BÏBLIOTHÊEK DER RIJKSUNIVERSITEIT TE UTRECHTnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1929
Verzameling toonee!= stukken uit denbsp;nalatenschap vannbsp;Prof. Dr. J. te WINKELnbsp;No. 505nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.
-ocr page 2- -ocr page 3- -ocr page 4-CHAMBLY.
,f)ELPHINE, eene jonge weduwe, zijne vrouw. ALBERT DE RIEIJX, vriend van Chamhly.nbsp;CLOTILÜE, sijne vrouw.
JAN, bediende van het hótel.
Rei stuk speelt te Baden.
-ocr page 7-Het tooueel verbeeldt eene zaal in het hotel d’Angleterre. Genommerde kamers. Ter regter zijde het appartement van Mijnheer en Mevrouwnbsp;Chambly; ter linker zijde dat van Albert en Clotilde. In het middennbsp;van het tooneel eene tafel met nieuwsbladen, maandwerken, enz.nbsp;Eene sofa, menbeis, enz. Een venster ter regter zijde en een divannbsp;ter linker zijde van het tooneel.
CHAMBLY, JAN; daarm DELPHINE.
CHAMBLY.
1*
-ocr page 8-4 nbsp;nbsp;nbsp;VROUWENTKANEK.
JAN.
Mijnheer ziet er alles behalve pleizierig uit!
CHAMBLT.
Dat vril ik wel gelooveul... Ik ben razend!... Die vervloekte dabbele nul! (Zich herstellende^ Ha!... Wat heb ik daar gezegd!
Zoo!. .. Mijnheer speelt dus?
CHAMBLT.
Wil je wel zwijgen!
JAN.
Mijnheer is dus een speler!
CHAiIBtt.
Ongelukkige! als je ooit, aan wien ook, zegt, dat ik de twee nullen de voorkeur geef, dan verlaat ik Baden terstond I...nbsp;Onder een of ander voorwendsel, neem ik je ineê naar Carls-rühe, en daar werp ik je in den Rijn!
JAN.
Hartelijk dank, Mijnlieer! (Zich verwijderende^ Om liet even!... ’t Is toch zonderling!
CHAMBLT.
Ik heb veertig duizend livres rente op het grootboek en geen twintig francs in mijn zak!... Dat komt van die overdrevenenbsp;denkbeelden in de wittebroods dagen!... Dat komt er van,nbsp;dat ik Mevrouw Chambly in een oogenblik van overijling gezegd heb: mijne waarde vriendin! gq zijt het, die voortaan den
-ocr page 9-VROUWENTRANEN.
sleutel van de secretaire zult bewaren!... Zij stemde er in toe!... Het was mij onverschillig; want ik had toen nog geenenbsp;hartstogten;... maar nu heb ik hartstogten, die met den dagnbsp;heviger worden.
DELPHINE, binnenkomende.
Hal... Gij hebt hartstogten, Mijnheer Chambly!... Die Wenschte ik wel te leeren kennen!
CHAMBLY, ter zijde.
Ai! ... ai!... Mijne vrouw! (Tot Delphine.) Lieve vriendin! geloof toch niet, dat ik. . .
DELPHINE.
Ja, ja, mijn vriend!... sedert wij te Baden zijn, verteert gij verschrikkelijk veel geld!
CHAMBLY.
Och!... veel! (Van toon veranderende.) Kunt gij mij geen bankje van vijf honderd francs leenen ?
DELPHINE.
Toen ik Mevrouw Chambly ben geworden, wilde ik van dezen kleinen sleutel geen misbruik maken! (Zij vertoont den den,telj
CHAMBLY.
Och, laat mij hem eens zien? ... ’t Is al zoo lang geleden, dat ik..;
DELPHINE, den sleutel in haar zak stekende.
In ’t geheel niet! ... Een man, die hartstogten heeft...
-ocr page 10-VBOUWENTIIANÏN
CHAMBLY, ter zijde.
Verduiveld!
DELPHINE, hem voorbijgaande.
Ik zeide dan: toen ik de eer en bet groot geluk had, Mevrouw Chambly te worden, heb ik u voor uwe kleine vermaken een maandgeld van duizend francs toegezegd, die ik u telkens,nbsp;op den eersten der maand, met de meeste zorg en naauwgezet-beid uitbetaal, ... en gij hebt de vermetelheid, mij eene gratificatie te vragen!... Wat hebt gij gedaan. Mijnheer! ombaarnbsp;te verdienen?
CHAMBLY.
Indien gij wist, hoe alles in prijs is gestegen!
DELPHINE.
Och kom!
CHAMBLY.
De kleine vermaken vooral zijn zeer kostbaar!... Met duizend francs kan men er niet meer aan denken! ... En dan is het vorige jaar een schrikkeljaar geweest! ... Dat heeft al mijnenbsp;berekeningen in de war gebragt!
DELPHINE.
Op mijn woord, ik ben al te goed voor u! .. . Onlangs wenscbtet gij een Engelsch paard te bezitten... Welnu, ik hebnbsp;er een voor u gekocht! (^Zij gaat naast den guéridon zitten^
CHAMBLY.
Ik moet u doen opmerken, mijn schat! dat gij het, te Parijs, alle dagen voor uw victoria laat spannen, om er meê naar het
-ocr page 11-THODWENTEAIlEIf.
Bosch van Boulogne te rijden, en dan kan ik er toch geen gebruik van maken; tenzij ik mij als postillon verkleed, om unbsp;zelf te geleiden, met een zweep in de hand, en een paar grootenbsp;laarzen aan! ... Mij dunkt, zoo doende, zou ik veel overeenrnbsp;komst hebben met den Postillon van Longumeau! ... Ik zounbsp;er zeker goed uitzien, dat is waar; maar toch zou die maniernbsp;van rijden bespottelijk zijn voor een civiel ingenieur!... Iknbsp;zie er liever niet goed uit, en neem een paard uit de manegenbsp;van de beste qiialiteit!
DEUPHIKE.
Dus bekent gij-zelf: dat gij uw geld verteert in een leven van vermaken en verkwistingen, in de manege en in de schermschool!... Want gij zijt een steunpilaar van de schermschool!
CHAMBLY, zich nederzettende.
Och, Mevrouw Chambly 1 herinner u, op uwe beurt, wat gij mij drie jaren vdór ons huwelijk hebt gezegd!
OELEHINE.
Niet het minste!
OHAMBLY.
Ik maakte u gestadig het hof!
DELPHINB.
En ik was de vrouw van een ander!... O, het was meer dan slecht!
CHAMBLY
De hartstogt regtvaardigt alles!... Gij waart ongelukkig, Delphine! en uwe rood bekreten oogen waren voor mij hetnbsp;sprekendst bewijs, hoe weinig gij u met mijnen voorganger
-ocr page 12-8'
VEOXJWENTKANEN.
?eïmaaktet!... Eerst bemiude ik u in stilte, toen, op zekeren arond, terwijl wij te Auteuil, bij nwe Tante, waren en uwnbsp;tiran met smaak zijn kopje tbee dronk, ik het waagde, unbsp;mijne liefde te verklaren!..-. Gij lachtet mij toen hartelijk uit!
DEIPHINE, lagchende.
Ha, ha, ha!
CHAMBLY.
Maar ik lachte in het geheel niet I... ,Waarom bemint gij mij niet?” riep ik smartelijk uit... ,Omdat ik gehuwd ben!” wasnbsp;uw antwoord... „Daar moet eene andere reden voor bestaan!”. ..nbsp;„Welnu, „mijn waarde Heer Chamblj! gij zijt... te dik!”...nbsp;’t Is waar: ik was toen vreeselijk dik! (Opstaande even alsnbsp;Delphine.) „Mager worden of sterven!” riep ik uit, en van datnbsp;oogenblik af aan, beoefende ik de gymnastic... Ik tilde zwarenbsp;lagten op; jongleerde met gewigten van honderd pond; terwijlnbsp;ik tot mij-zelven sprak: het is voor haar! ... lieve hemel Inbsp;het is voor haar! (Hij maakt eenige bewegingen met zijne armen^nbsp;Ik snelde naar Grisier; oefende mij vijf uren per dag met wanhoop en woede in het hanteeren der wapenen; als een razendenbsp;stak ik links en regts met mijn fleuret, aangevuurd door denbsp;liefde, die mijn hart in vlam zette, tot dat ik eindelijk zoonbsp;mager werd als een paard, dat vijf jaren voor eene diligencenbsp;heeft geloopen!
DELPHINE.
Hoe! ... En dit alles deedt gij, voor mij?
CHAMBLY, schijnbaar onnoozel.
En gij hebt er niets van bemerkt? (Van toon veranderende?) Zeg eens, Delphine! heb je niet zoo’n vodje van duizend
-ocr page 13-VKOÜWESTKANEN.
francs in je porte-monnaie, ais voorschot op het volgende jaar? Ik kan waarlijk niet zonder geld blijven!... Bedenk: het isnbsp;morgen de verjaardag van den Groot-Hertog I
DBLPHINE.
Welnu, gij behoeft den Groot-Hertog toch geen cadeau te maken, wel?
CHAMBLY, onnoozel.
Neen!... Want ik ken hem in ’t geheel niet!
DELPHINE.
Dan vraagt gij mij die som ook om te spelen!... Gij zult niets,... volstrekt niets, hebben! {Zij begeeft zich naar dennbsp;achtergrond^
CHAMBLY, ter zijde.
Eu ik heb drie florijnen in mijn zak!... O, wat is men toch groen in de wittebroodsdagen!
DELPHINE.
Ik wil niet, dat gij meer zult spelen!
CHAMBLY.
Hoe!... Zendt gij mij weg ?
DELPHINE.
Ga wat in de omstreken wandelen en bewonder de landschappen !
-ocr page 14-lo
VROUWESTKANEN.
De landsoliappen ?... Ik heb te huis landschappen van Ros-san, welke veel schooner zijn, dan die uit den omtrek. {Ter zijde) Bah!... Met mijn drie florijnen kan ik de bank doennbsp;springen ! {Hij stoot een stoel omver)
DB VORIGEN, JAN.
JAN, haastig opkomende.
Heeft Mijnheer mij geroepen?
CHAMBLY.
Neen!
JAN.
Dan vraag ik Mijnheer en Mevrouw om verschooning!.., Zullen Mijnheer en Mevrouw heden in het hotel dineren?
DELPHiNE, tot Jan.
Ik weet het niet!... A propos!... Zeg mij eens: zijt gij het, die eergisteren mijne koffers hier hebt gebragt?
Ja, Mevrouw!
DELPHINE, tot Chamblg.
Mijnheer Chambly, wees zoo goed, dien jongen drie florijnen te geven! {Jan houdt zijne hand op.)
-ocr page 15-CHAMBLT.
Wat belieft u?... Drie florijnen?
DELPHINE.
Komaan!... Hoe is het!. .. Hebt ge geen drie florijnen meer? CHAMBLY.
Wel zeker! {Tot Jan.) Daar hebt ge ze! {Ter zijde.) Ik doe maar net, of ik ze geef!
JAN, tot Delphine.
Mevrouw! Mijnbeer wil ze me niet geven!
CHAMBLT.
Nu, daar zijn ze dan! {Hij geeft ze kemi)
DELPHINE.
Lieve hemel, wat een pligtplegingen!
CHAMBLY.
Maar, lieve vriendin! ik bezweer u, dat...
DELPHINE, zich naar hare kamer heg erende.
Spreek niet tegen mij! ... Gij verveelt me!
CHAMBLY, haar volt
Delphine!... Kom, lieve Delphine! {Zij vertrekken ter linker zijde van het tooneel.)
JAN, alleen.
Dat is eene weduwe, die hertrouwd is!
CHAMBLY, op zijn teenen terugkeerenden tot Jan.
Zeg eens! geef mij mijne drie florijnen terug!
-ocr page 16-12
VKOUWENTRANEK.
Och kom, Mijnheer!
CHAMBLY.
Ze zijn valsoh!... Als men ze bij u vond , zoudt gij u onder verdenking brengen... Ik zal er u straks twintig francs voornbsp;in de plaats geven...
JAN, de florijnen ieruggevende.
Ziedaar, Mijnheer!
CHAMBLY.
Door ze op de dubbele nul te plaatsen!
DELPHINE, tmschen de schermen roepende.
Mijnheer Chambly !... Mijnbeer Cbambly!
CHAMBLY.
Hier ben ik al, lieve vriendin! ... bier ben ik al! {Hij vertrekt door het kabinet^
jan; daarna albert en clotilde.
JAN.
Ha!... Nu ben ik er zeker van!... Mijnheer Chambly is die Heer, dien ik .alle morgen het ontbijt bragt, toen ik knechtnbsp;was in het Engelsehe koffijbuis!
{Albert komt met Clotilde, die op rijn arm leunt, langs den achtergrond op)quot;- .¦
-ocr page 17-15
VHOr WBNTRANEN.
CLOTILDE.
Wat eeiie overheerlijke wandeling!
JAN, ter zijde.
Ha! . .. Daar is het jonge paar van N“. 1. {Luid.) Zullen Mijnheer en Mevrouw in het hotel dineren?
ALBERT , M Jan.
Neen! {Tot Clotilde.) Als gij wilt, lieve Clotilde! zullen wij het kasteel van de Favorite gaan bezoeken, en het middagmaalnbsp;gaan gebruiken, waar gij wilt!
CLOTILDE, verheugd.
Dat is goed!... Onder een prieel,... ver van hier!
JAN, ter zijde.
Wat zijn die wittebroodsdagen toch gelukkig!,.. Ik moet noodzakelijk trouwen, om daarover te kunnen oordeelen!nbsp;{Hij vertrekt.)
CLOTILDE.
Wat is Baden toch een schoon land!
ALBERT.
Niet waar.?
CLOTILDE.
Die vrolijke gezigten I ... die fraaije toiletten!... die muziek! ... en dan al die winkels in de open lucht!.. . Hebt gij dien winkel van den juwelier al gezien?
ALBERT.
Mellerio Meller!
-ocr page 18-Ié
VBOÜWENTEANEN.
Ja!... Daar ligt een paar diamanten oorbellen! ... Hebt gij het niet gezien?
Neen!... Ik keek juist naar die fijne cigaren, in den winkel, die daarnaast staat!
CLOTILDE.
Zij zijn in zilver gezet!
Wat?. .. De cigaren?
CLOTILDE.
En zij schitteren! (Op vleijenden ioon.) Albert, alsgenueens heel lief waart!... Och, ik ben zoo verzot op dat sieraad!
ALBEKI.
Waar denkt gij aan, Clotilde?
CLOTILDE.
Hoe!
ALBERT.
Wien wilt gij behagen?
CLOTILDE.
ALBERT.
Lieve Clotilde! de eerste maal, dat ik u zag, hadt gij een wit kleed aan en eene bloem in uwe ceintuur.
-ocr page 19-15
VKOD WEKTIiANBN.
CLOTILDE,
O, ja!... Ik was toen zeer eenvoudig gekleed!
Bn uw eenig tooisel bestond toen in die oorbellen en dien bracelet, die mijne moeder u geschonken beeft! .. Als gij wist,nbsp;boe bekoorlijk gij er toen uitzaagt! ... Gelooft gij, dat mijnenbsp;liefde van gisteren dagteekent? ... Laat mij u nogmaals zien,nbsp;als bij onze eerste ontmoeting! ... Zou het nu reeds noodignbsp;zijn, u juweelen te geven, om een glimlach op uw bekoorlijken mond te tooveren?
CLOTILDE.
O, neen!
Welnu, vergenoeg u dan met uwe lieftalligheid en met het denkbeeld, dat gij bemind wordt!... Later...
CLOTILDE.
Later! ... Dat wil zeggen: dat gij mij juweelen zult geven, als gij mij niet meer zult beminnen en ik leelijk zal zijn geworden!. . . Neen, dan wil ik ze ook niet hebben!
ALBERT.
Waarde Clotilde!
CLOTILDE.
Laat ons daar niet meer over spreken!... Overigens waren er zeer fraaije in mijn bruidskorf!... Ik ga mijn toilet veranderen !
-ocr page 20-16 VHOUWENTBANEN.
ALBBET.
Coquette!
CLOTILDE.
Een wit kleed en eene bloem!... Zijt gij nu tevreden Mijnheer? {Albert trekt haar tot zich en omhelst haar.) O! ... Als mén ons zoo zag, wat zou men dan wel zeggen?
ALBERT.
Wel! ... Men zou zeggen, dat ik u bemin!
CLOTILOE.
Als dat zoo is, omhels mij dan nog eens!... Kom!., spoedig!
ALBERT, met muT, Clotilde kussende.
Waarde Clotilde!
{Chambly komt ter regter zijde op, en den klank van een kus gehoord hebbende, roept hij-. Hé! ... Ai!)
CLOTILDE, verschrikt.
ü!... Men heeft ons gezien! {Zij vertrekt haastigi) CHAlaBLT.
Dulcia, furta!
ALBERT, CHAMBLT.
ALBERT, ühambly herkennende.
He!... Zie eens aan!
-ocr page 21-VKOUWBNTKANE».
CHAMBLY.
17
Albert de Rieux!
ALBERT.
Prosper Chambly!... een oude kameraad van de kostschool St. Barbel (^Zij geven elkaar de hand.)
CHAMBLY.
Die waarde Albert!... Twaalf jaren geleden, verliet ik u niet een Latijnscb woordenboek in den zak, en nu vind ik unbsp;Weêr met eene vrouw in de armen!... Wat kan alles tochnbsp;''eranderen in de wereld!... Ik zou u bijna niet hebben herkend!
ALBERT.
Maar die vrouw was de mijne!
CHAMBLY.
Och, kom!... Zijt gij dan getrouwd? {Lagehende.) Ha, ha, ka!... Welnu, ik ook!
ALBERT.
Eu hebt ge eene jeugdige, bekoorlijke vrouw?
CHAMBLY.
Eene voortreffelijke weduwe!
ALBERT.
Eene weduwe ?
CHAMBLY.
Dat is te zeggen: eene jonge weduwe!... Dat was mijn
BYelingsdroom!... Ziet ge! een jong meisje heeft hare luimen
2
-ocr page 22-VROüWESTKANEN.
en grillen;... zij weet niets van het leven en de verleidingen, waaraan zij bloot staat;... zij kan ons geluk doen stranden opnbsp;de klippen, die men in Parijs maar al te vaak aantreft, zoodranbsp;men in gezelschap komt met ongehuwde mannen!.. . Dienbsp;deugnieten van ongehuwde mannen! ... Terwijl eene weduwe , mijn waarde vriend!... Eene weduwe kent den warennbsp;stand van zaken!... Is zij ongelukkig geweest met haren eersten echtgenoot, dan is zij zeer geneigd, om numero twee tenbsp;beminnen... Is zij zeer gelukkig geweest met numero een,nbsp;dan beseft zij het overgroot verlies, dat haar getroffen heeft,nbsp;en is zij nog meer geneigd om numero twee te beminnen!nbsp;{Albert glimlacht.') Gij lacht! ... Wat ik daar zeg, schijnt welnbsp;zeer dom te zijn, en toch is het zeer logisch ... Ik zal het unbsp;eerstdaags bewijzen. {Hem de hand drukkende.) Die goede Albert!
ALBERT.
Die goede Chambly!
CHAMBLY.
En gij?
Sedert drie maanden ben ik getrouwd!... Een huwelijk uit liefde!
CHAMBLY, een scheef gezigt trekkende.
Och, kom!
ALBERT, lagchende.
Wat zal ik u zeggen? ... Men is niet volmaakt, even als
19
VKOTJWBNTBANEN.
CHAMBLT.
Zeg eens! hebt gij den sleutel van de secretaire?... Hebt gij bij geval ook ...
ALBERT, hem, niet begrijpende.
Den sleutel?... Wel zeker!... Maar waarom?
CHAMBLY.
Och I... Daarom!... Ik heb hem ook! ... Men moet meester in zijn eigen huis zijn! {Ter zijde.) Hij heeft den sleutel, dienbsp;deugniet!
ALBERT.
En zijt gij te Baden met uwe vrouw?
CHAMBLY.
Ja!... Baden is eene bekoorlijke plaats!... Het zwarte ^oud!... het oude kasteel!... zonder nog de bals en de concerten meê te tellen! ... de roulette!
ALBERT.
Ha, zoo!... Gij speelt dus?
CHAMBLY.
Och!... Zoo’n beetje!... Zoo ongemerkt, achter de men-schen staande, plaats ik somtijds eenige florijnen op de dubbele nul!
ALBERT.
Zoo ongemerkt?... Wacht eens!
CHAMBLY.
Wat belief je?
2*
-ocr page 24-VEaUWEtiTBANEII.
41BBKT.
Hebt gij gisteren niet op de dubbele nul gezet, terwijl gij achter de Badensobe officieren verscholen waart?
CHAMBLY.
Ja, ja!. . . £n zelfs heb ik verloren! ... De officieren hebben er hartelijk om gelagchen; maar daar zij Duitsch spraken, bekommerde ik er mij niet om!
ALBEKT.
Welnu, gij hadt ongelijk! want ik versta Duitsch, en heb die jongelieden op hun plaats gezet, die zich telkens ongepastenbsp;spotternijen veroorloofden op den k'ranschen speler en zijnenbsp;volharding, om steeds op het zelfde nummer te plaatsen.
CHAMBiy.
Och, kom!
ALBERT.
Ik dacht slechts aan de verdediging van een landgenoot! CHAMBLY.
En gij wreektet een vriend! {Hem de hand drukkende^ Edelmoedige Albert!... A propos! .... Ik hoop toch niet, dat de zaak ernstige gevolgen heeft gehad?
O, volstrekt niet! ... Ik heb mij ter dispositie van die Heer en gesteld!
CHAMBLY.
Altijd de zelfde! ... Dadelijk maar van leer trekken! . .. Wat zijt gij toch gelukkig, dat ge zoo dapper zijt!
-ocr page 25-21
VBÖüWENTRANEK.
ALBERT.
Maar gij zijt immers ook dapper?
CHAMBLY.
Dat is te zeggen: ik beoefen het schermen als een gezondheidsmaatregel, om mager te worden; maar ik behoor tot degenen, die het duël met kracht veroordeelen! ... Niettemin, mijn waarde vriend! bedank ik u hartelijk voor uwe verde-diging!
ALBERT, Utgchen.de.
Och! ... Onder schoolvrienden!
VIJFDE TOONÉEL.
DE VORIGEN, DELPHIKE; daarna Clotilde.
DELPHINE.
Mijnheer Chambly!
CHAMBLY,
Lieve vriendin! wilt gij mij wel vergunnen; u Mijnheer den Burggraaf, Albert de Rieux, voor te stellen?... mijn Pyladesnbsp;lü de welsprekendheid!
ALBERT, tot Delphine.
Die de vrijheid neemt. Mevrouw! zich ten nederigste in uwe geëerde vriendschap aan te bevelen!
DELPHINE.
Zeker Mijnheer!... Daar hebt gij immers regt op! . .. Mijn Waarde Prosper heeft mij zeer dikwijls over u gesproken!
-ocr page 26-CLOTILDE, binnenkomende, terwijl zij hare handschoenen aantrekt; tot Albert.
Mijn vriend, ik ben gereed!
Clotilde I
csLOlltDE, tol DelpMne.
Delpbine! (Zij omhelzen elkander.)
CHAMBLY, verheugd.
Onze vrouwen schijnen elkaar ook te kennen I... Dat is . Als men zoo iets in eene comedie aantrof, zouden de dagbladschrijvers zeggen, dat eene dergelijke zaak eenenbsp;onmogelijkheid was!
DELPHINE, tot Chambly.
Of wij elkander kennen!... Een kostschool-vriendin! {j£ot Albert.) En zijtgij de echtgenoot van die kleine engel. Mijnheer?nbsp;CHAMBLY, tol Dclphinc.
Om u te dienen! (Tot Albert.) Zeg eens, mijn vriend! kost-school'Vriendinneu, die elkaar wederzien, hebben duizenden zaken aan elkander te vertellen!... Laat ons dus heengaan!
DELPHINE.
Wij zullen over u spreken, Mijneheeren!
CHAMBLY.
Waar toch geen kwaad, hoop ik?
CLOTILDE, glimlagchende.
Zeker 1
-ocr page 27-23
VKOUWENTRAKEK.
ALBERT, iol Cloiilde.
Waarlijk? (Clotilde drukt hem de hand.)
CHAMBLÏ, tot Albert.
Komaan!... laat ons heengaan! {Ier zijde.) Ik ga mijna drie florijnen wagen op de dubbele nul!... O, die wittebroods-dagen! ... Kom, mijn vriend! {Chambly en Albert vertrekken^
DEPHISE, CLOIILDE.
DELPHINE, terwijl zij gaat zitten.
Welaan, wat hebt gij mij te vertellen, lieve vriendin?
CLOTILDE, zich nederzettende.
Maar bet is aan u om te beginnen en mij vele gebeurtenissen te verhalen; want gij hebt de kostschool drie jaren voor mijnbsp;t'erlaten!
DELPHINE.
Dat is waar!... Welnu, mijne goede Clotilde! naauwelijks had *k de kostschool vaarwel gezegd, waar wij zoo vrolijk, zoonbsp;*iitgelaten waren, of ik ben in het huwelijk getreden!
CLOTILDE.
Met den vriend van Albert?
DELPHINE.
Met Mijnheer Chambly? ... Hoe!... Gij weet dan niet? ... loen Mijnheer Chambly mij huwde, {Op vrolijken toon.) wasnbsp;weduwe!
-ocr page 28-24
VBOU WENTBANEN.
CLOTILDE.
Hoe!
DELPHINE.
Ja!... Weduwe van Mijnheer de Varennes, die mij zeer slecht bejegende!... Dat huwelijk maakte een einde aan zeernbsp;onaangename processen, die, geloof ik, reeds dagteekendennbsp;van het Edict van Nantes... Kortom: ik wilde niet wéérnbsp;huwen;... maar Mijnheer Chambly is zoo goed, zoo beminnelijk , dat.. . Enfin!... Wat zal ik u zeggen ? ... Ik was jong;nbsp;ik vreesde mij in mijne eenzaamheid te vervelen, en stemde dusnbsp;toe!... Maar gij ?
Ik? ... O, ik ben zeer gelukkig!... Albert is zoo goed!
Ja! ... Hij ziet er goedig uit!
CLOTILDE, haastig, terwijl zij Belphine strak aanziet.
Niet waar?
DELPHINE.
En bij heeft een zeer gunstig voorkomen!... Maar waar ziet gij toch zoo naar?
CLOTILDE.
Naar uwe diamanten oorknoppen!
DELPHINE.
Ja!... Zij zijn zeer fraai, niet waar? ... Ik heb ze gisteren bij Mellerio gekocht!
-ocr page 29-25
VBOOWENTRANEN. CLoiiLDE, op droeoigen toon.
Zoo!
DELPHINE.
Wat zegt gij dat op een droevigen toon!... Als zij u bevallen, dan kunt gij er ook twee koopen, die volmaakt op deze gelijken!
Dat weet ik wel!
Welnu, vraag dan aan uw man, of hij ze voor u koopen wil!
CLOTILDE.
Dat heb ik al gedaan!
DELPHINB.
En.. .
CLOTILDE
Och!... Laten wij liever maar .over iets anders praten!
DELPHINE.
Neen, neen!... Laat ons daar juist over spreken!
CLOTILDE.
Welnu, Albert heeft mij te kennen gegeven, dat...
DELPHINE.
Hij heeft ze u geweigerd?
-ocr page 30-VKODWENTBANEN.
CLOIILDE, zuchtende.
Ja!.. . Maar wat deert u toch?
DELPHIKE.
Ach, arm kind!
26
Igt; I
CLOTILDE.
Gij maakt mij bevreesd!
DELPHIKE.
Gij zijt verloren!
CLOHLDE.
Verloren?
DELPHINE.
Eene weigering!____En berust gij daarin, zonder tegenspraak,
na een huwelijk van drie maanden?... O, wat een onvoor-zigtigheid!
CLOTILDE, opstaande.
Ben ik onvoorzigtig geweest?
DELPHINE.
Het geluk hangt af van de eerste dagen van het huwelijk!... Heeft men u dit niet honderd malen gezegd?... Gij hadtuwenbsp;uitgaven zelve moeten regelen!... Weet gij dit niet? ... Zijnnbsp;wij dan niet in de zelfde school opgevoed?... Hij heeftueenmaal geweigerd;... nu zal hij u altijd weigeren!... O, hetnbsp;is uw goed gesternte, dat u mij heeft doen ontmoeten!...nbsp;Gij verlangt die diamanten ... Welaan, gij moet ze hebben!...nbsp;Hit is van het grootste gewigt voor het vervolg! {Op vastennbsp;toon^ Gij zult ze hebben!
-ocr page 31-VBOUWESIRAIiBN. 27
CLOTILDE.
Maar dat is ónmogelijk!... Ik heb ze aan hem gevraagd! DELPHINE.
Ja!... Met een vleijende stem missehien,... met een tee-deren blik, en leunende op zijn arm?
CLOTILDE.
Juist!... Ik heb al de middelen der verleiding te hulp geroepen!
DELPHINE.
Allen? ... Zijt gij daar wel zeker van?
CLOTILDE.
ja!
DELPHINE.
Om iets te verkrijgen, is er in het arsenaal der vrouwelijke coquetterie een zekere blik... Zie! ... zóó! ... Men voegt denbsp;tanden te zamen, laat het hoofd een weinig hangen, en zegtnbsp;ttet slepende stem; (Zij doet al hetgeen zij gezegd heef tl)nbsp;¦Albert! ... mijn Albert!... gij weigert mij?. .. Aan uw...
CLOTILDE, Delphine naderende.
Albert!... mijn Albert!... gij weigert mij!
DELPHINE.
Neen!... Zoo bedoel ik het niet!
CLOTILDE, bevreesd.
Hebt gij geen ander middel?
-ocr page 32-VBOÜWESTRANEN.
DELPHINÉ.
Ik zoek er naar! {Zich bedenkende^ Ha! '
CLOTILDE, verheugd.
Gij hebt er een gevonden! ... Wat een geluk!
DELPIIINE.
Ja, het beste middel, dat er bestaat!... Kunt gij weenen? CLOTILDE.
DELPHINE.
Gij moet kunnen weenen!... Alle vrouwen kunnen weeneu! ... Zie, mijne waarde Clotilde! onder ons gezegd, zijn de mannennbsp;zoo zwart niet, als wij ben afschilderen!... Als zij ons tranennbsp;zien storten, dan stemt hen dit altijd tot medelijden!
CLOTILDE.
Waarlijk?
DELPHINE.
Mijnheer de Varennes, mijn eerste man, was een tiran! .. . Naauwelijks begon ik te weenen, of hij lag aan mijne voeten!nbsp;{Clotilde de hand drukkende^ O, wat ben ik gelukkig, dat ik unbsp;heb ontmoet!
Mijn goede Delphine!
DELPHINE.
De invloed der tranen is onfeilbaar!... Deuk maar aan de la Valières!... Uw echtgenoot is niet wreeder dan Lodewijknbsp;de Veertiende!... Beproef het maar en gij zult zien, dat. . .
-ocr page 33-2»
VKOVWEKTBANEN.
CLOTILDE.
Maar hoe kan men weeiien, als men daarvoor geen reden heeft?
DELPHIKE.
Men doet maar net, of men weent! . .. Mijn houdt zijn zakdoek voor de oogen, en dan komen de tranen van zelf! {Albert herschijnt.) Daar is uw man!
DE VOKIGKN, ALBEKI.
ALBERT, nabij de deur staande.
Zijn de vertrouwelijke mededeelingen gedaan?
DELPHINE, vrolijk.
Ja, Mijnheer! ... Gij kunt binnenkomen!. .. Ik stel u weer io het bezit van uwe Clotilde! {Zacht lot Clotilde.) Ik verlaatnbsp;t!... Moed gevat! {Luid, lol Albert) Hebt gij, mijn echtgenootnbsp;Verloren?
ALBERT.
Neen!... Hij luistert naar het concert!
DELPHINE.
Gij durft mij niet bekennen, dat hij weer aan het spelen
! ... Enfin !.., Ik vergeel het liem!... Wij, vrouwen, zijn zoo goed! {Tot Clotilde.) Tot straks, mijn waarde Clotilde! {Opnbsp;^‘et oogenblik dat zij Ier regler zijde vertrekt, geejt zij een teekennbsp;han Clotilde, en brengt haren zakdoek aan de oogen, terwijl haarnbsp;Selaal eene smartelijke uitdrukking aanneemt. Albert maakt eene
-ocr page 34-VHOUWENTKAUEN.
beweging en Delphine roept vrolijk uit-) Tot straks, Mijnheer de Eieux! (Zij vertrekt^
ALBERT, buigende.
CLOTILDE, ALBERT.
ALBERT.
Zij is allerliefst die vrouw!
CLOTILDE, verward.
Ja!
ALBERT.
Chambly is een uitmuntend man!... Hij zal haar zeker zeer elukkig maken!
CLOTILDE.
Hij weigert haar niets!... Gisteren gaf hij haar...
ALBERT, eene courant opnemende.
Wat dan?
CLOTILDE.
Diamanten, evenals die, welke gij mij geweigerd hebt! ALBERT, de courant doorloopende.
Zoo!
-ocr page 35-31
VEOÜWENTRANEN.
CLOTILDE, ter
Delphine zegt, dat het eene zaak is, waarvan mijne toekomst afhangt.
ALBERT.
Denkt gij nog altijd aan die diamanten?
CLOTILDE.
O, indien gij wist, hoezeer ik er naar verlang!
ALBERT.
Ze zijn heel leelijk!... Gij hebt ze zeker niet goed bekeken!
CLOTILDE.
Het is misschien een gril van mij, maar ik ben er verzot opI
ALBERT.
Dan is het mijn pligt, om meer gezond verstand te ge-krniken, dan gij!.. . Denk niet meer aan die diamanten, wat 'k u. bidden mag!
CLOTILDE.
Dus gij weigert ze mij?
ALBERT.
Gij dringt er dus op aan?
CLOTILDE.
Voor twee of drie duizend francs!
ALBERT.
Het is niet om het geld; ... maar.. .
CLOTILDE, ie handen vouwende.
Albert!... Mijn Albert!... Gij weigert ze mij?
-ocr page 36-32
VKOÜWENTBAIIEN.
ALBERT, haar met liefde aanziende, ter zijde.
Wat is zij bekoorlijk!
CLOTILDE, verheugd ter zijde.
Het scliijnt, dat ik liet dezen keer goed heb gezegd! {^Zij gaat den hoed van Albert halen, dien zij hem aanbiedt, terwijlnbsp;zij hem teederlijk aanziet.) Albert, een ander zal ze koopen! ...nbsp;Ik bid u, Albert!
ALBERT, ter zijde.
Ik had ze voor haar moeten koopen!.,. Maar als ik nu toegeef', dan ben ik verloren! {Zich vermannende.) Komaan!. . .nbsp;Laat ik mij goed houden!
CLOTILDE, eene verliefde houding aannemende.
Hier is uw hoed! {Zij geeft hem dien.)
ALBERT, den hoed op tafel zettende.
Neen!... Ik heb ook een wil!
CLOTILDE.
ALBERT, ongeduldig.
Ik zal u geven, al wat gij verlangt, behalve deze diamanten, die u hoegenaamd van geen nut zijn! {Hij neemt de courant opl)
CLOTILDE, ter zijde.
Delphine heeft mij gezegd, dat mijn geluk er mede gemoeid is... Welnu, het moet! {Haren zakdoek voor hare oogen houdende en weenende.) Hemel, wat ben ik ongelukkig!
-ocr page 37-CLOTILDE.
Na drie maanden gehuwd te zijn geweest!
ALBERT, naar haar toesnellende.
Clotilde!
CLOTILDE.
Gij bemint mij niet!... Gij hebt mij nooit bemind!
ALBERT, ter zijde.
Zij weent!
CLOTILDE.
Ach, mijne arme Moeder!... Zij alleen beminde mij!... Helaas I
ALBERT, ter zijde.
Tranen!... En ik ben bet, die haar die doe vloeijen!... dat is slecht van mij!... Clotilde, och! vergeef het mij!
CLOTILDE.
Neen!... Laat mij!... Het is tusschen ons gedaan! ALBERT, op zijne knieën vallende.
Clotilde!
CLOTILDE, snikkende.
Aeh, hemel! wat ben ik ongelukkig!
ALBERT.
Welnu, ik zal ze gaan halen!
-ocr page 38-u VRODWENTEANEN.
GLOTILDE.
Neen!... Ik begeer niets meer!
ALBERT.
Ik ga ze balen!
CLOTILDE.
Ik wil naar het klooster terug keeren!
ALBERT.
Maar ik zeg u: dat ik ze zal gaan halen!... Ach!... Gij hebt gelijk! ... Ik beu een man zonder hart! {Hij neemt zijnnbsp;hoed op en snelt heen.)
CLOTILDE; daarna chamblï en jan.
CLOTILDE, van gelaat veranderende, op vrolijken toon.
Zie zoo!... Dat is gelukt!... Het is dus waar!... Delphine had gelijk!
CHAMBLY, binnenkomende en er knorrig uitziende.
Die dubbele nul wil er maar niet uit! ... ’t Is zonderling!
CLOTILDE.
Ha!... Mijnheer Chambly!... Wat ben ik gelukkig!... En wat is Delphine bekoorlijk!
CHAMBLY.
O, ja!... Vooral op den eersten der maand,... {Ter zijde.) den dag, waarop ik geld ontvang!... En wij hebben pas den vier-en-
-ocr page 39-35
VROUWENTKANBK.
twintigsten en de maand heeft een-en-dertig dagen , en dan nog wel de langste dagen van het jaar!... De nacht begintnbsp;kwartier over twaalven! ... O!... Het is om razend te worden ! {Hij zwaait met de armen en werpt iets omver.)
JAS, binnenkomende.
Heeft Mijnheer mij geroepen?
CHAMBLY.
Neen!... Vertrek, zeg ik u!
JAN.
Ik dacht, dat Mijnheer mij riep,om dat twintig francs stuk, dat Mijnheer mij nog schuldig is.
CQAMBLï, woedend.
Vertrek, zeg ik u!
JAN.
O!... Ik vertrouw Mijnheer wel!... Mijnheer zal mijne schade niet willen! {Hij vertrekt^
CHAMBLY.
Wat eene vernedering!
CLOIILDE, die, gedurende het voorgaande tooneel, vnor het venster ij blijven staan ennbsp;met ongeduld de komst van Albertnbsp;verbeidt.
Wat deert n toch ?
CHAMBLY.
Niets!... Let er maar niet op !
3*
-ocr page 40-36
VEOUWENTKANEN.
DE VOBIGEN, ALBERT.
CLOTILDE, Albert ziende, ter zijde.
Daar is hij!
ALBEKT, een juweeldoosje in de hand houdende.
Mijn waarde Clotilde! (Buur het doosje aanbiedende') Ik kom uwe vergiffenis afsmeeken!
CLOTILDE, ter zijde.
Hij heeft ze!
CHAMBLY.
Vergiffenis!
CLOTILDE, ter zijde.
Arme Albert!... Hoezeer heb ik hem bedrogen!... Helaas! ... Ik durf ze nu niet meer aannemen!
ALBERT.
Zijt gij nu nog boos op mij?... O! indien gij wist, hoeveel het mij gekost heeft, oin ze te krijgen!
CLOTILDE.
Hoe dat?
Iemand had er een bod op gedaan... Om a de waarheid te zeggen, zijn ze bijzonder fraai. .. Ik begrijp niet, dat ik ze u
-ocr page 41-37
VBOUWENTB.ANEN.
een oogenblik heb kunnen weigeren... Welnu, ik heb hoog er geboden en dé overwinning behaald! (De diamanten aan Cham-bly toonende.) Maar zie toch eens, Chambly! wat een glans!
CHASIBLr.
Hé! ... Kijk!... De zelfde diamanten als van mijne vrouw!
ALBERT.
De zelfde als die, welke gij uwe vrouw hebt cadeau gemaakt!
CHAMBLY.
Neen!... De zelfde als die, welke mijne vrouw zich-zelve cadeau heeft gemaakt!
ALBERT, tot Clotilde.
Clotilde, ik smeek u! {Clotilde neemt de juweeldoos angstval-lig aan.)
CLOTILDE, Albert de hand reikende.
Albert! mijn vriend! ik zal er mij dadelijk meê versieren en dan zullen wij zamen uitgaau... Ik wil, dat men mij schoonnbsp;Zal vinden!... Ik wil, dat gij trotsch zult zijn op uwe Clotilde!
ALBERT.
Goed zoo!... Ik zal u mijn arm aanbieden! ... Maar ik moet even een brief sluiten en kom dan bij u ! {Rij gaat te rnbsp;ünker zijde van den guéridon zitten.)
CLOTILDE, zich verwijderende.
’t Is toch zeer slecht van mij, om z66 te jokken!
CHAMBLY, ter zijde.
Hij schijnt goed bij kas te zijn!... Ik ga geld bij hem leeaen!
-ocr page 42-¦I
¦I
38
VROUWENTRANEN.
ALBERT, CHAMBLY, JAN.
CHAMBLY.
Die waarde Albert! .. . die beste Alberti {Albert met warmte de hand drukkende.)
ALBERT.
Gaat gij uit?
CHAMBLY.
Ja! {Hij doet, of hij iets in zijn zak zoekt.) Ha, drommels! ALBERT.
Wat scheelt er aan?
CHAMBLY.
Ik heb vergeten, geld bij mij te steken!... Hebt gij ook even vijf Louis voor mij?
ALBERT, hem het geld gevende. Wel zeker!... Ziedaar!
CHAMBLY, het geld aannemende. Ik zal ze u van avond terug geven!
ALBERT, lagchende.
O!... Daar is geen haast bij!
-ocr page 43-ALBEKT.
Ik ga dezen brief op de post doen, en daarna blijf ik bij mijne vrouw!
ALBEET, mei 'oervoerinp.
Och, mijn vriend! ik ben de gelukkigste van alle mannen!... Clotilde is een engel!... een ware engel! (Hij vertrekt, opge~nbsp;togen van vreugde.')
CHAMBLY.
Mevrouw Chambly is ook een engel! ... Dat is te zeggen: een zuinige engel!... Komaan!... Dezen keer, met vijf Louisnbsp;in kas en vol moed, kan ik... (Hdj werpt zijne Louis op tafel.)
JAS, opkomende.
Heeft Mijnheer mij geroepen?
CHAMBLY, zijn geld vlug opnemende.
Neen! ... Maar gij verlangt naar uw geld, niet waar?
JAST.
O, Mijnheer! ik vertrouw u wel!
CHAMBLY, Jnn eenig geld gevende.
Kom hier!... Pak aan!... Daar heb je twintig francs!
49
VKOmTENTKANEN.
JAN, lagchende, het geld aanvattende.
’tis toch geen ralsche munt. Mijnheer Chambly?
CHAMBLY, terwijl hij Jan met opmerkzaamheid beschouwt.
Nu ik je goed bekijk, heb ik dat domme gezigt en dien on-noozelen glimlach reeds ergens anders gezien!
Ja, Mijnheer!... Ik heb de eer gehad, Mijnheer te bedienen in het Engelsohe koffijhuis!
CHAMBLY.
Ik dacht ook al: die la Branche is mij niet vreemd !
O !... Ik heb Mijnheer al dadelijk herkend ; . . . maar ik wist niets van het huwelijk van Mijnheer, en dat heeft mij in denbsp;war gebragt!
CHAMBLY.
’t Is waar !... Ik heb vergeten, u een communicatie-kaartje te zenden !... Ik wist uw adres niet!... Maar je neemt het mij immers niet kwalijk?
JAN.
Och neen , Mijnheer !
CHAMBLY.
Des te beter! .. . Dat doet mij pleizier! {Ter zijde.) Hij is nog even dom als in het Engelsohe koffijhuis! {Luid.) Hetnbsp;verblijf aan de boorden van den Rijn schijnt u niet te hebnbsp;ben veranderd!
-ocr page 45-41
TROÜWENTaASBN.
JAN.
Neen , Mijnheer !... En is Mijnheer nog altijd gelukkig ?
CHAMBLY.
Hoe is het!... Denkt gij, dat ik u de bijzonderheden van mijn huiselijk leven zal mededeelen ? ... Geef mij mijn twintig francs terug !... Of neen ! ... behoud ze maar ! {Ternbsp;zijde.) Met vier Louis en goeden moed kan men... Ik ganbsp;met nieuwen lust spelen! {Luid.) Zeg eens! als Mevrouwnbsp;Chambly naar mij vraagt, zeg haar dan, dat ik de natuurnbsp;ben gaan bewonderen, hoor!
JAN.
Wilt bewonderen ?
CHAMBLY.
De natuur, ezel! {Hij ziet Delphine mnkomen.) Verduiveld!... Daar komt mijne vrouw aan! {Hij verwijdert zich. Op zijne teeaen hopende.)
TWAALFDE TOONEEL.
JAN, DELPHINE; daarna cloiilde.
, nbsp;nbsp;nbsp;CLOTILDB.
Is Mijnheer Chambly niet hier ?
JAN.
Neen! . .. Mijnheer is de natuur gaan bewonderen, ezel! {Ter zijde.) Hè!... Zij is toch een mooije vrouw! {Hijnbsp;^^cht.)
-ocr page 46-42
Wat ?
VEOUWENTRANEN.
DELFHINB.
JiS.
De natuur gaan bewonderen, ezel! (By vertrekt.) DELPHINE, Clotilde ziende binnenkomen.
Welnu?
ciOTlEDE, in het wit gekleed, met eene bloem in haar ceintuur.
Laat mij u eerst omhelzen!
DELPHIUE, verheugd.
Welnu, zijt gij geslaagd?
CLOTILDE, hare diamanten toonende.
Zie maar eens!
(Albert verschijnt op den achtergrond.)
DELPHINE.
Gij hebt dus goed geweend ?
CLOTILDE, de oogen neerslaande.
Zoo goed, als ik maar kon!
DELPHINE, lagchende.
Hij moet wel aangedaan zijn geweest en berouw hebben gevoeld !... Ha, ha, hal... De tranen zijn een middel, zoo oud als de liefde zelve, en men vangt er altijd iemand mede!...nbsp;Die arme Albert! ... Ha, ha, ha!
-ocr page 47-VE0UWE1ITR4NBN. nbsp;nbsp;nbsp;43
CLOTILDB.
Om het even !,.. Het is toch zeer slecht!
DELPHIKE.
Gij zijt een kind !... Ga nwe handschoenen en uw parasol talen!... De Heeren moeten ons dezen middag naar de restauratie geleiden, om te dineren !. .. Geheel Baden moet uwenbsp;diamanten bewonderen en uw triomf aanschouwen 1 ... Hetnbsp;‘S uwe eerste overwinning! ... O, wat ben ik gelukkig, datnbsp;ik uw ontmoet heb!. . . Ga nu spoedig heen! {Zij begamp;vennbsp;zich haastig in hare kamers, aan bei^e zijden tan het tooneel.)
ALBERT, CHAMBLY.
ALBERT, toornig, zijn hoed op de tafel zettende.
Men heeft mij bedrogen !... Dat is slecht! {Hij gaat
citieni)
CHAMBLY, insgelijks zijn hoed wegwerpende.
Ja!... ’t Is gemeen!
ALBERT.
Wat? *
CHAMBLY.
De dubbele nul!... Hij is er uitgekomen!
ALBERT.
Welnu ?
-ocr page 48-VKOUWENTKANEN.
CHAMBLT.
Maar begrijpt gij het dan niet? ... Ik had mijne plannen veranderd !... Ik had op zes-en-dertig gezet!
ALBERT.
Och! ... Wat raakt mij dat ? {Hij gaat ter linker zijde van den guéridon zittenl) Ik, die dwaas genoeg was, om mij tenbsp;laten verteederen!
Hn ik dan !... Geloof je niet, dat ik ook aangedaan ben ? ... Ik bezit niets meer! .. . Ik zeide tot mij-zelven; hij zal ernbsp;niet uitkomen! {Albert staat op.) Gaat gij heen ?
Ja!... Ik ga uit!... Het bloed stijgt mij naar het hoofd!... Ik stik !
CHAMBLY.
Hebt gij ook verloren ?
ALBERT.
Ja! .. . Ik heb mijn grootsten schat verloren !
CHAMBLY.
Op welk nummer ?
ALBERT.
Ik heb het vertrouwen verloren ,... en voor altijd ! CHAMBLY, Albert niet begrijpende.
Bah!. .. Het vertrouwen keert terug, door alles op het spel te zetten!
-ocr page 49-4S
VROTJWBKTKANEN.
ALBERT, woedend.
Zeg eens! hebt gij gezworen, om mij tot het uiterste te brengen ? ... Maar verstaat gij mij dan niet, dat uwe vrouwnbsp;en de mijne hebben zamengespannen tegen mijn geluk ?
CHAMBLY.
Och, kom!
ALBERT.
Ja !... Men weent, om datgene te verkrijgen, wat men zonder dien kunstgreep had kunnen bekomen !... Te veinzen, dat men tranen stort!
CHAMBLY.
Wat!... Heeft mijne vrouw geweend ?
ALBERT.
Och, neen I... De uwe niet, maar de mijne I... Ja, waarlijk, dat middel was goed!... «Ween I... ween!” zeide uwenbsp;vrouw tot de mijne, «en men zal u niets weigeren!”
CHAMBLY.
Gij zegt, dat...
ALBERT.
Mijn hoofd is op hol!
Niets !... Laat mij met rust!, KJS’j vertrekt haastig^
CHAMBLY, alleen.
Wat praat hij daar toch?... «Ween!... ween!” heeft fflijne vrouw gezegd, «en men zal u niets weigeren!”...
-ocr page 50-46
VROUWENTKiSEN.
Laat ons dat eens beproeven !... De geschiedenis verhaalt: dat Monaldesohi, de gewone voorlezer van Koningin Christina , dat middel met een goed gevolg bezigde... Zij heeftnbsp;hem laten vermoorden,... dat is waar, ... omdat hij aannbsp;zijne voorlezing niet altijd de meeste zorg besteedde; maarnbsp;in zijn leven weende hij en vereerde men hem met menignbsp;gnnstbewijs;... daarom kan ik mij niet voorstellen, dat ditnbsp;middel, ’t welk in Zweden gelukte , niet even zoo goed innbsp;het Hertogdom Baden van dienst zou kunnen zijn! {Hij zietnbsp;zijne vronw^ Ha ! {Hij gaai voor hei vensier ziiten.)
CHAMBLÏ , DELPHIKE ; laier JAN.
DELPHINE, in een elegani ioilei opkomende en hare handschoenen digiknoopende.
Welnu , wat voert gij daar uit?
CHAMBLY.
Ik bewonder de natuur!... Wat een magnifiek gezigt! {Ter zijde.) Laat ik beginnen met den schijn aan te nemen,nbsp;alsof ik zeer melancoliek ben!
DELPHINE.
Ha! ... Zoo!
CHAMBLY.
Een molen, beschenen door de ondergaande zon, met een ezel op den voorgrond!... Dergelijke zaken doen ons droomen!
-ocr page 51-VKOÜWBUTRAUEN.
DELPHINE.
Och !... Gij weet niet, wat gij zegt!
CHAMBLY, ter zijde , opstaande.
Het melancolisohe bevalt niet!
DELPHINE.
A propos! wij dineren van daag in het hotel, met Mijnheer en Mevrouw de Rieux !
CHiMBLY.
Zeer wel! .. . Zeg eens, poesje-lief!
DELPHINE.
Poesje-lief! (Op bestraffenden toon.) Mijnheer!
CHAMBLÏ.
Gij hebt gelijk! (Fan toon veranderende?^ A propos, Delphine ! ik heb zoo even een brief van mijn kleermaker ontvangen!.. .nbsp;Hij vraagt mij vijf honderd francs op afkorting der rekening !
DELPHINE.
Wat?... Uw kleermaker zond u hier, te Baden, een brief? CHAMBLY, met vastheid.
Ja!
DELPHINE.
Toon mij dien brief!
CHAMBLY, naar den brief zoekende.
Hé!... Kijk!... Dat is toevallig!... Ik heb er mijn cigaar meê aangestoken!
-ocr page 52-4S
VHODWEKTKANEN.
DELPHniE.
En gij rookt niet!
CHAMBLY.
’t Is waar: ik rook niet;... maar ik ben een Heer tegen gekomen, die juist van de speelbank terugkwam, en een cigaarnbsp;in de hand had, dien hij wilde aansteken... De brief van dennbsp;kleermaker heeft ons toen een uitstekende dienst bewezen.
DBLPHINE.
Hoe!... Die Heer had uw brief en uwe hulp noodig, om zijn cigaar aan te steken? ... Kon hij dat dan alleen niet doen?
CHAMBLY, haastig.
Och!... ’tWas een oude Badensche officier, die door een kanonskogel zijne beide armen had verloren!
(,7aa komt met een courant op en luistert!)
DELPHINE.
Gij zijt niet zeer gevat, Mijnheer Chambly!... Uwe uitvlug-ten om aan geld te komen getuigen van eene armzalige verbeelding I
CHAMBLY.
Delphine!
DELPHINE.
Maar daar ik met leedwezen zie, dat uw hartstogt voor het spel met den dag toeneemt, zult gij geen centime krijgen •nbsp;{^Zij gaat op den divan zitten.)
-ocr page 53-49
VROUWENTKANEN.
CHAMBLY.
’tis wel! {Hij haalt een zakdoek uit zijn zak.) Ach!... Wat ben ik ongelukkig! {Hij gaat ter regter zijde over den guéridonnbsp;zitten en barst in snikken los.)
DELPHINB.
Zegt gij wat?
CHAMBLY, weenende.
Och!... Ik zie het wel! ... Men bemint mij niet!... Ik ben het rampzalig slagtoffer van ...
delphine.
Wat deert u?
CHAMBLY, met diepe smart. nbsp;nbsp;nbsp;•
O, Moeder!... dierbare Moeder!
JAN, zijn zakdoek uit zijn zak halende en weenende.
Hi, hi, hi!
DELPHINE, lagchende.
Ha, ha, ha!
CHAMBLY, verwonderd.
Hoe!
DELPHINE.
Ha, ha, ha!... Wat ziet gij er bespottelijk uit, als gij weent!
CHAMBLY.
Wat!... Zie ik er bespottelijk uit?
-ocr page 54-VKOUWEKTKAKEN.
JAN, bij hei venster staande en luid weenende.
CHAMBLY, Jan met verwondering beschouwende.
DELPHINE, iagchende.
De knecht is er tot smeltens toe van bewogen!
JAN, zich naar den voorgrond begevende.
Ach, Mgnheer! gij huilt zoo natuurlijk, dat ik turk... (/» snikken losbarstende.) Hi, hi, hi!
DELPHINE, Iagchende en naar het venster gaande.
Ha, ha, ha!
* nbsp;nbsp;nbsp;'CHAMBLY, ter zigde.
Hoe heb ik het nu! ... Ik doe mijn best, om op het gevoel van mijne vrouw te werken, en zie niets, dan de tranen vannbsp;een hótel-bediende!... Dat is verschrikkelijk!
JAN, zacht tot Chamhly.
Ik ben wel niet rijk;... maar hier hebt ge zestig francs!... Mijnheer zal ze me wel teruggeven, als hij kan!... Ik vertrouw u wel!
CHAMBLY, tot Jan.
Laat mij met rust! {Jan treedt eenige schreden terug.) Verwijder u niet!
DELPHINE, opstaande.
Daar komt Clotilde aan!... Ik wil hopeu, dat gij uwe tranen thans zult inhouden. Mijnheer !
-ocr page 55-51
VpOüWENTaANEN.
CHAMBLY, ter zijde.
Ik heb geen sucoès gehad!... Het schijnt, dat ik niet huilen kan!... Ik zal het nog moeten leeren!
ZESTIENDE TOONEEL.
CLOTILDE, gekleed om uit te gaan,
Hoe is het?... Gaan wij nu?
DELPHINB.
Wij zijn gereed!
CLOTILDE, zoekende.
Is Albert niet hier?
JAN, weenende naar den voorgrond tredende, tot Clotilde.
t
Bedoelt u Mijnheer de Rieux? ... Ik moest aan Mevrouw zeggen, dat hij in de nabijheid van de groote populier-laan aannbsp;het wandelen is!
CLOTILDE.
Wij zullen hem in het voorbijgaan medenemen. {Tot Jan.) Wat deert u, mijn vriend?
JAN.
Och! ... Sla er geen acht op, Mevrouw! .. . Maar sta mij toe, dat ik... Mijn patroon heeft mij gelast u... {In zijnenbsp;zakken tastende.) Waar heb ik hem toch gelaten? {Ben brief vindende^ Ha!... Ziedaar! {Uij geeft Clotilde den brief I)
-ocr page 56-S3 nbsp;nbsp;nbsp;VEOUWENTRANEN.
CLOTILDE.
Een brief?... Wat beteekent dat?
JAN.
Ik weet het niet, Mevrouw! maar de patroon zegt, dat het leven van Mijnheer de Rieux er mede gemoeid is!
ALLEN.
Hemel!
CLOTILDE.
Het leven van Albert!___ Spoedig! {Den brief openende,
leest zij dien met aandoening^ Geregte hemel!... hij is verloren?
CHAMBLY.
Hoe!... Verloren?
' DELPHINB, den. brief nemende.
Laat ons zien! {Zij leesti) Mevrouw! Gisteren avond, in de speelzaal, heeft uw echtgenoot de verdediging op zich genomen van een landgenoot, die door drie officieren werd bespot-
CHAMBLY.
Maar die landgenoot was ik!
DELPniNE, doorlezende.
Mijnheer de Rieux heeft hen zulke harde woorden toegevoegd, dat die Heeren, niettegenstaande zij in het ongelijk waren, uwen echtgenoot met de wapens wachten, om hemnbsp;voldoening te vragen!... Maar het is twijfelaohtig, of hij, innbsp;dit geval, wel als overwinnaar uit het strijdperk zal terugkee-ren! ... Belet hem dus de speelzaal binnen te gaan; want doetnbsp;hij dit, dan is hij onherroepelijk verloren!
-ocr page 57-53
VROU WENTR AUEN.
CHAMBLY.
Verduiveld!
DELPHINE, tot Chamhly.
Maar gij, Mijnheer! die van alles de oorzaak zijt, blijft daar *öaar onbewegelijk staan!... Wat ik u bidden mag: ga er tochnbsp;®poedig heen!
CHAMBLY, angstig.
Ik zal die Heeren gaan opzoeken en de zaak wel in orde brengen!
CLOTILDE.
Ja!... Niet waar. Mijnheer Chambly, gij zijt zoo goed!
DELPHINE.
Maar ga dan toCh! ... Gij behoordet reeds ver weg te zijn!
CHAMBLY.
Il^ees gerust!... wees gerust! {Ter zijde.) Verduiveld!... Jloe red ik mij hieruit! {Hij vertrekt, gevolgd door Jani)
ZEVElfTIETTDE TOONEEL.
CLOTILDE, DELPHINE; daarna albert.
CLOTILDE.
Delphine! terwijl uw man die officieren gaat opzoeken, zal mij in de armen van Albert werpen... Ik zal hem smeeken,nbsp;*'’®t te vechten!
-ocr page 58-54
vKotjwehtbaken
DELPHINE.
Waar denkt gij aan?.. . Gij moet integendeel niets zeggen van hetgeen hier voorvalt, en alles doen, wat mogelijk is,nbsp;dat hij heden niet in de zaal verschijnt,.. Morgen zult gijnbsp;vertrekken!
CLOIILDE.
Juist! .... Gij hebt gelijk! {Terwijl zij Albert ziet aankmen.y O!... Daar is hij!
ALBERT, koel.
Wat deert u, Clotilde?... Waarom zijt gij zoo ontsteld?
DELPHINE, zacht tot Clotüde.
Hij weet niets!... Zwijg en belet hem uit te gaan!
ALBERT.
Gij antwoordt mij niet ?
CLOTILDE.
Mij deert niets, mijn vriend!
ALBERT.
Zijt gij gereed om uit te gaan. Dames?
CLOTILDE, haren hoed afzetlende en zich op de» divan plaatsende.
O, neen! wij gaan niet meer uit!
A1«B£!RT«
Zoo als gij wilt! {In het rond ziende.) Is Chambly niet hier?
-ocr page 59-55
VBOUWENTfiAKEN.
DEUfHINE.
Neen!... Maar weldra zal hij terugkeeren! ... Ga toch zitten. Mijnheer de Eieux! {Albert legt zijn, hoed op den gué-ridon en loil den stoel opnemen, die ter linker zijde staat. Bel-phine belet hem dit en zegt, op den divan wijzendei) Daar, tus-schen ons beiden! {Zij doet Albert op den divan plaats nemen;nbsp;terwijl zij daarna ter linker zijde van den gvéridon gaat zitten^
ALBERT.
Ik bedank u wel!
DELPHINE.
ClotUde en ik spraken daar juist van allerlei romans!
ALBERT. nbsp;nbsp;nbsp;•
Zoo!
DELÏHINE.
Clotilde geeft de voorkeur aan de Balzac!
CLOTILDE.
En Delphine aan George Sand!... Wat denkt gij er van?
ALBERT.
Ik denk, dat alle romans op elkaar gelijken... Er is ^iiijd een ongelukkige heldin, die huilt, en een man, die zotnbsp;genoeg is, om zich door tranen te laten bewegen ... Nietnbsp;^aar, Clotilde?
DELPHIUE.
Oj Mijnheer de Rieux, gij zegt dat op eene wijze, die...
-ocr page 60-56
VKOÜWENTEANEN.
ALBERT.
Het is ZOO: ik heb ongelijk!... Maar, a propos! wij gebruiken heden het middagmaal in de restauratie, niet waar? {Op zijn Imrologie ziende^ Het is pas vijf ure, en ik heb dusnbsp;nog den tijd om ... {Hij wil ópstaan,^
CLOTILDE, hem tegen
Gaat gij uit?
Ja!
Och!... Ga niet uit!
Waarom niet?
ALBERT.
CLOTILDE.
ALBERT.
DELPHINE, Oj
Waarom niet? {Naar het eender gaande.) Ziet gij die groote , zwarte wolk ?... Er zal een verschrikkelijk onweer losbarsten !
ALBERT.
Des te beter! ... Wiets is schooner dan een onweêr in het gebergte!... Ik ga Chambly opzoeken! {Hij daat op en wilnbsp;vertrekken^
CLOTILDE.
Albert! ik bid u,... ik smeek u, blijf hier! .. . digt bij mij!
-ocr page 61-57
vnOUWENTEANEN.
ALBERT, Clotilde naderende.
Maar, waarlijk, ik begrijp niets van uwe bede!... En gij praat van romans en beuzelingen, heeft Mevrouw gezegd! ...nbsp;Ik ga mijn vriend Chambly opzoeken en kom binnen een uurnbsp;met hem terug... Dat is altemaal dood eenvoudig en zeer natuurlijk!
CLOTILDE.
Albert, als gij mij lief hebt, zult gij hier blijven!
ALBERT.
Ik begrijp niets van dien aandrang!
CLOTILDE.
o!... ’t Is maar zoo’n gril!
ALBERT.
Gij moet mij niet kwalijk nemen, dat ik er niet aan voldoe!
CLOTILDE, hem tegenhoudende, op snikkenden toon. Albert, ik smeek n !
DELPHINE, tot Albert.
Maar ziet gij dan niet, dat zij weent!
ALBERT, zich uit de armen van Clotilde losrukkende.
Ha! ... Alweer tranen!... Zoudt gij bij geval uwe diaman-fen nu reeds willen verruilen?
CLOTILDE, op den divan vallende en haar gelaat in hare handen verbergende.
O!... Dat is vreeselijk !
-ocr page 62-58
TBOUWESTHAUEN.
ALBEEl, tot Belphine.
Uwe leerlinge heeft vorderingen gemaakt,... niet waar, Mevrouw?... Bij ongeluk hebt gij uwe overwinning op een te hoogen toon bezongen, en heb ik daar straks gehoord...
CLOTILDE.
Hij gelooft mij niet meer?
ALBEBT.
Neen!... Ik geloof u niet meer; want gij hebt mij bedrogen!... Gij wist, hoezeer ik u vertrouwde;... gij wist, dat uwe tranen op mijn hart zouden werken, en gij hebt de toe-vlugt genomen tot tooneeltranen,... en daarna hebt gij mijnbsp;uitgelagchen!... Wat kon het u deren! ... Het komediespelnbsp;was gelukt, daar ik u op beide knieën om vergiffenis vroeg,nbsp;dat ik u tranen had doen storten! ... En zóó vèrkreegt gijnbsp;uwe diamanten!
CLOTILUE.
Ach! (Zij ontdoet zich haastig van de diamanten^
AlBERT, met gevoel.
Uw triomf was zeer gemakkelijk, Clotilde!... Maar nu ben ik kalm!... Nu weet ik, dat uwe wanhoop slechts was voorgewend en uwe tranen geveinsd waren!... Neen! ... Ik geloofnbsp;niet meer aan dat alles, en dit zal uwe straf zijn, Clotilde!.. .nbsp;De smart is heilig en men heeft het regt niet, die na tenbsp;bootsen!... Men heeft het regt niet, om met tranen te spotten!___Vaarwel! (Hij wil vertrekken^
-ocr page 63-59-
VKODWENTEAKEN.
CLOTILÖE, hem, omarmende.
Gij zult niet heengaan! ... Ik wil het niet! ... Zie! ... Ik Ween niet meer!... Ja, gij hebt gelijk!... Mijne tranen warennbsp;geveinsd!... Maar mijn glimlach!... Gelooft gij aan mijnnbsp;glimlach?... Zie, ik laeh!
ALBEET, haar strak aamiende.
Maar die ontroering?... Wat deert u?
BELPHINEi
Welnu, lees! (Zij geeft hem den briefi)
ALBEET.
Die brief!
CLOTILBE, hem, den brief willende ontrukken.
Neen!... neen!
ALBEET.
Ik wil hem zien!
DELPHINE.
Lees!
ALBEET, na den brief te hebben gelezen.
Wat heb ik gelezen?
CLOTILBE, weenende en de armen naar Albert uitstrekkende.
Albert!... Albert!
ALBEET, naar Clotilde toetredende.
Die tranen zijn opregt!... Gij leeft voor mij I... Het is Voor mij, dat gij weent!... Goede, dierbare Clotilde! .
-ocr page 64-60
VROUWENTKANEN.
Maar stel u gerust!... Door u bemind, wil ik leven!... Ik wil leven voor u! (Zich zachtkens uil hare armen losmakende.) Laat mij!
ACHTTIEKTDE TOOEEEL.
DB VOEIGEN, CHAMBLY en JAN.
CHAMBLY, met twee degens onder den arm en een somber gelaat opkomende; terwijl Jan eennbsp;pistoolkistje draagt.
Te laat!
.ALBERT.
Cbambly!
DELïHiNE en CLOTILDE, Verheugd.
Mijnbeer Cbambly!
CHAMBLY.
Ik heb die drie Heeren een bezoek gebragt en bun, zoo bedaard en vredelievend mogelijk, alle noodige verklaringen gegeven!... Zij wilden echter naar niets hooren!... Wel is waar, spraken zij Dnitscb en ik Eransch!
ALBERT, terwijl hij een poging doet, om Chamblg met hem te doen vertrekken.
Welnu, volg mij dan!
CHAMBLY.
Een oogenblik!... Toen ik dat zag, zeide ik tot mij-zelven: Sedert jaren leer ik schermen bij Grisier!... Ik moet dus sterk
-ocr page 65-61
VIIOÜ WEN TEANEN.
op de punt zijn!... Laat eens zien, of die Professor mij mijn geld ontsteelt! ... Daarbij was het mijne schuld, dat gij u dienbsp;verwenschte twist op den hals hadt gehaald!... Op mijnnbsp;woord! alles wel ingezien, en mijne drie snuiters de zaak nietnbsp;willende schikken, verlangde ik het ook niet!... Jan stemdenbsp;er in toe, om mij als getuige te dienen, en toen zijn wij naar denbsp;afgesproken plaats gegaan!... Sapristi!... Zoo’n eerste affaire,nbsp;met drie mannen te gelijk, beduidt zoo iets!... Maar om hetnbsp;even! .. . In Duitschland schijnt men niet ver te zijn in denbsp;schermkunst!... Bij Grisier gaat het er slimmer toe! ... Dennbsp;eersten heb ik gewond... De twee anderen zijn toen zoo goednbsp;geweest, naar mijne vredelievende verklaringen te luisteren en,nbsp;bij gebrek aan strijders, eindigde het gevecht!
ALBEET.
Hoe! ... Gij hebt geduëlleerd?
In alle opzigten overeenkomstig de regels!... O, het zijn charmante en geestige jongelui!... Mijne tegenpartij is ernbsp;niet eene schram afgekomen!
JAN.
Hè!... Wat kan Mijnheer mooije sprongen maken!
CHAMBLT, met zelfvoldoening.
Gij begrijpt, dat ik geen misbruik heb gemaakt van mijne brachten! .. . Zij verzoeken ons over acht dagen op een fijnnbsp;•dejeuner.
-ocr page 66-€3
VBOUWENTEANEN.
CLOIILDB.
O, wat ben ik gelukkig! {Tot Albert^ Gij vergeeft en vergeet? {Albert drukt kaar in, zijne armen. Zij gaan naar den divan^
DELPHINE, tot Chambly.
Inderdaad, Mijnheer Chambly! gij zijt dapper!
CHAMBLï, pnnoozel.
Dat schijnt zoo!
DELPHINE.
Weet gij wel, dat het zeer mooi is, wat gij gedaan hebt! ... Zoo met drie officieren te duëlleren!
CHAMBLT.
Och!... Het begin alleen is maar wat moeijelijk !
DELPHINE.
Waarlijk, ik bewonder u, en gij kunt mij vragen, al wat gij wilt!
CHAMBLT.
Meent gij dat?... Welnu, dan heb ik mijn middel gevonden!... Telkens, wanneer ik geld noodig heb, zal ik met iemand gaan duëlleren!
DELPHINE.
Alweer vechten? ... Maar ik wil niet, dat gij... {Zij geeft hem den sleutet.) Ziedaar!
chaisibly, verwonderd.
De sleutel van.de secretaire!... Maar, zeg eens, Delphine! waarom verkrijgen de vrouwen toch alles door hare tranennbsp;en de mannen niets?
-ocr page 67-Gij ziet het, Dames en Mijnheeren!
Geveinsde tranen deugen niet!
Men moet vooral de opregtheid eeren,
Waarvan dees schets u ’t voorbeeld biedt.
Gebreken hebben alle menschen,
En wij ook zij n nog niet bekeerd! . ..
Intnsschen, wat wij hartlijk wenschen,
Is: dat ge ons luide applaudisseert!
-ocr page 68- -ocr page 69- -ocr page 70-Bij G. THEOD. BOM, Kalvsrstraat, E 10, te Amsterdamgt;i
is mede verschenen: nbsp;nbsp;nbsp;^
Baron Kolbielsky, of do zamenzwering tegen Napoleon I.
Dramatische schets in 7 afdeelingen.........ƒ 0,61^
Eene vrouw die haren man verfoeit. Eene schets uit
de republiek, door Hm. de Girardin . ........» 0,5*1
Geheimzinnige (De). Tooneelspel in 5 bedrijven, door
B. A. Kreps . . ...... ..............., 0,90
Het levend doodo Snijderpaar. Blijspel met zang...» 0,30
Hugo en Elvire. Treurspel, door A.van der Hoop Jr. » 1,-
Jaloersche dwaas (De), of hij is onzigtbaar. Blijspel
in 1 bedrijf, door A. A. van der Stempel Jr.....» 0,30 •
Jeanne, dc vrouw van den Diamantslijper, oorspronkelijk Drama in 5 bedrijven, door H. de Saan.. . . » Jocrisse de Vondeling. Kluchtspel in 1 bedrijf. . . . »nbsp;Kleéren maken den Man. Blijspel, door F. Gouwe.. . »nbsp;Mijnheer Candaule, of de koning der Echtgenooten.nbsp;Vaudeville in 1 bedrijf, naar het Fransch van
Fournier en Meijer...................»
Nooit te vreden. Tooneelspel in 4 bedrijven, door
./. Both JJz.......................»
Piëtra, een dochter van ’t Zuiden. Treurspel naar het
Hoogduitsch, door J. 11. Ankersmit Wz........» 0,5*
Schaakmat. Blijspel in 2 bedrijven. Naar het Engelsch
van A. Ilalliday.....................» nbsp;nbsp;nbsp;0,dnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;;i,
0,3«
Schoolmeester Schoonzoon. Blijspel in 1 bedrijf naar
het Hoogduitsch van Tit. Kórner...........
0.1
Sleutel van do Secretaire (De). Blijspel in 3 bedrijven,
door J. Huberius Janssen................
0,3quot;
0,4
Twee Invaliden (De). Blijspel in 1 bedrijf, door E. Granqe
en L. Thiboust......................
Valeria. Drama, naar het Fransch, AoorJ.H.AnkersmitWz.
Vonstin en Vrouw, of Jacoba van Beijeren, gravin van
Holland. Drama in 5 nbsp;nbsp;nbsp;bedrijven............» nbsp;nbsp;nbsp;0,^^
De zeven Hoofdzonden. nbsp;nbsp;nbsp;Tooneelspel in 6 bedrijven. . »nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Or
Zonder geld op reis, een avontuurtje van 2 School- „j) meesters, door A. A. van der Stempel Jr.......» 0,^
-ocr page 71-■J--,■*quot;.?-V ' nbsp;nbsp;nbsp;■/^' t-i,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;..-^f.'ï?*-.k4'f‘'quot;''^
'quot; y --quot;, ■- v. ?,-. -'^- nbsp;nbsp;nbsp;..,.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;/■' •'■nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■» ,' ■'' »■'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.'■'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;/'i
. ' *'-*f nbsp;nbsp;nbsp;:nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gt;’r quot; ■nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, /. .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■Jé* quot;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■-t .% . .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;sf . -igt;' ■nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;- -■••
r'V'
J
i
â– '
•t
^;'
*1^-
'f 'U
i‘^-'
. nbsp;nbsp;nbsp;o.‘nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;J-' ^^ -quot;jg» r ■,jti r' nbsp;nbsp;nbsp;.• .tiH ff^X A'' quot;'V^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-1^-^