden zou zyn, zyne Vlot- fchuit, naar de fchatting der Overluiden , over te neemen (f). Een Gildebroeder mag niet meer dan ééne Vlotfchuit voeren: en by aankoop van eene Vlotfchuit, moeten de kooper en verkooper een duit van ieder gul- den , ten behoeve van de GildebofTe, betaa- len (k). Doch die zyne Vlotfchuit buiten de Stad koopt, of Jaat maaken, betaalt zes guldens aan 't Gilde. Die in eenig ander Gilde is, wordt in 't Vlotfchuitenvoerders- Gilde niet aangenomen (v). Geen Vlot- fchuitenvoerder mag vragt aanneemen, of om vragt werpen, zo lang hy nog gelaaden legt. Doch indien de Koopman wagten wil tot dat hy los zy, mag hy zyne fchuit, fchoon nog gelaaden, verhuuren. Hy moet, ge- laaden leggende,by zyne fchuit blyven; en, alzo hy by den dag betaald wordt, den Koop- man, den gantfchen dag, ten dienft ftaan. Ook moeten de Vlotfchuitenvoerders zo dik- wils verfchieten als 't hun belaft wordt, mids daarvoor telkens twaalf ftuivers genieten- de , die, door den kooper, betaald worden (w). Volgens eene Keure van den vyf en twintigften January des jaars 1759, wordt aan de behoeftige Gildebroeders vyftig, in de plaats van twee en veertig ftuivers, ter weeke uitgekeerd (x). De Overluiden van 't Vlotfchuitenvoerders - Gilde zyn vier in getal, van welken 'er, jaarlyks, in January, twee afgaan. Zy houden hun Comptoir, ins- gelyks , onder de Nieuwe Brugge aan de binnenzyde, daar zy, eens ter weeke, des Zondags, plagten te vergaderen; doch nu, volgens eene Keure van den derden Februa- ry des jaars 1699, des Saturdags , van vier tot zes uuren na den middag, zitdag hou- den (j). Zy genieten, jaarlyks, voor hunne moeite en verteering, twee honderd guldens uit de Gildekaffe. De Gildeknegt trekt ze- ven en vyftig guldens 's jaars, en een ftuiver (s) Handv. W. 1417.
(t) Handv. il. i4jz.
(a, Keurb. B, ƒ. 14.
(v) Handv,bl. mg , 1419.
(k) Hand/ bl. 1417, i+i9 , !4jo, 1431, 143+.
f ar) Keurb. T. ƒ. 141 verfo.
(j) Handv. tl. 14*7, i4iy, I4JO. 14JJ.
|
|||||||||||
I. Boek.
|
|||||||||||||||||||||
KOOPHANDEL.
|
|||||||||||||||||||||
475
|
|||||||||||||||||||||
^Dfiw. tyd van vergaderen. By eene Keure van
den zes en twintigften January des jaars 1750, is hun twee honderd en vyftig gul- dens 's jaars, voor hunne moeite en vertee- ring, toegelegd. De Gildeknegt of Boek- houder, voor wien, weinige jaaren gelee- den, een huis op de nieuwe Haarlemmer- Huis getimmerd is, trekt drie honderd en zeitig guldens 's jaars uit de GildekafTe, en geniet, daarenboven, drie Huivers van ieder Loots, die befteld wordt; welke drie Hui- vers , door de Schippers, betaald worden (g). Gelyk de twee Gilden van Schuitenvoer- ders , voornaamlyk, dienen, om Koopman- fchappen te water te vervoeren; zo is, tot het vervoeren van Koopmanfchappen en Perfoonen, met paard en lleede, waarfchyn- lyk insgelyks reeds in de zeftiende eeuwe, opgeregt het |
Omtrent de Waagen, zyn ftallingen opgeflaa- gildeh.
gen, daar de Sleepers hunne paarden, by dage, plaatfen können; ook pompen, waar- uit zy de paarden können drenken. Doch zy moeten zorg draagen, dat zy, des Zondags, den Dam en andere plaatfen , omtrent de Waage, met hunne fleeden en paarden, niet belemmeren, en ten dien einde, de paarden en fleeden, des Saturdags, naar huis bren- gen (o). Op het ryden langs enge en dik- wils belemmerde wegen, zo met fleeden als met andere Rytuigen, zyn, van tyd tot tyd, verfcheiden' Keuren gemaakt. Die van de Verkens-fliüs naar den Dam of daaromtrent wil, moet door de Halfteeg; en die van om- trent den Dam naar de Verkens - (luis wil, door de Pylfteeg, ryden. Die op't Rokin omtrent de Nieuwe - zyds - Kapel wil wezen, moet, van de eene en de andere zyde, heen en we- |
||||||||||||||||||||
der, door de Kal verftraat, en door eene der
Kapelfteegen, naar en van het Rokin ryden. Die van omtrent de Oude Brug naar denOu- de-zyds-Voorburgwal wil , moet door den Niezel, en die van den Oude - zyds - Voor- burgwal naar de Oude Brug wil, door de fteegen bezuiden den Niezel, ryden. De Ou- debrugfteeg tuflchen 't Water en den Nieu- wendyk mag niet bereeden worden , dan door zulken, die van 't Water komen. Die van den Nieuwendyk naar 't Water wil, moet door de Vrouwenfteeg ryden. Die uit • de Molfteeg de Jan - Rooden - Poorts - Too- rens - brugge over wil, moet langs den bin- nenkant of Zuidweftzyde , en die van de weftzyde van den Singel, of uit de oude Lelieftraat de Toorerjfteeg in wil, den bui-* tenkant of Noordooftzyde van den Tooren langs ryden. Binnen de paaien van de Re- guliers- of Botermarkt, mag in't geheel niet gereeden worden, en tuflchen twaalf en half twee uuren ook niet door de Beursfteeg (p). Het loon voor de Koetsfleeden, 't zyze by 't uur, of eenen geheelen dag, of met een of meer perfoonen ryden, is, by verfcheiden' Keuren, bepaald (q). Volgens eene Keure van den zeven en twintigften January des jaars 1757, moeten alle de fleeperstuigen, met eenzigtbaar koperen nommer, gemerkt zyn CO- De Gildebroeders van het Sleepers- Gilde zyn, van ouds, verpligt geweeit, te byte te komen. Eene Sleepers-Weduwe,zo lang zy Weduwe bly ft, mag, met een enkel paard en fleede, voor haar, laaten fleepen (s). De Overluiden van het Sleepers - Gilde zyn vier in getal. Jaarlyks, in 't laatit van (') Handv. il. i4!j.
(f) Handv. il. 733, loss, ie*«-» i°87.
tl) Zie Handv. tl. 1437> '438. '
(r) Keurb. T. ƒ. "«•
{>) Handv. tl. WS, '43?-
|
|||||||||||||||||||||
Sleepers-Gilde.
|
|||||||||||||||||||||
■üs.
|
|||||||||||||||||||||
De oudlle eenigszins uitvoerige Ordonnan-
ce, tie voor hét zélve, my bekend , is egter eerft van den elfden January des jaars 1602 (jti). Tot dit Gilde behooren niet alleen zul- ken, die goederen en perfoonen, om loon, van de eene plaats naar de andere fleepen; maar zy, die paard en fleede houden, tot het fleepen der waaren, welken zy verkoo- pen en bearbeiden, zyn ook verpligt het Slee- pers-Gilde te voldoen. Zodanigen zyn Brou- wers, Bierbefchooijers, Grutters, Vleefch- houwers, Steenkoopers, Steenhouwers, Ka- landerers, Kooren-Molenaars en anderen, die egter geene vragten voor burgers mogen aanneemen («')• De eigenaars van Koetsflee- den, geene Sleepers zynde, mogen dezelven niet uitleenen, om een Paar ter trouwe, of een kind ten doop te ryden, zonder, voor- af, een verlof briefje van 't Sleepers-Comp- toir gehaald, en twee guldens tien Huivers aan 't Gilde betaald te hebben (T). DeKrui- jers, die in geen Gilde zyn, mogen geene goederen naar of van de Waage voeren, en geene Kruij wagens met twee wielen hebben CO- De Sleepers mogen hunne fleeden niet laaten ryden door perfoonen onder de een en twintig jaaren, noch door zulken,die 't ry- den niet verflaan. Ook mogen zy, op hun- ne fleeden, niet ffoan noch zitten, noch by dezelven Tabak rooken (m). Enkele reizen nogtans, hebben Burgemeefteren eenen flee- per, ter oorzaake zyner onpaflelykheid, toe- geftaan, op zyne fleede te mogen zitten (n) (g) Vervolg dir Handv. il, ilt,
(h) HandvT il. J434'
(') Handv. il. 1<>S6, 1437, '43» , 1440.
(A.) Vervolg der Handv. tl. I09.
y) Handv. il. 10SS.
(») Handv. 11, iogj. I°87i »43 J. Keurb. V. f. «f.
(») Greot-Memor. N. V. ƒ. ij verft.
|
|||||||||||||||||||||
IV. Deel»
|
|||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||
47Ó
|
|||||||||||||||||||||||||||||
GU.DEU.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Gilde». July, gaan 'er twee af. Zy houden hun Comp-
toir aan de Nieuwe Kerk bezyden 't Stad- huis, daar zy, eens ter weeke, des Woens- dags , van twaalf tot twee uuren, byeen komen. Het loon van den Gildeknegt is, in 't jaar 1764, met honderd guldens, ver- hoogd (t). Wy komen, eindelyk, tot drie der jong'
fte Gilden , die, eerft in de voorgaande eeu- we , zyn opgeregt. En hier komt ons eerft voor het XLIX. HoEDENMAAKERS-GtLDEj
HOEDEN-
MAakers* welk . jn ,t jaar IÖ2 j ^ js opgeregt (ö); fchoon
|
|||||||||||||||||||||||||||||
de Lintmolens (b), dezelfde, zo 't fchynt, die,
naderhand, Overluiden van het PaJJement- en Lintwerkers • Gilde genoemd zyn. By eene Keure van den dertigften January des jaars 1709,is aan de Gildebroeders van dit Gilde verbooden, meer dan ééne winkel te mogen hebben. Vreemden, hier Linten of Paffe- menten willende komen veilen, moeten daar- toe verlof vraagen van het Gilde, en voor eiken dag, die dit verlof duurt, tien Hui- vers ten behoeve van het Gilde betaalen (c). Op het bègraaven der Gildebroederen, is, in't jaar 1762, eene nadere Keure gemaakt (d). De Overluiden van het zelve zyn vier in getal, van welken 'er, jaarlyks, in De- cember , twee afgaan. Zy plagten hun Comp- toir te houden in de eerfte Blomsdwarsftraat; doch houden het, federt eenige jaaren, in de Tuinftraat, boven de Corps de Guarde der Ratelwagts. Zy komen hier, om de veer- tien dagen, des Maandags, van vyf tot ze- ven uuren, byeen. By eene Keure van den negenden July des jaars 1750, is hun een honderd guldens in 't jaar, voor hunne moei- te en verteering, uit de Gildekaffe toege- legd. De Gildeknegt trekt, jaarlyks, drie en tagtig guldens', en een' ftuiver van zul- ken, die niet met een' Gildebroeder te bè- graaven gaan (e). Een der jongfte Gilden, welken hier ter
Stede zyn opgeregt, is het Compassenmaakers- en Zeilen-
MAAKERS-GlLDE.
De Compaffenmaakers hadden hier hun hand-
werk veele jaaren geoefend , zonder onder een byzonder Gilde te behooren , fchoon menze, onder S. Lucas-Gilde, betrekken wilde (ƒ). Doch by eene Keure van den dertigften January des jaars 1664, werden zy tot een Gilde gebragt. En naardemaal eenige Zeilenmaakers zig ook met het maa- ken en verkoopen van Compaffen geneer- den , werden de Zeilenmaakers in 't gemeen, by eene Keure van den negen en twintig- ften Auguftus des volgenden jaars, met de Compaffenmaakers^ in één Gilde famenge- voegd (g). Voor ieder byzonder handwerk is eene proef gefield. En zonder dat iemant den tyd van drie jaaren by eenen Meefter- Compaffenmaaker gediend, en zyne proef gedaan heeft, ftaat hem niet vry, Com- paffen, Nagtglazen, Vleugels, Vlaggen en 't gene meer tot het Compaffenmaakers- hand-
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Gilde.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
het handwerk blykt, hier reeds, in 't jaar
1529, geoefend te zyn (ti). De oude Or- donnantie voor het Gilde is, by eene Keu- re van den negen en twintigften January des jaars 1740, in meer dan één opzigt, ver- anderd en verbeterd (w). Ten behoeve van dit Gilde, is het voorftaan en omloopen met oude opgemaakte Hoeden verbooden , en bepaald, hoe groot de koopen zyn moeten van Hoeden, die, by openbaare opveilinge, worden verkogt (#). Tegen de baldaadig- heden en famenrottingen der Hoedenmaa- kers - knegts, zyn ook verfcheiden' Keuren gemaakt, tot welker naarkominge, zy zig, by ondertekeninge op 't Comptoir der O- verluiden, verbinden moeten (y).DeOver- luiden zyn vier in getal, en worden, jaar- lyks, op of omtrent den tienden Auguftus, veranderd, wanneer 'er drie afgaan, en maar één aanblyfc (z). Zy houden, om de vier weeken , des Maandags, Comptoirdag, in een vertrek van den Haringpakkers - tooren. By eene Keure van den zeftienden Maart des jaars 1752, is hun, voor hunne moeite en verteering i twee honderd en negentig gul- . dens, jaarlyks, uit de Gildekaffe, toegelegd. De Gildeknegt geniet het inkomen der Maandgelden en Begraafeniffen, als van ouds (a). Het |
|||||||||||||||||||||||||||||
Co«<
SE<'
|
|||||||||||||||||||||||||||||
'S-
|
|||||||||||||||||||||||||||||
MA*
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Lint- f« Passementwerkers-
Gilde |
|||||||||||||||||||||||||||||
L.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Lint- en ^^^^^^^^^^^^
ment- fchynt, in of omtrent het jaar 1641, opge-
wERKERsregt te zyn. Immers, in eene Keure van Gildb. den agt en twintigften January des gemel- den jaars, wordt reeds gewaagd van Gecom- mitteerde Opzienders over de Inflrumenten van (t) Keurb. ü. ƒ. 4«.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
(u) Handvï tl. 1262.
(») Keurb I). ƒ. 137 verft.
(«) Zie Haptiv. tl. 12*7.
(x) Handy./ bt. I2«J,12«S.
(y) HandvZ bt. izé+, 1166, 1177. Kemb. T. ƒ. 21«. U.
ƒ. 13. /
(■ x.) Handv. il. 1163.
(«; Vervolg der Handy, tl. %t.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
(b) Handy, il. 13«2.
(c) Handy, tl. 1363, i3«j.
(d) Keurb. ü. ƒ. 14. vcrfo.
(e) Vervolg der Handy, bl. ft.
(f) Handv. bt. i;S8.
\z) Handy, bl. 1243- »*+*•
|
|||||||||||||||||||||||||||||
KOOPHANDEL.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
I. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
477
|
||||||||||||||||||||||||||||||
GitbEN. handwerk behoort, te maaken, of te ver- III.
koopen (h). Een Burgers kind, moet vier,
en een Vreemdeling zes jaaren , by een' VOORNAAME NEERINGEN, TOT
Meefter-Zeilenmaaker, gediend hebben, eer GEENE GILDEN BEHOORENDE. hy in 't Gilde kan worden aangenomen (i). |
||||||||||||||||||||||||||||||
Ten behoeve der Zeilenmaakeren, is, by
eene Keure van den agttienden September |
De voornaame Neeringen •> die tot gee- Befchry-
ne byzondere Gilden behooren, ftrek- vioS der |
|||||||||||||||||||||||||||||
des jaars 1669 » bevolen , dat alle Schip- ken wel, in de eerfle plaatfe, ten nutte der rcor"aa-
pers, die hier ter Stede met Gildebeurten ingezetenen in 't gemeen; doch leveren ook JJ^"' ofbeflooten Veeren begunftigd zyn , hun- waarenuit, in welken, Binnenlandfche,en of T,afic- ne Zeilen in de Stad moeten laaten maa- zelfs BuitenJandfche handel gedreeven wordt. ?""»>'<* ken (£). En ten behoeve van de Com- 't Zelfde kan men ook zeggen van eenige fondeby* palTenmaakers en Zeilenmaakers beide, by Neeringen en Handwerken, die onder Gil- Gilden6 eene Keure van den dertigften January den begreepen zyn. Doch gelyk wy deezen behoo- des jaars 1750, dat alle Koopluiden, Boek- voornaamlyk, befchouwd hebben, met op-rende:a!s houders en Schippers , alhier woonagtig , zigt op den dienft, dien 'er de ingezetenen hunne CompalTen , Vlaggen en Zeilen, van trekken, zullen wy de voornaame Nee- ook in deeze Stad, moeten laaten maaken ringen , in 't gemeen, met een onduitfch en verftellen (/). Elk mögt hier, voor- woord, Traficquengenaamd,denLeezer ook heen, Zeilenmaakers - winkel doen, mids meeft van dien kant, onder 't oog brengen' hy daarin een'Meefter-knegt hielde, die De Neeringen, op welken wy hier zien z:yn zyne proef gedaan. hadt. Doch by de ge- Brouweryen, Mouteryen, Branderyen, Azyn- melde Keure van den dertigften January des maakeryen, Meêmaakeryen, Haring-en Zou- jaars 1750, is bepaald , dat niemant, voort- tenvifchkooperyen, Zoutkeeten, Suikerrafi- aan, eene Zeilenmaakers-winkel opregten neerderyen,Tabaksfpinneryen,Touwflaage- mag, dan die zelf zyne proef gedaan heeft ryen, Teerkooperyen, Zeepziederyen Hout- (;«). De Weduwen van CompafTenmaakers kooperyen,Steenkooperyen, Zydereederyen en Zeilenmaakers mogen de neering aanhou- Zydeweeveryen , Gouddraadtrekkeryen " den, zonder dat haare knegts de anderszins Twynderyen, Katoendrukkeryen , ParïTe- vereifchte Proeve behoeven te doen («). ryen, Kalanderyen, Yzergieteryen, Salpeter- De Overluiden van het Compaffenmaakers- en Zwavelrafineerderyen, Kruidmaakeryen en Zeilenmaakers-Gilde zyn vyfin getal, Loodgieteryen, Glasblaazeryen, Smeerfmel- drie Zeilenmaakers en twee Compaiïènmaa- teryen, Wafchfmelteryen/Vermillioen- en kers. Jaarlyks, in't begin van November, Vernismaakeryen, Terebinthynmaakeryen gaan 'er drie of twee af, het eene jaar, twee Potten-, Steentjes-, en Platteel bakker yen * Zeilenmaakers en een Compaflênmaaker, en en miflchien nog eenige anderen, die onzer het andere jaar een Zeilenmaaker en een opmerkinge ontflipt zyn. Wy zullen hier Compafïenmaaker, welker plaatfen, op de van de opgenoemden eenig kort berigtgee- gewoonlyke wyze , vervuld worden. Zy ven. De ö |
||||||||||||||||||||||||||||||
,houden hun Comptoir? des Vrydags om de „
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Veertien dagen, van vier tot vyf uuren ,in rouweryen
|
Brouwï-
RÏEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
een vertrek van het WagthuisaandenKam- zyn, hier ter Stede, waarfchynlvk repd
perfteiger, of zogenaamde Zeeregt. By eene de dertiende eeuwe, geweeft fehoon
|
in
niet |
|||||||||||||||||||||||||||||
Keure van den twaalfden November des bly kt, of men 'er, toen reeds>',£2:neeSg
jaars 1750, is hun twee honderd guldens 's van gemaakt hadt. Maar voor 't jaar 1304. jaars, voor hunne moeite en verteering, vorderde de Graafreeds een Gruitgeld te Am toegelegd. De Gildeknegt trekt zeftig gul- fterdam O), welk betaald werdt, door al dens, en is daarenboven vry van de Jaar- len, die bier brouwden (£),'tzy byzonde- ,zangen (0). reperfoonen, ten behoeve van hun eigen huisgezin, of Brouwers van bedryve Want
. $ Äfe ,, 1,. zo lang het water, in de grafte/dlr Sta3, ft Ä - ^-.V-i * Ü' Srkooïen°^gTheg ^' T 'er fpy'
hi\ vervolg *r Hand», hl. ü. ze in te ^°0Ken {c), fchynen 'er de ïngeze-
(nj Handv. bi. 124+. Il+J. tenen ook hun bier uit gebrouwen te heSKo«
W vWÊ *, H.a. ft u. Men heeft} t£n ^^w^te^bb^
de verhooging van den Bier-Excyns vanden
der-
|
||||||||||||||||||||||||||||||
(a) Zie I. Deel, T. Boe(, hl. }«,
|
||||||||||||||||||||||||||||||
(b)
|
Zie II. Deel, I. Beek., bl. $J.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
(c) Zie II. Dttl, V. 2»<^, II, m
|
||||||||||||||||||||||||||||||
ft STUK. Ppp
|
||||||||||||||||||||||||||||||
IV. Deel.
|
|||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
478
|
|||||||||||
tien Brouwers, en onder deezen, door Cor- vook-
nelis Mertfen, in 't Osje, even bezuiden de naams Lutherfche nieuwe Kerk, daar nog een Steeg ^* is, de Üsjes-fpook-, of liever Osjes ■ poort s- ßeeg genaamd; en door Comelis Claeszoon Haffelaer, in den Burgt («). De Brouweryen de Burgt en de dubbele Arend, of ten minften een van beide hebben, zo ik my niet be- driege, geilaan, aan de Brouwersgraft, eer- tyds, de Brouwers kaai genaamd , alwaar, omtrent den jaare 1660, nog vier Brouwe- ryen Honden (0). In een der Keurboeken (p), vindt men eene Lyft van naamen, die, in't begin der zeventiende eeuwe, aan eenige nieuwe burgwallen en ftraaten gegeven wer- den. En in deeze Lyft, lees ik dat de Straat voor Haffelaer, de Haarlemmer Straat, en de Straat agter HaJJelaer de Brouwers kaai ge- naamd werdt. 't Getal der Brouweryen is, federt, niet veel meer toegenomen. En de neering verminderde, in de voorgaande eeu- we , reeds zo zeer, dat de Brouwers, in 't jaar 1699, verzogten, een bepaald getal te mogen uitmaaken (q): in welk verzoek, eg- ter niet bewilligd werdt. In deeze eeuwe, zyn zy, ter gelegenheid van het algemeener en rykelyker gebruik van Koffy, Thee en Wyn, nog meer afgenomen, in getal. In 't jaar 1749, waren 'er niet meer dan zeven- tien in de Stad(j-)- En tegenwoordig zyn'er maar dertien, te weeten: De Zwaan, op den Singel, ooftzyde, tus-
fchen de korte Gaflhuis-molen- en Kruis- fteegen. De Hooiberg, op den Nieuwe - zyds-
Agterburgwal, ooftzyde, tufïchen de Mol- en Huiszitten-fteegen. De Haan, op den hoek van de Laftaadje
en Boomüoot. De R o s ie A M, op den Binnen-Amftel, by de
Amftelftraat. Het Rood H a r t , op de Prinfengraft, o
ver de Lauriergraft. Het Wit Hart, op Droogbak.
De Star, op de Prinfengraft, over de
Noorder Kerk. De dubbele Sleutel, op de Prinfen-
graft , over de Looijersgraft. Het L am, op de Roozengraft, aan deZuid-
zyde. De E e N H o o R N, in de Haarlemmer Hout-
tuinen: De Weere ld, op Uilenburg, op den
zuidoofterhoek van de Bataviers - Agter- ftraat. De
(n) Keurb. I. ƒ. «4, 2J4> Z9f «r/i.
(t) F. VON ZESEN , lt. J22.
(f>) H. ƒ. 23 5 verß.
(l) Refol. Vroedfch. Lt. Z. 12 Oiïoh. I«SS, ƒ. jrl.
(r) Groot-Metnot. K. XI. ƒ. 98 vsrf».
|
|||||||||||
dertigften January des jaars 1484, uit welke
blykc, dat byzondere perfoonen, toen nog, in hunne huizen , hun eigen drinckel byér brouwden (</): 't welk, naderhand, uitdruk- kelyk verbooden werdt : ten ware het puurfcherpbier ware (e). Doch in dien tyd, en, vermoedelyk, lang van te vooren, wa- ren 'er reeds verfcheiden' Brouweryen in de Stad, fchoon 'er ook, al vroeg, veel vreemd, Stigtfch , Oofterfch en Hamburger Bier ge- dronken werdt (ƒ); 't welk, eindelyk, zo al- gemeen geworden is, dat, aan de Leden der Regeeringe, van Stads wege, eerengefchen- ken van Breemer Bier fchynen t'huisgezon- den te zyn; welke gewoonte, fchoon, veel- ligt , het Breemer Bier, door den tyd , in ee- nig ander gefchenk, veranderd geworden is, eerfl in 't jaar 1678, om den zorgelyken toe- ftand des tyds, werdt afgefchaft (g). In 't jaar 1476, was 'er reeds een Excyns gelegd van veertien Huivers op het vreemd, en van negen Huivers op het binnen gebrouwen Bier (h). Men tapte, in dien tyd, fterk, buiten de Vryheid der Stede. Doch 't was den Ingezetenen verbooden, aldaar, Bier of an- deren drank te gaan drinken. En vindt men, dat Piet er Reyerszoon, Schepen der Stad, in't jaar 1495, om het drinken buiten de Vryheid, by 't Geregt, in boete bellaagen is (i). Het belemmeren van het bier drin- ken buiten de Vryheid, en het bezwaaren van het buiten gebrouwen Bier deedt de Brouweryen in de Stad, allengskens, toe- neemen in getal. In 't jaar 1497, werdt, by de Vroedfchap, geraadpleegd, over het vaftftellen eener Ordonnantie op de neering der Brouwerye (£).En in 't jaar 1505, waren 'er ten minlte negen Brouweryen in de Stad (/). Onder welken, 'er eene was van Brunnick die brouwer, aan de ooftzyde van den Nieuwe - zyds - Voorburgwal, naar 't Noordeinde toe (in), daar nog eene fteeg is, de Brouwers fleeg genaamd. In 't jaar 1620, vind ik, dat vyftien Brouwers den eed ge- daan hebben, van der Stede Excynzen niet te zullen verkorten, en onder deezen, Bie- ter Everts Huift, in 't Haentgen, Gerrit Has- Jelaer , in den Arend, en Comelis Haffelaer,'m. den Burgt. In 't jaar 162.1, werdt diergely- ke eed gedaan, door agttien Brouwers, on- der welken, ik Claas Haffelaer, in den dub- belen Arend, genoemd vind. En in 't jaar 1622 jgefchiedde dezelfde eed, door zeven- (d) Keurb. A. ƒ. 148.
(«) Handv. */. 176, 17g. (f) Zie II. heel, I. Boe{, bl. lot.
(g) Kelbl. VJroedfch. ir. L. 16 Maart KS78. ƒ. 3 3«.
(h) Groot-Memor. jj_ j, ß 7J)- (i) Regift/der Correft. agter 't Keurb. B. ƒ. 11 tirfi,
(^) Groot-Meinor. K. I. /; 214.
{I) Groot-Memor. N. I. ƒ; 15} verfi.
(«; Keurb. B. ƒ. su
|
|||||||||||
I. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
KOOPHANDE
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
L.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
479
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
V.
f Mm e
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De gekroonde Valk, op de hoogte O). Zy mogen niet meer dan één paard „
van den Kadyk, of nieuwen Zeedyk. zetten, voor elke fleede, waarmedehe Ber 1°™' Het Anker op de Primengraft , Veft- wordt uitgebragt (,-). Èn^d^^^S^Ï.
zyde, tuffchen den Haarlemmerdyk en verkortinf in de Maat van 't Bier »wffeb "»• |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Houttuinen.
|
be , moeten de Biervaten , door een' ge-
zwooren Brander,gebrand worden, en 't is «en Brouweren, uitdrukkelyk, verbooden |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Brouwers hebben. fchoon zv 2-een ei-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
genlyk Gilde uitmaaken reeds in'df voor- m^ZZll^nTT^ T"00^,»
gaande eeuwe, een Collegie van Hoofdlui- Sw'm?gebBnd?7? °°k den opgeregt, welk opzigf heeft op 't gene y ?e ZSnk^T" " ^ ^T de welvaartder Brouwneeringe bevorderen zulks eefciïelf vf duige?> moetende kan. Ik vind 'er het eerfte gSewag van, in SJ^Ig6^^ TootaSn £ eene Keure van den veemenden February gebruiken van Brouwen^-v'aten ES™ des jaars 1675«; doch het is, ongetwy- fezetenen, by herhaalde Keuren zee fcher Snen^^Ä"^
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ken en vier Hoofdluiden, t^Van weS, Sg,' Ä
^!^Sj?y^e^7fe*» ^y hebben, te vten,reeds te kennen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
oudfte tyden, uit de graften der Stad, plagt
te brouwen; doch, na dat het water in die graften vervuild en bedorven was, zyn de Brouwers genoodzaakt geweefr., het water, met fchuiten, van elders, te haaien. Om- trent den jaare 1560, fchynt men 't, uit de Haarlemmer-Meer, herwaards te hebben ge- bragt. Immers, ik vind, dat de Stad, in Juny des gemelden jaars, een ftuk Lands, omtrent den Overtoom, gekogt heeft, om |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tal, door Burgemeefteren, gekooren worden.
Zy zyn, byzonderlyk, bevoegd, om voor de onderhouding der Keuren, tegen 't verkor- ten van den Bier-Excyns gemaakt, te waa- leen , en beflaan de overtreeders derzelven ia boete (0- Zy houden, van tyd tot tyd, met de Brouwers in 't gemeen, byeenkom- ften, in de Handboogs-doele, op den Sin- gel of Garnaalenmarkt. Zy hebben eenen Knegt in hunnen dienft. Tot onderhoud van |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
het^llegie, betaalt ieder Brouwer zyn =oV^^^S^tk^
DeKeuren van tyd tot tyd, op de Brouw- tn^lZll^ ££$&$?
neenng gemaakt, betreffen, voornaamlyk, verzogten de Brouwers, dat de S rad twee
de behoorlyke voldoening van 's Lands lm- Schepen zou hoiid-n nm v w .
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nnlr en Srad« F.v^c nn a~ os,.......iZ!
|
--------. V VW-LIWIA VV ULLI LV
haaien uit den mond van de Haarlemmer-
Meer, by de Coehell, en aan den Overtoom te brengen, daar 't, in de Brouwers fchuiten, zou worden overgeftort O). Doch 't water der Haarlemmer-Meer werdt ook, eerlang, onbekwaam bevonden, om Bier uit te brou- wen. Men moeft het, derhalve, van elders, en wel uit de Vegt, herwaards brengen. Pieter Meybos en zyne medeftanders ver- wierven, in 't jaar 1624, O&roi om het, van daar, op hunne koften, in de Stad te leiden, daar zy voorhadden, op den Dam, Beurs en Vifchmarkt, Fonteinen te maaken, die 't verfch Vegtwater zouden uitwerpen (£). Doch deeze onderneeming hadt het |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
poft en Stads Excyns op de Bieren, welken
beide, by 't beftellen van 't Bier, betaald moeten worden , zonder dat de Brouwers dezelven verfchieten mogen (u). Voor elke Brouwery, is een huisje opgeregt, alwaar 's Lands Impoft ontvangen wordt. De Stads Excyns wordt, by 't beftellen van 't Bier, door de Brouwers, ingevorderd, en van tyd tot tyd, aan 't Excyns - Huis verantwoord. De Brouwers knegts, of andere Bedienden mogen geen Bier inflaan, om wederom in 't klein te verkoopen. De Kuit of het Scherp- bier, welk geen Impoft of Excyns onderhe- vig is, plagt, eer het afgeleverd werdt,door een' aangeftelden Bierproever, geproefd te |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
worden die ook gehaald werdt, wanneer gewenfehte gevolg niet. 't Uep lan tot in
er verfchil viel of het Bier zuur, vatvuil, ? jaar 165Öf eer men op nieuwe middelen
of me moer of droef opgevuld ware r». bedagt ware, om 't Vegtwater nadebvde
Wten «tarik1 wnHer fS nufnR0eSZaam **? brengen- 'C ^rk^atlt
buiten gebruik. Wyders, zyn de Brouwers ter, door eene gegraaven' vaart waartoe
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
verpligt,Bierdraagerste gebruiken, tot het afleveren en uitbrengen van Bier, welk, in
de Stad of derzelver Vryheid, gebruikt wordt |
reeds eenig Land, in klein of oud Muiden,
ge«
(») Handv. bl. 122J, 1124. Vervolg, tl. 7».
(x) Handv. bl. 5,g4. (y) Handv. bl. 93j , 1221,1222, J22+. (z) Groot Memor. N. 11. f. t' virfi. (*) Refol. Vroedfch. N. I. 2+ Jan. ij6i. (b) Refol. Vroedfch. N. \+.z*April, I*//4y,x,, e ,,,. Ito verf.. Gioot-Memoi. AM1I. ƒ. 7. } »«-*.ƒ.»*«» Ppp a
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
f*5 Hand», bl. 1222.
*') Handv. bl. 1224.. (•*) Handv. bl, 1224, 1224. \v) Handy, kt, %yt. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
D A M S IV.Deel.
Muiden en langs de Zuiderzee, te fchepe, Vo°*^
herwaards te brengen. N£suiw Op het vaaren van den Ysbreeker en van G£t«.
de Brouwers- en Verfchwater-fchuiten, die den zelven volgen, zyn, van tyd tot tyd, verfcheiden' Keuren gemaakt. De Ysbree- ker mag, na negen uuren des morgens, niet van de Stad vaaren, en de fchuiten, die den zelven volgen, niet na elf uuren. De Brou- wers-fchuiten volgen den Ysbreeker eerft, in dien rang, als dezelven buiten gekomen zyn , en daarna de andere Verfchwater- fchuiten. Tot onderhoud van den Ysbree- ker, wordt van ieder Brouwers-fchuit met water, zomer en winter, dertien ftuivers aan Deken en Hóofdluiden van de Brouwers betaald, of zo veel meer, als dezelven en de CommiflariJJen van den Tsbreeker, die drie in getal zyn, en uit de Brouwers gekooren wor- den , redelyk oordeelen (i): 't welk, ten dee- zen tyde, reeds tot drie guldens opgeklom- men is. Doch wanneer het ys zo dik is, dat het doorgezaagd en opengebyt moet worden, tot heel boven Weesp toe, worden de kos- ten , volgens eene Keure van den elfden Fe- bruary des jaars I755,geflaagen over allede Waterfchuiten, die zig van de vaart door 't ys bedienen (k). Over de Hoppe, die, door de Brouwers,
gebruikt , of ook , van hier, verzonden wordt, zyn twee gezwooren Keurmeeflers aangefteld, die dezelve moeten zien en goed- keuren , eer zy opgeflaagen, of verzonden worden mag. Zy genieten van ieder zak vyf ftuivers voor 't keuren, en vyf ftuivers voor 't merken met Stads wapen; en met het jaartal, indien de Hoppe niet overjaarig is. Doch de Hoppe, die de Brouwers van buiten ontbieden, tot hun eigen gebruik, behoeft alleenlyk gezien, niet gemerkt te worden (/). Zo de Keurmeeflers oordeelen, dat de Hoppe vermengd, vervalfcht, of, met zand, hout, fteen of andere vreemde ftoffe, verzwaard is, moet de vreemde Hof- fe , ten overftaan van Commissarissen van de Hop, die drie in getal zyn, een Hop-handelaar en twee Brouwers, daaruit gezift worden. De onkoften, hierop vallen- de , moeten door den verkooper, naar de fchatting van CommifrarifTen, worden be- taald (/«). De CommifTarifTen, van welken wy fpreeken, worden, door Burgemeefleren, voor hun leeven , aangefteld. De Hoppe mag niet opgeflaagen, afgeleverd of ver- werkt worden, dan door de beè'edigde Waag- draagers van het Purperen-hoeden- of Hop- veem
(i) Handv. bl. «24, 1SS9.
(O Keuib. T. ƒ. in, Vervolg der Handy, bl. j0.
(I) Keuib. U. ƒ. «1.
(m. Handv. bl. hoi , 1102 , lioj.
|
|||||
48o A M S T E E
gekogt was, te brengen tot in 't Gein, van
waar het zou worden afgehaald door de - Brouwers , die vyftien honderd guldens 's jaars, voor 't gebruik van 't verfch water, betaalen zouden aan de Stad. Doch dit ont- werp is ook bly ven fteeken (c), zonder dat my gebleeken is, uit welk eene oorzaak. In 't jaar 1685, konden de Brouwers nog verfch water vinden, aan de Geinbrugge (d). De Commandeur van Huift, Hille genaamd , heeft, in 't jaar 1695, ook Oclroi verwor- ven , om verfch water in de Stad te brengen, ten diende der Brouweryen (e): doch zon- der eenige vrugt. In laater' tyd, heeft men nieuwe ontwerpen gefmeed , om de Stad van verfch water te voorzien (ƒ); doch zy hebben of geene, of ongelukkige gevolgen gehad. De Brouwers zyn, derhalve, nog genood-
zaakt , het verfch water, met lange en zwaa- re Waterfchuiten, van welken elke Brouwe- ry voorzien is, te haaien uit de Vegt, van boven Weesp: 't welk niet alleen altoos koft- baar, maar , by ftrenge winters , ook be- zwaarlyk te doen is, gelyk men, nog on- langs, in den harden winter des jaars 1763, ondervonden heeft. De Brouwers hebben, om het ys te breeken, al voor eene eeuw of- langer (g), een zwaar vaartuig van een zon- derling maakfel, en plat van vooren, doen timmeren, welk, voor den boeg, met fcher- pe yzers, als meffen, beflaagen is, en door 't ys gefleept wordt, om, op deeze wyze, eene vaart te maaken voor de Waterfchui- ten , die allen den Tsbreeker, zo noemt men dit vaartuig, volgen, tot in de Vegt toe. Doch, in den winter, van welken wyfpree- ken, was 'er zo weinig water onder 't ys, dat de Ysbreeker, bezwaarlyk,vlootenkon. De Regeering hadt, fomtyds, by harde vorft, aan de Godshuizen, Heeren-Logementen en Doelen, bevolen, zo veel regenwaters als zy miffen konden, tot agt ftuivers de ton, te leveren aan de Brouwers (h). Doch in den bovengemelden winter, was 'er een al- gemeen gebrek aan regenwater in de Stad. De Brouwers moeften, derhalve, hun water, in vaten, met paard en fleede, over de Zui- derzee en 't Y, herwaards voeren, tot dat het ontlaaten van 't weder hun gelegenheid gaf, om zig, op de gewoonlyke wyze, te voorzien; of, gelyk ook, fomtyds, des win- ters, wanneer de binnenwaters bevrooren zyn, gefchied was, het Vegtwater, door (c) Zie II. Beet, XVII. Bo:(, bl. S96.
(d) Stads Miflfven N. X ƒ 131 ver/«.
(e) Refol. Vrbedfcli. Li X. 1» Oftob. 1695. ƒ. itj.
■f) Refol vioedfch. Lf OO. s Not/. 171 j. ƒ jgs, enIII.
Deel, V. Boek/, bl 590. (s) Zie J. Six VAN Chandelier Poëzy, bl. «o. (h) Gioot-Memor. N. VI. ƒ. u. |
|||||
I. Boek.
|
||||||||||||||||||||
KOOPHANDEL.
|
||||||||||||||||||||
4S1
|
||||||||||||||||||||
j.fOR- veem (n). De Brouwers ftooken hunne ke-
j(E'^E tels, hier, gemeenlyk, met lange Friefche, ««Hf.* ' Groninger-ofZwartiluizer-turf; maar, wan- neer aan dezelve gebrek was,gelyk,nu en dan, by langduurige vorft, of andere ongelegen- heid, gebeurd is, is hun, fomtyds, toegelaaten geweeft., voor twee maanden, ook eens voor een rond jaar, metSmidskoolen, teftooken; doch dit verlof is, geduuriglyk, wederom ingetrokken (0). Volgens eene Keure van den negen en twintigften January des jaars 1652 , mogten 'er, in dien tyd,geene nieu- we Brouweryen, Suikerrafineerderyen, Zeep- ziederyen, of Glasblaazeryen worden aange- legd, dan weflwaards van de Keizersgraft, en ooftwaards van den Kloveniers burgwal, de nieuwe Markt en de Laftaadje, tot aan 't Y. Na de jongde Vergrooting der Stad, werdt, op den een en twintigften May des jaars 1665,bevolen , dat 'er geene Brouweryen, Mouteryen, Suikerbakkeryen, Zeepziede- ryen , Glasblaazeryen, Parfleryen, Kalande- ryen , Verweryen, Branderyen, Wafch- en Smeerfmelteryen, Loodgieteryen, Steenhou- weryen , Steenkooperyen, noch Houtkoope- ryen mogten zyn, in den omtrek binnen de ooftzyde van de Kerkftraat, den Amftel, de weftzyde van de Amftelftraat, de Reguliers- of Botermarkt, de Reguliers-dwarsftraat, en Leidfche graft (p). In de erven der nieu- we uitlegginge, tuiïchen de noordzyde der Heeren- en de zuidzyde der Keizers - graft, mogen ook, volgens eene vroegere Keure, geene neeringen van Smeden , Steenhou- wers , Steenkoopers, Houtkoopers, Kuipers, noch anderen, waarin 't aanbeeld gebruikt wordt, worden gedaan (j). In 't jaar 1615, was reeds gekeurd, dat, op de Keizersgraft, zuidwaards van de Brouwersgraft, en in de ftraaten en op de graften, op dezelve uit- komende , het ambagt van kuipen, en zulke Ambagten , waarin het aanbeeld gebruikt wordt, niet zouden mogen worden gedaan (r). Op Raapenburg, op den Singel aan beide de zyden, op de Heerengraft, en op den Kloveniers-burgwal, aan de eene en de andere zyde, tot aan de nieuwe Markt toe, mag, volgens oude Keuren, ook geene Smids- neering gedaan worden (V). Voorts, is ook gekeurd, dat de Brouwers, Zeepzieders en Verwers, de buizen of gooten, door welken zy 't water in hunne werkplaatfen brengen, niet moeten leggen dan ten overftaan van Rooimeefleren, en niet laager dan tien voet boven 't hoogft van de ftraat onder dezel- |
||||||||||||||||||||
ven (f);ten ware zy die buizen, onder de
ftraat door, leggen wiiden. De Mouteryen
zyn, hier ter Stede, genoegzaam zo oud als
de Brouweryen; doch fchynen, in fommire Steden (t), en, veelligt, ook te Amfterdam, oudtyds, voor rekening der Graaflykheid, aangehouden te zyn: hoewel de Graaf aan die van Amfterdam, waarfchynlyk reeds in de dertiende eeuwe, verlof gegeven heeft, om, tegen betaaling van zeker regt, Gruit- geld genaamd, hun eigen Mout te maaken (V). In 't jaar 1571, werdt gekeurd, dat 'er geene Mouteryen, buiten de Stad en bin- nen de Vryheid, zyn mogten (v). Ook zyn zy, tegenwoordig, binnen de Stad; doch meeft allen, of aan byzondere Brouweryen, of aan afgelegen' oorden, aan de Veftenofop 't Roeters- en Reaalen-Eiland, op Kattenburg en diergelyke Plaatfen. Verfcheiden'Brou- weryen hebben haare eigene Mouteryen. Doch men heeft 'er ook zeven ofagt, daar de Graanen om loon gemout worden. Som- tyds, laaten de Brouwers hunne Graanen in andere Steden mouten, en, in dit geval zyn zy niet verpligt, de Mout, die zy te'rug krygen, te laaten meeten (w). 't Getal der Mouteryen hier ter Stede beloopt omtrent twintig. De Branderyen
van fterke dranken zyn ook, al vroeg, hier
ter Stede geweeft, en namen zeer toe in ge- tal , geduurende den oorlog met Frankryk, die, in 't jaar 1672, aanving, wanneer de invoer van Franfche Brandewynen verboo- den werdt. De plaats, die, in "dien tyd, tot Branderyen werdt gefchikt, zynde het blok tufTchen de Weesper- en Muider - Poorten het tweede van de Weesper - Poort, belend met de Lynbaans-graft ten zuiden', en de Agtergraft ten noorden, wordt 'er, nog he- den , toe gebruikt, en draagt den naam van het Roeters-JLiland. Ook is deeze de eenig- fte plaats in de Stad, waar Verkens gemeft mogen worden (x). Aan de Branders is, by meer dan eene Keure, verbooden, hun- ne draf en vuiligheid in de graften en burg- wallen te laaten loopen (y). Zy, en de Dis- tillateurs mogen niet digt by Looijers woo- nen,als aan welker neering zy merkelykna- deel |
||||||||||||||||||||
Voor-
ka .1 me KEfilUN-
CliN. n.
MoUTE-
RY'EW. |
||||||||||||||||||||
irr.
Br.» N DE-
RYEN. |
||||||||||||||||||||
(f) Handv. bl. 98t.
(t) Zie Mieris Charterb. II. Deel, bl. ye.
(u) Zie II. Deel, I. Boe\, bl. </s.
(v) Hand», bl. 12.
(») Handv. bl. 7.06.
(xj Handv. bl. 997 > ss>S-
(3) Handv. 4.'.. 72«, 737 t 7.38.
|
||||||||||||||||||||
f») Handv. bl. 1102. Vervolg, fc/. sf,
(»> Handv bl. 91°.
(p) Hamtv. bl. 997.
(l) Har.cW bl. (igj.
(>■) Hatójy. bl. 992.
(s) Handy. 4/. l00i.
|
||||||||||||||||||||
PPP 3
|
||||||||||||||||||||
IV. Deel.
|
|||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||
482
|
|||||||||||||||||||
af, tot de brug van 't Middel-Eiland of Prin- Voor-
fen-Eiland, toe, mitsgaders, op het gemelde naaJ^ Eiland, uitgenomen op de plaats, daar de Gm. Teerkoopers gekeurd waren; als mede op het gantfche Agter- of Reaalen-Eiland (b). Het uitruften van Buizen ten Haringvangft is, van ouds, hier ter Stede, in bloei geweeft. Zelfs vind ik, dat, in't jaar 1618, nog een erf van drie honderd voeten in 't vierkant, op het Prinfen-Eiland, tegen over de Zout- keeten , aan eenige luiden, tot bevorderin- ge der Buizen- of Haringneeringe, afge- daan is, voor eene fomme van drie duizend guldens (c). En nog in 't jaar 1698, hadt zig, hier, een Koopman van Maaslandslluis nedergezet, om de Haringvangfl, die, zo fpreeken de Stads Regiflers, hier voorheenzo zeer hadt ge flor eert , wederom in bloei te brengen. Hy hadt, in 't gemelde jaar, reeds twee Haringbuizen uitgerud, en in 't begin des volgenden jaars, werdt hem plaats, tot het droogen der netten, en tot het ftellen van eenen koperen taanketel, toegedaan (d). Zyne Stuurluiden moeden den gewoonlyken eed, aan den Penningmeeder der groote Vis- fcherye, te Enkhuizen, afleggen (e). Doch de onderneeming hadt het gewenfchte ge- volg niet, voornaamlyk, zo 't fchynt, ter oorzaake van de zwaare onkoden, welken hier vielen op 't voortzetten der Haringvaar- te , die zig, federt, meed te Enkhuizen, en in eenige Steden en Plaatfen langs de Maa- ze, gevedigd heeft gehouden. De Haring- pakkery en Haringkoopery houdt hier eg- ter nog dand. En op beide zyn, van tyd tot tyd, verfcheiden' Keuren gemaakt. De oudde en grootde Ordonnantie op den Ha- ring , my bekend, is van den elfden Septem- ber des jaars 1563 (ƒ). Volgens 's Lands Plakaaten op de Haringviflcherye, mogen de Haringviflchers de netten niet uitwerpen, voor S. Jans-dag, zynde den vier en twin- tigden Juny (g). De Haring, die, na dien tyd, tot op S. Jacobs • dag, zynde den vyf en twintigden July, gevangen wordt, wordt, gemeenlyk, door de Verfchjagers, uit de Buizen overgenomen, en verkogt of ver- zonden , om terdond gegeten te worden. Doch de Haring, die na S. Jacob gevangen is, wordt, hier ter Stede, naauwkeuriglyk, van veertien, in twaalf tonnen verpakt, en, door den Keurmeeder, gecirkeld. En deeze Haring wordt, met de Buizen, aangebragt, en veel verzonden. De Haring, die na S. Bar- thc-
(b) Handv. bl. poi.
(c) B-efol. Vroedfch. N. n ji May uit. ƒ• 57 *«•ƒ».
(d) Refol. Vroedfch. Ir Z. 17 Febr. i6»9- ƒ• XI3.
(e) Groot-Memor. N. VUI. ƒ. 177.
{f) Handv. bt. 893. (ij Gieot-Plakaatb. I. Dttl, kol. 717.
|
|||||||||||||||||||
deel zouden können toebrengen (&). By
Plakaat van 's Lands Staaten van denagtden February des jaars 1765, tot herftelling van het middel der Brandewynen, was toege- daan , dat de Branders en Rouwflookers, die kelders of pakhuizen met Brandewynen, of gedidilleercie Wateren hadden, tien roeden of minder van hunne Branderyen afgelegen, niet aan de peiling zouden onderhevig zyn. Doch alzo men bevondt, dat veelen toen Branders of Rouwflookers werden, en, digt aan, of in hunne huizen, kelders, of Pak- huizen , Branderytjes opregtten, om van pei- ling vry te zyn; werdt, op den twintigften December des gemelden jaars, nader ver- klaard , dat niemant, als Brander of Rouw- dooker, zou worden aangemerkt, dan die ten minde vyftienduizend pond meel, ter maand, gebruikte. De AzYNM AAKERYEN
die, hier ter Stede, driederlei zyn, Wyn-
Azynmaakeryen, Rozynen-Azynmaakeryen, en Bier-Azynmaakeryen, "zyn aan geene byzon- dere plaats bepaald, en ftaan, derhalve, hier en daar, verfpreid, door de oude en door de nieuwe Stad. Het getal derzelven neemt meer af dan toe, en tegenwoordig (1764) zyn 'er niet meer dan zeven. De Azyn moet, even als de Wyn en het Bier, door Bierdraa- gers, worden ingewerkt. De Wyn-Azyn- vaten moeten gebrand, en alle jaaren her- brand worden (a). De Amtlerdamfche Bier- Azyn in 't byzonder wordt voor zeer uitnee- mend gehouden. Men plagt, hier ter Stede, verfcheiden'
Meedemaakeryen
te hebben. Doch alzo het gebruik der Mee-
de, federt eenige jaaren, flerk afgenomen is, is 'er thans maar eene,op de hoogte van den Kadyk, aan de Brouwerye van den ge- kroonden Falk. Ik weet niet, dat 'er, we- gens de Meede, eenige byzondere Keuren gemaakt zyn. Men heeft hier nog eenige Haring- en Zoutenvisch-
kooperyen; de meeden van welken, in de Haringpak-
kerye, tuflchen de Spaarnedammer brug en Haringpakkers - tooren, gevonden worden. Zy waren hier, van ouds, geweed, en wer- den'er, in't jaar 1643, alleenlyk nog, by voorraad ,\toegelaaten, toen de Haringnee- ring gekeujrd werdt, van de Haarlemmer- dyks-kruisdraat, ook de Houtdraat genaamd, (*.) Hand*, tl. 99t.
(») Haiiuv, bi. ut, 114t.
|
|||||||||||||||||||
VOOR-
NAAME NEEKIN- GEN.
|
|||||||||||||||||||
IV.
AtYN-
MAAKE-
RYEN. |
|||||||||||||||||||
V.
MEEDE-
IN AAKE- KEKYEN. |
|||||||||||||||||||
VI.
Haring-
euZou- TEN-
VISCH- KOOPE- RYEN. |
|||||||||||||||||||
I. Boek.
|
KOOPHANDEL.
|
||||||||||
483
|
|||||||||||
^°°r- tholomeus-dag, zynde den vier en twintigften
^MEr Auguftus, wordt gevangen, wordt, met Stads ten, IN' wapen, gebrand, en veel naar Keulen en Duitfchland gevoerd. Men noemt het merk van deezen Haring, hierom, den kleinen of Keulfchen Brand. En men houdt zig aan dit merk, tot aan S. Lamberts-dag, zynde den zeventienden September, toe. De Haring, die, na Kruisdag, zynde den veertienden September, wordt gevangen, wordt gebrand met Stads wapen, en eene kroon daarboven, en veel naar Rouan en andere Steden in Frankryk verzonden; waarom het merk van deezen Haring de groote of Roiianfcbe Brand genoemd wordt (//). Het pakken mag niet in fchuiten gefchieden; maar moet, op den wal, onder den blooten Hemel, worden ge- daan. De tonnen moeten de vereifchte grootte hebben , en als zodanig gekeurd en gebrand zyn: zynde het ongeoorlofd, Aal, Zalm, en vooral Haring te pakken, in onge- brande tonnen. De leggers, of pakkers en kuipers van den Haring, moeten, daartoe, by de Overluiden van 't Kuipers-Gilde, en by de Keurmeefters van den Haring, toegelaaten zyn, en 't gemelde Gilde voldaan hebben. Zy onthouden zig, in een vertrekje onder in den Haringpakkers - tooren , daar zy , door de Meefters-Haringkuipers, ten allen tyde, können gevonden worden. Zy zyn verpligt, den Brandharing uit de zeetonnen te ïieemen; in zuiveren pekel, af te fpoe- len, en, van den eenen bodem tot den an- deren , in andere tonnen, te verpakken, zo vaft en hoog, dat de bovenfte bodem, met den voet , moet ingetreden worden. Zy moeten den onzuiveren Haring uitfchieten. Elk van hun heeft vryheid, om alle dagen, die hy in 't werk is«, twee haringen met zig naar huis te neemen (i). De Kcurmeeflers vanden Haring, die drie in getal zyn, en door Burgemeefleren aangefteld worden , moeten allen Haring keuren, eer dezelve, hier ter Stede, mag verkogt worden. Ha- ring, die te vroeg gevangen is, Voor- of Grasbaring genaamd, mag hier in 't geheel niet worden verkogt. De^Haring, die, door de Verfcbjagers, wordt aangebragt, en de eerffce Brandharing mag, volgens eene Keure van den derden Auguftus des jaars 1617,00k op Zondag, verpakt, verkogt en gefcheept worden (£). De verkooper noch kooper mo- gen, by 't keuren van den Haring, tegen- woordig zyn. De Keurmeefters moeten toe- zien , niet alleen of de Haring zuiver en wel gepekeld, maar ook of dezelve wel gepakt (h) Handv. bl. 894, 895» «9«, 897, S99.
(0 Handv. bl. 894. £yj , 899 , soe , 1337, 1339, 1340» »341» 134,, ({) Handy, bl. 195. |
|||||||||||
zy, eer de tonnen toegeflaagen worden, en Voor.
aantekening' houden van 't gene zy keuren. NAAME Ook doen zy de verfchillen af, die, tus- NE£1^^- fchen kooper en verkooper, vallen over de GEN' deugd van den verkogten Haring (/). De Zoutenvifch moet ook, door de Keurmees- ters op den Haring, worden gekeurd, eer dezelve, hier ter Stede, verkogt mag wor- den. De verfche Haring, die hier tot Bok- king gerookt wordt, en de Bokking, van gelyken (in). Hertog Filips van Bourgon- die heeft, reeds by eene Ordonnantie van den twee en twintigften September des jaars 1440, bevolen, dat de verfche Haring, die in de Zuiderzee gevangen werdt, nergens dan in de Steden van Holland en Weftfries- land , zou ter markt gebragt worden (k). Te Amfterdam, komt ook nog veel van deezen verfchen Haring. Hy wordt, ten deele , tot Bokking gerookt. De plaats, hiertoe, in 't jaar 1652, gekeurd, is ten noordooften van de Zoutkeeten (o) , en wordt, federt, de Bokkinghangen genaamd. De Zoutkeeten, „V1L
Zout-
van welken wy fpreeken, maaken ook nog KEETEN«
eene voornaame neering uit in deeze Stad. Zy zyn thans twee in getal, en geplaatfi langs den Zoutkeets - burgwal, tegen over het Reaalen - Eiland. In dezelven , wordt het grof Zout tot Kooken - zout geilookt, en bekwaam gemaakt: en niet alleen in de Stad gebruikt; maar ook naar buiten ver- zonden. De Keetmeefters of Panneluiden verbinden zig, by eede, die, van tyd tot tyd, vernieuwd wordt, dat zy geen Zout zullen maaken, dan van goed grof zout , zout van zout, en van geene andere ftoffe, 't welk, zynen behoorlyken tyd, op de Den- ne gelegen heeft. De SuiKERRAFINEERDERYEN, VIlr-
Suiker-
of Slakerbakker yen, zyn, in een aanmerkelyk kafi-
getal, door de gantfche Stad, verfpreid. Men NEERDE' vindtze, zelfs in de oudfte gedeelten, waar- RlillN* uit de oudheid deezer neeringe af te nee- men is. Doch in de jaaren 1663 , 16Ö4 en 1665 , is gekeurd, dat dezelven niet van nieuws zouden mogen worden opgeregt, dan in een gedeelte van de nieuwe uitlegging' O). Ook werdt, in den jaare 1660en federt, by herhaalinge , verbooden, de Suikerbakkery, de Koning van Fooien, aan de weitzyde van de Heerengraft, tegen over de Warmoes- graft,
f') Handv. hl. 894, 89$. 89« > 897» *98,S9ji,sioo.
(m) Handv. bl. 9°z.
(n) Handv. bl. 893.
(») Handv. bl. 9°i-
(p) Handb. bl. 99&■ 997. en hier voor, il. 4si.
|
|||||||||||
IV. DliKL.
|
||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||
484
|
||||||||||
Spinneryen, geverwd, gefausd en tot rollen Voor-
gefponnen, die, geraspt zynde, gefnooven, ?**?„, en, gekorven gerookt, of ook gekaauwd Q^ wordt. De gemeende foorten van deeze Tabak worden veel naar 't Noorden en de Ooftzee verzonden. Behalve de Tabaksfpin- neryen, daar gefponnen Tabak, in 't groot, verkogt wordt, zyn 'er ook zeer veele Ta- bakswinkels hier ter Stede, daar Snuif- en Rooktabak, in 't groot en in 't klein, wordt verkogt. Deeze Winkeliers en de Tabaks- fpinners doen hunne inkoopen, of in de na- buurige Provinciën, Gelderland en Utrecht, van de Planters zelven, of, hier ter Stede, van zulken, die de Tabak, uit andere Pro- vinciën , of van buitens Lands ontvangen, enze hier, of uit de hand, of veeltyds by openbaare Opveilinge, verkoopen. Om te oordeelen, of de verkogte Tabak eenigsziris befchadigd, of ook gedeeltelyk oud, rot en vergaan is, zyn, by Burgemeefteren, twee Vifitateurs, of Rafaftiemeeficrs van de Tabak aangefteld en beëedigd , om te bepaalen, hoe veel dekooper, voor de genoemde ge- breken , aan de Tabak, behoore te korten f». De ToUWSLAAGERYEN, %■
T<<.
of Lynbaanen zyn, onder de voornaame nee- sl^g ringen deezer Stad, eene van de oudften, RVÉti' en, met het toeneemen der fcheepvaart, in de veertiende en vyftiende eeuwe, noodzaa- kelyk geworden. Zy werden, altoos, ge- field langs de Stads veften, en lagen, in de vyftiende en zeftiende eeuwe, langs de ooft- zyde van den Singel, omtrent de plaats der Lynbaans-brug en Jleeg, die 'er den naam van gekreegen hebben. Ook vind ik,dat, aan het Burger-Weeshuis, ir! 't jaar 1556, werde toegeftaan, plaats aan de vefte totLyndraai- jen te mogen verhuuren (w). Anderszins, werden de Lynbaanen, in de zeftiende eeu- we , van Stads wege, verhuurd; gelyk my, uit eene Huurcedule van twee Lynbaanen, buiten de Jan-Rooden- en Corsgens-Poorten, van den negen en twintigften December des jaars 1587, gebleeken is (x). In laater'tyd, werden de Lynbaanen gekeurd langs de bui? tenzyde van deLynbaans-of Baangraft,daar zy, nog tegenwoordig, byna van 't een tot aan 't ander einde, gevonden worden. De plaats der tegenwoordige nieuwe Raapen- burgerftraat is ook, nog in de voorgaande eeuwe, met Lynbaanen, bezet geweeft. En heb ik eene Huurcedul van twee derzelven gezien, die befchreeven worden, als gelegen,, bui-
(■u) Hand». *'- V4S. Vervolg der Handv. tl. SS.
t>) Relol. Vroedfch. N. 1. 1 Juny iSJ'.
(x) Oud Regiftei ttr Thefaime K*> XI. /. ns.
|
||||||||||
Voor- graft, die by ongeluk verbrand was, weder*
NAAME om op te bouwen (q). Doch in 't jaar 1736, NEERiN- js toegedaan, dat, in de Blomftraat, en op de Blom- en Roozengraften, Suikerrafineer- deryen zyn mogten (r). De Suikerrafineer- ders behooren niet eigenlyk onder een Gil- de. Doch op deeze neering zyn egter, van tyd tot tyd, eenige Keuren gemaakt, voor 't naarkomen van welken, zorg gedraagen wordt, door zes Geautborifeerden, die, by Burgemeefteren , uit de Suikerrafineerders, gekooren worden, en van welken, jaarlyks, in January, twee afgaan. By deeze Keuren, is, onder anderen , bevolen, dat de knegts niet uit hunnen dienft vertrekken mogen, voor dat zy hunnen tyd hebben uitgediend. De knegcs"zyn ook, byzonderlyk, gehouden, hunnen meeffcer, by ongeval van brand, by te fpringen. Ook mag niemant voor knegt werken, dan die drie jaaren voor leerjon- gen gediend heeft. Het fchoonmaaken van Suiker, door middel van Beeftenbloed, is, by herhaalde Keuren, verbooden, mogende het zelve, niet anders, dan door middel van eijeren, gefchieden (Y). De Geauthorifeer- den mogen, ten allen tyde, op de naarko- minge deezer Keuren, onderzoek doen, in de Suikerrafineerderyen ; en befiaan de over- treeders derzelven in boete , in welke ook zulken vervallen, die Beeftenbloed aan de Suikerrafineerderyen leveren , of brengen. De Suikerrafineerders moeten , voor ieder knegt, dien zy, tot agt in getale toe, in vallen dienft hebben, dertig ftuivers's jaars aan de Geauthorifeerden betaalen; mids dat dezelven, in dat jaar, ten minfte viermaalen, in zyn werkhuis, onderzoek gedaan hebben (t). Men behoeft geen burger te zyn , om eene Suikerrafineerdery op te regten. Zelfs is, in 't jaar 1655, aan twee Koopluiden van de Portugeefche Joodfche Natie, Abraham en Lzaak de Pereira, toegeftaan, eene Sui- kerrafineerdery op te regten, mids zy niet minder dan een vat Siroop en honderd broo- den Suiker tevens verkogten (h). Tegen- woordig , [in Auguftus des jaars 1765], zyn 'er honderd en zes Suikerrafineerderyen in deeze Stad. Veele ix. .Tabaksspinneryen
Tabaks -
spinne- Zyn 'eri hier ter Stede, fchoon deeze nee-
RY£N' ring hier, niet zeer lang, gebloeid heeft,
om dat het gebruik van de Tabak zelf nog
niet oud is. De Tabak wordt, op deeze
\
(q) Groot Metnor. N. V. ƒ. 97, 102
(r) Betbigfl. van Bürgern, en Schepenen va» 25 7«». »736. (1) Handy, bl. 1171, 1173, 1174. (ty Vervolg der Handv. bl. et. (») Refoi, Vtoedlch. i.r. A, 30 Decemb. 165S- ƒ. Ji.
Handv. bl. ijs. |
||||||||||
LBofiK. KOOPHANDEL.
|
|||||||||
485
|
|||||||||
Voor- Suiten de S. Antonis-poorte, van de Soudate
jj£*kE Courtegarde tot na 't ryfenhooft: welke Huur- eeft* cedul, den agt en twintigften April des jaars 1607, gedagtekend was (j). De Hennip moet, eer 'er touw van geflaagen wordt, door gezwooren Keurmeefiets, die drie in ge- tal zyn, en by Burgemeefteren worden aan- gefleld, gewraakt en gekeurd worden. Het garen, gefpónnen zynde, wordt ook nog gekeurd. Uit een pond Hennip, moeten, volgens de Keure, twee en vyftig vademen Kabelgaren gefpónnen worden , en zeftig vademen Lykgaren, uit een gelyk pond Hen- nip. De fchyven, op welken het Kabelga- ren gewonden wordt, moeten onderfchei- denlyk gemerkt zyn, naar defoort van Hen- nip, van welken het garen gefpónnen is. Het Touwwerk moet gemaakt worden van zulke Hennip, als het zelve aanbefleed is, en 't gene, aan geheele ftukken, verkogt of- verzonden wordt, moet ook, vooraf, door Keurmeefters, gekeurd en gemerkt zyn. Van buiten de Stad, mag hier geen zwaar Touw- werk worden ingevoerd , dan 't gene, in Steden deezer Provincie, geflaagen is. De Keurmeefters, die, ten ooften, tegen de Y- brug, hun Comptoir hebben, moeten zorg draagen, dat de Touwflaagers de Keuren, op het Touwwerk gemaakt, metnaamedie van de jaaren 1753 en 1758, naarkomen, de overtreeders aanbrengende aan Commissa- rissen van het Touwwerk, die drie in getal zyn, en magt hebben, om de» zelven, van veertien dagen tot veertien da- gen, voor zig te dagvaarden; tegenzulken, die niet verfchynen, teprocedeerenbydej'an- ten , en hen, uit kragte van het tweede de- faut, tot namptiffement te verwyzen. Zo de boeten, in veertien dagen na 't vonnis, niet betaald worden, mogen Commiffariffen de Baanen der breukfchuldigen doen fluiten, en geilooten houden, tot dat de boeten vol- daan zyn (z). In 't jaar 1716,1s aan Com- miffariffen van het Touwwerk zitting ver- gund, in de Kamer der Diemer- of Water- graftsmeer, op het Stadhuis (a). Beide de CommiiTariffen en Keurmeefters worden , jaarlyks, op Goeden Vrydag, door myne Heeren vanden Geregte, aangefteld o{ge- continueerd. By de Touwflaageryen, voegen wy de *§ T E E R K o O P E R Y E N,
*v«s. in welken, zo wel Pek als Teer verkogt
wordt, en die, in de zeftiende eeuwe, ge- (y) Oud R.egißerttrThefaurie Kas XI. f. >jo.
<*■) Handv. bl. 1057-1101. Vervolg, bl. tl. Keurb. T. ƒ. »36 ver fa, . (a) Groot-Metnor.' N. IX. ƒ. zjt.
n. stuk.
|
|||||||||
keurd waren, tuffchen den Kamperfteiger en Voor-
't Kamperhoofd, ter plaatfe , nog de oude naame Teertuinen genaamd. De Vlotfchuiten, met NE-ERJf Teer gelaaden, lagen toen aan de ooftzyde GEN" van het Damrak, tuiTchen de nieuwe Brug- ge en Guldenhandsfteeg (b). Doch in't jaar 1643, werdt aan de Pek- en Teer-handelaars bevolen, alleen te woonen, op den Slooter- dyker-burgwal, ter wederzyde (e); welke plaats, federt, met paaien afgetekend, en de nieuwe Teertuinen genaamd werdt. Doch hier mag, by geene kleiner partyen dan van vier laft tevens, verkogt worden. De Pek en Teer, in kleiner hoeveelheid, is te koop by de uitflyters, die hier en daar door dèTS, tad; doch meeft langs den Y-kant woonen. De Vlotfchuiten met Pek en Teer mogen ook, alleen inden omtrek der nieuwe Teertuinen, te koop gelegd, of, in kelders en op zolders, opgeflaagen worden (d). Geen Pek of Teer mag, in fchuiten of op zolders, maar alleen op dryvende vlotten, gewarmd en gekookt worden (e). Alle deeze Keuren zyn gemaakt, om 't gevaar van brand te voorkomen. De Teerkoopers, die hunne eigen fchuit hou- den, om Teer of Pek te vervoeren, zyn, volgens eene Keure van den een en dertig- ften January des jaars 1713, verpligt, het Stei- gerfchuitenvoerders - Gilde te koopen (ƒ). De Stad is, reeds in de vyftiende eeuwe, voorzien geweefi van verfcheiden' Zeepziederyen, xii.
, . , . . . . ZEErzi
zynde men, m t jaar 1497 •> in overleg ge- DEaYE]
weeft, om eene Ordonnantie op deeze nee- ring te maaken (g). Ook vindt menze, in de oudfte gedeelten der Stad. En in de oud- fte Keuren , op pergament gefchreeven , wordt bevolen, dat zy niet binnen der ouder graften zyn mogten (h). De Zeepziedery de blinde Ezel op het Water was, in de zeftien- de eeuwe, in wezen, en vind ik, dat, in de- zelve, in 't begin van Oétober des jaars 150p, brand ontftaan is (i). Het getal der Zeep- ziederyen beliep, in 't jaar 1749, dertien (T): doch tegenwoordig (1760".) zyn 'er niet meer dan twaalf. Zy mogen, in een gedeel- te der nieuwe uitlegginge, niet van nieuws worden opgeregt (/). De Zeepzieders mo- gen , volgens de Keuren, geen Traan, Reu- zel, of andere onbekwaame vettigheid ftor- ten,
(h) Handv. bl. 751 , 7J8 7J9.
(c) Refol. Vroedfch. N. i». «
Jun. I64Ï« f' JS°. Keurb.
L. ƒ. 191.
(d) Handv. bl. 8?o, 1003, 1004.
(') Haildv. bl. 753, g4«, 8<So, SÄ3, 8Ï».
(f) Handv. bl. t+ij.
(g) Groot-Memor. N. I. /. 21+-
(h) Keurb. A. ƒ. 2j. (i) Groot-Memor. N. II. f. i»9.
(k_) Groot Memor. N. XI. ƒ. 99 vcrß>, (t) Zie hier voor, bl. <)8I. Qqq
|
|||||||||
48ó A M S T E R
Voor- ten, om Zeep van te kooken. Tot de Win-
NAAME ter-Zeep, die, van S. Maartens-dag, zynde neemN- den elfden November, tot aan Vaften-avond, gen. gemaakt wordt, moet twee derde Hennip- olie en een derde Raapolie worden gebruikt. De Zomer-Zeep wordt van Vaften-avond tot aan S. Maarten geltookt, en tot dezelve, moet twee derde Raapolie en een derde Hen- nipolie gebruikt worden (in). De Zeepton- nen moeten allen van nieuw hout gemaakt zyn (n).la de grootte derzelven, volgt men den brand of maat van Antwerpen (o), waar- uit , met reden, af te neemen is, dat deeze neering, veel eerder te Antwerpen, dan hier ter Stede gebloeid heeft. De geheele ton moet vier, de halve ton twee, en de vier- dendeel ton eene kan houden, zynde elke kan drie en twintig mingelen en een half pintje, wynmaat, groot (p). De Zeepvaten, deeze maat houdende, moeten, door den gezwoo- ren Brander , met Stads wapen , gebrand worden. De Zeepzieder moet 'er zyn by- zonder merk byvoegen. Ledige Zeepvaten, met Stads wapen gemerkt, mogen niet ter Stad uit worden gevoerd. De Zeep, in va- ten geftort zynde, mag niet toegeflaagen, veel min weggezonden worden, voor dat zy, door eenen dergezwooren Keurmeefierenvan de Zeep, die twee in getal zyn, en by Bur- gemeefteren aangefteld worden, gezien en goedgekeurd is (q). De Zeepzieders mogen de Zeep, met hunne eigene knegts, verar- beiden en wegzenden ; doch wanneer zy daartoe meer arbeidsvolk behoeven, zyn zy verpligt Bierdraagers te gebruiken (r). In de voorgaande eeuwe , is het invoeren van Momkendarnmer-Zeep, hier ter Stede, by voorraad, toegelaaten geweeft, midszy voor- af gekeurd, en met de letters B. S., beteke- nende Buiten Seep, gebrand werdt (V). Doch by eene Keure van den veertienden April des jaars 1751, is de invoer van allerlei vreemde groene Zeep, op verbeurte van dezelve ten behoeve van het Aalmoeffeniers-Weeshuis, en van duizend guldens daarenboven , ver- booden (t). De Amfterdamfche groene Zeep is, altoos, zelfs buitens Lands, vermaard ge- weeft. Voor eenige jaaren, heeft men hier ook ondernomen , witte en gemarmerde Zeep, gelykende naar Spaanfche en Mar- feillaanfche , te maaken. Doch de uitflag heeft niet beantwoord aan de verwagting der onderneemeren. De (iw) Handv. bl. 1150.
{>;) Handv. bh 133S.
(bj Handv. bil 1150.
(p) Handv. bil. 9Z7.
(q) Handv. VI. 1150, 1151 , Iljï.
(r) Handv, /bl. 126.
(1) Handv. bl. us2.
(i) Vervolg der Handv. bl. (,%.
|
D A M S IV. Deel.
Houtkooperyen Voor
KAA^E
zyn ook eene van de oudfte en voornaamfte ne£RIIN
neenngen hier ter Stede, hebbende men ^III- niet ilegts, van ouds, Houttuinen gehad , hout- langs den gantfclien Y-kant, van den Schrei- koofe- jers tot aan den H. Kruis- of Haringpakkers- RYECf' tooren (u); maar ook op de Laftaadje (v), en langs de Voorburgwallen, in 't midden der Stad, gelyk, in de Kaart van Corke- lis Anthoniszoon, te zien is. Doch na dat de naaftlaatfte Vergrooting der Stad, in 't begin der zeventiende eeuwe , aange- vangen was, werdt het leggen van Hout- waaren, op de burgwallen in de oude Stad, verbooden Qw). Tn't jaar 1614, werden den Houtkooperen eenige erven, aan het Taan- huis by de Haarlemmer-poort, tot plaatfin- ge hunner Houtwaaren, aangeweezen (x). Sedert, hebben zy zig, niet alleen langs de Bickers-, Prinfen-, en Reaalen - Eilanden ; maar ook, meer binnenwaards, langs Droog- bak, gemeenlyk de Haarlemmer - Houttuinen genaamd, en naar 't ooften der Stad, langs de Jooden-Houttuinen, Raapenburg, de drie ooftelyke Eilanden, en door de Plantaadje, uitgebreid. Doch volgens de Keure van den jaare 1665, mogen zy, in de nieuwe Stad, binnen den omtrek, te vooren (y) aange- weezen , niet worden opgeregt. De Hout- wallen mogen wel worden afgeflooten; doch alleen met een hek, waardoor men zien kan. Ook mag men 'er bindten op maaken , mids men dezelven, met geene deelen noch plan- ken, dekke (2). Tegen het befchadigen der Houtwaaren, in de Plantaadje, en op andere wallen deezer Stede, is, by eene Keu- re van den een en dertigften January des jaars 1746, voorzien (a). Wy voegen, by de Houtkooperyen, de
Steenkooperyen, xV
ook eene oude neering hier ter Stede. De KOr0^'
Steenkoopers en Steenhouwers, welke laat-Rï ften tot het Metfelaars-Gilde behooren, mog- ten, volgens eene Keure van den vyf en twin- tigften April des jaars 1623, alleenlyk woo- nen, op de weftzyde van den Nieuwe-zyds- Voorburgwal, tulTchen de Haarlemmerfluis en Kolksbrug; op de noordzyde van de Brou- wersgraft, van de Brouwersftraat tot aan de Haarlemmer-Poort; op de ooftzyde van de Prin-
(u) Keurb. B. ƒ. 9s verft.
(V) Keurb. B. ƒ. 79. (»,) Refol.. Vroedfch. iV. 9. 10 Nov. i«bi. f. 3*4 H'rft.
H. 'o. 4 Jttny I1S05. ƒ. 6s verfe. (x) Reib], vroedfch. N. n. 21 Febr. i£i4- /• 'OS.
(y) BUdz.1 4SI- (x.) Handv. bl. «199- ('■■) Handv. tl, 167c. |
|||||
I. Boek. KOOPHANDEL.
|
|||||||||||||
487
|
|||||||||||||
*X", P"n|=nfaft,tuffchendeLeliefluisen'tWes- de zes maanden, maar zes ftui vers Waalde v
*«*£» ter-Kerkhof»entuffchen de Beeren-en Rutt- De ^ers ^caaid ^;. Voor.
«%. ' ftraaten;en,opdeooftzydevandeHeeren- 7 JJJJJJ
graft, tuflchen de Huiden-brug enLooijers- Y D E w E E v E R Y e n, se»
|
|||||||||||||
graft, nu de Beuningsfloot. In 't jaar 1048, ,• ...
is hun ook veroorlofd , hunne neering te ^ie ' omtrem net midden dervoorgaan-
doen,aandezuidZyde van de Brouwersgraft, ?efeuwe, zo zeer bloeiden, dat'er, zelfs |
XVL
Zyde- VVBEVB.
RYENk |
||||||||||||
tuflchen de Linden- en Lynbaansgraften ~{b}: m eezer Scede Keuren, getuigenis aan ge-
op alle welke plaatfen, en verfcheiden' an- grVen wordt (h~),^n,m deeze eeuwe,zeer deren, zy nog tegenwoordig gevonden wor- ™§ en^men\ De zydeweevers, of hunne den. Doch wy hebben, elders (c), gemeld, 7 f n& FahriWeurs of Koopluiden in waar zy niet mógen worden opgeregt. De ~^, X^f11'behooren > eigenlyk, tot geen gebakken fteen en dakpannen mogen niet • e'® ter gelegenheid, dat 'er, in 't verkogt worden, dan na dat zy, door Keur- j^ ,3 » 0ok twee uitv°erige Keuren op meefleren, gezien en goedgekeurd zyn. Ook 't zydeweeveryen gemaakt werden, fte£ moeten de ruwe fteenen en 't Marmer, door ^gemeefteren Commissarissen een' beeedigden Steenmeeter, gemeten wor- *?-ER Z*Den_Manufactuuren aan,
den. Burgemeefteren hebben ook agt Steen- verpligt zyn. te waaken voor het naarko' zetters aangefteld, die den gebakken fteen mei?,,-i?r Keuren, en uitfpraak doen over de tellen en opzetten (d), en over welken een fe ^iien'welken> offenen denFabriqueur en Opziender is, die op het behoorlyk lofTen Weever, ontftaan mogten. Deleerlin- en plaatfen van den fteen agt geeft (e). De gei?'dle Sezmd zyn> zig aan't Zydeweeven
moppen moeten negen duim lang, vier en £e beSeeven^ moeten zig, by Commiflarij- een halve duim breed, en een en vyf zesde jCn' 'aa.ten intekenen, en mogen, beneden duim dik zyn: en de Leidfche, of Vegtfche aSttien jaaren, niet voor knegt worden fteen, zeven en een vierde duim lang, drie ?angenome"'Zozygeene drie jaaren by't Am- en vyf agtfte duim breed, en een en vier § geweeit zyn ; doch boven de agttieniaa- zevende duim dik: alles Amfterdamfche rAen Pnde'behoeven ZY maar één jaar bv 't Houtmaat (ƒ). Ambagt te zyn geweeft. In beiderlei geval De , ?°"enzyeengeheelftuk,totgenoegenvan
>,, v denKoopman,ofMeefter, hebben afgewerkt.
Z*V. Z Y D E R E e D E r Y E N . Een Koopman ofMeefter mag zynfnwerE
55- zyn hier, in de voorgaande eeuwe en in 't f^th^nZWntl ^ °f Vkr da'
£N' begin van deeze, veel meer in getal geweeft S hv moet hSf ^,^n ? g -^ Wagten» dan tegenwoordig: 't welk, elniglyk, aan Sïn^V P verzuimden tyd vol- het afneemen de&r Zydeweeveryen, moet fej?? ' °?*deiV™J?om™Kmßkn(i). worden toegefchreeven. In't jaar 1663, toen ffa" tlJu^T' e aStingeCa,zyn» deeze neering in haaren meeften bloei was, S l'nÄ ' WJanuarv.> vieraf,welk werdt 'er eene uitvoerige Keure op het Zyde! dubbel °^lS^e?"" een ben0emd reeden gemaakt, voornaamlyk, tot voorko- De KooS.n of ?T• V0,gemaakt, wo^t. minge fan ontrouw en belrog der Zyde- C^^^^^SS^^^ den, by Burgemeefteren, zes SSÜPERIN. Ä^^^fi»^
TENDENTEN DER ZydEREEDERYE ftmVpr w« ^ «c wcrKpadSOrJtnegteen
aangefteld, van welken, jaarlyks in 't be- ^Kol L^dfrTm vTderï (ff De
f ™5'de wtafgin^ fyV?rgua' ConuniffiiffenderZyden-ManS^^
deren, op t Jegynhof, naaft de Engelfche noemen, jaariykS) Jn de maanden sS' Kerk Tot onderhoud van dit Collegie, welk ber of Ociober, uit hun ffÄJ"
een' Knegt in zynen dienft heeft .moeten de Geauthorifeerden der ZydeSrveh Wn Zydereeders, van elke molen, die grooter deeze Stad drie Pprf/vJl« j- y binnen dan van zeftig fpfflen is, alle drie maanden, ^or B^e^ü^ 9^JTvci^Dit zes ftuivers betaalen. Doch van de molens om , SnTdJedw/,?^ W°-df * van zeftig fpiüen en daar onder, wordt,om uit de S^ÄLÄTgSÄ (h) Handv. bl. 1003. (Jg
(c) .Uladx,. +81. ft\ ii,.j„ ,,
Ui Handv. */. 10,4 «ft. W "a°^- «• «««* »7».
(<) Vervolc Ar Handy, bl. Si. VA ^J' *'• »«»■
(^.) Handv. hl. ii«j.
Q;qq 2
|
|||||||||||||
IV. Deel.
|
|||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||
488
|
|||||||||||||||||||||
Voor- de Bewindhebberen der Ooilindifche Com- vreemde Lingotten was, fcherpelyk, ver-Voor
NAAMa pagnie tot het opftellen van den eifch der booden. De EïTaijeur van de Wiffelbank ^ËR|S. |
|||||||||||||||||||||
KEERIN
GKN, |
waaren, die uit de Indien ontbooden wor- moeft de Lingotten toetfen, en merken. Zy ofiS.
|
||||||||||||||||||||
den, op te geeven de hoeveelheid en hoe- werden, vervolgens, door beëedigde Cros-
danigheid der ruwe Zyde, Zyden-ftoffen en feerders, gegrosfeerd,dat is, op een' molen, katoenen-garens, die zy oordeelen , her- die, door middel van een paard omgedree- waards, te moeten worden gebragt: alles ven wordt, tot eene lengte van twee hon- overeenkomftig met deRefolutie der Verga- derd en veertig of twee honderd en vyftig deringe van Zeventienen van den agt en voeten, uitgerekt, en daarna, in zeftien, twintigften November des jaars 1740 ( l). zeventien of agttien ringen verdeeld zynde, Tot de Zyde-fabricq behoort ook het hand- by de Goud- en Zilverdraadtrekkers, door werk van 't Gommen en opmaaken der ge- de kleiner en kleiner gaatjes van driebyzon- weeven Zyden-ftoffen:'t welk egter, in dee- dere ftaalen plaaten, tot eene verbaazende ze Stad, tegenwoordig,maar door enkelen, lengte, en tot de dunte van een zeer fyn geoefend wordt. hair uitgerekt: voorts , op den Plet?nolen, De Zyden-floffen veel met goud en zil- plat gemaakt, en eindelyk, om eenen zy-
ver doorweeven wordende, heeft zulks, by- den draad gefponnen. 't Groffeeren mögt zonderlyk in de voorgaande eeuwe , gele- ook, nergens dan in de Stad, en door byzon- genheid gegeven, tot het opregten van ver- derlyk aangeftelde Perfoonen, gefchieden. fcheiden' De ringen, die van den Groffeermolen kwa- men , moeden, ten wedereinde, met Stads
|
|||||||||||||||||||||
XVII.
Goud en
ZlLVER-
DRAAD- TREKKE- RYEW. |
Goud- en Zilverdraadtrekkeryen wapen, gemerkt zyn. De Leccage, op 't
groffeeren en trekken vallende, kon aan de
hier ter Stede, die egter den loop der Zyde- Wiffelbank wederom geleverd worden, tot weeveryen hebben moeten volgen, en min- drie Huivers op 't Mark trois minder, dan der bloeijen dan zy plagten; waartoe ook de Lingotten, aldaar, gekofl hadden (e). |
||||||||||||||||||||
veel heeft toegebragt het verbod van het Doch tegenwoordig, [in 1766] , en al federt
draagen van gouden en zilveren ftoffen, in eenen geruimen tyd, zyn 'er geheel geene fommige Ryken gefchied De eerfte uit- Groffeermolens meer, in deeze Stad. Men voerige Ordonnantie op dit Handwerk,my haalt ook geene Lingotten meer uitdeWis- bekend,isvan den een en dertigften Janua- felbank, en men bekomt thans het gegros- ry des jaars 1656, die egter, den twee en feerd Zilver van hetnabuurigHaarlem, daar twintigften November des gemelden jaars, nog één Groffeermolen is. In Amflerdam, wederom veranderd en vernieuwd werdt(??z): zyn egter nog zes of zeven Fabriqueurs van en waarin, federt, nog verfcheiden' veran- Goud- en Zilverdraad. Volgens eene Keure deringen gemaakt zyn. 't Goud- en Zilver- van den elfden July des jaars 1696, zouden, draad mögt, yoormaals, niet getrokken wor- door Burgemeefteren, zes Superintendenten den, dan van zilveren ilaaven , die in de van het Gouddraadtrekken worden aangefteld, Wiffelbank gekogt waren. Zy werden Lin- die de Leerlingen van het Handwerk zou^ gotten genaamd; waren zes en dertig mark den infchryven 5 de gefchillen, tuffchen de of agttien pond zwaar, en hadden de dikte Koopluiden en het Arbeidsvolk vallende, van een' dunnen bezemftok. Het zilver dee- afdoen ; voor het onderhoud der Keuren zer Lingotten was van vierderlei fynte, te zorgen , en de overtreeders derzelven in weeten, van elf penningen drie en twintig boete beflaan. Tot onderhoud van dit Col- grein, elf penningen twee en twintig grein, legie,welk een' knegt in zynen dienfthadt, elf penningen agttien grein, en elf pennin- moeft, al'e zes maanden , van ieder Pietmo- gen zeftien en een halve grein, ieder foort len, twaalf; van ieder Spinmolen, zes, en met een grein remedie , ten voordeele van van ieder Draadtrekkers-rol, ook zes duivers de Wiffelbank. Doch de laatfte foort mögt betaald worden (p). Doch dit Collegie is niet dan tot Gouddraad gebruikt worden (n). niet lang in Hand gebleeven, en, reeds voor Men weet, naamlyk, dat het Gouddraad veele jaaren, te niet geloopen. flegts van verguld zilver getrokken wordt, De wordende , om ieder Lingot, van vyf tot Twyneryen X^'
drie en een half onfen goud gelegd, en de T«'*1'*
eerfte foort hoog, de tweede foort laag goud van Garen en Lint plagten, hier ter Ste- »***
genaamd. Het inbrengen en gebruiken van de, ook in tamelyken bloei te zyn; doch zyn,
(/) Groot Memot. N. XII. ƒ. ff,
(m Handv. hl. 1093. fa) Handv„ bl. 1093, 1094, 109J, 109*.
(n) Handy. */. loju , iojS. (f) Handv. bl. lojs, 109«.
|
|||||||||||||||||||||
KOOPHANDEL.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
48p
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
huis hebben, ten zy dezelven, eerit,op deVooft.
Saaijhal, geweeft en gelood zyn. En de Staalmeefters mogen hierop, vryelyk, ten neVkj$.- allen tyde, onderzoek doen in deParfferyen,Gm' en de Overtreeders der Keure in boete be- üaan (•«). 't Zelfde mag men ook zeggen van de |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zyn, al in de voorgaande eeuwe, in merke-
lyk verval geraakt, en naar 't platte Land, en naar andere Steden, geweeken. Op 't voorbeeld van Haarlem, is, hier ter Stede, reeds in't jaar 1633, toegedaan, het Ga- ren te weegen met Brabamfch gewigt (#), welk vyf ten honderd ligter is, dan het Äm- fterdamfch, maakende honderd pond Bra- bantfch gewigt maar vyf en negentig pond Amfterdamfch gewigt uit. Tot voorftand der kwynende Twynneeringe, is, in 't jaar 1675, bevolen, geen Twyn of Lynwaat bui- ten de Stad te laaten verwen. Ook mogen de Twyners, Blaauwverwers of Winkeliers geene Twyners-waaren van vreemde omloo- pers koopen. 't Schynt, dat 'er, voor dee zen, ook Gecommicteerden geweeftzyn (r), die, voor den welftand deezer neeringe,en voor het onderhoud der Keuren, op dezelve gemaakt, zorg droegen. Doch thans worden zy niet meer aangeileld. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
°Or-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»4ft«
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
«**.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kalanderyen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
xxi.
Kalan-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hier ter Stede , alwaar Wollen-ïtoffen en Ka- DJ
toenen-Lynwaaten geglanft of glad gemaakt worden. VVy hebben, hier voor O), reeds aangetekend, in welke gedeelten der Stad, de Parfferyen en Kalanderyen niet mogen wor- den opgeregt. Ik weet niet, of'er, voor- heen , hier ter Stede verfcheiden' |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Y z
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ERGIETERYEN
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XXU.
YZERGIÉ-
geweeft zyn, alwaar potten, ketels en an- tesyeh.
der zwaar Yzerwerk gegooten wordt. Doch tegenwoordig is 'er maareene, op het Wees- per Veld, op Stads grond. Behalve de Stads- Salpeterrafineerdery, elders (iü) befchreeven, heeft men, hier ter Stede, ook enkele Salpeterrafineerdekyen XXIII.
Salpe-
van byzondere perfoonen, en onder anderen, ^™^'
eene op de'Lynbaansgraft, tuffchen 't Wees- deryen". per-Plein en de Roeters-Eilands-floot. De Zwateirafineerderyen XXIV.
Zwavel»
hier ter Stede zyn bepaald aan de Schans by EAFI" 't Blaauwhoofd, en weftwaards van de Looi- ^m". ' jeryen, in de nieuwe Uitlegging , aan de Lynbaansgraft, omtrent de Weterings-fluisj op welke plaatfen, ook alleen het maaken van Vermillioen, Vernis en Terebinthyn, en het branden van hoornen gefchieden mag (x). De K R U I D M A A K E R Y E Nj XXV.
alwaar't Buskruid, va» Salpeter, Zwavelmaakë-
en Houtskool, bereid, en bewaard wordt, kyek. plagten, van ouds, digt onder-, en zelfs in de Stad te zyn; doch zyn, allengskens, verder en verder buiten dezelve, geplaatfl. By de Kloveniers-Doele, aan de Stads vetten» ftondt, in den aanvang der zeftiende eeuwe, een gaende Cniytmolen, die, op den elfden Ja* nuary des jaars 1541, aan de Stad opgedraa- gen werdt (y). Cornelis Janszoon in 't roode Kruis
f») Handv. bl. liqs, 1147.
(v) Bladx. 481.
(m) III. Deel, I. Boek^, bl. +6.
(x) Handv. bl. »99, i°°3- . °
(y) Oud Regißer ter Thefauue , Kas XI. /. ij,
Q,qq 3
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Katoendrukkeryen,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ü
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
die gedeeltelyk in; doch voor 't meerder ge-
deelte , buiten de Stad, in en even buiten de Vryheid, gevonden worden, bloeijen nog zo zeer als ooit. My zyn, nogtans, geene Keuren voorgekomen, waarby deeze neering geregeld wordt. Alleenlyk, zyn de Katoen- drukkers, zo wel als de Verwers en Huis- luiden, volgens eene Keure van den zeltien- den November desjaars 1708, verp!igt,met geene andere wagens in de Stad te komen, dan welker wielen ten minfte vier en een halve duim breed, en onbeflaagen zyn (/). Tegen de ongeregeldheden der Katoendruk- kers-knegts, die, te onvrede over 't loon, welk hun toegelegd werdt, fomtyds, plag- ten famen te fpannen, om alle de winkels, zelfs zulken, daar de knegts wel vergenoegd waren, vuil te verklaar en, gelyk men 't noemt, dat is, de knegts te verleiden, om het wer- ken te ftaaken, tot dat hun meerder loon werdt toegelegd, is ook, by eene ernftige Keure van den negentienden Juny des jaars 1744, voorzien (t). Hier ter Stede, zyn ook eenige Parssery en,
alwaar de Saaijen en andere Wollen-ftoffen,
in heete parilèn, geparfl en effen gemaakt worden. De PariTers mogen geene Wollen- ftoffen, die de Keure onderhevig zyn, in • (1) Hatsdv. hl. 938.
(r) Handy, bl. 11+S, 114*. (') Htindv. bl. 7*1. (.') Kemb. s. ƒ. 273. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
*ï.
|
*u.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
CSE-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
49o AMSTERDAMS IV.Deel.
Voor- Kruis verzogt, in't jaar 1571, een Kruid- ingezetenen van Amfterdam toebehooren. voor-
na ame huis en molen te mogen zetten, honderden Om 't gevaar, welk, uit het fpringen van waam^ nebmn- Veertig roeden buiten de Jan-Rooden-Poort; Kruidmolens, of andere gebouwen tot de NEERlIf' doch dit verzoek werdt afgeflaagen by de Kruidmaakerye behoorende, zou können ont- G' Vroedfchap, die alleenlyk toeliet, dezelven ftaan, te voorkomen, zyn, van tyd tot tyd, te ftellen aan den Heiligen-Weg, daar 'er verfcheide'n' Keuren gemaakt. De Kruid- toen reeds twee Honden; doch niet dan tot maakers mogen niet meer dan zeventig pon- wederzeggen van Burgemeefteren in der tyd den Buskruids tevens op hunne Stooven droo* (z). Van de Kruidmolens, of Kruidhuizen , gen, en niet boven de vyftien honderd pond die, voormaals, aan den Heiligen- of Over- in hunne molens of omtrent dezelven hou- toomfchen weg ftonden, zyn 'er, in de voor- den. Inde Stad, mag niemant boven de gaande eeuwe en in deeze, tot vyf toe, vyf en twintig ponden in huis hebben, 't gefprongen, in de jaaren 162a, 1624,1625, Buskruid, met fchuiten door de Stad ge- 1657 en 1709 (a). De Kruidmaakery Sol- voerd wordende, moet, met hairen kleeden lenburg, die hier ook ftondt,is, op den veer- of zeilen, gedekt zyn. De Sluiswagters zyn tienden Auguftus des jaars 1758, ten vyf uu- gehouden, de Busknüdfchuiten, heteerft, ren des morgens, in de lugt gevloogen, en en zelfs alleen, door te fchutten. Men mag 't gene 'er van overgebleeven is , federt, geen Buskruid aan boord brengen, dan 's door de Stad, gekogc van de Eigenaars (£), daags voor dat de fchepen vertrekken, of die verlof gekreegen hebben , om hunne ten minden op ftroom haaien. Ook moeffc Kruidmaakery te verplaatfen , in een iluk het, 't welk inzonderheid te pas kwam, toen Lands, benoorden het kleine Loopveld, in 'er nog Kruidmaakeryen aan den Heiligen de Midden-Polder, daar zy, federt het jaar weg ftonden, gevoerd worden langs de Koft- 1709, een kruidhuis gehad hadden (c). Doch verïoorens-Wetering, door het kleine Sluis- de ingelanden der gemelde Polder hebben je ten einde van de Brouwersgraft, en voorts, hen, door het opfchieten eener merkelyke door de Eenhoornsfiuis, naar de fchepen, in fomme, bewoogen, om dit Kruidhuis, en de 't Y. Doch als men met Buskruid den Am- gantfche Kruidmaakery over te brengen aan ftel afkomt, moet het gevoerd worden, de ooftzyde des Amftels, in eenen afgelegen door de Amftel-fchutfluis, langs de Prinfen- oord van de Ronde-hoeper-Polder. De Kruid- graft en Raapenburger-graft, door de Raa- maakery Sollenburg, de laatfte, die, aan den penburger-fchutfluis, Y-waards. Met wa- Heiligen- of Overtoomfchen weg, overge- gens,karren offleeden,mag geen Buskruid, bleeven was, is, op deeze wyze, van daar ver- naar of door de Stad, gevoerd worden. De plaatft geworden, na dat men, reeds om- Buskruid voerders mogen ten hoogfte maar trent zeftig jaaren te vooren., bedagt geweeft vyftien duizend pond in ieder fchuit hebben, was, op middelen, om dezelve, benevens de en nergens aanleggen, veel min vernagten, andere Kruidmaakeryen daaromtrent, naar Ook mogen zy geen tabak rooken, noch elders te doen overbrengen (d). De Kruid- eenig vuur in hunne fchuiten hebben. Tot maakeryen, die thans, omtrent deeze Stad; het keuren van het Buskruid, zyn twzeKeur- doch buiten de Vryheid gevonden worden, mee/Zm aangefteld, door Burgemeefteren (f). zyn niet meer dan twee in getal, eene, even In 't jaar 1672, toen de Stad gevaar liep boven Ouderkerk, aan het groote Loopveld, van den vyand, floot zyeene Overeenkomft in de Amfterveenfche of Middel-Polder, en met vier Kruidmaakers, om al 't Buskruid, de voorgemelde, in de Ronde-hoeper-Polder, welk zy, in eenige maanden, maaken kon- mogende zy, volgens de algemeene Brand- den, alleen aan haar te leveren (g). keure van den zesden April des jaars 1685, Men heeft,hier ter Stede, ook eenige nergens binnen de Vryheid worden opge- T VWJ' regt, dan met fchriftelyk verlof van myne Loodgieteryen, V^.
Heeren vanden Geregte (<?)._ Voorts,zyn aiwaar het Lood, in bladen en anderwyze Gtff
, er nog drie Kruidmaakeryen in Waterland, ten dienfte van het Loodgieters-handwerk' RY eene te Purmerende, eene te Bmkfloot, en vervaardigd Wordt. Wy hebben boven (h) eene te Nieuwendam: ook is er eene by aangetekend, waar deeze Loodgieteryen mee Muiden, en eene by Utrecht, die allen aan mogen worden opgeregt. Voor eenige jaa- ren, was 'er, aan den Binnen - Amftel, by $ Ifwtef^Amtn: ÄÄ.t ieo. de ^^^^tLoodafcbbrandery opge- (b) Refol. ttroedfeh. ir. UU. 16 Jan. iyS9.f. 107, regt>
(c) Groot-Mëmor. iV. IX. ƒ. 99, 103, 106, n$ verft.
(d, Refol. Vtoedfch. L'. AA. + M »J , i Jnly tya». f. (f) Handv. bl 4*J ,+S4, «3»,»«}, 171,87.5. iSSe.
*7J P- . /,, ■ (g) Gtoot-Memot. N.Yl. f. 7» vtrf,, $7 vrfi,%a verft.
(e) HtncWi/. »is, m. (ij BUix.. *äi.
|
||||
LBoek. KOOPHANDEL. m
Voofc» regt; doch, op de klagten der buuren, over Eene van deezen flondt op het Roeters-Voor-
llv'm de ongezonde damp, die 'er door veroor- Eiland. In dezelve , werdt ook Venfter-NAAMS gen*11*" zaakt werdt,kwam 'er bevel aan den Eige- glasgeblaazen. En op den zes en twintigflen c^'UN' naar, van wege myne Heeren van den Ge- April des j aars 1724, werden honderd vier regte, om dezelve van daar te verplaatfen (i). en zeventig korven, ieder uit twaalf fchy ven In de zefliende eeuwe of eerder, zyn hier, van dit glas beflaande, en allen met Stads van tyd tot tyd, ook wapen gebrand, uit deeze Glasblaazerye, by openbaare opveilinge, verkogt; geldende van
XXvii. Glasblaazeryen twee en dertig tot vier en dertig guldens ȆzE van verfcheiden'foorten opgeregt, de mees- vyf Huivers de korf. Doch deeze Glas-
*Yw." ten van welken, ter oorzaake van de duurte Waazeryen zyn reeds voor eenige jaaren, der levensmiddelen en huuren, en de daar- f rdweenen. De Spwgehiaakery van Jo- door veroorzaakte zwaare arbeidsloonen, we- JePh Hewlfe m Zoonm en Compagnie, die, deromverdweenenzyn.In'tjaar 1597, werdt omtren.c den Jaare 1**3 i opgeregt was, aan Antonio Obifii vergund, eene Glasblaa- en ^enigen vrydom van s Lands Import zery van kriflallynen glazen, hier ter Stede, °P df fooien e.n ^et Brandhout verwor- op te regten. Men ftondt hem , ten dien 7en hadt j» > ls' "Kgelyks , na weinige einde, eene werkplaats toe, op den zuid- Jaare? verloops, te met gegaan. Omtrent weflerhoek van't ronde Begynhof, aan de ™jn pare 1750, is 'er, op nieuws, eene iteenen brugge, die toen aldaar, nieuwlings Glasblaazery. daar meefl Heffen en dnnk- gelegd was; alwaar hy, tien jaaren, om niet Slazen. gemaa« worden, op Wittenburg, zou mogen woonen en werken (k). Doch, lS_n einde van de/Ieine Wittenburger- ïn minder dan vier jaaren, moeft hv 't werk* ™.aat » opgeregt, die nog in wezen is. oDgeeven, welk egter, in 't jaar i<5oi,we- Hierby is, in 't jaar 1756, ook eene Loo- derom werdt aangevat door Jan Janszoon P^maakery gezet, alwaar Loopen tot Snap- Karel, wien daartoe eene andere en veel haanen geS00ten worden. Wy hebben , ruimer plaats, in deOude-zyds-Raamen,te- reeds °P een<: ^ere PIaats CJ)> aangete- gen over de Kloveniers - Doele, werdt afge- kend' waar de Glasblaazeryen met mogen flaanCQ. Ter deezer zelfder plaatfe, werdt, worden opgeregt. 't Zelfde hebben wy eenige jaaren laater, de Giasblaazery geoe- ook reeds ëemeld van & fend, door Jan Henrikszoon Soop (in , ter- c ™ „ „ „ I , vri T T i) ij S MEERS MELTERYEN, XXVIII
wyl,zo t fchynt, Jan Janszoon Karel, de ' Smeer-
voorige Giasblaazery behieldt, of plaats tot van welken 'er ook nog eenigen, aan af- smelte-
eene nieuwe verkreeg, in de Raamen (n). gelegen oorden der Stad, gevonden wor- RYEN- Ik vind ook , dat Abraham van Tongerlo, den. Volgens de oudfle Keuren, mogten vroeg in de voorgaande eeuwe, eene nieu- 'er, binnen der onder grafie, geene Smeer- we Giasblaazery, by de Reguliers - Poort, fmelteryen zyn (t). Men fmelt, in dezel- gehad heeft (o). Doch deeze Glasblaaze- ven , het fineer van beeilen , ten diende ryen verdweenen door den tyd. Eenige jaa- der Kaarfenmaakeryen , en tot ander ge- ren laater, werdt 'er eene opgeregt, op de bruik. Het fmelten van wafch, welk ook weflzyde der Keizersgraft, tuffchen de Ree- nog door eenigen gedaan wordt, mag niet en Beerenilraaten, alwaar fleffen en bier- en dan in overwelfde Kelders gefchieden (u). wynglazen gemaakt werden. Doch omtrent Men plagt ook eenige den jaare iööo, werdt deeze Giasblaazery verplaatil, aan de zuidzyde der Roozen- Vermillioenmaakeryen, XXix.
graft0), daar zy,eenige jaaren,gebleeven Vernism aakeryen, uoen-L"
is. Aan de Schans, ten noorden der Leid- en Vernh-
fche Poorte,. is, voor ruim veertig jaaren, ,_, en Tere-
ook nog eene Giasblaazery ge weeft (q), Ierebinthynmaakeryen bis
en nog op ééne of twee andere Plaatfen. in de Stad te hebben, en mogelyk wordthaIkÊ-
(i) r.efoicn. „«Bürgern, «schepenenv*m6Xov.ijso. 'er, hier en daar, nog eene enkele gevon-RYEN- a; Groot-Memor N. ii .f. J86 den. Doch, volgens de algemeene Brand- (l) Relol. Vroedfch. N. 8 10 Juny, <t Ant. ISCI. ƒ. , ° , . fy-1""-1-'
is*,}** verf». 9 keure, mogen zy er in 't geheel met
(m) roRTANüs-Amftetd. n. Boe^, xxvit. cap. u. *73' zyn(V), ter oorzaake van het gevaar van
van de Nederd. Wert 1 ,
(n) Refol. Vroeclfch. ff. II. 1% Mann i«i3. f.js verft. brand
(o) Accoord , berußende in 't Vertrek der Thefaurie. Oude (r) Groot Plakaatb. VI. Deel, hl. s°3.
Linde H. Lt n- 8. n. Zie ookj hier voor, III. Oeelt II. (s) Bladz,. 481
*°.°4., bl, 17 ï. (t) Keurb. A. f. 19.
(l>) F. von ZESENi bl. 2ro,iir. („) Handv bl. 8«i.
(?) D. Willink Amfterd. Buitenfingel , hl. 89. (v) Handv. bl. 83».
|
||||
IV. Deel«
|
|||||||||||||
AMSTERDAMS KOOPHANDEL.
|
|||||||||||||
492 g
brand, waartoe deeze neeringen aanleiding
geeven. Zy mogten, volgens eene Keure van den vyftienden Maart des jaars 1665, nevens het rafineeren van Zwavel en het branden van hoornen, alleen gedaan wor- den aan de Schans by 't Blaauwhoofd , en omtrent de fluis naar de Wetering, aan de Lynbaansgraft (w). Tot het opregten van
Pottenbakkeryen,
Steentjesbakkeryen,
en Platteelbakkeryen, Van welken 'er ook eenigen , hier en daar,
in de Stad, plagten te zyn, of nog zyn, moet byzonderlyk verlof verzogt worden aan myne Heeren van den Geregte (ar). (w) Handv. hl. 999.
(x) Handv. hl. 839. |
|||||||||||||
Even buiten de Vryheid der Stad, aan Voos-^
de oude Wetering , is ook eene Wajch- ^£Rir bleekery , en daar, en langs de nieuwe We- GEn. tering , of Roftverlooren-vaart , zyn ook verfcheiden' Lymmaakeryen, eene Sterkwa- terfiookery , en andere Trafiquen , die, om meer dan ééne reden » niet in Stad kön- nen , of mogen gedaan worden. In de voorgaande eeuwe , plagt men,
hier ter Stede , ook Civet-katten te hou- den , en de Amfterdamfche Civet was, zelfs buitens Lands, om haare deugdzaamheid , beroemd (y). De Civethandelaars verbon- den zig, by eede , voor Burgemeefteren, om de Civet, zuiverlyk en onvervalfcht, zo als zy van de Katten kwam, te leveren. Doch deeze neering is , in deeze eeuwe, geheellyk, verdweehen. (y) Hindr. H. 1090,
|
|||||||||||||
Voor-
naams STEERIN-
GEN. |
|||||||||||||
XXX.
Potten«
Steen- tjes en Plat- TEELBAK'
KERYEN. |
|||||||||||||
VIER-
|
|||||||||||||
493
|
||||||||||||||||
VIERDE DEEL.
KOOPHANDEL
|
||||||||||||||||
VAN
|
||||||||||||||||
AMSTERDAM.
|
||||||||||||||||
TWEEDE BOEK.
BlNNENLANDSCHE KOOPHANDEL.. VEER OF BeURT- EN MaRKT-ScHEPEN
en Schuiten.
|
||||||||||||||||
de Steden en Dorpen van Gooiland en Am-Binmes.
Heiland, en op Utrecht en Amersfoort, van LAND" welke laatfle plaats, bier herwaards gezon-SCHE den werdt: en zal dit het Stigtfch bier ge-VAA*T<' weefl zyn, waarvan, in eenen brief van den jaare 1323 (b), gewag gemaakt wordt. Zy handelden, omtrent deezentyd, ook in Wa- terland (O, en zelfs in Friesland (d), en in O- veryfïèl; de ingezetenen van welk gewefl, in de jaaren 1276 en 1278, door GraaveFlo- ris den V., met verfcheiden' voorregten, voor den Koophandel in zyne Landen, be- gunfligd waren (e). In Waterland enWefl- friesland, fleeten de Amflerdammers, zo wel als in Kennemerland en Amflelland, vry wat uitheemfch bier (ƒ). In OveryfTel, met naa- me te Deventer, dreeven zy, vroeg in de veertiende eeuwe, handel in boter, kaas en zout (g), en haalden wederom bier,kooren en brandhout uit dit gewefl, met naame van Deventer en Zwolle, herwaards (£). In de veertiende eeuwe, voerden de.Am- flerdammers uitheemfch, en inzonderheid Hamburger Bier, Haring en andere goede- ren, langs de Schelde en langs de Honte, naar Brabant (i). Ongetwyfeld, hebben zy toen, en waarfchynlyk al eerder, op Zeeland gevaaren; fchoon my daarvan geene zo ou- de bewyzen zyn voorgekomen. Ook heeft Amflerdam , vermoedelyk al vroeg in de veertiende eeuwe , op fommige Steden van Gelderland, gehandeld, met naame, op Har- derwyk en Elburg, aan welke twee Steden, de Graaven van Holland, reeds voor het einde der dertiende eeuwe, eenige gunfl- brie-
(t) Mieris Charrerb. tl. frtil, hl. j*i.
(c) Handv. tl. 24. »
(d) Handv. tl. 130.
(e) Mieris Chatterb. I. Deel, tl. u+, 55$,
{f) Privileg, van Haarl. II. 3$. (*) Zie II. Deel, II. B»e(, tl. lig,
(h) Zie II. Deel, III. Bee{, tl, jjS, (i) Handv. bl. es.
Rrr
|
||||||||||||||||
De handel van Amflerdam, voor zo ver
dezelve in koopen en verkoopen be- ftaat, die zig, in 't eerfl, naar 't gemeen beloop der dingen, bepaalen moed binnen de Stede zelve, heeft zig, zo dra dezelve een weinig begon toe te neemen, moeten uitbreiden naar de naaftgelegene Plaatfen en Gewellen, welken, allengskens, onder het gebied der Huizen van Bourgondie en Oos- tenryk , vereenigd geworden zyn; tot dat, ten tyde van Filips den II, Koning van Span- je en Heere der Nederlanden, eenige Ne- derlandfche Provinciën zig van de overigen gefcheiden, en een Verbond vanVereeniging geflooten hebben. De vaart en handel op deeze Provinciën, die, voor dat zy, met Amflerdam, onder eene en dezelfde hooge Regeering, Honden; of, voor dat de hoo- ge Regeering van Holland , waartoe Am- flerdam behoort, zig met de andere Provin- ciën vereenigd hadt, 'een buitenlandfche Handel genoemd mögt worden, wordt thans, te regt, als een enkele Binnenlandfche Han- del aangemerkt, en zal, van ons, als zoda- nig, in dit Boek, aangemerkt en befchree- ven worden. Amflerdam moet, toen het nog onder
het gebied der Heeren van Amflel ftondt, en een Leen van't Bisdom van Utrecht was, reeds eenigen Binnenlandfchen Handel gehad hebben, om dat het zig, gelyk wy, elders (a), hebben aangemerkt, in 't jaar 1275, de tolvryheid door het nabuurig Holland, liet aanrekenen, als eene vergoeding van geleeden fchade. De Amfterdarnmers ver- zonden toen hunne eigene goederen, ver- moedelyk, in 't eerfl, graanen, zuivel en vifch, en 't gene hunne eigene Landeryen en Wateren meer uitleverden naar de naas- te Plaatfen, en ontvingen, van daar, ook andere waaren te rug. Zy voeren eerfl op f«) Z'« II. Dttlt I. *»»<• hl. ih
II. STUK.
|
||||||||||||||||
Jefchets
>den |
||||||||||||||||
"nnen-
Nfchen > Am-
|
||||||||||||||||
Sejzelfs
^heid.
|
||||||||||||||||
IV. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||||
494
|
||||||||||||||||||||||||||||
brieven verleend hadden (k). En in 't jaar meerder verzekering der verzenderen, op de 3v&tS'
1306, hadt Willem de III., Graaf van Hol- meefle en voornaamfte Veeren, Aanteke-U^' land, die van Hardervvyk reeds tolvryheid naars,of CommiJJariJJen, gdykmenzenoemt, sv"1rt. verleend in Weflfriesland (/). Op Gronin- door Burgemeelterén, aangefleld, die van gen, heeft Amflerdam , ongetwyfeld, ook alles wat aan 't Veer gebragt wordt, en van omtrent dien tyd, of eerder, gehandeld. de naamen der genen, door en aan welken, De gemelde Steden en Plaatfen,, welker de goederen worden afgezonden, naauwkeu- meeflen, van ouds, ten opzigte van Amfter- rige aantekening houden; waarvoor hun, dam, buitens lands lagen, doch nu als binnen- door den afzender, van elke party een ftuiver landfchen worden aangemerkt, werden, met betaald wordt. Doch daar is nog eene derde grooter of kleiner fchepen en fchuiten, be- foort van Veeren, welken, alleenlyk, be- naar het de gelegenheid vorderde, vaaren worden, door Schippers, die, door de Regeering der Plaatfen, van waar zy her-
waards komen, worden aangefleld, of toe- gelaaten. Omtrent deezen, heeft het Ge- regt of geheel geene byzondere Keuren ge- maakt , of zulken, voornaamlyk, waar bv |
||||||||||||||||||||||||||||
BlNNEN-
LAND- SCHE VAART. |
||||||||||||||||||||||||||||
Opreg-
ting der Veeren. |
||||||||||||||||||||||||||||
v
DvAeo
|
||||||||||||||||||||||||||||
vaart buitens lands, hier ter Stede, meer dan den Veer- en Marktfchipperen vafle Leg'-
elders, toegenomen was, werden, van hier, plaatfen aangeweezen zyn. Doch onder dee- ook allerlei waaren, die, uit zee of langs de ze derde foort van Veerfchippers, zyn 'er ook Rivieren, waren aangebragt, naar de Bin- veelen, die zig zelvenvafleLegplaatfenheb- nenlandfche Steden en Plaatfen, daar men ben verkooren, waar zy,onder 'topzigtder dezelven begeerde, verzonden. In'teerfl, Havenmeefleren, alleenlyk, gedoogd wor- gefchiedde dit vaaren, over en weder, op den; en veele anderen, die alleenlyk op de onbepaalde tyden. Doch, door den tyd, wer- Markten herwaards komen, en, hierom, in den'er, op de meefle Binnenlandfche Plaat- 't byzonder, Markt/chippers worden genaamd, fen, die aan de Zee, aan de Rivieren, of aan Eene byzondere optelling en befchryving Binnen waters, gelegen waren, Veere Nop- van deeze drieder lei foort van Veeren zal geregt, welken, op bepaalde tyden, door een' beft; in flaat zyn, om den Leezer een volle- of meer Schippers, over en weder, bevaaren dig begrip tegeeven van de uitgebreidheid werden. Op, of tegen de Marktdagen dee- des Binnenlandfchen Koophandels van Am- zer Stad, voeren ook menigten van allerlei flerdam. Wy zullen, op dat ieder Veer ge- Zy zyn Binnenlandfche Vaartuigen af en aan. De makkelyker zou können gevonden worden, dnedenei. \yethouderfchap van Amflerdam heeft, we- ten opzigte der twee eerfle foorten , ons gens eenigen van deeze Veer- en Marktfchip- houden aan de orde vari 't A. B. C. pers, overeenkomften gemaakt met de Ge- De Veeren, omtrent welken, de Stad, met t regten van de Plaatfen, die, door dezelven, de byzondere Steden en Plaatfen, overeen- Veer^t bevaaren worden. Eenige anderen zyn, al- komflen geflooten heeft, zyn die vanAlkmaar, °^fß < leenlyk ,Vsverbonden, aan Keuren, by 't Ge- Amersfoort, Arnhem, Breda, Delft, Deven- d'e S^, regt alhier beraamd. En in ieder deezer twee- ter, Doesburg, Dordrecht, Durgerdam , over^' derlei Veeren,worden,gemeenlyk, een' of Elburg , Enkhuizen , Gouda , Groningen, korf% meer Schippers, door Burgemeefleren dee- Haage, Haarlem, Harderwyk, Harlingen, ^tb0"' zer Stad, aangefleld;die allenGildebroeders Haffelt, Heemflede en de andere Kleêren- der«»""' moeten zyn van't groot of klein Binnenlands- Veeren, de Glip, Bennenbroek, de Heeren andetr|o vaarders-Gilde alhier. Zy zyn, daarenboven, Zandvaart en 't Kraaijennefl; '$ Hertogen- ^%^ verpligt, hun Veer, in perfoon, te bevaaren, bofch, Heusden, Hoorn, Huizen, Kampen, %dl' op de verbeurte van hun ampt (m), ten Leiden, Muiden, Naarden, Nieuwkerk,als**" jware nun, op hun verzoek, en om wettige Utrecht, Weesp, Workun^Zierikzee^ut- reden, verlof verleend ware, om een' Zet- fen en Zwolle. Jcbipper, in hunne plaats, te ftellen. Veele Het Veer van Alkmaar op deeze Stad, Ai*'
Veerfchippers, die waaren van merkelyke en van hier derwaards te rug, plagt, vanlrfA*" \ waarde voeren, moeten ook, by hunne aan- vroeg in de_ voorgaande eeuwe, of eerder, Helling, twee borgen flellen, voor zekere af, tot in 't jaar 1720, alleenlyk bevaaren te bepaalde fomme, dat deeze waaren, geheel worden, door Schippers, die van de Wet- noch ten deele, aan 't Veer noch onder weg, houderfchap der Stad Alkmaar werden aan- vervreemd gullen worden. Ook zyn , tot gefteld > voor welken, reeds op den een en twintigflen December des jaars 1655, eene
|
||||||||||||||||||||||||||||
({.) SCHRAS?kRT Harderw. II. Deel
|
il. 6,
|
Ordonnantie , te Alkmaar , beraamd was.
|
||||||||||||||||||||||||||
(i) ld. I. Deel, hl. 17«.
(nt) Refol. van den Oud Raad van Bürgern, van 29 May 17S4. il. !■ |
||||||||||||||||||||||||||||
Doch in 't jaar 1719, vonden Burgemeefle-
ren der Stad Amflerdam, eindelyJc, geraa- den,
|
||||||||||||||||||||||||||||
II. Boek.
|
KOOPHANDEL.
|
||||||||||||||||||||||
495
|
|||||||||||||||||||||||
&KNEN- den, drie Veerfchïppers, van hier op Alk-
Und. maarj aan te Hellem Men maakte, te Alk- vA^T( maar, in 't eerfl, zwaarigheid, om den Am- flerdammeren vryheid van laaden op hier toe te flaan. De Steden kwamen in onder- handeling. Amfterdam oordeelde b dat men den Veerfchipperen, die hier waren aange- fteld, eene beurt behoorde toe te flaan, te- gen twee, die, door die van Alkmaar, zou- den bevaaren worden. Doch Alkmaar, 't Veer zo lang alleen hebbende gebruikt, meen - de, dat de Alkmaarders drie beurten tegen eene hebben moeflen (k). In't jaar 1724, werdt, by den Oud-Raad van Burgemeefte- ren alhier, geraaden gevonden, de Amfter- damfche Veerfchippers te laaten uitflerven (0), zo dat 'er, ten laatfle, maar één over- bleef, dien men, te Alkmaar, niet meer dan ééne beurt van de negen toeleide. Zyn op- volger, met zo klein een aandeel in't Veer, niet te vrede, vervoegde zig aan Burgemees- teren , die, in April des jaafs 1763, te wege bragten, dat hem een agtfle gedeelte van de beurten werdt toegedeeld (p~). En op deezen voet, wordt het Alkmaarder Veer, nog te- genwoordig, door eenen Schipper van dee- ze zyde, bevaaren. Zyn opvolger moet zy- ne Veerfchuit, op waardeering, overneemen, mids dezelve , hier ter Stede, getimmerd zy (g). Tegen het benadeelen van het Alk- maarder Veer , door het overvoeren van Paffagiers, is, by eene Keure van denjaare 1741, voorzien. De Jagten, die, met eenige Koopluiden, des Zondags 's avonds, van Alk- maar herwaards komen, mogen geene an- dere Perfoonen medeneemen, zonder, voor ieder derzelven, vier fluivers aan 't Veer uit te keeren (r). 't Geregt heeft, in 't jaar 1729, de Vragt- en Beflelloonen der goede- ren , die van Alkmaar herwaards gebragt worden, geregeld, en al vroeger, op het aantekenen van 't gene, aan dit en aan de andere Veeren, in het Damrak en aan de TeXelfche Kaai, befteld wordt, orde gefield " CO- De Veerfchepen op Alkmaar in 't by- zonder houden hunne gewoonlyke Leg- plaats, in het Damrak, tuflchen de oude en nieuwe Bruggen, voor de Karnemelksfteeg. Dagelyks, vaart 'er, des morgens ten negen uuren, een Veerfchip; doch des Maandags, twee, ten negen en ten twee uuren , op Alkmaar af. |
|||||||||||||||||||||||
reeds hebben aangemerkt (t), al in de veer- Bmsm-
tiende eeuwe, of eerder, ge vaaren; doch het land- Veer fchynt eerfl, doorde WethouderfchapSCfiE dier Stad, opgeregt, en alleen door Amers- VAAKT' foortfche Schippers, bevaaren te zyn, tot dat de twee Steden, in 't jaar 1647, overeenkwa- men , dat het, voortaan, voor een derde, door Amflerdamfche, en voor twee derde, door A- mersfoortfche Schippers, zou worden bediend («). De Legplaats deezer Schippers was, van ouds, op het Water, tuflchen de Oude en Paapenbrugge, yoor de Vrouwenfleeg, al- waar hun, in 't jaar 1693 , een afzonderly- ke Steiger toegeweezen werdt (v). Op het aantekenen der goederen, die op Amersfoort befteld worden, is, reeds in 't jaar 1675, or- de gefield (w). De wederzydfche Schip- per^ zyn; in 't jaar 1708, overeengekomen, om in ééne beurs te vaaren: in welke over- eenkomfl, Burgemeefteren van Amfterdam, by provifie, bewilligd hebben (x). Gemeen- lyk, vertrekt 'er, alle dagen, behalve des Zondags, een Veerfchip op Amersfoort. Te- genwoordig , zyn 'er, van wege Amfterdam, twee Schippers op die Stad. Het Veer op Arnhem is, omtrent den Arnhem.
jaare 1638, opgeregt. De Regeering der gemelde Stad hadt, eerfl, twee Schippers aangefteld, die herwaards voeren; waarna myne Heeren van den Geregte alhier befloo- ten, insgelyks, twee Schippers aan te ftel- len, die, beurt om beurt, met de Schippers, welken, door de Stad Arnhem, waren aan- gefteld , vaaren zouden, en voor welken, zo wel als voor den Commiflaris of Aanteke- naar (y), van tyd tot tyd, eenige Keuren gemaakt zyn (z). Laätflelyk is, in Augus- tus des jaars 1762, eene nieuwe Lyft der Vragtloonen, van Arnhem herwaards, en van hier op Arnhem, met goedvinden van beide de Steden, vaftgefleld (a), die nog ftand houdt. De Legplaats der Arnhemfche Veer- of Beurtfchippers is in het Rokin, voor de Gaapersfteeg. In 't jaar 1750, verzogten eenige bewooners der huizen hieromtrent, dat de Arnhemfche en andere Veerfche- pen , elders, mogten worden geplaatfl. Doch eenige Koopluiden kanteden zig hiertegen : waarom de Legplaats deezer fchepen geblee- ven is, daar zy was. Alle weeken, des Woens- dags 's avonds, vertrekt 'er, gemeenlyk, een Veerfchip; doch in de maanden December, January en February, volgens eene Keure van
(t) Hier voor, hl. 493.
(a) Refol. Vroedfch. N. 19. 8 08. 1*47. ƒ. 141. Groot.
Memor. N. III. ƒ. 261 verf,. (v) Groot-Memor. N. VIII. ƒ• SS verft, Handy, hl, ijj«.
(w) Handv bl. 1505.
(x) Groot-Memor. N- IX. ƒ. »3.
(j) Groot-Memor. N. VII. f. $«.
<x.) Handy, hl. IS&S, 1S09,
(a) Keurb. U. ƒ. IJ tnx,,
Rrr 2
|
|||||||||||||||||||||||
Axt
|
E«s. Op en van Amersfoort,is,gelykwy
|
||||||||||||||||||||||
>0i
|
|||||||||||||||||||||||
ort.
|
|||||||||||||||||||||||
(n) Stads Mifliven N.XXVI. ƒ. ngf m, tttverfi, HS
v"fo, 13? verft, ll6 t l+° verf, , I+z.
(0) Refol. van rfe» Oud-Raad van Bürgern, van 1+ Nov.
*7*4. f. 52. O; Stads Mifliven N.XXIX. p. 3!, N.XXXU.f,t;i,zsS>
(1) Groot-Memor. Jv. X. ƒ. 3 vtrfi.
(r) Handv. hl. U°3. {») Handy, hl, U°3 • U0*'
|
|||||||||||||||||||||||
IV. Deel.
|
|||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
49 6
|
|||||||||||
de Legplaats der Delftfche Veerfchuiten B*«*8**"
reeds bepaald, daar zy nog tegenwoordig LA^P* is, in 't Rokin, agter de Nieuwe-zyds-Ka- sv"abT. pelle; alwaar toen ook de Haagfche, Rot- terdamfche en groote Leidfche Veerfchuiten lagen (m). De Amfterdamfche Veerfchuiten op Delft hebben, al van ouds , beurt om beurt, gevaaren, tegen de Delvenaars. De vragt- en beftelloonen zyn, reeds in de voor- gaande eeuwe, met goedkeuringe van beide de Steden (n) , geregeld geweeft. Ook zyn 'er verfcheiden' andere fchikkingen gemaakt, tot handhaavinge van het Veer (o). De Veer- fchippers deezer Stad op Delft, Rotterdam en 's Graavenhage bevaaren deeze drie Ste- den , by beurten, en maaken ieder een Gil- de uit. Het Delftfche en 's Graavenhaagfche Veer ftaat onder twee; het Rotterdammer Veer onder vier O verluiden: van welk ge- tal , jaarlyks, de helft afgaat, welker plaat- fen, door Burgemeefteren, uit een benoemd dubbel getal, vervuld worden. Tot hand- haavinge van dit Veer, is, reeds in 't jaar 1688, gekeurd, dat geene goederen, door Schippers buiten 't Veer op Delft, Rotterdam en 's Graavenhaage, naar de genoemde Ste- den , of van daar herwaards, zouden worden gevoerd, dan voor één'Koopman (p). Om- trent de Schippers, die Delftfch Aardenwerk herwaards brengen, fchynt nogtans eenige oogluiking te worden gebruikt; rnids het Aar- denwerk los in hunne fchuiten gelaaden wor- de : in welk geval, hun, veekyds, toegelaa- ten is, by verfcheiden' Plateelbakkers te Delft, te laaden, en aan verfcheiden' winkels in deeze Stad, te ontlaaden (q). Wanneer een Schipper fterft, moeten de overigen, nevens zynen opvolger, die zyne fchuit overneemen moet, eenjaar en zes weeken, voor de Wedu- we vaaren. Ook is, by eene Keure van den zeventienden Juny des jaars 1633, aan de zie- ke Schippers, vyf guldens toegelegd van elke reis, die, op hunne beurt, en met hunne fchuit, gedaan wordt (r). De Schippers op Delft, Rotterdam en den Haage, die, van wege deeze Stad, worden aangefteld, zyn zeftien in getal. Op D e v e N T e R is, van hier, reeds in de de^'
veertiende eeuwe, gevaaren (,$■): doch 't"*' Veer op die Stad is, niet voor't jaar 1631, opgeregt. Ten minfte, is toen, met belie- ven van beide de Steden, eene vragtlyft be- raamd. De Beurt- of Veerfchippers worden, door beide de Steden, aangefteld, en vaaren, beurt
(m) Handv. bh ijzfi.
(») Stads Miflïven N. III. ƒ. «j, 46, «7.
(») Handv. tl. 1J21S-1530.
(f) Keatb. Q. ƒ. 1 pj vtrfo.
i<j) Stads Miflïven N. XXXII. ƒ. 148, u».
(r) Keurb. K. ƒ. 61. 61 ver fa.
(i) Zie hiet voor, tl. 49 j.
|
|||||||||||
Binnen- van den zes en twintigften January des j aars
land- 1751, alleenlyk om de veertien dagen (£). scHE I-|et Veer op Breda is, reeds in de VAART" voorgaande eeuwe , opgeregt geweeil: en
Breda. jn 't jaar IO-(5<5} waren de twee Steden 0- vereengekomen, dat vier Veerfchippers, twee van elke zyde, voortaan , tweemaal ter weeke, en in ééne beurs, vaaren zou- den (e): aan welke beurs , de Schippers ook de vragt van de goederen , die zy, voor eigen rekening , medeneemen, verant- woorden moeten (d). In of omtrent het jaar 1714, werdt hier, met toeftemmming der Regeeringe van Ereda, geraaden gevonden, de Veerfchepen kleiner te maaken, en elk nog een' Schipper aan te ftellen (e). Ook bloeide toen het Veer, federt eenige jaaren, zo zeer, dat 'er, behalve den gewoonlyken Beurtfchipper, dikwils, een Boeglegger noo- dig was, om welken aan te leggen, reeds, in 't jaar 1670, verlof was gegeven (ƒ). Toen 't Bredafche Bier hier meer gebruikt werdt, dan tegenwoordig, voeren 'er gere- gelde Bierfchepen af en aan, die egter geene andere goederen laaden mogten (g). Doch met het verval van 't Veer, in 't begin dee- zer eeuwe , magtigde de Wethouderfchap van Breda de gewoonlyke Veerfchippers al- leen tot het voeren van Bieren (h). En in 't jaar 1762 , is 'er eene Amfterdamfche Schippers-plaats vernietigd (J): zo dat 'er thans wederom maar twee zyn , gelyk van ouds. De Beurtfchepen op Breda vertrek- ken, tegenwoordig, maar eens ter weeke, des Zondags 's morgens met het openen der boom, van hunne Legplaats, aan de weftzy- de van den Singel, benoorden denJan-Roo- den-Poorts-tooren. De Vragt- en Beftelloo- nen zyn, by verfcheiden' Keuren, gere- geld (*). Delft. Het Veer op Delft is , reeds in de zeftiende eeuwe, opgeregt geweeft; doch de nette tyd der opregtïnge heb ik, nergens, aangetekend gevonden. Het werdt, van ouds, met zeilfchuiten, bevaaren. Doch in 't jaar 1668, werdt beflooten, geene zeilen meer te gebruiken; maar de fchuiten,langs den GoudfchenTrekweg en Ryn, met paar- den, te laaten trekken 0. By de oudfte my bekende Keure voor dit Veer van den dertienden November des jaars 158p, wordt (h) Keutb. T. ƒ. iio.
(c) Groot-Memor. H. V. f. ijs.
(d) Groot-M^mor. N. VIU. ƒ. 210.
(e) Stads Miflïven N. XXV. f. m verft.
(f) Handv. tl] ij is.
(s) Handv. til ijij, ijis.
(h) Groot-Memor. N. IX. ƒ. 127. (i) Refol. VOO den Oud-Raad van Bürgern, van 20 7ait.
I7S2. hl. 209. J {kj Handv. tl. ijk, iji7j iJtg.
(O Gtoot-Memor. -N. V. ƒ. 207 verft. |
|||||||||||
II. Boek. K O O P H A N D E L.
ZIT"- Seurt °in beurt,' vaf hÄer n"ar Dfe«ter> Jaar,voorflagentotherflellinff van hetzelve r
S(J°- driemaal ter weeke, des Dingsdags, des Don- die, by Burfemeefteren vanYnXrSn o SP W derdags, en des baturdags, 's avonds: en van verwoo-gen werden (y). Doch ÄJ ÏÏ3T Deventer op hier, op dezelfde dagen, des deren nietvolkomenlykveritaan,^ har VAA;iT' morgens, t Geregt van Amflerdam heeft, i744. Toen werden, van deeze zyde ISZ van ty kot tyd, verf cheiden Keuren gemaakt, Veerfchippers op Dordrecht aangeftel'd Fn ophetDevmt^Veei- d^c^ndeHandveßen, men kwam overeen, dat de IDordrechtfdlê tevmdenzyn (0.. Ook hebben Burgemees- Beurtfchepen drie reizen doen zouden, te! tei-en reeds in tjaar 1676, toegedaan dat gen twee ïeizen, die, door de AmfterdaS- het Veerfchip van eenen overleeden Schip- fchen, zoHden worden gedaan, tot dat de per op Deventer, door zynen opvolger,by vyf Dordrechtfche ScmS ot on drie fchattmge, zou worden overgenomen■ («). zouden uitgeftorven zyn?wanneerzy te-' De Legplaats der Deventer-Beurtfchepen is gen drie Amflerdamfchen , vaaren zouden aan de zmdooftzyde der Oude Brugge, te- O0-Sedert, is'er, van deeze zyde, een derde gen over het Bierdraagers-Hmsje, in het Beurtfchipper aanp-efteld r^ Inlv Damrak. Van deeze zyde, zyn vier Beurt- lyft , die^^^SdY^^lS^" n fchippers op Deventer aangefteld. vaftgefteld was iT hJ Y I- bewiJJlS1"g' B u R G, in het Graaffcnap Zutfen, aan den op gelyke wyze, deeze verandert f 7 ,4'
Wel heeft reeds in de voorgaande eeuwe, dat! voor taL, 'beidevarÄ?tf^* eenen Veerfchipper op hier aangefteld (v) ; ne Spykermanden, twintig fluitersaanvrat waarna men, van deeze zyde, msgelyks, een' betaald zou moeten worden (b). De lS Veerlchipper van hier op Doesburg aan- plaats der Dordrechtfche Beurtfchepen, dié gefield heeft. Doch dit Veer fchynt,federt, alle Zondagen vertrekken is in den SinVe te niet geloopen te zyn. rmners,ik vind, tuffchen dlf Korsjes- eS anlfteï6 n dat die van Doesburg in 't jaar 1717, van 't voorbygaan, merken w^ aan d t Do7 nieuws, eenen Veerfchipper hebben aange- drecht, van ouds,Oétroi ISzd &JÏ?' fteld («), op eenen tyd, dat deSchippers- om de goederen, die, KfirfSSSS' plaats, hier, onbegeven gelasten was. De vieren, de Stad voorbygevoerd vverden a? zwaare Ryntollen gelegenheid gegeven heb- daar te doen verftapelen of verbodemen of bende, tot het toeneemen der Vaarte langs zekere regten te doen betaalen; de g0e'de- deAa, ofoudenYfrel,dieby Doesburg in ren, die,uit het Noorden, van Amft rdam den nieuwenYiTel valt; is dellegeenngvan en daaromtrent, door Gouda, den YffTaf Doesburg, in t jaar 1763 te raade gewor- kwamen, Kanthout, Kromhout en Eeken den om eenen tweeden Beurtfchipper aan planken uitgenomen in 't jaar i«0 door te Hellen op Amflerdam ; 't welk nogtans Keizer Karel den V van dit S apelregt wer niet gefchied ,s,zonder voorkennis van Bur- den vry verklaard (A En by e ene Ovt' gemeefteren ,deezer Stad, die 't zig, met eenkomfl met die'van Dordrecht van dl" voorbehouden* van hun regt, om wanneer negenden September des jaars 1590 werS zy'tzoudengeraadenvinden insgelyks,een' deeze vryheid ook overgibran on de- of meer Veerfchippers op Doesburg aan te deren, die, "iet alleen langs de Zwol?' (lellen, hebben laaten welgevallen (x). De ke Vaart, de Spuije, maar nntgJ J" Doesburp-Veerfchepenleggen, by de De- nieuwling's herfiel feÄtto venterfchen aan de Oude Brugge Zy vaa- voorby Dordrecht, gevoerd ZuZ worden ren gemeenlyk, naar dat er veel of weinig Tegelyk, werdt verklaard, dat de OofS goederen Zyn, om de agt of veertien dagen, fche en Noordfche balken, uit of over de wet Veer op D o r d r e c h t is , in gevol- Noordzee, in deeze Landen gebragt, van 't ge eener Overeenkomfte tuffchen beide de Stapelregt zouden vry zyn, evenveel ofzv l ten\dHnTj * ***^il"* -°°k ^ant/arfn' of rond «>• '* & nuèndan
is, ten zelfden tyde, eene Ordonnantie en gebeurd , dat men, naar 't oordeel onzer eene Vragtlyfl voor dit Veer vaftgefteld. Schipperye, dit Stapelregt, te Dordrecht
Het Veer, tot in deeze eeuwe bevaarenzyn- te verre heeft uitgeftrekt (e) ; doch de nieu-
de, liep, in t jaar i740) te niete,en bleef, wigheden, over welken men klaagde zvn
van deeze zyde, onbegeven. Burgemeefte- gemeenlyk, fpoedig afgedaan.
ren van Dordrecht deeden, in 't volgende & H
(y) Stads Miffiven N. XXIX. ƒ. 101,107, u3 verr0 l
O) Handv. */. 15", mo en*.. [*•) Handv. bl. 1537.
(•') Groot-Memor. N. VI. /". i„9 v.rr, ff) Stads Miffiven N. XXXII. bl. 2+7, zj}.
f>) Handv. bl. iJ3*. ' <*) Keurb. U. ƒ. 4.1.
(">) Miffive dat Magiftraat van Doesburg v*n 5 Ftir. 1717. (/> zic -"• &e'l> ,VI. Boek., bl. zu.
berußende ter ChtrUrkWMr. 6 (X> 2i> Handv. bl 27. Groot-Plakaatb. IV 7W 11 .
{■■<) Stads Miffiven iV. XXXII. bl.iH, (') ^ Miffiven N. XXIX. ƒ. H? ^V> Deel>l!- *4»
Rrr 3
|
||||
IV. Deel.
|
||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||
498
|
||||||||||||||||
door de Wethouderfchap dier Stad aange- Bin«^'
fteld, bevaaren te zyn. Doch toen kwamen h^' de beide Steden overeen, dat de Schippers, VAARf• die, van wege Amfterdam, waren aangefteld, voortaan, een vierde gedeelte van de beur- ten bevaaren zouden. Amfterdam verbondt zig, ten zelfden tyde, den wederzydfchen Veerfchepen eene bekwaame Kaai of Leg- plaats te zullen aanwyzen (p): 't welk nog- tans niet zo fpoediggefchiedenkon,teroor- zaake van het uitzetten der paaien, in 't Y voor de Stad, waarmede men, tot diep in 't volgende jaar, of langer , bezig was (q). Sedert, werdt de Legplaats der Enkhuizer Veerfchepen gefchikt, agter het oude Zee- regt of Wagthuis, beooften de Nieuwe Brug- ge. De Schippers voeren, in 't eerft, elk voor zyne eigene rekening. Doch, in 't jaar 1(579, kwamen zy , met goedvinden van Burge- meefteren der beide Steden, overeen ,om in ééne beurs te vaaren, waaruit de Amfter- damfche Schippers, die drie in getal zyn, een vierde, en de Enkhuizer Schippers drie vierde trekken zouden (r). Dit heeft ge* duurd, tot in 't jaar 1698. De Amfterdam- fche Schippers verzogten toen, wederom, gelyk van ouds, elk voor zyne eigen reke- ning , te mogen vaaren (/). Doch de Stad Enkhuizen bewilligde 'er niet in, voor't jaar 1715, wanneer zulks, met toeftemmingder beide Steden, werdt vaftgefteld (O- ïn 't jaar 1760, zyn de twee Steden overeenge- komen , dat de plaats van Beftelder der Brie- ven en Pakjes, te Enkhuizen openvallende, door de Stad Amfterdam, en te Amfterdam openvallende, door de Stad Enkhuizen, zou begeven worden ; mids de bevoordeelde , geen Burger zynde, gehouden zou zyn,zyn Burgerregt, in de wederzydfche Steden, te koopen («). Burgemeefteren van Amfter- dam hebben, voor 't eerft, in 't jaar 1699, twee Overluiden, uit de Veerfchippers op Enkhuizen en Harlingen, aangefteld, om de belangen van beide de Veeren waar te nee- men (v). In den Zomer , plagten, van Amfterdam en Enkhuizen, twee fchepen 's daags te vaaren; doch, federt veele jaaren, vaart 'er, op verzoek der Amfterdamfche Schipperen (w), des Zomers en des Win- ters , van elke Stad , maar één fchip 's daags, des avonds, een uur voor 't luiden der boomklok. De Veerfchepen, die, door ov&t-
(f) Groot-Memor. N. V. ƒ. 75 verft.
(q) Stads Miffiven N. I. 6 Sepemb. i««j.
<r) Groot-Memor. N. VI. ƒ. ZJ4 verfo. Stads Mifliven
N. VII. ƒ. J7. (>) Stads Miffiven iV. XVII. ƒ. 7f verft.
(t) Stads Miffiven N. XX. f. iji.
(u) Vit de Oorfprangkelyke Conventie vu« « M«*rt iyi»>
berußende ter Ch*rte-kjimer. i O) Groot-Memor. N. VIII. ƒ. i«j verft.
(»>) stads Miffiven JV, XIX. ƒ. i«i verft.
|
||||||||||||||||
Het Veer op Durgerdam is, al van
ouds, door Schippers, van wederzyde aan- gefteld , bevaaren. 't Schynt, nogtans, dat de Regeering van Amfterdam, met de Re- genten van Durgerdam , geene overeen- komft getroffen heeft, dan alleenlyk bypro- vifie, in den jaare 1664. By dezelve, werdt beraamd, dat de Veerfchuiten alleenlyk op en van Durgerdam vaaren; niet, dan aan den Kraansfteiger alhier, laaden en loffen, en niet, dan op de beftemde uuren, vertrek- ken zouden (ƒ): 't welk, gemeenlyk, vier- maal 's daags gefchiedt. De eerfte Ordon- nantie voor de Veerfchippers van deeze zy- de is van den jaare 1681. De vragten van perfoonen en goederen zyn, by verfcheiden' Keuren, geregeld (g). De Melk- en Roei- fchuiten mogen, vryelyk, over en weder vaaren, zonder daarin, door de Veerfchui- tenvoerders, belet te mogen worden (h). Van wege deeze Stad, is maar één Schipper op Durgerdam aangefteld. TufTchen de Steden Amfterdam en Elburg,
is, al in de vyftiende eeuwe, of eerder, ge- meenfchap van vaart en handel geweeft(z); fchoon het, tot in de zefliende eeuwe, is aangeloopen, eer de Regeering van Elburg geraaden vondt, een vaft Veer van E l- burg op deeze Stad op te regten, en daar- toe eenige Beurtfchippers aan te Hellen. Bur- gemeefteren van Amfterdam vertoefden, tot in Maart des jaars 1700, en Helden toen, van deeze zyde, ook een' Veerfchipper op Elburg aan (&). Ook werdt den Veerfchip- peren in 't gemeen, wat laater, eene Leg- plaats toegedaan by de Nieuwe Brug, aan de ooftzyde van den Medenblikker fteiger (/). Sedert, wordt het Veer op Elburg, van dee- ze zyde, door één' Schipper, bevaaren,die een vierde van de Beurten en voordeden ge- niet (m), volgens eene Overeenkomft, die, reeds in of omtrent het jaar 1702, gemaakt is (n). Op het aantekenen der goederen , die op Elburg gefcheept worden, is, by eene Keure van deneenen dertigftenjanuarydes jaars 1714, orde gefteld (0). De Elburger Veerfchippers vertrekken, driemaal ter wee- ke, des Dingsdags, Donderdags en Satur- dags, een uur voor 't luiden der boomklok, van 't Veer. Het Veer opEnkhuizen fchynt, tot
in 't jaar 1662 toe, alleenlyk van Schippers, (f) Groot Memor. N. V. ƒ. 144 verfi.
(£) Handv. bh 1541, ij+j.
(h) Groot-Memor. N. VII. ƒ. 41.
(») Zie II. Dee\l, lV.B*e{, bl, m.
(^) Stads Miffiven N. XVII. ƒ. 124 verft. GlOOt-Memor.
2V. VIII. ƒ. üo Jerft. (I) Groot-Meinor. N. VIII. ƒ. lyj.
( m) Stads Miffiven N. XXVIII. f. SS verf,.
(n) MiflÏYeder Magiftraat-M» Elburg van 21 Juny ïjoi.
berußende ter Churterkamer, (t) Handy, bl. U47. |
||||||||||||||||
BINNEN-
LAND- SCHE VAART. DURGER-
HAM. |
||||||||||||||||
Elburg.
|
||||||||||||||||
Enkhui-
ZEN.
|
||||||||||||||||
II. Boek. KOOPHANDEL. 49p
l£EN' overleede? Schippers,_worden nagelaaten, „ deeze vryheid verteken zouden zyn. Enn™»™
SctJ- moeten in het Enkhuizer-Veer, gelyk in „ dat de fchepen, van Amterdam komende, ™ vaart. andere Veeren, door hunne Opvolgers, by „ en buiten om Gouda vaaren willende SCH£ fchattinge, worden overgenomen (x). De „ daartoe verlof zouden moeten verzoeken WART* Enkhuizer- Veerfchepen mogen niet buiten „ van Burgemeeteren dier Stad; doch daar- hunne Legplaatfen laaden of loffen, en de „ voor niet meer dan andere Schippers be- goederen, op't Veer wordendebeteld, moe- „ taaien (d)." Het Trekveer tuffchen de ten, naar behooren, worden aangetekend (y), twee Steden werdt opgeregt, in 't jaar 1658 ^ouda. Op de Stad G o u d a ,; en van daar op hier (e), zo dra de Trekvaart en het Zandpad ge- te rug, is, verfcheiden eeuwen agtereen, maakt waren, en daarin twaalf Schippers gevaaren, zonder dat 'er een geregeld Veer van elke zyde aangeteld. Doch het Veer tuffchen de twee Steden werdt opgeregt. De der groote Vragtfchepen, Tker fchepen ge- groote Goudfche Vragtichuiten lagen, in de naamd, die Koopmans goederen af en aan zeftiende eeuwe, op het Rokin; doch wer- voerden, werdt niet opgeregt voor 't iaaf den, in't jaar 1605, van daar verplaatfl, op 1685, volgens eene overeenkomfl tuffchen den S. Lucien-burgwal, tuffchen de Jonge de twee Steden (ƒ). 't Leedt egter niet Roelen-teeg en den Spyker of het pakhuis lang, of de tweederiei Ykerfchippers wer- van Elbert Comeliszoon (z), welk toen al- den, onderling, oneenig (g). De Steden kwa- daar tendt. En deeze Legplaats behouden men overeen , omtrent eene Ordonnantie de Goudfche Ykerfchepen,nog tegenwoor- voor de Ykerfchippers, die, in Oéèoberdes dig ;zynde de Jaag- of Trekfchuiten, na 't jaars 1689, vaftgeteld werdt (£). In 't jaar maaken van 't Zandpad ende Trekvaart, op 1716, vonden de twee Steden geraaden den zelfden burgwal, een weinig noordely- dat het Ykerveer, welk, tot hiertoe, door ker geplaatft Toen, in 't jaar 1564 , de vyf Amterdamfche en zeven of zes Goud- groote Goudfche Sluis, by Alfen, van teen fche Schippers, bevaaren geweeft was CO hermaakt was (a), werdt, op het vaaren, voortaan, door vyf Schippers van de eene buiten om de Stad Gouda, door de Sluis, en de andere zyde, in ééne beurs, bevaa- en op het fchutten, binnen door de Stad, ren zou worden (k). De Schippers der Taag- midsgaders, op het vaaren, binnen door en fchuiten van deeze zyde, thans zes in getal buiten om Amterdam, orde geteld, door's zyn, volgens eene Keure van den vyftien- Lands Staaten, die vertenden, dat de we- den February des jaars 1691, verpli°t, een derzydfche Schippers vry in elkanders Ste- jaar en zes weeken na hunne aantelling den mogten laaden, 't zy zy daar gelaaden voor eens overleeden Schippers Weduwe' of ongelaaden gekomen waren; mids |de te vaaren. Ook is, aan kranke Schippers Goudfche Schippers , van hier komende, op dezelfde fchuiten, een gulden ter weeke door Gouda voeren. Burgemeeteren van toegelegd uit de gemeene boffe, zo lang de- Amfterdam bewilligden in deeze fchikking, zei ven twee guldens, uit de boffe van het indien de Goudfche Schippers , op hunne klein Binnenlands-vaarders-Gilde, trek- eigen haven, voeren, en hunne Tolcedulen, ken (ï). vooraf, aan eenen der Secretariffen alhier, Dagelyks, vaaren drie Trekfchuiten van
vertoond hadden. Zy verklaarden zelfs, niet hier op Gouda, en van Gouda op hier 's te willen onderzoeken, of de Goudfche morgens, 's middags en 's avonds. In 't ruim Schippers ook verder voeren, dan op hun- moeten niet meer dan agt en twintig en in ne Stad (£). Doch, over het vaaren om of de roef, niet meer dan agt perfoonen ge- door Gouda is, meer dan eens, gefchil ont- plaatft worden. De nagtfchuit moet, tot Haan, tuffchen de twee Steden (c),'t welk, geryf der reizenden, van ftroo worden voor- egter, fpoedig is bygelegd. En in 't jaar zien (m). Op Amterdamfche en Goudfche 1742, is men,eindelyk, onderling verdraa- Kermis, können geene Trekfchuiten wor- gen „ dat de Goudfche Schippers, 't zy ge- den afgehuurd («). Ten behoeve van hec „ laaden of ongelaaden hier ter Stede ko- Trekfchuiten-Veer, is, meer dan eens, ge- „ mende, vragt zouden mogen aanneemen, keurd, dat geene Goudfche Ykers of ydele „ op alle Plaatfen, mids vaarende door of Ha« „ buiten om Gouda. Doch dat de Turf-
schippers die inde Veenen gelaaden had- SSÄ^,,^,,^,,^ „ den, en de vaartuigen zonder luiken van (f) St**s Miffiven n. vin. /. lit w/#. Groot-Memo:.' A. VII. ƒ. 13g vtrfo.
„ v r (s) ««ds Miffiven N. X. ƒ. 7*.
(x) Groot-Memor. .V. V. ƒ. ss, (h) Handv. bl. iSsi.
<y) Handv. bl. i5", «*7. (i) Groot-Memor. JV. VII. ƒ. 13g verfi,
C*) Handv. bl. IJ5°. (k) Groot-Memor. N. IX. f. zi6. Handy, f; ....
<«) Walvis Gouda, I. Deel,11 ,g- (l} Keurb. Q. ƒ. ïoi. Handv. bl. lts«. *S7°
(/) Refol. Ho!l. 1+ Oüoh. ij» Novemb. ij«*, f. *lfijo+. C»; Handv. bl. ijji. (0 Stads Miffiven W. III. ƒ. ijo, N. XXX. ƒ. lol. (») Handy, bl. jrjj,,
|
||||
IV. Deel.
|
|||||||||
AM S T ER DA M S
|
|||||||||
5°°
|
|||||||||
Binnen- Haringen eenig volk, brieven, geld of pak- de tvveederlei Schippers, ter gelegenheid, Bin***'
land- jes, die gekruid of gedraagen können wor- dat de Amllerdammers, hunne vragt te Grö-LAND" scHE fen} zunen' mogen te rug voeren (o). Het ningen geloft hebbende, terftond, ledig te !^f. vaart. joon van ^en J3efteuer van het Trekfchuiten- rug keerden, om hunne beurt, te Amfter- Veer op Gouda is, in't jaar 1709, geregeld, dam, niet te verliezen: waaruit, fomtyds, en tegen de moedwilligheden van Matroo- volgde , dat de Amfterdamfche beurt, te zen, Soldaaten en anderen, in de Goudfche Groningen, door een' Groninger, tot zyne Trekfchuiten, by eene Keure van den drie fchade, moeft worden vervuld, zo menze* en twintigften April des j aars i7i7,ordege- 't gene niet behoorlyk was, niet ledig laaten fteld (p). De Ykerfchepen vaaren tegen- wilde (t>). De Amfterdammer Schippers tot woordig,dagelyks, van hier op Gouda, en op drie zynde verminderd , is 'er, eindelyk,- van Gouda op hier. Zy moeten, ten dien- met onderling goedvinden der twee Steden fte der Koopluiden , van hunne Legplaats (w), op den twintigften April des jaars 1753, verfchieten, om te loffen of te laaden,mids by 't Geregt alhier,eene nieuweOrdonnan- de vragt, te Amfterdam gelaaden zynde, tie op het Groninger Veer gemaakt, waarby, vyf, en te Gouda gelaaden zynde, drie gul- onder anderen , werdt vaftgefteld, dat de dens opbrenge : doch 't fluis- en bruggeld Beurtfchippers, tweemaal ter weeke, vaa- moet den Schipper vergoed worden. De ren, en's Woensdags en's Saturdags hunnen Schippers moeten, ieder, voor zes honderd laatften Laaddag hebben zouden; dat, den guldens, borg ftellen, tot gemftheid der in- Amfterdammer, die de beurt hadt, niet t'huis laaderen (9). De vragt- en beftelloonen der zynde , een ander Amfterdammer , of by goederen, die, met de Ykers,van hier ver- gebrek van Amfterdammeren, een Gronin- zonden, of herwaards gevoerd worden, met ger Beurtman, in zyne beurt, zou treeden, naame, die der Pypen, zyn, by verfcheiden' en dat de Amfterdammer Beurtman niet le- Ordonnanrien, geregeld (r). dig van Groningen herwaards zou mogen Tuflchen de Steden Amfterdam en Graave keeren,dan nadat de derde Amfterdamfche
was, in 't jaar 1651, een Veer opgeregt, om Beurtman, te Groningen, zou aangekomen door zes fchepen, drie van elke zyde, alle zyn, om zyne beurt aldaar waar te neemen(.r). dagen, beurt om beurt, bevaaren te worden. Tegen het benadeelen van het Groninger Ook kwamen de twee Steden,in 't volgen- Veer, door vreemde Schippers, was,reeds de jaar, overeen, wegens eene Vragtlyft der in 't jaar 1750, by eene Keure, voorzien (y). goederen , die, met deeze Beurtfchepen , Het beftelloon der goederen is, in 't jaar verzonden worden (jt). En Burgemeefteren 1758, geregeld (2). De Groninger Beurt- van Amfterdam fielden, in 't jaar 1654, een' man vertrekt, 's Donderdags en 's Zondags, Toeziender of Beftelder van het Veer op met het opengaan der boom. Zyne Leg- Graave aan (f). Doch dit Veer is, al voor plaats is, op 't Water, voor de Valkenfteeg. veele jaaren, te niet geloopen; wordende Van het Veer op den Haage, welk, inHAA«*' de goederen, te Graave t'huis hoorende, o- ééne beurs, door de Schippers op Delft, ver Nieuwmegen verzonden. Rotterdam en den Haage, bevaaren wordt, Grokin. Het Veer op en van Groningen is, en, reeds in de zeftiende eeuwe, in ftand
gen. daar ter Stede, omtrent den aanvang der was, hebben wy, hier voor (a), in de be- voorgaande eeuwe, opgeregt, en, meer dan fchryving van het Veer op Delft, reeds ee- honderd jaaren lang, alleen door Groninger nig gewag gemaakt. In 't jaar 1645, zyn de Schippers, bevaaren, die ruim veertig fterk zeftien Schippers, die toen op Delft enRot- waren, toen de Stad Amfterdam, in 't jaar terdam voeren, met de zes Schippers, op 171Ó, befloot, ook vier Veerfchippers op den Haage vaarende, overeengekomen,dat Groningen aan te ftellen. Zy kwam, met de laatften aan de eerften iet zouden uitkee- den Olderman en Heuyelingen van't Groot- ren, en dat, by 't overlyden vaneen' der Schippers-Gilde te Groningen, die zig toen zes laatften, een der zeftien eerften , tot hier ter Stede bevonden, overeen, dat de Schipper op den Haage, zou worden inge- vier Amfterdamfche Schippers een derde van loot (b). Niemant mag, buiten het Veer, 't Veer bevaaren zouden (u). Sedert, zyn, eenige Paflagiers of Stukgoederen, van hier nu en dan, eenige onluften ontftaan, tuflchen naar den Haage, of van daar herwaards, voe- ren C») Handv. il. ij;3, ij574
(p) Handv. bl. ij57, ijjj. (v) Stads Miffiven N. XXVIII. ƒ. ioï. XXIX. f-lis> '73<
(q) Handv. bl. 15J3. XXX. ƒ. I verft,.
Ir) Handv. 4/. ijj4,i5js,is58. Vervolg, bl. 11«. (n>) Stads Miffiven N. XXXI. ƒ. lil, 137.
U) Handv. il. ij6o,i5«i. Groot-Memor. N. UI. f. joj (x) Vervolg Wer Handv. bl. 117.
verft,. (y) vervolg der Handv. il. 127.
(t) Gróot-M«mor. N. IV. f. i$. (z.) Keurl). T. ƒ. 239;
(») Stads Miffiven N. XXVI. ƒ. s verf,,iöz. Handv. bl. (*) BUdx.. 4i>*;
U<3. (b) Groot-Memor, N. UI. ƒ. 240 verf».
|
|||||||||
KOOPHANDEL.
|
|||||||||||
II. Boek.
|
|||||||||||
501
|
|||||||||||
vanhier op Haarlem vaarende » die toen binnen-
zeftien fterk waren (g); volgens welke ,zy, land- by provifie, ééne beurt zouden hebben, te-SCHE gen twee van de Haarlemfche Schippers, die, zo wel alszy, in het Damrak leggen zouden (b~). Doch, in 't jaar 1605, werdt, tuflchen de twee Steden, beraamd, dat 'er drie Amfterdamfche , tegen vier Haarlem- fche Veerfchuiten, vaaren zouden («'): 't welk, tot in 't jaar 1612, geduurd heeft, zynde de twee Steden, in Oólober des jaars 1611, overeengekomen, dat het Veer, met
den zes en twintigflen September des jaars 1612, en voortaan , beurt om beurt, zou
worden bevaaren (£). Men kwam, te ge- lyk , overeen , dat andere fchuiten geene verzamelde, maar wel hoopvragten zouden mogen laaden, en naar de wederzydfche Ste- den vervoeren (l): 't welk, federt nog, by eene Keure van den zes en twintigflen Ja- nuary des jaars 1679, werdt vaftgefteld (m)> En op deezen voet, wordt het Buiten- en Binnen-Veer,nog tegenwoordig, bevaaren. De Buitenfchuiten, Kaarslaaden genaamd,
moeten, by hunne aankomft, regelregt fchie- ten in het Damrak of Water, by de Paa- penbrugge (»). Die in de beurt leggen , plaacfen zig, aan de weftzyde, tuflchen de Paapenbrugge en Baafjes-fleeg. Die niet in de beurt leggen, moeten, daar tegen over, aan de ooflzyde, haaien (0). Op het laaden, aantekenen, loffen en beftellen der goede- ren , zyn , van tyd tot tyd , verfcheiden' Keuren gemaakt. Ook zyn de vragtloonen, by eene Ordonnantie van den jaare 1700, geregeld (p). De Befteller is verpligt, op ieder Addresbrief, aan te tekenen, hoeveel de ontvangers der goederen, voor vragt en beftellen, betaalen moeten (q). Alle dagen, vaaren drie Kaarslaaden af van hier op Haar- lem , en van Haarlem op deeze Stad. De Amfterdamfche Schippers van het Buiten- Veer moeten, jaarlyks, ieder tien guldens, aan den Havenmeefter tuflchen de Paapen- en Nieuwe Bruggen, voor Kaaigeld, betaa- len. De Haarlemmers betaalen hun Kaai- geld , te Haarlem (r). De Trekfchuiten ver- trekken ook dagelyks, met het opengaan der Haarlemmer Poorte, buiten welke, zy leggen; en voorts, alle uuren, tot 's avonds ten agt uuren toe. Doch van Haarlem her- waards,
(g) ReurbjC. ƒ. 30S verf,.
(b) Handv. bl. IJ50.
f«) Groot-Memor. N. IX. f. Hl.
(k) Groot Memor. N.ÏX.f- 141 -verft.
(I) Rcfol, Vrocdfch. N. 11. 16 03. 1611. ƒ. 33.
(m) Handv. bl. 1567.
(nj Groot-Memor. N. VI. f. IJS.
(o) Handv. bl. jjjo.
(p) Handv. */. 1568, 100, t;7i.
(q) Groot-Memor. N Vin. ƒ. 89.
(r) Groot-Memor. Ar. IX. ƒ, 20 verft.
Sss
|
|||||||||||
Sinnen- ren (c). De vragtloonen der goederen, die
Und- naar en van den Haage vervoerd worden, *Urt. z?n' in 'z Jaar l6(58' geregeld (d).
Voor het maaken der Trekvaarte op
«aar. H A A R L e M, in den jaare 163 2, werdt het £M' Veer op die Stad, alleenlyk door Buiten- fchuiten, bevaaren. Doch na 't aanleggen der Trekvaarte, werden, by de Buiten fchuiten, ook Trekfchuiten gevoegd, en beraamd, dat de Schippers, eerft op de Buitenfchuiten, federt Kaarslaaden genaamd, vaaren zouden, en daarna, by inftervinge, op de Trekfchui- ten. Tot in de zeftiende eeuwe toe, fchynt 'er, tuflchen de twee Steden, geene vafte Overeenkomft gemaakt te zyn, op het be- vaaren van het Veer. Elke Stad (lelde zo veele Schippers aan, als zy goedvondt, en Haarlem veel meerder dan Amfterdam. Hier- uit rees, nogtans, dikwils, gefchil, tuflchen de wederzydfche Schippers: 't welk, in 't jaar 1597, zo hoog liep, dat men den Haar- lemmer- Veerfchuiten de gewoonlyke Leg- plaats in het Damrak, hier ter Stede, niet wilde toeflaan; maar hen noodzaaken, eene afgelegener plaats, in de veften, buiten de S. Antonis-Poorte, te verkiezen. Die van Haarlem verwierven, hierop, een Mande- ment van 't Hof, waarby zy, in hunne oude Legplaats, gehandhaafd werden. Doch men kreunde zig, hier ter Stede, niet aan dit Man- dement, als zynde verkreegen op een Re- queft, welk niet aan Burgemeefteren, of aan 't Geregt deezer Stede, was medegedeeld, en ftreedt met eene Keure, kort te vooren, op de Legpiaatfe der Haarlemfche en Am- flerdamfche Veerfchepen , gemaakt. De Haarlemmers, hunne voorige Legplaats wil- lende inneemen, werden bekommerd, be- keurd, gevonnift en gepand. Zy kwelden, op hunne beurt«, de Amflerdammers, die te Haarlem kwamen, en beriepen zig op 't Hof, welk de bekeuring en panding wel afdeedt, zonder dat Amfterdam 'er zig tegen kantte; doch te gelyk aan die van Haarlem beval, hun Appèl, voor 't Hof, te vervolgen (e): 't welk, nogtans, niet blykt > gefchied te zyn. Immers, de twee Steden ilooten, ten over- ftaan van Commiflariflèn van den Hove, in 't jaar 1598, een Verdrag, voor den tyd van twee jaaren: 't welk, in den jaare 1600, voor een jaar, en in 't jaar iöoi ,voor nog zesjaaren, vernieuwd werdt (ƒ)• Midler- wyl, was, by 't Geregt deezer Stad, 'op den veertienden December des jaars 1600, overeenkomfhg met dit verdrag, eene Or- donnantie vaftgefteld voor de Veerfchippers, (') Handv, bl. ijf?.
(*} Handv, bl. IJ6*.
(') Privileg, van Haarl, bl. 571, 5-<s.
(f) Groot-Memor. N. II. ƒ. ij6 verjt', 197.
II. STUK.
|
|||||||||||
5o2 A MS T E R D A M S IV.Deel.
waards vaaren de Trekfchuiten, 's morgens, naar 't fchynt, vroeg in 't bezit geraakt, om w>*
waards,vaaren oc ^ vvf,0f ten overal, en naar alle Plaatfen,vry te mogen"»0 '""f nnren af' en voorts Sie uureï tot 's laaden 't zy haare Schippers, op de Laad-^t.
ÄeVhalfTve"
nP« die 's morgens, van de wederzyd- waren. Doch na dat, m verfcheiden Ste-
?cl e'sïden afgeven' zyn, keeren, 's na- den en ook te Amflerdam %Bmn«darjdj- demiddags! derwaards weder. Zy moe- vaarden- Gilden waren opgeregt werdt hier ten ftipte yk op, en niet voor het uur af- aan de vreemden m 't gemeen belet, yragt vaaren (V dan wanneer 'er een of meer aan te neemen zo zy, hier, niet, of minder fcSn aan 't Veer blyven. De Schippers dan half bekaden, gekomen waren: en al oXt Baken-enBinneLveer zyn verpligt, waren zy, half of heel belaaden, aangeko- men mede te vaaren, ten ware zy, door men het men hun met toe te vaaren, dan Sekte of gewigtig belet, verhinderd wer- op hunne eigene havens. Zelfs,mogten zy, Sri rV> De vragt met de Trekfchuit is, op deezen, voor niet meer dan eenen koop- ™wieder nerfoon des Zomers, zes, en des man, laaden, indien, op dezelven gere- Whters zeven en'een halve Huivers. Kin- gelde Veerfchepen waren aangelegd (y). deren van tien jaaren en daaronder betaalen Doch fommige vreemden, met naame die hSv« vrast Doch die beneden de drie jaa- van Haarlem en Gouda, namen deeze be- ren zvn niets. Onder de geheele vragt,is paaling hunner voonge vryheid kwalyk.De beereepen twee duivers voor de Gabelle, en Haarlemmers vervoegden zig , m t jaar twaalf penningen voor Paffagie - geld : het 1557 , aan t Hof van HoHand, verzoeken- over gePgenieten de Schippers (»). In de de, te worden gehandhaafd, in t bezit der Trekfchuiten, zyn, in 't jaar I?52,roeven vrye Laadmge, te Amfterdam Zy verwier- jremaakt die, zo wel als de fchuiten, den ven eene uitfpraak vanCommiffanffen in hun meeften tyd van 't jaar, können worden af- voordeel. Doch Amfterdam beriep ag, van eehuurd Cv). De kleine Pakjes, die met de deeze Uitfpraak op den vollen Raad, daar Binnenfchuit verzonden worden, moeten, geoordeeld werdt, dat die van Haarlem niet niet door de Schippers knegts ; maar door beweezen hadden, in t bezit der vrye Laa- den Befteller worden befteld («). De veer- dinge te zyn.Zy bragten de zaak toen voor tien Haarlemmer-Veerfchippers, wegens den grooten Raad van Mechelen, die, in t deeze Stad aangefteld, hebben eene Bos op- jaar 1570, verftondt, dat die van Haarlem eerezt waar over, de vier Overluiden 't zouden blyven in t bezit, om vryelyk te bewind hebben; van welken,jaarlyks,twee Amfterdam te mogen laaden ^en de laading afgaan, in welker plaats, twee anderen, door te voeren, werwaards zy wilden .(2). Die Bunr-meefteren, riteen benoemd dubbel ge- van Gouda verwierven diergelyk eene uit- tal gekoorenworden.DeziekeSchipperstrek- fpraak in hun voordeel van Commiffanffen ken zes guldens ter maand, uit deeze Boffe. van den Hove van Holland, in tjaar 1588 De afeaande Overluiden moeten,aan eenen (a): waarop zy zig, federt, beftendiglyk, der Stads Secretariiïen, rekening doen f», beroepen hebben (b). Doch aan die van In 't voorbygaan, können wy niet na- Alkmaar was, in t jaar 1579, de vryeLaa- laaten, hier te? plaatfe, kortelyk, te ge- ding ontzeid (O- Ten voordeele van Haar- waagen van een oud gefchil, welk Haar- lem, is, laatftelyk, op den tienden Decem. lem gehad heeft, met verfcheiden' Steden ber des jaars 1700, uitfpraak gedaan, door van Holland en Zeeland, en met Amfter- Commiffariffsn van den Hoogen-Raade. dam in 't byzonder, over 't ftuk der vrye Doch Amfterdam beweerde, ten zelfden ty- Laadinge. De Stad Haarlem, ouder en de, in bezit te zyn van zulke Veeren te aanzienlvker Koopftad geweeft zynde , dan mogen opregten , als de Wethouderfchap de meefte andere Hollandfche en Zeeuwfche geraaden vondt, met uitfluiting van vreem- Steden, heeft, naar alle waarfchynlykheid, den en anderen van 't bevaaren der zei ven op dezelven gevaaren , eer dezelven nog (d). Commiflanffen verftonden toen dat eenige of eenige merkelyke Binnenlandfche die van Haarlem, voor den Hoogen - Raa- vaartof handel hadden; en vooral, eer, in de, behoorden te worden gedagvaard, om dezelven , beflooten Biim^d»v»Brda*. h;er ydo , Gilden Waren Opgeregt. Die Stad. IS ÜUS, ^ Regifter van diverfe Sententien,^«./?»^ terSccuu.
ft«. ƒ• 9° vtrfo. Privil. van Haarlem, bl. i66, i1"'
, ,, , (<t, Reeift. van diverfe Sentent. /. sjz. *, „ .„
(,) Handv. bl. u«4. [b) Miffiven van Gouda van , Sept. i7ii, »7 NoV- W'
(t) Handv. *ƒ. iS7ï. ' j , 9 herufiende ter Cbartc-rkamer.
(U) Handv, bl. I5É4 , tf73. fa Reeift van diverfe Sentent. f. ±6. en Eylsage U. A.
(v) Vervolg der Hand*, bl. ut. ^ /^ £ (>dtltQ, Sentent. van den ho»gen en 1'iovins.
S AA VU. f. „, ~/k * VUL f. «„, R^e.^^ hL
]<6 verft. y ' *
|
||||
KOOPHANDEL.
|
||||||||||||||||||||||
II. Boek.
|
||||||||||||||||||||||
503
|
||||||||||||||||||||||
^NNEN-
ScHa
|
||||||||||||||||||||||
fterdam haar, in deeze koften, met eenige Binken-
penningen wilde onderfteunen. Burgemees- lan». teren werden toen, door de Vroedfchao, se SCIIE magtigd, om Harderwyk, ten gemelde ein- de, met tien of twaalf duizend guldens, te befchenken (/). De Regeering van Harder- wyk verhoogde, federt, om de koften op 'c onderhoud van de haven te vinden, de vragt- loonen ten lafte van de ingezetenen van Amfterdam , zonder de Regeering deezer Stad te kennen. Hier uit rees eenig gefchil (m). Men verftondt, hier ter Stede, dac de ingezetenen van Harderwyk, zo wel als die van deeze Stad, voordeel trokken van 't onderhoud der haven, en derhalve, met dee- zen gelykelyk, behoorden te draagen, tot de koften. Doch men befloot, nogtans, dat het tot eere van de Stad ftrekte, aan zulke oude Bondgenooten, als die van Harderwyk waren, eenige weldaad te bewyzen («). Men kwam dan overeen, dat de Amfterdammers en alle anderen negen, en de Harderwykers zeven en een halve duivers, voor ieder perfoon , aan vragt betaalen zouden. De vragt. van de goederen werdt, te gelyk , minder gefteld voor de Harderwykers, en men ftondt toe, dat de Wethouderfchap van Harderwyk een zevende gedeelte van de vragt inhieldt, en befteedde, tot verdiepin- ge haarer haven ( o). De Amfterdammer- Veerfchippers, die thans maar twee in ge- tal zyn , hebben , fomtyds , dit zevende gedeelte gepagt, en fomtyds, ook poogin- gen gedaan, om de inhouding van het zelve te doen ftaaken (p): doch, tot nog toe, ver- geefs. De Regeering van Harderwyk, in 't jaar 1689, eene nieuwe vragtlyft hebbende opgefteld, zonder de Regeering van Amfter- dam te kennen; verftondt men hier, dat de voorige vragtlyft van den jaare 1654 behoor- de ftand te grypen (q). De Harderwyker Veerfchepen leggen aan den Kamperfteiger, by het Zeeregt. Alle avonden, een uur voor 't luiden der boomklok, vaart 'er een Veer- fchip af, op Harderwyk. Het Veer opHarlingen werdt, oud- Hakun-
tyds, bevaaren, door Schippers, van de Wet- GEN- houderfchap aldaar aangefteld; en 't Geregt van Amfterdam hadt alleenlyk, by eene Keu- re van den drie en twintigften July des jaars 1605 , de Legplaats dier Veerfchepen be- paald , daar zy voormaals geweeft was, te- gen over de Spaarnedammer brugge , ter plaatfe van het roode Blokhuis; zonder dac |
||||||||||||||||||||||
Amfterdam, in 't gemelde bezit, te zien be-
veiligen (e) Doch ik vind niet, dat de Hooge-Raad, in beide deeze gevallen, ee- nige nadere uitfpraak gedaan heeft. On- dertuffchen, heeft Haarlem altoos getragt, zig, in 't bezit der vrye Laadinge hier ter Stede, te handhaaven. Ter gelegenheid van een gefchil hierover, in 't jaar 1683, ge- vallen, lloegen Burgemeefteren van Haar- lem voor, twee Schippers , die , over en weder, in de eene en de andere Stad, gear- refieerd waren, buiten benadeelinge van bei- de de Steden, zo * ten opzigte van het regt, als t ten opzigte van de bezitting, van we- derzyde, te ontdaan; waarin Burgemeefte- ren van Amfterdam, ten dien tyde, bewillig- den (ƒ). Men heeft, ondertuffchen, reden om te twyfelen, of het regt, of de bezitting van Haarlem wel werken kan, ten opzigte van de vaart naarPlaatfen, op welken, hier, Veeren zyn opgeregt. Het Veer op HARDERWYK,aan welke
Stad, by een byzonder Voorregt van den Aartshertoge Filips van den vierden January des jaars 1498' [1499], de vrye handel op Amfterdam was toegeftaan (g) , tot in 't beo'in der zeventiende eeuwe toe, alleenlyk bevaaren geweeft zynde, door Schippers, by haare Wethouderfchap aangefteld; vondt de Regeering van Amfterdam, eindelyk,in 't jaar 1616, geraaden, ook eenige Schip- pers , van deeze zyde, aan te ftellen, en, met onderlinge bewilliging van beide de Ste- den , eene Ordonnantie voor 't nieuwe Veer te beraamen. Men tradt, hierover , met Harderwyk, iri onderhandeling, en floeg, van deeze zyde, voor, dat het Veer , by proviüe , vier weeken, door die van Harder- wyk, en daarna, twee weeken, door de on- zen 'bevaaren zou worden. DochHarder- wvk wees deezen voorflag van de hand (h). 't Liep aan, tot in February des jaars 1617, eer de twee Steden overeen kwamen, dat de wederzydfche Schippers in ééne beurs vaaren zouden, uit welke, alle veertien da- gen, twee derde aan de Harderwykers, en een derde aan de Amfterdammers zou wor- den uitgedeeld (i). Wat laater,werdt eene Ordonnantie voor het Veer gemaakt, met toeftemming van beide de Steden (£). De Stad Harderwyk, in 't jaar 1650, vry wat koften, tot verbetering'haarer haaven, ge- daan hebbende, verzogt, dat de Stad Am- |
||||||||||||||||||||||
' ten
Pttitoire.
t ten P°M~eJfoi- |
||||||||||||||||||||||
fÏARDER-
|
||||||||||||||||||||||
Haarl.
ter
|
||||||||||||||||||||||
(e) Groot Memor. N. VIII. ƒ. 192. Frivil. van
|
||||||||||||||||||||||
er
(/) Refol. Vroedfeh. JV. 20. 10 Sept. i«jo. f. 15.^
(m) Refol. Vroedfeh. JV. zt. 6 Jan. i6j4. ƒ. ljS 'verf,, (n) Refol. Vroedtch. JV. 21. 2« Maart l«ij4. ƒ". \(,s. ' (o) Groot-Memor. JV. IV. ƒ. 14, 2r, i8<s. (p) Stads Miflïven JV. VI. ƒ. 127, (q) Stads Miflïven W. XII. ƒ. 5^, S ss a
|
||||||||||||||||||||||
'(f) Mifïiv'e van Haarlem van 20 Sept. U83. berußende
Cbartcrkamer. (r) Handv. bU '34-
<h> Refol Vroedfeh N. 11. * oBoh. t6l6. ƒ. IS«.
(i) Groot-Memor. JV. II. f. j«i.
(KJ Groot-Memor. N. II. ƒ. 268 verft,
|
||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
IV. Deel.
|
|||||||||||
'5°4-
|
|||||||||||
Binnen- 'er meer dan één te gelyk binnen de nieuwe
land- brugge komen mogten, voor dat het gewoo- scHE ne Veerfchip buiten gefchooten was (r). ' Doch in 't jaar 1696, vonden Burgemeefte- ren geraaden, ook van deeze zyde, eenige Veerfchippers op Harlingen aan te Hellen. Men zag zulks te Harlingen ongaarne. Doch men hieldt zig, hier ter Stede, aan zyn regt (j), en bewoog, met veel moeite, de Wet- houderfchap van Harlingen tot een verdrag om de Amfterdamfche Veerfchippers, op ge- lyken voet, te behandelen, als de haaren, hier ter Stede, werden behandeld, mids de onzen maar een vierde van de beurten had- den ; waarmede men zig , hier, vergenoe- gen liet (f). Het Veer is, ingevolge van dit verdrag, van 't jaar lógj af, voor een vier- de gedeelte, van deeze zyde bevaaren («). Hes Schippers-Gilde te Harlingen heeft zig, nu en dan , vry wat voorregts aangemaa- tigd , over de Amfterdamfche Schippers , die thans drie in getal zyn, 't welk gelegen- heid tot eenig gefchil gegeven heeft (V). In 't jaar 1736 en federt, hebben de twee Ste- den , meermaalen, gehandeld, over het be- raamen eener Ordonnantie voor het Veer, die, door wederzydfch gezag, zou worden vaflgefteld (w). Doch ik vind niet, dat zulks, tot hiertoe , gefchied zy. Men heeft, te Harlingen, de Amfterdammer-Veerfchippers willen verbinden, om altoos op hunne beurt te vaaren; doch de onzen hebben de vry- heid willen behouden, om by vragten aan te neemen, en het bevaaren van het Veer, op zulk een' tyd, voor de Harlingers, over te laaten; alzo zy, uit het Veer alleen , niet beftaan können (x): en dit fchynt de voor- naame reden, waarom men, met onderlinge bewilliging, nog geene Ordonnantie heeft können maaken. 't Geregt alhier heeft, in 't jaar 1725, het beftelloon bepaald, by eene Keure, die, in 't jaar 1726, eenigszins ver- anderd is (y). Over de Veerfchippers op Enkhuizen en Harlingen van deeze zyde, zyn, reeds in't jaar 1699, by Burgemees- teren , twee Overluiden aangefteld (z). De Harlinger Veerfchepen leggen nog, omtrent dezelfde plaats, daar zy, oudtyds, lagen; doch wat meer Ooftwaards, aan de Texel - fche kaai. Alle avonden, een uur voor het luiden der boomklok, vertrekt 'er, gemeen- lyk,een Veerfchip. (r) Handv. hl. IJ50.
O) Stads Miffiven N. XV. f. m, 147 verft, 148, 155
verfo, en vooral f. 167. N. XVI. ƒ. 1,2,3. (t) Stads Mi Uwen N. XVI. ƒ. 17 , 33 , 9f, 11 r, lis.
(u) Refol. Vrriedfch. Lr. Y. zz Juny 16<ij. f. z$6.
(v) Stads Mißiren A\ XVIIt. f 103 , 11« verfo,
(w) Stads Mifuven N. XXVIII. ƒ. 17s verf, , i7g veTf,
(xj Stads Miflïven N. XXXII. ƒ. ij.
(y) Handv. tl. 1570.
(kj Groot-Mcmoi, N. VIII. ƒ. iSj verf».
|
|||||||||||
Het Veer op H a s s e l t in Overyflèl plagt, Binke»*
tot in 't midden der voorgaande eeuwe , al- LA*E leen van de Hafleitfche zyde, bevaaren te*AAKT. . worden. Doch in 't jaar 1657 ■> vonden Bur- &&*&& gemeefteren van Amfterdam geraaden, vier of meer Veerfchippers, van deeze zyde, aan te Hellen, die, volgens eene overeenkomft met de Regeering van Haffelt, reis om reis, tegen agt Haffeltfchen, welken 'er toen wa- ren, vaaren zouden. In 't volgende jaar, kwam men, nogtans, nader overeen, dat het Veer, door vier Schippers van elke zyde, zou worden bevaaren («). En deeze over- eenkomft hieldt eenige jaaren ftand. De Veerfchippers van deeze zyde werden, by lootinge, uit het Groot-Binnenlandsvaarders- Gilde, gefteld. Doch 't Veer werdt, in laa- ter' tyd , zo ongeregeld bediend , dat de Zwolfehe Veerfchippers de gelegenheid waar- namen , om volk en goederen van hier mede te neemen, en binnen de Vryheid van Has- felt uit te zetten : 't welkhun, in 't jaar 1728, verbooden werdt (b). De oneenigheid tus- fchen de Zwolfche en Haffekfche Schippers duurde nogtans; en 't Haffekfche Veer ver- viel , meer en meer, tot dat Burgemeefteren van Amfterdam goedvonden, het, in 't jaar 1733, met kenniffe van die van Haffelt (c), te herftellen, op den voet van de jaaren 1657 en 1658; met dit onderfcheid nogtans, dat vier Amffcerdamfchen, tegen zes Haffelt- fchen , vaaren zouden (d). Op het overvoe- ren der Grasmaaijers, in den Hooityd, werdt, in 't jaar 1737, eene overeenkomft met Zwol- le getroffen (e), die, in laater' tyd, vernieuwd werdt. Volgens deeze overeenkomft, mögt de Haffekfche Beurtman, in de maanden Ju- ny en July, niet meer dan honderd maaijers, ten zynen byzonderen voordeele, overvoe- ren: en was hy verpligt, de vragt dermaai- jeren, welken hy, boven dit getal, medenam, te verrekenen met de boegleggers der Zwol- fche en Haffekfche Veeren. Doch het Pias- fel tfche Veer fcheen zig niet te können her- ftellen. De Oud-Raad van Burgemeefteren befloot, derhalve, de Amfterdamfche Schip- pers te laaten uitfterven (ƒ): en na dat de laatfte, in 't jaar 3754 , overieeden was , werdt het Veer, van deeze zyde, by voor- raad ,. vernietigd: waarvan der Regeeringe van Haffelt kennis gegeven werdt (g). Se- dert , is, aan de Beurtfchippers van de Has- felt-
(a) Groot-Memor. TV. IV, ƒ, 134 verfo, 157 -verfo.
\b) Groct-Meraor. N. X f go verft.
(C1 Sta-is Miïïïven N. XXl'III. ƒ. 10c verf, ui verft.
(d) Groot-Memor. AT. X. ƒ. 103. Handy. *,'. 157J.
(/) Groot-Memor. Kt X. ƒ. 155.
(ƒ) Refol. van den Oud-Raad van Bürgern. $ 7«'7'737.
f. »2. Gioot-Memor. N. X. ƒ. i$6. Stads Miffiven N. XXVIÏI. ƒ. 17s verfo, I87 -verfo, 18?. N. XXX. f.iiverft, SP . «J , IJ9- (i) Stads Miflïven N. XXXI. f..to?, 209.
|
|||||||||||
.II. Boek. KOOPHANDEL. 505
jMsneb- fekfche zyde, die nu, als Marktfchippers, fchynt, in den jaare 1630, eerft van deeze B
tc?°" worden aangemerkt, toegelaaten geweeft, zyde, opgeregt, en, door vyf 0f zes Schip- ilm™~ v4dKT mec llegts> êelyk van ouds, op de drie wee- pers, bevaaren te zyn (0). Doch naderhand, SCHE kelykfche Marktdagen, Maandag, Woens- is het, door zes Schippers, drie van elke zy-VAART* dag en Vrydag; maar ook op'Zondag, van de, bevaaren: tot dat het verval van 'c Veer, hier te vaaren. Doch in den Hooityd, of in 't jaar 1756, gelegenheid gaf, om het' eigenlyk in Juny en July, vaaren , op de drie voortaan, door niet meer dan vier Schipper«* overige dagen derweeke, de Gildebroeders twee van elke zyde, te doen bevaaren (p) van 't Groot-Binnenlandsvaarders-Gilde, by De Beurtfchippers van deeze zyde hebben * lootinge,opHaffelt (£). De Legplaats der w 't jaar 1711^ eene Overeenkomft metel- Veerfchepen blyft, aan de noordweftzyde van kanderen gemaakt, die, met eenige veran- de oude brug, gelyk van ouds. Zy vertrek- deringen, door Burgemeefteren ,6goedge- ken, een uur voor het luiden der boomklok, keurd is (q) De jongite Ordonnantie op van 't Veer. het Veer is, den zes en twintigften Tanuary «EEM. Op Heemstede by Haarlem is flerk des jaars 1731, vaftgefteld (r). Het Veer-
Jj0** gevaaren, federt dat men, aldaar, Lynwaat- fchip op 's Henogenbofch legt op den Sin-
en Kleeren-bleekeryen, in grooten getale, gel, ten noorden van den Jan-Rooden Poorts- heeft aangelegd. De Zandvaart, aldaar in Tooren, en vertrekt alle weeken. de voorgaande eeuwe gegraaven, en federt De Regeeringen der Steden Amfterdam Rfus de Heeren Zandvaart genaamd, langs welke, en Heu sd en, in 't jaar 1650, wegens de uem. veelen van deeze bleekeryen opgeregt zyn, opregting van een Marktfchuiten-Veer van mag niet gebruikt worden, dan met verlof daar op deeze Stad, zynde overeengekomen, van den Heere van Heemftede (j). In 't jaar werden 'er, van elke zyde, twee Markt- 1681, werdt de eerfle Ordonnantie op het fchippers aangefteld: waarby , in 't jaar Veer, tuffdien Burgemeefteren deezer Stad 1657, met bewilliging van Burg^meetVren en de Vrouwe van Heemftede, vaftgefteld: van Amfterdam, door de Wethouderfchap volgens welke . het, door twee Schippers van van Heusden, nog een derde gevoegd werdt hier, en door vier van de zyde van Heem- onder beding, van deeze zyde, dat 'er irl ftede, in ééne beurs, bevaaren zou worden, het toekomende, maar twee Schippers 'van De Schippers huurden, ten zelfden tyde,de elke zyde zyn zouden (s). De Legplaats dee- Zandvaart van de Vrouwe van Heemftede(£). zer Beurtfchepen is, aan de weftzyde v~an De Legplaats was, reeds tevooren,gekeurd den Singel, benoorden den Jan-Rooden- aan de weftzyde van den Singel, tuffchen de Poorts - Tooren, van waar zy, eens ter wee- Warmoesgrar't en Gafthuismolenfteeg (/). ke, des Donderdags 's morge'ns, afvaaren. Doch zy is, naderhand, regt daar tegen o- Op Hoorn is, behalve de Trekvaart, Hoon», ver, aan de ooftzyde van den Singel, ver- omtrent den jaare 1660 , van Buikfloot' plaatft. De Veerman op Heemftede vaart over Purmerende , en over Monikendam alle nademiddagen met kleêren, en 's Dings- en Edam, aangelegd, in gevolge van ver- dags en Vrydags, ook met andere goederen, fcheiden' Overeenkomften, tuffchen de«. DeCommiffans of Aantekenaarvan dit Veer, ze Stad en de Steden Hoorn, Edam, Mo- die te gelyk Aantekenaar is van het Veer op nikendam en Purmerende getroffen (t \z Bennenbroek en de Glip, fchikt zig, naar reeds in de voorgaande eeuwe, een gere- het RegiemeBt, voor den Aantekenaar van geld Buitenveer geweeft, welk alleen be- het Rotterdammeren andere V7eeren gemaakt vaaren werdt door Schippers van de Hoorn- On). Het K!; eren veer op Bennenbroek en de fche zyde aangefteld, die hunne Legplaats Glip of Prinfen - Zandvaan is , op dezelfde aan het Bothhuisje hadden («); doch, in den plaats, als dat op Heemftede, de Heeren jaare 1687, van daar, in het Damrak,voor Zandvaart en het Kraaijenneft; en op deeze de Kapelfteeg, verplaatft werden (o); van Veeren, byzonderlyk, op de grootteen vragt- waar zy, dagelyks, een half uur voor 't lui- en beftelloonen der Kkérenmanden , zyn, den der boomklokke, vertrekken. Eenige van tyd tot tyd, verfcheiden' Keuren ge- jaaren te vooren, warenBurgemeefteren van wv maakt (n). Amfterdam, met Burgemeefteren van Hoorn, *oJR- Het Veer op 's HERTogenbosch in
°5cH. f») Handy. bl. 1578
|
|||||||||||
(h) Vervolg der Hfsrdv. bl. ,,9<
(i) Groot-Memor. N. IV. ƒ. ÏI0 ve |
|||||||||||
(p) Reiol. van den Oud-P.aad van Burgemceft. van
rfo. I7i6. ƒ>. 7S.
|
|||||||||||
({) Groot Meinor. N. Vil. ƒ, JgJ v„p^ Handv. */. (q) Handv. II. 557g.
i'j-,7. O) Handv. bl. 1579.
(') Groot-Memor. N. VII. ƒ. 33 v„f0. Handv. hl. 1577. (s) Groot-Memor. N. IV. f. 139. Firj. 2J yi., r
(>») Groot Mernor. N. VIII. ƒ. ,Jfi. (,) Groot-Memor. .V. V. f. 7 verf,, lz '' . ' J' ,a'
f«; Handv. bl, IJ»», '510- Keurb. U. ƒ• 4- Zie eok_ (u) Stads Miflïveii Ü. I. J.Sept. U63, >»♦»»*«7»»
Crüoc ïlakaiu'j. VI. Deel, l>l. 8ij. (V) Groot-Mcmox. N. VU. ƒ. 179.
Sss 3
|
|||||||||||
IV. Deel.
|
||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||
5o6
|
||||||||||||||||
ren van Huizen, overeen, wegens het aan- Binnen1*.
Hellen van eenen By legger, waartoe, altoos, 1-aNX)' een Huizer Schipper zou verkooren worden. ^^r. De twee vafle Schippers, en, des noods , ook de Bylegger vertrekken, des Zondags, op onderfcheiden' uuren, van Huizen her- waards, en des Maandags, des Dingsdags, en des Woensdags of Donderdags , van voor de Vrouwenfleeg op 't Water alhier, wederom naar Huizen (d). Het Veer is,fe- dert , zo zeer vervallen, dat Burgemeefteren van Amflerdam, in 't jaar 1750,aan 't Ge- regt van Huizen hebben voorgeilaagen, den Bylegger wederom af te Hellen (e). Tot nog toe, wordt het Veer, egter, door drie Schip- pers , bevaaren, een' Amfterdammer en twee Huizers. De Amfterdammer geniet, volgens onderlinge overeenkomil, wat meer dan een derde van 't voordeel der vragten. Op de Stad Kampen is, al zeer vroeg, Kamt*11'
gevaaren en gehandeld: doch ik heb niet können ontdekken, wanneer het Veer der- waards opgeregt is. Het wordt, federt vee- le jaaren, bevaaren door Veerfchippers, die, van de ééne en de andere zyde, aangefteld zyn. De onzen betaalen dertig fluivers van elke reize, tot onderhoud van het Kamper diep, over welks droogte, meermaalen, ge- klaagd is (ƒ). De Veerfchippers op Kam- pen vertrekken, in den Zomer, driemaal ter weeke, des Maandags, Woensdags en Vry- dags; doch des Winters, alleen des Dings- dags en Vrydags, van den fteiger, ten noord- ooften der Oude Brugge, agter 't Bierdraa- gers-huisje (g). Zy zyn, zo wel als deDeven- terfche en Zwolfche Beurtfchepen, verpligt, een uur voor dat de boomklok begint te lui- den , de touwen los te maaken, en naar bui- ten te fchieten, op de verbeurte van dertig Huivers, ten behoeve van den Havenmees- ter (h). Op de Stad Leiden, en van daar her- i^ipf*
waards te rug, is, ook al zeer vroeg, door we- derzydfche Schippers, over de Haarlemmer- en Leidfche Meer, gevaaren. Zelfs, heb- ben de Steden, op den vyfden December des jaars 1581, ten overflaan van Commis- farifïen uit den Hove van Holland, een Ver- drag wegens deSchippery geflooten,inhou- dende „ dat de wederzydfche Schippers vragt, „ binnen Leiden en Amflerdam, op hunne „ eigene havens, zouden mogen aanneemen, „ 't zyze, op de Laadplaatfe, gelaaden ge- „ komen waren, of niet: en zelfs op vreem- .„ de havens, by gebrek van Schippers, op „ de Laadplaatfe woonagtig, mids eerfl de „ Over-
fd) Handv. il. i59i. («) Stads Miflïven N. XXX. ƒ. Ij* verft. (f) Stads Miffiven N. XXVII- ƒ. +o verft, 4+, I3J.
(g) Haiidv. II. IJ50.
(h) Handy. M. 7JJ. |
||||||||||||||||
Binnen- 'in onderhandeling getreden, over het maa-
|
||||||||||||||||
LAND-
SCflE
VAART,
|
ken eener nieuwe Ordonnantie op het Veer,
volgens welke, het, voortaan, van weder- |
|||||||||||||||
zyde, bevaaren zou worden (iü). Doch ik
vind niet, dat men toen tot een befluit ge- komen is. Sedert, zyn 'er egter ook Veer- fchippers, van deeze zyde, aangefteld. Doch in 't jaar 1716", begeerde de Regeering van Hoorn, dat het Veer wederom op den ou- den voet gebragt, en alleen door Schippers van daar bevaaren werdt (x). Maar, van deeze zyde, was men niet gezind, de Ara- flerdamfche Veerfchippers , geheellyk , te ontzetten van hun beroep, 't Liep tot in 't jaar 1718 aan, eer men eene Ordonnantie, met wederzydfche bewilliging, op het Veer hadt vaftgeiteld (y). Het Veer wordt, te- genwoordig , door éën' Amfterdamfchen Schipper bevaaren. Eenigen tyd hierna, regt- te men, te Hoorn, een zogenaamd Binnen- veer op, waarin vier Damfchuiten gefield werden, die hunne Legplaats namen in het Damrak by de Paapenbrugge; doch, ia 't jaar 1725, van daar, op Droogbak, en in laater' tyd, in den Nieuwe-zyds-Voorburg- wal, voor de Gravenftraat, verplaatfl wer- den (2). En deeze Damfchuiten, die alle dagen vaaren , en van welken de eerfle, reeds in 't jaar 1692, gevaaren hadt, voeren ilukgoederen af en aan , terwyl de grove waaren aan het Buitenveer bepaald blyven. DeOvereenkomfl vanden jaare 1718 ,flegts voor twintig jaaren gemaakt zynde, is, zo ver my gebleeken is, niet wederom ver- nieuwd. Ter gelegenheid van eenig gefchil tuiTchen de wederzydfche Schippers, floegen de onzen, in 't jaar 1753, voor, dat zy, voort- aan , in eene gemeene beurs, wilden vaaren, en daar uit een vierde, tegen drie vierde van de Hoornfche zyde, genieten («), op welken voet men, voorheen, overeen gekomen was. De vragt- en beflelloonen voor het Hoorn- fche Veer zyn, by verfcheiden' Keuren, ge- regeld Qb). Ook is 'er, reeds in 'tjaar 1661, eene Ordonnantie vaflgefleld op het bevaa- ren der Trekvaarte tuiTchen de vyf Steden (c), die nog ftand houdt. In dit Veer, zyn zes Amfterdamfche Schippers. Huizen. Op Huizen in Gooiland , is, al voor
veele jaaren, een Veer opgeregt, welk, door twee Schippers, een' van elke zyde, bevaa- ren werdt. Burgemeefteren van Amflerdam kwamen, in 't jaar 1714, met Buurmeefle- (w) Stads Miffiven N. VII. ƒ. 79 , iSz verf»
(x) Stads Miflïven N. XXV. ƒ. zo% verft, z,'i „„ƒ».
(?) Stads Miflïven N. XXVI. f. sz, 7S, s+ -verfo, ,i7.
Har.dv. tl. ij88. {*.) Stads MiOivenN. XXVII. ƒ. 101 verf, 109 verft
Croot-Memor. N. x. ƒ. 37 verft. Handy, il. iS9i. («) Stads Miflïven N. XXXI. ƒ. i4j.
(t) Handy, kl. ijoj iiU iJI+.
(t) Handy. */. iStf'
|
||||||||||||||||
KOOPHANDEL.
|
|||||||||||||||
II. Boek.
|
|||||||||||||||
507
|
|||||||||||||||
, „ Overluiden der Binnenlandsvaarderen al-
„ daar aanfpreekende (i)." Doch wanneer het Kaagfchippers-Veer opgeregt zy, is my niet klaarlyk gebleeken. 't Schynt alleenlyk, dat die van Leiden, in de zeiliende eeuwe of eerder, begonnen zyn, met het aanftel- Ien van een merkelyk getal van Veerfchip- pers, waartegen Amflerdam maar weinige Veerfchippers aangefteld hadt. Men kwam, in 't jaar 1598, overeen, dat de Kaagfchip- pers , die toen vier en dertig fterk waren, zeven en twintig Leidfchen en zeven Am- ffcerdamfchen,_ tot op dertig, zouden uitfter- ven; en dat, in plaats van de Schippers, die daar na overleeden, anderen, door Amfter- dam, zouden gefield worden, tot dat 'er, van elke Stad, vyfcien Schippers in't Veer waren (£); welk getal, in laater' tyd, nog meer afgenomen is. 't Geregt van Amfter- dam beraamde, in 't volgende jaar, eene Keur voor de Veerfchippers, met toeftem- minge van 't Geregt van Leiden. Men kwam ook overeen, om uit elke Stad twee Over- luiden te ftellen over 't Veer (/). De Kaa- gen plagten, tot in 't jaar 1668, over den Overtoom gehaald te worden: en de twee Steden bepaalden, in 't jaar 1643, de groot- te en gedaante, op welke, zy moeften wor- den gebouwd (in). Doch het opregten van een Veer van vier Buitenfchepen op Lei- den, twee van elke zyde, die, door Spaar- nedam, zouden vaaren, indenjaare 1647 (n): en vooral, het aanftellen van geregelde Trekfchuiten, na 't maaken van de Goud- fche Trekvaart en 't Zandpad, in den jaare 1Ö57 , deedt het Kaagfchippers-Veer der- wyze vervallen, dat men, in 't jaar 1668, befloot, derzelver getal te Iaaten uitfterven, tot op negen, behalve de twee Buitenfchip- pers. Ten zelfden tyde, werdt ook geraa- den gevonden, de Kaagfchippers agter den Overtoom te Iaaten leggen (0): waarna zy, zeldzaamer, door reizigers, gebruikt wor- den. Tegenwoordig, zyn 'er,derhalve,drie geregelde Veeren op Leiden: het Kaagfchip- pers-Veer , het Buiten- of Grootvaarders- Veer, en het Trekfchuiten-Veer. De Leg- plaats der Kaagen is nog aan den Overtoom, en dagelyks, ten tien uuren, vaart 'er eene Kaag op Leiden af. De Legplaats der Groot- vaarders is op het Water, voor de Baafjes- fteeg. Zy vertrekken, om den derden dag. De Trekfchuiten zyn tweederlei, Markt- fchuiten en Volksfchuiten. Van de eerden, die, op den Singel, by 'tLatynfcheSchool, (») Groot-Memor, N. XII. f. 6z „eryj,
(O Groot.Meiiior. K. II. ƒ. ig-,. CO Handy hl. I59+. (m) Groot Memor. N. UI./. 271 VS;fo. fa) Groot-Msmor. N. III. f. t^yerft. (o) Groor-ASemur. N. V. ƒ. 226. |
|||||||||||||||
leggen, vertrekt 'er een, in den namiddag. BlNNEN.
Van de anderen, die, by dage, ter zelfder land-" plaatfe, leggen; doch , tegen den avond, sche verhaalen buiten de Utrechtfche Poort voor VAART- de herberg de Beerenbyt, vertrekt 'er een , 's avonds, ten agt uuren. In dit Trekfchui- ten-Veer, vaaren negen Amfterdamfche Schippers. De vragt en beftelloonen op Lei- den zyn , by verfcheiden' Keuren , gere- geld (p). Op Muiden, plagten, al vroeg in de muiden
voorgaande eeuwe of eerder, dagelyks, ge- en Naae- regelde Marktfchippers af te vaaren, die,DEN* door de Regeering aldaar, werden aangefleldi Op Naarden, voeren ook diergelyke Marktfchippers, die, insgelyks, werden aan- gefteld , door de Wethouderfchap dier Stad. En deeze Marktfchippers vaaren, nog te- genwoordig. Het Marktfchip op Muiden vaart, alle namiddagen, ten drie uuren, en legt aan de nieuwe brug, ten noorden van den Medenblikker fteiger. Het Marktfchip op Naarden vertrekt op den middag ten twaalf uuren, en legt op 't Water, voor de .. Baafjes fleeg (q). Somtyds is, over deeze Marktfchippers, geklaagd, door Burgemees- teren deezer Stad (r). Doch na 't opregten van het Trekfchuiten-Veer, en 't maaken van 't Zandpad op Muiden en Naarden, in't jaar 1653 , worden de Marktfchepen, im- mers door reizigers, minder gebruikt. En op dit Veer is, in 't zelfde jaar, by 't Geregt deezer Stad, eene uitvoerige Ordonnantie ge- maakt (s). De gefchillen , vallende tufTchen de Schippers op deeze Trekfchuiten en de inlaaders of reizigers, worden, door Com- miffariffen van het Zandpad, afgedaan (£)• De Trekfchuiten, van welken wy fpreeken, hebben, in 't jaar 1698, ook vryheid gekree- gen, om op Muiderberg te vaaren (u). Zy leggen, federt het jaar 1685, op de Prin- fengraft, aan de noordzyde , tuffchen de Utrechtfche ftraat en den Amftel; doch fchieten, voor hun vertrek, naar buiten, aan de ooftzyde des Amftels, voor 't Veer- huis. In 't Veer op Muiden en Naarden, vaart maar één Amfterdamfche Schipper. Het Veer op N1 e u w k e r k op de Velu- Nieuw-
we plagt, tot op 't einde der voorgaande eeu- kerk. we, alleen door Nieuwkerker Schippers, be- vaaren te worden: doch, in 't jaar 1699, von- den Burgemeefteren van Amflerdam geraa- den, zelven ook eenen Schipper op Nieuw- kerk aan te ftellen, en daarover , met de Ampts-
(p) Groot-Memor. N. V. f. ït-6 , 230, 23?. N. VIII. ƒ.
89. N. X. ƒ. 84. Handv. bl. ïsi9, i$8°, IJÏI. (?) Groot-Memor. N. VIII. f. SS verfa. (r) Stads Mifliven N. XVII. f. 3«. N. XIX. ƒ. 220 verfa. (s) Handv. bi. i«oj. (t) Stads Miffiven N. XIX. f. 1S3 vnr0 ...
(«J Groot-Memor. JV. VII. ƒ. i28. |
|||||||||||||||
-^ gn
|
|||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||
IV. Deel.
|
||||||||||||||||
5o8
|
||||||||||||||||
verfcheiden' Regtsgeieerden in, die, een-Binn^"
paariglyk, verflonden, dat de Stad,hiertoe, LAI*ED" volkomenlyk, geregtigd was (c). Te U-^jtf. trecht, begreep men 't anders: 't welk tot eenige moeijelykheden aanleiding gaf (rf). Doch in 't jaar 1625, befloot men tot ver- drag (e). Het werdt, in 't volgende jaar, getroffen. Men kwam overeen, om het ge- tal der Roeifchuiten , by uitftervinge , te brengen op vyftien van elke zyde, die, beurt om beurt, zouden vaaren. Het Zandpad en de Trekvaart omtrent dien tyd gemaakt zyn- de (ƒ), werden de Roeifchuiten in Trek- fchuiten veranderd, en de Zeilfchuiten afge- fchaft. De fchuiten, die met goederen voe- ren , en Schiet Jchuit en genaamd werden , kreegen hunne Legplaats aan de ooftzyde van den Singel, tuflchen de Gafthuismolen- en Kruisfteegen, en vaaren eens 's daags. De Volksfchuiten, die, in de nieuwe Prinfen- graft, tuflchen den Amftel en Utrechtfche ftraat, plagten te leggen, werden, na 't leg- gen der Amftelfluis, verplaatft, in de Ag- tergraft, op dezelfde hoogte, fchoon zy, voor de Beerenbyt, buiten de Utrechtfche Poort, driemaal 's daags, afvaaren, en aanko- men (g). Op het aantekenen der goederen op Utrecht, is, by meer dan ééne Keure, or- de gefteld (b). Ook zyn de vragtloonen, met onderling goedvinden der twee Steden, geregeld (i). Het beftelloon van 't Schiet- fchuiten- Veer is, laatftelyk, in 't jaar 1764, bepaald (k). Van de Amfterdamfche zyde zyn , in 't geheel, veertien Utrechtfche Schippers aangefteld. Het Trekfchuiten-Veer op We esp is, Wees''
eerft na 't graaven der Weesper-Trekvaarce en 't leggen van het Zandpad, in den jaare 1637, opgeregt, om by voorraad, met zes fchuiten, drie van elke zyde, bevaaren te worden. De Ordonnantie voor dit Veer en de lyft der vragtloonen is, by Burgemees- teren van Amfterdam en Weesp, vaftgefteld. Elke Stad ftelt, jaarlyks, in 't beginvan Au- guftus , een' uit haare Veerfchippers, tot Overman (/). De Koorenbrafidewyn, die te Weesp geftookt wordt, mag alleen her- waards gevoerd worden door de Veerfchui- ten , die ook alleen de ledige ftukken te rug mogen voeren Cm). De Weesper-fchuiten leggen op de Prinfengraft, by de Muider- fcliui-
(c) Compoftboek f. 149.
{d) Relbl. Vioedfeh. N. 13. 13 Juny 1S23. ƒ. 214 W»'
N. i+. 1» July, 27 N,v. 1623./. IJ verf,, 94. &• IS' * Dec. i«2+- ƒ. 48 verf,. (e) Refol, Vfoedfeh. N. Ij. 2 Septemb. 162J. ƒ• II0*
(f) Groot Memor. N. III. f. 38-4«.
(g) Handv. bl. i$;c.
(h) Handv. bl. J636 , IS37,
(i) Handv. bl. 1038 , löjis. Ve;vol£, bl. '3*«
(k.) Keurb. ü. ƒ. 3 9 verf,.
(t) Handv. bl. ifi+i, iS+j,
(mj Handv. tl. i«}4.
|
||||||||||||||||
Binnen- Amptsjonkefs, in onderhandeling te komen
land- (v). Men kwam,in 't jaar 1701, by provi- |
||||||||||||||||
SCHE
|
||||||||||||||||
fie, overeen, dat het Veer bediend zou wor-
|
||||||||||||||||
vaart. ^en^ ^oor vj£r Schippers, drie wegens Nieuw-
kerk, en een' wegens deeze Stad aan te Hel- len , om in ééne beurs te vaaren, uit welke, de Amfterdamfche Schipper een Vierde ge- niet (w). Op het beftellen en aantekenen der goederen, is, in de jaaren 1713 en 1714, by twee byzondere Keuren, orde gefteld (%)• De Veerfchepen op Nieuwkerk vertrekken, driemaal ter weekè, des Dingsdags, des Don- derdags , en des Saturdags, een halfuur voor het luiden der boomklokke. Zy leggen aan de Texelfche Kaaij,voor deRamskooi,aan den Meppeler fteiger. U- Op U T R e c H T is, al zeer vroeg, groote TKECHT. Handel gedreeven uit deeze Stad. Ook voe-
ren 'er, reeds in de zefliende eeuwe, gere- gelde Veerfchuiten van de eene op de ande- re Stad. De Schippers of Schuitenvoerders, gelykze genoemd werden, werden, door de Wethouders der beide Steden, aangefteld. Te Amfterdam , waren Groot - Schuitenvoer- ders en Klein-Schuitenvoerders op Utrecht, die hunne Legplaats hadden, aan den Utrecht- fchen fteiger, op het Rokin. Zy waren be- greepen onder Gilden , en, voor dat der Grootfchuitenvoerders , ook SchietJchuiten genaamd, om dat zy, tot geryf van den koopman,van hunne gewoonlyke Legplaats fchieten, en elders lollen, of laaden mogen, werdt, in 't jaar 1598, eenè nieuwe Ordon- nantie vaftgefteld (y), die, in 't jaar 160r, vernieuwd en vermeerderd werdt (2). Tot hiertoe, waren 'er egter geene onderlinge Overeenkomften gemaakt, tuflchen de twee Steden, op het bevaaren van het Veer. Al- leenlyk, hadden de wederzydfche Schuiten- voerders , zonder dat 'er Burgemeefteren van Amfterdam in gekend v/aren, reeds in 't jaar 1580, een verdrag gemaakt, volgens welk, vier Utrechtfchen, tegen een' Am- fterdammer, vaaren zouden (a). Doch in't jaar 1607, kwamen de twee Steden, voor't eerft, zo ver my gebleeken is, overeen, om- trent het bevaaren van het Veer op Utrecht, door groote en kleine fchuiten (b). Ten dien tyde, voeren de groote fchuiten met zeilen, en de kleinen werden geroeid. De Utrecht- fchen voeren nog, met vier fchuiten, tegen ééne. Doch in 't jaar 1623, werdt men, hier ter Stede, te raade, met een gelyk getal van fchuiten, te vaaren. Men nam den raad van (v) Stads Miffiven N. XV'II. ƒ. 178. N. XVIII. ƒ. 27, ji
verf,. N. XIX. ƒ. 183. (w) Handv. bl. i«c8. (xj Handv. bl. \6oi, 1S04, (y) Keutb. C. ƒ. 29s verf,. (x.) Keurb. Cf. 308. Handv. bl. I«3ó. f«) Compoftboek ƒ. 149. (l>) Giooï-Memor. N. II. ƒ. 12 j verft, 225 vtrfi. |
||||||||||||||||
KOOPHANDEL.
|
|||||||||||||||||||||||
II. Boek.
|
|||||||||||||||||||||||
509
|
|||||||||||||||||||||||
Finnen
'che VA*RT.
|
|||||||||||||||||||||||
• fchuiten(«); doch fchieten, van daar,even
als deezen, naar buiten, aan de ooflzyde des Amflels, voor 't Veerhuis, van waar zy af- vaaren. Op Work um in Friesland, is, reeds in
den jaare 1650, door de Magiflraat aldaar, een Veer opgeregt, welk, volgens eene o- yereenkomft tuflchen de twee Steden van den jaare 1698, door drie Schippers van dee- ze zyde, by provifie, voor een vierde ge- deelte , bevaaren werdt: doch, naderhand, is dit getal tot op twee verminderd, die, om den vierden dag, voeren (0). En tegenwoor- dig is 'er maar één Amflerdamfche Schipper. De Legplaats der Workummer Veerfchepen is, op 't Water, voor de Kapelfleeg. Alle avonden, met het luiden der boomklok, ver- trekt 'er een fchip. Op het aantekenen der goederen is, in 'tjaar 1716, orde gefield (/>). Het Veer opZiERiKSEE, welk, door vier Schippers, twee van elke zyde, plagt bevaaren te worden, wordt, federt eenige jaaren, maar door eenen Schipper, bevaaren, die, volgens eene overeenkomfl tuflchen de twee Steden, beurtelings, dan door de eene, en dan door de andere Stad, aangefleld wordt (q). Hy vertrekt, des Zomers, gemeenlyk, eens ter weeke. Zyne Legplaats is in den Singel, aan de weftzyde, over de Luther- fche nieuwe Kerk. Het Veer op Zutfen werdt, volgens
eene overeenkomfl tuflchen de wederzyd- fche Schippers van den jaare 1626, met toe- ftemminge van Burgemeefleren der beide Steden gemaakt, bevaaren, door twee Schip- pers van elke zyde (r). Doch die van Zut- fen hebben, federt, vier Schippers meer, en dus, in 't geheel, zes Schippers aangefleld ('s), die egter, met eikanderen, niet meer dan de helft der beurten bevaaren. De Leg- plaats deezer Veerfchepen , die, eens ter weeke, des Saturdags, vaaren, is aan de ooflzyde van 't Water, by de oude brug, regt voor 't Stads Excyns-huis. _ Het fchip van eenen overleeden Veerfchipper moet, ook in dit Veer, gelyk in de meefle ande- ren, door zynen opvolger, by fchattinge, worden aangenomen CO- Van deeze Stad op Z w o 11 e , is, reeds in de veertiende eeuwe, gehandeld en ge- vaaren : doch wanneer het Veer opgeregt zy, is my, tot hiertoe, niet klaarlyk voor- (n) Gro»t-Memor. N. Vit. ƒ. ,1|#
(,) Stads Miffiven N. XXIII. ƒ. ,}t verfi. (f) Hand*, bl. IS°S- (<,) Stads MiflWe» N. XXVI. f, 9Ii xXVlll. f. «o vtrf,,
XXX. ƒ. 7. (r) Groot-Memor. N. III. /. ^7 „„ƒ,.
(•) Miflive van Zutplien -una la maj J7j», »f 4t CUat.
terkamer*
(»; Groot-Memor. N. IX. ƒ. ia». II. STUK.
|
gekomen, t Schynt nogtans, dat het, tot Bjnnfh-
diep in de zeventiende eeuwe, alleen bevaa- lasd- ren is,door Schippers,die van de Zwolfche SCHtt zyde werden aangefleld. De oorlog des jaars VAA*T' 1672 bragt het Veer te niet. Doch, na dat Zwolle, in 't jaar 1674, van den vyand ver- daten was, zogten de Veerfchippers het Veer wederom op te regten, zig, ten dien einde, met een Smeekfchrift, vervoegende aan Willem den III.,Prinfe van Oranje Qu). Burgemeefteren van Amflerdam hadden, mid- lerwyl,ook eenen Veerfchipper aangefleld, dien men, te Zwolle, niet wilde toelaaten, waarop den Zwolfchen hier ook het laaden verbooden werdt. Doch in 't jaar 1675, kwamen de twee Steden overeen, dat Zwol- le , welk toen veertig Schippers in 't Veer hadt, dezelven zou laaten uitflerven tot op dertig: en dat Amflerdam, daartegen, met tien Schippers, vaaren, en dus een vier- de van de beurten hebben zou. Doch 't getal der Amflerdamfche Schippers is, fe- dert, tot op vier verminderd. De overeen- komfl, die voor vyf en twintig jaaren ge- ilooten was, is, naderhand, nog driemaalen, voor gelyke vyf en twintig jaaren, ver- nieuwd (v). By de vernieuwinge in 't jaar 1725, verbondt de Regeering van Zwolle zig, geen ander Veer, op eenige Plaats in Holland ofWeftfriesland, op te regten (w). De jongde vernieuwing (x) zal, met het jaar 1775, ten einde loopen. Op het Veer, zyn verfcheiden'Ordonnantien gemaakt,by myne Heeren van den Geregte; en 't beflel- loon is, in 't jaar 1705, geregeld (y). De Veerfchepen, die, ten noordooften van de oude brugge, by het Bierdraagers - huisje, leggen, vertrekken alle avonden; doch van den zevenden December totdenagtflenFe- bruary, maar driemaalen ter weeke, Dings- dag , Donderdag , en Saturdag , een uur voor het luiden der boomklokke. Wy komen nu tot de befchryvinge der II.
Veeren, omtrent welken, de Stad geene Veeren, byzondere overeenkomften gemaakt heeft, °™£c met de Regeeringe der Steden en Plaatfen, de Stad op of van welken zy aangelegd zyn, en die geene by. bevaaren worden, door Schippers, van we- zondere derzyde, of van ééne zyde, aangefleld: wel- 5* ke Schippers, nogtans, verbonden zyn aan met an- de Keuren en Ordonnantien, die, hier ter dere Stede, op deeze Veeren gemaakt zyn. En Vztfen' deezen zyn de Veeren opAmflerveen, Ber- £»3" gengeKeu-
|
||||||||||||||||||||||
-'«RIKS-
|
|||||||||||||||||||||||
*«.
|
|||||||||||||||||||||||
Zül
|
FEW.
|
||||||||||||||||||||||
'WOLLl,
|
|||||||||||||||||||||||
(•) Stads Miffiven N. VI. ƒ. «o.
(v) Groot Memor. N. VI.f. \&1 -verfo. N. VlLf-soverCo
10j: vtrfi, 24i. N. VIII.ƒ. ij*. .V. X.f. ]| »„ƒ,, s 'S Miffiven. N. XXX. f. ri7,ii3. anï (») Stads Miffiven N. XXVIII. ƒ. •}.
(x) Vervolg dir Handv. tl. iji.
(y) Hasdv. i.'. *SU . I«J>.
Ttt
|
|||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||
IV. Deel.
|
|||||||||||||||||||
5i°
|
|||||||||||||||||||
met onderlinge bewilliging (c). Doch ik vind Einkes'
niet, dat deeze voorflag eenig gevolg ge- L^' had heeft. En na 't overlyden van den Am- ^"^t. fterdamfchen Schipper, in 't jaar 1703, werdt het bevaaren van het Veer, by provifie,al- leen aan de Beverwykfche Schippers over- gelaaten (d). Dagelyks, ten drie uuren, ver- trekt 'er een Veerfchuit op de Beverwyk, welke haare Legplaats heeft aan de Texelfche Kaai, regt voor de Haffelaars - fteeg. Des SUturdags 's avonds, plagt'er ook eenenagt- fchuit op de Beverwyk te vaaren, van de korte Prinfengraft, by de roode brug: na 't vertrek van welke, de Schuitenvoerders dee- zër Stad, in 't jaar 1724, bevoegd verklaard waren, om Paffagiers na te voeren {e"). Doch deeze nagtfchuit heeft, federt eenip-e jaaren, niet meer gevaaren. Op het aante- kenen der goederen,die, dagelyks, met de gewoonlyke Veerfchuiten , op Beverwyk, gezonden worden, is, reeds in 't jaar 1716, orde gefield (ƒ). De Voerluiden of Wage- naars van Amfterdam en de Beverwyk heb- ben , federt het jaar 1651, vryheid, om, in elkanders Steden, vragt aan te neemen,en, nevens de ingezetenen, om vragt te looten (g). Van Wyk op Zee, over de Stede Beverwyk, is ook een Veer op Amfterdarrij welk bevaaren wordt, door drie Schippers, die, door de Gecommitteerde Raaden, wor- den aangefteld, en, jaarlyks, twaalf guldens aan den Ambagtsheer moeten opbrengen. Zy hebben, in 't jaar 1700, eene overeen- komft getroffen met de Beverwyker Veer- fchippers. Doch ik vind niet, dat Burge- meefteren , of het Geregt van Amfterdam hiervan eenige kennis genomen, of, omtrent het Veer van Wyk op Zee herwaards, eeni- ge byzondere Keuren gemaakt hebben. Het Veer op Blokzyl is, reeds in de B*-0*"
voorgaande eeuwe, opgeregt, en aan ver- ZYL" fcheiden' Keuren, by 't Geregt alhier be- raamd , verbonden geweeft (Z>). Doch my is geene Ordonnantie bekend, die, met on- derlinge bewilliging van beiderlei Geregten, vaftgefteld is. Van de Amfterdamfche zyde, plagt dit Veer, door twee Schippers, bevaa- ren te worden (i). Doch, tegenwoordig, vaaren alleenlyk Blokzylfche Schippers in 't Veer. De Legplaats der Veerfchepen is op 't Water, voor de Baafjes - fteeg: en de ge- woonlyke vertrektyd is, 's Dingsdags en 's Vry-
f c) Stads Miffiven N. XIII. ƒ. 70.
(d) Refol. van den Oud-Raad van Bürgern, van 31 J"ty
17c}. ƒ. 17 verfo. (e) Handv. hl. IS'I.
(f) Handv. hl. 1 jcj.
(g) Groot-Memor. Ni \\l. f. 294.
(b) Handv. hl. ïru. (i) Stads Miffiven A\ XVIII. ƒ. 11«.
|
|||||||||||||||||||
gen op Zoom, Bevervvyk en Wyk op Zee,
Blokzyl, Bodegrave, Bolswaard, Boskoop, Breukelen enz., Broek in Waterland, Buik- floot , Edam, Goes , 's Graavenland enz., Hattum , Heerenveen, Jou wer, Kuinder, Kuilenburg, Leeuwaarden, Lemmer, Mak- kum, Medenblik , Meppelt, Middelburg, Monikendam , Montfoort, Nieuwmegen , Ooftzaanen, Oudewater, Purmerende, Pur- merland, Rotterdam, Schiedam, Slooten in Friesland, Slooten in Kennemerland, Sneek en der Ielft, Sluis, Staveren, Texel en 't Vlie, Velzen, Viane en Vreeswyk of de Vaart, Vo- lewyk, Vollenhove,. Watergrafts- of Die- mermeer, Weftzaanen, Wetering, Woer- den , Zaandam, Zwammerdam en Zwart- fluis. Op Amster veen is, in't jaar ióói ,
door Burgemeefleren vanAmfterdam, alsAm- bagtsheeren vanNieuwer-Amftel,een vafte Veerfchipper van hier aangefteld. De vragt- loonen zyn, ten zelfden tyde, geregeld (z). De Veerfchipper vertrekt, eens ter weeke, des Maandags, ten twaalf uuren, van voor de Olieflaagers-fteeg in 't Rokin, daarzyne Legplaats is, en een uur laater, van buiten de Leidfche Poorte. Men plagt, ten tyde der opregtinge van dit Veer, of weinige jaa- ren laater, ook een Veer te hebben op de Bovenkericer-Polder, aan de hand van Lei- den (a). Doch dit Veer is, al voor lang, te niet geloopen. De Wethouderfchap van Bergen op
Z o o M, op welke Stad, myns weetens, nim- mer een vaft Veer geweeft was, heeft, in 't jaar 1763, vier Veerfchippers aangefteld. Burgemeefteren van Amfterdam , hiervan verwittigd, hebben verklaard, dat de ge- melde Veerfchippers zig zullen moeten voe- gen naar de Keuren en Ordonnantien, hier ter Stede, op de Schipperye gemaakt, of nog te maaken (F), zig, voorts, het regt voorbehoudende , om zelven ook een' of meer Veerfchippers op Bergen op Zoom aan te ftellen. De Veerfchippers, van welken wy fpreeken, hebben, tot nog toe, geene vafte Legplaats, en vertrekken ook niet, op eenen bepaalden tyd. Het Veer op Beverwyk plagt, in de
voorgaande eeuwe , bevaaren te worden, door Schippers, die, van de eene en de an- dere zyde, werden aangefteld. Amfterdam hadt egter maar eenen Schipper, in 't Veer. Burgemeefteren deezër Stad floegen, in 't jaar 1691 , aan die van Beverwyk voor het vaftftellen eener Ordonnantie voor het Veer, |
|||||||||||||||||||
BlNNIN-
LAND- SCHE VAART. ren of
Ordon-
nantien
gemaakt
heeft.
|
|||||||||||||||||||
Amster
VEEN.
|
|||||||||||||||||||
Bergen
op Zoom, |
|||||||||||||||||||
Bever-
WYK.
|
|||||||||||||||||||
(z.) Groot-Memor. N. V. ƒ, 44 verfo.
(a) Groot-Memot. N. VI. f. ifo -ver/i. {!>) Stads Miffiven N. XXXII. ƒ. 14?. |
|||||||||||||||||||
IL Boek. K O O'.P-H A N D E L. 5n
|
||||||||||||||
Sr" Sd »g»'«™*,met het luiden der boom- iaari656,verbooden,eenige goederen, van B
|
rifNEN-
|
|||||||||||||
SERT. OpBoDEGRAVE,vertrekken,'sMaan- ££om 1^^?^
BoD5- dagsen s Vrydags, op den middag, Veer- deeze Stad, te worden overgefch'eeot ÏÏ) YAA"' CRAVE. of Marktfchuiten, welker Legplaats is, op De Breukelfche Veerfchuiten moeten drie den Singel by den Reguliers-tooren.. Zy, ftuivers's daags, aan den Aantekenaar van en de Schuiten op Boskoop en Zwammerdatn 't Utrechtfche Veer, betaalen (r) En mn en andere Dorpen mogen geene andere rei- gen zyende andere Schuiten, vaarende naar zigers of goederen medeneemen, dan be- Dorpen aan de Vegt hier vrvelvk laad™ hoorende in de Plaatfen, daar de Schuiten fchoonze, wJ^^S^ê^i BoLS- ÏA R„r;»(l n • n* • WafdS -ge5°men z^n CO- Van voor de Bee-
tjaar 1734, van de Fnefche zyde, in den Breukelfche en andere gemelde Schuiten niet
tegen wooraigen ftaat gebragt (/); fchoonhet, dan na dat de Utrech&hewSS^ al vee) vroeger bevaaren is. Burgemeefte- trokken zyn J^gicnuitenver ren van Amflerdam hebben, tot hiertoe, nog Het Veer' r.« n » n r,, :„ w * t i ,
nietgeraadengevonden.een'ofmeer^er^neenÄ fchippers op Bolswaard aan te (lellen: doch dier Plaatfe zyn aangêfteld bevaaren Doch LANÜ-
op het aantekenen der goederen, die der- 't Geregt deezer Stad heeft in 'daar rWo waards gezonden worden, heeft het Geregt het behoorlyk aantekenen^der goederen ?d£ alhier, m de voorgaande eeuwe, reeds meer naar Broek gezonden worden, byeSeu daneene Keure gemaakt 0« De Veer- re, bevolen %). De Veerfchu ten oBmek man op Bolswaard die op t Water by den leggen voor de Texelfche Kaai, Ln den Dam legt vertrekt maar eens ter weeke, Beverwyker fteieer en vertrekken 's Maan [ EEST "*; ™h« — 5K>ärf£wÄ
Boskoop. De Marktfchuiten op Boskoop , die, Het Veer od Birt*•r „ j
alle Maandagen, op den" middag, van voor het graaven dl vla«edoorTv^f ^
de Gaapersfteeg, op't Rokin, vertrekken, op koften deezer Stad alïe^bevaSn doo-"""" zyn verbonden aan de Keuren, van welken Schippers, dievanBn^SwSSï StbSenOTder Bodegrave'gewag ge- & $££*£* ? \F«
W, Het Veer op BaEUKELEN is, al in de £*<^£m^^S^
«-«. voorgaandeeeuwe opgeregt; doch alleen den aangêfteld. De bSSS d^cS door Dorpfchuiten bevaaren geweeft. Zy lykheids Domeinen verftondt egter federt vertrekken , volgens eene Keure van den byzonderlyk geregtigd te zyn,tot het Veer jaare 1732 alle dagen van den vyftienden op BuikOoot In Kadoelen, of gelyk men Maart tot den vyftienden September niet vanouds, fchreef, Quadoelen: ende Stad ^wJSTT^5 en 7ndfn7/tien- Pagtte, in'tjaar i6öX onverminderd haar
den September tot den vyftienden Maart, regt, dit Veer van de Graaflykheid, voor den SEt/X? dt f" ÏÏK' Va"hunn^ LeS- 'Yd van tien jaaren, tegen drie honderd gul-
plaats (h), die, voor t jaar 1674, plagt te dens 's jaars (v\ De Rekenkamer rJhZ» Zyn op het Rokin; doch toen, in den Sin- nogtans, in laater' tyl van 1SÄ
gel by den Reguliers-tooren, gekeurd werdt deezer pagtpenningen te heobeTafsezfen (0.Zy,en deSchuitenop jAARsYKjD.de en de BuilfLter ISi^ &, jS^S', L o o s o R e c H T e N, M A A R s e N, M A A R- vyf honderd en vyftig guldens, ter Thefau- SENVEEN, Nieüwersluis, Yssel- rie deezer Stad,moeten opbrengen, bewee- STein, Zuilen enz. mogen geene per- ren regt te hebben, om ook op Kadoelen foonen medeneemen, dan die t huis hooren en op den Ooftzaaner Overtoom onderLands' op de Flaatfen, vanwaar de Schuiten ge- meer, zynde de ooftzyde van dien Over- komen zyn, of op de Hoffteden, daarom- toom, te mogen vaaren (w) De weftzvde trent gelegen. p0k mogen zy geen fteen van den zelfden Overtoom /ónder 't Baljuw- van Utrecht op baer, noch van hier op U- fchap van Kennemerland eelecen, wordt trecht voeren (p). Voorts, is, reeds in 't gelegen, worat, , ., (j) Gr°ot.Memor. N. IV f M1
CO Handv. *'• **»*» «513. (r) Groot-Memor. N. VIIÏ. f. 99.
(I) Zie G. W. BARON VAM SCHWAMENBEBG Rejift. (•) Befoign. va„ Bürgern.«» Sdiepeiun van 7J(., „,
van't Chartcrb. van Fnesl. t/. 3,3- (t) Handy. */. l5Icf r ' m*3 «7«». (m) Handv. hl. UU. (a) Handy, it. isj
|
||||||||||||||
(f) Groot-Memor. N. V. f. tl. Refol. Vroerffi-t, r
II Af«^ 170«. il. ui. Mciniment Reg. JV »„, ,"• /'*''
C«.; Groot-Memor. 7/. X. f. tJ v,r^ * A¥i-' ƒ• »♦'•
|
||||||||||||||
(n) Handv. il. i$io.
(<•) Handy, tl. UI».
f^J Handy, i/. UU» l*e*.
|
||||||||||||||
^
*'
|
||||||||||||||
Ttt 2
|
||||||||||||||
A M S TE R DA M S
|
IV. Deel.
|
||||||||
Si*
|
|||||||||
Binnen- door de Veerfchippers op Zaandam, bevaa- toegeftaan, dat de Goefche Veer- en Markt- Binnen-
land- ren. Doch het Veer op den Ooflzaaner O- fchippers, fchoon zy ongelaaden gekomen LAND' scHE vertoorn onder Landsmeer is, federt veele waren, op hunne eigen haven, wederom S^T. vaart. jaaretj5 joor (je BuikflooterSchippers,over- zouden mogen laaden: welk voorregt, ook gedaan of verhuurd, aan Burgemeefteren van voor de Veer- en Marktfchippers, die Am- Landsmeer , die het laaten bevaaren, door fterdam mögt aanflellen , bedongen werdt vier of vyf Schuiten, welker Schuitenvoer- (d). De Veerfchippers op Goes leggen in ders, vooraf, door Burgemeefteren van Am- de Heerengraft, by de Molenfteeg, en vaa- fterdam, moeten worden goedgekeurd (#). ren eens ter weeke. De Buikflooter-Veerfchuiten, die alle uuren Op Gokinchem vaart, om de agt da- Gou»,
vaaren, leggen, aan de Y-brug, by de Nieu- gen, een Beurtfchip, welk zyne Legplaats CHEM" we Stads-Herberg. De Schuiten op den Ooft- heeft in den Singel by de Lutherfche Nieu- zaaner Overtoom en Kadoelen, die, inzon- we Kerk. Het Veer is, reeds in den jaare derheid des Zomers, twee of drie maaien's 169^ (e), door de Wethouderfchap van daags, vaaren, en meeft Melkboeren voe- Gorinchem, opgeregt geweeft. ren, leggen omtrent de gewezen Oude Stads- Op'sGraavenland, Hilversom's Graa-" Herberg; doch van eikanderen afgefcheiden: en Kort e hoef, zyn ook, reeds in de VEN' leggende die van het Veer onder Landsmeer, voorgaande eeuwe, geregelde Jaagfchuiten- i/N'7EV aan een' fteiger, voor het huis, Paafchavond Veeren opgeregt, welken, door Schippers, s0'm en genaamd, en de anderen, digter aan de Ou- alleen in deeze Dorpen aangeileld, bevaa- Kortc- de Stads-Herbergs-brug. De Buikflooter- ren worden. Zy zyn, hier ter Stede, ge« H0Er- Veerfchippers houden ook Koefchuiten, die keurd aan de ooftzyde van den Binnen-Am- van den Moffelfteiger afvaaren, en vee en ftel, tuifchen de Halvemaans-brug en Groe- ry tuigen overvoeren. Volgens eene Or- nen- Burg wal. En 't Geregt deezer Stad heeft, donnantie van den jaare 1712 , moet, by in den jaare 1722, eene Ordonnantie be- beÜooten of bekommerd water , dubbele raamd, op het aantekenen en beftellen der vragt, in de Koefchuiten, betaald worden goederen, waarby ook de vragtloonen,naar (y). Dochgeene Veerfchuiten mogen vee en van 's Graavenland in't byzonder, gere- overvoeren, dan op het bepaalde uur, waar- geld zyn (ƒ). De Schuiten op 's Graaven- opzy, gewoonlyk, afvaaren (z). Op het land vertrekken alle dagen, kort na den mid- Buikflooter-Veer is, in-'t jaar 1661, eene dag, behalve des Zondags: doch dieopHii- uitvoerige Ordonnantie vaftgefteld (0), die, verfom, maar driemaal ter weeke, des Maan- naderhand,ineenige opzigten, veranderd is. dags, des Woensdags, en des Vrydags, en De Schippers, die tien in getal zyn, plag- die op Kortehoef,op zyn meeft,maar eens, ten, voorheen, een jaar voor de weduwe des Maandags, allen op het zelfde uur, van en erfgenaamen van een' overleedenSchip- binnen; doch, omtrent twee uuren laacer, per, te moeten vaaren; doch keeren, federt van voor het Olifants-Pad, buiten de Wees- het jaar 1682, zevenhonderd vyf en zeven- per-Poort. De Heeren Gecommitteerde tig guldens aan dezelven uit O). Raaden, als 't bewind hebbende over 's Lands Edam. Op Edam is, behalve het Trekfchuiten- Domeinen_, hebben, in 't jaar 1740, eene
Veer van Buikfloot over Monikendam, Ordonnantie voor 't Hilverfommer-Veer ge- waarop, in 't jaar 1661, eene Ordonnantie maakt, waarby ook eene vragtlyft der goe- vaftgefteld is (c), ook een geregeld Markt- deren gevoegd is (g). fchuiten-Veer, welk bevaaren wordt, door Het Veer op Hat tum, welk, alleen hAt-
Schippers, die van daar wordenaangefteld. Van de Hattumfche zyde, bevaaren wordt, tum. Zy vertrekken,dagelyks,'snademiddags ten is geplaatft aan de Gelderfche Kaai. Alle een uure, en houden hunne Legplaats voor weeken, vertrekt, gemeenlyk, een Veer- de Texelfche Kaai, aan den Beverwyker fchip derwaards. fteiger. # Op'tHEEREN-VEENin Friesland is, Heem*'
•SoEi. Het Veer op Goes in Zeeland fchynt, in 't jaar 1729, door de Regeering dier Plaat-VeeN*
al vroeg in de zeventiende eeuwe, door wee- fe, een Veer opgeregt (A), welk, gelyk de
kelykfche Veer- en Marktfchippers, van de meefte andere Veeren op de Steden enDor- Regeering aldaar aangefteld, bevaaren ge- pen in Friesland, alleen,door Schippers,by weeft te zyn. Immers, Burgemeefteren van de Geregten daar ter Plaatfe aangefteld, be- Amfterdam hebben, reeds in 't jaar 1613, vaa- (x) Groot-Memor. N. X. ƒ. i+. (d) Hnndv. hl. t$jo.
(y) Groot-Memor. N. IX. ƒ. :jj. Handv. bl. ijzj. (e) Miffire vtn Gorinchem van 17 Die. 169?. berußende
(z.) Vervolg der Handv. bl. 226. Keuib. T. ƒ. 114. ter Oiartsrha,mcr. Stads Miffiven N. XVII. ƒ. t69.
~(a) Handv. bl. ijzz. (f) Handv. bl. ijso.
(t) Handv..*/. ijï+. (s) Groot-Flakaatb. VI. Deel, bl. S17.
(e) Handv. bl. i$*J. (h) Regifter vin 't ehwietboek vau Frisland, tl, 3tQ.
|
|||||||||
II. Boek. KOOPHANDEL. 513
Binnen- vaaren wordt. De Beurtfchepen op 't Hee- Steden (0). Het Schippers-Gilde te Leeu- binnen-
Und- ren-Veen leggen op 't Water, voor de Val- waarden bleef egter in 't bezit van 't Veer. land.' *CHe kenfteeg, en vertrekken, des Dingsdags 's In 't jaar 1699, deeden Burgemeefteren van ic™ 4ART- avonds, met het luiden der boomklok. Aan Amflerdam eenen voorilag aan de Regee-VAART- de Beurtfchepen op't Heeren-Veen, Sneek, ring van Leeuwaarden, om het Veer op ee- Ieift en andere Plaatfen in Friesland, was, in nen geregelden voet te brengen, en, door 't jaar 1742, by eene Keure van 't Geregt Schippers, van wederzyde aangefteld, te doen alhier, verbooden, eenige goederen mede bevaaren (j>). Doch deeze voorilag vondt te neemen, om elders,dan in hunnebyzon- geenen ingang, en het Veer wordt nog,al- dere havens, en byzonderlyk te Groningen» leen door Friefche Schippers, waargenomen, te loffen (i). Doch alzo men bevondt, dat 't Geregt deezer Stad heeft egter, op het deeze Keur de Koopluiden, in 't affcheepen aantekenen en beftellen der goederen, orde hunner goederen te zeer belemmerde, is de- gefield (q). 't Veerfchip op Leeuwaarden zelve, op den agt en twintigften January vertrekt, des Zondags en des Donderdags, des jaars 1756, wederom te niet gedaan (k). met het opengaan der boom, en legt, op 't Jouwer. Het Veer op de Jou wer wordt thans, Water, voor de Valkenfleeg. Burgemeefte- maar door één' Amflerdammer, en voorts ren der beide Steden hebben elk ook een' door Schippers,in Friesland aangefteld,be- Koopmans-Bode aangefteld, die, met brie- vaaren. De Veerman vertrekt, alle Vry- ven en geld, over en weder reizen, dagen, met het luiden der boomklok, van Het Veer op de Lemmer is, eerft in Lemmer. 't Veer, op het Water, digt by den Dam. deeze eeuwe, door den Heere Grietman van Op het aantekenen der goederen , die op Lemfterland, opgeregt, en, in 't eerft, door de Jouwer gefcheept worden, is, by eene Schippers van daar, bevaaren. Doch in 't Keure van den jaare 1675, orde gefteld. jaar 1731, vonden Burgemeefteren van Am- Ook is het beftelloon der goederen,die van fterdam geraaden, ook eenen Beurtfchipper daar herwaards worden gevoerd, in 't jaar op de Lemmer aan te ftellen, die de helft 1717, geregeld (/). der beurten bedong. Men zogt hem, federt, Wder. Met het Veer op de Küinder, welk van de andere zyde, te beweegen, om zig
zyne Legplaats heeft aan den Dam, daar 't met een derde te vergenoegen. Doch Bux- Wind-as plagt te ftaan, is het, in alle dee- gemeefteren handhaafden hem , in de ge- len , eveneens gelegen. Doch de Veerman ilooten overeenkomft (r). Over de Leg- vertrekt, alle Dingsdagen, uitgenomen in de plaats der Lemmerder Veerfchepen is, in maand January. laater' tyd, ook, fomtyds gefchil geweeft Builen- Op Kuilenburg was, voormaals, een (s). Zy is, thans, op 't Water, by den Paa-
pse. Veer geweeft, welk, in de voorgaande eeu- penbrug. Dagelyks, met het luiden der we, t'eenemaal vervallen zynde,in den jaa- boomklok, vertrekt'er een Veerfchip. re 1701, van de Kuilenburgfche zyde, we- Het Veer opMAKKUM plagt alleen door Max- derom was opgeregt, en door eenen Schip- een' Schipper, aldaar aangefteld, bevaarenk"m. per bevaaren werdt. Burgemeefteren van te worden: doch Burgemeefteren van Am- Amfterdam hebben, behoudens hun regt fterdam vonden, in't jaar 1751, geraaden, om, ook van hunnen kant, een' of meer ook een' Veerfchipper van hier aan te ftel- Veerfchippers aan te ftellen, toegelaaten, 'en: 't welk egter niet gefchiedde, zonder dat het Veer, by provifie, alleen door Kui- dat men daarvan, vooraf, aan 't Geregt van, lenburgfche Schippers, werdt bediend (?»). Makkum, kennis gaf (f). De Legplaats van De Kuilenburger Veerman heeft zyne Leg- 't Makkummer Veerfchip is by den Schrei- plaatsop den Singel,voor de Kruisfieeg, en jers-tooren, aan den Nieuwendammer ftei- j vertrekt,'s Vrydags, nademiddag. ger. Het Veerfchip vertrekt, gemeenlyk, ijo Op L e e u w A A R D e N, is, al vroeg in de om de agt of tien dagen.
*ehR" voorgaande eeuwe, een Veer opgeregt ge- Op M e d e n b l i k is, reeds in de voor- Meben.
weeft, welk, alleen van de Friefche zyde, gaande eeuwe of eerder, een Veer opgeregt, *«*♦ en door Friefche Schippers, bevaaren werdt. welk alleendoor Schippers, by deWethou- In 't jaar 1646, hadden Burgemeefteren van derfchap dier^ Stad aangefteld , bevaaren Amflerdam ook een'Veerfchipper, van hier werdt. In 't jaar 1647, werden zelfs eeni- op Leeuwaarden, aangefteld; doch men be- ge lette hem aldaar het laaden: waarover veel (») Refoi. vroedfch. n. i9. 1$ Sept. i«4«. »9 M*y, ij
moeijelykheidsontftondt, tufTchen de twee *fc tZ^i^nN^uT^'m'IS''i,4'"a- (<j) Handv. bl. iji3. 1514-
y,\ „ , Z c -,/r "9 verft, III, ttll/erft,,
(O Keurb. 1 ƒ «• 0) stads Miffive„ N. XXX. f. loo.
rK c? j --J-' '«Tm t r V) Stads Mifliven N. XXXI. ƒ. 34,
(tb) Stads Mifliven N. XXVI. ƒ. ty vcrf>. l ' J 3T"
Ttt a
|
||||
AMSTERDAMS 'IV. Deel.
|
|||||||||
■5*4
|
|||||||||
gaande eeuwe af, op de bekwaamheid der Birne*-
Veerfchepen; op het beftellen en aanteke- LAND" nen der goederen, en op eenige andere din- ^Tart. gen, van tyd tot tyd, de vereifchte orde ge- fteld (b). De Veerfchepen op Middelburg, die om de week vertrekken , hebben hunne Legplaats in den Singel, voor de Bergftraat. Behalve de Trekfchuit, die van Buikfloot Moni-
afvaart (c), is 'er ook een Marktfchuiten- kemd4* Veer op M o n i k e n d a m , welk, door Mo- nikendammer Schippers, bevaaren wordt, hebbende het Geregt van Amfterdam, in den jaare 1716, alleenlyk orde gefteld, op het aantekenen der goederen (d). De Markt- fchuit op Monikendam heeft haare Legplaats aan den Alkmaarder fteiger op 't Water, voor de Karnemelksfteeg, en vertrekt alle namid- dagen , ten twee uuren. Het Veer opMoNTFOoRTis, door de Mo»t-
Regeering dier Scad, voor, of in 't jaar 1706, fooet. opgeregt, en door een' Marktfchipper van daar bevaaren (e ), zonder dat men, van dee- ze zyde, een' of meer diergelyke Markt- of Veerfchippers opMontfoort aangefteld heeft, tot ia Auguftus des jaars 1765, wanneerde eerfte Schipper, van hier opMontfoort, is aangefteld (ƒ). De Montfoorter Veerfchip- per legt, op den Binnen-Amftel, omtrent de Bakkersftraat, en vertrekt 's Maandags, ten twaalf uuren. Die van de Nieuwe Zyl in Friesland had-
den , in 't jaar 1727, eenen Veerfchipper op hier aangefteld, wien Burgemeefteren, tot wederzeggens toe, Legplaats vergund had- den, aan den Blokzylder-fteiger, op 't Wa- ter , over de Baafjesfteeg (g). Doch dit Veer is te niet geloopen: en t weinige dat op de Nieuwe Zyl geloft moet worden , wordt, over der Ielft, derwaards gezonden. Op Nieuwmegen is, van hier, al vroeg, NieuvT
gevaaren, en in de voorgaande eeuwe ofMäGEi*» eerder, een geregeld Veer opgeregt, welk, toen, door twee Schippers, van deeze zyde, en twee of meer Schippers, van de zyde van Nieuwmegen, aangefteld, bevaaren werdt. Dochthans vaaren 'er drie Amflerdamfche Schippers in dit Veer. De Amflerdamfche Veerfchippers op Nieuwmegen werden, in 't jaar 1682, ook bevoegd verklaard, om goe- dere^ op Bommel en Tiel mede te neemen (h). En, in 't jaar 1720, werdt belaft, dar 'er, eens ter weeke, een Veerfchip op Nieuw- megen afvaaren zou, gelyk van ouds (z). Ve Leg-
(t) Handv. tl. Ito«, U07, ijeS, 1505.
(() Zie hiervoor, tl. rit.
(4) Handv. tl. 1505.
(') Stads Miflïven N. XXIÏI. ƒ. 1.
(f) Groot-Memor. N. XU. ƒ. ir.
(g) Groot Memor. N. X. f. 60 verft,
(h) Grooi-Memor. N. VUL ƒ. ji verft. (»') Handv. tl. H09. |
|||||||||
Binnen ge Amflerdamfche Schippers, die hier ge-
LAND. laaden hadden, belet, hunne laading te Me- scHE denbük te lofTen, waarover eenig verfchil vaart. ontftondt, tuffchen de twee Steden. Me- denblik beweerde, van ouds, het Veer al- leen te hebben bevaaren. Amfterdam hieldt, daarentegen,flaande, dat zulks geenuitflui- tend regt gaf aan die Stad, fchoon men hier niet geraaden vondt, voor eerft, ten flerk- fte te Haan op de behoudenis van een aan- deel in 't Veer (u): 't welk, tot nog toe, alleen door Medenblikker Schippers, wordt bevaaren (y). 't Geregt alhier heeft, nog- tans, op het behoorlyk aantekenen der goe- deren , orde gefield (tu). De Legplaats der Medenblikker Veerfchepen, van waar zy niet verfchieten mogen, om elders te laa- den (x) , is aan de noordooflzyde van de nieuwe brugge. Zy vertrekken , gemeen- lyk, 's Woensdags en's Saturdags's avonds, / in den Zomer , en 's Dingsdags, in den Winter. Mep- Het Veer op Meppelt plagt, voor- PELT. rnaals, alleen door Schippers aldaar aange-
fteld , bevaaren te worden. Doch in de voorgaande eeuwe, vonden Burgemeefteren van Amfterdam geraaden, van hunne zyde, ook twee Schippers aan te flellen, die, in 't jaar 1682, met de Meppeltfche Schippers, toen dertien in getal, overeenkwamen, dat zy een vierde gedeelte van de beurten heb- ben zouden. Burgemeefteren verleenden hun- ne goedkeuring op deeze overeenkomft(j), en handhaafden de Amflerdamfche Schip- pers , in hun bedongen aandeel (2). Doch thans vaart 'er maar één Schipper, die, van deeze zyde, is aangefteld. 't Geregt alhier heeft, by meer dan ééne Keure, orde ge- fteld op het aantekenen der goederen, die op Meppelt gefcheept worden, en tegelyk, het beftelloon der zelven geregeld (a). De Beurtman op Meppelt legt, aan de Texel- fche Kaai voor de Raamskooi, en vertrekt 's Dingsdags en 's Saturdags, een half uur voor het luiden der boomklok: doch in den Winter, des Woensdags. Middel- Het Veer op Middelburg is een van iu*ü. de öudften hier ter Stede, en wordt bevaa- ren , door Schippers, van de eene en de an- dere zyde, aangefteld, zonder dat 'er, zo ver my bekend is, immer eenige overeenkom- sten tuffchen de beiderlei Schippers gemaakt zyn. Alleenlyk, hebben myne Heeren van den Geregte alhier, al van vroeg in de VOOr- fa) Refol. Vróedfch. N. 19. if, i6 *A*g. \6VJ.f. IJS, ij«. (v) Stads Miflïven K. XXXI. ƒ. il. (n) Handv. 4/. it+7. (xj Handy, tl. ijii. (y) Groot-Memor. N. VII. f. Jj. (z,) Groot-Memor. N. IX. f. 116, iit. Stads Müfiyen
N. XXIV. ƒ. yo verf: {*) Handr. tl. jé»i, «04.
|
|||||||||
II. Boek.- KOOPHANDEL.
|
|||||||
SIS
|
|||||||
Binnen- Legplaats der Nieuwmeegfche Veerfchepen wordt, hebben wy, hier voor (ƒ>) , reedsBinnen-
land- js -m Jen Singel, aan de Stroomarkt. Zyver- gewag gemaakt. Doch behalve dit, is'er ook land- et. trekken, gemeenlyk, des Woensdags, 's a- een Buiten-Veer op Rotterdam, welk,doorSCHE vonds. Schippers, van beide de Steden aangefteld, VAART'
Oost- OpOosTZAANEN is, reeds in de voor- wordt bevaaren (q). De Legplaats voor het
*unen. gaande eeuwe , gevaaren, door de Veer- zelve is op't Water, aan de Zuidzyde van fchuiten op Zaandam, die, van wederzyde, de Paapenbrug. De Beurtfchepen op Rot- worden aangefteld. Ook verftondt men toen, terdam vertrekken, om den derden dag. Op dat het Veer op den Ooftzaaner Overtoom het aantekenen der goederen , die op 't aan de weftzyde, tot het Zaandammer en Rotterdammer Buiten-Veer gefcheept v/or- Ooftzaaner Veer, behoorde. Beide de Vee- den, is, reeds in 't jaar 1690, orde gefteld ren werden, nogtans,door byzondere Veer-■ (V). In 't jaar 1697,is belaft, de goederen, fchuiten, bevaaren, welker Legplaats, meer niet met paarden en lynen, maar met de wip dan eens, veranderd is (£). Voorts, voeren, uit de fchuiten te werken (V). van ouds, ook Binnenfchuiten, met gebleek- Het Veer op Schiedam wordt bevaa- Schiï- te Lynwaaten, en zelfs met winkelwaaren ren, door Schippers, van wederzyde aan-dam. en volk, van Ooftzaanen en hooger op, naar gefteld. Van de zyde van Amfterdam, vaart deeze Stad, en van hier te rug; aan welken, 'er maar één Schipper in dit Veer. DeLeg- in 't jaar 1679, werdt toegeftaan, daarin te plaats van het zelve is, ia 't Rokin, voor de mogen volharden, zonder dat het hun, door" Waterfteeg, van waar de Veerfchuit, door- de Overluiden van het Zaandammer- en Ooft- gaands, eens of tweemaal ter weeke , des zaaner-Overtoomer-Veer, belet mögt wor- Dingsdags endes Vrydags, ten twaalf uuren, den, gelyk, fomtyds, gefchied was (/). De en ten drie uuren van buiten de Utrecht- tyd van 't afvaaren der Schuiten op Ooft- fche Poort, voor de Beerenbyt , afvaart, zaanen is, byprovifie, door Biirgemeefte- en,_des Zondags en des Donderdags, van ren van Amfterdam en van Ooftzaanen, meer Schiedam te rug keert. dan eens, enlaatftelyk in May deezes jaars Op Sloot en in Friesland, vaart, alle Sloo-
1766, voor den tyd van eenige weinige jaa- Maandagen, een Veerfchip, des avonds met £E.N»in ren, geregeld (m). het luiden der boomklok. Het heeft zyne la"jSt" °"de- OpOuDEWATER, is ook een Veer op- Legplaats op het Water, voor de Valken-
^ter. geregt, van de zyde dier Stad. De Veer- fteeg. De Veerfchippers zyn twee 'm getal, fchuiten vertrekken, des Dingsdags en des van welken 'er één aan ieder zyde wordt Vrydags, ten elf uuren, van agter 't Stad- aangefteld (f). Het Veer is onderworpen huis, en een uur laater, van buiten de U- aan de fchikking op het aantekenen der trechtfche Poort, voor de Beerenbyt. goederen, die, op de Friefche Veeren in 't *Vmer- Op P u r m e r e n d e is, behalve het Trek- gemeen, gemaakt is («).
ifDE- fchuiten-Veer van Buikfloot (n), ook een Burgemeefteren van Amfterdam, als Am- Sloo- Marktfchuiten-Veer opgeregt, weikalleen, bagtsheeren van Sloot en in Kennemer- ten, ia door Schippers, aldaar aangefteld, beyaa- land, hebben, in 't jaar 1661, een' vaften merlan<L ren wordt. De Legplaats der Marktfchuiten Veerfchipper op het Dorp aangefteld, die op Purmerende is op 't Water voor de Kar- zyne Legplaats heeft op de Bloemmarkt, en, nemelksfteeg. Zy vertrekken, alle dagen, 's Maandags en 's Vrydags, vaart. By 't 's nademiddags ten twee uuren. opregten van 't Veer, zyn ook de vragtloo- *Vmer ' OpPüRMERfflPuRMERLAND,vaart nen geregeld (v).
^ Pur- Qok eene Veerfchuit, welke haare Legplaats Het Veer opSlu 1 s in Vlaanderen wordt Sluis,
la^d heeft,aandenIlpendammerfteiger,in'tWa- alleen bevaaren, door Veerfchippers aldaar ter, by de nieuwe brug. De Veerfchippers aangefteld. 't Geregt van Amfterdam heeft, Zyn, door den Heere van Purmerland en nogtans, het behoorlyk aantekenen der goe- ° Ilpendam, aangefteld (0). Zy vertrekken, deren, by meer dan ééne Keure, geregeld (w). gewoonlyk, 's Maandags, 's Woensdags en Het Veerfchip op Sluis, welk zyne Legplaats 's Vrydags. heeft in den Singel, by den Jan-Rooden- fcoTTER- Van het Jaagfchuiten - Veer op Rot- Poorts-tooren, vertrekt, om den anderen
*>«*. terdam, welk, in gemeenfchap met het dag. Veer op Delft en den Haage, bevaaren Het
(p) Bladz. 49«.
(l) Handv. bl, ij3«. (k) Groot-Memoi. N.IV. f. tI4 jy. v. 203 verfi. Handv. (r) Groot-Memor. N. VII. / i}5' vcrfo. il. 1609, i«i°. (') Groot-Memor. N. VIII. ƒ- ***■ (l) Groot-Memor, N. VI./. ti;, (t) Groot-Memor. N. IX. f. Ui verf:
f»)Handv.4/. iSio-Gr00t Memor. AT. XIl..f.«JiHSv«r/l. (») Handv. tl. "H-
(n) Handv. tl. i«4J , >J47. (fj Groot-Memor. K. V. ƒ. 41. (.J Groot-Memor. N. IV. ƒ. IJ5. x. V. ƒ• 204. («) Handv. il. 1507.
|
|||||||
IV. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
5i6
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Het Veer op Sneek plagt, voormaals, January des jaars 1763, is vaftgefteld, dat, Binns*'
eeniglyk, door Veerfchippers, daar ter Ste- by de goederen, die, aan 't Veer op Texel land- de aangefteld, bevaaren te worden. Doch en 't Vlie gebragt worden , om aan Zee- ^t. in't jaar 1751, hebben Burgemeefteren van fchepen te worden befteld, niet ilegts zal Amfterdam geraaden gevonden, een' Veer- moeten overgegeven worden een addres aan fchipper van deeze zyde op Sneek en der de Zeefchepen; maar ook een briefje, in- leid aan te ftellen, die, volgens eene over- houdende den naam en woonplaats van eenkomfl met de Sneeker - Veerfchippers, den afzender, op dat de goederen, zo de een derde deel van de beurten heeft (a;). Schepen, midlerwyl, in zee gefleken mog- De Legplaats deezer Veerfchepen is ook op ten zyn, aan den regten eigenaar zouden 't Water, voor de Valkenfteeg. Zy vertrek- mogen können te rug gebragt worden (A). ken, des Zomers, des Maandags, Donder- De Kaagfchepen moeten ten minfle vyf en dags en Saturdags, 's avonds, met het lui- twintig Taften groot; van vier en vyftig tot zedig voeten lang, en van vyftien en een
halve tot zeftien voeten wyd zyn (i). Zy vertrekken, gemeenlyk, alle avonden, met het luiden der boomklokke. Hunne Leg- plaats is aan de Texelfche Kaai, voor de Ramskooi. Op het aantekenen der goede- ren , die op Texel en 't Vlie gefcheept wor- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
BlNNEN-
LAND- SCHE VAART. Sneek.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
dmgeodg
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
reeds in 't jaar 1662 , orde ge-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
den, is,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Het Veer op Staveren in Friesland
wordt, alleen door Schippers, aldaar aange- fteld , bevaaren. Het aantekenen der goe- deren is hier, by Keuren, geregeld (z). De |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Stave-
»EV.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
field (*).
Op Velzen, vaart een Marktfchipper, Velz^'
die, tot hiertoe, door den Heere van Vel- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Legplaats deezer Schepen, buiten welke zy, zen, is aangefteld geweeft. Hy vertrekt,'s
federt het jaar 1669, niet laaden mogen (a), Dingsdags en 's Vrydags, ten een uur nade-
fchoon het hun, in 't jaar 1656, toegeftaan middag. Omtrent de vragt der Kleêrenman-
was (£),is op't Water, voor deKapelfteeg. den, is hy, zo wel als de Schippers, op
Zy vertrekken, alle avonden, met het luiden Aalbrechtsberg of Bloemendaal, en Tette-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
rode of Overveen vaarende, verpligt, zig te
voegen naar de Ordonnantien, die, voor de andere Kleêren-Veeren , gemaakt zyn (/). In 't jaar 1700, werdt den Veerfchipper op Velzen, by byzondere vergunning van Bur- gemeefteren , toegeftaan, zyne Legplaats te houden voor het Huis van Burgemeefter Dirk Munter (tii). Doch tegenwoordig legt hy aan den Moffelfteiger, over den Haringpakkers- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
der boomklok.
TzxEitn Op Texel en 't Vlie, is, reeds in de 't Vlie. voorgaande eeuwe, een geregeld Veer op- geregt geweeft, door 't Gefegt deezer Stad, zonder dat, deswege, met eenig ander ge- regt, eenige overeenkomft geflootenis. De Kaagfchippers op Texel en 't Vlie, die, voor- maals , meer dan vyftig fterk waren; doch, federt het jaar 1711, tot op veertig uitge- ftorven zyn (c), maaken een afzonderlyk |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
tooren.
|
«*
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Op Viane en de Vaart of V r e e s- VlAlf^'.
fteld zyn, twee van welken, jaarlyks, af- wyk vaart, des Donderdags,om de veer- dtVA* gaan, in welker plaats, twee anderen, door tien dagen, ook eene Veer- of Marktfchuit. Burgemeefteren , worden aangefteld ( d). De Veerfchippers zyn, van wederzyde, aan- Niemant mag, buiten 't Veer, vragt op Texel gefteld. Doch Amfterdam heeft maar één' aanneemen, voor meer dan twee Koopluiden Schipper in 't Veer. Zy moeten zig, ten ten hoogfte (e). De vragtloonen voor dit opzigte van het laaden en lofTen, en van het Veer zyn, onderfcheidenlyk voor 's Zomers aantekenen der goederen, fchikken naar de en 's Winters, geregeld (ƒ), beginnende het Keuren deezer Stad («). Hunne Legplaats is Zomerloon, met den eerften April, en het in 't Rokin, voor de Duifjes-fteeg. Winterloon, met den eerften Oclober (g). De Buikflooter-Veerfchippers, die alleen V°LS' ßy eene Keure van den vyf en twintigften door Burgemeefteren van Amfterdam wor- WTK* , . . , „ . - , „ , 4 „. den aangefteld, bevaaren ook het Veer op (x) Accoordv«« den i6^4«g. 17 $1. 1» 't Vertrek der The- , . P. ' , ,T , , %.
faurie, Nh«*>t L*ad, T. o. aaa. ». stad« Miflwen N. net zuideHicte van de Vol e wyk, by nec
*X<>; Handv. */. ui», ut*. Tolhuis, alwaar zy perfoonen, goederen en (z.) Handv. il. ijoj.' ' vee
(0) Hand», tl, 15ij.
(*) Groor-Memor. ivf. IV. ƒ. 109 vcrfi, (h) Keurb. U. f. 3«.
(c) Groot Memor. ff. IX, f, ut varft, (i) Handy, iL 1615.
(d) Handv. H. 1**3. ({) Handv. tl. 16151.
(e) Handv. bt. I6iy. (I) Handv. hl. \yji.
(ƒ) Handv. H. :6x^, (m) Groot-Metnor. ff. VÏU. ƒ, 119 t«r/l.
{X) Handv, */. liij, \n) Handv. »I. ijes , l$»9.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Boek. KOOPHANDEL. 517
|
|||||||||||||||||||
dert, tot over de helft verminderd. ZyBlNNEN,
hebben hunne Legplaats buiten de Wete-LAND- rings-poort, en vaaren, geduuriglyk, afSCHE en aan. 'VAAKT« Het Veer op Woerden is, door de Re- woer-
geering dier Stad, eerfl opgeregt, en lang, den. door twee Schippers, aldaar aangefleld, be- vaaren geworden. Burgemeefleren van Am- flerdam hadden hun, reeds in 't jaar 1656, eene Legplaats aangeweezen voor de Spaar- potsfleeg, in den Singel (V). Doch ter ge- legenheid van het afflerven van eenen der Schipperen, in 't jaar 1739, vondt men, hier ter Stede, geraaden, ook eenen Woer- der Veer- of Marktfchipper aan te flellen, die om de andere week vaaren, en de helft der beurten genieten zou (x); gelyk, federt, gefchied is. Op het aantekenen der goede- ren op Woerden, en op het loffen en laa- den derzelven, is, by verfcheiden' Keuren, orde gefield (y). De Woerder-Veerfchuit vertrekt, 's Maandags en "s Donderdags, ten twaalf uuren, van op 't Rokin, voor de Gaa- persfleeg, en ten drie uuren van voor de Beerenbyt, buiten de Utrechtfche Poort. Het Veer op Z a a n d a m , beide aan de Zaan-
Ooft- en Weftzyde, is, al vroeg in de voor- DAM' gaande eeuwe of eerder (2), bevaaren, door Schippers, die, van de eene en de andere zyde , werden aangefleld , zonder dat my eenige Overeenkomffc bekendis, dietufTchen de Stad Amflerdam en de Regenten van Ooft- en Weft-Zaandam, bepaaldelyk omtrent het Zaandammer-Veer, zou gemaakt zyn. In 't jaar 1666, voeren 'er, vanhier, zesender- tig Veerfchuiten op Zaandam; doch Burge- meefleren beflooten toen, dezelven te laaten uitflerven tot op vier en twintig (a). Na- derhand , is dit getal, tot op zeflien, ver- minderd (b). En tegenwoordig vaaren 'er maar twaalf, die, door Burgemeefleren van Amflerdam, worden aangefleld. Het Oofl- zaaner-Veer was, toen, en reeds te vooren, onder het Zaandammer Veer begreepen. Ook is den Zaandammer Veerfchipperen, in 't jaar 1680, toegeflaan, eene Veerfchuit op Zaan- dyk te mogen aanleggen , om , met den Zaandyker, beurt om beurt, te vaaren (c). Op het Zaandammer Veer, zyn verfcheiden Keuren gemaakt. De vragt plagt, voor ie- der perfoon, des Zomers, twee, en des Win- ters , drie ftuivers te zyn: doch zy is, in 't jaar 1738, voor 't gantfche jaar, op drie ftui-
f») Groot-Memor. N TV. f. »'»*.'
(x) Stads Miffiven N. XXIX. ƒ. S! , $7 verfo.
(y) Handv. hl. ites , tj°9.
(*.) Refol. Vroedfch. N. «• 2° Scpt. Ijg?. ƒ, 4- vetft%
(*) Groot Memor. N. V. f. 184 verfo.
(b) Groot-Memor. N. VII. ƒ. 74. verfo,
(c) Handv. hl. lfilS.
Vvv
|
|||||||||||||||||||
BlNNEN-
lAND-
SCIIE
Vaart.
VOLLEN-
HOVE. |
vee inneemen en uitzetten: zynde de vragt
van alles, by eene Ordonnantie van den jaa- re 1661, geregeld (0). Het Veer op Vollenhove wordt, tot
hier toe, alleen bevaaren door Schippers, die aldaar zyn aangefleld. Het aantekenen der goederen, welken derwaards gezonden, en het beftelloon van zulken, die van daar aangebragt worden, is, nogtans, door't Ge- regt alhier, geregeld (p). Het Veerfchip op Vollenhove, welk zyne Legplaats heeft aan den Meppeler-fteiger, voor de Ramskooi, vertrekt, gemeenlyk , eens ter weeke, des Dingsdags, met het luiden der boomklok. 't Geregt van de Diemer- of Watergrafts-
meerheeft,reeds in de voorgaande eeuwe, een Veer opgeregt opdeWATERGRAFTs- ofDiEMERMEER, welk, door een vallen Veerfchipper, bevaaren wordt. Hy heeft zyne Legplaats in 't Rokin voor de Duifjes- fteeg, en vertrekt, 's Maandags, 's Woens- dags en 's Vrydags, in den Zomer, en des Winters, 's Maandags en 's Vrydags, op den middag. Behalve dit, is 'er nog een Veer van twintig Roeifchuitenvoerders (q), die, door Burgemeefleren van Amflerdam, wor- den aangefleld; hunne Legplaats hebben aan den Amflelfleiger, by de Amflelbrug, en op de Watergrafts-Meer, en de Plaatfen, die tuffchen beide gelegen zyn, vaaren. Zy zyn verpligt, zig te voegen, naar eene Ordon- nantie, in den jaare 1695, by 't Geregt, vaflgefleld (r). Voormaals, plagten zy in ééne beurs te vaaren; doch „ federt het jaar 1709, vaart elk voor zyne eigene rekeningfV). OpWestzaanen is, door de Regen-
ten der Plaatfe, een Veer opgeregt, welk alleen door Schippers, aldaar aangefleld, be- vaaren wordt, hebbende Burgemeefleren der Stad Amilerdam, tot hiertoe, nog niet ge- raaden gevonden, een' of meer Weftzaa- ner - Veerfchippers aan te flellen (0- De Legplaats deezer Veerfchippers is, by de ge- wezen Oude Stads Herberg. Zy vaaren, alle dagen, ten tien uuren 's morgens. Burgemeefleren van Amflerdam hebben
ook een Roeifchuiten-Veer op de Wete- king opgeregt, welk, door zeflien Schui- tenvoerders en„ Schuitenvoerilers, plagt be- vaaren te worden , voor welken, in 't jaar 1732, eene Ordonnantie is opgefleld («), die, naderhand, in meer dan één opzigt, veran- derd is (u). Doch 't getal derzelven is, fe- |
||||||||||||||||||
Water-
grafts- «ƒ DlE-
ÏIER-
ilEER. |
|||||||||||||||||||
WïST-
2AAN£N. |
|||||||||||||||||||
^ETE-
|
|||||||||||||||||||
(0) Handv. hl. IJ22, Uzj.
(p) Handv. hl. 1602, J6ot.
(<j) Handv. hl. \6^c.
(r) Handv hl. 16+e.
ft) Handv. hl. 1700.
ft) Stads Miffiven N. XXXI, U,71,
f») Handv. hl. I«*S.
ff) Keuth. u. f. 87.
|
|||||||||||||||||||
II. STUK.
|
|||||||||||||||||||
Si8 AMSTERDAMS IV.Deel.
Binnen- ftuivers gefield (d). De Zaandammer-Veer- noch goederen medevoeren, dan die onder Binnen-
law)- fchippers, die in twee ploegen verdeeld zyn, hun Dorp t'huis hooren (£). ^ED' scHE ieder van welken een' Quartiermeefter heeft, Het Veer op Zwartsluis wordt al-VAART.
vaart, behalve dat, over 't gantfche Lighaam der leenlyk bevaaren, door Schippers, die, daar rT> Veerfchipperen , vier Overluiden gefteld ter plaatfe , zyn aangefteld. Hunne Leg- s^ \ zyn; hebben, reeds in 't jaar 1683 » eene p'aats> van welke ZY niet verfchieten mo- onderlinge Overeenkomft gemaakt,volgens gen, om elders te laaden (f), is voor de welke, aan de Weduwe van een' overleeden Ramskooi, aan den Meppeler fteiger. Zy Schipper, zekere fomme uitgekeerd, en de vertrekken, 's Dingsdags en 's Saturdags, fchuit, door zynen opvolger, overgenomen met het luiden der boomklok, behalven in moet worden (e). Wat laater, in 't zelfde de maanden December, January en Februa- jaar, zynzy, met toeftemming van Bürge- ry, wanneer deeze tyd niet zo vaft be- meefteren deezer Stad en van Regenten van paald is. Op het aantekenen der goederen, Zaandam, op het bevaaren van het Veer, die op Zwartfluis gefcheept worden, en op met de Veerfchippers, die te Zaandam wa- het beftellen van zulken , die , van daar, ren aangefteld, overeengekomen (ƒ). En worden aangebragt, is, by 't geregt dee- deeze overeenkomft, die flegts voor twaalf zer Stad, orde gefteld (in). jaaren gemaakt was , is federt, dikwils, De derde foort van Veer- of Markt- III. . en laatftelyk in 't jaar 1755, voor het fchippers, die, door de Regeering der Plaat-Meeren, zelfde getal van jaaren, vernieuwd gewor- fen, van waar zy herwaards komen, zyn leeniyk den (g), en houdt, nog tegenwoordig, ftand. aangefteld of toegelaaten, en welken hier, door Bui- Volgens dezelve, vaaren deAmfterdammer- alleenlyk , Legplaatfen aangeweezen , 0f tenfch'Pr', Schippers, van hier naar Zaandam, en de oogluikende vergund zyn, zyn veelen in^j^' Zaandammers, van Zaandam op hier, van getal; doch niet van zo veel aanbelang, vaaren, 's morgens vroeg, tot twaalf uuren toe, en dat zy eene uitvoerige befchryving verei- en, om- zy keeren beide, 's nademiddags, naar hun- fchen. Wy zullen ons, derhalve, verge-treij£ ne Plaatfen te rug. De Schippers van beide noegen, met eene aanwyzing van derzelver geeenen' de zyden vaaren in eene gemeene beurs , Legplaatfen, van waar verre de meeften, byzonde- aan welke, ook de Huur- of Speelvragten, op de Marktdagen, met naame des Maan- re Keuren, hoewel met eenige uitzondering , verant- dags en des Vrydags, afvaaren. De mees- Semaakt woord wordenQo). BurgemeefterenvanAm- ten deezer Legplaatfen zyn, in den Am- yn' fterdam hebben, onlangs, den Zaandammer ftel en in 't Y, de oude havens deezer Ste- Schipperen, door hen aangefteld, op hun de. Dus leggen, verzoek, toegedaan, dat zy, op de zoge- naamde ledige uuren, dat is, van February In den Binnen-Amstel, tot Oftober, beide ingeflooten , met het openen van de boom, en de drie overige de Marktfchuiten op Ablmde, by de Hal- -
maanden, 's middags ten twaalf uuren, niet vemaansbrug, en op Ankeveen, den Berg,
zouden behoeven te vaaren, ten ware zy Kameryk by Woerden, Leiderdorp, Loen- een en twintig ftuivers vragt maaken kon- derfloot, Nigtevegt, Overmeer en ^inkeveen, den(z). De Legplaats der Zaandammer Veer- omtrent de Bakkers- en Paardenftraaten. fchuiten is, tuffchen den Haringpakkers- tooren en nieuwe Haarlemmer-fluis. Zy vaa- In 't R o k 1 N,
ren, alle uuren des dags, van het opgaan der
boom af, tot 's avonds ten zes uuren, van die op 't Gein , Kokenge, Koudekerk , Ka~
den eerften April tot den eerften Ofilober, delfiaart , Nes , Nieuwkoop , Zevenhoven , en tot 's nademiddags ten vier uuren, van Noorden in de Veenen , Ouderkerk , Uit- ten eerften Oclober tot den eerften April, hoorn, Diemen, ff averen en ff Ulis, van 't Zwam- Op Z wA M M e R D a M, vaaren Marktfchip- Valbruggetje voor de OiTèn-ofluis, tot voor MEKDAM. pers f jje aldaar aangefteld zyn. Zy leggen en voorby de Olieflaagers-fteeg; op Alf en, in 't Rokin, by de Valbrug, en vertrekken, Harmeien, Langeraar, Nieuwerbrugge, Nieww- gemeenlyk, des Maandags en des Vrydags, veen, Oudshoorn, Rynfaterivoude, Aarlander- op den middag. Zy mogen geene perfoonen veen , ffyk te Duurfiede en Leymuiden, aan de ooftzyde van de Lange Brugge, tot voor-
(d) Handr. 11. i6is. by de Wyde fteeg: op ffaddingsveen, Ree- K g?oģ. N. Vu. j. \\ Zt nm en Zeeland, aan de weftzyde, omtrent
(g) Groot Memor. AT. VIII. f. iog verf,. N. IX. ƒ. 71 de
ver/o, «y. N. X. ƒ. 21«. N. XI. ƒ. iiz -verf,, (^) Handv. bl. 1511» 1*13.
(b) Groot-Mcmor. N. XI. ƒ. 212 verfo. \l) Handv. bl. 1512.
(ij Groot-Memor. N. XII. f. iifi verf,. \mj Handv. bl. kSoz, 1604.
|
||||
II. Boek.
|
||||||||||||||
KOOPHANDEL.
|
||||||||||||||
5*9
|
||||||||||||||
Binnen- de Gaapersfleeg; op den Overtoom en op
Und- Meydrecht of Meyert, voor de Waterlleeg. In het Damrak of Water,
die op Jppingadam , Delfzyl en Franiker,
tuffchen den Dam en Paapenbrugge; en die op Opmeer, Quadyk, Ransdorp , en Uitdam, by de nieuwe brugge. Langs de Oude Teertuinen,
die op Hindeloopen, Koudum en Wams, in
Friesland, in 't midden, en die op Nieu- ixendam en Schellingwoude, by den Schrei- jers-Tooren. Langs de TexelscheKaai,
die op AJJendelft, Genemuiden , Quadyk,
Spaarnedam, Steenwyk en Ter Schelling. Langs de Haringpakkery,
Die op Akerßoot, Ameland, Dokkum, Graft,
Huisduinen , Koog , Krommenye , Limmen, cude en nieuwe Medorp, Ryp, Schagen, Scher- |
||||||||||||||
mer , Schoorl,. Uitgeeß, Wieringen, Wormer,BisstU'
fVormervetr, Zaandyk en Zype. land- De Marktfchuiten op Ilpendam leggen ^T#
voor de Wieringerflraat. Buiten deeze voornaame Havens, of Leg-
plaatfen, leggen, ook elders, door de Stad, eenige Veer- en Marktfchepen en Schuiten: als, aan de P y p e n m a r k t, die vanAalsmeer; aan de B L o e M M A R K T, die van Noordwyk, Noordwykerhout, Rynsburg en Warmond ,-ee- nigen van welken ook aan de nieuwe Markt en Botermarkt leggen: aan de Geldersche k a a i , voor de Water- poortsfteeg, die op Vcnh: in den Singel, over de Munt, die op Baambrugge; voor't Kioofter, die op Loenen; voor en over de Lutherfche Nieuwe Kerk, die op Brouwers- haven en Katwyk aan den Ryn; en tuffchen de Raam- en Kruisfteegen, die op Wage- ningen: in de Heeren-graft, die op Avenhorn en Schagen, aan de Schagermarkt; die op Hillegom , over de Leidfche graft, en die op Schoonhoven, en, met goederen, op Krommenye, tuffchen de Reguliers-graft en Utrechtfche ftraat, aan de noordzyde. Eindelyk, vaaren ook, des Zondags,fchui- ten op Slooterdyky die buiten de Haarlem- mer-Poort, in deTrekvaart, leggen. |
||||||||||||||
Vvv %
|
||||||||||||||
S.Y.
|
||||||||||||||
52o AMSTERDAMS IV.Deel.
èr B Y L A AG E
ep het IV. Deel, II. Boek.
1/. A.
Uitjpraak van 't Hof van Holland van den negentienden December des jaars 1579, waar-
by, aan de Schippers van Alkmaar ^ de vrye Laading te Amßerdam ontzeid wordt. Opte differenten gerefen voir den houe van geraecken, maer was geappoincteert geweeft
Hollant tuffchen die Burgemrs. ende Re- op alles te fcryuen by memorien ende aduer- gierders der Stede van Alckmaer vuyte naem tiffementen van rechten; zoe dat die faecke in van de Burgers ende namentl. van de Schippers ftate van wyfen gebracht fynde, ende als nech ende Schuytevoerders derfeluer Stede, mitsga-- hangende ongedecideert die voirn.DirckClaesz. ders interuenerende voir Adriaen Aelbrechtsz. ende alle andere Schippers ende Schuytevoer- mede heurl. Poirter Impten van beÜoten mifli- ders van Alckmaer zedert altyt vry ende vranck ve ende Requiranten ter eenre, Ende die Bur- fonder eenich gebruyek van voirladinge ofte gemeefteren ende Regierders der Stede van Am- aflegghirige ter contrarie binnen Amfterdam fterdam befcreuen ende gerequireerden ter an- (zulex zy oick doen in alle andere Steden) al- dere zyde,in welcke faecke die voirfz.partyen derhande Vracht ingenomen ende geladen had- (nae dat die voirf. Gerequireerden tenverfoüc- den, maer alfoe de voirn. gerequireerden op ke van den requiranten by den voirf. houe be- ten derden July a">. lxxviij in prejuditie van fcreuen waren) gecompareert waren geweeft dien en byfonder van de voirsz. litispendentie voir Commiffariffen van den felffde houe, ende ende gedecreteerde Inhibitie beftaen hadde ze- aldaernyetconnendeveraccorderen, hadden die kere ordonnantie te maecken inhoudende dat requiranten jegens den gerequireerden gedaen gheen Schippers van Alckmaer binnen Amfter- zeeckeren eyfch, deducerende by den zelffden dam eenige goeden fouden mogèft laeden omme eyfch dat zoe in Hollant als in andere omleg- tot eenige andere Steden dan tot Alcmaer ge- geilde prouincien een generale Ufantie ende voert te worden, zoe verre yemant van de oudt gebruyek (den nature ende reenten oick binnenlantfche vaèrders derzeluer Stede Am- conform was) dat alle Schippers frequenteren- fterdam die zelue goeden omme die zelue prys de eenigehauenen ofte vrye Coopfteden in hol- voeren wilden ende dat 't fclue notoir attentaet lant aldaer heurluyder fchepen mochten be- was. By alle welcke voirsz. ende meer andere vrachten ende daermede vaeren ter plaetfenr- middelen die voirsz. Requiranten eerft ende al daer't heml. belieffde, fonder by den Schippers voiren verfouckendc reparatie van attentacten, aldaer affgeleyt ofte henluyden de vracht eenich- concludeerden dat den gerequireerden gecon- fins benomen te werden , ende byfonder die dempneert fouden werden d'voirfz. ordonnan- Schippers van de Steden die nyet gewoonlick tie in prejuditie van de voirfz. Litispendentie ge- waren eenich recht van afflegginge te gebruyc- maect met alle den gevolge ende aencleuen van ken. 'T welck mede by verfcheyden feilten- dien, als attentaet cofteloos ende fchadeloos tien zoe van defen Houe als van den grooten affte doen ende te repareren ende dat by pro- Raide tot Mechelen geconfirmeert ende beves- uifie den gerequireerden geinterdiceert foude ticht was geweeft. Item dat tot Alckmaer foe worden, pendente lite, van gelycke meer te lange memorie van menfehen gedencken con- attenteren, al volgende de conclufie in 't Ver- de , noyt eenige vreemde Schippers Schuyt- bael van den voirlz. Comminariffen genomen, ofte Scbeepsvrachten annemende affgeleyt wa- Ende off defelue conclufie den requiranten in 't ren geweeft, ofte dat die Schippers wetende geheel ofte deel nyet en mochten volgen,(des Poirters ende Inwoenders derfeluer Stede eenï- zy verhopen jae) daerop eerft recht verfouc- ge recht van voorladinge ofte afflegginge gevfur- kende, dat als dan die gerequireerden gecom- peert hadden, ofte hadden willen gebruyeken; dempneert zouden worden te gehengen ende maer dien nyet tegenftaende zoe hadden die te gedogen dat die Schippers en de Schuyte- voirn. gerequireerden in den Jare xv.* en lxvj voerders van Alckmaer binnen die Stadt van hem veruordert eenen Dirck Claesz. Schipper Amfterdam vry ende vranck alderhandc goeden, van Alcmaer te willen doen affleggen ende waeren ende coopmanfehappen zouden moe- van zyn angenomen vracht by vonniffe doen gen laeden ende voeren tot allen Steden plaet- verfteecken, van welcke vonniffe die felue Dirck fen ende hauenen, daer t henluyden ofte die Claesz. mitsgaders die voirn. requiranten met Coopman belieuen ende die gelegentheyt van hem gevouchtgeappelleert hadden anden voirsz. der faecke eyfehen foude zonder eenich empe- houe, ende gcobtineert hebbende mandement fchement , hinder ofte ongebruyek diesaen- in 't felue cas mette gewoonlicke claufule van gaende henluyden direftelyk ofte indirectelyk Inhibitie was by den gerequireerden, als hem *n te doen ofte doen doen, in eenighermanie- gevoucht hebbende mette Deken ende Ouerluy- ren, maeckende in cas van proces eyfch van den van de Schippers ghilde binnen Amfterdam coften, fchaden ende Intereften, ofte tot an- geappelleerden, ten dage dienende verfocht aff- deren alfulcken finen ende conclufien als 't doeninge van defelue claufule van inhibitie, voirfz. hoff bevinden zoude den voorn, requi- fonder nochtans dat zy daertes hadden connen ranten oirbaerlicxt te wefen. Waer
|
||||
A N D E L. 521
hooft ende ouerluyden fulcx toelieten, oft dat Bylaai
zy de vracht zoe goeden coop nyet en wilden u a. aennemen, als die vreemden, als die requiran- ten ende die van heuren Raide kennelick ende notoir was. Ende onder anderen was hemluy- den kenlick dat die deecken ende hoffluyde van Schippers ghilde tot middelburch in ghéender- wys toelieten dat die van der Goude noch ee- nige andere vreemde Schipperen vuyt andere Steden tot Middelburch laeden, dan als zy ge- laeden fcheeps aldaer aencomen ende op heu- ren haue begeren te laeden, ofte by gebreecke van dien worde die voirladinge van den goe- den, waeren ende coopmanfchappen die bin- nenslandts gevoert worden, den inwoenende poerters ende Schippers gegunt, van gelycken worde mede gebruyckt tot Brouwershauen en- de op andere hauenen in Zeelant, worde mede tot meer Steden ende plaetfen in hollant fulcx gebruycl: ende geufeert, zoe dat nyet vreempt en was mer in alle redenen ende billicheyt ge- fundeert dat die Schuytvoerders van Amfterdam gerefpecteert worden in allen ladingen dier aldaer gefchieden van binnenlantfche vrachten,ofte van goeden, waeren ende coopmanfchappen, die bin- nen flants van daer gevoert worden voir die buy- tenfchuytvoerders van Alcmaer, als dat by den Schuytvoerders van Alcmaer die vrachten in- differentelick tot preiudicie ende bederffeniife van de gemeene Schuytvoerders ende Gilde- broeders tot Amfterdam nyet aengenomen en worden, dan als zyluyden geladen fcheeps al- daer aencomen ende op heur eygen hauen als op alcmaer begeerden te laden: want binnen der voirfz. Stadt van Amfterdam een ghilde, Collegie ofte Confrerie was van groote menich- te van Schuytevoerders hebbende heuren deec- ken ende ouerluyden, dragende alle die Men ende dienftcn der voirfz. Stadt van Amfterdam, die welcke deurgaens meeft all anders geen ne- ringe en doen noch en hebben, dan dat zy tot gerieff van eenen yegelicken mit heurluyder Schuyten alderhande vrachten , van waeren, goeden ende Coopmanfchappen binnen flants of- te naeftleggende Steden voeren om tamelick Loon, ende daeromme aldaer gebruyeken ende- ettelicke jaeren voer de Jaeren xvc Lxvj. ge- bruyckt hadden gehadt het gecoftumeerde recht van voirlaedinge, als dat zyluyden voir allen vreemden ende van buyten comende Schuyt- luyden geprefereert worden , fonderlinge zoe wanneer die Schuytvoerders van Amfterdam die goeden ende Coopmanfchappen tot gelyc- ken pryfe wilden voeren als andere vreemde Schuytluyden wilden doen, ofte t felue aen- genomen mochten hebben , ende dat als die vreemde ofte van buyten commende fchuyt- voerders ledichs fcheeps tot Amfterdam aen- comen, dat oick de zelffde vreemde Schuyt- voerders van Alcmaer tot Amfterdam geladen fcheeps ancomen , op andere hauenen of- te Steden wilden laeden dan vpte hauen, ftede ofte plaetfe van heur eygen Woenftede als vp Alcmaer , dat hoewel eenen Dirck Claesz. Schuytvoerder tot Alcmaer nyet geoirloft en was ledich fcheeps tot Amfterdam te comen ende aldaer vracht te foucken byfonder op vreemde Inlantfche hauenen ende Steden in preiuditie van de gemeene Schuytevoerders der voirfz. Stede van Amfterdam,: te min naede- Vvv 3 aiael |
|||||
IL Boek. K O O P H
"EïLaage Waer jegens, van wegen den gerequireerden
i'. A. voir antwoorde geallegeert was, dat ouer ge- heel hollant in allen Steden ende gepreuiligeer- de plaetfen daer eenighe merckclicke navigatie ende vaert te water gebruycl: wordt, van ouden tyden geintroduceert waeren zekere gilden ende collegien van Schippers ende Schuytevoerders refpecüuelick hebbende heur Deken, hooft off ouerluyden immediaet folterende ende fubjecl zynde den Burgemeefteren ende regierders der zeluer Steden ende gepreuilegeer.de plaetfen, oick onderworpen zynde alle politycque keu- ren , Statuten ende ordonnantien, die de Bur- gemeefteren , regierders, vroetfchap ende lïiagi- ftraet elcx in den heuren refpeclive naeuolgen- de heurluyder preuilegien, oude hantueflen en- de immemoriael gebruyck , vermochten ende gewoenlick waeren te maecken ende vermaec- ken tot allen tyden ende ftonden, ende fulcx als naer exigentie van der Saecke ten meeften oirbaer van der zeluer Steden ende j;epreuile- geerde Plaetfen , oick tot vorderniife van de voirfz. ghilden (als wefende Litmaten der zelff- der Steden ende plaetfen) beuonden worde nootelick ende oirbaerlick te fyn. Onder an- deren was eenen yegelicken notoir dat in allen Coopftcden van Hollant ende Zeelant , daer eenige merckelicke nauigatie Schepen- ende Schuytevaert valt , fekere geconftitueerd ge- bruyck gevfeert worde opt ftuck van de Ladin- ge van aldcrhande waren ende Coopmanfchap- pen die binnen 's Lants ende byfonderbinnen hollant ende zeelandt van d eene Stede in d an- dere gevoert worden, als dat die Schippers en- de Schuytevoerders van den Steden daer de waeren ende comenfchappen gelaeden ende vuytgevoert werden, in diverfche poinften ge- refpe&eert ende geprefereert worden vreemde Schippers ende Schuytevoerders. want nadien die inwoenende Schippers ende Schuytevoer- ders, als poirters ende int ghilde ofte collegie ontfangen ende gematriculeert zynde moften helpen dragen alle Laden foe wel perfonele als reële van heur woenftadt ofte gepreuilegeerde Woenplaetfe, foe vereyfchte die naturele billic- heyt ende redelicheyt dat zy luyden oick ee- nich voordeel ende prerogativen aldaer genoe- ten ende gebruycten voir andere vreemde Schip- pers ende Schuytevoerders immers gheenfins en betaemde in eenige Republycken, gepreuilegeer- de Steden ende plaetfen, dat vreempde Schip- peren ende Schuytevoerders den inwoenende poirteren Schippers ende Schuytevoerders heur neringe te wetene heur brootvuyten mont bene- men zouden tot heurluyder preiuditie ende be- derfenifle, werde daeromme deurgaens voir een loffelicke Vfantie oick in vermaerde Coopfteden geobferveert, dat vreemde binnekntfche Schip- pers gheen binnelantfche vracht aldaer aenne- men en mochten dan als zyluyden geladen fcheeps arriueerden ende ontlaeden, ende we- der van defelue ontlaedtftede op heure eygen hauen ofte woenftede begeerden te laeden ende anders noch vorder nyet, fonder dat die vreem- de Schippers ledich fcheeps in eenige Coopfte- de amtierende aldaer eenige ladinge mochten doen noch den inwoenende Schippers ende Schuytevoerders heur neringe ende_ broot vuy- te mont nemen, ten ware dat die inwoenende Schippers ende Schuytevoerders heur deecken, |
|||||
%
|
|||||
522 AMSTERDAMS KOOPHANDEL. IV. Deel.
AAGE macl die voirfz. Dirck Claesz. ende andere geweeft dat Scepenen van Amfterdam vonnis B«.'*6*
A. ScluivtvocrdcrsvanAlcmaer nyet toeftaennoch gewefen hadden tot achterdeel van den voirfz. L'. A* gedoogen en willen dat die Schuytvoerders van Adriaen Aelbrechtsz. T welck gegacn was in Amfterdam tot Alcmaer gclaeden ancomende erachte van gewysde fonder prouocatie ofte ap- ende aldacr ontladen hebbende, eenige goeden pellatie; dat hoewell in 't gunt voirfz. is by jae gheen menfehen laeden en mochten, defcn den voirfz. Oucrluyden van 't binnelantfche nyet jegenftaende hadde de voirfz. Dirck Claesz. ghilde tot Amfterdam anders nyet gedaen noch Schuytvoerdcr van Alckmaar hem veruordert gepleecht en was dan t gunt hemluyden geoir- tot Amfterdam ledichs fcheeps te comen ende loft was te doen, ende tegens hemluyden tot zeeckcre vracht acn te nemen, omme van Am- Alcmaer gepleecht ende gedaen worde. Ende fterdam op Dordrecht met zyn Schuyt te voe- daeromme die Burgemeefteren ende Regierders ren. Twelck die Ouerluyden van 't voirfz. gilde van Alckmaer gheen redenen en hadden omme tot Amfterdam deur dachte van de gemeene dacrtegens te querelleren delen nyet jegenftaen- Schuytvoerders met goeder Saecke niet en had- de foe fchcen dat zyluyden vp haer te kennen den willen toelaeten, hadden daeromme tot con- geuen geobtineert hadden van den voirfz. houe fcruatie van haerl. gecouftumeerde gerechtic- zekere befloten brieuen in cas van attentaten con- hcyt den voirfz. Dirck Claesz. gedaen arrefte- cluderende daeromme die voirfz.Gerequireerden ven. Op welcke arreft de voirfz. Dirck Claesz. by de voirfz. ende meer andere middelen , dat die ter eenre, ende die Ouerluyden van 't voirfz. requiranten verclaert zouden werden tot heur- Schuytvoerders gilde ter andere zyde dingplech- luyder eyfch verfouck ende conclufie alhier niet tich geworden waeren voir die van den gerech- onfanckelyk, ende die gerequireerden geabfol- te der voirfz. Stede van Amfterdam,alwaerfoe veert worden van der inftantie mitte coften, verre geprocedeert was geweeft, datdevoerfz. Ende off hcurluyden dieConclufie nyet volgen DirckClaesz. geobtineert hadde vonnis tot fynen en mochte begerende eerft ende al voorendaer agterdeel. Ende al waft zo e dat de voirfz. Dirck op recht by ordine dat den requiranten heiiren Claesz. van 't voerfz. vonnis zonder eenich eyfch , verfouck ende conclufie , mitsgaders grieft' aen defen houe geappelleert ende proui- verföchte prouifie, fulex ende in der vougen lic in cas d appel geobtineert hadde gehadt, dat als zyluyden die gedaen ende genomen hebben, oick partyen ten dage dienende by den voirfz. ontfeyt zoude zyn, Te vreden zynde dat die hove geappoinfteert waren zoe wel ten prin- Schuytvoerders van Alckmaer tot Amfterdam cipale als vpte prouifie van de afdoeninghe van gebieden aencomende vry weder aldaer moegen de claufule van Inhibitie te fchryuen bymemo- laeden op haer eyghen hauen als vp Alckmaer, rien. nochtans hadden die ouerluyden van 't onbecroont van den Ouerluydeit van 't Binne- voirfz. Schuytvoerders-gilde binnen Amfterdam lantfche Gilde ende Schuytvoerders tot Am- evenwel heurl. gecoftumeerdegerechticheytge- fterdam, makende eyfch van coften, ofte tot continueert gehadt ende continueren als noch, anderen fulcken fynen ende Conclufien als 't ten anfien ende welweten van eenen yegelicken, voirfz. hoff bevinden zoude de voirn. gerequi- Ende omme alle twyffelachticheyt te amoue- reerden oirbaerlicxte te wefen, Ende naer dat ren ende eenen yegelick t felffde recht van 't van wegen den Requiranten gerepliceert ende voirfz. Schuytvoerders ghilde van Amfterdam van wegen den gherequireerden gedupliceert was bekent te maecken, foe hadden die regierders geweeft, hadden partyen all t felue mitsgaders ende magiftract der voirfz. Stadt van Amfter- andere alfulcke (hicke'n, brieuen, certificatien dam opten derden July a° xvc Lxxvuj. wel en- ende andere munimenten als elcx van hen tot de te rechte gekernt ende geordonneert dat die Juftificatie van heurluyder Intentie belieft heeft Schipperen van Alcmaer tot Amfterdam foe vry te exhiberen onder den CommiffarifTen geleuert, als andere Schippers poirters der zelffder Stadt ende aen den feinen Hove rapport ende recht Amfterdam wei'ende fouden moegen laeden al- gedaen te worden verfocht, derhande waren ende goeden, omme die op Tvoorfchreuenboffgehoort t rapport van den haer hauene, te wetene tot Alcmaer gevoert voirfz. Commiffariifen, ende met rype delibe- ende aldaer geloft te wo rden,maer dat die Schip- ratie van Raide deurgeflen ende ouergewogen peren van Alcmaer gheen Poirteren van Am- hebbende alle 't gunt in defen te coniidereren fterdam wefende, gheen goeden tot Amfterdam ftondt in den naeme ende van wegen des Co- en fouden mogen laden omme tot eenige ande- nincx van Spaignen van beyden Sicillien enz. re plaetfen gevoert te worden foe verre yemant als graue van hollant, Zeelant ende Vrieslant, van de binnelantfche vaerders van Amfterdam Ontfeyt die requiranten hun verfouck, eyfch dczelfl'de goeden begeerden te voeren, om zulc- ende Conclufie vpten gerequireerden gedaen ken Loon als die Schippers van alcmaer bedon- ende genomen. Ende compenfeert die coften gen foude hebben, des zoude die coopman moe- tuffchen de voirfz. partyen om redenen den gen nemen fulcken fchip van Amfterdam om- voirfz. hove daer toe porrende. Gedaen in den bevracht wefende als hem goetduncken zoude; Hage by Meefters Arnoult Nicolay, prefideren- Ende alfoe Adriaen Aelbrechtsz. fchuytvoerder de, Adriaen van der Houff, Diederick van der van Alckmaer hem veruordert hadden binnen nyenburch , Gerardt van Wyngaerden, Leo- Amfterdam op andere hauene vracht aen te ne- nardt Cafembroot, Pelgrum van Loon, Artus men dan op te hauene ofte Stede van Alcmaer, van Brederode, Joolt de Menyn, ende Nico- foe hadden die Ouerluyden der voorfz. Stadt laes Camerlin, r'aitsluyden van hollant. Ende Amfterdam, vuyt faecke van dien arreft gedaen, gepronunchieert den negentienden Decenibns waerop d voirfz. Adriaen Aelbrechtsz. mitzeec- xv' negen ende 't feuentich. T'oircoude t fe- kere zyn Conforten den voirfz. Ouerluyden pro- gel van Juftitie hier aen gehangen. In kennifle ces gemoueert hadden voir die van den Gerech- van my. Op de ploye geteyekent B. Ernft. te voirfz. alwaer zoe verre geprocedeert was „ |
|||||
5^3
|
||||||||||||||||||||
VIERDE DEEL.
KOOPHANDEL
|
||||||||||||||||||||
VAN
AMSTERDAM.
|
||||||||||||||||||||
DERDE BOE K.
BüITENLANDSCHE KOOPHANDEL, WlSSELHANDEL , EN BeHULPSELS VAN DEN
Koophandel in 't gemeen.
I.
BÜITENLANDSCHE KOOPHANDEL en SCHEEPVAART.
|
||||||||||||||||||||
waarvoor Graaf Floris de V. zekere Ordon- bwten-
nantie gemaakt heeft, die nog voorhanden land- is (c). Doch te Amfterdam zyn, zo veelSCHE my bekend is, zo vroeg, nog geene Keuren VAART.~ omtrent den Koophandel gemaakt. Maar , in 't jaar 1323, werdt het Ooflerfch, dat is, agt ik, het Hamburger bier, hier te Lande, alleen in Amfterdam en in Medenblik, ver- told (J); waaruit af te neemen is, dat, in deeze twee Steden, de Stapel van dit bier was. Doch eenige jaaren Iaater, breidden de Amfterdammers hunnen Koophandel en Scheepvaart verder Noordwaards uit. In 'c jaar 1368, werdt hun de vrye handel, in Zweeden en in Deenemarke, toegeftaan ( e). Ten deezen tyde , werdt Amfterdam ook geteld onder de Kooplieden, die, by den naam van Hanze-Steden, vermaard geworden waren, en een onderling verbond, tot be- vordering van het gemeen belang des Koop- handels, geüooten hadden (f). Doch de Stad zal, naar alle waarfchynlykheid, toen nog niet lang in het Hanzeverbond geweeft zyn, om dat zy de laatfte in rang van de Neder- landfche Steden, die tot dit Verbond be- hoorden , genoemd wordt. Haare aannee- ming van het Hanze - verbond gaf haar , zo 't fehynt, de eerfte aanleiding tot de vaart naar de Ooftzee, die, federt, de voor- naamfte tak des Amfterdamfchen Koophan- dels geworden is. Sommigen, 't is waar, heb- ben , uit eenen brief van Joannes, Aartsbis- Jchop van Riga, gegeven in 't jaar 1277, en onder de Privilegiën van Amfterdam te boek |
||||||||||||||||||||
por.
'Prong en
eerfte be- Önfels ?an uit- |hen
Sdel en
«cheea- ;aart, te ^mfter- fcm.
|
mfterdam, of de plaats, die federt Am-
^_ _^_ flerdam genoemd is, fchoon, veelligt, reeds in de twaalfde eeuwe, in wezen, hadt egter toen nog geenen den minften buiten- landfchen Koophandel, noch Scheepvaart. Albert van Stade, een Schryver der dertiende eeuwe, eene reis van Keulen naar Deenemarke befchryvende, zo als dezelve, ia 't jaar 1152, gefchiedde, tekent aan „ dat „ men, van Keulen, over Nuis, Zante, Arn- |
|||||||||||||||||||
„ hem en Zeilt, te lande , naar Utrecht
„ trok;dat men, van daar, te water naar „ Muiden afzakte, en van Muiden, over „ de Zuiderzee, naar Staveren voer, van „ waar men, verder, naar Deenemarke zeil- ,; de." [ VaAas e Colonia VI. mill usque ad Nußam; IX, Xantis;VII. Arnem; VI. Seift; I. Trajectum. Ibi intra navem & defcende us- que Muthen , & ita per mare Stauriam, £f fic in Üaniam Qa) ]. Uit welke woorden, blykt, dat Schepen, groot genoeg om de reisnaar Deenemarke te doen, zelfs te Muiden,niet gevonden werden ; dat de naafte plaats, daar menze vinden kon , Staveren in Friesland was; en gevolgelyk, dat 'er toen, te Am- fterdam of daaromtrent, nog geene de mïnfte buicenlandfche Scheepvaart ge weeft is. Doch tegen 't einde der volgende eeuwe, fchynen de Amfterdammers begonnen te hebben , buiten 's Lands te vaaren, en koophandel te dryven , eerft, zo 't fehynt, naar Ham- burg , van waar, al vroeg , timmerhout (Z>) en bier herwaayds gevoerd werdt. Te Middelburg in Zeeland, was, in 't jaar 1271, een genootfchap van Koopluiden opgeregt, (") Albert. StADENS. ABEAT, Chronic ad anniim I ijl
(b) Sier. Leonis Vit. Abbat, «'» Mariengaard. »'»MattH. Anai. Tem. V. p. i{$. |
||||||||||||||||||||
ge-
|
||||||||||||||||||||
(c) Mieris Charterb. I. Deel, tl. as.
(<t) Mieris Charrerb. n. Veelt hl. 311, (e) Zie II. Deel, II. Boel^, tl. IZ4. (ƒ) Mieris Chaneib. III. Dttl, bl. za.
|
||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS IV. Deel.
|
|||||||
524
|
|||||||
Buiten- gefteld (g) ; waarby alle Koopluiden in 't was. In 't jaar 14.14, verleende Hertog Erik Buiten-
land- gemeen verlof krygen, om in Lyfland te van Saxen den Amfterdammeren, onder an- LAND" sera komen handelen; beflooten, .dat de Amfter- deren, vryen handel in Saxen, Engeren en scheEp- vaart"" dammers, aleene eeuw te vooren, op de Ooft- Weftfaale, op gelyke tollen, als zy, te Ham- vaakï". zee gevaaren hebben. Doch als men aan- burg, plagten te geeven (0). Op Engeland merkt, dat Amfterdam, in deezen brief, niet en Schotland, werdt ook, reeds in de veer- genoemd wordt, en dat dezelve, eerft in 't tiende eeuwe, door de Hollanders, gevaa- jaar 1495, op 't verzoek deezer Stad, door ren, en de Engelfche en Schotten bragten Michael, Aartsbijfchop van Riga, bekragtigd hunne waaren herwaards (j>). 'tlstenhoog- geworden is (b); heeft men veel meer reden fte waarfchynlyk, dat de Amfterdammers, om te vermoeden, dat de Amfterdammers, ten deezen tyde, ook op Schotland en En- op 't einde der vyftiende eeuwe, eenen brief, geland zullen gehandeld hebben. Immers, zy in't jaar 1277, ten behoeve der Koopluiden werden verpiigt, in 't jaar 1416, eenige in 't gemeen, verleend, op zig in 't byzon- Schepen uit te ruften tegen de Schotfche der hebben doen toepalTen, dan dat men zou Kaapers, die hunne Koopvaarders, op zee, mogen agten, dat zy, reeds omtrent den jaa- beroofd hadden (q). De handel op de Ooft- re 1277 , toen de Plaats maar even begon op zee, en op Zweeden, Deenemarke en Noor- te komen, op Lyfland zouden gevaaren heb- wegen, bleef egter de voornaamfte in Am- ben. Doch voor het midden der veertiende fterdam (r). Sedert het verwyderen der zee- eeuwe, was 'er reeds zo veel Koophandel te gaten, het Marsdiep , het Heersdiep en Amfterdam, dat men aldaar rentenverkogt, het Vlie,omtrent het midden der vyftiende te betaalen mit alfucken paymenten, daer die eeuwe, kreeg men haaft grooter Schepen ene coman den andere mede betalen mach ; ge- voor de Stad. En Amfterdam werdt, in ee- lykmy,uitverfcheiden'Schepenen-brieven, nen brief van Hertoge Filips van Bourgon- en onder anderen, uit eenen van den jaare die van den jaare T452, genoemd de voor- 1344, die op 't Begynhof bewaard wordt, naamfle Koopflad van Holland (s).De vreem- gebleeken is. de Koopluiden, met naame de Oofterlingen, Aanwas De Scheepvaart derAmfterdammeren was, kwamen, in menigte, naar Amfterdam (r),
van de- zelfs eer de veertiende eeuwe ten einde liep, en hielden'er zig eenen geruimen tyd op, zelven, in zo zeer toegenomen, dat de Stad, in't jaar om hunnen Koophandel te dry ven. De on- tiendeen I3°6' Hertoge Albrecht eenige groote, en genoemde Befchryver van Amfterdam, die, vyftiende vyftig kleine Schepen leveren kon, tot den voor het einde der vyftiende eeuwe, bloei- eeuwe. togt naar Friesland (2). In 't jaar 1398 , ruft- de, tekent aan, dat de Stad, ten zynen ty- te zy, tot diergelyken togt, wederom ten de, met twee honderdKoopvaardyfchepen, minfte vier groote Schepen uit, en onder handel dreef, wel voornaamlyk in 't Noor- anderen , eene goede Kogge, met zout ge- den en in de Ooftzee; maar ook in Brabant, laaden (k): waaruit men, veelligt, mag af- Vlaanderen , Frankryk , Engeland, Schot- neemen, dat de Zouthandel op Frankryk, land, en Spanje zelve 5 met één woord, van die, in de volgende eeuwe, en inzonderheid, de Straat van Gibraltar af, tot in de Ooft- na dat Holland onder 't gebied van 't Huis zee toe. Ook was toen de Laftaadje, een van Bourgondie geraakt was, zo fterk toe- ftuk buitensdyks Voorland, tulTchen den S. nam, toen reeds een begin genomen hadt. Antonis-dyk en 't Y voorde Stad, reeds be- In 't jaar 1400, ftondt Hertog Albrecht toe, zet met Scheepstimmerwerven, waar, da- dat elk 't Marsdiep en 't Vlie uit en in, van gelyks, allerlei Schepen gebouwd werden en naar Amfterdam, zou mogen vaaren, zon- (u); zynde het, al van ouds, verbooden ge- der iet meer dan den gewoonlyken Graaf- weeft , eenige Schepen te maaken , of te lykentol, elders,'s Graven rechten toll van teeren, binnen der ouder grafie, binnen der Jmßelredamme genoemd (/) , fchuldig te poirthuyzen, noch binnen der palinghe van der zyn Qn): 't welk de Amfterdamfche Scheep- flede {v). vaart fterk deedt toeneemen. Hertog Wil- Midlerwyl, hadt de toeneemende Scheep- ou^
lern, Albrechts zoon, beveiligde dit voor- vaart, in Amfterdam, het opftellen van een Aw%\ regt, in 't jaar 1405, om dat die Coopman gemeen Zeeregt, al vroeg, noodzaakelyk ^eeW te bet zyne goede Stede ver Joeken, of bezoe- ge- ken zou (fï): 't welk 'er ook het gevolg van (•) "andv- *': *'• T„ n , ,, . A „, _ ,
v J O O (p) Mieris Chartert». III. D:el, il. *S7 > -JJJ-IV. />«'»
bl. 3.
(x) Hamiv. hl. «5. (q) MiFris IV. Deel, bl. 370.
(b) Handv. bl. 61. (r) Zie U. Deel, UI. Boel^, bl. I+«> I4P. X$S > l59' I9S'
f«) Zie II. Deel, IX. Boef^, bl. ijl. (s) Zie II. Deel, III. Boett^, bl. M3.
(k) Zie II. Deel, II ßoe^, bl. ijl, i31. (t) Zie II. Deel, IV. Boek., bl. 189, ly$. «»BOOMKAMP
(l) Handv. bl. z$. [14]. Alkmaar, bl. 77.
(m) Zie II. Deel, II. Boek_, 'hl. W. (u) Anonym, ad Calcera PONTANI f. i > *•
(n; Zie 11. Deel, III. Boek., hl. 138. (t/j Keurb. A. ĥ J*.
|
|||||||
KOOPHANDEL.
|
|||||||||||||||||
III. Boek.
|
|||||||||||||||||
525
|
|||||||||||||||||
Buiten- gemaakt. Onder de oudfte Keuren der Stad,
Und- 0p pergament gefchreeven, en omtrent den scheep- Jaare I40°' of, eerc5er > opgefteld, worden
Vaart, 'er verfcheiden' gevonden, die opzigt heb- ben op de buitenlandfche Scheepvaart. Een yghelic Sciphere, van der zee komende, was ver- pligt Bakenghelt te betaalen (w). Men mögt geene Kogghen, bulcs, crayers, euers, of an- dere zeefcepe, die buyten duynen voeren, an die brugghen of an den palinghsn meerren of vaftmaaken (x). In de gefchilien over zee- zaaken, werdt ook, al vroeg , onverwyld regt gedaan, welk, in de oude Keuren, vlut- vairdich of vlotvaerdich recht genaamd wordt (y\ Doch, in \eerfte Privilegie boek deezer Stad (2), ftaat eene Ordonnantie op het Zeeregt geregifireerd , die , waarfchynlyk , vroeg in de vyftiende eeuwe, ontworpen is, door de Koopluiden en Schippers deezer Ste- de ; en die, tot diep in de zeftiende eeuwe, zo te Amfterdam als in de andere Steden van Holland, zig met de Scheepvaart geneeren- de, het gemeene Zeeregt, tufTchen Koop- luiden en Schippers,. geweeft is. Wy hebben dienftig geoordeeld deeze Ordonnantie, die, met andere Zeeregten gevoegd, meer dan eens, doch zeer gebrekkelyk, gedrukt is, als een der oudfte bewyzen van de Amfter- damfche Scheepvaart, aan 't einde van dit Boek (a), naar een letterlyk Affchrift uit het gemelde Privilegie-Boek, op nieuws, in 't licht te geeven. Uit al 't voorgaande, blykt klaarlyk het toe-
neemen.des Amfterdamfchen Koophandels, van het laatft der dertiende, tot het begin der zeftiende eeuwe toe. De uitbreiding van de Scheepvaart der Amfterdammeren, in de zeftiende en zeventiende eeuwe , tot diep in Muskovie noordwaards, en zelfs tot in de Ooft- en Weftindien , is te bekend, dan dat zy, hier, byzonderlyk, zou behoe- ven te worden opgehaald. Het aangeteken- de doet ons ook zien, hoe gantfch ten on- regte , de Delvenaar Pontus Heute- rus gefchreeven heeft, dat de Amfterdam- mers, op het einde der vyftiende eeuwe, de Noordfche Landen fJegts van hooren zeg- gen kenden, en nog niet verder dan langs de zeekuften van Friesland gevaaren hadden (b). Zelfs fpreekt WAL1 cH Syvaarts- zoon niet naauwkeuriggenoeg, als hy Am- fterdam, in 't jaar 1522, eene nieuwe aenco- mende Koopflad noemt (e). Wy hebben ge- («.) Keurb. A. ƒ• l°-
(x) Keurb. A. ĥ H virfi.
(y) Keurb. A. ƒ. «•
(*.) ĥ J'.
(a) Bylaage ir. *•
(i) ~Apud BOXHORN. Apol. pro naviglt- HoIlaiK'. f>. *.
'jr,ic& Burgunb. Hift. Belg. lu,u ui. f- '<«•
(c) Roomfche Hyuer'. ontdekt Vnirr. tl. }«• II. STUK.
|
toond, datzy, zeventig jaaren tevooren,
reeds de voornaamfle Koopflad van Holland genoemd werdt; fchoon haar Koophandel, na 't overmeefteren van Antwerpen door de Spaanfchen, in 't jaar 1585 00 , en federt, nog merkelyk meer, uitgebreid is. De Vroed- fchap bePioot,in 't jaar 1663, een Collegie op te regten, welk opzigt hebben zou op de welvaart des Koophandels, en beftaan, uit drie Heeren uit de Vroedfchap, twee Be- windhebbers van de Ooftindifche Compag- nie , en twee Bewindhebbers van de Weft- indifche Compagnie, en voorts, uit een, twee of drie Handelaars op ieder der voor- naamfte Geweften, en uit groote Traf quan- ten (e). Het Collegie werdt, kort hierna , tot ftand gebragt, en de byzondere Leden verkooren, door Burgemeefteren (ƒ). Het zat, om de veertien dagen, en, op den agt- ften December desjaars 1663, voor't eerft. Doch de opkomende oorlog met Engeland deedt het, in 't jaar 1665, te niet Ioopen (g). De fchets van de opkomft en aanwas van Amfterdams Koophandel en Scheepvaart , welke wy hier ter neder gefteld hebben, kan dienen tot eene inleiding eener byzondere befchryvinge van beide, tot welke, wy nu overgaan. Wy beginnen met de vaart op Hamburg en Breemen,
|
||||||||||||||||
BUITEN-
LAND - SCHE SCHEEP- VAART. |
|||||||||||||||||
Byzonde-
re be- fchryving van Am- fterdams Koop- handel en Scheep- vaart : |
|||||||||||||||||
die, ongetwyfeld, de oudfte, of eene der L
oudfte buitenlandfche Scheepvaarten derAm- °P Ham- fterdammeren geweeft is. De Hamburger BREE.en Koopluiden hadden, in 't jaar 1277, van men. Graave Floris den V., verlof verkreegen, om, op gunftige voorwaarden, te Dordrecht, of elders in zyn Land, te komen handelen (h). Weinige jaaren laater, geraakte Amfterdam onder 't gebied der Graaven van Holland. En toen heeft men, naar alle waarfchynlyk- heid, al terftond, op Hamburg gevaaren. Wy hebben reeds aangetekend (j), dat men, vroeg in de veertiende eeuwe, bieren hout van Hamburg herwaards voerde, welk,ge- deeltelyk, wederom elders gefleeten werdt. Hamburg en Breemen waren ook voornaa- me Leden van het Hanze-verbond , waarin Amfterdam, omtrent het midden der veer- tiende eeuwe, zig, insgelyks, begaf. Doch de oorlogen der vyftiende en zeftiende eeu- wen waren oorzaak, dat de Nederlandfche Hanze-Steden, en dus ook Amfterdam, de algemeene Samenkomften, die veeltyds te Lu-
(d) BURGUND. Lihr. III. p. 170.
(e) Refol. Vroedfch. Lr. D. $ Dtc. K«j. ƒ. $1.
(f) Groct-Memor. N. V. f. ii; -uerfo. Handv. bl. <jsg_
(%) Notulb. van 't Commercie Collegie, in 't Vertrek der SccrerarifTen
(h) Mieris Cbantrb. I. Deel, bl. 3*4.
(O Hier voor , bl. $13. Zit t>{ III, D«e; n, Jf,^,
hl. 9+. Xxx
|
|||||||||||||||||
IV. Deel.
|
|||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
52Ö
|
|||||||||||
en des Winters, dat is, van den eerftenOc-Buites-
tober tot den eerften Maart, agt dagen in"g°" laading leggen mag. Vier Schepen mogen, SChee?- te gelyk, op Hamburg in laading leggen, te vaart. weeten, twee Beurtluiden en twee Boegleg- gers. Onder deezen, zyn twee Amfterdam- mers en twee Hamburgers. Men is, reeds in 't jaar 1613 , met de Regeering van Ham- burg , overeengekomen „ dat de Amfterdam- „ mer en Hamburger Beurtfchepen, fchip „ om fchip, 'op Hamburg zouden vaaren." De Ordonnantie, die hier, in 't gemelde jaar, op de Hamburger beurt, gemaakt werdt (m), werdt naar Hamburg gezonden, met ver- zoek, dat men daar diergelyke Ordonnantie maaken zou (n) ; gelyk, terftond, gefchied is. En deeze wederzydfche Ordonnantien werden, federt, als eene onderlinge overeen- komft tuflchen de twee Steden, aangemerkt. De Amfterdammer Beurtfchippers moeten burgers deezer Stad en Gildebroeders van 't Groot-Binnen- en Buitenlandsvaarders-Gilde zyn. Op Breemen, vaart ook een Beurtfchip; doch dit mag twaalf werkdagen in laading leggen. Omtrent eene lyft der vragtloonen, naar en van Hamburg, naar welke, de vrag- ten naar en van Breemen ook geregeld wor- den , zyn de Regeeringen der twee Steden, al voor lang, onderling, overeengekomen. De Beurtfchippers op Hamburg moeten, hunne beurt op de gemelde Stad gehad heb- bende , in de beurt op Rouan en Londen vaa- ren , eer zy wederom in de Hamburger beurte vaaren mogen. Op Breemen, Hamburg en be- ooften de Élve, mogen geene andere Beurt- fchepen vaaren dan Smakfchepen, die gaf- fels voeren, en uiterlyk zes en een vierde voet diep gaan, op dat zy zig, in tyd van nood, op de wadden zouden können bergen. Voorts, moeten de Beurtfchepen, van wel- ken wy fpreeken, over fteven, vyf en zes- tig voet lang; binnen den huid, agttien voet wyd, en op de uitwatering, zes en een hal- ve voet hol zyn (0). Van de aanftelling en het gezag van CommifiarifTen over deeze en andere buitenlandsvaarende Beurtfchepen, en van den Opziender op de naarkoming der Keuren, omtrent dezelvengemaakt,hebben wy, in de befchryving van het Groot-Bin- nen- en Buitenlandsvaarders-Gilde (p), reeds, koftelyk, gehandeld. Ondertuflchen, wor- den Hamburg en Breemen, behalve door de Beurtfchepen, ook af en aan bevaaren, door veele byzondere Schippers, meeft vreem- den, die, onder anderen, den meeftenHa- ring (m)Z'it Handv. hl nz6 , Ttu,
(n) stads .Miffiven N. I. zi Aug. 4 Nev. itfij. Mis-
five van Hamburg van 30 July 1743. (o) Handv. hl. 12.16, 1*17, 1*25, ms,
(f) Hier »oor, hl. 4n- |
|||||||||||
Buit£n- Lubek gehouden werden, zeldzaam by woon-
LAKD- den. De meefte Nederlandfche Hanze-Ste- scHE jen . federt, onder 't gebied van de Staaten vaart " ^er Vereenigde Provinciën, geraakt zynde; werdt 'er, in December des jaars i6i5,een Verbond van Vereeniging, voor den tyd van twaalf jaaren, geflooten, tuflchen de Oofterfche Hanze-Steden en de Staaten der Vereenigde Nederlanden, waarby de vrye 7 vaart en Koophandel, in de Ooft- en Noord- zee, en in de Stroomen, die zig in deeze Zeeën pntlaften,bedongen werdt, en te ge- lyk , dat men den onderlingen handel niet boven maate bezwaaren zou (£). En dit Verbond werdt, niet alleen van wege de Steden Hamburg en Breemen; maar ook van wege de Steden Lubek, Roftok, Straalzond, Wismar, Maagdenburg, Brunswyk, Lunen- burg en Grypswalde,met eede, bekragtigd. Het is, federt, de grondflag geweeft, waar- op men, van hier, op Hamburg en Breemen, en de andere gemelde Steden, gehandeld heeft, fchoon het, myns weetens, nimmer vernieuwd is. Het Hanze-Verbond, door 't verloop der tyden , t'eenemaal vervallen zynde, hebben de drie oude Hanze-Steden, Lubek, Breemen en Hamburg, in 't jaar 164.1 ,een Verbond van onderlinge befcher- ming geflooten, voor den tyd van tien jaa- ren (/) : en, federt, zyn deeze drie Steden alleen, onder den naam van Hanze-Stéden, bekend gebleeven. Op Hamburg en Breemen, wordt, tegen-
woordig , van hier , gehandeld in allerlei waaren, waarvan, of hier, of in de gemel- de Steden, overvloed of gebrek is. De han- del in Hamburger bier is te niet geloopen. Doch van Breemen wordt nog zwaar bier herwaards gevoerd, fchoon zeer veel min- der dan het plagt. Van Hamburg wordt Hout van veelerlei foorte, in groote menigte, her- waards gevoerd: 't welk daar, langs de El- ve, uit de boffchen van Duitfchland en Si- lezie, wordt afgebragt: voorts, koper, y- zerdraad , blik , honig , wafch en andere waaren. Van Breemen, bekomt men Lin- nen , Pylaken, en eenige diergelyke koop- manfchappen , als van Hamburg herwaards gebragt worden. Beide de Steden worden, van hier, voorzien van Speceryen en ande- re Ooftindifche Koopmanfchappen: voorts, van Haring, Kaas enz. Op Hamburg,, vaart, alle weeken, een
Beurtfchip, welk ook goederen op Altona inneemt, en des Zomers, dat is, van den eerften Maart tot den eerften Oclober, zes, (4) Zie Aitzema I. Deel, il, 1%, Corps Diplom. Tom.
V. P. II. f, 17+-
(/) Zie Aitzema II. Deel,il. 7*7, Corps Diplom. Ttm. VI. P. I. p. M».
|
|||||||||||
III. Boek.
|
|||||||||||||||
KOOPHANDEL.
|
|||||||||||||||
5^7
|
|||||||||||||||
Buiten- ring derwaards brengen. Zy mogen egter
Und- geene ftakgoederen laaden, dan na dat de
scheep- BeLlrtfthepen vollaaden zyn. Doch by eene
vaart." Keure van den zeven en twintigften January
desjaars 1762, is aan twee Koopluiden vry
gelaaten, een Schip op Hamburg of Bree-
men, naar hun welgevallen, te mogen af-
huurèn (5).
II. Na de vaart op Hamburg, heeft men hier,
Op Bra- van 0UCJS qqJj op
«ant en r
Sn? Brabant en Vlaanderen
gevaaren en gehandeld: welke Geweften, in
de vyftiende en zeftiende eeuwe, onder de- zelfde Regeering ftonden als Holland ;■ waar- om de vaart op dezelven, toen, als-eene Bin- nenlandfche vaart, moeft worden aange- merkt ; doch na dat Brabant en Vlaanderen onder eene vreemde Regeering geraakt zyn, moet de handel op deeze Geweften, onder den Buitenlandfchen, geteld' worden. De Vlaamïngen hebben, reeds in 't midden der dertiende eeuwe, op Holland en Zeeland gehandeld (r). Doch het oudfle blyk van den handel der Amfterdammeren op de Schel- • de, welk my voorgekomen is,is eeneOver- eenkomft van den eerflen Juny desjaars 1396 met eenige Heeren en Vrouwen, die langs dien ftroom gegoed waren, en den Poorteren van Amfterdam den vryen handel langs de Schelde, en langs de Honte, voor den tyd van veertig jaaren , toeftonden , mids zy zeker Geleide- en Bakengeld van fchepen en goederen betaalden. Uit deeze overeenkomft, blykt, dat zy toen, onder anderen, Ham- burger en ander bier en ook veel Haring derwaards voerden (Y). Doch de vaart en handel op Brabant en Vlaanderen is, federt, zo zeer toegenomen, dat men Beurtfchepen aangelegd heeft op de voornaamfte Steden, als Antwerpen , fSruffel , Mechelen, Leu- ven, Gend, Duinkerken en anderen, die hunne Legplaatfen hebben in den Singel om- trent den Jan - Rooden - Poorts - tooren, en meeft allen, ten minften eens ter weeke, vaaren. Over deeze Beurtfchepen, is een Aantekenaar of Commiffaris aangefteld, die de Vragtrekeningen voor de Beurtfchippers opmaakt, en aantekening houdt van de in- gelaaden' goederen, en van en aan wien de- zelven gezonden worden; waarvan hy, des noods, verklaaring geeven moet, zonder voor iet meerders te mogen worden aange- fproken (t). 't Veer op BruJJel is, hier, eerft in 't jaar 1654, opgeregt, en toen is, te gelyk , eene lyft der vragtloonen , by (j) Keurb. U. ƒ. iz verfi.
(rj Mieris Cbaiterb. I. De,l f j/, l9J , 197, ijp.
O) Handv. it. «g.
(*) Handv. tl. i5°7-
|
|||||||||||||||
myne Heeren van den Geregte, vaflgefleld BüITES
(«). De Beurtfchepen , voor welker Schip- lai\d- pers, in't jaar 1699, eene Inftruélie vaft-S^HE gefield is, moeten, ten langde, om de veer- ^^f" tien dagen, vaaren (v). In 't jaar 1752, zyn ook, tot wederzeggens toe, twee Veer- fchippers op Leuven aangefteld (tu). Men voert , van Amfterdam , naar Brabant en Vlaanderen, veelerlei waaren, die hier val- len , of van Ooften en Weilen aangebragt, en daar begeerd worden. Van Gend, wor- den veelerlei Graanen en Oliezaaden her- waards gevoerd; doch meeft met byzonde- re Schippers. Naar Duinkerken, gaat veel Wafch, welk, hier te Lande, gewonnen, of ten minfte gebleekt is. Men haalt'er ook Graanen en Zaad van daan. Op Luik, plagt ook, van hier, gevaaren te worden; doch federt het vermenigvuldigen en verhoogen der tollen op de Maaze, zendt men de goe- deren , die derwaards gefchikt zyn, op Bre- da of 's Hertogenbofch, van waar zy, te Lande, naar Luik worden gebragt. Men ontvangtze, op gelyke wyze, van daar. Naar Luik, worden veele onbereide huiden ge- zonden , die aldaar tot zoolleêr gelooid wor- den. En men ontvangt, van daar, fpykers en yzerwerk, in groote menigte: ook veele Saaijen en andere Wollen ftoffen. De Scheepvaart der Amfterdammeren IJL
|
|||||||||||||||
iWEE-
|
|||||||||||||||
naar 't Noorden, breidde zig, in de veer- °£fw
tiende eeuwe, verder dan Hamburg en Bree- Deene- men, en tot in marke ewNooR-
ZwEEDEN, DêENÊMARKE eil WEGEN.
Noorwegen
uit. Wy hebben, ter zyner plaatfe (x), ver-
haald, dat de Stad, in 't jaar 13(58, vryheid gekreegen heeft, om in Deenemarke en in Zweeden te komen handelen. Op Schoonen in Zweeden , hadt zy, omtrent dien tyd, reeds eene foort vart Volkplantingen opge- regt. En't blykt, dat zy'er, in Wynen, Bieren, Lakenen en Lynwaaten, gehandeld heeft. Ook fchreeven Burgemeefteren, in 't jaar 1474, dat de ingezetenen, toen, al lang, op Stokholm gevaaren hadden (y). En in 't jaar 1480, beriepen zy zig op het Privilegie, om vryelyk op Bergen in Noor- wegen te mogen handelen (2). In deeze vryheid, is de Stad, in laater' tyd, by her- haalde Privilegien der Noordfche Vorflen, dikwils, en, onder anderen, by eene Aéle der Zweedfche Regeeringe van den negen- den (u) Handv. il. ijïi.
(v) HSndv. hl. is<h.
(w) Zie IV. Deel, I. Beek., il. "»+.
{x) II. Deel, II. Bee{, bU 124.
(y) Groot Memot. N. I. ƒ. 9.
(z.) Groot-Memor. N. I. ƒ. igy.
XXX 2
|
|||||||||||||||
/
|
|||||||||||||||
528 AMSTERDAMS IV.Deel.
Buiten- den February des jaars 1579, die nimmer Langs de Rivieren den Ryn en deMaaze, Buiten-
land- voorheen gedrukt geweeft is (a), beveiligd en anderen, die met deezen twee gemeen- L^°' SCHE .„ geworden, en laatftelyk, in 't jaar 1658, door fchap hebben, en over de Steden, in Gel- $scmS^ |
|||||||||
SCHEEP-
VAART. |
Fredrik den III., Koning van Deenemarke derland,en in Overyflel, aan de Zuiderzee, vaart.
|
||||||||
(£). Te Wyburg in 't byzonder, mogtende gelegen, heeft men, van Amftefdam, ook
Hollanders, en met naame de Amfterdam- al vroeg, gehandeld op een groot getal van mers, tolvry, komen handelen, volgens een Steden, in Oélroi der Zweedfche Regeeringe van den jaare 1487 (c> De Staaten der Vereenig- Duitschland.
de Nederlanden hebben, daarenboven, met w hebben reeds aangetekend (g), dat Her- IV.
de Koningen van Zweeden en Deenemarke, tog Erik van Saxeil) in >t jaari4.I4, onder 0P van tyd tot tyd, verdragen van Koophan- anderen aan die van Amfterdam, verlof ge- fsü"s del geftooten , waardoor Amfterdam in 't geven heeft, om in zyne Landen van Saxen, ' byzonder, in zyne aloude vaart naar tNoor- Engeren en Weftfaale, vryelyk, te komen den en de Ooftzee, beveiligd geworden is handelen, op gelyken tol,als die van Ham- (d). In't jaar 1666, heeft de Staat een Ver- burg piagten te geeven. Hy ftondt ook toe, drag gemaakt met Fredrik den III., Koning dat merij op tyd wiHende verkoopen, zig van Deenemarke, waarby met alleen de vrye vooraf vervoegde aan 's Hertogs Amptlui- vaart op Deenemarke, Noorwegen, Slees- den> die> den kooper voor goed verklaard wyk en Holftein bedongen; maar ook de hebbende, verpligt waren, zorg tedraagen, Houthandel m Noorwegen geregeld is, mo- dat de betaaling op den beftemden tyd ge- gende men, federt, van hier, met gemee- fchjedde (h). Langs den Ryn en de Maaze, ten en behoorlyk geykte fchepen, allerlei worden zwaare tollen geheeven, omtrent Houtwaaren, zelfs eekenhout, doch geene welken, onder anderen, in't jaar 1611, door maften grooter dan van twintig palmen, ko- de aigemeene Staaten, eene overeenkomft men laaden; mids een en een agtfte Ryks- getroffen is, met den Keurvorft van Branden- daalder van ieder laft, ter zwaarte van vier- burg ß j waarin egter f in laater« tyd} merke« duizend pond, aan tol betaalende. En van iyke veranderingen gekomen zyn. Een voor- pek, teer, huiden, talkofanderewaaren, naam gedeelte vanden handel, die, van Am- die men, nevens de houtwaaren, inneemt, fterdam,opDuitfchland,enzelfsopZwitfer- den tol voldoende , naar de Komngklyke land y gedreeven wordt, gefchiedt over Keulen Tolrolle (*). Met Karel den XI., Koning aandenRyn,met fchepen van ongelyke groot- van Zweeden, is, laatftelyk, in t jaar 1679, te, die, gedeeltelyk, op 't Rokin en de ou- een Verdrag getroffen, waarby de vrye vaart de Turfmarkt, gedeeltelyk, op de Gelderfche en Koophandel wederzyds, bedongen, en Kaai in läading leggen. Op Wezel, vaart, te gelyk beloofd wordt, dat men elkanders weekeiyks , of om de tweeTweeken , een onderzaaten met zwaarder belaften zal dan Beurtfchip, welk ook op de Gelderfche Kaai zyne eigenen. Ook is, by het zelfde ver- legt? en goederen op verfcheiden' Steden drag, bedongen, dat een vry fchip de in- langs den Ryn inneemt. De WezelfcheBeurt- gelaaden goederen bevryden zal, mids geene fchippers moeten een jaar Poorters zyn ge- Gontrebande, dat is, Krygsgereedfchapzyn- weeft, eer zy in deeze beurt vaaren mogen de (ƒ). Uxt deeze Noordfche Geweften, ™ De vragti0onen zyn geregeld,by eine voert men, met alleen pek, teer, hout, en j ft van den jaare l6„ ™ die egter, thans, andere reeds genoemde waaren; maar ook niet ftiptelyk, gevolgd wordt. Op Emmerik yzerenkoper^ngrootemenigte.herwaards. vaartj insgeiyk° fomtyds, een Beurtfchip VevpKpMë^P^fcte™ Zweedfche (w) welks geWoone Legplaats op het Rok- Ooftmdifche Maatfchappyen heeft den Am- in is. van gelyken, een op Duffeldorp, welk Verdämmeren ook gelegenheid gegeven, om de Geiderfche Kaai inlaading legt. Op zig, te Koppenhagen en te Gottenburg, van Oldenburg, vaart ook, weekelyks, een Veer- VeelerleiOoftmdifchewaaren te komen voor- fchip welk aan de y.brug legt. Op Embden aefl. Van Bergen in Noorwegen, haalt men in Ooftfriesland, vertrekken, des Zomers, geheele laadingen Stokvifch. Daarentegen, doorgaands twee Beurtfchepen ter weeke, worden deeze Landen van hier voorzien van diej >t Water, voor de Zoutfteeg, in wyn, brandewyn, tabak, zout, kaas, fpe- iaadinge leggen. Naar Duitfchland, worden eeryen enz. ook (a) Zie Bylaagen Lt. B.
(b) Handv.*/. si, S+,SS. S«, $7, J« > 59,*«». (g) Hier voor, tl. jz+.
(e) Hand», hl. 13?. (h) Handv. hl. si.
(d) Voitz. Corps Diplom. Tom. VI. P. I. f. jij, 374, 57«. (,) Corps Diplom. Tem. V,"i>. II. p. i7+. f. II. p. 6%, 147, 213 , ï9j. Tam. VII. P. l./>. 37, "*, 31S. (^) Handv. il. 164«, i«4«.
(,) Coips Diplom. Tom. VI. P. III; p.s94rf«iv, (7) Handv. bl. is+7. (f) C«ps Dipl«», Tem, VII. P. I. f. «7 *■ƒ«»•. (wj Handv. */. »joy.
|
|||||||||
KOOPHANDEL.
|
||||||||||||||||||||||||
III. Boek.
|
||||||||||||||||||||||||
52p
|
||||||||||||||||||||||||
zeftiende eeuwe, werdt de vaart op de Ooft- Buiten*
zee nog flerker voortgezet, fchoon 'er, dik- lamj- wils, verfchil met Deenemarke ontftondt,SCHE over de verhooging der Zontfche tollen, die vaart"." aan den mond der Ooftzee geheeven wer- den. Ook waren de Hollanders, in de vyf- tiende en zeftiende eeuwe, meermaalen in oorlog geweeft met die van Lubek en an- dere Oofterlingen, waardoor de Scheepvaart der Amfterdammeren zeer belemmerd werdt. Doch omtrent het midden der zeftiende eeu- we , bloeide deeze handel fterk. De Oofter- lingen kwamen, in perfoon, te Amfterdam, en vertoefden 'er eenen geruimen tyd, om hunnen Koophandel te dryven. De Amfter- dammers trokken, ten zelfden einde, naar de Ooftzee (r). In 't jaar 1613, flooten de algemeene Staaten een Verbond van vryen Koophandel met de Stad Lubek, voor den tyd van vyftien jaaren (/): 't welk, in 't jaar 16x4, door Guftaaf Adolf, Koning van Zweeden , beveiligd werdt (t): en het flui- ten deezer twee Verdragen bragt niet weinig toe, om den handel op de Ooftzee te doen bloeijen. Met de Stad Dantzig in 'tbyzon- der, floot de Staat, in 't jaar 1636, een Ver- drag, waarby bedongen werdt „ datdeNe- „ derlandfche Koopluiden, die te Dantzig ,, handelden, nooit zwaarder belaft zouden „ worden, dan de Dantzigers zelven belaft „ werden, en nooit zwaarder, dan zy, ten „ dien tyde, belaft waren (u)" Doch dit Verdrag is, van de zyde der Dantzigers, niet naar behooren naargekomen (©)• Nog- tans, bloeit de Scheepvaart en Koophandel op Dantzig nog zeer te Amfterdam: en de Staat, en byzondere ingezetenen hebben, by meer dan eene gelegenheid , dienften aan Dantzig gedaan, die deeze Stad aan den Staat in't gemeen, en aan Amfterdam in't byzon- der, naauw verbonden behoorde te houden. Van Amfterdam, worden Speceryen en andere Ooftindifche waaren, gemaakte Sui- ker, Siroop, Verwhout, Drogeryen,Zout, Haring, en andere Koopmanfchappen naar de Ooftzee gevoerd. Doch de waarde dee- zer Koopmanfchappen kan niet haaien, by de waarde der Koopmanfchappen, die, uit de Ooftzee herwaards, worden gebragt, en meeft in Graanen, Maften en andere Hout- waaren, Hennip,Vlas, Oliezaaden,Huiden en Wafch beftaan; waarom, tot goedmaaking van het evenwigtdes Koophandels, veel ge- munt goud en zilver, met naame Dukaaten en v
(r) Zit II. Deel, VI. Bcek^, il. 23J, 240, \ll.Bte^H.
290 , 291. (s) Groot-PIakaatb. IV. Deel, hl. 273. (t) Groot-Plakaatb. Vi. Deel, tl. 27j. (u) AlTZEMA III'. Deel, bl. 12S9. (v) Zie II. Deel, XV. £»e{, W. JIJ. Xxx 3
|
||||||||||||||||||||||||
Buiten- ook veele goederen, en de waardigften in-
^D" zonderheid te lande verzonden. De wagens
scheep- en karren, die deeze goederen voeren, ont«
Ua&t, houden zig, zo lang het open water is, te
Naarden, of te Amersfoort, werwaards den
Voerluiden de goederen, van hier, worden
toegezonden. Doch, by beflooten water,
komen zy in de Stad,, of onthouden zig aan de
Diemerbrug.
Naar Duitfchland, worden , van hier,
veelal dezelfde waaren gezonden, te wee- ten, Speceryen, Drogeryen, Verwwaaren, Koffy, Thee en andere Ooft- en Weftindi- fche Koopmanfchappen, Stokvifch, Haring, Kaas enz. En over Frankfort en Keulen, be- komt men, hier, een zeer groot gedeelte van 't gene de Duitfche Steden uitleveren; gelyk Rynfche en Moezelwynen, gefchut, kogels, leijen, vloerfteenen, van Keulen; lynwaaten, lint, garen, borftels, van Dus- feldorp en elders; wynroemers en glazen van Hanau, Heilbron en andere Steden; veeler- lei kraamery van Neurenberg. Over Hamt burg, krygt men veel garen , blik en an- dere waaren, van Leipzig; en fpiegel- en koetsglazen , van Berlyn : zelfs, heel uit Weenen, Hongarifch koper en kwikzilver. Van Aken, Verviers en andere Plaatfen daar- omtrent , werwaards veel Spaanfche en anr dere Wolle, tot de Lakenweeveryen aldaar, uit Amfterdam, gezonden worden, bekomt men de gemaakte Lakens, en koperen ke- tels en bekkens, in groote menigte, te rug. Wy komen nu tot de Scheepvaart op de |
||||||||||||||||||||||||
Op de
Oostzee. |
||||||||||||||||||||||||
Oostzee,
zekerlyk, al vroeg, den voornaamften, fchoon
niet den oudften Koophandel van Amfter- dam. Men heeft, van hier, waarfchynlyk al voor 't einde der veertiende eeu we, en kort na dat de Stad in't Hanze-Verbond getreden Was, op de Ooftzee gevaaren. Wy hebben, hiervoor («)> getoond, dat de Stad, in 't jaar 1495 >den vryen handel op Lyfland ver- wierf. Op Dantzig, zal zy, ook al vroeg, gehandeld hebben, alzo 'er, m 't jaar 1422, reeds een gefchil met die Stad vereffend werdt, welk over een ongewoon pondgeld, 't gene men daar vorderde, ontftaan was (0). Tot den Oofterfchen oorlog, die, in 't jaar 1437 ■> ontftondt, leverde Amfterdam de meefte Schepen, om dat deeze Stad toen fterkft voer op de Ooftzee (ƒ>)• Ook lag zy 'er gelegener toe, dan eenige andere Stad in Holland. In 't jaar 1464, floot zy een Verdrag van Vrede en Koophandel met de Stad Rugenwalde in Pomeren (?). In de |
||||||||||||||||||||||||
(n) BUix.. $*4.
(o) Zie II. Deel, |
||||||||||||||||||||||||
III. Bee{, tl, I+(J.
III. Boe(, il. i+s, , IJO,
|
||||||||||||||||||||||||
(p) Zie II. veti,
|
||||||||||||||||||||||||
~ Zit II. Deel, UX B"<i Ü. 15 f.
|
||||||||||||||||||||||||
(
|
||||||||||||||||||||||||
IV. Deel.
|
|||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
53°
|
|||||||||||
ook, van tyd tot tyd, verfcheiden' verdra-Buite»-
gen van Koophandel en Scheepvaart gefloo-LAKD- ten met Frankryk (a). Het iongfte, welk ,SCHS in t jaar 1713, gellooten was, werdt,in t vAAET. jaar 1739, voor den tyd van vyf en twintig jaaren , vernieuwd; doch, ter gelegenheid van den federt opgekomen oorlog, in't jaar 1746 wederom ingetrokken (Z>), zonder dat het, tot nog toe, vernieuwd is; fchoon de handel en vaart op Frankryk nog, meteeni- ge weinige veranderingen, op den voet van 't Verdrag van't jaar 1739, gedreeven wordt. By dit Verdrag, worden de fchepen der on- derzaaten van den Staat „ vry gefield van „ de vyïügfoh van't vat, die, door andere „ vreemde fchepen, betaald worden, en van „ de twintig ten honderd , die van vreemde „ goederen, uit de Levant in Frankryk ko- „ mende, wordt gevorderd. De vaart en „ handel wordt, in gantfch Frankryk, vry „ gefteld: ook mogen de fchepen van On- „ derzaaten van den Staat, zelfs aan vyan- „ den van Frankryk, allerlei waaren toevoe- „ ren, uitgenomen Krygsbehoeften,die al- ,, leen voor Contrebande verklaard worden, „ blyvende het vervoeren van allerlei Lee- „ vensmiddelen vry , en behoevende den „ eigendom en natuur van de Schepen en „ Laading, alleen met de Zeebrieven en Pas- „ poorten, beweezen te worden. De regel „ van vry f chip vry goed is,by dit Verdrag, „ uitdrukkelyk, vaftgefteld. Ook is ver- „ klaard, dat men elkanders Önderzaaten „ niet zwaarder belaften zal, dan zyne eige- „ nen. De Önderzaaten van den Staat mo- „ gen van Franfche Önderzaaten, zelfs ab „ inteßato, erven, zonder het Regt van//«- „ baine," volgens welk, geen Vreemdeling van eenen Franfchen Onderdaan erven mögt, en welk, allereerft by de Kamerykfche Vre- de desjaars 1529 (c), en federt, by alle de volgende Verdragen van Vrede , tufïchen Frankryk en de Nederlanden, vernietigd ver- klaard was, onderworpen te zyn. De Fran- fche Vlugtelingen en derzelver nakomelin- gen zyn hiervan egter uitgezonderd. Zy kön- nen , op geenerlei wy ze, erven van hunne na- beftaanden in Frankryk. 't Welk dan ook de reden geweeft is, dat de Staaten deezer Landen, in 't jaar 1709, reeds verklaard heb- ben , dat de Onderdaanen van Frankryk, uit de boedels van Franfche Vlugtelingen hier te Lande , 't zy by verfterf, by erfftel- ling, of by maaking, niets altoos, "genieten mogen (d). Wyders, was, in 't jaar 1739, ook
(a) Voiez, Corps Oiplom. Tom. VI. P. I p. ?*i. P. II.
f. <H*. Tem. VII. P. \. p.i!7. P. II. />. 38«. Tim. Vin. Pl.p. 377. Zie 00^ , bier voor, II. Deel, VI. *<"4.i tU ISf. (h) Zie Vaderl. Hift. XX. Deel, hl. zi.
(c) Vaderl. Hift IV. Dce', hl. J04.
(d) Groot Plakaatb. V. Diel, hl. .7+.
|
|||||||||||
Buiten- en Ryksdaalders, naar de Ooftzee gezonden
land- worden. Al wat de Ooftzee in- en uitgevoerd
scHE .worcit moet, in de Zont, teElfeneur, tol
vIar" betaalen , ten behoeve des Konings van Dee-
nemarke, volgens eene tollyft, die, van tyd
tot tyd toe, vernieuwd geworden is. De
laatfte is, zo ik my niet bedriege , van 't
jaar 1701 (w).
Tot het opzigt over den Oofterfchen Han-
del en Reederye, zyn,in't jaar i68o,eeni- ge Directeuren, uit en door de Oos- terfche Koopluiden , benoemd geworden, die, in 't eerft, jaarlyks, afgingen: doch, in 't jaar 1706, verzogt werden, om voor hun leeven aan te blyven, en, by aflyvigheid van eenen hunner, een' ander', in deszelfs plaatfe, tot zig te neemen. In 't jaar 1717, werden de vyf Direcleuren, die toen in dienft waren, op hun verzoek, door Burgemeefte- ren, gecontinueerd, even als diergelyke Ge- committeerden , van wege de Stad Hoorn, door Burgemeefteren dier Stad, waren aan- gefteld. 't Getal der zelven is, federt, op zes gebragt. Zy doen, jaarlyks, rekening van hun bewind aan Burgemeefteren, of aan derzelver Gemagtigden; en benoemen, by affterven of gebreke van eenen hunner, een dubbel getal, waaruit Burgemeefteren een' nieuwen Direóteur verkiezen (V). Zy zor- gen voor den welftand des Oofterfchen Han- dels , en worden, daarover, des noods, door Burgemeefteren en Raaderi, geraadpleegd. Vi. Na den handel op de Ooftzee, mag men Op den handel en vaart op FRANK-
RYK. F R A N K R Y K, voor een' der oudfte en voornaamfte takken
van den Amfterdamfchen buitenlandfchen Koophandel, rekenen. Men heeft, waar- fchynlyk , reeds in de veertiende eeuwe, van hier op Frankryk gevaaren, en zout en wyn van daar gevoerd naar de Ooftzee. In de vyftiende eeuwe, werdt de Zouthandel, in Frankryk, met geheele Vlooten tevens, gedreeven (y). Lodewyk deXI., Koning van Frankryk, verleende, in 't jaar i46i,vryen handel aan de Nederlanden (z), waarvan Amfterdam zig, meer dan eenige Stad in Holland, bediende. In de twee volgende eeuwen, werdt de Koophandel en Scheep- vaart op Frankryk fterk uitgebreid , en, fchtoon dezelve , door verfcheiden' opko- mende oorlogen, in de voorgaande eeuwe en in deeze, eenige reizen, geftremd ge- worden is, heeft dezelve zig, nogtans, ge- duuriglyk, wederom herfteld. De Staat heeft (w) Grooi-Plakaatb. V. Deel, hl. %e,j.
(x) Groot-Memor. ,V. IX. ƒ. 135 verfo.
ly) Zie 11. Deel, Ut. Bie{, hl. i}8, IJS.lSo.
(*.) Groot-MeiBot. .N. I. ƒ. »«>.
|
|||||||||||
K O O P H A N D E L.
|
|||||||||
III. Boek.
|
|||||||||
S3i
|
|||||||||
Buiten- ook een Tarif'of Lyft der inkomende reg- werdt (i). De Engelfchen hielden van de- Bwvïx-
Uïvd- ten van de wederzydfche goederen vaftge- zelve,toen, ftapel te Calais, welk in hunne ukd-' sca* ^e'd' waaraan men beloofde, zig te zullen magt was. En de Amfterdammers bragten- S™E Vaart? houden (e). Doch in deeze Lyft is, na de ze, van daar, herwaards. In eene Keure v" ar" intrekking van 't Verdrag, van de Franfche op de Draperye van den jaare 1453» wordt zyde, eenige verandering gemaakt. uitdrukkelyk van Engelfcbe tvolle gewaagd De voornaamfte Zeefteden in Frankryk (£). En in eene andere van den negenden
worden, geduuriglyk, door Amfterdamfche Maart des jaars 1460, wordt bevolen „ dat Koopvaardyfchepen, bevaaren, met naame „ geen Poorter, voor zigzelven, meer wol, Rouan, Dieppe, Nantes, S. Malo, Bour- „ te Calais, op ééne reis, zou mogen koo- deaux, Bajonne, Marfeille en anderen. Op „ pen, dan zes zakken (/)." Het Groot- Rouan en6". Valeri* vaaren Beurtfchepen,die Verdrag van Koophandel, welk, in 't jaar in den Singel, omtrent de Korsjes - brugge, 1495 [*4°6], geflooten werdt, tuffchen Hen- leggen, en voor welken, eene Ordonnantie rik den VIL, Koning van Engeland, enFi- en Vragtlyfl vaftgefteld is. De Beurtluiden üps , Aartshertog van Ooftenryk en Heere moeten Gildebroeders zyn van 't Groot-Bui- der Nederlanden , beveiligde den vryen ten- enBinnenlandsvaarders-Gilde(/).Men Koophandel in Engeland voor de Nederlan- voert, van hier, veelerlei waaren, die hier ders in't gemeen,_ en voorde inwoonersder te Lande vallen, gemaakt of gebragt wor- Stad Amfterdam, in't byzonder, welker Bür- den , ook zoutenvifch , haring, traan en gerneefteren dit Verdrag ook bekragtigd had- balynen van de VifTcherye deezer Landen den. Ook werdt de viifchery, by dit ver- naar Frankryk, en brengt wynen, brande- drag, vry gelaaten. Doch men mögt geen wynen , azynen, gedroogde en ingelegde vyanden-goed in elkanders Landen voeren vrugten, papieren,' en geweeven ftoffen, in ("0- In kater tyd, is de vrye Koophandel overvloed, herwaards. Ook is 'er groote in Engeland merkelyk befnoeid, met naame Scheep vaart, van hier, op verfcheiden'Fran- door de Aéte van 't Parlement van 't jaar fche havens, om van daar zout en andere 1651, waarby bepaald werdt, dat mengee- waaren te voeren naar de Ooftzee. De Am- ne andere waaren in 't Ryk voeren mögt, fterdamfche fchepen vaaren ook fterk van de dan die vielen, of gemaakt waren, in 't Land, eene Franfche haven op de andere. daar de fchepen t'huis hoorden (»). En fe- By het Verdrag van 't jaar 1739, was be- dert dien tyd, worden 'er veel meer goede-
dongen, dat men geene Confuls in elkanders ren uit Groot-Britanje herwaards gevoerd, Staaten houden zou. Doch de Koning van dan men, van hier, derwaards brengt: wor- Frankryk heeft, federt dit verdrag, gemeen- dende het evenwigt des Handels goedge- lyk, eenen Commiffaris hier te Lande gehad, maakt, uit de IntereiTen der Hoofdfommen, die zyn verblyf in Amfterdam houdt. die, uit Holland, aan Groot - Britanje ver- Vil. Na't aanvangen van den Koophandel op ftrekt zyn. Met deeze bepaalingen, heeft
Op EN- Frankryk, is 'er ook, al vroeg, van hier, de Staat, federt , verfcheiden' Verdragen Scaox°' fterk °P van ScneePvaart en Koophandel geflooten *-a»d en T. c met Groot-Britanje (0). 't Laatfte is van
Vand. Engeland, Schotland e« den elfden December des jaars 1674. In Fe-
Ierland, bruary te vooren, was 'er een Verdrag van
gevaaren en gehandeld. Men kan bewy- Vr£de getroffen met dit Ryk, en, by een
zen, dat de Engelfchen, laog voor 't einde §eheim P'ant 7an het zelve gedongen „ dat der dertiende eeuwe,handel gedreevenheb- " ™en e'kfders vyanden niet alleen geene . ben in Holland fg\ Van Amfterdam in't » Krygsbehoeften; maar ook geene leevens- byzonder, heeft men, ongetwyfeld, al vroeg » ™ddele? «<« ™>gen toevoeren (pV' Sdevyfüende.en, vermoedelyk,reeds in DocJ1 $ het VerdraS va" Koophandel, de veertiende eeuwè, op Engeland èn Schote ^.hierin, op den voorflag van Groot- land gevaaren. De Lakenneering was, in 't B"anJezdf^elk vrede met Frankryk hadt, aar 1411,reeds.van zo veel belang, h er ter ffi" welkRyk, de Staat inowtegWeef, ver- Stede! dat 'er vyf^V of (fpzienders ^fenng gemaakt en uitdrukkelyk vaftge- over dezelve werden aangefteld(^) Enmen ftt " r^Tl ^ waare.n' die'ir\%d weet, dat hier, ten dien^yde, veil Engel- » Van Vrede' PlaSten Sevoerd te worden> fche wolle tot de Lakenweeverye gebruikt " U1C* (i) Zie Mieris Charterb. IV. Veel , tl. 923.
({) Keurb. A. f. 24. verfo. ~r' (e) Zie Groot -Plakaatb. V[. Deel, il. 324. (') Keurb. A. f. s« verfo.
(f) Handv. il. izïJ > "35, ni7. (m) Viie RyMï.Kl Aft. Fubl. Angl. Tom.V ?!»,,,
(X) Aft. publ. Angl. Tem. I. />. ij. p. „1, Voyex. atifß (n) Zie 11. Deel, XVII. Boe{, il. jsz. ' ' 'T' VELLY & VillAP.ET Hift de France Tom. XV. f. zoz, 278. (o) Voiez. Corps Diplom. Tom. VII f 1 „ .. 66
(h) Zie 11. £)eel, III. £"K, tl. 14». (f) Voiez. Corps Diplom. Tom, VII.p' j'/' "/, ,71" |
|||||||||
IV. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||||||
532
|
||||||||||||||||||||||||||
men ookWollen-ftoffen. Doch de twee laatft- Buiteï
gemelde havens leveren veel Vleefch, Bo- l°nd- |
||||||||||||||||||||||||||
Buiten- » uitgenomen Contrabande, beflaände al-
LAND- „ leenlyk in Wapenen, Soldaaten en Paar- scHE j5 den , en niet in Leevensmiddelen en |
||||||||||||||||||||||||||
SCHE
SCHEEP'
VAART.
|
||||||||||||||||||||||||||
ter en gezouten Huiden en Smeer.
De Scheepvaart en Koophandel op |
||||||||||||||||||||||||||
SCHEEP
VAART.
|
„ Scheepsbouwfloffen(i), zou mogen voe-
|
|||||||||||||||||||||||||
„ ren naar allerlei Plaatfen, zelfs naar vyan-
„ delyke, mids zy niet belegerd, omringd „ of berend waren. Voorts, was ook be- „ raamd, dat de Schepen de goederen be- „ vryden zouden, en dat de eigendom der „ Schepen en de natuur der Laadinge, al- „ leenlyk met de Zeebrieven en Paspoorten, „ zou behoeven beweezen te worden (q)." En tot nadere opheldering van dit Verdrag, werdt, in 't volgende jaar, verklaard „ dat „ men, wederzyds, niet flegts van onzydi- „ ge op vyandelyke, en van vyandelyke op „ onzydige; maar zelfs, van de eene vyan- „ delyke Plaats op de andere, zou mogen „ vaaren en handelen (r)." Het Hof van Londen vondt zyn voordeel, by dit Verdrag en deeze Verklaaring, zolang de Staat met Frankryk in oorlog bleef; doch men heeft, hier , meermaalen , en nog onlangs, ge- klaagd , dat het 'er zig niet aan gehouden heeft, wanneer het Ryk in oorlog was met Mogendheden, waarmede de Staat vrede of vriendfchap hadt. De voornaamfle handel is op Londen ,
Huil, Topsham,Newcaflle en Sunderland, in Engeland; Edemburg, in Schotland, en Dublin en Cork, in Ierland. Op Londen , vaaren Beurtfchepen, welker Legplaats in den Singel is, omtrent de Korsjes-brug. Zy vertrekken, gemeenlyk, om de agt dagen. Niemant mag in deeze beurt vaaren, dan die Gildebroeder in 't Groot-Buiten- en Binnen- landsvaarders-Gilde, en eenjaar Poorterge- weefl is. Ook mogen de Londenfche Beurt- luiden in geene Binnenlandfche beurten vaa- ren ( s). Van Amflerdam , worden naar Groot-Britanje, en vooral naar Londen, ge- zonden fyne Lynwaaten, die omtrent Haar- lem gebleekt zyn, Zeildoek, Papieren, Spe- ceryen, en eenige weinige andere waaren. En men brengt, van Londen, Tin, Lood, Loodwit, Tabak, Kalfsleder, Wollen-ftof- fen, Zyden- en Wollen - kouffen, Mutfen, Hoeden, Glaswerk, Aardenwerk, Ooftindi- fcheKoopmanfchappen, Graanenenz. Hullen Topsham leveren allerlei Wollen ftoffen, tot kleedinge: Newcaflle en Sunderland, Steen- koolen. Van Edemburg, Dublin en Cork ko- (q) Voiex, Orps Diplom. Tom. Vil. P,Lp. 2S7.
(r) ld. ƒ>. 51».
{ij Hand». tl. 1208, 1226, 1232, 1602.
(1) Men heeft,hier ter Stede, reeds in't midden
der zeftiende eeuwe, verftaan, dat Pek , Teer, Roet, Leer, Maften, Spn'eten en diergelyke waaren, niet onder Oorlogsbehoeften, konden begreepen worden. Zie bier veer, II, Deel, VI. Boek, bl. 259. |
||||||||||||||||||||||||||
Spanje
|
vin.
|
|||||||||||||||||||||||||
OpSPAK'
is, hier ter Stede, laater begonnen dan de ie.
reeds gemelden; doch heeft, vermoedelyk, al in de vyftiende eeuwe, plaats gehad. De oorlog, die, in de volgende eeuwe, ontftondt, ftremde dien handel niet zeer, vooral voor Amfterdam, welk de zyde van Spanje, lang en openlyk, bleef aankleeven. Doch in 't jaar 1598, verboodt Filips de III. den Ne- derlanderen , die tegen hem in oorlog blee- ven, den handel op Spanje: 't welk gele- genheid gaf, tot het onderneemen van af- gelegener vaarten. Het twaalfjaarig Beftand, welk in 't jaar 1609 geflooten werdt, her- ftelde den vryen handel op Spanje wederom. Doch met het uitgaan van het zelve, werde dezelve, op nieuws, verbooden: 't welk, tot op het fluiten der Munflerfche Vrede, in 't jaar 1648, duurde. Men trof, in 't jaar 1650, een Verdrag van vrye Scheepvaart met dat Ryk, op dengewoonlyken voet van diergelyke Verdragen (r); welk, in 't jaar 1714, vernieuwd werdt (u). Van Amfterdam wordt, in Spanje, meefl
gehandeld op Cadix, Seville, Bilbao, S. Se- baftiaan, Allikante, Barcelona, Mallaga enz. Ook handelt men, van hier, over Cadix, en onder den naam van Spaanfche Koopluiden, veel op de Spaanfche Weflindien. De Koop- manfehappen, die, van hier, naar Spanje ge- zonden worden, beftaan, voornaamlyk, in Speceryen, Zyden- en Wollen-floffen, ge- drukte katoenen Lynwaaten, Zeildoek, Jug- ten, Houtwaaren, Wafch en veelerlei an- dere goederen ; die , ten deele , naar de Spaanfche Weflindien, worden gezonden: van waar, voor dezelven, veeltyds, gemunt Zilver , Indigo , Couchenille en veelerlei droogeryen te rug gevoerd worden. Wyders, ontvangt men, van Cadix, Olie, Wolle, Zout, Wynen en verfcheiden' gedroogde Vrugten. Bilbao en S. Sebafliaan leveren zeer veel Wolle. Van Mallaga, komt Wol- Ie , Olie, Wyn enz. Van Allikante, Zeep, Rozynen enz. Van Barcelona, veel Bran- dewynen. De verfcheidenheid en overvloed van voortbrengfels en gewafïèn, die dit war- me Land uitlevert, is zeer groot. Gemeen- lyk , heeft het Hof van Spanje een' Conful of Commiflaris gehouden hier te Lande, die, te Amflerdam, zynverblyfheeft. De
(t) Corps Diplom. Tem. VI. P- I. f, 570. Suppl Tam.
II. P. I. p ij« ' (u) Corps Diplom, Tom, VIII. P. I. f. +27. |
||||||||||||||||||||||||||
KOOPHANDEL.
|
|||||||||
III. Boek.
|
|||||||||
533
|
|||||||||
Buiten- De vaart en handel van hier op worden, van Geneve, veel gedrukte boe-BuiTEK.
land- ^ ken gezonden naar Amfterdam. land-
sche Portugal jje nanciei ■ van hier, op sche
SCHEEP- ... il- 1 1 J SCHEEP-
vaart, is met jonger, en veelligt ouder dandejTALI?MlDDELLANDSCjlEZEE VAART.
IX. vaart en handel op Spanje. Uit een Verdrag «deLevant XI. Op Por. van Vrede van den jaare 1411, en uit een OplTA-
tugal. Vrygeleide van Graave Willem den VI. van fchynt niet zo vroeg begonnen te zyn, als lie , de
den jaare 1412, blykt, dat de Portugeezen, de vaarten, van welken wy reeds gewaagd Middïl- toen reeds, hier te'Lande, handel dreeven hebben: immers, my is 'er geen duidelyk ^f^. (v). Men heeft, federt, ook van Amfter- blyk van voorgekomen. Alleen!yk,vind ik, en ae dam, op Portugal gehandeld en gevaaren, dat Hertog Albrecht den Lombarden, Lu- Levant. zonder dat 'er,zo ver my gebleeken is,een coeyfen en Florentynre, zo wel als den Gene- byzonder Verdrag van Koophandel met dit voyfin, Katelongeren, Blafentynre, Spangar- Ryk geflooten is geweeft, totdat, by het den en Poertegalcyfen, in den jaare 1388, Beftand met Jan den IV., Koning van Por- vryheid gegeven heeft, om in Holland en tugal, van den jaare 1641 , ook de vrye Zeeland te handelen, op gelyken tol, ah dié vaart en handel op dit Ryk bedongen werdt Coepluden van Jhnange voeren {%). En mo- (w). In 't jaar 1667 > werdt de vrye vaart gelyk heeft deeze vryheid aanleiding gege- op Portugal, voor de ingezetenen deezer ven,dat 'er, van hier, ook op Italiëgevaa- Landen , beveftigd , by een Verdrag van ren is. Doch deeze handel, zo wel als die Vrede (.r). Sedert, heeft men, van hier, op de gantfche Middellandfche Zee en Le- in Portugal, voornaamlyk, gehandeld, op vant, begon eenigszins te bloeijen,omtrent Lisbon, Port a Port en S. Ubes. Men zendt, den aanvang der zeventiende eeuwe, na dat voornaamlyk naar de twee eerftgemelde Ste- de Jooden, in 't jaar 1549 , uit Portugal den, genoegzaam dezelfde waaren, die ook verdreeven zynde,zig,onder anderen,hier in Spanje begeerd zyn,eenigen van welken ter Stede, hadden begonnen neder te zet- van daar naar Brazil verzonden worden. Van ten, en den handel op Italië en de Levant Lisbon, wordt Brazilfche Suiker, Tabak, eerft hier veftigden.'EenigeAmfterdammers Verwhout, Zout , Wolle , Olie , Oranje- regtten, federt,_ ook in Italië, in de Archi- Appelen en Limoenen,gedroogde Vrugten, pel, te Conftantinopole, te Smirna, teScan- Droogeryen: ook Paarlen en Edelgefteenten drona, en elders in de Levant, huizen van herwaards gevoerd. Port a Port levert veel Koophandel op. Op de kullen van Barba- Sumak, en S. Ubes, Zout, in groote me- rye> werdt toen ook, reeds van hier, ge- rügte Het Eiland Madera, een der Kana- handeld, en ten dien einde, in 't jaar 1610, rifche Eilanden onder 't gebied van Portu- tuffchen den Keizer van Marokko en dee- gal, wordt ook veel van hier bevaaren, en zen Staat, een Verdrag van vryen Koophaiï- levert Wyn en Suiker uit. del geflooten (a), welk, in laater' tyd, ver- x Op fcheiden' maaien , vernieuwd geworden is
°pZwit- Zwitserland, Q~). Midlerwyl,was ook, met deOttoman-
5erland. nifche Porte, in't jaar 1612 , eene Over-
wordt, van hier, federt lang, meeft over eenkomft getroffen, by welke, aan de On-
Keulen , gehandeld, zonder dat my geblee- derzaaten van den Vereenigden Staat, nieü ken is, hoe vroeg, deeze handel begonnen alleen vrye Koophandel, in het Turkfch ge- zy. Alleenlyk, vind ik, dat Graaf Willem bied, toegedaan werdt; maar ook beloofd, de VI. die van Geneve, in den jaare 1413, dat zy geene flaaveri gemaakt, noch hunne vryheid gegeven heeft, om hier te Lande goederen verbeurd verklaard zouden wor- te komen handelen(y). Veelligt,is de han- den, al werden zy fchoon, op vyandelyke del op Zwitferland, ook reeds, vroeg in de fchepen, gevonden. De Ambafïadeürs en vyftiende eeuwe, begonnen. Men handelt, Confuls van den Staat werden erkend voor van hier, meeft 0p Zürich, Bern, Bazel en Regters over de Nederlanders, die zig in Schafhuizen, behalven op Geneve, welk met het Ryk onthielden. Ook werdt hun vry* Zwitferland in verbond ftaat. Men zendt al- heid gegeven, om zig, wegens de Kaape- lerlei Ooftindifche waaren , Verwftoffen, ryen van die van Algiers en andere Steden Droogeryen , Jugten enz. derwaards. En in Bafbarye, aan 't Hof van den Grooten men bekomt, uit Zw;tfer]anc] en van Gene- Heer, te beklaagen (c). Doch alzo deeze Ste- ve, zyde,zyden krippen, lamfers enz. Ook den, in eene genoegzaame onafhangkelyk- (v) zie Mieris Cbartetb. iv. Deel, tl. t«8. "3- (s.) Mieris C'narterïi. Til. Deel, hl. 507.
(■»>) Corps Diplom. Tem. VI. ƒ>, i. p. :ij. (a) Corps Piplom. Tom. V. P. II. p. IJ(;i
(x) Groot-Pl^kantu. II- Deel, ,(„/, 2S50. (b) Corps Diplom. Tom. VII. P II, p. 6
(y) Mieris Charterb. IV. Deel, tl. 4+i. (C) Corps Diplom. Tom. V. p. II. p. 2oj.
II. STUK. Yyy
|
|||||||||
IV. Deel.
|
||||||||||||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||||||||||||
534
|
||||||||||||||||||||||
Buiten- heid van de Porte, en op zig zelven, be- ons hebben moeten vergenoegen, met daar- Buitje
|
||||||||||||||||||||||
LAND-
SCHE SCHEEP- VAART. |
ftaan, heeft men noodig geoordeeld, met de- van, alleenlyk, de voornaamften op te noe- ^"
zelven, byzondere verdragen te fluiten, tot men. Te lande, over Duitrchland, worden SCHëep- beveiliging der Scheepvaart en des Koophan- veele goederen uit Italië ontbooden, en der- vaart. |
|||||||||||||||||||||
dels, in de Middellandfche Zee en in de Le- waards verzonden , inzonderheid na 't ver-
vant;gelyk, met Algiers,Tunis en Tripoli, beteren der gemeene wegen, en 't vermin- gefchied is. Met Tripoli, heeft men zig, deren der onkoften op het gebruiken der- laatftelyk, in 't jaar 1703, verdraagen (d); zelven, in of omtrent den jaare 1668 (g). met Tunis, in't jaar 1704(0, en met Algiers, Het toeneemen van den handel op de in 't jaar 1726 (ƒ), federt welken tyd, men Levant en de Middellandfche Zee heeft, hier , de vaart en handel op de Middellandfche Zee ter Stede, al in't jaar 1625, gelegenheid en de Levant heeft voortgezet,nogtansniet gegeven, tot_ de aanftelling van agt Direc- zonder, van tyd tot tyd, over inbreuken op teuren of Bewindhebbers van den Levant [chen de gemaakte Verdragen, te klaagen. In 't Handel en Navigatie van de Middellandfche jaar 1753, heeft de Staat het eerfte Verdrag Zee, van welken 'er, jaarlyks,vier afgaan, van Koophandel geflooten met den Koning in welker plaats, vier anderen, uit een dub- der beide Sicilien, waarby den wederzyd- bel getal der voornaamfte Levantfche Koop- fchen onderzaaten alle vryheid van vaart en luiden, door de afgaanden en aanblyvenden. handel wordt toegeflaan: ook vryheid van benoemd, by Burgemeefleren , verkooren Godsdienft. Zelfs, mag men, volgens dit worden (h). Aan dit Collegie, welk zyne Verdrag , allerlei Waaren, Krygsbehoeften Byeenkomflen houdt, in een vertrek op het uitgezonderd, voeren naar vyandelyke Plaat- Stadhuis, is een Secretaris toegevoegd, die , fen, die niet belegerd of ingeflooten zyn, door Burgemeefleren, wordt aangefteld. Het wordende, volgens het twee en twintigfie Collegie heft, in gevolge van verfcheiden' Lid van het gemelde Verdrag, eene Plaats Plakaaten der algemeene Staaten, een gul- voor belegerd of ingeflooten gehouden, voor den van 't lafl van alle fchepen,die naar de welke, even buiten 't bereik van 't gefchut, Middellandfche Zee willen; ten welken ein- ten minfte zes oorlogsfchepen leggen; en te- de, dezelven, door een'beëedigden Taxa- genwelke, tegelyk,te Lande, batteryenen. teur of Meeter, die,in 't jaar 1628, voor 't andere werken opgeworpen zyn: 't welk wy eerfl, aangefteld is (i), moeften gemeeten hier te liever aantekenen, om dat my geen worden; doch de Meeter houdt zig, federt Verdrag van Koophandel bekend is, waarin lang, aan de meetinge, die, van wege de zo duidelyk bepaald wordt, welke Plaatfen, Admiraliteit , gefchiedt. Wyders , wordt voor belegerd of ingeflooten, moeten gehou- nog een ten honderd van de waarde van de den worden. Naar Italië, de Middellandfche meefte goederen, die van de Levant komen, Zee en de Levant, worden, van hier, ge- evenveel over welke Plaatfen, of met welke voerd Speceryen en andere Ooflindifche fchepen, dezelven hier worden aangebragt, waaren, Cacao , Lakens, Verwhout, Ga- aan 't Collegie betaald (&). Uit deeze belas- |
||||||||||||||||||||||
tingen, worden de wedden der Confuls in
de Levant, een gedeelte van de wedde des Ambafladeurs van den Staat by de Ottoman- nifche Porte, en eenige andere koften be- taald: ook de IntereiTen der Capitaalen, |
||||||||||||||||||||||
rens, Haring, Zalm, Staal, Blik, Koper,
Yzer, Jugten, Olifantstanden, Baleinen enz. Van Genua, brengt men ruwe Zyde, Olie, Zeep, Ryft, Marmeren blokken, Drooge- ryen enz. Livorno levert verfcheiden' Koop- |
||||||||||||||||||||||
manfchappen, die uit de Levant derwaards door de Kamer, opgenomen, en de Capita^
gevoerd zyn. Van Venetië, haalt men Spie- len zelven. De Directeurs zyn verpligt, de gel-, Koets- en Drinkglazen, Zwavel, Droo- fchikkingen, door de algemeene Staaten, op |
||||||||||||||||||||||
den Levantfchen handel gemaakt, te doen
naarkomen, en voor de welvaart van dien
handel zorg te draagen.
Wy komen nu tot den handel en vaart op XII.
r Op M^
MUSKOVIE, KOVIE.
waarop de Amfterdammers zig, eerfl: na
dat den Vereenigden Nederlanderen, in 't jaar 1598, de handel op Spanje verbooden was
(g) Handv. bi. ss.
(I) Groot Memor. N. Iir. f. %i. (i) Groor-Memor. N. III. f. 7« verft. Cy Groot-Nakaatb. III. Deel, bt. u6t. IV. Deel, tl. I351. V. Deel, bl. if+8. Zie e»^Hand», bl. jj0I, |
||||||||||||||||||||||
geryen enz. Smirna en Confiantinopole leve
ren Turksgaren, Katoen, Zyde, Tapyten, Dimitten, Corduaanen enz. Aleppo zendt, over Scandrona of Alexandrette, Galnooten, Hoedenmaakers-Wolle, Katoen, Wierook, Zyde , Segrynleêr enz. Van Zant e in de Archipel, komen veel Korenten. Doch de waaren, die van Amflerdam naar de Middel- landfche Zee en de Levant gevoerd, en van daar wederom herwaards gebragt worden, zyn zo menigvuldig en verfcheiden, datwy (d) Corps Diplom. Tom. VIII. P. I. p. 13«.
(e) Corps Diplom. Tom. VIII. P. I. p. 1 je.
(f) Groot-Nakaatb. VI. Deel, tl. 311.
|
||||||||||||||||||||||
K O O PH A ND E L.
|
|||||||||||
III. Boss.
|
|||||||||||
535
|
|||||||||||
'er een ander, uit een dubbel getal, door Buinek-
de overbly venden benoemd, by Burgemees- land- teren gekooren. De fchepen, op Muskovie SCHE vaarende , plagten, van ouds, zekere laften vaart.* te betaalen aan Directeuren, die, na 't ver- leggen van den meeften handel op Peters- burg, merkelyk waren verminderd, door- dien alle fchepen, op Petersburg vaarende, hunne laften betaalden aan Directeuren van den Oofterfchen handel, alzo Petersburg aan de Ooftzee gelegen is. Doch hierin is, op verzoek van Directeuren van den Muskovi- fchen handel, in 't begin van 't jaar 1753, verandering gemaakt,hebbende Burgemees- teren toen bevolen, dat de laften der fche- pen , op Petersburg vaarende, voortaan', aan de Direóteuren van den Muskovifchen han- del zouden betaald worden (r). De handel en vaart op Ooftindie, eerft Kort be-
omtrent het einde der zeftiende eeuwe ,Ti^ we' voornaamïyk door Amfterdammers, aange- handelen vangen en voortgezet (s), is, federt de op- ooft- eu regting der algemeene Ooftindifche Maat- Weftin- fchappye, in't jaar 1602, niet meer aan Am- die* fterdam bepaald geweeft; waarom wy 'er, hier, niet byzonderlyk, van gewaagen moe- ten. Alleenlyk, merken wy aan, dat de Kamer deezer Maatfchappye te Amfterdam, voor de helft deel hebbende in den Ooftindifchen handel, groot vertier aanbrengt in de Stad, zo met het aanbouwen en uitruften van fche- pen, als met het inkoopen, verkoopen en afleveren van veelerlei Koopmanfchappen, die naar Ooftindie gevoerd , of van daar herwaards te rug gebragt'worden. Voorts, plagten Burgemeefteren, hier, de Bewind- hebbers der Kamer te Amfterdam te verkie- zen , uit een driedubbel getal, uit en door de Hoofddeelgenooten benoemd: welk yoor- regt van te meer aanbelang was, om dat de Bewindhebbers deezer Kamer vyf en twintig in getal zyn. In andere Steden, daar Ka- mers zyn, verkooren de Burgemeefteren dier Steden , insgelyks , de Bewindhebbers der zelfde Kamers. Doch federt de verkiezing der Prinfen - Erfïladhouderen , tot Opper- Direóteurs der Ooftindifche Maatfchappye, doen deezen, alomme, de verkiezing van Bewindhebberen, uit eene diergelylte benoe- ming. De Handel en Scheepvaart op Weftindief
die ook, al vroeg, door Amfterdammers, on- dernomen werden , zyn , insgelyks, alge- meener geworden, na de opregting der Weft- indifche Maatfchappye, in 't jaar 1621; 't welk ons ook van de verpligting ontflaat omze , hier, byzonderlyk, te befchryven. De
(r) Vervolg dn Handv. tl. es.
(s) Zit II. Deti, XI. Mttk,, i(, j\f,
Yyy2
|
|||||||||||
Buiten- was (/), hebben begonnen toe te leggen. Men
Und- ondernam toen Scheepstogten, tot heel naar «CHE Archangel, op welke Statt, de Engelfchen, Vaart? reeds te vooren, gevaaren hadden. Burge- meefteren van Amfterdam fchreeven, tot bevordering van deezen handel, op den agt en twintigften Maart des jaars 1616, eenen brief aan den Grootvorft van Muskovie (tri). Doch 't liep aan, tot in 't jaar 1631, eer'er, van wege den Staat, een Verdrag van Koop- handel , met de Regeering van Muskovie, getroffen werdt, waarby, nogtans , flegts eene zeer bepaalde vryheid tot het inkoopen van Graanén werdt toegeftaan (ri). Sedert heeft men, op Muskovie en het gantfche Ruffifche gebied, blyven vaaren en hande- len , zonder dat 'er ooit een eigenlyk Ver- drag van Scheepvaart, met Rusland, heeft konrien. getroffen worden. Czaar Peter de I. heeft 'er, in 'tjaar.1715, een doen voor- liaan ; doch het is ninimer geflooten (0). En federt is 'er, meer dan eens, over gehandeld, zonder dat men eikanderen heeft können verftaan, konnende het RufïïTche Hof niet befluiten, om den onderzaaten van den Staat dezelfde voorregten toe te ftaan, die het aan andere handeldryvende volken vergund hadt, en blyvende men hier ongezind, om zig, met mindere voorregten, te laaten ver- genoegen. De nandel op Archangel is merkelyk af-
genomen, federt het ftigten van Petersburg, waarop nu fterkfl gevaaren wordt,behalve, dat ook zwaare Koophandel wordt gedree- ven op de andere Steden onder 't Ruflifch gebied, die langs de Ooflzee gelegen zyn. De waaren, welken men derwaards zendt, zyn genoegzaam dezelfden, als die naar el- ders in de Ooflzee gezonden worden. Men brengt, van Archangel, Petersburg, Riga en andere Steden onder 't Ruflifch gebied, Mas- ten en andere eeken Houtwaaren, in groote menigte; Jugten, Pelteryen , grove Lynwaa- ten, Zeildoek, Pek enTeer, Potafch en Weed- afch, Talk, Zalm, Rogge, Pakmatten en andere waaren meer. Om toezigt te hebben op den Ruflifchen
of Muskovifchen handel, zyn, hier ter Ste- de, waarfchynlyk in het jaar 1698 fj>), vier Directeuren of Beflierders aangefleld, door Burgemeefteren. In 't jaar 1717, waren 'er vyf Directeuren van den Muskovifchen han- del (q). Doch tegenwoordig, zyn 'er maar drie. By overlyden van een' hunner, wordt (l) Zie Vaderl. Hift. IX. £.,,/, bl. Si.
(m) Groot-Memor- N. II.'f, l5«.
(n) Corps Diplom, Tom. VI. p, £. f. ;.
'('») y.isz. Corps Diplom. Tor». VIU. P. I- />• 4«.
(?) Zie Refol. Gener, i-f 7«<> i«,8. Groot-Mwaor. N.
VIII. ƒ. 1 + 7, Ut-
(l) Crooi-Memor, N. IX. ƒ. 13+ verft.
|
|||||||||||
\
|
|||||||||||
536 AMSTERDAMS IV.Deel.
Buiten- De Kamer te Amfterdam heeft, voor vier II.
land- negende , aandeel in de algemeene Maat- «ttcc^t ua tvttvft
sche fchappye, en beftaat, thans, uit zeftien Be- WISSELHANDLL.
JlfSf' windhebbers. By het dertiende Articul van __ , . , Jr, T, , , . „,
VAART* het eerfieO&wlvoordeWeftindifcheMaat- TV bmtenlandfche Koophandel werft,oadfte fchappye, werdt vaftgefteld, dat de aanflel- \J van °uds' hie[ te Lande' en te ^ £$£ ling der Bewindhebberen, van wegedeStaa- ^dam in t byzonder, op eenen gantfchj^ ten der byzondere Provinciën, gefchieden anderen voet gedreeven, dan in laateren vcJrbet zou, of door derzelver Gedeputeerden, of t/d, en tegenwoordig. De Koopluidenreis- invoeg door de Magiflraaten der Steden, daar Ka- den inperfoon buitens Lands, of kwamen, ,toW» mers waren (0- In de Kamer te Amfterdam van buitens Land*> hier ter Stede, om hun- ™ is, federt, de verkiezing van Bewindhebber ne ,waaren te verkoopen; of om inkoopen ren verbleeven aan Burgemeefteren (a): heb- £e doen van de waaren, die hier of elders bende's Lands Staateï, in September des te vinden waren Hieruit ontflondt, al vroeg, jaars 1621, uitdrukkelyk, beflooten „ dat de noodzaakelykheid om,in deKoopfleden „ de Hoofddeelgenooten een drie dubbel van Holland vreemde munt, voor inland- , getal zouden benoemen, waaruit de Ma- ^ of mlandfche voor vreemde, te ver- fiftraat Bewindhebbers kiezen zou (v)." wiffelen. En gelyk bet regt der Munte, hier • Doch, na dat de Heeren Prinfen-Erfflad- te Lande, als een Heeren-regt werdt aange- houders ooktotOpper-Direfteurs derWeft- merkt5 zo hadd£n °ok d?^"ds!leéren ^ indifche Maatfchappye zyn verkooren, ver- opregten van Wifieh of Wijfielhuxzen, en het kiezen hunne Hooglieden de Bewindhebbers aanftellen yan Wijfelaarsim zig alleen be- dier Maatfchappye ook, uit eenebenoeming h°uden;. ^en befpeurt dit, onder anderen, der Hoofddeelgenooten. Sedert het open- in d^Uitfpraak over een gefchil, tiuTchen Hellen der vaarte op de Weflindien binnen denBiffchop van Utrecht en deStadAmers- de paaien van het Oclroi der Weflindifche f°ort' welk, in t jaar 1394,door Willem, Maatfchappye, wordt 'er veel handel,door K?™ë van Gulik en Gelder> werdt byge- byzondere Amfterdamfche Koopluiden, ge- legd> en waarin deeze woorden gelezen dreeven op Cura5ao en S. Euflatius in A- werden: Item op dat punt e dat fi die wijjel merica, en op Guinea, in Africa. De Stad ™biuren binnen hoer e fiat, die myns Heren Amfterdam bezit ook een derde gedeelte in is> daer °P die ™et vorjz a^oord dat die de Volkplanting van Suriname ; doch de fiat van ^ersfoert verbum heeft boren Bor- vaart en handel op dezelve is, insgelyks , êeren eJn huus"» dat eJn Wiilelhuus heet, dat voor alle ingezetenen van den Staat, open- onfermarct wel gelegen is^atonfiRaytmeynt, gefield. Van de elf Direfteurs der Sociëteit dat f1 mlt heJcheide aoen moëen >figg™ wy, dat. van Suriname, zyn 'er vier wegens de Stad die fiat van Amersfort fich der wijjel aldair Amfterdam, die, door Burgemeefteren, wor- nkt orderwynden en Jal, ende fal den BiJJiop , den aangefteld, en een tiende gedeelte van mn Utmht der ™Wel aldm laU^ gcbruken> de uitdeelingen genieten. Uit de Volkplan- fonder hmder van hoer (w)- De Graaven van ting van Suriname, wordt eene groote me- Holland hadden ook zulke Wififeh of Wis- nigte van Suiker en Koffy henvaards gt. filhuizen.va de Hollandfche Koopfteden. Te voerd. Nog eene andere Volkplanting legt Dordrecht, was 'er, reeds een, in 't jaar 'er, niet verre van Suriname, Berbice ge- *322' die toen, voor een honderd en zeftig naamd, op welke de vaart en handel ook, guldens 's jaars, van wege den Graave, ver- voor alle ingezetenen van den Staat, open Pagc werdt O)- Naderhand, kwam 'er nog gefield is. Zy ftaat onder 't bewind van ne- een bv' Z? werden, in t begin der vol- gen Direóleuren, die te Amfterdam verga- gende eeuwe,beide,insgelyks, verpagt(y). deren, in een huis, welk, door eenen hun- Je Leiden, en te Schiedam, werden de Wis- ner Bosïkhouderen , bewoond wordt. Zy fels» in 'c Jaar i35i > aan de Steden gefchon- worden uit en door de Hoofddeelgenooten ken (*)■ Hertog Albrecht vanBeijeren, in't verkooren. De Volkplanting Berbice Ie- Jaar IS88, beflooten hebbende', eenen nieu- vert ook, naar haare uitgeftrektheid, Sui- wen gouden penning, genaamd Dordrecht- ker, Koffy en Cacao uit, die, voor het groot- fcbe Schild> en eene zilveren Hollandfche fte gedeelte, naar Amfterdam gezonden groot' met derzelver gedeelten, te doen wordt. flaan 5 verboodt , ten zelfden tyde , alle |
|||||||||||
vreemde munt, uitgenomen zekere Keizer-
|
|||||||||||
(t) Groot-Plakaatb; ï. Deel, <«/. sfg.
|
|||||||||||
9 M VUe A. MAT,«*« No, ai tam A^fo«. sjj^
fs^H^brootVm«^ 'vu'0/:'"' '7 N0V- I6Z9'f- t*')*»*" Charterh. H. /)„,,»/. „0. |
|||||||||||
HL Boek. K O O P H
Wissel- lyke, Franfehe, Engelfche, Brabantfche en
sandul. Vlaamfche penningen , en Rynfche, Dor- drechtfche, Gelderfche, Ooifche, Luikfche en Utrechtfche guldens. Ook verklaarde hy toen, te Dordrecht, twee, en in elke andere Stad van Holland, eenen WifTelaar te zullen aanftellen , die haer wijfel wel ver- borgen zouden , en de genoemde munten ghengen, of gang doen hebben, zonder, voor hunne moeite van 't wiffelen, meer te mo- gen genieten, dan twee penningen hollandfch van ieder Schild («). In 't jaar 1393, kwam hier in eenige verandering, en werde toen, uitdrukkelyk, vaftgefteld, dat niemant, hier te Lande, IViffelhoudenzou, van 'sGraaven- wege, bi en zou eerfi verbonden we/en aen 's Graaven bant, tot zynen wille (Z>). Het aan- ftellen der WifTelaaren gefchiedde , gelyk de Ordonnantien fpreeken, om ghemeen nutfeip der Coeplude. Doch van 't voordeel, welk de Graaflykheid van den Wiffel trok, wer- den de ingezetenen van fommige Plaatfen, even als van de Graaflykheids tol, nu en dan, vry verklaard (c). De Wiffelaars zyn, on- getwyfeld, voor 't einde der veertiende eeu- we, of eerder, ook reeds in Amfterdam ge- weeft ; fchoon ik 'er geene melding van vin- de; voor 't jaar 1417; wanneer Vrouw Jaco- ba haaren wijfel binnen der Stede van Aem- flerdam Burgemeefter Tsbrant Heynen, die dit Ampt, reeds by 't leeven van haaren Va- der , Willem den VI., bekleed hadt, op nieuws, aanbeval (d). Hy wordt, in de Lyften der Regeeringe, op het gemelde jaar, Tsbrand Heyn Meynertsz. ÏViffelaer genoemd. En buiten hem, mögt niemant,hier ter Ste- de , 't zy heimelyk of in 't openbaar, eenig geld verwiffelen (<?)• *nvoe- Het Ampt van WifTelaar bleef in wezen, fe?er en was zelfs in aanzien (ƒ), tot dat de Ita- Weven üaanen*in de vyftiende en zeftiende eeuwe, het gebruik der Wiffelbrieven uitvonden, of op nieuws invoerden. Sommigen meenen , naamlyk, dat de aangeftelde Wiffelaars zel- ven, als men 't begeerde, ook briefjes, in de plaats van geld,in betaaling plagten te gee- ven, op welken men, elders, de waarde ont- vangen kon: en dat zy dus reeds eene foort van Wiffelbrieven hadden ingevoerd, eer de Italiaanen dezelven verder in gebruik brag- ten (g). Doch, wa£ hier van zy, de Wis- felbrieven maakten het wiffelen van geld voor geld, om het ingewiffelde, öfter plaat- fe, daar de inwiffeling gefchiedde, of el- (a) Mieris Charterb. III. Heel, il. s»4.
fb) Mieris Charterb. III. Deel, il. 595. (c) Zie Handv. van Kennemeil. il. *«•
(d) MIERIS Charterb. IV. Deel, hl. +29.
' (') Mieris Chartetb, IV. Deel, il. 154,231.
(f) Zie Groot-Plakaatb. I. Deel, kol. 2586 ,i6il,i<Si6}
163 8 . 1710. (l) VELLY&VlIXARBTHift.deFiance7«;».XlV./>.2iii |
||||||
A N D E L. 537
ders, te gebruiken, in veele gevallen, noo-Wksïl.
deloos, of ondienftig. Men betaalde, of ont- ha^bbl. ving geldj en nam, of gaf daarvoor een' Wiffelbrief, op welken de waarde, in eene andere plaats, wederom ontvangen en be- taald werdt: 't welk zo groot een gemak in den Koophandel gaf, dat het gebruik der Wiffelbrieven, door den tyd, in de voor- naamfte Koopfteden van Europa, werdt in- gevoerd. In Holland, en byzonderlyk te Amfterdam , werdt, eindelyk , de Wiffel- handel van byna gantfeh Europa geregeld (/>): doordien 'er genoegzaam geene, of, mogelyk, geene Kooplieden in Europa zyn, waar de bezittingen en het geloof of Credit der Koopluiden, zo vroeg, uitfteekend groot zyn geweeft, dan Amfterdam. Ondertuffchen, verliepen 'er, in 't eerft,
veele jaaren, zonder dat, hier ter Stede, ee- nige Keuren of Ordonnantien op den handel in Wiffelbrieven of Wiffelhandel gemaakt werden. Men hieldt zig, doorgaands, aan de Couflumen of Gewoonten der Stad Ant- werpen (i), de eenigften , die uitgegeven werden, in deneerften Druk derHandvefien van Amflerdam van den jaare 1597 (&)■ Vol- gens deeze Couftumen, mögt men geenen Wiffelbrief voor den vervaltyd voldoen, dan op zyn eigen gevaar. Ook was de Houder van eenen Wiffelbrief verpligt, den zelven, binnen den derden dag na de vertooning, te doen protefleren,in geval de betrokkene wei- gerde, den zelven te accepteeren, dat is, de voldoening daarvan ten vervaldage aan te neemen. De Couftumen van Antwerpen be- helsden nog eenige andere byzonderheden, die, ten deele, ftand hielden , ten deele, door den tyd, in ongebruik geraakt zyn. Het wiffelen van geld voor geld bleef eg- Aanlei-
ter, in Holland, in gebruik; doch mögt niet ^ing t0É gefchieden,_dan door beëedigde Wiffelaars, ,4*7" fchoon 'er zig, dikwils, ook anderen mede eener geneerden (l). In 't jaar 1590, hadt, men, Wifrek te Amfterdam, zwaarigheid gemaakt, om * dit wiffelen te gedoogen, voor dat 'er nader orde op deMunte gefteld ware (m): 't welk niet voor 't jaar 1596 gefchiedde \n). Men hadt, midlerwyl, gearbeid aan eene nieuwe InftruóHe voor de gezwooren Wiffelaars (0), waarvan, eerlang, in den Haage, een ont- werp gemaakt was (p), welk, hier ter Ste* de, goedgekeurd werdt (q). Ook werden, in
(k) Vuiex, Efprit des Loix Livr. XXII. Ch. X. f. 253.
{«) Zie Handv. bl. 5+4.
(k.) Bladx.. 168.
(I) Zie Groot-Plakaatb. I. Deelt ktl. 2710, 3ej8, jm»,
(m) Refo!. Vroedfch. N. t. 7 Febr. ïjyo.
(n) Groot-Plakaatb. 1. Deel, k«l. 2740.
(1) RefoL Vroedfch. N. J" lo, ig Febr. 1.595. ƒ„ 40,42.
(p) Groot-Meinor. N. II. ĥ 208 , 21J.
O) Refol. Vroedfch. N. f 2$ Sept. tfiej. ƒ.40} Vtffii
Yyy 3
|
||||||
538 AMSTERDAMS IV.Deel.
Wissel- m 'c Jaar I(5°3 en federt, by 's Lands Staa- houderfchap, die zy egter, na verloop van WissEt-
itANDEL. ten, verfcheiden'Ordonnantien gemaakt op eenigen tyd, wederom eenigszins bepaalen handel. 't Huk der Munte, waarby de prysder vry- moefl (V), werdt misbruikt. De verwarring gefielde en gedoogde Geldfpecien bepaald en fleigering in't ftuk der Munte bleef duu- werdt (r). Doch men bevondt, eerlang, ren. Men moefl dan op andere middelen met naame hier ter Stede, dat verfcheiden' bedagt zyn, om dezelvente voorkomen.Te Perfoonen, en de Caffiers inzonderheid, hun Venetië, te Seville, en in andere Kooplieden werk maakten, om de zwaare penningen uit van Europa, waren WifTelbanken opgeregt, deligtente fchieten; deeerften, tegen 's in welken, men, gemunt of ongemunt goud Lands Plakaaten aan (s), ten Lande uit te en zilver ontving, en verwiffelde, ofbe- zenden, om daarmede hun voordeel te doen, leende. Zulk eene Wiffelbank befloot men, en de laatflen der Gemeente, tot den ge- ook hier ter Stede, op te regten, na dat woonen prys , op te dringen. Hiertegen men daartoe van 's Lands hooge Overheid werdt wel, by eene Keure des jaars 1604, verlof zou bekomen hebben. In de Vroed- voorzien. Doch 't kwaad hieldt fland, on- fchap deezer Stede, was, reeds in 't jaar 160 6, aangezien de Keure, tot zo verre, dat het geraadpleegd , op dit gewigtig onderwerp geld, in den tyd van vier jaaren, tot negen (w). Doch 't liep aan tot in July des jaars ten honderd, boven de waarde, die by 's 1608, juift den tyd van het verzagten der Lands Plakaaten bepaald was, fteigerde, en Keure van den twaalfden der gemelde maand, uitgegeven werdt. Men was dan genood- eer 'er toe befiooten werdt (#). Men ver- zaakt , by eene Keure van den twaalfden Ju- wierf 'er volmagt toe van 's Lands Staaten, ly des jaars 1608, te beveelen „ dat men en de daadelyke opregting gefchiedde, in „ geene Wiffelbrieven, Aflignatien of Obü- January des volgenden jaars (y). „ gatien in betaalinge geeven of ontvangen De Bank van Wiffel werdt de algemeene Natuur „ zou mogen; dat niemant,. voor eenige Caffier van elk, die'er zyne penningen, voor't der Wis- „ Koopluiden, Caffe-zou mogen houden, of herleveren van welken, of van de waarde der- [^h^k „ penningen, voor anderen, op aflignatien, zelven, de Stad inflondt, in vertrouwen wil- fterdam. „ wiffelbrieven, overwyzingenby monde, of de. Ookftondthet vry, aldaar Speciën te „ anderszins, ontvangen, of betaalen; dat verwiffelen; zullende de Bank daarop zo wei- „ niemant eenige penningen hooger zou nig toebaats vorderen, als eenigszins mo- „ mogen ontvangen of uitgeeven, dan by gelyk zou zyn. Van alle Wiffelbrieven, die „ 's Lands Plakaaten was vaflgefleld ; en hier geflooten, of op hier getrokken wer- „ vooral ook de zwaarden niet uit de ligt- den, moeft de waarde in de Bank betaald „ flen weegen, om daarmede voordeel te worden, mids zy ten minfte zes honderd „ doen (r)."Doch 't leedt naauwlyks veer- guldens groot waren (2). Doch niemant mögt tien dagen, of men moefl deeze Keur, ee- meer op de Bank affigneeren, dan hy daarin nigszins, verzagten. De Koopluiden vonden hadt, op eene boete van drie ten honderd zo veel gemaks by 't gebruiken van Caffiers, van de fomme, die hy te veel geafïigneerd dat men raadzaam oordeelde, toe te flaan, hadt, ten ware hy, den zelfden dag, genoeg dat 'er Caffiers buitens huis waren, mids elk op zyne rekening kreege; in welk geval, hy hunner maar eenen Koopman bediende, en maar een half ten honderd van het te veel zy zig verbonden, om 't geld niet hooger geaffigneerde verbeurt-. Wyders, werdt be- ult te geeven, dan volgens de Plakaaten; en raamd, en, ïfaderhand, by Oétroi van 'sLands niet op vreemde Munten te handelen, noch Staaten, verklaard en beveiligd, dat nie- penningen te biqueteeren, of de zwaarften uit mants penningen of Credit in de Bank zou de ligtflen te weegen. Ook werdt veroor- mogen gearrefleerd, of in beflag genomen lofd, dat een fchuidenaar^eene enkelereis, worden (2). Tot den ontvangfl der Pennin- met zynen fchuldeifcher, gaan mögt, om zyn gen in de Wiffelbank, werden Ontvangers geld te ontvangen, daar het zelve gereed aangefleld, die nogtans geene andere Pen- was , en dat men, in geval van ongeruflheid ningen inhaalen of ontvangen mogten, dan voor zyne betaaling, wel een' Wiffelbriefof zulken j en tot zulken prys, als hun, door Affignatie in betaaling zou mogen ontvan- de gen, mids men voortaan alleen zage op hem,
ten wiens lafle die Wiffelbrief of Affignatie (A "a?<*v. fr"\?*n '"'• *'• «ƒ• |
|||||
hieldt (u). Doch de toegeevendheid der Wet- (x) Refoi. vroedfch. n. t°'. k>,z%j»ij .V?. /. i7,.'
(y) Refol. Vroedfcb. N. lo, ijjF*». i6o»-f< 184,187 -vfß.
(z.) Hand», bl. $74. ft) Groot-Plakaatb. I. Dtel,kol. i«6o, 1700, xjot. ö ÏLZ h! TTsfJ/.0"1' *-"■ 30+'- (2) Hierin is, naderhand, verandering gekomen.
(u) Kewb. H. /: ïf+ «r/i. Zie ««*. Handr. ir»K.»«» M»1- Vroedfcb. N. i8. 10 Dec. 1643. f. 189. Wy
na, it, iij, »14. auïlen'er, terftond, nader van gcwaagen. |
|||||
KOOPHANDEL.
|
|||||||||||
III. Boek.
|
|||||||||||
539
|
|||||||||||
hebbende by het ryzen van het Bankgeld, Wissel-
om dat dan het Casgeld, welk zy gewoon handel. waren te ontvangen en uit te geeven, meer moefl gebruikt worden; hun werk maakten van het Bankgeld te doen fleigeren in waar- de, tot zo verre, dat, in 't jaar 1(538, by de Vroedfchap, vaflgefleld werdt, dat men 't Bankgeld niet hooger dan een half ten hon- derd boven 't Casgeld zou mogen koopen of verkoopen (ƒ). Overeenkomftig met dit befluit der Vroedfchap, werdt, op den twee en twintigften Oftober des gemelden jaars, eene Keur afgekondigd, naar welke, zo wel als naar het jongfte Plakaat op de Muntevan den vierden Juny des gemelden jaars (g), de Caiïïers in 't byzonder verpligt werden, zig te voegen (h). Doch niettegenflaande deeze Keure, fleigerde het Bankgeld, in 't jaar 1654, zo zeer,dat men, om die fteige- ring te beletten, niet alleen, gelyk wy zo e- ven zagen, den Ducaton en Ryksdaalder tot hooger prys in de Bank ontving dan ooit te vooren; maar ook, by eene Keure van den vyf en twintigften November, voorzag te- gen den buitenfpoorigen prys van 't Bank- geld (i). Doch deeze Keur werdt, op den zesden Oótober des jaars 1656, wederom te niet gedaan (£). En federt, is, myns wee- tens, de prys van 't Bankgeld niet door 't Ge- regt -bepaald geweeft. De Agio of het Op- geld van 't Bankgeld is, fomtyds, tot op, of byna op den prys van 't Casgeld gedaald, en fomtyds tot zes en zeven ten honderd bo- ven het zelve gereezen. De ïlerke vraag naar Bankgeld doet de Agio van het zelve ryzen , en de benoodigdheid om Casgeld doet dezelve daalen. En deeze beiderlei benoodigdheid hangt van zeer veele beken- de en onbekende oorzaaken af. Op den handel in de Wiflelbank, zyn, van Keuren
tyd tot tyd, eenige Keuren gemaakt, by my- °p. de ne Heeren van den Geregte ; ook eenige ™l^f' fchikkingen van Commiflariflen: doch, in de eenen en de anderen, is, nu en dan, ver- andering gekomen. Niemant mag vreemd goud of zilver opkoopen, of verkoopen en verhandelen, anders dan aan Commiflaris- fen van de Wiflelbank. Alleenlyk, mogen de Koopluiden het goud en zilver, welk zy van over Zee bekomen , verkoopen, of in de Munt brengen , naar hun welgevallen. Ook ftaat het den Goud- en Zilverfmeden vry, zo veel gemunt goud en zilver in te koopen, als zy tot hunne neering noodig hebben. Doch zy können ook, uit de Wis- fel-
(f) Refol. Vroedfch. N. 17- 21 oBoh. i«j». ƒ. 1IO>
(g) Zie Groot-Plakaatb. I. Deel, kol. *SSo,
(b) Keurb. L. ƒ. 74 ver/i. (i) Keurb. M. ƒ. zia verf,.
{{) Keurb. N./. 23 verft. |
|||||||||||
Wissel- de Commiflariflen van de Wiflelbank, zou
handel, bevolen worden (a). 0or_ De Bank kreeg, kort na haare opregting, fprong zo veel Credit en agting, dat het Bankgeld,
van de eerlang, meerder waardig werdt, dan het Agio of i00pend of Casgeld. Verfcheiden' waren hier- van5 de van ^e oorzaaken; doch onder de voornaam- Bank, ften , mogen de volgenden vier gerekend worden. Voor eerfl, hieldt men, met reden, de penningen, die in de Bank lagen, voor beter beveiligd, dan de penningen, die men in zyn eigen huis hadt, alzo de Stad, voor de eerden, inflondt. En deeze meerdere vei- ligheid moeit de waarde van het Bankgeld, naar gelang,doen ryzen. Ten anderen, vondt men, terflond, groot gemak, by 't betaalen en ontvangen in de Wiflelbank ; 't welk, zonder tellen, by enkele AJßgnatie of over- wyzing, gefchiedde. En dit gemak bragt ook iet toe, om de waarde van het Bankgeld te doen ryzen. Ten derden, ontving de Bank geene penningen, dan tot den prys, waarop dezelven, by 's Lands Plakaaten, gefield, of door Commiflariflen bepaald waren. Maar, in 't gemeen, hielden dezelfde penningen gang tot hooger prys, onaangezien het op- jaagen of doen fleigeren van den prys van 't geld, by herhaalde Plakaaten en Keuren deezer Stede .è), verbooden was. Zo werdt, by voorbeeld, in de jaaren 1-638 en 1641, aan elk toegelaaten, den Ducaton tot drie guldens, en den Kruisryksdaaldertot agten veertig fluivers in de Bank te brengen (c). Maar onder't gemeen hadt de Ducaton gang tot drie guldens drie fluivers, en de Kruis- ryksdaalder tot twee guldens tien fluivers. Doch toen, in 't jaar 1654, deeze twee pen- ningen , onder 't gemeen, nog hooger ge- fteigerd waren , werden zy, in de Bank, ontvangen, de Ducaton tot drie guldens drie fluivers, en de Ryksdaalder tot twee guldens tien Huivers, met twee en vyf agtflen ten honderd opgeld; en wederom uitgeteld tot den zelfden prys; doch met niet meer dan twee en een half ten honderd opgeld (d). Daar nu de Bank de penningen, altoos, tot minder prys, ontving, dan zy onder 't ge- meen gang hadden, moefl het Bankgeld, in zig zelf, ryzen in waarde. Men voege hier nu nog, voor eene vierde reden, by, dat de Cafïiers, die zig , onaangezien de -Keuren tegen hen gemaakt, altoos hadden weeten ftaande te houden, en, in 't jaar i62i,uit- drukkelyk, werden toegelaaten (e), belang (a) Handv. drukvan 1S13. £/, ZI7.
\b) Keurb. H. ƒ 277- Handv. drukvan I«I3. hl. 211.
' (c) Refol. Vroedfch. N. 17. IO uw. 1638. ƒ. 211 vcrfo. ff. 18. 26 Oliob i64i. ƒ 89- Hnr.dv. M. 67$. (d) Refol. Vroedfch. N. ai. 13 NQv. 14J4- ƒ• Ml.
O) Keuib. H. ƒ. 15».
|
|||||||||||
IV. Deel.
|
|||||||||||
AMSTERDAMS
|
|||||||||||
54°
|
|||||||||||
De tyd van affchryvinge in de WifTelbank Wissel-
is, in 't jaar 1683 , gefield op 's morgens tot handel. elf uuren, zonder buitengewoone kollen; en -j^j en van elf tot drie uuren, met zes Huivers, by wyze van ieder party, voorde Boekhouders. De Bank- affchry- briefjes, of AJJignatien op de Heeren Com- VB^-lS. mhTarhTen van de WifTelbank moeten, door feibank- hem, dieze tekent, in perfoon, of door ie- mant, die behoorlyke Procuratie van hem heeft, worden ingebragt,en altoos in 'tNe- derduitfch gefchreeven zyn. Men mag thans beneden de drie honderd guldens in de Bank affchry ven, mids ook zes fluivers, by ieder party, betaalende (q), behalve by partyen aan de Ooflindifche Maatfchappye, by wel- ken , hoe klein ook, geene zes fluivers be- hoeft gevoegd te worden. Men mag niet affchry ven, op 't gene men , den zelfden dag, op zyne rekening gekreegen heeft, uit- genomen wanneer zulks gefchiedt,tegenin- gebragt gemunt of ongemunt goud of zilver (>), als mede op den tweeden dag na 't openen der Bank, wanneer zy, tweemaal's jaars, tot- fluitinge der oude en aanlegginge van nieuwe boeken, en op Pinkfleren, gefiooten geweefl is. Voorts, wordt zy ook omtrent de andere voornaame Feefltyden, Paafchen, Kermis en Kerfltyd, eenige dagen, gefiooten (s). 's Mor- gens na dat 'er eene party aan iemant afge- fchreevenis,kan hy,daarnaar, by de Boek- houders, verneemen, of doen verneemen. De voornaamfleKoopluiden nogtans laaten'er zig, door de bedienden der WifTelbank, met brief- jes , kennis van geeven. Tweemaal 's jaars, na dat de nieuwe boeken aangelegd zyn, moet elk, binnen zes weeken, zyne refl aan Com- miflarifTen van de WifTelbank komen vraagen, op eene boete van vyf en twintig guldens. Voor elke nieuwe rekening in de Bank, wor- den tien guldens betaald, ten behoeve van de Armen, die, van de eerfle party, welke op de nieuwe rekening komt, worden afge- fchreeven. Wyders, was aan de Bank, by eene Keure van den twaalfden July des jaars 1683 ,van ieder party,die iemant affchreef, een ftuiver toegelegd. Doch deeze fluiver werdt, eerlang, met nog een' fluiver, ver- hoogd, wordende 'er, al federt veele jaa- ren (t), twee fluivers van elke party be- taald. En dit partygeld wordt, tweemaal 's jaars, by 't aanleggen van nieuwe boeken, van elke Rekening afgefchreeven. Men hadt, by 't opregten der WifTelbank^, bevo- len, dat alle WhTelbrieven van zes honderd guldens en, daarboven in de Bank zouden i moe-
(if) Handv. bl. 6-6, 6-6, 6if, 677.
(r) Handv. il. 675. <>7S» 677. (>> Handv. bl. 545, sas- (t) Refol. van den Oud-Raad van Bürgern, van 31 J4»,
I7U- ĥ 3*. |
|||||||||||
Wissel- felbank, met (laven zilver van elf pennïn-
HANDEL. gen agt greinen, geryfd worden, ter waar- de van drie honderd guldens ten minfle (/): gelyk de Goud- en Zilverdraadtrekkers ook, zo als wy reeds elders (rii) hebben aangete- kend, voormaals, verpligt waren, de Lin- gotten , die zy tot hun handwerk noodig hebben, uit de Bank te haaien. Sedert het jaar i(>45, heeft men , byzonderlyk , zyn werk gemaakt, om het whTelen van geld voor geld alleen door de WifTelbank te doen gefchieden , en de byzondere gezwooren WifTelaars te doen affchafFen"^). Ook vindt men deeze laatflen, hier ter Stede, niet meer; en by eene Keure van den zesden April des jaars 1684, is beraamd, dat de Koopluiden, vreemde penningen noodig hebbende, om zig buitens Lands van dezelven te bedie- nen , daarmede in de WifTelbank zouden kön- nen worden geryfd, met zo weinig opgeld, als, naar de natuur der gevorderde Geldfpe- cien, zou vereifcht worden. Te gelyk, werdt den Jooden het opkoopen en wifTelen van Geldfpecien, aan de Beurs en elders, ver- booden (0): 't welk egter niet geheellyk heeft können belet worden. De Bank ont- vangt verfcheidenerlei gemunt en. ongemunt goud en zilver; levert 'er Recipiffen of Ont- vangbriefjes van, en fchryft 'er de waarde voor af aan den Inbrenger; die zig van de bekomen penningen bedienen kan tegen ee- ne halve gulden van de honderd Intrefl, van 't ongemunt, en een vierde gulden van 't ge- munt goud en zilver, in den tyd van zes maanden, en zyn ingebragte goud of zilver te rug bekomen, na dat hy de ontvangen penningen wederom aan de Bank heeft af- gefchreeven. Zelfs ftaat hem vry, de af- gefchreeven penningen, nog zes maanden, of langer, te gebruiken, mids hy maar zorg draage, dat hy telkens Prolongatie verzoeke, en een half, of een vierde ten honderd aan de Bank betaale. In de RecipiJJen, van welken wy fpreeken, gefchiedt ook vry wat handel, wanneer de houder derzelven niet voorziet, zyne ingebragte fpecie te zullen noodig hebben. De Baren goud en zilver mogen, hier ter Stede, niet geëjayeerd wor- den , dan door de beëedigde Eflayeurs (/>), een van welken zig, hiermede, in een der vertrekken van de WifTelbank, bezig houdt. • De EJfayeurs, die thans agt in getal zyn, wor- den , op voorfchry ving van Burgemeefleren, door de Generaale Muntmeeflers, aange- fteld. (I) Handv. tl. 67s», 1S9!.
(m) IV. Deel, I. Boek^, tl. 48S. (n) Refol. Vroedfeh. W. 1». jo Jxny, 5 ^iu<r, 1645,/.
J4. SS , SS verfa, (>) Handv. bl. 6yt. (p) Handv. bl. 67g , 679. |
|||||||||||
KOOPHANDEL.
|
||||||||||
IK. Boek.
|
||||||||||
541
|
||||||||||
daartoe, vooraf, verlof van Schout of Sehe- Wissel-
penen hebbe. De Wiflelbrieven, hier ge- hakdel. ilooten, moeten, zo zy niet betaald wor- den , worden geproteßeerd, naar de gewoon- ten der Plaatfen ,.op welken dezelven getrok- ken zyn (y). De Acceptatien van Wiffel- brieven moeten hier gefchieden , met on- dertekening van den naam des Acceptants, en by voeging van den tyd der Acceptatie (z): welk laatfte, nogtans, niet in gebruik is, dan wanneer de Wiffelbrieven, op eenigen tyd nazigt, getrokken zyn. In 't jaar 1662, hebben eenige Koopluiden verklaard, hier ter Stede , gebruikelyk te zyn „ dat de „ Acceptant tot betaalinge verbonden is, „ al werdt de Trekker fchoon onvermogen- „ de, zonder dat hy zyn verhaal by de En- „ doffanten zoeken kan; en dat dit zelfde „ ook plaats heeft omtrent hem, die een' „ Wiffelbrief, onder Proteffc, ter eere van „ den Trekker, geaccepteerd heeft (a)." Wyders, is by de Keuren vaftgefteld, dat geaccepteerde Wiffelbrieven op verbodem- de goederen , voor Bodemerybrieven, be- taald moeten worden (/->): ook, dat iemant, elders woonagtig , eenen Wiffelbrief, die hier betaald, moet worden, accepteerende, by zyne acceptatie, aanwyzing moet doen, waar de houder de betaaling, ten vervalda- ge, hier ter Stede, zal können bekomen. En wanneer zulke Wiffelbrieven, of eenige andere partyen, voor iemant anders, in de Bank worden afgefchreeven,moetopdeAs- fignatie duidelyk gemeld zyn, voor wien de affchryving gefchiedt (c). De tyd, op wel- ken , een Wiffelbrief vervallen zal, begint te loopen van 's daags na den dag der trek- kinge of acceptatie; zo dat een Wiffelbrief, houdende op drie dagen na dato of zigt van den eerden May, den vierden May vervalt, en by mangel van betaalinge, binnen zes dagen daarna, geprotefteerd moet worden, zo men zyn regt op den Trekker en op de Endoffanten niet wil verliezen; welke zes da- gen , in het gemelde geval, beginnen te loo- pen , met den vyfden, en eindigen met den tienden May. Doch wanneer deeze zes da- gen verloopen, terwyl de Bank geflooten is, kan men, na 't opengaan van de Bank, zon- der zyn regt te verliezen, nog drie open Bankdagen wagten, voor dat men behoeft te protefteeren (//). In 't jaar 1663, ver- klaarden eenige Koopluiden, dat een Hou- der (y) Handv. bl. j*?, $43.
(z.) Handv. bl. 54;. (a) Handv. II. $44.
(b) Handv. bl. 538.
(c) Handv. bl. 54«.
(</> Handv. */. j+5, sn, as, H*.
Zzz |
||||||||||
Dissel- moeten betaald worden. En in 't jaar 1643 ,
«AtoEL, ,Werdt het zelfde omtrent Wiffelbrieven van drie honderd guldens en daarboven gekeurd («). Doch deeze Keur heeft niet tonnen worden naargelcomen. Het fteigeren der Agio van 't Bankgeld is oorzaak geweeft, dat veele Wiffelbrieven getrokken zyn in Casgeld te betaalen; gelyk, nog dagelyks, gefchiedt. De meefte Wiffelbrieven wor- den , nogtans, in Bankgeld betaald , met naame zulken, die, uit Frankryk, Engeland, Spanje ,Portugal en Itaüe, getrokken wor- den : ook veelen uit Hamburg en andere Steden in Duitfchland, in 't Noorden, en aan de Ooflzee. Keuren Wy hebben reeds aangemerkt, dat de han- en Ge- del in Wiffelbrieven, hier ter Stede, al ee- d'e°0Iw"' nigeJaaren>ftefkm zwang hadc gegaan,eer tj^,^''er eenige Keuren op dien handel gemaakt aangaan- werden. Men hieldtzig aan de Gewoonten en de« Ordonnantien van andere Kooplieden, naar welken, ook hier ter Stede, regt gedaan werdt. Van zulke Gewoonten deedt men den Regter blyken, by eene verklaaring van de voornaamfte Koopluiden, van welke ver klaaringen verfcheiden' voorbeelden, in de gedrukte Handvefien (y), te vinden zyn. Het oudfte is van den jaare 1601, waarin alleenlyk verklaard wordt, gebruikelyk te zyn „ dat niemant voor eens anders reke- ji ning trekt , zonder uitdrukkelyken lad ,', daartoe te hebben, en zonder hem, van „ wieri hy laft heeft, daar van, zonder uit- ,', fiel, kennis te geeven. Dat ook iemant, „ die aangebooden heeft, eenigen Wiffel- „ brief, voor eens anders rekening, op hem „ getrokken,te zullen accepteeren, daartoe „ niet gehouden is, zo hy, midlerwyl, re- „den gekfeegen heeft, om van gedagten „ te veranderen,moetende zyne aanbieding „ alleenlyk begreepen worden gefchied te „ zyn, op de onderltelling, dat de zaaken „ blyven zouden in den ftaat, waarin zy wa- „ ren, toen hy de aanbieding deedt (w)." Op den eigenlyken Wiffelhandel, is my gee- ne ouder Keure voorgekomen dan van den jaare 1651 (x). 't Getal der Keuren op dee- zen Handel is in 't geheel niet groot; waar- om wy 'er hier, bekwaamlyk, den korten inhoud van können mededeelen. Wanneer de waarde van eene Wiffelpar-
ty, hier ter Beurze geflooten, en waarvan de brieven overgeleverd of afgezonden zyn, niet terftond voldaan wordt, mag de voldoening by gyzelinge worden gevorderd, mids men f«) Zie Handv. bl. «74, «7fj «7«.
tv) Handv. bl. 541, 54*, j44j j^, («>) Hondv. bl- 54J. • fc*) Handv. hl. J4X. It. STUK.
|
||||||||||
542 AMSTERDAMS IV. Deel.
Wissel- der op, of uiterlyk ten derden dage na den men, tegen een' EndofTant, die de waarde Wissel
handel, vervaldag , moell doen protefleeren , zo van een' Wiflelbrief genooten heeft, wel hand*1* de Acceptant berugt was van infolventie: het zelfde regt van gyzelinge en arrefl zou en in 't jaar 1716, hebben eenige Regts- hebben, als tegen eenen Trekker, eer nog geleerden en Koopluiden verklaard , hier de Wiflelbrief met het proteft aan den Trek- gebruikelyk te zyn , dat men, zelfs voor ker te rug gezonden ware. Sommigen heb- den vervaldag, van nonbetaaling mögt laa- ben geoordeeld van neen, om dat de Keur ten protefleeren , zo de Acceptant zig geene Endoffanten noemt, en om dat de En- van de Beurs hieldt, en openlyk voor on- dofTanten niet flerker dan de Acceptanten vermogend berugt was (e). Schoon men , fchynen te können verbonden zyn. Doch gewoonlyk, by 't vorderen van betaalinge, de meeflen hebben verflaan, dat zulke En- den Wiflelbrief aan den Acceptant in handen doffanten, die de waarde der Wiffelbrieven fielt, is men daartoe, volgens de Keuren, genooten hebben, met de Trekkers, gelyk niet gehouden. Men kan hem in de Bank liaan; in derzelver plaats komen, en in de brengen, daar hy, door de Boekhouders, Keuren, onder het woord Trekkers, begree- bewaard, en eerft na de voldoening aan den pen zyn. Ook worden Trekkers en Endos- Acceptant uitgeleverd wordt (ƒ). De Ac- fanten , in eene merkwaardige Keure van ceptant, noch iemant anders mag eenig Pro- den tweeden December des jaars 1644, aan- tel! , of geprotefleerden Wiflelbrief, onder gemerkt als onder eene en dezelfde verbind- eenen Notaris, arrefleeren, zynde al zulke tenis leggende (£). En zulks is ook, uitdruk- Arreflen, zoze gefchieden mogten, van gee- kelyk, verklaard, in eene Keure van den agt ner waarde verklaard, ten ware men toonen en twintigflen January des jaars 1764., waar- kon , dat de geprotefleerde Wiflelbrief door by aan den houder hetzelfde regt tegen den den Acceptant betaald ware (g). By eene EndofTant gegeven wordt, als hy heeft te- Keure van den tweeden December des jaars gen den Trekker, zonder dat hy eerft tegen 1664, is vaflgefleid, dat de Wiffelbrieven, den Trekker behoeft te doen protefleeren van nonbetaalinge geprotefleerd, met de (/): welke verklaaring, eindelyk, alle twy- Proteflen, naar de Trekkers te rug gezon- teling omtrent dit fluk weggenomen heeft, den zullen worden, en dat, zo deezen de- Doch Wiffelbrieven, binnen de Provincie van zelven onbetaald laaten keeren, de houders Holland en Weflfriesland gemaakt, geeven, tegens de Acceptanten zodanig regt zullen in geen geval, regt van gyzeling en arrefl, hebben, als tegen de Trekkers, naamlyk, en worden niet hooger dan als bloote Aflig- van gyzeling op derzelver perfoon en arrefl natiën aangemerkt (w). Gefchillenoverzaa- op derzelver goederen (£). Doch in't jaar ken van WifTel dienen, ter Vierfchaare, by 1679, is verklaard, dat het terugzenden dpoflille of inklampinge, op de geprivilegeer- van geprotefleerde Wiffelbrieven niet be- de Rolle (n). Voor 't overige, wyzen wy hoeft te gefchieden, zo de Trekkers blyk- den Leezer, die uitvoeriger berigt begeert baar gefailleerd zyn (i). Ondertuffchen , wegens den Wiffelhandel te Amflerdam, tot is, nu en dan, by eenigen, getwyfeld, of den meermaalen herdrukten WiJJelfiyl van J. Phoonsen.
|
|||||||||
(*) Handv. hl. 544, J47.
(f) Handv. hl. 541, 54*.
(g) Handv. */. 541, $43«
(b) Handv. hl. 54J. |
(kj Handv. hl. 5*7.
Il) Keurh. U. ƒ. ?4. (m) Handv. hl. $4«. (») Handv. H. «ie. |
||||||||
(>) Handy. II. ;*;.
|
|||||||||
III.
|
|||||||||
III. Boek. KOOPHANDEL. 543
III. gifler der Correctien deezer Stede (r), Op het Poste-
jaar 1544, gewaagd van eenen Ja« de Vries, ryen.
BEHULPSELS en BEDIENDEN vanden reifende, met der Stede büße, als Kooptnans BINNEN- en BUITENLANDSCHEN bode. Doch ik heb niet können gewaar wor- KOOPHANDEL , POSl'ERYEN, den, dat 'er eigenlyke Poften, of, gelykze, BODEN, WAGENAARS , JA- van ouds, hier ter Stede genoemd zyn, loo- GERS , PAKKERS, BAL- pende en Koopmans-Boden zyn aangeftdd, voor
LASTERS, enz. 't jaar 1568. Myne Heeren van den Gereg-
te fielden toen zes Perfoonen aan, tot Boden
fiefchn/- "f n het befchryven der Gilden, hebben wy op Antwerpen, op eene Inftruótie, die nog ving van J^ reeds van verfcheiden' Perfoonen gehan- voor handen is (j). Doch alzo de Vroedfchap, Behuf • üe'd> d*e zig >ten dienfte van de Koopluiden reeds te vooren, verftaan hadt, dat deeze fels en* en den Koophandel, gebruiken laaten; hoe- aanftellingen, door Burgemeefteren, behoor- Bedien- danigen zyn de Makelaars , Waagdraagers, den gedaan te worden (0 , is zulks, zo ver den van Koofendraagers, Koorenmeeters enKooren- my bekend is, in 't vervolg, ook beftendig- Koop. zetters, Ligtermans,Schuitenvoerders, Slee- lyk gefchied, tot op de groote verandering Wdei en pers, Binnen- en Buitenlands - Vaarders, in 't bewind der Pofteryen, waarvan terftond Scheep- Scheepstimmerluiden en Maftenmaakers , nader In't jaar 1572, werdende eerfteBo- Sf' in.C Lootsluiden en anderen. Doch naardien 'er den op Zeeland aangefteld; in 't jaar 1597, een' nog meer behulpfels en bedienden van den op Rouan; in 't jaar 1604,op Deventer; in Buiten- en Binnenlandfchen Koophandel zyn, 't jaar 1605, op Keulen; in 't jaar 1606'op van welken wy, nog niet, byzonderlyk, heb- Embden; in 't zelfde jaar, op Hamburg; in ben können gewaagen, hebben wy, tot de 't jaar 1609, op Gend, op RyfTel, op Gro* verhandeling daarvan, het tegenwoordige ningen en op Munfter ; in 't jaar 1610, Hoofdftuk gefchikt. op Nieuwmegen; in 't jaar 1611, op Door- Poste- Wy beginnen met de nik en Valenchyn; in 't zelfde jaar , op
Rïen. p Wezel; in 't jaar 1614, op Arnhem enEffi-
Posteryen, merik; in 't jaar 1617,0p Breda; in 't jaar
dienende, voornaamlyk,om Koopmansbrie- lör9, op Leeuwaarden;in 't jaar 1620,0p
ven en pakjes van waarde, van hier, te paar- Dordrecht en opHarhngen, en, in 't jaar de 'zo ver 't mogelyk zy, of anders te wa- 1621, op Delft (a). De tyd van 't vertrek tèr' naar elders, zo buitens-als binnenslands, der Boden, die voor't jaar 1612 waren aan- te vervoeren. Men wil, dat de geregelde gelteld, was, m t gemelde jaar, reeds be- Poften, omtrent het midden der dertiende Paakl (°)- Alle deeze B°d*n reisden, in t eeuwe, reeds inEgipte in gebruik, en, door eerft» in perfoon, met de Koopmans - brie- den Soudaan Bondocdar, ingevoerd waren (0). ven, en t gene hun meer vertrouwd werdt. Doch wat hier van zyn moge;'t is zeker ge- ZY moeften, vooraf, voor zekere fomme, noes dat zy niet, dan ruim twee eeuwen borS ftellen> Ult welke> gevonden werdt 't kater' in Frankrykin gebruik kwamen, ten gene> DY ongeluk of kwaade trouwe, t'ee- tvde van Lodewykden XI (ƒ>} Menzalzjg nigen tyde> Ye™ift mögt worden (10): ge- dan niet verwonderen, dat, hier ter Stede, hk men zo vindt, dat de Bode op Antwer- sreene geregelde Pofteryen bekend zyn ge- Pe,n' al m £ Jaar l57%, door de Geufen, ge- weeft voor diep in de zeftiende eeuwe. ¥cde Stads Regifiers van dien tydfpreeken, Voor dien tyd, werden de Koopmans-brie- 1S °Pgehgt geworden (x). Eerlang, werden ven- die zekerlyk minder in getal waren, e,enige Overluiden over de Boden aangefteld, om dat de Koop^iden in perfoon reisden, <ne, wanneer de Boden, by ziekte of ande- om hunnen handel te dryven; of, by gele- re ongelegenheid, met reizen konden,zorg genheid, aan vertrouwde reizigers medege- joegen, dat een ander, m derzelver plaat- leven; of,door de Schippers, af- enaangV f, de reis deedt^). Voorts, mögt het Bo- fragt, moetende de aangebragte brieven denloon of de Bnefportniet verhoogd wor- vanOoftenenWeften,zelfsnogÖtotin'tein- d^> dan met bewilliging van Burgemees- de der zeftiende eeuwe, afgegeven worden teren, die, in t jaar 1634, toeftonden, dat aan 't Paalhuisje op de nieuwe brugge, van - — E net |
||||||||||||
waar zy,door denPaalknegt,belteld werden <-,) doot-Memor. n. 11. ƒ. 124
(?); of, eindelyk, medegenomen door een' fj ItÄ^ÄVtÄ'Ä;!^^
|
||||||||||||
m
|
||||||||||||
Stads Bode. Immers, ik vind, m een Ke- verro, m ■»«•ƒ»,232, 253,137, i+oxw/», 150,157, lis
verfo, 287, 293 vcrfo, 304.
.„ . _ ,„ . (v) Handv. tl. 1075. (o) Voiez. VELLY Hift. de Ftanoe Tom. VI. p. 30. ( . Gloot.Memol> N. IU, ƒ. 11U N; Iv f ,
(p) VoUz. DU Clos Hift. de Louis XI. Tim. II. f. 319. j^j Reu[b G f 9U I- '47 *"■/••
Tem, ui. p. 214. . (y) Gioot-Memot. N. II. ƒ. 3»4 Titrf»
(?) Keurb. H. f. "J vtrfi. "' 3'
Zzz 2
|
||||||||||||
/
|
||||||||||||
D A M S IV. Deel.
raal van Engeland; en 't Poftmeefterfchap, Poste-
welk van der Heyde bekleed hadt, werdtRYEN' gevoegd met het Ampt van CommiJJariffen der Boden op Antwerpen (h), die, federt,ook den naam van Poflmeefiers voerden. Dezelf- de van der Heyde was, in 't jaar 1663, ook Poftmeefter op Frankryk geworden. Doch hy bleef het, insgelyks, maar weinige jaa- ren. Burgemeefteren flooten, in 't jaar 1669, reeds eene Overeenkomft met den Marquis de Louvois, wegens de Franfche Pofterye (f), die, federt, ook aan het Antwerpfche Poftmeefterfchap gevoegd werdt. Omtrent het jaar 1650, werden de brieven uit Span- je en uit Portugal nog over zee herwaards gebragt (£). En in 't jaar 1656, werdt een Galjoot aangelegd, om de brieven, van drie tot drie weeken, naar Portugal over te bren- gen (/). Doch in laater' tyd, zyn deeze bei- derlei brieven ook te lande verzonden, en de Pofteryen op Spanje en op Portugal, insge- lyks , gevoegd aan het Poftmeefterfchap op Antwerpen. Van der Heyde is, eenen tyd lang, ook Poftmeefter op Italië geweeft (/»); doch deeze Poftery is, federt, met het Poft- meefterfchap op Keulen , famengevoegd. In 't jaar 1668, verleenden Burgemeefteren aan Roelof de Bulter Oéixoi, voor den tyd van een jaar, tot opregting eener Pofterye op Texel en 't Vlie; welk Oclxoi, in 't begin van 't jaar 1670, vernieuwd werdt, zonder bepaaling van tyd (n). Te gelyk was 'er, om de koften deezer Pofterye te vinden, eene belafting van een ftuiver van 't Laft gelegd op alle inkomende Schepen, uitge- nomen Noordsvaarders, die maar een' hal- ven ftuiver, en ledigen, die maar een vier- de van een ftuiver zouden behoeven te be- taalen (o). In 't jaar 1713 , bekwam Piet er Roos het Poftmeefterfchap op Texel, de Hel- der en 't Vlie (p); welk, federt, zo wel als de groote Poftmeefterfchappen van Antwerpen, Keulen en Hamburg, aan luiden van meer- der aanzien begeven werdt. Aan de Schip- pers van de Rotterdammer, Haagfche en Delftfche Veeren, was ook eene Poftery toe- geftaan, door middel van welke, zy, dage- lyks, brieven op Delft, Rotterdam, den Haa- ge en eenige omgelegen Plaatfen, te paarde, dee-
(h) Refol. Vieedfch. L'. B. Itjany, tjuly i6S9.f.la6,
ligverfo. L'. D. 9 Nrv. I6S4. f. 17*. Z*. E. 7 Off. 166S. 9 Aug,. 1667. f. 3» verft, 213. L'. F. 12 Maart, 3 May, 10 Dec. 1<S6S. ƒ. 4'»J' verfo, 123 verft. Groot-Memor. N. V. ƒ. lil verfo, 213 verft, 2I4t 2IJ verft. (i) Groot-Memor, N. V. f. 104. N. VI. ƒ. 3 verft.
(k^) Keurb. M./. 119, 119 verft. Zie Handy, bl. 107 t, iaj6.
(I) Groot-Memor. N. IV. ƒ. 118.
(m) Refol. Vroedfch. L'. C. 28 Scpt. 27 OU. uei. %i
Aug. 7 OU. 1SS2. ƒ. 1*2 , i«J verfo, 204 verfo,in. (n) Groot-Memor. N. V. ƒ. 23J. K. VI. ƒ. n verfo,
(t) Handv. bl. 107«.
(p) Refol. Vroedfch. L'. F. 19 Nov. iSSS, f. II} vtrfi,
Groot-Memot. N. IX. ƒ. ijo. |
||||||
S44. A M S T E R
Po5TE. het Bodenloon. op Hamburg, werwaards_ de
RYEw. brieven, voormaals, te fchepe, over Fries- land , plagten gezonden te worden (s), op vyf duivers van ieder' Brief gefield werdt (a). Ook werdt het Bodenloon op Zeeland, en op Deventer enZutfen,in 't jaar 1648, bymy- ne Heeren van den Geregte, verhoogd (£> Doch in 't jaar 1668, bepaalden Burgemees- teren wederom het loon van brieven en pak- jes, die aan 't Keulfche Poft-Comptoir be- iteld werden (c). Het aanwaiTen des Koophandels, in de ze-
ventiende eeuwe, deedt het voordeel van fommige Bode-ampten zo zeer toeneemen, dat zy, door den tyd, te aanzienlyk werden, dan dat de Boden langer in perfoon zouden hebben willen reizen. Byzonderlyk,hadt zulks plaats, in opzigt van de Boden op Antwer- pen , op Keulen, en op Hamburg. Het Bo- de-ampt op Keulen was, reeds in 't jaar 1623, zo voordeelig, dat het, door een Vroedfchap der Stad, gevraagd werdt, die 't Ampt eg- ter nog van zo weinig aanzien oordeelde, dat hy vrywilliglyk aanboodt, zyne Vroed- fchaps-plaats, als onbeilaanbaar met zo ge- ring een ampt, te zullen nederleggen. Én werdt deeze aanbieding aangenomen, en hy tot een der Boden op Keulen aangëfleld (d). De Bode-ampten op Antwerpen, Keulen en Hamburg, allengskens voordeeliger worden- de , doordien men, met de poft op Antwer- pen , ook de brieven op Frankryk, Spanje en Groot-Britanje; met de poft op Keulen, de brieven op Italië, de Levant en een groot gedeelte van Duitfchland; en metdepoftop Hamburg, de brieven op het overig gedeel- te van Duitfchland, en op de Noordfche Ryken plagt te verzenden; zo werden deeze Ampten ook, door den tyd, van meerder aanzien. Henrik Jacobszoon van der Heyde, te Zevenbergen woonagtig, trof, in 't jaar 1659, een Verdrag met Burgemeefteren, we- gens 't beftelloon der brieven op Engeland. En hy is de eerfte geweeft , dien ik, niet meer Bode , maar Poflmeefler op Engeland genoemd vind (>)■ De brieven op Enge- land werden toen over Antwerpen gezonden: doch in't jaar 1661, kwam men overeen, omze regelregt te water over te voeren (ƒ), gelyk, federt, van Hellevoetfluis, gefchied is (g). Van der Heyde werdt, na weinige jaaren verloops, uitgekogt. Burgemeefteren verdroegen zig met den Poftmeefter - Gene- (z.) Groot-Memor. N. IV. ƒ. yS.
(a) Groot-Memor. N. UI. f. 143, 149 verft.
(b) Hdndv. bl. 107$.
(c) Handv. bl. 1076.
(d) Refol. Vroedfch. N- 13. l& Febr. 1623. ƒ. 161. H. 14
28 Jan. I614-ƒ• ":"• (e) Groot-Memor. N. IV. ƒ. 208 verft 210.
(f) Refol. Vroedfch. Lr. C. 9 May 1661. f, 137. DF.
WITT Brieven III. Deel,bl. gjg enz,. Q) Groot-Memor, N. Y, ƒ. 97 •verft.
|
||||||
KOOPHANDEL.
|
|||||||||||||||
III. Boek.
|
|||||||||||||||
545
|
|||||||||||||||
Poste- deeden beftellen (q). Voor 't overige, blee-
Rïux ven verfcheiden' Boden op eenige Steden van
Holland j van de Vereenigde Provinciën en
Generaliteits-Landen, en van Ooftfriesland
en Kleefsland in wezen.
Op deezen voet, is de Binnen- en Bui-
tenlandfche Poftery hier ter Stede waarge- nomen , tot in 't jaar 1747; wanneer aan de Regeering gevergd werdt, het gantfche be- wind over dezelve, en al 't voordeel, welk 'er van kwam, ten behoeve van 't gemeene Land, afteftaan. 's Graavenhaage, daar het Poftmeefterfchap ook onder de voordee- ligfte i\mpten gerekend werdt, en eenige andere Steden waren voorgegaan, met haa- re Pofteryen op te draagen aan den Prinfe Stadhouder, dieze aan 't gemeene Land hadt afgedaan. Doch te Amfterdam, daar de Poftmeefterfchappen zeer goede inkomften gaven, en daar de voornaamflen, door Bur- gemeefteren zei ven, of door derzelver Zoo- nen of Neeven, bekleed werden, kon men tot deezen afftand niet gemakkelyk beflui- ten. Ook fcheen hard, dat men nu afftaan zou moeten van ampten, die, volgens een regt, by aloude Privilegien verkreegen, om alle officien en dienilen, ten nutte der Ste- de vereifcht, te mogen vervullen, begeven geweefl waren; ampten, die, oudtyds, van geringen aanzien waren geweeft, en die, door het aanwaflen van den Koophandel der Stad, alleenlyk ongemeen voordeelig waren ge- worden. Men hadt, 't is waar, het voor- deel der Polleryen befpeurende, reeds in 't jaar 1673, in overweeging genomen, om de tegenwoordige Boden of Poftmeefters telaa- ten uitfterven, en de Pofleryen te laaten waarneemen, ten behoeve van de Stad (f). Doch nooit hadt mengedagt,te zullen kon- nex verpligt worden, om zulk een voornaam inkomen af te ftaan aan 't gemeene Land. In den Haage, werdt 'er, ondertiuTchen, zo flerk op gedrongen, dat Burgemeefteren, den Raad, op dit gewigtig ftuk, by een ge- roepen hebbende , verklaarden „ dat zy, „ voor zig zelven en voor de hunnen, af- „ zagen van alle voordeelen, die, voortaan, „ door 't openvallen der Pofteryen, te wag- „ ten waren; doch begreepen, dat zyze niet, „ buiten bewilliging des Raads, aan 't ge- „ meene Land mogten fchenken." Ook verklaarde de Raad,den affland van Burge- meefteren aanvaardende „ dat de inkom- „ ften der Poitmeefterfchappen, die voort- „ aan Honden open te vallen, bekeerd zou- „ den worden ten voordeele van de bezwaar- „ de geldmiddelen der Stad (s)" En niét- en Groot-Memor. AT. V. ƒ. 8J verft. (r) Relot. Vroedfcfi. L'. I. 3 Jan 1673 ƒ■ 95- l') Refol, Vroedfcti. L'. OO. i? Juny 1747. ƒ. H, |
|||||||||||||||
tegenftaande zyne Hoogheid, de Prins-Stad- Wage-
houder, in Juny des jaars 1748, ter Verga- kaars. deringe van Holland, ernftelyk, aandrong, om de raadpleegingen op het brengen der Pofteryen aan 't gemeene Land, ten fpoe- digfte, te hervatten, befloot de Vroedfchap, eerlang, omze, ten eeuwigen dage, te houden aan de Stad (0- Doch 't leedt nog geene twee maanden na 't neemen van dit befluit, of Burgemeefteren en Raaden werden, door verfcheiden' oproerige beweegingen onder 't volk, gedrongen, af te gaan van dit be- fluit , en de Pofteryen aan 't gemeene Land, onder zekere voorwaarden, over te geeven (u). Sedert, zyn de Polleryen gebragt on- der 't bewind van Commiffariffen der Staa- ten van Holland, die overeengekomen zyn met de daadelyke bezitters derzelven, we- gens eene jaarlykfche uitkeering aan hun, zo lang zy leeven. Ook hebben zy een ruim gebouw gekogt van de Stad, en het zelve tot een Generaal - Poft - Comptoir bekwaam gemaakt: gelyk wy, reeds,elders (v), heb- ben aangetekend. De Koop! uiden hebben dit geryf by deeze verandering bekomen, dat zy alle hunne brieven, buitenlandfchen en binnenlandfchen, aan ééne plaats, können laaten beftellen. OndertiuTchen, heeft men, by overeenkomft of oogluiking, aan fommi- ge Veerfchipp2rs vryheid gelaaten, om aan de Beurs en elders door de Stad kaflen te hangen , waar binnenlandfche brieven op verfcheiden' Steden können befteldworden, die door hen worden medegenomen. Tot geryf van reizigers en Koopluiden,
zyn , hier ter Stede, al vroeg, een goed getal van |
|||||||||||||||
Wagenaars,
of Voerluiden, toegelaaten, die, vooraf ver-
lof verzoeken moeten van Burgemeefteren; welk aan niemant, die binnen de Vryheid deezer Stede woont; een en twintig jaaren oud is, en bekwaame wagens en paarden heeft, geweigerd wordt (tv). Men plagt, nog in de voorgaande eeuwe, geregelde Vragt- wagens te hebben, die, op gezette tyden, dagelyks, op de naafte Steden afreeden. Doch tegenwoordig, en federt het invoeren der Jaagfchuiten, is 'er, op verre de meeften, geen geregeld Wagenveer, dan by beflooten wa- ter. De Pleinen voor de Haarlemmer-, Leid- fche-, Utrechtfche-, Weesper- en Muider- Poorten zyn gefchikt voor de Wagenaars, die van
(t) Refol. Vroedfcb. L'. OO. n Juny, 3 July i74? ƒ
203, 204. («) Refol. Vroedfch. L'. OO. Ij,, 31 wi„r, , ,, f
23», Z5J- (v) III. Deel, I. Boek^, hl. 77.
(k) Handy, tl, ISjQ, I«$4,
Zzz 3
|
|||||||||||||||
Wage-
KAARS.
|
|||||||||||||||
D A M S IV. Deel.
der den Onderfchout van de Diemermeer,wage-
als CommifTaris (y). haars. Doch behalve de wagens , die , door-
gaands , geen' geregelden tyd van ryden hebben, zyn 'er, in de voorgaande eeuwe, met Oólroi van Burgemeeileren, twee ge- regelde Poflwagens aangelegd, een op 's Graa- venhaage , die , gemeenlyk , tweemaal 's daags rydt, en een op Arnhem, die eens 's daags, des morgens, vertrekt. De Baljuw van 's Graavenhaage, Quintin de Veer, ver- wierf, in 't jaar 1660, Oólroi van de Wet- houderfchap dier Stede, voor den tyd van dertig jaaren, tot het aanleggen van een' Poflwagen op Amflerdam. Hier, werdt, in 't jaar 1662, Henrik Jacobszoon van der Heyde, die ons reeds als Poflmeefler op Engeland, Frankryk en Spanje voorgeko- men is (z), aangefteld om, nevens de Veer, 't bewind en 't voordeel van den Haagfchen Poflwagen te hebben. Doch op 't einde van 't jaar 1664, werdt Jacob de Fr ans,Va- der van den beroemden Profefïbr Petrus Francius, in zyne plaats, gefield (a). De Profefïbr verkogt zyn regt tot den Poflwa- gen aan Jacob de Gryp, die 't, federt, aan Niculaas van Duyfi, overgedraagen heeft. Van den Zoon van deezen, Gommarus van. Duyfi, is 't, eindeiyk, by erfenis en maaking, gekomen op de tegenwoordige bezitters (£). Burgemeefteren der beide Steden heb- ben, in't jaar 1754, eene uitvoerige Ordon- nantie op het ryden der Poflwagens van Am- flerdam op 's Graavenhaage en te rug vaflge- fleld, waarby, onder anderen, ook de Vragt- loonen geregeld zyn (c). Ten zelfden tyde, is het Oótroi, voor nog twintig jaaren, die met het jaar 1774 ten einde loopen, verlengd (d\ De Arnhemfche Poflwagen is, eerft in 't
jaar 1687, aangelegd, hebbende den Nota- ris Nicolaas Hoogkamer en zyne Medeflan- ders , daartoe , het eerfle Oólroi verwor- ven (e); welk, federt, ten behoeve hunner op volgeren, meer dan eens, vernieuwd ge- worden is (f). Men heeft, hier ter Stede,veele Zeil-en
Trek-Speeljagten en Schuiten, die tot aller- lei togtjes, meefl binnenslands, verhuurd worden. De Schippers of Verhuurders moe- ten , volgens het eerfle Artikel der Ordon- nantie van den Impofl op het KarofTen-geld enz. van den tweeden December des jaars (y) Handv. bl. I6j«, 16J7.
(z,) Hier voor, bl. J4+-
(*; Groot-Metnor N. V. f. 7S.
(b) Vit een Requeft, van wege de Kinderen yanM. M.
Patmenter, aan Burgemeefteren geprefentcïrd. (c) Vervolg dtr Handv. bl. 133.
(d) Groor-Memor. N. XI. ƒ. 201 verf:
(/) GrootMemor. JV. VII. ƒ. K». (ƒ) Groor-Mcmot. N. X. ƒ. +. N. XI. ƒ. jij.'
|
|||||
546 A M S T E R
van deeze Poorten afryden. Over ieder deezer
vier Wagenveeren, is een CommiiTaris aange- fleld, onder welken, de Wagenaars of Voer- luiden behooren, ieder naar het gedeelte der Stad, waar hy zyne woonplaats heeft. Tot het Haarlemmer-Poorts-Veer, behooren de Voerluiden, woonende langs de weflzyde van den Singel, van den MofTelfleiger af, tot aan den Blaauwburgwal toe : voorts, langs de noordzyde van den Blaauwburgwal; van de Heerenllraat; van de Prinfenflraat, en van de Anjeliers-flraat, tot aan de Stads veilen. En eindeiyk, ook van den MofTelfleiger af, over Droogbak, door de Houttuinen, ins- gelyks tot aan de Stads veflen, de Eilanden daar onder begreepen. Onder hetLeidfche- Poorts-Veer, behooren de Voerluiden, woo- nende langs de zuidweflzyde van den Sin- gel , vaft de Vyzelflraat af, tot aan de zuid- zyde van den Blaauwburgwal toe; en langs de zuidzyde van den Blaauwburgwal; van de Heerenflraat; van de Prinfenflraat, en van de Anjeliers-flraat, tot aan de Stads veflen: en langs de noord weflzyde van de Vyzelflraaten, van den Singel af, insgelyks tot aan de Stads veflen, met al wat daarin begreepen is. Onder het Utre chtfche-Poorts-Veer, zyn begreepen de Voerluiden, woonende aan de nieuwe zyde der Stad, van de Stads veflen of Amflelbrug af, langs de zuidweflzyde des Amflels; de weflzyde van 't Rokin; van de Beurs; van het Damrak, tot aan de nieuwe brug en 't Y toe: wyders, langs den Y-kant, tot aan den Haringpakkers-tooren: dan de ooflzyde van den Singel, tot aan den Reguliers-too- ren , en de zuidooflzyde van de Vyzelflraat, tot aan de Stads veflen, met al wat daarin vervat is. Eindeiyk, is onder het Weesper- en Muider-Poorts-Veer, begreepen de gant- fche oude zyde van de Stad, dat is, al wat van de Amflelbrug af, tot aan de nieuwe brug en het Y toe, ten ooflen van den Am- flel, het Rokin en het Damrak, gelegen is (x). Naar de Diemermeer en Maliebaan , ryden, dagelyks, doch byzonderlyk des Zon- dags , twaalf Voerluiden, zes van welken burgers en inwooners van Amflerdam, en zes anderen inwooners van de Diemermeer moeten zyn. De eerflen zes moeten verlof hebben van Burgemeefteren van Amflerdam, de anderen zes van Dykgraave en Heemraa- den van de Diemermeer. Zy flaan , met hunne wagens, voor de Muider- en Wees- per-Poorten , en aan de Maliebaan. De zes Amflerdammers flaan onder den CommhTa- ris van 't Wagenveer der Weesper- en Mui- der-Poorten , en de zes Diemermeerders on- (*) Handv. bl. i6s<s.
|
|||||
K O O P H A N D E L.
|
|||||||||||
III. Boek.
|
|||||||||||
547
|
|||||||||||
vaten, kiften, kaffen en pakken, Van buiten, B,.. ,s.
met flroo, en Muskovifche matten of grof TERS, lynwaat, op dat de fufl, die de koopman- fchappen vervat, te minder nood hebben zou van, onder 't vervoeren, befchadigd te wor- den. De Pakkers zyn tot nog toe, aangee- ne byzondere Keuren verbonden geweefl. Zy neemen niemant, in hunne byzondere Genootfchappen, aan, dan die, vooraf,ee- ne zekere fomme, ten behoeve'van 't Ge- nootfchap, inbrengt, van welke fomme, aan zyne Weduwe of erfgenaamen, na zyn o- verlyden, nogtans, een gedeelte uitgekeerd wordt. Wy fpreeken niet byzonderlyk van de
Cargadoors, of Makelaars in bevrag- tingen,die de uitgaandeBuitenlandsvaarders van vragt voorzien, en voor de inkomenden de vragten opnaaien: ook niet van de Ex- pediteurs of Verzenders, die den Koop- man ten dienfle ftaan, in het afzenden zy- ner Koopmanfchappen te lande; noch van de CoNvooiLooPERs,dieinkomendeen uitgaande Schippers, op 't Comptoir der Con- vooijen alhier, klaar maaken, en Los- en Laadcedulen van de Koopmanfchappen be- zorgen: noch minder van de luiden, die 't bootsvolk , voor de Koopvaardyfchepen, oploopen en huuren, en in 't gemeen Volkhuurders, of ook wel Kat- en- Hon- den genaamd worden ; om dat, omtrent geenen van deeze bedienden des Koophan- dels en der Scheepvaart, eenige byzondere Keuren of Ordonnantien gemaakt zyn. Om- trent de Volkhouders alleen, die 't Vaarends- volk van huisvefling, fpys en drank voor- zien, en het, vervolgens, aanhelpenenuit- ruflen, is, by eene Keure van den agt en twintigflen January des jaars 1752, bevo- len , dat zy het zelve niet tegen de Scheeps- overflen mogen ophitfen (k). Voorts, mo- gen zy, noch iemant anders, zonder uitdruk- kelyk verlof van Burgemeefleren, hier, ee- nig volk ten oorloge werven, of aannee- men (/). Ten befluite van dit Hoofdfluk, moeten Ballas-
wy nog, kortelyk, gewaagen van de ters. Ballaster s,
zynde eene foort van Schippers, die vaartui-
gen met zand herwaards brengen, om het aan uitgaande Koopvaardy-fchepen , tot Bal- lafl, te verkoopen. Wy hebben, by eene andere gelegenheid f», aangeweezen, waar de Ballaflponten en Vaartuigen, volgens de Keuren, leggen moeten. Hier voegenwe'er by,
(y Vervolg der Handv. bl. 117.
(t) Vervolg der Handv. bl. 26.
{m) Hier voor, IV. Deel, I. B»e{, bl. 429,
|
|||||||||||
Jagsrs. i 749, vooraf, daartoe verlof verzoeken van
Burgemeefleren.
Jagers. Tot het voortjaagen der Trekfchuiten zyn, al in de zefliende eeuwe, of eerder,
Jagers
toegelaaten geweefl, die, in de Stad, of in
derzelver Vryheid, woonagtig waren. De Veerfchippers der Veeren, die, met Trek- fchuiten , zo langs den Amflel, als langs de Haarlemmer vaart, bevaaren worden, heb- ben zulke Jagers in hunnen dienfl, en on- derhouden de paarden, met welken, zy de Trekfchuiten voortjaagen. Doch behalve deeze Jagers, zyn 'er ook nog anderen, van welken allerlei andere Schippers zig bedie- nen , om hunne vaartuigen, by gebrek van bekwaamen wind, of om te meer fpoed te maaken, den Amflel, of andere buiten wa- ters langs te doen trekken. Deeze foort van Jagers of Jagers Baazen, gelykze, in 't gemeen, genoemd worden, houden, ten dien einde, eenige paarden in gereedheid, die, door hunne knegts, bereeden worden. Bui- ten de Utrechtfche Poort, aan den Amftel- dyk, is, reeds, in de voorgaande eeuwe, door de Regenten van het Gaflhuis deezer Stad, eene bekwaame Jagers Stalling opge- regt. En volgens eene Keure van den eer- ften Oótober des jaars 1679, moet van ie- der Jagers paard, zo dikwils als het in de flal gebragt wordt, een fluiver, ten behoe- ve van het Gaflhuis, betaald worden (g). Op het voortjaagen der Vaartuigen langs den Amflel, is, reeds in 't jaar 1599, by eene uitvoerige Keure, voorzien (h). De Jagers moeten zig nugteren houden, en afryden, zo dra zy vragt aangenomen hebben. Vreem- de Jagers, zo van den Uithoorn als van el- ders , mogen, met hunne loffe paarden, en dus zonder vragt, hier ter Stede, geehe ge- woone Trek-, Veer- of Marktfchuiten voe- ren, ten ware zy diergelyke fchuiten her- waards gebragt hadden. Doch alle andere fchuiten mogen zy af haaien, zo lang, aan de Amflerdamfche Jagers, gelyke vryheid, op hunne Plaatfen, gegeven wordt, 't Een en't ander is bepaald, by eene Keure van den dertigften January des jaars 1742 (i). Pakkers. Ten diende der Koopluiden, vindt men, hier ter Stede, ook eenige Genootfchap- pen van Pakkers,
die zig, meefl allen, omtrent den Dam, in
by zondere Kelders, onthouden. Zy voorzien <Z) Handv. bl. i«t».
(b) Handv. hl. 1658. (O Handv. U. 1659. |
|||||||||||
IV.Deel.
|
||||||||||||
AMSTERDAMS
|
||||||||||||
548
|
||||||||||||
een laft leveren (p). Volgens eene Keure ballas«
van den een en dertigften January desjaarsTERs. 1719, mag de Ballafl, nergens dan aan 't Comptoir, op 't Reaalen - Eiland , verkogt worden (q). De prys der Ballafl is, meer dan eens, by 't Geregt, bepaald, en laat- flelyk, by eene Keure van den dertigften Maart des jaars 1686, gefield, van den laat« ften April tot den laatften Oftober, op der- tien , en van den laatften Oftober tot den laatften April, op vyftien fluivers het laft. Die de ballafl komt beflellen, geniet van den gemelden prys een halven fluiver voor zyne moeite. De Ballafters loffen, in den rang, waarin zy aangekomen zyn, ten wa- re iemant meer ballafl begeerde dan de Bal- lafler, die aan de beurt legt, inheeft, in welk geval hy zyne beurt moet laaten voor- bygaan, tot dat 'er een kooper kome, dien hy geryven kan. De Ballafters, die, voor 't opengaan van den boom, aangekomen zyn, moeten looten, wie hunner 't eerft bin- nen fchieten zal (r). Alle welke Keuren, ten voornaamen deele, nog tegenwoordig, on-, derhouden worden. (l>) Handv. tl. 940.94z.
iq) Handv. tl. 14.9«. Vervolg der Handv. hl. ui.
(r) Vervolg der Handv, tl. 120, Keuib, Q^ ƒ. 113 verft,
|
||||||||||||
by, dat de Ballafters zig, zo dra zy hier ter
Stede aankomen, moeten aangeeven aan 't Comptoir van den CommiJJaris over de Bal- laflers, aan den Zandhoek, op 't Reaalen- Eiland. En by eene Keure van den vyf en twintigften January desjaars 175a, is hun verbooden, van de aangeweezen Legplaats te vernaaien, voor dat hun, van wege den Commiflaris, aangezeid is, waar zy loffen moeten («). De Commiflaris geniet drie duiten van 't Lafl (0). Hy heeft drie beëe- digde bedienden onder zig, en draagt zorg, dat de Ballaflponten, behoorlyk, gemeeten, en op de maat gelaaden worden» De te- kens deezer maat zyn twee roozen, aan den voor- en agterfteven, die midden in 't wa- ter moeten leggen , wanneer het vaartuig, naar behooren, gelaaden is. De maat van 't vaartuig ftaat boven de roozen. Op 't valfch laaden, het verplaatfen der roozen, en andere misbruiken der Ballafters , zyn, by verfcheiden' Keuren , boeten gefield. Wanneer zy laft breeken, moeten zy vier en twintig afgeftreeken geykte manden voor («) Vervolg der Handv. tl. izr.
(«) Gioot-Memor. N. IX. f. 147,21; verft, 22« verft.
N. X. f. 100 verf». |
||||||||||||
BY-
|
||||||||||||
K O O P H A N D E L.
|
|||||||||||||||||||||
III. Boek.
|
|||||||||||||||||||||
549
|
|||||||||||||||||||||
B Y L A AG
|
|||||||||||||||||||||
E N S"-
|
|||||||||||||||||||||
Bylaa-
GEN
L'. A.
|
|||||||||||||||||||||
L'. A.
|
|||||||||||||||||||||
op het IV. Deel, III. Boek,
|
|||||||||||||||||||||
JLr 4 A*
|
|||||||||||||||||||||
t)it is die Ordinancie die de Scipbeers ende die Coeplude «iet malkander begberen van Scip.
recht. |
|||||||||||||||||||||
In den eerften waiit dat een fcipbrake, jof
dat ment doir feylde wair dattet wair doch- tet den Coepludeii, den ftuerman ende den meer- ren hoep van den ghéfelfcap goet dat ment ma- ken mocht, föe Ibildet die Scipheer maken, en- de bringen den coepluden höh* goet, däer hyt hen geloeft hadde des hem god fpaerde voir óngheual, ende wairt dat ment fcip niet wel we- der maken en mochte die Scipheer foude dan fyn volle vracht hebben van alfo veel goets als die fcipbere den coepman levert, van des coép- mans goede bove niaelvlocde, ertde den coep- man in fyn profyt coemt ende wairt dat die coepman gheen ghelt by hem en hadde, ende en wondet hem die Scipheer niet belonen fö foude die Scipheer van den goede nemen datter ghebercht wair alfoe vele als fyn vracht beliep voir alfo veel ghelts als die coepman t fine ga^ ve an die marcte. Item 't gevalt dat een fcip dat ander aenzcylt
mit onghcual alfo dat dat een fcip met finen goede blivet verloren fo felmen wcrderën die goeden in beydc fcepen te ghcldc eer enichfeip verloren was dan fo fcl die prys van beyden goede te fernen ghefommet betalen datverlören goed pond pon ds gelyc marek mareke gelyc.' Voirt gheliker wys fo felmen prifen diewaerde van beyden fcepen al eer die fcade ghefciede fo fel die prys van beyden fcepen te gader ghe- fommet betalen dat verloren fcip pond ponde «■elyc marek mareke gelyc. b Item het fy dat fake dat een Scipheer leyt ge- laden op ghene fyde 'tzees en hy heeft noet te vercopenvandescoepmans goede totdesfeeeps profyt ende dat fcip blivet verloren mit ónghe- ual fo fel die Scipheer betalen den coepman van. al fo veel goets als hy vercoft heeft, alstan die marct coftede dair die Scipheer loet en dair en fal hy ghene vrachte of hebben. Voirt vercoept die Scipheer enigh goet van
des coepmans guede an defe zyde des zecs, dat fel hy den coepman ghelden als die wedergade ander market gcMct twiffchen den minneften ende den meeften. en dair fel die Scipheer fine volle vrachte of hebben. Item wairt dat een fcip noet hadde, en die
Scipheer begheerde dat ment goet werpen fou- de , fo en foude men niet werpen mer men fou- de den vrachtman eerft vraghen oft fyn wille wair, ende waer 't fyn wille niet ende duchtet II. Stuk.
|
|||||||||||||||||||||
die Scipheere goet, ende hem twien of diïen
van den fcipmans beter ghedaen dan ghelaten, fo foude men moghen werpen, endewoudedie coepman als men te lande quamen fo foudeil fy twee of drie die in den fchepe waren zwe- ren , dattet noetfake dede, en wair dair ghien coepman in den feepe ende men noet hadde te werpen, fo wes dan die Scipheere goet dachte mitten meerren deel van fynen ghéfelfcap dat foudemen dair toe doen, ende wes goet dat- men werpt dat fel men rekenen alft aen die mar- ket gelt , pennine pennincs broeder van alfo vecle als dair of blivet, als die vrachte dair of betaelt is, ende die Scipheer fcl gelden van fi- nen feepc. jof van fyure vrachte wes die coeplude dair of kielen; ende hoe die Scipheer fyn fcip' fettet dair moghent die coepluden voir nemen op ein ghetide, ende wairt datter yemant wair in eenen feepe dair men worpé, ende hadde hy geit of ander goet in fynre Kifte dat foude hy openbaren eer datmen worpe, ende als hyt o- penbairt hadde fo foude hy gelden te werpeli- gelde van finen gelde te rekenen twee pennin- ge voir een ende des gelycx wartet gheworpen fo fondement rekenen twee penningen voir een,mar wair dair ander goet in die Kifte dat foudemen rekenen gheliken ander goet, alft wairdich wair ende waer datter ghelt yemant vter Kifte name om fyn fyde fo en foude men niet dair of ghel- den , ende, wair datter ymant geit of ander goet hadde ihder Kifte en hy des niet ope'nbäirde als men worpe, ende worde' die Kifte dair dat in wair geworpen jof behouden, fo en foudemen die Kifte niet hoghcr ghelden dan drie feilde alfo verre als die Kifte beilegen wäre ende wairt dat fy onbeflègen wair, fo foudemen gelden als 1'v waifdigh ware, ende wair datter geworpen worde een matte mit icnen bedden, dat foude men rekenen voir drie feilde ende wair dats te doen ware datmen loten foude, fo foudemen des raet vraeghen den coepman , die inden feepe wair, ende dachtet den coepman niet goet, wes dan die Sciphere goet dochtte mitten meer- ren deel van den ghéfelfcap dat foude voirt gaen, ende wair dair gheen coepman in den feepe wes dan die Sciphere ende den meerren deel van de ghéfelfcap in de feepe goet dochte dat foude men dair toe doen te loten, ende van lotenghel- de te nemen, föe veeïe men dair op let ende redclix is of als dair woenlic is , ende dat Io- Aaaä te- |
|||||||||||||||||||||
S5o A M S T E R D A M S IV. Deel.
tegelt te rekenen ende te betalen gheliken dat dient half fyn loen, ende ghenoeght die fcip- Btlaa-
werpeo-elt. • man te fceyden van den fciphere desgelycx is gen Een'fcip vairt van enigen coepftede het ghe- hy hem weder fculdigh, mar wairt dat hy van- L- A«
valt dathi kerft'maft of kabel of anker by on- der marct zeylde buten in t Vlye of int mairs- wcder binnen of buten om fcip ende ghoede te diep ende weder opzeylde ende op leyde, fo bero-en dia fciphere is fculdich, den coepman hadde die fcipman fyn vollen loen verdient, en- te vraghen ende hem te daghen finen [noot] de woude die fcipman fceyden van den fcipheer, ende dat is te behoudene Lyf ende ghoet ende fo foude die fcipman weder gheuen al wat hy 't fcip, dat feilen fy rekene ouer 't goet, alfe op geboert hadde ende alfo vele dair toe. van werpen, ende wairt dat die coepmanfide, Een fcipman wair dat hy vairt met enighen Ie en «heue dair ghien jawoert toe dairom en man fo is hy fculdich der coepluden ghoet te foude "die fciphere" dat niet laten mer die. fcip- hauenen als den fciphere en den ftuerman goet here foude dat zweren als hy te Lande quame dunct mit ten Vrachtman ende voirt van eiken mit hem derden,als dattethemnoetfakendede. laft rogge te cuelen enen groten alfo dicke,als Een fcip vairt van eeniger coepftede een fcip- fyfe cuelen, ende wairt dat fy den rogge oft
heere is tafteren ende vercoept guet opdenbo- tarwe niet en hauenen noch cuelen en woude, dem, fo is die fciphere fculdich alfo veer als dat foude fy verbeteren tots feipheers ende ftuer- die bodem alfo vele te lande bringhet, dat te mans feggen ende van wt te fcieten enen gro- betalen an der eerfter market dair hy coemt, ten, ende voir tweehondert wagenfeots enen binnen viettien dagen dairna ende dat fel hybe- groten, ende een hondert. knaerhouts enen gro- talen twiffchen den minneften ende den ineeften ten, ende van een vat aflehes enen penninge, ende wairt dat die fcipheere die coepman niet ende van eert laft hafinx enen groten, ende van vol en dede ende den cogge vercoft ofte een een lalt pekes ende teeres als die fciphere ander fciphere dair iniettedefomoghtdiecoep-' voert enen groten, ende dit voirsz guet dat hier man dat fcip aenfprekcn binnen jare ende bin- voirsz ftaet dat mach die fcipman alfo lange ncn dage ende fyn geit dair of hebben gheliker- houden an dat boert', wint die coepman des wys of hy dair ïeghenwoirdigh wäre, ende dat fcipmans ghemoedeheeft, ende voirt welk guet fel hy betugen mitten feipheers zegel, ende fo dair men ene paleye ombringhet opten maft van en mag hy dair niet tégens fegghen. enen vat vlaffestwée grote van een half vat vlas Een fcipheer vervraght fyn 1'cip ende laetfyn eene groten van een pak wandes twee grote en-
reyfe te doen, ende hier en binnen bliuet fcip de van eenen terlinc enen groten van een ftuc- te legghen, alfo langhe dat hem ghelt ghebreect, ke wyns twee grote van een pyp wyns een gro- die fefpheere magh wel finden in finen lande om ten ende voirt wairt dat fy t verfuymden der geit mair hy en moet genen goeden wynt ver- coeplude ghoet, alle' die an den winnegelde Ie o-o-hen dede hy 't hy wair fculdich,die coep- deelde, die foude die feade ghelden ende wairt luden horen fcade. te verbeteren, rherhy mach dat die fcipmans vragheden, den fciphere jof wel vander coeplude goet nemen finen noet- den ftuerman, jof dat touwe dair fy mede trilen turfte ende als dat fcip coemt dair hyt'loflenen foude ftarek ghenoegh wair eridefy dan Ja fei- fel, fo lel die fciphere dat goet betalen als dat den, brake dat touwe, dan fo foude die fcip^ ander ghelt 'vten feinen fcepe twiffchen den min- here den fchade ftäen, die dair of vallen moch- neften ende den meeften, ende die fciphere fel te, mer en vraghent die fcipmans niet, fo fou- fine volle vrachte dair of hebben. det wefen als voirsz. is. . ., Een fcip zegheit van enigher market ende he- Een fcip vairt van enigher coepftede dat den
liet o-heladcrt finen vollen laft fo en is die fcip- anderen aenzeghelt fyns ondanckes dat foude here&niet fculdigh eenich ander goet in te ne- die fcade half ghelden, mer dade hy willens fo men, het-en fy by oirlof vanden coepman, ende foude hy die datailderfcip aenzeghelde de fca- dedc hy anders die fciphere foude verboeren al- de alleen ghelden. fo langhe als dat ghoet wairde dat hy inname-, Een fcip dat laghc in enigher hauene ende
wair dat hy worptc het -ten waife dat die fcip- worde driuende óp een ander fcip, ende hem heer te voren feyde, ghy heeren ik zal dair alfo fcade dede dat fouden fy half ende half ghel- veei goets in nemen. den. t Gheualt^dat hem die fciplude verhuerenter Een fcip dat comt ïn eenre hauene, dat fel
tyt mit haren fciphere endeenichvanhemluden een dobber öp fyn ancker hebben, ende wairt o-aen yten fcepe buten oirlof ende drincken dat hys niet en dede ende dair fcade ,by fciedc droncken ende maken kyf, het ghéualt datter die fchade foude hi half beteren, enigh ghewont wert, die fciphere en. is hem niet Een fcip dat coemt om den Schaghen of wt fculdigh ghenefen te doen op de leeepscofte, noirweghen dat felmeri loffenen binnen viertieiï mer hy machfe vten.fcepe doen, ende hueren daghen, endé fine vrachte gheuen ende desge- inder ftede van hun Luden, ende coftenfe meer lycx alle fcepen vander zee van hamborch -of fy fcllcnt betalen moeten, ende den fciphere van anderen landen, dat felmen loflenen bin- wederkeren dat fy van hem ontfailgen hebben, nen achte daghen ende hem fine vrachte te mer fendetfe die fciphere in enighen dienfte gheuene.- van den fcepe, dair fy hem quetfen of wonden Een fcip dat ladet tot Schonen of andere wair
fy fyn fculdigh te warden ghcheelt óp des fceeps hy fy verbonden in Vlaenderen of in anderen cofte. marcten ende het coempt tot aemfterdam van t Gheualt dat een fciphere een fcipman huert noetfaken ende dat zweren wil mit finen ftuer-
ende fo comen in enen twifte, dat die fciphere man, ende mit tween fcipmanncn dattet hem een fcipman oirlof geeft, hy en mach hem o- noetfaken doet, ende wairt dat die fciphere dat penbair fcout gheuen, die fcipman heeft ver- fcip niet rede en mochte maken buten ommete zeghe-
|
||||
KOOPHANDE L.
|
|||||||||||||||
551
|
|||||||||||||||
III. Boek.
|
|||||||||||||||
ende te rede quame aen fyn ancker ende onbe- Bylaa-
kent ware ende wonne men een Leytfage, dat gen fcip ende guet te hauenen , wes die Leitfaghe Lr. A. dair van hebbe woude dat foude betalen dat fcip ende guet gheliken werpguede. Wat fcepe comen in 't Vlye of in t mairsdiep
van ommelant ende hier op wefea willen ende iil dat men dair een Leytfage wint, t fcip ende guet hier op te bringhen, des fel die fciphere die Leitfage die coft gheuen, ende die coeplu- den füllen die leytfaghe loenen van horen guede. Een feipman die fyn fciphere ontliep mit fi-
nen ghelde dat hy hem ghegeuen hadde des en die fciphere mochte betugeii mit tween fcip- mans fo hadden die feipman die galghe verdient. Een fciphere benoet enen feipman mit qua-
den feyte ende hy en dair af mochte betughen mit tween fcipmans, dien foude hy oirlof mo- ghen gheuen ant eerite lant dair die fciphere quame fonder yet dair an te verboeren teghens den feipman nogte gïen loen hem te gheuen. Wair dat een Ituerman ofte een feipman hem
beftadede mit enen fciphere ende die ftuerman ofte die feipman een fcip cofte dat hy lelue voeren woude foe foude hy quyt moghen we- fen van den fciphere mer hadde hy loen van den fciphere opgeboert dat foude hy hem we- der gheuen» Ende wairt dat een ftuerman of een feipman
hem beftadede mit enen fciphere ende die ftuer- man oft die feipman een wyf name ende op ten lande bliuen woude die foude quyt welen van .den fciphere maer hadde hy ghelt of loen van- den fciphere ontfaen dat foude hy hem weder gheuen. |
|||||||||||||||
Bylaa- zeghelen , foo foude hy dat goet binnen fenden
gen op des fcipheers vrachte en op des coepmans h. Ar. tollen.
Een feipman coemt aen der marete mit finen
fciphere, die is feuldigh in dat fcip te bliuen alfo langhe hent dat fcip lofle is ende weder gheballaft is, dattet legghen mach. Een fcip dat mit guede zegelde an den gron-
de ende fcip ende guet in vrefen wair te ver- liefen , ende mochtmen dan crighen lichtfce- pen, t guet mede wt te lichten, wat die cofte, dat foudet fcip ende guet betalen , gheliken werpghelde en Wair dair ghiencoepman in als men an den gronde zeghelde, dat foude die fcip- here ende twee fcipmans zweren, wilment hem niet verdraghen, dattet fcip ende goet in vre- fen was anden gronde. Een fcip dat quame in mairsdiep of in Vlye
dat alfo diep ghinge dattet hier niet op comen mochte , ende wonnen men dan Lichtfcepen, wat die coften, dair of foude t fcip betalen die tweedeel ende t goet dat derdendeel, merwairt' dattet fcip hier niet op en quame, fo foude t fcip alleenig die lichtfcepen alleene betalen ende loenen.
Een fciphere als hy t guet uit finen fcepe
ghëfceept heuet fo mach hy t guet by iynre boert houden, voir fine vracht ende voir on» ghelt dat men dair of fculdich mochte weten, wil hys hem niet ghelouen. Wairt dat hier lichtfcepen quamen die guet
Opghelicht hadden uit fcepen die vander zee quamen die foudemen loflenen binnen V. wer- kedaghen na den dagen dat fy hier quamen. Een fcip dat quame voir een voirlant mit no-
den van weder beneden een meente hauenen |
|||||||||||||||
V. B.
|
|||||||||||||||
Aaaa a
|
|||||||||||||||
II. STUK.
|
|||||||||||||||
AMSTERDAMS KOOPHANDEL.
|
||||||||||||||||
IV. Deel.
|
||||||||||||||||
55*
|
||||||||||||||||
Lr. B.
Aäe der Zvseedfcbe Regeeringé van den negenden February des jaars 1579, waarby de Stad
Amflerdam, in de vrye vaart en handel op Zweeden, bevejtigd wordt. |
||||||||||||||||
Bylaa-
GEN
Lr. B.
|
||||||||||||||||
Wy Jacob vanGodes gnaden arsfbiscop to
Upfall Gans to Stiengeneff Ludeke to Wefteaars van der fuiven gnade biffcoppe Sten ftur Swedenriches vorftender negels ftur gods- leff kargon Eftif yfacfon gregorius matthieffen ako Janlon negels Vaderfon zitter vnde arnik tioele wepner rikes redere in Zweden don kunt vnde openbar nae dane dat wy nw in vriend- fcop vnd leue affefpraken hebben to eyne vul- lenkomen ende de tweydracht vnwille vnde veigdc de dar nw lange tit vtgeftan heft tufchen deine achtboren vnde geftrengen zitter her yf- felen axelfon vnfer medebroeder vnde de erfa- men ftede lande vnde manfcop in hollant. So mogen fe al to hant hir namals vnde fcolen dergliken oik ervarende kopman van hollant fe- ker vri velich ende vmbefchadiget au perfonen, fchepen vnde gudere zegelen wanken varen vnde keren to fewart vnde lantwart hirinZwe- dcn-rike vnde buten vppe fulke olde vruntfcap alze tuflchen deme rike van zweden vnde hol- lant alle tit touorend gewefen is vor vns hn. yffelen axelfon fine broederen her Erik unde her Lauerens axelfones vnde mer anderen ere vrunden in Zweden de dar omme vnfe vnde Swedenrikes wille don laten fcolen vnde wil- len by vnferne alderbeften gelouen vnd war- heyde by zodanighen befchede vnde wilkore |
dat de Stad Amfterdam van allen den gennert
wegen in hollant enne wille vnde fcolen wed- der vmme geuen vnde enne antwarde tufchen dut vnde funte michels negeft tokomende ere vulmeihnge openbare befegelde breue vnde quittancien fo dat allent dat dar gefchen is tufchen de vorgename hollanders ende hr. yffelen tot dusfenredage zal al to male in vrunt- fcop funder jenige namaninge vnde vorder to- feggent afgefpraken wefen fo ock dat he fine brodere vrunde vnde denre mogen vnde fcolen vor de Stat to Amfterdam vnde al holland vri velik vnbefchadiget vnde vnbehindert keren va- ren vnde wanken wor fi to donde unde to be- fchikkende hebben to water vnde to lande. Des to vordermere fekerheyt ende vafteren gelouen laten wy vorgemelden mit willen vnde witfcop vnfe fecrete vnde Ingezengel laten hangen be- neddene an duften brif, de dar gegeuen is to Upfall ann negende daghe ffebruary anno Do- mini MDLXXIX. 't Oorfprongkelyke, berußende ter Tbefaurfe
der Stad Amflerdam, was bezegeld mei elf afhangende zegels , gedrukt, ten deele, in rooden, ten deele, in groenen HxaJJcbe. |
|||||||||||||||
»
|
||||||||||||||||