ySr
t«A^^ Jy 3^3
KtAitxMAJ^ nbsp;nbsp;nbsp;jy -
Ié
-ocr page 5-D E
VAN
GEVOLGT NAAR HET FRANSCII
FA N DEN
Heer DE CHAMPFORT.
Door Mevrouwê M. G. de Cambon gebooren van der Werken.
T ÏV E E D E DRUK
Zoo ah het tegenwoordig vertoond word, op den Rolterdarnjchen Schouwburg met de naamennbsp;der Verlooncrs aldaar.
IN s'H AGE,
By H. CONSTAPEL , Boekverkooper. MDCCBXXVI.
-ocr page 6-Hassan, Turk, nvoonetide te Smirna. Mr. Ryp-
LAND.
Zayde* Vrouw van Hajjan. Juffrouw Molster.
IIiLDESTKYN, Hollander, woonachtig te Mar-feille. Mr. Saudet.
Amelia, Frangin, verlooft aan Hiljlein. Juffrouw Moll.
Kaled, Handelaar in Slaaven. Mr. Corver. Nébi, een Turk- Mr. Spatsier.
Fatmé, Slavin van Zayde. Juffrouzv Wouters.
Andreas , Knecht van HildejJein. Mr. Evers. Een Spanjaard. Mr. Mallet.
Een Italiaan. Mr. van Neck.
Een Dnitfcher. Mr. TiallingiüS.
Een oude Turkfche Slaaf. Mr. Rivier.
Het Spel fpeèlt te Smirna, in een Tuin, loebe-hoorende aan Haffan en Kaled , welker twee Huizen over elkander aan den oever der Zeenbsp;“tji geplaatjl.
-ocr page 7-D E
VAN
een Slaaf was by de Chriftenen te Maifeille, en ’t is heden , op deezen dag zelve , jairt; éénnbsp;jaar , dat ik het mooifle Meisje van Smirnanbsp;trouwde; dat is een groot onderlcheid. Schoonnbsp;ik een goed Mahoroettaan ben , ik heb maarnbsp;cene Vrouw :n)yne Gebuuren hebben er twee,nbsp;vier, vyf, zes, «n om v%'at te doen / dat duld
de wet----maar, by geluk , zy gebied het niet.
leed, dat voorby is, is maar een 'A'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. -iinbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^ 2ggt njgj,. jjj 2cht het be
ter; het dient ona'een tegenwoordig geluk meer te doen waardeeren. ’t Is na twee jaaren geleden, dat ik
i i-
De Franfchen hebben gelyk dat ze ’er niet meer als eene neemen. Ik weet niet of die beminnen ; ik voor my bemin ten hoogden denbsp;myne.... Maar zy vertoeft wel om een luchtjenbsp;te komen fcheppen Ik houw haar in geen bedwang; ’t is niet goed de Vrouwen te dwingen ; men heeft my in Vrankryk gezegt datnbsp;zulks onheil basre.... daar is zy.
den op deez’ dag, die jaift de Verjaardag van rnyn Howelyk is, eenige Shaven harden inge-bragt, zou ik gelooven , dac de Hemel niynenbsp;erkentenis zegent.
Z A Y D ü.
Hoe zeer beminne ik aw’ VerloHer, zonder hem te kennen! ik zal hem nooit zien..,, iknbsp;hoop het niet ten minften,
H A s s A N.
Zyn beeltenis zal altoos in myn hart geprent bJyven. Welke eene ztei ! .... Had gy gezien! .... Men kogt eenige onzer Medgezeljennbsp;vry :^ik lag op den grond uitgeftrekt: ik dachtnbsp;aan a, en zuchtte: een Chriften nadert iny ,nbsp;en vraagt my na de oorzaak myner droef heid.nbsp;Men heeft my ontrukt, antwoordde ik, aan 'nbsp;eene Minnares, die ik aanbidde, ik w.-;s op, hetnbsp;punt van roet haar te trouwen , en ik zal , verre van haar verwydert, fterven , by gebrek vannbsp;twee hondert Sequynen, Naauwlyks had ik dienbsp;gezegt, of zyne oogen werden vol traanen. Gynbsp;zyt afgefcheiden van ’t geen gy bemint? zeidenbsp;hy: zie daar myn Vriend! daar zyn de tweenbsp;hondert Sequynen keer weder tot uwent, wees.nbsp;gelukkig, en haat de Chrillenen niet. Ik flondnbsp;op in drift, en viel weer neder aan zyne voeten , ik omhelsde die ; ik uitte uwen naam alnbsp;fnikkende; ik vroeg hem den zynen, oru hemnbsp;zyn geld by myne terugkomft, te kunnen doennbsp;bezorgen. Myn Vriend! hervatte hy, mv bynbsp;de hand neemende, my was onbekent dat ge mynbsp;dat geld koft weer geeven ; ik wilde een daadnbsp;van menfchlievenheid betrachten ; ftaa toe , datnbsp;dezelve niet verandere in eene eenvoudige lee-ning en geld-wiffeling! Gy zult myn naam nietnbsp;weeten. Ik was verleegen, en in verrukkingnbsp;cpgeCOOgeR , hy vergezelde my tot aan den
A 3 nbsp;nbsp;nbsp;Sloep,
-ocr page 10-Sloep» alwaar wy met de traanen in de oogea van elkander icheidden.
Z A ï D E.
De Hemel zegene hem in eeuwigheid! gewis hy zal gelukkig zyn mee zulk een gevoelig hart,
H A S S A N.
Hy maakte zich gereed, om zich met eene Jonge JuiFer te gaan verbinden , die hy vannbsp;Malta moeit gaan haaien.
Z A Y D E.
Hoe most zy hem beminnen!
Z A Y D E.
VT ht komt gy ons berichten Fatmé t Gy Ichynt buiten adem,
F A T M e’.
overgedaan
Daar zyn een deel Chriften Slaaven aangekomen. De Armeniër, wien ’t n fpyt tot Gebuur te hebben,' en dien gy zoo zeer veracht, omnbsp;dat hy menfehen verkoopt, heeft er een link ofnbsp;twaalf gekogt, en er leets alweer eenjge van
H A s S A N.
Dit is dan de dag, waar op ik aan myne gelofte zal kunnen voldoen. Ik zal het vermaak hebben, om op myn’ beurt Vetlofler te weezen.
Z A Y D E.
Zal het eene Vrouw zyn, die gy vry zult ïnaaken, myn waarde HalTan l
H A s s A N , Gamh^chtnde.
Waarom? dit ontiuft u? Gy vreeft dat het voorbeeld.Zay-
-ocr page 11-Z A Ï D E.
Geenlints ! ’k ben zonder vrees. Ik hoop dat gy my nimmer zolk een onverdraaglyk verdrietnbsp;zult veroorzaaken.,,. Gy verhaat my niet.nbsp;Zal het een Man weeezen?
H A s S A N.
Voorzeeker.
Z A Y D E.
En waarom geene Vrouw?
H A S 8 A N.
't Is een Man, die my heeft vry gemaakt.
Z A T D E.
't Is een Vrouw, die gy bemint.
H A 6 s A N.
Ja! .... Maar , Zayde ! het gev/eeten wat toegegeeven! een arm Mansperfoon in flavernynbsp;is ten niterllen rampfpoedig, terwyl eene Vrouwnbsp;in Smirna in Conftantinoplen, in Tunis, nochnbsp;in Algiers nimmer te bekiagen is; de SchooD'.nbsp;heid vind overal haar Vaderland- Kom ’t moetnbsp;een Man zyn, indien gy ’t my toellaat.
Zayde.
Hst zy zoo! dewyl ge ’t zoo begeert.
H A S S A N.
Vaarwel! Ik vlieg heen om myn geldbeurs te haaien ; een goed Mufulman moet niet zondernbsp;gereede penningen voor een Armeniër verfchy-nen, en vooral niet voor een gierigaart, gelyknbsp;deeze is.
ZAYDE F A T M E'. Zayde.
da£.
MYn Echtgenoot heeft iets voorgenoomen, waarde Fattné ? hy bereid my een' Feeft-
-ocr page 12-dag. Ik doe eeven of ik niet wiit hoe dit in zyn Werk gaat; maar ik wil hem ook verralfen opnbsp;myn’ beurt... Ik hoor gerucht... dat zal ge-wilfelyk Kaled met zyne Siaaven zyn. Ik wilnbsp;die ongelukkiger! niet zien; dit zou my ts veelnbsp;bedroeven ... Volg iny , en voldoe Ibiktelyknbsp;aan het geen ik u bevelen zal.
KALED. HILDESTEIN. AMELIA. ANDRE.AS. Een DUITSCHER. Een SPAIvTJAARD.
Een ITALIAAN , gekluiftert,
Kaled.
NOoic was men zoo driftig in het koopen van myne Waar. 't Is wel te zien, dat 'ernbsp;in langen tyd geen SLaven werden gemaakt.nbsp;Het moeft vrede zyn! Voorwaar, dit was welnbsp;ongelukkig!
Hildestein
o rampfpoed! ... o trouwverbond, dat myn hoopen Iheelde !... myn waarde Amelia!nbsp;Kaled, rcmom zunie.
Wat’is’t?... Men zegt dat’er Landen zyn daar de llaverny niet bekent is.... die Landen deugen niet! zon ik daar myn fortuin hebben kunnen maaken ? Ik hebb’ op deefen dag reets ver-Icheiden voordeeltjes gehad, onder anderen heb-be ik my ontdaan van dien ouden Slaaf, dienbsp;een menigte verroelle kopere Gedenk-Pennin-gen uit zyn’ zak hardde, duizende jaaren ondernbsp;dan hy zelve , w'elke hy bekeek met eeven veelnbsp;eerbied als een goed Mufulman voor de gedenk-kift van Mahomet toont. Dat fooit van Luiden
kun-
-ocr page 13-VAN SMIRNA. 5»
kannen wy niet lijjt kwyt raaken, ik heb 'er cndervinding van. Noch ben ik bly , dat ik mynbsp;verlolt f-ie van cien Franfchen Doftor. Laat onanbsp;binnen gaan. Treed toe.... wat kornt daar? ’tnbsp;Is Nebi, hy ziet 'er boosaardig uit ; zou hy berouw hebben van zyn koop ?
NEBI. De voorgaande.
Nebi.
KAied! ik kom je aanzeggen , dat je zult dienen te bêfluiten, om je Slaaf weerom te neemen, en my myn geld weer te geeven, ofnbsp;dat je voor den Kadi zult moeten verfchynen.
K A L E D.
En waarom dat? Van welk een Slaaf fpreekt gy ? Is ’t van dien Werkman, van dien Koopman ? ilk zal die met al myn hart terug neemen.
Nebi.
’t Is er verre af! Gy doed of ge me niet ver-llaat. Ik meen dien Franl'chen Doftor. Geef my myn geld te rug, of kom voor des Kadi.
K A L E D.
Hoe dat? Wat heeft hy dan gedaan.?
Nebi.
Wat hy gedaan heeft? Ik hebbe in myn Serail eene jonge fpnanfche Schoonheid, die tegenwoordig rnyne Favorite is, zy is ziek, en weet je wat hy haar ten raad geeft?
K A I, X D.
Neen, op myn eer!
Nkbi
-ocr page 14-N * B I.
Haar Vaderlandfche Luchc. Doed hy my niet een wonder dienllbewys ?
K A L E D.
. Wel!... de Vaderlandfche Lncht!... ik, vootmy, vaar wel als ik in myn Vaderland ben.
N E B 1.
Welk eenDofl;or! Hy geneeft. ongetwyfelt, zyne Zieken niec, dan wanneer zy vyfbondercnbsp;nuten van hem af zyn. De Gekskap! 't Is eennbsp;geluk voor hem, dat hy aan niyn toorn ont-Inapt is: hy is in myn Tuin gevlugt; maar my-ne Slaaven vervolgen hem, en gaan hem unbsp;weerbrengen. Myn geld! Myn geld!
K A L B D.
Uw geld! O de koop is goed! Zy blyft gedaan.
N E B I.
Zy blyft gedaan? Voorzeker niet, by Mahomet! Ik za\ voor deeze reis my recht doen ver-fchaffen. Gy hebt uw voordeel gedaan met de noodzakelykheid, die my een Doöior deed zoeken ; 't was met weerzin dat ik myn toevlagtnbsp;tot n nam, maar ik laat my dus niet bedriegen:nbsp;gy denkt dat dit a weer zoo zal gelukken geiyknbsp;voorleden Jaar, toen gy my dien Geleerdennbsp;hebt verkogt.
K A I, E D.
Welk een Geleerde?
N B B I.
Ja! Ja! die Geleerde, die geen onderfcheid wilt te maaken , tnsfchen Koorn en Tarw, ennbsp;die my zes hondert Seqnynen deed verliezen,nbsp;door myne Landeryen te bezaajen volgens eenenbsp;aienwe wyze van zyn Land.
K * L E D.
Wel nu! kan jjc dat helpen? waarom laat
3e Landeryen ook door Geleerden bezaatjenl weecen die daar iets af? heb je geen Arbeiders?nbsp;geef die wel te eeten en te drinken, laat hennbsp;werken, en bekyk ze dan ecns tegen die Geleerden.
N E B I.
En die andre, die ge my tegen goud hebt opgewogen, die telkens zey, wiens Zoon isnbsp;liyl wiens Zoon is hy ? en wie was de Vader,nbsp;en de Grootvader, en de Overgrootvader? hynbsp;noemde dit, naar rayn ontbond, Geflachi reke-kening. Heeft hy rny niet willen doen aflfain-men, my, van den Groot-Vifir Ibrahim.
K A L B D.
Dat is een verfchrikkelyk ongelak! en wat nadeel doed u dit? 't is immers eeven veel ofnbsp;men van Ibrahim of van een’ ander afftamt.
N E B 1.
Gewis! ik weet dat wel; maar de prys....
K A L E D.
Wel? de Prys: ik heb hem je dnnr verkogt, ongetwyfelt, om dat hy my ook veel gekollnbsp;had. Het is lang geleden; ik was toen nochnbsp;niet loos genoeg In myn’ Handel; en kon iknbsp;raaden , dat de geenen , die my het meelle kof-ten, van het minlte nut zyn?
N E B I.
Een fchoone reden! is het waarfchynelyk ? is het mooglyk, dat er een Land zon zyn, daarnbsp;men gek genoeg is.... Hoor ’t is een Schelm-fe verfchooning, een fchelmfe verfchooningnbsp;Ik verwonder my niet dat men Fortuin maakt,
K A L E D,
Een Schelmfe verfchooning! Fortuin! zeker! ja! groot Fortuin! denkt hy niet dat alles winftnbsp;is? Én de kwaade koopen, als 't u gelieft, dienbsp;myn bederf ayn? Hebben ze niet honderde Am-
bagten waar van geen Sterveling begrip heeft? By vcorbeeltJ aie koop van dien doiclchen Baton , waar van ik my tot heden nimmer koftnbsp;ontdoen, en die daar binnen noch myn brootnbsp;eet. En die ryke Engelsman, die voor zynnbsp;Splint reisde, waar voor ik vyfhondert Sequy-nen weigerde , en die zich des andren daagsnbsp;voor myn oogen uit de Wersld hielp , en dusnbsp;my myn geld ontvoerde; is dat niet befchreijensnbsp;waard? Die Wysgeer, zoo als men hem noemde; denk je dat rnen daar op wint.* En heb iknbsp;op de laatfle Markt te Tunis niet de gekheid begaan om een Procureur en drie Geelielyken tenbsp;koopen , die ik my zelfs niet eens heb verwaardigt op de Vertoonplaats te brengen. En die mecnbsp;den dnitfchen Baron noch tot myuent zitten.
N E B 1.
Vervloekte Misleider. Je denkt my door uw gefchreeuw te overblulfen. Maar de Kadi zalnbsp;lechc doen.
K A L È D.
Ik vrees niet voor je De Kadi is een rechtzinnig, en doorzichtig Man, die den Handel voorilaat, en die zeer wel weet dat die dernbsp;Slaaven ten eenemaal gaat vervallen, dewy lalnbsp;dergelyken van dag tot dag in waarde daalen.
N F. B I.
Hoor toe! eenmaal gt; andermaal; wil je je Dofter weerneemen?
K A E E D.
Neen ik, op myne eer!
N B B r.
Goed! wy znllen zien.
K A t E D.
Ik ben 't getrooft.
KALED. DE SLAAVEN.
K A L E D.
WEI na! gylieden/ je ziet hoe veel moeite dat men heeft om je te veikoopen. Datnbsp;is een drommelfe Karei! ik ben my zelf niet. 'cnbsp;Laat zig niet aanzien, dat er op deezen dagnbsp;Kopers zullen koomen: gaan wy.... Wie hoornbsp;ik? Is 't ymant, die met my handlen wil?
EEN OUDE TURK. De voorgaande K A L E D.
¦'^i^At zon het! Het is niet met al. ’t Is een De Turk.
Goeden dsg Buurman! Is datje overfchot?
K A L E D.
Hou me niet op; gy zult niet koopen.
De Turk.
Ik zal niet koopen ? Ho, ho! dat zei je zien.
K A t, E D.
Wat wil hy zeggen ?
Hiedestèin.
Ik beef!
De T tT r k.
_Heb je braaf Vrouwen? ’t Is een Vrouw, dis ’k begeer.
Ka*
-ocr page 18-Ï4
Welk een fnaak in zyne jaareni De Turk.
Ey! daar is er maar eene.
En noch is die voor u niec.
De T u k k.
En waarom toch?
)k heb haar geweigert aan ryker als gy zyt, Vriend!
De Turk.
Gy zult ze aan ray verkoopen.
K A L E D.
Ja! Ja!
Hiedestiin.
Hemel, zon het mooglyk zyn! .... hoe. die rampzalige....
De Turk Hoe veel eifcht ge ’er voor ?
K A I. E D.
Vier hondert Seqnynen.
Dé Turk.
Vier hondert Seqnynen! dat is I'chriklyk duur,
K A L E D-
Wat drommel! Zy is een Franfche , daar kan men altyd af komen; een ygelyk vraagt my nanbsp;Franfche Vrouwen.
De Turk.
Laat my haar eens bekyken.
Ka l e d.
O zy ziet er wel uit.
De Turk,
Zy flaat de oogen neer: zy fchreyd: zy mnr.Rt my bewoogen, en evenwel 't is een Chriften-fche, dat is raar, lt;.,, Rom aan ! drie hondertnbsp;vyftig.
Ka-
-ocr page 19-K A L E D.
.Niet een minder.
De Turk,
Daar zyn ze.
K A L E D.
Neem haar méé.
Hildestsin.
Elyf! .... laas! Myn waarde Amelia! blyf.
K A r. E D.
Zalt .t’e my niet gaan beletten te verkoopen ? Voorwaar! Ik zal nog geen moeite genoeg hebben ora my van u te ontdoen. Gy HoUanders!nbsp;de Mannen van dit Land begeeren u niet meer;nbsp;gy zyt thans zoo veel niet waard als voorheen;nbsp;men neemt tot uwent tegenvvoordig te veel dennbsp;aan der Franfchen. aan , die men weet dat gefta-dig om de Serrailien waaren, daar zy alles omnbsp;waagen durven.
Hiedestein.
Gryzaart! gy komt my voor niet ten eene-maal ongevoelig te weezen: laat u bewegen! Misfohien hebt ge eene Vrouw; misichien hebtnbsp;gy Kinderen.
De Turk.
Ik? o neen!
Hildestein- ¦
Ey all’ , wat u dierba.ir is ! Schey ons niet van een! ... zy is myne Echtgenoote.
De Turk.
Zyne Echtgenoote ! dat verandert de zaak, Manr,Kaled! in waarheid, indien zy zyne Echtgenoote is, neemt ge my te veel af.
HiI/Destein.
Bewys my ten minflen de gunft van my nef» fens haar te koopen.
-ocr page 20-¦TC'
De Turk,
Helaas! myn Vriend , ik deed dit gaarne, masr ik heb niet dan eene Vrouw nodig.
HinDESTEIN.
Ik zal a getrouwelyk dienen!
De Turk.
Gy my dienen! Ik ben een Slaaf.
K A L E D.
Hoor je na hem ?
Andreas,
Myn arme Meefter! myne arme MeeftrefleJ
Amelia.
Welk een lot myn vriend!
Hildestein.
Ik bidde a koop haar niet; de een of andre welgegoedde zal ons nioogiyk beiden neemen.
De Turk,
Dat is het ergfte dat je ooit zou kunnen overkómen. Hy zou’eru den bewaarder vanmaaken.
Hildestein, legen Kalei.
Kunt gy niet eenige dagen nitftel verleenen?
Kale d,
Uitftel! Men ziet wel dat gy niets verftaat van den Koophandel. Kan men my dit vergen?nbsp;ik kan winft doen, en ik doe het.
HlLDESTEl N.
Gerechte Hemel! moet dan... maar op w.'.t wys zal ik een fchepfel, a's dit, tot mededoge»nbsp;brengen? Welk eene haudteering! welke zielen! zyri Evenmenfeh te verkoopen!
K A L E D.
Wat wil hv hier mee zeggen? Verkoopt gy lieden geen Negers? wel nu ! Ik verkoop u....nbsp;is dat niet het zelfde? Hier in is geen ondér-fcheid altoos, dan het wit en ’t zwart.
De Turk.
Ka-
-ocr page 21-. nbsp;nbsp;nbsp;K A L E D.
K.ora, kom, gy! zaltge méé niet noch aan ’t huilen raaken. Ik hon het geld, gy kunt metnbsp;uwe waar heen gaan, als’t u goeddunkt; hetnbsp;Wordt laat.
Amelia.
Vaarwel myn waarde! O fmart..,;
Hildestein.
Beminnelyke Amelia! ..
Amelia.
Ik zal dit uur niet overleeven!
K A L E D.
Dat gaat my niet meer aan.
Hilöestein.
Ik zal ’t beileri'en ...
Ka LED, HiUeJlein terug Jlnotenie.
Zacht wat, gy, bidde ik ui daar zou ik myne reekening niet by vinden. Zei je méé niet Bochnbsp;doen gelyk die Engelfroan !
Hildestein.
O Goon! waar om ben ik geketént.^
A N D 8 E a s.
Ach! myne waarde Meeftrefle!
KAEED hildestein ANDREAS. DE SPANJAARD DE ITALIAAN. DEnbsp;DUiTSCHLR.
K A L E D.
Daaf ben ik af in 't eind! hoe gelukkig is 't a dat ik een verfteent hart he; b’. Zondernbsp;zyn gereed geld zou ik, op myn eer, bezweken zyn, en hy had ae nooit gekieegen, zoonbsp;5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;was
-ocr page 22-18 De koopman
was ik aangedaan. Seldrement ! ik had daas; mooy vier hondert fequynen verlooren als iknbsp;my had laaten bewegen. Een , twee.... daarnbsp;zyn er niet meer als vyf. O die zal ik wel kwytnbsp;raaken, die zal jk wel kwyt raaken.
H A S S A N. De voorgaande.
H A s s 4 N, tegen Rated,
Wel nu. Buurman ! hoe gaat het met des Koophandel?
K A r. E D.
Zeer flecht! ’t is een bedroefde tyd {ter zjdto.) Men moet zich altoos beklagen.
H A s s A N.
Zie daar dan die arme ongelukkigen ! ik kan' hen allen niet verloflen; ’t is my wel leed.nbsp;Maar laat my ten minften een goede keus doènnbsp;in myne weldaad. Dit is een pligt, dit is eennbsp;pligt. (Te^en den Spanjaard.') üit wat Land zycnbsp;ge... gy? fpreek! Gy hebt een zeer hoogmoedig voorkomen.....fpreek dan....
De Spanjaard.
Ik ben een Edelman , een Spanjaard i H A s s A N.
Een Spanjaard ! braave luiden! een weinig trots heeft men my wel-eer in Vtankryk ge-
zegc.....uw Haat...?
De Spanjaard.
Dat heb ik n reeds bericht: een Edelman.
H a s S A N.
Edelman! Ik weet niet wat dat is, wat doed gy ? De Spanjaard.
Niets. nbsp;nbsp;nbsp;Has«
-ocr page 23-H A S S A N.
D-quot;* te erger voor u, vriend! gy gaat a zel-ven hier elendig verveelen.
t$gen KaUd,
Gy hebt daar geen al te voordelige koop gedaan^
K A t. E D.
Ben ik daar niet weet bedrogen! Een Edelman! dat is ongetwyfFelt eeven of men zeide, Duitfch Baron, 't is ook uw eigenfchuld, waarom gaat gy zeggen, dat ge een Edelnaan zyt?nbsp;ik zal my nooit van u ontdoen kunnen.
Hassan, tegen den Italiaan.
En gy, wie zytgy, met uw zwarte tabbaart-je ? uw Vaderland ?
De Italiaan.
Ik ben van Padoüa,
Ha ï s a n.
Padoüa? dat Laad ken ik niet.....uw Am-
bagt ?
De Italiaan.
Ik ben een Rechtsgeleerde.
Hassan.
Goed! maar wat is uwe byzondre bedieninge ?
DeItaliaan
My voor geld met eeos anders zaaken te be-moeyen; dikwils da allerkwaadfte te doen gelukken, of ze ten minften den, vyfden, twintig jaaren te doen duuren.
Hassan.
Een go«d i^mbagt! maar zeg my eerss bewyft gy dien fchoonen dienll aan bun die ongelyk,nbsp;en aan de geenen die gelyk hebben zonder uitzondering.
De Italiaan.
Voorzeker! de Recheband is voor de geheels wereld.
13 2 nbsp;nbsp;nbsp;Has-
-ocr page 24-H A S S A N.
En dat duld men te Padoiia ?
De Italiaan.
Gewiiïelyk !
H A s s A N, tagchendg.
Een aardig Land. dat Padoüa! Men zal 't 'et zonder n wel Hellen, verbeelde ik my. (Tegtmnbsp;dm Duitfcber ) en wie zyt gy, met dat nitge-ftreeken weezen?
De D u I T s c H E Rgt; tangfaam fpretkende.
Ik ben een Duitfcber van geboorte, maar bevond my zedert eenige j .aren in Holland.
K A L E D, nbsp;nbsp;nbsp;»¦» drift.
Geen Baron, zoo ’k hoop !
De Duitscher.
O; neen en myne hoedanigheid wil dat ik al dat foorc van luiden haate, om dat zy doorgaansnbsp;te veel de wereld beminnen.
H A S s A N.
Hoe! dat gy hen haat, om dat zy de wereld beminnen.?— dat Is een wondere hoedanigheid.nbsp;Eu wat is uw handwerk?
De D o I t s c h e’e.
Tk ben een Geeftelyke, een Zieken-troofter, een Schoolmeefter.
K A L E D.
Bewaar my! wat vang ik roet deezen aan?.., Maar daar valt me iets in; misfchien koopt Né-bi hem voor zyne Favorite.
H A s s A N.
Gy zyt een Zieken-troofter! Gy waard dan wel bemint?
De Duitscher
Helaas! ’t behoorde zoo.....
H A S S A N.
Wel nu?
£gt;])
-ocr page 25-De Duitscher.
Men durft ons verachten, om dat een onzer wezentlykfte ; grondbeginffejs is dat wy de open-baare vermaaken doemen.
H A s s A N.
De openbaare vermaaken ! dat begryp ik niet. En hoe noemt gy die?
De Duitscher.
De fchonwfpelén, het danffen, het zingen, ja het lagchen zelf.
Ha s s a n.
En waarom mispryll gy dat ook 1 of zyn al die nitfpanningen door de Regeerders, waarnbsp;van gy de wetten moet gehoorzaamen verboden?
De Duitscher
Oneen! onzegemoedsgefteitenis leerton* dat misbrnik ; wy rnoeten de menfchen daar doornbsp;tot hunnen pligt brengen.
H A s S A N,
Dat is aardig! gy lieden fchildert dan den pligt der menfchen wel haatelyk af.... maarnbsp;ondercnilchen verwondert het my. dat je zoonbsp;veel vermaaken uitzondert, die van vry ergernbsp;gevolgen zyn.
De Duitscher.
Maar....
Maar,... het gaatje ligt gelyk de meelle Doc-tooren , die all’ w.;t zy zelf beminnen heilzaam noemen,
De Duitscher.
Geenfints, ik raag al wat ik zelf bemin daarom in een ander niet pryzen.
H A gt; s A N-
De Duïtschek.
Ik kan leezen, en fehryven. Ik verfta my de Ortbtgropbia, de Etymologia , de Profodia, üe fyn-taxis, de partes erotioais , en weet in de Demonsnbsp;fiatio by uitllek wel te onderfcheiden de Tim-pus-pratoriium, tempus-prafcns, en de Tempus-fu-Surtim. de geheele Grammatica....
H A s 8 A N.
Genoeg! ik verftaa geen Latyn. En ik vrees dat uwe hoedanigheid gt; uwe grondbeginiTels, ennbsp;al uwe grammatica u hier van heel weinig nutnbsp;anllen weezen-.
K a' i, E D.
Gy zyt de laatfte Zieken-croofler die ik koo-pen zal, dat zweer ik ! ,
H A s s A N, tegen Andreas.
En wat zyt gy ?
Andreas.
Noch minder als niets, ik ben een arm man.
H A s S A N,
Arm! gy deed dan niet met al ?
A N D K E A s
Eylaas! royn Vader was een boer, en dat ben ik ook geweeil:.
K A L E D.
Goedl deze syn 't die my myne fchaade moeten vergoeden.
Andreas. _ nbsp;nbsp;nbsp;,
Ik verbond my in het vervolg in den dienft van een Goeden Meeiter; en dees is thans nochnbsp;ongelukkiger als ik zelve.
H A s s A N.
Dat kan weezen! hy heeft ligt geen fpittan
en ploegen geleert......Maar gy zyt gekleed
als een Hollander!
A N D K E A s.
Dat ben ik ook.
Has-
-ocr page 27-H A S S A N.
Gy zyt een Hollander! De Hollanders zyn braave luiden; zy haacep niemant. Gy zyt eennbsp;Hollander, myn vriend! dit’s my genoeg ! deesnbsp;is het die ik vry wil maaken.
And REAS,
Mildadig Mufulman! Indien het een Hollander is dien gy verloflen wilt, dan verkies een’ ander als roy;ik beb noch vader, noch moeder, noch vrouw, noch kinderen: ik ben aannbsp;den rampfpoed gewend, ’t Is my niet, dien gynbsp;'t meeft beklaagen moet; bevry myn’ armennbsp;Meefter!
H A s s A N.
Uw Meefter! wat hoor ik ? welk eene edelmoedigheid... hoe! ... die Hollanders... maar zyn zy allen zoo als deezen l ... en waar is uwnbsp;Meefter?
Andreas, {letn HiUeftein wyzende.)
Daar is hy, gy ziet hem in de niterfte wanhoop geftort.
H A s s A N.
Dat hy dan fpreeke! ... Hy verbergt zich,hy wend het gezicht van my af; hy zwygt.
( Haffan gaaf na ben toe, en ieziit bem gt; legen tvil m dank.)
Wat zie Ik! is het mooglyk! .... ik bedrieg my niet; hy is 't! hy is het zelve, ’t is mynnbsp;Verlofler.
(Hy ombetji hem in verrukking.)
Hildestein.
O geluk! o onverwachte ontmoeting !
K A o E D,
Hoe omhelzen zy elkander l Hy bemint hem, goed! Hy zal hem betaalen.
Has*
-ocr page 28-H A b S A N.
myn
Ik ben my zelve met. Myn Vriend! Weldoener!
K A r, E D.
De Drommel! een V'rietid! een Weldoener! dat is geld waard! dat is geld waard!
H A s s A N.
Maar bericht my toch hoe komt het..,. Door Welk geluk.... Wat ^egge ik.* myn geeft is verwart. Hoe! gy zyt de geen, gy zelve, omtrent wien ik my kwyten kan .. Ik deed beloftenbsp;om alle jaaien een’ Chriften Slaaf vry te maa-ken: ik kwam om die belofte te volbrengen ennbsp;'t is in u.....
H I L D E S T E r N.
Ach! myn Vriend, ken al myn’rampfpoed!
H A S S A N.
Rampfpoed/ daar is voor u geen rampfpoed meer.
(^ieb na Kated wendende,)
Kaled , hoe veel ben ik in uwen fcbuld om hetq weg te leiden ?
Kaled.
Vyfhondert Sequynen.
Vyfhondert Sequinen? .... Ik beding u voor myn Vriend niet, K led/ daar zyn ze,nbsp;Hildestein.
Welk een goedda.digheid /
H A s s A N , Ufren Kated.
Ik ben n al verfchuldigt wat ik hebbe, want gy zoud het my hebben Runnen eifchen/nbsp;Kaled.
Welk een gek ben ik / Dat is een goede les /
Laat ons flechts, bidde ik n / op dat ik my in
het byzyn van mya’Weldoener vermaake?
V A lï S M I R N A. 25
1C A X# S Da
O dat is billyk! dat is billyk! Hy komt u ge-lechielyk toe. Komt voort; gy lieden .'volgt my.
Andreas.
Vaarwel myn waarde Meefter.'
Hild esteingt; tegen Andreat,
Wat zegt gy? kant gy denken...... Myn
waarde Vriend , die arme Ongelukkige , gy zaagt hoe zeer hy aan my verbonden is; gynbsp;zaagt zyne trouw, zyne gevoeligheid.
H A s S A N.
Gewis .' gewis / Hy moet vry zyn.
K A t, E D.
Dat is een Menfch .' Hoe verkwid hy het geld..... Dat ik die gelegenheid waarnam omnbsp;tnyn’ Duitichen Baron te doen loflen.... maacnbsp;hy zal er niet aan willen.
H A s s A N gt; hem geSd gnvende.
Z e daar Kaled.
K A L E D , bet getd noziendt.
In waarheid dat is niet genoeg, Banrmna.'j
H A s s A n,
Hoe hondert Sequynen zyn niet genoeg. Een bediende......
O.' maar.... een bediende.... alles wel in gezien het is menfch als een ander.
H A s s A K.
Deftig / daar hebben wy nn de zedeknnde.
K A L E D.
En daar en boven een getrouwe Bediende, die een gevoelig hart heeft, die werken kan,nbsp;die de aarde weet te beploegen , die geen Edel-,nbsp;man is .... ep myne eer.....
H A 8 s A N . emige Sequyte» geevende.
Houdaar.' Laat ons in vrede.' Waar wacht je na| Wat begeert gy?
K A L E D.
Hoor, Bnnrman / Het i», dat ik tot mynenc een’ armen Ongelokkigen heb , een braaf Msn ,nbsp;die federt drie jaaren op water en brood leeft,nbsp;het hart doed ’er ymant zeer van , dat heet eennbsp;Daitl'ch Baron, gy, die zoo goed zyt, behoor-;nbsp;de gt; • • •«
H A S S A N.
Ik kan de gantfche Wereld niet bevryen,
K A L E o.
Half verlies ?
H A s s A dr.
't Is onmogelyk/
K A L E D.
Wanneer ik zey dat ik met dien Man zott blywen zitten.'... O.' eer ik niy zelve ooitnbsp;weer zoo een pots fpeel.... Wel-aan , Heernbsp;van’t Recht, Edelman, Zieken-trooller, gaatnbsp;daar binnen , gaat flaapen ; ik moet myn avondmaal houden.
HASSAN. HILDESTEIN. ANDREAS.
H A S S A N.
KOm • myn waarde Vriend! dat ik u aan my-ne Vrouw vertoone! Weet je dat ik getrouwe ben? aan u ben ik dat verfchuldigt. Én gy? die Jonge Juffer, die gy te Maltha moeitnbsp;gaan haaien ?
Hildestein.
Ik heb haar verloeren.....
Wat zegt gy ?
Hii-
-ocr page 31-27
H ,I L D E S T B I N.
Ik bragt haar naar Marfeille, om haar 3aar te trouwen, en haar vervolgens, naar het vereffenen myner zaaken,naar myn Vaderland te voeren; zy weid met my gevangen genoomen.
Rassen.
Wel nn is ’t de Armeniër, die haat heeft opgekocht ?
Hilbestein.
H A S S A N.
Gaan wy dan fehielyk...,,
Hildestein.
Zulks is te laat; de Barbaar heefc haar reets weer verkocht.
Aan wien?
H ildestein.
Dit 5s my onbekenc. Een Slaaf van den eea of andren Ryken heeft baat aan myn armennbsp;ontrukt.
H A s s A N.
Rampfpoedige! dat zal mooglyk voor een Pa. cha weezen ! is zy fchoon ?
Hildestein.
Of zy fchoon is? laat.'
Xn TONEEL.
Z A Y D E. De voorgaande.
GY Iaat my wel lang alleen, myn Haflanf
Z A Y D E.
¦el lang allei
wel nu? üw Chriften Slaaf-*
Has-
-ocr page 32-H A S S A KT.
Myn Slaaf! ... Het is mya Vriend , tnya Verlofler» die ik u hier aanbiede; ik hebb’ hecnbsp;gelnk gehad , om hem op myn’ beurt vry tenbsp;raaaken.
Z A Y D E.
Vreemdeling! ik ben u het gelnk myn'a Ie? Vens verfchuldigt.
F A T M E’. De voorgaande.
F A T M e’.
Is het tyd.» zal ik haar hier laaten komen I Z A ï D B.
Ja ! gy kunt.....
HASSAN. ZAYDE. HILDESTEIN. ANDREAS.
At willen die geheimen zeggen?
Z A Y D E.
Gy verdacht my ftraks van minnenyd, myn yriend! Ik ga u een blyk geeven van myn ver-tronw'en. Ik heb my van uwe weldadighedennbsp;bedient, om een Chiiften Siavin te koopen. Ik
kom
-ocr page 33-kom ze a aanbieden, op dat zy haare vryheid aan u te danamp;en hebbe.
HASSAN. ZAYDE. HILDESTEIN. ANDREAS. FATME’. Een Chriilen Slavin» in Tuikfe Kleding, met een Sluyer over 't Weezen.
Z A 7 D E.
DAar is zy. Slaa het oog op het alleraan-doenlykfte voorwerp, dat men ooit zach J de aanminnigfte fchoonheid in het midden vannbsp;den ramplpoed.
H A 5 s A N, (mtnedtnde, e» dm
Welk een bekoorlykheid! wie zon geen me-dedoogen hebben ?
H ILDESTEIN.
Amelia! Hemel! ....
( Hy vliegt haar in de Armen.) Amelia, {in blydfcbap.)
Wat zie ik? Myn waarde Hildeflein! Hildestein.
Beminnelyke Amelia! Gy zyt in vryheid! ik ben zulks mede. Gy zyt by uwe ¦ weldoenfter ,nbsp;by myn.en Verlofler.
ffy gaat fchielyk na HaJJdn, en ombelji hem, tn exil vervolgens Aayde omhelzen» welke uit zedigheid achteruit wykl,
H A s s A N, (tegen Hilicftfin. )
Kas baar ! kns haar! die vervoering is pryllyk.
(Tegen Aaydt, aie zitb verle-f nbsp;nbsp;nbsp;gen toont,)
Dit is de gewognte der Hollandsren gt; tayn waarde Zayde.'
Amelia, f ugen 2^afU.
Ik ben o alles verpligt, Mevrouw/ waarom kan ik aan u rayn leeven niet opofferen?
Z A Y D B. nbsp;nbsp;nbsp;‘
’t Is aan my, om a dankbaarheid te bieden; •gy zyt my niet dan uwe eige vryheid verpligt;nbsp;ik ben die van myn Echtgenoot aan den uwennbsp;verfchaldigt.
Hoe / ’t is hy.....
H A s s A ir.
O / dit alles is ongeloofiyk /.. Maar wat ik 'zeggen wilde gy zyt niet getrouwt?
Gewislyk neen! wy zullen het niet zyn dan by onze wederkomft. Een haarer Moeyen vergezelde' ons; zy is op de reis gefforven.
H A s s A N.
Schielyk ' fchielyk.' een Kadi/ een Kadi/ .... Ho / wat zegge ik/ het kan niet weezen ; hetnbsp;is dat Kleed dat my in de laymering bragt.
HilDESTEIN, (Vfg;» Emilia)
Myn fchoone Mufalmannetje / wanneer zullen wy in het Chriftenlaud zyn.'... Helaas/ Hemel/ onze arme Meegezellen?
H A s s A N.
O wis ik ryk genoeg.,.,... Maar alles we! in-gezien, die Rechtsgeleerde, die Zieken-troof-ter, en die andren dat ksn niet veel koffen » niet waar ? ,
Och neen? wy zullen ze goedkoop hebben.
F A T M e’.
Dat is gewis.' Ik ontmoette zoo eeyen den
Ar-
-ocr page 35-31
Armeniër; hy zal bly eyn als hy er maar voos gereed geld af kan komen.
Hl LDESTEIN.
Ten andren! ik hebb’ middelen, en ik beloof my wel....
H A s S A N.
Kom laat ons vry maaken !
{tigen Fatmi.)
Ga hen haaien : dat zy deelen in ons genoegen / dat zy gelukkig zyn, en dat zy ons ver-geeven, dat wy een Tnlbant, in plaats van een Hoed draagen.
Fatme geleid den Ameni'ér, gevnlgt door de Slaaven, die in het Stukje gezien zyn, ennbsp;door de geenen , •maar van gefprooken is. Zynbsp;maaken een Dans uit, en bewyzen hunnenbsp;dankbaarheid aan Zayde, aan HaJJan en aannbsp;Hilde/lein.