TESTATEUR en GELEGATEERDE, O F D E
^ nbsp;nbsp;nbsp;t? • H. /Cr* t Llv* ¦
T’ A M S T E R D A M,
l^y de Erven vanJ.LEScAiLjE enDiRsRANK, op de Beursfluis. 172J,
Met Privilegie.
BIBLIOTHEEK DER RIJKSUNIVERSITEIT
UTRECHT.
-ocr page 10- -ocr page 11-AAN DEN HEERE
Regent van het Oude Mannen- en Vrouwenhuis en OppER-CoMMiSrnbsp;SA RIS DER BEIDE WaaLEN, TE
Amsterdam. amp;c. amp;c. iJcc.
fc Myn Heer,
K neeme de vrymoedigheid, dit Bly-
^ 1 ^fpel van Krispyn Testateur en Gelegateerde, of de Erfgenaam door List, aan Uwe Edt: op tenbsp;offeren. Indien het Ur'c Edt:, wiens lief hcb-bery der Tooneelpoëzy, den liefhebberen zonbsp;bekend is, dat ik haaren lof daar omtrent nietnbsp;behoeve op te haaien, kan behaagen, cn den Armen voordeel toe brengen, zal ik t’eenemaal voldaan zyn; want het is geenfins myn oogmerk Uwenbsp;A 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Edt:
-ocr page 12-Edt: te vergen het tegen al te naauwziende muggezifters te belchermen, veel min liet harnas voor deszelfs misflagen aan te trekken; dewylnbsp;ik uwe heusheid dan al te veel zoude misbruiken,nbsp;en vergeeten dat ik reets ben,
Myn Hesr,
Uvis Edts^ vifpUchUgfic dienaar
VAN DE
De Staaten van Holland cn Weftvrieflaiid doen te wecten i al-foo ons vertoond is by de Regenten van het Burger Weeshuis ende Oude Mannenhuis der Stad Amfterdam , en , in die qualiteyt, te fimen eygenaars, mitsgaders Regenten van dennbsp;Schouburg aldaar, dat fy. Supplianten, federteenige jaaren hebbende gejouiflêert van onfen OtSroyc cf Privilegie van dato deonbsp;11 Mai 1699-waarby wyaanhenSupplianten, inhunquali-teyt hadden gelieven te confenteren, accorderen ende Odtroye -ren, dat fy, gedurende dentyd van vyftien eerft achter een vol-,nbsp;gende Jaren, de werken die doenmaals ten dienfte van hct Too-neelreets gedrukt waren, ende van tydtottyd, nog vorder innbsp;het licht gebracht, ende ten Tooneele ge voert foude werden,nbsp;alleen foude mogen drukken , doen drukken , uytgeven endenbsp;verkoopen , nu ondervonden, dat de Jaaren, by het voorgemelde ons Odlroy of Privilegie genaamt, op den 11 deezer Maandnbsp;Mai was komen te expireren; endedcwyl de Supplianten teunbsp;rneeften dienfte van de Schouburg, (waarvan hunne reipeöivcnbsp;Godshuyfeii onder andere mede moeften werden ^cfubcenteert,)nbsp;de voorgemelde Werken, foo van Treurfpellcn, Blylpellen,nbsp;Kluchten, als anders, die reels gedrukt,en ten Tooneele gevoertnbsp;waaren, of in het toekomende gedrukt, cn ten Tooneele ge-voertfoudemogea werden, geernealleen, gelykvoorheenen ,nbsp;ioude blyven drukken, doen drukken, uytgeven en verkoopen.nbsp;ten cynde deielvc Werken, door het nadrukken van andere,nbsp;haarluyfter, foo in taal, als in fpclkonft, niet mogten komennbsp;te verliefen , deg dat zulks aan hen Supplianten, na de expiratienbsp;Van hetbovengcldconsOcbroy; en zulks na dea II Maideezesnbsp;A 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Jaars
-ocr page 14-Jaars 1714. nier gepcrmiteert zoude wefen, zoo vonden zy Supplianten hun genootfiakt fig te keeren tot ons, onderdanignbsp;verloekende, dat wy aan hen Supplianten, in hareboveugenjcl-dequaliteit, geliefden te verkenen prolongatie van het voórlz.nbsp;Ofiroy of Privilegie,omme de voorfz. \Verken,zoo van Treur-fpellen, Blylpelkn, Kluchten als andere, rccrsgernaakten tennbsp;•Tooneele gcvoert, en als nog in het ligt te brengen ende tennbsp;Tooneeletc vosren, den tyd van vyftieneerft achtereenvolgende] aaren, alleen te mogen drukken en verkopen, ofte doennbsp;drukkenen verkoopen, met verbod aan alle andere op zeekerenbsp;hooge penen, by ons daar tegen te llatueeren in comtnuni forma; So is ’t dat wy de zaake, ende’tvoorfz verzoek overgemerkt hebbende, ende genegen wezende, ter bede van de Supplianten, uyt onze rechte wetenfehap, Souveraine magt ennbsp;autoriteyt, defelve Supplianten geconfentcert, gcaccordeertnbsp;ende geoöroyeert hebben, confenteren, accorderen ende oc-troyeren, haarbydeeze, datzy, gedimrendedentydvanvyf-tien eerftagtereen volgende Jaaren de voorfz. werken, zoo vannbsp;Treurfpclkn, Blyfpellen, Kluchten als andere, rects gemaaktnbsp;ende ten Tooneele gcvoert, en als nog in het licht te brengen,nbsp;ende ten Tooneele tc voeren, binnen de voorfz. onze Landennbsp;alleen zullen, by continuatie, mogen drukken, doen drukken,nbsp;uytgevcn en verkoopen, verbiedende daarom allen en een yge-lyk, de voorfz. Werkan, in 't geheel oftetendéele, naar tenbsp;drukken, ofte, elders naargedruckt,binnen den zelve onze landen te brengen, uyt te geven, of tc verkoopen, op de verbeurtenbsp;vanalledenaargcdrukte, ingebragte, ofte verkogte exemplaren , ende een boete van driehonderd guldens, daar en boven gt; tenbsp;verbeuren, te appliceren een dardepartvoordcnOffitier, dienbsp;dscalangie doen zal, een darde part voor den Armen der Plaat-fen daar ’t cafus voorvallen zal, ende het refterende darde par tnbsp;voor de Supplianten, alles in dien verftandc, dat wy de Supplianten, met dezen onzen Odtroye alleen willende gratificeren totnbsp;verhoedinge van hare fchade door het nadrukken van de voorfz.nbsp;Wereken, daar door in genigen decle verftaan den inhoude vannbsp;dien tcauthorilèren, oftete advouëren, ende, veel minde zelvenbsp;onder onze Protexie code befchermiDge eeaig meerder credit,nbsp;aanfien of reputatie tc geven,nemaar deSupplianten in cas daarin-ne iets onbctioorlyks zoude influërea,alle het zelve totharen lasten zullen gehouden wezen te verantwoorden, tot dien cynde
wei exrrefielykbegeercade,da' by aldko zy d^aeoMfO'Siroye,
voor de voorfe, Wercken iullcn willen Hellen, daar van geeu geabbrcvieerde ofte gecontraheerde mentie zullen mogen maa-ken gt; nemaar gehouden zullen wezen het zelve Oftroy in ‘t geheel en zonder eenige omiflic, daar voor re drukken gt; oftenbsp;te doen drukken, endc dat zy gehouden zullen zyn een exemplaar van de voorfz, Wereken, gebonden ïnde wel gcconditio-ueert, te brengen in de Bibllotheccq van onze Univerfiteyc totnbsp;Leyden, ende daar van bchoorlyk te doen blyken, alles op penenbsp;van hcteffeift van dien te verliezen, ende ten eyndedc Supplianten dezen onzenOdlroye ende conlente mogen genieten als naarnbsp;behooren, laften wy allen ende een ygely k, die 't aangaan mag,nbsp;dat zy de Supplianten van den inhoude van dezen doen laten ende gedogen, ruftelyk, vredelyk , ende volkomcntlyk genietennbsp;ende gebruyken, celTeerende alle belet ter contrarie gedaan. Gedaan in den Hage, onder onfen grooten Zegele, hier aan doennbsp;hangen op den drie en twintigflen Mai, in ’tjaar onzes Heer ennbsp;Zaligmakers, feventien honderd en veertien.
A. HEINSIUS.
Ter Ordonnantie van de Staaten, SIMON TAN BEAUMONT,
De Regenten van hetWees-en Oude Mannenhuis hebben in haare voorfz. qualiteit, het recht van decze Privilegie voornbsp;Krispïn, Testateur en Gelegateerde, of de Erfgenaam DOOR List, Blyfpcl. Vergunt aan de Erven van J.nbsp;Lescailje en Dirk Rank.
In Amprdam, den 8; January i72y.
Gerontes.’
Mevrouw Argantes.
IzABELLE, Dochter van Mevrouw Argantes. Erastes, Neef van Gerontes.
Lizette, Meid van Gerontes,
Krispyn, Knecht van Eraftes.
Kus TORI A AN, Apoteker,
Een Notaris,
Een Lakey.
Twm Kltrktn, zwygende.'
TESTATEUR en GELEGATEERDE, O F D E
B L T S P E L.
eerste t o o n ,b e l.
Lizette, Krispyn.
L I Z E T TB.
GOên dag, Krifpyn. Wel wat mag u toch hamp;n waarts jaagen?
Krispyn.
’k Word hier gezonden van Eraftes, om te vraagen, Of Oom Gerontes wat geruft heeft van de nacht,nbsp;Lizette.
Zeer weinig.
Krispyn.
D’armen bloed! Hy heeft een maand of acht Al vry wat uitgeftaan. Hy mag dat ouwe kouwenbsp;En lekke fcheepje met wat pompen boven houwen;nbsp;Maar ’k vreesjdat hy daar meê geen winter door zal ftaan.
A 5 nbsp;nbsp;nbsp;L
-ocr page 18-Lizette.
Dat kan wel zyn. ’k Was van de nacht geen kleintje ontdaan,
En dacht elk oogenblik, dat hy fcheide uitbet leeven j Tervvyl ik bezig was, hem een klifteer te geeven,nbsp;Die de Apoteker my op ’t hoogde had belaft.
Kris PYN.
Dat doet gy blind’lings, met handfchoenen by de taft ? L IZ E T T E.
Ganfch niet ,Krifpyn; een Man van zulk een inpotenfy En hoogen ouderdom is buiten konfekwenfy.
Ik doe liet hem, gelyk hy zelf getuigt en zegt,
Al ruim zo handig, als de Apteker of zyn knecht. Krispyn.
Een fchoone kwaliteit! Hy zal, voor dat klifteeren, U, denk ik, wel het een of’t andere vereeren.
L I Z E T T E.
Geen kop’ré duit. Hy is zo gierig dat hy barft.
Wy eeteii niet als bry van roggemeel, of garft.
En als het hoogiyd is, een foep vaii kallefspooten. Daar’s een Apcekertje, eeiuluitnreus, van diegrootcn,nbsp;Die hy als Dokter heeft gebruikt een dag of vyf.
Ily denkt, het ventje is klein: 't zal rek’nen naar zyn lyf. Kris PYN.
Is ’t klein; het kan daarom wel groote rck’nings maaken.
L I Z E T T E.
Ik pretendeer ook niet, maar zie op grooter zaaken: Dewyl ik merk dat hier zyn dagen gaan ten end.
En hy rne een beuz’ling heeft belooft by teftament.
K RI s p y N,
Zo meent hy van zyn goed in’t kort te difponneeren?
Ül ZE T TE.
Ja; en zo hy zyn woord houd als een man met eeren, Zal hy myn naam daar in doen ftellen voor een fomnbsp;Van duizend gulden.
Kris-
-ocr page 19-OF DE ERFGENAAM DOOR LIST. 3 Krispyn.
Maak dat ik daar ook in kom.
LI Z E T T E.
Dat is niet noodig; want hy heeft by den eerzaanien Genoeg bloedvrindcn en behoeftige Erfgenaamen,
Die daar op vlammen j zelfs vyf Zidlers met een üroêr, En Zufters kinderen, die zonder Vaêr en Moêrnbsp;Gaan dienen voor Soldaat j daar by ontelb’rc Nceven ,nbsp;Aan wien hy ieder meent een klein legaat ta geeven,nbsp;Denkeens, of dat de fop niet mager maakt, Kril’pyn.nbsp;Krispyn.
Daar onder zal myn Heer wel de voornaamfe zyn. Wat my belangt, ik meen, zo ’k niet geabuzeert ben,nbsp;Dat ik ook eeuigüns aan hem geparenteert ben.nbsp;Lizeïte.
Floe, iy geparenteert? wel waar komt dat van daan? Krispyn.
’k Zal u dat zeggen: ’k heb een Vrouw gehad van Kaan, Die vrolyk en galand vry hoff’lyk will te leeven.
Dit Vrouwtje ging myn Heer vaak een vizite geeven; En hy haar wederom, gelyk een boezemvrind.
In’t kort, hy wield ook zelf eens Peter over ’t kind Waar van myn Vrouw het eerll: kwam in de kraam tenbsp;leggen.
Wat duiikje? heb ik dan geen reden om te zeggen. Dat ik, door ’thuw’lyk, ook beu eenigfiiis Koezyn?
L I Z E T T E.
Ik reken dat gy dan Neefs Zwager zyt, Krifpyn. Krispyn.
Maar raljerie apart •, ’k moet verder rezonneeren.
Jy zegt my dat zyn Oom Gerontes wil teileeren.
Hier dient voor k allereerft te zyn gekonikTreevt, Dat, zo myn Heer daar by eens wierd geekskludeert.nbsp;Of buiten ’t erf van zyii nahiatenfchap gefloten,
Hy ook zyn leeven lang op foep van kaliefspooten Zeu moeten bikken, of op rogge en hav’re bry.
Ten
-ocr page 20-4 K11ISPYN,TESTAT;en GELEGATEERDE Ten tweede, dient ook hier mede aangemerkt, dat hynbsp;Heel foioorig is verliefd, en garen met den ouwennbsp;Argantes Dochter,die hy mind, zou willen trouwen;nbsp;Maar dat haar Moeder, die detoehand weet van Oom,nbsp;Voor af die kat wel eens wil kyken uit de boom;
En zien wil hoe het met zyn erfdeel af zal loopen. Mislukt hem dit heeft hy van ’t Huw’lyk niets te hoo-pen;
Dewyl die geenfins daar toe geeven zal haar ftem.
Des bid ik, dat je toch wat gimftig fpreekt van hem, Gerontes mag hem, als je weet, al taam’lyk zetten.nbsp;Jyzult, indien’t gelukt, daar honderd piftolettennbsp;By profiteren; en daar boven noch, zo jynbsp;Zyt huwelyks gezind, een Weeuwenaar daar by.
Li ZET TE.
Hoe 1 wat is dit, Krifpyn? je fpreekt gelykeen Engel. K RISPV N.
Wel, dunkt u dat zo vreemd? Ik was nog maar een bengel
Van achtien jaar, een vent gelyk een onderdeur, Of’k raakte in dienft by een verftandig Prokureur,nbsp;Daar ik die ftudy en geleerdheid heb gekreegen.
De Vrouw, zo ’k ’t zeggen mag,was my niet ongenegen. En vrolyk van natuur, en vrtendelyk en gul.
Ik fpeulde fomtyds wel met haar op ’t knipperfpul. Lizette.
Als ik een knecht was zou ’k by zulk een meefter bly ven. Kriseyn.
Ik niet: het was een bok, die niet en deed alskyven. Een fteiloor, die ’k vaak heb gewenft voor ien en tien,nbsp;Een ouwe knorrepot, die ganfch geen wit mogt zien,nbsp;En meomeen beuz’ling,uitjaloersheid,opdeedbreeken.nbsp;Maar daar ’s Eraftes, ^ie zal u wel verder fpreeken.
OF DE erfgenaam DOOR LIST. 5 TWEEDE TOONEEL.nbsp;Erasïes, Lizette, Kriïpyn.
L nbsp;nbsp;nbsp;Er.A STBS.
Izette, is Oom in ftaat dat ik hem fpreeken kan ?
LiZE TTE.
Dat is maar zo en zo, ’k Beklaag den armen Man.
’k Dacht gift’ren avond, dat hy ’t webbe van zyn leeven, Voor Zonnen opgang al zou hebben afgeweeven;
Want hy wierd tellekens zo üaau w, als ’k weet niet hoe, En zyne pols trok op, tot aan den elboog toe.
E R A s T F. s.
Helaas! wat hoor ik!
L I Z E T T E.
’k Was afgryfelyk verlegen.' Erastes.
Hoe groot myn hoop is, ’k voel een innerlyk beweegen, Die in myn hart voorfpeld dat doodelyk verlies.
ICri spyn.
Zo was ik mede toen myn Vrouw den aftocht blies; En als zy g’eklipfeert,ent’eenmaal was verdweenen.nbsp;Voelde ik een bitt’reftrydvanlachchenen van weenen.nbsp;Van droefheid en van vreuchd, van blydfchap en vaunbsp;fmart.
Van hoop en wanhoop fel ontfteeken in myn hart j En meer ontroeringen die ik geen naam kan geeven.nbsp;’k Begon ’t eene oogenblik te üdd’ren en te becven: ;nbsp;Waar op ik fchielyk dan weer brande als Etna’s vuurquot;nbsp;Zo werkte in my het bloed, of anderfins natuur.nbsp;Eraste s.
’kBen tot de dood bedroefd,en meer alsikkan uitten; Als ik aan ’t fterven denk, begint inyn hart te fluiten,nbsp;’k Prys zyn berifplng noch, ’t zy ’t reden had Of niet;nbsp;Wyl ’t uit genegenheid en vriendfch^p is gefchied.
-ocr page 22-Lizeïte.
’k Loof, dathy zelfopzyn herftelling niet durft hoopen, Dewyl hy “y zo heeft belaft, terftond te loopennbsp;Naar een Notaris,
E R A S T E S.
Goönük fterfvan droefheid, ach! Wat fmartelyk verlies! Wat doodelyke flag!
Maar ’k bid u, zeg my eens, ’k ben tuffchen hoop en
vreezen ,
Zou ik, na zyne dood wel wat verbeterd wezen? Lizetïe.
Daar twyffcl ik niet aan; hy heeft wat goeds in ’t zin: Mevrouw Argantes was hier gift’ren, zyn vrindin;
En ’k merkte, dat ze met malkand’ren yv’rig fpraken Van huw’lyksvoorwaarde en douariën te maaken:nbsp;Doch kon niet hooren, waar het eigentlyk op floeg:nbsp;Maar Izabelles rtaam wierd duidelyk genoegnbsp;Van haar genoemt. Licht zoekt hy u daar aan te trouwen;nbsp;En dan zoudge al zyn goed wel licht’lykkunnen houwen.
Erastes.
Ach! zo dat waar was,’k ftierfvan blydfchap en verdriet: Van blydfchap wyl myn min daardoor haar wit befchiet:nbsp;En weêraan d’andTe kant door zielsverdriet en fmarte,nbsp;Die my door dat verlies doorpynen zou het harte.nbsp;Lizette.
Het zou ook jammer zyn, dat zulk een koft’lyk goed Verdeeld zou worden door een kanaljeuze ftoetnbsp;Van Erfgenaamen, die wy lichtelyk nooit kenden.
’k Zou fchreijen als ik zag die fchoone boel zo fchenden, En fclteuren van malkalr. Neen, Heer; jy hoord alleennbsp;Die prys te ftryken, en ’t zal ook zo gaan, na ’k meen.
E R A S T E s.
Ik dankjc voor de gunft die gy me fchynt te draagen. Lizette.
’k Heb hem ook vaak gezeid: daar ’s geen van al uw ma-
-ocr page 23-OF DE ERFGENAAM DOOR LIST. 7 Zo deugdelyk, als Neef Eraftes. Dat ’s een Mannbsp;Die u bemind en ook met ieder leevan kan.
Krispyn.
Dat is een meisje, Heer! wie zou zy ’t hart niet fteelen ? Hoe net en kuntlig weet zy haare rol te fpeelen.
Ei, kyk, wat is ze fraai! bevallig en beleeft!
’k Geloof, dat zyhet myne al half gewonnen heeft. Lizette.
Daar komtGeroHtes. Laat ons nu vantoan verand’ren; Hy zou licht hooren, wat wy fpreeken met malkand’ren.nbsp;Krifpyn, jy moet by een Notaris gaan. Omtrentnbsp;Het Hof daar woond ’er een. Vlieg, by den element jnbsp;En zeg, dat hy hier eens moet komen met zya Klerken,nbsp;’k Zal vaft den ouwen paai wat meer zien te bewerken^
DERDE TOONEEL. Gerontes, Erastes, Lizettik
HGerontes.
A! goeden morgen. Neef.
Erastes.
Myn Oom, ik ben verblyd. Dat ge in wat beter ftaat gelyk als gift’ren zyt.nbsp;Geuonte s.
Wat zal ik zeggen, Neef? Dat is wat tuffchen beijen; Ik meende ’t hachje van de nacht te laaten glyen jnbsp;Maar ik ben nu weêr yry wat beter, na ’k gevoel.nbsp;Erastes.
Vermoei u toch niet, Oom. Lizette, geef een ftoel. Die niet, Lizette^ gymoetOomeen armftoelgeeven.nbsp;Die is van meer gemak.
Lizette, un armfloeJgeevendt.
Wat zorgt hy voor uw leevenl ,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Erastes.
k Hoop, d? Hemel, die dus ver u heeftgebrag^'
-ocr page 24-8 KRISPYN,TESTAT:en GELEGATEERDE U zal van tyd tot tyd meer vord’ren doen in kracht 5nbsp;En u uw voorige gezondheid wedergeevennbsp;Waar toe gy, zelf, Oom, door een regelmaatig leeven,nbsp;Al veel kunt doen, indien gy op de wyze raadnbsp;Van een Apteker,die zyn dingen wel verftaat.
Een fpiritus gebruikt, dat op de maag kan werken, Met goeden loepen, om het lichchaam te verlterken.nbsp;Gerontes.
Het laaft’ meen ik te doen; want ik ben zwak en oud. De Aptekeis weegen al hun drek op tegen goud.
Het zyn roofvoogels, die op onze dwaasheid aazen. Zo dra ik maar een veer van myne mond kan blaazen,nbsp;En llechts een weinig fpysmaar nuttigen met fmaak,nbsp;Meen ik een rek’ning af te vord’ren van die fnaak ,
En van myn leeven geen van al die doktoraalc Beunhaazen over my ooit meer te laaten haaien.nbsp;Erastes.
Zy fnyen, ik beken ’t, de kaas al vry wat dik.
Maar ’k wil de kollen graag betaalen, Ooin,fch0Gn ik Myn fober revenu wel zelve heb van nooden.
• Lizette.
Myn Heer, dat’su noch nooit van iemand aangeboden. Nu kunje zien hoe teer Eraftes u bemind.
Gerontes.
'tSop is de kool niet waard.’k Ben kreupel en halfblind, ’t Bouwvallig huisje zou veel kofte,n van repreeren.nbsp;Erastes.
Gezondheid,Oom, is niet genoegzaam te waardeeren. Gerontes.
Weet ge ook, Lizette, of de Notaris komen zal? Erastes,
Licht zult ge, om dat gy van de nacht dat ongeval Gehad hebt, van uvv goed nu willen difponneeren..nbsp;Gerontes.
Wat zal ik zeggen, ’k Wil voor n niet fimmuleeren.
Zj'n
-ocr page 25-OF DE ERFGENAAM DOOR LIST. 9 Zyu, als gy weet, nietdéfendent, maarkollatraal^
En hong’iignaarmyn geld; destneenik’tzoteftellen, Dat zy haar ving’ren daar niet blaauvv aan zullen tellen.nbsp;Erastes.
Ik hoop niet dat ge my daar by ftelt in een graad. Gerontes.
U Rellen by dien hoop? Ganfch niet, myn lieve maat. Erastes.
Indien de welftand van myn Oom en zyn lang leeven, Voor geld te koop was, quot;k zou al ’t myne daar voornbsp;geeven.
Gerontes.
’k Geloof dat wel; want gy zyt van een and’ren aart. Maar, ’k zal myn goed, dat ik zo zorg’lyk heb gefpaard,nbsp;2o veel’t my moog’lyk is, die wolven wel ontzetten.nbsp;Erastes.
Gy kirnt dat doen: bet ftryd met billykheid noch wetten. Geronte s.
Schoon ik, door ’t podegra en zwaar graveel daar by, 2o fel word aangetaft, bevind ik echter mynbsp;2o fterk, als ooit een man kan wezen van die jaareii.nbsp;Li ZETTE.
Dat is de waarheid. Heer; als gy die gryze haaren Dekt met een blonde pruik en in cfe kleeren zyt,
Gelyk je een jongeling, in ’t krachtigll van zyn tyd. Gerontes.
ö! DieLizettekan daar van ZO fmaak’lyk praaien!
Ik meen haar trouwheid ook niet onbeloont te laaten. Maar,Neefje,hoor; ’kweet datje een borR van oor-deel bent,
En dat gy ook Mevrouw Argantes Dochter kent:
Wat dunkje, zou men daar geen zieke Bruid meê fpaa* ren?
Erastes.
gelukkig die net zulk een Vrouw zal paaren.
Die JuiFer heeft verftand, daar by is zy zeer mooi.
B nbsp;nbsp;nbsp;Ge-
-ocr page 26-to KRISPYN,TESTAT: en GELEGATEERDE Gerontes.
Ik meen dat vogeltje te krygen in myn kooi» Eraste s.
Hoe, gy ?
Gerontes.
6 ]a; myn Neef, dat heb ik voorgenomen^
Om alle ruzy van profeffen voor te komen;
Die lichtelyk, als ik naar de and’re Waereld flap, Oiitflaan zoude over ’t erf van myn nalaatenfchap.nbsp;Eras TEs.
Gy doet voorzichtig; ik kan uw gedrag niet wraaken. Gerontes.
Dan meen ik Izabcl myn Erfgenaam te roaaken,
Indien de Hemel my geen 4ünd’ren geeft by haar.
Li ZET TE.
Jy trouwen.? jy? je loopt onmydelyk gevaar l5aar ’t endje leevens, datje hebt, by in te fchieten.nbsp;Was ik als Izabel, zou ’k u wel kunnen zwieten..nbsp;Gerontes.
De ftaat daiar ik in ben, verëifcht wel dat ik trouw. Want als ik aan ’t graveel te bed leg, kan me een Vrouw,nbsp;Inzonderheid, als ik geen arremèh noch bienennbsp;Kan roeren van de jicht, betaamelyker dienen.nbsp;Erastes,
Myn Oom heeft groot gelyk: het is zo als hy zeid: Dat werk paft beter aan een Viouw als aan ecD meid.nbsp;Gerontes.
Myn lieve Neef, gy zyt vol billykheid en reden.
’t Zal u geen fcha zyn fchoon ik in den Echt ga treden. Ik zal u niet te min bedenken, ’t gaat zo ’t gaat.
Gy hebt, naar ik befpeur, meer liefde als eigenbaat.
OF DE ERFGENAAM DOOR LIST. ii
VIERDE TOONEEL.
GERONTESjERASTESjLiZETTEjce» Lakey.
Dl A K E Y. nbsp;nbsp;nbsp;(trappen.
Aar ’s Vrouw Argantes met haar Dochter aan de Gek.0 ntes.
Kryg voort myn hoed en pruik.
Lizette.
Ik vlieg.
Gerontes.
Je moet niet klappen,
Dat ik dat overval gehad heb van de nacht,
Noch fpreeken van ’t klifteer.
Erastes.
Ik zal, terwyl je wacht
Naar uw paruik en hoed, de Juffers boven leijen. Gerontes,
Watisdieborftbeleeft! omgangk’lyk’. enbefcheijen! VYFDE TOONEEL.
Gerontes, Mevrouw Argantes, IzaBELi.E, Erastes, Lizette.
HMev; Argantes.
Oormet ontfteltenisen groote ontroering, dat Gy hebt van deezen nacht een kwaaje ftoot gehad.nbsp;Gerontes.
Ganfch niet; ’t zyn fchurreken, die op invn goed maar hoopen,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(pen.
Oie zulk een valfch gerucht door onze buurt doen loo-Erastes.
Wat laft’ring! Oom ziet zo gezond en wel le pas.
Of hy een jongeling van davtig jaaren was.
Lizette.
n Een jong’ling die by naniet ftaan kan op zyn beenen.
B 2 nbsp;nbsp;nbsp;Ge-
-ocr page 28-12 KRISPYN,TESTAT: en GELEGATEERDE Gerontes.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(nen?
Zou’k ziek zyn daar ik word van zulk een zon befchee-M E V : A R. G A N T E S.
Myn Dochter, dit’sde Man, die ’k u heb toegeleid, Gerontes.
Ik offer u een hart vol van dicnffvaardigheid.
Gy zult, myn lief, hoe groot myn ziekte of kwaal mag wezen,
IMy eerder als Galeen of Hypokraat geneezen.
De vriendfchap van uw oog, de balzem van uw mond, Acht ik veel waardiger voor myne minnewond.
Als de edelfte julep of Apotekers dranken.
IzABELLE.
Myn Heer,ik moet u voor dat kompliment bedanken. IMaar wat het Huwelyk belangt, daar ik van hoor,nbsp;Dat komt, myn ’s oordeels,al te vremd en fchielyk voor.nbsp;Mev: Argantes.
Myn Dochter, gy zult u dat Huw’lyk niet beklaagen. Is hy een weinigjekaduk en oud van dagen,
Gy blyft j wanneer hy derft, boêlhoudfter van al ’t goed. IZABELLE.
Myn plicht wil, dat ik u gehoorzaam wezen moet. Maar Heer Gerontes zal licht denken, en met reden.nbsp;Dat ik uit dwang, en niet uit liefde, in d’Echt ga treden.nbsp;Waar van ik hem noch geen verzek’ring geeven kan.nbsp;Ik ken iny zelver beft, en zal hem tot myn Mannbsp;Aanneemen; rnaar niet om zyn dokteres te wezen ,nbsp;Die hem van ziektens, of van kwaaien kan geneezen.nbsp;’k Wil hem geenfins daar in misleiden, maar ’k bekennbsp;Dat ik daar machteloos en onbekwaam toe ben.nbsp;Erastes.
ó! Gy vermoogt al veel; maar ftelt het groot vermoogen Te machteloos en klein van uwe aanminnige oogen.nbsp;Gero ntes.
Neef heeft gelyk. Ik fprak daar by gelykenis.
Wie weet niet dat de liefde een ziekte of krankheid is?
Ver-
-ocr page 29-OF DE ERFGENAAM DOOR LIST. 13 Veroorzaakt door’t gezigt, gelyk we vaak bevinden.nbsp;Ook door ’t gehoor en het gevoel, gelyk de blinden.nbsp;En wat myn ouderdom belangt, die ’s niet zo groot.nbsp;Of’kzal,in fpyt van al die vlammen op myn dood,nbsp;DeWaereld toonen, dat Gerontes, fchoon hy oud is,nbsp;Niet vrucht’loos ,noch vergeefs, met Izabel getrouwt is.nbsp;Lizette.
„ Die arme ftumper heeft noch moed op zyne hand.
„ ’t Is beter hard geblaaft, als zyne mond verbrand.
Ik bidje fpreek toch niet zo los en onbezonnen;
Het zouje lichtelyk, dunkt my, ontl'chieten konnen. Is dat een juffer naar jou lyf? zo jong en fris :
’t Schynt dat zy niet uw Vrouw maar uwe Dochter is. Wat over een komft zei je ook hebben met je beijen ?nbsp;Zy zal fleets vrolyk zyn , gy fleenen, zuchten fchreijen.nbsp;Van jicht en podegra. Eraftes zou, naar mynnbsp;Gedachten, naar partuur ook ong’lyk beter zyn:nbsp;Want die is, naar hetfchynt, omtrent van haarejaaren.nbsp;Gerontes.
Wel fnapfter, wat moveert jou, om zo uit te vaaren? La ZETTE.
De billykheid en reên.
Gerontes.
Zy fpreekt al vry wat ilout: Maar zeis weer deugd lyk en daar by zo trouw ais goud.nbsp;Lizette.
Ik zeg gelyk het is, en ken geen kunfl van vleijen. k Dogt dat hy deeze nacht nog zou van’t leeven fcheijen.nbsp;Erastes.,
l^at was een overval; hy is nu wel te pas.
vvenfte dat ik al myn leeven maar zo was.
Ik
Hy heeft gelyk dat hy in ’t Huwelyk gaat treden, Men hoeft zyn teflament met die omflandighedennbsp;Han niet te maaken, als men kind of kind’ren heeft.nbsp;Wie zou een fchepfel zo volmaakt en zo beleeft,nbsp;Nietneemen tot zyn Vrouw, zo ’t my wierd aangeboden
-ocr page 30-14 KR1SPYN,TESTAT: en GELEGATEERDE Ik wiffelde myn lot met Koningen noch Goden,nbsp;IZABEL L E.
Zo zoud ge niy, na ’khoor, dan ra^n tot deze trouw.
Er. AST ES,
Ik weet wel dat myn raad hier niet veel gelden zou. Maar hy’s gelukkig, die zyn neiging weet te voegen.nbsp;By die van ouderen, en trouwt met heur genoegen.
LI z E T T E.
Oom is je al veel verplicht, dat jy zo voor hem pleit. Eraste s.
Zyn jaaren zyn ook niet van die ekftremiteit.
Dat hy daarom juill niet vermogen zou te trouwen; Laat zien, ik zou ze omtrent van de achtenfeftig houwen,nbsp;Gerontes,
Dat ben ik niet: maar zal ’t eerft worden op Sint Jan. Erastes.
Zyn Dokters meenen, zo hy tegen ’t reizen kan En eens de baden niet de wat’ren gaat gebruiken,
Dat hy, gelyk een roos, wel weder op zal luiken. Gerontes.
Zy zeggen dat ik ook wel in een maand of tien,
Een Zoon of Dochter uit dat Huwelyk kon zien.
Li ZET TE.
Licht allebei^ maar ik wil die de kofl: wel geeven.
Gerontes, tegtn Lizettc.
Oei! myn purgafy, naar ik voel,begint te leeven.
Erastes. nbsp;nbsp;nbsp;(daan.
Hoe, Oom, wat fchort u ? Gy ziet bleek en ganfeh ont-Gerontes.
Mevrouw, vergeef het iny : ’k moet eens naar acht’ren gaan.
QTegen Erafics.')
Gy zult iSIevrouw noch wel een weinig onderhouwen.
OF DE ERFGENAAM DOOR LIST. ij-
ZESDE TOONEEL.
Erastes, Mev; Argantes, Izabelle, Lizette.
Lizette.
^Atkomt, Juffrouw,van uw bekoorlykheid teaan-fchouwen.
Die werkt veel krachtiger als alle de artfeny
Van zenebladen en robarreber, die hy
Sint yyf zes maanden heeft zo greetig ingenomen.
6! Liefde! liefde! wie kan uwe kracht betoonien ? Mev: Argantes.
Met uw verlof, ’k ga heeen en wenfch u goeden dag. Erastes.
Gedoog, dat ik u naar beneden leiden mag.
Lizette.
En ik, ik ga eens naar den ouden ftumper kyken. Hy’s fomiydsmacht’loos, omdenbokfenafteftryken.nbsp;Zo dat ik hem dan vaak, moet helpen als een kind;nbsp;Doch ’k trooft me, dat ik van dat winderig bewind.nbsp;Zo ’t Huw’iyk voortgaat, in het kort zal zyn ontheven ,nbsp;En Izabelle dat offify overgeeven;
Die ook, in kwaliteit van Echt-of bedgenoot,
Daar ryk’lyk voor beloont zal worden na zyn dood.
Einde van het eerfte Bedryf.
B4
TWEE-
-ocr page 32-lö KRISPYN,TESTAT: en GELEGATEERDE
EERSTE TOONEEL.
Mev: Argantss, Izabelle, Erastes.
MErastes.
Evrouw, heb toch met my een weinig mededogen. Gyhebt me eerlltoegelhan, dat ik zou hoopen mogen.nbsp;Me^ Argantes.
’k Beken het, maar gy hebt daar tegen ook gezegt, Dat Oom, vvaneeer ik u myn Dochter gaf ten Echt,nbsp;Een braave fom met u ten Huvvelyk zou geeven,
Dat was de grond, waar op ik u in hoop deed leeven.
Erastes, tegen Izabelk.
Geeft gy dan mede tot dit Huvvelyk uw ftem?
IZAB E L LE.
Voorzeker. Gy hebt my geraden, dat ik hem Zou trouwen, en daar by noch deeze les gegeeven,nbsp;Dat nooit een kind de wil zyn ’s ouders moet weerdree-Erastes.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(ven.
Gyhebt gelyk: maar dat ’s om redens wil gefchied. Hy wil het geen men wraakt;en pryll: ge iets,wil hy’t niet.nbsp;Dat iku toonen zal, zo gy wattyd wilt gunnen.
’k Meen dat ik hem in ’t kort zo zal verand’ren kunnen, Dat hy alleen niet tot ons Huw’lyk geeft zyn ftem.nbsp;Maar my daar boven noch maakt Erfgenaam van hem.nbsp;Mev: Argantes.
Fiat: ik zal aan hem dan fchryven, dat ik ’t trouwen, üm zyn gezondheids wil een weinig op zal houwen;nbsp;Dewyl ik hem zo flap en zwak gevonden hefa.nbsp;Kraste s.
Dank, Hemel! ’k voel nu dat ik weêr wat adem fchep. Maar daar ’s Lizette.
Mev: Argantes.
Laat dit onder ons toch blyven. ’k Zal by provify zulk een bridje aan huis gaan fchrwen.
TVVEE-
-ocr page 33-OF DE ERFGENAAM DOOR LIST. 17
TWEEDE TOONEEL. Erastes, Lizette.
LE R A S T E S.
Izette, waar ’s uw Heer‘1
Lizette.
Die volgt my zo terftond.
Maar ik heb nooit gedacht, datjy zo veinzen kond.
Jy fchynt van Izabel zo kragtig veel te houwen;
En poogd nu ’t jeuchdig fchaap op te olFren aan den ouwen.
En’tHuw’lyk, dat ze zo vervloekt, zelf aan te raan. Voor my, ik kan al die intriges niet verftaan.
Eras TEs.
Oom is, gelyk gy weet, veranderlyk van zinnen.
En achterkoufig;des,zo iemand hem wilvvinnen,(tracht. Moet hy hem nooit vveêrltaan in ’t geen daar hy naarnbsp;pewyl hy fteeds de raad van and’ren houd verdacht.
’k Meen dat hy ook in ’t kort wel zal veranderd wezen, Inzonderheid als hy de brief eens komt te leezen,
Die hy zal, binnen ’t uur, ontfangen van Mama. Lizette.
Is die veranderd?
Erast ES.
Als ik ’t u durf zeggen, ja.
Zy is van fins, fchryft ze om haar kind noch wat te houwen,
Dewyl ze hem te zwak en krank vond om te trouwen. Die tyd wint,die wint veel, is ’t fpreek woord. Nu moet ik ‘nbsp;Eens overleggen, hoe ’k die zaak noch verder fchik.nbsp;Lizette.
Ik Zal u helpen waar ik kan, en heb zo even Aan Heer Klilloriaan daar kennis van gegeeven;
En hem gezegt, dat hy is Huwelyks gezind.
Dat ’s zyn Apceker en getrouwe boezem vrind,
B 5 nbsp;nbsp;nbsp;Die
-ocr page 34-i8 KRISPYN,TESTAT: en GELEGATEERDE Die hem daar over eens de metten braaf zal leezeu.nbsp;En in het korte van die ziekte wel geneezen.
Maar ’k hoor Gcrontes; zwyg.
DERDE TOONEEL.
Gerontes, Erastes, Lizette.
Ge RON TE s.
H.
.Et fpyt my in mynziel, L)at my daar dat kolyk zo Ichielyk overviel.
En ik, door nood geparft, naar achteren moeft loop«n. De Juffers zullen ’t zich niet belgen, wil ik hoopen.nbsp;Erastes.
Een zieke, is, als gy weet, altyd geëkskuzeert.
Maar ’k zeg als noch, dat ik, zo gy geïnklineert Zyttoteen Vrouw,uw keur in ’t minfte niet kan wraa-ken,
Jklaar u zou raaden, voort te vaaren met uw zaaken. Gerontes.
Dat kan wel wezen, maar ik heb al half berouw.
’tl leeft voor een Man ,alsikj alvry wat in, een Vrouw Te kiezen, die zo veel van my verfcheeld in jaaren.nbsp;Erastes.
ó! Gy hoeft u daarom in ’t minft niet te bezwaaren.
Gerontes.
Ik ben niet beter als myn woord, en zal ’t ook doen: Maar zo ge my daar af kond helpen met fatzoen,nbsp;Zoud gy me dienft doen en op ’t krachtig!!: oblisjeeren,nbsp;Al zou ik zelf daar een klein ftuivertje aan fpendeeren.nbsp;Eras tes,
’kWil u niet raan dat gy trouwt tegen uwe zin,
En als ’t zo is, gelyk gy zegt, wil ’k u daar in Graag helpen, dat gy niet fatlben daar af zxfft raaken.nbsp;Geron.tes.
]\Iaar zo zy fpreekt van geld,moet zy’t wat fchaplyk maa-
Gerontes, Erastes, Lizette, een Lakey.
M nbsp;nbsp;nbsp;Lakey.
Gerontes,i^i; brief aannemende.
Wat of dit wezen mag? Licht hebben ze ook berouw. Myn oogen zyn te zwak, om zonder bril te Ice^en.nbsp;Ei, zie eens, wat daar van toch mag den inhoud wezen,nbsp;E RAS TEs, kejl de brief.
Sedert onze laafte h'jeenkomft ,myn Heer,zyn wy^we-gens het voorgeftelde Huiaelyk, veranderdvan gedachten., alzowy, hy nadere overweeginge,niet anders hebben kunnen begrypen, of het zelve zoude, voor den ten zo welnbsp;als Sander, niet dienftig zyn: derhalven ontflaan wy UE.nbsp;quot;oan uw gegeevtn woord^ met verzoek, dat g^y het nietnbsp;kwaalyk zult neemen dat wy de vryheidgebruiken, vannbsp;het onze ook in te trekken, en ons echter mogen nomennbsp;¦ UE. onderdaanige dienareffe
Iz AB E L EE.
Lizette.
GeRON TES.
Erastes.
Het is een groot affront, na ’k meen. Men zou haar, als men wouw, gemakk’lyk kunnennbsp;,, dwingen,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,
En doen haar, uitrevensje, een ander liedje zingen.
„ nbsp;nbsp;nbsp;Gerontes.
Ganfch niet: ie weet niet wat het profedeeren koft.
' nbsp;nbsp;nbsp;’k Bea
-ocr page 36-20 KRISPYN,TESTAT: en GELEGATEERDE ’k Ben bly, dat ik daar van word zonder fcha verloR.nbsp;Ik weet met,hoe ikmyzo ver heb ingewikkelt,(kelt,nbsp;’t Was juift geen liefde, daar ’k my vond door aangeprik-Maar door een zeker, ’k weet niet welk een zot konfept.nbsp;Of dwaaasheid, daar ik voor die tyd nieê was behebt.nbsp;LiZE T TE.
’k Geloof het wel,myn Heer; de liefde is ai te keurig, En Kupido zoekt in geen lichchaam ais dat fleurignbsp;Of jeuchdig is, en fris, te houden zyn verblyf;
Niet in geraamten s, die vermagert, ouden llyf. Verminkt van podegra aan arremen en beenen,
Niet doen als kermen en fleets kuchen, hoeften, fteenen.
Gerontes, Ugm de Lakey.
Ga naar beneden , en wacht my een oogenblik.
Neef, zaagt gy ooit een man die zich, gelyk als ik. Zo onverfchülig in de Waereld weet te draagen.
Eras T ES.
Gy doet, als ik het wel bedenk, zeer wys: uw dagen Zyn hoog geklommen, en daar by zyt gy vol pyn.nbsp;Van jicht, en podegra, graveel en flerefyn.
Elk plaag is machtig (iklaatftaandie met malkand’ren) Een bruiloftsfakkel in een lyktoorts te verand’ren.nbsp;Gerontes.
Eerfl fpraakt gy anders ’k Had dat niet van u verwagt. Erastes.
’k Heb nu de zaak met meer opmerking overdacht. Gerontes.
Nu ik die rufy aan een kant zie, en het trouwen Hebuitmyn hoofd gefield, kan my niets wederhouwennbsp;Van u myn Erfgenaam te maaken, na myn dood.nbsp;Erastes.
Ei, fpreek daar toch niet van. Uw liefde is al te groot. Dat woord van teflament doet my voor af al beeven.nbsp;Door’t denken aan uw dood, die ’kniet zal overleeven.nbsp;Gerontes.
Daarom min ik u noch te meer. Gy zult alleen
OF DE ERFGENAAM DOOR LIST. 21 2yn Er%enaam van al myn goed; behalven éénnbsp;Koezyn, niyn Zullers Zoon. En van myn Broeders zye,nbsp;EenNichje, dat zich heeft mistrouwt in Normandye,nbsp;Aan Zekeren Baron, die, ganfch ontbloot van geld,nbsp;Al zyiie rykdoni in een reeks van wapens Relt;
Die zullen, wyi ze my zo na zyn , na myn fterven, Van myn nalaatenfchap tien duizend ponden erven.nbsp;Lizette.
Tien duizend ponden! dat is, dunkt my, al wat veel. Als gy die Noormans elk maar gaf een darde deel,nbsp;Zou ’t al genoeg zyn om profeffen meê te koopen.
Jy zult die brok wel wat vermind’ren, wil ik hoopen. Gerontes.
’k Heb geen van beide van myn leeven nooit gezien: Schoon ik hen in Parys al fint een dag of tien ^nbsp;Verwacht heb ^ nademaal zy onlangs aan my fchreeven.nbsp;Dat zy my faamen een vizite wilden geeven.
’t Zal hoop ik, Neef, in u geen zorg of argwaan vocn. Zo ik hen beide wat onthaal, naar hun fatfoen.
„ nbsp;nbsp;nbsp;Erastes.
• In het minfie niet. ’t Is altemaal het uwe. Lizette.
z,y denken licht, datijy hen ftil iets toe zult duwen. Erastes.
¦Lizette, dat kan Oom zo doen ais hy begeert.
Maar, Oom, de knecht dient wel te zyn geëkspidieert. Mevrouw Argantes zal hem zekerlyk bekyven.
^ ^ nbsp;nbsp;nbsp;Gerontes.
Dat ’s waav,Neef. Met verlof,ik ga een briefje fchryven. Lizette.
Doe! durfje fchryven, is ’t u al vergeeten, dat Je Zulk een zinking hebt op uwe hand gehad.
En u het fchryven op den hals toen is verboden?
Gerontes. nbsp;nbsp;nbsp;(den.
DaOs Waar. Neef, ik heb hier nu eens uw hand van nooit Zal u dikteeren; maar een ftyl wat entre deus.
En
-ocr page 38-22 KRISPYN,TESTAT:en GELEGATEERDE En wryven hier en daar wat peper in de neus.nbsp;Erastes.
Als ’t u belieft, Oom; zeg my maar wat ik zal fchryven. Lizette.
’t Gaat wel; Eraftes zal nu ’t Ipel wel meeller blyven. Gerontcs mind hem van zyn Neeven wel het meeft.nbsp;Krispyn, zyt gy het? Waar ben jy zo lang geweeft?
VYFDE TOONEEL. Krispyn, Lizette.
HK R I s P Y N.
Eb die Notaris, daar je my om hebt gezonden, Door ganfchParys gezogt, en nergens t’huis gevonden.nbsp;Dat volk is, als ik nu bevind en ook wel hoor,
Al veeltyds in de kroeg en weinig op ’t kantoor. Doch ’k heb aan ’t huis belall,dat zy hem moeten zeggen.nbsp;Dat Heer Gerontes iets met hem wilde overleggen.nbsp;Lizette.
Maar weet jy wel waarom hy hier ontboden is? Krispyn.
’t Zal om zyn teftanient te maaken zyn, na ’k gis. Lizette.
6 Neen, Krispyn, ganfeh niet: het zyn al and’re zaaken. ’t Is om zyn Huwelyks kontrakt te laaten maaken.nbsp;Krispyn.
ö! Ik geloof dat niet: wie zou dat krank geitel Toch neemen tot haar Man?
Lizette.
Wie? Juffrouw Izabel.
Aan Heer Eraftes.
zyn beminde Neef, te laaten.
Kris'-
Die hy, by Huwelyks kontrakt, zo veel gegeeven Zou hebben dat uw Heer noch geen van al die Neeven,nbsp;Iets hadden, na zyn dood, te hoopen op zyn goed.nbsp;Nu is het glad fpit af. En als ik’t zeggen moet,nbsp;Meent hy dat fchoone geld, behalven twee legaaten,
-ocr page 39-OF DE ERFGENAAM DOOR LIST. 23 Krispyn.
Daar fpreekt een Engel uit je mond. Ei laat ik jou Daar op eens kuffen, als myn lieve aanftaande Vrouw.nbsp;Lizette.
Zacht.
Kris pyn.
Laat me u, op ’t fukfes, dat zulks toch mag gelukken. Van vreuchde omhelzen en in bet myn bouten drukken,nbsp;Lizette.
Nu ’t is genoeg, Krispyn.
Krispyn.
Vergeef ’t my, zo ’k misdoe. Het is door falydfchap, want ik ben, ik weet niet hoe.nbsp;Lize tte.
Ik weet niet, of’t met ons wel zulk een vaart zal loopen, Krispyn,
Wat’s dat? gy zytdan niet veranderd, wil ik hoopenS Lizette,
Dat weet ik niet, maar daar ’s een and’re zwaarigheid. Hy zal, Krispyn, indien hy meent het geen hy zeid,nbsp;Zyn teftament, of wel zyn uiterftc begeeren,
Met twee legaaten op het krachtigft klauzuleeren, Voer twintig duizend pond,
Krispyn.
Is ’t mogelyk! laat zien.
Dat is____Dat is voor elk gelegateerde tien.
pat al een bres in zyn nalaatenlchap zal maaken. Lizette, zeg my eens; wat zyn dat toch voor fnaakén?nbsp;pnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lizette.
Een Neef, en dan een Nicht, getrouwtaan een Baron. Het fchynt, dat hy van zyn gemoed niet krygen konnbsp;I wee bloedverwanten,die zo na zyn,ganfch te onterven,nbsp;t Is ook niet vremd,\vanneer men poogt geruft te fterven.nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Krispyn.
'Vaar woonen zy?
Ll-
-ocr page 40-Dat weet ik niet, ’t zyn Edelliên. Gerontes heeft ze’van zyn leeven nooit gezien,
Maar voor een week of drie een brief van hen gekreegen. Waar over hy, na’k zag, geen kleintje was verlegen.nbsp;Dewyl ze Ichreeven, dat zy, na een dag of tien ,nbsp;Oom hoopten, in Parys, met goeje deeg te zien.nbsp;Krispyn.
Dan zou Gerontes geen van bei die Vrinden kennen? Lizette.
Ganfch niet: hy weet niet of ze vet of mager bennen. Krispyn.
Dat is ter eeren; nu zal ik hem wel een rad Voor de oogen draaijen, en my zo toekaak’len, datnbsp;Hy me ookniet kennen zal, en voorts een rol gaan fpee-len,
Dat geen van beiden in het erfgoed zullen deelen j Maar dat de ganfche brok zal voor Eraftes zyn.nbsp;Lizette.
öl Welk een fchoone zaak was dat voor ons, Krispyn, Zo gy den ouwen paai zo verre kond bepraaten,nbsp;Dat'hy Eraftes niet belafte met legaaten.
Maar als myn aanflag nu eens wel gelukt, wat dan ? Ik vrees, dat jy me niet zult neemen tot uw Man,nbsp;Als jydie prys komt, na Gerontes dood, teftryken.nbsp;Maar als een poelfnip my dan na zult laaten kyken.nbsp;LlZ ET TE.
Wat ben je ook wondcrlyk! Hoe mag je nu zo liaan? Krispyn.
Neen, ik wil pofitief nu weeten af, of aan?
En daar en boven zult ge my belooven moeten ,
Dat je in der eeuwigheid by niemand uwe voeten, Zult onderfteeken, als by my, uw Heer en Man.nbsp;Want na ’k aan uw gezicht en wezen merken kan ,nbsp;Zult gy licht ook zyn, als al die Parylche vrouwen,
Die
-ocr page 41-OF DE ERFGENAAM DOOR LIST. 4^ Die door den bank wel van verandering wat houwen.nbsp;L IZ E T T E.
Dan flacht ik jou wat: want jy bent een fneukelaar. En vry wat veel, na ’k hoor, al fchuldig hier en daar.nbsp;Krispyn.
Wat ’s dat? Wy zien dat van Baronnen en Markiezen.
ZESDE TOONEEL.
Gerontes, Erastes, Lizette.'
DGerontes, houdende een brief in de hand. Aar ’s vry wat mofterzaad of kruid in, om te niezen ,nbsp;Zy zullen aan de ftyl wel klaarlyk zien, wie ’t geld.nbsp;En dat den inhoud door geen gek is opgefteld.
’k Wou wel eens zien,hoe zy zich daar op zullen houwen, Erastes.
Zo gy ’t beftellen van den brief tuy durft betrouwen. Zal ik de Móeder zelf die lev’ren in haar hand.
En u getrouwelyk raport doen, hoe ’k de ftand,
Df koiitenanfe heb gevonden van het wezen,
En hooren wat zy daar op antwoord, na het leezeh.
Gerontes.
Zou ’k u dat vergen, Neef?
Erastes.
Hoe , Oom, wel waarom niet ? Ik ben bereid te doen al wat ge my gebied.
Gerontes.
Gy kunt haar mondeling, noch onder and're zaaken. Gok zeggen, dat ze op my geen ftaat meer hoeft te maa-,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Erastes.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(quot;ken.
kBegrypuwmeeniM,Ooin, en gazoaanftondsheen. Gerontes.
Gy zult my op het hoogft verplichten, en alleen Myn Erfgenaam ook zyn; behalven twee legaaten,nbsp;En dan Lizette ook iets, daar ik ’t meen by te laaten.
C nbsp;nbsp;nbsp;ZE”
-ocr page 42-»ö KRrSPYN,TESTAT: en GELEGATEERDE
ZEVENDE TOONEEL. Gerontes,Lizette.
LGerontes.
Izette, ’t is of ik op nieuw weêr adem fchep. Sint ik dat edele befluit genomen heb.
Lizette.
’k Ben bly, dat jy hebt zulk een wys befluit genomen. INfaar ’k zie Kliftoviaan, uw Apoteker, komen.
ACHTSTE TOONEEL. Klistoriaan, Gerontes, Lizette.
HGerontes.
A! ha! Kliftoriaan! Als ik u zie, myn vrind,
Is ’t puur, of ik my in een friffer ftaat bevind.
Klistoriaan, wattwrs.
’t Kan zyn dat gy zulks meent.
Gerontes.
Wat ’s dit? Gy fchyntwat moeijlyk. Klistoriaan.
Zou ’k niet ? Daar gy een zaak, op ’t allerhoogft verfoeij’-Uvv onderwinden wilt. nbsp;nbsp;nbsp;(lyk»
Gerontes.
Hoe dat, myn lieve maat? Klistoriaan.
Een Man als gy! die in zyn lefte fchoenen gaat!
Ja wel, is ’t mogelyk!
Gerontes.
Wat wilt gy daar meê zeggen ? Klis toriaan.
Meent die noch in die ftaat een molen aan te leggen, Daar hy een greintje flechts te maaien heeft ?nbsp;Gerontes.
Ik weet
Waar gy vanfpreken wiU.,Maartoeogy ’tookleft deed,
Hoe
-ocr page 43-OF DE ERFGENAAM DOOR LIST.
Hoe oud waard gy toen wel ?
Klistoriaan,
’k Was ook al van die jaaren; Maar nergens na zo zvvak,noch’k had geen gryze haaren;nbsp;Indien myn Vrouw, het welk de Hemel wil verhoên,nbsp;My weêr te ontvallen kwam, zou ik het weder doen.nbsp;’k Wil ook in krachten niet by u zyn vergeleeken:
Gy hoeft en kucht en proeft en kermt van veel gebreken, En kruipt hier langs de vloer gelyk een Beftevaar:nbsp;Daar ik zo fris ben als een Man van veertig jaar;
Met jicht nog podegra behebt. Ik heb voor deezen,
In zeker oud Poëet, dit vaersje vaak geleezen.
Een oud Man die ten vryfter trouwt^
En haren gullen akker houd.
Indim zyn kracht zo verre [irekt.
Dat by een vrucht hy haar verzoekt j Dan is het dat men zeggen kan,
Hy maakt een Kind^ maar breekt een Man,
Des kunt gy zien, als dat een Man van uwe jaaren. Met zulk een jongen Deern geenzins behoord te paaren tnbsp;Hevvyl hy ’t lichaam niet alleen verzvVakt en krenkt,nbsp;iMaar met zyn eigen mes zich doodfteekt, eer hy ’t denkt,nbsp;Geroistes.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(ren,
Gy fpreekt geleerd: ’k zou my voor Dokter doen verklaa-De vyfel, ftamper en klifteerfpuit laaten vaaren. Klistoriaan.
Zou ’k Dokter worden, daar hoed my de Hemel voor. Het zyn meeft Ezels; want ik ken ze door en door.
vvilden korts iny noch een Thezes defendeeren,
Dat zelf de Apteker zyn pasjenten moeft klifteeren; waar toe zouden dan de jongens noodig zyn ?
L I Z E T T E.
Myn ’s oordeels, was dat wel een onverftandig zwyn. De jongens hoeven daar geen bril by op te zetten,nbsp;t Stryd met de reden en natuurelyke wetten.
Klis*
’k Had ook myn winkel eer glad opgegeeten, als My zulk een ïtrik te laaten werpen om den hals.
GerON TES.
Gy hebt wel groot gelyk, daar moeij’lyk om te wezen. Maar wat misdoe ik u ?
Klistoriaan.
Ik zou u graag geneezen, Van al de kwaaien, die gy onderworpen zyt,-En hoopte, dat ik zulks ook doen zou, met ’er tyd.nbsp;Daar gy in tegendeel nu al myn weetenichappennbsp;.Verydeld en gaat naar een and’re Waereld (tappen.
Gerontes.
Nu, nu, Kliftoriaan.
Klistoriaan.
Weg, weg, je bent een gek. Een dragma zout, dat ik uit polykretes trek,
Op ’t fynlt geraffineert en zuiver uitgewaffen,
Zou u veel beter als een jonge Deerne palFen.
Gerontes.
Ik bid zo haadig niet.
Klistoriaan.
Daar by katolikom,
Rabarber, zeneblaan en balfemike gom.
Gerontes.
Ik ben.....
Klistoriaan.
’k Weet wat gy zyt. ’t Lyd geen verfchooning. Een goê dekoktum, met een appozeem van honingnbsp;En drooge amand’len naar de kunft gekomponeert,nbsp;Dan om den and’ren dag daar op eens geklifteert,
Zou u zo fchadelyk niet wezen als het trouwen. Lizette.
Maar, Heer Kliftoriaan, hoe kunt gy u zo houwen?
Klistoriaan.
Li*
-ocr page 45-OF DE ERFGENAAM DOOR LIST. 25 Lize t te.
Wy zyn ’t met u akoort.
Hoor maar een weinig.
Klistoriaan.
Neen, ik hoor geen enkel woord. Lizette.
Verfta toch reden, Heer, Hoe ben je zo ongalyk?
NEGENDE TOONDE L.
Gerontes, Lizette.
W nbsp;nbsp;nbsp;Lizette.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(kwaalyk
At brufl: me’t hondaasTk Zou gelooven dat het Kan kyken in ’t mortier. Dat hebje van dat goed:
’t Valt klein,maar vuil, en zeer laatdunkend van gemoed. Geicontes.
Ik vrees, Lizette, dat hy nu zal achterblyven.
Lize tte.
Dan heb ik noch een Neef, die u wel zal geryven.
Die heeft al ruim zo veel ervarendheid, als hy.
Daar ’s in de Waereld kruid noch medifyn, die gy In overvloed niet zult in zyn boetike vinden:
Ja, de akwavita zelf, zö heerlyk voor de winden. Gerontes.
Ontbie die dan eens voort.’k Ben fchrikkelyk ontftelt. Lizette.
’t Is wel; maar ’k hoop, dat jy my ook gedenken zelt, Met een legaatje, by het fchikken van uw zaaken,
Als jy Eraftes komt tot Erfgenaam te maaken. jnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Gerontes.
^ Beloof het u; mits dat ge my ook voor myn dood Niets af zult vord’ren voor uw dienft,’t zy klein of groot,
Eindi van het tweede Bedrjf.
30 KRISPYN,TESTAT: EN GELEGATEERDE
EERSTE TOONEEL.
Gerontes, Lizeïte.
WGerontes.
Aar of Eraftesblyft? Ik ben in groot verjangen, Hoe mynen brief, by vrouw Argantes, is ontvangen.nbsp;Lizette.
6! Stel u daar maar in geruft; dat zal wel gaan.
Myn ’s oordeels hebt gy al zeer wyfelyk gedaan,
Dat gy dat huwelyk hebt van de hand gewezen. Gerontes.
De'Apteker zeid, ik had een wifle dood te vreezen.
(Daar wordgtfchelt, en Li^eUe doet open.')
TWEEDE TOONEEL.
Gerontes, Lizette, Krispvn, gekleed ah een landjonker.
W nbsp;nbsp;nbsp;Lizette,
El, wat gefchel is dat? ’t Is zeker onbeleefr, Dat gy een zieke op zulk een vvys vizitè geeft.
„Maarhoe! zyt gy’t, Krispyh?
K RI s p Y N, tegen Lizette.
„ Ja toch ,• maar jy moet zwygen. Kan ik Gerontes wel een woord te fpreeken krygen?nbsp;Hy vvoond hier in dit huis, naar dat iny is gezegt.
L IZETTE.
Dat’s waar,myn Heer. Daarishy zelf,duskomtgy recht Van pas.
Kris p y y.
Dat ’s goed. Ha! ’k ben uw dienaar, Heer Gerontes, 11 et fchync my toe als dat myn Heer noch vry gezond is.nbsp;’t Is my voor waar zeer lief. Daar is myn hand, ik zweer ’t.
Ach!
-ocr page 47-31'
OF DE ERFGENAAM DOOR LIST,
Ach! dat ik u omhels!
Gerontes.
Zo gy me niet begeerd
Te wurgen, Heer, dan moet gy diebelciftheid ftaaken;
K R I s P Y N,
Dat ik u noch omhels!
Gerontes.
Wil toch een einde maaken Van die fermoniën j ’t verveeld my, in der daad.
K RI s P Y N.
Ik merk, inyn Heer, dat gy geheel verwonderd ftaat. En ’t Ichynt my toe,dat u delrekken van myn wezen,nbsp;Zyn onbekend, om dat ge my nooit zaagt voor deezen.nbsp;Myn Vader, in zyn tyd, was een ryk Edelmannbsp;In Normandye, en liet zich noemen Jonker Jan.
Hy heeft tet Vrouw gfehad, uw Zufter Leonore,
En uitdat Huweiyk, myn Heer, ben ikgebooren. Omtrent vier maanden na dat het voltrokken was.
Myn Vader was misnoegd, om dat hy zig zo ras Papaatje zag. Wanneer een vriend, in konfidenfynbsp;Hem zei: dat zulks geheel was buiten konfekwenfy,nbsp;Wanneer een Vrouw zo vroeg verlofle van een kind.nbsp;Om dat die fekfe in ’t eerft zich vaak daar meê verzind jnbsp;Wyl zy de kennis der chronology ombeeren.
Doch, wyl me uw Zufter heeft gebaard, zou ’k kon-kludeeven,
CSchoon ’k my de tyd, die zy my heeft gedragen ,fchaam) Als dat gy zyt myn Oom, en ik uwFrfgenaam.
, nbsp;nbsp;nbsp;Gerontes.
t Zy of gy zyt myn Neef, of niet, al uwe reden Zyn vol van laftering en ongeregeldheden.
Myn Zufter was, by elk, voor deugdelyk bekend.
, nbsp;nbsp;nbsp;Krispyn.
t Zy zo. Maar maaken wy van dit verfchil een end.
Ik denk niet, Oom, dat gy van üns zyt lang te leeven, C 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Want
-ocr page 48-52 KRISPYN, TESTAT; en GELEGATEERDE Want daar meê zond ge my ganfch geen genoegen gee-Wyl ik uit Normandye. alleenig herwaarts kom, (ven:nbsp;Op hoope, dat ge my,quot; in ’t kort, een goede fom.nbsp;Door uw aflyvigheid, zult komen na te laaten.
L I Z E T T E.
l/wNeef,niynHeer)dunktniy,isongeveinftin’tpraaten.
Gerontes.
Ik ben ’er van ontitek!
Krispyn.
’k Hou my verzekerd, dat Ik naar uw dood, myn Heer, een fchrikkelyke fchatnbsp;Zal vinden;-want gy word van elk voor ryk verfleten,nbsp;En voor een woek’raar, die zyn eigen drek zou vreeten,nbsp;Een fchrok, een gierigaart, die zich zou, elk ten fpot,nbsp;In ’t openbaar, voor geld, doen geelTlen op ’t fchavot.nbsp;Gerontes.
Zo ik myn armen kon, als in myu jonkheid, roeren , Ik zweer dat ik u gaauw die vuile bek zou fnoeren.nbsp;Vertrek.
Krispyn.
Niet voor dat ik uw heb ter aard befteld j Op dat een ander niet gaat ftryken met myn geld.
G E R o N ï E s.
’k Word dol!
Krispyn, tegen Lizem.
Kom, meisje maat, wil me in een kamer leijen, Al was ’t in de uwe; 6 ja, wy kunnen met ons beijennbsp;Wel loggen op een bed. Gy zyt myn min wel waard:nbsp;’k Heb van myn keven wel gelpeeld met Hechter kaart.nbsp;tegen Gerontes.
'k Bid, Oom, dat ge aan my wilt op rek’ning avanfeeren, Slechts duizend gulden: want, om my te diverteeren,nbsp;Terwyl ik op uw dood hier wacht, zo diend ’er poennbsp;Te zyn; dus ichiet ras kuit, of ’k zal ’t u leeren doen.nbsp;Gerontes.
Dat ’s eerft een droeskop j hoe raak ik daar van ontflagen ?
OF DE ERFGENAAM DOOR LIST. 33 Lizette.
Zeg, dat jain ’tteftatnent voor hem zult zorgedragen. Krisp YN.
Zal ’t lukken!
Geronte s.
Neefje lief,’k ben nu juiflniet by kas. ’t Is ook de pyn niet waard: myn leeven loopt toch rasnbsp;Ten eindei dus vertrek, en wil me niet meer plaagen;nbsp;Maar laat me in ruft en vreê toch eindigen myn dagen,nbsp;’k Zal u, by teftament, doen erven een legaat.nbsp;Krispyn.
’t Is wel: doch onder die kondietfy, befte maat,
Dat gy in korte tyd bezeilen zult de haven
Des doods, of’k zweer dat ik u leevend zal begraven.
Ik ga.
DERDE TOONEEL. Geronïes, Lizette.
U'
Lizette.
W Neef die fchynt een zeer wel leevend Heer.
Ge RON TE s.
Zou hy myn Neef zyn, neen , 5 neen, Lizette; ik zweer Dat nooit mynZufter zulk een mouller bragt in’t leeven.nbsp;Lizette.
My dacht,ik zag nochtans een trek in’t aanzicht zweeven Die u niet vreemd geleek.
Geron te s.
’t Zy zo, ik laat dat daar. Maar echter is ’t een guit, dat blykt ons middagklaar.
I nbsp;nbsp;nbsp;Lizette.
Is dit het lievertje, myn Heer , dat naar uwfterven, Git uwnalaatenlchap, tien duizend pond zal erven?nbsp;Gerontes.
In ’t minfte niet, Lizette; ö neen, geen enk’le fpeld. Hy zal zyn viug’ren niet blaauw tellen aan myn geld.
34 KRISPYN,TESTAT; en GELEGATEERDE Des, zo hy zyne pot moet van myn erlf’nis fmeeren.nbsp;Zal hy heel magertjes, myn ’s oordeels, moeten teeren.nbsp;Lizet te.
Je hebt gelyk, myn Heer; hy zou, in weinig tyd, Al ’t fchoone geld, dat jy, door zuinigheid en vlyt,nbsp;By een vergaderd hebt, in overdaad verteeren.
Rlaar, na rny dunkt, zie ik Eraftes wederkeeren.
VIERDE TOONEEL.
Gerontes, Erastes, Lizette.
¦XT nbsp;nbsp;nbsp;Gerontes.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(fmart!
o! JNi Eef, wat heb ik naar uw konft verlangt met ’k Heb daar een Neef gehad uit Norniandye; ach! ’t hartnbsp;Beeft my nog in het lyf. Ik zag van al myn leeven,nbsp;Nooit zulk een droeskop meer.
Erastes.
Ik heb een woord zes zeven , Met hem gefproken: want zo als ik in wou treên ,nbsp;Liep hy my in de mond: hy heeft my ook de reênnbsp;Van zyne koraft gezegt.
Gerontes.
Hoe hebt gy hem gevonden ? Erastes.
Ruw,onbefchaaft en plomp, en los en ongebonden. Ge RO N T E s.
Koezyn, ’k wou dat je hier maar by me waard geweeft, ’k Meen, dat hy dan die taal niet had gevoerd, dien beeft!nbsp;Lizette.
En jy wout in faveur van zulk een guit tefteeren!
Ge RON TE s.
’kHeb my bedacht:het/:ou meop’t hoogftechagrineeren. Dat zulk een hangebai;.. na myn aüyvigheid,
De vruchten plukken zou van mynen arrebeid. tegea afles.
Maar,hoe zyt gy by Vrouw Argantes toch gevaaren ?
Eras-
-ocr page 51-OF DE ERFGENAAM DOOR LIST. 35 Eras tes.
Heel wel, Oom:’kzalu niynontmoetinge openbaaren. In ’t eerft, vertoonde zy zich zeer indifferent,
En hield zich trots en fier maar toen ik haar in ’t end Verhaalde, dat gy van uw goed wout difponeercn,
En my tot Erfgenaam daar van inllitueeren;
Want gyhad niy gehoon, dat ik dat zeggen zou.....
Gerontes.
ó Ja, Neef; en ’t is myn intenfy ook, vertrouw D op myn woord.
E RAST ES.
Toen flontzy t’een’maal opgetogen, Enheel verbaa{l:,na’tfcheen. En ik was, ongeloogen.nbsp;Niet min verwonderd, toen zy ray tot antwoord gaf,nbsp;Dat zy een Man die reets ging bukken naar zyn graf.nbsp;Zeer gaarne wilde ontflaan,en haar toeftemming geeven,nbsp;Dat Izabel met my in ’t Huwelyk mogt leeven.nbsp;Gerontes.
Wat hebt gy toch daar op geantwoord?
Eras tes.
’k Heb gezegt,
Dat ik my, zonder uw konfent, nooit zou in d’Echt Begeeven ; eti my niet zo fchielyk kon verbinden.nbsp;Voordat ik will of Oom Gerontes ’t goed zou vinden.nbsp;Gerontes.
Neef, laad zo vroeg niet op UW fchouders zulk een laft; Gy zyt noch jong.
Erast E s,
My dunkt het ook, Oom. LiZET TE.
’t Huwlyk paR
De jonkheid beter als een Man van hooge jaaren, Desraade ik u,myn heer,daar maar meê voort te vaaren.nbsp;Gerontes.
Zwyg ftii ^ Lizette, en moei u met het geen u raakt; Dewyluwzotgefnap my’t hooft maar moeij’lyk maakt.
Eras-
-ocr page 52-3Ö KRISPYN,TESTAT:en GELEGATEERDE
E R A S T E S.
Lizette, zwyg: want Oom ontroert zich om uw reden. De zieken dienen in het minlt geen moeij’lykheden.
V Y F D E T O O N E E L.
Gerontes, Erasïes, Lizette,
EEN Lakey.
D nbsp;nbsp;nbsp;Lakey.
Aar is een Juffer, die heel diep is in den rouw. Die u wel garen een vizite geeven wou :
Zeis,naarze zeidjUW Nicht. Zal zy maar binnentreden? Gerontes.
6 Ganfch’lyk niet; ik vreeze, en dat niet zonder reden, Dat haar bezoek, zo wel als dat van mynen Neef,
My maar ontroeren zou.
E R A s t E s.
Maar, Oom, ik bid u geef Haar toch voor’t minft gehoor: gy zyt het vriencifchapsnbsp;Verplicht te doen.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(wegen,
tegen Lizette. nbsp;nbsp;nbsp;ttgtn Gerontes,
Ga, laat haar in.
Spreekbaar niet tegen. Schóón zy al ’teen of’t aar mogt zeggen dat u ftiet,nbsp;Bedwing u voor die tyd en achtbaar zeggen niet.
Het is ook niet gezeid, dat al die van uw bloed zyn, Juill zullen, als die Neef, dus raazend en verwoed zyn.
ZESDE TOONEEL.
Gerontes,Erastes,Lizette,Krispyn, gekleed als een Weduwe.
MKr ispyn.
Yn Heer, ik bid u dat ge my verfchoond, indien Ü myn bezoek ontruft; ’k verlangde om Oom te zien.
Een
-ocr page 53-OF DE ERFGENAAM DOOR LIST. 37 Een Oom die ik, voor waar, met hart en ziel en zinnen gt;nbsp;Veel meerder als my zelf, zo lang ik leef, zal minnen-Gerontes.
» Dat lykt ’er na.
Lizette, zacht tegen Eraftes.
Het is Krispyn.
Eras TE s, zacht tegen Lizette.
T Is my bekend,
Wy hebben, voorde deur, tefaamen een moment Gefproken.
Geront E s.
^ Uw bezoek kan my, op’thoogftverëerea. Geef Nicht een armftoel.
Kri spyn.
Oom, wil my, ekekuzeeren, Een arremftoel voor Oom j een aöd’re ftoel is goednbsp;Genoeg voor my.
Gs RONTES.
’k Beken, ze is deftig opgevoed.
E R A S T E s.
Zy kent haar waereld ,en weet zich zeer wel te dragen. Ook is zy wel gemaakt.
Krispyn.
Naar ’t fchynt, fchept gy behaagen Oni my te foppen, Heer. Toen ik nog vryfter was.nbsp;Scheen ik niet laelyk; ’k had een middeltje dat pasnbsp;Zo dik was als mynarm: maar’t is,door ’t dikwils kraa-men,
Vry wat ontramponneert.
Lizette.
_ nbsp;nbsp;nbsp;Gy zond, voorwaar, befchaamen
Ken jonge meid, zo fris zytgynog van poftuur. Krispyn.
Oen Huvvelyken ftaat, heeft vry wat zoet en zuur.
Ik was al Weduw met myn eenentwintig jaaren,
Eb had wel weder ,20 ’k gewild had, kunnen paaien:
Want
-ocr page 54-38 KRISPYN, TESTAT: en GELEGATEERDE Want ikvvierd weer gevryd,kort namyn Egaar, dood ;nbsp;Maar door ’t ftaag denken aan myn zaal’ge tedgenout,nbsp;Heb ik befloten, ftil te flyten myne dagen,
En de eerile liefde met my in het grat te dragen.
E R A s T E s.
’t Is beter dat ge in ’t eind, udac verlies begeeft. Mevrouw: men trouwt een man niet langer als hy leeft.nbsp;Gerontes.
Uw Man heeft u, de wyl gy hem zo vroeg moeit milTen, Niet zeer veel kind’ren nagelaaten , zou ik giffen ?
Krispyn. nbsp;nbsp;nbsp;C groot.
Niet meer als acht, myn Heer; en d’oudlte is taamlyk Doch twee jaar na ’t verlies van mynen bedgenoot,nbsp;Heb ik nog eens gekraamt.
LI z E T T E.
Voor my, ik moet bekennen, Dat uwe Nichten in dat land vry vruchtbaar bennen.nbsp;Gerontes.
Maar, Nicht, ik bid u zeg my toch, om welke rcèn Dat ge u van Maine hebt begeeven herwaarts heen ?nbsp;Krispyn.
De reden zyn, eensdeels, om Oom eens te bezoeken: Ten anderen, om dat men my niet zou verkloeken ,nbsp;Omtrent een zwaar proces, ’t geen ik hier voor den raadnbsp;Heb hangen: want indien m’er zelf geen acht op flaat,nbsp;Zo duurt het jaaren lang. Valt melken de Advokaatennbsp;Uw beurs, wyl ze uw profes de tyd bevolen laaten.nbsp;Maar’t geen my tot dees reis wertmeeft bewoogen heeft,nbsp;Is, dat ik heb gehoord, dat ge als een lichtmis leeft,nbsp;Ja, als een dobbelaar en dronkaart, uwe dagennbsp;In kroegen doorbrengt, en’s nachts gaat uit katerjagen.nbsp;Gerontes.
Die geen daar gy van fpreekt, zeg meent ge my daar mee. Krispyn.
Ja, u; en ’t waar my leed, zo ’k u in T minft misdeê. Het geen ik zeg is waar.
Ge-
-ocr page 55-39
OF DE ERFGENAAM DOOR LIST. Gerontes.
Wat moet ik niet al hooren! Erastes.
’k Bid, Oom, ontftel u niet.
Kris PY N.
Ook kwam my noch ter ooren , Dat gy met uwe meid, al lang hebt geboeleert.
En zelfs twee kinderen daar by geprokureert. Lizette.
Dat’s Iaftertaal ,en’t is een fchurk, die zulk een logen, Uit enk’Ie nydigheid, heeft uit zyn poot gezoogen,nbsp;Gerontes,
Ik raas van oageduld 15 lafter, nooit gehoord! Krispyn.
Op die geruchten, deê ’k uw Erfgenaam''voort By een vergad’ren, die, na rijpe delibraatfynbsp;Befloten, om my voort aan u, in deputaatfy,'
Te zenden ^ om daar door aan u te doen verftaan,
Dat zy gerefolyeerd zyn, op dat gy voortaan, Metrinkelrooijen, en geftadig deboosjeeren,
Deur midd’len,noch u zelf,niet meer zoud konfumeeren, U, in het kort, fteêkind te maken.
Gerontes.
My, fteêkind
¦lemaaken!
Krispyn.
Ja, op dat ge ook niet, op ’t left, verblind Door fpoorelooze min, met uwe meid gaat trouwen jnbsp;I otmerk’lyk nadeel van die op uw erff’nis bouwen.
_ nbsp;nbsp;nbsp;Gerontes.
“2t gaat te hoog. Ik zeg, ga aanftondshier van daan, J9U rechte voddeinoêr, of’k zal u leeren gaan.nbsp;Krispyn.
^0 gy dat fchelden, op uw maagfchap, niet wil ftaalcen, Kunt gy geroak’lyk in een beterhuis geraaken,
. nbsp;nbsp;nbsp;Lizette.
^yn Heer in ’t beterhuis!
KaïSt
-ocr page 56-Zyt daar zo vreemd niet van; Vermits men u ook wel naar ’t fpinhuis zenden kan.
LI Z E T T E.
Hoe 3 uiy naar ’t fpinhuis! rny!
K B I s P Y N.
ó Ja,uvv fpoorloos leeven, Heeft redenen genoeg, dunkt my , daar toe gegeeven.nbsp;Eraste s.
Ik moeteens zien, of’k hier geen and’re raad toe weet. Ga aanftonds oni de fchout, Lizette.
K RI s P Y N.
Ik ben gereed
Hem af te wachten. Koeleen menfchdus te affronteeren! Zie voor u wat gy doet, ik zal het revensjecren.
Ik ben geen diefëg, noch geen Hoer.
Erastes.
Wy zullen zien
Wat daar van is; en of men eerelyke liên.
Op zulk een wys mag,in hun eigen huis, trakteeren. tegen Gerontes.,
Belieft het Oom zo lang in zyn vertrek te keeren,
Tot zy vertrokken is.
Ge RON T ES.
Ja. ’k Ben door dit geval, Zo zeer ontdek, dat ik ’t milTchien befterven zal.
L I ZE T TE,
Wel zo, JulFrouw, je hebt u wonder wel gekweeten. Men hoorde u braaf, met een ftuk hout, de rug te meeten.
Erastes, Krispyn.
WKrispyn.
At dunkt u. Heer, heb ik myn rol wel uit gevoerd? Erastes.
KRIf'
-ocr page 57-OF DE ERFGENAAM DOOR LIST.
K R1 s p y N.
'kIleb’tallesomudier.lltedoen, dus ondernomen.
Fn, na’t my toefdiynt, zal’t ook wel ter eere komen. Want Heer Geroiites ichynt zo wel te zyn voldaan,
2o van zyn Nicht van Maine,als van zyn Neef vanKaan, Dat hy ze geen van beide een duit zal legateeren.
Maar, Heer, ’k won dat je my flus eens had zien ageeren, Toen ’kals een Edelman, heelkoft’lykgechambreert,nbsp;Met een gepluimde hoed, de paruik g’akkomodeert,nbsp;Naar de allernieu wfte zwier, en met een lange degen,nbsp;Myn rol hier fpeelde; ik wed datjy had zin gekrcegen ;nbsp;In mynmanieren. Maarikvind, rechtuitgezeid,
Dat my dit kleed geeft veel meer moed en dapperheid j Endatmydeesfamaar, voor allerlei gevaaren.
Meer als het jonkeas pak, kan dekken en bewaaren: Want als men is gekleed, gelyk een kavaljier ,
Dient men ,om ’t minfte woord, te vechten met ’t rapier. Of ieder een zal u maar voor een bloodaard houwen,'nbsp;Endatzynkunsjesdieons, maar te laat, betouwen.nbsp;Er. A STBS.
Krispyn, zo d’aahflag wel, in alles, fukfedeert.
En dat Gerontes my alleen inftitueert
Tot zynen Erfgenaam, zultgy____maar welke reden,
'flzette, doen u zo ontftelt toch herwaarts treden ?
L (
E R A S T E S
OLizette. nverwachteflag! ódroefheid,
-ocr page 58-42 krispyn,testat‘.ën gelegateerde
Eras T ES.
Helaas! ik ben, voor al myn leevenstyd, bedurven!
L t Z E 'f T E.
Ilc was naauw met hem in zyn kamer, of hy kreeg Eenoverval, dathy, vanonmacht, nederzeeg^
En was voort zonder fpraak,verlbnd enpols en krachten^ Als of’er anders niet was als de dood te wachten.
Het geen ik in ’t gevolg ook zag: want aanflonds brak ’tGezicht, endaarmeêgafhyd’allerlaaften fnak.
'Er AST ES.
Ik ben vol wanhoop I Ach! de fchrik,die ge Oom zo even Hebt aangejaagd, heeft hem gewis gekott zyn keven.
K RI s igt; y N.
Datfchutik, Heer: wantik kan niet gebet’ren, dat U w Oom de zaaken heeft dus av’recbts opgevat.
’t Was enkel op zyn goed gemunt, niet op zyn leeven. Erastes.
Laat ons de moed noch niet geheel verlooren geeven. tegen Lizette,
’t Is meer gebeurd, dathy een llaauwte kreeg, ja zo. Dat gy hem zelf al had, voor dood, geleid op ’t ftroo.
LI z E X T E.
Ja, Heer, geloof me, hyzalnu nietweêrontwaaken: vV.ant is hy noch niet dood, hy zal ’t geen uur meer maa-Erastes.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(ken.
5 Hemel, ach! wat raad V Wat raad, in deeze elend, Krispyn? Gerontes fterfd! en zonder teftamenl!
Nu ’s al myn hoop, om ooit met Izabel te paaren,
Voorby. Wat droefheid kan myn droefheid eveuaaren! LI z E T T E.
Het fpy t niy dat hy ’t heeft zo fchielyk afgeleid :
Want iiy had me ook een klein legaatje toegezeid. Krispyn.
Dit onverwacht geval verdraait alle onze zaaken,
’t Zal veel zyn zo wy hier met eeren door geraaken; En echter moet dit werk ftoutmoedig aangetaft;nbsp;Wylopeea harde kwaft een fcharpe beitel paft.
Al*
-ocr page 59-OF DE ERFGENAAM DOOR LIST. 43 Allon, koerazy dan, myn Heer, flyp uwe zinnen.nbsp;Om, door een hekiendaad, uw rampen te ovérwinnen.nbsp;F, R n s T E s.
Wat kan ik doen ? ik ben ten einde raad.
Krispyn. nbsp;nbsp;nbsp;Jemoet^
U, zonderuitftel, van het allerhelle goed.
Maar meefter uiaaken. Zovanpaarlen , diamanten Van obligaacfiën , goud, zilver en kontantennbsp;Oook dient Gcrontes dood aan niemand noch bekendnbsp;Gemaakt, voor dat ons werk geleid is in ’t fiment.nbsp;Lizette, jy moet voort de deurin’tnachtflotlluiten ,nbsp;Op dat ons toch, vooral, geen menfch verrall van buiten.nbsp;Lizette.
Laatdatmaarop myftaan.
Krispyn, tegm Eraftes.
Wyl u Gerontes dood
Dus heeft'verrafl:, myn Heer, zo dient gy van de nood Een deugd te maaken: want dat al dat fclioone goedjenbsp;U zou ontgaan, datftaat’er ganfchnietin. Ook moetjenbsp;lie wil hier voor de daad maar neemen: want, wanneernbsp;Uw Oom tot morgen maar had mogen leeven. Heer,nbsp;Hyhad, byteftament, gemaakt, dat na zyn fier ven.nbsp;Geen menfch als jy, een duit van hem had kunnen erven,nbsp;Des gaan wc maar aan ’t werk.
E R A s T E s.
Ik ben bevreeft, KrispVu— Krispyn.
Weg, met die vrees en volg myn raad.
E R A s T E s.
Als ’t dan moet zyn ^ '''’’el aan. ’k Weet toch niet hoe ’k me in dit geval zalnbsp;draagen,
¦^0 ben ik, door verdriet en wanhoop, neêrgeflagen. Lizette.
, gaat dat zo ? ’k Neem ook de wil dan voor de daad, k moffel meê wat weg, voor myn beloofd legaat,nbsp;Eindi van het derde Bedryf.
D 2
-ocr page 60-44 KRISPYN,TESTAT: en GELEGATEERDE
EERSTE TOONE EL. Erasïes, Kr,ispyn.
Erastes, dc brkvetas van Gtrontes in de-
Hhancl hebbende. nbsp;nbsp;nbsp;(fneTi;
Elaas! Krispyn ,’t is al vergeefs,wat we ook begin-VVant Oom Gerontes komtnienvedetby zyn zinnen. De medifynen doen in ’t minfte geen ellêkt;
Zo dat liy ’t leeven niet tot morgen ochtent rekt.
En ik zal van zyn geld heel weinig proliteeien ,
De wyl hy van zyn goed niet meer kan difponneerén. Krispyn.
Ik heb altyd ook op een klein legaat gehoopi-Erastes.
Doch, hoe nly ook’t fortuin in alles tegen loopt,
Dées twintig duizend pond,die’k hier in mynemacht heb. En iioch gelukkig van dees fchipbreuk afgebracht heb,nbsp;Dat droevig overïchot, rukt niemand uit myn hand.
’t Zyn, als gy ziet, Krispyn, all’renten op het land.
Krispyn, tvilknde de brieven aannemen.
Je wee t dat ik altyd gedeelt heb in jou plaagen , _
Des laatuiy ook de helfteindeezeuw droefheid dragen. Erasïes,
Maar ach! Krispyn, ’t geen gy hier in myn handen ziet, Bedraagt het vierde deel noch van de waarde niet,nbsp;Dicik, by telhment, van Oom had kunnen erven ^nbsp;Eii’kmoetnulzabeldaavby, voor .altyd, derven.
Het laaide fiiiart my’t meelij wyl ik haar fchoonheid meer, Alsa! het geld engoed vanditHeeliil ,vvaardeer.
Des zo ’kdie ichoonelchat, voor eeuwig moet begeeven, D.1U rais ik al de vreuchd en welluft van myn leeven.nbsp;Krispyn.
. OF DE ERFGENAAM DOOR LIST. nbsp;nbsp;nbsp;4^
Maar ik weet ganfch geen raad daar voor. Ach! wreede dood!nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(ven,
Had gy uw komft maar flechts een uur of twee vcrfchoo-Dan waaren we ons verdriet en hartzeer heel te boven.
E R A s T E s.
Juiftophetoogenblik, helaas! datmyngeluk'
Geboren fchcen, vindik iny midden inden druk.
Nooit is u noch de moed, in tegenfpoed bezweeken, Krispyn, en zult ge, in dit geval, nublyvenfteeken.nbsp;Daar al myn heil aan hangt. Bedenk eens, dat men daarnbsp;De grootite roem krygt, daar men loopt het grootft ge-jnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Krispyn.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(vaar.
’k Had flus noch moed dit ongeluk te repareeren;
Maar’k vind nudat hetisonmogelyktekeerèn.
Zo’t was te doen door ’t een of’t ander tertament (’t end. Aan kantte moffien, ’k vond miflchien noch raad ijjnbsp;Doch daar der geen is een te willen fabrileercn,
Daar moet de drommel en zyn moer voor iukombeeren.
TWEEDE TOONEEL.
Erastes, Lizette, Krispyn
_ liar’s de Nota Hem zeggen Heer.
D nbsp;nbsp;nbsp;Lizette.
Aar’sdeNotaris met zyn Klerken. Wat zal ik
Erastes.
Vermeerderd myn verdriet.
y ^ 12 E T E
Zalikhemhier doen komen? Erastes.
Lizette.
Wat, myn Heer?
Eras tes.
Maar heeft hy ook vernomen
46 KRISPYN,TESTAT: en GELEGATEERDE Dat Oom Gerontes reets heel buiten kennis is,
En al op fterven legt ?
L I ZE TTE.
Noch niet, naar dat ik gis, E R A s T E s.
Krispyij!
K R I s P Y N.
Myn lieer.1
Er ASTES.
Helaas!
Krisgt;pyquot;n.
Helaas!
Era s TES.
6 Ktt’re plaagen!
Wat zal ik doen, Krispyn ?
K R I s p y N.
Al wat u zal behaagen.
E R A 3 T E S.
Zal ik hem wederom vertrekken doen, Krispyn? Krispyn.
Ik zie niet dat hy u van eenig nut kan zyn.
LI z E T T E.
Zal ik hem dan ....
Vertoef. Myn bloed verftyft in de ad’ren. as! Krispyn, iny dunkt,ik voel myn fterfuur nad’ren.
Erastes.
Krispyn.
Helaa: Ik ook.
LIZ E T T E.
Ik meê. Voovwaar 't zou potfig zyn, dunkt my , Dat we alle drie hier zo eens Iturven op een ry.nbsp;Krispyn.
Wagt,wagt,daar fcbietmeiets in...maar’t is te vreemd...
en echter... nbsp;nbsp;nbsp;Cllechtcr.
Zoet,alsmen’teens... .neen , datkonfeptis noch veel Indien het by geluk — ik zie ’t zo half en half____
OF DE ERFGENAAM DOOR LIST. 47 Ha, ha! daar heb ik ’t... neen, dat ’s ook maat luize zalf.nbsp;Lizette.
Loop, met uw luize zalf. Die fratfen my verveelen.
E R A S T E S.
Hebt gy wat goeds bedacht, zoo wil’t ons mede deelen.' Lizette.
Kom, mynKrispyntjelief! bedenktochietshet geen Ons red uit onze nood.
Krispyn. nbsp;nbsp;nbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'
Wel, laat my dan met vreên j Op dat ik, ’t geen ik denk, ter deeg kan rekolleeren.nbsp;Voorzeker .,. maar indien .... waarom niet? wie kannbsp;Lizette.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(’tdeeren?
Maar, maak een eind van al dat prevelen. Dat is Maar tyd verlooren. De Notaris, naar ik gis.
Word ongeduldig.
Krisp YN.
Wacht, daar fchiet me een ftreek te binnen, Geen menfchter waereld kwam ooitfynder te verzinnen.nbsp;tegen Lizette.
Gy, die altyd zoo gaauw wilt zyn van geeft, men zal, Watgy, tot onze hulp, kunt doen in dit geval,
Eens zien.
Lizette.
Neem Hechts een proef. Sclioon ik wel wil gelooven, Dat u, in fieltery, geen fchepfel gaat te boven.nbsp;Krispyn.
Stil, ’k word noch meer verlicht. Het wit daar ik naar doel...
Lizette.
K RI s P Y N.
Gezeten in een arremftoel.... Lizette.
Ik ben ______
Wel nu?
Kris-
4^ KRISPYN,TESTAT; en GELEGATEERDE Krisfyn.
Wil'my, inmynverrukkinge, nietftooren. Een witte flaapmiits op myn hoofd,die over de ooren...
De luiken toegedaan____
L I Z E T T E.
Dat ’s wel bedacht, Krispyn.
K R I s P Y N,
Myn Heer-jy zult van daag Oom'’s Erfgenaam noch zyn. Lizettc, breng de rok, die menigmaal voor deezen,nbsp;Gerontesheeft gedieni, wanneer hy ziek wou wezen.nbsp;En noch wat andquot;re plunje.
Li ZET TE.
Ik vliegt en kom voort weer.
DERDE TOONEEL. Erastes, Krispyn.
WE R A S T E S.
At ben ik u verplicht! ’k Beloof u, op myn eer. Dat ik, zo uwe lill komt naar myn zin te flagen,
U zal bezorgen tot het einde van uw dagen :
Want als ik Erfgenaam, van Oom’s nalaatenfchap Gemaakt word, dan raak ik op d’allerhoogften trapnbsp;V.an myn geluk; dan word de wcllull van myn keven,nbsp;De aanminnige Iza'bcl, aan niy tot Bruid gegeeven.
IC R I s'p Y N.
Alaar ondertuffchen ryd een zek’ré ontfteltenis i\ly door de leden, diemy heelontruft. Gewisnbsp;Indien'’t Gerecht dit wierd gewaar, kon dees kommedy,nbsp;Heel licht veranderen, vrees ik, in een tragedy.
Daar is geen gekkcn mec. ’c Word kvimineei bepleit. Wanneer men iemands hand-heeft na gekonterfeit.
E R A s T E s.
U w vrees is buiten reen: want Oom, tiaar ik kan rek’nen, 1 leeft ill een hallef jaar zyn naavn niet kunnen tek’nen,
I )oor een belemnPring aan zyn rechter hand, Krispyn. ziodatge, omtrent dat punt, geheel geruft kunt zyn ;
En
-ocr page 65-OF DE ERFGENAAM DOOR LIST. 4.9 En zeggen dat gy niet kunt icliry ven.
Krispyn.
Pat’stei'eeren»
Nu zal ik ’t werkje wel, ten goeden, dirigeeren.
En zo terftond een rol, in HeerGcrqntes Ichyn,
Gaan fpeelen, daar je zeer van zult verwonderd zyn.
VIERDE TOONEEL.
Eraste?, KpvIspyn , Lizette , met eenige oude kkederen van Gerontes.
DLizette,^?^kkerenopclegrontf'myfcnde. (je Aar heb je ’tzootje.Dat’s een vodde markt. Nu kun-U, naar uw zin, Krispyn, bedienen van die plunje,
Kri.spyn. nbsp;nbsp;nbsp;(cyd.
Sa, Heer, fla mede een hand aan ’t werk. Verzui m geen Denk datje, in dit geval, nu myn Lakey eens zyt.nbsp;Allon, de nachtrok. Die mouw eerll. Ganfch duizendnbsp;fchanden!
Jelui bent, by me keel, wel drommels hard van handen. Ooemydenachtdasom. Zacht Heer,je wurgt me. Hei!nbsp;Jefpeeld wel eens zo goed voor Heer, als voor Lakey.nbsp;Dus toegetakeld zou ik wel, in allen deelen, ,
De rol van de ingebeelde zieke kunnen kpeelen.
L I Z E T T E.
JelyktGerontes, indeeskleeren, netofhy liet zelver was, Krispyn.
K R I s P Y N.
Maar’k denk niet, dat ik my btel in gevaar, om, dqormeinzynhabyt teiteeken,nbsp;Eefinet te worden van Gerontes zyn gebreken.
Lizette.
'Veg, met diemalle vrees, en wapen u met moed. Krispyn. _
Voorwaar ik voel alrcdc ontilelt’nis in myn bloed.
En, zo de vreeze niet doet eenigiins lakteeren,
^0 liecft dees rok de kracht oui iemand te purgeeren.
L I Z E T T E.
’k Zal u dees mantel noch omhangen, voor de kou: Myn Heerdeê ’t ook als hy de zieke ipeelen wou.nbsp;Krispyn.
’t Zal zo wel gaan, dunkt my. Ga heen, laat de Notaris Maar binnen komen, wyl de baan volkomen klaar is.nbsp;Lxzett E.
Ik ga.
Erastes, Krispyn.
Erastes.
^rEef, Hemel, dat dees aanflag, daar ik my. Doornood, inwikk’lenlaat, tot myn geluk gedy.nbsp;Krispyn, gy moet u toch voor al voorzichtig draagen,nbsp;Op dat wy ons, in’t eind, dees aanflag niet beklaagen.nbsp;Ik hoor gerucht.
Krispyn, zich fchielyk in den armftoel fmytende.
Zyt maar geruft, daar’sgeen gevaar Altoos j ikkanmynrol van buiten op een haar.
ZESDE TOONEEL.
Een Notaris, twee Klerken , Erastes, Lizette, Krispyn.
N Erastes, tegen de Notaris. (ontboden , Eem hieruvvplaats, myn Heer. MynOomheeftunbsp;üm dat hy uwe hulp, in ’t uiterft heeft van nooden.
K rispyn.
Ja, HeerNotario, dat’swaar, en’kbenverblyd Te zien, dat gy noch zo gezond van lichcbaarn zyt.
Ik wende ook noch zo fris te zyn, en van uw jaaren; Danhad ik, voor als noch, de moeite kunnen fpaaren,nbsp;Omtrent myn teftamentte maaken.
Notaris.
Hou flechts moed.
OF DE ERFGENAAM DOOR LIST.
Gy zult, fchoon dat gy van uw natelaat’ne goed Gedifponeert hebt, niet eer fterven, Heer Gerontes. ^nbsp;Men hoorde zulks te doen wanneer men noch gezond is.
’t Ontlafl: het hart, myn Heer, en’t geeft den menfcheen groot
Genoegen, als hy is op d’oever van de dood.
Ja, die ontlading kan zo veel verkwikking geeven.
Dat zy een zieke doet als wederom herleeven. Krispyn.
Ach! dat de Hemel me ook zo gunftig wezen wou. Lizette fluit de deur.
Notaris,
Myn Heer, mydunkthetzou Veel beeter voegen dat wy hier alleenig waren.nbsp;Lizette.
Ik zou myn Heer nochtans, in’tuiterfte, niet garen . Verlaaten.
Kraste s.
Oom heeft daar omtrent maar te gebiên.
KrtsPYN, tegen de Notaris.
’t Mag in hun byzyn welom mynent wil, gefchiên :
Ik ben op hunne trouw, gerud in allen deden. Notaris.
Het is zeerwel, mynHeer, wy volgenuw bevelen.
Ik zal het hoofd maar by provizy fchryven: want Dieflenterisdeurgaanstoch al op eene trant.
Hy fchryft en keft daar na. VoormyNotarius Publikus, Kompareerdenbsp;Gerontes, wel by zyn verftand zynde, en begeerde,
• Dit vrye wil, te dil'ponneeren van zyn na ¦lelaat’ne goederen, als volgt: ekfetera.
Sj]reeh tegen Krispyn.
Zeg my nu uwe wil en uiterile begeeren.
Krispyn.
Men zal voor eerfl, wil ik, mynfchulden likwideeren, I En prompt voldoen.
, nbsp;nbsp;nbsp;Eras-
-ocr page 68-52 KRISPYN,TESTAT: en GELEGATEERDE Erast E Si
’k Loof dat ze weinig zullen zyn. Krist YN.
Vier honderd gulden ben ik noch te kwaad, aan wyn,
In ’t gulden vlies, hier naaft.
Notaris.
Zeer wel. Waar ’s uw begeeren
Dat m’ u begraven zal ?
Krist YN.
’t Kan my niet diltereeren. Alleénig wil ik dat ik niet word allcrnaall:
EenAdvokaat, of wel eenProkureur, geplaaft;
Uit vrees dat zy, gewoon op Aard Heets elk te plaagen, Zich ook niet zouden, in het graf, met my verdraagen.nbsp;E R a s T E s.
’kZal zorgen dat het al word naar Oom’s wilbeHiert j En dat uw uitvaart met veel Haaify word gevierd.nbsp;Kristyn.
6 Neen. Ik kom hier mede uitdrukk’lyk te gebieden, Dat myn BegrafFenis heel llemmig zal gefchieden,
Met weinig omflag, Neef; dewyl men fchrikken zou Te fterven, enkel om de korten van den rouw.
Notaris.
Myn Heer, wie wilt gy tot uw Erfg’naara nomineeren ? Kristyn.
‘MynNeefEraftes, Heer, wilikinftitueeren Tot Erfgenaam van myn nalaateufchap; en ’k fluitnbsp;Myn and’re vrinden, voorzo ver het nood zy, uit.nbsp;Inzonderheid wil ik dat zy geëkskludeert zyn.
Die buiten beens en in onecht gefabrifeert zyn.
Li zette.
Helaas! die redenen doorbooren my het hart.
E R A s T E s.
Ach! Oom, al ’t geen ge my doet erven, kan de fmart, Die ’k voel,\vanneer ik aan uw dood denk, niet verzetten.
Kris-
-ocr page 69-ÖF DE ERFGENAAM DOOR LIST. ;^3 Krispyn.
Dan legateer ik noch, twee honderd piftoletten, Aanmynemeid: doch wel met die voorwaarde, datnbsp;Ze met Eraf ces knecht zal trouwen, datje ’t vat jnbsp;Eu anders niet.
Lizette.
Helaas! ’k Zal u niet overleeven! Want al myn leden, als ik aan uw dood denk, bceven.nbsp;Krispyn.
’k Wil, Neef, dat gy aan haar, uit myn gereedfte goed, Dit klein legaatje voort, ingoudemunt, voldoet.nbsp;Erastès.
„ Dien rekel is gezint om my een pots te fpeelen. tegm Krispyn.
Ik denk. Oom, dat ge nu niet meer hebt te bevelen. Krispyn.
’k Heb noch een woord vyf, zes,te zeggén,mon Koezyn. Ik legateer noch aan Eraltes knecht, Erispyn,
Voor zyn getrouwe dienft, des jaars vyf honderd gulden. Eraste s.
„ Het gaat te hoog, en ’t is voor my niet meer te dulden. tegen Krifpyn.
Myn Oorn, gyzyt, na’k gis', heel kwalyk onderrecht Van dien Knlpyn ^ het is een ongehoorzaam Knecht,nbsp;Een lompen fchurk, onwaard een duit om van te leeven,-Die ik vaak heb gedreigt een voer in ’t gat te geeven.nbsp;Krispyn.
’k Ben van het tegendeel verzekerd, en ik weet,
Dat myn mildaadigheid, aan hem is wel hefteed.
El’kmeen hem, toteendnic, die lom telegateeren,
In fpyt Yan al nbsp;nbsp;nbsp;daar tegen oppofeercn.
E R A s T E s.
» Die Guit!
Krispyn. _
Vind gy de fom te weinig j ’tisnochtyd . HfiUl meer te maaken, Neef
EïtAS-
-ocr page 70-^4 KRISPYN,TESTAT: en GELEGATEERDE
E R AS TE S.
Ganfchniet. Mydunkt gyzyt, Omtrent myn knecht,te mild. Hoe I zoo veel’sjaars aannbsp;Krispyn.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(rente?
6 Ja, en ik begeer dat deezen teftamente Zal, buiten dat, van nul en geender waarde zyn.
Eras TE s.
Maar, Ogm!
Krispyn.
Stel u geruft, het is volkomen myh Begeeren j desweêrftreef myniet, maar laat u raadcn,nbsp;Ofdie neuswyzigheid, zou u wel kunnen fchaden,
LI z E T T E, ugm Erajks.
Myn Heer, zyt toch te vreên, eer dat je ’t u beklaagt. Erastes,
„ ’t Is wel dan. nbsp;nbsp;nbsp;tegen Krispyn.
Oom kan doen, al ’t geene hem behaagt. K R1 s p y N.
Heb ik niet iemand die ’k noch iets kan legateeren. Erastes.
„ Ik raas van fpyt! Dien beeft!
Notaris.
hlyn Heer, is uw begeeren
In alles nu voldaan?
Krispyn.
Volkomen: want ik weet Niet dat ik iemand heb daar’tmeer is aan belleed.nbsp;Erastes.
„ ’tistyd, indien’er iets voormyzaloverblyven. Notaris.
Wanneer ge uw teftament nu maar wilt onderfchryven, Dan is het alles klaar.
Krispyn.
Dat’smyonmoog’lyk: want ’kBen, dooreen zinking, zo aan myne rechterhandnbsp;G inkommodeert, dat ik, zelfs in fekreetezaaken,
Niet
-ocr page 71-OF DE ERFGENAAM DOOR LIST. 55
Niet zonder hulp, myn Heer, mynbokfen los kan maa-Notaris. nbsp;nbsp;nbsp;(ken.
Myn Heer verklaart zich dus, en ter prezentfy van Dees twee getuigen, dat hy ganich nieifchryven kan.nbsp;Krispyn.
ó Ja.
Notari s.
*t Is wel,men zal het op die wys paffeeren. Krispyn.
Wat is het moeij’lyk van zyngoedtedifponneeren.
’t Zweet breekt ’er my van uit.
Notaris.
Gyhebt my nergens meer
Krispyn.
Neen. Maar ik verzoek, myn Heer , Dat gy het teftament flechts hier wilt laaten blyven.nbsp;Notaris.
Ik zal u een kopy, aanftonds daar van doen fchry ven: Want achtervollegensde wetten van het Land,
Mag ik het orgineel niet geeven uit myn hand. Krispyn.
Ei,zend ze my dan voort, gy zult my oblisjeeren. Notaris.
Ik zal ze u brengen in een uur, ’t zal niet mankeeren. Krispyn.
Als ’t u belieft.
Notaris.
Ikblyfuw dienaar. Heer,tot flus. Krispzn.
Ik de uwe uit al myn hart, myn heer Notarius.
ZEVENDE TOONEEL.
Erastes, Krispyn.
In
Krispyn, zich ontkktdende.
5Ö KRISPYN,TESTAT:en GELEGATEERDE
In tyd van nood, niyn rol zo naar de kunft kon fpeelen? Heb ik niy ,naar uw zin, gekömporteert, omtrentnbsp;Het rnaaken van myn Heer uw Oom zyn tellament?
E R A S X E S.
Zyt gy uitzinnig ? Hoe! twee honderd piftoletten, Tekgateerenaan myn Oom zyn meid, Lizette ?nbsp;Krispyn.
My dunkt ,voor\vaar, dat ik het fober heb gefield.
E R A s T E s.
Twee duizend gulden. zeg, is dat by u geen geld? Krispyw.
Voorzeker. Maar uw Oom, heeft haar nooit in zyn leeven ^
Voor haare dienll, myn Heer, eenkop’reduit gegeven. Zy heeft alleen op hoop van een legaat gediend.
Ook was ze aan hem,miüchien, wel eeniglins bevriend^ Dewyl Uw Oom, fchoon hy op’t left wat impotent was,nbsp;In vroegertydal vry wat familjaar gewentwasnbsp;IM et haar te keven Zodat ik,gelyk3e licht
Kunt zien, dees dienft haar in konsjenfy was verplicht.
Er AST ES.
De rente, aan u gemaakt, is dan, hy konfekwenfy, Kaar ik vermoede,, ook een eliêkt van uw konsjenfy.nbsp;Krispyn.
_1 e fcbynt in ’t teftament, waar by ik u alleen Heb E ifgenaam verklaard, maar paffelyk te vreên.
Doch, daar’s niet aan veibeurd, is’t anders uwbegeeren. Ik zal ’t op ftaande voet, myn Heer, mortififecren.
E R A s T E s.
Dat zal niet noodigzyn.
IvRlSP Y N.
Het is noch niet te laat, Om alles wederom te ftellen in dien ftaac,
Gelykuw Oom het heeft gelaaten : wil ik garen.....
E R A s T E s.
De Hemel, hoop ik, dat my daar voor zal bewaaren.
KriS’
-ocr page 73-OF DE ERFGENAAM DOOR LIST. 57
K R I S P Y N.
Jlaar ik geyoel, myn Heer, een innerlyke fraart.
En wroeging. Ach! ’t leid my,zo zwaar als loot,op’t hart, Erastes.
Maar gaan wy binnen, ’c Is, of’t my word ingegeeveü, Hat Oom Gerontes reets verlaaten heeft het keven.
ACHTSTE TOON E EL. Erastes, Krispyn, Lizettê.
ALizette, zich in dm armjhdzettende. Ch! Hemel! Ach! wat raad?nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,
Erastes.
Spreek op, zeg wat u deerd. Lizette.
Ik kan naauw fpreeken, zo ben ik verbouwereert Ikzwym!nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Krispyn,
Wat is ’t ?
Lizette, fihielyk opflaande.
Ach I hou me valt.
Krispy N.
Wat zal dit wezen ?
Lizette.
Gerontes, Ach! ....
Krispyn,
Wel nu?
L iz; E T T E.
Helaas! die is verreezen! Erastes.
ïs t moog’lyk! Hemel! Ach! is ’t waar het geen gy zeid ?
^ nbsp;nbsp;nbsp;Lizette.
^ had noch naauw’lyks de Notaris uitgeleid.
Of k hoorde, naar my dacht, in zyn vertrek iets keven. |k trad, niet denkende of hy had den geeft gegeeven,nbsp;Oe kamer in, alwaar hy op de ruftbank zat,
Waar op ik, zeer ontftelt, voort koos het hazenpad, j .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Krispyn.
Loop, jy hebt mis gezien.
£ nbsp;nbsp;nbsp;Li-
1^
-ocr page 74-58 KRISPYN,TESTAt; en GELEGATEERDE
L I Z E T T E,
Ganfch niet, met geen gedachten.
Er AST ES.
Helaas! Krispyn! Krispyn.
Wie kon dit eenigfiiis verwachten! Lizette.
Dat overval zal maarten flaauwte zyn gcweeft.
’t is hem wel meer gebeurd.
Erastes.
Ik heb het wel gevreeft! t Fortuinfchept .naarhetfchynt, zynuiterflebehaagen,nbsp;Jn onöphoLid’lyk my te fling’ren en te plaagen.nbsp;Lizette.
Foei! ’t is te fpytig, dat dit juifl ZO heeft gewilt^ Dewyl het varken op een oor na was gevild.
Krispyn.
Ik geef het op, en meen ray niet meer te eksponneeren, Wyl myn projekten toch niet willen fukfedeeren.nbsp;Erastes.
JFlas waart ge een held, maar als de minfte tegenfpoed TJ hechts bejegend, dan ontzinkt u voort den moed.nbsp;Keer weder tot uw zelf, Krispyn ; fta niet te droomen.nbsp;Ik vlei my dat het noch wel zal ten beften komen.
’t Zal ondertulTchen goed zyn dat ik Izabel,
Deeze obligaatfiën voor eerft, ter handen ftel.
Om haar te beter tot myn Huw’lyk te aniraeeren.
Gy diende midd’lerwyl Gerontes te obferveeren;
Op dat hy niets begin het geene ons fchaad’lyk zy.
Ik ga,en kom u in een oogenblik weêr by. Erajieshinmn. Kri SP YN.
’k Heb my wel uitgeflooft; dat teftamenten maaken» Kon my geraakkelyk doen aan een galg geraaken.nbsp;Lizette.
Hoe of het dan zou gaan, denk ik, met myn legaat. Krispyn.
ijiom 5 gaan wy, om te zien hoe’t met Gerontes ftaat-Einda van bet vierd^^dryf, y y F'
-ocr page 75-OF DE ERFGENAAM DOOR LIST. 5^,
V Y F D E
EERSTE
T o o N E E L.
Mev. Argantes, Izabelle, Erastes,
NMev: Argantes.
Eeni my tiietkvvalyk, dat ik niet kan rezolveeren Aan u, in dit geval, uw bede te akkordeeren:
Want zo ’k dees brievetas bewaarde in myne macht. Dan zoude ik zekerlyk by ieder zyn verdacht,
Als of ik heitnelyk, ’t geen gy hebt voorgenomen, Begunftigde; en dewyl uw Oom weêr is gekomennbsp;By zyne zinnen, zo zoude ik u raaden. Heer,
Dat gy aan hem terftond dees rentebrieven weêr Ter handen ftelde. Erastes.
Ik weet. Mevrouw, dat uwe zinnen. Zich nimmer lieten door onëerlykhcid verwinnen:nbsp;Maar myne meeninge is geenfins, te houden ’t geennbsp;My noch niet toebehoord ^ maar ik verzoek alleen,nbsp;Dat gy dees brieven flechts een tyd lang wilt bewaren ,nbsp;Of my de Hemel niogt een middel openbaarennbsp;Tot trooft voor myne min^ wyl myn behoudenis,nbsp;Van ’t Huw’Iyk inet uw kind, alleen afhangk’lyk is.nbsp;En fchoon ik al iets had in dit geval misdreeven,
’k Zie myn vergilfenis, in haar gezigt gefchreeven. Izabelle.
Dewyl myn Moeder reets ons Huwelyk dus veer Heeft toegeftaan, zyn wy het al te boven, Heer:nbsp;Waiit nimmer kon het goud myn oogen zo verblinden jnbsp;Dat ik alleenig daar myn heil in dacht te vinden.
al het geen gy van uw Oom (recht uit gezeid^ Kunt erven, heeft in ’t minfi; niet voor uw min gepleit:nbsp;Uvv deugd alleen heeft my in wedermin ontfteeken.nbsp;Erastes.
Wanneer gy my bemind, kan my niets meerontbreeken, Mev: Argantes.
Die woorden zyn zeer goed; maar als men is getrouwt, E 2nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;En
-ocr page 76-(So KRISPYN,TESTAT: EN GELEGATEERDE En geene middelen heelt tot zyn onderhoud,
Waar mede zal men zyn fatfoen dan maintineereu?
E R A s ï E s.
Ik tvvyfFel niet of ik zal Oom wel difponneeren,
Nu hy weer is by zyn verftand, dat ik alleen.
Door hem word Erfgenaam verklaard, van al het geen Hy zal ontruimen door de dood.
M E v: A R G A N T E S.
INIaar ik zou vreezen.
Dat gy uw Oom daar toe nu geenlins zult beleezen , Om dat gy u, terwyl hy van zich zelven was,
Stil meefter hebt gemaakt van zyne brievetas.
Eras T ES.
In tegendeel, zal zulks al veel kontribueeren, Mevrouw, om hem in myn faveur te doen tefteeren:nbsp;Want om dees brieven weêr te krygen, weet ik datnbsp;Hy my zeer garen all’ zal akkordeeren, watnbsp;Ik zal verzoeken. Maar wat’s dit? Zeg, welke reden,nbsp;Krispyn, dat u, in zulk een haatl doen herwaarts treden ?
TWEEDE TOONEEL.
Mev: Argantes, Izabelle, Erastes, Krispyn.
I nbsp;nbsp;nbsp;Krispyn.
K kom u zeggen, dat uw Oom op ftaande voet Zal hier zyn ; zo datje op uw hoede wezen moet.nbsp;Erastes.
Wydienen ons voor eerft,dunkt my,noch uit zyn oogen Te houden; des verzoek ik dat gy wilt gedoogen,nbsp;Dat ik u faamen breng in de and’re zaal: wyl iknbsp;Alleen voor d’eerften llorm van zyne gramfchap Ichrik.nbsp;Wy kunnen ons zo lang in’t naafl vertrek begeeven,nbsp;Tot dat die donk’re wolk zal zyn voorby gedreeven.nbsp;tegen Krispyn.
En gy zult ons terftond, wanneer het tyd zal zyn Om in te treên, daar van verwittigen, Krispyn.
Kris:
-ocr page 77-K RI S P V N.
Uw laft, Heer, word door my in alles waargenomen. De Hemel geef dat we eens uit deezen maalilroom ko-
Cmtn.
DERDE TOONEEL. GeicONTES, Lizette, Krispyn.
MGerontes, leunende, op Lizette. (merk;
Yn flaauwte is noch niet heel vveêr over, naar ik En myne harflens zyn , door deezen ftoot, zo Üerk'nbsp;Gefatigeert, dat zy geheel getroebeleert zyn.nbsp;Lizette.
Wy dachten niet dat jy het zoud geëchappeert zyn. Gerontes.
Maar of die flaauwte my lang by gebleeven is,
Lizette 'l nbsp;nbsp;nbsp;Lizette.
Niet zeer lang. E,cn uur of twee, na’k gis. Maar uwe ziekte kwam ons fchrikk’lyk te allarmeeren,nbsp;En fleê hier alles zo het onderll boven keeren,
Dat ik’t niet zeggen durf, hoe’t hier is toegegaan: Krispyn kan ’t, als hy wil, in ’t breede u doen verftaan.nbsp;K R I s P Y N.
Indien iku, myn Heer, verhaalen zou, ter deegen, Iloe’t zich, terwyl jy in die flaauwte hebt gelegen.nbsp;Hier toegedragen heeft; met welk een naerftigheid.nbsp;En grooten yver ik hier heb gearrebeid,
Om uwe zaaken in goede ord’re te befchryven, (ven.) (Wyl je in die flaauwte wel zeer licht had kunnen bly-Je zoud verwonderd zyn om ’t geen’er is gefchied;nbsp;Maar of het naar uw zin zou zyn, dat weet ik niet.
.. nbsp;nbsp;nbsp;Gerontes.
Maar, waar ’s Eraftes ? ik verlang naar hem. Krispyn,
Dathy ^at zegt ge!
Gerontes. E 3
’k Zou vreezen, miffehien, niet meer zal in het Reven weezen.
Kris-
-ocr page 78-62 KRISPYN,TESTAT; en GELEGATEERDE Krjspvn.
Toen hy zag, dat uwe ziekte groot Gevaar liep, ja, dat zy vermengt iclieen met de dood.nbsp;Heeft hy zich, deezeri fiag niet kunnende verzetten,
Gefmeten..... G e r o n x e s»
In de graft?
quot; K R I S P Y N.
't Geen ik niet kon beletttn. Op zyne ruftbank, Heer; daar hy, dewyl hy rneeudnbsp;Dat je al gefuirven zyt, noch uwe dood beweent.
G E R o N T E s.
Ga, zeg uw Heer, dat ik ten naaften by al weder Herfteld ben, en dat ik, dewyl hy my zo tedernbsp;Bemind, hem toonen wU, en moog’lyk nog van daag,nbsp;Krispyn, hoe zeer ik voor zyn welltand zorge draag.nbsp;Kris p YN.
Zeer wel, ik ga, en zal hem aanftonds herwaarts leiden, Indien hy noch niet'uit het leeven is gefcheiden,
VIERDE TOONEEL.
Gerontes, Lizette.
MGerontes. nbsp;nbsp;nbsp;(hoor,
Yn ziekte is van veel meer belang geweeft, na ’k Als ik gevveeten heb.
Lizette.
Wy hebben u wel voor
Ehn uur al dood geacht.
quot;^Gerontes.
’t Zal dan, voor alle zaaken, Hoognoodig Zyn dat ik myn tc-ftament ga inaaken.
Is dc Notaris hier geweeft?
Lizette.
ü Ja, myn Heer.
Gerontes.
Ga heen, Lizette, en zeg hem dat hy aanftonds weef
Moet
-ocr page 79-OF DE ERFGENAAM DOOR LIST. 63 Moet komen, om voor my, myn leftament te fchryven.nbsp;Lizette.
’k Heb hem verzogt, wyl hy niet langer konde bly ven, En ik noch hoopte dat gy vveêr bekomen zond,nbsp;Straks vveêr te konlen, ’t geen hy zeide^ zonder fout,nbsp;Te zullen doen.
Gerontes.
’t Is wel, ’t zal dan niet noodig wezen.
VYFDE TOONEEL. Gerontes,Erastes,Lizette,Krispyn.
A nbsp;nbsp;nbsp;Eras TEs.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Czen.
Chlkan het moog’lyk zyn,myn Oomigy zytverree-De Hemel geeft my u, die ’k al heb Jood geacht,
Dan weder j welk een vreuchd! eii dat zo onverwachtl
Ge RO N TE s.
Ik ben het hoekje noch niet t’eenenvaal te boven. Schoon ik den Hemel moet, voor zyne goedheid, loven,nbsp;Om dat hy my noch die verpoozinge, op het puntnbsp;Van myn verfcheidinge, geiiaadiglyk vergunt.
Om van myn goederen te kunnen difponneeren,
En u tot Erfgenaam daar van te inititueeren, Lizette.
Ja, Heer, hét is aaii hem ook wonder wel belleed.
Die jongman mind u lUeer als jy wel 'zelver weet: Want zo jy had gezien hoe hy was neêrgeflagen,nbsp;Wanneer het fcheen dat jy woud eindigen uw dagen ,nbsp;Jy zoud daar over zeer vevvvohderd zyn geweeft.
K RI s p Y N.
En naaft myn Heer was ik daar van wel ’t allermeelt Geraakt.
Lizette,
Ik heb het my ook na genoeg genomen, na my dunkt, zie ik daar de Notaris komen.nbsp;Krispyn.
» Dat hem de pikken fchend,wie droes had zulks gedacht-E 4 nbsp;nbsp;nbsp;ZES*
-ocr page 80-Notaris,Ger o ntes,Erastes,Lizette,
K R I S P Y N.
UG E R o N T E S. nbsp;nbsp;nbsp;Cwachr,
W dienaar. Heer, ’k heb u al lang, metfmart gc-Notaris.
My dunkt, dat ge in een uur al krachtig g’avanfeert zyt, Ta dat ge van uw ziekte al haaft gedecharsjeert zyt.
Ik heb ’’t u wel gezegd, dat gy op ftaande voet,
Als gy zoud hebben, van uw'natelaat’ne goed, Gedilponeert, zeer veel verlicht zoud zyn; wyl’t vaft is.nbsp;Dat zich het lichchaam, als de geelT yan zorge ontlall is,nbsp;Veel beter vind.
Gerontes.
Dat is de waarheid, ik beken ’t. Notaris.
Ik breng u, volgens uw verzoek, het inftrument ’t Geen gy zo daadelyk voor my kwamt te palieren.nbsp;Gerontes.
Wat Inllrument? Wat zal dit zyn?
Notaris.
’t Geen ik, op uw begeeren. Zo aanftonds heb gemaakt.
Gerontes.
Op myn begeeren; wat? Notaris.
Uw Teftament, myn Heer j ik kan niet denken dat U zulks ontgaan kari’ zyp.
Gerontes.
’k Geloof gy zyt bezeten. Heb ik myn teftamen]: gemaakt ?
Notaris.
Ja, wel te weeten. Lizette.
„ Krispyn, ’t hart klopt me in ’c lyf.
Kris-
-ocr page 81-OF DE ERFGENAAM DOOR RIST. Krispyn.
„ En ’t myne beeft van fchrik. Gerowtes.
Voorwaar sry myrnert. Heer Notario, want ik Heb u ontboden, om dat ik ben van intenfy,
Om zulks te doen.
Notar IS,
Ganfch niet. Gy hebt, en in prezenfy, Zo van myn Heer, als ook uw meid, van al het geennbsp;Gy achterlaaten zult, ’t is pas een uur geleên,nbsp;Gedifponneert, myn Heer: gelyk gy hen kunt vraagen.nbsp;E R A s T E s,
„ Wat zeg ik beft?
X./1Z E T T E
„ Hoe zal ik my hier in gedraagen? ¦ Krispyn.
„ ’k Ben drommels in het naauw.
G E R o N T E s,
Notaris.
Ja, toch.
Gerontes.
’k Bid, Neef, zeg ons wat van de waarheid zy. E R A s T E s.
Ach! Oom! laat ons toch van geen teftamenten fpreeken: Want elk een woord daar van fchynt ray door’t hart tenbsp;Gerontes.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(fteeken.
Lizette, fpreek.
L I z E T T E.
Ach! ik kan me, over dat fubjekt, Niet uitten. Spreek, Krispyn.
Krispyn.
Geen meufch kan zo perfekt, Als ik, myn Heer, u daar van onderrechting geeven.nbsp;Gerontes.
Heb ik myn teftament gemaakt?
E j nbsp;nbsp;nbsp;Kris-
-ocr page 82-K R IS P Y N.
' nbsp;nbsp;nbsp;Ik heb, ZO even.
Hier iemand, die u wel geleek, en ook omtrent Zo was gekleed als jy, niyn Heer, zyn tellamentnbsp;Wel hooren maaken, en van woord tot woord dikteeren;nbsp;Hoewel dat ik daarom geenfins zou willen zweerennbsp;Dat jy het bent gcweeft; wyl miffen menfch’lyk is.nbsp;Notaris.
Dat gy’t geweefl: zyt. Heer, dat ’s zeker en gewis. En kan in ’t allenninft geen tegenfpraak verdraagen.nbsp;Gerontes.
Myn ziekte was my dan geheel naar ’t hoofd geflagen; Wyl ik in ’t niinfte geen geheugen heb van alnbsp;Dat hier is omgegaan.
Krisp Y N.
’k Loof dat ik ’t u wel zal Te binnen brengen, ’t Is u, denk ik, niet vergeeten.nbsp;Dat iy zo even dees Notaris hebt doen weeten ,
Dat hy terflond by u moeft komen ?
Gerontes.
Krispyn.
Dan moet je ook weeten van uw tellament.
Gerontes.
Daar fchiet
My niets van in. Krispyn.
Dan zyt ge toen heel van uw zinnen Beroofd geweeft. Maar komt u dan ooimiette binnen,nbsp;Dat hier, zo daad’lyk, is uw Neef van Kaan geweeft.nbsp;Als mede uw Nicht van Maine? En dat zy hier den beeftnbsp;Braaf ipeelden?
Geronte s.
Ja-
Krispyn.
En dat je, om zulks te revensjeeren, Lizette eu my , in plaats van hen woud legatecren ?
-ocr page 83-OF DE ERFGENAAM DOOR LIST. lt;j^ Gerontes.
’k Heb daar in ’t iDÜifte geheugen van, Krispyn. Lizette.
Voor al behoorde u dat ganfch niet ontgaan te zyn, Krispyn.
Het is uw flaauvvte’s fchuld,mynHeer;dat’s wis en zeker. Gerontes.
Zou ’t wel zo zyn ?
Lizette.
Dan weet je ook niet, dat uw Apteker..,. Erastes.
IMaar,waar toe diend toch al dat vraageu?Want gy boord. Dat Oom, fchoon hy niet weet, dat hy een enkel woordnbsp;Heeft van zyn teftament gezeid aan de Notaris,
Zeer wel gelooven wil, dat zulleks nochtans waar is y 'Om dat het hem in zyn memory heeft gelbhoit.nbsp;Gerontes.
Het diend wel waar te zyn, wyl ’t van u alle word Zoo zeer beveiligd, met zo veel omllandigheden.
Dat ik my, daaromtrent, moet laaten overreden. Maar ’k bid u dat ge my den inhoud doet verftaan.nbsp;Krispyn.
Wat is my ’t hart bekneld. Nu komt het ’er op aan. Notaris.
Als ’t u belieft. nbsp;nbsp;nbsp;(Leeft)
roor tny Notaris kompareerde, Myn Heer Gerontes, wel by kennis, en begeerde.
Uit overdenking dat hier nietsbeftetidig is,
Maar al loat kefd, ’’t zy vroeg of laat, de dood gewis Moet ondergaan....
Krispyn.
Helaas! een fteene hart zou breeken! Lizette.
Ik kan van droefheid en ontfteltenis niet Ipreeken. Gerontes.
Nu fleurt ons niet •, maar zyt te vreden; want de nood
Komt
-ocr page 84-(58 KRISPYN,TÊSTAT;en GELEGATEERDE Komc noch niet aan den man. ’k ben immers noch nietnbsp;Notaris, heft.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;([dood.
En om dit redenen^ Tzeg ik) was zyn begeer en ^
Uit eigen vrye wil, by tyds te difponetren,
Fan 't geen hy^ door d.c dood^ ontruimen zal....
KristYN. nbsp;nbsp;nbsp;Ach! door
De dood ontruimen!
Lizette.
Door de dood 1
Notaris. Geeft toch gehoor. Of anderzins kan ik hetteftament niet leezen. (Leeft)nbsp;Gelykerwys hy dan verklaard te doen by detzen.
G E R o N T E S.
’k Verklaar dat my geen woord hiervante vooren ftaat. Krispyn.
’t Komt van uw flaauwte, Heer; dat ’s zeker, in der daad. Notaris, leeft.
Men zal voor eer ft ^ wil ik ^ myn fcbulden likwideeren ^ Ehprompt voldoen. G e r. o n T E s.
Ik heb ’er geen, dat wil ik zweeren. Notaris, keft.
Fiér honderd gulden hen ik noch te kwaad., aan wyn, In 't gulden vlies, bier naaf.
Gerontes.
Het kan niet moog’lyk zyn, Dat ik die zotterny aan u kwam te dikteeren.nbsp;Notaris, leeft.
En verder wil ik Neef Eraftes nomineer en,
Tot Erfgenaam van myn nalaatenfchap, en ’k fluit Myn and're vrinden, voor zo ver bet nood zy, uit.nbsp;Inzonderheid wil ik dat zy geëkskludeert zyn,
JJie buiten beens cn in onecht gefabrifetrt zyn.
Gerontes.
Hoe! buiten beens en in onecht! is ’t heel van ’t mal, 01 beu je dol! maar ’k zweer dat ik my wreeken zal.nbsp;Van detzen hoon.
Kris-
-ocr page 85-OF DE erfgenaam DOOR LIST. 59
K R I S P Y N.
Gy moet 11 daarom niet ontzetten :
’t Doet niets ter zaak.
Notaris, leeft.
Ik maak., twee honderdpjtnktten Aan myne meid; doch wel met die voorwaarde, datnbsp;Ze met Etaftes knecht zal troutven.
Lizette.
Hemel! wat
Komt my al over!
Gerontes.
Hoe! wat zal ray noch gebeuren ? Datteftament is vals,des kunt gy ’tmaar verfcheuren.nbsp;Lizette.
Hebt geen berouwvan zulk een heilzaam werk, jy weet Dat ik myn befte tyd heb in uw dienft hefteed ^
En ik heb niet daar ik kan, naar uw dood, van leeven. Gerontes.
Als ’t honderd' gulden was, dat zou ik noch vvel geeven. Notaris, keft.
Ik legateer noch aan.....
Krispyn.
Nu geloof ik dat het myn
Perfoon zal gelden.
Notaris, leeft.
Aan Eraftes knecht, Krisfytj. Gerontes.
Hoe! aan Eraftes knecht! Ik kan ’t niet langer dulden. Notaris, leeft.
Voor zyn getrouwe dienft, des jaars vyf honderd gulden. Krispyn.
Ik dank u duizendmaal. 'Voorwaar ’khad niet verwacht, Dat ik zo rykelyk van u zou zyn bedacht.
Gerontes, tegen de Notaris.
Maar op wiens laft hebt gy dit teftanient gefchreeven ? Ik wil dat gy my daar van rekenfchap zult geven.
Het
-ocr page 86-70 KRISPYN,TESTAT: en GELEGATEERDE Het is een guit die u dat fchelmftuk heeft geraan.nbsp;Notaris.
Ik heb het alles op uw ordere gedaan.
G E R o N T E s.
Pat’s vals gelogen. Hoe! ik moefl: volkomen buiten Myn zinnen zyn, als ik aan zulk een guit der guiten.nbsp;Zou raaaken zo veel rente. Als Neef Éraltes hadnbsp;Myn zin gedaan, zou hy hem lang een voet in ’t gatnbsp;Gegeeven hebben.
Krispyn.
Ei, laat dit zo eens palTeeren ^ Waar kunje ’t geld toch naar uw dood toe emploijeeren ?
Gerontes, in zync zakken voelende.
Wat of dit wezen mag? Voor waar niy dunkt ik mis Myn brieve tas; waar of die toch gebleven is ?
Ik ben ’er van ontüelt!
Erastes.
Hoe 1 Oom, is ’t u vergeeten, Dat gy zo daadelyk, iny zelven hebt geheeten.
Dat ik die brengen zou aan ’t huis van Izabel? Gerontes.
Heb ik u dat belaft, zeg, Neefje, weet je ’t wel?
Erastes.
6 Ja, voorzeker. Oom.
Gerontes.
’t Gaat myn verftand te boven. Krispyn.
’t Komt van uw flaauwte.
Gerontes.
Al weêr myn flaauwte; ik zou gelooven Dat hier wat hapert: want cle wagen gaat niet recht,nbsp;’kWil, Neef, dat gy terftond, aan Izabelle zegt.nbsp;Dat zy de brievetas, die ’k haar, dooru, zo evennbsp;Heb toegezonden, zal gelieven weêr te geeven..nbsp;Dewyl ik toen niet wel by myne zinnen quot;was.
Ze.
-ocr page 87-ÓF DE ERFGENAAM DOOR LIST. 71 ZEVENDE en Imtftc TOONEEL.nbsp;Gerontës,Mev:Argantes,1zabelï.b,nbsp;Erastes,Lizette,Ivrispyn, Notaris.
MIzabelle.
Aak u niet ongeruft, hier is uw brievetas;
En in dien zelven ftaat, als ik ze heb gckreegen. Erastes.
Ik bid u, Oom, laat ik u nu daar toe beweegen,
Dat gy het teftaroent laat blyven iti dien ftaat,
Als ’t reets is gepaffeert.
Gerontes.
Neef, gy zyt, in der daad.
Niet wel bedacht. gt;Hoe! zulk een fom te legateeren. Aan myne meid en aan uw knecht,het lykt wel fcheeren.
L I ZE T T E,
Laat u vermurwen, Heer; ik heb het wel van doen: De Hemel, hoop ik ik zal ’t u dubbel weêr vergoên.nbsp;Krispyn.
Ik zal ’t u danken tot het einde van uw leeven.
Geroimtes.
Als ik het wel bedenk, ’k hoef ’er niet van te geeven . Zo lang ik leef. Erastes.
Ach, Oom! ’k bid dat gy ’t teftament Volkomen approbeert, en dat ge my, omtrentnbsp;Myn liefde, ook gunftig zyt, met eind’lyk te gedoogen.nbsp;Dat ik met Izabel mag trouwen. ’i Groot vernioogennbsp;Van baar gezigt is u bekend. Ik zoude, indiennbsp;Ik niet en will:, dat gy van haar had afgezien,
quot;lyn liefde, in geenendeele, u durven openbaaren.
. nbsp;nbsp;nbsp;Mev: Argantes.
V ind gy het goed, ’k fta toe dat zy te faamen paaren.
, nbsp;nbsp;nbsp;Gerontes.
k Geef, daaromtrent myn woord geenfins,voor en al eer, Dat ik myn brievetas weêrom heb.
d« brievetas aan Gerontes over geevende.
Daar,,myn Heer, G E-
-ocr page 88-72 KRISPYN ,TESTAT: en GELEGATEERDE Gerontes.
Daar is niet uit, denk ik?
IZabelle.
6 Neen.
G E R o N T E S.
Wel zo dat waar is,
Dan deklaafeer ik, in prezentfy der Notaris,
Dat ik het teftament, in alles approbeer,
En öok dit Huvveij'k volkomen konfenteer.
Er AS T E s.
Ach! Oom, hoe zal ik u myn dankbaarheid hewyzen! Devvyl ge myn geluk ten hoogden top doet ryzen.nbsp;GymaaktmeuvvErfgenaamlen geeft uw dein met een^nbsp;Dat ik met Izabel, in ’t Huwelyk mag treên!nbsp;Gerontes.
Ikwenfch u kind’ren in den Echt, die, naar uw fterven, In nedergaande lyn, uw goed’ren kunnen erven;
Dan is quot;c niet noodig om daar van, fay teftament,
Te difponueeren.
Krispyn.
En gy word niet ontrull van Nichten of van Neeven, Die u, gelyk my is gebeurd, vizite geeven.
En tormenteeren om te hebben een legaat.
Krispyn.
Dewyl hier alles nu regt op zyn pooten ftaat, Lizette, zo laat ons nu ook van onze zaaken^
En van dit Blyfpel meê, maar voort een einde maaken, Daar is myn hand, ik neem u tot myn Huisvrouw an.nbsp;LI z E T T E.
Fiat. Daar is de myne, ik neem u tot myn Man. KRispyn.
Ik dank den Hemel, dat dees webbe is afgevveeven.
’k Heb een gevaarelyk,doch heilzaam werk bedreeven.. Ik heb tot Erfgenaam rnyn Heer genomineert,
En my ®cn goede rente, en Bruid, gelegateert.
Einde van het vyfde en iaajk JUdryf.
-ocr page 89- -ocr page 90-'5.''^-frgt;gt;