VADERLANDSCHE
HISTORIE.
DERTIENDE DEEL,
|
||||
VADERLANDSCHE
HISTORIE
|
|||||||||
9
|
|||||||||
VERVATTENDE DE
GESCHIEDENISSEN
DER NU
VEREENIGDE NEDERLANDEN,
INZONDERHEID DIE VAN
HOLLAND,
VAN DE VROEGSTE TYDEN AF:
Uit de geloofwaardige Schryvers en egtc
Gedenkftukken famengefteld, DOOR
JAN WAGENAAR.
Mei Plaaten en Kaarten.
DERTIENDE DEEL, BEGINNENDE IN 'T JAAR ï66o, EN EINDIGEN«
DE MET DE AANSTELLING VAN WILLEM .;j|^DE N DERDEN, P RINSE VAN ORANJE, \TOT KAPITEIN-GENERAAL, IN SPROK- KEL MAAND DES JAARS 167a. |
|||||||||
Te AMSTERDAM, bï
JOHANNES ALLART. M D C C X C I V.
flfet Privilegie van de Ed. Cr. Mog. Heeren Staaten
van Holland en Westfriesland, |
|||||||||
VADERLANDSCHE
HISTORIE.
NEGENENVEERTIGSTE BOEK.
|
||||||
INHOUD.
J. Vcrfchil tusfchen de Neäerlandfclie en Engel'
fche Oostindifche Maatfchappyen vereffend. II. tlerftellirig van Karel den II. op den troon van Groet-Britanje. De Staaten begroeten hem. Hy beveelt hun den Prins van Oranje aan. III. Gezantfchap naar Engeland, naar Frankryk, en naar Spanje. IV. Verdeeling der Landen yan Ovennaaze. Handeling met Portugal. Vre- de. V. Handeling met Frankryk. Misnoegen van Mazarin. Twist met de Franfchen over de Vi.fchery, het Vatgeld en de bezette Plaatfen. VI. Handeling in Spanje. VII. Vervolg det handelinge in Frankryk. Verbond met dit Ryk. Misnoegen over het zelve, aan 't Engelfcht Hof. VIII. Karel de IL zoekt den Prins van Oranje te bevorderen. Zeeland arbeidt hiertoe. De Akte van Uitfluiting vernietigd. IX. Ver- dere handeling over 's Prinfcn bevordering. Dood der Koningklyke Prinjesfe. Karel de IL is mis' noegd op de Witt. Men zoekt Holland te be- weegen, om voor "s Prinjen opvoeding te zorgen. X. Handeling over een Verbond met Groot- XIII. Deei, A Ërh |
||||||
2 VADER.LANDSCIIE XLIX. Boek.
Britanje. Het wordt geflooten. Inhoud van het
zelve,. XI. Stawz <Ar Zweedfcke en Deenfcha zanken. XII. ^rafe *»# Tffntf e» Algiers. Waldenzen in Pie.mont. XIII. Gefchil tusfehen de Regeer ing en eenige Predikanten, te Utrecht. XIV. Oorfprong der gefchillen tusfehen de Voe- iiaanen en Coccejaanen. De Staaten van Hol- land houden den Coccejaanen de hand boven 't hoofd. Hunne gemaatigdheid misduid. XV. Or- de op het openbaar bidden, in de Kerken van Holland. Friesland fielt 'er zig tegen. Ook an- dere Gewesten. Zeeland flaat een' middelweg voor, die Holland afivyst. Schadeloosflelling■, den Leden van Holland beloofd. XVI. Onlusten in Groningen en de Ommelanden. Prins Willem Fredrik brengt Krygsvolk in de Stad, en legt de gefchillen by. XVII. Klagten over 't kuipen, en ontvangen van gefchenken, in Friesland. XVIII. '/ Bekragtigen en afkondigen der Frede met Por- tugal wordt verwyld, Gefchiedt eindelyk. XIX. Köchin en Kananoor veroverd. Formofa verho- ren. XX. Gefchillen met Spanje. XXI. Hande- ling met Brandenburg en Nieuwburg. XXII. Misnoegen tusfehen den Bisfchop van Munßer en de Staaten. Twist over 't Slot Bevergerne. De Staaten mengen zig in 't gefchil tusfehen den Bisfchop en de Stad. Rynsch Verbond. Mun- ßer raakt gcheellyk in 'sBisfchops magt. XXIII. De Bisfchop zoekt, van nieuws, gefchil met de Staaten. XXIV. Schets der Oost f rief che zaa- ken, federt de Munßerfclie Vrede. XXV. De Staaten hemeemen de Eilerfchans. XXVI. On- gelukkige dood van Prinfe Willem Fredrik, Stadhouder van Friesland en Grotiingen. Hen- rik |
||||
XLIX. Boek. HISTORIE, %
rik Kafimir folgt hem op. XXVII. Twist over
't beflcllm der l-Fct, te Flhfingen en te Feere. XXVUL Gefchil met Zeeland, ever Admira- liteits zaaleen. Ïerwyl de Regeering van Engeland, na i66o.
den dood van den Proteftor Olivicr Krom- ——— wel, door geduurige veranderingen > ge- • l- fchokt werdt, handelden de Staaten met den ^jS.« Refident van dit Gcmeenebest, George Dow- de Ne- ning, over eenige nieuwe gefchillen , on- derland- langs in Indie ontftaan. De Nederlandlche £he en Oostindifche Maatfchappy hadt, in *t jaar ^el" 1645, een Verbond van Koophandel gefloo- oostindj- ten met den Koning van Bantam, welk, in fche 't jaar 1655, vernieuwd was. Sedert, ge- J^qac- doogde deeze Koning, dat een hoop Indi- pyeanp* aanen een fchip van zekeren burger van effeudw Batavia, ongeflraft, pionderde: waarop de bewindsman der Maatfchappyc, zig te Bantam niet langer veilig rekende, de wyk nam naar Batavia. De Koning van Bantam deedt^ zelfs, in Zomermaand des jaars 1656, eenen inval in de Landen der Maatfchappye om- trent Batavia, en flak den brand in het Suikerriet en de Suikermolens, aldaar. Hier- op volgde het beleg van Bantam, waartoe de algemeene Landvoogd van Nederlandsen. In-' die elf fchepen met Krygsvolk afzondt. Ten' zelfden tyde, was de Koning van Bantam ,met. een magtig Leger, tot voor Batavia genaderd "" waarop de manfehap der Maatfchappye bevel kreeg, om Bantam te verlaaten, en den vyanci van Batavia te verdryven. De Vloot bleef eg- $er nog voor Bantam. Het Opperhoofd der En- A 3 gdr
|
||||
4 VADER.LANDSCHE XLIX.Boé«;
lößo.Tgelfchen, die hier ook hun Kantoor hadden,
:------bedugt voorplondering by 't overgaan der Stad,
bergde zyne meeste goederen in een fehip, en
voerde ze naar de kust van Koromandel, van- waar hij, eerlang, met eene party buskruid te rug keerde, die hy den Bantammere« dagt te le- veren; doch de Schipper, fchoon een Engelsch- man , weigerde zulks, en verkogt, of verruil- de zijn buskruid, naderhand^ op Batavia» De onzen, vernomen hebbende, dat de Engelfchen hunne busfchieters kenden aan den Koning, van Bantam, namen drie hunner fchepen y die op de rivier lagen, in beilag, en verklaarden ze, federt, voor goeden prys. De Engelfchen weeken,hierop, uit Bantam: waarna de Vrede tusfehen den Koning en de Maatfchappye ge- troffen werdt, in 'cjaar 1658 (a). Doch zodra, kwam de tyding van 'c neemen der drie fche- pen niet in Engeland, of Downing kreeg last, om ze te rug te vorderen; en de Maatfcïiappy. zag zig, eerlang, genoodzaakt-, om de waarde dcezer fchepen, die op vyftigduizcnd driehon- derd vyfenzeventig ponden drie fchellingen fterlings berekend werdt, aan de Engelfchen te vergoeden (&). De Ambasfideur Nieuw- poort bleef, midlerwyl, in Engeland, zonder een Verdrag van Zeevaart te können fluiten. Hy hieldt egter een waakend oog op de ver- anderingen, die, van tyd tot tyd, voorvielen, in het wankelend Gemeenebest, welk, in den Zomer deezes jaars, eindelyk, tot zynen eer- iten
(a) WiCQimFoaT Lm. X. p. 59<5- <
OJSecr. Rcfol. Holl. 17 Januar. 5 Febr. i«59' TI. OetI,
K. 1, 4. Aitzema IV. Dcelybl. 505, 506. De Witt Brit- ven UI. D11I, ti. 53<j. Rofol. van Conüa. W. 4».. |
||||
XUX.BoEK. HISTORIE. $
ften ftaat wederkeerde, 't Groot belang, welk lófc».
de Staat der Vcreenigde Gewesten hadt by
deeze jongfte verandering , verdient wel, dat
wy de gelegenheid tot dezelve, kortelyk, ont- vouwen. Karel de II. hadt zig, na 't uitbarsten van Ir
den oorlog tusfchen Spanje en den Prote&or, Gelegen» en na 't iluiten van een heimelyk Verdrag met heid toe den Aartshertoge Leopold, gemeenlyk , ont- J?e j*er" houden in Brabant en in Vlaanderen, van waar vanlCafeï hy op de gelegenheid wagtte, om zyne her- den II. ftelling te bevorderen3 door bedekte en open- op den, haare wegen. Hy handelde, onder anderen, troou met de Prinfesfe van Oranje, zyne Zuster, die groot- hem j zelfs al te vooreu, te Keulen, was ko- Briuujex men zien (V), en daarna tot in Parys volgde (V). Doch 't gene tusfchen hen voorviel, bleef een diep geheim. Ik vind wel, in fchriften van deezen tyd, dat de Prinfes voorgehad zou heb- ben , oorlog te verwekken tusichen Engeland en Holland (e). Doch hierop is geen' ftaat te maaken. Zy bleef weinig minder dan een jaar in Frankryk (ƒ), en begaf zig toen naar Breda. Koning Karel lbrak haar daar dikwils, en ver- zuimde ook niet, naar gelang dat de zaaken, in Engeland, ten zynen voordeele, verander- den , onder de hand , te raadpleegen met de Prinfesfe Weduwe , en met eenige Leden der Regeeringe deezer Landen, die zyner zaake gunst toedroegen. Doch 't voornaamfte van 't gene
Ce) Thuiiloe's Papers, Fol. If. p. 550. Fé.IV. f. 88, lij,
144, i(5vi. C'0 ïuuRLnE's Papers, Fol. VI. p. 412, 4<?r» C« ) Thurloe's Papers, Fol. IV. p. 506, 72*. ifj Tiium.oi*s Papers, féU V. p. '59J, 71J, A3
|
||||
$ VADERLANDSCHE XLIX. Boejt.
|
|||||
j^fio. gene hy verrigtte, bleef bedekt: alzoo hy't nie«
■ mant dan zig zelven toebetrouwde (g). Hy kwam zelfs, nu en dan, onbekend, in Holland
(ß). In den Herfst des jaars 1658, was hy te Amfterdam geweest, en ook te Enkh'uizèn , vanwaar hy voorhadt, een' keer te doen naar Friesland, om een mondgefprek te houden met Prinfe Willem van Naslau. Doch de Relidenc Downing hadt 'er den Staaten kennis van ge- geven , waarop de reis naar Friesland geftaakt werdt (0' Nogtans fprak Koning Karel Prins Willem en de Prinfes Weduwe in den Haage. Sommigen hebben verzekerd, dat'er, toen, over een Huwelyk tusfchen den Koning en ee- ne der Prinfesfen van Oranje gehandeld werdt: 't zy dat zulks ernst ware, van 'sKoningskant, 't zy dat hy, hierdoor, de PrinfesWeduwe en Prins Willem , die zig , federt cenigen. tyd , fterk voor de tegenwoordige Regeering Van Engeland verklaard hadden, op zynezydezogt te trekken : waardoor hy oordeelde , ook de meeste Vereenigde Gewesten en den Keur- vorst van Brandenburg te zullen gewönnet! hebben. Zeker is 't, dat de Prinfes Weduwe zig, federt, openlyk, voor Koning Karel ver- klaarde (*), en de verandering, die, eerlang, in Engeland, voorviel, maakte, dat hy, hier, Moni« fpoedig, meer begunftigers kreeg. Het Parle-', poogin- ment ? oneens met het Leger , welk in Enge- hiertoe *anc* wa?' °* ^cver' met eenigendervoornaam-
fte Overften , fcheen nog eens met den Gene- raal O) Thtirloe's Papers, XV» VI* p. nfi.
(h^, TiiuRtoi'« Papers, Vol. VI'. p. ;2-,!>28, s'o, 361,41c«
(.Q Thorloe's Papers, Ftl. Vl.i; p. diy.MiX, 4*<«. (*j Thitcloe's 1'apcrs, pui. Vil *. 4ïii, <t44, «jriS: |
|||||
XLIX. Boek. HISTORIE. f
raal Monk , die in Schotland geboodt. Doch
Monk , heimelijk gewonnen door den Koning (7) , trok, in den aanvang deezes jaars 1660, met het Leger, welk onder zyn bevel ftondt, naar Engeland. Zyn oogmerk was den Koning te herfïellen; doch hij gaf voor, de Regeering van 't Gemeenebest aïïeen op eenen beteren voet te willen brengen. Hydeedt, eerlang, een Parlement , welk te vooren vernietigd ge- weest was, wederom famenroepen. Ook bragt hy te wege , dat verfcheiden' Leden , die , te vooren, uit dit Parlement, waren uitgeflooten, wederom zitting namen in het zelve : waarna liet Parlement zig zelf Hoopte , en een nieuw befchrecf; 't welk, voor een groot gedeelte, uit Koningsgezinden beftondt Qn). Al dit ge- fchiedde, tcrwyl Monk voorgaf, zig, met allen ernst, te willen kanten , tegen elk , die fprak van Karel Stuart te erkennen (n). Hy fchreef zelfs, nog op den zesden van Bloeimaand, aan de algemcene Staaten „ dat hy zyn best doen „ zou , om de twee Republyken naauwer te „ vereenigen (0)." Doch de doorzigtigften zagen wel , waarop hy 't gemunt hadt (p). Ook werdt'er den Geheimfchryver Thurfoe, door eene onbekende hand , kennis van gege- ven (jf). Doch Thurloe zelf helde naar veran- dering, en boodt, eerlang, den Koning zynen dienst aan ( r ). ïerwyl bet Gemeenebest dust wag-
O ) Thurioe's Papers, Vol. VII. p. -j(i\.
f »O IUpin Tqiii. IX. p. r32, 139, 140. 149, 150. C»J I.UIM.OWS Mcmoirs, Vol. II p. 264. y 7,324,332», 355. Co) Thihiloe's Papers, Vol. vil. p. 909. O) De Witt Jtrieven, III. lied, bl. 82«. f q) Thurloe's Papers, Fol. VII. p. 8f»r. (O Thurloe's Ifapcrs, Vol. VU. p. 445, 355, 8Ö&, SS?» <>Btf, 8*17, 91^. A 4
|
||||
!• VADERLANDSCHE XLIX. Boer;
lUóa.. waggelde , verloor het al zyn aanzien buitens
•—— Lands ; en in de Vereenigde Gewesten tot zo verre , dat de Witt, in Wynmaand des voor- leeden jaars , aan Nieuwpoort gefchreeven hadt „ dat de tegenwoordige Regeering van „ Engeland niet in ftand zou können blyven , „ zo zy zig niet naauw verbonde met deezen „ Staat 0)." Doch nadat Monk in Engeland gekomen was, namen de zaaleen zulk een'keer > dat elk zig fchikte, om Koning Karel intehaa- Het Par- ]cn# net Parlement met den Koning in onder- ftemft handeling getreden zynde door Gemagtigdena de her°C Ilemde eerst het Hoogerhuis , en daarna ook Helling het Huis der Gemeenten, dat de Staat, voort- van Karel aan, naar de oude wetten, geregeerd zou wor- den II, jcu ^ onc}er een" Koning , een Hogerhuis, en een Huis der Gemeenten , en dat men Karel den II. voor Koning erkennen zou (?). Ook werdt hy, terftond hierna, in 't openbaar, uit- geroepen , op den agttienden van Bloeimaand («). Men zondt hem Gemagtigden toe te Breda, alwaar hy zig thans onthieldt (v), en Montaigue werdt, terftond, met eene Vloot, afgevaardigd naar Scheveningen , om hem at" te haaien (w). De Staa- Men vemeugde zig, hier te Lande, in 't al- ten be- gemeen , over 's Konings herftelling. In Hol- groeteu jan^ ^ oordeelden veelen, dat het, voor 't be- lang van den Koophandel deezer Landen , voordeeliger ware, dat Engeland, door een* , Ko.
(O TtfüRLOE's Papers, V-l. VII. f, 765,
C< 3 Lirotows Memoirs Vul. U. p. 381.
f«) Rapin Tom- IX. p. K6.
(v) I.üdlows Monioirs Fol, III. p. 2, 6, 1«.
f w) Rapin Tom. IX. p. l$6, 157. AijztUA IV. Deel, l&
»1 S«>7j 3°9» 575-585«
|
||||
XLIX.BoEK. HISTORIE. 9
Koning, geregeerd werdt. En fchoon zy, die i66a.
thans het roer der Regeeringe in handen had- —— den, wel zagen, dat de herftelling van Karel den II. den weg baande tot de verheffing van den Prinfe van Oranje (V), deelden ze egter in de openbaare vreugde (y). De algemeene Staa- ten en de Staaten van Holland (Y) en Zee- land (a) vaardigden, terftond, eenige Heeren af, om den Koning, te Breda, te begroeten. Hy toefde hier niet lang; maar verftaan hebben- de, dat Montaigue, met de Vloot, reeds voor Scheveningen lag, begaf hy zig naar den Haa7 * ge; daar hy, door de Staaten van Holland, ontvangen en onthaald werdt (b). De Witt deedt, by deeze gelegenheid, de aanfpraak aan den Koning, die, in zyn antwoord, ver- klaarde:, gezind te zijn, om een naauw Ver- bond te fluiten met den Staat. De Stad Ara- irerdam vondt geraaden, den Koning afzonder- lyk te doen gelukwenfchen. Voor zyn vertrek, begeerde hy gehoor van affcheid van de alge- meene Staaten en van de Staaten van Holland; aan welke laatften hy de Prinfes, zyne Zuster, Hy be- en den Prins van Oranje, zynen Neef, ernfte- veelt de« lyk, aanbeval, met verzoek, dat de Heeren Prin* Staaten bun gunftig wilden zyn, wanneer de J^njeden Prinfes zulks, voor zig zelve, of voor den Prins, Staaten haaren Zoon, begecren mögt. De Witt ant- van Hoi- woordde hierop, uit den naam der Staaten, land aaiU „ dat men niet nalaaten zou, hierin, te vol- „ doen
(.r) Thurloe's I'apers, Vol. III. *. j8ö, V*l. VII. p. 856,
876. (jODiï Witt Brieven III. ftul, hl. 871,
Cz) Refol. HoII. is May. lörto. W. 38.
(o Notul. Zeel. 25 May 18 Juny i«io. U. 73, 80.
(.*) Rclol. Holl. 25 May iC6", W. 41.
A5
|
||||
tb VADERLANDSCHE XLIX.Boek.
|
|||||||
t66o. „ doenaandeverwagtingvanfzyneMajefteit;
■------„ zo uit eerbiedenis voor zynen Perfoon, als
„ uit erkentenis van de genegenheid der Prin-
„ fesfe, en als een uitwerkfel van de herinne- „ ring der verdienden van 's Prinfen voorou- „ deren (c).n De Staaten van Holland geleid- den den Koning in vollen getale, naar Sche- veningen, op den tweeden van Zomermaand: vanwaar hy, zonder uitftel, in zee ftak. Hy kwam, op den agtften, te Londen, te gemoet gereeden zynde, door den Generaal Monk , aan 't hoofd van de Lyfvvagt en van vyf rege- menten Ruiterye, en tradt, terftond, zonder aan eenige voorwaarden verbonden te worden , in 't bewind der Regeeringe ( d~). III. De algemeene »Staaten , den gewoohlyken Buiten- Gezant Nieuwpoort, die nu ten Hoveniet aan- Gezant- genaam kon zyn, op zyn verzoek (e), t'huis fchap ontbooden hebbende (ƒ), beflooten, terftond , naar En- op den voorflag van Holland, tot het afvaar- geiand, c^gen van een buitengewoon Gezantfchap naar Engeland: welk bekleed werdt, door Lode- wyk van Nasfau, Heere van Beverweerd, Si- mon van Hoorn,Oud Burgemenfter van Amfter- dam, Michiel van Gogh, Rekenmeefter der Staaten van Zeeland, en Joachim Ripper da, Heer van Farmfum. Zy hadden ,in't algemeen ,iast, om een naauw Verbond van Vriendfchap, on- derlinge befcherming en Zeevaart te üuiten met
|
|||||||
-(O Sccr. Rcfol. Holl. 16 May, 1, 2 Junv 16Ö0. II. Dcel.M.
2.Ï3- =5f'. 253- .. ,
(dj Rapin Tom. IX. p. 156, 157. Ait?ema IV. üeel, H,
«Ss-rtos. '( «) Dt, Witt Brieven III. Deel, II, 8lio.
C/J AiTzïMA IV. üed, bl. 604.
|
|||||||
XLIX.B0EK. HISTORIE. ii
met den Koning (g); doch vertrokken niet, iijöo.
voor het einde van Wynmaand. Wy zullen, .------■
hierna, gelegenheid hebben, om den uitflag
hunner handelinge te melden. De verandering in Engeland, daar 't g etneen naar
nu om Vrede met Spanje, en om oorlog met Frankryk Frankryk riep,en daar fominigen het volk ook |n "far zogten te verbitteren tegen de Vereenigde Ge- panjC' westen (/Q, hadtzoo veel invloed op de raadplee- gingen der algemeene Staaten, dat men, toen ze nog in de geboorte ftondt, reeds beflpoten hadt, om ook een buitengewoon Gezantfchap te zenden naar Frankryk en naar Spanje (t'j. Men was, niet zonder reden, bedugtvoor eene Vredebreuk met Groot Britanje. Karel de II., hoe zeer hy, by zyn vertrek uit den Haage, betuigd hadt, zïg ten naauwfte verbonden te houden aan den Staat, was heimelyk misnoegd op de tegenwoordige Regeering, met naame Op de Staaten van Holland, die Kromwei, zyns oordeels, te zeer naar de oogen gezien, en hem niet naar behooren erkend noch ge- holpen hadden. Ook belgde hy 't zighooglyk, dat men zynen jongen Neef, den Prins van O- ranje, verfteken hadt van de waardigheden, die.hem aangebooren fcheenen. Men was,der- halve, bedugt, dat hy, om zig van Holland te wreeken en de verheffing van den Printe van Oranje te bevorderen, beiluiten mögt, den Staat den oprlog aan te doen, in welk geval, eene naauwer verbindtcnis met Frankryk ten hoog-
'<£■) Zit ilt ImriKft. hy AirzesM IV. Deel, hl. 605. en Se«.
Sciol. Hol), is- Jvny i(iC<u. il. litil, kl ißo.' 'CO Di; Witt nriLVMi lil. l):;ci, H I74. IV. Deel. hl. 3. CO Sccr. Rtfol. Huil. ?8 Af'rii iöóo. 11. ÜetT, a. 202. |
||||
t% VADERLANDSCHE XLIX.Boek.-
itóo. hoogfte dienftig geoordeeld werdt. Men
------vondt, nogtans, geraaden, ten zelfden tyde,
met Karel den II. te handelen, ten deele, om
Frankryk gemakkelyker te maaken, ten deele » om te beproeven, of men, aan het Groot-Brit- tannifche Hof, het misnoegen zou können wegneemen. 't Zou zelfs den Staat aangenaam geweest zyn,een gemeen Verbond met Frank- ryk en Engeland te iluiten, zo men, hiertoe,. aan 't Franfche Hof, eenige geneigdheid ge- toond hadt. Doch men befpeurde aldaar en in Engeland kleine blyken van deeze geneigd- heid (£): waarom men van zulk een Verbond moest afzien ( /). 't Vermoeden, welk men a daarenboven, hier te Lande, of hadt, of wel haast kreeg, dat de Koning van Frankryk, on« aangezien de Pyreneefche Vrede des voorlee« den jaars, en onaangezien den afftand der Ko- ninginne van allen regt op de Landen haars Va^ ders, het oog hadt op de Spaanfche Nederlan-« den, deedt de Staaten in bedenking neemen, om zig naauwer met Spanje te verbinden, ert daardoor, ware 't mogelyk, te voorkomen, dat Frankryk fterker werdt, naar den kant derVer-< eenigde Gewesten. In de verwagting, dat Span- je haast met Groot-Brittanje bevredigd zou zijn, was 't ook noodig, dat men voor 't belang van den Spaanfchen Koophandel zorgde, 't welk een van de oogmerken was van de handeling met Spanje (m~). Don Estevan de Gamarra, Spaanfche Gezant in den Haage, wiens han- delwyze, in 't eerst, weinig genoegen gaf, hadt; nog-
Ct) De Witt Brieven F. Deel, hl. 339-
(/; Refill. Gener. Lima si Martii 1661. MS.
C»j Secr. Re-fol. Hoil. zi April iööo. U. üscl, >>l. zia^
|
||||
XLIX. Boek. HISTORIE. 13
|
|||||
nogtans aan de Witt, meer dan eens , te ver- j^
ftaan gegeven, dat de Koning, zyn meester, , niet ongenegen zou zyn, om een naauw Ver-
bond van Vriendichap en Koophandel te flui- ten met den Staat («). De Ambasfade naar Frankryk wcrdt bekleed, door de Heeren Joan van Gend, Heere van Oosterweede, Koenraad van Beuningen en Justus de Huybert, Penüo- naris van Zierikzee , benevens der Staaten ge- woonelyken Gezant „ Boreel. Naar Spanje gingen de Heeren Jan van Merode , Baljuw vanKennemerlandj Godard Adriaan van Reede, Heer van Amerongen, en Filips van Humalda, Heer van Ee en Juwswier. Beide deeze Ge- zantfchappen namen ook de reize eerst aan in Wynmaand (0). Doch terwyl men, in Spanje , handelde , IV,
over de vernieuwing en bevestiging der vóo- Verdee- rige Verdragen van Vrede , Koophandel en Lande" Zeevaart, deeden de Spaanfche Gezant in den van o- Haage en de Gevolmagtigden der Staaten , vermaaze met welken hy handelde, niet dan klaagen , "»fchea over wederzydfche inbreuken op de Munfter- gn^ie- fche Vrede Q> ). Ook was men geduurig be- zenStaat, zig, over de verdeeling der Landen van Over- maaze £q~). Eindelyk, maakte Gamarra eene l66u verdeeling deezer Landen, van welke hy de " keuze liet aan de Staaten ,die egter niet koozen
naar zijnen zin , waarop hij voorwendde, dat de keuze geenen {tand grypen kon (V). 't Liep toen
C») De Witt Brieven Hl. Deel, il. 254. aös, 333. Ait-
' BtUAlV. Deel, bl 800. (o"> AiTZKHA IV. Deel, II. 690, 707, ?a<j.
(p) Aitzbma IV. Deel, bl. 114-127. C<1) AiTIEMA IV. Deel, bl. 31^-322, 70% CO AiTzem |V. L)<el, bl, 787-803, " |
|||||
14 VADERLANDSCHE XLIX. BoEfc.
1C61 toen nog tot aan het einde des jaars 1661, eer
■------men overeenkwam „ dat de Stad en het Kas-
„ teel van 's Hertogenrade aan den Koning ?
„ en de Stad en het Kasteel van Valkenburg „ met de Stad en het Kasteel van Daalhem, ., aan de Staaten zouden toebehooren." Voor 't overige , werden de Heerlykheden en Dor- pen der drie Landen van Valkenburg, Daal- hem en 's Hertogenrade tusfchen den Koning, en de Staaten gedeeld. Doch het duurde nog tot in Wynmaand des jaars 1662 , eer decze overeenkomst, in Spanje , bekragtigd werdt. Hier was 't, in Grasmaand te vooren , ge- fchied (s). Ilandc- De oorlog met Portugal, in den jaare 1657 ling met openlyk aangevangen, was, ter oorzaake van Portugal, fa onlusten in 't Noorden , niet voortgezet, van de zyde der Staaten. Men handelde, mid-v lerwyl, over een Verdrag met den Portugee- fchen Gezant in den Haage (f); die, in Gras- maand des jaars 1659, heimelyk, van hier, en tot de zyde des Konings van Spanje overging, (ii): waardoor de handeling, voor eene wyle , gellrcmd werdt. Doch zy werdt hervat, zo- dra de Graaf van Miranda , uit Portugal, in den Haage was aangekomen. De verandering in Engeland, die hierop volgde, deedt de Staa- ten van Holland inzonderheid te fterker liaan- naar Vrede met Portugal. Zy ontwierpen een Verdrag (v), welk zy den anderen Gewesten zog-
f s~) Zie Groot-Plakaatb. ri. Deel, kol. 277B, 8848, 2847«
Ajtzema IV. Deel, hl. 7y3-8oo, ySy-ygi. (O AiTZRMA IV. Deel, bl. 268.
t«") Aitzkma IV. Deel, tl. 489.
fr) Secr. Refbl. HolU 19^ ao OU. 1659. 15 flftj» löCo. IL
Deel, tl. 143, 236. |
||||
XLIX.Boek HISTORIE. 15
zogten fmaakclyk te maaken. Doch Gelder- i^x,
land, Zeeland, Utrecht en Stad en Lande be---------
geerden den oorlog voort te zetten, zo Brazil
niet te rug gegeven werdt. Men befloot eg- ter, met vier Gewesten tegen drie, de hande- ling met den Portugeefchen Gezant te vervol- gen ; 't welk Zeeland niet toef londt dan onder voorwaarde, dat zulks hier te Lande gefchie- den zou. Ook drongen dit Gewest en Gelder- land fterk,dat men, in allen geval,geene Vre- de ; maar alleenlyk Bcftand met Portugal flui- ten zou, terwyl Holland zeer op Vrede aan- hieldt. De Graaf van Miranda floeg voor, dat de vyandlykheden, alommc, zelfs in Oostin- die, zouden behooren op te houden, terflond nadat de bekragtigingen van het Verdrag zou- den uitgewisfeld zyn. Doch de Oostindifche Maatfchappy, bezig met het behaalen van mer- kelyke voordeden op de Portugeezen in Oost- indie, deedt hiertegen een Vertoog ter alge- meene Staatsvergaderinge , beweerende, dat zy, den oorlog in Oostindie, niet uit eigen' bc- weeging, maar op ernftige vermaaning der Staaten, hebbende aangevangen, niet behoor- de genoodzaakt te worden, tot het ftaaken der vyandlykheden, nu zy op den weg was, om den Portugeezen groote afbreuk te doen en den Specery-handel, die reeds in haare han- den vervallen was, geheellyk te .behouden. Dit Vertoog ftrekte, om den handel te ftremmen: waartoe ook gerigt was de aanbieding van den Spaanfchen Gezant, om al wat de Portugee- zen den Staaten, federt het jaar 1641, ontno- men hadden, te rug te zullen geeven, zo dra de Koning, zyn Meester, 't gebied over Por- tu-
|
||||
i6 VADERLANDSCIIE XLIX.BoEifc.
t66i. tugal zou herkreegen hebben. Van de andere
>■ i zyn best, om de Vrede te bevorderen(V). Ka- rel de II. handelde over een Huvvelyk met eene Zuster des Konings van Portugal, eU zogt dit Ryk in het gerust bezit van Brazil te bevesti- gen; waaruit de Engelfche Koopluiden zig merkelyke voordeelen beloofden. Hy riedt, hierom, tot Verdrag, den Staaten zelfs zyne bemiddeling aanbiedende, die men hier be- zwaarlyk kon aanneemen, en egter niet durfde afilaan. Eindelyk, bellooten vyf Gewesten, op den drie-entwintigften van Zomermaand, te fluiten met Portugal, zo men of Brazil, of eene merkelyke fommc, in baaren gelde, daar- voor, bedingen kon. Doch Gelderland en Zee- land bleeven zig ten uiterfte toe verklaaren tegen dit befluit (,r). Beide deeze Gewesten hadden groot belang by de Westindifche Maat- fchappye, en ftemden hierom de Vredehan- del ing af, beweerende ook, dat men, volgens het negende Lid der Utrechtfche Unie, nies dan met eenpaarigheid van alle de Gewesten, DeVrede tot Vrede befliüten mögt. De vyf Gewesten wordt deeden egter, door hunne Gemagtigden, de geuof- handelingen voortzetten, en de Vrede werdt, eindelyk, op den zesden van Oogstmaand, ge- flooten en getekend. Gelderland en Zeeland deeden 'er verfcheiden' aantekeningen tegen. Doch 't gevoelen der vyf Gewesten bleef gel- den (y); hoewel de Staaten van Stad en Lande mj'-
f w) Secr. Refill. Bull. 5 May i6tfi. II. Dtil, U, 2Ï6. Os
Witt lirieven I. Deel, il. 39!!. (/O Dr Witt. Brieven I. Deel, bl. 31)4.
(y) Aitzp.ma IV, Deel, il. 701-774,781-7»?.
|
||||
XLIX.Boek, HISTORIE. i?
misnoegd waren op hunnen Afgevaardigde i66u
JoanScliuiknbitrgiAxQ,tegen voorgaande Staats- —— beiluiten, tot de Vrede hadt helpen ftemmen. Doch Schuilenburg zogt en vondt heul aan Holland, voor eenen tyd. 't Verdrag werdt, inhoud ter wederzyde, eerst na verloop van eenen ge- van bet ruimen tyd, bekragtigd, en behelsde „ dat deVeidraS' „ Koning en het Ryk van Portugal den Staa- „ ten vier millioenen Kruzaaden of agt mil- „ lioeuen Hollandfche guldens betaalen zou- „ den, in geld of in waaren, ten gevvoonlyken „ pryze gerekend, rnids 't geene 'er aan ont- „ breeken mögt, uit 's Konings tollen, zou „ mogen worden voldaan. Alle verfchillen „ tusicheu Portugal en deezen Staat zouden „ hiermede vereffend gerekend worden. O- „ ver den prys van 't Zout, welk de ingezete- „ nen van den Staat, te S. Ubes, zouden mo- „ gen komen koopen, zou men eikanderen, „ jaarlyks, verftaan. De handel op Brazil, in „ allerlei waaren, behalven in Brazilien-hout, „ zou vry ftaan. De vyandlykheden zouden^ „ twee maanden na de tekening van dit Ver- „ drag, ophouden in Europa; en in andere „ Gewesten, twee maanden na de afkondig „ ging. De ingezetenen der Vereenigde Ge* „ westen zouden allerlei goederen, zelf* „ krygsbehoeften, mogen voeren van waa1 „ en werwaards zy wilden, mids zy geene „ krygsbehoeften haalden uit Portugal, om- „ ze den vyanden yan Portugal te leve- „ ren. Ook zouden de Nederlanders in „ Portugal hunnen Godsdienst, vryelyk, in y hunne huizen en fchepen , mogen oefe- XUI. Deel. |f „ nen |
||||
IS VADERLANDSCHE XLIX.Boek.
iftïi. „ nen (f)" 't Verdrag behelsde nog andere
—— byzonderheden, welken wij, kortheidshalve, voorbyllaan. Omtrent de uitvoering van het zelve, deeden zig, eerlang, eenige zwaarighe- den op, die, niet dan met moeite, werden weggenomen (f). v. Midlerwyl , werden de handelingen met f?nnde" Frankryk en met Groot-Britanje voortgezet.
Frank"0* '* ^ieP eellen geruimen tyd aan, eer de Staat- ryk. fehe Gezanten, aan 't Hof van Frankryk, in onderhandeling konden treeden: 't welk tocge- fchreeven werdt aan de onpasfelykheid van den Kardinaal Mazarin, die nog 't voornaam beleid der Regeeringe hadt. Zy fpraken, midlerwyl, met eenige andere Staatsdienaars, welkenze niet ongenegen vonden, om de oude Verbonden tusfehen Frankryk en deezen Staat te vernieu- wen. Doch zy toonden zig minder gezind, om het Vatgeld op de fchepen te niet te doen. Men hieldt hun voor, dat de Staaten, van hun- ne zyde, de Franfche ftoffen en gewasfen zouden können verbieden, of zwaar belasten, waardoor de handel der onderzaaten van zyne Majeileit merkelyk gedrukt zou worden: vooral, zouden ze, zeide men, door het verminderen of affchaf- fen der regten en belastingen op de Rynfche Wynen, de Franfche Wynen, eene Koopman- fchap daar jaarlyks agt mülioenen of meer in befteed werdt (V), tot eenen inftal können maa- ken, zo Frankryk niet naliet, den Koophandel hun-
CO Z" 't Traft. l>y Aitzema IV. heel, hl. 774 enz. en Sccr. Ilclul. Holl. 5 Aug. 1661. II. Deel, il. 309. (O Secr. Reful. Holl. 14, 19 Ju'y 1602. II. Dttl, U. 389,
394. Aitzema V. Deel, il. 334-342- (») Ds Witt Brieven U Dul, il. jw. |
||||
XLIX.BoEK. HISTOIRE. 19
|
|||||||
hunner ingezetenen te drukken; gelyk, onder i6st.
anderen, door de nieuwigheid van 't Vatgeld |
|||||||
en door het verbod van den invoer der vreemde De Kar-
Traan, gefchiedde f y). De Kardinaal, midier- !ji.naal. wyl, een weinig gebeterd zynde , verleende klaagt den Gezanten een byzonder gehoor: waarin hy nog ovet zig nog zeer beklaagde, over het fluiten van een 't fluiten afzonderlyk Verdrag te Munfter: 't welk hy ^rr^,U11" nogtans niet toefchreef aan de Regeering in Vrede? 't gemeen, of aan wylen den Prinfe van Oranje; en eischt maar flegts aan twee Perfoonen■,die,zeide hy, verzeke- uit byzondere inzigten, dit werk hadden wee- *inS xva ten te bekuipen. Voorts, vorderde hy, dat men, teen:taa" een Verbond willende fluiten met zyne Maje «Heratt- fteit van Frankryk,hem verzekering gave, dat deiyk het beter dan de voorigen, zou onderhouden ge*ei- worden. Doch de Gezanten verwierpen dee- ^ordu zen laatften voorflag t'eenemaal, rondelyk ver- klaarende „dat de Staaten geene andere ver- „ zekering geeven zouden dan hun woord ea „ zegel, waaropzy verdienden geloofd te wor- „ den, zo goed als eenig Vorst ter weereld." Zy voegden 'er by „ dat het hun onmogelyk „ zyn zou met den Koning te handelen, zo zy- j, ne Majefteit ftaan bleeve op andere verze- „ kering, dan hy zelf begeerde te geeven." Wegens het werk van Munfter, zeiden ze, noch onderregt noch gelast te zyn: waarom zy ver- zogten, dat het vergeten mögt worden, en dat men, ten fpoedigfte, in onderhandeling trade over de vernieuwing der voorige Verbonden. De
rv) Notiil.Zeel. as, S4 Stpt. 9, 9. Dtt. 1659. U. 167, 17«,
«?<>. 215. Db Witt Brieven I. Oeel, il, 339, 347, 362. B 2
|
|||||||
fto VADERLANDSCHE XLIX.Boel,
|
|||||
i66ï. De Kardinaal gaf hiertoe, eindclyk, hoop (w).
■------■ Doch hy overleedt, kort na dit gefprek, op den
' Vyfden van Lentemaand (x). Sedert, traden
de Gezanten met 's Konings Gemagtigden in onderhandeling over een verdedigend Ver- bond , het voornaam oogmerk des Gezant- Dne fchaps. De Gezanten hadden een ontwerp van
voornaa- n ir i_ j j n
mezwaa- zu^ Gcn verbond mede, welk, van punt tot
righe- punt, overwoogen en beredeneerd werdt. De
den, in't Franfchc vStaatsdienaars vonden verfcheiden' fluiten zwaarigheden in dit ontwerp: over de meesten Verband van we^en •> men haai>t eens werdt. Doch drie met punten bleeven 'er overig, die 't fluiten van 'c Frank- Verbond lang tegen hielden. Fraukryk maak- ryk» te zwaarigheid , om de Staaten te handhaaven in 't bezit der Plaatfen, in welken zy alleenlyk bezetting hielden, met naame, in dat vauRyn- berk en Raveitein. Ook begeerde de Koning het Vatgeld niet af te fchaften. Maar vooral, toonde men zig ongezind, om de Staaten te helpen tegen elk, die hun de Visichery zou willen beletten(y). Men handelde, over dee- 7,c punten, tot in den aanvang des volgenden jaars, zonder eikanderen te können verdaan. HetFranfcheHof kon niet beiluiten,de Staaten te handhaaven, in 't bezit van zulke Plaatfen -, die zy alleen bezet hielden, fchoon ze 'er geen regt van opperfte magt overbeweerden te heb- ben; om dat de Koning verbonden was met ee-
(>i0 ftriev- van eten Anib. ilc Huybeit van 24 Die. 1660. en
14 Jan. lööi. Verbaal der Amb. naat Fraukryk in de jamen irtfio. 16G' en lötfj. M. S. Qx) Aitzema IV. Ds:!, II. 730. De Witt Brieven 1. Deel%
*"'• X79- (v) Refol. Gtiier. I\f;rc. x Fc'r. 1C62. in de Notul. Zeel4
ff Mciart i66i. il. 95. |
|||||
XLIX. Boek. HISTORIE. 21
|
|||||
eenige Duitfche Vorften, welken deeze Plaat-
fen toekwamen, en die ze gaarne van Staatfche bezetting zouden hebben willen ondcdigd zien. Ook hadt men, veelligt, inFrankryk, nu reeds het oog op eenigen deezer Plaatfen, die, ee- nige jaaren laater, door 'sKoningsLeger, wer- den aangetast en veroverd, 't Affchaffen of verminderen van 't Vatgeld zou, dagt men, 's Konings inkomften te zeer verminderen; be- halve dat het ftrekken zou ten voordeele des Nederlandfchen Koophandels, dien men, ten deezen tyde, in Frankryk, boven den han- del der Franfchen zelven beoogde te belasten , op dat men deezen, die, in den langduurigen oorlog met Spanje, veel geleeden hadt, we- derom mögt doen herleeven (Y). De handhaa- ving der vrye Visfeherye ftiet den Koning van Groot-Britanje geweldig. Hy verklaarde den Graave d'Eftrades, die, omtrent deezen tyd , van Frankryks wege, aan 'tEngelfche Hof han- delde ,j dat hy zig zeer gehoond zou agten-, zo p Frankryk den Staaten toeftondt, 't gene zy, „in dit opzigt, begeerden (V)." De Koning van Frankryk aarzelde dan lang, eer hy den Staatfchen Gezanten hierin te wille was. Hy gaf zelfs te verdaan, dat de handeling, om dit eene woord, Pech [Visfehery],- ftondt afge- broken te worden, konnende hy-, zo hy zeide, niet befluiten, de beflisfingopzigtcneëmenvan een gefchil, welk de Staaten hadden met den Ko- ning van Groot-Britanje, met wien hy vriend- fchap onderhieldt, en gezind was te ondcr- hoi>
Cz>Dr WiTT Brieven t. Beil, BI. 378,S95»39öi442.4S&
C<0 d'Esirades Tom. ï. f. 261. * ^ B R
|
|||||
22 VADERLANDSCHE XLIX.Boek.
|
|||||
1661. houden (£). De Gezanten deeden, derhalve ,
-—— hun best, om de zwaarighedcn over de drie betref- genoemde punten weg te ncemcn. Omtrent fende het het punt der Visfcherye, weezen ze aan „ dat handhaa- n men s met volken, die aan zee lagen, geen V^Yh* *> verdedigend Verbond kon aangaan , zonder ,ye n hen, onder anderen, te handhaaven in hun „regt tot de Visfcherye; dat de Vereenigde „ Gewesten j eeuwen lang, in 't bezit der Vis- fcherye geweest waren, en, zonder onregt- „ vaardigheid, daarvan niet konden beroofd „worden; dat Frankryk zelf, in het ontwerp „van een Verbond, in 't jaar 1654 overgele- „ verd, erkend hadt, dat de Visfchery ook be- „ hoorde onder de geregtigheden der Staaten, „ die men zig verbondt te handhaaven. Dat „ men, in Engeland, zig niet kon ftooten aan „ het bloote woord Visfchery; om dat, daarme- „ de, niet op de Visfchery omtrent de kusten „ van Groot-Britanje in 't byzonder; maar op „de geheele Visfchery der Vereenigde Ge- „ westen gezien werdt. Dat dit zelfde woord, „ gevoegd in twee overeenkomften met Zwec- ken, in de jaaren 1640 en 1656 gemaakt, „ geen' aanftoot hadt gegeven in Engeland. „ Dat Frankryk, zwaarighcid mankende om „zig te verbinden tot het handhaaven der „Visfcherye, het ongegrond voorgeeven der jp Engelfchen, dat hun een iiitfluitend regt „ over de zee en de visfchery in dezelve toe- „kwame, zou fchynen te billyken: 't welkzo „wel nadeelig zou zyn voor Frankryk, als „voor de Staaten. Dat men, onlangs, in't „ Lua-
C&) d'Estrades Tom. I. f. 2?$,
|
|||||
XLIX. Boek. HISTORIE. 23
»Laagerhuis van Engeland, voogeflaagen 1661.
» hadt, elk het visfchen te beletten, tot op tien ------
» mylen van de uiterfte ftranden des Ryks ;
» dat deeze voorflag verworpen was ; doch »ligter ingang vinden , en veelligt tot twintig » of dertig mylen gebragt worden zou , zo » Frankryk zig agterlyk toonde , in het hand- » haaven der Visfcherye, durvende fommige n Engelfchen wel zeggen , dat hun gebied ter n zee zig tot tegen de Franfche kusten uit- » ftrckte. Dat het niet genoeg was , dat de »Koning, gelyk men , van zynent wege, te j) verftaan gegeven hadt, beloofde te willen n handhaaven , 't gene de Staaten met den Ko- »ning van Groot-Britanje , wegens de Vis- „ fchery, zouden fluiten, alzo zy regt tot vis- „ fchen hadden, zonder dat zy 't van den Ko- »ning van Groot-Britanje behoefden te be- „ dingen , en nimmer befluiten zouden te vis- n fchen , uit kragte eener vergunninge , aan 't j, Engelfche Hof te verkrygen. Dat men 't „ aldaar wel anders inzag ; doch dat het ver- n fchillend begrip hieromtrent niet belet hadt, wdat 'er verfcheiden' naauwe Verbonden ge- „ flooten waren, tusfehen Engeland en de Staa- „ ten. Dat men nog niet bekommerd was voor »eenen oorlog met Groot-Britanje , over 't „ punt der vrye Visfcherye, ten ware de zwaa- „ righeid , die Frankryk maakte, om de Staa- »ten in het regt daartoe te handhaaven, de 5, Engelfchen aanmoedigde , om iet voor te „ neemen, waaraan zy anders niet geclagt zou- »den hebben. Dat men, eindelyk, om alle „ deeze redenen, oordeelde, dat Frankryk niet ja bleef weigeren de Visfchery te handhaaven, B 4 8oa
|
||||
&4 VADERLANDSCHE XLIX.Boek;
|
|||||
1661. „ om dat men 'er waarlyk zwaarigheid in zag,
- jj maar, rond gefproken, alleenlyk om het toe-
„fïaan hiervan, als cene byzondere gunst, te
j, doen agten by de Staaten."
ïiet Vat- Omtrent het punt van 't Vatgeld , werde
*eld» aangemerkt „ dat Spanje, met de Vereenigde
„ Gewesten vrede maakende , geene zwaarig-
„ heid gevonden hadt, in het toeitaan eener
,5 eenpaarige belastinge der wederzydfche on-
„ derzaaten ; dat Frankryk niet minder be-
„ hoorde te doen, by 't Jluiten van een naauvv
n Verbond van vriendfehap en onderlinge be~
w fcherming. Dat de Staaten, van hunnen kant,
„ aanbooden , de Franfchen niet hooger dan
# hunne eigen' onderzaatcn te belasten. Dat
,, de nieuwigheid van t Vatgeld niet flegts „voor de handeïdryvende ingezetenen der „Vereenigde Gewesten ; maar ook voor ,? Frankryk nadeelig was , 't zy men 't aan- „ merkte , als eene inkomst van de Kroon, of w als een middel om de vreemden te verdrin- „ gen uit de Vaart op Frankryk. Dat de be- lasting van vyftig Huivers op ieder vat o£ „ half last, welk de fchepen voeren konden > „ eigenlyk gedraagen werdt door de laading y „ die, fomtyds, uit fyne , fomtyds uit grove „ waaren beftondt; en in het laatfte geval veel „ te hoog was; 't welk veroorzaaken moest a „ dat het Zout en de Wynen , voor een groot „ gedeelte , onverkogt zouden blyven in n Frankryk , tot groot nadeel van den Koning 9 en van de ingezetenen : zullende zyne Ma- * jefteit veel meer verliezen aan zyne gewoo-
„ ne tollen, dan hy aan \ Vatgeld zou können 8 winnen , waarom 'er geene reden v;as, om „het
|
|||||
XLIX.BoEK. HISTORIE. 25
n het Vatgeld, als eene inkomst van de Kroon, fÄ<;,;
w te blyven vorderen. Dat ook de Vaart op ------
» Frankryk zo veel winst niet gaf aan de Ree»'
» ders in de Vereenigde Gewesten , dat rnen- jj ze hun behoefde te benyden ; behalve dat n Frankryk niet genoeg voorzien was van nfchepen , om den handel, die thans door 9) vreemden gedreeven werdt, zelf te dryven. » Dat de Staaten , zo men 't Vatgeld bleeve M vorderen , genoodzaakt zouden zyn , de „ Franfcbe waaren ook , naar gelang , hooger n te belasten , 't welk de vertiering derzelvea j) ftremmen zou. Dat de geringe belasting , ff door de Staaten , op de Franfche waaren ge- n legd , den trek in dezelven, federt ecnige n jaaren , fterk hadt doen toeneemen , tot zo „ verre zelfs, dat de trek in de Wynen, waar- „ aan , door de ingezetenen der Vereenigde ff Gewesten , jaarlyks, tien millioenen befteed ,, werden, van één tot twee, was aangewasfen. »Dat men déézen handel niet zou können f) overbrengen op de Franfchen, omdatdeczen ff zig niet zouden willen of können vergenoe- 59 gen met zulke geringe vragten, als de Neder- „ landiche Schippers verdienden, behalve, dat „ zy ook niet bekwaamlyk op de Oostzee zou- „ den können handelen , ter oorzaake van den „ verfchillenden aart en taaie der volken , en „ om dat zy veele waaren , die de'Nederian- „ ders van daar te rug bragten, niet zo noodig „ hadden, en gevolglyk niet zo wel zouden w können betaalen. Dat de vreemden, wie zy ff ook waren , 't Vatgeld moetende betaalen , „ de Franfche goederen en gewasien, met ge- »lyke belasting, bezwaaren zouden , gelyk B 5 „meu |
||||
0.6 VADERLANDSCHE XLIX.Boek.
|
|||||
i66\. » men , in Engeland , reeds gedaan hadt, en
-------n in de Vereenigde Gewesten wel haast zou
» moeten doen. Dat 'er , na 't opgeeven der
» Franfche Koopluiden, voor veertig millioe-
V) nen in 't jaar, aan Franfche ftoffen en gewas-
» fen, in Engeland en in de Nederlanden, doch
n meest in de Nederlanden, gefleeten werden ,
» waarvan men 't grootfte gedeelte niet noo-
j, dig hadt, welk, derhalve, zelfs ten beste der
,5 ingezetenen , zou können verbooden wor-
„den , behalve , dat men de belasting op de
n Rynfche Wynen zou können verminderen,
n en zig, wegens de tollen opdenRyn, indier-
„ voege verdraagen met de Duitfche Vorften,
„ dat de trek der Franfche Wynen, daardoor,
„ merkelyk afneemen zou. Om alle welke re-
j, denen, men befloot, dat het Vatgeld, noch
„voor den Koning, noch voor zyneonderdaa-
n ncn, voordeelig zynde, behoorde te worden
„ afgefchaft."
en het ^e Franfchen zwaarigheid maakende om
handhna- de Staaten te handhaaven in 't bezetten van
ven der Rynberk , om dat zy dceze Stad, in 't eerst,
^iTd^be- ™et °P de Spaanfchen veroverd hadden, maar
zetten °P den Keurvorst van Keulen , die thans met '
Plaatfwii. Frankryk in verbond ftondt; antwoordden de
Gezanten „ dat Rynberk den Staaten eerst in
„ handen gefield was , door den Heere Truch-
w fes, in der tyd, Keurvorst van Keulen ; doch,
n ter gelegenheid van een huwelyk, uit het
n Aartsbisdom , verjaagd naar het gebied der
„ Vereenigde Staaten. Dat de Staaten , hier-
„ door regt verkreegen hebbende , om bezet-
„ ting in Rynberk te leggen, de Stad, federt,
n bewaard hadden , zonder dat zy immer we-
|
|||||
XLIX.Boek. HISTORIE. 27
» derom in de handen der volgende Keurvor-
» ften geweest was. Dat zy ze, naderhand, op »hunne vyanden veroverd , en met groote » kosten verfterkt hadden. Datzy, federt, in »'t bezit gebleeven waren, om dceze Stad te »bezetten, 't welk hun, door den Keizer of » het Ryk, niet kwalyk kon afgenomen wor- » den, om dat 'er de Keurvorst niet door ver- » ongelykt werdt. Dat zy niet behoorlyk on- » derregt waren van 't gene 'er , boven het be- j) zetten der Stad, door de Staaten, in 't be- n Hellen der Wethouderfchap, mögt onderno- »men zyn; doch dat men, desaangaande, ze- »kerlyk, de reden plaats zou geeven. Dat, „ eindelyk, Frankryk, hebbende können goed- 99 vinden, om, geduurende den oorlog, in het 5) Aartsbisdom van Keulen te rukken , ook „ niet vreemd agten moest, dat de Staaten, om „zig te beter tegen den gemcenen vyand te „ bcfchermen, iets diergelyks gedaan hadden ; „ en geene zwaarigheid maaken , om hen in j, het regt om Rynberk te bezetten te hand- „haaven; zonder hierin wederhouden te wor- „ den, door eenig Verbond met den Keurvorst, „ welk geagt moest worden alleen op Duitsch- w land opzigt te hebben (c)." De Franfche Gemagtigden lieten zig niet
voldoen, door alle deeze redenen. „ De Ko- „ning hadt, zeiden ze, nimmer te vooren, „ uitdrukkelyk beloofd, de Visfchery te hand- n haaven, fchoon hy 'er zig toe verbonden ge- „rekend hadt: 't was, derhalve, niet billyk, „dat
(O Verban! der Ambasf". naar Frankryk in i6(Jo-löÖ2. KSn
AiKEMA IV. Deel, H. 735, 73C. |
||||
s8 VADERLANDSCHÉ XLIX.Boek,
i66i. n dat men hem vergde, nu, door het gebruï-
------ » ken van het woord Pêche of Fisfcliery, den-
»Koning van Groot-Britanje ongenoegen te
n geeven. 't Vatgeld was ook, reeds eenige »jaaren, gcheeven geweest, zonder dat 'er de 5j ongemakken uit volgden, waarvan de Staat- je fchen gewaagd hadden. Het bragt tien Ko- »ning agthonderdduizend guldens op., va» 5j welk inkomen hy zig zo ligt niet beroovert 5j kon. Ook zou hy, in 't ftuk derbelastingeop. ,j de Scheepvaart, de ingezetenen der Veree- 55 nigde Gewesten gelykftellcnde met zyne cm» jj derzaaten, inderdaad den ecriïen al het voor- 55 deel van dezelve toevoegen, alzo zy veel bc- 55 ter koop vaaren konden dan de Franfchcn,. 55 die grooter fchepen en meer manfehap ge-* „bruikten, en minder ipaavzaam waren binnen ,5 fchecpsboord. 't Vatgeld kon, derhalve, zq ,, min vernietigd v/orden, als het Oktroi de» „nieuwe Traan - Maatfcliappy. Ook behoor- 55 den de Staaten Rynbcrk, dat hun, na 't flui- „ten der Vrede, maar kosten veroorzaakte,. „ zonder hun dienst te doen, te rug te gecveu- „ aan den Keurvorst van Keulen: Ilaveftein , ,, te gelyk , den Hertoge van Nieuwburg in „ handen Hellende." Behalve deezen, vorder- den de Franfchen nog eenige andere punten , waardoor 't fluiten van 't Verbond eenen gerui* men tyd vertraagd werdt. DeStaatfchendeeden hun best, om alle de eifchen der Franfchen te we- derleggen (V); doch deezen fcheenendehande- ling te willen rekken, om, midierwyl, te zien., hoe 't zig, in Spanje en in Engeland, fchiktc». Het
(O Verbaal der Ambasf. naar Frankryk in i66o-i66z, M$n,
|
||||
XLIX.Boek. HISTORIE, 29.
|
|||||||
Het buitengewoon Gezantfchap der Staaten i66ti
naar Spanje was, reeds in Wintermaand des |
|||||||
voorleeden jaars, aangekomen te Madrid, en VI.
tcrftond daarna, in onderhandeling getreden j?3"*" ( e\ Men klaagde,in de cerfte plaats, overec- e"fnié. luge inbreuken op het Verdrag van Zeevaart van den jaare 1650. Ook vorderde men den Koning betaaling af van 't gene hy den Prinfe van Oranje nog fchuldig was. Doch wegens een naauw Verbond met Spanje, waartoe Fi- lips de IV. fterk neigde, hadden de Staaten nog niet können belluiten. Zy wisten,dat zulk een Verbond, welk op de behoudenis der Spaan- fche Nederlanden zou moeten zien, Lodewyk den XIV. zeer zou mishaagen. Ook zagen zy de handeling met Frankryk, eerlang, op zulk een' goeden voet gebragt, dat <zy 't Verbond met Spanje, vooreerst, uit den zin 'lelden. De buitengewoone Gezanten verlieten het Hof van Madrid in Bloeimaand, laatende het ver- effenen der openftaande gefchillen.der Staaten gewoonlyken Gezant, Henrik van Reede van ftemwoude, aanbevolen (ƒ). De handeling in Engeland werdt, zo wel Vir.
flls de handeling in Frankryk , floepende ge- Yerv?,s houden. De Staaten beflooten, hierom, hun- aeiiiS nen Gezanten, in Frankryk, in Wynmaand, Frank, naderen last te geeven, om, ware 't mogelyk, ryk. eerst met Frankryk te fluiten (g). De Voog- den van den Prinfe van Oranje verzogten, ten dee-
(<0 Aitzema IV. Deel, II. »07-71».
(f) AiTZEun IV. Deel, hl. 801-808.
, Ctf) Secr. Bffol Holl. 33,24 Jutrt, 17 Sept. lörti. II. Dtsl, II. 3ort, sifi. Reioi. Gener. Satt. 1 OSei. ififfl. ÜJS. AnzEi ma IV. Deel, il. 7*7,738. |
|||||||
30 VADERLANDSCHE XLIX.Boek.
1661. deezen tyde, de Staaten, dat zy te wege wil-
------ den brengen, dat hun het Prinsdom Oranje ,
welk de Koning, onlangs, ten behoeve van
den onmondigen Prinfe, zo 't heette, in bezit genomen hadt, wederom in handen werdt gc- ileld(^). Hierover werdt, derhalve, ook ge- handeld aan 't Franfche Hof. En de Koning beloofde , eerlang, 't Kasteel en de Stad Oran- je van bezetting te zullen ontledigen ( Q. De Staaten, eindelyk, beflooten hebbende, om- trent het Vatgeld, een weinig toe te geeven (&), haperde het voltrekken van 't Verbond genoegzaam eeniglyk aan de handhaaving der Visfcherye; 't welk de Franfchen volflandig- lyk weigerden, en de onzen niet nalieten te vorderen (/). 't Scheen, in Sprokkelmaand des l6S2' jaars 1662, dat de handeling hierop zou afge- broken geweest zyn. Doch de Koning,bedugt, dat de Staaten, in zulk een geval, het oog we- derom naar Spanje zouden wenden (/»), be- floot, eindelyk, hun hierin te wille te zyn. Hy oordeelde, gelyk hy, kort hierna, aan d'Eftra- des, in Engeland, fchreef „ dat hy zyn byzon- j, der belang niet behoorde op te öfteren, aan „ de bloote verkiezing van Koning Karel den „ II., die zig ftiet aan het woord Vhfchery; „ fchoon hy met geene reden ter weereld kon „beweeren, dat Lodewyk de XIV, zig met De
(Jh~) Aitzkma IV. Deel, bl. 630-632.
(i) Vf (taal cIjt Amtasfide naar Frankr. van 1660-1662, MS.
Aitzrma IV. Deel, bl 851. (A) Aitzema IV Drei, bl. 741. Sec. Uclb'. Ho!l. art Nov.
1, 2 Dec '661. 10,ii Maart 161"?. II. I.eel, bl. :iS8-34». (O Secr Refol. Holt. 15 Maart K:6z, U. Uta, «. 350?
De Witt Brieven I. Deel, bl 514, Qm) u'Estrabes Tom. I. f, »ff.
|
||||
XLIX.BoEK. HISTORIE.
|
|||||||
SI
|
|||||||
„ de Staaten verbindende, niet gehouden wa- itfa.
„re, hen, in de vrye Visfchery, te handhaa--------1
„ ven, al werdt zulks niet byzonderlyk uitge-
drukt in 't Verdrag («)." Toen men't, over 'c ver- dit punt s eens was, haperde 'er weinig meer aan ,,0n1 \ voltrekken van 't Verbond, welk, einddyk, ^eflo<L op den zevenentwintigften van Grasmaand, ten. getekend werdt. De voornaamfte punten lie- pen op deezen zin: „ De handelende Mogend- Inhoud „heden beloofden, eikanderen te zullen hand- van het „ haaven, in 't bezit der Landen, goederen zclve* „en geregtigheden, welken zy wederzyds bc- „ zaten, of, by Verdrag, verkreegen hadden, „ en zouden verkrygen; doch alleen binnen „Europa, daaronder ook zouden begreepen „zyn de Plaatfen, in welken de algemeens „ Staaten bezetting hielden. Ook zou de ver- „ pligting, om elkanders geregtigheden te „verdedigen, zig uitftrekken, tot den Koop- „ handel, Scheepvaart en Visfchery. In geval „een der Bondgenooten openlyk beoorloogd „werdt, zou de andere den aanvaller, vier „maanden daarna, den oorlog moeten ver- „klaaren: waarna men, niet dan met gemeen „ goedvinden, vrede zou mogen maaken. Zo „de Bondgenooten, onverhoopt, famen in „oorlog mogten raaken, zouden de weder- „ zydfche onderzaaten zes maanden tyds heb- „ ben, om met hunne goederen te vertrekken. „ Men zou niet gcdoogen, dat de wederzyd- „ fche onderzaaten, van eenige vreemde „Mogendheid, verlof verwierven, om op el- „ kanderen te kaapen. De Koophandel zou „We-
£*) D'EsTa«.Dïs Tm. I. />. 274, 275,
|
|||||||
§a VADERLANDSCHE XLIX.Boe*.
1662. „ wederzyds vryftaan. Alleenlyk, zou het den.
------,, ingezetenen der Vereenigde Gewesten niet
„ toegelaaten zyn, Traan in Frankryk te bren-
„ gen , zo lang het Oktroi der Traan-Maat- „ fchappye duurde. In contrebande goederen, ,, beftaande alleen in Krygs-, niet in mondbe- „ hoeften , zou de handel verbooden zyn: j, doch men zou ook geene mondbehoeften „ mogen voeren naar Plaatlen, door een"' der „ Bondgenooten, belegerd of berend. Goedc- „ ren van een der Bondgenooten, gelaaden in „ fchepen van vyanden des anderen Bondge- n noots, zouden verbeurd ; doch vyanden „ goed, in fchepen van een' der Bondgenoo- ten, vry zyn, mids geene contrabande zyn- „ de. De Bondgenooten verklaarden, geene „ Verdragen gemaakt te hebben, ftrydig met n den inhoud van dit Verbond, welk, van den n dag der tekeninge af, vyfentwiutig jaaren „ duuren zou." Voorts, was men, in eenige geheime punten, overeengekomen „ dat de „ Koning de Staaten, des noods, met twaalf- n duizend, en de Staaten den Koning met zes- n duizend knegten zouden byftaan, in man- „fchap of in geld: in welk laatfte geval, dui- n zend knegten op tienduizend Livres, ter loo- w pende maand, zouden gerekend worden. n Dat de Koning niet gehouden zou zyn , de ?5 Staaten te handhaaven in 't bezit van Ryn- „berk of Raveftein, zo deeze Plaatfen, door v den Keurvorst van Keulen en den Hertoge w van Nieuwburg, met hunne eigen' magt nalleen, mogten worden aangetast. Dat de w vyftig fhiïvcrs van ieder vat van de ingeze- n tenen der Vereenigde Gewesten maar eens s» zou-
|
||||
SLEE. Boek, HISTORIE. 33
n zouden gevorderd worden , niet' op 't inkó- 16*2.
„ men , maar op 't uitgaan uit Frankryk, en —-—- ^ dat de fchepen , die Zout kwamen laaden , to met vyfentwintig Huivers , zouden voldaan „ können 5 boven welke belastingen, de Staa- „ ten Ook de Franfchen, in hun gebied, niet j, zouden mogen bezwaaren ( o )." Terilond na't fluiten van dit Verbond, werdt de Ambas- fadeur de Thou te rug öntbooden uit den Haa* ge, en eerlang, door den Graave d'Eftrades* opgevolgd (j>). Karel de II. hadt niet können Misnoe- nalaaten , zyn ongenoegen aan deezen te ken- |fn van nen te geeven, over 't fluiten van 't Verbond ^"jj tusfchen Frankryk en deezen Staat, onder an- over jit deren zeggende „ dat hem niets dieper ter her- Ver- k te ging, dan dat men, in Frankryk, de Witt boni« „en deszelfs aanhang hooger geagt hadt dan „hem (51)." De handeling tusfchen Frank- ryk en Groot-Britanje over den koop van Duin- kerken , die, kort hierna, werdt aangevangen, veroorzaakte, dat het bekragtigen van het Verbond tusfchen Frankryk en deezen Staat -, tot in 't volgende jaar, verfchooven werdt van 's Konings zyde ; ten decle, om Karel den II. te ligter tot fluiten te beweegen, ten deele , om de Staaten te verpligten, om den Koning, ook in 't bezit van Duinkerken, te handhaa- yen; waartoe zy, ongaarne, bcflooten. 't Ver- bond werdt, derhalve, niet voor Bloeimaand des jaars 1663, bckragtigd (f). In't jaar 1664, werdt,
C») Zie hu Traft, inde Notul, Zeel. 1662. il. 167. en h
AirzEMA IV. Deel, bl. Z63 enz. (p) Aitzkma IV. Deel, bl. 880 enz.
,S*i ^Kstrades Tom' '• P- 3°3. Zit ook De Witt Klie-
ven (. Deel, hl. ^0. «AC!"v % 7"bl "ri0Ven l' D"1' "' »" ' &' 639* A'"S*
XÜLDfiEil' c
|
||||
S4 YADERLANDSCHE XLIX.Boek«
1662. werdt, in Frankryk, eene nieuwe * Lyst van
------- regten op de Koopwaaren opgefteld: waarnaar
• Tarif, de ingezetenen der Vereenigde Gewesten zig,
onder anderen, ook hadden te regelen : doch , in 't jaar 1667 , werdt 'er eenige verandering ingemaakt, ten hunnen nadeele. 'tLeedtnog eenige maanden na het tekenen van 't Verbond met Frankryk , eer de handeling van Groot- Britanje tot een bcfluit gebragt werdt. Doch om 't beloop derzelve wel te verftaan, moeten wy de zaaken van wat hooger opnaaien. Vïit. Wy hebben , reeds meer dan eens , aange- Knrei de merkt, dat Karel de IL, terftond na zyne her- IJ. zoekt ftelling op den troon van Groot-Britanje, zy- van o"5 ne g^agten nct Saan °P de bevordering van ranje te zynen jongen Necve, den Prinfe van Oranje ; bevorde- door middel van welken, hy zig meende te kon- ten. lien verzekeren van de vriendfehap van deezen Staat, op welke hy niet gerust zyn kon , zo lang de aanhang van de Witt, gelyk hy goed- vondt te fpreeken , het roer der Regeeringe in handen , en den Prins van Oranje buiten be- windt hieldt. Ook hadt hy reden om te vertrou- wen , dat zyne aanpryzing van den Prinfe, na zyne herftelling, veel weegen zou byde meer- derheid der Staaten : waarom hy hem , voor zyn vertrek van hier , den algemeenen Staaten en den Staaten van Holland , ernftelyk , hadt aanbevolen. Hierop nu was gevolgd, dat de Koningklyke Prinfes haaren Zoon den algemee- nen Staaten en den Staaten van Holland hadt voorgedraagen , tot bekleeding der bekende hooge waardigheden (f)\ waarna de Staaten van Zee-
(t) Uefnl. Hoil. lojuiy 1660. H.47. Notu'.. Zeel. 2Sef$.
I(56o. H, 147, |
||||
XLiX.BoÈfc. HISTORIE; 3$
Zeeland , op den zevenden van Oogstmaand i6ß**
des jaars 1660, beflooten , den jongen Prins -------.
tot Kapitein - Generaal en tot Stadhouder van Zeeland
Holland en Zeeland te bevorderen (*) : van •>r.beidt Welk befluit zy, terftond, kennis gaven in den biertoe* Haage , het zelve, in Herfstmaand daarna, in vollen getale , ter Vergaderinge van Holland* ernftelyk, aandringende (V). Zy en de Staaten van Gelderland en Friesland verftonden nog- tans, dat de Prins niet in 't bewind behoordö te treeden, voor dat hy volle agttienjaarenzou hebben bereikt. Friesland meende ^ dat men hem , met zyne zestien jaaren , zitting in dert Raad van Staate behoorde te geeven: waarme- de Overysfel overeenftemde. De beide Prin- fesfèn vervoegden zig ook aan de Staaten van Holland, met verzoek, dat hunne Edele Groot- Mogendheden zig de zorg voor de opvoeding van den Prinfe geliefden aan te trekken; Elle haarer benoemde eenige Heeren , welken zy begeerden, dat de Staaten aanftelden, om voor 'sPrinfen opvoeding te zorgen. En de ver- iioiiandf andering in Engeland hadt zo veel invloed op d™3«' de raadpleegingcn der Vergaderinge van Hol- *™f »s land, dat zy, op den vyfentwintiglïen van prinfe^ Herfstmaand des gemelden jaars, befloot* de opVoe- zorg voor 'sPrinfen opvoeding ter hand te nee- dinS* men „ op dat hy , dus luidde 't befluit, be- jjkwaam mögt worden totbedicningederhooge 5, Ampten* by zyne voorzaatcil bekleed." Vier De Aktï dagen daarna, werdt de Akte van Uitiluiting, van So* in 't jaar 1654, aan Krom wel verleend» dood 'JJVj en
-CO Notul 2feel. v Aug. tftrto; hl. j?5.
t,«0 Rdol, Halb io u Sept. ïftfiy.'«. rt, ta»
C 2
|
||||
S$ VADERLANDSCHE XLIX.BoEjg;
|
|||||||||
en te niet verklaard (y). Men deedt, federt,*
verfcheiden' poogingen, om deeze Akte uit Engeland te rug te hebben. Doch men konze , aldaar, onder de papieren van Kromwei, niet vinden , en ik tvvyfel, ofze immer wederom gekomen is. De Raadpenfiouaris verzogt, ten zelfden tyde , eene verklaaring van 'sKonings hand, dat hem was- gebleeken, dat deeze Akte niet eerst van hier aangebooden , maar door Kromwei, uit eigen' beweeging, gevorderdjwas. Doch de Koning antwoordde , dat hy geene genoegzaam e kennis hadt van't gene, omtrent het vorderen en verkenen der Akte , voorge- vallen ware, om desaangaande iet te können be- vestigen (>). D'Eflrades fchryft egter „dat wde Koning hem, naderhand, verklaard heeft, w dat hy de Hukken in handen hadt, waarmede m hy bewyzen kon, dat de Witt, dmbasfadeur n der Staaten by Kromwei, dcezen, uit den naam Ä zyner meesteren , geduuriglyk , hadt opge- „ ftookt tegen het Huis van Oranje (x)" Doch op dit fchryven is te minder ftaat te maaken , om dat 'er verkeerdelyk in gefteld wordt, dat de Witt in gezantfehap aan Kromwei gezonden is geweest: 't welk nooit gebeurd is. 't Befluit der Staaten van Holland ten be-
hoeve des Prinfen van Oranje was genomen , eer het buitengewoon Gezantfehap naar Lon- den vertrok. De Heer van Beverweerd al- leen, die zeer veel ingang hadt bydeKoningk- V
(y) Rcfol. Holt »5, 28, 29 Sein. iC>6a. U. 27,2(1,30, Re.-
fol. van Coiifiil */. «505. Notul. Zeel. 26 A'oy. ï&io. il. 197. Aitzema IV. Deel. bl. 634, 64.9, 6,5. O) Dn WirT Brieven IV. Deel, bl. 27, 30, 32 , '/), 37»
39< ¥>> 73, i°i» «»»< {x) D'Estraiies Tent, l $. 138, 139.
|
|||||||||
l6t%.
ternift-
tigd. |
|||||||||
ia.
Verdere
bande» ling, over 't bevorde- MU des |
|||||||||
HISTORIE.
|
|||||||||
XLlX.BoEK.
|
|||||||||
3f
|
|||||||||
lyke Prinfcsfe (_y ), en diep in de gunst ftondt i66m
van Karel den 11. was vooruit gereisd, en, in ------■
't begin van Hooimaand , te Londen aangcko- Prinfen
men. De Witt verzuimde niet, hem kennis te ^"„^ gceven van't gene 'er, van tyd tot tyd, tot be- vordering van den Prinfe beflooten werdt (z), zig verzekerd houdende, dat zulks den Koning aangenaam zyn zou, fchoon men hem, nog hier zynde , reeds beduid hadt, dat men den Prins niet tot Stadhouder of Kapitein - Gene- raal verkiezen moest, eer hy bekvvaame jaaren verkrecgen hadt; om dat de andere Gewesten, anders, Prins Willem van Nasfau tot zynen Luitenant zouden willen aanftellen : 't welk met het belang des jongen Prinfen ftrydig was (#). De Koningklykc Prinfes hadt, nogtans, fterk op de benoeming haars Zoons gedrongen, zynde zy zelfs naar Amftcrdam gereisd, om de Vroedfchap aldaar hiertoe te beweegen. Doch de meeste Steden van Holland blceven vanver- ftand, dat men hierom voor als nog niet den- ken moest ( £). De Heer van Wimmenum al- leen hadt het Lid der Edelen bewoogen , om voor de benoeming van den Prins van Oranje te ftemmen, waarby zig Leiden en Enkhuizen gevoegd hadden. Doch de Witt haalde, eer- lang , de Leden over tot het befluit omtrent de opvoeding , waarvan wy zo even gewaagd hebben: waarin nogtans de Koningklyke Prin- fes , opgeflookt, zo men meende, door dai Hes-
(v) Thuiu.oe's Papers, Vol. V. p. ;>oi.
C^O TJe Wei r ISrioveq IV. Deel, bl. 15, jo, «3, 3a.
CO Ue Wiit Brieven IV. Oeel, H. 7.
C *J »* Witt Hricveti IV. Dtel, tl. io, 14, 14. AiWJM*
r3
|
|||||||||
§8 VADERLANDSCHE XLIX.Boek,
|
|||||||||||
ï(552. Heere van Sommelsdyk , geen genoegen ge^
* 'er zig volkomen mede te vrede. De Koningk- lyke Prinfes, federt, naar Engeland verreisd , liet zig ook , eerlang , het befluit der Staaten van Holland beter gevallen (c). Men was hierop voortgegaan tot het benoemen van eeni- ge Heeren, die opzigt op 's Prinfen opvoeding zouden hebben ; en tot het begrooten en vin- Dood den der kosten, hiertoe vereischt (<f). Doch d.er *ï°~ eer 't werk in orde gebragt ware , overleedt kè" Prin". de Koningklyke Prinfes , Moeder des jongen fesfe. Prinfen van Oranje, te Londen, den derden van Louwmaand des jaars 1661, na eene ziekte van |
|||||||||||
Haar
|
vyf of zes dagen (V). By haaren uiterften wil
|
||||||||||
tricerfte Cf)' we^s uitvoering zy den Hertoge vari Jork,
Vill?. naaren Broeder, den Graan van S. Albam, en Nikolaas Oudart, haaren Geheimfchry ver, hadt aanvertrouwd , verzogt zy den Koning en de Koninginne, de zorg voor haaren jongen Zoon op zig te willen neemen. Den Koning in 't byzonder badt zy , haaren Zoon en deszelfs belangen, door zyne Koningklyke magt en in- vloed , te willen befchermen : 't welk hy aan- nam. Dit fterfgeval bragt eenige verandering in de zaaken des Prinfen van Oranje (g).: waar- in Karel de II. nu nog meer zeggens kreeg , dan hy te vooren gehad hadt. Ook verdroeg hy zig , in Bloeimaand hierna, met den Keur- Vorst van Brandenburg en met de Prinfesfe We- du-
(e) De Witt Brieven IV. Deel, bl, 23, 29, 30, 34,
t<Ó De Witt Brieven IV. Deel, bl. 32, 34, 35, 38. («) Aitzkma IV. Deel, bl. 6iy, 742. cjfj Zie den zdven in rrn. WiTf» Brieven IV. Deelt W. 73< «c by Aizema IV. Deel. bl «19. C(J ïloiul. .Zeel. 23 Xkerl 1(161. W. 54. |
|||||||||||
XLIX.BüEK. HISTORIE. 39
|
|||||||||
duwe, indiervoege, dat zy allen drie befcher- 1662.
mers zyn zouden van den jongen Prinfe; doch -------
dat de prinfes de Wethouders beftellen, en al-
le andere zaaken verrigten zou, uit den naam van den Koning en den Keurvorst, en uit haa- re, eigen naam, mids zy, voor 't begeeven van voornaame Ampten, gelyk Drosfaardfchappen en diergelyken, eerst zyne Majesteit kende (//). De dood derKoningklykePrinfcsfe was, meen- den fommigen, nadeelig voor haaren Zoon. Men voorzag, dat hy nu uit de handen derEn- gelfchen getrokken zou worden (/): gelyk, eerlang, gebeurde. Midlerwyl, hadden de Gemagtigden van De Staa-
Holland om zorg te draagen voor 'sPrinfcnop- [!"V!lJ voedig zig, terltond na 't overlyden der Ko- neemen ningklykePrinfesfe, meester gemaakt van ee- eeneyze- ne yzeren kist met geheime papieren, 't Huis re" kist van Oranje betreflende, welke zy in bewaaring m.et pa" van 's Prinfen Domeinen-Raad inden Haage ^'"^"g gelaaten hadt. De Prinfes Weduwe, de Keur- van o- vorst van Brandenburg en de Koning van ranie be- |
|||||||||
Groot-Britanje zelf klaagden, over 't vervo«- ^ren deezer kiste; doch de Staaten van Holland
|
in be-
waaring,.. |
||||||||
deedenze in de Charter-kamer plaatfen, en ver-
genoegden zig met toe te zien, dat 'er niets uit vervreemd of verdonkerd werdt (£). Maar de nieuwe fchikking, tusfehen den Koning, den Keurvorst en de Prinfes Weduwe beraamd, vvaarby, onder anderen, goedgevonden was, de
C&) Zie*t Accoord hy Aitzema IV Detl, hl. 740. en in De
Witts ISnrven IV. Deel, bl. 151. (i) llrief va« den Amba<f. de Huybert in dato 14 Januar*
I66i. BIS. * (*) Reibl. HoU. 9 Maart I April iriffi. hl. 31, icfl. AitzSt
va IV. lUel, bl. 742, 743, 74|. üb Wut Uneven IV. üeel, *'• lJl> V4.» 100. C4
|
|||||||||
40 VADERLANDSCHE XLIX.Boek,
|
|||||
1662. de Staaten van Holland te verzoeken, om eene
------■ geduurige Vergadering over de zaakeri des
Prinfen van Oranje te magtigen, bragt te wege,
dat de Gemagtigden, hiertoe, te voorcn, ge- field , buiten bewind raakten (7), en dat men be- floot, op nieuws, te raadpeegen, op het gene hierin, van der Staaten wege, behoorde gedaan te worden, 't Liep egter nog eenen geruimen tyd aan, eer 'er iet anders over vastgelleld werdt. Leiden floeg, in Slagtmaand, voor,dat men 's Prinfen opvoeding by der hand behoor- de te neemen. Doch de Leden kwamen tot geen bcfluit (ni). Karel de II. nam zo veel deel in 't gene den Prinfe van Oranje betrof, dat het een voornaam onderwerp werdt der han- delinge van 't buitengewoon Gezantfchap, welk,in Slagtmaand des jaars 1660, te Londen Karel de aangekomen was (a).Dc Koning klaagde hun, 11, 15 mis-j,-, Lentemaand des volgenden jaars „ dat de Se^Whe* n Staaten van Holland, opgezet door de Hee- ' „ ren van Noordwyk en de Witt, hem en den „ Keurvorst zogten uit te fluiten van de Voog- „ dye; dat men 't werk der opvoedinge flegts „aangevat hadt, om den Prins van Oranje te j, bederven; dat men nog niets goeds voor n hem gedaan, en hem, onlangs, zelfs belet „ hadt, een vcrhemelte te plaatfcn in zyne ka- „ mer (0)." De Kanfelier voegde hierby „ dat j, de Witt den Koning, in den Haage, ande- ute CO Refbl. Hol!. ao Septem»; \(6i. hl. 35. Secr. Relbl. Holjj.
23, ioStpt. itfil. lf. Deel, il. 329, 350. lUlbl. van Confid, *' 563. Dr Witt brieven IV. Diel, lil 162. d'EstratjES Turn. I. p. 13». (;;;; ReCol. HnlJ. ej» iW,y. 1661. H. 20.
(n) AnzEMA IV. Ihel, hl. 616.
ia) De Wjtt Blieven IV. üctl, il. 1U1.
|
|||||
'
|
|||||
XLlX.BoEK. HISTORIE. 41
„ re verzekeringen gedaan hadt, op welke ver- 166**
„ zekeringen zync Majesteit het gebeurde wel -------r
„ hadt willen over 't hoofd zien." De Witt was
zeer gevoelig over dceze klagten. „ Dat ik, fchreef hy, aan de Heeren van Beverwcerd en van Hoorn „ aldaar den naam draag, altyd het „* belang van den Heere Prinfe van Oranje 'interest. „ tegengeweest tezyn, komt my niet vreemd „voor, aangezien ik het zelve altyd f gefield f gepost- „ heb na het belang van den Staat; — maar dat poneerJ. „ de Heer van Noordwyk mede met die hui- „ kc, als men zegt, moet ter kerke gaan, die „ ook, fomwylen, naar 't oordeel van veelen, „ het belang van zyne Hoogheid voor dat van „ den Staat § gefteld heeft, doet my niet duis- $ geprer 5, tcrlyk gevoelen, van wat kant, die * indruk- fereerd. „Iels aan den Koning van Groot-Britanje ge- *impte> „ geven zyn." Voorts, ontkende de Raadpen- 'iau üonaris, den Koning, in den Haage, iet meer omtrent den Prinfe verklaard te hebben, dan dat de Regenten en ingezetenen hem derwyze genegen waren, dat hem, meerderjaarig ge- worden zynde, 't bewind over 's Lands Krygs- magt van zelf in handen zou vallen. Ook vondt hy wat aanftootelyk het zeggen van den Kan- fclier, dat de Koning, op eenige zogenoemde verzekeringen, het gebeurde wel hadt willen over 't hoofd zien, even of de Heer van Noord- wyk en hy zyner Majesteit eenige verfchoo- ning waren komen afbidden „ die wy, fchreef „hy, Gode lof, niet noodig hebben Q0-" De Koning bleef, federt, in't begrip, dat de Witt den Prinfe van Oranje een kwaad hert toe-
(p) De Witt Hrieycn IV. heel, bl 107, iel,
C5
|
|||||
42 VADERLANDSCHE XLIX.Boek.
t66&. toedroeg (q~). Ook werdt hy, naar mende Witt
------berigt hadt, van wege den Keurvorst van Bran- denburg , opgehitst, om, zelfs door 't bekom- meren der Visfcherye, Holland te noodzaa- l<en, om den Prins te voorfchikkcn, tot de be- kende hooge Ampten (V). Op 't einde des jaars 1660, was reeds in 't Laagerhuis geraadpleegd 3 om den vreemden de Visfchery, tot digter dan tien mylen van de kusten van Groot-Britanje, te beletten (j). Doch de Staatfche Gezanten t bragten te wege, dat hierop geen befluit viel (t). Het Verdrag tusiehcn den Koning, den Keurvorst en de Prinfesfe Weduwe, wegens de opvoeding, welk hierop gevolgd was,ftrek- te eeniglykj om 's Prinfen belang, gelyker- hand, te bevorderen, en ftondt hierom den Staaten van Holland, die zig niet gaarne de wet lieten (lellen, zeer kvvalyk aan (»). Voor- al , vonden zy vreemd, dat de gantlche klem der Voogdye der Prinfesfe Weduwe in handen gefteld, en hun benomen was Cv). Maar Ka- rel de II. meende maatregels beraamd te heb- ben, om 's Prinfen belang zekcrlyk te bevor- deren in Holland. Hy Meldt zelfs aan by den Koning van Fraukryk, om deezen te bevvee- gen, dathy 'c, door zyne voorfpraak, voorftonde (w). Doch Lodewyk de XIV. begreep zyn ei- gen belang te wel, om zig hiertoe telaateu o- verv
(?) De Witt Drieven IV, Deel, tl. nc>. D'Estrades Tok.
I p.178. ( r ) De Witt Urieven IV. Deel, hl. \2\.
(O ArrzKMA IV. Deel, bl 61».
(t ) Df. Wtt Brieven I. Deel, bl. 351.
fiOüE Witt Brieven I. Deel, bl. 448. IV, Deelx bl. 1Ö2,.
D'ËMRMi Tom- 1. p. 144, 180. Cv) (VE trad. Tom- 1. ff. 157.
(11) D'Estrau. 2«us.. I. p. »b8,t()A4
|
||||
XLIX.BOEK. HISTORIE. 43
|
||||||
vernaaien. Ook droeg de Witt zorg, dat van iög».
|
||||||
Beuningen den Franfchen Staatsdienaaren alle
poogingen ten deezen einde ontriedt (#). Ondertusfchen, kwam het den Huize van O- Me™
ranje ongelegen, dat de Staaten van Holland ^,^ zig, federt het Verdrag tusfchen den Koning te be- van Groot - Britanje, den Keurvorst van Bran- weegen , denburg en de Prinfesfe Weduwe, het werk °.m» °P der opvoedinge t'eenemaal onttrokken , en ™™?s niets droegen in de kosten, tot dezelve ver- prinfen eischt. De vrienden van dit Huis zogten hier- opvoe- in, derhalve, eenige verandering te doen maa- dins ta ken fy ): waartoe Leiden den eerflen voorflag Z0?S?U' gedaan hadt (s), gelyk wy reeds gemeld heb- ben. Ook wil men, dat de Witt, federt, hei- melyk handelde met de Prinfesfe Weduwe (0), en haar, eindelyk, overhaalde tot zyn gevoelen, welk was, dat men 's Prinfen bevordering be- hoorde uit te ftellen,totdathy volleagttien jaa- ren bereikt zou hebben. Immers haare Hoog- heid leverde, in Hooimaand deezes jaars 1662, een Vertoog ter Vergaderinge van Holland o- ver (£), waarby zy begeerde, dat de Staaten zig, volgens de voorgaande befluiten, de opvoe- ding des jongen Prinfen wederom aantrokken. De Prinfes en de Koning van Groot - Britanje vernieuwden dit verzoek, in de Lente des vol- genden jaars (c). Doch de Staaten bleeven zig van
O) De Witt Brieven I. JUtl, hl. 431, 440, 46a.
O) Zie Aitzf.ma IV. Deel , bi. 759. eu vooral ftefol. HolL
20 Jufy l6f>2. hl. J4.
(z Du Witt hrieven TV. Deel, hl. 194.
( a) d'Fstraii. Tom. I. p. 162.
ft) Zie het hy Aitzema 'V. Heel. hl. 905.
T*"***»» *Y» i>'£tj vit IUI«
|
||||||
44 VADERLANDSCHE XLIX.Boek,
iäös. van de opvoeding onthouden ( d~), om dat men
-------'er hun, tot nog toe, te weinig zeggens in be- geerde te laaten. In Herfstmaand," kwamen zy overeen met de Staaten van Zeeland, dat men den Prins van Oranje niet tot Stadhouder van Holland en Zeeland aanftellen of voorichik- ken zou, dan met gemeen goedvinden der Staa- ten van beide de Gewesten, Ook beloofden zy, met de Staaten van Zeeland, in allen broeder- lyk vertrouwen, te zullen handelen, wanneer zy, na deczen,mogten goedvinden, de opper- voogdyfehap over den Prinfe te aanvaarden («). Doch eer 't hier toe kwame, verliepen'er nog eenige jaareh, waarom 't noodig zal zyn, hier, 't verhaal der zaaken, die 's Prinfen ver- dere bevordering voorgingen en te wege brag- ten, vooraf te laaten gaan. X. Uit het verhaalde, is reeds gebleeken, hoc Haride- zeer j^arej ^e II. op 's Prinfen bevordering ge- een Ver- fte^ was. Het vcrvvylen derzelve door de Staa- bond metten van Holland, Itremde de handeling over Groot- ecn Verbond tusfehen Groot-Britanje en dee- Bntanje. zcn staat5 Waarmedc het buitengewoon Ge- zantfehap in Engeland belast was. De punten, die de Visfchery, Scheepvaart en Koophandel betroffen, fcheenen de meeste zwaarigheid te ïnaaken (ƒ); doch weinigen twyfelden, of' '5 Prinfen bevordering zou deeze zwaarigheid nier-
Crf) Refol. Holt, a May 1663. tl. 54. Notul. Zeel. 6 Sept. 1663. W »54.
1 e j Notul. Zee!. 19, aj Maart l«62. tl 70, 97. Secr. Refor. Huil. a3. Kny. i66t. 18,21 Üetit l6<Ja. II. Deel, tl. 334, 374,
3-13 Hel..!, van Conlkt. */. 615,6^6, 628. Zit nuk Aitzkma
iv. Deel. tl. 9^5. enz.
(f) '/.ie Secr. Rclol. Holl. 34 Maart 5 May 15 Sept. löGi.Iïa DiH, tl. 281 ,ï8G ,321. Aitzema IV. heel, tl. 745 tnz 763.
|
||||
fcLlXBoE*. HISTORIE. 45
tnerkelyk hebben opgeligt. Karel de II. hadt,
terftond na de aankomst der Gezanten, de gunst des Heeren van Bevervveerd gezogt te winnen, door zynen Zoon, den Heere van Odyk, een Ampt van veertien- of vyftienduizend guldens 's faars op te draagen. Doch Bever- weerd maakte zwaarigheid om zig met de zaa- ken des Gezantfchap te moeijen, tot dat men hem, van hier, daartoe,op nieuws, gelast, en eenigszins ontilaagen hadt van den eed, waar- by de Gezanten zig verbinden moesten, geene gefchenken, ampten of gunsten, voor hun of de hunnen, van uitheemfche Mogendheden te zullen ontvangen (g). Doch fommigen, en de Heer van Beuningen zelf, keurden dit ontflag niet goed. DeAmbasfadeur deHuybert fchreef ook uit Frankryk „ dat de Heer van Bever- „ weerd een der beste kinderen van Holland „ was, waarom men hem wel van zynen eed »,, ontflaan mögt, als 't tot zyn voordeel itrek- „ te, zynde Holland gezind om de kinderen ,» van den Huize, gelyk men ze noemde, alle j, voordeden, 't zy ze met den eed overeen- », kwamen of ftreeden, toe te voegen (/5)." De handel werdt, federt, traaglyk^ voortge- zet, inzonderheid, om dat men, in Engeland, zien wilde, wat keer de handeling in Frankryk neemen zou. De Staaten voorzagen hunne Gezanten, van tyd tot tyd, van naderen last, om de handeling ten einde te brengen, of, zo zulks niet gelukken wilde, gevoeglyk af te bree-
Cf) Refill. Holl. 9 Dtc. 1660. Il, jo. D« Witt brieven
,h k-K' ru6' ßry- W' Refo]- van Conflil. U. tu.
\flj Unet van J. «ie Nu/bert vm 44 q(Ci ,9(jr>l m, $. |
||||
4<5 VAbERLANDSCÜË XÜX.ËoElt,
rtfö. breeken Cf). Doch de Engelfchen fcheenert
der handelinge. Verfcheiden' oude gefchilleii werden opgehaald , zelfs, 't geene den Staaten zeer haatelyk fcheen, het werk van Amboi- na (£), welk, reeds ten tyde van Kromwei, vereffend was* De Staaten waren egter zo zeer geneigd tot een Verbond met Groot-Britanje, dat zy Karel den II, in veele opzigten, te ge- Drie moet gingen. In Lentemaand deezesjaars 1662, Regters gedoogden de Staaten van Holland zelven, dat den^Tn ^vie Regters van Koning Karel den I- Mihi
Holland Corbet, John Okei en John Barkßead, die zig, gevat, eenen tyd lang, in Holland onthouden hadden, te Delft gevat, aan den Refident Downing overgeleverd (/), en naar Engeland gevoerd werden;daar zy allen drie ter dood werden ge- bragt» Men verwonderde zig zeer over der Staaten toegeevenheid, die veelen laf en on- redelyk noemden. Ook werdt de yver van Downing, in 't algemeen, veroordeeld, om dat hy, die, maar even voor 's Konings her- ftelling, van party gewisfeld was (/«), nü Okei, een' der drie ongelukkigen, dien hy, in vroeger' tyd, Predikant zynde, voor Kapellaan gediend hadt, in lyden bragt (n). Hy hadt, reeds te vooren, verlof van de Staaten verwor- ven, om diergelyke luiden te ligten (o). Doch de
(n Secr. ftclal. Ilotl, l 03. irtfir-, 10, tl, 17 Maart i66zi
II. Deel, bl. 331. ?ii, 351. De Witt Brieven 1. lied, Ut 3^0. Anz'Mj IV. Deel, bl. »'93* xyy, 903. (*') D< Wut Brieven IV. Deel, bl. 159.
(/) Keloi IloM, irt, 17, 21 Menrt 1662. bl. 64, 6g, (13*
1 m) Tiiunum's Papers. Fol- Vil. p. 445.
(n) l.unt-ows Memoirs VaU lil. p. 82, 93. Aitzkma IV.
Deel, bl 8./». C») Secr. lUful. HüU. ö Aug. lööl, 11. Deel, Ut 8*0»
|
||||
XLIX.Boék. HISTORIE. 47
de toegeevendheid der Staaten, in eene zaak 15$*.
van zo veel gewigt, fchoon zy gaarne gezien
gefpaard geweest waren (p), maakte de Engel- fchen niet veel gerceder, om het Verbond, waarover men handelde, te fluiten. Zy veran- derden eerst van gedagten, na dat het Verbond met Frankryk getruften was. Men verftondt eikanderen toen, veel ligter dan te vooren, over de meeste zwaarigheden Qq). 't Liep egter nog aan tot in Herfstmaand, eer men fluiten kon. De Staaten toen hunnen uiterften last ge« geven hebbende aan de Gezanten, met bevel, om terftond naar huis te keeren, zo zy dien niet kouden ter uitvoeringe brengen (V); vondt de Koning geraaden een einde van zaaken te maaken. 't Verbond werdt getekend op den 't Ver- veertienden van Herfstmaand, en behelsde, on- boni1 met der anderen „ eene belofte, om elkanders we- f^™" „ derfpannelingen geenen byfland of fchuil- wordt3 „ plaats te zullen verleenen. Over inbreuken gefloo- „ op dit Verbond, begaan aan deeze zyde de |e"- „ Kaap de goede Hoop, zou, binnen 't jaar, vanhet „ en verder, binnen agttien maanden na dat zelve. „ het verzogt was, regt gedaan worden. Oor- „ logs- en andere fchepen der Staaten, eenig „ Engelsch fchip van oorloge, in de Britanni- „ fche zeeën, ontmoetende, zouden de vlag „ van den top van de mast moeten ftryken en „ het marszeil laaten vallen; gelyk voor dee- „ zen gebruikelyk geweest was." De Staaten „ zou-
C»0 De Witt ßiieven IV. De-el, hl. 925, 297.
Cf) Secr. Kcfol. Holi. 12. Jith i6rt2. II. Det', hl, tfr. Cr) SP«. ReCol. H01I. 5. Sept. 1662, U. VetU M. 370. Oc Wut Btieveu IV, Ottl, il. «y». |
||||
48 VADERLANDSCTÏE XLIX.Boek,
„ zouden den Koning in 't bezit doen ftellett
„ van het Eiland Pouleron. De overige open- „ ftaande gelchillen, tusfchen de Oostindifcha ,, Maatfchappyen, federt den aanvang des jaars »» K559, ontftaan, zouden, door Gemagtig- j, den; de twist wegens twee fchepen, Bönnt j,, Avontiire en Bonne Efperance , in den jaare „ 1660, door den Kapitein Enno Doedeszoon „ Star, genomen (Y), voor den gewoonlyken „ Regteri afgedaan worden, 't Verbond zou „ beëedigd moeten worden, van der Staaten „ zyde, door de Kapiteinen Generaal'en Stad- „ houders in der tyd." In een afzonderlyk punt, werdt bedongen „ dat de Staaten, *eeni- „ gen Huisraad, juweelen of kostelyklïeden, ,, den Koning toebehoorende, ontdekkende „ binnen hun gebied, dezelven terftond zou- j, den doen overleveren. Ook zouden zy allen, „ die zig fchuldig gemaakt hadden aan den „ yerfoeUyken moord van Koning Karcl den ï. „ en zig in hun gebied onthielden, zo dra zy «, 'er kennis van kreegen, doen vatten en naar „ Engeland voeren (V)." Voorts, behelsde het Verbond weinig byzonders. Met werdt, voor- al van de Engelfche zyde, geftooten, met klei- ne gezindheid om het te houden. Ook hadt men 'er, hier te Lande, geringe verwagting van. Karel de II. bleef misnoegd, om dat zyn Neef, de Prins van Oranje, niet bevorderd weidt; en in Holland zogt men deeze bevorde- ring f O Zie Notut. Zeel. $ July 6 Sept. 1661. tl. 214, 253.
Anzsji/i IV. Deel, II. 891. (,() ZU 't Veid. in 't llollandsch en in 'f latyn hy Arrzg~
ma IV. Deel, lil. c/08, 915. See al/u Luwlows Wemoiis F»h II'. p. 9,- |
||||
XLIX.BOEK. HISTORIE. 4$
ring zo lang te venvylen als mogelyk ware, of »<s<^
veelligt wel geheellyk te voorkomen («). De tusfchcn de pas verbonden' Mogendheden, 't Leedt ook niet lang, of zy werdt t'eenemaal verbroken, gelyk wy, welhaast, zien zullen. De Koningin van Boheeme* Dogter van Jakob Dood den I., Koning van Groot-Britanje, die zig, der Ko- tot na de heritclling van haaren Neeve» hier "'JfJJJ te Lande, opgehouden en zwaare fehulden ge- heeme. maakt hadt (v), was, in den Zomer des voor- leeden jaars, naar Engeland vertrokken, daar' zy niet zeer welkom was (V). Ook overleedt zy 'er, aan de teering, des nagts na den drie- entwintigften van Sprokkelmaand deezes jaars 1662, hebbende, meer dan veertig jaaren ag- tereen, in ballingfchap herom gezworven (#). Na 't hertellen van de Vrede in \ Noor- XI.
den, hielden de Staaten bewindsluidenin Zwee- |™*c £°* den en in Deenemarke, om hunne belangen, pche en aldaar, waar te neemen. Nikolaas Heins, Sekre- Deen. taris van Amfterdam, toog, als Refidentnaar fche m- Stokholm. Vogelzank bleef ook nog eenigen ke,u tyd te Koppenhaagen;doch hy werdt, eerlang, door den Refident Jakob Ie Main, opgevolgd. Met Zweeden, was een ig verfchil ontftaan, ter gelegenheid, dat de Westindifche Maat- fchappy een fchip der Zweedfche Afrikaan- fche Maatfchappye genomen, en de Sterkte op Cabo Gors in Guinea overmeesterd hadt (y). Van
f«) D'EsTttAm Tam. I. p. I77.
f v) Aitzema III. Deel, tl, tji6.
(wj Aitzrma IV. heel, tl. 740.
C*J Aitzema JV. Deel, U. 895.
O ) Secr. Refol. Holl. ii July 166^ U. Deel, W. 42J.
XIII. Deel. D
|
||||
$& VADERLANDSCHE XLIX.BoeE
f&fa. Van den Koning van Deenemarke hadden de
gen, hem, boven 't gene zy by Verdrag ge- houden waren, verflrekt. Frediïk de III. klaagde, daarentegen, dat men, van hier, den handel zyner Afrlkaanfche Maatfchappye, in Westindie, belemmerde , en zig van zyne Sterkten in Guinea meester maakte. Beide de Noordfche Ryken lieten zig niet veel gelegen zyn aan de vriendfehap der Staaten, inzonder- heid Zwecden niet, welk zig, in 't voorleederi jaar, beide met Frankryk en met Groot -Britan- je, verbonden hadt. Ook hadt de Koning van Deenemarke, ten zelfden tyde, een Verbond gcflooten met Karel den IL (V). De Staaten han- delden met beide de Ryken eenen gcruimen tyd, eer men zig, over de openftaande geichil- len, verdraagen kon (a). XII. Terwyl men met Frankryk en Groot-Bri1- Verdrag tanje in onderhandeling was, waren de Staa- van Vre- ten tc raat^e geworden, de Ruiter, met eene Tunisien Vloot, te zenden naar de Middellandfche zee, Algiers, om de Scheepvaart der Vereenigde Gewesten, tegen de Turkfche vyandlykheden, te bevei- ligen. De Vice-Admiraal was, in Bloeimaand desjaars 1661, in zee geloopen, kruisfende, hetgantfehe jaar, zonder meer dan één Turksch Rooffchip te veroveren. Doch in Sprokkel- maand deezes jaars, dwong hy twee diergely- ke fchepen tot de overgaave. Midlerwyl, tot voor Tunis genaderd, floot hy eenen flüftand van wapenen met de Regeering deezer Stad, die ,
(z~) knr<>.\\\ IV. Tiecl, hl- 8:8-K4;r. Q51-94&
(nj li». Witt Brieven I. Deel, tl. 634, 63Ó. Ait/ema IV. Deel, il. ïo6*j enz. |
||||
XLIX.Boek. HISTORIE. gï
|
|||||
die, den zevenden van Lentemaand, aanvan- i6$it
een, en zes maanden duuren zou. . Ook kwam -------
men, wegens de wisieling der gevangenen,
overeen. De Ruiter, van hier naar Algiers ge- zeild, trof aldaar ook eenen ftilftand van wa- penen ; waarna men in onderhandeling tradt over eene vrede, die nogthans, niet voor den zestienden van Slagtmaand , geflooten werdt(^)* Gedtmrende de handeling, was de Ruiter naar Tunis gekeerd", en hadt daar de Vrede getrof- fen, op den derrigftsn van Oogstmaand (c). Doch met de Regeering van Tripoli hadt hy zig niet können verdraagen. Na zyne terug- komst in 't Vaderland, in Grasmaand des jaars 1663, vernam men, dat die van Algiers het Verdrag, op nieuws, gefchonden hadden. Hy Werdtdan, in 't jaar 1664, wederom derwaards gezonden. DcConful, Joan Bertram de Mon- taigne, en de Fiskaal der Vloote, Mr. Gilbert wnFianè, die dereis, ten zelfden tyde, dee- r,! den, hadden byzonderen last mede jom met die van Algiers, over 't herftelletï der Vrede, te handelen (d). Doch eer zy deezen last voltrek- ken konden, kreeg de Ruiter ander bevel van de Staaten (e): 't welk gelegenheid gaf, dat de vyandlykheden der Algierynen, nog eenige jaaren, bleeven duuren. De algemeene'Staaten fchreeven, op aan- tte Sm»-
houden der Proteftantfche Zwitferfche Kan-'ten tons, wederom verfcheiden' Brieven aan den rchryyf«
T» m »oor de
1UJ" Walden-
O) Zie 't Trsft. ty AiTZBMA IV. IU.L il. o$, 9(9.
CO Zn tTract. by Aitzkma IV. Deel, »/. 9a6, 0i7. Crf; Secr- Ri lot. Iluü. 13 Sept. 16S3. IJ. Deel, tl. 401. (.<* 1 liRUNDT de Ruiter, il. 221-105* AjTZSM» IV. Diel, •*. IO7I, I072, lr,;8, 1UJ> ,l34, , .
D 2
|
|||||
$2. VADERLANDSCÏIE XLI&.Boek,
Hertoge van Savoje, ten behoeve der Wal-
danzen in Piemontj die nög al over verdruk- kingen klaagden. De Hertog beweerde,van zyne zyde, dat de Waldenzen zig niet hielden aan de voorwaarden-, waarop hun, in 't jaar 1655, hun opftand vergeeven was, en dat zy, niet om den Godsdienst, maar om hunne we- derfpannigheid, vervolgd werden (ƒ). De Staaten , geene gelegenheid hebbende, om hunne Geloofsgenooten in Piemont, kragtdaa- diglyk, te onderfteunen ; moesten zig met dieigelyk antwoord) laaten vergenoegen. Te Utrecht, wass, federt eenigen tyd> mer-
kelyk misnoegen ontftaan , tusfehen de Regee- ring en fommige Predikanten. De laatften had- den wederom opgehaald het oud gefchil over de geéstelykc goederen, welken zy dreeven, ten onregte, door het eerfte Lid der Staaten, en door de Stad, bezeten te worden, en der Kerke toe te komen. Zy ontzagen zig niet, de Regenten, in de Kerkenraaden en van denPre- dikftoelj vinnig door te flryken: 't welk de Wethouders befluiten deedt, om twee Gemag- tigden te zenden in den Kerkenraad,dat, teU- trecht, in geene zeventig jaaren, gefchied was. Aan twee Predikanten, Abraham van de Vcldi en Joannes Teeling, weidt, in Hooimaand des jaars 1660, de Stad en 't Gewest ontzeid. Ook beflooten de Staaten van Utrecht alle Pre- dikanten , voortaan, te doenbelooven „dat zy „ zig» in't leeren, zouden houden aan 't geene» „ zo omtrent de Leere als Kerkenorde, in de ,, jaaren i6*i8enï6ip,by deSinodevanDor- „drecht,
C/j AitzmjA IV. Dcd, bh S59, tCo, 889» Ii4/>i ny |
||||||||
sen aan
den Hen. toge van fiavoie. |
||||||||
SUL
Gerchil
te U trecht
«usfchen «Ie Re geering en de Predi- kanten. |
||||||||
Vnü dê
Velde en Teeliiig Wordt de Stad en't Gewest Qliueid. |
||||||||
XUX.BOEK, HISTORIE- 55
|
|||||
„ drecht, vastgefteld was, in 't byzonder, raa-
„ kende 't ftuk van den Sabbath of Zondag, „en dat zy zig zouden wagten van zaaken, „ de Regeering, of den Staat der Kapittelen „ of derzelver goederen betreffende, te beris- „ pen of te veroordeelen." Elk, die deeze be- loften weigerde te doen, zou, terftond, ge- weerd worden van den dienst; en elk, die ze overtrad t, zou, naar bevindtenis van zaaken, geftraft worden. Van de Velde werdt, federt* te Medenblik, beroepen. Doch de Wethou- ders, voor zynen onrustigen aart bedugt, brag- ten, by de Staaten, te wege,dat hyhunne Stad. niet alleen, maar gansch Holland ruimen moest f g). Eer hy uit Medenblik vertrok, waren de Staaten genoodzaakt geweest, drie vendels knegten derwaards te fchikken, om de Ge* meente in rustte houden (£). Hy begaf zig toen naar Zeeland en werdt eerlang Predikant te Middelburg (/), daar hy zig, inzonderheid, by de voorftanders van het Huis van Oranje, zeer bemind wist te maaken, en niet fchroomde, de Staaten van Holland,van den Predikftoel, door te ftryken, als yerbondbreekers (k). 't Gene hy en Teeling wegens de Kerkelyke goederen ger dreeven hadden werdt naderhand ook doo» Mathias Nethenus, Profesfor der Godgeleerd- heid te Utrecht,in openbaaren druk,heweerd, Doch men befloot, in Grasmaand deezes jaars $<5Ö2, ook deezen te verlaaten van zyn ampt (/)» De
|
|||||
5$ VADERLANDSCHE XLDX.Boek.
- De Hervormde Kerk in Holland werdt, om-
trent deézen tyd, ook cenigszins ontrust, door verfchillende begrippen over eenige punten der Leere en der Kerkenorde , waaruit forami- gen.eene beroerte te gemoet zagen, gelyk aan die, welke men, voor ruim veertig jaaren, be- proefd ïiadt, hoewel zy, door't voorzigtig be- leid der Regeeringe, voorkomen weide, 't Zal niet ondienftig zyn , hier een kort berigt te ^eeven van den oorfprung deezer gei'chiüen, die, ook met Staatkundige inzigtcn (ra), of gevoed, of bedwongen werden, ■ naar tyds ge- legenheid ; en die, tot heden toe, in de open-. baare Kerke, gebleevcn zyn, zonderuogtans de eenigheid gebroken te hebben. De Filozoofifche fchriften van Rcnatus Des-
tartes , die zig eenigen tyd te Egmond binnen opgehouden hadt, en, in't jaar 1650, in Zwee^ den , overleden Was 3 waren, inzonderheid na zynen dood , zeer bekend geworden hier te Lande , en vooral op de hooge Schooien te Leiden en te Utrecht; daar zy, van ibmmige Hoogleeraars , beide in de Godgeleerdheid en Filözoofie, met goedkeuring, geleezen; van an- deren, afgekeurd en veroordeeld werden. On- der de laacften, was Gysbert Foctius, Hooglee- raar der Godgeleerdheid te Utrecht: onder de eerften, Joannes Coccejm, die, in't jaar 1650, van Breemen, tot Hoogleeraar in dezelfde wee- tenfehap, te Leiden, beroepen was. Voctius hadt de vermaarde Sinode te Dordrecht byge- woond, en veelen, die 't met hein hielden , ml-
|
||||||||
TÓ6i.
XIV.
Oor- fproa g der ge-
fchillen, tusfcheu de Voe- tiaancn en Coc- cejaanen |
||||||||
' O) VoUz Entret, fur Ie« MctlioU. ties Cocesiens & V(.ft
f«ns. />. S14, |
||||||||
XLIX. Boek. HISTORIE. 55
wikten gaan .voor uitfteekende vrienden van't i6öa.
Huis van Oranje. Ook waren 't dcezen, die,-------
beide in 't Stigt en in Holland,Scherpstuitveé-
vcn tegen de tegenwoordige Regeering. Coc- cejaS., daarentegen, omtrent den tyd der ver- anderiiïge, hen/aards gekomen, flampte zy- nen Leerlingen, ernftelijk »an, dat men der 0- verhdd gehoorzaam zyn, haar gezag erkennen, en zig wagten moest van tegen haar uit te vaa- ren van den Predikftoel. Hierdoor wonnen hy en de zijnen de gunst der tegenwoordige Re- genten van Holland, die nietgedoogen wilden, dat zy, door de Voetiaanen, verdrukt wer- den. De-Voetiaanen, daarentegen, ver het grootiïe getal uitmaakende, arbeidden fterk, om humie partyen, by't gemeen en by de Over- heid, iji kleinagting te brengen, en van gevaar- lyke {tellingen, zelfs van de gchaatte leere der Sociniaanen, waartegen, in den jaare 1653 en ledert, verfehciden' PJakaaten waren uitgeko- men , verdagt te maaken («). D2 Staaten van De Staa- Holland en de Raadpenfhmaris de Witt begun- ten van fttgden egter de Goccejaanen, onder de hand en Pol,?n<ï openlyk, en vonden 'er luiden aan,die hunner dcnCoc- Regeeringe meer toegedaan waren, dan vecle cejaanen Voetiaanen. Om het groot getal deezer laat- de hand ften, nogtans, niet te zeer te onrfteeken, had- J>ovj!" 'c den zy, op het aanhouden der Klaslis van 's Graavenhaage (o), inden jaare 1656, belast, „ dat gefchilftukken , de Filozoofie betref- „ fende, voortaan onderlchciden zouden bly- „ ven van de Godgeleerde gefchilftukken ^ dat „men
Cn) R. Breker Vervolg op HoRNius Kerli. Hift. II. 30 Zit
»oh Hbidanüs Coniideratien- C°J RcCüi. Huil. 14, 25 Ju!y KÏ56. W. 140,163.
D 4
|
||||
56 VADERLANDSCHE XLIX. Boek:
1662. ff men de aanftootlyke ftellingen van Des*
- „ de vryheid van filofofeeren, welke de Staa-
„ten niet wilden wegneemen, niet zou heb- „ben te misbruiken, en dat men eikanderen „geene naamcn van partyi'chap zou hebben n te geeven, op dat dus zelfs alle ichyn van „ verdeeldheid gemyd werdt (ƒ>)." De Leid- i'che Hoogefchool bleef, federt, in tamelyke rust. Doch de hevigheid der Voetiaanfehe en Coccejaanfche Predikanten fcheen eer toe dan af te neemen. Onder anderen, kwam het ge- fchil over den Sabbath of Zondag op de baan % tot het vieren van welken, de Voetiaanen fter- ker verpligting ftelden, dan de Coccejaanen Zy ra»- (#). De Staaten van Holland, alles, zo veel den tot rnogelyk ware, in rust willende houden, gaven rfdb'id bevel, om z*§' in dit ftuk,te gedraagen, naar ' 't geene, by de Nationaale Sinode van Dor- drecht, beraamd was, zonder, deswege, van nieuws, te raadpleegen op de Provinciaale Si- noden (r). Wy hebben boven gezien, dat de Staaten van Utrecht, naderhand, diergelyk 't weil« een befluit namen. Doch deeze gemaatigdheid ?w 1 1 vverdt der Overheid kwalyk genomen, door Mannen. veelen- Men ontzag zig niet, de Staaten en de Wethouders over te haaien, als meenden ze 't niet ernftig met den Godsdienst. Voornaame Amptenaars werden van fchadelyke gevoelens verdagt gemaakt. Binnen Amiterdam, werk gehouden weidt, het roer der zaaken in Hol- land, Cfi~) Refhl. Hnll. no Sat. if>',rt V. 841.
{if^, L^inFKKEn Veivo'y. op IIornids» til. 10. (r i<e!o!. null. 7 Aug. \(iyj. U. 147. in in 4e Reful. vxn CoiiliJ. lil. 4i)i, 4^4. |
||||
XLIX. Boek. HISTORIE. 57
land, voornaamlyk, te beftieren, werden, zo t66ti
ibmmigen fchryven durfden, ten'deezen tyde, ------j
niet boven drie of vier waare Proteftanteh ge-
vonden onder de Regenten, de overigen wa- ren , zeide men, Papisten in hun hert, ofVry- geesten en Atheisten (Y). Doch zulke kwaado naamen waren, ook ui vroeger' tyd, Regen- ten , die tot gemaatigdheid rieden ? naar 't hoofd gefmeeten (>)> zonder dat men reden heeft, om te denken, dat ze hun voegden. De bitterheid der partylchap duurde eenen gerui- men tyd, en zou nadeehge gevolgen gehad heb- ben voor de Coccejaanen, zo deezen de hand niet boven 't hoofd gehouden was, door 's Lands Staaten, aan welken zy, van hunnen kant; daarentegen, meer eerbiedenis en ftip- ter gehoorzaamheid bevveezen dan eenigen on-r der de Voetiaanen. Men zag hiervan, omtrent deezen tyd, een merkwaardig voorbeeld. In fommige Gewesten, en in Friesland in- xv.
zonderheid, was, federt, eenige jaaren, in ge- De S:aa* bruik geweest,in deopenbaare Kerken,te bid- ||",j^j den voor den Prinfe van Oranje. Dit gefchied- ftene^ de ook in Holland, door veele Predikanten, orde op die Voetius zyde hielden. Dach de Staaten van het open« dit gewest, den Prins thans aanmerkende, als ^r br' een' byzonder' Perfoon, die de hooge ampten de Kea zyner voorzaat«! nog niet bekleedde, en veel- ke». ligt nimmer bekleeden zou, oordeelden, dat hem deeze uitfteekende eer niet tóekwam, dan in de Kerken zyner byzondere Heerlykheden hier te Lande, daar Iry ze, met andere hooge-, OU
rt> TnuRKir.«» fapets, KV. w. ». *',..
(/1 Vu. üecl, II. ïiy. X. Duel. U. .5, 88,
D 5
|
||||
53 VADERLANDSCHE XUX. Boek.
1662. en Ambagts-heeren, gemeen hadt. In de ge-
------- raeene Voorfchriften der gebeden, die in de
ooenbaare Kerkboeken,, gedrukt waren, en,
doorgaans, door de Predikanten, gevolgd wer- den, hadt men ook eenige andere wanvoeglyk- heden ontdekt, die verbetering behoefden: in- zonderheid, werdt, volgens dezelven, in de eerfte plaats, gebeden, voor de algemeen« Staaten,als de hooge Overheid deezer Landen, dafcr men nu, in Holland, verftondt, dat de Staaten van Holland en Westfriesland alleen de wettige hooge Overheid waren van dit Ge- west. Om deeze en diergelyke ongeregeldhe- den te weeren, hadden hunne Edele Groot- Mogendheden, al in den jaare 1657, eenige Le- den der Vergadeiinge gemagtigd, om de Voor- fchriften der openbaare gebeden naar te zien, en,den Staaten te dienen van den besten raad, om de Predikanten, aan der Vooriclniiten ver- bonden te houden (ti). Doch 't liep aan, tot op het einde deezes jaars 1662, eer deeze Ge- magtigden verflag deeden van 't gene zy ge- vonden hadden (V). De Staaten'^ door de Witt ■ jßgj. bewoogenQiv), namen, hierop, in Lentemaand des volgenden jaars, eenbefliüt, om den-Pre- dikanten, aiomme, te belasten, dat zy, in de eerfte plaats zouden hebben te bidden „ voor „hunne Edele Groot-Mogendheden, of de „ Ridderfchap, Edelen en Steden van Holland „en Westfriesland, als zynde den ontwyfel- „baaren Sotiïerain, en, naast God, de eenige „hooge Overheid deezer Provincie; daarna „ voor
r«") ReCol. Hol'. 13 üecemi. 1057. U. 444-
fiO Refol. Hol', 3, 9, üecemh. iCfla. U. 28. (w) «'Estrades ïwi». If. p. ï06. |
||||
£LïX.Boek. HISTORIE. 59
-voor de Staaten der andere \7'ereenigde Ge- ,^3,
„ westen, derzelver Bondgenooten, en voor ..,,, n derzelver gezamentlyke Afgevaardigden. „•ter- algemeene Staatsvergaderingc en in den -Raad van Staate: voorts, binnen 'sGraa- jj venhaagc alleen, voor de Gecommitteerde „ Raaden, voor de twee hooge Gercgtshoven, „en voor de Kamer van Rclceninge, en, „ eindclyk, overal, voor de Wetbouderfchap „ en Regeerders der Stad of Plaatfe (V)." Van dit befluit werdt den Predikanten, aiomnie, kennisgegeven (j)> met byvoeging, dat men, in de hooge en Ambagtshecrlykheden, ook .voorde Meeren, in rang onmiddelyk voorde Wetbouderfchap, zou hebben te bidden. De Friesland vStaaten van Friesland, die, ten deezentyde, ï"1?1,^" verbonden, dat de algemeene Staaten de hop- en^zèi jge Oyerheid deezer Landen waren, iïieten zig 'er zig zeer aan de nieuwigheid, die Holland dagt in tegen, te voeren, en beweerden, dat men zig in 't bidden, ichikken moest naar de Voorichrif- ten, agter de gemeene Bybels en gebedeboe- ken gedrukt, en alomme verfpreid *"(«). Die van Hollandsweezen, daarentegen, aan, dat deeze Vooifchriftcii nierkelyk veifchilden; en dat_ fommigen, in de eeilte plaats, voor den Keizer en voor den Koning vau Spanje leerden bidden: anderen, in Leicesters tyd, naar 't fchynt, uitgegeven, ook, met"imame, voor onze genadigfté Koningin van Ëijgeland: an- deren, voor den Stadhouder, in rang voor de Staaten van den Lande; veeIen,eindelyk,voor de
f*) Refol. van CüiifiJ. ter tij.le veb de Wïïf. tl. fa3.
. {y) IlciöJ. «Is bm>tn, bl. rtf.„, f,6*. . ,.,.,, *
M) KUm»ti> iV. ütel, H.>jij6, |
||||
6o VADER.LANDSCHE XLIX. Boek;
ï663- de algemeene Staaten, in de eerfte plaatfe. Zy
;----- s voegden hierby, dat de wijze van bidden bin«
nen Holland ftondt aan de beichikkinge der
Staaten van 't Gewest, geenzins aan de Staa- ten der andere Gewesten («). Doch die van Friesland, opgezet, zo fommigen fchryven, doorPrinfe Willem van Nasfau, die, van Bre* da, derwaards vertrokken was, zonder den Haage aan te doen (6), lieten zig niet genoe- gen met deeze redenen (c). Zy bi-agten te we- ge, dat de Correspondent der Frielche Sinode de Leden der Zuidhollandfche, die, in Hooif maand, binnen's Gravenhaage, zat, vermaan-? de, tot het aanwenden van ernftige poogü> gen by de Staaten, om 't nieuwe Voórfchrift van 't openbaar Gebed wederom in te trekken. Maar dit gedrag van Friesland werdt by des Staaten van Holland zo euvel genomen, óa.% zy 'er voldoening voor begeerden van de Frie- zen (rf). Voorts, droegen zy zorg, dat 'er, op de volgende Noordhollandfche Sinode, die té Haarlem gehouden werdt, geen diergelyl? voorftel gedaan werdt, door den Correspon- dent der Friefche Sinode (V). De Coccejaan- fche Predikanten waren, op de Noordholland- fche Sinode, de gereedften, om het nieuwe Voórfchrift aan te neemen: wordende zy eg- ter van de meeste anderen ingevolgd. De Si- node befloot, derhalve, het Voórfchrift te ag* tervolgen, in vertrouwen, dat het niet ftrek- te
f«) Aitzema IV. Deel, bl. ij()C 1004.
(. ») n Estrades Tom. II, />, 300.
(c) A<tzim/i IV. Lul, M 1009 euz.
f #) ReToL Ho» 17 July 1663. bl. »5.
Oi ftcfid. vin Conlii. ton iy4e van hb- Wnr, K, 67C QiUfc
|
|||||
M
|
|||||
XLIX.Boek. HISTORIE. «t
te tot benadeelinge van 't gene , by de Sinode i«|J
van Dordrecht, in de jaaren i6i3 en 1619, be« raamd was, gelyk fommige onrustige en kwaad-
willige geesten , Zo alsze genoemd werden * ja byna alle gezindheden deezer Landen gedree- Ven hadden (ƒ). De Staaten verklaarden , federt $ dat zy niet beoogd hadden , met hun Voorfchrift, de Dordrechtfche Sinode te be- nadeelen (g). Midlerwyl, hadden de Staaten vier Ge* van Gelderland, Zeeland, Overysfel en Stad westen en Lande zig ook verklaard tegen het Voor- voegen fchrift, door Holland vastgefteld , dryvende, pjfjj** dat het niet kon aangemerkt worden , als by- Ianjj/ zonderlyk behoorende tot de huishoudinge van Holland , alzo 'er de rang der algemeene Staa- ten in bepaald werdt, tegen de oude gewoon- te : 't welk te vreemder werdt gevonden , om dat Zeeland ook verflondt, dat de byzondere Staaten, elk in hun Gewest, de hooge Over- heid waren. De Staaten van Zeeland floegen Zeei«n* eene foortvan een'middel weg voor (/;), be- ^J/^' weerende , dat de Predikanten zig , in 't bid- ™eg * den, bedienen zouden van deeze uitdrukkin- voor, gen : wy bidden u voor de genen die gy over ons in Hoogheid en ''s Lands Regeeringe gefield hebt; tvy bidden u voor de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden , en voor de Staaten van .....> zynde onze wettige hooge of Souverai-
ne Overheid (/)• Doch de Staaren van Hol- die Hol-
land, geen genoegen vindende in deezen voor- ,and ni<* flag, b«h,«ft
Cf) Extr. uit de Ad» Sjrnod. N\ o.dholl. by Ajtzima IV.
Deel, bl. mi6. ' (e-j Refol. van Confid. bl. 711,
J&? Ü'tu!;,2ecl- 27 3un? M s'ßt. 1663. W. »Go. I»N a«
npril ifto^. W. 175, O) Ajthwa IV. I),ül U. 1015, ioitf-ioai? 1035*
|
||||
'ês. VADERLANDSCHE XLÏX.BoÊit,
1653. (lag , die inderdaad duister was en 't verfchil
—— onbeflist liet, ichreeven eenen wydluftigen Brief aan alle de Gewesten, waarin zy de rede-1 lykheid van hun Voorfchrift verdedigden ( k ). Ook bleeven zy zorgen,. dat niemant der Cor- respondenten, tegen het zelve, eenigen voor- flag deedt, op de Hollandfche Sinoden (/), Door alle decze middelen, raakte, eindelyk, het nieuwe Voorfchrift, in Holland, in gemeen gebruik. Weinigen waren'er maar, die't over- traden ; doch zy veranderden van gedrag, na dat de Staaten, in Wynmaand des jaars 166(1, be- flooten hadden de wedden van elk, die zig niet flipt aan't Voorfchrift hieldt, in te houden (ra)* Te vooren, hadden zy reeds ernftige belluiten genomen , tegen zulke Predikanten , die uit- heemfche briefwisfeling hielden , en zaaken van Regeeringe op den Predikftoel bragten, gelyk, nu en dan , nog door eenige Predi- kanten gefchiedde ; onder anderen , verklaa- rende „ dat zy, die de raadpleegingen en be- sluiten der Regeeringe van den Predikftoel „ doorftreeken, en de Overheid by de ondcr- „ daanen zogten verdagt te maaken, terftond, „van hunnen dienst zouden worden verlaa- ,j ten , zonder immer daartoe wederom aange- komen te worden (»)i" naar welke beilui- ten , eenige Voetiaanen zig ongaarne voegden. De Coccejaanen fchikten 'er zig , daarente- gen, gereedelyk naar, en wonnen, daardoor, meer
(A ) Relbl. van ConfiJ. tl. 71?.. AlTZEMA IV. Deel, ih
I02t , 11)23.
( / ) Rafol. van Confid. hl. 77a.
imj Rci'ul. van Confl'i. tl, 7<ji (Vj Rcfo). van Coiiful, tl. 787, |
||||
•XLlX.BofeK. HISTORI E. 63
meer en meer, de gunst der Staaten en der Wet- i<tfj.
houderen in de »Steden. Zy werden voorzien met-------
de beste Plaatfen, en namen, derhalve, van
tyd tot tyd, toe in getal: waardoor de Staaten van Holland eenen lteun kreegen aan de Ker- kelyken, dien zy, te vooren, niet gehad hadden. Doch terwyl de zaak van 't openbaar Gebed De Ver-
en dférgelyken ter Vergaderinge van' Holland ^"^f. verhandeld werden, ondervondt men , dat land be- fommige Leden met zo veele vrymoedighJiU looft, fremden, dat men bedugt werdt, of zy niet, ^aarl^e' mogelyk, by verandering van tyderiy desWef- ^o^ te ge, eenig nadeel konden te wagten hebben, houden ■, Men nam, derhalve, na ryp beraad onder de wegens 't Edelen en in de Vroedfchappen der Steden, Sene z? een eenpaarig befluit, om alle zulke Leden der r^den0'1' Vergaderinge, welken, in vervolg van tyd, ter ofbeflui» oorzaake van de voorllagen, veitoogen, raad ten. of beiluiten, tot handhaavinge der tegenwoor- dige Regeeringe en behoudenis der Vryheid, eenig nadeel, in lyf, goed ampt of eere, mögt overkomen, fchadeloos te houden, en hun of hunnen erfgenaamen vergoeding te doen uit 's Lands middelen (9).' EÏk kreeg, vervolgens De Witt, eene Akte van indemniteit of fchadelooshouding wordc,op overeenkomftig met dit befluit, met naameook ™ÖTwf de Raadpenfionaris de Witt, die, ten deczen jaareu, zelfden tyde, wederom voor vyf jaaren, rot trttRaait het gewigte ampt, welk hy nu tien jaaren be- Pe°fl°- kleed hadt, aangenomen werdt Qp ). "aa"' In Groningen en de Ommelanden, was fe- men.
tiert eenigen tyd, wederom, uit vericheiden XVL oor- ?nl»tten
111 Gro- C«) Refol. vnn ConGd. hl, 69Ö. A.tzswa ït.Zutl, il. tc<M.
(g) Refol. van CoiJld. tl. 71&. iJ |
||||
($4 VADERLANDSCHE XUX.Boek;
1C63. oorzaaken, oneenigheid ontftaan, die, in dee-
—— zen jaare, bygelcgd werdt. 't Getal der genen, nin^en welken, uit de Ommelanden, op de Landfchaps en de Vergaderingen, verfeheenen, beliep, ten dee- hnden" zen ^6'we* nonc*erd of meer, hebbende elk, die dertig graazen Lands, agt guldens in de Verpondinge doende, bezat, regt omtenLand- dage te verlchynen. Doch eenige Ommelan- der Heeren, hun aanzien merkelyk ziende ver minderd, door zo groot een getal van ftem- mende mede leden, tegen niet meer dan zes- tien Perfoonen, van wege de Stad, die nogtans zo veel zeggens, ten Landdage* hadden, als zy niet hun allen; vervoegden zig, zonder de Stad gekend te hebben, in den aanvang des jaars 1662, by de algemeene Staaten, inden Haage. De Stad, de lugt van hunnen toeleg gekreegen hebbende, deedt, insgclyks, eene be- zending herwaards, die den algemeenen Staa- ten voorhieldt „ dat de Ommelanden niet be- 5, voegd waren, om een groot deel van de op- „ gezetenen ten platte lande te berooven van „ het regt, om ten landdage te zitten; dat* v hierdoor, de Landeryen meer dan een der-* „ de in waarde zouden afflaan: 't welk ftrek- „ ken zou tot merkelyk nadeel van de Stad, „ welker ingezetenen ook ten platten landa Oproer „ gegoed waren." De algemeene Staaten ba- in de flooten de zaak nader te doen onderzoeken j * doch eer zy hiermede gedaan hadden, ont- ftondt 'er eenc merkelyke beroerte in de Stad.
Joan Schuilenburg, voor deezen Afgevaardig- de van wege Stad en Lande ter algemeene Staatsvergaderinge, was, federt dat hy, tegen last in de Vrede met Portugal bewilligd hadt, van
|
||||
XLIX.BoEK. HISTORIE. 65
van zyne ampten verlaaten.. Doch , zig kwa- xgg$t
lyk genoegende aan een bedryveloos leeven, hadt hy , door kuipery, beloften en gefchen-
ken , by verfcheiden' Burgemeesters en Raa- den der Stad , zyn best gedaan» om herlleld te worden ; en toen 't hem , langs deezen weg, mislukt was , zyne toevlugt genomen tot de burgery, met naame tot de Bouw- meesters en Oldermans der agttien Gilden , welken hy 't hoofd vulde met klagten, over 't onregt. hem aangedaan , te gelyk gewaa- gende van verfcheiden' gebreken in de Re- geeunge , die herftelling behoefden : al 't welk van zulk een gevolg was , dut het ge- meen , iu Hooimaand des gemelden jaars » op de been nakte, en, met een Verzoek-1 fchrift} by Burgemeesteren en Raad, om herftelling van eenige misbruiken aanhieldt. De Regeering was, in 't eerst * ongezind , De Rê, om aan 't verzoek der menigte te voldoen ; geering doch bevroedende dat de bezetting, Welke *»eeittü* zy op haare hand hadt, naauwlyks zeshon- derd man Merk was, en dat de burgery, in veel grooter getal, de wapenen hadt opge- vat , befloot zy toe te geevm „ dat, gelyk „ men begeerd hadt, de^gezwooren' Gemeen- „ te of Vroedfchap , voortaan, in geduuri* „gen dienst blyven, en tot geene andere „ampten benoemd worden zou/' De Ak- te , waardoor Schuilenburg onbekwaam ver- klaard was , om eenjg ampt te bekleeden * werdt, zo veel de Stad aanging, wederom ingetrokken, waardoor hy hoop kreeg, orrl eerlang in zyne waardigheden hsrfteld ie AJI1. De kl. E woi> |
||||
66 VADERLANDSCHE XLIX.Boek.
1663. worden. Eenigen uit de gezwooren' Ge-
—— meen te , om de Aapten , welken zy , daar- benevens , bezaten, te behouden, Honden af van het Gezwoorenfchap ; in welker plaats , terftond , anderen benoemd werden. Alles bleef' toen in rust, voor eenen tyd. Docll Zy zoekt fommigen uit de Regeeringe verzuimden geryte ™et' °P nunne beurt, onder de hand , te wiuncn. arbeiden , om de burgery te winnen ; haar vertoonende , dat het den aanleggeren der jongfte beroerte niet te doen geweest was, om den welftand der burgeren te bevorde- ren ; maar om zelven op 't kusfen te raaken ; 't welk , by de meesten , doorgaans gereed genoeg om te gelooven , 't gene hun , ten na- deele der Overheid , in de ooren geblaazen vverdt, zo veel ingang vondt, dat de oude Taalmannen en gezwooren' Gemeente, ein- delyk , in Herfstmaand , een Vertoog inle- verden aan Burgemeesteren en Raad, waarby zy de jongfte keuze onwettig verklaarden , en eenc nieuwe begeerden. Den Gilden , die ook ter gehoor waren toegelaaten , werdt aangezeid , dat zy zig , voortaan , niet zou- den hebben te fteeken in zaaleen van Regee- ringe. Men tradt tot eene nieuwe keuze van Gezwoorens , en de gantfche Regeering, . oude en nieuwe , verbondt zig , tot onderlin- ge handhaavinge. De Bouwmeesters en Ge- magtigden uit de Gilden , nogtans, niet kon- nende rusten, riepen de Gildebroeders byeen, Zy her. van zins om z*8 te fterken tegen de Wet- neemt houdcrfchap. Doch deeze, de bezetting in baar ge- de wapenen gebragt hebbende, deedt de twee ■*£• Bouw- |
||||
XLIX.BoEK. HISTORIE. ty
Bouwmeefters, zonder uitftel, gyzelen. Zy 166$.
werden niet geflaakt, voor zy en alle de 01-----■"«•*
dermans zig verbonden hadden , om zig voor-
taan alleen met Gildenzaaken , niet met zaa- ken van Regeeringe te zullen moeijen. De Wethouderfchap , midlerwyl , om t gemeen genoegen te geeven , de belastingen op ee- nige eetwaaren een weinig verminderd heb^ bende , kondigde eene foort van vergiffenis af van 't voorgevallene. Doch de Ommeland- den verklaarden zig tegen deeze vermindering der belastingen , om dat de Stad nog niet be- willigd hadt, in 't ftellen van Regteren over: Schuilenburg , op wien zy zeer gebeten wa- ren , en die , van wege de Stad , federt ee- riigen tyd , door twee ibldaaten, in zyn huis» bewaard werdt. Doch de vrees voor nieuwe opfchudding hadt de Wethouderfchap belet ftrenger met hem te handelen. Prinfe Wil- Prïns lem van Nasfau , Stadhouder van 't Gewest, Willem federt, in Groningen gekomen zynde , werdt ™ö men te raadc, de bezetting te verfterken : breng* gelyk gefchiedde. Op den dertigften Van meer Slagtmaand , terwyl de gewoonlyke bezet- Kryss- ting , met Prins Willem aan 't hoofd , in de *olJ } wapenen gebragt was , werden , op 't onver- üe St wagtet, veertien vendelen knegten en twee kornetten paarden ter Stad in gelaaten , die zig , in een oogenblik , van de markt en de wagthuizen meester maakten. Terftond hier- op , werden eenige oproerigen in hegtenis genomen. Doch Schuilenburg was in vrou« wenkleedinge ontfnapt, en eerst naar Bree^ men , en van daar naar Munfter geweeken * E ft al- |
||||
68 VADERLANDSCHE XLIX.Boek.
1663. alwaar hy zig eenen geruimen tyd onthieldt,
en dienst genomen. Men tradt, voorts, tot het aanftelien van agttien Gemagtigde Reg- ters uit de Stad en de Ommelanden, die, ten overftaan van Prinfe Willem , over Schuilen- |
||||||||||
Vonnis
tegen |
burg en de anderen» moesten vonnisfen. Men
hoorde , tegen Schuilenburg , verfcheiden' |
|||||||||
Schuilen- getuigenisfen van Regeeringsperfoonen , en ,
burg, in zyn vonnis, den dertiglten van Winter- maand getekend , werdt hem te laste gelegd, »dat hy oorzaak geweest was van den oy.- » loop, plondering en onwettelyke vcran- » dering der Regeeringe in den jaare 1657 , »en daarvoor eene groote fomme gelds gc- » trokken hadt; dat hy 's Lands penningen »verkort, en giften en gaaven genootenhadt, »tegen zynen eed ; dat hy , in den handel n met Portugal, aangegaan was tegen zynen »last, ten nadeele van den Staat en van [de » Westindifchc Maatfchappyc ; en door zyne 35 drift om te belluiten , fchoon 'er twee aau- » zienlyke Gewesten tegen flemden , zo veel »in hem was, de heilzaame eendragt van » den Staat gezogt hadt te verbreeken ; dat » hy het voorftel van Holland, wegens het » Portugeefche werk, hadt doen drukken en „ verfpreiden , en de Staaten van Stad en j, Lande, in zekere zyne gedrukte Verhan- „ deling , fchamperlyk hadt doorgeftreeken ; „ dat hy , laatftelyk , met de Bouwmeesters n en eenige Gemagtigden uit de Gilden , £ hadt famengefpannen , en den Raad , door j, oproer, gedwongen , om hem te herftel- »len,
|
||||||||||
XLJX.BoEK. HISTORIE. 69
„ lcn, ihoeveiide zelfs, dat hy het leeven van j^3,
„ eenige Heeren in zyne hand hadt.'" Om ■----—
alle welke misdaaden, hy veroordeeld werdt, '
om onthalsd te worden, zo dra men hem be- komen kon, wordende, te gelyk, alle zyne goederen verbeurd verklaard. Gerrit Harmam IVarendorp, gewezen Bouwmeester der agt- |r"en^ tien Gilden, werdt, wegens den jongften deren, oproer, in 't begin deezes jaars 1663, met den zwaarde geregt. Doktor Lukas Harkem Advokaat, en Gerard Udink, gewezen Older- man van 't Kleermaakers Gilde, die men oor- deelde gelyke ftraf verdiend te hebben, wer- den, nogtans, uit genade, gebannen uit de Vereenigde Gewesten en uit Oostfriesland, volgens verzoek, hiertoe, aan de Staaten der rudere Gewesten (g), aan de algemeene Staa- ten , en aan den Graave van Oostfriesland te doen. De vergiffenis, te vooren, door de Stad, verleend, fcheen bezwaarlyk metdeeze vonnLsi'en te können beftaan. Doch men oor- deelde, dat de Stad, op zig zelve de oppeiv tte magt niet hebbende, zulk eene vergiffe- nis niet hadt mogen verleenen; waarom men ze niet liet gelden. De algemeene Staaten en de Staaten van Holland zelven betoonden groot genoegen, over den yver van die van Stad en Lande, in het ftraffen der oproeri- gen : hun zelfs meerder Krygsvolk aanbie- dende, zo zy 't noodig mogten oordeelen. Doch ik meen niet, dat deeze aanbieding aangenomen werdt. Prins Willem van Nas- Prins fau, Willem
(?) Notjll. Zscl. 13 Febr. \6',ï. U. 2.\. , - ,
E3
|
||||
?o VADERLANDSCHE XLIX. Boek.
1C63. fau , de rust in Groningen herfleld hebbende,
------ arbeidde , terftond , aan het byleggen der
legt de gereezen' geichillen , tusichen de Stad en de
gefchil- Ommelanden. Hy en de Gemagtigden der fchen" de Ommelanden beraamden een Reglement, Stad en vvaarby die van de jaaren 1610 en 1659 , in de Om- de voornaamfte opzigten , bevestigd werden, melan- Voorts, werdt 'er een voet in vastgefteld , den by. vojgens welken , de Ampten der Provincie , voortaan , zouden begeven worden. De al- gerneene Staaten bekragtigden dit Reglement, op den twee - entwintigften van Sprokkel- maand. Wat laater, gaven zy, ten over- vloede , hunne goedkeuring, op een Regle- ment , door de Regeering van Groningen , op hunnen raad , en voornaamlyk door be- werking van Holland, gemaakt tot betoo- ming van de Gilden, die, federt, geene alge- meene Vergaderingen mogten houden , gelyk ?y, tot hiertoe, hadden mogen doen, en niet, dan by een Gilde tevens , met voorkennisfe van Burgemeesteren, byeenkomen. Gok werdt het Ampt van Bouwmeesteren vernietigd (r\ Door alle welke fchikkingen , de rust in Gro- ningen en de Ommelanden, vooreenige jaaren, XVII. herfteid werdt. Klagten , Maar in Friesland , hadt elk ook, federt ee- in Fries- n}gen tyd , den mond vol gehad van klagten, over''t over ^ 'CUIPen om Ampten, en over 't gee- kuïpen ven en ontvangen van gefchenken , om in en ont de Regeeringe te komen. Zo hoog liep het vangen misnoegen , hierover, dat men voor opfehud- van 6> Am* Hen, CO AiTZEM/i IV, Vetl, il. 832-1)35, »41-(»56«
|
||||
XLIX.BoEK. HISTORIE. 71
ding onder 't gemeen bedugt was. 't Hof 1663.
moest 'er, derhalve, kennis van neemen, en —— zorgdraagen, dat de wetten, tegen deeze misbruiken gemaakt, beter werden uitge- voerd. Ook fielden 'er de Staaten nieuwe orde tegen, eiken Amptenaar eene eed van zuiveringe opleggende, en honderd gouden ryders bcloovende aan ieder, die eenen over- treeder wist aan te wyzen (ï). Over 't regt van Hemmen, in Lands- deels-, dyks en an- dere zaken, was ook verfchil gereezen, welk, door een Reglement der Staaten van den een- entwintigden van Slagtmaand deezes jaars 1663, geregeld werdt (j). De Vrede met Portugal, in 't jaar 1661 gefloo- XVI ir.
ten, nog niet naar behooren bekragtigd zyn- 'tBekrag- de door den Koning, namen de wederzydfche aft^>mlf" onderzaaten hieruit gelegenheid om de vyand- gen der lykheden te doen duuren. De Zeeuwen kaap- Vrede ten, op Spaanfche hertellingen, op de Portu- Inet Por" geczen: die, van hunnen kant, ook verfchei- ™^dt den' HoUandfche en Zeeuwfche fchepen na- verwyld. men, en in Engeland opbragtcn. In Zeeland, wist men 't zeevaarend volk aan geen weer- werk te helpen, en zou hierom gaarne gezien hebben, dat de Vrede met Portugal niet be- kragtigd geworden was, wanneer men 't kaa- pen zynen gang zou hebben laaten gaan. Doch den Portugeefchen Gezant, in Hooi- maand des jaars 166a, te kennen gegeevert hebbende, dat hy de bekragtiging van den Ko-
(O A'Tzema IV. Peel, W, 9(>9-97T-
C'J Aitzïma IV. Dt:l, il. 1050 1Ó59» E 4
|
||||
fi VADERLANDSCHE XLIX. Boek.
j553. Koning zynen meester, in orde, ontvangen
»------hadt, en gereed was, om ze, tegen die der
Staaten, uittewisfelen, raadpleegde men a
hierop, ter algemeene Staatsvergaderinge. Vier Gewesten waren gereed, tot het bekrag- tigen der Vrede, Doch Gelderland, Zeeland en Stad en Lande blecven weigerig. In Slagt- maand, boodt Zeeland, eindelyk, aan,' de Vrede te zullen bekragtigen, mids i. de fche- pen, die, voortaan, op Brazil zouden hande- len, de gewoone regten betaalden aan de Wcst- indifche Maatfchappye; dat 'er 2. een middel bedagt werdt, om het Verdrag, by 't over- geeven van Brazil gemaakt, flipt te doen naar- komen; dat 3. de bedongen agt millioenen aan de Westindifche Maatfchappy werden uit- gekeerd, en dat 4. de algemeene Staaten be- loofden , het Oktroi der Maatfchappye, tegen dat het ten einde liep, te zullen vernieuwen. De algemeene Staaten Honden het derde punt toe aan die van Zeeland, beloofden, aan het tweede de hand te zullen houden, en de an- dere twee , door Gcmagtigden , te zullen Doch ge- doen onderzoeken. Hierop werdt de Vrede fchiedt bekragtigd (ti); fchoon 'er Gelderland en Stad fvk en Lande, vollïandiglyk, tegen ftemden. De uitwisfeling van 't bekragtigde verdrag gefchied- de, op den vyftiendcn van Wintermaand. Doch de Vrede werdt, hier te Lande , niet voor den veertienden van Lentemaand des jaars 1663, afgekondigd (V), 't Ver-=
Ca) Noful. Zeel. 2 Dec. 1662. U 356. 27 Jan. 1(563. bU 8.
(,'y) Aitzema IV. jped, bl. 939-94», 78J, |
||||
HISTORIE. 73
|
|||||||||
XLIX.BoEK.
|
|||||||||
'tVerwylen deezer afkondiging en 't uit- 1663.
ftellen van de bekendmaaking der geflooten' ----—
Vrede, in Oost en Westindie, begunstigde xix.
de onderneemingen der beide Maatfchap- Pe ^ost« pyen. De Westindifche Maatfchappy hadt {££ |
|||||||||
ter gemaakt van 't Eiland Annobon* in A- veroverd
frika (w). Doeh in Louwmaand deezes jaars Köchin 1663 , hadt de Oostindifche Maatfchappy *"r> "** Köchin, en, op den vyftienden van Sprok- kelraaand daaraan, de fterke Vesting Kana- nor, benoorden Köchin, op de Portugeezen, veroverd, waardoor zy van de gantfche kust van Malabaar, tot aan Goa, toe, meester geworden was (V). De Graaf van Miranda en Diego Lopes de Ulhoa, die, na hem, de zaaken van Portugal, eenen tyd lang, waar- nam , beweerden, dat deeze twee Steden , tegen den inhoud der Vrede, bemagtigd wa- ren , en terftond wederom behoorden gegee- ven te worden. Doch de Oostindifche Maat- fchappy hielde het tegendeel (taande. De Portugeezen vestigden zig , voornaamelyk , op één der punten van 't Verdrag, waarby vastgcftcld was, dat de Vrede, drie maanden na de bekragtiging, zou afgekondigd wor- den, en dat de vyandelykheden, twee maan- den na de afkondiging, zouden ophouden buiten Europa. De bekragtiging nu was, huns oordeels, gefchied, in Hooimaand des jaars 1662, wanneer zy verklaard hadden, daar-
(w) Attzkma IV. Duel, il. 040,
£*) AiTZEMA IV. Deel, il. 1080, |
|||||||||
74 VADERLANDSCI IE XLJX. Boek.
i6<s$. daartoe gereed te zyn, waaruit volgde, dat
—----- de vyandlykheden op de kust van . Malabaar
met de Vrede ftreeden. Maar de Oostindi-
fche Maatfchappy verftondt, dat de bekrag- tiging niet kon gerekend worden gefchied te zyn, voor dat de bekragtigde Verdragen waren uitgewisfeld, dat is, niet voor den vyftiendcn van Wintermaand des gemelden jaars, waaruit volgde, dat het overmeesteren van Köchin en Kananor, in Louw- en Sprok- kelmaand der jaars 1663, niet aanliep tegen het Verdrag (j). Na 't vertrek van Ulhoa, zondt de Koning van Portugal Francisco Fer- rci'ra Rebello herwaards, die ook op 't herle- vcren van Köchin en Kananor aanftondt. Doch men bleef, hier, van oordeel, dat de Maatfchappy deeze Plaatfen wettiglyk bezat. Portugal Rebello hadt, daarenboven, last, om de Staa- Terzoekt tcn on] onderftand te verzoeken tegen Span- de'sila" Jc- U° Spaanfche Gezant Gamarra kreeg liier- ten tesen van zo dra de logt niet, of hy verklaarde den Spanje. Staaten, dat de Koning, zyn meester, het onderfteunen van het wederfpannig Portugal voor eene Vredebrcuk houden zou. Doch deeze verklaaring was overtollig. De Staa- ten hadden, te vooren reeds, beflooten, 't verzoek van den Portugeefchen Gezant af te flaan, gelyk zy deeden: waarop hy, terftond * zyn aflcheid nam (z). Verlies 't Veroveren van Köchin en Kananor boet- van 't Ei- te een wejnig de fchade, die de Oostindifche Maat-
fy~) Aitzfma tV. Deel, hl. 1157, n6l-, ll6$, 1166, I16&,
H73- V Ueel, H \(j7- i^z) AlTit.UA IV. 'Dctl, W. 1171-1173, |
|||||
*
|
|||||
XLIX. Boek. HISTOR I E. 7$
Maatfchappy, in't voorleeden jaar, geleeden 1603.
hadt, door 't verliezen van het Eiland For- -— - mofa, vanwaar zy ftcrken handel dreef op land For- China en Japan. De Maatfchappy hadt dit mQi^ Eiland eenige jaaren bezeten, uit hoofde van een Verdrag met de Chineezen, die haar For- mofa afftonden, mids zy de Piscadores , nader aan China gelegen, ruimde, gelyk zy gedaan hadt. Doch Coxinga, een Chinees, federt veele jaaren, de wapenen gevoerd hebbende tegen de Tartaaren , die China bemagtigd hadden, hadt, al voorlang, toeleg gemaakt, om Formofa te overvallen, en van dit Eiland, welk vol gevlugtc Chineezen ftak , den zetel zyns gebieds te maaken. De Chineezen, die op Formofa woonden, waren, reeds een en andermaal, opgeftaan tegen den Bevelhebber der Maatfchappy; doch hunne bcweegingen werden, by gebrek van wapenen, geimoord in de geboorte. Maar in Grasmaand des jaars 1661, deedt Coxinga, met twee- of driehon- derd vaartuigen, die vyfentwintigduizend man voerden, een landing op Formofa, daar hem zyne landsluiden, terftond, toevie- len. Twee of drie fchepen lagen 'er toen flegts aan 't Eiland, een van welken, in gevegt ge- raakt met omtrent zestig Chineefche Jonken, door zyn eigen buskruid, in de fügt lprong. Een hoop van tweehonderd vyftig foldaaten onder Pedel, flaags geraakt met vierduizend Chineezen, werdt op de vlugt gejaagd. Toen tastte Coxinga de Sterkten provimia en Zee- landia, ieder op eene zandplaat voor 't Ei- land gelegen, de eene na de andere, aan. De
|
||||
76 VADERLANDSCHE XLIX. Boek.
De eerfte gafzig, in Blociniaand, over, by
verdrag: de andere ftondt het beleg door, tot in Sprokkelmaand des jaars 1662, wan- neer zy, insgelyks by verdrag, overging. D& bezetting bedong de gewoone krygseer, en begaf zig, nevens de Nederlandeis, die op Forniofa waren, naar Batavia, van waar men verzuimd hadt, of niet in ftaat geweest was, de belegerden te onderfteunen, naar behoo- ren. De Bevelhebber van Formofa. Coyet werdt, te Batavia, gevonnist tot cene altoos- cluurende ballinglehap, op een onbewoond Eiland. Hy kreeg egter, in 't jaar 1674, ver- lof, om zyne dagen, in een der Vereenig- de Gewesten, te komen eindigen. Op dceze wyze, raakte de Maatfehappy Formofa kwyt (V), welk zy, naderhand, nimmer wederom magtig heeft können worden. Haare Vloot onder Borth raakte, in deezen jaare 1663, tot tvvcemaalen toe, ilaags met Coxinga, die, de tweede reize, volkomenlyk overwonnen en zozwaar gekwetst werdt, dat hy eerlang, overleedt, aan zyne wonden. Zyn Zoon, die 't gebied na hem aanvaardde, wist nogtans, door magt en beleid, de onderneemingen der Maatfehappye op Formofa., geduuriglyk, te verydelen (T). Sedert de Vrede met Portugal, was 'er,
tusfehen Spanje en deezen Staat, ecnig mis- noegen gereezen, doordien men, van hier, zo van de Spaanfche zyde voorgegeven werdt, den
(«) Zie 't Verwaarloosd Formofa en H. v. Quf.llENBURo
fegen TavüRNiEr Cap. II. tl. 17 enz. (b) AuzSma V. Oeel, tl. 190. |
||||
XLIX.BoEK. HISTORIE. 77
|
|||||
den Portugeezen antretende goederen toe- kjos.
voerde. Onder dit voorvvendfel, werden-------
verfcheiden' Nederlandfche Koopvaardyfche-
pen door de Spaanfche Commisfievaardcrs, onderzogt, aangehouden en opgebragt: 't welk men van onzen kant, bieldt te ftryderi met bet Verdrag van Zeevaart van den jaare 1650. Men fleet veel tyds in den Haagc, met het onderzoek van den ftaat deezer gefchillen. Ook viel 'er nog veel te vereffenen, raakende de Landen van Overmaaze en de wederzydfche grenzen in Brabant (c). 't Misnoegen, welk , ter oorzaake van alle deeze gefchillen, ont- ilondt, itoorde egter de Vrede niet, tusfcben de twee Mogendheden, die, door het weder- zydsch belang, langs hoe naauwer verbonden werden aan elkunderen. Filips de IV. gaf den Huwelyk Staaten, zynen zeer lieven en grooten Vrienden, tus!c^ei} in Grasmaand deezes jaars, fchriftelyk kennis zer'en dë van het geilooten Huwelyk zynerDogter,ikfor- Infame. gareet, met Keizer Leopold (i); welk, in laa- ter' tyd, gelegenheid tot eenen Moedigen oor- log gegeven heeft. Tusfchen den Keurvorst van Brandenburg xxr«
en den Hertog van Nieuwburg, waren, [•1na"d^et ten deezen tyde, wederom eenige gefchillen ^en gereezen , over de vrye oefening van den Keur- Roomfchen en Onroomfchen Godsdienst, vorst van die , door tusfehenfpraak der algemeene Staa- J™dsen^ ten, werden bygelegd. Men "handelde, te- den H$r- genwoordig, ook over eene vernieuwing des toge van Ver- Nieuw,
burg. CO Aitzrma IV. Jieel, l/f. io?(. 1004-1111.
W Aitzema IV. Üeel, U. ïoyö. |
|||||
?8 VADERLANDSCHE XUX.Boek.
Verbond met Brandenburg, waartoe de
meeste gewesten neigden ; doch Holland verklaarde , daarin niet te können bewilli- gen, zo de andere Gewesten niet toeitonden, dat 'er geene verandering gemaakt werdt, in de oude ichuld ten laste van den Keurvorst, fpruitende uit eene fomme van honderddui- zend Ryksdaalers, door den Ontvanger Ifoef- yzer, in den jaare i6i6, hier te Lande, op 't geloove van Holland, opgenomen, en mer de intrest en intrest van intrest, geweldiglyk, opgeloopen; van welke ichuld de Keurvorst een gedeelte begeerde af te trekken: waartoe Holland niet verftaan kon. De vernieuwing van 'c Verbond met den Keurvorst bleef, derhalve, agter(V). Met den Paltsgraave Fi- lips Willem, Hcrtoge van Nieuwburg, hadt men ook nog verichil, over 't bezetten van Raveftein. De Hertog hadt zig, daarenbo- ven, federt eenigen tyd , meester gemaakt van het Huis te Leuth, uit kragte van een Keizerlyk bevel, welk onderftelde, dat de Heerlykheid van Leuth eene vrye Ryks- Heerlykheid ware. Doch de Staaten, deeze Heerlykheid aanmerkende als een Leen van Valkenburg, een der Landen van Overmaa- ze, hadden de Nieuwburgfche bezetting ver- dreevcn van het Huis, en zig met geweld» gefteld in 't bezit van het zelve (e). De Palts- graaf begeerde, deswege, vergoeding, in de Lente deezes jaars. Ook boodt hy aan, Ra- ve-
(<0 Aitzema IV. Deel, W. 824, 829, gC&, 1037, UJÖ»
1180, 1183. V. Deel, t>'. 323-332. ^*) Allz£H.\ IV. Deel, 61. j^Oyfio. |
||||
XLlX.BoEK. HISTORIE. 79
veftein te willen afftaan tegen een gedeelte 1663.
van 't Land van Overmaaze. Doch zyn ver----------
zoek vondt geen ingang by de Staaten, die,
met reden, oordeelden, dat Maaftricht min- der gedekt zyn zou, zo zy zig van een ge- deelte van het Land van Overmaaze ontdee- den (ƒ> Tusfchen Ckristojfel Bcmard van Galen, XXII.
Bisfchop van Munster, en de Vereenigde Ne- <?or- derlanden, fmeulde een oud misnoegen, welk ^°a£ eerlang uitborst tot eenen openbaareu oor- 0nge. log: waarom het, hier, in zynen oorlprong, noe:;en verdiend opgehaald te worden. tusfchen De Zweeden, in 't jaar 1633, het Slot Be- Jhn B,ï_
vergerne, behoorende aan den Bisfchop van vanivïun- Munfter, bemagtigd hebbende, hadden 't, flerende in 't volgende jaar , afgeihian aan Fredrik ^taa'e.n/ Henrik, Prinfe van Oranje, wien het diende, o"f»j tot dekkkinge van zyn Graaffchap Lingen. siotüe- Zyn Zoon en Opvolger bleef, federt, in 't verger- bezit van dit Slot, onaangezien de Keurvorst ne» at" van Keulen, die toen Bisfchop van Muntter s "* was, van tyd tot tyd, om herlevering van het zelve aanhieldt (g). Doch na 't overlyden van Willem den II., Prinfe van Oranje, lie- ten de Voogden over den minderjaarigea Prinfe, Willem Henrik, zig overhaalen, om het Slot en Vlek Bevergerne, in den jaa- re 1659, af te ftaan aan Christoffel Bernard, die, eenige jaaren te vooren, tot Bisfchop van Munller, vcrkooren was (Ji), en zig ver-. bondt,
(ƒ") AlTZKMA IV. ütA, il. 1780.
(#) Attzsma VU Deel, H. 383» 38s, M<>. (A) WiCQUEiruuT Livr. VI. p. 37«. Aitzema UI. Detl% hl, 486. |
||||
8o VADERLANDSCHE XLIX. Boek.
1-663. bondt, om honderd en vyfticnduizend Ryks^
-------daalers te betaalen aan 't Sterfhuis (ï). 't
Verfchil over Bevergerne was hiermede af-
gedaan. Doch kort na dat de Bisfchop ver- kooren was, hadt hy gefchil gekreegen met de »StadMunfter, en met den Deken en 't Kapit- tel der Hoofdkerke, waarin de Staaten, ins- gelyks, gemengd werden. Twist De Stad plag, van ouds, in 't weereldly- tusfehen ke z0 wei ais in 't Geestelyke, te ftaan onder
fchop'eti ^cn ßisich0P? doch gen°ot, desonaangezien , de Stad verfcheideu' vryheden en voorregten , even Munfter. als de andere Hanze-Steden in Duitschland., Onder anderen, beweerde de Wethoudcr- fchap regt te hebben, om bezetting in de Städte leggen, om de Poorten te bewaaren* en om het VVagtwoord te geeven. De Bis- fchop, die't anders verftondt, hadt zig/in 't jaar 1655, met eenig Krygsvolk, naar de Stad begeven, en toen een Verdrag geflooten met de Wethouderfchap, waar by, onder ande- ren, beraamd was, dat Munfter bezet zou blyven, door den Bisfchop, tot dat de Sten- den des Lands geoordeeld zouden hebben , of zulks behoorlyk ware, of niet. De Sten- den deeden, federt, uitfpraak, dat de Bis- fchoplyke bezetting de Stad behoorde te rui- men. Doch de Keizer, aangezogt door de Stad, om haar, in haare voorregten, te be- fchermen, oordeelde, dat dezelven eerst na- . der beweezen moesten worden; waartoe hy haar zes maanden tyas gaf. De Stad, bedugt, dat de Bisfchop haar, na verloop deezer zes maan-
C O Zie het Tiaft. by Aitzbma IV. heel, W. 4491
|
||||
XLIX.BoEk. tilSTOiUËi 8*
maanden , op nieuws 5 kwellen zou j zögt > 1553;
door voorfpraak der Hanze - Steden , Lubek, —;—• Breemen en Hamburg , begreepen te worden, in het Verbond , welk deezen , in den jaare * 1646, met de Staaten der Vereenigde Gewes- ten, geflooten hadden; Zy deedt, ten deezert einde , eene bezending herwaards , in Bloeit maand des jaars 1657. De Staaten gaven voor befeheid ^ dat zy den voorflag van dié ^van Munfter ter overweeginge der byzon- n dere Gewesten verzonden hadden , en „ midlerwyl alles aanwenden zouden , wat j, in hun vermogen was , om goed verftand h met de Stad te onderhouden." Maar de Be Stacl Bisl'chop , wel bewust, dat de raadpleegin- ^ordc gen der byzondere Gewesten , doorgaans , g^ van langen nafleep zyn, hadt, ondertuslchen,. 't beleg geflaagen voor de Stad -, ftaat maa- kende , om dezelve te bemagtigen , eer zy, door de Staaten , zou können onderfteund worden. De Ryksftedehouders (want Kei- zer Ferdinand de III. was , kort te vooren, overleeden) vermaanden hem tot het op- breeken van 't beleg : doch hy hadt 'er gee- ne ooren naar. De Staaten der Vereenigde De Staa; Gewesten , ongaarne ziende j dat de Duit- ten zoe- fche Vorften zig van de groote Steden op kendetl de grenzen van hun gebied meester maakten bemid-6 (&) , booden zig aan , om het gefchil tus- dele», ichen den Bisfchop en de Stad, door hunne tusfehenfpraak, te bemiddelen; De Stad nam deezen voorflag s gerecdelyk , aan; Doch dé
(i) De Witt Brieven til. T)-d, bl. 425;
XIII. De Eu 1-
|
||||
■*a VADERLANDSCHE XLIX. BoEß;
t66$, de Bisfchop , dryvende , dat het gefchil en^
r------kei huisfelyk ware , wees dien van de hand.-
De Staaten deeden egter eene bezending naar
den Bisfchop en de Stad, die, door Henrik van den Kapelle van Rysfel, Abraham van Be- teren , Heere van Barendrecht, en den Heere van Borfelen van der Hooge, bekleedt werdt.- Te gelyk deeden zy eenig Krygsvolk trekken naar de Grensfteden , aan den kant van Mun- fter, verklaarende egter, dat hun oogmerk geenszins was, de rust des Ryks te ftooren ; maar de vyandlykheden, welken , aldaar be- gonnen waren , en ligtelyk tot de- nabuuren zouden können overflaan , te doen ophou- den. Zy beoogden , door deeze Verklaaring* te voorkomen, dat de Onderhandelingen over een verdedigend Verbond , met de drie Kerkelyke Keurvorften , van Ments ,■ van- Trier en van Keulen , den Bisfchop van Mun- fter en den Hertoge van Nieuwburg , die federt eenigen tyd in den Haage begonnen waren (7), werden afgebroken : gelyk nog- rans , eerlang, gefchiedde , zeer tegen den zin en tot merkelyk nadeel der Staaten ; al- Ryaich zo $Q ^e Kerkelyke Keurvorften , de Bis- fcond. fchop van Munfter, de Hertog van Nieuw- burg , de Koning van Zweeden , als Vorst van Breemen en Verden , Hertog van Po- meren en Heer van Wismar; Augustus, Her- tog van Bronswyk - Wolfenbuttel, en Wil- lem, Landgraaf van Hesfen-Kasfel, in Oogst- maand des jaars 1653, het Rynsch Verbond ilo&»
|
|||||
CO AIT2EMA IV. Dal, 11. 118 enz.
|
|||||
XLIX. Boek. HISTORIE. 83
flooten : welk vierkant aanliep, tegen de 1^53,.
belangen van deezen. Staat. Ook verbonden -------■•
eenigen van deeze Vorften zig, naderhand,
met Frankrijk, waardoor de onderneeming Van Lodewyk den XIV. op de Spaanfche Nederlanden > in den jaare 166? , merkelyk bevorderd werdt. De Staaten zonden den Bisfchop en der Stad brieven toe met eenen Trompetter , waarby zy aan beiden kennis gaven van hun oogmerk. Doch de Bisfchop nam den Trompetter de brieven af, welken hy aan de Stad brengen moest, en gedoogde niet; dat hy derwaards ging. De brieven De Bis- werden hem egter, na datze gelezen waren, fchop te rug gegeven. De Afgevaardigden der ^vst der Staaten werden, beleefdelyk, ontvangen door bemidde« den Bisfchop , die egter hunne bemiddeling, ling van volftandiglyk , affloeg , beweerende , geduu- de hand. ï'iglyk, dat zyn gefchil met de Stad Munfter een louter huisfelyk gefchil was , en niet dan door de Stenden des Lands en de Vorften des Duitfchen Ryks kon bemiddeld worden. Doch hoe beleefd by de Afgevaardigden ook bejegenen mögt, hy wilde niet gedoogen, dat zy naar de Stad toogen. De Staaten namen hem dit zo kvvalyk , dat Holland, zo dra men 'er tyding van kreeg, met meerderheid van ftemmen , en tegen 't gevoelen van Dor- drecht , Schiedam en Briele , maar vooral van Amfterdam , vastftelde , de Stad met de wa- penen te onderfteunen (m~). De algemeene Staa-
OO S°cr. Rpfol. IIoll. 17, 18, V) Otfob. 1657. I. Deel, U.
5^°. f>C>i. Ds Witt Jirieven , Hl. Deel, bl. 434. V. Deel, kl' 5'4» F 2
|
||||
84 VADERLANDSCIIE XLIX.Boek.
1663. Staaten beflooten, overeenkomftig met de
■------- meerderheid der Staaten van Holland , op
den twintigften van Wynmaand „ dat de Af-
Zybjflui- gevaardigden nieuwe poogingen zouden eene°be- n aanwenden , om den Bisfchop te bcweegcn zending „ tot het ftaaken der vyandlykheden , en tot met ge- M het aanvaarden van der Staaten bemidde- leide van ^ jjng . ^at zy gelvke poogingen zouden doen vofk'S" »in de Stat**: eno? dat men Inm niet ver"
„ hinderde , zig derwaards te begeeven , zou- „denze geleid Worden, door een aanzienlyk „ getal van knegten en ruiters 3' over welk het bevel opgediaagen werdt aan Fredrik Magnus, llyngraave en Bevelhebber van Maastricht, die egter geen' last hadt, om de vyandlykheden te beginnen; maar alleen om geweld met geweld te keeren. De Staaten vertrouwden hem deezen togt, onaangezien fommigen meenden , dat hy wat te naauw ge- hegt was aan den Koning van Frankrijk, in wiens dienst zyne Zoonen waren («), en met wien de Bisfchop van Munfter zig , eerlang , verbondt. Men nam het befluit om Munfter te onderfteunen , met zo veel fpoed , en 't werdt zo vaardig uitgevoerd, dat men aan den uitflag niet twyfelde, en ftaat maakte , om voor Munfter te zyn, eer 'er de Bisfchop op verdagt was. Doch 't viel anders uit. De Bisfchop hieldt heimelyk verftand in den Haage met iemant (1) , die hem van de ge- wig-
(«3 DE Witt Brieven III. Deel, tl. 427.
( i ) Ik meen dat deeze Joan Hesfing was, en dar
hy de geheime beiluiien ontving van Willem va» Belle,
|
||||
XLIX.BoEK HISTORIE. 85
wigtigfte befluiten der Staaten , terftond, 1663.
kennis gaf. Uitdcczen, vernam hy, op den -------•
een-entwintigften, wat men, op den twin-
tigften , bellooten hadt. Hy deedt , derhal- ve , de onderhandeling met de Stad voort- zetten , die , federt cenige dagen , aangevan- gen was. In 't eerst, hadt hy harde voor- waarden gevorderd ; doch de vrees voor de Staatfche troepen deedt hem veel toegeeven. De Stad verdroeg zig met hem , op den zelf- De Stad den eenentwintigiten van Wynmaand des jaars ^er" 1657 , eer zy tyding hebben kon van 't ge- z™wet ne , 's daags te vooren , by de Staaten , be- den Bis- flooten was. Men kwam overeen „ dat de fchjp. „ bezetting gedeeltelyk uit Stads -, gedeelte- „ lyk uit Bisfchoplyk Krygsvolk beftaan zou ; „dat de Bevelhebber ook aan de Stad den „ eed zou doen , en dat het woord gegeven n zou worden door den Bisfchop , als hy in „ de Stad was, anders door Burgemeesteren „ en Raad."' De Afgevaardigden der Staa- ten , voor Munfter gekomen , vonden alles afgedaan , en keerden , eerlang , naar den Haage te rug. De Bisfchop behieldt, nogtans, merkelyke gevoeligheid tegen de Staaten, die hem belet hadden , de Stad, geheellyk ,, onder zyn bedwang te krygen ( o ). De Stad deedt, federt, nieuwe poogingen , om be- gree-
(o) AiT2EMA IV. Deel, K. «f9.72. XViCQimwBLT Uvrè
X. p. 552-55^. De Witt Brieven HV Ueil, W. 437. Bell'. , Klerk vnn den Griffier der algemeene Staaten ,
die 'er, eerlang , over gebannen werde. Zit Ajtzema IV. DeeJ, bl. 24«. F 3
|
||||
86* VADERLANDSCHE XLIX.Boek,
1663. greepen te worden in 'e Verbond tusfchen
•------de Staaten en de Hanze-Steden ; maar do
Staaten , inzonderheid die van Holland, ver-
ftonden , dat Lubek , Hamburg en Breemen zig , deswege , eerst behoorden te verklaa- ren. Doch dcezc Steden maakten 'er zwaa- right'id in. Ook deeden de Bisfchop , de Keurvorften van Ments , Trier en Keulen, en Keizer Leopold zelf alle weer , om de Staa- ten en de Stad af te houden van zulk een Verbond (/>). De onlusten tusfchen den Bisfchop en de Stad duurden, ondertusfehen, en ftortden , in den jaarc 1659 , op nieuwe 7-f , vyandlykheden uit te loopen. De Bisfchop, nieuws P cenc tütfpraak in zyn voordeel verworven belegerd, hebbende ten Keizcrlyken Ilove , wapende zig andermaal, om de Stad met geweld te bedwingen. Zy zogt ook andermaal haar heul by de Vercenigde Staaten. Friesland drong lterk op het ontzetten van Munfter ', docli Holland , toen zwaar belast met de uit- rusting naar 't Noorden , hadt geenen zin om zig diep te fteeken in de Munfterfche zaaken. Sommigen dreeven, dat men zig van de ge- legenheid bedienen moest, om bezetting te brengen in Munfter, en deeze Stad, daardoor, gelyk Embden , meer of min af hangkelyk te maaken van den Vereenigden Staat. Doch men vreesde het Duitfche Ryk tot argwaan te verwekken. Ook zou L,odewyk de XIV s als waarborg der Westfaalfche Vrede , hier- uit , yeelligt, ftof tot misnoegen tegen de Staa*
O) AlTZBMA IV. Deel, il. 243-248.
|
||||
XLIX.BoEK. HISTORIE. S?
Staaten hebben opgevat, 't Ontzet van Mun- i<s63.
ftcr bleef dan agter (^). Alleenlyk leende -------
men der Stad , in 't jaar 1660 , tienduizend De Sraa-
Ryksdaalers : 't welk de Bisfchop zo euvel *jenftoï^ nam , dat hy 'er eenen fcherpen brief over nenhaar, fchreef aan de Staaten. Sedert, handelde hy met ee- met de Stad over een Verdrag, door bemid- nig geld. deling van den Keizerlyken Gezant , Friquet, die een ontwerp hadt opgefteld, welk, zelfs door de Afgevaardigden der Staaten , der Stad werdt aangepreezen. Doch de Stad hadt zo weinig trek, om zig genoegzaam geheel- lyk onder den Bisfchop te begeeven , dat zy, in Herfstmaand des gemelden jaars, verklaar- de , liever alles wat de Bisfchop vorderde aan de Staaten te willen afßaan , ja den Staaten liever de geheele hand dan den Bisfchop eenen vinger te willen geeven. Zy ftelde ook een ander ont- werp op. Doch dit behaagde den Bisfchop niet. Friesland , en daarna Zeeland drongen fterlc op het ontzetten der Stad. Gelderland, Overysiel en Stad en Lande verfchilden niet veel van deeze Gewesten. Doch Holland Meldt het befluit tegen. De Bisfchop was , zo wel als andere Ryksvorften, onlangs, met Frankryk in verbond getreden. Holland vreesde , derhalve , voor Frankryk , als men den Bisfchop den oorlog aandeedt. Men ver- klaarde , eindelyk, met ronde woorden, dat Munfter geen' onderftand van de Staaten te wagten hadt, zo de Stad niet bewilligde in het
Cf) AFT7EMA IV. Deil, il. 451-455. W1C13UIFORT Lh't.
F4 |
||||
88 VADERLANDSCHE XLIX,Boek,
1663. het ontwerp, haar aangepreezen door de Staar
— ten (r). De Stad., toen van den nood eene £y raakt deugd maakende, Helde haare belangen geheel- l^Tkln de ^ *n ^e handen van hunne Hoog- Mogendhe-r jnagt den , zig , ondertusfchen, zeer beklaagende , (Jes Bis- dat men haare fchoone en oude Privilegien op- föip-ps. offeren wilde aan de heers chzugt Van den Bis- fchop (i). Ook was zy, in Lentemaand des; jaars 1661, tot zulk een uiterfte gebragt, dat zy zig met den Bisfchop verzoende, bclooven- de nu noch immer naar uitheemfche hulpe te zullen uitzien, en behoudende zo veel van haa- re Privilegienj als de Bisfchop haar, uit gena-? de, wilde toeftaan (ü). 't Gezag des Bisfchops rees geweldig , fe-
dert dat hy Munfter bedwongen hadt. Som- migen hebben gefchreeven , dat Amfterdam, het onderfteunen deezer Stad zo fterk tegen- hieldt 3 door aandryven van den Heere van Beuningen , wien zy 't verlies van Munfter eeniglyk wytten («). Doch ik twyfel, ofzy de waarheid getroffen hebben. Immers, van Beuningen was, ten deezen tyde , in Frankr. ryk , en ik vind , in de Brieven tusfchen den Raadpenfionaris de Witt en hem , gewisfeld, geen fpoor altoos, dat hy zig byzonderlyk aan de Munfterfche zaaken hebbe laaten gelegen zyn. XXIK. 't Gedrag , welk de Staaten , geduurende pe Bis- den loop deezer onlusten, gehouden hadden, K*flP ftak, f O De Witt Brieven I. Deel, hl. 338.
O ) Aitzema IV Deel, bl. 657■ 675.
(O Aitzema IV. Deel. W. 813-H'S.
(u) DyjiNETS Hiflory of his own Time, Vol. I. p. 330
|
||||
XLIX. Boek. HISTORIE. 89
ftakj ondertusfchen, den Bisfchop zo zeer in !<$<;$,
den krop, dat hy de Stad zo dra niet in zyne -------
magt hadt, of hy fcheen naar gelegenheid te zoekt ge-
zoeken, om hun verdriet aan te doen, Hy ^chil met floot, in deezen jaare 1663, een verdrag met ^ w" George Chrhtiaan-, Vorst van Oostfricsland, en maakte zig meester van de Eilcrichanfe (y). Ten zelfden tyde, vorderde hy de. Heer- lykheid Borkelo te rug, die zynen Voorzaa- ten, in den jaare i6i6(w), onrechtvaardig- lyka zo hy voorgaf, door de wapenen vau den Staat, afhandig gemaakt was. De Fran- fche Ambasfiideur onderfteunde deezen zynen eisch. De Afgevaardigden van Gelderland verftonden, dat de zaak tot hun gewest in 't byzonder behoorde, en den algemeenen Staa- ten niet aanging. De andere Afgevaardigden namen den voorflag van den Bisfchoplyken Gezant, blootelyk, over. Doch daar ver- liep een geruime tyd, eer 'er antwoord op kwam (x). Wy zullen hierna zien, welke ge- wigtige gevolgen deeze zaak naar zig ge- fieept hebbe. 't Bemagtigen der Eilerfchanfe, waarvan
wy terltond fpraken, brengt ons de Ooitfrie- fche zaaken in gedagten. Wy hebben 'er niet of naauwlyks van gewaagd, na het einde van het drie-enveertiglle Boek, alwaar wy de gefchiedenitfen van Oostfriesland bragten, tot omtrent den tyd van het il uiten derMun- fter-
(v~) AiTZttM/i IV. Deel, H- loSG, tcpj,
(nO Zie X. Oeel% bl. 154.
C$J Aitzema IV. Deel, bl. 113a. V. Deel, l/l 319.» 3*»
?5
|
|||||
\
|
|||||
90 VADERLAND SCHE XLIX.Boek;
t66$. fterfche Vrede. Ook was 't onnoodig en wan-
—---- voeglyk , den loop der andere gefchiedenis-
fen, geduuriglyk, door een verhaal van dee-
zen, te breeken; zo, om dat zy doorgaans geenen invloed hebben op den algemeènen toeftand der Vereenigde Gewesten, als, om dat zy beter begrcepen worden, wanneer men ze , fchetswyze aaneengefchakeld , te boek gefteld vindt. Wy zullen ons, hierom, tegenwoordig, van de gelegenheid bedienen, om den draad der Oostfriefche zaaken we- derom aan te hegten, daar wy dien afgebro- ken hebben. XXIV. De twist tusfehen den Graave en de Sten- Schets den des Lands , ontfteken ter gelegenheid d"f>h«t"van ^e inlegei"ing der Hesfifche troepen» zaaken, werdt, kort na het treffen der Munfterfche federt de Vrede, naar gewoonte door bemiddeling' Munfter- van Gemagtigden der algemeene Staaten, ^ wederom bygelegd, dooreen Verdrag, waar- in men, wegens het invorderen der belastin- gen, het afdanken der nieuwlings geworven* knegten en de Regtsoefening, overeenkwam (y). Doch dit Verdrag was, zo wel als de voorigen, van korten duur. De Graaf, op 'e einde des jaars 1648, overleeden zynde, werdt, door zynen minderjaarigen Zoon, En- no Lodnyyk, opgevolgd; over wien, onder anderen, Willem de II, Prins van Oranje, tot Voogd gefteld werdt, zynde de algemee- ne Staaten verklaard, tot uitvoerders van 's Graaven uiterftcn wil (z). Doch de Stad Embtt
(y~) AirzEMA Hf. Deil, il. 271, 286.
(x) Aitzema IIJ. Diel, bl. $tji. |
||||
XLIX. Boek. HISTORIE. 91
Embden en eenige Stenden weigerden, den ,($63,
jongen Enno voor Graave te erkennen. Men —— moest dan wederom naar den Haage: daar de Staaten, in Wintermaand des jaars 1650, uitfpraak deederi, dat de Stenden den Graaf zouden hebben in te huldigen; die, van zynen kant, 's Lands Privilegien bevestigen, en Embden de vrye Raadsbeftelling laaten zou (a). De onlusten bleeven egter duuren. De Graaf en de Stenden begeerden niet te draa- gen, tot het onderhoud van zeshonderd man in Embden, daar de Stad zig niet alleen me- de belasten wilde. Ook waren 'er nog andere gefchillen ontltaan, ter gelegenheid van de Regtsoefening over den adel, en van het af- doen der gemeene fchulden. De Staaten moesten, derhalve, al wederom Gemagtig- den fchikken naar Oostfriesland (V): ook kwa- men 'er Gemngtigden van beide de partyen in den Haage (c); doch 't liep aan tot in Gras- maand des jaars 1655, eer de Staaten ecne nieuwe uitfpraak deeden (d). Embden ver- zogt herziening van deeze uitfpraak; waar- door zy voor eerst geene kragt had. Mid- lerwyl, was het voor lang geflooten Huwe- lyk, tusfehen den tegenwoordigen Graave en de Prinfesfe Henrietta van Nasfau , afge- raakt, könnende de Prinles, zo men voor- gaf, geene genegenheid krygen voor den Graave (Y); hoewel hieronder, vermocdelyk, ook
f a~) AiTZfMA III. Deel, bl. 414, 487.
(>) Aitzema III. Deel, bl. 651, 767, 769, 770, 771.
CO Aitzema III. Deel, bl 1>74, 1102, iro^, »254.
(.d) Z'n dezelve by Aitzrma Mi. Deel. bl. 1225.
, (O Aitzema UI. Üeel,bl. 8-4, 1228, 1318. IV. Deel, ¥• 43- |
||||
92 VADERLANDSCHE XLIX. Boek.
1663. ook ftaatkundige inzigten liepen. Zy trouwde,
•------ in't jaar 1659, met Joan George, Prinfe van
Anhalt (ƒ). De Graaf, nu tot Kyksvorst ver-
hccven (g), befpeurde haast, dat de algemee- ne Staaten hem minder gunftig waren, dan by 't leeven van Willem, Prinfe van Oranje , die zyn Voogd geweest was. De nieuwe uit- fpraak, welke zy, in 't jaar 1657, deeden (/2), was, derhalve, van zo weinig kragt als de voorigen. De gefchillen bleeven duuren, zo wel als het klaagen over eikanderen, in den Haage. Ook gaf nieuwe ftof tot misnoegen, dat de Graaf van Oldenburg» die zig, geduurende de Mansfeldfchc inle- gering, omtrent den jaare 1623, meester ge- maakt hadt van de Heerlykheid In- en Knip- huizen in Oostfriesland, zyn aandeel wei- gerde te draagen, in 't gene de Stenden aan deezen Staaten fchuldig waren: waartoe hy, liogtans, naar 't oordeel der algemeene Staa- ten, gehouden was (f). De oorlog in't Noor- den gaf den Vorst, in 't jaar 1650, gelegen- heid, om te dringen op werving; waartoe de Stenden niet verftaan konden. Ook oor- deelde men, in den Haage, dat de Vorst ligt te magtig zou worden, zo hy een aan- zienlyk getal van Krygsvolk op de been hieldt. De werving bleef, derhalve, agteiv De Admiraliteit van Friesland, federt eeni-. gentyd, een nieuw regt hebbende doen hef- fen te Lieroord, begeerde de Vorst, dat zulks m-
CO AIT7FMA IV. Detl, hl. 4."T.
£3 ,) Aitzrma IH- heel, l/l. itoS. £h) Aitzpma IV. D'el, H 43-4'?. Ci) Anis.UA IV. Deel, bl, 30^-31,0. |
||||
XLIX.BOEK. HISTORIE. 93
nagelaaten werdt (£). Doch eer men deswe- 1653.
ge overeenkwam, overleedt de Vorst, op -—— den vierentwintigften van Grasmaand des jaar 1660, wordende, door zynen Broeder, George Christiaan , opgevolgd, 't Gefchil, te vooren ontftaan , over 't invorderen der fchattingen, 't welk de Vorftelyke Ampte- naars den Stenden beletten wilden, borst, ten deezen tyde, tot hevige daadelykheden uit. De algemeene Staaten verftonden, op 't ein- de des genoemden jaars, dat de knegten, welken men wederzydsch, aangenomen hadt, zouden afgedankt worden, en beraamden eenen voet op het heften der fchattingen, waaruit zy betaald moesten worden (/). In 't volgende jaar, moest men komen tot eene nieuwe uitfpraak wegens dit ftuk, welke men egter den Vorst niet kon doen goedvinden. Partyen werden, hierop, befchreeven in den Haage (jii): daar zy, tegen eikanderen, ge- hoord werden. In Zomermaand des jaars 1662, oordeelden de Gcmagtigden der Staa- ten, dat 'er een Landdag gehouden moest • worden, te Embden. Dit gefchiedde, federt: doch men kon eikanderen, op den zelven, niet verftaan (»). De Vorst befchreef, daar- na , de Stenden te Aurik; maar zy, zig aldaar niet veilig rekenende, weigerden te verfchynen. Midlcrwyl, hadt de Vorst het Verdrag, waarvan wij boven gewaag- de , gemaakt met den Bisfchop van Mun- fter, die zig door den Keizer, hadt doen mag-
f k~) Aitzrma IV. Deel. hl. 455-459,
CO Aitzrma IV. Heel, il. 675-677. («) Aitzkma IV. Veel, il. 803-812« (fij AiTzema IV. Uid, l/l. y6l-9Öj. |
||||
94 VADERLANDSCHE XLIX. Boek;
magtigen, om zekere fomme, welke de Vorst;
aan den Prinfe van Ligtenftein, wegens gele-* verde nianfehap, fchuldig was, in te vorde- ren. De Bisfchop zou gaarne gezien hebben, dat men hem Reiderland in bctaaling hadt af- geftaan; doch men kwam, op 't einde deezes jaars 1663, overeen, dat de Vorst de iehuld, op zekere termynen, zou afdoen; waarvoor hy ook de Stenden van Oostfriesland verbondt. Maar deezen verklaarden 'er zig ongehouden toe. Door tusfehenfpraak van gemagtigden der algemeene Staaten, werden zy egter be- woogen, om hem driehonderdduizend guldens te belooven. De Staaten leenden hem, daar- enboven , honderd en vyftigduizend Ryksdaa- lers, waarvoor hy zyne Heerlykhcden Ezens, Stedesdorp en Witmond verbondt, hun te gelyk toeltaande, bezetting te leggen in de Eilerfchanfe en de Jemmingcrdwinger. Doch wegens dit laatfte maakte hy, federt, zwaa- righeid, bedugt, dat de Staaten, deeze Sterk- ten eens ingenomen hebbende, zig niet zou- den laaten bewcegen, om ze wederom te rui" men. De Staaten ilootcn, hierop, de hand, en hielden de beloofde penningen in: 't welk den Vorst buiten ftaat Helde ^ om de Ligten- fteinfche fchuld af te doen. De Bisfchop van Munfter, ziende dat de penningen niet inkwamen op hunnen tyd, en eenig Krygs- volk verzameld hebbende, rukte, nog voor 't einde des jaars, naar de Eilerfchanfe, en maakte 'er zig, zonder ilag of ftoot, meester van (0). De
(O A.TZEMA IV. Desl, tl. 1083-1094,
|
||||
XLiX.BoEK. HISTORIE. 9$
DeVereenigde Staaten, hiervan tyding be- tgg^
komende, fchreeven, terftond, aan de Sten- •-------
den van Oostfriesland, dat zy de penningen 4 xxv.
den Vorst beloofd, aan den Prinfe van Ligten- De Sta* ftein behoorden te betaalen, op dat de Mun- j,™ „Jen fterfchen bcwoogen mogten worden > tot het de Eilen ruimen der Eilerfchanfe. Ten zelfden tyde* fchans. zonden zy de Heeren Bevcrningk, van Ha- ren en Gerlacius naar Oostfriesland, om hier- toe te arbeiden. Doch de Stenden waren on- genegen, tot het opbrengen der beloofde penningen, konnende zy zig, noch onder- ling, noch met den Vorst, verdaan, over de voorwaarden, waarop deeze penningen zou- den gefchooten worden. De Afgevaardigden der Staaten, lang en dikwils, te vergeefs, met den Vorst en met de Stenden, in onder- handeling geweest zynde, keerden, eindelyk, genoegzaam onverrigter zaake, in Lente- maand des jaars 1664, te rug naar den Haa- ge, de penningen, die de Staaten beloofd hadden te fchieten, en die, door hen, waren medegebragt, in goede verzekering, op 't Huis te Lieroord, gelaaten hebbende. Kort voor hun vertrek , hadden de Stenden belloo- ten, de beloofde driemaalhonderdduizend guldens te voldoen, zo de Vereenigde Staa- . ten dezelven voor hunne rekening hier te Lande wilden opneemen: waartoe, eerlang, beflooten werdt. Midlerwyl, leeden de Oost- friezen veel overlast van de Munfterfchen» die in de Eilerfchanfe lagen. Ook zagen de Vereenigde Staaten hen zo ongaarne op de grenzen, dat zy beflooten, eenig Krygsvolk by
|
|||||
l
|
|||||
9<5 VADERLANDSCME XLIX. Boek*
. byeen te brengen, onder Prinfe Willem van
Nasfau, en de Munfterfchen te verdry ven uit de fehanfe. De Bisfchop kreeg haast kennis van dit belluit. I Iy boodt aan, de fchans den Vorst van Oostfriesland in handen te willen ftellen, zo dra hem de verfcheene termyn van de Ligtenfteinfche fchuld voldaan was. Doch de Staaten verftonden, dat de fchans hun behoorde overgeleverd te worden, tot verzekering voor hun verfchot. De Bisfchop niet flegts, maar Keizer Leopold ook nam dit zeer kwalyk. De Keizerlyke Gezant Fri- quet klaagde 'er over, in den Haagc. Doch de Staaten voeren voort, met de uitvoering van hun befluit. ïerwyl 't Leger te Ootmarfum byeentrok, verdroeg de Bisfchop zig met den Vorst, onder voorwaarden, welken de Staa- ten niet kwalyk aanftonden. Maar 't beleg der fehanfe was, ondertusfehen > begonnen« Prins Willem vertoonde zig voor dezelve, op den twintigftcn van Bloeimaand: de Bevel- hebber der fehanfe, Elverveld, weigerde ze op te geeven; waarop de nadernisfen begon- nen werden. Doch op de tyding van 't ont- worpen Verdrag, floot men, eerlang, eenen ftilftand van wapenen. Maar alzo men eikan- deren niet verftäan kon wegens een Verdrag i werdt het fchieten op de Vesting wederom aangevangen. Op den vierden van Zomer- maand , roerden die van binnen de trom $ om in gefprek te komen. De fchans ging, teil zelfden dage, over by verdrag, waarin den Munfterfchen gegund werdt, te vertrekken met het gene zy medegebragt hadden. De Prins
|
||||
XLIX-BoEk. HISTORIE! 9?
|
|||||
Prins van Nasfaü voorzag haarj terftond, van 16(41
Staatfche bezetting, zonder dat de Staaten zig ken Gezant Friquet, die 't zeer kwalyk nam, dat men eene Vesting, op den Ryksbodem gelegen > hadt durven aantasten en inneemen. Nogtans verdedigden de Staaten hun gedrag, in eenen wydluftigen Brief aan Keizer Leopold (p). Zy bleeveiij federt, de Schans inhouden: 't welk niet weinig hielp, om den Bisfchop van Munfter tegen hen te verbitteren. De Vorst van Oostfriesland verdroeg zig,in Grasmaand des volgenden jaars, met Prinfe Hartman van Ltg- tenßein, wegens 't betaalen der oude fchukh Doch hy leefde niet lang genoeg, om aan dit Verdrag ïe voidoen. Weinig minder dan der- tig jaaren oud zynde, overleed: hy, op den zesden van Zomermaand des jaars 1665, wor- dende opgevolgd, door zynen Zoon, Edzard Ferdinand, die, eerst na 's Vaders dood, ter weereld gekomen was (<?). "..-,. Eenige maanden te vooren, was Prins 0X*}TI*
Willem van Nasfau, Stadhouder van Fries- iuk|igl. land en Groningen, ongelukkiger, aan zyn dood vare einde geraakt. In Wynmaand des jaars 1664, frfofe voorhebbende naar de grenzen van Westfaale ^j.1^ te reizen, washy, op eenen morgen,in zyne stadhou' Kamer, te Leeuwaarden, bezig, met het be- der va» proeven van een zinkroer of zadelpiftool, F««>- welk hy dagt mede te neemen. 't Piftool wei- L8°j " gerende af te gaan, trok hy 'er den flempel Ltnde; uit, om te zien, wat 'er aan haperde*' Doeh, in
O) AiTSFMA V. betl, bl. f,—j8.
(7) AiTzcy» V. Dal, H. (74. XIII. Deel.- O
|
|||||
$8 VADERXANDSCHE XLIX. Boek,
1664. in dit oogenblik, fprong 't Piitool los: de ko-
by de neus wederom uitkomende. De kin en de beide kaakebeenen gebroken zynde door den fchoot, werdt hem 't Ipreeken en zwelgen on- mogelyk gemaakt. Men bragt hem, door ze- ker werktuig, eenig vleeschnat in de maage, en hadt, in 't eerst, nog tamelyke hoop op zyne geneezing (r). Doch de koorts, diezig, eerlang, verhief, verzwakte den Prins derwy- ze, dathy, zeven dagen na 't ontvangen der wonde , op den eenendertigden van Wyn- maand, overleedt. 's Daags te vooren hadt hy zyne Gemaalin, de Prinfcs Albertina van O- ranje, tot Voogdes over de nablyvende on- mondige Kinderen aangeftcld, en het bedroef- de Huisgezin den Staaten van Friesland, Zyttv fchriftelyk, aanbevolen. De oudfte Zoon van Zoon Prinfe Willem, Henrik Kafimir van Nas/au, KMimir v0^^e hem op in 't Stadhouderfchap van volgt Friesland en Groningen, waarvan hem, reeds iem op in't jaar 1650, verzekering gedaan was. De Staaten van Friesland verleenden den jongen Vorst, terftond, Lastbrief en Berigtl'chrift, verklaarendc, dat hy in 't Stadhouderlyk be- wind treeden zou, zo dra hy twintig jaaren bereikt zou hebben. De Prinfes Weduwe bc- hieldt het regt tot de beftellinge der Wet- houderfchap in de Steden, geduurende 'sPrin- fen minderjaarigheid (j). Prins Willem hadt, kort voor zyn overlyden, zyncn Zoon ook den Staaten van Holland aanbevolen, om hem,
(O Refill. Huil. 18 (Mai. 1Ö64. II. ICO. Notul. Zee'. 10,
ta Dee. i«>4. W. srtH ,978. CO AlTilMA V. Detl, tl. 38-53. |
||||
XLIX.Boèk. HISTORIE. #
hem, in de ampten, die ter begeevinge van itéfy
dit Gewest ftonden, op te volgen. De Staaten ■ m van Friesland onderfteunden, federt, zyn ver- zoek. Doch men hieldt zig, hier, aan hetbe- iluit, te vooren genomen, om geene Krygs- ampten te geeven aan zulken, die ze niet in perfoon bedienen konden Qt~). De Predikant Gellkis Boè'tius gaf, eerlang, een verhaal van 's Prinfen affterven in 't licht, waarin, zyne Godsvrugt en milddaadigheid, hooglyk, ge- roemd werden (ti). Zyn Lyk werdt, met de gewoonlyke ftaatfie, in 't begin des volgenden jaars, te Leeuwaarden, begraaven. Prinfejoan Gevut. Maurits het Lyk verzeld hebbende, en in 't ^J, wederkeeren, met eenen merkelyken ftoet, fè joan te Franeker, over eene brug rydende, zonk Maurits. dezelve, aan de eene zyde, waardoor de Prins en vyf anderen in 't water raakten, met de paarden. De vyf werden terftond gered ; doch de Prins niet dan na verloop van eenen ge- ruimen tyd, hebbende lang onder zyn eigen paard gelegen, welk hem ook merkelyk be- zeerd hadt op de borst. Hy werdt, eindelyk, by de beenen om hoog gehaald, en bekwam, allengskens, zyne voorige gezondheid we- der (v). Omtrent deezen tyd, was 'er merkelyk XXVIL
misnoegen ontitaan in Zeeland, overdewyze Twisl; van 't beftellen der Wet te Vlisfingen en te ^laeiien Veere, 't welk nu gefchiedde, door de Prin- der Wet fesfe Weduwe van Oranje, uit eene benoe- teVHs- |
|||||||||||
minge der twee Steden. Doch om kuipery en
|
te Veere
|
||||||||||
on- "
O) Rcfol. Hol!. 4, s, 6, Nov. 1C64. W. 11J, 7.
C«0 Aitzema V. Dtel, 1/1. 53 en», &) AiTZLMA V. Üfel, 61. 4;><5» G a
|
|||||||||||
*eo VADERLANDSCHE XLIX.Boei.%
«*ö4. onrust te voorkomen, was haare Hoogheid,
t——— onlangs, te raade geworden, een Reglement in te voeren, waarnaar men zig, in dit fïuk, voortaan, zou hebben te voegen. Die tegen- woordig op 't kusfen zaten hadden geen'zin in dit Reglement, fchoon *t door de laage party en door de Staaten zclven, was goedgekeurd. Maar men verftondt, te Veere, dat de goed- keuring der Staaten, door loos beleid van den Raadpenfionaris Adriaan Veth, verkreegen was. Joan Casper de Mauregnault, Baljuw van Vee- re, yverde byzonderlyk tegens hetReglemen;; doch gaf 'er der Prinfesfe zo veel ongenoegen mede, dat zy hem beval, ftil te liaan met het waarneemcn van zyn Ampt, tot dat hy haare Hoogheid voldaan zou hebben. De Staaten hielden hem egter de hand boven 't hoofd, en men verftond, eerlang, eikanderen (51»), zon- der dat my klaar genoeg gebleeken is, op welk. cene wyze (>). X*VIH. Xusfchen de andere Gewesten en Zeeland, meVzee- herleefde wederom het oud gefchil over 't Und verbodemen der Koopmanfchappen, gaande over Ad-naar, of komende van Brabant en Vlaanderen: ""j1*1'" _ in de Vloote te Lillo (y); over 't behoorlyk ken/ * zuiveren der Binnenlandfche Paspoorten, en 'over 't weeren der fluikeryen, te Breda, te Bei-
(wl Notul. Zeel. 28 'Juny iMz hl. au. r %, 14, 15 Maart,
19. 2^ Sept U(n- hl loo, 104, 105, i°7» 237, 255« AiT- 2EMA V. »cel. lil. fl^-17;;.
O) Zie N"tu! Zeel- 25 Fehr- 15, lr> Maart 11, 26 Mty
1666. hl. 79. 10P,, loo, ifo, >6^. living, hl 53, 141,412. 16, 19 Maart \6, >X, 19 April 14 Sept. 1667. hl. 25, 29, 50, 54, 5S, 56 '?4 Rvlag P3, VS, 97- (y) Nor«. Z ■ I i(5 Noy 164*. hl 32V iS. 21 Maart 165:).
hl. 3y, 54. 27 Nov. iö^. H. 329. 1 liet »657. iL xfip. 2J Sept. idyj. hl. 165. ai 'Jan, l§6l. tl, 14. |
||||
XLïX.Boek. HISTORIE. ioi
Bergen op Zoom, en in Plaatfen van dierge- 1664;
lyke gelegenheid; alwaar de goederen met —— wagens in- en uitgcbragt werden, terwyl de . gewoonlyke Beurt- en Veerfchepen, die van ^ 't haaien van Binnenlandfche Paspoorten vry!. -.varen, zig gebruiken lieten, om zulke goe- deren aan te brengen en af te haaien. De al- gemeene Staaten deeden ook , in Herfst- maand , eene bezending naar Zeeland, om de Staaten te bevveegen tot bewilliging in een Plakaat op de zuivering der Binnenlandfche \ Paspoorten, te vooren, met toeftemming van zes Gewesten, gemaakt. Volgens dit Plakaat, moest van goedereu , die binnenslands ver- voerd werden, het uitgaande regt worden uitgeichooten door den koopman; die 't na- derhand wederom ontvangen zou, wanneer hy, by herievering van 't Paspoort, blyken deedt, dat de goederen, inderdaad, binnens- lands waren opgeflaagen. Voorst, moest men Zeeland ook zoeken over te haaien, tot be- williging in een' nieuwe lyst der inkomende. en uitgaande Regten, die, door de andere Gewesten, goedgekeurd was. De Staaten van Zeeland, der bezendinge gehoor verleend hebbende , verklaarden , eindelyk , op den twee-entwintigften van Herfstmaand „ dat j, hun niets aangenaamer was, dan dat de „ Gelei- en Verlofgelden, behoorlyk, gere- „ geld, en van alle bedrog, ontrouw en flui- „ keryen bevryd werden; dat zy hierom be- „ willigden in de Plakaaten, op de verhooging ,, der genoemde middelen, en op de zuive- *, ring der Binnenlandfche Paspoorten, by de G 3 „ an- |
||||
tos VA DE RL. HI ST. XLIX.Boek.
|
||||||
ïaa4. »andere Gewesten , vastgeftdd, mids het
**-----„ verbodemen voor Lillo wederom inge- voerd, de fluikery, te Breda en te Bergen „ op Zoom, kragtdaadiglyk, geweerd wierdt, „ en de byzondere Admiraliteiten , in den „ophef der gemeene middelen, geene oog- „ luiking gebruikten. Ook bewilligdenze in „de nieuwe Lyst der Gelei- en Verlofgel- „ den, onder beding, dat de goederen, langs „de Rivieren gevoerd wordende, niet hoo- ier dan tegenwoordig bezwaard wierden; „vertrouwende zy van de bülykheid hun „ner Hoog-Mogendheden, dat men zo wel „voor 't belang der handelaaren langs de rti „vieren, daar Zeeland en die van de Maaze „ zo veel deel aan hadden, zou willen zor- „ gen, als voor 't belang der Oosterfche han- „ delaaren , waarvoor by de gemelde lyfte „zo merkelyk gezorgd was (;?.>•" Doch de andere Gewesten, met naame Hollandy von- den hunne rekening niet by de voorwaarden, welken Zeeland hadt willen bedingen: waar- om men 't niet volkomen eens weidt. Ook was de oorlog met Groot-Britanje, die kort hierna opkwam, oorzaak, dat men deeze en, andere byzondere gefehillen onder de Gewest- ten, voor eenen tyd, moest lauten ruste.ru (s) AitzIma V. fieil, bk iS2-i<#>,
|
||||||
VA-
|
||||||
VADER.LANDSCHE
HISTORIE.
|
|||||||
VYFTIGSTE BOEK.
|
|||||||
INHOUD.
I. Gelegenheid tot den oorlog tusfchen Groot-Bri-
tunje en de Staaten. Toeleg van Frankryk op de Spaanfchc Nederlanden. II. De Witt vangt eene heimelyke handeling aan, niet het Fran- fcha Hof. Lodewyk de XIV. zoekt hem om te koopen. Voorflag, om de Spaanfche Nederlan- den te verdeelen. III. Gronden van Frankryks regt op dezclven. Fransch Ontwerp. Hande- ling met Spanje. Misnoegen van Koning Jj)dewyk. IV. Engelfche vyandlykhed&n bui- ten Europa. Heimelyke togt van de Ruiter naar Kabo Verde. Hy zeilt naar Guinea. V. De Engelfchen neemen veele Nederlandfche Je/iepen. Zy tasten de Smirnafche Vloot aan. VI. Handeling van Van Beuningen in Frank- ryk. Lodewyk de XIV. is agterlyk, in 't be- looven van byfiand. VII. Zyne bekommering* De Engelfchen zoeken hem van der Staaten zyde af te trekken. D'Efiradcs ziet hierin ge- vaar. VIII. Handeimg met Zweeden en met Deemmarke. IX. Grensfcheiding van Vlaan- G 4 deren |
|||||||
104 VADERLANDSCHE L. Boek
deren geregeld. Pestziekte in Holland. X. Be
Staaten brengen eene Vloot in zee. Karel de II. verklaart hun den oorlog. Aanmerkingen op zyne oorlogsverklaring. XI. Zeeflag by Leßoffe. De Heer van Wasfenaar fneuvtlt. Pligtverzuim van eenigc Kapiteinen geflraft. XII. De Ruiters bedryf op de kust van Gui- nea. Hy keert te rug. XIII. Begin/els van oproerigheid in Holland. Voorflag om den Prins yan Oranje te bevorderen. Vrees 'kiervoor in Frankryk. De Ruiter wordt Luitenant-Admi- raal-Generaal. XIV. Bededag tegen V oog- merk der Rcgccringe gebruikt, 's Lands Vloot raakt verftrooid, door florm. XV. Frankryks voorflag tot vrede , van de hand geweezen. Van Beuningen dringt IMewyk den XIV. tot ielofte van byfland. XVI. Karel de II. zoekt vrede , door bemiddeling van Spanje. Dcnv- nings Sekretaris gevat. De Engelfchen geeven voor, niet te oorloogen om den Prins van O- ranje te bevorderen. XVII. Heimelyke handel van de Witt en anderen, om eenen opfland te verwekken in Engeland. Toeleg op het leeven van de Witt. XVIII. Oorlog tusfehen dén Bis- fchop van Munfler en de Staaten. Verdrag met de Hertogen van Brunswyk - Luncnhirg. Bor- kelo, Lochern, Oldenzeel en andere Plaat/en verkoren. XIX. 't Gemeen roept om de bevor- dering des Prinfen van Oranje. De Witt ge- fcholden. Frankryk zendt den Staaten hulp. Lochern herwennen. XX. Filips de IV, Ko- ning van Spanje, ft erft. Karel., zyn Zoon, volgt hem op. Ontwerp van d'Eflrades, om zig tf. verzekeren van Friesland en Groningen XXI.
|
|||||
>
|
|||||
L.Boek. HISTORIE.
|
|||||||||
105
|
|||||||||
XXI. Handeimg met den Keurvorst van Bran-
denburg. Verdragen met hem geflooten. XXII. G&zantfchap naar Zweeden en naar Deenemar- ke. Zeven Verdragen met Deencmarke gemaakt. XXIII. Handeling om den Prins van Oranje,
tot Kapitein Generaal ,of tot Generaal der Rui- terye te doen verheffen. Holland gaat hem voor- by, in 't begeeven der hooge Krygsampten. XXIV. Onderhandelingen tusfehtn Holland en
Zeeland, over 't bevorderen van den Prinfe. XXV. De Staaten van Holland neemen hem
aan tot een Kind van Staat. Zy veranderen zyne Hofhouding. XXVI. Krygsbedryven der Munßerfchen. De Frede met den Bisfchop mrdt getroffen, te Kleeve. XXVII. -Frank- ryk verklaart Engeland den oorlog. De Vlooten loopen uit. Zeeflryd van vier dagen. Ds En- 'gelfchen wyken. XXVIII. De Vlooten raaken andermaal flaags. De Ruiter wykt. Tromp wordt van zyn ampt verlaaten. XXIX. Buat wordt in hegtenis genomen. Regtspleeging 0- ver hem, en over Kievit en van der Horst. Hy wordt onthalsd. Zeeland is 'er misnoegd over. XXX. 's Lands vloot raakt wederom in zee.
Wordt van eenen form beloopen, en valt in. XXXI. Orde op het befchryven van nieuwe
Edelen, in 't Lid der Ridderj'chap. |
|||||||||
Het fluiten van een Verbond met Frank- 1664.
ryk en met Groot-lkitanje, 't welk »na ——■ veel handelens, in den jaare 1662, gelukt L vyas, benam den Staaten der Vereenigie Ge- heicUoc" westen de zorg niet voor eene vredebreuk den oor- G 5 niet log ms. ' iüllOll
|
|||||||||
io6 VADERLANDSCHE L. Boek;
i5u4- met beide deeze Mogendheden, of met ééne
------. van beiden. Ook bleek, eerlang, dat deeze
Groot- zorg niet ydel geweest was. Karel de II. deedt
Brittanje ^en Staaten, nog voor 't einde deezes jaars zcnStaat. x^4» openlyk, den oorlog aan, zonder ee- ' nig redelyk voorwendfel. Elk befloot hier- uit, dat de voornaamfte oorzaak van deezen oorlog bedekt gehouden werdt. 't zal, der- halve, niet ondienftig zyn, dat wy, hier, zo klaar en naauwkeurig als ons mogelyk zy, ontvouwen, welken men, volgeus de egtltc berigten, voor de waarfchynlykfte oorzaaken van deezen oorlog hebbe te houden. Toeleg Wy hebben, te vooren (V), gemeld, dat van de Infante van Spanje, Maria Therefia, in Franb yk nuwelyk treedende met Lodewyk den XIV, Spaan- Koning van Frankryk, afftand gedaan hadt fdie Ne- van allen eisch op de Staaten, Landen en deriau- Heerlykheden van den Koning, haaien Va- den' der. Doch deeze afftand verhinderde niet, dat men zig, in Frankryk, niet lang na 't voltrekken van het Huwelyk, openlyk, liet verluiden, dat de Koning het regt zyner Ge- maalinne op de Spaanfche bezittingen ver- volgen zou, wanneer Filips de IV, die reeds, hoog bejaard was, en deszelfs Zoon Prins. Karel, een zwak geftel, overleeden zouden zyn (f). Ondemisfchcn, begreep men, aan "e Franfche Hof, ligtelyk, dat de Staaten der Vereenigde Gewesten ongaarne zouden geduogen, dat Frankryk 'zig verder uitbreid- de C<0 XH. JieH. hl. 47S.
ij Brief van rien Ainbasfad- (ie Hnyoct in dato 16 ^ui^i lfßdi. JUS. De Witt brieven I. Deel, W 457. |
||||
L. Boek. HISTORIE. 107
de in de Nederlanden. D'Estrades, derhal-
ve, op 't einde des jaars 1662, naar Hol- land gezonden, arbeidde zeer, om de Staa- ten , deswege, alle agterdogt te beneemen. Doch hy hadt, te gelyk, last, om eenige pun- ten te verwerven, die de agterdogt deeden toeneemen. 't Was hem, onlangs, gelukt, den Koning van Groot - Britanje Duinkerken af te koopen voor zyne Majesteit van Frank- ryk, en hy begeerde, dat de Staaten zig verbonden, om den Koning, in 't bezit dee- zerVestinge, te handhaaven. Zy zagen, lig- telyk, hoe veel nadeels hun uit de haven van Duinkerken zou können toegebragt wordens zo men, onverhoopt, met Frankryk in oor- log mögt raaken. Ook kon Lodewyk de XIV, langs deeze haven, zyne Legers voorzien, indien hy de wapenen mögt willen voeren in de Spaanfche Nederlanden. De Staaten maakten, derhalve, merkelyke zwaarigheid, om Frankryk te handhaaven in 't bezit van Duinkerken. De Spaanfchen dcedcn hun best ook, om hun agterdogt in te boezemen tegen Frankryk. Richard, Geheimfchryver van den Gezant Gamarra, doorreisde, ten deezen einde, de Hollandfche Steden (c). Gamarra zelf was, te vooren reeds, te Dor- drecht geweest, daar hy de Vroedfchap of Oud-Raad, in welken hem gehoor verleend was, gezogt hadt over te haaien, om te be- willigen in een verdedigend Verbond, tus- fchen den Koning, zynen meester, en dee- zen (O »'Estrades T-«. II. p. 37»
|
||||
ioS VADERLANDSCHE L. Boek.
i5^4. zen Staat (</): waarop de Staaten van Holland,
den , dat men geencn uitheemfchen Gezanten, voortaan, over zaaleen van Sraat, zoa hebben te hooren in de Vroedfchappen der Steden (e). Den Koning van Frankryk, federt verklaard hebbende , dat hy 't Verbond met deezen Staat niet zou bekmgtigen, ten ware Duin- kerken begreepen werdt onder de Plaatfcn, in 't bezit van welken, men hem beloofde te zullen handhaaven (ƒ); zagen de Staaten zig-, eindelyk, genoodzaakt, om hem hierin te wille te zyn. De bekragtigingen van 't Ver- bond werden, wederzyds, uitgewisfeld (g). Doch d'Eftrades dcedt andere voorilagcn, die den Staaten onaangenaam waren. Hy vorderde, dat Rynberk ontmanteld en den Keurvorst van Keulen te rug gegeven werdt. Hy drong op de hcrlevering van Lcuth en Raveftein aan den Hertoge van Nieuwburg. Hy onderfteunde den eisch des Bisfchops van Munfter opBorkelo, en hy begeerde, dat de Ridder-orde van Maltha herfteld werdt in het bezit haarer goederen hier te Lande (T). Alle deeze voorflagen ftrekten, om Mogend- heden te begunftigen, met weiken de Ko- ning, zyn meester, verbonden was (/); doch de
(rf) Itcl'ol. Woll. 10, ir. 15 Sfaart i6f>i. il. %*,, 57.
(<-y Refot. Hoil. 87 Septt 18 Aov. i6fe. U. 35, 10. Kcfol*
van Couli I. /'/ rt.13. (ƒ 1 n'EsTRAUM Tom. I'. p. J9, <>r.
(gj u'Es^ba». Tom. II. p. 1^4, 2''5. AiTZRMA IV. Oeel,
(il, 1133. (h) n E'Timd Tom I!. p 63, »37, 138, 139, 141, 1157,
• S)1» *'5i 337. 407. 4M. Aitzema IV, heel, il. 1122-nja, V. Deel bl 26H- 274. 2n6. (O Zie Air/.ENa IV. Deelt il. H55,
|
||||
L. Boek. HISTORIE. 109
|
||||||
de Staaten konden ze niet inwilligen, zonder 1664.
zig zelven merkelyk te benadeelen, en Frank--------
rylc beter gelegenheid te geeven, tot het
voeren der wapenen in de Spaanfehe Neder- landen , een' toeleg, die, meer dan eenige andererer herte genoomen werdt,aan'tFran- fche Hof. Lodewyk de XIV, wel bewust, dat de IL
Vereenigde Staaten hem meest hinderlyk Loïje" kónden zyn, in het uitvoeren van deezeri ^|y. e toeleg, hadt gezogt hun de handen te bin- hitst', zo den, door het verdedigend Verbond van den fommi- jaare 1662. Doch met reden bedugt, dat «eB ™l' de Staaten middel vinden zouden , , om dit .ehienlL Verbond kragteloos te maaken, wanneer hy 'op tegen iet in de Spaanfchc Nederlanden ondernee- de Ver- men mögt; was hy, federt cenigen tyd, in ji",g'^ onderhandeling getreden met Karel den II. :e^veï" dien hy, zo fommigen willen, zogt op te hit- ' Jen tegen de Staaten, op dat deezen te min- der bekwaam zyn mogten, om hem in zyne oogmerken te dwarsboomen (k~). De Staaten, overtuigd, dat zy op de vriendfehap van Groot-Brittanjc geenen ftaat altoos konden maaken, hadden, daarentegen, het Verbond met Frankryk geilooten, om zig, door het zelve, te verzekeren tegen Karel den II. En, naar gelang, dat zig de toeleg op de Spaan- fche Nederlanden openbaarde, zogten zy Lodewyk den XIV. in te wikkelen in eene heimelyke handeling, waardoor deeze toe- leg , C*) Bornei-s Hifi. of bis mvn Tims. /u'. I. U zyS, 19p.
mm Win iWieVcn I. IMtU tU <*)• |
||||||
■
|
||||||
Jio VADERLANDSCHE L. Boek.
|
|||||
16^4. leg, zo niet te leur gefteld, ten minfte ver-
------- Ichoovcn mögt worden, voor een' tyd. De
Ds Witt Raadpenfionaris de Witt, die 't eerfte ont-
vangtee- werp deezer handelinge gemaakt hadt, hadt melyfce" 'er 00^ 'c ga"1^ beleid van. En d'Estra- hande- des, die hem geheellyk meende gewonnen te ling met hebben, werdt, door hem, verfcheiden' jaa- Frankryk ren agtereen , behendiglyk , om den tuin geleid.
Lode- De Koning van Frankryk hadt d'Estrades wyk de gelast, om de voornaamfte Leden van dee- 2oekr zen Staat, met naame de Witt, te winnen * vergee'fs door gefchenken (/), op dat zy geene ooren hem om leenen mogten naar het Verbond, welk (ra- te lcoo- marra voorfloeg, en niets beflooten, welk pen. tegen zyne belangen (treedt. Ook gaf d'Es- trades voor, dat hy, in 't uitvoeren van dee- zen zynen last, omtrent verfcheiden' luiden, wel gedaagd was (ni). De Witt weigerde nogtans iet te ontvangen, zeggende, wan- neer d'Eftrades , hierover , uit 's Konings naam, klaagde „ dat hy zig, voor de dien- 9) ften , welken hy zyner Majesteit immer „zou können doen, dubbel beloond reken- Mde, door de vriendfchap en het vertrou- w wen , waarmede de Koning hem vereer „de («)." Ook was het dit vertrouwen, welk hem bekwaam maakte, om de gehei- Voorflag men van 't Franfche Hof te doorgronden, van de Hyhieldt, ten deezen einde, d'Estrades, al in Witt,om Sprokkelmaand des iaars 1663, voor, dat deSpaan- r de (7 3 D'EsTHAnEs Tom. II p- 54, 5!!, 145, IQ4, 198.
(« d'Estradss Tun. Il p. 2o'ó,s7ï, 281. (»} i/lis i r.'.des Tom. II f. 194, 198. |
|||||
t. Boek. HISTORIE. in
de Staaten niet ongenegen zouden zyn, om 155^,
zig , in geval de Koning van Spanje over------—
kedt, naamver te verbinden met Frankryk. fche Ne-
Daarna, fchynende zig verder te openen, «'«riau- fprak hy van eene heimelyke overeenkomst, verdee- tusfchen Frankryk en de Staaten van Holland \Wm in 't byzonder , waarby men de Spaanfche Nederlanden, 'onderling, verdeden zou. Hy voegde 'er by, dat hy kans zag, om de ande- re Gewesten te doen bewilligen in deeze overeenkomst, zo wel als men ze hadt doen bewilligen in de onderiteuning van Deene- marke tegen Zweeden , en in het Verdrag met Kromwei (0). Sommigen hebben ge- meend, dat deeze voorflag den Raadpensio- naris ernst ware; doch anderen oordeelen , met meer grond, naar 't fchynt, dat hy dien alleen deedt, om Frankryks oogmerken te ontdekken: 't welk gewisiêlyk best gefchie- den kon, als hy toonde zo weinig agterdogt op Frankryks nabuurfchap te hebben, dat hy den Koning gaarne een goed deel der Spaan- fche Nederlanden wilde toewyzen. Wat 'er van zy; de voorflagkon Frankryk niet vreemd voorkomen, om dat men reeds diergelyke o- vereenkomst, ten tyde van Fredrik Henrik, gemaakt hadt (^). Ook opende d'Estrades zig, allengskens, nader (g~). pendelyk, lloeg de Witt voor „ of 't niet geraadeti zou zyn, „ dat men, van nu af, de Spaanfche Neder- ig landen zogt te beweegen, om zig te ver- „ klaa-
(.o") n'EsTRAnES Tnm. ir. p. 87, 213.
(p) Zie XI. Deel, U. vyj.
CjJ d'Estra». Tim. II. f. *«o, *afi, 439, *?8, »39, 940,263.
|
||||
in VADERLAND5CHE L. Boe&
1664. »klaaren voor een vry Geméenebest: in
—— »welk geval , Frankryk en de Staaten hun » van onderftand verzekeren moesten. Doch »zo dit niet mögt können geichieden by 't » leeven des Konings van Spanje, zou men »'t moeten ter uitvoeringe brengen, na 's » Konings oveiiyden, al leefde de Erfprins »nog; zonder dat men egter dan de wape- »nen nog zou mogen voeren in de gemelde »Nederlanden. Na 's Prinftn dood, zou » men dezelven eerst, niet geweld, noodzaa- »ken, om zig vry te verklaaren; en alzo zy » bezwaarlyk in ftaat zouden zyn, om hunne w grenzen te befebermen, zou men zyn best » doen,om Kamerylc, S. Omer, Aire, Nieuw- j) poort, Veurne, Bergen en Link te doen „ ftellen in de handen des Konings van Frank- »ryk; en Oostende, Plasfendale, Brugge., »Damme , Blankenberg, het gene Spanje v, tegenwoordig bezat in Gelderland en in de „ Landen van Overmaaze, nevens de Kastee- „ len van Navagne en Argenteau, in de magt „der Vereenigde Staaten: alle welke Plaat- „ jen men tvederzyds moest zoeken magtig „te worden, 't zy dat de Spaanfche Neder- landen zig, voor, of na 's Konings over- „ lyden, voor een vry Geméenebest verklaar- „den (V)." Men vondt dit ontwerp niet vreemd aan 't Franfche Hof: alleenlyk, meen- de d'Eftrades, dat men Mechelen by 's Ko- nings aandeel behoorde te voegen, als waar- door hy toegang tot het gebied der Staaten heb-r
|
|||||
O) Fv'uz d'Estradis Ton. II. p. 269,
|
|||||
L.Boek. HISTORIE. ïig
hebben zou, zo't gebeurde, dat hy, met hen» 1*54;
in oorlog raakte ( s): doch de Witt gaf, al- 4 lengskens , te kennen, dat zyn Ontwep al-
leenlyk fteunde op de onderftelling <, dat de Koningin van Frankryk , onaangezien haaren afftand, regt behieldt op de Spaanfche Ne- derlanden , na den dood van den Koning en van den Erfprins van Spanje. Hy wenschte, hierom, nader onderregt te zyn, aangaande de gronden van dit regt, op dat hy 't Ont- werp te fmaakelyker mögt können maaken aan eenige Leden van Holland, die anders ligtelyk kwalyk gevoelen zouden van 's Ko- nings oogmerken. D'Eftrades , den Raadpcnfionaris niets HL
args toevertrouwende , zeide hem , federt, Z^^ op 's Konings last „ dat het regt der Konin- regt && „ ginne op drie gronden fteunde : 1. de afge- Konin- „ perste afftand was, in zig zelven, ftrydig g""« n met het natuurlyk Regt, .volgens welk , p*"nk u B het der Koninginne niet vrygeftaan hadt, op de/ „ zig zelve of haare kinderen, door den zei- zelven. „ ven, te benadeelen. 2. de afftand was, in „ allen geval, gefchied onder voorwaarde , wdat de bruidfchat van vyfhonderdduizend w gouden kroonen, binnen zekeren bepaalden „tyd, betaald zou worden; 't welk niet ge- „ volgd was. 3. de afftand was , noch door „den Koning, noch door de Koninginne, be- „kragtigd (*)." Te gelyk, vertoonde d'Es- Fransch trades een ander Ontwerp, hierin onderfchei- Ontwerp den we«e«
(O D*E*TMDM Tom. IT. p. 23*.
HÓ D'Estrades Tem, II. p, S74, »75, «8?, aoi.
XIIL Dkel. H
|
||||
■VADERLANDSCHE
|
L.Boek
|
|||||||||||
ïi4
|
||||||||||||
den van dat van de Witt, dat 'er niet in be-
paald werdt, of men de Spaanfche Nederlan- den zig zou doen vry verklaaren, na'sKonings dood, of na den dood van den Koning en vafi 'den Erfprins beide. Ook was 'er eenige ver- andering gemaakt, in de Plaatfen van ver- zekering. Eindelyk, werdt 'er niet zo dui~ delyk in gezeid, dat men zig van de wape- nen bedienen zou, om de Nederlanden naar zyne hand te zetten (u); alzo men, aan 't Franfche Hof, beweerde, dat zulks te open- lyk ftreedt met de Vrede, die beide Frankryk en de Vereenigde Staaten met Spanje gefloo- ten hadden. Daar zyn , fchrecf de Koning van Frankryk aan d'Eftrades, ter deezer gele- genheid , zekere dingen , die goed zyn om ge- daan , maar kwaad om gefekreevm te worden (v). Doch de Witt vondt zwaarigbeid in 't Fransch Ontwerp. Hy befloot, uit de alge- meene uitdrukkingen , welken men verkoo- ren hadt, dat Lodewyk de XIV. toeleg maak- te, om in de Nederlanden te vallen, zo dra Filips de IV. overleeden zou zyn, daar hy den oorlog, tot na den dood van den Erfprins, hadt gefcheenen te willen verwylen. Hierdoor werdt het fluiten van een Verdrag, volgens een der twee Ontwerpen, verfchooven (w). Maar de Witt, nu volkomen ondcrregt van Frankryks oogmerk , hadt de Staaten van Holland, in Wynmaand des jaars 1663, een befluit doen neemen, overeenkomftig met zyn
(u~) Vo'iez D'EsTRAnFs Tom. \\. /). 292.
(v) D'Estradïs Tom. \l.p. 288.
<>.) D'Estrades Tom. U. p. 313, 332, 344.
|
||||||||||||
1664.
deSpaan-
fche Ne- derlanden den.
|
||||||||||||
Hande-
ling met Spanje over de befcher ming der weder- zydfche Neder- iatideu. |
||||||||||||
t.BoEK. HISTORIE. 115
zyn Ontwerp (x). Ook deedt hy, federt, zyn 1664»
best, om d'Eftrades in dit Ontwerp te doen —— bewilligen (y). Hiertoe fcheen veel te moe- ten helpen, dat men den Spaanfchen Gezant Gamarra, niet lang daarna, gehoor gaf over een Verbond , tot behoudenis en befchef- ming der wcderzydfche Nederlanden Qz}. Doch Lodewyk de XIV. nam deezen aan- vang eener handelinge met Spanje zo kwa- lyk, dat hy zig, deswege, in eenen zynerBrie- ven aan d'Eftrades, dus uitliet: „ Zo de al- Merk- 0gemeene Staaten, na dat zy, een jaar lang, waardig g myne vriendfchap , myn bondgenootfchap fchryvei wen myne befcherming gezogt, en, met zo Koning n veel voordeels voor hun , verkreegen heb- van „ben, in ftaat waren, om my zulk een oh- Franic- ff gelyk aan te doen, in eenen tyd , waarin ry J9 ik, om hun genoegen te geeven, en uit n eene belangeloosheid, waarvan men wei- j,nige voorbeelden heeft, my wel, ter goe- g der trouwe, aan hun verbinden wil, dat »een groot Land, welk my en mynen Zoon, jjt'eenigen tyde, wettiglyk, zou können toe- n behooren, vry worde; zou 't met deeze „zaak, niet gaan, als met de Munfterfche. M 't Minst, waardoor ik myne gevoeligheid 55 zou toonen , over zulk een onheusch be« jjdryf, zou zyn het verbreeken van het „laast geflooten Verbond, ik zou humieü ijfchepen den handel in niyn Koaingkryk »vee.
CO Secr. Tlefol. ffoll. 3 Oit. l«?. II. Deel, bh 413-
(>0 ^ecr. Re'ol Ho'1. 14 "et. 1663. V. Deel. bU 414. r O) Secr. Refoi. Holt. !) May 16Ö4 II, Dal, tl. *», D'$S- TRAOBS Tum. II. p. 346. lh
|
||||
ïiê VADERLANDSCHE L.Boek;
" 1654. »verbieden, my ten naauwfte met Enge-
»kan, en den Engel ichen in handen ftellen »al den Koophandel, dien myne onderdaa- »nen , by mangel van een genoegzaam ge- » tal van fchepen , nog niet dryven können. »Doch gy moet niets laaten blyken van 't » gene ik u hier melde, voor ik -het u nader »beveele, in gevolge der berigten, die my »omtrent dit verdedigend Verbond [met »Spanje], zullen gegeven worden. En, om »ter zaak te komen, ik herhaal, dat myn oog- » merk, in het Verdrag , waarover gy han- »delt, goed en opregt is, en zo als de Hee- » ren Staaten het, naar reden, zouden kon- » nen begeeren. Zo ik andere gedagten hadt, »zou ik ze immers openleggen , voor een' »perfoon, als gy zyt, dien ik, voorwaar, »wel grooter geheimen zou willen vertrou- »wen. Maar ik wil niet hebben, dat de »Heer de Witt my, door de vrees voor dit »Verbond, fleept waarheeflen hy wil, en „op zulk een'tyd, als hy wil. Myne zaaken „{taan hier gewisfelyk niet naar. Ik weet »en gevoel, wie ik ben. Myne vriendfchap »is begeerlyk, eh nuttiger voor hun, die ze „ genieten, dan de hunne voor my is - - Zo j,ik, voor 't overige, had willen luifterert »naar de voorflagen, door Don Louis de »Haro, aan wylcn mynen Neeve, den Kar- jjdinaal Mazarin, in 't Pyreiieefche geberg- »te> gedaan, in eenen tyd zelfs, wanneer ik »geen Verbond hadt met de Staaten, en »wanneer ik diep gevoelig was, over hun* »nen
|
||||
JU Boek, HISTORIE.
|
|||||||
ii?
|
|||||||
, nen afval te Munfter; zoudenze nu niet in igfa
, Haat zyn, om te denken aan een Verbond . Jf
, met Spanje tegen my; alzo hy my toen
„ drong tot een Verbond, om de Staaten te
„ onder te brengen, my aanbiedende een ge-
„ deelte der Spaanfche Nederlanden , tegen
s, de Plaatfen, welken wy, gezamenlyk, op
„ den Staat der Vereenigde Gewesten ver-
5, overen zouden (#).
D'Eftrades liet 3 ondertusfchen , overeen- D« hao^
komftig met 's Konings oogmerken, niet na deling te arbeiden tegen het Verbond met Spanje. sp^nde De Koning meende, dat hy hiertoe te meer fche No« kans hebben zou, om dat Gamarra geen' ftui- derlau- ver ontvangen hadt, om zig daarmede vrien- den den te maaken, hier te Lande. Ook oor- JJÏÏÏÏL deelde hy , dat d'Eftrades genoeg deedt, als de ge- hy 't Verbond met Spanje maar voorkwam, houden*' al werdt het Ontwerp, waarover hy nu, ee- nigen tyd, gehandeld hadt, op de lange baan gefchooven: gelyk federt gefchiedde (£). Dei handeling met Spanje werdt, ondertusfchen ^ aangehouden, zonder dat de Staaten konden bewilligen, in het Verbond, waarop Gamarra. drong. De Koning van Frankryk fcheen traager-
om met de Staaten te fluiten, federt dat hy, in Engeland handelende (c), ontdekt hadt, dat Karel de II. ftof tot misnoegen hadt opgeno- men tegen deezen Staat. Hy befloot hieruit^ dat de Staaten , met Groot-Britanje in oor-* C«) D'ESTRADES Tom. II. p. 347>
(ft) ^Estrades Tom. II. p. 394» 4*ili 4*'» 443«.
ïe) D'Esïradïs Tom. II. f. 7*> »54» 335a.
|
|||||||
VADERLANDSCHE L.Bok,
|
|||||||
ïiS
|
|||||||
1ÄÖ4. log raakende , wel genoodzaakt zouden zyn
— ■■
niet hinderlyk zouden können zyn, wanneer
hy iet in de Spaanfchc Nederlanden onder-
neemen mögt, 't Was, derhalve, zyn belang,
dat het misnoegen tusfchen Groot - Jiiïtanje en
deezen Staat bleef duuren en gevoed werdt.
Ook verzekert men, dat hy hiervan heime-
lyk zyn werk maakte, beide te Londen en in
den Haage; fchoon hy, terftond na 't uitber-
ften van 't ongenoegen, zyne bemiddeling
aanboodt, tot voorkoming van den kryg, en
tot bylegging der gefchillen ( d). Doch dee-
ze aanbieding hadt geen gevolg. De oorlog
met Groot -Britanje werdt, wel haast, 011-
vermydelyk.
IV. 't Is ten hoogfte waarfchynlyk, dat Karel
Aanvang ^ell, al kort na zyne heritelling, vastgefteld
geifche" hadt, de Staaten te beoorloogen, en dat hy
vyand- flegts op bekwaame gelegenheid wagtte. Ro-
lykhe- fort Holmes was, reeds in 't jaar 1661, door
den, de Engell'che Maatfchappy, gezonden naar de
Kuropa. Afrikaanfche kust, welke de Engelfchen zig?
tot aan de Kaap de goede Hoop, geheellyk.,
toeëigenden ; en hy hadt toen Hendrik Wil-
kmszoon Kap of Kops , bewindsman der Ne-
derlandfche YVestindifche Maatfchappye op
Kabo Verde, willen noodzaaken, om van
daar te vertrekken («): 't welk egter niet ge-
fchied was. Doch in 't jaar 1663, hadt de
Hertog van Jork, 's Konings Broeder, als
Op-
Crf) D'Estp.ams T«m. ir. f. 414. 450.461, 48(5.491«
t«j AlTiffiMA IV. Üul, H. 75Ö. V. Dtll, H 123.
|
|||||||
L.Boek. HISTORIE. 119
Opper-bewindhebber der Koningklyke Maat- 1664.
fchappye, hem wederom derwaards gezon- ------
den. Hy nam toen verfcheiden' Nederland-
fche fchepen. Op den eerften van Sprokkel- maand deezes jaars 1664, veroverde hy eene Sterkte der onzen, op het Eiland Goereede. In Grasmaand, maakte hy zig, ftormender- hand, meester van de Sterkte Takorari. Daar- na vertoonde hy zig voor St. George del Mi- na , alwaar hem elf fchepen in handen vie- len. Vervolgens, befchoot hy Kabo Kors, en overmeesterde deeze Sterkte, insgelyks (ƒ). Toen, voortgezeild naar Nieuw Ne- derland , bemagtigde hy de Stad Nieuw Am- fterdam, die de Westindifche Maatfchappy, by de vyftig jaaren, vredig bezeten hadt, op den zevenentwintigften van Oogstmaand; zig, voorts, gantsch Nieuw Nederland onder- werpende (g). Het Eiland Tabago, of nieuw Walcheren , den Zeeuwfchen Koopluiden , Adriaan en Korndis Lampfins, toebslioorende f /i~), viel, nevens het Eiland S. Euftatius,den Engelfchen, insgelyks, in handen: doch bei- de deeze Eilanden werden hun, daarna, ont- weldigd, door de Franfchen. Zo dra kreeg men hier geene tyding van
deeze vyandlykheden , of men viel 'er den Koning van Groot-Britanje klagtig over; die, zig gelaatende, als of hy geene kennis hadt van;
' (ƒ) Nntul. Zeel. 26, 30 May, 20 Dm. \66\. W. 191, 20U,
205. IVi/VNDT de Ruiter, */. 2yo, iyi. Aitzema V. l)eelt *'• 135- ' Cg) Uefol. Holl. 25 Oiïob. ifirt+. IL. 96.
rh 1 Notiil, Zeel. 12, z\St:pt. 1664. 01. iig, 232. [&i jfaltt |
|||||
>
|
|||||
ï2o VADERLANDSCHE L.Boek;
1664. van 't bedryf van Holmes, welk enkelyk op
e——rekening des Hertogs van Jork en der Ko-. ningklyke Maatfchappy gelteld werdt ("/)■» antwoordde , dat hy 'er onderzoek op doen zou. Midierwyl, hadt het Huis der Gemeen- ten, reeds in Grasmaand, begeerd „ dat zy- „ ne Majesteit kragtdaadiger middelen in 't „ werk ftelde, om de geweldenaaryen te be- „ letten, welken de ingezetenen der Veree- .,, nigde Gewesten den Engelfchen aandee- „ den." Doch waarin deeze geweldenaaryen beftonden werdt niet behoorlyk beweezen (&). Ook wist men, hier te Lande, niet, dat 'er thans eenig gefchil van belang ((), tusi fchen de Engelfchen en de onzen, onafgedaan hing, dan dat over de twee fchepen, Bonne /Ivontun en Bonne Efperance, welk, by 't Ver- bond van den jaare 1662, naar men 't hier begreep (W), aan den gewoonlyken Regter verbleeven was. Men belloot, derhalve, dat Karel de II. oorlog zogt, en men werdt in deeze gedagten bevestigd, door de fterke uit- rustingen ter zee, die deezcn gantfchen Zo- mer, in Engeland gefchiedden («), hoewel de Koning bleef beweercn, dat hy de vriend« fchap met deezcn Staat dagt te onderhou- |
||||||
CO f*'PIN Tom- IX. p 157-
(*) Zie Aitzkm* V. Deel, W. »o.
' {Ij Zie Secr. Refol. Holl. 23, »4 May 1664. II Dtcl,bl.tflOi 431. AtTZEMA V. Deel, hl 78-841 Ü7 ya» 106 enz. fn>) Zie Aitzema V. Deel, hl. 72, 74, J»5.
(n) Db Witt Uneven I. Deel, tl. 68i. IV. Dtel, il, 30C,
J08, 320. 337. Aitzema V. Deel, hl, 179. {») DEstimjjFs Tom, II, f. 454, 45y, 4?8<
|
||||||
L. Boek. HISTORIE. 121
De Staaten, derhalve, klein vertrouwen 15^;
Hellende op 's Konings verklaaringen, be- -------1
flooten, op den voorflag van die van Holland De Staa*
(ƒ>), der Westindifche Maatfchappye twaalften ^enr kloeke fchepen van oorloge by te zetten, tot r";^ herltelling van 't gene op de Afrikaanfche naar Ka-* kust, door de Engelfchen, ondernomen was. bo Ve^. Men kreeg , aan 't Groot-Britannifche Hof, de* haast kennis van dit befluit, en fommigen verklaarden aan den Heere van Gogh, die, onlangs, tot der Staaten gewoonlyken Am- basfadeur aldaar was aangefteld (q), dat hee zenden van fchepen naar Guinea gewisfelyk oorlog veroorzaaken zou(t-). Doch men Hoor- de zig, hier, luttel aan deeze verklaaring. Sommigen, en onder deezen de Raadpenfio- naris de Witt, floegen zelfs voor, dat de twaalf fchepen, tot hulp der Westindifche Maatfchappye toegeftaan, niet fpoedig ge- noeg gereed zouden können zyn, waarom 't geraaden was, een vaardiger middel uit te vinden. De Staaten van Holland beflooten, hierop, heimelyk (V), dat men, in alleryl en op de bedektfte wyze, last zenden zou aan den Vice-Admiraal de Ruiter, om zig, met de twaalf fchepen, welken hy by zig hadt,te be-s geeven naar Kabo Verde, en aldaar de Sterk- te of Sterkten te herneemen, welken, door de Engelfchen, onder Holmes, veroverd wa- ren. Doch 't vereifchte vry wat behendig- Behen- heid, d'ghetd
gebruik^ Cp") Secr. Rcfol. Holl. 6 Aug. 1664. II. Deel, hl. 42ÖJ
Cf) Zie zyne Irftruöie by Aitzbma V. Deel, bl. 73. C» ; De Witt Brieven IV. Deel, bl. 343. V.O Selr. Refol. Holl. 7 Aug. ifify. II. Dtc >t U, 4%6, H 5
|
||||
122 VADERLANDSCHE L. Boek.
16(54, heid, om dit beiluit, ter algemeene Staats-
-------vergaderinge, te doen vastftellen, zonder dat
wih-et ^et ru&tbaar werdt. De Witt en eenige an-
Wertoe ^ere Gemagtigden wisten egter 't ftuk der- geheim wyze te beleiden, dat 'er eenige Leden der ie hou- Vergaderinge, wien dit geheim niet betrouwd ik1-1' was, onkundig van bleeven. Terwyl 't be- iluit op de uitrusting van twaalf oorlogfche- pen in nadere overweeging genomen werdt, hicldt men eenige Heeren, aan 't venfter en elders, aan de praat: anderen bragt men, on- der 't een of 't ander voorwendfel , uit de Vergadering. Ondertusfchen, werdt de voor- flag om de Ruiter naar Kabo Verde te zen- den, als ware dezelve flegts een aanhangfel van 't gemelde beiluit geweest, zo ras gele- zen, dat zelfs de Meer, die toen voorzat, en, midlerwyl, meent men, met iemant in gefprek geraakt was, den regten inhoud niet merk- te (t). 't Beiluit om twaalf fchepen uit te rus- ten , dus, met deezeu voorilag, verbreed zyn- de(V), werdt, twee dagen daarna, door ee- nen anderen Prefident, getekend , zonder , gelyk meermaalen gebeurt, te worden over- gelezen; waarna het in het geheim Register te boek gefteld zynde door den Griffier, den Vice - Admiraal werdt toegezonden , langs drie ^erfcheiden' wegen, en onder een' om- flag, waarby hem gelast; werdt, de ingefloo- tenen, niet dan alleen, te openen en te leezen, en den inhoud derzelven, vooreerst, geheim te
CO WicQuEroRT by rtruWDT de Ruiter, bl. aoj. 204.
e«)Reioi. Geuer. Sabbatbi 9 Aug. 1664. by Drandt de Ruiter, bl. 2-j\. 1
|
||||
L.Boek. HISTORIE. 1*3
te houden, zelfs voor de bevelhebbers der 1(554,.
Vloote. |
||||||
Wy hebben, te vooren (y), verhaald, dat D* Rui-
de Ruiter, ten deezen tyde, kruiste, in de teF j!er- Middellandfche zee. Hy kwam , eerlang , SSJJ^ voor Mallaga, en ontving, aldaar, op den eer- op Kabo ften van Herfstmaand, den geheimen last der Verde. Staaten. Elk was benieuwd naar den inhoud; te meer, om dat 'er, onder de Koopluiden en Schippers, een gerügt ontiïaan was, dat men oorlog hadt met Engeland. Doch de Rui- ter antwoordde, voorzigtiglyk, dat de brieven van hunne Hoog-Mogendheden hiervan geene mel- ding maakten, en dat men nog hoopte, de geree- zen gefchillen, in der minne, by te leggen. Hy zeilde, kort hierop, naar Abkante, om de Vloot te voorzien : van daar wederom naar Mallaga, en toen naar Kadix, daar hy lang opgehouden werdt. Op den vyfden van Wyn- maand, van Kadix vertrokken zynde met 's Lands Vloote, ontdekte hy, eerst na twee da- gen zeilens, den last der Staaten aan de an- dere Hoofden en Kapiteinen, en op den twec- entwintjgften, kwam hy voor 't Eiland Goe- reede aan Kabo Verde: welk hem, met de Sterkten Oranje en Nasfim, terftond, by ver- drag, overgegeven werdt. Voorts, maakte hy zig meester van eenige goederen en fche- pen der Engelfche Afrikaanfche Maatfchap- pye, laaiende een Engelsen Oorlogfchip en eenige fchepen van byzondere Pcilöonen, onverhinderd, vertrekken. Daarna orde ge- field (O XL1X. Beek, N. 51.
|
||||||
124 VADERLANDSCHE L.Boek,
|
||||||||||||||
i€54.i fteld hebbende op de bevvaaring van het Ei-i
land, zeilde hy, in Slagtraaand, naar Guinea, |
||||||||||||||
Hy zeilt om aldaar, insgelyks, te herwinnen, 't gene
naar Gui- ^e Engelfchen der Westindifche Maatfchappye ontnomen hadden (w).
Gefprek OndertLisfchen, hadt men in Engeland, over zy- iet gegist of vernomen van de Ruiters togt |
||||||||||||||
nen to«
|
||||||||||||||
ros
|
fchen' (*)• ^e tvvaaff Oorlogfchepen, die, onder
|
|||||||||||||
d7wicc 't bevel van den Kapitein Jan van Kampen,
en Dow- naar Guinea zouden gaan (y), vertrokken aiaS- niet: 't welk Karel den II. deedt vermoeden , dat de Ruiter derwaards gezeild was. Dow- ning, wien men, hierover, meer dan eens, gefchreeven hadt, hadt nogtans, altoos ver- zekerd, dat 'er niets aan was, konnende, zo hy waande, zulk een befluit niet genomen worden ter algemeene Staatsvergaderinge, zonder dat het hem, door de vrienden, wel- ken hy daar hadt, ontdekt werdt. Op nieu- wen last van den Koning, verftoutte hy zig; egter, den Raadpenfionaris de Witt af té vraagen, of de Ruiter, gelyk het gerügt liep, last hadt, om naar de kust van Afrika te zeilen? Doch de Witt, gefleepen op het beantwoor- den van diergelyke vraagen, gaf voor be- i'cheid „ dat de Staaten van Holland aan de „Ruiter geenen last gegeven hadden, waarr n over de Koning, zyn meester , ongerust fj behoefde te zyn." En wat, vervolgde hy, den
fw) Brandt de Ruiter, bl. 301-318. Aitzeua V. Deel%
J/. 161. O) De Witt Brieven IV. Dut. W. 3701 388.
{y') /Je Secr. Refoi. Holl. 26, 27 Sejit, 17 Oêt. 1664. U*
ßtel, W. 418, 432,438. |
||||||||||||||
L. Boek.
|
||||||||||||
HISTORIE. tzg
|
||||||||||||
dm algemeenen Staaten aangaat, daarvan be- i66/±>
hoef ik u niet te zeggen; gaande daar niets om, < ■ 't gene gy niet uitvorsckt, zo dat gy ,t, uit my,
niet behoeft te kooren. Downing verzekerde , op dit zeggen, den Koning, zynen meester, wederom , dat de Ruiter niet naar Guinea was (s). Doch 't bleek haast anders. Karel den II. midlerwyl, een Vloot in V.
zee gebragt hebbende onder den Hertoge D^En- van Jork, zag men, terftond hierna, in alle Jjf^£n de Engelfche havens, een groot getal van een JNfederlandfche fchepen opbrengen , terwyl groot ge^ men, in Engeland, bleef beweeren, dat men {*' van niet anders beoogde dan vergoeding van de J^SjL fchade, door de onzen, den Engelfchen, te fchepen» vooren, aangedaan. In Slagtmaand, werden wel honderd en dertig Koopvaardyfchepen genomen, uit eene Vloote, die, met Wynen en Brandewynen , van Bourdeaux herwaards kwam (a). Ook wcrdt toen beflag gelegd op alle de Nederlandfche fchepen, die zig in En- geland bevonden: van welk beflag de Koning geene andere reden gaf, dan dat hy verftaan hadt, dat de Ruiter naar Guinea gezonden was, om den Engelfchen afbreuk te doen. Te gelyk, erkende hy nu, dat het bedryf der Engelfchen, op Kabo Kors en in Nieuw Ne- derland, met zyne kennisfe en op zynen last, gefchied was (f). De Ambasfadeur van Gogh liet niet af van klaagen, over deeze vyand- lyk-
|
||||||||||||
2) WicQUEFORT iy Rrandt de Ruiter, il, 318.
«) Notul. Zeel. 20 Dec. 1664. tl. 295. Rawn Ton. IX»
|
||||||||||||
(. 227
|
||||||||||||
CO De Witt Britven IV. Drei, tl, 387, 411, 41 j.
|
||||||||||||
~i26 VADERLANDSCME L. Boek.
itf<?4. lykheden. Doch men voerde hem , eindelyk»,
■------te gemoet „ dat hy zig te vergeefs afiloof-
öde; dat de vefwydering tusfchen de twee
„ Volkeren te groot geworden was, om, zon- „ der openbaaren oorlog, te können wegge- komen worden (c)." Nogtans vondt Ka- rel de II. nog niet geraaden, den onzen den oorlog te verklaaren, of zelfs eenige brieven van fchäverhaaling uit te geeven (J). Vaiï Gogh fchreef, den twee - entwintigften van Wintermaand, aan de Witt, dat 'er gerügten liepen, hoe de Koning bevel gegeven hadt* om op de rykgelaaden' Smirnafche Vloot, dié onder weg was naar Holland, te pasfen (e). Doch dit berigt kwam te laat, om 'er voor- Zy tasten deci mede te doen. De Engelfche Bevelheb- nafch™" ^CT> Tfomas /llkn, die zeven Oorlogfche- Vioot Pen onder zig hadt, tastte, op den negenen- voor Ka- twintigften, deeze Vloot, onverhoeds, aan, dix aan. V00r de baai van Kadix. Zy werdt begeleid door drie Staatfche Oorlogsfchepen, onder be^ vel van den Kapitein Pietervan Brake/, die, in 't begin van 't gevegt, doodgefchooten werdt. Nogtans weerden zig de onzen zo dapperlyk, dat 'er (legts twee Koopvaardyfchepen vero- verd werden, door de Engelfchen. Jan Rei- lof szoon van Hoorn, voerende 't Koopvaardy- fchip den Koning Salomon, verdedigde zig, eenen geruimen tyd, alleen, tegen vier Engel- fche Oorlogsfchepen, totdat hy, geheel redde- loos gefchooten, door één der Engelfche Fre- gat- Cc') Vir. Witt Brieven IV. Desl, hl. tfln.
C_ij Dp Witt Uneven IV. Deel, hl. 435. (<0 Da Witt Blieven IV. De*l, hl. 41z. |
||||
L.BoEK. HISTORIE. 127
gatten, aan boord geklampt werdt, waarna zyn 1664.
fchip, ^terftoiid, te gronde ging. Jan Reilofs- —— zoon, die zig, tot op het uitcrfte, van den over- loop, geweerd hadt, fprong, toen hem 't fchip ontzonk, in de floep, daar hy, door de Engel- fchen, gevangen genomen werdt (ƒ). Zulk eene blykbaare vyandlykheid binnen Europa kon, met geenen fchyn, gefteld worden op rekening der Afrikaanfche Maatfchappye-, gelyk de vyandlykheden van Holmes, in A- frika en in Amerika, te vooren, gedaan wa> ren. De togt van de Ruiter, van welks oog- merk en uitflag men egter nog geene zekere kennis hadt (g), was het eenige, waarmede men, federt, deeze openbaare vredebreuk poogde te verfchoonen. De Staaten, nu klaarlyk voorziende, dat VI«
de oorlog naby en onvermydelyk was, be- jejj^"1" flooten, in 't begin van Wintermaand, van den van Beuningen naar Frailkryk te zenden, om den Beunin- Koning te beweegen, tot het voldoen aan 't |on "aar Verbond van den jaare 166a, in geval zy, rv™nkóm door den Koning van Groot-Britanje, werden den'Ko- aangetast. Te gelyk, werdt beflooren, eene ning tot bezending, ten zelfden einde, te doen naar hulP te- Zweeden en Deenemarke, met welke twee cr"^, Ryken, de Staaten, insgelyks, in verbond fton- Britanje den (^). Van Beuningen vertrok zonder uitftel, te ver- en hadt, den agtentwintigften, zyn eerfte ge- zoeken, hoor by den Koning, wien hy vertoonde , „dat
(ƒ) Brandt de Ru-ter, il. 376.
f£0 De Witt Brieven IV. Deel. tl. 434. (Aj Secr. Refol. HoII. 59 Noytmi. 3 Dtcemi» l6<J*. II. üeél\ W. 453, 4§(5, |
||||
128 VADERLANDSCHE L. Boek.
|
|||||
1664. » dat de Staaten, zyne meesters, zyner Ma-
■-------»jefteit grooten dank fchuldig waren, voor
Zyne » de poogingen , aangewend, om den Ko-
];ngdaa"n't »ning van Groot-Britanje met hen te be- Franfche »vredigen: doch dat hun Wee deedt, dat Hof. n deeze poogingen t, tot hiertoe * vrugteloos » waren geweest; dat de vyandlykheden der »Engelfchen waren toegenomen, zo wel in, „ als buiten Europa , onaangezien de Staa- lt ten, op verzoek des Konings van Frank- »ryk, hunne Vloot, die reeds byeen ge- „ bragt was , wederom hadden doen fchei- ajden, en in's Lands havens invallen (/). 19 Dat de Engelfchen geene andere reden »van deeze vyandlykheden gaven, dan dat wmen twee hunner fchepen, in Oostindie, 99 en drie, op de kust van Guinea, belet hadt, „ te komen in vyandlyke havens en Plaatfen, „ die de onzen, op dien tyd, belegerd hiel- „den, fchoon de Staaten zelfs hiertoe gee- „nen last gegeven hadden. Dat men den „Engelfchen vergoeding van fchade aange- „booden hadt, zonder dat zy hadden wü- hlen luisteren naar een Verdrag, noch ook , „ wegens 't ftuk der Zeevaart, eene nadere „ overeenkomst fluiten , waarop men, .van „der Staaten zyde, dikwils, hadt aangehou- „ den (£). Dat zy, daarenboven , klaagden „over 't neem en der twee fchepen, Bomt „ Avonture en Bonne Esperance, waarover een „regtsgeding begonnen was, welk, volgens „het
CO 7ié Aitzkma V. Deel, II. 85, 86, 207.
(* J Zit Secr. Rcfol. Holl. 23 0<5f. 1664. II. Detl, il. 440.
|
|||||
HISTORIE. 129
|
|||||||
L. Boek.
|
|||||||
„ het Verbond van den jaare 1662, zou mo- tgs^
„ gen vervolgd worden ; fchoon zy nu be- ____
„ geerden , dat dit geichil, niet door den
„ gewoonlyken Regter , maar door de Staa- „ ten, zou worden afgedaan. Dat de andere „oorzaaken van klagten, of ongegrond,.of „zeer oud, en derhalve, by het jongfteVef- „ bond, te niet gedaan waren, en dat men , „ desonaangezien, den Staaten eene Sterkte „ op Kabo Verde en twee op de kust van Gui- „nea afgenomen hadt, in volle vrede; welke „ vyandlykheden men , te vergeefs, op re- „ kening van byzondere perfbonen , zogt te „Hellen, alzo dezelven, door gantfche Vloo- „ten, en door 's Konings eigen Krygsvolk, „ gepleegd waren. Dat ook de Koning gee- „ ne zwaarigheid maakte , om te erkennen , „ dat de Sterkten op Kal>o Kors, in Guinea „ en in Nieuw Nederland, op zynen last, wa- „ ren ingenomen. Dat uit dit alles bleek, dat „ de Engelfchen de Vrede en Vriendfchap tus- „ ichen de twee Volken gebroken hadden ; „ waarom de Staaten zyne Majesteit van Frank- „ ryk verzogten, te willen voldoen aan het „ Verbond, onlangs , met hem gellooren, en „ behoorlyk bekragtigd , hun byihiande met „ twaalfduizend man , zo zyne po.ögingen, „binnen vier maanden, de Vrede niet mog- „ ten können herftellen ; en van zyn beQuit „hiertoe eerst den Koning van Groot-Britan- „je, en voorts ook den Koningen van Zwee- dden en Deenemarke kennis te willen gee- „ven (/)." Doch £7) Aitzf.ma V. Deel, hl. 388-39'.
XI1L Deel. I
|
|||||||
130 VADERLANDSCHÉ L.Boeé«
|
|||||||||
Doch op deezen voorflag, kwam niet dan
algemeen en uitftellend antwoord (tm). De Franfche Staatsdienaars gaven voor „ dat „ de Koning, zo hy nu den Staaten byftondt, „ veelligt, morgen, als hy zynen eisch op de „ Spaanfche Nederlanden zou doen gelden, „ hen ten vyand hebben zou," Voorts vor- derden zy, dat men zyne Majesteit, hierom- trent, gerust ftelde, zo men hem beweegen wilde, om de Staaten te helpen tegen Groot- Britanje («)• De Gcheimfchryver van Staat, de Lionne, liet zig,wat kater, tegen van Beu- ningen, in deeze woorden, uit: Vreemd is 't, dat wy, omu by te flaan, het Verbond, welk wy met Engeland hebben, breeken zullen ;'. daar wy te verwagten hebben, dat Engeland en de Ver- eenigde Gewesten ons morgen den oorlog zullen aandoen. De verkeerde Staatkunde, dat 'er een Voormuur tusfehen de Vereenigde Gewesten- en Frankryk noodig is, bederft alles. De Koning denkt, misfehien, niet om de Spaanfche Neder- landen; maar V is jammer, dat men zulke ge- voelens heeft onder zyne Bondgenooten. Ik weet daarvan en van 't gene men desaangaande open- lyk fpretkt in de Vereenigde Gewesten meer dan ik u zeggen wil (,o). De Marfchalk de Tu- renne zeide hem ook, dat de toeleg op de Spaan- fche Nederlanden wat verre zag', doch dat de Ko- ning nog wel met eenige Grens/leden, vooral mei Kameryk, diende geholpen te worden. Alle dee- ze gelprekken dienden , om van Beuningen on-
(m) AtTZEMA V. Deel, il. t<j2.
( n) De Witt Brieven II. Deel, hl. 19.
CO De Witt Brieva» U. Deel, hl. as,
|
|||||||||
De Ko-
ning is •gterlyk in 't be- looven van by- garuL |
|||||||||
Merk-
waardig gezeg ■»an de Lionne.
|
|||||||||
1. BöEki Historie. 13t
onzeker te houden, wegens 's Konings oog- 1654.
merk. Ook geliet zig deeze fchranderc Staats- ——— man, als of hy 'er niets van vastftelde, mid- lervvyl, niet verzuimende, geduuriglyk, te dringen, op de naarkonring van 't Verbond van den jaare 1662, waarna men, zeide hy, voorflaan kon, 't gene men goeddagt. Voorts maakte hy, onderde hand, zwaarigheden te- gen den toeleg op de Spaanfche Nederlan- den , ontleend van 't gene . andere Mogendhe- den daartegen onderneemen zouden, alfchoon 'er de Staaten zig niet aan ftooren mogten(/>). Maar men hiekk zig, in Frankryk, genoeg- zaam verzekerd, dat de Koning, in zulk een' toeleg, de Staaten, zo zeer als iemant anders > tegen zou hebben (§-). Ondertusfehen, bevondt Lodewyk de XIV. R Jli'
zig in geene kleine bekommering. Hy zag merimf Zig, aan den eenen kant , verpligt, om het van Lo- Verbond van den jaare 1662 naar te komen, dewyk en hy begreep, aan den anderen, dat hy, de denXIV* Staaten onderfteunende, hen bekwaamer maakte, om hem in den weg te zyn, als hy zyne verreziende oogmerken in de Spaanfche Nederlanden uitvoeren zou. Daarenboven» werdt hy fterk aangezogt door Karel den 11^ die hem open' kaart aanboodt, in alles, wat hy, omtrent de Nederlanden, wenfehen kon, zonder zelfs aldaar een' voet lands voor-zig zelven te begeeren; mids hy afltand deede Van 't Verbond met de Staaten, en een naauw Vsr-
(p^s De Witt Brieven II..Deel, il. 27.
(«), D'Estiudes Tom, II. p. 5ßrt, 57J, 1 3
|
||||
13* VADEÏILANDSCHE L.Böêk;
|
|||||
'1054. Verbond met hem aanging ; hem , daarbe-
—-----nevens, verklaarende, dat hy , zo zyn voor-
flag van de hand geweczen vverdt, zig ten
naauwfte verbinden zou met Spanje: waartoe hem iehoone gelegenheid voorkwam (r). De En- Voorts, hieldt de Engelfche Ambasfadeur «elfchon Fitz-Harding den Koning van Frankryk ver* hem te ^heiden' redenen voor, om welken hy zig, bedui- met eere, zou mogen ontflagen rekenen van den, dat de verpligting, om de Staaten by te ftaan; hy niet hierop uitkomende: „ dat de Staaten de aan- faerPdegt » vauers waren geweest, en zig, het eerst ge- Staaten n wapend hadden; dat de Koning van Groot- te helpen,^ Britanje regt hadt op de Sterkten in Gui- j,nea, die de Staaten, te vooren, hadden „ingenomen; dat zy van een verlchil tus-- jjfchen de twee Maatfchappyen een verlchil „tuslcheii de twee volken gemaakt hadden} wdat de Koning van Frankryk, in allen ge- 55val, niet verbonden was, de Staaten bui- „ ten Europa te helpen; dat de vyandlykhe- „ den buiten Europa begonnen waren , en jydat, fchoon zy, naderhand, in Europa wa- kren overgebragt, zulks flegts was aan te jjmerken, als een gevolg van het hoofdge- w fchil, met welk gevolg de Koning van „Frankryk zig niet te moeijen hadt, om dat B hy niet gehouden was, zig in het hoofdge- „ fchil te fteeken (ƒ)." Alle deeze redenen werkten lterk op Koning Lodewyk, die ze d'Estrades overlchreef, om 'er deszelfs ge- dag-
CO D'Estradbj Tom. II. p. 5^7'
{O D'Estrades Turn. II. f. 576, 586, |
|||||
L.Boek. HISTORIE, 133
|
|||||
«Jagten over te verftaan ; zig , onder anderen, 1&54.
bedienende van deeze woorden : Ik neem nu mg niet in aanmerking den trek , dien my de Staaten te Munfler [peelden ; waardoor zy zig sehen in groot gevaar gebragt zouden hebben , zo ik alleen geene magt genoeg gehadhadt, om, ge- duurende hunne inwendige beweegingen., het Huis van Oostenryk het hoofd te bieden (?}. Midlerwyl, vertelde en verfpreidde Dow- Dow-
ning iri Holland „ dat de Koning van Frank- ning verJ „ ryk den Engelfchen Gezant Fitz - Harding rPreiJt „ verzekering gedaan hadt, dat hy de Veree- °^täe jj nigde Gewesten niet byftaan zou ; dat 'er tydingem n een befchadigend en verdedigend Ver- in Hol» jj bond geflooten was , tusfchen Frankryk en lan^- „ Groot-Britanje , en dat 'er , in Engeland , „ niets gedaan werdt , dan met overleg van „Frankryk («)•" Doch 't bleek, eerlang, dat deeze gerügten geenen grond hadden,, D'Eftrades riedt den Koning egter, ernftelyk, tot het Verbond met Groot-Britanje; welk, dagt hy , voordeeliger was, dan een dierge- ]yk met de Staaten zou können zyn , om dat Karel de II. niets van de Spaan fche Neder- landen begeerde ; daar de Staaten zig, des- wege , nimmer in handeling zouden willen inlaaten , zonder 'er hun aandeel van te be- dingen (v). Alleenlyk vondt hy 'er deeze D' e^ zvvaavigheid in „ dat het verlaaten der Staa- desftelt „ ten en het fluiten van een Verbond met de Lo^* „Engelfchen zou te wege brengen , dat de xiv.*^ „ Witt ne zw**,
f O D'Estrapes Tom. II. p. 568.
t«) ü'Es ruAniis Tem. II. p. '561 . 578^
(y) ü'Estraües Tom. II. p. '575,
ia
|
|||||
134 VADERLANDSCHE L.Boe?,
1664, „ Witt en deszelfs aanhang ( dus fchrecf hy )
- n overweldigd en bedorven zouden worden , |
|||||||
Hgheid_ ^ door den aanhang des Konings van Enge
J00T', ™ „ land , die , zo vee] gezags verkreegen heb- ten van" „bende in den Staat, zynen Neef, den Prins de Staa- „ van Oranje , in deszelfs v/aardigheden » »en? n herftellen zou ; voorts , meester blyven in w deeze Gewesten , in zo verre , dat, zyne „ Majef'ceit van Frankryk , aldaar , geen meer n aanziens hebben zou , dan de Koning van „ Engeland hem wel zou willen gunnen (w).'* Én deeze zwaarigheid ichynt zo veel gewoo- gen te hebben by den Koning van Frankryk , dat hy zig , tegenwoordig, niet heeft wil- len laaten beweegen , tot een Verbond met Karel den II. Sommigen verhaalen 5 dat de Witt, ten deezen tyde , door d' Eltrades , onderzogt zou hebben , of Lodewyk de XIV» ook geraaden zou vinden , dat men den Prins van Oranje deede vertrekken uit den Veree- nigden Staat, en dat de Koning deezen voor- llag zou verworpen hebben ( x ). Doch voor de waarheid van dit verhaal zou ik niet dur- ven inftaan. De Staaten kreegen egter , in eenen geruimen tyd , geene verzekering, dat Frankryk zig aan het Verbond van den ja-are 1662 houden zou. Van Beuningen werdt, met goede woorden en uitfteljen, opgehou- den. Vill. De handeling met Zweeden en Deenemar- ïjgnde- £e was rnidlerwyl, ook aangevangen, door Iwj; met 3 J ' de (.w) Ij'Ksi RADES Tm. II. p, 579.
l-Ó Memoir. de Cüjche hired. p. 45.
|
|||||||
f-Boek.
|
HISTORIE.
|
|||||||
»35
|
||||||||
de gewoonlyke Gezanten der Staaten, in 1^4;
beide deeze Ryken , welken men zogt te -----.
beweegen, om de zyde der Vereenigdc Ge- Zwee-
wcsten te honden tegen Karel den II: waar- den- toe menzc beide verpligt rekende, uit kragte der jongfte Verbonden. De Koning van Zweeden verklaarde zig geneigd, om vriend- fchap te houden, beide met Groot- Britanje en met deezen Staat; doch hy vorderde, by deeze gelegendheid, vernietiging of nader verklaaring van het verdrag, waarby het Elbingfche opgehelderd was. Ook eischte hy de onderftandgelden, die hem , by het El- biiigfche Verdrag , beloofd en niet voldaan waren. Eindelyk, moest hem , dreef hy , a-egt gedaan worden , wegens het nadeel, zy- nen onderdaanen, door die van de Nederland- fche Wcstindifche Maatfchappye, op de Zuid- rivier van Florida in Amerika en elders aange- daan. Ik (preek niet van eenige punten van minder belang, die, tusfchen Zweeden en deezen Staat, in gefchil (ronden. De Staaten beweerden, hiertegen, dat het Verdrag, waar- by het Elbingfche opgehelderd was, niet dan na ryp beraad opgefteld zynde, geene nadere vcrklaaring behoefde , en dat zy niet bevon- den, den Koning, uit hoofde van het Elbing- fche Verdrag , eenige onderftandgelden fchul- dig te zyn. Doch wat de fchade betrof, die de Westindifche Maatfchappy den Zweedert zou mogen aangedaan hebben; deswege, zou- den zy zig laaten ouderregten , en , naar be- komen' kennis, befluiten , zo als zy zouden bevinden te behooren. Doch Karel de XI. I 4 was
|
||||||||
136 VADERLANDSCHE L.Boek;
1Ö64. was niet voldaan met dit antwoord, 't Welk
hieldt, om de Staaten, tegen Groot-Britanje., te onderfteunen (,y). Haude- Met Dcenemarke , werdt ook niet voor- linir met fpoediglyk gehandeld. De klagten , welken niarïe" men mer ' insSelyks 3 deedt, over 't bedryf, der Westindifche Maatfchappye op de kust van Guinea, waren 'er oorzaak van. De Ko- ning beweerde , dat men den Koophandel zy- ner onderdaanen op deeze kust belemmerde, hem de Sterkten aan Kabo Kors, op Tako- rari, Anemobon en elders afhandig gemaakt, verfcheiden' fchepen genomen , en de woeste Afrikaan fche volken tegen de Deen en opge- hitst hadt. Doch de Westindifche Maat- fchappye , hierop gehoord wordende , bragt diergelyke klagten in tegen de Deenen , be- weerende , onder anderen , dat deezen , ko- mende handelen op Plaatfen , daar de onzen Logien en Sterkten hadden , zig zelven de vyandlykheden , over welken zy zig vreemd hielden , op den hals hadden gehaald. Ovej 't voldoen eeniger agterftallen , die Dcene- marke den Staaten fchuldig was, was, insge- lyks, verfchil ontftaan. De Koning begeer- de , tegen dezelven , af te rekenen de kosten , geloopen op de tweede uitrusting van twintig Oorlogsfchepen , op eenen tyd , dat de Staa- ten op 't punt ftonden , om de Vrede met Kromwei te fluiten : waarin de Staaten niet konden bewilligen. Alle deeze verfchillen en an
00 AiTZBMA IV- Deel, hl. 2351-250.
|
||||
L. Boek. HISTORIE. 137
|
|||||
anderen ftremden de handeling over de on- i^i
derfteuning der Staaten tegen Groot-Britan--------3-
je, waarop de Refident Ie Maire niet naliet,
fterk aan te houden. Karel de II. verzuimde ondertusfchen ook niet, door zyne Gezanten, in Zweeden en in Deenemarke, te bearbei- den , dat deeze Ryken zig niet voor de Staa, ten verklaarden. Hy bediende zig, hiertoe, van dezelfde redenen , welken hy, ook in Frankryk, zogt te doen gelden, fterk dryven- de, dat de vyandlykheden, van der Staaten zyde, begonnen waren: waaruit volgde, dat de Noordfche Koningen, door de Verbonden van verdediging, met de Staaten gemaakt, niet konden verpligt geagt worden, om hun by te ft aan (2). De grenzen in Vlaanderen, waarover men XI.
lang oneenig geweest was met Spanje, wer- J?'ei!s* den, eindelyk, in Herfstmaand deezes jaars, ^„g1" geregeld (0). Kort tevooren, hadtFilipsde viaande- IV. de Landvoogdy zyner Nederlanden opge- ren gere« draagen aan Don Francisco de Moura en Corte 8eld. Real, Markgraaf van Kastel - Rodrigo, die, terftond, merkelyke verandering maakte, in verfchciden' der voornaamfte Raaden en Amp- tenaaren (ß). De oorlog, die, tusfchen Keizer Leopold Keizer
en den Grooten Heer, ontftaan was, hadt Leopold den eerften bewoogen, om in de Lente dee- d|r§°.j^ zes jaars , den Graaf van Sinzendorf her- ten om" Waards byltand
f« ) AfTZEMA V. Deel, bl. ato-23iV tejjcn <1© Oj Zie Rel'ol. Holl. 13 Maart 1665. bl. 45, Aitzema
\. Deel, bl. 307. Qb) AuzEjirt V. Dtel, bl. 309 cuz, IS
|
|||||
i38 VADERLANDSCHE L. Boek,
|
||||||||
16Ä4. waards te zenden, met last, om by de Staa-
ten aan te houden om onderftand, tegen den |
||||||||
Turken: ouden en algcmeenen vyand der Christenheid,
weijrerd ^ocn ^e tegenwoordige toeftand der zaaken wordt, drong de Staaten, om 's Keizers verzoek, bc- leefdelyk, van de hand te wyzen. Men ver- ' klaarde den Gezant, dat de Staaten gaarne genegen zouden geweest zyn, om,nevens den Koning van Groot-Bxitanje, te deelen in den roem, gelegen in het fluiten van het geweld der Turken. Doch dat zy, tegenwoordig, de handen vol werks hadden, om zig zelvcn, onder anderen ook tegen de ïurklchc roo- vers in de Middellandfche zee, te befcher- men (c). Pcstziek- In Holland, waren, reeds in 't voorlccden HojT d naJaar» beginfels befpeurd eener befmettely- ke ziekte, die, in den Zomer deezesjaars, zo fterk toenam, dat de Gekommitteerde Raa-» den, na 't inneemen van't gevoelen der Hoog- leeraaren en eeniger Doktoren in de Genees- kunde, eenige middelen voorfchreeven, om den voortgang der Pestkoortfe te fluiten, en de kranken niet hulpeloos te laaten (V). Deeze zwaare bezoeking fleepte, dagelyks, een on- gewoon groot getal van menichen weg: welk; egter, buitenslands, nog breeder uitgemce- ten werdt, dan waar was. Te Amfterdam, fchynt de fterfte, naar gelang, grootst ge- weest te zyn. De handel werdt 'er zeer door belemmerd, alzo men, in Frankryk, in Span- je, (O Refol. HoII. »2 Jiily 16(14. W« 3°- Aitzema V. Deett
bl. U2-39I. QJj Refol. IIoll, 8 Aug. if»#.j. W. 62. |
||||||||
L.Boek. HISTORIE. 139
|
|||||||
i
|
|||||||
je, in Engeland (e), en zelfs in Zweeden, ,^4,
zwaarigheid maakte, om Hollandfche fchepen -------
toe te laaten, dan nadat zy veertig dagen bui-
ten de havens gelegen hadden, zonder dat men 'er blyken van beimettinge in gewaar gewor- den was. Men oordeelde, in 't gemeen, dat de befmetting niet uit ecne ongefteldheid in de lugt ontltaan, maar door beimette perfoo- aen of goederen, van buiten 's Lands, her- waards gebragt was (ƒ). Doch omtrent het einde des jaars, was de fterfte in zo verre ver- minderd, dat de algemeencStaaten, tegen den eenentwintigften van Louwmaand des volgen- den jaars, deswege, eenen plegtigen dankdag uitfchreeven (g). De algemeene Staaten, nog geene kennis X.
hebbende van den uitflag der onderneemin- De Sra*' ge van de Ruiter op Kabo Verde en in Gui- fljjj^f" nea, hadden, om te toonen , hoe zeer zy den En- de Vrede zogten te bcwaaren, den Koningvan geifchen, Groot - Britanje, in Wintermaand, aangeboo- °ok in den en voorgeflaagen wdat men elkanderen afj,re„tT „alles zou wedergeeven wat men eikanderen te doen. ?? ontnomen hadt, of het wederzyds behou- 5, den, ter keure des Konings." Doch deeze voorllag werdt van de hand geweezen (^). Ook hadden zy , op 't aanhouden van den Koning van Frankryk, de Vloot, welke zy, met veele moeite en niet zonder vericheiden' Ge-
f O Reib). Holl. 20 Maart, 5 April 1604. HL iï, 83.
(/5 °8 Witt Brieven I. Deel, tl. 6Ö3. Aitzema IV.
Liet, bl. 1153- V. Deel, U,- 141-143, 190, 234, 984. IW1. Mtrc. v«« t jaer 1664 II. 134, 193,194. Cs) Rcfol. Holl. 17 Vee. 1664. lil. 42.
i'i) '/.\t liftA^ui' clc Kuiter, ».'. 376.
|
|||||||
i4o VADERLANDSCHE L.Boek;
X664. Gewesten te bezenden, om hen te verpligten ,
ten (f), onder den Heere van Wasfenaar, in zee gebragt hadden, op het einde des jaars, wederom opgelegd: 't welk, meende men, den Engelfchen gelegenheid gegeven hadt, tot het aantasten der Smirnafche Koopvaar- dyvloote (ß). Doch toen men hier tyding kreeg deezur jongfte vyandlykheid, befloo- »665. ten de algemeene Staaten, op den eenentwin ■-------tigften van Louwmaand, den Engelfchen, za
wel binnen als buiten Europa, ook alle mo*
Zy rusten gelyke afbreuk te doen. Men viel, terftond, ^ene . aan het uitrusten cener magtige Vloote, over Vloot tut. yyeike^ door de Staaten van Holland, meerde» en agtbaarder Hoofden gefteld werden, on- aangezien die van Zeeland beweerden , dafc zulks, niet dan met eenpaarige bewilliging van alle de Gewesten, gefchieden mögt. Men ver-t koor, in gevolge van het genomen befluit, drie Luitenants - Admiraalen, Egbert Meeawszoori Kortenaar, onder het Kollegie ter Admiraliteit op de Maaze, Michiel Adrjaanszoon de Rui- ter, onder dat te Amfterdam, en Jan Korne-. liszoon Meppe.1, onder dat van Westfriesland en 't Noorderkwartier (/). De Luitenant-Ad- miraal, Heer van Wasfenaar, kreeg het op- perbevel over de gantfche Vloote, onder den titel van Luitenant-Admiraal-Generaal. De Staaten ook, om meer volks tot de Vloot te kon-*
fO AiTZRMA V. Deel, U. iqt , 199-207.
(t ) Sccr. Rcfol. Huil. 37 Nay. '1664. II. heel, hl. 45^ Pe Witt Brieven 1/. Cier.1, hl. 5. {Ij Refol. HoU. 14, au Jm. 16S5. U. 15, a<S. |
||||
t. Boek. HISTORIE. 141
können bekomen, verbooden, ten deezen ty- ^65:
de, alle Vaart, met naame ook de groote en-------
kleine Visfchery en de Walvischvangst. Men
ftelde, op 't veroveren van Engelfche fchepen, en op 't af haaien der vlaggen, grooter beloo- ningen dan immer te vooren. Ook werden zulken, die in 's Lands dienst te water verminkt mogten worden, merkelyke fommen gelds toe- gelegd. Men verboodt den invoer van Engel- fche waaren, en Helde orde, omtrent den han- del op Engelfche havens, door Bondgenooten en onzydigen (ni). De Koning van Groot-Britanje, die, op 't Karel de
einde des voorleeden jaars, voor't eerfte, zy- *j« ver- nen onderzaate-n, openlyk, verlof gegeven de"" hadt, om hunne fchade te verhaalen, aan de ten dea' fchepen en goederen der ingezetenen van dee- oorlog, zen Staat, hadt, in Louwmaand deezes jaars, zo dra geenen merkelyken onderftand beko- men van 't Parlement, of hy deedt arbeiden aan 't opftellen eener Oorlogsverklaaringe tegen de Vereenigde Gewesten (»), die eg- ter, niet voor den veertienden van Lente- maand, in de voornaamfte ftraaten van Lon- den en Westmunfter , plegtiglyk , afgekon- digd werdt. Zy behelsde „ dat men, in plaats w van vergoeding te geeven , wegens den „ hoon, de beledigingen en nadeelen , den w Engelfchen, door de Oost - en Westindifche „ Maatfchappyen en andere ingezetenen der öVereenigde Gewesten, aangedaan, last ge- „zon-
(«0 Oroot-Plnkaatln III. Deel, hl. aas, m6, 263, 264,
fcgi, 292, 593, 295. Aitzema V. Deel, il. 439. C,a) R^-in Tom. IX.p. »30,231. |
||||
*42 VADERLANDSCHE t. Boe&
i<&5. »zonden hadt aan de Ruiter, tot het plee-
» dat de Koning, hierop, de Nederlandfche »fchepen hadt doen beflaan ; doch gcene »Brieven van Schäverhaalinge uitgegeven, »noch tegen de bcflaagen' fchepen doen »voortpleiten hadt, voordat hem onweder- »ipreekelyk gebleeken was, dat de Ruiter »den ontvangen last in \ werk gefield, en » verfcheiden' fchepen en goederen zyner n onderzaaten in beilag genomen hadt. Dat >5hynu, verneemende, dat men zig, in de „ Vereenigde Gewesten , flcrk ten oorloge 5, uitrustte, en zelfs Brieven van Schaverhaa* „linge tegen 's Konings onderzaaten hadt j,uitgegeven, bevonden hadt, dat men zig,- jj door de wapenen , zogt te handhaaven in j)'t bezit van 't gene men, onregtvaardiglyk, w hadt verkreegen ; waarom hy goedvondt, »aan de ganfche weereld te verklaarcn, dat 5j de Staaten de aanvallers waren, en hierom, j, door zyne Vlooten en Oorlogfchepen, en jj door alle anderen, die Brieven van Schä- „ verhaalinge van zynen Broeder, den Her- „ toge van Jork, bekomen hadden , wettig- 5,lyk, mogten beoorloogd worden; zullende „ alle de fchepen en goederen hunner onder- „ zaaten voor goeden prys gehouden wor- „den, en aan elk, Engelfchen en vreemden, „ op verbeurte van fchepen en goed, verboo- „ den zyn, hun eenige krygsbehoeften toe te n voeren (0)." Men
CO Zie AlTZEMA V. Deel, il. 368.
|
||||
t. Boek. HISTORIE. ifä
Men ziet, uit deeze Verklaaring, dat 's i<s$$.
Körtings voornaamfte oogmerk was, de Staa---------
ten te doen doorgaan voor aanvallers in dee- Aanm«*-
zen kryg, op dat de Koning van Frankryk klnsen en anderen hunner Bondgenooten, buiten de ^^Oor^* verpligting, gefield zouden worden, om hun jogsver- by te flaan. 't Bewys deezer onderftellinge klaaring. was de last, aan de Ruiter gegeven , en het uitvoeren van dien last, in het beflaan van eenige Engelfche fchepen en goederen. Doch •*t was onbetwistbaar, dat de Ruiter geen'last bekomen hadt, om iet tegen de Engelfchen te onderneemen, dan na dat men onderregt geworden was van de vyandlykheden , door Holmes gepleegd, 't Is waar, dat de Koning' Holmes bedryf, in 't eerst, geheellyk, wilde doen flellen op rekening der Engeliehe Afri- Jcaanfche Maatfchappye. Doch, met even zo veele reden , kon de Ruiters onderneeming aan de Nederlandfche Westindifche Maat- fchappye, aan welken de herwonnen' Plaat- fen toekwamen, worden toegefchreeven. Hierom zwygt de Koning ook van de herwon- nen' Plaatfen op Kabo Verde; want van 't gene in Guinea gefchied was kon men nog geene kennis hebben; en hy brengt de gehee- le vyandlykheid , door de Ruiter gepleegd, tot het beflaan van eenige Engelfche fche- pen en goederen. Doch wy hebben te voo- ren (.p~) gezien, dat hy zig alleenlyk meester gemaakt hadt van 't gene der Engelfche A* frikaanfche Maatfchappye toekwam; haten- de de andere Engelfche fchepen, fchoon ze voor
|
|||||
£pj /lluilx. «3.
|
|||||
144 VADERLANDSCHE L. Boek.'
'1S65. voor eenen tyd in beflag gehouden waren,
-------daarna, onverhinderd, vertrekken. Behalve,
dat het beilaan eeniger fchepen voor geenen
aanvang van oorlog kon gehouden worden, of de Koning, die 't eer dan de Ruiter hadt gedaan, moest zelf voor den aanvaller in dee- zen kryg doorgaan. In allen geval, was 't ge- ne de Ruiter venïgt hadt buiten Europa ge- fchied, en Karel de II. veroorloofde zig, hier- op , het aanvangen der vyandlykheden in Eu- ropa; alwaar de Staaten, door Frankryk en door hunne andere Bondgenooten , moesten onderlleund worden, 't Was, derhalve, 'voor onpartydigen niet moeilyk te zien, wie voor den aanvaller gehouden moest worden, Groot- Britanje, of de Staaten. Voor 't overige, hang ik 'er niet veel gewigts aan, dat Karel de II. de vyandlykheden begon, door het neemen van verfcheiden' fchepen, en door het aantas- ten der Smirnafche Vloote, lang voor dat hy den oorlog verklaard hadt; om dat fommigen, onlangs, met fchynbaare redenen , getoond hebben, dat zulk eene verklaaring, voor 't be- ginnen der vyandlykheden, niet noodzaakelyk behoort, tot het wezen van eenen regtvaardi- gen oorlog (q). XI. De Staaten hadden zo dra de Engelfche Lands Verklaaring niet in handen gekreegen , of loot. zy zonden ze aan alle vreemde Hoven , ne- ?£* U1 vens eenen beredeneerden Brief, ftrekkende om te toonen, dat de Koning van Groot- Britanje de gemeene vryheid des Koophan- dels (j) Vid. C. v. Bynkershoek Quasfl. Jur. publ. Liiu M
Cap. II. p. 5. |
||||
kBoËK. HISTORIE; 245
dels zogt te krenken; waarby alle Mogend- i<ft$
heden belang hadden Qr). Voorts, lieten ze onder bemiddeling van Frankryk, te Londen te doen handelen over de heritelling der Vre- de (s); doch zonder vrugt (V). De Engelfche Vloot, onder den Hertoge van Jork, Merk omtrent honderd fchepen van oorloge, raak- te, in Bloeimaand, in zee. De Nederland- fche, onder den Heere van Wasfenaarj liep) ook nog uit, voor 't einde der genoemde maand. Zy was ten minfte zo fterk als de Engelfche («)• Op den dertienden van Zo- mermaand, raakten de Vlooten aan eikan- deren, omtrent tien Duitfche mylen Noord- oost- ten Noorden van de Stad Lestoffe. Men wil, dat de onzen, twee dagen te vooren, den wind op de Engelfchen gewonnen had- den, zonder zig van dit voordeel gediend te hebben (v). Nu hadden de Engelfchen de loef van hun, zynde de wind Zuidelyk. 't Gevegt begon, met het aanbreeken van den dag, en duurde tot over den middag. Eeni- ge Staatfche Kapiteinen kweeten zig wak- kerlyk; maar anderen hielden zig buiten den ftryd j fchietende ilegts van verre. Doch De Heet omtrent twee uuren na den middag, fprong ™^'as" de Luitenant - Admiraal - Generaal Heer van fneuf eij. Wasfenaar, met zyn fchip de Eendragt, vier en
Tr") Zie Aitzkma V. Diel, hl. 371.
(s ; Aitz'ima V, Deel, bl. 372 378. CO De Witt Brieven 11. Deel, bl. 98. (ü~) Z\e Aitzem-v V. Deel, bl. 443, 444. O) Zie Aitzema V. Deel, bl. *$• XIII. Deel. K
|
||||
i4<5 VADERLANDSCHE L. Boek.
166$. entagtig ftukken gefchuts voerende, onge-
■ kruid; zonder dat men zekerlyk weet, of 'er* door verzuim van de zynen, uf, door 't fchie- ten des vyands, de brand in geraakt was. De Luitenant - Admiraal Kortenaar was, reeds in 't begin van 't gevegt, des morgens om- Neder- trent vyf uuren, doodgefchooten. Doch laag en het ontydig omkomen des Heeren van Was- viugt der fenaar veroorzaakte zo veel wanorde in 's onzen, j^ands Vloote, dat veelen naar een goed heen- komen zogten: ook eenigen, die zig, te voe- ren, dapperlyk geweerd hadden, en onder deezen, de Luitenant - Admiraal: Jan Eveit- fen, die, met eenige anderen, de Maaze inliep. In den Briele aan land geflapt zyn» de, werdt hy, door 't graauw, welk hem va« lafhartigheid befchuldigde , aangetast en ia 't water gefmeeten; daar hy gefmoord zou hebben, was hyniet, door eenige foldaaten, en in't byzonder, door eenen Franfchen Ka- pitein, La Salie genoemd (»/), gered gewor- den. Doch daarna verantwoordde hy zig zo wel, in den Haage, en voor den Krygsraad op Texel, dat men zig genoodzaakt vondt5 zyne kloekmoedigheid en zyn beleid te pry- zen. Omtrent zestig f'diepen waren naar Texel geweeken, zeventien of agtien naar 't Vlie# twaalf of dertien naar de Wielingen , Goe- reede en de Maaze; eenigen waren den En- gelfchen in handen gevallen: drie, aan el» kanderen vast geraakt zynde, door hen, ver- brand. |
|||||
O) Memoir. Je Guiche Lm. I. />. 7a.
|
|||||
L. Boek. H I S T Ö Hl E. 147
brand. Op den vyarid werdt flegts één fchip 1605.
veroverd, door Kapitein Joan de Haan, welk ——> in Texel werdt opgebragt. Doch de Engel* 1'chen verlooren ook den Vice - Admiraal John Ijiwfon, den Schout by nagt Sanfum en eeni- ge andere voornaame luiden. Daarentegen waren, aan onzen kant, gei'aeuveld, behal- ve den lieer van Wasfenaar en Kortenaar, Anke Stellingwerf, Luitenant-Admiraal van Friesland, de Kapitein Joan Bankert en ee- nige anderen. De nederlaag was, volkomen- lyk, aan de zyde der onzen (re), die 't meest geleeden hadden , en den itryd ontweeken waren (>•). Sommigen vonden 't, ondertus- fchen, vreemd , dat de Engelfchcn hun voor- deel , en de wykende Nederlanders niet ver- volgd hadden. Doch men heeft, naderhand, gefehrecven, dat het hun aan branders man- gelde (z): ook, dat de Hertog van Jork, op den raad van Pen, die hem vertoonde, dat de Nederlanders nimmer hardnekkiger ftree- den, dan wanneer zy in den uiterften nood gebragt waren, bellooten hadt, den ftryd niet te hervatten, en de onzen, flegts met klein zeil te vervolgen (ß); waardoor de meeste fchepen in behouden haven raakten, 't Ontydig wyken en 't verder pligtverzuim van eenige Bevelhebberen werdt, federt, on- derzogt en geftraft. Drie Kapiteinen, Jan Straffe Pie- ofte
O) MW. Holl. n, 14» t*, 17, «4 J*ey, 23. 25 y«/y, i
Aus- '""5 < W» 4ii 44-49» 5^ f'"» ?(>• 29» 84» J7. o". AlTüB» ma V. Deel, bl. 379, 3*2, 446, 447» 44<>t 45°» *53« (y) I)E Witt Brieven II. Deal, bl 101.
C = j Mcmoir. de Omens üvr, i. p. 70.
C*J Uubnbt Hill, ot his own Time. KA, \, p. aijj.
K *
|
||||
148 VADERLANDSCHE h, Boïk.
|
|||||||
»655. Pkterszüon Onkhar 3 Antoni Evenszoon de Mar-
re en Jakob Bruinmg, werden, ter oorzaake |
|||||||
pligtver- van verfaagdheid, ter dood verweezen, en
zumi vanj^gj. niusketten doorfchooten. Drie anderen, Officie- Willem Codde van der Burg, jan van der Mar- ina.* fi/ie en Apollonius Poolt werdt de degen, door beuls handen, voor de voeten, gebroken, en zy eerloos en onbekwaam verklaard, om 't Land verder te dienen: twee, Samuel Huis- man en Jakob van der Kamme, werden van hunnen dienst verlauten. Ate Intes Stinßra, Kortenaars Opperftuurman, die, na deszelfs dood, 't fchip van den vyand hadt haten af- dryven, moest, met den ftrop om den hals, de itraf der anderen aanfehouwen, en werdt, voorts, eerloos verklaard, en gebannen. Mid- krwyl, verzuimden de Staaten gecnen tyd, om 's Lands Vloot, fpoedig, wederom in ftaat te ftellen, om zee te kiezen. De Engelfchen bleeven zee houden; 't welk het vaardig ver- zamelen van 's Lands fchepen noodzaakclyker maakte ( b ). Ter gedagtenisfe van den Heere van Wasfenaar, werdt, federt, op 's Lands kosten, in de groote Kerke in den Haage, eene pragtige Grafftede opgeregt, waarop hy, overcinde en in 't harnas, leevensgrootte, werdt afgebeeld. Voor Kortenaar werdt, ins- gelyks, eene aanzienlyke Grafftede geftigt, in . de groote Kerke, te Rotterdam. XH* De ongelukkige uitflag van 't jongfte zee- ters ver- §eveS£ veroorzaakte merkelyke verflaagen- heid, (h~) Scntent. over eenige Sclieeps- Kapit. en Offic. gedrukt
1665. AiTZEMA V. Bctl, tl, 459, 4ÖÜ-4Ö6. |
|||||||
L. Boek. HISTORIE. 149
hield, onder 't gemeen. Doch men fchiep 1665.
wederom moed, op het berigt, welk men,-------•
kort hierna, ontving van de voordeden, rigtingen
door de Ruiter, behaald op de Engelichen. ?P de
u . j ' j • 1 kust van Hy was, in den aanvang deezes jaars, op de Guinea.
Guineefehegoudkust gekomen, en hadt, ter-
jlondt, het Kasteel Takorari of Witfen aan- getast en veroverd. Kort hierop, werdt dit Kasteel geilegt. Voorts, naar S. George del Mina gezeild zynde, ontving hy, daar, na- deren last uit het Vaderland, om de EngH- fche fchepen en goederen aan te tasten. Se- dert, nam hy vcrfchciden'fchepen. In Sprok- kelmaand , met groot gevaar,. omtrent het Kasteel Kormantyn, welk de Engelfchen, on- •, der Frangois Sehvyn, bezet Welden , geland zynde , veroverde hy dit Kasteel, ftormen- derhand, op den agtften. Wat laater ont- , ving hy, hiertoe, byzonder bevel, van de al- gemeene Staaten, en te gelyk,.om den En- gelfchen buiten Europa alle mogelyke af- breuk te doen, Hy zeilde toen naar de Bar- bados , een der Karibifche Eilanden , daar vier- of zesendertig Engelfche fchepen lagen, Op welken hy egter geen voordeel behaalen kon. Daarna, deedt hy ook de andere En- gelfche Eilanden in deezen oord aan, zig al-: daar en onder weg van verfcheiden' Engel- fche fchepen meester maakende.. Doch mid- lerwyl bevel bekomen hebbende, om naar 't Vaderland te, keeren, nam. hy, in Zomer- maand, de reis derwaards aan (c). Verwit- tigd, (O Brandt de Ruiter,. U. 3*5-374'
Iv3
|
||||
150 VADERLANDSCIIE L. Boek,
|
|||||||||||||||||||
1665. tigd van den openbaaren oorlog met de En-
er*— gelfchen, zeilde hy tusfchen Hitland en Noor- wegen door, een Vlaamsen vaartuig onder weg bewilligd hebbende, om voor uit te f te- venen op kondfehap, De Engelfche Vloot onthieldt zig, ten deezen tyde, voor Bergen Hykonit in Noorwegen; doch 't gelukte de Ruiter, terug en jiaar ongemerkt voorby te Hippen, 't welk men |
|||||||||||||||||||
op de
|
|||||||||||||||||||
aan het mistig weder en aan 't waaien der win-
|
|||||||||||||||||||
Eems. aau 1ICL "»B^ö
den toefchreef, niet zonder hierin 's Hemels
gunftige voorzorg te erkennen. Op den zes-
den van Oogstmaand, liep hy behouden de Wcster-Eems in, en kwam, voor JDeli'zyl, ten anker (d). XIII. Weinige weeken te vooren, hadt men we- Begin- derom beginfels van oproer befpeurd, in fels van fomrnige Steden. Te Amfterdam zelfs, bc-
oproe» ° i ,.
ïigheid g°n men te morren3 over «e tegenwoordige
|
|||||||||||||||||||
ïneenige Regeeringe. Te Leiden, werdt wederom
|
5
|
||||||||||||||||||
Holland- gelyk, vooreenige jaaren, in andere Steden,
fcheSte- gefchied was, een Tromflaager in 't water
ondè/" gefmeeten, om dat hy volk wierf, op den
Scheeps- naam der Staaten; roepende 't graauw, dat
Tolk. mtn f oor den Prinfe van Oranje, niet voor ver-
raaders werven moest. Ook voegden zig eenige
Scheeps - Kapiteiueu en matroozen byeen ,
openlyk verklaarende, dat zy niet wederom in
Zee dagten te gaan, dan onder 's Prinfen vlagge
(e). Op 't fchip van Tromp, in Texel
leggende , wilden de matroozen het anker
niet opwinden, dan in den naam des Prinfen
van
Brandt de Ruiter, il. 385.389. Aitzkma V. Deel,
|
|||||||||||||||||||
*/. 400
|
|||||||||||||||||||
enz.
|
|||||||||||||||||||
(Ó D'Estrades Tom. UI. p. sJÖ«.
|
|||||||||||||||||||
•
|
|||||||||||||||||||
I, Boek. HISTORIE. 151
van Oranje (ƒ). Doch de Raadpenfionaris de ig<#.
Witt vondt middel, om deezen beweegingen -------
te ftillen. Men leest ook, dat fommige Ste- Voorflag
den, kort na het ongelukkig zeegevegt, ter jjjjj den Vergaderinge van Holland , voorfloegen, o""^™" dat men op de beste wyze mogelyk , met te bevor- Groot -Britanje, moest zoeken te verdraagen, deren, en den Prins van Oranje in de waardigheden zyner Voorouderen herftellen. Doch de meesten en vooral de Witt hadden geoor- deeld, dat men hiermede, nog behoorde te wagten, en eerst te zien, wat 'er van Frank- iyk te hopen ware (g). De Raadpenlionaris moedigde de Leden, federt, fterk aan, om de Vloot wederom in ftaat te ftellen, Hy begaf zig zelfs, in perfoon, naar Texel, om de uitrusting te bevorderen (h). Men wil, dat Bekom- hy, inzonderheid voor dat de Ruiter behou- mering den in de Eenis gekomen was, zeer vreesde ™? d® voor hem, voor de Smirnafqhe Vloot, die nog ut' te Kadix lag, en voor de fchepen, die uit Oostindie verwagt werden; zig verzekerd houdende, dat het verlies van eene of twee deezer Vlooten eenen opftand in de Steden verwekken zou, en 't volk doen roepen om vrede met Groot - Britanje , om herftclling van den Prinfe van Oranje, en om eene ge- heele verandering der tegenwoordige Regee- ringe (*"). Men voegt'er by, dat deeze vrees hem deedt befluiten, om in perfoon op de Vloot
(ƒ) Aitzema V. Deel, hl. 477.
(.g) D'ëstrades Tom. III p 215. CA) D'Estr/ides Tom. Ui. p. ai8, 33». (O D'Estrades Ttm. iü. p. 248. K 4
|
||||
153 VADERLANDSCHE L. Boer.
|
|||||||||||
1665. Vloot te gaan, op hoop van zyn wankelend
------- gezag, door een gelukkiger zeegevegt, te
Frank '" herftellen en- te bevestigen (&)• D'Estrades
ryk,voor fcm'ecf deeze dingen, als uit den mond van een'e de Witt, over aan 't Franfche Hof, daarzy zo verande veel indruk maakten, dat van Beuningen % |
|||||||||||
de Re-
^eering
<Jer Ver- eenigde Neder- landen. |
omtrent deezen tyd, aan den Raadpenüona-
ris meldde „ hoe men aldaar bedugt was, dat . „ de Koning van Engeland zou mogen wil- „len woelen met den naam van den-Prinfe „van Oranje; doch dat de Regeering,' in |
||||||||||
3, zulk een geval, zo veel hy verneemen kon,
„heul hebben zou aan den Koning van ^Frankryk (/).'' Koning Lodewyk zelf be- val d'Estrades, hem te melden, welke rede- nen 'er waren, om eene omkeering in de Re- geering te vreezen, ten welken einde, hy on- derzoeken moest „ welke Steden, in elk Ge- jjWest, den Prinfe of den Raadpenfionaris 5, waren toegedaan; hoe veel magts elke par- „ty, in ieder deezer Steden, hadt, en door „wiezy onderfteund wierdt, door de Wet- „ houderfchap of door de Gemeente; op dat j, men met te meer grond mögt können oor- „deelen over de waaifchynlykheid der ge- „ vreesde omkeeringe, in geval de Ruiter, of „eene der twee andere Vlooteu den En- „ geliehen in handen mogten vallen («O»'*' Doch of, en op welk eene wyze, d'Estrades aan 's Konings last voldaan hebbe, vind ik nergens gemeld. Ook bragt de aankomst van de.
(*) D'F.sTR,<\r>E<; Tom. III. p. 252, 258, 274, 277» 315.
CO Uk Wii r iJrinvca II. Deel, */. 102. Verg. hl, 92. i»0 D'E">traues Tom. UI. f. 278. |
|||||||||||
L.Boek. HISTORIE. 153
de Ruiter de zaaken , terftond, in eene an- .1663.
dere gedaante. |
||||||
üe Staaten hadden, na 't (heuvelen des Raad_
Heeren van Wasfenaar, geraadpleegd, wien pieegin- zy 't opperbcvvind over 's Lands Vloote,. gen, op jn zyne ftcde , zouden opdraagen. Vee- g™* len rprakcn van den Vice-Admiraal Kornelis van ee. 'JTrornp i aan wiens kloekmoedigheid niemant uen Lui- twyfelde a en die zeer bemind was by 't ™"*n}- Scheepsvolk. Doch tusfchen deezen en de Jgg^ Gemagtigden der Staaten was eenig misnoe- gê^ai; gen ontftaan, ter gelegenheid dat hy gewei- gerd hadt, als regter te zitten over Kapitein nen, die, wegens pligtverzuim in't.ïaatfte zeegevegt, op zyn eigen aandryven, in heg-, tenis genomen waren ( n ). Ook melden fom- migen, dat hy, op Texel aan land treedende , verklaard zou hebben, zyn ampt te zullen, nederleggen, om dat 'er naauwlyks twaalf Kapiteinen geweest vyaren , die hunnen pligt tegen de Engelfchen betragt hadden (0). Doel* de voprnaamfte reden, waarom ibmmigen hem tegen waren, was zyne bekende genee- genheid tot den Prinle van Oranje (p). Men verftondt, nogtans , in 't gemeen, dat men hem, ten minften in naam, over de Vloot be- hoorde te ftellen. Doch tot maatiging van zyn gezag, werdt goedgevonden, drie Ge^ volmagtigden der algemeene Staaten af tq vaardigen op 's Lands Vloote, waartoe, eer- lang, Rutgers Huigens, wegens Gelderland, (O Attzema V. Deel, bl. 454, 457'
(«) D'Estkadrs Turn. III. p 414. Cp) ÜRANDT de Ruiter > bl. 3*i4- K 5
|
||||||
154 VADERLANDSCHE L.Boek,
|
|||||
tێs. zitting hebbende ter algemeene Staatsverga-
-------deringe, de Raadpcnfionaris de Witt en
Joan Bureel, Bürgerneefter van Middelburg
\q)> benoemd werden. Tromp was, reeds te vooren , tot Luitenant - Admiraal, onder het Kollegie ter Admiraliteit op de Maaze, verheeven geweest (r). Doch de Ruiters aan- wairtoe komst maakte eenige verandering in dceze Jgr^er fchikking. De Stad Amfterdam floeg eerst ren voor, of men de Ruiter niet, in de plaats van wordt, den Heere van Wasfenaar , behoorde te ver- ecren met het be.vel over 's Lands Vloote onder de Gevolmagtigden der Staaten; waar- toe, eerst door de Staaten van Holland, en terftond daarna, ook door de algemeene Staa- ten, beilooten werdt (j). Tromp was ten hoogfte misnoegd over deeze verandering , tot zo verre zelfs , dat hy weigerde, onder de Ruiter, naar zee te gaan. Nogtans be- dagt hy zig, federt, en bleef in "s Lands dienst. XIV. De Vloot, in Oogstmaand, zeilreede zyn- *« Lands de, in Texel, haperde het aan gunftige ge- looi°tC an- 'eSennc^ > om in zee te loopen; 't welk men, dermaai"tot hiertoe , gemeend hadt, niet dan op in zee. ' tien ftreeken van 't kompas te können ge- fchieden. Doch de Witt, na naauwkeurig onderzoek, bevonden hebbende , dat 'er wel agtentwintig onderfcheiden' ftreeken aanlei- ding (f) Notul. Zeel. I Aug. 1665, il, 165. Meraoir. de Gui-
CHE Livr. I. p. 79, 82. Crj Aitzkma V. Deel, il. 46I!.
CO Refoi. Gener. Mart. 11 Aug. 1SÄ5. *v BiuNBT de Roi»
ter, hl. 31/3. Refol. Holl. 11 Aug. 1665. tl. SU. |
|||||
J..BOEK. HISTORIE. 155
|
||||||
ding toe gaven, nam zelf het lood in de hand, 1^55.
peilde het Spanjaards gat, en bragt, op den ——• veertienden van Oogstmaand, met een' Zui- den en Zuidwesten wind , aüe de ichepen , doorliet zelve, gelukkiglyk, in zee. De gant- fche Vloot beftondt uit drie - ennegentig Pre? gatten van oorloge , benevens etlyke bran- ders j jagten, galjoors en ander klein vaaiv tuig. Het oogmerk der Vloote was de Oost- indifche en andere Koopvaardyfchepen vei- lig naar de havens deezcr Landen te geleiden, en de Engelfche fcheepsmagt, die haar hier- in zou mogen willen hinderlyk zyn, te vernie- len of uit de zee te flaan. Doch weinige da- gen na dat zy in zee geraakt was, fchrceven teifen° ?f dealgemeene Staaten eenen bededaguit, die, oogmerk door fommige Predikanten , tegen het oog- der Re- merk der Regeeringei gebruikt werdt. Men geen1'' vondt 'er verfcheiden', die, verftaande, datbruiift" de zaaken niet wel konden gaan, ten ware door men den Prins van Oranje in 't hoog bewind fommige ilelde, zig, deswege, uitlieten van den Pre- £redl- dikftoel. Jakobus Sceperus, Predikant te Gou- a ^ da , beftondt de Regeering , met haatelykc woorden en vergelykingen , gelyk men 't noemde, over te haaien: 't welk geoordeeld werdt, tot ontrusting der Gemeente en klein- agting der Regeeringe, te ftrekken, waarom de Wethouderfchap belloot, diegaadje, wel- ke hy van de Stad trok, by voorraad, in te houden (t). Te vooren, hadden de Staaten van 'Holland, om diergelyke oorzaak, hun. mis-
|
||||||
(0 AriZEMA V. Deci, II. 483.
|
||||||
I5<5 VADERLANDSCHE L.Boek.
|
|||||
1665. misnoegen getoond tegen Francishis Ridderus,
«------Predikant te Rotterdam («), en, wat laater
noodzaakten ze, op gelyke wyze , Thaddens
de Landman, Predikant in den Haage, die vinnig
tegen 't Verbond met Frankryk uitgevaaren
hadt (v) , om te belooven , dat hy zig
voortaan ftipter voegen zou naar de inzigten
der hooge Regeeringe (w_). De Haagfche
Predikant, Simon Simonides , hadt, omtrent
den zelfden tyd, van den predikfloel geklaagd,
Orde der ^at men ondankbaar was, tegen 't Huis
Staaten, van Oranje (ä). Voor 't einde des jaars
tot be- werdt, gclyk wy , reeds op eene andere
tuige- plaats , in 't voorbygaan , gemeld hebben ,
PredU tcr deezer gelegenheid, by de Staaten van
kanten. Holland, beflooten „ dat de Predikanten
j, zig zouden hebben te onthouden van allo
n verftandhouding buitens Lands over zaaken
„ van Staat; dat ze ook over Kerkelyko
-j zaaken geen verfland buitens Lands houden
w zouden, dan met kennisfe en volgens orde
n der Regeeringe -y dat ze zig onthouden
jj zouden van zaaken der Regeeringe, in
w hunne predikaatfien of gebeden , op den
predikfloel , te brengen : alles ondep
bedreiging, dat zy, het tegendeel doende,
terftond en voor altoos, van den predik*
B dienst geweerd zouden worden ( y "). "
VVek
(«> Refol. IJoIl. 24 Jan. 1^5. il. 14.
(y) Aitzema V. Beul, il. 483, 502-504, D'ESTRADES
Tom. III. p. 527. C«0 Relbl, Huil, 5, rt, 7, ij Nuv. I, 4 Dec. 1665. bh
J,44> >4S> J5", 159. 13» 22. (x) Aitzema V. Veel, il. 504.
OO Hefol. H.r/II. 15 Jutiy, 7 ïïoy. 5. Decfmi. 1665«. il. 48»
*5* . 25-
|
|||||
L. Boek. HISTORIE* 157
Welke befluiten van zo veele kragt waren, i^
dat de meeste Predikanten zig , federt, ftil —— hielden» 's Lands Vloot, nu in zee gefleken, werdt, ^Éwea,
door verfcheiden' onverhoedfche toevallen , gingen" verhinderd , iet uit te voeren van belang, enbedry- Stilte en tegenwind belette haar , eerst, de yen vaii Engelfche Vloot > die nu onder bevel van den yioo"e Graave van Sandwich ftondt, op te zoeken. De Vlooten zeilden eikanderen digt voorby, zonder eikanderen gezien te hebben. Sand- wich paste op de Smirnafche en Oostindifche fchepen , die , agter Hitland om , naar "t Va- derland komende , uit vreeze voor de Engel- fchen , te Bergen in Noorwegen , waren in- geloopen (s). De Engelfche Gezant aan't Hof van Deenemarke zogt den Koning te beweegen , om zig van deeze fchepen mees- ter te maaken , en den buit te deelen met den Koning van Groot-Britanje. Men wil , dat Fredrik de III. luisterde naar deezen voor- ilag («). De Graaf van Sandwich kreeg last, om de Koopvaarders , in de haven van Ber- gen , aan te tasten. Doch de Bevelhebber van Bergen , niet tydig genoeg onderregt van de gezindheid zyns Konings , was met de Koop^ vaarders in onderhandeling getreden, om hen te befchermen tegen de Engelfchen , die hen , met veertien fchepen , onder Thomas Tiddyman, reeds in de haven , hadden aan- getast ; doch met verlies afgeflaagen waren. Kort hierna, kwam 's Lands Vloot onder de Rui-
fa) Memoir. rfe Giiiciie Livr. I. p. 98.
(«) Burnet Hilt. ofhis owii Time, /•»/. I. p. 22a.
|
||||
tß VADERLANDSCHE L. Boek*
|
|||||
1665. Ruiter voor Bergen; De Oostindifche en an-
—— dere Koopvaardyfchepen voegden zig , in 't begin van Herfstmaand , by 's Lands Vloote; Men beiloot toen , bedugt voor de Herfst- ftonnen , cn geenen vyand verneemende op - , de Noordfche kusten , te rug te keeren naar ver. 't Vaderkind. Doch op den negenden , ont- ftroöid ftak 'er zo hevig een ftorm uit den Noord- door westen * dat de gantfche Vloot veiftrooid raak- m' te, cn zwaar befchadigd vverdt. De En« geliche Vloot 3 die zig omtrent het Doggers- zand bevondt, hadt minder geleeden. De Ruiter, llegts negenendertig fchepen onder de vlagge hebbende , beiloot, nogtans, den vyand op te zoeken ; doch hy kon hem niet te zien krygen. Daarna , vondt men raad- zaam tusfehen Texel en 't Vlie te gaan leg- gen , daar de verftroöide fchepen , allengé- kens , byeenkwamen. Ook raakten de mees- te Koopvaarders in behouden haven. Doch ecnige Oostindifche en vier Oorlogsfchepen -. waren den Engelfchen in handen gevallen. De Vice - Admiraal, Aart van Nes, dertien
Oorlogsfchepen en eenige Koopvaarders by zig hebbende , was ook in een fcherp gevegt geraakt met twaalf Konings fchepen , wel- ken hy hadt doen afhouden. De ftorm ver- oorzaakte dus , dat 's Lands Vloot niets kon (oudernecmen tegen de Engelfchen , hoewel men , onder 't gemeen , verfpreidde , dat het den Gevolmagtigden der Algemeene Staaten aan kennis en beleid haperde. Ook geloofden Veeleh , dat 'er de grootfte eendragt niet ge- weest was, tusfehen de Witt en de Ruiter. Doch
|
|||||
t.BoEK. HISTORIE» t£
Doch de laatfte verklaarde, rondelyk, het itó#
tegendeel. Ook werdt de Raadpensionaris , ,- w» wegens zynen gedaanen dienst op de Vloote , bedankt, door de Staaten van Holland» In Wynmaand , flak 's Lands Vloot wederom over naar de Engelfche kust, metvoorneemen.» om den vyand, in Duins, aan te tasten. Doch deeze toeleg werdt, door tegenwind, verhin- derd. Ook ontilondt 'er eene algemeene ziek- te op de Vloote , die , in weinige dagen, zo jfterk toenam, dat men genoodzaakt was, in 't begin van Slagtmaand , naar 't Vaderland te keeren (£): waarmede de zeekryg deezes jaars •;en einde nam* Doch terwyi de wederzydfche Vlooten XV.
nog zee liielden , verzuimde men niet, in v°,,r- Engeland, te handelen over een Verdrag, p*jnfc™j. ..inder bemiddeling des Konings van Frank- tot vre- ryk , die , terftond na het ongelukkig zeege- de. vegt van den dertienden van Zomermaand , ;iit zig zclven voorlloeg „ dat de Staaten „ Nieuw Nederland aan den Koning van „ Groot - Britanje zouden afïlaan , mids hy »hen in 't bezit liete van 't Eiland Poule- ,5 ron ; dat de Staaten S. George del Mina „ en de Sterkte Nasfau zouden blyven bezit- „ ten ; doch Kormantyn aan den Koning te „ rug geeven; dat de Sterkte op Kabo Kors „ gellegt zou worden ; dat de Koning ook „in 't bezit gefield zou worden der Sterk- 0 ten Bonavista en S. Andries, op de rivier „van
(*) BRüNor de Huiler, W. 409-455. Aitzïita V. DsR„
U. 48a, 483, 484, 497 -SOt, fl$5. |
||||
ié& Vaderlands ei ie l.boëig
|
|||||
1^55. ^ van Gambi, en dat men , terftond , Ge-
» ■ n magtigden zou benoemen, om, wegens een 5, goed Verdrag van. Koophandel, overeen „te komen (e)." Op deeze voorwaarden, behoorde men, naar 't oordeel des Konings van Frankryk , wederzyds, te verftaan tot R vrede. Doch Karel de II. verklaarde , ron- lLKwvst delyk -> datze hem niet behaagden. Hy hadt,
dien van gaf hy voor, den oorlog aangevangen , op de hand. den raad en het aanhouden van zyn Parle- ment, welk hy niet zou können voldoen, zo hy geen ander voordeel wist te bedingen , na de overwinning , onlangs, op de Staaten be- haald. Men moest hem , voegde hy 'er by, ten minflen , eenige vergoeding bezorgen voor zyne gemaakte kosten, waartoe, meen- de hy, de Koning van Frankryk, zo hy 't ge- raaden vondt, de Staate'n, ligtelyk > zou kon- Ook be- nen verpligten ( d~). Doch de Staaten zelven haagt hy fcheenen niet zeer gezind , tot het afftaan denStar> van |sjjeuw Nederland (e). Ook waren 'er en met. ancjere punten jn den voorilag van Frankryk, welken hun niet behaagden (ƒ). Men maak- te , hier te Lande , in 't algemeen *, nog ftaat op het Verbond met Frankryk , en men twy- felde niet, of de. Engelfchen zouden beter aan de hand gaan , zo dra Lodewyk de XIV* zig , openlyk $ tegen hem verklaard hadt< Doch het Franfche Hof verfchoof dit, van tyd tot tyd , voorwendende , eerst ter dege te f O fniez D'Estk/vdes Tom. III. p. 350;
(d) D'EsTnADF..'; Tom. III. t>. 331, 332. («) D'Estradhs Tom. III. p, ?»:. l/j D'EsiiUDBS Tom. III. p. 324« |
|||||
L.Boèk. HISTORIE. léi
willen beproeven , wat 's Konings tusfchen- 10,55;
fpraak zou können uitwerken. Van Beunin------■
gen liet niet na, op onderftand te dringen (g). VanBu-
Zelfs verklaarde hy , zig te zullen te vrede ™^ houden , met de belofte , dat de Koning het Frankryk Verbond geftand zou doen, zo de Engelfchen totbelof- toonden, te willen volharden in den oorlog: te van ook wilde hy zig verbinden, om deeze be- byftand* lofte geheim te houden , zo de Koning mögt oordeelen , dat het openbaaren daarvan nadeel doen mögt aan zyne bemiddeling in Enge- land. Doch men antwoordde hem , dat zulk eene belofte noodeloos, en reeds in 't Ver- bond vervat was : 't welk hy voor eene uit- vlugt hieldt (/5). Ondertusfchen , begreep hy wel, dat Frankryk eenigen tyd behoefde, om zyne zeemagt* die, onlangs, nog zeer ge- ring geweest was, en flegts uit twee - endertig Oorlogsfchepen , die meest maar tusfchen de dertig en veertig ftukken voeren konden , be- ftaan hadt (/) , in beteren ftaat te ftellen, en dat men , hierom , dit jaar, niet veel van den byftand tegen Groot - Britanje te wagten hadt. Hy zou zig, derhalve, met 's Konings woord, voor eerst, te vrede gehouden hebben , of met eenigen onderftand in geld, waarop hy, naderhand , aanhielde. Doch 't bleek, langs hoe klaarer a dat de Koning van Frankryk niet ongaarne zag , dat de twee Mogendheden ei- kanderen verzwakten , door den oorlog ; al- leen- Ce) Aitzema V. Deel, tl. 577-581, 595. 600-603. (A , Refol. Holl. 23 Aug. 1665. bl. 3. De Witt Brieven» II. Deel, W. 78. (O De Witt Brieven II, Deel, tl, 31, 35. XIII. Duel. L
|
||||
ifó VADERLANDSCHE L.BoerJ
|
|||||
. 1665. leenlyk, zogt hy te voorkomen , dat Groot*
van handeling, te veel voets kreeg, in de Vereenigde Gewesten. Hieruit ibrooten zy- ne voorilagen tot een verdrag , welk , in de tegenwoordige omftandigheden , niet zeer na- deelig geweest zou zyn , voor de Vereenigde Gewesten. XVI. Men was, in Frankryk , ten deezen tyde, Karel de van gedagten , dat Karel de II. veelligt de 11. zoekt verhefRng van zynen Neeve , den Prinlè van doo/be- Oranje, zou willen bedingen, wanneer hy zig middc- met de Staaten verdroeg : en daar was eenige ling van reden , om dit te vermoeden, I'choon 't niet Spanje, biykt 9 dat de Koning 'er immer openlyk voor uitgekomen zy. 't Zal egter der moeite wel waardig zyn , dat wy hier , beknoptelyk , byeenvoegen, waarop het vermoeden fteun- de , welk men , aangaande 's Kouings toeleg , beide in Frankryk en ook hier te Lande , hadt opgevat. Onder- De Engelfche Gezant Dovvning , die zig zoek^ 110g in Holland ophieldt , liet zig , federt ™W e k eenigen lyd > verluiden, dat men vrede met weüT hy' Groot - Britanje hebben kon , als men 't be- hierin geerde ; dat hyze binnen vierentwintig uu- zou ino- ren zag te fluiten , mids men de bemidde- ?e" Se" ling van Spanje aanname , gelyk de Koning, ben. * zyn meester , doen wilde. Richard, Selcre- taris der Spaanlche Ambasfade , gaf ook te verftaan , dat de Koning van Spanje de Vre- de gaarne bemiddelen wilde (£_). Zo men on-
Ci) D'EsTRftBK Tom. III. p. 32!!, Memoir. Je Guxhï,
£*>r. I. p. 103. |
|||||
l.boek. Historie. iê%
onderftelt, dat Karel de II. de verhefiing des rfejß
Prinfen van Oranje heeft willen bedingen,
begrypt men ligtelyk , dat hy zulks niet door
bemiddeling van Frankryk zou hebben kön- nen doen ; maar beter, door bemiddeling van Spanje , welk Ryk zig , door Groot - Bri- tanje , en door eene Regeering over de Ver- eenigde Gewesten, welke ten naaijwfte met Groot - Britanje verknogt was, zogt te fter- ken , tegen Frankryk. Downing zondt, om H^ime- zynen voorflag ingang tc doen vinden, zy- J5rlcehati- nen S^kretaris Gringam , heimelyk , door de Dow, Steden. Hy zelf hieldt, by nagt, byeen- nig. komften met eenige Afgevaardigden, ter Ver- gaderinge van Holland , en ter algemeene Staatsvergaderinge, aan welken hy zyn ont- werp zogt fmaaklyk te maaken. Doch men Zyn^c kreeg de lugt van zynen handel. Gringam kraaris werdt, op bevel der Staaten van Holland (/_), wordt in hegtenis genomen. Eenige maanden te 2e*at> vooren , was ook, om ongeoorloofde ver- ftandhouding buitens Lands , gevat Nikolaas Oudart, die , voorheen , in dienst der Ko- ningklyke Prinfesfe geweest, en nu Raad en Rekenmeester des jongen Prinfen was («O, Downing zelf, verfcheiden' vergeeffche poo- gingen gedaan hebbende, om deeze luiden te doen ontdaan , deedt , kort hierna , een' keer naar Londen («). Nogtans hadt hy , voor zyn vertrek , ingang gemaakt by ecni- CO Notul. Zeel. ai Sept. 1665. bl 194.
(») Refbl. Holl. 23 , ap Jufy , 6 Aug. 1665. W. 28, $t, iL- Aitzema V. Deel, hl. 39«, 39«. ,(*.i D'Estiwbes Tut». III. p. 31t), 3Öj. L %
|
||||
tö4 VADERLANDSCHS U Boekt:
|
|||||||||||
KföS. gen, en , op de tyding van den ramp , Ts.
r-----Lands Vloote , door florm , overgekomen ,
ontmondt 'er niet alleen een geweldige oploop
binnen Rotterdam , die, door földaaten en fdiutters , bezwaarlyk ,,• geftild werdt; maar eenigen begonden te, dringen op Vrede met Groot - Britanje , onder voorwaarden , die ge- noegzaam van 'sKonings welbehaagen af han- gen , en hierom het bederf van. den Raadpen- sionaris de Witt onvermydelyk maaken zouden ( o). 't Is niet moeilyk te raamen , welken deeze voorwaarden waren. Sommigen mee- nen, dat de Stad Amflerdam zelve niet vreemd was van de bemiddeling van. Spanje. Im- mers d'Eftrades fchryft, dat Pleur de Groot* |
|||||||||||
Schryven
▼and'Es- trades over eenige Leden der Re. geeringe. |
|||||||||||
Penfionaris deezer Srad en Zoon van den be-
roemden Hugo de Groot, zeer tegen Frarik- ryk ingenomen was. Hy vermoedt zelfs % dat de Groot, door Spanje, was omgekogt:, doch geeft geene fchaduvv van reden r voor dit vermoeden. Ook zegt hy, by deeze ge- |
|||||||||||
legenheid ,, dat hy maar vier luiden , hier
w te Lande , kende , die niet om te koopen n waren , den Raadpenfionaris de Witt, des- |
|||||||||||
n
„verningk en van Beuningen (j^)." Doch
hy hadt geene gelegenheid, om alle eerlyke lui-
den te kennen. Wat'er vanzy, inWynmaand^ hadden vyf Gewesten , Gelderland , Zeeland, Friesland , Overysfel en Groningen , te ken- nen gegeven , dat men , om den Koning van GrüQt-
fo') D'Estradhs Tom. III. p. 4i7> 4>8.
(p) D'Estiudïs Tem. III. f. 383- |
|||||||||||
L. Boek.
|
HISTORIE.
|
||||||||
165
|
|||||||||
Groot - Britanje te ligter tot vrede over te 1C65.
haaien , den Prins , zynen Neef, tot Kapi-
tein - Generaal verheften moest. Doch die
van Holland zeiden toen , dat zy nimmer tot een verdrag bewilligen zouden , zo dit ééne der voorwaarden moest zyn (#). 't Schynt, ondertusfchen , dat men , hier te Lande , ge- loofde , dat Karel de II3 ligtelyk, tot de Vre- de te beweegen zou zyn, zo men hem hierin te wille was. In Engeland egter, daar men, onder bemiddeling van Frankryk, handelde , durfde men de-eze voorwaarde niet vorde- ren. De Kanfelier Hyde verklaarde zelfs aan De En" de Franfche Ambasfadeurs „ dat de Koning , ^enderT „zyn meester, zig wel hoeden zou van aan voorj „ den Hceie de Witt gelegenheid te gee- niet te „ ven , om, onder de Staaten , te verfprei- °orloo- „den , dat hy den oorlog niet aangevangen jje„pr°™ „ hadt, dan om zynen Neef, in deszelfs van „waardigheden, te doen herftellen (r)."Oranje Doch 't is te vermoeden, dat hy niet raad- «bevor- zaam vondt, openlyk , te vorderen, 't gene hy wel wist, dat hem , in de tegenwoordige omftandigheden , zou afgeflaagen worden , door Holland. 'Ondertusfchen , verzuimden DeWitc fommige vrienden des Prinfen van Oranje J^S^. niet, zelfs in gedrukte fchriften, te verfprei- ^gd. den , dat de Witt de eenige oorzaak van den oorlog was , om den roem te hebben van over 's Lands Vloote te gebieden. Men fprak ■zelfs, in fchuiten en op wagens, van hem als
ff) DTstradfs TV«. III. p. 454.
C>; D'ESfRADES Tom. III. p 4^3 L 3
|
|||||||||
166 VADERLANDSCHE L. Boek.
|
|||||
i66$é als van eenen Landverraader. Men riep t
- . . openlyk , ora vrede met Engeland , en om de verheffing van den Prinfe van Oranje, 't Welk, meenen fommigen , zo veel indruk maakte op Beverningk , dat hy, den gemeenen haat dug- tende , zig ontfloeg van zyn ampt van The- fauiier - Generaal (.f); hoewel hy "er, naar't fchynt, voornaamlyk toe beiloot, op dat hy , blyvende Raad en Vroedfchap der Stad Gouda, den Staaten van Holland te meer dienst zou können doen (*). Overys- De Prinfesfe Weduwe van Oranje , ver- fel (laat ftoort op deeze Staaten (//), om dat zy zig Voor, om ^e Z01-g voor de opvoeding van den Prinfe , van 0-1S haaren Kleinzoon , geheellyk onttrokken had- lanje, in den , arbeidde , federt eenigen tyd , onder Gezant- de hand, fterker dan ooit te vooren, aan fchap, (jeszelfs verheffinge. Zy hadt de vyf Gewes- teland té ten weeten te beweegen , om hem voor te aenden. flaan tot Kapitein-Generaal : en toen men, omtrent den zelfden tyd , fprak van een bui- tengewoon Gezantfchap naar Engeland te zenden (v), alzo van Gogh, dien men hieldt te zeer geneigd te zyn tot het Huis van Oranje (w) , deeze handel bezwaarlyk aan- betrouwd werdt door Holland; bragt zy te wege , dat Overysfel, hoewel tegen den zin van Deventer, ter algemeene Staatsvergaderin- (s ) D'Estmd Tom. III. p. 477.
'O Zu Ster. Refol. Holl. 23OcUb. 16155 ll.Deel, U. 500.
AiTZEMA VI. Deel, hl. 378. («J OK Witt ßrieven II Deal, hl. qi.
(v) Scer. Reib!- Hol). 14, atOUob. 1665. II. Deel, hl. 45/y ,
.500. De Witt Ilrieven II. Deel, hl. >jz. O) »'Estrades Tem. III. p. 484.
|
|||||
HISTORIE. 16?
|
|||||||
L. Boek.
|
|||||||
ge , voorfloeg , dat men den jongen Prins be- ntéjj
hoorde te Hellen, aan 't hoofd van dit Gezant----------
fchap (ar). Doch Zeeland keurde 't geheele
Gezantichap af. De andere Gewesten namen den voorflag van Overysfel flegts over: waarop geen befluit genomen werdt (j). D'Eftrades beroemde zig, dat hy, eenige Leden der hoo- ge Regeeringe , door gefchenkeii, gewonnen hebbende , deezen voorilag en diergelyken op niet hadt weeten te doen uitloopen. Voor- naamlyk , zou hy hebben te wege gebragt, dat men een befluit nam , om zig , niet dan door tu&fchenkomst van Frankryk, met Groot- Britanje3 te verdraagen (s). Na 't neemen van dit befluit, fteeg het XVir.
aanzien van den Raadpenfionaris de Witt zo fIe,nieIy* hoog, als immer te vooren. Hy yverde, niet deling flegts openlyk, om den oorlog tegen Groot- van de Britanje voort te zetten ; maar men verze- Witt en kert, dat hy ook heimelyk de hand hadt, in anderen» een ontwerp van eenen opftand , welk , by nen 0 " de aanhangers der voorige Regeeringe in En- ftaml in geland en in Schotland, gefmecd was (#) ; Enge- doch tot geene uitvoeringe kwam. De Ko- land £f lonel Edmond Ludkw, een der Regteren van ken> Karel den I, onthieldt zig thans in Zwitfer- land. In zyne gedrukte aantekeningen , vind ik
(**") Refbl. H<.II. 47, ï8 OHnh. ißf*. hl. 137. Dk Witt
lirieven II. Deel, hl. lij. Aitzema V. /)eel. II. 404, 495. D'EsTtiAU. Turn. III. p- 48t. (jO Aitzema V. Deal, hl. 501. D'Estradïs Tom. III. p,
491, 5°J.
(z~) D'EsTRArms Tom. III. p. 505, snfi, s-4» «5» S3".
1 a~) Burnet Fol. I. p. 226. ÏUWN Tim. IX. p, syj;
O'Esirades Tont. III. p. 55" L 4
|
|||||||
i68 VADEPvLANDSCHE L. Boek.
1665. ik het omftandigst berigt, aangaande dcezen
------. bedekten handel van de Witt en van eenige
anderen. Ludlows vrienden in Engeland
hadden hem gezogt te beweegen , om met de Nederlanden aan te fpannen , en eenen opftand in 't Ryk te verwekken. Doch hy hadt, rondelyk, te kennen gegeven , dat hy de onzen mistrouwde , federt dat zy drie zyner vrienden hadden overgeleverd aan Ka- rel den II, om het Verbond van den jaare 1662 , te ligter, te doen fluiten (£). Iets diergelyks was 'er, dagt hy , te dugten , als 'er de Vrede voor zou können gekogt wor- den. Sommige Engelfchen , die zig in Hol- land onthielden , zogten hem egter te doen veranderen van gedagten. Zekere Say, die, ten deezen tyde, te Amfterdam was , verze- kerde hem , in verfcheiden' brieven „ dat ,5 de Staaten vastgefteld hadden , de tegen- „ woordige Regeering van Engeland te hel- ,j pen veranderen , alzo zy , eindelyk , had- 5, den gezien , dat de Koningklyke Regee- 2, ring aldaar de ondergang was van hun n Gemeenebest. Dat hy, derhalve, ten fpoe- „ digften , in Holland komen moest, daar „men hem de voordeeligfte voorflagen doen, a, en , in allen opzigte , gerust Hellen zou. n Dat de Heer Nieuwpoort hem , Say, in w perfoon , verzekerd hadt, dat Holland de i) goede lulden in Engeland byflaan zou; daar- „ by voegende , dat 'er meer in deezen oorlog „ dak , dan in 't gemeen begrecpen werdt; dat t*0 Zit XL1X. Bock , H. 46.
|
||||
L.Boek. HISTORIE. 169
|
|||||
„ het aangelegd was op de uitroeiing van de I(^.
"„ gantfche Proteßantfche party e : 't welk men ___1
„ verftaan hadt, uit eenige afgezondenen der
n Hervormden in Frankryk. De aanzienlyklte „ dienaar van deezen Staat , vervolgt Say, „heeft, onlangs, naauwkeurig naar u onder- „zogt (c), en ons reden gegeven , om te „ hoopen, dat gy , hier komende, geplaatft „zult worden aan het hoofd van zo veel „ Krygsvolk, als, onder Gods zegen, en met „ hulp van onze vrienden in Engeland, in „ ftaat zal zyn , om het Gemecnebest aldaar „te herftellen (</)." Doch Ludlow liet zig niet beweegen. Voorts, verhaalt hy, dat de Witt, Nieuwpoort en anderen niet nalieten,te handelen met de gewceken' Engelfchen: dat de Raadpenfionaris zelf hem, naderhand, nog eens, deedt begroeten, door den Graave van Dona, die last hadt van de Staaten, om ee- nig volk, in Zwitferland, te werven, en hem verklaarde, dat men, met dit volk, het Ge- mecnebest van Engeland hoopte te herftel- len. Ook wordt hem, federt, berigt, dat de Witt geoordeeld hadt, dat men nergens be- ter met de misnoegde Engelfchen handelen kon, dan te Parys, werwaards men wenschte dat Ludlow en Algernoon Sidney zig mogten willen begeeven (e): gelyk de laatfte, na- derhand, dccdt (ƒ). Hy voegt'er, eindelyk, Toeleg by, dat het Engellche Hof, de lugt gekree- o,> hot gen leeveil
CO Zie Dr Witt Uneven U. Deel. hl. 223.
( d) LiriiLows Meinoirs IV "1. p. 13^-13v. Ce) Luijiows Mcmuii's l'ol "f. 1««, 151, 151. (/) De Witi Brieven il. Dti■•', b. 205. L 5
|
|||||
ï7o VADERLANDSCHE L. Boek.
i£65. gen hebbende van deezen bedekten handel, ze-
------ keren Jezuit herwaards zondt, om den Raad-
vm de penfionaris de Witt van kant helpen; dat
Witt. Nieuwpoort dit aan Say berigt hadt, en, te ge- lyk, dat de Jezuit reeds in Holland was, en dat men zyn best deedt, om hem te vatten (g). Ludlow meende egter, door den tyd, te kön- nen merken , dat 'er, buiten de Witt, Nieuw- poort en nog een' of twee, niemant, onder de Staaten, gezind was , om de Regeering van Groot -Britanje om te keeren (i). Ook is de handeling met de misnoegde Èngelfchen, ein- delyk, op niet uitgeloopen. Deerlyke Ten deezen tyde, zaten, in Londen, vee- toeftand je Nededandfche gevangenen, in den onge- Kryksge- lukkigen zeellag deezes jaars, en by verfchei- vangenen den' andere gelegenheden, bekomen. De in Enge- Ambasfadeur van Gogh deedt veele moeite, land. om ze te wisfelen tegen Èngelfchen, of voor geld te losfen ( f). Doch de Koning, weeten- de, dat men, hier te Lande, gebrek aan volk hadt, weigerde hiertoe te verftaan. Onder- tusfchen, leeden de Nederlanders veel onge- maks in Engeland, daar zy, in enge kerkers, bewaard werden , en flegts een' Huiver 's daags trokken tot hun onderhoud , terwyl men, hier te Lande, den Èngelfchen gevan- genen zeven, of ten minfte zes duivers toe- ftondt. Doch fchoon de Koning in geene algemeene wisfeling bewilligen wilde, raakten 'er egter, nu en dan, eenige gevangenen vry* Som-
(§0 Lumow.-s Memoirs Fol. Ut. fi 154.
(A) Ludlows Meuioirs Fol lil.//. if>f>. (.»; Ge. Witt Uneven IV. Deel, U. 4S5, |
||||
L.Boek HISTORIE, 171
|
|||||
Sommigen werden, door byzondere voor- 1663,
ipraak , los gekogt: anderen uitgewisfeld:------»
anderen ontfnapten, uit de hegtenis. Doch
de meesten bleeven zitten (k). Pieter Cun<zus, Sekretaris des Ambasfadeurs van Gogh, die, meer dan eens, zyn werk gemaakt hadt, om den ftaat der Engclfehe fcheepsmagt, te Col- chester en elders, te belpieden, werdt ook gevat ; doch , eerlang, tegen Gringam en Oudart, die in den Haage zaten, uitgewis- feld (/> De handeldryvende Gewesten, en Zeeland, XVIir.
in 't byzonder, daar de vaart genoegzaam ^^hfn ftilftondt, gevoelden vast de ongemakken den Bis- van den oorlog ter zee, die, dit jaar, zo kwa- fchop lyk was uitgevallen. Doch de Staat hadt, ™nMl"i- oülangs j daarenboven, eenen oorlog te lande a^eze™ op den hals gekreegen , die gevaarlyke ge- staat, volgen gehad zou hebben, zo er gecne fpoe- dige hulp gekomen was uit Frankryk en Duitschland. De Koning van Groot-Britanje hadt hun deezen oorlog berokkend (m), en de draad der gefchiedenisfen leidt ons, om 'er, hier, den aanleg en voortgang van te verhaalen. Wy hebben, te vooren («), gezien, dat Gelegen«
de Bisfchop van Munfler, federt het inneemen he'd tüt der Eilerfchanfe, zeer misnoegd geblee- den zel' yen was op de Staaten, en naar gelegen- veB* heid
(*) Aitzema V. Deel, tl. 35t, 585-388, 394, 39«, 505.
ISrauht de Ruiter, tl. 461, 462. Qlj Reibl. Holl il, 14 Nov. 1665. bl. 154, 164. D'Es-
ïnAn Tom. III. p 251. C»0 Raimn Tom. IX. p. 139.
." \»J XLIX. Boek, il. <jj. |
|||||
172 VADERLANDSCHE L. Boek.
1665. heid haakte , om hun verdriet aai) te doen.
•------- Karel de II. gaf hem deeze gelegenheid, na
't uitberften van den oorlog, tusfchen Groot-
Britanje en de Vereenigde Gewesten (o), hem onderfteunende met penningen, genoeg- zaam , om een Leger op de been te brengen, na dat hy zig, by Verdrag, verpligt hadt, om den Staaten den oorlog te verklaaren (j>). Doch dit Verdrag bleef, eenigen tyd , ge- heim. Het werven des Bisfchops bragt egter de Staaten tot omzien (#): doch zy waren zo zeer belemmerd met het voortzetten van den oorlog ter zee, dat zy geene genoegzaame zorg hadden können draagen, voor de ver- fterking hunner Landmagt, en voor de veilig- heid der grenzen (>). Daarenboven, hadden zy, onlangs, ter oorzaake van den kryg met Groot - Britanje , alle hunne Engelfche en Schotfche Regementen afgedankt, waardoor de gewoonlyke Landmagt zelve nog merkelyk Verdrag verzwakt was (j). Zy traden egter, ziende, met de dat het hun gelden zou, terftond, in onder- Herto- handeling met de Hertogen van Brunswyk- Brans-" Luncnburg en met andere Duitfche Vorften, wyk Lu« wegens 't overneemen van eenige Rege- Bcnburg. mcnten Ruiters en Knegten (;). Doch 't liep
(e') Dk Witt Brieven II. Deel, il. 105.
(ƒ)) Memuir. de (juiciiE Livr. I. p. 84. D'Estrai». lom,
III. p- 240, 408. Aitzci^a V. Veel. il. «,97. (<?) Refol. Holl. 30 Juny 1O65. */. 84' Secr. Reib!. Holl.
4, 15 Aug. 1605. II. Deel, il. 4851 487. Aitzema V. Deel, il. 407, 635 (r ) D'EsTrades Tom. III. p. 3C5.
(O Secr. -Reibt Holl. ia Dcc. W^. II. Deel, il. 45f>
/itzuua V. Deel, il 421 (t) Secr Rcl'ol (lult. 21 Jaly, 8, 14, 18 4ug, <),ioSepi
1C65. II. Deel, il, 484, 485, 486, 487 > 49'. 4y*> |
||||
L.BoEK. HISTORIE. 175
|
|||||
liep aan tot in Herfstmaand , eer men met i$és;
den Graave van Waldek, Gevolmagtigde-------•
der Hertogen, George Willem en Ernst Augustus
van Brunswyk - Lunenburg , overeenkwam, dat zy den Staaten vierduizend paarden en agtduizend knegten zonden byzetten («). Midlerwyl, hadden de algemeene Staaten , . op den voorflag van Zeeland, reeds in Hooi- tJ"" maand, beflooten, het algemeen bevel over Maurits 's Lands Krygsmagt te Lande, voor deezen tot Le- veldtogt, op te draagen aan Prinfe Joan Mau- g«hoof3 rits van Nasfau (v), vvien nogtans eenige Ge- ng°re^" magtigden te velde bygevoegd werden, van kelen welker beiluit hy afhing. Men fchikte eenig veldtogt, Krygsvolk naar de grenzen, die, naar tyds verhee- gelegenheid, eenigszins, in ftaat van tegen- ven* weer gefteld werden. De Bisfchop deedt, ondertusfehen, zyn best, om de Staaten zorgeloos te houden, hun verzekerende, dat hy niets kwaads tegen hen in den zin had ( w ). Doch men vertrouwde hem luttel. De Spaan- fchen zogten de Staaten te doen gelooven, dat *> Frankryk den Bisfchop, onder de hand, tegen
hen opftookte: terwyl d'Eftrades hen verze- kerde, dat de Markgraaf van Kastel-Rodrigo in bedekt verdrag was met den Bisfchop. Doch daar is reden om te vermoeden, dat de Munftcrfche kryg, ten deezen tyde , alleen door Karel den II. bewerkt werdt (V): want
r«) Aitzp.ma V. Deel, l/l. 641, 642, 671.
(y) NotulZeel. 17 Sept. 1665. bl. t8o.
(wj Aitzbma V. Deel, tl. 631;, 636, 6?&.
C«) Refol. Holl. 1 OS. i6r>r,.'bl. 59. U'Estrad. Tom, Hf,
*. 240, 260, Vf(*t ais. Aitzena V. Deel, bl, 613-Ö17, 63,8» §Jeirjoir de üuichs Livr. 1. f, <ji. |
|||||
m VADERLANDSCHE L. Bozf,
|
|||||
,g55t want fchoon men, kort voor 't uitberften des
-s----- vyandlykheden, ondekt hadt, dat de Bis- fchop heimelyk verilandt hieldt te Doesburg, te Arnhem en te Gennep , waarover eenige perfoonen gevat waren, die beleeden hadden, geld te hebben getrokken, welk te Brusfel ge- leverd was (;y); kon zulks zeer wel gelchied zyn, voor rekening van Karel den II, zonder dat 'er de hooge Regeering der Spaanfchen Nederlanden eenige kennis van hadt. 't Leedt jben Bis- egter niet lang, of de Bisfchop ligtte 't mom- febop tujg af. Op den Negentienden van Herfst- den^taa- maancl' ontvingen de Staaten eenen brief ten den van hem, door eenen Trompetter, waarby oorlog, hy hun genoegzaam den oorlog verklaarde, ter oorzaake dat zy zig, in Oostfriesland, ge- fteken hadden in eenig geding, welk het Duit- fche Ryk raakte, en hem geene voldoening gaven, wegens zyne eifchen op Borkelo (js). llybe- Terftond hierop, viel hy, met een Leger, magtigt weik 0p agttienduizend man begroot werdt, verfchei- jn ,t Qraaffcnap Zutfen, bemagtigende, zonder Pjaatfen. moeite, het Kasteel te Borkelo, de Stad Lochern (tf), de Huizen Wildenburg en Keppelende Stad Deutichem. Voorts, trek- kende naar Overysfel, pionderde hy Enfchede en eenige andere Plaatfen in deezen oord, en bemagtigde Oldenzeel, welk alleenlyk door de burgery verdedigd was (è). Van alle dee- ze
Cy) D'Estranm Tom. III. p. ?75.
{z) Zie den Brief by Aitzfma V. Deel, bl. 639.
(a) D'Est rares Tom. III. p. 419.
, (*) D'EsTBAn. Tom. IU. p. 424, 425. Aitzema V. Dctl% W. 645, 646, «50. |
|||||
HISTORIE,
|
|||||||||||
L. Boek.
|
|||||||||||
W
|
|||||||||||
ze Plaatfen was de Bisfchop meefter, voor het I(j^
midden van Wynmaand. |
|||||||||||
De Staaten, 's Bisfchops Brief, omitandig- H heeft
lyk, beantwoord hebbende (c), verzuimden iiet oog geenen tyd, om de voornaamfte Steden langs op Gro- den Ysfel te bezetten, en eenige nieuwe werving Bingen. te doen. De Veldoverfte, Prins Joan Maurits , toog derwaards; doch de Bisfchop den Ysfelkant verdatende, wendde het oog naar Groningen (d). De fchans te Winfchooten was hem, op den zevenden van Wynmaand in handen gevallen, zo dat men voor een beleg van Groningen begon te dugten; doch de algemeene Staaten, om hulp verzogt door die van de Stad, droegen zorg, dat een goed getal van troepen, te water en te lande, derwaards gefchikt werdt. Nogtans brak de vyandHyrukt, by de Ommerfchans door in Drente , waar by de door Overysfel, zo wel als Groningen , in lJ?mel-* gevaar raakte. Schuilenburg, voorheen uit Drente. Groningen gebannen (e}, bevondt zig by den Bisfchop, en hadt hem een' aanflag op Gro- ningen in 't hoofd gebragt, die egter op niet uitliep (ƒ). Zyne Krygsmagt, over welke de Prins van Hesfen - Homburg geboodt (g), was in twee hoopen verdeeld, waarvan de eene zig te Ter Appel en te Heiligèrlede, de andere te Winfchooten gelegerd hadt. Doch zy werden hier bezet, door Prinfe Joan Maurits, die, zig te
fe) Zie Aitzema V. Deel, il. 6\6.
C^J RefoL Holl. 6 Oêt. ï66$. tl. 65.
C<0 Zie XLIX. Hoek tl. 68.
C/) Menioir. de Guidhe Livr. I. p. 131, 137, 148,
{£) Memoir. de Quictie Liyr. I. p. 127.
|
|||||||||||
t?6 VADERLANDSCHE L, Boek;
M65. te Scheemte nedergeflaagen hebbende , hun
------- den toevoer affneedt, de molens ten platten.
lande in brand fteekende, waardoor zy groot
gebrek aan brood leden. Ondertusfchen, hieldt men, nu en dan, ichutgevegt, welk meest tot voordeel der onzen uitviel (/£). XIX. De inval des Bisfchops van Munfter ver- Men oorzaakte , terftond, wederom eenige fpraak roept om 0llder 't gemeen, dat men den Prins van vo-de- OranJe aan '£ hoofd des Legers noodig hadt. ring des De Bisfchop zelf zogt deeze beweegingen te Prin'en voeden, zorg draagende, dat zyn Krygsvolk van geen' overlast altoos deedt in 't Graaffchap Oranje, dingen, en doende, in 't voorbytrekken van
Zwolle, wakker Wilhelmus van Nasfauwe blaa- zen (/); als hadt hy 't niet gelaaden op den jongen Prinfe en die 't met hem hielden, maar alleen op de tegenwoordige Regeering der Vereenigde Gewesten. Men hadt zelfs , reeds voor eenige maanden, verfpreidt, dat 'er, tus- fchen den Keurvorst van Brandenburg, den 1 lertog van Nieuwburg en den Bisfchop van ÏMunfter, een Verbond gemaakt was, welk, onder anderen, op de bevordering van den Prinfe zou gezien hebben (k). En fchoon my van zulk een Verbond geen blyk altoos voor- gekomen is, was het gerügt daarvan genoeg, om de gemoeden , die naar verandering haak- ten , of de verandering noodig hielden, gaan- De Witt de te maaken. 't Schelden en fchimpen op de Witt
(/O A'tzema V. Deel, il. 649-660, 663. D'Estradbs. Tltx,
III D. 45"' 455' («"; Aitzpma V. Deel, l/l. 656.
(.ij Os Witt Brieven 11. Dtcl,, il. 91.
|
||||
L Boek» HISTORIE, ïf?
Witt nam dan toe(/). „Hy alleen hieldt, 155$,
„ zeide men, den Staat in oorlog met Groot-------•
>, Britanje; de inval des Bisfchops van Mun- Wordt
„ fter was hem alleen te wyten; Zo men den geftho>'' „ Prins van Oranje, in de waardigheden zy- 00"?'fta^* „ ner voorouderen, herftelde, kon men met des oor- „ beide vrede hebben, als men wilde." De logs. tegenwoordige Regeering en 't gezag van den Raadpenfionaris ftondt thans zo wankel, als ooit te vooren. Doch daar gebeurde iet, welk den ftaat der zaaleen in korten tyd ver- anderde. De Koning van Frankryk, die de Fmnkryk verheffing des Prinfen van Oranje ongaarne *eud' zag, en hierom de Witt en de tegenwoordi- tee„ ,"(£ ge Regeering moest zoeken te handhaaven, tegen hadt, reeds in Herfstmaand, beloofd, dat hy den Bis« de Staaten byftaan zou, zo dra de Bisfchop fch°P* hun vyandelyk aanviel. Ook hieldt hy zyn woord, zendende, eerlang, zesduizend man (m)<, onder den Heere Pradel^ herwaards, die, in Slagtmaand, aankwamen; doch, by gebrek van wagens en andere nooddruft («), langzaam voort konden , en weinig uitvoer- den. De Markgraaf van Kastel- Rodrigo, ver- zogt, om deeze troepen te laaten trekken over den bodem der Spaanfche Nederlanden, hadt zulks, uitdrukkelyk, geweigerd. Zy moesten, derhalve, eenen anderen weg nee- men, en waren, over Helmond en Graave, te Nieuwmegen, gekomen (0). De Lünen- burg»
|
|||||||||||
Cn n'EsTiunUs Tom. Hl. p. 4?,*.
|
|||||||||||
l
|
m) D'EsTraöes Tom. IlL p. Ml, 427, 4^5.
«3 Memoir. de GuiCHB Liyr, l. p, T.52, 151, 1*7.
|
||||||||||
ïu j Refol. Huil 20,zl0lt. t66*. t>l. ioo,ip. D'Esirm>. Tom.
Ilt. p. '4<»8,41J19. AiTzkMA V. Deel, il. fa'. Memoir.de fiuiout Livr 1,^.144. Fkuquiiii. Memoir. Hid.&Miiic. T>,r,i, J.s. sao« XIII. Deel. M
|
|||||||||||
ïfB VADERLANDSCHE L. Bokïc.
1665. burgfche troepen raakten ook in beweeging.
-------Pradel zig, in Wintermaand, vereenigd heb-
Lochem bende met het Staatfche Leger, welk nu we-
herwon- Heroin te rUg getrokken was over den Yslèl, terwyl de Bisfchop zig te Ahuis gelegerd hadt; werdt Lochern hernomen, by verdrag, op den dertienden Q»): waarmede de Veldtogt deezes jaars een einde nam. De aankomst der Franfche troepen, en, zo d'Estrades fchryfe, de gefchenken, door hem, aan eenige Leden der Regeeringe gedaan (#), badden midier - wyl, het wankelend gezag van den Raadpen- fionaris in zo verre herfteld, dat hy, van de Vloote te rug gekeerd, met nieuwen luister, verfcheén in de Vergaderingen der Staa- ten (r). XX. Doch eenigen tyd te vooren, hadt men, jvpsKo! hier te Lande, eene tyding gekreegen , die ii'ng van den Staat met nieuwe onlusten dreigde. Fi- Spanje, lips de IV, Koning van Spanje, was, op den ßerit. zeventienden van Herfstmaand deezes jaars, overleeden, na eene ziekte van weinige da- Karei ds gen (j). By zynen uiterften wil, hadthyzy- H. volgt nen minder jaarigen Zoon, Karel den II,.tot hem op. zvnen opvolger, verklaard, ende Regeering, midlerwyl, verbleeven aan de Koninginne en aan eenen Raad van zes Spaanfche Grooten. Ingeval de jonge Koning zonder kinderen overleedt, zou hy, gemerkt den afftand der In-
(ƒ0 Aitzema V. Deel, il. 66<:-fi>l. D'EsTPAn. Tom. III.
p. g8rt Memoir. de Ooiche Lirr. 1- f>. 17,1 & Juiy. O) D'EsrnADES Tom. \\\. p. 479, 495, 41/1, 504, 506,
51*. 52?;. 536- 545- f>23- fr~) D'Estrades Tom. III. p. 48";. 521, 537.
(f) aelbl. IIoll. C OStoi. 1ÖS5. U 70. Aitzema V. Z>«rf,
*.'. 603, 61 i. |
||||
L Boek. HISTORIE. tfy
Infante ? Maria Tlierefia, Koninginne van i665
Frankryk, door de Keizerinne Margareet, |
||||||
opgevolgd worden (*). Dit gewigtig fteri- Raad-
geval en de uiterfte wil des overleeden' Ko- PIeeg«>- nings maakten, terftond, merkelyke bewee- f^l^ ging aan 't Franfehe Hof. Men raadpleegde , gelegen- zonder uitftel, over het ontwerp, om zig van heid, aan de Spaanlche Nederlanden meester te maa- 5e^F/1anr" ken. D'Estrades kreeg last, om te beproe- elieHo • ven, of 'er geen middel zyn zou, om den :, Staaten der Vereenigue Gewesten Maaftricht af te koopen (u)', waardoor den Koning, zy- nen meester, de weg naar Brabant zou open- gedaan hebben. Doch d'Estrades kende de gemoeden hier .te wel, om zulk een' voorflag te doen (y). Hy deedt egter den Koning Omwerp eenen anderen, hierop uitkomende ^dat men vand'Es- 4, zio: moest tragten te verzekeren van Fries- trades.' w land en Groningen, en van de Vesting VanFries- ,j Koeverden , op eene wyze, welke geen land en jj argwaan gave aan de Staaten deezer Ge- Gronin- „ westen; die in 't bewind zouden blyven, Hg" *ƒ „ zonder dat bleeke, dat zy aan Frankryk keren» ,} verbonden waren. Men moest ook Maas- ), tricht en Gulik zien te bemagtigen, en een „Leger gereed houden, om zulkeu te on- „ derfteunen, die zig voor Frankryk verklaa- „ren zouden; en om Holland tot reden te „ brengen, wanneer het, dus fehreef hy, »beiïondt, af te wyken van zyne pligt. „ Zo dit ontwerp ter uitvoeringe gebragc öwerdt#
CO nT-STRADKS Tom. W. f>i 4S/u-
(tl) D'EsTRAOM Tom. III. «. 43 7. £vj ivEstiudes Tam. 11'. p. 440. 44t, 4604
M a
|
||||||
l8o VADERLANDSCHE L. Boek
•
loos. w werdt, zou de Staat der Vereenigde Ge-
„ blyven, doch de Regeering zou, in zo
„ verre* veranderen, dat zy verpligt zyn zou, „ zig te fchikken naar 's Konings raad (w)."3 Wat raid- Zig wyders nader openende, over de rnidde- delen liy ien> welken hy gebruikt wilde hebben, om wiljdè z*£ van Friesland en Groningen te verzeke- hebben ren* verhaalt hy „dat de Prinfes Weduwe om dit' „ van Fredrik Henrik; haare Dogter , de Ontwerp n Voogdesfe van den jongen Stadhouder van voe"it4 n Friesland en Groningen , het gezag mis- te hren^ »gunnende, welk zy zig, na den dood haars gen. „ Egtgenoots , binnen dceze twee Gewes- ten, hadt weeten te verkrygen; haar, dee- lzen Zomer, uit Friesland, ontbooden, en, „terwylze zig in Holland onthieldt, onder j,de hand, gearbeid hadt, by den aan- „hang in de twee Gewesten, die doorgaans j, tegen Holland gekant was, en thans ook n met de Prinfesfe Voogdesfe verfchilde; „dat zy, door middel van deezen aanhang, „de voorflagen te wege gebïagt hadt, wel- ben, onlangs, ter algemeene Staatsverga- „deringe gedaan waren, om, naamlyk, met nGroot-Britanje te fluiten, en den Prins Zyne „van Oranje te bevorderen. Dat hy,d'Es- hande- ^ trades, zig van deeze gelegenheid be- de^rilv v diend hadt, , om de Dogter te doen be- fesfe, »gryPenJ dat de Moeder haar bederf zogt; Voog- „ haar verder voorhoudende 5 dat zy zig, desfc des n hierom , met Frankryk behoorde te ver- di„v°i' ©binden, zo zy, gelyk hy vertrouwde, 't „be-
(w} D'EsrRAfc" Tom, III. f. 459.
|
||||
HISTORIE. iSi
|
|||||||
L. Boek.
|
|||||||
„ belang haars jongen Zoons ter herte nam.
„ Dat de Prinfes zig, hierop, 't eenemaal „ voor Frankryk verklaard hadt, onder an- „ deren zeggende, dat zy, op dEstrades raad, „ naar Friesland te rug gekeerd zynde, alomme „ ver/taaien zou, dat de Landzaaten hunne Vry- „ hcid verfchuldigd waren aan de hulpbenden des „ Konings van Frankryk." Voorts , fchryft hy „dat hy, ook met de Heeren van Haren „ en Bronsma, die, wegens Friesland , ter „ Generaliteit waren afgevaardigd, handel- „ de, om zig, door middel van 's Konings „ hulptroepen, van de twee Gewesten te ver- „ zekeren: ten zelfden tyde, ook de gedag- „ ten laatende gaan op Overysfel, daar de „ baldaadigheden der Munfterfchen elk naar j, byftaan deeden haaken (#)." Doch van alle deeze uitzigten kwam niets, ten deezen tyde. Men ziet'er, ondertusfchen, aan, hoe ver de Franfche het oog reeds gaan lieten. De Prinfes Voogdesfe begaf zig, federt, naar Groningen met haaren Zoon : daar zy zig, geduurende den Munfterfchen oorlog , ont- hieldt (y), laatende d'F^strades in den waan, dat hy haar, geheellyk, gewonnen hadt. Doch 't leedt niet zeer lang, of hy veranderde van gedagten. De Prinfes, die zig, vermoedelyk, alleen gelaaten hadt, als of zy de belangen van Frankryk begunftigde, om te ligter te geraaken aan eene oude fchuld van honderdr duizend guldens, welke zy van de. Kroon te vor-
(*"! D'RSTaAne.« Ttmi. IT', p. 4<!t, 4%6-V)7, 505,
00 UEshudes Tom. III. y. 5«4. 5'5j 53'" M 3
|
|||||||
i
|
|||||
lös VADERLANDSCHE L. Boek.
\t6$. vorderen hadt; veranderde, toen zy zag, dat
• van gedrag, en deedt de Staaten van Fries-
land befluiten neemen, die vierkant Itreeden met Frankryks belang (Y). De toeleg des Ko- nings van Frankryk op de Spaanfche Neder- landen openbaarde zig, allengskens, openly- ker. Wy zullen hierna gelegenheid hebben, om 'er breeder van te gevvaagen. Ondertus- fchen, hadt de Koninginne Regente van Spanje den Staaten, door Gamarra, plegtig- lyk keimis doen geeven van het overlyden van den Koning, haaren Gemaal, en van de komst haars Zoons tot de Kroon, te gelyk, verklaarende, dat zy geneigd bleef, om de vriendfehap met de Vereenigde Gewesten te onderhouden (0). XXT. Midlerwyl, hadden de Staaten, om zig Hande- te berken tegen den Bisfchop van Munfter, a"n ™et 00^ eene onderhandeling aangevangen met Keur- den Keurvorst van Brandenburg (#), die vorsrvan tweeduizend man leveren zou, mids men hem Branden- Qrfoi wederom inruimde, waartoe, of ten s' minfte tot het inruimen van Emmerik (c), in den beginne, hoop gegeven was. Doch Holland , Zeeland en Friesland verklaarden 'er zig zo ernftelyk tegen, dat de handeling, eene geruime wyle, fteeken bleef. Op 't ein- de desjaars, klaagde de Keurvorst, dat men de Kleeffche Steden met nieuwe iulegering be-,
(Z~) D'F.STR/IDES r<?! VI p, 22«,
(,-s) Arr/EMA V. ü-cl, hl. 6'7- 621.
(ij Rclhl. Holt. 17, ai, 29. Sent. ilWSs. bh iy, 31, ^.
C«> M°J- 'M'« 2?» 37, ab Q&oh. )(>65- M. 11,7, \ty.
|
|||||
L. BoEic. HISTORIE. 183
bezwaarde, hebbende een gedeelte Vatl het 1665.
Leger der Staaten de Winterkwartieren bin- ------
neu dezelven betrokken. Ook hadt hy, te
vooren, gevorderd, dät de Staatfche bezet- ting, die in zyne Steden lag, geene vyände- lykheid pleegde tegen den Bisfchop van Mun- teer, omtrent wien hy de onzydigheid begeer- de te bewaaren. Men zag dan wel, dat men tot handeling met zyne Keurvorstelyke Door- lugtigheid komen moest (J). De Heer van Bevermngk werdt naar Kleeve gezonden, om 't werk tot een goed einde te brengen. De grootfte zwaarigheid betrof den tol van Gennep, dien de Staaten, federt eenen ge- ruimen tyd, geheeven hadden, en dien de Keurvorst te rug begeerde (/). Doch fommi- gen meenden, dat de Keurvorst zyn belang kwalyk begreep, met zig, federt eenigen tyd, zo ongezind te toonen, om, op redelyke voor- waarden, met de Staaten, te iluiten. 't Scheen hun toe, dat hy hen noodzaaken wilde tot vrede met Groot - Britanje, zonder tusfehen- komst van Frankryk: waartoe men thans gee- ne gezindheid hadt Ondertusfchen, zou hy zig, meenden ze, ligtelyk, de Staaten, die de meeste fterke Plaatfen van zyn gebied in hunne magt hadden, te onvriend können maaken: 't welk hem, vooral by verfterf van den Prinfe van Oranje, zeer nadeelig zou können zyn (ƒ). 'tZy
f d) Refol. Hol!. 11. ax Jan. 1660". hl. o.
(.O D'Esi'üACES Tom. lil p <-,r^7, /;i)rj.' Aitkf.ma V. T)e'l,
*'• S'V. M7. w'>, «;j2, 534, Mi, 774, 77AÏ DftMTtTi - f trie- ven II. herl M. >?7 (ƒ> De VVlTï Brieven II. Üe/il , '■!. isy, 174, 172.
|
|||||
M 4
|
|||||
i84 VADERLANDSCHE L, Boek,
xS6s, 't Zy dat hy dit, federt, nader inzage, of
------- niet, 't gelukte den Heere van Beverningk,
Verdra- 0p den zestienden van Sprokkelmaand des jaars
hem Te' l(>66» twee Verdragen met den Keurvorst, te flooten. Kleeve, te treiFen (g)> een verdedigend Ver- bond, waarby de Keurvorst beloofde de Staa- ten , des noods, met tweeduizend man, te zullen byftaan; terwyl de Staaten zig verbon- den, hem, met drieduizend man, te zullen helpen; en eene byzondere verbintenis tegen den Bisfchop van Munfter, waarby de Keur- vorst zig verpligtte, om vierduizend paarden en agtduizend knegten te werven, ten dien- fïe der Staaten, die hiertoe vierhonderddui- zend guldens zouden opfehieten. Wegens den tol te Gennep, kwam men, in een afzonder- lyk punt, overeen. Het laatfte Verdrag zou vernietigd gerekend worden, zo dra de Vre^ de met den Bisfchop van Munfter getroffen zou zyn (a)s XXII. De over&enkomst met Brandenburg ftrek^ Gezant- te zeer, om de Staaten te Herken tegen den fchap Bisfchop. Doth zy waren, reeds eenen ge^ Zweeden roimen tyd, bezig geweest, om den handel en naar met Zweeden en Deenemarke voort te zet- Deene- ten, en zig, door den byftand deezer twee marke. Kroonen, ook tegen den Koning van Groot- Britanje te onderfteunen. Men was, in de Lente deezes jaars 1665, gekomen tot he,t afzenden van eenen buitengewoonen Staats- dienaar naar ieder deezer twee Rykeu, Naar Zwee-
rt') Re(i)t. Ho!!. 2j VeH. 16I5. */. 07. Qhj Zis de beide Ti'act. iy Äiizsma v. Üeelt U. 99;», ÏOOO.
|
||||
L. Boek. HISTORIE. 185
Zweeden, vertrok Jmn Ysbrandsz, Raads- 166$.
heer in Groningen (/). Naar Deenemarke,------1
Godard Adriaan, Vryheer van Reede, Heer
van Amerongen (k). Ysbrandsz vondt Karel den XI. nog misnoegd op de Staaten , en gantsch ongezind, om hen tegen Groot-Bri- tanje te helpen. Ook weigerde hy hun on- der (land tegen den Bisfchop van Munfter, waarop Ysbrandsz, in 't najaar, aanhieldt. De handeling zou, al in Herfstmaand, afge- broken geweest zyn; zo de Franfche Gezant Terlon Ysbrandsz niet bewoogen hadt, om nog wat te toeven. Hy bleef dan, aan 't Zweedfche Hof, tot in den Zomer des vol- genden jaars, zonder meer te hebben kön- nen verwerven, dan eene helofte, dat Zwee- den, welk, ondertusfchen, een Verbond ge- il ooten hadt met den Koning van Groots Bri- tanje (/), zig onzydig houden zou, tusfchen de oorlogende Mogendheden. Ook werdt hem de uitvoer van driehonderd Hukken gefchuts toegeftaan. Zyne handeling, toen hy befpeurde, dat 'er geen onderftand van Zweeden te verwerven zou zyn, liep, voor- naamlyk, over een Verdrag van Zeevaart; over de vernietiging van het Verdrag van * Opheldering, en over de vernietiging van *EiucU het Elbingfche Verdrag; welk laatfte, door datie' Zweeden, begeerd werdt. Doch men kon el- kan-
(O 7.ie zyne Tnflr. hy Aitzkma V. Deel, hl. 540. eti Sccr,
Refol. Hol), i April 1665. II. Deel, bl. 467, (k) Zie zyne Jnltr. hy AiTZRMA V. Deel, bl. 15S5 en Secr.
ftefot. Holl. \ April rrtrts. (I. Drei, hl 475. t^l) Zie hu TmA. l>y A\kzwa V. Deel, U. 8.63.
|
|||||
M 5
|
|||||
ï86 VADERLANDSCHE L. Boek,
i56s kandefen, over geeixe van deeze punten,
f------verftaan (*»).
Zeven Met Deenemarke, flaagde de handeling
re^Ver- ^er Staaten voorfpoediger. De Heer van A-
dragen merongen vondt, in 't eerst, wel veel werks
metDee- aan 't beantwoorden der klagten van het
neraar- Deenfche Hof. Doch^ na dat men, aldaar,
flocncn. ^eSon te voorzien, dat men den byfland der
Staaten haast tegen de Zweeden behoeven
zou; toonde men meer geneigdheid, om zig
met hen te verbinden. Amerongen keerde,
eerlang, te rug, met toezegging van byfland
tegen den Bisfchop van Munfter (»). Doch
om een nader Verbond te fluiten, zondt de
Koning eenen buitengewoonen Gezant naar
den Haage, die, hierover, met Gemagtig-
den hunner Hoog-Mogendheden, in onder-
16C6. handeling tradt. Én op den elfden vanSprok-
——— keimaand des jaars 1666, werden 'er zeven
byzondere Verdragen getekend, tusfchen den
Koning van Deenemarke en deezen Staat (o).
* Het eerße was een verdedigend Verbond ,
waarby de Koning zig- verpligtte, om eene
Vloot in zee te brengen; en de Staaten 3 om
hem, daartoe, met penningen, te onderfteu-
nen. By het tweede, werden zekere eifchen,
welken men ten laste van elkanderen hadt,
dood en te niet verklaard. Het derde regelde
de tollen der Houtlasten, in Noorwegen. By
het
C»0 Secr ttcpil. Hol!, 11 Dec. ifTfo. 10 /f/iril \fM. IL
Deet, hl. 50' y4. Aitzema V. Deel, hl ?~4-555j ö"i Ö63, «IS7. De Witt Brieven II. Bed, i(. zü'j, 3<7. C») Aitzrma V. Deel, bl 55S-*67
(o; Refol, iioll. 12 feit. I«6. W. 24-
|
||||
I. Boek, HISTORIE. 187
het vierde, werden de eifchen, die Deenemar-
ke hadt tegen de Nederlandfche Westindi- fche Maatf'chappy, bemiddeld. Het vyfde bepaalde de grootte van zekere agt Oorlogs- fchepen, die de Staaten, volgens het eerlte Verdrag, in de plaats van geld, zouden mo- gen leveren. By het zesde, werden eem'gö eifchen van Schippers en Koopluiden veref- fend. Het zevende en gewigtigfte behelsde eenige geheime punten, by welken de Ko- ning zig, onder anderen, verbondt, om, ter- ftond, nevens de Staaten, in oorlog te tree- den tegen Groot-Britanje. Voorts, beloofden beide de Mogendheden den Koning van Frankryk te zullen aanzoeken, om de hand- haaving van het eerfte en van het laatfle Ver- drag op zig te willen neemen (jO: waartoe Lodcwyk de XIV. zig, hgtelyk, beweegen liet (£). Het laatfte Verdrag werdt, ten ver- zoeke des Konings van Deenemarke, die, federt eenigen tyd, ver gevorderd was in eene onderhandeling met Groot-Britanje, geheim gehouden: ook voor de Staaten der byzon- dere Gewesten 3 die 't bckragtigden, zonder het gezien te hebben; ten blyke, dat de tegenwoordige Regeering, en in 't byzonder de Raadpenüonaris de Witt middel wist, om geheime Verdragen te fluiten en te doen bekragtigen, zonder dat 'er de Staaten der byzondere Gewesten kennis van hadden: eene wyze van doen, waarvan men, gclyk fom- nü~
(f ) Z\e rtccz» Traft *v Aitifma V. lierf^ U. B3S<£j*8.
|
||||
t88 VADERLANDSCHE L.Boek,
|
||||||
j666. migen aanmerken (r), ook onder liet hoog
..------gefteegen Stadhouderlyk gezag van wylen
zyne Hoogheid, Prinfe Fredrik Henrik, geen
voorbeeld gezien hadt. Het fluiten van twee Verbonden met Dee-
nemarke en met den Keurvorst van Branden- burg , 't welk maar vyf dagen na eikanderen gefchied was, gaf aan den kryg tegen den Bisfcbop van Munflrer eene veel beter gedaante. Men hadt nu gegronde hoop, om 'er, ia. deezen Veldtogt, een einde van te zien. Ook bereidden de Staaten zig, by tyds, om hunne troepen in 't veld te brengen. Alleenlyk ga- ven hun de raadpleegingen, op het aanftellen der Hoofd bevelhebberen over hunne Krygs- magt te lande, vry wat bezigheid, 't Zal hier- om niet ondienftig zyn, dat wy, hier, het beloop en den uitflag deezer raadpleegingen, beknoptelyk, ontvouwen. Waartoe wy te eerder befluiten, om dat ons eenige gefchree- ven' ftukken ter hand gekomen zyn, die ons, omtrent het verhandelde, vry wat lichts gegeven hebben. XXIII. Op het einde van den jongften Veldtogt, Hande- was 'er eenig verfchil ontftaan, tusfchen de Holland Afgevaardigden der Staaten en de voornaam- om den' fte Legerhoofden : oordeelende de eerften, Prins van dat men 't volk nog in 't veld houden, de Oranje laatften, dat men 't naarde winterlegeringen te^Ge- zeOden moest. Pradel, die de Franfche hulp- neraal of troepen geboodt, was 't eens met de laatften, tocGene- naai- welken de Afgevaardigden zig ook, icllQQQ
|
||||||
CO Aitzema V. Difl, hl, 887.
|
||||||
L. Boek. HISTORIE. 189
|
|||||
fchoon ongaarne, voegden (ƒ). Dit verfchil, i6öö.
of gewigtiger redenen van Staat deeden ee--------
nigen, in Holland, denken, dat men 't op- **»d der
perbevel over 't Leger den Prinfe Joan Mau- Ru""ye rits niet wederom behoorde op te draagen, beffen." indien men een ander Legerhoofd kon vin- den van aanzien en ervaarenheid ; die den Hervormden Godsdienst beleedt, en geen' argwaan geeven zou aan de voornaamfte Bondgenooten van den Staat £*), met naa- me aan Frankryk. Men ziet ligtelyk, dat zy, die dus dagten, den Prins van Oranje van 't opperbevel over 't Leger zogten uit te fluiten; die, gewisfelyk, argwaan aan Frank- ryk geeven zou, behalve dat het hem ook ontbrak aan ervaarenheid. Nogtans, waren 'er eenige Hollandfche Steden, die op de bevordering van den Prinfe bedagt waren , en 'er, in de Vroedfchappen, over raadpleeg- den. Leiden fcheen van verftand, om hem Overleg, tot Generaal der Ruiterye te verheffen, en om'top- 't opperbevel over 't Leger den Prinfe van Perbe?vei Turenne, Maarfchalk van Frankryk, op te j,eger draagen, zo' de Koning van Frankryk hiertoe den Prin« verftaan wilde. Doch Haarlem, welk ook <e van op 'sPrinfen bevordering gefteld was, keur- T"renn' de egter plat af, dat men 't bevel over 't Le- draag«n. ger eenen vreemden Veldoverfte in handen ftelde (ju). D'Estrades fchreef, dat de Ra#d- penfionaris de Witt zelf yverde., om Turen- ne tot Veldheer te doen verkiezen (v). Ook hieldt
f O D£ Witt Brieven II. Deel. lil i<ïa, 165.
CO O* Witt llrieven II. Deel, tl. ij2.
Qu) De Witt Brieven II. Deel, il. 180, 185, 18*. L
C»0 D'Estrades Tom. IV. p. 100, 103.
|
|||||
ujo VADERLANDSCHË LËoek,
hieidt hy 't van 'sKonings behing te zyn, dat
Turenne den Staat, voor eenen veldtogt of" twee, geleend werdt, op dat hy den Prins van Oranje, als Overilc der Ruiterye onder JiciTi dienende, van Engeland zou können af- trekken, en aan 't belang van Frankryk ver- binden. Doch de Koning van Frankryk kon Turenne niet mislen, en Turcnne zelf fcheen niet te neigen, om herwaards te komen (V). Aanmerkelyk is 't, ondertusfehen, dat deeze zelfde Maarfchalk van Turcnne, dien fommi- ge Vrienden van het Huis van Oranje , al voor vyf jaaren, aan 't Hoofd der Regeerin- ge van deezen Staat, wilde gefteld hebben, op dat hy, zynde toen omtrent vyftig jaaren oud, en kinderloos, den jongen Prins zou hel- pen bevorderen tot de waardigheden zyner voorouderen (x); weinige jaaren na deezen tyd, den Staat, daar men hem zo veel gunst toedroeg, aan 't hoofd van een Koningklyk Leger, eenen oorlog aandeedt, die kragtig- lyk hielp tot'sPrinfen verheffing. Doch, om tot de raadplcegingen over het opperhoofd der krygsmagt te lande weder te keefen, vyf Gewesten ftonden 'er zeer op, om hiertoe wederom Prins Joan Maurits te kiezen. De Staaten van Holland en Zeeland zouden meer voor den Heitoge van Tremouille , Prinfe van Tarente, of voor den Graave van Waldek geneigd geweest zyn (jr); doch geene kans zien-
fw') D'EsTHAT>Es Tom. II. p. 58. Tom. IV p. 145, 151.
De Witt Brieven II. Dtel, tl. 194. (x~) Brieven van den Ainbasf. J. de Huybert van ai Jan. m
II Febr. 1661. MSS. (7J O'EsTRADis Tem. IV. p. Cl, 6%i
|
|||||
-i
|
|||||
L.Boek. HISTORIE. 191
|
|||||
ziende, om de andere Gewesten te doen ver- i^é.
anderen van gedagten, bewilligden ze, in -— Sprokkelmaand, dat Prins Joan Maurits, van Prins nieuws, werdt verkooreu (s). Maar deeze .'oan . aanltelling veragterde de bevordering van j^"™* den Prinie van Oranje by de Staaten van Hol- het we- land. Zy., die hem, onder Turenne, tot O- derora. verite der Ruiterye zouden hebben willen verkiezen, vonden ongeraaden, hem, in de- zelfde hoedanigheid, onder Prini'e Joan Mau- rits , te laaten dienen. Zy oordeelden ook, dat men den jongen Prins geheellyk moest af- trekken van de verftandhouding met, en van de geneigdheid tot Groot-Britanje, eer men hem, eenigszins, zou können bevorde- ren (a). Uudertusfchen, ftonden *er nog ver- fcheiden' hooge Krygsampten te begeeven, waarop in Lentemaand, geraadpleegd werdt. De Keurvorst van Brandenburg hadt den Prins van Oranje tot een deezer ampten doen aanpryzen, ter algemeene Staatsvergaderin- ge (p). Doch men vondthet, ter Vergade- ringe van Holland, ten hoogfte vreemd, dat een uitlieemsch Vorst zig Irak in iets, dat tot de huishouding van deezen Staat behoor- de (V), en weinige dagen laater, beilooten de Holland Staaten van dit Gewest, voor deezen Veld- gaat den togt alleen, te bevorderen, tot Overfk der Pfins.vin Ruiterye, den Prins van Tarente; tot Voorby, Over«
O) R.e(i)'. Hol!. 32, 25 Febr. 1666. il 35, 47. DR Wmt
Brieven 11. Deel, bt. lyj, (a) Uk Witt Brieven II. Deel, hl. iy%, ly), 10Ä. C*5 Zie Aitzkma V. Deel, hl ?Ks, K«>É-I0«8. £0 O» Witt Brievm II. Diel. H. 214. t
|
|||||
loa VADERLANDSCHE L. Boek,
\666. Overfte van 'tgefchut, den Heer van Noord«
-------wyk; tot algemeenen Serjant-Majoor, den
in de ba- Graaf van Hoorne; en tot algemeenen Kwar-
tote™én(J tier-meester, den Luitenant - Kolonel, Mozes hooge Pain & W*> Enkhuizen en Edam alleen had- Krygs- den den Prins van Oranje tot Overfte der ampten. Ruiterye geftemd (<ƒ). Haarlem en Leiden waren, meent men, te vooren, tot het ge- voelen der meerderheid, overgehaald, door de Witt (e). Amfterdam, welke Stad de jon- ge Prins, in perfoon, gezogt hadt over te haaien, om hem te bevorderen, hieldt zig eg- ter aan 't gevoelen der meerderheid. De Re- geering hadt hem plegtig ter maaltyd ont- haald, 't Volk, in grooten getale famenge- vloeid om hem te zien, riep,openlyk, om zy- ïie bevordering, en deedt hem uitgeleide met veel gejuich (ƒ). Doch hierby bleef het. De Witt hadt, meent men, zo veel invloed op de Regeering deezer Stad, dat hy ze, genoeg- zaam altoos, naar zyne hand wist te zetten (g). De Prins was, omtrent deezen tyd, ook te Rotterdam geweest, daar hem 't volk, ins- gelyks, veele eer bewees. De Burgemeester Ewota van der Horst onthaalde hem hier: 't welk deezen, nogtans, van eenigen kwalyk genomen werdt (£), XXIV. Die van Holland hielden, federt, een af- Onder- zonderlyk gefprek met de Afgevaardigden van
(rf) De Witt Brieven JI. Deel, il. 120.
(O D'EjïUA'iSS Tom. IV. p. 60. C f) D'Estbadm Tom. IV. p. 17». (?) Meuioit. de GuicitE Livr. II. p, 216. (A) AiïzBtm V. Mml, tl. 1007. |
||||
B.Böek; HISTORIE. 193
van Zeeland, waarin zy deezen zogten te i66s,
beweegen, om het genomen befluit goed te —:— keuren, en ter Generaliteit te helpen beftcm- hande- men. De Raadpenfionaris da Witt voerde lin5-e" het woord, zeer dringende op den bekwaamcn H0nand ouderdom en ervaarenis van den Prinfe van en Zee- Tarente, dien Holland tot Hoofd der Ruiteryé land, wilde bevorderd hebben. Doch de Raadpen- ov^r {'e fionaris van Zeeland, Pieterde Huyberty merkte r-^orv^ aan „ dat men de hooge Krygsampten, jen „reeds -voor lang, behoorde begeeven te Prinfe. „ hebben, niet flegts voor eenen veldtogt; „ maar voor 't leeven. Dat men zig ook nu „ van de gelegenheid behoorde te bedienen , 5, om den Prins van Oranje te bevorderen, „ hebbende men, te vooren, flegst verfchild j, over den ouderdom, dien hy hebben moest, „ om eenig aanzienlyk Krygsampt te bekleeden, „en hy nu genoegzaame jaaren bereikt, om „ 't harnas te können aanfehieten." Doch " hierop werdt, van wege Holland , gezeid, „ dat 'er veel raadpleegens aan vast zou zyn, „ zo men de Krygsampten geduurig wilde „ maaken; daar de zaak, kort, en zonder ee- „ nig Gewest te benadeelen, was af te doen, „zo men ze ilegts voor eenen veldtogt be- „ gave. Om den Prins van Oranje te bevof- jj deren, moest men, voor als nog, niet denken, 3, zo men de vrienden behouden, en den „vyanden niet te veel voordeels geevën „wilde. Ook hadt Zeeland zelf te voor- „ ren verilaan, dat hy ten minfte agttien jj jaaren oud behoorde te zyn, eer men hem „verhief." De Huybcit hernam toen „ dat XIII. Deel. N „ de |
||||
194 VADERLANDSCME L. Boek.
|
|||||
i€66é n <-le Ampten geduurig behoorden te zyn, op
«~----„ dat zy meer aanziens mogten hebben , en
„ te zorgvuldiger waargenomen worden. Dat
„ men de oneenigheid onder de Gewesten „ zou wegneemen, door de bevordering van „den Prinfe, zo niet tot Kapitein en Ad- „ miraal-Generaal, ten minfte tot Generaal „ der Ruiterye en tot een Lid des Raads van „ Staate: waarmede. Zeeland te vrede zou „ zyn. Dat men, te vooren, verftaan hadt, „dat de Prins agttien jaaren oud zyn moest, „ eer hy tot Kapitein - Generaal; niet eer hy j, tot eenig minder Krygsampt bevorderd „werdt Dat hy reeds zeer lecvendig van „geest was, en begon te redeneeren. Dat „ men, zelfs in Holland, onlangs , geraad- „ pleegd hadt, om hem te bevorderen: 't „ welk ook gelukt zou zyn, zo men zekere „zaak" [de aanftclling van Turenne , naa- melyk] „ hadt können te wege brengen. „ Dat hy toen bekwaam genoeg zou geweest „zyn, en derhalve nu niet onbekwaam kon „ geoordeeld worden." De wederzydfche Afgevaardigden, eikanderen gehoord hebben- de , beflooten van alles verflag te doen Raad- CO • êetyk gefchiedde (£). Men raad- Pleegin- pleegde, toen, ter Vergaderinge van Holland, aen hier ernftelyk, op den voorflag van Zeeland. Vergad"De Edelen verftonden „ dat men by 't tingc van »voorig befluit blyven moest, den Prins Holland, „niet bevorderende3 voor dat men hem ge- „ heel
f ï) Nitut. Zeel. irt(5S. Rylag. II. 214. Notulen van »Ie Coi*t
fer. met Zee'and 25 , 27 Maart ififió. MS. (*J Rtl'ul. Hüll. %7 Maart 1666. tl. 37. |
|||||
L. Boek. HISTORIE. ïpg
jj heel hadt afgetrokken vah de Engeifche tfflb.
,5 zyde." Zy voegden 'er by „ dat dit zou ——■ Ä können gefchieden , als men den Staaten j, van Holland de geheele zorg voor 's Prinfen „ opvoeding opdroeg; die zy behoorden aan „ zig te neemen, zo dra men 'er hun gelegen- „heid toe gave." Dordrecht merkte aart „ dat de Prins, zo jong en zo verknogt aart „ Groot- Britanje , toegelaaten wordende in „ den Raad van Staate, alles ontdekken zou , „wat daar voorviel.*' Voorts, ftemde deeze Stad met de Edelen. Maar Haarlem verftondt „ dat men nu iets ten behoeve van den Prinfe „ be (luiten moest, ten ware men afwagten „ wilde, dat Zeeland, welk altoos, in hag- „chelyke tyden, gelyk in de jaaren 1653 en „ 1659, op de bevordering van den jongen „ Prinfe gedrongen hadt, daartoe , eens , „nog gevaarlyker omftandigheden dan de „tegenwoordige waarname. Dat men hier- „om aan Zeeland verklaaren moest, dat men „ genegen was, den Prins te bevorderen, en „ zulks met der daad toonen zou, en voorts, „vastftellen, de opvoeding des Prinfen te „ aanvaarden, zo dra de Prinfes Weduwe „zulks fchriftelyk verzogt." Delft hadt geenen zin, om de opvoeding vooralsnog »an te neemen , ftemmende voorts met de Edelen. Leiden was 't genoegzaam eens met Haarlem. Amfterdam iloeg de opvoeding af, en oordeelde, dat men den Zeeuwen zagt, doch weigerend antwoord gceven moest, Rotterdam ftemde voor de opvoeding, als zy verzogt werdt. Alkmaar, daarenboven, ook N a Yoof |
||||
I9ö VADERLANDSCHE L.Boek;
t6(5(5. voor de zitting in den Raad van Staate,
-------Hoorn bewilligde ook in de opvoeding, mids
men naarzage wat, desaangaande, te vooren,
beflooten ware. Enkhuizen verklaarde zig, als Alkmaar; en Medenblik, als Rotterdam Befluit. (7). 't Beiluit viel, derhalve, om Zeeland aan te zeggen „ dat men, om gewigtige redenen „van Staat, niet kon goedvinden, den Prinle wvan Oranje, in de tegenwoordige omftan- ,, digheden, eenig Krygsampt op de draagen; „doch dat zulks niet ontftondt uit ongene- 5, genheid voor 's Prinfen peribon ; gelyk 5, men, zo wel door eene goede zorg en opzigt 5, over hem , als op andere wyzen, bereid ,, was te toonen (m)." Men gaf aan de Af- gevaardigden van Zeeland, terftond, kennis van dit befluit, hun ook opening geevende van de redenen van Staat, welken Holland bewoogen, om 's Prinfen bevordering tegen te houden, uitkomende, voornaamlyk, op zyne verbindtenis aan Groot -Britanje , heb- bende hy zelfs bedienden, die jaargelden trok- ken van Karel den II; aan welken hy, ter oor- zaake zyner jongkheid, alles , vreesde men , ontdekken zou, wat hem van de geheimen van Staat bekend mögt worden: behalven, dat ook zyne verheffing argwaan gecven zou aan de Bondgenooten van den Staat, of aan zul- ken, die 't mogelyk anders worden zouden» Antimei^ 'De Zeeuwen zeiden hiertegen s, dat 'er op kinjren ?J den Prins geen vermoeden vallen kon, dat derZeeu- j? hy (7) Nntulen ReFoigii. 28 Maart i6'6 MS.
Cm, Refill. Holl. si Maart, i Ayril iCOó. il. <[i, 45. D* Witt Brieven II l)itl, tl. ajg. |
||||
L.Boek. HISTORIE. 197
|
|||||||
„hy iet, ten nadeele van 't Vaderland, aan 166$.
n de Engelfchen ontdekken zou. Dat vyan- |
|||||||
„ den wel meer vermaagfchapt waren. Dat wen op
n de Prins, daarentegen, ook met verfchei- bet zel' ,, den' Duitfche Vorilen vermaagfchapt was, ve* „zonderling met den Keurvorst van Braiv „ denburg , wiens Steden nu een Voor- „ muur voor den Staat tegen het Duitfche „ Ryk geworden waren. Dat zy geene Bond. „ genooten kenden, die argwaan zouden op- „ vatten over 's Prinfen bevordering. Dat „men zig, in allen geval, de wet niet moest „laaten ltellen van zyne Bondgenooten, en „den Prins zo min,-om derzelver wille, uit- „ fluiten als bevorderen (»)." Doch de Staa- ten van Holland bleeven by hun gevoelen. Die van Zeeland floegen, derhalve, terftond hierna , ter algemeeue Staatsvergaderinge , voor, dat men den Prins van Oranje tot Over- fte der lluiterye behoorde te verkiezen en hem, te gelyk, zitting te geeven in den Raad van Staate (0). Midlerwyl, hadt de Prinfes Weduwe, ver- nXXV'
neemende, dat de Staaten van Holland maar P|j „"** , , , , ten van
op een verzoek van haaren kant wagteden, Holland
om de opvoeding en onderwyzing van den neemen Prinfe wederom te aanvaarden ; en vooraf, den P™8 zo men meent, heimelyk, overgehaald door ™".~m de Witt (p~), niet verzuimd, zulk een verzoek in tot e,n te leveren, op den tweeden van. Grasmaand ($}. Kind vm Ook Staat-
f«) Notul. Confer. Zeel. 31 Maart 1666. MS.
(o) iit/ema V. üest, bl. ?i(fi.
(o) M.inoir. rlc Guichb Livr. II p. 017-154.
(, q ) Zit Ajtzema V. Heit, bl. 79a. D'EsriuiDEa Tu;,;» IV».
Na
|
|||||||
f 98 VADERLANDSCHB L.BoeC
1666, Ook werdt, terftond, beflooten, dat men de
zou » daartoe benoemende dezelfde Perfoo- nen, die'er, in 't jaar 1660, toe benoemd waren geweest, zo ver zy nog in 't leeven wa- ren. De plaatfen der overleedenen werden, door anderen, vervuld. De Perfoonen, aaa welken, thans, de zorg voor 's Printen on- derwyzing opgedraagen werdt, waren de Heeren Wigbold van der Does., Heer van Noordwyk, uit de Ridderfchap; Adriaan van. Blyenburg, Heer van Barendrecht, Oud-Bur- gemeefter van Dordrecht; Gilles Valkenier, Burgemeefter en Raad van Amfterdam; Nart-, m'ng van Foreest, Rekenmeefter der Domei- nen en Raad in de Vroedfchap van Alkmaar, benevens den Raadpenfionaris de Witt. Haar- lem en Leiden waren wat misnoegd, dat 'er ïiiemant, uit deeze twee Steden, benoemd was , tot de opvoeding. Haarlem deedt 'er eene aantekening tegen. Doch hierby bleef Zy tnaa- het (r). Wyders verftondt men, dat alle de ken bedienden van den Prinfe, door deeze ver- groote andering, ontflaagen waren van hunnen dienst, ring fa ^e meeße Leden, en vooral de Raadpenfio- ?yne Hof-naris de Witt waren 'er zeer opgezet, om houding, alle Engelfchen en Engelschgezinden te wee- ren uit het Hof van den Prinfe (5.). De Heer van Gend werdt tot Gouverneur van den Prin- fe aangefleld, op eene wedde van vyfduizend guldens (/). De Heer van Zuüenftein, die dee-
(O De Witt Brieven II. Deel, U. 235.
(j ) D>; Witt Brieven II. Deel, bh 230. lO Kefol Holl. 15 Fehr. 1627. 1/.. al. |
||||
L. Boek. HISTORIE. 199
|
|||||||
deeze waardigheid, tot hiertoe, bekleed hadt, 1666.
werdt met een jaargeld van vierduizend gul- ■ dens, voor den tyd van vyf jaaren, fchade- loos gefteld. Aan den ontflaagen Hofmeefter, Joan Boreel, Zoon van den Ambassadeur aan 't Franlche Hof, werdt een vendel Knegten toegezeid («). De Zeeuwen verzogten deel te mogen hebben aan 's Prinfen opvoeding. Doch dit werdt hun, nu, gelyk te vooren, door verfcheiden'redenen, ontlegd (v). De jonge Prins hadt vry wat fmert, over
de verandering in zyne Hofhouding. Voor- al, zou hy den Heer van Zuilenftein gaarne by zig gehouden hebben: ook den Hofmee- fter Boreel (w). Doch 't weeren van eenige anderen, gelyk Heenvliet en Bromlei, keur- de hy goed. Maar die van Holland lieten nie- mant by hem blyven, dien zy voor Engelsch- gezind hielden (x). Zy beoogden, den Prinfea dien zy nu, gelyk men 't noemde, tot een Kind van Slaat aangenomen hadden , gantsch andere grondregels van Regeeringe in te boe- zemen, dan hy, tot hiertoe, uit zulken, die meest met hem verkeerden, hadt können ke- ren (^). Midlerwyl, werdt hy niet tot eenig Krygsampt bevorderd , gelyk de meefte Ge- welten begeerd hadden. Holland beweerde, dat
C«) ReCol. HoJ!. a, 9, \o, 13, 15, \C>, 17 April, 28 Ithjf.
1666. II. tßi 56, 59, 62, 70, 71, 72, 74, 76, 77, 6s Aitze- MA V. Jïeel, h. 7yï, 794, &04.
( v) Notul. lier. «p de Conf. met Zeel. 17 Af ril \(>(f>, MS.
Rtfol. H»ll. 17 April 1M6. bU 76. <_w „• Metnoir. de Gu'ciie Livr. II. p 225.
C*) D* Witt Brieven II Deel, W. a,j/, 253, 252, B-'Ea.
ïRAtiEs Turn. IV. p. 3«3, 224. Cj?J AiftzjtMA V. Ueel, tl. 7*7-
IN 4
|
|||||||
\
\ |
|||||||
2oo VADERLANDSCIIE L.Boek.
1666. dat men hiertoe niet komen moest, voor mea
------- hem de Engelfche grondregels, welken hem
ingedrukt waren, geheellyk , ontleerd hadt:
't welk, naar men 't hier inzag, ten minfte, nog eenigen tyd vereischte. XKVI. 't Bevel over 's Lands Krygsmagt te lande nu Krygsbe- wederom aan Prinfe Joan Maurits zynde op- dly m° gedraagen, begon men te raadpleegen op eene itlr- Utt* vroege opening van den veldtogt. De Mun-. fchen. fterfchen hadden, in 't begin van Louwmaand, het Friefche Veen en het Dorp Emmen in Dreire overvallen, en geplonderd. Ook dreig- den ze Kocverden aan te tasten (z). In 't voor- lecden najaar, hadden zy, zo 't fcheen, tegen den zin van den Markgraave van Kaftel-Ro- drigo, eenig volk geworven in de Spaanfche Nederlanden, welk thans veel overlast deedt, in de Meierye van 's Hertogenbosch en in 't Markgraaffchap van Bergen op Zoom, alwaar zy zig van 't Kafteel van Wouw meefter maakten («). Doch de Prinfen van Tarente en Fredrik van Nasfau verfloegen een gedeel- te van dit volk, in den Oudenbosch (£). Ook gaven de Staaten den Bevelhebberen der fter- ke Plaatfen last, om den Munlterfchen, door het uitzenden van partyen, afbreuk te doen: gelyk, hier en daar gefchiedde (c). Doch om een Leger te velde te brengen, welk bekwaam zou zyn, om iet van belang uit te voeren te- gen (*"> Aitzem<\ V. IteJ, hl. 770,77%, 77*.
O') Nuccl. Zeel. 30 jfau. 26 Febr. 1 Maan 25 May, 166& bh <u', »i. 86. 1^4. (t> ) Aitzpma V. Deel, hl. 611, 638, 776, 779.
(tO AiTiEMA V. Desl, tl. 773. |
||||
X.Büek. HISTORIE. aoi
gen den vyand , vondt men, ter oorzaake van _
de oneenigheid onder de Gewesten , zig, te-
genwoordig, niet in Haat ( d~). Ookftremden de onderhandelingen over een Verdrag met den Bisfchop , welken , onlangs, te Kleeve, begonnen waren , de wervingen , voor eene poos. De Bisfchop kon, by mangel van geld , zyn Leger ook niet uit de Steden krygen. De Staaten waren op 't fpoor, om eenen zyner Ritmeesteren over te haaien tot hunnen dienst Ce), 't Een en't ander deedt hem dan nsi- vrede- gen tot vrede : doch hy werdt, inzonderheid, hande- tot handeling bewoogen , door den Keurvorst 'ing te van Brandenburg ; wiens Verdrag met deezen Kleeve Staat thans op eenen goeden voet ftondt (ƒ), De Staaten , genoeg te doen hebbende met den oorlog tegen Groot-Britanje , waren ook geneigd , om zig deezen vyand kwyt te maa- ken. Beverningk , die met Brandenburg han- delde , kreeg , derhalve ,. ook last , om met de Bisfchoplyke afgevaardigden te fpreeken. Ondertusfchen , waren de Lunenburfche troe- pen in beweeging : de Franfehen reeds in t Land. 't Verdrag met den Keurvorst werdt getroffen (g). Daar nog by kwam, dat Karel de II. agterlyk bleef, in het opbrengen der onderftandgelden, welken hy den Bisfchop van Munfter beloofd hadt (/5). Alledeezeredenen en de raad van Frankryk deeden den Bisfchop be-
ril De Witt Brirven VF. Deel, hl. 532. ( e~) Secr. Rel'ol Moll. 24 Febr. iMfi. If. Heel. bl. 502,503, Cfj Mï/iioir. de Gutem Livr. II. p. 207, 20a. C g ) AlTZEMA V. Deel, IC20-I022.
(A j Kzi'iN 'luiu. IX. pi 239
N 5
|
||||
£02 VADERLANDSCHE L. Boek.
165(5. befliuten tot vrede met de Staaten, die,
•------door de wederzydfche Gemagtigden , op den
De Vrede agttienden van Grasmaand, te Kleeve, gete-
flaoteif" ^enc^ wer^t CO- 't Verdrag begreep de vol-
gende punten : „ De Bisfchop beloofde den yy Staaten te zullen te rug geeven alle de Plaat- „ fen , door hem , in deezen oorlog , bemag- n tigd , met naame het Kasteel van Borkelo. n De Staaten zouden , na den zevenentwin- „ tigften , geenc vyandlykheid pleegen tegen „ den Bisfchop. En deeze beloofde, aflland „ te zullen doen van alle Verbonden, ftrydig n met de tegenwoordige Vrede. Ook zou „ hy nimmer eenig Verbond fluiten tegen de „ Staaten ; die gelyke beloften deeden , met » opzigt op den Bisfchop. De wederzydfche „ Bondgenooten werden , in 't Verdrag , be- „greepen. De Bisfchop deedt affland van n het regt van opperfte magt over Borkelo , n zonder egter het regt van het Duitfche »Ryk te willen verkorten. Omtrent het * P"mi' n reSt van * regtftreekfche of voordeelige Träum' » Heerlykheid , bleeven de zaaken , als voor fioeutile, »den oorlog. De Keizer, de Koning van „ Frankryk , de Keurvorften van Ments , w Keulen en Brandenburg , de Bisfchop van n Paderborn , de Paltsgraaf van Nieuwburg „en de Hertogen van Brunswyk-Lunenburg „ zouden verzogt worden , om de onderhou* „ ding van dit Verdrag te willen handhaa- Bven(^)." Ook voldeeden zy, federt, aan dit
CO Refol. Huif. io /fprtl. \bCS. V. 3.
(t> Zi: het by Aitzema V* Üet.1, W 1023 inx.
|
||||
L.Boek. HISTORIE. 203
dit verzoek (/). Terftond na het treffen der i^S,
Vrede , werden de ingenomen' Steden ge- ■ ruimd , door de Munfterfche knegten : die ,
vervolgens , afgedankt werden. Prins Joan JVIaurits , die duizend guldens ter weeke, ge- duurende deezen veldtogt, genooten hadt, bekwam, naderhand, daarenboven, nog tien- duizend guldens eens (?«)• Midlerwyl, hieldt de oorlog met Groot- xxvil.
JJritanje de Staaten in geduurige bekomme- Lode- ring , veroorzaakende , onder anderen , zul- w'y* de ke zvvaare kosten , dat menze niet lang meer £,lJr'tveP" zag goed te maaken , zonder te dugten voor i<arei eenen opfland onder 't gemeen , die de ver- den n. andering der tegenwoordige Regeeringe naar den °°r* zig fleepen zou. Men liet niet na , zulks den log* Koning van Frankryk voor te houden , door van Beuningen en d'Ëflrades («), en bewoog hem , eindelyk , om zyne Gezanten uit Enge- land te rug te roepen , en den Koning van Groot-Britanje den oorlog te verklaren ; welk ïaatfte , op den zesentwintigften van Louw- maand, gefchiedde (0). 't Gevolg leerde egter, dat Karel de II. weinig nadeel hadt van deeze Oorlogsverklaaring. Ook fchryven jnzjgt ibmmigen , dat zy alleen gefchied was , om deezer den Raadpenfionaris de Witt en de tegen- Oorlogs- ■woordige Regeering van deezen Staat ftaan- v.OTklaa- de te houden, niet om den Engelfchen af- r*"8' breuk
(?) Aitzema V. Deel, W. 807, 934, 1041.
(ctJ Refol. Holl. ig April 1M8. bl. 34.
CO D'Estrades Tom. IV. p. 35. Aitzema V. Deel, bl.
(<0 Zie R«fol., IltfU. 4 Mr. »j55ó. il. 1,. Ajtzeva V. De:l%
II. 912. |
||||
so4 VADERLANDSCHE L. Boek.
1666,. breuk te doen Q>). Zeker is 'c, dat de Vloot,
------- die Frankryk by de-zeemagt der Staaten beloof- de te zullen voegen , onder allerlei voorwend- fels, opgehouden werdt, niet voor den Herfst in zee Hak , en zig nimmer vereenigde met de Vloot der Staaten. DeVioo- Men liet, ondertusfchen , hier te Lande, ten van niet na, fterk te arbeiden aan het uitrusten Groot- van Oorlogsfchepen , die in Texel verzameld en'd1"'6 werden« Men raadpleegde ook op de orde , zen Staat welke men houden zou , wanneer 's Lands komen Vloot zig zou voegen , met die des Konings inzie. van Frankryk (^). Doch 't liep aan tot in Bloeimaand , eer de fchepen , ten getale van vyfentagtig , behalve de jagten en branders, gereed raakten. De Keurvorst van Branden- burg , de Prins van Oranje en andere Groo- ten begaven zig toen naar Texel, om 's Lands Vloot te bezigtigen ; by welke gelegenheid , het lchccpsvolk zig niet wederhouden kon van zyne genegenheid tot den jongen Prinfe te betuigen , door het roepen van Vivat de Prins van Oranje! dat over al de Vloote klonk. De Luitenant-Admiraal de Ruiter was nu ver- eerd met het opperbevel over den aanftaan- den togt, De Engelfche Vloot, die ook klaar, en agtenzeventig of tagtig fchepen van Oor- loge fterk was, werdt gebooden do.or Prinfe Robert, Zoon van vvylen den Keurvorst-Palts.- graave Fredrik , en door den Generaal Monk , nu Hertogo van Albemarie. De Ruiter raak- te ,. (p} Raptn Tam. T'•'. p, 24?.
itj Secr. Rcibl. Iioli. i? Mr. 1666 II. Dtel, U. jox»
|
||||
t. Boek. HISTORIE. 205
te, op den eerden van Zomermaand, in zee kJöö.
(>), neemende, terftond, zynen koers naarde-------
Engelfche kust. Doch 't liep aan tot den elf-
den, eer hy de Engelfche Vloot, die, kort te vooren, uit Duins geloopen was, in 't ge- zigt kreeg. Albemarie voerde nu 't opperge- bied, zynde Prinfe Robert, met eenige fche- pen, verzeild, om agt te geeven op de Fran- fche Vloote, onder den Hertoge van Beau- fort, die, naar men vernomen hadt, zig zogt te voegen by de Ruiter. Ten een uur na den ZeeftryJ middag, raakten de Viooten aan élkanderen. van vier De Engelfchen hadden de loef van de onzen, daëen- doch niet tot hun voordeel, hellende hunne fchepen, door den harden wind, Iterk over bakboord ; waardoor zy de onderfte laagen gefchuts niet gebruiken konden. Ook konden veelen, om dezelfde reden* hun gefchut niet vaardig genoeg zetten, en fchooten dikwils in 't water. De onzen, daarentegen, konden , over ftuurboord zeilende, hun onderfte ge- fchut, zo wel als het bovenfte, gebruiken, en deeden, te loefwaard uit fchietende, den vyanden groote fchade. Men vogt, van we- derzyde, met geene minder ftyfzinnigheid dan dapperheid. Ten vier uuren, zag men een groot Engelsen Fregat zinken, kort na dat het de laatfte laagc van de Ruiter ontvan- gen hadt. Wat laater, werden, in 't wenden der Engelfchen , drie fchepen afgefneeden van hunne Vloote, en door de onzen vero^- verd. William Barklei, Ridder, die een dee* zer
|
|||||
(O AiTZEMA V, Deel, lil. B13.
|
|||||
coS VADERLANDSCHE L.BoeeS
1666. zer fchcpen voerde, liet het leven, al veg-
------tende. Twee Nederlanddfche fchcpen, doof
eigen of vyandelyk vuur, in brand geraakt»
vergingen, daarentegen, ongelukkiglyk, met een gedeelte van 't volk, en de Kapiteinen Otto van Treslong en Simon Blok. Tegen den avond, zonk 'er nog een groot Engelsch fchip. De Engelfche Schout by nagt, John Hermans, in een hevig gevegt geraakt niet de onzen t deedt, eindelyk, al deinzende, eenen fchoot, die den Luitenant - Admiraal Kornelis Evert« fen het leeven benam. De nagt maakte, omtrent ten tien uuren» een einde van 't gc-> vegt, welk, met den volgenden morgen, her- vat werdt. Doch eene opgekomen' ftilte deedt de Vlooten van elkandcren wyken, tot dat, omtrent ten tien of elf uuren voor den middag, de wind wederom wakkerde. Men lei het, derhalve, wederom aan tegen eikan- deren. Tromp raakte toen, met zyn Esqua- der, zo diep onder de vyanden, dat hy, on- getwyfeld, overmand geweest zou zyn, ware hy niet ontzet geworden , door de Ruiter. De Vice - Admiraal, Abraham van der Hulst, werdt, by deeze gelegenheid, doorfchooten. Ook verbrandde het fchip de Liefde, waar- op Pieter Salomonszoon geboodt. Vier andere Nederlandfche fchepen, zwaar befchadigd zynde, werden, uit den ftryd, naar Texel gefleept. Doch de Engelfchen leeden meer. De Ruiter, met Albemarie in gevegt geraakt» vuurde zo vinnig, dat men, eerlang, ver- fchciden' Engelfche fchepen zag zinken. Tot drie reizen toe, wendde de Ruiter het naar den
|
||||
1. Boek. HISTORIE. 007
den vyand, die, eindelyk, met den nagt, t^ti
week naarde Engelfche kust, niet boven der- ■ . ■ tig bekwaame fchepen by zig hebbende. Des anderendaags , den deitienden van Zomer- maand, zynde eerften Pinkfterdag, zogt de Ruiter wederom flaags te raaken. Doch Al- bemarie ftreedt niet, dan al wykende naar de rivier van Londen, werwaards hy, door de Nederlandlche Vloote, gevolgd werdt. On- der dit wyken, ftaken de Engelfehen ver- fcheiden' hunner reddeloosfte fchepen in brand, op dat zy den onzen niet in handen zouden vallen. Maar de Royal Prins, ge- voerd door George Askue, Admiraal der Witte Vlagge, raakte, op de Galper, aan den grond, daar 't ('chip door den Schout by nagt, Sweers, ligtelyk, bemagtigd, en daar- na verbrand werdt: zeer tegen den zin van Tromp, onder wiens vlag, dit fchip veroverd was, en wien de Ruiter, zo fommigen fchry- ven (V), de eer misgunde, van het, als in zee- gepraal, naar't Vaderland te voeren. Askue werdt, des anderendaags, gevangkelyk naar den Haage gezonden. Prins Robert, geene Franfche Vloot ontmoet hebbende, was, on- dertusfchen, omtrent op den zelfden tyd, als de Royal Prins vastraakte, met vyfentwintig fchepen, gekomen by het overfchot der Vloote onder Albemarie, waarop men zig, ter wcderzyde, gereed maakte tot eenen he- vigcn ftryd, die, des anderendaags, den veer- tienden van Zomermaand, 's morgens ten agt uu*
|
|||||
(/) Memoir. ds Guichï Lirt. II. p. sjijj
|
|||||
208 VADERLANDSCHE L. BÖEtó
Ï666. naren, aangevangen werdt. De Engelfchc
'-------Vloot was nu zestig of eenenzestig; de onze
vierenzestig fchepen van oorloge flerk. Doch
't Esqnader van Prinfe Robert, welk zulk een merkelyk gedeelte van 's vyands magt uit- maakte, was onbcfchadigd en frisch. Onze gantfche Vloot hadt, daarentegen , in drie dagen, veel geleeden: en 't volk was zeer vermoeid. De ftryd was hevig, en zeer twy- felagtig in den aanvang. Verfcheiden' fche- pen werden, van wederzyde, reddeloos ge- De En- ichooten. Een der onzen verbrand. Doch na gelfchen den middag, geboodt de Ruiter den zynen, wyken, gelykelyk, en, van alle kanten, op den vyand orde!"" *n te breeken: 't welk, met zo veele wakker- heid, werdt uitgevoerd, dat de Engelfchen haast in wanorde raakten, en wyken moesten; Toen werden verfcheiden' Engelfche fche- pen veroverd. Verfcheiden' anderen gingen te gronde. De Ruiter vervolgde den wyken- den vyand, tot omtrent zeven uuren des avonds, wanneer een opkomende dikke mist hem belette, hierin te volharden. Den vol- genden dag, kon men, zelfs van de ftengen der Nederlandfche fchepen , geenen vyand meer in 't oog krygen; waarom de Ruiter te raade werdt, met 's Lands Vloote, naar de verzamelplaats te keeren. Ook liep hy, dien zelfden dag, in de Wielingen. Verlies Schoon 't voor onpartydigen klaar was (f) j van we- dat de overwinning aan de zyde der Staaten derzyde. geweest wag9 fl-ak men egter, te Londen, vreug-
(O Memoir. de Guiche Llvn II. p. 263, 2Ö9, 270, 172«
|
||||
L.BoEK. HISTORIE. 209
vreugdevuuren aan, en hieldt eenen dankdag,
als hadden de Engelfchen de zege bevogten. Doch zy konden 'er geene blyken van too- nen, gelyk de onzen doen konden. Ook noe- men hunne eigen' Schryvers hun gedrag , in deeze gelegenheid, een befpotten van God en een htdriegen van de weereld ( u ). Nogtans kwam den Staaten de zege duur te ftaan. Zy ver- looren , in dit gevegt van vier dagen , den Luitenant-Admiraal Kornclis Evertien , den Vice - Admiraal van der Hulst, den Schout by nagt Stakhouwer, zes Kapiteinen en om- trent agthonderd matroozen en foldaaten. 't Getal der gekwetften beliep omtrent elfhon- derd en vyftig : dat der verbrande fchepen vier in alles. Maar de Engelichen hadden wel drie - entwintig fchepen veriooren, waarvan 'er zes in Holland opgebragt werden, 't Getal hunner dooden beliep , meent men, tusfehen de vyf- en zesduizend , waaronder waren de Vice - Admiraalen Barklei en Mings. Drie- duizend gevangen' Engelfchen werden her- waards gebragt, waaronder de Admiraal As- kue. De vyand hadt, daarentegen, maar wei- nige gevangenen , en niet één fchip können opbrengen. De Staaten vonden, hierom, ge- raaden , eenen algemeenen dankdag te hou- den , over de blykbaare zege , hun , door de Voorzienigheid , verleend. Askue -werdt, eerlang , uit den Haage , naar Loeveftein ge- voerd (v) : daar hy zat, tot na 't fluiten der Vre-
(«") Hur.net Hist. of bis own Time. Val T. p 229.
f?) Il dol. Holl. iö Jttay, T<Moh. i6M>. iL 4, 7a. XIII. Deel. O
|
||||
aio VADERLANDSCHE
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
L. Boes*
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Vrede (w). Het Lyk van Barklei, welk ders
Staaten ook in handen gevallen , en , op hun bevel, gebalfemd was, werdt naar Engeland gezonden : hebbende men, hier, de edelmoe- digheid gehad, om het den Koning van Groot- Britanje aan te bieden, die het, terilond, dan- kelyk aanvaardde (x~). 't Leedt niet lang, of de beide Vlooten
kwamen, op nieuws, in zee. De onze liep uit op den vierden van Hooimaand, niet |
|||||||||||||||||||||||||||||||
1666.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
XXVIII.
's Lands
Vloot loopt weder- om uit. Toeleg om eene Landing te doen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
meer dan negentien
|
dagen
|
||||||||||||||||||||||||||||||
na haare aau-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Men meende de Engelfchen
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
die nog
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
komst,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
niet gereed waren , te verrasfen binnen Har-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
vvich.
Ruiter liep. eenige |
Doch ftilte en tegenwind hielden de
zo lang op , dat deeze toeleg te niet 's Lands Vloot was , ook vérzeld van fluiten , gepropt met zes- of zeven- |
||||||||||||||||||||||||||||||
duizend foldaaten , met welken men voorhadt
eene Landing te , doen , hebbende zekeren Samuel Ravem , eenen Engelschman , te Rot- terdam woonagrig , aangenomen , eenen op- ftand te verwekken in Engeland. Ook tradt h'y , omtrent het Noordvoorland , aan land ; doch keerde onverrigter zaake , doordien hy zyne Landsluiden op hunne hoede, en alles met Krygsvolk bezet gevonden hadt. De flui- ten met de foldaaten werden toen naar de Maaze te rug gezonden. Hooimaand liep op 't einde, eer de Engelfche Vloot de Rivier af- kwam. En op den vierden van Oogstmaand > omtrent den middag , raakten de Vlooten aan- el-
(11») Refill. Holl. 4 Maart 1667, tl. C>ru
C-ï) Ds Witt Brieven II. lieel, tl. liiseiiz. 091 tnz. y>ty
üRANDT de Ruiter, il. 463 - 5'X>. Aitïkma V. Üeel, tl. C-gt 724, 826-Ü30. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
De Vloo
ten raa- |
|||||||||||||||||||||||||||||||
I
|
|||||
L.BoEk. HISTORIE. ati
eikanderen. Dien zelfden morgen, was de nftje.
Heer van Soinmelsdyk in 's Lands Vloote ge-------
komen, en hadt zig begeven aan boord van ken
den Luitenant-Admiraal Tromp, onaange-flaaSs* zien de Ruiter hem verzogt hadt, dat hy zig op zyn fchip onthouden wilde : 't welk, daar- na , by fommigen , eenig vermoeden baar- de , als of hy Tromp eenen raad was komen geeven , die met 's Lands dienst niet wel be- itaan kon. De Nederlandfche voorhoede, aangevoerd door de Luitenant - Admiraalen Jan Evertfen en Tjerk Hiddes de Fries , raak- te eerst in 't gevegt met den vyandlyken Vice-Admiraal, Thomas Allen : al ras wer- den beide Evertfen en de Vries ieder een been afgefchooten , waaraan zy overleeden. Evertfen , die , eenigen tyd , buiten bewind was geweest > was, op zyn ernftig verzoek , na 't fneuvelen van zynen Broeder Kornelis , wederom in zee gezonden , en liet nu , gelyk verfcheiden' van zyne maagfehap, zyn leeven in 's Lands dienst, 't Schip van den Vice-Admi- raal Bankert zonk. Een ander viel den Engel- fchen in handen , die 'er den brand in ftaken. Binnen twee uuren, werdt de gantfche Neder- landfche voorhoede in wanorde en aan 't wy- ken gebragt. De Ruiter was , met den mid- deltogt, de voorhoede kort gevolgd; doch de ftilte was oorzaak , dat hy , flegts met een gedeelte van zyn Esquader, met den Hertoge van Albemarie , in een hevig gevegt raakte« Tromp , die de agterhoede geboodt, bleef, wel twee mylen bewesten de Ruiter, met op- gegyde zeilen , als of hem 't werk niet aan- ging , leggen ; waarvan de Ruiter de reden O 2 nies |
|||||
Öls VADERLANDSCHE L.Boeit;
\666. niet bevroeden kon. Ondcrtusfchen , braken
-------de Engelfchen in , tusfchen onze voor- en
agterhoede , omfingelende de Ruiter , va»
alle kanten ; die zig zo wakkerlyk weerde , dat de Engelfchen eens van hem afhielden ', doch hem , wel haast, met nieuwe hevigheid, aanvielen. Een gedeelte van zyn Esquader, vergeefs hoopende op ontzet van Tromp, begon toen den moed te verliezen , en begaf De Rui- zig op de vlugt. De Ruiter zelf, zeer red- terwy . deloos gefchooten > vondt eindelyk geraaden, met klein zeil > te wyken, en kwam, nog dien zelfden avond , by het Esquader van Evert- fen en de Vries. Wat Tromp betreft, hy hadt, eenigen tyd na dat de Ruiter met Al- bemarie in gevegt geraakt was , zyn Esqua- der aangevoerd tegen den Engelfchen Vice- Admiraal, Jeremks Smith. Men vuurde, ee- nen tyd lang , hevig op eikanderen. Een En- gelsen fchip werdt in brand gefteken. De Schout by nagt, V Hom , dood gefchooten. Doch tegen den avond , kreeg Tromp Smith op de vlugt: hoewel fommigen meenen , dat Smith alleen week , om Tromp verder af te trekken van de Ruiter ; aan wien Tromp zig ook luttel fcheen te laaten gelegen zyn , al- zo hy het Esquader onder Smith vervolgde 9 den gantfehen nagt door : welk vervolgen hem, daarna, tot misdaad aangerekend werdt. Met den volgenden dag , zynde den vyfdeil van ' Oogstmaand > begon het gevegt weder- om tegen de Ruiter , die nog t'ecnemaal om- ringd lag van de Engelfchen, en wel haast ia gulk een' nood raakte , dat hy zynen aftogt, al vegtende , vervolgen moest. Albeinarle kreeg
|
||||
U Boek. HISTORIE. S13
kreeg toen hoop, om hem te neemen, ofzyn 166S.
fchip te verbranden. Ook zondt hy 'er eenen------
brander op af, die nogtans, door de Ruiter,
met zo veel beleid, werdt afgekeerd, dat hy vmgteloos verbrandde. Verfcheiden' Engel- , i'che fchepen gaven hem, daarna, te gelyk, de volle laag, met zo veel geweld, dat alles fcheen te zullen berften en breeken, en de oude zeeheld , half mistroostig , uitriep: O Zyne God! hoe ben ik zo ongelukkig! Is 'er nu, onder hoope- zo vcele duizenden kogels, niet een, die my weg- 0'osMl neemt! Hy herftelde zig egter wederom, en ilreedt, dapperlyk, al wykende , tot dat hy omtrent de Vlaamfche banken genaderd was. Albemarie, zig hier niet durvende vertrou- wen, gaf bevel om te wenden: waarna de Ruiter , met zyne byhebbende fchepen, de Spleete inzeilde, en voor. den Doorlo, zwaar befchadigd, ten anker kwam. Tromp ook, te rug gekeerd van 't vervolgen der Engel- fchen , liep naar de Wielingen , en voorts door 's Lands Diep binnen. Zodanig een uit- flag hadt het tweede zeegevegt deezes jaars; waar in de onzen maar twee, de Engelfchen vier fchepen verlooren. Nogtans was de o- verwinning buiten tegenfpraak aan hunne zyde, alzo zy zee hielden (y}, die zy de on- zen hadden doen ruimen. Tromp zelf werdt op zynen hertogt, vervolgd, dooi' den vyand, die zig, des anderendaags , omtrent tagtig zeilen iterk, vertoonde op Schooneveld. De aftogt van de Ruiter wejdt egter gepreezen, <Joor- de Franfchcn, fchryvende den Koning 331*
(jO D'E'TRaoss Taai. IV. £. 414. O3
\
|
||||
214 VADERLANDSCIIE L.Boek»
iórtó. aan d'Eftrades, dat hy daarmede meer lofs hadt
------- ingelegd; dan of hy den /lag gewonnen hadt. Ook
vereerde de Koning hem, kort hierna, met
de Ridderorde van S. Michiel. Wat hem be- treft, hy weet de ongelukkige uitkomst van 't gevegt ir.eest aan het agterblyven van Tromp, over vvien hy zelfs klaagde aan de Staaten. Doch Tromp itelde, daarentegen $ de Ruiter in 't ongelyk. De Staaten van Hol- land, befpeurende, dat 'er groote verwyde- ring ontflaaii was tusfchen deeze twee , be- ll ooten , op den vooiilag van den Raadpcn- lionaris de Witt, Tromp te verbaten var? zyjtanpt (z), gclyk, nog voor 't einde van Oogstmaand, zeer tegen den zin van de Ver- gadering der algemeene Staaten , gefchiedde, De Kolonel Willem Jozef van Gend werdt, in zyne plaats, tot Luitenant-Admiraal verhee- ven (#). Sommigen meenen, dat Tromps blykbaare zugt tot het Huis van Oranje voor de voornaamfte reden, waarom hy in ongunst verviel, moet gehouden worden (£). De Ko- ning van Frankryk zou gaarne gezien hebben, dat hy zig in zynen dienst begeven hadt. Doch d'Eilrades zag geene kans, om dit te wege te brengen (c). XXIX. Omtrent twee weeken na den ongclukki- Buac genzeeilag, raakte, in den Hange, in hegte- heneflis" n*s ^enr^ c'e F^eury de Coulan, Heer van Buat., geno- e" Ritmeelier in dienst van deezen Staat. De men. oor- r«1 Refol. Hol!. ty,"s4 Aug. iC>r,6. bl. 92, icg.
(<J) De Witt ßrieven II. Heel, lil 32O. DlUNQt de Rui* ter, bl. >;ct-533 Aitzema V. deel. II. 70^-7%!. ( b ) Mc-moir de Gliche /Jvr. II. p. 2X0. (O D'KsTRAUEs Tum, iV. p. 435, 44a, 483» |
||||
'L.loEK. HISTORIE. ai$
oofzaak van zyh ongeluk verdient wél, naauw- 1666.
'keurigïyk, naargeipoord te worden; omdat------■
'er uit blykcii zal, hoe ongeneigd men thans Oorzaak
■in 1 Iolland ware, om den Prins van Oranje van ^*1 te 'bevorderen, tot de waardigheden , door on§e u c' Xyiïe voorouders, hier te Lande, bekleed. ■Buut was, voor deezen, Paadje van den Prin- fe van Oranje geweest; doch , ter gelegen- heid van de jonglle verandering in 's Prinfen Hofhouding, óhtflaagen van zynen dienst Qf). Hy hieldt, ledert eenigen tyd , met kenmsl'e van den Raadpeiiiïonaris de Witt, geheim ■veritand met zekeren Gabriel Silvius, die in dienst der Koningklyke Prinfesfe geweest was, én zig thans in Engeland onthieldt. Doch on- der deklèl deezer handelinge, wisfelde hy ook Brieven met den Gr'aave van 'Arlington, thans Gehcimfehryver van Staat ; die hem, niet lang naar het eerfte zeegevcgt deezes jaars, hadt aangemoedigd, om iet, ter bevordering van den Pririfé van Oranje, te onderneemen (e). Sommigen fchryven zelfs, dat hy kennis hadt van de Landing der Engelfchen, onder Hol-' mes, op het Eiland ter Schelling, die, kort hierna, ondernomen werdt, en ftrekken zou, om beweeging te verwekken onder 't ge- meen (ƒ) , onder begunftiging van welke, men den Prins van Oranje zogt te doen be- vorderen. Doch hiervan is my geen blyk voor- gekomen. Wel vind ik , dat Holmes, onder beleid van Laurem Heemskerk, weleer Kapi- tein C'l) D'Estr'dps Tom- IV p- 420.
C«,' LiiDLOWS Mcm'iii'S V<1. III. p. 158. Cl j Uaj»in Tom. IX. p. 245. O 4.
|
||||
ci6 VADÈRLANDSCHE L.Boek,
|
|||||
1666. tein onder 't Kollegie op de Maaze (g), of
-------van den gewezen Stuurman van Kortenaar,
uie_, oin pligtverzuim, gebannen was, op den
twintigften van Oogstmaand, een groot ge- tal van Koopvaardyfchepen, in 't Vlie , in brand gefleken, en daarna , het Wcfleinde van ter Schelling aan kooien gelegd heeft Q/i): doch of hiermeer agter gefchoolen, en of Buat 'er de hand in gehad hebbe, meldt nie- mant met zekerheid. Wyders hadt Buat de gewoonte , om eenige Brieven , welken hy van Engeland ontving, mede te deelen aan den Raadpcnfionaris. In Grasmaand, hadt hy 'er nog eenigen vertoond; uit welken bleek, dat Karel de II. niet ongenegen tot vrede was, mids men 'er, in Londen, en zonder tusfehenkomst van Frankryk , over handelde (7). Doch opden agttienden van Oogstmaand, wederom eenige brieven, zo van Arlingtou als van Silvius, gebragt hebbende aan den Raadpenfionaris(£), hadt by daar, uitonagt- zaamheid, bygelaaren een' brief van Silvius, aan 't hoofd van welken ftondt Pour vous mê- Inhoud me> ^001' u zelven' In .deezen Brief-, werdt ge-
van twee waagd van vrienden in Holland, die arbeid- Urieven, den, om eene bezending naar Engeland te be- san en vorxjeren. Ook vermaande de Schryver Buat, herige- ■>■> dat het goed zyn zou, dat de Sieden, wel- fchrte- „ ken hy wist geneigd te zyn tot eene goede yre- vea. „ de9 O) RefM. Hou. 18 jfttg. irttó. hl. 87.
(ÄJ Bhandt de Ruiter, tl. 534. AitZEMa V. Deel, il, 731, 838. (O F)e Witt Brisven V. Deel, blz%6, 251. (O De Witt Brieven II. Diel% l/l, 3"5« |
|||||
JL.BoKK. HISTORIE. 217
„ de, zig onderling verbonden, en een moe*
„ dig befluit namen, om dezelve te bevor- „ deren. Zo dra dit gefchied ware, zou men „ zig, in Engeland, duidelyker openen, en „ middelen aan de hand geeven, waardoor „ de * loeleg, hem bekend, zou können very- „ deld worden. Ook zou 't gene hy hierin „ deedt geheim blyven; twyfelende den „ Schryver niet, of men zou, langs deezen „ weg, de zaaken brengen, daar men ze heb- „ ben wilde: waartoe, dagt hy, de voordee- ,,'leri, laatftelyk, door de Ëngelfchen, ter „ zee, behaald, niet weinig zouden toebreu- „ gen. Eindelyk, verzogt hy Buat, hem te „ willen melden, hoe veele fchepen de Staa- „ ten waarlyk verlooren hadden; alzo hy niet „ twyfelde, of men zou hun verlies, in Hol- „ land, tegen de waarheid, zoeken te ver- „ kleinen (7)." De Witt hadt zo dra deezen brief niet geleezen, of hy vertoonde dien den Staaten van Holland, die den inhoud zo be- denkelyk vonden, dat zy Buat, terftond, ont- booden, en, eerst in de Kasteleinye, en kort daarna, op de Voorpoorte van den Hove, in verzekering deeden brengen (;»). Midlerwyl, hadt men, ten zynen huize, ook zyne papie- xen beflaagen, en, onder dezelven, gevonden de kladde van eenen brief, in Lentemaand laatstleeden, wanneer, in den Haage, fterk gewerkt werdt, om den Prins van Oranje tot Kapitein Generaal, of ten minfte tot Gene- raal der Ruiterye te doen verkiezen , door hem,
C l ) Zie AtTZSMA V. Deel, V. 8.10.
Q'0 Reiol, HOU. IJ, 21 /Ing. \fö(). hl. yi, <Jri.
«J 5
|
|||||
/ s
|
|||||
2i8 VAÜERLANDSCHE
|
|||||||
L. Boek.
|
|||||||
1666 hem, aan den Graave van Arlington, gc-
-------fchreeven; waarin hy zig, onder anderen,
bediende van deeze woorden : „ Wy hebben
„reeds eene groóte party gemaakt, die voor „de Vrede is, en gevolgelyk voor mynen „kleinen Meester. Zy overtreft ver de andere „party, die, tot hiertoe, de Regeering in „handen gehad heeft; weshalve de Kening „niet twyfelen moet, of myn Meester zal „boven dry ven. - - De Verklaringen, die „Silvios en ik hier gedaan hebben, wegens „des Konings opregte gezindheid tot de' „Vrede, hebben de herten van alle eerlyke „luiden gewonnen. Ik geef u te bedenken, „in welk een' goeden ftaat, zyne Majefteit „en myn kleine Meester hier zyn zullen, „wanneer de Vrede gemaakt zal zyn, ja ik „zegu, andermaal, dat hy de grootite Ko- „ning der weereld zyn zal. Maar, zo die „ eerlyke luiden vinden, dat men koeler „ wordt, om vrede te maaken, zullen ze hun „ Vaderland, eenpaariglyk, en uit al hun ver- „mogen, verdedigen, en, in den uiterften „nood, - - mynen kleinen Meester, gewis- „felyk, wegjaagen, en zig werpen in de „ armen van Frankryk. - - Ik ben zeer verze- „kerd, dat het geluk van mynen Meester „ afhangt van het goed verftand, tusfehen den „Koning en de eerlyke luiden alhier, die „ voor de Vrede zyn: 't welk my gedrongen „heeft, om myne laatfte Brieven in't vuur „te werpen; want, zo ik ze den welmeenen- „den vertoond hadt, zouden ze allen veran- n derd zyn. - - Ik bezweer u dan, dat gy den „Ka-
|
|||||||
/..BOEK/ HISTORIE. 2i5>
te Koning verzekert, dat myn Meester fee- ^66.
„ nemaal bedorven is , zo hy geene vrede-------
n maakt («)•" Het vinden van deezen Brief
vermeerderde de agterdogt tegen Buat. Men bèfpeurde, klaarlyk, dat hy in heimelyke on- derhandeling was, om den Prins van Oranje te doen bevorderen, door middel van den Koning, deszelfs Oom. Hy betuigde, nog- tans, geene andere oogmerken gehad te heb- ben , dan het fluiten der Vrede. Ter Verga- deringe der algemeene Staaten, werdt, door Ibinmigen, met naame door Zeeland, geoor- deeld, dat Buat niet voor Holland alleen he- li oorde te regt te ftaan. Doch de Staaten van Holland veritonden -y dat hy geoordeeld moest worden, daar hy gevat was. Ook werdt zyne zaak, eerlang den Hove in handen gefield Co). £n hier bekende hy,onder anderen, niets Kieviten gedaan te hebben, dan met kennis van Joan van der liievit en Ewoud van der Horst, den eeriten, £,°r"n wegens Rotterdam, zitting hebbende in de deel aan Gekommitteerdc Raaden; waarin de andere, dun han- wegens dezelfde Stad, ook eertyds gezeten del vau hadt Q>): doch nu hadt hy zitting in den Raad Buat' van Staate (q). Kievit was, voor weinige da- gen , ook voor het Hof gedaagd; ter gelegen- heid van het drukken en verfpreiden van een zogenaamd Verflag van den Heere van Sommeh- éyk, wegens't gene Tromp gebeurd was, in de
O) ZU Aitzrma V. Deel, il. 840.
(<0 Refol. Holl. 24 Aug. iöóö. bl. 105. Aitzïma V. Deel,
u. $41, mi.
Cp Db Witt Brieven II. Deel, lil. 329. ,
C'.O D'Estrade? Turn. IV. p. 430.
|
||||
aso VADERLANDSCHE L. Boer:
1666 de laatfte ontmoeting met de Engelfchen. In
o------ dit Vcrflag , werdt Tromps dapperheid hoog-
]yk geroemd, en de Ruiter, daarentegen,
niet donkerlyk verdagt gemaakt van lafher- tigheid (r). De Staaten van Holland, zig hierover ten hoogfte gebelgd houdende, had- den het Hof bevel gegeven, om 'er onder- zoek op te doen (V). Kievit bekende, het Verflag ontworpen te hebben: waarna het* door zyne Huisvrouwe, Alida~ Tromp, Zus- ter van den Luitenant Admiraal, nevens der- zelver twee ongehuwde Zusters, gefchreeven met de hand van haaren Neeve Moknwater, gezonden was aan haaren Broeder, Jan Tromp, te Amfterdam, die het ter drukperfe bezorgd hadt. De Staaten van Holland belasten Kievit, op deeze bekentenisfe, zig te onthouden uit de Vergadering der Gekom- mitteerde Raaden, midsgaders, uit die der Staaten van Holland en der algemeene Staa- ten , tot dat hy zig voor den Hove zou hebben Zy wy. gezuiverd, wegens 't gebeurde (f). Hy deedt ken ten dit niet alleen; maar week zelfs , bewust ^"de van 't gene hy met Buat gehandeld hadt* ten Lande uit naar Brabant, en eerlang naar Engeland. Van der Horst rekende zig ook niet veilig in Holland; maar begaf zig naar Brabant op de vlugt (V): waarop de Staaten beflooten, dat het Hof, zo wel tegen Kievit en van der Horst, als tegen Buat, zou han- O) Zie AlTzEMA V. Deel, i/. 841.
(s) ILaM. floll. 1* Aus lfif>6. bl. 81. (j) Kefol. floll. 21 Aug. \6*>(>. hl. yi, {uj A1T2EMA V. Deel, t/l. Ü4i. |
||||
X..BOEK. HISTORIE. aar
delen (y). Zelfs verzogten zy den Markgraaf i^<j,
van Kastel - Rodiïgo, de twee vlugtelingen ——- te willen vasthouden (iv): waarop cgter niets volgde. Ondertusfchen, lieten de Staaten van Holland niet af, het Hof, by herhaalinge, te venmanen, om over Buat regt te doen, vol- gens de Plakaaten van den Lande; terwyl zy weigerden, ter Generaliteit, opening te gee- ven van den ftaat der Regtspleeginge: waar- op verfcheiden' Gewesten, met naame Zee- land, fterk bleeven dringen (#). Het Hof veroordeelde hem, derhalve, ter dood, op den vyfden van Wynmaand. Doch men gaf 'er hem geene kennis van, voor den tienden. De Keur - Brandenburgfche Staatsdienaar, Co- pes, leverde hierop, zonder uitftel, eenen Brief over van den Keurvorst aan de Staaten van Holland, waarby genade of verzagting van ftrafte voor Buat verzogt werdt(j). Doch de Staaten floegen dit verzoek heufchelyk af (2). Buat werdt, op den elfden, openlyk Buat onthalsd. In zyn vonnis, welk terftond, met wordt den druk, gemeen vverdt gemaakt, vverdthem ontllals<t» te last gelegd, dat hy, ongeoorloofde brief- wisfeling met den vyand gehouden hadt (V): waarom hy geoordeeld vverdt, den dood ver- diend te hebben. Hy beweerde egter,tot zyn uiterfte oogenblik, dat hy onfchuldig ftierf, en
(y~) Refol. Holl. 24 Jug. i6fi(?. hl. 105.
(w) Refol. Holl. 15 Sept. 1666. W. 6. O) Refol. Holl. 17 Sept. 1, 2, 5, 8, II Oëlob. 16(6. hk 14, 62, «3. 66, 68, 80. 80. O) Zie Aitzbma V. Deel, bl. 846.
\z Refol. Holl. 11 Oaeb. 16C6. bl. 88. (.«) Zie het by AlTZEMA V. Dt*l, bl. t^. |
||||
222 VADERLANDSCHË L. Boeïc.
1666. en nimmer iet anders dan 's Lands welvaart
------- gezogt hadt (f). Doch dat hy dit gedaan hadt?
door middelen, die men voor verkeerd of 011-
tydig hieldt, en op eene wyze, die met de orde der Regeeringe ftreedt, hadt hem in ly- Scherp den gebragt. De Staaten van Zeeland hiel-' Vertoog den, zelfs na den dood van Buat, aan, dat hun LndZee ^0 ^u^'cen zyner Regtspleeginge getoond gelegen- werden, alzo'er, huns oordeels, in het von-*- heid der nis zelf, van verfcheiden' zaaken, en onder Regts- anderen van zekere Vredepimten, door Ikiat pieegra- aan (jcn Raadpenfionaris de Witt behandigd, BuaT ' gewaagd werdt, waarvan de algemeene Staa- ten tot nog toe geene kennis gehad hadden. 't Vertoog, welk zy, ter deezer gelegenheid, inleverden, behelsde verfcheiden' fcherper uitdrukkingen tegen de Staaten van Holland, en onder anderen „dat men nu bewaarheid „zag, 't gene de voorouders, toen de Ge- *üli;iis- j> westen nog een gemeen koog * Staatsdienaar ter n hadden, reeds voorzien en gevreesd had- „den, te weeten, dat Holland al 't gezag der „ Regeeringe zou zoeken aan zig te trekken , „ en 't hoog gebied voeren, over de andere „ Gewesten. Dat men, al ten tyde van Krom- „ wel, in dat bewuste haatelyke werk der „ Uitfluitinge, een voorbeeld gegeven hadt „van tweeërlei handeling met clen vyandj „ eene bedekte en eene openlyke, en dat zy, „ die dit werk toen gedreeven hadden, meer »beloond dan geftraft waren. Dat Holland „nu,
(O Aitzema V. Deel, II. 843. Mcnioir. de Guiche/-'ir;
li. p. 2Ü1. Ê? fuiy. |
||||||||
HISTORIE. 223
|
|||||||
L. Boek.
|
|||||||
„nu, door Baat, over vrede gehandeld hadt, ,gg$;
„ zonder kennis der algemeene Staaten, en ____1
„dat hy geltraft was over iet, dat men, te
„vooren, hadt goedgevonden ■ te beloonen: „ 't welk met alle goede orde ltreedt." Ten befluite , werden de Staaten van Holland, ernftelyk, vermaand „om affland te doen „van alle byzondere handeling met uitheem- „ fche Mogendheden : waaruit toch niet dan „ nadeel voor den Staat te dugten was (V)." Doch de Staaten van Holland Hoorden zig luttel aan dit Vertoog, en lieten zig geens- zins overhaalen, om de ftukken van 't ge- ding voor de algemeene Staaten open te leg- gen (jf). Buat plag zo diep in de gunst van Zeeland te liaan, dat de Staaten van dit Ge- west, reeds voor eenige jaaren, beflooten hadden, zyne Kompagnie paarden, die ter hunner bctaalinge ftondt, te gebruiken tot eene lyffwagt voor oen Prinfe van Oranje ; wanneer deeze, t'eenigen tyde, tot Stadhou- der en Kapitein - Generaal bevorderd werdt (e). Met de zaak van Kievit en van der Horst . werdt ook voortgegaan. Kievit werdt ten ^"kU zwaaïde veroordeeld, wanneer men hem in Vit en handen krygen mögt: voorts, van alle amp- van der ten en waardigheden vervallen, en zyn goed Hor"- verbeurd verklaard. Doch van der Horst werdt alleenlyk gebannen, uit Holland, Zee- land en Utrecht, met verbcurdverklaaring van zync goederen, die nogtans, naderhand, aan
CO Zie Aitzema V. Deel, bU 8<|6. VI. Deel, U, 89.
(rfj ttefol. Holl. 2ï Xuv. iftó6. l/l. 18. ie) Nt.itil. Zeel. 21 Sepl, 1661. bl. 14a. |
|||||||
224 VADERLANDSCHE L. Boek;
|
|||||
KT««., aan zyne kinderen werden afgeftaan. De Zus-
—— ter van Tromp raakte, met eene geldboete,
vry (ƒ). Een Geneesmeester te Delft, die
alles, wat hem van Staatszaaken bekend werdt,
naar Engeland overfchreef, raakte, omtrent
En over deezen tyd, ook in hegtenfs (g~). Doch hoe 't
Ruiden" raet ^em a^eP' *s n,y met voorgekomen. Ze-
kere Dirk van Ruiven, te vooren, om ver- booden' verftandhouding, uit Holland geban- nen, en nu in Friesland wocaiagtig, liep, om- trent deezen tyd, zo zeer in 't oog, dat men hem,uit Holland,deedt naarfpooren (fi).- Ook bevondt men, federt, dat hy een jaargeld trok van den Koning van Groot-Britanje, en dat hy 't Engelfche Hof, van tyd tot tyd, berigt gaf van 't gene hier omging. Ondertusfchen, was hy 't gevaar, welk ham dreigde, ontwee- ken. In Lentemaand des volgenden jaars, werdt hy, door het Hof van Friesland, ten zwaarde verweezen, zo dra men hem in han- den krygen zou (f). De bedekte handel met Engeland, die, federt eenigen tyd, met ken- nisfe eeniger Wethouderen van verfcheiden Hollandfche Steden, gedreeven was (k~), werdt hiermede t'eenemaal gefluit. XXX. Midlerwyl, was 's Lands Vloot, die, in 't De Rui- begin van Oogstmaand, ingevallen was, voor wederoPt '* el'nc*e derzelve maand, wederom in ftaat ge- in zee. bragt,om zee te können kiezen. Ook was men, met
C/-; Zie AnzEMA V. Deel, bU «58. VI. Deel, l/l. 86.D'Es-
Tr.ADEs Tom. IV. p. f,6\. ^/r) D'Estradp.s Tom. IV. p. 633. ( /O Refol. Huil. 16 Sept. Ktf* tl. 15. f i, Zie AIT2EMA VI. Deel, lil 24. C*J D'ÜSTRADfcS Tem, IV. p. 553. |
|||||
HISTORIE.
|
|||||||
Lk Boek,
|
|||||||
met den Graave d'Eftrades, overeengekomen, ises.
wegens de orde, welke men, by het vereeni------~
gen der Franfche en Nederlandfclie Vlooten,
houden zou: waartoe de Koningnu, zomen verzekerde * de vereisclite beveelen gegeven hadt ( /). De Ruiter Hak in zee, op den vyf- den van Herfstmaand , koers zettende naar de Franfche kust, om zig te ligter te können famenvoegen, met de Vloote onder den Her- toge van Beaufort, die voor Rochelle lag; doch eerlang naar Brest verzeilde (7/2). 's Lands Vloot bevondt zig * den elfden, om- trent Boulogne, töeh zy de Engelfche op ham- zag afkomen. De Ruiter bereidde zig, hier- op, terftond, tot. den ftryd. Doch de Engel- fchen, hielden af, en weëken. Ook verhin- derde de harde wind, dat de Vlooten aan el - kanderen raakten. De Ruiter zeilde daarna wederom te rug, tot voor Duinkerken, alzo de Franfche Gezanten beloofd hadden , dat hunne Vloot zig naar de Nederlandfche kus- ten vervoegen zou. Ook was men bcdugt, dat men, 't Kanaal dieper inzeilende, in de bogt vervallen mögt, zónder verzekerd te zyn ï dat rheri de Franfche Vloot gereed vinden zou , en met gevaar van opgehou- den te worden door tegenwind , terwyl ?« Lands kusten onbefchermd zouden zyn. De Koning van Frankryk nam dit verzeilen van 's Lands fchepen kwalyk, voorgeévende , dat zyne Vloot, daardoor, in gevaar gelaatea werde
(O D'Estrades Tom. IV. j6. 440, 4*4,
O ) Aitzsma V. Deel, hl. 945, yf9. XjLl Duel. P
|
|||||||
226 VADERLANDSCHE L. Boek.
|
|||||
1666. werdt («). Doch men oordeelde, dat hy gee-
——-- ne reden hadt tot misnoegen. Voor 't einde 's Lands van Herfstmaand, werdt 's Lands Vloot van Vloot eenen ftorm beloopen, die eenige fchade ver- val oorzaakte. Ook hadt men veele zieken op de ftorm be- fcliepen. De Ruiter zelf was onpasfelyk aan loopen. je koortfe. De Senaten beflooten, hierom, Valt in. (je yioot t^uis te ontbieden: 't welk , nog- tans , op de tyding van eenen geweldigen brand te Londen, nog eene korte wyle, ver- fchooven werdt. De Ruiter kreeg egter, op zyn verzoek, verlof, om zig naar land te be- gceven, tot herftelling zyner gezondheid. De Vloot, die met ziekte en kwaad weder te ftry- den hadt, viel ook, omtrent het midden van Wynmaand, in de havens deezer Landen ( o ). De Koning van Frankryk klaagde over dit in- vallen, ernftelyk, aan de Staaten, voorwen- dende , dat hierdoor de famenvoeging der twee Vlooten, die nu op een' goeden voet ftondt, verhinderd werdt (p ). Doch de Staaten ver- ftonden, dat zy gewigtige redenen hadden, om hunne fchepen, in dit onftuimig jaarge- tyde, niet langer in zee te waagen. De Krygs- bedryven ter zee werden, derhalve, hierme- de beflooten. Men raadpleegde egter, al terftond, over*
de middelen, om 's Lands Vloot, tegen bet aanftaande voorjaar , in ontzaglyker ïtaat te ftcllen. Doch fommige Gewesten, met naa- me
Cn') D'Estradi» Tom. IV. p. Adi'i, 467.
(o) Bkandt de Ruiter, M. s',4-552. Cp5 D'Estrades Tem. IV, p. 4^7. Metnoir. de GuiciiS
Livr, II. p. ays. |
|||||
L.ßoEic. HISTORIE. éjf
hie Gelderland , Overysfei en Groningen> die 166&
meest, by den Munfterfchen kryg, geleeden —— hadden, bleeven zeer agterlyk, in 't voldoen van hun aandeel in de lasten des oorlogs (#)j die meest op Holland aankwamen. Het Lid der Ridderfchap en Edelen van XXXL
Holland, ten deezen tyde zynde uitgeftorven °rd£ gP tot op vyf Peribonen , te weeten de Heeren fchry^en van Wimmenum, Noordwyk, Duivenvoor- van cieu* de, Asperen en Maasdam, befloot, den ze- we Ede- vendcn van Wintermaand, nog vyf Heeren ]e"j"jg" in de orde te befchryveh , te wecten Joan Rijder- Francok van Schagen, Heer van Over- Sly- fchap drecht; Gysbrecht van Mathmesfe > Heer van Van Hol- Mathenesfe , Jakob van Ifasfenaar , Heer van land' Obdam, Filips de Zoete de Laeke van Villers* Heer van Zevender, en Daniel van Wyngaar- den., Heer van Werkendam. VoorLs beraam»- den de Edelen zekere orde, waarnaar men zig, in het toekomende, in het befehryvan vaa nieuwe Heeren in het Lid der Ridderfchap gedraagen zou: Welke orde zy verzogten, dat, door de Staaten van Holland * bckragtigd mögt worden. Doeh my is niet gebleeken, dat zulks gefchied zy. By deeze orde, werdt vastgefteld: 1. ,* dat, by overlyden van een j, Heer uit de Edelen, deszelfs oudfte Zoon jj of verdere mannelyke nakomeling > vyf* „ entwintig jaaren oud zynde * terftond zou „ befchreeven worden in het Lid der Rjdder- j,fchap, ten ware alle de befchreeven' Ede* n len , eenpaariglyk , oordeelden, dat zuil« j, niet dan met ondienst Van de gantfche Or- (?) AlTJBMA V. Dtll, il. 79*-Zcii f>.;8( 8^4»
Pa
|
||||
228 VAD E RL. HIST. L.Boek,
166& »de der Ridderfchap, gefchieden kon. i Dat3
j,den overleeden' zou befchreeven worden, j, onder dezelfde voorwaarden. 3. Dat ook jjalle andere Hollandfche Edelluiden zouden ^ mogen befchreeven worden , by meerder- „heid van ftemmen; mids de Heeren van de j,Orde, daartoe, eenen bekwaamen tyd van 5? te vooren , byeengeroepen wierden , en „ men geene twee Broeders van een' en den- M zelfden Vader, geen' Oom en Neef, en gee- B ne twee Broeders - Zoonen, te gelyk, in de n Orde toeliete. 4. Dat men geene vreemde w Edelen in de Orde befchryven zou, dan met j,eenpaarige ftemmen. 5. Dat, in alle de ge- wnoemde gevallen, ongekrenkt zou blyven „lief oud Regt, ende beftendige gewoonte, n volgens welke, niemant in de Orde der Rid- „derlchap ontvangen werdt, dan die bezit- yy ter was van eene hooge, of ten minfte van jj eene Ambagtsheerlykheid, binnen Hol- jj land en Westfriesland gelegen, en van nie- » mant dan van de Staaten van deezen Lande n leenroerig: of wel van een adelyk Stamhuis n of Ridderlyke Hofftede , uit hoofde van n welke, de bezitters, oudtyds, befchreeven „plagten te worden (r)." Uit welke fchik- king, fchoon zy, misfchien, nimmer bekrag- tigd werdt, door's Lands Staaten, onder an- deren, af te neemen is, dat men thans geene zwaarigheid maakte, om vreemden in het Lid der Edelen toe te laaten: waarop, nogtans, op andere tyden, veel te zeggen geweest was. |
||||||
(r) Aitzema V. Deel, il. 857.
|
||||||
VA-
|
||||||
VADERLANDSCHE
HISTORIE.
|
|||||||
EENENVYFTIGSTE BOEK.
|
|||||||
INHOUD.
ï. Groot - Britanje en de Staaten heginnen te
verlangen naar vrede. Brand te Londen, dan- vang eener handelinge. II. Verbond tusfehen Deenemarke, de Staaten , Brandenburg en, Lunenburg. De Keizer en Spanje worden 'er niet in toegelaaten. III. Karel de II. fiaat den Ilaage tol Handelplaats voor. Men verkiest, te Breda byeen te komen. IV. Naamen en last der Staatfche Gevolmagtigden. Inzigten van Lodewyk den XIV. V. Onderhandelin- gen te Breda, over de wederzydfche bezittin- gen , over eene daiflerheid in 't Verbond van 1662, over de brieven van Scluherhaaling, en over de Engelfche Akte op den Koophandel. VI. De Staatfchen vorderen Tabaga en St. Eufiatius te rug van de Franfchen. Wapen- fchorfing voorgeflaagen. dfgeweezen. VIL Onderhandeling met de Zweedfchen. Misver- fland tusfehen de Engelfchen en Staatfchen. Openbaare handeling tt Breda. VIII. Toe- ïusting der Staaten ter zee. Scheernefs bemag- P 3 tig&
|
|||||||
i3o VADERLANDSCHE LI. Doeh
tigd. De Engelfche Vloot in Chattam verbrand;.
Gevegt tusfchen van Net en Sprqgh. IX. Ver- folg der Vredchandelinge. De Vrede wordt ge ■ troffen. Inhoud van 't Verdrag. Kar el de II. verzoekt, dat Kievit herflcïd worde. X. Toe- leg van Lodewyk den XIV. op de Spaan/de Nederlanden. Argwaan hierover. De Fran- fchen veroveren een gedeelte van Henegouwen en 'Vlaanderen. XI. Opening eaier handeling^ tusfchen Frankryk en Spanje. Voorßag van de Witt. XII. Twee Verdragen met Zweeden. XIII. Gczantfchap naar Engeland. De Spaan-
fchen verzoeken onderfland van de Staaten. 'Nieuwe tweeledige voorfiag van Frankryk. XIV. Opening van Van Beuningen, aan 't
Franfche Hof afgekeurd. Looze handel van de Witt. De Spaanfchen fcheppen moed. De Engelfchen komen tot omzien. XV. Raad- pleegingen op 't aanflcllen van Legerhoofden. ■Omwerp van Holland, om 't Kapitein-Gene- raaljchap af te fcheiden van 't Stadhouder- fchap. Oordeel der Gewesten over het zelve. Eeuwig Edici. XVI. Karel de II. zendt Tem- ple naar den Haage, om een Verbund voor te 'ßaan. Gefprek tusfchen Temple en de Witt XVII. Twee Verbonden met Groot - Britanje geflooten. Zweeden treedt in het cene , welk trip] e Alliantie genoemd wordt. XVIII. Aan- merkingen over deeze Alliantie. Zy verwekt misnoegen by Franfchen en Spaanfchen. Men ontdekt de ge'.eime punten. XIX. Handeling der Staaten aan ve: fcheiden' Hoven. De Fran- fchen bemagtigen het Franfche Comté. XX. De Staaten dringen Ka/lel - Rodrigo tot het aaty
|
||||
LI. Boek. HISTORIE. 231
|
|||||
aanvaarden van den voorßag der Franfchen.
Hy neemt eene wapenjchorfuig aan. Hande- ling in Frankryk. XXI. Sommige Gewesten willen Spanje helpen. Argwaan op Temple. Handeimg te Brusfel. Genappe bcmagtigdt, door de Franfchen. Ontwerp van een Verdrag tusfehen Frankryk en Spanje. XXII. Bewee- gingen van 't Franschc Leger. De Staaten ■zenden Krygsvolk naar LÏllo. Verdrag met Frankryk. Akenfche Vrede. XXIII. Aanmer- kingen over dezelve. XXIV. Poogingen om den Prins van Oranje te bevorderen. Bezen- ding naar Zeeland, Friesland en Groningen. Oproer te Veere. De Prins van Oranje wordt eerfie Edele van Zeeland. Holland fluit de Stadhouders uit den Raad van Staate. XXV. Twist in Friesland. XXVI. Onlusten in Stad en Lande. XXVII. Verdeeldheid in Overysfel. XXVIII. Oostfriefche zaaken. XXIX. Ge- fchü tusfehen Holland en 7.celand, over 't ge- zag van 't Hof. XXX. Overeenkomst over 't dragen der lasten, tusfehen 't Zuider- en Noorderkwartier. Verflerking van Naarden voorgeflaagen. Handeling over 't losfen der tleerlykheden van Geertruidenbsrg en Bre- derode. - Twee jaaren hadt nu de Oorlog 165?.
tusfehen' Groot - Britanje en dee- ■-------• zen Staat geduurd, zonder dat Karcl de *•
11. zig beroemen kon , cenig voor- D^r^"* jdeel van • belang op zyne vyanden beglnnwi behaald te hebben. De verheffing van te verina- den Prinfe van Oranje , die hy , sen "a*r P 4 ten Vrede-
|
|||||
zyi VADERLANDSCHE LI. Boek,
1666. ten minden onder anderen , beoogd hadt,
— was onwaarfchynlyker geworden dan te voo- ren, federt dat de Staaten zig dieper hadden ingewikkeld met Frankrykj en federt dat Lo- dewyk de XIV. zig meer aan de behoudenis der tegenwoordige Regeeringe van den Vcr- eenigden Staat hadt laaten gelegen zyn. De Koning van Groot-Britanjc begon, derhalve ^ te verlangen naar gelegenheid, om met eere uit den oorlog te raaken. 't Volk, in Enge- land, haakte pok naar de Vrede, en droeg noode de kosten van eenen kryg, waarvan de redelykheid en noodzaakerykb,eid, bezwaar- lyk, te begrypen was. De Staaten hadden zig ook, na 'r uitberften des oorlogs, door ver- sheiden' Verbonden, gefterke, en Vrede ge- maakt met den Bisfchop van Munfler; zo dat 'er weinig kans fcheen, om hun te. lande af- breuk te doen. Ter zee, was nu, gclyk ge- meenlyk, het lot der wapenen wisfelvallig geweest, en men hadt reden om te dugten, dat de Staaten, ontflaagen van den Munfter- fchen kryg, zig fterker te water zouden toe- 'e rusten. Hier kwam by, dat de pest, federt • eenigen tyd, fterk gewoed hadt in Londen t en zy was maar pas aan 't afneemen, toen de Stad, op den twaalfden van Herfstmaand eti eenige volgende dagen, door eenen ysfelyk- ften brand, voor een aanmerkelyk gedeelte, in de asfche gelegd werdt (V); zonder dat men ooit, met zekerheid, de oorzaak van dcezen brand, die, in't gemeen, geoordeeld werdt, dooi'
Cc) AlTZEMA V. Deel, U, 7^6, 747.
|
||||
Lï. Boek. HISTORIE.
|
|||||||||
233
|
|||||||||
door de Roomfchen 3 ontfteken te zyn, heeft 166$.
können ontdekken. 'Alleenlyk , vindt men , |
|||||||||
dat een uit de Labadisten , eene gezindheid, Zonder-
die , omtrent deezen tyd , eenig gerügt maak- hni'e te in Holland (b) , kort na de Landing der ^™0^ Éngelfchen op ter Schelling, den Raadpen- dp \yi", iionaris de Witt, uit den naam van eenige anderen , eenen voorflag deedt, om Londen in brand te fteeken. Doch de Witt hadt dee- zen voorflag verworpen , zeggende n dat hy „ de breuk tusfehen de twee volken niet wy- „ der, en geheel ongeneeslyk maaken wil- „ de." En toen men hier nu tyding van den brand kreeg , vermoedde hy , dat dezelve , voorbedagtelyk, geftigt was ; en dat men 'er hem over gefproken hadt, om de Hollan- ders , daarna, met eenigen fchyn, van deeze euveldaad vérdagt te können maaken (c). Doch wat 'er van de oorzaak deezes brands zyn moge, hy bragt niet weinig toe , om *t volk en den Koning te doen haaken naar vrede. De Staaten waren , huns ondanks , gedron- Lasten
gen geweest tot den oorlog , en hadden , eer des oor- dezelve, in Europa, openlyk aangevangen lof's was, reeds een'voorflag gedaan (</), waar- s°a°te« uit bleek, dat zy de wapenen met weerzin opnamen, Ook drukten de kosten van den kryg , die , voor dit loopende jaar , op vier- enveertig tonnen ichats begroot waren, en meest door Holkuid moesten uitgefchoaten wor-
O) A tïf.ma Vf. Del, H 163. 634,
1 c j UniiNi-.r H'sj »t liis (jw.i Time. F>1. I. £• ssj»
(dj Zie L. Honk', 0:. 131)
?5
|
|||||||||
G34 VADERLANDSCHE LI. Boek,
i66G. worden (e), de Landen boven maate. Men
verlangde , derhalve, ook hier, in 't alge- |
|||||||||||
Zy haa» meen , naar de vrede. En fchoon de Staa
ken ms- ten van Holland en de Raadpenfionaris de naar vre- Witt niet zouden gedoogd hebben , dat de ds. verheffing des Prinien van Oranje eene der voorwaarden werdt van het Verdrag , kon
men hen , nogtans , met geencn fchyn , ver- dagt houden , dat zy oorlog zogten ; alzo zy altoos te kennen gegeven hadden , en eerlang met der daad toonden , dat zy zig, behalve op deeze , op alle andere redelyke voorwaar- den , verdraagen wilden. Ook hielden zy, al van 't begin des oorlogs, een waakend oog op 't gene in Engeland omging , be- dektelyk agt geevende , of men daar ook ee- nige geneigdheid toonde tot handeling (ƒ) ; tot zo verre zelfs , dat men 'er , in Frank- ryk , argwaan over opvattede, en de Staaten verdagt hieldt van heimelyken handel met Groot-Britanje (g). Doch men verzekerde den Franfchen Gezant het tegendeel zo ern- AsBvaag fteiyk (/;) } dat hy 'er gerust in fcheen. De hande- aanbieding van Barkleis Lyk door de Staa- Jinge." ten , in eenen beleefden brief (/) , den tien- den van Ilooimaand gedagtekend, gaf de |
|||||||||||
eerfte gelegenheid tot eene onderhandeling
|
•i
|
||||||||||
tusfehen de oorloogcnde Mogendheden. De
Koning van Zweeden , onlangs, een Verdrag ge-
(e~) n'EiTRADM Turn. III. p. 619.
f f) V". Witt Brieven II. ücel, hl. 184, 205. \g) D'Estiudks Tom. III. p. 64. De Witt ßrieven, II. Deel, bl lgo,lyii, S'>/, aoe. t'ij Refo'. Holl. 1 Juttv 16'6. U. 15, (_}) Zie dien by AiiüEMA V. heel-, bl. 743, |
|||||||||||
LI. Boek. HISTORIE. S35
gemaakt hebbende met Breemen , waartoe, de i66#.
Staaten , door 't zenden van troepen naar de------
grenzen, tot onderfteuninge der Stad, had-
den medegewerkt (k) , hadt hun en Groot- Britanje , omtrent den zelfden tyd , zyne be- middeling aangebooden , die , terftond , van der Staaten zyde , aanvaard werdt (/). Ka- rel de 11. fchreef den Staaten , den veertien- den van Oogstmaand , kort na het tweede zcegevegt dcezes jaars , dat hy het Lyk van Barklei, dankelyk , ontvangen zou. Doch , in 't Hot yaii den brief, gaf hy te kennen , dat hy , onaangezien .de zege , onlangs door hem behaald , genegen bleef, om zig, op billyke en eerlyke voorwaarden , te verdraa- gen met de Staaten (w). By de overzending van het Lyk, befchreeven de Staaten , op den zeventienden van Herfstmaand „ dat „ hun zeer aangenaam geweest was , 's Ko- 39 nings geneigdheid tot vrede te befpeu- „ ren ; dat zy gelyke geneigdheid hadden , „ en nog aanbooden , gelyk zy , voorheen , „ gedaan hadden , dat men of zou blyven be- „ zitten , 't gene men eikanderen benomen „ hadt, of het eikanderen , wederzyds , te „rug geeven. Wyders, verzogtenze, dat de „ Koning zig , duidelyker aan tot nog tos 35 gelchied was , wilde verklaaren , dat hy ,, de bemiddeling van Zwecden aanname , „ gelyk zy reeds gedaan hadden, en dat hy (&) Meinoir. <lr Criuci\v. Lirr II. p. zyj £.' fldy,
C'i Ait/.cma V. lied. bl. 7 «| - 7'9- ■ 1 1») Xh 4 '{'."HA V. lied, H. -32. D'IïstuaDES Tor.i. JVm p, iyt. |
||||
236 VADERLANDSCHE LI. Boek,
|
||||||||||||
%666. }j zig ook byzonderer wilde openen , wegens
—— „ de voorwaarden, op welken hy zig niet hen „ zou willen verdraagen («)." 't Antwoord, welk hierop kwam , was den veertienden van Wynmaand gedagtekend , en behelsde eene duidelyke verklaaring , dat de Koning de be- , middeling van Zweeden aanvaardde. Voorts, JLbe- betuigde hy „ niet te begeeren, dat de Re- tuigt , de »geering van den Staat eenige de minite Staaten n verandering onderging 3 nog dat de vry- niet tot n hejj aldaar gekrenkt werdt, door de af- rin^der » hangkelykheid van eenigen Prins van zyne Regee- n zyde. Ook wilde hy geen ander opperge- ringe.of „zag of heerfchappy over de zee vorderen, *fl.'a"g~ n dan zyne voorzaaten , eertyds, onbetwist, heid van » bezeten hadden. Alleenlyk , begeerde hy eenigen n l' dat de Staaten zig flipt hielden aan het Prins te ,, Verbond van den jaare 1662 , zyne on- willen n derzaaten , voor alle dingen , beveiligende ZynTei- »tegen de onderdrukkingen hunner bevel- fchen, » hebberen in de Indien ; met opzigt op wel- „ ken , hy een Verdrag van zeevaart be- „ geerde te fluiten. 2. Dat zy hem eene maa- „ tige fomme gelds toeftonden , in vergoe- „ ding der fchade , door hem en zyne onder- „ daanen, geleden. En 3. dat zy eenige Per- ,, foonen naar Engeland zonden , om de ver,- „ dere byzonderheden van 't Verdrag te re- Der Staa- n gelen (0)." De Staaten beantwoordden |
||||||||||||
Voord.
|
deezen Brief, niet voor den vyfentwintigften
|
|||||||||||
van
O) Zie Refnl. Hnll. 15 Sept. ifirtö. W. 7. Aitzema V.
Dt'l, lil. 7^. D'Estraues To:n. IV. p 469- (« ) Zie Aitzkma V. /Jrel, H 750, 11'EsTKALBS Tam. IV,
(. ;ji5. Mcmuir. de üuiCHB Liyr. 11. p, 305, |
||||||||||||
1
|
||||||||||||
Li. Boek.
|
HISTORIE, 5>3?
|
||||||
van Slagtmaand, te kennen geevende „ i.dat tfóé.
„ zy zig altoos aan het Verbond van den jaa- ------■
„re 1662 gehouden hadden, en wilden hou-
den, en gaarne een Verdrag van Zeevaart j, zouden fluiten, rnids het wederzyds even „zeer verbonde, en Europa zo wel als de „ Indien betroffe. 2. Dat zy zig niet alleen „niet tot vergoeding van i'chade gehouden „rekenden, maar zeli's vry wat te vorderen „hadden; doch dat zy, in dit opzigt, zo „gemaatigd zouden handelen j dat men re- „ den van vergenoeging hebben zou. en 3. „dat zy, niet Frankryk en Deenemarke iii „ Verbond (taande, niet afzonderlyk, noch „ in Engeland , van vrede konden < komen „ handelen; maar verzogten, dat de Ko- „nirig eene onzydige Plaats geliefde te noe- „men, daar hunne Bondgenooten, van wel- „ken zy zig niet dagten te lcheiden, ook „ derzelver Gezanten zouden können zen- „ den (/>)•" Van 's Konings verklaaring , opzigtelyk op de Regeering van deezen Staat en op zyne voorgewende heerfehappy over de zee, repten de Staaten geen woord. On- dertusfehen, bleek, uit deeze verklaaring, niet donkerlyk, dat men, te vooren, weder- zyds, gedagt hadt om den Prins van Oran- je ; en dat Karel de II. thans geene kans zag, om deszelfs bevordering te bedingen. Nogtans, werdt den Raadpensionaris de Witt, door den Zweedfchen Refident Appelboom, ver-
(p) Zie Refol. IFoll. 23, 84 Nov. 16M. II. 16. AlTZBMA
,V. Deel, W. 7Ö6. D'Estradss T«m, IV. p, tfoji. |
|||||||
238 VÄDERLANDSCHE Li. Boek,
i<J«8"» verzekerd, dat de Koning, tenvyl hy dus
- den, verklaard hadt „dat hy vrede zou wü- hlen maaken^ zo de Staaten, op zyn ver- „ zoek j iets doen wilden voor den Prinfe „van Oranjei zynen Neeve, en hem, Ko- fciiing van Groot -Britanje , eene erkentenis „ gaven voor de Haringvisfchery op zyne „kusten." Doch de Witt hadt hierop „gezeid ^dat de Koning onredelyke dingen „ begeerde , die de Staaten nimmer zouden j, toeftaan ; daarby voegende, dat zy niet „ zouden handelen dan op eene onzydige „ Plaats, en gezamentlyk met alle hunne „ Bondgenooteft (</)." It. Ondertusfehen, hadden de Staaten niet Han:ië- verzuimd, kennis te'geeven van hunne brief-
,in^ \rVet. wisfeling met den Koning van Groot-Britanje bondrr Mn ^e Gezanten van Frankryk en van tiisfciien Deenemarke (*•). 't Was, ten deezen tyde, Deene- voor alle dingen $ noodig, dat men den Ko- m*rke,dc njng van Frankryk alle ftof tot argwaan, zo Branden- veel mogelyk ware, benamen Hy begon zig burg en reeds te bereiden, tot de onderneeming op Lünen- tie Spaanfche Nederlanden, die, na den dood burg- van Filips den lV, Koning van Spanje, vas- telyk, by hem beflooten geweest was. Hy voorzag zig van buskruid en andere krygs- behoeften j in de Vereenigde Gewesten. Hy zogt zelfs, na 't fluiten der Vrede met den Bisfchop van Munfter, den Keurvorst van Brnn:
' (q~) D'EstRAnFs Tbm. IV. ƒ>- «jög;
(rj AiTZiMA \U Ücei, kh ;(/f. |
||||
LI Boek, HISTORIE. 039
Brandenburg cn andere Duitfcne Vorsten te tfä$,
beweegen, oV.i de troepen, dooi' hen, ten ----■—•
behoeve der Staaten, op de been gebragt, in
zynen dienst te laaten overgaan (.f). De Staa- ten , wel onderregt van 's Konings oogmer ^ ken, zogten zig, derhalve ^ heimelyk, tegen zyn aanwasfend gezag, te fterkcn, door een Verbond, tusfchen den Koning van Decne- marke, hen, den Keurvorst van Brandenburg en George Willem en Ernst Augustus, Her- togen van Brunswyk - Luneuburg: waarover , federt eenigen tyd, in den Haage, gehan- deld was. D'Estrades deedt, op bevel des De firan- Konings van Frankryk, zyn best, om het fchen fluiten van dit Verbond te voorkomen (*). ^0^?,». Doch zyne poogingen waren vrugteloos. 't letten/ Verbond, federt de Quadruple Alliantie of Het het viervoudig Verbond genoemd, werdt, op wo"k den vyfentwintigften van Wynmaand, gete- *™09" kend. „ Het zou zes jaaren duuren: binnen inhoud j, welken, de Bondgenooten beloofden, el- van het- „kanderen, in geval zy aangetast werden s ^elve. 5, te zullen byftaan, Deenemarke cn de Staa- j,ten, ieder met agttienhonderd ruiters en „ zesendertighonderd knegten; de Keur- j, vorst, met twaalfhonderd ruiters en vier* „ entwintighonderd knegten , en de Herto- j, gen van Brunswyk-Luneuburg, met zes- honderd ruiters en twaalfhonderd kneg- „ten, 't zy in manfehap, in geld, of in wa- n penen en krygsbehoeften: in welke laat- „fto
(O D'Estradbs Tom. III. p. 5941 603 j Cu. Tm. IV,
p. «J..
(O D'ESTRADKS Tom. IV. j>. 4tfl.
|
||||
?4o VADERLANDSCHE LL Boeï^
|
|||||||||||
^fte gevallen, duizend knegten óp tiendui-
£ zend guldens, Amfterdamscl» bankgeld, ^ter maand-, en een ruiter voor twee kneg- dten zouden gerekend worden. Doch zo w een der Bondgenooten ^ binnen de twee £ eerfie jaaren, of binnen zo veel langer' tyd, w als men, naderhand, overeenkomen zou, „ aangetast werdt, zouden de anderen hem, „ niet flegts met het bepaalde getal van raan- „fchap; maar met alle hunne magt moeten „ te hulp komen, tot dat de aangevallene j, vergoeding van fchade zou hebben vcrwor- ,^ven. Men zou ook andere Mogendheden „in dit Verbond mogen ontvangen, en ou- „ der anderen den Koning van Zweeden, den nKeurvorst van Keulen, en den Paltsgraaf wvan Nieuwburg: ook de regeerende Vor- ^ ften van Brunswyk - Lunenburg, te Haiio- £ ver en te Wolfenbuttel, en den Land- je graaf van Hesfen - Kasfel; met welke Vor- n iten, men reeds in onderhandeling getreden „ was O)." De Keizer en de Koning van Spanje lie-
ten, terftond na 't fluiten van dit Verbond, den Raadpenfionaris de Witt: polfen, of men 'er hen ook in zou willen ontvangen; doch hy gaf te verftaan, dat zulks te veel argwaan geeven zou aan Frankryk (y). Koning Lo- dewyk, om zig te dekken tegen het nadeel, welk hy, uit hoofde van dit Verbond, zou können te wagten hebben, nam,federt,voor, out
|
|||||||||||
im.
|
|||||||||||
De Kei-
zer en Spanje zoeken 'er in te treeden; doch worden afgewee- zen. |
|||||||||||
(u) Zie ha Traft hy Aitzema V. I)e:lt lt. 905,
Cv) D'Esirades Tem. IV. f. 'M. |
|||||||||||
LI. Boe*:. HISTORIE, «41
|
|||||
om 'er zelfs in te treeden. Doch alzo hy dit 166b.
niet met voordeel doen kon, zonder dat 'er -------.
Zvveeden te gelyk in tradt, zogt hy Karel den
XI. hietoe te beweegen ; in welk geval, hy dagt in ftaat te zullen zyn, om 'er het Huis van Oostenryk , voor altoos, buiten te hou- den Cw). Doch Zvveeden liet zig niet over- haalen tot een Verbond, waarin Deenemarke getreden was Cx~). Midiervvyl, hadden de Staaten , door het fluiten van dit Verbond , 20 veel agterdogt gegeven aan den Koning van Frankryk , dat zy reden meenden te heb- ben , om den handel met Groot- Britanje , niet dan met zyne volkomen' kennisfe, aan te vangen. Met het begin des volgenden jaars , fchreef nr,
Pieter Julius Cojet, Ambasladeur van Zwee- Karel de ■den ia Engeland, aan den Raadpenfionaris 1L seefc de Witt, dat de Koning van Groot-Britanje ^n^dac niet ongenegen zou zyn , om op eene on- hyo'pee- zydige Plaats te handelen, indien de Staaten, ne onzy- vooraf, fchriftelyk, verklaarden, dat zy hier- £se op alleenlyk drongen , om hunnen Bondge- w"han, nooten genoegen te geeven , en anders over- delen, boodig zouden zyn , om nu , zo wel als eer- I(S($, tyds j ten tyde van Kromwei, hunne Gezan- ____L,
ten te fchikken naar Londen. Men verzuim-
de niet, terftond , zulk een' brief te laaten afgaan aan den Koning ; die, hierop , den Haage tot handelplaats voorfloeg (y). De Raad-
- (w~) D'EsTBAnEs Tom. V. p. 23.
(*0 D'Estraozs 'iom. V. p. 11.
(yj AlTzfeMA VK Deel, il. 4, 9. D'Estiubf.s Tom. V.
•• 3-8, 26. XIII. Deel. O
|
|||||
:±äp. VADËRLANDSCHÊ LI. Boek:
J667. Raadpenfionaris de Witt hadt reeds kennis
.- Ily Haat gefchied ware , en nieende klaarlyk ontdekt den Haa- te hebben , met welk een oogmerk , men in * den Haage wilde handelen. Hy zogt hier- om , te voorkomen, dat men in 's Konings
voorflel bewilligde. De Engelfchen zouden hier , dagt hy , te veel invloed hebben, of weeten te bekomen op verfcheiden' Leden der hooge Regeeringe , en , door middel der- zelven , de Staaten zoeken te beweegen , om zig van Frankryk af te fcheiden , en afzon- derlyk met den Koning van Groot - Britanje te iluiten. Hieruit was verandering in de Regeering , en de verheffing des Prinfen van Oranje te wagten , welke hy , op allerlei wy- t' zen, zogt te beletten , of ten minfte te ver- vvylen. De Franfche Gezant d' Estrades ver-
llerkte hem in zyne vreeze (s). Ook ver-, nam men, eerlang, hier en in Frankryk, dat iemant uit de Regeeringe van deezen Staat, die de zyde des Prinfen van Oranje hieldt, Karel den II. den voorflag om in den Haage te handelen in den mond gelegd hadt (#). liehen- De Witt beiloot, derhalve , by zig zefven , digheid deezen voorilag van de hand te doen wyzen. Witt om Docl1 hy vondt ongeraaden , openlyk , te deezën laateii blyken , dat hy 'er zwaarigheid in zag , voordag vooral niet ter algemeene Staatsvergaderin- van de gg ? alwaar , eerlang , vier Gewesten , Gel- te doen dcrlrind i Friesland, Overysfel en Gronin- Wy2en. gen' (z"i D'Estraoes Tom. V. p. 41 j 43, 54, 55. Luntows
M'tiiü.r. Col. Hl. p. töo. t«IJ DT.STRADES Tom. V. p. 113, »4«
|
||||
HISTORIE.
|
||||||||||
LI. Boek.
|
||||||||||
243'
|
||||||||||
gen , zig genegen toonden , om in den Haa- kJ^
ge te handelen (£). 't Blykt ook , dat 'er —— Zeeland niet vreemd van geweest is ( c). De Witt begeerde, derhalve, op d'Estrades, dat deeze den Koning , zynen Meester , be- woog , om , onder zeker voorwendfel, den Haage tot handelplaats af te flaan , zonder dat bleeke , dat hy , de Witt, deeze weige- ring geraaden hadt. De Koning van Frank- ryk was hem te wille , en floeg, eerlang , Douvres voor ( d^). Midlerwyl, hadt de Witt te wege gebragt, dat men , ter Vergaderin- ge van Holland, een befluit genomen hadt , om niet in den Haage te handelen, bewee- rende de Staaten van dit Gewest, dat nie- mant regt hadt, om hen , huns ondanks , te noodzaaken , tot het vergunnen van eene Plaats binnen hun Gewest tot de voorgeno- men' handeling (e). Van dit befluit gaf de Vergadering van Holland , in vollen getale , kennis aan de algemeene Staaten (ƒ). Doch Zeeland deedt 'er, ledert, eene fcherpe verklaaring tegen (g). Ten zelfden tyde , ontwierp de Witt eenen brief aan den Ko- ning van Groot -Britanje , die , ter algemee- ne Staatsvergaderinge , goedgekeurd, en terftond afgezonden werdt. Hy hieldt in , , _ » dat woord
(J) D'Estrades Tam. V. p. 78. De Witt Brieven H.
Deel , U. 4M, 4<y». (c) Notni. Zeel. 5 April 16Ö7. hl. 40.
(d) Relhl. Hcill. 4 Maart 1667. hl. fio. D'EsTRAUES Tom.
V.. (1. m. 6f>, 69, 70. Aitzema V[. iMel, hl. 17 440, 241, {e ) Secr. Refol. IToM. 24 Febr. tKIJ'. II. Deel, hl. 524.
(f) JÏE Wri'T JSrirven !l. üe-i, bl. '45.
Ce) Zk dezelve by Aitzkma vi. Peel, bl, y,j.
|
||||||||||
Q2
|
||||||||||
Ö44 VADERLANDSCHE LI. Boek;
|
|||||
1667. n dat de Staaten hun best doen zouden , or&
——- „ 's Konings voorflag van in den Haage re der Staa- n handelen goed te doen keuren ,• door hun- |?n "n „ ne Bondgenooten. Doch zo dit niet mögt den6II. » wu"len gelukken , vertrouwden zy , dat zy- Mne Majefteit geene zwaarigheidmaaken zoir, „ om zyne Gezanten te zenden te Maastricht, „ te 's Hertogenboseh , of te Breda, bekwaa- „ mer Plaatien dan den Haage ; die , van al- „ Ie kanten open zynde , niet zo veilig was „voor uitheemfche Gezanten van Mogend- yy heden, met welken de Staat in oorlog ,j ftondt ; gelyk de bevinding , in vroeger' „tyd, meer dan eens, geleerd hadt (/^);H Karel de II. kreeg nu keuze van vier Plaat- fen , Douvres , Maastricht, 's Hertogenbosdl en Breda : alzo , gelyk 't uiteriyk icheen , Lodewyk de XIV. niet in den Haage wildo komen handelen : waartoe hem van Beunin- gen , die , zo men meent, van 't geheim niet onderregt was, met kragt van redenen, zogt te Hy ver beweegen (/). Doch de Koning van Groot- kiest te Britanje , geenen zin hebbende in Douvres , handelet veem§t ' om ëc^e redenen , als waarom-
' fommigen , hier, den Haage afkeurden, ver- klaarde , voor 't einde van Lentemaand , dat hy zyne Gezanten naar Breda zenden zou (£)• Hy verkoos deeze Stad, liever dan eene der twee anderen , om dat zy nader aan Enge- land gelegen is. Ook was zy eene Heerlyk- heid
(A) Zie Aitzema Vf. Deel, II. 14. D'Estrades Tm. V'»
p. 63. O') n'EsTRAMfs Tom. V. f. 80, 81, 85, ic8,
Qi) D'Kstrades Tem. V. p. ioy. |
|||||
II. Boek. HISTORIE. 245
|
||||||
ïieid van den Prinfe van Oranje, zynen Nee- i5<j7;
ve, en hy zelf hadt'er, voor zyne herftelling, » meermaalen, in perfoon gehandeld. De Staa-
ten verzuimden nieta terftond, de noodige Pas- poorten voor de Engelfche Gevolmagtigden af te vaardigen , en men maakte zig gereed , om de onderhandelingen, te Breda, inBloeimaand, te beginnen (7). Van hier werden , eerlang , tot Gevolmag- IV.
tigden op de Vredehandeling benoemd Adolf Gevol- Henrik Ripperda M Beurze, Heer van S. Jans a^f jf^ Dam , Hieronimus van Beverningk, Raad Staaten in de Vroedfchap der Stad Gouda , Pieter tot <ie de Huybert, Raadpenfioiiaris van Zeeland , Vrei]e* Allard Pieter Jongeftal, Prefident in den ^"de" Hove van Friesland , en Ludolf van Tjarda van Sterkenburg, Heer van Weede : allen afgevaardigd ter algemeene Staatsvergade- ringe , van wege Gelderland , Holland , Zee- land , Friesland en Groningen. Doch men vondt geraaden , dat Beverningk , de Huy- bert en Jongeftal vooraf zouden reizen , en, door de twee andere Gevolmagtigden, al- leenlyk gevolgd worden, wanneer men ge- reed was, om het Verdrag te tekenen (m). Volgens de Inftruftie , welke hun medegege- Hun last. yen weidt (»), moestenze tot een' grondüag der handelinge leggen de tweeledige aanbie- ding , voor deezen aan Groot-Britanje ge- daan : te blyven bezitten , naamlyk, 't gene elk
(O D'Estrades Tom. V. p. 146, 147, 176. AitzIma VU
ftJll, W. 21, 25, 27.
(«) Ai'tzpma VI. Deel, tl. 27, 28. £#j Zie 'ddseJve by aitzkma. VI. üul, W, aj. |
||||||
Qs
|
||||||
246 VADERLANDSCHE LI. Boes.
|
|||||
16(57. elk bezat, of, wederzyds, te rug te geeven,
i hadt benomen. In Frankryk , hadt men klein
genoegen in de Perfoonen , die , van wege deezen Staat, tot Gevolmagtigden op de handeling te Breda benoemd waren ; van wel- ken de drie voornaamften , Beverningk , de Huybert en Jongeftal, by hen, gehouden wer- den , voor groote vrienden des Prinfen van Oranje , fchryvende den Koning zelven aan d'Estrades „ dat Beverningk een dienaar was M van den Keurvorst van Brandenburg, en w zeer verknogt aan de belangen van het „ Huis van Oranje (o)." Ook meldde d'Es- trades aan den Koning „ dat de Huybert w een voornaame aanhanger van Engeland en „ van het Huis van Oranje was, en een open- „baare vyand van den Heerede Witt C/O?" fchoon hy hem, elders, als een wys en zagtzinnig man afbeeldt (<?). Wat Jonge- ftal betreft, 't was bekend , dat hy altoos de belangen van het Huis van Oranje voorgeftaan hadt. Men was, hierom 3 aan *t Franfche Hof, bedugt voor eenen toeleg, om deeze belangen te bevorderen op de Vredehandeling. Doch de uitkomst leerde 3 eerlang, dat deeze vrees ongegrond geweest SzUeT was' Lodewyk de XIV' de Heeren d'Estra- vangLo™ des en Courtin benoemd hebbende, om , uit dewyk zynen naam 3 te Breda 5 te handelen, gaf den den XIV. eefr Co) D'Estrades Tom. V. p. 157.
Cp) D'EsTHAnRS Tont- V. p. 178,805. Vtieztus.fi Me*
Ijpoir. de Ciuchb l.iyr. II. 1>. 219 JJyt, lil. £.. 378. Qf) D'Estrad&s Tom. V. p. SIS |
|||||
LI. Boek. HISTORIE. 247
eerften bevel, om zig, bedektelyk, te bedienen 1667.
van de Huybert tegen den Raadpensionaris de ------->
Witt, zo deeze, uit vreeze, datFrankryk een
einde zogt van den oorlog metGroot-Britanje, om de wapenen te können voeren in de Spaan- fche Nederlanden, den oorlog ter zee mögt wil- len doen duuren, en de Vredehandeling rekken, ofafbreeken (>). De Franfche , Deenfche en Staatfche Ge- v.
volmagtigden kwamen de eerften te Breda , Byzon- in 't begin van Bioeimaand. Van wege Dee- J^J* °"" nemarke , waren gevolmagtigd Paulus Klin- delingen genberg en Pieter Charifius. De Engelfchen, te Breda, zynde de Baron Denzit Hollis en Henry Covert- ™sfchen try, bleeven nog eenige dagen agter. Ook jif, Frau* kwamen de Geyolmagtigden van Zweeden , Deen-' die de Vrede bemiddelen zouden, niet fpoe- fchen eti diger aan. Terwyl men naar deezen en naar Staa» de Engelfchen wagtte , waren de Franfche , fcliei,# Deenfche en Staatfche Gevolmagtigden in onderhandeling getreden , over de punten , welken men den Engelfchen zou hebben voor te draagen. Beverningk , die hier 't woord voerde , van wege de Staaten , deel- de den Franfchen en Deenfchen het Berigt- fchrift mede , waarnaar zy last hadden te han- delen. Men overwoog, in de eerfte plaats, Over hat den voorflag der Staaten , om wederzyds te den°der blyven bezitten alles wat, voor of geduu- wcder- rende den jongften oorlog, genomen 'öf be- zydfche houden was : waarop aangemerkt werdt „ dat bezlttia» ö het woord behouden , ten aanzien der Staa- gen,< »ten
£r) D'ÈSTRAnES lom, V, p. ïoS, 222,'
^4
|
||||
VADERLANDSCHE LI. Boek.
|
|||||
,, ten , alleenlyk pasfen kon op het Eiland
„ Pouleron , hebbende de Engelfchen de Ne-
„ derlandfche fchepen , die zig in hunne ha-
„ vens bevonden , by wege van fchaverhaa-
„ ling , aangetast en behouden. Dat, het
y, woord behouden op Pouleron gepast zynde ,
„ genoegzaam toegegeven werdt, dat dit
,j Eiland niet ter goeder trouwe ovcrgele-
„ verd was aan de Engelfchen ; gelyk , nog-
„ tans , volgens het Verbond van den jaare
„1662, behoorde gefchied te zyn; fchoon
»men het tegendeel beweerde , en dat dit
„ Eiland , of door de Engelfchen verlaaten ,
5, of , <na 't ontdaan van den oorlog , door
„ den algemeenen Gouverneur van Ncder-
„ landsch Indie , met geweld , hernomen was.
„ Dat, zo de Staaten begeerden , dat Poule-
„ ron hun , by 't Verdrag , afgeftaan werdt ,
„ men zig , deswege , tweezins , zou können
„ uitdrukken , of, het zelve duidelyk noe-
„ mende , gelyk men , veelligt, van de zyde
„ der Engelfchen , Nieuw Nederland , Kabo
„ K.01S, S. Andries en Bonavista zou wil-
j,len genoemd hebben, of, in algemeene
„ woorden , bedingende , dat men ^ vveder-
„ zyds , behouden zou de Plaatfen , welken
„ men , ten dage van de tekening des Ver-
„ drags , daadelyk bezate." Doch de Staat-
i'chen. bleeven ftaan op de woorden hunner in-
itructie : waarop de anderen zeiden , dat men
het woord helmiden in 't Verdrag zou zoeken
in te lasfen , als zage het op beilaagcn' of ge-
nomen' fchepen , en zo dit niet gelukken
wilde, zou men op andere middelen verdagt
mo>
|
|||||
iL Boek. HISTORIE; 24p
|
|||||||
moeten zyn. 't Schynt ook, dat men, nader- 1*67*-
hand, eenige verandering , in de woorden-------.
van dit Artikel, gemaakt heeft (j). Wegens
Pouleron, een der Molukiche Eilanden, moet men, in 't voorbygaan , aanmerken , dat de Franfchen niet geloofden, dat het den Engelfchen, na 't Verbond van den jaare 1662, teruggegeven was. Ook drukten de onzen zig, hieromtrent, niet altoos uit, met even veei verzekering (/). Doch zo men ftaat nraaken mag op het verilag van den Bevelhebber der Oostindifche thuiskomen- de Vloote in den jaare 1666, hadden de En- gelfchen, inderdaad, bezit genomen van dit Eiland ; hoewel 'er, op de tyding van den oorlog met Groot - Britanje , bevel van Ba- tavia naar Banda gegaan was, om zig weder- om van Pouleron meefter te maaken («). Wyders , droeg Beverningk voor „ dat het Over ee- w Verbond van den jaare 1662 vorderde , ne duis- j, dat men de wederzydfche wederfpanne- fo>te£L „ lingen verjaagde, binnen den tyd van agt- bond van n entwintig dagen , na dat het verzogt was; den jaare „doch dat 'er veele Engelfche Krygsoves- ï662' „ ften in der Staaten dienst gebleeven wa- "™e „ ren , die de Koning van Groot - Britanje , derzyd« „ uit deezen hoofde, zou können willen doen fche n vertrekken, en de Staaten, als zy 't wei- J,veer- „ gerden , befchuldigden van krenkinge des ifna"^" „ Veibonds : 't welk aanleiding tot nieuwe „on-
|
|||||||
(s ) D'EsTliADES Tom. V. p. ayo.
(k D'KsTRAiies 'Jim. V. p. 93. {«) Zie Aitzsma V. Deel, il. Bój. |
|||||||
VADERLANDS CHE LI. Boek.
|
||||||||||||||||
aso
|
||||||||||||||||
'1667. „ onlusten zou können geeven." Hy voeg-
------ de hierby „ dat verfcheiden' Engelfche Pre-
„ dikanten, zig niet hebbende können fchik-
„ ken naar de Engelfche Kcrkgcwoonten , „ geweeken waren naar Holland, welken de „ Koning ook zou können begeeren, dat al- n daar niet geduld werden; ten waare men aatï n 't Verbond van den jaare 1662 eene na- ,, dere verklaaring gave." Men antwoord- de „ dat, eene algemeene vergiffenis van M wederzydfche wederlpannigheid in 't Ver- „ drag zynde ingevoegd , de Engelfche „ Krygsoverften in der Staaten dienst niet „ meer als muitelingen zouden können aan- n gemerkt worden : en wat de Predikanten „ betrof, zy konden hier niet worden aange- M zien als wederipannigen , om dat het over- „ al vry ftondt, zyn Vaderland te verlaaten , „ en zig elders aan Kerkgewoonte te hou- „ den, die met de wetten van zyn Vaderland „ ftrecden." |
||||||||||||||||
Wesens
de Brie |
Nog merkten de onzen aan „ dat de En-s
„ gelfchen Brieven van Schaverhaaling ver- |
|||||||||||||||
vetTvaii J3 leend hadden, met het byvoegfel, dat zy
Kch.iver- n van kragt zyn zouden , welke foort van |
||||||||||||||||
ïiaaüiig
|
||||||||||||||||
„ wapenfehorfing 'er ook geflooten mögt
„worden (v)." Doch de zwaarigbeid, die hierover gemaakt werdt, meende men te können voorkomen, als men, by 't Verdrag, de Brieven van Schaverhaalinge kragtcloos verklaarde , onder welke voorwaarden of be- loften zy ook mogten verleend zyn. 't Ver- bog Cv) Zie De Witt Brieven II. Deel, W. 482,
|
||||||||||||||||
LI. Boek. HISTORIE. 251
|
|||||
bond van't jaar 1662. vorderde ook, dat men j^.
geene Brieven van Schäverhaalinge zou 1110--------
gen verkenen, dan na begeerd, en verwyld
of geweigerd Regt. De Staatfchen veriton- den, dat men den tyd van vier maanden be- hoorde te bepaalen , eer de Brieven zouden mogen uitgegeven worden, en dat het verzoek om Regt zou moeten gefield worden, in handen van den Ambasladeur der Mogendheid, over welks onderzaaten men zig beklaagde. Doch de Franfchen en Deenfchen merkten aan, dat zulke bepaalingen, voor de handelende Mo- gendheden even voordeelig zynde , ligtelyk, door de Middelaars, zouden können geregeld worden. Het negende Lid van 't Verbond van den Wegens
jaare 1662 ftelde den Koophandel, weder- de-En- zyds, vry, mids men de vastgeftelde regten K^,fchä voldeede , en niet aangingt tegen de openbaa- voort. re Ordonnantien. De vStaatfchen oordeelden, zetting dat deeze laatile voorwaarde vernietigd be- v.an (,ei» hoorde te worden , om dat, daardoor, in J^jf*^ kragt gehouden werdt de Akte van 't Parle- ment van Engeland , ten tyde van Kromwei (w), en andere diergelyken, waardoor de Koophandel der Vereenigde Gewesten, mer- kelyk, benadeeld was. Doch men wees hun aan , dat het allen Mogendheden vryftondt, binnen haar eigen gebied, zulke bepaalingen op den handel te maaken, als zy goedvonden , zonder dat andere Mogendheden haar dit regt mogten betwisten. Zo men hieromtrent nog,-
(«0 ZU XII, D(*lt W. ai*.
|
|||||
E52 VADERLANDSCHE LI. Boek;
|
|||||
%667. nogtans eenige verandering begeerde gemaakt
—-—te hebben, zou dezelve, oordeelde men, be^ kwaamlyk gefchieden können, in een byzonr der Verdrag van Koophandel, waarover men, na 't fluiten van de Vrede, zou können over- eenkomen. Wyders , onderzogten de Staatfchen , of
DeStaa't- Frankryk en Deenemarke ook zouden kon* fchen on- nen ■ goedvinden, zig tot waarborgen te ftel- derzoe- len, voor de onderhouding der Vrede , die ken, of met Groot-Britanje zou mogen geflooten en^eeV worden (#). De Deenfchen toonden zig ge- nemarka reed. Doch de Franfchen aarzelden, voor- ook borg wendende, dat zulks, ten opzigte van Frank- wiilen" r^' onnoocüg was ■> alzo de Koning , hun blyven, Meefter, reeds in 't jaar 1662, beloofd hadt, voor 'c alle de Verdragen, die men, na dien tyd-, houden gezamenlyk, fluiten zou, te zullen handhaa^ van't 5en<
ZjTvoiv' 't Laatfte punt van belang, welk, in dee-,
deren ze afzonderlyke handeling, overvvoogen Tabago werdt, betrof de Eilanden Tabago en St. ftatiüs Fuftatius, die de Engelfchen den onzen af-. van handig gemaakt hadden, en die, door de Frankryk Franfchen, van de Engelfchen hernomen wa- te rug. ren< ]3e Staatfchen begeerden, dat deeze twee Eilanden hun mogten te rug gegeven worden, te meer, om dat,de onzeneenelterk- te op S. Euftatius, met hulp der Franfchen, hebbende ingenomen by verdrag, de Fran- fchen begeerd hadden, allecnlyk eershalve» de
Cat) Zie Secr. Kefol. Holl. 20, 22 Jpri! 1667. II. Dsel, 44
928» 53.8- Ue Wiït Brieven 11. Deel, il. 486. |
|||||
LI. Boek. HISTORIE. ff&
de eerften daar binnen te mogen trekken: 't t^7-
welk hun zynde toegeftaan, hadden zy zig,-------
vervolgens , meefter gemaakt van de Ves-
ting. Doch d'Eftrades en Courtiu gaven vaor befcheid, dat deeze zaak geene gemeen- fchap hadt met de handeling tusfchen deBond- genooten en den Koning van Groot -Britan- je : waarom de Koning, hun meefter, hun, aangaande dezelve, nog geene bevelen gege- ven hadt (j>). De Koning was egter niet ongenegen, om deeze twee Eilanden te rug te geeven (s), en hy gaf 'er met der daad last toe, in Oogstmaand deezes zelfden jaars (ö). Hiermede eindigden deeze byzondere onderhandelingen, zo ver zy de belangen der Staaten betroiïen. De Zweedfche Gevol- De magtigden, George Fkmming, Vryheer in Li- Zweed' belith, Chrifiofel Delphicus, Burggraaf en j"chetI Graaf in Dona", en Pieter Julius Cojet, Rid- ""eW* der, of eigenlyk twee derzelven , Flemming pen. en Cojet, ondertusfchen ook te Breda geko- ichorfiug riien zynde, floegen, terftond, eenen ftilftand voor* van wapenen voor (£). Hiervan was, reeds te vooren, fpraak geweest; doch de Staaten, vooral die van Holland, neigden 'er, in gee- nen deele, toe. Men wist, hier, dat de En- gelfche Vloot, dit jaar, niet in zee loopen zou. 't Bootsvolk hadt zig reeds, in dienst der Koopvaardyfchepen, en gedeeltelyk zelfs in
C>0 D'Estbadbs Tom. V, p. 353-459. Aitzevïa VI. Heil,
(2) D'Estradfs Tom. V. p. 303.
C# ; Aitz«ma VI. Deel, lil. 260. i»j D'lisTR\DSs Tüm. V. f. 262. |
||||
254 VADERLANDSCHE LI. Boek.'
|
|||||||||||
in dienst der Staaten begeeven: 't welk oor-
zaak was, dat men, eerlang, in Engeland, buiten ftaat geraakte, om de Vloot behoor- lyk te können bemannen (c). Maar de Staa- ten waren, daarentegen, in 't voorjaar, fterk bezig geweest, om zig ter zee uit te rusten (f/), en bereidden zig tot eene onderneeming van gewigt, van welke de verhoopte goede uitflag, door eene Wapenfchorfing], t'eene- maalj verydeld geweest zou zyn. Ook wil- den zy vrede maaken, op dezelfde voorwaar- den, als men eene Wapenfchorfing zou kön- nen aangaan, waarom zy verftonden, dat de eerfte te kiezen was , boven de laatfte (e). Frankryk zou, daarentegen, de Staaten gaar- ne tot eene wapenfchorfing hebben willen be- weegen, en beloofde zelfs,eerlang,aanGroot- Britanje, zyne Vloot, eene maand lang, bin- nen de havens, te zullen houden (ƒ). Doch de Witt dreef door, dat de wapenfchorfing af- geflaagen werdt (g). De Zwcedfche Gezanten, daarna, met de
Staatfchen in gefprek getreeden zynde, dron- gen op het terug geeven van Pouleron , en van de twee fchepen, Bonne Avonture en Bonne Efperance, of ten minfte, dat de zaak der twee fchepen gelaaten werdt, als by 't Verbond van den jaare 1662, mids dat de Staaten hunne uitlegging voegden , by de woorden, die op deeze twee fchepen zagen. Doch
(O I.UDLinvs Memoirs Vol. III p. ifii.
(</) Refol. lioll t6 Uec. ifififi. bl. 52.
C e ) Dr Witt Brieven 11. Deel, bl '447.
(f IVEstrades Tom. V. />. :-63- sfiij, 273, »78.
(iO »K Witt lirieven 11. lieet. 61. ^yi.
|
|||||||||||
1667.
|
|||||||||||
die de
Staaten af Haan. |
|||||||||||
VIT.
Onder-
hande- lmg tus- fchen de Zweed- fcberi en Staat- fchen. |
|||||||||||
LI. Boek. HISTORIE. 255
|
|||||
Doch de onzen antwoordden, dat deeze ge- yC6%
fchillen afgedaan waren , federt dat de Ko- ring van Groot- Britanje van hunnen tweele-
digen voorflag, om, naamlyk, te blyven be- zitten , 't gene men eikanderen benomen hadt, of het eikanderen te rug te geeven, het eerfta Lid hadt aangenomen. Zy voegden 'er by, dat de gevalkn van den oorlog merkelyke duifterheid gemaakt hadden in het Verdrag van den jaare 1662, welk, hierom, niet zon- der eerst nader opgehelderd te zyn, tot ee- nen grondflag der tegenwoordige handelin- ge kon gelegd worden : waarmede dit ge- lprek eindigde, zonder dat 'er iets vastge- fteld werdt (//). Doch met de aanneeming van den voor- MisjeN
flag der Staaten, door den Koning van Groot- ..f"^«, Britanje, waarvan de Staatichcn gewaagd Karei hadden, was het eigentlyk dus gelegen. De den II. Staaten hadden den Koning voorgeflaagen , ^n de dat men wederzyds zou blyven bezitten, 't 0"£ar^™ gene men, voor of na den aanvang des oorlogs, sannee- genomen of behouden hadt (*'). De Heer de men van Ruvigny, Gezant des Konings van Frankryk, zekeren in Engeland, hadt den Koning, federt ge- voorfl"& raaden , den voorflag der Staaten, volgens welken alles, wederzyds , blyven zou in den ilaat, waarin het, door den Hemel, gefield was, te aanvaarden (&); zonder te verklaa- ren, of hy zage beide op het gene voor en na den aanvang des oorlogs genome ware, of
C*) Arrzr.MA VI. Deel, hl. 41, 45.
O'; Voiez D'EsTRAnES Tam. IV. p. 4-a, (,b~) D'liSTBADts Turn, V. p. 274. |
|||||
■üS6 VADERLANDSCHE LI.BoÈfc.
of alleen op het laatftc. Hierop hadt de Ko-
-1 iiing, in Grasmaand laastleeden, aan de Staa- ten gefchreven „ dat hy een der twee Leden 5, van hunnen yoorßag aanvaardde, en toe- „ ftondt, dat men wederzyds bleeve bezit- wten, 'c gene elk, in deezen oorlog, verkree- „gen hadt: 't welk zynde toegeftaan, zo j, wilde hy zynen Gezanten last geeven, om n in de ' aanftaande handeling het Verbond „van jaare 1662 tot eenen grondflag te „leggen (/)." Doch men ziet ligtelyk, dat de Koning hier wat anders aanneemt, dan de Staaten aangeboodcn hadden. De Staaten fpraken van 't gene, voor en na den aanvang des oorlogs, genomen of behouden v/as : de Koning alleen van 't gene men, in den oorlog, verkreegen hadt. De Staaten repten niet van 't Verbond van den jaare 1662, 't gene de Koning egter tot een' grondflag gelegd wilde hebben. Hieruit rees eenig misverftand, welk zig begon te openbaaren, in het gefprek met de Zwcedfchen. De onzen hielden zig hier vreemd, dat men van Pouleron en de twee fehcpen fprak, om dat het verfchil daarover vernietigd moest gerekend worden , indien de Koning, waarlyk, hunnen voorflag, ge- lyk dezelve lag, aanvaard hadt. Zy wistena naar alle waarichynlykheid, wel, dat de uit- drukkingen , door den Koning, gebruikt, verfchillen van die der Staaten. Doch om dat hy goedgevonden hadt, 't gene hy aan- nam den voor/lag der Staaten te noemen, oor- decl-
|
|||||
f O ftiez D'Estrades Tom. V. f. 176.
|
|||||
LI. Boek. HISTORIE. as?
deelden zy, naar "t fchynt, raadzaamst, zig 1567.
te gelaaten, als of zy zyne woorden namen in —— den zin, waarin de hunnen gemeend waren. Ook kon de Koning niet geregtigd geagt wor- den , om eenen gantsch anderen voorilag, dan hem door de Staaten gedaan was, hunnen voor- ilag te noemen. Op den vierden van Zomermaand, wer- Aanvang
den de openbaare onderhandelingen begon- der "pen- nen, op het Kafteelte Breda, in drie byzon- J^rdec_ dere vertrekken: een voor de Franlche, jingen*te Deenfche en Staatfche, een voor de Engel- Breda.' iche, en een voor de Zweedfche Ge volmag. tigden. In deeze onderhandelingen, toonden de Engelfchen zig, zelfs naar het oordeel der Franfchen, die anders, ten deezen tyde, zeer begonnen te neigen over hunne zyde, tame- lyk onhandelbaar. Zy bleeven eenen gerui- men tyd ftaan op het te rug geeven van Poule- ron en van de twee fchepen: waartoe de onzen niet verftaan konden, zig houdende aan den tweeledigen voorilag. Doch, eindelyk, lie- ten de Engelfchen hunnen eisch op Pouleron vaaren, vorderende alleen vergoeding voor- de twee fchepen: 't bemagtigen van welken een der voorwendfelen tot den oorlog ge- weest was (m). Midlerwyl, gaven ook de Fran- fchen en Zweedfchen den Staatfchen klein genoegen, inzonderheid, ter gelegenheid dat de Franfchen de aanmerkingen der Staatfchen op het Verbond van den jaare 1662, te drif- tig en te openlyk, voorgeilaagen hadden aan de
O) Rapin Tom. [X, p, 954, 255.
XIII. Deel. R,
|
||||
258 VADERLANDSCHE LI. Boek.
1&7. de Zweedfchen, die ze wederom voor de En-
—----- gelfchen hadden opengelegd. De Engelfchen,
voorgeevende over deeze aanmerkingen te
moeten fchryven, namen'er gelegenheid uit, om de handeling te rekken , tot op het einde van Zomermaand (#); wanneer men, te Bre- da, tyding kreeg van 't gene door de Vloot der Staaten op den Theems verrigt was: 't welk aan den ftaat der Vredehandelinge eene gantfche andere gedaante gaf. 't Gewigtig ge- volg deezer onderneeminge verdient wel, dat wy ze, in haaren aanleg en uitflag, beknopte- lyk, ontvouwen, vni. De Staaten waren, al vroeg in 't voorjaar, Toerus- bezig geweest, met het uitrusten eener talry- ting der ke Vloote. Men hoopte nog al, zig met de ur'zee. Franfcne Vloot te zullen können famenvoe- gen, en daar werdt wederom eene orde be- raamd, hoe men zig, in zodanig een geval, gedraagen zou (0). Doch 't bleek haast, dat de Koning van Frankryk geheel wat anders dan eenen zeekryg tegen Groot-Britanje in den zin hadt. Voorts, werdt de Heer van Amerongen, in Grasmaand, naar Deenemar- ke gezonden, om het uitrusten van veertig Oorlogsfchepen te bevorderen Qö): waarin hy , gedeeltelyk , daagde. Een ftrenge na- winter was oorzaak, dat de Vloot der Staa- ten , niet voor het einde van Bloeimaand, in ftaat
f») Aitzema VI. iïsel, U. 411-46". D'Estrauei Tom. V, p
3iy-33<>» 33ï. SM, 35«. 355. 359. 366. 378. (o) Se«. Rcfol. Holl. 19 Maart \f)Cq. II. Deel, W. caf<.
D'EsTRAnEs Tom. V. p. 103, De Witt Brieven U. Dul ~, W 4S4. Cf') Zie zjne Inftr. h Aitzema VI. Ditl, U. 184.
|
||||
Lï. BoEk. HISTORIE. 259
ftaat geraakte, om zee te können kiezen. De 1667.
Ruiter kreeg 'er wederom 't opperbevel o- ■ ver. Doch de algemeene Staaten hadden ge- naden gevonden, twee of drie Heeren uit hunne Vergadering te magtigen op de Vioo- te, om, zonder rugfpraak te houden, na 't in- neem en van den raad des Generaals, op alle De Ru- zaaken te belluiten. Van wege Holland, waard werdt hiertoe benoemd Kornelis de Witt, van Put" Ruwaard van Putten, Burgemeefter van Dor- jf°mc drecht, en Broeder van den Raadpenfiona-ais Gé*- ris. Doch de andere Gewesten benoemden yoimag- geene Gevolmagtigden -, zo dat de Witt al- £sde der leen , in deeze hoedanigheid * in zee ging. 0p*"|n' Sommigen fchryven, dat de Ruiter de Witt vioote. ongaarne op de Vioote zag, en dat men hem, beide in Engeland en hier te Lande, in 't al- gemeen , onbekwaam hieldt, tot zulk een bedryf (#). Doch ik twyfel, of men op dit fchryven itaats genoeg maaken mag. Men wist, in den Haage, dat de Engelfchen hun- ne Vloot niet gereed maakten, en befloot hieruit, dat de Staaten meefter van de zee zouden zyn : van welke gelegenheid men zig bedienen willde , om iet van gewigt te onderneemen, tot bevordering eener eerly- ke en verzekerde vrede. De zorgeloosheid van Karel den II. werdt byzonderlyk gewee- ten aan de begeerte, om het grootfte deel der penningen, hem, onlangs, door het Par- lement , toegedaan om den oorlog voort te zetten , te befteeden tot andere einden (V), zyn-
(q ) Memoir. dt Giijche Llvr- III. f. 389.
ir) RApin Tom, IX. f. aj6. R 2
|
||||
s6ö VADERLANDSCHÉ LI. Boek,"
1C67. zynde hy in de vaste verbeelding, dat hy ten
nen verkrygen, zo dra hy 't maar begeerde,
in welke verbeelding, de Staaten hem lie- ten , zo lang als 't mooglyk ware, op. dat hy te ligter belluiten mögt * zyne Vloot thuis te houden (j). Ondertusfchen, deedt de Ko- ning van Frankryk , vermoedende , gelyk 't gemeen hier te Lande, dat de Witt, uit by- zondere inzigten b den oorlog wilde doen duuren, zyn best, om den Staaten het uitrus- ten eener Vloote te ontraaden (t). Doch zy bleeven by hun befluit. De Ruiter liep in ze«, op den zesden van Zomermaand. Hy kreeg, kort hierna, cenenzestig fchepen en Fregat- ten van oorloge onder de vlugge , behalve de branders en het minder vaartuig, en Hel- de , terftond, zynen koers naar de Engelfche '* Lands kust. De Vloot kwam, niet voor den zeven- Vioot tienden , in het Konings diep , ten anker, zeik naar Zeventien fchepen, onder beleid van den Eeirchê Luitenant-Admiraal Willem Jofef van Gend, kust, werden toen vooruit gezonden naar den Theems , met last om eenige Oorlogs- en Koopvaardyfchepen, welken men verftaaii hadt, dat aldaar lagen , aan te tasten en te vermeeiteren. Omtrent duizend Landfoldaa- ten, onder den Kolonel Thomas Doleman, eenen Engelschman in Staatfchen dienst (»), werden op dit Esquader verdeeld. De Ra- waard de Witt vervoegde, zig op het fchip, welk
(O T)r. AVitt Bi/even It. Deel, il. 447.
lO D'Bstrades Tooi. V. f>, i</i, lyj, ajj, 3J0, J;ï8.
£aj /ik Xil. Üsel, H, stijt.
|
|||||
^>
|
|||||
LI. Boek. HISTORIE. z6t
|
|||||
welk van Gend voerde. Men ging den ne- 1667.
gentienden onder zeil, en kwam den twintig-------
Hen voor de Sterkte Sheernesf, gelegen op bemag-
een Eilandje, aan den hoek der Riviere van "jj' Rochester of Chattam, Medwai genoemd, en nefs>" iiitloopende in den Theems. Sheernefs werdt, terftond, befchopten en ingenomen; doch, als niet te honden zynde , geflegt en verlaa- ten. De Ruiter hadt zig, door den Ruwaard ontbooden zynde, midlerwyl, met een vaar- tuig , laaten voeren naar 't Esquadcr onder van Gend , welk de Rivier opliep tot digt loopt tot onder Chattam, daar de meefte Koningsfche onder pen lagen. De Engelfchen hadden hier vier cliaiiaiIi» branders en twee groote fchepeu laaten zin- ken , om de doorvaart te beletten. Ook had- den ze den ftroom geflooten met eenen zwaa- ren yzeren keten, loopende over katrollen, die op vlotten dreeven. Men hadt nu eeni- gen tyd fchutgevegt gehouden: wanneer Ka- pitein Jan van Brakel, onder 't fchieten des. vyands uit de fchepen en van twee batteryen, itoutelyk vooruit en voor den keten zeilde; waarna hy een Engelsen Fregat aantastte en veroverde. Toen werdt de keten aan ftuk- en fleckt ken gezeild, door Jan Danielszoo» van den |*en /ty«, die, metzyn brandfehip, een Engelsch y^fche? Oorlogsfchip aanftak: hoewel fommigen wil- den' Eti- len , dat de keten los gemaakt werdt, door geifche eenige matroozen, die, op last van den Schout, Ooriogs* by nagt, David Vlug, aan land gegaan waren» c epea* Nog een derde Engelsch fchip werdt toen aan brand gefteken, en een der grootften, de Royale Charles genoemd, van al 't volk ver- R 3 la*" |
|||||
afc VADERLANDSCHE LI. Boek,
|
||||||
1667. laaten zynde, ligtel-yk veroverd. Toen ftak
*' Oorlogfchip, en voorts de Rivier hooger op- geloopen zynde tot omtrent het Kasteel van Upnor, in nog drie anderen: waarna 's Lands fchepen de Rivier wederom afdreeven. De Ruiter bleef nog eenigen tyd in den Theems leggen; doch men vondt, daarna, raadzaam, denzelven van buiten te bezetten a met een groot deel der Vloote , terwyl de overige fchepen uitgezonden werden, om te kruisten. Dus gelukte de onderneeming op de Engel- fche Oorlogsfchepen, die, zo fommigen oor- deelden , door te weinig of te veel winds , wel deerlyk hadt können mislukken, en der- halve , dagten zy, niet te voorzigtig was aan- De Ru- gelegd. Doch de Staaten vonden geraaden, waard.de den Ruwaard, den Generaal de Ruiter en den Generaal Lmr.enant - Admiraal van Gend , wegens 't ter erT" we^ Aaagen deezer onderneeminge, ieder met anderen eenen gouden kop te befchenken. Ook wer- worden den van Brakel en verfcheiden' anderen eer- kenCd°n" lyk beloond. Doch de Ruwaard ontving * wat de"sta°a-r ^ater, nog een' Rentebrief van dertigdui- Kii. zend guldens van de Staaten van Holland,. in erkentenis der groote dienften , door hem, in den vermaarden togt op Chattam , ge- daan (v). De Ruiter zeilde, eerlang'; op be- vel der Staaten, de Rivier van Londen we- derom op. Doch de Engelfchen hadden, door 't zinken van verfcheiden' fchepen, en door 't planten van gefchut ter wederzyde, de door-
|
||||||
Cv) Rcfol. IIolI. 15 Dicemier 16C8. tl. 4S.
|
||||||
HISTORIE. a6_z
|
|||||||
(LI.Boek.
|
|||||||
doorvaart zo eng en gevaarlyk gemaakt, dat 1667
menteraade werdt, terug te keeren. Toen —— poogde men het Kasteel te Harwich te be- magtigen. Doch deeze toeleg mislukte, 's Lands Vloot, daarna, heen en weder zeilen, de, hieldt de Engelfche kusten in geduurige vreeze voor eene landing. Ook kwam zy ten anker Voor Torbai, daar eenig volk aan land ging, zonder egter merkelyke fchade te doen. In 't begin van Oogstmaand, eer Gevegt men nog tyding liadt van het tekenen der tusfchen Vrede, raakte de Luitenant-Admiraal van vanNes Nes, op den Theems, met den Engelfchen gnragh. Vice-Admiraal .Sfrag/Sin gevegt, en noodzaak- te hem, een- en andermaal, te wyken. Doch in dit gevegt, werdt, ter wederzyde, niet dan branders verlooren. De Ruiter bleef nog zee houden tot in Wynmaand, waarna hy ver- lof kreeg, om met de Vloote t'huiswaards te keeren (w). Midlerwyl, hadt de onderneeming op Chat- rx.
tam zo veel invloed gehad op de handelingen Vervolg te Breda, dat 'er de Vrede, inderdaad, door ^e,rVrf" bevorderd was.. De Engelfche Gevolmagtig- j£afr t|" den werden gemaklyker, zo- dra zy 'er tyding Breda, van gekreegcn hadden (#), Zy booden aan, den Koning , hunnen meefter, te willen af- vraagen, of zy fluiten mpgten met de Staaten, op deeze voorwaarden „ dat elk zou blyven # bezitten 't gene hy, tot op den eerften van „Gras-
f «O Brandt de Ruiter, W. 554-600. Lublows Mcmolrs,
FoU III. 164,166., Aitzkua VI. Heel, tl. 95, y6,, 107 - 132- (O D« Win Brieven II. Dit', l>'. 535.
R4
|
|||||||
264 VADERLANDSCHE LI. Boek,
|
|||||
X667. „ Grasmaand deezes jaars, bezeten hadt.
„de Admiraliteit van Amfterdam zou wor- n den afgedaan. Dat alle andere wederzyd- wfche eifchen dood en vernietigd verklaard „ zouden worden. Dat het Verbond van den „jaare 1662 ftand zou grypen in alles, wat „ niet door byzondere Artikelen veranderd „ werdt (y)." Doch de Staatfchen begeer- den, geene gefchillen, zelfs niet dat over de twee fchepen, open te houden. Zy vérklaar- den „ dat de gemoeden van hunne Hoog- „ Mogendheden , door 't geluk, welk God n hunner Vloote verleend hadt, wel geens- „ zins waren opgezet; maar dat men niet n kon verzekeren , dat zy altoos binnen de „ paaien hunner gemaatigheid zouden bly- j^ven, en by verderen zegen over hunne w wapenen altoos geftand doen, 't gene zy „voorheen hadden aangebooden of toege- „ ftaan, en waaraan zy zig, voor als nog, hou- „den wilden." De Zweedfchen traden, der- halve , wederom in onderhandeling met de Engelfchen en Staatfchen, en men bragthet, binnen eenige dagen, zo verre, dat het Ver- drag genoegzaam werdt opgemaakt. Coven- try deedt toen een' keer naar Londen , om den uiterften last zyns meefters te vernee- men : Beverningk begaf zig naar den Haage', en de Huybert naar Zeeland , om verilag te doen (je). Tegen 't einde van Hooimaand, kwa-
f y' n-EsTRADïs Tom. V. p 384.
(*) Ze Ster Uefol. Hol). 14 Juiy r«67. II Deel, 11. 558*
Os Wi/t ßneven iL Deel, H. 536, 53?. |
|||||
LI. Boek. 'HISTORIE. 265
kwamen zy wederom te Breda, alwaar nu 1667,
de Staattche Gevolmagtigden , Ripperda en •------*
Sterkenburg, zig insgelyks vervoegd had-
den. Men kwam , den negenentwintigften , wederom op 't Kasteel byeen , voornaamlyk om te fpreeken van de Mogendheden , wel- ken men wederzyds in 't Verdrag begrypen zou ; waarover men eikanderen niet te wel veritaan kon. De Hertog van Holllein, de Keurvorst van Brandenburg, de Paltsgraaf van Nieuwburg, de Hertogen van Brunswykr Lunenburg en de Stad Lubck weiden egter in 't Verdrag begreepcn. Doch aan Ham- burg , welk 'er ook gaarne in vervat geweest zou zyn , gaven de Engelfchen de uitflufr ting (ß). De Vrede vverdt, terftond hiema, DeVrede getekend, op den eenendertigden van Hooi- wordt maand *(^)« De voornaamfte voorwaarden êeflo°- derzélve liepen op deezen zin : „ Alle we- inhoud „ derzydlche beledigingen zouden vergeten van 't „ en vernietigd gerekend worden , en elk, Verdrag. „ wederzyds, blyven bezitten zodanige Lan- j, den , Plaatlen , Sterkten , ichepen en goe- j, deren , als men eikanderen , voor of ge- „ duurende den jongften oorlog, tot op den „ twintigften van Bloeimaand deezes jaars , j, benomen hadt. De eifchen , welken men „ by het Verbond van den jaare 1662, op w eikanderen , open gehouden hadt, wer- j, den , insgelyks, te niet gedaan , en alle )? Brieven van Schäverhaling ingetrokken „en
Ca) D'Esthades Tom. V. p. 34.9. Aitzema VI. Deel, tU
•0 • 70, (b) AiTZSMA VI. Deel, VI. /if - 53-
115
|
||||
o66 VADERLANDSCHE LI. Boek.
|
|||||
1667. »en kragteloos verklaard , onder welke
------ „voorwaarden zy ook mogten verleend zyn,
„De beide Mogendheden beloofden , el-
„ kanderen te zullen byltaan , zo iemant on- „ derneemen mögt, de Vrede van den eenen „ of den anderen Staat te verftooren. Meu ,, zou elkanders wederfpannelingen geene „ hulp bewyzen ; maar eikanderen veeleer „ byftaan tegen dezelven , en zoze zig > in, „ een' van beide de Staaten, onthielden, de- jj zelven , des verzogt zynde , binnen agten- „ twintig dagen, overleveren." Deeze pun- ten , de wederfpannelingen betreffende , wa- ren , op het fterk aanhouden der Engelfchen,. overgenomen uit het Verbond van den jaare 1662 : doch de Zweedfchen hadden , uit den naam des Konings van Groot- B-ritanje , ver- klaard „ dat zyn oogmerk niet was , noch „ immer zyn zou, zig van deeze punten te „bedienen tegen eenige Engelfche Krygs- w luiden in der Staaten dienst, noch tegen „ eenige Predikanten of anderen , die. zig in „ de Vereenigde Gewesten onthielden , mids „ zy zig niet hadden fchuldig gemaakt aan „ eenige misdaad tegen den Staat (c)." We- gens het ftryken der vlagge , het bezweeren deezer Vrede door de toekomende Stadhou- ders en Kapiteinen • Generaal in de Vereenig- de Gewesten , en het overleveren van zul- ken , die zig aan den moord van Koning Ka- rel den I. hadden fchuldig gemaakt, werdt >: in dit Verdrag, of in de afgezonderde punten varj,
(c) Zk Aitzema VI. Deel, Ik 49» <>?>
|
|||||
LI.Boek. HISTORIE.
|
||||||
±6f
|
||||||
van het zelve , het zelfde bedongen , dat, by ^57.
het Verbond van den jaare 1662, vastgefteld ------
was. Ook werdt, in het agttiende Artikel,
beraamd „ dat men allerlei waaren , onder „ betaaling der lasten , daarop gefield ., bin- „ nen elkanders gebied zou mogen voeren,, „ met voorbehoudetris van de inzettingen en wet- p ten van beiderlei gebied" Door welke voor- behoudenis, de Akte van den jaare 1651 , waarover de Staaten zo dikwils geklaagd had- den , en die zy ook nu vergeeft hadden ge- zogt te doen intrekken (d), in volle kragt bleef. Nogtans werdt, in een afgezonderd punt, verklaard „ dat het den ingezetenen Ä der Vereenigde Gewesten vryftaan zou, met n hunne fchepen, in Engeland te brengen ,j allerlei vrugten, gewasfen en handwerken „van Hoog- en Neder-Duitschland, wel- w ken , doorgaans , gemakshalve , te lande j, of langs de rivieren , door het gebied. van y, den Vereenigden Staat, gebragt plagten te „ worden naar de Zeehavens, om van daar „ over zee vervoerd te worden." Eindelyk, verbondt men zig, met den eerften, Gemag- tigden te zullen benoemen , om over een Ver- drag van Zeevaart en Koophandel in onder- handeling te treeden, terwyl men verklaarde, zig , by voorraad, te zullen houden aan het gene , ten opzigte der Comrebande goederen en van eenige andere punten , in het Ver- drag van Zeevaart, laatftelyk , tusfehen den Koning van Frankryk en de algemeene Staa- ten, (O Zie iiicr veor U, 251.
|
||||||
263 VADERLANDSCHE LI. Boek;
j^7, ten, geflooten , beraar.d was (<;). Op dee-
«-------zen voet, werdt de Vrede met Groot-Bri- tanje getroiFen. De bekragtiging derzelve gelchiedde ten beflemden tyde , en zy werdt, met de gewoonlyke plegtighedeu , in beide de Staaten, afgekondigd (ƒ). Men ontftsk hier vreugdevuuren , en hieidt groote maaltyden, en d'Estrades verhaalt, dat de Raadpenfio- naris de Witt, ook een feest gegeven heb- bende ten zynen huize , zig , tot twee uuren in den nagt, voor zyne deur , vrolyk maakte met het volk , danfende en drinkende , onder anderen op de gezondheid des Konings van Frankryk (g). Ten zelfden dage en plaatfe, als de Vrede tusfchen Groot - Britanje en de Staaten getroffen werdt, werdt ook de Vrede getekend , tusfchen Frankryk en Groot-Bri- tanje , en tusfchen Groot-Britanje en Deene- marke (/4). B« Ko- Terftond na 't fluiten der Vrede , verzogt King van de Koning van Groot-Britanje den Staaten , £r.oot' dat Joan Kievit, die , gclyk wy te vooren. verzoekt, gezien hebben , om misdaad van gekwetste dat Kievit Hoogheid , in Holland , gevonnist was , in herfteld Zyne goederen en waardigheden, herfteld mögt worde. worcien. Doch men weigerde , rondelyk , in dit verzoek te bewilligen (*}. De Ko- ning hieidt 'er egter, naderhand , nog dik- wils en ernftelyk op aan ; maar 't fcheeu, dat zyn
r«) Zie het Trad. iy Aitzbjm Vr. Titel, U. r,4 *nz. vak-
In ds Re-lol. Holi. 4 4ug.it/t7. bU 40. ló d/ril lOöiJ. il. 53« ■J) AITZF.MA VI. Oetl, bl. 54, 68. (_g~) P'KsrBADES Tom. Vi. p. 30. ( hj i'nitz Corps D'])lnm. Tum. Vi'. P, I. p. 40, 53^ {\j AIT2&MA VI, iitel, bl. ötf, éy« c_. |
||||
LI. Boek. HISTORIE. a^
zyn aanhouden de Staaten , met naame die 1667.
van Holland, te agterlyker maakte, 0111 het ------r
geftreeken vonnis in te trekken. De Staaten
van Zeeland hadden ook, vergeefs, begeerd, dat Kievit, van der Horst en de Weduwe van den Ritmeester Buat, in de verbeurdverklaar- de goederen , herftcld werden (k). Onder- tusfehen, bleef Kievit, aan 't Engelfche Hof, in gunst (/) , tot dat hy , in 't jaar 1672 , gelegenheid kreeg , om herwaards te keeren ; gelyk wy, ter zyner plaatfe, zullen aante- kenen. Doch eer nog de Vrede getekend was, x
werdt de Staat gedreigd met eenen nieuwen Toeleg oorlog, ter gelegenheid van den inval des des Ko- Konings van Frankryk , in de Spaanfche Ne- "'"s* va£ derlanden. Men was , hier te Lande , reeds ""^ voor lang , bedugt geweest voor deezen in- Spann- val, gelyk wy , al meer dan eens , te kennen rche Ne- gegeven hebben. Doch 't zal hier te pas ko- <jerlail- ïiien , dat wy , een weinig naauwkeuriger, en" aantoonen , hoe zig 's Konings toeleg, al- lengskens , nader openbaarde , en welke mid- delen de Staaten ter hand iloegen, om zig te beveiligen tegen het gevaar , welk hun dreigde. De toebereidfels ten oorloge in Frankryk ,
die, reeds in 't voorleeden jaar , begonnen waren, hadden niet können nalaaten , agter- dogt te verwekken by de Staaten. De Spaan- fche Gezant Gamarra voedde deeze agter- dogt ü
f*) Notul. Zeel. 13 Ang. 1667. tl. 104.
O) llclbl. Hol!. 4, 6 Aug- 16*7. W. 61, 72. De Witt Brieven, iv". JJett, il. 497, 501, sao, tag, 43a, 547« |
||||
ê*o VADERLANDSCHE LI. Boek.
1667. dogt; alomme , daar men hem eenig gehoor
------- gat", verfpreidende „ dat Lodewyk de XIV.
j, de Staaten alleenlyk ingewikkeld hieldt in
^den oorlog met Groot-Britanje* op dat hy „ zig te bekwaamer zou können meester maa- ^ ken van de Spaanfche Nederlanden , waarna „ hy niet verzuimen zou, de Vereenigde Ge- „ westen aan te tasten >, onder voorwendfel, „ dat hy , zo wel op de laatften als op de „ eerften , van wege zyner Gemaalinne j regt Argwaan ^ hadt (/#)•" 't Gerügt van 'sKonings toeleg !liero^r' verwekte zelfs agterdogt onder 't gemeen , en eèntecte ^e ^rt diende zig van deeze gelegenheid $ Gewes- om wederom met d'Eftrades te fpreeken van ten het ontwerp , om de Spaanfche Nederlanden te beweegen , dat zy Spanje afvielen , en zig tot een vry Gemeenebest verklaarden («) ; 't zy dat hy waarlyk ingenomen was met dit ontwerp , 't zy dat hy 'er, gelyk waarfchyn- lyk voorkomt, alleen van fprak, om , ware 't mogelyk , den Koning te beweegen j, tot het verfchuiven van de uitvoering zyns voor- neemens. Doch de Koning van Frankryk ftelde nu de handeling over dit ontwerp uit$ voorwendende , dat de Koning van Spanje veel jonger was, dan hy zelf; en dat het te ver van de hand was, te fpreeken overeen ge- val , dat eerst na deszclfs affterven zou können plaats hebben ( o ). Ondcrtusfchen, was 'er, in Frankryk , een boek uitgekomen , waarin het regt der Koninginne op de Nederlanden vef-
fw) D' F.STRADiS 7"flft. V. f. 32.
(n ) D'Estraoes Tam. V. f. 37. (»3 ß'E5TR4i)SS Tom. V. f* 87. |
||||
LI. Boek. HISTORIE. 2?i
verdedigd werdt. Men hieldt dit boek hier 1667.
voor eene foort van Oorlogsverklaaring , en —— veelen geloofden , dat Frankryk en Groot- Britanje een heimelyk Verdrag geflooten had- den , waardoor de toeleg op de Spaanfche Nederlanden begunftigd werdt (/>). Doch Lodewyk de XIV. verzekerde den Staaten , dat hy niets , tot voorftand van het regt der Koninginne, onderheemen zou, zonder 'er hun, vooraf, kennis van te gceven C?)> ter- wyl d'Estrades ontkende, dat 'er eenig hei- melyk Verdrag met Groot-Britanje gemaakt was. Van Beuningen fchreef egter, op heC einde van Grasmaand, aan de Witt „ dat „ veelen de toebereidfels tegen Spanje , wel- „ ken men in Frankryk maakte , niet hielden „ te gefchieden , zonder dat men , onder de n hand , meer gerustheid , wegens Engeland , n hadt, dan in 't openbaar beken i was." Hy voegde 'er by „ dat de Graaf van S. Albans, w Engelfche Gezant in Frankryk, in die „ zelfde week , gehoor by den Koning gehad „ en met de Lionne gefproken hadt; en dat „ hem , Van Beuningen , gezeid werdt, dat „men niet kwalyk neemen moest, zo n Frankryk zig, zonder benadeeling van „ het Verbond met de Staaten , ook van de „ vriendfchap van anderen , (dat is , gelyk „ hy 't opnam , van Engeland ) zou mogen jjtragten te verzekeren (>)•" De Witt zelf was
G>) D'fisTHAnss Tom. V. p, 100.
(q) IJ'Erriiitnis Tam. V. p. 161,198. Memoir. de Guicm
Lfrr. \l\ p 382. Cir) Refol. Holl- 17 May 1667. hl. 1. Da Wjtt Brieven,
U. Dtti, W. 487. 49U Wä' |
||||
a?2 VADERLANDSCHE LI. Boek.
1667. was niet vreemd van de gedagten , dat Frank«
doch hy dagt „ dat men zig bedroogen zou
w vinden met de Engelfchen , die, al hadt het w de Koning fchoon beloofd , met geene goe- w de oogen , zou können aanzien , dat £ Frankryk meester werdt van de Spaanfche „ Nederlanden (s)" Doch wat 'er van dee- zc heimelyke overeenkomst tusfchen Frankryk en Groot Britanje zyn mögt; 't leedt niet lang hierna , of Lodewyk de XIV. viel in de Spaanfche Nederlanden. Vooraf, fchreefhy egter , op den negenden van Bloeimaand, aan de Koninginlie Regente van Spanje , dat hy zulks van zins was te doen , voor het einde der gemelde maand (t~) : welke Briefte Ma- drid kwam , maar eenen dag na dat de Fran- fche Gezant aldaar de Koninginne , uit den naam des Konings van Frankryk, verzekerd hadt van deszelfs begeerte , om de Vrede te Lodewyk onderhouden Quy Van deezen Brief zondt de ftl'er hy» ten ze'^en dage , een affchrift aan de denStaa. algemeene Staaten (v). Op den zestienden, ten ken- vertrok, hy van S. Gcrmain, en op den vyf- nis van. entwintigiten van Amiens , aan 't hoofd van een aanzienlyk Leger, naar de Spaanfche Nederlanden , zig voor Charleroi in Hene- gouwen uederflaande (w). De Witt liet niet na,
O") Dï Witt Brieven II Deel, W. 491, VuUz ausfi D'E*-
TKAHES Tom. IV. p. 456.
(_t) D'KsrRAnES Tom. V. p. 2if>.
(.pj iwemrtir. «ie Guiche I.ivr. III. p. 379. t vj D'EsTRADB3 Tum V. p- 920 Aitzkma VI.Deel, W. 247- (w, u'EstHAi;£S Tom. V. p. ^iijiKj. Aitzh.ua VL Veelt H 251. |
||||
LI. Boek. HISTORIE* 273
na zig te beklaagen aan d'EstradeS, over
den fpoeJ deezer onderneeminge , onaange- zien zyne Majesteit van Frankryk , zo dik-* wils betuigd hadt, hiertoe, niet dan met kennis en overleg der Staaten, te zullen ko- men. nDit was, zeidehy, zyn voorneemen „ bekend maaken en uitvoeren op eenen „tyd, en den Staaten de gelegenheid affny- ö den, om het regt der Koninginne, bedaar- „delyk, te können onderzoeken, en daarna „ Spanje te beweegen tot een redelyk Ver- „drag; waarin hy gehoopt hadt, te zullen „ können flaagen, zo hem tyd gegund was, „ om de Steden te gerieezen van den arg- „ waan, welken zy opgevat hadden tegen den „Koning, en die nu elk deedt oordeelen , „ dat hy 't heimelyk eens was met de Engel- „ fchen." Doch d'Estrades zogt hem 's Ko- nings bekendmaaking te doen aanzien , als een blyk van vriendfchap en vertrouwen. Des anderendaags, deedt hy deeze bekend- maaking ter algemeene Staatsvergaderinge •<, daar hem , kortelyk , geantwoord werdt, „dat de Staaten verwonderd waren over 's „ Konings befluit, en raadpleegen zouden n op het gene hy hun , van zynen wege , ,,voorgedraagen hadt (x)." Sedert, ver- zekerde Lodewyk de XIV. aan de Witt, op zyiï Koningklyic woord, dat hy geene over- eenkomst gemaakt hadt met den Koning van Engeland (y); fchoon 't, nogtans, duidelyk, ge-
C*) D'Estrades Tom. V. p. 233-539.
Cv) D'Ksrr.ADEs Tom. V. p. 3«o< XIII. Deel. S
|
||||
274 VADERLANDSCHE LI. Boek.
|
||||||
1667. genoeg bleek, dat men, in Frankryk , de
■—— vriendfchap van Karel den II. zogt (V). De Staaten beflooten, terftond hierop, hunne poogingen aan te wenden, om de zaaken te brengen tot een verdrag. Zy hoopten, dat Frankryk zig zou laaten vergenoegen met eenen afftand van Kameryk, S. Omer , A- rien en het Franche Comté: waartoe zy kans zagen, het Huis van Oostenryk te beweegen (a). Doch om dat zy niet wisten, hoe ver zig de oogmerken van Frankryk zouden mogen uitftrekken, beflooten zy , zig te lande te wapenen, en de grenzen van den Staat te voorzien (T). Men was, in Frankryk, niet onkundig van deeze bell uiten, en een der Staatsdienaaren hadt zig reeds laaten verlui- den , dat men den Staaten, zo zy zig roerden, den Koning van Engeland op den hals wer- pen zou. Ook vreesde men hier voor Zwee- den en voor den Bisfchop van Munfter (c). De laatfte was wederom begonnen te wer- ven, en men meende, dat zulks, door heime- lyke aandryving van Frankryk, gefchiedde, om de Staaten in onrust te houden, en van 't befchermen der Spaanfche Nederlanden te doen afzien. De Staaten fchreeven 'er over, aan den Keizer , aan eenige Duitfche Vor- ften, en zelfs aan den Koning van Frankryk, die zig verbonden hadden, de jongfte Vrede, met
O) D'Estradks Tom. V. p. 337, 341. 355 De Witt
Brieven iV. Deel, H. 578. O) Seer. Refoi. Iloll. 20, 26 May 1667. II. Deel, U-
552» 553- 00 y»iez D'Estrades Tum. V. p. 33 t.
CO De Witt Drieven II. Deel, il. 507.
|
||||||
\
|
||||||
LI. Boek. HISTORIE.
|
||||||||
ß?5
|
||||||||
met den Bisfchop gemaakt, te zullen handhaa- iflj?.
ven. Ook hadden 'sBislchopswervingen, die ----—
nog totin't jaar 1668 voortgezet werden,ten
dcezen tyde, geen gevolg (</). Lodevvyk de XIV. vervolgde, midlerwyl, De Fran-
zyne onderneeming in de Nederlanden. Voor JjJ«J '^ 't einde van Zomermaand, waren hem Char- ve^Chei. Jeroi, S. Wynoksbergen, Veurne, Aath en den' ste- Doornik in handen gevallen. In Hooimaand, den in de nam hy Douai, Oudenaarden en Aalst in: doch j^»"- Aalst werdt geflegt en verlaaten. In Oogst- Neder. maand, bemagtigde hy Rysfel, negen dagen ïamkn. na 't openen der loopgraven («). Doch fommigen hebben aangemerkt, dat alle deeze veroveringen van te weinig belang waren om den Koning te verzekeren van't bezit derSpaaniche Nederlanden (ƒ). De Markgraaf van Kastel-Rodrigo hadt, XI.
ondertusfehen, niet verzuimd, by de Staaten, Opening aan te houden om hulpe, te gelyk, te kennen ^„d"lie geevende, dat de Koningin van Spanje niet iing tus- ongeneigd was, tot een redelyk verdrag met fcheo Frankryk (g). De Koning van Frankryk, Frankryk hiervan kennis bekomen hebbende, gaf, in ? Span" 't begin van Hooimaand, last aan d'Estrades, Eisendes die toen te Breda was, om een' keer naar den Koningi Haage te doen, en de Witt voor te flaan, Y,an dat hy zig. ter voldoeninge van al het regt, |™k' welk '
fd~) Secr. Relbl. Holl. 6 August, lüfy. II. Drei, K 581.
D'EsWAO. Tom. V. p. 335- Aitzema VI. Deel, tU ajï. «51» 34*- 34'>» "4.
(e) Aitzema VI. Deel, M. 25^-157, 260.
ff) Feuquier. Mem. Hlltor. & Milit. Tim, I. f. 105 'W
'(j) D'Estraoks Tum. V. f. 2Qr, sya.
s^
|
||||||||
t
|
||||||||
276 VADERLANDSCHE LI. Boek.
1667. welk aan de Koninginne van Frankryk, door
p——» den dood van den Koning, haaren Vader, vervallen was, met het Franche Comté, het Hertogdom Luxemburg, Kameryk en het Kamerykfche, Arien, S. Omer, S.Wynoksber- gen, Charleroi, Doornik en Douai, te vrede zou houden (^). Doch men oordeelde, in den Haage , deezen eisch zo buitenfpooriga dat de VVitt verklaarde, dat dien toe te liaan zo veel zou zyn, als of men alle de Neder« Voorflag landen afftondt. De Raadpcnfionaris floeg, van de derhalve, uit zig zei ven (/), voor „ dat de * ff Koning zig behoorde te vergenoegen, zo „ men hem het Franche Comté, Kameryk en „ het Kamerykfche, S. Omer, Arien, Douai, „ S. Wynoksbergen en Veurne afltond; „mids hy Doornik, Charleroi, welk men gontmantelen zou, en alle andere Plaatfen B te rug gave ; dat men , wyders , eene „ wapenfchorfing fluiten moest, voor den Ätyd van drie maanden, binnen welken, de „Staaten de Regeering van Spanje zouden „zoeken te beweegen, om in deeze voor- „waarden te bewilligen: 't welk niet geluk- je kende met gemoede, zouden zy de wape- „ nen, ten behoeve des Konings , opnee- „men, om haar daartoe te noodzaaken: dat, „eindelyk, van nu af, zou worden vastge- wfteld, dat men, in geval de Koning van „Spanje, zonder wettige erfgenaamen , „overleedt, de Spaanfche Nederlanden ver- (V) D'Estrai>es Tom. V. p. 591.
CÓ Ub Witt JJrieven IV, Dttl, il. 51».
|
||||
LI. Boek. HISTORIE. 277*
„pligten zou, om zig, Volgens het ontwerp tg^.
„van den jaare 1663, tot een Gemeenebest ------->
„te verklaaren." Doch de Franichen had-
den nog geene ooren naar deeze voorflagen (Jt)i waarop de Staaten op andere middelen bedagt zyn moesten , om zulke magtige na- buuren (f) te doen veranderen van befluit. 't Eerst, dat in bedenking kwam, was het aan- gaan van verbintenisfen met Groot - Britanje, Zvveeden en eenige Duitfche Vorsten, ter be- vorderinge eenerredelyke vrede tuslchen Frank- ryk en Spanje. Doch alzo zulks niet, naar behooren, gefchieden kon, zonder veel arg- waan te geeven aan Frankryk, moest de han- deling hierover bedektelyk worden aangevan- gen. Al het beleid en de 1'chranderheid van den Raadpenfionaris de Witt kwamen, derhal- ve , te pas, om deeze gewigtige zaak tot een goed einde te brengen, Met Zweeden, was de weg gebaand tot XI1.
nadere eenigheid. De Graaf van Dona, als Twee buitengewoone Gezant van Karel den XI, ^ ""et herwaards gezonden zynde, hadt niet alleen zweeden last, om , nevens Flemming en Cojet, de gefloo- Vrede tusfchen Groot-Britanje te helpen be-ttn* middelen; maar ook, om, nevens den ge- woonlyken Refident Appelboom, te arbeiden aan een nieuw Verbond met de Staaten. Men kwam, na veel handelens, overeen (m), we- gens een Verdrag van cotitréande goede- ren, C*) D'Estrabbs Tam. V. p. 444-447. De Witt Blieven
II. Deel, il. 540, 541, 546, 55°-
|
|||||||||
l) Poiez D'EsTlMnM Turn. V. p. 287.
w) Aitzema VI. Üeet, VU v>ï - S2S. 1
|
|||||||||
sr8 VADERLANDSCHE LI. Boek,
\S6f. ren,welk,op den zestienden van Hooimaand»
——- getekend werdt (n): en op den zesentwintig-, Iten, iloot men een byzonder Verdrag, waar- by „het Elbingfche Verdrag en de ophelde- „ ringen op het zelve (o) , eindelyk , vernie- tigd werden. Het regt tot de fterkte op- „KaboKors, in Guinea, en zeker fchip, de „ Christina genoemd, werden aaa de Neder- „landfche Westindifche Maatfchappye af- „ geftaan „ mids daartegen aan den Koning „honderd en veertigduizend Ryksdaalers „betaald werden. Over de oude zaak, tus- „fchen Groot Johan en de Kriwitfen Q5) „ werdt, insgelyks, eene overeenkomst „ gemaakt, waaraan men 2&g beloofde te „houden. De verdere eifchen, welken men, „ wegens beloofde onderftandgelden , tegen „ eikanderen hadt, werden vernietigd gere- „ kend. Doch de andere openftaande gei'chil- „len, tusfchen de Zweedfche en Nederland- „ fche Maatfchappyen, zouden y naar regt en „billykheid, onderzogt, en zonder uitftel „ afgedaan worden (_$%" Met dit Verdrag, welk terftönd bekragtigd werdt (V), was de verkoelde vfiendfchap -tusfchen Zweeden en deezen Staat wederom herfteld. D'Estrades, de gevolgen van • deeze vernieuwde eendragt voorziende, hadt zyn best gedaan, om het treffen van het Verdrag te voorko- men f »*) Zie het in de Relbl. Hol!. 19 July 1667. W. 12. en ty
Aitzeva V(. Deel, 61. 212. , (e) Zit. XII. /Jeel, il. 439, 4^4, 481. (jt>) Zie XII. Deel, U. 271.
C?J Zie het Traét. by Aïtzbma Vr. Deel, U. il*.
i rj Zie Secr. Refol. Hoil. 29 jfuly 16Ó7. II. Deel, bl. 57*.
|
||||
LT.Boek. HISTORIE. 279
men (j); doch zyn toeleg was hem gemist. %gg7J
Voorts , hadden de Scaaten , terftönd na -----u.
het fluiten der Bredafche Vrede,, geraad- XIII.
pleegd op het afzenden van een buitengewoon gezant- Gezantfchap naar Engeland , waartoe , „aar1^,, van wege Holland , Joan Meerman, Bürge- geland! meester van Leiden; van wege Zeeland, Joan Boreel, Burgemeester van Middelburg, benoemd werden. Friesland zou 'er iemant bygevoegd hebben; doch de Staaten van dit Gewest konden eikanderen nietverltaan. Meer- man trok, eerst in Herfstmaand, vooruit, naar Londen, wordende Boreel, door onpasfelyk- heid, nog eenigen tyd opgehouden (*). Meer- man ; wiens Vader, Gerard Franszoon Meerman , een Advokaat van de Remonftrantfche ge- zindheid geweest was (1), en zig,ter gelegen- heid van zyn Huwelyk, met eene Dogter van den gewezen Leidfchen Burgemeester, Joan Pietenzoon de Bye, in't jaar i6i3, uit de Regee- ringe ontflaagen, te Leiden, nedergezet hadt; onderhieldt naauwe vriendfcbap met den Raadpënfionaris de Witt («), wiens geheimfte in-
CO D'Rstradbs Tom. VI. p.*t. . , .,.
(*) Airzi-.MA VI. Deel. l/l. 72-75, 147.
(k) Uit eene korte Leev:nsbe(c!i. van den. AuibasC. Mei*.
MAN. BIS. . , -
(1) Brandt gewaagt (Jliftor. der Reform. I« Deel,
bl. 197,) van eenen Grootvader van deezen, die den zelfden naam voerde, en van deszelfs Zoon Willem Meerman, by hooft, ergens, een overedel vermiß' genoemd, en gehouden voor den Schryver der Co- mmlia Féius en Mallen wagen. Deez' was een Oud- oom, en de geleerde Heer Mr. Gerard Meerman, thans Raad en Penfionaris der Stad Rotterdam, i» een Agter - kleinzoon des Ambasfadeurs. S 4
|
||||
s8o VADERLANDSCHE LI. Boek.
i&>7- inzigten hem geopenbaard werden. Hy kwam,
?"...... ■ in Wynmaand, te Londen, en begon, ter-
ftond, te handelen,onder anderen, over 't ge-
ne 'er vereischt werdt, om de Vrede tusfchen Frankryk en Spanje te herftellen: waartoe hy en Boreel byzonderen last ontvangen hadden. Zelfs moesten zy, volgens een geheim punt van deezen last, met den Koning, overleg- gen, of men, in geval de Vrede niet door zagte middelen kon bevorderd worden , ook tot nadrukkelyker zou dienen te komen (v). Doch wy zullen, hierna, beter gelegenheid hebben, om den uitflag hunner handelinge, die in den Haage voltrokken werdt, te ver- haaien. Meerman keerde, in den nazomer desj'aars 1668, uit Engeland, te rug (w). Wat laater, befloot men, ook met den Keizer en met de Vorften van Brandenburg, Lünen- burg en anderen in onderhandeling te tree- den, over het zelfde onderwerp. Naar den Keizer werdt een buitengewoon Gezantfchap gefchikt (x), welk door Prinfe Joan Maurits en den Heere van Beverningk bekleed zou worden, Doch verfchil onder de Gewesten , en verandering in den toeftand der zaaken was oorzaak, dat dit Gezantfchap niet ver^ trok (y). Da Midlérwyl, hadt de voortgang der Fran- gpaan- fche wapenen in de Nederlanden den Mark-
fchen graaf
O) Secr. Refnl. Holl. !* Sept. 1667 II. Deel, tl. 591.
fw) Brandt cie Ruiter, tl 619. (x~) Keer Refol. Holl. 28 Oilob. 3.5 Nov. 1667. II. £«■?,
H. 507, 606. (ƒ) Aitzema VI. Deel, hl. 520, 554' 87?» |
||||
HISTORIE.
|
||||||||||
LI. Boek.
|
||||||||||
aSi
|
||||||||||
graaf van Kastel-Rodrigo in de uiterfte ver- x^7,
legenheid gebragt (z), en, in 't begin van-------
Oogstmaand, bewoogen, om aanzoek te doen ken da
by de Staaten, ofzy, onder voorvvendfel van Staaten eenig Krygsvolk af te danken, genegen zou- ^ß°"'d> den zyn, het zelve in zynen dienst te laaten overgaan, en hem, daarenboven, twee mil- lioenen guldens te verftrekken, waarvoor hy hun de tollen op de Maaze en op de Schelde verpanden zou (ö). 't Bleef hier niet by. Na dat Rysfel over was, verzogt Gamarra, op den derden van Herfstmaand, gehoor by de algetneene Staaten, welken hy Brugge, Oost- ende en Damme, en de fchanfen S. Izabelle en S. Donaas ten onderpand aanboodt, zo zy den Markgraave van Kastel-Rodrigo een rnillioen guldens opfehieten, en hem twaalf- duizend man byzetten wilden (&). De Staa- ten van Holland neigden, terftond, tot deeze handeling, en ontwierpen een Verdrag, waar in zy , behalve de aangebooden' Plaatfen, Plasfendale, Slyp en nog eenige fchanfen in Vlaanderen tot onderpand begeerden (V). Ga- marra verzuimde geenen vlyt, om zynen voor- flag, ook by de andere Gewesten, te doenaan* neemen. Men meende zelfs, dat hy, ten dien einde, veel gelds fpilde (V). Ook verfpreid- den de Spaanfchen, alomme, dat de Koning van
(a) Zie Aitzema VI. Detl, tl. 304, 305, 307.
(a) D'E'TRades Ton. Vf. p. 11. C*) AiTiEMA VI. nul, H. 316. (ej Secr. Rofnl. Holi. 20, 24 SefitepA. 1667. II. Dee!% b\
£82, 5«j Aitzema V|. Deel, W, 319. {*) 0'BsTR.ipj» Tam. VJ. p. vj, 7», 156, |
||||||||||
S5
|
||||||||||
232 VADERLANDSCHE LI. Boek,
i6t?. van Frankryk naar de algemecne Heerfchap-
■ py ftondt „welke hy," zelfs naar 't oordeel van d'Estrades „ ligtelyk zou können beko-
„men, na dat hy zig meester gemaakt zou „ hebben van de Spaanfche Nederlanden, „die men, fchreef hy, wel voor verlooren „ mögt rekenen, zo de Staaten hun niet ipoe- „dig, en meteene aanzienlyke magt, onder- steunden^)." Men werdt, eenigszins, ver- iterktinde gedagten, dat Lodewyk de XIV. naar de algemeene Heerfchappye dong, toen men, omtrent deezen tyd, in Frankryk, een boek in 't licht zag komen, getiteld hei Regt des Körtings op het Keizerryk. Doch de Koning, beipeurende , dat dit Boek, welk met zyn Oktroi gedrukt was , veel gerugts maakte buitens Lands, deedt den Sckryver, zekeren Auboi, in de Baftille zetten (e). Voorts, zeiden de Spaanfchen „ dat Lodewyk 5, de XIV. beflootcn hadt, de Vereenigde „ Gewesten aan te tasten, na dat hy hunne „ Nederlanden overmeesterd zou hebben Nieuwe „(ƒ)." De Koning van Frankryk, derhalve, twcciedi- bedugt, dat de Staaten een hertig befluit Üa^van" m0Sten necmen ten zynen nadeele3 deedt Frank- hun, of eigentlyk den Raadpenfionaris de iyk. Witt, door d'Estrades, voorflaan „dat hy „zig, in geval de Koning van Spanje zon- . „ der kinderen overleedt, wilde houden „aan den voorflag, door de Witt gedaan, „en gedoogeu, dat de Spaanfche Nederlan- |
||||||||||
„defi
|
||||||||||
C<0 D'EsVuVdbs Tem. VI. p. 38.
(,«) D'Rstradps Turn. VI. p. 7g. C/3 D'Esiiuues Tom. VI. p. 43. |
||||||||||
LI. Bosk HISTORIE. 283
„den eeri wy Gemeenebest werden. Dat 1
„hy «ig vergenoegen zou met het Hertog- dom Luxemburg, Kameryk en het Kame- „ryklcüej Douai, Arien, S. Omer, S. Wy- „ noksbergen en Veurne, en afzien van het „Franche Comté, Doornik en Charleroi; „mids de Koning van Spanje aan dien van „Portugal," met wien Frankryk, onlangs, een befchudigend en verdedigend Verbond tegen Spanje geflooten hadt (g) „ voortaan, „den titel van Koning gave. Zo Spanje, „ nogtaiis , liever het Franche Comté dan „het Hertogdom Luxemburg wilde mis- ken, 't zou den Koning onverfchillig zyn. „Voorts, wilde hy belooven, voor het ein- „de van Lentemaand aanftaande, niets te „ zullen onderneemen, op eenige vaste Plaats „ in ue Spaanlche Nederlanden, zo de Span- „ jaards zig, van hunne zyde, verbinden wil- „ den, om geenen zyner fterke Plaatfen aan „ te tasten; mids de Staaten, van nu af, be- „ loofden, hem, zo 'er midierwyl 'geen ver- „drag getroffen werdt, niet verder tot uit- „ftel van vyandlykheden te zullen dringen. „Zo, eindelyk, de Spaanfchen niet konden „bewilligen in den Jbovengevorderden af- „ ftand, zou hy zig te vrede houden, zo hem „ alleenlyk werden afgeftaan de Plaatfen, „ welken hy , in den tegenwoordigen veld- „togt, zou veroverd hebben: welken twee- „ ledigen voorflag hy vertrouwde , dat alle „ Vcriten en Mogendheden zo redelyk zou- „den
(gj Zk het by Aitzkma VI, Dtel, W. a6a.
|
||||
284 VADERLANDSCHE LI. Boek.
|
|||||
1667. „ den vinden, dat niemant hunner zig zou wil-
„zyner oogmerken, als ftrekten dezelven,
„ om hem de algemeene Heerfchappy , of
„ zelfs maar de Spaanfche Nederlanden te
„verkrygen (/f)."
XIV. Van Beuningen, die, omtrent deezen tyd,
Openiiit; uit zyne bezending naar Frankryk, te rug ge-
»*!":*" keerd was (/), met d'Estrades over 'sKonings
gen. voorllag m gefprek geraakt zynde , gat te
verftaan, dat men Spanje niet zou können
beweegen tot het overgeeven van zo veele
Plaatfcn , zo de afftand der Koninginne van
allen verder regt op de Spaanfche nalaaten-
fchap niet te gelyk bekragtigd werdt (£).
Smaakt Doch deeze opening fmaakte kwalyk in
kwalyk prankryk; alwaar men vastgefteld hadt, den
ryk. aH " e^scn ^er Koninginne te vernieuwen, indien
de Koning van Spanje, zonder kinderen,
overleedt (7). Ook hadt men 'er merkelyke
agterdogt opgevat, over den handel van
Meerman in Engeland, en van de Witt, met
de Gezanten van Zweeden en van eenige
Duitfche Hoven, in den Haage. Doch de
Witt verzekerde aan d'Estrades, immers
volgens het fchryven van den laatften „dat
„de Staaten in geen Verbond tegen Frank-
„ ryk treeden zouden, zo lang de Koning
„genegen bleef, zig te verdraagen met
„ Span-
en) t'oiez D'Estraoes Tom. VI. p. <<f. C i ) Secr. Rclól- »Dil. 26 Oêtob. 1667. II. Deel, U, 59$ Os WiTi Brieven IV. Deel, öl. 490. (*.) D'Estrades Tom. VI. p. 66, 70. (f) D'EsiRAoes Tom, VI. p. ju.
|
|||||
LI. Boek HISTORIE. 235
„Spanje (f»)." En deeze verklaaring gaf 1 Af-
gelegenheid, tot eene onderhandeling over ■ een verdrag, tusfehen Frankryk en de Staa- ten, betreffende de middelen, door welken, men Spanje zou verpligten, om op redelyke voorwaarden te fluiten met Frankryk. De Loore Witt befteedde al zyn vernuft, om deezen J»*nde- handel derwyze te beleiden, dat de Koning j^Wiu van Frankryk hoop kreeg, om met Spanje temetd'Es- zullen können fluiten, zo hy zig, tenvyl men trade*, handelde, onthieldt van het voortzetten zy- ner overwinningen in de Spaanfche Neder- landen; waartoe hy, eerlang, te meer be- floot, overmids het jaargetyde verloopen was. De fchrandere Raadpenfionaris liet niet na, van tyd tot tyd, te verzekeren aan d'Es- trades, dat 's Lands welvaart en zyn byzon- der belang aan Frankryk verbonden waren, en dat men Spanje zou noodzaaken tot een redelyk verdrag, al ware 't zelfs, dat men, ten deezen einde, de wapenen van deezen Staat by die van Frankryk zou moeten voegen (V). Doch 't is ten hoogfte waarfchynlyk, dat hy, met deeze handeling, niet anders beoogde , dan Groot - Britanje en andere Mogendheden te doen ontwaaken, en te eerder te doen bewilligen in het Verbond tegen Frankryk, welk hy in den zin hadt (0). De
(m) D'Estradkï Tom. VI. p. 74, 75, 85, 91, 95, 117,
148. O) D'Estrades Tom. VI. p. 87, 98, ic«S, 113, 120, 131,
«IS» »47- CO Zie Dk Witt Brieven IV. Deel, 11, wi, 583.
|
||||
«S6 VADERLANDSCHE LI. Boek.
1667. De handeling, van welke wy fpreeken,
—'— hadt, inderdaad, merkelyken invloed op de
|?e raadpleegingen aan de Hoven van Londen
fchenbe- ^e^e en van ^rus^- De ftüftand van wa-
ginnen penen, die 'er uit volgde, deedt den ecrften eerigen fchrik der Spaanfchen bedaaren. Zy fpraken moed te njet meer van ^ voorgeflaagen' verpanding pen.P" eeniger Steden Cp), voorgeevende, dat de Koning van Groot - Britanje , met wien zy 'er over geraadpleegd badden, zig, deswe- ge, misnoegd getoond, en beweerd hadt, dat, zo men den Staaten eenige Plaatfen dagt in te ruimen, men hem, ten minste, Gend, Ype- ren, Diksmuiden en Nieuwpoort in handen moest ftellen (q). De Witt hieldt, nogtans, dit voorgewend misnoegen des Konings van Groot - Britanje voor eene loutere onwaar- heid, en wees verre van de hand de verpan- ding van het Land van Waas, welke men nu voorfloeg; om dat dit Land, welks inkomen, op vier tonnen fchats in 't jaar, begroot werdt, reeds ten deele verwoest was, door de Franfchen, en, ligtelyk, door ftrooperyen en brandfehattingen, verder zou können uit- gemergeld worden (V). Sommigen melden, dat Gamarra en de Baron van Bergeik, welke laatfte , door den Markgraave van Kastel - Rodrigo , naar den Haage gezonden was, nu een verdedigend Verbond voorfloegen tusfehen het Huis van Oostenryk en de Staa- ten, opzigtelyk op de Spaanfche Nederlan- den: C/O De Witt ISrioven IV. Deel, II. 523, 5<*«
(1^ 1)k Witt lirieven IV. Deel, hl. 492, 493, i<)\.
C r) Ds Witt lirieven IV. Deel, il. 524, 534, 535.
|
||||
LI. Boek. HISTORIE. 28?
den: in welk geval, men den Staaten eeni- i^7,
ge Plaatfen overgeeven wilde. Doch dat-------■
deeze voorflag, uit ontzag voor Frankryk,
van de hand geweezen was (ƒ). In Engeland, verwekte de handeling tusfchen Frankryk en de Staaten grooten argwaan, onder 't gemeen. Men vreesde, dat deeze twee Mogendheden de Spaanfche Nederlanden deelen zouden , en dat Frankryk, daarna, weinig werks zou behoeven te doen, om dezelven, en de Ver- eenigde Gewesten daarenboven, geheellyk, te overmeesteren. Doch Karel de II. en de Hertog van Jork, zyn Broeder, die veel op hem vermögt, waren te zeer in de belangen van Frankryk, om maatregels te neemen, tot voorkoming van zulk eenen geweldigen aan- was der Franfche magt. Daar moest eenige tyd verloopen, eer zy 'er, onder anderen ten minften om 't volk en 't Parlement genoegen te geeven, toe beiluiten konden; gelyk wy, wel haast, zien zullen. De Staaten, ziende den oorlog ontfteken xv.
op hunne grenzen, raadpleegden niet flegts, Raad- omtrent het einde des jaars, op het uitrusten Pleeg'n- eener Vloote tegen de aanftaande Lente (*); Ie"aan. maar waren, al veel vroeger, bedagt geweest, fallen om hunne Landmagt merkelyk te verflerken, van Le- en een Leger in 't veld te brengen, tot be- gerhoof- veiliging der Grenzen. Terwyl men hierover en' raadpleegde, kwam, in de eerfte plaats, in bedenking, wien men het opperbevel over de
(O D'Estrades Tom. VI. p. HO.
iej AirzmA VI. Dtel, U. 165. |
||||
288 VADERLANDSCHE LI. Boek.
1667. de troepen van den Staat zou opdraagen: en
------ by deeze gelegenheid , moest de Prins van
Oranje, noodzaakelyk, wederom in aanmer-
king komen. De Staaten van Zeeland had- den, in Zomermaand des voorleeden jaars, reeds begeerd, dat men hem zitting gave in den Raad van Staate: waartoe ook de ande- re Gewesten, op Holland na, neigden («)• Doch de Staaten van dit Gewest, in den Zo- mer deezes jaars, befpeurende, dat die van Zeeland, voor deeze reize, niet dringen zou- den , om den Prins van Oranje, die, in Louw- maand laatstleeden , in den ouderdom van ruim zestien jaaren, Lid der Hervormde Ker- ke geworden was £v), tot eenig Krygsampt te bevorderen; neigden meer, om hem in den Raad van Staate toe te laaten, dan zy te voo- ren gedaan hadden (v). Ondertusfijhen, zou- den de meeste Gewesten gaarne gezien heb- ben, dat men hem ook tot Kapitein - Gene- raal verkooren hadt. Maar Holland, door Utrecht onderfleund , beweerde , dat men hiervan niet reppen moest, voor dat de Prins agttien jaaren bereikt hadt (x). Men zag, ondertusfchen , in Holland , klaarlyk , dat men nadien tyd, niet zou können nalaaten, den Prins te bevorderen tot Kapitein - Gene- raal, vooral, zo de Staat mögt ingewikkeld raaken in eenen oorlog te lande; waarvoor men thans, met reden, bedugt was. Doch men
(O Aitzfma V. Deel, U. 815, 823.
fv ) Aitzems VI. Deel, H. 8c.
Cv) Secr. Refol Holl. 2 July 1667. If. Titel. bl. 555
(xj D'Estrades Tom. V. p. 348, 358, 365, 379 > ó3Ij
|
||||
Li; Bonit.
|
HISTORIE. aS9 ..
|
||||||
men vreesde, dathy, veelligt, iet ondernee- ^67.
men mögt, ten nadeele der tegenwoordige -------;
Regeeringe, of, gelyk men 't noemde, ten
nadeele der vryheid, zo men hem, nevens het oppergebied , over 's Lands Krygsmagt, ook zo veel gezags opdroeg over zaaken van Regeeringe, als zyne voorzaaten/in de hoe- danigheid van Stadhouders, eertyds , gehad hadden. Men was hierom bedagt op een Onc- middel, om deeze zwaarigheid te voorko- ^er£°™ men. De Raadpenfionaris de Witt maakte pfteïU_~ een ontwerp, volgens welk, het Kapitein- Gene- fchap- Generaal, voor altoos , afgcfcheiden raaifchap zou moeten blyven van het Stadhouderfchap, jygiden op zulk eene wyze, dat deeze twee waardig- van j,et heden, nimmer, door een' en den zelfden Stadhou- Perfoon, zouden können bekleed worden, derfchap.. De Leden der Vergaderinge namen dit Ont- werp eerst over (y); doch keurden 't, wel- haast, eenpaariglyk, goed, en, op den een- entwintigften van Hooimaand , floeg men , uit naame van Holland , den Gemagtigden der algemeene Staaten tot de geheime zaaken voor „ dat Prins Joan Maurits van Nasfau, „door hunne Hoog- Mogendheden , mögt „ verkooren worden tot Veldmaarfchalk der „ Vereenigde Nederlanden, en Paulus Wirtz, „ voor deezen Generaal over 't voetvolk in „ Zweedfchen dienst, tot tweeden Veldmaar- „ fchalk. Dat, by eenpaarige overeenkomst „ der Gewesten, mögt vastgefteld worden, „ dat allen, die ooit tot Kapitein - Generaal „ zou-
00 Secr. RefoL Holl. i July, 1W7. II. üiel, W. 555.
XIII. Deel. T
|
|||||||
ötcjo VADERLANDSCHE LI. Boek.
tw>?. „zouden mogen verkooren worden, of, on-
*------ ?J der eenigen anderen titel, het opperbe-
„ vel hebben over de Krygsmagt van den
5, Staat, te water of te lande, niet zouden ?? mogen zyn , of blyven Stadhouders van „ eenig Gewest of Gewesten. Dat de toe- 5, komende Kapitein of Admiraal - Generaal, j, by eede , verbonden zou worden, hierte- j, gen, nooit eenig verzoek te zullen doen, ^en het Stadhouderfchap , welk hem, t'ee- h nigen tyde, door eenig Gewest, mögt op- w gedraagen worden, van de hand te zullen ?j wyzen. Dat den Heere Prinfe van Oran- ?, je zitting verleend mögt worden in den ?? Raad van Staate, en dat hy, zo 'er een 5, Leger te velde gebragt wierdt, ook der- w waards , in polüique hoedanigheid , mögt ,j afgevaardigd worden, om, op deeze wy- ^ ze , gegronde kennis te verkrygen van n zaaken van geldmiddelen , regeeringe en w oorloge , en te bekwaamer te worden tot ,j zodanige bedieningen by en , over het „ Krygsvolk, te water en te lande , waar- jjtoe de Staat, naderhand, zou mogen goed- Wordt »vmc^en' ^lcm re verkiezen." Doch Zee- doof iand vondt geen behaagen in het byzonder- Zeeiand fte van deezen voorflag, oordeelcnde „ dat *fre- wmen den nakomelingen, door de bepaalin- k*UrCÏ' » §en» ^y ^en ze*ven ■> gemaakt, de handen w te zeer bondt, en dat men niet behoorde n te wyken van den ouden vorm der Regee- n ringe , in de Utrechtfe Vereeniging des w jaars 1579 , goedgekeurd , waarby den „ Stadhouderen de beflisfing gelaaten werdt n over
|
||||
LI. Boek. HISTORIE. 291
„ over de gefchillen tusfchen de Gewesten ig^.
„ om welken af te doen, men , tor hiertoe, _____
„ geen bekwaam middel hadt können vast-
„ Hellen, fchoon men, hierover, op de groo- „ te Vergadering des jaars 1651 , lang en „ breed, geraadpleegd hadt." Voorts, Hem- den de Afgevaardigden van dit Gewest Prins Joan Maurits ook tot Veldmaarfchalk. Doch zo men oordeelen mögt, eenen tweeden Veldmaarfchalk nood ig te hebben, verftonden zy, dat daartoe de Graaf van Waldek, of die van Dona behoorde verkooren te worden. Die van Gelderland oordeelden, dat men den Qevoe» Prins van Oranje tot Kapitein en Admiraal- lens der Generaal behoorde aan te ftellen, mids hy andere niet in de bediening deezer waardigheden GeWca- tradt, voor dat hy agttien jaaren bereikt zou tcn" hebben. Voorts, ftemden zy Prins Joan Mau- rits en den Graaf van Waldek tot Veldmaar- fchalken. Doch omtrent de bepaalingen, die Holland, in de Intruftie voor den Kapitein- en Admiraal - Generaal, wilde gevoegd hebben,, oordeelden zy , dat de Gewesten by derzel- ver vryheid gelaaten moeften worden. Fries- land was 't genoegzaam eens met Gelderland. Maar Utrecht viel, ten opzigte van den Piïnfe van Oranje, in 't gevoelen van Holland. Overysfel ftemde, wat laater , dat men, ten opzigte van de fcheidinge van 't Kapitein- Generaalfchap en 't Stadhouderfchap, een eenpaarig belluit in de Gewesten moest zoe- ken te wege te brengen. En Stad en Lande verklaarde zig uitdrukkelyk tegen de fchei- dinge der hooge waardigheden. Men floeg T 2 ook |
||||
«92 VADERI.ANDSCHE LI. Boek.
i6fy. ook voor, om den Prins van Oranje , niet
-------voor dat hy twintig of drieentwintig jaaren
bereikt zou hebben, aun te Hellen tot Kapi-
tein-Generaal. Doch hierop werdt niets be- flooten(s). De Staaten van Holland, mid- lerwyl, befpcurende, dat de meefte andere Gewesten niet te beweegen waren, om het Kapitein-Generaalfchap , voor altoos, te fcheiden van het Stadhouderfchap, kwamen, cindelyk , in Wintermaand , tot vastrtclling van een befluitdesaangaande (#), welk, reeds op den vyfden van Oogstmaand , genomen was, en ledert, onder den naam van eeuwig Edict, vermaard geworden is. Het behels- D« Swa- de „ dat de Staaten, na ryp beraad en over- ten van „ leg, in de Orde der Ridderfchap en Edelen Holland ^en jn de Vroedichappen der Steden, by. het Kapl«»eenpaarige overgil'te en medeflemming tein Ge- » VTan au,e de Leden, voor een duurzaam Ge- neraal- n bod en en eeuwige Wet, tot voorftand der fchaPva.n „ vryheid en behoudenis der eenigheid en huiider-" »gemeene ruste» hadden vastgeiteld: i. dat fchap,en whet vermogen tot de belchryving in de vemieti- B Orde van de Ridderfchap en Edelen, en de pen Jlct „ benoeming en verkiezing van Burgemee- bTeen „fteren, Vroedfchappen, Schepenen en alle eevzvig „andere Regeeringsperfoonen in de Steden, Edia. n voortaan, zou bly ven aan de Orde „ van de Ridderfchap en Steden in 't byzon- „der, volgens het oud gebruik of de Privi- »legien
f>) Aitzüm» VI. Deel, il. 141.147» »?7. 'Si. i«3> l6(5>
If.9, sii, f,n. («O Aitzsma VI. Deel, W. 168. D Estrades Tom. VI.
P- «59- |
|||||
*
|
|||||
LI. Boek. HISTORIE. 293
„ legien en Oktrojen, verkreegen ofnog te 1667.
„ verkrygen, zonder ooit, geheel of ten deele, ------
„ aan iemant te mogen worden afgeftaan. 2.
„ Dat alle ampten en bedieningen , ftaande „ tegenwoordig ter begeevinge van de „ Staaten van Holland en Westfriesland , „ aan dezelven verbly ven zouden , zonder „ hieronder egter de Krygsampten te be- „ grypen , omtrent welken hunne Edele „ Groot - Mogendheden zulke fchikkingea „ zouden maaken, als dezelven , ten mees- „ten dienfte van den Lande, zouden bevin- „ den te behooren. 3. Dat hunne Edele „ Groot- Mogendheden nooit toeflaan zou „ den, en de zaaken ter Generaliteit derwy- „ ze helpen beidden, dat ook by de andere „ Gewesten beflooten werdt, nimmer te zullen „ bewilligen , dat de gene , die ooit, na „ deezen, zou mogen verkooren worden tot „ Kapitein of Admiraal - Generaal, of tot „beide deeze waardigheden tevens, of, on- „ der eenigen anderen titel, het opperbevel „hebben over 's Lands Krygsmagt te water „ of te lande , te gelyk zy of bly ve Stad- „ houder van eenige Provincie of Provin- „ cien. Dat ook, wat de Provinde van „ Holland en Westfriesland betrof, niet al- „ leen niet hy, die 't opperbevel hebben „ zou over 's Lands Krygsmagt te water of „te lande; maar ook niemant anders, tot „ Stadhouder der zelve Provincie , zou mo- „gen worden aangelleld; maar dat gemelde „ waardigheid zou zyn en blyven vernie- „ tigd; zullende den Gekommitteerden Raa- T 3 Äden |
||||
29 \ VADERLANDSCHE LI. Boek;
|
|||||
1667. „den aanbevolen blyven, om zaaken, die
-------„ fpoed vorderden , in afwezendheid hunner
„Edele Groot - Mogendheden , af te doen.
„ 4. Dat de Edelen en de Vroedfchappen der „ Steden , de Leden der Vergaderinge van „hunne Edele Groot-Mogendheden en de „ Raadpenfionaris , by eede , zouden moe- „ ten belooven , de voorgemelde punten, „ heiliglyk en opregtelyk , te zullen helpen „handhaaven. 5. Dat het gemelde derde „ punt, in de Inftru&ien voor den Kapi- „ tein- en Admiraal -Generaal, zou worden „ gevoegd, en deeze by eede verbonden „ worden, om daartegen nimmer eeniger- „ lei verzoek te zullen doen, en het Stadhou- „ derfchap , zo 't hem , buiten vermoeden, „ t'eenigen tyde, mögt opgedraagen wor- „ den, van de hand te zullen wyzen (#)•" De eed, in dit Ediér gevorderd, werdt eerst door de Leden der Staatsvergaderinge , door den Raadpenfionaris en de Sekretarislen, en, daar- na , ook in de Vroedfchappen der Steden af- Misnoe- gelegd (c). Maar Zeeland nam zonderling ov"hier k'walyk, dat men, in Holland, beflooten hadt, het Stadhouderfchap te vernietigen, zonder dit Gewest te kennen; daar men, voor deezen, werdt 'er gezeid, hadt voorgegeven den Prins van Oranje , in tyd en wyle, tot alle de hooge waardigheden zyner voorzaaten, te willen bevorderen: immers, desaangaan- de,
(*") Refol. Holl. 5 d"g- t<M>7- '*'• 6u »'* de Refol. vaa
Confii. ten tyilc van De Witt. il. goo. (e) Refol, Uoll. 29. 21 üetemb. 1Ü67. *<• 6l > 6rt' " 3""* |
|||||
LI. Boek. HISTORIE. 295
de, niets, zonder Zeeland, te zullen vast- 1667,
(lellen. Het Huis van Oranje , en allen, verbaasd, over den ftap, dien Holland ge- daan hadt. De jonge Prins zag zig, voor al- toos , verfteken van het Stadhouderfchap van Holland , het aanzienlykfte der zeven Gewesten, en kon zelfs, met bewilliging van Holland, geen Stadhouder van Zeeland, of \ran eenig ander Gewest worden , ten ware hy, voor altoos, afzage van de waardigheid van Kapitein- en Admiraal - Generaal; van welke waardigheid ook de Stadhouder van Friesland van nu af aan , uitgeflooten was (i). Men begrypt dan, ligtelyk , dat hefe misnoegen tegen Holland , en vooral tegen den Raadpensionaris de Witt, dien men hielde voor de voornaamfte oorzaak van het eeu- wig Edifl, toenam by veelen. Midlerwyl, bragt het verfchil tusfchen de Gewesten, over de fcheidinge van het Kapitein - Gene- raalfchap en Stadhouderfchap, te wege, dat de Prins van Oranje nog geene zitting kreeg inden Raad van Staate; welke hem, anders^ zins , ook met toeftemniïng van Holland, zou vergund geweekt zyn. Wy zullen hierna gien, hoe 't met deeze zaake afliep. 't Leedt tot in 't begin des volgenden jaars, Aanftek
eer de Hoofden over 't Krygsvolk van denüngvaji Staat werden aangefteld, met volkomen' be- f"eg£J' williging van alle de Gewesten, Prins Joan 00 Mau-
f<0 Notul. Zeel. ia /ittgu/I. 24- Ney. 1(567, IL 102, i8ifo
AnjEiJA VI. i)tel, il. 143, 164. 169- T 4
|
||||
ap6 VADERLANDSCHE LI. Boek.
1667. Maurits en Wirtz werden Veldmaarfchalken:
■-------de Heer van Noordwyk, Generaal der Artil-
lery; de Ryngraaf en de Prins van Tarente
Luitenants Generaal der Ruiterye; en de Heer van Zuilenftein Luitenant - Generaal van 't Voetvolk (<•)• VT De handeling tusfchen Frankryk en dee- Karei de zen Staat, over de middelen om de Vrede JI. zendt tusfchen Frankryk en Spanje te herftellen, .Tempie hadt zo veel agterdogt veroorzaakt aan het waad« Groot - Britannifche Hof, dat men, aldaar, om een' eindelyk, andere maatregels begon te vol- Verbond gen (ƒ). De werving en uitrusting, over voor te welken men, in Holland, raadpleegde, had- ftaan" den, in Engeland, den fchyn, als of dezelven waren aangelegd , om Spanje te noodzaaken, tot bewilliging in zulke voorwaarden van vrede, als waarover Frankryk en deeze Staat famen zouden overeenkomen (g). En zy, die, hier, 't roer der zaaken in handen hadden , zagen niet ongaarne, dat men , in Engeland , hun gedrag dus opname 3 opdat Karel de II, eindelyk, 't gevaar bemerken mögt, welk zyn Ryk van Frankryk te wag- ten hadt, zo deeze Staat de Franfchen hielp tegen Spanje. In Frankryk zelf, meenden eenigen, dat men zig hier tegen Spanje wa- pende , en de Raadpensionaris de Witt, Frankryk, zo lang als mogelyk ware, buiten ag-
(O De Witt Brieven IV. Deel, il. 623. Aitzf.ua VI.
Dttl, hl 441.
/) De Witt Brieven IV. Deel, tl. 510, 5'4.559» D'Es-
T«.ades Tom. v\. p 173, '75' (g') lil Wijt Brieven IV. Deel, hl. 594, 631. |
||||
LI. Boek. HISTORIE. S97
agterdogt willende houden, deedt zyn best a i66j.
om d'Estrades te verfterken in deeze.gedag- ------
ten, tot dat Groot - Britanje zig nader geopend
zou hebben , over 't gene Meerman en Bo- reel last hadden aldaar te handelen, met op- zigt op de Spaaniche Nederlanden : 't welk eerst, omtrent het einde des jaars 1667, gc- fchiedde (/5). De Staaten van Holland had- den , ten zelfden tyde , een bell uit genomen, om de zaaken tusfchen Frankryk en Spanje te beleiden tot een Verdrag, waarby aan Frankryk eenige Plaatfen zouden worden af- geftaan. En dit belluit, welk in Engeland bekend werdt (/), fcheen vry wat toegebragt te hebben , om het Engelfche Hof te be- weegen , om zig ernfttger te moeijen met de Spaaniche Nederlanden. Ook begreep de Ko- ning van Groot-Britanje , dat hy , hierdoor, de gunst zyns volks , welke hy , door den oorlog met den Vereenigden Staat, meer of min verlooren hadt, wederom herwinnen zou. Men befloot, derhalve, een naauw Verbond te fluiten met de Staaten tegen Frankryk; en den Koning van Zweeden ook aan te zoeken , om in het zelve te treeden (£). Doch alzo Meer- man en Boreel geenen last hadden , om over zulk een Verbond te handelen; en men zo ge- wigtig een werk, heimelyk en fpoedig, diende uit te voeren; vondt men dienftig, den Ridder William Tempte, 'sKonings Relïdent te B rus- fel, |
|||||||||
?
|
Ä") Dr Witt Rrieveii II. Deel, W. 600.
|
||||||||
O Si'cr. Refii). Holl. 10 l>ec. 1667. 11. Deel, hl. 614. I>K
Wut Brieven «V. Deel, W. 562. (*) Rapin Tom. IX. p. ajii, 272. ÏS
|
|||||||||
298 VADERLANDSCHE LI. Boek.
|
|||||||||||
1667. fel, in allcryl, af te vaardigen naar Holland,
-------om óen Raadpenfionaris de Witt, op dit ftuk,
te ondertasten. Temple kwam , den dertig-
Zyn ge- ßen van Wintermaand , als in 't doorreizen met den naar Londen , werwaards hy voorgaf een* Raadpen- keer te moeten doen , den Raadpenfionaris fionaris bezoeken, en hieldt hem onder anderen |
|||||||||||
de Witt.
|
|||||||||||
voor „ hoe hy van den Koning, zynen Mees-
„ ter, gelast ware, om uit hem te verneemen 3 „ vooreerst, of hunne Hoog - Mogendheden „ ook geneigd zouden zyn, om een befcha- „digend en verdedigend Verbond tegen „ iedereen aan te gaan met zyne Majefteit ? nten anderen , of hunne Hoog - Mogendheden 5, zig wel met zyne Majefteit zouden willen j, verbinden tot verdediging der Spaanfche „ Nederlanden , en , eindelyk , of men , in „ den tegenwoordigen toeftand der zaaken , „ ook zou können geraaden vinden , om „ een befchadigend Verbond tegen Frankryk „ met den Koning van Groot - Britanje te „ fluiten ? " Op deezc vraagen , antwoord* de de Witt „ dat de Staaten voor eenen „ vasten grondregel hielden , nimmer eenig „ algemeen befchadigend Verbond met ie^ „ mant aan te gaan , als houdende zy zulk „ een Verbond voor onrcgtvaardig in zig ,, zelf, en voor ftrydig met de Verbindte- n nisfen , welken zy met andere Mogendhe- „ den hadden. Dat zy ook , niet zonder de „ hoogfte onregtvaardigheid, een befcha- „ digend Verbond tegen Frankryk konden „ aangaan; doch dat het tweede Lid van „ zyn vuoritel, het fluiten van een Verbond »onc
|
|||||||||||
\
|
|||||||||||
\
|
|||||||||||
LI. Boek. HISTORIE. 299
„ ora de Spaanfche Nederlanden te befcher- i66f.
n men , nader in aanmerkinge kwam , en dat ------
„ hy gaarne weeten zou , wat de Koning ,
„ zyn Meester , hieromtrent gezind ware te „doen." Temple hernam „dat hy hiervan „ niet onderregt was ; doch niet twyfelde , „ of de Koning zou zig gereed toonen, „ tot het aangaan van zulk een Verbond , „ indien de Staaten zig , van hunnen kant, „ daartoe geneigd toonden." De Raadpen- sionaris , hem toen hebbende voorgehouden den inhoud van het jongde belluit der Staaten van Holland, om , naamlyk , de zaaken te helpen beleiden tot een Verdrag, waarby aan Frankryk eenige Plaatfen werden afge* ftaan ; verzogt, hierop, ten minfte , zyne byzondere aanmerkingen te mogen hooren. Waarop Temple hervatte „ dat hy voor „ eerlykcr en raadzaamer hieldt, dat men „ den Koning van Frankryk voor oogen „ ftelde de inbreuk , door hem gemaakt, „ op de Pyreneefche Vrede; dat men hem , „ daarna , bewooge om de ingenomen' Plaat- „ fen j by voorraad , wederom te ftellen in „ de handen der Spaanfchen, en dat men , „ vervolgens , het verfchil, door den gewoo- B nen weg van regten , en door onzydige j, zegsluiden , liete beilegten : of, zo de Ko* „ ning van Frankryk hiertoe niet te brengen „ ware met gemoede ; dat men 'er hem , met „ de wapenen , beide te water en te lande , p toe behoorden te noodzaaken. Doch zo de „ Staaten zig zo ver niet mogten willen uit- 3 laaien , begeerde hy te weeten, of men „den
|
||||
3oo VADERLANDSCHE LI. Boek.
1667. »den Spaanfchen niet eenige penningen zou
____»willen verftrekken, op onderpand in het
»Overkwartier van Gelderland, of elders
»in de Spaanfche Nederlanden , mids Oost- jj ende altoos onverpand bleeve ; in welk r> geval y de Koning van Groot - Britanje , » veelligt, het werk alleen op zig zou willen » neemen ; die , hoe men 't, van der Staa- j, ten zyde, omtrent de Verpanding , mögt B inzien , gaarne verzekerd zyn zou , dat zy „ niet met Frankryk aanfpannen , noch zig 55 tegen hem verzetten zouden , zo hy beflui- 5, ten mögt, om het werk , uit al zyne magt, 5, aan te grypen." De Witt antwoordde niet duidelyk op deeze voorflagen, en Temple zei- de , eindelyk ,, dat de Koning, zyn Meester, ,5 niet ftil zitten kon , en noodzaakelyk party „ kiezen moest," vraagende , ten belluite w hoe 't de Staaten maaken zouden , als de „ Koning , zyn Meester , door hunne beflui- „ teloosheid of tegenkanting, genoodzaakt zou ,5 worden , om zig aan de zyde van Frankryk „ te begeeven ; daar men hem Duinkerken , n Nieuwpoort en Oostende zou afftaan, za „ hy de Spaanfche Nederlanden ; en gantsch w Zeeland, zo hy de Vereenigde Gewesten n hielp overmeesteren." Op welk laatfte, de Witt alleenlyk zeide ^dat hy niet vertrouw- ,, de , dat zulk eene onregtvaardigheid vallen, „zou können in de gedagten van den Ko- „ning van Groot - Britanje." Des anderen- daags , kwamen de Wit en Temple nog eens byeen , en toen bleek , klaarlyk , naar 't oor- deel van deft Raadpenüonaris, dat de Ko- ning |
||||
LI. Boek. HISTORIE. 3°*
|
|||||
ning van Groot-Britanje gezind was, om i66j.
Spanje met der daad by te ftean. De Witt ——— deedt van 't voorgevallene verflag aan de Gemagtigden der algemeene Staaten tot de Franfche zaaken , en Temple keerde naar Londen (/), D'Estrades, ondertusfchen kennis bekomen XVII.
hebbende , dat Temple de Witt gezien hadt, ue Witt werdt, door den laatften , bevestigd in de ™£ ua_ gedagten , dat de Staaten gezind bleeven, om jes ge. xSpanje te noodzaaken tot het aanvaarden van rust, we- den tweeledigen voorflag , door Frankryk ge- ge«s hec daan , zelfs met de wapenen , indien 't anders j^"" niet mögt können gefchieden (m), waarop hy iUetTem- zig fcheen te verlaaten. pie. Temple hadt zo dra geen verflag gedaan t^^
van zyne reize, of men befloot hem , ter- ____.
ftond , met 's Konings last, wederom her-
waards te zenden: 't welk met zo veel fpoeds gefchiedde , dat men hem gehoord , zig op 't gene hy medebragt beraaden, een befluit daar- uit opgemaakt, zynen last in gefchrift ge- ileld s en hem afgevaardigd hadt, in den tyd van twaalf uuren («). Op den agttienden van Louwmaand, kwam hy wederom in den Haage (o), daar de zaaken , met den zelfden fpoed, werden voortgezet. Des anderendaags, kreeg hy gehoor ter algemeene Staatsvergade- ringe , daar hy , flegts in algemeene bewoor-. dingen , kennis gaf* van de begeerte zyns Ko- nings, r O IlE Witt Brieven IV. Deel, II. 609.
(m) D'Estrades Tom. V. p. 12a. n ) D". Witt Brieven IV. Deel, bl. 718, 624. 6ia, 630.
(#) D'Ejtradbs Turn. IV. f. 231. |
|||||
3o2 . VADERLANDSCHE LI. Boek.
|
|||||
^Ó8 nings , om de Vrede tusfchen Frankryk en
------- Spanje te herftelleh Q>). Hierop tradt hy
Men _ met de Witt en andere Gemagtigden cier al-
fluit,bin- gemeene Staaten in onderhandeling, en, bin- dagen.™ nen vier da§en 9 werden 'er twee Verdragen twee " geflooten £q~) , een van welken van het ui- Verbon- terite gewigt was. Zy werden, op den drie- Groot-6' entwintigften •> getekend , zonder dat men 'er Bxitanje. rugfpraak over gehouden hadt met de byzon- " dere Gewesten : gelyk , volgens de gewoone orde der Regeeringe , zou hebben moeten geichieden. Doch men week , in dceze ge- legenheid , af van de beflendigc gewoonte , op dat de handeling niet te vroeg rugtbaar worden zou : in welk geval, de Franfchen , Jigtelyk , eene fpaak in 't wiel gefleken zou- den hebben. Ook keurden de Staaten der byzondere Gewesten , federt , het geilootene voor goed (>), en de twee Verdragen werden, al vroeg in Sprokkelmaand, ter wederzyde, behoorlyk bekragtigd. Ook -werden toen de punten wegens den Koophandel en Zeevaart, omtrent welken men, te Breda , overeenge- komen was , vervat in een afzonderlyk Ver- drag , welk, op den veertienden , getekend werdt (s), hebbende men het gewigtigfte der twee andere Verdragen, hier, niet wil- len fluiten, dan op vaste toezegging van Tem- ple, dat men de beraamde punten van Zee- vaart, 00 Aitzpma Vf. Deel, bl. 38.1-385.
Cf) Dr Witt Brieven IV. heel, bl. 622, 626.
ir) WiCQiJEFuiiT Aiubasf. Uyr. II. p. 460. D'EstradBS
Tom. VI p. 358. O ZL her hy ATztM.i V(. Deel. bl 477. en in il Refol.
HolJ. ïi Maurt 1668. 61. 26. |
|||||
LI. Boek. HISTORIE. 303
|
|||||
vaart , in een afzonderlyk Verdrag , begry- igss.
pen zou (?). Wat nu de twee andere Ver- -------
dragen betreft, het minst gewigtige van de-
zelven was een bloot verdedigend Verbond, waarby partyen beloofden „ eikanderen , in inhoud B geval een van beide gedreigd of aangetast van h^c wwerdtj met veertig fchepen van oorloge, cen^' „en daarenboven met zesduizend knegten en.^nbloot n vierhonderd ruiters te zullen byftaan , mids verdedi- n dat de kosten , daarop geloopen , binnen gend n drie jaaren na 't eindigen van den oorlog , ^er, w voldaan werden , door de Mogendheid , ün jj die den onderftand genooten hadt: te wee- „ ten, veertien Oorlogsfchepen van zestig wtot tagtig ftukken gefchuts tegen agttien- n duizend zeshonderd zesenzestig ponden n fterlings ; veertien van veertig tot zestig ff ftukken tegen veertienduizend gelyke pon- j, den , en de twaalf overigen van zesender- „ tig ftukken ten minfte, tegen zesduizend „ ponden: de zesduizend knegten tegen j, zevenduizend vyf honderd ponden , en de n vierhonderd ruiters tegen duizend en veer- n tig ponden voor ieder maand, boven nog w zesduizend ponden eens, voor aanritsgeld n en toerusting der knegten («)." Doch het en van tweede en gewigtigfte Verdrag betrof den hetande- oorlog tusfchen Frankryk en Spanje. In de 'e 'Ilrek- Inleiding tot dit Verdrag, werdt verklaard , j^ddee „dat de Koning van Groot-Britanje en de vrede w Staaten der Vereenigde Nederlanden, met tusfchen Veel frankryk
" enSpanje Qt~) De Witt Brirven IV. t>ed, hl. C17.
(«) Aie het Trad in tie Secr. Rcltl. Huil. 24, 1<ijamnir. »668, 11. Ded, hl. Cz'U en iy /utzema VI. Deel, fc. 3ÜO. |
|||||
304 VADERLANDSCHE LI. Boek.
|
|||||
1668. » veel moeite , van den Aller - ChristelykfteR
------„ Koning verkreegeii hadden belofte, dat
te bevor- „ hy , van nu af, de wapenen nederleggen
deren* „ zou, zo de Koning van Spanje hem ,, inruimde of alle de Plaatfen , by hem , in 5, den jonglten veldtogt, veroverd, <ƒ, in „ itede derzelven , al het regt, welk Spanje „ nog hadt in het Hertogdom Luxemburg, wof in het Graaffchap van Bourgondk (2) » n benevens Kameryk en het Kamerykl'che , „ Douai, S. Omer, S. Wynoksbergen , Veurne j, en Link , mids de Staaten der Vereenigdc „ Nederlanden zig verbonden, om den Koning 5, van Spanje „ door redenen of andere mid- w delen > te bevveegen , tot het aanvaarden 5, van een der voorgemelde punten. Dat de „Koning van Groot-Britanje en de Staaten „ geoordeeld hadden, een goed werk te zullen j, doen , zo zy de twee Kroonen zogten te n beweegen , om de Vrede , op de gemelde „ voorwaarden , te fluiten. En dat zy , om ,. hiertoe te beter in ftaat te zyn , wegens j, de volgende punten, waren overeengeko- „men : i. Dat men den Koning van Frank- „ ryk zou zoeken te beweegen, om, by een 9) bondig Verdrag, aan den Koning van „ Groot-
(2) Comitatus Bttrgutidia, het GraaffcbopvanBour-
gondie, is, gelyk bekend is, het Franfche Comté. By AnzEMA en by Du Mont , (laat , gantsch verkeerde' lyk , Ducatus BursunUia. , het Hertogdom van Boiir- gnmlie. 't IC wam niet te pas, te fpreeken van den af- ftand van een Hertogdom, welk, al omtrent twee eeu- wen , in de magt van Frankryk geweest was. Zie iV. Deel , tri. 164. |
|||||
Ü.Boks. HISTOR TE. 305
» Groot - Britanje aan de algemeene Staaten
f» te belooven, dat hy vrede zou maaken » met Spanje, zó de Koning van dit Ryk de »Plaatfen, door den Koning van Frankryk »bemagtigd, of de andere bovengemelde » Plaatfen, of zulke anderen, waarover men, »wederzyds, zou mogen overeenkomen, aan »Frankryk afftondt en inruimde. 2. Dat »Frankryk toeftondt eene wapenfchorfmg »in de Nederlanden tot het einde van Bloei- » maand, op dat men tyd hebben mogte, »om Spanje tot een der bovengemelde pun- »ten te beweegen. 3. Dat beide Groot-Bri- »tanje en de Staaten, om Frankryk tot de »gemelde wapenfchorfmg over te haaien, »zig verbinden zouden, om Spanje, met »der daad, in een der bovengemelde pun- »ten, te doen bewilligen. 4. Dat men den »Koning van Frankryk zou zoeken te be- »weegen, om volkomen op deeze verbind- »tenis te vertrouwen, en, ten blyke daar- »van, zyne wapenen niet verder te voe- »ren in de Nederlanden, zelfs niet na 't »einde van Bloeimaand; maar aan Groot- » Britanje en de Staaten over te laaten > om »hem te doen ftellen in het daadelyk bezie »van't gene zy hem, by deezen, toezeiden. »5. Dat de beide handelende Mogendhe- »den en anderen, voor de onderhouding »der Vrede tusfehen Frankryk en Spanje, »wanneer dezelve gellooten zou zyn, zou- » den inftaan, en zeker aantal van Krygsvolk »fchikken, om tegen hem, die de Vrede »breeken mogtj desnoods, gebruikt te wor- XIII. Deel. V „den. |
||||
3o6 VADERLANDSCHE LI. Boek.
|
|||||
1668, „den, 6. Dat dit verdrag, binnen vier wee«
-------„ ken, wederzyds, bekragtigd zou worden
„ (y)" De zes gemelde punten van dit Ver-
drag werden haast rugtbaar; doch daar wa- ren 'er nog drie byzonderen, die men zeer geheim hieldt, vooral voor de Franfchen (2); waarvan de reden ligtelyk te belpeuren is, uit den inhoud dier punten, welke hierop uit- Geheime kwamen: „1.Z0, in de Vredehandeling tus- punten ?) fchen Frankryk en Spanje, eenige zwaa- zelve1!01 y"?hei^ voorkwame op het punt van den „affhnd van allen verder regt op de Spaan- „fche nalaatenfchap, zou men 't zo zoeken „te fchikken, dat hiervan, in 't Verdrag, „ of geheel geen , of alleen zulk een gewag „wierdt gemaakt, dat geene der twee Kroo- „nen, daardoor, eenig meerder of minder „ regt verkreege. 2. Men zou ook de Vrede „tusfchen Spanje en Portugal, op eenen tyd „als de Vrede tusfchen Frankryk en Span- je, zoeken uittewerken; doch zo dit zo „fpoedig niet mögt können gefchiedeii, zou „Frankryk Portugal, als zynen Bondgenoot, „ wel mogen byrtaan , en Spanje afbreuk „ doen; maar niet in de Nederlanden, wel- „ ken men, na 't fluiten van de Vrede tus- „ fchen Frankryk en Spanje, zou aanmerken, „als geheel bevredigd. 3. Zo, eindelyk, „tegen alle verwagting, de Koning van „Frankryk niet mögt korinen béwoogen „wor-
Cr) Zie Secr. Refol. HoII. 34. s>5 Jan. l66ö. II. Deel,
II. 6ix. en Aitzeua VI. Tieel, »■ 3<W. £*) Ds Witt Brieven IV. Veel, tl. 626. |
|||||
LI. Boek. HISTORIE. 307
|
|||||
„worden, om de Vrede met Spanje te te- nfófc
„ kenen, zo dra Spanje befloot tot den af- - ■ w ftand der Plaatfen, in den jongften veldtogt, „door Frankryk, veroverd, of van Plaatfen „ van gelyke waarde, waarover men elkan- „ deren zou hebben verftaan; of zo hy niet „voldeedt aan zyne belofte, of.aan de ver- „ dere voorwaarden , by dit Verdrag , be- „ raamd; of zo hy door uitvlugten of * flink- * obUqu* „fche ftreeken, het (luiten der Vrede mögt aries' „ zoeken te hinderen; in alle deeze geval- den, verbonden Groot -Britanje en de Staa- „ ten zig, om Spanje toe te vallen, Frank- „ryk, te water en te lande, den oorlog aan „te doen, en den Koning te noodzaaken, „ niet alleen om, op de bovengemelde voor- zwaarden, vrede te maaken, maar, zo 't „ mogelyk ware, om zig te vrede te hou- „den, dat de zaaken herfteld werden, in „den ftaat, waarin zy, door de Pyreneefche „Vrede, gebragt waren (V)." Zodanig was de inhoud van dit gewigtig Verdrag. Ter- Zweeden wyl 'er nog over gehandeld werdt., gaf de treedt*« Graaf van Dona te kennen, dat de Koning bekome'1 van Zweeden, zyn Meester, genegen was, den naam om'er, insgelyks, in te treeden. Ook werdt vantripie hy 'er, terftond, in ontvangen. Hy bedong alliantie, egter, ter deezer gelegenheid, merkelyke on- derftandgelden van Spanje, onder borgtogt van Groot- Britanje en van deezen Staat. Het Verbond, welk, federt, onder den naam van
(«O Zie Secr. Reib!. Holl. 14., »5 Jan. 166%. iL 6tf. ert
Aitzïma VI. Detl, il. 394, 755 V 2
|
|||||
30$ VADERLANDSCHE LI. Boe*.
1668. van triple Alliantie of drievoudig Verbond, ver-
den, in eene andere gedaante, herfchreeven, en, door de Gevolmagtigden der drie Mo- gendheden, getekend (b). XVIII. 't Bleek klaar, uit den inhoud van het drie- Aaumer- Volidig Verbond, en vooral uit de geheime «vwdee- Punten van 'iet ze^ve-> dat de handelende
'te Aiu- Mogendheden, met naame Karel de II. en de amie. Staaten, het belang beide van Groot-Britanje en van de Vereenigde Gewesten zeer wel begreepen, en ongaarne zagen, dat Frank- ryk magtiger wérdt in de Nederlanden. Sommigen hebben egter vermoed, dat Karel de II. alleen in dit Verbond getreden was, om zynen onderzaaten eenig genoegen te geeven; niet om zig, ftiptelyk, aan de voorwaarden te houden (c). Doch dit vermoeden rust meer op het gedrag, welk hy in 't gevolg gehouden heeft, dan op eenig genoegzaam blyk van zyn oogmerk ten deezen tyde. 't Kan zo wel zyn, dat hy,hierna,van oogmerk veranderd is, als dat hy nu reeds inzigten gehad zou hebben , waarvan hy, naderhand, eerst blyk gaf. Anderen hebben gegist, dat de Koning van Groot-Britanje, met het fluiten van dit Verbond, beoogde ,Frank- ryk te brengen tot eenen oorlog met deezen Staat, die, natuurlykerwyze, gelegenheid geeven moest, tot eene verandering der te* gen-
(*) Zie Sccr. Relbl. Ho». 17 May i«>8. II. Deel, «• <%•
en Aitzema vr. Deel, tl, 393, 407-417, 909-9,1. (O Rahn Tem; IX. p, 174. Zie ook Tbmple Mcraüft
H. 447. |
||||
hl. Boek. HISTORIE. 309
|
||||||||||
gemvoordige Regeeringe, welke, tot hier- i6<w.
toe, fterk onderfteund was door Frankrykj en, gevolgelyk, tot de verheffing des Prinfen van Oranje. Doch van zulk een oogmerk in Karel den II. heeft men ook geene zeker- heid. Wat den Raadpenüonaris de Witt aan- gaat; 't blykt niet alleen uit het drievoudig Verbond, dathy, die 't voornaafnlyk hadt helpen bewerken, gantseh niet in de Franfche belangen was, gclyk men hem nagegeven heeft; maar 't zelfde is ook af te neemen uit een befluit der Staaten van Holland, welk hy, maar weinige dagen voor het fluiten van het drievoudig Verbond , te wege gebragt hadt; waarin vastgefteld werdt, dat men Frankryk, des noods, met de wapenen, zou doen bewilligen in de voorgeflaagen' Vrede- punten, en waarin een ontwerp van Prinfe Willem van Furflemberg (d) , grootendeels , met het drievoudig Verbond overeenkomende, in alle opzigten , werdt goedgekeurd (e). De Ridder Temple fchreef ook , omtrent deezen tyd „ dat de Witt een regtfehaapen „ Hollander was, en noch het gemoed, „ noch de neiging hadt van eenen Fransch- „ man (ƒ)." Ook gaf de Witt den Staaten De Witt van Holland , zynen Meesteren , zo veel wor:lt» genoegen, dathy, nu vyftien jaaren, als n["uws Raadpenüonaris, gediend hebbende, den ze- totRaad' venentvvintigften van Hooiraaand deezes jaars, penficma- |
||||||||||
wederom, voor vyf jaaren, tot dezelfde
|
die. k00ie:'-
|
|||||||||
O) Zie De Witt Brieven IV. Deel, tl. 572.
O > Srer. Relbl. HoU. 14 'Jan. 1668. il. Die!, iU 615. U') TvUïle ßficvin, f}, v. *•'• 39. V 3
|
||||||||||
310 VADERLANDSCHE LLBoek.
|
|||||
1668. dieninge verkooren werdt, op een nieuw Be-
------- rigtfchrift, welk, ten zelfden dage, vastge-
Gefchen- ftt\ü was q/)# Zelfs werden hem, wat laater,
gedaan ™ in erkentenis van veele buitengewoone door dè diensten, door de Staaten , vyfenveertig Staaten, duizend, en, door de Orde van de Ridder- fchap en Edelen in 't byzonder, vyftiendui- zend guldens vereerd, in opzigt van welke laatfte gifte, hy ontlast werdt van het punt van zyn Berigtfchrift, waarby hem verbooden werdt, eenige giften of gefchenken aan te neemen (ß). Het drie- De openbaare punten van het drievoudig voudig Verbond , die, door de Witt, aan d'Estra- vero'or- ^es en aan Gamarra, medegedeeld werden, zaakt behaagden geen' van beide. Beide klaagden misnoe- ze, dat men den Koningen, hunnen Meeste- gen by rer,5 de wet zogt te ftellen. Doch de Witt fchen én w*st ^'Estrades, met goede woorden , te Spaan- bevredigen (7). Aan Gamarra, die, onlangs, fchen. openlyk, over hem geklaagd hadt ter alge- meene Staatsvergaderinge, voorgeevende, dat hy alle de Leden beftierde naar zynen zin (£), liet hy zig, vermoedelyk , lutte! gelegen zyn, op dat hy, by Frankryk, den fchyn te beter bewaaren mögt van, voor alle dingen, niet Spaansgezind te zyn. Aan 't Franfche Hof, ftondt men, in 't eerst, ver- baasd over het fluiten van het drievoudig Ver-
co Reibt. Hol!. 27 Jufy 16Ó8. U. 50, 5fi. f*) Refol. Holl. 3 August. 15 Septem». 1668. 4/. 70, 14» AiTZBMA VI. Deel, %l. 581. CO D'EmUDM Turn. VI. p. 24Q, 250, 258.
(kj D'EsTRADES Tom. VI. p. iCft, 187. |
|||||
HISTORIE.
|
|||||||||
LI. Boek.
|
|||||||||
3"
|
|||||||||
Verbond. Lionne fchreef, nogtans, dat hy i<sö8.
den inhoud goed en voordeelig voor den Ko--------«
ning vondt. Alleenlyk hieldt hy de bewoor-
dingen wat fchor en onheusch; waarom de Witt dagt, dat een weinig beleefdheid en toegeevendheid in 't uiterlyke 't werk wel tot een goed einde brengen zou (/): doch Lion- ne zou zo niet gefchreeven hebben, waren hem de geheime punten bekend geweest. Men wist egter, wel haast, aan 't Franfche Hof, dat 'er geheime punten waren, en men nam het de Witt kwalyk, dat hy ze voor d'Es- trades bedekt gehouden hadt (m). Doch de Raadpenfionaris voerde, zegt men, deezen te gemoet, dat deeze punten anders niet be- helsden dan „ dat de Staaten den Koning „ van Groot ■ Britanje, op zyn fterk aanhou- „ den, borg ftonden , dat Frankryk zig aan „den tweeledigen voorflag houden zou; 't „welk men niet in 't Verdrag hadt willen „ftellen, om den Koning van Frankryk niet „te kwetfen. In de twee andere punten, „den afitand en het Verdrag met Portugal „betreffende, was, zeide hy, meer niet „ vervat, dan in het ontwerp van Prinfe Wil- lem van Furftemberg, bekend aan 't Fran- „fche Hof, begreepen was (»)." 't Is on- De Fran- dertusfehen, te denken , dat de Franfchen fcben wel haast aan de juiste kennis van deeze ge- ^^de heime punten geraakt zullen zyn : die niet geheime heb- punteu.
C O D'Estrades Tom. VI. p. 263. De Witt Brieven IV.
J)/el, bt. r>4i>. (nï) D'Estrades Tom. VU p. 2rtli, 271, 272, 274. {ti) D'Estrades Tim. VI. f. 284. V4 _
|
|||||||||
312 VADERLANDSCHE LI. Boek.
|
|||||
(6ö8, hebben können nalaaten, misnoegen te ver-
r——— wekken tegen de Staaten , en tegen de Witt in 'tbyzonder (o). Terwyl ik dit fchryve, heb ik een gefchreeven Uittrekfel uit eenen brief van de Ambasfadeurs Meerman en Bo- reel, gedagtekend den vyftienden van Sprok- kelmaand, voor my, waaruit blykt, dat Ru- vigny, Ambasfadeur van Frankryk aan 't En- gelfche Hof, toen reeds iet wist van eenen toeleg, om de zaaleen te ftellen in denftaat, waarin zy, ten tyde der Pyreneefche Vrede, geweest waren (p): waarvan niemant zeke- re kennis hebben kon, dan uit de geheime punten. XIX. De Staaten lieten nu hunne voornaanifle De Staa- Z01.g gMn ^ om fe oorloogende Mogendhe- de'Ln an" ^en tot vrec*e te beweegen, volgens den h>
aan ve'r. houd van het drievoudig Verbond. Zy hau- fcheiden' delden hierover op verfchciden' Plaatfen: als, Hoven, aan 't pranfche Hof, werwaards de Heer van vorde- Beuningen wederom afgevaardigd was; in ring der den Haage, met d'Estrades; aan 't Hof van Vrede. Groot - Britanje, en vooral aan 't Hof van Brusfel, werwaards, in Louwmaand, wer- den afgevaardigd fitter Burgersdyk, Penfiona- ris van Leiden, en Jakob van der Togt, Penfio- naris van Gouda, niet last, om het afdoen van het pleit over zekere oude Brandenburgfche fchuld (q), hängende nu voor het Geregtshof van Mechelen (f); om het uitwisfelen van de be~ krag-
(o) M^fiveymiildii Kxtraonl. Ambatf. Mkermanv«*» Tt ftfcr«
ififtS. MS. D'EsiBy>r)Es Turn. VI. />. 371, y%, 345. (p) Zie tuk De Witt »Heven IV. Deel, lil. 665.. C f) Zie XI. lUel, bl iß;, 23g. i/j Reib!. HoJi. a April 1667. *& 3S. - |
|||||
JLLBqek. HISTORIE.
|
|||||||
SIS
|
|||||||
kragtigingen der Grensfcheidinge van Vlaanr 1668.
deren , en om eenige andere byzondere zaa- de Spaanfchen over te haaien, tot het fluiten der Vrede, op billyke voorwaarden. Ik zal in ftaat zyn, om van deeze handeling te Brus- fel naauwkeuriger verflag te doen , dan tot nog toe heeft können gefchieden, zynde my in handen gekomen de * eerfte opitellen van? "Knuten. zeer veele Brieven , door Burgersdyk en van der Togt, aan hunne Hoog - Mogendheden en aan den Raadpenüonaris de Witt gefchree- ven ; ook een goed getal van eigenhandige Brieven van den Raadpenfionaris de Witt, die nooit gedrukt geweest zyn, nevens veele an- dere egte Stukken en Brieven, die aan deeze gewigtige handeling merkelyk licht können byzetten. Doch terwyl men, in den Haage, arbeid- Lode-
de aan 't bevorderen der Vrede, kreegen de w,yk de Staaten , flegts weinige dagen na het teke- gi^-t'den nen van het drievoudig Verbond, uit eenen Staaten Brief van den Koning van Frankryk zelven, kennis, berigt „ hoe hy van zins was , tegen den dat hy „eerften van Sprokkelmaand, in het Fran- '/"in"" B che Comté te rukken , en zig aldaar van Franche „eenige fterke Plaatfen meefter te maaken. Comtete „ Zyn oogmerk hierin was, gelyk hy fchreef, tukken. wde Spaanfchen te brengen tot het aanvaar- dden der Vrede, op de voorwaarden, waar- q aan de middelaars zelven hunne toeftem- a ming gegeven hadden , en hen te bewec- CO AlTMMA VI. üetl, tU 7*6-
V 5
|
|||||||
314 VADERLANDSCHE LI. Boek.
|
|||||
i<*68. „gen om de handeling» waartoe de Mark-
- ■ n ken verkooren hadt, te beginnen. Ook n verklaarde hy verpligt te zyn, om zig te be- „ veiligen tegen een Keizerlyk Leger, welk, „ met het voorjaar , in 't Hertogdom Bour- „ gondie vallen zou: waarby nog kwam, dat „ hy aan al de weereld wilde doen zien, met „ welk eene opregte gezindheid tot vrede , 0 hy eenen ftilftand van wapenen tot aan 't K einde van Lentemaand aangebooden hadt; „ en niet, gelyk de Spaanfchen voorgaven, „ om dat men toch in den winter niet oor- „ loogen kon. Eindelyk , betuigde hy, on- 0 aangezien den vooripoed , die zynen wa- „ penen, in den aanftaanden togt, zou mo- v gen verzeilen , zig te willen houden aan „ den tweeledigen voorflag , te vooren ge- wdaan (/)." De Staaten, die voor eenen nieuwen inval in de Spaanfche Nederlanden bedugt geweest waren, werden, op deeze ty- ding, eenigszins gerust gefield; fchoon zy liever gezien hadden, dat de Koning van Frankryk zig ftil gehouden hadt, gelyk hy, te vooren, hadt aangebooden. Doch hy be- greep , dat hy niet gehouden was aan eene aanbieding, die door Spanje van de hand ge- weezen was. Wyders, vondt hy geraaden, het Franche Comté aan tt tasten, om dat hy niet twyfelde , of het voortzetten zyner o- verwinningen in de Spaanfche Nederlanden daar
CO IJ'EJTRADKS Tm. VI, f. 93!), 318. AlTZEMA V:. Deel,
il. 671. |
|||||
LI. Boek. HISTORIE. 315
|
|||||
daar men genoegzaam geen volk op de been \c>6t.
hadt, zou Groot-Britanje en de Staaten ge-------.
bragt hebben tot een belluit, om Spanje, met
de wapenen, te onderfteunen. De togt naar jjy 't Franche Comté Haagde gelukkiglyk voor maakr'er Frankryk. Befan?on , Salins , Dole , Gray Z'Bme^- en Joux , de eeniglte llerke Plaatfen in ditter van* Gewest, werden, in den tyd van veertien da- gen, bemagtigd: waarna de Koning, in per- foon, naar S. Germain te rug keerde («). 't Was, te vooren, in bedenking genomen, of men het Franche Comté niet onder de Ne- derlanden zou können rekenen, en of, der- halve, Lodewyk de XIV, volgens zyne aan- bieding, niet gehouden ware, dit Gewest te verfchoonen ; doch deeze bedenkelykheid kwam niet te pas , na dat het gantfehe Land- fchap, met der daad, in zyne handen gevallen was (v). De Staaten hadden zo dra geene kennis xx.
gekreegen van den voorgenomen inval in het l>e Staa- Franche Comté, of zy gaven 'erberigtvanaan tcn <?nn" den Markgraave van Kaftel Rodrigo. Ook fji"rken namen ze 'er gelegenheid uit, om hem ernftelyk grar.f van te doen vermaanen, tot het aanvaarden van Kartel- den ftilftand van wapenen tot den laatften R°drtg<» van Lentemaand , en van den tweeledigen a°m.aar_ voorflag j door Frankryk gedaan (w). De den van Afgevaardigden der Staaten, Burgersdyk en Frank- van der Togt, verzuimden niet hem hiertoe ryksfl<u, te
C«) D'Estrades Tom. IV. p. 278, 281, 292, 298. AlT«
ZEMA VI. Drei, il. 673. C O Ds Witt Brieven IV. f)icl, hl. 672. twj ftcfol. Cener. Men, 1 Febr. ifcüti. MS. |
|||||
3i6 VADERLANDSCHE LI. Boek.
1668. te dringen (#), Doch hy ftelde zyn antwoord
------- op hun vooritel vericheiden' dagen uit, en
llyzoekc verklaarde, eindelyk , dat hy geene volmagt
mittel, i^j. ^ om ^en tweeledigen voorflag te aan- vaarden (y~). Op de wapenfchorüng gaf hy geen duidelyk befcheid. Doch hy toonde zig gezind, om een' renbode af te zenden naar Spanje , om last tot het aanvaarden van den tweeledigen voorflag , of andere redelyke voor- waarden. Maar dit laatfte byvoegfei geviel den Staaten niet. De Witt fchreef, dat het voorilaan van andere voorwaarden kt gant- fche werk bederven, en om verre floaten zou kön- nen (z). Doch de Markgraaf zogt tyd te win- nen , zig verbeeldende , dat Groot - Britanje en de Staaten, door hun eigen belang, gedron- gen zouden worden, om den voortgang der Franfche wapenen, met geweld, te (hüten. Maar men hadt, hier, vastgeftéld, tot zulk een uiterfte niet te komen, dan wanneer Frankryk zig niet houden mögt aan den twee- ledigen voorllag, na dat dezelve, door Span- je, zou aangenomen zyn. De Witt fchreef, * ftattee- hierom, rondelyk „ dat de Heer Marquis zig ren. „ niet diende te * vleijen , dat hy, door ee- f Artifi- wnige f ftreeken, den Koning van Engeland fua' „ en deezen Staat, in den oorlog tegen Frank- „ ryk, zou können inwikkelen («)•" Ook lie- ten Yar) Mfcfiven rnn BuRcERs». en van der Togt van 8,
iz Fe'<r. 1668. iVSS. Qv) Misfiven als boven van 14 en 17 Febr. 16Ó8. MSS, Re-
Jol. Geuer. Peuir. 17. Fibr. iöS». SIS. Aitzbma VI. DeeljH. 768, 77a, 784. O) On'gin. Misfivc van de Witt aart tic Ge«tp. te IJrsj-
fel van 21 Febr. 1668. (*J Mislive ak toyiii,
|
||||
Lï.Boek. HISTORIE. yrf
ten de Afgevaardigden te Brusfel niét na, ^.
hem te vertoonen, dat hy op geenen onder-------
ftand hoopen moest, zo hy den tweeledigen
voorflag niet aannam (£). De Ridder Tem - ple, die den Markgraaf van Kaftel-Rodrigo ook wederom was komen zien, onderfteunde de poogingen der Staatfche Afgevaardigden, en bragt hem een weinig aan 't wankelen (c). Men drong, onder anderen, fterk op het af- zenden van Gevolmagtigden naar Aken, tot de Vredehandeling aldaar (d). En hy belloot hiertoe, eindelyk , zo wel als tot het aan- vaarden van den ftilftand van wapenen: doch tot de aanneeming van den tweeledigen voor- flag verklaarde hy naderen last uit Spanje te behoeven (e). Nogtans, ontveinsde hy niet, dat hy den voorflag zou aanneemen, indien hy wist, dat dezelve van de hand ge- weezen zou worden $ door Frankryk (ƒ). Hy zou, inderdaad , eerder geneigd geweest zyn, om den oorlog voort te zetten , met hulp van Groot-Britanje en van de-Staaten; doch deeze Mogendheden fielden de Vrede, op den voorgeflaagen voet, boven eenen oor- log, waarvan zy, en mogelyk de Staaten al- leen de meefte kosten zouden moeten draa» gen(g). Eindelyk, verklaarde, de Markgraaf, „dat
C&) M'slive van Burobrsö. en van der Tocjt van 2<-, Feto.
1668. MS. CO Orig. Misfive van W. Temple van 24 Feir. 1668.
(d) Oria. Misfive van hunne Hoog Mtg. van nFeto. ifï(>8.
(O Misfive der Gedep. van 2f> Fel/r. 1668. Misfive van UT.
Temple van 24 Feto. Ifiö8. MSS. CO De Witt Brieven IV. Deel, bl. (58r.
(g) Misfive van J. de Witt am W. Temflk ven 25 Feir.
ï66a. MS, |
||||
Si8 VADERLANDSCHE LI. Boek.
|
|||||
j558. r> dat ny zou können befluiten, een der twee
-------„ Leden van den voorllag aan te neemen ,
Hy ver- n zo Frankryk , voor 't Parlement van Pa-
klaart örys, afftand deedt van allen verder regt op derloor- » de Spaanfche bezittingen, en zig, in plaats waarden, „ van de genomen' Steden, die zig zo diep te kon- in de Nederlanden uitftrekten , vergenoe- ii en aan- gen wjide met anderen van gelyke waar- neemen. ^ dc>„ Maar men begeerde , dat hy zig , omtrent deeze twee punten, verliete op de middelaars (/;), waartoe hy geenen zin toonde. Midlerwyl, werdt de Vrede tusfehen Spanje en Portugal getroffen: 't welk de Spaanfche nog traager maakte , om met Frankryk te Hyaair floten (J). Doch van het aanneemen van vsard't de den ftilftand van wapenen , tot het einde Wapen- van Lentemaand, of Bloeimaand, of langer, fchor- ga£ (jg Markgraaf van Kaftel - Rodrigo eene fchriftelyke Verklaaring, den vierden van Lentemaand gedagtekend (£). Ook benoem- de hy den Baron van Bergeik tot Gevolmag- tïgde op de Vredehandeling te Aken. De vcrklaaring, wegens het aanvaarden van den ■ftilftand van wapenen, werdt, terftond, naar Frankryk gezonden, om den Koning, insge- lyks, tot het aanneemen van den zelven te beweegen (/): 't welk, niet dan met moeite, gelukte (jn). De Koning benoemde, omtrent den
(A) Misfive ra« W. Tbmple aan J. de Witt van 97 Fcbr*
16(1». MS. (O D'Estrades Tom VI. p. 325, 333. Aitzema VI Dtil*
il. S6>. (* IVttz D'Ks7Rades Tom. VI. p. 307.
tO D'Esthadïs lom VI p. y6, 311.
C»Ó D'E'traoes Tom. VI, p. 3»3» 331»
|
|||||
LI. Boek. HISTORIE. 319
den zelfden tyd, den Heer Colbert tot zynen 166t.
Gevolmagtigde op de Vredehandeling te ——- Aken. De Staaten fchikten den Heer van Beverningk derwaards («). Doch daar ver- liep nog eenige tyd, eer de onderhandelin- gen aldaar werden aangevangen. Beverningk was egter, op den zevenden van Grasmaand, reeds te Aken , gelyk my, uit eenen zyner eigenhandige Brieven, den tienden, vandaar, gelchreeven , gebleeiten is. Ondertusfchen, hadt men 't, by den Markgraaf van Kaftel- Rodrigo, zo ver gebragt, dat hy genoegzaa- me hoop gegeven hadt aan den tweeledigen voorflag te zullen aanneemen Qo), zonder zig te uiten, voor welk van de twee Leden hy zig verklaaren zou: 't welk men egter gaar- ne gezien zou hebben. Men deedt, vervol- gens, zyn best, om de Vredehandeling te A- ken te doen openen (j>). Men arbeidde, voor i^^«e al, ten deezen einde, in Frankryk. Van Beu- Franfche ningen en John Trevor, Engelfche Gezant al- Mof. daar, zogten den Koning ook over te haaien tot eene verklaaring, dat hy zig aan den twee- ledigen voorflag houden zou tot den vyftien- den van Bloeimaand; en tot het verlengen der Wapenfchorfihge, tot het einde der ge- melde maand. Eenige Duitfche Vorsten, te Keulen vergaderd, hadden zulks ook verzogt. Doch de Koning hieldt zig aan algemeene betuigingen van zyne geneigdheid tot vre- de fiOUcfol. Oener. fiere, ai Maart i<ï<58. MS. D'ESTtuo.
Tom. VI. p. 564, 338. (o) Misfive dor Gedep. van * Maart 16IR MS; Qp) Rcful. Ceiier. Manis ó Maart 1668. Dfüi |
||||
520 VADERLANDSCHE LI. Boek.
1668. de(#). Hy meende befpeurd te hebben, dat
•----- Kaftel-Rodrigo flegts tyd zogt te winnen i
tot de aankomst van agt- of tienduizend
Spanjaards, die, na 't fluiten der Vrede met Portugal, onder Don Jan van Ooftenryk j naar de Nederlanden Honden te komen (r). Van Beuningen verfloutte zig, fomtyds, den Franfchen Staatsdienaaren het gevaar voor te ftellen, waarin de Koning zig fleeken zou, zo hy zig niet hieldt aan den tweeledigen vöorflag (*). Doch deeze vrymoedigheid werdt hem kwalyk genomen aan 't Franfche Hof; De Lionne fchreef deswege aan de d'Es- trades „ dat hy zig verzekerd hieldt van de w Vrede, zo hy ilegts twee uuren met de „ Witt mögt können fpreeken , van wiens j, redelykheid en bekwaamheid om zwaarig'- Ä heden uit den weg te ruimen hy ten vollen j, overtuigd was. Doch dat de haastigheid ^en bedreigingen van den Heere van Beu- j, ningen, die zig alleen bezig hieldt met het Ä vertoonen van uitfteekende gevaaren $ Ä waarvoor de Franfchen niet zeer bekom- ^merd waren, alles moeften doen dugten jjvan eenen Koning, die zo roemzugtig was, j,en zo kiesch op het punt yan eere als de * Koning van Frankryk (*)•" Nogtaris gaf Lodewyk de XIV. zo veel toe, gelyk men 't noemde, dathy de Flaatfen, welken hy, tot aan
(~ f 5 Mlsfiv. der Gcdep. van 10 Blaart l6rt8. MS. D'Estrad.
Tom. VI. p. 344, 347. Aitzema VI. Deel, bl. 688. Cr) Orig. Wislive van C. van Ueuninckn van 8 April
I«Ö8. ( f ) D'Estrades Tom. VI. p. 3i%.
(O D'Eiirabes Turn. Vhf. 31a.
|
|||||
1
|
|||||
LI. Boek. HISTORIE.
|
|||||||
321
|
|||||||
aan den vyftienden van Bloeimaand , bemagti- 1668.
gen mögt, beloofde te rug te zullen geeven , —— zo Spanje den tweeledigen voorflag , in klaare bewoordingen, aanname («); Doch het weigeren van den ftilftand van Sommigo
wapenen , tot het einde van Bloeimaand , Gewes- werdt euvel opgevat in den Jïaage. Vier ft?lan djt Gewesten, Gelderland, Utrecht, Overysfel en men' Stad en Lande , beweerden , dat roen Spanje Span ja behoorde te helpen. Maar Holland en Zee- helPen land oordeelden, dat men Frankryk moest zoeken te beweegen , om de wapenfchoriïng toe te ftaan , geduurende den tyd , die , tus- fchen de tekening en bekragtiging der Vrede ? verloopen moest {v). Want men hadt het nu zo ver gebragt met den Markgraaf van Kastel - Rodrigo , dat men verzekerd was, dat hy zig aan den tweeledigen voorflag zou houden. De Vrygeleibrieven voor den I leere De . Colbert waren afgevaardigd. Kastel - Rodrigo deling hadt beloofd, dat de Baron van Bergeik, vordert, voor 't einde vän Lentemaand , te Aken «»'t zyn zou («O« Hy hadt Affchriften naar i?r°usfg*B Frankryk gefchikt van de bevelen , door hem gegeven , om de wapenfchorfing te houden tot het einde van Lentemaand : en hy hadt, eindelyk , zyne volmagt om te fluiten, waar- over men in Frankryk eenige ongerustheid hadt doen blyken , vertoond aan de Afgevaar- digden der Staaten (.#) 5 die hem j zo fterk, op
(«") n'F.STRADES Tom. VI. p. stfo.
Cr) D'Estrades Tam. VI- fi. 362.
Cw) Dit W'TT Brieven IV. Deel, bl. C96.
Ixj Zie dezelve by AlTZEMA VI. Deel, bl, 790,
XII. Deel, X
|
|||||||
322 VADERLANDSCHE LI. Boek.
i66&. op dit alles , gedrongen hadden , dat Tcmple
-------geoordeeld hadt, dat zy te driftig geweest
waren , en der Spaanfchen traagheid te weinig
hadden toegegeven. Doch zy vermoedden , Jermoe" in tegendeel, dat Temple den handel zogt te trem de rekken , om de Staaten , of alleen, of nevens oogmer- Groot-Britanje , in te wikkelen in eenen oor- ken van log met Frankryk. Maar de Wit, die Tem- Icmple. pje voor 0pregt aanzag , kon hem niet ver- dagt houden van zulk een flinksch inzigt, en fchreef den Afgevaardigden , ernftelyk , aan, dat het gering misverftand , tusfehen hen en Temple , ter deezer gelegenheid , ontflaan , behoorde gefmoord te blyven , op dat Frank- ryk 'er geen misbruik van maaken mögt, tot Gennjipe veragtering der Vrede (y~). Maar het aantas- over- ten van het Kasteel van Genappe door de meesterd pranfchen, welk , vier dagen, na dat de Fr?n-de Koning , in den ftilfland van wapenen tot het fchen. einde van Lentemaand, bewilligd hadt, ge- fchied was, en het bemagtigen van dit Kas- teel, hoewel de Franfchcn het, op 'sKonings last, kort hierna, wederom ruimden (s) , hadt nieuw misnoegen veroorzaakt, aan het Hof van Brusfel («). Men riep, dat Frank- ryk de Wapenfchorfing gebroken hadt, en men hervatte de handeling met de Staaten , over., de verpanding van een gedeelte der Spaanfche Nederlanden , welk nu bepaald werdt
O") 'M/sfiven drr Ocdep. van II, ij, ?8 Maart ifiiX Orij;.
Mis'five van w. Temple ran u Maart 1668. Orig. Miiüve
Van J OK Witt ran lft Haart 1W8.
(_.= _) i,utie de Sul,, de Lionne du 22e de Mars i66ti. t/S, £«y kclol. GeiKsr. Domin. 18 Haart i66g. HS, |
|||||
t
|
|||||
LI. Boek. HISTORIE. 323
|
|||||||
werdt tot het Overkwartier van Gelderland , j668.
Damme en de fchanfen S. Donaas en Izabelle ,, ■ |
|||||||
(#). Men fprak eerst van een millioen gul- Handel
dens , op dit onderpand, te willen opneemen. over de Doch de wederzydfche Gevolmagtigden kvva- j£rl>aa" men j na eenige dagen handelens (c) , in Van een den Haage , overeen , op den negenden van gedeei- Grasmaand, dat de Staaten den Spaanfchen £,e der hun geloove leenen zouden, om, hier te Lan- ££"^ de , twee millioenen guldens te ligten ; tegen derlau- dezelven , ten onderpand ontvangende Ar- den. genteau , Navagne , Stevensweerd , Venlo jnet de Sterkte aan de andere zyde der Miaze , Gelder en de fchanfen S. Donaas en Izabelle (^). Maar eer dit Verdrag nog gete- ontwerp kend was, hadden Van Beuningen en Trevor, van een met de Kraniche Staatsdienaars handelende Verdrag over het verlengen der Wapenfchorfmge, een jjj* t}e\ ontwerp van een Verdrag opgefteld , volgens en Spao» welk „ Spanje de Plaatfen, in den jongften je. n veldtogt veroverd , of eenige anderen , die n uitdrukkelyk genoemd werden, aan Frank- ^ ryk zou moeten afitaaii : doch zo Spanje }> zig , hierop , binnen zekeren -beftemden w tyd , niet verklaarde , begeerde de Ko- „ ning van Frankryk geene vrede te maa- M ken , dan op eene deezer twee nieuwe w voorwaarden 1. of afftand van alles , wat ?) de Koning van Frankryk , in 't voorleeden „jaar,
(b~) ReCnl. (Jenor. Mircur- 21 Maart rCÖS. MS.
■ (f) Misdve van den UaaJp. db VVirr van 2J Maart ifirt«. f d) <iccr» iltffol Hill s lo AuyH t6r>i!* u' l'eel' h^ ('W*
f.S». PoUz ausfi D'JiiTRAU. Tom. VI. p. 3*1. en AlTZEMA VI. Didt U. 7<5j. X 2
|
|||||||
324 VADERLANDSCHE LI. Boek,
1668. „ jaar, overmeesterd hadt, benevens het
—-----„ Franche Comté en Kamerryk. 2. of van 't
„ gene de Koning , tot nu toe , gevorderd
„ hadt, in ftcde der veroverde Plaatien , ver- jj mecrderd met het Hertogdom Luxemburg , „ of wel, met Doornik en Rysfel, ter keu- 5, re van de Spaanfchen." Wyders , werdt, by een byzonder punt van 't Verdrag van Verpandinge , beftemd , dat de Staaten geen geld zouden behoeven te fchieten , voor dat Spanje last gegeven hadt om , volgens dit Ontwerp, t& fluiten met Frankryk («). Doch de opkomende Vrede was oorzaak, dat dit Verdrag van Verpandinge niet werdt uitge- voerd ( ƒ ). Men Icheen, ondertusfchen, den Koning van Frankryk niet kwalyk te können neemen , dat hy, meester geworden van het Franche Comté , nu meer vorderde , dan hy te vooren gedaan hadt. Ook maakten van Beuningen en Trevor geene zwaarigheid , om dit Ontwerp hunnen Meesteren toe te zen- den. Doch zy begeerden 'sKonings woord, dat hy , zo de Koning van Groot-Britanje en de Staaten het Ontwerp goedkeurden, de Wapenfchoifing zou doen duuren, tot het einde van Bloeimaand. Maar men antwoord- de hun , dat zyne Majefteit hierop niet kon raadpleegen, voor hy wist, hoe zyn Ontwerp, te Londen en in den Haage, zou fmaaken. Evenwel, fchreef de Lionne aan d'Estrades, dat hy de Witt, in vertrouwen, verzekeren kon
|
||||||||||
I
|
O Voi'K D'Estruïes Tom. VF. p. 396.
ƒ J Mkfiv. ilcr Ge lep, te Urusfel van 5 Miy l6CZ. MS.
|
|||||||||
t
|
||||||||||
LI. Boek. HISTORIE. 325
|
||||||||
kon van de verlenging der Wapenfchorfmge , 166».
zo 't Ontwerp, hier en in Engeland , goedge- ———; •keurd werdt (g). De Staaten raadpleegden'er terftond, over; doch Gelderland, Friesland, Utrecht , Overysfcl en Groningen verwierpen 't, als eene nieuwigheid , die met de punten van het drievoudig Verbond niet overeenkwam (/5). Eenigen hunner veranderden egter van gedagten, en de Vergadering befloot, eerlang, het Ontwerp naar Brusfel te zenden , en den Markgraaf van Kastel -Rodrigo te dringen tot het .aanneemen van een der twee op nieuws voorgeüaagen' punten. Hagchelyk ilondt nu de Vredehandeling : XXn.
te meer, om dat de Franfchen , om hunnen 5^jJ" voorflag gewigt by te zetten , by Binch , be- van .t gonden byeen te trekken , onder den Mark- Franfche graave van Bellefonds , en Brusfel dreigden Leger, met een beleg (/) : waarop Kastel-Rodrigo aan de Staaten om hulp gezonden, doch tot antwoord bekomen hadt, dat hy geene hulp wagten moest, voor hy het Ontwerp , in Frankryk, met toeftemming van Van Beu- ningen en ïrevor , op het papier gebragt, hadt goedgekeurd (ir). Doch hierop volgde, r*"*?" op 't onverwagtst, eene verklaaring , dat de aan. ! Markgraaf van Kastel-Rodrigo last hadt ont- vaarde vangen , om van den tweeledigen voorflag, een der dat Punten
fg~) Origin Mijfive van den Amb. van iybuningen van jo
Phtirt !'•(>» I) ëstihm)*s Tem. VI p. $C>% (!i) D'EsTiiADM Tom VI. p 37T
CO Oriü M.-fw. vti.i ck A:nb. MkermaN ai BoiVEEL ytü
a /tpril >rt'.8. (.*; Relbl. Gcner. mare. n irtöa. US.
|
||||||||
X
|
||||||||
o
|
||||||||
326 VADERLANDSCHE LI. Boek.
|
|||||
1G6S dat Lid te aanvaarden , volgens welk , de Ko-
-------ning van Frankryk in 't bezit gefield zou wor-
van den den van alle de Plaatfen , welken hy * in den
d7en'e' jongfteii veldtogt, veroverd hadt. Hy ver- voorflag. klaarde zig ook bereid , om, op deezen voet, volmagt te geeven tot liet tekenen der Vrede te Aken , mids de Staaten hem , vooraf, verzekerden , dat zy hem , met zesduizend man , zouden byflaan , zo dra hy deeze vol- ten zen- maêt ge8'evcn zou hebben. De Staaten , de deneeni- Vrede dus , van den Spaanfchen kant, in ge- ge troe- noegzaame zekerheid gefield ziende , befloo- r>en naar tcn? terflond, zesduizend man, onder den Ko- 1 °' lonel Kirkpatrik (l~) , van Bergen op Zoom, af te fcheepen tot voor Lülo , om daar te toeven tot nader bevel, en, zo de Franfche troepen eenige merkelyke bevveeging maak- ten , geleid te worden binnen Brusfel of Den- dermoude , of eenige andere flerke Plaats in deezen oord Qm). Men hadt, onlangs, eene overeenkomst getroffen niet de Vorïlen van Brunswyk- Lunenburg , om drie regementen te paard en drieduizend man te voet van hun over te neemen (s). De troepen vervoegden zig, in gevolge van het befluit der Staaten , terflond, naar Lillo ( o ). Voorts, hadt men, op
(ï) Ori'g. Misfiven der Gedjp. te velde van 10 Maart, s
April iGf.3. ,«3 S-cr. Refol. HoM. io, i6 April iöfil!. 11. heel, il 6C4,
(tf«\, Rr.-ol. Gcner. 'jqvh 12 Apri irtrfH. MS Ong. IMisfiv. van den Rsadp. uk Win- van m. April i6rtH. (« Refoi. Woll. is» 21 Maart 1668. il 11, 34. Sccr.
Rclol. Holl 21 Maart f>6?. II. Oed, II. f136. Attzema VI. heel, 01. ^'S. S79 n'Es . RAiiF.s Ti.m. VI. p. 310, 31;";. (■J D'Esir.ides Tom. Vi. p. 304. Aiizema VI. Dtsl,
hl. 536. |
|||||
LI. Boek. HISTORIE. 32?
op de eerfte tyding , dat de Hertog van Beau-
fort , met de Franfche Vloot, in zee gefto- ken was, om Don Jan van Oostenryk te on- derfcheppen , last gegeven aan de Kollegien ter Admiraliteit, om 's Lands fchepen , ter- ftond , zee te doen kiezen , en den Koning van Groot-Britanje verzogt, zyne Vloot, van gelyken , te doen uitloopen Q>_). De »Staaten van Holland egter , bedugt voor oorlog met Frankryk , fchreeven den Afgevaardigden te Brusfel in 't byzonder, dat de IMarkgraaf van Kastel - Rodrigo geene hulp altoos te wagten hadt, zo hy niet in de voorgeflaagen' Vre- depunten bewilligde (<?). De Markgraaf deedt, ondertusfehen , zyn best, om den Staatfchen diets te maaken , dat de Fran- fchen op 't punt ftonden , om Valenchyn , Namen en Condd , gelykelyk , aan te tasten : alles om hen, ware 't mogelyk , in te wik- kelen in den oorlog, terwyl de Vrede zo goed als geflooten was (r). Gamarra lever- de ook een Gefchrift in ter algemeene Staats- vergaderinge , (trekkende ten zelfden einde (j). Doch de Staaten, dit Gefchrift duister, en , gelyk zy fpraken, vol haaken en oogen gevonden hebbende , bleeven dringen op het aanneemen van het jongde Ontwerp , 't welk men
(/>) lUfol. Goncr. Mire. il April ifiög MS. Sccr. Ilefol.
Huil. 6, 7 April irtrtS. JI. Deel. bl 640. (4) Origiii. Misfiv. van hunne Ed. Gr. Mog. Vn iï April
166«. O) M'sfive dor G^Iep aan bunne Hoog Mog. van 14 April
jfiriS. BIS- Oiigin. Msfiv. van den Raad», ds Witt ra:i 12 jpril I6fi8. l_* ) Zu AnZïJlA VI. Deel, hl. ?38.
X 4
|
|||||
V
|
|||||
-28 VADERLANDSCHE LI. Boek,
|
|||||
Ï66L men te Brusfel eenigszins beloofd ; doch nog
-------niet uitgevoerd hadt (t). De Afgevaardigden
lieten met na , volgens den last hunner Mees-
teren , by den Markgraave 3 aan te houden , op de tekening van het Ontwerp ; doch hy, geholpen door Temple, met welk inzigt, blykt niet klaar , bleef uitftellen en aarzelen (u). verdrag ]}e Koning van Frankryk, ondertusfchen, zien- Frankryk ^e * ^at ^et ^en Staaten ernst ware , hem te tot be- verpligten tot vrede, op de voorgeilaagen' vorde- voorwaarden , floot, op den vyftienden van Ting der Grasmaand, een Verdrag met de Gezanten van Groot-Britanje en van deezen Staat; waar- by „ hy eene Wapenlchorfing toeftondt, tot „ het einde van Bloeimaand, en tyd, tot „ het einde van Hooimaand, om Spanje te „ beweegen tot vrede, volgens het jongfte M Ontwerp, waaraan Frankryk zig zo lang „ houden zou : zullende men , na dien tyd , „ middelen beraamen, om een einde van „ den oorlog te maaken, zo de Vrede dan „ nog niet getroffen mögt zyn ( v )." Doch hoe nader Frankryk kwame, hoe meer Spanje ruggewaards fcheen te gaan (w). De Baron van Bergeik hadt nog geene volmagt, om iet te tekenen , te Aken , en de beweegingen der Staatfche troepen fcheenen den Mark- graaf van Kastel-Rodrigo afkceriger te maa- ken f il Refril. Goner filter. 13 April xMt. MS.
O") Mislive Itr Gidep. van 17 April idftii. MS.
C v) Misfive van tleu Amb. van ßsuNiNnRN van 15 Afril
ïfifi i. yoitz ausfi D'Esirades Tom. VI. p. 407. Aitzema VI. Deel. hl. 701, 71J3. ■'wj ivii>fii/e der Gcdepiif. te Brii6fel aan i* extr. Ambasf. in
tlngd. vim 17 April 166b. MS, |
|||||
LI. Boek. HISTORIE. 329
ken om te fluiten ( x ). Hy vorderde nu, dat 166S.
de Staaten hem fchriftelyke belofte deeden, ------
dat zy zig, ten zynen opzigte., naar den in-
houd van het derde geheim Artikel van het drievoudig Verbond, gedraagen zouden, eer Iiy last geeven wilde om te fluiten. De Staa- ten waren hem hierin te wille (j), en de Witt fchreef aan -B urgersdyk en van der Togt, „ dat men Kartel - Rodrigo, zo hy nu naliet 5, volmagt te geeven om te fluiten, niet dan n als eenen * flyfzmugen weigeraar zou kon- * opi. „ nen aanzien («)." Men liet het hierby niet. niaßer 'c Krygsvolk van den Staat, welk omtrent reMM Lillo lag, werdt, van daar, te rug ontboo- den naar Bergen op Zoom ( a ). Doch eer dit nog gefchied ware, hadt de Markgraaf, wel weetende, dat het in de magt der Staaten ftondt, om Frankryk gelegenheid te geeven tot het voortzetten zyner overwinningen, en nu last uit Spanje ( b ), en te gelyk de begeer- de verzekering bekomen hebbende van hun- ne Hoog Mogendheden (c), de volmagt tot het tekenen der Vrede doen vervaardigen ; die, nog voor het einde van Grasmaand, door Temple, in perfoon, naar Aken over- De gebragt werdt (</). Hier, was nu anders niet Vre'le te
(x~) O-ig Misfive ven H. v. Heverntnck van 17 April 1 (<(>?,.
iyj Reibl. Gtiier. I.tina \(> April ififili. MS Zie uokSe^r.
Rclol. 11-11. 16 April \(m. II. Deel, bl 66q. (2) Orig;n M'S!' van den Uan>1p. de Witt vm iö April
jf.fi'i Zie ook D'. Witt Brieven IV. lied, l/l f>-jz. («) D'ËsiRAn&s Tom VI. p. ,(14.
», Zie Aitzkma VI llee', bl. [1^4. (/• '• Zie iVitzeM'A VI. O-el, bl. lieft.
^tl) Misfi^c «icc üedep. van iy, 20 April i<j<)3. MS,
|
||||
33o VADERLANDSCME LI. Boek
|
|||||||||||
1668. te doen, dan het ontworpen Verdrag te te-
------- kenen : 't welk , na veel draalens van den
lusfchen Baron van Bergeik (e), als of "er nog hoop
Frankryk ware geweest, om de troepen van den Staat en Spante 1 1 ' ■ 1 r» /• 1 wordt te n'-mdgemeen te zien met de Franfchen, eiu-
Aken,'ge- delyk, op den tweeden van Bioeiniaand, ge-
tekend, fchiedde. „ Frankryk bleef, by de Aken- „ fche Vrede,in 't bezit van Charleroi, Binch, „ Aath, Douai en de Sterkte Schärpe, Door- nik , Oudenaarden, Rysfel, Arnientiers, n Kortryk , S. Wynoksbergen en Veurne , „met derzelver onderhoorigheden : alle wel- „ke Plaatfen hem , in 't voorleeden jaar, in n handen gevallen waren. De Koning van n Frankryk beloofde , terftond na 't af kon- „ digen der Vrede, zyne troepen uit het „ Franche Comté te rug te zullen trekken, „ en het wederom te zullen inruimen aan „Spanje. De Pyreneefche Vrede werdt, by M dit Verdrag, bevestigd , in alles , waarin „ dezelve niet van deeze verfchilde (ƒ)." Wy maaken te minder gewag van de overige punten, om dat de Vrede onzen Staat niet re- gelregt betrof. XXIII. Sommigen willen, dat de Staaten zeer ver- Aanmjsr- zet ftonden , over de keuze, die het Spaan- |
|||||||||||
kingen
over de zelve. |
|||||||||||
fche Hof, uit de twee Leden van den Fran-
fchen voorJlag, gedaan hadt , hebbende zy |
|||||||||||
niet vervvagt, dat men Frankryk meester
gelaaten zou hebben van verfcheiden' Plaat- fen , in 't hert van 't Land gelegen, Doch hier-
C«) Orig. Misf. van H v. Bp.vF.RNWr.K vim 1 May if/'ó.
(fj l'üiez Ü'Esiïudes Taut. VI. f>. 41U, AlTZ&MA Vl.Dttl, V. 714« |
|||||||||||
LI. Boek. HISTORIE. 331
hiermede zou het Spaanfche Hof beoogd heb- 166.}
ben, Groot-Britanje en de Vereenigde Ge- —— westen in de noodzaakelykheid te brengen, om Frankryk den oorlog aan te doen , wan- neer het maar de minste beweeging maakte, om zyne overwinningen voort te zetten in de Nederlanden (g). Wyders, kan men niet twyfelen, of het drievoudig Verbond is oor- zaak geweest van de Vrede te Aken; fchoon fommigen vermoeden , dat het, van de zy- de van Karel den II, alleenlyk gcflooten werdt, om het volk te mompen, en om, on- der fchyn van te voldoen aan de verbindte- nisfen vari het zelve, veel gelds te trekken van 't Parlement. Ook zou een zyner voor- naamftc gunstelingen, de Ridder Thomas Clif- ford-, niet lang na 't fluiten van het drievou- dig Verbond, en terwyl elk 'er zig over ver- heugde , openlyk, gezeid hebben: Onaange- zien dit alles, zullen wy welhaast eenen tweeden oorlog hebben met de Vereenigde Gewesten (^). Wat den Staaten betreft, zy hadden, met dit Verbond, hun oogmerk bereikt, en Frank- ryk gefluit, in'den loop zyner overwinnin- gen. Nogtans, konden zy niet nalaaten te zien, dat zy zig , hierdoor, het misnoegen van het Franfche Hof op den hals gehaald hadden. Want fchoon fommige hebben ge- fchreeven, dat zy om het drievoudig Ver- bond niet gedagt zouden hebben, zo 't hun van Karel den II. niet in den mond gegeven wa-
(g) Rapin Tom IX. p. 27(1.
(/ij RaI'in Turn. IX. (• 277, 278» |
||||
332 VADERLANDSCHE LI. Boek;
1668. ware (7); hebben wy, uit de Inftruftie en
■-------handeling van den Ambasfadeuren Meerman
en Boreel, te vooren, doen zien, dat men
zig, inderdaad, met Groot Britanje dagt te verbinden , tot befcherming der Spaanfche Nederlanden , ja , dat, hoe voorzigtig dit ftuk ook behandeld werd, het Franfche Hof, deswege, reeds agterdogt opgevat hadt, lang voor dat ïemple in Holland kwame, om het drievoudig Verbond voor te liaan, üok vind ik, in de eigenhandige Brieven van de Af- gevaardigden te Brusfel, dat de Markgraaf van Kartel - Rodrigo hun, op den derden van Bloeimaand, 's daags na 't fluiten der Aken- fche Vrede, als in vertrouwen, ontdekt hadt, v dat hy, uit verfcheiden' Brieven, met naame „ uit die van den Hertoge van Lotharingen, „ meende verzekerd te zyn , dat Frankryk » „ iets * gevvigtigs tegen de Staaten in den iels. y) zin hadt, ten deele , tot uitvoeringe der
„ oogmerken, die de Kroon, onveranderlyk, „ dagt hy, tegen alle de Nederlanden , ge- n vormd hadt; ten deele, om zig te wree- „ ken van de Vereenigde Staaten , die den „ voortgang zyner wapenen, door het drie- voudig Verbond, gefluit hadden (£)-" Wegens den aart en inzigten des Konings van Frankryk, hadt de Ambasfadeur van Beu- ningen ook zorgelyke gedagten; welken hy, ten deele in Cyfer , aan Burgersdyk en van der Tügt, overfchreef. Ik zal ze, tot vol- doe- CO Rapin Tom. IX. p. 377. C*jMi:fi/. der Uedep. te J.iusfel VM 5 May l6ö8. US, |
||||
LI. Boek. HISTORIE. 333
doeninge der weetgierigen, uit zynen oor-
fprongkelyken Brief, woordelyk en ontcyfcrd, hier invoegen: Den Koninck
„ 510. heeft de gedagten van een
Cyrus Alexan-
r„ 24. 37. 98. 80. 90. 83. enyan een 33. 63. 44.
der 't ver-
„ 94. 32. 68. 40. 45. 81. en 87. 89.44.81.85.
trouwen fyn
„ 80. 70. 88. 93. 44. 69. dat hy heeft op 1125
ongemeene maglit fortuin
„ 971 en 48. 71. 79. 86. 89 97. kleyne van
„ 69. en de 959. opinie van 't vermogen 1196.
andere Staten,
„ 32. 68. 40. 44. 81. 45. 1148. gevoet door luy-
„ den, die haar rekeninge in dm oorlog vinden, hem conquesten van de Spaan- „ doen 54. 45. 66. de 801. 1166.
fche Nederlanden facyl „ 344. foo 47. 32. 39. 56. 63. 32.
aghten dat hy ten-
„ 49. 85. 45. 6j. 816. 926 aan de 23. 90. 46.
tatie
„ 71. 90. 34. 88. 59. 46. foo V fcheynt niet kan „ wederßaan Ql)" D' Estrades ook, misnoegd over 't fluiten
van het drievoudig Verbond, fchreef aan de Lionne „ dnt men den luiden, hier, hun- w ne flegte handelwyze wel met woeker be- „ taald
(O Misfiv. y«u C. V. Beohihoen In dal» 27 Maart i6<58. flf&
|
||||
334 VADERLANDSCHE LI. Boek
1668. „taald zou können zetten, zo dra de Vrede
* hun zwak zo wel ais iemant, en waar men hen aan- tasten moet, wanneer de Koning zulks zal goedvin - den. Maar''t is 'er nu geen tyd toe (wz). Dezelf- de d'Ëstrades Ichreef, 's daags na 't iluiten der Vrede , aan de Lionne „ dat de Witt en de „ fchrandérften uit de Regeeringe overtuigd ,, waren, dat de Koning zig, in deezen veld- je togt, meester van de Spaanfche Nederlan- w den zou hebben können maaken , indien n by gewild hadt." God geen , laat hy hier- op volgen, dat ze zig, ten zynen tyde, de ver- pligting herinneren mogen , welke zy, deswege, aan den Koning hebben. Doch naar ik ze kenne, zullen zy, by 't overlyden des Körtings van Span- je , gereed zyn, om Verbonden te [meeden, en de Christen - Mogendheden te bewegen , om zig te kanten tegen 't gene zyne Majesteit, wettiglyk, zal vorderen. Hiernaar kont gy uwe Maatregels ueemen (»). Uit al het welke, ligtelyk, te belpcuren is, hoe de gemoeden aan 't Fran- fche Hof, na 't fluiten der Akenfehe Vrede, gefteld waren, en wat de Staat* in tyd en wy- le, te dogten hadt. Ook zal de gefchiedenis der volgende tyden ons doen zien, dat men, tegenwoordig, reeds, met grond, voorfpel- len kon, waartoe het wederzydsch belang beide Frankryk en deezen Staat beweegen zou. XXIV. Het fluiten van het drievoudig Verbond Men ar- en O) D'Estkades Tom. vr. p.276.
{11) D'Esii'.AUfis Tom. Vi. /».4274 |
||||
LT. Boek. HISTORIE. 335
en van de Vrede te Aken , Frankryk en de l6(t$È
Vereenigde Gewesten merkelyk vervreemd-------
hebbende van eikanderen, en Groot-Britanje, beidt,
ten minste zo 't uiterlyk fcheen, nader ver- weder- bonden hebbende met deezen Staat, gaf aan ?'Vaiin_ de vrienden van het Huis van Oranje nieu- ^cren we gelegenheid , om op de bevordering der van de» belangen van den Prinfe, die nu omtrent agt- Pnnfe tien jaaren bereikte, bedagt te zyn. De Staa- q3" . ton van Holland hadden , in 't vooiieedcn * J' jaar, reeds geftemd voor 's Prinfen zitting in den Raad van Staate; doch niet dan on- der voorwaarde, dat het Kapitein- en Admi- raal - Generaalfchap , voortaan, afgefcheiden bleeve van het Stadhouderfchap: waarin zy, cindelyk, in Louwmaand deezes jaars (0), drie Gewesten, Gelderland, Utrechten O- verysfel, hadden doen bewilligen. De alge- meene Staaten hadden, hierop , by meer- derheid van ftemmen , bellooten, de andere drie Gewesten , Zeeland, Friesland en Stad en Lande, te bezenden, en ware 't mogelyk tot het zelfde ontwerp van Harmonie of Over- eenftemming, gelyk het genoemd werdt, o- ver te haaien ( ƒ>). Naar Zeeland vertrokken Rezen- Jakob van der Steen , Burgemeester van ïiel, ding der Nikolaus Vhien , Penfionaris van Dordrecht, „e sTaal" en Gerard Kokerwan, Heer in Kallantshoek, ten naar Raad en Oud-Scheepen van Haarlem. Zy Zeeland hadden gehoor by de Staaten van 't Gewest, FriesIanJ op den vierden van Sprokkelmaand, en dron- *" fan- gen de. ' O) Rofol. Holl. 11, 12, 17 fm irtrtS. hl, 3, 6, Io.
r>; Ds Wjtt Drieven iV. üecl, W. 623. |
||||
336 VADERLANDSCHE LI. Boek.
1668, gen zeer, dat Zeeland, welk, in eene andere
------- gelegenheid, zig van dezelfde reden bediend
hadt, zig nu behoorde te voegen naar de
Oproer meerderheid. Doch de Vergadering der t« Veere. Staaten was thans , in zig zelven , niet zeer eenig : zynde Veere, ter gelegenheid eener dubbele benoeming van Wethouderen, in- wendig, vol oproers, en zo zeer verdeeld, dat de Stad dubbele Afgevaardigden zondt in de Vergadering der Staaten; en de Staa- ten reeds last gegeven hadden , om Krygs- volk naar Veere te doen trekken , toen de zaaken zig, aldaar, begonden te ichikken tot rust (#). Zy werden, eerlang, volkomen- lyk in ome gebragt, door Konflantyn Huigens, Heer van Zuilichem, en Laiirem Buifero, Heer van Dusfen - Muilkerk , Gemagtigden van den Prinfe van Oranje, als Markgraaf van Veere (V). Midlervvyl, hadden de Staaten van Zeeland, in Lentemaand, by een breed- voerig Vertoog, verklaard, dat zy niet kon- den verftaan tot de begeerde feheiding der hooge waardigheden (s). Van Friesland en Stad en Lande, werwaards Gaspar Fagel, Pen- fionaris van Haarlem , J. van Nyenburg en Gaspar Schade gezonden werden, kwam, eer- lang, het zelfde befcheid (;}. Uit deeze on- eenig-
(?) Noml. Zeel. afï, 47, s3, 30. 31 'Jan. 3, 4, 6, 7. 8,,
9, 10 Fe r 15, 16, 17, 19 Maart l6(A,bl. 5, 7, 9 , 10, 12, 16, 18, 19, 2i, 23, 25, 28, 35, 41, 42, 46,47. Kefol. Holl. 94, 25 Jan. Ifi68- bl. 2>i. Aitzema VI. Deel, bl. 469-474. (rj NdcuI. Zeel. 23, 24,26,27,28,2^,30 Maart 1668 W.50,
£,7,56,60,6.), 6701. Aitzema VI. Deel, II. 515, 658. ^t) Zie hunne Dt'iluctic by Aitzema VI. Deel, bl 499 ens»
CO Aitzema Vi.^Dtel, bl. 4^-495,513, 5*S> 607.
|
|||||
•:
|
|||||
LI. Boek. HISTORIE. 337
eenigheid der Gewesten , volgde noodzaa- iggg,
kelyk , dat de Prins van Oranje geflooten.-------
bleef uit den Raad van Staate,, De Staaten
van Zeeland waren , nogtans, na 't (luiten der Vrede te Aken , de eerften, die zyne bevordering wederom ter hand namen. De Raadpenfionaris de Huybert yverde, hierin, meer dan icmant: waarom fommigen, in Hol- land , gaarne gezien zouden hebben, dat hy van zyn ampt verlaaten geweest was: eeni- gen melden zelfs, dat men veel gelds fpilde, om de Steden Zierikzee', Goes, Vlisfingen en Veere hiertoe te doen befluiten («). Doch hiervan heb ik geene behoorlyke zekerheid, 't Blykt alleenlyk, dat men , ten deezen ty- rje Prins de, in Zeeland, toeleg maakte om den Prins van o- van Oranje tot eerften Edele te verheffen: ranje waaraan de Heer van Zuilichem, een Frans ch- ^°j£c E_ man in zyn hert, fchryft d'Estrades (v), ter dele va« gelegenheid van de onlusten te Veere, lang Zeeland, in Zeeland hebbende moeten toeven, naar alle waarfchynlykheid, de hand hieldt (w). Doch 't liep aan tot in Herfstmaand, eer de zaak haar bellag kreeg. De Voogden des Prinfen hadden , al voor veele jaaren, ver- zogt, dat zy de Leenen van zyne Hoogheid, in Zeeland gelegen, mogten verheffen van de Staaten van dit Gewest £*); midsgaders, dat hy, als Markgraaf van Veere en Vlisfin- gen , ter Vergaderinge van Zeeland, zitten |
|||||||
mögt
|
|||||||
Ca1) tVEsTRADis Tom. VI. p. 43Ï.
(v) D'EsTRAiiB« Tom. V. p. 8. (w) D Estrades Tom. VI. p. 367. (x) 'Notul. Zeel. 23 Ap.il J634. bt |8|*' xiiL deul. y
|
|||||||
338 VADERLANDSCHE LI. Boek.
|
|||||
i&S&. mogtQ). Sedert, hadden de Staaten befloo-
onder anderen, om het Markgraaffchaap van Veere en Vlisfingen; welk de Staaten vaii * Domini Holland verftonden, van hun, als* onmidde* tirecii. jyfe lócnhceren , te moeten verheeven wor- den, gelyk weleer gefchied was; in Zeeland te doen verheffen (s). Ten Zelfden tyde had- den zy vastgefteld, dat hun hulde en eed ge- daan zou worden, wegens alle Leenen , in Zeeland gelegen (ß): onder welken,, zy egter ook begreepen de Heerlykheid van Sommels- dyk, onaangezien dezelve in Overfiakké, en dus, onder het oppergebied van Holland, ge- legen was. Doch zy hielden zig voor onmid- delyke Leenheeren deezer Heerlykheid; ge- lyk de Staaten van Holland, met opzigt op het Markgraaffchap van Veere en Vlislingen, wilden gehouden worden (£): en de Heer van Sommelsdyk, federt veele jaaren, uit de gunst der Staaten van Holland vervallen, hadt die van Zeeland, welken hem beter zet- ten mogten, te liever voor zyne Leenheeren willen erkennen ; gelyk hy, inderdaad, ge- daan hadt (c). Ik meen egter niet, dat ie- mant, van wege den Prinfe van Oranje, voor dat hy zelf, ten deezen tyde , tot eerden E- dele verklaard werdt, de Zeeuwfche Leenen van
(y) Notul. Zee!. 23 Sept. ifijfi. tl. loc. 13 , 14, 30 April
ir>57. tl. 78, 80, 85. (2) Notul. Zeel. so. Maart, 28 July, 3 , 5 , 6, 7 Aug. lCiO* l>l. 3'J» 07. "o> "8. ii")) »23-
Ca) Notul. Zeel. 20 Maart 1(60. til. 3y- (b) Notul. Zeel. 3 Nov. 1(^3. bl. s60. Bjlag, il. si, 297. (>3 NutuJ' Zeel. 24 Sept. 1650. Ol. t?£. |
|||||
Li.Boek. II I S T O R I Ë, 35p
van de Staaten van Zeeland verheeven heeft. j^g.
Nudeedt hy 't, in perfoon , en hing, daar------->v
mede , eenigszins , het zegel aan het gevoe-
len van Zeeland'<, dat het Markgraaffchap van Veere en Vlisfingen, te vooren* ten on> regte, van Holland ter Leen ontvangen was. Ook heeft zyn opvolger in dit Markgraaf- fchap alleen aan Zeeland hulde gedaan. Om thans dit werk ten einde te brengen, toog de Prins, zonder de Heeren, die zorg voor Zy- ne opvoeding droegen, eenige kennis te gee- ven van zyn voorneemen, fchielyk, naar Zee- land. Alles was hier gereed gemaakt, om hem als eerften Edele re ontvangen, en zitting te verkenen in de Vergadering der Staaten : 't welk, op den agttienden van Herfstmaand» zeer plegtiglyk, gefcliiedde. Willem van Nas- faii, Heer van Odyk, fchoon buiten Zeeland gebooren, verfcheen, federt, hoewel tegen den zin van Zierikzee, ter algemeene Staacs- vergaderinge en ter Vergadering der Staaten van Zeeland, om 's Prinfen Perfoon te ver- beelden Cd). Hierop viel geene aanmerking by de Staaten van Holland. Doch men f cheen eenige zwaarigheid te zulleri maaken, zo de Heer van Odyk, gelyk fommigen zig ver- luiden lieten, te gelyk j als Raad ter Admi* raliteit in Zeeland h mögt voorgefleld wor- den (e). Ook meen ikj dat dit agterbkef* Maar
(ih NstuL Zeel. i8j ?9, so, ii, 12 Sept. 13, i« OBn'n
jo Nov ïSfiS. M. B«S • 5"8, 210, aifi, 221, *»3. 236, B4?. Aitzbma VI. BceU hl. 607, 6i3-6iij, 620. Mi fiv. uit MiU- ilt'b gedrukt 16M. (f.) Rel'ol. Holt. 10 Sept. ifif». b\. 77,
Y a
|
|||||
%
|
|||||
34o VADERLANDSCHE LI. Boek.
|
|||||||||
166B. Maar de Staaten van Holland, bedugt, naar't
—— fchynt, dat Zeeland, deezen flap gedaan heb- Holland bende , veelligt, voortgaan mögt, om den Sudhou- ^r*ns van ^ranJe tot Stadhouder te verhef- ders uit' fen' beflooten, ten deezen tyde, niet te zui- den Raad len gedoogen, dat eenige Stadhouder eener van Staa- byzondere Provincie ziting name in den te' Raad van Staate (ƒ). De Staaten van Utrecht vernietigden ook, in navolging van die van
Holland , het Stadhouderfchap van hun Ge- west (g) Dus werkten Holland en Utrecht tegen de bevordering van den Prinfe van O- ranje , terwyl hy, door Zeeland en andere Gewesten, gedraagen werdt. Ondeitusfchen, was hy, nu agttien jaaren bereikt hebbende, ïn Wynmaand, geheel buiten Voogdyfchap gefield, en zyn eigen meester verklaard (/£): waardoor hy meer gelegenheid om vrienden te maaken kreeg, dan hy, te vooren, gehad hadt. Doch het aanzien van Holland en de herltelling der Vrede hieldt zyne verheffing tot de bekende hooge waardigheden , nog eenen geruimen tyd, tegen. Midlerwyl , bragt het woelen voor en tegen zyne bevor- dering, onder eenen anderen naam, verlchei- den' Gewesten in roere: waarvan wy, hier, een kort berigt geeven moeten. XXV. Friesland , Overysfel en Stad en Lande, Twisc ia alwaar men , federt eenige jaaren , byna ge- fri«- duuriglyk, onderling overhoop gelegen hadt3 |
|||||||||
'and.
|
|||||||||
wa-
rf) Refol. Holl. 28 Sept. 19 Dcc. i6é\, il. 72, 59.. w 4e Refof. van Confid. VI. 872. (ff) AitZema VI. Deel, hl 632. (Aj AlTZKiiA VI. Deel, 1)1. 6j0i |
|||||||||
LI. Boek.
|
HISTORIE.
|
||||||||
341
|
|||||||||
waren , omtrent deezen tyd , wederom on- 166$.
eenig. In Friesland , was gefchil over het . regt om op de Landfchaps Vergaderinge te verfchynen: waarover de Gedeputeerde Staa- ten zig het oordeel aanmaatigden: doch zy gingen , naar fommiger meening , zeer par- tydiglyk te werk, eenigen uitfluitende van de Vergaderinge der Staaten, die , zeide men, waarlyk geregtigd waren, om aldaar te ver- fchynen. De Gedeputeerde Staaten, die 't anders verftonden, hielden buiten hunne Ver- gadering zulken, die, door eenigen uit Oos- tergo en Westergo , gemagtigd waren, om aldaar zitting te neemen , en bedienden zig , hiertoe, van de bezetting van Leeuwaarden, die zy voor hunne Vergaderplaats deeden post vatten. De Afgevaardigden der alge- nieene Staaten, te Leeuwaarden gekomen, om de Staaten van Friesland tot eenigheid met de vier Gewesten, in 't ftuk der fchei- dinge van het Stadhouderfchap en 't Kapi- tein- en Admiraal - Generaalfchap, te bewee- gen, kreegen haast kennis van de tweedragt, en deeden 'er hunnen Hoog - Mogendheden verflag van , die gaarne gezien zouden heb- ben , dat de beide partyen hun de bemid- deling of beflisfing hunner gefchillen had- den overgelaaten. Ook zou de zwakfte party, welke men Hollandschgezinden noem- de , en van welke de voornaamften waren Ernst Sikko van Jylua, Grietman van West- dongeradeel, Karel van Roorda en Livius van Scheltinga, uit Oostergo, en Jonkheer Idzard mn Groveßms uit Westergo, ligtelyk, beflopr Y 3 ten |
|||||||||
3-13 VADERLANDSCHE L'.Boek,
i6(53. ten nebben ; doch de anderen waren hiertoe
, niet te beweegen , en naamen 't zelfs zeer kwaiyk, dat de Afgevaardigden der alge-
meene Staaten zig eenigszins in hunne huis- felyke gefchillen hadden begonnen te ftee- ken. Ook lieten deezen hiervan,federt,af. De klagten der misnoegden werden voor de Staa- ten van Friesland gebragt (f); doch, of en op welk een wyze, zy aldaar afgedaan zyn, is my niet gebleekcn. Klaar genoeg is 't eg- ter, dat de fterkite party, die men Primgezin- den noemde , bovendreef, alzo de Gedepu- teerde Staaten, nog voor 't einde deczes jaars, eenen Brief lieten afgaan aan de Staa- ten van Gelderland, om dezelven, ware 't mo- gelyk, af te trekken van de Ilollandfche zyde (£). Onfus/en *n Gewest van Stad en Lande, waren in Stad gelyke onlusten gereezen, meest over de Man- en Lan- flering, of het onderzoek van de bevoegdheid rie- der Volmagten van 't platte land tot de Land- fchaps Vergaderinge. Eenigen hadden zig, al in 't jaar 1666 , vervoegd aan de Verga- dering der algemeene Staaten in den Haagc, en 'Ben hadt toen reeds een Ontwerp ge- maakt, tot bylegging der oneenigheid. Doch \ gaf, in de Provincie komende , geen ge- noegen (/). Men nam het zelfs den twee Om- melander Heeren, Egbert Klant en Johati Mepfche , die, naderhand , Gemagtigden uit de algemeene Staaten verzogten , zeer eu- vel, O) Aitzf.ma VI. Deel, hl. 4Ü3.4S«. 4H9, 490.
(k ) Zie deezen Brief *y Aitzema VI. Deel, lil. 6667«
(,1) Aitzbma V. Deel, tl. 813, 814.
|
||||
LI. Boek. HISTORIE. 343
vel, dat zy zig, ten deezen einde, naar den 1668.
Haage hadden begeven (*»). Doch de alge- ----—
meene Staaten hadden, desonaangezien , in
de Lente des jaars 1667 , Gemägtigden naar Groningen gezonden , die eenige orde Hel- den op 't ftuk der Monfteringe, en op het be- wind der Schepperyen en Zylyesteryen, waar- door men, in Holland , het opzigt over dy- ken en Huizen verftaat («): doch zo niet, of men moest, in 't volgende jaar, nog tot na- dere verbetering en vermeerdering van het voorgaande Reglement komen ( o ). De voor- flagen , ten deezen einde gedaan , mishaag- den nogtans der Stad : die 'er zig tegen ver- klaarde, in een Vertoog, in Wynmaand, ter algemecne Staatsvergaderinge , ingeleverd ; beweerende zy, onder anderen „ dat eenige 5, Ommelander Heeren, onder den fchyn „ van het Reglement op de Monfteringe ver- „ beterd te krygen , alleenlyk zogten eenige }) fchadelyke nieuwigheden in te voeren , en n de belangen van de Stad en van 't Land»- „fchap te brengen tot kennisfe van de al- 0 gemeene Staaten : waartoe zy niet gezind „waren," Dit Vertoog werdt van nog twee anderen gevolgd, zo aan de algemcene Staa- ten als aan derzelver Gemägtigden tot de zaaken van de Ommelanden (ƒ>). Doch de Ommelander Heeren , over welken de Stad geklaagd hadt, beklaagden zig , op hunne beurt,
(V) AiTZRMA VI. Deel, H. 85, W,.
(:i) Aitzëma VI. Deel, hl, 97, J02.
Co; Aitzkma VI. Deel, il. 585,585, 59Ü-5oj.
lp) ArrzeMA VI. IJeel, tl. 615-629.
Y 4
|
||||
344 VADERLANDSCHE LI. Boek,
|
|||||
1668. beurt, dat de Stad zig moeide met het gene
—— de Regeeringe der Ommelanden op zig zel- ve betrof (q~). Maar het ging hier, als in Fries- land, de fterkfte party, of Prinsgezinden, zig niet willende voegen naar de algemeene Staa- ten , bleeven 't bewind in handen houden. De Staaten van Stad en Lande fchr'eeven , wei- nige dagen na die van Friesland, ook eenen Brief aan de Staaten van Gelderland , waar- in het gedrag van Holland, in het vernieti- gen van het Stadhouderfchap en in het wee- ren der Stadhouderen uit den Raad van Staate , fcherp werdt doorgeftreeken (>). De Stad Groningen en de Ommelanden raakten , eer- lang , wederom in gefchil, welk, door ver- kooren' Regters, door de algemeene Staaten geftcld, in den jaare 16/0, afgedaan werdt (V). Doch waarin het beftaan hebbe , is my niet klaarlyk gebleeken. XKVII. Maar de twist, die Friesland en Stad en Ver- Lande verdeelde, geleek niet, in hevigheid- hoifi n;iax ^e nveedragt, waardoor Overysfel, nu, Overys- zo wel als voor ruim tienjaaren, van een ge- fel. reeten werdt. Rutgert van Haarfolte, Drost van Salland, was, op den eerften van Win- termaand des voorleeden jaars, te Zwolle , in gefprek geraakt met eenigen uit de gezwoo- ren' Gemeenten van Kampen, aan welken hy zyne begeerte te kennen gegeeven hadt, om den Prins van Oranje te bevorderen tot Stad^ houder van Overysfel. Te gelyk, hadt hy ge,
(?) Aitzp.Ma VI. Deel, tl. (J35, «36.
(O Zie Ait'zema VI. Drei, W 667.
(O Uefti. Holl. a6 July, %, 2 Aug. l6?o. II. 38, 5?«
|
|||||
LI. Boek. HISTORIE. 345
geklaagd over de eenzydigheid der Regee- kjäs.
ringe van Kampen, en over de kleine gunst, ------
zynen Broeder, den Kolonel Antoni van Haar-
folte, beweezen, toen deeze tot Kommisfaris- Generaal der Ruiterye zogt bevorderd te worden. Op dit gefprek, was, wat laater, gevolgd de aanbieding eener jaarlykfche fom- me van driehonderd guldens aan een' deezer Gemeentsluiden , zo hy arbeiden wilde, om de eenzydigheid uit de Regeeringe van Kam- pen weg te neemen. Doch de Gemeentslui- den hadden van dit gefprek en van de aan- bieding, daarop gevolgd, in eene beëedigde Verklaaring , kennis gegeven aan de Wet- houderfchap van Kampen , die 'er zig zeer misnoegd over toonde tegen den Drost, hem aanmaanende , om haar, wegens 't voorge- vallene, binnen den tyd van eené maand, ge- noegen te geeven. Haarfolte fchreef, hier- op, eenen wydluftigen brief aan die van Kam- pen : waarby hy aan 't gebeurde eenen ande- ren zin gaf, eenige punten ontkennende, en eenige anderen {tellende op rekening zyner befchuldigeren. De Kolonel Haarfolte, daar- na, zynen eed zullende doen, als Kommisfa- ïis-Generaal der Ruiterye, gaf te verftaan, dat hy, om vrienden te maaken, eenige gif- ten te Kampen aangebooden, doch niets uit- gegeven hadt; en dat hy hierop ook den eed van zuiveringe wilde afleggen. Doch alzo, volgens den inhoud van deezen eed, ook het aanbieden van gefchcnken, tot bekominge van eenig ampt, ongeoorlofd is, maakten die van Holland zwaarigheid, qm den aangeboo- Y 5 den
|
|||||
"•.
|
|||||
34<S VADERLANDSCHE LI. Boek.
t66i. den eed goed te keuren (V). Terwyl dit dus
■ ,., „j ftondt, naderde de tyd der gewoonlyke Land- ichaps Vergaderinge van Overysfel, die, dooi- den Drost van Salland, binnen Kampen, be- ichreeven moest worden, en op welke hy ook voorzitten moest. Doch die van Kampen wa- ren zo zeer op hem gebeeten, dat zy begeer- den, dat hy, by voorraad, ontzet werdt van zyn ampt. Ook betrouwde Haarfolte zig niet binnen Kampen, ton ware men hem Brieven van Vrygeleide zondt, welken hem geweigerd werden. De voornaamfte Edelen en de Stad Deventer de zyde van Kampen gekooren heb- bende, werdt de Landdag aldaar befchreeven, door Hcprik Adolf van Raasveld, Drost van Twente. Doch Haariblte befchrcef dien, te- gen den zelfden tyd, te Zwolle, welke Stad zyne zyde hieldt. Dus was Overysfel, we- derom, in twee deelen gefcheurd. De Raas- veldfche party, 't zegel van 't Gewest in haa- re magt hebbende, vaardigde, van wege de »Staaten, Lamben Bernard van Oor, Heer van /Sallik, af ter Generaliteit, om dat zy den Heer van Palland, die met eene Dogter van den Kolonel Haarfolte gehuwd was, en we- gens Overysfel in de algemeene Staatsverga- deringe zitting hadt, niet vertrouwde. Doch, in den Haage, verflondt men, dat beide Pal- land en Sallik behoorden te worden toegelaa^ ten. De party van Haarfolte, te Zwolle ver- gaderd, fchreef, over 't gantfche werk, ee- nen uitvoerigen brief aan de algemeene Staa- ten, (O AiTZïma Vf. Deel, hl. 4(5a-4<J4.
|
||||
y.BoEic. HISTORIE, 347
ten, ftrekkcnde am de andere party in 't on-
gelyk te ftellen, Zy noemden zig, 20 wel als de Raasveldichen, de Staaten wn Overysfel. Doch deezen zogten de gunst hunner Hoog- Mogendheden te winnen , door eene ipoedi- ge bewilliging in den Staat van Oorloge, voor het loopende jaar (a). Wat laater, herriepen Zy den I^eer van Palland uit den Ilaage, by eenen Brief aan de algemeene Staaten. Doch de andere party fchreef 'er eenen Brief te- gen , waarby hy in zynen last bevestigd werdt (v). In den Haage, maakte men geene aan- merking op een' van deeze Brieven. Doch wanneer Overysfel, op zyne beurt, voorzit- ten moest, ontltondt 'er zo veele moeilyk- heid tusiehen de twee genoemde Afgevaar- digden uit de Edelen, die voor elkandercn niet wyken wilden , dat zy genoodzaakt wa- ren , beide uit de Vergaderinge te bly ven, er» de plaats van Voorzitter te laaten bekleeden, door een' der Afgevaardigden uit de Steden (V). Maar .in Overysfel nam de verbittering zo zeer toe, dat de Raasveldichen, in Slagt- maand, een bell uit namen, waarby Haarfolte van zyn Drostampt vervallen verklaard werdt, als hebbende begaan misdaad van gekwetfte hoogheid, Diergelyk befluit werdt ook geno- men tegen den Heer van Palland. De Zwolfchc party, die verre de zwakfte was, ziende, dat de anderen hun ituk begonden door te dry- yen , fpraken van verdraagen, en booden aan, 't
OO Aitzkmh Vf. Deil, il. 510-534.
Cv, An/.KMA VI. Deel, il. 584, 591. ( yit AiizEjiA"JfI. Üe:L II 605. |
||||
343 VADERLANDSCHE LI. Boek,
1668. 't gefchil aan de uitfpraak van onpartydigen
--.-. te onderwerpen. Beide de partyen vervoeg- den zig, federt, aan de vStaaten van Holland (x), of eerder nog, aan den Raadpenfionaris de Witt, de eene verzoekende, dat het Hof van Holland zorg mögt draagen voor de uit- voering van het vonnis der Staaten van O- verysfel, waarby de Heer van Palland geweerd werdt uit de algemeene Staatsvergaderinge; en de andere begeerende, dat dit verzoek ge- heel geen' ingang vinden mögt. De Witt hiervan verilag gedaan hebbende ter Verga- deringe van Hofland , beflooten de Staaten 5 op den vyftienden van Wintermaand, eeni- ge Heeren, nevens den Raadpenfionaris, te magtigen, om kennis te neemen van de O- verysfelfche gefchillen, de Staaten van Over- ysfcl te gelyk verzoekende , om Gemagtig- den herwaards te zenden, gelast en in ftaat, om de vereischte onderregting te geeven (y). 't Liep aan tot in Sprokkelmaand des jaars 1669, eer de Geinagtigden van de Raasveld- fche zyde, en tot in Lentemaand, eer die der andere partye in den Haage kwamen (z). Men tradt toen, terftond, in ernftige onder- handeling met de Gemagtigden van Holland, die eindelyk voorlloegen „ dat de Ridder- jj fchap en Steden, uitmaakende de Staaten 2, van Overysfel, in volle Leden, Staatswy- (x~) Summier Verbaal van 't gepasf, io Overysfel. gedrukt
I6A8. Aitzbma Vl. Deel, U. 634, Mo, 6rtl. (y) Rcfol. floll. 15 December 1668. U, 49« AiTZEma Vh
Veel, tl. (Uil. C?J ReiU. Heil. 20 Feht, 21 Miwrt jööj, il, 13, 2$.
|
||||
LI. Boek. HISTORIE. 349
„ze, binnen Kampen 3 vergaderen zouden,
j, en niet van een fcheiden , voor men, vol- wgens het Reglement van den jaare 1657, j, hiertoe, na gedaane omvrage , beflooten w hadt: dat men. voor den aanvang deezer w Vergaderinge , of, zo zulk niet mögt kon- „nen gefchieden, voor men, op deeze Ver- n gadering , over andere zaaken , raadpleeg- „ de, de zweevende gefchillen , in der min- „ ne, zou zoeken af te doen: 't welk , bin« w nen drie dagen na 't openen der Vergade- n ringe, niet hebbende willen gelukken , zou alles , op den vierden dag, Staatswyze, dat is, by meerderheid van ftemmen , ten meeften dienfte van 't Gewest, worden af- „ gedaan." Doch de party van Haarfolte , wel weetende, dat zy de minfte ftemmen had- den, weigerde, m deezen voorflag, te be- willigen ; fchoon zy 'er, door de Staaten van Holland zelven, ernstelyk toe geraaden wer- den ( a ). Men befloot dan, in Zomermaand, de Heeren Koenraad van Beuningen, Raad en regeerend Burgemeester van Amfterdam, en Adriaan Paats, Raad en Vroedfchap van Rotterdam , naar Overysfel te zenden, om te wege te brengen, dat de Leden van dit Ge- west niet langer gefcheurd bleeven, maar in ééne Vergadering famenkwamen (£). Na eenige weeken verloops, keerden zy te rug Qc^)p zonder dat zy de Leden van üverysfel nog hadden können hereenigen, 't Bleek eg-
O) Refo!. Holl. 17 April loïln H. So.
1 *) Refol. Holl. 1 Juny i63<5. U. 64. £0 Reful, Holl. 23 Juty l6wj. l/l. 57. |
||||
S^o VADERLANDSCHË LI.Èöek,
1Ó68. egter duidelyk genoeg , dat de Leden, die *
byeengekomen waren , 't meeste gezag be- hielden in het Landfchap $ alzo de Staaten Van hetzelve , kort hierna, wederom vorder- den , dat het vonnis, voorheen , tegen den Heer van Palland , geweezen, door den Fis- kaal van den Hove van Holland, ter uitvoe- ringe gebragt, en hy, in gevolge van het zelve i uit de algemeene Staaten , geweerd werdt (*/). Ook hadden de Staaten van Hol- land bellooten die van Kampen alleen voor wettige Staaten van 't Gewest te erkennen (e). De Gemagtigden begaven zig , federt» we- derom naar Overysfél, en bewerkten i na- veel handelens, op den vyfrienden van Herfst- maand des jaars 1671 , een Verdrag: vol* gens welk, de Leden van Overysfel heree- nigd werden , onder de volgende voorwaar- den „ dat de Drost van Salland, tot in Gras- „ maand des jaars" 1674, niet voorzitten zou „ op den Landdag: dat hy zig, een rond jaar^ „ onthouden zou van de bediening van het j, Drostampt: welk 4 midlerwyl, door den „ Heere R. Schaap, bekleed zou worden^ „ Dat de Heer van Sallik 3 wegens Salland < ., alleen ter Generaliteit zitten zou, tot in „ Bloeimaand des jaars 1674. Dat de overi- „ ge gefchillen, in der minne > of by meer* „ derheid van fteramen , zouden worden af- n gedaan : en dat het voorleedene , door dei „af-
frf) tlefol. Holl. 2<>. July 1*69 il. 4?*
(«^ S«cr. Rcfol. Huil. 16 July j66y. UI. Deel, bL 24«
|
||||
LI. Boek. HISTORIE. 35t
„afkondiging eener algemeene Vergiffe- ig<$g,
„ nisfe , in 't vergeetboek gefteld zou wor-___—
„den- Dat de Edelluiden van Salland en
,, Vollenhoven ter eener, en die van Twen- w te ter anderer zyde , moetende pleiten , n onpartydige regters zouden mogen ver- w zoeken van de Gedeputeerde Staaten , den „tyd van vyf jaafen geduurende. Die van ,, de Zwolfche zyde zouden , tot de onkos- „ ten , geduurende den twist gevallen , dui- „ zend ryksdaalers betaalen. Het overige n zou , door die van de Kamper zyde , ge- „draagen worden." Op het onderhoud der vier vendelen, door die van de Zwolfche zyde, te veel geworven, werdt ook een voet beraamd, waarin beide de partyen genoegen namen (ƒ). Op deeze wyze, werdt, einde- lyk, deeze iangduurigc twist bygelcgd. On- dertusfehen, befpeurde men klaarlyk, dat al- le deeze tweedragt in de byzondere Gewes- ten voornaanilyk te wyten ware, aan den yver van fommigen , om den Prins van O- ranje te bevorderen, of aan de drift van an- deren, om zyne bevordering te beletten. De eerften blecven, in Friesland en in Stad en Lande, de laatften, in Overysfel, in 't hoog bewind. Oostfriesland, federt veele jaaren , eene xxvrif.
prooy voor 't Krygsvolk, was, in den aaa- Oostfije- vang der Regeeriuge van den jongen Vorst ^1'^ Edzard Ferdinand , ter gelegenheid van den a • Munsterfchcn kryg , wederom, met inlege« ring
C/) Zit *t Actpod ;'; tfe Refo!. Hoü, 3 Om. i6}U ik 90.
|
||||
352 VADERLANDSCHE LI. Boek.
i658. ring der Lunenburgfche manfchap, gekweld
"------geweest. Doch over 't vinden der onkosten,
hiertoe vereischt, was, volgens gewoonte,
wederom gefchil gereezen tusfchen de Vor- ftinne Wedutve en de Stenden des Land- fchaps. Ook was de Bevelhebber van Lier- oord , met eenige Lunenburgfchen , handge- meen geweest:; waarvan de Vorstin nieuwe onlusten vreesde. De algemeene Staaten had- den , hierom, in Sprokkelmaand des jaars 1666 , Gemagtigden gezonden naar Oostfries- land , die veel werks vonden aan het ftilleii der onlusten, bedienende de Vorstinne zig van de Lunenburgfchen, om den Landzaaten fchattingen af te perfen : waartegen de Be- velhebbers der Staatfche bezettingen, in Lier- oord en de Eilerfchanfe, hun, fomtyds, te hulp kwamen. Ook begeerden de Stenden geenc uitheemfche Voogden over den jongen Vorst. Daarenboven, moest, over 't bezetten en verzekeren van 't Land, geraadpleegd worden: 't welk men vooral noodig oordeel- de, na dat de Lunenburgfche manfchap ver- trokken zou zyn. Over alle deeze zaaken en verfcheiden' anderen, handelden de Gemag- tigden der algemeene Staaten met die der Vor- ftinne en met de Stenden. In Grasmaand des gemelden jaars, deeden de Gemagtigden ee- nen voorflag, (trekkende om den Stenden ee- nig meerder gezag dan zy tot hiertoe gehad hadden te geeven over 't Krygsvolk, welk men, in 't gevolg, tot befcherminge des Land- fchaps, zou aanneemen. Doch deeze voor- flag werdt, door de Vorstinne, verworpen. MM-
|
||||
LI. Boek. HISTORIE. 353
Midlerwyli gaf het byeentrekken van eenige igóë.
Zweedfche Troepen in 't Vorftendom —■~^. Breemen den Staaten gelegenheid tot een be- fluit, om twaalf- of dertienhonderd man naar Oostfriesland te zenden. Doch de Vorftin wees deeze manfchap af, vreezende de onzy- digheid te zullen verliezen, welke men haar Graaffchap, tot hiertoe, gegund hadt. Emb- den zélf weigerde dit volk te ontvangen. Kort hierna , werdt de Vrede getroffen met den Bisfchop van Munfter : waarop de Stenden, by hunne Hoog-Mogendheden, op het ver- trek der Lunenburgfche manfchap begonden aan te houden. De Staaten fchreeven , ten deezen eiiide, aan de Vorften vari Brunswyk- Lunenburg, te gelyk te kennen geevende> dat zy zelven gezind Waren , eenig volk te fchikkeii haar Oostfrieslartd. Doch de Vor- ftinne, liet Staatsch volk uit haar Graaffchap willende houden, bfagt te wege* dat de Lu- nenburgfchen > in plaats van te vertrekken, nog duizend knegten en vierhonderd paarden öntbooden. De Staaten namen dit der Vor- ftinne zo kwalyk , dat zy 'er haar ernstelyk over fchreeven, niet verzuimende aan te wy- zen ,■ dat dit nieuw opontbod van Lunen- burgfchen^ buiten kennis en tegen den zin der Stenden, gefchied ware. Zelfs klaagden ze 'er over aan de Hertogen van Brunswyk- Lunenburg en aan den Hertog van Wurten- berg, die zig gedroegen als Medcvoogderi van den jongen Graave. Doch dit klaagen baatte luttel , en de Staaten zagen zig ge- noodzaakt, om het volk, welk zy naar Oost- XIII. Deel. Z fries- |
||||
354 VADERLANDSCHE LI. Boek.
166$. friesland gefchikt hadden, binnen hunne
- i. diende zig, ondertusfchen , van de Lunen- burgfchen , om zig te herftellen in het ge- zag, welk de Graaven, haare Voorzaaten, by verfcheiden' Overeenkomften, federt zes- tig of zeventig jaaren , waren kwyt geraakt. De algemeene Staaten, die 't van hun belang rekenden, deeze Overeenkomften ftand te doen grypen , zonden, in Slagtmaand des jaars 1666, eenige Regementen te voet en te paarde naar de Oostfriefche grenzen, te ge- lyk eenige Afgevaardigden derwaards fchik- kende , met last om de Lunenburgfche man- fchap , met der daad, te doen vertrekken, en om de bezwaarnisfen af te doen, die, fe- dert het affterven van den Vorst, George Christiaan, ontftaan waren. De Vorftin, niets goeds te gemoet ziende van deeze bezending, begeerde de Oostfriefche zaaken gefteld te hebben ter bcflisfinge van het Duitfche Ryk. Doch de Afgevaardigden der vStaaten vonden vreemd, dat men hunnen Hoog - Mogendhe- den het regt om zegsluiden te zyn over de Oostfriefche gefchillen zogt te betwisten. Ook fcheen de Vorftin, federt, een weinig aan de hand te Komen. Doch de Lunenburg- fchen maakten geen' haast om te vertrekken, fchoon men 't beloofd, en reeds een goed deel der agterftallige foldye ontvangen hadt. De Staaten van Holland, verdriet in dit draa- len krygende, ftemden, derhalve, ter alge- meene Staats Vergaderinge „ dat men nog „eens moest aanhouden by de Vorftinne , |
||||
LI. Boek. HISTORIE, 355
j, om de Lunenburgfche troepen te doen Ver- 166$,
n trekken , en by de Stenden, om hun be- —— „hoorlyk te voldoen; en dat, zo men 't wei- „gerde, het Krygsvolk van den Staat moest („gebruikt worden, om het te wege te bren- ggen (_g~)" En deeze bedreiging hadt zo veel klem, te meer, om dat de Staatfche troe- pen by der hand en veel fterker waren, dat dé Lunenburgfchen, in de Lente des jaars 1667, üostfriesland ruimden, 't Volk, dat laatst door de Vorftinne ontbooden was, vertrok eerst: en daarna de andere manfchap, die, te vooren , op verzoek der algemeene Staaten, in Oostfriesland gelegd was. Doch hiermede was alle verfchil niet weggenomen. De Vor- ilen George Willem en Ernst Augustus, bei- de Heitogen tot Brunswyk - Lunenburg , en de laatfte Bisfchop tot Osnabrug, zynde, of, gelyk wy gezeid hebben, zig gedraagen- de als Medevoogden over den jongen Graave, verftonden niet, dat de Staaten bezetting bragten in Oostfriesland , gelyk zy, na 't vertrek der Lunenburgfchen, dagten te doen. De Vorftin hadt zig ingelaaten met Keizer- lyke Gemagtigden, denvaards gekomen, om de gefchillen te bellisfen. 't Een en 't ander deedt de Staaten befluiten, om, in den Herfst des genoemden jaars, wederom eene bezen- ding te doen naar Oostfriesland : die haar voornaamfte werk maakte, om de Vorftin te beweegen, om, nevens den Oom des jongen Graafs, de Voogdyfchap waar te neemen, op
(e) Aitzema V. Deel, U, I058'To;&.
|
||||||
35« VADERLANDSCHE LÏ.B0É1&
i66S. op den voet der Overeenkomften, door ba--
-------middeling der Staaten, met de Stenden ge- maakt : 't welk, eindelyk , beloofd werdt. Doch de fchikking, hierop ontworpen, werdt verbroken, door het affterven va» den gemel- den Oom, Graave Edzard Ferdinand, welk kort hierop volgde. Hy hadt de algemeene Staaten, by uiterften wil (^), benoemd tot Voogden over zyne twee jongen kinderen, en zy aanvaarden de Voogdyichap terftond (z)i De Vorftin, Weduwe van dei* Vorst George Christiaan, liet zig eerlang beweegen, om de gemaakte Overeenkomften te bekragtigen : waarmede de Staaten zig genoege» lieten. De Afgevaardigden der algemeene Staaten, zig, tot in 't begin deezes jaars 1668 ,• in Oostfriesland , hebbende moeten ophouden, tot bylegging van verlcheiden' byzondere ge- fchillen, keerden, eindelyk, naar den Haage- te rug (£)• Onder deeze gefchillen, was 'er een, over de kosten eener bezendinge, door twee Oostfriefche Heeren, van wege het Landfchap, bekleed; welke kosten zo ongaar- ne betaald werden, dat de algemeene Staaten * eindelyk, last gaven, om ze den Ontvangeren,, door foldaaten, af te dringen (/). Sedert, raakte Oostfriesland, voor eene wyle, in rust; fchoon de grond der voorige onlusten geens- zins weggenomen was. Zo lang de Vorften hun befnoeid gezag, door allerlei wegen i zog-
(A) Zie die» by Aitzëua VI. Deel, bh 952.
C») Aitzema VI. Deel, bl. 956.
{ *) Aitzema VI. Deel, bl. 358-377-
< ij Aitzema VI. Deel, U. 949, y5««
|
||||
LI. Boek. HISTORIE. 357
zogten te verbreeden, en zo lang de Stenden 1668.
en de Stad Embden in 't byzonder zulk een' ------
fterken fteun tegen de Vorften hadden aan
de algemeene Staaten, die, door middel van 't Krygsvolk, welk zy in Oostfriesland hiel- den , de zaaken gemeenlyk fchikten naar hun- nen zin ; kon 't niet anders zyn , of daar moest, van tyd tot tyd, nieuwe onlust ont- ftaan in dit Gewest. De aantekeningen van Lieuwe van Aitzema , Refident der Vorften van Oostfriesland in den Haage, hebben ons, tot hiertoe, gelegenheid gegeven, om, nu en dan, eene fchets der Oostfriefche zaaken te voegen in onze Vaderlandfche Historie; doch alzo deeze aantekeningen eindigen met dit jaar 1668, en niemant? na dien tyd, onzes weetens, de Oostfriefche gefchiedenisfen, zo ver zy den Staat der Vereenigde Gewes- ten betreffen , omftandig genoeg , vervolgd heeft, zullenwe ons minder met deeze ge- fchiedenisfen können ophouden, dan tot hier- toe gedaan is. Ook kan men zig, uit het ge- ne verhaald is, ligtelyk, verbeelden, hoe 't naderhand , in Oostfriesland gegaan zy , zo lang de Staaten zig hebben können handhaa- ven in hun regt, om bezetting in dit Gewest te houden, en de gefchillen aldaar by te leg- gen : welk zy, niet veele jaaren voor het uit- gceven deezer Historie, zyn kwyt geraakt. Eer wy dit Boek fluiten, moetenwe nog ge-
waagen van eenige byzondere zaaken, die niet bekwaamlyk , in het lighaam der Historie , konden werden ingelyfd. Tusfchen Holland en Zeeland, was, feiert XXIX.
Z 3 eeni- GefchU |
||||
353 VADERLANDSCHE LI.Boek}
|
|||||
166%. eenigen tyd, gefchil geweest over het ge-
■— - meen Geregtshof der twee Gewesten in den cusfchen I laage. Onder de eerfte Graaven, die alleen- er? Zee- ^ Graaven van Hollanal genoemd werden (W), landovér fchynen Holland en Zeeland niet als twee 't gezag byzondere Gewesten aangemerkt geweest te van 't Zyn# 't Was;' dan geen wonder , dat zy een • gemeen hoog Geregtshof' hadden, welk, al vroeg, vaste zitting kreeg in den Haage, daar de Graaf doorgaans zyn Hof hieldt. Ook bleef dit Geregtshof gemeen, na de verande- ring der Regeeringe en na 't afzweeren des laatften Graafs, in 't jaar 1581. Zeeland on- derwierp zig zelfs, onder zekere voorwaarden, aan het Regtsgebied des Hoogen Raads, die, in 't jaar 1582, opgeregt werdt (»). On- dertusfchen, ontftonden 'er geduurig verfchil- len, tusfchen de twee Gewesten , oordeelende het een, gemeenlyk, dat het ander zig te veel gezags aanmaatigde, in of over de Geregts- hoven. Men hadt deeze verfchillen, van tyd tot tyd , bygelegd, by onderling Verdrag. Doch voor eenige jaaren , waren zy, van nieuws , verreezen (0). Holland oordeelde meer Raaden te moeten hebben in het Hof, dan Zeeland begeerde toe te ftaan. Ook ver- ftondt Holland, dat de Staaten van dit Ge- west, altoos, den Prelident moesten itellen; en dat Zeeland zig zo veel gezags niet be- hoorde aan te maatigen , om den Hove de hand te fluiten, in zaaken, die men, in dit Ge-
O) zie 111. n,a. hi. 34. (»j Groot-Plakaath. II. Deel, kol. 837.
C«) Rel'ol. van Cui.ßJ. W. 268, 505, 6a9. |
|||||
LI.BOEK.
|
|||||||
HISTORIE. 359
|
|||||||
Gewest, voorpolityk hieldt,fchoon't, in Hol-
land , anders verftaan werdt. In Zeeland, be- weerde men , daarentegen , dat Holland te veel bewinds zogt, over zyne oude Bondge- nooten. De twist liep zo hoog, ten deezen tydc, dat men, eindelyk, de drie Zeeuwfche Raaden, die, nevens de negen Hollandfchen, het Hof uitmaaken , floot buiten de Verga- deringen van den Hove. Veel viel hierover te doen tusfehen de twee Gewesten, en 't ftondt op 't punt, dat Zeeland zig, in Regtszaaken, geheellyk zou hebben gefcheiden van Hol- land, en een byzonder Geregtshof hebben in- gefïeld Q>): 't welk fommigen, veelligt, te- genwoordig , niet ongaarne gezien zouden hebben, om dat de Prins van Orahje, door Zeeland in 't byzonder, tot Stadhouder ver- kooren zynde , waarvan fomtyds, gefproken werdt, ook aan 't hoofd van een byzonder Geregtshof diende gefield te worden. Doch 't kwam zo ver niet. In Zomermaand des vol- genden jaars, verdroeg men zig met elkan- defen, onder beding, dat Zeeland, voortaan , geheellyk ontheeven zou zyn van het Regts- gebied van den Hove, en alleenlyk, in ge- volge der voorgaande Overeenkomften, aan dat van den Hoogen Raade onderhoorig bly- ven(<5>). Sedert, beftondt het Hof alleen uit Hollandfche Raaden. En de Zeeuwfche zaa- ken kwamen alleen voor den Hoogen Raa- de. Doch daar verliepen maar weinige jaa- ren,
(j>) /itzema VI. Deel, bl. 537-547.
Ca; Groot-PUfcmtb. III. Deel, U. 688. Z 4
|
|||||||
s6o VADERLANDSCHE LT. Boek.
1668. ren, of de verandering der Regeeringe iu
------- Holland gaf gelegenheid, dat het Hof, we- derom , gelyk te vooren, uit Zeeuwfehe zo wel als Hollandlche Raaden, werdt famengc- fteld, en wederom Regtsgebicd bekwam oves Zeeland; gelyk wy, ter zyiier plaatfe, ftaan te melden. XXX. Tusfchcn het Zuider. en Noorderkwartier 0ver' van Holland, was ouk, federt lang, verfchil lonist geweest over het aandeel , welk elk in d& tusichen gcmeene lasten te draagen hadt. Het eerfte iet Zui- bragt negenenzeyentig en een half; het andere der - en twintig en een half111 't honderd op. Doch het deikwar- Noorderkwartier oordeelde, by deeze verdee- tier.over ling, boven vermogen, bezwaard te zyn. Men 't draa- kwam, derhalve, in Hooimaand deezes jaars y gen der overeen , dat het Zuiderkwartier , voortaan, eenentagtig en drie vierde, en het Noorder- kwartier agttien en een vierde in 't honderd draagen zou (/•_). Raad- jje Staaten van Holland, in Sprokkelmaand ««Tover (^cs Ja;lrs l^» keflooten hebbende, hun 'tvïrfter- Gewest,van de Landzyde, door het verbeteren ken van der Vestingwerken van Naarden , Woerden, Naarden. Oudewater en Schoonhoven, fterker te maaken, dan het, tot nog toe, geweest was(j); werden, hiertoe, eerlang, Gemag- tigden uit de Gekommitteerde Raaden be- noemd, die geraaden vonden, met Naarden te beginnen ; daar men voorhadt 't werk aaa te befteeden, op den zevenentwintigften van Sprok-
(r') Groot-Pliikaatb. UU Deel, U. 785. «\IT2EMA VI. Dfflt
H. 57»- Cr; ftefol. Holl. 8 fehf. i66Ct bl. 6, |
||||
tl. Boek, HISTORIE. 361
|
|||||
•Sprokkelmaand deezes jaars. Doch de Stad 1
Anrfterdam , groot belang hebbende by de verfterking van Naarden , verzogt, kort te vooren , dat de befteeding niet voortgaan mögt, voor men haar nader gehoord hadt. Twee der Gemagtigden, JoanEleman, uit de Regeeringe van Leiden, en GerardHasfelaar„ Oud Burgemeester van Amiterdam , begaven zig, hierop, naar deeze Stad, om Burgemees- teren en Raaden de noodzaakelykheid van 't fterken van Naarden te vertoonen. Ele- man, die 't woord voerde, wees, zo fommi- gen vernaaien, aan „ dat Amfterdam, flegts „ twee uuren van Naarden en Gooiland ge- „legen, ligtelyk, over de Veluwe, die aan „ Gooiland paalde , te naderen was , zo de „ vyand zig alleenlyk van den Ysfel, die niet „ zeer gedekt was , wist meester te maaken. „ Dat de Ysfel veel ondieper, en de Veluwe „ meer bebouwd was dan te vooren: waarom „ de vyand ligter over den ftroom geraaken, „ en onderhoud op de Veluwe vinden zou „ können, dan immer voorheen. Dat Hol- „ land nu naauwlyks anders dan door de an- „ dere Gewesten gedekt werdt, en openleg- ,, gen zou, als de andere Gewesten het ver- „ fterken der grenzen verwaarloosden. Dat „men zelfs, in den jaare 161 o, gezien hadt, „wat 's Lands Kapitein - Generaal, met wei- „ nig Krygsvf'lk gefterkt, in de zwakke Hol- „landfche Steden , onderneemen durfde. „Dat, in den jaare 1650, 's Lands Krygs- „ magt, langs den weg van Naarden , tot ^voor Amfterdam gevoerd was. Dat Hol- 'L 5 «land, |
|||||
$6z VADERLANDSCHE LLBozti
|
||||||
iG68. f) land , voor diergelyke aanvallen van bin-
„ dekt zou zyn , als men eenigc Steden aan „ de Landzyde verfterkte. Dat het fterken „van Naarden Amfterdam in 't byzonder „ beveiligen zou : waarom men vertrouw- n de , dat de Stad geene zvvaarigheid zou „maaken, om 'er in te bewilligen." 't Stuk dan by Burgemeesteren overwoogen zynde, Haken de Hemmen, 't Zelfde gebeurde ook , zo men verzekert, in de zesendertig Raaden, en zelfs, dat vreemd fcbynt, onder de agt Gemagtigden uit de Regeeringe, wien 't o- verleg des wciks aanbevolen was. Eindelyk, gaf men te verftaan, dat de Stad in de ver- irerking van Naarden bewilligen zou, zo de Staaten haar belooven wilden, dat 'er geen bevelhebber over gefteld, noch geene bezet- ting, boven de zeshonderd manfterk, inge- legd zou worden, dan met haare bewilliging. Doch deeze voorwaarden behaagden den Staaten niet. Amfterdam bleef 'er egter op ftaan : 't welk oorzaak was, dat de verfter- king van Naarden, ten deezen tyde, agter- bleef (f). rianrfe- Men hadt, federt eenigen tyd , in Hol- lingover }anc}^ verfcheiden' Heerlykheden, Tienden, ^ervert Erfpagten en andere Domeinen der Graaf- Far.de lykheid verkogt (»), en, by, deeze gelegen« Jieeriyk- heid, in overweeging genomen, omdeHeer- heueu lykheden van Geertruidenberg en van Bre- de-! CO Aitzfva Vf. Deel, tl. <p5.
(«j Zie Dm.tr »nd. JUJul. HoJ. a8 Sept. 1668 II. 5C.
|
||||||
f
|
||||||
LI. Boek. HISTORIE. 365
der ode, die, ieder voor zes- of zevenduizend ifißif.
guldens , verpand geweest waren, de eerfte------
aan den Huize van Oranje, de andere aan den van
Huize van Brederode , wederom , te losfen, Ge.ej" en, of te verkoopen, of aan den Staat te hou- ""' ea den: tot welk katfte, de meerderheid neig- m-ede- de. Doch de Prinfes, Weduwe van Oranje, rode. verlyftogt aan de Heerlykheid van Geertrui- denberg, en de Graavinne Weduwe van Bre- derode verzogten, ernftelyk, dat men haar niet ontzetten wilde van 't bezit haarer Heer- lykheden (v). Men ging egter voort met het aflosfen der pandpenningen; 't welk, ten op- zigte van Geertruidenberg, reeds in Winter- maand desjaars 1667, gefchied was. Sedert, viel 'er vry wat gefchils, tusfchen de Raade«. en Rekenmeesters van Holland en die des Prinfen van Oranje, over zekere geestelyke goederen, op welken de laatften oordeelden geregtigd te zyn, niettegenftaande de aflos- fing (w). De Hooge Raad deedt, hierover, uitlpraak by voorraad, der Prinfesfe Wedu- we de geestelyke goederen, het Regt van Patroonfchap , en het Wind- en Moienregt toewyzende , en de Rekenkamer bevestigen- de , in het hoog en laag Regtsgebied der Ste- de Geertruidenberg. Doch de Rekenkamer. maakte zwaarigheid, om 't Regt van Patroon- fchap te laaten aan de Prinfesfe, voorgeeven- de dat daaruit merkelyke onlusten, tusfchen de Wethouderfchap en den Kerkenraad, te dug- ten
Cv) RefoJ. Holl. 17, 13, 11, 21 üec. iCCS,. H. C>s, 73
ivwj Refol. IMl- ü, 9 /Vir, 5, 16, «7 üfycrt, ij UK 16Ó7. II. a» V»<7> 6, 7» 4* |
|||||
I
|
|||||
364 VADERLANDSCHE LI. Boek/
é«<58. ten waren, 's Prinfen Raaden oordeelden,
zo men goedvinden kon., de zaaken, door de Prinfesfe begeerd, haar, tot een onverilerflyk erfleen , te houden van de Graaflykheid van Holland , op te draagen. Ondertusfchen , deedt men, van wege Holland , de Visfche- ryen en andere Domeinen, waartoe het Huis van Oranje oordeelde geregtigd te zyn, in 't openbaar , vcrpagten ; waartegen , uit naam van den Prinfe, vergeefs, geprotesteerdwerdt* In 't volgende jaar 1669, raadpleegde men nog, ter Vergaderinge van Holland, over de beste wyze, om de zaak van Geertruiden- berg, met den Huize van Oranje, af te doen, by verdrag (#), zonder dat my bekend is, dat hierop iet naders gevolgd zy. De zaak van Geertruidenberg is, naar 't fchynt, bly- ven hangen , zonder beflist te worden, tot dat, na de verandering des jaars 1672 , de Staaten den Prinfe van Oranje , alles , wat tot het middelbaar en laag Regtsgebied dee- zer Heerlykheid behoorde, tegen de voldoe- ning van twintigduizend ponden , afi tonden (j): waarmede zyne Hoogheid, in 't vol bezit der Heerlykheid Geertruidenberg, her- field werdt. (*) Rcfol. HolJ. 28 Sefitemi. i6fïR. tk 74. a» Bfav idSj,
il. 24. Aitzrma VI. Deel, tl. 52«, 554, 55Ö, 6jo, 0.<7, C y) RefoJ, Hol], 18 Nov. 1672. */. 13 |
|||||
VA-
|
|||||
VAÜERLANDSCHË
|
|||||||
HISTORIE.
|
|||||||
TWEE-ENVYFTIGSTE BOEK,
|
|||||||
INHOUD.
I. Handeling over 't verminderen van 's Landt
Krygsmagt. II. Venetië verzoekt onderfiand. Gezantfchap naar Konßantinoptl. Grensfckei- ding van Vlaanderen. Hoefyzerfche fchuld vereffend. Verdrag wegens Rynberk. Over- eenkomst met de Ridderorde van Maltha. III. Handeling met Portugal. Verdrag wegens den Zouthandel te S. Ubes. IV. Verval en her- flelling der Westindifche Maatfchappye. V. Frankryk zoekt de Staaten, vergeefs , af te trekken van het drievoudig Verbond. De Witts oordeel over dit Verbond. Handel der Fran- fchen in Zweeden. VI. Overeenkomst wegens de onderflandgelden, door Spanje, aan Zwee- den beloofd. VII. Handel van Colbert in En- geland. VIII. Frankryk zoekt den Keurvorst van Brandenburg te winnen. De Keurvorst houdt zig aan de zyde der Staaten. IX. De Staaten treeden met Temple in onderhandeling over 't Verdrag van Zeevaart, over 't verfaa- gin der Engelfehen uit Makasfar3 over Suri- name | |
|||||||
$66 VADERLANDSCHE LU. Boer;
name, en over den Schot f che Stapel, te Veere.
X. Verdrag met Luik , wegens La Rodictte. Hevige twist met Zierikzee. XI. Handel der Franfchen aan V Hof van Berlyn. De Keur- vorst waarfchuwt de Staaten. XTI. Karel de IL treedt in een heimelyk Verbond met Lode- wyk den XIV. Onderzoek, of de Witt kennis hadt van Frankryks toeleg. XIII. De Staaten vaardigen verfcheiden Gezantfchappcn af. Zy begroeten den Koning van Frankryk. Inval in Lotharingen. XIV. De Prins van Oranje krygf zitting in den Raad van Staate. Harmonie of Overeenfiemming tusfehen de Gewesten. XV. Raadpleegingen op het aanflellen van eenen Kapitein - Generaal. De Prins van Oranje doet eene reis naar Engeland. XVI. Ongeoorlofde yerflandhouding geftraft. Oktroi voor de Wis- felbank te Amßerdam. XVII. Handeling van V Franfche Hof in Duitschland. De Koophan- del wordt bekommerd. Invoer eeniger Franfche v/aaren verbooden. Toerusting in Engeland. XVIII. Zes Algierfche Schepen veroverd. Een Ëngelsch Konings Jagt wil den Luitenant- Admiraal van Gend noodzaaken te flryken. Misnoegen, hieruit ontßaan. XIX. Raadplee- gingen op de aanßettinge van een Legerhoofd. Lnzigten van de Witt. Voorßag eeniger Ge- tnagtigden van Holland. De Gekommitteerde Raaden oor deden, dat men den Prins van 0- ranjetot Kapitein Generaal behoort aan te fiel- ten. Gevoelen der Leden van Holland. Ont- werp eener Infiruche. Overleg om den Prins, voor zyn leeven, of voor eenen enkelen veld- togtf aan te fidlen. XX. Oordeel yan't En~ gelfcht
|
||||
&7
|
||||||||||||
HISTORIE.
|
||||||||||||
1,11. Boek.
|
||||||||||||
gelfche Hof over 's Prinfen bevordering. Lo-
dewyk de XIV. verandert hieromtrent van in- zigten. XXI. Verdere verwy dering tusfehen Frankryk en de Staaten. XXII. .De Staaten fchryven , beleefdelyk, aan den Koning van Frankryk. XXIII. Gefprek van den Ambasfa- deur de Groot met Le Tellier. XXIV. Zyns aanfpraak aan den Koning, 's Konings ant- woord, 's Koning brief aan de Staaen. XXV. Overeenkomst met Spanje. XXVI. Verboni tusfehen Frankryk en Zweeden. Geheime pun- ten. XXVII. Karel de II. zendt Doening naar den Haagê. Onderhandelingen met hem, over 't fiuk der vlagge. De Staaten geeven veel toe; doch vorderen 'er niet mede. XXVIII. Handeling van Boreel in Engeland. Klagten der Engelfchen over fchimpende fchilderyen , penningen enfehriften. XIX. Slot der raad- pleegingen over de bevordering van den Prinfe van Oranje. XXX. Ily wordt aangeßeld tot Kapitein - Generaal voor den aanflaanden veldtogt. |
||||||||||||
Zo dra was de Vrede te Aken niet gefloo- kws.
ten, of de Staaten waren bedagt, op het -------- verminderen huner Landmagt. J)e Raad I.
van Staate, hierop gehoord, oordeelde, ^"^f" in Hooimaand, dat men het volk van oorloge, >t °^. welk thans , op 't papier, omtrent zeven- minde- tigduizend man in alles beliep , behoorde ren van te verminderen tot op vierhonderd en twee '^^ vendels , uitmaakende eenendertigduizend m,L zeshonderd en tagtig knegten , en twee- en- vyf-
|
||||||||||||
1
|
||||||||||||
368 VADERLANDSCHE tlLBoie
Ï66&. vyftig kornetten, uitmaakende drieduizend
■------ en twintig paarden , in alles vierendertigdui- zend zevenhonderd man (V). Doch de Staa- ten van Holland verftonden, dat men 's Lands Krygsmagt, by vermindering en afdanking, behoorde te brengen op vierhonderd negen- tien vendels, uitmaakende negenentwintig- duizend negenhonderd vyfendertig knegten, en twee - envyftig kornetten $ uitmaakende zevenentwintighonderd en vyf paarden (£): 't welk 3 over 't geheel * tweeduizend en zestig man minder Was, dan de Raad van Staate in dienst wilde houden. De meeste andere Gewesten oordeelden, daarentegen, dat Holland het Krygsvolk te veel verminderen wilde, en dat men zig ten minste behoorde te houden aan 't gevoelen des Raads van Staate. Utrecht alleen neigde tot eenige grooter vermindering (c). Mar Holland, ongezind om zig langer met den last van Krygsvolk, welk men voor overtollig hieldt,te bezwaaren* beftondt , eerlang , op eigen gezag, vieren- twintig vendels te voet, flaande ter betaaünge van dit Gewest, af te danken (</). De Raad van Staate, hierop gevraagd zynde', oordeelde , dat men de Staaten van Holland verzoeken moest, zig, vandeeze afzonderiyke afdanking te willen onthouden , onder an* deren, tot ftaavinge deezer gedagten, aan- haa-
|
||||||
O) Aitzüma V[. Deel hl. 575-581.
(*> Uefoi IM). 3 Aug. 1668. «. 67. AlTZKMA VI. DiuL
II. 582, 604V CO Aitzema VI. Deei, il. 585, 589, 604. (<0 AitüeMA VI. DhI, tl. 587, 5VO, 637, «51 f 6üjs |
||||||
LÏI.Boek. HISTORIE. 369
haaiende het befluit der algemeene Staaten ióójf.
van den agttienden van Oogstmaand des jaars-------
1650 (<?) : 't welk by die van Holland, wel-
ken zig , ter deezer gelegenheid , te binnen foragten 't gene, in dat jaar, voorgevallen was , zeer euvel genomen werdt. Doch de ïlaad van Staate liet het hier niet by ; maar befloot, in Wintermaand , brieven te laaten afgaan aan de Bevelhebbers van verfcheiden' bezettingen, ter betaalinge van Holland ftaan- de , hun daarby belastende , op bevel van eenig byzonder Gewest, geene afdanking te doen. De algemeene Staaten hadden den Raad tot dit fchryven gemagtigd , by een befluit , genomen , terwyl 'er maar één Afgevaardig- de van Holland in de Vergadering tegenwoor- dig was, die , meent men , geene opmer- king gehad hadt, op 't gene 'er verhandeld en beflooten was (ƒ). Doch de Staaten van Holland verfcheenen, den eenentwin- tigften , in vollen getale, in de Generaliteits Vergaderinge , klaagende, by monde van den Raadpenfionaris de Witt, in 't breede , over 't bedryf des Raads van Staate „ die 'c fchry- „ ven aan de Bevelhebbefen hadt gezogt te „ regtvaardigen , met de bekende * gewei- * ^t. „ denaaryen des jaars 1650 , . en wederom Untien. 9, kragt i'cheen te willen geeven aan de f af- ^ Geéx. „ gedrongen' Refolutie van den agttienden torqucer*. „ van Oogstmaand des gemelden jaars , wel- de. yy ke nogtans , by de Akte van VergüTenisfe, „in
(*) Aitzema VI. Deel, II. 662.
(f) Ajtzema VI. Dtel, il. 664, 666. XIII. Deel. Aa
|
||||
tfo VADERLANDSCHE LIL Boek.'
i<56S. ,) in 't volgende jaar 1651, door de geza*
------„ mentlyke Bondgenooten , op de groote zaa«
„ Ie van 't Hof van Holland , voor nietig >
„ kragteloos en van onwaarde verklaard was ; „ en welke men belast hack te ligten uit de w Registers , als zyude de nadeeligfte en aan- „ ftootelykfte , die op de Refolutien van den „ vyfden en zesden van Zomermaand ge- volgd was." Voorts begeerde men ern- ftelyk „ dat het Gefchrift des Raads, waar- n in de haatelyke Refulutie aangehaald was , „aan denzelven mögt terug gegeven wor- „ den , om naar gelegenheid der zaake , ver „ anderd , en vooral van de onverdraaglyke „aanhaaling der Refolutie van Oogstmaand w des jaars 1650, en der voorgaande Refo- „ lutien , daarop ftaande, gezuiverd te wor- „den (g)" Ook gefchiedde dit, federt: waarop de Staaten van Holland hunne fcher- pe aanmerkingen tegen den Raad van Staate , insgelyks, introkken. Voorts, werdt de Raad van Staate, van wege de algemeene Staa- ten verzogt, de brieven aan de Bevelheb- bers niet te willen laaten afgaan. De Staa- ten van Holland ook aangeweezen hebben- de , dat zy, door de byzondere afdanking, alleenlyk gebragt waren op het waare aan- deel , welk zy, in de gemeene lasten, draa- gen moesten (/$), liet men dezelve voortgang hebben , en het misnoegen der andere Gewes- ten verdween allengskens. De vermindering van
(,?) Refol. Holl. 20 Demi, 1668. Il ;j.
(h) Refol. Hollt 21 Utï-siM, J.GGÏÏ. ik »1. AlTZEMA VI» litel, hl. 664. |
||||
LIL Boek. HISTORIE. 371
van 's Lands Krygsmagt ftelde de gemeene nfófr.'
fchatkist in zo veel beteren ftaar , dat men , i onaangezien de kostbaare oorlogen, ledert de
Vrede met Spanje gevoerd, eerlang $ byna twee millioenen oude fchulden kon afleg- gen (/). In den nazomer deezes jaars , was, in den voorflar
Haage, gekomen Frangois Louis van Bonfietten, om eeni- den Staaten , uit den naam van het Kanton Re Zwit-. Bern in Zwitferland, twee- of drieduizend cjjjjjji man aanbiedende, en hun te gelyk hoop gee- dienst te vende , dat de Zwitferfche Kantons zig, veel- laaten ligt, begeeven zouden in het Verbond ,. tus- treeden» lchen Groot- Britanje, Zweeden en de Staaten' opgeregt. De inval des Konings van Frank- ryk in het Franche Comté nadt gelegenheid gegeven tot deeze opening , diergelyke , ook in Engeland, gefchied was. De Staaten hoor- denze gaarne , en fchreeven 'er over aan de Regeering van Bern , £n aan die der Zwitfer- fche Kantons in 't gemeen. Doch Bonftetten begeerde, dat men , van nu af aan, twee of drie vendels Zwitfers in dienst name: waar- mede de algemeene Staaten zig , in deezen tyd van vrede, niet belasten wilde. Maar de Staaten van Holland beflooten, de aange- booden' twee of drie vendels te betaalen , mids Bonftetten beloofde , te wege te zullen brengen , dat Zwitferland zig verbondt, om den Staaren, ten allen tyde , twee- of drie- duizend man te laaten werven ; om de Aken- fche Vrede te handhaaven , en om zig te be~ ge»
CO WicquEFORT ty brandt de R.uk«r, W, tfïj.
Aa 2
|
||||
%?2 VADERLANDSCHE LU. Boek.
gecvéii in het Verbond , tusfehen Groot- Bri-
tan je , Zweeden en deezen Staat, opgeregt. Doch ik vind niet dat deeze handeling eenig gevolg hadt ten deezen tyde. Ook verdroe- gen de Zwitfers zig , daarna , met Frankryk ; waardoor de begeerte, om zig van hunne troe- pen te bedienen, merkelyk verflaauwde, hier te Lande ; ichoon zyze den Staaten, van tyd tot tyd, bleeven aanbieden ( k ). Den Grooten Heer , federt eenigen tyd ,
bezig zynde met het beleg van Kandia ; nam de Staat van Venetië zyne toevlugt, onder anderen , tot de Vereenigde Gewesten, de- zelven verzoekende, om eenigen onderftand in geld , zo men geene manfchap misfen kon, of zelden wilde. Doch de Staaten beriepen zig op Groot-Britanje, eerst willende afwag- ten , wat dit Ryk doen zou tegen de Turken , om zig daarnaar te voegen ( /). En nademaal, uit Engeland, geen onderltand kwam , blee- ven de Staaten ook agterlyk , in 't byftaan van Venetië. De Franfchen alleen zonden eenen merkelyken onderltand naar Kandia. Doch de Plaats werdt, na een vierjaarig beleg , in Herfstmaand desjaars 1669, by verdrag, den Turken overgegeven (?»). Terwyl Kandia belegerd werdt, vonden
de algemeene Staaten geraaden, wederom eenen Refident naar Konflantinopel te zen- den, (_k~) De Witt rsrleveii IV. Deel, il. f41 , 8«,|. AnzEWA
V). biel, H. 4l», 587,. S'J2, 605 • 6v6. Hoi), Mare. xen, 4C69. U. 14^, ven i6/t- U. 133. ( t~) Aitzima VI. neet, hl. 428. Cofi,<5o7, 7SJ.
(m ) HoH. Merc. yen <i6y. II. 148.
|
||||||||
1663.
|
||||||||
ir.
Venetië
verzoekt pnder- ftand te- gen den Grooten Heer. |
||||||||
Gezant-
fchap naar Kon- itantino- pel. |
||||||||
LH. Boek. HISTORIE.' 373
|
|||||
den, tot onderhouding van vriendfehap met de 1668;
Ottomannifche Porte, en tot bevordering van —■—* 't belang des Koophandels, in het Turkfche Ryk, daar de handel met Venetië nu afgebro- ken was. Jufliiius Co/jers trok, in Hooiinaand, derwaards, rykelyk voorzien van gefchenken, voor den Grooten Heer zelven, en voor de aanzicnlykflen des Ryks. Ook Haagde hy zo wel in zynde handeling, dat hem alles, wat hy begeerde, werdt toegeftaan (»). De Afgevaardigden der Staaten te Brusfel, 'E Regie-'
die zo veel hadden toegebragt, tot het fluiten ™eiU0P der 'Akcnfche Vrede , bleeven nog eenigen fchei-6"8" tyd in Brabant, en bragten, aldaar, eerlang, ding van te wege, dat. het Reglement op de Vlaande- Grensfcheiding- in Vlaanderen, reeds in 't r^n . jaar 1664 gemaakt, eindelyk, bekragtigd bekrag- werdt (0). Ook bevorderden zy, dat de groote tïjrd. Raad te Mechelen, ten laatiten, uitfpraak uit- deedt over het oud gefcliil tusfchen de Staaten ^?a^e°" en den Keurvorst van Brandenburg, wegens Hoefy- de zogenoemde Hoefyzerfche fchuld (J>);. zerfche welk gefchil, in den jaare 1665, door partyen, fchuld. aan deezen Raade verbleeven was {^}. De Keurvorst moest, volgens deeze uitfpraak, den Staaten betaalen honderdduizend Pat- takons of Ryksdaalers, met zo veel Intrest en Intrest van Intrest, als 'er de Staaten van betaald hadden, en een half ten honderd voor« Makelaardye , by voorraad. Doch hiervan zon,
(rt~) AiTZKMA VI. Titel, bU öj8-<Ï5f.
(o_> Groot-Plak.iatl) IK. Deel, bl. 313.
(U Sccr. Reib'. IIoU. 21 Maart 1660. III. Deel, W. 16,
(«) 'Zit het voor. U 312.
Aa 3
|
|||||
3?4 VADERLANDSCHE Lil. Boek.
1668. zou hy mogen korten de penningen, welken
* fchuld, betaald te hebben. De Staaten moesten hem , daarentegen, goeddoen alle de brand- fchattingen, gelei en verlofgelden, welken zy , in de jaaren 1629, 1630, 1631 en 1636, in 't Land van Kleeve, hadden doen ligten. Om- trent eenige andere punten, beval het Hef na- der bewys in te leveren. De uitfpraak gefchied- de, op den vyfden van Zomermaand (r). Over- jyjet ^en Keurvorst van Keulen, nu verkoo- komst ren tot Medehelper _ en vernioedelyken Op-
wegen* volger in 't Bisdom van Munster (5), waren Ryit- de Staaten, reeds in Wintermaand des voor- tark. leeden jaars, overeengekomen „dat, zo lang „zyne Stad Rynberk Staatfche bezetting w inhebben zou , de Kerspelkerk aldaar zou „ gebruikt worden door de Gereformeer- „den, die ook eene Kerk te Isfum zouden „ mogen hebben ; dat de Wethouderfchap te ,, Rynberk, half uit Gereformeerden en half n uit Roomfchen , beftaan zou , en verkoo- „ren worden door zulken , die daartoe by n Privilegien geregtigd waren , zonder dat -iemand anders zig daarmede zou mogen w moeijen : dat, eindelyk , de Landtol aan „den Keurvorst blyven zou, zonder dat de ^ Staatfche bezetting daarop of op eenige -j andere zaaken , het burgerlyk bewind der n Stad betreffende, eenige indragt zou mogen „doen CO-"
* De
O) Aitzrma Vf. Deel, il. R85.
Cv 3 AiTZPMA VI» '"el, tl. 354- (tj Zie AITZ/.MA VI. Veel, tl. 357. |
||||
LIL Boek. HISTORIE. 375
|
|||||
De eisch der Ridder-Orde'van Maltha, op 160&.
de Staaten der Vereenigdc Gewesten en op ------>
die van Holland in 't byzonder, werdt, ein- Verdrag
delyk, vereffend, by onderling Verdrag. ^g01^™
Reinier Kemping, Gemagtigde van den Printe ltn van"
Kardinaal en Landgraave van Hesfen , als Hoüand
Meester der Orde in Duitschland, hadt, hier- ende
toe, al van 't jaar i6qo , gearbeid . zonder £';}der"
. , J v & i 11 i Orde van aan een einde van zaaken te hebben können Maltijat
geraaken. Doch de Graaf d'Estrades hadt de
zaaken van Maltha den Staaten, uit den naam van den Koning van Frankryk, zo ernstelyk aanbevolen, dat die van Holland, eindelyk, beflooten , den Raadpénfionaris de Witt te magtigen, om het oud gefchil af te doen met Kemping. Ook waren zy, in Wintermaand des voorleeden jaars, verdraagen, op 't behaa- gen der wederzydfche Meesteren „ dat alle „eisfehen, welken de Ridder-Orde zou mo- „ gen hebben op eenige goederen , in Hol- land gelegen, en af hangkelyk van de Kom- „ manderye te Haarlem , dood en vernietigd „verklaard zouden worden, onder de vol- n gende voorwaarden : dat de Staaten van n Holland , terilond na de bekragtiging van n dit Verdrag, den Prinfe Kardinaal zouden j, doen betaalen honderdvyftigduizend gul- n dens eens ; dat de Orde haar regt behou- w den zou op de goederen derzelve , in de n andere Vereenigde Gewesten gelegen , en Mdat de Staaten van Holland hun best zou- w den doen , om door verdrag , of by wege n van regte, der Orde , ook in deeze Gewes- 0 ten , voldoening te bezorgen: dat, eindo- Aa 4 tolyk, |
|||||
376 VADERLANDSCHE LILBoe^
i<J68. wlyk, dit Verdrag, niet bekragtigd worden-
Voorts, hadt de Witt xm Jan Jakob, Baron
van Pal/and, Kommandeur en Ontvanger der Orde over Neder - Duischland, en aan den Heere Kemping, in vergoeding van een ge- deelte hunner zvvaare kosten, zesduizend gul- dens te faamen, en voor ieder een' gouden ke- ten , ter waarde van duizend guldens , toege- zeid (V). De Staaten ftelden, terftond hierna, orde om de beloofde penningen in gereedheid te houden (v). Ook werdt het Verdrag, eer- lang, behoorlyk bekragtigd, door den Groot- Meester der Orde. Doch de postlooper, die deeze bekragtiging herwaardsbrengen zou, be- roofde de maale of het pakket, waarin dezelve beilooten was (V); zo dat het nog tot in Slagt- maand des jaars 1669. aanliep, eerde weder- zydfche bekragtigingen werden uitgewisfeld (xj. Mialerwyl, • bleef Kemping , geholpen van. d'Estrades, ook aanhouden by de algemeene Staaten, op het afdoen van 't gene de Orde van de andere Gewesten te vorderen hadt (y). Doch hier werdt de. zaak nog (kepende ge- houden. III. De Koning van Portugal liet, federt eeni- Hande- ge jaaren, niet na , van tyd tot tyd , aan te 2ing met houden (V) op de herlevering van Köchin en Portugal Kananorj door de Üostindifche Maafchap- («} Refbl. Holl. « Dtcem* 1667. il. 36.
Cv) Rclbl. Holl. 27 Jen. 1668. 61. 40. (w)Rcfnl. Holl. 24 7«/>', lrtf>8. W. 43. (*) Relol. Koll. 28 /Var. Ilóy. il. 33, C.r) Aitzkma VI. D,-el, H. 8yi. (.*) AnziMA V. Üetl, bh IC78. |
||||
LH. Boek. HISTORIE. $77
pye , tegen den inhoud der Vrede van den
jiiare 1661 , zo hy oordeelde, op zyne onder- daanen veroverd (V). Ten deezen einde , was, in Zomermaand des voorleeden jaars, her- waards gekomen Don Francisko de Mello. Doch van der Staaten zyde, werden 00k klagten ingebragt tegen den Koning van Portugal, die agterlyk bleef in 't voldoen der pennin- gen, by 't Verdrag van den jaare 1661, be- loofd; den prys van't, Zout niet naar behoo- ren regelde; de Nederland!che Schepen in de havens van Portugal te lang ophieldt, en den ingezetenen der Vereenigde Gewesten gee- ne voldoening bezorgde, wegens 't gene zy in Brazil te vorderen hadden. De Gezant be- loofde, den Staaten, op dit alles, te zullen vergenoegen, zo men Köchin en Kananor wederom afftondt (£). De Staaten van Hol- land, op zynen eisch raadpleegende, namen in bedenking,of men, Köchin en Kananor be- houdende, den. Koning van Portugal, daar- entegen, niet zou behooren te ontflaan vau. het opbrengen van zekere geldfommen, waar- toe hy zig, by het jong'fte Verdrag, verbon- den hadt. Doch hierop werdt niets befloo- ten (c). Men handelde ook , geduuriglyk, met de Mello, zonder eikanderen te können verftaan. Ondertusfchen, was de Regeering in Portugal geheellyk veranderd. De Koning was genoodzaakt geweest, 't gebied van 't Ryk af te ftaan aan zynen Broeder, Don Pe- dro , O) Zie hier voor. XLIX. Buik, W. 73.
|
|||||||||
C.
|
tt j Aitzema V| Deel, bl. a^t-TSS.
c5 Secr. Refol. Huil. 20 Aug.' 1667. II. itel, il. 5IH. |
||||||||
Aa 5
|
|||||||||
*?3 VADERLANDSCHE Lil. Boek.
1&J8. dro, die alles, federt, op 's Konings naam,
f------ beftierde, (V), en, in Sprokkelmaand deezes
jaars, vrede maakte met Spanje: waarop de
Portugeezen zeer gefield geweest waren. By deeze Vrede , werdt Alfonfus voor Koning 1669. van Portugal erkend (e). De Mello, daarna, " een' keer naar Lisbon gedaan hebbende, om verflag te doen, kwam, in Lentemaand des
jaars 1669, wederom in den Haage (ƒ), en tradttoen, met den Raadpenfionaris de Witt, in byzondere onderhandeling over een ver- Verdrag drag. Men kwam, eindelyk, overeen , in wegens Hooimaand .. dat Köchin en Kananor blyven Zout- » Z0U(^en *n de n^S1 der Staaten, en in han- hande! te » den der Nederlandfche Oostindifche Maat- S. Uhes. „fchappye, tot een onderpand voor de ag- n terftallen, die Portugal den Staaten nog j,fchuldig waSj en die drie millioenen gul- wdens beliepen. Dat Portugal een milliocn j, guldens aan Zout te S. Ubes zou leveren, *fnaïJ. „ tegen vierhonderd en tagtig rees de * mooi n of mudde, en de regten op dit Zout, tegen j, zevenhonderd rees de moois korten op het „ gene het Ryk den Staaten nog fchuldig „ was. Dat men dit Zout, niet te gelyk; maar „ in den tyd van twintig jaaren zou ontvan- „ gen. Dat, geduurende dien tyd, aan gee- „ ne andere uitheemfchen, nog aan eenige- B byzondere ingezetenen der Vereenigde „ Gewesten, eeriig Zout zou mogen gele- „ verd
(<n AitzemaVI. Deel, il. 370-173. D'Estrad. Turn. V/,
p. 207. (O Aitzbma vr. Deet, U .190, £05-876.
ifj Wotl. M«re. vm i66<j. il. 31. |
||||
LIL Boek. HISTORIE. 379
n verd worden , onder den prys van veer- 1669.
n tienhonderdentwintig rees de mooi. Dat .------
„het Verdrag van den jaare 1661, voortaan,
„in alle deelen, die, by dit Verdrag, niet „ veranderd of vernietigd waren , itiptelyk , „ zou onderhouden worden. Dat zyne Ko- „ ningklyke Hoogheid , de Regent van Por- tugal, zig, voor alle zyne onderzaaten, en „ de Staaten, voor de hunnen , met naame „voor de Oost- en Westindifche Maatfchap- „pyen, tot de naarkominge van dit Verdrag, „ plegtiglyk , verbinden zouden (g)." De Engelfche Ambasfadeur Temple hadt veel toegebragt, tot het fluiten van dit Verdrag (Ji), welk eerlang bckragtigd werdt (f): waar- na de Staaten orde fielden , dat alle hunne onderzaaten, Zout te S. Ubes willende laa- den, zig, om verlof daartoe, zouden hebben te vervoegen by de Bewindhebbers der West- indifche Maatfchappye deezer Landen , en aan dezelven , of aan den Gemagtigde der Staaten te S. Ubes, veertienhonderdentag- tig rees voor ieder mooi Zouts betaalen (fc). Sterk werdt deeze Zouthandel, federt, ge- dreeven, en bekwam de Westindifche Maat- fchappy, door middel van den zelven, eeni- ge vergoeding voor 't zwaar verlies vanBrazil, welk haar egter, nimmer, naar behooren, geboet werdt. Zy was, federt dit verlies, in zo deerlyk IV.
een Verval
en (Oncfol. Hnll. 18 7">v tffio, il. C.
(AJ Tïmple liricven, N XL VU. U. 345. I i) RcloL Holl. 6 Decem'j. iC>.„ «. '45. (ij Zie Groot Plakaatb. III, Utel, II. 137a. |
||||
s8o VADERLANDSCHE LIL Boek.
HS69. een verval geraakt, dat zy thans niet alleen
-------geene uitdeeling meer deedt, maar noch
herfiel- Hoofdfom noch Intrest betaalde van de pen-
™jg «er ningen , welken men haar ter leen opgefchoo- tlifche " ten hadt. Sommigen hadden, hierom, reeds jviaac- in 't jaar 1667, voorgellaagen, dat men het fchap. Oktroi der Maatfchappye, welk men hoop- W9, te, tot het einde deezcr eeuvve, te doen ver- lengen, met alle derzelver regten en bezit- tingen , te koop behoorde te veilen; om met het gene 'er voor gemaakt zou worden de lchulden der Maatfchappye te voldoen. Doch de Bewindhebbers vonden te veel zwaarig- heid, in deezen voorllag. Ondertusfchen, waren zy niet in Maat, om de honderddui- zend Ryksdaalers te voldoen, welken zy, vol- fens het Verdrag van den jaare 1667 , der Aveedfche Afrikaanfche Maatfchappye nog fchuldig waren (/). De algemeene Staaten waren, derhalve, tot het befluit gekomen, om deeze fomme, voor rekening der Maat- fchappye, te doen ligteii tegen vier ten hon- derd, en ,de gereedfte middelen der Maat- fchappye, voor Hoofdfomme en Intrest, aan zig te doen verbinden (tri). De handeling met Portugal gaf den Bewindhebberen , federt , gelegenheid, om hunnen Hoog-Mogendhe- den , in Hooimaand des voorleeden jaars, den deerlyken lèaat der Maatfchappye te ver- toonen, met ernftig verzoek, dat haar, ne- vens de voldoening der agterfïalligc onder- ftand-
(l) Nolul. Zeel. 05 JVovlml. 1667. il. liiö, Aitzema VI.
Veel, il rjy. iij7, 56?- f,Ci(). (.v'0 Air^EiiA VI. heel, tl. 232. 2J3- |
||||
ttt.BoEK: HISTORIE. $3i
ftandgcldcn, bezorgd mögt worden, 't gene
haar, by 't Verdrag met Portugal van den jaare 1661, beloofd was («). De deelgenoo- ten in de Maatfchappye leverden een l'meek- fchrift in, ten zelfden einde {trekkende (0): waarop, eindelyk, het Verdrag wegens den Zouthandel gevolgd was. Doch de Maat- ichappy heeft, uit dit Verdrag, niet zo veel voordeels können trekken, dat zy, eenigs- zins, op haar verhaal komen kon, Zy bleef belast met eene fchuld van zes millioenen gul- dens, die zy onmogelyk kon afdoen. De Staa- ten konden hierom niet goedvinden, haar Oktroi, dat, met den eerften van Louwmaand, des jaars 1672, ten einde liep, voor meer dan agt maanden te verlengen. Diergelyke verlenging gefchiedde, federt, nog twee reizen. Doch in Herfstmaand des jaars 1674, vonden de Staaten geraaden, de oude Maat« fchappy, geheellyk, te vernietigen, en eene nieuwe op te regten, die Oktroi kreeg voor vyfentwintig jaaren, ingaande met het jaar 1675. De fchuld der oude Maatfchappye werdt op dertig ten honderd gewaardeerd , en de Hoofdfommen der deelgenooten op vyftien ten honderd. Van de verminderde fchuld der oude Maatfchappye zou Intrest betaald worden, welke men vinden zou, uit het gene de nieuwe Maatfchappy van de oude overnam \ uit het gene men nog van de Kroone van Portugal te vorderen hadt, en uit
(n} Aitzfma VI. Deel, M. 5^9-5fi.
{><) Aitzema VI. Deel, tl. "65g. ,
|
||||
332 VADERLANDSCHE Lil. Boek*
KS69. uit de Rckognitie-gelden, die men, van tydt
------tot tyd, zou inkrygen voor 't vryltellen van
den handel, binnen de paaien van 't Oktroi
der Maatfchappye. De deelgenooten moesten nog vier, en de fchuldeifchers nog agt teft honderd voegen by hunne Hooiülbmmen, waardoor de Maatfchappy honderdentwin- tigduizend guldens in handen kreeg, die , nevens het gene de deelgenooten en fchuld- eifchers, daarenboven, te vorderen hadden, eene Hoofdlbm van omtrent zeshonderd en dertigduizend guldens uitmaakten. De nieu- we Maatfchappy kreeg, wyders, regt, om alleen te mogen handelen langs de Afrikaan- fche kusten , van den Kreeftskeerkring af, tot op dertig graaden bezuiden de Even- nagtslyn, en op alle de tusfehen beide gele- gen' Eilanden: voorts, aan de kust van Amerika, op Ifequebo en andere Plaatfen, met naame op het Eiland Curacao. De Vaart op al!e andere Plaatfen, gelegen binnen het Oktroi der oude Maatfchappye , werdt nu voor alle ingezetenen van den Staat open- gefteld, onder beding, dat de Oostindifche, of nieuwe Westindifche Maatfchappy , be- zit neemende van eenigen dier Plaatfen, de Vaart op dezelven alleen behouden zou, zo lang zy in dit bezit ware Qt>). De West- indiiche Maatfchappy, op deezen voet herfteld zynde, is, tot heden toe , in wezen gebleeven. De
O) GrootP!akaatt>. HL Deel, II. 132p, 1330, 1331, 13331
«343- |
||||
JUT. Boe*. HISTORIE. 3%
De Vrede te Aken hadt de rast in de Ne- iö^
derlanden heriteld , en de Staaten verzuim- den geene middelen , om dezelve te doen V. duuren. Vooral, hielden zy de hand aan het ße Staa" fterken van het drievoudig Veroond , de j,en jjSt voornaame of eenige oorzaak der Vrede. De drievou- Koning van Frankryk , daarentegen , zogt dit dig Ver. Verbond te breeken , en de BoEtlgenooten te j?01!^te verdeelen. 't Stak hem, vooral, in den krop, De £<,". dat de Staaten hem, door middel van dit niog van Verbond , genoodzaakt hadden , om zig met Frankryk Spanje te verdraagen, zo hy zig geenen zwaa- "aß.c heï ren oorlog op den hals hadt willen haaien, verbree» om welken te voeren , de Staaten 3 gelyk hem ken. verzekerd was, en gelyk uit egte ftukken af te neemen is (#) , niet zouden hebben nagelaa- ten, geweldige geldfommen te befteeden (r). Ook hadt d'Estrades aan de Lionne gefchree- ven „ dat de Staaten , meer Mogendheden 5, beweegende, om in het drievoudig Ver- n bond te treeden , gelyk zy van zins fchee- „ nen , den band zo llerk maaken zouden , w dat men dien niet wederom zou können „breeken (j)." Lodewyk de XIV. zogt, hierom, 't verfterken van het drievoudig Verbond niet alleen te beletten j maar hy deedt zyn best, om één of meer Leden van dit Verbond tot zyne zyde over te haaien , waarin hy zo wel Haagde , dat de Staaten , eerlang , eer zy 't vermoeden konden, dit ge- wig- (<;") Secr. Refol. Holl. 2,6 Nev. 21 Dee, löfig. UI. Dsel, kh
»5 . 34-
< r) D Estrades Tom. VL p. 414.
O) J-TEstrades Tuut. VI. f. 444. |
||||
3S4 VADERLANDSCHE LIL Eoeë,
1669. wigtig Verbond geknakt en verbroken zagen,
■ ■ en zig ingewikkeld vonden in eenen zwaaren en gevaariyken oorlog, 't Gene van de zyde
van Frankryk gedaan werdt, tot bereiking van zulk een oogmerk , en op welk eene wyze 'er tegen aan gearbeid werdt, door de Staa- ten , maakt verre het voornaamfte gedeelte uit van de gefchiedenisi'en des tegenwoordigen tyds. ïiy zoekt Lodewyk de XIV, de Bondgenooten zoe- tte Staa. keelde van een te fcheiden , wierp, al vroeg, ten, te jjet 00g 0p ^ staaten Zelven. 1)'Estrades wn het'' fodt nem m ^e gedagten gebragt, dat hy een
zelve af nieuw en mauw Verbond met de Staaten zou te trek- können fluiten , waarby men zig zou können en> verbinden, om eikanderen te handhaaven irt de tegenwoordige bezittingen , en waarby ook geregeld werdt het groeten der Franfche en Engelfche vlaggen, en 't wedergroeten der Staatfche , waarover men, ledert eenigen tyd , in Frankryk , gehandeld hadt, zonder eikanderen te hebben können verftaan (;). Zulk een Verbond , en 't punt der vlagge in- zonderheid zou, dagt hy, Groot ■ Britanje en de Staaten t'eenemaal verwyderen van eikan- deren, zullende de Engelfchen, nimmer, vre- delyk, gedoogen, dat eens anders vlagge eene eer genoot, welke zy zig zelven , van regts- wege, hielden toe te komen ; noch belluiten, weder te groeten , op zulk eene wyze , als de Staaten vorderden, al ware 't fchoon , dat zy , hieromtrent, eens waren geworden met Frank«
CO ß* Witt Brieven II. Deel, W. 47» i 472-
|
||||
HISTORIE;
|
||||||||||||
S8S
|
||||||||||||
LIL Boe te.
|
||||||||||||
f rankryk (v). De Franfche Gezant, Simon i&#.
■Arnaud de Pompone, die, in Lentemaand dee- -----*•
zes jaars, in den Haage kwam (w), tradt dan
in byzondere onderhandeling met den Raad- penfionaris de Witt, wien hy een afzonder- lyk Verbond met Frankryk vooriloeg , welk, zeide hy, zou können dienen , om de agter- dogt te verdryven, en het onderling goed vertrouwen te herftellen; mids men niet met Frankryk en te gelyk met andere Mogendhe- den verbonden lloote; welk laatfte hy hieldt te ftryden met de eere zyns Meesters ; en welk hem zo aariitootelyk voorkwam $ dat het, voor eenen jongen, dapperen en magti- gen Koning, niet te verdraagen was (x). Doch de Witt gaf hem zulk antwoord, dat hy lig- telyk belpeurde , dat de Staaten niet waren af te trekken van het drievoudig Verbond. Hoe de Raadpenfionaris, die gehouden werdt, door zyn byzonder belang, meer dan iemant, gedreeven te worden, om de Staaten naauw vereenigd te houden met Frankryk (j), hieromtrent, beftondt, kan men, uit dit zyn eigen fchryven , afneemen: „ Het Oordeel ,, voornaam uitwerkfel van het drievoudig van de w Verbond zal, myns oordeels, wezen, dat, w'"'. •" „ by zo verre, 't gene God verhoede, Frank- y", j, ryk wederom eenige nieuwe daadelykheid, boud. „ met verbreekinge der Vrede, aan Spanje jjzou willen aandoen, de drie Staaten > ge- |
||||||||||||
»2a-
|
||||||||||||
fi>) D'Estrades Tum. VF. 0. 440, 444.
(wj Holl. Mire van 't jaar i6fio- bU 30. (.r ) Trmple Brieven N. XXIX bl. 191. lO D'EsTRAnEs Tom. VI. p. 444- XIII. Deel. Bb
|
||||||||||||
335 VADERLANDSCHE Lil. Boek:
|
||||||
„zamentlyk, zig * terftond, daartegen, met
„ al hunne magt en vermogen, zullen kanten, j, en zo, niet alleen de Kroon van Spanje, by „ haar regt en bezitting, maar ook zig zel- jj ven , voor eenen te ontzaglyken nabuur , „ zullen bevvaaren (a)." De Koning van Frank- ryk, derhalve, geene kans ziende, om de .Staaten af te trekken van het drievoudig Ver- bond, hadt d'Estrades, reeds in Herfstmaand des voorleeden jaars, uit zyn Gezantfchap in Holland, te rug geroepen (V), en, midlerwyl, Pompone naar Zweeden, en Colbert naar En- geland gezonden, om te beproeven, ofhy, aan deeze Hoven, met meer vrugt, zou kön- nen arbeiden. Hände- Pompone was zeer gezien aan 't Zweedfche üng des Hof, en deedt zulke voordeelige aanbiedin- Konings gen, om Zweeden over te haaien tot een £an . naauw Verbond met Frankryk , dat men zig tvTc" om verwonderde, dat hy niet terftond flaagde in tweeden zyne onderneeming. De Rykskanfelier , een van hec .aangehuwde Oom des minderjaarigen Ko- drievou- nfagg^ was geheel op zyne zyde, hebbende, bofidaf zo men verzekerde, op ééne reize, over de te trek- zestigduizend guldens, tot een pillegaave , k«n« ontvangen van den Koning van Frankryk (ß): en lnen was thans zo zeer om geld verlegen ten Hove, dat de aanbieding van eenen mer- kelyken onderftand, welke Pompone deedt, in de tegenwoordige omftandigheden , groo- ten ingang fcheen te moeten vinden. Hicx kwam
(z) Du Witt Brieven II. DetU il. 575. ;
C" j D'E--tr*dbs Tom. VI. p. 455.
(*) De Witt Brieven II. Üiel, il, 605*
|
||||||
<>
|
||||||
LII.Boëk. HISTORIE. gB?
kwam nog by, dat de onder (landgelden , by
het drievoudig Verbond , aan Zwseden be- loofd , niet voldaan werden. Alles fcheen, derhalve, famen te loopen, om Zweeden af te trekken van dit Verbond. Twee redenen waren'er egter, die, zo fommigen meenden, veel zouden toebrengen , om de Zweeden ftandvastig te doen blyven. De meefte Ryks Raaden waren van verftand, dat de grenzen des Ryks niet behoorden uitgezet te worden s en oordeelden, hierom, raadzaamer, zig ver- bonden te houden met eenen Staat, die den zelfden grondregel hieldt, dan met eenen, die hem van den eenen oorlog in den anderen zou inwikkelen, zonder hun daartoe zo veel onderftands by te zetten, dat zy zig niet, van tyd tot tyd, grooter' last op den hals haalden , tot nadeel der ingezetenen, en, als 't al ten beste flaagen mögt, tot aanwas van 't Ko~ ningklyk gezag, welk zy, ter gelegenheid van 's Konings minderjaarigheid, liever be* fnoeijen dan verbreeden wilden. By deeze reden, kwam eene andere : men misgunde den RyksKanfelier 't gezag, welk hy zig aan- gemaatigd hadt, en welk gefchaapen ftondt toe te neemen, zo men zig verbonde met Frankryk. Zelfs wil men, dat de Ryks-Raa- den , heimelyk , met hem overeenkwamen, dat het Ryk zig niet nader met Frankryk irc- laaten zou (c). Ook deedt Pieter de Groot, Penfionaris van Amfterdam, en thans ge- woonlyke Ambasfadeur der Staaten aan 't Zweed
fï) ©e Witt Brieven II. DerU H, sj-Ö, ö;?.
IIb 2. |
||||
SSÜ VADERLANDSCHË LÏÏ.Boê&
|
|||||||
1669. Zweedfche Hof(^), zynbest,om de Ryks^
Grooten te bevestigen in deeze gedägten. |
|||||||
vr. Doeh het niet voldoen der onderftandgel-
Overeen- den, by het drievoudig Verbond, aan Zwee- ee"- den beloofd, gaf gegronde reden, om te vree- i^'een zen' ^at ^ •^•5r'£' eindelyk, overgehaald zon het vol- worden, om het Verbond te verlaaten 5 wes- doen der halve de Staaten hunne poogingen verdub- Onder- belden, om den Zweeden T hieromtrent, ge- je"ld,gel' noegen te geeven. Zy handelden hiejover Spanje aan '£ Zweedfche Hof; in den Haage, met aan den Ridder Temple en den Zweedfchen Ge- Zwee- zant Appelboom, en aan 't Hof van- Groot- Britanje. Doch om een regt begrip- te het> ben van de natuur deezer handeling© moeten wy de zaaken, van wathooger, opnaaien^ Wy hebben reeds, in't voorbygaan, gemeld^
dat Zweeden niet in 't drievoudig Verbond getreden was, zonder onderftandgelden te bedingen. Men was, eerst, eenen geruimea ryd, te Londen, in onderhandeling geweest: over 't begrooten deezer onderftandgelden (e), die, eindêlyk, op driehonderdduizend Bankryksdaalers eens, en voorts op honderd- entagtigduizend gelyke Ryksdaalers, alle drie maanden, tot het fluiten der Vrede tus- fchen Frankryk en Spanje toe, bepaald wer- den (ƒ"). Doch men vondt meer zwaarigheid, om Zweeden gerust te ftellen, dat deeze pen- ningen betaald zouden worden. De Graaf van Do
f</) Aitz'.ma VI. üi'.l, W. 9cS, 922.
(e.) D'£ Witt Brieven IV /Jee!, 01. 714 enz. 741, 772. (ƒ) Secr. Refol. HoU. 17 May 166S. 11. Hiel, IL 681» AiTZïma VI. Deel, il 9:0. |
|||||||
LIL Boek. HISTORIE. 3S9
Bona ftondt 'er fterk op, dat Groot-Britan- 1669.
je en de Staaten zig., hiervoor, regelregt ver- ------
bonden. De Engelfchen en Staatlichen be-
weerden, daarentegen, dat Zweeden den on- derftand van Spanje bedingen inoest , onder borgtogt van Groot-Britanje en de Staaten. Doch dat zy den Graaf van Molina, Spaan- fchen Gezant in Engeland, en den Graaf van Dona, hierin hebben können doen be- willigen, blykt niet duidelyk (g). Waar- fchynlyk is het, in tegendeel, dat de laatfte 2ig alleen gehouden heeft aan Groot - Britanje en de Staaten. Doch deeze twee Mogend- heden geenen zin hebbende, om zig, ten be- hoeve van Spanje , met het voldoen deezer onderftandgelden, te belasten; werdt 'er, door beider Gevolmagtigden , , te Westmun- fter, op den vyfentwintigften van Gras- maand des voorleeden jaars, een afzonder- lyk Verdrag getekend, waarby men verklaar- de , Spanje geene hulp te zullen bewyzen tot bekoming der Vrede, noch dit Ryk voor de onderhoudinge der Vrede borg te zullen ftaan, zo 't de onderftandgelden , aan Zweeden be- loofd, niet vooraf betaalde (/4). De Vrede werdt zo kort hierop geflooten , dat deeze onderftandgelden niet meer dan vierhonderd en tagtigduizend Ryksdaalers in alles belie- pen. De Spaanfchen hielden, terftond hier- na, aan, by Groot-Britanje en by de Staaten, op het tekenen der Akte , tot handhaavinge der
C/r") Zit A'TzRM/t VF. fi;el. bl 433.
(/>•) Secr. Refill. HoU- 17 May i6<58. II. Deel, U. GOl.
Ds Witt Brieven IV. Xitel, tl. 791. Bb 3
|
||||
S90 VADERLANDSCHE LIL Boek.
»6£p, der Vrede. Doch men weigerde zulks , van
■
de onderftandgelden aan Zweeden niet vol-
deedt ( /). De Spaanfchen klaagden, dat men hen dringen wilde, tot voldoening eener fchuld, die zy niet gemaakt hadden. Doch de Ambasfadeurs Meerman en Boreel beweer- den hiertegen, dat Molina in 't eerst wel zwaarigheid gemaakt hadt, om in den eisch van Zweeden te bewilligen; maar zig , toen 't op 't nypen kwam, hadt laaten overhaalen (&). Spanje bleef egter ongezind, om de Zwee- den te voldoen: die, midlerwyl, by Groot- Britanje en by de Staaten, ernstig drongen op betaalinge (7). Beide deeze Mogendheden waren , eindelyk, op den vyfden van Wyn- maand des jaars 1668, in den Haage, over- eengekomen „ dat zy, om de Kroon van „ Spanje te fterker tot het opbrengen der „ onderftandpenningen te beweegenj, beloo- „ ven zouden, haar te zullen handhaaven, „ in 't gene izy, in gevolge der Akenfche n Vrede, bezat. Dat zy, wyders, van nu af K aan, vastftellen zouden, door wat magt en ^ middelen, zy deeze handhaavinge geltand ^zouden doen. Dat zy Zweeden zouden ^ zoeken te beweegen, om alleenlyk een deel jjder beloofde penningen rerftond, en het -overige, op redelyke termynen, te ontvan- ggen, en dat men der Jaatstgemelde Kroo* „nea in geval de Vrede verbroken werdt, |
|||||||||
n Tempi.e Brievai ff. XV. hl. 85.
i) Aitzeua VI. Diel, bt, 423, 434, |
|||||||||
Qlj ArtzEMA VI. Detl, M. 937, yai.
|
|||||||||
Lil. Boek. HISTORIE. 391
„ eenen onderftand van zestigduizend Ryks- 166$
n daalers ter maand, op goede verzekering, ------
„zou toezeggen, te betaalen, voor de helft,
„ door hem, ten wiens behoeve de handhaa- „ ving der Vrede geftand gedaan werdt, en „ voor de wederhelft -, door den Koning van „ Groot - Britanje en de Staaten der Veree- „ nigde Gewesten (?«)•" Doch Spanje bleef, ook na 't maaken van dit Ontwerp, ongene- gen om Zweeden te voldoen. Temple was van gedagten, dat, om een einde van zaaken te bekomen , Spanje, Groot-Britanje en de Staaten ieder een derde betaalen moesten. Doch hiertoe konden de Staaten niet verftaan («). Ook gaf het vry wat agterdogt aan de Witt, dat Karel de II. fcheen te zullen können befluiten, om zulk eene merkelyke foni te betaalen aan Zweeden, op eenen tyd, dat Frankryk fterk handelde aan 't Engelfche Hof (0). Doch de Koning van Groot- Britanje fchoot geen geld. Zweeden, eindelyk, ziende, dat 'er, van Karel den II. en van den Veree- nigden Staat, geene betaaling te wagten was, befloot zig te vergenoegen, met het gene men hadt können bedingen van Spanje Q>), welk zig, in Bloeimaand deezes jaars 1669, verbondt, om Zweeden, in zekere termynen, te betaalen, en den eerften termyn te vol- doen 9 (in *\ Zie dit ProjcA by Aitzhma VI. Deel, M. 932. Vers.
©E Witt Brieven II. Deel, bl. 607. IV. Deel. hl. 904.) (») Tetaple Brieven N. IV. II. 28, 29, 31. De Wits Brie*
<ven II. Deel, bl. 583. IV. Deel. bl. 860, b68. Co) Tempi.e Brieven N. V. il. 16
^UO T*MM,JS nrieven N. XVI. XXXII. XXXV. Ü. 103, aiJJ |
||||
392 VADERLANDSCHE LH. Boek,
1669. doen, zo dra Groot-Britanje, Zweeden endo
■------ Staaten de Akte, waarby deeze Mogendheden
beloofden, de Akenfche Vrede te zullei;
handhaaven, zouden hebben overgeleverd., Men hadt deeze Akte reeds orgefield en ge- tekend. Doch zy bleef in bewaaring van den, Ridder Temple , tot dat Spanje gereed zou zyn, om den beloofden eerften termyn af te leggen (q). 't Werk van 't voldoen der on- derftandgelden aan Zweeden kreeg hiermede. eindelyk zyn beflag. De Zweedfche Gezan- ten in den Hange zogten, federt, te wege te brengen , dat Groot-Britanje en de Staaten zig verbonden , om den Koning, hunnen Meefter, in geval de Vrede gebroken werdt., maandelyks , te onderfteunen met dertigdui- zend Ryksdaalers. De Spaanfchen hadden zig laaten verluiden, dat zy zig wilden ver- binden, om 'er, in het genoemde geval, der- tigduizend Ryksdaalers by te voegen. De eisch der Zweeden kwam volkomenlyk over- een met het Ontwerp van Wynmaand des, voorleeden jaars. Doch Groot-Britanje, te- genwoordig , naar alle waarfchynlykheid, reeds diep gefpheept met Frankryk, toonde geenen zin, om het drievoudig Verbond meer te fterken. De Staaten waren ook niet geneigd, om iet meer, ten behoeve van Spanje pp te fchieten , ten ware hun, daarvoor, eenige Plaatfen in de Spaanfche Nederlan- den werden verpand: doch hiertoe kon Spanje niet verftaan. De verdere voltrekking van het
C f) Vl Wjtt Brieven, II. Deel, il. G47.
|
||||||
UI. Boek, HISTORIE. 593
|
||||
het Ontwerp van Wynmaand bleef, derhalve, i<$6% '
agter. Wyders, was 'er ook reeds een ont- ——— werp gemaakt van de wyze, waarop men zig kanten zou, tegen hem, die de Vrede verbrak (f). Doch de koelheid van Karel den II. was oorzaak, dat ook dit Ontwerp niet voltrokken werdt (s). 't Verdrag over 't voldoen der onderftand- VIL
gelden bevestigde Zweeden, voor eenen tyd, Hsnc!<?- in het drievoudig Verbond. Pompone , die JenFraL last gehad hadt, om deeze Kroon over te haa- fchenGe- len in de belangen van Frankryk, was, reeds zant Col- voor eenigen tyd, onverrigter zaake, zo men Jj*1* m chgt, te rug gekeerd, en kwam, federt, de la!"^" plaats van d'Estrades vervullen, in den Haa- ge. Maar Colbert, die naar Engeland afge- vaardigd was, fcheen beter in zyne handeling geflaagd te zyn; fchoon het merg van 't gene ïnet hem beraamd was een diep geheim bleef. Men vernam zo dra in den Haage niet, dat hy te Londen aangekomen was, of men kreeg agterdogt, op het oogmerk zyner reize (V). Hy haut vier of vyf maal met den Koning geiproken, in weinige dagen. Hy verzeldc zyne Majesteit in de Kaatsbaan en op 't Land. Hy was, lbmtyds, een en twee uuren lang, by Me vrouwe Oastelmame, eene van 'sKo- nings Minnaresfen. Men befpeurde klaarlyk, aan de luiden, die hy meest bezogt, dat hy om
Cr") Secr. Refol. Holl. 6 Fth: 15 Maart 1670. III. Deel,
Il 40, 47 ff) Tkmpie Brieven A* XLIV. XLVI. U 333, 337. De
Witt ilrievcn II. titel, hl. 613. (J) IJe Witt Brieven IV. Ded, il. 85(1, 85a. AnZR.UA
VJ, Ücsl, «. 430, 43S. Bb K
|
||||
SP4 VADËRLANDSCHE LIL Boek.
om wat anders overgekomen was, dan om
zaafcen van Koophandel, gelyk hy voorgaf. De Ambasfddeur Boreel, by eenige voornaa- nic Staatsdienaars, zoekende te verneemen, wat Colbert handelde, werdt, geduuriglyk* van dit ontwerp op een ander gebragt. Men zeide hem egter, in algemeene bewoordin- gen, dat de Koning de verbindtenisfen, met Zweeden en de Staaten aangegaan, onver- breekelyk houden zou. Ook hieldt de Am- basflideur zig hiervan verzekerd, en fchroomde niet, zulks herwaards over te ichryven («}. Doch de tyd deedt haast zien, boe zeer hy zig bedroog. De Heer Puffendoif ook, die, in deezen jaare, uit Frankryk, naar Zweeden, te rug reisde, verhaalde den Ridder 'femple, in den Haage, dat een Fransen Staatsdienaar hem verzekerd hadt, dat het drievoudig Ver- bond geenen ftand zou houden, en dat het Engelfche Hof reeds veranderd was van maatregels. Ook hadt de Maarfchalk de Tu- renne hem, te Parys, eenen Brief getoond, door Colbert gefchreeven, die, in den zelven , van de Engelfche Staatsdienaars fpreekende» deeze woorden gebruikte: ik heb hun, eindelyk, den gantfehen rykdom van V Körtings mildheid doen geweien (v). Woorden, die niet don- kerlyk te kennen gaven, door welke midde- len , Frankryk het Engelfche Hof gezogt hadt te winnen. Templc zelf gaf, in verfchei- den'Brieven, welken hy, na de komst van Col-
O) De Witt Brieven IV, Deel, II, Ztf, 848» 853, 854,
85s, H6. <v) P. A. Samson Hifi. de Gull UI. Tom. I. f. ^60-^62» m?jN Vm< Vi. f. aïió.
|
||||
LH. Boek. HISTORIE. 395
|
|||||
Colbert in Engeland, aan den Graave van 1669.
Arlington en aan den Sekretaris Trevor-------
fchreef, te verftaan „ dat hy vreesde , dat
whet drievoudig Verbond, in 't jaar 1669, „ niet zo beftendig zyn zou, als het, in 't jaar „ i663, geweest was (w)." 't Schynt egter, uit het gene, in 't jaar 1670, voorviel, dat 'er, ten deezen tyde, nog niets met Colbert geflooten was. Zyne reis heeft, vermoede- lyk , ten voornaamen deele , geftrekt, om den Koning te polfen, en om de voornaam- ile Staatsdienaars te winnen, door gefchen- kcn. De Koning van Frankryk, niet verge- VUT.
lioegd, dat hy 't Engefche Hof aan 't wag- *»*nl»yk gelen gebragt hadt, zogt ook eenige Duit- ^„ige fchc Voriten, en vooral den Keurvorst van Duitfche Brandenburg, op zyne zyde te winnen. De Vorften. Staaten hadden hun best reeds gedaan , om ""j1* den Keurvorst te doen treeden in het drie- Keur.' voudig Verbond; doch hy begeerde onder- vorst van ftandgelden, over de begrooting van welken, Branden* men 't niet eens worden kon. De Koningvan ''"rg te Groot-Britanje hadt den Ridder Gabriel Sil- Handel' vius ook naar eenige Duitfche Hoven (#), van s\u en onder anderen naar dat van Brandenburg vius» gezonden; in fchyn om dezelven te bewee- gen tot het aanvaarden van het drievoudig Verbond; doch inderdaad, om te ondertas- ten , of zy eer tot de zyde van Frankryk, dan tot die der Bondgenooten zouden over te haa- ien (V) Temi>le Brieven N. V. VN. hl v?. ♦«»
1$) Templ* Brieven /V. XXIV, XXV. U 147, 155*
|
|||||
396 VADERLANDSCHE LIL Boek.
lenzyn. Het Engelfche Hof vondt, naar 't
fchynt., geraaden, zig hiervan naauwkeurig te doen onderregten, eer het zig nader ver- bünde niet Frankryks en SilvhiSj die hiertoe gebruikt werdt, en die, voorheen, in dienst van het Huis van Oranje geweest was (y)» was zo gebeten op de Vereenigde Gewes- ten , dat hy, zo verzekerd werdt, al kort na 't fluiten der Bredafche Vrede, het EngeJfche Hof gezogt hadt op te hitfen, om de Staaten in te wikkelen in eenen oorlog niet Frankryk, en zig, op deeze wyze, te wreekcn, wegens den hoon, van hun ontvangen (s). Am 't Hof van den Keurvorst, hieldt men Silvius voor „ dat de Koning, zyn Meester, naar men „zcide, onlangs een byzonder Verdrag met „ Frankryk gemaakt hadt, en dat zyne Kear- „ vorltelyke Doorlugtigheid behoorde on- „ derregt te zyn van den inhoud van dit Ver- „drag, en van de geheime punten van het „ drievoudig Verbond , eer hy zig , wegens „ het aanvaarden van dit Verbond, verklaa- „ ren kon," Voorts begeerde men te wee- ten „ of Silvias volmagt hadt, om met den „Keurvorst te fluiten?" De Engelfche Ge- zant antwoordde „ dat hy ook iet gehoord „ hadt van een Verdrag met Frankryk, doeh „ dat hy 't voor een uitftrooifel der Fran- je fchen hieldt, die 't verfpreidden, om dat „ zy 't gaarne zien zouden. Dat hy geen Af- „fchrift van het drievoudig Verbondt hadt »me-
(y~) 7.U hier voor, hl. 215.
izj Ut Witt Uricven IV. Deel, bl. 518.
|
||||
til. Boek. Kt I S T O RI E. #7
^medegebragt, om dat hy vertrouwde, dat i<j6£.
„ het den Keurvorst uit den Haage zou toe- —— „ gezonden zyn. Dat hy, eindelyk, geenen „last hadt, om met den Keurvorst te flui- „ten; doch dat zulks, in den Haage, zou „ moeten gefchieden." Uit welk laatfte ge- deelte van Silvius antwoord, ligtelyk te be- fpeuren was, dat hy llegts gekomen was, om den Keurvorst te pollen. Den Graaf fan Schwerin, die meest met hem handelde, over 't gedrag van Spanje en van de Staaten geklaagd hebbende, nam hy hieruit gelegen- heid, om de Staaten van onregtvaardigheid jegens den Keurvorst te befchuldigen ; daa-r- byvoegende, dat men zyner Doorlugtigheid haast voldoening bezorgen zou, zo hy zig, ten naauwfte, verbinden wilde met den Koning> zynen Meester. Doch de Keurvorst liet zig niet verftrikken. Onder dit handelen, deedt de Keurvorst ook, by zekere gelegen- heid j zeggen ,, dat de Raadpenfionaris de „Witt hem altoos verdagt gehouden hadt, n dat hy te veel ingenomen was, met zynen „ Neeve, den Prinfe van Oranje ; doch dat „hy nooit gedagt hadt, om hem groot te „ maaken, ten nadeele van den Vereenig- „den Staat." Waarop Silvius hernam, dat de Koning, zyn Meester, 't ftuk even- eens begreep , en begeerde , dat 's Prin- fen verheffing van de Staaten zelven kwa- rne. Silvius vertrok, eindelyk, van 't Hof van den Keurvorst, zonder aldaar veel te hebben können ontdekken. Hy was ook aan de Vorften van Lunenburg en Hesfen |
||||
393 VADERLANDSCHE LIL Boei?,
|
|||||
16C9. gezonden (a); daar hy, zo ik meen, niet
----r— beter Haagde.
en van Ten zelfden tyde, arbeidde Lodewyk de
rei-S'"* XIV- om de Duitfche Vorften en den Keur- Fürs tem- vorst van Brandenburg, in 't by zonder, te berg, aan winnen, zig hiertoe bedienende van Prinfe 't Hof "Willem van Furftemberg, Broeder des Bis- Iva. ßer" fcnoPs van Straatsburg: die den Aartsbisfchop van Keulen, den Bisfchop van Munfter, en Ernst Augustus, Hertog van Brunswyk-Lu- nenburg, en Bisfchop van Osnabrug (£), eer- lang, bewoog, om den Koning van Frankryk doortogt voor zyne troepen toe te ftaan. Om- trent het einde deezes jaars, begaf hy zig, met den titel van Afgevaardigde des Aarts- bisfchops van Keulen, naar Berlyn, daar hy den Keurvorst voorhieldt ,, dat Frankryk en „de Vereenigde Staaten zig fterk begonden „ te wapenen ; dat de Franfche Staatsdie- „ naars en de Koning van Frankryk zelf hem „ verzekerd hadden, dat men 't, met de toe- „rustingen in Frankryk, niet op de Spaan- „fche, maar op de Vereenigde Nederlan- den gemunt hadt. Dat de Ryks- Vorften „hierom dienden te overleggen, of 'er ook „kans ware, om deezen oorlog te voorko- „ men: en zo niet, of men zig onzydig zou „können houden, of party moeten kiezen: „in welk laatfte geval, in bedenking kwa- „me, aan welke zyde men zig zou behoo- „ ren te voegen. Dat de oorlog zo kort op „han-
en) Pupmndorp de Rebus Geft. Frid. Wilh. Libr. XI. §. 3. 4- p *»ï- (4) Puk* Do- Mont Corps Diplom. Tom. VU. P. I*. 150» |
|||||
HISTORIE.
|
|||||||||
HL Boek.
|
|||||||||
399
|
|||||||||
»handen was, dat het onmogelyk fcheen, 1669:
»dien te beletten. Dat men, onzydig wil- »lende blyven, een talryk Leger op de been » zou moeten houden, 't welk niet zou kon- » nen gefchieden , zonder zwaare kosten , »die de Vorften niet konden draagen. Dat » men, hierom, in de noodzaakelykheid ge- »bragt was, om party te kiezen: 't welk best »fpoedig gefchiedde , en ten minfle niet »moest verfchooven worden , tot dat de »vyandlykheden begonnen waren. Dat het » den Keurvorst van Keulen, zynen Meester, »onverfchillig was, of men zig voegde aan »de zyde van Frankryk, of aan die der Staa- kten ; doch dat hy oordeelde, dat men de » zyde behoorde te volgen, die door Groot- i) Britanje, gevolgd werdt, al ware 't fchoon , r> dat deeze Kroon zig voegde aan de zwak- »fte zyde, te weeten, aan die der Staaten; »om dat de beide Keurvorften als dan zou- 55 den können geraaken aan 't bezit der Plaat- J5 fen, die de Staaten nog van hun inhielden. »Doch zo de Engelfchen zig by Frankrylc 55 voegden , behoorde men ook deeze zyde jpte houden, alzo de Staaten, in zulk een „ geval, niet magtig genoeg zouden zyn, 5j om zig zelven te befc hermen , al werden „ ze ook, door alle de Duitfche Vorften, on- „dertleund, en te minder, om dat Zweeden „zig ook by de Engelfchen voegen zou. w Maar in geval men zig voegden by Frank- „ ryk, zou men, om zig te dekken tegen de „ontzaglyke nabuurfchap van dat Ryk, be- ddingen moeten, dat de Plaatfen, die op „de
|
|||||||||
4oo VADERLANDSCHE LU. BöEtó
|
|||||
i65<) „de Staaten veroverd werden, terftond, den
-—— „ Bondgenooten in handen gefield zouden „moeten worden; ^dat Frankryk het Leger „ der Bondgenooten zou moeten onderhou» „ den; die onder zig verdeelen zouden alles, „ wat zy zelven overmeesterden, behalve 'e „ gene, ten hunnen opzigte ,■ gelegen was „aan de overzyde der Maazc, benevens 't „ gene de Staaten in Braband en Vlaanderen „ bezaten $ 't welk men den Koning van „ Frankryk zou moeten overlaaten , indien „ hy 't begeerde. Nog zou men van Frank- „ ryk bedingen moeten , dat de Staat de» „ Vereenigde Gewesten niet vernietigd, „maar nog fterker gemaakt werdt. Nader- hand, treedcnde tot byzonderer opening van het laatfte gedeelte van deezen voorilag, Hel- de Furftemberg voor ö dat den Aaitsbisfehop „ van Keulen Utrecht; den Bisfchop van „ Munfter Overysfel; den Keurvorst van „ Brandenburg Gelderland en Zutfen ; den „ Huize van Brunswyk - Lunenburg Friesland ; „ den Hertoge van Nieuwburg Groningen , „ en den Prinfe van Oranje, in gevolge der „begeerte des Konings van Groot-Britanje, „ Holland en Zeeland zou behooren aanbedeeld „te worden." De Keur- De Gemagtigden van den Keurvorst van vorst Brandenburg feheenen zig, in de onderhan- houdtzu; jeüngen met den Prinfe van Furftemberg, zydc der mecr toe te ^cggen om hem u^ te h°oren dan
Staaten, toe te vallen, en gaven hem, eindelyk, te
verftaan „dat de Keurvorst de Staaten ver-
„maaoen zou, om Frankryk genoegen te
|
|||||
UI. Boek. HISTORIE. 40t
M geeven , en zig , zo lang hy kon , buiten I(ig9i
j, den oorlog zou zoeken te houden." Doch —___1
Furftemberg , om hen verder uittelokken ,
verklaarde, rondelyk , dat de Keurvorst van Keulen zig by Frankryk dagt te voegen» en toonde twee Ontwerpen van Verbonden, welken de twee Keurvorften , onderling en met den Koning van Frankryk, zouden kön- nen maaken. Doch de Keurvorst van Bran- denburg was wel een weinig misnoegd op de Staaten ; maar hy begreep zyn belang te wel, om mede te werken tot hun bederf. Hy weeS dan alle verbindtenis van de hand (O, en zondt, in den aanvang des volgenden jaars * iemant naar Frankryk > die den Koning , uic zynen naam , van den oorlog zogt af te maa- nen, mids de Staaten hem redelyke voldoe- ning gaven. Dochhy werdt, metalgemeene woorden , opgehouden. Evenwel, vernam hy, te Parys, dat de oorlog zo fpoedig niet te wagten was i als Furftemberg voorgegeven hadt (</). Terwyl deeze handelingen duurden , waren IX.
de Staaten niet zonder bekommering , voor f??^ het verbreeken van het drievoudig Verbond, Temple, van dezyde van Groot-Britanje. Zy vonden in den den Ridder Temple , die , in Hooimaand des Hange, voorleeden jaars , als 'sKonings gewoonlyke Gezant, herwaards gekomen was (<»), koeler dan naar gewoonte , zo dikwils als 'er van dit Ver-
te) Pupfendürf dcRabus Ocft. Ftid. Wilh. Litr.Xl. S-5i*» f. 582, 183. Cd) Idem Libr. XI. §• 7. p. 584. (_e) AiTZEUA VI. Deel, H, 430, 437. XIII. Deel, Cc
|
|||||
\
|
|||||
4oz VADERLANDSCHE LIL Boek,
|
|||||
1669. Verbond gerept werde. Ook kwam 'er geen
e nog met Groot - Britanje te vereffenen hadt, Zy betroffen, voornaamlyk, het Verdrag van Zeevaart, en het gefchil over Makasfar en Su- riname. En 't zal hier niet te onpas komen, dat wy eene korte fchets geeven van 't gene, over deeze drie punten, in overweeging kwam 3 tusfehen de twee Mogendheden, over ee- Teinple hadt, reeds op 't einde des voor- nige ver- leeden jaars , voorgeflaagen, dat de Koning, anderip- zyn Meester, in hetjongfte Verdrag van Zee- p"' ,Q vaart, eenige veranderingen begeerde gemaakt drag vaii te hebben , die voornaamlyk op üostindie ZeevMrt;zagen. Hy vorderde „datde wederzydiche „ Zeebrieven van eenen inhoud waren , of n liever , dat de Koophandel, zonder eenige 0 verklaaringen , vryelyk gedreeven weidt; „dat de Engelfchen vryelyk handelen mog- „ ten op zulke Plaatfen in de Indien , die niet f, belegerd of beflooten waren , zodanig, dat „ 'er alle vaart door beiet werdt; ook op zul- „ ken, die , door de Nederlandfche Maat- £ fchappye , niet daadelyk bezeten werden j „ dat de wederzydfche Maatfchappyen , vrye- „ lyk , langs de Stroomen, naar eene Han- „ delplaats vaaren mogten , alfchoon de eene „ of de andere Maatfchappy eene Sterkte op „ zulke ftroomen mögt geftigt hebbeu. Da« „men geene Verdragen van Koophandel „ zou mogen maaken met de Indiaanen, m waardoor men eikanderen den handel af- „ fneedt; zullende de Maatfchappy, die eerst n overeengekomen was met de Indiaanen , geen
|
|||||
LIL Boek. 'HISTORIE. 403
w geen regt verkrygen tegen de Maatfchappy, 1669.
j, die 'er zig , naderhand , mede verdroeg ; ■ „ maar tegen de Indiaanen alleen. Dat, in j, geval van Oorlog , tusfchen eene der twee w Maatfchappyen en eenig volk in Indie , dit 9) volk , door de andere Maatfchappy, niet n zon- onderfteund worden. Dat de Vaartui- n gen , voor eene der twee Maatfchappyen, n of voor eenig Indisch volk , met welk de „ eene Maatfchappy verbonden en de andere „niet in vyandfchap was, handelende binnen j, de paaien van derzelver Oktroi, na 't ver- j, toonen van een behoorlyk Paspoort, niet „ bezogt, gemoeid of opgehouden zouden v worden (f)." De meeste punten van deezen voorflag ,
zelfs zulken , waarby beide de Maatfchap- pyen even zeer verbonden werden , of even groote vryheid bedongen , ftrekten eigenlyk alleen tot voordeel van de Engelfchen ; wier handel in de Indien nog van klein belang was, waarom allerlei evengelykheid , in opzigt van denzelven , ten hunnen voordeele ftrekte , en ten nadeele der Nederlandfche Maatfchap- pye (g) De Engelfchen hadden byna geene Sterkte in de Indien: de onzen zeer veelen. 't Kon dan genoegzaam alleen ten voordeele van de Engelfchen zyn, dat men zig, we- derzyds , verbondt, om eikanderen voorby de Sterkten, die de ftroomen llooten , naar hooger gelegen' Handelplaatfen te laaten vaa-
(f) Refbl. Holl. 19 De.ctmb. 1668. «. (5o. Aitzema VI.
Deel, b'. 4U. Ü) Tsmple.Brieven, N. I. H. 6. Cc ä
|
||||
404 VADERLANDSCHE LILBoEfc*
tCfrj. vaaren. De onzen hadden veele Verdragen
r- volken ; de Engelfchen weinigen : weshalve zy , door laater' Verdragen , den onzen meer nadeels doen , dan van hun ontvangen kon- den (/£). Evenwel, Honden de Staaten de meeste punten van Temples voorflag, ge- xeedelyk , toe , mids dezelve allen , weder- zyd.s , even verbindende gefteld werden. Al-.. Ieenlyk, bedongen zy, dat men, in geval van nader Verdrag met de Indiaanen , nadat eeiia der twee Maatfchappyen met dezelven ver- draagen was, niet alleen regt behouden zou op de Indiaanen , maar ook op alle anderen, die de Indiaanen hielpen. Ook oordeelden ze, dat Paspoorten alleenlyk verbindende waren , voor de onderzaaten dier Mogend- heid , uit wiens last de Paspoorten waren ver- leend. Maar het punt van de doorvaart, langs itroomen, met Sterkten bezet, hielden zy met alle billykheid te ftryden, alzo zulke Sterk- ten , met geen ander oogmerk, geftigt en on- derhouden werden , dan om zig te verzeke- ren van den handel langs de ftroomen (7). "Temple fprak , hierover , meermaalen s met de Witt en van Beuningen ; doch hy merkte Idaarlyk, dat zy tot dit punt niet over te haaien waren (£). Men maakte dan , na veel han- delens, een Ontwerp van de punten, waar- over men eens was (7) , die, zo ik meen , fe-
O) Trmplb Brieven, N. X. il. 67.
(i) Uefol. Hol!. 19 Uecsmb. \C(iZ. il- (il.
CA) Temple Brieven, N. X. XIX, XX. XXX. tl. 64, KI,
I27, IQ',-
EO Sc«. Rrfol. HoU,ia April, 20 yuty 1663. «. 67, 25,
|
||||
til. Boek. HISTORIE. 405
federt, wederzyds , getekend werden. 1^9,
Met de zaak van Makasfar, die -gelegen---------
heid gegeven hadt, tot het ftellen van een over 't
punt in het nader Ontwerp op de Zeevaart t veriaa- was het in deezer voege gelegen. De Neder- |enngeieE landers en Engelfchen dreeven beide handel Cchan ui jn de Stad en het Koningkryk van Makas- Makas* far y gelegen op het Eiland Celebes, tusfchen far» Borneo en de Molukken. De Nederlandfche Maatfchappy ftondt in Verdrag van Koophan- del met den Koning van Makasfar., Doch de onzen klaagden, van tyd tot tyd, over inbreuk op dit Verdrag. De Makasfaren voeren zelfs dikvvils over naar de Molukken , en dreeven 'er handel in Speceryen, tegen 't flreng en herhaald verbod der Maatfchappye, die dee- zen handel voor zig alleen behouden wilde. Men hieldt de Engelfchen verdagt, dat zy de Makaslaren ophielden en onderfteunden. Doch , op 't einde des jaars 1666, was Kor' tielis Speelman , met dertien fchepen , gezon- den van Batavia , om den Koning van Ma-r kasfiir den oorlog aan te doen, daar hy een groot deel van 't volgende jaar mede door- bragt. Eindclyk , overwon hy hem geheel* lyk (»;) , en floot, in Slagtmaand des jaars 1667 , een Verdrag met hem , waarby , on-> der anderen , bedongen werdt B dat de En- j, gelfchen , die , zegt het Verdrag , gehou- n den moesten worden, voor de aanftookers, „ van 't verbreeken der voorige Verdragen , M binnen zekeren tyd, met al hunnen aan« («) Holl. Mcrc. ran 1670. bh 75-84,
C c 3
|
||||
4o6 VADERLANDSCHE LIL Boek,
U6p. n hang, uit Makasllir zouden moeten vertrek-
—— j, ken, zonder 'er immer, wederom, 't zy om f, te handelen of om andere redenen , te wor- den toegelaaten («)•" Dit punt ftiet den Éngelfchen zeer. ïemple kreeg last, om te wege te brengen , dat het vernietigd werdt. Doch de Witt en van Beuningen, met wien hy 'er over handelde, beweerden uit eenen mond, dat het regt, welk de Maatfchappy zig verkree- gen hadt, om alleen op Makasfar te handelen, de vrugt was van eenen kostbaaren en lang- duurigen oorlog, en zo ligt niet verwaarloosd moest worden. Evenwel, bragt Temple het, eindelyk , zo ver, dat men den Éngelfchen wederom veroorloofde , in Makasfar te komen handelen (o), avcr Su- Maar over de zaak van Suriname viel meet titumej te doen> De Engeifchen hadden s aan de Ri. vier van Suriname (i) , eene Volkplanting
aangelegd , nevens eene Sterkte, die hun s geduurende den jongften oorlog , in Lente- maand des jaars 1667, door Abraham Krym- zoon, met drie fchepen , op bevel der Staa- ten van Zeeland , derwaards gezeild , ontwel- digd was. De ingezetenen , die den eed aan de Staaten van Zeeland wilden afleggen, blee- ven in 't bezit hunner goederen. Doch de Landeryen en goederen der weigerigen wer- dt a f> ) Zh /Itt. VI. van 't Verdr. in Al Ho'1. More. van i6?a.
il 85. (o > Temple Brieven , N XXXVII. XXXIX. XLII. XLHI.
XUV. hl. 952, 277, 305, 312, 319. (i) Zie eene korte Befchryvinge van Suriname 'm
de Hullandfcbe Ülacuiïus van 'c jaar 1670. bl. 55, |
||||
UI. Boek. HISTORIE. 407
den verbeurd verklaard. De goedesen van
den Engellchen Bevelhebber, William Byam, werden tot buit, en de foldaaten tot krygs- gevangenen gemaakt. Voorts, moesten de ingezetenen , terftond , honderdduizend pon- den Suiker, ten behoeve der Staaten van Zee- land , opbrengen (ß ). De Sterkte , die den naam van Zeelandia kreeg , bleef onder bevel van den Kommandeur Maurice de Rame en den Vaandrig Kolve , die honderd en twintig inan onder zig hadden. Doch 't leedt maar tot in Wynmaand des gemelden jaars , wan- neer zy 'er wederom uit verjaagd werden. De Engeli'che Bevelhebber , John Hermans, met zeven Üorlogsfchepen, twee Kitfeu , eene lange Bark en twaalfhonderd man , afgezeild van Jamaica , vertoonde zig, op den dertien- den der gemelde maand , voor de Rivier van Suriname , welke hy , met eenige fchepen , opvoer tot voor de Sterkte, die drie mylen van zee gelegen was. Op den zeventienden, begon hy de Sterkte te befchieten, die, ter- wyl men over een Verdrag in befprek was , veroverd werdt. De bezetting werdt toen naar de Barbados gevoerd 3 vanwaar de Ge- neraal William JVillougby , die over deeze Volkplantng geboodt, zynen Zoon , Henry, terftond, naar Suriname zondt, om 'er we- derom bezit van te neemen (#). Midlerwyl, was de Bredafche Vrede geflooten, en by het zefde punt van dezelve beraamd, dat men, we-
(p") Noeul. Zeel. 2a Sept. 16(17, W. is3. Capitul. van 6
Maart i6'>7- il/S. Zie ook Holl. Merc. van 't jaar 1667. */. 41. (S.) Ds Witt Brieven IV. Deel, tl. 042, 677. Cc 4
|
||||
4o8 VADERLANDSCHE LIL Boek;
1660. wederzyds , in 't bezit blyven zou van 't gene
—— men , op den twintigften van Bloeimaand des jaars 1667, bezeten hadt. Nademaal nu niet getwyfeld kon worden , of de Zeeuwen wa- ren , op dien tyd, in 't bezit van Suriname geweest, vorderden de Staaten , dat de Ko- ning van Groot-Britanje hun deeze Volkplan- ting wederom inruimde. Hy toonde 'er zig terftond bereid toe, tekenende, ten dien einde, in Sprokkelmaand des jaars 1668, een bevel aan Willougby , welk den Staaten van Zeeland toegezonden werdt (r). Dit bevel vorderde de ontruiming der Volkplantinge , in zulk een' ftaat, als zy geweest was , wanneer men aldaar kennis kreege van de geflooten' Vrede ; 't welk voor eene geheele plondering van Suriname vreezen deedt (_s~). Ook ftak de Zoon van Willougby , zelfs na dat hem de Vredepunten en 's Konings bevel vertoond waren , een' Suikermolen in den brand , zon- der zig te bereiden tot het ruimen der Ves- tinge , welke hy zelfs dreigde te zullen Heg- ten , eer hy vertrok (*). Men liet niet na, hierover te klaagen aan den Koning, hem ver- Zoekende, om nieuwen last aan Willougby. Doch het Engelfche Hof verftondt nu , dat de ingezetenen van Suriname , Engelfchen en anderen , vryheid hebben moesten, om met hunne goederen te vertrekken , werwaards zy wilden , mids vergoedende de fchade , di§ zy , door pionderen en branden, den anderen, in->
(e) De Witt Brieven IV. Deel, il. 640, 663.
f s ) De Witt Brieven IV. Deel, il. 673. CO D* Witt Brieven IV. Deel, il. 76^. |
|||||
.
|
|||||
LIL Boek. HISTORIE. 409
ingezetenen hadden aangedaan («). Ook 1669.
werdt dit, in eenen tweeden Brief des Ko- —— nings, uitdrukkelyk aan Willougby bevolen (V). Óndertusfchen, hadden de Zeeuwen, die afgezonden waren, om bezit van de Volk- planting te neemen, zig meester gemaakt van den gewezen Engelichen Bevelhebber, Ja- kob Bannister, die naar Vlislingen gevoerd, doch, op het eerfte verzoek van den Ridder Temple, op vrye voeten gefield werdt (w)> fchoon men hem verdagt hieldt, dat hy de Indiaanen van Suriname hadt opgehitst te- gen de onzen. Willougby hieldt zig nog niet aan de herhaalde bevelen des Konings; maar drong de Engelfchen, die liever blyven wil» den, om de Volkplanting te verlaaten (#). Doch Temple beweerde , dat zy vrywillig moesten vertrekken, en, vorderde , dat het hun toegelaaten werdt door de Staaten: waar- in men, eindelyk, bewilligde (j). De Staa- ten van Zeeland raakten, eerlang, in 't gerust bezit van Suriname; fchoon de algemeene Staaten beweerden, dat het allen ingezetenen van den Staat vryftaan moest, zig aldaar ne- der te zetten, en 'er op te handelen; zig voor- ïiaamlyk hierop grondende, dat de Volkplan- ting veroverd was met fchepen, uit de bui- tengewoone onderftandgelden der Gewesten, uit->
O) Aitzrma VI. Diel, U. 417, 435» 426.
(vj Zie Aitzbma VI Deel, bl. 4.27.
• (w) AlTZEMA Vi. Deel, hl. 419, 4*r>. (*) Refol. HOU. 23 Febr. 1669. bl. 95.
(y ) Refol. Hol!. 28 May, aa Sept. 2!> Nov. 4 T)ec. 1669. M.
37, 40, 22, 38, 22 Maart i6?o. bl. 32. Tbkpls liricvcu.Äi pX- X^.W4. XXXjX. tl. vj7, 242, 275. Cc 5
|
||||
4io VADERLANDSCHE LIL Boek.
1669. uitgerust, en bemand met Krygsvolk van den
------- Staat, grootendeels zelfs niet ftaande ter be-
taalinge van Zeeland (z). Doch 't liep nog ee-
nige jaaren aan, eer men zig, hieromtrent, met Zeeland verftondt. over deu Men hadt nog eene zaak van Koophandel Schot- je vereffenen met Temple, waarover ik niet Stapel te vmd> dat men volkomen eens werdt. Die Veere.' van Holland maakten, omtrent deezen tyd, toeleg, om den Stapel der Schotfche waa- ren, die, van ouds, te Veere in Zeeland, ge- weest was, te verleggen naar Dordrecht: waarby de Prins van Oranje, als Markgraaf van Veere, jaarlyks, omtrent twaalfduizend guldens verliezen zou; waarom hy, by Tem- ple en by den Koning van Groot - Britanje zei- ven, ernftelyk, aanhieldt, dat de Stapel te Veere blyven mögt (a). Doch ik weet niet, of zyn verzoek thans ingang vondt. De Maat- fchappy der Engelfche Koopluiden te Dor- drecht, die zig, na 't eindigen des oorlogs, wederom dagt te herftcllen, wenschte ook, gelyk eertyds, ontheeven te zyn van de ge- woonlyke belasting van eene gulden op ieder ftuk Laken, welk zy herwaards voerde. Tem- ple arbeidde hiertoe by de Staaten, die, zo hy dägt, niet in ftaat waren, om de grove Lakens zo fterk en zo goed koop te laaten maaken, als de Engelfchen, en daarom, dien handel liever in hun Land zouden willen hou- den , dan zien dat dezelve verlegd werdt naar
f 2) Rcfol. Holl. 4. /fug. i6S8. bl. 84. s8 Sept. 28 Novemb.
ïfifïy. il. /io, 21, 22 blaart 1670. bl. g3. Notnl Zie). 2t July, S3 /fug. 166H bl. 143, 17!!- 2K, jfr:;i. j6d<). bl. tr,. (.1O TüMPLï Brieven, W. 1. AVI. XXX. {*'. 15, 141, 204»
|
||||
HISTORIE. 411
|
|||||||
LU. Boek.
|
|||||||
naar Vlaanderen, of Embden , of andere 1669,
Plaatfen in Duitschland , werwaards men, —— van hier, de Engelfche Lakens plag te ver- zenden. Hy hoopte, hierom, dat hy de En- gelfche Maatfchappy te Dordrecht zou kön- nen doen onthefli'n van deeze belasting (T), Doch ik vind niet, dat hy in zyn oogmerk gedaagd zy, Tuslchen de Staaten en den Keurvorst van x.
Keulen, als Prins en Bisfchop van Luik, was, Verdrag federt eenigen tyd, verfchil gerezen, over "?e5 den de Heerlykheid en het Kasteel van La Ro- Bisfchop cht te , welk de eeriten hielden voor een van Luit, Leen van het Graaffchap Daalhem in het wegens Land van Overmaaze , terwyl de Keurvorst J:a Ro' beweerde, dat het van het Prinsdom van Ivaik c eue* afhing (c) : waarom hy 't onlangs, door Krygs- volkhadt doen bezetten. Doch in Wynmaand deezes jaars, kwamen de twee Mogendhe- den, by voorraad, in den Haage, overeena „dat de vonnisfen, door den Raad van Bra- bant, in den Haage, ge weezen, wegens „ La Rochette, zouden uitgevoerd worden, „zonder dat de Staaten zig, daartoe, van „ Krygsvolk bedienen zouden; 't welk, zo „ 't vereischt werdt, alleen door den Keur- „ vorst, gefchieden zou. Dat de beide Mo- „ gendheden elkauderen niet zouden ftoo^ „ren, in 't gerust bezit van 't gene zy van „ La Rochette bezaten, en dat de Keurvorst „ in 't byzonder zou bly ven heffen de regten „op
O) TEMM.E Ikicvcii, A'. XVI. XXII. XXX. XXXI. tl. J»?,
I39, ujij. 203. (O KeloJ. IIolU 28 8ép(. »Öög. il. 47. |
|||||||
'•
|
|||||
412 VADERLANDSCHE LIL Boek;
ï65 . „op de Mynftoflen, welken hem, tot hier-
■------- „toe, opgebragt waren. Dat, eindelyk, La
„Rochette, terftond, van Luikfche knegtert
„ ontledigd zou worden (/)." Doch alzo dit Verdrag flegts by voorraad geflooten was, ea de Keurvorst, van zyne zyde, ook regt voor- wendde op de Heerlykheid van Lith, in de Meiery van 's Hertogenbosch, moest men tot radere handeling komen, 't Liep aan tot in Oogstmaand des jaars 1671, eer men overeen- kwam , dat de Staaten van hunnen eisch op La Rochette, en de Keurvorst van den zynen op, Lith zouden afftaan: waarmede de twist byge- legd werdt (è). Hevipe Onder de Leden van Zeeland, was, in den twist,on- Herfst des voorleeden jaars, merkelyk ver- Ledén fchil ontdaan, over het afdanken van eenig van Zee- Krygsvolk, beweerende Zierikzee en Goes, land. dat men drie vendels meer afdanken moest , dan de meerderheid kon goedvinden (f). De twist was zo hoog geloopen, dat de twee Ste- den, eenen tyd lang, geen e Afgevaardigden meer hadden willen zenden ter Staatsverga- deringe: waartoe Goes zig egter, eindelyk, overhaalen liet. Maar Zierikzee, fchoon be- fchreeven en bezonden door de overige Le- den , bleef agter (g). Ook hieldt deeze Stad de penningen in, welken zy, ten dieniteder ge-
Cd~) Refi>l. HnH. aü Novemh. 1669. U. i8. Holl. Merc. var.
1G69 hl. ik?. Verv. op Aitzema 1. Jiuck, tl. 20, uy, 61. ie) Kefoi Holl. ij, 2i Aug l(>71- *'• 17°» '97- lieloK
Gencr. f en. 14 Av.g. 1671. (ƒ; Notul Zeel. 15 0#si. i6rt8, H. 233.
(g) Notul. Zeel. 10 iïov. 10, 17 Dcc. 1ÓÖ8. il. 247, 2Ö4»
|
|||||
Lïl. Boek HISTORIE. 413
gemeene zaake, gehouden was, op te bren- 1669.
gen. De ftaat van 's Lands geldmiddelen ——— raakte, hierdoor, zo zeer in verwarring, dat de Staaten, by meerderheid van Hemmen, beflooten, ftrenge en ongewoone middelen te gebruiken, om Zierikzee te doen buigen (Ji). De Kolonel Theodorus van Frybergen werdt, Ikou- aan 't hoofd van zes vendelen knegten, uit wersha- Vlisfingen en Veere geligt, naar Schouwen ^!."1"*56 gezonden. Hy hadt zes itukken gefchuts by zig, en maakte zig, op den vierden van Sprok- kelmaand , meester van Brouwershaven. Men ftelde vast, dat hy naar Zierikzee komen zou, waarom men, in deeze Stad, terftond, de trom deedt roeren , waardgelders aannam, de burgery in 't geweer bragt, en 't gefchut naar de wallen fleepte (/). Midlerwyl, hadt de Regeering, op 't eerfte gerügt van het afzenden van Krygsvolk naar Schouwen, Af- gevaardigden naar Middelburg gefchikt, met last, om hiervan de oorzaak te verneemen. Men kwam, eerlang, overeen, dat Zierik- zee zou belooven, de gemeene penningen niet langer te zullen ophouden, en de aange- nomen' waardgelders te zullen afdanken, waarna het Krygsvolk bevel kreeg, om Brou- wershaven te ruimen. De Stad Zierikzee zondt,nog voor't einde van Sprokkelmaand, "haare gewoonlyke Afgevaardigden ter Staats- vergaderinge, zig egter het regt voorbehou- dende, om, wegens haare overige bezwaar- njs-
(ft) Notul. Zeel. I, 4 Fifr, 16(19. hl, 28, 31,
Li.) HoU. Men; raff iG6y, H. 12,
|
|||||
1
|
|||||
4h VADERLANDSCHF, Lil. Boek.
1669. nisfen, in tyd en wyle, voldoening te vor-
------- deren (k). Sedert,werdt de rust,in Zeeland, herfteld.
XI. De toeneemende gerügten van oorloge,
bc Stad- en het werven des Bisfchops van Munfter,
ken wel- 'È welk wederom voortging (/), deedt de Staa-
nige toe- ten ook bedagt zyn , om zig te wapenen*
bereid- Doch men nam geene ernftige befl uiten ten
fels ten deezen einde, ter oorzaake van het verfchü
oorloge. tusfciien de Gewesten, over de aanftellingc
van een Legerhoofd. Veelen wilden hiertoe
den Prins van Oranje verheeven hebben: 't
welk Holland en de Raadpenfionaris de Witt
in 't byzonder nog tegenhielden, om dat de
Gewesten nog niet bewilligen konden in zyn
Ontwerp, om het Kapitein - Generaalfchap en
het Stadhouderfchap, voor altoos, van een te
fcheiden. Het jaar 1669 en een gedeelte vaa
1670. het jaar 1670 verliep, derhalve, zonder dat
' men zig, hier te Lande, eenigszins begon in ftaat te flellen, om de dreigende gevaaren af
te keeren.
Verdere De Koning van Frankryk liet ondertus-
hnnrie- fchen, niet na, te arbeiden, om den Keur-
Fufstem- vorst van Brandenburg, ware 't mogelyk, te
berg,aan winnen. Furfternberg, die hem, allenthalve,
't Hof de hand boodt, vertoonde den Keurvorst,
n" ßer" »dat de oorlog tegen de Vereenigde Ge-
„ westen vastelyk beflooten was in Frank-
„ryk; doch dat de Koning alleenlyk voor-
„hadt, zig meester te maaken van de helft
„ van
(4) Notul. ZttX. 5, 6, 7, 11, 12, 15, 23 Mr, 1O69. fri
34, 36. 3fl, 44, 4?, 54, 55. (_lj Hoil. Mcrc. van i6Cy. II. is, 30. |
||||
Lil. Boek. HISTORIE. 415
|
|||||
„ van Maastricht; van 't gene eertyds tot igj^
„Brabant en Vlaanderen behoord hadt, en . —- „ van eene of twee Steden aan den Ryn; „ welke Steden hy, egter, niet langer dan „ de oorlog duuren zou, dagt in te houden. „ Dat hy al 't overige voor zyne Bondgenoot „ten zou laaten, welken hy de helft hunner „kosten voldoen zou, mids zy 't betaaJen „ der Krygsbevelhebberen geheel ten hun- „ nen laste namen." De Keurvorst bedankte den Koning van Frankryk voor 't vertrou- wen , welk hy in hem Helde; doch gaf, te ge- lyk, te verftaan „ dat hy met de algemeene „Staaten in een Verbond ftondt, welk hem „verhinderde, zig tegen hen te irerklaaren; „dat hy't ook niet zou können doen, zon- „ der zyn eigen Land, terftond, in 't uiter- „ fte gevaar te ftellen, gemerkt de Staaten „bezetting hadden in zyne fterkfte Plaat- „ fen, uit welken zy hem veel nadeels zou- „den können doen, indien hy befloot, hun,-?, „ne zyde te verlaaten (»;)." Zo duidelyk een antwoord fneedt den Koning van Frank- ryk de hoop byna af, om den Keurvorst te doen wisfelen van partye. Evenwel, liet hy niet na,hiertoe, nog in 't volgende jaar, aanzoek te doen. De Keurvorst, ondertusfchen, ten volle De Keur- onderregt van Frankryks oogmerk, verzuim- vorst van de niet, den Staaten kennis te geeven van 't j~!"dfm* gene hem ter ooren gekomen was, te gelyk waiir. begeerende „dat zy hem de oorzaaken van fchuwt „Frankryks misnoegen tegen hen openbaar- deStaa- „ den." tïn'
C«) Piiffendohf de Relu;s (Jcfl. Frid. Wüh. Liir. XI. $.
7, 8, <j , ie, II. f. 584,585, 5»ö, 587, 5»8. |
|||||
4i6 VADERLANDSCHE LIL Boe«;
|
|||||
•»670. „ den." Voorts , riedt hy hun ,, zig met
fc------,j Frankryk te verdraagen; alzo zy, dagt hy,
„in geval van oorloge, geenen genoegzaa-
„men onderfland van hunne Bondgenooten „zouden te wagten hebben. Van Zweeden „was, zyns oordeels, weinig tehoopen, on- „der eenen minderjaarigen Koning, en te „minder, om dat Spanje de onderitandgel- „den, aan deeze Kroone beloofd, nog niet „ voldeedt. Eenige Duitfche Vorsten , " waarfchynlyk de Keurvorst van Keulen en de Bisfchop van Muniler „ waren, zeide hy, eer- der vyanden dan vrienden van de Staaten. „ Wat hem betrof, hy zou zyne verbindtenis- „ Ten naarkomen,doch hen daarmede niet kon- „nen beveiligen, tegen 't gevaar, welk hun „dreigde: waarom hy nogmaals herhaalde, „dat men Frankryk moest zoeken te verge- „ noegen. Doch indien de zaaken tot een ui- „terfte kwamen, verwagtte hy,dat de Staaten „ zyn Land niet tot een tooneel des oorlogs „maakenzoudea Ook verzogt hy, dat ze, „eindelyk, hunne bezettingen, ten minften „uit eene of twee Kleeffche Steden, trekken „wilden (»)•" Hnn am. De Staaten, den Keurvorst voor zyne .woord, waarfchuwing bedankende, zouden hierop geantwoord hebben WJdat zy zig naauwlyks „ verbeelden konden, dat Frankryk hun zogt „ te beoorloogen, alzo zy 'er geene reden al- „toos toe gegeven hadden. Eerder dagten f k") Puffendorf de Rebus Geft. Frid. Wilb. Lm. XI. S.
14. p. 59°- |
|||||
til.BoEfc. HISTORIE. 417
fc zy, dat de toerustingen in Frankryk op \Cjq,
b Lotharingen , op het Franche Comté, of-------
5, op de overige Spaanfchö Nederlanden za-
„gen. Voorts, wisten xe van geene gefchil- „ len met de nabuuren, die niet, eerder door „ den weg van Regte dan door de wapenen, „ behoorden beflist te worden." Wat zy op het verzoek om het inruimen van eene of twee Kleeffche Steden antwoordden , vind ik niet aangetekend. Doch veelligt verwekte het ee- nige agterdogt in de Staaten > die niet onkun- dig zyn konden, dat de Keurvorst, door Frank- ryk , aangezogt werdt, en mogelyk vreesden, dat het herleveren deezer Steden den Keur- vorst eerder zou doen luisteren naar de voor- flagen der Franfchen. En hierop ziet , ver- moedelyk, het zeggen van zekeren Hiftorie- fchryver, dat de Witt aan alle de bedryven van den Keurvorst eene üinkfche uitlegging gaf (o). De Koning van Frankryk, niet naar zyn XII.
genoegen gedaagd zynde aan, het Hof van De Her- Berlyn, zogt de onderhandelingen met Groot- oriëan«a Britanje, die, in 't vooleeden jaar, begonnen haalt waren, ten einde te brengen. Men meent dat haaren Karel de II, omtrent deezen tyd vastgefteld Broeder, hebbende, voortaan, onafhangkeiyker te re- jv",r °jn geeren, dan hy tot hiertoe gedaan hadt, te Groot- ligter luisterde naar de voorilagen van Lo- liritanje, dewyk den XIV, die hem eenen jaarlykfchen over,tot onderftand in geld aanboodt, zo hy het drie- "e"y"" voudig Verbond verlaaten, en zig met Frank- verbond |
|||||||
ryk met
|
|||||||
C»^ PnFFKNnonF u'iifuprx.
XIII. Deel. Dd
|
|||||||
4i8 VADERLANDSCHE LIL Boek.
. ryk verbinden wilde Q>). Om den Koning van
Groot-Britanje geheeilyk over te haaien in de belangen van Frankryk, bediende men zig van zyne Zuster, de Hertoginne van Orleans (^), die, Lodewyk den XIV, in Grasmaand deezes jaars, verzeilende, op eene reize naar Duinkerken (>), zig, in f'chyn, begeerig toon- de , om haaren broeder te bezoeken, en verlof verwierf, om naar Douvres te mogen over- fteeken. Hier hieldt zy een mondgefprek met Koning Karel, dien zy, uit den naam des Konings van Frankryk , van onderftand in geld en manfchap verzekerde, waardoor hy in ftaat zyn zou, om zig onafhangkelyk te maaken van het Parlement, mids hy, van zy- ne zyde , alleenlyk trade in de maatregels , welken men, in Frankryk, genomen hadt, om den Vereenigden Gewesten den oorlog aan te doen. Men wil, dat de Koning geneigd geweest zou zyn, om de wapenen eerst te voeren tegen zyn eigen volk ; doch dat de Hertogin hem voorhieldt, dat de Vereenigde Gewesten zig van zulk eene gelegenheid bedienen zouden, om hunnen Koophandel uit te breiden; waardoor zy magtiger zouden worden, terwyl Engeland, door eenen in- landfchen oorlog, verzwakt werdt. Zy oor- deelde , hierom, dat men met de Vereenigde Gewesten beginnen moest, en eerst om Engeland denken , na dat deezen zouden te ondergebragt zyn. En de Koning ging ge- heel (fO Rapin Tom. IX. p. s«)'». Bouncbrokes Letters, Vol, I.
p. aK4. (lf) De Choisy Memoir. Tnm. III. p. 60, 81, 155.
fr) Hol!. Merc. van 1670. */. 32. 49> "'• |
||||
LIL Boek. HISTORIE. 419
heel over in haar gevoelen. Zy keerde, ter- tfyo,
ilond, wederom naar Parys , daar zy , kort
hierna, fehielyk overleedt, niet zonder fterk
vermoeden, dat zy, door haaren eigen man, den Hertoge van Orleans, vergiftigd was (*). De Markgraaf van Bettefonds werdt, terftond hierop, naar Engeland gezonden, als ware 't, om den Koning den rouw te beklaagen ; doch voornaamlyk, om het Verdrag ten einde te brengen. De Hertog van Buckingham begaf zig, ten zelfden einde , naar Frankryk, daar men Karel den II. eene Vloot aanboodt, om zig onafhangkelyk te maaken in zyn Ryk. Doch de Koning van Groot-Britanje vondt hierin te veel zwaarigheid; hoewel hy, zo fom- migen meenen, zig naderhand beweegen liet, om het toe te ftaan. Maar Buckingham heeft aan iemant, die dit fchryft, verzekerd „ dat „ hy nimmer bewilligen wilde, om eene „ Franfche Vloot in de Engelfche havens te 5j ontvangen, fchoon men hem, in Frankryk, wveertigduizend ponden fterlings beloofde, „zo hy 'er den Koning toe konde overhaa- „lcn." Hy voegde 'er by „ dat de Graaf van „Arlington den Koning eindelyk bewoo- „ gen , en zo hy vermoedde, het geld ge- „ trokken hadt." Doch anderen hebben Inliond Buckingham verdagt gehouden. Wat 'er va" het van zy, men kwam, naar fommiger ver- ze!ve' haal, eerlang, overeen „ dat Karel de II. de „Staaten ter zee beoorloogen zou, terwyl „de
(O RtTRNET Hift. of lus own Time. Tom. I. p. 301. I.uf>-
lows Memoirs Fol. III. p- 185, 186. Tindal Cuiilin. t/Ka- pin VbL I. [w XVI.Jlmrod.p. li. Nut. (1). pd a
A
|
||||
42ó VADERXANDSCHE LH. Boek,
„ de Koning van Frankryk hun , met een
j, magtig Leger, te lande, zou aantasten; dat ö Frankryk den Koning van Groot Britanje} fi met eene Vloot en met driehonderd en w vyftigduizend ponden fterlings in 't jaar 3 j, zo lang de oorlog duurde, onderfteunen „ zou , en dat, in geval de Vereenigde Ge- n westen te ondergebragt werden , Zeeland „ den Koning van Groot - Britanje , en al het M overige den Koning van Frankryk zou aan- n bedeeld worden : Holland alleenlyk uitge- w nomen, welk men den Prinfe van Oranje „ zou afïtaan, zo hy zig in dit Verbond be- „ geeven wilde (/)." De inhoud van het zelve bleef, ondertusfchen , bedekt. Karel de II. hadt, onlangs, merkelyke verandering ge- maakt in zynen Raad , en zyne innigfte ge- heimen vertrouwd aan vyf Grooten , Cliffbrd, Arüngton, Buckingham, Ashley en Lauthcrdalc, die, naar de eerlte letters hunner naa- men, de Cabal of aanhang genoemd werden. In den agterraad van deezen vyf, waarby men en Koning en den Hertog van Jork voegen moet, werdt het Verdrag met Frankryk en de oorlog met de Vereenigde Gewesten beflooten (ti). Ook fchryven fommigen, dat 's Konings minnaares, de Hertogin van Ports- mout/i, uit Frankryk herkomstig, zeer veel hadt toegebragt, om den Koning over te haaien in de Franfche belangen (v). Doch hoe zeer de handel van het Franfche Hof,
( t} Hurnpt Hist ofhis own Time. Fol I. p. 303, 304.
(ut RApin Tom. IX p auo, S94. cyc;. 297.
(r) FEUQijiF.wts Minioir. Hirtai'. & ftiilit. Tom. I. f. 4'M
|
||||
UI. Boek. HISTORIE. 421
|
|||||
Hof, in Engeland en elders, bedekt gehou- 1679;
den werdt; de Staaten konden niet nalaaten —-— te merken , dat 'er iet gcwigtigs in til ware. zoek, of Sommige Historiefchryvers hebbenden Raad- {j"6"^™ penfionaris de Witt, onzes oordeels zonder },e ( ^Qn. genoegzaamen grond, befchuldigd , dat hy nis van Frankryk te veel vertrouwde, en geen werks Frank- genoeg maakte, om, door geheime verftand- ^krskenS" houding aan de Hoven van Parys en van Lon- hajt 0f den, te ontdekken , wat 'er omging, 't Is niet. waar,dat hy,mct deFianfche Gezanten, d'Es- trades en Pompone, handelende, zig gehet, als of hy Frankryk niet verdagt hieldt van eenig flinksch oogmerk tegen den Vereenigden Staat; doch het gedrag, welk hy, ten zelfden tyde, hieldt, in de Vergaderingvan Holland; de brieyen, welken hy aan zyne vertrouwdfte vrienden buitens Lands fchreef , en bovenal het bewerken van het drievoudig Verbond, waarin hy de voornaam (Ie hand gehad hadt, toonden, beter dan zyne gefprek- ken met de Franfche Gezanten, wat hy van Frankryk vreesde. Ook blykt, uit zyne Brie- ven, dathy, al voor eenige jaaren, heimelyk verftand hieldt, beide in Frankryk en in En- geland ( w ). 't Is, derhalve, gantsch niet te vermoeden , dat hy, in deezen gewigtigen tyd , daar hy Frankryk aan alle Hoven zag handelen; daarhy, uit Temple, merkte, dat men, aan 't Engelfehe Hof, verflaauwde in den yyer voor het drievoudig Verbond, en daar hy wist, wat den Staaten, uit het Hof van
O) De Wjtt 8ri»ven II, O tel, W. 207, aiä, s«p.
D d 3
|
|||||
422 VADEPvLANDSCHE LU. Boek.
|
|||||
1670. van Berlyn, aangediend ware, zyn werk niet
-------gemaakt zou hebben, om naar te ipooren, wat
'er , tusfchen Frankryk en Groot - Britanje ,
gehandeld werdt. 't Gedrag, welk hy en de Staaten zelven , ten deezen tyde , hielden , bewyst genoegzaam , dat men Frankryks oog- merk, geheel of ten deele, ontdekt hadt. Want terwyl Frankryk , in Engeland en elders, handelde, beiloot men, op aanraadinge van de Witt eerst ter Vergaderinge van Holland , en daarna teralgemeene Staatsvergaderinge,totbet doen van verfcheiden' bezendingen, die allen ftrekten, om Frankryks inzigten nader te ont- dekken en tegen te gaan. XIII. In 't voorleeden jaar, was Meester Gerard Bezen- jjamel Briiininks reeds gezonden naar 't Hof ^ingnaar van Weenen, met last om te onderzoeken, Keizer, of aldaar iet, ten nadeele van den Staat, ge- handeld werdt, en om de goede vriendfehap en nabuurfchap tusfchen het Duitfche Ryk en deezen Staat aan te kweeken en te beves- naar ^ëeXÏ (s )• Doch nu werdt Pieter de Groot, Frank- onlangs te rug geroepen uit Zweeden, en, in ryk» zyn afzyn , verkooren tot Penfionaris van mar En- Rotterdam (y), uit welk Ampt, fchreef de en naar witt» zVn Vader» Hugo de Groot, wor- Spanje. heen, onfatfoenlyk uitgefchopt was (V)j gezon- den naar Frankryk , als gewoonlyke Ambas- fadeur, in de plaats van den ouden Heere, Willem Boreel, die, te Parys , overleeden was. Doch fommigen merken aan , dat de Groot
f>) Zie dl Tnftr. in ds Refr,l. Hol!, 23 Juty l66<j. !/!. 37,
(yj Refn' Holl 22 May U69. b'. 19. (a) Uk Witt Brieven II. ücdt U. 647. |
|||||
LIL Boek. HISTORIE. 423
Groot den Staat meer dienst zou hebben kön-
nen doen in Zweeden, dan in Frankryk, daar men reeds maatregels genomen hadt met En- geland , om de Vereenigde Gewesten te be- oorloogen (0). Koenraad van Beuningen, Oud - Burgemeester van Amfterdam , toog naar Engeland , en Hieronimus van Bever- ningk naar Spanje (#). Het voornaam oog- merk van alle deeze bezendingen was , het onheil , welk den Staat, van den kant van Frankryk en Engeland, gedreigd werdt, af te keeren : waaruit, klaarlyk blykt, dat men in den Haage, niet zo onkundig was van 't gene 'er broeide, als fommigen ons willen doen gelooven. De luiden, die naar Frank- ryk, Spanje en Engeland gingen, werden ge- teld onder de bekwaamden en eerlykften in de Vereenigde Gewesten. Ook waaren zy altoos groote voorftanders geweest van de maatregels, waaraan de Witt zig hieldt: hoe- wel fommigen verzekeren , dat van Beunin- gen en Beverningk, federt eenigentyd, meer genegen waren geworden, om den Prins van Oranje te bevorderen, dan zy voorheen ge- weest waren (c), en de Witt nog was. Dê benoeming van de Groot tot gewoonlyken Ambasfadeur in Frankryk was den Raadpen- sionaris zeer naar den zin ( d~), hoopende hy, door middel van deezen, aan een Hof, daar des-
(s) WrcQiTEFOlT Ambïsfad. Tom- I. p. 935.
(_bj Zie zyne lnflr. in de Secr. Rcfol. Holl. 3 Dec. irtyo. III- Deel, bl. 79. CO Meinolr. de Guiche Livr. IT. p. oafl. (_d) D« Witt Brieven II. l'eel, bl. C,\n, D d 4
|
||||
424 VADERLANDS CHE LIJ. Boe«,
|
|||||
iä?o. deszelfs Vader, eertyds, zo hoog geagt was
—— geweest, het welzyn vanden Staat, zo hy 't begreep, te zullen können bevorderen. Men hadt eenige moeite, om de Stad Rotterdam in 't vertrek van de Groot te doen bewilligen. Doch zy deedthet, eindelyk (e). Vanlteu- ningen was, onder anderen, in 't byzonder, gelast, om den Koning van Groot-Britanje aan te moedigen en te beweegen, tot het fterken van het drievoudig Verbond (ƒ): 't welk wel toonde, dat men blyk of vermoeden hadt, dat hy, in dit Verbond, verflauwde. Wyders, moest hy den Koning ook zoeken over te haa- ien, om in gemecnfchap te oorloogcn , tegen die van Algiers, Tunis en Tripoli (g). Doch de voorflaagen ten deezen einde ftrekten meest, om 's Konings oogmerken te ontdekken , en die der Staaten , welken zig, eerlang, ook ter zee begonden toe te rusten, te verbergen. De bezending van Beverningk naar Spanje diende om een nader Verbond met dit Ryk aan te gaan; doch zy hadt,eerst in 't volgende jaar, voortgang. De Staa- De Staaten hoopten , door toegeevin^ en ten be- eerbewys, Frankryk te doen veranderen van den'ïCo- g^agten. Zy beilooten zelfs, den Heer van ning van Wasfenaar , in buitengewoon Gezantfehap, Frank- aan den Koning te zenden, terwyl deeze zig fyk' dooronthieldt in de Steden der Spaanlche Neder- jjuheu- landen, welken hem, by de Akenfche Vrede, gewoo- waren afgeitaan, Zy deeden hem, met deeze aan,-
(rl Refol. Holl. s(5 April, 1, 2 Aug. IÖ?0. U, 32, 63,
(f) Refill. Holl. 24 May 1(170. tl. 12). (#; Refol. Holl. 31 jfufy 1670. tl. 5a. |
|||||
MI. Boek. HISTORIE. 425
aanwinst, geluk wenfchen , en hem verzeke- i^9.
ren van de hooge agting , welke men hier |
||||||
'hadt voor zyne vriendfehap, die men, op al- nen Am*
ierlei wyzen , gezind was, te bewaaren. De j>asfa' Koning beantwoordde deeze beleefdheid , met eur" heufche woorden ; en de Heer van Waslënaar keerde , in Hooimaand , in den Haage, te rug (/O-
De Ambassadeur de Groot kwam, niet voor Hande-
Oogstmaand, in Frankryk, en kreeg, in Slagt- lingvan maand , voor 't eerst, gehoor by den Koning de Groot (/), dien hy voorhieldt „ dat hy alleen geko- in ^rank- „ men was , om de oude vriendfehap tusfehen ry ' „zyne Majefteit en de Staaten te onderhou- „ den , en dat hy daartoe alle zyne zorgen „aanwenden zou." De Koning antwoordde „ dat de Staaten wel gedaan hadden, aan hem, „ tot zulk een einde, af te zenden ; dat zyne „ overkomst dienen zou , om de zaaken in „ beteren ftaat te houden; doch dat hy „ wenschte , zo veele verzekering te hebben „ van de goede gezindheid der Staaten , als „hy van de zyne hadt." De Groot, daarna, met 's Konings Staatsdienaars in gefprek ge- treden , verklaarde „ dat de Staaten , zyne „ Meesters , befpeurd hebbende , dat zyne „Majefteit eenig misnoegen tegen hen hadt „opgevat, hem belast hadden naar de oor- _ zaak daarvan te vraagen , alzo zy niet ver- „ moeden konden , da!t de Koning kwalyk „ name , dat zy voor hunne veiligheid ge - „ zorgd
. OO Rcfol. Holl. 26 April, U) July 1670. il. 34, II,
£j) IIull. Merc. yaa 1070. */. 112, 144. Dd 5
|
||||||
■A&6 VADERLANDSCHE LIL Boek.
|
|||||
1670. » zorgd hadden , door het fluiten van het
•»------ „ drievoudig Verbond. Dat hy, voor 't ove,-
„ rige , hoopte , den Koning volkomen ge-
„ noegen te zullen können geeven, en allen „argwaan tegen de Staaten te zullen doen „verdwynen." Men antwoordde hem „ dat „ de Staaten maatregels volgden , welken „ ftreeden met de billykheid , en met de „ agting, welke zy den Koning fchuldig „ waren; dat zy hem zogten te verfteeken van „het regt, welk hy, in het toekomende, op „ de Spaanfche Nederlanden zou können ver- „ krygen, uit eene ongegronde vrees voor „hunne eigene veiligheid; dat zy, eindelyk, „ zig niet ontzagen, de gantfche Christen- „ weereld op te hitfen , tegen zyne Maje- „fteit (/£)•" Uit welk antwoord, bleek, waaruit het misnoegen van Frankryk , eigen- lyk , ontftaan was. De Groot hadt, reeds in Herfstmaand, gefchreeven, dat men , aan t Franfche Hof, een kwaad voorneemen hadt, tegen den Staat (/). De Fran- Eenigen tyd te vooren, waren de Fran- fc^en . fchen in Lotharingen gevallen, en hadden Lotha-1" Zië meester gemaakt van Nancy (w). Dee- ringen, zen inval hadt zig de Hertog , door zyne naauwe verbindtenisfen met Spanje , op den hals gehaald. De tyding daarvan veroorzaak- te merkelyke ontfteltenis in den Haage , daar men
C*) PfiFEEttixiRF de Reb. Geft. Frid. Wilh. Libr.XU §.!*.*■
p. 109. (O ille Pleidooi van Mr. S. van Miduelgeest voor Mr.
P. nu Groot In 1676. MS. C»0 Holl. Mcrc. van 1670. U. 112, 153.
|
|||||
LIL Boek. HISTORIE. 427
men ongaarne hoorde , dat Frankryk fterker ic?<x
werdt, naar den kant der Nederlanden, 't Is------
te vermoeden, dat men, van nu af, middelen
beraamd zou hebben, om den voortgang der Franfche wapenen te fluiten. Doch de koel- heid van Karel den II. was oorzaak , dat de Staaten, die ondertusichen, door den Hertoge van Lotharingen , om onderftand aangezogt werden ( n ) , geene hertige befluiten neemen konden. Van Beuningen arbeidde , midler- wyl, in Engeland, te vergeefs, om den Ko- ning tot het markomen van het drievoudig Verbond op te wekken. Ook ftelde hy, ten deezen tyde, vast, dat Karel de II. zig met Lodewyk den XIV. verftondt ( o ). En men Temple werdt, in den Haage , bevestigd in deeze ge- keert dagten , door het vertrek van den Ridder naar J"- Templej die, in Herfstmaand, t'huis ontboo- seland-. den werdt uit zyn Gczantichap. Temple hadt het drievoudig Verbond geflooten , en altoos verftaan, dat men't behoorde te houden. De Koning en 'sKonings geheime Raad, thans andere maatregels genomen hebbende, oordeel- den hem, derhalve , onbekwaam , om hun in den Haage langer te dienen Q& ). Zyn vertrek was een genoegzaam bewys van de omkeering van 't Engelfche Hof. De verwagting van eenen kort aanftaan- nx,p'.
den oorlog hieldt, midlerwyl, de gedagten v.^ om den Prins van Oranje te bevorderen lee- oränje veil- kry^t ?it-
(■«") "oll. Me'c. tok Kïyo. W. ijQ. un* "*
(o) PiiFPhNüoRF Ue Rebus Geftis Frid. Wilh. TJf/r. X!. §•
|ï. p <•!:,;.
(f} FvipiN Tom. IX. *. 2a8,
|
||||
428 VADERLANDSCHE LIL Boek.
1670. vendig , by veelen. De vStaaten van Holland
—----zelven fcheenen hem eenige meerdere be- den Rnad leefdheid te willen betoonen , en hadden hem, van Staa- jn Wintermaand des voorleeden jaars , toe- geftaan de vrye jagt omtrent het Lusthuis Honsholredyk , die zyne voorzaaten plagten te hebben (#). Doch alzo zy nog by hun befluit bleeven , om het Kapitein-Generaal- fchap en Stadhouderfchap van een gefclieiden te houden, en geene Stadhouders in den Raad van Staate te gedoogen , icheen 'er weinig kans , om den Prins te doen bekleeden met de waardigheden zyner voorouderen. In Zeeland , zou men ligtelyk beflooten hebben, om hem 't Stadhouderfchap op te draagen ; doch hierdoor zou men hem , zo Hollands gevoelen goldt, en men wist wel, hoe zwaar het thans nog woog, voor altoos van het Kapitein - Generaalfchap , waarin de klem van het Stadhouderfchap gelegen is, en van de zitting in den Raad van Staate hebben uitgeflooten. Men hadt ook reeds ondervon- den , hoe bezwaarlyk Holland zou te bewee- gen zyn , om den Prins tot Kapitein - Gene- raal te verklaaren ; alzo zyne jeugd en onbe- dreevenheid, altoos, aangemerkt zouden wor- den , als wettige redenen , om hem niet aan 't hoofd van een Leger te ftellen. De Staa- ten van Zeeland vonden , derhalve , geraa- den, vooreerst, alleenlyk te wege te brengen, dat de Prins zitting kreege in den Raad van Staate. Hiervan was hy niet alleen niet uitge- flooten ; maar de Staaten van Holland hadden hem
(y) Rcfo!. Huil. ai Dcccmb. 1669. il. $9.
|
||||
LIL Boek. HISTORIE. 429
|
|||||
hem zelfs gefchikt, om in deezen Raad te 167«.
zitten, zo dra de andere Gewesten bewilligd -------■
zouden hebben in hun befluit, om het Kapi-
tein-Generaal fchap voor altoos afgefcheiden, te houden van het Stadhouderfchap. Doch deeze bewilliging viel Zeeland, Friesland en Stad en Lande hard. Eindelyk, bezeffende, dat Holland, reeds voorlang, drie Gewesten overgehaald, en dus de meerderheid aan zy- ne zyde hadt, en dat de Prins, op den eerden trap geholpen zynde , te meer kans hebben zou, om hooger te klimmen, beflooten, eerst Zeeland (r), en toen de twee an-dere Gewes- ten , nevens Holland en de drie overigen,te be- willigen in den ontworpen voet van Harmonie Harm+ of eenftemmigheid , volgens welke, het nie of Kapitein - Generaallchap en het Stadhouder- £^r*m. fchap, voor altoos, afgefcheiden bleeven van mingtus- elkanderen, en den Prinfe zitting in den Raad fclien do van Staate vergund werdt (/)• De Gewesten, Gevves- welken 't belang des Prinlën van Oranje dus ten* lang verdeeld gehouden hadt, nu wederom vereenigd zynde, raadpleegde men , terftond, over de wyze , op welke men den Prins ten Raade van Staate zou inleiden; over de plaats , welke hy aldaar zou bekleeden, en over de ftem , welke men 'er hem zou be- hooren te geeven. De Gemagtigden der Staaten van Holland oordeelden, ten opzig- te van het eerile punt „ dat de inleiding des „Prinfen van Oranje in den Raad van Staate „zou
O) Nonil. Zeel. 13 July 1660. hl ifi Temple Urieveu, 2V.
XXV. >LV. H „8,5.^- Qi) Refol. Iloli. »5 Maart 1670. tl. 41. |
|||||
430 VADERLANDSCIIE LIL Boek,
1670. n zou können gefchieden , door drie Afge-
------„ vaardigden uit de algemeene Staatsverga-
„ deringe , gelyk de inleiding van Graave
„ Henrik van Nasflui, naderhand Prinfe van „Oranje, in den jaare 1600, gefchied was, „ of door eenen Afgevaardigde, gelyk, ten „ aanzien van Prinfe Willem , Vader van 'n den tegenwoordigen Prinfe , in den jaare „ 1630, was gefchied , of op zulk eene an- „ dcre wyze, als men, met de andere Gewes- ten, zou können goedvinden te beraamen." Op het tweede punt verftonden ze „ dat men, „ wegneemende den armftoel, gefield aan „'t einde van de tafel, en te vooren gediend „ hebbende, eerst voor den algemeenen Land- „ voogd [ Leicester ], en daarna voor den „ Stadhouder van vyf of zes Gewesten, den „ Prins zou können plaatfen in eenen van de . „twee met fluweel bekleedde ftoelen, fbian- „ de aan dezelfde zyde van de tafel, daar de „ ftoel van den voorzittenden Heere ftondt, „ en dus boven of aan de regterhand der „ Afgevaardigden van Gelderland." Wegens liet derde punt, begreepen ze „ dat men den „Prinfe alleen eene raadgeevende ftem be- „ hoorde toe te ftaan , die, in 't opmaaken „ van 't befluit, niet gerekend werdt om de „ ftemmen der Raaden over te haaien of te „doen fteeken." Doch hierop werdt by de Vergadering, geen ander befluit genomen, dan dat men de zaak ter Generaliteit zou zoe- ken te houden in haar geheel, tot dat 'er, by de Leden van Holland, nader op bellooten zou zyn. Maar Haarlem en Leiden deedeu hier-
|
||||
LIL Boek. HISTORIE; 431
hierop aantekenen, de eerfte Stad, dat zy, op kSj-qJ
deeze zaak, als zynde van groot gewigt, niet ■ geftemd hadt; de andere , dat zy niet ver-
ilondt, dat de zaak ter Generaliteit langer op- gehouden zou worden, dan geduurende den loopenden tyd van het aanftaande f affcheid *reau der Vergadering van Holland (*). Wat laa- ter, namen de Staaten van Holland egter, 0- ver de twee eerfte punten, een befluit over- eenkomftig met het gevoelen der Gemagtig- den; doch omtrent het derde punt, ftonden ze den Prinfe eene beflisfende ftem toe, ge- lyk de andere Raaden hadden , waaruit egter volgde , dat hy niet mögt ftemmen, of zelfs tegenwoordig zyn, als 'er zaaken dienden , waarby iemant, hem, tot in den vierden graad ingeflooten, in den bloede, beftaande, belang hadt(«). Ook verftondt men, ter Verga - deringe van Holland, dat de Prins, verfchy- nende ter Generaliteit, aldaar, in geen e ande- re hoedanigheid, dan als Raad van Staate, zou toegelaaten worden, en zitten op eenen gely- ken Stoel, als waarop hy in den Raad van Staa- te zat (v). De algemeene Staaten, midlerwyl, op 't inleiden des Prinfen in den Raad van Staate, een befluit genomen hebbende, over- eenkomftig met dat van Holland, en hebben- de bewilligd in het fcheiden van het Kapitein- Generaalfchap en het Stadhouderfchap (w), werdt
(O Refol. Holl. a8 Maart 1670. hl. 6t.
C<0 Secr. Refol. Holl. 20 May 1670. III. De;l, il, 76. Ue« Fut. Holt. 24 May 1670. hl. 115 ' (v) Refid. Holl. 4 Octah. 1070. hl. 73. f») Zit Groot-Plakaatb. UI. Vetl, il. 54. |
||||
43* VADERLANDSCHE LII.Boifft
|
|||||
1670. werdt zyne Hoogheid , op den tweeden vari
------- Zomermaand, door drie Afgevaardigden der
algemeenc Staaten, ten Raade van Staate in-
geleid (#). Sedert werdt hem, wegens het bekleeden der waardigheid van Raad van Staa- te, eenjaargeld toegelegd, zo fommigen fchry- ven, van vyftigduizend guldens (ƒ): hoewel my, van elders, gebleeken is, dat Holland, nog lang hierna, tot geen hooger jaargeld dan van vyfentwintigduizend guldens verftaan wilde (2) : onaangezien de andere Gewesten reeds in vyftigduizend guldens bewilligd, en Holland , ernstelyk , vermaand hadden , om zig met hen te voegen («). De Heer van Gend, die 's Prinfen Gouverneur geweest was, werdt, zo dra zyne Hoogheid zitting in den Raad van Staate genomen hadt, be- dankt (£). XV. Eer men nog over 's Prinfen zitting in den Raad- Raad van Staate beflooten hadt, werdt, ter pieejnn- Vergaderinge van Holland, voorgeilaagen, of he" a°an- 's Prüfen zitting en flem niet behoorden op te Hellen houden, wanneer hy, t'eenigen tyde, tot ee- van ee- ne duurzaame waardigheid, mögt bevorderd ïun Ka- worcJen. Doch men verftondt, dat dit aan de Gen"-" vrYe verkiezing der toekomende lieden be- iaai.c hoorde gelaaten te worden. Ten zelfden ty- de, (x) IJoll- Mcrc. ymt 1(170. II. <j6.
(vj Huil. Merc. van 1/S7». bl. 123-
(z) Uit Anntck. van tien Pet.fion. VIVIEN 2«;. Febr. 167s. MS.
(a) Mbfive van liiinne Hoog-Mog. aan hunne Ed. Gwioi-
Mogendh. van o Ociub. 1671. Zie ook Kei'ol. Iloll. 15 Aprit ir, July 1671. II. 11, 95. Refol. tiener. 'Jtiv. 23 jfuly, f'.nft, y Uciob 1671. O) Rd'Gl. Holl. 26 July 167c. W. 37'
|
|||||
LIL Boek. HISTORIE. 433
de , verklaarden de Edelen en verfcheiden'
Steden „dat, in het verkiezen van eenen ,, Kapitein - Generaal, of Hoofd over 't Leger n van den Staat voor langer' tyd dan eenen „veldtogt, niet zou können beflooten wor- „ den by overitemminge , maar alleen , by „ vryvvillige overgifte van alle de Leden." Doch die van Amfterdam , gelast zynde zig niet te verklaaren op dit punt, deeden aan^ tekenen „ dat zy niet konden aanzien , dat „zodanig eene verklaaring in der Staaten j, Registers te boek werdt gefield; voor hun- n ne magtigers , wyders , voorbehoudende „het regt, om daartegen zodanige verdere „ aantekening te doen, als zy, naar 't gevvigt „ en gevolg der zaake, zouden te raade wor- „ den." Haarlem , Schoonhoven , Enkhui- zen , Edam en Purmerende verklaarden zig ongelast. Doch van de Vroedfchappen dee- zer vyf Steden en van Hoorn kwam , eer- lang, fchryvens aan de Vergadering van Hol- land van verfchillenden inhoud. Haarlem hieldt de Verklaaring voor aanftootelyk; doch deedt ze egter mede , uit infehikkelykheid. Schoonhoven en Hoorn voegden zig ronde- lyk by de andere Leden. Enkhuizen verklaar- de zig, omtrent als Haarlem. Edam en Pur- merende , wat ronder. Doch de meesten be- dongen de fpoedige inleiding van den-Prinfe in den Raad van Staate (Y), die ook terftond hierop volgde: alle welke byzonderheden wy hier te liever melden, om dat 'er uit blykt, dat
O) Refol. Holl. 24 May ifya. tl. iiö t:tz,
XJ1L Deel. E e
|
||||
434 VADERLANDSCHE LIL Boek:
|
|||||
nSfo. dat Verfcheiden' HoUandfche Steden, en Am-
i——- fterdam zelf, meer en meer, begonnen te neigen, om den Prins van Oranje te bevor- deren. Zo veel invloed hadt, naar't fchynt, de vrees voor nieuw misnoegen met den Ko- ning van Groot-Britanje, die men wel wist, dat zeer gezet was op de bevordering van zynen Neeve. De Prins * Ook vertrok de Prins, in Slagtmaand (V), van o- naar Engeland, met oogmerk, zo Burnet rcfsMiaar ^01*^ GO ■> om voldoening te vorderen van Enge- 't gene Karel de I. zynen Huize fchuldig ge- land, bleevenwas, en te gelyk, om te beproeven, welke poogingen de Koning, zyn Oom, gezind zou zyn aan te wenden, om hem te bevorde- ren tot de waardigheden, door zyne Voorzaa- ten, voorheen, in den Vereenigden Staat bekleed. Dezelfde Hiftoriefchryver voegt 'er by, uit 'sPrinfen eigen mond „dat Karel wde II. hem zogt afkeerig te maaken van B den Hervormden Godsdienst, en fmaak te „ geeven van den Roomfchen , welken de „Koning zelf, heimelyk, toegedaan was: „ doch dat de Prins , geenen zin getoond j,hebbende in 'sKonings redenen, niet dan „ algemeene beloften verwierf, dat de fchuld, 5, die de Prins kwam vorderen, afbetaald zou j, worden, en dat de Koning hem den Staa- „ ten zou aanpryzen, tot het bekomen der be- kende hooge waardigheden, zonder hem, „tot dit laatfie einde, eenigen daadelyken »by-
(<0 Uefol. Holl. 3 Oaob. ifijo. 11. 59, Holl. Merc. vtm
I670. bl %<). I",a.
CO Hifi, of Ins own Time. F«U I. p. 278«
|
|||||
LIL Boek. HISTORIE. 435
|
|||||
„byftand te willen toezeggen." Of'er, wy- ie-
ders , ook eenige poogingen gedaan zyn, om .■ den Prins te trekken in het heimelyk Verbond tusfchen Frankryk en Groot-Britanje, waarin men, gelyk wy boven (ƒ) zagen, plaats voor hem fcheen te willen open houden, heeft onzes weetens, niemant aangetekend. De Prins keerde, in Sprokkelmaand des volgenden jaars, in Holland, te rug(g). Hier, waren, in 't voorjaar, wederom ee- XVT.
nige Perfoonen in hegtenis geraakt, over pei'fS° verbooden' verftandhouding. De voornaam- nee„ °j°" fte van deezen, Abraham Keizer, was eertyds den HaaJ in dienst geweest van den Refident Lieuwe ee over van Aitzeina, die, in den jaare 1669, over- verboo. leeden was. Sedert, was hy geworden On-ßanii. derklerk van de Klerken der Provincie van houding Friesland, in de Griffie der Generaliteit. Hy geftraft» beleedt, gevat zynde „dat Aitzema, dage» „lyks, berigt plag te krygen van 't gene „ter algemeene Staatsvergaderinge voor- hiel, al werdt het zelfs niet in de Regis« „ters gebragt, uit den mond van Bootsma, „die, wegens Friesland, of uit dien van den „ Heere van Palland, die, wegens Overysfel, „ter Generaliteit was afgevaardigd; en dat „ hy, Keizer, en eenige andere Klerken hem „voorzagen van alle Brieven en Stukken, „welken zy konden magtig worden." Hy voegde hierby „dat Aitzema gewoon was, „ briefwisfeling en verftand te houden, met „bui-
£ƒ) nhxtlx. 41D.
\g) Hail. Merc. w tó/i« W-<8» IB.
Ee 2
|
|||||
4S6 VADERLANDSCHE LH. Boek.
tfyci „ buitenlandfche Hoven, zelfs met Enge-
• „ land en met den Bisfchop van Muniler, ten „tyde van den jongsten oorlog (2), en met „ de Gezanten van Spanje, Zweeden en Bran« j, denburg, hebbende hy zelfs zeker geheim n belluit, wegens de verzamelplaats van 's 5, Lands Vloote, naar Engeland willen over- j, zenden: 't welk Keizer egter zeide voorko- „ men te hebben. Voorts, zou Aitzema, voor j, deeze briefwisfeling geduurendc den oor- ,, log, tien- of elfduizend guldens in 't jaar „ getrokken hebben van het Engelfche Hof." Maar Keizer zelf hieldt verftand met Pom- pone, Ambasfadeur van Frankryk, en met de Engelfchen ; leverende hy de ftof, waaruit zekere du Ha, ook voorheen Klerk van Ait- zema, de brieven opftelde. Ook verzorgde hy den Gezanten van Spanje, Zweeden en Deenemarke de gewigtigfte ftukken en be- fluiten van den Staat, welken hy bekomen kon, zig, om 'er affchriften van te krygen, bedienende van verfcheiden' Klerken der Ge- reraliteit, twee van welken. Jan Pesfer en . Willem Hoppeveld, met hem in hegtenis ge- raakt waren. Zy kreegen allen drie hun von- nis van 't Hof, op den tweeden van Bloei- maand. ' Keizer werdt met het zwaard over 't hoofd geftraft, en ten eeuwigen dage ge- bannen. Hoppeveld ftondt te pronk, met een' brief op de borst, waarop meineedig ge- fchree-
(2) Uit Thurloe's Papen, bJykt ook, dat hy,
ten iyde van Kromwel, met Engeland, briefwisfeling gehouden heef:. |
||||
Lil. Boek.' HISTORIE. 437
|
|||||
fchreeven was, en werdt ook, voor altoos, i6?a
gebannen. Maar aan Pesfer werdt, flegts voor tien jaaren, het Land ontzeid. Keizers goe-
deren werden verbeurd verklaard. De ande- re twee alleen in de kosten der Regtsplee- ginge verweezen (/5). 't Was noodig, de ver- boodcn' verilandhouding met uitheemfche Mogendheden te fluiten en te ftrafftn, voor- al in eenen tyd, dat men voor oorloge bedugt was. Ten deezen einde, vonden de Staaten van Holland geraaden, een afl'chrift van Kei- zers bekentenisfe, waarin twee Afgevaardig- den van Friesland en Overysfel geraakt wa- ren, over te zenden aan de Staaten deezer twee Gewesten, om daarop zo veel agt te flaan, als v zouden vinden te behooren (f). Doch of hierop iet verders gevolgd zy, is iny niet gebleéken. Voor 't einde deezes jaars, verleenden de Oktroi
Staaten van Holland Oktroi aan de Stad Am- vo°r d« fterdam, dat de penningen en 't ongemunt uVlSuel' goud of zilver, berustende in de Wisfelbankj ^mfter. daar ter Stede, tot geryf van den Koophan- dam. del en om 't ileigeren der Munte te voorko- men, in den jaare 1609, opgeregt: op gee- nerhande wyze, zouden mogen bekommerd * pMFm of * beflaagen worden (Jt). resteer d, Den Griffier der algemeene Staaten, Ni- Gaspar
kolaas Ruisch, op den tweeden van Siagt- Fagel maand, overleeden zyndc, werdt Gaspar Fa- wordt gel, Penfionaris van Haarlem, voorzien met Griffier. dit
(/<) 7.UdeSemem. Inäe Holl. Merc. ven ifyo.ll.39)11, 45.
f i 1 Relol. Holl. »4 May i6jo U. 122. (ij Refol. Holl. iü Dee. 1670. 61. 79. Ee 3
|
|||||
438 VADERLANDSCHE Lil. Boeit;
|
||||||||||||
dit Ampt (7), op aanpryzinge der Staaten van
Holland (m). De Koning van Frankryk was, op 't einde
van dit en in 't begin des volgenden jaars, nog al bezig, om de Duitfche Vorften op te ftooken tegen de Staaten, waartoe de Prins van Furftemberg hem, by aanhoudinge, de hand boodt. Hy hadt den Keurvorst van Keulen in zo verre gewonnen, dat deeze hem , eerlang, toeftondt, Krygsvolk byeen te trekken binnen zyn gebied. Ook hadt de Bisfchop van Munfter een heimelyk Ver- bond gemaakt met Frankryk * ten nadeele der Staaten. Maar de Keurvorst van Bran- denburg , hoe zeer men 'by hem aanhieldt, liet zig niet van de zyde der Staaten aftrek- ken (»). Den oorlog tegen de Vereenigde Gewes-
ten nu vastgefteld zynde aan 't Franfche Hof, haperde het flegts aan het uitvinden van fchynbaare redenen om het aanvaarden der wapenen te billyken, voor 't oog der weereld. Lodewyk de XIV. hadt, federt eenigen tyd, de Koopmanfchappen, die uit deezen Staat naar Frankryk gevoerd werden, of verbooden, of zo zwaar belast, dat 'er de Nederlandfche Handelaars geen voordeel meer op zagen (0), De Staaten hadden hierop beflooten, eveneens te werk te gaan, en de Waaren, die de Fran- fchen,
(O Hell. Merc van 1670. il. 1313. >
(m) Refol. Hnll. o N'jv »670. il. 9.
f n) Puffendorf de Rebus Geit. Frid. Wilh. Lier. XI. §,
16. 17. 18, 20, 21, p. 591, 5Q2, 593, 594, 595,*gf>, 597- (o) Zit Valkenier Verw. Europa, I. Veel, Bylaag. N.
t. il. i'j. |
||||||||||||
1670.
XVII.
Handel
van
Frank-
ïyk iu Duitsch- land. |
||||||||||||
167 t.
|
||||||||||||
DeKoop-
handel
der Ver- eenigde Gewes- ten wordt bekom- merd in Frank- ryk. |
||||||||||||
\
|
||||||||||||
LIL Boek. HISTORIE. 439
|
||||||
fchen, hier, met het meeste voordeel, plagten i67r.
te flyten, of zwaar te belasten, of geheellyk te ——— verbieden. Nogtans, was 'er een geheel jaar verloopen, eer men tot dit gewigtig befluit hadt können komen (p ). Maar met den aan- De Sta»- vang deezes jaars i6;/i, werdt de invoer van ^n,vür" allerlei Brandewynen, by openbaaren Pia- dj,* *:"_ kaate, verbooden: ook die van verfcheiden' voer der Franfche geweeven' ftoftèn. Eenige anderen, Bramle- waarvan de invoer nog vry ftondt, werden met wyne« vyftig ten honderd op het inkomen belast. reFnui?" Op het honderd Fransch Zout, werdt eene be- fche ' lasting van twee honderd guldens gelegd. De Waaret^ vreemde Boter en Kaas werdt met vyfentwin- tig,de meeste vreemde Siroop met vyf ten hon- derd , op het inkomen, belast (q). Het Fran- fche Hof nam dit verbod en deeze belastingen ten hoogften euvel, en, ontleende 'er, nader- hand, ééne der redenen uit, om den Staaten den oorlog aan te doen. Aan 't Engelfche Hof, van waar van Beu- Toerust
ningen, in Wintermaand des voorleeden ti»g in jaars, te rug gekeerd was (V), geliet men zig pn^* nog, als of men zig aan het drievoudig Ver- an bond zou houden, terwyl men bezig was, om een Vloot toe te rusten, die tegen een der Leden van dit Verbond gefchikt was. De Koning hadt, op 't einde des voorleeden jaars, het Parlement doen voorhouden „dat Fraflb- *» ryk
Cp~) Refol. Holl. 8 Febr. 26 April, 26" Jufy, 13 Nov. 1670.
U- -5» 57, 31, 25- (y j '/.ie Groot-Plakamb. in. lied, hl. S64, s63, sfio,
1374- H<»1'. Merc. van i6yo. H 148. (r) Rcfol. I|ull. 14 febr. 1671. U. 6t. lloll. M«e ys&
1670. bl. 148. Ee 4
|
||||||
h
|
||||||
440 VADERLANDSCHE LIL Boekt;
ff ryk en de Staaten zig, te lande en ter zee,
„ begonden te wapenen; dat het hierom on- „genaden fcheen, dat men, in Engeland, „ftil zate; dat hy, derhalve, bevel gegc- ,, ven hadt, om tegen de aanftaande Len- „te, eene Vloot in zee te brengen; te meer, „ om dat hy zig, by verfcheiden' Verdragen, „verpligt hadt, om zynen Bondgenooten, ,, des noods, met manfchap, te onderfteu- n nen. Dat, onder deeze Verdragen, byzon- „derlyk gerekend moesten worden het drie- Bvoudig Verbond, en nog een ander, ge- „ maakt met de algemeene Staaten; die, zo wwel als verfcheiden' anderen, zeer voor- s deelig waren voor het Ryk. Dat hy, hier- j, om, verwagtte , dat het Parlement hem, j^met eene aanzienlyke fomme , tot ondcr- „houd der gemaakte Verbindtenisfen, on- wderfteunen zou.'' Uit welke aanfpraak, men ziet, dat de Koning zyn oogmerk, om de Staaten te beoorloogen, nog bedekt wilde houden voor 't volk: welk, in 't algemeen, van gedagten was, dat het houden van het drievoudig Verbond heilzaam was voor het Ryk. De Koning was hierom ook genood- zaakt, dit te onderftellen, in de aanfpraak, welke hy aan 't Parlement hadt laaten doen, en die van zo veel kragt was, dat hem, eer- lang, twee millioen en vyfmaalhonderd dui- zend ponden fterlings, voor den dienst van het volgende jaar , werden toegeilaan (s). Het Parlement befloot, te eerder, tot deezen mer-
|
|||||
(O Rawn Tom. IX. p. 297, V)%.
|
|||||
LIL Boek. HISTORIE. 441
merkelyken onderftand, om dat dezelve gehou- ;<57I.
den vverdt, te zullen (trekken tot handhaavin- -------
ge van het drievoudig Verbond. Het Engel-
fche Hof zogt dit niet flegts de Staaten; maar de Engelfchen zelven te doen gelooven. Zelfs fcheen men, omtrent deezen tyd, in Engeland, te vermoeden, dat de Staaten van het drievou- dig Verbond zouden afgaan. Doch zy dee- den dit vermoeden, zo 't anders , waarlyk, by iemant plaats gehad heeft, wel haast ver- dwynen, door de aanbieding van een naauw verdedigend Verbond te willen iluiten met Ko- ning Karel (V). Maar hun voorflag werdt niet aangenomen. Midlerwyl hadden de Staaten , die beide xvnr.
Groot -Britanje en Frankryk vërdagt begon Vai) den te houden, reeds in 't voorleeden jaar, ^"t ze, beflooten, hunne Zeemagt merkelyk te ver- Algier. Herken. Zy hadden toen alleenlyk eenige (the fcheepen, onder den Luitenant-Admiraal van fchepe« Gend, in zee gehad, die, vereenigd met eene jf^™** Engelfche Vloot, onder den Vice-Admiraal Allen, in Oogstmaand, ilaags geweest was, met zes Algierfche Rooffchepen , welken , na een gevegt van vyf of zes glazen, by nagt, op ftrand gejaagd, en, des anderendaags, ver- overd en verbrand waren (u). Doch op 't ein- de des jaars, werdt, op den voorflag van U- trecht, ter algemeene Staatsvergaderinge , beflooten, nog zesendertig fchepen van oor- loge , nevens eenige branders en galjöoten, iu
(t ~) Niitul. Zeel. 1 Mnart 1671. bl %i.
(«) Misfive tan den Luit. Adiu. van Geuil 'm äs Holl. Merc. ymi »670. bl. H5. Ee 5
|
||||
442 VADERLANDSCHE LIL Boek.
|
|||||
i<5; i. in zee te brengen(V): waarvan de kosten op
-------drie millioenen begroot werden (V). 't Liep*
De Rui- aan, tot in Zomermaand deezes jaars, eer
teHoopc deeze Vloot, over welke de Ruiter wederom Lands het opperbevel kreeg, in ftaat geraakte, om Vloot in zee te können kiezen. Zy was gefchikt, om, zee« tusfchen de Maaze en Oostende, zo digt aan den wal, als bekwaamlyk gefchieden kon, te kruisfen, en hadt last, om alle vyandlyk- heden te myden, behoudens de agting van den Staat (x). De Vloot leedt, op deezen Zomertogt, veel, door gednurige ftorm winden , metnaame op den twee-entwintigften van Oogst- maand, twee dagen waarna, zy eene ontmoe- ting hadt, die veel gerugts maakte, en hier- om naauwkeuriglyk verdient befchreeven te worden. Een En- Verfcheiden' fchepen van 's Slands Vloo- geisch te^ 0p jen vierentwintigften, na 't bedaaren Tast'wn vaü ^en ft°rm' zes of zeven mylen van West- tien Lui- kapelle, ten anker leggende, terwyl het fchip tenant- van de Ruiter op zyde lag en krengde; zag Admiraal men een Engelsch Körtings Jagt, de Merlyn J[oodzaa- genaamd, voerende eene Britannifche Vlag ken te van de groote mast, van den kant der Maa- flryken. ze % afkomen , en koers zetten naar Enge- land. Terwyl het dwars door 's Lands Vloote zeilde, begroette het den Generaal de Rui- ter, met eenige eerfchooten; die, vermids zyn fchip op zyde lag, niet in ftaat was, om dee-
(v) Holl. Merc. van 1670- il. 147.
c w ) Itefol. Holl. s Oilnb. iy, m Dec. 1670. hl 55, po. (xj Uefol. Genei'. Martis v. 'Jury 1671. fy Brandt de Ruiter, il. óaé. |
|||||
LIL Boek. HISTORIE. 443
deeze beleefdheid, fpoedig genoeg, te beant- ^r,
woorden. Doch de Luitenant-Admiraal van -------,
Gend groette, terftond, wederom met zeven
ichooten. De Ruiter ook, zyn volk aanpres- iende in 't krengen, voegde 'er, zo dra zyn fchip wederom regt lag, nog negen ichooten, by, daar niet op geantwoord werdt. Mid- lerwyl, hadt het Jagt, terllond na dat vari Gend gegroet hadt, tweemaal op deezen ge- fchooten met fcherp, om dat hy zyne vlag niet ftreek, en het topzeil niet vallen liet. Van Gend zondt hierop zynen Kapitein aan het Jagt, om reden van dit fchieten te vraa- gen. De Kapitein van het Jagt antwoordde, dat hy de Gemaalin van den Ridder Tcmple ïnhadt, en begeerde, dat men voor hem ftree- ke. Van Gend voer, hierop, zelfs aan boord van 't Jagt, om Mevrouw ïemple te be- groeten, te gelyk, den Engelfchen Kapitein aandienende „dat hy, zonder uitdrukkelyk „ bevel, op onze eigen' kust, en voor een w enkel Konings Jagt, niet zou hebben mo- rgen ftryken; doch zo zyne Majesteit van „ Groot - Britanje oordeelde , dat hem dit „van regtswege toekwame, moest dit ge- „fchil, tusfehen hem en de Staaten, beilegt „ worden." De Ruiter en de andere bevel- hebbers der Vloote verllonden toen ook, dat men, leggende, niet in de Britannifche zee, maar op onze eigen' kust, óngehouden was, te ftryken. Maar dit voorval werdt, in En- Misnoe- geland, gebruikt, om de gemoeden op te Rfnhier hitfen tegen de Staaten. Men ftrooidc uit, ^™' dat yan Gend verklaard hadt, uitdvukkely- ken
|
||||
444 VADERLANDSCHÈ LIL Boek.
t$7i. ken last te hebben, om, noch voorden Ko-
—— ning van Engeland, noch voor eenigen Ko- ning ter weereld, te ftryken. Men riep, dat de ftandaard der Koningklyke Hoogheid ver- agt, en dat het regt der vlagge, hoogmoe- diglyk, gefchonden werdt; dat alle regtfchaa- pen' Engelfchen zig deezen hoon hadden aan te trekken, en dat enkele fchepen niet flegts, maar gantfche Vlooten, voor een enkel Ko- nings Schip of Jagt, gehouden waren te ftry- ken. De Ambassadeur Boreel zelf fchreef aan de Staaten, dat de weigering van Van Gend, by 't Hof en by 't volk in Engeland, zeer zwaar gewoogen werdt. Zelfs vernam men, dat de Koning iemant naar den Haage zenden zou, om wegens 't gebeurde voldoening te ei- fchen(j). Ondertusfchen, melden fommigen, dat het Jagt de Merlyn, voor zyn vertrek uit Engeland, bevel ontvangen hadt van de Admiraliteit, om de Vl'oot der Staaten op te zoeken, en, door fchicten met fcherp, tot ilryken te noodzaaken (z). 't Welk, zo men 't aanneemt, duidelyk bewyst, dat de Engel- fchen thans gefcliil zogten met de Staaten, Ook werdt het voorgevallene met de Mer- lyn, naderhand, ééne der redenen, waarme- de de Koning van Groot -Britanje zyne oor- logsverklaaring tegen de Staaten zogt te bil- lyken. 's Lands Vloot hieldt nog zee, tot omtrent het einde van Herfstmaand , wan- neer (jO Sccr. Refol. Holl. 30 July \(>ti. III. DetI, hl. 133.
Belo!- Hoil- 3 Oüob. 1(171. il. 74. Brand 'f tic Ruiter, W« 631 -ifi Qzj Rapin Tem. IX. />. 307.
|
||||
LH. Boek. HISTORIE.
|
|||||||
445
|
|||||||
neer het ftormagtig weder , waarvan zy eg- ifyu
ter, ten deezen tyde, kleine fchade leedt, -------
haar noodzaakte, in 's Lands havens in te
vallen (a). Onaangezien het misnoegen, welk men, in Karei de
Engeland, toon de, o ver 't weigeren van 't ftry- n- geeft ken, fcheen de Ambasfadeur Boreel nog voor hei° dru? geen Vredebreuk te vreezen , fchryvende , voudig van tyd tot tyd, herwaards, dat de Koning Verbond hem verzekerde, dat hy by het drievoudig Ver- te wlllen bond volharden zou, en de Staaten, zelfs te- j°!.har" gen Frankryk, byftaan, zo dit Ryk hun den oorlog aandeedt (b~). Doch men vreesde, in denHaage, het erg- XIX.
fte: en men bereidde zig, om, tegen 't vol- Kaad-. gende voorjaar, eene aanzienlyke Vloot in j^®*£ zee te brengen, waarvan de kosten, in agt het aan- maanden tyds, omtrent agt millioenen gul- ftc-iien dens (3) beloopen zouden (c). Te lande, v'an ee» ftelde men zig ook eenigszins in ftaat; doch ^{3" niet met zo veel yver, als de tyds gelegen- heid vorderde, tej: oorzaake van het verfchil onder de Gewesten: welker fommigen tot geene werving verftaan wilden, ten ware men den Prins van Oranje aanftelde tot Kapitein- Generaal, volgens eenen voorflag van Gel- derland (üQ : waartoe anderen , inzonderheid Holland, nog niet te beweegen waren. Zy be-
fö) »randt de Ruiter, hl. 637.
( l/j Zie UiuNDT de Ruiter, lil. 638. fc) Rraniit de Kuiter, bt. 639. (dj Rclol. Holl. 5 Hccernb. 1671. bl. 39' (3) Juist 7893970 guldeuj. Uit gefcbrttvm' Aan*
tekeningen van deezen tyd.
|
|||||||
446 VADERLANDSCHE LH. Boe«;
iifyi. beriepen zig, onder anderen, op het eenpaa-
voorleeden jaars, genomen (e), waarby vast-
gefteld was, dat men niet fpreeken zou van den Prins van Oranje tot Kapitein - Generaal te verkiezen, voor hy den ouderdom van vol- le twee-entwintig jaaren bereikt zou hebben: 't welk eerst in Slagtmaand des jaars 1672 zyn zou. Doch ïömmigen bragten in beden- king, dat men, veelligt, door 't verheffen van denPrinfe, den Koning van Groot-Britanje, zynen Oom, zou winnen: 't welk hun reden genoeg lcheen, om van het voorige befluit af Inrtgten te wyken. De Raadpenfionaris de Witt, zien- van den de verfcheiden' van de voornaamfte Leden penfio. van Holland neigen, om den Prins verder te Baris de bevorderen, verflondt, zo veelen meenden, Witt op laat genoeg, dat hy 'tniet langer zou können dii ftuk. tegenhouden. Hy befloot dan, alleenlyk zorg te draagen , dat de magt van den Kapitein- en Admiraal-Generaal, door Inftruftien, be- paald werdt, en dat het Stadhouderfchap, volgens de voorige Befluiten , voor altoos ge- fcheiden bleeven van het Kapitein - en Admi- raalfchap -Generaal. Doch alzo wy gelegen- heid gehad hebben, om veele egte aanteke- ningen en ftukken, betreffende 't gehandel- de over dit gewigtig ontwerp, te zien, en te onderzoeken, vertrouwen we den opmer- kenden dienst te zullen doen, zo wy, hier, een eenigszins uitvoerig verflag geeven van 't gene, omtrent de verkiezing van den Prin- fe (O y.k Groot-Plaksatb. III. Bcti, il. 54. |
||||
LILBosir. HI S T'OR'lfi 44?
fe van Oranje tot Kapitein - Generaal, ter Ver- 1071»
gaderinge van Holland , merkwaardigs , is voorgevallen. De Staaten van dit Gewest, op den vyfden Voorflag
van Wintermaand, eenigen uit hunne Ver- eeniger gadering gemagtigd hebbende, om te over- ^gderf" leggen, op wat wyze, het werk van den oor- van Hoi- log, waarmede de Staat fcheen gedreigd te land op worden, behoorde te worden beftierd; had- het werk den deezen geoordeeld „dat men, weder- ^"w0 5,om, gelyk voorheen, het opperbeleid der w Krygszaaken behoorde op te draagen aan >,eenige Afgevaardigden te velde; dat men wde opengevallen' hooge Krygsampten, ter- w ftond, behoorde te begeeven, de oude Re- w gementen te herftellen, den Neder - Rhyn „ en Ysfel te fterken, eene fchans op te wer- n pen by Roveen, eenige kundige luiden naar „ de Grensfteden te zenden, om de bevelheb- j,bers te dienen van goeden raad, en, ter- j,ftond, te treeden tot het ontwerpen van „eene Inftruétie voor eenen Kapitein-Ge^ „neraal, in welke, behoorlyk opzigt geno- mmen werdt op de verzekering van 's Lands wvryheid en veiligheid, en waarin ook be- „ greepen waren de voorwaarden, vervat in j, de Akte van * Overeenftemming onder de *Hamo* 0 Gewesten van den eenentwintigden van »'*• j,Bloeimaand laatstleeden, voornaamlyk den „afftand van het Stadhouderfchap betref- fende." De Leden, deezen voorflag der Gemagtigden overgenomen hebbende (f), raad-
if) Refol. Heil. 9 Dtetmh 1Ö71 U. 60.
|
||||
443 VADERLANDSCHE LII.BoEKj
|
|||||||||
1671. raadpleegden, midlerwyl, onderling en met
de Gekommitteerde Raaden, op 't gewigtig- |
|||||||||
De Ge- fte gedeelte van den zclven. De Gekommit-
kommit- teercie Raaden, verzogt om hun gevoelen
Raaden voorafte zeggen, verklaarden, op het punt oor'dee- van de aanitellingen eens Legerhoofds , by ie», dat monde van den Raadpeniionaris de Witt, men den <jat 'cr zwaarc tyden voor den Staat op I ritii van
Oranje n handen waren ; dat de magtigfte Vorften
tot Kapi- „ van Europa den Staat met oorlog dreigden; tein-Ge- M dat men, totnogtoe, geene vrienden hadt; ?e™' „dat het Land klein, en zwaar belast was , aan °te n beloopende de lasten van Holland alleen , ttellen. „ in oorlogstyd, tusfchen de twintig en dcr- „ tig millioenen, in 't jaar; dat men, hierom, „ bedagt moest zyn op het aanbellen van zulk „ een Hoofd over 't Krygsvolk, welk den an- deren Gewesten aangenaam zyn, en dezel- „ ven tot het rykelyk draagen in de gem'eene „ lasten beweegen mögt; welk ook aan 't volk „ behaagde, en den meesten luister gave aan, „ de Krygsmagt van den Staat. Dat zy, Ge- „ kommitteerde Raaden, hierom, oordeelden, „ dat men den Prins van Oranje, die, binnen „ eenige maanden, twee - entwintig jaaren 1 „ zyn zou, behoorde aan te ftellen tot Kapi- „ tein - Generaal. Dat men Maurits wel aan 't „hoofd gefield hadt, toen hy maar agttien „ jaaren oud was. Dat de Prins van Condé, „nog jonger zynde, een Leger hadt geboo- „den. Dat de Harmonie wel vorderde, dat „de Prins twee-entwintig jaaren oud moest „ zyn; doch dat alle Rèfolutien ftilzwygens „ondeiftelden, dat het uitvoeren derzelven „niet
|
|||||||||
fan. Bom: HISTORIE. 449
^niet met den welftand des Vaderktnds i6fi) ,
jjftreede. Dat het gemeen belang nu de „ zo men hoop hadt, om Engeland hier- j, door äan de hand te doen komen, en t« j, beweegen , om te volharden by het Ver- „ bond; 't welk alleen magtig was, het on- n heil, dat den Landen dreigde , af te wee- 5, ren. Dat 's Lands zaaken Wänhoopig fton- jj den , al bleef Engeland maar onzydig ; walzo men zig, door het onderhouden van * zwaare Legers , binnen weinige jaaren , „ in den grond bederven zou. Dat men, j, Engeland op zyne zyde hebbende, niet te w vreezen hadt van Frankryk. Dat de groote j, zaak hierom was» Engeland te win- j, nen. Dat men hiervan , hoe eer hoe beter, 5, zyn werk maaken moest a om dat dit n Ryk ^ iets ondernomen hebbende ten „ nadeele van den Staat, daarna \ bezwaarly- j, ker zou te beweegen zyn , tot het nee- „men van andere maatregels. Dat men,, ^ hierom , niet alleen den Prins tot Kapi- j, tein - Generaal behoorde te verheften 5 to maar ook eene bezending te doen naar j, Engeland , en den Koning , door eenen jj Ambasfadeur, die hem aangenaam was., jj omtrent de vlagge, den Schotfchen Stapel en j, de zaaken van Oostindie, voorflaagen laaten ij doen , welken hem , insgelyks , be- to haagden. Dat men , in de Inftruftie voor „ den Kapitein Generaal, egter zorg moest j,draagen, dat hy de wapenen van den Staat j, niet misbruikte, en met alles zo veel fpoed XIII. Deel. Ff wmaa- |
|||||
«
|
|||||
450 VADERLANDSCHE LIL Boek,
167 i. „maaken, als mogelyk ware." De Edelen
-------waren 't, in alles , eens met de Gekommit-
Gedag- teerde Raaden. Maar Dordrecht verftondt
Lede!? anders, beweerende „ dat men niet af- van Hol- »wyken mögt van de genomen' befluiten,
land „ en, derhalve, niet fpreeken, om den Prins hierop. Kapitein - Generaal temaaken, eerhy twee- w entwintig jaaren bereikt hadt. Dat de Prins wden Predikanten en 't gemeen aangenaam „ was , erkende men ; doch deeze aange- „ naamheid gaf geen geld , en zou 't eene „ jammerlyke regeering zyn , daar men naar „ de Predikanten zou willen luisteren. Dat „men niet wankelen moest, maar ftandvaste- „lyk blyven by de genomen' befluiten. Dat „ men Engeland niet winnen zou, door 't be- förderen van den Prinfe En al gebeurde jj dit fchoon; moest men daarom flaaven „worden? Dat men op geene uitheemfche „ aanpryzingen rekenen ; maar den Prins , n ondertusfchen , als Lid van den Raad van „ Staate, eene eerlyke wedde toeleggen' „moest." Haarlem ftemde met de Gekom- mitteerde Raaden. Delft zeide, dat het ge- voelen der Stad bekend was. Leiden en Amfterdam waren 't ook met de Gekomm it- teerde Raaden eens. Gouda wilde zig aan de Akte van Harmonie houden ; maar den Prins egter eene beter waardigheid dan die van Kapitein-Generaal opdraagen. Rotter- dam ftondt ftil op eene omftandigheid, be- treffende de wedde van den Prinfe 3 waar- van fommigen , meende men , ontydig ge- fproken hadden ; zonder dat ik vind , hoe zig
|
|||||
- -- ■ "
|
||||||
m*
|
||||||
LIt. Roek, HISTORIE» 451
zig deeze Stad , over 's Piinfen bevordering nj~..
verklaarde. Alkmaar ftemde met Gouda. Hoorn —1—*- verklaarde zig niet. Enkhuizen hieldt het met de Edelen en met Leiden. De andere Leden fchynen, by deeze raadpleeging, niet tegen- woordig geweest te zyn. 't Bleek , midier- wyl, klaar genoeg, dat de meeste Leden neig- den, om den Prins te bevorderen. Men twy- felde niet, of de overigen zouden zig, eer- lang, voegen: waarom beflooten werdt, ter- ftondt, aan het ontwerpen eener Inftruétie voor den aanftaanden Kapitein-Generaal te arbei- den (g). De Leden der Vergaderinge, hiertoe ge- ^je,r
magtigd, verfchilden, in 't eerst, over 't in- raad- - zigt, welk men, in het ontwerpen eener In- pleegt . itrucVte, behoorde te hebben. Allen waren ze op het
1 j /~i 1 • 1 11 ontwar«-
t wel eens met de Gekommitteerde Raa- pcn ee.
den, dat men zorgen moest, dat hy, wien ner in-
nren de wapenen in handen ftelde , dezelven ftmaie niet keerde tegen 't Vaderland. Doch Am- Ij?0? 5, ilerdam wilde over de Inftrudie raadplee- Gene-' ' gen, zonder opzigt te hebben op cenigen by- rail. zonderen Perfoon, om zo veel te beter te kön- nen waaken voor de vryheid. Leiden begreep , daarentegen „ dat men , over eene Inftruc- „ tie raadpleegende 3 moest raadpleegen over „eene Inftruftie voor den Prins van Oranje\ „ op wien de voorbehoedfels , welken men „ in de Inftruétie moest brengen, behoorden „te zien. Dat 'er tweeërlei gevoelen in 'c „ Land was, willende fommigen den Prins v ve1'-
(£) Befoigne 8 Deccmi. t(??t. mte prandhim SfSi
F f 2 |
||||||
45a VADERLANDSCHE LIL Boek
|
|||||
1671. »verwerpen, en anderen hem als den, eenf-
■„____ „ gen behouder van het Vaderland hebben
„ aangezien. Dat men tusfchen deeze twee
„klippen doorgaan moest, en niet te veel, „noch te weinig van den Prinfe- verwag* „ten(^)." Voorts, tradt men tot het nazien en onderzoeken van alles, wat, voorheen , by de aanftelling van eenen Kapitein - Gene- raal , in agt genomen was: ook van de ont- werpen , voor eenige jaaren, door Holland, gemaakt, op de aanftelling van een Provin- ciaal Overhoofd over 't Krygsvolk , en van 't geene verder, in dit ftuk, eenig licht gee- ven kon : waarmede verfcheiden' dagen ge- Punten, fleeten werden (/), De Gekommitteerde door de Raacjen van beide de Kwartieren ontwier-
Gekom- , • ,- • , 1 muteer- Pen' eerlang, eenige punten, die, in de In-
de Raa- ftru&ie, zouden moeten komen, en op dee- den op zen zin uitliepen: 1. „ dat de Kapitein-Ge- gegeven. wneraai geen Stadhouder zou mogen zyn „ van eenige Provincie, en derhalve ner- „ gens de Wet beftellen , nog ampten be- „ geevcn. a. dat hy geene Patenten zou gee- „ ven; maar dat men zig, in 't geeven der „Patenten, houden zou aan de Refolutie „van den zesden van Zomermaand des jaars „ 1651 (£). 3- Dat hy in geenen dienst of „eed van eenige uitheemfche Mogendheid „ zou mogen zyn , de Leenmans eed en „dien der Ridderorde van den Koufeband „ egter uitgenomen. 4. Dat hy zig niet zou „ moei-
£Ä) nefo;gne 12 Decemb. .Irt.71. ante praiidium MS
(i) Relbigne 17, 18, ai t)ec. 1671. 11 Jan. 167a. MS» (*J git XII. Dul, bl. 186. |
|||||
LIL Boek. HISTORIE. 453
|
|||||
wmoeijen met den Godsdienst, Regeering, i^u
„ Regtsoefening , of Geldmiddelen: ook niet „ ware hy daartoe verzogt werdt. 5. Dat „ hy, buiten last der byzondere Staaten, w geen gezag zou oefenen in eenig Gewest, j, of omtrent eenige Leden , Steden , Re- „ genten of ingezetenen van het zelve. 6. „Dat hy, onder de Afgevaardigden te vel- „ de , ßaan zou." Omtrent deeze zes pun- ten , waren 't de Gekommitteerde Raaden allen eens; doch daar was een zevende, waar- omtrent zy verfchilden. Die van 't Noor- VerfcWf derkwartier begreepen, dat men den Prins, °nt'er d^ flegts voor eenen veldtogt, behoorde aan merf d'ea te ftellen. Die van 't Zuiderkwartier waren prins 't hierover oneens, mcenende fommigen , voor zya dat men hem voor zyn leeven, anderen dat leJ?ven» men hem ilegts voor eenen veldtogt verkie- éénen°C zen moest. ■ En omtrent dit laatfte punt, veldtogt, waren de Leden ook verdeeld. De Edelen, behoore Haarlem , Leiden en Enkhuizen wilden den "*te Prins, voor zyn leeven; Dordrecht, Delft, e etu Rotterdam en Hoorn Ilegts voor eenen veld- togt aangefteld hebben. De eerrten bedien- Redenen den zig , tot ftaaying van hun gevoelen , voor de voornaamlykj van deeze redenen; „ dat al- fj?eenine« n Ie waardigheden voor het leeven , of tot w kennelyk wederzeggen toe, plagten be- „ geven te worden. Dat zulks de Ampten, „ met meer yver en lust, deedt bekleeden. „Dat een Kapitein-Generaal, voor zyn „leeven aangelleld wordende, meer agting „hadt onder 't Krygsvolk. Dat men den .. F f 3 an- |
|||||
454 VAJDERLANDSCHE LH. Boek.
iéji. jj anderen Gewesten, welken men , in de
—,— 5J Akte van Oyereenitemming , zulke merk-
n waardige punten afgedongen hadt, het
„ genoegen behoorde te geeven van den
,j Kapitein -Generaal, voor 't leeven , aan
„te itellen. Dat de gemelde Akte van gee-
M ne bepaaling lprak, en dat de Gewesten
,, zig aan dezelve niet gehouden zouden re-
?> kenen 3 zo men ze bepaalen wilde. Dat,
„ by het eeuwig Edift, genoegzaam ge-
,? zorgd was voor de vryheid. Dat men den
n Prins Stadhouder zou können maaken ,
n wanneer hy niet te velde was, indien hy
j. maar voor denen veldtogt tot Kapitein-
jj Generaal aangefteid geweest was. Dat ,
B voorheen , de vryheid gevaar liep , toen
w de Kapitein Generaal te gelyk Stadhou-
„ der was, waarvoor men nu niet te vree-
„ zen hadt; vooral niet, als hy , by zyne
n Inltructie , zo bepaald werdt, als de Ge-
kommitteerde Raaden hadden voorgeflaa-
gen. Dat men , den Prins tot wederop-
jj zeggens toe aanftellende, hem van zyne
waardigheid zou können verlaaten, in ge-
val hy zig , door Huwelyk , verbonde met
' 's Lands vyanden ; hoewel 't ook niet on-
gemeen ware , dat de naaste vrienden el-
kanderen den oorlog aandeeden. Dat,
eindelyk, de vrede eerder te wagten ytras,
wanneer de Prins , door dezelve, niet
ontzet werdt van zyne waardigheid; daar
hy tot oorlog neigen zou , wanneer zyn
n aanzien aan tyden van oorlog bepaald was."
Redenen Doch zy, die den Prins , llegts voor ééner
Vefóh
|
||||
LIL Boek. HISTORIE. 455
|
|||||||
veldtogt, tot Kapitein - Generaal wilden aan- 167r.
gefield hebben, beriepen zig, hiertegen. |
|||||||
op verfcheiden' voorgaande Staatsbefluiten , voor de
inhoudende , dat men nimmer een Over- J^fL hoofd over 't Krygsvolk ftellen zou , dan voor eenen veldtogt. Zy voegden 'er by, „ dat het zorgelyk ware iemand de wape- nen, voor altoos, te betrouwen. Dat zulk „een O verhoofd altyd op oorlog gefield 5, was, al vorderde het belang van den Staat, „ dat men vrede maakte. Dat hy het Krygs- „ volk zou willen aanhouden , en dus 's „ Lands geldmiddelen den rug in ryden. Dat „een altoosduurend hoofd over de Legers „ gevaariyk voor de vryheid was, gelyk de „ bevinding geleerd hadt. Dat de oude Ba- „ tavieren geene aanblyvendc Legerhoofden „plagten te kiezen (l). Dat zulke Leger- „ hoofden de vrede te ligt konden fluiten, „ en ,de wapenen misbruiken. Dat de andere „Gewesten zouden vergenoegd zyn, dat „ de Prins in den Raad van Staate was. Dat „ zy hem geen' Stadhouder zouden maa- „ken, voor hy twee-entwintig jaaren was, wop dat zy hem niet van 't Kapitein-Ge- n neraalfchap zouden mogen verfteeken. Dat ' zy 't, veelligt, daarna zouden doen, als „ hy geen Kapitein - Generaal werdt; doch dat men dan, hierover, eerst behoorde te raadpleegen , hem nu alleenlyk aanftel- „ lende voor eenen veldtogt." Andere Le- Sowmfg« den deeden voorflagen, die tusfchen beide g^j"u4. gin-
CO Zie I. Deel, il. 33.
Ff 4
|
|||||||
4|6 VADERLANDSCHE UI. Bos*
1671. gingen. Amlïerdam, meest neigende om
■------- den Prins , voor zyn leeven, te verkiezen,
fciien dagt egter, dat men hem last, by voorraad,
bejde. en tot wederopzeggens toe, zou können gee- ven. Gouda begreep het, zo als Amfterdam; doch voegde 'er by, dat, men 's Prinfen Com- misfie., by eiken veldtogt, behoorde te ver- nieuwen. Alkmaar verftondt het, als Gou- da (zw), 't Ontwerp der Inftruftie voorden Kapitein-Generaal, federt, goedgekeurd zyn- de , ter Vergaderinge van Holland , werdt ter algemeene Staatsvergaderinge overge- leverd (»), daar men, by made van den Raad van Staate, eerlang, een Ontwerp maakte, welk, in de yoornaamfte opzigten, Men overeenkwam met dat van Holland (o j. Men komt tot ontwierp ook eenen voet, om den Prins op $een be- te draagen de magt, 0111 de Krygsampten , fluit. te yeide openvajlende, te begeeven. 't Groot yerichil bleef alleen, of men hem voor al- toos of voor dénen veidtogt zou aanflellen. Zes Gewesten en verfchciden' Leden van Holland waren van het eerfle , qenige an- dere Leden van Holland van het tweede ge- voelen. En de rwist hierover was oorzaak, dat men , over de aanftelling van den Prin- ie, waarvan verfchciden' andere gewigti- ge zaaken afhingen , tot geen befluit ko- men kon. XX. De raadpleegingen over 't verhelfen va« JSerigt^ den Prinie tot Kapitein - Generaal maakten', |
||||||||||
datdebe-
|
||||||||||
(m~) Befoigne al Ticcem}'. 1C171. il/S.
fn)Refu!. Holl. 23 Dccimi- 1671 tl. 9«, (O Relöl. Genei. HUrt, 5 Jan, 167a. |
||||||||||
UI. Boek. HISTORIE.
|
|||||||
457
|
|||||||
binnen en buitens Lands, veel gerugts , en, 1671,
veelligt, werden ze, door den Raadpenfio- -------■
naris de Witt, te langer draagende gehuu- X°-e"
den, om te beproeven, of' zy ook eenigen denPria- jn vloed hebben zouden, op de Hoven van re aange- Frankryk en van Groot-Britanje. Wy heb- naamzyn ben, uit deeze raadpleegingen zelven , reeds £alaan 'f gezien, dat men Karel den II. beoogde te fct^Hof, winnen, door het bevorderen van zynen Nee- ve (p ). Ook fchreef Boreel, omtrent deezen tyd „ hoe hem van een' voornaam' Engelsch' „ Staatsdienaar verzekerd ware , dat het veel „goeds zou doen, zo de Staaten eene aan- „ genaame bevordering deeden, die zy, vol- „ gens de orde der Regeeringe, doen kon- den (#):" waarmede hy , ongetwyfeld , 2ag , op de aanftelling van den Prinfe tot Ka- pitein-Generaal, Doch zo aangenaam als 's Prinfen bevordering in Engeland fcheen te zullen wezen, zo onaangenaam moest zy, dagt men, in Frankryk zyn , en dit, mis« fehlen, den Koning beweegen, om een wei- nig aan de hand te komen. Maar het Fran- fche Hof, zig van Karel den II. verzekerd hebbende, fchroomde de verheffing van den Prinfe van Oranje niet meer, en kreunde zig luttel aan de behoudenis der tegenwoordige Regeering. 't Welk wy, om Frankryks in« zigten nader open te leggen, der moeite waar- dig agten, hier, een weinig omftandiger, voor te draagen. Wy
' Cf) Foiez muß Ramn Tom. IX. p. 316, 317.
(?) Misfiye van den Ambasfcd. I. Boreel in eliUo 3 Jan,
liji.. MS. '■....•.• Ff $
|
|||||||
458 VADERLANDSCHE LIL Boek.
1671. Wy hebben, in 't voorgaande gedeelte
-------deezer Historie , dikwils , aangemerkt, hoe
Oorzaak L,odewyk de XIV. het van zyn belang re-
™n ' kende, dat de Raadpenftonaris de Witt in 't ryk" ver bewind, en de Stadhouderlooze Regeering andering in wezen blceven. Hy vreesde , gelyk de van in- Witt, dat de Prins , naauw vermaagfchapt f/-gtbe°P met Groot-Britanje, de Vereenigde Gewesr vorde- ten tc afhangkelyker maaken mögt van dit ring van Ryk , wanneer hy 'er 't hoog bewind , in «fcnl'rin- zaaken van oorloge en Regeeringe, in han- **• den kreeg ( r). Hieruit ontflondt de oorlogs- verklaring tegen Groot-Britanje; hoe wei-
nig nadeels 'er ook door mögt toegebragt zyn aan de Engelfchen. Uit deeze oorzaak, was ook, te vooren al, Pradel afgezonden, om de Staaten by te flaan tegen den Bis- fchop van Munster ; waarop a eerlang, de Vrede met den Bisfchop en met den Koning van Groot-Britanje gevolgd wasa die den Staat der tegenwoordige Regeeringe, aan 't wankelen gebragt door den oorlog, we- derom bevestigd hadt. Doch het drievou^ dig Verbond, welk hierop volgde, en Lode- wyfc den XIV. noodzaakte, tot het teke- nen der Vrede met Spanje, vervreemdde hem t'ecnemaal, van den Raadpensionaris de Witt en van de Staaten: en deedt hem, eerlang, het befluit neemen , om hun den oorlog aan te doen. Hy voorzag , ongetwy- feld, wel 3 dat hieruit de omkeering der te- genwoordige Regeeringe, het bederf van |
|||||
(f) Zh hier voor, bl. 13$, 152, 177, 189, »3.
|
|||||
UI. Boek. HISTORIE. 459
den Raadpenfionaris , en de verheffing van igp.
den Printe van Oranje te wagten was; doch-------
hiervan voorfpelde hy zig geen nadeel, zo
hy Karel den II. vooraf in zyne belangen kon overhaalen, waarvan hy terftond zjai werk maakte , en 't welk hem, eerlang , ge- lukte. Hy bragt zig, vermoedelyk, te bin- nen, 't gene hem, al voor lang, door d'Es- trades gefclireven was „ dat Frankryk zig „niet te zeer kanten moest tegen de ver- „ heffing van den Prinfe van Oranje ; die , „ zeide hy , verftand en verdiensten hadt, „zeer* bedekt was, en niets verzuimde., *^scm „om zyne oogmerken te bereiken (5); 0111 u. „dat hy bedugt was, dat men hem, by ver- „ andering van tyden, bezwaarlyk in d« „ belangen yan Frankryk zou kunnen over- „ haaien." Waarby de Gezant gevoegd hadt, „ dat de Koning den Prins aan zig behoorde „te verbinden; houdende hy zig verzekerd, „ dat de Prins, zo verftandig, ftaatzug- „tig en geneigd ten oorloge als hy was, „ niet zou können nalaaten , zig naarnv ver- „eenigd te houden met zyne Majesteit. „Het onderfteunen van de Witt zou, dagt „ hy, den Koning geen voordeel meer kon- „ nen doen - - ; maar zo de Prins van „ Oranje herfteld was üj de waardigheden zy- „ ner voorzaaten , zou hy zig wel haast zo „ veele vrienden weeten te maaken , dat de „ Staaten befluiten zouden , den Koning te p helpen tegen Spanje. Zyn belang lag hier* 9 in,
CO CTsrEMEs Tom. IV. p. 345'
|
|||||||
(
|
|||||||
\
|
|||||||
,
|
|||||||
460 VADERXANDSCHE LIL Boek,
|
|||||
tfti. »in» konnende hy nimmer opklimmen toe
—-----„ het aanzien , welk zyne voorouders bereikt
„hadden , zo lang de Staaten niet waren in-
„ gewikkeld in eenen oorlog te lande (/)." Om zulke en diergelyke redenen , heeft de Koning van Frankryk , naar 't fchynt, geoor- deeld , dat hy , met Groot -Britanje verbon- den zynde, niets te dugten hadt van de ver- heffing des Prinfen van Oranje, fchoon de- zelve ligtelyk zou können itrekken tot vermin- dering van 't gezag van de Witt en van eenige anderen , aan welken hy zig thans weinig liet gelegen zyn. Ook vindt men niet, dat hy eenige aanmerking gemaakt hebbe, op 't gene hem van de raadpleegingen op de aan- ftelling van den Prjnlè mögt ter poren geko- men zyn. XXI. De Ambasfadeur de Groot ontdekte haast Verdere ?Q veej van je inzjnrten van 't Franfche Hof, ringtui- dat "Y » reeds in Slagtmaand, herwaards
fchen fchreef „ dat de oogmerken konden veran-
Fratiicryk n deren; maar dat de haat onverzettelyk
{!n ^® ^ was ; dat de Koning van Engeland oor-
„zaak van al 't kwaad was, als hebbende
„de party verlaaten; dat Frankryk, hei-
#melyk? verbonden was met Engeland, om
„ eene Vloot van veertig fchepen te voe-
„ gen by zestig Engelfchen, en dat de Ko-
„ ning nog bleef arbeiden , om andere Mo-
„ gendheden og te hitfen tegen de Staaten ,
„of te beweegen tot onzydigheid («).*
De
f O D'Estiudes Tom. V. p. 380, 381.
fü) zu üRANDx tle Unieer, l/l. 63a. WiCQUBFoai Arabasft Tui. II. p. 411. |
|||||
hu boe«. Historie, ^t
De verwydering tusfchèn Frankryk en de
Staaten nam toe, federt dat de Koning, voortvaarende met het verzwaaren der be- lastingen op de Nederlandfche Waaren, de Staaten gedrongen hadt, om , by Plakaat, den tweeden van Slagtmaand gedagtekend , den invoer der Franfche koele wynen, azy- nen, kanafasfen, papieren en kastanje te' verbieden (v). Dit verbod venvekte nieuw misnoegen , in Frankryk. Men fchroomde niet, ten Move, fe zeggen „ dat het geen „ Gemeenebest voegde, tegen zo groot een' H Koning op te ftaan :" hoewel fommigen genoeg te kennen gaven, dat ze de Vloot der Staaten vreesden, hebbende zy wel honderd- duizend man noodig, om hunne kusten te beveiligen tegen eene landing. En deeze aan- merking hadt Frankryk, voornaamlyk , be- woogen, om zig met Engeland te verbinden. Voor de Landmagt der Staaten, waren de Franfchen geheel niet bekommerd, en fchreef de Groot „ dat men, aan 't Fran- „ fche Hof, beter dan hier te Lande , wist» „ hoe liegt liet, op de grenzen, gefield ware „(w)." Ik weet niet, of Frankryk, ten deezen tyde , of wat vroeger, in dit zelfde jaar, den voorflag deedt, waarvan de Groot gewaagt, in eenen zyner brieven. De Fran- fchen begeerden , naamelyk, dat de Staaten Spanje, door eene overgifte van gelyke waarde , bewoogen, tot het afftaan van Ype- ren
|
||||||||
Ji
|
y) Groot-PUkaatb. III. Titel, il. 472.
w) Misfiven van P. de Groot vim 8 en II Jan. 167'a.
S. Zie ook B&ANDT de Ruiter, U. 638.
|
|||||||
4& VADERLANDSCHE LIÏ.Ëoèic.-
|
|||||
tfyu ren aan Frankryk, waardoor» zeiden ze, de
-------oorlog zou können voorkomen worden. De
Groot gaf de Witt, terftond, kennis van deezen
voorflag; doch deeze zou denzelven in den wind geflaagen hebben (#). De algeineene Staaten, geen twyffel meer ti5?IL flaande aan de waarheid van 't gene hun* De Siaa- van ^Q kanten , aangaande Frankryks oog- fchryven merken , ter ooren kwam » lieten, op den eenen tienden van Wintermaand , eenen beleefden ^ele^f".o Brief aan den Koning afgaan, waarin zy 4 aan d"n vooraf erkend hebbende , hoe zeer zy , van Koning ouds, in de Koningen van Frankryk gehou- vm den geweest waren , verklaarden „ dat het F"n!l' „ moeilyk viel, geloof te flaan aan de ge- r> ' „ rugten , die hun, dagelyks , voorkwamen , j, dat zyne Majesteit zig tegen hen toerustte „ten ftryde ; dat zy, zig zelven naauw- Ä keuriglyk onderzogt hebbende, niet kon- „ den vinden > dat zy den Koning eenige „billyke oorzaak van misnoegen gegeven „hadden; dat zy , hierom, te minder den- aken konden, dat de regtvaardigheid > die Ä zyne bedryveri beftiefde , zou können ge- tt hengen, dat hy de wapenen opname tegen „ zyne oudlte en getrouwfte Bondgenooten t „ zonder vooraf bekend te maaken , over w welke zaaken, hy voldoening begeerde, „ 't Was 'er zo ver Van af, dat zy hem eeni- „ ge ftof van ongenoegen zouden willen „ geeven, dat zy zig* in tegendeel, ftipte- O) Lettre iU Mr. D» GkOoT, de Cologne du 24 Qiïiifot
|
|||||
lilboek. Historie« 4%
„lyk, meehden gehouden te hebben aan het
„ Verbond van den jaare 1662 , en over- „ boodig waren, te beteren, 't gene, zy door n onvoorzigtigheid , zouden mogen te kort j, gekomen zyn. Zy erkenden wel, dat men* „ federt eenigen tyd, niet al te wel over- w eengekomen was, in 't ftuk van zeevaart n en koophandel; doch dit was hun zeer leed ,, geweest, en zy waren bereidwillig , om w nog alles te doen , wat in hun vermogen jj was, om deeze zwaarigheden weg te nee- „ men, en den Koning te overtuigen van „ de zugt, welke zy hadden * om hem, de eer „ en agting op te draagen , welke men zy- „ ner grootheid fchuldig was ; om hem, b „ 't ftuk van den Koophandel, alle voldoe- j, ning te geeven, welke hy van zynè beste „ en toegenegenfte Bondgenooten zou „ können verwagten, en om zyne belangen n aan te kleeven, zo ver zulks , buiten be- „ nadeeling hunner andere Bondgenooten, „ zou können gefchieden. Zonder dan 's Ko- ., nings toerustingen, te water en te lande, ^,te können regt vaardigen, durfden zy, ron- wdelyk, verklaaren, dat zy zig niet wapen- M den , om iemand te beledigen , maar ge- „ drongen, door den uiterften nood, en door ?>de onvermydelyke verpligting, om hun- „ nen ftaat en onderzaaten te befchutten ; „van zins, om zig, terftond, met vreugde, Mte ontwapenen, wanneer men hen verloste „van de ongerustheid, in hen veroor- „ zaakt, door de wapenen, die hun , van n alle kanten , fcheenen te dreigen." Ten ba-
|
||||
4S4 VADERXANDScHE LILBoEtó
i67i4 belluite, verklaarden ze „dat zy den Ambas-
c-----„i'adeur de Groot gelast hadden, zyner Ma- jesteit hunne meening, in een byzonder „ gehoor, voor te draagen, met by voeging „ van alles j wat dienen kon, om den Koning „ te overtuigen van de opregtheid hunner oog- „ merken (y)" XXIII. De Groot, deezen brief ontvangen heb- Gefprek bende, verzogt gehoor by den Koning, welk V*. .f? hem , tegen den vierden van Louwmaand Ambasla- , *. ° , ,
deur de des jaars l672 > werdt toegezeid, Voorr
Croot af hadt hy een byzonder gelprek met Le Tel- met I e ner9 waarin hy ophaalde, welk eene naau- |
||||||||||
Tellier.
1672 |
||||||||||
we gemeenfchap , oudtyds , tusfchen Frank-
|
||||||||||
ryk en den Vereenigden Staat geweest was.j
zonder te verzwygen, welke diensten de Staaten, weleer , ten tyde van Henrik deii IV, en by andere gelegenheden, aan Frank- ryk gedaan hadden; tevens te kennen gee- vende , hoe jammer het zyn zou , dat dit goed verftand nu verbroken werdt. Le Tel- lier antwoordde „ dat de Koning zig, van „ zyne zyde , altoos flipt aan de Verdragen n gehouden, en nimmer oorlog tegen de „ Staaten verklaard hadt; doch dat hy niet „ kon zeggen , wat 's Kohmgs oogmerk , iri B 't vervolg , zou magen zyn." De Groot vertoonde hem, hierop „ welke nadeelige w gevolgen de oorlog voor Frankryk heb- ^ben zou; hoe 'er bederf van landen en lui- dden, en verloop van koophandel en hand- je werken uit te wagten ftondt; van welk- „ laat-
(/) Zit Holl. Mtrc. v«« 1671. hU 174«
|
||||||||||
1
|
||||||||||||||
HISTORIE.
|
465
|
|||||||||||||
Lil. Boek.
|
||||||||||||||
v laatfte, zelfs na 't fluiten der Vrede, geen
,j volkomen herftel te hoopen was, zullende „ veele handwerkslüiden , eens vertrokken j, zynde , zekerlyk nimmer wederkeeren." Hy voegde 'er by „ dat de Koning ook 5, vyanden en afgunstigen vinden zou , vooral „als zyn Leger ver van de hand was." Le Tellier hernam „ dat zyne Majefteit, vol- w gens een Verbond van den jaare 1669 (2), „ verpligt was, den Keurvorst van Keulen by „ te ftaan." Op het overige , kon hy niet antwoorden , maar nam aan, van alls verflag te doen («). Den beftemden tyd tot het gehoor geko-
men zynde , liet de Groot zig , ter oorzaa- Ice zyner onpasfelykheid, of om dat hy kwa- lyk ter gang was, met eenen draagftoel, naar S. Germain brengen, daar hy , drie Kamers doorgegaan zynde , den Koning , alleen, in een binnenvertrek , aantrof, hem den brief der : Staaten overleverde, en aanfprak , overeenkomstig met den last der Staaten, en met den inhoud des briefs. Onder anderen , zeide hy „ dat men de Staaten niet erger w behoorde te handelen dan misdaadigen, „welken men niet gewoon was te „ftraffen, dan na dat men ze gehoord hadt. ,, Dat men, zonder degen te trekken, zonder „ krygsvolk te waagen, bloed te ftorten wof geld te fpillen, voldoening zou kon- „nert
C*0 foUz Du Mont Corps Diplom. Tom. VII. P. I,
f<?) Misfiven van den Ambasfad. P. DX Groot v«n 8 ,?«*
(fUiiry 1672. AJSS. XIII. Deel, Gg
|
||||||||||||||
167a;
|
||||||||||||||
XXIV.
Aan- fpraalc van de Groot aan den Konirjg van Franfc. ryk. |
||||||||||||||
t
|
||||||||||||||
466 VADERLANDSCHE Lil. Boek.
|
|||||
if;z. „ neu hebben, en dat hy zyner Majesteit
------- „den roem gaarne gunnen zou van Europa
's Ko- »m vrede te hebben bewaard." Toen hy uit-
nings hadt, antwoordde de Koning, met een ver- ant. ontwaardigend gelaat „ dat hy geenen brief woord. n behoefde , die door alle Hoven gewandeld „ hadt, hebbende hy daarvan reeds een af- „ fchrift in zynen zak; en dat hy zig gewa- „pend hadt, om dat de Staaten zig hadden „ gewapend." De Groot hervatte „ dat men „ bereid was zig te ontwapenen, zo men 't „ gerust doen kon, en zelfs de Plakaaten, op ,, den Koophandel uitgegaan , wederom in- „trekken wilde." Waarop de Koning ant- woordde „ dat hy bezig was met het verza- 5j melen zyner troepen , en met het uitrus- j, ten zyner Vloote, en ondertusfchen zulk „een belluit neemen zou, als met zyn be- llang en met zynen roem best overeen- „ kwame." 't Gefprek eindigde hiermede. De Koning zondt de Groot, federt, een ant- liriefdes Woord toe op den brief der Staaten (£)* Konings wejjc ^ ^en zeS(jen van Louwmaand , gedag- Staatea. tekend, en van deezen inhoud was: „ 't Was „hem aangenaam geweest, dat de Staaten „ erkenden , in vericheiden' gelegenheden , „ van de Koningen , zyne voorzaaten., be- „gunstig geweest te zyn; doch hy hadt wal „ gewenscht, dat zy 't voorgevallene , fe- „ dert zyne komst tot de kroon, niet mog- „ten vergeten hebben; wanneer zy van hun „ gedrag te hemwaards zo gunstig niet zou- den (J) MisGren yan dtn AmbasfaJ. P. DB C.ROOr van 8 Jtf
iwti-y 1672. MüS. |
|||||
LIL Boek. HISTORIE. 467
|
|||||
„ den hebben können oordeelen , als zy nu tg^
„ deeden. Ten minste, zouden zig heb- .» „ ben herinnerd, dat zy niet altyd de trouw
„ bewaard hadden, welke zy hunnen ou- „ den Bondgenoot, die hun, in hunnen nood , „ zo gereedelyk , bygeftaan hadt, fchuldig ' „waren. Veelligt, zouden hun dan ook de „ nieuwigheden in den Koophandel, inge- „ voerd federt den jaare 1662 , niet zo on- „ fchuldig toefchynen, als tegenwoordig. „ Zo zy erkenden, gelyk. zy voorgaven te „ gelooven , dat de regtvaardigheid zyne „ daaden beftierde , behoefden zyne wape- „ nen hen niet' ongerust te maaken. Hy „ flondt toe, dat hy zyne krygsmagt, te lan- „de en ter zee, verfterkt hadt, om dat hy „gezien hadt, dat zy de hunne vermeerder- „ den; om dat zy hunne Vloot hadden ge- n zonden op zyne kusten, en om dat zy, aart „ alle Hoven, woelden , om verbindtenisfen w tegen hem te wege te brengen. Hierin „hadt hy alleenlyk voldaan aan de regels „ der voorzigtigheid, en der zorge voor de „ befcherming zyner onderdaanen. Hy moest „'er zelfs byvoegen, dat hy, met werven, „ dagt voort te gaan , en zo dra hy zyne „Krygsmagt gefield hadt indienftaat, waar- „ toe hy ze dagt te brengen, zou hy ze ge- „ bruiken, zo als hy oordeelde, zyner glo- „ rie of roem meest te betaamen : waarvan yy hy aan niemant rekenfchap fchuldig was. „ Ondertusfchen , beloofde hy zig 's Hemels „zegen over zyne régtvaardige voornee- „ mens, die, vertrouwde hy , goedgekeurd G g a „ zou- |
|||||
468 VADERLANDSCHE UI. Bok«;
16-2, „ zouden worden van alle zulke Mogend-
-------„ heden, die zig niet, reeds voor lang, door
n de Staaten , hadden laaten voorinneemen
„ tegen het Franfche Hof. j Dit antwoord w hadt hy willen geeven op hunnen Brief s „ die egter minder voor hem gefchreeyen ,, was, dan voor andere Vorften, aan welker „ Hoven dezelve gelezen was, eer hy dien „ hadt können ontvangen ( c )." Uit dit fchry- ven , was ligtelyk te merken , dat men den oorlog voor onvermydelyk hadt te houden, ten ware de Staaten, gelyk de Groot fchreef , zig in zulk een' ftaat wisten te ftellcn, dat 's Konings toeleg bezwaarlyker was uit te voeren ( d): waartoe zig nog weinig gelegenheid opdeedt. XXV. De Staaten hadden, tot nog toe, met gee- De Staa- ne Mogendheid , een verdedigend Verbond ten flui- bonnen fluiten , dan met Spanje : waartoe oraeen* Beverningk, die, in den aanvang des voorlee- komse den jaars, derwaards vertrokken, en , in met. Oogstmaand laatstleeden, te rug gekeerd was Spanje. (>}, den weg bereid hadt. De Regeering van Spanje zondt, ten zelfden tyde , herwaards Don Manuel Francisko de Lira, die, op den zeventienden van Wintermaand , in den Haa- ge, eene overeenkomst floot met de Staaten s waarby de twee Mogendheden zig verbon- den, eikanderen, met al hunne magt, te zul- len byftaan, zo eene van beide, door Frank- CO Zie Holl. Merc. van 1671. hl. 17*.
|
|||||||||
(.
|
d^ Misfive van P. nE Groot van 8 jr.ti. 167Ï. MS,
<•) Huil. Merc. van 1671, 't/l, »3, 125. |
||||||||
LH. Boek: 'HISTORIE.1 469
ryk, mögt worden aangetast (ƒ). In Sprok- 167a.
kelmaand deezes jaars , wanneer de gemeide ——- overeenkomst, die zeer geheim bleef (g)3 reeds bekragtigd was, beloofde men , geene Vrede of Beiland te zullen maaken met Frankryk, dan met gemeene bewilliging (/$). De Spaanfche Nederlanden waren zeer in hunnen fchik , met deeze overeenkomst. Men Wisfe- was , aldaar , binnen weinig jaaren , twee- Land?" maal van Landvoogd gewisfeld. De Mark- V00g. graaf van Kastel - Rodrigo was, in den jaare den,inde 1668, opgevolgd , door Don Inasko Melchior ^paan' Fernandes de Velasko en Touar, Konftabel van ^rianT1 Kastilie, die op de jagt zynde, door de Ko- deni ningiane , tot Landvoogd verkooren , en, terftond, in zyn jagtgewaad, en zonder an- der gevolg dan hy by zig hadt, herwaards ge- zonden was (7). Doch in 't jaar 1670, kwam Don Joan Domingo de Zuninga, Graaf van Momerei en Fueutes, zyne plaats bekleeden ( k ). En deeze heeft, zo lang hy Landvoogd was, de zyde der Staaten, ftandvastelyk, aan- gekleefd. De Koning van Frankryk hadt zyne ui-
terfte poogingen aangewend , om Spanje tot een verdedigend Verbond of tot ftilzitten te beweegen, zendende derwaards eenen buiten- ge woonen Gezant, die den Koning eene ver- gul- (ƒ) Voeiz Du Mont Corps Dipl. Tom. VH. P. I. p. 155«
(g-)Holl. Merc van 1671. bl. 177. (A) Itei'nl. Hoil 4, 5 Maart 1672 bl. 7. l'okz ausji D«
Hont Corps Diplom. Tom. VU. />. I. p, ifa. (i) Tkmplb Brieven N. i. bl. 15. f «jHoJl. Merc. yan 1670 bl. 10&. Gg 3
|
||||
4?o VADERLANDSCHE LIL Boek
|
|||||
1672. gulde Koets, met agt witte muilezels, en
——— der Koninginue een uurwerk fchonk; en be- loofde, dat Groot-Britanje zig verbinden zou, dat de Spaanfche Nederlanden niet zou- den aangetast worden. Doch men hadt, in Spanje ,' geene ooren naar Frankiyks voor- flagen (/). XXVI In Zweeden, flaagde de Koning beter. Verbond Pompone, die dit Ryk en de Staatsdienaars tusfchen kende , was , voor eenigen tyd , wederom Frankryk derwaards gezonden. En men vernam, hier enZwec- ^ Lancje f jn den aanvang deezes jaars, dat hy de Zweeden bewoogen hadt, om een jaar lang onzydig te blyven, mids daar voor eenen onderltand van tweehonderdduizend Ryksdaalers genietende (m). Doch deeze ty- ding was ongegrond. Vaster gaat het, dat 'er, op den veertienden van Grasmaand dee- zes'jaars, onaangezien, de tegenkanting van eenige Ryks-raaden (»), te Stokholm, een verdedigend Verbond, voor den tyd van tien jaaren geflooten werdt, tusfchen Lodewyk den XIV. en Karel den XI, welk, voor- naamlyk, voorgegeven werdt, te ftrekken tot handhaavinge der Westfaalfche Vrede van den jaare 1648. Zweeden beloofde, by dit Verbond, een Leger op de been te zullen houden, waartoe Frankryk, jaarlyks, zeshon- derdduizend Ryksdaalers verfchaften zou. Doch
CO Misfive van den Ambasfad. Valkenier van 23 Dsccmb.
1671. MS- , _ . ., rm) Misfive van den Ambasfad. de Groot van 8 januay
1 7«') Fo'iez Recherch. fur les Allianc. entre Ja France & Ia
3ue.de. f/. 6^. |
|||||
LIL Boek. HISTORIE. 471
|
|||||
Doch by 't Verdrag, welk weinig byzon- 1572.
ders behelsde , waren wel zeventien geheime-------
punten gevoegd , die meer opmerking ver- Geheime
dienden : „ De beide Koningen verbonden P1"1^" „ zig , eikanderen te zullen helpen , zo de zelve/' „ Keizer, of eenig Duitsch Vorst een' van „ hun , tegen den inhoud der Westfaalfche „ Vrede , op den bodem des Ryks , be- „ ftondt te beoorloogen. Zo , in 't byzon- „ der , de Keizer , of eenige Duitfche Mo- „ gendheid, de Staaten der Vereenigde Ge- „ westen tegen Frankryk hielpe, en daar- „ door de rust des Duitfchen Ryks Hoorde ; „ zou Zweeden zig hiertegen , eerst op eene „ minzaame wyze , en , daarna, door de j, wapenen , verzetten. Zo Frankryk zig „ genoodzaakt mögt vinden , om de Steden, ,, in 't Duitfche Ryk gelegen, en tegenwoor- „ dig bezet door de Staaten , aan te tasten , „ zou Zweeden de Heeren deezer Plaatfen. ö zoeken te beweegen, om den Franfchen „ geenen tegenftand te doen , en het tegen- n deel houden, voor eene Vredebreuk in 't „ Ryk." Schoon de Koning van Zweeden voorgaf, te denken , dat de Staaten der Ver- eenigde Gewesten hem dit Verbond , alleen gemaakt, om de rust in 't Ryk te bewaaren , niet kwalyk zouden können neemen ; onder- ftelde men nogtans „ dat dit anders zou „ können uitvallen ; in welk geval, Frankryk „ Zweeden byftand beloofde, zo anders dit n Ryk , door de Staaten , mögt beledigd wor- „ den. Doch het Verbond zou , zo ver 1 et „ opzigt hadt op de onlusten, die , ter gele- G g 4 » gen» |
|||||
47* VADERLANDSCHE LIL Boek.'
*fc/£. „ genheid van den oorlog tusfchenFrankryk en
*~-----„ de Staaten , in het Duitfche Ryk, zoude»
„ mogen verwekt worden , niet langer duurea
„ dan drie jaaren ( o )." De inhoud van het zelve bewees ten volle, dat de Staaten geen voordeel altoos, en vermoedelyk nadeel te wagten hadden van Zweeden, in den oorlog met Frankryk. xxvii. Maar Groot-Britanje, fchoon 't al veel eer- Karel de derde zyde der Staaten verlaatenhadt, fcheen, D wni'n' §e^ ^e Groot, uitParys, fchreef (p), hen ],e°. L' te willen ophouden , tot dat de Franfchen in waards. de Vereenigde Gewesten zouden gevallen zyn. Ten dien einde, was de Ridder Downing herwaards gezonden (_q~), om de plaats van Temple te vervullen. Hy kwam , in 't begin van Louwmaand , in den Haage , voor- geevende , volkomenlyk gezind te zyn, „ om „de verfchillen, ten beste, te helpen by- „ leggen , en water in den wyn , geen' wyn w in het water te zullen doen ; alzo hy, w uit zig zelven , niet fcherp was , maar , te „ vooren , de taal zyns Meesters hadt moeten Zyne „fpreeken (r)." Doch deeze zagte toon Wagte duurde niet lang. Op den twaalfden , klaag- GendVim de hy, by gefchrifte „ dat 'sKonings fchip, ^ yy de Merlyn , in Oogstmaand laatstleeden , „een Oorlogsfchip ontmoet hadt , welk „ niet hadt willen ftryken , en, drie dagen „ daar-
fo~) Voiez Du Mout Corps Dip!. Tom. VII. P. lp i6T.
(p) Misfive van dr.i Ambasfad. i»E Groot van n Jr.nur.ry 1672. NS. (n) Holl. Mcrc. vnn ifi.'r. il. i8<;. (f; Uit AaiiKk, vim de Feiifion.'VIVlEN en Kop. MSX |
||||
LIL Boek. HISTORIE. 473
»daarna , een ander , welk , insgelyks , gc xffj%
.» weigerd hadt, het topzeil te laaten vallen. ——« & Dat van Gend , hierop , aan boord van de » Merlyn gekomen was, en verklaard hadt, » geen' last tot ftryken te hebben ; maar dat, n daarover , in den Haage, gehandeld moest » worden. Dat hy hiertoe afgezonden was ; „ dat de Koning oordeelde s dat men hem 0 hooglyk beledigd , en, tegen de oude ge- w woonte en het negentiende Lid der Bre- „ dafche Vrede , gezondigd hadt ; dat hy , „ deswege , fpocdige en volkomen' voldoe- j, ning begeerde , waarna hy nu vyf maan- „ den , vergeefs , gewagt hadt. Dat alle de ?, Nedcrlandfche fchepen behoorden te ilry- jj ken voor die van Groot- Britanje, en daar- „ door 's Konings opperst gezag over de zee „ erkennen ; en dat van Gend , voorbeelde- „ lyk , geftraft moest worden , om anderen „ af te ichrikken van diergelyk een wange- „ drag (j). " De Staaten benoemden, ter-Men itond , Gemagtigden , om nader te handelen liandelt met Downing ; die , federt, zynen eisch, in met h?m een tweede Gefchrift, herhaalde. In de on- ^jlj derhandeling met de Gemagtigden , beweer- viagge." de hy „ dat het Regt der Viagge niet iteun-- w de op het Bredafche Verdrag, maar , van w overoude tyden af, bezeten was , door de „ Koningen van Engeland ; dat het een punt „ van regt was , niet van eerbewys ; alzo >} eerbewys altoos wedereerbewys vorder- de, (O Memorie ym den Ambasßul. nowning ven r? f tu.
O 5 5
|
||||
4?4 VADERLANDSCHE LIL Boek.
|
|||||
1672. » de , welk hier niet te pas kwam." De Ge-
.----- magtigden der Staaten hierop aanmerkende
„ dat zy nog minder wilden , nog meer be-
„ hoefden te doen , dan by het negentiende >,, Lid der Bredafche Vrede bepaald , en voor j, deezen gebruikelyk geweest was ," ant- woordde Downing n dat hy niet gekomen was „ om te twisten , en zig met geene fchool- „ fche redekavelingen behelpen kon. " Men hervatte „ dat de Staaten ïèipte bevelen had- „ den gegeven aan alle de Admiraalen, om j, zig te houden aan het negentiende punt „ der Bredafche Vrede. Dat dit punt niet „ fprak van het ftryken van geheele Vlooten, „ voor een enkel fchip of jagt. Dat men , „ volgens het zelve , ilryken moest, op zulk n eene wyze , als, in voorgaande tyden , gebwi- n kelyk gaveest was Dat de Staaten overboo- „ dig waren, om te onderzoeken , wat van „ ouds gebruikelyk was geweest, en , zo „ men bevondt, dat geheele Vlooten voor n een enkel fchip geftreeken hadden , zou- „ denze erkennen, dat het nog behoorde te „gefchieden , en niets liever zien , dan dat, w op dit fluk, een vast reglement beraamd „werdt. Dat men te vrede was , alle eer- „ bewys te toonen ; doch hoopte , dat 'er „ niets nieuws gevergd zou worden." Voorts merkte men ook aan , tegen 't gene de En- gelt'chen, fomtyds, droeven „ dat de Britan- „ nifche zee , in welke men ftryken wilde , „ zig niet verder ftrekte dan het Kanaal, „ geenszins tot in de Noordzee, noch op 011- 5j ze kusten." Onder dit handelen , dat ette- lyke
|
|||||
LH. Boek. HISTORIE. 475
|
|||||||
lyke dagen duurde (j) , zonder dat men el- it?<z,
kanderen verftaan kon , leverde Downing , |
|||||||
op den -derden van Sprokkelmaand , eender- Pownïag
de Geichrift over , waarin hy klaagde, dat *"J6t men hem ophieldt met antwoorden , daarby t*s CV'CT° voegende „ dat hy, 's daags te vooren , last uekken, w gekreegen hadt, om te rug te keeren , en „ om een paspoort verzogt. Nogtans wilde » hy g°ed verftand zoeken te houden met de „Staaten." De reden , waarom men Downing , van ■ .
wege de Staaten , nog niet geantwoord hadt, te|j b™ was, dat de Gemagtigden niet eens waren , fluiten wat men hem behoorde te antwoorden. Be- veel toe verningk floeg voor, dat men zou aanbieden te gee" overal te ftryken voor de Engelfchen , mids Iren'( net 'er , van hunne zyde, wederom gegroet punt dei werdt. Doch de anderen meenden niet, dat vlagge. men zig hiermede te vrede zou houden in Engeland (k). Eindelyk, zeide de Witt, in de Vergadering van Holland „ dat hy , des M nagts , peinzende op 't ftuk der Vlagge , in „ aanmerking genomen hadt , hoe men 't ge- ?, meen in Engeland eenen indruk zou zoe- n ken te geeven , dat de Koning den Staaten „ geenen oorlog aandeedt, ten gevalle der „ Franfchen, maar om 't regt der Vlagge ; 5, dat hy , om den Engelfchen dit voorwend- n i'eLte beneemen , den Koning wilde voor- „ (laan, dat hunne Hoog - Mogendheden, op »den
CO S;er. ReW. Hol!, a, 4 Fe'v 167s- III. DetJ, II. 217,
aaj. Sccr. Relol. Otner Mcrc 3 /VV. \frir. f u~) Uit AcHttekcu- v«« den PenAiuar. ViviEn van 3 Fa'ir.
16,2- /1/5. |
|||||||
476 VADERLANDSCHE LIL BoBir*
|
|||||
1672. „ den grondflag eener redelyke vriefidfchap 3
------- „ en mids zyne Majefteit, in gevolge van
., het vyfde Lid des drievoudigen Verbonds ,
„ den Staaten byftonde tegen Frankryk, „ vrywüliglyk aanbooden en toeftonden , „ dat zo wel hunne gantfche Vloot als „ enkele fchepen , voor een enkel Oorlogs- „ fchip , voerende 's Konings Vlagge , ftry- „ ken zou , mids het enkelyk gefchiedde , om „alle eere aan zo groot een' Monarch en „ Bondgenoot te betoonen , en dat daaruit „ geen bewys, ten nadeele der vrye vaart, Down ing ,5 ontleend wierdt." De Vergadering van fia.-u hun- Holland bewilligde in het doen van deezen bfeding voorflag ; doch Downing wilde dien niet aan- »f, en neemen , voorgeevende , dat dezelve te laat vertakt, kwam, en dat hy last hadt, om te vertrek- ken (v). Ook nam hy, kort hierop, zyr> affcheid. XXVIII. De Staaten handelden, ondcrtusfchen, door lïne^van ^oree^ > raet ^en Koning van Groot - Britanje , Eoreel, nem verzoekende, om den onderftand, be- riet den loofd hy het drievoudig Verbond, uit hoof- Koning de van welk Verbond , fchoon eerst van de Groot- Engelfche zyde voorgellaagen , zy nu , door Britanje. Frankryk, met oorlog gedreigd werden. Doch Karel de II. hadt geene ooren naar dit verzoek. Hy toonde zig , in tegendeel, ten hoogfte misnoegd op de Staaten , om dat zy 't punt der Vlagge zo lang onafgedaan lieten a en nog over eene andere zaak [ hy zag op de
f v") Hef.>! TIoll. \t Fear. }f>?7. M. 37. n uil Aanteken.
ynn de Pcrfinnsr. VIVJEN m MOP yen 4 Ftir. 1(172. MSS, fciUMiT de Kuiter, hl. 640, 641. |
|||||
UI. Boek. HISTORIE. 477
de verheffinge van den Prinfe van Oranje tot \(,~i.
Kapitein - Generaal ] handelden , zonder te------
beiluiten ; waardoor zy , zeide hy , der par-
tyfchap gelegenheid gaven , om dezelve , te- gen 't gevoelen van zes Gewesten en van de meeste Leden van Holland , tegen te gaan (w). De Ambassadeur Boreel fchreef, hier- op , aan de Staaten „ dat de zaak van den n Prinfe en van de Vlagge , ten fpoedigfte , w behoorde afgedaan te worden ; dat men , „ den Prins bevorderende, den Koning ; en w 't regt der Vlagge erkennende, den Ko- w ning, den geheimen Raad en 't gantfche „ volk groot genoegen geeven , en mogelyk 9y den oorlog voorkomen zou (#)•" Hoe- wel , ten zelfden tyde, uit Frankryk, her- waards berigt werdt, dat de oorlog in Enge- land vast ftondt, al ware 't fehoon , dat men hier den Prins van Oranje tot Kapitein-Ge- neraal aanftelde (j). Ook fchreef Boreel, . kort hierna , dat het Verdrag tusfchen Frank- ryk en Groot-Britanje geflooten en bekrag- tigd , en dat het Franfche geld, welk, in ge- volge van het zelve , betaald moest worden , reeds in Engeland aangekomen was (2). De voorflag , dien Downing niet hadt willen aan- neemenj werdt, federt, door Boreel, aan den Koning gedaan , daar hy, insgelyks , van de hand
Cw) Misfive van den Ambasfad. Boreel ytn a6 'january
167a MS. (x) Mi&five van den Ambasfad. Boreel van a<j January
f.672. MS. ly~) Misfive vaneen' Corrcesp. te Parys van 39 Jan.\(yjx. MS.
(«J Mij(ive vin den Ambasfad. Boreïl ren 30 Ja/.ïtr.ry
|*7ï. MS. |
||||
47* VADERLANDS Cl IE LIL Boes.
|
||||||||||
hand geweezen werdt, begeerende den Ko-
ning niet, dat zyn volftrekt regt van Üpper- heerfchappye over de zee , in 't allerminst , in twyfel werdt getrokken. Voorts, toonde hy zig misnoegd, over eene bezending des Heeren van 'Montbas naar Parys , met last , zo hy zeide, om den Koning van Frankryk open' kaart aan te bieden. Doch Boreel ver- zekerde hem , dat de reis van Montbas zulk een oogmerk niet hadt. Nog klaagde de Ko- ning , dat men hem , door ichampere Schil- deryen , Gedenkpenningen en Schriften, on« geftraft, gehoond hadt, in de Vereenigde Gewesten («). Iiyzag3 hiermede, op het gefchilderd af beeldiel van den Oud-Burge- meester Kornelis de Witt, waarby 't gebeur- de te Chattam vertoond werdt, en welk men, op 't Stadhuis , te Dordrecht, te pronk ge- hangen hadt. Ook was 'er een Gedenkpen- ning gemunt op de Bredafche Vrede , die , insgelyks, 't werk van Chattam vertoonde , en hierom den Engelfchen geweldiglyk ftiet. Doch de ftempel van deezen penning werdt, op hoog bevel, ingetrokken en vernietigd, 't Boek van Joannes Lydius, Predikant te Dor- drecht, Belgium gloriofum oï Werheerlykt Ne- derland genoemd , hadt den Engelfchen ook mishaagd. Nog willen eenigen , dat zy , onder den naam van Pilaaren, afkeurden zeker gedigt van den beroemden Vondel op de Bredafche Vrede , genaamd Vreêpilaar der vrye
(a~) M:sfiven vau den Amb*sfa:1. Bureel run] 5, 6, ié
Telr. Iftj-2. tUSz. |
||||||||||
1672.
|
||||||||||
Klagten
der En- gelfchen, over fchampe- re Schil- deryen , Gedenk- pennin- gen en Schrif- ten. |
||||||||||
I
|
||||||||||
LIL Boek. HISTORIE. 479
vrye Nederlanden, waarin 't werk van Chattam i<jjt3;
ook was aigelcbetst (£); hoewel anderen -------«
meenen, dat het Engelsch woord Pillars, welk
men voor Pilaaren neemt, oudtyds, ook de opfehriften , op de kcerzyde der penningen , betekend heeft (c). Eindelyk, lliet het den Koning , dat men 't fchip de Royale Charles,, tot fchimp van Groot-Britanje , voor elk ten toon liet leggen. Boreel deedt zyn best, om den Koning genoegen te geeven , op alle dee- ze klagten. Zelfs gaf hy hem hoop, dat de Staaten van Gend zouden ftraffen (J); hoewel Holland hiertoe gantsch ongeneigd was. Doch men bevondt, wel haast, dat de zaaken te verre verloopen waren. De Ambasfadeur Boreel alleen , dien fom- Boreel
migen afmaaien , als onbedreeven in de ftree- meent, ken der Engelfche Staatsdienaaren (e), fcheen dat 'er den moed nog niet geheellyk op te geeven. "5°f0^be- Op den twaalfden en zestienden van Sprok- houdenis keimaand , fchreef hy herwaards „ dat de der Vr» „ zaaken met Groot - Britanje , zyns erag- de- „ tens , nog wel te vinden zouden zyn , zo „men den Koning volkomen voldeede in „'t punt der Vlagge , en den Prins van „ Oranje , zonder fchroom of aarzeling , be- „ vorderde : zynde het belang van Engeland „ gelegen in de behoudenis der Vrede (ƒ)." 1 Ook
(SI Brandt de Ruiter, il. 610, 641, ö.ju.
fc) Le Clëiic Nederl. GelVhied. V(. Lesl, il. 161. (_ü) Misfive van den Amb. JSorkel van iö FÖr. 1672. MS, CO Wioquefort Ambasfad. Tom. II. p 17. ( ƒ) Misfiven van den Ambaiflid. Boresl van 12 sn 16 Fe- truary 16711. MSS. |
||||
480 VADERLANDSCHE LIL Boek,:
1672. Ook volgje, kort op het ontvangen van dit
------ fchryven , de aaiiftelling van zyne Hoogheid
tot Kapitein - Generaal. Doch 't zal niet on-
dienftig zyn , dat wy een weinig te rug tree- den , om te zien , wat 'er, eer 't hiertoe kwa- me, over dit gewigtig ftuk, gehandeld vverdt, in den Haagc. |
||||||||||||
XXIX.
Uefiuit
der han- delinge over de amftel- lingdes Pt raren van O- rnnje tot Kapitein- Generaal, |
||||||||||||
Wy hebben , te vooren , verhaald , hoe
de Gewesten , eindelyk , allen eens gewor- den waren , om den Prins van Oranje te be- vorderen tot Kapitein - Generaal, en hoe 'er alleenlyk nog gefchil bleef, of* men hem , voor zyn leeven , " of voor den aan (laanden veldtogt, zou aanftellen : neigende zes Ge- westen en verfeheiden' of de meeste Ledert van Holland voor het eerfte, en eenige an- |
||||||||||||
dere Leden van Holland, voor het laatfte.
De Witt hieldt het met deezen , en men meent , dat hy 't, eerlang, zo ver wist te brengen , dat men , by 't nader raadpleegen op de Inftructie en Commisfie , ter Vergade- ringe van Holland , befloot, om den Prins , alleenlyk voor den aanftaanden veldtogt, Ka- pitein- Generaal te maaken. Zeker is 't, ten minfte , dat 'er zulk een befluit genomen werdt (g) , 't zy dan door de Witt bewerkt, of niet. Doch de algemeene Staaten had- den 'er zo weinig behaagen in, datzy, han- gende de raadpleegingen over dit ftuk , ee- nen brief zonden aan de Staaten van Hol- land } die toen zeer geheim gehouden werdt, en daarom by niemant der Historiefchryve- rert
Cs') Rcfol. Holl. 9, 13, IJ Jan. 1672. W. 05, 42, 73,
|
||||||||||||
Merk-
waardige brief der algemee- re Staa- ten aan de Staa- |
||||||||||||
LIL Boek. HISTORIE. 481
ren gemeld wordt. Hy liep op deezen zin : i^2.
„ 's Lands gevaarlyken toeftand de Gewes--------
„ ten hebbende doen denken op middelen, ten van
„ om het dreigend kwaad te weeren , had- Holland. „ den , federt eenigen tyd , gearbeid , om „ Verbindtenisfen met Koningen en Vor- „ ften te maaken , en bewilligd in de ver- „ meerdering der krygsmagt, te water en te „ lande; doch naardemaal de Verbindtenis- „fen met uitheemfchen weinig helpen kon- „ den , zo lang de Staat, inwendig verdeeld „ ware , en 't verzamelen van Krygsvolk van „ geene nuttigheid kon zyn , zo men 'er „ geen Hoofd over ftelde ; zo haddenze, al „ voor lang, ernftelyk gedagt, over de bes- „te wyze , om eenen Kapitein - Generaal aan „ te ftellen. Na ryp beraad, hadden zes „ Gewesten beflooten , dat men den Prins „van Oranje tot Kapitein-Generaal behoor- „ de te kiezen. Hierdoor zou , dagtenze , „de eendragt in den Staat können herfteld „ worden ; die, wel altoos, maar vooral in „ tyden van oorloge, ten hoogfte noodzaa- „kelyk was. Hierdoor, werdt ook voldaan „ aan het ontwerp van * Overeenftemming * Har- „ van den jaare 1670, en 't bewind over mui e, „ den oorlog gefcheiden van 't bewind over „ de Regeeringe ; uit de famenvoeging van „ welken , den Landen , eertyds , zwaare on- „lusten waren overgekomen. Hierdoor, „ werdt het Krygsvolk, van ouds zeer ge- „ negen tot het Huis van Oranje, genoegen „ gegeeven ; 't welk van veel gewigt moest „ gerekend worden, in tyden van oorloge , XIII. Deel. Hh „wan- |
||||
43a VADERLANDSCHE LIL Boek:
|
|||||
' 1672. »wanneer oude en ervaaren', doch onbe-
g .. . » minde Legerhoofden , dikwils, niets had- w den können uitregten ; daar men , in te- n gendeel, van beminde Bevelhebbers goe- wde vrugten getrokken hadt. Waarby nog j) kwam , dat den Staat thans veel gelegen „was aan de vriendfehap des Konings van „ Groot - Britanje , welke men niet beter „ fcheen te zullen können winnen , dan door „ de bevordering van den Prinfe , zynen j, Neeve ; zynde 'er reden , om te bcfluiten , j, dat de genoemde Koning den Prins, en „ den roem , by hem te verwerven , door 55 het befchermen deezer Landen , veel eer „ zou helpen handhaaven , dan te kort doen. „ Ook hadt men , uit Engeland en van el- „ ders , reeds berigt, dat 's Prinfen bevor- v dering gefchaapen ftondt van nuttigen in- vloed te zyn aan het Engelfche Hof. De „aanftelling van den Prinfe dan zo heilzaam w zynde voor den Staat, hielden zy onge- w raaden, daar mede te toeven. Nu was men „eensgezind j verandering van tyden zou „ligtelyk wederom oneenigheid verwekken B können , wanneer 's Prinfen bevordering „zo ligt niet vallen zou. Men moest dan „ den tegenwoordigen tyd waarneemen , en „eenige kleine zwaarigheden voorby zien, „ Kleine zwaarigheden, om dat de zes Ge- „ westen nu eens waren met Holland, om het „ Kapitein - Generaalfchap en het Stadhou- „ derfchap van een gefcheiden te houden ; w om dat- men den Prins maar eenige maan- „ den vroeger bevorderen wilde, dan eenige |
|||||
LIL Boek. HISTORIE. 483
|
|||||
5, Leden van Holland ; en om dat eenige Le-
„den nu toch den Prins voor den tegen- „ woordigen Veldtogt verkiezen wilden , „dien men, in Slagtmaand aanftaande, voor- „ hadt te verkiezen voor zyn leeven. Geene „ reden was 'er, derhalve , om , door eene „ aanftelling voor deezen veldtogt alleen , „ agterdogt te verwekken , by 't gemeen , „ by de Staaten der andere Gewesten, en by „ den Prinfe en deszelfs hooge maagfchap ; 5, als of' men voorhadt, na 't eindigen van „ deezen veldtogt, niet meer van eene ver- „ kiezing tot Kapitein - Generaal te reppen, „ vooral niet, als men hoop hadt op vrede. „Te vooren , hadden die van Holland im- „ mers geraadpleegd op de aanftelling van n eenen Kapitein - Generaal, tot kennelylc „ wederzeggen toe , en nu hadt men 't punt „ van beraad , in zo verre , veranderd , dat „ men alleen fprak , om den Prins voor den „aanftaanden veldtogt aan te ftellen. Zy „ werden , derhalve , op 't vriendelykst, ver- „ zogt, te willen famenftemmen met de an- „ dere Gewesten , en den Prins tot Kapitein* „ en Admiraal - Generaal helpen aanftellen , „ op de Commisfie , door de Afgevaardigden „ der algemeene Staaten , ontworpen. De „ Gewesten, die dit verzogten, ftonden meest „ bloot voor den oorlog, die den Staat in 't „ gemeen overkwam , meest om de welvaart , „met welke Holland gezegend was. Hol- „ land behoorde , derhalve , aan die Gewes- „ ten, ten minfte , te gunnen eenen Kapi- w tein - Generaal, die hun aangenaam was , H h 2 „ en |
|||||
434 VADERLANBSCHE LU. Boek.
t«;a » en dien men toch voorgenomen hadt. hun ,
——— „ na eenige maanden verloops, toe te (taan. „ Zy zouden op zulk eene kleine zaak zo ern- „ itig niet dringen , dreef 'er hen 't gevaar der j, tyden niet toe , en zagen zy niet te gemoet, w dat de aanftelliug, voor den aanitaandeu „ veldtogt alleen , geene toeftemming vinden „ zou by de Gewesten. Zy leefden , derhal- „ ve , in de vaste hoope , dat Holland zig by „ hen zou voegen, en door eene eenpaarige „ aanftelling van den Prinfe tot Kapitein - en „ Admiraal - Generaal, de Landzaaten in 't „ gemeen verblyden , en de kwalykgczinden „ befchaamd maaken (i)." XXX. Doch deeze brief vondt kleinen ingang. Commis- j-)e staaten van Holland bleeven by hun ge- lnWuc- voelen. De andere Gewesten , overtuigd dat tien voor men3 zig houdendc aan de Harmomie, nieniant den Ka eenen Kapitein - Generaal mögt opdringen, A^TsaN voncien z*£ met de zaak verlegen (;'). Men Cc,ncrjal*zeide, daarbenevens , dat de Prins geen Ka- ontwor- pitein - Generaal voor eenen veldtogt zou wil- Pen- len zyn : 't welk eenige Steden, met naame Leiden , Gouda en Enkhuizen , een weinig aan 't wankelen bragt (k~). De Gemagtigden der algemeene Staaten , om de verfchillende begrippen te vereenigen , ontwierpen , ein- delyk, twee Commisfien , eene voor den Ka- pitein -, en eene voor den Admiraal - Gene- raal , (*) Misflv. van hunne Hoog.Mojenito. aan hunue Ed. Cr.
Mog. van 19 Jan Ifi7»; (ij Rel'ol. Gener. Jov* 27 Dec, 16711 Start. 5 Jov, 14
Iwitz 25 Jan. 1(572. fAv Uit Aantek. van den Penßun. ViviBN van 4 , l8 $<t
ïrtiary 1672. MS, |
||||
I
|
|||||
Lil. Boek. HISTORIE. 4^5
raal, volgens welken , hy, na 't eindigen van |<^3.
den togt te Lande of ter zee , zig het opper- ------
bevel over de Land- en Zeemagt van den Staat
niet zou mogen onderwinden , zonder , daar- toe , op nieuws, van de Staaten gemagtigd en gelast te zyn. Ook hadden zy twee Initruc- tien ontworpen, volgens welken de Kapi- tein- en Admiraal-Genetaal „geen Stadhou- n der zyn mögt, noch zig moeijen met de „ begeeving van Ampten van Regeeringe , ,, noch van Krygsampteu , flaande ter begee- B vinge der Staaten , en buiten 't Leger open- „ vallende. Ook werdt hem het geeven van » patenten , op den eed , verbooden. Hy J5 mögt niet in dienst of eed zyn van eenige ,, uitheemfche Mogendheid , zig niet moeijen n met zaaken van Godsdienst, Regeering , v, Regtsoefening of geldmiddelen ; noch met „ zaaken, de Bondgenooten in 't byzonder n betreffende , en binnen derzelver byzonder „ gebied voorvallende. Voorts , moest hy „zig fchikken naar het gevoelen der Afge- 0 vaardigden te Velde , of op de Vloote , „ in welker Vergaderingen hy tegenwoordig „ zyn mögt, en zyn gevoelen vooraf ui- fy ten. Hy mögt, eindelyk , als Admiraal- „ Generaal, geene Inftruftien geeven aan de „ Opperbevelhebbers over 's Lands Vloo- „te (/)." Deeze Ontwerpen, ter algemee- ne Staatsvergaderinge, gelezen zynde (»j), ver-
CO Zie Grnnt-Plal;aatb. III. Titel, hl. tis eiiz, Uefol. H-i'. Hi, 23 lehr. 1U72, bl 48, 75. Notul. -Zeel. 9 MaatS ,167a. hl. 14- en II. 411-44» 48-8» i9j Refol. Genei t Altre. >i Febr. 1672, . ,
Hh3
|
|||||
I
|
|||||
486 VADERLANDSCHE LU. Boek;
1672. verklaarden Gelderland, Zeeland, Friesland
------- en Stad en Lande , den Prins van Oranje ,
volgens dezelven , te verkiezen tot Kapitein-
en Admiraal-Generaal. Utrecht en Overys- fel verklaarden daartoe mede bereid te zyn ,- mids 't met eenpaarigheid gcfchieden kon. De Prins Doch Holland zeide , nog niet gereed te vanOrau-zyn tot de verkiezing , van nu af aan. De je wordt a]gemeene Staaten , geene kans ziende , om Genemi ^e van Holland tot andere gedagten te bren- voor don gen , beilooten , derhalve , den "Prins alleen aanftaan voor den aanftaanden veldtogt tot Kapitein- den veld- Generaal aan te ftellen, op eene Inftruftie, t0®' die , na genoeg met het Hollandsch ontwerp, hiervoor («), te ^0^ gefield, overeen- kwam , en waarin, beilooten werdt, geene verandering te maaken, dan met eenpaari- ge bewilliging der Bondgenooten (o~). De Prins dealt den eed op deeze Inflruftie, en ontving zyne Commisiïe tot het Kapitein-Ge- heraalichap, op den vyfentwintigften van Sprokkelmaand. ïerftond hierna , fielden de Staaten van Holland, op den voorgang der Edelen, vast, den Prins tot Kapitein- en Admiraal - Generaal te verkiezen , zo dra hy tweeëntwintig jaaren bereikt zou hebben (ƒ>). 't Mag , hierom , met te meer reden , vreemd fchynen , dat de Staaten van Holland niet in 't gevoelen der andere Gewesten hebben be- willigd, en den Prins, nevens hen, van nu af ' aan
j
C») BfrJz. tït'
(o) Groot.Piakaatb. IIT. Deel, hl 117.
{p) Uit Aaiitek. der Psiifljn. Vivien en H«P van a<J fihi en 1 Maart 1672, MSS. |
|||||
LIL Boek. HISTORIE. 487
aan, verkooren ; ten ware zy 't hebben nage- 1572;
laaten , om zyne wedde , als Admiraal-Gene--------:
raal, nog eenige maanden, te fpaaren; of om
hem , voor deeze reize , nog geen gezag te geeven over de Vloote , die van goede Admi- raals voorzien was ; of, om zig ftipt te hou- den aan de genomen' belluiten. Omtrent de wedde van den Prinfe als Kapitein - Generaal, lees ik, in gefchreeveu' Aantekeningen van deezen tyd (#), datzy, voor 't Beftand, op vierenzestigduizend, en onder en na 't Be- ftand , op honderdentwintigduizend guldens gefield geweest was; doch Holland wilde zyner Hoogheid nu niet boven agtduizend guldens ter maand , zo lang de veldtogt duurde , toe- gelegd hebben (>). De Prins van Oranje, het Kapitein-Generaalfchap aanvaardende, terwyi hy zitting behieldt in den Raad van Staate, deedt, midlerwyl, de tweede trede tot zyne bevordering, die , na verloop van weinige maanden , volkomen werdt. Doch 't verhaal van 't gene tot deeze merkwaardige verande- ring aanleiding gaf, fpaaren wy tot het vol- gende Boek. (#) Uit Aantak, yan am Petition. Vzvistj yeti 5 Maar' en
d April I6-I. MS. (.O Rtfol. Holl. 8 dprft 1672. il. 40. |
|||||
BE*
|
|||||
BERIGT voor den BINDER.
Willem Fredrik, Prins van Nasfau,
teplaatfen tegenover Bladz. 98 Jacob, Baanderheer van en tot
W.Assenaar, Heer van Obdam , Luitenant-Admiraal-Generaal van Hol- land...... 144 Egbert Meeuwszoon Korte-
naar, Luitenant-Admiraal van Hol- land. ..... 146 Abraham van der hulst, Vice-
Admiraal van Holland en Westfriesland. 206 KoRNELis Evertsen, Luitenant-
Admiraal van Zeeland. . . 206 Jan Evertsen, Luitenant - Admiraal
van Zeeland. .... 21O Mr. Johan Meerman, Burgemees-
ter en Raad der Stad Leiden, extra- ordinaris Ambasfadeur van den Staat in Engeland. .... 273 Aftekening der Schilderye, ter eere van
Kornelis de Witt, Ruwaard van Put- ten , geplaatst op 't Stadhuis , te Dor- drecht. ... ü t 47$ |
||||