-ocr page 1-

BIBLIOTHEEK DER RIJKSUNIVERSITEIT TE UTRECHTnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1929

Verzameling tooneel=

stukken uit de nalatensciiap van

Prof. Dr. J. te WINKEL

No,Sli

i

-ocr page 2- -ocr page 3-

■.'■,1 gt;'• nbsp;nbsp;nbsp;i ■ '■-'■•. .*nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;:-T-' ■«. „nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;:

* -quot;■/ '.■‘•V,'i*'- nbsp;nbsp;nbsp;.'■* '

' ■' .....' ' - • nbsp;nbsp;nbsp;ja £7

; ■•• nbsp;nbsp;nbsp;v'.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^ ■••••'•■ quot;

«'•i-.;gt;f./;. ..r V.


■ nbsp;nbsp;nbsp;'..nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;* 1’■■ .■nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;''i'»;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■■

■ nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Hfc •'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;* *nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;• ■ .'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*■' ^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;” 'V *■ 'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;- t»

; ■, • nbsp;nbsp;nbsp;••nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^ »v.

■ nbsp;nbsp;nbsp;gt;' .''„t..nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-'l

■ .. nbsp;nbsp;nbsp;■nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-f ■■■;■•nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;- •nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;V,-.,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;..nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■;•.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.V..-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;;

■ nbsp;nbsp;nbsp;... ' .'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■•f'fnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.. ■ . . l. •••nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.... . •nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■■•nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, i ■-

.•• ■ .# “ nbsp;nbsp;nbsp;■gt; -v ' ■'■nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.»■£nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'■ '■ ■ ■■• •■?■•••■'1,' ' “.v .’.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lt;

.'■,* . •; gt;■'•* nbsp;nbsp;nbsp;i-.i' v' v-’-'ï -.'’-'. .

f nbsp;nbsp;nbsp;‘nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.-.'■ ■f.V. v-.7.■.....

.gt;- :;ƒ;•*: VVj;-quot;5 ^ nbsp;nbsp;nbsp;V '1. :nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.'fV',.:;

' *■' V* ’' •* ■' 'quot;Cl ■ * nbsp;nbsp;nbsp;' .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■■quot;. ■' '' .-ï ■■nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■'

' ■' ■gt;••••* ■■ • -.*■ *. ■- ^ ■quot;*. * .

V nbsp;nbsp;nbsp;'' 'i , 'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;• ” ■ ■'* *•nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;**.’nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;• • V

'*•*' '• '■ •gt; ’• ./ ■, ^ .

*• 1.' ■*, V.'.


•Y* nbsp;nbsp;nbsp;•■'i*’»-' ;r .•nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•* rnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.. •• .. ; v ■nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;• r .*•■ .«.s'

fy.•;■■- ...

• nbsp;nbsp;nbsp;■'■nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;:»v'x' F-. ,i-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.. •nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;J-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;...nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r«t..nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*.•

v j?-'- ' nbsp;nbsp;nbsp;'■ .-. -Vnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;%i.;-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;J,


V S/

l'.r’ nbsp;nbsp;nbsp;' ■gt; .■■; . • .■ '.■■■• ■■»''■»■' ‘i'quot; .. • •'-quot;=

' ^ ■ •; . .gt;.■, •■ '

' • .# V nbsp;nbsp;nbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;• -..quot;erquot;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•- quot;* /**'••nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;..nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;• * ■

.•; ■ ' nbsp;nbsp;nbsp;.' ‘■•«■s'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■. .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'■ ■nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;‘

lt;/»■lt; nbsp;nbsp;nbsp;-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Vnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.4

r- nbsp;nbsp;nbsp;■ .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;;.. .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-...i.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;i ••

M' •

-■ vvti vr^f.*;yvy nbsp;nbsp;nbsp;y ■'■nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■:

..V,-'y.; r nbsp;nbsp;nbsp;y'

yyyV nbsp;nbsp;nbsp;* .V’ ■. ‘quot;v

'V '•.yy- '.. -'v* :

gt;... nbsp;nbsp;nbsp;7.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'ï V . Vnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;‘ ' t' •■■■■'■'

♦ nbsp;nbsp;nbsp;•nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;• *V;''nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•■•.•'»■.• •.. .•nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*'■'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•*■»*.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;»9’.’nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'V •

j'y'x. nbsp;nbsp;nbsp;'y ■.■■■)■ •’ 'y.'.j.

•vi'V-■.■. •■■y.'. nbsp;nbsp;nbsp;*■ 'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.yv

-ocr page 4-





:;j»



IK


n ■


-/


. ^



-ocr page 5-

AMERIKAAN

B L T S I^\E L.

Gevolgt naar het Ffanfchc. Tweede Druk,nbsp;Merkeljik veranderd en verbeterd.

s

*r n AMSTELDAM,

By Izaak Duim, Boekverkooper, op de hoek van de Voorburgwjd. en Stilftecg, 1756.

Met Frivijegief

. bibliotheek der

' Rijksuniversiteit

utrecht.

-ocr page 6- -ocr page 7-

A'A N

Den Weledelen Heere,

den heere

M^ JAN CASPER HARTSINCK;

E QUIP AGIEMEE STER VAN HE tEdEL-mogende Collegie ter Admiraliteit TE Amsterdam.

REGENT VAN HET OUDE MANNENHUIS, amp;c. amp;c.

Eeh Vreemdeling, in t woest Amerika gebooren. Wiens aardigheid int Franschaan veelenkaiibekoorea.nbsp;Vraagt om uw gunst daarhy, intNederduitsch gewaad ,

Nu komt, onkundig in Gewoontens, Wetten, Zec-den,

* 2 nbsp;nbsp;nbsp;Slechts

-ocr page 8-

Slechts door Natuur verzeld, het Schouwtooncel betreden , nbsp;nbsp;nbsp;:'

En zich ziet blootgefteld aan Laster, Nyd en Haat. Doch om het driest gewoel dier Monftcrs niet te duchten,nbsp;Legt hem myn Zangfter, als een Eerstling haarernbsp;vruchten,

Voor uwe voeten neer, met dceze hoop, dat Gy, Gewoon den Ouden Stok te kocftren en te voeden,nbsp;Hem vans gelyken, als een Voedfterling, behoeden,nbsp;En met zyn-Vreemdlingfchap zulthebben medely.nbsp;Gelukt haar dit, en kan (wel vetr van roem te dtaagen,)nbsp;U dceze Amerikaan maar eenigiins behaagen?

Zo acht zy haare moeite en arbeid ruim betaald.. Ontfang hem dan van haar, niet zonder veel gebreken.nbsp;Met gunst j dusdoende zult ge enlustenyverkwcekcn.nbsp;Waar door ze u ligt na deeze op Edler wyze onthaald.

H: VAN ELVERVELT.

C O-

-ocr page 9-

C o P Y E

VAN DE

PRIVILEGIE.

De State van Holland en Weftvrie/land doen te weeten; alzo Ons te kennen is gegeven hy de Regenten van het Wees- en Oude Man-lenhuys der Stad Amfterdam , en in die qualiteyten te famen Eygenaars,nbsp;htttsgaders Regenten van den Schouwburg aldaar, dat zy Suppliantennbsp;eenige Jaaren hadden gejoilTeert van 't Oftrooy ofPtivi'.egiebyhennbsp;''an Ons op den ij May 1714. geobtineert, waar by Wy aan hun Supplianten goedgunirelyk hadden geaceordeert , en geoftroyeert, om,nbsp;Seduurende den tyd van vyftien doen eerftagter een volgende Jaaren ,nbsp;de Werken, die ten dienfte van het Toneel reets waren gedrukt, en vatnbsp;^d tot tyd nog verder in het licht gebtajt, enten Toneeie gevoelt zou-en mogen werden, alleen te mogen drukken , doen drukken, uyt-geeven ende verkoopen, en bevonden dat de Jaaren, by't voorfz. Oftroynbsp;nfPrivilegie genoemt, op den ii May lyzg.ftonden te expireeren , ennbsp;dewyle zy Supplianten ten meelten dienfte van den Schouburg, waarnbsp;''an hunne refpeftive Godshiiyzen onder andere mede moeten wordennbsp;gefuftenteert, de voorgenoemde Weiken, zo van TreurfpeJlen, Eiy-'pellen, Klugten , als anders, die reets gedrukt, en ten Toneeie ge-''oert waren , of in toekomende gedrukt, en ten Toneeie gevoeit zoudenbsp;mogen werden , gaerne alleen , gelyk voorheen, zanden blyven druk-*'an, doen drukken, uitgeven en verkopen, ten einde dezelve \verken,nbsp;^oor het nadtukken van andere, haar luifter, zo_in taal, alsitilpel-*nft, nietniogten komen te verliefcn ; en dewylfulx haar Supplianten na de expiratie van 't bovengemelte Oftroy, niet gepermitteettnbsp;, EO keerden zy Supplianten haar tot Ons, revercniciyk verzoe-kende, dat Wy. aan hun Supplianten in k;va!ite\-ten voorfz. geliefdennbsp;te verleenen prolongatie van het voorfz. Oftroy of Privilegie, om denbsp;Voorfz. Werken, zoo van Treurfpellen, Elyipellen, Klugten, als anders, reets gemaakt, enten Toneeie gevofrr, of als nog in het ligt tenbsp;brengen, en ten Toneeie te voeren , den tyd van Vyftien eetftkomeilrnbsp;de, en agtercenvolgende laaren , alleen le mogen drukken, cn Verknopen, of te doen drukken, cn verkopen, met verbod aan alle andere op I'eckere hooge Peene by Ons d.aar tegen te Statueercu, SOO ISnbsp;t, datWy, de Saake ende't voorfz. verzoek overgemerkt hebbende,nbsp;ende geneegen weezende ter beedc van de Supplianten, uyt Onze regtenbsp;'veienfchap, Souver.aine Magt ende Authoriteyt, defelveSuppliaiucnnbsp;geconfenieert, geaceordeert, engeoibroyeerthebben, confenteeren ,nbsp;accordeereaenoamp;oyeeteiihen by dezen, datZ.y, geduwende den tyd

ojuca

-ocr page 10-

Tan Vyftien eerft agteteenTnlgende Jaaren, d vooift. Wrken, dl# ten dienften van het Toneel reets vraten gedrukt, en van tyd tot tyd nognbsp;verder in het Jigt gehragt, en ten Toneeie geroert zouden mogen werden , in dier voegen, als zult hy de Supplianten is verzogt, en hiernbsp;vooren uytgedcukt ftaat, binnen den vooifz. Onzen Landen alleen zullen mogen Drukken, doen Drukken uytgevenende verkopen, veibie-deiidedaatommealleendeeenenygelyfcen dezelve Werken, in'tge.nbsp;heel ofte ten deele te Drukken, naar te Drukken , te doen Naatdruk-ken, te verhandelen, ofte Verkopen, ofteeldersNaatgedruktbln-Bcn den felven Onzen Landen te brengen , uytte geven, ofte Verhandelen en Verkopen , op Verbeurte van alle de nagedrukte , ingebragte.nbsp;verhandelde of vetkogte Exemplaren, ende een boete van drie duyfendnbsp;guldens daar. en boven te verbeuren, te Appliceeren een derde partnbsp;voor den OflRciet, die de Calange doen zal, eenderde part voor dennbsp;Armen derplaatzen daar het Cafusvoor vallen zal, en dehetrefteeren*nbsp;de derde part voor de Supplianten , ende dittelkenszo meenigmaal,nbsp;als de-elve zullen werden agtethaalt, alles in dien verftande, datWynbsp;de Supplianten met dezen onzen Oroye alleen willende gratificeerennbsp;tot veihoedinge van hunne fehade door het Nadmkken van de vooifz.nbsp;Werken, daar doot in geenigen deele verftaan, deninnehoudenvannbsp;dien te autoiifceien, olte te Advouren, ende veel min dezelve ondernbsp;onzepwtexe, ende befchetmlnge, eenig meerder Credit, aanzieanbsp;ofte reputatie te geeven, nemaai de Supplianten incas daar inne ietsnbsp;onbehootlyks zoude influten , alle hetzelve tot hunne Laften zullen

fehouden weezen te verantwoorden, tot dien eynde welexpteCfelyk egereiide, dat by al dien zy dezen onzen Oroye voor dezelve Werkennbsp;zullen willen ftellen, daar van geene geabbrevieetde ofte gecontraheerde mentie zullen mogen maken, nemaar gehouden wezen, hetzelvenbsp;Oftroyln 'tgeheel, en zonder eenige ommiffie daar voor te drukken ,nbsp;ofte doen drukken , ende datzy gehouden zullen zyn, een Exemplaarnbsp;van devoorfz. Werken, op Groot Papier, gebonden en wel gecondi-tioneert te brengen in de Bibliotheek van onze Univeritteyt te Leyden,nbsp;binnen den tyd van zes weeken, na dat zy Supplianten dezelve Werkennbsp;zullen hebben beginnen uyt te geeven, op een boete van zeshondertnbsp;guldens, na expiratie der voorlz. zes Weeken, by de Supplianten tenbsp;verbeuren ten behoeve van de Nederduytfe Armen van de plaats alwaalnbsp;de Supplianten wonen; voorts op peene van met er daad verfteeken tenbsp;zyn van het effea van dezen Oamp;oye. Sjit ook de Supplianten, fchooo

by het ingaan van dit Oflroy een Exemplaai geleveit hebbende aan d vootfz. Onfe Bibliotheek, by zoo vcrrezygedu .rende den tyd van dilnbsp;Oftroy defelve Werken zouden willen herdrukken met eenige Obletva'nbsp;tfett. Noten, Veranderingen, CorreiSfin , Vermeerderingen of anders, hoe genaamt, of ook in een ander formaat, gehouden zullennbsp;zyn wederom een ander Exemplaar van dezelve Werken, gecoaditio-jieert als voren, te brengen in de voorfz. Bibliotheek, binnen defelvenbsp;tyd, enopdeboeteenpenaiitcyt, als voren. Ende ten cynde de Sup-p nten defen onfen Cenfente ende Otlroyc mogen gemeten als naatnbsp;behooren, laften wy allen ende een yegelyk , die't aangaan mag datnbsp;zy de Supplianten van den inhoude van dezen doen, laten, ende gedo-

fen , ruftelyk , vtedelyk , ende volkomentiyk genierenende geamp;tuy' en, ceQeieade idle belet tetcpntiwe. Gegeven In den Hage, ondet

va$

-ocr page 11-

nzenGrootenZegele hier Mn doen hangen op den zevenentwintigfte ^^'Viin'tjaar onzes Heereende Zaligmakers dayfend zeven hondeicnbsp;agtentwintig.

]. G. V. oetzelaa^

^ndei fiond, tci Ordonnantie van de Staten , was getekent

lager fiond.

WILLEM BUTS,

Aan de Supplianten zyn, nevens dit OSroy ter hand geftelt by Eattradl Authenticq, haar Ed. Gr. Mog. Refoluticn van den z8 ]uny, 1715,nbsp;*n 30 April, 1718. ten einde om zig daar na te reguleeren.

De Re G E NTEN van het Wees-en Oude Mannenhuis hebben in hunne voorfz. qualiteir, het Recht van deze Privilegie , alleen voor den tegenwoordigeixnbsp;Druk, van De Amerikaan,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vergundaan

IzAAK Duim.

In Amfieldam den iden April^

-ocr page 12-

VERTOONERS.

Orontes, Vader van Flaminia.

Flaminia, Dochter )

^van Orontes. Violette, Meid J

L E LI o, Minnaar van Flaminia.

M A RI o j Vriend, en Medeminnaar van Lelio.

FILI p y N, een Wilde van Canada, uit het Noord ,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;I/ke Amerika.

J A N o 3 vriend yan Mario.

S c A p Y N, Knecht van Lelio,

Kramer.

Onderschout, met drie Dienders.

Eenige hediendem van Mario, verbeeldende Htmen, en

C u PID o j met hun Gevolg, Dansfers.

Het Tooneel is in Marjfeile. Het Blyjpel begi?a des Middtags , en eyndigt des Avonds.

D

-ocr page 13-

Pag.

D E

AMERIKAAN^

B L T S P E L.

EERSTE BEDRYF.

EERSTE TOONEEL.

N.

S alles vaardig ?

S C A P Y N.

J a,myn Heer,g7 kunt vertrekken, Wanneer gy wilt.

L E L I o.

k Meen hier den tyd niet uit te rekken; Pe afweYenheid verwekt me een fmartelyke pyn.nbsp;k W il morgen vr den dag nog uit Marfeiile z.yn:

Want yder oogenblik, dat ik myne uitgeleezen paminia nog misf, fchynt my eene Eeuw te weezennbsp;k Gaf my weer met vermaak aan t hevigfte onweernbsp;Aan dolle ftormen en orkanen, ja, hoe groot (bloot Jnbsp;Oezelve ook waren; zo my die in minder Honden,nbsp;Tot myn genoegen, by myn fchoone voeren konden.

S c A P Y N.

Wc ftel de ftormen en orkaanen aan een zy,

Wgt;ewyl dat reistuig veel te lastig is voor my.

A nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ik

-ocr page 14-

s nbsp;nbsp;nbsp;DE AMERIKAAN;^

Ik heb het eens beproefd. Die ftorm-en onwervlaagen, Xyn fleets in ftaat om elk een fchrik op^t lyftejaagenlnbsp;Wy hebben daar,myn Heer,een voorbeeld van geziennbsp;In -onze Schipbreuk j des zou ik veel liever tien,

Ja, twintigmaalen, zulk een ongemak vervloeken. Dan nmaal byftand van de ftormen te verzoeken,nbsp;Waar door men telkcns raakt op doever van den dood.nbsp;En wil je een krachtiger befchryving van dien nood?nbsp;Spreek uw Amerikaan.

L E L I o.

t Is waar, die fcheen bezweeken: En hadden wy zo diep niet in t gevaar geftceken,

k Had moeten lagchen, toen hy my uit al zyn magt Verwenschte,om dat ik hem hadde intgevaargebragt.nbsp;S c A p y N.

Nochtans was hy daar na het minst van all verleegen. Toen t water de overhand had in het Schip gekreegen.nbsp;Zag hy na floep noch boot, om zich te bergen; wantnbsp;Hy fprong in zee,en zwom gelyk een Eend naar land.nbsp;En fcheen het bulderen der golven niet te fchroomen:nbsp;Dus was hy t lyfsgevaar ook teerst van allontkomen.nbsp;En kreunde zich niet eens wien hy er in liet 1nbsp;L E L 1 o.

Maar,

Waar hebt gy Filipyn gelaaten ?

S C A P Y N.

Hier en daar,

Al fnufFelende, loopt, en kykt hy wat in t honderd. En flaac op alles,dat hem voorkomt,zo verwonderd.nbsp;Dat elk moet lagchen om zyne opgetogenheid.

L E L I o.

k Geloof het wel, en k heb t daar ook op toegeleid. Want, ora t verrhgak dier vreugd tot heden uit te rekken ,nbsp;Hebbe ik aan al het volk verboden hem te ontdekkennbsp;Wat onz gewoontens zyn. De groote en fchrandre geest,nbsp;Die t eikens uitblonk ia zyn antwoord, was het meest

Die

-ocr page 15-

B L y S P E L; nbsp;nbsp;nbsp;I

Die my aanfpoorde, om dus, met zyne onweetenhedeii, Hem hier te brengen in Europa; en de redennbsp;Zyn deeze: ik wil in hem Natuur ecns zien gefteldnbsp;Recht tegen over al de Wetten, Konilen, Geld,

En Weetenfchappen die wy hier bezitten. *k Reeken^ In die vericheidenheid zal iets bezonders fteeken,

S c A p y N.

Dat loof ik ook,myn Heer.

L E L I o.

Maar ga,het wrd uw tyd i Ik heb nog iets te doen: maak dat gy vaardig zytnbsp;Met al het nodige, en ook dat men niets op morgennbsp;Vergeete,

S C A P Y N.

Goed, myn Heer. k Zal alles wel bezorgen,' TWEEDE TOONEEL,

Ma Rio, LELiorer zji/M in gedachten.

FOrtuin , hoe wankelbaar , fchikt alles naar myn wensch.

Dies acht ik my in t kort een zeer gelukkig mensch; En k zal nu ook geloof aan t fpreekwoord moetennbsp;, geeven,

ff at s menfehen huwlyk in den hemel is befchreevcnj zyn vervulling hier by ons op aarde heeft.nbsp;Haminia, die t al in fchoon te boven ftreeft.

Was nauwlyks hier , of k wierd gedwongen haar te , tninnen.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^ (winne,

k Heb reeds haar s Vaders woord. Wen ik haar hart kafl Is myn geluk voltooit, en ik verkryge alzo ...

Maar zagt wien zie ik daaris t niet Heer Llio ? 'Jja, hyist. Myn vriend,'k heb de eer van u te groeten 1

-ocr page 16-

'4 DEAMERIKAANj L L I o.

Ach! Mario, 2yt gy t? wat vreugde, u hier te ontmoeten. Mario.

Ik ben verblyd, myn Heer, van u nog wel te zien: Maar toch uw ongeluk is my zeer leed. Indiennbsp;Het dus geleegen is, dat ik geloof moet geevennbsp;Aan allei, dat men my uit Spanje heeft gefchreeven,

Zo is die Schipbreuk u zeer fchadelyk geweest ?

L E L I o.

k Was byna alles kwyt; doch heb gelukkig t meest. Dat reeds verloeren fcheen, nog wederom gekreegen;nbsp;En t geen nog weg is, daar is weinig aan geleegen.nbsp;Mario.

Het is my lief, nu ik het tegendeel weer hoor.

Ik wensch er u geluk en voordeel me. Maar door Welk toeval zyt ge toch in deeze Stad gekomen?

L E L I o

Ik hebbe al willens hier myn Reis op toe genomen Om zo veel te eerder een beminnlyk voorwerp, datnbsp;My naar Itaalje roept, te zien : haar Vader hadnbsp;Ons Huwlyk toegeftaan, vernoegd en wel te vreden jnbsp;Wy ftonden op het punt van in den Echt te treden.nbsp;Toen ik genoodzaakt wierd naar Indin te gaan.

Om daar eene Erffnis van veel waardv, van daan Te haaien, en wyl ik, daar komendef myn zaakennbsp;Vereffend vond, liet ik weer alles vaardig maakennbsp;Tot myn te rug reis, en begaf my weder Scheep.

k Leed Schipbreuk op een kust van Spanje! doch ik greep

In t nypen van dien noodweer moed, ik deed myn beste

Om de overblyfzelen te bergen; cn ten leste,

Na dat ik orde op t een en t ander had gefteld,

Heb ik my ingefcheept naar deeze Stad, verzeld Van een Amerikaan, dien ik, om de aardighedeanbsp;En fchranderheid, die hy liet blyken in zyn reden,nbsp;Bewoog, dat hy my volgde cn zyn gewest verliet,

En in wiens by zyn ik zeer veel vermaak geniet.

Nu

-ocr page 17-

B L Y S P E L, nbsp;nbsp;nbsp;y

Nu wilde ik gaarne, indien my weer en wind gekeken , Van bier ten ecrften naar Itali overlleeken.

Mario.

kBen opgetogen van verwondering! en bereid.

Om uw vertrouwenheid met myn verrrouwenheid Te volgen. Weet 3 myn vriend,kftaook op tpunt vannbsp;trouwen,

Met eene Juffer, die een pronkbeeld is der vrouwen.

L E L I o.

Wyl ik verzekert ben, dat gy een keur gedaan 2ult hebben, uwer waard, is daar geen twyffel aan.nbsp;Mario.

Zy is beminnlyk, Ryk, vol deugde en goede Zeedeni L E L I o.

Die fchoone is waardig om te worden aangebeden.

Ze is hier geboortig, zo k niet anders denken kan ? Mario.

Neen, uit Italien Zy is de Dochter van Een myner vrienden, die, niet lang gelen, om zaakennbsp;Van aangelegenheid, zyn Reis heeft moeten maakennbsp;Naar deeze Stad: en wyl hy zich by my bevindt.

Zag ik die fchoone, en heb haar daadlyk teer bemind. Ik fprak haarV ader,die nog nauw myn voorflag hoorden.nbsp;Of gaf my voort zyn ftem. Zie daar in weinig woordennbsp;Myn zaak.

L E L I o.

Ik wensch, dat zy veel jaaren met u leev.

En haar bekoorlykheid u Heets genoegen geev. Mario.

Ik dank u. Doch ik hoop, gy zult u niet rerfchoonen. Maar doen my de eer aan van myn Bruiloft by te woo-L E L I o.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(nen?

Ik zou me zelfs daar al genodigd hebben; maar Gy mint, en by gevolg kent gy maar al te klaarnbsp;Die ongerustigheid der minnaars in hunn zinnen.nbsp;Wanneer ze afwezig zyn van haar die zy beminnen?

tVerliefde hart verlangt; dierhalven zyt gegroet.

A 3 nbsp;nbsp;nbsp;Ik

-ocr page 18-

6 DE AMERIKAAN-

Ik heb noch iets waar op ik orde ftellen moet, Vermits ik morgen vroeg vertrek, k Heb al myn Zaakennbsp;Paar na gcfchikt.

M A R I o.

Ik kan uwe yver juist niet wraaken^ Dewyl ik weet hoe een verliefde ziel verlangt,

Die niet kan rusten vr zy haar begeerte ontfangt.

L E L I o.

Om de oude vriendfehap weer op vasten grond te leggen, Zal ik, eer ik vertrek, vaarwel u komen zeggen.nbsp;Mario.

Vaarwel dan.

L F. L I o.

Laat ons gaan., .maar daar is Filipyn. DERDE TOONEEL.

NF I L I P Y N.

Ooit zag ik zotter volk, als deeze Wilden zyn? Hier s allerhande foort. Daar zyn er veel, die draagennbsp;, De Ichoonfte kleederen die ooit myne oogen zagen!nbsp;Daar zy zo trots op zyn, dat ik heur wel, indiennbsp;Ik zelf niet beeter wist, voor Goden aan zou zien.nbsp;Die Hutten noemen zy Paleizen en Gebouwen.

Ze worden voortgefleept in zeker foort van Kouwen! Weer andre laaten zich bedienen pront en net.

Men geeftze fpyze en drank; men leidze na het Bed^ Men haaldze er ook wer uit i na t my heeft toegefchee-nen,

Zou k zeggen, dat dit volk geen Armen had noch Bee-\yant waarom dient hier elk,als wy,zich-zelve niet.? (ncn! L E L I o.

Hy maakt aanmerking op al t geen hy hoort en ziet. quot;Al wat Ihem voorkomt acht hy wonderlykc zaaken.

, nbsp;nbsp;nbsp;Tl,

33

-ocr page 19-

B L Y S P vE L. nbsp;nbsp;nbsp;7

5, Ik moet my cens met zyn denkbeelden wat vermaa-Ho! Filipyn, ik wensch u goeden dag. nbsp;nbsp;nbsp;(ken.

F I L I P Y N.

Ach, vrind,

Zyt gy daar? t is me lief dat ik u weder vind.

L E L I o.

Wat dunkt u van dit Land? vind gy niet alles aardig? Bckoorlyk ? en is t met wel dubbeld pryzens waardig ?nbsp;F 1 L I P V N.

Neen,t is in t allerminst geen pryzcns waardig. Want, Dit Vrankryk fchynt een ilecht en een bedurvenLandnbsp;Te weczenj daarom laat ons, zonder tydverliezen,nbsp;Maar weer vertrekken , vrind, en pakken onze biezen,nbsp;L E L I o.

Waarom?

F I L I P Y N.

Om dat men hier een foort van Wilden ziet, Dat fors en onbefchaamd een minder foort gebiedt.

En zich daar ook van laat bedienen: en die andren. Schoon meerder in getal, zyn bloodaarts met malkan- dren.

Kortom, ik zie hier veel dat my mismoedig maakt.

L E L I o.

Gy zult noch pryzen t geen gy nu onweetend laakt. Hier zyn geen Bloodaarts, maar veel dappre en fchran-F I L I p Y N.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(dre geesten.

Ei wat, je lykt hier maar een party lompe beesten!

L E L I o

Gy eert ons al te veel! maar denk, dat ge in dees tyd Niet meer by Wilden, maarbefchaafde volkren zyt,nbsp;Filipyn

Befchaafde volkren 1 wat wil zulks te kennen geeven ? Wat zyn t?

L E L I o.

t Zyn volkeren, die onder Wetten leeven. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Filipyn.

*doe onder Wetten ? zeg eens, wat voor Wdcn z.yn A 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Die

-ocr page 20-

8 nbsp;nbsp;nbsp;DEAMERIKAAN;

Die Wetten toch?

L E L I o.

Het zyn geen Wilden, Filipyn.

Het is een orde die gehaald is uit de Recden,

En maakt, dat we onzen plicht dus niet te buiten treeden, Zo dat wy daar door wys en eerlyk worden: want,

De Wetten brengen veel verlichting aan t verftand.

F I L I E Y N.

Ja, zeker, zegje dat? zo kan ik duidlyk hooren,

Dat jylui van Natuur word ftapel gek geboorenj Daar fchellemachtig by van inborst!

L E L I o.

Maar waarom?

Filipyn.

Om dat je t zelver zegt; en wil je t weeten ? kom,

Ik zal jouw ftelling met jouw eigen zeggen dooden. Hoor toe, indien jelui hier Wetten hebt van noodennbsp;Om wys te zyn, zo is t een teeken , dat je vannbsp;Natuur maar gekken zyt? zo k recht begrypen kan.

L E L I o,

Cy hebt dus verr gelyk, k wil dat niet tegenfpreeken. Wy worden ook, zo wel als andren, met gebrekennbsp;Gebooren, maar die zyn ook weer gedaan, wanneernbsp;De Reeden ,| onderfteund door eene Opvoeding, weernbsp;Die kwaal verbeeteren.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,

Filipyn

Bezit jelui ook Reeden?

L E L I o.

Wel zonder rwyfel. Hoe?

Filipyn.

Ei wil my eens ontleeden,

Hoe zy er uit zien ?

L E L I o.

Maar, by wat gelykenis ? Filipyn.

Ey die, wat de eigenfehap van joului Reeden is,

L '

-ocr page 21-

B L Y S P E L; nbsp;nbsp;nbsp;9

L E L I o.

t Is een Natuurlyk licht, het welk ons komt te ftadc In alle 7.aaken, en dat ons het goede en t kwaadenbsp;oet kennen, daar by leert, hoe datwy met fatfoennbsp;Het kwaade myden, en het goede moeten doen.

F I L I p y N.

Hoe! joului Reeden xyn dan net als on7 Reeden ?

L E L I o.

Zo is t, dat hebt gy wel begreepen: want de Zeeden Zyn wel verfcheiden, maar de Reeden zelf zyn doornbsp;De heele waereld n.

F I L I P Y N,

Dat komt my kluchtig voor. Bezit je Reeden, vrind, wat doe je dan met Wetten?nbsp;Want immers zegje: dat de Reeden ons belettennbsp;Het kwaad doen, en ons zelf aanfpooren tot het goed :nbsp;Is dit nog niet genoeg, voor die zulks weet en doet ?nbsp;L E L I o.

t Verftandis u te klein, en hoe gytookmoogt flypen, Gy kunt de nuttigheid der Wetten niet begrypen:

Zy maaken, dat men met zyn evennaasten leeft Als Broeders, en daar by dOpvoeding die m ons geeft,nbsp;Maakt ons beminnlyk : ik zal maar eens onderftellen ,nbsp;Als we iemand een prefent aanbieden, zo verzeilennbsp;Wy t zelve met een foort van Complimenten; metnbsp;Beleefdheid; t welk de zaak vry meer waardye aanzet.nbsp;F 1 L I P Y N.

Dat moet al koddig zyn, beleefdheid en prefenten.

Ei maak me, zo je wilt, ook eens wat Complimenten, Opdat ik weet hoe zy er uit zien ?

Onderftel

L E L I o.

Eens, dat ik u verzocht ten Eeten.

t Is heel wel.

F I L I p y N.

. nbsp;nbsp;nbsp;L E L I o.

In plaats dat ik u dan zou zeggen, of doen weeten,

A 5 nbsp;nbsp;nbsp;Ho!

-ocr page 22-

lo DE AMERIKAAN;

Ho! Filipyn, gy moet van Avond met my Eeten; Zou k zeggen, nak u had op deeze wys begroet:nbsp;Vriend, Filipyn, k verzoek dat gymy de eere aandoet.nbsp;Van deezen Avond, om by my te komen fpyzen ?

k Hoop, dat gydit gering verzoek niet af zult wyzen. Schoon.....

Filipyn, Laichende.

Ik moet lagchcn, hoe k me zelven ook bedwing! Wat is een Compliment een duivels aardig ding?

L E L I o , makende nog eenige Coviplhnenten. Schoon ikujuistnietkannaaruw verdienfte onthaalen...nbsp;Filipyn.

Foei) weg, dat Compliment verveelt me.

L E L I o.

Ik heb veel maaien

Gewenscht, u beeter te trakteeren, maar.... Filipyn,

Wel aan,

Doe dat maar, en laat al die andre praatjes liaan.

L E L I o.

Maar dit belet my niet dat ik u zal trakteeren;

t Gefchiedt alleen om u een Compliment te leeren. Want...

Filipyn

Nou, dan fta ik ook dit Compliment je toe, 6 Indien t je niet belet my wel te onthaalen; doenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;k

Dan maar gelyk je zegt. Hoewel, myn vrind, ik kanje ^ Verklaarcn, k had zo lief, dat jy me zonder franjenbsp;Maar had gezeid, dat jy my wel trakteeren wilt:nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^

All de andre omftandighen acht ik maar tyd verfpilt.'^ L E L I o

Dit voordeel is nog wel t gcringfte, t'geenwy vande^ Opvoeding door den tyd genieten hier te Lande.

Filipyn. nbsp;nbsp;nbsp;^

t Is waariyk klein genoeg. nbsp;nbsp;nbsp;

L E L I o.

Een goede Opvoeding is De?

-ocr page 23-

B L Y S P E L. nbsp;nbsp;nbsp;II

tnensch noodzaakelyk; want zyn geftelten'': teniet daar van een vrucht, d ie nimmer kan verveelen,nbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;F I L I P Y N.

Wat toch ?

L E L I o.

j.. nbsp;nbsp;nbsp;Zy maakt ons voor eerst in alle deelen ,

Eiefdadig en beleeft.

F I L I P Y N.

Nou, dat is noch niet vreemt,

^ nbsp;nbsp;nbsp;L E E I o.

En dat men deel ook in een s anders finerten neemt.

^ nbsp;nbsp;nbsp;Fieipyn.

3 Zo!

L E L I o.

Zy maakt dat wy behoefte haar vcrfchaffen,

t.,. nbsp;nbsp;nbsp;F 1 L I P Y N.

Eieve!

L E L I o.

p, nbsp;nbsp;nbsp;Zy leert ons de ichuldigen te ftrafFen,

En Wr de onnooslen te befchermen.

F I L I P Y N.

Dat gaat an.

p. nbsp;nbsp;nbsp;, L E L 1 o.

^or haat is t, dat men ook hier alles krygen kan,

I aan zyn deur, al wat men ndig hebbe, en zonder Wy verplicht zyn tot de moeite, van het ondernbsp;een of danderen te loopen zoeken, neen :nbsp;yet Word by ons gebragt. Wy hebben Hechts alleennbsp;P^e kommandecren, en voort zyner honderd menfchen,nbsp;te alles brengen wat wy zouden konnen wenfclien.

^ nbsp;nbsp;nbsp;Filipyn.

eWat zegje! word jou hier gebragt al t geen je vraagt?-naem je zo van elk, al wat je maar behaagt? doen ze dat om jou de moeiten uit te winnen,nbsp;^utt zelf te zoeken? ,

L E L I o.

. nbsp;nbsp;nbsp;J*-

a nbsp;nbsp;nbsp;p 1.

-ocr page 24-

32

DE AMERIKAAN^

Filipyn nbsp;nbsp;nbsp;^

Dan ben ik in myn zinnen

Niet meer verwonderd, dat je hier zo lekker Eet, nbsp;nbsp;nbsp;^

Zo t hier dus toegaat; en ik merk nu ook kompleetj;^ Dat jylui in de grond niet deugt, maar datdeWetteC~nbsp;Door die vcrbeetering, jou meer geluk byzetten,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^

Dan wy verkrygen van Natuur? dierhalven ben Ik jou verplicht dat jy me hier gebracht hebt; en,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^

k Zal t ook ten allen tyd met dankbaarheid belooncO^ Des hoop ik dat je dees myn domheid zult verfchooneonbsp;Want jy ziet zelf, dar ik niet uiterlyk zo rasnbsp;Befpeuren kon, dat hier het Volk zo eerlyk was ?nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^

En zal u wel hier na het overige ontdekken. (ken ^

Zo ist. Maar ik heb nu geen tyd meer. k Moet vertrellt;^

Filipyn.

t Is wel.


VIERDE TOONEEL.

D,

Filipyn.

'It Land is al heel kluchtig in myn ziO'j, Wie droeskop kon zich ooit bedenken, dat er in ^nbsp;De waereld ook een foort van menfehen was, dat ordeigt;^nbsp;Of Wetten nodig had, om goed of vroom te wordeS

VYFDE TOONEEL.

Orontes, Flaminia, Violette, Filipyn, wandelende gints en weer overnbsp;V Tooneel^ zonder iemand te zien.

Orontes.

At dunkt u, Doch ter, van dees Landaart ? nbsp;nbsp;nbsp;j

Flaminia. nbsp;nbsp;nbsp;j

kVind dit LaC

Yf

-ocr page 25-

B L Y S P E L. nbsp;nbsp;nbsp;ra

Vermaaklyk, Vader.

O R o N T E S.

^ nbsp;nbsp;nbsp;^k Wil dat wel geloove;i, want,

;t^it Vrankryk is vooralen van heerlyker Landsdouwen, ons Itali-n. Maar z.ou t u niet berouwen,nbsp;gy hier blyven moest ?

Flaminia-

. nbsp;nbsp;nbsp;O neen, k 2ou met pleizier

o ^ier blyven,

o nbsp;nbsp;nbsp;O R o N T E S,

^ nbsp;nbsp;nbsp;Dat komt wel Weet dan, dat ik u hier

^ok al verloofd hebbe, aan eenvan myn beste vrinden j meen Heer Mario, daar wy ons thuis bevinden.

F L A M I N I A.

I' Hemel l wat ik hoor. En Lelio ?....

O R o N T E S.

Dien moet

Py nu vergeeten: want, dewyl hy al zyn goed,

^at hy voorheen bezat, door Schipbreuk heeft verloeren, ro laat zyn ftaat u niet meer toe naar hem te hooren j.nbsp;Och hem niet meer naar u.

' L A M I N I A.

i'h nbsp;nbsp;nbsp;W at raakt zyn ftaat my?hy

^^ttiint my, en blyft fteets beminnelyk voor my.

;i)^l heeft het los geval hem nu op t onvoorzienfte ;0 Van goederen beroofd, hy houd toch zyn verdienfte.

^ nbsp;nbsp;nbsp;Orontes.

^rdienften hebben uit, by die zyn goed verliest, vv,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Flaminia,

jjel voor een ziel die omt genot vant goed verkiest^ ^aar niet voor my, neen: indien zyne ongelukkennbsp;^och waar zyn, zal ik hem uit allzyn rampen rukken ,nbsp;^tn hem te koestren, en door Liefde weer voldoen, ,nbsp;^1 t geen de Stormen hem ontnamen door haar won.nbsp;bnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Orontes.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(denj

^aadpleegt niet met uw hart, maar voeg u naar de Ree-ii! Oordeel zelf dan eens, of uw genegentheden

'i nbsp;nbsp;nbsp;gt;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;D o

-ocr page 26-

de AMERIKAAN:

Voor hem, niet ftrydig met de Reeden zyn? nbsp;nbsp;nbsp;Jy

F L A M I N 1 A. nbsp;nbsp;nbsp;^

O neen. I)

Myn hart komt daar in met de Reeden overeen, FiUPVN, tot deze tyd gewandeld hebbende ,nbsp;loopt emdelyk Orontes tegen t lyfnbsp;Ho! howat kluchtig dier ? nooit zag ik zyns gdykert* Jnbsp;Belachelyk poftuur! laat ik jou eens bekyken.

Jouw weerga is by ons nog niet te zien geweest.

Orontes.

Wat is dat voor een gek?

FiliPYN, tegen 'Blamhna.

Ei zeg, hoe hier dat Beest ?

F L A M I N I A.

Gy zyt wel onbefchaamd! het is een man van achting: Die u wel, er gy zelf zoudt hebben die verwagting,

De rugge eens lineeren zou.

F I L I P Y N.

Hy, hy een man? ha, ha! Zeg my eens, Sikkebaard, waar drommel lykje na ?

Ik wil wel zweeren dat ik nimmer beest of menfehen, Van die gedaante zag; zo dat ik wel zou wenfehennbsp;Eens onderricht te zyn, uit welk gcflacht, of aart,

Dat jy gefprooten bent ?

Orontes.

Schavuit! indien gy hier Hechts komt om ons te plaagcn: I

1* nbsp;nbsp;nbsp;1 V/ .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;_ n _nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;

Gy word van Sikkebaard,

Wel ligt een hagelbui van trouwe Rottingflagen Op .uwe huid gewaar I wat of dien Ezel fchort ?

F I L 1 ,P Y N.

^ noem je Sikkebaard, nsyn goeje man, om datje dio n aard i o-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;won oAn rniflr' Koori^

Wat mislyk volk is dit? dat ovral kwaad om word!

aardig maakfcl van een fpitfc baard hebt, vat je V-loL E T T E 5 OTOnt^S j di

tS nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;**lt; 1

Ei a hem niet,myn Heer. Gy hoort wel,naar ik gi i!un al zyn reden dat hy heel onnozel is ?nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^

-ocr page 27-

I?

B L Y S P E L. Filipyn.

meisje xou men nog goedaardig mogen heeten! quot;^aar raogelyk zal zy de Wetten beeter weeten,

^an zy lui ?

Flamin I a.

De arme man, 2.yn harsfcns zyn gekrenkt,

^at licgje!

^ I H P y N.

E.

V I O L E T T

Dats beleeft!

Filipyn.

Zo vaak als jy zulks denkt. |fc ben ccn wys man:t is wel waar onwcetend ben ik jnbsp;*cn Ezel, en een Beest j een Wilde, dat beken ik,

Ple na geen Lesfen of geen Wetten leeven kan;

^aar anders buiten-dat, een braaf, een ecrlyk man,

^ie vol van geest is en verdienfte I

O R o N T E S.

. nbsp;nbsp;nbsp;Dat s wat wonders 1

% s gek en wys gelyk.

Flaminia.

j nbsp;nbsp;nbsp;t Schynt dat ik iets byzonders

hem befpcuren kan. Hoor hier, myn vrind, waarzyt toch van daan ?

Filipyn.

. nbsp;nbsp;nbsp;Ik gt; uit een Bosch, zeer groot en v^t;

jVaar in veel boomen zyndiefchooncnlieflykbloeijent ' ^'^ar, daar niet anders dan wat wcetenieten groeijen,nbsp;ik ben, die zich op de Wetten niet verdaan;

Poch goed zyn van Natuur, daar twyflen wy niet aas. ^y hoeven nimmer ons aan Lesfen te gewennen,

Pm naar te leevenof om onzen plicht te kennen.

Po! bol geloof vty, fchoon ik maar onnozel ben,

Ons de Recderi al genoeg zyn.

E.L A M I N I A. '

, vv nbsp;nbsp;nbsp;quot;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ik beken,

' ^at Zulks wel reel is. Maar, hoe zyt gy hier gekomen? /nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;F i-*

-ocr page 28-

E R I K A A N;

I L I P Y N.

A M

F I L I p Y N. nbsp;nbsp;nbsp;(men;

Wel met een groot Can, gevoerd door wind en ftroo-En die zo lang was als de duivel! t was een fchrik. Daar waren in, laat zien, de Kapitein en ik .

Met nog drie foorten van een ander volk.... e laaten Zich noemen, Officiers, Matrozen, en Soldaten.

F L A M I N I A , tegen Or antes.

Dat hy wel fchrander is, fchoon hy onnozel lyict: Maar na zyn zeggen is \ een Wilde, die eerst hcedcnnbsp;Is hier gekomen, en niets weet van onze Zeeden.

F I L I P Y N.

Ach, zyne eenvoudigheid is ongemeen! het blykt, fchoon hy onnozel lykt ^

Och neen, geen enkel woord; dan dit alleen in t kort f Dat jylui fchelmen zyt, en gek gebooren word^

Maar,dat de Wetten jou weer wys en eerlyk maaken.

Zo zeid de Kapitein, en hy verftaat die zaaken j Hy weet de Wetten j weet jy ze ook wel?

F L. A M I N I A.

Ja, gewis.

F I L I P Y N.

Dan benje ook van dat foort van meisjes, naar ik gis, Die allen menfehen, die zy zien voorby pasfeeren,nbsp;Aanbieden, t geen zy omt vermaak van haar begeeren? .

Flaminia.

Gy eert my al te veel.

F 1 L I P Y N , njoyzende op Violette.

Dat meisje zal t misfehien

Wel beeter weeten?

Flaminia.

Vv'aar by meent gy 2.ulks te xien'

F I L I P Y N.

Dm dat haar goedheid uit haare oogen is te kezen. , Dok dunkt me, zy is mooi! zeg, zou t wel moogly*^ nbsp;Dat Zy my lief had ?nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(weezeUi

Flaminia.

Ja, t kon wel gebeuren, vrind,

Dat Ie u beminde, zo ze u (lechts beminnlyk vind.

F F

-ocr page 29-

B L Y S P E L; nbsp;nbsp;nbsp;.17,

nbsp;nbsp;nbsp;'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;F I L I P Y N.

Zy ziet er fmaaklyk uit!

Tegen Violette.

Je bent betninnens waardig!

Ik zag nooit meisje dat w vrindlyk was en aardig. Violette.nbsp;zyt verplichtende, myn Heer

F I L I P Y N.

Hoe kan dat zyn ?

k Hiet immers geen men Heer, myn naam is Filipyn^ Violette.

Hoe ? Filipyn. Die naam is mooi! rnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Filipyn.

Ja wel ter degen.'

Haar jy hebt zeeker ook geen Hechte naam gekreegen.' Zeg , is die wel zo mooi als jy ?

Violette.

Dat weet ik niet,

Hoch wat myn naam aangaat, die s Violette.

Filipyn.

Ei, hiet

Violette? dat s bekoorlyk om te noemen!

' bent zo blozend of je van t geilacht der bloemen ^fkomftig waart ?

Flaminia, tegen Orontes.

nbsp;nbsp;nbsp;Ei hoor, dat brengt hy geestig voortj

zyne eenvpudigheid,

Orontes.

j ^ nbsp;nbsp;nbsp;Ik heb wel meer gehoord,

V nbsp;nbsp;nbsp;Wilden iets uitdrukken, tot een teeken

ari liefde, dat ze op een verbloemde wyz dan Ipreeken,

Ik tr- nbsp;nbsp;nbsp;Flaminia.

vind hem wel gemaakt.

Filipyn, tegen Violette,

Let wel. Dat piesje vindt mooi, dunkt jou dat ook?

B nbsp;nbsp;nbsp;y I Pi

-ocr page 30-

i8

AMERIKAANi Violette.

Voorzeker 1

F I L I P Y N.

Maar, bemin:

Gy my dan ook ^ want elk behoorde te beminnen,

Al wat hy mooi bevind.

Violette.

Al zagjes, en met zinnen;

Want dat kan hier te Land zo ichielyk niet gefchin. Daar hoort al meer toe, vrind.

F I L I p y N

3, Pas op, je zult het zien, p, Daar onder zal een draai weerloopen van de Wetten,nbsp;Die ik my niet verfta. Myn lieffte Violette!

Het fpyt me zeker dat ik zo onnozel ben_

Ik weet niet anders dan maar Hechts beminnen; en Zo daar nog meer aan hoort, zo wilhetmy tochleeren?nbsp;Ik zal het doen.

VlOCETT E.

Hy, die by Vryfters wil verkeeren. Moet Zoete praatjes voor haar praaten j nevens die,nbsp;Veel fraaije zaaken, met zo wat Galanterienbsp;Verhaalen, en haar met Liefkozingen vermaaken,

F I L I P Y N.

Ik weet niet eenen brns van al die fralaije zaaken Te zeggen, meisje lief: maar hoor eons, wat aangaatnbsp;Liefkozingen, weet ik heel wel te doen, dies laatnbsp;Ons met Liefkozingen het eerfte maar beginnen?

VlOLLETTE.

In tegendeel men moet, om t Vryfters hart te winnen k Eerst met Galanterie beginnen; om daar doornbsp;Verlof te krygen tot Liefkozingen.

F I L I P Y N,

Maar hoor;

Al die galanterie, en praatjes, zoete Meisje,

Heb ik nog nooit geleerd. Ei zeg me dan een reisje, Hoe dat ik zeggen moet ?

-ocr page 31-

*%

B L Y S P E L.'

Violette.

Neen, dat moet ik niet doen^

F 1 L I P Y N.

^oe droeskop zal ik het dan ftelien met fatfoenl

F L A M I N I A,

^Hy is in t naauw. Wel aan, ik zal u ondsrwyzeo is de fchoonheid van zyn Minnares te pryzen jnbsp;P^Zelve fierlyk vergelykende by t geennbsp;^en k allerfchoonfte vind^ haar onder andren eennbsp;^erklaaring doen, zo van de oprechtheid uwer liefde^nbsp;haar bekoorlykheid, die u het hart doorgriefdc,

\xr nbsp;nbsp;nbsp;Filipyn

l^at droes, dan praaten wy die praatjes altemaai P onze Bosfchen ook Ja wel, de duivel haalnbsp;^yn botheid!

, Tege?! Violette.

^ nbsp;nbsp;nbsp;Luister eens. Ik zal jou, kan dat baaten^

zoetfte praatjes van de waereld voor gaan praaten.' luister maar.

Violette.

W el nu

Filipyn, met eett' Verheventheid.

nbsp;nbsp;nbsp;Schoon lief, om wie ik kwyn^

'fchoonheid overtreft een dag met zonnelchyn! po dat noch Zon noch Maan kan by uwe oogen haaien jnbsp;Neus word als een Berg verlicht door haare ftraalcn ^nbsp;Aangezicht is als een ichoone vlakte, daarnbsp;allerhande foort van Bloemen word gewaar 1nbsp;^^1 nou, is dat niet fraai?

j O Xa E T T E

1, nbsp;nbsp;nbsp;Gansch niet. Ik was affchuwlyfe^

wj ik er uit Zag als gy zegt. Foei, dat was gruwiyk, oog gelyk de Zon, en t ander als de Maan ^nbsp;neusjen als een Berg. Dat zou my heerlyk ftaanlinbsp;j ,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Filipyn.

^ dan niet fraai ?

Ba nbsp;nbsp;nbsp;Y I oj

-ocr page 32-

ao D E A M E R I K A A N;

Violette

Wel neen. t is geen manier van Zeggeni F I L 1 P Y N.

Ja welj dan weet ik het niet beeter uit te leggen.

Mail- hoor,, k zal dit hier na wel leeren Laat ons thans Malkar beminnenj en maar op zyn Wildemans?

F L A M I N I A.

Ja, Violette, gy moet u nu vergenoegen.

En wat haar Filipyns-manier in Vryen voegen,

.Xot dat hy de uwe weet.

F I L I P Y N

Dat s zeker. De onze leert Men uit zyn-zelven. Hoor: in ons Land prezenteertnbsp;Men iiiaar een Zwavelftok aan t Meisje, zonder fpreckenjnbsp;En als 't gebeurt dat zy die uitblaast, is t een teekennbsp;Dat zy ons haare gunst wil toeftaan j doetze t niet.

Zo moet men wederom vertrekken met verdriet Dat s een behandling die my beeter ftaat ter hande,

En die ook beeter is dan deeze hier te Lande j W ant zy verkort al die onnutte praatjes.

(Hjr fteekt een' Zwavelfiok aan.) OroNTEs, tegen Flaminia,

Wel,

Wat dunkt u. Dochter, van die overwinning?

Flaminia.

k Stel,

Schoon zy gemeen is, dat zy beeter is te noemen.

Dan die, waar op zich vaak veel Juffers hierberoemeO F I L I P Y N , met een' brandende Zviavelflok.

Zie daar een plechtigheid, die, zonder ComplimentV Vry beeter is, dan die hier immer was bekend.

By houd Violette den hranaende Z-waveifiok vaff de Neus, dien ze uit blaast.nbsp;Violette.

Foei! weg, dien ftank.

F I L I P Y N.

Wat vreugd! nou jy me komt te kieze^

-ocr page 33-

B L Y S P E L.' nbsp;nbsp;nbsp;21

Wel aan, myn Schoone, kom, laat ons geen tyd verliezen 1 Hji fteemt Violette, en wtlze binnen dragen.nbsp;Violette.

Help, help, myn Heer, och help!

O R o N T E s.

Wel hoe 1 wat zal dit zyn

Eaat los; gy moet dat zo niet aangaan, Filipyn.

^en mag hier met geweld geen Meisje.....

Filipyn

j nbsp;nbsp;nbsp;Ohoofdderdwaazen!

^Doe geen geweld,zy heeft mynzwavel uitgeblazen: s wel een teeken dat ze t hebben wil.

O R o N T E S.

Ja maar,

'^y hoort wel dat ze fchreeuwt ?

Filipyn.

Wel dat doen ze allegar. .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Flaminia.

Men gaat 'er hier by ons zo fchielyk niet me hcene.

^ nbsp;nbsp;nbsp;F I L I P V N

wat raakt my dat? wy zyn flusjes, zo ik meene, gekomen overeen, dat wy E .alkandren thansnbsp;CRiinnen zouden, en maar op zyn Wildemans ?nbsp;Flaminia

Maar met de zwavelftok juist niet; dit zou na deezen Mtoos voor Violette een groote fchande wcezen.nbsp;j,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Filipyn.

praatje dus ? mag zy niet doen al watze wil,

er niemand fcha by lyd ?

Flaminia

, nbsp;nbsp;nbsp;Neen, holla ftil.

is verboden.,

Filipyn.

Och, wat misfelyker menfehen!

een vermaak verbin, daar yder om moet wenfthen. jjnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Flaminia.

ik beloove u haar, zo gy u zeedig toont.

B 3 nbsp;nbsp;nbsp;ZtieC

-ocr page 34-

DE AMERlKAANj Ziet gy dat huis wel ?

F I L 1 P Y N.

Flaminia.

Weet dan, dat zy daar woont. En zo gy daar fomwyle ecns komt, durf ik me vlyen,nbsp;Dat gy wel in het kort zult anders keren vryen.

F 1 L I P Y N.

Kom aan?

Flaminia.

Neen,nu nog niet; maar op een ander tyd.

F I L I P Y N.

Waarom niet voort?

Flaminia.

Om dat gy al te haastig Zyt,

En Violette heeft noch iets te doen, daar boven.

F I L I P Y N.

Wel ik heb niemendal te doen.

Flaminia.

Ik wil t gelooven.

Doch zy in tegendeel. En gy behoorde meer .Toegeevenheid voor haar te hebben.

F 1 L I P Y N.

Nou al weer

ITocgeevenheid ?

Flaminia.

O ja. Daar moet gy roem in fcheppem

F I L I P Y N

Nou gaat dan rasjes heen. Maar wiltje toch wat reppen ? '| Ik val wat fchielyk ?

Violette.

Ta. Vaar wel dan, Filipyn.

F I L I P Y N

Violetje. Maak wat ras weer hier te zjn.

ZE'

-ocr page 35-

B L Y S P E L. ZESDE TOONEEL.nbsp;FiliptNjKramer.

W,

Kramer, nbsp;nbsp;nbsp;(node?

Ie koopt er wat ?... tnyn Heer, heb jy ook iets van Heb allerhande goed, van de oude en nieuwe mode,nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;F I L 1 P Y N.

H! watte?

K R AM E R

Ik vraag, of jy ook ietwes hebt van doen? Bezie myn goed, myn Heer, k heb allerlei fatfoen,

F I L I P Y N,

En waarom laatje my dat zien ?

K R A MxE R.

Om eens te vraagen,

Of jou myn goed behaagt ?

F 1 L 1 p y N.

y nbsp;nbsp;nbsp;En zo 't me kost behaj^en,

^ou jy me van dat goed dan geeven ?

Kramer.

Ja, myn Heer,

Met veel pleizier.

F I L I P Y N.

^ nbsp;nbsp;nbsp;Ja wel, de Kapitein, ik zweer,

Heeft groot gelyk' maar zeg, loop jy deur alle hoeken, ^ plaatfen van de Stad, om menichen op te zoeken,nbsp;deeze dingen van je neemen willen ?nbsp;Kramer.

*yn Heer, dat moet ik doen.

F I L I P y N.

j. nbsp;nbsp;nbsp;Is t moogeiyk? ik fta.

' j 3ar van verwonderd. 01 hoe heerlyk zyn de Wetten, ^t ik eens kyken.

'E'ili^ynxoekt allts iwt Vitl Mrdighfid door, B nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.KRA::

-ocr page 36-

'H DE AMERIKAAN-

Kramer.

Heb je ook 7,in in die Portretten ? FilipyN , krygende een Portretje van eennbsp;Vrouwperjoon in handen^ meent dat hetnbsp;een levendig Meisje is.

Wat s dit.!* een meisje! kyk, de droes wat is ze klyn?

Kramer.

Fihpy

Ze is fraai, niet waar i

xoend en fireeld het Portretje.

Gewis. Hoe kan het mooglyk zyn Ik heb z'e lief. Myn zoete en allerlieffte meisje!

Wat ziet ze er aardig uit? maar zeg me toch een reisje , Hoe drommel heb je haar daar in gekreegen ?

Kramer,

Ey,

Myn Heer 5 je fopt me wat.

F I L I P Y N.

k Doe niet, geloof me vry. Want kyk 3 hoe ik hier ook myn harsfcns op magflypen,nbsp;En hoe ik my bedenke, ik kan dit niet begrypen:

Hoe kom je lui toch aan die kleine meisjes hier.?

Zeg, maakt men ze ook zo als de groote, op'die manier.^ Kramer, latende hem een bosje Penfeelen ssien.nbsp;Daar maakt men haar lui me.

F I L 1 P Y N.

Hoe noemje dat ? Kramer.

t nbsp;nbsp;nbsp;Penceclen.

F I L I P Y N nbsp;nbsp;nbsp;(len!

Een kluchtig werktuig om het menschdom voort te tee-k Ben hier waarachtig in een aardig Land geraakt, Maar, Zeg me eens; ben jy met Penceelen ook gemaakt ?nbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Kramer

k Geloof, myn Heer, dat jy in t foppen fchept behaagen.

Ben jy er me gemaakt?

^ nbsp;nbsp;nbsp;F I L I P Y N,

Maar dat is nou geen vraagen.

Want

-ocr page 37-

B L Y S P E L: nbsp;nbsp;nbsp;25

Want ik ben uit een Land van daan, daar we inderdaat, j en onweetend z,yn tot in den hoogften graad ^

Ja Zo onnozel, vrind, ik wil het niet verzaaken, t^at,zonder vrouwlui,wy geenkinderskunnenmaaken.nbsp;Kramer.

Ja zeker, dat is al een groote onweetenheid!

F I L I p y N.

Jk ben een fchelm,zo k iets begryp vantgeenhy zeid, Kramer.

N'ou kom, myn Heer, en neem het geene u kan gevallen ?

F I L I p y N. t Gevalt my altemaal.

Kramer.

Dat lyk me t best van allen.

^eem dan maar alles

F I L I p y N.

Wel, dan houw je niemendal. Kramer.

Weet dat een Koopman daar altoos naar wenfchen zal, ^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;FiLipyN.

^o bietje Koopman?

Kramer,

Ja.

F I L 1 P y N.

Ik zal jou Heets zo noemen. ^ bent een eerlyk man, die waardig is te roemennbsp;^eef op maar. Dat is eerst een goedheid! ik beken t.

^ Kapitein, die my hebt hier gebracht, je bent etninnlyk! quot;quot;k wil altyd met zulke lui wel keven.nbsp;Kramer,

l^aar hebjet alles. Wat zei jy me er nou voor geeven? FiLipyN,

pCh, ik heb niemendal; en t fpytme, want ik ben Goedaardig van Natuur , fchoon in geen Wetten ken.nbsp;Kramer.

^ Vind daar myn Rekening niet by! dit lykt wel icheeren?

B 5 nbsp;nbsp;nbsp;Vyf'

-ocr page 38-

iS DE AMERIKAAN;

Vyf honderd guldens moet ik hebben.

F I L I P Y N.

k Wil wel zweeren ,

Dat ik er geen van heb. Ik ken geen guldens. Kramer.

Kom,

Leg niet te talmen, of geef my myn goed weerom ?

F I L I P Y N.

Hol ho! nou hoore ik wel, je zoektmewatteplaagen?

^ K R .A M E R.

Neen, neen. Geef op maar. Of ik lal er over klaagen.

F I L I P Y N.

Aan wie }

Kramer.

Wel,aan de Schout. Die Zou je niet gering

Onthaalen.

F I L I P Y N.

Maar een Schout, wat is dat voor een ding ? Kramer.

Dat is een eerlyk man. Hy maintineert de Wetten;

En hy doet hangen al die xich daar teegen zetten.

F 1 L I p y N

Zo dat hy jou, indien je teegens Wetten deed,

Doen hangen zou?

Kramer.

Gewis.

F I L I P Y N..

t Was net aan jou hefteed.

Ook zou hy wel doen: want ik merk,dat hier de men' fchen

Niet goed zyn van er zelf, men dwingt ze.

Kramer.

Ik zou wel wenichen gt;

Dat jy het talmen liet____kom, kom, betaalme voort j

Of geef me t goed weerom.

Fi'

-ocr page 39-

B L Y S P E L.

F I L I P Y N.

Och3vrind, k verfta geen woord. Van alles datje zegt. Geef guldens j en betaalme;

Wat ramlery is dat? zie daar, de drommel haalme.

Zo k weet wat of je meent.

Kramer.

Ik lach eens met die praat.

Je kimt me wel verftaan.

F I L I P Y N.

Maar waarom word je kwaad, Zeg, Koopman ? benje niet uit vriendfehap hier gekomen ,

n heb ik al jouw goed uit vrindfehap niet genomen, En zulks alleenig maar om jou pleizier te doen ?

Igt;es ftryd je Iwaadheid nou gansch teegen het fatzoen. Kramer.

O! jy bent maar een Schelm. Doch ik zal jou wel dwingen

Myn goed te geeven, of eens anders leeren zingen.

F I L I P Y N.

En ik verzeker jou, ga jy hier niet van daan, Elatikjedoodfla!

Kramer.

Jy, wou jy dat doen? my flaan? ^ou Dieven! zou my zulks dan voor betaaling ftrekken ?

De Kramer krygt Filipyn by de kopy doch word braaf af geflagen.

^elp! help! och arme.

Filipyn.

Ik zal dien fchelm zyn hair uittrekken! ^Kramer, vluchtende laat %,yn pruik in de loop.

Ak ben beduryen! och!

-ocr page 40-

a8 D E A M E R I K A A N ;

ZEVENDE TOONEEL. Filipyn, met de pruik van de Kramer in de hand.

feldrement! wat s dit ?

t Is geen natuurlyk hair, dat hier het volk bexit.

Nou worde ik eerst benaauwd! och, dit zyn klaare blyken, Dat hier de menfchen 2.0 niet 7,yn als die wel lyken.

t Is alles maar geleend wat zy bevitten! want Nou merk ik, dat de Deugd, Goedaardigheid, Verftand ,nbsp;Ja, tot het hair incluis, maar fchyn is l k mag wel beeven ,nbsp;Indien ik langer moet met zulke beesten leeven.

k Zal naar de Kapitein gaan zoeken, verbruid!

En vraagen hem wat of dit alles toch beduid.

Einde van het eerfie Bedrjf.

-ocr page 41-

B L Y S P E L. TWEEDE B E D R y F.nbsp;EERSTE TOONEEL.

IF I L I P T N.

K vind geen Kapitein, al zoek ik noch zo vaardig,

I Ry mocht wel zeggen; t volk is hier te Land goedaar* Laar t zo kwaadaardig als de duivel is ! zou myn (dig ,nbsp;Lnweetenheid daar van de fchuld wel kunnen zyn?

' TWEEDE TOOONEEL.

Filpvn, Schout, 3 Dienders.

y M nbsp;nbsp;nbsp;Schout, tegen de Dienders.

k _j\et gints een kaerel, en die fchjnc van verrte lyken, Na die ons is beduit?

Diender.

Myn Heer, laat ons eens kyken ? Schout, tegen Filipyn,

Ho! goeden dag, myn vrind.

Filipyn, loopt rondtom de Schout en Dienders heen,en hezietze van vooren en van agteren.

Ik wensch je goeden dag.

53t Zyn flcchter Wilden als ik van myn leeven zag! Schout.

Hebt gy hier onlangs niet een man voorby zien flappen? ^en Kramer, die voorzien was mee veel Koopmanfehap-^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Filiayn.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(pen?

^ie Koopmanfehappen, en wat vodden by zich had, Lm andre menfehen van den huig te lichten ?nbsp;Schout.

y nbsp;nbsp;nbsp;Dae

^ou kunnen wcezen.

F I L I p T M.

Had hy geen geleende hairen?

nbsp;nbsp;nbsp;Schout

-ocr page 42-

30 D E A M E R I K A A Nj

Schout.

F I L I P Y N,

Wil dan maar de moeite, om hem te zoeken, fpaaren j Ik heb hem wel gezien. En zo je my gelooft.

Die vagebont heeft my een Hechte kool geftoofd!

Maar, k heb hem die betaald. Want zie, ik mag niet lyn, Dat me iemand komt aanboord met zyn bedriegeryn.

t Is myn gewoonte, die my fopt word ook betaald. Schout.

Gy hebt gelyk. Maar hoor,wat hy ons heeft verhaald. Hy is niet lang gehea, daar gints by ons gekomen,

En zei, dat gy hem hebt zyn goedren afgenomen. Maar niet betaalen wilt}

F I L I P Y N.

Heeft hy jou dat gezeid ? Schout.

Voorzeker.

F I L I F Y N.

s Is ook waar. Welk eene oprechtigheid! Dat hy er niet om liegt Maar heeft hy daar beneevennbsp;Ook niet gezeid, dat ik hem tiaagen heb gegeeven.nbsp;Schout,

la toch,

F 1 L I P T N.

Is t mogelyk ? Dat had ik niet gedagt,

En die oprechtigheid ook niet van hem verwacht. Want jy nioet weeten , dat die fchelm zyn Koopman-fchappen

My aangeboden heeft j en wist zo tnooi te (happen, t)at ik ze van hem nam; toen ik zc had, toen wounbsp;Igt;ie Ezelskop dat ik hem guldens geeven zou!

k Zei, dat ik die niet had; ja dat ik die niet kende. Toen ik geen guldens had, bemerkte ik in het ende.nbsp;Dat hy boosaardig wierd, dewyl hy obftinaatnbsp;Zyn goed weer eischte; en ziet, dit maakte my ook kwaad,nbsp;Om dat ik in het minst geen foppen kan verdraagen;

Dies

-ocr page 43-

B L y s p L: nbsp;nbsp;nbsp;31

Dies gaf ik hem in t kort omtrent vyfhonderdflaagenl En k had hem nog vry meer gegeeven, als hy t nietnbsp;Ontvlucht was.

Schout.

Gy hebt wel gedaan, myn vrind. Filip y 'n.

Maar liet,

Daar komt hy zelf, je hebt geen meer bewys van noden.

DERDETOONEEL.

f ScH ou'T, Filipyn,Dienders,Kram ER.

Hf ILIP y N , tegen de Kramer.

Kramer,

Ier, Lompert, hebje my jouw goed niet aangeboden ?

Ja.

Tegen de Schout.

t Is de Dief, myn Heer.

Filipyn, tegen de Kamer.

En waar het jou niet lief,'

Dat ik het nam?

Kramer.

Ja toch.

Tegen de Schout.

Myn Heer,het is de Dief, Filipyn.

En eischte jy daar na geen guldens ?

I nbsp;nbsp;nbsp;Kramer.

Zonder vreezen,

, ^yf honderd guldens was zyn waarde.

Filipyn.

tKanwelweezen.

Maar zei ik jou toen niet, dat ik geen guldens had ?

K R A M Rgt;

Ja,

Fi-

-ocr page 44-

DE AMERIKAAN; FiLipyn, tegen de Schout en Dienders,nbsp;Luistert wel, Meslieurs.

Tegen de Kramer.

Was jy niet kwaad,om dat Ik jou geen guldens, of het goed niet weer wou geeven ?nbsp;Kramer.

Gewis. Wierde ik daar niet met reden toe gedreeven?

FiLiPTist, tegen de Schout en Dienders.

Ik bidje luister maar.

Tegen de Kramer.

Ei zeg, telde ik je doe,

In plaats van guldens, net niet zo veel ilaagen toe ? Kramer.

Als ik t vergeetcn had, myn huid zou t noch wel heugen!

Filipyn, tegen de Schout en Dienders.

Zie daar, nou hoor je wel, dat ik geen eene leugen Om hem gelogen heb.?

Schout.

Wy hooren t wel. Kramer, tegen de Schout.

^ nbsp;nbsp;nbsp; Daar is

*, Geen ar bewys van doen, dan zyn bekentenis}.

Schout, tegen de Kramer.

Wy weeten nu genoeg. Men zal u recht verfchafFen, Met, na de grooce van zyn misdaad, hem te ftrafFen*nbsp;F I r. r p Y N.

Hy weet de Wet noch maar ten hal ven, die Rabout!

Tegen de Schout en Dienders.

Hoor, weetje wat?

Schout.

Wel nu?

Filipyn.

Ik zal aan jouwlui Schout Verzoeken, dat hem die een Lesje van de Wettennbsp;Doet geeven!

Schout.

,, , nbsp;nbsp;nbsp;Wel bedacht. Dat kan hy niet beletten-

Koui

-ocr page 45-

B L Y S P E L. nbsp;nbsp;nbsp;33

Kom aan, wy zullen u daar bregcn ?

F 1 L I P N.

Ja maar, kyk..

^ Heb nou geen tyd.

Schout.

Gy moet. Het is noodzakelyk. Filipyn.

yeen zeker, nou nog niet. kHebeenigeandrezaakenJ ^ctst te cfiFenen,

Schout.

Gy kunt daar na die efFen iaaken. Filipyn.

Hiet waar, t moet nou gefchin. Ik ben, recht uit gezeid ^esfieurs, zo wat verliefd op een bevall'ge iVleid;nbsp;^aar moet ik eerst na toe, dan zal ik by jou komen.'nbsp;Schout.

Men zal u eerst wel eens van heintje pik doen dromeng jonker deugcnietl je houd je onnozel, maarnbsp;kennen u.

Filipyn.

Wat s dit ?

Schout.

t Is op een andre ihaar

^eftreeken, beftemaat; en r is te zeggen, datje ^ensnaar t Gevangenhuis met ons zult wandlen,vatje?nbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Filipyn,

^at wil ik nou niet doen.

Schout.

Daar helpt geen willen aan. ynbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Filipyn.

^0 jy me kwaad maakt, zal ik na de Schout toe gaan^ hem verzoeken dat hy jou ook eens een lesjenbsp;*Joet geeven van de Wet. Zo krygje faam een resje.nbsp;jnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Schout.

^ 'Wed, hy zal er u, krygt hy u in de klem, wel een geeven.

-ocr page 46-

DE AMERIKAANi

F I L I P Y N.

Neen. Ik heb geen let van heffl Van doen. De Kapitein zal my de Wet wel keren.nbsp;Schout.

Gy kunt die moeite daar gemakklyk van ontbeeren j Want ik verzeker u, dat gy, naar allen fchyn.

Op morgen om deez tyd al zult gehangen zyn,

F I Li I P Y N

Wie, ik?

Schout.

Ja, gy.

F I L I P Y N.

Waarom?

Schout.

Om al die aardigheden.

Die gy ons hebt verteld.

F I L I P Y N

Ik zegje 3 zyt te vreeden.

Want als ik boos word, fla ik jou, myn goeije man, Met al die fchelmen dood!

Schout, tegen de Dienders.

Sa, mannen, pakt hem an. Be Blenders vatten Tiiipynhy de kop , in vierviitnbsp;van z.yn tegenfiand onder tusfchen komt LeliO-

VIERDE TOONEEL.

Lelio, Filipyn, Schout, Dienders, KrameRi

ZL E L I o.

Ie ik daar Filipyn niet onder Dienders handen? Wat of hy deed, dat zy hem komen aan te randen ?nbsp;Mesfieurs,\vaar vdlt gy met dien man naar toe.^houd ftand!nbsp;t Is iemand van myn volk.

Schout.

Dat kan niet weezen, wapi^ Het is een deugeniet, die lang hier was verfcholen,

EU

-ocr page 47-

B L Y S P E L;

En die, tot grooter blyk , dees Kramer heeft beftolen. Men brengt hem naar de Stads gevangenis.

Kramer.

t Is waar;

Myn Heer, ik ben van hem beftolen.

Filipvn, diende Ijelit,

Ben je daar ^

^er vloekte Kapitein! die my dit Land afmaalde Zio fchoon ? k wou dat de droes jou met deel fcheKnbsp;men haalde i

Oie 2,0 beleefd een mensch iets aanbin, om daar na j Als ,hy het neemt, hem daar voor op te hangen! gaanbsp;Maar heen, je bent een fchelm, die door bedrog ennbsp;logen

My in dit Land gebragt, en eerloos heeft bedrogep.! Kramer.

poor, hoe onnozel dat hy 'zich nu houd, myn Heer? ^ Is een bedrieger, ja, dat zweer ik op myn eer.

Ik prefenteerde hem, gevallig hier gekomen,

Myn Koopmanichap,en toen hy alles had genomen, ^elt hy zich net of hy geloofde, dat ik alnbsp;Myn goed hem gaf voor niet; daar by hielt hy zich mal.nbsp;Toen hy bemerkte dat ik geld begon te vraagen.

M t kort, hy gaf me voor betaaling rykiyk agen!

L E L I o.

Mesfieurs, ei laat hem los. Die arme duivel is hen Wilde, dien ik hier uit zyne W'ildcrnisnbsp;hiebracht hebb, die niets weet van Wetten noch vaanbsp;Zeeden.

hn wyl ik my van daag met zyne onweetenheden Vat wou vermaaken, gaf ik hem te kennen, datnbsp;Men hier kon krygen al wat iemand nodig had;

I^at wy de' moeite, om zulks te zoeken, konden fpaaren j PPiwierd by ons gebragt; dewyl er menfehen waren,nbsp;t ons aanboden. Doch, ik heb hem niet gezeid ,nbsp;Zulks voor geld was: des is zyne onweetenheidnbsp;fchuldig, maar ik ben, terwyl hy t dus verftaan heeft.nbsp;Canbsp;nbsp;nbsp;nbsp;D

-ocr page 48-

DE AMERIKAAN;

De onfchuldige oorzaak van de fout die hy begaan heeftr Want myn gezegde naar de letter neemende, is tnbsp;Geen wonder, dat hier zyn verftand in heeft gemist.nbsp;Maar wyl ik oorzaak heb gegeeven tot diedwaaling.nbsp;Zal ik uw fchade weer vergon door myn betaaling.nbsp;Schout.

Dus doende heeft die bloed geen ongelyk; myn Heer, Betaal de Kramer maar, en neem uw Wilde weer.

L E L I o , tegen de Kramer.

Zeg my, hoe veel gy wel moet hebben ? k zal u heeden... Kramer.

Als ik myn goed weer heb, dan ben ik wel te vreden.

L E L I o.

Wel Filipyn, hebt gy het goed nog van hem.!*

F I L I p y N

Maar k wil t niet houwen; want het zou gewis hier na My fpyten, dat ik iets had van dien fchelm genoten!nbsp;Daar is t weerom

Kramer, termyl hy ^yn goed hergt.

Zie zo. Ik was daar mooi gefiio ten! Tegen L.elio.

Nou zyn wy altemaal wel weer te vreeden: maar, Misfchien jouw W ilde nietdies, om dat hy my daarnbsp;Niets van verwy ten zou, wou ik hem, die zo evennbsp;Geleende flagen, ook nog wel eerst weder geeven ?nbsp;Filipyn.

Neen, neen, ik wil die niet weer hebben. Gaa maar heen. 'Al t geen ik ^nmaal geef, dat geeve ik in t gemeennbsp;Git een goed hart.

Kramer.

Nou, dan wil ik je dienaar blyvent Filipyn.

Loop na de duivel, om daar Koopmanfchap te dryven.

VYF-

-ocr page 49-

37

VYFDE TOONEEL.

^ELip, FilipyN, maakende eenigc gebaarden tegen de oanfthouwers^, zonder te fpreeken, of Lelio aan tc zien,

Hl E L I O. nbsp;nbsp;nbsp;(van zien.

Y lykt byzonder kwaad ? k moet daar een klucht Wel Filipyn, is dit geen heerlyk Land- nadiennbsp;Inwooners u tot nog goedaardig zyn gebleeken ?

My ziet Lelto over zy aan.

Maar hoe! gy ziet my aan, en zonder eens te fpreeken: ^aar gy me in tegendeel, ten uiterften verblyd,nbsp;bedanken moest, wyl k u heb van de galg bevryd,nbsp;Filipyn.

Oe duivel mag jou, en je Broer, en r Land vry haaien! Lelio.

Waarom verwenscht gy my.?gy moet uw drift bepaalcn, Filipyn.

Om jou te ftrafFen voor die misdaad, dat je my ^ebt hier gebracht; alwaar de vriendlykhen, die jynbsp;In fchyn aan my betoont, niets zyn, dan loozc laagen!nbsp;n netten, daar jy zoekt myn vroomheid in te jaagen!nbsp;*k zie nou, t is geveinst, al t geen je by me doet?

, nbsp;nbsp;nbsp;Lelio.

I L I P Y N.

Je bent een babbelaar! en dat is \ al. Maar praat,

Waat voort maar, zo jouw lust intpraaten toch beftaac, Oewyl ik jou niet weer zal fleuren in je zeggen. ...nbsp;Maar k ben nieuwsgierig hoe dat jy het aan zult leggen.nbsp;Om aan te toonen, dat die Koopman in de groadnbsp;Oeen fchelm is ?

Lelio.

'k Zal u dat bewyzen zo terftond,

C 3 nbsp;nbsp;nbsp;En

f Komt dat gy nog niet weet, al t geen men weeten Otn zich beminnelyk te vinden, in t verkeercn (moet.nbsp;Met menfchen; maar ik zal t u door den tyd wel Iceren,nbsp;F

-ocr page 50-

3 de AMERIKAAN;

En dat gy t makkelyk daar uit zult kunnen gisfen.

Wy leeven hier zo niet, als in de Wildernisfen,

Daar alls gemeen is; elk heeft hier zyn eigen goed.

2.0 dat men nooit iets van een ander neemen moet, (de t Gene ons niet toekomt; want, om dus in rust en vree-, Te houden t geen men heeft, of elders te befteeden.nbsp;Daarom zyn hier, als ik u meermaals heb gezegd,

Tot yders onderwys, de Wetten opgerecht.

Die neemt en niet betaalt, moet daar voor ftrafFe ont' fan gen:

Dit zyn de reeden, dat men u dreigde op te hangen.

F I L I P Y N.

k Bsgryp het. Maar zeg my dan eens, hoe dat men t ftelt, En wat men geeft, voor t geen men graag wil neemen ?nbsp;L E L 1 o.

Geld.

F I L I P Y N.

Geld! wat is dat voor goed ?

L E L I o , gevefide he'a een (luk geld.

Het is t bezien wel waardig.

Daar, dat is geld.

F 1 L I P Y N.

Ik moet bekennen, t is al aardig! En t word noch aardiger hoe meer men daar op ziet.nbsp;Ay ! t is zo duivels hard!nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;My hyt er op.

L E L I o.

Wel hoe! men eet bet niet.

F I L I P Y N.

Wat doet men dan daar mc ?

L E L I o.

Men kan er alle dingen Voor krygen. O, myn vriend, het geld kan alles dwingen!nbsp;Voor niet, is niets te koop ; voor geld, wat gy begeert.nbsp;Die geld heeft word gevleid, geacht, gediend, geerd;nbsp;Geholpen uit den drek, tot midden in de bloemen.

Is daarom dat men t geld ook wel een Borg mag noemen, Dewyl tnen voof het geld kan krygen heel gezwind,

-ocr page 51-

39

B L Y S P E L. wat men pretendeert.

F I L I p y N.

Een Borg, wat is dat, vrind ? L E L I o,

^at is: als we iemand,die zyn woord geeftjniet betrouwen, Otn datwy vreezen, dathy niet zyn woord zal houwen ^nbsp;eifchen wy hem voort, tot meerder zekerheid,nbsp;hen Borg af: en dat s een, die, zonder onderfcheid,nbsp;ich moet verbinden om t beloofde na te komen,

2-0 t niet van d'andren op zyn tyd word waargenomen. F L I P Y N.

Sta van me, zeg ik!

L E L I o.

Hoe! Wat s dit?

F I L I p y N.

Ey talm niet lang.

Gaa wat van iny van daan.

L E L I o.

Waarom?

F I L I P Y N.

Om dat ik bang

Voor Zulke menfehenben, van welke de n den ander Niet by zyn woord gelooft. Hoe! Borgen van malkandernbsp;Tevordren? foei! t is Ichand. Ben jylui dus ontaard,nbsp;^an-iS'de beste hier waarachtig weinig waard!

Ik ben dan ook op jou met achterdocht bezeten.

L E L I o.

Ik heb geen Borg van doen.

F I L I P Y N,

O! dat kan ik niet weeten.

k Wou evenwel dat jy me Borgen had gefteld.

Voor ^t geen je my voorheen hebt op der mouw gefpeld.. 3 Maar, immers is het geld geen Man met geest en leeven,nbsp;Iloe kan t zyn woord als Borg dan voor een ander geeven?,nbsp;L E L I o.

t Is echter zo, en t is wel eens zo waardig als Mie andre Borgen.

C 4 nbsp;nbsp;nbsp;F

-ocr page 52-

40 DE A M E R I K A A Nj

F I L I P Y N.

Och ! dan is het alles valsch,

t Geen jy me onder Borg al hebt geleid voordeeien. Hoor j weetje watr ik zal zo gek dan niet meer weezenjnbsp;Maar maaken dat ik my eerst zekerheid bezorg.

Wil jy nou dat ik jou geloof? zo ftelme Borg,

I. E L I o , he^n lueder geld gevende.

Fiat. Ik ben te yren. Hou daar.

F I L I P Y N.

5, Na k wel kan ruiken gt; Zyn t flechte lui daar zy die voorzorg by gebrui'nbsp;ken!

Ik fchaam my-zelf, dat ik hem Borg hebbe afge-eischt..- Hoewel h is beeter zo, als naar de galg gereist. Spreek op, ik zal je nou gelooven, en ook zwygen,

L E L I o.

k Hebbe u gezegd, dat hier niets is voor niet te krygen Maar alles krygt men hier by ruiling ^ op dat nounbsp;Die ruiling voor elkn gemaklyk weezen zou,

Is l geld bedacht: en die dar heeft kan zich gerieven j En daar voor krygen wat er is van zyn believen.

F I L I P Y N.

Wat zegje? kan hy, die van deeze vodden geeft.

Hier alles krygn wat hy wil of nodig heeft ?

L E L I o.

Voorzeker.

F I L I P Y N.

Dit komt my bclagchlyk voor, te weeten, Om dat men , als ik z,ie, het geld niet op kan eeten?nbsp;L E L I o.

t Is waar, het geld word juist niet zelf gegeeten; maat Men kan er fpyze en drank vcor krygen.

F I L I P Y N.

t Is toch raar!

En mqogelyk zyn die Gewoontens nog^ al meede Zo flegt' niet als ik dacht. Men heeft, na k uit jomvnbsp;reede

I nbsp;nbsp;nbsp;Kan

-ocr page 53-

B L Y S P E L. nbsp;nbsp;nbsp;41

Kan hooren, niets van doen dan geld, om alles ftil, En Zonder moeite of zorg, te krygen wat men wil ?

L E L I o

^o is t. Die geld heeft, lyd hier nooit gebrek.

F I L I P Y N.

t Is wyslyk,

Wel uitgevonden, en t gemak daar van is pryslyk. Waarom t niet er gezeid? zo hadde ik geen gevaarnbsp;Geloopen, van my-zelfs te laaten hangen! maar,

2ieg me eens, wie geeft jou quot;quot;t geld? ik zal zo daadlyk loo-Om voorraad op te doen, en wel met heele hoopen, (pen, L E L r p.

Men krygt het niet te geef.

F I L I P Y N,

Wys my dan, waar men t neemt ? L E L I o,

^ulks mag men ook niet doen.

F I L I p y N.

Wel hoe! dat dunkt me vreemd, ^ietneemen ook ? welaan, zo leer het my dan maaken.nbsp;L E L I o.

Nog minder .Want gy zoudt, dit doende, in onheil raaken. Men zoude u hangen, als het iemand wierd bekend ,nbsp;at gy had geld gemaakt.

F I L I P Y N.

Wat feldremallement!

Keg my dan eens hoe dat je er aankomt, zonder teemen ? Ke geeven t niet; men mag t niet maaken, ook nietnbsp;j neemen.

k Verfta me niemendal van die verwarde praat.

L E L I o.

Ik zal t u zeggen, dat gy t duidelyk verftaat. i^icr onder ons, het zal u noch wel nader blyken,

?yn twederhande ibort van menfchen; Arme, en Ryken. Pe Ryken hebben geld, en de Armen niet; waar doornbsp;Peele Armen zyn verplicht, om geld te werken voornbsp;Ryken,om daar van te leeven. Kunt gy t merken?

C 5 nbsp;nbsp;nbsp;Elquot;

-ocr page 54-

2 DE AMERIKAAN;

F I L I P Y N. nbsp;nbsp;nbsp;(werken?

Ja. Maar wat doen de Ryke, als de Arme voor haat 'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;L E L I o.

Die llaapen, wandelen, en leeven ieer gerust.

Zy eeten lekker, en 7.e drinken wat hun lust.

F I L I P Y N.

Dat is gemakklyk voor de Ryken!

L E L I o.

Kunt gy roemen

t Gemak, het welk men vaak hun ongeluk mag noemen ? F I L 1 P Y N.

Hoe dat?

nbsp;nbsp;nbsp;L E L I o.

De Rykdom doet niet veel, dan dat e alleen Het menfchelyk gebrek vermeerdert, in t gemeen.nbsp;Veele Armen werken Hechts om nooddruft; maar veelnbsp;Rykennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*

Tot overdaat, die vaak, als veele laaten blyken.

Noch maat, noch paaien heeft;wyl dikwils,beurt orn beurt,

Na-yver, geldzucht, weelde, en trotsheid hen verfcheurt-Dus doende groeit ook uit hunne eigene overvloeden, De Armoe en Nooddruft.

F I L I P Y N.

Och! dus zyn de Ryke bloeden Daar nog vry flimmer aan dan de Armen, hoe gering,nbsp;En hebben zelf, fchoon Ryk, gebrek aan alle ding ?

L E L I o.

Dat gaat geraeenlyk zo.

F I L I P Y N.

Wil ik u eens verklaaren. En tefFcns voor de vuist, myn meening openbaaren ?

L E L I o.

Wat meening ?

F I L 1 P Y N.

Om jou eens te zeggen in het kort j Wat hier aan al joului befchaafde volkren fchort?

Le'

-ocr page 55-

B L Y S P E L.

L E L I o.

Zeg op. Wat fchorter aan ?

F I L I F Y N.

Om dat wel uit te leggen...; Maar aprop' ik moet je wel de waarheid zeggen.nbsp;Want, k heb geen geld om Borg te ftellcn voor mynnbsp;L E L I o.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;woord.

Zal u zonder Borg gelooven, fpreek maar voort.

F I L I P V N.

Weet dan, dat ik geloove, en vascftel zonder vreezen, j pat jylui gekken zyt, en denkt heel wys te weezen jnbsp;i' Je bent onweetenden, en waant bekwaam te zyn;

|tlui bent waarlyk Arm, en denkt, naar allen fchyn, Weel Ryk te weezen; en in t kort, jelui bent llaaven,nbsp;Waar jy meent vry te zyn, bezittende veel gaaven!

L E L I o.

daarom gelooft gy dat ?

F I L I F Y N.

Om dat het waarheid is.

^oor eerst, jelui bent gek; want met bekommernis, fin Zorgen, zoekje fleets na veel onnutte dingennbsp;Ten andren Arm; om dat je jou van t geld laat dwingen ,

fin daar jouw heil in flelt ;' in plaats dat jy jou by Pe eenvoudige Natuur zoudt houden, zo als wy.

^y pretendeeren niets; wy zoeken, noch wy trachten pa niets; waar door wy ons zo veel te vrycr achten.nbsp;J^oorts benje Slaaven; want al t geen jelui bezit,nbsp;pat acht je meerder dan jouw vryjigheid. Doch, ditnbsp;' p nog wel t allerllimst: je zoad je medebroedrennbsp;' poen hangen, zo ze jou maar t minfte van je goedrennbsp;pntnaamen, ichoon t je zelf onmydlyk had gekweldnbsp;p bent onweetenden; door dien je wysheid fteld,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.

P Wetten te verftaan, daar jy noch zelf de Reeden piet kent. Nou weetje net, wat jylui hier voorZeedennbsp;ezit ?

L E L I o.

Wy

Gy hebt gelyk, myn waarde Filipyn,

-ocr page 56-

de AMERIKAAN;

Wy zyn ook zotten, maar gedwongen zulks te zyn,

F I L I P Y N.

Daar hebje t al. Dit gaat myn zeggen nog te boven 1 Die zotheid is noch wel de grootfte, als wy geloovennbsp;Dat wy gedwongen zyn.

L E L I o.

Wat zullen wy toch doen ?

Hier moeten goedren zyn, voor hem, die met fatfoeO Beftaan wil; zyn er geen, zo moet men arrebeidennbsp;Om die te krygen, en zich tot het werk bereiden.

Een Arme zonder geld, gelyk u is bekend,

Krygt immers niets voor niet.

F I L I P Y N.

t Is wel inpertinent! Maar apropo. Ik heb geen geld; en na jou zeggen,

Zo ben ik Arm ?

L E L I o. nbsp;nbsp;nbsp;f

Gewis. Dat s niet te wederleggen.

' nbsp;nbsp;nbsp;F I T. 1 P Y N.

I.

Wat zegje !. zou ik dan ook moeten werken als Die Arme duivels, die heur-zelven fchier den halsnbsp;Afwerken, eer ik wat zou hebben om te leeven?

L E L I o,

o ja.

F I L I P Y N.

Ach! had ik dan maar in myn Land gebleeven. Dan ben je maar een Schelm! verrader! zteg, heb jynbsp;My uit myn Land getroond, en hier gebragt, om mynbsp;Bekent te maaken dat ik Arm ben en verlooren ?

Het geen ik nimmer heb geweeten van te vooren.

In onze Bosfehen weet men van geen Arm of Ryk;

Wy zyn malkandren daar in ftaat en goed gelyk;

Wy leeven daar gerust,,een yder in zyn wooning;

k Was daar myn eigen voogd,myn Meester, Prins en^ Koning.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp; 1

Maar gy; wreede! hebt my uit dien ftaat gebragt, Ommy te toonen dat ik Arm ben en veracht!nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Hj huilt-

L '

-ocr page 57-

B L Y S P E L. nbsp;nbsp;nbsp; 5

L E L I o.

^yn waarde Filipyn, laat zulks u niet berouwen:

Want ik heb geld en goed j ik zal u onderhouwen. Filipyn.

Ja tnaar, ik wil niet van je hebben; want je geeft jiier immes niets voor niet ? of wou jy onbeleefd,

Wyl ik geen geld hbb, dat ik zou my-zelve geeven, Ppdat je my tot Slaaf mocht hebben al je leeven ?nbsp;^een; k wil in tegendeel hier vry zyn, onbepaald;

Qf andersbreng me weer daar jy my hebt gehaald, Ppdat ik 3 wel te vren, in onze Bosch gezeten,nbsp;weer, dat er Armen zyn en Ryken, mag vergeeten.

L E L I o.

Stel u gerust. Gy zult geen Slaaf zyn, Filipyn: k Beloove u op myn woord, dat gymyn vriend zult zyn.'

Filipyn nbsp;nbsp;nbsp;(len.

^n Ichoonder woord! en zelf nog zonder Borg te ftel-. nbsp;nbsp;nbsp;L E L I o , hem nochmaals geld gevende,

^ie daar, ik ftel u Borg. Des wil u maar niet kwellen. ,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Filipyn.

1 Is wel. Ik hou my dan aan t geen je hebt gezeid. Niet tegenftaande dat ik eene afkeerigheidnbsp;Neb voor jouw medebrors, zal ik om jou hier blyven ,nbsp;En om een meisje dat ik liefhebbe, O gansch vyven!nbsp;^y is zo mooi.

E E L l o.

Wat is t voor een die gy bemint?

^ nbsp;nbsp;nbsp;Filipyn.

^at weet ik niet. Heur naam is Violette, vrind.

. nbsp;nbsp;nbsp;L E L I o.

Noel Violette?

Filipyn.

r

L E L I o.

Dit doet my waarlyk vreezen! bZou dit de Dienstma^d van Flaminia wel weezen?nbsp;Waar hebt gy haar gezien, die Violette?

-ocr page 58-

AMERIKAAN^

F I L I P Y N.

Hier,

Hoeiageer uit?

L E L I o.

F I L I P Y N.

Heel groot ?

k Zag nooit volmaakter meisje fchief-L E L 1 o.

F I L I P Y N,

Neen,niet alt.

L E L I o.

Was t een brunette of blonde ? F 1 L I P Y N.

Een blondje'.

F E L I o.

Hebt gy haar hier zo alleen gevonden ?

F I L I P Y N.

Wel neen: want daar was nog een ander meisje by, Dat ook niet leelyk was, wat magerder als zy;

Met nog eene oude paai: Maar bloed, die was zo aardig' Hem 'eens te zien,is al jouw geld en goed wel waardig'nbsp;Hy had een mes op zy; in de eene hand e?n ftok;

Hy was gekleed. ja, met een Zwarte en roode Rokj Hy had een Baard heel fpits;hy ging omtrent zo luchtig?nbsp;Gelyk een Oliphant. quot;k Beken, de vent was kluchtig!nbsp;L E L I o.

Ik fta, op t geene ik hoor, verwonderd en verzet! ^t Zal wis Orontes zyn, 't is zyn befchryving net,nbsp;Oie zich misfehien hier met zyn Dochter op zalhou-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;den?...nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;_nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(zouden

Maar neen, zulks kan met zyn. Door welk een toeval j? Zy hier gekomen zyn ? ... Maar ja, t is al te waar ?nbsp;Nu k Marios gezegde errinner, blykt het klaar.nbsp;Hy zeide, dat.zyn Bruid, fchoon hy haar naam nietnbsp;noemde,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(d^

Een Italjaanfche was, wier fchoonheid hy hoog roem' Die, onlangs hier geland, hem reeds veel gunst beweeg-

-ocr page 59-

B L Y S P E L. nbsp;nbsp;nbsp;47

sj o Hemel! keer van my de plaagen die ik vrees.

3} Doch ik moet dit geval wat dieper gaan doorgronden. jMyn geest word teenemaal vantwyffeling verflonden,nbsp;F I L I P Y N.

Wat praatje by je zelfs ? hoe hebje t toch zo drok ?

L L I o.

Hiets.

F I L I P Y N.

Violette had daar flus myn zwavelftok M uit gtbuazen, maar die ouwen wou quot;t niet lyn,

egrypje wel----Men zei, dat ik moest leeren vryn ,

pm zoete praatjes, na de mode van dit Land,

Haar voor te praatcn, eer ik mocht liefkozen: want Hus vryd men hier, Is t waar ?

L E L I o.

5, Hoe is myn ziel bekaden! )3 Zou die ondankbre my dus eereloos verraden?

F I L I P Y N.

5.1 kyk, hy praat alleen. Wat zegje?

L E L I o.

Niet met al.

F 1 L I P Y N.

Ho, ho! ik merk het al, myn vrindje,... hy word mal! Spreek, zei je my dan ftraks die mopije dingen leeren?nbsp;L E L I o.

J^jja. k Weet nauwelyks waar ik my heen zalkeeren^ ben my zelve fchier niet machtig i ik moet rasnbsp;Ha Mario... maar zagt, daar komt hy recht van pas.

ZESDE TOONEEL.

Lelio, Mario, Filipyn.

T nbsp;nbsp;nbsp;L E L I a.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(ten,

K ben verblyd, myn Heer, u nochmaals hier te ontmoe gt;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;M A R I o.'

** Van s gelyken, vriend, die dc eer hebbe u te groeten-

i.E'

-ocr page 60-

DEAMERIKAAN; nbsp;nbsp;nbsp;|

L E L I o.

k Was van gedachten, om %o naar uw huis te gaan.

Op hoop, dat gy me van een twyfling z.oudt ontllaan, Die my het hart bekneld in dees verwarde 2.aake;nbsp;Verfchoon myn drift, maak, dat ik uit myn dooli^nbsp;Uw Bruid, 2gt gy, is eene Italiaanfche Maagd ? raakc-M A R 1 o.

Zo is t. nbsp;nbsp;nbsp;I

L E L I o nbsp;nbsp;nbsp;I

Ei, zeg my van wat plaats, zo t u behaagt.

M A R I o.

Ze is van Venetin van daan,

L E L I Oi

Wat moet ik hooren!

k Ben daar bekent. Uit wat Familie toch gebooren? Mario.

Zy is de Dochter van een Koopman daar.

L E L I o.

Haar naam ?

Mario.

Haar naam en fchoonheid 2.yn lang ruchtbaar door de Zy heet Flaminia.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(Faaffl.

L E L o.

Ach! Hemel!

M A R I o.

Welke Zuchten

Loost gy,op t noemen van haar naam! wat doet u duchten Of kent gy haar.?

L E L I o.

O ja,

Mario.

Wat maakt u dan bezwaard? Of is Zy de achting van een eerlyk man niet waard.?

L E L I O, ^ nbsp;nbsp;nbsp;'

Ja, zy bezit al wat een Minnaar kan behaagen.

Des is er niets daar gy u over kunt beklaagen. nbsp;nbsp;nbsp;l

jMaar t gene u heeden t meest verwondrea zal, myf | vrind,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1

-ocr page 61-

B L Y S P E L.

Is, dat gy thans in my een Medenainnaar vind.

Zy is het die ik zoek.

Mario.

Wie!

L E L 1 o.

Ja, wel te weeten!

En uit die drift die k voor haar toonde,isaftemeeten^ Wat myn gevoelens zyn die k voor haar hebbe. Ik mln..,nbsp;Wat zegge ik.!* ik aanbid haar met myn ziel en zin..

En dat wel Zo, dat ik eer zou myn leeven haaten ,

Er ik die fchoone zou een ander overlaaten I Mario.

Ik lla verflaagen om het geen gy hebt gezegd.

*k Dacht ongeftoord met haar te treeden in den Echt j Maar weinig had ik die gedachten, om te vindennbsp;Een Medeminnaar in de beste myner vrinden!

L E L I o

Veel minder dacht ik die in u te vinden; Maar,

Ey Medeminnaars raakt de vrindfehap in gevaar.

Ecer Mario, gy moet hier een van beide kiezen:

Gy moet Flaminia in haar perfoon verliezen,

Of wel dezelve my betwisten door t Geweer } Mario

k Beken,k had nooit gedacht, dat ik van u, myn Heer, E)us twistend, endatnogmeteengevechtzoufeheiden:nbsp;Egt;och, wyl gy 't zo begeert, zal ik mer toe bereiden.nbsp;Elaminia is my uw vrindfehap ook wel waard.

En om te toonen, dat myn liefde ook evenaart Met de uwe, zult gy my eerst moeten overwinnen,

Er ik ze u affta.

Zf ttekken huniK Degtns^ FI L I P Y N , tusfehen beide.

Hei I wat wil j lui beginnen ?

L E L I o.

Zult gy daadlyk zien, Wykaaneenzy. nbsp;nbsp;nbsp;;

E I L I F V N.

voor ?

D nbsp;nbsp;nbsp;'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;M Aj

-ocr page 62-

A M E R I K A A Nj

Mario.

Zo gy niet wyken wilt, ik fteeke u door en door!

F t T I P Y N.

En ik ik fla je lui ftraks allebei de knoken

Aan {tukken, io je hier noch langer legt te fpookcn

Mei 'ilke mcbien j dit is wel wat ongemeens.

Ik bid je toch bezie my deeze vrinden eens.

%6 groeten zy malkar, mer veel beleefde woorden,

En z wil de eene weer den anderen vermoorden!

L E L I o.

Wy hebben redenen

F 1 L I P Y N.

En wat voor reden ? kom,

kWil die eerst weeten.

Lel I o , tegen Mario,

Vriend, wy zyn gedwongen, oin Ons eerst van hem te ontilaan, eer we ons gelchil be-flechten ?

Hoor, Filipyn, dit zyn de reden daar we om vechten ' t Geval wil, dat wy n en t zelfde meisje thansnbsp;Beminnen....

Filipyn.

Waarom loop jy op zyn Wildemans Terftond maar yder met een Zwavelitok niet by er ?nbsp;Zo kunje daad lyk zien, wien t meisje tot heur vryefnbsp;Wil hebben.

L E L I o.

Ta, maar hoor: wy trachtenbeidegacr

Met haar te Trouwen.

Filipyn.

O! dat wist ik niet. t Is waar? Je kunt haar allebei niet Trouwen.

M A R 1 o.

Om die reden

Ist,dat we vechten. Pak u weg !

F 1 L I Y n. nbsp;nbsp;nbsp;I

-Ei, wees te vreedeij'

-ocr page 63-

B L Y S P E L; nbsp;nbsp;nbsp;5*

En zegt my eerst, of hy, die s Medeminnaars bloed Zal Horten, dan daar na het meisje Trouwen moet?nbsp;Mario.

Wel ja.

F I L I P Y N.

Ja, zeid hy nog. Weet jy dan van te voorenj Of zy den levenden of dooden heeft verkoren ?

Want zy bemint gewis maar een van beiden: dies Is t nodig dat je ras, en zonder tydverlies,

Aan t meisje vraagt,er gy malkar den hals gaatbree~ ken ,

Wie zy wil hebben dat zich dood zal laaten fteeken.

L E L I o.

Maar...;

F I L t P Y N.

Maar. Je bent een gek! dat s duidelyk te zien.' Want zo jy hem eens doodde,en dat zy hem misfehieanbsp;Beminde,zou ze jou,hoe fchoonjyookmochtpraaten.nbsp;Dan niet vervloeken; ja, noch meer, voor eeuwig haaten ?nbsp;Mario.

Heer Lelio, my dunkt hy heeft gclyk.

L E L I o.

t Is waar,

Hy heeft in alles juist geen ongelyk.

F I L I p y N.

Zie daar,

Jelui bent al zo dom als Ezels, met je beijen.

In plaats van dat gevecht, zo laat de meid je fcheijen, Oaat vraagt haar wie zy t liefft wil hebben van je twen jnbsp;En,laat hy,dien het mist, dan met een blaauwe fcheennbsp;Wer heen gaan,zonder zich daar over kwaad te maa-.

En by een are meid wer zien te recht te raaken: Want dus doe jy malkar geen ongelyk, doordiennbsp;jpuw beider recht op haar is even groot. Misfehiennbsp;Ben jy wel even na om haar te pretendeeren,

^ar t is jouw fchuld niet dat zydeenen zaibegeeren,'

Da nbsp;nbsp;nbsp;q

-ocr page 64-

52

D E A M E R I K A A N;

n dandren niet j vermits dit aan haat liefde ftaat L E

L I o,

tegen Maria.

Wel, Filioyn is maar een Wildej doch ^yn raad Is waardig uit den mond eens wyz.en voort te komen.nbsp;Wat dunkt u, zullen wy dien volgen.^

Mario.

Zonder fchroomen.

Indien wy hem daar in werftreefden, zouden wy Er Wilden fchynen, en onweetendcr dan hy.

7.y Jteeken hunne Degens op. Doch laat ons in die zaak malkandrcn wel verdragen.^nbsp;Zo ik Flaminia kan meer dan gy behaagen^

En dat zy u eens had yergeeten, zo zult gy Flaar vreedig afflaan, als of zy behoorde aan my ?

L E L I o

O ja. Indien haar hart maar twylFelt in t verkiezen , Verlaate ik haar, om haar voor eeuwig te verliezen,nbsp;Mario.

En ik verzeker u, zo zy u nog bemint.

Dat ik ze u affta, hoe verliefd ik my bevindt.

L E L 1 o.

Gaf zy u ooit bewys van liefde, zonder veinzen? Mario.

Ik heb nog nooit doorgrond het diepftvan haar gepeinzen.

Zy leeft met my dat ik voor t minst wel hoopenmag. Daar boven ben ik met Orontes in verdrag,

Die my verzekerd heeft, dat ik niets heb te vreezen, Dewyl hy weet dat zy hem zal gehoorzaam weezen.nbsp;Maar heeft uw liefde haar wei ooit aan t hart geraakt?nbsp;L E L I o.

I5e ondankbre heeft het my ten minften wys gemaakt; Als ook haar Vader, die terftond ons Huwlyk keurdenbsp;Voor goed ^ zo dra als hy ons beider vlam belpcurde:nbsp;Maar mooglyk, om t gerucht vanmyn verlies verfpreid gt;nbsp;Is hy veranderd uit eene enkle gierigheid jnbsp;Het welke ik aan een hart,alstzyneis jtoekangeeveo*

Doch *

-ocr page 65-

B L Y S P E L. nbsp;nbsp;nbsp;53

Doch, 7.0 Flaminia daar door wierde aangedrccven Om my te haaten, 2.0U k die fnoode nimmermeer.nbsp;Weer willen booren, zien, noch fpreeken.

M A R' I o.

Maar,inyn Heer,

Ow tegenwoordigheid zal all* kwa geruchten Van u vernietigen ? dicrhalven is t te duchten,

Zo gy u-zelfs vertoont, dar weer Flaminia Haar voorge liefde mocht verwekken? en zo dranbsp;Zy hoort, dat u t geluk vervuld heeft met veel zeegen,nbsp;Word zy d ligtiyk, om haare intrest j weer geneegen?nbsp;L E n 1 o.

Neen: is haar Liefde niet zo zuiver als dc myn.

Zo pretendeere ik nooit met haar vereend te zyn, Mario.

Welaan dan, laat ons voort haar keur en meaning hooien,

En zien,wien zy van ons tot Bruigom heeft verkooren : Doch zonder dater een van ons koom voor den dag.nbsp;Opdat haar hart met meer gerustheid kiezen mag.

L E L I o.

Op wat manier zult gy haar de oogen dus verblinden.^ Mario

Heel wel. Ik weet daar toe een middel uit te vinden.

k Geeve aan Flaminia van Avond een Festyn,

Wy zullen ons vermomd, en in een and'rcn fchyn, Daar by bevinden; dan zal ik het zo befteeken,

Dat ze in ons byzyn zelf het vonnis uit zal fpreeken. k Heb nog een vrind,die met zyn raad ons wel in alnbsp;Het voorgenomene, behulpzaam weezen zal.

Laat ons, om dit in t werk te ftellen, dan vertrekken: Dus kunnen wy, er we ons voor haar gezicht ontdekken ,

Oenoegzaam weeten wie van beide word bemind L E L I o,

Is alles wel bedacht.

D 2 nbsp;nbsp;nbsp;Tegf

-ocr page 66-

54 DE A M E R I K A A Nj

Tegen Filipyn.

En gy, myn waarde vrind, Kom,gaa met ons,men zal u nevens ons verkleeden.nbsp;Opdat gy, nevens ons, in die vermaaklykhedennbsp;Uw deel moogt hebben- want gy hebt alleen gemaakt.nbsp;Dat wy niet beide zyn in meer gevaar geraakt.nbsp;Dierhalvenzynwyuopthoogst, voor die prezentennbsp;Van uwen Raad, verplicht.

F I L I P Y N.

Dat zyn eerst Complimenten 1 Maar toch, t bruid heen; dewyl dit wel zo goed is alsnbsp;Met Mesfen: de droes 1 die blonken my zo valsch.

W faieede Bedrjf,

DER-

-ocr page 67-

B L Y S P E L. nbsp;nbsp;nbsp;

DERDE BEDRYF.

EERSTE TOONEEL.

FiLIPYNj gekleed als een Salet-Jonker ^ bezi.ndt dch-zelve met vernuondering.

I Ou 7.ie k er kluchtig uit! ja, zeker, t kan pasfecren. Me dunkt, ik lyk zo raar in deeze Jonkers kleren?nbsp;De Kapitein heeft my al aardig opgefchikt:

Geleende hairen 1 cn een kleedje net geflikt...

t Is alles fraai. Maar wat gemeenichap kan dat krygen Met my ? want al dat mooi is immers my niet eigen ?nbsp;Of fchoon ze al zeiden, ja, het zit hem net van pas;nbsp;En dat ik in dit kleed wel tienmaal mooijer was.

Ha, ha! ik kan me fchier van lagchen nier bedwingen! De Kapitein is gek: want de allerzotfte dingennbsp;Der waereld, noemt hy fraai. Al wat hy maar bedenkt.nbsp;Maar och! die arme bloed, zyn harsfens zyn gekrenkt,nbsp;Door al de Wetten van dit Land, en t fpytme waarlyk;nbsp;Want in den grond is hy een braaf man!

tweede toooneel. JanojFilipyn,

J A N o. U

|f oe gevaarlyk

Die man lykt kwaad

Ik my gedompeld vinde in zo veel ramp en druk, Nochtans kan de eenzaamheid het best myn ongeluknbsp;Verzachten; daar men zich mag openhartig dragen,nbsp;Om de onrechtvaardigheid der menfehen te beklaagen!nbsp;F I L I P Y N.

J A N o.

Ach! hoe gelukkig en lekuur

D 4 nbsp;nbsp;nbsp;m

-ocr page 68-

5lt;? DE AMERIKAAN;

Zyn toch de Wilden, die de Wetten der Natuur Eenvoudig volgen, en malkandren niets betwisten.nbsp;Vermits zy pimtner iets van Recht-of Plycen wisten!

F I L I P Y N

o ! dat s een eerlyk man. Mynvrind, jehebtgelyk; Want jylui hier te Land deugt altemaal niet!

Jan q.

Kyk,

Waar of die fnaak van praat?

F 1 L 1 P Y N.

Het xal my eens verlangen. Zeg my de waarheid ; k wed, men heeft jou willen han-J A N o.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(gen?

Gy zyt een Nar. Men hangt geen menfchen vanfatfoen. F I L I P Y N.

Dat Ichut ik; want men wou t noch onlangs iemand doen. En om maar kort te gaan, ze meenden t my te draaijen;nbsp;Ook fcheeldent weinig, vrind, of ik had moeten waai-J A N o.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(jen'.

Men had ligt reden, en gy t daar naar aangeleid ?

F I L I p y N,

Ja, reden van jouw Land; te weeten zottigheid.

Een Koopman, die my kwam zyn goedren aan te bieden, Zei, dat, zo ik die nam, hem vrindfchapAougefchieden.nbsp;Ik nam ze: doch alleen uit mededoogenheid.

Jdy eischte geld, dat ik niet had, recht uit gezeid. Doe wierd hy kwaad: ik ook. In t kort, voor al hetnbsp;plaagen,

Dat hy my deede, gaf ik hem de huid vol Kagen.

Dit zyn de reden Daar op ging die gauwdief heen,

En haalde volk om ray te hangen! maar ik meen Dat ik benauwd was, want het waar er toe gekomevi,nbsp;Had my de Kapitein hunn handen niet ontnomen.

J A N o.

,, Opdat myn ongeluk zou des te grooter zyn, j. Moest ik hier nog een Dief ontmoeten, in een fchy'nbsp;j,, Als deeze, die hier ftaat zyn Kapitein te wagten!

-ocr page 69-

B L Y S P E L; nbsp;nbsp;nbsp;57

F I L I P r N.

Wat praatje by je zelfs ?

J A N o.

Ik fprak daar in gedachten.

Ik zeg, die Koopman had groot ongelyk.

F 1 L I P T N,

Gewis.

Het is een reekcl, die de grond niet waardig is!

J A N o.

Gy hebt wel reden om heel kwaad te z.yn; byzonder. Om dat het hangen niet pleizierig is.

F I L I P Y N.

Geen wonder!

Als ik er maar om denk, dan zuip ik fchiermyn bloed. J A N o.

Maakt dat u zulks niet weer gebeurt, en zyt gegroet,

Myn Heer

F I L I P T N.

Waar zo na toe,?

J A N o.

nbsp;nbsp;nbsp;Naar huis.

F I L I P Y N.

Dat zul je laatcn.

Je zult hier blyven. k Denk noch wat met jou te praatcn. J A N o.

Ik heb geen tyd.

F I L I P Y N.

Ho! hol jou tyd ftaat maar aan my. J A N o.

,3 Ik ben gelukkig, raak ik met myn Goudbeurs vry !

F I L I P Y N.

Ben jy een eerlyk man ?

J^NO.

Geweest.

^ Dat ben ik al myn leeven

F I L I P Y N.

Hoe wilje, dat ik jou geloof zal gecven,

D 5 nbsp;nbsp;nbsp;In-

-ocr page 70-

y8 de AMERIKAANj

Indien je my terftond geen Borgen ftelt ter hand ? Want jy kunt zonder die niet leeven hier te Land.nbsp;Geef op maar. Ligt zou jy van t fpoor der waarheid d waa-J A N o.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(len.

Waar wilt gy toch, dat ik u zal die Borgen haaien F I L I P y N.

Voel in je zak maar j want daar fteek jelui die in.

J A N o.

,, Dat s duidelyk genoeg, en met geendubble zin.

Ik zal maar trachten hier zo goedkoop af te raaken, Als 't mooglyk is, ik mocht het fomtyds flimmer maa-kcn.

Myn Heer, ik merk het wel, myn Beurs is flechts het wit, Daar gy op doelt. Daar is ze, en ai wat ik bezit.

F I Lf I P Y N.

Zo my eens iemand Borg afeischte voor myn woorden, Ik weet niet of ik hem niet daadlyk zou vermoorden!nbsp;Want ik ben eerlyk, en al t geene ik zegge is waar.

Ik heb nooit Borg van doen

J A N o.

Myn Heer, dat zie ik klaar.

Ik groet u----

F I L 1 P Y N,

HollaJ blyf- k heb jou noch iets te ontdekken. J A N o.

,, O Hemel 1 wil my toch uit dees gevaaren trekken.

F I L I p y N,

Het is my leed dat ik dus met je handlen moet.

Te fchynt me haast een man die eerlyk is en goed; bin dat jy achting voor deWilden had, zo even?

J A N o.

Ach i wou de Hemel, dat ik onder hen mocht leeven, k Wierd dan niet blootgcfteld aan rampenen gevaar,nbsp;Die daaglyks beurt om beurt, my nu vervolgen!

F I L I P Y N.

Daar,

Daar zyn je Borgen weer, jy bent een man met eereni

H.n

-ocr page 71-

B L Y S P E L:

n ik xal nooit van jou wer Borgen pretendeeren,

Om datje een Wilde wenscht te weezen.

J A N o.

Hoe! zo vry...

F I L I P Y N

Ia. Weetje niet dat jk een Wilde ben?

J A N o.

Wie, gy?

F I L I P Y N.

Ja ik. Ik ben van daag eerst in jouw Land gekomen,

I En heb daar heden al meer zotterny vernomen,

Oan ik in honderd jaar in onze Bosfchen zag.

J A N o.

jjDank zy den Hecmel, nu k weer adem haaien mag. gt;3 Myn hart wierd door de vrees beneepen als met fchroe*nbsp;F I L I P Y N.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(ven.

Maarkbidje, zegmyeens, wat jou zo kon bedroeven, Oaar flus ?...

J A N o.

Dat is t verlies van een Proces geweest.

F I L I p y N.

Wat zegje daar? Proces! wat is dat voor een Beest? Ja NO.

Het is geen beest, maar t is een zaak, die k met een ander Gehad heb , daar men om laat plyten met malkander.

F I L I P Y N.

Eloe ziet er die zaak uit ?

Ja NO.

Wel hoe! die zieter uit,

Als een Proces behoord, Ik ben met hem gebruld. Als hy nauwkeurig dus op yder woord w'il letten.

^eg my eens, vrind, weet gy wel, dat men hier heeft Dm na te keven ?nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(W ctten

F I L I p y N.

Ja.

A N o

En dat die hier te Land,

Ge-

-ocr page 72-

io D E A M E R I K A A N; Gehandhaafd worden,door veel mannen van verftand?

F 1 L I P Y N.

Die noem je Rechters ?

J A N o.

Ja, Indien gy nu verfchil hebt Met iemand in een zaak, en dat gy in de wil hebt.

Om u daar van te ontdaan, moet ge uw party terftond Voor t Recht doen roepen, daar de Rechters in den grondnbsp;Doorzoeken uwe zaak j alwaar zy , naar de blykennbsp;Van recht en reden, dan een vonnis over ftryken.

En dat is een Proces.

F I L I P Y N.

k Begryp het; doch voorheen Was t me onbegrypelyk.

J A N o,

Tien jaaren is t gelen,

Dat ik er een begon om net vyf honderd gulden,

Die me iemand fchuldig was; en nu, (is t wel te dulden ? ) Verlies ik het, en moet weer van myn eisch afftaan.nbsp;Na dartig vonnisfen te hebben ondergaan!

F I L I P Y N.

En waarom darrig op n zaak J A N o.

Om dat het plyten

Tomvallen voortbrengt, die men der Prayk moet wyten.

F I L I p y N.

Wat is dat, een Pratyk?

J A N o.

Het is een kunsje, dat

Men uitgevonden, en voor lang al heeft gehad j Waar me men heel fubtiel,zelf dallerklaarftezaaken,nbsp;Kan brengen in de war, en onbegryplyk maaken;nbsp;Want als een Advokaat en Procureur daar maarnbsp;Een maand in werken, is t genoeg verward.

Is t waar ?

F I L I P Y N,

jA'

Wat is een Advocaat en Procureur ?

-ocr page 73-

6l

B L Y S P E L.

J A N O.

t Zyn Heeren,

Die onderrecht zyn in den ftyl van Procedeeren.

F I L I P Y N.

Maar wat is dan die ftyl van Procedeeren hier ?

J A N o.

Hy vraagt me gek. Het is een order, of nianier,

Op welke men zyn zaak den Rechter voor moet draagen. Om door verrasling niet te worden afgeflaagen.

F I L I P Y N.

Zo dat je op die manier dan geen verrasling vreest?

J A N o.

Ja wel in tegendeel: want die manier geeft meest Gelegenheid daar toe; en t is ook, na gedachten,

Uit haar alleen, dat die Pradlyk de meeste krachten Bekomt, om zaaken in de war te brengen j want....

F I L I p y N.

Maar zo de Rechters hier zyn mannen van verftand , Die aangefteld zyn om te Rechten na de Wetten,

Wel waarom of zy die Prayk dan niet beletten?

J A N o.

Zulks kan niet weezen. Die Prayk is niet alleen Een omweg, uit de Wet genomen en byennbsp;Gebracht; maar die manier, die in het Procedeerennbsp;Is vaftgefteld, om veel verrasfingen te. keeren,

Brengt zelf verrasfingen te weeg; en dit belet De tegenhouding der Pradlyk.

F I L I F Y N.

Dus moet de Wet,

En die manier al zo verward zyn als jouw reden!

Maar zo geen Rechter dan die onrechtvaardigheden Beletten kan, en dat jelui te vooren weet.

Dat dAdvokaten en de Procureurs jouw leed Vermeerdren, en jouw zaak verwarren; felleweekenlnbsp;Waarom laat jy lui hen de neuzen daar in ftecken?

Wel llappermast, had ik eens een Proces, en kwam Maar eens een Advokaat, of Procurcjjr j en n|tfn

Pf

L.

-ocr page 74-

02

DE AMERIKAAN;

Die ftoutheidj van daar met zyn vinger aan te raakeflj Ik 2,ou hem flaanjdat hem de Ribben zouden kraakeni nbsp;J A N o,.

Toch moeten zy er zyn, hoe zeer by u verdacht.

Door hen werd uwe zaak den Rechters voorgebragt; j Zy zyn daar toe gefteld. Want fchoon het u mochtfpy' Inbsp;Gy moogt hier zelve niet uw eigen zaak beplyten. (tefl;nbsp;F I L I P N.

Waarom niet?

J A N o.

Om dat gy de Wet niet hebt geleerd En ook niet weet op welk een wyz men procedeert.

F I L 1 P Y N.

Wat zegje? mag ik zelf myn zaaken niet beplyten.

Om dat ik juist de kunst van ze in de war te fmyten,

l^iet heb geleerd ?

J A N o.

O neen.

F I L I p y K.

t Kon ligt, en met gemak Gebeuren, vrindje, dat ik jou de nek eens brak,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(veU'

Voor de onbefchaamheid daar gy door werd aangedree-Heb ik je zo beleeft de Borgen weer gegeeven.

Om my dus voor den gek te houden ?

J A N o.

Neen,ik fcheer

De gek niet met u, k fpreek de waarheid llechts, myo Heer.

Dat s ook de reden, dat men telkens geld moet fchieten Indien men voortgang wil met zyn Proces genieten;

En dit maakt meenigmaal de Rykften Arm.

F I L I P Y N.

Wel hoe!

Geef jy lui noch geld toe ?

J A N o.

Voorzeker, noch geld toe-Waflt

-ocr page 75-

B L Y S P E L. nbsp;nbsp;nbsp;6-^

Want xonder dat, zou nooit vrouw Themis willen hoo* Geld moeter weezen, ofaltpraatenisverloorcn. (reninbsp;t Blykt klaar aan my, hoe t geld de zaaken onderftut:

Ik heb me, om myn Proces te vordren, uitgeput.

En nu verlies ik het, om dat ik geen bewys heb;

Zo dat ik voor myn geld een al te flechten prys heb,

F I L I P Y N,

En fpyt je dat ?

J A N o.

Wel ja: wat vraag js dat?

F I L I P Y N.

Je bent

De grootfte Nar, die k van myn leeven heb gekend.

Je mocht eer willen dat je t al voor twintig jaaren Verlooren had, dan zou t je nou zo niet beiwaaren.nbsp;Voor my, ik zweerje, indien ik zulk een huisraad had ^nbsp;Ik wierp het zo terftond in t waatcr, dat je t vat.nbsp;Maar aprop. Zei jy me flus niet, dat de fchuldennbsp;Van jou Proces bellaan in net vyf honderd gulden?

J A N o.

Ja.

F I L I P Y N,

t Spyt me, dat je t hebt verlooren: anders wou Ik jou verzoeken datje t my eens geeven zou ?

Ik ben die Koopman net zo veel te kwaad gebleeven, Dies wou ik jouw Proces hem in betaaling geeven.nbsp;Indien je t nou nog had; en zulks alleenig totnbsp;Een ftraf, om dat hy my dus fchendig heeft bedot,nbsp;Diefchelml

J A N o.

Gy hebt gelyk. Ik Zou hem dat wel gunnen. Ook zoudt gy nimmermeer u beeter wreeken kunnen,

F I L I p y N.

Voorzeker niet! hy had zich-zelve mooi gebruid,

Als ik hem jouw Proces eens gooide op zyne huid ?

J A N o.

-) Ach, zyne eenvoudigheid vermaakt me boven maaten!

My

-ocr page 76-

^4 DE AMERIKAAN;

Myn tyd laat my niet toe, om meer met u te praatem: k Moet Mario, myn vriend, nog helpen in een zaaknbsp;Die hy in t werk ftelt om zyn Minnares Vermaaknbsp;Te geeven; des zal hy my heden al verwagten.

Vaar wel. k Wensch dat gy die eenvoudige gedachten Nog lang behouden moogt.

F I L 1 P r N.

Ik groet JOU ook Compeer Maar zo je wys bent, vrind, zoek nooit Proccsfcn ween

DERDE TOONEEL.

Ff I L 1 P Y N.

Oei! die Procesfn zyn gewis des duivels vrinden. Ik vrees waarachtig nog dat ik er een zal vinden ?.,.nbsp;Maar neen,ik weet al waar t van daan komt. oganscknbsp;bloed!

Hoe zal ik die Prayk betrekken.t Komt van t goed En geld dat iemand heeft: ho! ho! ik zal wel maakennbsp;Dat ik niets heb; dan zal geen Advokaat myn zaakennbsp;Verwarren willen.!* want Zo dra hy immers weet....

VIERDE TOONEEL. Flamina, Violette, Filipyn.

F L A M I N A.

, uw Wilde... maar, wat is hy mooi gekleed

V lOLETTE.

Zyt gy dat, Filipyn.!*

Filipyn.

Ha! Violetje.

, Violette.

V nbsp;nbsp;nbsp;Heeden!

'Wat bcnje mooi gekleed ?

Filipyn.

Ja, dunkjc dat?

Viot

-ocr page 77-

B L y S P E L. nbsp;nbsp;nbsp;65

Violette.

Met reden.

F 1 L I p Y N. nbsp;nbsp;nbsp;(brynj;

baar ben ik bly om. ,/t fclieek de menfchen hier in t Ja, k laat me hangen, z,o ze niet onnozel 7,yn.nbsp;Flaminia.

'bunkt u zo vreemt, dat gy ons fraai fchynt in die kleren ? F 1 L I P Y N

Ik vinde t kluchtig, ja^ daar wil ik wel op zweeren. Dat zy my mooi bevind, en znder iets daar by.

Dat van me-zelven komt.

F L A M l N I A.

Dan merk ik wel, dat gy

Met Violette thans de gek wat fcheerc, by voorbeeld^ Om dat ze u, dus gekleed, zo veel te mooijer oordeelt ?nbsp;F I L I P Y N.

Abuis! ik fcheer de gek met Violette niet.

Wanneer ik bly ben dat ze my voor mooi aanziet: Maar k lagche om t gene my de Kapitein gemeld heeft,nbsp;bie my de zotfte zaak der waereld flus verteld heeft jnbsp;En hy wil hebben dat ik daar geloof aan fla.

y voorbeeld, hy heeft my gezeid.... ha,ha,ha,ba!

Flaminia.

Vv'at heeft hy toch gezeid.?

F I L I p y N.

Wel dat men Zulke kleren M oestdraageri jbyaldienmen wou voor mooi pasfeeren,nbsp;Als ik nou aan heb. Ha, ha, ha!

Flaminia.

Ja wel, ik ben

Byna genoodzaakt, ook daar oni te lagchen.

F I L I P Y N. nbsp;nbsp;nbsp;En,quot;

by heeft me nog gezeid, dat fraaije kleren niaaken , bat wy by yderen in goede gunst geraaken.

En altoos welkom zyn; dat elk zich fchaamt, m let Een mensch te gaan, die niet gekleed is fraai en net.

En dan____ha, ha, ha, ha! hy neemt my daaf cn boven ;

Voor zo eenvoudig, dat ik alles zou gelovea.

E nbsp;nbsp;nbsp;' Fla5

-ocr page 78-

sd DE AMERIKAAN;

F L A M I N I A.

En echter is het waar; vermits, door dezen fchyi,

De oprechtfte menfchen zelf nog vaak bedrogen zyn. Want als zich iemand eens wat proper gaat bekleden.nbsp;Dan is het, of dat kleed ftraks zyn hoedanighedennbsp;Vermenigvuldigt.

F I t I P Y N.

Wel daar lagche ik hartelyk om! Eb daar s geeft Wilde, ja, al waar hy nog zo dom,nbsp;Die niet Zou lagchen, als hy wist dat iemands waarde ^nbsp;Of zyn verdiende, juist de kleedren evenaarde.

F L A M I N I A.

Hy had wel groot gclyk.

Filipyn, tegen Violette.

k Ben dan nou fchoon ? vertrouw. Het is alleen om dat ik jou behaagen zou.

Violette.

kBen u verplicht, voor al uw moeite en zorg verfpillen. Filipyn.

Maar hoor: de Kapitein heeft me ook geleerd de grillen, En draaiing, die men in deez kleren maaken moet.nbsp;Ziet eens hoe ik het kan ?nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;My bootst de Saletjonkers ni

Violette.

Ja zeker, dat gaat goed.

F L A M I N I A.

',Een kluchtig voorwerp, en al aardige postuurea!

W el Filipyn, gy maakt al wondere figuuren;

Uw Kapitein heeft u al wel geleerd, zo k meen.^ Violette.

Is dit het al, wat gy van hem geleerd hebt?

Filipyn. nbsp;nbsp;nbsp;Neen:

Hy heeft my ook geleerd, hoe dat ik fraaije zaaken Moet zeggen, en hoamp; ik een Compliment moet maakefl*nbsp;Ei hoor... Mejuffer , ik bedank het groot geluknbsp;Van myn gefternte, daar ik thans de vrucht van pluk 1nbsp;Dat my getrokken uit de Amerikaanfche Bosfchen,nbsp;(Dewelke flechts in t wild met boomen zyn bewosfehen,)nbsp;iai hier gbracht heeft, om.... ja, uit Amerika,

-ocr page 79-

B L Y S P L; nbsp;nbsp;nbsp;Sy

m.... heeft getrokken, @ni. ...ja wel de drommel B j, Deur die vergetelheid!

Violette.

Hoe of hy t uit zal leggen? Welnu, vaar voort dan, om.

F I L I P Y N.

Om niet n word te Zeggen 5. Flaminia.

Wel Filipyii, dat is voorzeker al te flecht Van u onthouden.

F 1 L I P Y N.

Ja, 't is zo gelyk je zegt.

Tegen Violette-

Foei, myn geheugen fpeelt me parten. JymoetWecth]| Dat ik het altemaal te fchandig heb vergeeten!nbsp;Violette.

Datfpyt me,want het was heel mooi.

F I L I p y N.

Maar zg my, ho

Dat ik t hou Hellen zal ?

Violette,

Ik weet geen raad daar to, F I L I P Y H.

Dan ben ik wederom gedwongen te vertrekken ^

En zonder dat ik jou en woord meer kan ontdekken^ Violette.

Kunt gy niet zeggen,dat gy my bemint?

F I L I p Y N. nbsp;nbsp;nbsp;Welrieeij:

Ik ben zo dom hier als een Ezel! maar alleen,

In onze Bosfchcn, o! daar zou ik er zo fmaiklyk Van praaten kunnen.

FlamiiJia,

Ik beken, hy is vermaaklyk. Geloof me, Fipyn, iaat al die franjes hiernbsp;Maar vaareG, en zegt haar de zaak p uw manier-F I L l P Y N.

Je hebt gelyk,kben daar ook juist niet aan gebondeO^ Want ik heb dingen in dat Compliment gevonden,

E * nbsp;nbsp;nbsp;Di

-ocr page 80-

6Z DE AMERIKAAN;

Die loogens waren; als by voorbeeld, daar kwam in; Dat ik wel fterven wou om haar uit zuivre min.

En dat is onwaar, want ik wil haar niet bedriegen.

En daarom vreesde ik al, om haar zulks voor te liegen: Dierhalven is het goed dat ik t vergeeten heb,

.Vermits ik in t bedrog toch geen behaagen fchep. Flaminia.

Daar zegt gy meerder dan men u zou kunnen leeren; En Violette kan niets meer van u begeeren.

F I L I P Y N.

Zo dat ik, zonder meer, of andre plechtigheid,

Haar dan nou trouwen kan ?

Flaminia.

Neen,dat is niet gezeid. Zeg eens,bebt gy wel geld en goed,om van teleeven?nbsp;Zyt gy wel Ryk ?

F I L I P Y N.

Wel neen; k ben Arm en onbedreeven. Dat zeid de Kapitein, ik wist het anders niet.

Flaminia.

Nog flimmer, Myn Papa, die over ons gebied.

Zal Violette nooit met iemand laaten trouwen.

Die niets bezit om haar te kunnen onderhouwen,

F I L I P Y N.

Ei luister eens; ik weet wel dat ik Arm ben; maar,

k Zou voor al t waerelds goed, van hier niet gaan tot Is dat niet goet voor die wil trouwen ?nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(daar,

Flaminia.

Neen,-wy achten

Dat kwaad te wezen; want men moet geduurig trachten , Om iets te winnen tot zyns leevens onderhoud.

Zeg eens, waar of gy toch uw vrouw me voeden zoudt ?

F I l I P Y N. nbsp;nbsp;nbsp;(deelen,

Daar ben ik nou in t nauw! wel hoor, k zal met haar Al geen de Kapitein my geeft ? dat kan niet fcheelen.nbsp;Flaminia.

En waar of gy haar dan me kleeden zult, indien Gy niets bezit, cn niets wilt winnen.^

...... Fi-

-ocr page 81-

B L Y S P E LJ nbsp;nbsp;nbsp;6s

FiliPYN, zich bedenkende.

Laat eens zien...

Wel laatze naakend gaan ?

Flaminia.

Wel foei u! dat was fchande Voor Violette, zulks gefchied niet hier te Lande.

F I I. I P Y N.

k Weet dan nog beeter raad. Ik zal myn kleren aan Flaar geeven, en dan zal ik-zelf wel naakend gaan ?nbsp;Flaminia.

En zo men u dan in het Lazrushuis eens zette ?

F I L I P Y N.

Wat is dat voor een huis? ei zeg eens Violette^ Violette.

Daar zet men zotten in, om hunne zotterny.

F I L 1 P Y N.

Die zie ik hier zo veel, en nochtans gaanze vry. Flaminia.

Zulks kan wel weezen; maar het zeit niet, dat men even, Zo gy niets hebt, aan u zou Violette geeven.

F i L i p y N.

k Ontmoet hier mislyk volk, waar dat ik gaa of fta! Zeg my eens Violette, of gy my lief hebt?

Violette.

Ja.

F I L I P Y M.

Wei aan, zo gaa met my. Ik zal jou elders brengen. Daar yder vergenoegd zal onze trouw gehengen;

En daar men niemand dwingt of tegeniland bereid. Daar wy Ie famen naar onze eigen zinnlykbeid.

Ook alles mogen doen j daar niets ons is verboden. Daar niemand geld om wel te leeven heeft van nodennbsp;Noch Wetten om daar door verftand te krygen; myn,nbsp;En uwe Liefde zal daar onze Rykdom zyn ^

De Reeden onze wet, om alls naar aan te leggen;

En daar, daar zuUen wy geen fraaije zaaken zeggen. Maar doen.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Flaminia.

Om


Hoor Filipyn, k bemin haar al te veelj

-ocr page 82-

fo D E A M E R I K A A N;

Om haar te laaten gaan; maar weer in tegendeel,

k Bemin de Rykdom niet. Dierhalven ftaan uw zaakeq Zo flecht niet. Stel u maar gerust. Ik zal welmaaken,nbsp;t)at gy uw Violette, al zyt gy arm, gewisnbsp;Verkrygt, dewyl ik zie dat ze u genegen is.

F I L I P Y N.

Beloofje my dat ?

I A.

F L A M I N

Ja.

N.

F I L I P Y

Mag ik je wel vertrouwen ?

Of hebje ook Borg van doen, om beter woord te hou^ Flaminia.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(wen?

O neen;gy moogt u op.myn woord vertrouwen, vrind. F I L I p y N.

^k Geloof je ook om dat jy de Rykdom niet bemint. Geen mensch heeft Borg van doen, dat zulje altoos bevinden ,

Dan zulk een, die het geld meer acht dan goede vrinden. Flaminia.

By gierge vrekken vind men vaak dat ongemak.

Violette 'Willende een neusdoek uit baar zak haaien, laat een zakjpiegeltje 'vallen , V 'welk tilipyn opraapt, al-luaar hy zich-zelve in ziet j en niet useetende dat hynbsp;het zelf is , meent hy het ook een 'Portretje te oueezen.

F IL I p Y N , tegen Violette.

Maar hoe! wat droely draag je ook menfchen in je zak? Die ziet er aardig uit!... Ziet hy zich eens beweegen!nbsp;Ha, ha, waar drommel heb je toch die vent gekreegcn ?nbsp;Bilipyn, vermaak fcheppende in den man dien hy meentnbsp;te zien^ maakt allerlei pofiuuren voor de Spiegel.

Die fnaak is grappig. Wel wat raarder haan is dat! Violette kyk, dat Ventje fopt me wat?

Violette ziet ook in de Spiegel., en pilipyn verwondert zich van haar op twee plaatfen te zien.

Hoe! benje dubbeld ? hier, en daar j dit lyken droomen. Violette,

Is myn ^beeidfel.


-ocr page 83-

7T

S L Y S P E L:

F I L I P Y N.

Maar hoe is dat daar gekomen? Fiolette, Lagchends.nbsp;Hajha,ha,ha,ha^ha!

V I E. 1 p Y N 5 ook lagchende.

Kyk, kyk, die lagcht je na ?

En de andre doet het ook. Kyk, kyk, ha, ha, ha,ha! Violette en Filipyn lagchen te gelyk, en Filipjn lagcb: hoenbsp;langer hoe meer, naar m..ate dat rgt;y zich-z.elve ziquot;t lagchen.nbsp;Dit is het raarlle volk dat ik noch ooit voordeeiennbsp;Gezien heb , want ze doen al wat haar word gcweezen.nbsp;Tegen Violette

Kom, laaten wy malkar eens zoenen, om te zien,

Of zy het ook zo wel als wy niet doen misfchien ?

Hy kuicht Violette, alkykende in de Spiegel. F L A M I N IA.

,, Dat is eene aardige vertooning!

Filipyn,

Ja, waarachtigI

Ze doen het ook. Ha, ha!

Violette.

,, Wel hy vermaakt zich krachtig. Filipyn, zoekende achter de Spiegel naar donbsp;plaats daar hy de menjcben meent te zien.

Maar dit is kluchtig...

Flaminia.

Wel, wat zoekt gy, Filipyn? Filipyn.

Ei wat... ik zoek de plaats daar deeze menfchen zyn.

Hy ziet meer in de Spiegel^ maar ziet Violette niet meer. Maar hoe! waar droely is dat meisje daar gebleeven^nbsp;Dat jou zo wel geleek ?

Flaminia-

k Zal t u te kennen geeyen. Dit is een Spiegel; en het geen gy daar in ziet,

Is uw afbeeldfel zelf, dat op het glas gefchiedt.

t Is een geheim,het welk men hier heeft uitgevonden j Men kan zich-zelve daar in zien ten allen ftonden.

4. nbsp;nbsp;nbsp;Die


-ocr page 84-

72 DE A M E R I K A A Ni Dit zelfde Ichynfel geeft het ook aan alles, watnbsp;Men voor het glas houdt; Vat gy t nu?

F I L I P Y N,

Ja,k heb t gevat5 En t is een fchoon geheim, dat kan ik niet verzaaken;nbsp;Maar luister, zo jelui kunt zulke Spiegels maaken.nbsp;Waarom maak jy 'er geen die beeter zyn? indiennbsp;Je Spiegels maakte daar men kon je ziel in zien,

En jouv/ gedachten, o 1 die zouden nutter weezen: Want niemand hoefde dan ooit voor bedrog te vreezen,nbsp;En dan kost ik ook zien, of Violette mynbsp;Oprechtelyk bemint, f maar uit veinzery.

Flaminia.

Het is de waarheid, zulk een Spiegel zou bekwaamer Dan deeze weezen.

F I L I p y N.

Ja, voor my ook aangenaamr. Hadde ik er zo maar een gehad, ik zweerje datnbsp;Die fchelmfche Koopman my dan niet bedrogen had-Zyn voorneem wcerende, zou ik er wol op pasten,nbsp;Dat hy my niet zo ligt door loogens zou verrasfen,nbsp;Gelyk hy onlangs my heeft beet gehad, dat beest 1nbsp;F L A M I N I A.

k Geloof het wel____

VYFDE TOONEEL, Orontes, Flaminia, Violette, Filipyn.

AFlaminia.

Gh, had gy hier wat er geweest. Papa, gy hadt u flap gelagchen om het leeven,

Dat Filipyn hier met een Spiegel had zo even.

Ik moet bekennen, t was verraaakelyk en raar!

O R Q N T E S.

Ik wenschte wel dat ik er by geweest had. Maar,

^t Vermaak word telkens voor uw voeten hier gebooren j En echter weigert gy naar mynen raad te hooren.

Heer Mario heeft thans een ander weer bereid,

Alleen pm u een blyk van zyn genegenheid

-ocr page 85-

B L Y S P E L.

Te geeven, dat hy ons %o daadlyk zal vertoonen: Daarom Flaminia, wacht u, hem meer te hoonennbsp;Door uwe weigering j k wil dat gy hem ontfangt.

Als uwen Bruidegom, waar na zyn hart verlangt.

Flaminia, j, En t myne nooit in ftemt.

O R o N T E s.

W at zegt gy ? Flaminia.

Wil niet vreezen.

k Zal hem ontfangen dat hy vergenoegd zal weezen.

O R o N T F. s.

Dat zal wel gaan,zo ge u watvrindlyk toond daar by. Zie daar,daar komen ze aan. Men gaa wat aan een zy,nbsp;ZESDE en laatfte T O O N E E L.nbsp;Mario en Lelio vermomd ^ Hymen , Cupido jnbsp;Orontes, Flaminia , Violette, Filipyn.

Gevolg van Hymen en Cupido.

Hier voord gezongen , en door het gevolg van Hymen en Cupido gedanst.

T nbsp;nbsp;nbsp;Cupido, nat Dansfn. (grooten,

N plaats,myn Broeder,dat ge uw Staatenzoudtverr-Zult gy dus eindelyk uw Ryk om verre ftooten j Doordien gy zo veel volk daar in haalt buiten my.nbsp;Hoor naar myn raad, op dat u die tot heil gedy.

Laat al het fchynfchoon, dat verleiding komt te baaren, De gunsten van t geluk, en de ydelheden vaaren jnbsp;Ontfang geen harten meer in uw gehoorzaamheid,

Dan die de Liefde u door zyn Pylen heeft bereid. Hymen.

k Behoorde dus te doen, dat wil ik wel verklaaren; Maar t is uw fchuld dat wy duslang onenig waren.nbsp;Want immers weiger ik de harten nooit, die gynbsp;Met uwe fchichten grieft, en toebereid voor my?

Maar fedeft langen tyd, hebt gy het groot vermogen Van mynen Staat gezien, en wel met nydige oogen.

De brand,dien gy ontfteekt, om eigen ftaatsbelang,

E 5 nbsp;nbsp;nbsp;Strekt


-ocr page 86-

7 DE A M E R K A A Nj Strekt nergens anders toe, dan tot myn ondergang.nbsp;Cupido.

Laat ons, ter Liefde van Flaminia, die heeden Staat onder uw gebod in t Huwelyk te treden,

Een einde maaken aan t langduurige verfchil:

Ik offer al myn macht u op, om haarent wil:

Ik kwetfte haar wel er, om Liefde in t hart te ftichten, Met de aangenaamfte, en ook de beste myner fchichten,nbsp;Alleen ten voordeel van Heer Lelio: en gy,

Gy fchikt haar Mario nu toe. Zo ge u met my Nu wilt vercnen, duldt, dat ik haar op ga draagen.nbsp;Twee harten, om te ien wie of haar kan bchaagen?nbsp;Laat ons te vreden zyn met haare keur alle^ ?nbsp;Hymen.

Weet, dat ik op dien voet my dan met u vereen.

Cup I D o , Xegex 'Blaminia,

Flaminia, ik biede u heeden aan twee harten,

Die beidegar om u gevoelen groote fmarten;

Ze zyn u beide waard. Heer Mario is Ryk Van goedren, en daar by ook teder te gelyk.

Heer Lelio, dien ik zyn boezem ook doorgriefde, ' Heeft voor 7.yn Rykdm niets, dan echts de zuivrenbsp;En tederheid die k heb voor u in hem verwekt, (liefde,nbsp;Daarom verzoeken wy dat gy ons nu ontdekt,

Wie u het naaide treftwant ziet, wy willen heeden U niet, dan met uw keur, in t Huwlyk doen treden.nbsp;Flaminia.

Ik merk, aanminnige Cupido, aan uw vlyt,

Dat gy Heer Lelio in t heimlyk gunftig zyt;

Dewyl gy my op nieuw zyn rampen fchynt te ontdekken, .Om dus myn tederheid voot hem weer op te wekken.nbsp;O R o N T E S.

Maar denk, Flaminia, dat ge onder my nog leeft;

_En zie,wat Mario al voor u over heeft.

Flaminia.

Ja Vader, k hou myn plicht in alles wel voor oogen^ n k weet ook, dat de plicht der kindren is, t vermogennbsp;Van hunne Vadren fteets te erkennen: maar ik mag

Ook

-ocr page 87-

! nbsp;nbsp;nbsp;B L Y S p E L.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;75

Ook zeggen, t is de plicht der Vaders, hun gezag Te maatigen, op dat ze, uit onbedachtzaamheden ,

t Bellek van billykheid en recht niet overtreden, boor hunne kinderen, als dikwyls word gedaan,

Te dwingen, dat ze zich oplFren moeten aan , bes Vaders wil en zyn begeerte.

O R o N T E S.

Schoone zaaken!

Is dat opffren, als ge u ziet gelukkig maaken ?

F L A M I N I A.

Gy waant ray zulks te doen, ik zeg het tegendeel.

Wy zyn partyen, en wy fcheelen al wat veel; baar moet een derde Zyn om ons verfchil te Hechten ?nbsp;O R o N T E s.

bat was zo veel als met zyn eigen fchim te vechten. En t zou een aardige verfchilbellechting zyn.

F L A M I N I A.

't Is toch noodzaakelyk. Dies laat ons Filipyn Tot Rechter kiezen ? want dan hebbe ik niets te vreezen.nbsp;O R o T E s.

i[ Noch llimmer. Hy zou al een achtbaar Rechter weezcn!

j nbsp;nbsp;nbsp;F JL A M I N 1 A.

Maar....

O R o N T E s.

Gy zyt een zottin.

F L A M I N A.

Maar luister, by bemint be deugd, vermits men nooit bedrog in hem bevindt jnbsp;En ik verzeker u, hy zal de waarheid zeggen,

I ndicn men hem de zaak maar wel konit uit te leggen j En dat hy ook gezond oordeelen zal.

O R Q N T E S.

Wel aan,

Wy zullen t zien.

Flaminia.

Ik zal de zaak hem doen verllaan. Hoor hier eens, Filipyn, wy hebben met ons beiden.nbsp;Een kleine onenigheid, daar gy ons in moet fcheiden,

De-

-ocr page 88-

7^ DE AMERIKAAN;

Dewyl ik ons verfchil thans aan uw oordeel ftel ?

F 1 L I p Y N.

Maar kebje ook een Proces ?

F L A M I N I A,

o neen.

F I L I P Y N,

Dan is het wel.

Want met Procesfen wil ik nimmer my bemoeijen, Dewyl dit zaaken zyn die k alcyd zal verfoeijen.nbsp;Flaminia.

Ik h'ebbe een Minnaar, die my na aan t harte lek gt; Myn Vader had hem my voorheene ook toegezeid.nbsp;Wanneer ik hem begon te minnen, was hy machtig.nbsp;En Ryk van goed, daar hy nu de Armoe is deelachtig.nbsp;Devraageis, ofikhem moet Trouwen, fchoontgevalnbsp;Hem heeft ontbloot van goed ?

F I L I p y N.

Neen, jy moet hem voor al

Niet Trouwen, zo je alleen zyn goederen bemindde. Om dat hy nietmeer heeft, het geen je inhem bezindejnbsp;Maar zo je zyn perfoon beminde, moet je tochnbsp;Hem Trouwen zonder goed, want dan bezit hy nog,nbsp;t Geen jy voorheene in hem bemindde.

Flaminia.

Maar myn Vader, En teffens myn party, doorZiet die zaak wat nader;nbsp;Die wou my hem wel, toen hy Ryk was, geeven, maarnbsp;Niet nu hy Arm is.

F I L I P Y N.

Hoor; dit komt, om dat jc Var, Nooit zyn perfoon, maar wel zyn goederen bemindde.nbsp;Flaminia.

Nu wil hy, dat ik aan een andren my verbinde, Voor'Lien van geld en goed; maar dien ik met myn ziftnbsp;Niet kan beminnen, wyl ik noch dien Armen min.

F I L I p y N.

Enfpytjedat? nbsp;nbsp;nbsp;Flaminia.

O ja: het fchynt me aan t hart te raakeo.

Dies

-ocr page 89-

B L Y S P E L. nbsp;nbsp;nbsp;77

Dies bidde ik, z.eg my toch, hoe ikhetnu7,almaaken? F 1 L I p Y N.

Maak dat die andre kwant zyn goedren ook verliest. Dus krygje zekerlyk hem, dienje zelfs verkiest.nbsp;Flaminia.

Zulks is niet mooglyk; moet ik dan gehoorzaam weezcn. En Trouwen dien ik nooit beminnen kon voor deezen ?nbsp;Of ongehoorzaam zyn met dien k bemin ?

F I L I p y N,

Maar hoor:

Zeg my eens eerst voorwien je Trouwen moet, of voor Je Vader, of voor jou ?

Flaminia.

Voor my alleen, zou k hoopeni F 1 L I P Y N,

Doe dan je zin, en laat dien ouwe gek maar loopen !

OroNTES, reg? 'Flaminia, en Filipyn.

Gy zy t eene onbefchaamde! en gy een N ar,Gantsch bloeds! Myn Rechter en party zyn beide al even goed.

/ ^ nbsp;nbsp;nbsp;Flaminia.

' t Is buiten myne fchuld, k heb hem niets ingeftoken. Ook heeft hy, op het woord van Gek na, niets gefproken ,nbsp;Dan t geen men aan Natuur en zuivre Reeden kan....,nbsp;O R o N T E S,

' Maar Reeden en Natuur, wat weeten die daar van. Men kan in t Huwlyk van geen teedre liefde leeven ,nbsp;Daar moeten goedren zyn: dies ftaak uw tegenftreeven.nbsp;Want, zo gy langer noch hartnekkig blyft, ik zweer!

: Oat ik u.....

Mario, xich antdekke?ide.

Ei, maak u niet moeijelyk, myn Hees,

I Gw Dochter heeft gelyk , al is het my geen voordeel ^ En haar gevoelens zyn zo heerlyk als het oordeelnbsp; Van Filipyn oprecht en billyk is. Ik zie,

I Het is vergeefs getracht iemand te winnen, die ! Reeds door een ander is verwonnen; ik zal trachten Inbsp;fMejufer, om uw, leed, is t mooglyk, te verzachten*

I k Verzoek alleeni myn Heer, dat gy weer gunstig2.ys

-ocr page 90-

78 DE AMERIKAANj Aan Leli; hy is myn vrind van langen tyd.

Want ik ontila u van uw woord aan my gegeeven. Dies wil uw Dochter in haar keur niet wederftreeven?nbsp;O R o N T E S.

Ja zeker, gy neerat uw befluit gelyk een man.

Die al heel wonder met zyn waereld leeven kan!

Maar t myne zal ik als een wyze Vader neemen.

En zonder dat ik daar zal langer over teemen M A R I o

Maar wylze een ander mint, zo neem niet kwalyk. Heer, Dat ik haar in myn plaats een ander prezenteer;

Tegex Flarninia.

MejufFer, wyl ik zie , dat ik u toch mishaage ,

Zo fta my toe dat ik u een perlbon opdraage.

Die moogelyk u zal beminnelyker zyn?

Hy prezenteert haar L,li. FlAMINIA.

Myn Heer, verichoon me; want gy doet,naar allen fchyn, Vergeeffche moeite, my een ander aan te pryzen.

Dien k buiten Lelio nooit Liefde kan bewyzen,

k Verzeker u, dat, zo myn hart niet was verzeid j Ik Mario alleen nog myn genegenheidnbsp;Zou waardig achten, om zyn Imarten te verligten-,nbsp;Dewyl uw heusheid ons in alles komt verplichten.

Maar k ben geen Meesteres meer van myn hart, t be-Aan Lelio, hy is t, die my alleen bekoort. (hoort DeTrouw,dic ik hem zwoer,zal ik onfehendbaar houwen;nbsp;Lelio, zich ontdekkende,

Mynfchoone! wil in my uw Minnaar dan aanfehouwert. F L A M I fJ I A.

Ach! Lelio, Zy t gy t ? k beef van onfteltenis!

O R o N T E S

Hoe! Lelio, zyt gy het zelf? of zien wy mis? Lelio.

O ja, ik ben het zelf. En zo myne ongelukken Slechts oorzaak zyn, dat ik de vruchten niet mag plukkennbsp;Van myn ftandvaste min, voorheen aan my beloofd,nbsp;Zo weet, dat ik nooit van myn goedren ben beroofd

Ge-

-ocr page 91-

B L Y S P E L. nbsp;nbsp;nbsp;79

Geworden, als het valsch gerucht u bracht ter ocren? Maar thans veel Ryker dan ik immer was te vooren.

O R o N T E S.

Is t dan niet waar, dat gy geruneerd ^yt ?

L E L I o.

Neen:

t s waar, k heb fehipbreuk op een Spaanfche kust gelen ^ Maar k heb, door 's hemek hulp, en doormyngoeccnbsp;zorgen,

Alt geen, dat yder reeds verlooren dacht, geborgen. Zo dat my de Fortuin geen hinderpaalen zendt:

Indien gy anders my des niet onwaardig kent.

Om met u naauwer in verbintenis te treden ?

O R o N T E S

Als t dus gekgen is, laate ik my overreeden.

Heer Lelio, ontfang myn Dochter, als een pand Van onze vrindfchap, dan op heden van myn hand.nbsp;Lelio.

Wat ben ik uverplicht! en gy, fta toe, mynfchoone. Dat ik geboogen nwne erkentenis betoone

F L A M I N 1 A.

Ach! Lelio, rys op. k Ben zo ontfteld, dat ik Geen antwoord geeven kan!

Lelio.

Zo in een oogenblik,

Ziek, na een donkre lucht, weerhcldrczonneftraalen, Nugy, mynLief, my weer doet veilig adem baaiettlnbsp;F I L I P Y N,

De Minnaars zyn hier vry wat beeter, dan de rest Van t volk.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Tegen Mario ^

Myn oordeel was flus goed M A R I o.

Ja, allerbest,

Myn waarde Filipyn.

F I L I P Y N.

Ik merk aan alle zaaken.

Dar jou de Wetten hier zo reedlyk moeten maaken J Als wy zyn, anders zou je onweetendzyn, dat blykt;

Jc

-ocr page 92-

80 nbsp;nbsp;nbsp;DE AMERIKAAN.

Je bent hier menfchen om dat jy naar ons gelykt* Flaminia.

Gy hebt al weer gelyk.

. Filipyn. ,

Maar hoor; dewyl je heedcn, Met onze Kapitein in t Huwelyk zult treden,nbsp;Verzoek ik, dat je my dat Violetje geeft ?

Schoon Filipyntje juist geen geld en goedren heeft. Flaminia.

Ik ben te vreeden, kunt gy haar daar toe beleezen.

Violette.

Ja wel maar Arm, ?.

L E L I o

Ik merk u meaning j wil niet vreezeri. Geef hem uw woord, ik zal bezorgen dat gy t faamnbsp;Te vreeden zyt, indien hy u is aangenaam.

Violette.

MynHeer, hebgrooten dank. Gy zyt wel edelmoedig! F l L I F Y N.

O! onze-Kapitein is altyd even goedig.

Violette.

Is dit uw.Kapitein, daar gy zo dikmaals van Gefprooken hebt ?

F I L I F Y N.

Ja, ja. Dit is de zelfde man.

,Ik ben om jou eii hem alleenig hier gebleeven,

k Hadde anders my voorlang weer naar myn Land be-M A R I 0. nbsp;nbsp;nbsp;_ (geeven.

Wel aan, myn vrinden, wyl een yder is voldaan.

En de Avondftond genaakt,zo laat ons binnen gaan. Treed famen in myn hui.s, wy zullen vreugd bedryven ,nbsp;En tefFens, als voorheen, weer goede vrinden bly ven.nbsp;F I L I P Y N.

Neen, ik verzoek nog eerst een Dansje tot befluit, ^er eer van Filipyn en zyn bemind Bruid!

/er word gezongen, en noch eenmaal door het gevolg van Hymen en Cupido gedanst.

Einde van het derde ^ en laatfie Bedryf.

-ocr page 93- -ocr page 94- -ocr page 95-

-ocr page 96-