•v^-*
.P
■ . 1'^-
:. A,.. .. ■■ -V”
/ • nbsp;nbsp;nbsp;:» gt;4
'gt;-lt;^K. nbsp;nbsp;nbsp;1 r
'. nbsp;nbsp;nbsp;j*?lt;-■'■ ¥k'..„, -J quot;C-il*.
»gt;,■amp; nbsp;nbsp;nbsp;.,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;..i .^vnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■ ., ,.ic .„..,.' ■ V. --.r.n-'Sï»'
, ■'• -
V ■•
amp;
^igt;‘\ nbsp;nbsp;nbsp;.-)i
Prjps-. 4 ,;
*4.^ nbsp;nbsp;nbsp;■'»
' n
#'■
l
w
»
'• .
» - ï'rfy quot;'; '■ /' „ fs- -r :%gs^
'4
i^-»!
♦i
- gt;. ' ' Cv, \iai-'
-i
*• *
'■¥^L\ ■'* ’■*^’'
Graaf van helborn, opperfie Juflitie-Rand. s o P ii IA, zyne dochter.
Mynhr. hv.z'E'B., voorheen koopman, oud^^jaar. Mevrouw lezer, zyne echtgenoote, 84
Wlajoor LEZER, hun zoon, nbsp;nbsp;nbsp; 62--
De Koopman LEZER, kleinzoon, nbsp;nbsp;nbsp; 42
wiLHELMiNE, ) kinderen van den koopman De Kadet lezer, i Lezer.
Mevrouw van klem, zyne zmter.
KAREL, haar zoon. nbsp;nbsp;nbsp;*
Dar.'11 WILDENHAIN.
Mynhr. sikni g.
VAN WALDEN, Raadsheer,
De Koopman richter.
TWEE getuigen.
EEN SECRETARIS.
A NT ON, knecht van Siknigd LYSjE, dienstmaagd van JVilhelmine,
EEN dienstmaagd.
een bediende van Helborn. een onderschout, gerechtsdienaarennbsp;EN wachten.
-ocr page 9- -ocr page 10-m
w
VAN
TOONEELSPEL.
Een burgerlyke gemeubileerde kamer, met twee zydeuren-, op de tafel een brandende kaan.
EERSTE T O O N E E L, s IK NIG, heen en weder wandelende.
(jeld! elendig, doodejjfk metaal! gy zyt dan alleen s menrchen lioogfte doelwit, en kai flechts alleen hennbsp;gelukkig maaken ? Ware verdiende, zuivere onbevlekte levenswandel,ware deugd, wat zyn die zondergeld?nbsp;Nullen, zonder voorzetzelst Wat baten zy hunnennbsp;bezitter? Niets! volllrekt niets! Zy maken hem flechtsnbsp;ongelukkiger; daar zy hem zyn ongeluk des te derkernbsp;doen voelen, {hy valt op een [loei neder.') Ach , mynnbsp;hoop is te vergeefs! Van waar zal myn oom het zonbsp;fpoedig halen? en zo hy het al byn brengen kan,nbsp;A 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;zal
-ocr page 12-6 nbsp;nbsp;nbsp;DE GE VOLGEN VANEEN EENIGE LEUGEN,
zal hy om een neef te helpen, zich van zyne gemakke-lyke hebbelykheden ontdoen ? Neeti : voorzeker niet!... Ik moet dit lyden verduren, wachten en blyveu wachten , tot alles eensllags verandert! of tot da t de fchoonheidnbsp;van myn meisje een ryker vind die my den buit ontvoert, en my voor altyd ongelukkig maakt... Wil-helmine! uw bezit zou een hemel voor my zyn; ennbsp;daarom kan ik dien op deze wareki niet hopen. QMenbsp;kklt.') Kom binne^!
SIKNIG, WIL HE LM INE.
IJc
s I K NIG kaar te gemoet gaande.
toe! myne Willielmine zelf komt my bezoeken?
W I L H E L M I N E.
Moet ik niet, als ik u heden nog zien wil? waarom zyt-gy niet by ons gekomen*
SIKNIG.
Ik heb myn Anton naarden postgezonden, en verwacht hem ieder oogenblik; in deze onrust, en in dit ongeduld, zoude ik een Hecht gezelfchap zyn.
WI L H E L M I N E.
Ook een flecht minnaar.? niet waar?
SIKNIG.
Een even zo fleehte , tea minde een zeer verdrool-de van gedachten.
WIL
-ocr page 13-TOONEELSPEL.
WILHULMI NE.
Ook dan nog als zy die gy bemint zo gewillig, zo bartelyk gaerne ieder onrust, ieder onaangenaam oogen-biik met den beminden van haar hart wil deelen ? tennbsp;Minfte door troost, door vriendelyke lonken, in eennbsp;aangenaam toekomend leid, en zyn fmartelyken toellandnbsp;winder pyniyk maakt? Met dit oogmerk kom ik by u;-Huppelende liep ik langs de ftraat, maar langzaam Hoopnbsp;It de trappen op .. Daar gy zo lang weg bleeft, vreesnbsp;de ik hetergfte! o Karei! ik voel het, ik voel het maar alnbsp;te levendig! de brief van uw oom kan ookiny tenuicer-fte ongelukkig maken ! Langs den weg zocht ik honderd redenen van vertroosting, en vond er geen; janbsp;Zelfs niet n eenige! Zo uw oom uw verzoek afflaat,nbsp;dan kan ik wel met u fchreijen en klagen, maar u ver*nbsp;troosten, dat kan ik niet. Het naar uw bezit hakendenbsp;weisje zal alsdan troost van u verlangen! Karei! Qheiffnbsp;h df hand vattende.') Karei! hebt gy nog hoop?
S I IC N I G.
Myn oom is vermogend, maar of hy my helpen zal, dat... ,
. W11. H E L M IN E.
Dat flaat alleen aan Hem, die onze zuivere liefde keat, die het best weet hoe ongelukkig een weigerendnbsp;sntwoord ons maken zou. Ily zal het hart van uwnbsp;oon bewegen! Laat ons hopen, zo lang de hoopnbsp;ons overblyft! de dervende hoopt nog op genezing,nbsp;^dhcoti de doktor hem heeft opgegeven; waarom zou-A 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;den
-ocr page 14-8 nbsp;nbsp;nbsp;DE GEVOLGEN VANEENEEN'GE LEUGEN,
detiwy, daar wy nog op een antwoord wachten, niet ook nog hopen?
F I IC N I G,
Maar zo het doodvonnis ons door myn oom word aangekondigd!
WILHELMINE.
Dat zal, dat kan hyniet! kom met my.
S 1 K N 7 G.
Ik bid u, verfchoon my, ik kan niet! zo.Anton my een Jobsboodfchap brengt, dan heb ik alle onderrteu-iiing nodig! maar zeker kom ik heden nog by u.
WILII EL MINE.
Ach! ga met my!
SIK NIC.
Dat is my onmooglyk' myn onrust is te groot, z Anton niet fpoedig komt, dan loop ikzelf naar dennbsp;post.
W 11. H K I. M 1 N E.
Lieve ionge ! kon ik u deze ongerustheid vergelden! beloonen me: al de tederheid eener echtgenoote! Waart gy by ons gekomen, gy had by ons ook beloo-ning gevonden: zedert een uur zit myn lieve vader aannbsp;de fchryf'tafel, en bereken t, of hy, ingeval uw oomnbsp;niets zend, de vier duizend guldens uit zyn negotienbsp;kan ligten; maar helaas! hy heeft bevonden, dat iynbsp;deze foin niet langer kan misfeii, dan ten hoogllenbsp;een half jaar, zonder zich aaa een zekeren val bloot tenbsp;ftellen. Hadden niet zo vee e huizen in Fraukiyk
ban-
-ocr page 15-TOONEELSPEL. nbsp;nbsp;nbsp;9
banqnerout gemaakt, had myn vader daardoor geen dertig duizend guldens verloren, met bly fcnap had liynbsp;over de fom heen gellapt,ora u en tny gelukkig te zien.
SIKNIG
God beloone hem zyn goeden wil!
WILHELM INE.
Morgen is het de negenentagtigde verjaardag van myn overgrootvader! myn vader wenschte hartelyk,nbsp;my op dien dag getrouwd, of ten minde zeker verloofdnbsp;te zien; het zoude, zegihy, een tooneel zyn,dat mennbsp;in veele eeuwen niet beleven zal. Als uw oom nunbsp;fchreef, dat hy het geld u zenden wil,zo verfchietmynnbsp;vader het iniusfchen, en wy zyn morgen..... Karei!nbsp;ontwaak! verheug u,,W'y zyn morgen bruid en bruidegom.
SIKNIG.
Nog kan ik ray niet verheugen. Ik vrees! ik vrees!
nbsp;nbsp;nbsp;WILHELMINE. :
En ik hoop. Myn vader was dezen middag by den minister; misfehien heden, doch morgen zeker, bekomt gy het decreet, dat gy als dadskasfier, met eennbsp;inko'iieri van twaalfhonderd guldens, aangedeld zyr.nbsp;Daarmede kunt gy ligt eene vrouw, die zo weinig nodig beeft, onderhouden.
SIKNIG.
6 Zeker! zeker! Maar die borgtogt...
WILHELMtNE.
Die verwachten wy! Laat ons hopen!
V
-ocr page 16-10 DE GEVOLGEN VANEENEENiGELEUGEN,
5 nbsp;nbsp;nbsp;IKNIG.
i'll
I
Hopen! hopen! tot dat eindelyk de ongelukkige brief aankomt, en dan met dehoop,uitzigten,ampt en ach...nbsp;myn lief meisje!... alles verdwynt.
WILHELMIJVE.
'Dat laatfle niet! Karei, dat laatfte niet! zo al het ergfte gebeuren mogt, zo denk dat wy nog niet voornbsp;eeuwig van elkander gefcheurd zyn; in een paar jarennbsp;zal zich de negotie van myn vader wel verbeteren, ennbsp;hy zal ons dan zeker verdnigen.
6 nbsp;nbsp;nbsp;IKNIG.
.Edele ziel! gy gelooft dat, omdat gy het hoopt! maar wanneer nu het tegendeel eens plaats heeft ,nbsp;wanneer uw vaders zaken achterwaardsgingen ; wanneernbsp;nu een ryke fchoonzoon alleen hem redden kan, ennbsp;wanneer deze zich... Ach! maar al te fpoedig vindnbsp;zich zulk een,.. zou die goede en gehoorzame Doch-ter, om haar vader te redden, om haar ouden overgrootvader beter te onderhouden, hem hare hand nietnbsp;fchenken ? den armen Karei niet vergeten? Niet,.
WILHELM INE.
Hou Karei! hou! dat zal, dat kan niet gefchieden! ik word de uwe, en nooit die van een ander!., metnbsp;deze handen zal ik werken, als myn vader ongelukkignbsp;word! werken, dat my het bloed uit de handen fpringc,nbsp;maar n-yn hand aan een ander dan aan u te fchenken ,nbsp;dat kan,^dat zal hy nooit van my vergen, en uu , vaarnbsp;_nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;wel!
-ocr page 17-ir
TOONEELSFEL.
WeU tot op een genoeglykerwederzien! {menkhptaan de d urdaar word geklopt, als het de bricfbellel-der ware!
s t K N I c.
Kom binnen! kom binnen!
DE VORIGEN, EEN MEISJE.
HET MEISJE, wet een brief in de hand.
Heb ik niet de eer... woont hier niet de... {yerfchrok. ken) vrouw Berger?
S I K N I G.
Een trap hooger, myn kind!
HET MEISJE.
Ik bid u om verfchoning!
SIKNIG, WILHELMINE.
IC
WILHELMINE.
.arel! zou... laat ik u eens aanzien, (zy neemt het licht van de tafel en ziet hem aan.) Gy zyt bleek, gynbsp;2yc ontfteldl..
SIK NIC.
Mooglyk! al ware hei Hechts om uw vermoeden.
WIL'
-ocr page 18-12 DE GEVOLGEN VAN EENEENicE LEUGEN,
WI LHELMINE.
Kent gy dit meisje?... zo zy u eens gezocht had! zy hield een brief in de hand! Zy verfchrikte toenzynbsp;my zag. Karei! heb medelyden! geef my geen grondnbsp;tot (uistrouwen! Laat dit in myn hart geen wortel fchie-ten! dk is te vreeslyk! heb medelyden; verontfchul-dig u!
s I K NI G.
. Lief en zot meisje! kunt gy zo iets van my denken of gisfen ? gaf ik u daar ooit reden toe?
WILHELMINE.
Geen! geen!... Zo veel te verfchriklyker ware het voor my, zo gy een huichelaar kostzyn! Waarom wiltnbsp;gy niet met my naar huis gaan?
SIKNIG.
Omdat ik myn Ahton verwacht.
W r L H E E M I N E.
Of, dit meisje!... Woont hier niet de.vraagde zy, en zo ras zy my ontdekte, veranderde zy haar vraag.
SIKNIG.
Wilhelmine! is dit u ernst?
WILHELMINE.
God! ja! ik bid ii, ftel my gerust, lieve Karei! zie, hoe ik fidder! uwe liefde was alles voor my. Iknbsp;leefde flechts in en door u! ik zou fterven, zo menunbsp;aan my ontrukte.
S IK
-ocr page 19-13
TOONEELSPEL,
S I K W I G.
Lief, waardig meisje ! gy vreest zonder grond; ik kende die briefbrengfter niet en heb haar nooit gezien; datnbsp;kan ik u verzekeren by alles wat my heilig is, by mynenbsp;onoverwinlyke liefde voor ul
W I L H L M r N E.
Durf ik het geloven ? {liefkozende.') Kan ik het geloven?
SIKNIG.
Ja, Wilhelmine! Ja, te twyfelen aan'myne liefd ware eene pynigende belediging voor my.
wilhelmine.
6, Word niet boos; kyf niet met de bezitfter van uw hart !
SIKNIG.
Ik moet, zo gy nog langer ten koste van myn eer, op de goedheid van myn hart zondigen wilt.
WILHELMINE,
Neen! aeen! (zj omhelst hem) Karei! vergefhet roy: ik zou my bezondigen langer aan uwe liefde te.nbsp;twyfelen: doch vergeef het een verliefde die zich alsnbsp;eene verlatene befchouwde; Karei! de ftaat van zulknbsp;een verlatene moet verfchriklyk zyn. Dit ongeluk moetnbsp;ket drukkenst in de natuur wezen. Beroofd van alianbsp;van alle uitzigten, alleen, verlaten, in duister-omdwalen, geen troost, geen balzem voor het bloedend hart! Met open armen omlopende, hem dien mennbsp;hemint zuchtende te zoeken en niet te vinden!... ik
vze.
-ocr page 20-SIKJVIO.
Beminnelyk meisje! gy zyt ylhoofdig, kunt gy my waarachtig verdenken?
WIL H E L M I N E.
Neen, neen! ik bezit u! en gy bemint my; ik ween niet overu, mtmr overmy, over het verlatene meisje,nbsp;dat ik in dit oogenblik zag knielen voor den troon desnbsp;Hemels, willende om wraak roepen, daar haar het hartnbsp;op eenmaal ontzonk, toen zy daarin op nieuw de ftemnbsp;der liefde hoorde en om zegen bad.
S I K N I G.
Lieve, onvergelykelyke geestdryffter!
W I L H E L M I N E. nbsp;nbsp;nbsp;^
Ja, dat ben ik, die geestdryvery volgt my overal} maar. Karei! altyd om u. {levendig en vrolyk.') Alsnbsp;ik alleen in de laan wandel, befchouvv ik alle grooteennbsp;kleine, alle oude en jonge heeren; hoe zy my voorbynbsp;huppelen, voortftompelen, en begluren. Ieder vannbsp;hen zie ik dan aan als myn man, en vraag aan myn hart:nbsp;zond gy met dien of dezen als echtgenoote kunnen leven? Neen, neen! is altyd het antwoord. Maar alsnbsp;Karei dan komt om my aftehalen, en met rasfe f hre-den naar my toeilt, met zoekende oogen overal rond-ziet, en ik dan in die ftreelende verwachting;, dat hy
my
-ocr page 21-15
my terftond zal vinden, myn hart nog eenmaalvrage* nu, deze dan? , hoe fpoedig zegt het dan, ja,ja,nbsp;ja! en ik vlieg hem te gemoet.
SI K N I G.
Engel! beininlyk meisje!
WILHELMIWE.
En als ik dan weder in myn kamer 2it, en op uwe komst wachte, dan verheel ik my dikwyls reeds uwnbsp;vrouw te zyn, en fpring over een vak van tien ennbsp;meer jaren heen; zit als een moedertje een kousje tenbsp;breien... Karei, lach niet! ik fchaam my byna u alles
te vertellen!-Mynekinderen fpelen en huppelen om
myheen; daar heb ik myn kleine Karei, een V/ilhel mientje ,een Amaliaatje 1 voordien maak ik een ftokpaard-je, voor de ander een pop! blyft gy dan lang weg,nbsp;dan vragen de kleinen my; zou vader niet haast thuisnbsp;komen? ja! kinderen! fpoedig, en troost my zelve, ter-wyl ik de kleinen fchyn te troosten!.. zogy dan, buitennbsp;myn verwachting, al te lang uitblyft, dan word iknbsp;treurig,.., dan verbeeld ik my dat u een ongeluk isnbsp;overgekoraen, ja zelfs dat gy dood zyt..^
s I K N I G.
Hou op, myn lief! houop... Kom, wy zullen naar uw vader gaan.
wilHelmine.
Neen! gy zult hier blyven, om'uw' Anton af te Vvachten.
site-
-ocr page 22-i6 DE GEVOLGENvaneeneenigeLEGEN,
S IK N I G.
Ik wil u verzeilen.
WILHEEMINE.
Zo gy my! lef hebt, blyf dan hier. Ik ben u dit bewys van myii vertrouwen verfchuldigd, en gy moet mynbsp;hierin genoegen geven.
siknig.
Myn eer vordert...
WIL HELMIN E.
De eer komt hier niet te pas, maar de liefde. Ik heb u beledigd, en geen voldoening kan heden plaatsnbsp;hebben, dan u alleen te laten.
SI KNI G.
Maar gy zond daarna kunnen denken... wilhelmine.
Denken? denkt gy dar dat ik my van uwe zyde zou wegrukken, als ik in fta.nt ware van u te verdenken?..nbsp;Verfchoon toch myne wilde, myne verwarde taal.. .Iknbsp;durf die fnaar niet weder roeren of ik voel eene trilling in myne nerven, in myneharsfens, en ik zou we-der ylhoofdig worden , intusfchen goeden avond. wynbsp;zien elkander nog weder.
SIKNIG.
/
Voorzeker! als gij niet flapen gaat.
w 11. H H L M 1 N E.
Ik flapen! deze nacht flaap ik voorzeker niet, van droelheid flaap ik niet, wanneer gy een weigerendant-woord ontfangt... Van blydfchap niet, als onze wen-fchen vervuld worden. Goede nacht. Karei! zo ik u
n-
-ocr page 23-TOONEELSP EL.
nmaal bezit, dan wil ik u bewaken, ik zal aanuhan-gen als een klits, en wil wel eens zien wie my van li zal losrukken.
FTFD E T 0 0 NE L.
SIKNIG.
^eea, zonder haar is voor my het leven niets...; bet moet veranderen, of ik (la opt punt I.. {daarworinbsp;geklopt.') Kom binnen;
ZESDE T 0 0 NE E L.
SIKNIG, EEN MEISJE.
He
HET MEISJE.
leb ik de eer met den Heer Siknig te fpreken?
SIKNIG.
Ja, wat gelieft u?
HET MEISJE.
Ik heb Hechts iets Gvertegevenlt; QEy geeft hem een Brief.) .
SIKNIG.
Aan my? van wien?... zo ik mynietbedrieg,waart gy zo even ook hier?
het MEISJE.
Ja, maar ik had een ftreng bevelugantsch alleen den' briefte overhandigen, daarom heb ik gewacht tot dienbsp;Juffer vertrokken was.
H-
-ocr page 24-til'
l8 DE GEVOLGEN VAN EEN EENiGE LEUGEN;
SIKNIG.
IVIsar van wien?
HET MEISJE.
Dat zal de inlioud u doen zien.
SIKNIG.
Moet er antwoord op wezen?
HET MEISJE.
Neen. Uwdienaresfe, mynheer f
SIK NI G, het opfchrift en zegel beziende,
Aan den Heer Karei Siknig. De hand van een vrouw!... zou Wilhelmine my willen beproeven.?nbsp;zou zy... en llrak fpeelde zy de onnozele by de ver-fchynig van het meisje! neen , zy weet niets van dezen
brief! - maar ik had hem niet behooren aantene-
men... (^hy opent den Brief en flaat verbaa's.d, dien in-ziended) eeO, twee, drie, vier, vyf.. .ieder van duL zend!... vyfduizend Guldens in Bankpapier! onmoog*nbsp;lyk! en inderdaad aan my? (ky beziet nog eens het op-Jchrift') dit is zekeriyk een misnag!.. ha! hier is tochnbsp;eok een Brief, (Jiy leest,') Toen, door een aller ou-^ verwachtst toeval,de geliefdde van myn hart my ontnbsp; rukt wierd, toen ik my van hem fcheuren moest,nbsp;#, in de onzekerheid of ik hem ooit zoude weder zien,nbsp; toen beloofde ik, in de grootheid mynerfmarfe, eennbsp; paar hopeloze gelieven gelukkig te maken, wanneer
55 by weder de myne zoude worden,en ik in zyiie ar-5, men, als vrouw, myne dagen kon noorbrengen. De ,, Hemel heeft myn wensdi, misfchieti om de be-55 lofte wille, verhooidi ik haaste my deze beloftenbsp;5, te vervullen. Door een gelukkig tocval vernam iknbsp;,5 heden, dat gy de fchoone Wilheiraine Lezer vurignbsp; beminde, en dat gy van dit goede meism op het tee- derfte wicrd bemind; uwe vereniging word zoikho-55 re, door niets verhinderd, dan dat gy vier duizendnbsp;,, Guldens voor gevorderden borgtogt nodig had, omnbsp;5, het uw toegelcgde ampt te aanvaarden; en uw vrouwnbsp;5, eclyk te onderhouden. ,Gy hebt waarfchynlykgeennbsp;5, hoop deze fora van uwe vrienden te bekomen, ennbsp;55 zyt deswegens in gevaar ampt en ineivje te verliezen;nbsp;5, Hier zyn de vierduizend Guldens voor den Borgtogtnbsp;3, en tevens duizend Guldens tot verdere noodwendig-5, heden. . onderneem niet om m\r daarvoor te bedan-33 ken; ik vervul myne belofte, en b?n u veel meernbsp;35 dank fchuldig, naardien ik myne belofte zo fchooiinbsp;i, kan voldoen; Gy kent de waereld, en weet dat zynbsp;35 zelfs in de fchuldelooste bedryven gewoon is ergnbsp;55 denkend te wezen. Gy Zult dus uwe dankbaarheidnbsp;55 die gy my waant fchuldig te zyti, volledig voldoen;nbsp;35 Wanneer gy dit alles, zlfs uw lief meisje, verzwygt,nbsp;5, en aan allen zegt, dat gy dat geld van uwe vriendennbsp;,55 bekomen hebt; ik bid u, ik fmeek daarom! hetnbsp;zou mooglyk kunnen zyn dat de omftandivheden;nbsp;5, die ik nodig achte u mede te dee'en, my byeenignbsp;E 2 'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;per-
-ocr page 26-perfooneu bekend zouden maken, enditwildeikiiieC ,, om alles wat in de waereld is.gt; Myn beminde is tennbsp; hogfte achterdenkend, ongegronde minney ver ruktenbsp; my reeds eens van hem af, en uwe te groote open-,, hartigheid zou my op nieuw ongelukkig kunnennbsp; manken. Dus, zo gy myn gefchenk op prys fielt,nbsp; zo gy waSrlyk dankbaar wilt zyn, zo verbranddezennbsp;,, brief,en doe geen onderzoek naar mynnaam,ofmy- ne wooning; ik reize morgen vroeg myn geliefden tenbsp;,, gemoet, en zal niet weder in de ftadkeeren , dan na
,, eenige maanden, -- Goede Hemel ! zou dit
waarheid zyn! ik zou dan 70 gelukkig worden! ik had een ampt! ik kan... ik mag JWilhelminatrouwen! Edele grootmoedige ziel! God vergelde hetu! ik kan ditnbsp;niet, Gy deed een groote daad, gy hebt twee men-fchen onuitfpreeklyk gelukkig gemaakt! wees hetnbsp;dubbel in de armen van uw minnaar. Gy verdientnbsp;een heilryk lot!., ja, ik zal getrouw volbrengen, watnbsp;gy begeert: uw brief hoe onfehatbaar voormy, zy vernietigd, Qi'i verbt ana het papier.') Gy hebt geiyk, hevige Liefde is achterdochtig; dit bewees m.y Wilhelmi-ne. Wanneer uw geliefde ook zo bevallig ylhoofdig is,nbsp;dan moet ik vooral het diepfle llilzwygen bewaren!nbsp;wee my , zo ik flechts een uwer dagen vergiftigde !nbsp;zwygen wil ik tegen al wat leeft, zelfs tegen myn Wil-belmine... myn oom zal my dat geld gezonden hebben.
TOONEEL SPEL. nbsp;nbsp;nbsp;al
acts T E TOONEEL,
6IKNIG , ANTON.
ANTON.
gt;iiide!yk is de post aangekomen, ik moest bidden en fineeken dat men het Paket nog opende en den briefnbsp;gaf, hy is dikker als gewoonlyk; God geevedat dennbsp;inhoud troosdyk zy! {hy geeft hem den brief.')
S I K NI G.
Ik dank u! ik hoopik hoop! vlieg fchielyk naar Lezer, en zie of zy nog op zyn.
A N T o N
Wilt gy vooraf niet lezen , op dat ik de brenger vaii een goede boodfchap zyn moge.^
SIKNIG,
Dit v/il ik liefst zelfs zyn, goede Anton!
ANTON.
Datwi! ik wel gelooven; maar ik en myns gelyken hebben ook gevoel, ik ben een arme drommel, maar iknbsp;gaf.er gaarn drie dukaten om, als ik Hechts raogt zien ,nbsp;hoe de goede juffer Wilhelraine zich zou verheugen,nbsp;hoe zy u oin den hals zou vallen; hoe.,. lieve Hemel!nbsp;het moet toch verwonderlyk fchoon zyn, die echte,nbsp;echte waare liefde! was ik ook maar zo gelukkig dat iknbsp;zulk een meisje had...
SIKNIG.
Dat wensch ik u van harten; maar ga nu I
D 3 nbsp;nbsp;nbsp;AN-
-ocr page 28-S2 DE GEVOLGENvaneeneenigeLEGEN,
A S T o N.
Ik heb ook zb iets op 't fpoor-..
S 1 K s) G.
Op een anderen tyd, Ancoii, ga 1 A N T o N.
Maar, ajs Juffer Wilhelmine iny nu eens vraagt, wac in den brief ftaat?
s I ir K I G.
Zeg dan maar dat gy het niet weet.
ANTOn.
Goed! maar...
SIKNI.G.
No? beter, zeg niets van den brief, maar zie of ze nog op zyn.
A N T o N, - / ket heen gaan.
Dat zal my zwaar vallen.
NEGENDE T O O N E E L.
SIK Is'l G
is myn'oom my nu het geld zend, dan zend ik het hei), terug.(/iy opent den hriff aj. leest.') Vier bl. dzy-de vol verontfehuidigingen, en eindelykniets.. hoeon-geinukig had gy my, eenige oogcnnl'ikke'n geleden,gemaakt! hoe onverfchilg zyt gy my thans! dochgyzycnbsp;my nog tot iets goed, tor volvoering van inynefchuUieioonbsp;ze t.eugen, (Jty liegt de Bankpapieren in den briefen,nbsp;fie^ks (He in zyn zak)j maar zo zy den brief eens verlang-
-ocr page 29-23
TO O NEELSPEL.
langden te lezen!.. Zo nieuwsgierig zyn zy niet.(ya Aoed en pk nemende.') Ik moet naar haar toe, ik kannbsp;myn blydfchap niet langer alleen genieten. O God, nbsp;God! VVilhelmine de myne, de myne ! (Jvj wil vertrekken maar blyft ftaan ) Maar Bankpapieren vannbsp;hier, kan ik niet wel van Karfel ontfangen ... watnbsp;maakt dn enkele leugen niet al verlegenheid .. lt;Jiynbsp;bedenkt zich.) Myn -oom heeft my een wisfl overge-inaakt, waarvoor ik morgengeld ontfange, willen zynbsp;hem zien, dan heb ik hem thuis vergeten, dat kannbsp;gaap, (//y vertrekken.)
TIENDE T O O N E E L,
SI K NIC, DE MAJOOR LEZE S.
l
D E MAJOOR.
Goeden avond, Siknig, goeden avond! is de Post aangekomen-?
SIKNIG.
DE MAJOOR.
En een Brief oiuFangen?
SIKNIG.
]a, ontfangen.
DE MAJOOR.
En?., ik zie t aan uw neus! Neen,brave jonge! gy kunt uw blydfchap niet verbergen ?.. niet waar, gynbsp;hebt Geld ontfangen.?
B 4- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;SIK-
-ocr page 30-24 DE GEVOLGEN vaneen EEgt;IGELEUGEN,
*
S I K N IG.
Ja, ja! , ik ben gelukkig! myn oom heeft my een wisfel van vyf duizend gulden gezonden-, vier duizendnbsp;voor den Borgtogt en duizend yoor verdere benodigdheden , ik wilde naar u toe gaan , om myne blydfchapnbsp;met Wilhelmine en u allen te deelen,
DE MAJOOR.
Ntidan, klaar is alles! klaar is alles! dat doet iny in de zie! goed ! zie , jonge lief! gedurende myn geheele levennbsp;heelt het my nooit gefpeten, datikniet fpaarzaam was,nbsp;dat ik altyd, jaar in iaar uit, alles fchoon opmaakte;nbsp;maar nu heeft het my leed gedaan, ik wilde u zo gaarne gelukkig zien, en wist niet hoe ik ditzoude aanleg-geii. Zo uw oom u niet geholpen had, ik ware , Godnbsp;weet hetby al de Jooden rond geloopen, en bad hennbsp;gaarne de helft van myn Tradtement verpand, om timetnbsp;de andere helft gelukkig te maaken.
SIKNIG
Hartelyk dank voor uw goeden wil! maar lieve Ma* joor! willen wy niet naar Wilhelmine gaan? zij weetnbsp;nog niets...
DE MAJOOR.
Terftond, terftond! ik wil maar een weinig uitrusten; daar moet ik by wezen/ ik moet toezien! ha, alzo morgen, op den negenentagiigflen verjaardag vannbsp;den ouden overgrootvader, word de bruiloft zynernbsp;kleinkinderen gevierd! ha, dat zal my eerst een feest
SIK-
-ocr page 31-25
TO O N E E L S P E L,
S I K M C .
Morgen, myn bruiloft! lieve majoor!
DE MAJOOR.
Ja, ia, uw bruiloft! daar zal geen mensch my van af brengen, uw patent als ftads outfanger is ook al gereed, daarin ftaat duidelyk gefchreven, dat gyierftondnbsp;by de uittelling van vier duizend Guldens uwamptkuntnbsp;aanvaarden, ik heb den Minister zo lang geplaagd totnbsp;dat hy ray de papieren gaf; ik heb die zo even aanWil-helmire gegeven; zy leest en herleest. en laat meenignbsp;traan daarop vallen.
SIKNIG.
O beste Majoor! fpoedig dan., fpoedig! Wilhelmine fchreit!
DE MAJOOR-
Ten eerfte, maar verheug u vooraf, morgen, jonge lief; morgen is de bruiloft.
SIKNIG.
Zo ik myn wensch kan verkrygen, dan nog heden? maar morgen is het niet wel mooglyk.
DE MAJOOR,
Niet! laat my daar voorzorgen, zo iets te befchik-ken valt, of in den haak te brengen, zo zend raaaroin den ouden Majoor! ik ga niet van deplaats voor ik aUnbsp;les heb verkreegen wat ik wil. Ware ik niet hier geweest dan zond gy ten minfte nog agt dagen op uw-aanftcUing moeten wachten. Morgen vooragtuurmoccnbsp;WW trouwvcrlof op de Tafel leggen, ja, almoestikzesinbsp;B 5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;bicf
-ocr page 32-2 DE GEVOLGEN van een eenige LEUGEN,
hier om by den Vorst ga.in; maar dat is niet nodig,om den ouden man op ?yn geboortedag het vermaak te geven, zou men voorzeker de omflandigheden verkorten;nbsp;verlaat u op my, het gaat!... het is alles in orde.
ELFDE TO O NE E L.
DE VOOXtIGEN, WILIIELMINE.
fi
WIL HEL MINE, buiten adem.
.Anton zeide iny dat gy een brief van uw oom ontfangen hebt! ik vloog fchiclyk hier naartoe... omnbsp;te hporen...
DE MAJOOR.
Ofik een Bruid ben V' niet warr? Qtegen Slknig.quot;) Stil, geen woord! i /.^Vitgt;//72/Vc)Kom hier, Wirapje,nbsp;kom hier! zie me eens aan, lach eens beter .. fterker!nbsp;verheug u, gy zyt de Bruid !
W I L II L M I N E.
Karei, is het waar? durf ik het geloven?
SI'KNIG.
Gy moogt, gy kunt!. j. myn oom heeft my geluk. Uig gemaakt.
DE MAJOOR.
Heeft geld gezonden , morgen is de Bruiloft.
WILI-l, i.MINE.
O Karei 1 is het waar, is het mooglyk? (?y valt hem (len hah.') Maar gy verheugt u niet! is het wel waar ?
srA-
-ocr page 33-27
TOONEELSPEL.
8 I K N i (!.
Wanr? bedrog ware hier verfchriklyk!... maar myii blydfchap is te groot; ik weet geen woorden. ..
WIL U l. M INE.
Is het beter met my gelegea'i(zyomarmene^kainkr.^
DE MAJOOR.
Daar hebben wy t nu ! ik hebt wel gedacht, dat als zy by elkander kwamen, er geen verftandig woordnbsp;meer zou te fpreken zyti.
Ach! lieve oud oom! gy hebt zo dikwyls myne tranen gezien; zo dikwyls gedeeld in myne zorgen; gy hebt my zo dikwyls met medelyden getroost: neem nunbsp;ook deel aan myne blydfchap,
DE MAJOOR.
Als ofik ditnietreeds deed? Oik verhetigmy hartlyk! Ik K ga van myn lyf, kleine vleister! ikgcoofnbsp;gy zond my zo week maken als een kind ! reeds tranennbsp;myn de oogen als een wyf! er hapert weinig aan , ofnbsp;ik zet er my toe om een deuntje te huilen.
SIKNIG.
Dit is een bewys van uw voortrefllyk hart.
DE MAJOOR.
Een fchoon foort van een hart voor een foldaat! de duivel ook! ik heb wel andere tooneelen zonder aar.nbsp;doening bygewoond! die oude Philofoof had glyk :nbsp;leed en fchrik,...zeide hy, fluiten het hart, maar denbsp;blydfchap opent htT^'eu maakt den man tot een kind.
' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Hs.
-ocr page 34-28 de GEVOLGEN VANEENEENIGE LEUGEN,
Ha, ha, hal het is my zo wonderlyk? ik durf u niet aanzien , of de tranen flaan my in de oogen!.. maarnbsp;omhelst elkander-, kuscht zo'veel gy wilt, ik wil hetaan-zien , al zou ik luidkeels weenen!.. Het is my by ditnbsp;gevoel zo wel, zo, zo... nu toe, nu toe! een liefbe-minnelyk meisje is toch een fchoone yertooning ! Dienbsp;geen vrouw neemt, moet veel, ja wel veel genoegeunbsp;. ontberen,.
SIKNIG.
Volg ons na!
de majooe.
Gehoorzame dienaar! die raad komt te Iaat, ik heb een fraaije fpiegel thnis, die my alle dagen zegt, datnbsp;jk rimpels en gryze hairen heb, ik wil toezien, ennbsp;daarby denken: oude gek! gy had het ook zo goednbsp;kunnen hebben!
SIKNIG, tot JVilhelmine.
Weet gy, dat oom wi, dat wy morgen onze bruiloft zullen vieren?
w IL H E L MIN E, fiaat hem zagt op den mond.
Spotter!
DE MAJOOR.
Neen, neen! diris geen fpot! het is myn waren ernst; morgen ochtend om agt uur, zo als ik gezegd heb, legt donbsp;jo-'fteinnung op de tafel, dan gaan wy alie by de oade-ji;i, wenfchen hen geluk, en ftellen als bruid en bruidegom u aan hen voor, dat zal vreugd over vreugdenbsp;gyn! diin begint de optogt naar de kerk, ikfdsbezorger
vaq
-ocr page 35-tooneelspl.
Vantgnntfche feesi, voer den hoop aan, Trompetten, Pauken vooruit! Na my volgt de overgrootvader en denbsp;overgrootmoeder, dan uw vaderwaarom heeft hy zyanbsp;ouderen en uw moeder laaten fterven? drm komt hetnbsp;verliefde paar en dan volgt kredi en plebi , totinflagennbsp;fcheering achter aan!... als dan oud en jong onder elkander loopt, te famen dringt, gaapt en over dit zeldzame feest juicht, dan marcheer ik immer vooruit, ennbsp;zeg by my zelven Qkeen en weder marchecrende') ditnbsp;feest heeft de oude Majoor u bezorgd! Qby iedere flapnbsp;een woord^ de oude Majoor... heeft het gedaan....nbsp;de!., heeft... gedaan!... heeft gedaan!'...
SIKNIG.
WILHE LMINE.
! Gun hem deze aartige gril, ik tveet by ondervinding, hoe gelukkig die ons maakt.
TTVAALFDE T O 0 N E E L.
M,
de VOEIGEIV, anton. ANTON, tgen Siknig.
lynheer Lezer laat u zyn compliment maaken, enti verzoeken. ...
DE MAJOOR.
By hem te komen ? niet waar? hy zal gaarn den in-boud van den brief weeten; op t oogenblik zal hy die
wee-
-ocr page 36-$0 DE GEVOLGEN van n eekige LEUGEN,
weeten ! Allons, marsch! naar h'-^m toe !... Die brave vader verdient het! gy moet hem van die blydfchap nietnbsp;langer beroven.
S I K N I G.
Ja, kom, Wilhelmine, kom! naar hem toe, naar hem toe.
WIJ, TIE L MINE.
o , Dat zal een vreugde, dat zal een blydfchap voor bni zyn!
DE MAJOOR, ANTON.
II
Arton, de Majoor naloopendet eer overde wachtmeester!
DE M A j o o fc.
Wat wilt gy?
ANTON.
Het is Waar, ik ben ilechts een kriecht.
Verder!
ANTON.
Ik heb liefde voor myn heer! ik heb een haft dat in zyn lot deelt; dat Zich gaarn verheugen zou, zo iknbsp;fiechts zeker wist!., zond gy my nit kunnen zeggen?.. het is, God vveet het! geen nieuwsgierigheid !..nbsp;zegmy, durf ik my verheugen? heeft zyn oomnbsp;geld gezonden?
DE majoor
MA-
-ocr page 37-31
TOONEELSPEL.
DE MAJOOR.
Hy Beeft het gezonden!
A N T o , uitgelaten van hlydfchap,
Hy... heeft het gezonden ?
DE MAJOOR.
Ja, brave jonge! lach nu! Verheug u, hyheefchet gezonden, morgen... lach nog ns van gantfclier har^nbsp;ten!--morgen is de bruiloft!
ANTON.
Bruiloft! oj, als dat zo is! oj! oj !
DE AI A {OOR.
Oj, oj, het is mooglvk! en om dat gy to braaf zyt, en uw heer zo lief hebt, zo zult gy ook deel aannbsp;het feest hebben, dat ik bezorgd heb! gy zult by dennbsp;optogtriaarde kerk achter het paar gaan , eiide trouwringen en kransfen op een fchotel nadragen, en alsnbsp;gy dan, in de volheid van uw hart, een paar tranennbsp;daar op laat druppelen, zo zuilen zyin de krans heer-lyker blinken dan diamanten! want, brave Anton! ditnbsp;zyn kleinodin die geen monarch met geld koopeilnbsp;kan, die hy, gelyk aan den minden zyner onderJa-f
nen, alleen verwerven kan door brave daden, fchiK
uop, jonge! ftryk unit. (deftigl) Morgen om negt nuren begint de optogt.
VEER-
-ocr page 38-'Z^ D GEVOLGEN vaneeneenioe LEUGENj
ANTOAquot;, daarna s I'S..
A N T o N 5 loopt door de kamer en fchikt alles in orde.
Oi, oj,; nog eens oj! 6 lieve, lieve Piemel! ik weet byna niet, wat ilt van blydlchap doe^ hoe ik hetnbsp;met my zelven ftellenzal, myn Pleer is gelukkig, hyisnbsp;gelukkig! en de goede Juffer Wiihelmine ook, mynnbsp;heer Lezer is ook gelukkig en de oude pleer, en denbsp;oude Mevrouw, allen zyn ze gelukkig!.. en .. en! Bruiloft. ik de kransfen dragen! hemel! ik heildronkennbsp;van blydfchap! Dat is een paar! zulk een vrouw! dienbsp;beniinnen, die zo verliefd kyken, die lachen kan datnbsp;het door merg en beenen dringt! oj! oj! als ik ooknbsp;zulk een vrouw kreeg, ik (lierf van blydfchap!
LY-jr, gluurt door de deur.
Mynheer Anton! mynheer Anton!
ANTON, omziende.
Wat ist?
L Y s j E . iinnen komende.
Is niyn Juffer niet hier.?
ANTON.
Neen, neen, reeds weg! maar morgen, Lysje * morgen!
lysje.
Weet gy niet, wat de oom gefchreven heeft?
an-
-ocr page 39-?3
ANTON.
Wel ja,ikl ik weet alles! zyn oom,... oj! ojJ *yn oom, dat moet een man wezen, zo alser maarnbsp;'velnig in de waefeki zynj
I, Y s J E
Heeft liy dan geld gezonden?
A N T o N.
Geld! geld! baar ge'd! maar morgen, Lysje! morgen! oj! oj!en nog eens oj!
LYSJE.
Wat is t morgen?
A N T o N.
Morgen! goede Hemel! morgen! om negenunr, denk eens, om negen uur reeds!..
LYSJE.
Nu, wat dan?
ft N TON.
Wacht maar! wacht! morgen dan... dan... ik ben tiitgelaten van vreugde, als ik er flechts aan denk!nbsp;morgen om negen uur trouwen zy.
lysje.
Trouwen ? hy is gek van blydfchap I
ANTO N.
Neen, neen! de Majoor heeft het my gezegd...eft
. verbeeld u eens!.. oj! oj! ik zal achier, recht chter het paar gaan, en op een groote fchotel de kransten en ringen dragen, en daarna moet ik daarby gedil.nbsp;gt;gt;g huilen.
LYS- .
-ocr page 40-34 DE GEVOLGEN van een enige LEU GEN,
LYSJE.
Dat zal een treurige bniilofc zyn,
' AN TON.
Ja, dat fpreela van zelfs ; myne tr.anen zyn kleinodin, die geen monarch iu de waereld bezit! ja, ja , lach maar, het is daarom waarheid, de msjoof heeftnbsp;het gezegd.
L V s J .
Gekfcheren terzyde, Anton! morgen , reedsBruiIoft ?
A N T o N.
Ja, morgen, zo waar ik een eerlyke kaerel ben !
LYSJE.
Dat is byna niet mooglyk , want de geboden zyn nog niet gegaan?
A N T o f.
Mooglyk, of niet! de geboden gegaan, of niet! morgen is t bruiloft, en ik draag de kransfen , en huilnbsp;daarop.
LYSjE.
Mogt het waar zyn!
A -Y T n N.
Waar! waar! daarop kunt gy n verlaten.
LYSja.
Ja; door den verlofbrief is alles mooglyk. Nii ik verheug my van harten! Maar, lieve Anton i ktintgy unbsp;nog herinneren, wat voor eenigen tyd,de heerSiknigennbsp;juffer Wilheltnine onder het w.andelen tot ons zeiden?
A H.
-ocr page 41-fOONEELSPL.
A K' T o Nt
Zeiden? wat zeiden zydan?
LY'JK.
Dat weet gy niet meer? ik weet liet nog zeer wel.' Zo Wy gelukkig worden, zo zult gy het ook zyn ! jajnbsp;voegde juffer Wilhelmine daarby , dat zult gy zeker zyn1..
ANTON.
Ja, ja, dat is waar, dat hebben zy gezegd, maar..*
L y s J E,
Maar? maar?
ANTOiS.
Ja, maar! ik weet niet, of wy met elkander geluk* kig zyn zouden.
LYS JEi
Niet, Aiiton? bemin ik u niet van gantfcherharten?
A IV T o N,
Dat js waar, gy bemint my, maar niet... niet zo, ko als ik wel bemind wilde zyn, niet zo als Juffernbsp;Wiihelmine myuheer bemint.
J-Ysje.
Vrat zegt gy?
ANTON*
Gy zyt zo, zo... koud, gy kunt u waarlyknieteens Van harts verheugen; gy meent het wel goed metnbsp;hiy, maar gy bemint my zo inneilyk niet, zo. .zo..iknbsp;kan niy zo niet uitdrukken, maar ik weet wel hoenbsp;Ganbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ik
-ocr page 42-35 DE GEVOLGENvaneeneeN'igeLEGEN,
ik het meen, het laat zich zoniet zeggen, maar wel gevoelen.
LYSJE.'
Ik verfla ii niet.
A N T o N.
Dat kan wel ; zie my, by voorbeeld, eens aan, zo* als Juffer Wilhelihine altyd mynheer aanziet, weet gy ynbsp;zo als zy onlangs, met de hand in elkander , onder denbsp;Lindeboomeij zaten, en een uur lang elkander aanzagen, zonder een woord te fpreken 1... zie my Hechtsnbsp;n minuut zo aan?
lysjk.
O, dat kan ik ook!
ANTON.
Ja, kunt gy dat?
eysjf.
Terflond zult gyt zien , maar wy moeten ga- n zitten
anton.
l!
Recht zo., zitten moeten wyl (sy gaan bj elkander uitten.
LYSJE.
Nu, geef my uw hand?
AN TOK.
Daar is zy.
LYSJE, ziet hem fchalkachtig en met Yerlifik oogen aan,
Is het zo god?
AN-
-ocr page 43-27
tooneelspel.
ANTON,
Neen! neen! ik voel er niets van.
LYSJE.
Nu wacht wat, het zal wel komen. (^Zy ziet hem ti-der aan, neemt van tyd tot tyd zyn hand en drukt die aan haar hart.')
A N T o N, ziet haar in 't eerst onverfcJnllig aan, jchynt meer en meer gevoelig, en begintnbsp;te lagchen.
He, he! (Jlike) he, he , he! (Jlilte) oj! ojd! (ftilte) hou op! hou op! ja. Ja gy kunt hei! gy kunt hetnbsp;ook, droinmelfche Ilex! gy!
L y 6 j ,
Ziet gy? ziet gy nu ?
A K T o N.
Ja, ja! gy hebt het getrofln! zo moet gy iny altyd aanzien, als wy getrouwd zyn. Nu nog eene vraag ;nbsp;kunt gy my ook zo te gemoet loopen , my ook zo tedernbsp;ontfangen , als Juffer Wilhelmine myn Heerontfangt,nbsp;als hy lang is uitgebleven , en eindelyk weder komt ?
LYSJE.
Dat kan ik ook!
ANTON.
Dat zullen wy proberen: ga daar aan de Tafel zitten , nu zal ik doen, oi' ik in kom.
LYSJE.
Is goed! Uttar zitramp;n') gy moet darrin gaan. C 3
-ocr page 44-A N T o N.
Goed , goed! Qrj vertrekt.')
L Y s j E, zit met haar arm onder het hoofd , en ziet zeer bedroefd.
FTFTIENDE T O O N E E L.
De VOOEIGEN, SIK-NIG, DE MAJOOE.
. Y s j E, iemant horende inkomen, foringt Jn de met: ing dat het yJnton is, fchiel-^k op, en vliegtnbsp;Siknig om den hah.
iVfynAnton! myu Anton!
A N T w, Jpringt vit het Kabinet en omarmt in dien zelfden waan den Majoor.nbsp; Myn Lysjel rayn Lysje ! nu heb ik u weder!
SIKNIG.
Wat is dat? wat moet dat?
DE MAJOOR.
Kaerel! zyt gy gek?
treden befchaamd terug,
LYSJtJ nbsp;nbsp;nbsp;
df majojr.
iysjf,
AI?-
-ocr page 45-39
T o o N E E L SPEL.-
A N T o N.
Wy... wy wilden ons een weinig vrolykmaken.
ft
DE MAJOOR.
En in die haast ziet gy my voor Lysje aan? waar. achtig, daar hooit verduiveld veel verbeelding toe t on-dertusfclien vrolyk vrolyk zult gy zyn , kinderen 1 maarnbsp;voor hedsn pucluin fatis'. Morgen, Aiuon, morgen zalnbsp;ons geen bank, geen rafel te hoog zyn! maar om vrolyk te zyn moet men recht uitgeapen hebben; om dienbsp;reden beveel ik uw Heer heden aan uw zorg, enfteJunbsp;by hem als zyn fchildwacht: gy zult hem niet meer laten uitgaan, behoorlyk helpen uitkleden , en naarbednbsp;brengen. Hebt gy my verdaan?
AN TON.
Zeer wei. Mynheer!
DE MAJOOR.
Kt'on! neen! in ernst, lieve Siknig! gy moet gaan flapen ! zo ik er niet was, dan hokte gy zeker de ge-heele nacht by elkander; en mohgeii, als alles vrolyk ennbsp;opgoruiiud moet wezen , dan kost gy rdlen uw oogen nietnbsp;open honden. Niet waar, jonge lief! gygaatnaarbed?
SIKNIG.
Ais ik maar llapen kan ?
DE MAJOOR.
Zo gy niet kunt flapen, doe als of gy flaapt! want mcu rust toch uit: morgen zult gy my niet eerder weder zien dan met de toeftemming in mynzak; zoiknietnbsp;vrogg genoeg kom, dan kunt gy maar vooruit gaan, omnbsp;C 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de
-ocr page 46-49 DE gevolgen van een efmge LEUGEN,
de oude luiden geluk teweufchen, maar fpreek geen wooid van de bruiloft, voor dat ik kom ! Ik wil voornbsp;jnyn moeite ook beloond zyn, en deel nemenin deblydnbsp;fchap van de ouden. Goeden nacht , jonge lief! hedennbsp;nog, denk daarom, heden nog alleen, maar morgen innbsp;hare armen! (jegen Lysjc.') Gy zyt hier van geen nut,nbsp;marsch, vooruit! Anton, gy weet uw order !
zestiende t o o n e e l.
SI ENIG, ANTON.
Be
ANTON, met een faaprok en pant ofli.
?elieft gy mynheer?..
SIK NIC.
Neen, neen 1 ik kan niet (lapen.
ANTON.
Dat wil ik wel geloven, t gaat tny ook zo, ik weet van blydfchap niet wat ik doen zal. Myn lievemyjiheernbsp;Siknig! duizend zegeningen en geluk, duizend...
S I K N I o.
Genoeg, lieve Anton! genoeg! (_ter zyle.') 6, dit bruifchend gevoel der vreugde , der blydfchap !nbsp;deze brandende begeerte , daaraan te denken isnbsp;zwaar uit te houden, Zy is nu de myne! nu zekernbsp;de myne! een der bevalligheden, een Engel! ennbsp;nog meer dan dit, en toch de myne! Ik zou flnpen !nbsp;flapen? hoe zoude ik dit kunnen ? Is myn kamer zelf
my
-ocr page 47-41
OONEELSPEL.
my niet te eng? in myn bedzoiiikverikkenl ik gelukkig, bezorgd, en zydcmyne!.. Hoe beefden myneleden ,nbsp;toen de goede oude man onzebandentefamen voegde,nbsp;en met een fchitterend gevoel tot my zeidennynedochter is de uwe!... en dit alles door u, edele onbekende! door u, die niet eenmaal dank verlangt, waarvannbsp;inyn hart zo vol is 1.. kon ik u Hechts danken, alleennbsp;met myne wenken en door gebaarden doen weten, hoenbsp;onuitfprceklyk gelukkig gy my , myne Wilhelmine ennbsp;haar ganifche familie gemaakt hebt 1 Alles verheugtnbsp;zich , alles juicht , en gy wilt geen getuige van dienbsp;biydfchap zyn?.. gy moet altyd weldaden gedaan ennbsp;nooit ontfangen hebben, anders zond gy vt.eleri hoenbsp;fmartelyk het is, dankbaar te willeii zyn,en bet niet tenbsp;kunnen, (a eenig/if/zwygeii } Zy fchryftray. morgennbsp;vroeg af te reizen!., dan ware het toch niooglyt tenbsp;ontdekken wie zy is! dan ware het toch mooglyk haar innbsp;t voorby ryden ten minfie door een ftora complimtmtnbsp;blyk van dank te geven. Hoe dit best gedaan y .. eennbsp;kleinigheid : ik heb Hechts aan alle poorten te vragen,nbsp;wie het openen belfeld heeft, en dan verneem ikalles!nbsp;rang, iiaain ; ten minfte ik weet dan voor wie ik kannbsp;bidden! zo gaat het! zo gaat het!
A N T o K.
Myn lieve mynheer Siknig | gy wilt dan niet te bed gaan?
s r K N I G.
Neenl ik ga inde open lucht, ik wil wande'cn, ^ 5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;hier.
-ocr page 48-42 DE GEVOLGEN vaneeneenigeLEUGEN,
hier, of daar nanrtoe' gy, ga naarheden flaapvopraiy, tegen den morgen kom ik clniis.
A N T o N .
Zo het u gevalt, dan zal ik mede gaan? ik kan even zo min flapen dan gy,
SI KNI G.
Gy mbet hier falyven; Lezer zou nog eens kunnea hier zenden, zeg dan dat ik flaap.
ANTON.
Zeer wel.
SIKNIG.
Verftaat gy my ? niemant moet weten dat ik uitga, gaan ben.
ANTON.
Wees niet bezorgd, mynheer!
quot;SIKNIG, ter zycle.
Danken ! danken wil ik, dan zal ik beter zyn, ten minde ligter.
A N T o JV, leid hem met de kaars aan de deur. Einde van het eeffle Bedrrf.
TWEE.
-ocr page 49-T o o N E E L S P E L. nbsp;nbsp;nbsp;43
lief Taoneel verbeeld een buvgerbjke kamer, met vcrfcheidene deuren.
EERSTE T O O N E E L.
De Koopman lezer, Mevrouw van klem, WILHELMINE, SIKNIG, Kadet L E Z E K i?B !lt; A--B-Zi.,komen in doordegrootedevr ^ allenzynzsnbsp;fierlyk gekleed. Mevr. v. Klem alken Innbsp;nachtgewaad.
Koopm. LEZER, die Mevrouw V. Klem binnen leid.
k kan u myn blydfchap niet genoeg uitdrukken, lieve zuster! door u hier te zien! ik ben verzekerd, dat hetnbsp;de goede oude luiden nog meer zal verheugen, wanneer zy ons zo allen om zich verzameld zien.
Mevr.'v.-KLEM.
Deswegens, en voornamentlyk om myn kleinen Karei aantebieden , deze reden fcheen my toereikende genoegnbsp;pm zo vroeg optellaan,
Koopm LEZER,
Is de Majoor reeds by li geweest?
Mevr. v. klem.
Ja, voorzeker! verbeeld ueens, om vyf uur klopte dia ruwe man reeds aan myn llaapkamer; eindelyk deeddenbsp;meid hem open, en op t oogenblik moest ik hem voornbsp;inyn bed laten komen , gy kunt denken hoe of ik ge-fchrikt was, wat ik al verwachtte, ik dadit wonderen
te zullen horen ; en vernam niets dan daaglykfche ge-beurtenisfen. Mynheer Siknig! JulFer Wilheimiue! ik wensen u geluk
SIKNIG.
Wy danken u eerbiedig , enzouden, volgens onzen pgt, onze opwachting reeds gemaakt hebben, zo wynbsp;hadden kunnen vermoeden , dat uwe genade heden zonbsp;vroeg zoude opflaan.
Me\r. V. KLEM.
Gy zy: reeds verontfchuldigd ; wanneer men zyne verpligtiqg erkent, zyne misdagen inziet, zo volgt bynbsp;iny, zonder bedenken, terflond verfchoning!
Koopm. LEZER.
Lieve zuster' laten wy den tyd niet verfpillen: de ouden luiden konden komen, en ons overvallen, plaatstnbsp;u allen naar rang en ouderdom (_hy fchikt hen allen opnbsp;den achterg/ond in orde'), het heeft reeds agt uur ge-flagen , langer flapen zy doorgaans nietnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;neemt
Mevrouw van Klem by de hand.) Zuster! gy plaatst u nevens my, en ik, als de oudfte,vooraan.
Mevr. V. KLEM , haarband los rukkende.
Gy wilt toch uiet dat ik niy met u in n rei zal Hellen , en zo daarflaan als een BoerenwyF, die den gellren-gen Heer opperamptman in de autlchambre afwacht t (_zy zee zich vooraan op eenftoel.)
Koopm. LEZER.
Zo als het u behaagt, zuster! to als het u behaagt, maar bedenmoeien wy niettwisten; ik verbeelde my dat
het
-ocr page 51-45
TOONEELSPE
fcet de oude luiden meer verheugen zou als zy alle hunne nakomelingen, met een opflag vaneenoog,overziea kunnen.
Mevr. V. KLEM.
Dat zuilen zy buitendien wel, en weten ieder naar zyne verdienden teeeren: ik ben van de goede oudenbsp;luiden overtuigd, zy zullen onderfcheid weten te maken,nbsp;tusfchen... Qioeitende') en tusfchen...
Koopm. LEZER.
Zeg wat gy wilt, gy zult my heden niet boos maken ; als de Majoor maar kwam J
Mevr. v. klem.
Waar is hydan.?
Koopm. LEZER.
Hy haalt den Trouwbrief.
Mevr. V. klem.
Wat, het verlof om te mogen trouwen ? ik bid broeder ! laat deze zotte gedachten varen] ik hieldnbsp;het voor een gekken inval van don Majoor en geloofdenbsp;het niet... om Godswil! wat zal de waereld hiervannbsp;zeggen?
Koopm. LEZ R.
Wat zou die dan zeggen ?
Mevr V. klem.
Wat? myn Hemel ! kunt gy dat niet bcg!-ypen? men zal aanmerkingen maken, men zal vragen, en denbsp;vraag beantwoorden?
Koopm. LEZER.
En eindelyk zien, dat men te vergeefs gevraagd heeft. Wie kan het alle menfchen vau pas maken?
Metr
-ocr page 52-4(5 DE GEVLGENvaneneenigeLEGEN,
Mevr, V, KLEM.
Zo de beer Siknig van Adel was, zou ik bet my nog lacen wel gevallen , want . by deze is het ftille trouwen reeds voor.lang in de mode; maar by u verouder-ftelt het altyd een zekere noodzaaklykheid!... maarnbsp;broeder! als uw Burgerlyke eer u zo onverfchillig is gt;nbsp;zo fpaar ray ten minfte , en de familie van myn zaligen gemaal,
Koopu. Lezer.
Zo als wy hier gezaracntlyk liaan , hebben wy u nog geen aasje van uwe eer ontnomen, en door dit huw-lyk zult gy zekerlyk geen greintje Hechter worden,- anders ga naar uw huis , dan hinderen wy elkandcrcn niet,
Mevr. V. k L e m.
Ik geloof gy meent, gy denkt, gy onderllaat u..
w I L H E L M INE,
Lieve Vader ! genadige Tante! nu, heden! heden,.
Mevr. V. klem.
Nu, als bruid, moet men u geen verzoek afflaan. {tegen Lezer.') Broeder! ik vergeef het u.
Koopm. LEZER.
Ik uook, dus heeft onze twi-t een einde. Ik wil my heden over niets ergeren,Wilhelmine! weesnietbe-Vreesd , ik erger my nier.
Mevr. V. klem.
Myntje! kom hier, gy maakt heden een rechtvrolyk Bruidsgezi;,t.
WILt
-ocr page 53-aj
W I LII E L M IN E.
2oiide ik niet vrolyk zyn, daar-..
Mevr. V. klem.
Nu, ja! maar een weinig te vroeg... Gy maakt my
nu met geweld oud! -- onis Hemels wille! ik l;;n
het niet begrypen , hoe het mooglyk is dat ik misfchicn over een jaar oud Tante zal zyn! zulk een ,vertooaingnbsp;is in de waereid nog niet gezien,
Koopm. LEZER.
Hoe overdreven zyt gy weder. Wel hoe! alles wel ingezien, kost gy, wanneer gy als een raeis e van ngr-tien of twintig jaren getrouwd waart, op, denaiviiriyk-fte wyze grootmoeder zyn , en nu uw kleinkinder unbsp;op uw fchoot wiegen.
Mevr. V. klem.
Wat zegt gy? ik grootmoeder! met dit gelaat, met deze oogen! ik grootmoeder zyu! gy, onnatu; rlykenbsp;broeder! gy! gy zyt gek-! Ik! eene Dame van mynenbsp;jaren, grootmoeder!
Koopm, LEZER.
Waarom niet? moet ilc het dan bewyzen? Arno 1^48, dat getuigt uw doopceel, zyt gy geboren!..
Mevr. V. klem, de har.den aan de ooren 'r.oudend ,
Ik hoor niets! ik hoor niets!
Koopm. LEZER.
Dan horen het anderen. Anno 48 Zyt gy geboden. Waart gy nn op uw agttiende jaar getrouwd, en Indnbsp;gy uwe dochtar op dezelfde Jaren een man gegeven ,
dan
-ocr page 54-4? DS GEVOLGEN vaneeNeekigLEUGEN,
dsn kost gy nu met een kleinzoon ann de hand wandelen , die zo groot was als uw Karei. De rekening is coveft, en het bewys mathematisch,- dus -/alt hieraannbsp;niets te wederfpreken ,en ik ben nie'. gek.
Mevr. y. klem.
TVeei.i dat is niet nitteflaan! dat is niet uittehouden! eene |;anie zo teprostitucren\
Koopm. LEZER.
Speel zo mi!d niet met uw Dame,ofikbegin uwmjns geflacht opteteilen, en dan zou het erger worden.nbsp;Mevr. V. klem.
Wat 1 wilt gy u ook aan dezen vergrypen 1 was myn man niet van ouden Adel.? zyn zyue voorvaderen nietnbsp;reeds onder Ferdinand den tweeden geadeld geu'orden?
kom. Karei, kom lik moet my voorverdereBurgerlyke
in.pertinentin bewaren Wy zullen wel eens wederkomen.
Wilhelm I NE.
Genadige Tante!., (y wenkt Siknig.)
SIKNIC.
Ik bid uwe genade te blyven Wanneer ook de doopceel uw Heer Broeder ai zo iets bewwzen konden , zo zouden zy gelogenllraft worden, door uw lief, bloo-zend en jeugdig aangezigt.
Mevr V. klf.m.
Zie, zie eens, (a/c/t omkerende') Monfieur Siknig kaw ook galant worden! Hy heeft voorzeker de w'aereld
ge-
-ocr page 55-4P
TOONELSPEL.
gezien. Kinderen! u ten gevall wil ik hier blyven ^ taaar, broeder! geen irapertinentien meer.
Koopm. LEZER.
Goed zo, ik zal ray in acht nemen, wegens de bruiloft wil ik ray in acht nemen. Men moetmy, zottenkae. rel! wat ten goede houden i ik kan niet vleien, den huichelaar uithangen, niet liegen,en dat zytgy in uwe'|)amesnbsp;waereld gewoon... Gy blyft toch heden y ons eh Vergeld ons by de plgtigheid?
Mevr. V, kLeM-
Ik? ik? zo iets Zult gy van my niet vergen. Denk aan myn karakter, aan myu ftaiid.
Koopm. Lezer.
Hierby Zou ik gelaten blyven?
Mevr. V. klem.
En wanneer ik ook u ten gevalle hier al wilde blyven j Ik ben den gamfchen dagverzeid: ten negen uuren komtnbsp;lt;le Baron tot my ; om twee uuren ryde ik met hem naatnbsp;Mevrouw de Gemalin van den Hofraad van Alteren,nbsp;*gt;ni daar te Dineren; om zes uuren is het Salet bynbsp;Mevrouw van Albersleven; ik kom heden bezwaarlybnbsp;^oor twaalf uuren naar huis. ^
Koopm. lezer.
En dit is u doch ik wil niet twisten... hm,hm... ^oe wat gy wilt.
Mevr. V. K t E M.
Onder ons, broeder! gy kunf u tot een nieuwe grrf--^filatie bereid houden.
D nbsp;nbsp;nbsp;iCoopnid
-ocr page 56-5o DE GEVOLGEN VANEENEENiGELEUGEN,
nbsp;nbsp;nbsp;Koopm. LEZER.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gt;
gratiilatie, hoezo?
Mevr. V. klem.
Het fchynt dat de Hemel my verkoren heeft om uwe familie eer, aanzien en roem toetebrengen: het is ligtnbsp;mooglyk dat ik met den Baron een huwlyk aanga..
Koopm. lezer.
De Baron? welke Baron?
Mevr. V. klem.
De Baron Wildenhain.
Koopm. lezer.
Zo! is dat een Baron? nbsp;nbsp;nbsp;i
Mevr, V. klem.
Welk een vraag!
Koopm. lezer.
Overtollig is die zeker niet! Men vind hedendaags zo. veel graven en baronnen, dat men echten valsch nietnbsp;meer ouderlchelden kan; en men zich gedurig genood*nbsp;zaakt vind om te vragen: is hy het waarlyk, ol'noemtnbsp;by zich zo? Ieder deugniet, ieder landlooper komt totnbsp;ons, geeft zich voor een ongelukkigen graaf of baronnbsp;uit, en leven ten koste onzer ligtgelovigbeid. Dienbsp;kaerels komen my voor als de muggen, die in koelennbsp;regen en fchaduwe by hoopen voor den dag komen , ennbsp;by zonnefchyn verdwynen. Lieve Zuster! dit moet u nietnbsp;boos maken, het is flecfats een algemeene aanmerking.
Mevr. Vi KLEM.
MonfieurSkmgl gy kent den heer Baron, by woont
by u in huis; zeg zelf, word hy niet daaglyks van den Voornaamften adel bezocht?
SIK NI o.
Ik ben weinig te huis, en moet u oprecht bekeiineii dat iker niet op heb gelet.
Koopm. leZer.
Neen' neen! eere die eere toekomt! de lieer Baron tnoet aan het hof en by de ministers veel invloed heb*nbsp;ben ; want ik zie, lieve Siknig! nu en dan hem vroegnbsp;bezoeken; dan grimmelt het in het voorhuis van diennbsp;heer van fuplianten: fchoenmaker, fnyder, galanterie-Winkelier, zadelmaker, alles door elkander; alletj houden zy een memoriaal in de hand, en wachten cp hetnbsp;Lev van zyne Hoog-vry heerlyke genade.
Mevr. v. klem.
Ha! ha! ha! armhartige fpotter! ik weet waar gy heen wilt: zyne wisfels zyn eenigen tyd uitgebleven ,nbsp;heden of morgen zullen die zeker aankomen, en dailnbsp;Zal hy u allen befchamen.
Koopm. LEZER.
Dus morgen! onlangs las ik voor een herberg: mof-gen eet hier ieder om niet; maar die voor alle gasten evvenschte morgen. zal niet ligt verfchynen.
Mevr. V. k i. e m
Gene verdere fpotternyn, bid ik u ik ken zekere Beden by wien het nog kort geleden hard hield met denbsp;betaling.
D 2 nbsp;nbsp;nbsp;Koopm.
-ocr page 58-52 DE GEVOLGEN vaneeneenigeLEUGEN ,
Koopm. LEZER.
Deze zekere lieden waren door andere onzekere liei den voor dertig duizend guldens bedrogen;maar zybetaalden ieder eerlyk ; zy zyn zekerlyk armer dan tenbsp;yoren, maar zy hebben ook geen penning op hunnenbsp;concientie, en hopen,doors Hemels zegen,alles wedernbsp;te boven te komen. Verftaat gy het. Madame! verflaatnbsp;gy i ?
Mevr. V. klem,
O, volkomen! en ik zal wel haast met betrekking tot den heer baron het zelfde kunnen zeggen.
Koopm. LEZER
N, das hoop ik u van harten geluk te wenfcljen.
DEVOORIGEK, DE MAJOOR.
DE MAJOOR.
Daar ben ik, kinderen! en hyfafa ! en heb de pasty in myn zak... Maar, ik ben warm , verduiveld warm! ik moet zitten.
WIL HEL MINE, naar hem toelopenrk.
Lieve oom!
SIKNI G.
Beste heer. Majoor!
DE MAJOOR.
Ababa! gy kunt niet wachten! nu, ru! Laat my
eerst
-ocr page 59-59
TOONEELSPEL.
eerst adem balen, gy zult terftond geholpen worden, (//y haalt papieren vit zyn zak en geeft 'er een aannbsp;Siknigf) Daar, daar! Ten tien uuren gaat .het op eennbsp;trouwen.
siKNiG, met verrukking.
Vader! oom! Willielmine! ik, ikl... ziet, leest.
WILEELMINlt.
Karei! ftraks, llraks voor altyd de mynel
DE MAJOOR.
Hoe heerlyk word my dat rennen en draven betaald ! hoe goed doet het my , die lieve kinderen twee dagen vroeger gelukkig gemaakt te hebben! Nu, vader ! hoe gevoelt gy u? zyt gy ook niet verheugd?
Koopm. LEZER.
Voorzeker, lieve oom, voorzeker! datzalhedeneen dag zyn zo als ik nog geen beleefd heb!
DE MAJOOR.
Slapen de oude luiden nog?
Koopm. LEZER.
Wanrfchynlyk, want wy hebben nog geen van hen vernomen.
DE MAJOOR.
Dan ben ik dubbel verheugd, dat ik zo ten rechten tyd gekomen ben. Ki deren, kinderen! dat zal eennbsp;feest zyn!... (tegen Mevr. v. Klem.') Ho, nicht! gynbsp;Ook reeds hier? daar ben ik bly om. Zo dra de ge-lukwenfchjng voorby is, ry dan gezwind nnarhuis,eunbsp;U 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;kom
-ocr page 60-kom u in uWii grootften glans vertoon^n: heden eischt de gelegenheid u in volle ftatie voor te doen.
Mevr, V. KLEM, lachijpolachtig.
DE MAJOOR.
Ziet, kinderen! het verlof kreeg ik terdond, maar die verbruide Ceel hier, mankte my gehaspel ; eerstnbsp;moest ik naar den Commisfaris van politie i deze verzond my naar den prefident, en deze had de handennbsp;vol met het onderzoek naar een dieflla!; maar ik drongnbsp;aan, en verkreeg dit briefje.
Koopin, LEZER,
Welk briefje?
D E M A j o o R.
Ja, vraag maar, vraag maar! dat was een heerlyke,een Goddelyke inval va my I Kinderen! ik ben van daagnbsp;recht in myn Element, zo dat ik haast fpringen en dans-fen zoa, als een knaap van zestien jaren I ha , heerKa-det! zyt gy hier ook? Karei, heden zullen \\y vrolyknbsp;zyn!
K A D E T,
In dit vooruitzigt verheug ikmy, ik wil den gant fchen dag en nacht door dansfen I
DE MAJOOR,
Ik ook! ik ook.'
WILHELMINE,
Maar, lieve oom ! hei briefje?
DE MAJOOR,
Ja|, het briefje, het briefje! ha! ha! dat zal een ge-, 'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;juicfc
-ocr page 61-T o o N E E L S P E L. nbsp;nbsp;nbsp;55
jiiich zyn! hoort nu toe! Qhy leestquot;) Van we. gt;v gen de Politie diredie word hier mede, wegens by-gt; zondere aangevoerde, gelukkige omftandigheden vannbsp;, den heer Stads knsfler Karei Siknig, toegellaan, nunbsp;komt het, nu komt het, luistert alle toe! ,, toegeftaannbsp;j, zich by zyne aanflaande trouwplegtigheid te mogennbsp;, bedienen van Turks muzyk, naar en van de kerk,nbsp; langs de ftrateu te marcheeren!
ALLEN.
lilet Turks muzyk?
DE MAJOOR.
Ja, ja, met Turks muzyk! t is reeds befleld, by de drie regimenten! dat zal een geraas maken, dat zalnbsp;daveren!
Mevr. V. klem.
Met Turks muzyk? ik zink in de aarde van fchaam tej ik retireer uit-de ftad en koom in veertien dagennbsp;niet weder te voorfchyn,
Koopin. L z E R en w I L H E L M I N E,
Lieve ooml dat zal niet gaan.
W I L u E L M I N E.
De gantfche ftad zal te famen lopen.
SIKNIG.
En het gedrang zal te groot worden.
K ADET.
ht zal wel plaats maken.
DE MAJOOR.
Recht zo! gy marcheert vooruit, maakt plaats ,. ea D 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;twin-
-ocr page 62-02 DE GEVOLGEN VAN EEN EENiGE LEUGEN, twintig man van mynGrenadiers zullen genoeg zyn, oinbsp;u voor al het gedrang te beveiligen, zorgt maar niet;nbsp;wat ik onderneem , dat yoer ik ook uit; Turks muzyknbsp;pioet vooruit en volgen.
Mevr. V. ULEM.
^MTaar, oom! bedenk toch...
DE MAJOOR.
Wat is daarby te bedenken f zulk een feest komt niet; alle dagen: verbeeld u eens, de overgrootvader, denbsp;pvergrootmoeder nog in leven 1 en juist op den geboortedag van den eerften , de trouwdag van zyn kleindochter! Als zulk een feest geen Turks muzyk waardignbsp;is. Zo weet ik waarlyk niet, waartoe de lieve God dienbsp;dan gefchapen heeft.
W ILHEEMINE.
Maar de menfchen,..
SIKNIG.
Laat oom begaan, zulk een feest verontfchuldigr glles.
DK MAjooE, tegen Mevr. v. Klem.
En gy, nicht! gy moest u daar over niet ophouden: in uw geheelen leeftyd, vind gy zo een brillante gelegenheid niet weder om u voortedoen. Weet gy waj?nbsp;gy zult met my gaan, ik zal u geleiden.
Mevr. V. klem.
Ik, ik medegaan? gy my geleiden? om s Hera^Is wil! heeft men ooit iets diergelyks gehoord! ik medenbsp;gaaa? met Turks muzyk voor ea achter over de flraat?
63
TOONEELSPEL.
de Hemel beware my zelfs voor de bloote gedachten }
DE MAJOOR.
Ook goed! blyf dan thuisi wy behoeven zulk een ooriiameDame niet: wy hebben u daar by niet nodig.
Mevr. V. klem.
Ik zoude niet mede gaan, al wilde men my ook ge. heel Europa fchenken myn eenigile troost is, dat grootnbsp;papa en grootmama hierin niet zullen Hemmen.
DE MAJOOR, kaar nafpvekende.
Grootpapa en grootmama zullen daar zeker iii ftemmen,
Koopm. LEZER.
Gewis, gewis! want alles wel bezien, heeft oom gelyk: waarom zouden wy de flad niet mogen doennbsp;Weten dat onze kinderen trouwen? zyt niet bezorgd,nbsp;het zal opzien verwekken, maar de menfchen zullennbsp;wegens dit voorval juichen.
DE MAJOOR.
Ja , juichen zullen zy en vrolyk zyn, vivat I door alle ftraten roepen,- ik ga vooruit en denk: dat is mynnbsp;werk! die vreugd heb ik ulieden bezorgd.
Koopm. LEZER.
St.,ft., (lil, hoort gy niet, daar is beweging in de kamer , de oude luiden komen , zo ras zy gezetennbsp;Zyn, treden wy toe , de Majoor vooruit en zo volgtnbsp;alles naar den ouderdom.
Mevr. V. klem.
Verfcbooa my, myn kleine Karei moet de eerde zyn ;
D 5 nbsp;nbsp;nbsp;de
-ocr page 64-58 DE GEVOLGEN v'an een eenige LEUGEN,
de goede grootpapa weet nog naauwlyks dat hy fpre-ken kai.
DE MAJOOR.
Dat zal een blydfchap zyn, als hy ziet dat de kleine jonge zyn mond open en toe kan doen.
Mevr. V. klem.
Zeker zal het hem meer verheugen dan de bruiloft met de Turkfche muzyk.
Koopm. LEZER.
Stil, zy komen! zy komen!
DERDE T O O N E E L.
DE vorigen. Mynheer en Mevrouw lezer, heide gebukt, maar met levendigheid, Mynh.nbsp;Lezer leid zyn vrouw aan zyn linker arm,
Mynh. lezer.
\^rouw! vrouw! wie had ons dat op onze Bruiloft kunnen voorfpellen, dat wy na vyfenzestig jaar nog uitnbsp;onze flaapkainer zouden komen, en ons over onze g-boorte verheugen! had gy het wel kunnen gelooven?nbsp;Mevr. LEZER.
Neen, zeker niet! maar nog minder, dat ik in myn vierentagtigfte jaar , nog een man van negenentagtignbsp;jaar harcelyk zou liefhebben.
Mynh. lezer.
Zie toch, zie toch !gy word op uw ouden dag nog'ga-
lantl
-ocr page 65-5^gt;
tooneelspe
lant! ik moet u voor dit co/opliment bedanken! (hy hied haar een jioe) myn Engel, ga zitten, ga zitten!
Mevr. lezer, gaat zit ter..
Kom by myl (omarmt hem met aandoening') Gy viert heden uw negenentagtigften verjaardag! duizendnbsp;gelukken en zegeningen daartoe! uw oude en getrouwe vrouw, die alle zorgen met u deelde, en die gy zonbsp;gaarne deelgenoot van alle uw blydfchap maakte , heeftnbsp;deze nacht reeds den lieven God om uw verder beften-dig welzyn innerlyk gebeden; ! laat my dit in uwnbsp;byzyn herhaalen (op eet knie gebogen)'. Goede Hemel!nbsp;zegen myn man! vergeld hem by u, hetgeen hy voornbsp;my bier is geweest! laat my in zyne armen tot ti overgaan! beloon hem voor alles! (de tranen vet kinderennbsp;haar voort te [preken.)
Myh. LEZER, ten flerkjie aangedaan.
Stil, goede Anna! ftil! gy ontroert u en my te fterk, denk dni wy zwak zyn, en de kinderen gclykea: onsnbsp;zenuwgellel kan dit niet meer uitflaan., (hy helpt haarnbsp;op) Vrouw! al wierd ik zo jong en fchoou tdsrilcibia-des, waarvan Siltnig ons onlangs zo veel voorlas, ennbsp;gy zo oud bleeft als gy thans zyt, ik zou toch geen an-dere vrouw nemen! neen, lieve Anna! ik nam geennbsp;andere! Ik liet die GHceria, Lais,en hoe die feboorenbsp;vrouwen ook heeten, zitten, en verkoos u; want zonbsp;een vroinyals gy zyt, zyner geen meer!... be,be,,lie!nbsp;het is my zo wonderlyk; zo, zo vrolyk en zo droefgeestig te gelyk, ik kan u myn toeftand niet befchry-
ven..^
-ocr page 66-DE GEVOLGEN van eeneenige LEUGEN,
ven... God zegene u, lieve vouw! God zegene onze kinderen en kleinkinderen !
Mevr. LEZER.
Amen, amen! wat die lieve fchepfels wel heden doen ? doch wat vraag ik, aan u zullen zy denken,omnbsp;uw geboortedag te vieren; zo het my mooglyk warenbsp;geweest, ik had ze allen om u verzameld! raaart isdenbsp;e.Ncerceertyd,de Majoor en de Kadet kunnen dien nietnbsp;verzuimen.
Mynh. lezer.
Dat zoude my Inderdaad aajigenaam geweest zyn; maar gy hebt gelyk , dit kan heden niet; nu, dennbsp;aanftaanden winter, wanneer wy zo lang leven, dannbsp;zullen wy zien I
(^Koopman Lezer wenkt zyn Zuster, deze geeft Karei een ruiker en leid hem voor,')
KAREL geeft de ruiker aan den Heer Lezer , en zegt.
Duizendmaal geluk, lieve overgrootpapa!
Mynb. lezer.
Wie is dat! he, myn Kareltje! gy ook hier?
KAREL.
Ja, overgrootpapa!
Mevr. LEZER.
Ach, lieve kleine engel! overgrootpapa, zegt hy, kom hier, en kiischt niy. Welk een grooteruiker hebtnbsp;gy daar! laat my ruiken. Och, dat ruikt aangenaam!nbsp;Adzil adz
KA.
-ocr page 67-6i
tOONEELSPEL.
KAREL.
Die is voor overgrootpapa.
Mevr. lezer.
Ja, ja! daar grootpapa! ruik! ruik! dat keefc die kleine Karei gebragt! en hoe heet ik dan? wie ben ik?
KAREL.
Overgrootmama!
Mevr. LEZER.
Hoor nu, hoor: overgrootmama! ach, gy lieve, kleine jongel zyt gy zo alleen gekomen? Lieve zoon,!nbsp;waar is uw moeder ?
KAREL, naar den achtergrond vozende.
Daar! daar!
Mevr. LEZER, omziende.
Ach, lieve Hemel! ja, ja, daar zyn ze allen! da Majoor, de Kadet ook! verheug u, vader! verheug,nbsp;u! alle uwe kinderen zyn by u.
Mynh. lezer.
Is het mooglyk! is het raooglyk!
(/Ille treden te gelyk voorwaarts door elkander ^ meft hoort alken deze woorden , lieve vader! bestenbsp;grootvader l dierbare overgrootvader l duizendmaal geluk en zegen /)
Mevr. V. klem, dringt door de merdgte heen,.
Mon cher grandpapa / ik gratuleere u van harte op UW geboortedag, en wensch even zo vurig, nog langnbsp;het geluk te hebben , dezen wensch dikwyls te kunnen
-ocr page 68-'6z DE GEVOLGEN van een EENtcE LEUGEN,
nen herhalen ! ik beveel uwe kleinkinderen in uwe pioteftie, en zal my geheel gelukkig achten.
Mynh. lezer.
Ik dank u, lieve dochter' ik dank u... zyt gy nu alle by elkander? alle?
Koopm. lezer.
Alle! wy wenfchen u alle zegen en geluk op deze waereldl wy hebben alles aangewend om dezen blydeiinbsp;dig in uw gezelfchap te vieren ; wy gevoelen dezennbsp;zegen, en hopen dat de Hemel ons die nog lang zalnbsp;laten genieten. Wy fmeeken hem, dat hy u nog lang..,nbsp;zeer lang ... (aandoening verhindert hem te vervolgen')nbsp;ik ben niet in Haat, myn gevoel... myne blydfchapnbsp;itittedrukken 1 ik... ik !nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;( h'j bent in tranen uit)
grootvader! het zyn tranen van vreugde!
DE MAJOOR.
Vader! goede, lieve vader! veel, veel geluk!,., dikwyls... lang... myn hart is vol, maart wiler nietnbsp;uit.... Vader! ik ben de eenigrte boom, onder dienbsp;welke gy plantte, die geene vruchten droeg, maar eerbied , liefde voor u des te meer... myn hart is ge*nbsp;perst... ik kan onmooglyk uitdrukken wat ik gevoele!nbsp;God late u nog lange by ons.
wilhelmine, weenende. t 6, Nog lang, zeer lang!
Mynh. lezer.
Goede Hemel! gy hebt voor ray bewaard wat gy den rechtvaardigen beloofd hebt: gy hebt myn genacht tot
in
-ocr page 69-63
TOONEELSPEL.
in het vierde gelid vermeerderd! bekroon deze liefde met uwen besten zegen. W:iar zytgy, lieve vrouw?nbsp;(sy valt weenendc iti zyn arm'd% De Hemel loone ooku:nbsp;gy hebt my deze kinderen voortgebragt en opgevoed.nbsp;Kinderen I zo ik vr haar Iterve, zo verdubbel uwenbsp;liefde jegens haar: zy heeft dit aan u en my verdiend...nbsp;en nu geen woord meer.... Gy zyt dan allen hier?nbsp;{Jv^ wisckt zyn oogen af) wy zullen allen recht vrolyknbsp;zyn, de Hemel heeft my deze vreugd befchoren; iknbsp;wil die ook volop genieten'; Moeder! ddt zal een vro-lyke dag worden! ik zal muzikanten laten komen, ennbsp;met u eens dansfen, he, he, he! het zal niet gaan, iknbsp;ben te veel ontroerd geworden. Gy ook hier, lievenbsp;Siknig ? dat verheugt my! (Siknig wil [preken,) nietnbsp;toch, niet toch ! ik ken uw hart, ik weet wat gy mynbsp;zeggen wilt. Alleen wenschte ik... doch metsHemelsnbsp;huipe kan zich alles ten beste fchikken. Wat nieuwsnbsp;is er in de ftad?
DE MAJOOR.
Nieuws, lieve vader! nieuws.? , veel, zeer veel! Ik ben nu in myn element! blyde, heerlyke nieuwigheden! zie hier, beste vader! hier is nog een paar datnbsp;op uw zegen wacht.
Mynh. lezer.'
igt;, Dan zyn alle myne wcnfchen vervuld!
DE MAJOOR,
Ja, hartelyk geliefde vader! zy zyn vervuld! wy Zullen heden dansfen. Siknig heeft zyn aanftciiingreeds
be-
-ocr page 70-bekomen, oom heeft geld gezonden, de borgtogt iS Voldaan, en., het beste komt nog. Vader! en...
Mynh. lezer, met levendigheid.
En nu gaan de zaken voort?
DE M A (O OR.
En...en nu raad eens, heden om tien uuren gaat het huwlyk voort van uw kleindochter, alles ter uwer eere,nbsp;beste vader! ja, gy kunt iny op t woord geloven ,nbsp;daar, daar,',., waar heb ik het dan? Wilhelminel waarnbsp;hebt gy het? daar is de trouwbrief.
Mynh. lezer.
Ach! dat is te veel blydfchap voor my oude man! ik kan dit nietuitftaan, opinynnegen en tagtigftengeboortedag te bruiloft by myn achterkleindochter! ik wordnbsp;geheel en al kinds!., vrouw! lieve Anna! bedenknbsp;dit eens.
Mevr. LEZER.
Ach , ik kan my ook niet bedwingen, lieve Hemel! myn Myntje! gy de bruid? heden uw trouwdag!
Mynh. lezer.
Kinderen ! wanneer ik heden geen mallegrappen doe t zo heb ik die in myn leven niet begaan!.. Ik zou welnbsp;opfpringen als een kind! Nu dan, Myntje de bruid!nbsp;en de bruiloft op myn verjaardag! gy zult wel m ililtenbsp;trouwen zo als nu de mode is?.. dat is gantsch niet naarnbsp;myn zin; maar in de fchielykheid gaat het niet anders.
DE MAJOOR.
Anders moet het gaan, daarvoor heeft de Majoor ge-
zorgd:
-ocr page 71-65
fOONEELSPE
2rgd: om tien uuren trekken vvy met muzyk in da kerk.
Mynh. lezer.
Dan ga ik ook med
DE MAJOOR.
Voorzeker, voorzeker ! overgrootvader en overgrootmoeder moeten daarby zyii, dit is de hoofdzaakv
Mevr. LEZER.
Maar -wy moeten ons toch eerst aankleden?
Mynh. lezer.
Ja, Anna! ja!
Mevr. LEZER.
Hoe laat is het dan nu?
DE MAJOOR.
Het is reeds negen uuren geflagen.
Mevr. LEZER.
Negen uuren? en gy zyt all^n reeds gekleed, en ilt nog in myn nachtgewaad. Och, lieve Hemel! ihyn'nbsp;^yntje de Bruid! ik weet niet wat ik aantrekken zak,nbsp;Om recht mooi te zyn, n ii eer aan te doen... Mynnbsp;br.uidsij]eejj jk aan hebben.
Mynh. lezer.
En ik myn bruigo nskleed.
Mevr. LEZER.
Waar oquot; myn bruidsrauts is, dat weet ik niet; ik oet alle doozen doorzoeken; ik weer. niet wat ik doe...
fchoenen heb ik ook niet. Mymje! gy moet my ^'P.en; het word hoog tyd; haast u, ofik word nietnbsp;E-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;klaar;-
-ocr page 72-6 DE GETOLGEN vftNEENEE;nGELSUGEISf,
klaar. Ik zal my opfchikken, fchoon! weetgy, mynheer Siknig! gelyk gy ons onlangs uit de EwiU voor-laast', fchoon, fchoon! Kom, Myinjel gaan wy. (y vertrekt met Wilhelmine.')
Mynh. lezeji, zyn vrouw naroepende.
Mie moet myn paruik poeijeren !
Mevr. LEZEa.
Ja, ja, de paruik poeijeren.
Mynh. lezer.
En myn kleed uitleggen.
Mevr. LEZEII.
Ja, ja, het kleed, en de paruik'.
Mevr. V. klem.
Lieve grootpapa! de heer Majoor heeft den zotten inval gehad , van met Turkfche muzyk langs de llraanbsp;te willen trekken; laat toch...
Mynh. lezer.
Wat? Turkfche muzyk , dat is allerliefst! daar zul len de menfchen na.ir liaan gapen! nu dit maakt hetnbsp;feest volkomen! Wat zullen zy kyken! eerst op denbsp;Bruid en Bruidegom; dan zuilen zy zeggen: kyk,kyklnbsp;de oude overgrootvader en overgrootmoeder! en datinbsp;flap ik daar heen als een jongeling, en links en rechtsnbsp;groetende, zal ik zeggen: ziet, die allen zynmyn kinderen, myn kleinkinderen, myn achter kleinkinderen!nbsp;u, Welk een blydfchap, welk een blydfchap! (jegennbsp;Siknig) niet waar , jonge, dit is alles door u? (tegennbsp;den koopman Lezer) en gy vooral, gy hebt haar mynbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;g'
-ocr page 73-to ONKELS.PE
gegeven!... maar ik moet my nu gaan kleden. {Siknig nderfleunt hem) Ja, ja, lieve zoon; voer my vannbsp;hier, dat zal gaauwer gaan Qin V heengaan.) Turksnbsp;muzyk 1 Turks muzyk !
Mevr. ,v klem.
En nu wascli ik myn handen. Ik heb alles gedaan om dit fpttaitei voortekomen. Wil men ijiy niet horen^nbsp;dan moet ik my en bon ordre retireren.
Koopm. LEZER.
Doe dit maarfpoedig, zuster! anders vergalt gy alle onze vreugde, en dwingt my u onaangenaamheden tenbsp;zeggen, die gy voorlang verdiende. Ga, en verdryfnbsp;den tyd met uw fpiegel en opfchik; laat u van jongenbsp;knapen bewieroken, en van zotten bewonderen. Beeldnbsp;u in dat gy jong en fchoon zyt, dat uw man u zynnbsp;adelyk bloed ingent heeft , even als een Dofior denbsp;pokjes inent; bedenk dit alles, en wees gelukkig in uwenbsp;verbeelding.
DE MAJOOR.
Eixi' kan ik d eer hebben myn fchoone nicht naaf teneden te geleiden?
Mevr. V. klem.
Neen ! zulke lompheden... doch ik heb my lang ge-floeg gergerd; Adieu Ik wensch u veel vermaak by het gekkenfpel voor het janhagel.
vierde t o o n e e l.
DE VOR.IGEN, DE BARON VAN WILDENquot;
H A I N.
DE BARON.
Ach, voita, myn genadigs vrouw! ik heb u overal gezocht, op ie promenade, in den tuin, ja zcUs in denbsp;kerk! Mesfieurs, Ie votrel
Mevr. V. klem.
Het doet my van harte leed.
de baron.
Ik ben ook waarlyk we'1 te beklagen, ik ben moede en afgemat; moede van omtezwerven, en afgemat vannbsp;hartenangst. Ieder fchoone vrouw en Negligee heb iknbsp;onder de oogen gekeken.
Mevr. v. K L E m.
Dan hebt gy gewis daar by geprofiteerd.
DE BARON.
O, monDieu I op de gsinfche promenade heb ik geen gezigt gevonden dat eenigzins. naar het uive geiykt.
Mevr. V. KLEM, ter z'^de.
Die zoete vleijer!
de ajajoor, tegen Koopm, Lezer.
Een onbefchaamde kaercl!
DE BARON.
(59
tooneelspel.
tnenier, (.ie myn ang?t en vertwyfeling zag, aan my niet verraden had waar ik u kon aantreffen.
Mevr. V. k l e m.
Ili^dank u hartelyk voor zo veel attentie.
DE u A R o N.
Ik zweer het u, de hevigfte nayver had my aange grepen, en doen omdwalen, doch toen ik vernam datnbsp;gy zo vroeg uitgegaan waart, om den lieven pligt vannbsp;een dochter te vervullen, en een ouden grootvader opnbsp;Zyn geboortedag geluk te wenfchen ,toen. ..toen voelde ik my van zulk een weldadig gevoel doordrongen,nbsp;dat ik herwaarts vloog, om een man, die aan een zonbsp;fchooneDame vermaagfchapt is, myn diepnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;te ver
zekeren. Waar vind ik hem?
Mevr. v, klem.
Gy zyt al te goed, myn grootvader verdient die eere niet.
DE majoor.
Hy verdient veel meer dan dit!
DE B A R o J.'.
Heb ik ook misfchien het vergenoegen, hem in dit gezelfchap aantetreffen ?
Mevr. V. klem.
Neon, hy kleed zich; (liem den Majoor aanbiedende') dit is myn oom; (ap den Koopm, v/yzend) dit is yn broeder.
Eg nbsp;nbsp;nbsp;DE
-ocr page 76-7 DE GEVOLGEN VANEENEENlt;GELEUGEN,
D E B A R ON.
Ik acht ray gelukkig hen te leeren kennen; en Con^ gratulere u, myne heercn ! dat gy, het geluk heb., ver?nbsp;raaagfchapt te zyn aan eene zo fchoone en voortrcffe-lyke Dame.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*
DE MAJOOR.
Mynheer! Ik ben een foldaac, en , by myii ziel / ik kan die vleitaal niet lyden.
Koop n- I. EZER
Ik ben llech.s een eerlyk burger, maar haat ook alle vleijery, en wil duizend tegen een verwedden, dat unbsp;dat compliment niet van harte gaat.
de barok, zondi't- hierop te antwoorden.
Och, de lieve k!i-ine Karei ook hier! zie, zie, hoe lief opgcfchikt (y zet zich en neemt het kind op dennbsp;/cAeeO hoe gaat het, lieve engel! hoe gaat hef/
Mevr. V K I. B M.
Hy heeft heden zyn grootpapa gegratuleerd.
DE BARON.
En heeft hy het wel gemaakt?
Mevr. V. klerj.
Kunt gy daar aan iwyi'elcn ?
De BARON.
Dan moet ik ook den engel belooner, Mama! gy ijult my wel vergunnen, dat ik ditmaal de plaats vannbsp;vader beklede? \een goudbeurs uithalende') hou op.nbsp;Karei! hou op: n, twee, drie, (Jiquot;i telt tot twaalfnbsp;fiuk toef)
Meyr,
-ocr page 77-71
TOONEELSPEL.
Mevr. V. klem, met drift.
Ik bid u, mynheer Baron !, ik bid u, wat zal het kind met al dat geld doen?
DE baron.
Wat hy er me doen zaR daar me fpelen, zich een paard koopen!
KAREL, opfprin^ende.
Ja, een paard 1 een paard!
Mevr. V. klem.
Gy hebt d.aar een verbazende goudbeurs, zyn uwe vvisfcls aangekomen?
DEBAR ON.
Ja, met den post van gisteren onifing ik tien duizend gulden, dat genoeg is ora te arangeren. Binnen agtnbsp;dagen verwacht ik nog ns zo veel.
Mevr. V. kl.em.
Wel nu, broeder! wel nu!
Koopm., L.EE ER..
Ik wensen u van harte,geluk.!
Mevr. V klem.
Het vcrli.eugt roy, dat zekere luiden op de Qvertuigt; gendlle wyze befchaamd gemaakt worden.
Koopm, lezer;
6, Ik Iaat iny, gaarne op die wyze befch.ametr.
DE BARON, door de kamer wandelende, loopt den Kadct op het lyf.
Hvv dkv.nsr,monfieur! mydunkt ik heb .U'meer gezien.
E 4 nbsp;nbsp;nbsp;DE
-ocr page 78-72 DEGEVOLGENvaneeneenig LEUGEN,
de kadet.
5a, ik heb dat geluk reeds gehad,.. iu het kolTyhuis van Hofman.
DE BARON.
In het lioffyhuis van Hofman?
DE KADET.
Ja, is u dat vergeten? ik kwam juist binnen, toen gy de deur opende en my tegen t lyf vloogt,
DE BARON.
i!
Dat hebt gy mis.
DE KADET.
Gy had, geloof ik, geld verloren, en kost niet...
DE Baron,
Ja, nu herinner ik my... doch dan zyt gy, zo ik bemerk, kwalyk onderricht. Dat was een affaire d'hon^nbsp;reur. , Monfieur had ik toenmaals myn degen bynbsp;my gehad, ik ht.der ten minde zes overhoop gedoken, en ware voor myn geheel leven ongelukkig geweest. Myn eeiiykheid bragi my in dit geval: ik zagnbsp;valsch fpeien, en waarfchouwde den bedrogenen. Toennbsp;ging het fpel aan den gang. Ik... ik fpeel nooit Hetnbsp;is die zelve affaire, genaaige vrouw! die ik het geluknbsp;had u reeds te verhalen.
Mevr. V. KLEM.
Ja, ja, ik ben daar wel van onderricht.
DE MAJOOR.
Ma chere Niece \ ik gratulere u van harte met deze yo.ortreifelyke Acquijttie / en...
Mevr.,
-ocr page 79-73
TOONEELSPEL.
Mevr. V. k e m.
Mynheer Baron! wilt gy iny naar huis begeleiden?
D ;; BARON-
Vaii harte gaarne, genadige vrouw!
FT F D E T O O N E L.
Mevr. LEZER, half gekleed.
O m s Piemels wille ! (y loopt zo fnel ah zj kan over het Tooneel) zo even is het iny ingevallen , waar en wat zullennbsp;W'jr dan eten? Ik en myn man hebben van micidagflechtsnbsp;een hoentje met groene erwten; hoe zal dat genoeg zynnbsp;voor zo veel menfcheii ' op een bruiloft moet alles volop zyn: ik moet thuis blyven en klarigheid maken.
Koop n. Lezer.
Zorg toch niet, lieve grootmoeder! alles is bezorgd, zedert twee uuren is myn keukenmeid reeds met eenigenbsp;anderen in de keuken bezig; wy zullen genoeg te etennbsp;vinden.
Mevr. LEZER.
Nu dat is goed. Gy hebt ray, lieve zoon! uit een benaauwdheid gered; maar het tafelgoed moet ik tochnbsp;gereed leggen.
Koopm, LEZER.
Alles zal bezorgd worden, lieve grootmoeder ! kleed u Hechts.
Mevr. LEZER.
Alles bezorgd! nu dat is goed: ik weet niet hoe my E 5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;hei
-ocr page 80-74 DE GEVOLGENvaneeneenigeLELJGEN,
het hoofd ftaat door blydfchap en bez.igheden. Qzy loopt voort en keert te rug) Maar wy moeten nog ontbyceu,nbsp;kinderen! wat wilt gy, thee, kofFy, chocolade? zegnbsp;flechts wat?
Koopm, LEZER.
Dit alles is ook reeds bezorgd} gy zyt heden gast in uw eigen huis; gy behoeft voor niets te zorgen.
Mevr. LEZER.
Nu dat is goed, ik ben buiten dat vergeetachtig: de blydfchap maakt het my nog meer; ik zou gewis eennbsp;verkeerde gastvrouw wezen. Allerbezorgd! ontbyt,nbsp;eten , tafelgoed, alles, alles?... ja, aankleden, kinderen! aankleden moet ik my! hou het my ten beste,nbsp;de vreugd maakt my kindsch. Qzy vertrekt.')
Mevr. V. klem, die den Baron gedurig by den rok heeft getrokken , om met hem wegtegaan.
Kom dan toch voort! hoort gy niet?
DE BARON.
Ik ben tot uw dienst. Qer zyde) Wie is zy toch?
Mevr. V. klem.
Kom toch voort!
DE BARON.
Metfietirs! ik heb de eer uw dienaar te zyn. (Jty ver-trekt met Mevr. v. Klem.)
DE majoor.
liet was tyd... myn geduld was ten einde! en toen hy die oude goede moeder zo efpottEnd aanzag, beving
-ocr page 81-TOONEELSPEL. nbsp;nbsp;nbsp;F5
''ing niy de lust het tooneel in het KolFyhuis te herhalen.
Koopm. LEZ E K.
En i!t kreeg een geweldige trekking in de vingeren : hy is vast een eerfte gelukzoeker.
DE K A D E T.
Hy is een valfche fpelerJ daarvoor is hy in alle Kof-fyhuizen bekend.
DE MAJOOK.
Hy zal deze nacht ergens een doramen duivel die goudbeurs afgewonnen hebben, en nu vertelt hy datnbsp;2yn wisfels aangekomen zyn.
Koopm, LEZER.
Let op, hy word niyii zwagernog, eu brengt al inyii Unsters goed door.
DE MAJOOR.
Dan gefchied haar recht: toen wy haar verzochten oin borg te zyn voor den goeden Siknig, en wy h arnbsp;'gt;lle zekerheid aanboden, toen had zygeenooren. Haarnbsp;Sefchied dubbel recht!
ZESDE TOONEEL.
De voeigen, anton gekapt en gekleed met een pakje onder de arm.
^ nbsp;nbsp;nbsp;DE MAJOOK.
DE GEVOLGENvaneeneenige LEUGEN,
A N T o N.
Alies! zo ik maar door loutere blydfchap niet iets vergeten heb.
DE majoor.
Laat zien: is de Tnrkfche miizyk ook belleld.?
A N T o K.
o j! wie zou die vergeten! die is befteld. Dat... dat zal een vreugde zyn! alle menfchen zullen op denbsp;been komen.
D MAJOOR.
Nietwaar, Anton! dat zal eersteen feest zyn! hebt gy de kransfen^
A N T o N.
Die heb ik, die heb ik !
DE MAJOOR.
En de ringen?
A NT ON.
Die ook, die ook!
DE MAJOOR.
Zyt gy by de Domin geweest.?
AN TON.
Oj! neen, dat heb ik vergeten!
DE M A j o o R.
Niet? gy maar fl! ik ben zelf by hem geweest! gy zyt een brave jonge, gy hebtniets vergeten. Ga nunbsp;buiten, en als de Turkiclie muzy k komt, zo zeg het my.
A N T o N.
Goed, rayheer! oj, dat zal heden een dag zyn!
-ocr page 83-77
TOONEEL SPEL. ZEVENDE T O O N E E L.
Mynh. LEZER, DE MAJOOR, Koopm. LEZER, DE KADET, siKNiG, fpocdig hierna Mevr. lezer, WILHELMINE en LYSJE,
Mynh. lezer, ouderwet sch gekleed en door Siknig geleid.
ier ben ik,kinderen! ftatelyk uitgedoscht! wasr is Riya vrouw? zeker nog niet gereed? die vrouwen hebbennbsp;altyd zo lang werk om haar optefchikken. Ik zal by haarnbsp;gaan, en haarvoortdryveu; anders komt zy niet gereed,nbsp;zie, hoe vlug ik ben; zo ligt als een veer. Ja, ik moetnbsp;Riyn vrouw halen, (tegen Siknig') gelei my, lieve zoon jnbsp;ik wensch dat uw kleinkinderen en achter kleinkinderen u ook nog eenmaal zo mogen eeren. O, zulknbsp;een dag weegt op tegen honderd dagen van leed en fmar*nbsp;te! en Turks muzyk! (Ay wil met Siknig vertrekken , maar word door de komst van zyn vrouw metnbsp;kVil'ielmine en Lysje, tegengehouden, zyn vrouw isnbsp;even onderwetsch gekleed als hy.) Ha, daar iszyj (Jtynbsp;'neemt haar onder den arm,) Ha, moederiiet'. hoe isnbsp;het met u.? daar zyn wy nu! nu zyn wy in orde ! iknbsp;Tioet lagcnen, als ik onze oude gezigten en kederennbsp;hy die der jonge lui vergelyk, weetgytvat? daar hebnbsp;ik een heerlyke inval: Wilhelmine moet my geleiden ,nbsp;Siknig myn oude vrouw; datzalaffteken,nietwaar?
DE
-ocr page 84-de maJoe.
5 Heerlyk, heerlyk!
Myilll. LEZER.
Niet wanr? niet waar? en die inval isvaniny, gyzyc alleen degaauwe man niet, ik weet ook watuittevindcnnbsp;DE MAJOOR, hem op den fchouder kloppende.
Ja, a ! vader; lang zult gy leven! de inval Is gelukkig.
D.
DE VORIGEN, ANTONi ANTON, met drift.
^e Turkfche muzyk, de Turkfche muzyk komt!
DE MAJOOR.
Komt die?
an TON.
Ja, ja, zy is reeds daar! enmenfchen. Hemel!'hoe' veelvolk llaaterretds voorde deur!
Mynti. LEZER.
' Hoort gy , vrouw! veel volk, dat zal een gapen, erf een bewondering geven!
MeV, LEZER.
Maar zeg iny toch hoe ik er uitzie? ik heb myiii de kleren gegooid.
Mynh. lezer. nbsp;nbsp;nbsp;i
, voortrefllyk! gy zyt fchoon, denk maar eens, gi
-ocr page 85-gf'valt een oud man, hoe zult gy de jonge gezellen bevallen ?
de majoor,
Daar-flaat het tien uuren; de muzykisdaar, ik dacht dat wy uu gingen ?
Mynh. lezer.
Ja, vvy gaan, kom, Myntje, kom! {ky neemt haar Onder den arm,') hoe is het met u? Wel, recht wel?
WIL H E L MIN E.
, lieve overgrootvader! ik bemin myn Siknig teder.
Mynh. lezek.
Dat is goed, dat is billyk! en gy lieve Siknig? s t K N r o.
Ik.... ik voel heden maar al te duidelyk dat ware blydfchap verftommig baart.
DEMAJOOR,
Stil, ftil nu! ik moet hier den optogt in orde fchik-ken, beneden kan gedrang komen, en dan lag myn gantsch plan in .duigen.
Mynh. lezer.
Ja, j a, orde moet tr wezen I '
DE MAJOOR.
Antoh! hebt gy de kransfen?
A N T o N.
Ja ja!
LYSJE.
En ik draag de ringen.
DE
-ocr page 86-DE Majoor.
Ook goed. Nu, richt u! ik en de Kndet marfchereii voor op. Trek den fibel; gy zuk uw wacht komman-deren, (legenden Koopm. Lezer\) Dan volgt gy, JieefInbsp;en dan... onze oude vader met de bruid, dan Lysjenbsp;met de ringen, dan moeder met den bruidegom, en dannbsp;Anton met de kr.ausfeu. (Nadat hy hen alle geplaatitnbsp;heeft') zie zo!
ANTON.
En ik huil boven de kransfen.
DE MAJOOR.
Ja, Auton! hoe meer hoe beter,
ANTON.
Als ik maar kon: de vreugd laat het my niet toe, eff as ik de Turltfche muzyk hoor, zal het my onmooglyknbsp;zyn,
D MAJOOR, zich aan het hoofd van den rei plaatfende.
Nu trekken wy eenmaal de kamer orn, en dan regelrecht de deur uit... geeft acht! marsch! {zy trekken eens den kamer rond)
ANTON, Kaakt huilende trekken.
Dat gaat niet! ik kan niet huilen: ik zal doenofilc huil. (De optogt midden in de kamer zynde, roept myn^nbsp;heer Lezer) houd op, kinderen! ht'.tid op! byna hadnbsp;ik, door overnmae van blydfchap, het nodigde vergeten: onze kinderen, het jonge pa:r te zegenen! kom
moeder! (jegen den Koopm. Lezer) vader! kom. let uw dochter hier. {Het jonge paar knielt voor hemnbsp;k-^ ftfekt zyn handen over ken uit) Goeddoende He-el! gy ijent myn hart, maak myne kinderen gelukkig,nbsp;^e'ienk hen een ouderdom ris do myne is, en myn uit.nbsp;^'St op een heilryk toekomend.
Ko.opm. t. 7.ER.
Hemel verviic dezen wensch. Siknig ! vnn nu af myn lieve *zoon! myne VVilhelroine is een goednbsp;heisj0. uou haar in waarde, bedroef haar nooit, ennbsp;Zegen des Hemels zal met ii zyn.
Mynh. lezer.
^ it luv verlof, myne heeren! is hier ook een bedien, '^i'n den heer Stads kasfier Siknig ?
ANTON.
ben ik. nbsp;nbsp;nbsp;
t nbsp;nbsp;nbsp;order om u tcrllond by den heerprefident van
S^techt te brengen.
-ocr page 88-8a DE GEVOLGEN van een eenige LEUGEN,
DE DIENAAR.
Ja, u, en dat wel zonder uitftel.
A N T o N.
Dat is nn onmooglyk: als ik uit de kerk kom, zal l'* terllond by hem komen.
DE DIENAAB.
Myne heeren! het zou my leed dren geweld te mo^' tei gebruiken: ik bid u, beveel voor my.
S I K N t G.
Kun het geen uitftel lyden ?
DE DIENAAR.
Geen oogenblik.
SIKHIG.
Wat is er dan te doen ?
DE DIENAAR.
Dat is my onbekend.
SiKNIG.
Nu, Anton, ga dan!
DE MAJOOR.
Ga hn! als wy t rug kmen,zult gy wel wedef huis zyn. Order moet ieder pareren,
A N T o N.
Ik moet immers de kransfen dragen?
DE MAJOOR.
Lysje kan dat wel doen.
A N T o N.
Oj, ojj nu kan ik huilen! die heer had ook
'
^tbod Wel wat kunnen uitftellen , die grote haast zal niet nodig zyd. (in het heengaan metdendienaar'ynbsp;Ojj nu kon ik weenen!
Mynh. lezeH.
Wat moet ik hier van denken ?
SIKNIG
Misfchien is er iets gebeurd daar liy by was, en dat nu getuigen moet.
BE M A j o li.
Cat is ligt moglyk: het gerecht is altyd naSuW toSi *'ende; met dat al is het verdrietig, het ftoft myhenbsp;'''engd. De koerei meende het zo wel; doch wat katlnbsp;helpen? Marsch! buiten zullen wy onze Vreugdnbsp;'?er verlevendigen.
Eirde van het Tweede liedryfl
84. DE GEVOLGEN VANEEN F.quot;NiGE LEUGEN!,
Hel Tooncel verbeeld de vorige kamer, E E-RST E T O O N E E L. ,
Men hoon van verre een Turks nmzyk , hel gejuich' . van het volk naden, efl hond eindclyk op.
Mynlieer cn Mevrouw lezer, e k a d t , de Koopman 1, e zsr , de majoor, s ikni g ,nbsp;WILHELMINE en LYSjE, treden hintten.
Blyuh. lezer.
aar zyn Wv weder te .huis. Dat was een optogt' dat was een gejoel!., ik heb gehuild cn geiagchen; i*nbsp;was droefgeestig'en vrolyk tevens. Hier ', lieve zoon^nbsp;geef ik 11 uwe bruid over, thans inve vrouw! leeft vef'nbsp;genoegd en gelukkig met elkander!
W I L H E L M I K E.
Karei, Karei! nu de myne, nu voor altyd de mvne' hoe dikwerf heb ik daarom den Hemel gebeden?..'nbsp;Hy heeft myn gebed verhoord!
siKNiG, kaar omhelzende.
De myne! ik kan voor ditmaal niet denken dan as' de woorden; de myne!
Mynh. lezer.
'^'Vat is dat hartelyk ! Kom hier, oude ! laten wv onl-
L'll
dO'
-ocr page 91-T GONE E L S P . L.
za als de jonge luiden, laat ik ii eens recht harte-' kusichen.
Mevr. L K z E R.
Van gantfeher harte.
Mynli. r, E z E R.
Zie vrouw! het g.aat zo niet als voor vyfeiizestig ja-M !
Mevr. lezer.
Cgt;ch! ik herinner my dit nog klaar. Toen wy uit de te huis kwamen, trokt gy niy aan het vcngfter, ennbsp;'' tikte my aan uw hart dat ik Iclireeuwen moest.
Mynh. lezer.
Mietwaar? toen was ik een andere kaerel! maar nu ^quot;icn wy dit werkje over aan anderen, wy hebben hetnbsp;%zs gedaan .. Anna! ik ben mo , die opfehikis mynbsp;'t !r.st.
Mevr. LEZER,
'Iy verveelt die ook.
. Mynh. lezer.
laten wy ons uitkleden; en zo wy wat lang 'quot;gten wcgblyven .. daar moet nieniant erg van den
t'iii. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;quot;
TNIevr. lezer, iti het keen gaan, zyt nog die oude fpotter!
n E JI A j o o R.
3ar gaan onze oude luiden luchtig en vrolyk, als of ^y Zelvcn bruid en bruidegom waren: jonge lui! neemt
''f een voorbeeld aan... Maar de drommel! ik ben
alt;* DEGEVOLGJINvaneeneenigsLEUGEN ,
ook inp en heb vry wat afgeloopeti. Wat dunkt u, neef! als wy ons eens verwyderden, een pyp rookten ,nbsp;de verliefden wat alleen lieten, wat uitrustten, oni daarna de vrolykheid beter te hervatten? zier gy niet hoenbsp;zy daar (laan te ftreelen, en vader en oom van hiernbsp;Wenfehen? ja, lach maar, Wilhelmine! lach maar! iknbsp;weet wel dat gy ons gaarne van,hier zaagt; onder onsnbsp;gezegd, veriaat u op uw oudgn oom: heden avo-d zalnbsp;ik u onder den dans wegpakken, dat geen raensch zalnbsp;weten waar gy gelloven of gevlogen zyt: ka! dat ver-fia ik meesterlyk,
WI L H E L M r N E.
Oom i gy zyt toch geestig.
DE MAJOOR.
Kli, kom! vader! kom! wat^ftaat gy daar te peingt; zen ?
Koopm. lezer.
Ik dacht daar aan haar moeder! zy is volkomen haar evenbeeld; zy beminde ray ook zo hartelyk..,
DE MAJOOR.
Papa ! denk daar aan op een ander tyd : nu kom, manch! heer Eadetlop dit tooneel by de jongeliedennbsp;fchiet gy over.. gy zult ons intusfehen bedifcnen. (D^nbsp;Mlt;ijoor vertrekt met Koopman Let/Cr cn de Kadet.')
-ocr page 93-TOONEELSPEL. nbsp;nbsp;nbsp;87
TWEEDE T O O N E E L. siKNiG, wiLHEL MI NE, de Raadsbee/ van
Vf A L D E N , twee GETUIGEN, een SECRETARIS en een vreemde.
fPilkeimine en Siknig flaun hand aan hand} hun gelait drukt een inwendig genoegen uit.
H.
DE RAAOSIJEEB.
Ub ik de eer niet met den heer Siknig te fpreken? SIKNIG.
Ja, mynheer! Wat is er van uw dienst ?
DE raadsheer.
Ik wenschte u eenige minuten alleen te fpreken.
SIKNIG.
Dit is myn vroaw.
DE RAADSHEER.
Het doet iny leed, mejuffer! maar ik moet u ver^oe-ons een oogenblik alleen te laten, siknig.
Met wien heb ik dan de eere te fpreken ?
DE RAADSHEER.
Met den Raad van Walden.
wilheemine, verhaatd ter zyde Je-gea
Siknig.
J,iS-
88 DE GEVOLGEN vak eek eekige LEUGEN ,
SIKKIO.
quot;Ja, ga, myn kind! vvaarfchyniyk zyii het amptsza-ken, die my wel eens meer van u zullen afroepen.
WTLH ELMIKE.
Uw dienaresfe, mynheeren.
DERDE 700NEEL.
SIKNTG, DE RAADSHEER VAN WALDEN,
iwee GETUIGEN, een secretaris. Koopman richt, e, daa-na eennbsp;DIENAAR van V Gerecht.
DE raadsheer.
Jk bid u nosmaals om verfchooning, dat ik op zulk een gewigtigen dag u moet lastig valjen, maar myn pHgt..:,
S I K K I G.
Belieft gy geen plaats te nemen? (Jrj zet (loeien.')
D - R A ^ S U E E R.
Gy hebt hier zeker'yk pen en inkt? ha, daar ftaat alles ! {tegen den Secretaris') Ga zitten , en fchryf. {tegen Slh.lg) Mynheer! ik ben afgezonden, om u overnbsp;cenige pointep te ondervragen.
s t K N I c.
Ik bert tot uw dienst, mynheer!
DE RAADSHEER, tcgcn den Secretaris.
Ad Eritnuml {tegen Sikvig') uw naam?
SIKNIG.
Siknig. {de Secretaris fchryft de vragen et} atitwoo?' tien.),nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;D
-ocr page 95-so
tooneelsfel.
PE R A A D S H E K.
Uw nnam eii toenaam ?
SIICKIG.
Karel Hendrik Siknig.
DE KAADSIiEER.
Gy zyt ontfanger?
SIKK IG.
Zedert gisteren.
DE RAADSHEER.
Uw ouderdom?
SIKNIG.
Zevenentwintig jaren,
BE raadsheer,
Ik bid u, verfchoon my, het is zo bet gebruik.
S I K K 1 G nbsp;nbsp;nbsp;,
Dat weetik, eii ben nieuwsgierig waar dit alles toe dienen zal.
DE raadsheer.
Gy zyt getrouwd ?
SIKNIG.
Ja, zedert een half uur , niet MHIhelmine Lezer, dochter,van een koopman, hier woonachtig.
DE RAADSHEER, tegen clcn Secretaris.
M Secundum! (tegen Siknig') de oorzaak van myh loomst zal u misfehien onbekend v\ezcn?
s I K N t G.
po DE GEVOLGEN VANEEN eenigeLEUGEN,
knecht, dien men voor een half uur gerechtelyk heeft Jaten halen!
DE raadsheer.
Waart gy deze nacht te huis P
SIKNIG.
Deze nacht? neen,
DE raadsheer. '
Hoe laat zyt gy uitgegaan, en hoe Iaat te huis geko. men?
SIK NIC.
Het zal ruim elf uuren geweest zyn toen ik uitging, en ik kwam over drin te rug.
DE RAADSHEER.
Waart gy verzeld door uw bedienden?
SIKNIG.
Neen, deze bleef op iiiyn bevel te huis.
DE RAADSHEER.
By wien zyt gy de gantfche nacht geweest?
SIKNIG'
By wien? waar? overal en ergens! de felydfchap, myn ampt en het verlangen om myn meisje te verkry-gen. dreven ray in de vrye lucht, ik liep langs grachten en ftraten.
DE raadsheer.
Heb: gy dien gantfchen tyd met niemant gefproken ? syt gy niet ergens in een huis geweest?
SIK-
-ocr page 97-TQONEELSP^L,
S I K N r G.
]a, ik fprak met eenige OfSiqieren , diegan 4epoorten de wacht hadden, wier namen ik niet weet. Ook beuinbsp;ik in het Hofmanfche kolTyhiiis geweest.
EE gAAPSHEEe,
Hoe lang ? en wanneer ?
s I s N I O,
Een kwartier; en omtrent twflslfunfcn.
de APSHEgn,
En daarna?
s I s IV J?..
Heb ik gewandeld.
D KAAPSPEEE,
2yt gy niet by den Eoopmen liiehter gcrvccst f
S t K I Q.
Neen,
DE RAADSH EE8,
Gy hebt deen morgea vicrdnieptj gulden ssn Bank-^. papieren, voor uw borg,6pdek3iiiergebragt, vanwiennbsp;hebt gy dit geld gekregen ?
sicNie.
Dit geld... {eenig2,m verlegev'y van myn oom.
DE raadsheer.
De naam van uw oom, en waar woont hy?
SIKNIG.
Hy heet Willem Siknig, en ieeft ampteloos van zyn eigen vermogen , te Kajfcl,
D E
-ocr page 98-t)i DE GEVOLGEN van een benige LELJGEN,
igt; e R A A D s ;i E E R.
Op welk eene wyze hebt gy dat geld gekregen?
S I X N I G
Gisteren avond, met den Post 1
DE RAAOSHEER.
In Wisfelbrieven of in Bankpapier?
SIK NI G.
In... in Bankpapieren.
DE RAADSHEER.
Uw oom heeft u zekeriyk ten zelfden tyde gefchreven.
S I K K 1 G.
DE raadsheer.
Kunt gy 'tt met dien brief zuiveren ?
SIKNIG.
Waarom.? en waarvan?
de raadsheer.
Ik verzoek u om een beOisfend antwoord.
SIKNIG.
Thans... thans heb ik dien niet bymy... ik herinner' my... ik heb denzelven-gisteren avond verfcheurd.
DE R a ad SHEER.
Hebt gy in uw nachtwandeling laarzen aan gehad? SIKNIG,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;
DE RAADSHEER.
lie! Qeen erechndienmr breiigt een paar laarzen.quot;'j
Zyn
-ocr page 99-TOO N E E L S F E L. nbsp;nbsp;nbsp;93
Zyn dit uw laarzen, en dezelfde die gy by uwwan. deling hebt aan gehad ?
SIKNIG.
Ja , het zyn de myne, en vvaarfchynlyk... ja toch! het zyn dezelfde die ik aan had.
DERAADSHEERi
Door welk toeval zyn die met zo veel kalk bemorst ?
S 1 K M I G.
Dat weet ik niet, waarfchynlyk ben ik in de kalk getreden.
DE RAADSHEER.
. Draagt gy de fleutel van uw kapkamer, die by het-inkomen van uw logement is, altyd by u? nbsp;nbsp;nbsp;-
SIKNIG.
Altyd zyn zak zoekende) ik heb die heden zcifsby vertoont die.) Ik onderhoude eenige vogeli/nnbsp;daarin, die ik daaglyks zelf voer, maar heden heb i'tnbsp;die waarlik vergeten.
DE RAADSHEER.
Is u niets van de diefftal bekent, die deze nacht in; huis van den Koopman Richter plaats heeft gehad?
SIKNIG-
My? my niet in het geringde,
DE AADSHEER.
Hebt gy dat kistje dat daar geftolen is niet gezien ?
-1 , nbsp;nbsp;nbsp;. G.
Ik! een kistje? hoe komt gy tot deze beledigende vraag.?
DE
-ocr page 100-D RA AD S Hamp;..
Zeer natuurlyk ! het kistje Is dor een vengtlet ge. ftleii, waaronder kalk 18|, waarin men vei fcheidene voet-ftappeit ontdkts het gerecht ging d^e votfiappeilnbsp;na, welke hen naar uW kapkamer leidden^ die wel ge^nbsp;floten was en in tegenwoordigheid van het gerecht geopend is. Man vond het kistje daarin, gcbroken ennbsp;ledig. Daar gy nu de flutl van die kamer altyd by nbsp;draagt dient gy toch t weten hoe dit kistje daar innbsp;gekomen is.
SKWfCs
In myn kamer? dat is onmooglyk j-dat is Voormy oti. begryplyk!
DE RAASHEElt.
Ten fflfnfte voor my zr Vfemd!. liw bediende' heeft men reeds ondervraagd, gy bekrachtigt zyne verklaring zo tvel als zy Onfchuldl Mynher Siknlg! iknbsp;bid u, overleg alles wel;... gy zyt deZ nacht niet tenbsp;huis geweest, gy kont ftiet bewyzcn, waar gy geweestnbsp;zyt; uw laarzen zyfl met kalk bevlekt, men heeft hetnbsp;open gebroken kistje in uW kamer gevonden; hederinbsp;morgen hebt gy geld vor Vv borgtogt op de kamer genbsp;bragt, jCn gy kunt niet bewyzn Viin waar gy dat gslJnbsp;ontfangen hebt, bovendien bewecft de eigenaar dat denbsp;door u overgegevene Bankpapieren de Aynti in nommersnbsp;volmaakt gelyk zyn , ten miiifte even zo nieuw en ou'nbsp;verfleten als deze wareti., dit zyn graate Grayaff^tha !nbsp;het doet my leed, maar...
SIK*
-ocr page 101-95
tooneelspel.
S I E NICJ.
Groote God! gy zult toch niet geloven?., alleen het denkbeeld doet ray gruwen!.. ach , dat is allernbsp;verfchriklykst! Qhy ftaat gp en irekt zyn zakdoek uit^nbsp;en iets klinken ds valt op den grond, de gerechtsdienaarnbsp;raapt het op,')
DE RAADSHEER.
Geef hier ! (hy beziet het, en zegt daarna tegen den Secretaris.) Schryf voort! Ctogen Siknig.) Hoe komtnbsp;dit in uw zak?
SIKNIG.
Dit? (^het beziende) dit? ^zich bezinnende) toen ik hedenmorgen uitging, trad ik daarop op de trappen*nbsp;ik dacht dat het iemant verloren had, en in haast ftaknbsp;ik het by my.
DE RAADSHEER.
Het is zilver! een Huk van een h^ihgX (tegen den koopman Richter) mynheer! kent gy dit?
RICHTER, het beziende.
Ja, zeker ken ik het! het is een (luk van het beflag van myn kistje, juist het Huk van hetfleutelgat; ziehiernbsp;myn naara gegraveerd: J. R., ziet gy?
DE RAADSHEER.
Waarlyk, dat is te veel! ik beklaag u! Nu ben ik ge* noodzaakt u anders te behandelen: gy moet uw degennbsp;afleggen.
s I K N r G.
God! in welk eene verdenking, in welk een doolhof
vind
-ocr page 102-DE GVOLGN VAN emeEnige LEUGEN,
vind ik iny gcbragt/ (Jt^ geeft zyit degen aan den ge--reclttsdienaar.')
D E R A A D S H E E R.
Wilt gy uw zakken zelf uithalen, of...
SIKNI.
Ach, dat is te veel! mynheer! ik hen onfchnldig! noch nooit is de gedachte tot een diefftal in myn zielnbsp;cf}Vgeko!r:en; ik kan, ik zal my rechtv.iardigen, Ik bidnbsp;u, geef 1)1 y tyd? Eedenk...
DE RAADSHEER.
Gy moet iiw onfchuld niet door woorden, maar door daden bcwyzeh!'... haal uw zakken uit, of ik beil gedwongen ..
SIKNIG.
Neen.,, doch ja, ik moet my alles laten welgeval, len; de wanrfcbynlykheid is geheel tegen my; maaj.nbsp;Warrachtigl by God! ik ben onfchnldig! en dan, bedenk eens, myn eer is voor eeuwig gefchonden ! Myrtnbsp;vrouw zal daaronder bozwyken! en de fchrik zal mynnbsp;ouders fpoedig in t graf doen dalen!
DE RAADStJEER.
Ik bid u voor het laatst, ikhandel volgens myn pligt; ik moet ko handelen! Gerechtsdienaar: Q/eze nadertnbsp;Siknig.')
SI RN TG.
Niet nader ! noch nimmer beeft bet gerecht de hand aan my. g'-'f!agen , en zal het nu ook niet doen! Ik kan
mvn
-ocr page 103-97
TOONEELSP EL.
^lyn zakken zelf viithalen. nbsp;nbsp;nbsp;legt zyn fnuifdoos,
^nkdoek, fleutel, beurs, brieventasch en een brief op de ufei.'^ Meer heb ik nier.
DE raadsheer.
Wat hebt gy daar in uw hand?
S I K NI G-
Het is het portrait van uiyn vroaw... dit zal ik toch Vlogen behouden ?
DE R AADSHeeK.
Onmooglykl
SIKNIG.
Onmooglykl zo ilaat het toch aan my het te vernie tigen I (/ij breekt het.') Het zal niet by het gerecht opnbsp;^afel leggen, ter openbare befchouwing, om van handnbsp;^ot hand te gaan, en ieder te doen zeggen: zie daarnbsp;^e fchoone vrouw van den Dief!.. Ma, hoe grieft mynbsp;lt;110 naam ! en toch zal de gantfche ftad my zo noemen!nbsp;Hemel! waardoor heb ik dit fchriklyk lot verdiend?
de raadsheer.
Wees bedaard! ik herhaal het nog eens: uitroepin Sen baten hier niets, (tegen den Secretaris) brngalles
orde. (hy doorzoekt den Brieventasch en ziet den brief Ha, hier is nog een bankpapier van duizend giibnbsp;^en! hebt gy die ook van uw oom ontfangen?
SIKNIG.
Ik ontfing vyfduizend gulden.
E raadsheer, na den brief gelezen te hebben.
Oms Hemels wille! Sikuig! gy zyt overtuigd, gy Gnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lyt
-ocr page 104-pa DE gevolgenvanEENEENiGELeugen,
?yt verloren! hier is de brief van uw oom; liy fchryft tl dst hy geen geld zenden kan , en toch zegt gy datnbsp;van hem ontfangen te hebben.
s I K K I G.
Ook nog dit.
DE raadsheer.
Beken liever rondborllig? Ikjfpreek nu, zelfs meer dan ik moest, als vriend, als mensch. Ontfcliuldig unbsp;door overmatige liefde, door dringende begeerte naarnbsp;uw anipt; en geef dezen eeriyken man het overige terug: ten minfte kan dit uw draf verzagien.
RICHTER.
Mynheer! geef my alles terug, en ikzelf wil fmec-keii dat men de gantfehe zaak fmore, de raadsheer.
Dit is nu niet meer mooglyk.
SIKNt G.
Het zal ook niet mooglyk zyn ; breng my in de gevangenis; ik ben bereid mede te gaan.
DE RAADSHEER.
Gy bekent dan de daad?
siknig.
Ik 1 bekennen dat ik een dief ben f.. Mynheer! gy floot my een dolk in i hart! ik ben geheel onfcliuldig aannbsp;deze misdaad, dat weet God, die myn ziel kent, eUnbsp;my niet verlaten zal. Alle bewyzeii zyn tegen my; iknbsp;ben van alle tegenbewyzen ontbloot; en ben echtetnbsp;zo onfchuldfg als gy zyt mynheer! gy die iny met ee^
koe-
-ocr page 105-99
T o ONBELSPEL
Ijoel opflag van medelyden aanzietj en gaarne uw af-fchuw tegen een dief daardoor wil te kennen geven,
DK RAADSHEER,
Ik koop gy zult u beter bedenken, en onshetonder zoek niet lastiger maken. Beantwoord iny Hechts nognbsp;eene vrago: gy oiitfing dit geld niet van uw oonv vannbsp;Wien hebt gy het dan ontfangen ?
s I It N I c.
Van een onbekende hand... Lach niet... deze lach beledigt de onfcluild, en zal u ecus in den dag van renbsp;keufehap voor het hoofd fpringen 1 Ikkanzekerlyk myrtnbsp;gezegde door niets bctvyzen, nianr het ware eenedol-heid langer te zwygeii, want het geld myii eer! het geldnbsp;het leven myner vrouw en dat Van haar gellaCht: zulknbsp;een moofd zalmyu weldoenrterniet op haar hoofd willennbsp;ftorten. Is zy waarlylt v.en hiergereistdan ftamy God by!
DE Raadsheer,
Hebt gy nog iets tot uw verCchooning. intebrengen ?
s 1 K N I G,
Niets! de Ilomel moet my redden , menfehenkunnen het niet doen.
^ nbsp;nbsp;nbsp;beraad SHEEU.
Hoor dan het protocol, en onderteken het. s r K w 1 G.
Waartoe?,doch ik onderfchryf het dan (.%, de Paadsheer en de getuigen onderfchryven het, waarnanbsp;Siknig vervolgt.') Thans bid ik u voer my weg, wantnbsp;^k moet toch in de gevangenis 1nbsp;G 2
-ocr page 106-too DE GEVOLGENvANEENEEmGLEUJEN,
DE EAADSHEER.
Ja; dat moet gyl
S. IK M G*
In de gevangenis! (/ tranen^ Om daar mytitrouw-feest te viert'. Ac!i,dat is verfchriklgt;k! dochvoertny weg, eer iemand binnen komt: ik heb geenbe'wys voornbsp;mynonfcliuidja.'Ie verdenking is tegen my, ookzy konden naar den fchyn oordeelen , ook zy konden geloven. .nbsp;voer tny weg , dat ik hen niet weder zie voor dat itnbsp;gerechtvaardigt ben.
DE R A A D s 11 e i R , tcgcn den Gerechtidieraar, Haal een wagen, (jie dienaar vertrekt')nbsp;s I K K I n.
Ik verander dit huis van blydfchap in een huis vaa weeklagte! Ik breng fchaude over de gryze haireii dernbsp;oude lieden. Waarde, beste heer! voer my weg eernbsp;zy komen!
De RAADSHEER, tegen den Sect et arts.
Hebt gy zWqs genote er t'i. verzegel dan dit.alles, (//e; ter zyde trekkinde') Ga dan tenloud naar zyne woningnbsp;en verzegel daar alles. Verftaat gy my ? (^de ISecretari^nbsp;volgt deze bevelen en vertrekt. Hy vervolgt tegen Siknig.')nbsp;Ik bid u nogmaals..
SIKNIG
O, gy bid vergeefs! ik verdien deze behandeling niet, dat zal u vroeg of laat biyken. Nu, voort! voort!nbsp;Voor het gerecht! in de gevangenis! in de folteringnbsp;ter dood lalleen, voort! op dat ik hun klagteu en hi.u
sng-
-ocr page 107-lOI
arigftig gefchrei niet hore. . op dat ik niet tvanhop'g Worje eer inyn onfehuld gebleken is.
DE VR.IGEN, wiLHELMiNE en een ge-kechtsdienaas.
M,
w 11. H L ;,i IN E, vrohk en met levendigheid.
kVJyne heeren! ik bid u ora vrfchooning, het is de bruid niet mooglyk het gezelfchap van haar bruidegomnbsp;langer te ir.isfen. Al waren uwe bezigheden nog zo ge-Wigtig, al betroiFen zy zeU's den Staat, zo behoordenbsp;gy toch tebedenken , dat ik dezen -dageen uiillaiteiit rechtnbsp;Op hem hebbe, dat ik tot getn prys zoude willen afilaan.
IJ E R A A D s 11 E E K, leid haar zagt te rug.
Mejufferi nog een oogenbiik, vvy hebben zo gedaan, Oog eenige minuten,
WILHii LMINE.
Bie voor my uuren zullen zyn ! Neen, neen ! ik laat iny zo niet alzetitii... Tay ontfpringt hem en loopt nanbsp;^iknig'). Karei 1 Karei! om Godswil, v.ratdeerdu?
s IK NIG, ziet haar fterk aan, wil fpreken, maar kan niet, wytt met de hahdnbsp;naar de dcut\ einoeiyk valt hy haarnbsp;om den hak en zegt met een genbsp;[moorde flem:
Wilhelminel Wilhelminel
G 3 nbsp;nbsp;nbsp;w ! r,.
-ocr page 108-02' DE GEVOLGEN van een efnige LEUGEN,
WIt.HEEMTNE.
Hemel! wat is hier voorgevallen?
s IK NI G , fcheurt zich van haar /cs j iegcn den Raadsheer.
Voort, vQort! lucht, lucht 1 ofikftik! Chy fcheurt zyn kamifool open,')
DE gerechtsdienaar.
Daar is de wagen,
s I K K I G.
Nu ben ik bedaard. (/;gt; keert zich na Wilhehnine) God llu u by! ik kan het niet doen, fnclt voort ynbsp;?n dc Qerechtsdieriaar volgt hem.)
w I L H E L MIK E, weder houd den Raad heer en de overige.
Ik Iaat u niet gaan, mytie heeren! voor dat ik weet wat hier is voorgevallen! ontferm u overroy! ik ftelnbsp;my het verichriklykile voor I helpt niy uit tnyn angstlnbsp;ik Iaat u niet los!
de RAADSHEER, zick van haar lo% rukkende.
MejufFer!... verfchoon inyl... ik moet gaan... ftel u gerust! alles kan zich nog ten besten fchikkeii. (Jtynbsp;vertrekt met de getuigen.)
w IE H E L M IN e , de Koopman R ichter vast* houdende.
Neen, neen! eerst moet gy my zeggen, waarheen myn Siknig gevoerd word* wat is met hem gebeurd?nbsp;Avat heeft liy gedaan?
^ nbsp;nbsp;nbsp;EICEI*
-ocr page 109-103
RICHTER.
Mejiffer ! ik bekUiag u.
WILHET, mine.
Bekl;gen! ben ik te beklagen ? waar ,is myn Karel ? iinar is myn man?
RICHTER.
Hy is... MejulFer, vetfchoon myb... gy zult het door ameren vvel horen! ik moet voort!
W11- H E L M I N E.
Man!ik lant u niet ios! deep my waar heen gy wilt,, ik verlat u niet! Zyt nigt bekommert,, zo ilgt; door uwnbsp;dralen mmagtig mogt worden!,. Myn beklemde handennbsp;Zullen u zo veel te yasier houden! ik bid u, fpreek,nbsp;ipreek! waar is myn man.?nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;_
...Rr-CIITER.
y is....in de gevangenis. nbsp;nbsp;nbsp;. :nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,
WIL HEL MI NE.
II de gevangenis? neen neen!... waarpai?
RICHTER.
.k beklaag u in myn ziel! maar gy moet het toch egmaal weten! hy heeft deze nacht een kistje met geldnbsp;glolen.
wilhlmine.
Onbarmhartige fpotter! fsy floot hem van zich') dat if oniroogiyk! , lieg zo wreed niet! gy ontrukt mynbsp;tet leven,
RICHTER.
Gave God dat ,het een leugen ware ! De helft van G 4.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;het
-ocr page 110-to4 DE GEVOLGEN VAN EEN BENIGE LEUGEN,
bet geftolene wilde ik gaarne daar om geven .... Ik moet voort! vaarwel, arme vrouw! eu troost u' (Jgt;ynbsp;vertrekt,')
W' I L fi E L MIN c alleen.
6 Neen! dat is cnmooglyk... misfcliien iets ver.chrik-lyker'... Ach, ik weet niet wat in my omgaat.... niyn Karei!,., ik ongelukkigel
V T F D E T 0 O N E E L.
WILHEt MIN, Dit MAJOOR, KoopmaU L Et E E.
Een W'jl daarna Myiih. en Mevr. eezeI.
DE MAJOOE.
Zeg my toch wat hier te doen is f Koopni. lezer.
Wilhelmine ! wa.t deert u?
'WT 1. HE L M INE.
, Myn lieve vader! fta my by ! help niyj Koopm. LEZER.
Wat is er dan gebeurd?
WILHELMINE.
Myn arme Kareizy hebben hem... {in trane, uitbarstende') , vader! vader 1 ik ben een verlatennbsp;vrouw!
DE MAJOOR.
Myn lieve kind! fpreek klaar!
wilhelmine.
Men heeft hem in de gevangenis gebragt!
DB
-ocr page 111-105
105
TOONEELSPEL, de majoor.
Koopm. LEZER.
Wie? wie?
Siknig?
WTLH EL MINK.
Ja, jal... o ,red hem!
DE MAJOOR.
VVac heeft hy dan gedaan?
WILHELMINE.
Ik weet het niet., zy zeggen... Hemel! ik beef'ais ik er aan denk... zy zeggen... zy befchuldigcn hemnbsp;Biet een diefital!
DE MAJOOR.
Wat? wat? dat is niet mooglykl
Koopm. LEZER. .
Dat is niet mooglykl... geftolen neg eens niet moog. !yk ! Wanneer is hy gevangen?
WILHELMINE.
Op dit oogenblik!
' Manheer en Mevrouw Lezer komen met vtr-baasdheid binnen,
Mynh. lezer.
Zeg my toch, om s Hemels wille! ik zie met myn vrouw uit het vengfter...
Mev. Lezer.
En een wagen met dienders komt voor de deufi Mynh. lezer.
En zy nemen Siknig mede!... Wa: heeft dit te be-duidui.^ wat heeft hy gedaan.?
G 5 nbsp;nbsp;nbsp;Koopra.
-ocr page 112-ic DE GEVOLGEN van een eenige LEUGEN,
Koopra. LEZER.
Dat weten wy zo weinig als gy.
Mevr. LEZER.
Maar, hebben de dienders niets gezegd?
DE MAJOOR.
Wilhelmine was alleen daar, en wat zy zegt is on, mooglyk!
Mynb. lezer.
Het kan toch geen geheim zyn^... Ik dacht my dezen dag zo hartelyk te vervrolyken. Ik leefde negen,nbsp;entagcig jaren, en ik heb altyd gezien, dat na grootenbsp;blydfchap groote droefheid volgt j maar voor ditmaalnbsp;komt het al te onverwacht! (tegen den Majoor') Zoonlnbsp;loop fchielyk naar het ftadhuis, en zie of gy iets te weten kunt komen.
WILHELMINE.
Ik ga met u; o, neem my me ! my zal hy niets ver-zwygen-ik wilzelf met hem fpreken: kom voort, voort {
Koopm. lezer.
Neen, dochter! gy moet hier blyven.
wilhelmine.
Het is myn man! myn man!
DE MAJOOR.
Ik wil eerst de zaak onderzoeken, en daarna, Wilhei. jlilneSdaarna...
TOONEELSPEL. nbsp;nbsp;nbsp;107
ZESDE T O O N E E L.
DE VORIGEN, ANTON.
D.
DE MAJOOR.
'aar komt Anton ! die zal ons opheldering geven. Waar is uw heer?
A N T o N.
Op het ftadhuis, mynheer Majoor! nu kan ik hailenl
w 11, H i L M I w E.
Maar waarom? fpreek, lieve Anton! fpreek!
A N T o N.
Weet gy dsn nog niets ? dan wenschte ik dat ik hier niet gekomen wasl doch waar zou ik loopen, om voornbsp;mynheer hulp te zoeken als by u? zo hy het gedaannbsp;heeft was het uit liefde tot u !... Gsinfche nachtennbsp;bragt hy flaaploos door, terwyl hy God bad hem te hel.nbsp;pen 5 dat hy zyne Wilhelinine verkrygen zou. ^nbsp;Mynh- lezer.
Maar wat heeft hy dan toch gedaan?
ANTON.
Och, mynheer! veel, als het waar is. Deze nacht heeft iemand uit het huis van den Koopman Richternbsp;een kistje geftoleii. Onder het vengfier, waardoor denbsp;dief inbrak, lag een kaikhoop , waarin men voetfiap-pen zag. Het gerecht volgde deze flappen , die tot hetnbsp;huis en de kamer van mynheer zigtbaar waren. Mennbsp;opende de deur, en vond daar het kistje open gebroken
m
-ocr page 114-joS DE GEVOLGEN van een eenige LEUGEN,
en ledig. De verdenking viel natuurlyk op niy; men deed my halen, en vraagde my zo lang, tot dat ik ein-delyk zeggen moest dat mynheer deze nacht niet te huisnbsp;was geweest, en dat hy oe lleutel van zyn kapkamernbsp;altyd in zyn zak had.
DE M A j o o K.
Uw heer was deze nacht niet te huis?
aktok.
Neen, hy ging te elf uuren uit, en kwam niet voor half vier te rug.
Koopm. LEZE*.
Waar is hy dan geweest ?
A N T o K.
Dat weet ik niet; maar toen hy te huis kwam waren zyn laarzen vol kalk, en dat heb ik voor het gerechtnbsp;moeten zeggen.
Mevr. LEZER.
Om 's Hemel wil, lieve kinderen !
WILHELMINE.
Het is onmooglyk ! het is onmooglyk!
AKTON.
Hy lei de bankpapieren op de tafel,en las daarin; maar dat heb ik niet gezegt om dat er niet na gevraagt wierd.
Koopm. LEZE K.
Dat was dan omtrent vier uuren?
ANTON,
Het was nog zo laat niet
109
Kooptn. LEZER.
En gisteren zeidehy ons, dat hy het geld in wisfel-geldonteangen had; en ten vier uurens morgens is nog geen wisfelaar by de hand... 6 Hemel! zo hy zich hadnbsp;laten verleiden. ik moet genist gefteld zyn of ongelukkig wezen! Kom Majoor! laten wy naar t Stadhuis gaa-i.
DE MAJOOR.
Ja, laten wy gjSan... Zo 'er iets aan de zaak is moeten wy toch raad fchaffen
W I L H E L M I N F.
Och, neemt my mede !
Koopm lezer.
Lieve kind! dat kan niet, wees bedaard en blyf hopen.
W I L H E f. MI N E.
7.0 gy hem fpreekt, fchets hem myn fchriklyken toe-ftand. Zeg hem hoe hevig ik hem nog berainne.
Mynh. lezer.
God gve ons een goede uitkomst. (^Koopman Lezer en de Majoor vertrekken.^
ZEVENDE T O 0 N E E L.
Mynh. lezer. Mevr. lezer,vvilhslmine,
A N T o N.
Mevr. lezer.
ees getroost lieve kind! nog h het niet zeker.
Myuh
-ocr page 116-no DE GEVOLGEN vANENEENiGR Leugen.
Mynh. lezer.
Anton, hebt gy uw heer niet geziefl?
anton
Ja, toen ik verhoord was, wierd ik opgedoten; wel-haast liet men iny los, en toen zag ik mynheer voor de Eae ftaan.
WILHELMINE
Hoe zag hy er uit? fpraakt gy naet hem?
anton.
Hemel! recht verwildert! ik fprak hem tweemaal nn, doch hy floeggecu oogopmy...en daarna, .C^yiveen^O
Mynh. lezer.
Welnu, en daarna?
anton.
Daarna kwam een diender, en toen,..en toen floten zy hem in ketenen.
WILH I LMl NE.
In ketenen? 6 God! God;Moeder,moeder! is nu nog niets zeker ?
ANTON.
Toen voerde zy hem weg, en ik liep hier henen om by u hulp te zoeken,
Mynh. lezer, met groote droefheid.
Moeder! onze vreugd word verlchriklyk verkeerdiil bitterheid! , ween niet! ween niet! zo gy nog tranen hebt, befpaar die, helaas! gy zult die nodig heb'nbsp;ben. Ik kan niet weenen ; ik heb in myn leven meernbsp;droefheid dan vreugde gehad; de bron der tranen is by
my
-ocr page 117-ti
my verdroogd... Zonder overtuiging flaat men niemand in ketens! Arme, verblinde Siknig! uw noodlot perstnbsp;nog eene traan uit myne oogen.
Mevr. LEzEa.
Och, hy was altyd zo braaf, zo Godvruchtig !... het is onmooglyk dat hy fchiildigis. Zie, lieve vader!nbsp;zo hy inderdaad fchuldig is, eu ik hem redden kan,nbsp;wil ik gaarne voor hem flerven: hy heeft het uit liefdenbsp;gedaan.
A G T S T E T O O N E E L.
BARON WILDEKHAIN.
Mevr. V. klem, met de uiterjle ongerustheid.
2iie daar nu een fchoone historie! een fchoon fpefta-keU men kon het huwlyk niet te fpoedig doen voort, gaan! met Tiirkfche inuzyk moest net de gantfche Hadnbsp;worden bekend gemaakt! en nu i.s het gaande: nu zitnbsp;Jnynheer de bruidegom als een overtuigde diii inarre;t.
Mevr. LEZER.
Overtuigd is hy toch nog niet?
Mevr. V. k l e m.
Overtuigd en bewezen: ik was zo even by de vrouw van Albersleven, toen de heer van Walden daar kwam,nbsp;die zelf hem heeft verhoord. IMea heeft het gebrokennbsp;kistje in zyn kapkamer gevonden.
Mynh. lezer.
Dnt bewyst,de misdaad nog niet voikomen.
Mevr.
-ocr page 118-113 DEGEvOLGEN vaneeneemigeLEGEN,
Mevr, V. klem.
Toen men hem vifiteerde, vond men een ftuk zilver beflag in een van zyiie zakken.
Mevr. LEZER.
Hemel! in zyne zakken!
Mevr. V. K L E m.
Ja, ja, in zyne zakken! ook heeft hy u allen gezegd dat hy het geld van zyii oom onefangeu iadi'
Mynh. lezer.
Ja, dat heeft hy gezegd.
Mevr. V. K L E :,i.
En dat dit een leugen is, daarvan is hy overtuigd geworden, want men heeft den brief van zyn oom by hem gevonden , en deze fchryft uitdruklyk, dat hynbsp;geen geld kou zenden.
Mynh. lezer.
Zo dit alles waar is ?
Mevr. V. k r. f. m.
Heer Baron! gy waart oorgetuige, en kunt alles bekrachtigen.
de baron.
Het is, helaas! maar al te waar.
Mevr. V. klem.
Ik dacht van fchaarate in de aarde te zinken. Ik vloog hier heen, fleehts om te zien of die (lag u niet allen getroffen heeft.
Mynh. lezer
Heeft hy het dan inderdaad bekend?
Mevr.
-ocr page 119-to o NEELSPEL
Mevr. V. klem,
Hoe zou hy het kunnen loogchenen, daar alles klaar bewezen isv had men toch myn raad gevolgd, en zichnbsp;Zo niet gehaast met dit hnwlyk, dan ware misfehien anbsp;les hog te fciiikken geweest , m ten minde buitennbsp;fchande te blyven. Nu is er geen helpen aan. Ik ganbsp;Voor eenige maanden op het land; beer aroh! gy zultnbsp;ffiy Vergezellen?
D E R A rlt; o N.
we genade maakt ray tot den gelnkkigdn derve-ling!
Mevr. v. klem.
Ik heb wc'l honderd maal gezegd, dat de phifionomie Van dien man my niet geviel,
DE BARO^L
Daar heeft uwe genade gelyk in: ik heb dezen morgen nog dezelfde a.anraerking gemaakt: hy had zo iets lumbers, iets achterlioudens inzyn gelaat, hem ontbraknbsp;een vrye, een openhartigen opdag-
(J'P'ilhelmine fcJireit en wil vertrekkend) ' Mevr. lezer.
Waar gaat gy heen kind? blyfhier.
WILHELMiNE.
Ik moet wg! ik voel my niet wel!
Mevr. lezer.
Blyfhier, blyfby my: wy zulin te zamen wenert.
Mevr V. klem.
Ik beklaag dat arine kind in myn ziel! Lieve grootpa-II nbsp;nbsp;nbsp;pa i
-ocr page 120-I4 DE GVOLGEN vaneeneenige LEUGEN,
pn! gy behoorde terflond alles in het werk te Hellen,' om haar van dezen man te fcheideii.
WI LH EL MI NE.
Scheiden! ik my van hem fcheiclen! dat kan geen menfchelyk geweld; en de Hemel eischt dit niet vannbsp;myn hart, zo hy inderdaad fcliuldig is, dan wierd hynbsp;het door al te fterke liefde tot my, en als de wettennbsp;hem ftraffen, dan moet ik hem daar voor belonen...nbsp;Moet hy... , het is verfchriklyk hier aan te denken...nbsp;wt.rd liy tot den kruiwagen veroordeeld, dan zal ik hemnbsp;zyn ketens helpen dragen; ik zal het zweet van zynnbsp;voorhoofd vegen; ik wil hem verbergen voor de oogcnnbsp;van het volk . . , het zal een tooneei van medelyden,nbsp;van ontferming zyn voor allen!
Mynh. lezer.
Myn lieve kind! het is zo ver nog niet gekomen.
DE BARON.
Het zal ook zo ver niet komen, zo er mooglylthcid toe is. Ik zelf zal tot den Minister gaan. Ik ken hem,nbsp;wel is waar,niet van naby; maar zo myn aanzien, mynnbsp;rang iets kan doen, verzeker ik u van myn byftand.
Mevr. V. KLEM.
Hoe edel! hoe grootmoedig! mynheer Baron! ik zal odk tot hem ryden, en myn best doen, om tc| miiillsnbsp;een openlyk fchanddaal te weren. Wees intusfchcu genist, lieve nicht!
wilhelm INF.
Ik wil ook tot hem gaaa, {tcsen mpth. en mevr, T.c-
zer;
-ocr page 121-115
TOONEELSPEL.
i?r) Gy moet my vergezellen: ik zal tusfehen beiden ftaan; als een verlatene vrouw, zal ik myn handen totnbsp;hem uitfteken , en zo hy ooit man en vader is geweest,nbsp;moet dit zyn hart week maken.
NEGENDE T O O N B E U
BE voeigek, D2 majoor, Koopm. lezer.
Koopm. lezer, in tranen op Wilhelmint toetredende.
Ongelukkig kind! ik kan u uw man niet weder geven 1
DE majoor.
Met bedaardheid: denk aan haar leven.
Koopm. lezer.
Arme Wilhelmine! wat zult gy te lyden, wat zult gy doorteftaan hebben! gy zult troost by uw vader zoeken,nbsp;cn hy he^'t geen troost.
DE MAJOOR.
Ik bid u...
Mynh. lezer.
6 God! het is dan waar?
Mevr. L'k z E R.
Tot nog toe had ik hoop,- maar nu ... goede God! hoeishetdan mooglyk'... is het dan vvezenlyk waar?...
Koopm. LEZER.
O, ja! mar.r al te wat:'! de bewyzffn zyn te fprekende.
fl 2 nbsp;nbsp;nbsp;Mvuh-
-ocr page 122-Mynh, lezer.
Hebt gy hem dan zelven gefprokcn?
Neen, by zit zonder acces.
w IL H E L MIN E, uit ccM diep gcpcins bekovundc.
My, my za! titen toch by hem laten; my, zyn arme, zyn ongelukkige vrouw!
Mynh. lezer-
Lieve kinderen! ons Jammeren baat ons niets; wy moeten werkzaam zyn.
Zeg ons (lechts water gedaan moet wodJen ? om cieh armen jongen te redden, zoude ikmy zelven ongelukkignbsp;maken; by God! ik zou geen middel ontzien.
Wie zal ons nu des avonds uit zulke fchoonc boeken voorlezen?
Mynh. lezer.
Ons blyft geen ander middel over dan dit; de Minister is een menschliavend man, laten wy hem genade, ten minde verzagting vragen; het geld kan op het oo-genblik worden weder gegeven.
Ja, dat is nog ver van daar: er moet nog duizend guldens in bankpapier zyn, nog vier lionderti d-zicstennbsp;in baren geld, en dan nog verfcheideue kleinoditi,
Mynh, lezer.
Dat moet toch alles voor den dag komen !
-ocr page 123-117
TQONEELSPEL.
de baron.
Misrdiicn hnd hy hcimelyke fcluilden, die hy van tyd tot tyd uitllelde, en die liy in den vroegen morgen be-tardde.
Mynii. LEZER.
Des te heter , dan zuUen er minder bezwaarnisfen komen. Anna ! alles wat ik heb, myn huis, myn tain,nbsp;myn weinige kostbaarheden , alles geef ik ten beste ,nbsp;als ik hem redden kan. In myn ouden dag wil ik gaarne bedelen, als Hechts de arme verdoolde te helpen is.nbsp;Hy deed het uit liefde.
DE MAJOOR.
Ik verpande gaarne myn gagie voor hem. Voor een (looter daags wil ik als miisquettier leven , commiesnbsp;brood eeten en tyater drinken, zo ik daardoor zyn locnbsp;verligten kan.
Mynh lezer.
Welaan dan! misfcliien is het nog niet gebragt voor de hoge criii'.incle rechtbrnk; misfehien kan de Minister hem nog redden. Komt I tydverlies is fchadelyk.
Mevr. V. klem.
Gy kunt u van myn koets bedienen, ik za! met den ^eer Baron te voet volgen.
Mynh. L e z i? a.
Neen, ik ga te voet. De Had was getnige mytmr blydfchap, zy mag het ook zyn van myne droefheid;nbsp;Qc^en vievr.v. Klem') Kan rw Karei goed, liefkozen?
II 3 nbsp;nbsp;nbsp;Mevr.
-ocr page 124-IiS DE GEVOLGEN van een eenige LEUGEN,
Mevr. V. KLEM.
O, dat kan hy meesterlyk,
Mynh. lezer.
Neem hem daa mede;het gedreel van een kind maakt dikails het maniykde hart week.
Mevr. V. klem.
Kom, lieve Myntje! kom, gy moet met kracht bidden.
S
WILHELMrKE.*^*
Bidden! dat zal ik, dat een ftencn Itart zou breken... (Jn [nikken uitbarstende') als tranen niy het fpreken nie;nbsp;beletten.
Koopra. LEZER.
Pe Hemel geve dat onzen gang niet vergeefs zy. [inde van Jtet Derde Bcdrjf,
VIER.'
-ocr page 125-TOONEELSFEL, ii9
Het Tooneel verheeld het gekoorvertreh van den Minister.
EERSTE TOONEEL.
Mynheer Mevrouw en Koopmen lzer , dk MAJOOR, w ILIIE L MIN E, Mevr. v. k : e m ,
DE BAROK, DE KADET, KAREL, EEN
bediende.
DE MAJOOR, tegen den bedienden.
Excellemie zal toch wel haast te huis komen? DE bediende.
Terftond na de conferentie.
DE MAJOOR.
En wanneer is die doorgaans geindigd?
DE bediende.
Doorgaan^ ten tweeUuren, maar fomtyds ook wel een uur later.
DE MAJOOR, tegen alle.
Wy zullen toch op hem wachten, niet waar.?
Mynh. lezer.
Voorzeker wachten, al kwam hy ook in den nacht ,H 4.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;te
-ocr page 126-K20 DE GEVOLGEN vaneeneen'ce LEUGEN,
te huis; niaar geef my eenrtoe!, men kan my niet kwa-lyk nemen te zitten, myn beenen kunnen my niet lang meer dragen.
Mevr LfZF. E.
Ik ben ook vennoeid, (ay zetten zich') Myrtje! lielt; ve Myntje! gy fchreit gelladig, als de Minister komtnbsp;zult gy niet kunnen Ipraken.
Mevr. V. ki,em, trekt den Bamn ter zyde,'en pjaatst zich v,et hem op een Cannpd-
Koopm. leze.
Hebt gy wel gezien hoe het volk met den vinger op ons wees en gehoOrd hoe eenige hard op zeid en ; dat isnbsp;de vrouvv vanden dief,datishaarvader,en datis de overgrootvader... , Siknig! Siknig! gy hebt onsalleiin.nbsp;geiukkig gemaakt.
DE M AJOOF.
Maar hebt gy ook wel gehoord hoe anderen zeice ; om zulk een En^el te bezitten zoude ik ook ;eijnbsp;dief worden I
W I L H E L MI N E.
Och, denken wy niet aan het geen de menfehen zei den! erinner u liever zyn ijammerlyken toeftand: hrnbsp;zucht in den kerker, en waar ik ga en fta , zie ik zyrenbsp;ktenen.
TkFlE-
-ocr page 127-12 r
roONEELSPEL.
DE V O tt I p E i;;, EEN bediende,??? ter (Ion}.
daarna de minister met Koopin. riehtep.
DE minister, komt met Richter binnen.
-Alles wel.Biyiilieve vriend! alles gped. Gy geeft my hierdoor een bewys van uvv goed hart; niaar de vvetcennbsp;beoordelen de daden, niet de afigten. vil in zynnbsp;Kabinet gaan.}
Mynh, lezer.
Uw Exellentie!..
. Mevr. LEZER.
. i Qntferm u over ons!
DE MINISTER.
Wat is er van uw begeerte ?
DE MAJOOR.
Uw Exellentie! wy zyn de ongelukkige familie, die heden door onverbreeklyke banden gehecht is aan dennbsp;Stads itasfier Sikiiig. Zie hier zyn bedroefde, zyn rin-gelukkige vrouw! deze is haar vader, deze zyn haarnbsp;eerwaardige overgrootouderen!.. alle brengen hier welnbsp;tranen maar geen woorden., heb deernis met ons!
Mynh. Mevr. en Koopm. lezer, geknield,
Uvv Exellentie! heb medelydenl
w t LIIE L MIN E , zyn knien omarmende.
Deernis! deernis! genadeJ ik ben eea hulploze, een yerjatene vrouw! wees myn vader, geef my.myii m!inbsp;H 5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;we-
-ocr page 128-122 DE GEVOLGEN vaneen eenigeLEUGEN , weder... de fpraak begeefc my.., verhoor myn bede.;nbsp;ik ben geheel verlaten!
KAREI., van zyn moedert zyde kopende, en aan de voeten van den Minister vallende.
, Ik bid, ik bid !...
DE MINISTER.
Staat op, ftaat op! (hy keft de oude lieden op.') Eerwaardig paar! zet u nevens my. j^//y zelf zet hen tvtee ftoelen.') Neemt uw plaats.
Mynh. lezer.
Wat hebben wy te hopen?
Mevr. LEZER.
Hy deed het uit liefde!
WIL HEL MI NE.
Tot my! totmy!.,. als ik hem niet redde, word ik krankzinnigJ
DE MINISTER.
Bedaard, mj-ne vrienden ! bedaard ! ik heb my de gantfche zaak Hechts laten verhalen en heb nog niets vannbsp;de afte gezien, Doch zo de bewyzen volledig en klaarnbsp;zyn , dan moet hy de daad bekennen, en in datgeval,nbsp;fp^eek zelf, wat kan ik als dan doen ?
DE MAJOOR.
Hem redden!
Mynh. lezer.
2lcb zyner ontfermen I
Koopn. LEZER.
Zo er Iets aan de foui ontbreekt, wy willen alles vergoeden- nbsp;nbsp;nbsp;Mevr.
-ocr page 129-123
TOONEELSPEL.
Mevr lezer.
Ja, dat willen \vy; al zouden wy ook alles verkoopen,
Mynh. lezer. nbsp;nbsp;nbsp;quot;quot;
Geef liem niet over aan het criminele gerecht?
DE MINISTER.
Dat is reeds gefchied , en dat moest gefchieden.
Mynh. lezer.
Dan zy God hem genadig.' ^
wiLiiELMiNE, tegen den MinUter^
Ook gy, ook gy 1 of hy is verloren.
DE MINISTER.
Arme vrouw! ik beklaag u in myn ziel! gave God , dat ik u meer kon fchenken dan myn medelyden 1 maarnbsp;ik ben flechts de arm der wetten, ik moet hare beveUmnbsp;Volbrengen. Hoe kan ik den misdadiger genade toe-roepen, als de wetten hem veroordelen tot eene ccl|.nbsp;wig durende gevangenis!
wilheilmine.
Eeuwig, eeuwig!., dat is de waereld tot een hel Waken!... hoe zal men tot de gerechtigheid toevingtnbsp;hemen, als de rechters duivelen zyn, die met de eeu-'vigheid fpelen ?
Koopm. lezer. nbsp;nbsp;nbsp;'
Verfchooii toch haar wanhoop.
DE minister.
Ik vergeef de fmarte eener echtgenote og veel meec, dan dit.
Mynh
-ocr page 130-124 DE GEVOLGEN van eer eenige LEUGEN,
Mjnh. LEZER.
Uw Exelkntie verz-.igte voor t minst zyn voting?Een grysaart, die dezen dag zyn negen-en-tagtigfce jaar bereikt, fineekt ii daarom ! hy zal als fmarten en elendenbsp;hem naar de Eeuwigheid helpen, fay God deze weldaadnbsp;gedenken.
KE MINISTER.
Zyn vonnis verzagten ? dat kan alleen de monarch doen. Ik geef u myn woord van eer dat ik zelf aannbsp;zyne voeten vallen enom verzagting voor hem zal fmeken;nbsp;maar ik vrees, ik vrees, dat ook de grootfee verzagtingnbsp;n weinig zal baten. En genomen, dat de goede vorst,nbsp;zich hier geheel mensch en vader betoont, enden tydnbsp;derftraffe tot op tien of zelfs op vyfjaren vermindere ,nbsp;zal dan nog de arme ongelukkige met zo veel gevoelnbsp;dit uithouden? en gy, zult gy het einde yan alle de?enbsp;elende, overleven?
Mynh. lezer.
God! 6 lieve God 3
DE SASOf.
Uw Excellentie verfchono myj ik ben een vreemd Cavalier, maar ik heb het geluk met deze dame bekendnbsp;te zyn; ik beklaag mede deze arme ongelukkige familie! ik bid dus voor deu misdadigen. Men heeft mynbsp;reeds van alle kanten het grootmoedige hart van uwenbsp;Excellentie geroemd; ikvleije my alzo dat ik geen ver-,nbsp;geeffche bede zal gedaan hebben.
jpt.
-ocr page 131-I2S
TOONEEL SPEL.
de ministeh.
Mynheer Cavalier! fla UA'e oogen om u heen , overal ziet gy de beeldtenis der uitsrlle elende en innigfte droefheid. Zo dit alles niets vermag om iny van mynnbsp;Zwaren pligt af te brengen, wat zal dan een koel, eennbsp;gewoonlyk compliment afdoen ?
Mevr. V. klem.
Uwe Excellentie bevryde hem ten minlle van openbare fchande. Myn gemaal zaliger was met veele ade-lyke huizen hier vermaagfchapt...
DE MINISTER.
Al ware hy een vorst, mevrouw! zo kan ik hierin niets meer doen. Verfchoon my, ik moet u verlaten.nbsp;Schryf dit niet toe aan myn te weinig, maar veeleer aannbsp;myn te veel gevoel. Als ik aan den oever van een water fla, en in het midden een roentch met de dood zienbsp;Worftelen, dien ik niet kan redden, dien ik geen hulpnbsp;kan toebrengen, dan fpoede ik my liever van de plaats,nbsp;dan dat ik werkloos daar (laan blyve, zyti roepen omnbsp;hulp hoor, zyiie angllige wenken zie, en hem tochnbsp;geen hulp kan toebrengen... Gaat te zamen naar huis,nbsp;k i^al doen al wat ik kan 1 Gaat heen. (tegen koopmannbsp;hichter, die achterwaartt gebleven is.) Kom, mynheer! Ik zal u uwe juweelen betalen.
w IL ii E L MIN E , hem wederhoudende.
Neen 1 zo niet. Gy kunt voor eeuwig ftraffen, en ik ki.ii voor eeuwig beminnen! ontferming! ontferming!
D E
-ocr page 132-DE MINISTER, zich Van haar oniflaande en haar tot d overtime leidende.
Zorg voor haar, en ga met baar naar huis.'
wilnelmike, door haar vader en de Majoor vastgehouden.
Laat my los! (zy ontworftelt henj Voor zyn deur wil ilt leggen, en kruipen, hy moet my toen hoorei).nbsp;Csy werpt zich voor de deur van zyn kabinet nederd)nbsp;Mynh. lezer.
Kom, vrouw! kom! God hoort en ziet onze droef* heid overal, en hy alleen kan die verminderen. Kom,nbsp;wy gaan naar huis.
DE MAJOOR.
Och, dat grieft, als men gaarne helpen wil en niet kan! gaat gy naar huis, ik ga tot den Vorst! Gy allennbsp;zult ook audintie hebben of ik... ik zal niet langer denbsp;IMajoor Lezer heten.
DE VORIGEN, SOPHIA.
SOPHIA, treed door de zydeur binnen, zy huppeld langt het tooneel naar het kabinet van den Minister,nbsp;floot tegen Wilhelmine, er. helpt haar op.
at deert u? Wie zyt gy?
WILHELMINE.
Wie ik ben? de ongelukkiglie van alleongelukkigen, de veria tendfte van alle verlatonen J
s e*
-ocr page 133-SOPHIA.
Hemel! wat is u dan gebeurd ?
W I L H E f. M 1N E , wanhopig,
O, niets! niets! in de oogen van denew/w'/g-e/jrecbter die daar binnen is, een geringe Itleinigbeid.... M.en heeftnbsp;luy myn man... Hebt gy ooit bemind?...
SOPHIA.
En bemint gy nog ?
SOPHIA.
Hartelyk en teder!
O, dan ult gy^ dan moet gy my verfta.anl ilc was dezen morgen eene bruid, voor het heilig altaar, voornbsp;de oogen des Hemels en der menfchen, ontfing ilt hemnbsp;tot man, een half uur daarna fcheurde men hem vannbsp;niyne zyde, n (leepte hem in de gevangenis.
SOPHIA.
O, dat is verfchriklyk!.., maar waarom?om wat?.,.
Ik was zyn hoogfte goed! zyu hemel! ik was zya alles! om my te bezitten, om zyn ampt te kunnen aanvaarden. .,. o Hemel!... Zyt gy de vrouw van den Minbsp;klister?
SOPHIA.
11: ben zyire dochter.
w th-
-ocr page 134-is8 DE GEVOLGEN VAN EEN EENIGE LEUGEN,
WILHELMINE.
, Dan, dan moet gy my byicnan; het vrouwelyk Jyden treft vrouwelyke harten het fterktst; het mnnlj-knbsp;hart is daar te eng toe, maar het vaderlyk har datis opennbsp;eu vvyd! Gy moet u myiier ontrennen , gy moet als kindnbsp;tv.v vader voor my fmeken... Zult gy het doen'
SOPHIA.
Gaarne en gewillig! Maar zeg my toch wie zyt gy? hoe is uw naam?
tv I L H E L M i N F.
Voorheen heette ik Wilhelmine Lezer,' heden...
SOPHIA.
Wilhelmine Lezer?
Koopm; lezer;
Zy is myn dochter.
Mynh. lezer.
Myn kleindochter.
SOPHIA.
Wilhelmine Lezer? cn uw man? hoe heet uw mian? Koopm. LEZER.
Siknig!
SOPHIA.
Siknig? de Stadskasfier?
Koopm. lEzee.
Ja, dezelfde.
SOPHIA, met fnelhcid.
En hoe kwam die in hechtenis?
Koopm. LEZKP..
Ily Beminde royne dochter onuitfprecklyk j ik beloT-
de
-ocr page 135-129
OONEELSPE Li
e haar aan hem, mits hy ia ftaac ware haar te onder-*'oaden; het Stadskasfiersampt was open; by verzocht '^'gt;arotn , en verkreeg het; om het te aanvaarden ,moestnbsp;vierduizend guldens borg ftellen.
SOPHIA, enge duldt En, en? verder! verderl
Koopm, LEZER.
Gisteren avond zcide hy ons, dat zyn ooni hem dat gezonden had; daar nu onze oude grootvadernbsp;'^P heden verjaarde, maakte wy haast met het hu wlyk..nbsp;die ongelukkige man! fchreil.')
SOPHIA.
Ik bid u , om al wat in de Waeteld is, vaar voort!
DE MAJOOR,. ^
ti;
Eezen morgen huwden zy; kort d-iarna nammenheirt ^'^Vangen , en toen ontdekte men dat iiy zich doornbsp;te fterke liefde hadlaten verblinden, en in den vo-'Sen nacht het geld van een Koopman had geftolen.-Sophia.
Gcftolen? dat is dnmooglyk!
DE majoor.
''an
^let is,helaas! mar.f al te waar! men heeft den brief zyn oom by hem gevonden , waarin deze fchryft,nbsp;hy hem geen geld kon zenden, hy, evenvvel zeide.
hy het van zyn oom had ontfatfgen, voor hem i.s uitweg meer, men hoeft het kistje...
SOPHIA.
Hoe veel zou hy dan gcflolen hebben?
If nbsp;nbsp;nbsp;P
130 DE GEVOLGEN van een eentge LEUGEN,
DE M A JO O R.
, Veel! nog word er veel getnisr.
S o PHI A.
Hoe veel heeft men by hem gevonden ?
DE MAJOOR,
Vyf duizend guldens; vier duizend had hy...
SOPHIA.
Vyf duizend guldens? en in welke munt?
DEMAJOOE.
In Bankpapier.
SOPHIA.
Van duizend guldens het ftuk ?
DE MAJOOR.
Ja, van duizend,
SOPHIA.
. Om s Hemels wille! Siknig is onfchuldig! hy ' heeft het niet gellolen, hy is oafcluildig! verheugtnbsp;hy is onfchuldig! Ga met my naar myn Vader!..
Deen, wacht my hierj wacht my. . Hemel! wat had kunnen veroorzaken! !hy heeft zo getrouw vervuldnbsp;hy is onfchuldig, droogt uwe tranen! Ik weet, oo^nbsp;het hevig verlangen om u te .overtuigen, niet wat i'gt;nbsp;doe! wacht toch, ik ben op het oogenblik wederhisnbsp;Hy is onfchuldig, onfchuldig! (Zy fnelt in /ictnbsp;binet van den Minister^
-ocr page 137-T o ONELSPEL. isi VIERDE T O O N E E L.
E voaiGEN, SOPHIA, die af BH aattlooft.
M,
Mynh. LEZER.
lyn Antia! hoe bevind gy u? wat zegt uw hartii?
Mevr. LEZER.
6, het zegt my alles goeds ihy is oufchuldig! hy ishet!
wilhelm INE.
Onfchuldig, onfchuldig! gedurig klinkt my dieGod-lyke toon in de ooren: hy is onfchuldig*
Koopm. lezer.
Als dit mooglyk ware! ik begryp het niet! leme! ! 2o gy ons dat wonder toefchikt, dan zyt gy groot, dannbsp;zyt gy rechcvaerdig!nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'
BE majoor.
. Zo de jonge onfchuldig is, als hy het is... Ikzal toy niet te vroeg verheugen, maar... maar..
Be kAde.
Oom, en zo Wy heden nog dansten!
DE MAJOOR.
Ja, dansfen!.. voor Gods oog wil ik juichen en danken. De biydfehap maakt my buiten myzelven.
BE BARON, Op zyn horologie ziende.
Reeds twee uur; men zal ray met het Din wachten* Mevr. V. KLEM.
Ik ben niet in flaat om daar te verfchynen, en boven dien ook moet ik .afwachten iioe of de zaak hier zal ein-I Stnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dl-
-ocr page 138-132 DE GEVOLGENvaneeneewge LEUGEN,
digen. Ik gnve met veel vermaak duizend guldens daarvoor , zo ik fiedits van de fchaiide bevryd ware. soi* lu A, aan de deur van V Kabinet.
Wilt gy myii meisje eens roepen? zy heet Lotje , zyt gerust, myiie vrienden! gy zult zo terftond alles wetennbsp;gaat weder in 't Kabinet.')
DZ K A D E T , bouddcit Majoor te rug, die Lotje roe^ pen wil.
Ik, ik lieve oudoom!
DE MAjooft.
Recht zo, gy hebt jongere beenen.
Mynh. lezer.
Alma, lieve Anna! myn hoop wakkert hoe langs hoe meer!
Mevr. LEZER.
Ja zeker! ik houde my reeds aan haar vast, zietoch hoe ik opgevrolykt ben. {liet meisje, door de'Kadetgeroepen , komt op het Tooneel en gaat in 't Kabinet.)
DE MAJOOR.
Wat dat meisje daarby te doen heeft, kan ik nietbe-grypen.
Koopra. LEZE R.
Voor my is alles als een droom! Hoe is het met il, myn lieve dochter?nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;)
WIL HE LM INE.
. Goed, goed! Ik hoore niet anders dan genade roepeni en dit is voor myn hart zo wel!..
so'
-ocr page 139-I.IJ
TOONEELSPEL.
S o P HI .i j verheugd uit het Kabinet komende, houd een papier in de hoogte en roept.
Viftorie! viftorie! zietgy, dit papier brengt hem op 't oogenfaiik in uwe armen! {Zy vertrekt door een andere deur en komt fpoedig daarna weder, allen [preken door elkanderen men hoort niets dandewoorden'.')nbsp;lly zal komen! by komt! hy is vry! hy is onfclndig !
WiLHELMiNE, haar vader om den hals vallende.
Vader, vader! ik zal hem weder zien! ik ben geen ongelukkige dochter meer! ik ben gelukkig! gelukkig!
SOPHIA, by 't inkomen.
Paar ben ik! daar beu ik! bemoedig u, zyt vrolyk, hy zal zo verfchynen, gered en onfchuldig: maar vooraf moet gy my alles vergeven.
DE MAJOOR.
Vergeven? hoe5 daar wy...
SOPHIA.
]a vergeven!... Ik alleen ben fchulJig aan zyn arrest en aan uw lydcn! Gy ftaat verbaasd'? floch het is zo!nbsp;Ik alleen ben de oorzaak van alles. Gisteren wierd mynbsp;tie gefchiedenis van den onge'ukkigcn Siknig vrhaald,nbsp;^len fchilderde my zyne verlegenheid af, wegens dennbsp;horgtogt, en ook zyng liefde voor u. Ik had my, we nbsp;Sens eene gedane gelofte, voor lang voorgenomen , tweenbsp;Alkander miiinenden gelukkig te maken, enzond, zotj*nbsp;^er my te noemen, vyf duizend guldens, aan den bravennbsp;5ltnig, zo voor den borgtogt als voor de onkosten we-I 3
-ocr page 140-134 DEGEVOL GEN van een benige L E U GEN,
gens zyn huwelyk. Dan, ik bezwoer hemby zyneeer, by uwe liefde , niemant, wie hy ook zyn mogt, zelfsnbsp;u niet, mevrouw, n enkel woord van niyne daad tenbsp;melden; want ik wilde my door dit gering gefchenk innbsp;gene verdenking brengen, en geen dankbetuiging onc-fangen. De brave man voldeed getrouw aan inyn verzoek, en moest welhaast fchriklyk hier voor boeten,nbsp;daar een der zeldzaamlle toevallen hem dezen nacht itinbsp;verdenking van een diefftal bragt.
Koopm. LEZER.
Maar het kistje is evenwel by hem gevonden}
SOPHIA.
Dat alles moet zich verder opklaren. Zeker is het, dat hy de bankpapieren van my ontfing. De nommcrsnbsp;zyn roy bekend, en als die overnkomen, zo^ lyd danbsp;zaak geen twyfel.
Koopm. lezer.
Zo dat wy ons dan met recht kunnen verheugen ?
SOPHIA.
Verheugen, vrolyk zyn... Hemel ! als ik aan de verr fchriklyke gevolgen denk, dan beve ik.' (tegen tVil*nbsp;helmine.') Kunt gy het my vergeven ?
WILHELMINE.
Om s Hemels wil, Ipreekmy van geen vergeven! Ik moet u danken, en myn geheel leven door danken; heden kan ik het niet: gy gaaft my myn man weder, ennbsp;zonder nw grootmoedig gefchenk..,.
-ocr page 141-J35
T o :0 N E E L S P E L,
SOPHIA.
Zwyg danrvnn, lieve vriendin! weesvrolyk. Gyzyt immers heden een bruid, en ik ben er ook een; gynbsp;Zult myn bruiloft mede bywonen.
D 'i B A R o N.
Ik moest toch in de daad..,. C^egegt;3 Mevr, v. Klem.) Met uw verlof, dat ik u voor een oogenblik moetnbsp;verlaten.
Mevr. V. kiem.
Wacht nog een oogenblik, gy moet my naar huis ge leiden. Blyf tot hy komt. Alles is my.npg zo klaarnbsp;niet.
VT F D E TOO NE E L. de VORIGEJT, de minister,Koopm.-RICHTER,
V,
D E MIKI s T E R, in bet uit komen tegen Richter-
erlaat u geheel en al op my: hetftrengfteonderzoek' Zal door het gnntfche huis plaatshebben: degehelezaaknbsp;moet zich ontwikkelen. Qegeh al de anderen) Nu ,nbsp;myn lieve vrienden.' Kom ik vrolyk tot n. De zwemmende die ik met de dood zag kampen, heeft een fteuninnbsp;hetwatergevonden ;hy nadeitden oever; ik wilherametnbsp;n Vol verlangen verwachten. Er zyn ' nog eenige om-ftandigheden, die wel wat ontwikkeling vereifcheii ,nbsp;Iflaar ik ben verzekerd dat alles goed zal eindigen, Mynnbsp;l 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ro-
-ocr page 142-13(5 DE GEVOLGEN vaneen benige LEUGEN,
Romaneske doditer h3(J, door hare Delicaiesfe eei? gantfche familie ongelukkig gemaakt, daar zy waandenbsp;die hoogst gelukkig te maken. Eerwaardige grysf.art!nbsp;wees vrolyk. {tegen fFilhelinine.') Mevrouw, hoenbsp;bevind gy u?
avilpielminE.
Mynheer! ik verlang... ik wacht op hem...
DE MAJOOR.
Ja, uw Excellentie! het gaat my ook zo, God weet het! ik wil my gedurig verheugen, maar hier zit hetnbsp;my; hiei'1... ik zie onophoudeiyk en treurig naar denbsp;deur.
s opniA.
Ily zal komen, en fpoedig komen.
Mevr. LEZER.
Ach, dat hy reeds hier ware! zonder hem is pijzc vreugd onvolmaakt.
Mynh, leze Ki
Goeds Hemel ! als ik bedenk hoe hy my naar huis zal geleiden!., dan zal ik niet meer zo waggelend gaannbsp;(Oudertusfchen [preekt Richter in flilte met den Mi.nbsp;pfSter, en wysr met den vinger op den Bat on.')
DE MINISTER.
Gelooft gy inderdaad ?.,
RICHTER.
Ik bener byna van verzekerd... zo ik het van naby kon bezien...
I
-ocr page 143-TOON E ELSPEL,
DE MINES I ER, tegen den Baron.
En gy .myiiheei '. daar iii u heden van een zo goede iyde heb keren kenireii, zyt gy niet mede verbiydVnbsp;DE B 4 B o N.
6, VoorZ'ker! Jly is inderdaad een goede jonge. Voorlang kende ik heii) van aanziei}, want ik woonnbsp;Dien hem in n hijis.
DE MINISTER*
Ei, ei! in n huis.,. maar gy hebt daar een voor* treflyken ring: zoude ik'dien wel eens mogen zien?
D 3 A R o N, hetn den ring gevende.
Ten uwen diende: het is een erfnis van myn vader.
de MINISTER, den ring befchouwende. Schoon, fchoon! zuiver!.. H9e ^ toch uwinaam?nbsp;DE B Alt o N.
Baron Wildenhain.
D MINISTER,.
En van waar?
DE baron.
Van Munfter, in Westphaien.
Hebt gy ook een paspoort ?
de BARON.
Noen: een man van myn lignd zal wel geen paspoort nodig hebben?
Toch, toch! daar zyn zo vele reizende Baronnen en Cavaliers, dat men de ware van de valfche niet meer
I 5 nbsp;nbsp;nbsp;0!^.
-ocr page 144-13S DE GEVOLGENvaneeneenige LEUGEN, onderfcheideii knn. Gy kost gevaar loopen van hier ofnbsp;daar voor een gelukzoeker gehouden te worden. Qtegennbsp;Richter.') Gy zyt een Juwelier, waardeer toch, ujtnbsp;klucht, dezen ring eens ? hy is fchoon!
Mevr. V. klem.
Ik kan uwe Excellentie verzekeren, dat de heer Ba* ron een ryk Cavalier is: hy heeft gisteren voor tienduizend guldens aan wisfelbrieven van huis bekomen.
DE M INISTER.
Gisteren ? Wisfels ? Wat waren dat voor wisfelbrieven .?
DE BARON, Richter (letk hebbende aange^ zien, ten uiterfte verfchrikt.
Het waren... Franfche papieren.
DE MINISTER.
Gy hebt die waarfchynlyk reeds omgezet?
DE BARON, Richter gedurig aanziende.
Ja, by ,. by den Wislaar Bruner!
DE MINISTER.
Gisteren, of eerst dezen morgen?
DE BARON.
Dezen morgen,
DE MINISTER,tegen een knecht.
Loop eens fchielyk naar den Wislaar Bruner. Ik laat hem vragen: of de Heer Baron Wildenhain dezen morgen voor tien duizend guidensFranfche p.apieren by hemnbsp;heeft omgezet? fchielyk! (de knecht vertrekt.)
DE BARON.
Uwe E.\celIeDtie! ik wil niet hopen dat gy aan myne .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;woor-
-ocr page 145-TOONEELSPEL,
woorden tvvy feit; bovendien, ik fta hier voor geen recht' bank, en ben diergelyke bejegeningen ongewoon. Iknbsp;heb de eer uw dienaar te zyn! (Jiy wil vertrekkend)
DE MINISTER.
, Wacht nog wat, gy zult toch zonder uw ringnie: been gaan.
DE BARON,
Ik verzoek, my dien te rug te geven.
DE MINISTER, terwyl Richter hem den rinir weder geeft, en met het hoofd knikte
Vanwaar hebt gy dezen ring?
DE BARON.
Ik bid andermaal om verfchoning.
DE MINISTER, tfiornig.
Schurkl vanwaar hebt gy den ring? Het is geen erii-pis van uw vader j dat is een leugen! fpreek! hoekvvaamt gy aan dezen ring?
DE BARON.
Ik zal my ten eenigen tyde tegen zulke fchandeyke vragen weten te verdedigen. Qr^ wil vertrekkend)
DE MINISTER.
Geen voet te verzetten! ik eisch een zuivere en ware bekentnis: van waar hebt gy dezen ring?
Mevr. V. klem.
Om s Hemels wille! uw E-vellentie 1 hy is een Baron! een Baron!
DE MINISTER.
Hy is een bedrieger! dit alleen zie ik in hem, en niet anders.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Z E 5
-ocr page 146-14* DE GEVOLGEN VANEEN EENIGE LEUGEN, ZESDE 1 0 O N E L.
DE VORIGEN, EEN KNECHT.
D.
DE knecht.
'e wiskar Bruner doet uw Exellentie onderdanig groeten, en hy heeft heden, noch ooit met een Baronnbsp;Wildenhain Franfche papieren vervyisfeld; hy k(;iu diennbsp;heer ni^t eens.
. nbsp;nbsp;nbsp;DE MINISTER.
Hoort gy het? van waar is de ring?
D E B A a o K.
Ik wil... ik moet het vryuit bekennen... Toenik dezen morgen uitging, vond ik dien op de trap.
DE MIN ISTER.
Een fchandelyke leugen! die ring behoort aan dezen cerlyken man, die dezen nacht befloleu wierd, zo hetnbsp;heette door Siknig , maar eigentlyk door lu Bekennbsp;het, of ik zend om de wacht, (//y wil vertrekken.')
DE.BARON, knielend.
Ik bid uw Exellentie om genade.
Mevr. V. klem.
Oms Hemels wille i...
DE MINISTER.
Hebt gy het kistje gertoleu?
DE BARON.
Ja, ja! ik bid om ontferming.'
DE MINISTER.
floe kwam dat iu de kapkamer van Siknig?
de
-ocr page 147-141
TOONEELSJPEL,
DE BARON.
Ik wierp het door het vengfter dat op de trap is.
DE MINISTER.
Ondeugende boef! voorzeker met een Godloos voornemen! Hoe kwam dat ftuk bellag in de zak van Siknig?
DE BARON.
Ik brak het kistje op de trap; misfchien is dit daar afgevallen, misfchien heeft hy het daar gevonden...nbsp;genade! genade!
DE MINISTER.
Hoe zyn de laarzen van Siknig met zo veel kalk be fmeerd P
DE BARON.
Dat weet ik niet: ik zag de kalk we! en ik niydde die.
DE MINISTER.
Waar is het geld ? waar zyn de overige juwelen ?
DE BARON.
In myn kamer, onder myn bed. Het geld heb ik hief. (/ry geeft zyn goudbeurs aan den Minister.')
. DE MINISTER, tegen Richter,
Zie daar, mynheer! (tegen de amilie van Lezer) Nu kunt gy u verheugen: uw Siknig is geheel onfchul-dig.
Mevr. LEZER.
Ja, wy kunnen ons verheugen! maar nu beklagen dien armen verdoolden mensch! Schenk hem uwe genadonbsp;en zyn vryheid, uw Excllentie! hy zal alles te rug geven , hy zal het nimmer wetr doen.
WI L*
-ocr page 148-I42 DGEVOLGEN vaneenkenigeLEGEN,
wilhelmine en Mevr. v. kleM*
6} Ontferm u toch zyner?
DEMINISTER.
Neeii, vergifnis vvare hier een misdaad' deze is een volmaakte bedrieger. Wie weet hoe veele medepligti-gen hy beeft? hoe veele famiiin hy ongelukkig maakte? Wie zyt gy? hoe is uw naam? want een Baron zycnbsp;gy niet.
DE BARON*
Myn naam is Riemer, en ik was weleer ee\i frifeurt
Mevr. V. klem.
%extfrifeur ' Myntje! hebt gy niets Voor my te ruiken?.. . ik bevind my niet wel! een frifcurt
DE MINISTER.
He! (_eet3 bediende verfchynt') haal de wacht der pa* Jitle , en zorg dat hy intusfchen wel bewaakt word,nbsp;hoort gy? (jegen den Baron') weg, uit myn gezigt!
DE K A D E T.
Sta my toe, uw Exellentie! dat ik hem mag bewaken: hy wilde onzen braven Siknig ongelukkig maken, hynbsp;Verdient zyn ftraf daarvoor! Qh'y trekt zy:t degen voornbsp;den Baron) Geef my uw degen P
DE BARON geeft hem dien.
. Genade! genade!
DE kadet.
Marsch! voort! (_hy vertrekt met hem.)
DE MA JOOE.
Recht,ZO, jonge! de kaerel verdient het! hy was
gC
-ocr page 149-143
TOONEELSP
getuige van onze diepe fmarte, en wierd hierdoor niet aan. gedaan. Ah! zulk een booswicht verdient voorzeker drafnbsp;W I L H E L MI K E*
Maar hy is ongelukkig.
richter.
Mevrouw ! onfcbiildig was ik de oorzaak van uw grievende fmart en bitter lyden! Toen ik daarna al denbsp;omftandigheden vernam berouwde my de naarfporing.nbsp;Ik ben echtgenoot, ik ben vader, en weet en ken hetnbsp;jtevoei van lyden. Zyn Exellentie zal getuigen, hoenbsp;gaarne ik de bekende fom had willen geven, zo ik Hechtsnbsp;uw man had kunnen redden! Hy is onfchuldig, ennbsp;keert welhaast als^zodanig in uwe armen te rug. Sla nunbsp;ook myn verzoek niet af, neem dezen ring van ray totnbsp;een gefchenk, niet als een vergoeding voor zo veel lyden, maar als een aandenken aan my.
wilhelmine.
Ik bid u, mynheer!...
richter.
Neem dit gefchenk van my aan, mevrouw! zyn Ex. ellentie! help my bidden.
DE MINISTER.
Schoone Wilhelmine! neem hem toch aan? maar voor* af moet ik hem als een Corpus dilili nogvan uafvragen.
WILHELMINE.
, Dan neem ik hem liever zo terftond aan, Cay neemt den ring) en zo uw Exellentie hem daarna verlangt te
heb-
-ocr page 150-*44 GEVOLGEN VANEENEENiGELEUGEN,-
hebben, dan heb ik hem verloren. Hemel, zo ik den armen verdoolden hierdoor redden kon!
DE MIMISTER.
Gede, fchuldelooze ziel! gy alleen zyc in flaatuwen man het uicgeftaane leed te verzoeten.
Wilhelm INE, den r ing befchouwende, tegen Koo(gt;m. Richter.
Ik zal, zo dikwyls ik dezen Heen belclioinv, daarin myn armen man niy in ketens verbeelden; maar gy zultnbsp;daar allen by Haan, onophoudelyk werkzaam om zynnbsp;vrouw te troosten, en hem van zyne ketens teontflaannbsp;Mynh. lezer.
Onze zoon blyft lang weg.
W I L H E L M I N E.
Luister! ik hoor, geloof ik, zyn ftc-m.
ZEVENDE TO 0 N E E L.
DE voRiCEN, een bediende, kort daar op
SI K N IG.
DE BEDIEND E.
we Exellentie! de heer Siknigl.. ^
De minister.
Hy kome! (lt;/lt;? Bediende vertrekt?)
ALLEN, uitgenomen Mevrouw v. Klem, gaan hem aan de deur te gemoet.
siKNic,- 't inkomen,
Myne Wilhelmine! myne vrienden! {allen dringen
zich
-ocr page 151-45
T o o N E L SPEL.
itch om hem henen, kusfchen en drukken hem,') Wy hebben u weder!.. Gy zyt de onze! lieve, goede zoon!nbsp;(jlit hoort men alles onder'elkander fpreken.)
DE MINISTER neemt Siknig hy de hana, tegen Wilhehnine,
Hier geef ik u uwen man weder, vry en onfchuldig! noemt gy my nu ook nog zo wreed?
SIKNIG.
Maar hoe? door wiens hulp ben ik bevryd? ben ik zonder verdenking?
DE M INIS TEF.
Dat alles zult gy hierna wel vernemen. Heden is het nw trouwdag, uw bruiloft; op dezen dag moet gy allesnbsp;wat daar buiten is vergeten, en flechts opgeruimd ennbsp;vrolyk zyn. Kom, myn vriend! ik verlang uwe bruiloftnbsp;mede te vieren. Ik zal u naar huis.vergezellen.
Koopm. LEZER.
Veel eer voor ons, uwe Excellentie!
WILHELMINE.
Vooraf, myn Karei! moet gy uwe onbekende wel* doenfter leeren kennen, (sy w^st ep Sophia.) Hier inbsp;zy, dank haar!
SIKNIG.
Hemel! is het mooglyk I ook deze vreugde mag ik genieten ?
SOP H I A.
Sik-
-ocr page 152-f 4lt;5 DE GEVOLGEN van een een ige LEUGEN,
S I K KIG.
6, Dank, onnitfpreeklyken dank! ?.ie toch eens; Dezen fchac [op PFilJiehninc wizende.') hebt gy my gegeten; den geheelen, voor my zo onge'ukkigen nacht, heb ik rondgedwaald om u, al wrs het ook inhetvoor-by ryden door gebaarden flechts myndank te betuigen,
SOPHIA.
GerechteHemel! zo was dan eigenlykmyn voorgewen* de rcis,een voorwcndzel dat my zo onfchuldig fcheen,nbsp;alleen de oorzaak van uw veelvuldig lydyu! o, nooit,nbsp;nooit zal ik weer liegen !
s r K N r o.
Ik ook niet ! om geen prys in de waereld. Edn penige Leugen ha4 by na voor my de verfchriklykllenbsp;gevolgen gehad!
DE MINtSTER.,
Zegmy, myn lieve Siknig! hoe kwamen toch uwa laarzen met kalk bemorst
S I IC N I G.
Dat weet ik niet- Ik dwaalde den gantfehen nacht rond, om niyn onbekende weldoenfcer by haarafreizen,nbsp;voor het'ininst nog te danken, even herinner ik inydatnbsp;ik dezen morgen vroeg voor het huis van den Koopmannbsp;Richter heb gedaan, en totopdeftoep week, dewyl ernbsp;een rytuig voorby reed, waarin ik mynweldoenfternbsp;meende te vinden ; toen ik daarin nier dan mansperfoonbsp;iieii Z3g, ging ik zo terftond naar Iiuis,
-ocr page 153-H7
TO O N E E L S PE
DE MINISTER.
Wy kunnen nu begrypen hoe gy daar onvoorziens in getreden zyt, maar gy had dit bezwaarlyk kunnen be-wyzen. (jegen Sophia.') Dochter 1 daar gy 9e oorzaaknbsp;van alles zyt, zult gy, tot(l:rafvanuwmisdryf,hedenarmnbsp;aan arm met den heer Siknig over de ftraat wandelennbsp;en ik zelf zal dit aan uw Bruidegom fchryven.
SOPHIA.
Z gy dit verkiest, papa!... Als gy al het hier voorgevallene daarby voegt, zal hy voorzeker daarover niet jaloers zyu.
DE MINISTER.
Ik zdf zal de bruid geleiden. Ik geloof , myii lieve Siknig! dat wy aan de gantfche ftad uwe onfchuldnbsp;door niets beters ktinlien bewyzen, Komt,vrienden!nbsp;komt, heden moeten wy allen vrolyk zyn, en ik Z'Cnbsp;wel dat dit hier niet gakt. Ik kom dezen middag metnbsp;myn dochter by u fpyzen.
Mevr. lezer.
Maar, uwe Exellentie 1 Al bet eeten zal verkookt, verbrand en bedorven zyn.
DE MINISTER.
Zyt niet bezorgd, goede mama! wy zullen nog wel iets vinden dat ons fmaakt. Komt, vrienden! laatonsgaan.
(Hy reikt Wilkelmine den arm.)
Mynh. lezer.
En wy, myn lieve Anna! wy zullen volgen, onze
han
-ocr page 154-DE GE\rOLGEN van een eenige LEUG^,
handen opwaarts helFen, en God voor de gelukkige ora. wending danken.
Koopin. LEZER, tegen Richter.
En gy,mynheer! zyt immers ook onze gast?
EIC HTEE.
JMet veel vermaak.
Koopm. LEZER.
Kom, zuster! kom, verheug u met ons; gy zult by ofls ook een goed onthaal vinden. (^Hy reikt Mevr gt;v. Klemnbsp;den arm.')
Mevr. V. klem.
o. Hemel! ik durf iny naauwlyks op de ftraat vertonen... Die ongelukkige frifeur!
de majoor.
En ik wat moet ik doen?-Ik ftijg te paard,
iaat de Turkfche muzyk voor ray heen 'gaan, en roep de gehele ftad door: Siknig is onfchuldig! hy is on-fchuldig.
Einde yan het vierde en laatjle Bedryf.