-ocr page 1-
VADERLANDSCHE
HISTORIE.
DERTIENDE DEEL,
-ocr page 2-
VADERLANDSCHE
HISTORIE
9
VERVATTENDE DE
GESCHIEDENISSEN
DER NU
VEREENIGDE NEDERLANDEN,
INZONDERHEID DIE VAN
HOLLAND,
VAN DE VROEGSTE TYDEN AF:
Uit de geloofwaardige Schryvers en egtc
Gedenkftukken famengefteld,
DOOR
JAN WAGENAAR.
Mei Plaaten en Kaarten.
DERTIENDE DEEL,
BEGINNENDE IN 'T JAAR ï66o, EN EINDIGEN«
DE MET DE AANSTELLING VAN WILLEM
.;j|^DE N DERDEN, P RINSE VAN ORANJE,
\TOT KAPITEIN-GENERAAL, IN SPROK-
KEL MAAND DES JAARS 167a.
Te AMSTERDAM, bï
JOHANNES ALLART.
M D C C X C I V.
flfet Privilegie van de Ed. Cr. Mog. Heeren Staaten
van Holland en Westfriesland,
-ocr page 3-
VADERLANDSCHE
HISTORIE.
NEGENENVEERTIGSTE BOEK.
INHOUD.
J. Vcrfchil tusfchen de Neäerlandfclie en Engel'
fche Oostindifche Maatfchappyen vereffend.
II.
tlerftellirig van Karel den II. op den troon van
Groet-Britanje. De Staaten begroeten hem. Hy
beveelt hun den Prins van Oranje aan.
III.
Gezantfchap naar Engeland, naar Frankryk,
en naar Spanje.
IV. Verdeeling der Landen
yan Ovennaaze. Handeling met Portugal. Vre-
de.
V. Handeling met Frankryk. Misnoegen
van Mazarin. Twist met de Franfchen over de
Vi.fchery, het Vatgeld en de bezette Plaatfen.
VI. Handeling in Spanje. VII. Vervolg det
handelinge in Frankryk. Verbond met dit Ryk.
Misnoegen over het zelve, aan 't Engelfcht
Hof.
VIII. Karel de IL zoekt den Prins van
Oranje te bevorderen. Zeeland arbeidt hiertoe.
De Akte van Uitfluiting vernietigd.
IX. Ver-
dere handeling over 's Prinfcn bevordering. Dood
der Koningklyke Prinjesfe. Karel de IL is mis'
noegd op de Witt. Men zoekt Holland te be-
weegen
, om voor "s Prinjen opvoeding te zorgen.
X. Handeling over een Verbond met Groot-
XIII. Deei,
                 A                    Ërh
-ocr page 4-
2 VADER.LANDSCIIE XLIX. Boek.
Britanje. Het wordt geflooten. Inhoud van het
zelve,.
XI. Stawz <Ar Zweedfcke en Deenfcha
zanken.
XII. ^rafe *»# Tffntf e» Algiers.
Waldenzen in Pie.mont.
XIII. Gefchil tusfehen
de Regeer ing en eenige Predikanten, te Utrecht.
XIV. Oorfprong der gefchillen tusfehen de Voe-
iiaanen en Coccejaanen. De Staaten van Hol-
land houden den Coccejaanen de hand boven 't
hoofd. Hunne gemaatigdheid misduid.
XV. Or-
de op het openbaar bidden, in de Kerken van
Holland. Friesland fielt 'er zig tegen. Ook an-
dere Gewesten. Zeeland flaat een' middelweg
voor, die Holland afivyst. Schadeloosflelling■,
den Leden van Holland beloofd.
XVI. Onlusten
in Groningen en de Ommelanden. Prins Willem
Fredrik brengt Krygsvolk in de Stad, en legt de
gefchillen by.
XVII. Klagten over 't kuipen, en
ontvangen van gefchenken
, in Friesland. XVIII.
'/ Bekragtigen en afkondigen der Frede met Por-
tugal wordt verwyld, Gefchiedt eindelyk.
XIX.
Köchin en Kananoor veroverd. Formofa verho-
ren.
XX. Gefchillen met Spanje. XXI. Hande-
ling met Brandenburg en Nieuwburg.
XXII.
Misnoegen tusfehen den Bisfchop van Munßer
en de Staaten. Twist over 't Slot Bevergerne.
De Staaten mengen zig in 't gefchil tusfehen den
Bisfchop en de Stad. Rynsch Verbond. Mun-
ßer raakt gcheellyk in 'sBisfchops magt.
XXIII.
De Bisfchop zoekt, van nieuws, gefchil met de
Staaten.
XXIV. Schets der Oost f rief che zaa-
ken, federt de Munßerfclie Vrede.
XXV. De
Staaten hemeemen de Eilerfchans.
XXVI. On-
gelukkige dood van Prinfe Willem Fredrik,
Stadhouder van Friesland en Grotiingen. Hen-
rik
-ocr page 5-
XLIX. Boek. HISTORIE, %
rik Kafimir folgt hem op. XXVII. Twist over
't beflcllm der l-Fct, te Flhfingen en te Feere.
XXVUL Gefchil met Zeeland, ever Admira-
liteits zaaleen.
Ïerwyl de Regeering van Engeland, na i66o.
den dood van den Proteftor Olivicr Krom- ———
wel, door geduurige veranderingen > ge- • l-
fchokt werdt, handelden de Staaten met den ^jS.«
Refident van dit Gcmeenebest, George Dow- de Ne-
ning, over eenige nieuwe gefchillen , on- derland-
langs in Indie ontftaan. De Nederlandlche £he en
Oostindifche Maatfchappy hadt, in *t jaar ^el"
1645, een Verbond van Koophandel gefloo- oostindj-
ten met den Koning van Bantam, welk, in fche
't jaar 1655, vernieuwd was. Sedert, ge- J^qac-
doogde deeze Koning, dat een hoop Indi- pyeanp*
aanen een fchip van zekeren burger van effeudw
Batavia, ongeflraft, pionderde: waarop de
bewindsman der Maatfchappyc, zig te Bantam
niet langer veilig rekende, de wyk nam naar
Batavia. De Koning van Bantam deedt^
zelfs, in Zomermaand des jaars 1656, eenen
inval in de Landen der Maatfchappye om-
trent Batavia, en flak den brand in het
Suikerriet en de Suikermolens, aldaar. Hier-
op volgde het beleg van Bantam, waartoe de
algemeene Landvoogd van Nederlandsen. In-'
die elf fchepen met Krygsvolk afzondt. Ten'
zelfden tyde, was de Koning van Bantam ,met.
een magtig Leger, tot voor Batavia genaderd ""
waarop de manfehap der Maatfchappye bevel
kreeg, om Bantam te verlaaten, en den vyanci
van Batavia te verdryven. De Vloot bleef eg-
$er nog voor Bantam. Het Opperhoofd der En-
A 3                      gdr
-ocr page 6-
4 VADER.LANDSCHE XLIX.Boé«;
lößo.Tgelfchen, die hier ook hun Kantoor hadden,
:------bedugt voorplondering by 't overgaan der Stad,
bergde zyne meeste goederen in een fehip, en
voerde ze naar de kust van Koromandel, van-
waar hij, eerlang, met eene party buskruid te
rug keerde, die hy den Bantammere« dagt te le-
veren; doch de Schipper, fchoon een Engelsch-
man , weigerde zulks, en verkogt, of verruil-
de zijn buskruid, naderhand^ op Batavia» De
onzen, vernomen hebbende, dat de Engelfchen
hunne busfchieters kenden aan den Koning,
van Bantam, namen drie hunner fchepen y die
op de rivier lagen, in beilag, en verklaarden
ze, federt, voor goeden prys. De Engelfchen
weeken,hierop, uit Bantam: waarna de Vrede
tusfehen den Koning en de Maatfchappye ge-
troffen werdt, in 'cjaar 1658 (a). Doch zodra,
kwam de tyding van 'c neemen der drie fche-
pen niet in Engeland, of Downing kreeg last,
om ze te rug te vorderen; en de Maatfcïiappy.
zag zig, eerlang, genoodzaakt-, om de waarde
dcezer fchepen, die op vyftigduizcnd driehon-
derd vyfenzeventig ponden drie fchellingen
fterlings berekend werdt, aan de Engelfchen
te vergoeden (&). De Ambasfideur Nieuw-
poort bleef, midlerwyl, in Engeland, zonder
een Verdrag van Zeevaart te können fluiten.
Hy hieldt egter een waakend oog op de ver-
anderingen, die, van tyd tot tyd, voorvielen,
in het wankelend Gemeenebest, welk, in den
Zomer deezes jaars, eindelyk, tot zynen eer-
iten
(a) WiCQimFoaT Lm. X. p. 59<5-                                  <
OJSecr. Rcfol. Holl. 17 Januar. 5 Febr. i«59' TI. OetI,
K. 1, 4. Aitzema IV. Dcelybl. 505, 506. De Witt Brit-
ven UI. D11I, ti. 53<j. Rofol. van Conüa. W. 4»..
-ocr page 7-
XUX.BoEK. HISTORIE. $
ften ftaat wederkeerde, 't Groot belang, welk lófc».
de Staat der Vcreenigde Gewesten hadt by .....
deeze jongfte verandering , verdient wel, dat
wy de gelegenheid tot dezelve, kortelyk, ont-
vouwen.
Karel de II. hadt zig, na 't uitbarsten van Ir
den oorlog tusfchen Spanje en den Prote&or, Gelegen»
en na 't iluiten van een heimelyk Verdrag met heid toe
den Aartshertoge Leopold, gemeenlyk , ont- J?e j*er"
houden in Brabant en in Vlaanderen, van waar vanlCafeï
hy op de gelegenheid wagtte, om zyne her- den II.
ftelling te bevorderen3 door bedekte en open- op den,
haare wegen. Hy handelde, onder anderen, troou
met de Prinfesfe van Oranje, zyne Zuster, die groot-
hem j zelfs al te vooreu, te Keulen, was ko- Briuujex
men zien (V), en daarna tot in Parys volgde (V).
Doch 't gene tusfchen hen voorviel, bleef een
diep geheim. Ik vind wel, in fchriften van
deezen tyd, dat de Prinfes voorgehad zou heb-
ben , oorlog te verwekken tusichen Engeland
en Holland (e). Doch hierop is geen' ftaat te
maaken. Zy bleef weinig minder dan een jaar
in Frankryk (ƒ), en begaf zig toen naar Breda.
Koning Karel lbrak haar daar dikwils, en ver-
zuimde ook niet, naar gelang dat de zaaken,
in Engeland, ten zynen voordeele, verander-
den , onder de hand , te raadpleegen met de
Prinfesfe Weduwe , en met eenige Leden der
Regeeringe deezer Landen, die zyner zaake
gunst toedroegen. Doch 't voornaamfte van 't
gene
Ce) Thuiiloe's Papers, Fol. If. p. 550. Fé.IV. f. 88, lij,
144, i(5vi.
C'0 ïuuRLnE's Papers, Fol. VI. p. 412, 4<?r»
) Thurloe's Papers, Fol. IV. p. 506, 72*.
ifj Tiium.oi*s Papers, féU V. p. '59J, 71J,
A3
-ocr page 8-
$ VADERLANDSCHE XLIX. Boejt.
j^fio. gene hy verrigtte, bleef bedekt: alzoo hy't nie«
          mant dan zig zelven toebetrouwde (g). Hy
kwam zelfs, nu en dan, onbekend, in Holland
(ß). In den Herfst des jaars 1658, was hy te
Amfterdam geweest, en ook te Enkh'uizèn ,
vanwaar hy voorhadt, een' keer te doen naar
Friesland, om een mondgefprek te houden met
Prinfe Willem van Naslau. Doch de Relidenc
Downing hadt 'er den Staaten kennis van ge-
geven , waarop de reis naar Friesland geftaakt
werdt (0' Nogtans fprak Koning Karel Prins
Willem en de Prinfes Weduwe in den Haage.
Sommigen hebben verzekerd, dat'er, toen,
over een Huwelyk tusfchen den Koning en ee-
ne der Prinfesfen van Oranje gehandeld werdt:
't zy dat zulks ernst ware, van 'sKoningskant,
't zy dat hy, hierdoor, de PrinfesWeduwe en
Prins Willem , die zig , federt cenigen. tyd ,
fterk voor de tegenwoordige Regeering Van
Engeland verklaard hadden, op zynezydezogt
te trekken : waardoor hy oordeelde , ook de
meeste Vereenigde Gewesten en den Keur-
vorst van Brandenburg te zullen gewönnet!
hebben. Zeker is 't, dat de Prinfes Weduwe
zig, federt, openlyk, voor Koning Karel ver-
klaarde (*), en de verandering, die, eerlang,
in Engeland, voorviel, maakte, dat hy, hier,
Moni« fpoedig, meer begunftigers kreeg. Het Parle-',
poogin- ment ? oneens met het Leger , welk in Enge-
hiertoe *anc* wa?' °* ^cver' met eenigendervoornaam-
fte Overften , fcheen nog eens met den Gene-
raal
O) Thtirloe's Papers, XV» VI* p. nfi.
(h^, TiiuRtoi'« Papers, Vol. VI'. p. ;2-,!>28, s'o, 361,41c«
(.Q Thorloe's Papers, Ftl. Vl.i; p. diy.MiX, 4*<«.
(*j Thitcloe's 1'apcrs, pui. Vil *. 4ïii, <t44, «jriS:
-ocr page 9-
XLIX. Boek. HISTORIE. f
raal Monk , die in Schotland geboodt. Doch
Monk , heimelijk gewonnen door den Koning
(7) , trok, in den aanvang deezes jaars 1660,
met het Leger, welk onder zyn bevel ftondt,
naar Engeland. Zyn oogmerk was den Koning
te herfïellen; doch hij gaf voor, de Regeering
van 't Gemeenebest aïïeen op eenen beteren
voet te willen brengen. Hydeedt, eerlang,
een Parlement , welk te vooren vernietigd ge-
weest was, wederom famenroepen. Ook bragt
hy te wege , dat verfcheiden' Leden , die , te
vooren, uit dit Parlement, waren uitgeflooten,
wederom zitting namen in het zelve : waarna
liet Parlement zig zelf Hoopte , en een nieuw
befchrecf; 't welk, voor een groot gedeelte,
uit Koningsgezinden beftondt Qn). Al dit ge-
fchiedde, tcrwyl Monk voorgaf, zig, met allen
ernst, te willen kanten , tegen elk , die fprak
van Karel Stuart te erkennen (n). Hy fchreef
zelfs, nog op den zesden van Bloeimaand, aan
de algemcene Staaten „ dat hy zyn best doen
„ zou , om de twee Republyken naauwer te
„ vereenigen (0)." Doch de doorzigtigften
zagen wel , waarop hy 't gemunt hadt (p).
Ook werdt'er den Geheimfchryver Thurfoe,
door eene onbekende hand , kennis van gege-
ven (jf). Doch Thurloe zelf helde naar veran-
dering, en boodt, eerlang, den Koning zynen
dienst aan ( r ). ïerwyl bet Gemeenebest dust
wag-
O ) Thurioe's Papers, Vol. VII. p. -j(i\.
f »O IUpin Tqiii. IX. p. r32, 139, 140. 149, 150.
C»J I.UIM.OWS Mcmoirs, Vol. II p. 264. y 7,324,332», 355.
Co) Thihiloe's Papers, Vol. vil. p. 909.
O) De Witt Jtrieven, III. lied, bl. 82«.
f q) Thurloe's Papers, Fol. VII. p. 8f»r.
(O Thurloe's Ifapcrs, Vol. VU. p. 445, 355, 8Ö&, SS?»
<>Btf, 8*17, 91^.
A 4
-ocr page 10-
!• VADERLANDSCHE XLIX. Boer;
lUóa.. waggelde , verloor het al zyn aanzien buitens
•—— Lands ; en in de Vereenigde Gewesten tot zo
verre , dat de Witt, in Wynmaand des voor-
leeden jaars , aan Nieuwpoort gefchreeven
hadt „ dat de tegenwoordige Regeering van
„ Engeland niet in ftand zou können blyven ,
„ zo zy zig niet naauw verbonde met deezen
Staat 0)." Doch nadat Monk in Engeland
gekomen was, namen de zaaleen zulk een'keer >
dat elk zig fchikte, om Koning Karel intehaa-
Het Par- ]cn# net Parlement met den Koning in onder-
ftemft handeling getreden zynde door Gemagtigdena
de her°C Ilemde eerst het Hoogerhuis , en daarna ook
Helling het Huis der Gemeenten, dat de Staat, voort-
van Karel aan, naar de oude wetten, geregeerd zou wor-
den II, jcu ^ onc}er een" Koning , een Hogerhuis, en
een Huis der Gemeenten , en dat men Karel
den II. voor Koning erkennen zou (?). Ook
werdt hy, terftond hierna, in 't openbaar, uit-
geroepen , op den agttienden van Bloeimaand
(«). Men zondt hem Gemagtigden toe te
Breda, alwaar hy zig thans onthieldt (v), en
Montaigue werdt, terftond, met eene Vloot,
afgevaardigd naar Scheveningen , om hem at"
te haaien (w).
De Staa- Men vemeugde zig, hier te Lande, in 't al-
ten be- gemeen , over 's Konings herftelling. In Hol-
groeteu jan^ ^ oordeelden veelen, dat het, voor 't be-
lang van den Koophandel deezer Landen ,
voordeeliger ware, dat Engeland, door een*
, Ko.
(O TtfüRLOE's Papers, V-l. VII. f, 765,
C< 3 Lirotows Memoirs Vul. U. p. 381.
f«) Rapin Tom- IX. p. K6.
(v) I.üdlows Monioirs Fol, III. p. 2, 6, 1«.
f w) Rapin Tom. IX. p. l$6, 157. AijztUA IV. Deel, l&
»1 S«>7j 3°9» 575-585«
-ocr page 11-
XLIX.BoEK. HISTORIE. 9
Koning, geregeerd werdt. En fchoon zy, die i66a.
thans het roer der Regeeringe in handen had- ——
den, wel zagen, dat de herftelling van Karel
den II. den weg baande tot de verheffing van
den Prinfe van Oranje (V), deelden ze egter in
de openbaare vreugde (y). De algemeene Staa-
ten en de Staaten van Holland (Y) en Zee-
land (a) vaardigden, terftond, eenige Heeren
af, om den Koning, te Breda, te begroeten. Hy
toefde hier niet lang; maar verftaan hebben-
de, dat Montaigue, met de Vloot, reeds voor
Scheveningen lag, begaf hy zig naar den Haa7
* ge; daar hy, door de Staaten van Holland,
ontvangen en onthaald werdt (b). De Witt
deedt, by deeze gelegenheid, de aanfpraak
aan den Koning, die, in zyn antwoord, ver-
klaarde:, gezind te zijn, om een naauw Ver-
bond te fluiten met den Staat. De Stad Ara-
irerdam vondt geraaden, den Koning afzonder-
lyk te doen gelukwenfchen. Voor zyn vertrek,
begeerde hy gehoor van affcheid van de alge-
meene Staaten en van de Staaten van Holland;
aan welke laatften hy de Prinfes, zyne Zuster, Hy be-
en den Prins van Oranje, zynen Neef, ernfte- veelt de«
lyk, aanbeval, met verzoek, dat de Heeren Prin*
Staaten bun gunftig wilden zyn, wanneer de J^njeden
Prinfes zulks, voor zig zelve, of voor den Prins, Staaten
haaren Zoon, begecren mögt. De Witt ant- van Hoi-
woordde hierop, uit den naam der Staaten, land aaiU
„ dat men niet nalaaten zou, hierin, te vol-
„ doen
(.r) Thurloe's I'apers, Vol. III. *. j8ö, V*l. VII. p. 856,
876.
(jODiï Witt Brieven III. ftul, hl. 871,
Cz) Refol. HoII. is May. lörto. W. 38.
(o Notul. Zeel. 25 May 18 Juny i«io. U. 73, 80.
(.*) Rclol. Holl. 25 May iC6", W. 41.
A5
-ocr page 12-
tb VADERLANDSCHE XLIX.Boek.
t66o. „ doenaandeverwagtingvanfzyneMajefteit;
■------„ zo uit eerbiedenis voor zynen Perfoon, als
„ uit erkentenis van de genegenheid der Prin-
„ fesfe, en als een uitwerkfel van de herinne-
„ ring der verdienden van 's Prinfen voorou-
„ deren (c).n De Staaten van Holland geleid-
den den Koning in vollen getale, naar Sche-
veningen, op den tweeden van Zomermaand:
vanwaar hy, zonder uitftel, in zee ftak. Hy
kwam, op den agtften, te Londen, te gemoet
gereeden zynde, door den Generaal Monk ,
aan 't hoofd van de Lyfvvagt en van vyf rege-
menten Ruiterye, en tradt, terftond, zonder
aan eenige voorwaarden verbonden te worden ,
in 't bewind der Regeeringe ( d~).
III. De algemeene »Staaten , den gewoohlyken
Buiten- Gezant Nieuwpoort, die nu ten Hoveniet aan-
Gezant- genaam kon zyn, op zyn verzoek (e), t'huis
fchap ontbooden hebbende (ƒ), beflooten, terftond ,
naar En- op den voorflag van Holland, tot het afvaar-
geiand, c^gen van een buitengewoon Gezantfchap naar
Engeland: welk bekleed werdt, door Lode-
wyk van Nasfau, Heere van Beverweerd, Si-
mon van Hoorn,
Oud Burgemenfter van Amfter-
dam, Michiel van Gogh, Rekenmeefter der
Staaten van Zeeland, en Joachim Ripper da, Heer
van Farmfum. Zy hadden ,in't algemeen ,iast,
om een naauw Verbond van Vriendfchap, on-
derlinge befcherming en Zeevaart te üuiten
met
-(O Sccr. Rcfol. Holl. 16 May, 1, 2 Junv 16Ö0. II. Dcel.M.
2.Ï3- =5f'. 253-           .. ,
(dj Rapin Tom. IX. p. 156, 157. Ait?ema IV. üeel, H,
«Ss-rtos.
'( «) Dt, Witt Brieven III. Deel, II, 8lio.
C/J AiTzïMA IV. üed, bl. 604.
-ocr page 13-
XLIX.B0EK. HISTORIE. ii
met den Koning (g); doch vertrokken niet, iijöo.
voor het einde van Wynmaand. Wy zullen, .------■
hierna, gelegenheid hebben, om den uitflag
hunner handelinge te melden.
De verandering in Engeland, daar 't g etneen naar
nu om Vrede met Spanje, en om oorlog met Frankryk
Frankryk riep,en daar fominigen het volk ook |n "far
zogten te verbitteren tegen de Vereenigde Ge- panjC'
westen (/Q, hadtzoo veel invloed op de raadplee-
gingen der algemeene Staaten, dat men, toen
ze nog in de geboorte ftondt, reeds beflpoten
hadt, om ook een buitengewoon Gezantfchap
te zenden naar Frankryk en naar Spanje (t'j.
Men was, niet zonder reden, bedugtvoor eene
Vredebreuk met Groot Britanje. Karel de II.,
hoe zeer hy, by zyn vertrek uit den Haage,
betuigd hadt, zïg ten naauwfte verbonden te
houden aan den Staat, was heimelyk misnoegd
op de tegenwoordige Regeering, met naame
Op de Staaten van Holland, die Kromwei,
zyns oordeels, te zeer naar de oogen gezien,
en hem niet naar behooren erkend noch ge-
holpen hadden. Ook belgde hy 't zighooglyk,
dat men zynen jongen Neef, den Prins van O-
ranje, verfteken hadt van de waardigheden,
die.hem aangebooren fcheenen. Men was,der-
halve, bedugt, dat hy, om zig van Holland te
wreeken en de verheffing van den Printe van
Oranje te bevorderen, beiluiten mögt, den
Staat den oprlog aan te doen, in welk geval,
eene naauwer verbindtcnis met Frankryk ten
hoog-
'<£■) Zit ilt ImriKft. hy AirzesM IV. Deel, hl. 605. en Se«.
Sciol. Hol), is- Jvny i(iC<u. il. litil, kl ißo.'
'CO Di; Witt nriLVMi lil. l):;ci, H I74. IV. Deel. hl. 3.
CO Sccr. Rtfol. Huil. ?8 Af'rii iöóo. 11. ÜetT, a. 202.
-ocr page 14-
t% VADERLANDSCHE XLIX.Boek.-
itóo. hoogfte dienftig geoordeeld werdt. Men
------vondt, nogtans, geraaden, ten zelfden tyde,
met Karel den II. te handelen, ten deele, om
Frankryk gemakkelyker te maaken, ten deele »
om te beproeven, of men, aan het Groot-Brit-
tannifche Hof, het misnoegen zou können
wegneemen. 't Zou zelfs den Staat aangenaam
geweest zyn,een gemeen Verbond met Frank-
ryk en Engeland te iluiten, zo men, hiertoe,.
aan 't Franfche Hof, eenige geneigdheid ge-
toond hadt. Doch men befpeurde aldaar en in
Engeland kleine blyken van deeze geneigd-
heid (£): waarom men van zulk een Verbond
moest afzien ( /). 't Vermoeden, welk men a
daarenboven, hier te Lande, of hadt, of wel
haast kreeg, dat de Koning van Frankryk, on«
aangezien de Pyreneefche Vrede des voorlee«
den jaars, en onaangezien den afftand der Ko-
ninginne van allen regt op de Landen haars Va^
ders, het oog hadt op de Spaanfche Nederlan-«
den, deedt de Staaten in bedenking neemen,
om zig naauwer met Spanje te verbinden, ert
daardoor, ware 't mogelyk, te voorkomen, dat
Frankryk fterker werdt, naar den kant derVer-<
eenigde Gewesten. In de verwagting, dat Span-
je haast met Groot-Brittanje bevredigd zou zijn,
was 't ook noodig, dat men voor 't belang van
den Spaanfchen Koophandel zorgde, 't welk
een van de oogmerken was van de handeling
met Spanje (m~). Don Estevan de Gamarra,
Spaanfche Gezant in den Haage, wiens han-
delwyze, in 't eerst, weinig genoegen gaf, hadt;
nog-
Ct) De Witt Brieven F. Deel, hl. 339-
(/; Refill. Gener. Lima si Martii 1661. MS.
C»j Secr. Re-fol. Hoil. zi April iööo. U. üscl, >>l. zia^
-ocr page 15-
XLIX. Boek. HISTORIE. 13
nogtans aan de Witt, meer dan eens , te ver- j^
ftaan gegeven, dat de Koning, zyn meester,
          ,
niet ongenegen zou zyn, om een naauw Ver-
bond van Vriendichap en Koophandel te flui-
ten met den Staat («). De Ambasfade naar
Frankryk wcrdt bekleed, door de Heeren Joan
van Gend, Heere van Oosterweede, Koenraad
van Beuningen en Justus de Huybert, Penüo-
naris van Zierikzee , benevens der Staaten ge-
woonelyken Gezant Boreel. Naar Spanje
gingen de Heeren Jan van Merode , Baljuw
vanKennemerlandj Godard Adriaan van Reede,
Heer van Amerongen, en Filips van Humalda,
Heer van Ee en Juwswier. Beide deeze Ge-
zantfchappen namen ook de reize eerst aan in
Wynmaand (0).
Doch terwyl men, in Spanje , handelde , IV,
over de vernieuwing en bevestiging der vóo- Verdee-
rige Verdragen van Vrede , Koophandel en Lande"
Zeevaart, deeden de Spaanfche Gezant in den van o-
Haage en de Gevolmagtigden der Staaten , vermaaze
met welken hy handelde, niet dan klaagen , "»fchea
over wederzydfche inbreuken op de Munfter- gn^ie-
fche Vrede Q> ). Ook was men geduurig be- zenStaat,
zig, over de verdeeling der Landen van Over-
maaze £q~). Eindelyk, maakte Gamarra eene l66u
verdeeling deezer Landen, van welke hy de
         "
keuze liet aan de Staaten ,die egter niet koozen
naar zijnen zin , waarop hij voorwendde, dat
de keuze geenen {tand grypen kon (V). 't Liep
toen
C») De Witt Brieven Hl. Deel, il. 254. aös, 333. Ait-
' BtUAlV. Deel, bl 800.
(o"> AiTZKHA IV. Deel, II. 690, 707, ?a<j.
(p) Aitzbma IV. Deel, bl. 114-127.
C<1) AiTIEMA IV. Deel, bl. 31^-322, 70%
CO AiTzem |V. L)<el, bl, 787-803, "
-ocr page 16-
14 VADERLANDSCHE XLIX. BoEfc.
1C61 toen nog tot aan het einde des jaars 1661, eer
■------men overeenkwam „ dat de Stad en het Kas-
„ teel van 's Hertogenrade aan den Koning ?
„ en de Stad en het Kasteel van Valkenburg
„ met de Stad en het Kasteel van Daalhem,
., aan de Staaten zouden toebehooren." Voor
't overige , werden de Heerlykheden en Dor-
pen der drie Landen van Valkenburg, Daal-
hem en 's Hertogenrade tusfchen den Koning,
en de Staaten gedeeld. Doch het duurde nog
tot in Wynmaand des jaars 1662 , eer decze
overeenkomst, in Spanje , bekragtigd werdt.
Hier was 't, in Grasmaand te vooren , ge-
fchied (s).
Ilandc- De oorlog met Portugal, in den jaare 1657
ling met openlyk aangevangen, was, ter oorzaake van
Portugal, fa onlusten in 't Noorden , niet voortgezet,
van de zyde der Staaten. Men handelde, mid-v
lerwyl, over een Verdrag met den Portugee-
fchen Gezant in den Haage (f); die, in Gras-
maand des jaars 1659, heimelyk, van hier, en
tot de zyde des Konings van Spanje overging,
(ii): waardoor de handeling, voor eene wyle ,
gellrcmd werdt. Doch zy werdt hervat, zo-
dra de Graaf van Miranda , uit Portugal, in
den Haage was aangekomen. De verandering
in Engeland, die hierop volgde, deedt de Staa-
ten van Holland inzonderheid te fterker liaan-
naar Vrede met Portugal. Zy ontwierpen een
Verdrag (v), welk zy den anderen Gewesten
zog-
f s~) Zie Groot-Plakaatb. ri. Deel, kol. 277B, 8848, 2847«
Ajtzema IV. Deel, hl. 7y3-8oo, ySy-ygi.
(O AiTZRMA IV. Deel, bl. 268.
t«") Aitzkma IV. Deel, tl. 489.
fr) Secr. Refbl. HolU 19^ ao OU. 1659. 15 flftj» löCo. IL
Deel, tl. 143, 236.
-ocr page 17-
XLIX.Boek HISTORIE. 15
zogten fmaakclyk te maaken. Doch Gelder- i^x,
land, Zeeland, Utrecht en Stad en Lande be---------
geerden den oorlog voort te zetten, zo Brazil
niet te rug gegeven werdt. Men befloot eg-
ter, met vier Gewesten tegen drie, de hande-
ling met den Portugeefchen Gezant te vervol-
gen ; 't welk Zeeland niet toef londt dan onder
voorwaarde, dat zulks hier te Lande gefchie-
den zou. Ook drongen dit Gewest en Gelder-
land fterk,dat men, in allen geval,geene Vre-
de ; maar alleenlyk Bcftand met Portugal flui-
ten zou, terwyl Holland zeer op Vrede aan-
hieldt. De Graaf van Miranda floeg voor, dat
de vyandlykheden, alommc, zelfs in Oostin-
die, zouden behooren op te houden, terflond
nadat de bekragtigingen van het Verdrag zou-
den uitgewisfeld zyn. Doch de Oostindifche
Maatfchappy, bezig met het behaalen van mer-
kelyke voordeden op de Portugeezen in Oost-
indie, deedt hiertegen een Vertoog ter alge-
meene Staatsvergaderinge , beweerende, dat
zy, den oorlog in Oostindie, niet uit eigen' bc-
weeging, maar op ernftige vermaaning der
Staaten, hebbende aangevangen, niet behoor-
de genoodzaakt te worden, tot het ftaaken der
vyandlykheden, nu zy op den weg was, om
den Portugeezen groote afbreuk te doen en
den Specery-handel, die reeds in haare han-
den vervallen was, geheellyk te .behouden. Dit
Vertoog ftrekte, om den handel te ftremmen:
waartoe ook gerigt was de aanbieding van den
Spaanfchen Gezant, om al wat de Portugee-
zen den Staaten, federt het jaar 1641, ontno-
men hadden, te rug te zullen geeven, zo dra
de Koning, zyn Meester, 't gebied over Por-
tu-
-ocr page 18-
i6 VADERLANDSCIIE XLIX.BoEifc.
t66i. tugal zou herkreegen hebben. Van de andere
>■ i ■ - zyde, deedt de Engelfche Gezant, Downing^
zyn best, om de Vrede te bevorderen(V). Ka-
rel de II. handelde over een Huvvelyk met eene
Zuster des Konings van Portugal, eU zogt dit
Ryk in het gerust bezit van Brazil te bevesti-
gen; waaruit de Engelfche Koopluiden zig
merkelyke voordeelen beloofden. Hy riedt,
hierom, tot Verdrag, den Staaten zelfs zyne
bemiddeling aanbiedende, die men hier be-
zwaarlyk kon aanneemen, en egter niet durfde
afilaan. Eindelyk, bellooten vyf Gewesten,
op den drie-entwintigften van Zomermaand,
te fluiten met Portugal, zo men of Brazil, of
eene merkelyke fommc, in baaren gelde, daar-
voor, bedingen kon. Doch Gelderland en Zee-
land bleeven zig ten uiterfte toe verklaaren
tegen dit befluit (,r). Beide deeze Gewesten
hadden groot belang by de Westindifche Maat-
fchappye, en ftemden hierom de Vredehan-
del ing af, beweerende ook, dat men, volgens
het negende Lid der Utrechtfche Unie, nies
dan met eenpaarigheid van alle de Gewesten,
DeVrede tot Vrede befliüten mögt. De vyf Gewesten
wordt deeden egter, door hunne Gemagtigden, de
geuof- handelingen voortzetten, en de Vrede werdt,
eindelyk, op den zesden van Oogstmaand, ge-
flooten en getekend. Gelderland en Zeeland
deeden 'er verfcheiden' aantekeningen tegen.
Doch 't gevoelen der vyf Gewesten bleef gel-
den (y); hoewel de Staaten van Stad en Lande
mj'-
f w) Secr. Refill. Bull. 5 May i6tfi. II. Dtil, U, 2Ï6. Os
Witt lirieven I. Deel, il. 39!!.
(/O Dr Witt. Brieven I. Deel, bl. 31)4.
(y) Aitzp.ma IV, Deel, il. 701-774,781-7»?.
-ocr page 19-
XLIX.Boek, HISTORIE. i?
misnoegd waren op hunnen Afgevaardigde i66u
JoanScliuiknbitrgiAxQ,
tegen voorgaande Staats- ——
beiluiten, tot de Vrede hadt helpen ftemmen.
Doch Schuilenburg zogt en vondt heul aan
Holland, voor eenen tyd. 't Verdrag werdt, inhoud
ter wederzyde, eerst na verloop van eenen ge- van bet
ruimen tyd, bekragtigd, en behelsde „ dat deVeidraS'
„ Koning en het Ryk van Portugal den Staa-
„ ten vier millioenen Kruzaaden of agt mil-
„ lioeuen Hollandfche guldens betaalen zou-
„ den, in geld of in waaren, ten gevvoonlyken
„ pryze gerekend, rnids 't geene 'er aan ont-
„ breeken mögt, uit 's Konings tollen, zou
„ mogen worden voldaan. Alle verfchillen
„ tusicheu Portugal en deezen Staat zouden
„ hiermede vereffend gerekend worden. O-
„ ver den prys van 't Zout, welk de ingezete-
„ nen van den Staat, te S. Ubes, zouden mo-
„ gen komen koopen, zou men eikanderen,
„ jaarlyks, verftaan. De handel op Brazil, in
„ allerlei waaren, behalven in Brazilien-hout,
„ zou vry ftaan. De vyandlykheden zouden^
„ twee maanden na de tekening van dit Ver-
„ drag, ophouden in Europa; en in andere
„ Gewesten, twee maanden na de afkondig
„ ging. De ingezetenen der Vereenigde Ge*
„ westen zouden allerlei goederen, zelf*
„ krygsbehoeften, mogen voeren van waa1
„ en werwaards zy wilden, mids zy geene
„ krygsbehoeften haalden uit Portugal, om-
„ ze den vyanden yan Portugal te leve-
ren. Ook zouden de Nederlanders in
„ Portugal hunnen Godsdienst, vryelyk, in
y hunne huizen en fchepen , mogen oefe-
XUI. Deel.
              |f                  „ nen
-ocr page 20-
IS VADERLANDSCHE XLIX.Boek.
iftïi. „ nen (f)" 't Verdrag behelsde nog andere
—— byzonderheden, welken wij, kortheidshalve,
voorbyllaan. Omtrent de uitvoering van het
zelve, deeden zig, eerlang, eenige zwaarighe-
den op, die, niet dan met moeite, werden
weggenomen (f).
v.
         Midlerwyl , werden de handelingen met
f?nnde" Frankryk en met Groot-Britanje voortgezet.
Frank"0* '* ^ieP eellen geruimen tyd aan, eer de Staat-
ryk. fehe Gezanten, aan 't Hof van Frankryk, in
onderhandeling konden treeden: 't welk tocge-
fchreeven werdt aan de onpasfelykheid van den
Kardinaal Mazarin, die nog 't voornaam beleid
der Regeeringe hadt. Zy fpraken, midlerwyl,
met eenige andere Staatsdienaars, welkenze
niet ongenegen vonden, om de oude Verbonden
tusfehen Frankryk en deezen Staat te vernieu-
wen. Doch zy toonden zig minder gezind, om
het Vatgeld op de fchepen te niet te doen.
Men hieldt hun voor, dat de Staaten, van hun-
ne zyde, de Franfche ftoffen en gewasfen zouden
können verbieden, of zwaar belasten, waardoor
de handel der onderzaaten van zyne Majeileit
merkelyk gedrukt zou worden: vooral, zouden
ze, zeide men, door het verminderen of affchaf-
fen der regten en belastingen op de Rynfche
Wynen, de Franfche Wynen, eene Koopman-
fchap daar jaarlyks agt mülioenen of meer in
befteed werdt (V), tot eenen inftal können maa-
ken, zo Frankryk niet naliet, den Koophandel
hun-
CO Z" 't Traft. l>y Aitzema IV. heel, hl. 774 enz. en
Sccr. Ilclul. Holl. 5 Aug. 1661. II. Deel, il. 309.
(O Secr. Reful. Holl. 14, 19 Ju'y 1602. II. Dttl, U. 389,
394. Aitzema V. Deel, il. 334-342-
(») Ds Witt Brieven U Dul, il. jw.
-ocr page 21-
XLIX.BoEK. HISTOIRE. 19
hunner ingezetenen te drukken; gelyk, onder i6st.
anderen, door de nieuwigheid van 't Vatgeld
en door het verbod van den invoer der vreemde De Kar-
Traan, gefchiedde f y). De Kardinaal, midier- !ji.naal.
wyl, een weinig gebeterd zynde , verleende klaagt
den Gezanten een byzonder gehoor: waarin hy nog ovet
zig nog zeer beklaagde, over het fluiten van een 't fluiten
afzonderlyk Verdrag te Munfter: 't welk hy ^rr^,U11"
nogtans niet toefchreef aan de Regeering in Vrede?
't gemeen, of aan wylen den Prinfe van Oranje; en eischt
maar flegts aan twee Perfoonen■,die,zeide hy, verzeke-
uit byzondere inzigten, dit werk hadden wee- *inS xva
ten te bekuipen. Voorts, vorderde hy, dat men, teen:taa"
een Verbond willende fluiten met zyne Maje «Heratt-
fteit van Frankryk,hem verzekering gave, dat deiyk
het beter dan de voorigen, zou onderhouden ge*ei-
worden. Doch de Gezanten verwierpen dee- ^ordu
zen laatften voorflag t'eenemaal, rondelyk ver-
klaarende „dat de Staaten geene andere ver-
„ zekering geeven zouden dan hun woord ea
„ zegel, waaropzy verdienden geloofd te wor-
„ den, zo goed als eenig Vorst ter weereld."
Zy voegden 'er by „ dat het hun onmogelyk
„ zyn zou met den Koning te handelen, zo zy-
j, ne Majefteit ftaan bleeve op andere verze-
„ kering, dan hy zelf begeerde te geeven."
Wegens het werk van Munfter, zeiden ze, noch
onderregt noch gelast te zyn: waarom zy ver-
zogten, dat het vergeten mögt worden, en dat
men, ten fpoedigfte, in onderhandeling trade
over de vernieuwing der voorige Verbonden.
De
rv) Notiil.Zeel. as, S4 Stpt. 9, 9. Dtt. 1659. U. 167, 17«,
«?<>. 215. Db Witt Brieven I. Oeel, il, 339, 347, 362.
B 2
-ocr page 22-
fto VADERLANDSCHE XLIX.Boel,
i66ï. De Kardinaal gaf hiertoe, eindclyk, hoop (w).
■------■ Doch hy overleedt, kort na dit gefprek, op den
' Vyfden van Lentemaand (x). Sedert, traden
de Gezanten met 's Konings Gemagtigden in
onderhandeling over een verdedigend Ver-
bond , het voornaam oogmerk des Gezant-
Dne fchaps. De Gezanten hadden een ontwerp van
voornaa- n          ir i_ j j            n
mezwaa- zu^ Gcn verbond mede, welk, van punt tot
righe- punt, overwoogen en beredeneerd werdt. De
den, in't Franfchc vStaatsdienaars vonden verfcheiden'
fluiten zwaarigheden in dit ontwerp: over de meesten
Verband van we^en •> men haai>t eens werdt. Doch drie
met punten bleeven 'er overig, die 't fluiten van 'c
Frank- Verbond lang tegen hielden. Fraukryk maak-
ryk» te zwaarigheid , om de Staaten te handhaaven
in 't bezit der Plaatfen, in welken zy alleenlyk
bezetting hielden, met naame, in dat vauRyn-
berk en Raveitein. Ook begeerde de Koning
het Vatgeld niet af te fchaften. Maar vooral,
toonde men zig ongezind, om de Staaten te
helpen tegen elk, die hun de Visichery zou
willen beletten(y). Men handelde, over dee-
7,c punten, tot in den aanvang des volgenden
jaars, zonder eikanderen te können verdaan.
HetFranfcheHof kon niet beiluiten,de Staaten
te handhaaven, in 't bezit van zulke Plaatfen -,
die zy alleen bezet hielden, fchoon ze 'er geen
regt van opperfte magt overbeweerden te heb-
ben; om dat de Koning verbonden was met
ee-
(>i0 ftriev- van eten Anib. ilc Huybeit van 24 Die. 1660. en
14 Jan. lööi. Verbaal der Amb. naat Fraukryk in de jamen
irtfio. 16G' en lötfj. M. S.
Qx) Aitzema IV. Ds:!, II. 730. De Witt Brieven 1. Deel%
*"'• X79-
(v) Refol. Gtiier. I\f;rc. x Fc'r. 1C62. in de Notul. Zeel4
ff Mciart i66i. il. 95.
-ocr page 23-
XLIX. Boek. HISTORIE. 21
eenige Duitfche Vorften, welken deeze Plaat-
fen toekwamen, en die ze gaarne van Staatfche
bezetting zouden hebben willen ondcdigd zien.
Ook hadt men, veelligt, inFrankryk, nu reeds
het oog op eenigen deezer Plaatfen, die, ee-
nige jaaren laater, door 'sKoningsLeger, wer-
den aangetast en veroverd, 't Affchaffen of
verminderen van 't Vatgeld zou, dagt men,
's Konings inkomften te zeer verminderen; be-
halve dat het ftrekken zou ten voordeele des
Nederlandfchen Koophandels, dien men, ten
deezen tyde, in Frankryk, boven den han-
del der Franfchen zelven beoogde te belasten ,
op dat men deezen, die, in den langduurigen
oorlog met Spanje, veel geleeden hadt, we-
derom mögt doen herleeven (Y). De handhaa-
ving der vrye Visfeherye ftiet den Koning van
Groot-Britanje geweldig. Hy verklaarde den
Graave d'Eftrades, die, omtrent deezen tyd ,
van Frankryks wege, aan 'tEngelfche Hof han-
delde ,j dat hy zig zeer gehoond zou agten-, zo
p Frankryk den Staaten toeftondt, 't gene zy,
„in dit opzigt, begeerden (V)." De Koning
van Frankryk aarzelde dan lang, eer hy den
Staatfchen Gezanten hierin te wille was. Hy
gaf zelfs te verdaan, dat de handeling, om dit
eene woord, Pech [Visfehery],- ftondt afge-
broken te worden, konnende hy-, zo hy zeide,
niet befluiten, de beflisfingopzigtcneëmenvan
een gefchil, welk de Staaten hadden met den Ko-
ning van Groot-Britanje, met wien hy vriend-
fchap onderhieldt, en gezind was te ondcr-
hoi>
Cz>Dr WiTT Brieven t. Beil, BI. 378,S95»39öi442.4S&
C<0 d'Esirades Tom. ï. f. 261.
                    *             ^
B R
-ocr page 24-
22 VADERLANDSCHE XLIX.Boek.
1661. houden (£). De Gezanten deeden, derhalve ,
-—— hun best, om de zwaarighedcn over de drie
betref- genoemde punten weg te ncemcn. Omtrent
fende het het punt der Visfcherye, weezen ze aan „ dat
handhaa- n men s met volken, die aan zee lagen, geen
V^Yh* *> verdedigend Verbond kon aangaan , zonder
,ye n hen, onder anderen, te handhaaven in hun
„regt tot de Visfcherye; dat de Vereenigde
„ Gewesten j eeuwen lang, in 't bezit der Vis-
fcherye geweest waren, en, zonder onregt-
„ vaardigheid, daarvan niet konden beroofd
„worden; dat Frankryk zelf, in het ontwerp
„van een Verbond, in 't jaar 1654 overgele-
„ verd, erkend hadt, dat de Visfchery ook be-
„ hoorde onder de geregtigheden der Staaten,
„ die men zig verbondt te handhaaven. Dat
„ men, in Engeland, zig niet kon ftooten aan
„ het bloote woord Visfchery; om dat, daarme-
„ de, niet op de Visfchery omtrent de kusten
„ van Groot-Britanje in 't byzonder; maar op
„de geheele Visfchery der Vereenigde Ge-
„ westen gezien werdt. Dat dit zelfde woord,
„ gevoegd in twee overeenkomften met Zwec-
ken, in de jaaren 1640 en 1656 gemaakt,
„ geen' aanftoot hadt gegeven in Engeland.
„ Dat Frankryk, zwaarighcid mankende om
„zig te verbinden tot het handhaaven der
„Visfcherye, het ongegrond voorgeeven der
jp Engelfchen, dat hun een iiitfluitend regt
„ over de zee en de visfchery in dezelve toe-
„kwame, zou fchynen te billyken: 't welkzo
„wel nadeelig zou zyn voor Frankryk, als
„voor de Staaten. Dat men, onlangs, in't
„ Lua-
C&) d'Estrades Tom. I. f. 2?$,
-ocr page 25-
XLIX. Boek. HISTORIE. 23
»Laagerhuis van Engeland, voogeflaagen 1661.
» hadt, elk het visfchen te beletten, tot op tien ------
» mylen van de uiterfte ftranden des Ryks ;
» dat deeze voorflag verworpen was ; doch
»ligter ingang vinden , en veelligt tot twintig
» of dertig mylen gebragt worden zou , zo
» Frankryk zig agterlyk toonde , in het hand-
» haaven der Visfcherye, durvende fommige
n Engelfchen wel zeggen , dat hun gebied ter
n zee zig tot tegen de Franfche kusten uit-
» ftrckte. Dat het niet genoeg was , dat de
»Koning, gelyk men , van zynent wege, te
j) verftaan gegeven hadt, beloofde te willen
n handhaaven , 't gene de Staaten met den Ko-
»ning van Groot-Britanje , wegens de Vis-
„ fchery, zouden fluiten, alzo zy regt tot vis-
„ fchen hadden, zonder dat zy 't van den Ko-
»ning van Groot-Britanje behoefden te be-
„ dingen , en nimmer befluiten zouden te vis-
n fchen , uit kragte eener vergunninge , aan 't
j, Engelfche Hof te verkrygen. Dat men 't
„ aldaar wel anders inzag ; doch dat het ver-
n fchillend begrip hieromtrent niet belet hadt,
wdat 'er verfcheiden' naauwe Verbonden ge-
flooten waren, tusfehen Engeland en de Staa-
„ ten. Dat men nog niet bekommerd was voor
»eenen oorlog met Groot-Britanje , over 't
„ punt der vrye Visfcherye, ten ware de zwaa-
„ righeid , die Frankryk maakte, om de Staa-
»ten in het regt daartoe te handhaaven, de
5, Engelfchen aanmoedigde , om iet voor te
„ neemen, waaraan zy anders niet geclagt zou-
»den hebben. Dat men, eindelyk, om alle
„ deeze redenen, oordeelde, dat Frankryk niet
ja bleef weigeren de Visfchery te handhaaven,
B 4                   8oa
-ocr page 26-
&4 VADERLANDSCHE XLIX.Boek;
1661. „ om dat men 'er waarlyk zwaarigheid in zag,
-          jj maar, rond gefproken, alleenlyk om het toe-
„fïaan hiervan, als cene byzondere gunst, te
j, doen agten by de Staaten."
ïiet Vat- Omtrent het punt van 't Vatgeld , werde
*eld» aangemerkt „ dat Spanje, met de Vereenigde
„ Gewesten vrede maakende , geene zwaarig-
„ heid gevonden hadt, in het toeitaan eener
,5 eenpaarige belastinge der wederzydfche on-
„ derzaaten ; dat Frankryk niet minder be-
„ hoorde te doen, by 't Jluiten van een naauvv
n Verbond van vriendfehap en onderlinge be~
w fcherming. Dat de Staaten, van hunnen kant,
„ aanbooden , de Franfchen niet hooger dan
# hunne eigen' onderzaatcn te belasten. Dat
,, de nieuwigheid van t Vatgeld niet flegts
„voor de handeïdryvende ingezetenen der
„Vereenigde Gewesten ; maar ook voor
,? Frankryk nadeelig was , 't zy men 't aan-
merkte , als eene inkomst van de Kroon, of
w als een middel om de vreemden te verdrin-
„ gen uit de Vaart op Frankryk. Dat de be-
lasting van vyftig Huivers op ieder vat o£
„ half last, welk de fchepen voeren konden >
„ eigenlyk gedraagen werdt door de laading y
die, fomtyds, uit fyne , fomtyds uit grove
„ waaren beftondt; en in het laatfte geval veel
„ te hoog was; 't welk veroorzaaken moest a
„ dat het Zout en de Wynen , voor een groot
„ gedeelte , onverkogt zouden blyven in
n Frankryk , tot groot nadeel van den Koning
9 en van de ingezetenen : zullende zyne Ma-
* jefteit veel meer verliezen aan zyne gewoo-
„ ne tollen, dan hy aan \ Vatgeld zou können
8 winnen , waarom 'er geene reden v;as, om
„het
-ocr page 27-
XLIX.BoEK. HISTORIE. 25
n het Vatgeld, als eene inkomst van de Kroon, <;,;
w te blyven vorderen. Dat ook de Vaart op ------
» Frankryk zo veel winst niet gaf aan de Ree»'
» ders in de Vereenigde Gewesten , dat rnen-
jj ze hun behoefde te benyden ; behalve dat
n Frankryk niet genoeg voorzien was van
nfchepen , om den handel, die thans door
9) vreemden gedreeven werdt, zelf te dryven.
» Dat de Staaten , zo men 't Vatgeld bleeve
M vorderen , genoodzaakt zouden zyn , de
„ Franfcbe waaren ook , naar gelang , hooger
n te belasten , 't welk de vertiering derzelvea
j) ftremmen zou. Dat de geringe belasting ,
ff door de Staaten , op de Franfche waaren ge-
n legd , den trek in dezelven, federt ecnige
n jaaren , fterk hadt doen toeneemen , tot zo
„ verre zelfs, dat de trek in de Wynen, waar-
„ aan , door de ingezetenen der Vereenigde
ff Gewesten , jaarlyks, tien millioenen befteed
,, werden, van één tot twee, was aangewasfen.
»Dat men déézen handel niet zou können
f) overbrengen op de Franfchen, omdatdeczen
ff zig niet zouden willen of können vergenoe-
59 gen met zulke geringe vragten, als de Neder-
„ landiche Schippers verdienden, behalve, dat
„ zy ook niet bekwaamlyk op de Oostzee zou-
„ den können handelen , ter oorzaake van den
„ verfchillenden aart en taaie der volken , en
„ om dat zy veele waaren , die de'Nederian-
„ ders van daar te rug bragten, niet zo noodig
„ hadden, en gevolglyk niet zo wel zouden
w können betaalen. Dat de vreemden, wie zy
ff ook waren , 't Vatgeld moetende betaalen ,
„ de Franfche goederen en gewasien, met ge-
»lyke belasting, bezwaaren zouden , gelyk
B 5                „meu
-ocr page 28-
0.6 VADERLANDSCHE XLIX.Boek.
i66\. » men , in Engeland , reeds gedaan hadt, en
-------n in de Vereenigde Gewesten wel haast zou
» moeten doen. Dat 'er , na 't opgeeven der
» Franfche Koopluiden, voor veertig millioe-
V) nen in 't jaar, aan Franfche ftoffen en gewas-
» fen, in Engeland en in de Nederlanden, doch
n meest in de Nederlanden, gefleeten werden ,
» waarvan men 't grootfte gedeelte niet noo-
j, dig hadt, welk, derhalve, zelfs ten beste der
,5 ingezetenen , zou können verbooden wor-
„den , behalve , dat men de belasting op de
n Rynfche Wynen zou können verminderen,
n en zig, wegens de tollen opdenRyn, indier-
„ voege verdraagen met de Duitfche Vorften,
„ dat de trek der Franfche Wynen, daardoor,
„ merkelyk afneemen zou. Om alle welke re-
j, denen, men befloot, dat het Vatgeld, noch
„voor den Koning, noch voor zyneonderdaa-
n ncn, voordeelig zynde, behoorde te worden
„ afgefchaft."
en het ^e Franfchen zwaarigheid maakende om
handhna- de Staaten te handhaaven in 't bezetten van
ven der Rynberk , om dat zy dceze Stad, in 't eerst,
^iTd^be- ™et °P de Spaanfchen veroverd hadden, maar
zetten °P den Keurvorst van Keulen , die thans met '
Plaatfwii. Frankryk in verbond ftondt; antwoordden de
Gezanten „ dat Rynberk den Staaten eerst in
„ handen gefield was , door den Heere Truch-
w fes, in der tyd, Keurvorst van Keulen ; doch,
n ter gelegenheid van een huwelyk, uit het
n Aartsbisdom , verjaagd naar het gebied der
„ Vereenigde Staaten. Dat de Staaten , hier-
„ door regt verkreegen hebbende , om bezet-
„ ting in Rynberk te leggen, de Stad, federt,
n bewaard hadden , zonder dat zy immer we-
-ocr page 29-
XLIX.Boek. HISTORIE. 27
» derom in de handen der volgende Keurvor-
» ften geweest was. Dat zy ze, naderhand, op
»hunne vyanden veroverd , en met groote
» kosten verfterkt hadden. Datzy, federt, in
»'t bezit gebleeven waren, om dceze Stad te
»bezetten, 't welk hun, door den Keizer of
» het Ryk, niet kwalyk kon afgenomen wor-
» den, om dat 'er de Keurvorst niet door ver-
» ongelykt werdt. Dat zy niet behoorlyk on-
» derregt waren van 't gene 'er , boven het be-
j) zetten der Stad, door de Staaten, in 't be-
n Hellen der Wethouderfchap, mögt onderno-
»men zyn; doch dat men, desaangaande, ze-
»kerlyk, de reden plaats zou geeven. Dat,
„ eindelyk, Frankryk, hebbende können goed-
99 vinden, om, geduurende den oorlog, in het
5) Aartsbisdom van Keulen te rukken , ook
„ niet vreemd agten moest, dat de Staaten, om
„zig te beter tegen den gemcenen vyand te
„ bcfchermen, iets diergelyks gedaan hadden ;
„ en geene zwaarigheid maaken , om hen in
j, het regt om Rynberk te bezetten te hand-
„haaven; zonder hierin wederhouden te wor-
„ den, door eenig Verbond met den Keurvorst,
„ welk geagt moest worden alleen op Duitsch-
w land opzigt te hebben (c)."
De Franfche Gemagtigden lieten zig niet
voldoen, door alle deeze redenen. „ De Ko-
„ning hadt, zeiden ze, nimmer te vooren,
„ uitdrukkelyk beloofd, de Visfchery te hand-
n haaven, fchoon hy 'er zig toe verbonden ge-
„rekend hadt: 't was, derhalve, niet billyk,
„dat
(O Verban! der Ambasf". naar Frankryk in i6(Jo-löÖ2. KSn
AiKEMA IV. Deel, H. 735, 73C.
-ocr page 30-
s8 VADERLANDSCHÉ XLIX.Boek,
i66i. n dat men hem vergde, nu, door het gebruï-
------ » ken van het woord Pêche of Fisfcliery, den-
»Koning van Groot-Britanje ongenoegen te
n geeven. 't Vatgeld was ook, reeds eenige
»jaaren, gcheeven geweest, zonder dat 'er de
5j ongemakken uit volgden, waarvan de Staat-
je fchen gewaagd hadden. Het bragt tien Ko-
»ning agthonderdduizend guldens op., va»
5j welk inkomen hy zig zo ligt niet beroovert
5j kon. Ook zou hy, in 't ftuk derbelastingeop.
,j de Scheepvaart, de ingezetenen der Veree-
55 nigde Gewesten gelykftellcnde met zyne cm»
jj derzaaten, inderdaad den ecriïen al het voor-
55 deel van dezelve toevoegen, alzo zy veel bc-
55 ter koop vaaren konden dan de Franfchcn,.
55 die grooter fchepen en meer manfehap ge-*
„bruikten, en minder ipaavzaam waren binnen
,5 fchecpsboord. 't Vatgeld kon, derhalve, zq
,, min vernietigd v/orden, als het Oktroi de»
„nieuwe Traan - Maatfcliappy. Ook behoor-
55 den de Staaten Rynbcrk, dat hun, na 't flui-
„ten der Vrede, maar kosten veroorzaakte,.
„ zonder hun dienst te doen, te rug te gecveu-
„ aan den Keurvorst van Keulen: Ilaveftein ,
,, te gelyk , den Hertoge van Nieuwburg in
„ handen Hellende." Behalve deezen, vorder-
den de Franfchen nog eenige andere punten ,
waardoor 't fluiten van 't Verbond eenen gerui*
men tyd vertraagd werdt. DeStaatfchendeeden
hun best, om alle de eifchen der Franfchen te we-
derleggen (V); doch deezen fcheenendehande-
ling te willen rekken, om, midierwyl, te zien.,
hoe 't zig, in Spanje en in Engeland, fchiktc».
Het
(O Verbaal der Ambasf. naar Frankryk in i66o-i66z, M$n,
-ocr page 31-
XLIX.Boek. HISTORIE, 29.
Het buitengewoon Gezantfchap der Staaten i66ti
naar Spanje was, reeds in Wintermaand des
voorleeden jaars, aangekomen te Madrid, en VI.
tcrftond daarna, in onderhandeling getreden j?3"*"
( e\ Men klaagde,in de cerfte plaats, overec- e"fnié.
luge inbreuken op het Verdrag van Zeevaart
van den jaare 1650. Ook vorderde men den
Koning betaaling af van 't gene hy den Prinfe
van Oranje nog fchuldig was. Doch wegens
een naauw Verbond met Spanje, waartoe Fi-
lips de IV. fterk neigde, hadden de Staaten nog
niet können belluiten. Zy wisten,dat zulk een
Verbond, welk op de behoudenis der Spaan-
fche Nederlanden zou moeten zien, Lodewyk
den XIV. zeer zou mishaagen. Ook zagen zy
de handeling met Frankryk, eerlang, op zulk
een' goeden voet gebragt, dat <zy 't Verbond
met Spanje, vooreerst, uit den zin 'lelden. De
buitengewoone Gezanten verlieten het Hof
van Madrid in Bloeimaand, laatende het ver-
effenen der openftaande gefchillen.der Staaten
gewoonlyken Gezant, Henrik van Reede van
ftemwoude,
aanbevolen (ƒ).
De handeling in Engeland werdt, zo wel Vir.
flls de handeling in Frankryk , floepende ge- Yerv?,s
houden. De Staaten beflooten, hierom, hun- aeiiiS
nen Gezanten, in Frankryk, in Wynmaand, Frank,
naderen last te geeven, om, ware 't mogelyk, ryk.
eerst met Frankryk te fluiten (g). De Voog-
den van den Prinfe van Oranje verzogten, ten
dee-
(<0 Aitzema IV. Deel, II. »07-71».
(f) AiTZEun IV. Deel, hl. 801-808.
, Ctf) Secr. Bffol Holl. 33,24 Jutrt, 17 Sept. lörti. II. Dtsl,
II.
3ort, sifi. Reioi. Gener. Satt. 1 OSei. ififfl. ÜJS. AnzEi
ma IV. Deel, il. 7*7,738.
-ocr page 32-
30 VADERLANDSCHE XLIX.Boek.
1661. deezen tyde, de Staaten, dat zy te wege wil-
------ den brengen, dat hun het Prinsdom Oranje ,
welk de Koning, onlangs, ten behoeve van
den onmondigen Prinfe, zo 't heette, in bezit
genomen hadt, wederom in handen werdt gc-
ileld(^). Hierover werdt, derhalve, ook ge-
handeld aan 't Franfche Hof. En de Koning
beloofde , eerlang, 't Kasteel en de Stad Oran-
je van bezetting te zullen ontledigen ( Q. De
Staaten, eindelyk, beflooten hebbende, om-
trent het Vatgeld, een weinig toe te geeven
(&), haperde het voltrekken van 't Verbond
genoegzaam eeniglyk aan de handhaaving der
Visfcherye; 't welk de Franfchen volflandig-
lyk weigerden, en de onzen niet nalieten te
vorderen (/). 't Scheen, in Sprokkelmaand des
l6S2' jaars 1662, dat de handeling hierop zou afge-
broken geweest zyn. Doch de Koning,bedugt,
dat de Staaten, in zulk een geval, het oog we-
derom naar Spanje zouden wenden (/»), be-
floot, eindelyk, hun hierin te wille te zyn. Hy
oordeelde, gelyk hy, kort hierna, aan d'Eftra-
des, in Engeland, fchreef „ dat hy zyn byzon-
j, der belang niet behoorde op te öfteren, aan
„ de bloote verkiezing van Koning Karel den
„ II., die zig ftiet aan het woord Vhfchery;
„ fchoon hy met geene reden ter weereld kon
„beweeren, dat Lodewyk de XIV, zig met
De
(Jh~) Aitzkma IV. Deel, bl. 630-632.
(i) Vf (taal cIjt Amtasfide naar Frankr. van 1660-1662, MS.
Aitzrma IV. Deel, bl 851.
(A) Aitzema IV Drei, bl. 741. Sec. Uclb'. Ho!l. art Nov.
1,
2 Dec '661. 10,ii Maart 161"?. II. I.eel, bl. :iS8-34».
(O Secr Refol. Holt. 15 Maart K:6z, U. Uta, «. 350?
De Witt Brieven I. Deel, bl 514,
Qm) u'Estrabes Tom. I. f, »ff.
-ocr page 33-
XLIX.BoEK. HISTORIE.
SI
„ de Staaten verbindende, niet gehouden wa- itfa.
„re, hen, in de vrye Visfchery, te handhaa--------1
„ ven, al werdt zulks niet byzonderlyk uitge-
drukt in 't Verdrag («)." Toen men't, over 'c ver-
dit punt s eens was, haperde 'er weinig meer aan ,,0n1
\ voltrekken van 't Verbond, welk, einddyk, ^eflo<L
op den zevenentwintigften van Grasmaand, ten.
getekend werdt. De voornaamfte punten lie-
pen op deezen zin: „ De handelende Mogend- Inhoud
„heden beloofden, eikanderen te zullen hand- van het
„ haaven, in 't bezit der Landen, goederen zclve*
„en geregtigheden, welken zy wederzyds bc-
„ zaten, of, by Verdrag, verkreegen hadden,
„ en zouden verkrygen; doch alleen binnen
„Europa, daaronder ook zouden begreepen
„zyn de Plaatfen, in welken de algemeens
„ Staaten bezetting hielden. Ook zou de ver-
„ pligting, om elkanders geregtigheden te
„verdedigen, zig uitftrekken, tot den Koop-
„ handel, Scheepvaart en Visfchery. In geval
„een der Bondgenooten openlyk beoorloogd
„werdt, zou de andere den aanvaller, vier
„maanden daarna, den oorlog moeten ver-
„klaaren: waarna men, niet dan met gemeen
„ goedvinden, vrede zou mogen maaken. Zo
„de Bondgenooten, onverhoopt, famen in
„oorlog mogten raaken, zouden de weder-
„ zydfche onderzaaten zes maanden tyds heb-
„ ben, om met hunne goederen te vertrekken.
„ Men zou niet gcdoogen, dat de wederzyd-
„ fche onderzaaten, van eenige vreemde
„Mogendheid, verlof verwierven, om op el-
„ kanderen te kaapen. De Koophandel zou
„We-
£*) D'EsTa«.Dïs Tm. I. />. 274, 275,
-ocr page 34-
§a VADERLANDSCHE XLIX.Boe*.
1662. „ wederzyds vryftaan. Alleenlyk, zou het den.
------,, ingezetenen der Vereenigde Gewesten niet
„ toegelaaten zyn, Traan in Frankryk te bren-
„ gen , zo lang het Oktroi der Traan-Maat-
„ fchappye duurde. In contrebande goederen,
,, beftaande alleen in Krygs-, niet in mondbe-
„ hoeften , zou de handel verbooden zyn:
j, doch men zou ook geene mondbehoeften
„ mogen voeren naar Plaatlen, door een"' der
„ Bondgenooten, belegerd of berend. Goedc-
„ ren van een der Bondgenooten, gelaaden in
„ fchepen van vyanden des anderen Bondge-
n noots, zouden verbeurd ; doch vyanden
„ goed, in fchepen van een' der Bondgenoo-
ten, vry zyn, mids geene contrabande zyn-
„ de. De Bondgenooten verklaarden, geene
„ Verdragen gemaakt te hebben, ftrydig met
n den inhoud van dit Verbond, welk, van den
n dag der tekeninge af, vyfentwiutig jaaren
„ duuren zou." Voorts, was men, in eenige
geheime punten, overeengekomen „ dat de
„ Koning de Staaten, des noods, met twaalf-
n duizend, en de Staaten den Koning met zes-
n duizend knegten zouden byftaan, in man-
„fchap of in geld: in welk laatfte geval, dui-
n zend knegten op tienduizend Livres, ter loo-
w pende maand, zouden gerekend worden.
n Dat de Koning niet gehouden zou zyn , de
?5 Staaten te handhaaven in 't bezit van Ryn-
„berk of Raveftein, zo deeze Plaatfen, door
v den Keurvorst van Keulen en den Hertoge
w van Nieuwburg, met hunne eigen' magt
nalleen, mogten worden aangetast. Dat de
w vyftig fhiïvcrs van ieder vat van de ingeze-
n tenen der Vereenigde Gewesten maar eens
s» zou-
-ocr page 35-
SLEE. Boek, HISTORIE. 33
n zouden gevorderd worden , niet' op 't inkó- 16*2.
„ men , maar op 't uitgaan uit Frankryk, en —-—-
^ dat de fchepen , die Zout kwamen laaden ,
to met vyfentwintig Huivers , zouden voldaan
„ können 5 boven welke belastingen, de Staa-
„ ten Ook de Franfchen, in hun gebied, niet
j, zouden mogen bezwaaren ( o )." Terilond
na't fluiten van dit Verbond, werdt de Ambas-
fadeur de Thou te rug öntbooden uit den Haa*
ge, en eerlang, door den Graave d'Eftrades*
opgevolgd (j>). Karel de II. hadt niet können Misnoe-
nalaaten , zyn ongenoegen aan deezen te ken- |fn van
nen te geeven, over 't fluiten van 't Verbond ^"jj
tusfchen Frankryk en deezen Staat, onder an- over jit
deren zeggende „ dat hem niets dieper ter her- Ver-
k te ging, dan dat men, in Frankryk, de Witt boni«
„en deszelfs aanhang hooger geagt hadt dan
„hem (51)." De handeling tusfchen Frank-
ryk en Groot-Britanje over den koop van Duin-
kerken , die, kort hierna, werdt aangevangen,
veroorzaakte, dat het bekragtigen van het
Verbond tusfchen Frankryk en deezen Staat -,
tot in 't volgende jaar, verfchooven werdt van
's Konings zyde ; ten decle, om Karel den II.
te ligter tot fluiten te beweegen, ten deele ,
om de Staaten te verpligten, om den Koning,
ook in 't bezit van Duinkerken, te handhaa-
yen; waartoe zy, ongaarne, bcflooten. 't Ver-
bond werdt, derhalve, niet voor Bloeimaand
des jaars 1663, bckragtigd (f). In't jaar 1664,
werdt,
C») Zie hu Traft, inde Notul, Zeel. 1662. il. 167. en h
AirzEMA IV. Deel, bl. Z63 enz.
(p) Aitzkma IV. Deel, bl. 880 enz.
,S*i ^Kstrades Tom' '• P- 3°3. Zit ook De Witt Klie-
ven (. Deel, hl. ^0.
«AC!"v % 7"bl "ri0Ven l' D"1' "' »" ' &' 639* A'"S*
XÜLDfiEil'              c
-ocr page 36-
S4 YADERLANDSCHE XLIX.Boek«
1662. werdt, in Frankryk, eene nieuwe * Lyst van
------- regten op de Koopwaaren opgefteld: waarnaar
Tarif, de ingezetenen der Vereenigde Gewesten zig,
onder anderen, ook hadden te regelen : doch ,
in 't jaar 1667 , werdt 'er eenige verandering
ingemaakt, ten hunnen nadeele. 'tLeedtnog
eenige maanden na het tekenen van 't Verbond
met Frankryk , eer de handeling van Groot-
Britanje tot een bcfluit gebragt werdt. Doch
om 't beloop derzelve wel te verftaan, moeten
wy de zaaken van wat hooger opnaaien.
Vïit. Wy hebben , reeds meer dan eens , aange-
Knrei de merkt, dat Karel de IL, terftond na zyne her-
IJ. zoekt ftelling op den troon van Groot-Britanje, zy-
van o"5 ne g^agten nct Saan °P de bevordering van
ranje te zynen jongen Necve, den Prinfe van Oranje ;
bevorde- door middel van welken, hy zig meende te kon-
ten. lien verzekeren van de vriendfehap van deezen
Staat, op welke hy niet gerust zyn kon , zo
lang de aanhang van de Witt, gelyk hy goed-
vondt te fpreeken , het roer der Regeeringe in
handen , en den Prins van Oranje buiten be-
windt hieldt. Ook hadt hy reden om te vertrou-
wen , dat zyne aanpryzing van den Prinfe, na
zyne herftelling, veel weegen zou byde meer-
derheid der Staaten : waarom hy hem , voor
zyn vertrek van hier , den algemeenen Staaten
en den Staaten van Holland , ernftelyk , hadt
aanbevolen. Hierop nu was gevolgd, dat de
Koningklyke Prinfes haaren Zoon den algemee-
nen Staaten en den Staaten van Holland hadt
voorgedraagen , tot bekleeding der bekende
hooge waardigheden (f)\ waarna de Staaten van
Zee-
(t) Uefnl. Hoil. lojuiy 1660. H.47. Notu'.. Zeel. 2Sef$.
I(56o. H, 147,
-ocr page 37-
XLiX.BoÈfc. HISTORIE; 3$
Zeeland , op den zevenden van Oogstmaand i6ß**
des jaars 1660, beflooten , den jongen Prins -------.
tot Kapitein - Generaal en tot Stadhouder van Zeeland
Holland en Zeeland te bevorderen (*) : van •>r.beidt
Welk befluit zy, terftond, kennis gaven in den biertoe*
Haage , het zelve, in Herfstmaand daarna, in
vollen getale , ter Vergaderinge van Holland*
ernftelyk, aandringende (V). Zy en de Staaten
van Gelderland en Friesland verftonden nog-
tans, dat de Prins niet in 't bewind behoordö
te treeden, voor dat hy volle agttienjaarenzou
hebben bereikt. Friesland meende ^ dat men
hem , met zyne zestien jaaren , zitting in dert
Raad van Staate behoorde te geeven: waarme-
de Overysfel overeenftemde. De beide Prin-
fesfèn vervoegden zig ook aan de Staaten van
Holland, met verzoek, dat hunne Edele Groot-
Mogendheden zig de zorg voor de opvoeding
van den Prinfe geliefden aan te trekken; Elle
haarer benoemde eenige Heeren , welken zy
begeerden, dat de Staaten aanftelden, om voor
'sPrinfen opvoeding te zorgen. En de ver- iioiiandf
andering in Engeland hadt zo veel invloed op d™3«'
de raadpleegingcn der Vergaderinge van Hol- *™f »s
land, dat zy, op den vyfentwintiglïen van prinfe^
Herfstmaand des gemelden jaars, befloot* de opVoe-
zorg voor 'sPrinfen opvoeding ter hand te nee- dinS*
men „ op dat hy , dus luidde 't befluit, be-
jjkwaam mögt worden totbedicningederhooge
5, Ampten* by zyne voorzaatcil bekleed." Vier De Aktï
dagen daarna, werdt de Akte van Uitiluiting, van So*
in 't jaar 1654, aan Krom wel verleend» dood 'JJVj
en
-CO Notul 2feel. v Aug. tftrto; hl. j?5.
t,«0 Rdol, Halb io u Sept. ïftfiy.'«. rt, ta»
C 2
-ocr page 38-
S$ VADERLANDSCHE XLIX.BoEjg;
en te niet verklaard (y). Men deedt, federt,*
verfcheiden' poogingen, om deeze Akte uit
Engeland te rug te hebben. Doch men konze ,
aldaar, onder de papieren van Kromwei, niet
vinden , en ik tvvyfel, ofze immer wederom
gekomen is. De Raadpenfiouaris verzogt, ten
zelfden tyde , eene verklaaring van 'sKonings
hand, dat hem was- gebleeken, dat deeze Akte
niet eerst van hier aangebooden , maar door
Kromwei, uit eigen' beweeging, gevorderdjwas.
Doch de Koning antwoordde , dat hy geene
genoegzaam e kennis hadt van't gene, omtrent
het vorderen en verkenen der Akte , voorge-
vallen ware, om desaangaande iet te können be-
vestigen (>). D'Eflrades fchryft egter „dat
wde Koning hem, naderhand, verklaard heeft,
w dat hy de Hukken in handen hadt, waarmede
m hy bewyzen kon, dat de Witt, dmbasfadeur
n der Staaten by Kromwei,
dcezen, uit den naam
Ä zyner meesteren , geduuriglyk , hadt opge-
„ ftookt tegen het Huis van Oranje (x)" Doch
op dit fchryven is te minder ftaat te maaken ,
om dat 'er verkeerdelyk in gefteld wordt, dat
de Witt in gezantfehap aan Kromwei gezonden
is geweest: 't welk nooit gebeurd is.
't Befluit der Staaten van Holland ten be-
hoeve des Prinfen van Oranje was genomen ,
eer het buitengewoon Gezantfehap naar Lon-
den vertrok. De Heer van Beverweerd al-
leen, die zeer veel ingang hadt bydeKoningk-
V
(y) Rcfol. Holt »5, 28, 29 Sein. iC>6a. U. 27,2(1,30, Re.-
fol. van Coiifiil */. «505. Notul. Zeel. 26 A'oy. ï&io. il. 197.
Aitzema IV. Deel. bl. 634, 64.9, 6,5.
O) Dn WirT Brieven IV. Deel, bl. 27, 30, 32 , '/), 37»
39< ¥>> 73, i°i» «»»<
{x) D'Estraiies Tent, l $. 138, 139.
l6t%.
ternift-
tigd.
ia.
Verdere
bande»
ling,
over 't
bevorde-
MU des
-ocr page 39-
HISTORIE.
XLlX.BoEK.
3f
lyke Prinfcsfe (_y ), en diep in de gunst ftondt i66m
van Karel den 11. was vooruit gereisd, en, in ------■
't begin van Hooimaand , te Londen aangcko- Prinfen
men. De Witt verzuimde niet, hem kennis te ^"„^
gceven van't gene 'er, van tyd tot tyd, tot be-
vordering van den Prinfe beflooten werdt (z),
zig verzekerd houdende, dat zulks den Koning
aangenaam zyn zou, fchoon men hem, nog
hier zynde , reeds beduid hadt, dat men den
Prins niet tot Stadhouder of Kapitein - Gene-
raal verkiezen moest, eer hy bekvvaame jaaren
verkrecgen hadt; om dat de andere Gewesten,
anders, Prins Willem van Nasfau tot zynen
Luitenant zouden willen aanftellen : 't welk
met het belang des jongen Prinfen ftrydig was
(#). De Koningklykc Prinfes hadt, nogtans,
fterk op de benoeming haars Zoons gedrongen,
zynde zy zelfs naar Amftcrdam gereisd, om de
Vroedfchap aldaar hiertoe te beweegen. Doch
de meeste Steden van Holland blceven vanver-
ftand, dat men hierom voor als nog niet den-
ken moest ( £). De Heer van Wimmenum al-
leen hadt het Lid der Edelen bewoogen , om
voor de benoeming van den Prins van Oranje
te ftemmen, waarby zig Leiden en Enkhuizen
gevoegd hadden. Doch de Witt haalde, eer-
lang , de Leden over tot het befluit omtrent
de opvoeding , waarvan wy zo even gewaagd
hebben: waarin nogtans de Koningklyke Prin-
fes , opgeflookt, zo men meende, door dai
Hes-
(v) Thuiu.oe's Papers, Vol. V. p. ;>oi.
C^O TJe Wei r ISrioveq IV. Deel, bl. 15, jo, «3, 3a.
CO Ue Wiit Brieven IV. Oeel, H. 7.
C *J »* Witt Hricveti IV. Dtel, tl. io, 14, 14. AiWJM*
r3
-ocr page 40-
§8 VADERLANDSCHE XLIX.Boek,
ï(552. Heere van Sommelsdyk , geen genoegen ge^
*■- - .' nomen hadt. Maar de Prinfes Weduwe hieldt
'er zig volkomen mede te vrede. De Koningk-
lyke Prinfes, federt, naar Engeland verreisd ,
liet zig ook , eerlang , het befluit der Staaten
van Holland beter gevallen (c). Men was
hierop voortgegaan tot het benoemen van eeni-
ge Heeren, die opzigt op 's Prinfen opvoeding
zouden hebben ; en tot het begrooten en vin-
Dood den der kosten, hiertoe vereischt (<f). Doch
d.er *ï°~ eer 't werk in orde gebragt ware , overleedt
kè" Prin". de Koningklyke Prinfes , Moeder des jongen
fesfe. Prinfen van Oranje, te Londen, den derden van
Louwmaand des jaars 1661, na eene ziekte van
Haar
vyf of zes dagen (V). By haaren uiterften wil
tricerfte Cf)' we^s uitvoering zy den Hertoge vari Jork,
Vill?. naaren Broeder, den Graan van S. Albam, en
Nikolaas Oudart, haaren Geheimfchry ver, hadt
aanvertrouwd , verzogt zy den Koning en de
Koninginne, de zorg voor haaren jongen Zoon
op zig te willen neemen. Den Koning in 't
byzonder badt zy , haaren Zoon en deszelfs
belangen, door zyne Koningklyke magt en in-
vloed , te willen befchermen : 't welk hy aan-
nam. Dit fterfgeval bragt eenige verandering
in de zaaken des Prinfen van Oranje (g).: waar-
in Karel de II. nu nog meer zeggens kreeg ,
dan hy te vooren gehad hadt. Ook verdroeg
hy zig , in Bloeimaand hierna, met den Keur-
Vorst van Brandenburg en met de Prinfesfe We-
du-
(e) De Witt Brieven IV. Deel, bl, 23, 29, 30, 34,
t<Ó De Witt Brieven IV. Deel, bl. 32, 34, 35, 38.
(«) Aitzkma IV. Deel, bl. 6iy, 742.
cjfj Zie den zdven in rrn. WiTf» Brieven IV. Deelt W. 73<
«c by Aizema IV. Deel. bl «19.
C(J ïloiul. .Zeel. 23 Xkerl 1(161. W. 54.
-ocr page 41-
XLIX.BüEK. HISTORIE. 39
duwe, indiervoege, dat zy allen drie befcher- 1662.
mers zyn zouden van den jongen Prinfe; doch -------
dat de prinfes de Wethouders beftellen, en al-
le andere zaaken verrigten zou, uit den naam
van den Koning en den Keurvorst, en uit haa-
re, eigen naam, mids zy, voor 't begeeven van
voornaame Ampten, gelyk Drosfaardfchappen
en diergelyken, eerst zyne Majesteit kende (//).
De dood derKoningklykePrinfcsfe was, meen-
den fommigen, nadeelig voor haaren Zoon.
Men voorzag, dat hy nu uit de handen derEn-
gelfchen getrokken zou worden (/): gelyk,
eerlang, gebeurde.
Midlerwyl, hadden de Gemagtigden van De Staa-
Holland om zorg te draagen voor 'sPrinfcnop- [!"V!lJ
voedig zig, terltond na 't overlyden der Ko- neemen
ningklykePrinfesfe, meester gemaakt van ee- eeneyze-
ne yzeren kist met geheime papieren, 't Huis re" kist
van Oranje betreflende, welke zy in bewaaring m.et pa"
van 's Prinfen Domeinen-Raad inden Haage ^'"^"g
gelaaten hadt. De Prinfes Weduwe, de Keur- van o-
vorst van Brandenburg en de Koning van ranie be-
Groot-Britanje zelf klaagden, over 't vervo«- ^ren deezer kiste; doch de Staaten van Holland
in be-
waaring,..
deedenze in de Charter-kamer plaatfen, en ver-
genoegden zig met toe te zien, dat 'er niets uit
vervreemd of verdonkerd werdt (£). Maar de
nieuwe fchikking, tusfehen den Koning, den
Keurvorst en de Prinfes Weduwe beraamd,
vvaarby, onder anderen, goedgevonden was,
de
C&) Zie*t Accoord hy Aitzema IV Detl, hl. 740. en in De
Witts ISnrven IV. Deel, bl. 151.
(i) llrief va« den Amba<f. de Huybert in dato 14 Januar*
I66i. BIS.
                                                                     *
(*) Reibl. HoU. 9 Maart I April iriffi. hl. 31, icfl. AitzSt
va IV. lUel, bl. 742, 743, 74|. üb Wut Uneven IV. üeel,
*'• lJl> V4.» 100.
C4
-ocr page 42-
40 VADERLANDSCHE XLIX.Boek,
1662. de Staaten van Holland te verzoeken, om eene
------■ geduurige Vergadering over de zaakeri des
Prinfen van Oranje te magtigen, bragt te wege,
dat de Gemagtigden, hiertoe, te voorcn, ge-
field , buiten bewind raakten (7), en dat men be-
floot, op nieuws, te raadpeegen, op het gene
hierin, van der Staaten wege, behoorde gedaan
te worden, 't Liep egter nog eenen geruimen
tyd aan, eer 'er iet anders over vastgelleld
werdt. Leiden floeg, in Slagtmaand, voor,dat
men 's Prinfen opvoeding by der hand behoor-
de te neemen. Doch de Leden kwamen tot
geen bcfluit (ni). Karel de II. nam zo veel deel
in 't gene den Prinfe van Oranje betrof, dat
het een voornaam onderwerp werdt der han-
delinge van 't buitengewoon Gezantfchap,
welk,in Slagtmaand des jaars 1660, te Londen
Karel de aangekomen was (a).Dc Koning klaagde hun,
11, 15 mis-j,-, Lentemaand des volgenden jaars „ dat de
Se^Whe* n Staaten van Holland, opgezet door de Hee-
' „ ren van Noordwyk en de Witt, hem en den
„ Keurvorst zogten uit te fluiten van de Voog-
„ dye; dat men 't werk der opvoedinge flegts
„aangevat hadt, om den Prins van Oranje te
j, bederven; dat men nog niets goeds voor
n hem gedaan, en hem, onlangs, zelfs belet
„ hadt, een vcrhemelte te plaatfcn in zyne ka-
„ mer (0)." De Kanfelier voegde hierby „ dat
j, de Witt den Koning, in den Haage, ande-
ute
CO Refbl. Hol!. ao Septem»; \(6i. hl. 35. Secr. Relbl. Holjj.
23, ioStpt. itfil. lf. Deel, il. 329, 350. lUlbl. van Confid,
*' 563. Dr Witt brieven IV. Diel, lil 162. d'EstratjES
Turn. I. p. 13».
(;;;; ReCol. HnlJ. ej» iW,y. 1661. H. 20.
(n) AnzEMA IV. Ihel, hl. 616.
ia) De Wjtt Blieven IV. üctl, il. 1U1.
-ocr page 43-
'
XLlX.BoEK. HISTORIE. 41
„ re verzekeringen gedaan hadt, op welke ver- 166**
„ zekeringen zync Majesteit het gebeurde wel -------r
„ hadt willen over 't hoofd zien." De Witt was
zeer gevoelig over dceze klagten. „ Dat ik,
fchreef hy, aan de Heeren van Beverwcerd en
van Hoorn „ aldaar den naam draag, altyd het
„* belang van den Heere Prinfe van Oranje 'interest.
„ tegengeweest tezyn, komt my niet vreemd
„voor, aangezien ik het zelve altyd f gefield f gepost-
„ heb na het belang van den Staat; — maar dat poneerJ.
„ de Heer van Noordwyk mede met die hui-
„ kc, als men zegt, moet ter kerke gaan, die
„ ook, fomwylen, naar 't oordeel van veelen,
„ het belang van zyne Hoogheid voor dat van
„ den Staat § gefteld heeft, doet my niet duis- $ geprer
5, tcrlyk gevoelen, van wat kant, die * indruk- fereerd.
„Iels aan den Koning van Groot-Britanje ge- *impte>
„ geven zyn." Voorts, ontkende de Raadpen- 'iau
üonaris, den Koning, in den Haage, iet meer
omtrent den Prinfe verklaard te hebben, dan
dat de Regenten en ingezetenen hem derwyze
genegen waren, dat hem, meerderjaarig ge-
worden zynde, 't bewind over 's Lands Krygs-
magt van zelf in handen zou vallen. Ook vondt
hy wat aanftootelyk het zeggen van den Kan-
fclier, dat de Koning, op eenige zogenoemde
verzekeringen, het gebeurde wel hadt willen
over 't hoofd zien, even of de Heer van Noord-
wyk en hy zyner Majesteit eenige verfchoo-
ning waren komen afbidden „ die wy, fchreef
„hy, Gode lof, niet noodig hebben Q0-"
De Koning bleef, federt, in't begrip, dat de
Witt den Prinfe van Oranje een kwaad hert
toe-
(p) De Witt Hrieycn IV. heel, bl 107, iel,
C5
-ocr page 44-
42 VADERLANDSCHE XLIX.Boek.
t66&. toedroeg (q~). Ook werdt hy, naar mende Witt
------berigt hadt, van wege den Keurvorst van Bran-
denburg , opgehitst, om, zelfs door 't bekom-
meren der Visfcherye, Holland te noodzaa-
l<en, om den Prins te voorfchikkcn, tot de be-
kende hooge Ampten (V). Op 't einde des jaars
1660, was reeds in 't Laagerhuis geraadpleegd 3
om den vreemden de Visfchery, tot digter dan
tien mylen van de kusten van Groot-Britanje,
te beletten (j). Doch de Staatfche Gezanten
t bragten te wege, dat hierop geen befluit viel
(t). Het Verdrag tusiehcn den Koning, den
Keurvorst en de Prinfesfe Weduwe, wegens
de opvoeding, welk hierop gevolgd was,ftrek-
te eeniglykj om 's Prinfen belang, gelyker-
hand, te bevorderen, en ftondt hierom den
Staaten van Holland, die zig niet gaarne de
wet lieten (lellen, zeer kvvalyk aan (»). Voor-
al , vonden zy vreemd, dat de gantlche klem
der Voogdye der Prinfesfe Weduwe in handen
gefteld, en hun benomen was Cv). Maar Ka-
rel de II. meende maatregels beraamd te heb-
ben, om 's Prinfen belang zekcrlyk te bevor-
deren in Holland. Hy Meldt zelfs aan by den
Koning van Fraukryk, om deezen te bevvee-
gen, dathy 'c, door zyne voorfpraak, voorftonde
(w). Doch Lodewyk de XIV. begreep zyn ei-
gen belang te wel, om zig hiertoe telaateu o-
verv
(?) De Witt Drieven IV, Deel, tl. nc>. D'Estrades Tok.
I p.178.
( r ) De Witt Urieven IV. Deel, hl. \2\.
(O ArrzKMA IV. Deel, bl 61».
(t ) Df. Wtt Brieven I. Deel, bl. 351.
fiOüE Witt Brieven I. Deel, bl. 448. IV, Deelx bl. 1Ö2,.
D'ËMRMi Tom- 1. p. 144, 180.
Cv) (VE trad. Tom- 1. ff. 157.
(11) D'Estrau. 2«us.. I. p. »b8,t()A4
-ocr page 45-
XLIX.BOEK. HISTORIE. 43
vernaaien. Ook droeg de Witt zorg, dat van iög».
Beuningen den Franfchen Staatsdienaaren alle
poogingen ten deezen einde ontriedt (#).
Ondertusfchen, kwam het den Huize van O- Me
ranje ongelegen, dat de Staaten van Holland ^,^
zig, federt het Verdrag tusfchen den Koning te be-
van Groot - Britanje, den Keurvorst van Bran- weegen ,
denburg en de Prinfesfe Weduwe, het werk °.m» °P
der opvoedinge t'eenemaal onttrokken , en ™™?s
niets droegen in de kosten, tot dezelve ver- prinfen
eischt. De vrienden van dit Huis zogten hier- opvoe-
in, derhalve, eenige verandering te doen maa- dins ta
ken fy ): waartoe Leiden den eerflen voorflag Z0?S?U'
gedaan hadt (s), gelyk wy reeds gemeld heb-
ben. Ook wil men, dat de Witt, federt, hei-
melyk handelde met de Prinfesfe Weduwe (0),
en haar, eindelyk, overhaalde tot zyn gevoelen,
welk was, dat men 's Prinfen bevordering be-
hoorde uit te ftellen,totdathy volleagttien jaa-
ren bereikt zou hebben. Immers haare Hoog-
heid leverde, in Hooimaand deezes jaars 1662,
een Vertoog ter Vergaderinge van Holland o-
ver (£), waarby zy begeerde, dat de Staaten
zig, volgens de voorgaande befluiten, de opvoe-
ding des jongen Prinfen wederom aantrokken.
De Prinfes en de Koning van Groot - Britanje
vernieuwden dit verzoek, in de Lente des vol-
genden jaars (c). Doch de Staaten bleeven zig
van
O) De Witt Brieven I. JUtl, hl. 431, 440, 46a.
O) Zie Aitzf.ma IV. Deel , bi. 759. eu vooral ftefol. HolL
20 Jufy l6f>2. hl. J4.
(z Du Witt hrieven TV. Deel, hl. 194.
( a) d'Fstraii. Tom. I. p. 162.
ft) Zie het hy Aitzema 'V. Heel. hl. 905.
T*"***»» *Y» i>'£tj vit IUI«
-ocr page 46-
44 VADERLANDSCHE XLIX.Boek,
iäös. van de opvoeding onthouden ( d~), om dat men
-------'er hun, tot nog toe, te weinig zeggens in be-
geerde te laaten. In Herfstmaand," kwamen zy
overeen met de Staaten van Zeeland, dat men
den Prins van Oranje niet tot Stadhouder van
Holland en Zeeland aanftellen of voorichik-
ken zou, dan met gemeen goedvinden der Staa-
ten van beide de Gewesten, Ook beloofden zy,
met de Staaten van Zeeland, in allen broeder-
lyk vertrouwen, te zullen handelen, wanneer
zy, na deczen,mogten goedvinden, de opper-
voogdyfehap over den Prinfe te aanvaarden
(«). Doch eer 't hier toe kwame, verliepen'er
nog eenige jaareh, waarom 't noodig zal zyn,
hier, 't verhaal der zaaken, die 's Prinfen ver-
dere bevordering voorgingen en te wege brag-
ten, vooraf te laaten gaan.
X.
         Uit het verhaalde, is reeds gebleeken, hoc
Haride- zeer j^arej ^e II. op 's Prinfen bevordering ge-
een Ver- fte^ was. Het vcrvvylen derzelve door de Staa-
bond metten van Holland, Itremde de handeling over
Groot- ecn Verbond tusfehen Groot-Britanje en dee-
Bntanje. zcn staat5 Waarmedc het buitengewoon Ge-
zantfehap in Engeland belast was. De punten,
die de Visfchery, Scheepvaart en Koophandel
betroffen, fcheenen de meeste zwaarigheid te
ïnaaken (ƒ); doch weinigen twyfelden, of' '5
Prinfen bevordering zou deeze zwaarigheid
nier-
Crf) Refol. Holt, a May 1663. tl. 54. Notul. Zeel. 6 Sept.
1663. W »54.
1 e j Notul. Zee!. 19, aj Maart l«62. tl 70, 97. Secr. Refor.
Huil. a3. Kny. i66t. 18,21 Üetit l6<Ja. II. Deel, tl. 334, 374,
3-13 Hel..!, van Conlkt. */. 615,6^6, 628. Zit nuk Aitzkma
iv. Deel. tl. 9^5. enz.
(f) '/.ie
Secr. Rclol. Holl. 34 Maart 5 May 15 Sept. löGi.Iïa
DiH, tl. 281 ,ï8G ,321. Aitzema IV. heel, tl. 745 tnz 763.
-ocr page 47-
fcLlXBoE*. HISTORIE. 45
tnerkelyk hebben opgeligt. Karel de II. hadt,
terftond na de aankomst der Gezanten, de
gunst des Heeren van Bevervveerd gezogt te
winnen, door zynen Zoon, den Heere van Odyk,
een Ampt van veertien- of vyftienduizend
guldens 's faars op te draagen. Doch Bever-
weerd maakte zwaarigheid om zig met de zaa-
ken des Gezantfchap te moeijen, tot dat men
hem, van hier, daartoe,op nieuws, gelast, en
eenigszins ontilaagen hadt van den eed, waar-
by de Gezanten zig verbinden moesten, geene
gefchenken, ampten of gunsten, voor hun of
de hunnen, van uitheemfche Mogendheden te
zullen ontvangen (g). Doch fommigen, en de
Heer van Beuningen zelf, keurden dit ontflag
niet goed. DeAmbasfadeur deHuybert fchreef
ook uit Frankryk „ dat de Heer van Bever-
„ weerd een der beste kinderen van Holland
„ was, waarom men hem wel van zynen eed
»,, ontflaan mögt, als 't tot zyn voordeel itrek-
„ te, zynde Holland gezind om de kinderen
,» van den Huize, gelyk men ze noemde, alle
j, voordeden, 't zy ze met den eed overeen-
», kwamen of ftreeden, toe te voegen (/5)."
De handel werdt, federt, traaglyk^ voortge-
zet, inzonderheid, om dat men, in Engeland,
zien wilde, wat keer de handeling in Frankryk
neemen zou. De Staaten voorzagen hunne
Gezanten, van tyd tot tyd, van naderen last,
om de handeling ten einde te brengen, of, zo
zulks niet gelukken wilde, gevoeglyk af te
bree-
Cf) Refill. Holl. 9 Dtc. 1660. Il, jo. D« Witt brieven
,h k-K' ru6' ßry- W' Refo]- van Conflil. U. tu.
\flj Unet van J. «ie Nu/bert vm 44 q(Ci ,9(jr>l m, $.
-ocr page 48-
4<5 VAbERLANDSCÜË XÜX.ËoElt,
rtfö. breeken Cf). Doch de Engelfchen fcheenert
■ ongezind, beide tot fluiten en tot af breeken
der handelinge. Verfcheiden' oude gefchilleii
werden opgehaald , zelfs, 't geene den Staaten
zeer haatelyk fcheen, het werk van Amboi-
na (£), welk, reeds ten tyde van Kromwei,
vereffend was* De Staaten waren egter zo zeer
geneigd tot een Verbond met Groot-Britanje,
dat zy Karel den II, in veele opzigten, te ge-
Drie moet gingen. In Lentemaand deezesjaars 1662,
Regters gedoogden de Staaten van Holland zelven, dat
den^Tn ^vie Regters van Koning Karel den I- Mihi
Holland Corbet, John Okei en John Barkßead, die zig,
gevat, eenen tyd lang, in Holland onthouden hadden,
te Delft gevat, aan den Refident Downing
overgeleverd (/), en naar Engeland gevoerd
werden;daar zy allen drie ter dood werden ge-
bragt» Men verwonderde zig zeer over der
Staaten toegeevenheid, die veelen laf en on-
redelyk noemden. Ook werdt de yver van
Downing, in 't algemeen, veroordeeld, om
dat hy, die, maar even voor 's Konings her-
ftelling, van party gewisfeld was (/«), nü
Okei, een' der drie ongelukkigen, dien hy, in
vroeger' tyd, Predikant zynde, voor Kapellaan
gediend hadt, in lyden bragt (n). Hy hadt,
reeds te vooren, verlof van de Staaten verwor-
ven, om diergelyke luiden te ligten (o). Doch
de
(n Secr. ftclal. Ilotl, l 03. irtfir-, 10, tl, 17 Maart i66zi
II. Deel, bl. 331. ?ii, 351. De Witt Brieven 1. lied, Ut
3^0. Anz'Mj IV. Deel, bl. »'93* xyy, 903.
(*') D< Wut Brieven IV. Deel, bl. 159.
(/) Keloi IloM, irt, 17, 21 Menrt 1662. bl. 64, 6g, (13*
1 m) Tiiunum's Papers. Fol- Vil. p. 445.
(n) l.unt-ows Memoirs VaU lil. p. 82, 93. Aitzkma IV.
Deel, bl 8./».
C») Secr. lUful. HüU. ö Aug. lööl, 11. Deel, Ut 8*0»
-ocr page 49-
XLIX.Boék. HISTORIE. 47
de toegeevendheid der Staaten, in eene zaak 15$*.
van zo veel gewigt, fchoon zy gaarne gezien .. .
zouden hebben, dat de drie regters by 'tleeven
gefpaard geweest waren (p), maakte de Engel-
fchen niet veel gerceder, om het Verbond,
waarover men handelde, te fluiten. Zy veran-
derden eerst van gedagten, na dat het Verbond
met Frankryk getruften was. Men verftondt
eikanderen toen, veel ligter dan te vooren,
over de meeste zwaarigheden Qq). 't Liep egter
nog aan tot in Herfstmaand, eer men fluiten
kon. De Staaten toen hunnen uiterften last ge«
geven hebbende aan de Gezanten, met bevel,
om terftond naar huis te keeren, zo zy dien
niet kouden ter uitvoeringe brengen (V); vondt
de Koning geraaden een einde van zaaken te
maaken. 't Verbond werdt getekend op den 't Ver-
veertienden van Herfstmaand, en behelsde, on- boni1 met
der anderen „ eene belofte, om elkanders we- f^™"
„ derfpannelingen geenen byfland of fchuil- wordt3
„ plaats te zullen verleenen. Over inbreuken gefloo-
„ op dit Verbond, begaan aan deeze zyde de |e"-
„ Kaap de goede Hoop, zou, binnen 't jaar, vanhet
„ en verder, binnen agttien maanden na dat zelve.
„ het verzogt was, regt gedaan worden. Oor-
„ logs- en andere fchepen der Staaten, eenig
„ Engelsch fchip van oorloge, in de Britanni-
„ fche zeeën, ontmoetende, zouden de vlag
„ van den top van de mast moeten ftryken en
„ het marszeil laaten vallen; gelyk voor dee-
„ zen gebruikelyk geweest was." De Staaten
„ zou-
C»0 De Witt ßiieven IV. De-el, hl. 925, 297.
Cf) Secr. Kcfol. Holi. 12. Jith i6rt2. II. Det', hl, tfr.
Cr)
SP«. ReCol. H01I. 5. Sept. 1662, U. VetU M. 370. Oc
Wut Btieveu IV, Ottl, il. «y».
-ocr page 50-
48 VADERLANDSCTÏE XLIX.Boek,
„ zouden den Koning in 't bezit doen ftellett
„ van het Eiland Pouleron. De overige open-
„ ftaande gelchillen, tusfchen de Oostindifcha
,, Maatfchappyen, federt den aanvang des jaars
»» K559, ontftaan, zouden, door Gemagtig-
j, den; de twist wegens twee fchepen, Bönnt
j,, Avontiire en Bonne Efperance , in den jaare
„ 1660, door den Kapitein Enno Doedeszoon
Star, genomen (Y), voor den gewoonlyken
„ Regteri afgedaan worden, 't Verbond zou
„ beëedigd moeten worden, van der Staaten
„ zyde, door de Kapiteinen Generaal'en Stad-
„ houders in der tyd." In een afzonderlyk
punt, werdt bedongen „ dat de Staaten, *eeni-
„ gen Huisraad, juweelen of kostelyklïeden,
,, den Koning toebehoorende, ontdekkende
„ binnen hun gebied, dezelven terftond zou-
j, den doen overleveren. Ook zouden zy allen,
„ die zig fchuldig gemaakt hadden aan den
yerfoeUyken moord van Koning Karcl den ï.
„ en zig in hun gebied onthielden, zo dra zy
«, 'er kennis van kreegen, doen vatten en naar
„ Engeland voeren (V)." Voorts, behelsde het
Verbond weinig byzonders. Met werdt, voor-
al van de Engelfche zyde, geftooten, met klei-
ne gezindheid om het te houden. Ook hadt
men 'er, hier te Lande, geringe verwagting
van. Karel de II. bleef misnoegd, om dat zyn
Neef, de Prins van Oranje, niet bevorderd
weidt; en in Holland zogt men deeze bevorde-
ring
f O Zie Notut. Zeel. $ July 6 Sept. 1661. tl. 214, 253.
Anzsji/i IV. Deel, II. 891.
(,() ZU 't Veid. in 't llollandsch en in 'f latyn hy Arrzg~
ma IV. Deel, lil. c/08, 915. See al/u Luwlows Wemoiis F»h
II'. p. 9,-
-ocr page 51-
XLIX.BOEK. HISTORIE. 4$
ring zo lang te venvylen als mogelyk ware, of »<s<^
veelligt wel geheellyk te voorkomen («). De ' ■+
vriendfchap kon, derhalve niet beftendig zyn,
tusfchcn de pas verbonden' Mogendheden, 't
Leedt ook niet lang, of zy werdt t'eenemaal
verbroken, gelyk wy, welhaast, zien zullen.
De Koningin van Boheeme* Dogter van Jakob Dood
den I., Koning van Groot-Britanje, die zig, der Ko-
tot na de heritclling van haaren Neeve» hier "'JfJJJ
te Lande, opgehouden en zwaare fehulden ge- heeme.
maakt hadt (v), was, in den Zomer des voor-
leeden jaars, naar Engeland vertrokken, daar'
zy niet zeer welkom was (V). Ook overleedt
zy 'er, aan de teering, des nagts na den drie-
entwintigften van Sprokkelmaand deezes jaars
1662, hebbende, meer dan veertig jaaren ag-
tereen, in ballingfchap herom gezworven (#).
Na 't hertellen van de Vrede in \ Noor- XI.
den, hielden de Staaten bewindsluidenin Zwee- |™*c £°*
den en in Deenemarke, om hunne belangen, pche en
aldaar, waar te neemen. Nikolaas Heins, Sekre- Deen.
taris van Amfterdam, toog, als Refidentnaar fche m-
Stokholm. Vogelzank bleef ook nog eenigen ke,u
tyd te Koppenhaagen;doch hy werdt, eerlang,
door den Refident Jakob Ie Main, opgevolgd.
Met Zweeden, was een ig verfchil ontftaan,
ter gelegenheid, dat de Westindifche Maat-
fchappy een fchip der Zweedfche Afrikaan-
fche Maatfchappye genomen, en de Sterkte op
Cabo Gors in Guinea overmeesterd hadt (y).
Van
f«) D'EsTttAm Tam. I. p. I77.
f v) Aitzema III. Deel, tl, tji6.
(wj Aitzrma IV. heel, tl. 740.
C*J Aitzema JV. Deel, U. 895.
O ) Secr. Refol. Holl. ii July 166^ U. Deel, W. 42J.
XIII. Deel.           D
-ocr page 52-
$& VADERLANDSCHE XLIX.BoeE
f&fa. Van den Koning van Deenemarke hadden de
g■■' ■■ Staaten vergoeding gevorderd van de pennin-
gen, hem, boven 't gene zy by Verdrag ge-
houden waren, verflrekt. Frediïk de III.
klaagde, daarentegen, dat men, van hier, den
handel zyner Afrlkaanfche Maatfchappye, in
Westindie, belemmerde , en zig van zyne
Sterkten in Guinea meester maakte. Beide de
Noordfche Ryken lieten zig niet veel gelegen
zyn aan de vriendfehap der Staaten, inzonder-
heid Zwecden niet, welk zig, in 't voorleederi
jaar, beide met Frankryk en met Groot -Britan-
je, verbonden hadt. Ook hadt de Koning van
Deenemarke, ten zelfden tyde, een Verbond
gcflooten met Karel den IL (V). De Staaten han-
delden met beide de Ryken eenen gcruimen
tyd, eer men zig, over de openftaande geichil-
len, verdraagen kon (a).
XII. Terwyl men met Frankryk en Groot-Bri1-
Verdrag tanje in onderhandeling was, waren de Staa-
van Vre- ten tc raat^e geworden, de Ruiter, met eene
Tunisien Vloot, te zenden naar de Middellandfche zee,
Algiers, om de Scheepvaart der Vereenigde Gewesten,
tegen de Turkfche vyandlykheden, te bevei-
ligen. De Vice-Admiraal was, in Bloeimaand
desjaars 1661, in zee geloopen, kruisfende,
hetgantfehe jaar, zonder meer dan één Turksch
Rooffchip te veroveren. Doch in Sprokkel-
maand deezes jaars, dwong hy twee diergely-
ke fchepen tot de overgaave. Midlerwyl, tot
voor Tunis genaderd, floot hy eenen flüftand
van wapenen met de Regeering deezer Stad,
die ,
(z~) knr<>.\\\ IV. Tiecl, hl- 8:8-K4;r. Q51-94&
(nj li». Witt Brieven I. Deel, tl. 634, 63Ó. Ait/ema IV.
Deel, il. ïo6*j enz.
-ocr page 53-
XLIX.Boek. HISTORIE. gï
die, den zevenden van Lentemaand, aanvan- i6$it
een, en zes maanden duuren zou. . Ook kwam -------
men, wegens de wisieling der gevangenen,
overeen. De Ruiter, van hier naar Algiers ge-
zeild, trof aldaar ook eenen ftilftand van wa-
penen ; waarna men in onderhandeling tradt
over eene vrede, die nogthans, niet voor den
zestienden van Slagtmaand , geflooten werdt(^)*
Gedtmrende de handeling, was de Ruiter naar
Tunis gekeerd", en hadt daar de Vrede getrof-
fen, op den derrigftsn van Oogstmaand (c).
Doch met de Regeering van Tripoli hadt hy
zig niet können verdraagen. Na zyne terug-
komst in 't Vaderland, in Grasmaand des jaars
1663, vernam men, dat die van Algiers het
Verdrag, op nieuws, gefchonden hadden. Hy
Werdtdan, in 't jaar 1664, wederom derwaards
gezonden. DcConful, Joan Bertram de Mon-
taigne,
en de Fiskaal der Vloote, Mr. Gilbert
wnFianè,
die dereis, ten zelfden tyde, dee- r,!
den, hadden byzonderen last mede jom met die
van Algiers, over 't herftelletï der Vrede, te
handelen (d). Doch eer zy deezen last voltrek-
ken konden, kreeg de Ruiter ander bevel van
de Staaten (e): 't welk gelegenheid gaf, dat
de vyandlykheden der Algierynen, nog eenige
jaaren, bleeven duuren.
De algemeene'Staaten fchreeven, op aan- tte Sm»-
houden der Proteftantfche Zwitferfche Kan-'ten
tons, wederom verfcheiden' Brieven aan den rchryy
m »oor de
1UJ" Walden-
O) Zie 't Trsft. ty AiTZBMA IV. IU.L il. o$, 9(9.
CO Zn tTract. by Aitzkma IV. Deel, »/. 9a6, 0i7.
Crf; Secr- Ri lot. Iluü. 13 Sept. 16S3. IJ. Deel, tl. 401.
(.<* 1 liRUNDT de Ruiter, il. 221-105* AjTZSM» IV. Diel,
•*. IO7I, I072, lr,;8, 1UJ> ,l34,           , .
D 2
-ocr page 54-
$2. VADERLANDSCÏIE XLI&.Boek,
Hertoge van Savoje, ten behoeve der Wal-
danzen in Piemontj die nög al over verdruk-
kingen klaagden. De Hertog beweerde,van
zyne zyde, dat de Waldenzen zig niet hielden
aan de voorwaarden-, waarop hun, in 't jaar
1655, hun opftand vergeeven was, en dat zy,
niet om den Godsdienst, maar om hunne we-
derfpannigheid, vervolgd werden (ƒ). De
Staaten , geene gelegenheid hebbende, om
hunne Geloofsgenooten in Piemont, kragtdaa-
diglyk, te onderfteunen ; moesten zig met
dieigelyk antwoord) laaten vergenoegen.
Te Utrecht, wass, federt eenigen tyd> mer-
kelyk misnoegen ontftaan , tusfehen de Regee-
ring en fommige Predikanten. De laatften had-
den wederom opgehaald het oud gefchil over
de geéstelykc goederen, welken zy dreeven,
ten onregte, door het eerfte Lid der Staaten,
en door de Stad, bezeten te worden, en der
Kerke toe te komen. Zy ontzagen zig niet, de
Regenten, in de Kerkenraaden en van denPre-
dikftoelj vinnig door te flryken: 't welk de
Wethouders befluiten deedt, om twee Gemag-
tigden te zenden in den Kerkenraad,dat, teU-
trecht, in geene zeventig jaaren, gefchied was.
Aan twee Predikanten, Abraham van de Vcldi
en Joannes Teeling, weidt, in Hooimaand
des jaars 1660, de Stad en 't Gewest ontzeid.
Ook beflooten de Staaten van Utrecht alle Pre-
dikanten , voortaan, te doenbelooven „dat zy
„ zig» in't leeren, zouden houden aan 't geene»
„ zo omtrent de Leere als Kerkenorde, in de
,, jaaren i6*i8enï6ip,by deSinodevanDor-
„drecht,
C/j AitzmjA IV. Dcd, bh S59, tCo, 889» Ii4/>i ny
sen aan
den Hen.
toge van
fiavoie.
SUL
Gerchil
te U
trecht
«usfchen
«Ie Re
geering
en de
Predi-
kanten.
Vnü dê
Velde en
Teeliiig
Wordt de
Stad en't
Gewest
Qliueid.
-ocr page 55-
XUX.BOEK, HISTORIE- 55
drecht, vastgefteld was, in 't byzonder, raa-
„ kende 't ftuk van den Sabbath of Zondag,
„en dat zy zig zouden wagten van zaaken,
„ de Regeering, of den Staat der Kapittelen
„ of derzelver goederen betreffende, te beris-
„ pen of te veroordeelen." Elk, die deeze be-
loften weigerde te doen, zou, terftond, ge-
weerd worden van den dienst; en elk, die ze
overtrad t, zou, naar bevindtenis van zaaken,
geftraft worden. Van de Velde werdt, federt*
te Medenblik, beroepen. Doch de Wethou-
ders, voor zynen onrustigen aart bedugt, brag-
ten, by de Staaten, te wege,dat hyhunne Stad.
niet alleen, maar gansch Holland ruimen moest
f g). Eer hy uit Medenblik vertrok, waren de
Staaten genoodzaakt geweest, drie vendels
knegten derwaards te fchikken, om de Ge*
meente in rustte houden (£). Hy begaf zig toen
naar Zeeland en werdt eerlang Predikant te
Middelburg (/), daar hy zig, inzonderheid, by
de voorftanders van het Huis van Oranje, zeer
bemind wist te maaken, en niet fchroomde, de
Staaten van Holland,van den Predikftoel, door
te ftryken, als yerbondbreekers (k). 't Gene hy en
Teeling wegens de Kerkelyke goederen ger
dreeven hadden werdt naderhand ook doo»
Mathias Nethenus, Profesfor der Godgeleerd-
heid te Utrecht,in openbaaren druk,heweerd,
Doch men befloot, in Grasmaand deezes jaars
$<5Ö2, ook deezen te verlaaten van zyn ampt (/)»
De
-ocr page 56-
5$ VADERLANDSCHE XLDX.Boek.
- De Hervormde Kerk in Holland werdt, om-
trent deézen tyd, ook cenigszins ontrust, door
verfchillende begrippen over eenige punten
der Leere en der Kerkenorde , waaruit forami-
gen.eene beroerte te gemoet zagen, gelyk aan
die, welke men, voor ruim veertig jaaren, be-
proefd ïiadt, hoewel zy, door't voorzigtig be-
leid der Regeeringe, voorkomen weide, 't Zal
niet ondienftig zyn , hier een kort berigt te
^eeven van den oorfprung deezer gei'chiüen,
die, ook met Staatkundige inzigtcn (ra), of
gevoed, of bedwongen werden, ■ naar tyds ge-
legenheid ; en die, tot heden toe, in de open-.
baare Kerke, gebleevcn zyn, zonderuogtans
de eenigheid gebroken te hebben.
De Filozoofifche fchriften van Rcnatus Des-
tartes
, die zig eenigen tyd te Egmond binnen
opgehouden hadt, en, in't jaar 1650, in Zwee^
den , overleden Was 3 waren, inzonderheid na
zynen dood , zeer bekend geworden hier te
Lande , en vooral op de hooge Schooien te
Leiden en te Utrecht; daar zy, van ibmmige
Hoogleeraars , beide in de Godgeleerdheid en
Filözoofie, met goedkeuring, geleezen; van an-
deren, afgekeurd en veroordeeld werden. On-
der de laacften, was Gysbert Foctius, Hooglee-
raar der Godgeleerdheid te Utrecht: onder de
eerften, Joannes Coccejm, die, in't jaar 1650,
van Breemen, tot Hoogleeraar in dezelfde wee-
tenfehap, te Leiden, beroepen was. Voctius
hadt de vermaarde Sinode te Dordrecht byge-
woond, en veelen, die 't met hein hielden ,
ml-
TÓ6i.
XIV.
Oor-
fproa g
der ge-
fchillen,
tusfcheu
de Voe-
tiaancn
en Coc-
cejaanen
' O) VoUz Entret, fur Ie« MctlioU. ties Cocesiens & V(.ft
f«ns. />. S14,
-ocr page 57-
XLIX. Boek. HISTORIE. 55
wikten gaan .voor uitfteekende vrienden van't i6öa.
Huis van Oranje. Ook waren 't dcezen, die,-------
beide in 't Stigt en in Holland,Scherpstuitveé-
vcn tegen de tegenwoordige Regeering. Coc-
cejaS., daarentegen, omtrent den tyd der ver-
anderiiïge, hen/aards gekomen, flampte zy-
nen Leerlingen, ernftelijk »an, dat men der 0-
verhdd gehoorzaam zyn, haar gezag erkennen,
en zig wagten moest van tegen haar uit te vaa-
ren van den Predikftoel. Hierdoor wonnen hy
en de zijnen de gunst der tegenwoordige Re-
genten van Holland, die nietgedoogen wilden,
dat zy, door de Voetiaanen, verdrukt wer-
den. De-Voetiaanen, daarentegen, ver het
grootiïe getal uitmaakende, arbeidden fterk,
om humie partyen, by't gemeen en by de Over-
heid, iji kleinagting te brengen, en van gevaar-
lyke {tellingen, zelfs van de gchaatte leere der
Sociniaanen, waartegen, in den jaare 1653 en
ledert, verfehciden' PJakaaten waren uitgeko-
men , verdagt te maaken («). D2 Staaten van De Staa-
Holland en de Raadpenfhmaris de Witt begun- ten van
fttgden egter de Goccejaanen, onder de hand en Pol,?n<ï
openlyk, en vonden 'er luiden aan,die hunner dcnCoc-
Regeeringe meer toegedaan waren, dan vecle cejaanen
Voetiaanen. Om het groot getal deezer laat- de hand
ften, nogtans, niet te zeer te onrfteeken, had- J>ovj!" 'c
den zy, op het aanhouden der Klaslis van 's
Graavenhaage (o), inden jaare 1656, belast,
„ dat gefchilftukken , de Filozoofie betref-
„ fende, voortaan onderlchciden zouden bly-
„ ven van de Godgeleerde gefchilftukken ^ dat
„men
Cn) R. Breker Vervolg op HoRNius Kerli. Hift. II. 30 Zit
»oh
Hbidanüs Coniideratien-
C°J RcCüi. Huil. 14, 25 Ju!y KÏ56. W. 140,163.
D 4
-ocr page 58-
56 VADERLANDSCHE XLIX. Boek:
1662. ff men de aanftootlyke ftellingen van Des*
--
         „ cartes zou nalaaten voort te zetten; dat men
„ de vryheid van filofofeeren, welke de Staa-
„ten niet wilden wegneemen, niet zou heb-
„ben te misbruiken, en dat men eikanderen
„geene naamcn van partyi'chap zou hebben
n te geeven, op dat dus zelfs alle ichyn van
„ verdeeldheid gemyd werdt (ƒ>)." De Leid-
i'che Hoogefchool bleef, federt, in tamelyke
rust. Doch de hevigheid der Voetiaanfehe en
Coccejaanfche Predikanten fcheen eer toe dan
af te neemen. Onder anderen, kwam het ge-
fchil over den Sabbath of Zondag op de baan %
tot het vieren van welken, de Voetiaanen fter-
ker verpligting ftelden, dan de Coccejaanen
Zy ra»- (#). De Staaten van Holland, alles, zo veel
den tot rnogelyk ware, in rust willende houden, gaven
rfdb'id bevel, om z*§' in dit ftuk,te gedraagen, naar
' 't geene, by de Nationaale Sinode van Dor-
drecht, beraamd was, zonder, deswege, van
nieuws, te raadpleegen op de Provinciaale Si-
noden (r). Wy hebben boven gezien, dat de
Staaten van Utrecht, naderhand, diergelyk
't weil« een befluit namen. Doch deeze gemaatigdheid
?w 1 1 vverdt der Overheid kwalyk genomen, door
Mannen. veelen- Men ontzag zig niet, de Staaten en de
Wethouders over te haaien, als meenden ze 't
niet ernftig met den Godsdienst. Voornaame
Amptenaars werden van fchadelyke gevoelens
verdagt gemaakt. Binnen Amiterdam, werk
gehouden weidt, het roer der zaaken in Hol-
land,
Cfi~) Refhl. Hnll. no Sat. if>',rt V. 841.
{if^, L^inFKKEn Veivo'y. op IIornids» til. 10.
(r i<e!o!. null. 7 Aug. \(iyj. U. 147. in in 4e Reful. vxn
CoiiliJ.
lil. 4i)i, 4^4.
-ocr page 59-
XLIX. Boek. HISTORIE. 57
land, voornaamlyk, te beftieren, werden, zo t66ti
ibmmigen fchryven durfden, ten'deezen tyde, ------j
niet boven drie of vier waare Proteftanteh ge-
vonden onder de Regenten, de overigen wa-
ren , zeide men, Papisten in hun hert, ofVry-
geesten en Atheisten (Y). Doch zulke kwaado
naamen waren, ook ui vroeger' tyd, Regen-
ten , die tot gemaatigdheid rieden ? naar 't
hoofd gefmeeten (>)> zonder dat men reden
heeft, om te denken, dat ze hun voegden. De
bitterheid der partylchap duurde eenen gerui-
men tyd, en zou nadeehge gevolgen gehad heb-
ben voor de Coccejaanen, zo deezen de hand
niet boven 't hoofd gehouden was, door 's
Lands Staaten, aan welken zy, van hunnen
kant; daarentegen, meer eerbiedenis en ftip-
ter gehoorzaamheid bevveezen dan eenigen on-r
der de Voetiaanen. Men zag hiervan, omtrent
deezen tyd, een merkwaardig voorbeeld.
In fommige Gewesten, en in Friesland in- xv.
zonderheid, was, federt, eenige jaaren, in ge- De S:aa*
bruik geweest,in deopenbaare Kerken,te bid- ||",j^j
den voor den Prinfe van Oranje. Dit gefchied- ftene^
de ook in Holland, door veele Predikanten, orde op
die Voetius zyde hielden. Dach de Staaten van het open«
dit gewest, den Prins thans aanmerkende, als ^r br'
een' byzonder' Perfoon, die de hooge ampten de Kea
zyner voorzaat«! nog niet bekleedde, en veel- ke».
ligt nimmer bekleeden zou, oordeelden, dat
hem deeze uitfteekende eer niet tóekwam, dan
in de Kerken zyner byzondere Heerlykheden
hier te Lande, daar Iry ze, met andere hooge-,
OU
rt> TnuRKir.«» fapets, KV. w. ». *',..
(/1 Vu. üecl, II. ïiy. X. Duel. U. .5, 88,
D 5
-ocr page 60-
53 VADERLANDSCHE XUX. Boek.
1662. en Ambagts-heeren, gemeen hadt. In de ge-
------- raeene Voorfchriften der gebeden, die in de
ooenbaare Kerkboeken,, gedrukt waren, en,
doorgaans, door de Predikanten, gevolgd wer-
den, hadt men ook eenige andere wanvoeglyk-
heden ontdekt, die verbetering behoefden: in-
zonderheid, werdt, volgens dezelven, in de
eerfte plaats, gebeden, voor de algemeen«
Staaten,als de hooge Overheid deezer Landen,
dafcr men nu, in Holland, verftondt, dat de
Staaten van Holland en Westfriesland alleen
de wettige hooge Overheid waren van dit Ge-
west. Om deeze en diergelyke ongeregeldhe-
den te weeren, hadden hunne Edele Groot-
Mogendheden, al in den jaare 1657, eenige Le-
den der Vergadeiinge gemagtigd, om de Voor-
fchriften der openbaare gebeden naar te zien,
en,den Staaten te dienen van den besten raad,
om de Predikanten, aan der Vooriclniiten ver-
bonden te houden (ti). Doch 't liep aan, tot
op het einde deezes jaars 1662, eer deeze Ge-
magtigden verflag deeden van 't gene zy ge-
vonden hadden (V). De Staaten'^ door de Witt
■ jßgj. bewoogenQiv), namen, hierop, in Lentemaand
des volgenden jaars, eenbefliüt, om den-Pre-
dikanten, aiomme, te belasten, dat zy, in de
eerfte plaats zouden hebben te bidden „ voor
„hunne Edele Groot-Mogendheden, of de
„ Ridderfchap, Edelen en Steden van Holland
„en Westfriesland, als zynde den ontwyfel-
„baaren Sotiïerain, en, naast God, de eenige
„hooge Overheid deezer Provincie; daarna
„ voor
r«") ReCol. Hol'. 13 üecemi. 1057. U. 444-
fiO Refol. Hol', 3, 9, üecemh. iCfla. U. 28.
(w) «'Estrades ïwi». If. p. ï06.
-ocr page 61-
£LïX.Boek. HISTORIE. 59
-voor de Staaten der andere \7'ereenigde Ge- ,^3,
„ westen, derzelver Bondgenooten, en voor ..,,, "
n derzelver gezamentlyke Afgevaardigden.
„•ter- algemeene Staatsvergaderingc en in den
-Raad van Staate: voorts, binnen 'sGraa-
jj venhaagc alleen, voor de Gecommitteerde
„ Raaden, voor de twee hooge Gercgtshoven,
„en voor de Kamer van Rclceninge, en,
„ eindclyk, overal, voor de Wetbouderfchap
„ en Regeerders der Stad of Plaatfe (V)." Van
dit befluit werdt den Predikanten, aiomnie,
kennisgegeven (j)> met byvoeging, dat men,
in de hooge en Ambagtshecrlykheden, ook
.voorde Meeren, in rang onmiddelyk voorde
Wetbouderfchap, zou hebben te bidden. De Friesland
vStaaten van Friesland, die, ten deezentyde, ï"1?1,^"
verbonden, dat de algemeene Staaten de hop- en^zèi
jge Oyerheid deezer Landen waren, iïieten zig 'er zig
zeer aan de nieuwigheid, die Holland dagt in tegen,
te voeren, en beweerden, dat men zig in 't
bidden, ichikken moest naar de Voorichrif-
ten, agter de gemeene Bybels en gebedeboe-
ken gedrukt, en alomme verfpreid *"(«). Die
van Hollandsweezen, daarentegen, aan, dat
deeze Vooifchriftcii nierkelyk veifchilden; en
dat_ fommigen, in de eeilte plaats, voor den
Keizer en voor den Koning vau Spanje leerden
bidden: anderen, in Leicesters tyd, naar 't
fchynt, uitgegeven, ook, met"imame, voor
onze genadigfté Koningin van Ëijgeland: an-
deren, voor den Stadhouder, in rang voor de
Staaten van den Lande; veeIen,eindelyk,voor
de
f*) Refol. van CüiifiJ. ter tij.le veb de Wïïf. tl. fa3.
. {y) IlciöJ. «Is bm>tn, bl. rtf.„, f,6*. . ,.,.,, *
M)
KUm»ti> iV. ütel, H.>jij6,
-ocr page 62-
6o VADER.LANDSCHE XLIX. Boek;
ï663- de algemeene Staaten, in de eerfte plaatfe. Zy
;----- s voegden hierby, dat de wijze van bidden bin«
nen Holland ftondt aan de beichikkinge der
Staaten van 't Gewest, geenzins aan de Staa-
ten der andere Gewesten («). Doch die van
Friesland, opgezet, zo fommigen fchryven,
doorPrinfe Willem van Nasfau, die, van Bre*
da, derwaards vertrokken was, zonder den
Haage aan te doen (6), lieten zig niet genoe-
gen met deeze redenen (c). Zy bi-agten te we-
ge, dat de Correspondent der Frielche Sinode
de Leden der Zuidhollandfche, die, in Hooif
maand, binnen's Gravenhaage, zat, vermaan-?
de, tot het aanwenden van ernftige poogü>
gen by de Staaten, om 't nieuwe Voórfchrift
van 't openbaar Gebed wederom in te trekken.
Maar dit gedrag van Friesland werdt by des
Staaten van Holland zo euvel genomen, óa.%
zy 'er voldoening voor begeerden van de Frie-
zen (rf). Voorts, droegen zy zorg, dat 'er, op
de volgende Noordhollandfche Sinode, die té
Haarlem gehouden werdt, geen diergelyl?
voorftel gedaan werdt, door den Correspon-
dent der Friefche Sinode (V). De Coccejaan-
fche Predikanten waren, op de Noordholland-
fche Sinode, de gereedften, om het nieuwe
Voórfchrift aan te neemen: wordende zy eg-
ter van de meeste anderen ingevolgd. De Si-
node befloot, derhalve, het Voórfchrift te ag*
tervolgen, in vertrouwen, dat het niet ftrek-
te
f«) Aitzema IV. Deel, bl. ij()C 1004.
(. ») n Estrades Tom. II, />, 300.
(c) A<tzim/i IV. Lul, M 1009 euz.
f #) ReToL Ho» 17 July 1663. bl. »5.
Oi ftcfid. vin Conlii. ton iy4e van hb- Wnr, K, 67C QiUfc
M
-ocr page 63-
XLIX.Boek. HISTORIE. «t
te tot benadeelinge van 't gene , by de Sinode i«|J
van Dordrecht, in de jaaren i6i3 en 1619, be«
         -
raamd was, gelyk fommige onrustige en kwaad-
willige geesten
, Zo alsze genoemd werden * ja
byna alle gezindheden deezer Landen gedree-
Ven hadden (ƒ). De Staaten verklaarden ,
federt $ dat zy niet beoogd hadden , met hun
Voorfchrift, de Dordrechtfche Sinode te be-
nadeelen (g). Midlerwyl, hadden de Staaten vier Ge*
van Gelderland, Zeeland, Overysfel en Stad westen
en Lande zig ook verklaard tegen het Voor- voegen
fchrift, door Holland vastgefteld , dryvende, pjfjj**
dat het niet kon aangemerkt worden , als by- Ianjj/
zonderlyk behoorende tot de huishoudinge van
Holland , alzo 'er de rang der algemeene Staa-
ten in bepaald werdt, tegen de oude gewoon-
te : 't welk te vreemder werdt gevonden , om
dat Zeeland ook verflondt, dat de byzondere
Staaten, elk in hun Gewest, de hooge Over-
heid waren. De Staaten van Zeeland floegen Zeei«n*
eene foortvan een'middel weg voor (/;), be- ^J/^'
weerende , dat de Predikanten zig , in 't bid- ™eg *
den, bedienen zouden van deeze uitdrukkin- voor,
gen : wy bidden u voor de genen die gy over ons
in Hoogheid en ''s Lands Regeeringe gefield hebt;
tvy bidden u voor de Heeren Staaten Generaal der
Vereenigde Nederlanden , en voor de Staaten van
.....> zynde onze wettige hooge of Souverai-
ne Overheid (/)• Doch de Staaren van Hol- die Hol-
land, geen genoegen vindende in deezen voor- ,and ni<*
flag, b«h,«ft
Cf) Extr. uit de Ad» Sjrnod. N\ o.dholl. by Ajtzima IV.
Deel, bl. mi6.
                                                 '
(e-j Refol. van Confid. bl. 711,
J&? Ü'tu!;,2ecl- 27 3un? M s'ßt. 1663. W. »Go. I»N a«
npril ifto^. W. 175,
O) Ajthwa IV. I),ül U. 1015, ioitf-ioai? 1035*
-ocr page 64-
'ês. VADERLANDSCHE XLÏX.BoÊit,
1653. (lag , die inderdaad duister was en 't verfchil
—— onbeflist liet, ichreeven eenen wydluftigen
Brief aan alle de Gewesten, waarin zy de rede-1
lykheid van hun Voorfchrift verdedigden ( k ).
Ook bleeven zy zorgen,. dat niemant der Cor-
respondenten, tegen het zelve, eenigen voor-
flag deedt, op de Hollandfche Sinoden (/),
Door alle decze middelen, raakte, eindelyk,
het nieuwe Voorfchrift, in Holland, in gemeen
gebruik. Weinigen waren'er maar, die't over-
traden ; doch zy veranderden van gedrag, na dat
de Staaten, in Wynmaand des jaars 166(1, be-
flooten hadden de wedden van elk, die zig niet
flipt aan't Voorfchrift hieldt, in te houden (ra)*
Te vooren, hadden zy reeds ernftige belluiten
genomen , tegen zulke Predikanten , die uit-
heemfche briefwisfeling hielden , en zaaken
van Regeeringe op den Predikftoel bragten,
gelyk, nu en dan , nog door eenige Predi-
kanten gefchiedde ; onder anderen , verklaa-
rende „ dat zy, die de raadpleegingen en be-
sluiten der Regeeringe van den Predikftoel
„ doorftreeken, en de Overheid by de ondcr-
„ daanen zogten verdagt te maaken, terftond,
„van hunnen dienst zouden worden verlaa-
,j ten , zonder immer daartoe wederom aange-
komen te worden (»)i" naar welke beilui-
ten , eenige Voetiaanen zig ongaarne voegden.
De Coccejaanen fchikten 'er zig , daarente-
gen, gereedelyk naar, en wonnen, daardoor,
meer
(A ) Relbl. van ConfiJ. tl. 71?.. AlTZEMA IV. Deel, ih
I02t , 11)23.
( / ) Rafol. van Confid. hl. 77a.
imj Rci'ul. van Confl'i. tl, 7<ji
(Vj Rcfo). van Coiiful, tl. 787,
-ocr page 65-
•XLlX.BofeK. HISTORI E. 63
meer en meer, de gunst der Staaten en der Wet- i<tfj.
houderen in de »Steden. Zy werden voorzien met-------
de beste Plaatfen, en namen, derhalve, van
tyd tot tyd, toe in getal: waardoor de Staaten
van Holland eenen lteun kreegen aan de Ker-
kelyken, dien zy, te vooren, niet gehad hadden.
Doch terwyl de zaak van 't openbaar Gebed De Ver-
en dférgelyken ter Vergaderinge van' Holland ^"^f.
verhandeld werden, ondervondt men , dat land be-
fommige Leden met zo veele vrymoedighJiU looft,
fremden, dat men bedugt werdt, of zy niet, ^aarl^e'
mogelyk, by verandering van tyderiy desWef- ^o^ te
ge, eenig nadeel konden te wagten hebben, houden ■,
Men nam, derhalve, na ryp beraad onder de wegens 't
Edelen en in de Vroedfchappen der Steden, Sene z?
een eenpaarig befluit, om alle zulke Leden der r^den0'1'
Vergaderinge, welken, in vervolg van tyd, ter ofbeflui»
oorzaake van de voorllagen, veitoogen, raad ten.
of beiluiten, tot handhaavinge der tegenwoor-
dige Regeeringe en behoudenis der Vryheid,
eenig nadeel, in lyf, goed ampt of eere, mögt
overkomen, fchadeloos te houden, en hun of
hunnen erfgenaamen vergoeding te doen uit
's Lands middelen (9).' EÏk kreeg, vervolgens De Witt,
eene Akte van indemniteit of fchadelooshouding wordc,op
overeenkomftig met dit befluit, met naameook ™ÖTwf
de Raadpenfionaris de Witt, die, ten deczen jaareu,
zelfden tyde, wederom voor vyf jaaren, rot trttRaait
het gewigte ampt, welk hy nu tien jaaren be- Pe°fl°-
kleed hadt, aangenomen werdt Qp ).
               "aa"'
In Groningen en de Ommelanden, was fe- men.
tiert eenigen tyd, wederom, uit vericheiden XVL
oor- ?nl»tten
111 Gro-
C«) Refol. vnn ConGd. hl, 69Ö. A.tzswa ït.Zutl, il. tc<M.
(g) Refol. van CoiJld. tl. 71&.
                                        iJ
-ocr page 66-
($4 VADERLANDSCHE XUX.Boek;
1C63. oorzaaken, oneenigheid ontftaan, die, in dee-
—— zen jaare, bygelcgd werdt. 't Getal der genen,
nin^en welken, uit de Ommelanden, op de Landfchaps
en de Vergaderingen, verfeheenen, beliep, ten dee-
hnden" zen ^6'we* nonc*erd of meer, hebbende elk,
die dertig graazen Lands, agt guldens in de
Verpondinge doende, bezat, regt omtenLand-
dage te verlchynen. Doch eenige Ommelan-
der Heeren, hun aanzien merkelyk ziende ver
minderd, door zo groot een getal van ftem-
mende mede leden, tegen niet meer dan zes-
tien Perfoonen, van wege de Stad, die nogtans
zo veel zeggens, ten Landdage* hadden, als
zy niet hun allen; vervoegden zig, zonder de
Stad gekend te hebben, in den aanvang des
jaars 1662, by de algemeene Staaten, inden
Haage. De Stad, de lugt van hunnen toeleg
gekreegen hebbende, deedt, insgclyks, eene be-
zending herwaards, die den algemeenen Staa-
ten voorhieldt „ dat de Ommelanden niet be-
5, voegd waren, om een groot deel van de op-
„ gezetenen ten platte lande te berooven van
„ het regt, om ten landdage te zitten; dat*
v hierdoor, de Landeryen meer dan een der-*
„ de in waarde zouden afflaan: 't welk ftrek-
„ ken zou tot merkelyk nadeel van de Stad,
„ welker ingezetenen ook ten platten landa
Oproer „ gegoed waren." De algemeene Staaten ba-
in de flooten de zaak nader te doen onderzoeken j
*
          doch eer zy hiermede gedaan hadden, ont-
ftondt 'er eenc merkelyke beroerte in de Stad.
Joan Schuilenburg, voor deezen Afgevaardig-
de van wege Stad en Lande ter algemeene
Staatsvergaderinge, was, federt dat hy, tegen
last in de Vrede met Portugal bewilligd hadt,
van
-ocr page 67-
XLIX.BoEK. HISTORIE. 65
van zyne ampten verlaaten.. Doch , zig kwa- xgg$t
lyk genoegende aan een bedryveloos leeven,
          *
hadt hy , door kuipery, beloften en gefchen-
ken , by verfcheiden' Burgemeesters en Raa-
den der Stad , zyn best gedaan» om herlleld
te worden ; en toen 't hem , langs deezen
weg, mislukt was , zyne toevlugt genomen
tot de burgery, met naame tot de Bouw-
meesters en Oldermans der agttien Gilden ,
welken hy 't hoofd vulde met klagten, over
't onregt. hem aangedaan , te gelyk gewaa-
gende van verfcheiden' gebreken in de Re-
geeunge , die herftelling behoefden : al 't
welk van zulk een gevolg was , dut het ge-
meen , iu Hooimaand des gemelden jaars »
op de been nakte, en, met een Verzoek-1
fchrift} by Burgemeesteren en Raad, om
herftelling van eenige misbruiken aanhieldt.
De Regeering was, in 't eerst * ongezind , De Rê,
om aan 't verzoek der menigte te voldoen ; geering
doch bevroedende dat de bezetting, Welke *»eeittü*
zy op haare hand hadt, naauwlyks zeshon-
derd man Merk was, en dat de burgery, in
veel grooter getal, de wapenen hadt opge-
vat , befloot zy toe te geevm „ dat, gelyk
„ men begeerd hadt, de^gezwooren' Gemeen-
„ te of Vroedfchap , voortaan, in geduuri*
„gen dienst blyven, en tot geene andere
„ampten benoemd worden zou/' De Ak-
te , waardoor Schuilenburg onbekwaam ver-
klaard was , om eenjg ampt te bekleeden *
werdt, zo veel de Stad aanging, wederom
ingetrokken, waardoor hy hoop kreeg, orrl
eerlang in zyne waardigheden hsrfteld ie
AJI1. De kl.
             E                     woi>
-ocr page 68-
66 VADERLANDSCHE XLIX.Boek.
1663. worden. Eenigen uit de gezwooren' Ge-
—— meen te , om de Aapten , welken zy , daar-
benevens , bezaten, te behouden, Honden af
van het Gezwoorenfchap ; in welker plaats ,
terftond , anderen benoemd werden. Alles
bleef' toen in rust, voor eenen tyd. Docll
Zy zoekt fommigen uit de Regeeringe verzuimden
geryte ™et' °P nunne beurt, onder de hand , te
wiuncn. arbeiden , om de burgery te winnen ; haar
vertoonende , dat het den aanleggeren der
jongfte beroerte niet te doen geweest was,
om den welftand der burgeren te bevorde-
ren ; maar om zelven op 't kusfen te raaken ;
't welk , by de meesten , doorgaans gereed
genoeg om te gelooven , 't gene hun , ten na-
deele der Overheid , in de ooren geblaazen
vverdt, zo veel ingang vondt, dat de oude
Taalmannen en gezwooren' Gemeente, ein-
delyk , in Herfstmaand , een Vertoog inle-
verden aan Burgemeesteren en Raad, waarby
zy de jongfte keuze onwettig verklaarden ,
en eenc nieuwe begeerden. Den Gilden ,
die ook ter gehoor waren toegelaaten , werdt
aangezeid , dat zy zig , voortaan , niet zou-
den hebben te fteeken in zaaleen van Regee-
ringe. Men tradt tot eene nieuwe keuze
van Gezwoorens , en de gantfche Regeering,
. oude en nieuwe , verbondt zig , tot onderlin-
ge handhaavinge. De Bouwmeesters en Ge-
magtigden uit de Gilden , nogtans, niet kon-
nende rusten, riepen de Gildebroeders byeen,
Zy her. van zins om z*8 te fterken tegen de Wet-
neemt houdcrfchap. Doch deeze, de bezetting in
baar ge- de wapenen gebragt hebbende, deedt de twee
■*£•
                                                                     Bouw-
-ocr page 69-
XLIX.BoEK. HISTORIE. ty
Bouwmeefters, zonder uitftel, gyzelen. Zy 166$.
werden niet geflaakt, voor zy en alle de 01-----■"«•*
dermans zig verbonden hadden , om zig voor-
taan alleen met Gildenzaaken , niet met zaa-
ken van Regeeringe te zullen moeijen. De
Wethouderfchap , midlerwyl , om t gemeen
genoegen te geeven , de belastingen op ee-
nige eetwaaren een weinig verminderd heb^
bende , kondigde eene foort van vergiffenis
af van 't voorgevallene. Doch de Ommeland-
den verklaarden zig tegen deeze vermindering
der belastingen , om dat de Stad nog niet be-
willigd hadt, in 't ftellen van Regteren over:
Schuilenburg , op wien zy zeer gebeten wa-
ren , en die , van wege de Stad , federt ee-
riigen tyd , door twee ibldaaten, in zyn huis»
bewaard werdt. Doch de vrees voor nieuwe
opfchudding hadt de Wethouderfchap belet
ftrenger met hem te handelen. Prinfe Wil- Prïns
lem van Nasfau , Stadhouder van 't Gewest, Willem
federt, in Groningen gekomen zynde , werdt ™ö
men te raadc, de bezetting te verfterken : breng*
gelyk gefchiedde. Op den dertigften
Van meer
Slagtmaand , terwyl de gewoonlyke bezet- Kryss-
ting , met Prins Willem aan 't hoofd , in de *olJ }
wapenen gebragt was , werden , op 't onver-
üe St
wagtet, veertien vendelen knegten en twee
kornetten paarden ter Stad in gelaaten , die
zig , in een oogenblik , van de markt en de
wagthuizen meester maakten. Terftond hier-
op , werden eenige oproerigen in hegtenis
genomen. Doch Schuilenburg was in vrou«
wenkleedinge ontfnapt, en eerst naar Bree^
men , en van daar naar Munfter geweeken *
E ft
                             al-
-ocr page 70-
68 VADERLANDSCHE XLIX.Boek.
1663. alwaar hy zig eenen geruimen tyd onthieldt,
jmmm wordende door den Bisfchop in befcherming
en dienst genomen. Men tradt, voorts, tot
het aanftelien van agttien Gemagtigde Reg-
ters uit de Stad en de Ommelanden, die, ten
overftaan van Prinfe Willem , over Schuilen-
Vonnis
tegen
burg en de anderen» moesten vonnisfen. Men
hoorde , tegen Schuilenburg , verfcheiden'
Schuilen- getuigenisfen van Regeeringsperfoonen , en ,
burg, in zyn vonnis, den dertiglten van Winter-
maand getekend , werdt hem te laste gelegd,
»dat hy oorzaak geweest was van den oy.-
» loop, plondering en onwettelyke vcran-
» dering der Regeeringe in den jaare 1657 ,
»en daarvoor eene groote fomme gelds gc-
» trokken hadt; dat hy 's Lands penningen
»verkort, en giften en gaaven genootenhadt,
»tegen zynen eed ; dat hy , in den handel
n met Portugal, aangegaan was tegen zynen
»last, ten nadeele van den Staat en van [de
» Westindifchc Maatfchappyc ; en door zyne
35 drift om te belluiten , fchoon 'er twee aau-
» zienlyke Gewesten tegen flemden , zo veel
»in hem was, de heilzaame eendragt van
» den Staat gezogt hadt te verbreeken ; dat
» hy het voorftel van Holland, wegens het
» Portugeefche werk, hadt doen drukken en
„ verfpreiden , en de Staaten van Stad en
j, Lande, in zekere zyne gedrukte Verhan-
„ deling , fchamperlyk hadt doorgeftreeken ;
„ dat hy , laatftelyk , met de Bouwmeesters
n en eenige Gemagtigden uit de Gilden ,
£ hadt famengefpannen , en den Raad , door
j, oproer, gedwongen , om hem te herftel-
»len,
-ocr page 71-
XLJX.BoEK. HISTORIE. 69
„ lcn, ihoeveiide zelfs, dat hy het leeven van j^3,
„ eenige Heeren in zyne hand hadt.'" Om ■----—
alle welke misdaaden, hy veroordeeld werdt, '
om onthalsd te worden, zo dra men hem be-
komen kon, wordende, te gelyk, alle zyne
goederen verbeurd verklaard. Gerrit Harmam
IVarendorp,
gewezen Bouwmeester der agt- |r"en^
tien Gilden, werdt, wegens den jongften deren,
oproer, in 't begin deezes jaars 1663, met
den zwaarde geregt. Doktor Lukas Harkem
Advokaat, en Gerard Udink, gewezen Older-
man van 't Kleermaakers Gilde, die men oor-
deelde gelyke ftraf verdiend te hebben, wer-
den, nogtans, uit genade, gebannen uit de
Vereenigde Gewesten en uit Oostfriesland,
volgens verzoek, hiertoe, aan de Staaten der
rudere Gewesten (g), aan de algemeene Staa-
ten , en aan den Graave van Oostfriesland
te doen. De vergiffenis, te vooren, door de
Stad, verleend, fcheen bezwaarlyk metdeeze
vonnLsi'en te können beftaan. Doch men oor-
deelde, dat de Stad, op zig zelve de oppeiv
tte magt niet hebbende, zulk eene vergiffe-
nis niet hadt mogen verleenen; waarom men
ze niet liet gelden. De algemeene Staaten
en de Staaten van Holland zelven betoonden
groot genoegen, over den yver van die van
Stad en Lande, in het ftraffen der oproeri-
gen : hun zelfs meerder Krygsvolk aanbie-
dende, zo zy 't noodig mogten oordeelen.
Doch ik meen niet, dat deeze aanbieding
aangenomen werdt. Prins Willem van Nas- Prins
fau, Willem
(?) Notjll. Zscl. 13 Febr. \6',ï. U. 2.\.                       , - ,
E3
-ocr page 72-
?o VADERLANDSCHE XLIX. Boek.
1C63. fau , de rust in Groningen herfleld hebbende,
------ arbeidde , terftond , aan het byleggen der
legt de gereezen' geichillen , tusichen de Stad en de
gefchil- Ommelanden. Hy en de Gemagtigden der
fchen" de Ommelanden beraamden een Reglement,
Stad en vvaarby die van de jaaren 1610 en 1659 , in
de Om- de voornaamfte opzigten , bevestigd werden,
melan- Voorts, werdt 'er een voet in vastgefteld ,
den by. vojgens welken , de Ampten der Provincie ,
voortaan , zouden begeven worden. De al-
gerneene Staaten bekragtigden dit Reglement,
op den twee - entwintigften van Sprokkel-
maand. Wat laater, gaven zy, ten over-
vloede , hunne goedkeuring, op een Regle-
ment , door de Regeering van Groningen ,
op hunnen raad , en voornaamlyk door be-
werking van Holland, gemaakt tot betoo-
ming van de Gilden, die, federt, geene alge-
meene Vergaderingen mogten houden , gelyk
?y, tot hiertoe, hadden mogen doen, en niet,
dan by een Gilde tevens , met voorkennisfe
van Burgemeesteren, byeenkomen. Gok werdt
het Ampt van Bouwmeesteren vernietigd (r\
Door alle welke fchikkingen , de rust in Gro-
ningen en de Ommelanden, vooreenige jaaren,
XVII. herfteid werdt.
Klagten , Maar in Friesland , hadt elk ook, federt ee-
in Fries- n}gen tyd , den mond vol gehad van klagten,
over''t over ^ 'CUIPen om Ampten, en over 't gee-
kuïpen ven en ontvangen van gefchenken , om in
en ont de Regeeringe te komen. Zo hoog liep het
vangen misnoegen , hierover, dat men voor opfehud-
van 6>
                                                              Am*
Hen,             CO AiTZEM/i IV, Vetl, il. 832-1)35, »41-(»56«
-ocr page 73-
XLIX.BoEK. HISTORIE. 71
ding onder 't gemeen bedugt was. 't Hof 1663.
moest 'er, derhalve, kennis van neemen, en ——
zorgdraagen, dat de wetten, tegen deeze
misbruiken gemaakt, beter werden uitge-
voerd. Ook fielden 'er de Staaten nieuwe
orde tegen, eiken Amptenaar eene eed van
zuiveringe opleggende, en honderd gouden
ryders bcloovende aan ieder, die eenen over-
treeder wist aan te wyzen (ï). Over 't regt
van Hemmen, in Lands- deels-, dyks en an-
dere zaken, was ook verfchil gereezen, welk,
door een Reglement der Staaten van den een-
entwintigden van Slagtmaand deezes jaars
1663, geregeld werdt (j).
De Vrede met Portugal, in 't jaar 1661 gefloo- XVI ir.
ten, nog niet naar behooren bekragtigd zyn- 'tBekrag-
de door den Koning, namen de wederzydfche aft^>mlf"
onderzaaten hieruit gelegenheid om de vyand- gen der
lykheden te doen duuren. De Zeeuwen kaap- Vrede
ten, op Spaanfche hertellingen, op de Portu- Inet Por"
geczen: die, van hunnen kant, ook verfchei- ™^dt
den' HoUandfche en Zeeuwfche fchepen na- verwyld.
men, en in Engeland opbragtcn. In Zeeland,
wist men 't zeevaarend volk aan geen weer-
werk te helpen, en zou hierom gaarne gezien
hebben, dat de Vrede met Portugal niet be-
kragtigd geworden was, wanneer men 't kaa-
pen zynen gang zou hebben laaten gaan.
Doch den Portugeefchen Gezant, in Hooi-
maand des jaars 166a, te kennen gegeevert
hebbende, dat hy de bekragtiging van den
Ko-
(O A'Tzema IV. Peel, W, 9(>9-97T-
C'J Aitzïma IV. Dt:l, il. 1050 1Ó59»
E 4
-ocr page 74-
fi VADERLANDSCHE XLIX. Boek.
j553. Koning zynen meester, in orde, ontvangen
»------hadt, en gereed was, om ze, tegen die der
Staaten, uittewisfelen, raadpleegde men a
hierop, ter algemeene Staatsvergaderinge.
Vier Gewesten waren gereed, tot het bekrag-
tigen der Vrede, Doch Gelderland, Zeeland
en Stad en Lande blecven weigerig. In Slagt-
maand, boodt Zeeland, eindelyk, aan,' de
Vrede te zullen bekragtigen, mids i. de fche-
pen, die, voortaan, op Brazil zouden hande-
len, de gewoone regten betaalden aan de Wcst-
indifche Maatfchappye; dat 'er 2. een middel
bedagt werdt, om het Verdrag, by 't over-
geeven van Brazil gemaakt, flipt te doen naar-
komen; dat 3. de bedongen agt millioenen
aan de Westindifche Maatfchappy werden uit-
gekeerd, en dat 4. de algemeene Staaten be-
loofden , het Oktroi der Maatfchappye, tegen
dat het ten einde liep, te zullen vernieuwen.
De algemeene Staaten Honden het derde punt
toe aan die van Zeeland, beloofden, aan het
tweede de hand te zullen houden, en de an-
dere twee , door Gcmagtigden , te zullen
Doch ge- doen onderzoeken. Hierop werdt de Vrede
fchiedt bekragtigd (ti); fchoon 'er Gelderland en Stad
fvk en Lande, vollïandiglyk, tegen ftemden. De
uitwisfeling van 't bekragtigde verdrag gefchied-
de, op den vyftiendcn van Wintermaand. Doch
de Vrede werdt, hier te Lande , niet voor
den veertienden van Lentemaand des jaars
1663, afgekondigd (V),
't Ver-=
Ca) Noful. Zeel. 2 Dec. 1662. U 356. 27 Jan. 1(563. bU 8.
(,'y) Aitzema IV. jped, bl. 939-94», 78J,
-ocr page 75-
HISTORIE. 73
XLIX.BoEK.
'tVerwylen deezer afkondiging en 't uit- 1663.
ftellen van de bekendmaaking der geflooten' ----—
Vrede, in Oost en Westindie, begunstigde xix.
de onderneemingen der beide Maatfchap- Pe ^ost«
pyen. De Westindifche Maatfchappy hadt {££
ter gemaakt van 't Eiland Annobon* in A- veroverd
frika (w). Doeh in Louwmaand deezes jaars Köchin
1663 , hadt de Oostindifche Maatfchappy *"r> "**
Köchin, en, op den vyftienden van Sprok-
kelraaand daaraan, de fterke Vesting Kana-
nor, benoorden Köchin, op de Portugeezen,
veroverd, waardoor zy van de gantfche kust
van Malabaar, tot aan Goa, toe, meester
geworden was (V). De Graaf van Miranda
en Diego Lopes de Ulhoa, die, na hem, de
zaaken van Portugal, eenen tyd lang, waar-
nam , beweerden, dat deeze twee Steden ,
tegen den inhoud der Vrede, bemagtigd wa-
ren , en terftond wederom behoorden gegee-
ven te worden. Doch de Oostindifche Maat-
fchappy hielde het tegendeel (taande. De
Portugeezen vestigden zig , voornaamelyk ,
op één der punten van 't Verdrag, waarby
vastgcftcld was, dat de Vrede, drie maanden
na de bekragtiging, zou afgekondigd wor-
den, en dat de vyandelykheden, twee maan-
den na de afkondiging, zouden ophouden
buiten Europa. De bekragtiging nu was,
huns oordeels, gefchied, in Hooimaand des
jaars 1662, wanneer zy verklaard hadden,
daar-
(w) Attzkma IV. Duel, il. 040,
£*) AiTZEMA IV. Deel, il. 1080,
-ocr page 76-
74 VADERLANDSCI IE XLJX. Boek.
i6<s$. daartoe gereed te zyn, waaruit volgde, dat
—----- de vyandlykheden op de kust van . Malabaar
met de Vrede ftreeden. Maar de Oostindi-
fche Maatfchappy verftondt, dat de bekrag-
tiging niet kon gerekend worden gefchied
te zyn, voor dat de bekragtigde Verdragen
waren uitgewisfeld, dat is, niet voor den
vyftiendcn van Wintermaand des gemelden
jaars, waaruit volgde, dat het overmeesteren
van Köchin en Kananor, in Louw- en Sprok-
kelmaand der jaars 1663, niet aanliep tegen
het Verdrag (j). Na 't vertrek van Ulhoa,
zondt de Koning van Portugal Francisco Fer-
rci'ra Rebello
herwaards, die ook op 't herle-
vcren van Köchin en Kananor aanftondt.
Doch men bleef, hier, van oordeel, dat de
Maatfchappy deeze Plaatfen wettiglyk bezat.
Portugal Rebello hadt, daarenboven, last, om de Staa-
Terzoekt tcn on] onderftand te verzoeken tegen Span-
de'sila" Jc- Spaanfche Gezant Gamarra kreeg liier-
ten tesen van zo dra de logt niet, of hy verklaarde den
Spanje. Staaten, dat de Koning, zyn meester, het
onderfteunen van het wederfpannig Portugal
voor eene Vredebrcuk houden zou. Doch
deeze verklaaring was overtollig. De Staa-
ten hadden, te vooren reeds, beflooten, 't
verzoek van den Portugeefchen Gezant af te
flaan, gelyk zy deeden: waarop hy, terftond *
zyn aflcheid nam (z).
Verlies 't Veroveren van Köchin en Kananor boet-
van 't Ei- te een wejnig de fchade, die de Oostindifche
Maat-
fy~) Aitzfma tV. Deel, hl. 1157, n6l-, ll6$, 1166, I16&,
H73- V Ueel, H \(j7-
i^z)
AlTit.UA IV. 'Dctl, W. 1171-1173,
*
-ocr page 77-
XLIX. Boek. HISTOR I E. 7$
Maatfchappy, in't voorleeden jaar, geleeden 1603.
hadt, door 't verliezen van het Eiland For- -— -
mofa, vanwaar zy ftcrken handel dreef op land For-
China en Japan. De Maatfchappy hadt dit mQi^
Eiland eenige jaaren bezeten, uit hoofde van
een Verdrag met de Chineezen, die haar For-
mofa afftonden, mids zy de Piscadores , nader
aan China gelegen, ruimde, gelyk zy gedaan
hadt. Doch Coxinga, een Chinees, federt
veele jaaren, de wapenen gevoerd hebbende
tegen de Tartaaren , die China bemagtigd
hadden, hadt, al voorlang, toeleg gemaakt,
om Formofa te overvallen, en van dit Eiland,
welk vol gevlugtc Chineezen ftak , den zetel
zyns gebieds te maaken. De Chineezen, die
op Formofa woonden, waren, reeds een en
andermaal, opgeftaan tegen den Bevelhebber
der Maatfchappy; doch hunne bcweegingen
werden, by gebrek van wapenen, geimoord
in de geboorte. Maar in Grasmaand des jaars
1661, deedt Coxinga, met twee- of driehon-
derd vaartuigen, die vyfentwintigduizend
man voerden, een landing op Formofa,
daar hem zyne landsluiden, terftond, toevie-
len. Twee of drie fchepen lagen 'er toen flegts
aan 't Eiland, een van welken, in gevegt ge-
raakt met omtrent zestig Chineefche Jonken,
door zyn eigen buskruid, in de fügt lprong.
Een hoop van tweehonderd vyftig foldaaten
onder Pedel, flaags geraakt met vierduizend
Chineezen, werdt op de vlugt gejaagd. Toen
tastte Coxinga de Sterkten provimia en Zee-
landia,
ieder op eene zandplaat voor 't Ei-
land gelegen, de eene na de andere, aan.
De
-ocr page 78-
76 VADERLANDSCHE XLIX. Boek.
De eerfte gafzig, in Blociniaand, over, by
verdrag: de andere ftondt het beleg door,
tot in Sprokkelmaand des jaars 1662, wan-
neer zy, insgelyks by verdrag, overging. D&
bezetting bedong de gewoone krygseer, en
begaf zig, nevens de Nederlandeis, die op
Forniofa waren, naar Batavia, van waar men
verzuimd hadt, of niet in ftaat geweest was,
de belegerden te onderfteunen, naar behoo-
ren. De Bevelhebber van Formofa. Coyet
werdt, te Batavia, gevonnist tot cene altoos-
cluurende ballinglehap, op een onbewoond
Eiland. Hy kreeg egter, in 't jaar 1674, ver-
lof, om zyne dagen, in een der Vereenig-
de Gewesten, te komen eindigen. Op dceze
wyze, raakte de Maatfehappy Formofa kwyt
(V), welk zy, naderhand, nimmer wederom
magtig heeft können worden. Haare Vloot
onder Borth raakte, in deezen jaare 1663, tot
tvvcemaalen toe, ilaags met Coxinga, die,
de tweede reize, volkomenlyk overwonnen
en zozwaar gekwetst werdt, dat hy eerlang,
overleedt, aan zyne wonden. Zyn Zoon, die
't gebied na hem aanvaardde, wist nogtans,
door magt en beleid, de onderneemingen der
Maatfehappye op Formofa., geduuriglyk, te
verydelen (T).
Sedert de Vrede met Portugal, was 'er,
tusfehen Spanje en deezen Staat, ecnig mis-
noegen gereezen, doordien men, van hier, zo
van de Spaanfche zyde voorgegeven werdt,
den
(«) Zie 't Verwaarloosd Formofa en H. v. Quf.llENBURo
fegen TavüRNiEr Cap. II. tl. 17 enz.
(b)
AuzSma V. Oeel, tl. 190.
-ocr page 79-
XLIX.BoEK. HISTORIE. 77
den Portugeezen antretende goederen toe- kjos.
voerde. Onder dit voorvvendfel, werden-------
verfcheiden' Nederlandfche Koopvaardyfche-
pen door de Spaanfche Commisfievaardcrs,
onderzogt, aangehouden en opgebragt: 't welk
men van onzen kant, bieldt te ftryderi met
bet Verdrag van Zeevaart van den jaare 1650.
Men fleet veel tyds in den Haagc, met het
onderzoek van den ftaat deezer gefchillen. Ook
viel 'er nog veel te vereffenen, raakende de
Landen van Overmaaze en de wederzydfche
grenzen in Brabant (c). 't Misnoegen, welk ,
ter oorzaake van alle deeze gefchillen, ont-
ilondt, itoorde egter de Vrede niet, tusfcben
de twee Mogendheden, die, door het weder-
zydsch belang, langs hoe naauwer verbonden
werden aan elkunderen. Filips de IV. gaf den Huwelyk
Staaten, zynen zeer lieven en grooten Vrienden, tus!c^ei}
in Grasmaand deezes jaars, fchriftelyk kennis zer'en dë
van het geilooten Huwelyk zynerDogter,ikfor- Infame.
gareet, met Keizer Leopold (i); welk, in laa-
ter' tyd, gelegenheid tot eenen Moedigen oor-
log gegeven heeft.
Tusfchen den Keurvorst van Brandenburg xxr«
en den Hertog van Nieuwburg, waren, [•1na"d^et
ten deezen tyde, wederom eenige gefchillen ^en
gereezen , over de vrye oefening van den Keur-
Roomfchen en Onroomfchen Godsdienst, vorst van
die , door tusfehenfpraak der algemeene Staa- J™dsen^
ten, werden bygelegd. Men "handelde, te- den H$r-
genwoordig, ook over eene vernieuwing des toge van
Ver- Nieuw,
burg.
CO Aitzrma IV. Jieel, l/f. io?(. 1004-1111.
W Aitzema IV. Üeel, U. ïoyö.
-ocr page 80-
?8 VADERLANDSCHE XUX.Boek.
Verbond met Brandenburg, waartoe de
meeste gewesten neigden ; doch Holland
verklaarde , daarin niet te können bewilli-
gen, zo de andere Gewesten niet toeitonden,
dat 'er geene verandering gemaakt werdt, in
de oude ichuld ten laste van den Keurvorst,
fpruitende uit eene fomme van honderddui-
zend Ryksdaalers, door den Ontvanger Ifoef-
yzer,
in den jaare i6i6, hier te Lande, op
't geloove van Holland, opgenomen, en mer
de intrest en intrest van intrest, geweldiglyk,
opgeloopen; van welke ichuld de Keurvorst
een gedeelte begeerde af te trekken: waartoe
Holland niet verftaan kon. De vernieuwing
van 'c Verbond met den Keurvorst bleef,
derhalve, agter(V). Met den Paltsgraave Fi-
lips Willem, Hcrtoge van Nieuwburg, hadt
men ook nog verichil, over 't bezetten van
Raveftein. De Hertog hadt zig, daarenbo-
ven, federt eenigen tyd , meester gemaakt
van het Huis te Leuth, uit kragte van een
Keizerlyk bevel, welk onderftelde, dat de
Heerlykheid van Leuth eene vrye Ryks-
Heerlykheid ware. Doch de Staaten, deeze
Heerlykheid aanmerkende als een Leen van
Valkenburg, een der Landen van Overmaa-
ze, hadden de Nieuwburgfche bezetting ver-
dreevcn van het Huis, en zig met geweld»
gefteld in 't bezit van het zelve (e). De Palts-
graaf begeerde, deswege, vergoeding, in de
Lente deezes jaars. Ook boodt hy aan, Ra-
ve-
(<0 Aitzema IV. Deel, W. 824, 829, gC&, 1037, UJÖ»
1180, 1183. V. Deel, t>'. 323-332.
^*) Allz£H.\ IV. Deel, 61. j^Oyfio.
-ocr page 81-
XLlX.BoEK. HISTORIE. 79
veftein te willen afftaan tegen een gedeelte 1663.
van 't Land van Overmaaze. Doch zyn ver----------
zoek vondt geen ingang by de Staaten, die,
met reden, oordeelden, dat Maaftricht min-
der gedekt zyn zou, zo zy zig van een ge-
deelte van het Land van Overmaaze ontdee-
den (ƒ>
Tusfchen Ckristojfel Bcmard van Galen, XXII.
Bisfchop van Munster, en de Vereenigde Ne- <?or-
derlanden, fmeulde een oud misnoegen, welk a£
eerlang uitborst tot eenen openbaareu oor- 0nge.
log: waarom het, hier, in zynen oorlprong, noe:;en
verdiend opgehaald te worden.
                       tusfchen
De Zweeden, in 't jaar 1633, het Slot Be- Jhn B,ï_
vergerne, behoorende aan den Bisfchop van vanivïun-
Munfter, bemagtigd hebbende, hadden 't, flerende
in 't volgende jaar , afgeihian aan Fredrik ^taa'e.n/
Henrik, Prinfe van Oranje, wien het diende, o"f»j
tot dekkkinge van zyn Graaffchap Lingen. siotüe-
Zyn Zoon en Opvolger bleef, federt, in 't verger-
bezit van dit Slot, onaangezien de Keurvorst ne» at"
van Keulen, die toen Bisfchop van Muntter s "*
was, van tyd tot tyd, om herlevering van
het zelve aanhieldt (g). Doch na 't overlyden
van Willem den II., Prinfe van Oranje, lie-
ten de Voogden over den minderjaarigea
Prinfe, Willem Henrik, zig overhaalen,
om het Slot en Vlek Bevergerne, in den jaa-
re 1659, af te ftaan aan Christoffel Bernard,
die, eenige jaaren te vooren, tot Bisfchop
van Munller, vcrkooren was (Ji), en zig ver-.
bondt,
(ƒ") AlTZKMA IV. ütA, il. 1780.
(#) Attzsma VU Deel, H. 383» 38s, M<>.
(A) WiCQUEiruuT Livr. VI. p. 37«. Aitzema UI. Detl%
hl,
486.
-ocr page 82-
8o VADERLANDSCHE XLIX. Boek.
1-663. bondt, om honderd en vyfticnduizend Ryks^
-------daalers te betaalen aan 't Sterfhuis (ï). 't
Verfchil over Bevergerne was hiermede af-
gedaan. Doch kort na dat de Bisfchop ver-
kooren was, hadt hy gefchil gekreegen met de
»StadMunfter, en met den Deken en 't Kapit-
tel der Hoofdkerke, waarin de Staaten, ins-
gelyks, gemengd werden.
Twist
         De Stad plag, van ouds, in 't weereldly-
tusfehen ke z0 wei ais in 't Geestelyke, te ftaan onder
fchop'eti ^cn ßisich0P? doch gen°ot, desonaangezien ,
de Stad verfcheideu' vryheden en voorregten , even
Munfter. als de andere Hanze-Steden in Duitschland.,
Onder anderen, beweerde de Wethoudcr-
fchap regt te hebben, om bezetting in de
Städte leggen, om de Poorten te bewaaren*
en om het VVagtwoord te geeven. De Bis-
fchop, die't anders verftondt, hadt zig/in 't
jaar 1655, met eenig Krygsvolk, naar de Stad
begeven, en toen een Verdrag geflooten met
de Wethouderfchap, waar by, onder ande-
ren, beraamd was, dat Munfter bezet zou
blyven, door den Bisfchop, tot dat de Sten-
den des Lands geoordeeld zouden hebben ,
of zulks behoorlyk ware, of niet. De Sten-
den deeden, federt, uitfpraak, dat de Bis-
fchoplyke bezetting de Stad behoorde te rui-
men. Doch de Keizer, aangezogt door de
Stad, om haar, in haare voorregten, te be-
fchermen, oordeelde, dat dezelven eerst na-
. der beweezen moesten worden; waartoe hy
haar zes maanden tyas gaf. De Stad, bedugt,
dat de Bisfchop haar, na verloop deezer zes
maan-
C O Zie het Tiaft. by Aitzbma IV. heel, W. 4491
-ocr page 83-
XLIX.BoEk. tilSTOiUËi 8*
maanden , op nieuws 5 kwellen zou j zögt > 1553;
door voorfpraak der Hanze - Steden , Lubek, —;—•
Breemen en Hamburg , begreepen te worden,
in het Verbond , welk deezen , in den jaare *
1646, met de Staaten der Vereenigde Gewes-
ten, geflooten hadden; Zy deedt, ten deezert
einde , eene bezending herwaards , in Bloeit
maand des jaars 1657. De Staaten gaven
voor befeheid ^ dat zy den voorflag van dié
^van Munfter ter overweeginge der byzon-
n dere Gewesten verzonden hadden , en
„ midlerwyl alles aanwenden zouden , wat
j, in hun vermogen was , om goed verftand
h met de Stad te onderhouden." Maar de Be Stacl
Bisl'chop , wel bewust, dat de raadpleegin- ^ordc
gen der byzondere Gewesten , doorgaans , g^
van langen nafleep zyn, hadt, ondertuslchen,.
't beleg geflaagen voor de Stad -, ftaat maa-
kende , om dezelve te bemagtigen , eer zy,
door de Staaten , zou können onderfteund
worden. De Ryksftedehouders (want Kei-
zer Ferdinand de III. was , kort te vooren,
overleeden) vermaanden hem tot het op-
breeken van 't beleg : doch hy hadt 'er gee-
ne ooren naar. De Staaten der Vereenigde De Staa;
Gewesten , ongaarne ziende j dat de Duit- ten zoe-
fche Vorften zig van de groote Steden op kendetl
de grenzen van hun gebied meester maakten bemid-6
(&) , booden zig aan , om het gefchil tus- dele»,
ichen den Bisfchop en de Stad, door hunne
tusfehenfpraak, te bemiddelen; De Stad nam
deezen voorflag s gerecdelyk , aan; Doch
(i) De Witt Brieven til. T)-d, bl. 425;
XIII. De Eu              1-
-ocr page 84-
■*a VADERLANDSCHE XLIX. BoEß;
t66$, de Bisfchop , dryvende , dat het gefchil en^
r------kei huisfelyk ware , wees dien van de hand.-
De Staaten deeden egter eene bezending naar
den Bisfchop en de Stad, die, door Henrik
van den Kapelle van Rysfel
, Abraham van Be-
teren
, Heere van Barendrecht, en den Heere
van Borfelen van der Hooge,
bekleedt werdt.-
Te gelyk deeden zy eenig Krygsvolk trekken
naar de Grensfteden , aan den kant van Mun-
fter, verklaarende egter, dat hun oogmerk
geenszins was, de rust des Ryks te ftooren ;
maar de vyandlykheden, welken , aldaar be-
gonnen waren , en ligtelyk tot de- nabuuren
zouden können overflaan , te doen ophou-
den. Zy beoogden , door deeze Verklaaring*
te voorkomen, dat de Onderhandelingen
over een verdedigend Verbond , met de drie
Kerkelyke Keurvorften , van Ments ,■ van-
Trier en van Keulen , den Bisfchop van Mun-
fter en den Hertoge van Nieuwburg , die
federt eenigen tyd in den Haage begonnen
waren (7), werden afgebroken : gelyk nog-
rans , eerlang, gefchiedde , zeer tegen den
zin en tot merkelyk nadeel der Staaten ; al-
Ryaich zo $Q ^e Kerkelyke Keurvorften , de Bis-
fcond. fchop van Munfter, de Hertog van Nieuw-
burg , de Koning van Zweeden , als Vorst
van Breemen en Verden , Hertog van Po-
meren en Heer van Wismar; Augustus, Her-
tog van Bronswyk - Wolfenbuttel, en Wil-
lem, Landgraaf van Hesfen-Kasfel, in Oogst-
maand des jaars 1653, het Rynsch Verbond
ilo&»
CO AIT2EMA IV. Dal, 11. 118 enz.
-ocr page 85-
XLIX. Boek. HISTORIE. 83
flooten : welk vierkant aanliep, tegen de 1^53,.
belangen van deezen. Staat. Ook verbonden -------■•
eenigen van deeze Vorften zig, naderhand,
met Frankrijk, waardoor de onderneeming
Van Lodewyk den XIV. op de Spaanfche
Nederlanden > in den jaare 166? , merkelyk
bevorderd werdt. De Staaten zonden den
Bisfchop en der Stad brieven toe met eenen
Trompetter , waarby zy aan beiden kennis
gaven van hun oogmerk. Doch de Bisfchop
nam den Trompetter de brieven af, welken
hy aan de Stad brengen moest, en gedoogde
niet; dat hy derwaards ging. De brieven De Bis-
werden hem egter, na datze gelezen waren, fchop
te rug gegeven. De Afgevaardigden der ^vst der
Staaten werden, beleefdelyk, ontvangen door bemidde«
den Bisfchop , die egter hunne bemiddeling, ling van
volftandiglyk , affloeg , beweerende , geduu- de hand.
ï'iglyk, dat zyn gefchil met de Stad Munfter
een louter huisfelyk gefchil was , en niet dan
door de Stenden des Lands en de Vorften
des Duitfchen Ryks kon bemiddeld worden.
Doch hoe beleefd by de Afgevaardigden ook
bejegenen mögt, hy wilde niet gedoogen, dat
zy naar de Stad toogen. De Staaten namen
hem dit zo kvvalyk , dat Holland, zo dra men
'er tyding van kreeg, met meerderheid van
ftemmen , en tegen 't gevoelen van Dor-
drecht , Schiedam en Briele , maar vooral van
Amfterdam , vastftelde , de Stad met de wa-
penen te onderfteunen (m~). De algemeene
Staa-
OO S°cr. Rpfol. IIoll. 17, 18, V) Otfob. 1657. I. Deel, U.
5^°. f>C>i. Ds Witt Jirieven , Hl. Deel, bl. 434. V. Deel,
kl'
5'4»
F 2
-ocr page 86-
84 VADERLANDSCIIE XLIX.Boek.
1663. Staaten beflooten, overeenkomftig met de
■------- meerderheid der Staaten van Holland , op
den twintigften van Wynmaand „ dat de Af-
Zybjflui- gevaardigden nieuwe poogingen zouden
eene°be- n aanwenden , om den Bisfchop te bcweegcn
zending „ tot het ftaaken der vyandlykheden , en tot
met ge- M het aanvaarden van der Staaten bemidde-
leide van ^ jjng . ^at zy gelvke poogingen zouden doen
vofk'S" »in de Stat**: eno? dat men Inm niet ver"
„ hinderde , zig derwaards te begeeven , zou-
„denze geleid Worden, door een aanzienlyk
„ getal van knegten en ruiters 3' over welk
het bevel opgediaagen werdt aan Fredrik
Magnus, llyngraave en Bevelhebber van
Maastricht, die egter geen' last hadt, om de
vyandlykheden te beginnen; maar alleen om
geweld met geweld te keeren. De Staaten
vertrouwden hem deezen togt, onaangezien
fommigen meenden , dat hy wat te naauw ge-
hegt was aan den Koning van Frankrijk, in
wiens dienst zyne Zoonen waren («), en met
wien de Bisfchop van Munfter zig , eerlang ,
verbondt. Men nam het befluit om Munfter
te onderfteunen , met zo veel fpoed , en 't
werdt zo vaardig uitgevoerd, dat men aan
den uitflag niet twyfelde, en ftaat maakte ,
om voor Munfter te zyn, eer 'er de Bisfchop
op verdagt was. Doch 't viel anders uit.
De Bisfchop hieldt heimelyk verftand in den
Haage met iemant (1) , die hem van de ge-
wig-
(«3 DE Witt Brieven III. Deel, tl. 427.
( i ) Ik meen dat deeze Joan Hesfing was, en dar
hy de geheime beiluiien ontving van Willem va»
Belle,
-ocr page 87-
XLIX.BoEK HISTORIE. 85
wigtigfte befluiten der Staaten , terftond, 1663.
kennis gaf. Uitdcczen, vernam hy, op den -------•
een-entwintigften, wat men, op den twin-
tigften , bellooten hadt. Hy deedt , derhal-
ve , de onderhandeling met de Stad voort-
zetten , die , federt cenige dagen , aangevan-
gen was. In 't eerst, hadt hy harde voor-
waarden gevorderd ; doch de vrees voor de
Staatfche troepen deedt hem veel toegeeven.
De Stad verdroeg zig met hem , op den zelf- De Stad
den eenentwintigiten van Wynmaand des jaars ^er"
1657 , eer zy tyding hebben kon van 't ge- z™wet
ne , 's daags te vooren , by de Staaten , be- den Bis-
flooten was. Men kwam overeen „ dat de fchjp.
„ bezetting gedeeltelyk uit Stads -, gedeelte-
„ lyk uit Bisfchoplyk Krygsvolk beftaan zou ;
„dat de Bevelhebber ook aan de Stad den
„ eed zou doen , en dat het woord gegeven
n zou worden door den Bisfchop , als hy in
„ de Stad was, anders door Burgemeesteren
„ en Raad."' De Afgevaardigden der Staa-
ten , voor Munfter gekomen , vonden alles
afgedaan , en keerden , eerlang , naar den
Haage te rug. De Bisfchop behieldt, nogtans,
merkelyke gevoeligheid tegen de Staaten,
die hem belet hadden , de Stad, geheellyk ,,
onder zyn bedwang te krygen ( o ). De Stad
deedt, federt, nieuwe poogingen , om be-
gree-
(o) AiT2EMA IV. Deel, K. «f9.72. XViCQimwBLT Uvrè
X. p. 552-55^. De Witt Brieven HV Ueil, W. 437.
Bell'. , Klerk vnn den Griffier der algemeene Staaten ,
die 'er, eerlang , over gebannen werde. Zit Ajtzema
IV. DeeJ, bl. 24«.
F 3
-ocr page 88-
86* VADERLANDSCHE XLIX.Boek,
1663. greepen te worden in 'e Verbond tusfchen
•------de Staaten en de Hanze-Steden ; maar do
Staaten , inzonderheid die van Holland, ver-
ftonden , dat Lubek , Hamburg en Breemen
zig , deswege , eerst behoorden te verklaa-
ren. Doch dcezc Steden maakten 'er zwaa-
right'id in. Ook deeden de Bisfchop , de
Keurvorften van Ments , Trier en Keulen, en
Keizer Leopold zelf alle weer , om de Staa-
ten en de Stad af te houden van zulk een
Verbond (/>). De onlusten tusfchen den
Bisfchop en de Stad duurden, ondertusfehen,
en ftortden , in den jaarc 1659 , op nieuwe
7-f , vyandlykheden uit te loopen. De Bisfchop,
nieuws P cenc tütfpraak in zyn voordeel verworven
belegerd, hebbende ten Keizcrlyken Ilove , wapende
zig andermaal, om de Stad met geweld te
bedwingen. Zy zogt ook andermaal haar
heul by de Vercenigde Staaten. Friesland
drong lterk op het ontzetten van Munfter ',
docli Holland , toen zwaar belast met de uit-
rusting naar 't Noorden , hadt geenen zin om
zig diep te fteeken in de Munfterfche zaaken.
Sommigen dreeven, dat men zig van de ge-
legenheid bedienen moest, om bezetting te
brengen in Munfter, en deeze Stad, daardoor,
gelyk Embden , meer of min af hangkelyk te
maaken van den Vereenigden Staat. Doch
men vreesde het Duitfche Ryk tot argwaan
te verwekken. Ook zou L,odewyk de XIV s
als waarborg der Westfaalfche Vrede , hier-
uit , yeelligt, ftof tot misnoegen tegen de
Staa*
O) AlTZBMA IV. Deel, il. 243-248.
-ocr page 89-
XLIX.BoEK. HISTORIE. S?
Staaten hebben opgevat, 't Ontzet van Mun- i<s63.
ftcr bleef dan agter (^). Alleenlyk leende -------
men der Stad , in 't jaar 1660 , tienduizend De Sraa-
Ryksdaalers : 't welk de Bisfchop zo euvel *jenft^
nam , dat hy 'er eenen fcherpen brief over nenhaar,
fchreef aan de Staaten. Sedert, handelde hy met ee-
met de Stad over een Verdrag, door bemid- nig geld.
deling van den Keizerlyken Gezant , Friquet,
die een ontwerp hadt opgefteld, welk, zelfs
door de Afgevaardigden der Staaten , der
Stad werdt aangepreezen. Doch de Stad hadt
zo weinig trek, om zig genoegzaam geheel-
lyk onder den Bisfchop te begeeven , dat zy,
in Herfstmaand des gemelden jaars, verklaar-
de , liever alles wat de Bisfchop vorderde aan de
Staaten te willen afßaan , ja den Staaten liever
de geheele hand dan den Bisfchop eenen vinger te
willen geeven.
Zy ftelde ook een ander ont-
werp op. Doch dit behaagde den Bisfchop
niet. Friesland , en daarna Zeeland drongen
fterlc op het ontzetten der Stad. Gelderland,
Overysiel en Stad en Lande verfchilden niet
veel van deeze Gewesten. Doch Holland
Meldt het befluit tegen. De Bisfchop was ,
zo wel als andere Ryksvorften, onlangs,
met Frankryk in verbond getreden. Holland
vreesde , derhalve , voor Frankryk , als men
den Bisfchop den oorlog aandeedt. Men ver-
klaarde , eindelyk, met ronde woorden, dat
Munfter geen' onderftand van de Staaten te
wagten hadt, zo de Stad niet bewilligde in
het
Cf) AFT7EMA IV. Deil, il. 451-455. W1C13UIFORT Lh't.
F4
-ocr page 90-
88 VADERLANDSCHE XLIX,Boek,
1663. het ontwerp, haar aangepreezen door de Staar
— ten (r). De Stad., toen van den nood eene
£y raakt deugd maakende, Helde haare belangen geheel-
l^Tkln de ^ *n ^e handen van hunne Hoog- Mogendhe-r
jnagt den , zig , ondertusfchen, zeer beklaagende ,
(Jes Bis- dat men haare fchoone en oude Privilegien op-
föip-ps. offeren wilde aan de heers chzugt Van den Bis-
fchop (i). Ook was zy, in Lentemaand des;
jaars 1661, tot zulk een uiterfte gebragt, dat
zy zig met den Bisfchop verzoende, bclooven-
de nu noch immer naar uitheemfche hulpe te
zullen uitzien, en behoudende zo veel van haa-
re Privilegienj als de Bisfchop haar, uit gena-?
de, wilde toeftaan (ü).
't Gezag des Bisfchops rees geweldig , fe-
dert dat hy Munfter bedwongen hadt. Som-
migen hebben gefchreeven , dat Amfterdam,
het onderfteunen deezer Stad zo fterk tegen-
hieldt 3 door aandryven van den Heere van
Beuningen , wien zy 't verlies van Munfter
eeniglyk wytten («). Doch ik twyfel, ofzy
de waarheid getroffen hebben. Immers, van
Beuningen was, ten deezen tyde , in Frankr.
ryk , en ik vind , in de Brieven tusfchen den
Raadpenfionaris de Witt en hem , gewisfeld,
geen fpoor altoos, dat hy zig byzonderlyk aan
de Munfterfche zaaken hebbe laaten gelegen
zyn.
XXIK. 't Gedrag , welk de Staaten , geduurende
pe Bis- den loop deezer onlusten, gehouden hadden,
K*flP
                                                               ftak,
f O De Witt Brieven I. Deel, hl. 338.
O ) Aitzema IV Deel, bl. 657■ 675.
(O Aitzema IV. Deel. W. 813-H'S.
(u) DyjiNETS Hiflory of his own Time, Vol. I. p. 330
-ocr page 91-
XLIX. Boek. HISTORIE. 89
ftakj ondertusfchen, den Bisfchop zo zeer in !<$<;$,
den krop, dat hy de Stad zo dra niet in zyne -------
magt hadt, of hy fcheen naar gelegenheid te zoekt ge-
zoeken, om hun verdriet aan te doen, Hy ^chil met
floot, in deezen jaare 1663, een verdrag met ^ w"
George Chrhtiaan-, Vorst van Oostfricsland,
en maakte zig meester van de Eilcrichanfe
(y). Ten zelfden tyde, vorderde hy de. Heer-
lykheid Borkelo te rug, die zynen Voorzaa-
ten, in den jaare i6i6(w), onrechtvaardig-
lyka zo hy voorgaf, door de wapenen vau
den Staat, afhandig gemaakt was. De Fran-
fche Ambasfiideur onderfteunde deezen zynen
eisch. De Afgevaardigden van Gelderland
verftonden, dat de zaak tot hun gewest in 't
byzonder behoorde, en den algemeenen Staa-
ten niet aanging. De andere Afgevaardigden
namen den voorflag van den Bisfchoplyken
Gezant, blootelyk, over. Doch daar ver-
liep een geruime tyd, eer 'er antwoord op
kwam (x). Wy zullen hierna zien, welke ge-
wigtige gevolgen deeze zaak naar zig ge-
fieept hebbe.
't Bemagtigen der Eilerfchanfe, waarvan
wy terltond fpraken, brengt ons de Ooitfrie-
fche zaaken in gedagten. Wy hebben 'er niet
of naauwlyks van gewaagd, na het einde van
het drie-enveertiglle Boek, alwaar wy de
gefchiedenitfen van Oostfriesland bragten,
tot omtrent den tyd van het il uiten derMun-
fter-
(v~) AiTZttM/i IV. Deel, H- loSG, tcpj,
(nO Zie X. Oeel% bl. 154.
C$J Aitzema IV. Deel, bl. 113a. V. Deel, l/l 319.» 3*»
?5
\
-ocr page 92-
90 VADERLAND SCHE XLIX.Boek;
t66$. fterfche Vrede. Ook was 't onnoodig en wan-
—---- voeglyk , den loop der andere gefchiedenis-
fen, geduuriglyk, door een verhaal van dee-
zen, te breeken; zo, om dat zy doorgaans
geenen invloed hebben op den algemeènen
toeftand der Vereenigde Gewesten, als, om
dat zy beter begrcepen worden, wanneer
men ze , fchetswyze aaneengefchakeld , te
boek gefteld vindt. Wy zullen ons, hierom,
tegenwoordig, van de gelegenheid bedienen,
om den draad der Oostfriefche zaaken we-
derom aan te hegten, daar wy dien afgebro-
ken hebben.
XXIV. De twist tusfehen den Graave en de Sten-
Schets den des Lands , ontfteken ter gelegenheid
d"f>t"van ^e inlegei"ing der Hesfifche troepen»
zaaken, werdt, kort na het treffen der Munfterfche
federt de Vrede, naar gewoonte door bemiddeling'
Munfter- van Gemagtigden der algemeene Staaten,
^ wederom bygelegd, dooreen Verdrag, waar-
in men, wegens het invorderen der belastin-
gen, het afdanken der nieuwlings geworven*
knegten en de Regtsoefening, overeenkwam
(y). Doch dit Verdrag was, zo wel als de
voorigen, van korten duur. De Graaf, op 'e
einde des jaars 1648, overleeden zynde,
werdt, door zynen minderjaarigen Zoon, En-
no Lodnyyk,
opgevolgd; over wien, onder
anderen, Willem de II, Prins van Oranje,
tot Voogd gefteld werdt, zynde de algemee-
ne Staaten verklaard, tot uitvoerders van 's
Graaven uiterftcn wil (z). Doch de Stad
Embtt
(y~) AirzEMA Hf. Deil, il. 271, 286.
(x) Aitzema IIJ. Diel, bl. $tji.
-ocr page 93-
XLIX. Boek. HISTORIE. 91
Embden en eenige Stenden weigerden, den ,($63,
jongen Enno voor Graave te erkennen. Men ——
moest dan wederom naar den Haage: daar
de Staaten, in Wintermaand des jaars 1650,
uitfpraak deederi, dat de Stenden den Graaf
zouden hebben in te huldigen; die, van zynen
kant, 's Lands Privilegien bevestigen, en
Embden de vrye Raadsbeftelling laaten zou
(a). De onlusten bleeven egter duuren. De
Graaf en de Stenden begeerden niet te draa-
gen, tot het onderhoud van zeshonderd man
in Embden, daar de Stad zig niet alleen me-
de belasten wilde. Ook waren 'er nog andere
gefchillen ontltaan, ter gelegenheid van de
Regtsoefening over den adel, en van het af-
doen der gemeene fchulden. De Staaten
moesten, derhalve, al wederom Gemagtig-
den fchikken naar Oostfriesland (V): ook kwa-
men 'er Gemngtigden van beide de partyen
in den Haage (c); doch 't liep aan tot in Gras-
maand des jaars 1655, eer de Staaten ecne
nieuwe uitfpraak deeden (d). Embden ver-
zogt herziening van deeze uitfpraak; waar-
door zy voor eerst geene kragt had. Mid-
lerwyl, was het voor lang geflooten Huwe-
lyk, tusfehen den tegenwoordigen Graave en
de Prinfesfe Henrietta van Nasfau , afge-
raakt, könnende de Prinles, zo men voor-
gaf, geene genegenheid krygen voor den
Graave (Y); hoewel hieronder, vermocdelyk,
ook
f a~) AiTZfMA III. Deel, bl. 414, 487.
(>) Aitzema III. Deel, bl. 651, 767, 769, 770, 771.
CO Aitzema III. Deel, bl 1>74, 1102, iro^, »254.
(.d) Z'n dezelve by Aitzrma Mi. Deel. bl. 1225.
, (O Aitzema UI. Üeel,bl. 8-4, 1228, 1318. IV. Deel,
¥• 43-
-ocr page 94-
92 VADERLANDSCHE XLIX. Boek.
1663. ook ftaatkundige inzigten liepen. Zy trouwde,
•------ in't jaar 1659, met Joan George, Prinfe van
Anhalt (ƒ). De Graaf, nu tot Kyksvorst ver-
hccven (g), befpeurde haast, dat de algemee-
ne Staaten hem minder gunftig waren, dan
by 't leeven van Willem, Prinfe van Oranje ,
die zyn Voogd geweest was. De nieuwe uit-
fpraak, welke zy, in 't jaar 1657, deeden
(/2), was, derhalve, van zo weinig kragt als
de voorigen. De gefchillen bleeven duuren,
zo wel als het klaagen over eikanderen,
in den Haage. Ook gaf nieuwe ftof tot
misnoegen, dat de Graaf van Oldenburg»
die zig, geduurende de Mansfeldfchc inle-
gering, omtrent den jaare 1623, meester ge-
maakt hadt van de Heerlykheid In- en Knip-
huizen in Oostfriesland, zyn aandeel wei-
gerde te draagen, in 't gene de Stenden aan
deezen Staaten fchuldig waren: waartoe hy,
liogtans, naar 't oordeel der algemeene Staa-
ten, gehouden was (f). De oorlog in't Noor-
den gaf den Vorst, in 't jaar 1650, gelegen-
heid, om te dringen op werving; waartoe
de Stenden niet verftaan konden. Ook oor-
deelde men, in den Haage, dat de Vorst
ligt te magtig zou worden, zo hy een aan-
zienlyk getal van Krygsvolk op de been
hieldt. De werving bleef, derhalve, agteiv
De Admiraliteit van Friesland, federt eeni-.
gentyd, een nieuw regt hebbende doen hef-
fen te Lieroord, begeerde de Vorst, dat zulks
m-
CO AIT7FMA IV. Detl, hl. 4."T.
£3 ,) Aitzrma IH- heel, l/l. itoS.
£h) Aitzpma IV. D'el, H 43-4'?.
Ci) Anis.UA IV. Deel, bl, 30^-31,0.
-ocr page 95-
XLIX.BOEK. HISTORIE. 93
nagelaaten werdt (£). Doch eer men deswe- 1653.
ge overeenkwam, overleedt de Vorst, op -——
den vierentwintigften van Grasmaand des
jaar 1660, wordende, door zynen Broeder,
George Christiaan , opgevolgd, 't Gefchil,
te vooren ontftaan , over 't invorderen der
fchattingen, 't welk de Vorftelyke Ampte-
naars den Stenden beletten wilden, borst, ten
deezen tyde, tot hevige daadelykheden uit.
De algemeene Staaten verftonden, op 't ein-
de des genoemden jaars, dat de knegten,
welken men wederzydsch, aangenomen hadt,
zouden afgedankt worden, en beraamden
eenen voet op het heften der fchattingen,
waaruit zy betaald moesten worden (/). In
't volgende jaar, moest men komen tot eene
nieuwe uitfpraak wegens dit ftuk, welke men
egter den Vorst niet kon doen goedvinden.
Partyen werden, hierop, befchreeven in den
Haage (jii): daar zy, tegen eikanderen, ge-
hoord werden. In Zomermaand des jaars
1662, oordeelden de Gcmagtigden der Staa-
ten, dat 'er een Landdag gehouden moest •
worden, te Embden. Dit gefchiedde, federt:
doch men kon eikanderen, op den zelven,
niet verftaan (»). De Vorst befchreef, daar-
na , de Stenden te Aurik; maar zy, zig
aldaar niet veilig rekenende, weigerden
te verfchynen. Midlcrwyl, hadt de Vorst
het Verdrag, waarvan wij boven gewaag-
de , gemaakt met den Bisfchop van Mun-
fter, die zig door den Keizer, hadt doen
mag-
f k~) Aitzrma IV. Deel. hl. 455-459,
CO Aitzrma IV. Heel, il. 675-677.
(«) Aitzkma IV. Veel, il. 803-812«
(fij AiTzema IV. Uid, l/l. y6l-9Öj.
-ocr page 96-
94 VADERLANDSCHE XLIX. Boek;
magtigen, om zekere fomme, welke de Vorst;
aan den Prinfe van Ligtenftein, wegens gele-*
verde nianfehap, fchuldig was, in te vorde-
ren. De Bisfchop zou gaarne gezien hebben,
dat men hem Reiderland in bctaaling hadt af-
geftaan; doch men kwam, op 't einde deezes
jaars 1663, overeen, dat de Vorst de iehuld,
op zekere termynen, zou afdoen; waarvoor
hy ook de Stenden van Oostfriesland verbondt.
Maar deezen verklaarden 'er zig ongehouden
toe. Door tusfehenfpraak van gemagtigden
der algemeene Staaten, werden zy egter be-
woogen, om hem driehonderdduizend guldens
te belooven. De Staaten leenden hem, daar-
enboven , honderd en vyftigduizend Ryksdaa-
lers, waarvoor hy zyne Heerlykhcden Ezens,
Stedesdorp en Witmond verbondt, hun te
gelyk toeltaande, bezetting te leggen in de
Eilerfchanfe en de Jemmingcrdwinger. Doch
wegens dit laatfte maakte hy, federt, zwaa-
righeid, bedugt, dat de Staaten, deeze Sterk-
ten eens ingenomen hebbende, zig niet zou-
den laaten bewcegen, om ze wederom te rui"
men. De Staaten ilootcn, hierop, de hand,
en hielden de beloofde penningen in: 't welk
den Vorst buiten ftaat Helde ^ om de Ligten-
fteinfche fchuld af te doen. De Bisfchop
van Munfter, ziende dat de penningen niet
inkwamen op hunnen tyd, en eenig Krygs-
volk verzameld hebbende, rukte, nog voor
't einde des jaars, naar de Eilerfchanfe, en
maakte 'er zig, zonder ilag of ftoot, meester
van (0).
De
(O A.TZEMA IV. Desl, tl. 1083-1094,
-ocr page 97-
XLiX.BoEK. HISTORIE. 9$
DeVereenigde Staaten, hiervan tyding be- tgg^
komende, fchreeven, terftond, aan de Sten- •-------
den van Oostfriesland, dat zy de penningen 4 xxv.
den Vorst beloofd, aan den Prinfe van Ligten- De Sta*
ftein behoorden te betaalen, op dat de Mun- j,™ „Jen
fterfchen bcwoogen mogten worden > tot het de Eilen
ruimen der Eilerfchanfe. Ten zelfden tyde* fchans.
zonden zy de Heeren Bevcrningk, van Ha-
ren en Gerlacius naar Oostfriesland, om hier-
toe te arbeiden. Doch de Stenden waren on-
genegen, tot het opbrengen der beloofde
penningen, konnende zy zig, noch onder-
ling, noch met den Vorst, verdaan, over de
voorwaarden, waarop deeze penningen zou-
den gefchooten worden. De Afgevaardigden
der Staaten, lang en dikwils, te vergeefs,
met den Vorst en met de Stenden, in onder-
handeling geweest zynde, keerden, eindelyk,
genoegzaam onverrigter zaake, in Lente-
maand des jaars 1664, te rug naar den Haa-
ge, de penningen, die de Staaten beloofd
hadden te fchieten, en die, door hen, waren
medegebragt, in goede verzekering, op 't
Huis te Lieroord, gelaaten hebbende. Kort
voor hun vertrek , hadden de Stenden belloo-
ten, de beloofde driemaalhonderdduizend
guldens te voldoen, zo de Vereenigde Staa- .
ten dezelven voor hunne rekening hier te
Lande wilden opneemen: waartoe, eerlang,
beflooten werdt. Midlerwyl, leeden de Oost-
friezen veel overlast van de Munfterfchen»
die in de Eilerfchanfe lagen. Ook zagen de
Vereenigde Staaten hen zo ongaarne op de
grenzen, dat zy beflooten, eenig Krygsvolk
by
l
-ocr page 98-
9<5 VADERLANDSCME XLIX. Boek*
. byeen te brengen, onder Prinfe Willem van
Nasfau, en de Munfterfchen te verdry ven uit
de fehanfe. De Bisfchop kreeg haast kennis
van dit belluit. I Iy boodt aan, de fchans den
Vorst van Oostfriesland in handen te willen
ftellen, zo dra hem de verfcheene termyn
van de Ligtenfteinfche fchuld voldaan was.
Doch de Staaten verftonden, dat de fchans
hun behoorde overgeleverd te worden, tot
verzekering voor hun verfchot. De Bisfchop
niet flegts, maar Keizer Leopold ook nam
dit zeer kwalyk. De Keizerlyke Gezant Fri-
quet klaagde 'er over, in den Haagc. Doch de
Staaten voeren voort, met de uitvoering van
hun befluit. ïerwyl 't Leger te Ootmarfum
byeentrok, verdroeg de Bisfchop zig met den
Vorst, onder voorwaarden, welken de Staa-
ten niet kwalyk aanftonden. Maar 't beleg
der fehanfe was, ondertusfehen > begonnen«
Prins Willem vertoonde zig voor dezelve, op
den twintigftcn van Bloeimaand: de Bevel-
hebber der fehanfe, Elverveld, weigerde ze
op te geeven; waarop de nadernisfen begon-
nen werden. Doch op de tyding van 't ont-
worpen Verdrag, floot men, eerlang, eenen
ftilftand van wapenen. Maar alzo men eikan-
deren niet verftäan kon wegens een Verdrag i
werdt het fchieten op de Vesting wederom
aangevangen. Op den vierden van Zomer-
maand , roerden die van binnen de trom $ om
in gefprek te komen. De fchans ging, teil
zelfden dage, over by verdrag, waarin den
Munfterfchen gegund werdt, te vertrekken
met het gene zy medegebragt hadden. De
Prins
-ocr page 99-
XLIX-BoEk. HISTORIE! 9?
Prins van Nasfaü voorzag haarj terftond, van 16(41
Staatfche bezetting, zonder dat de Staaten zig r ■■;
ftoorden aan het misnoegen van den Keizerly-
ken Gezant Friquet, die 't zeer kwalyk nam,
dat men eene Vesting, op den Ryksbodem
gelegen > hadt durven aantasten en inneemen.
Nogtans verdedigden de Staaten hun gedrag, in
eenen wydluftigen Brief aan Keizer Leopold (p).
Zy bleeveiij federt, de Schans inhouden: 't
welk niet weinig hielp, om den Bisfchop van
Munfter tegen hen te verbitteren. De Vorst
van Oostfriesland verdroeg zig,in Grasmaand des
volgenden jaars, met Prinfe Hartman van Ltg-
tenßein,
wegens 't betaalen der oude fchukh
Doch hy leefde niet lang genoeg, om aan dit
Verdrag ïe voidoen. Weinig minder dan der-
tig jaaren oud zynde, overleed: hy, op den
zesden van Zomermaand des jaars 1665, wor-
dende opgevolgd, door zynen Zoon, Edzard
Ferdinand,
die, eerst na 's Vaders dood, ter
weereld gekomen was (<?).
                               "..-,.
Eenige maanden te vooren, was Prins 0X*}TI*
Willem van Nasfau, Stadhouder van Fries- iuk|igl.
land en Groningen, ongelukkiger, aan zyn dood vare
einde geraakt. In Wynmaand des jaars 1664, frfofe
voorhebbende naar de grenzen van Westfaale ^j.1^
te reizen, washy, op eenen morgen,in zyne stadhou'
Kamer, te Leeuwaarden, bezig, met het be- der va»
proeven van een zinkroer of zadelpiftool, F««>-
welk hy dagt mede te neemen. 't Piftool wei- L8°j "
gerende af te gaan, trok hy 'er den flempel Ltnde;
uit, om te zien, wat 'er aan haperde*' Doeh,
in
O) AiTSFMA V. betl, bl. f,—j8.
(7) AiTzcy» V. Dal, H. (74.
XIII. Deel.-              O
-ocr page 100-
$8 VADERXANDSCHE XLIX. Boek,
1664. in dit oogenblik, fprong 't Piitool los: de ko-
'r' gel trof hem, van onderen, in de kin, boven
by de neus wederom uitkomende. De kin en de
beide kaakebeenen gebroken zynde door den
fchoot, werdt hem 't Ipreeken en zwelgen on-
mogelyk gemaakt. Men bragt hem, door ze-
ker werktuig, eenig vleeschnat in de maage,
en hadt, in 't eerst, nog tamelyke hoop op
zyne geneezing (r). Doch de koorts, diezig,
eerlang, verhief, verzwakte den Prins derwy-
ze, dathy, zeven dagen na 't ontvangen der
wonde , op den eenendertigden van Wyn-
maand, overleedt. 's Daags te vooren hadt hy
zyne Gemaalin, de Prinfcs Albertina van O-
ranje, tot Voogdes over de nablyvende on-
mondige Kinderen aangeftcld, en het bedroef-
de Huisgezin den Staaten van Friesland,
Zyttv fchriftelyk, aanbevolen. De oudfte Zoon van
Zoon Prinfe Willem, Henrik Kafimir van Nas/au,
KMimir v0^^e hem op in 't Stadhouderfchap van
volgt Friesland en Groningen, waarvan hem, reeds
iem op in't jaar 1650, verzekering gedaan was. De
Staaten van Friesland verleenden den jongen
Vorst, terftond, Lastbrief en Berigtl'chrift,
verklaarendc, dat hy in 't Stadhouderlyk be-
wind treeden zou, zo dra hy twintig jaaren
bereikt zou hebben. De Prinfes Weduwe bc-
hieldt het regt tot de beftellinge der Wet-
houderfchap in de Steden, geduurende 'sPrin-
fen minderjaarigheid (j). Prins Willem hadt,
kort voor zyn overlyden, zyncn Zoon ook
den Staaten van Holland aanbevolen, om
hem,
(O Refill. Huil. 18 (Mai. 1Ö64. II. ICO. Notul. Zee'. 10,
ta Dee. i«>4. W. srtH ,978.
CO AlTilMA V. Detl, tl. 38-53.
-ocr page 101-
XLIX.Boèk. HISTORIE. #
hem, in de ampten, die ter begeevinge van itéfy
dit Gewest ftonden, op te volgen. De Staaten ■ m
van Friesland onderfteunden, federt, zyn ver-
zoek. Doch men hieldt zig, hier, aan hetbe-
iluit, te vooren genomen, om geene Krygs-
ampten te geeven aan zulken, die ze niet in
perfoon bedienen konden Qt~). De Predikant
Gellkis Boè'tius gaf, eerlang, een verhaal van
's Prinfen affterven in 't licht, waarin, zyne
Godsvrugt en milddaadigheid, hooglyk, ge-
roemd werden (ti). Zyn Lyk werdt, met de
gewoonlyke ftaatfie, in 't begin des volgenden
jaars, te Leeuwaarden, begraaven. Prinfejoan Gevut.
Maurits het Lyk verzeld hebbende, en in 't ^J,
wederkeeren, met eenen merkelyken ftoet, fè joan
te Franeker, over eene brug rydende, zonk Maurits.
dezelve, aan de eene zyde, waardoor de Prins
en vyf anderen in 't water raakten, met de
paarden. De vyf werden terftond gered ; doch
de Prins niet dan na verloop van eenen ge-
ruimen tyd, hebbende lang onder zyn eigen
paard gelegen, welk hem ook merkelyk be-
zeerd hadt op de borst. Hy werdt, eindelyk,
by de beenen om hoog gehaald, en bekwam,
allengskens, zyne voorige gezondheid we-
der (v).
Omtrent deezen tyd, was 'er merkelyk XXVIL
misnoegen ontitaan in Zeeland, overdewyze Twisl;
van 't beftellen der Wet te Vlisfingen en te ^laeiien
Veere, 't welk nu gefchiedde, door de Prin- der Wet
fesfe Weduwe van Oranje, uit eene benoe- teVHs-
minge der twee Steden. Doch om kuipery en
te Veere
on- "
O) Rcfol. Hol!. 4, s, 6, Nov. 1C64. W. 11J, 7.
C«0 Aitzema V. Dtel, 1/1. 53 en»,
&) AiTZLMA V. Üfel, 61. 4;><5»
G a
-ocr page 102-
*eo VADERLANDSCHE XLIX.Boei.%
«*ö4. onrust te voorkomen, was haare Hoogheid,
t——— onlangs, te raade geworden, een Reglement
in te voeren, waarnaar men zig, in dit fïuk,
voortaan, zou hebben te voegen. Die tegen-
woordig op 't kusfen zaten hadden geen'zin in
dit Reglement, fchoon *t door de laage party
en door de Staaten zclven, was goedgekeurd.
Maar men verftondt, te Veere, dat de goed-
keuring der Staaten, door loos beleid van den
Raadpenfionaris Adriaan Veth, verkreegen was.
Joan Casper de Mauregnault, Baljuw van Vee-
re, yverde byzonderlyk tegens hetReglemen;;
doch gaf 'er der Prinfesfe zo veel ongenoegen
mede, dat zy hem beval, ftil te liaan met het
waarneemcn van zyn Ampt, tot dat hy haare
Hoogheid voldaan zou hebben. De Staaten
hielden hem egter de hand boven 't hoofd, en
men verftond, eerlang, eikanderen (51»), zon-
der dat my klaar genoeg gebleeken is, op welk.
cene wyze (>).
X*VIH. Xusfchen de andere Gewesten en Zeeland,
meVzee- herleefde wederom het oud gefchil over 't
Und verbodemen der Koopmanfchappen, gaande
over Ad-naar, of komende van Brabant en Vlaanderen:
""j1*1'" _ in de Vloote te Lillo (y); over 't behoorlyk
ken/ * zuiveren der Binnenlandfche Paspoorten, en
'over 't weeren der fluikeryen, te Breda, te
Bei-
(wl Notul. Zeel. 28 'Juny iMz hl. au. r %, 14, 15 Maart,
19. 2^ Sept U(n- hl loo, 104, 105, i°7» 237, 255« AiT-
2EMA V. »cel. lil. fl^-17;;.
O) Zie N"tu! Zeel- 25 Fehr- 15, lr> Maart 11, 26 Mty
1666. hl. 79. 10P,, loo, ifo, >6^. living, hl 53, 141,412. 16,
19 Maart \6, >X, 19 April 14 Sept. 1667. hl. 25, 29, 50, 54,
5S, 56 '?4 Rvlag P3, VS, 97-
(y) Nor«. Z ■ I i(5 Noy 164*. hl 32V iS. 21 Maart 165:).
hl. 3y, 54. 27 Nov. iö^. H. 329. 1 liet »657. iL xfip. 2J
Sept. idyj. hl. 165. ai 'Jan, l§6l. tl, 14.
-ocr page 103-
XLïX.Boek. HISTORIE. ioi
Bergen op Zoom, en in Plaatfen van dierge- 1664;
lyke gelegenheid; alwaar de goederen met ——
wagens in- en uitgcbragt werden, terwyl de .
gewoonlyke Beurt- en Veerfchepen, die van ^
't haaien van Binnenlandfche Paspoorten vry!.
-.varen, zig gebruiken lieten, om zulke goe-
deren aan te brengen en af te haaien. De al-
gemeene Staaten deeden ook , in Herfst-
maand , eene bezending naar Zeeland, om de
Staaten te bevveegen tot bewilliging in een
Plakaat op de zuivering der Binnenlandfche \
Paspoorten, te vooren, met toeftemming van
zes Gewesten, gemaakt. Volgens dit Plakaat,
moest van goedereu , die binnenslands ver-
voerd werden, het uitgaande regt worden
uitgeichooten door den koopman; die 't na-
derhand wederom ontvangen zou, wanneer
hy, by herievering van 't Paspoort, blyken
deedt, dat de goederen, inderdaad, binnens-
lands waren opgeflaagen. Voorst, moest men
Zeeland ook zoeken over te haaien, tot be-
williging in een' nieuwe lyst der inkomende.
en uitgaande Regten, die, door de andere
Gewesten, goedgekeurd was. De Staaten van
Zeeland, der bezendinge gehoor verleend
hebbende , verklaarden , eindelyk , op den
twee-entwintigften van Herfstmaand „ dat
j, hun niets aangenaamer was, dan dat de
„ Gelei- en Verlofgelden, behoorlyk, gere-
„ geld, en van alle bedrog, ontrouw en flui-
„ keryen bevryd werden; dat zy hierom be-
„ willigden in de Plakaaten, op de verhooging
,, der genoemde middelen, en op de zuive-
*, ring der Binnenlandfche Paspoorten, by de
G 3
                     an-
-ocr page 104-
tos VA DE RL. HI ST. XLIX.Boek.
ïaa4. »andere Gewesten , vastgeftdd, mids het
**-----„ verbodemen voor Lillo wederom inge-
voerd, de fluikery, te Breda en te Bergen
„ op Zoom, kragtdaadiglyk, geweerd wierdt,
„ en de byzondere Admiraliteiten , in den
„ophef der gemeene middelen, geene oog-
„ luiking gebruikten. Ook bewilligdenze in
„de nieuwe Lyst der Gelei- en Verlofgel-
„ den, onder beding, dat de goederen, langs
„de Rivieren gevoerd wordende, niet hoo-
ier dan tegenwoordig bezwaard wierden;
„vertrouwende zy van de bülykheid hun
„ner Hoog-Mogendheden, dat men zo wel
„voor 't belang der handelaaren langs de rti
„vieren, daar Zeeland en die van de Maaze
„ zo veel deel aan hadden, zou willen zor-
„ gen, als voor 't belang der Oosterfche han-
„ delaaren , waarvoor by de gemelde lyfte
„zo merkelyk gezorgd was (;?.>•" Doch de
andere Gewesten, met naame Hollandy von-
den hunne rekening niet by de voorwaarden,
welken Zeeland hadt willen bedingen: waar-
om men 't niet volkomen eens weidt. Ook
was de oorlog met Groot-Britanje, die kort
hierna opkwam, oorzaak, dat men deeze en,
andere byzondere gefehillen onder de Gewest-
ten, voor eenen tyd, moest lauten ruste.ru
(s) AitzIma V. fieil, bk iS2-i<#>,
VA-
-ocr page 105-
VADER.LANDSCHE
HISTORIE.
VYFTIGSTE BOEK.
INHOUD.
I. Gelegenheid tot den oorlog tusfchen Groot-Bri-
tunje en de Staaten. Toeleg van Frankryk op
de Spaanfchc Nederlanden.
II. De Witt vangt
eene heimelyke handeling aan, niet het Fran-
fcha Hof. Lodewyk de XIV. zoekt hem om te
koopen. Voorflag, om de Spaanfche Nederlan-
den te verdeelen.
III. Gronden van Frankryks
regt op dezclven. Fransch Ontwerp. Hande-
ling met Spanje. Misnoegen van Koning
Jj)dewyk.
IV. Engelfche vyandlykhed&n bui-
ten Europa. Heimelyke togt van de Ruiter
naar Kabo Verde. Hy zeilt naar Guinea.
V.
De Engelfchen neemen veele Nederlandfche
Je/iepen. Zy tasten de Smirnafche Vloot aan.
VI. Handeling van Van Beuningen in Frank-
ryk. Lodewyk de XIV. is agterlyk, in 't be-
looven van byfiand.
VII. Zyne bekommering*
De Engelfchen zoeken hem van der Staaten
zyde af te trekken. D'Efiradcs ziet hierin ge-
vaar.
VIII. Handeimg met Zweeden en met
Deemmarke.
IX. Grensfcheiding van Vlaan-
G
4
                        deren
-ocr page 106-
104 VADERLANDSCHE L. Boek
deren geregeld. Pestziekte in Holland. X. Be
Staaten brengen eene Vloot in zee. Karel de
II. verklaart hun den oorlog. Aanmerkingen
op zyne oorlogsverklaring.
XI. Zeeflag by
Leßoffe. De Heer van Wasfenaar fneuvtlt.
Pligtverzuim van eenigc Kapiteinen geflraft.
XII. De Ruiters bedryf op de kust van Gui-
nea. Hy keert te rug.
XIII. Begin/els van
oproerigheid in Holland. Voorflag om den Prins
yan Oranje te bevorderen. Vrees 'kiervoor in
Frankryk. De Ruiter wordt Luitenant-Admi-
raal-Generaal.
XIV. Bededag tegen V oog-
merk der Rcgccringe gebruikt, 's Lands Vloot
raakt verftrooid, door florm.
XV. Frankryks
voorflag tot vrede , van de hand geweezen.
Van Beuningen dringt IMewyk den XIV. tot
ielofte van byfland.
XVI. Karel de II. zoekt
vrede
, door bemiddeling van Spanje. Dcnv-
nings Sekretaris gevat. De Engelfchen geeven
voor, niet te oorloogen om den Prins van O-
ranje te bevorderen.
XVII. Heimelyke handel
van de Witt en anderen
, om eenen opfland te
verwekken in Engeland. Toeleg op het leeven
van de Witt.
XVIII. Oorlog tusfehen dén Bis-
fchop van Munfler en de Staaten. Verdrag met
de Hertogen van Brunswyk - Luncnhirg. Bor-
kelo, Lochern, Oldenzeel en andere Plaat/en
verkoren.
XIX. 't Gemeen roept om de bevor-
dering des Prinfen van Oranje. De Witt ge-
fcholden. Frankryk zendt den Staaten hulp.
Lochern herwennen.
XX. Filips de IV, Ko-
ning van Spanje, ft erft. Karel., zyn Zoon,
volgt hem op. Ontwerp van d'Eflrades, om
zig tf. verzekeren van Friesland en Groningen
XXI.
>
-ocr page 107-
L.Boek.          HISTORIE.
105
XXI. Handeimg met den Keurvorst van Bran-
denburg. Verdragen met hem geflooten.
XXII.
G&zantfchap naar Zweeden en naar Deenemar-
ke. Zeven Verdragen met Deencmarke gemaakt.
XXIII.  Handeling om den Prins van Oranje,
tot Kapitein Generaal ,of tot Generaal der Rui-
terye te doen verheffen. Holland gaat hem voor-
by, in 't begeeven der hooge Krygsampten.
XXIV.  Onderhandelingen tusfehtn Holland en
Zeeland, over 't bevorderen van den Prinfe.
XXV.   De Staaten van Holland neemen hem
aan tot een Kind van Staat. Zy veranderen
zyne Hofhouding.
XXVI. Krygsbedryven der
Munßerfchen. De Frede met den Bisfchop
mrdt getroffen
, te Kleeve. XXVII. -Frank-
ryk verklaart Engeland den oorlog. De Vlooten
loopen uit. Zeeflryd van vier dagen. Ds En-
'gelfchen wyken.
XXVIII. De Vlooten raaken
andermaal flaags. De Ruiter wykt. Tromp
wordt van zyn ampt verlaaten.
XXIX. Buat
wordt in hegtenis genomen. Regtspleeging 0-
ver hem, en over Kievit en van der Horst. Hy
wordt onthalsd. Zeeland is 'er misnoegd over.
XXX.     's Lands vloot raakt wederom in zee.
Wordt van eenen form beloopen, en valt in.
XXXI.   Orde op het befchryven van nieuwe
Edelen, in 't Lid der Ridderj'chap.
Het fluiten van een Verbond met Frank- 1664.
ryk en met Groot-lkitanje, 't welk »na ——■
veel handelens, in den jaare 1662, gelukt L
vyas, benam den Staaten der Vereenigie Ge- heicUoc"
westen de zorg niet voor eene vredebreuk den oor-
G 5
                         niet log ms.
' iüllOll
-ocr page 108-
io6 VADERLANDSCHE L. Boek;
i5u4- met beide deeze Mogendheden, of met ééne
------. van beiden. Ook bleek, eerlang, dat deeze
Groot- zorg niet ydel geweest was. Karel de II. deedt
Brittanje ^en Staaten, nog voor 't einde deezes jaars
zcnStaat. x^4» openlyk, den oorlog aan, zonder ee-
' nig redelyk voorwendfel. Elk befloot hier-
uit, dat de voornaamfte oorzaak van deezen
oorlog bedekt gehouden werdt. 't zal, der-
halve, niet ondienftig zyn, dat wy, hier,
zo klaar en naauwkeurig als ons mogelyk zy,
ontvouwen, welken men, volgeus de egtltc
berigten, voor de waarfchynlykfte oorzaaken
van deezen oorlog hebbe te houden.
Toeleg Wy hebben, te vooren (V), gemeld, dat
van de Infante van Spanje, Maria Therefia, in
Franb yk nuwelyk treedende met Lodewyk den XIV,
Spaan- Koning van Frankryk, afftand gedaan hadt
fdie Ne- van allen eisch op de Staaten, Landen en
deriau- Heerlykheden van den Koning, haaien Va-
den' der. Doch deeze afftand verhinderde niet,
dat men zig, in Frankryk, niet lang na 't
voltrekken van het Huwelyk, openlyk, liet
verluiden, dat de Koning het regt zyner Ge-
maalinne op de Spaanfche bezittingen ver-
volgen zou, wanneer Filips de IV, die reeds,
hoog bejaard was, en deszelfs Zoon Prins.
Karel, een zwak geftel, overleeden zouden
zyn (f). Ondemisfchcn, begreep men, aan
"e Franfche Hof, ligtelyk, dat de Staaten
der Vereenigde Gewesten ongaarne zouden
geduogen, dat Frankryk 'zig verder uitbreid-
de
C<0 XH. JieH. hl. 47S.
ij Brief van rien Ainbasfad- (ie Hnyoct in dato 16 ^ui^i
lfßdi. JUS.
De Witt brieven I. Deel, W 457.
-ocr page 109-
L. Boek. HISTORIE.          107
de in de Nederlanden. D'Estrades, derhal-
ve, op 't einde des jaars 1662, naar Hol-
land gezonden, arbeidde zeer, om de Staa-
ten , deswege, alle agterdogt te beneemen.
Doch hy hadt, te gelyk, last, om eenige pun-
ten te verwerven, die de agterdogt deeden
toeneemen. 't Was hem, onlangs, gelukt,
den Koning van Groot - Britanje Duinkerken
af te koopen voor zyne Majesteit van Frank-
ryk, en hy begeerde, dat de Staaten zig
verbonden, om den Koning, in 't bezit dee-
zerVestinge, te handhaaven. Zy zagen, lig-
telyk, hoe veel nadeels hun uit de haven van
Duinkerken zou können toegebragt wordens
zo men, onverhoopt, met Frankryk in oor-
log mögt raaken. Ook kon Lodewyk de XIV,
langs deeze haven, zyne Legers voorzien,
indien hy de wapenen mögt willen voeren
in de Spaanfche Nederlanden. De Staaten
maakten, derhalve, merkelyke zwaarigheid,
om Frankryk te handhaaven in 't bezit van
Duinkerken. De Spaanfchen dcedcn hun
best ook, om hun agterdogt in te boezemen
tegen Frankryk. Richard, Geheimfchryver
van den Gezant Gamarra, doorreisde, ten
deezen einde, de Hollandfche Steden (c).
Gamarra zelf was, te vooren reeds, te Dor-
drecht geweest, daar hy de Vroedfchap of
Oud-Raad, in welken hem gehoor verleend
was, gezogt hadt over te haaien, om te be-
willigen in een verdedigend Verbond, tus-
fchen den Koning, zynen meester, en dee-
zen
(O »'Estrades T-«. II. p. 37»
-ocr page 110-
ioS VADERLANDSCHE L. Boek.
i5^4. zen Staat (</): waarop de Staaten van Holland,
.-.-...: ... in Slagtmaand des jaars 1662, beflooten had-
den , dat men geencn uitheemfchen Gezanten,
voortaan, over zaaleen van Sraat, zoa hebben
te hooren in de Vroedfchappen der Steden (e).
Den Koning van Frankryk, federt verklaard
hebbende , dat hy 't Verbond met deezen
Staat niet zou bekmgtigen, ten ware Duin-
kerken begreepen werdt onder de Plaatfcn,
in 't bezit van welken, men hem beloofde te
zullen handhaaven (ƒ); zagen de Staaten zig-,
eindelyk, genoodzaakt, om hem hierin te
wille te zyn. De bekragtigingen van 't Ver-
bond werden, wederzyds, uitgewisfeld (g).
Doch d'Eftrades dcedt andere voorilagcn,
die den Staaten onaangenaam waren. Hy
vorderde, dat Rynberk ontmanteld en den
Keurvorst van Keulen te rug gegeven werdt.
Hy drong op de hcrlevering van Lcuth en
Raveftein aan den Hertoge van Nieuwburg.
Hy onderfteunde den eisch des Bisfchops van
Munfter opBorkelo, en hy begeerde, dat de
Ridder-orde van Maltha herfteld werdt in
het bezit haarer goederen hier te Lande (T).
Alle deeze voorflagen ftrekten, om Mogend-
heden te begunftigen, met weiken de Ko-
ning, zyn meester, verbonden was (/); doch
de
(rf) Itcl'ol. Woll. 10, ir. 15 Sfaart i6f>i. il. %*,, 57.
(<-y Refot. Hoil. 87 Septt 18 Aov. i6fe. U. 35, 10. Kcfol*
van Couli I. /'/ rt.13.
1 n'EsTRAUM Tom. I'. p. J9, <>r.
(gj u'Es^ba». Tom. II. p. 1^4, 2''5. AiTZRMA IV. Oeel,
(il, 1133.
(h) n E'Timd Tom I!. p 63, »37, 138, 139, 141, 1157,
• S)1» *'5i 337. 407. 4M. Aitzema IV, heel, il. 1122-nja,
V. Deel bl 26H- 274. 2n6.
(O Zie Air/.ENa IV. Deelt il. H55,
-ocr page 111-
L. Boek. HISTORIE. 109
de Staaten konden ze niet inwilligen, zonder 1664.
zig zelven merkelyk te benadeelen, en Frank--------
rylc beter gelegenheid te geeven, tot het
voeren der wapenen in de Spaanfehe Neder-
landen , een' toeleg, die, meer dan eenige
andererer herte genoomen werdt,aan'tFran-
fche Hof.
Lodewyk de XIV, wel bewust, dat de IL
Vereenigde Staaten hem meest hinderlyk Loïje"
kónden zyn, in het uitvoeren van deezeri ^|y. e
toeleg, hadt gezogt hun de handen te bin- hitst', zo
den, door het verdedigend Verbond van den fommi-
jaare 1662. Doch met reden bedugt, dat «eB l'
de Staaten middel vinden zouden , , om dit .ehienlL
Verbond kragteloos te maaken, wanneer hy 'op tegen
iet in de Spaanfchc Nederlanden ondernee- de Ver-
men mögt; was hy, federt cenigen tyd, in ji",g'^
onderhandeling getreden met Karel den II. :e^veï"
dien hy, zo fommigen willen, zogt op te hit- '
Jen tegen de Staaten, op dat deezen te min-
der bekwaam zyn mogten, om hem in zyne
oogmerken te dwarsboomen (k~). De Staaten,
overtuigd, dat zy op de vriendfehap van
Groot-Brittanjc geenen ftaat altoos konden
maaken, hadden, daarentegen, het Verbond
met Frankryk geilooten, om zig, door het
zelve, te verzekeren tegen Karel den II. En,
naar gelang, dat zig de toeleg op de Spaan-
fche Nederlanden openbaarde, zogten zy
Lodewyk den XIV. in te wikkelen in eene
heimelyke handeling, waardoor deeze toe-
leg ,
C*) Bornei-s Hifi. of bis mvn Tims. /u'. I. U zyS, 19p.
mm Win iWieVcn I. IMtU tU <*)•
-ocr page 112-
Jio VADERLANDSCHE L. Boek.
16^4. leg, zo niet te leur gefteld, ten minfte ver-
------- Ichoovcn mögt worden, voor een' tyd. De
Ds Witt Raadpenfionaris de Witt, die 't eerfte ont-
vangtee- werp deezer handelinge gemaakt hadt, hadt
melyfce" 'er 00^ 'c ga"1^ beleid van. En d'Estra-
hande- des, die hem geheellyk meende gewonnen te
ling met hebben, werdt, door hem, verfcheiden' jaa-
Frankryk ren agtereen , behendiglyk , om den tuin
geleid.
Lode- De Koning van Frankryk hadt d'Estrades
wyk de gelast, om de voornaamfte Leden van dee-
2oekr zen Staat, met naame de Witt, te winnen *
vergee'fs door gefchenken (/), op dat zy geene ooren
hem om leenen mogten naar het Verbond, welk (ra-
te lcoo- marra voorfloeg, en niets beflooten, welk
pen. tegen zyne belangen (treedt. Ook gaf d'Es-
trades voor, dat hy, in 't uitvoeren van dee-
zen zynen last, omtrent verfcheiden' luiden,
wel gedaagd was (ni). De Witt weigerde
nogtans iet te ontvangen, zeggende, wan-
neer d'Eftrades , hierover , uit 's Konings
naam, klaagde „ dat hy zig, voor de dien-
9) ften , welken hy zyner Majesteit immer
„zou können doen, dubbel beloond reken-
Mde, door de vriendfchap en het vertrou-
w wen , waarmede de Koning hem vereer
„de («)." Ook was het dit vertrouwen,
welk hem bekwaam maakte, om de gehei-
Voorflag men van 't Franfche Hof te doorgronden,
van de Hyhieldt, ten deezen einde, d'Estrades, al in
Witt,om Sprokkelmaand des iaars 1663, voor, dat
deSpaan- r                                                                      de
(7 3 D'EsTHAnEs Tom. II p- 54, 5!!, 145, IQ4, 198.
(« d'Estradss Tun. Il p. 2o'ó,s7ï, 281.
(»} i/lis i r.'.des Tom. II f. 194, 198.
-ocr page 113-
t. Boek.          HISTORIE. in
de Staaten niet ongenegen zouden zyn, om 155^,
zig , in geval de Koning van Spanje over------—
kedt, naamver te verbinden met Frankryk. fche Ne-
Daarna, fchynende zig verder te openen, «'«riau-
fprak hy van eene heimelyke overeenkomst, verdee-
tusfchen Frankryk en de Staaten van Holland \Wm
in 't byzonder , waarby men de Spaanfche
Nederlanden, 'onderling, verdeden zou. Hy
voegde 'er by, dat hy kans zag, om de ande-
re Gewesten te doen bewilligen in deeze
overeenkomst, zo wel als men ze hadt doen
bewilligen in de onderiteuning van Deene-
marke tegen Zweeden , en in het Verdrag
met Kromwei (0). Sommigen hebben ge-
meend, dat deeze voorflag den Raadpensio-
naris ernst ware; doch anderen oordeelen ,
met meer grond, naar 't fchynt, dat hy dien
alleen deedt, om Frankryks oogmerken te
ontdekken: 't welk gewisiêlyk best gefchie-
den kon, als hy toonde zo weinig agterdogt
op Frankryks nabuurfchap te hebben, dat hy
den Koning gaarne een goed deel der Spaan-
fche Nederlanden wilde toewyzen. Wat 'er
van zy; de voorflagkon Frankryk niet vreemd
voorkomen, om dat men reeds diergelyke o-
vereenkomst, ten tyde van Fredrik Henrik,
gemaakt hadt (^). Ook opende d'Estrades
zig, allengskens, nader (g~). pendelyk, lloeg
de Witt voor „ of 't niet geraadeti zou zyn,
„ dat men, van nu af, de Spaanfche Neder-
ig landen zogt te beweegen, om zig te ver-
„ klaa-
(.o") n'EsTRAnES Tnm. ir. p. 87, 213.
(p) Zie XI. Deel, U. vyj.
CjJ d'Estra». Tim. II. f. *«o, *afi, 439, *?8, »39, 940,263.
-ocr page 114-
in VADERLAND5CHE         L. Boe&
1664. »klaaren voor een vry Geméenebest: in
—— »welk geval , Frankryk en de Staaten hun
» van onderftand verzekeren moesten. Doch
»zo dit niet mögt können geichieden by 't
» leeven des Konings van Spanje, zou men
»'t moeten ter uitvoeringe brengen, na 's
» Konings oveiiyden, al leefde de Erfprins
»nog; zonder dat men egter dan de wape-
»nen nog zou mogen voeren in de gemelde
»Nederlanden. Na 's Prinftn dood, zou
» men dezelven eerst, niet geweld, noodzaa-
»ken, om zig vry te verklaaren; en alzo zy
» bezwaarlyk in ftaat zouden zyn, om hunne
w grenzen te befebermen, zou men zyn best
» doen,om Kamerylc, S. Omer, Aire, Nieuw-
j) poort, Veurne, Bergen en Link te doen
„ ftellen in de handen des Konings van Frank-
»ryk; en Oostende, Plasfendale, Brugge.,
»Damme , Blankenberg, het gene Spanje
v, tegenwoordig bezat in Gelderland en in de
„ Landen van Overmaaze, nevens de Kastee-
len van Navagne en Argenteau, in de magt
„der Vereenigde Staaten: alle welke Plaat-
„ jen men tvederzyds moest zoeken magtig
„te worden, 't zy dat de Spaanfche Neder-
landen zig, voor, of na 's Konings over-
„ lyden, voor een vry Geméenebest verklaar-
„den (V)." Men vondt dit ontwerp niet
vreemd aan 't Franfche Hof: alleenlyk, meen-
de d'Eftrades, dat men Mechelen by 's Ko-
nings aandeel behoorde te voegen, als waar-
door hy toegang tot het gebied der Staaten
heb-r
O) Fv'uz d'Estradis Ton. II. p. 269,
-ocr page 115-
L.Boek.          HISTORIE. ïig
hebben zou, zo't gebeurde, dat hy, met hen» 1*54;
in oorlog raakte ( s): doch de Witt gaf, al-
         4
lengskens , te kennen, dat zyn Ontwep al-
leenlyk fteunde op de onderftelling <, dat de
Koningin van Frankryk , onaangezien haaren
afftand, regt behieldt op de Spaanfche Ne-
derlanden , na den dood van den Koning en
van den Erfprins van Spanje. Hy wenschte,
hierom, nader onderregt te zyn, aangaande
de gronden van dit regt, op dat hy 't Ont-
werp te fmaakelyker mögt können maaken
aan eenige Leden van Holland, die anders
ligtelyk kwalyk gevoelen zouden van 's Ko-
nings oogmerken.
D'Eftrades , den Raadpcnfionaris niets HL
args toevertrouwende , zeide hem , federt, Z^^
op 's Konings last „ dat het regt der Konin- regt &&
„ ginne op drie gronden fteunde : 1. de afge- Konin-
„ perste afftand was, in zig zelven, ftrydig g""«
n met het natuurlyk Regt, .volgens welk , p*"nk u
B het der Koninginne niet vrygeftaan hadt, op de/
„ zig zelve of haare kinderen, door den zei- zelven.
„ ven, te benadeelen. 2. de afftand was, in
„ allen geval, gefchied onder voorwaarde ,
wdat de bruidfchat van vyfhonderdduizend
w gouden kroonen, binnen zekeren bepaalden
„tyd, betaald zou worden; 't welk niet ge-
„ volgd was. 3. de afftand was , noch door
„den Koning, noch door de Koninginne, be-
„kragtigd (*)." Te gelyk, vertoonde d'Es- Fransch
trades een ander Ontwerp, hierin onderfchei- Ontwerp
den we«e«
(O D*E*TMDM Tom. IT. p. 23*.
D'Estrades Tem, II. p, S74, »75, «8?, aoi.
XIIL Dkel.               H
-ocr page 116-
■VADERLANDSCHE
L.Boek
ïi4
den van dat van de Witt, dat 'er niet in be-
paald werdt, of men de Spaanfche Nederlan-
den zig zou doen vry verklaaren, na'sKonings
dood, of na den dood van den Koning en vafi
'den Erfprins beide. Ook was 'er eenige ver-
andering gemaakt, in de Plaatfen van ver-
zekering. Eindelyk, werdt 'er niet zo dui~
delyk in gezeid, dat men zig van de wape-
nen bedienen zou, om de Nederlanden naar
zyne hand te zetten (u); alzo men, aan 't
Franfche Hof, beweerde, dat zulks te open-
lyk ftreedt met de Vrede, die beide Frankryk
en de Vereenigde Staaten met Spanje gefloo-
ten hadden. Daar zyn , fchrecf de Koning
van Frankryk aan d'Eftrades, ter deezer gele-
genheid , zekere dingen , die goed zyn om ge-
daan
, maar kwaad om gefekreevm te worden
(v). Doch de Witt vondt zwaarigbeid in 't
Fransch Ontwerp. Hy befloot, uit de alge-
meene uitdrukkingen , welken men verkoo-
ren hadt, dat Lodewyk de XIV. toeleg maak-
te, om in de Nederlanden te vallen, zo dra
Filips de IV. overleeden zou zyn, daar hy
den oorlog, tot na den dood van den Erfprins,
hadt gefcheenen te willen verwylen. Hierdoor
werdt het fluiten van een Verdrag, volgens
een der twee Ontwerpen, verfchooven (w).
Maar de Witt, nu volkomen ondcrregt van
Frankryks oogmerk , hadt de Staaten van
Holland, in Wynmaand des jaars 1663, een
befluit doen neemen, overeenkomftig met
zyn
(u~) Vo'iez D'EsTRAnFs Tom. \\. /). 292.
(v) D'Estradïs Tom. \l.p. 288.
<>.) D'Estrades Tom. U. p. 313, 332, 344.
1664.
deSpaan-
fche Ne-
derlanden
den.
Hande-
ling met
Spanje
over de
befcher
ming der
weder-
zydfche
Neder-
iatideu.
-ocr page 117-
t.BoEK. HISTORIE.          115
zyn Ontwerp (x). Ook deedt hy, federt, zyn 1664»
best, om d'Eftrades in dit Ontwerp te doen ——
bewilligen (y). Hiertoe fcheen veel te moe-
ten helpen, dat men den Spaanfchen Gezant
Gamarra, niet lang daarna, gehoor gaf over
een Verbond , tot behoudenis en befchef-
ming der wcderzydfche Nederlanden Qz}.
Doch Lodewyk de XIV. nam deezen aan-
vang eener handelinge met Spanje zo kwa-
lyk, dat hy zig, deswege, in eenen zynerBrie-
ven aan d'Eftrades, dus uitliet: „ Zo de al- Merk-
0gemeene Staaten, na dat zy, een jaar lang, waardig
g myne vriendfchap , myn bondgenootfchap fchryvei
wen myne befcherming gezogt, en, met zo Koning
n veel voordeels voor hun , verkreegen heb- van
„ben, in ftaat waren, om my zulk een oh- Franic-
ff gelyk aan te doen, in eenen tyd , waarin ry
J9 ik, om hun genoegen te geeven, en uit
n eene belangeloosheid, waarvan men wei-
j,nige voorbeelden heeft, my wel, ter goe-
g der trouwe, aan hun verbinden wil, dat
»een groot Land, welk my en mynen Zoon,
jjt'eenigen tyde, wettiglyk, zou können toe-
n behooren, vry worde; zou 't met deeze
„zaak, niet gaan, als met de Munfterfche.
M 't Minst, waardoor ik myne gevoeligheid
55 zou toonen , over zulk een onheusch be«
jjdryf, zou zyn het verbreeken van het
„laast geflooten Verbond, ik zou humieü
ijfchepen den handel in niyn Koaingkryk
»vee.
CO Secr. Tlefol. ffoll. 3 Oit. l«?. II. Deel, bh 413-
(>0 ^ecr. Re'ol Ho'1. 14 "et. 1663. V. Deel. bU 414. r
O) Secr. Refoi. Holt. !) May 16Ö4 II, Dal, tl. *», D'$S-
TRAOBS Tum. II. p. 346.
lh
-ocr page 118-
ïiê VADERLANDSCHE L.Boek;
" 1654. »verbieden, my ten naauwfte met Enge-
■» ' u land verbinden, gelyk ik alle dagen doen
»kan, en den Engel ichen in handen ftellen
»al den Koophandel, dien myne onderdaa-
»nen , by mangel van een genoegzaam ge-
» tal van fchepen , nog niet dryven können.
»Doch gy moet niets laaten blyken van 't
» gene ik u hier melde, voor ik -het u nader
»beveele, in gevolge der berigten, die my
»omtrent dit verdedigend Verbond [met
»Spanje], zullen gegeven worden. En, om
»ter zaak te komen, ik herhaal, dat myn oog-
» merk, in het Verdrag , waarover gy han-
»delt, goed en opregt is, en zo als de Hee-
» ren Staaten het, naar reden, zouden kon-
» nen begeeren. Zo ik andere gedagten hadt,
»zou ik ze immers openleggen , voor een'
»perfoon, als gy zyt, dien ik, voorwaar,
»wel grooter geheimen zou willen vertrou-
»wen. Maar ik wil niet hebben, dat de
»Heer de Witt my, door de vrees voor dit
»Verbond, fleept waarheeflen hy wil, en
„op zulk een'tyd, als hy wil. Myne zaaken
„{taan hier gewisfelyk niet naar. Ik weet
»en gevoel, wie ik ben. Myne vriendfchap
»is begeerlyk, eh nuttiger voor hun, die ze
„ genieten, dan de hunne voor my is - - Zo
j,ik, voor 't overige, had willen luifterert
»naar de voorflagen, door Don Louis de
»Haro, aan wylcn mynen Neeve, den Kar-
jjdinaal Mazarin, in 't Pyreiieefche geberg-
»te> gedaan, in eenen tyd zelfs, wanneer ik
»geen Verbond hadt met de Staaten, en
»wanneer ik diep gevoelig was, over hun*
»nen
-ocr page 119-
JU Boek, HISTORIE.
ii?
, nen afval te Munfter; zoudenze nu niet in igfa
, Haat zyn, om te denken aan een Verbond . Jf
, met Spanje tegen my; alzo hy my toen
„ drong tot een Verbond, om de Staaten te
„ onder te brengen, my aanbiedende een ge-
„ deelte der Spaanfche Nederlanden , tegen
s, de Plaatfen, welken wy, gezamenlyk, op
„ den Staat der Vereenigde Gewesten ver-
5, overen zouden (#).
D'Eftrades liet 3 ondertusfchen , overeen- D« hao^
komftig met 's Konings oogmerken, niet na deling
te arbeiden tegen het Verbond met Spanje. sp^nde
De Koning meende, dat hy hiertoe te meer fche No«
kans hebben zou, om dat Gamarra geen' ftui- derlau-
ver ontvangen hadt, om zig daarmede vrien- den
den te maaken, hier te Lande. Ook oor- JJÏÏÏÏL
deelde hy , dat d'Eftrades genoeg deedt, als de ge-
hy 't Verbond met Spanje maar voorkwam, houden*'
al werdt het Ontwerp, waarover hy nu, ee-
nigen tyd, gehandeld hadt, op de lange baan
gefchooven: gelyk federt gefchiedde (£). Dei
handeling met Spanje werdt, ondertusfchen ^
aangehouden, zonder dat de Staaten konden
bewilligen, in het Verbond, waarop Gamarra.
drong.
De Koning van Frankryk fcheen traager-
om met de Staaten te fluiten, federt dat hy, in
Engeland handelende (c), ontdekt hadt, dat
Karel de II. ftof tot misnoegen hadt opgeno-
men tegen deezen Staat. Hy befloot hieruit^
dat de Staaten , met Groot-Britanje in oor-*
C«) D'ESTRADES Tom. II. p. 347>
(ft) ^Estrades Tom. II. p. 394» 4*ili 4*'» 443«.
ïe) D'Esïradïs Tom. II. f. 7*> »54» 335a.
-ocr page 120-
VADERLANDSCHE L.Bok,
ïiS
1ÄÖ4. log raakende , wel genoodzaakt zouden zyn
— ■■ r- hem aan te zoeken, en hem, in allen geval,
niet hinderlyk zouden können zyn, wanneer
hy iet in de Spaanfchc Nederlanden onder-
neemen mögt, 't Was, derhalve, zyn belang,
dat het misnoegen tusfchen Groot - Jiiïtanje en
deezen Staat bleef duuren en gevoed werdt.
Ook verzekert men, dat hy hiervan heime-
lyk zyn werk maakte, beide te Londen en in
den Haage; fchoon hy, terftond na 't uitber-
ften van 't ongenoegen, zyne bemiddeling
aanboodt, tot voorkoming van den kryg, en
tot bylegging der gefchillen ( d). Doch dee-
ze aanbieding hadt geen gevolg. De oorlog
met Groot -Britanje werdt, wel haast, 011-
vermydelyk.
IV. 't Is ten hoogfte waarfchynlyk, dat Karel
Aanvang ^ell, al kort na zyne heritelling, vastgefteld
geifche" hadt, de Staaten te beoorloogen, en dat hy
vyand- flegts op bekwaame gelegenheid wagtte. Ro-
lykhe- fort Holmes was, reeds in 't jaar 1661, door
den, de Engell'che Maatfchappy, gezonden naar de
Kuropa. Afrikaanfche kust, welke de Engelfchen zig?
tot aan de Kaap de goede Hoop, geheellyk.,
toeëigenden ; en hy hadt toen Hendrik Wil-
kmszoon Kap of Kops , bewindsman der Ne-
derlandfche YVestindifche Maatfchappye op
Kabo Verde, willen noodzaaken, om van
daar te vertrekken («): 't welk egter niet ge-
fchied was. Doch in 't jaar 1663, hadt de
Hertog van Jork, 's Konings Broeder, als
Op-
Crf) D'Estp.ams T«m. ir. f. 414. 450.461, 48(5.491«
t«j AlTiffiMA IV. Üul, H. 75Ö. V. Dtll, H 123.
-ocr page 121-
L.Boek.         HISTORIE.         119
Opper-bewindhebber der Koningklyke Maat- 1664.
fchappye, hem wederom derwaards gezon- ------
den. Hy nam toen verfcheiden' Nederland-
fche fchepen. Op den eerften van Sprokkel-
maand deezes jaars 1664, veroverde hy eene
Sterkte der onzen, op het Eiland Goereede.
In Grasmaand, maakte hy zig, ftormender-
hand, meester van de Sterkte Takorari. Daar-
na vertoonde hy zig voor St. George del Mi-
na , alwaar hem elf fchepen in handen vie-
len. Vervolgens, befchoot hy Kabo Kors,
en overmeesterde deeze Sterkte, insgelyks
(ƒ). Toen, voortgezeild naar Nieuw Ne-
derland , bemagtigde hy de Stad Nieuw Am-
fterdam, die de Westindifche Maatfchappy,
by de vyftig jaaren, vredig bezeten hadt, op
den zevenentwintigften van Oogstmaand;
zig, voorts, gantsch Nieuw Nederland onder-
werpende (g). Het Eiland Tabago, of nieuw
Walcheren , den Zeeuwfchen Koopluiden ,
Adriaan en Korndis Lampfins, toebslioorende
f /i~), viel, nevens het Eiland S. Euftatius,den
Engelfchen, insgelyks, in handen: doch bei-
de deeze Eilanden werden hun, daarna, ont-
weldigd, door de Franfchen.
Zo dra kreeg men hier geene tyding van
deeze vyandlykheden , of men viel 'er den
Koning van Groot-Britanje klagtig over; die,
zig gelaatende, als of hy geene kennis hadt
van;
' (ƒ) Nntul. Zeel. 26, 30 May, 20 Dm. \66\. W. 191, 20U,
205. IVi/VNDT de Ruiter, */. 2yo, iyi. Aitzema V. l)eelt
*'•
135-
' Cg) Uefol. Holl. 25 Oiïob. ifirt+. IL. 96.
rh 1
Notiil, Zeel. 12, z\St:pt. 1664. 01. iig, 232. [&i jfaltt
>
-ocr page 122-
ï2o VADERLANDSCHE L.Boek;
1664. van 't bedryf van Holmes, welk enkelyk op
e——rekening des Hertogs van Jork en der Ko-.
ningklyke Maatfchappy gelteld werdt ("/)■»
antwoordde , dat hy 'er onderzoek op doen
zou. Midierwyl, hadt het Huis der Gemeen-
ten, reeds in Grasmaand, begeerd „ dat zy-
„ ne Majesteit kragtdaadiger middelen in 't
„ werk ftelde, om de geweldenaaryen te be-
„ letten, welken de ingezetenen der Veree-
.,, nigde Gewesten den Engelfchen aandee-
„ den." Doch waarin deeze geweldenaaryen
beftonden werdt niet behoorlyk beweezen
(&). Ook wist men, hier te Lande, niet, dat
'er thans eenig gefchil van belang ((), tusi
fchen de Engelfchen en de onzen, onafgedaan
hing, dan dat over de twee fchepen, Bonne
/Ivontun
en Bonne Efperance, welk, by 't Ver-
bond van den jaare 1662, naar men 't hier
begreep (W), aan den gewoonlyken Regter
verbleeven was. Men belloot, derhalve, dat
Karel de II. oorlog zogt, en men werdt in
deeze gedagten bevestigd, door de fterke uit-
rustingen ter zee, die deezcn gantfchen Zo-
mer, in Engeland gefchiedden («), hoewel
de Koning bleef beweercn, dat hy de vriend«
fchap met deezcn Staat dagt te onderhou-
CO f*'PIN Tom- IX. p 157-
(*) Zie Aitzkm* V. Deel, W. »o.
' {Ij Zie Secr. Refol. Holl. 23, »4 May 1664. II Dtcl,bl.tflOi
431. AtTZEMA V. Deel, hl 78-841 Ü7 ya» 106 enz.
fn>) Zie Aitzema V. Deel, hl. 72, 74, J»5.
(n) Db Witt Uneven I. Deel, tl. 68i. IV. Dtel, il, 30C,
J08, 320. 337. Aitzema V. Deel, hl, 179.
{») DEstimjjFs Tom, II, f. 454, 45y, 4?8<
-ocr page 123-
L. Boek.           HISTORIE. 121
De Staaten, derhalve, klein vertrouwen 15^;
Hellende op 's Konings verklaaringen, be- -------1
flooten, op den voorflag van die van Holland De Staa*
(ƒ>), der Westindifche Maatfchappye twaalften ^enr
kloeke fchepen van oorloge by te zetten, tot r";^
herltelling van 't gene op de Afrikaanfche naar Ka-*
kust, door de Engelfchen, ondernomen was. bo Ve^.
Men kreeg , aan 't Groot-Britannifche Hof, de*
haast kennis van dit befluit, en fommigen
verklaarden aan den Heere van Gogh, die,
onlangs, tot der Staaten gewoonlyken Am-
basfadeur aldaar was aangefteld (q), dat hee
zenden van fchepen naar Guinea gewisfelyk
oorlog veroorzaaken zou(t-). Doch men Hoor-
de zig, hier, luttel aan deeze verklaaring.
Sommigen, en onder deezen de Raadpenfio-
naris de Witt, floegen zelfs voor, dat de
twaalf fchepen, tot hulp der Westindifche
Maatfchappye toegeftaan, niet fpoedig ge-
noeg gereed zouden können zyn, waarom 't
geraaden was, een vaardiger middel uit te
vinden. De Staaten van Holland beflooten,
hierop, heimelyk (V), dat men, in alleryl en
op de bedektfte wyze, last zenden zou aan den
Vice-Admiraal de Ruiter, om zig, met de
twaalf fchepen, welken hy by zig hadt,te be-s
geeven naar Kabo Verde, en aldaar de Sterk-
te of Sterkten te herneemen, welken, door
de Engelfchen, onder Holmes, veroverd wa-
ren. Doch 't vereifchte vry wat behendig- Behen-
heid, d'ghetd
gebruik^
Cp") Secr. Rcfol. Holl. 6 Aug. 1664. II. Deel, hl. 42ÖJ
Cf) Zie zyne Irftruöie by Aitzbma V. Deel, bl. 73.
C» ; De Witt Brieven IV. Deel, bl. 343.
V.O Selr. Refol. Holl. 7 Aug. ifify. II. Dtc >t U, 4%6,
H 5
-ocr page 124-
122 VADERLANDSCHE         L. Boek.
16(54, heid, om dit beiluit, ter algemeene Staats-
-------vergaderinge, te doen vastftellen, zonder dat
wih-et ^et ru&tbaar werdt. De Witt en eenige an-
Wertoe ^ere Gemagtigden wisten egter 't ftuk der-
geheim wyze te beleiden, dat 'er eenige Leden der
ie hou- Vergaderinge, wien dit geheim niet betrouwd
ik1-1' was, onkundig van bleeven. Terwyl 't be-
iluit op de uitrusting van twaalf oorlogfche-
pen in nadere overweeging genomen werdt,
hicldt men eenige Heeren, aan 't venfter en
elders, aan de praat: anderen bragt men, on-
der 't een of 't ander voorwendfel , uit de
Vergadering. Ondertusfchen, werdt de voor-
flag om de Ruiter naar Kabo Verde te zen-
den, als ware dezelve flegts een aanhangfel
van 't gemelde beiluit geweest, zo ras gele-
zen, dat zelfs de Meer, die toen voorzat, en,
midlerwyl, meent men, met iemant in gefprek
geraakt was, den regten inhoud niet merk-
te (t). 't Beiluit om twaalf fchepen uit te rus-
ten , dus, met deezeu voorilag, verbreed zyn-
de(V), werdt, twee dagen daarna, door ee-
nen anderen Prefident, getekend , zonder ,
gelyk meermaalen gebeurt, te worden over-
gelezen; waarna het in het geheim Register
te boek gefteld zynde door den Griffier, den
Vice - Admiraal werdt toegezonden , langs
drie ^erfcheiden' wegen, en onder een' om-
flag, waarby hem gelast; werdt, de ingefloo-
tenen, niet dan alleen, te openen en te leezen,
en den inhoud derzelven, vooreerst, geheim
te
CO WicQuEroRT by rtruWDT de Ruiter, bl. aoj. 204.
e«)Reioi. Geuer. Sabbatbi 9 Aug. 1664. by Drandt de
Ruiter, bl. 2-j\.
1
-ocr page 125-
L.Boek.           HISTORIE. 1*3
te houden, zelfs voor de bevelhebbers der 1(554,.
Vloote.
Wy hebben, te vooren (y), verhaald, dat D* Rui-
de Ruiter, ten deezen tyde, kruiste, in de teF j!er-
Middellandfche zee. Hy kwam , eerlang , SSJJ^
voor Mallaga, en ontving, aldaar, op den
eer- op Kabo
ften van Herfstmaand, den geheimen last der Verde.
Staaten. Elk was benieuwd naar den inhoud;
te meer, om dat 'er, onder de Koopluiden
en Schippers, een gerügt ontiïaan was, dat
men oorlog hadt met Engeland. Doch de Rui-
ter antwoordde, voorzigtiglyk, dat de brieven
van hunne Hoog-Mogendheden hiervan geene mel-
ding maakten, en dat men nog hoopte, de geree-
zen gefchillen, in der minne, by te leggen.
Hy
zeilde, kort hierop, naar Abkante, om de
Vloot te voorzien : van daar wederom naar
Mallaga, en toen naar Kadix, daar hy lang
opgehouden werdt. Op den vyfden van Wyn-
maand, van Kadix vertrokken zynde met 's
Lands Vloote, ontdekte hy, eerst na twee da-
gen zeilens, den last der Staaten aan de an-
dere Hoofden en Kapiteinen, en op den twec-
entwintjgften, kwam hy voor 't Eiland Goe-
reede aan Kabo Verde: welk hem, met de
Sterkten Oranje en Nasfim, terftond, by ver-
drag, overgegeven werdt. Voorts, maakte
hy zig meester van eenige goederen en fche-
pen der Engelfche Afrikaanfche Maatfchap-
pye, laaiende een Engelsen Oorlogfchip en
eenige fchepen van byzondere Pcilöonen,
onverhinderd, vertrekken. Daarna orde ge-
field
(O XL1X. Beek, N. 51.
-ocr page 126-
124 VADERLANDSCHE         L.Boek,
i€54.i fteld hebbende op de bevvaaring van het Ei-i
land, zeilde hy, in Slagtraaand, naar Guinea,
Hy zeilt om aldaar, insgelyks, te herwinnen, 't gene
naar Gui- ^e Engelfchen der Westindifche Maatfchappye
ontnomen hadden (w).
Gefprek OndertLisfchen, hadt men in Engeland,
over zy- iet gegist of vernomen van de Ruiters togt
nen to«
ros
fchen' (*)• ^e tvvaaff Oorlogfchepen, die, onder
d7wicc 't bevel van den Kapitein Jan van Kampen,
en Dow- naar Guinea zouden gaan (y), vertrokken
aiaS- niet: 't welk Karel den II. deedt vermoeden ,
dat de Ruiter derwaards gezeild was. Dow-
ning, wien men, hierover, meer dan eens,
gefchreeven hadt, hadt nogtans, altoos ver-
zekerd, dat 'er niets aan was, konnende, zo
hy waande, zulk een befluit niet genomen
worden ter algemeene Staatsvergaderinge,
zonder dat het hem, door de vrienden, wel-
ken hy daar hadt, ontdekt werdt. Op nieu-
wen last van den Koning, verftoutte hy zig;
egter, den Raadpenfionaris de Witt af té
vraagen, of de Ruiter, gelyk het gerügt liep,
last hadt, om naar de kust van Afrika te zeilen?
Doch de Witt, gefleepen op het beantwoor-
den van diergelyke vraagen, gaf voor be-
i'cheid „ dat de Staaten van Holland aan de
„Ruiter geenen last gegeven hadden, waarr
n over de Koning, zyn meester , ongerust
fj behoefde te zyn." En wat, vervolgde hy,
den
fw) Brandt de Ruiter, bl. 301-318. Aitzeua V. Deel%
J/. 161.
O) De Witt Brieven IV. Dut. W. 3701 388.
{y') /Je Secr. Refoi. Holl. 26, 27 Sejit, 17 Oêt. 1664. U*
ßtel, W. 418, 432,438.
-ocr page 127-
L. Boek.
HISTORIE. tzg
dm algemeenen Staaten aangaat, daarvan be- i66/±>
hoef ik u niet te zeggen; gaande daar niets om
,
         <
't gene gy niet uitvorsckt, zo dat gy ,t, uit my,
niet behoeft te kooren.
Downing verzekerde ,
op dit zeggen, den Koning, zynen meester,
wederom , dat de Ruiter niet naar Guinea
was (s). Doch 't bleek haast anders.
Karel den II. midlerwyl, een Vloot in V.
zee gebragt hebbende onder den Hertoge D^En-
van Jork, zag men, terftond hierna, in alle Jjf^£n
de Engelfche havens, een groot getal van een
JNfederlandfche fchepen opbrengen , terwyl groot ge^
men, in Engeland, bleef beweeren, dat men {*' van
niet anders beoogde dan vergoeding van de J^SjL
fchade, door de onzen, den Engelfchen, te fchepen»
vooren, aangedaan. In Slagtmaand, werden
wel honderd en dertig Koopvaardyfchepen
genomen, uit eene Vloote, die, met Wynen
en Brandewynen , van Bourdeaux herwaards
kwam (a). Ook wcrdt toen beflag gelegd op
alle de Nederlandfche fchepen, die zig in En-
geland bevonden: van welk beflag de Koning
geene andere reden gaf, dan dat hy verftaan
hadt, dat de Ruiter naar Guinea gezonden
was, om den Engelfchen afbreuk te doen.
Te gelyk, erkende hy nu, dat het bedryf der
Engelfchen, op Kabo Kors en in Nieuw Ne-
derland, met zyne kennisfe en op zynen last,
gefchied was (f). De Ambasfadeur van Gogh
liet niet af van klaagen, over deeze vyand-
lyk-
2) WicQUEFORT iy Rrandt de Ruiter, il, 318.
«) Notul. Zeel. 20 Dec. 1664. tl. 295. Rawn Ton. IX»
(. 227
CO De Witt Britven IV. Drei, tl, 387, 411, 41 j.
-ocr page 128-
~i26 VADERLANDSCME         L. Boek.
itf<?4. lykheden. Doch men voerde hem , eindelyk»,
■------te gemoet „ dat hy zig te vergeefs afiloof-
öde; dat de vefwydering tusfchen de twee
„ Volkeren te groot geworden was, om, zon-
„ der openbaaren oorlog, te können wegge-
komen worden (c)." Nogtans vondt Ka-
rel de II. nog niet geraaden, den onzen den
oorlog te verklaaren, of zelfs eenige brieven
van fchäverhaaling uit te geeven (J). Vaiï
Gogh fchreef, den twee - entwintigften van
Wintermaand, aan de Witt, dat 'er gerügten
liepen, hoe de Koning bevel gegeven hadt*
om op de rykgelaaden' Smirnafche Vloot, dié
onder weg was naar Holland, te pasfen (e).
Doch dit berigt kwam te laat, om 'er voor-
Zy tasten deci mede te doen. De Engelfche Bevelheb-
nafch™" ^CT> Tfomas /llkn, die zeven Oorlogfche-
Vioot Pen onder zig hadt, tastte, op den negenen-
voor Ka- twintigften, deeze Vloot, onverhoeds, aan,
dix aan. V00r de baai van Kadix. Zy werdt begeleid
door drie Staatfche Oorlogsfchepen, onder be^
vel van den Kapitein Pietervan Brake/, die, in
't begin van 't gevegt, doodgefchooten werdt.
Nogtans weerden zig de onzen zo dapperlyk,
dat 'er (legts twee Koopvaardyfchepen vero-
verd werden, door de Engelfchen. Jan Rei-
lof szoon
van Hoorn, voerende 't Koopvaardy-
fchip den Koning Salomon, verdedigde zig,
eenen geruimen tyd, alleen, tegen vier Engel-
fche Oorlogsfchepen, totdat hy, geheel redde-
loos gefchooten, door één der Engelfche Fre-
gat-
Cc') Vir. Witt Brieven IV. Desl, hl. tfln.
C_ij
Dp Witt Uneven IV. Deel, hl. 435.
(<0 Da Witt Blieven IV. De*l, hl. 41z.
-ocr page 129-
L.BoEK.          HISTORIE. 127
gatten, aan boord geklampt werdt, waarna zyn 1664.
fchip, ^terftoiid, te gronde ging. Jan Reilofs- ——
zoon, die zig, tot op het uitcrfte, van den over-
loop, geweerd hadt, fprong, toen hem 't fchip
ontzonk, in de floep, daar hy, door de Engel-
fchen, gevangen genomen werdt (ƒ). Zulk
eene blykbaare vyandlykheid binnen Europa
kon, met geenen fchyn, gefteld worden op
rekening der Afrikaanfche Maatfchappye-,
gelyk de vyandlykheden van Holmes, in A-
frika en in Amerika, te vooren, gedaan wa>
ren. De togt van de Ruiter, van welks oog-
merk en uitflag men egter nog geene zekere
kennis hadt (g), was het eenige, waarmede
men, federt, deeze openbaare vredebreuk
poogde te verfchoonen.
De Staaten, nu klaarlyk voorziende, dat VI«
de oorlog naby en onvermydelyk was, be- jejj^"1"
flooten, in 't begin van Wintermaand, van den van
Beuningen naar Frailkryk te zenden, om den Beunin-
Koning te beweegen, tot het voldoen aan 't |on "aar
Verbond van den jaare 166a, in geval zy, rvnkóm
door den Koning van Groot-Britanje, werden den'Ko-
aangetast. Te gelyk, werdt beflooren, eene ning tot
bezending, ten zelfden einde, te doen naar hulP te-
Zweeden en Deenemarke, met welke twee cr"^,
Ryken, de Staaten, insgelyks, in verbond fton- Britanje
den (^). Van Beuningen vertrok zonder uitftel, te ver-
en hadt, den agtentwintigften, zyn eerfte ge- zoeken,
hoor by den Koning, wien hy vertoonde ,
„dat
(ƒ) Brandt de Ru-ter, il. 376.
f£0 De Witt Brieven IV. Deel. tl. 434.
(Aj Secr. Refol. HoII. 59 Noytmi. 3 Dtcemi» l6<J*. II.
üeél\ W. 453, 4§(5,
-ocr page 130-
128 VADERLANDSCHE         L. Boek.
1664. » dat de Staaten, zyne meesters, zyner Ma-
■-------»jefteit grooten dank fchuldig waren, voor
Zyne » de poogingen , aangewend, om den Ko-
];ngdaa"n't »ning van Groot-Britanje met hen te be-
Franfche »vredigen: doch dat hun Wee deedt, dat
Hof. n deeze poogingen t, tot hiertoe * vrugteloos
» waren geweest; dat de vyandlykheden der
»Engelfchen waren toegenomen, zo wel in,
„ als buiten Europa , onaangezien de Staa-
lt ten, op verzoek des Konings van Frank-
»ryk, hunne Vloot, die reeds byeen ge-
„ bragt was , wederom hadden doen fchei-
ajden, en in's Lands havens invallen (/).
19 Dat de Engelfchen geene andere reden
»van deeze vyandlykheden gaven, dan dat
wmen twee hunner fchepen, in Oostindie,
99 en drie, op de kust van Guinea, belet hadt,
„ te komen in vyandlyke havens en Plaatfen,
„ die de onzen, op dien tyd, belegerd hiel-
„den, fchoon de Staaten zelfs hiertoe gee-
„nen last gegeven hadden. Dat men den
„Engelfchen vergoeding van fchade aange-
„booden hadt, zonder dat zy hadden wü-
hlen luisteren naar een Verdrag, noch ook ,
„ wegens 't ftuk der Zeevaart, eene nadere
„ overeenkomst fluiten , waarop men, .van
„der Staaten zyde, dikwils, hadt aangehou-
„ den (£). Dat zy, daarenboven , klaagden
„over 't neem en der twee fchepen, Bomt
Avonture en Bonne Esperance, waarover een
„regtsgeding begonnen was, welk, volgens
„het
CO 7ié Aitzkma V. Deel, II. 85, 86, 207.
(* J Zit Secr. Rcfol. Holl. 23 0<5f. 1664. II. Detl, il. 440.
-ocr page 131-
HISTORIE. 129
L. Boek.
„ het Verbond van den jaare 1662, zou mo- tgs^
„ gen vervolgd worden ; fchoon zy nu be- ____
„ geerden , dat dit geichil, niet door den
„ gewoonlyken Regter , maar door de Staa-
„ ten, zou worden afgedaan. Dat de andere
„oorzaaken van klagten, of ongegrond,.of
„zeer oud, en derhalve, by het jongfteVef-
„ bond, te niet gedaan waren, en dat men ,
„ desonaangezien, den Staaten eene Sterkte
„ op Kabo Verde en twee op de kust van Gui-
„nea afgenomen hadt, in volle vrede; welke
„ vyandlykheden men , te vergeefs, op re-
„ kening van byzondere perfbonen , zogt te
„Hellen, alzo dezelven, door gantfche Vloo-
„ten, en door 's Konings eigen Krygsvolk,
„ gepleegd waren. Dat ook de Koning gee-
„ ne zwaarigheid maakte , om te erkennen ,
„ dat de Sterkten op Kal>o Kors, in Guinea
„ en in Nieuw Nederland, op zynen last, wa-
„ ren ingenomen. Dat uit dit alles bleek, dat
„ de Engelfchen de Vrede en Vriendfchap tus-
„ ichen de twee Volken gebroken hadden ;
„ waarom de Staaten zyne Majesteit van Frank-
„ ryk verzogten, te willen voldoen aan het
„ Verbond, onlangs , met hem gellooren, en
„ behoorlyk bekragtigd , hun byihiande met
„ twaalfduizend man , zo zyne po.ögingen,
„binnen vier maanden, de Vrede niet mog-
„ ten können herftellen ; en van zyn beQuit
„hiertoe eerst den Koning van Groot-Britan-
„je, en voorts ook den Koningen van Zwee-
dden en Deenemarke kennis te willen gee-
„ven (/)."
                                        Doch
£7) Aitzf.ma V. Deel, hl. 388-39'.
XI1L Deel.                I
-ocr page 132-
130 VADERLANDSCHÉ L.Boeé«
Doch op deezen voorflag, kwam niet dan
algemeen en uitftellend antwoord (tm). De
Franfche Staatsdienaars gaven voor „ dat
„ de Koning, zo hy nu den Staaten byftondt,
„ veelligt, morgen, als hy zynen eisch op de
„ Spaanfche Nederlanden zou doen gelden,
„ hen ten vyand hebben zou," Voorts vor-
derden zy, dat men zyne Majesteit, hierom-
trent, gerust ftelde, zo men hem beweegen
wilde, om de Staaten te helpen tegen Groot-
Britanje («)• De Gcheimfchryver van Staat,
de Lionne, liet zig,wat kater, tegen van Beu-
ningen, in deeze woorden, uit: Vreemd is 't,
dat wy, omu by te flaan, het Verbond, welk wy
met Engeland hebben, breeken zullen ;'. daar wy
te verwagten hebben, dat Engeland en de Ver-
eenigde Gewesten ons morgen den oorlog zullen
aandoen. De verkeerde Staatkunde, dat 'er een
Voormuur tusfehen de Vereenigde Gewesten- en
Frankryk noodig is, bederft alles. De Koning
denkt, misfehien, niet om de Spaanfche Neder-
landen; maar
V is jammer, dat men zulke ge-
voelens heeft onder zyne Bondgenooten. Ik weet
daarvan en van 't gene men desaangaande open-
lyk fpretkt in de Vereenigde Gewesten meer dan
ik u zeggen wil
(,o). De Marfchalk de Tu-
renne zeide hem ook, dat de toeleg op de Spaan-
fche Nederlanden wat verre zag', doch dat de Ko-
ning nog wel met eenige Grens/leden, vooral mei
Kameryk, diende geholpen te worden.
Alle dee-
ze gelprekken dienden , om van Beuningen
on-
(m) AtTZEMA V. Deel, il. t<j2.
( n) De Witt Brieven II. Deel, hl. 19.
CO De Witt Brieva» U. Deel, hl. as,
De Ko-
ning is
•gterlyk
in 't be-
looven
van by-
garuL
Merk-
waardig
gezeg
■»an de
Lionne.
-ocr page 133-
1. BöEki Historie. 13t
onzeker te houden, wegens 's Konings oog- 1654.
merk. Ook geliet zig deeze fchranderc Staats- ———
man, als of hy 'er niets van vastftelde, mid-
lervvyl, niet verzuimende, geduuriglyk, te
dringen, op de naarkonring van 't Verbond
van den jaare 1662, waarna men, zeide hy,
voorflaan kon, 't gene men goeddagt. Voorts
maakte hy, onderde hand, zwaarigheden te-
gen den toeleg op de Spaanfche Nederlan-
den , ontleend van 't gene . andere Mogendhe-
den daartegen onderneemen zouden, alfchoon
'er de Staaten zig niet aan ftooren mogten(/>).
Maar men hiekk zig, in Frankryk, genoeg-
zaam verzekerd, dat de Koning, in zulk een'
toeleg, de Staaten, zo zeer als iemant anders >
tegen zou hebben (§-).
Ondertusfehen, bevondt Lodewyk de XIV. R Jli'
zig in geene kleine bekommering. Hy zag merimf
Zig, aan den eenen kant , verpligt, om het van Lo-
Verbond van den jaare 1662 naar te komen, dewyk
en hy begreep, aan den anderen, dat hy, de denXIV*
Staaten onderfteunende, hen bekwaamer
maakte, om hem in den weg te zyn, als hy
zyne verreziende oogmerken in de Spaanfche
Nederlanden uitvoeren zou. Daarenboven»
werdt hy fterk aangezogt door Karel den 11^
die hem open' kaart aanboodt, in alles, wat
hy, omtrent de Nederlanden, wenfehen kon,
zonder zelfs aldaar een' voet lands voor-zig
zelven te begeeren; mids hy afltand deede
Van 't Verbond met de Staaten, en een naauw
Vsr-
(p^s De Witt Brieven II..Deel, il. 27.
(«), D'Estiudes Tom, II. p. 5ßrt, 57J,
1 3
-ocr page 134-
13* VADEÏILANDSCHE L.Böêk;
'1054. Verbond met hem aanging ; hem , daarbe-
—-----nevens, verklaarende, dat hy , zo zyn voor-
flag van de hand geweczen vverdt, zig ten
naauwfte verbinden zou met Spanje: waartoe
hem iehoone gelegenheid voorkwam (r).
De En- Voorts, hieldt de Engelfche Ambasfadeur
«elfchon Fitz-Harding den Koning van Frankryk ver*
hem te ^heiden' redenen voor, om welken hy zig,
bedui- met eere, zou mogen ontflagen rekenen van
den, dat de verpligting, om de Staaten by te ftaan;
hy niet hierop uitkomende: „ dat de Staaten de aan-
faerPdegt » vauers waren geweest, en zig, het eerst ge-
Staaten n wapend hadden; dat de Koning van Groot-
te helpen,^ Britanje regt hadt op de Sterkten in Gui-
j,nea, die de Staaten, te vooren, hadden
„ingenomen; dat zy van een verlchil tus--
jjfchen de twee Maatfchappyen een verlchil
„tuslcheii de twee volken gemaakt hadden}
wdat de Koning van Frankryk, in allen ge-
55val, niet verbonden was, de Staaten bui-
„ ten Europa te helpen; dat de vyandlykhe-
„ den buiten Europa begonnen waren , en
jydat, fchoon zy, naderhand, in Europa wa-
kren overgebragt, zulks flegts was aan te
jjmerken, als een gevolg van het hoofdge-
w fchil, met welk gevolg de Koning van
„Frankryk zig niet te moeijen hadt, om dat
B hy niet gehouden was, zig in het hoofdge-
„ fchil te fteeken (ƒ)." Alle deeze redenen
werkten lterk op Koning Lodewyk, die ze
d'Estrades overlchreef, om 'er deszelfs ge-
dag-
CO D'Estradbj Tom. II. p. 5^7'
{O D'Estrades Turn. II. f. 576, 586,
-ocr page 135-
L.Boek. HISTORIE,         133
«Jagten over te verftaan ; zig , onder anderen, 1&54.
bedienende van deeze woorden : Ik neem nu ■ ■
mg niet in aanmerking den trek , dien my de
Staaten te Munfler [peelden ; waardoor zy zig
sehen in groot gevaar gebragt zouden hebben
, zo
ik alleen geene magt genoeg gehadhadt, om, ge-
duurende hunne inwendige beweegingen.
, het Huis
van Oostenryk het hoofd te bieden
(?}.
Midlerwyl, vertelde en verfpreidde Dow- Dow-
ning iri Holland „ dat de Koning van Frank- ning verJ
„ ryk den Engelfchen Gezant Fitz - Harding rPreiJt
„ verzekering gedaan hadt, dat hy de Veree- °^täe
jj nigde Gewesten niet byftaan zou ; dat 'er tydingem
n een befchadigend en verdedigend Ver- in Hol»
jj bond geflooten was , tusfchen Frankryk en lan^-
„ Groot-Britanje , en dat 'er , in Engeland ,
„ niets gedaan werdt , dan met overleg van
„Frankryk («)•" Doch 't bleek, eerlang,
dat deeze gerügten geenen grond hadden,,
D'Eftrades riedt den Koning egter, ernftelyk,
tot het Verbond met Groot-Britanje; welk,
dagt hy , voordeeliger was, dan een dierge-
]yk met de Staaten zou können zyn , om dat
Karel de II. niets van de Spaan fche Neder-
landen begeerde ; daar de Staaten zig, des-
wege , nimmer in handeling zouden willen
inlaaten , zonder 'er hun aandeel van te be-
dingen (v). Alleenlyk vondt hy 'er deeze D' e^
zvvaavigheid in „ dat het verlaaten der Staa- desftelt
„ ten en het fluiten van een Verbond met de Lo^*
„Engelfchen zou te wege brengen , dat de xiv.*^
„ Witt ne zw**,
f O D'Estrapes Tom. II. p. 568.
t«) ü'Es ruAniis Tem. II. p. '561 . 578^
(y) ü'Estraües Tom. II. p. '575,
ia
-ocr page 136-
134 VADERLANDSCHE L.Boe?,
1664, „ Witt en deszelfs aanhang ( dus fchrecf hy )
- n overweldigd en bedorven zouden worden ,
Hgheid_ ^ door den aanhang des Konings van Enge
J00T', ™ „ land , die , zo vee] gezags verkreegen heb-
ten van" „bende in den Staat, zynen Neef, den Prins
de Staa- „ van Oranje , in deszelfs v/aardigheden »
»en? n herftellen zou ; voorts , meester blyven in
w deeze Gewesten , in zo verre , dat, zyne
„ Majef'ceit van Frankryk , aldaar , geen meer
n aanziens hebben zou , dan de Koning van
„ Engeland hem wel zou willen gunnen (w).'*
Én deeze zwaarigheid ichynt zo veel gewoo-
gen te hebben by den Koning van Frankryk ,
dat hy zig , tegenwoordig, niet heeft wil-
len laaten beweegen , tot een Verbond met
Karel den II. Sommigen verhaalen 5 dat de
Witt, ten deezen tyde , door d' Eltrades ,
onderzogt zou hebben , of Lodewyk de XIV»
ook geraaden zou vinden , dat men den Prins
van Oranje deede vertrekken uit den Veree-
nigden Staat, en dat de Koning deezen voor-
llag zou verworpen hebben ( x ). Doch voor
de waarheid van dit verhaal zou ik niet dur-
ven inftaan. De Staaten kreegen egter , in
eenen geruimen tyd , geene verzekering, dat
Frankryk zig aan het Verbond van den ja-are
1662 houden zou. Van Beuningen werdt,
met goede woorden en uitfteljen, opgehou-
den.
Vill. De handeling met Zweeden en Deenemar-
ïjgnde- £e was rnidlerwyl, ook aangevangen, door
Iwj; met
            3             J '                                de
(.w) Ij'Ksi RADES Tm. II. p, 579.
l-Ó Memoir. de Cüjche hired. p. 45.
-ocr page 137-
f-Boek.
HISTORIE.
»35
de gewoonlyke Gezanten der Staaten, in 1^4;
beide deeze Ryken , welken men zogt te -----.
beweegen, om de zyde der Vereenigdc Ge- Zwee-
wcsten te honden tegen Karel den II: waar- den-
toe menzc beide verpligt rekende, uit kragte
der jongfte Verbonden. De Koning van
Zweeden verklaarde zig geneigd, om vriend-
fchap te houden, beide met Groot- Britanje
en met deezen Staat; doch hy vorderde, by
deeze gelegendheid, vernietiging of nader
verklaaring van het verdrag, waarby het
Elbingfche opgehelderd was. Ook eischte hy
de onderftandgelden, die hem , by het El-
biiigfche Verdrag , beloofd en niet voldaan
waren. Eindelyk, moest hem , dreef hy ,
a-egt gedaan worden , wegens het nadeel, zy-
nen onderdaanen, door die van de Nederland-
fche Wcstindifche Maatfchappye, op de Zuid-
rivier van Florida in Amerika en elders aange-
daan. Ik (preek niet van eenige punten van
minder belang, die, tusfchen Zweeden en
deezen Staat, in gefchil (ronden. De Staaten
beweerden, hiertegen, dat het Verdrag, waar-
by het Elbingfche opgehelderd was, niet dan
na ryp beraad opgefteld zynde, geene nadere
vcrklaaring behoefde , en dat zy niet bevon-
den, den Koning, uit hoofde van het Elbing-
fche Verdrag , eenige onderftandgelden fchul-
dig te zyn. Doch wat de fchade betrof, die
de Westindifche Maatfchappy den Zweedert
zou mogen aangedaan hebben; deswege, zou-
den zy zig laaten ouderregten , en , naar be-
komen' kennis, befluiten , zo als zy zouden
bevinden te behooren. Doch Karel de XI.
I 4                       was
-ocr page 138-
136 VADERLANDSCHE L.Boek;
1Ö64. was niet voldaan met dit antwoord, 't Welk
eenc der redenen was, waarom hy zig agterlyk
hieldt, om de Staaten, tegen Groot-Britanje.,
te onderfteunen (,y).
Haude- Met Dcenemarke , werdt ook niet voor-
linir met fpoediglyk gehandeld. De klagten , welken
niarïe" men mer ' insSelyks 3 deedt, over 't bedryf,
der Westindifche Maatfchappye op de kust
van Guinea, waren 'er oorzaak van. De Ko-
ning beweerde , dat men den Koophandel zy-
ner onderdaanen op deeze kust belemmerde,
hem de Sterkten aan Kabo Kors, op Tako-
rari, Anemobon en elders afhandig gemaakt,
verfcheiden' fchepen genomen , en de woeste
Afrikaan fche volken tegen de Deen en opge-
hitst hadt. Doch de Westindifche Maat-
fchappye , hierop gehoord wordende , bragt
diergelyke klagten in tegen de Deenen , be-
weerende , onder anderen , dat deezen , ko-
mende handelen op Plaatfen , daar de onzen
Logien en Sterkten hadden , zig zelven de
vyandlykheden , over welken zy zig vreemd
hielden , op den hals hadden gehaald. Ovej
't voldoen eeniger agterftallen , die Dcene-
marke den Staaten fchuldig was, was, insge-
lyks, verfchil ontftaan. De Koning begeer-
de , tegen dezelven , af te rekenen de kosten ,
geloopen op de tweede uitrusting van twintig
Oorlogsfchepen , op eenen tyd , dat de Staa-
ten op 't punt ftonden , om de Vrede met
Kromwei te fluiten : waarin de Staaten niet
konden bewilligen. Alle deeze verfchillen en
an
00 AiTZBMA IV- Deel, hl. 2351-250.
-ocr page 139-
L. Boek. HISTORIE. 137
anderen ftremden de handeling over de on- i^i
derfteuning der Staaten tegen Groot-Britan--------3-
je, waarop de Refident Ie Maire niet naliet,
fterk aan te houden. Karel de II. verzuimde
ondertusfchen ook niet, door zyne Gezanten,
in Zweeden en in Deenemarke, te bearbei-
den , dat deeze Ryken zig niet voor de Staa,
ten verklaarden. Hy bediende zig, hiertoe,
van dezelfde redenen , welken hy, ook in
Frankryk, zogt te doen gelden, fterk dryven-
de, dat de vyandlykheden, van der Staaten
zyde, begonnen waren: waaruit volgde, dat
de Noordfche Koningen, door de Verbonden
van verdediging, met de Staaten gemaakt, niet
konden verpligt geagt worden, om hun by te
ft aan (2).
De grenzen in Vlaanderen, waarover men XI.
lang oneenig geweest was met Spanje, wer- J?'ei!s*
den, eindelyk, in Herfstmaand deezes jaars, ^„g1"
geregeld (0). Kort tevooren, hadtFilipsde viaande-
IV. de Landvoogdy zyner Nederlanden opge- ren gere«
draagen aan Don Francisco de Moura en Corte 8eld.
Real, Markgraaf van Kastel - Rodrigo, die,
terftond, merkelyke verandering maakte, in
verfchciden' der voornaamfte Raaden en Amp-
tenaaren (ß).
De oorlog, die, tusfchen Keizer Leopold Keizer
en den Grooten Heer, ontftaan was, hadt Leopold
den eerften bewoogen, om in de Lente dee- d|r§°.j^
zes jaars , den Graaf van Sinzendorf her- ten om"
Waards byltand
f« ) AfTZEMA V. Deel, bl. ato-23iV
                                         tejjcn <1©
Oj Zie Rel'ol. Holl. 13 Maart 1665. bl. 45, Aitzema
\. Deel, bl. 307.
Qb) AuzEjirt V. Dtel, bl. 309 cuz,
IS
-ocr page 140-
i38 VADERLANDSCHE         L. Boek,
16Ä4. waards te zenden, met last, om by de Staa-
ten aan te houden om onderftand, tegen den
Turken: ouden en algcmeenen vyand der Christenheid,
weijrerd ^ocn ^e tegenwoordige toeftand der zaaken
wordt, drong de Staaten, om 's Keizers verzoek, bc-
leefdelyk, van de hand te wyzen. Men ver-
' klaarde den Gezant, dat de Staaten gaarne
genegen zouden geweest zyn, om,nevens den
Koning van Groot-Bxitanje, te deelen in den
roem, gelegen in het fluiten van het geweld
der Turken. Doch dat zy, tegenwoordig, de
handen vol werks hadden, om zig zelvcn,
onder anderen ook tegen de ïurklchc roo-
vers in de Middellandfche zee, te befcher-
men (c).
Pcstziek- In Holland, waren, reeds in 't voorlccden
HojT d naJaar» beginfels befpeurd eener befmettely-
ke ziekte, die, in den Zomer deezesjaars, zo
fterk toenam, dat de Gekommitteerde Raa-»
den, na 't inneemen van't gevoelen der Hoog-
leeraaren en eeniger Doktoren in de Genees-
kunde, eenige middelen voorfchreeven, om
den voortgang der Pestkoortfe te fluiten, en
de kranken niet hulpeloos te laaten (V). Deeze
zwaare bezoeking fleepte, dagelyks, een on-
gewoon groot getal van menichen weg: welk;
egter, buitenslands, nog breeder uitgemce-
ten werdt, dan waar was. Te Amfterdam,
fchynt de fterfte, naar gelang, grootst ge-
weest te zyn. De handel werdt 'er zeer door
belemmerd, alzo men, in Frankryk, in Span-
je,
(O Refol. HoII. »2 Jiily 16(14. W« 3°- Aitzema V. Deett
bl. U2-39I.
QJj Refol. IIoll, 8 Aug. if»#.j. W. 62.
-ocr page 141-
L.Boek.           HISTORIE. 139
i
je, in Engeland (e), en zelfs in Zweeden, ,^4,
zwaarigheid maakte, om Hollandfche fchepen -------
toe te laaten, dan nadat zy veertig dagen bui-
ten de havens gelegen hadden, zonder dat men
'er blyken van beimettinge in gewaar gewor-
den was. Men oordeelde, in 't gemeen, dat
de befmetting niet uit ecne ongefteldheid in
de lugt ontltaan, maar door beimette perfoo-
aen of goederen, van buiten 's Lands, her-
waards gebragt was (ƒ). Doch omtrent het
einde des jaars, was de fterfte in zo verre ver-
minderd, dat de algemeencStaaten, tegen den
eenentwintigften van Louwmaand des volgen-
den jaars, deswege, eenen plegtigen dankdag
uitfchreeven (g).
De algemeene Staaten, nog geene kennis X.
hebbende van den uitflag der onderneemin- De Sra*'
ge van de Ruiter op Kabo Verde en in Gui- fljjj^f"
nea, hadden, om te toonen , hoe zeer zy den En-
de Vrede zogten te bcwaaren, den Koningvan geifchen,
Groot - Britanje, in Wintermaand, aangeboo- °ok in
den en voorgeflaagen wdat men elkanderen afj,re„tT
„alles zou wedergeeven wat men eikanderen te doen.
?? ontnomen hadt, of het wederzyds behou-
5, den, ter keure des Konings." Doch deeze
voorllag werdt van de hand geweezen (^).
Ook hadden zy , op 't aanhouden van den
Koning van Frankryk, de Vloot, welke zy,
met veele moeite en niet zonder vericheiden'
Ge-
f O Reib). Holl. 20 Maart, 5 April 1604. HL iï, 83.
(/5 °8 Witt Brieven I. Deel, tl. 6Ö3. Aitzema IV.
Liet, bl. 1153- V. Deel, U,- 141-143, 190, 234, 984. IW1.
Mtrc. v«« t jaer 1664 II. 134, 193,194.
Cs) Rcfol. Holl. 17 Vee. 1664. lil. 42.
i'i) '/.\t liftA^ui' clc Kuiter, ».'. 376.
-ocr page 142-
i4o VADERLANDSCHE         L.Boek;
X664. Gewesten te bezenden, om hen te verpligten ,
tot het opbrengen van hun aandeel in de kos-
ten (f), onder den Heere van Wasfenaar, in
zee gebragt hadden, op het einde des jaars,
wederom opgelegd: 't welk, meende men,
den Engelfchen gelegenheid gegeven hadt,
tot het aantasten der Smirnafche Koopvaar-
dyvloote (ß). Doch toen men hier tyding
kreeg deezur jongfte vyandlykheid, befloo-
»665. ten de algemeene Staaten, op den eenentwin
■-------tigften van Louwmaand, den Engelfchen, za
wel binnen als buiten Europa, ook alle mo*
Zy rusten gelyke afbreuk te doen. Men viel, terftond,
^ene . aan het uitrusten cener magtige Vloote, over
Vloot tut. yyeike^ door de Staaten van Holland, meerde»
en agtbaarder Hoofden gefteld werden, on-
aangezien die van Zeeland beweerden , dafc
zulks, niet dan met eenpaarige bewilliging van
alle de Gewesten, gefchieden mögt. Men ver-t
koor, in gevolge van het genomen befluit, drie
Luitenants - Admiraalen, Egbert Meeawszoori
Kortenaar,
onder het Kollegie ter Admiraliteit
op de Maaze, Michiel Adrjaanszoon de Rui-
ter, onder dat te Amfterdam, en Jan Korne-.
liszoon Meppe.1,
onder dat van Westfriesland
en 't Noorderkwartier (/). De Luitenant-Ad-
miraal, Heer van Wasfenaar, kreeg het op-
perbevel over de gantfche Vloote, onder den
titel van Luitenant-Admiraal-Generaal. De
Staaten ook, om meer volks tot de Vloot te
kon-*
fO AiTZRMA V. Deel, U. iqt , 199-207.
(t ) Sccr. Rcfol. Huil. 37 Nay. '1664. II. heel, hl. 45^
Pe Witt Brieven 1/. Cier.1, hl. 5.
{Ij Refol. HoU. 14, au Jm. 16S5. U. 15, a<S.
-ocr page 143-
t. Boek.           HISTORIE. 141
können bekomen, verbooden, ten deezen ty- ^65:
de, alle Vaart, met naame ook de groote en-------
kleine Visfchery en de Walvischvangst. Men
ftelde, op 't veroveren van Engelfche fchepen,
en op 't af haaien der vlaggen, grooter beloo-
ningen dan immer te vooren. Ook werden
zulken, die in 's Lands dienst te water verminkt
mogten worden, merkelyke fommen gelds toe-
gelegd. Men verboodt den invoer van Engel-
fche waaren, en Helde orde, omtrent den han-
del op Engelfche havens, door Bondgenooten
en onzydigen (ni).
De Koning van Groot-Britanje, die, op 't Karel de
einde des voorleeden jaars, voor't eerfte, zy- *j« ver-
nen onderzaate-n, openlyk, verlof gegeven de""
hadt, om hunne fchade te verhaalen, aan de ten dea'
fchepen en goederen der ingezetenen van dee- oorlog,
zen Staat, hadt, in Louwmaand deezes jaars,
zo dra geenen merkelyken onderftand beko-
men van 't Parlement, of hy deedt arbeiden
aan 't opftellen eener Oorlogsverklaaringe
tegen de Vereenigde Gewesten (»), die eg-
ter, niet voor den veertienden van Lente-
maand, in de voornaamfte ftraaten van Lon-
den en Westmunfter , plegtiglyk , afgekon-
digd werdt. Zy behelsde „ dat men, in plaats
w van vergoeding te geeven , wegens den
„ hoon, de beledigingen en nadeelen , den
w Engelfchen, door de Oost - en Westindifche
„ Maatfchappyen en andere ingezetenen der
öVereenigde Gewesten, aangedaan, last ge-
„zon-
(«0 Oroot-Plnkaatln III. Deel, hl. aas, m6, 263, 264,
fcgi, 292, 593, 295. Aitzema V. Deel, il. 439.
C,a) R^-in Tom. IX.p. »30,231.
-ocr page 144-
*42 VADERLANDSCHE t. Boe&
i<&5. »zonden hadt aan de Ruiter, tot het plee-
» gen van nieuwe vyandlykheden in Afrika ;•
» dat de Koning, hierop, de Nederlandfche
»fchepen hadt doen beflaan ; doch gcene
»Brieven van Schäverhaalinge uitgegeven,
»noch tegen de bcflaagen' fchepen doen
»voortpleiten hadt, voordat hem onweder-
»ipreekelyk gebleeken was, dat de Ruiter
»den ontvangen last in \ werk gefield, en
» verfcheiden' fchepen en goederen zyner
n onderzaaten in beilag genomen hadt. Dat
>5hynu, verneemende, dat men zig, in de
„ Vereenigde Gewesten , flcrk ten oorloge
5, uitrustte, en zelfs Brieven van Schaverhaa*
„linge tegen 's Konings onderzaaten hadt
j,uitgegeven, bevonden hadt, dat men zig,-
jj door de wapenen , zogt te handhaaven in
j)'t bezit van 't gene men, onregtvaardiglyk,
w hadt verkreegen ; waarom hy goedvondt,
»aan de ganfche weereld te verklaarcn, dat
5j de Staaten de aanvallers waren, en hierom,
j, door zyne Vlooten en Oorlogfchepen, en
jj door alle anderen, die Brieven van Schä-
„ verhaalinge van zynen Broeder, den Her-
„ toge van Jork, bekomen hadden , wettig-
5,lyk, mogten beoorloogd worden; zullende
„ alle de fchepen en goederen hunner onder-
„ zaaten voor goeden prys gehouden wor-
„den, en aan elk, Engelfchen en vreemden,
„ op verbeurte van fchepen en goed, verboo-
„ den zyn, hun eenige krygsbehoeften toe te
n voeren (0)."
Men
CO Zie AlTZEMA V. Deel, il. 368.
-ocr page 145-
t. Boek.           HISTORIE. ifä
Men ziet, uit deeze Verklaaring, dat 's i<s$$.
Körtings voornaamfte oogmerk was, de Staa---------
ten te doen doorgaan voor aanvallers in dee- Aanm«*-
zen kryg, op dat de Koning van Frankryk klnsen
en anderen hunner Bondgenooten, buiten de ^^Oor^*
verpligting, gefield zouden worden, om hun jogsver-
by te flaan. 't Bewys deezer onderftellinge klaaring.
was de last, aan de Ruiter gegeven , en het
uitvoeren van dien last, in het beflaan van
eenige Engelfche fchepen en goederen. Doch
•*t was onbetwistbaar, dat de Ruiter geen'last
bekomen hadt, om iet tegen de Engelfchen
te onderneemen, dan na dat men onderregt
geworden was van de vyandlykheden , door
Holmes gepleegd, 't Is waar, dat de Koning'
Holmes bedryf, in 't eerst, geheellyk, wilde
doen flellen op rekening der Engeliehe Afri-
Jcaanfche Maatfchappye. Doch, met even zo
veele reden , kon de Ruiters onderneeming
aan de Nederlandfche Westindifche Maat-
fchappye, aan welken de herwonnen' Plaat-
fen toekwamen, worden toegefchreeven.
Hierom zwygt de Koning ook van de herwon-
nen' Plaatfen op Kabo Verde; want van 't
gene in Guinea gefchied was kon men nog
geene kennis hebben; en hy brengt de gehee-
le vyandlykheid , door de Ruiter gepleegd,
tot het beflaan van eenige Engelfche fche-
pen en goederen. Doch wy hebben te voo-
ren (.p~) gezien, dat hy zig alleenlyk meester
gemaakt hadt van 't gene der Engelfche A*
frikaanfche Maatfchappye toekwam; haten-
de de andere Engelfche fchepen, fchoon ze
voor
£pj /lluilx. «3.
-ocr page 146-
144 VADERLANDSCHE         L. Boek.'
'1S65. voor eenen tyd in beflag gehouden waren,
-------daarna, onverhinderd, vertrekken. Behalve,
dat het beilaan eeniger fchepen voor geenen
aanvang van oorlog kon gehouden worden,
of de Koning, die 't eer dan de Ruiter hadt
gedaan, moest zelf voor den aanvaller in dee-
zen kryg doorgaan. In allen geval, was 't ge-
ne de Ruiter venïgt hadt buiten Europa ge-
fchied, en Karel de II. veroorloofde zig, hier-
op , het aanvangen der vyandlykheden in Eu-
ropa; alwaar de Staaten, door Frankryk en
door hunne andere Bondgenooten , moesten
onderlleund worden, 't Was, derhalve, 'voor
onpartydigen niet moeilyk te zien, wie voor
den aanvaller gehouden moest worden, Groot-
Britanje, of de Staaten. Voor 't overige,
hang ik 'er niet veel gewigts aan, dat Karel de
II. de vyandlykheden begon, door het neemen
van verfcheiden' fchepen, en door het aantas-
ten der Smirnafche Vloote, lang voor dat hy
den oorlog verklaard hadt; om dat fommigen,
onlangs, met fchynbaare redenen , getoond
hebben, dat zulk eene verklaaring, voor 't be-
ginnen der vyandlykheden, niet noodzaakelyk
behoort, tot het wezen van eenen regtvaardi-
gen oorlog (q).
XI. De Staaten hadden zo dra de Engelfche
Lands Verklaaring niet in handen gekreegen , of
loot. zy zonden ze aan alle vreemde Hoven , ne-
?£* U1 vens eenen beredeneerden Brief, ftrekkende
om te toonen, dat de Koning van Groot-
Britanje de gemeene vryheid des Koophan-
dels
(j) Vid. C. v. Bynkershoek Quasfl. Jur. publ. Liiu M
Cap. II. p. 5.
-ocr page 147-
kBoËK.           HISTORIE; 245
dels zogt te krenken; waarby alle Mogend- i<ft$
heden belang hadden Qr). Voorts, lieten ze - --
niet na, door den Ambasfadeur van Gogh,
onder bemiddeling van Frankryk, te Londen
te doen handelen over de heritelling der Vre-
de (s); doch zonder vrugt (V). De Engelfche
Vloot, onder den Hertoge van Jork, Merk
omtrent honderd fchepen van oorloge, raak-
te, in Bloeimaand, in zee. De Nederland-
fche, onder den Heere van Wasfenaarj liep)
ook nog uit, voor 't einde der genoemde
maand. Zy was ten minfte zo fterk als de
Engelfche («)• Op den dertienden van Zo-
mermaand, raakten de Vlooten aan eikan-
deren, omtrent tien Duitfche mylen Noord-
oost- ten Noorden van de Stad Lestoffe. Men
wil, dat de onzen, twee dagen te vooren,
den wind op de Engelfchen gewonnen had-
den, zonder zig van dit voordeel gediend te
hebben (v). Nu hadden de Engelfchen de
loef van hun, zynde de wind Zuidelyk. 't
Gevegt begon, met het aanbreeken van den
dag, en duurde tot over den middag. Eeni-
ge Staatfche Kapiteinen kweeten zig wak-
kerlyk; maar anderen hielden zig buiten den
ftryd j fchietende ilegts van verre. Doch De Heet
omtrent twee uuren na den middag, fprong ™^'as"
de Luitenant - Admiraal - Generaal Heer van fneuf eij.
Wasfenaar, met zyn fchip de Eendragt, vier
en
Tr") Zie Aitzkma V. Diel, hl. 371.
(s ; Aitz'ima V, Deel, bl. 372 378.
CO De Witt Brieven 11. Deel, bl. 98.
(ü~) Z\e Aitzem-v V. Deel, bl. 443, 444.
O) Zie Aitzema V. Deel, bl. *$•
XIII. Deel.               K
-ocr page 148-
i4<5 VADERLANDSCHE          L. Boek.
166$. entagtig ftukken gefchuts voerende, onge-
_. ■" lukkjglyk, in de lugt, door zyn eigen bus*
kruid; zonder dat men zekerlyk weet, of 'er*
door verzuim van de zynen, uf, door 't fchie-
ten des vyands, de brand in geraakt was.
De Luitenant - Admiraal Kortenaar was, reeds
in 't begin van 't gevegt, des morgens om-
Neder- trent vyf uuren, doodgefchooten. Doch
laag en het ontydig omkomen des Heeren van Was-
viugt der fenaar veroorzaakte zo veel wanorde in 's
onzen, j^ands Vloote, dat veelen naar een goed heen-
komen zogten: ook eenigen, die zig, te voe-
ren, dapperlyk geweerd hadden, en onder
deezen, de Luitenant - Admiraal: Jan Eveit-
fen, die, met eenige anderen, de Maaze
inliep. In den Briele aan land geflapt zyn»
de, werdt hy, door 't graauw, welk hem va«
lafhartigheid befchuldigde , aangetast en ia
't water gefmeeten; daar hy gefmoord zou
hebben, was hyniet, door eenige foldaaten,
en in't byzonder, door eenen Franfchen Ka-
pitein, La Salie genoemd (»/), gered gewor-
den. Doch daarna verantwoordde hy zig zo
wel, in den Haage, en voor den Krygsraad
op Texel, dat men zig genoodzaakt vondt5
zyne kloekmoedigheid en zyn beleid te pry-
zen. Omtrent zestig f'diepen waren naar Texel
geweeken, zeventien of agtien naar 't Vlie#
twaalf of dertien naar de Wielingen , Goe-
reede en de Maaze; eenigen waren den En-
gelfchen in handen gevallen: drie, aan el»
kanderen vast geraakt zynde, door hen, ver-
brand.
O) Memoir. Je Guiche Lm. I. />. 7a.
-ocr page 149-
L. Boek.         H I S T Ö Hl E. 147
brand. Op den vyarid werdt flegts één fchip 1605.
veroverd, door Kapitein Joan de Haan, welk ——>
in Texel werdt opgebragt. Doch de Engel*
1'chen verlooren ook den Vice - Admiraal John
Ijiwfon,
den Schout by nagt Sanfum en eeni-
ge andere voornaame luiden. Daarentegen
waren, aan onzen kant, gei'aeuveld, behal-
ve den lieer van Wasfenaar en Kortenaar,
Anke Stellingwerf, Luitenant-Admiraal van
Friesland, de Kapitein Joan Bankert en ee-
nige anderen. De nederlaag was, volkomen-
lyk, aan de zyde der onzen (re), die 't meest
geleeden hadden , en den itryd ontweeken
waren (>•). Sommigen vonden 't, ondertus-
fchen, vreemd , dat de Engelfchcn hun voor-
deel , en de wykende Nederlanders niet ver-
volgd hadden. Doch men heeft, naderhand,
gefehrecven, dat het hun aan branders man-
gelde (z): ook, dat de Hertog van Jork, op
den raad van Pen, die hem vertoonde, dat
de Nederlanders nimmer hardnekkiger ftree-
den, dan wanneer zy in den uiterften nood
gebragt waren, bellooten hadt, den ftryd
niet te hervatten, en de onzen, flegts met
klein zeil te vervolgen (ß); waardoor de
meeste fchepen in behouden haven raakten,
't Ontydig wyken en 't verder pligtverzuim
van eenige Bevelhebberen werdt, federt, on-
derzogt en geftraft. Drie Kapiteinen, Jan Straffe
Pie- ofte
O) MW. Holl. n, 14» t*, 17, «4 J*ey, 23. 25 y«/y, i
Aus-
'""5 < W» 4ii 44-49» 5^ f'"» ?(>• 29» 84» J7. o". AlTüB»
ma V. Deel, bl. 379, 3*2, 446, 447» 44<>t 45°» *53«
(y) I)E Witt Brieven II. Deal, bl 101.
C = j Mcmoir. de Omens üvr, i. p. 70.
C*J Uubnbt Hill, ot his own Time. KA, \, p. aijj.
K *
-ocr page 150-
148 VADERLANDSCHE h, Boïk.
»655. Pkterszüon Onkhar 3 Antoni Evenszoon de Mar-
re
en Jakob Bruinmg, werden, ter oorzaake
pligtver- van verfaagdheid, ter dood verweezen, en
zumi vanj^gj. niusketten doorfchooten. Drie anderen,
Officie- Willem Codde van der Burg, jan van der Mar-
ina.* fi/ie
en Apollonius Poolt werdt de degen, door
beuls handen, voor de voeten, gebroken, en
zy eerloos en onbekwaam verklaard, om 't
Land verder te dienen: twee, Samuel Huis-
man
en Jakob van der Kamme, werden van
hunnen dienst verlauten. Ate Intes Stinßra,
Kortenaars Opperftuurman, die, na deszelfs
dood, 't fchip van den vyand hadt haten af-
dryven, moest, met den ftrop om den hals,
de itraf der anderen aanfehouwen, en werdt,
voorts, eerloos verklaard, en gebannen. Mid-
krwyl, verzuimden de Staaten gecnen tyd,
om 's Lands Vloot, fpoedig, wederom in ftaat
te ftellen, om zee te kiezen. De Engelfchen
bleeven zee houden; 't welk het vaardig ver-
zamelen van 's Lands fchepen noodzaakclyker
maakte ( b ). Ter gedagtenisfe van den Heere
van Wasfenaar, werdt, federt, op 's Lands
kosten, in de groote Kerke in den Haage,
eene pragtige Grafftede opgeregt, waarop
hy, overcinde en in 't harnas, leevensgrootte,
werdt afgebeeld. Voor Kortenaar werdt, ins-
gelyks, eene aanzienlyke Grafftede geftigt, in
. de groote Kerke, te Rotterdam.
XH* De ongelukkige uitflag van 't jongfte zee-
ters ver- §eveS£ veroorzaakte merkelyke verflaagen-
heid,
(h~) Scntent. over eenige Sclieeps- Kapit. en Offic. gedrukt
1665. AiTZEMA V. Bctl, tl, 459, 4ÖÜ-4Ö6.
-ocr page 151-
L. Boek.          HISTORIE. 149
hield, onder 't gemeen. Doch men fchiep 1665.
wederom moed, op het berigt, welk men,-------•
kort hierna, ontving van de voordeden, rigtingen
door de Ruiter, behaald op de Engelichen. ?P de
u              . j '                  j                            1 kust van
Hy was, in den aanvang deezes jaars, op de Guinea.
Guineefehegoudkust gekomen, en hadt, ter-
jlondt, het Kasteel Takorari of Witfen aan-
getast en veroverd. Kort hierop, werdt dit
Kasteel geilegt. Voorts, naar S. George del
Mina gezeild zynde, ontving hy, daar, na-
deren last uit het Vaderland, om de EngH-
fche fchepen en goederen aan te tasten. Se-
dert, nam hy vcrfchciden'fchepen. In Sprok-
kelmaand , met groot gevaar,. omtrent het
Kasteel Kormantyn, welk de Engelfchen, on- •,
der Frangois Sehvyn, bezet Welden , geland
zynde , veroverde hy dit Kasteel, ftormen-
derhand, op den agtften. Wat laater ont- ,
ving hy, hiertoe, byzonder bevel, van de al-
gemeene Staaten, en te gelyk,.om den En-
gelfchen buiten Europa alle mogelyke af-
breuk te doen, Hy zeilde toen naar de Bar-
bados , een der Karibifche Eilanden , daar
vier- of zesendertig Engelfche fchepen lagen,
Op welken hy egter geen voordeel behaalen
kon. Daarna, deedt hy ook de andere En-
gelfche Eilanden in deezen oord aan, zig al-:
daar en onder weg van verfcheiden' Engel-
fche fchepen meester maakende.. Doch mid-
lerwyl bevel bekomen hebbende, om naar 't
Vaderland te, keeren, nam. hy, in Zomer-
maand, de reis derwaards aan (c). Verwit-
tigd,
(O Brandt de Ruiter,. U. 3*5-374'
Iv3
-ocr page 152-
150 VADERLANDSCIIE L. Boek,
1665. tigd van den openbaaren oorlog met de En-
er*— gelfchen, zeilde hy tusfchen Hitland en Noor-
wegen door, een Vlaamsen vaartuig onder
weg bewilligd hebbende, om voor uit te f te-
venen op kondfehap, De Engelfche Vloot
onthieldt zig, ten deezen tyde, voor Bergen
Hykonit in Noorwegen; doch 't gelukte de Ruiter,
terug en jiaar ongemerkt voorby te Hippen, 't welk men
op de
aan het mistig weder en aan 't waaien der win-
Eems. aau 1ICLB
den toefchreef, niet zonder hierin 's Hemels
gunftige voorzorg te erkennen. Op den zes-
den van Oogstmaand, liep hy behouden de
Wcster-Eems in, en kwam, voor JDeli'zyl,
ten anker (d).
XIII. Weinige weeken te vooren, hadt men we-
Begin- derom beginfels van oproer befpeurd, in
fels van fomrnige Steden. Te Amfterdam zelfs, bc-
oproe»               °                                     i                       ,.
ïigheid g°n men te morren3 over «e tegenwoordige
ïneenige Regeeringe. Te Leiden, werdt wederom
5
Holland- gelyk, vooreenige jaaren, in andere Steden,
fcheSte- gefchied was, een Tromflaager in 't water
ondè/" gefmeeten, om dat hy volk wierf, op den
Scheeps- naam der Staaten; roepende 't graauw, dat
Tolk. mtn f oor den Prinfe van Oranje, niet voor ver-
raaders werven moest. Ook voegden zig eenige
Scheeps - Kapiteiueu en matroozen byeen ,
openlyk verklaarende, dat zy niet wederom in
Zee dagten te gaan, dan onder 's Prinfen vlagge
(e). Op 't fchip van Tromp, in Texel
leggende , wilden de matroozen het anker
niet opwinden, dan in den naam des Prinfen
van
Brandt de Ruiter, il. 385.389. Aitzkma V. Deel,
*/. 400
enz.
D'Estrades Tom. UI. p. sJÖ«.
-ocr page 153-
I, Boek.           HISTORIE. 151
van Oranje (ƒ). Doch de Raadpenfionaris de ig<#.
Witt vondt middel, om deezen beweegingen -------
te ftillen. Men leest ook, dat fommige Ste- Voorflag
den, kort na het ongelukkig zeegevegt, ter jjjjj den
Vergaderinge van Holland , voorfloegen, o""^™"
dat men op de beste wyze mogelyk , met te bevor-
Groot -Britanje, moest zoeken te verdraagen, deren,
en den Prins van Oranje in de waardigheden
zyner Voorouderen herftellen. Doch de
meesten en vooral de Witt hadden geoor-
deeld, dat men hiermede, nog behoorde te
wagten, en eerst te zien, wat 'er van Frank-
iyk te hopen ware (g). De Raadpenlionaris
moedigde de Leden, federt, fterk aan, om
de Vloot wederom in ftaat te ftellen, Hy
begaf zig zelfs, in perfoon, naar Texel, om
de uitrusting te bevorderen (h). Men wil, dat Bekom-
hy, inzonderheid voor dat de Ruiter behou- mering
den in de Eenis gekomen was, zeer vreesde ™? d®
voor hem, voor de Smirnafqhe Vloot, die nog ut'
te Kadix lag, en voor de fchepen, die uit
Oostindie verwagt werden; zig verzekerd
houdende, dat het verlies van eene of twee
deezer Vlooten eenen opftand in de Steden
verwekken zou, en 't volk doen roepen om
vrede met Groot - Britanje , om herftclling
van den Prinfe van Oranje, en om eene ge-
heele verandering der tegenwoordige Regee-
ringe (*"). Men voegt'er by, dat deeze vrees
hem deedt befluiten, om in perfoon op de
Vloot
(ƒ) Aitzema V. Deel, hl. 477.
(.g) D'ëstrades Tom. III p 215.
CA) D'Estr/ides Tom. Ui. p. ai8, 33».
(O D'Estrades Ttm. iü. p. 248.
K 4
-ocr page 154-
153 VADERLANDSCHE L. Boer.
1665. Vloot te gaan, op hoop van zyn wankelend
------- gezag, door een gelukkiger zeegevegt, te
Frank '" herftellen en- te bevestigen (&)• D'Estrades
ryk,voor fcm'ecf deeze dingen, als uit den mond van
een'e de Witt, over aan 't Franfche Hof, daarzy zo
verande veel indruk maakten, dat van Beuningen %
de Re-
^eering
<Jer Ver-
eenigde
Neder-
landen.
omtrent deezen tyd, aan den Raadpenüona-
ris meldde „ hoe men aldaar bedugt was, dat
. „ de Koning van Engeland zou mogen wil-
„len woelen met den naam van den-Prinfe
„van Oranje; doch dat de Regeering,' in
3, zulk een geval, zo veel hy verneemen kon,
„heul hebben zou aan den Koning van
^Frankryk (/).'' Koning Lodewyk zelf be-
val d'Estrades, hem te melden, welke rede-
nen 'er waren, om eene omkeering in de Re-
geering te vreezen, ten welken einde, hy on-
derzoeken moest „ welke Steden, in elk Ge-
jjWest, den Prinfe of den Raadpenfionaris
5, waren toegedaan; hoe veel magts elke par-
„ty, in ieder deezer Steden, hadt, en door
„wiezy onderfteund wierdt, door de Wet-
„ houderfchap of door de Gemeente; op dat
j, men met te meer grond mögt können oor-
„deelen over de waaifchynlykheid der ge-
„ vreesde omkeeringe, in geval de Ruiter, of
„eene der twee andere Vlooteu den En-
„ geliehen in handen mogten vallen («O»'*'
Doch of, en op welk eene wyze, d'Estrades
aan 's Konings last voldaan hebbe, vind ik
nergens gemeld. Ook bragt de aankomst van
de.
(*) D'F.sTR,<\r>E<; Tom. III. p. 252, 258, 274, 277» 315.
CO Uk Wii r iJrinvca II. Deel, */. 102. Verg. hl, 92.
i»0 D'E">traues Tom. UI. f. 278.
-ocr page 155-
L.Boek.         HISTORIE.         153
de Ruiter de zaaken , terftond, in eene an- .1663.
dere gedaante.
üe Staaten hadden, na 't (heuvelen des Raad_
Heeren van Wasfenaar, geraadpleegd, wien pieegin-
zy 't opperbcvvind over 's Lands Vloote,. gen, op
jn zyne ftcde , zouden opdraagen. Vee- g™*
len rprakcn van den Vice-Admiraal Kornelis van ee.
'JTrornp i aan wiens kloekmoedigheid niemant uen Lui-
twyfelde a en die zeer bemind was by 't ™"*n}-
Scheepsvolk. Doch tusfchen deezen en de Jgg^
Gemagtigden der Staaten was eenig misnoe- gê^ai;
gen ontftaan, ter gelegenheid dat hy gewei-
gerd hadt, als regter te zitten over Kapitein
nen, die, wegens pligtverzuim in't.ïaatfte
zeegevegt, op zyn eigen aandryven, in heg-,
tenis genomen waren ( n ). Ook melden fom-
migen, dat hy, op Texel aan land treedende ,
verklaard zou hebben, zyn ampt te zullen,
nederleggen, om dat 'er naauwlyks twaalf
Kapiteinen geweest vyaren , die hunnen pligt
tegen de Engelfchen betragt hadden (0). Doel*
de voprnaamfte reden, waarom ibmmigen
hem tegen waren, was zyne bekende genee-
genheid tot den Prinle van Oranje (p). Men
verftondt, nogtans , in 't gemeen, dat men
hem, ten minften in naam, over de Vloot be-
hoorde te ftellen. Doch tot maatiging van
zyn gezag, werdt goedgevonden, drie Ge^
volmagtigden der algemeene Staaten af tq
vaardigen op 's Lands Vloote, waartoe, eer-
lang, Rutgers Huigens, wegens Gelderland,
(O Attzema V. Deel, bl. 454, 457'
(«) D'Estkadrs Turn. III. p 414.
Cp) ÜRANDT de Ruiter > bl. 3*i4-
K 5
-ocr page 156-
154         VADERLANDSCHE L.Boek,
tێs. zitting hebbende ter algemeene Staatsverga-
-------deringe, de Raadpcnfionaris de Witt en
Joan Bureel, Bürgerneefter van Middelburg
\q)> benoemd werden. Tromp was, reeds
te vooren , tot Luitenant - Admiraal, onder
het Kollegie ter Admiraliteit op de Maaze,
verheeven geweest (r). Doch de Ruiters aan-
wairtoe komst maakte eenige verandering in dceze
Jgr^er fchikking. De Stad Amfterdam floeg eerst
ren voor, of men de Ruiter niet, in de plaats van
wordt, den Heere van Wasfenaar , behoorde te ver-
ecren met het be.vel over 's Lands Vloote
onder de Gevolmagtigden der Staaten; waar-
toe, eerst door de Staaten van Holland, en
terftond daarna, ook door de algemeene Staa-
ten, beilooten werdt (j). Tromp was ten
hoogfte misnoegd over deeze verandering ,
tot zo verre zelfs , dat hy weigerde, onder
de Ruiter, naar zee te gaan. Nogtans be-
dagt hy zig, federt, en bleef in "s Lands
dienst.
XIV. De Vloot, in Oogstmaand, zeilreede zyn-
*« Lands de, in Texel, haperde het aan gunftige ge-
looi°tC an- 'eSennc^ > om in zee te loopen; 't welk men,
dermaai"tot hiertoe , gemeend hadt, niet dan op
in zee. ' tien ftreeken van 't kompas te können ge-
fchieden. Doch de Witt, na naauwkeurig
onderzoek, bevonden hebbende , dat 'er wel
agtentwintig onderfcheiden' ftreeken aanlei-
ding
(f) Notul. Zeel. I Aug. 1665, il, 165. Meraoir. de Gui-
CHE Livr. I. p. 79, 82.
Crj Aitzkma V. Deel, il. 46I!.
CO Refoi. Gener. Mart. 11 Aug. 1SÄ5. *v BiuNBT de Roi»
ter, hl. 31/3. Refol. Holl. 11 Aug. 1665. tl. SU.
-ocr page 157-
J..BOEK.          HISTORIE. 155
ding toe gaven, nam zelf het lood in de hand, 1^55.
peilde het Spanjaards gat, en bragt, op den ——•
veertienden van Oogstmaand, met een' Zui-
den en Zuidwesten wind , aüe de ichepen ,
doorliet zelve, gelukkiglyk, in zee. De gant-
fche Vloot beftondt uit drie - ennegentig Pre?
gatten van oorloge , benevens etlyke bran-
ders j jagten, galjoors en ander klein vaaiv
tuig. Het oogmerk der Vloote was de Oost-
indifche en andere Koopvaardyfchepen vei-
lig naar de havens deezcr Landen te geleiden,
en de Engelfche fcheepsmagt, die haar hier-
in zou mogen willen hinderlyk zyn, te vernie-
len of uit de zee te flaan. Doch weinige da-
gen na dat zy in zee geraakt was, fchrceven teifen° ?f
dealgemeene Staaten eenen bededaguit, die, oogmerk
door fommige Predikanten , tegen het oog- der Re-
merk der Regeeringei gebruikt werdt. Men geen1''
vondt 'er verfcheiden', die, verftaande, datbruiift"
de zaaken niet wel konden gaan, ten ware door
men den Prins van Oranje in 't hoog bewind fommige
ilelde, zig, deswege, uitlieten van den Pre- £redl-
dikftoel. Jakobus Sceperus, Predikant te Gou- a ^
da , beftondt de Regeering , met haatelykc
woorden en vergelykingen , gelyk men 't
noemde, over te haaien: 't welk geoordeeld
werdt, tot ontrusting der Gemeente en klein-
agting der Regeeringe, te ftrekken, waarom
de Wethouderfchap belloot, diegaadje, wel-
ke hy van de Stad trok, by voorraad, in te
houden (t). Te vooren, hadden de Staaten
van 'Holland, om diergelyke oorzaak, hun.
mis-
(0 AriZEMA V. Deci, II. 483.
-ocr page 158-
I5<5 VADERLANDSCHE L.Boek.
1665. misnoegen getoond tegen Francishis Ridderus,
«------Predikant te Rotterdam («), en, wat laater
noodzaakten ze, op gelyke wyze , Thaddens
de Landman, Predikant in den Haage, die vinnig
tegen 't Verbond met Frankryk uitgevaaren
hadt (v) , om te belooven , dat hy zig
voortaan ftipter voegen zou naar de inzigten
der hooge Regeeringe (w_). De Haagfche
Predikant, Simon Simonides , hadt, omtrent
den zelfden tyd, van den predikfloel geklaagd,
Orde der ^at men ondankbaar was, tegen 't Huis
Staaten, van Oranje (ä). Voor 't einde des jaars
tot be- werdt, gclyk wy , reeds op eene andere
tuige- plaats , in 't voorbygaan , gemeld hebben ,
PredU tcr deezer gelegenheid, by de Staaten van
kanten. Holland, beflooten „ dat de Predikanten
j, zig zouden hebben te onthouden van allo
n verftandhouding buitens Lands over zaaken
„ van Staat; dat ze ook over Kerkelyko
-j zaaken geen verfland buitens Lands houden
w zouden, dan met kennisfe en volgens orde
n der Regeeringe -y dat ze zig onthouden
jj zouden van zaaken der Regeeringe, in
w hunne predikaatfien of gebeden , op den
predikfloel , te brengen : alles ondep
bedreiging, dat zy, het tegendeel doende,
terftond en voor altoos, van den predik*
B dienst geweerd zouden worden ( y "). "
VVek
(«> Refol. IJoIl. 24 Jan. 1^5. il. 14.
(y) Aitzema V. Beul, il. 483, 502-504, D'ESTRADES
Tom. III. p. 527.
C«0 Relbl, Huil, 5, rt, 7, ij Nuv. I, 4 Dec. 1665. bh
J,44> >4S> J5", 159. 13» 22.
(x) Aitzema V. Veel, il. 504.
OO Hefol. H.r/II. 15 Jutiy, 7 ïïoy. 5. Decfmi. 1665«. il. 48»
*5* . 25-
-ocr page 159-
L. Boek.         HISTORIE*         157
Welke befluiten van zo veele kragt waren, i^
dat de meeste Predikanten zig , federt, ftil ——
hielden»
's Lands Vloot, nu in zee gefleken, werdt, ^Éwea,
door verfcheiden' onverhoedfche toevallen , gingen"
verhinderd , iet uit te voeren van belang, enbedry-
Stilte en tegenwind belette haar , eerst, de yen vaii
Engelfche Vloot > die nu onder bevel van den yioo"e
Graave van Sandwich ftondt, op te zoeken.
De Vlooten zeilden eikanderen digt voorby,
zonder eikanderen gezien te hebben. Sand-
wich paste op de Smirnafche en Oostindifche
fchepen , die , agter Hitland om , naar "t Va-
derland komende , uit vreeze voor de Engel-
fchen , te Bergen in Noorwegen , waren in-
geloopen (s). De Engelfche Gezant aan't
Hof van Deenemarke zogt den Koning te
beweegen , om zig van deeze fchepen mees-
ter te maaken , en den buit te deelen met den
Koning van Groot-Britanje. Men wil , dat
Fredrik de III. luisterde naar deezen voor-
ilag («). De Graaf van Sandwich kreeg last,
om de Koopvaarders , in de haven van Ber-
gen , aan te tasten. Doch de Bevelhebber van
Bergen , niet tydig genoeg onderregt van de
gezindheid zyns Konings , was met de Koop^
vaarders in onderhandeling getreden, om
hen te befchermen tegen de Engelfchen , die
hen , met veertien fchepen , onder Thomas
Tiddyman
, reeds in de haven , hadden aan-
getast ; doch met verlies afgeflaagen waren.
Kort hierna, kwam 's Lands Vloot onder de
Rui-
fa) Memoir. rfe Giiiciie Livr. I. p. 98.
(«) Burnet Hilt. ofhis owii Time, /•»/. I. p. 22a.
-ocr page 160-
VADERLANDSCHE L. Boek*
1665. Ruiter voor Bergen; De Oostindifche en an-
—— dere Koopvaardyfchepen voegden zig , in 't
begin van Herfstmaand , by 's Lands Vloote;
Men beiloot toen , bedugt voor de Herfst-
ftonnen , cn geenen vyand verneemende op
- , de Noordfche kusten , te rug te keeren naar
ver. 't Vaderkind. Doch op den negenden , ont-
ftroöid ftak 'er zo hevig een ftorm uit den Noord-
door westen * dat de gantfche Vloot veiftrooid raak-
m' te, cn zwaar befchadigd vverdt. De En«
geliche Vloot 3 die zig omtrent het Doggers-
zand bevondt, hadt minder geleeden. De
Ruiter, llegts negenendertig fchepen onder
de vlagge hebbende , beiloot, nogtans, den
vyand op te zoeken ; doch hy kon hem niet
te zien krygen. Daarna , vondt men raad-
zaam tusfehen Texel en 't Vlie te gaan leg-
gen , daar de verftroöide fchepen , allengé-
kens , byeenkwamen. Ook raakten de mees-
te Koopvaarders in behouden haven. Doch
ecnige Oostindifche en vier Oorlogsfchepen
-.
         waren den Engelfchen in handen gevallen.
De Vice - Admiraal, Aart van Nes, dertien
Oorlogsfchepen en eenige Koopvaarders by
zig hebbende , was ook in een fcherp gevegt
geraakt met twaalf Konings fchepen , wel-
ken hy hadt doen afhouden. De ftorm ver-
oorzaakte dus , dat 's Lands Vloot niets kon
(oudernecmen tegen de Engelfchen , hoewel
men , onder 't gemeen , verfpreidde , dat het
den Gevolmagtigden der Algemeene Staaten
aan kennis en beleid haperde. Ook geloofden
Veeleh , dat 'er de grootfte eendragt niet ge-
weest was, tusfehen de Witt en de Ruiter.
Doch
-ocr page 161-
t.BoEK.           HISTORIE» t£
Doch de laatfte verklaarde, rondelyk, het itó#
tegendeel. Ook werdt de Raadpensionaris , ,- w»
wegens zynen gedaanen dienst op de Vloote ,
bedankt, door de Staaten van Holland» In
Wynmaand , flak 's Lands Vloot wederom
over naar de Engelfche kust, metvoorneemen.»
om den vyand, in Duins, aan te tasten. Doch
deeze toeleg werdt, door tegenwind, verhin-
derd. Ook ontilondt 'er eene algemeene ziek-
te op de Vloote , die , in weinige dagen, zo
jfterk toenam, dat men genoodzaakt was, in 't
begin van Slagtmaand , naar 't Vaderland te
keeren (£): waarmede de zeekryg deezes jaars
•;en einde nam*
Doch terwyi de wederzydfche Vlooten XV.
nog zee liielden , verzuimde men niet, in v°,,r-
Engeland, te handelen over een Verdrag, p*jnfc™j.
..inder bemiddeling des Konings van Frank- tot vre-
ryk , die , terftond na het ongelukkig zeege- de.
vegt van den dertienden van Zomermaand ,
;iit zig zclven voorlloeg „ dat de Staaten
„ Nieuw Nederland aan den Koning van
„ Groot - Britanje zouden afïlaan , mids hy
»hen in 't bezit liete van 't Eiland Poule-
,5 ron ; dat de Staaten S. George del Mina
„ en de Sterkte Nasfau zouden blyven bezit-
„ ten ; doch Kormantyn aan den Koning te
rug geeven; dat de Sterkte op Kabo Kors
„ gellegt zou worden ; dat de Koning ook
„in 't bezit gefield zou worden der Sterk-
0 ten Bonavista en S. Andries, op de rivier
„van
(*) BRüNor de Huiler, W. 409-455. Aitzïita V. DsR„
U.
48a, 483, 484, 497 -SOt, fl$5.
-ocr page 162-
ié& Vaderlands ei ie l.boëig
1^55. ^ van Gambi, en dat men , terftond , Ge-
» ■ n magtigden zou benoemen, om, wegens een
5, goed Verdrag van. Koophandel, overeen
„te komen (e)." Op deeze voorwaarden,
behoorde men, naar 't oordeel des Konings
van Frankryk , wederzyds, te verftaan tot
R
          vrede. Doch Karel de II. verklaarde , ron-
lLKwvst delyk -> datze hem niet behaagden. Hy hadt,
dien van gaf hy voor, den oorlog aangevangen , op
de hand. den raad en het aanhouden van zyn Parle-
ment, welk hy niet zou können voldoen, zo
hy geen ander voordeel wist te bedingen , na
de overwinning , onlangs, op de Staaten be-
haald. Men moest hem , voegde hy 'er by,
ten minflen , eenige vergoeding bezorgen
voor zyne gemaakte kosten, waartoe, meen-
de hy, de Koning van Frankryk, zo hy 't ge-
raaden vondt, de Staate'n, ligtelyk > zou kon-
Ook be- nen verpligten ( d~). Doch de Staaten zelven
haagt hy fcheenen niet zeer gezind , tot het afftaan
denStar> van |sjjeuw Nederland (e). Ook waren 'er
en met. ancjere punten jn den voorilag van Frankryk,
welken hun niet behaagden (ƒ). Men maak-
te , hier te Lande , in 't algemeen *, nog ftaat
op het Verbond met Frankryk , en men twy-
felde niet, of de. Engelfchen zouden beter
aan de hand gaan , zo dra Lodewyk de XIV*
zig , openlyk $ tegen hem verklaard hadt<
Doch het Franfche Hof verfchoof dit, van
tyd tot tyd , voorwendende , eerst ter dege te
f O fniez D'Estk/vdes Tom. III. p. 350;
(d) D'EsTnADF..'; Tom. III. t>. 331, 332.
(«) D'Estradhs Tom. III. p, ?»:.
l/j D'EsiiUDBS Tom. III. p. 324«
-ocr page 163-
L.Boèk.         HISTORIE.         léi
willen beproeven , wat 's Konings tusfchen- 10,55;
fpraak zou können uitwerken. Van Beunin------
gen liet niet na, op onderftand te dringen (g). VanBu-
Zelfs verklaarde hy , zig te zullen te vrede ™^
houden , met de belofte , dat de Koning het Frankryk
Verbond geftand zou doen, zo de Engelfchen totbelof-
toonden, te willen volharden in den oorlog: te van
ook wilde hy zig verbinden, om deeze be- byftand*
lofte geheim te houden , zo de Koning mögt
oordeelen , dat het openbaaren daarvan nadeel
doen mögt aan zyne bemiddeling in Enge-
land. Doch men antwoordde hem , dat zulk
eene belofte noodeloos, en reeds in 't Ver-
bond vervat was : 't welk hy voor eene uit-
vlugt hieldt (/5). Ondertusfchen , begreep
hy wel, dat Frankryk eenigen tyd behoefde,
om zyne zeemagt* die, onlangs, nog zeer ge-
ring geweest was, en flegts uit twee - endertig
Oorlogsfchepen , die meest maar tusfchen de
dertig en veertig ftukken voeren konden , be-
ftaan hadt (/) , in beteren ftaat te ftellen, en
dat men , hierom , dit jaar, niet veel van den
byftand tegen Groot - Britanje te wagten hadt.
Hy zou zig, derhalve, met 's Konings woord,
voor eerst, te vrede gehouden hebben , of
met eenigen onderftand in geld, waarop hy,
naderhand , aanhielde. Doch 't bleek, langs
hoe klaarer a dat de Koning van Frankryk niet
ongaarne zag , dat de twee Mogendheden ei-
kanderen verzwakten , door den oorlog ; al-
leen-
Ce) Aitzema V. Deel, tl. 577-581, 595. 600-603.
(A , Refol. Holl. 23 Aug. 1665. bl. 3. De Witt Brieven»
II.
Deel, W. 78.
(O De Witt Brieven II, Deel, tl, 31, 35.
XIII. Duel.              L
-ocr page 164-
ifó VADERLANDSCHE L.BoerJ
. 1665. leenlyk, zogt hy te voorkomen , dat Groot*
*■■ Britanje, of door de wapenen , of by wege
van handeling, te veel voets kreeg, in de
Vereenigde Gewesten. Hieruit ibrooten zy-
ne voorilagen tot een verdrag , welk , in de
tegenwoordige omftandigheden , niet zeer na-
deelig geweest zou zyn , voor de Vereenigde
Gewesten.
XVI. Men was, in Frankryk , ten deezen tyde,
Karel de van gedagten , dat Karel de II. veelligt de
11. zoekt verhefRng van zynen Neeve , den Prinlè van
doo/be- Oranje, zou willen bedingen, wanneer hy zig
middc- met de Staaten verdroeg : en daar was eenige
ling van reden , om dit te vermoeden, I'choon 't niet
Spanje, biykt 9 dat de Koning 'er immer openlyk voor
uitgekomen zy. 't Zal egter der moeite wel
waardig zyn , dat wy hier , beknoptelyk ,
byeenvoegen, waarop het vermoeden fteun-
de , welk men , aangaande 's Kouings toeleg ,
beide in Frankryk en ook hier te Lande , hadt
opgevat.
Onder- De Engelfche Gezant Dovvning , die zig
zoek^ 110g in Holland ophieldt , liet zig , federt
W e k eenigen lyd > verluiden, dat men vrede met
weüT hy' Groot - Britanje hebben kon , als men 't be-
hierin geerde ; dat hyze binnen vierentwintig uu-
zou ino- ren zag te fluiten , mids men de bemidde-
?e" Se" ling van Spanje aanname , gelyk de Koning,
ben. * zyn meester , doen wilde. Richard, Selcre-
taris der Spaanlche Ambasfade , gaf ook te
verftaan , dat de Koning van Spanje de Vre-
de gaarne bemiddelen wilde (£_). Zo men
on-
Ci) D'EsTRftBK Tom. III. p. 32!!, Memoir. Je Guxhï,
£*>r. I. p. 103.
-ocr page 165-
l.boek. Historie. iê%
onderftelt, dat Karel de II. de verhefiing des rfejß
Prinfen van Oranje heeft willen bedingen,.......j
begrypt men ligtelyk , dat hy zulks niet door
bemiddeling van Frankryk zou hebben kön-
nen doen ; maar beter, door bemiddeling van
Spanje , welk Ryk zig , door Groot - Bri-
tanje , en door eene Regeering over de Ver-
eenigde Gewesten, welke ten naaijwfte met
Groot - Britanje verknogt was, zogt te fter-
ken , tegen Frankryk. Downing zondt, om H^ime-
zynen voorflag ingang tc doen vinden, zy- J5rlcehati-
nen S^kretaris Gringam , heimelyk , door de Dow,
Steden. Hy zelf hieldt, by nagt, byeen- nig.
komften met eenige Afgevaardigden, ter Ver-
gaderinge van Holland , en ter algemeene
Staatsvergaderinge, aan welken hy zyn ont-
werp zogt fmaaklyk te maaken. Doch men Zyn^c
kreeg de lugt van zynen handel. Gringam kraaris
werdt, op bevel der Staaten van Holland (/_), wordt
in hegtenis genomen. Eenige maanden te 2e*at>
vooren , was ook, om ongeoorloofde ver-
ftandhouding buitens Lands , gevat Nikolaas
Oudart, die , voorheen , in dienst der Ko-
ningklyke Prinfesfe geweest, en nu Raad en
Rekenmeester des jongen Prinfen was («O,
Downing zelf, verfcheiden' vergeeffche poo-
gingen gedaan hebbende, om deeze luiden
te doen ontdaan , deedt , kort hierna , een'
keer naar Londen («). Nogtans hadt hy ,
voor zyn vertrek , ingang gemaakt by ecni-
CO Notul. Zeel. ai Sept. 1665. bl 194.
(») Refbl. Holl. 23 , ap Jufy , 6 Aug. 1665. W. 28, $t, iL-
Aitzema V. Deel, hl. 39«, 39«.
,(*.i D'Estiwbes Tut». III. p. 31t), 3Öj.
L %
-ocr page 166-
4 VADERLANDSCHS U Boekt:
KföS. gen, en , op de tyding van den ramp , Ts.
r-----Lands Vloote , door florm , overgekomen ,
ontmondt 'er niet alleen een geweldige oploop
binnen Rotterdam , die, door földaaten en
fdiutters , bezwaarlyk ,,• geftild werdt; maar
eenigen begonden te, dringen op Vrede met
Groot - Britanje , onder voorwaarden , die ge-
noegzaam van 'sKonings welbehaagen af han-
gen , en hierom het bederf van. den Raadpen-
sionaris de Witt onvermydelyk maaken zouden
( o). 't Is niet moeilyk te raamen , welken
deeze voorwaarden waren. Sommigen mee-
nen, dat de Stad Amflerdam zelve niet vreemd
was van de bemiddeling van. Spanje. Im-
mers d'Eftrades fchryft, dat Pleur de Groot*
Schryven
▼and'Es-
trades
over
eenige
Leden
der Re.
geeringe.
Penfionaris deezer Srad en Zoon van den be-
roemden Hugo de Groot, zeer tegen Frarik-
ryk ingenomen was. Hy vermoedt zelfs %
dat de Groot, door Spanje, was omgekogt:,
doch geeft geene fchaduvv van reden r voor
dit vermoeden. Ook zegt hy, by deeze ge-
legenheid ,, dat hy maar vier luiden , hier
w te Lande , kende , die niet om te koopen
n waren , den Raadpenfionaris de Witt, des-
n
„verningk en van Beuningen (j^)." Doch
hy hadt geene gelegenheid, om alle eerlyke lui-
den te kennen. Wat'er vanzy, inWynmaand^
hadden vyf Gewesten , Gelderland , Zeeland,
Friesland , Overysfel en Groningen , te ken-
nen gegeven , dat men , om den Koning van
GrüQt-
fo') D'Estradhs Tom. III. p. 4i7> 4>8.
(p) D'Estiudïs Tem. III. f. 383-
-ocr page 167-
L. Boek.
HISTORIE.
165
Groot - Britanje te ligter tot vrede over te 1C65.
haaien , den Prins , zynen Neef, tot Kapi- ......
tein - Generaal verheften moest. Doch die
van Holland zeiden toen , dat zy nimmer tot
een verdrag bewilligen zouden , zo dit ééne
der voorwaarden moest zyn (#). 't Schynt,
ondertusfchen , dat men , hier te Lande , ge-
loofde , dat Karel de II3 ligtelyk, tot de Vre-
de te beweegen zou zyn, zo men hem hierin
te wille was. In Engeland egter, daar men,
onder bemiddeling van Frankryk, handelde ,
durfde men de-eze voorwaarde niet vorde-
ren. De Kanfelier Hyde verklaarde zelfs aan De En"
de Franfche Ambasfadeurs „ dat de Koning , ^enderT
„zyn meester, zig wel hoeden zou van aan voorj
„ den Hceie de Witt gelegenheid te gee- niet te
„ ven , om, onder de Staaten , te verfprei- °orloo-
„den , dat hy den oorlog niet aangevangen jje„pr°™
„ hadt, dan om zynen Neef, in deszelfs van
„waardigheden, te doen herftellen (r)."Oranje
Doch 't is te vermoeden, dat hy niet raad- «bevor-
zaam vondt, openlyk , te vorderen, 't gene
hy wel wist, dat hem , in de tegenwoordige
omftandigheden , zou afgeflaagen worden ,
door Holland. 'Ondertusfchen , verzuimden DeWitc
fommige vrienden des Prinfen van Oranje J^S^.
niet, zelfs in gedrukte fchriften, te verfprei- ^gd.
den , dat de Witt de eenige oorzaak van den
oorlog was , om den roem te hebben van
over 's Lands Vloote te gebieden. Men fprak
■zelfs, in fchuiten en op wagens, van hem
als
ff) DTstradfs TV«. III. p. 454.
C>; D'ESfRADES Tom. III. p 4^3
L 3
-ocr page 168-
166 VADERLANDSCHE L. Boek.
i66$é als van eenen Landverraader. Men riep t
- . . openlyk , ora vrede met Engeland , en om de
verheffing van den Prinfe van Oranje, 't Welk,
meenen fommigen , zo veel indruk maakte op
Beverningk , dat hy, den gemeenen haat dug-
tende , zig ontfloeg van zyn ampt van The-
fauiier - Generaal (.f); hoewel hy "er, naar't
fchynt, voornaamlyk toe beiloot, op dat
hy , blyvende Raad en Vroedfchap der Stad
Gouda, den Staaten van Holland te meer dienst
zou können doen (*).
Overys- De Prinfesfe Weduwe van Oranje , ver-
fel (laat ftoort op deeze Staaten (//), om dat zy zig
Voor, om ^e Z01-g voor de opvoeding van den Prinfe ,
van 0-1S haaren Kleinzoon , geheellyk onttrokken had-
lanje, in den , arbeidde , federt eenigen tyd , onder
Gezant- de hand, fterker dan ooit te vooren, aan
fchap, (jeszelfs verheffinge. Zy hadt de vyf Gewes-
teland té ten weeten te beweegen , om hem voor te
aenden. flaan tot Kapitein-Generaal : en toen men,
omtrent den zelfden tyd , fprak van een bui-
tengewoon Gezantfchap naar Engeland te
zenden (v), alzo van Gogh, dien men hieldt
te zeer geneigd te zyn tot het Huis van
Oranje (w) , deeze handel bezwaarlyk aan-
betrouwd werdt door Holland; bragt zy te
wege , dat Overysfel, hoewel tegen den zin
van Deventer, ter algemeene Staatsvergaderin-
(s ) D'Estmd Tom. III. p. 477.
'O Zu Ster. Refol. Holl. 23OcUb. 16155 ll.Deel, U. 500.
AiTZEMA VI. Deel, hl. 378.
(«J OK Witt ßrieven II Deal, hl. qi.
(v) Scer. Reib!- Hol). 14, atOUob. 1665. II. Deel, hl. 45/y ,
.500. De Witt Ilrieven II. Deel, hl. >jz.
O) »'Estrades Tem. III. p. 484.
-ocr page 169-
HISTORIE. 16?
L. Boek.
ge , voorfloeg , dat men den jongen Prins be- ntéjj
hoorde te Hellen, aan 't hoofd van dit Gezant----------
fchap (ar). Doch Zeeland keurde 't geheele
Gezantichap af. De andere Gewesten namen
den voorflag van Overysfel flegts over: waarop
geen befluit genomen werdt (j). D'Eftrades
beroemde zig, dat hy, eenige Leden der hoo-
ge Regeeringe , door gefchenkeii, gewonnen
hebbende , deezen voorilag en diergelyken op
niet hadt weeten te doen uitloopen. Voor-
naamlyk , zou hy hebben te wege gebragt,
dat men een befluit nam , om zig , niet dan
door tu&fchenkomst van Frankryk, met Groot-
Britanje3 te verdraagen (s).
Na 't neemen van dit befluit, fteeg het XVir.
aanzien van den Raadpenfionaris de Witt zo fIe,nieIy*
hoog, als immer te vooren. Hy yverde, niet deling
flegts openlyk, om den oorlog tegen Groot- van de
Britanje voort te zetten ; maar men verze- Witt en
kert, dat hy ook heimelyk de hand hadt, in anderen»
een ontwerp van eenen opftand , welk , by nen 0 "
de aanhangers der voorige Regeeringe in En- ftaml in
geland en in Schotland, gefmecd was (#) ; Enge-
doch tot geene uitvoeringe kwam. De Ko- land £f
lonel Edmond Ludkw, een der Regteren van ken>
Karel den I, onthieldt zig thans in Zwitfer-
land. In zyne gedrukte aantekeningen , vind
ik
(**") Refbl. H<.II. 47, ï8 OHnh. ißf*. hl. 137. Dk Witt
lirieven II. Deel, hl. lij. Aitzema V. /)eel. II. 404, 495.
D'EsTtiAU. Turn. III. p- 48t.
(jO Aitzema V. Deal, hl. 501. D'Estradïs Tom. III. p,
491, 5°J.
(z~) D'EsTRArms Tom. III. p. 505, snfi, s-4» «5» S3".
1 a~) Burnet Fol. I. p. 226. ÏUWN Tim. IX. p, syj;
O'Esirades Tont. III. p. 55"
L 4
-ocr page 170-
i68 VADEPvLANDSCHE L. Boek.
1665. ik het omftandigst berigt, aangaande dcezen
------. bedekten handel van de Witt en van eenige
anderen. Ludlows vrienden in Engeland
hadden hem gezogt te beweegen , om met
de Nederlanden aan te fpannen , en eenen
opftand in 't Ryk te verwekken. Doch hy
hadt, rondelyk, te kennen gegeven , dat
hy de onzen mistrouwde , federt dat zy drie
zyner vrienden hadden overgeleverd aan Ka-
rel den II, om het Verbond van den jaare
1662 , te ligter, te doen fluiten (£). Iets
diergelyks was 'er, dagt hy , te dugten , als
'er de Vrede voor zou können gekogt wor-
den. Sommige Engelfchen , die zig in Hol-
land onthielden , zogten hem egter te doen
veranderen van gedagten. Zekere Say, die,
ten deezen tyde, te Amfterdam was , verze-
kerde hem , in verfcheiden' brieven „ dat
,5 de Staaten vastgefteld hadden , de tegen-
„ woordige Regeering van Engeland te hel-
,j pen veranderen , alzo zy , eindelyk , had-
5, den gezien , dat de Koningklyke Regee-
2, ring aldaar de ondergang was van hun
n Gemeenebest. Dat hy, derhalve, ten fpoe-
„ digften , in Holland komen moest, daar
„men hem de voordeeligfte voorflagen doen,
a, en , in allen opzigte , gerust Hellen zou.
n Dat de Heer Nieuwpoort hem , Say, in
w perfoon , verzekerd hadt, dat Holland de
i) goede lulden in Engeland byflaan zou;
daar-
„ by voegende , dat 'er meer in deezen oorlog
dak , dan in 't gemeen begrecpen werdt; dat
t*0 Zit XL1X. Bock , H. 46.
-ocr page 171-
L.Boek.         HISTORIE.         169
het aangelegd was op de uitroeiing van de I(^.
"„ gantfche Proteßantfche party e : 't welk men ___1
verftaan hadt, uit eenige afgezondenen der
n Hervormden in Frankryk.
De aanzienlyklte
dienaar van deezen Staat , vervolgt Say,
„heeft, onlangs, naauwkeurig naar u onder-
„zogt (c), en ons reden gegeven , om te
„ hoopen, dat gy , hier komende, geplaatft
„zult worden aan het hoofd van zo veel
„ Krygsvolk, als, onder Gods zegen, en met
„ hulp van onze vrienden in Engeland, in
„ ftaat zal zyn , om het Gemecnebest aldaar
„te herftellen (</)." Doch Ludlow liet zig
niet beweegen. Voorts, verhaalt hy, dat de
Witt, Nieuwpoort en anderen niet nalieten,te
handelen met de gewceken' Engelfchen: dat
de Raadpenfionaris zelf hem, naderhand, nog
eens, deedt begroeten, door den Graave van
Dona, die last hadt van de Staaten, om ee-
nig volk, in Zwitferland, te werven, en hem
verklaarde, dat men, met dit volk, het Ge-
mecnebest van Engeland hoopte te herftel-
len. Ook wordt hem, federt, berigt, dat de
Witt geoordeeld hadt, dat men nergens be-
ter met de misnoegde Engelfchen handelen
kon, dan te Parys, werwaards men wenschte
dat Ludlow en Algernoon Sidney zig mogten
willen begeeven (e): gelyk de laatfte, na-
derhand, dccdt (ƒ). Hy voegt'er, eindelyk, Toeleg
by, dat het Engellche Hof, de lugt gekree- o,> hot
gen leeveil
CO Zie Dr Witt Uneven U. Deel. hl. 223.
( d) LiriiLows Meinoirs IV "1. p. 13^-13v.
Ce) Luijiows Mcmuii's l'ol "f. 1««, 151, 151.
(/) De Witi Brieven il. Dti■•', b. 205.
L 5
-ocr page 172-
ï7o VADERLANDSCHE L. Boek.
i£65. gen hebbende van deezen bedekten handel, ze-
------ keren Jezuit herwaards zondt, om den Raad-
vm de penfionaris de Witt van kant helpen; dat
Witt. Nieuwpoort dit aan Say berigt hadt, en, te ge-
lyk, dat de Jezuit reeds in Holland was, en dat
men zyn best deedt, om hem te vatten (g).
Ludlow meende egter, door den tyd, te kön-
nen merken , dat 'er, buiten de Witt, Nieuw-
poort en nog een' of twee, niemant, onder de
Staaten, gezind was , om de Regeering van
Groot -Britanje om te keeren (i). Ook is de
handeling met de misnoegde Èngelfchen, ein-
delyk, op niet uitgeloopen.
Deerlyke Ten deezen tyde, zaten, in Londen, vee-
toeftand je Nededandfche gevangenen, in den onge-
Kryksge- lukkigen zeellag deezes jaars, en by verfchei-
vangenen den' andere gelegenheden, bekomen. De
in Enge- Ambasfadeur van Gogh deedt veele moeite,
land. om ze te wisfelen tegen Èngelfchen, of voor
geld te losfen ( f). Doch de Koning, weeten-
de, dat men, hier te Lande, gebrek aan volk
hadt, weigerde hiertoe te verftaan. Onder-
tusfchen, leeden de Nederlanders veel onge-
maks in Engeland, daar zy, in enge kerkers,
bewaard werden , en flegts een' Huiver 's
daags trokken tot hun onderhoud , terwyl
men, hier te Lande, den Èngelfchen gevan-
genen zeven, of ten minfte zes duivers toe-
ftondt. Doch fchoon de Koning in geene
algemeene wisfeling bewilligen wilde, raakten
'er egter, nu en dan, eenige gevangenen vry*
Som-
(§0 Lumow.-s Memoirs Fol. Ut. fi 154.
(A) Ludlows Meuioirs Fol lil.//. if>f>.
(.»; Ge. Witt Uneven IV. Deel, U. 4S5,
-ocr page 173-
L.Boek            HISTORIE, 171
Sommigen werden, door byzondere voor- 1663,
ipraak , los gekogt: anderen uitgewisfeld:------»
anderen ontfnapten, uit de hegtenis. Doch
de meesten bleeven zitten (k). Pieter Cun<zus,
Sekretaris des Ambasfadeurs van Gogh, die,
meer dan eens, zyn werk gemaakt hadt, om
den ftaat der Engclfehe fcheepsmagt, te Col-
chester en elders, te belpieden, werdt ook
gevat ; doch , eerlang, tegen Gringam en
Oudart, die in den Haage zaten, uitgewis-
feld (/>
De handeldryvende Gewesten, en Zeeland, XVIir.
in 't byzonder, daar de vaart genoegzaam ^^hfn
ftilftondt, gevoelden vast de ongemakken den Bis-
van den oorlog ter zee, die, dit jaar, zo kwa- fchop
lyk was uitgevallen. Doch de Staat hadt, ™nMl"i-
oülangs j daarenboven, eenen oorlog te lande a^eze™
op den hals gekreegen , die gevaarlyke ge- staat,
volgen gehad zou hebben, zo er gecne fpoe-
dige hulp gekomen was uit Frankryk en
Duitschland. De Koning van Groot-Britanje
hadt hun deezen oorlog berokkend (m),
en de draad der gefchiedenisfen leidt ons,
om 'er, hier, den aanleg en voortgang van te
verhaalen.
Wy hebben, te vooren («), gezien, dat Gelegen«
de Bisfchop van Munfler, federt het inneemen he'd tüt
der Eilerfchanfe, zeer misnoegd geblee- den zel'
yen was op de Staaten, en naar gelegen- veB*
heid
(*) Aitzema V. Deel, tl. 35t, 585-388, 394, 39«, 505.
ISrauht de Ruiter, tl. 461, 462.
Qlj Reibl. Holl il, 14 Nov. 1665. bl. 154, 164. D'Es-
ïnAn Tom. III. p 251.
C»0 Raimn Tom. IX. p. 139.
." \»J XLIX. Boek, il. <jj.
-ocr page 174-
172 VADERLANDSCHE L. Boek.
1665. heid haakte , om hun verdriet aai) te doen.
•------- Karel de II. gaf hem deeze gelegenheid, na
't uitberften van den oorlog, tusfchen Groot-
Britanje en de Vereenigde Gewesten (o),
hem onderfteunende met penningen, genoeg-
zaam , om een Leger op de been te brengen,
na dat hy zig, by Verdrag, verpligt hadt,
om den Staaten den oorlog te verklaaren (j>).
Doch dit Verdrag bleef, eenigen tyd , ge-
heim. Het werven des Bisfchops bragt egter
de Staaten tot omzien (#): doch zy waren zo
zeer belemmerd met het voortzetten van den
oorlog ter zee, dat zy geene genoegzaame
zorg hadden können draagen, voor de ver-
fterking hunner Landmagt, en voor de veilig-
heid der grenzen (>). Daarenboven, hadden
zy, onlangs, ter oorzaake van den kryg met
Groot - Britanje , alle hunne Engelfche en
Schotfche Regementen afgedankt, waardoor
de gewoonlyke Landmagt zelve nog merkelyk
Verdrag verzwakt was (j). Zy traden egter, ziende,
met de dat het hun gelden zou, terftond, in onder-
Herto- handeling met de Hertogen van Brunswyk-
Brans-" Luncnburg en met andere Duitfche Vorften,
wyk Lu« wegens 't overneemen van eenige Rege-
Bcnburg. mcnten Ruiters en Knegten (;). Doch 't
liep
(e') Dk Witt Brieven II. Deel, il. 105.
(ƒ)) Memuir. de (juiciiE Livr. I. p. 84. D'Estrai». lom,
III. p- 240, 408. Aitzci^a V. Veel. il. «,97.
(<?) Refol. Holl. 30 Juny 1O65. */. 84' Secr. Reib!. Holl.
4, 15 Aug. 1605. II. Deel, il. 4851 487. Aitzema V. Deel,
il.
407, 635
(r ) D'EsTrades Tom. III. p. 3C5.
(O Secr. -Reibt Holl. ia Dcc. W^. II. Deel, il. 45f>
/itzuua V. Deel, il 421
(t) Secr Rcl'ol (lult. 21 Jaly, 8, 14, 18 4ug, <),ioSepi
1C65. II. Deel, il, 484, 485, 486, 487 > 49'. 4y*>
-ocr page 175-
L.BoEK. HISTORIE.          175
liep aan tot in Herfstmaand , eer men met i$és;
den Graave van Waldek, Gevolmagtigde-------•
der Hertogen, George Willem en Ernst Augustus
van Brunswyk - Lunenburg , overeenkwam,
dat zy den Staaten vierduizend paarden en
agtduizend knegten zonden byzetten («).
Midlerwyl, hadden de algemeene Staaten , .
op den voorflag van Zeeland, reeds in Hooi- tJ""
maand, beflooten, het algemeen bevel over Maurits
's Lands Krygsmagt te Lande, voor deezen tot Le-
veldtogt, op te draagen aan Prinfe Joan Mau- g«hoof3
rits van Nasfau (v), vvien nogtans eenige Ge- ng°re^"
magtigden te velde bygevoegd werden, van kelen
welker beiluit hy afhing. Men fchikte eenig veldtogt,
Krygsvolk naar de grenzen, die, naar tyds verhee-
gelegenheid, eenigszins, in ftaat van tegen- ven*
weer gefteld werden. De Bisfchop deedt,
ondertusfehen, zyn best, om de Staaten
zorgeloos te houden, hun verzekerende, dat
hy niets kwaads tegen hen in den zin had ( w ).
Doch men vertrouwde hem luttel. De Spaan-
fchen zogten de Staaten te doen gelooven, dat
           *>
Frankryk den Bisfchop, onder de hand, tegen
hen opftookte: terwyl d'Eftrades hen verze-
kerde, dat de Markgraaf van Kastel-Rodrigo
in bedekt verdrag was met den Bisfchop.
Doch daar is reden om te vermoeden, dat
de Munftcrfche kryg, ten deezen tyde ,
alleen door Karel den II. bewerkt werdt (V):
want
r«) Aitzp.ma V. Deel, l/l. 641, 642, 671.
(y) NotulZeel. 17 Sept. 1665. bl. t8o.
(wj Aitzbma V. Deel, tl. 631;, 636, 6?&.
C«) Refol. Holl. 1 OS. i6r>r,.'bl. 59. U'Estrad. Tom, Hf,
*. 240, 260, Vf(*t ais. Aitzena V. Deel, bl, 613-Ö17, 63,8»
§Jeirjoir de üuichs Livr. 1. f, <ji.
-ocr page 176-
m VADERLANDSCHE L. Bozf,
,g55t want fchoon men, kort voor 't uitberften des
-s----- vyandlykheden, ondekt hadt, dat de Bis-
fchop heimelyk verilandt hieldt te Doesburg,
te Arnhem en te Gennep , waarover eenige
perfoonen gevat waren, die beleeden hadden,
geld te hebben getrokken, welk te Brusfel ge-
leverd was (;y); kon zulks zeer wel gelchied
zyn, voor rekening van Karel den II, zonder
dat 'er de hooge Regeering der Spaanfchen
Nederlanden eenige kennis van hadt. 't Leedt
jben Bis- egter niet lang, of de Bisfchop ligtte 't mom-
febop tujg af. Op den Negentienden van Herfst-
den^taa- maancl' ontvingen de Staaten eenen brief
ten den van hem, door eenen Trompetter, waarby
oorlog, hy hun genoegzaam den oorlog verklaarde,
ter oorzaake dat zy zig, in Oostfriesland, ge-
fteken hadden in eenig geding, welk het Duit-
fche Ryk raakte, en hem geene voldoening
gaven, wegens zyne eifchen op Borkelo (js).
llybe- Terftond hierop, viel hy, met een Leger,
magtigt weik 0p agttienduizend man begroot werdt,
verfchei- jn ,t Qraaffcnap Zutfen, bemagtigende, zonder
Pjaatfen. moeite, het Kasteel te Borkelo, de Stad
Lochern (tf), de Huizen Wildenburg en
Keppelende Stad Deutichem. Voorts, trek-
kende naar Overysfel, pionderde hy Enfchede
en eenige andere Plaatfen in deezen oord, en
bemagtigde Oldenzeel, welk alleenlyk door
de burgery verdedigd was (è). Van alle dee-
ze
Cy) D'Estranm Tom. III. p. ?75.
{z) Zie den Brief by Aitzfma V. Deel, bl. 639.
(a) D'Est rares Tom. III. p. 419.
, (*) D'EsTBAn. Tom. IU. p. 424, 425. Aitzema V. Dctl%
W. 645, 646, «50.
-ocr page 177-
HISTORIE,
L. Boek.
W
ze Plaatfen was de Bisfchop meefter, voor het I(j^
midden van Wynmaand.
De Staaten, 's Bisfchops Brief, omitandig- H heeft
lyk, beantwoord hebbende (c), verzuimden iiet oog
geenen tyd, om de voornaamfte Steden langs op Gro-
den Ysfel te bezetten, en eenige nieuwe werving Bingen.
te doen. De Veldoverfte, Prins Joan Maurits ,
toog derwaards; doch de Bisfchop den Ysfelkant
verdatende, wendde het oog naar Groningen
(d). De fchans te Winfchooten was hem,
op den zevenden van Wynmaand in handen
gevallen, zo dat men voor een beleg van
Groningen begon te dugten; doch de algemeene
Staaten, om hulp verzogt door die van de
Stad, droegen zorg, dat een goed getal van
troepen, te water en te lande, derwaards
gefchikt werdt. Nogtans brak de vyandHyrukt,
by de Ommerfchans door in Drente , waar by de
door Overysfel, zo wel als Groningen , in lJ?mel-*
gevaar raakte. Schuilenburg, voorheen uit Drente.
Groningen gebannen (e}, bevondt zig by den
Bisfchop, en hadt hem een' aanflag op Gro-
ningen in 't hoofd gebragt, die egter op niet
uitliep (ƒ). Zyne Krygsmagt, over welke de
Prins van Hesfen - Homburg geboodt (g), was
in twee hoopen verdeeld, waarvan de eene zig
te Ter Appel en te Heiligèrlede, de andere te
Winfchooten gelegerd hadt. Doch zy werden
hier bezet, door Prinfe Joan Maurits, die, zig
te
fe) Zie Aitzema V. Deel, il. 6\6.
C^J RefoL Holl. 6 Oêt. ï66$. tl. 65.
C<0 Zie XLIX. Hoek tl. 68.
C/) Menioir. de Guidhe Livr. I. p. 131, 137, 148,
{£) Memoir. de Quictie Liyr. I. p. 127.
-ocr page 178-
t?6 VADERLANDSCHE L, Boek;
M65. te Scheemte nedergeflaagen hebbende , hun
------- den toevoer affneedt, de molens ten platten.
lande in brand fteekende, waardoor zy groot
gebrek aan brood leden. Ondertusfchen, hieldt
men, nu en dan, ichutgevegt, welk meest tot
voordeel der onzen uitviel (/£).
XIX. De inval des Bisfchops van Munfter ver-
Men oorzaakte , terftond, wederom eenige fpraak
roept om 0llder 't gemeen, dat men den Prins van
vo-de- OranJe aan '£ hoofd des Legers noodig hadt.
ring des De Bisfchop zelf zogt deeze beweegingen te
Prin'en voeden, zorg draagende, dat zyn Krygsvolk
van
        geen' overlast altoos deedt in 't Graaffchap
Oranje, dingen, en doende, in 't voorbytrekken van
Zwolle, wakker Wilhelmus van Nasfauwe blaa-
zen (/); als hadt hy 't niet gelaaden op den
jongen Prinfe en die 't met hem hielden, maar
alleen op de tegenwoordige Regeering der
Vereenigde Gewesten. Men hadt zelfs , reeds
voor eenige maanden, verfpreidt, dat 'er, tus-
fchen den Keurvorst van Brandenburg, den
1 lertog van Nieuwburg en den Bisfchop van
ÏMunfter, een Verbond gemaakt was, welk,
onder anderen, op de bevordering van den
Prinfe zou gezien hebben (k). En fchoon my
van zulk een Verbond geen blyk altoos voor-
gekomen is, was het gerügt daarvan genoeg,
om de gemoeden , die naar verandering haak-
ten , of de verandering noodig hielden, gaan-
De Witt de te maaken. 't Schelden en fchimpen op de
Witt
(/O A'tzema V. Deel, il. 649-660, 663. D'Estradbs. Tltx,
III D. 45"' 455'
(«"; Aitzpma V. Deel, l/l. 656.
(.ij Os Witt Brieven 11. Dtcl,, il. 91.
-ocr page 179-
L Boek»           HISTORIE, ïf?
Witt nam dan toe(/). „Hy alleen hieldt, 155$,
„ zeide men, den Staat in oorlog met Groot-------•
>, Britanje; de inval des Bisfchops van Mun- Wordt
„ fter was hem alleen te wyten; Zo men den geftho>''
„ Prins van Oranje, in de waardigheden zy- 00"?'fta^*
„ ner voorouderen, herftelde, kon men met des oor-
„ beide vrede hebben, als men wilde." De logs.
tegenwoordige Regeering en 't gezag van
den Raadpenfionaris ftondt thans zo wankel,
als ooit te vooren. Doch daar gebeurde iet,
welk den ftaat der zaaleen in korten tyd ver-
anderde. De Koning van Frankryk, die de Fmnkryk
verheffing des Prinfen van Oranje ongaarne *eud'
zag, en hierom de Witt en de tegenwoordi- tee„ ,"(£
ge Regeering moest zoeken te handhaaven, tegen
hadt, reeds in Herfstmaand, beloofd, dat hy den Bis«
de Staaten byftaan zou, zo dra de Bisfchop fch°P*
hun vyandelyk aanviel. Ook hieldt hy zyn
woord, zendende, eerlang, zesduizend man
(m)<, onder den Heere Pradel^ herwaards,
die, in Slagtmaand, aankwamen; doch, by
gebrek van wagens en andere nooddruft («),
langzaam voort konden , en weinig uitvoer-
den. De Markgraaf van Kastel- Rodrigo, ver-
zogt, om deeze troepen te laaten trekken
over den bodem der Spaanfche Nederlanden,
hadt zulks, uitdrukkelyk, geweigerd. Zy
moesten, derhalve, eenen anderen weg nee-
men, en waren, over Helmond en Graave,
te Nieuwmegen, gekomen (0). De Lünen-
burg»
Cn n'EsTiunUs Tom. Hl. p. 4?,*.
l
m) D'EsTraöes Tom. IlL p. Ml, 427, 4^5.
«3 Memoir. de GuiCHB Liyr, l. p, T.52, 151, 1*7.
ïu j Refol. Huil 20,zl0lt. t66*. t>l. ioo,ip. D'Esirm>. Tom.
Ilt. p. '4<»8,41J19. AiTzkMA V. Deel, il. fa'. Memoir.de fiuiout
Livr 1,^.144. Fkuquiiii. Memoir. Hid.&Miiic. T>,r,i, J.s. sao«
XIII. Deel.            M
-ocr page 180-
ïfB VADERLANDSCHE L. Bokïc.
1665. burgfche troepen raakten ook in beweeging.
-------Pradel zig, in Wintermaand, vereenigd heb-
Lochem bende met het Staatfche Leger, welk nu we-
herwon- Heroin te rUg getrokken was over den Yslèl,
terwyl de Bisfchop zig te Ahuis gelegerd hadt;
werdt Lochern hernomen, by verdrag, op
den dertienden Q»): waarmede de Veldtogt
deezes jaars een einde nam. De aankomst der
Franfche troepen, en, zo d'Estrades fchryfe,
de gefchenken, door hem, aan eenige Leden
der Regeeringe gedaan (#), badden midier -
wyl, het wankelend gezag van den Raadpen-
fionaris in zo verre herfteld, dat hy, van de
Vloote te rug gekeerd, met nieuwen luister,
verfcheén in de Vergaderingen der Staa-
ten (r).
XX. Doch eenigen tyd te vooren, hadt men,
jvpsKo! hier te Lande, eene tyding gekreegen , die
ii'ng van den Staat met nieuwe onlusten dreigde. Fi-
Spanje, lips de IV, Koning van Spanje, was, op den
ßerit. zeventienden van Herfstmaand deezes jaars,
overleeden, na eene ziekte van weinige da-
Karei ds gen (j). By zynen uiterften wil, hadthyzy-
H. volgt nen minder jaarigen Zoon, Karel den II,.tot
hem op. zvnen opvolger, verklaard, ende Regeering,
midlerwyl, verbleeven aan de Koninginne en
aan eenen Raad van zes Spaanfche Grooten.
Ingeval de jonge Koning zonder kinderen
overleedt, zou hy, gemerkt den afftand der
In-
(ƒ0 Aitzema V. Deel, il. 66<:-fi>l. D'EsTPAn. Tom. III.
p. g8rt Memoir. de Ooiche Lirr. 1- f>. 17,1 & Juiy.
O) D'EsrnADES Tom. \\\. p. 479, 495, 41/1, 504, 506,
51*. 52?;. 536- 545- f>23-
fr~) D'Estrades Tom. III. p. 48";. 521, 537.
(f) aelbl. IIoll. C OStoi. 1ÖS5. U 70. Aitzema V. Z>«rf,
*.'. 603, 61 i.
-ocr page 181-
L Boek.         HISTORIE. tfy
Infante ? Maria Tlierefia, Koninginne van i665
Frankryk, door de Keizerinne Margareet,
opgevolgd worden (*). Dit gewigtig fteri- Raad-
geval en de uiterfte wil des overleeden' Ko- PIeeg«>-
nings maakten, terftond, merkelyke bewee- f^l^
ging aan 't Franfehe Hof. Men raadpleegde , gelegen-
zonder uitftel, over het ontwerp, om zig van heid, aan
de Spaanlche Nederlanden meester te maa- 5e^F/1anr"
ken. D'Estrades kreeg last, om te beproe- elieHo
ven, of 'er geen middel zyn zou, om den :,
Staaten der Vereenigue Gewesten Maaftricht
af te koopen (u)', waardoor den Koning, zy-
nen meester, de weg naar Brabant zou open-
gedaan hebben. Doch d'Estrades kende de
gemoeden hier .te wel, om zulk een' voorflag
te doen (y). Hy deedt egter den Koning Omwerp
eenen anderen, hierop uitkomende ^dat men vand'Es-
4, zio: moest tragten te verzekeren van Fries- trades.'
w land en Groningen, en van de Vesting VanFries-
,j Koeverden , op eene wyze, welke geen land en
jj argwaan gave aan de Staaten deezer Ge- Gronin-
„ westen; die in 't bewind zouden blyven, Hg" *ƒ
„ zonder dat bleeke, dat zy aan Frankryk keren»
,} verbonden waren. Men moest ook Maas-
), tricht en Gulik zien te bemagtigen, en een
„Leger gereed houden, om zulkeu te on-
„ derfteunen, die zig voor Frankryk verklaa-
„ren zouden; en om Holland tot reden te
„ brengen, wanneer het, dus fehreef hy,
»beiïondt, af te wyken van zyne pligt.
„ Zo dit ontwerp ter uitvoeringe gebragc
öwerdt#
CO nT-STRADKS Tom. W. f>i 4S/u-
(tl) D'EsTRAOM Tom. III. «. 43 7.
£vj ivEstiudes Tam. 11'. p. 440. 44t, 4604
M a
-ocr page 182-
l8o VADERLANDSCHE         L. Boek
loos. w werdt, zou de Staat der Vereenigde Ge-
;
         „ westen in den tegenwoordigen toeftand
„ blyven, doch de Regeering zou, in zo
„ verre* veranderen, dat zy verpligt zyn zou,
„ zig te fchikken naar 's Konings raad (w)."3
Wat raid- Zig wyders nader openende, over de rnidde-
delen liy ien> welken hy gebruikt wilde hebben, om
wiljdè zvan Friesland en Groningen te verzeke-
hebben ren* verhaalt hy „dat de Prinfes Weduwe
om dit' van Fredrik Henrik; haare Dogter , de
Ontwerp n Voogdesfe van den jongen Stadhouder van
voe"it4 n Friesland en Groningen , het gezag mis-
te hren^ »gunnende, welk zy zig, na den dood haars
gen. „ Egtgenoots , binnen dceze twee Gewes-
ten, hadt weeten te verkrygen; haar, dee-
lzen Zomer, uit Friesland, ontbooden, en,
„terwylze zig in Holland onthieldt, onder
j,de hand, gearbeid hadt, by den aan-
„hang in de twee Gewesten, die doorgaans
j, tegen Holland gekant was, en thans ook
n met de Prinfesfe Voogdesfe verfchilde;
„dat zy, door middel van deezen aanhang,
„de voorflagen te wege gebïagt hadt, wel-
ben, onlangs, ter algemeene Staatsverga-
„deringe gedaan waren, om, naamlyk, met
nGroot-Britanje te fluiten, en den Prins
Zyne „van Oranje te bevorderen. Dat hy,d'Es-
hande- ^ trades, zig van deeze gelegenheid be-
de^rilv v diend hadt, , om de Dogter te doen be-
fesfe, »gryPenJ dat de Moeder haar bederf zogt;
Voog- „ haar verder voorhoudende 5 dat zy zig,
desfc des n hierom , met Frankryk behoorde te ver-
di„v°i' ©binden, zo zy, gelyk hy vertrouwde, 't
„be-
(w} D'EsrRAfc" Tom, III. f. 459.
-ocr page 183-
HISTORIE. iSi
L. Boek.
„ belang haars jongen Zoons ter herte nam.
„ Dat de Prinfes zig, hierop, 't eenemaal
„ voor Frankryk verklaard hadt, onder an-
„ deren zeggende, dat zy, op dEstrades raad,
„ naar Friesland te rug gekeerd zynde
, alomme
ver/taaien zou, dat de Landzaaten hunne Vry-
„ hcid verfchuldigd waren aan de hulpbenden des
„ Konings van Frankryk."
Voorts , fchryft
hy „dat hy, ook met de Heeren van Haren
„ en Bronsma, die, wegens Friesland , ter
„ Generaliteit waren afgevaardigd, handel-
„ de, om zig, door middel van 's Konings
„ hulptroepen, van de twee Gewesten te ver-
„ zekeren: ten zelfden tyde, ook de gedag-
„ ten laatende gaan op Overysfel, daar de
„ baldaadigheden der Munfterfchen elk naar
j, byftaan deeden haaken (#)." Doch van
alle deeze uitzigten kwam niets, ten deezen
tyde. Men ziet'er, ondertusfchen, aan, hoe
ver de Franfche het oog reeds gaan lieten.
De Prinfes Voogdesfe begaf zig, federt, naar
Groningen met haaren Zoon : daar zy zig,
geduurende den Munfterfchen oorlog , ont-
hieldt (y), laatende d'F^strades in den waan,
dat hy haar, geheellyk, gewonnen hadt. Doch
't leedt niet zeer lang, of hy veranderde van
gedagten. De Prinfes, die zig, vermoedelyk,
alleen gelaaten hadt, als of zy de belangen
van Frankryk begunftigde, om te ligter te
geraaken aan eene oude fchuld van honderdr
duizend guldens, welke zy van de. Kroon te
vor-
(*"! D'RSTaAne.« Ttmi. IT', p. 4<!t, 4%6-V)7, 505,
00 UEshudes Tom. III. y. 5«4. 5'5j 53'"
M 3
-ocr page 184-
i
lös VADERLANDSCHE           L. Boek.
\t6$. vorderen hadt; veranderde, toen zy zag, dat
j
         hiertoe geene kans was, eerlang, t'eenemaal
van gedrag, en deedt de Staaten van Fries-
land befluiten neemen, die vierkant Itreeden
met Frankryks belang (Y). De toeleg des Ko-
nings van Frankryk op de Spaanfche Neder-
landen openbaarde zig, allengskens, openly-
ker. Wy zullen hierna gelegenheid hebben,
om 'er breeder van te gevvaagen. Ondertus-
fchen, hadt de Koninginne Regente van
Spanje den Staaten, door Gamarra, plegtig-
lyk keimis doen geeven van het overlyden
van den Koning, haaren Gemaal, en van de
komst haars Zoons tot de Kroon, te gelyk,
verklaarende, dat zy geneigd bleef, om de
vriendfehap met de Vereenigde Gewesten te
onderhouden (0).
XXT. Midlerwyl, hadden de Staaten, om zig
Hande- te berken tegen den Bisfchop van Munfter,
a"n ™et 00^ eene onderhandeling aangevangen met
Keur- den Keurvorst van Brandenburg (#), die
vorsrvan tweeduizend man leveren zou, mids men hem
Branden- Qrfoi wederom inruimde, waartoe, of ten
s' minfte tot het inruimen van Emmerik (c),
in den beginne, hoop gegeven was. Doch
Holland , Zeeland en Friesland verklaarden
'er zig zo ernftelyk tegen, dat de handeling,
eene geruime wyle, fteeken bleef. Op 't ein-
de desjaars, klaagde de Keurvorst, dat men
de Kleeffche Steden met nieuwe iulegering
be-,
(Z~) D'F.STR/IDES r<?! VI p, 22«,
(,-s) Arr/EMA V. ü-cl, hl. 6'7- 621.
(ij Rclhl. Holt. 17, ai, 29. Sent. ilWSs. bh iy, 31, ^.
C«> M°J- 'M'« 2?» 37, ab Q&oh. )(>65- M. 11,7, \ty.
-ocr page 185-
L. BoEic.          HISTORIE. 183
bezwaarde, hebbende een gedeelte Vatl het 1665.
Leger der Staaten de Winterkwartieren bin- ------
neu dezelven betrokken. Ook hadt hy, te
vooren, gevorderd, dät de Staatfche bezet-
ting, die in zyne Steden lag, geene vyände-
lykheid pleegde tegen den Bisfchop van Mun-
teer, omtrent wien hy de onzydigheid begeer-
de te bewaaren. Men zag dan wel, dat men
tot handeling met zyne Keurvorstelyke Door-
lugtigheid komen moest (J). De Heer van
Bevermngk werdt naar Kleeve gezonden,
om 't werk tot een goed einde te brengen.
De grootfte zwaarigheid betrof den tol van
Gennep, dien de Staaten, federt eenen ge-
ruimen tyd, geheeven hadden, en dien de
Keurvorst te rug begeerde (/). Doch fommi-
gen meenden, dat de Keurvorst zyn belang
kwalyk begreep, met zig, federt eenigen tyd,
zo ongezind te toonen, om, op redelyke voor-
waarden, met de Staaten, te iluiten. 't Scheen
hun toe, dat hy hen noodzaaken wilde tot
vrede met Groot - Britanje, zonder tusfehen-
komst van Frankryk: waartoe men thans gee-
ne gezindheid hadt Ondertusfchen, zou hy zig,
meenden ze, ligtelyk, de Staaten, die de meeste
fterke Plaatfen van zyn gebied in hunne magt
hadden, te onvriend können maaken: 't welk
hem, vooral by verfterf van den Prinfe van
Oranje, zeer nadeelig zou können zyn (ƒ).
'tZy
f d) Refol. Hol!. 11. ax Jan. 1660". hl. o.
(.O D'Esi'üACES Tom. lil p <-,r^7, /;i)rj.' Aitkf.ma V. T)e'l,
*'• S'V. M7. w'>, «;j2, 534, Mi, 774, 77AÏ DftMTtTi - f trie-
ven II. herl M. >?7
(ƒ> De VVlTï Brieven II. Üe/il , '■!. isy, 174, 172.
M 4
-ocr page 186-
i84 VADERLANDSCHE L, Boek,
xS6s, 't Zy dat hy dit, federt, nader inzage, of
------- niet, 't gelukte den Heere van Beverningk,
Verdra- 0p den zestienden van Sprokkelmaand des jaars
hem Te' l(>66» twee Verdragen met den Keurvorst, te
flooten. Kleeve, te treiFen (g)> een verdedigend Ver-
bond, waarby de Keurvorst beloofde de Staa-
ten , des noods, met tweeduizend man, te
zullen byftaan; terwyl de Staaten zig verbon-
den, hem, met drieduizend man, te zullen
helpen; en eene byzondere verbintenis tegen
den Bisfchop van Munfter, waarby de Keur-
vorst zig verpligtte, om vierduizend paarden
en agtduizend knegten te werven, ten dien-
fïe der Staaten, die hiertoe vierhonderddui-
zend guldens zouden opfehieten. Wegens den
tol te Gennep, kwam men, in een afzonder-
lyk punt, overeen. Het laatfte Verdrag zou
vernietigd gerekend worden, zo dra de Vre^
de met den Bisfchop van Munfter getroffen
zou zyn (a)s
XXII. De over&enkomst met Brandenburg ftrek^
Gezant- te zeer, om de Staaten te Herken tegen den
fchap Bisfchop. Doth zy waren, reeds eenen ge^
Zweeden roimen tyd, bezig geweest, om den handel
en naar met Zweeden en Deenemarke voort te zet-
Deene- ten, en zig, door den byftand deezer twee
marke. Kroonen, ook tegen den Koning van Groot-
Britanje te onderfteunen. Men was, in de
Lente deezes jaars 1665, gekomen tot he,t
afzenden van eenen buitengewoonen Staats-
dienaar naar ieder deezer twee Rykeu, Naar
Zwee-
rt') Re(i)t. Ho!!. 2j VeH. 16I5. */. 07.
Qhj Zis de beide Ti'act. iy Äiizsma v. Üeelt U. 99;»,
ÏOOO.
-ocr page 187-
L. Boek. HISTORIE. 185
Zweeden, vertrok Jmn Ysbrandsz, Raads- 166$.
heer in Groningen (/). Naar Deenemarke,------1
Godard Adriaan, Vryheer van Reede, Heer
van Amerongen (k). Ysbrandsz vondt Karel
den XI. nog misnoegd op de Staaten , en
gantsch ongezind, om hen tegen Groot-Bri-
tanje te helpen. Ook weigerde hy hun on-
der (land tegen den Bisfchop van Munfter,
waarop Ysbrandsz, in 't najaar, aanhieldt.
De handeling zou, al in Herfstmaand, afge-
broken geweest zyn; zo de Franfche Gezant
Terlon Ysbrandsz niet bewoogen hadt, om
nog wat te toeven. Hy bleef dan, aan 't
Zweedfche Hof, tot in den Zomer des vol-
genden jaars, zonder meer te hebben kön-
nen verwerven, dan eene helofte, dat Zwee-
den, welk, ondertusfchen, een Verbond ge-
il ooten hadt met den Koning van Groots Bri-
tanje (/), zig onzydig houden zou, tusfchen
de oorlogende Mogendheden. Ook werdt
hem de uitvoer van driehonderd Hukken
gefchuts toegeftaan. Zyne handeling, toen
hy befpeurde, dat 'er geen onderftand van
Zweeden te verwerven zou zyn, liep, voor-
naamlyk, over een Verdrag van Zeevaart;
over de vernietiging van het Verdrag van
* Opheldering, en over de vernietiging van *EiucU
het Elbingfche Verdrag; welk laatfte, door datie'
Zweeden, begeerd werdt. Doch men kon el-
kan-
(O 7.ie zyne Tnflr. hy Aitzkma V. Deel, hl. 540. eti Sccr,
Refol. Hol), i April 1665. II. Deel, bl. 467,
(k) Zie zyne Jnltr. hy AiTZRMA V. Deel, bl. 15S5 en Secr.
ftefot. Holl. \ April rrtrts. (I. Drei, hl 475.
t^l) Zie hu TmA. l>y A\kzwa V. Deel, U. 8.63.
M 5
-ocr page 188-
ï86 VADERLANDSCHE           L. Boek,
i56s kandefen, over geeixe van deeze punten,
f------verftaan (*»).
Zeven Met Deenemarke, flaagde de handeling
re^Ver- ^er Staaten voorfpoediger. De Heer van A-
dragen merongen vondt, in 't eerst, wel veel werks
metDee- aan 't beantwoorden der klagten van het
neraar- Deenfche Hof. Doch^ na dat men, aldaar,
flocncn. ^eSon te voorzien, dat men den byfland der
Staaten haast tegen de Zweeden behoeven
zou; toonde men meer geneigdheid, om zig
met hen te verbinden. Amerongen keerde,
eerlang, te rug, met toezegging van byfland
tegen den Bisfchop van Munfter (»). Doch
om een nader Verbond te fluiten, zondt de
Koning eenen buitengewoonen Gezant naar
den Haage, die, hierover, met Gemagtig-
den hunner Hoog-Mogendheden, in onder-
16C6. handeling tradt. Én op den elfden vanSprok-
——— keimaand des jaars 1666, werden 'er zeven
byzondere Verdragen getekend, tusfchen den
Koning van Deenemarke en deezen Staat (o).
*          Het eerße was een verdedigend Verbond ,
waarby de Koning zig- verpligtte, om eene
Vloot in zee te brengen; en de Staaten 3 om
hem, daartoe, met penningen, te onderfteu-
nen. By het tweede, werden zekere eifchen,
welken men ten laste van elkanderen hadt,
dood en te niet verklaard. Het derde regelde
de tollen der Houtlasten, in Noorwegen. By
het
C»0 Secr ttcpil. Hol!, 11 Dec. ifTfo. 10 /f/iril \fM. IL
Deet, hl. 50' y4. Aitzema V. Deel, hl ?~4-555j ö"i
Ö63, «IS7. De Witt Brieven II. Bed, i(. zü'j, 3<7.
C») Aitzrma V. Deel, bl 55S-*67
(o; Refol, iioll. 12 feit. I«6. W. 24-
-ocr page 189-
I. Boek,           HISTORIE. 187
het vierde, werden de eifchen, die Deenemar-
ke hadt tegen de Nederlandfche Westindi-
fche Maatf'chappy, bemiddeld. Het vyfde
bepaalde de grootte van zekere agt Oorlogs-
fchepen, die de Staaten, volgens het eerlte
Verdrag, in de plaats van geld, zouden mo-
gen leveren. By het zesde, werden eem'gö
eifchen van Schippers en Koopluiden veref-
fend. Het zevende en gewigtigfte behelsde
eenige geheime punten, by welken de Ko-
ning zig, onder anderen, verbondt, om, ter-
ftond, nevens de Staaten, in oorlog te tree-
den tegen Groot-Britanje. Voorts, beloofden
beide de Mogendheden den Koning van
Frankryk te zullen aanzoeken, om de hand-
haaving van het eerfte en van het laatfle Ver-
drag op zig te willen neemen (jO: waartoe
Lodcwyk de XIV. zig, hgtelyk, beweegen
liet (£). Het laatfte Verdrag werdt, ten ver-
zoeke des Konings van Deenemarke, die,
federt eenigen tyd, ver gevorderd was in eene
onderhandeling met Groot-Britanje, geheim
gehouden: ook voor de Staaten der byzon-
dere Gewesten 3 die 't bckragtigden, zonder
het gezien te hebben; ten blyke, dat de
tegenwoordige Regeering, en in 't byzonder
de Raadpenüonaris de Witt middel wist, om
geheime Verdragen te fluiten en te doen
bekragtigen, zonder dat 'er de Staaten der
byzondere Gewesten kennis van hadden: eene
wyze van doen, waarvan men, gclyk fom-
nü~
(f ) Z\e rtccz» Traft *v Aitifma V. lierf^ U. B3S<£j*8.
-ocr page 190-
t88 VADERLANDSCHE L.Boek,
j666. migen aanmerken (r), ook onder liet hoog
..------gefteegen Stadhouderlyk gezag van wylen
zyne Hoogheid, Prinfe Fredrik Henrik, geen
voorbeeld gezien hadt.
Het fluiten van twee Verbonden met Dee-
nemarke en met den Keurvorst van Branden-
burg , 't welk maar vyf dagen na eikanderen
gefchied was, gaf aan den kryg tegen den
Bisfcbop van Munflrer eene veel beter gedaante.
Men hadt nu gegronde hoop, om 'er, ia.
deezen Veldtogt, een einde van te zien. Ook
bereidden de Staaten zig, by tyds, om hunne
troepen in 't veld te brengen. Alleenlyk ga-
ven hun de raadpleegingen, op het aanftellen
der Hoofd bevelhebberen over hunne Krygs-
magt te lande, vry wat bezigheid, 't Zal hier-
om niet ondienftig zyn, dat wy, hier, het
beloop en den uitflag deezer raadpleegingen,
beknoptelyk, ontvouwen. Waartoe wy te
eerder befluiten, om dat ons eenige gefchree-
ven' ftukken ter hand gekomen zyn, die ons,
omtrent het verhandelde, vry wat lichts
gegeven hebben.
XXIII. Op het einde van den jongften Veldtogt,
Hande- was 'er eenig verfchil ontftaan, tusfchen de
Holland Afgevaardigden der Staaten en de voornaam-
om den' fte Legerhoofden : oordeelende de eerften,
Prins van dat men 't volk nog in 't veld houden, de
Oranje laatften, dat men 't naarde winterlegeringen
te^Ge- zeOden moest. Pradel, die de Franfche hulp-
neraal of troepen geboodt, was 't eens met de laatften,
tocGene- naai- welken de Afgevaardigden zig ook,
icllQQQ
CO Aitzema V. Difl, hl, 887.
-ocr page 191-
L. Boek.          HISTORIE. 189
fchoon ongaarne, voegden (ƒ). Dit verfchil, i6öö.
of gewigtiger redenen van Staat deeden ee--------
nigen, in Holland, denken, dat men 't op- **»d der
perbevel over 't Leger den Prinfe Joan Mau- Ru""ye
rits niet wederom behoorde op te draagen, beffen."
indien men een ander Legerhoofd kon vin-
den van aanzien en ervaarenheid ; die den
Hervormden Godsdienst beleedt, en geen'
argwaan geeven zou aan de voornaamfte
Bondgenooten van den Staat £*), met naa-
me aan Frankryk. Men ziet ligtelyk, dat
zy, die dus dagten, den Prins van Oranje
van 't opperbevel over 't Leger zogten uit te
fluiten; die, gewisfelyk, argwaan aan Frank-
ryk geeven zou, behalve dat het hem ook
ontbrak aan ervaarenheid. Nogtans, waren
'er eenige Hollandfche Steden, die op de
bevordering van den Prinfe bedagt waren ,
en 'er, in de Vroedfchappen, over raadpleeg-
den. Leiden fcheen van verftand, om hem Overleg,
tot Generaal der Ruiterye te verheffen, en om'top-
't opperbevel over 't Leger den Prinfe van Perbe?vei
Turenne, Maarfchalk van Frankryk, op te j,eger
draagen, zo' de Koning van Frankryk hiertoe den Prin«
verftaan wilde. Doch Haarlem, welk ook <e van
op 'sPrinfen bevordering gefteld was, keur- T"renn'
de egter plat af, dat men 't bevel over 't Le- draag«n.
ger eenen vreemden Veldoverfte in handen
ftelde (ju). D'Estrades fchreef, dat de Ra#d-
penfionaris de Witt zelf yverde., om Turen-
ne tot Veldheer te doen verkiezen (v). Ook
hieldt
f O D£ Witt Brieven II. Deel. lil i<ïa, 165.
CO O* Witt llrieven II. Deel, tl. ij2.
Qu) De Witt Brieven II. Deel, il. 180, 185, 18*.            L
C»0 D'Estrades Tom. IV. p. 100, 103.
-ocr page 192-
ujo VADERLANDSCHË LËoek,
hieidt hy 't van 'sKonings behing te zyn, dat
Turenne den Staat, voor eenen veldtogt of"
twee, geleend werdt, op dat hy den Prins
van Oranje, als Overilc der Ruiterye onder
JiciTi dienende, van Engeland zou können af-
trekken, en aan 't belang van Frankryk ver-
binden. Doch de Koning van Frankryk kon
Turenne niet mislen, en Turcnne zelf fcheen
niet te neigen, om herwaards te komen (V).
Aanmerkelyk is 't, ondertusfehen, dat deeze
zelfde Maarfchalk van Turcnne, dien fommi-
ge Vrienden van het Huis van Oranje , al
voor vyf jaaren, aan 't Hoofd der Regeerin-
ge van deezen Staat, wilde gefteld hebben,
op dat hy, zynde toen omtrent vyftig jaaren
oud, en kinderloos, den jongen Prins zou hel-
pen bevorderen tot de waardigheden zyner
voorouderen (x); weinige jaaren na deezen
tyd, den Staat, daar men hem zo veel gunst
toedroeg, aan 't hoofd van een Koningklyk
Leger, eenen oorlog aandeedt, die kragtig-
lyk hielp tot'sPrinfen verheffing. Doch, om
tot de raadplcegingen over het opperhoofd
der krygsmagt te lande weder te keefen,
vyf Gewesten ftonden 'er zeer op, om hiertoe
wederom Prins Joan Maurits te kiezen. De
Staaten van Holland en Zeeland zouden meer
voor den Heitoge van Tremouille , Prinfe
van Tarente, of voor den Graave van Waldek
geneigd geweest zyn (jr); doch geene kans
zien-
fw') D'EsTHAT>Es Tom. II. p. 58. Tom. IV p. 145, 151.
De Witt Brieven II. Dtel, tl. 194.
(x~) Brieven van den Ainbasf. J. de Huybert van ai Jan. m
II Febr. 1661. MSS.
(7J O'EsTRADis Tem. IV. p. Cl, 6%i
-i
-ocr page 193-
L.Boek.          HISTORIE. 191
ziende, om de andere Gewesten te doen ver- i^é.
anderen van gedagten, bewilligden ze, in -—
Sprokkelmaand, dat Prins Joan Maurits, van Prins
nieuws, werdt verkooreu (s). Maar deeze .'oan .
aanltelling veragterde de bevordering van j^"™*
den Prinie van Oranje by de Staaten van Hol- het we-
land. Zy., die hem, onder Turenne, tot O- derora.
verite der Ruiterye zouden hebben willen
verkiezen, vonden ongeraaden, hem, in de-
zelfde hoedanigheid, onder Prini'e Joan Mau-
rits , te laaten dienen. Zy oordeelden ook, dat
men den jongen Prins geheellyk moest af-
trekken van de verftandhouding met, en
van de geneigdheid tot Groot-Britanje, eer
men hem, eenigszins, zou können bevorde-
ren (a). Uudertusfchen, ftonden *er nog ver-
fcheiden' hooge Krygsampten te begeeven,
waarop in Lentemaand, geraadpleegd werdt.
De Keurvorst van Brandenburg hadt den
Prins van Oranje tot een deezer ampten doen
aanpryzen, ter algemeene Staatsvergaderin-
ge (p). Doch men vondthet, ter Vergade-
ringe van Holland, ten hoogfte vreemd, dat
een uitlieemsch Vorst zig Irak in iets, dat
tot de huishouding van deezen Staat behoor-
de (V), en weinige dagen laater, beilooten de Holland
Staaten van dit Gewest, voor deezen Veld- gaat den
togt alleen, te bevorderen, tot Overfk der Pfins.vin
Ruiterye, den Prins van Tarente; tot Voorby,
Over«
O) R.e(i)'. Hol!. 32, 25 Febr. 1666. il 35, 47. DR Wmt
Brieven 11.
Deel, bt. lyj,
(a) Uk Witt Brieven II.
Deel, hl. iy%, ly), 10Ä.
C*5 Zie Aitzkma V. Deel, hl
?Ks, K«>É-I0«8.
£0 O» Witt Brievm II. Diel. H.
214.
t
-ocr page 194-
loa VADERLANDSCHE         L. Boek,
\666. Overfte van 'tgefchut, den Heer van Noord«
-------wyk; tot algemeenen Serjant-Majoor, den
in de ba- Graaf van Hoorne; en tot algemeenen Kwar-
tote™én(J tier-meester, den Luitenant - Kolonel, Mozes
hooge Pain & W*> Enkhuizen en Edam alleen had-
Krygs- den den Prins van Oranje tot Overfte der
ampten. Ruiterye geftemd (<ƒ). Haarlem en Leiden
waren, meent men, te vooren, tot het ge-
voelen der meerderheid, overgehaald, door
de Witt (e). Amfterdam, welke Stad de jon-
ge Prins, in perfoon, gezogt hadt over te
haaien, om hem te bevorderen, hieldt zig eg-
ter aan 't gevoelen der meerderheid. De Re-
geering hadt hem plegtig ter maaltyd ont-
haald, 't Volk, in grooten getale famenge-
vloeid om hem te zien, riep,openlyk, om zy-
ïie bevordering, en deedt hem uitgeleide met
veel gejuich (ƒ). Doch hierby bleef het. De
Witt hadt, meent men, zo veel invloed op
de Regeering deezer Stad, dat hy ze, genoeg-
zaam altoos, naar zyne hand wist te zetten
(g). De Prins was, omtrent deezen tyd, ook
te Rotterdam geweest, daar hem 't volk, ins-
gelyks, veele eer bewees. De Burgemeester
Ewota van der Horst onthaalde hem hier: 't
welk deezen, nogtans, van eenigen kwalyk
genomen werdt (£),
XXIV. Die van Holland hielden, federt, een af-
Onder- zonderlyk gefprek met de Afgevaardigden
van
(rf) De Witt Brieven JI. Deel, il. 120.
(O D'EjïUA'iSS Tom. IV. p. 60.
C f) D'Estbadm Tom. IV. p. 17».
(?) Meuioit. de GuicitE Livr. II. p, 216.
(A) AiïzBtm V. Mml, tl. 1007.
-ocr page 195-
B.Böek;         HISTORIE.          193
van Zeeland, waarin zy deezen zogten te i66s,
beweegen, om het genomen befluit goed te —:
keuren, en ter Generaliteit te helpen beftcm- hande-
men. De Raadpenfionaris da Witt voerde lin5-e"
het woord, zeer dringende op den bekwaamcn H0nand
ouderdom en ervaarenis van den Prinfe van en Zee-
Tarente, dien Holland tot Hoofd der Ruiteryé land,
wilde bevorderd hebben. Doch de Raadpen- ov^r {'e
fionaris van Zeeland, Pieterde Huyberty merkte r-^orv^
aan „ dat men de hooge Krygsampten, jen
„reeds -voor lang, behoorde begeeven te Prinfe.
„ hebben, niet flegts voor eenen veldtogt;
„ maar voor 't leeven. Dat men zig ook nu
„ van de gelegenheid behoorde te bedienen ,
5, om den Prins van Oranje te bevorderen,
„ hebbende men, te vooren, flegst verfchild
j, over den ouderdom, dien hy hebben moest,
„ om eenig aanzienlyk Krygsampt te bekleeden,
„en hy nu genoegzaame jaaren bereikt, om
„ 't harnas te können aanfehieten." Doch "
hierop werdt, van wege Holland , gezeid,
„ dat 'er veel raadpleegens aan vast zou zyn,
„ zo men de Krygsampten geduurig wilde
„ maaken; daar de zaak, kort, en zonder ee-
„ nig Gewest te benadeelen, was af te doen,
„zo men ze ilegts voor eenen veldtogt be-
„ gave. Om den Prins van Oranje te bevof-
jj deren, moest men, voor als nog, niet denken,
3, zo men de vrienden behouden, en den
„vyanden niet te veel voordeels geevën
„wilde. Ook hadt Zeeland zelf te voor-
„ ren verilaan, dat hy ten minfte agttien
jj jaaren oud behoorde te zyn, eer men hem
„verhief." De Huybcit hernam toen „ dat
XIII. Deel.
              N                  de
-ocr page 196-
194 VADERLANDSCME L. Boek.
i€66é n <-le Ampten geduurig behoorden te zyn, op
«~----„ dat zy meer aanziens mogten hebben , en
„ te zorgvuldiger waargenomen worden. Dat
„ men de oneenigheid onder de Gewesten
„ zou wegneemen, door de bevordering van
„den Prinfe, zo niet tot Kapitein en Ad-
„ miraal-Generaal, ten minfte tot Generaal
„ der Ruiterye en tot een Lid des Raads van
„ Staate: waarmede. Zeeland te vrede zou
„ zyn. Dat men, te vooren, verftaan hadt,
„dat de Prins agttien jaaren oud zyn moest,
„ eer hy tot Kapitein - Generaal; niet eer hy
j, tot eenig minder Krygsampt bevorderd
„werdt Dat hy reeds zeer lecvendig van
„geest was, en begon te redeneeren. Dat
„ men, zelfs in Holland, onlangs , geraad-
„ pleegd hadt, om hem te bevorderen: 't
„ welk ook gelukt zou zyn, zo men zekere
„zaak" [de aanftclling van Turenne , naa-
melyk] „ hadt können te wege brengen.
„ Dat hy toen bekwaam genoeg zou geweest
„zyn, en derhalve nu niet onbekwaam kon
„ geoordeeld worden." De wederzydfche
Afgevaardigden, eikanderen gehoord hebben-
de , beflooten van alles verflag te doen
Raad- CO • êetyk gefchiedde (£). Men raad-
Pleegin- pleegde, toen, ter Vergaderinge van Holland,
aen hier ernftelyk, op den voorflag van Zeeland.
Vergad"De Edelen verftonden „ dat men by 't
tingc van »voorig befluit blyven moest, den Prins
Holland, „niet bevorderende3 voor dat men hem ge-
„ heel
f ï) Nitut. Zeel. irt(5S. Rylag. II. 214. Notulen van »Ie Coi*t
fer. met Zee'and 25 , 27 Maart ififió. MS.
(*J Rtl'ul. Hüll. %7 Maart 1666. tl. 37.
-ocr page 197-
L. Boek. HISTORIE. ïpg
jj heel hadt afgetrokken vah de Engeifche tfflb.
,5 zyde." Zy voegden 'er by „ dat dit zou ——■
Ä können gefchieden , als men den Staaten
j, van Holland de geheele zorg voor 's Prinfen
„ opvoeding opdroeg; die zy behoorden aan
„ zig te neemen, zo dra men 'er hun gelegen-
„heid toe gave." Dordrecht merkte aart
„ dat de Prins, zo jong en zo verknogt aart
Groot- Britanje , toegelaaten wordende in
„ den Raad van Staate, alles ontdekken zou ,
„wat daar voorviel.*' Voorts, ftemde deeze
Stad met de Edelen. Maar Haarlem verftondt
„ dat men nu iets ten behoeve van den Prinfe
„ be (luiten moest, ten ware men afwagten
„ wilde, dat Zeeland, welk altoos, in hag-
„chelyke tyden, gelyk in de jaaren 1653 en
„ 1659, op de bevordering van den jongen
„ Prinfe gedrongen hadt, daartoe , eens ,
„nog gevaarlyker omftandigheden dan de
„tegenwoordige waarname. Dat men hier-
„om aan Zeeland verklaaren moest, dat men
„ genegen was, den Prins te bevorderen, en
„ zulks met der daad toonen zou, en voorts,
„vastftellen, de opvoeding des Prinfen te
„ aanvaarden, zo dra de Prinfes Weduwe
„zulks fchriftelyk verzogt." Delft hadt
geenen zin, om de opvoeding vooralsnog
»an te neemen , ftemmende voorts met de
Edelen. Leiden was 't genoegzaam eens met
Haarlem. Amfterdam iloeg de opvoeding
af, en oordeelde, dat men den Zeeuwen
zagt, doch weigerend antwoord gceven moest,
Rotterdam ftemde voor de opvoeding, als zy
verzogt werdt. Alkmaar, daarenboven, ook
N a
                     Yoof
-ocr page 198-
I9ö VADERLANDSCHE L.Boek;
t6(5(5. voor de zitting in den Raad van Staate,
-------Hoorn bewilligde ook in de opvoeding, mids
men naarzage wat, desaangaande, te vooren,
beflooten ware. Enkhuizen verklaarde zig,
als Alkmaar; en Medenblik, als Rotterdam
Befluit. (7). 't Beiluit viel, derhalve, om Zeeland aan
te zeggen „ dat men, om gewigtige redenen
„van Staat, niet kon goedvinden, den Prinle
wvan Oranje, in de tegenwoordige omftan-
,, digheden, eenig Krygsampt op de draagen;
„doch dat zulks niet ontftondt uit ongene-
5, genheid voor 's Prinfen peribon ; gelyk
5, men, zo wel door eene goede zorg en opzigt
5, over hem , als op andere wyzen, bereid
,, was te toonen (m)." Men gaf aan de Af-
gevaardigden van Zeeland, terftond, kennis
van dit befluit, hun ook opening geevende
van de redenen van Staat, welken Holland
bewoogen, om 's Prinfen bevordering tegen
te houden, uitkomende, voornaamlyk, op
zyne verbindtenis aan Groot -Britanje , heb-
bende hy zelfs bedienden, die jaargelden trok-
ken van Karel den II; aan welken hy, ter oor-
zaake zyner jongkheid, alles , vreesde men ,
ontdekken zou, wat hem van de geheimen
van Staat bekend mögt worden: behalven, dat
ook zyne verheffing argwaan gecven zou aan
de Bondgenooten van den Staat, of aan zul-
ken, die 't mogelyk anders worden zouden»
Antimei^ 'De Zeeuwen zeiden hiertegen s, dat 'er op
kinjren ?J den Prins geen vermoeden vallen kon, dat
derZeeu-                                                                       j? hy
(7) Nntulen ReFoigii. 28 Maart i6'6 MS.
Cm,
Refill. Holl. si Maart, i Ayril iCOó. il. <[i, 45. D*
Witt Brieven II l)itl, tl. ajg.
-ocr page 199-
L.Boek.           HISTORIE. 197
„hy iet, ten nadeele van 't Vaderland, aan 166$.
n
de Engelfchen ontdekken zou. Dat vyan-
„ den wel meer vermaagfchapt waren. Dat wen op
n de Prins, daarentegen, ook met verfchei- bet zel'
,, den' Duitfche Vorilen vermaagfchapt was, ve*
„zonderling met den Keurvorst van Braiv
„ denburg , wiens Steden nu een Voor-
„ muur voor den Staat tegen het Duitfche
„ Ryk geworden waren. Dat zy geene Bond.
„ genooten kenden, die argwaan zouden op-
„ vatten over 's Prinfen bevordering. Dat
„men zig, in allen geval, de wet niet moest
„laaten ltellen van zyne Bondgenooten, en
„den Prins zo min,-om derzelver wille, uit-
„ fluiten als bevorderen (»)." Doch de Staa-
ten van Holland bleeven by hun gevoelen.
Die van Zeeland floegen, derhalve, terftond
hierna , ter algemeeue Staatsvergaderinge ,
voor, dat men den Prins van Oranje tot Over-
fte der lluiterye behoorde te verkiezen en
hem, te gelyk, zitting te geeven in den Raad
van Staate (0).
Midlerwyl, hadt de Prinfes Weduwe, ver- nXXV'
neemende, dat de Staaten van Holland maar P|j „"**
,               ,               ,                        ,          ten van
op een verzoek van haaren kant wagteden, Holland
om de opvoeding en onderwyzing van den neemen
Prinfe wederom te aanvaarden ; en vooraf, den P™8
zo men meent, heimelyk, overgehaald door ™".~m
de Witt (p~), niet verzuimd, zulk een verzoek in tot e,n
te leveren, op den tweeden van. Grasmaand ($}. Kind vm
Ook Staat-
f«) Notul. Confer. Zeel. 31 Maart 1666. MS.
(o) iit/ema V. üest, bl. ?i(fi.
(o) M.inoir. rlc Guichb Livr. II p. 017-154.
(, q ) Zit Ajtzema V. Heit, bl. 79a. D'EsriuiDEa Tu;,;» IV».
Na
-ocr page 200-
f 98 VADERLANDSCHB L.BoeC
1666, Ook werdt, terftond, beflooten, dat men de
f verdere opvoeding des Prinfen aanvaarden
zou » daartoe benoemende dezelfde Perfoo-
nen, die'er, in 't jaar 1660, toe benoemd
waren geweest, zo ver zy nog in 't leeven wa-
ren. De plaatfen der overleedenen werden,
door anderen, vervuld. De Perfoonen, aaa
welken, thans, de zorg voor 's Printen on-
derwyzing opgedraagen werdt, waren de
Heeren Wigbold van der Does., Heer van
Noordwyk, uit de Ridderfchap; Adriaan van.
Blyenburg,
Heer van Barendrecht, Oud-Bur-
gemeefter van Dordrecht; Gilles Valkenier,
Burgemeefter en Raad van Amfterdam; Nart-,
m'ng van Foreest,
Rekenmeefter der Domei-
nen en Raad in de Vroedfchap van Alkmaar,
benevens den Raadpenfionaris de Witt. Haar-
lem en Leiden waren wat misnoegd, dat 'er
ïiiemant, uit deeze twee Steden, benoemd
was , tot de opvoeding. Haarlem deedt 'er
eene aantekening tegen. Doch hierby bleef
Zy tnaa- het (r). Wyders verftondt men, dat alle de
ken bedienden van den Prinfe, door deeze ver-
groote andering, ontflaagen waren van hunnen dienst,
ring fa ^e meeße Leden, en vooral de Raadpenfio-
?yne Hof-naris de Witt waren 'er zeer opgezet, om
houding, alle Engelfchen en Engelschgezinden te wee-
ren uit het Hof van den Prinfe (5.). De Heer
van Gend werdt tot Gouverneur van den Prin-
fe aangefleld, op eene wedde van vyfduizend
guldens (/). De Heer van Zuüenftein, die
dee-
(O De Witt Brieven II. Deel, U. 235.
(j ) D>; Witt Brieven II. Deel, bh 230.
lO Kefol Holl. 15 Fehr. 1627. 1/.. al.
-ocr page 201-
L. Boek. HISTORIE. 199
deeze waardigheid, tot hiertoe, bekleed hadt, 1666.
werdt met een jaargeld van vierduizend gul- ■
dens, voor den tyd van vyf jaaren, fchade-
loos gefteld. Aan den ontflaagen Hofmeefter,
Joan Boreel, Zoon van den Ambassadeur aan
't Franlche Hof, werdt een vendel Knegten
toegezeid («). De Zeeuwen verzogten deel
te mogen hebben aan 's Prinfen opvoeding.
Doch dit werdt hun, nu, gelyk te vooren,
door verfcheiden'redenen, ontlegd (v).
De jonge Prins hadt vry wat fmert, over
de verandering in zyne Hofhouding. Voor-
al, zou hy den Heer van Zuilenftein gaarne
by zig gehouden hebben: ook den Hofmee-
fter Boreel (w). Doch 't weeren van eenige
anderen, gelyk Heenvliet en Bromlei, keur-
de hy goed. Maar die van Holland lieten nie-
mant by hem blyven, dien zy voor Engelsch-
gezind hielden (x). Zy beoogden, den Prinfea
dien zy nu, gelyk men 't noemde, tot een
Kind van Slaat aangenomen hadden , gantsch
andere grondregels van Regeeringe in te boe-
zemen, dan hy, tot hiertoe, uit zulken, die
meest met hem verkeerden, hadt können ke-
ren (^). Midlerwyl, werdt hy niet tot eenig
Krygsampt bevorderd , gelyk de meefte Ge-
welten begeerd hadden. Holland beweerde,
dat
C«) ReCol. HoJ!. a, 9, \o, 13, 15, \C>, 17 April, 28 Ithjf.
1666. II. tßi 56, 59, 62, 70, 71, 72, 74, 76, 77, 6s Aitze-
MA V. Jïeel, h. 7yï, 794, &04.
( v) Notul. lier. «p de Conf. met Zeel. 17 Af ril \(>(f>, MS.
Rtfol. H»ll. 17 April 1M6. bU 76.
<_w „• Metnoir. de Gu'ciie Livr. II. p 225.
C*) D* Witt Brieven II Deel, W. a,j/, 253, 252, B-'Ea.
ïRAtiEs Turn. IV. p. 3«3, 224.
Cj?J AiftzjtMA V. Ueel, tl. 7*7-
IN 4
\
\
-ocr page 202-
2oo VADERLANDSCIIE L.Boek.
1666. dat men hiertoe niet komen moest, voor mea
------- hem de Engelfche grondregels, welken hem
ingedrukt waren, geheellyk , ontleerd hadt:
't welk, naar men 't hier inzag, ten minfte, nog
eenigen tyd vereischte.
XKVI. 't Bevel over 's Lands Krygsmagt te lande nu
Krygsbe- wederom aan Prinfe Joan Maurits zynde op-
dly m° gedraagen, begon men te raadpleegen op eene
itlr- Utt* vroege opening van den veldtogt. De Mun-.
fchen. fterfchen hadden, in 't begin van Louwmaand,
het Friefche Veen en het Dorp Emmen in
Dreire overvallen, en geplonderd. Ook dreig-
den ze Kocverden aan te tasten (z). In 't voor-
lecden najaar, hadden zy, zo 't fcheen, tegen
den zin van den Markgraave van Kaftel-Ro-
drigo, eenig volk geworven in de Spaanfche
Nederlanden, welk thans veel overlast deedt,
in de Meierye van 's Hertogenbosch en in 't
Markgraaffchap van Bergen op Zoom, alwaar
zy zig van 't Kafteel van Wouw meefter
maakten («). Doch de Prinfen van Tarente
en Fredrik van Nasfau verfloegen een gedeel-
te van dit volk, in den Oudenbosch (£). Ook
gaven de Staaten den Bevelhebberen der fter-
ke Plaatfen last, om den Munlterfchen, door
het uitzenden van partyen, afbreuk te doen:
gelyk, hier en daar gefchiedde (c). Doch om
een Leger te velde te brengen, welk bekwaam
zou zyn, om iet van belang uit te voeren te-
gen
(*"> Aitzem<\ V. IteJ, hl. 770,77%, 77*.
O') Nuccl. Zeel. 30 jfau. 26 Febr. 1 Maan 25 May, 166&
bh <u', »i. 86. 1^4.
(t> ) Aitzpma V. Deel, hl. 611, 638, 776, 779.
(tO AiTiEMA V. Desl, tl. 773.
-ocr page 203-
X.Büek. HISTORIE.          aoi
gen den vyand , vondt men, ter oorzaake van         _
de oneenigheid onder de Gewesten , zig, te-
genwoordig, niet in Haat ( d~). Ookftremden
de onderhandelingen over een Verdrag met
den Bisfchop , welken , onlangs, te Kleeve,
begonnen waren , de wervingen , voor eene
poos. De Bisfchop kon, by mangel van geld ,
zyn Leger ook niet uit de Steden krygen. De
Staaten waren op 't fpoor, om eenen zyner
Ritmeesteren over te haaien tot hunnen dienst
Ce), 't Een en't ander deedt hem dan nsi- vrede-
gen tot vrede : doch hy werdt, inzonderheid, hande-
tot handeling bewoogen , door den Keurvorst 'ing te
van Brandenburg ; wiens Verdrag met deezen Kleeve
Staat thans op eenen goeden voet ftondt (ƒ),
De Staaten , genoeg te doen hebbende met
den oorlog tegen Groot-Britanje , waren ook
geneigd , om zig deezen vyand kwyt te maa-
ken. Beverningk , die met Brandenburg han-
delde , kreeg , derhalve ,. ook last , om met
de Bisfchoplyke afgevaardigden te fpreeken.
Ondertusfchen , waren de Lunenburfche troe-
pen in beweeging : de Franfehen reeds in t
Land. 't Verdrag met den Keurvorst werdt
getroffen (g). Daar nog by kwam, dat Karel
de II. agterlyk bleef, in het opbrengen der
onderftandgelden, welken hy den Bisfchop van
Munfter beloofd hadt (/5). Alledeezeredenen
en de raad van Frankryk deeden den Bisfchop
be-
ril De Witt Brirven VF. Deel, hl. 532.
( e~) Secr. Rel'ol Moll. 24 Febr. iMfi. If. Heel. bl. 502,503,
Cfj Mï/iioir. de Gutem Livr. II. p. 207, 20a.
C g ) AlTZEMA V. Deel, IC20-I022.
(A j Kzi'iN 'luiu. IX. pi 239
N 5
-ocr page 204-
£02 VADERLANDSCHE L. Boek.
165(5. befliuten tot vrede met de Staaten, die,
•------door de wederzydfche Gemagtigden , op den
De Vrede agttienden van Grasmaand, te Kleeve, gete-
flaoteif" ^enc^ wer^t CO- 't Verdrag begreep de vol-
gende punten : „ De Bisfchop beloofde den
yy Staaten te zullen te rug geeven alle de Plaat-
„ fen , door hem , in deezen oorlog , bemag-
n tigd , met naame het Kasteel van Borkelo.
n De Staaten zouden , na den zevenentwin-
„ tigften , geenc vyandlykheid pleegen tegen
„ den Bisfchop. En deeze beloofde, aflland
„ te zullen doen van alle Verbonden, ftrydig
n met de tegenwoordige Vrede. Ook zou
„ hy nimmer eenig Verbond fluiten tegen de
„ Staaten ; die gelyke beloften deeden , met
» opzigt op den Bisfchop. De wederzydfche
„ Bondgenooten werden , in 't Verdrag , be-
„greepen. De Bisfchop deedt affland van
n het regt van opperfte magt over Borkelo ,
n zonder egter het regt van het Duitfche
»Ryk te willen verkorten. Omtrent het
* P"mi' n reSt van * regtftreekfche of voordeelige
Träum' » Heerlykheid , bleeven de zaaken , als voor
fioeutile, »den oorlog. De Keizer, de Koning van
„ Frankryk , de Keurvorften van Ments ,
w Keulen en Brandenburg , de Bisfchop van
n Paderborn , de Paltsgraaf van Nieuwburg
„en de Hertogen van Brunswyk-Lunenburg
„ zouden verzogt worden , om de onderhou*
„ ding van dit Verdrag te willen handhaa-
Bven(^)." Ook voldeeden zy, federt, aan
dit
CO Refol. Huif. io /fprtl. \bCS. V. 3.
(t> Zi: het by Aitzema V* Üet.1, W 1023 inx.
-ocr page 205-
L.Boek.           HISTORIE. 203
dit verzoek (/). Terftond na het treffen der i^S,
Vrede , werden de ingenomen' Steden ge-
         
ruimd , door de Munfterfche knegten : die ,
vervolgens , afgedankt werden. Prins Joan
JVIaurits , die duizend guldens ter weeke, ge-
duurende deezen veldtogt, genooten hadt,
bekwam, naderhand, daarenboven, nog tien-
duizend guldens eens (?«)•
Midlerwyl, hieldt de oorlog met Groot- xxvil.
JJritanje de Staaten in geduurige bekomme- Lode-
ring , veroorzaakende , onder anderen , zul- w'y* de
ke zvvaare kosten , dat menze niet lang meer £,lJr'tveP"
zag goed te maaken , zonder te dugten voor i<arei
eenen opfland onder 't gemeen , die de ver- den n.
andering der tegenwoordige Regeeringe naar den °°r*
zig fleepen zou. Men liet niet na , zulks den log*
Koning van Frankryk voor te houden , door
van Beuningen en d'Ëflrades («), en bewoog
hem , eindelyk , om zyne Gezanten uit Enge-
land te rug te roepen , en den Koning van
Groot-Britanje den oorlog te verklaren ; welk
ïaatfte , op den zesentwintigften van Louw-
maand, gefchiedde (0). 't Gevolg leerde
egter, dat Karel de II. weinig nadeel hadt
van deeze Oorlogsverklaaring. Ook fchryven jnzjgt
ibmmigen , dat zy alleen gefchied was , om deezer
den Raadpenfionaris de Witt en de tegen- Oorlogs-
■woordige Regeering van deezen Staat ftaan- v.OTklaa-
de te houden, niet om den Engelfchen af- r*"8'
breuk
(?) Aitzema V. Deel, W. 807, 934, 1041.
(ctJ Refol. Holl. ig April 1M8. bl. 34.
CO D'Estrades Tom. IV. p. 35. Aitzema V. Deel, bl.
(<0 Zie R«fol., IltfU. 4 Mr. »j55ó. il. 1,. Ajtzeva V. De:l%
II.
912.
-ocr page 206-
so4 VADERLANDSCHE         L. Boek.
1666,. breuk te doen Q>). Zeker is 'c, dat de Vloot,
------- die Frankryk by de-zeemagt der Staaten beloof-
de te zullen voegen , onder allerlei voorwend-
fels, opgehouden werdt, niet voor den Herfst
in zee Hak , en zig nimmer vereenigde met de
Vloot der Staaten.
DeVioo- Men liet, ondertusfchen , hier te Lande,
ten van niet na, fterk te arbeiden aan het uitrusten
Groot- van Oorlogsfchepen , die in Texel verzameld
en'd1"'6 werden« Men raadpleegde ook op de orde ,
zen Staat welke men houden zou , wanneer 's Lands
komen Vloot zig zou voegen , met die des Konings
inzie. van Frankryk (^). Doch 't liep aan tot in
Bloeimaand , eer de fchepen , ten getale van
vyfentagtig , behalve de jagten en branders,
gereed raakten. De Keurvorst van Branden-
burg , de Prins van Oranje en andere Groo-
ten begaven zig toen naar Texel, om 's Lands
Vloot te bezigtigen ; by welke gelegenheid ,
het lchccpsvolk zig niet wederhouden kon
van zyne genegenheid tot den jongen Prinfe
te betuigen , door het roepen van Vivat de
Prins van Oranje!
dat over al de Vloote klonk.
De Luitenant-Admiraal de Ruiter was nu ver-
eerd met het opperbevel over den aanftaan-
den togt, De Engelfche Vloot, die ook klaar,
en agtenzeventig of tagtig fchepen van Oor-
loge fterk was, werdt gebooden do.or Prinfe
Robert, Zoon van vvylen den Keurvorst-Palts.-
graave Fredrik , en door den Generaal Monk ,
nu Hertogo van Albemarie. De Ruiter raak-
te ,.
(p} Raptn Tam. T'•'. p, 24?.
itj Secr. Rcibl. Iioli. i? Mr. 1666 II. Dtel, U. jox»
-ocr page 207-
t. Boek.           HISTORIE. 205
te, op den eerden van Zomermaand, in zee kJöö.
(>), neemende, terftond, zynen koers naarde-------
Engelfche kust. Doch 't liep aan tot den elf-
den, eer hy de Engelfche Vloot, die, kort
te vooren, uit Duins geloopen was, in 't ge-
zigt kreeg. Albemarie voerde nu 't opperge-
bied, zynde Prinfe Robert, met eenige fche-
pen, verzeild, om agt te geeven op de Fran-
fche Vloote, onder den Hertoge van Beau-
fort, die, naar men vernomen hadt, zig zogt
te voegen by de Ruiter. Ten een uur na den ZeeftryJ
middag, raakten de Viooten aan élkanderen. van vier
De Engelfchen hadden de loef van de onzen, daëen-
doch niet tot hun voordeel, hellende hunne
fchepen, door den harden wind, Iterk over
bakboord ; waardoor zy de onderfte laagen
gefchuts niet gebruiken konden. Ook konden
veelen, om dezelfde reden* hun gefchut niet
vaardig genoeg zetten, en fchooten dikwils in
't water. De onzen, daarentegen, konden ,
over ftuurboord zeilende, hun onderfte ge-
fchut, zo wel als het bovenfte, gebruiken,
en deeden, te loefwaard uit fchietende, den
vyanden groote fchade. Men vogt, van we-
derzyde, met geene minder ftyfzinnigheid
dan dapperheid. Ten vier uuren, zag men
een groot Engelsen Fregat zinken, kort na
dat het de laatfte laagc van de Ruiter ontvan-
gen hadt. Wat laater, werden, in 't wenden
der Engelfchen , drie fchepen afgefneeden
van hunne Vloote, en door de onzen vero^-
verd. William Barklei, Ridder, die een dee*
zer
(O AiTZEMA V, Deel, lil. B13.
-ocr page 208-
coS VADERLANDSCHE L.BoeeS
1666. zer fchcpen voerde, liet het leven, al veg-
------tende. Twee Nederlanddfche fchcpen, doof
eigen of vyandelyk vuur, in brand geraakt»
vergingen, daarentegen, ongelukkiglyk, met
een gedeelte van 't volk, en de Kapiteinen
Otto van Treslong en Simon Blok. Tegen den
avond, zonk 'er nog een groot Engelsch fchip.
De Engelfche Schout by nagt, John Hermans,
in een hevig gevegt geraakt niet de onzen t
deedt, eindelyk, al deinzende, eenen fchoot,
die den Luitenant - Admiraal Kornelis Evert«
fen het leeven benam. De nagt maakte,
omtrent ten tien uuren» een einde van 't gc->
vegt, welk, met den volgenden morgen, her-
vat werdt. Doch eene opgekomen' ftilte
deedt de Vlooten van elkandcren wyken, tot
dat, omtrent ten tien of elf uuren voor den
middag, de wind wederom wakkerde. Men
lei het, derhalve, wederom aan tegen eikan-
deren. Tromp raakte toen, met zyn Esqua-
der, zo diep onder de vyanden, dat hy, on-
getwyfeld, overmand geweest zou zyn, ware
hy niet ontzet geworden , door de Ruiter.
De Vice - Admiraal, Abraham van der Hulst,
werdt, by deeze gelegenheid, doorfchooten.
Ook verbrandde het fchip de Liefde, waar-
op Pieter Salomonszoon geboodt. Vier andere
Nederlandfche fchepen, zwaar befchadigd
zynde, werden, uit den ftryd, naar Texel
gefleept. Doch de Engelfchen leeden meer.
De Ruiter, met Albemarie in gevegt geraakt»
vuurde zo vinnig, dat men, eerlang, ver-
fchciden' Engelfche fchepen zag zinken. Tot
drie reizen toe, wendde de Ruiter het naar
den
-ocr page 209-
1. Boek.           HISTORIE. 007
den vyand, die, eindelyk, met den nagt, t^ti
week naarde Engelfche kust, niet boven der- ■ . ■
tig bekwaame fchepen by zig hebbende. Des
anderendaags , den deitienden van Zomer-
maand, zynde eerften Pinkfterdag, zogt de
Ruiter wederom flaags te raaken. Doch Al-
bemarie ftreedt niet, dan al wykende naar de
rivier van Londen, werwaards hy, door de
Nederlandlche Vloote, gevolgd werdt. On-
der dit wyken, ftaken de Engelfehen ver-
fcheiden' hunner reddeloosfte fchepen in
brand, op dat zy den onzen niet in handen
zouden vallen. Maar de Royal Prins, ge-
voerd door George Askue, Admiraal der
Witte Vlagge, raakte, op de Galper, aan
den grond, daar 't ('chip door den Schout by
nagt, Sweers, ligtelyk, bemagtigd, en daar-
na verbrand werdt: zeer tegen den zin van
Tromp, onder wiens vlag, dit fchip veroverd
was, en wien de Ruiter, zo fommigen fchry-
ven (V), de eer misgunde, van het, als in zee-
gepraal, naar't Vaderland te voeren. Askue
werdt, des anderendaags, gevangkelyk naar
den Haage gezonden. Prins Robert, geene
Franfche Vloot ontmoet hebbende, was, on-
dertusfchen, omtrent op den zelfden tyd, als
de Royal Prins vastraakte, met vyfentwintig
fchepen, gekomen by het overfchot der
Vloote onder Albemarie, waarop men zig,
ter wcderzyde, gereed maakte tot eenen he-
vigcn ftryd, die, des anderendaags, den veer-
tienden van Zomermaand, 's morgens ten agt
uu*
(/) Memoir. ds Guichï Lirt. II. p. sjijj
-ocr page 210-
208 VADERLANDSCHE          L. BÖEtó
Ï666. naren, aangevangen werdt. De Engelfchc
'-------Vloot was nu zestig of eenenzestig; de onze
vierenzestig fchepen van oorloge flerk. Doch
't Esqnader van Prinfe Robert, welk zulk een
merkelyk gedeelte van 's vyands magt uit-
maakte, was onbcfchadigd en frisch. Onze
gantfche Vloot hadt, daarentegen , in drie
dagen, veel geleeden: en 't volk was zeer
vermoeid. De ftryd was hevig, en zeer twy-
felagtig in den aanvang. Verfcheiden' fche-
pen werden, van wederzyde, reddeloos ge-
De En- ichooten. Een der onzen verbrand. Doch na
gelfchen den middag, geboodt de Ruiter den zynen,
wyken, gelykelyk, en, van alle kanten, op den vyand
orde!"" *n te breeken: 't welk, met zo veele wakker-
heid, werdt uitgevoerd, dat de Engelfchen
haast in wanorde raakten, en wyken moesten;
Toen werden verfcheiden' Engelfche fche-
pen veroverd. Verfcheiden' anderen gingen
te gronde. De Ruiter vervolgde den wyken-
den vyand, tot omtrent zeven uuren des
avonds, wanneer een opkomende dikke mist
hem belette, hierin te volharden. Den vol-
genden dag, kon men, zelfs van de ftengen
der Nederlandfche fchepen , geenen vyand
meer in 't oog krygen; waarom de Ruiter te
raade werdt, met 's Lands Vloote, naar de
verzamelplaats te keeren. Ook liep hy, dien
zelfden dag, in de Wielingen.
Verlies Schoon 't voor onpartydigen klaar was (f) j
van we- dat de overwinning aan de zyde der Staaten
derzyde. geweest wag9 fl-ak men egter, te Londen,
vreug-
(O Memoir. de Guiche Llvn II. p. 263, 2Ö9, 270, 172«
-ocr page 211-
L.BoEK. HISTORIE.         209
vreugdevuuren aan, en hieldt eenen dankdag,
als hadden de Engelfchen de zege bevogten.
Doch zy konden 'er geene blyken van too-
nen, gelyk de onzen doen konden. Ook noe-
men hunne eigen' Schryvers hun gedrag , in
deeze gelegenheid, een befpotten van God en een
htdriegen van de weereld
( u ). Nogtans kwam
den Staaten de zege duur te ftaan. Zy ver-
looren , in dit gevegt van vier dagen , den
Luitenant-Admiraal Kornclis Evertien , den
Vice - Admiraal van der Hulst, den Schout
by nagt Stakhouwer, zes Kapiteinen en om-
trent agthonderd matroozen en foldaaten. 't
Getal der gekwetften beliep omtrent elfhon-
derd en vyftig : dat der verbrande fchepen
vier in alles. Maar de Engelichen hadden wel
drie - entwintig fchepen veriooren, waarvan
'er zes in Holland opgebragt werden, 't Getal
hunner dooden beliep , meent men, tusfehen
de vyf- en zesduizend , waaronder waren de
Vice - Admiraalen Barklei en Mings. Drie-
duizend gevangen' Engelfchen werden her-
waards gebragt, waaronder de Admiraal As-
kue. De vyand hadt, daarentegen, maar wei-
nige gevangenen , en niet één fchip können
opbrengen. De Staaten vonden, hierom, ge-
raaden , eenen algemeenen dankdag te hou-
den , over de blykbaare zege , hun , door
de Voorzienigheid , verleend. Askue -werdt,
eerlang , uit den Haage , naar Loeveftein ge-
voerd (v) : daar hy zat, tot na 't fluiten der
Vre-
(«") Hur.net Hist. of bis own Time. Val T. p 229.
f?) Il dol. Holl. iö Jttay, T<Moh. i6M>. iL 4, 7a.
XIII. Deel.                O
-ocr page 212-
aio VADERLANDSCHE
L. Boes*
Vrede (w). Het Lyk van Barklei, welk ders
Staaten ook in handen gevallen , en , op hun
bevel, gebalfemd was, werdt naar Engeland
gezonden : hebbende men, hier, de edelmoe-
digheid gehad, om het den Koning van Groot-
Britanje aan te bieden, die het, terilond, dan-
kelyk aanvaardde (x~).
't Leedt niet lang, of de beide Vlooten
kwamen, op nieuws, in zee. De onze liep
uit op den vierden van Hooimaand, niet
1666.
XXVIII.
's Lands
Vloot
loopt
weder-
om uit.
Toeleg
om eene
Landing
te doen.
meer dan negentien
dagen
na haare aau-
Men meende de Engelfchen
die nog
komst,
niet gereed waren , te verrasfen binnen Har-
vvich.
Ruiter
liep.
eenige
Doch ftilte en tegenwind hielden de
zo lang op , dat deeze toeleg te niet
's Lands Vloot was , ook vérzeld van
fluiten , gepropt met zes- of zeven-
duizend foldaaten , met welken men voorhadt
eene Landing te , doen , hebbende zekeren
Samuel Ravem , eenen Engelschman , te Rot-
terdam woonagrig , aangenomen , eenen op-
ftand te verwekken in Engeland. Ook tradt
h'y , omtrent het Noordvoorland , aan land ;
doch keerde onverrigter zaake , doordien hy
zyne Landsluiden op hunne hoede, en alles
met Krygsvolk bezet gevonden hadt. De flui-
ten met de foldaaten werden toen naar de
Maaze te rug gezonden. Hooimaand liep op
't einde, eer de Engelfche Vloot de Rivier af-
kwam. En op den vierden van Oogstmaand >
omtrent den middag , raakten de Vlooten aan-
el-
(11») Refill. Holl. 4 Maart 1667, tl. C>ru
C-ï) Ds Witt Brieven II. lieel, tl. liiseiiz. 091 tnz. y>ty
üRANDT de Ruiter, il. 463 - 5'X>. Aitïkma V. Üeel, tl. C-gt
724, 826-Ü30.
De Vloo
ten raa-
-ocr page 213-
I
L.BoEk.           HISTORIE. ati
eikanderen. Dien zelfden morgen, was de nftje.
Heer van Soinmelsdyk in 's Lands Vloote ge-------
komen, en hadt zig begeven aan boord van ken
den Luitenant-Admiraal Tromp, onaange-flaaSs*
zien de Ruiter hem verzogt hadt, dat hy zig
op zyn fchip onthouden wilde : 't welk, daar-
na , by fommigen , eenig vermoeden baar-
de , als of hy Tromp eenen raad was komen
geeven , die met 's Lands dienst niet wel be-
itaan kon. De Nederlandfche voorhoede,
aangevoerd door de Luitenant - Admiraalen
Jan Evertfen en Tjerk Hiddes de Fries , raak-
te eerst in 't gevegt met den vyandlyken
Vice-Admiraal, Thomas Allen : al ras wer-
den beide Evertfen en de Vries ieder een
been afgefchooten , waaraan zy overleeden.
Evertfen , die , eenigen tyd , buiten bewind
was geweest > was, op zyn ernftig verzoek ,
na 't fneuvelen van zynen Broeder Kornelis ,
wederom in zee gezonden , en liet nu , gelyk
verfcheiden' van zyne maagfehap, zyn leeven
in 's Lands dienst, 't Schip van den Vice-Admi-
raal Bankert zonk. Een ander viel den Engel-
fchen in handen , die 'er den brand in ftaken.
Binnen twee uuren, werdt de gantfche Neder-
landfche voorhoede in wanorde en aan 't wy-
ken gebragt. De Ruiter was , met den mid-
deltogt, de voorhoede kort gevolgd; doch
de ftilte was oorzaak , dat hy , flegts met een
gedeelte van zyn Esquader, met den Hertoge
van Albemarie , in een hevig gevegt raakte«
Tromp , die de agterhoede geboodt, bleef,
wel twee mylen bewesten de Ruiter, met op-
gegyde zeilen , als of hem 't werk niet aan-
ging , leggen ; waarvan de Ruiter de reden
O 2
                      nies
-ocr page 214-
Öls VADERLANDSCHE L.Boeit;
\666. niet bevroeden kon. Ondcrtusfchen , braken
-------de Engelfchen in , tusfchen onze voor- en
agterhoede , omfingelende de Ruiter , va»
alle kanten ; die zig zo wakkerlyk weerde ,
dat de Engelfchen eens van hem afhielden ',
doch hem , wel haast, met nieuwe hevigheid,
aanvielen. Een gedeelte van zyn Esquader,
vergeefs hoopende op ontzet van Tromp,
begon toen den moed te verliezen , en begaf
De Rui- zig op de vlugt. De Ruiter zelf, zeer red-
terwy . deloos gefchooten > vondt eindelyk geraaden,
met klein zeil > te wyken, en kwam, nog dien
zelfden avond , by het Esquader van Evert-
fen en de Vries. Wat Tromp betreft, hy
hadt, eenigen tyd na dat de Ruiter met Al-
bemarie in gevegt geraakt was , zyn Esqua-
der aangevoerd tegen den Engelfchen Vice-
Admiraal, Jeremks Smith. Men vuurde, ee-
nen tyd lang , hevig op eikanderen. Een En-
gelsen fchip werdt in brand gefteken. De
Schout by nagt, V Hom , dood gefchooten.
Doch tegen den avond , kreeg Tromp Smith
op de vlugt: hoewel fommigen meenen , dat
Smith alleen week , om Tromp verder af te
trekken van de Ruiter ; aan wien Tromp zig
ook luttel fcheen te laaten gelegen zyn , al-
zo hy het Esquader onder Smith vervolgde 9
den gantfehen nagt door : welk vervolgen
hem, daarna, tot misdaad aangerekend werdt.
Met den volgenden dag , zynde den vyfdeil
van ' Oogstmaand > begon het gevegt weder-
om tegen de Ruiter , die nog t'ecnemaal om-
ringd lag van de Engelfchen, en wel haast ia
gulk een' nood raakte , dat hy zynen aftogt,
al vegtende , vervolgen moest. Albeinarle
kreeg
-ocr page 215-
U Boek.           HISTORIE. S13
kreeg toen hoop, om hem te neemen, ofzyn 166S.
fchip te verbranden. Ook zondt hy 'er eenen------
brander op af, die nogtans, door de Ruiter,
met zo veel beleid, werdt afgekeerd, dat hy
vmgteloos verbrandde. Verfcheiden' Engel- ,
i'che fchepen gaven hem, daarna, te gelyk,
de volle laag, met zo veel geweld, dat alles
fcheen te zullen berften en breeken, en de
oude zeeheld , half mistroostig , uitriep: O Zyne
God! hoe ben ik zo ongelukkig! Is 'er nu, onder
hoope-
zo vcele duizenden kogels, niet een, die my weg- 0'osMl
neemt! Hy herftelde zig egter wederom, en
ilreedt, dapperlyk, al wykende , tot dat hy
omtrent de Vlaamfche banken genaderd was.
Albemarie, zig hier niet durvende vertrou-
wen, gaf bevel om te wenden: waarna de
Ruiter , met zyne byhebbende fchepen, de
Spleete inzeilde, en voor. den Doorlo, zwaar
befchadigd, ten anker kwam. Tromp ook,
te rug gekeerd van 't vervolgen der Engel-
fchen , liep naar de Wielingen , en voorts
door 's Lands Diep binnen. Zodanig een uit-
flag hadt het tweede zeegevegt deezes jaars;
waar in de onzen maar twee, de Engelfchen
vier fchepen verlooren. Nogtans was de o-
verwinning buiten tegenfpraak aan hunne
zyde, alzo zy zee hielden (y}, die zy de on-
zen hadden doen ruimen. Tromp zelf werdt
op zynen hertogt, vervolgd, dooi' den vyand,
die zig, des anderendaags , omtrent tagtig
zeilen iterk, vertoonde op Schooneveld. De
aftogt van de Ruiter wejdt egter gepreezen,
<Joor- de Franfchcn, fchryvende den Koning
331*
(jO D'E'TRaoss Taai. IV. £. 414.
O3
\
-ocr page 216-
214 VADERLANDSCIIE         L.Boek»
iórtó. aan d'Eftrades, dat hy daarmede meer lofs hadt
------- ingelegd; dan of hy den /lag gewonnen hadt. Ook
vereerde de Koning hem, kort hierna, met
de Ridderorde van S. Michiel. Wat hem be-
treft, hy weet de ongelukkige uitkomst van
't gevegt ir.eest aan het agterblyven van
Tromp, over vvien hy zelfs klaagde aan de
Staaten. Doch Tromp itelde, daarentegen $
de Ruiter in 't ongelyk. De Staaten van Hol-
land, befpeurende, dat 'er groote verwyde-
ring ontflaaii was tusfchen deeze twee , be-
ll ooten , op den vooiilag van den Raadpcn-
lionaris de Witt, Tromp te verbaten var?
zyjtanpt (z), gclyk, nog voor 't einde van
Oogstmaand, zeer tegen den zin van de Ver-
gadering der algemeene Staaten , gefchiedde,
De Kolonel Willem Jozef van Gend werdt, in
zyne plaats, tot Luitenant-Admiraal verhee-
ven (#). Sommigen meenen, dat Tromps
blykbaare zugt tot het Huis van Oranje voor
de voornaamfte reden, waarom hy in ongunst
verviel, moet gehouden worden (£). De Ko-
ning van Frankryk zou gaarne gezien hebben,
dat hy zig in zynen dienst begeven hadt. Doch
d'Eilrades zag geene kans, om dit te wege te
brengen (c).
XXIX. Omtrent twee weeken na den ongclukki-
Buac genzeeilag, raakte, in den Hange, in hegte-
heneflis" n*s ^enr^ c'e F^eury de Coulan, Heer van Buat.,
geno- e" Ritmeelier in dienst van deezen Staat. De
men.
                                                                 oor-
r«1 Refol. Hol!. ty,"s4 Aug. iC>r,6. bl. 92, icg.
(<J) De Witt ßrieven II. Heel, lil 32O. DlUNQt de Rui*
ter, bl. >;ct-533 Aitzema V. deel. II. 70^-7%!.
( b
) Mc-moir de Gliche /Jvr. II. p. 2X0.
(O D'KsTRAUEs Tum, iV. p. 435, 44a, 483»
-ocr page 217-
'L.loEK.           HISTORIE. ai$
oofzaak van zyh ongeluk verdient wél, naauw- 1666.
'keurigïyk, naargeipoord te worden; omdat------■
'er uit blykcii zal, hoe ongeneigd men thans Oorzaak
■in 1 Iolland ware, om den Prins van Oranje van ^*1
te 'bevorderen, tot de waardigheden , door on§e u c'
Xyiïe voorouders, hier te Lande, bekleed.
■Buut was, voor deezen, Paadje van den Prin-
fe van Oranje geweest; doch , ter gelegen-
heid van de jonglle verandering in 's Prinfen
Hofhouding, óhtflaagen van zynen dienst Qf).
Hy hieldt, ledert eenigen tyd , met kenmsl'e
van den Raadpeiiiïonaris de Witt, geheim
■veritand met zekeren Gabriel Silvius, die in
dienst der Koningklyke Prinfesfe geweest was,
én zig thans in Engeland onthieldt. Doch on-
der deklèl deezer handelinge, wisfelde hy ook
Brieven met den Gr'aave van 'Arlington, thans
Gehcimfehryver van Staat ; die hem, niet
lang naar het eerfte zeegevcgt deezes jaars, hadt
aangemoedigd, om iet, ter bevordering van
den Pririfé van Oranje, te onderneemen (e).
Sommigen fchryven zelfs, dat hy kennis hadt
van de Landing der Engelfchen, onder Hol-'
mes, op het Eiland ter Schelling, die, kort
hierna, ondernomen werdt, en ftrekken zou,
om beweeging te verwekken onder 't ge-
meen (ƒ) , onder begunftiging van welke,
men den Prins van Oranje zogt te doen be-
vorderen. Doch hiervan is my geen blyk voor-
gekomen. Wel vind ik , dat Holmes, onder
beleid van Laurem Heemskerk, weleer Kapi-
tein
C'l) D'Estr'dps Tom- IV p- 420.
C«,' LiiDLOWS Mcm'iii'S V<1. III. p. 158.
Cl j Uaj»in Tom. IX. p. 245.
O 4.
-ocr page 218-
ci6 VADÈRLANDSCHE L.Boek,
1666. tein onder 't Kollegie op de Maaze (g), of
-------van den gewezen Stuurman van Kortenaar,
uie_, oin pligtverzuim, gebannen was, op den
twintigften van Oogstmaand, een groot ge-
tal van Koopvaardyfchepen, in 't Vlie , in
brand gefleken, en daarna , het Wcfleinde
van ter Schelling aan kooien gelegd heeft Q/i):
doch of hiermeer agter gefchoolen, en of
Buat 'er de hand in gehad hebbe, meldt nie-
mant met zekerheid. Wyders hadt Buat de
gewoonte , om eenige Brieven , welken hy
van Engeland ontving, mede te deelen aan
den Raadpcnfionaris. In Grasmaand, hadt hy
'er nog eenigen vertoond; uit welken bleek,
dat Karel de II. niet ongenegen tot vrede
was, mids men 'er, in Londen, en zonder
tusfehenkomst van Frankryk , over handelde
(7). Doch opden agttienden van Oogstmaand,
wederom eenige brieven, zo van Arlingtou
als van Silvius, gebragt hebbende aan den
Raadpenfionaris(£), hadt by daar, uitonagt-
zaamheid, bygelaaren een' brief van Silvius,
aan 't hoofd van welken ftondt Pour vous mê-
Inhoud me> ^001' u zelven' In .deezen Brief-, werdt ge-
van twee waagd van vrienden in Holland, die arbeid-
Urieven, den, om eene bezending naar Engeland te be-
san en vorxjeren. Ook vermaande de Schryver Buat,
herige- ■>■> dat het goed zyn zou, dat de Sieden, wel-
fchrte- „ ken hy wist geneigd te zyn tot eene goede yre-
vea.
                                                                de9
O) RefM. Hou. 18 jfttg. irttó. hl. 87.
(ÄJ Bhandt de Ruiter, tl. 534. AitZEMa V. Deel, il,
731, 838.
(O F)e Witt Brisven V. Deel, blz%6, 251.
(O De Witt Brieven II. Diel% l/l, 3"5«
-ocr page 219-
JL.BoKK.          HISTORIE. 217
de, zig onderling verbonden, en een moe*
„ dig befluit namen, om dezelve te bevor-
„ deren. Zo dra dit gefchied ware, zou men
„ zig, in Engeland, duidelyker openen, en
„ middelen aan de hand geeven, waardoor
„ de * loeleg, hem bekend, zou können very-
„ deld worden. Ook zou 't gene hy hierin
„ deedt geheim blyven; twyfelende den
„ Schryver niet, of men zou, langs deezen
„ weg, de zaaken brengen, daar men ze heb-
„ ben wilde: waartoe, dagt hy, de voordee-
,,'leri, laatftelyk, door de Ëngelfchen, ter
„ zee, behaald, niet weinig zouden toebreu-
„ gen. Eindelyk, verzogt hy Buat, hem te
„ willen melden, hoe veele fchepen de Staa-
„ ten waarlyk verlooren hadden; alzo hy niet
„ twyfelde, of men zou hun verlies, in Hol-
„ land, tegen de waarheid, zoeken te ver-
„ kleinen (7)." De Witt hadt zo dra deezen
brief niet geleezen, of hy vertoonde dien den
Staaten van Holland, die den inhoud zo be-
denkelyk vonden, dat zy Buat, terftond, ont-
booden, en, eerst in de Kasteleinye, en kort
daarna, op de Voorpoorte van den Hove, in
verzekering deeden brengen (;»). Midlerwyl,
hadt men, ten zynen huize, ook zyne papie-
xen beflaagen, en, onder dezelven, gevonden
de kladde van eenen brief, in Lentemaand
laatstleeden, wanneer, in den Haage, fterk
gewerkt werdt, om den Prins van Oranje tot
Kapitein Generaal, of ten minfte tot Gene-
raal der Ruiterye te doen verkiezen , door
hem,
C l ) Zie AtTZSMA V. Deel, V. 8.10.
Q'0 Reiol, HOU. IJ, 21 /Ing. \fö(). hl. yi, <Jri.
«J 5
/ s
-ocr page 220-
2i8 VAÜERLANDSCHE
L. Boek.
1666 hem, aan den Graave van Arlington, gc-
-------fchreeven; waarin hy zig, onder anderen,
bediende van deeze woorden : „ Wy hebben
„reeds eene groóte party gemaakt, die voor
„de Vrede is, en gevolgelyk voor mynen
kleinen Meester. Zy overtreft ver de andere
„party, die, tot hiertoe, de Regeering in
„handen gehad heeft; weshalve de Kening
„niet twyfelen moet, of myn Meester zal
„boven dry ven. - - De Verklaringen, die
„Silvios en ik hier gedaan hebben, wegens
„des Konings opregte gezindheid tot de'
„Vrede, hebben de herten van alle eerlyke
„luiden gewonnen. Ik geef u te bedenken,
„in welk een' goeden ftaat, zyne Majefteit
„en myn kleine Meester hier zyn zullen,
„wanneer de Vrede gemaakt zal zyn, ja ik
„zegu, andermaal, dat hy de grootite Ko-
„ning der weereld zyn zal. Maar, zo die
„ eerlyke luiden vinden, dat men koeler
„ wordt, om vrede te maaken, zullen ze hun
„ Vaderland, eenpaariglyk, en uit al hun ver-
„mogen, verdedigen, en, in den uiterften
„nood, - - mynen kleinen Meester, gewis-
„felyk, wegjaagen, en zig werpen in de
„ armen van Frankryk. - - Ik ben zeer verze-
„kerd, dat het geluk van mynen Meester
„ afhangt van het goed verftand, tusfehen den
„Koning en de eerlyke luiden alhier, die
„ voor de Vrede zyn: 't welk my gedrongen
„heeft, om myne laatfte Brieven in't vuur
„te werpen; want, zo ik ze den welmeenen-
„den vertoond hadt, zouden ze allen veran-
n derd zyn. - - Ik bezweer u dan, dat gy den
„Ka-
-ocr page 221-
/..BOEK/          HISTORIE. 2i5>
te Koning verzekert, dat myn Meester fee- ^66.
„ nemaal bedorven is , zo hy geene vrede-------
n maakt («)•" Het vinden van deezen Brief
vermeerderde de agterdogt tegen Buat. Men
bèfpeurde, klaarlyk, dat hy in heimelyke on-
derhandeling was, om den Prins van Oranje
te doen bevorderen, door middel van den
Koning, deszelfs Oom. Hy betuigde, nog-
tans, geene andere oogmerken gehad te heb-
ben , dan het fluiten der Vrede. Ter Verga-
deringe der algemeene Staaten, werdt, door
Ibinmigen, met naame door Zeeland, geoor-
deeld, dat Buat niet voor Holland alleen he-
li oorde te regt te ftaan. Doch de Staaten van
Holland veritonden -y dat hy geoordeeld moest
worden, daar hy gevat was. Ook werdt zyne
zaak, eerlang den Hove in handen gefield
Co). £n hier bekende hy,onder anderen, niets Kieviten
gedaan te hebben, dan met kennis van Joan van der
liievit en Ewoud van der Horst, den eeriten, £,°r"n
wegens Rotterdam, zitting hebbende in de deel aan
Gekommitteerdc Raaden; waarin de andere, dun han-
wegens dezelfde Stad, ook eertyds gezeten del vau
hadt Q>): doch nu hadt hy zitting in den Raad Buat'
van Staate (q). Kievit was, voor weinige da-
gen , ook voor het Hof gedaagd; ter gelegen-
heid van het drukken en verfpreiden van een
zogenaamd Verflag van den Heere van Sommeh-
éyk,
wegens't gene Tromp gebeurd was, in
de
O) ZU Aitzrma V. Deel, il. 840.
(<0 Refol. Holl. 24 Aug. iöóö. bl. 105. Aitzïma V. Deel,
u. $41, mi.
Cp Db Witt Brieven II. Deel, lil. 329.                       ,
C'.O D'Estrade? Turn. IV. p. 430.
-ocr page 222-
aso VADERLANDSCHE L. Boer:
1666 de laatfte ontmoeting met de Engelfchen. In
o------ dit Vcrflag , werdt Tromps dapperheid hoog-
]yk geroemd, en de Ruiter, daarentegen,
niet donkerlyk verdagt gemaakt van lafher-
tigheid (r). De Staaten van Holland, zig
hierover ten hoogfte gebelgd houdende, had-
den het Hof bevel gegeven, om 'er onder-
zoek op te doen (V). Kievit bekende, het
Verflag ontworpen te hebben: waarna het*
door zyne Huisvrouwe, Alida~ Tromp, Zus-
ter van den Luitenant Admiraal, nevens der-
zelver twee ongehuwde Zusters, gefchreeven
met de hand van haaren Neeve Moknwater,
gezonden was aan haaren Broeder, Jan
Tromp,
te Amfterdam, die het ter drukperfe
bezorgd hadt. De Staaten van Holland
belasten Kievit, op deeze bekentenisfe, zig
te onthouden uit de Vergadering der Gekom-
mitteerde Raaden, midsgaders, uit die der
Staaten van Holland en der algemeene Staa-
ten , tot dat hy zig voor den Hove zou hebben
Zy wy. gezuiverd, wegens 't gebeurde (f). Hy deedt
ken ten dit niet alleen; maar week zelfs , bewust
^"de van 't gene hy met Buat gehandeld hadt*
ten Lande uit naar Brabant, en eerlang naar
Engeland. Van der Horst rekende zig ook niet
veilig in Holland; maar begaf zig naar
Brabant op de vlugt (V): waarop de Staaten
beflooten, dat het Hof, zo wel tegen Kievit
en van der Horst, als tegen Buat, zou han-
O) Zie AlTzEMA V. Deel, i/. 841.
(s) ILaM. floll. 1* Aus lfif>6. bl. 81.
(j) Kefol.
floll. 21 Aug. \6*>(>. hl. yi,
{uj
A1T2EMA V. Deel, t/l. Ü4i.
-ocr page 223-
X..BOEK. HISTORIE.          aar
delen (y). Zelfs verzogten zy den Markgraaf i^<j,
van Kastel - Rodiïgo, de twee vlugtelingen ——-
te willen vasthouden (iv): waarop cgter niets
volgde. Ondertusfchen, lieten de Staaten van
Holland niet af, het Hof, by herhaalinge, te
venmanen, om over Buat regt te doen, vol-
gens de Plakaaten van den Lande; terwyl zy
weigerden, ter Generaliteit, opening te gee-
ven van den ftaat der Regtspleeginge: waar-
op verfcheiden' Gewesten, met naame Zee-
land, fterk bleeven dringen (#). Het Hof
veroordeelde hem, derhalve, ter dood, op
den vyfden van Wynmaand. Doch men gaf
'er hem geene kennis van, voor den tienden.
De Keur - Brandenburgfche Staatsdienaar, Co-
pes,
leverde hierop, zonder uitftel, eenen
Brief over van den Keurvorst aan de Staaten
van Holland, waarby genade of verzagting
van ftrafte voor Buat verzogt werdt(j). Doch
de Staaten floegen dit verzoek heufchelyk
af (2). Buat werdt, op den elfden, openlyk Buat
onthalsd. In zyn vonnis, welk terftond, met wordt
den druk, gemeen vverdt gemaakt, vverdthem ontllals<t»
te last gelegd, dat hy, ongeoorloofde brief-
wisfeling met den vyand gehouden hadt (V):
waarom hy geoordeeld vverdt, den dood ver-
diend te hebben. Hy beweerde egter,tot zyn
uiterfte oogenblik, dat hy onfchuldig ftierf,
en
(y~) Refol. Holl. 24 Jug. i6fi(?. hl. 105.
(w) Refol. Holl. 15 Sept. 1666. W. 6.
O) Refol. Holl. 17 Sept. 1, 2, 5, 8, II Oëlob. 16(6. hk
14, 62, «3. 66, 68, 80. 80.
O) Zie Aitzbma V. Deel, bl. 846.
\z Refol. Holl. 11 Oaeb. 16C6. bl. 88.
(.«) Zie het by AlTZEMA V. Dt*l, bl. t^.
-ocr page 224-
222 VADERLANDSCHË         L. Boeïc.
1666. en nimmer iet anders dan 's Lands welvaart
------- gezogt hadt (f). Doch dat hy dit gedaan hadt?
door middelen, die men voor verkeerd of 011-
tydig hieldt, en op eene wyze, die met de
orde der Regeeringe ftreedt, hadt hem in ly-
Scherp den gebragt. De Staaten van Zeeland hiel-'
Vertoog den, zelfs na den dood van Buat, aan, dat hun
LndZee ^0 ^u^'cen zyner Regtspleeginge getoond
gelegen- werden, alzo'er, huns oordeels, in het von-*-
heid der nis zelf, van verfcheiden' zaaken, en onder
Regts- anderen van zekere Vredepimten, door Ikiat
pieegra- aan (jcn Raadpenfionaris de Witt behandigd,
BuaT ' gewaagd werdt, waarvan de algemeene Staa-
ten tot nog toe geene kennis gehad hadden.
't Vertoog, welk zy, ter deezer gelegenheid,
inleverden, behelsde verfcheiden' fcherper
uitdrukkingen tegen de Staaten van Holland,
en onder anderen „dat men nu bewaarheid
„zag, 't gene de voorouders, toen de Ge-
*üli;iis- j> westen nog een gemeen koog * Staatsdienaar
ter n
hadden, reeds voorzien en gevreesd had-
„den, te weeten, dat Holland al 't gezag der
„ Regeeringe zou zoeken aan zig te trekken ,
„ en 't hoog gebied voeren, over de andere
„ Gewesten. Dat men, al ten tyde van Krom-
„ wel, in dat bewuste haatelyke werk der
„ Uitfluitinge, een voorbeeld gegeven hadt
„van tweeërlei handeling met clen vyandj
„ eene bedekte en eene openlyke, en dat zy,
„ die dit werk toen gedreeven hadden, meer
»beloond dan geftraft waren. Dat Holland
„nu,
(O Aitzema V. Deel, II. 843. Mcnioir. de Guiche/-'ir;
li. p. 2Ü1. Ê? fuiy.
-ocr page 225-
HISTORIE. 223
L. Boek.
„nu, door Baat, over vrede gehandeld hadt, ,gg$;
„ zonder kennis der algemeene Staaten, en ____1
„dat hy geltraft was over iet, dat men, te
„vooren, hadt goedgevonden ■ te beloonen:
„ 't welk met alle goede orde ltreedt." Ten
befluite , werden de Staaten van Holland,
ernftelyk, vermaand „om affland te doen
„van alle byzondere handeling met uitheem-
„ fche Mogendheden : waaruit toch niet dan
„ nadeel voor den Staat te dugten was (V)."
Doch de Staaten van Holland Hoorden zig
luttel aan dit Vertoog, en lieten zig geens-
zins overhaalen, om de ftukken van 't ge-
ding voor de algemeene Staaten open te leg-
gen (jf). Buat plag zo diep in de gunst van
Zeeland te liaan, dat de Staaten van dit Ge-
west, reeds voor eenige jaaren, beflooten
hadden, zyne Kompagnie paarden, die ter
hunner bctaalinge ftondt, te gebruiken tot
eene lyffwagt voor oen Prinfe van Oranje ;
wanneer deeze, t'eenigen tyde, tot Stadhou-
der en Kapitein - Generaal bevorderd werdt
(e). Met de zaak van Kievit en van der Horst .
werdt ook voortgegaan. Kievit werdt ten ^"kU
zwaaïde veroordeeld, wanneer men hem in Vit en
handen krygen mögt: voorts, van alle amp- van der
ten en waardigheden vervallen, en zyn goed Hor"-
verbeurd verklaard. Doch van der Horst
werdt alleenlyk gebannen, uit Holland, Zee-
land en Utrecht, met verbcurdverklaaring
van zync goederen, die nogtans, naderhand,
aan
CO Zie Aitzema V. Deel, bU 8<|6. VI. Deel, U, 89.
(rfj ttefol. Holl. 2ï Xuv. iftó6. l/l. 18.
ie) Nt.itil. Zeel. 21 Sepl, 1661. bl. 14a.
-ocr page 226-
224 VADERLANDSCHE         L. Boek;
KT««., aan zyne kinderen werden afgeftaan. De Zus-
—— ter van Tromp raakte, met eene geldboete,
vry (ƒ). Een Geneesmeester te Delft, die
alles, wat hem van Staatszaaken bekend werdt,
naar Engeland overfchreef, raakte, omtrent
En over deezen tyd, ook in hegtenfs (g~). Doch hoe 't
Ruiden" raet ^em a^eP' *s n,y met voorgekomen. Ze-
kere Dirk van Ruiven, te vooren, om ver-
booden' verftandhouding, uit Holland geban-
nen, en nu in Friesland wocaiagtig, liep, om-
trent deezen tyd, zo zeer in 't oog, dat men
hem,uit Holland,deedt naarfpooren (fi).- Ook
bevondt men, federt, dat hy een jaargeld trok
van den Koning van Groot-Britanje, en dat
hy 't Engelfche Hof, van tyd tot tyd, berigt
gaf van 't gene hier omging. Ondertusfchen,
was hy 't gevaar, welk ham dreigde, ontwee-
ken. In Lentemaand des volgenden jaars,
werdt hy, door het Hof van Friesland, ten
zwaarde verweezen, zo dra men hem in han-
den krygen zou (f). De bedekte handel met
Engeland, die, federt eenigen tyd, met ken-
nisfe eeniger Wethouderen van verfcheiden
Hollandfche Steden, gedreeven was (k~), werdt
hiermede t'eenemaal gefluit.
XXX. Midlerwyl, was 's Lands Vloot, die, in 't
De Rui- begin van Oogstmaand, ingevallen was, voor
wederoPt '* el'nc*e derzelve maand, wederom in ftaat ge-
in zee. bragt,om zee te können kiezen. Ook was men,
met
C/-; Zie AnzEMA V. Deel, bU «58. VI. Deel, l/l. 86.D'Es-
Tr.ADEs Tom. IV. p. f,6\.
^/r) D'Estradp.s Tom. IV. p. 633.
( /O Refol. Huil. 16 Sept. Ktf* tl. 15.
f i, Zie AIT2EMA VI. Deel, lil 24.
C*J D'ÜSTRADfcS Tem, IV. p. 553.
-ocr page 227-
HISTORIE.
Lk Boek,
met den Graave d'Eftrades, overeengekomen, ises.
wegens de orde, welke men, by het vereeni------~
gen der Franfche en Nederlandfclie Vlooten,
houden zou: waartoe de Koningnu, zomen
verzekerde * de vereisclite beveelen gegeven
hadt ( /). De Ruiter Hak in zee, op den vyf-
den van Herfstmaand , koers zettende naar
de Franfche kust, om zig te ligter te können
famenvoegen, met de Vloote onder den Her-
toge van Beaufort, die voor Rochelle lag;
doch eerlang naar Brest verzeilde (7/2). 's
Lands Vloot bevondt zig * den elfden, om-
trent Boulogne, töeh zy de Engelfche op ham-
zag afkomen. De Ruiter bereidde zig, hier-
op, terftond, tot. den ftryd. Doch de Engel-
fchen, hielden af, en weëken. Ook verhin-
derde de harde wind, dat de Vlooten aan el -
kanderen raakten. De Ruiter zeilde daarna
wederom te rug, tot voor Duinkerken, alzo
de Franfche Gezanten beloofd hadden , dat
hunne Vloot zig naar de Nederlandfche kus-
ten vervoegen zou. Ook was men bcdugt,
dat men, 't Kanaal dieper inzeilende, in de
bogt vervallen mögt, zónder verzekerd te
zyn ï dat rheri de Franfche Vloot gereed
vinden zou , en met gevaar van opgehou-
den te worden door tegenwind , terwyl ?«
Lands kusten onbefchermd zouden zyn. De
Koning van Frankryk nam dit verzeilen van 's
Lands fchepen kwalyk, voorgeévende , dat
zyne Vloot, daardoor, in gevaar gelaatea
werde
(O D'Estrades Tom. IV. j6. 440, 4*4,
O ) Aitzsma V. Deel, hl. 945, yf9.
XjLl Duel.               P
-ocr page 228-
226 VADERLANDSCHE L. Boek.
1666. werdt («). Doch men oordeelde, dat hy gee-
——-- ne reden hadt tot misnoegen. Voor 't einde
's Lands van Herfstmaand, werdt 's Lands Vloot van
Vloot eenen ftorm beloopen, die eenige fchade ver-
val oorzaakte. Ook hadt men veele zieken op de
ftorm be- fcliepen. De Ruiter zelf was onpasfelyk aan
loopen. je koortfe. De Senaten beflooten, hierom,
Valt in. (je yioot t^uis te ontbieden: 't welk , nog-
tans , op de tyding van eenen geweldigen
brand te Londen, nog eene korte wyle, ver-
fchooven werdt. De Ruiter kreeg egter, op
zyn verzoek, verlof, om zig naar land te be-
gceven, tot herftelling zyner gezondheid. De
Vloot, die met ziekte en kwaad weder te ftry-
den hadt, viel ook, omtrent het midden van
Wynmaand, in de havens deezer Landen ( o ).
De Koning van Frankryk klaagde over dit in-
vallen, ernftelyk, aan de Staaten, voorwen-
dende , dat hierdoor de famenvoeging der twee
Vlooten, die nu op een' goeden voet ftondt,
verhinderd werdt (p ). Doch de Staaten ver-
ftonden, dat zy gewigtige redenen hadden,
om hunne fchepen, in dit onftuimig jaarge-
tyde, niet langer in zee te waagen. De Krygs-
bedryven ter zee werden, derhalve, hierme-
de beflooten.
Men raadpleegde egter, al terftond, over*
de middelen, om 's Lands Vloot, tegen bet
aanftaande voorjaar , in ontzaglyker ïtaat te
ftcllen. Doch fommige Gewesten, met naa-
me
Cn') D'Estradi» Tom. IV. p. Adi'i, 467.
(o) Bkandt de Ruiter, M. s',4-552.
Cp5 D'Estrades Tem. IV, p. 4^7. Metnoir. de GuiciiS
Livr, II. p. ays.
-ocr page 229-
L.ßoEic.           HISTORIE. éjf
hie Gelderland , Overysfei en Groningen> die 166&
meest, by den Munfterfchen kryg, geleeden ——
hadden, bleeven zeer agterlyk, in 't voldoen
van hun aandeel in de lasten des oorlogs (#)j
die meest op Holland aankwamen.
Het Lid der Ridderfchap en Edelen van XXXL
Holland, ten deezen tyde zynde uitgeftorven °rd£ gP
tot op vyf Peribonen , te weeten de Heeren fchry^en
van Wimmenum, Noordwyk, Duivenvoor- van cieu*
de, Asperen en Maasdam, befloot, den ze- we Ede-
vendcn van Wintermaand, nog vyf Heeren ]e"j"jg"
in de orde te befchryveh , te wecten Joan Rijder-
Francok van Schagen, Heer van Over- Sly- fchap
drecht; Gysbrecht van Mathmesfe > Heer van Van Hol-
Mathenesfe , Jakob van Ifasfenaar , Heer van land'
Obdam, Filips de Zoete de Laeke van Villers*
Heer van Zevender, en Daniel van Wyngaar-
den
., Heer van Werkendam. VoorLs beraam»-
den de Edelen zekere orde, waarnaar men zig,
in het toekomende, in het befehryvan vaa
nieuwe Heeren in het Lid der Ridderfchap
gedraagen zou: Welke orde zy verzogten, dat,
door de Staaten van Holland * bckragtigd
mögt worden. Doeh my is niet gebleeken,
dat zulks gefchied zy. By deeze orde, werdt
vastgefteld: 1. ,* dat, by overlyden van een
j, Heer uit de Edelen, deszelfs oudfte Zoon
jj of verdere mannelyke nakomeling > vyf*
„ entwintig jaaren oud zynde * terftond zou
„ befchreeven worden in het Lid der Rjdder-
j,fchap, ten ware alle de befchreeven' Ede*
n len , eenpaariglyk , oordeelden, dat zuil«
j, niet dan met ondienst Van de gantfche Or-
(?) AlTJBMA V. Dtll, il. 79*-Zcii f>.;8( 8^4»
Pa
-ocr page 230-
228 VAD E RL. HIST.         L.Boek,
166& »de der Ridderfchap, gefchieden kon. i Dat3
L
i nu . n by mangel van eenen Zoon, de Broeder van
j,den overleeden' zou befchreeven worden,
j, onder dezelfde voorwaarden. 3. Dat ook
jjalle andere Hollandfche Edelluiden zouden
^ mogen befchreeven worden , by meerder-
„heid van ftemmen; mids de Heeren van de
j,Orde, daartoe, eenen bekwaamen tyd van
5? te vooren , byeengeroepen wierden , en
„ men geene twee Broeders van een' en den-
M zelfden Vader, geen' Oom en Neef, en gee-
B ne twee Broeders - Zoonen, te gelyk, in de
n Orde toeliete. 4. Dat men geene vreemde
w Edelen in de Orde befchryven zou, dan met
j,eenpaarige ftemmen. 5. Dat, in alle de ge-
wnoemde gevallen, ongekrenkt zou blyven
„lief oud Regt, ende beftendige gewoonte,
n volgens welke, niemant in de Orde der Rid-
„derlchap ontvangen werdt, dan die bezit-
yy ter was van eene hooge, of ten minfte van
jj eene Ambagtsheerlykheid, binnen Hol-
jj land en Westfriesland gelegen, en van nie-
» mant dan van de Staaten van deezen Lande
n leenroerig: of wel van een adelyk Stamhuis
n of Ridderlyke Hofftede , uit hoofde van
n welke, de bezitters, oudtyds, befchreeven
„plagten te worden (r)." Uit welke fchik-
king, fchoon zy, misfchien, nimmer bekrag-
tigd werdt, door's Lands Staaten, onder an-
deren, af te neemen is, dat men thans geene
zwaarigheid maakte, om vreemden in het Lid
der Edelen toe te laaten: waarop, nogtans, op
andere tyden, veel te zeggen geweest was.
(r) Aitzema V. Deel, il. 857.
VA-
-ocr page 231-
VADERLANDSCHE
HISTORIE.
EENENVYFTIGSTE BOEK.
INHOUD.
ï. Groot - Britanje en de Staaten heginnen te
verlangen naar vrede. Brand te Londen, dan-
vang eener handelinge.
II. Verbond tusfehen
Deenemarke, de Staaten , Brandenburg en,
Lunenburg. De Keizer en Spanje worden 'er
niet in toegelaaten.
III. Karel de II. fiaat den
Ilaage tol Handelplaats voor. Men verkiest,
te Breda byeen te komen.
IV. Naamen en
last der Staatfche Gevolmagtigden. Inzigten
van Lodewyk den XIV.
V. Onderhandelin-
gen te Breda
, over de wederzydfche bezittin-
gen , over eene daiflerheid in 't Verbond van
1662, over de brieven van Scluherhaaling
, en
over de Engelfche Akte op den Koophandel.
VI. De Staatfchen vorderen Tabaga en St.
Eufiatius te rug van de Franfchen. Wapen-
fchorfing voorgeflaagen. dfgeweezen.
VIL
Onderhandeling met de Zweedfchen. Misver-
fland tusfehen de Engelfchen en Staatfchen.
Openbaare handeling tt Breda.
VIII. Toe-
ïusting der Staaten ter zee. Scheernefs bemag-
P 3                   tig&
-ocr page 232-
i3o VADERLANDSCHE LI. Doeh
tigd. De Engelfche Vloot in Chattam verbrand;.
Gevegt tusfchen van Net en Sprqgh.
IX. Ver-
folg der Vredchandelinge. De Vrede wordt ge ■
troffen. Inhoud van 't Verdrag. Kar el de II.
verzoekt, dat Kievit herflcïd worde.
X. Toe-
leg van Lodewyk den XIV. op de Spaan/de
Nederlanden. Argwaan hierover. De Fran-
fchen veroveren een gedeelte van Henegouwen en
'Vlaanderen.
XI. Opening eaier handeling^
tusfchen Frankryk en Spanje. Voorßag van de
Witt.
XII. Twee Verdragen met Zweeden.
XIII. Gczantfchap naar Engeland. De Spaan-
fchen verzoeken onderfland van de Staaten.
'Nieuwe tweeledige voorfiag van Frankryk.
XIV.  Opening van Van Beuningen, aan 't
Franfche Hof afgekeurd. Looze handel van
de Witt. De Spaanfchen fcheppen moed. De
Engelfchen komen tot omzien.
XV. Raad-
pleegingen op 't aanflcllen van Legerhoofden.
■Omwerp van Holland, om 't Kapitein-Gene-
raaljchap af te fcheiden van 't Stadhouder-
fchap. Oordeel der Gewesten over het zelve.
Eeuwig Edici.
XVI. Karel de II. zendt Tem-
ple naar den Haage, om een Verbund voor te
'ßaan. Gefprek tusfchen Temple en de Witt
XVII. Twee Verbonden met Groot - Britanje
geflooten. Zweeden treedt in het cene
, welk
trip] e Alliantie genoemd wordt. XVIII. Aan-
merkingen over deeze Alliantie. Zy verwekt
misnoegen by Franfchen en Spaanfchen. Men
ontdekt de ge'.eime punten.
XIX. Handeling
der Staaten aan ve: fcheiden' Hoven. De Fran-
fchen bemagtigen het Franfche Comté.
XX.
De Staaten dringen Ka/lel - Rodrigo tot het
aaty
-ocr page 233-
LI. Boek.          HISTORIE. 231
aanvaarden van den voorßag der Franfchen.
Hy neemt eene wapenjchorfuig aan. Hande-
ling in Frankryk.
XXI. Sommige Gewesten
willen Spanje helpen. Argwaan op Temple.
Handeimg te Brusfel. Genappe bcmagtigdt,
door de Franfchen. Ontwerp van een Verdrag
tusfehen Frankryk en Spanje.
XXII. Bewee-
gingen van 't Franschc Leger. De Staaten
■zenden Krygsvolk naar LÏllo. Verdrag met
Frankryk. Akenfche Vrede.
XXIII. Aanmer-
kingen over dezelve.
XXIV. Poogingen om
den Prins van Oranje te bevorderen. Bezen-
ding naar Zeeland, Friesland en Groningen.
Oproer te Veere. De Prins van Oranje wordt
eerfie Edele van Zeeland. Holland fluit de
Stadhouders uit den Raad van Staate.
XXV.
Twist in Friesland. XXVI. Onlusten in Stad
en Lande.
XXVII. Verdeeldheid in Overysfel.
XXVIII. Oostfriefche zaaken. XXIX. Ge-
fchü tusfehen Holland en 7.celand, over 't ge-
zag van 't Hof.
XXX. Overeenkomst over 't
dragen der lasten, tusfehen 't Zuider- en
Noorderkwartier. Verflerking van Naarden
voorgeflaagen. Handeling over 't losfen der
tleerlykheden van Geertruidenbsrg en Bre-
derode.
-
Twee jaaren hadt nu de Oorlog 165?.
tusfehen' Groot - Britanje en dee- ■-------•
zen Staat geduurd, zonder dat Karcl de *•
11. zig beroemen kon , cenig voor- D^r^"*
jdeel van • belang op zyne vyanden beglnnwi
behaald te hebben. De verheffing van te verina-
den Prinfe van Oranje , die hy , sen "a*r
P 4                      ten Vrede-
-ocr page 234-
zyi VADERLANDSCHE LI. Boek,
1666. ten minden onder anderen , beoogd hadt,
— was onwaarfchynlyker geworden dan te voo-
ren, federt dat de Staaten zig dieper hadden
ingewikkeld met Frankrykj en federt dat Lo-
dewyk de XIV. zig meer aan de behoudenis
der tegenwoordige Regeeringe van den Vcr-
eenigden Staat hadt laaten gelegen zyn. De
Koning van Groot-Britanjc begon, derhalve ^
te verlangen naar gelegenheid, om met eere
uit den oorlog te raaken. 't Volk, in Enge-
land, haakte pok naar de Vrede, en droeg
noode de kosten van eenen kryg, waarvan de
redelykheid en noodzaakerykb,eid, bezwaar-
lyk, te begrypen was. De Staaten hadden zig
ook, na 'r uitberften des oorlogs, door ver-
sheiden' Verbonden, gefterke, en Vrede ge-
maakt met den Bisfchop van Munfler; zo dat
'er weinig kans fcheen, om hun te. lande af-
breuk te doen. Ter zee, was nu, gclyk ge-
meenlyk, het lot der wapenen wisfelvallig
geweest, en men hadt reden om te dugten,
dat de Staaten, ontflaagen van den Munfter-
fchen kryg, zig fterker te water zouden toe-
'e rusten. Hier kwam by, dat de pest, federt
• eenigen tyd, fterk gewoed hadt in Londen t
en zy was maar pas aan 't afneemen, toen de
Stad, op den twaalfden van Herfstmaand eti
eenige volgende dagen, door eenen ysfelyk-
ften brand, voor een aanmerkelyk gedeelte,
in de asfche gelegd werdt (V); zonder dat men
ooit, met zekerheid, de oorzaak van dcezen
brand, die, in't gemeen, geoordeeld werdt,
dooi'
Cc) AlTZEMA V. Deel, U, 7^6, 747.
-ocr page 235-
Lï. Boek. HISTORIE.
233
door de Roomfchen 3 ontfteken te zyn, heeft 166$.
können ontdekken. 'Alleenlyk , vindt men ,
dat een uit de Labadisten , eene gezindheid, Zonder-
die , omtrent deezen tyd , eenig gerügt maak- hni'e
te in Holland (b) , kort na de Landing der ^™0^
Éngelfchen op ter Schelling, den Raadpen- dp \yi",
iionaris de Witt, uit den naam van eenige
anderen , eenen voorflag deedt, om Londen
in brand te fteeken. Doch de Witt hadt dee-
zen voorflag verworpen , zeggende n dat hy
„ de breuk tusfehen de twee volken niet wy-
„ der, en geheel ongeneeslyk maaken wil-
„ de." En toen men hier nu tyding van den
brand kreeg , vermoedde hy , dat dezelve ,
voorbedagtelyk, geftigt was ; en dat men 'er
hem over gefproken hadt, om de Hollan-
ders , daarna, met eenigen fchyn, van deeze
euveldaad vérdagt te können maaken (c).
Doch wat 'er van de oorzaak deezes brands
zyn moge, hy bragt niet weinig toe , om
*t volk en den Koning te doen haaken naar
vrede.
De Staaten waren , huns ondanks , gedron- Lasten
gen geweest tot den oorlog , en hadden , eer des oor-
dezelve, in Europa, openlyk aangevangen lof's
was, reeds een'voorflag gedaan (</), waar- s°a°te«
uit bleek, dat zy de wapenen met weerzin
opnamen, Ook drukten de kosten van den
kryg , die , voor dit loopende jaar , op vier-
enveertig tonnen ichats begroot waren, en
meest door Holkuid moesten uitgefchoaten
wor-
O) A tïf.ma Vf. Del, H 163. 634,
1 c j UniiNi-.r H'sj »t liis (jw.i Time. F>1. I. £• ssj»
(dj Zie L. Honk', 0:. 131)
?5
-ocr page 236-
G34 VADERLANDSCHE LI. Boek,
i66G. worden (e), de Landen boven maate. Men
verlangde , derhalve, ook hier, in 't alge-
Zy haa» meen , naar de vrede. En fchoon de Staa
ken ms- ten van Holland en de Raadpenfionaris de
naar vre- Witt niet zouden gedoogd hebben , dat de
ds.
         verheffing des Prinien van Oranje eene der
voorwaarden werdt van het Verdrag , kon
men hen , nogtans , met geencn fchyn , ver-
dagt houden , dat zy oorlog zogten ; alzo zy
altoos te kennen gegeven hadden , en eerlang
met der daad toonden , dat zy zig, behalve
op deeze , op alle andere redelyke voorwaar-
den , verdraagen wilden. Ook hielden zy,
al van 't begin des oorlogs, een waakend
oog op 't gene in Engeland omging , be-
dektelyk agt geevende , of men daar ook ee-
nige geneigdheid toonde tot handeling (ƒ) ;
tot zo verre zelfs , dat men 'er , in Frank-
ryk , argwaan over opvattede, en de Staaten
verdagt hieldt van heimelyken handel met
Groot-Britanje (g). Doch men verzekerde
den Franfchen Gezant het tegendeel zo ern-
AsBvaag fteiyk (/;) } dat hy 'er gerust in fcheen. De
hande- aanbieding van Barkleis Lyk door de Staa-
Jinge." ten , in eenen beleefden brief (/) , den tien-
den van Ilooimaand gedagtekend, gaf de
eerfte gelegenheid tot eene onderhandeling
•i
tusfehen de oorloogcnde Mogendheden. De
Koning van Zweeden , onlangs, een Verdrag
ge-
(e~) n'EiTRADM Turn. III. p. 619.
f f) V". Witt Brieven II. ücel, hl. 184, 205.
\g) D'Estiudks Tom. III. p. 64. De Witt ßrieven, II.
Deel, bl lgo,lyii, S'>/, aoe.
t'ij Refo'. Holl. 1 Juttv 16'6. U. 15,
(_}) Zie dien by AiiüEMA V. heel-, bl. 743,
-ocr page 237-
LI. Boek.         HISTORIE. S35
gemaakt hebbende met Breemen , waartoe, de i66#.
Staaten , door 't zenden van troepen naar de------
grenzen, tot onderfteuninge der Stad, had-
den medegewerkt (k) , hadt hun en Groot-
Britanje , omtrent den zelfden tyd , zyne be-
middeling aangebooden , die , terftond , van
der Staaten zyde , aanvaard werdt (/). Ka-
rel de 11. fchreef den Staaten , den veertien-
den van Oogstmaand , kort na het tweede
zcegevegt dcezes jaars , dat hy het Lyk van
Barklei, dankelyk , ontvangen zou. Doch ,
in 't Hot yaii den brief, gaf hy te kennen ,
dat hy , onaangezien .de zege , onlangs door
hem behaald , genegen bleef, om zig, op
billyke en eerlyke voorwaarden , te verdraa-
gen met de Staaten (w). By de overzending
van het Lyk, befchreeven de Staaten , op
den zeventienden van Herfstmaand „ dat
hun zeer aangenaam geweest was , 's Ko-
39 nings geneigdheid tot vrede te befpeu-
„ ren ; dat zy gelyke geneigdheid hadden ,
„ en nog aanbooden , gelyk zy , voorheen ,
„ gedaan hadden , dat men of zou blyven be-
„ zitten , 't gene men eikanderen benomen
„ hadt, of het eikanderen , wederzyds , te
„rug geeven. Wyders, verzogtenze, dat de
„ Koning zig , duidelyker aan tot nog tos
35 gelchied was , wilde verklaaren , dat hy
,, de bemiddeling van Zwecden aanname ,
„ gelyk zy reeds gedaan hadden, en dat hy
(&) Meinoir. <lr Criuci\v. Lirr II. p. zyj £.' fldy,
C'i Ait/.cma V. lied. bl. 7 «| - 7'9-
■ 1 1») Xh 4 '{'."HA V. lied, H. -32. D'IïstuaDES Tor.i. JVm
p, iyt.
-ocr page 238-
236 VADERLANDSCHE LI. Boek,
%666. }j zig ook byzonderer wilde openen , wegens
—— „ de voorwaarden, op welken hy zig niet hen
„ zou willen verdraagen («)." 't Antwoord,
welk hierop kwam , was den veertienden van
Wynmaand gedagtekend , en behelsde eene
duidelyke verklaaring , dat de Koning de be-
, middeling van Zweeden aanvaardde. Voorts,
JLbe- betuigde hy „ niet te begeeren, dat de Re-
tuigt , de »geering van den Staat eenige de minite
Staaten n verandering onderging 3 nog dat de vry-
niet tot n hejj aldaar gekrenkt werdt, door de af-
rin^der » hangkelykheid van eenigen Prins van zyne
Regee- n zyde. Ook wilde hy geen ander opperge-
ringe.of „zag of heerfchappy over de zee vorderen,
*fl.'a"g~ n dan zyne voorzaaten , eertyds, onbetwist,
heid van » bezeten hadden. Alleenlyk , begeerde hy
eenigen n l' dat de Staaten zig flipt hielden aan het
Prins te ,, Verbond van den jaare 1662 , zyne on-
willen n derzaaten , voor alle dingen , beveiligende
ZynTei- »tegen de onderdrukkingen hunner bevel-
fchen, » hebberen in de Indien ; met opzigt op wel-
„ ken , hy een Verdrag van zeevaart be-
„ geerde te fluiten. 2. Dat zy hem eene maa-
„ tige fomme gelds toeftonden , in vergoe-
„ ding der fchade , door hem en zyne onder-
„ daanen, geleden. En 3. dat zy eenige Per-
,, foonen naar Engeland zonden , om de ver,-
„ dere byzonderheden van 't Verdrag te re-
Der Staa- n gelen (0)." De Staaten beantwoordden
Voord.
deezen Brief, niet voor den vyfentwintigften
van
O) Zie Refnl. Hnll. 15 Sept. ifirtö. W. 7. Aitzema V.
Dt'l, lil. 7^. D'Estraues To:n. IV. p 469-
(« ) Zie Aitzkma V. /Jrel, H 750, 11'EsTKALBS Tam. IV,
(. ;ji5. Mcmuir. de üuiCHB Liyr. 11. p, 305,
1
-ocr page 239-
Li. Boek.
HISTORIE, 5>3?
van Slagtmaand, te kennen geevende „ i.dat tfóé.
„ zy zig altoos aan het Verbond van den jaa- ------■
„re 1662 gehouden hadden, en wilden hou-
den, en gaarne een Verdrag van Zeevaart
j, zouden fluiten, rnids het wederzyds even
„zeer verbonde, en Europa zo wel als de
„ Indien betroffe. 2. Dat zy zig niet alleen
„niet tot vergoeding van i'chade gehouden
„rekenden, maar zeli's vry wat te vorderen
„hadden; doch dat zy, in dit opzigt, zo
„gemaatigd zouden handelen j dat men re-
„ den van vergenoeging hebben zou. en 3.
„dat zy, niet Frankryk en Deenemarke iii
„ Verbond (taande, niet afzonderlyk, noch
„ in Engeland , van vrede konden < komen
„ handelen; maar verzogten, dat de Ko-
„nirig eene onzydige Plaats geliefde te noe-
„men, daar hunne Bondgenooten, van wel-
„ken zy zig niet dagten te lcheiden, ook
„ derzelver Gezanten zouden können zen-
„ den (/>)•" Van 's Konings verklaaring ,
opzigtelyk op de Regeering van deezen Staat
en op zyne voorgewende heerfehappy over
de zee, repten de Staaten geen woord. On-
dertusfehen, bleek, uit deeze verklaaring,
niet donkerlyk, dat men, te vooren, weder-
zyds, gedagt hadt om den Prins van Oran-
je ; en dat Karel de II. thans geene kans
zag, om deszelfs bevordering te bedingen.
Nogtans, werdt den Raadpensionaris de Witt,
door den Zweedfchen Refident Appelboom,
ver-
(p) Zie Refol. IFoll. 23, 84 Nov. 16M. II. 16. AlTZBMA
,V. Deel, W. 7Ö6. D'Estradss T«m, IV. p, tfoji.
-ocr page 240-
238 VÄDERLANDSCHE         Li. Boek,
i<J«8"» verzekerd, dat de Koning, tenvyl hy dus
--■-—f. fchreefj aan de Zweedfche Gezanten, te Lon-
den, verklaard hadt „dat hy vrede zou wü-
hlen maaken^ zo de Staaten, op zyn ver-
„ zoek j iets doen wilden voor den Prinfe
„van Oranjei zynen Neeve, en hem, Ko-
fciiing van Groot -Britanje , eene erkentenis
„ gaven voor de Haringvisfchery op zyne
„kusten." Doch de Witt hadt hierop
„gezeid ^dat de Koning onredelyke dingen
„ begeerde , die de Staaten nimmer zouden
j, toeftaan ; daarby voegende, dat zy niet
„ zouden handelen dan op eene onzydige
„ Plaats, en gezamentlyk met alle hunne
„ Bondgenooteft (</)."
It.
         Ondertusfehen, hadden de Staaten niet
Han:ië- verzuimd, kennis te'geeven van hunne brief-
,in^ \rVet. wisfeling met den Koning van Groot-Britanje
bondrr Mn ^e Gezanten van Frankryk en van
tiisfciien Deenemarke (*•). 't Was, ten deezen tyde,
Deene- voor alle dingen $ noodig, dat men den Ko-
m*rke,dc njng van Frankryk alle ftof tot argwaan, zo
Branden- veel mogelyk ware, benamen Hy begon zig
burg en reeds te bereiden, tot de onderneeming op
Lünen- tie Spaanfche Nederlanden, die, na den dood
burg- van Filips den lV, Koning van Spanje, vas-
telyk, by hem beflooten geweest was. Hy
voorzag zig van buskruid en andere krygs-
behoeften j in de Vereenigde Gewesten. Hy
zogt zelfs, na 't fluiten der Vrede met den
Bisfchop van Munfter, den Keurvorst van
Brnn:
' (q~) D'EstRAnFs Tbm. IV. ƒ>- «jög;
(rj AiTZiMA \U Ücei, kh ;(/f.
-ocr page 241-
LI Boek, HISTORIE.           039
Brandenburg cn andere Duitfcne Vorsten te tfä$,
beweegen, oV.i de troepen, dooi' hen, ten ----■—•
behoeve der Staaten, op de been gebragt, in
zynen dienst te laaten overgaan (.f). De Staa-
ten , wel onderregt van 's Konings oogmer ^
ken, zogten zig, derhalve ^ heimelyk, tegen
zyn aanwasfend gezag, te fterkcn, door een
Verbond, tusfchen den Koning van Decne-
marke, hen, den Keurvorst van Brandenburg
en George Willem en Ernst Augustus, Her-
togen van Brunswyk - Luneuburg: waarover ,
federt eenigen tyd, in den Haage, gehan-
deld was. D'Estrades deedt, op bevel des De firan-
Konings van Frankryk, zyn best, om het fchen
fluiten van dit Verbond te voorkomen (*). ^0^?,».
Doch zyne poogingen waren vrugteloos. 't letten/
Verbond, federt de Quadruple Alliantie of Het
het viervoudig Verbond genoemd, werdt, op wo"k
den vyfentwintigften van Wynmaand, gete- *™09"
kend. „ Het zou zes jaaren duuren: binnen inhoud
j, welken, de Bondgenooten beloofden, el- van het-
„kanderen, in geval zy aangetast werden s ^elve.
5, te zullen byftaan, Deenemarke cn de Staa-
j,ten, ieder met agttienhonderd ruiters en
„ zesendertighonderd knegten; de Keur-
j, vorst, met twaalfhonderd ruiters en vier*
„ entwintighonderd knegten , en de Herto-
j, gen van Brunswyk-Luneuburg, met zes-
honderd ruiters en twaalfhonderd kneg-
„ten, 't zy in manfehap, in geld, of in wa-
n penen en krygsbehoeften: in welke laat-
„fto
(O D'Estradbs Tom. III. p. 5941 603 j Cu. Tm. IV,
p. «J..
(O D'ESTRADKS Tom. IV. j>. 4tfl.
-ocr page 242-
?4o VADERLANDSCHE LL Boeï^
^fte gevallen, duizend knegten óp tiendui-
£ zend guldens, Amfterdamscl» bankgeld,
^ter maand-, en een ruiter voor twee kneg-
dten zouden gerekend worden. Doch zo
w een der Bondgenooten ^ binnen de twee
£ eerfie jaaren, of binnen zo veel langer' tyd,
w als men, naderhand, overeenkomen zou,
„ aangetast werdt, zouden de anderen hem,
„ niet flegts met het bepaalde getal van raan-
„fchap; maar met alle hunne magt moeten
„ te hulp komen, tot dat de aangevallene
j, vergoeding van fchade zou hebben vcrwor-
,^ven. Men zou ook andere Mogendheden
„in dit Verbond mogen ontvangen, en ou-
„ der anderen den Koning van Zweeden, den
nKeurvorst van Keulen, en den Paltsgraaf
wvan Nieuwburg: ook de regeerende Vor-
^ ften van Brunswyk - Lunenburg, te Haiio-
£ ver en te Wolfenbuttel, en den Land-
je graaf van Hesfen - Kasfel; met welke Vor-
n iten, men reeds in onderhandeling getreden
„ was O)."
De Keizer en de Koning van Spanje lie-
ten, terftond na 't fluiten van dit Verbond,
den Raadpenfionaris de Witt: polfen, of men
'er hen ook in zou willen ontvangen; doch
hy gaf te verftaan, dat zulks te veel argwaan
geeven zou aan Frankryk (y). Koning Lo-
dewyk, om zig te dekken tegen het nadeel,
welk hy, uit hoofde van dit Verbond, zou
können te wagten hebben, nam,federt,voor,
out
im.
De Kei-
zer en
Spanje
zoeken
'er in te
treeden;
doch
worden
afgewee-
zen.
(u) Zie ha Traft hy Aitzema V. I)e:lt lt. 905,
Cv) D'Esirades Tem. IV. f. 'M.
-ocr page 243-
LI. Boe*:. HISTORIE,         «41
om 'er zelfs in te treeden. Doch alzo hy dit 166b.
niet met voordeel doen kon, zonder dat 'er -------.
Zvveeden te gelyk in tradt, zogt hy Karel den
XI. hietoe te beweegen ; in welk geval, hy
dagt in ftaat te zullen zyn, om 'er het Huis
van Oostenryk , voor altoos, buiten te hou-
den Cw). Doch Zvveeden liet zig niet over-
haalen tot een Verbond, waarin Deenemarke
getreden was Cx~). Midiervvyl, hadden de
Staaten , door het fluiten van dit Verbond ,
20 veel agterdogt gegeven aan den Koning
van Frankryk , dat zy reden meenden te heb-
ben , om den handel met Groot- Britanje ,
niet dan met zyne volkomen' kennisfe, aan te
vangen.
Met het begin des volgenden jaars , fchreef nr,
Pieter Julius Cojet, Ambasladeur van Zwee- Karel de
■den ia Engeland, aan den Raadpenfionaris 1L seefc
de Witt, dat de Koning van Groot-Britanje ^n^dac
niet ongenegen zou zyn , om op eene on- hyo'pee-
zydige Plaats te handelen, indien de Staaten, ne onzy-
vooraf, fchriftelyk, verklaarden, dat zy hier- £se
op alleenlyk drongen , om hunnen Bondge- w"han,
nooten genoegen te geeven , en anders over- delen,
boodig zouden zyn , om nu , zo wel als eer- I(S($,
tyds j ten tyde van Kromwei, hunne Gezan- ____L,
ten te fchikken naar Londen. Men verzuim-
de niet, terftond , zulk een' brief te laaten
afgaan aan den Koning ; die, hierop , den
Haage tot handelplaats voorfloeg (y). De
Raad-
- (w~) D'EsTBAnEs Tom. V. p. 23.
(*0 D'Estraozs 'iom. V. p. 11.
(yj AlTzfeMA VK Deel, il. 4, 9. D'Estiubf.s Tom. V.
•• 3-8, 26.
XIII. Deel.               O
-ocr page 244-
:±äp. VADËRLANDSCHÊ LI. Boek:
J667. Raadpenfionaris de Witt hadt reeds kennis
.-- — van 'sKonings toeleg gehad , eer de voorilag
Ily Haat gefchied ware , en nieende klaarlyk ontdekt
den Haa- te hebben , met welk een oogmerk , men in
*
           den Haage wilde handelen. Hy zogt hier-
om , te voorkomen, dat men in 's Konings
voorflel bewilligde. De Engelfchen zouden
hier , dagt hy , te veel invloed hebben, of
weeten te bekomen op verfcheiden' Leden
der hooge Regeeringe , en , door middel der-
zelven , de Staaten zoeken te beweegen , om
zig van Frankryk af te fcheiden , en afzon-
derlyk met den Koning van Groot - Britanje
te iluiten. Hieruit was verandering in de
Regeering , en de verheffing des Prinfen van
Oranje te wagten , welke hy , op allerlei wy-
t'
            zen, zogt te beletten , of ten minfte te ver-
vvylen. De Franfche Gezant d' Estrades ver-
llerkte hem in zyne vreeze (s). Ook ver-,
nam men, eerlang, hier en in Frankryk, dat
iemant uit de Regeeringe van deezen Staat,
die de zyde des Prinfen van Oranje hieldt,
Karel den II. den voorflag om in den Haage
te handelen in den mond gelegd hadt (#).
liehen- De Witt beiloot, derhalve , by zig zefven ,
digheid deezen voorilag van de hand te doen wyzen.
Witt om Docl1 hy vondt ongeraaden , openlyk , te
deezën laateii blyken , dat hy 'er zwaarigheid in zag ,
voordag vooral niet ter algemeene Staatsvergaderin-
van de gg ? alwaar , eerlang , vier Gewesten , Gel-
te doen dcrlrind i Friesland, Overysfel en Gronin-
Wy2en.
                                                                    gen'
(z"i D'Estraoes Tom. V. p. 41 j 43, 54, 55. Luntows
M'tiiü.r. Col. Hl. p. töo.
t«IJ DT.STRADES Tom. V. p. 113, »4«
-ocr page 245-
HISTORIE.
LI. Boek.
243'
gen , zig genegen toonden , om in den Haa- kJ^
ge te handelen (£). 't Blykt ook , dat 'er ——
Zeeland niet vreemd van geweest is ( c). De
Witt begeerde, derhalve, op d'Estrades,
dat deeze den Koning , zynen Meester , be-
woog , om , onder zeker voorwendfel, den
Haage tot handelplaats af te flaan , zonder
dat bleeke , dat hy , de Witt, deeze weige-
ring geraaden hadt. De Koning van Frank-
ryk was hem te wille , en floeg, eerlang ,
Douvres voor ( d^). Midlerwyl, hadt de Witt
te wege gebragt, dat men , ter Vergaderin-
ge van Holland, een befluit genomen hadt ,
om niet in den Haage te handelen, bewee-
rende de Staaten van dit Gewest, dat nie-
mant regt hadt, om hen , huns ondanks , te
noodzaaken , tot het vergunnen van eene
Plaats binnen hun Gewest tot de voorgeno-
men' handeling (e). Van dit befluit gaf de
Vergadering van Holland , in vollen getale ,
kennis aan de algemeene Staaten (ƒ). Doch
Zeeland deedt 'er, ledert, eene fcherpe
verklaaring tegen (g). Ten zelfden tyde ,
ontwierp de Witt eenen brief aan den Ko-
ning van Groot -Britanje , die , ter algemee-
ne Staatsvergaderinge , goedgekeurd, en
terftond afgezonden werdt. Hy hieldt in , , _
» dat woord
(J) D'Estrades Tam. V. p. 78. De Witt Brieven H.
Deel , U. 4M, 4<y».
(c)   Notni. Zeel. 5 April 16Ö7. hl. 40.
(d)   Relhl. Hcill. 4 Maart 1667. hl. fio. D'EsTRAUES Tom.
V.. (1. m. 6f>,
69, 70. Aitzema V[. iMel, hl. 17 440, 241,
{e ) Secr. Refol. IToM. 24 Febr. tKIJ'. II. Deel, hl. 524.
(f) JÏE Wri'T JSrirven !l. üe-i, bl. '45.
Ce) Zk dezelve by Aitzkma vi. Peel, bl, y,j.
Q2
-ocr page 246-
Ö44 VADERLANDSCHE LI. Boek;
1667. n dat de Staaten hun best doen zouden , or&
——- „ 's Konings voorflag van in den Haage re
der Staa- n handelen goed te doen keuren ,• door hun-
|?n "n „ ne Bondgenooten. Doch zo dit niet mögt
den6II. » wu"len gelukken , vertrouwden zy , dat zy-
Mne Majefteit geene zwaarigheidmaaken zoir,
„ om zyne Gezanten te zenden te Maastricht,
„ te 's Hertogenboseh , of te Breda, bekwaa-
„ mer Plaatien dan den Haage ; die , van al-
„ Ie kanten open zynde , niet zo veilig was
„voor uitheemfche Gezanten van Mogend-
yy heden, met welken de Staat in oorlog
,j ftondt ; gelyk de bevinding , in vroeger'
„tyd, meer dan eens, geleerd hadt (/^);H
Karel de II. kreeg nu keuze van vier Plaat-
fen , Douvres , Maastricht, 's Hertogenbosdl
en Breda : alzo , gelyk 't uiteriyk icheen ,
Lodewyk de XIV. niet in den Haage wildo
komen handelen : waartoe hem van Beunin-
gen , die , zo men meent, van 't geheim niet
onderregt was, met kragt van redenen, zogt te
Hy ver beweegen (/). Doch de Koning van Groot-
kiest te Britanje , geenen zin hebbende in Douvres ,
handelet veem§t ' om ëc^e redenen , als waarom-
' fommigen , hier, den Haage afkeurden, ver-
klaarde , voor 't einde van Lentemaand , dat
hy zyne Gezanten naar Breda zenden zou (£)•
Hy verkoos deeze Stad, liever dan eene der
twee anderen , om dat zy nader aan Enge-
land gelegen is. Ook was zy eene Heerlyk-
heid
(A) Zie Aitzema Vf. Deel, II. 14. D'Estrades Tm. V'»
p. 63.
O') n'EsTRAMfs Tom. V. f. 80, 81, 85, ic8,
Qi) D'Kstrades Tem. V. p. ioy.
-ocr page 247-
II. Boek. HISTORIE.         245
ïieid van den Prinfe van Oranje, zynen Nee- i5<j7;
ve, en hy zelf hadt'er, voor zyne herftelling,
          »
meermaalen, in perfoon gehandeld. De Staa-
ten verzuimden nieta terftond, de noodige Pas-
poorten voor de Engelfche Gevolmagtigden af
te vaardigen , en men maakte zig gereed , om
de onderhandelingen, te Breda, inBloeimaand,
te beginnen (7).
Van hier werden , eerlang , tot Gevolmag- IV.
tigden op de Vredehandeling benoemd Adolf Gevol-
Henrik Ripperda M Beurze, Heer van S. Jans a^f jf^
Dam , Hieronimus van Beverningk, Raad Staaten
in de Vroedfchap der Stad Gouda , Pieter tot <ie
de Huybert, Raadpenfioiiaris van Zeeland , Vrei]e*
Allard Pieter Jongeftal, Prefident in den ^"de"
Hove van Friesland , en Ludolf van Tjarda
van Sterkenburg,
Heer van Weede : allen
afgevaardigd ter algemeene Staatsvergade-
ringe , van wege Gelderland , Holland , Zee-
land , Friesland en Groningen. Doch men
vondt geraaden , dat Beverningk , de Huy-
bert en Jongeftal vooraf zouden reizen , en,
door de twee andere Gevolmagtigden, al-
leenlyk gevolgd worden, wanneer men ge-
reed was, om het Verdrag te tekenen (m).
Volgens de Inftruftie , welke hun medegege- Hun last.
yen weidt (»), moestenze tot een' grondüag
der handelinge leggen de tweeledige aanbie-
ding , voor deezen aan Groot-Britanje ge-
daan : te blyven bezitten , naamlyk, 't gene
elk
(O D'Estrades Tom. V. p. 146, 147, 176. AitzIma VU
ftJll, W. 21, 25, 27.
(«) Ai'tzpma VI. Deel, tl. 27, 28.
£#j Zie 'ddseJve by aitzkma. VI. üul, W, aj.
Qs
-ocr page 248-
246 VADERLANDSCHE LI. Boes.
16(57. elk bezat, of, wederzyds, te rug te geeven,
ir
        't gene men elkanderen , met de wapenen 3
hadt benomen. In Frankryk , hadt men klein
genoegen in de Perfoonen , die , van wege
deezen Staat, tot Gevolmagtigden op de
handeling te Breda benoemd waren ; van wel-
ken de drie voornaamften , Beverningk , de
Huybert en Jongeftal, by hen, gehouden wer-
den , voor groote vrienden des Prinfen van
Oranje , fchryvende den Koning zelven aan
d'Estrades „ dat Beverningk een dienaar was
M van den Keurvorst van Brandenburg, en
w zeer verknogt aan de belangen van het
„ Huis van Oranje (o)." Ook meldde d'Es-
trades aan den Koning „ dat de Huybert
w een voornaame aanhanger van Engeland en
„ van het Huis van Oranje was, en een open-
„baare vyand van den Heerede Witt C/O?"
fchoon hy hem, elders, als een wys en
zagtzinnig man afbeeldt (<?). Wat Jonge-
ftal betreft, 't was bekend , dat hy altoos
de belangen van het Huis van Oranje
voorgeftaan hadt. Men was, hierom 3 aan
*t Franfche Hof, bedugt voor eenen toeleg,
om deeze belangen te bevorderen op de
Vredehandeling. Doch de uitkomst leerde 3
eerlang, dat deeze vrees ongegrond geweest
SzUeT was' Lodewyk de XIV' de Heeren d'Estra-
vangLo™ des en Courtin benoemd hebbende, om , uit
dewyk zynen naam 3 te Breda 5 te handelen, gaf den
den XIV.                                                                          eefr
Co) D'Estrades Tom. V. p. 157.
Cp) D'EsTHAnRS Tont- V. p. 178,805. Vtieztus.fi Me*
Ijpoir. de Ciuchb l.iyr. II. 1>. 219 JJyt, lil. £.. 378.
Qf) D'Estrad&s Tom. V. p. SIS
-ocr page 249-
LI. Boek. HISTORIE.           247
eerften bevel, om zig, bedektelyk, te bedienen 1667.
van de Huybert tegen den Raadpensionaris de ------->
Witt, zo deeze, uit vreeze, datFrankryk een
einde zogt van den oorlog metGroot-Britanje,
om de wapenen te können voeren in de Spaan-
fche Nederlanden, den oorlog ter zee mögt wil-
len doen duuren, en de Vredehandeling rekken,
ofafbreeken (>).
De Franfche , Deenfche en Staatfche Ge- v.
volmagtigden kwamen de eerften te Breda , Byzon-
in 't begin van Bioeimaand. Van wege Dee- J^J* °""
nemarke , waren gevolmagtigd Paulus Klin- delingen
genberg en Pieter Charifius. De Engelfchen, te Breda,
zynde de Baron Denzit Hollis en Henry Covert- ™sfchen
try, bleeven nog eenige dagen agter. Ook jif, Frau*
kwamen de Geyolmagtigden van Zweeden , Deen-'
die de Vrede bemiddelen zouden, niet fpoe- fchen eti
diger aan. Terwyl men naar deezen en naar Staa»
de Engelfchen wagtte , waren de Franfche , fcliei,#
Deenfche en Staatfche Gevolmagtigden in
onderhandeling getreden , over de punten ,
welken men den Engelfchen zou hebben
voor te draagen. Beverningk , die hier 't
woord voerde , van wege de Staaten , deel-
de den Franfchen en Deenfchen het Berigt-
fchrift mede , waarnaar zy last hadden te han-
delen. Men overwoog, in de eerfte plaats, Over hat
den voorflag der Staaten , om wederzyds te den°der
blyven bezitten alles wat, voor of geduu- wcder-
rende den jongften oorlog, genomen 'öf be- zydfche
houden was : waarop aangemerkt werdt „ dat bezlttia»
ö het woord behouden , ten aanzien der Staa- gen,<
»ten
£r) D'ÈSTRAnES lom, V, p. ïoS, 222,'
^4
-ocr page 250-
VADERLANDSCHE LI. Boek.
,, ten , alleenlyk pasfen kon op het Eiland
„ Pouleron , hebbende de Engelfchen de Ne-
„ derlandfche fchepen , die zig in hunne ha-
„ vens bevonden , by wege van fchaverhaa-
„ ling , aangetast en behouden. Dat, het
y, woord behouden op Pouleron gepast zynde ,
„ genoegzaam toegegeven werdt, dat dit
,j Eiland niet ter goeder trouwe ovcrgele-
„ verd was aan de Engelfchen ; gelyk , nog-
tans , volgens het Verbond van den jaare
„1662, behoorde gefchied te zyn; fchoon
»men het tegendeel beweerde , en dat dit
„ Eiland , of door de Engelfchen verlaaten ,
5, of , <na 't ontdaan van den oorlog , door
„ den algemeenen Gouverneur van Ncder-
„ landsch Indie , met geweld , hernomen was.
„ Dat, zo de Staaten begeerden , dat Poule-
„ ron hun , by 't Verdrag , afgeftaan werdt ,
„ men zig , deswege , tweezins , zou können
„ uitdrukken , of, het zelve duidelyk noe-
„ mende , gelyk men , veelligt, van de zyde
„ der Engelfchen , Nieuw Nederland , Kabo
„ K.01S, S. Andries en Bonavista zou wil-
j,len genoemd hebben, of, in algemeene
„ woorden , bedingende , dat men ^ vveder-
„ zyds , behouden zou de Plaatfen , welken
„ men , ten dage van de tekening des Ver-
„ drags , daadelyk bezate." Doch de Staat-
i'chen. bleeven ftaan op de woorden hunner in-
itructie : waarop de anderen zeiden , dat men
het woord helmiden in 't Verdrag zou zoeken
in te lasfen , als zage het op beilaagcn' of ge-
nomen' fchepen , en zo dit niet gelukken
wilde, zou men op andere middelen verdagt
mo>
-ocr page 251-
iL Boek.         HISTORIE; 24p
moeten zyn. 't Schynt ook, dat men, nader- 1*67*-
hand, eenige verandering , in de woorden-------.
van dit Artikel, gemaakt heeft (j). Wegens
Pouleron, een der Molukiche Eilanden,
moet men, in 't voorbygaan , aanmerken ,
dat de Franfchen niet geloofden, dat het den
Engelfchen, na 't Verbond van den jaare
1662, teruggegeven was. Ook drukten de
onzen zig, hieromtrent, niet altoos uit, met
even veei verzekering (/). Doch zo men
ftaat nraaken mag op het verilag van den
Bevelhebber der Oostindifche thuiskomen-
de Vloote in den jaare 1666, hadden de En-
gelfchen, inderdaad, bezit genomen van dit
Eiland ; hoewel 'er, op de tyding van den
oorlog met Groot - Britanje , bevel van Ba-
tavia naar Banda gegaan was, om zig weder-
om van Pouleron meefter te maaken («).
Wyders , droeg Beverningk voor „ dat het Over ee-
w Verbond van den jaare 1662 vorderde , ne duis-
j, dat men de wederzydfche wederfpanne- fo>te£L
„ lingen verjaagde, binnen den tyd van agt- bond van
n
entwintig dagen , na dat het verzogt was; den jaare
„doch dat 'er veele Engelfche Krygsoves- ï662'
„ ften in der Staaten dienst gebleeven wa- "™e
„ ren , die de Koning van Groot - Britanje , derzyd«
„ uit deezen hoofde, zou können willen doen fche
n vertrekken, en de Staaten, als zy 't wei- J,veer-
„ gerden , befchuldigden van krenkinge des ifna"^"
„ Veibonds : 't welk aanleiding tot nieuwe
„on-
(s ) D'EsTliADES Tom. V. p. ayo.
(k D'KsTRAiies 'Jim. V. p. 93.
{«) Zie Aitzsma V. Deel, il. Bój.
-ocr page 252-
VADERLANDS CHE LI. Boek.
aso
'1667. „ onlusten zou können geeven." Hy voeg-
------ de hierby „ dat verfcheiden' Engelfche Pre-
„ dikanten, zig niet hebbende können fchik-
„ ken naar de Engelfche Kcrkgcwoonten ,
„ geweeken waren naar Holland, welken de
„ Koning ook zou können begeeren, dat al-
n daar niet geduld werden; ten waare men aatï
n 't Verbond van den jaare 1662 eene na-
,, dere verklaaring gave." Men antwoord-
de „ dat, eene algemeene vergiffenis van
M wederzydfche wederlpannigheid in 't Ver-
„ drag zynde ingevoegd , de Engelfche
„ Krygsoverften in der Staaten dienst niet
„ meer als muitelingen zouden können aan-
n gemerkt worden : en wat de Predikanten
„ betrof, zy konden hier niet worden aange-
M zien als wederipannigen , om dat het over-
„ al vry ftondt, zyn Vaderland te verlaaten ,
„ en zig elders aan Kerkgewoonte te hou-
„ den, die met de wetten van zyn Vaderland
„ ftrecden."
Wesens
de Brie
Nog merkten de onzen aan „ dat de En-s
„ gelfchen Brieven van Schaverhaaling ver-
vetTvaii J3 leend hadden, met het byvoegfel, dat zy
Kch.iver- n van kragt zyn zouden , welke foort van
ïiaaüiig
„ wapenfehorfing 'er ook geflooten mögt
„worden (v)." Doch de zwaarigbeid, die
hierover gemaakt werdt, meende men te
können voorkomen, als men, by 't Verdrag,
de Brieven van Schaverhaalinge kragtcloos
verklaarde , onder welke voorwaarden of be-
loften zy ook mogten verleend zyn. 't Ver-
bog
Cv) Zie De Witt Brieven II. Deel, W. 482,
-ocr page 253-
LI. Boek.         HISTORIE. 251
bond van't jaar 1662. vorderde ook, dat men j^.
geene Brieven van Schäverhaalinge zou 1110--------
gen verkenen, dan na begeerd, en verwyld
of geweigerd Regt. De Staatfchen veriton-
den, dat men den tyd van vier maanden be-
hoorde te bepaalen , eer de Brieven zouden
mogen uitgegeven worden, en dat het verzoek
om Regt zou moeten gefield worden, in handen
van den Ambasladeur der Mogendheid, over
welks onderzaaten men zig beklaagde. Doch
de Franfchen en Deenfchen merkten aan, dat
zulke bepaalingen, voor de handelende Mo-
gendheden even voordeelig zynde , ligtelyk,
door de Middelaars, zouden können geregeld
worden.
Het negende Lid van 't Verbond van den Wegens
jaare 1662 ftelde den Koophandel, weder- de-En-
zyds, vry, mids men de vastgeftelde regten K^,fchä
voldeede , en niet aangingt tegen de openbaa- voort.
re Ordonnantien. De vStaatfchen oordeelden, zetting
dat deeze laatile voorwaarde vernietigd be- v.an (,ei»
hoorde te worden , om dat, daardoor, in J^jf*^
kragt gehouden werdt de Akte van 't Parle-
ment van Engeland , ten tyde van Kromwei
(w), en andere diergelyken, waardoor de
Koophandel der Vereenigde Gewesten, mer-
kelyk, benadeeld was. Doch men wees hun
aan , dat het allen Mogendheden vryftondt,
binnen haar eigen gebied, zulke bepaalingen
op den handel te maaken, als zy goedvonden ,
zonder dat andere Mogendheden haar dit
regt mogten betwisten. Zo men hieromtrent
nog,-
(«0 ZU XII, D(*lt W. ai*.
-ocr page 254-
E52 VADERLANDSCHE LI. Boek;
%667. nogtans eenige verandering begeerde gemaakt
—-—te hebben, zou dezelve, oordeelde men, be^
kwaamlyk gefchieden können, in een byzonr
der Verdrag van Koophandel, waarover men,
na 't fluiten van de Vrede, zou können over-
eenkomen.
Wyders , onderzogten de Staatfchen , of
DeStaa't- Frankryk en Deenemarke ook zouden kon*
fchen on- nen ■ goedvinden, zig tot waarborgen te ftel-
derzoe- len, voor de onderhouding der Vrede , die
ken, of met Groot-Britanje zou mogen geflooten
en^eeV worden (#). De Deenfchen toonden zig ge-
nemarka reed. Doch de Franfchen aarzelden, voor-
ook borg wendende, dat zulks, ten opzigte van Frank-
wiilen" r^' onnoocüg was ■> alzo de Koning , hun
blyven, Meefter, reeds in 't jaar 1662, beloofd hadt,
voor 'c alle de Verdragen, die men, na dien tyd-,
houden gezamenlyk, fluiten zou, te zullen handhaa^
van't 5en<
ZjTvoiv' 't Laatfte punt van belang, welk, in dee-,
deren ze afzonderlyke handeling, overvvoogen
Tabago werdt, betrof de Eilanden Tabago en St.
ftatiüs Fuftatius, die de Engelfchen den onzen af-.
van handig gemaakt hadden, en die, door de
Frankryk Franfchen, van de Engelfchen hernomen wa-
te rug. ren< ]3e Staatfchen begeerden, dat deeze
twee Eilanden hun mogten te rug gegeven
worden, te meer, om dat,de onzeneenelterk-
te op S. Euftatius, met hulp der Franfchen,
hebbende ingenomen by verdrag, de Fran-
fchen begeerd hadden, allecnlyk eershalve»
de
Cat) Zie Secr. Kefol. Holl. 20, 22 Jpri! 1667. II. Dsel, 44
928» 53.8- Ue Wiït Brieven 11. Deel, il. 486.
-ocr page 255-
LI. Boek.           HISTORIE. ff&
de eerften daar binnen te mogen trekken: 't t^7-
welk hun zynde toegeftaan, hadden zy zig,-------
vervolgens , meefter gemaakt van de Ves-
ting. Doch d'Eftrades en Courtiu gaven
vaor befcheid, dat deeze zaak geene gemeen-
fchap hadt met de handeling tusfchen deBond-
genooten en den Koning van Groot -Britan-
je : waarom de Koning, hun meefter, hun,
aangaande dezelve, nog geene bevelen gege-
ven hadt (j>). De Koning was egter niet
ongenegen, om deeze twee Eilanden te rug
te geeven (s), en hy gaf 'er met der daad
last toe, in Oogstmaand deezes zelfden jaars
(ö). Hiermede eindigden deeze byzondere
onderhandelingen, zo ver zy de belangen der
Staaten betroiïen. De Zweedfche Gevol- De
magtigden, George Fkmming, Vryheer in Li- Zweed'
belith, Chrifiofel Delphicus, Burggraaf en j"chetI
Graaf in Dona", en Pieter Julius Cojet, Rid- ""eW*
der, of eigenlyk twee derzelven , Flemming pen.
en Cojet, ondertusfchen ook te Breda geko- ichorfiug
riien zynde, floegen, terftond, eenen ftilftand voor*
van wapenen voor (£). Hiervan was, reeds
te vooren, fpraak geweest; doch de Staaten,
vooral die van Holland, neigden 'er, in gee-
nen deele, toe. Men wist, hier, dat de En-
gelfche Vloot, dit jaar, niet in zee loopen
zou. 't Bootsvolk hadt zig reeds, in dienst
der Koopvaardyfchepen, en gedeeltelyk zelfs
in
C>0 D'Estbadbs Tom. V, p. 353-459. Aitzevïa VI. Heil,
(2) D'Estradfs Tom. V. p. 303.
C# ; Aitz«ma VI. Deel, lil. 260.
i»j D'lisTR\DSs Tüm. V. f. 262.
-ocr page 256-
254 VADERLANDSCHE LI. Boek.'
in dienst der Staaten begeeven: 't welk oor-
zaak was, dat men, eerlang, in Engeland,
buiten ftaat geraakte, om de Vloot behoor-
lyk te können bemannen (c). Maar de Staa-
ten waren, daarentegen, in 't voorjaar, fterk
bezig geweest, om zig ter zee uit te rusten
(f/), en bereidden zig tot eene onderneeming
van gewigt, van welke de verhoopte goede
uitflag, door eene Wapenfchorfing], t'eene-
maalj verydeld geweest zou zyn. Ook wil-
den zy vrede maaken, op dezelfde voorwaar-
den, als men eene Wapenfchorfing zou kön-
nen aangaan, waarom zy verftonden, dat de
eerfte te kiezen was , boven de laatfte (e).
Frankryk zou, daarentegen, de Staaten gaar-
ne tot eene wapenfchorfing hebben willen be-
weegen, en beloofde zelfs,eerlang,aanGroot-
Britanje, zyne Vloot, eene maand lang, bin-
nen de havens, te zullen houden (ƒ). Doch
de Witt dreef door, dat de wapenfchorfing af-
geflaagen werdt (g).
De Zwcedfche Gezanten, daarna, met de
Staatfchen in gefprek getreeden zynde, dron-
gen op het terug geeven van Pouleron , en
van de twee fchepen, Bonne Avonture en
Bonne Efperance, of ten minfte, dat de zaak
der twee fchepen gelaaten werdt, als by 't
Verbond van den jaare 1662, mids dat de
Staaten hunne uitlegging voegden , by de
woorden, die op deeze twee fchepen zagen.
Doch
(O I.UDLinvs Memoirs Vol. III p. ifii.
(</) Refol. lioll t6 Uec. ifififi. bl. 52.
C e ) Dr Witt Brieven 11. Deel, bl '447.
(f IVEstrades Tom. V. />. :-63- sfiij, 273, »78.
(iO »K Witt lirieven 11. lieet. 61. ^yi.
1667.
die de
Staaten
af Haan.
VIT.
Onder-
hande-
lmg tus-
fchen de
Zweed-
fcberi en
Staat-
fchen.
-ocr page 257-
LI. Boek.          HISTORIE. 255
Doch de onzen antwoordden, dat deeze ge- yC6%
fchillen afgedaan waren , federt dat de Ko-
         H
ring van Groot- Britanje van hunnen tweele-
digen voorflag, om, naamlyk, te blyven be-
zitten , 't gene men eikanderen benomen hadt,
of het eikanderen te rug te geeven, het eerfta
Lid hadt aangenomen. Zy voegden 'er by,
dat de gevalkn van den oorlog merkelyke
duifterheid gemaakt hadden in het Verdrag
van den jaare 1662, welk, hierom, niet zon-
der eerst nader opgehelderd te zyn, tot ee-
nen grondflag der tegenwoordige handelin-
ge kon gelegd worden : waarmede dit ge-
lprek eindigde, zonder dat 'er iets vastge-
fteld werdt (//).
Doch met de aanneeming van den voor- MisjeN
flag der Staaten, door den Koning van Groot- ..f"^«,
Britanje, waarvan de Staatichcn gewaagd Karei
hadden, was het eigentlyk dus gelegen. De den II.
Staaten hadden den Koning voorgeflaagen , ^n de
dat men wederzyds zou blyven bezitten, 't 0"£ar^™
gene men, voor of na den aanvang des oorlogs, sannee-
genomen of behouden hadt (*'). De Heer de men van
Ruvigny, Gezant des Konings van Frankryk, zekeren
in Engeland, hadt den Koning, federt ge- voorfl"&
raaden , den voorflag der Staaten, volgens
welken alles, wederzyds , blyven zou in den
ilaat, waarin het, door den Hemel, gefield
was, te aanvaarden (&); zonder te verklaa-
ren, of hy zage beide op het gene voor en
na den aanvang des oorlogs genome ware,
of
C*) Arrzr.MA VI. Deel, hl. 41, 45.
O'; Voiez D'EsTRAnES Tam. IV. p. 4-a,
(,b~) D'liSTBADts Turn, V. p. 274.
-ocr page 258-
■üS6 VADERLANDSCHE LI.BoÈfc.
of alleen op het laatftc. Hierop hadt de Ko-
-1 iiing, in Grasmaand laastleeden, aan de Staa-
ten gefchreven „ dat hy een der twee Leden
5, van hunnen yoorßag aanvaardde, en toe-
ftondt, dat men wederzyds bleeve bezit-
wten, 'c gene elk, in deezen oorlog, verkree-
„gen hadt: 't welk zynde toegeftaan, zo
j, wilde hy zynen Gezanten last geeven, om
n in de ' aanftaande handeling het Verbond
„van jaare 1662 tot eenen grondflag te
„leggen (/)." Doch men ziet ligtelyk, dat
de Koning hier wat anders aanneemt, dan de
Staaten aangeboodcn hadden. De Staaten
fpraken van 't gene, voor en na den aanvang
des oorlogs,
genomen of behouden v/as : de
Koning alleen van 't gene men, in den oorlog,
verkreegen hadt. De Staaten repten niet van
't Verbond van den jaare 1662, 't gene de
Koning egter tot een' grondflag gelegd wilde
hebben. Hieruit rees eenig misverftand, welk
zig begon te openbaaren, in het gefprek met
de Zwcedfchen. De onzen hielden zig hier
vreemd, dat men van Pouleron en de twee
fehcpen fprak, om dat het verfchil daarover
vernietigd moest gerekend worden , indien
de Koning, waarlyk, hunnen voorflag, ge-
lyk dezelve lag, aanvaard hadt. Zy wistena
naar alle waarichynlykheid, wel, dat de uit-
drukkingen , door den Koning, gebruikt,
verfchillen van die der Staaten. Doch om
dat hy goedgevonden hadt, 't gene hy aan-
nam den voor/lag der Staaten te noemen, oor-
decl-
f O ftiez D'Estrades Tom. V. f. 176.
-ocr page 259-
LI. Boek.         HISTORIE. as?
deelden zy, naar "t fchynt, raadzaamst, zig 1567.
te gelaaten, als of zy zyne woorden namen in ——
den zin, waarin de hunnen gemeend waren.
Ook kon de Koning niet geregtigd geagt wor-
den , om eenen gantsch anderen voorilag, dan
hem door de Staaten gedaan was, hunnen voor-
ilag te noemen.
Op den vierden van Zomermaand, wer- Aanvang
den de openbaare onderhandelingen begon- der "pen-
nen, op het Kafteelte Breda, in drie byzon- J^rdec_
dere vertrekken: een voor de Franlche, jingen*te
Deenfche en Staatfche, een voor de Engel- Breda.'
iche, en een voor de Zweedfche Ge volmag.
tigden. In deeze onderhandelingen, toonden
de Engelfchen zig, zelfs naar het oordeel der
Franfchen, die anders, ten deezen tyde, zeer
begonnen te neigen over hunne zyde, tame-
lyk onhandelbaar. Zy bleeven eenen gerui-
men tyd ftaan op het te rug geeven van Poule-
ron en van de twee fchepen: waartoe de onzen
niet verftaan konden, zig houdende aan den
tweeledigen voorilag. Doch, eindelyk, lie-
ten de Engelfchen hunnen eisch op Pouleron
vaaren, vorderende alleen vergoeding voor-
de twee fchepen: 't bemagtigen van welken
een der voorwendfelen tot den oorlog ge-
weest was (m). Midlerwyl, gaven ook de Fran-
fchen en Zweedfchen den Staatfchen klein
genoegen, inzonderheid, ter gelegenheid dat
de Franfchen de aanmerkingen der Staatfchen
op het Verbond van den jaare 1662, te drif-
tig en te openlyk, voorgeilaagen hadden aan
de
O) Rapin Tom. [X, p, 954, 255.
XIII. Deel.              R,
-ocr page 260-
258 VADERLANDSCHE LI. Boek.
1&7. de Zweedfchen, die ze wederom voor de En-
—----- gelfchen hadden opengelegd. De Engelfchen,
voorgeevende over deeze aanmerkingen te
moeten fchryven, namen'er gelegenheid uit,
om de handeling te rekken , tot op het einde
van Zomermaand (#); wanneer men, te Bre-
da, tyding kreeg van 't gene door de Vloot
der Staaten op den Theems verrigt was: 't
welk aan den ftaat der Vredehandelinge eene
gantfche andere gedaante gaf. 't Gewigtig ge-
volg deezer onderneeminge verdient wel, dat
wy ze, in haaren aanleg en uitflag, beknopte-
lyk, ontvouwen,
vni. De Staaten waren, al vroeg in 't voorjaar,
Toerus- bezig geweest, met het uitrusten eener talry-
ting der ke Vloote. Men hoopte nog al, zig met de
ur'zee. Franfcne Vloot te zullen können famenvoe-
gen, en daar werdt wederom eene orde be-
raamd, hoe men zig, in zodanig een geval,
gedraagen zou (0). Doch 't bleek haast, dat
de Koning van Frankryk geheel wat anders
dan eenen zeekryg tegen Groot-Britanje in
den zin hadt. Voorts, werdt de Heer van
Amerongen, in Grasmaand, naar Deenemar-
ke gezonden, om het uitrusten van veertig
Oorlogsfchepen te bevorderen Qö): waarin
hy , gedeeltelyk , daagde. Een ftrenge na-
winter was oorzaak, dat de Vloot der Staa-
ten , niet voor het einde van Bloeimaand, in
ftaat
f») Aitzema VI. iïsel, U. 411-46". D'Estrauei Tom. V, p
3iy-33<>» 33ï. SM, 35«. 355. 359. 366. 378.
(o) Se«. Rcfol. Holl. 19 Maart \f)Cq. II. Deel, W. caf<.
D'EsTRAnEs Tom. V. p. 103, De Witt Brieven U. Dul ~, W
4S4.
Cf') Zie zjne Inftr. h Aitzema VI. Ditl, U. 184.
-ocr page 261-
Lï. BoEk. HISTORIE. 259
ftaat geraakte, om zee te können kiezen. De 1667.
Ruiter kreeg 'er wederom 't opperbevel o- ■
ver. Doch de algemeene Staaten hadden ge-
naden gevonden, twee of drie Heeren uit
hunne Vergadering te magtigen op de Vioo-
te, om, zonder rugfpraak te houden, na 't in-
neem en van den raad des Generaals, op alle De Ru-
zaaken te belluiten. Van wege Holland, waard
werdt hiertoe benoemd Kornelis de Witt, van Put"
Ruwaard van Putten, Burgemeefter van Dor- jf°mc
drecht, en Broeder van den Raadpenfiona-ais Gé*-
ris. Doch de andere Gewesten benoemden yoimag-
geene Gevolmagtigden -, zo dat de Witt al- £sde der
leen , in deeze hoedanigheid * in zee ging. 0p*"|n'
Sommigen fchryven, dat de Ruiter de Witt vioote.
ongaarne op de Vioote zag, en dat men hem,
beide in Engeland en hier te Lande, in 't al-
gemeen , onbekwaam hieldt, tot zulk een
bedryf (#). Doch ik twyfel, of men op dit
fchryven itaats genoeg maaken mag. Men
wist, in den Haage, dat de Engelfchen hun-
ne Vloot niet gereed maakten, en befloot
hieruit, dat de Staaten meefter van de zee
zouden zyn : van welke gelegenheid men
zig bedienen willde , om iet van gewigt te
onderneemen, tot bevordering eener eerly-
ke en verzekerde vrede. De zorgeloosheid
van Karel den II. werdt byzonderlyk gewee-
ten aan de begeerte, om het grootfte deel
der penningen, hem, onlangs, door het Par-
lement , toegedaan om den oorlog voort te
zetten , te befteeden tot andere einden (V),
zyn-
(q ) Memoir. dt Giijche Llvr- III. f. 389.
ir) RApin Tom, IX. f. aj6.
R 2
-ocr page 262-
s6ö VADERLANDSCHÉ LI. Boek,"
1C67. zynde hy in de vaste verbeelding, dat hy ten
P
         minilen eenen ftilftand van wapenen zou kön-
nen verkrygen, zo dra hy 't maar begeerde,
in welke verbeelding, de Staaten hem lie-
ten , zo lang als 't mooglyk ware, op. dat hy
te ligter belluiten mögt * zyne Vloot thuis
te houden (j). Ondertusfchen, deedt de Ko-
ning van Frankryk , vermoedende , gelyk 't
gemeen hier te Lande, dat de Witt, uit by-
zondere inzigten b den oorlog wilde doen
duuren, zyn best, om den Staaten het uitrus-
ten eener Vloote te ontraaden (t). Doch zy
bleeven by hun befluit. De Ruiter liep in ze«,
op den zesden van Zomermaand. Hy kreeg,
kort hierna, cenenzestig fchepen en Fregat-
ten van oorloge onder de vlugge , behalve
de branders en het minder vaartuig, en Hel-
de , terftond, zynen koers naar de Engelfche
'* Lands kust. De Vloot kwam, niet voor den zeven-
Vioot tienden , in het Konings diep , ten anker,
zeik naar Zeventien fchepen, onder beleid van den
Eeirchê Luitenant-Admiraal Willem Jofef van Gend,
kust, werden toen vooruit gezonden naar den
Theems , met last om eenige Oorlogs- en
Koopvaardyfchepen, welken men verftaaii
hadt, dat aldaar lagen , aan te tasten en te
vermeeiteren. Omtrent duizend Landfoldaa-
ten, onder den Kolonel Thomas Doleman,
eenen Engelschman in Staatfchen dienst (»),
werden op dit Esquader verdeeld. De Ra-
waard de Witt vervoegde, zig op het fchip,
welk
(O T)r. AVitt Bi/even It. Deel, il. 447.
lO D'Bstrades Tooi. V. f>, i</i, lyj, ajj, 3J0, J;ï8.
£aj /ik Xil. Üsel, H, stijt.
^>
-ocr page 263-
LI. Boek. HISTORIE. z6t
welk van Gend voerde. Men ging den ne- 1667.
gentienden onder zeil, en kwam den twintig-------
Hen voor de Sterkte Sheernesf, gelegen op bemag-
een Eilandje, aan den hoek der Riviere van "jj'
Rochester of Chattam, Medwai genoemd, en nefs>"
iiitloopende in den Theems. Sheernefs werdt,
terftond, befchopten en ingenomen; doch,
als niet te honden zynde , geflegt en verlaa-
ten. De Ruiter hadt zig, door den Ruwaard
ontbooden zynde, midlerwyl, met een vaar-
tuig , laaten voeren naar 't Esquadcr onder
van Gend , welk de Rivier opliep tot digt loopt tot
onder Chattam, daar de meefte Koningsfche onder
pen lagen. De Engelfchen hadden hier vier cliaiiaiI
branders en twee groote fchepeu laaten zin-
ken , om de doorvaart te beletten. Ook had-
den ze den ftroom geflooten met eenen zwaa-
ren yzeren keten, loopende over katrollen,
die op vlotten dreeven. Men hadt nu eeni-
gen tyd fchutgevegt gehouden: wanneer Ka-
pitein Jan van Brakel, onder 't fchieten des.
vyands uit de fchepen en van twee batteryen,
itoutelyk vooruit en voor den keten zeilde;
waarna hy een Engelsen Fregat aantastte en
veroverde. Toen werdt de keten aan ftuk- en fleckt
ken gezeild, door Jan Danielszoo» van den |*en
/ty«, die, metzyn brandfehip, een Engelsch y^fche?
Oorlogsfchip aanftak: hoewel fommigen wil- den' Eti-
len , dat de keten los gemaakt werdt, door geifche
eenige matroozen, die, op last van den Schout, Ooriogs*
by nagt, David Vlug, aan land gegaan waren» c epea*
Nog een derde Engelsch fchip werdt toen
aan brand gefteken, en een der grootften, de
Royale Charles genoemd, van al 't volk ver-
R 3
                       la*"
-ocr page 264-
afc VADERLANDSCHE LI. Boek,
1667. laaten zynde, ligtel-yk veroverd. Toen ftak
*'. men den brand nog in een vierde Engelsch
Oorlogfchip, en voorts de Rivier hooger op-
geloopen zynde tot omtrent het Kasteel van
Upnor, in nog drie anderen: waarna 's Lands
fchepen de Rivier wederom afdreeven. De
Ruiter bleef nog eenigen tyd in den Theems
leggen; doch men vondt, daarna, raadzaam,
denzelven van buiten te bezetten a met een
groot deel der Vloote , terwyl de overige
fchepen uitgezonden werden, om te kruisten.
Dus gelukte de onderneeming op de Engel-
fche Oorlogsfchepen, die, zo fommigen oor-
deelden , door te weinig of te veel winds ,
wel deerlyk hadt können mislukken, en der-
halve , dagten zy, niet te voorzigtig was aan-
De Ru- gelegd. Doch de Staaten vonden geraaden,
waard.de den Ruwaard, den Generaal de Ruiter en den
Generaal Lmr.enant - Admiraal van Gend , wegens 't
ter erT" we^ Aaagen deezer onderneeminge, ieder met
anderen eenen gouden kop te befchenken. Ook wer-
worden den van Brakel en verfcheiden' anderen eer-
kenCn" lyk beloond. Doch de Ruwaard ontving * wat
de"sta°a-r ^ater, nog een' Rentebrief van dertigdui-
Kii. zend guldens van de Staaten van Holland,. in
erkentenis der groote dienften , door hem,
in den vermaarden togt op Chattam , ge-
daan (v). De Ruiter zeilde, eerlang'; op be-
vel der Staaten, de Rivier van Londen we-
derom op. Doch de Engelfchen hadden, door
't zinken van verfcheiden' fchepen, en door
't planten van gefchut ter wederzyde, de
door-
Cv) Rcfol. IIolI. 15 Dicemier 16C8. tl. 4S.
-ocr page 265-
HISTORIE. a6_z
(LI.Boek.
doorvaart zo eng en gevaarlyk gemaakt, dat 1667
menteraade werdt, terug te keeren. Toen ——
poogde men het Kasteel te Harwich te be-
magtigen. Doch deeze toeleg mislukte, 's
Lands Vloot, daarna, heen en weder zeilen,
de, hieldt de Engelfche kusten in geduurige
vreeze voor eene landing. Ook kwam zy
ten anker Voor Torbai, daar eenig volk aan
land ging, zonder egter merkelyke fchade
te doen. In 't begin van Oogstmaand, eer Gevegt
men nog tyding liadt van het tekenen der tusfchen
Vrede, raakte de Luitenant-Admiraal van vanNes
Nes, op den Theems, met den Engelfchen gnragh.
Vice-Admiraal .Sfrag/Sin gevegt, en noodzaak-
te hem, een- en andermaal, te wyken. Doch
in dit gevegt, werdt, ter wederzyde, niet dan
branders verlooren. De Ruiter bleef nog zee
houden tot in Wynmaand, waarna hy ver-
lof kreeg, om met de Vloote t'huiswaards te
keeren (w).
Midlerwyl, hadt de onderneeming op Chat- rx.
tam zo veel invloed gehad op de handelingen Vervolg
te Breda, dat 'er de Vrede, inderdaad, door ^e,rVrf"
bevorderd was.. De Engelfche Gevolmagtig- j£afr t|"
den werden gemaklyker, zo- dra zy 'er tyding Breda,
van gekreegcn hadden (#), Zy booden aan,
den Koning , hunnen meefter, te willen af-
vraagen, of zy fluiten mpgten met de Staaten,
op deeze voorwaarden „ dat elk zou blyven
# bezitten 't gene hy, tot op den eerften van
„Gras-
f «O Brandt de Ruiter, W. 554-600. Lublows Mcmolrs,
FoU III. 164,166., Aitzkua VI. Heel, tl. 95, y6,, 107 -
132-
(O D« Win Brieven II. Dit', l>'. 535.
R4
-ocr page 266-
264 VADERLANDSCHE LI. Boek,
X667. „ Grasmaand deezes jaars, bezeten hadt.
■» „ Dat het geding over de twee fchepen voor
„de Admiraliteit van Amfterdam zou wor-
n den afgedaan. Dat alle andere wederzyd-
wfche eifchen dood en vernietigd verklaard
„ zouden worden. Dat het Verbond van den
„jaare 1662 ftand zou grypen in alles, wat
„ niet door byzondere Artikelen veranderd
„ werdt (y)." Doch de Staatfchen begeer-
den, geene gefchillen, zelfs niet dat over de
twee fchepen, open te houden. Zy vérklaar-
den „ dat de gemoeden van hunne Hoog-
„ Mogendheden , door 't geluk, welk God
n hunner Vloote verleend hadt, wel geens-
„ zins waren opgezet; maar dat men niet
n kon verzekeren , dat zy altoos binnen de
„ paaien hunner gemaatigheid zouden bly-
j^ven, en by verderen zegen over hunne
w wapenen altoos geftand doen, 't gene zy
„voorheen hadden aangebooden of toege-
„ ftaan, en waaraan zy zig, voor als nog, hou-
„den wilden." De Zweedfchen traden, der-
halve , wederom in onderhandeling met de
Engelfchen en Staatfchen, en men bragthet,
binnen eenige dagen, zo verre, dat het Ver-
drag genoegzaam werdt opgemaakt. Coven-
try deedt toen een' keer naar Londen , om
den uiterften last zyns meefters te vernee-
men : Beverningk begaf zig naar den Haage',
en de Huybert naar Zeeland , om verilag te
doen (je). Tegen 't einde van Hooimaand,
kwa-
f y' n-EsTRADïs Tom. V. p 384.
(*) Ze Ster Uefol. Hol). 14 Juiy r«67. II Deel, 11. 558*
Os Wi/t ßneven iL Deel, H. 536, 53?.
-ocr page 267-
LI. Boek. 'HISTORIE. 265
kwamen zy wederom te Breda, alwaar nu 1667,
de Staattche Gevolmagtigden , Ripperda en •------*
Sterkenburg, zig insgelyks vervoegd had-
den. Men kwam , den negenentwintigften ,
wederom op 't Kasteel byeen , voornaamlyk
om te fpreeken van de Mogendheden , wel-
ken men wederzyds in 't Verdrag begrypen
zou ; waarover men eikanderen niet te wel
veritaan kon. De Hertog van Holllein, de
Keurvorst van Brandenburg, de Paltsgraaf
van Nieuwburg, de Hertogen van Brunswykr
Lunenburg en de Stad Lubck weiden egter
in 't Verdrag begreepcn. Doch aan Ham-
burg , welk 'er ook gaarne in vervat geweest
zou zyn , gaven de Engelfchen de uitflufr
ting (ß). De Vrede vverdt, terftond hiema, DeVrede
getekend, op den eenendertigden van Hooi- wordt
maand *(^)« De voornaamfte voorwaarden êeflo°-
derzélve liepen op deezen zin : „ Alle we- inhoud
„ derzydlche beledigingen zouden vergeten van 't
„ en vernietigd gerekend worden , en elk, Verdrag.
„ wederzyds, blyven bezitten zodanige Lan-
j, den , Plaatlen , Sterkten , ichepen en goe-
j, deren , als men eikanderen , voor of ge-
„ duurende den jongften oorlog, tot op den
„ twintigften van Bloeimaand deezes jaars ,
j, benomen hadt. De eifchen , welken men
„ by het Verbond van den jaare 1662, op
w eikanderen , open gehouden hadt, wer-
j, den , insgelyks, te niet gedaan , en alle
)? Brieven van Schäverhaling ingetrokken
„en
Ca) D'Esthades Tom. V. p. 34.9. Aitzema VI. Deel, tU
•0 • 70,
(b) AiTZSMA VI. Deel, VI. /if - 53-
115
-ocr page 268-
o66 VADERLANDSCHE LI. Boek.
1667. »en kragteloos verklaard , onder welke
------ „voorwaarden zy ook mogten verleend zyn,
„De beide Mogendheden beloofden , el-
„ kanderen te zullen byltaan , zo iemant on-
„ derneemen mögt, de Vrede van den eenen
„ of den anderen Staat te verftooren. Meu
,, zou elkanders wederfpannelingen geene
„ hulp bewyzen ; maar eikanderen veeleer
„ byftaan tegen dezelven , en zoze zig > in,
„ een' van beide de Staaten, onthielden, de-
jj zelven , des verzogt zynde , binnen agten-
„ twintig dagen, overleveren." Deeze pun-
ten , de wederfpannelingen betreffende , wa-
ren , op het fterk aanhouden der Engelfchen,.
overgenomen uit het Verbond van den jaare
1662 : doch de Zweedfchen hadden , uit den
naam des Konings van Groot- B-ritanje , ver-
klaard „ dat zyn oogmerk niet was , noch
„ immer zyn zou, zig van deeze punten te
„bedienen tegen eenige Engelfche Krygs-
w luiden in der Staaten dienst, noch tegen
„ eenige Predikanten of anderen , die. zig in
„ de Vereenigde Gewesten onthielden , mids
„ zy zig niet hadden fchuldig gemaakt aan
„ eenige misdaad tegen den Staat (c)." We-
gens het ftryken der vlagge , het bezweeren
deezer Vrede door de toekomende Stadhou-
ders en Kapiteinen • Generaal in de Vereenig-
de Gewesten , en het overleveren van zul-
ken , die zig aan den moord van Koning Ka-
rel den I. hadden fchuldig gemaakt, werdt >:
in dit Verdrag, of in de afgezonderde punten
varj,
(c) Zk Aitzema VI. Deel, Ik 49» <>?>
-ocr page 269-
LI.Boek. HISTORIE.
±6f
van het zelve , het zelfde bedongen , dat, by ^57.
het Verbond van den jaare 1662, vastgefteld ------
was. Ook werdt, in het agttiende Artikel,
beraamd „ dat men allerlei waaren , onder
„ betaaling der lasten , daarop gefield ., bin-
„ nen elkanders gebied zou mogen voeren,,
met voorbehoudetris van de inzettingen en wet-
p ten van beiderlei gebied"
Door welke voor-
behoudenis, de Akte van den jaare 1651 ,
waarover de Staaten zo dikwils geklaagd had-
den , en die zy ook nu vergeeft hadden ge-
zogt te doen intrekken (d), in volle kragt
bleef. Nogtans werdt, in een afgezonderd
punt, verklaard „ dat het den ingezetenen
Ä der Vereenigde Gewesten vryftaan zou, met
n hunne fchepen, in Engeland te brengen
,j allerlei vrugten, gewasfen en handwerken
„van Hoog- en Neder-Duitschland, wel-
w ken , doorgaans , gemakshalve , te lande
j, of langs de rivieren , door het gebied. van
y, den Vereenigden Staat, gebragt plagten te
„ worden naar de Zeehavens, om van daar
„ over zee vervoerd te worden." Eindelyk,
verbondt men zig, met den eerften, Gemag-
tigden te zullen benoemen , om over een Ver-
drag van Zeevaart en Koophandel in onder-
handeling te treeden, terwyl men verklaarde,
zig , by voorraad, te zullen houden aan het
gene , ten opzigte der Comrebande goederen
en van eenige andere punten , in het Ver-
drag van Zeevaart, laatftelyk , tusfehen den
Koning van Frankryk en de algemeene Staa-
ten,
(O Zie iiicr veor U, 251.
-ocr page 270-
263 VADERLANDSCHE LI. Boek;
j^7, ten, geflooten , beraar.d was (<;). Op dee-
«-------zen voet, werdt de Vrede met Groot-Bri-
tanje getroiFen. De bekragtiging derzelve
gelchiedde ten beflemden tyde , en zy werdt,
met de gewoonlyke plegtighedeu , in beide de
Staaten, afgekondigd (ƒ). Men ontftsk hier
vreugdevuuren , en hieidt groote maaltyden,
en d'Estrades verhaalt, dat de Raadpenfio-
naris de Witt, ook een feest gegeven heb-
bende ten zynen huize , zig , tot twee uuren
in den nagt, voor zyne deur , vrolyk maakte
met het volk , danfende en drinkende , onder
anderen op de gezondheid des Konings van
Frankryk (g). Ten zelfden dage en plaatfe,
als de Vrede tusfchen Groot - Britanje en de
Staaten getroffen werdt, werdt ook de Vrede
getekend , tusfchen Frankryk en Groot-Bri-
tanje , en tusfchen Groot-Britanje en Deene-
marke (/4).
B« Ko- Terftond na 't fluiten der Vrede , verzogt
King van de Koning van Groot-Britanje den Staaten ,
£r.oot' dat Joan Kievit, die , gclyk wy te vooren.
verzoekt, gezien hebben , om misdaad van gekwetste
dat Kievit Hoogheid , in Holland , gevonnist was , in
herfteld Zyne goederen en waardigheden, herfteld mögt
worde. worcien. Doch men weigerde , rondelyk ,
in dit verzoek te bewilligen (*}. De Ko-
ning hieidt 'er egter, naderhand , nog dik-
wils en ernftelyk op aan ; maar 't fcheeu, dat
zyn
r«) Zie het Trad. iy Aitzbjm Vr. Titel, U. r,4 *nz. vak-
In ds
Re-lol. Holi. 4 4ug.it/t7. bU 40. ló d/ril lOöiJ. il. 53«
■J) AITZF.MA VI. Oetl, bl. 54, 68.
(_g~) P'KsrBADES Tom. Vi. p. 30.
( hj i'nitz Corps D'])lnm. Tum. Vi'. P, I. p. 40, 53^
{\j AIT2&MA VI, iitel, bl. ötf, éy«
                                   c_.
-ocr page 271-
LI. Boek. HISTORIE. a^
zyn aanhouden de Staaten , met naame die 1667.
van Holland, te agterlyker maakte, 0111 het ------r
geftreeken vonnis in te trekken. De Staaten
van Zeeland hadden ook, vergeefs, begeerd,
dat Kievit, van der Horst en de Weduwe van
den Ritmeester Buat, in de verbeurdverklaar-
de goederen , herftcld werden (k). Onder-
tusfehen, bleef Kievit, aan 't Engelfche Hof,
in gunst (/) , tot dat hy , in 't jaar 1672 ,
gelegenheid kreeg , om herwaards te keeren ;
gelyk wy, ter zyner plaatfe, zullen aante-
kenen.
Doch eer nog de Vrede getekend was, x
werdt de Staat gedreigd met eenen nieuwen Toeleg
oorlog, ter gelegenheid van den inval des des Ko-
Konings van Frankryk , in de Spaanfche Ne- "'"s* va£
derlanden. Men was , hier te Lande , reeds ""^
voor lang , bedugt geweest voor deezen in- Spann-
val, gelyk wy , al meer dan eens , te kennen rche Ne-
gegeven hebben. Doch 't zal hier te pas ko- <jerlail-
ïiien , dat wy , een weinig naauwkeuriger, en"
aantoonen , hoe zig 's Konings toeleg, al-
lengskens , nader openbaarde , en welke mid-
delen de Staaten ter hand iloegen, om zig
te beveiligen tegen het gevaar , welk hun
dreigde.
De toebereidfels ten oorloge in Frankryk ,
die, reeds in 't voorleeden jaar , begonnen
waren, hadden niet können nalaaten , agter-
dogt te verwekken by de Staaten. De Spaan-
fche Gezant Gamarra voedde deeze agter-
dogt ü
f*) Notul. Zeel. 13 Ang. 1667. tl. 104.
O) llclbl. Hol!. 4, 6 Aug- 16*7. W. 61, 72. De Witt
Brieven, iv". JJett, il. 497, 501, sao, tag, 43a, 547«
-ocr page 272-
ê*o VADERLANDSCHE LI. Boek.
1667. dogt; alomme , daar men hem eenig gehoor
------- gat", verfpreidende „ dat Lodewyk de XIV.
j, de Staaten alleenlyk ingewikkeld hieldt in
^den oorlog met Groot-Britanje* op dat hy
„ zig te bekwaamer zou können meester maa-
^ ken van de Spaanfche Nederlanden , waarna
„ hy niet verzuimen zou, de Vereenigde Ge-
„ westen aan te tasten >, onder voorwendfel,
„ dat hy , zo wel op de laatften als op de
„ eerften , van wege zyner Gemaalinne j regt
Argwaan ^ hadt (/#)•" 't Gerügt van 'sKonings toeleg
!liero^r' verwekte zelfs agterdogt onder 't gemeen , en
eèntecte ^e ^rt diende zig van deeze gelegenheid $
Gewes- om wederom met d'Eftrades te fpreeken van
ten het ontwerp , om de Spaanfche Nederlanden
te beweegen , dat zy Spanje afvielen , en zig
tot een vry Gemeenebest verklaarden («) ;
't zy dat hy waarlyk ingenomen was met dit
ontwerp , 't zy dat hy 'er, gelyk waarfchyn-
lyk voorkomt, alleen van fprak, om , ware
't mogelyk , den Koning te beweegen j, tot
het verfchuiven van de uitvoering zyns voor-
neemens. Doch de Koning van Frankryk
ftelde nu de handeling over dit ontwerp uit$
voorwendende , dat de Koning van Spanje
veel jonger was, dan hy zelf; en dat het te
ver van de hand was, te fpreeken overeen ge-
val , dat eerst na deszclfs affterven zou können
plaats hebben ( o ). Ondcrtusfchen, was 'er,
in Frankryk , een boek uitgekomen , waarin
het regt der Koninginne op de Nederlanden
vef-
fw) D' F.STRADiS 7"flft. V. f. 32.
(n ) D'Estraoes Tam. V. f. 37.
(»3 ß'E5TR4i)SS Tom. V. f* 87.
-ocr page 273-
LI. Boek. HISTORIE.          2?i
verdedigd werdt. Men hieldt dit boek hier 1667.
voor eene foort van Oorlogsverklaaring , en ——
veelen geloofden , dat Frankryk en Groot-
Britanje een heimelyk Verdrag geflooten had-
den , waardoor de toeleg op de Spaanfche
Nederlanden begunftigd werdt (/>). Doch
Lodewyk de XIV. verzekerde den Staaten ,
dat hy niets , tot voorftand van het regt der
Koninginne, onderheemen zou, zonder 'er
hun, vooraf, kennis van te gceven C?)> ter-
wyl d'Estrades ontkende, dat 'er eenig hei-
melyk Verdrag met Groot-Britanje gemaakt
was. Van Beuningen fchreef egter, op heC
einde van Grasmaand, aan de Witt dat
„ veelen de toebereidfels tegen Spanje , wel-
„ ken men in Frankryk maakte , niet hielden
„ te gefchieden , zonder dat men , onder de
n hand , meer gerustheid , wegens Engeland ,
n hadt, dan in 't openbaar beken i was." Hy
voegde 'er by „ dat de Graaf van S. Albans,
w Engelfche Gezant in Frankryk, in die
„ zelfde week , gehoor by den Koning gehad
„ en met de Lionne gefproken hadt; en dat
„ hem , Van Beuningen , gezeid werdt, dat
„men niet kwalyk neemen moest, zo
n Frankryk zig, zonder benadeeling van
„ het Verbond met de Staaten , ook van de
„ vriendfchap van anderen , (dat is , gelyk
„ hy 't opnam , van Engeland ) zou mogen
jjtragten te verzekeren (>)•" De Witt zelf
was
G>) D'fisTHAnss Tom. V. p, 100.
(q) IJ'Erriiitnis Tam. V. p. 161,198. Memoir. de Guicm
Lfrr. \l\ p 382.
Cir) Refol. Holl- 17 May 1667. hl. 1. Da Wjtt Brieven,
U. Dtti, W. 487. 49U Wä'
-ocr page 274-
a?2 VADERLANDSCHE LI. Boek.
1667. was niet vreemd van de gedagten , dat Frank«
         ryk heimelyk eens was met Groot-Britanje j
doch hy dagt „ dat men zig bedroogen zou
w vinden met de Engelfchen , die, al hadt het
w de Koning fchoon beloofd , met geene goe-
w de oogen , zou können aanzien , dat
£ Frankryk meester werdt van de Spaanfche
„ Nederlanden (s)" Doch wat 'er van dee-
zc heimelyke overeenkomst tusfchen Frankryk
en Groot Britanje zyn mögt; 't leedt niet
lang hierna , of Lodewyk de XIV. viel in de
Spaanfche Nederlanden. Vooraf, fchreefhy
egter , op den negenden van Bloeimaand, aan
de Koninginlie Regente van Spanje , dat hy
zulks van zins was te doen , voor het einde
der gemelde maand (t~) : welke Briefte Ma-
drid kwam , maar eenen dag na dat de Fran-
fche Gezant aldaar de Koninginne , uit den
naam des Konings van Frankryk, verzekerd
hadt van deszelfs begeerte , om de Vrede te
Lodewyk onderhouden Quy Van deezen Brief zondt
de ftl'er hy» ten ze'^en dage , een affchrift aan de
denStaa. algemeene Staaten (v). Op den zestienden,
ten ken- vertrok, hy van S. Gcrmain, en op den vyf-
nis van. entwintigiten van Amiens , aan 't hoofd van
een aanzienlyk Leger, naar de Spaanfche
Nederlanden , zig voor Charleroi in Hene-
gouwen uederflaande (w). De Witt liet niet
na,
O") Dï Witt Brieven II Deel, W. 491, VuUz ausfi D'E*-
TKAHES Tom. IV. p. 456.
(_t) D'KsrRAnES Tom. V. p. 2if>.
(.pj iwemrtir. «ie Guiche I.ivr. III. p. 379.
t vj D'EsTRADB3 Tum V. p- 920 Aitzkma VI.Deel, W. 247-
(w, u'EstHAi;£S Tom. V. p. ^iijiKj. Aitzh.ua VL Veelt
H
251.
-ocr page 275-
LI. Boek. HISTORIE* 273
na zig te beklaagen aan d'EstradeS, over
den fpoeJ deezer onderneeminge , onaange-
zien zyne Majesteit van Frankryk , zo dik-*
wils betuigd hadt, hiertoe, niet dan met
kennis en overleg der Staaten, te zullen ko-
men. nDit was, zeidehy, zyn voorneemen
„ bekend maaken en uitvoeren op eenen
„tyd, en den Staaten de gelegenheid affny-
ö den, om het regt der Koninginne, bedaar-
„delyk, te können onderzoeken, en daarna
„ Spanje te beweegen tot een redelyk Ver-
„drag; waarin hy gehoopt hadt, te zullen
„ können flaagen, zo hem tyd gegund was,
„ om de Steden te gerieezen van den arg-
„ waan, welken zy opgevat hadden tegen den
„Koning, en die nu elk deedt oordeelen ,
„ dat hy 't heimelyk eens was met de Engel-
„ fchen." Doch d'Estrades zogt hem 's Ko-
nings bekendmaaking te doen aanzien , als
een blyk van vriendfchap en vertrouwen.
Des anderendaags, deedt hy deeze bekend-
maaking ter algemeene Staatsvergaderinge •<,
daar hem , kortelyk , geantwoord werdt,
„dat de Staaten verwonderd waren over 's
„ Konings befluit, en raadpleegen zouden
n op het gene hy hun , van zynen wege ,
,,voorgedraagen hadt (x)." Sedert, ver-
zekerde Lodewyk de XIV. aan de Witt, op
zyiï Koningklyic woord, dat hy geene over-
eenkomst gemaakt hadt met den Koning van
Engeland (y); fchoon 't, nogtans, duidelyk,
ge-
C*) D'Estrades Tom. V. p. 233-539.
Cv) D'Ksrr.ADEs Tom. V. p. 3«o<
XIII. Deel.                   S
-ocr page 276-
274 VADERLANDSCHE LI. Boek.
1667. genoeg bleek, dat men, in Frankryk , de
■—— vriendfchap van Karel den II. zogt (V). De
Staaten beflooten, terftond hierop, hunne
poogingen aan te wenden, om de zaaken te
brengen tot een verdrag. Zy hoopten, dat
Frankryk zig zou laaten vergenoegen met
eenen afftand van Kameryk, S. Omer , A-
rien en het Franche Comté: waartoe zy kans
zagen, het Huis van Oostenryk te beweegen
(a). Doch om dat zy niet wisten, hoe ver
zig de oogmerken van Frankryk zouden mogen
uitftrekken, beflooten zy , zig te lande
te wapenen, en de grenzen van den Staat te
voorzien (T). Men was, in Frankryk, niet
onkundig van deeze bell uiten, en een der
Staatsdienaaren hadt zig reeds laaten verlui-
den , dat men den Staaten, zo zy zig roerden,
den Koning van Engeland op den hals wer-
pen zou. Ook vreesde men hier voor Zwee-
den en voor den Bisfchop van Munfter (c).
De laatfte was wederom begonnen te wer-
ven, en men meende, dat zulks, door heime-
lyke aandryving van Frankryk, gefchiedde,
om de Staaten in onrust te houden, en van 't
befchermen der Spaanfche Nederlanden te
doen afzien. De Staaten fchreeven 'er over,
aan den Keizer , aan eenige Duitfche Vor-
ften, en zelfs aan den Koning van Frankryk,
die zig verbonden hadden, de jongfte Vrede,
met
O) D'Estradks Tom. V. p. 337, 341. 355 De Witt
Brieven iV. Deel, H. 578.
O) Seer. Refoi. Iloll. 20, 26 May 1667. II. Deel, U-
552» 553-
00 y»iez D'Estrades Tum. V. p. 33 t.
CO De Witt Drieven II. Deel, il. 507.
\
-ocr page 277-
LI. Boek. HISTORIE.
ß?5
met den Bisfchop gemaakt, te zullen handhaa- iflj?.
ven. Ook hadden 'sBislchopswervingen, die ----—
nog totin't jaar 1668 voortgezet werden,ten
dcezen tyde, geen gevolg (</).
Lodevvyk de XIV. vervolgde, midlerwyl, De Fran-
zyne onderneeming in de Nederlanden. Voor JjJ«J '^
't einde van Zomermaand, waren hem Char- ve^Chei.
Jeroi, S. Wynoksbergen, Veurne, Aath en den' ste-
Doornik in handen gevallen. In Hooimaand, den in de
nam hy Douai, Oudenaarden en Aalst in: doch j^»"-
Aalst werdt geflegt en verlaaten. In Oogst- Neder.
maand, bemagtigde hy Rysfel, negen dagen ïamkn.
na 't openen der loopgraven («). Doch
fommigen hebben aangemerkt, dat alle deeze
veroveringen van te weinig belang waren om den
Koning te verzekeren van't bezit derSpaaniche
Nederlanden (ƒ).
De Markgraaf van Kastel-Rodrigo hadt, XI.
ondertusfehen, niet verzuimd, by de Staaten, Opening
aan te houden om hulpe, te gelyk, te kennen ^„d"lie
geevende, dat de Koningin van Spanje niet iing tus-
ongeneigd was, tot een redelyk verdrag met fcheo
Frankryk (g). De Koning van Frankryk, Frankryk
hiervan kennis bekomen hebbende, gaf, in ? Span"
't begin van Hooimaand, last aan d'Estrades, Eisendes
die toen te Breda was, om een' keer naar den Koningi
Haage te doen, en de Witt voor te flaan, Y,an
dat hy zig. ter voldoeninge van al het regt, |™k'
welk '
fd~) Secr. Relbl. Holl. 6 August, lüfy. II. Drei, K 581.
D'EsWAO. Tom. V. p. 335- Aitzema VI. Deel, tU ajï.
«51» 34*- 34'>» "4.
(e) Aitzema VI. Deel, M. 25^-157, 260.
ff) Feuquier. Mem. Hlltor. & Milit. Tim, I. f. 105 'W
'(j) D'Estraoks Tum. V. f. 2Qr, sya.
s^
t
-ocr page 278-
276 VADERLANDSCHE LI. Boek.
1667. welk aan de Koninginne van Frankryk, door
p——» den dood van den Koning, haaren Vader,
vervallen was, met het Franche Comté, het
Hertogdom Luxemburg, Kameryk en het
Kamerykfche, Arien, S. Omer, S.Wynoksber-
gen, Charleroi, Doornik en Douai, te vrede
zou houden (^). Doch men oordeelde, in
den Haage , deezen eisch zo buitenfpooriga
dat de VVitt verklaarde, dat dien toe te liaan
zo veel zou zyn, als of men alle de Neder«
Voorflag landen afftondt. De Raadpcnfionaris floeg,
van de derhalve, uit zig zei ven (/), voor „ dat de
* ff Koning zig behoorde te vergenoegen, zo
„ men hem het Franche Comté, Kameryk en
„ het Kamerykfche, S. Omer, Arien, Douai,
S. Wynoksbergen en Veurne afltond;
„mids hy Doornik, Charleroi, welk men
gontmantelen zou, en alle andere Plaatfen
B te rug gave ; dat men , wyders , eene
„ wapenfchorfing fluiten moest, voor den
Ätyd van drie maanden, binnen welken, de
„Staaten de Regeering van Spanje zouden
„zoeken te beweegen, om in deeze voor-
„waarden te bewilligen: 't welk niet geluk-
je kende met gemoede, zouden zy de wape-
„ nen, ten behoeve des Konings , opnee-
„men, om haar daartoe te noodzaaken: dat,
„eindelyk, van nu af, zou worden vastge-
wfteld, dat men, in geval de Koning van
„Spanje, zonder wettige erfgenaamen ,
„overleedt, de Spaanfche Nederlanden ver-
(V) D'Estrai>es Tom. V. p. 591.
CÓ Ub Witt JJrieven IV, Dttl, il. 51».
-ocr page 279-
LI. Boek.           HISTORIE. 277*
„pligten zou, om zig, Volgens het ontwerp tg^.
„van den jaare 1663, tot een Gemeenebest ------->
„te verklaaren." Doch de Franichen had-
den nog geene ooren naar deeze voorflagen
(Jt)i waarop de Staaten op andere middelen
bedagt zyn moesten , om zulke magtige na-
buuren (f) te doen veranderen van befluit. 't
Eerst, dat in bedenking kwam, was het aan-
gaan van verbintenisfen met Groot - Britanje,
Zvveeden en eenige Duitfche Vorsten, ter be-
vorderinge eenerredelyke vrede tuslchen Frank-
ryk en Spanje. Doch alzo zulks niet, naar
behooren, gefchieden kon, zonder veel arg-
waan te geeven aan Frankryk, moest de han-
deling hierover bedektelyk worden aangevan-
gen. Al het beleid en de 1'chranderheid van
den Raadpenfionaris de Witt kwamen, derhal-
ve , te pas, om deeze gewigtige zaak tot een
goed einde te brengen,
Met Zweeden, was de weg gebaand tot XI1.
nadere eenigheid. De Graaf van Dona, als Twee
buitengewoone Gezant van Karel den XI, ^ ""et
herwaards gezonden zynde, hadt niet alleen zweeden
last, om , nevens Flemming en Cojet, de gefloo-
Vrede tusfchen Groot-Britanje te helpen be-ttn*
middelen; maar ook, om, nevens den ge-
woonlyken Refident Appelboom, te arbeiden
aan een nieuw Verbond met de Staaten. Men
kwam, na veel handelens, overeen (m), we-
gens een Verdrag van cotitréande goede-
ren,
C*) D'Estrabbs Tam. V. p. 444-447. De Witt Blieven
II. Deel, il. 540, 541, 546, 55°-
l) Poiez D'EsTlMnM Turn. V. p. 287.
w) Aitzema VI. Üeet, VU v>ï - S2S.                                1
-ocr page 280-
sr8 VADERLANDSCHE LI. Boek,
\S6f. ren,welk,op den zestienden van Hooimaand»
——- getekend werdt (n): en op den zesentwintig-,
Iten, iloot men een byzonder Verdrag, waar-
by „het Elbingfche Verdrag en de ophelde-
„ ringen op het zelve (o) , eindelyk , vernie-
tigd werden. Het regt tot de fterkte op-
„KaboKors, in Guinea, en zeker fchip, de
„ Christina genoemd, werden aaa de Neder-
„landfche Westindifche Maatfchappye af-
„ geftaan mids daartegen aan den Koning
„honderd en veertigduizend Ryksdaalers
„betaald werden. Over de oude zaak, tus-
„fchen Groot Johan en de Kriwitfen Q5)
„ werdt, insgelyks, eene overeenkomst
„ gemaakt, waaraan men 2&g beloofde te
„houden. De verdere eifchen, welken men,
„ wegens beloofde onderftandgelden , tegen
„ eikanderen hadt, werden vernietigd gere-
„ kend. Doch de andere openftaande gei'chil-
„len, tusfchen de Zweedfche en Nederland-
„ fche Maatfchappyen, zouden y naar regt en
„billykheid, onderzogt, en zonder uitftel
„ afgedaan worden (_$%" Met dit Verdrag,
welk terftönd bekragtigd werdt (V), was de
verkoelde vfiendfchap -tusfchen Zweeden en
deezen Staat wederom herfteld. D'Estrades,
de gevolgen van • deeze vernieuwde eendragt
voorziende, hadt zyn best gedaan, om
het treffen van het Verdrag te voorko-
men
f »*) Zie het in de Relbl. Hol!. 19 July 1667. W. 12. en ty
Aitzeva V(. Deel, 61. 212.
, (e) Zit. XII. /Jeel, il. 439, 4^4, 481.
(jt>) Zie XII. Deel, U. 271.
C?J Zie het Traét. by Aïtzbma Vr. Deel, U. il*.
i rj Zie Secr. Refol. Hoil. 29 jfuly 16Ó7. II. Deel, bl. 57*.
-ocr page 281-
LT.Boek.          HISTORIE. 279
men (j); doch zyn toeleg was hem gemist. %gg7J
Voorts , hadden de Scaaten , terftönd na -----u.
het fluiten der Bredafche Vrede,, geraad- XIII.
pleegd op het afzenden van een buitengewoon gezant-
Gezantfchap naar Engeland , waartoe , „aar1^,,
van wege Holland , Joan Meerman, Bürge- geland!
meester van Leiden; van wege Zeeland, Joan
Boreel, Burgemeester van Middelburg,
benoemd werden. Friesland zou 'er iemant
bygevoegd hebben; doch de Staaten van dit
Gewest konden eikanderen nietverltaan. Meer-
man trok, eerst in Herfstmaand, vooruit, naar
Londen, wordende Boreel, door onpasfelyk-
heid, nog eenigen tyd opgehouden (*). Meer-
man ; wiens Vader, Gerard Franszoon Meerman ,
een Advokaat van de Remonftrantfche ge-
zindheid geweest was (1), en zig,ter gelegen-
heid van zyn Huwelyk, met eene Dogter van
den gewezen Leidfchen Burgemeester, Joan
Pietenzoon de Bye,
in't jaar i6i3, uit de Regee-
ringe ontflaagen, te Leiden, nedergezet hadt;
onderhieldt naauwe vriendfcbap met den
Raadpënfionaris de Witt («), wiens geheimfte
in-
CO D'Rstradbs Tom. VI. p.*t.                         . , .,.
(*) Airzi-.MA VI. Deel. l/l. 72-75, 147.
(k) Uit eene korte Leev:nsbe(c!i. van den. AuibasC. Mei*.
MAN. BIS.                                                                            . , -
(1) Brandt gewaagt (Jliftor. der Reform. I« Deel,
bl. 197,) van eenen Grootvader van deezen, die den
zelfden naam voerde, en van deszelfs Zoon Willem
Meerman,
by hooft, ergens, een overedel vermiß'
genoemd, en gehouden voor den Schryver der Co-
mmlia Féius
en Mallen wagen. Deez' was een Oud-
oom, en de geleerde Heer Mr. Gerard Meerman,
thans Raad en Penfionaris der Stad Rotterdam, i»
een Agter - kleinzoon des Ambasfadeurs.
S 4
-ocr page 282-
s8o VADERLANDSCHE LI. Boek.
i&>7- inzigten hem geopenbaard werden. Hy kwam,
?"...... ■ in Wynmaand, te Londen, en begon, ter-
ftond, te handelen,onder anderen, over 't ge-
ne 'er vereischt werdt, om de Vrede tusfchen
Frankryk en Spanje te herftellen: waartoe hy
en Boreel byzonderen last ontvangen hadden.
Zelfs moesten zy, volgens een geheim punt
van deezen last, met den Koning, overleg-
gen, of men, in geval de Vrede niet door
zagte middelen kon bevorderd worden , ook
tot nadrukkelyker zou dienen te komen (v).
Doch wy zullen, hierna, beter gelegenheid
hebben, om den uitflag hunner handelinge,
die in den Haage voltrokken werdt, te ver-
haaien. Meerman keerde, in den nazomer
desj'aars 1668, uit Engeland, te rug (w).
Wat laater, befloot men, ook met den Keizer
en met de Vorften van Brandenburg, Lünen-
burg en anderen in onderhandeling te tree-
den, over het zelfde onderwerp. Naar den
Keizer werdt een buitengewoon Gezantfchap
gefchikt (x), welk door Prinfe Joan Maurits
en den Heere van Beverningk bekleed zou
worden, Doch verfchil onder de Gewesten ,
en verandering in den toeftand der zaaken
was oorzaak, dat dit Gezantfchap niet ver^
trok (y).
Da
            Midlérwyl, hadt de voortgang der Fran-
gpaan- fche wapenen in de Nederlanden den Mark-
fchen                                                                graaf
O) Secr. Refnl. Holl. !* Sept. 1667 II. Deel, tl. 591.
fw) Brandt
cie Ruiter, tl 619.
(x~) Keer Refol. Holl. 28 Oilob. 3.5 Nov. 1667. II. £«■?,
H. 507, 606.
(ƒ) Aitzema VI. Deel, hl. 520, 554' 87?»
-ocr page 283-
HISTORIE.
LI. Boek.
aSi
graaf van Kastel-Rodrigo in de uiterfte ver- x^7,
legenheid gebragt (z), en, in 't begin van-------
Oogstmaand, bewoogen, om aanzoek te doen ken da
by de Staaten, ofzy, onder voorvvendfel van Staaten
eenig Krygsvolk af te danken, genegen zou- ^ß°"'d>
den zyn, het zelve in zynen dienst te laaten
overgaan, en hem, daarenboven, twee mil-
lioenen guldens te verftrekken, waarvoor hy
hun de tollen op de Maaze en op de Schelde
verpanden zou (ö). 't Bleef hier niet by. Na
dat Rysfel over was, verzogt Gamarra, op
den derden van Herfstmaand, gehoor by de
algetneene Staaten, welken hy Brugge, Oost-
ende en Damme, en de fchanfen S. Izabelle
en S. Donaas ten onderpand aanboodt, zo
zy den Markgraave van Kastel-Rodrigo een
rnillioen guldens opfehieten, en hem twaalf-
duizend man byzetten wilden (&). De Staa-
ten van Holland neigden, terftond, tot deeze
handeling, en ontwierpen een Verdrag, waar
in zy , behalve de aangebooden' Plaatfen,
Plasfendale, Slyp en nog eenige fchanfen in
Vlaanderen tot onderpand begeerden (V). Ga-
marra verzuimde geenen vlyt, om zynen voor-
flag, ook by de andere Gewesten, te doenaan*
neemen. Men meende zelfs, dat hy, ten dien
einde, veel gelds fpilde (V). Ook verfpreid-
den de Spaanfchen, alomme, dat de Koning
van
(a) Zie Aitzema VI. Detl, tl. 304, 305, 307.
(a) D'E'TRades Ton. Vf. p. 11.
C*) AiTiEMA VI. nul, H. 316.
(ej Secr. Rofnl. Holi. 20, 24 SefitepA. 1667. II. Dee!% b\
£82, 5«j Aitzema V|. Deel, W, 319.
{*) 0'BsTR.ipj» Tam. VJ. p. vj, 7», 156,
S5
-ocr page 284-
232 VADERLANDSCHE LI. Boek,
i6t?. van Frankryk naar de algemecne Heerfchap-
         py ftondt „welke hy," zelfs naar 't oordeel
van d'Estrades „ ligtelyk zou können beko-
„men, na dat hy zig meester gemaakt zou
„ hebben van de Spaanfche Nederlanden,
„die men, fchreef hy, wel voor verlooren
„ mögt rekenen, zo de Staaten hun niet ipoe-
„dig, en meteene aanzienlyke magt, onder-
steunden^)." Men werdt, eenigszins, ver-
iterktinde gedagten, dat Lodewyk de XIV.
naar de algemeene Heerfchappye dong, toen
men, omtrent deezen tyd, in Frankryk, een
boek in 't licht zag komen, getiteld hei
Regt des Körtings op het Keizerryk.
Doch de
Koning, beipeurende , dat dit Boek, welk
met zyn Oktroi gedrukt was , veel gerugts
maakte buitens Lands, deedt den Sckryver,
zekeren Auboi, in de Baftille zetten (e).
Voorts, zeiden de Spaanfchen „ dat Lodewyk
5, de XIV. beflootcn hadt, de Vereenigde
„ Gewesten aan te tasten, na dat hy hunne
„ Nederlanden overmeesterd zou hebben
Nieuwe „(ƒ)." De Koning van Frankryk, derhalve,
twcciedi- bedugt, dat de Staaten een hertig befluit
Üa^van" m0Sten necmen ten zynen nadeele3 deedt
Frank- hun, of eigentlyk den Raadpenfionaris de
iyk. Witt, door d'Estrades, voorflaan „dat hy
„zig, in geval de Koning van Spanje zon- .
„ der kinderen overleedt, wilde houden
„aan den voorflag, door de Witt gedaan,
„en gedoogeu, dat de Spaanfche Nederlan-
„defi
C<0 D'EsVuVdbs Tem. VI. p. 38.
(,«) D'Rstradps Turn. VI. p. 7g.
C/3 D'Esiiuues
Tom. VI. p. 43.
-ocr page 285-
LI. Bosk HISTORIE. 283
„den eeri wy Gemeenebest werden. Dat 1
„hy «ig vergenoegen zou met het Hertog-
dom Luxemburg, Kameryk en het Kame-
„ryklcüej Douai, Arien, S. Omer, S. Wy-
„ noksbergen en Veurne, en afzien van het
„Franche Comté, Doornik en Charleroi;
„mids de Koning van Spanje aan dien van
„Portugal," met wien Frankryk, onlangs,
een befchudigend en verdedigend Verbond
tegen Spanje geflooten hadt (g) „ voortaan,
„den titel van Koning gave. Zo Spanje,
„ nogtaiis , liever het Franche Comté dan
„het Hertogdom Luxemburg wilde mis-
ken, 't zou den Koning onverfchillig zyn.
„Voorts, wilde hy belooven, voor het ein-
„de van Lentemaand aanftaande, niets te
„ zullen onderneemen, op eenige vaste Plaats
„ in ue Spaanlche Nederlanden, zo de Span-
„ jaards zig, van hunne zyde, verbinden wil-
„ den, om geenen zyner fterke Plaatfen aan
„ te tasten; mids de Staaten, van nu af, be-
„ loofden, hem, zo 'er midierwyl 'geen ver-
„drag getroffen werdt, niet verder tot uit-
„ftel van vyandlykheden te zullen dringen.
„Zo, eindelyk, de Spaanfchen niet konden
„bewilligen in den Jbovengevorderden af-
„ ftand, zou hy zig te vrede houden, zo hem
„ alleenlyk werden afgeftaan de Plaatfen,
„ welken hy , in den tegenwoordigen veld-
„togt, zou veroverd hebben: welken twee-
„ ledigen voorflag hy vertrouwde , dat alle
„ Vcriten en Mogendheden zo redelyk zou-
„den
(gj Zk het by Aitzkma VI, Dtel, W. a6a.
-ocr page 286-
284 VADERLANDSCHE LI. Boek.
1667. „ den vinden, dat niemant hunner zig zou wil-
y        „len begeeven in eenig Verbond, tot ftuiting
„zyner oogmerken, als ftrekten dezelven,
„ om hem de algemeene Heerfchappy , of
„ zelfs maar de Spaanfche Nederlanden te
„verkrygen (/f)."
XIV. Van Beuningen, die, omtrent deezen tyd,
Openiiit; uit zyne bezending naar Frankryk, te rug ge-
»*!":*" keerd was (/), met d'Estrades over 'sKonings
gen. voorllag m gefprek geraakt zynde , gat te
verftaan, dat men Spanje niet zou können
beweegen tot het overgeeven van zo veele
Plaatfcn , zo de afftand der Koninginne van
allen verder regt op de Spaanfche nalaaten-
fchap niet te gelyk bekragtigd werdt (£).
Smaakt Doch deeze opening fmaakte kwalyk in
kwalyk prankryk; alwaar men vastgefteld hadt, den
ryk. aH " e^scn ^er Koninginne te vernieuwen, indien
de Koning van Spanje, zonder kinderen,
overleedt (7). Ook hadt men 'er merkelyke
agterdogt opgevat, over den handel van
Meerman in Engeland, en van de Witt, met
de Gezanten van Zweeden en van eenige
Duitfche Hoven, in den Haage. Doch de
Witt verzekerde aan d'Estrades, immers
volgens het fchryven van den laatften „dat
„de Staaten in geen Verbond tegen Frank-
„ ryk treeden zouden, zo lang de Koning
„genegen bleef, zig te verdraagen met
„ Span-
en) t'oiez D'Estraoes Tom. VI. p. <<f.
C i ) Secr. Rclól- »Dil. 26 Oêtob. 1667. II. Deel, U, 59$
Os WiTi Brieven IV. Deel, öl. 490.
(*.) D'Estrades Tom. VI. p. 66, 70.
(f) D'EsiRAoes Tom, VI. p. ju.
-ocr page 287-
LI. Boek          HISTORIE. 235
Spanje (f»)." En deeze verklaaring gaf 1 Af-
gelegenheid, tot eene onderhandeling over
         
een verdrag, tusfehen Frankryk en de Staa-
ten, betreffende de middelen, door welken,
men Spanje zou verpligten, om op redelyke
voorwaarden te fluiten met Frankryk. De Loore
Witt befteedde al zyn vernuft, om deezen J»*nde-
handel derwyze te beleiden, dat de Koning j^Wiu
van Frankryk hoop kreeg, om met Spanje temetd'Es-
zullen können fluiten, zo hy zig, tenvyl men trade*,
handelde, onthieldt van het voortzetten zy-
ner overwinningen in de Spaanfche Neder-
landen; waartoe hy, eerlang, te meer be-
floot, overmids het jaargetyde verloopen
was. De fchrandere Raadpenfionaris liet niet
na, van tyd tot tyd, te verzekeren aan d'Es-
trades, dat 's Lands welvaart en zyn byzon-
der belang aan Frankryk verbonden waren,
en dat men Spanje zou noodzaaken tot een
redelyk verdrag, al ware 't zelfs, dat men,
ten deezen einde, de wapenen van deezen
Staat by die van Frankryk zou moeten voegen
(V). Doch 't is ten hoogfte waarfchynlyk,
dat hy, met deeze handeling, niet anders
beoogde , dan Groot - Britanje en andere
Mogendheden te doen ontwaaken, en te
eerder te doen bewilligen in het Verbond
tegen Frankryk, welk hy in den zin
hadt (0).
De
(m) D'Estradkï Tom. VI. p. 74, 75, 85, 91, 95, 117,
148.
O) D'Estrades Tom. VI. p. 87, 98, ic«S, 113, 120, 131,
«IS» »47-
CO Zie Dk Witt Brieven IV. Deel, 11, wi, 583.
-ocr page 288-
«S6 VADERLANDSCHE LI. Boek.
1667. De handeling, van welke wy fpreeken,
—'— hadt, inderdaad, merkelyken invloed op de
|?e raadpleegingen aan de Hoven van Londen
fchenbe- ^e^e en van ^rus^- De ftüftand van wa-
ginnen penen, die 'er uit volgde, deedt den ecrften
eerigen fchrik der Spaanfchen bedaaren. Zy fpraken
moed te njet meer van ^ voorgeflaagen' verpanding
pen.P" eeniger Steden Cp), voorgeevende, dat de
Koning van Groot - Britanje , met wien zy
'er over geraadpleegd badden, zig, deswe-
ge, misnoegd getoond, en beweerd hadt, dat,
zo men den Staaten eenige Plaatfen dagt in te
ruimen, men hem, ten minste, Gend, Ype-
ren, Diksmuiden en Nieuwpoort in handen
moest ftellen (q). De Witt hieldt, nogtans,
dit voorgewend misnoegen des Konings van
Groot - Britanje voor eene loutere onwaar-
heid, en wees verre van de hand de verpan-
ding van het Land van Waas, welke men nu
voorfloeg; om dat dit Land, welks inkomen,
op vier tonnen fchats in 't jaar, begroot
werdt, reeds ten deele verwoest was, door
de Franfchen, en, ligtelyk, door ftrooperyen
en brandfehattingen, verder zou können uit-
gemergeld worden (V). Sommigen melden,
dat Gamarra en de Baron van Bergeik, welke
laatfte , door den Markgraave van Kastel -
Rodrigo , naar den Haage gezonden was,
nu een verdedigend Verbond voorfloegen
tusfehen het Huis van Oostenryk en de Staa-
ten, opzigtelyk op de Spaanfche Nederlan-
den:
C/O De Witt ISrioven IV. Deel, II. 523, 5<*«
(1^ 1)k Witt lirieven IV. Deel, hl. 492, 493, i<)\.
C r) Ds Witt lirieven IV. Deel, il. 524, 534, 535.
-ocr page 289-
LI. Boek.         HISTORIE. 28?
den: in welk geval, men den Staaten eeni- i^7,
ge Plaatfen overgeeven wilde. Doch dat-------■
deeze voorflag, uit ontzag voor Frankryk,
van de hand geweezen was (ƒ). In Engeland,
verwekte de handeling tusfchen Frankryk en
de Staaten grooten argwaan, onder 't gemeen.
Men vreesde, dat deeze twee Mogendheden
de Spaanfche Nederlanden deelen zouden ,
en dat Frankryk, daarna, weinig werks zou
behoeven te doen, om dezelven, en de Ver-
eenigde Gewesten daarenboven, geheellyk,
te overmeesteren. Doch Karel de II. en de
Hertog van Jork, zyn Broeder, die veel op
hem vermögt, waren te zeer in de belangen
van Frankryk, om maatregels te neemen, tot
voorkoming van zulk eenen geweldigen aan-
was der Franfche magt. Daar moest eenige
tyd verloopen, eer zy 'er, onder anderen ten
minften om 't volk en 't Parlement genoegen
te geeven, toe beiluiten konden; gelyk wy,
wel haast, zien zullen.
De Staaten, ziende den oorlog ontfteken xv.
op hunne grenzen, raadpleegden niet flegts, Raad-
omtrent het einde des jaars, op het uitrusten Pleeg'n-
eener Vloote tegen de aanftaande Lente (*); Ie"aan.
maar waren, al veel vroeger, bedagt geweest, fallen
om hunne Landmagt merkelyk te verflerken, van Le-
en een Leger in 't veld te brengen, tot be- gerhoof-
veiliging der Grenzen. Terwyl men hierover en'
raadpleegde, kwam, in de eerfte plaats, in
bedenking, wien men het opperbevel over
de
(O D'Estrades Tom. VI. p. HO.
iej AirzmA VI. Dtel, U. 165.
-ocr page 290-
288 VADERLANDSCHE         LI. Boek.
1667. de troepen van den Staat zou opdraagen: en
------ by deeze gelegenheid , moest de Prins van
Oranje, noodzaakelyk, wederom in aanmer-
king komen. De Staaten van Zeeland had-
den, in Zomermaand des voorleeden jaars,
reeds begeerd, dat men hem zitting gave in
den Raad van Staate: waartoe ook de ande-
re Gewesten, op Holland na, neigden («)•
Doch de Staaten van dit Gewest, in den Zo-
mer deezes jaars, befpeurende, dat die van
Zeeland, voor deeze reize, niet dringen zou-
den , om den Prins van Oranje, die, in Louw-
maand laatstleeden , in den ouderdom van
ruim zestien jaaren, Lid der Hervormde Ker-
ke geworden was £v), tot eenig Krygsampt
te bevorderen; neigden meer, om hem in den
Raad van Staate toe te laaten, dan zy te voo-
ren gedaan hadden (v). Ondertusfijhen, zou-
den de meeste Gewesten gaarne gezien heb-
ben, dat men hem ook tot Kapitein - Gene-
raal verkooren hadt. Maar Holland, door
Utrecht onderfleund , beweerde , dat men
hiervan niet reppen moest, voor dat de Prins
agttien jaaren bereikt hadt (x). Men zag,
ondertusfchen , in Holland , klaarlyk , dat
men nadien tyd, niet zou können nalaaten,
den Prins te bevorderen tot Kapitein - Gene-
raal, vooral, zo de Staat mögt ingewikkeld
raaken in eenen oorlog te lande; waarvoor
men thans, met reden, bedugt was. Doch
men
(O Aitzfma V. Deel, U. 815, 823.
fv ) Aitzems VI. Deel, H. 8c.
Cv) Secr. Refol Holl. 2 July 1667. If. Titel. bl. 555
(xj D'Estrades Tom. V. p. 348, 358, 365, 379 > ó3Ij
-ocr page 291-
Li; Bonit.
HISTORIE. aS9 ..
men vreesde, dathy, veelligt, iet ondernee- ^67.
men mögt, ten nadeele der tegenwoordige -------;
Regeeringe, of, gelyk men 't noemde, ten
nadeele der vryheid, zo men hem, nevens
het oppergebied , over 's Lands Krygsmagt,
ook zo veel gezags opdroeg over zaaken van
Regeeringe, als zyne voorzaaten/in de hoe-
danigheid van Stadhouders, eertyds , gehad
hadden. Men was hierom bedagt op een Onc-
middel, om deeze zwaarigheid te voorko- ^er£°™
men. De Raadpenfionaris de Witt maakte pfteïU_~
een ontwerp, volgens welk, het Kapitein- Gene-
fchap- Generaal, voor altoos , afgcfcheiden raaifchap
zou moeten blyven van het Stadhouderfchap, jygiden
op zulk eene wyze, dat deeze twee waardig- van j,et
heden, nimmer, door een' en den zelfden Stadhou-
Perfoon, zouden können bekleed worden, derfchap..
De Leden der Vergaderinge namen dit Ont-
werp eerst over (y); doch keurden 't, wel-
haast, eenpaariglyk, goed, en, op den een-
entwintigften van Hooimaand , floeg men ,
uit naame van Holland , den Gemagtigden
der algemeene Staaten tot de geheime zaaken
voor „ dat Prins Joan Maurits van Nasfau,
„door hunne Hoog- Mogendheden , mögt
„ verkooren worden tot Veldmaarfchalk der
„ Vereenigde Nederlanden, en Paulus Wirtz,
„ voor deezen Generaal over 't voetvolk in
„ Zweedfchen dienst, tot tweeden Veldmaar-
„ fchalk. Dat, by eenpaarige overeenkomst
„ der Gewesten, mögt vastgefteld worden,
„ dat allen, die ooit tot Kapitein - Generaal
„ zou-
00 Secr. RefoL Holl. i July, 1W7. II. üiel, W. 555.
XIII. Deel.            T
-ocr page 292-
ötcjo VADERLANDSCHE         LI. Boek.
tw>?. „zouden mogen verkooren worden, of, on-
*------ ?J der eenigen anderen titel, het opperbe-
„ vel hebben over de Krygsmagt van den
5, Staat, te water of te lande, niet zouden
?? mogen zyn , of blyven Stadhouders van
„ eenig Gewest of Gewesten. Dat de toe-
5, komende Kapitein of Admiraal - Generaal,
j, by eede , verbonden zou worden, hierte-
j, gen, nooit eenig verzoek te zullen doen,
^en het Stadhouderfchap , welk hem, t'ee-
h nigen tyde, door eenig Gewest, mögt op-
w gedraagen worden, van de hand te zullen
?j wyzen. Dat den Heere Prinfe van Oran-
?, je zitting verleend mögt worden in den
?? Raad van Staate, en dat hy, zo 'er een
5, Leger te velde gebragt wierdt, ook der-
w waards , in polüique hoedanigheid , mögt
,j afgevaardigd worden, om, op deeze wy-
^ ze , gegronde kennis te verkrygen van
n zaaken van geldmiddelen , regeeringe en
w oorloge , en te bekwaamer te worden tot
,j zodanige bedieningen by en , over het
„ Krygsvolk, te water en te lande , waar-
jjtoe de Staat, naderhand, zou mogen goed-
Wordt »vmc^en' ^lcm re verkiezen." Doch Zee-
doof iand vondt geen behaagen in het byzonder-
Zeeiand fte van deezen voorflag, oordeelcnde „ dat
*fre- wmen den nakomelingen, door de bepaalin-
k*UrCÏ' » §en» ^y ^en ze*ven ■> gemaakt, de handen
w te zeer bondt, en dat men niet behoorde
n te wyken van den ouden vorm der Regee-
n ringe , in de Utrechtfe Vereeniging des
w jaars 1579 , goedgekeurd , waarby den
„ Stadhouderen de beflisfing gelaaten werdt
n over
-ocr page 293-
LI. Boek. HISTORIE.         291
„ over de gefchillen tusfchen de Gewesten ig^.
„ om welken af te doen, men , tor hiertoe, _____
„ geen bekwaam middel hadt können vast-
„ Hellen, fchoon men, hierover, op de groo-
„ te Vergadering des jaars 1651 , lang en
„ breed, geraadpleegd hadt." Voorts, Hem-
den de Afgevaardigden van dit Gewest Prins
Joan Maurits ook tot Veldmaarfchalk. Doch
zo men oordeelen mögt, eenen tweeden
Veldmaarfchalk nood ig te hebben, verftonden
zy, dat daartoe de Graaf van Waldek, of die
van Dona behoorde verkooren te worden.
Die van Gelderland oordeelden, dat men den Qevoe»
Prins van Oranje tot Kapitein en Admiraal- lens der
Generaal behoorde aan te ftellen, mids hy andere
niet in de bediening deezer waardigheden GeWca-
tradt, voor dat hy agttien jaaren bereikt zou tcn"
hebben. Voorts, ftemden zy Prins Joan Mau-
rits en den Graaf van Waldek tot Veldmaar-
fchalken. Doch omtrent de bepaalingen, die
Holland, in de Intruftie voor den Kapitein- en
Admiraal - Generaal, wilde gevoegd hebben,,
oordeelden zy , dat de Gewesten by derzel-
ver vryheid gelaaten moeften worden. Fries-
land was 't genoegzaam eens met Gelderland.
Maar Utrecht viel, ten opzigte van den Piïnfe
van Oranje, in 't gevoelen van Holland.
Overysfel ftemde, wat laater , dat men, ten
opzigte van de fcheidinge van 't Kapitein-
Generaalfchap en 't Stadhouderfchap, een
eenpaarig belluit in de Gewesten moest zoe-
ken te wege te brengen. En Stad en Lande
verklaarde zig uitdrukkelyk tegen de fchei-
dinge der hooge waardigheden. Men floeg
T 2
                      ook
-ocr page 294-
«92 VADERI.ANDSCHE LI. Boek.
i6fy. ook voor, om den Prins van Oranje , niet
-------voor dat hy twintig of drieentwintig jaaren
bereikt zou hebben, aun te Hellen tot Kapi-
tein-Generaal. Doch hierop werdt niets be-
flooten(s). De Staaten van Holland, mid-
lerwyl, befpcurende, dat de meefte andere
Gewesten niet te beweegen waren, om het
Kapitein-Generaalfchap , voor altoos, te
fcheiden van het Stadhouderfchap, kwamen,
cindelyk , in Wintermaand , tot vastrtclling
van een befluitdesaangaande (#), welk, reeds
op den vyfden van Oogstmaand , genomen
was, en ledert, onder den naam van eeuwig
Edict,
vermaard geworden is. Het behels-
D« Swa- de „ dat de Staaten, na ryp beraad en over-
ten van „ leg, in de Orde der Ridderfchap en Edelen
Holland ^en jn de Vroedichappen der Steden, by.
het Kapl«»eenpaarige overgil'te en medeflemming
tein Ge- » VTan au,e de Leden, voor een duurzaam Ge-
neraal- n bod en en eeuwige Wet, tot voorftand der
fchaPva.n „ vryheid en behoudenis der eenigheid en
huiider-" »gemeene ruste» hadden vastgeiteld: i. dat
fchap,en whet vermogen tot de belchryving in de
vemieti- B Orde van de Ridderfchap en Edelen, en de
pen Jlct „ benoeming en verkiezing van Burgemee-
bTeen „fteren, Vroedfchappen, Schepenen en alle
eevzvig „andere Regeeringsperfoonen in de Steden,
Edia. n voortaan, zou bly ven aan de Orde
„ van de Ridderfchap en Steden in 't byzon-
„der, volgens het oud gebruik of de Privi-
»legien
f>) Aitzüm» VI. Deel, il. 141.147» »?7. 'Si. i«3> l6(5>
If.9, sii, f,n.
(«O Aitzsma VI. Deel, W. 168. D Estrades Tom. VI.
P- «59-
*
-ocr page 295-
LI. Boek.         HISTORIE. 293
„ legien en Oktrojen, verkreegen ofnog te 1667.
verkrygen, zonder ooit, geheel of ten deele, ------
„ aan iemant te mogen worden afgeftaan. 2.
„ Dat alle ampten en bedieningen , ftaande
„ tegenwoordig ter begeevinge van de
„ Staaten van Holland en Westfriesland ,
„ aan dezelven verbly ven zouden , zonder
„ hieronder egter de Krygsampten te be-
grypen , omtrent welken hunne Edele
„ Groot - Mogendheden zulke fchikkingea
„ zouden maaken, als dezelven , ten mees-
„ten dienfte van den Lande, zouden bevin-
„ den te behooren. 3. Dat hunne Edele
„ Groot- Mogendheden nooit toeflaan zou
„ den, en de zaaken ter Generaliteit derwy-
„ ze helpen beidden, dat ook by de andere
„ Gewesten beflooten werdt, nimmer te zullen
„ bewilligen , dat de gene , die ooit, na
„ deezen, zou mogen verkooren worden tot
„ Kapitein of Admiraal - Generaal, of tot
„beide deeze waardigheden tevens, of, on-
„ der eenigen anderen titel, het opperbevel
„hebben over 's Lands Krygsmagt te water
„ of te lande , te gelyk zy of bly ve Stad-
„ houder van eenige Provincie of Provin-
„ cien. Dat ook, wat de Provinde van
„ Holland en Westfriesland betrof, niet al-
leen niet hy, die 't opperbevel hebben
„ zou over 's Lands Krygsmagt te water of
„te lande; maar ook niemant anders, tot
„ Stadhouder der zelve Provincie , zou mo-
„gen worden aangelleld; maar dat gemelde
„ waardigheid zou zyn en blyven vernie-
„ tigd; zullende den Gekommitteerden Raa-
T 3
                    Äden
-ocr page 296-
29 \ VADERLANDSCHE LI. Boek;
1667. „den aanbevolen blyven, om zaaken, die
-------„ fpoed vorderden , in afwezendheid hunner
„Edele Groot - Mogendheden , af te doen.
„ 4. Dat de Edelen en de Vroedfchappen der
„ Steden , de Leden der Vergaderinge van
„hunne Edele Groot-Mogendheden en de
„ Raadpenfionaris , by eede , zouden moe-
„ ten belooven , de voorgemelde punten,
„ heiliglyk en opregtelyk , te zullen helpen
„handhaaven. 5. Dat het gemelde derde
„ punt, in de Inftru&ien voor den Kapi-
„ tein- en Admiraal -Generaal, zou worden
„ gevoegd, en deeze by eede verbonden
„ worden, om daartegen nimmer eeniger-
„ lei verzoek te zullen doen, en het Stadhou-
„ derfchap , zo 't hem , buiten vermoeden,
„ t'eenigen tyde, mögt opgedraagen wor-
„ den, van de hand te zullen wyzen (#)•" De
eed, in dit Ediér gevorderd, werdt eerst door
de Leden der Staatsvergaderinge , door den
Raadpenfionaris en de Sekretarislen, en, daar-
na , ook in de Vroedfchappen der Steden af-
Misnoe- gelegd (c). Maar Zeeland nam zonderling
ov"hier k'walyk, dat men, in Holland, beflooten hadt,
het Stadhouderfchap te vernietigen, zonder dit
Gewest te kennen; daar men, voor deezen,
werdt 'er gezeid, hadt voorgegeven den
Prins van Oranje , in tyd en wyle, tot alle
de hooge waardigheden zyner voorzaaten,
te willen bevorderen: immers, desaangaan-
de,
(*") Refol. Holl. 5 d"g- t<M>7- '*'• 6u »'* de Refol. vaa
Confii. ten tyilc van De Witt. il. goo.
(e) Refol, Uoll. 29. 21 üetemb. 1Ü67. *<• 6l > 6rt' " 3""*
-ocr page 297-
LI. Boek.         HISTORIE. 295
de, niets, zonder Zeeland, te zullen vast- 1667,
(lellen. Het Huis van Oranje , en allen, ""'"' ü
die hetzelve gunst toedroegen, ftonden ook
verbaasd, over den ftap, dien Holland ge-
daan hadt. De jonge Prins zag zig, voor al-
toos , verfteken van het Stadhouderfchap
van Holland , het aanzienlykfte der zeven
Gewesten, en kon zelfs, met bewilliging van
Holland, geen Stadhouder van Zeeland, of
\ran eenig ander Gewest worden , ten ware
hy, voor altoos, afzage van de waardigheid
van Kapitein- en Admiraal - Generaal; van
welke waardigheid ook de Stadhouder van
Friesland van nu af aan , uitgeflooten was
(i). Men begrypt dan, ligtelyk , dat hefe
misnoegen tegen Holland , en vooral tegen
den Raadpensionaris de Witt, dien men hielde
voor de voornaamfte oorzaak van het eeu-
wig Edifl, toenam by veelen. Midlerwyl,
bragt het verfchil tusfchen de Gewesten,
over de fcheidinge van het Kapitein - Gene-
raalfchap en Stadhouderfchap, te wege, dat
de Prins van Oranje nog geene zitting kreeg
inden Raad van Staate; welke hem, anders^
zins , ook met toeftemniïng van Holland,
zou vergund geweekt zyn. Wy zullen hierna
gien, hoe 't met deeze zaake afliep.
't Leedt tot in 't begin des volgenden jaars, Aanftek
eer de Hoofden over 't Krygsvolk van denüngvaji
Staat werden aangefteld, met volkomen' be- f"eg£J'
williging van alle de Gewesten, Prins Joan 00
Mau-
f<0 Notul. Zeel. ia /ittgu/I. 24- Ney. 1(567, IL 102, i8ifo
AnjEiJA VI. i)tel, il. 143, 164. 169-
T 4
-ocr page 298-
ap6 VADERLANDSCHE LI. Boek.
1667. Maurits en Wirtz werden Veldmaarfchalken:
■-------de Heer van Noordwyk, Generaal der Artil-
lery; de Ryngraaf en de Prins van Tarente
Luitenants Generaal der Ruiterye; en de Heer
van Zuilenftein Luitenant - Generaal van 't
Voetvolk (<•)•
VT De handeling tusfchen Frankryk en dee-
Karei de zen Staat, over de middelen om de Vrede
JI. zendt tusfchen Frankryk en Spanje te herftellen,
.Tempie hadt zo veel agterdogt veroorzaakt aan het
waad« Groot - Britannifche Hof, dat men, aldaar,
om een' eindelyk, andere maatregels begon te vol-
Verbond gen (ƒ). De werving en uitrusting, over
voor te welken men, in Holland, raadpleegde, had-
ftaan" den, in Engeland, den fchyn, als of dezelven
waren aangelegd , om Spanje te noodzaaken,
tot bewilliging in zulke voorwaarden van
vrede, als waarover Frankryk en deeze
Staat famen zouden overeenkomen (g). En
zy, die, hier, 't roer der zaaken in handen
hadden , zagen niet ongaarne, dat men , in
Engeland , hun gedrag dus opname 3 opdat
Karel de II, eindelyk, 't gevaar bemerken
mögt, welk zyn Ryk van Frankryk te wag-
ten hadt, zo deeze Staat de Franfchen hielp
tegen Spanje. In Frankryk zelf, meenden
eenigen, dat men zig hier tegen Spanje wa-
pende , en de Raadpensionaris de Witt,
Frankryk, zo lang als mogelyk ware, buiten
ag-
(O De Witt Brieven IV. Deel, il. 623. Aitzf.ua VI.
Dttl, hl 441.
/) De Witt Brieven IV. Deel, tl. 510, 5'4.559» D'Es-
T«.ades Tom. v\. p 173, '75'
(g') lil Wijt Brieven IV. Deel, hl. 594, 631.
-ocr page 299-
LI. Boek. HISTORIE.         S97
agterdogt willende houden, deedt zyn best a i66j.
om d'Estrades te verfterken in deeze.gedag- ------
ten, tot dat Groot - Britanje zig nader geopend
zou hebben , over 't gene Meerman en Bo-
reel last hadden aldaar te handelen, met op-
zigt op de Spaaniche Nederlanden : 't welk
eerst, omtrent het einde des jaars 1667, gc-
fchiedde (/5). De Staaten van Holland had-
den , ten zelfden tyde , een bell uit genomen,
om de zaaken tusfchen Frankryk en Spanje
te beleiden tot een Verdrag, waarby aan
Frankryk eenige Plaatfen zouden worden af-
geftaan. En dit belluit, welk in Engeland
bekend werdt (/), fcheen vry wat toegebragt
te hebben , om het Engelfche Hof te be-
weegen , om zig ernfttger te moeijen met de
Spaaniche Nederlanden. Ook begreep de Ko-
ning van Groot-Britanje , dat hy , hierdoor,
de gunst zyns volks , welke hy , door den
oorlog met den Vereenigden Staat, meer of
min verlooren hadt, wederom herwinnen zou.
Men befloot, derhalve, een naauw Verbond te
fluiten met de Staaten tegen Frankryk; en den
Koning van Zweeden ook aan te zoeken , om
in het zelve te treeden (£). Doch alzo Meer-
man en Boreel geenen last hadden , om over
zulk een Verbond te handelen; en men zo ge-
wigtig een werk, heimelyk en fpoedig, diende
uit te voeren; vondt men dienftig, den Ridder
William Tempte, 'sKonings Relïdent te B rus-
fel,
?
Ä") Dr Witt Rrieveii II. Deel, W. 600.
O Si'cr. Refii). Holl. 10 l>ec. 1667. 11. Deel, hl. 614. I>K
Wut Brieven «V. Deel, W. 562.
(*) Rapin Tom. IX. p. ajii, 272.
ÏS
-ocr page 300-
298 VADERLANDSCHE LI. Boek.
1667. fel, in allcryl, af te vaardigen naar Holland,
-------om óen Raadpenfionaris de Witt, op dit ftuk,
te ondertasten. Temple kwam , den dertig-
Zyn ge- ßen van Wintermaand , als in 't doorreizen
met den naar Londen , werwaards hy voorgaf een*
Raadpen- keer te moeten doen , den Raadpenfionaris
fionaris bezoeken, en hieldt hem onder anderen
de Witt.
voor „ hoe hy van den Koning, zynen Mees-
„ ter, gelast ware, om uit hem te verneemen 3
vooreerst, of hunne Hoog - Mogendheden
„ ook geneigd zouden zyn, om een befcha-
„digend en verdedigend Verbond tegen
„ iedereen aan te gaan met zyne Majefteit ?
nten anderen , of hunne Hoog - Mogendheden
5, zig wel met zyne Majefteit zouden willen
j, verbinden tot verdediging der Spaanfche
„ Nederlanden , en , eindelyk , of men , in
„ den tegenwoordigen toeftand der zaaken ,
„ ook zou können geraaden vinden , om
„ een befchadigend Verbond tegen Frankryk
„ met den Koning van Groot - Britanje te
„ fluiten ? " Op deezc vraagen , antwoord*
de de Witt „ dat de Staaten voor eenen
„ vasten grondregel hielden , nimmer eenig
„ algemeen befchadigend Verbond met ie^
„ mant aan te gaan , als houdende zy zulk
„ een Verbond voor onrcgtvaardig in zig
,, zelf, en voor ftrydig met de Verbindte-
n nisfen , welken zy met andere Mogendhe-
„ den hadden. Dat zy ook , niet zonder de
„ hoogfte onregtvaardigheid, een befcha-
„ digend Verbond tegen Frankryk konden
„ aangaan; doch dat het tweede Lid van
„ zyn vuoritel, het fluiten van een Verbond
»onc
\
\
-ocr page 301-
LI. Boek. HISTORIE.          299
„ ora de Spaanfche Nederlanden te befcher- i66f.
n men , nader in aanmerkinge kwam , en dat ------
„ hy gaarne weeten zou , wat de Koning ,
„ zyn Meester , hieromtrent gezind ware te
„doen." Temple hernam „dat hy hiervan
„ niet onderregt was ; doch niet twyfelde ,
„ of de Koning zou zig gereed toonen,
„ tot het aangaan van zulk een Verbond ,
„ indien de Staaten zig , van hunnen kant,
„ daartoe geneigd toonden." De Raadpen-
sionaris , hem toen hebbende voorgehouden
den inhoud van het jongde belluit der Staaten
van Holland, om , naamlyk , de zaaken te
helpen beleiden tot een Verdrag, waarby
aan Frankryk eenige Plaatfen werden afge*
ftaan ; verzogt, hierop, ten minfte , zyne
byzondere aanmerkingen te mogen hooren.
Waarop Temple hervatte „ dat hy voor
„ eerlykcr en raadzaamer hieldt, dat men
„ den Koning van Frankryk voor oogen
„ ftelde de inbreuk , door hem gemaakt,
„ op de Pyreneefche Vrede; dat men hem ,
„ daarna , bewooge om de ingenomen' Plaat-
„ fen j by voorraad , wederom te ftellen in
„ de handen der Spaanfchen, en dat men ,
„ vervolgens , het verfchil, door den gewoo-
B nen weg van regten , en door onzydige
j, zegsluiden , liete beilegten : of, zo de Ko*
„ ning van Frankryk hiertoe niet te brengen
„ ware met gemoede ; dat men 'er hem , met
„ de wapenen , beide te water en te lande ,
p toe behoorden te noodzaaken. Doch zo de
„ Staaten zig zo ver niet mogten willen uit-
3 laaien , begeerde hy te weeten, of men
„den
-ocr page 302-
3oo VADERLANDSCHE LI. Boek.
1667. »den Spaanfchen niet eenige penningen zou
____»willen verftrekken, op onderpand in het
»Overkwartier van Gelderland, of elders
»in de Spaanfche Nederlanden , mids Oost-
jj ende altoos onverpand bleeve ; in welk
r> geval y de Koning van Groot - Britanje ,
» veelligt, het werk alleen op zig zou willen
» neemen ; die , hoe men 't, van der Staa-
j, ten zyde, omtrent de Verpanding , mögt
B inzien , gaarne verzekerd zyn zou , dat zy
„ niet met Frankryk aanfpannen , noch zig
55 tegen hem verzetten zouden , zo hy beflui-
5, ten mögt, om het werk , uit al zyne magt,
5, aan te grypen." De Witt antwoordde niet
duidelyk op deeze voorflagen, en Temple zei-
de , eindelyk ,, dat de Koning, zyn Meester,
,5 niet ftil zitten kon , en noodzaakelyk party
„ kiezen moest," vraagende , ten belluite
w hoe 't de Staaten maaken zouden , als de
„ Koning , zyn Meester , door hunne beflui-
„ teloosheid of tegenkanting, genoodzaakt zou
,5 worden , om zig aan de zyde van Frankryk
„ te begeeven ; daar men hem Duinkerken ,
n Nieuwpoort en Oostende zou afftaan, za
„ hy de Spaanfche Nederlanden ; en gantsch
w Zeeland, zo hy de Vereenigde Gewesten
n hielp overmeesteren." Op welk laatfte, de
Witt alleenlyk zeide ^dat hy niet vertrouw-
,, de , dat zulk eene onregtvaardigheid vallen,
„zou können in de gedagten van den Ko-
„ning van Groot - Britanje." Des anderen-
daags , kwamen de Wit en Temple nog eens
byeen , en toen bleek , klaarlyk , naar 't oor-
deel van deft Raadpenüonaris, dat de Ko-
ning
-ocr page 303-
LI. Boek. HISTORIE.         3°*
ning van Groot-Britanje gezind was, om i66j.
Spanje met der daad by te ftean. De Witt ———
deedt van 't voorgevallene verflag aan de
Gemagtigden der algemeene Staaten tot de
Franfche zaaken , en Temple keerde naar
Londen (/),
D'Estrades, ondertusfchen kennis bekomen XVII.
hebbende , dat Temple de Witt gezien hadt, ue Witt
werdt, door den laatften , bevestigd in de ™£ ua_
gedagten , dat de Staaten gezind bleeven, om jes ge.
xSpanje te noodzaaken tot het aanvaarden van rust, we-
den tweeledigen voorflag , door Frankryk ge- ge«s hec
daan , zelfs met de wapenen , indien 't anders j^""
niet mögt können gefchieden (m), waarop hy iUetTem-
zig fcheen te verlaaten.
                                 pie.
Temple hadt zo dra geen verflag gedaan t^^
van zyne reize, of men befloot hem , ter- ____.
ftond , met 's Konings last, wederom her-
waards te zenden: 't welk met zo veel fpoeds
gefchiedde , dat men hem gehoord , zig op 't
gene hy medebragt beraaden, een befluit daar-
uit opgemaakt, zynen last in gefchrift ge-
ileld s en hem afgevaardigd hadt, in den tyd
van twaalf uuren («). Op den agttienden
van Louwmaand, kwam hy wederom in den
Haage (o), daar de zaaken , met den zelfden
fpoed, werden voortgezet. Des anderendaags,
kreeg hy gehoor ter algemeene Staatsvergade-
ringe , daar hy , flegts in algemeene bewoor-.
dingen , kennis gaf* van de begeerte zyns Ko-
nings,
r O IlE Witt Brieven IV. Deel, II. 609.
(m) D'Estrades Tom. V. p. 12a.
n ) D". Witt Brieven IV. Deel, bl. 718, 624. 6ia, 630.
(#) D'Ejtradbs Turn. IV. f. 231.
-ocr page 304-
3o2 . VADERLANDSCHE LI. Boek.
^Ó8 nings , om de Vrede tusfchen Frankryk en
------- Spanje te herftelleh Q>). Hierop tradt hy
Men _ met de Witt en andere Gemagtigden cier al-
fluit,bin- gemeene Staaten in onderhandeling, en, bin-
dagen.™ nen vier da§en 9 werden 'er twee Verdragen
twee " geflooten £q~) , een van welken van het ui-
Verbon- terite gewigt was. Zy werden, op den drie-
Groot-6' entwintigften •> getekend , zonder dat men 'er
Bxitanje. rugfpraak over gehouden hadt met de byzon-
" dere Gewesten : gelyk , volgens de gewoone
orde der Regeeringe , zou hebben moeten
geichieden. Doch men week , in dceze ge-
legenheid , af van de beflendigc gewoonte ,
op dat de handeling niet te vroeg rugtbaar
worden zou : in welk geval, de Franfchen ,
Jigtelyk , eene fpaak in 't wiel gefleken zou-
den hebben. Ook keurden de Staaten der
byzondere Gewesten , federt , het geilootene
voor goed (>), en de twee Verdragen werden,
al vroeg in Sprokkelmaand, ter wederzyde,
behoorlyk bekragtigd. Ook -werden toen de
punten wegens den Koophandel en Zeevaart,
omtrent welken men, te Breda , overeenge-
komen was , vervat in een afzonderlyk Ver-
drag , welk, op den veertienden , getekend
werdt (s), hebbende men het gewigtigfte
der twee andere Verdragen, hier, niet wil-
len fluiten, dan op vaste toezegging van Tem-
ple, dat men de beraamde punten van Zee-
vaart,
00 Aitzpma Vf. Deel, bl. 38.1-385.
Cf) Dr Witt Brieven IV. heel, bl. 622, 626.
ir) WiCQiJEFuiiT Aiubasf. Uyr. II. p. 460. D'EstradBS
Tom. VI p. 358.
O ZL her hy ATztM.i V(. Deel. bl 477. en in il Refol.
HolJ. ïi Maurt 1668. 61. 26.
-ocr page 305-
LI. Boek. HISTORIE. 303
vaart , in een afzonderlyk Verdrag , begry- igss.
pen zou (?). Wat nu de twee andere Ver- -------
dragen betreft, het minst gewigtige van de-
zelven was een bloot verdedigend Verbond,
waarby partyen beloofden „ eikanderen , in inhoud
B geval een van beide gedreigd of aangetast van h^c
wwerdtj met veertig fchepen van oorloge, cen^'
„en daarenboven met zesduizend knegten en.^nbloot
n vierhonderd ruiters te zullen byftaan , mids verdedi-
n dat de kosten , daarop geloopen , binnen gend
n drie jaaren na 't eindigen van den oorlog , ^er,
w voldaan werden , door de Mogendheid , ün
jj die den onderftand genooten hadt: te wee-
ten, veertien Oorlogsfchepen van zestig
wtot tagtig ftukken gefchuts tegen agttien-
n duizend zeshonderd zesenzestig ponden
n fterlings ; veertien van veertig tot zestig
ff ftukken tegen veertienduizend gelyke pon-
j, den , en de twaalf overigen van zesender-
„ tig ftukken ten minfte, tegen zesduizend
„ ponden: de zesduizend knegten tegen
j, zevenduizend vyf honderd ponden , en de
n vierhonderd ruiters tegen duizend en veer-
n tig ponden voor ieder maand, boven nog
w zesduizend ponden eens, voor aanritsgeld
n en toerusting der knegten («)." Doch het en van
tweede en gewigtigfte Verdrag betrof den hetande-
oorlog tusfchen Frankryk en Spanje. In de 'e 'Ilrek-
Inleiding tot dit Verdrag, werdt verklaard , j^ddee
„dat de Koning van Groot-Britanje en de vrede
w Staaten der Vereenigde Nederlanden, met tusfchen
Veel frankryk
"
         enSpanje
Qt~) De Witt Brirven IV. t>ed, hl. C17.
(«) Aie het Trad in tie Secr. Rcltl. Huil. 24, 1<ijamnir.
»668, 11. Ded, hl. Cz'U en iy /utzema VI. Deel, fc. 3ÜO.
-ocr page 306-
304 VADERLANDSCHE LI. Boek.
1668. » veel moeite , van den Aller - ChristelykfteR
------„ Koning verkreegeii hadden belofte, dat
te bevor- „ hy , van nu af, de wapenen nederleggen
deren* „ zou, zo de Koning van Spanje hem
,, inruimde of alle de Plaatfen , by hem , in
5, den jonglten veldtogt, veroverd, <ƒ, in
„ itede derzelven , al het regt, welk Spanje
„ nog hadt in het Hertogdom Luxemburg,
wof in het Graaffchap van Bourgondk (2) »
n benevens Kameryk en het Kamerykl'che ,
„ Douai, S. Omer, S. Wynoksbergen , Veurne
j, en Link , mids de Staaten der Vereenigdc
„ Nederlanden zig verbonden, om den Koning
5, van Spanje „ door redenen of andere mid-
w delen > te bevveegen , tot het aanvaarden
5, van een der voorgemelde punten. Dat de
„Koning van Groot-Britanje en de Staaten
„ geoordeeld hadden, een goed werk te zullen
j, doen , zo zy de twee Kroonen zogten te
n beweegen , om de Vrede , op de gemelde
„ voorwaarden , te fluiten. En dat zy , om
,. hiertoe te beter in ftaat te zyn , wegens
j, de volgende punten, waren overeengeko-
„men : i. Dat men den Koning van Frank-
„ ryk zou zoeken te beweegen, om, by een
9) bondig Verdrag, aan den Koning van
„ Groot-
(2) Comitatus Bttrgutidia, het GraaffcbopvanBour-
gondie,
is, gelyk bekend is, het Franfche Comté. By
AnzEMA en by Du Mont , (laat , gantsch verkeerde'
lyk , Ducatus BursunUia. , het Hertogdom van Boiir-
gnmlie.
't IC wam niet te pas, te fpreeken van den af-
ftand van een Hertogdom, welk, al omtrent twee eeu-
wen , in de magt van Frankryk geweest was. Zie iV.
Deel , tri. 164.
-ocr page 307-
Ü.Boks. HISTOR TE. 305
» Groot - Britanje aan de algemeene Staaten
f» te belooven, dat hy vrede zou maaken
» met Spanje, zó de Koning van dit Ryk de
»Plaatfen, door den Koning van Frankryk
»bemagtigd, of de andere bovengemelde
» Plaatfen, of zulke anderen, waarover men,
»wederzyds, zou mogen overeenkomen, aan
»Frankryk afftondt en inruimde. 2. Dat
»Frankryk toeftondt eene wapenfchorfmg
»in de Nederlanden tot het einde van Bloei-
» maand, op dat men tyd hebben mogte,
»om Spanje tot een der bovengemelde pun-
»ten te beweegen. 3. Dat beide Groot-Bri-
»tanje en de Staaten, om Frankryk tot de
»gemelde wapenfchorfmg over te haaien,
»zig verbinden zouden, om Spanje, met
»der daad, in een der bovengemelde pun-
»ten, te doen bewilligen. 4. Dat men den
»Koning van Frankryk zou zoeken te be-
»weegen, om volkomen op deeze verbind-
»tenis te vertrouwen, en, ten blyke daar-
»van, zyne wapenen niet verder te voe-
»ren in de Nederlanden, zelfs niet na 't
»einde van Bloeimaand; maar aan Groot-
» Britanje en de Staaten over te laaten > om
»hem te doen ftellen in het daadelyk bezie
»van't gene zy hem, by deezen, toezeiden.
»5. Dat de beide handelende Mogendhe-
»den en anderen, voor de onderhouding
»der Vrede tusfehen Frankryk en Spanje,
»wanneer dezelve gellooten zou zyn, zou-
» den inftaan, en zeker aantal van Krygsvolk
»fchikken, om tegen hem, die de Vrede
»breeken mogtj desnoods, gebruikt te wor-
XIII. Deel.
                V               „den.
-ocr page 308-
3o6 VADERLANDSCHE LI. Boek.
1668, „den, 6. Dat dit verdrag, binnen vier wee«
-------„ ken, wederzyds, bekragtigd zou worden
(y)" De zes gemelde punten van dit Ver-
drag werden haast rugtbaar; doch daar wa-
ren 'er nog drie byzonderen, die men zeer
geheim hieldt, vooral voor de Franfchen (2);
waarvan de reden ligtelyk te belpeuren is,
uit den inhoud dier punten, welke hierop uit-
Geheime kwamen: „1.Z0, in de Vredehandeling tus-
punten ?) fchen Frankryk en Spanje, eenige zwaa-
zelve1!01 y"?hei^ voorkwame op het punt van den
„affhnd van allen verder regt op de Spaan-
„fche nalaatenfchap, zou men 't zo zoeken
„te fchikken, dat hiervan, in 't Verdrag,
„ of geheel geen , of alleen zulk een gewag
„wierdt gemaakt, dat geene der twee Kroo-
„nen, daardoor, eenig meerder of minder
„ regt verkreege. 2. Men zou ook de Vrede
„tusfchen Spanje en Portugal, op eenen tyd
„als de Vrede tusfchen Frankryk en Span-
je, zoeken uittewerken; doch zo dit zo
„fpoedig niet mögt können gefchiedeii, zou
„Frankryk Portugal, als zynen Bondgenoot,
„ wel mogen byrtaan , en Spanje afbreuk
„ doen; maar niet in de Nederlanden, wel-
„ ken men, na 't fluiten van de Vrede tus-
„ fchen Frankryk en Spanje, zou aanmerken,
„als geheel bevredigd. 3. Zo, eindelyk,
„tegen alle verwagting, de Koning van
„Frankryk niet mögt korinen béwoogen
„wor-
Cr) Zie Secr. Refol. HoII. 34. s>5 Jan. l66ö. II. Deel,
II. 6ix. en
Aitzeua VI. Tieel, »■ 3<W.
£*) Ds Witt Brieven IV. Veel, tl. 626.
-ocr page 309-
LI. Boek. HISTORIE. 307
„worden, om de Vrede met Spanje te te- nfófc
„ kenen, zo dra Spanje befloot tot den af- - ■
w ftand der Plaatfen, in den jongften veldtogt,
„door Frankryk, veroverd, of van Plaatfen
„ van gelyke waarde, waarover men elkan-
„ deren zou hebben verftaan; of zo hy niet
„voldeedt aan zyne belofte, of.aan de ver-
„ dere voorwaarden , by dit Verdrag , be-
„ raamd; of zo hy door uitvlugten of * flink- * obUqu*
„fche ftreeken, het (luiten der Vrede mögt aries'
„ zoeken te hinderen; in alle deeze geval-
den, verbonden Groot -Britanje en de Staa-
„ ten zig, om Spanje toe te vallen, Frank-
„ryk, te water en te lande, den oorlog aan
„te doen, en den Koning te noodzaaken,
„ niet alleen om, op de bovengemelde voor-
zwaarden, vrede te maaken, maar, zo 't
„ mogelyk ware, om zig te vrede te hou-
„den, dat de zaaken herfteld werden, in
„den ftaat, waarin zy, door de Pyreneefche
„Vrede, gebragt waren (V)." Zodanig was
de inhoud van dit gewigtig Verdrag. Ter- Zweeden
wyl 'er nog over gehandeld werdt., gaf de treedt*«
Graaf van Dona te kennen, dat de Koning bekome'1
van Zweeden, zyn Meester, genegen was, den naam
om'er, insgelyks, in te treeden. Ook werdt vantripie
hy 'er, terftond, in ontvangen. Hy bedong alliantie,
egter, ter deezer gelegenheid, merkelyke on-
derftandgelden van Spanje, onder borgtogt
van Groot- Britanje en van deezen Staat. Het
Verbond, welk, federt, onder den naam
van
(«O Zie Secr. Reib!. Holl. 14., »5 Jan. 166%. iL 6tf. ert
Aitzïma VI. Detl, il. 394, 755
V 2
-ocr page 310-
30$         VADERLANDSCHE LI. Boe*.
1668. van triple Alliantie of drievoudig Verbond, ver-
g- maard geworden is, werdt, eerlang, te Lon-
den, in eene andere gedaante, herfchreeven,
en, door de Gevolmagtigden der drie Mo-
gendheden, getekend (b).
XVIII. 't Bleek klaar, uit den inhoud van het drie-
Aaumer- Volidig Verbond, en vooral uit de geheime
«vwdee- Punten van 'iet ze^ve-> dat de handelende
'te Aiu- Mogendheden, met naame Karel de II. en de
amie. Staaten, het belang beide van Groot-Britanje
en van de Vereenigde Gewesten zeer wel
begreepen, en ongaarne zagen, dat Frank-
ryk magtiger wérdt in de Nederlanden.
Sommigen hebben egter vermoed, dat Karel
de II. alleen in dit Verbond getreden was,
om zynen onderzaaten eenig genoegen te
geeven; niet om zig, ftiptelyk, aan de
voorwaarden te houden (c). Doch dit
vermoeden rust meer op het gedrag, welk
hy in 't gevolg gehouden heeft, dan op eenig
genoegzaam blyk van zyn oogmerk ten deezen
tyde. 't Kan zo wel zyn, dat hy,hierna,van
oogmerk veranderd is, als dat hy nu reeds
inzigten gehad zou hebben , waarvan hy,
naderhand, eerst blyk gaf. Anderen hebben
gegist, dat de Koning van Groot-Britanje, met
het fluiten van dit Verbond, beoogde ,Frank-
ryk te brengen tot eenen oorlog met deezen
Staat, die, natuurlykerwyze, gelegenheid
geeven moest, tot eene verandering der te*
gen-
(*) Zie Sccr. Relbl. Ho». 17 May i«>8. II. Deel, «• <%•
en Aitzema vr. Deel, tl, 393, 407-417, 909-9,1.
(O Rahn Tem; IX. p, 174. Zie ook Tbmple Mcraüft
H. 447.
-ocr page 311-
hl. Boek.          HISTORIE. 309
gemvoordige Regeeringe, welke, tot hier- i6<w.
toe, fterk onderfteund was door Frankrykj
en, gevolgelyk, tot de verheffing des Prinfen
van Oranje. Doch van zulk een oogmerk
in Karel den II. heeft men ook geene zeker-
heid. Wat den Raadpenüonaris de Witt aan-
gaat; 't blykt niet alleen uit het drievoudig
Verbond, dathy, die 't voornaafnlyk hadt
helpen bewerken, gantseh niet in de Franfche
belangen was, gclyk men hem nagegeven
heeft; maar 't zelfde is ook af te neemen
uit een befluit der Staaten van Holland, welk
hy, maar weinige dagen voor het fluiten van
het drievoudig Verbond , te wege gebragt
hadt; waarin vastgefteld werdt, dat men
Frankryk, des noods, met de wapenen, zou
doen bewilligen in de voorgeflaagen' Vrede-
punten, en waarin een ontwerp van Prinfe
Willem van Furflemberg (d) , grootendeels ,
met het drievoudig Verbond overeenkomende,
in alle opzigten , werdt goedgekeurd (e).
De Ridder Temple fchreef ook , omtrent
deezen tyd „ dat de Witt een regtfehaapen
„ Hollander was, en noch het gemoed,
„ noch de neiging hadt van eenen Fransch-
„ man (ƒ)." Ook gaf de Witt den Staaten De Witt
van Holland , zynen Meesteren , zo veel wor:lt»
genoegen, dathy, nu vyftien jaaren, als n["uws
Raadpenüonaris, gediend hebbende, den ze- totRaad'
venentvvintigften van Hooiraaand deezes jaars, penficma-
wederom, voor vyf jaaren, tot dezelfde
die. k00ie:'-
O) Zie De Witt Brieven IV. Deel, tl. 572.
O > Srer. Relbl. HoU. 14 'Jan. 1668. il. Die!, iU 615.
U') TvUïle ßficvin, f}, v. *•'• 39.
V 3
-ocr page 312-
310 VADERLANDSCHE LLBoek.
1668. dieninge verkooren werdt, op een nieuw Be-
------- rigtfchrift, welk, ten zelfden dage, vastge-
Gefchen- fttwas q/)# Zelfs werden hem, wat laater,
gedaan ™ in erkentenis van veele buitengewoone
door dè diensten, door de Staaten , vyfenveertig
Staaten, duizend, en, door de Orde van de Ridder-
fchap en Edelen in 't byzonder, vyftiendui-
zend guldens vereerd, in opzigt van welke
laatfte gifte, hy ontlast werdt van het punt van
zyn Berigtfchrift, waarby hem verbooden
werdt, eenige giften of gefchenken aan te
neemen (ß).
Het drie- De openbaare punten van het drievoudig
voudig Verbond , die, door de Witt, aan d'Estra-
vero'or- ^es en aan Gamarra, medegedeeld werden,
zaakt behaagden geen' van beide. Beide klaagden
misnoe- ze, dat men den Koningen, hunnen Meeste-
gen by rer,5 de wet zogt te ftellen. Doch de Witt
fchen én w*st ^'Estrades, met goede woorden , te
Spaan- bevredigen (7). Aan Gamarra, die, onlangs,
fchen. openlyk, over hem geklaagd hadt ter alge-
meene Staatsvergaderinge, voorgeevende,
dat hy alle de Leden beftierde naar zynen
zin (£), liet hy zig, vermoedelyk , lutte!
gelegen zyn, op dat hy, by Frankryk, den
fchyn te beter bewaaren mögt van, voor alle
dingen, niet Spaansgezind te zyn. Aan 't
Franfche Hof, ftondt men, in 't eerst, ver-
baasd over het fluiten van het drievoudig
Ver-
co Reibt. Hol!. 27 Jufy 16Ó8. U. 50, 5fi.
f*) Refol. Holl. 3 August. 15 Septem». 1668. 4/. 70, 14»
AiTZBMA VI. Deel, %l. 581.
CO D'EmUDM Turn. VI. p. 24Q, 250, 258.
(kj D'EsTRADES Tom. VI. p. iCft, 187.
-ocr page 313-
HISTORIE.
LI. Boek.
3"
Verbond. Lionne fchreef, nogtans, dat hy i<sö8.
den inhoud goed en voordeelig voor den Ko--------«
ning vondt. Alleenlyk hieldt hy de bewoor-
dingen wat fchor en onheusch; waarom de
Witt dagt, dat een weinig beleefdheid en
toegeevendheid in 't uiterlyke 't werk wel tot
een goed einde brengen zou (/): doch Lion-
ne zou zo niet gefchreeven hebben, waren
hem de geheime punten bekend geweest.
Men wist egter, wel haast, aan 't Franfche
Hof, dat 'er geheime punten waren, en men
nam het de Witt kwalyk, dat hy ze voor d'Es-
trades bedekt gehouden hadt (m). Doch de
Raadpenfionaris voerde, zegt men, deezen
te gemoet, dat deeze punten anders niet be-
helsden dan „ dat de Staaten den Koning
„ van Groot ■ Britanje, op zyn fterk aanhou-
„ den, borg ftonden , dat Frankryk zig aan
„den tweeledigen voorflag houden zou; 't
„welk men niet in 't Verdrag hadt willen
„ftellen, om den Koning van Frankryk niet
„te kwetfen. In de twee andere punten,
„den afitand en het Verdrag met Portugal
„betreffende, was, zeide hy, meer niet
„ vervat, dan in het ontwerp van Prinfe Wil-
lem van Furftemberg, bekend aan 't Fran-
„fche Hof, begreepen was (»)." 't Is on- De Fran-
dertusfehen, te denken , dat de Franfchen fcben
wel haast aan de juiste kennis van deeze ge- ^^de
heime punten geraakt zullen zyn : die niet geheime
heb- punteu.
C O D'Estrades Tom. VI. p. 263. De Witt Brieven IV.
J)/el, bt. r>4i>.
(nï) D'Estrades Tom. VU p. 2rtli, 271, 272, 274.
{ti) D'Estrades Tim. VI. f. 284.
V4 _
-ocr page 314-
312 VADERLANDSCHE LI. Boek.
(6ö8, hebben können nalaaten, misnoegen te ver-
r——— wekken tegen de Staaten , en tegen de Witt
in 'tbyzonder (o). Terwyl ik dit fchryve,
heb ik een gefchreeven Uittrekfel uit eenen
brief van de Ambasfadeurs Meerman en Bo-
reel, gedagtekend den vyftienden van Sprok-
kelmaand, voor my, waaruit blykt, dat Ru-
vigny, Ambasfadeur van Frankryk aan 't En-
gelfche Hof, toen reeds iet wist van eenen
toeleg, om de zaaleen te ftellen in denftaat,
waarin zy, ten tyde der Pyreneefche Vrede,
geweest waren (p): waarvan niemant zeke-
re kennis hebben kon, dan uit de geheime
punten.
XIX. De Staaten lieten nu hunne voornaanifle
De Staa- Z01.g gMn ^ om fe oorloogende Mogendhe-
de'Ln an" ^en tot vrec*e te beweegen, volgens den h>
aan ve'r. houd van het drievoudig Verbond. Zy hau-
fcheiden' delden hierover op verfchciden' Plaatfen: als,
Hoven, aan 't pranfche Hof, werwaards de Heer van
vorde- Beuningen wederom afgevaardigd was; in
ring der den Haage, met d'Estrades; aan 't Hof van
Vrede. Groot - Britanje, en vooral aan 't Hof van
Brusfel, werwaards, in Louwmaand, wer-
den afgevaardigd fitter Burgersdyk, Penfiona-
ris van Leiden, en Jakob van der Togt, Penfio-
naris van Gouda, niet last, om het afdoen van
het pleit over zekere oude Brandenburgfche
fchuld (q), hängende nu voor het Geregtshof
van Mechelen (f); om het uitwisfelen van de be~
krag-
(o) M^fiveymiildii Kxtraonl. Ambatf. Mkermanv«*» Tt ftfcr«
ififtS. MS. D'EsiBy>r)Es Turn. VI. />. 371, y%, 345.
(p) Zie tuk De Witt »Heven IV. Deel, lil. 665..
C f) Zie XI. lUel, bl iß;, 23g.
i/j Reib!. HoJi. a April 1667. *& 3S. -
-ocr page 315-
JLLBqek. HISTORIE.
SIS
kragtigingen der Grensfcheidinge van Vlaanr 1668.
deren , en om eenige andere byzondere zaa- -
ken te bezorgen (5); maar vooral ook, om
de Spaanfchen over te haaien, tot het fluiten
der Vrede, op billyke voorwaarden. Ik zal
in ftaat zyn, om van deeze handeling te Brus-
fel naauwkeuriger verflag te doen , dan tot
nog toe heeft können gefchieden, zynde my in
handen gekomen de * eerfte opitellen van? "Knuten.
zeer veele Brieven , door Burgersdyk en van
der Togt, aan hunne Hoog - Mogendheden
en aan den Raadpenüonaris de Witt gefchree-
ven ; ook een goed getal van eigenhandige
Brieven van den Raadpenfionaris de Witt, die
nooit gedrukt geweest zyn, nevens veele an-
dere egte Stukken en Brieven, die aan deeze
gewigtige handeling merkelyk licht können
byzetten.
Doch terwyl men, in den Haage, arbeid- Lode-
de aan 't bevorderen der Vrede, kreegen de w,yk de
Staaten , flegts weinige dagen na het teke- gi^-t'den
nen van het drievoudig Verbond, uit eenen Staaten
Brief van den Koning van Frankryk zelven, kennis,
berigt „ hoe hy van zins was , tegen den dat hy
„eerften van Sprokkelmaand, in het Fran- '/"in""
B che Comté te rukken , en zig aldaar van Franche
„eenige fterke Plaatfen meefter te maaken. Comtete
„ Zyn oogmerk hierin was, gelyk hy fchreef, tukken.
wde Spaanfchen te brengen tot het aanvaar-
dden der Vrede, op de voorwaarden, waar-
q aan de middelaars zelven hunne toeftem-
a ming gegeven hadden , en hen te bewec-
CO AlTMMA VI. üetl, tU 7*6-
V 5
-ocr page 316-
314 VADERLANDSCHE LI. Boek.
i<*68. „gen om de handeling» waartoe de Mark-
- ■ 9 graaf van Kaltel - Rodrigo zelf de Stad A-
n ken verkooren hadt, te beginnen. Ook
n verklaarde hy verpligt te zyn, om zig te be-
„ veiligen tegen een Keizerlyk Leger, welk,
„ met het voorjaar , in 't Hertogdom Bour-
„ gondie vallen zou: waarby nog kwam, dat
„ hy aan al de weereld wilde doen zien, met
„ welk eene opregte gezindheid tot vrede ,
0 hy eenen ftilftand van wapenen tot aan 't
K einde van Lentemaand aangebooden hadt;
„ en niet, gelyk de Spaanfchen voorgaven,
„ om dat men toch in den winter niet oor-
„ loogen kon. Eindelyk , betuigde hy, on-
0 aangezien den vooripoed , die zynen wa-
„ penen, in den aanftaanden togt, zou mo-
v gen verzeilen , zig te willen houden aan
„ den tweeledigen voorflag , te vooren ge-
wdaan (/)." De Staaten, die voor eenen
nieuwen inval in de Spaanfche Nederlanden
bedugt geweest waren, werden, op deeze ty-
ding, eenigszins gerust gefield; fchoon zy
liever gezien hadden, dat de Koning van
Frankryk zig ftil gehouden hadt, gelyk hy,
te vooren, hadt aangebooden. Doch hy be-
greep , dat hy niet gehouden was aan eene
aanbieding, die door Spanje van de hand ge-
weezen was. Wyders, vondt hy geraaden,
het Franche Comté aan tt tasten, om dat hy
niet twyfelde , of het voortzetten zyner o-
verwinningen in de Spaanfche Nederlanden
daar
CO IJ'EJTRADKS Tm. VI, f. 93!), 318. AlTZEMA V:. Deel,
il.
671.
-ocr page 317-
LI. Boek.          HISTORIE. 315
daar men genoegzaam geen volk op de been \c>6t.
hadt, zou Groot-Britanje en de Staaten ge-------.
bragt hebben tot een belluit, om Spanje, met
de wapenen, te onderfteunen. De togt naar jjy
't Franche Comté Haagde gelukkiglyk voor maakr'er
Frankryk. Befan?on , Salins , Dole , Gray Z'Bme^-
en Joux , de eeniglte llerke Plaatfen in ditter van*
Gewest, werden, in den tyd van veertien da-
gen, bemagtigd: waarna de Koning, in per-
foon, naar S. Germain te rug keerde («). 't
Was, te vooren, in bedenking genomen, of
men het Franche Comté niet onder de Ne-
derlanden zou können rekenen, en of, der-
halve, Lodewyk de XIV, volgens zyne aan-
bieding, niet gehouden ware, dit Gewest te
verfchoonen ; doch deeze bedenkelykheid
kwam niet te pas , na dat het gantfehe Land-
fchap, met der daad, in zyne handen gevallen
was (v).
De Staaten hadden zo dra geene kennis xx.
gekreegen van den voorgenomen inval in het l>e Staa-
Franche Comté, of zy gaven 'erberigtvanaan tcn <?nn"
den Markgraave van Kaftel Rodrigo. Ook fji"rken
namen ze 'er gelegenheid uit, om hem ernftelyk grar.f van
te doen vermaanen, tot het aanvaarden van Kartel-
den ftilftand van wapenen tot den laatften R°drtg<»
van Lentemaand , en van den tweeledigen a°m.aar_
voorflag j door Frankryk gedaan (w). De den van
Afgevaardigden der Staaten, Burgersdyk en Frank-
van der Togt, verzuimden niet hem hiertoe ryksfl<u,
te
C«) D'Estrades Tom. IV. p. 278, 281, 292, 298. AlT«
ZEMA VI. Drei, il. 673.
C O Ds Witt Brieven IV. f)icl, hl. 672.
twj ftcfol. Cener. Men, 1 Febr. ifcüti. MS.
-ocr page 318-
3i6 VADERLANDSCHE LI. Boek.
1668. te dringen (#), Doch hy ftelde zyn antwoord
------- op hun vooritel vericheiden' dagen uit, en
llyzoekc verklaarde, eindelyk , dat hy geene volmagt
mittel, i^j. ^ om ^en tweeledigen voorflag te aan-
vaarden (y~). Op de wapenfchorüng gaf hy
geen duidelyk befcheid. Doch hy toonde zig
gezind, om een' renbode af te zenden naar
Spanje , om last tot het aanvaarden van den
tweeledigen voorflag , of andere redelyke voor-
waarden.
Maar dit laatfte byvoegfei geviel
den Staaten niet. De Witt fchreef, dat het
voorilaan van andere voorwaarden kt gant-
fche werk bederven, en om verre floaten zou kön-
nen (z).
Doch de Markgraaf zogt tyd te win-
nen , zig verbeeldende , dat Groot - Britanje
en de Staaten, door hun eigen belang, gedron-
gen zouden worden, om den voortgang der
Franfche wapenen, met geweld, te (hüten.
Maar men hadt, hier, vastgeftéld, tot zulk
een uiterfte niet te komen, dan wanneer
Frankryk zig niet houden mögt aan den twee-
ledigen voorllag, na dat dezelve, door Span-
je, zou aangenomen zyn. De Witt fchreef,
* ftattee- hierom, rondelyk „ dat de Heer Marquis zig
ren. „ niet diende te * vleijen , dat hy, door ee-
f Artifi- wnige f ftreeken, den Koning van Engeland
fua' „ en deezen Staat, in den oorlog tegen Frank-
„ ryk, zou können inwikkelen («)•" Ook lie-
ten
Yar) Mfcfiven rnn BuRcERs». en van der Togt van 8,
iz Fe'<r. 1668. iVSS.
Qv) Misfiven als boven van 14 en 17 Febr. 16Ó8. MSS, Re-
Jol. Geuer. Peuir. 17. Fibr. iöS». SIS. Aitzbma VI. DeeljH.
768, 77a, 784.
O) On'gin. Misfivc van de Witt aart tic Ge«tp. te IJrsj-
fel van 21 Febr. 1668.
(*J Mislive ak toyiii,
-ocr page 319-
Lï.Boek.         HISTORIE. yrf
ten de Afgevaardigden te Brusfel niét na, ^.
hem te vertoonen, dat hy op geenen onder-------
ftand hoopen moest, zo hy den tweeledigen
voorflag niet aannam (£). De Ridder Tem -
ple, die den Markgraaf van Kaftel-Rodrigo
ook wederom was komen zien, onderfteunde
de poogingen der Staatfche Afgevaardigden,
en bragt hem een weinig aan 't wankelen (c).
Men drong, onder anderen, fterk op het af-
zenden van Gevolmagtigden naar Aken, tot
de Vredehandeling aldaar (d). En hy belloot
hiertoe, eindelyk , zo wel als tot het aan-
vaarden van den ftilftand van wapenen: doch
tot de aanneeming van den tweeledigen voor-
flag verklaarde hy naderen last uit Spanje
te behoeven (e). Nogtans, ontveinsde hy
niet, dat hy den voorflag zou aanneemen,
indien hy wist, dat dezelve van de hand ge-
weezen zou worden $ door Frankryk (ƒ).
Hy zou, inderdaad , eerder geneigd geweest
zyn, om den oorlog voort te zetten , met
hulp van Groot-Britanje en van de-Staaten;
doch deeze Mogendheden fielden de Vrede,
op den voorgeflaagen voet, boven eenen oor-
log, waarvan zy, en mogelyk de Staaten al-
leen de meefte kosten zouden moeten draa»
gen(g). Eindelyk, verklaarde, de Markgraaf,
„dat
C&) M'slive van Burobrsö. en van der Tocjt van 2<-, Feto.
1668. MS.
CO Orig. Misfive van W. Temple van 24 Feir. 1668.
(d) Oria. Misfive van hunne Hoog Mtg. van nFeto. ifï(>8.
(O Misfive der Gedep. van 2f> Fel/r. 1668. Misfive van UT.
Temple van 24 Feto. Ifiö8. MSS.
CO De Witt Brieven IV. Deel, bl. (58r.
(g) Misfive van J. de Witt am W. Temflk ven 25 Feir.
ï66a. MS,
-ocr page 320-
Si8 VADERLANDSCHE LI. Boek.
j558. r> dat ny zou können befluiten, een der twee
-------Leden van den voorllag aan te neemen ,
Hy ver- n zo Frankryk , voor 't Parlement van Pa-
klaart örys, afftand deedt van allen verder regt op
derloor- » de Spaanfche bezittingen, en zig, in plaats
waarden, „ van de genomen' Steden, die zig zo diep
te kon- in de Nederlanden uitftrekten , vergenoe-
ii en aan- gen wjide met anderen van gelyke waar-
neemen. ^ dc>Maar men begeerde , dat hy zig ,
omtrent deeze twee punten, verliete op de
middelaars (/;), waartoe hy geenen zin toonde.
Midlerwyl, werdt de Vrede tusfehen Spanje
en Portugal getroffen: 't welk de Spaanfche
nog traager maakte , om met Frankryk te
Hyaair floten (J). Doch van het aanneemen van
vsard't de den ftilftand van wapenen , tot het einde
Wapen- van Lentemaand, of Bloeimaand, of langer,
fchor- ga£ (jg Markgraaf van Kaftel - Rodrigo eene
fchriftelyke Verklaaring, den vierden van
Lentemaand gedagtekend (£). Ook benoem-
de hy den Baron van Bergeik tot Gevolmag-
tïgde op de Vredehandeling te Aken. De
vcrklaaring, wegens het aanvaarden van den
■ftilftand van wapenen, werdt, terftond, naar
Frankryk gezonden, om den Koning, insge-
lyks, tot het aanneemen van den zelven te
beweegen (/): 't welk, niet dan met moeite,
gelukte (jn). De Koning benoemde, omtrent
den
(A) Misfive ra« W. Tbmple aan J. de Witt van 97 Fcbr*
16(1». MS.
(O D'Estrades Tom VI. p. 325, 333. Aitzema VI Dtil*
il.
S6>.
(* IVttz D'Ks7Rades Tom. VI. p. 307.
tO D'Esthadïs lom VI p. y6, 311.
C»Ó D'E'traoes Tom. VI, p. 3»3» 331»
-ocr page 321-
LI. Boek.         HISTORIE. 319
den zelfden tyd, den Heer Colbert tot zynen 166t.
Gevolmagtigde op de Vredehandeling te ——-
Aken. De Staaten fchikten den Heer van
Beverningk derwaards («). Doch daar ver-
liep nog eenige tyd, eer de onderhandelin-
gen aldaar werden aangevangen. Beverningk
was egter, op den zevenden van Grasmaand,
reeds te Aken , gelyk my, uit eenen zyner
eigenhandige Brieven, den tienden, vandaar,
gelchreeven , gebleeiten is. Ondertusfchen,
hadt men 't, by den Markgraaf van Kaftel-
Rodrigo, zo ver gebragt, dat hy genoegzaa-
me hoop gegeven hadt aan den tweeledigen
voorflag te zullen aanneemen Qo), zonder zig
te uiten, voor welk van de twee Leden hy
zig verklaaren zou: 't welk men egter gaar-
ne gezien zou hebben. Men deedt, vervol-
gens, zyn best, om de Vredehandeling te A-
ken te doen openen (j>). Men arbeidde, voor i^^«e
al, ten deezen einde, in Frankryk. Van Beu- Franfche
ningen en John Trevor, Engelfche Gezant al- Mof.
daar, zogten den Koning ook over te haaien
tot eene verklaaring, dat hy zig aan den twee-
ledigen voorflag houden zou tot den vyftien-
den van Bloeimaand; en tot het verlengen
der Wapenfchorfihge, tot het einde der ge-
melde maand. Eenige Duitfche Vorsten, te
Keulen vergaderd, hadden zulks ook verzogt.
Doch de Koning hieldt zig aan algemeene
betuigingen van zyne geneigdheid tot vre-
de
fiOUcfol. Oener. fiere, ai Maart i<ï<58. MS. D'ESTtuo.
Tom. VI. p. 564, 338.
(o) Misfive dor Gedep. van * Maart 16IR MS;
Qp)
Rcful. Ceiier. Manis ó Maart 1668. Dfüi
-ocr page 322-
520 VADERLANDSCHE         LI. Boek.
1668. de(#). Hy meende befpeurd te hebben, dat
----- Kaftel-Rodrigo flegts tyd zogt te winnen i
tot de aankomst van agt- of tienduizend
Spanjaards, die, na 't fluiten der Vrede met
Portugal, onder Don Jan van Ooftenryk j
naar de Nederlanden Honden te komen (r).
Van Beuningen verfloutte zig, fomtyds, den
Franfchen Staatsdienaaren het gevaar voor
te ftellen, waarin de Koning zig fleeken zou,
zo hy zig niet hieldt aan den tweeledigen
vöorflag (*). Doch deeze vrymoedigheid
werdt hem kwalyk genomen aan 't Franfche
Hof; De Lionne fchreef deswege aan de d'Es-
trades „ dat hy zig verzekerd hieldt van de
w Vrede, zo hy ilegts twee uuren met de
„ Witt mögt können fpreeken , van wiens
j, redelykheid en bekwaamheid om zwaarig'-
Ä heden uit den weg te ruimen hy ten vollen
j, overtuigd was. Doch dat de haastigheid
^en bedreigingen van den Heere van Beu-
j, ningen, die zig alleen bezig hieldt met het
Ä vertoonen van uitfteekende gevaaren $
Ä waarvoor de Franfchen niet zeer bekom-
^merd waren, alles moeften doen dugten
jjvan eenen Koning, die zo roemzugtig was,
j,en zo kiesch op het punt yan eere als de
* Koning van Frankryk (*)•" Nogtaris gaf
Lodewyk de XIV. zo veel toe, gelyk men 't
noemde, dathy de Flaatfen, welken hy, tot
aan
(~ f 5 Mlsfiv. der Gcdep. van 10 Blaart l6rt8. MS. D'Estrad.
Tom. VI. p. 344, 347. Aitzema VI. Deel, bl. 688.
Cr) Orig. Wislive van C. van Ueuninckn van 8 April
I«Ö8.
( f ) D'Estrades Tom. VI. p. 3i%.
(O D'Eiirabes Turn. Vhf. 31a.
1
-ocr page 323-
LI. Boek.         HISTORIE.
321
aan den vyftienden van Bloeimaand , bemagti- 1668.
gen mögt, beloofde te rug te zullen geeven , ——
zo Spanje den tweeledigen voorflag , in klaare
bewoordingen, aanname («);
Doch het weigeren van den ftilftand van Sommigo
wapenen , tot het einde van Bloeimaand , Gewes-
werdt euvel opgevat in den Jïaage. Vier ft?lan djt
Gewesten, Gelderland, Utrecht, Overysfel en men'
Stad en Lande , beweerden , dat roen Spanje Span ja
behoorde te helpen. Maar Holland en Zee- helPen
land oordeelden, dat men Frankryk moest
zoeken te beweegen , om de wapenfchoriïng
toe te ftaan , geduurende den tyd , die , tus-
fchen de tekening en bekragtiging der Vrede ?
verloopen moest {v). Want men hadt het
nu zo ver gebragt met den Markgraaf van
Kastel - Rodrigo , dat men verzekerd was, dat
hy zig aan den tweeledigen voorflag zou
houden. De Vrygeleibrieven voor den I leere De .
Colbert waren afgevaardigd. Kastel - Rodrigo deling
hadt beloofd, dat de Baron van Bergeik, vordert,
voor 't einde vän Lentemaand , te Aken «»'t
zyn zou («O« Hy hadt Affchriften naar i?r°usfg*B
Frankryk gefchikt van de bevelen , door hem
gegeven , om de wapenfchorfing te houden
tot het einde van Lentemaand : en hy hadt,
eindelyk , zyne volmagt om te fluiten, waar-
over men in Frankryk eenige ongerustheid
hadt doen blyken , vertoond aan de Afgevaar-
digden der Staaten (.#) 5 die hem j zo fterk,
op
(«") n'F.STRADES Tom. VI. p. stfo.
Cr) D'Estrades Tam. VI- fi. 362.
Cw) Dit W'TT Brieven IV. Deel, bl. C96.
Ixj Zie dezelve by AlTZEMA VI. Deel, bl, 790,
XII. Deel,               X
-ocr page 324-
322 VADERLANDSCHE LI. Boek.
i66&. op dit alles , gedrongen hadden , dat Tcmple
-------geoordeeld hadt, dat zy te driftig geweest
waren , en der Spaanfchen traagheid te weinig
hadden toegegeven. Doch zy vermoedden ,
Jermoe" in tegendeel, dat Temple den handel zogt te
trem de rekken , om de Staaten , of alleen, of nevens
oogmer- Groot-Britanje , in te wikkelen in eenen oor-
ken van log met Frankryk. Maar de Wit, die Tem-
Icmple. pje voor 0pregt aanzag , kon hem niet ver-
dagt houden van zulk een flinksch inzigt, en
fchreef den Afgevaardigden , ernftelyk , aan,
dat het gering misverftand , tusfehen hen en
Temple , ter deezer gelegenheid , ontflaan ,
behoorde gefmoord te blyven , op dat Frank-
ryk 'er geen misbruik van maaken mögt, tot
Gennjipe veragtering der Vrede (y~). Maar het aantas-
over- ten van het Kasteel van Genappe door de
meesterd pranfchen, welk , vier dagen, na dat de
Fr?n-de Koning , in den ftilfland van wapenen tot het
fchen. einde van Lentemaand, bewilligd hadt, ge-
fchied was, en het bemagtigen van dit Kas-
teel, hoewel de Franfchcn het, op 'sKonings
last, kort hierna, wederom ruimden (s) ,
hadt nieuw misnoegen veroorzaakt, aan het
Hof van Brusfel («). Men riep, dat Frank-
ryk de Wapenfchorfing gebroken hadt, en
men hervatte de handeling met de Staaten ,
over., de verpanding van een gedeelte der
Spaanfche Nederlanden , welk nu bepaald
werdt
O") 'M/sfiven drr Ocdep. van II, ij, ?8 Maart ifiiX Orij;.
Mis'five van w. Temple ran u Maart 1668. Orig. Miiüve
Van J OK Witt ran lft Haart 1W8.
(_.= _) i,utie de Sul,, de Lionne du 22e de Mars i66ti. t/S,
£«y kclol. GeiKsr. Domin. 18 Haart i66g. HS,
t
-ocr page 325-
LI. Boek. HISTORIE.         323
werdt tot het Overkwartier van Gelderland , j668.
Damme en de fchanfen S. Donaas en Izabelle ,, ■
(#). Men fprak eerst van een millioen gul- Handel
dens , op dit onderpand, te willen opneemen. over de
Doch de wederzydfche Gevolmagtigden kvva- j£rl>aa"
men j na eenige dagen handelens (c) , in Van een
den Haage , overeen , op den negenden van gedeei-
Grasmaand, dat de Staaten den Spaanfchen £,e der
hun geloove leenen zouden, om, hier te Lan- ££"^
de , twee millioenen guldens te ligten ; tegen derlau-
dezelven , ten onderpand ontvangende Ar- den.
genteau , Navagne , Stevensweerd , Venlo
jnet de Sterkte aan de andere zyde der
Miaze , Gelder en de fchanfen S. Donaas en
Izabelle (^). Maar eer dit Verdrag nog gete- ontwerp
kend was, hadden Van Beuningen en Trevor, van een
met de Kraniche Staatsdienaars handelende Verdrag
over het verlengen der Wapenfchorfmge, een jjj* t}e\
ontwerp van een Verdrag opgefteld , volgens en Spao»
welk „ Spanje de Plaatfen, in den jongften je.
n veldtogt veroverd , of eenige anderen , die
n uitdrukkelyk genoemd werden, aan Frank-
^ ryk zou moeten afitaaii : doch zo Spanje
}> zig , hierop , binnen zekeren -beftemden
w tyd , niet verklaarde , begeerde de Ko-
„ ning van Frankryk geene vrede te maa-
M ken , dan op eene deezer twee nieuwe
w voorwaarden 1. of afftand van alles , wat
?) de Koning van Frankryk , in 't voorleeden
„jaar,
(b~) ReCnl. (Jenor. Mircur- 21 Maart rCÖS. MS.
(f) Misdve van den UaaJp. db VVirr van 2J Maart ifirt«.
f d) <iccr» iltffol Hill s lo AuyH t6r>i!* u' l'eel' h^ ('W*
f.S». PoUz ausfi D'JiiTRAU. Tom. VI. p. 3*1. en AlTZEMA VI.
Didt U. 7<5j.
X 2
-ocr page 326-
324 VADERLANDSCHE LI. Boek,
1668. „ jaar, overmeesterd hadt, benevens het
—-----„ Franche Comté en Kamerryk. 2. of van 't
„ gene de Koning , tot nu toe , gevorderd
hadt, in ftcde der veroverde Plaatien , ver-
jj mecrderd met het Hertogdom Luxemburg ,
„ of wel, met Doornik en Rysfel, ter keu-
5, re van de Spaanfchen." Wyders , werdt,
by een byzonder punt van 't Verdrag van
Verpandinge , beftemd , dat de Staaten geen
geld zouden behoeven te fchieten , voor dat
Spanje last gegeven hadt om , volgens dit
Ontwerp, t& fluiten met Frankryk («). Doch
de opkomende Vrede was oorzaak, dat dit
Verdrag van Verpandinge niet werdt uitge-
voerd ( ƒ ). Men Icheen, ondertusfchen, den
Koning van Frankryk niet kwalyk te können
neemen , dat hy, meester geworden van het
Franche Comté , nu meer vorderde , dan hy
te vooren gedaan hadt. Ook maakten van
Beuningen en Trevor geene zwaarigheid , om
dit Ontwerp hunnen Meesteren toe te zen-
den. Doch zy begeerden 'sKonings woord,
dat hy , zo de Koning van Groot-Britanje en
de Staaten het Ontwerp goedkeurden, de
Wapenfchoifing zou doen duuren, tot het
einde van Bloeimaand. Maar men antwoord-
de hun , dat zyne Majefteit hierop niet kon
raadpleegen, voor hy wist, hoe zyn Ontwerp,
te Londen en in den Haage, zou fmaaken.
Evenwel, fchreef de Lionne aan d'Estrades,
dat hy de Witt, in vertrouwen, verzekeren
kon
I
O Voi'K D'Estruïes Tom. VF. p. 396.
ƒ J Mkfiv. ilcr Ge lep, te Urusfel van 5 Miy l6CZ. MS.
t
-ocr page 327-
LI. Boek.         HISTORIE. 325
kon van de verlenging der Wapenfchorfmge , 166».
zo 't Ontwerp, hier en in Engeland , goedge- ———;
•keurd werdt (g). De Staaten raadpleegden'er
terftond, over; doch Gelderland, Friesland,
Utrecht , Overysfcl en Groningen verwierpen
't, als eene nieuwigheid , die met de punten
van het drievoudig Verbond niet overeenkwam
(/5). Eenigen hunner veranderden egter van
gedagten, en de Vergadering befloot, eerlang,
het Ontwerp naar Brusfel te zenden , en den
Markgraaf van Kastel -Rodrigo te dringen tot
het .aanneemen van een der twee op nieuws
voorgeüaagen' punten.
Hagchelyk ilondt nu de Vredehandeling : XXn.
te meer, om dat de Franfchen , om hunnen 5^jJ"
voorflag gewigt by te zetten , by Binch , be- van .t
gonden byeen te trekken , onder den Mark- Franfche
graave van Bellefonds , en Brusfel dreigden Leger,
met een beleg (/) : waarop Kastel-Rodrigo
aan de Staaten om hulp gezonden, doch tot
antwoord bekomen hadt, dat hy geene hulp
wagten moest, voor hy het Ontwerp , in
Frankryk, met toeftemming van Van Beu-
ningen en ïrevor , op het papier gebragt,
hadt goedgekeurd (ir). Doch hierop volgde, r*"*?"
op 't onverwagtst, eene verklaaring , dat de aan. !
Markgraaf van Kastel-Rodrigo last hadt ont- vaarde
vangen , om van den tweeledigen voorflag, een der
dat Punten
fg~) Origin Mijfive van den Amb. van iybuningen van jo
Phtirt !'•(>» I) ëstihm)*s Tem. VI p. $C>%
(!i) D'EsTiiADM Tom VI. p 37T
CO Oriü M.-fw. vti.i ck A:nb. MkermaN ai BoiVEEL ytü
a
/tpril >rt'.8.
(.*; Relbl. Gcner. mare. n irtöa. US.
X
o
-ocr page 328-
326 VADERLANDSCHE LI. Boek.
1G6S dat Lid te aanvaarden , volgens welk , de Ko-
-------ning van Frankryk in 't bezit gefield zou wor-
van den den van alle de Plaatfen , welken hy * in den
d7en'e' jongfteii veldtogt, veroverd hadt. Hy ver-
voorflag. klaarde zig ook bereid , om, op deezen voet,
volmagt te geeven tot liet tekenen der Vrede
te Aken , mids de Staaten hem , vooraf,
verzekerden , dat zy hem , met zesduizend
man , zouden byflaan , zo dra hy deeze vol-
ten zen- maêt ge8'evcn zou hebben. De Staaten , de
deneeni- Vrede dus , van den Spaanfchen kant, in ge-
ge troe- noegzaame zekerheid gefield ziende , befloo-
r>en naar tcn? terflond, zesduizend man, onder den Ko-
1 °' lonel Kirkpatrik (l~) , van Bergen op Zoom,
af te fcheepen tot voor Lülo , om daar te
toeven tot nader bevel, en, zo de Franfche
troepen eenige merkelyke bevveeging maak-
ten , geleid te worden binnen Brusfel of Den-
dermoude , of eenige andere flerke Plaats in
deezen oord Qm). Men hadt, onlangs, eene
overeenkomst getroffen niet de Vorïlen van
Brunswyk- Lunenburg , om drie regementen
te paard en drieduizend man te voet van hun
over te neemen (s). De troepen vervoegden
zig, in gevolge van het befluit der Staaten ,
terflond, naar Lillo ( o ). Voorts, hadt men,
op
(ï) Ori'g. Misfiven der Gedjp. te velde van 10 Maart, s
April iGf.3.
,«3 S-cr. Refol. HoM. io, i6 April iöfil!. 11. heel, il 6C4,
(tf«\,
Rr.-ol. Gcner. 'jqvh 12 Apri irtrfH. MS Ong. IMisfiv.
van den Rsadp. uk Win- van m. April i6rtH.
(« Refoi. Woll. is» 21 Maart 1668. il 11, 34. Sccr.
Rclol. Holl 21 Maart f>6?. II. Oed, II. f136. Attzema VI.
heel, 01. ^'S. S79 n'Es . RAiiF.s Ti.m. VI. p. 310, 31;";.
(■J D'Esir.ides Tom. Vi. p. 304. Aiizema VI. Dtsl,
hl.
536.
-ocr page 329-
LI. Boek. HISTORIE.           32?
op de eerfte tyding , dat de Hertog van Beau-
fort , met de Franfche Vloot, in zee gefto-
ken was, om Don Jan van Oostenryk te on-
derfcheppen , last gegeven aan de Kollegien
ter Admiraliteit, om 's Lands fchepen , ter-
ftond , zee te doen kiezen , en den Koning
van Groot-Britanje verzogt, zyne Vloot, van
gelyken , te doen uitloopen Q>_). De »Staaten
van Holland egter , bedugt voor oorlog met
Frankryk , fchreeven den Afgevaardigden te
Brusfel in 't byzonder, dat de IMarkgraaf van
Kastel - Rodrigo geene hulp altoos te wagten
hadt, zo hy niet in de voorgeflaagen' Vre-
depunten bewilligde (<?). De Markgraaf
deedt, ondertusfehen , zyn best, om den
Staatfchen diets te maaken , dat de Fran-
fchen op 't punt ftonden , om Valenchyn ,
Namen en Condd , gelykelyk , aan te tasten :
alles om hen, ware 't mogelyk , in te wik-
kelen in den oorlog, terwyl de Vrede zo
goed als geflooten was (r). Gamarra lever-
de ook een Gefchrift in ter algemeene Staats-
vergaderinge , (trekkende ten zelfden einde
(j). Doch de Staaten, dit Gefchrift duister,
en , gelyk zy fpraken, vol haaken en oogen
gevonden hebbende , bleeven dringen op het
aanneemen van het jongde Ontwerp , 't welk
men
(/>) lUfol. Goncr. Mire. il April ifiög MS. Sccr. Ilefol.
Huil. 6, 7 April irtrtS. JI. Deel. bl 640.
(4) Origiii. Misfiv. van hunne Ed. Gr. Mog. Vn April
166«.
O) M'sfive dor G^Iep aan bunne Hoog Mog. van 14 April
jfiriS. BIS- Oiigin. Msfiv. van den Raad», ds Witt ra:i 12
jpril I6fi8.
l_* ) Zu AnZïJlA VI. Deel, hl. ?38.
X 4
V
-ocr page 330-
-28 VADERLANDSCHE LI. Boek,
Ï66L men te Brusfel eenigszins beloofd ; doch nog
-------niet uitgevoerd hadt (t). De Afgevaardigden
lieten met na , volgens den last hunner Mees-
teren , by den Markgraave 3 aan te houden ,
op de tekening van het Ontwerp ; doch hy,
geholpen door Temple, met welk inzigt, blykt
niet klaar , bleef uitftellen en aarzelen (u).
verdrag ]}e Koning van Frankryk, ondertusfchen, zien-
Frankryk ^e * ^at ^et ^en Staaten ernst ware , hem te
tot be- verpligten tot vrede, op de voorgeilaagen'
vorde- voorwaarden , floot, op den vyftienden van
Ting der Grasmaand, een Verdrag met de Gezanten
van Groot-Britanje en van deezen Staat; waar-
by „ hy eene Wapenlchorfing toeftondt, tot
„ het einde van Bloeimaand, en tyd, tot
„ het einde van Hooimaand, om Spanje te
„ beweegen tot vrede, volgens het jongfte
M Ontwerp, waaraan Frankryk zig zo lang
„ houden zou : zullende men , na dien tyd ,
„ middelen beraamen, om een einde van
„ den oorlog te maaken, zo de Vrede dan
„ nog niet getroffen mögt zyn ( v )." Doch
hoe nader Frankryk kwame, hoe meer Spanje
ruggewaards fcheen te gaan (w). De Baron
van Bergeik hadt nog geene volmagt, om
iet te tekenen , te Aken , en de beweegingen
der Staatfche troepen fcheenen den Mark-
graaf van Kastel-Rodrigo afkceriger te maa-
ken
f il Refril. Goner filter. 13 April xMt. MS.
O") Mislive Itr Gidep. van 17 April idftii. MS.
C v) Misfive van tleu Amb. van ßsuNiNnRN van 15 Afril
ïfifi i. yoitz ausfi D'Esirades Tom. VI. p. 407. Aitzema VI.
Deel. hl. 701, 71J3.
■'wj ivii>fii/e der Gcdepiif. te Brii6fel aan i* extr. Ambasf. in
tlngd. vim 17 April 166b. MS,
-ocr page 331-
LI. Boek. HISTORIE.         329
ken om te fluiten ( x ). Hy vorderde nu, dat 166S.
de Staaten hem fchriftelyke belofte deeden, ------
dat zy zig, ten zynen opzigte., naar den in-
houd van het derde geheim Artikel van het
drievoudig Verbond, gedraagen zouden, eer
Iiy last geeven wilde om te fluiten. De Staa-
ten waren hem hierin te wille (j), en de Witt
fchreef aan -B urgersdyk en van der Togt,
„ dat men Kartel - Rodrigo, zo hy nu naliet
5, volmagt te geeven om te fluiten, niet dan
n als eenen * flyfzmugen weigeraar zou kon- * opi.
„ nen aanzien («)." Men liet het hierby niet. niaßer
'c Krygsvolk van den Staat, welk omtrent reMM
Lillo lag, werdt, van daar, te rug ontboo-
den naar Bergen op Zoom ( a ). Doch eer dit
nog gefchied ware, hadt de Markgraaf, wel
weetende, dat het in de magt der Staaten
ftondt, om Frankryk gelegenheid te geeven
tot het voortzetten zyner overwinningen, en
nu last uit Spanje ( b ), en te gelyk de begeer-
de verzekering bekomen hebbende van hun-
ne Hoog Mogendheden (c), de volmagt tot
het tekenen der Vrede doen vervaardigen ;
die, nog voor het einde van Grasmaand,
door Temple, in perfoon, naar Aken over- De
gebragt werdt (</). Hier, was nu anders niet Vre'le
te
(x~) O-ig Misfive ven H. v. Heverntnck van 17 April 1 (<(>?,.
iyj Reibl. Gtiier. I.tina \(> April ififili. MS Zie uokSe^r.
Rclol. 11-11. 16 April \(m. II. Deel, bl 66q.
(2) Orig;n M'S!' van den Uan>1p. de Witt vm April
jf.fi'i Zie ook D'. Witt Brieven IV. lied, l/l f>-jz.
(«) D'ËsiRAn&s Tom VI. p. ,(14.
», Zie Aitzkma VI llee', bl. [1^4.
(/• '• Zie iVitzeM'A VI. O-el, bl. lieft.
^tl) Misfi^c «icc üedep. van iy, 20 April i<j<)3. MS,
-ocr page 332-
33o VADERLANDSCME LI. Boek
1668. te doen, dan het ontworpen Verdrag te te-
------- kenen : 't welk , na veel draalens van den
lusfchen Baron van Bergeik (e), als of "er nog hoop
Frankryk ware geweest, om de troepen van den Staat
en Spante 1 1                     ' ■                    1 r» /• 1
wordt te n'-mdgemeen te zien met de Franfchen, eiu-
Aken,'ge- delyk, op den tweeden van Bioeiniaand, ge-
tekend, fchiedde. „ Frankryk bleef, by de Aken-
„ fche Vrede,in 't bezit van Charleroi, Binch,
„ Aath, Douai en de Sterkte Schärpe, Door-
nik , Oudenaarden, Rysfel, Arnientiers,
n Kortryk , S. Wynoksbergen en Veurne ,
„met derzelver onderhoorigheden : alle wel-
„ke Plaatfen hem , in 't voorleeden jaar, in
n handen gevallen waren. De Koning van
n Frankryk beloofde , terftond na 't af kon-
„ digen der Vrede, zyne troepen uit het
„ Franche Comté te rug te zullen trekken,
en het wederom te zullen inruimen aan
„Spanje. De Pyreneefche Vrede werdt, by
M dit Verdrag, bevestigd , in alles , waarin
„ dezelve niet van deeze verfchilde (ƒ)."
Wy maaken te minder gewag van de overige
punten, om dat de Vrede onzen Staat niet re-
gelregt betrof.
XXIII. Sommigen willen, dat de Staaten zeer ver-
Aanmjsr- zet ftonden , over de keuze, die het Spaan-
kingen
over de
zelve.
fche Hof, uit de twee Leden van den Fran-
fchen voorJlag, gedaan hadt , hebbende zy
niet vervvagt, dat men Frankryk meester
gelaaten zou hebben van verfcheiden' Plaat-
fen , in 't hert van 't Land gelegen, Doch
hier-
C«) Orig. Misf. van H v. Bp.vF.RNWr.K vim 1 May if/'ó.
(fj l'üiez
Ü'Esiïudes Taut. VI. f>. 41U, AlTZ&MA Vl.Dttl,
V.
714«
-ocr page 333-
LI. Boek. HISTORIE.           331
hiermede zou het Spaanfche Hof beoogd heb- 166.}
ben, Groot-Britanje en de Vereenigde Ge- ——
westen in de noodzaakelykheid te brengen,
om Frankryk den oorlog aan te doen , wan-
neer het maar de minste beweeging maakte,
om zyne overwinningen voort te zetten in
de Nederlanden (g). Wyders, kan men niet
twyfelen, of het drievoudig Verbond is oor-
zaak geweest van de Vrede te Aken; fchoon
fommigen vermoeden , dat het, van de zy-
de van Karel den II, alleenlyk gcflooten
werdt, om het volk te mompen, en om, on-
der fchyn van te voldoen aan de verbindte-
nisfen vari het zelve, veel gelds te trekken
van 't Parlement. Ook zou een zyner voor-
naamftc gunstelingen, de Ridder Thomas Clif-
ford-,
niet lang na 't fluiten van het drievou-
dig Verbond, en terwyl elk 'er zig over ver-
heugde , openlyk, gezeid hebben: Onaange-
zien dit alles, zullen wy welhaast eenen tweeden
oorlog hebben met de Vereenigde Gewesten
(^).
Wat den Staaten betreft, zy hadden, met
dit Verbond, hun oogmerk bereikt, en Frank-
ryk gefluit, in'den loop zyner overwinnin-
gen. Nogtans, konden zy niet nalaaten te
zien, dat zy zig , hierdoor, het misnoegen
van het Franfche Hof op den hals gehaald
hadden. Want fchoon fommige hebben ge-
fchreeven, dat zy om het drievoudig Ver-
bond niet gedagt zouden hebben, zo 't hun
van Karel den II. niet in den mond gegeven
wa-
(g) Rapin Tom IX. p. 27(1.
(/ij RaI'in Turn. IX. (• 277, 278»
-ocr page 334-
332 VADERLANDSCHE LI. Boek;
1668. ware (7); hebben wy, uit de Inftruftie en
■-------handeling van den Ambasfadeuren Meerman
en Boreel, te vooren, doen zien, dat men
zig, inderdaad, met Groot Britanje dagt te
verbinden , tot befcherming der Spaanfche
Nederlanden , ja , dat, hoe voorzigtig dit
ftuk ook behandeld werd, het Franfche Hof,
deswege, reeds agterdogt opgevat hadt, lang
voor dat ïemple in Holland kwame, om het
drievoudig Verbond voor te liaan, üok vind
ik, in de eigenhandige Brieven van de Af-
gevaardigden te Brusfel, dat de Markgraaf
van Kartel - Rodrigo hun, op den derden van
Bloeimaand, 's daags na 't fluiten der Aken-
fche Vrede, als in vertrouwen, ontdekt hadt,
v dat hy, uit verfcheiden' Brieven, met naame
„ uit die van den Hertoge van Lotharingen,
„ meende verzekerd te zyn , dat Frankryk
»
           „ iets * gevvigtigs tegen de Staaten in den
iels. y) zin hadt, ten deele , tot uitvoeringe der
„ oogmerken, die de Kroon, onveranderlyk,
„ dagt hy, tegen alle de Nederlanden , ge-
n vormd hadt; ten deele, om zig te wree-
„ ken van de Vereenigde Staaten , die den
„ voortgang zyner wapenen, door het drie-
voudig Verbond, gefluit hadden (£)-"
Wegens den aart en inzigten des Konings
van Frankryk, hadt de Ambasfadeur van Beu-
ningen ook zorgelyke gedagten; welken hy,
ten deele in Cyfer , aan Burgersdyk en van
der Tügt, overfchreef. Ik zal ze, tot vol-
doe-
CO Rapin Tom. IX. p. 377.
C*jMi:fi/. der Uedep. te J.iusfel VM 5 May l6ö8. US,
-ocr page 335-
LI. Boek.           HISTORIE. 333
doeninge der weetgierigen, uit zynen oor-
fprongkelyken Brief, woordelyk en ontcyfcrd,
hier invoegen:
Den Koninck
„ 510.                      heeft de gedagten van een
Cyrus                                     Alexan-
r24. 37. 98. 80. 90. 83. enyan een 33. 63. 44.
der                                          't ver-
„ 94. 32. 68. 40. 45. 81. en 87. 89.44.81.85.
trouwen                                        fyn
„ 80. 70. 88. 93. 44. 69. dat hy heeft op 1125
ongemeene maglit fortuin
          971                 en 48. 71. 79. 86. 89 97.
kleyne                                     van
69. en de 959. opinie van 't vermogen 1196.
andere                Staten,
„ 32. 68. 40. 44. 81. 45. 1148. gevoet door luy-
den, die haar rekeninge in dm oorlog vinden,
hem
          conquesten van de Spaan-
doen 54. 45. 66. de 801. 1166.
fche Nederlanden
         facyl
          344.             foo 47. 32. 39. 56. 63. 32.
aghten         dat hy                       ten-
„ 49. 85. 45. 6j. 816. 926 aan de 23. 90. 46.
tatie
„ 71. 90. 34. 88. 59. 46. foo V fcheynt niet kan
wederßaan Ql)"
D' Estrades ook, misnoegd over 't fluiten
van het drievoudig Verbond, fchreef aan
de Lionne „ dnt men den luiden, hier, hun-
w ne flegte handelwyze wel met woeker be-
„ taald
(O Misfiv. y«u C. V. Beohihoen In dal» 27 Maart i6<58. flf&
-ocr page 336-
334 VADERLANDSCHE LI. Boek
1668. „taald zou können zetten, zo dra de Vrede
* f, gefloQten ware." Ik ken, voegde Iry 'er by,
hun zwak zo wel ais iemant, en waar men hen aan-
tasten moet, wanneer de Koning zulks zal goedvin -
den. Maar''t is 'er nu geen tyd toe
(wz). Dezelf-
de d'Ëstrades Ichreef, 's daags na 't iluiten der
Vrede , aan de Lionne „ dat de Witt en de
„ fchrandérften uit de Regeeringe overtuigd
,, waren, dat de Koning zig, in deezen veld-
je togt, meester van de Spaanfche Nederlan-
w den zou hebben können maaken , indien
n by gewild hadt." God geen , laat hy hier-
op volgen, dat ze zig, ten zynen tyde, de ver-
pligting herinneren mogen
, welke zy, deswege,
aan den Koning hebben. Doch naar ik ze kenne,
zullen zy
, by 't overlyden des Körtings van Span-
je
, gereed zyn, om Verbonden te [meeden, en de
Christen - Mogendheden te bewegen , om zig te
kanten tegen 't gene zyne Majesteit, wettiglyk,
zal vorderen. Hiernaar kont gy uwe Maatregels
ueemen
(»). Uit al het welke, ligtelyk, te
belpcuren is, hoe de gemoeden aan 't Fran-
fche Hof, na 't fluiten der Akenfehe Vrede,
gefteld waren, en wat de Staat* in tyd en wy-
le, te dogten hadt. Ook zal de gefchiedenis
der volgende tyden ons doen zien, dat men,
tegenwoordig, reeds, met grond, voorfpel-
len kon, waartoe het wederzydsch belang
beide Frankryk en deezen Staat beweegen
zou.
XXIV. Het fluiten van het drievoudig Verbond
Men ar-
                                                                       en
O) D'Estkades Tom. vr. p.276.
{11)
D'Esii'.AUfis Tom. Vi. /».4274
-ocr page 337-
LT. Boek.         HISTORIE. 335
en van de Vrede te Aken , Frankryk en de l6(t$È
Vereenigde Gewesten merkelyk vervreemd-------
hebbende van eikanderen, en Groot-Britanje, beidt,
ten minste zo 't uiterlyk fcheen, nader ver- weder-
bonden hebbende met deezen Staat, gaf aan ?'Vaiin_
de vrienden van het Huis van Oranje nieu- ^cren
we gelegenheid , om op de bevordering der van de»
belangen van den Prinfe, die nu omtrent agt- Pnnfe
tien jaaren bereikte, bedagt te zyn. De Staa- q3" .
ton van Holland hadden , in 't vooiieedcn * J'
jaar, reeds geftemd voor 's Prinfen zitting
in den Raad van Staate; doch niet dan on-
der voorwaarde, dat het Kapitein- en Admi-
raal - Generaalfchap , voortaan, afgefcheiden
bleeve van het Stadhouderfchap: waarin zy,
cindelyk, in Louwmaand deezes jaars (0),
drie Gewesten, Gelderland, Utrechten O-
verysfel, hadden doen bewilligen. De alge-
meene Staaten hadden, hierop , by meer-
derheid van ftemmen , bellooten, de andere
drie Gewesten , Zeeland, Friesland en Stad
en Lande, te bezenden, en ware 't mogelyk
tot het zelfde ontwerp van Harmonie of Over-
eenftemming, gelyk het genoemd werdt, o-
ver te haaien ( ƒ>). Naar Zeeland vertrokken Rezen-
Jakob van der Steen , Burgemeester van ïiel, ding der
Nikolaus Vhien , Penfionaris van Dordrecht, „e sTaal"
en Gerard Kokerwan, Heer in Kallantshoek, ten naar
Raad en Oud-Scheepen van Haarlem. Zy Zeeland
hadden gehoor by de Staaten van 't Gewest, FriesIanJ
op den vierden van Sprokkelmaand, en dron- *" fan-
gen de. '
O) Rofol. Holl. 11, 12, 17 fm irtrtS. hl, 3, 6, Io.
r>; Ds Wjtt Drieven iV. üecl, W. 623.
-ocr page 338-
336 VADERLANDSCHE LI. Boek.
1668, gen zeer, dat Zeeland, welk, in eene andere
------- gelegenheid, zig van dezelfde reden bediend
hadt, zig nu behoorde te voegen naar de
Oproer meerderheid. Doch de Vergadering der
t« Veere. Staaten was thans , in zig zelven , niet zeer
eenig : zynde Veere, ter gelegenheid eener
dubbele benoeming van Wethouderen, in-
wendig, vol oproers, en zo zeer verdeeld,
dat de Stad dubbele Afgevaardigden zondt
in de Vergadering der Staaten; en de Staa-
ten reeds last gegeven hadden , om Krygs-
volk naar Veere te doen trekken , toen de
zaaken zig, aldaar, begonden te ichikken
tot rust (#). Zy werden, eerlang, volkomen-
lyk in ome gebragt, door Konflantyn Huigens,
Heer van Zuilichem, en Laiirem Buifero, Heer
van Dusfen - Muilkerk , Gemagtigden van
den Prinfe van Oranje, als Markgraaf van
Veere (V). Midlervvyl, hadden de Staaten
van Zeeland, in Lentemaand, by een breed-
voerig Vertoog, verklaard, dat zy niet kon-
den verftaan tot de begeerde feheiding der
hooge waardigheden (s). Van Friesland en
Stad en Lande, werwaards Gaspar Fagel, Pen-
fionaris van Haarlem , J. van Nyenburg en
Gaspar Schade gezonden werden, kwam, eer-
lang, het zelfde befcheid (;}. Uit deeze on-
eenig-
(?) Noml. Zeel. afï, 47, s3, 30. 31 'Jan. 3, 4, 6, 7. 8,,
9, 10 Fe r 15, 16, 17, 19 Maart l6(A,bl. 5, 7, 9 , 10, 12,
16, 18, 19, 2i, 23, 25, 28, 35, 41, 42, 46,47. Kefol. Holl.
94, 25 Jan. Ifi68- bl. 2>i. Aitzema VI. Deel, bl. 469-474.
(rj NdcuI. Zeel. 23, 24,26,27,28,2^,30 Maart 1668 W.50,
£,7,56,60,6.), 6701. Aitzema VI. Deel, II. 515, 658.
^t) Zie hunne Dt'iluctic by Aitzema VI. Deel, bl 499 ens»
CO Aitzema Vi.^Dtel, bl. 4^-495,513, 5*S> 607.
•:
-ocr page 339-
LI. Boek. HISTORIE. 337
eenigheid der Gewesten , volgde noodzaa- iggg,
kelyk , dat de Prins van Oranje geflooten.-------
bleef uit den Raad van Staate,, De Staaten
van Zeeland waren , nogtans, na 't (luiten
der Vrede te Aken , de eerften, die zyne
bevordering wederom ter hand namen. De
Raadpenfionaris de Huybert yverde, hierin,
meer dan icmant: waarom fommigen, in Hol-
land , gaarne gezien zouden hebben, dat hy
van zyn ampt verlaaten geweest was: eeni-
gen melden zelfs, dat men veel gelds fpilde,
om de Steden Zierikzee', Goes, Vlisfingen
en Veere hiertoe te doen befluiten («). Doch
hiervan heb ik geene behoorlyke zekerheid,
't Blykt alleenlyk, dat men , ten deezen ty- rje Prins
de, in Zeeland, toeleg maakte om den Prins van o-
van Oranje tot eerften Edele te verheffen: ranje
waaraan de Heer van Zuilichem, een Frans ch- ^°j£c E_
man in zyn hert, fchryft d'Estrades (v), ter dele va«
gelegenheid van de onlusten te Veere, lang Zeeland,
in Zeeland hebbende moeten toeven, naar
alle waarfchynlykheid, de hand hieldt (w).
Doch 't liep aan tot in Herfstmaand, eer de
zaak haar bellag kreeg. De Voogden des
Prinfen hadden , al voor veele jaaren, ver-
zogt, dat zy de Leenen van zyne Hoogheid,
in Zeeland gelegen, mogten verheffen van
de Staaten van dit Gewest £*); midsgaders,
dat hy, als Markgraaf van Veere en Vlisfin-
gen , ter Vergaderinge van Zeeland, zitten
mögt
Ca1) tVEsTRADis Tom. VI. p. 43Ï.
(v) D'EsTRAiiB« Tom. V. p. 8.
(w) D Estrades Tom. VI. p. 367.
(x) 'Notul. Zeel. 23 Ap.il J634. bt |8|*'
xiiL deul.            y
-ocr page 340-
338 VADERLANDSCHE LI. Boek.
i&S&. mogtQ). Sedert, hadden de Staaten befloo-
»■ ten, zig van deeze gelegenheid te bedienen,
onder anderen, om het Markgraaffchaap van
Veere en Vlisfingen; welk de Staaten vaii
* Domini Holland verftonden, van hun, als* onmidde*
tirecii. jyfe lócnhceren
, te moeten verheeven wor-
den, gelyk weleer gefchied was; in Zeeland
te doen verheffen (s). Ten Zelfden tyde had-
den zy vastgefteld, dat hun hulde en eed ge-
daan zou worden, wegens alle Leenen , in
Zeeland gelegen (ß): onder welken,, zy egter
ook begreepen de Heerlykheid van Sommels-
dyk, onaangezien dezelve in Overfiakké, en
dus, onder het oppergebied van Holland, ge-
legen was. Doch zy hielden zig voor onmid-
delyke Leenheeren deezer Heerlykheid; ge-
lyk de Staaten van Holland, met opzigt op
het Markgraaffchap van Veere en Vlislingen,
wilden gehouden worden (£): en de Heer
van Sommelsdyk, federt veele jaaren, uit de
gunst der Staaten van Holland vervallen,
hadt die van Zeeland, welken hem beter zet-
ten mogten, te liever voor zyne Leenheeren
willen erkennen ; gelyk hy, inderdaad, ge-
daan hadt (c). Ik meen egter niet, dat ie-
mant, van wege den Prinfe van Oranje, voor
dat hy zelf, ten deezen tyde , tot eerden E-
dele verklaard werdt, de Zeeuwfche Leenen
van
(y) Notul. Zee!. 23 Sept. ifijfi. tl. loc. 13 , 14, 30 April
ir>57. tl. 78, 80, 85.
(2) Notul. Zeel. so. Maart, 28 July, 3 , 5 , 6, 7 Aug. lCiO*
l>l. 3'J» 07. "o> "8. ii")) »23-
Ca) Notul. Zeel. 20 Maart 1(60. til. 3y-
(b) Notul. Zeel. 3 Nov. 1(^3. bl. s60. Bjlag, il. si, 297.
(>3 NutuJ' Zeel. 24 Sept. 1650. Ol. t?£.
-ocr page 341-
Li.Boek. II I S T O R I Ë,         35p
van de Staaten van Zeeland verheeven heeft. j^g.
Nudeedt hy 't, in perfoon , en hing, daar------->v
mede , eenigszins , het zegel aan het gevoe-
len van Zeeland'<, dat het Markgraaffchap
van Veere en Vlisfingen, te vooren* ten on>
regte, van Holland ter Leen ontvangen was.
Ook heeft zyn opvolger in dit Markgraaf-
fchap alleen aan Zeeland hulde gedaan. Om
thans dit werk ten einde te brengen, toog de
Prins, zonder de Heeren, die zorg voor Zy-
ne opvoeding droegen, eenige kennis te gee-
ven van zyn voorneemen, fchielyk, naar Zee-
land. Alles was hier gereed gemaakt, om hem
als eerften Edele re ontvangen, en zitting te
verkenen in de Vergadering der Staaten : 't
welk, op den agttienden van Herfstmaand»
zeer plegtiglyk, gefcliiedde. Willem van Nas-
faii
, Heer van Odyk, fchoon buiten Zeeland
gebooren, verfcheen, federt, hoewel tegen
den zin van Zierikzee, ter algemeene Staacs-
vergaderinge en ter Vergadering der Staaten
van Zeeland, om 's Prinfen Perfoon te ver-
beelden Cd). Hierop viel geene aanmerking
by de Staaten van Holland. Doch men f cheen
eenige zwaarigheid te zulleri maaken, zo de
Heer van Odyk, gelyk fommigen zig ver-
luiden lieten, te gelyk j als Raad ter Admi*
raliteit in Zeeland h mögt voorgefleld wor-
den (e). Ook meen ikj dat dit agterbkef*
Maar
(ih NstuL Zeel. i8j ?9, so, ii, 12 Sept. 13, i« OBn'n
jo
Nov ïSfiS. M. B«S • 5"8, 210, aifi, 221, *»3. 236, B4?.
Aitzbma VI. BceU hl. 607, 6i3-6iij, 620. Mi fiv. uit MiU-
ilt'b
gedrukt 16M.
(f.) Rel'ol. Holt. 10 Sept. ifif». b\. 77,
Y a
%
-ocr page 342-
34o VADERLANDSCHE LI. Boek.
166B. Maar de Staaten van Holland, bedugt, naar't
—— fchynt, dat Zeeland, deezen flap gedaan heb-
Holland bende , veelligt, voortgaan mögt, om den
Sudhou- ^r*ns van ^ranJe tot Stadhouder te verhef-
ders uit' fen' beflooten, ten deezen tyde, niet te zui-
den Raad len gedoogen, dat eenige Stadhouder eener
van Staa- byzondere Provincie ziting name in den
te'
         Raad van Staate (ƒ). De Staaten van Utrecht
vernietigden ook, in navolging van die van
Holland , het Stadhouderfchap van hun Ge-
west (g) Dus werkten Holland en Utrecht
tegen de bevordering van den Prinfe van O-
ranje , terwyl hy, door Zeeland en andere
Gewesten, gedraagen werdt. Ondeitusfchen,
was hy, nu agttien jaaren bereikt hebbende,
ïn Wynmaand, geheel buiten Voogdyfchap
gefield, en zyn eigen meester verklaard (/£):
waardoor hy meer gelegenheid om vrienden
te maaken kreeg, dan hy, te vooren, gehad
hadt. Doch het aanzien van Holland en de
herltelling der Vrede hieldt zyne verheffing
tot de bekende hooge waardigheden , nog
eenen geruimen tyd, tegen. Midlerwyl ,
bragt het woelen voor en tegen zyne bevor-
dering, onder eenen anderen naam, verlchei-
den' Gewesten in roere: waarvan wy, hier,
een kort berigt geeven moeten.
XXV. Friesland , Overysfel en Stad en Lande,
Twisc ia alwaar men , federt eenige jaaren , byna ge-
fri«- duuriglyk, onderling overhoop gelegen hadt3
'and.
wa-
rf) Refol. Holl. 28 Sept. 19 Dcc. i6é\, il. 72, 59.. w 4e
Refof. van Confid. VI. 872.
(ff) AitZema VI. Deel, hl 632.
(Aj AlTZKiiA VI. Deel, 1)1. 6j0i
-ocr page 343-
LI. Boek.
HISTORIE.
341
waren , omtrent deezen tyd , wederom on- 166$.
eenig. In Friesland , was gefchil over het .
regt om op de Landfchaps Vergaderinge te
verfchynen: waarover de Gedeputeerde Staa-
ten zig het oordeel aanmaatigden: doch zy
gingen , naar fommiger meening , zeer par-
tydiglyk te werk, eenigen uitfluitende van de
Vergaderinge der Staaten, die , zeide men,
waarlyk geregtigd waren, om aldaar te ver-
fchynen. De Gedeputeerde Staaten, die 't
anders verftonden, hielden buiten hunne Ver-
gadering zulken, die, door eenigen uit Oos-
tergo en Westergo , gemagtigd waren, om
aldaar zitting te neemen , en bedienden zig ,
hiertoe, van de bezetting van Leeuwaarden,
die zy voor hunne Vergaderplaats deeden
post vatten. De Afgevaardigden der alge-
nieene Staaten, te Leeuwaarden gekomen,
om de Staaten van Friesland tot eenigheid
met de vier Gewesten, in 't ftuk der fchei-
dinge van het Stadhouderfchap en 't Kapi-
tein- en Admiraal - Generaalfchap, te bewee-
gen, kreegen haast kennis van de tweedragt,
en deeden 'er hunnen Hoog - Mogendheden
verflag van , die gaarne gezien zouden heb-
ben , dat de beide partyen hun de bemid-
deling of beflisfing hunner gefchillen had-
den overgelaaten. Ook zou de zwakfte
party, welke men Hollandschgezinden noem-
de , en van welke de voornaamften waren
Ernst Sikko van Jylua, Grietman van West-
dongeradeel, Karel van Roorda en Livius van
Scheltinga,
uit Oostergo, en Jonkheer Idzard
mn Groveßms
uit Westergo, ligtelyk, beflopr
Y 3
                       ten
-ocr page 344-
3-13 VADERLANDSCHE L'.Boek,
i6(53. ten nebben ; doch de anderen waren hiertoe
,
         niet te beweegen , en naamen 't zelfs zeer
kwaiyk, dat de Afgevaardigden der alge-
meene Staaten zig eenigszins in hunne huis-
felyke gefchillen hadden begonnen te ftee-
ken. Ook lieten deezen hiervan,federt,af. De
klagten der misnoegden werden voor de Staa-
ten van Friesland gebragt (f); doch, of en op
welk een wyze, zy aldaar afgedaan zyn,
is my niet gebleekcn. Klaar genoeg is 't eg-
ter, dat de fterkite party, die men Primgezin-
den
noemde , bovendreef, alzo de Gedepu-
teerde Staaten, nog voor 't einde deczes
jaars, eenen Brief lieten afgaan aan de Staa-
ten van Gelderland, om dezelven, ware 't mo-
gelyk, af te trekken van de Ilollandfche
zyde (£).
Onfus/en *n Gewest van Stad en Lande, waren
in Stad gelyke onlusten gereezen, meest over de Man-
en
Lan- flering, of het onderzoek van de bevoegdheid
rie- der Volmagten van 't platte land tot de Land-
fchaps Vergaderinge. Eenigen hadden zig,
al in 't jaar 1666 , vervoegd aan de Verga-
dering der algemeene Staaten in den Haagc,
en 'Ben hadt toen reeds een Ontwerp ge-
maakt, tot bylegging der oneenigheid. Doch
\ gaf, in de Provincie komende , geen ge-
noegen (/). Men nam het zelfs den twee Om-
melander Heeren, Egbert Klant en Johati
Mepfche
, die, naderhand , Gemagtigden uit
de algemeene Staaten verzogten , zeer eu-
vel,
O) Aitzf.ma VI. Deel, hl. 4Ü3.4S«. 4H9, 490.
(k ) Zie deezen Brief *y Aitzema VI. Deel, lil. 6667«
(,1) Aitzbma V. Deel, tl. 813, 814.
-ocr page 345-
LI. Boek.         HISTORIE. 343
vel, dat zy zig, ten deezen einde, naar den 1668.
Haage hadden begeven (*»). Doch de alge- ----—
meene Staaten hadden, desonaangezien , in
de Lente des jaars 1667 , Gemägtigden naar
Groningen gezonden , die eenige orde Hel-
den op 't ftuk der Monfteringe, en op het be-
wind der Schepperyen en Zylyesteryen, waar-
door men, in Holland , het opzigt over dy-
ken en Huizen verftaat («): doch zo niet, of
men moest, in 't volgende jaar, nog tot na-
dere verbetering en vermeerdering van het
voorgaande Reglement komen ( o ). De voor-
flagen , ten deezen einde gedaan , mishaag-
den nogtans der Stad : die 'er zig tegen ver-
klaarde, in een Vertoog, in Wynmaand, ter
algemecne Staatsvergaderinge , ingeleverd ;
beweerende zy, onder anderen „ dat eenige
5, Ommelander Heeren, onder den fchyn
„ van het Reglement op de Monfteringe ver-
„ beterd te krygen , alleenlyk zogten eenige
}) fchadelyke nieuwigheden in te voeren , en
n de belangen van de Stad en van 't Land»-
„fchap te brengen tot kennisfe van de al-
0 gemeene Staaten : waartoe zy niet gezind
„waren," Dit Vertoog werdt van nog twee
anderen gevolgd, zo aan de algemcene Staa-
ten als aan derzelver Gemägtigden tot de
zaaken van de Ommelanden (ƒ>). Doch de
Ommelander Heeren , over welken de Stad
geklaagd hadt, beklaagden zig , op hunne
beurt,
(V) AiTZRMA VI. Deel, H. 85, W,.
(:i) Aitzëma VI. Deel, hl, 97, J02.
Co; Aitzkma VI. Deel, il. 585,585, 59Ü-5oj.
lp) ArrzeMA VI. IJeel, tl. 615-629.
Y 4
-ocr page 346-
344 VADERLANDSCHE LI. Boek,
1668. beurt, dat de Stad zig moeide met het gene
—— de Regeeringe der Ommelanden op zig zel-
ve betrof (q~). Maar het ging hier, als in Fries-
land, de fterkfte party, of Prinsgezinden, zig
niet willende voegen naar de algemeene Staa-
ten , bleeven 't bewind in handen houden. De
Staaten van Stad en Lande fchr'eeven , wei-
nige dagen na die van Friesland, ook eenen
Brief aan de Staaten van Gelderland , waar-
in het gedrag van Holland, in het vernieti-
gen van het Stadhouderfchap en in het wee-
ren der Stadhouderen uit den Raad van Staate ,
fcherp werdt doorgeftreeken (>). De Stad
Groningen en de Ommelanden raakten , eer-
lang , wederom in gefchil, welk, door ver-
kooren' Regters, door de algemeene Staaten
geftcld, in den jaare 16/0, afgedaan werdt (V).
Doch waarin het beftaan hebbe , is my niet
klaarlyk gebleeken.
XKVII. Maar de twist, die Friesland en Stad en
Ver- Lande verdeelde, geleek niet, in hevigheid-
hoifi n;iax ^e nveedragt, waardoor Overysfel, nu,
Overys- zo wel als voor ruim tienjaaren, van een ge-
fel. reeten werdt. Rutgert van Haarfolte, Drost
van Salland, was, op den eerften van Win-
termaand des voorleeden jaars, te Zwolle ,
in gefprek geraakt met eenigen uit de gezwoo-
ren' Gemeenten van Kampen, aan welken hy
zyne begeerte te kennen gegeeven hadt, om
den Prins van Oranje te bevorderen tot Stad^
houder van Overysfel. Te gelyk, hadt hy
ge,
(?) Aitzp.Ma VI. Deel, tl. (J35, «36.
(O Zie Ait'zema VI. Drei, W 667.
(O Uefti. Holl. a6 July, %, 2 Aug. l6?o. II. 38, 5?«
-ocr page 347-
LI. Boek. HISTORIE.          345
geklaagd over de eenzydigheid der Regee- kjäs.
ringe van Kampen, en over de kleine gunst, ------
zynen Broeder, den Kolonel Antoni van Haar-
folte,
beweezen, toen deeze tot Kommisfaris-
Generaal der Ruiterye zogt bevorderd te
worden. Op dit gefprek, was, wat laater,
gevolgd de aanbieding eener jaarlykfche fom-
me van driehonderd guldens aan een' deezer
Gemeentsluiden , zo hy arbeiden wilde, om
de eenzydigheid uit de Regeeringe van Kam-
pen weg te neemen. Doch de Gemeentslui-
den hadden van dit gefprek en van de aan-
bieding, daarop gevolgd, in eene beëedigde
Verklaaring , kennis gegeven aan de Wet-
houderfchap van Kampen , die 'er zig zeer
misnoegd over toonde tegen den Drost, hem
aanmaanende , om haar, wegens 't voorge-
vallene, binnen den tyd van eené maand, ge-
noegen te geeven. Haarfolte fchreef, hier-
op, eenen wydluftigen brief aan die van Kam-
pen : waarby hy aan 't gebeurde eenen ande-
ren zin gaf, eenige punten ontkennende, en
eenige anderen {tellende op rekening zyner
befchuldigeren. De Kolonel Haarfolte, daar-
na, zynen eed zullende doen, als Kommisfa-
ïis-Generaal der Ruiterye, gaf te verftaan,
dat hy, om vrienden te maaken, eenige gif-
ten te Kampen aangebooden, doch niets uit-
gegeven hadt; en dat hy hierop ook den eed
van zuiveringe wilde afleggen. Doch alzo,
volgens den inhoud van deezen eed, ook het
aanbieden van gefchcnken, tot bekominge
van eenig ampt, ongeoorlofd is, maakten die
van Holland zwaarigheid, qm den aangeboo-
Y 5                    den
"•.
-ocr page 348-
34<S VADERLANDSCHE LI. Boek.
t66i. den eed goed te keuren (V). Terwyl dit dus
■ ,., „j ftondt, naderde de tyd der gewoonlyke Land-
ichaps Vergaderinge van Overysfel, die, dooi-
den Drost van Salland, binnen Kampen, be-
ichreeven moest worden, en op welke hy ook
voorzitten moest. Doch die van Kampen wa-
ren zo zeer op hem gebeeten, dat zy begeer-
den, dat hy, by voorraad, ontzet werdt van
zyn ampt. Ook betrouwde Haarfolte zig niet
binnen Kampen, ton ware men hem Brieven
van Vrygeleide zondt, welken hem geweigerd
werden. De voornaamfte Edelen en de Stad
Deventer de zyde van Kampen gekooren heb-
bende, werdt de Landdag aldaar befchreeven,
door Hcprik Adolf van Raasveld, Drost van
Twente. Doch Haariblte befchrcef dien, te-
gen den zelfden tyd, te Zwolle, welke Stad
zyne zyde hieldt. Dus was Overysfel, we-
derom, in twee deelen gefcheurd. De Raas-
veldfche party, 't zegel van 't Gewest in haa-
re magt hebbende, vaardigde, van wege de
»Staaten, Lamben Bernard van Oor, Heer van
/Sallik, af ter Generaliteit, om dat zy den
Heer van Palland, die met eene Dogter van
den Kolonel Haarfolte gehuwd was, en we-
gens Overysfel in de algemeene Staatsverga-
deringe zitting hadt, niet vertrouwde. Doch,
in den Haage, verflondt men, dat beide Pal-
land en Sallik behoorden te worden toegelaa^
ten. De party van Haarfolte, te Zwolle ver-
gaderd, fchreef, over 't gantfche werk, ee-
nen uitvoerigen brief aan de algemeene Staa-
ten,
(O AiTZïma Vf. Deel, hl. 4(5a-4<J4.
-ocr page 349-
y.BoEic.           HISTORIE, 347
ten, ftrekkcnde am de andere party in 't on-
gelyk te ftellen, Zy noemden zig, 20 wel als
de Raasveldichen, de Staaten wn Overysfel.
Doch deezen zogten de gunst hunner Hoog-
Mogendheden te winnen , door eene ipoedi-
ge bewilliging in den Staat van Oorloge, voor
het loopende jaar (a). Wat laater, herriepen
Zy den I^eer van Palland uit den Ilaage, by
eenen Brief aan de algemeene Staaten. Doch
de andere party fchreef 'er eenen Brief te-
gen , waarby hy in zynen last bevestigd werdt
(v). In den Haage, maakte men geene aan-
merking op een' van deeze Brieven. Doch
wanneer Overysfel, op zyne beurt, voorzit-
ten moest, ontltondt 'er zo veele moeilyk-
heid tusiehen de twee genoemde Afgevaar-
digden uit de Edelen, die voor elkandercn
niet wyken wilden , dat zy genoodzaakt wa-
ren , beide uit de Vergaderinge te bly ven, er»
de plaats van Voorzitter te laaten bekleeden,
door een' der Afgevaardigden uit de Steden
(V). Maar .in Overysfel nam de verbittering
zo zeer toe, dat de Raasveldichen, in Slagt-
maand, een bell uit namen, waarby Haarfolte
van zyn Drostampt vervallen verklaard werdt,
als hebbende begaan misdaad van gekwetfte
hoogheid, Diergelyk befluit werdt ook geno-
men tegen den Heer van Palland. De Zwolfchc
party, die verre de zwakfte was, ziende, dat
de anderen hun ituk begonden door te dry-
yen , fpraken van verdraagen, en booden aan,
't
OO Aitzkmh Vf. Deil, il. 510-534.
Cv, An/.KMA VI. Deel, il. 584, 591.
( yit AiizEjiA"JfI. Üe:L II 605.
-ocr page 350-
343 VADERLANDSCHE LI. Boek,
1668. 't gefchil aan de uitfpraak van onpartydigen
--.-. te onderwerpen. Beide de partyen vervoeg-
den zig, federt, aan de vStaaten van Holland
(x), of eerder nog, aan den Raadpenfionaris
de Witt, de eene verzoekende, dat het Hof
van Holland zorg mögt draagen voor de uit-
voering van het vonnis der Staaten van O-
verysfel, waarby de Heer van Palland geweerd
werdt uit de algemeene Staatsvergaderinge;
en de andere begeerende, dat dit verzoek ge-
heel geen' ingang vinden mögt. De Witt
hiervan verilag gedaan hebbende ter Verga-
deringe van Hofland , beflooten de Staaten 5
op den vyftienden van Wintermaand, eeni-
ge Heeren, nevens den Raadpenfionaris, te
magtigen, om kennis te neemen van de O-
verysfelfche gefchillen, de Staaten van Over-
ysfcl te gelyk verzoekende , om Gemagtig-
den herwaards te zenden, gelast en in ftaat,
om de vereischte onderregting te geeven (y).
't Liep aan tot in Sprokkelmaand des jaars
1669, eer de Geinagtigden van de Raasveld-
fche zyde, en tot in Lentemaand, eer die der
andere partye in den Haage kwamen (z).
Men tradt toen, terftond, in ernftige onder-
handeling met de Gemagtigden van Holland,
die eindelyk voorlloegen „ dat de Ridder-
jj fchap en Steden, uitmaakende de Staaten
2, van Overysfel, in volle Leden, Staatswy-
(x~) Summier Verbaal van 't gepasf, io Overysfel. gedrukt
I6A8. Aitzbma Vl. Deel, U. 634, Mo, 6rtl.
(y) Rcfol. floll. 15 December 1668. U, 49« AiTZEma Vh
Veel, tl.
(Uil.
C?J ReiU. Heil. 20 Feht, 21 Miwrt jööj, il, 13, 2$.
-ocr page 351-
LI. Boek. HISTORIE. 349
„ze, binnen Kampen 3 vergaderen zouden,
j, en niet van een fcheiden , voor men, vol-
wgens het Reglement van den jaare 1657,
j, hiertoe, na gedaane omvrage , beflooten
w hadt: dat men. voor den aanvang deezer
w Vergaderinge , of, zo zulk niet mögt kon-
„nen gefchieden, voor men, op deeze Ver-
n gadering , over andere zaaken , raadpleeg-
„ de, de zweevende gefchillen , in der min-
„ ne, zou zoeken af te doen: 't welk , bin«
w nen drie dagen na 't openen der Vergade-
n ringe, niet hebbende willen gelukken , zou
alles , op den vierden dag, Staatswyze,
dat is, by meerderheid van ftemmen , ten
meeften dienfte van 't Gewest, worden af-
„ gedaan." Doch de party van Haarfolte ,
wel weetende, dat zy de minfte ftemmen had-
den, weigerde, m deezen voorflag, te be-
willigen ; fchoon zy 'er, door de Staaten van
Holland zelven, ernstelyk toe geraaden wer-
den ( a ). Men befloot dan, in Zomermaand,
de Heeren Koenraad van Beuningen, Raad
en regeerend Burgemeester van Amfterdam,
en Adriaan Paats, Raad en Vroedfchap van
Rotterdam , naar Overysfel te zenden, om te
wege te brengen, dat de Leden van dit Ge-
west niet langer gefcheurd bleeven, maar in
ééne Vergadering famenkwamen (£). Na
eenige weeken verloops, keerden zy te rug
Qc^)p zonder dat zy de Leden van üverysfel
nog hadden können hereenigen, 't Bleek
eg-
O) Refo!. Holl. 17 April loïln H. So.
1 *) Refol. Holl. 1 Juny i63<5. U. 64.
£0 Reful, Holl. 23 Juty l6wj. l/l. 57.
-ocr page 352-
S^o VADERLANDSCHË LI.Èöek,
1Ó68. egter duidelyk genoeg , dat de Leden, die *
■ in den aanvang der I'cheuringe, te Kampen
byeengekomen waren , 't meeste gezag be-
hielden in het Landfchap $ alzo de Staaten
Van hetzelve , kort hierna, wederom vorder-
den , dat het vonnis, voorheen , tegen den
Heer van Palland , geweezen, door den Fis-
kaal van den Hove van Holland, ter uitvoe-
ringe gebragt, en hy, in gevolge van het
zelve i uit de algemeene Staaten , geweerd
werdt (*/). Ook hadden de Staaten van Hol-
land bellooten die van Kampen alleen voor
wettige Staaten van 't Gewest te erkennen (e).
De Gemagtigden begaven zig , federt» we-
derom naar Overysfél, en bewerkten i na-
veel handelens, op den vyfrienden van Herfst-
maand des jaars 1671 , een Verdrag: vol*
gens welk, de Leden van Overysfel heree-
nigd werden , onder de volgende voorwaar-
den „ dat de Drost van Salland, tot in Gras-
„ maand des jaars" 1674, niet voorzitten zou
„ op den Landdag: dat hy zig, een rond jaar^
„ onthouden zou van de bediening van het
j, Drostampt: welk 4 midlerwyl, door den
„ Heere R. Schaap, bekleed zou worden^
„ Dat de Heer van Sallik 3 wegens Salland <
., alleen ter Generaliteit zitten zou, tot in
„ Bloeimaand des jaars 1674. Dat de overi-
„ ge gefchillen, in der minne > of by meer*
„ derheid van fteramen , zouden worden af-
n gedaan : en dat het voorleedene , door dei
„af-
frf) tlefol. Holl. 2<>. July 1*69 il. 4?*
(«^ S«cr. Rcfol. Huil. 16 July j66y. UI. Deel, bL 24«
-ocr page 353-
LI. Boek. HISTORIE.          35t
„afkondiging eener algemeene Vergiffe- ig<$g,
„ nisfe , in 't vergeetboek gefteld zou wor-___—
„den- Dat de Edelluiden van Salland en
,, Vollenhoven ter eener, en die van Twen-
w te ter anderer zyde , moetende pleiten ,
n onpartydige regters zouden mogen ver-
w zoeken van de Gedeputeerde Staaten , den
„tyd van vyf jaafen geduurende. Die van
,, de Zwolfche zyde zouden , tot de onkos-
„ ten , geduurende den twist gevallen , dui-
„ zend ryksdaalers betaalen. Het overige
n zou , door die van de Kamper zyde , ge-
„draagen worden." Op het onderhoud der
vier vendelen, door die van de Zwolfche
zyde, te veel geworven, werdt ook een voet
beraamd, waarin beide de partyen genoegen
namen (ƒ). Op deeze wyze, werdt, einde-
lyk, deeze iangduurigc twist bygelcgd. On-
dertusfehen, befpeurde men klaarlyk, dat al-
le deeze tweedragt in de byzondere Gewes-
ten voornaanilyk te wyten ware, aan den
yver van fommigen , om den Prins van O-
ranje te bevorderen, of aan de drift van an-
deren, om zyne bevordering te beletten. De
eerften blecven, in Friesland en in Stad en
Lande, de laatften, in Overysfel, in 't hoog
bewind.
Oostfriesland, federt veele jaaren , eene xxvrif.
prooy voor 't Krygsvolk, was, in den aaa- Oostfije-
vang der Regeeriuge van den jongen Vorst ^1'^
Edzard Ferdinand , ter gelegenheid van den a
Munsterfchcn kryg , wederom, met inlege«
ring
C/) Zit *t Actpod ;'; tfe Refo!. Hoü, 3 Om. i6}U ik 90.
-ocr page 354-
352 VADERLANDSCHE LI. Boek.
i658. ring der Lunenburgfche manfchap, gekweld
"------geweest. Doch over 't vinden der onkosten,
hiertoe vereischt, was, volgens gewoonte,
wederom gefchil gereezen tusfchen de Vor-
ftinne Wedutve en de Stenden des Land-
fchaps. Ook was de Bevelhebber van Lier-
oord , met eenige Lunenburgfchen , handge-
meen geweest:; waarvan de Vorstin nieuwe
onlusten vreesde. De algemeene Staaten had-
den , hierom, in Sprokkelmaand des jaars
1666 , Gemagtigden gezonden naar Oostfries-
land , die veel werks vonden aan het ftilleii
der onlusten, bedienende de Vorstinne zig
van de Lunenburgfchen, om den Landzaaten
fchattingen af te perfen : waartegen de Be-
velhebbers der Staatfche bezettingen, in Lier-
oord en de Eilerfchanfe, hun, fomtyds, te
hulp kwamen. Ook begeerden de Stenden
geenc uitheemfche Voogden over den jongen
Vorst. Daarenboven, moest, over 't bezetten
en verzekeren van 't Land, geraadpleegd
worden: 't welk men vooral noodig oordeel-
de, na dat de Lunenburgfche manfchap ver-
trokken zou zyn. Over alle deeze zaaken en
verfcheiden' anderen, handelden de Gemag-
tigden der algemeene Staaten met die der Vor-
ftinne en met de Stenden. In Grasmaand des
gemelden jaars, deeden de Gemagtigden ee-
nen voorflag, (trekkende om den Stenden ee-
nig meerder gezag dan zy tot hiertoe gehad
hadden te geeven over 't Krygsvolk, welk
men, in 't gevolg, tot befcherminge des Land-
fchaps, zou aanneemen. Doch deeze voor-
flag werdt, door de Vorstinne, verworpen.
MM-
-ocr page 355-
LI. Boek. HISTORIE. 353
Midlerwyli gaf het byeentrekken van eenige igóë.
Zweedfche Troepen in 't Vorftendom —■~^.
Breemen den Staaten gelegenheid tot een be-
fluit, om twaalf- of dertienhonderd man naar
Oostfriesland te zenden. Doch de Vorftin
wees deeze manfchap af, vreezende de onzy-
digheid te zullen verliezen, welke men haar
Graaffchap, tot hiertoe, gegund hadt. Emb-
den zélf weigerde dit volk te ontvangen. Kort
hierna , werdt de Vrede getroffen met den
Bisfchop van Munfter : waarop de Stenden,
by hunne Hoog-Mogendheden, op het ver-
trek der Lunenburgfche manfchap begonden
aan te houden. De Staaten fchreeven , ten
deezen eiiide, aan de Vorften vari Brunswyk-
Lunenburg, te gelyk te kennen geevende>
dat zy zelven gezind Waren , eenig volk te
fchikkeii haar Oostfrieslartd. Doch de Vor-
ftinne, liet Staatsch volk uit haar Graaffchap
willende houden, bfagt te wege* dat de Lu-
nenburgfchen > in plaats van te vertrekken,
nog duizend knegten en vierhonderd paarden
öntbooden. De Staaten namen dit der Vor-
ftinne zo kwalyk , dat zy 'er haar ernstelyk
over fchreeven, niet verzuimende aan te wy-
zen ,■ dat dit nieuw opontbod van Lunen-
burgfchen^ buiten kennis en tegen den zin
der Stenden, gefchied ware. Zelfs klaagden
ze 'er over aan de Hertogen van Brunswyk-
Lunenburg en aan den Hertog van Wurten-
berg, die zig gedroegen als Medcvoogderi
van den jongen Graave. Doch dit klaagen
baatte luttel , en de Staaten zagen zig ge-
noodzaakt, om het volk, welk zy naar Oost-
XIII. Deel.
               Z                   fries-
-ocr page 356-
354 VADERLANDSCHE LI. Boek.
166$. friesland gefchikt hadden, binnen hunne
- i... grenzen , te laaten leggen. De Vorftb be-
diende zig, ondertusfchen , van de Lunen-
burgfchen , om zig te herftellen in het ge-
zag, welk de Graaven, haare Voorzaaten,
by verfcheiden' Overeenkomften, federt zes-
tig of zeventig jaaren , waren kwyt geraakt.
De algemeene Staaten, die 't van hun belang
rekenden, deeze Overeenkomften ftand te
doen grypen , zonden, in Slagtmaand des
jaars 1666, eenige Regementen te voet en te
paarde naar de Oostfriefche grenzen, te ge-
lyk eenige Afgevaardigden derwaards fchik-
kende , met last om de Lunenburgfche man-
fchap , met der daad, te doen vertrekken,
en om de bezwaarnisfen af te doen, die, fe-
dert het affterven van den Vorst, George
Christiaan, ontftaan waren. De Vorftin, niets
goeds te gemoet ziende van deeze bezending,
begeerde de Oostfriefche zaaken gefteld te
hebben ter bcflisfinge van het Duitfche Ryk.
Doch de Afgevaardigden der vStaaten vonden
vreemd, dat men hunnen Hoog - Mogendhe-
den het regt om zegsluiden te zyn over de
Oostfriefche gefchillen zogt te betwisten.
Ook fcheen de Vorftin, federt, een weinig
aan de hand te Komen. Doch de Lunenburg-
fchen maakten geen' haast om te vertrekken,
fchoon men 't beloofd, en reeds een goed
deel der agterftallige foldye ontvangen hadt.
De Staaten van Holland, verdriet in dit draa-
len krygende, ftemden, derhalve, ter alge-
meene Staats Vergaderinge „ dat men nog
„eens moest aanhouden by de Vorftinne ,
-ocr page 357-
LI. Boek. HISTORIE, 355
j, om de Lunenburgfche troepen te doen Ver- 166$,
n trekken , en by de Stenden, om hun be- ——
„hoorlyk te voldoen; en dat, zo men 't wei-
„gerde, het Krygsvolk van den Staat moest
(„gebruikt worden, om het te wege te bren-
ggen (_g~)" En deeze bedreiging hadt zo
veel klem, te meer, om dat de Staatfche troe-
pen by der hand en veel fterker waren, dat dé
Lunenburgfchen, in de Lente des jaars 1667,
üostfriesland ruimden, 't Volk, dat laatst
door de Vorftinne ontbooden was, vertrok
eerst: en daarna de andere manfchap, die, te
vooren , op verzoek der algemeene Staaten,
in Oostfriesland gelegd was. Doch hiermede
was alle verfchil niet weggenomen. De Vor-
ilen George Willem en Ernst Augustus, bei-
de Heitogen tot Brunswyk - Lunenburg , en
de laatfte Bisfchop tot Osnabrug, zynde,
of, gelyk wy gezeid hebben, zig gedraagen-
de als Medevoogden over den jongen Graave,
verftonden niet, dat de Staaten bezetting
bragten in Oostfriesland , gelyk zy, na 't
vertrek der Lunenburgfchen, dagten te doen.
De Vorftin hadt zig ingelaaten met Keizer-
lyke Gemagtigden, denvaards gekomen, om
de gefchillen te bellisfen. 't Een en 't ander
deedt de Staaten befluiten, om, in den Herfst
des genoemden jaars, wederom eene bezen-
ding te doen naar Oostfriesland : die haar
voornaamfte werk maakte, om de Vorftin te
beweegen, om, nevens den Oom des jongen
Graafs, de Voogdyfchap waar te neemen,
op
(e) Aitzema V. Deel, U, I058'To;&.
-ocr page 358-
35« VADERLANDSCHE LÏ.B0É1&
i66S. op den voet der Overeenkomften, door ba--
-------middeling der Staaten, met de Stenden ge-
maakt : 't welk, eindelyk , beloofd werdt.
Doch de fchikking, hierop ontworpen, werdt
verbroken, door het affterven va» den gemel-
den Oom, Graave Edzard Ferdinand, welk
kort hierop volgde. Hy hadt de algemeene
Staaten, by uiterften wil (^), benoemd tot
Voogden over zyne twee jongen kinderen, en
zy aanvaarden de Voogdyichap terftond (z)i
De Vorftin, Weduwe van dei* Vorst George
Christiaan, liet zig eerlang beweegen, om de
gemaakte Overeenkomften te bekragtigen :
waarmede de Staaten zig genoege» lieten.
De Afgevaardigden der algemeene Staaten,
zig, tot in 't begin deezes jaars 1668 ,• in
Oostfriesland , hebbende moeten ophouden,
tot bylegging van verlcheiden' byzondere ge-
fchillen, keerden, eindelyk, naar den Haage-
te rug (£)• Onder deeze gefchillen, was 'er
een, over de kosten eener bezendinge, door
twee Oostfriefche Heeren, van wege het
Landfchap, bekleed; welke kosten zo ongaar-
ne betaald werden, dat de algemeene Staaten *
eindelyk, last gaven, om ze den Ontvangeren,,
door foldaaten, af te dringen (/). Sedert,
raakte Oostfriesland, voor eene wyle, in rust;
fchoon de grond der voorige onlusten geens-
zins weggenomen was. Zo lang de Vorften
hun befnoeid gezag, door allerlei wegen i
zog-
(A) Zie die» by Aitzëua VI. Deel, bh 952.
) Aitzema VI. Deel, bl. 956.
{ *) Aitzema VI. Deel, bl. 358-377-
< ij Aitzema VI. Deel, U. 949, y5««
-ocr page 359-
LI. Boek. HISTORIE.          357
zogten te verbreeden, en zo lang de Stenden 1668.
en de Stad Embden in 't byzonder zulk een' ------
fterken fteun tegen de Vorften hadden aan
de algemeene Staaten, die, door middel van
't Krygsvolk, welk zy in Oostfriesland hiel-
den , de zaaken gemeenlyk fchikten naar hun-
nen zin ; kon 't niet anders zyn , of daar
moest, van tyd tot tyd, nieuwe onlust ont-
ftaan in dit Gewest. De aantekeningen van
Lieuwe van Aitzema , Refident der Vorften
van Oostfriesland in den Haage, hebben ons,
tot hiertoe, gelegenheid gegeven, om, nu en
dan, eene fchets der Oostfriefche zaaken te
voegen in onze Vaderlandfche Historie; doch
alzo deeze aantekeningen eindigen met dit
jaar 1668, en niemant? na dien tyd, onzes
weetens, de Oostfriefche gefchiedenisfen,
zo ver zy den Staat der Vereenigde Gewes-
ten betreffen , omftandig genoeg , vervolgd
heeft, zullenwe ons minder met deeze ge-
fchiedenisfen können ophouden, dan tot hier-
toe gedaan is. Ook kan men zig, uit het ge-
ne verhaald is, ligtelyk, verbeelden, hoe 't
naderhand , in Oostfriesland gegaan zy , zo
lang de Staaten zig hebben können handhaa-
ven in hun regt, om bezetting in dit Gewest
te houden, en de gefchillen aldaar by te leg-
gen : welk zy, niet veele jaaren voor het uit-
gceven deezer Historie, zyn kwyt geraakt.
Eer wy dit Boek fluiten, moetenwe nog ge-
waagen van eenige byzondere zaaken, die niet
bekwaamlyk , in het lighaam der Historie ,
konden werden ingelyfd.
Tusfchen Holland en Zeeland, was, feiert XXIX.
Z 3
                     eeni- GefchU
-ocr page 360-
353 VADERLANDSCHE LI.Boek}
166%. eenigen tyd, gefchil geweest over het ge-
■— - meen Geregtshof der twee Gewesten in den
cusfchen I laage. Onder de eerfte Graaven, die alleen-
er? Zee- ^ Graaven van Hollanal genoemd werden (W),
landovér fchynen Holland en Zeeland niet als twee
't gezag byzondere Gewesten aangemerkt geweest te
van 't Zyn# 't Was;' dan geen wonder , dat zy een
• gemeen hoog Geregtshof' hadden, welk, al
vroeg, vaste zitting kreeg in den Haage,
daar de Graaf doorgaans zyn Hof hieldt. Ook
bleef dit Geregtshof gemeen, na de verande-
ring der Regeeringe en na 't afzweeren des
laatften Graafs, in 't jaar 1581. Zeeland on-
derwierp zig zelfs, onder zekere voorwaarden,
aan het Regtsgebied des Hoogen Raads,
die, in 't jaar 1582, opgeregt werdt (»). On-
dertusfchen, ontftonden 'er geduurig verfchil-
len, tusfchen de twee Gewesten , oordeelende
het een, gemeenlyk, dat het ander zig te veel
gezags aanmaatigde, in of over de Geregts-
hoven. Men hadt deeze verfchillen, van tyd
tot tyd , bygelegd, by onderling Verdrag.
Doch voor eenige jaaren , waren zy, van
nieuws , verreezen (0). Holland oordeelde
meer Raaden te moeten hebben in het Hof,
dan Zeeland begeerde toe te ftaan. Ook ver-
ftondt Holland, dat de Staaten van dit Ge-
west, altoos, den Prelident moesten itellen;
en dat Zeeland zig zo veel gezags niet be-
hoorde aan te maatigen , om den Hove de
hand te fluiten, in zaaken, die men, in dit
Ge-
O) zie 111. n,a. hi. 34.
(»j Groot-Plakaath. II. Deel, kol. 837.
C«) Rel'ol. van Cui.ßJ. W. 268, 505, 6a9.
-ocr page 361-
LI.BOEK.
HISTORIE. 359
Gewest, voorpolityk hieldt,fchoon't, in Hol-
land , anders verftaan werdt. In Zeeland, be-
weerde men , daarentegen , dat Holland te
veel bewinds zogt, over zyne oude Bondge-
nooten. De twist liep zo hoog, ten deezen
tydc, dat men, eindelyk, de drie Zeeuwfche
Raaden, die, nevens de negen Hollandfchen,
het Hof uitmaaken , floot buiten de Verga-
deringen van den Hove. Veel viel hierover
te doen tusfehen de twee Gewesten, en 't ftondt
op 't punt, dat Zeeland zig, in Regtszaaken,
geheellyk zou hebben gefcheiden van Hol-
land, en een byzonder Geregtshof hebben in-
gefïeld Q>): 't welk fommigen, veelligt, te-
genwoordig , niet ongaarne gezien zouden
hebben, om dat de Prins van Orahje, door
Zeeland in 't byzonder, tot Stadhouder ver-
kooren zynde , waarvan fomtyds, gefproken
werdt, ook aan 't hoofd van een byzonder
Geregtshof diende gefield te worden. Doch
't kwam zo ver niet. In Zomermaand des vol-
genden jaars, verdroeg men zig met elkan-
defen, onder beding, dat Zeeland, voortaan ,
geheellyk ontheeven zou zyn van het Regts-
gebied van den Hove, en alleenlyk, in ge-
volge der voorgaande Overeenkomften, aan
dat van den Hoogen Raade onderhoorig bly-
ven(<5>). Sedert, beftondt het Hof alleen uit
Hollandfche Raaden. En de Zeeuwfche zaa-
ken kwamen alleen voor den Hoogen Raa-
de. Doch daar verliepen maar weinige jaa-
ren,
(j>) /itzema VI. Deel, bl. 537-547.
Ca; Groot-PUfcmtb. III. Deel, U. 688.
Z 4
-ocr page 362-
s6o VADERLANDSCHE LT. Boek.
1668. ren, of de verandering der Regeeringe iu
------- Holland gaf gelegenheid, dat het Hof, we-
derom , gelyk te vooren, uit Zeeuwfehe zo
wel als Hollandlche Raaden, werdt famengc-
fteld, en wederom Regtsgebicd bekwam oves
Zeeland; gelyk wy, ter zyiier plaatfe, ftaan te
melden.
XXX. Tusfchcn het Zuider. en Noorderkwartier
0ver' van Holland, was ouk, federt lang, verfchil
lonist geweest over het aandeel , welk elk in d&
tusichen gcmeene lasten te draagen hadt. Het eerfte
iet Zui- bragt negenenzeyentig en een half; het andere
der - en twintig en een half111 't honderd op. Doch het
deikwar- Noorderkwartier oordeelde, by deeze verdee-
tier.over ling, boven vermogen, bezwaard te zyn. Men
't draa- kwam, derhalve, in Hooimaand deezes jaars y
gen der overeen , dat het Zuiderkwartier , voortaan,
eenentagtig en drie vierde, en het Noorder-
kwartier agttien en een vierde in 't honderd
draagen zou (/•_).
Raad-
         jje Staaten van Holland, in Sprokkelmaand
««Tover (^cs Ja;lrs lkeflooten hebbende, hun
'tvïrfter- Gewest,van de Landzyde, door het verbeteren
ken van der Vestingwerken van Naarden , Woerden,
Naarden. Oudewater en Schoonhoven, fterker te
maaken, dan het, tot nog toe, geweest
was(j); werden, hiertoe, eerlang, Gemag-
tigden uit de Gekommitteerde Raaden be-
noemd, die geraaden vonden, met Naarden
te beginnen ; daar men voorhadt 't werk aaa
te befteeden, op den zevenentwintigften van
Sprok-
(r') Groot-Pliikaatb. UU Deel, U. 785. «\IT2EMA VI. Dfflt
H. 57»-
Cr; ftefol. Holl. 8 fehf. i66Ct bl. 6,
-ocr page 363-
tl. Boek,         HISTORIE. 361
•Sprokkelmaand deezes jaars. Doch de Stad 1
Anrfterdam , groot belang hebbende by de
verfterking van Naarden , verzogt, kort te
vooren , dat de befteeding niet voortgaan
mögt, voor men haar nader gehoord hadt.
Twee der Gemagtigden, JoanEleman, uit de
Regeeringe van Leiden, en GerardHasfelaar„
Oud Burgemeester van Amiterdam , begaven
zig, hierop, naar deeze Stad, om Burgemees-
teren en Raaden de noodzaakelykheid van
't fterken van Naarden te vertoonen. Ele-
man, die 't woord voerde, wees, zo fommi-
gen vernaaien, aan „ dat Amfterdam, flegts
„ twee uuren van Naarden en Gooiland ge-
„legen, ligtelyk, over de Veluwe, die aan
„ Gooiland paalde , te naderen was , zo de
„ vyand zig alleenlyk van den Ysfel, die niet
„ zeer gedekt was , wist meester te maaken.
„ Dat de Ysfel veel ondieper, en de Veluwe
„ meer bebouwd was dan te vooren: waarom
„ de vyand ligter over den ftroom geraaken,
„ en onderhoud op de Veluwe vinden zou
„ können, dan immer voorheen. Dat Hol-
„ land nu naauwlyks anders dan door de an-
„ dere Gewesten gedekt werdt, en openleg-
,, gen zou, als de andere Gewesten het ver-
„ fterken der grenzen verwaarloosden. Dat
„men zelfs, in den jaare 161 o, gezien hadt,
„wat 's Lands Kapitein - Generaal, met wei-
„ nig Krygsvf'lk gefterkt, in de zwakke Hol-
„landfche Steden , onderneemen durfde.
„Dat, in den jaare 1650, 's Lands Krygs-
„ magt, langs den weg van Naarden , tot
^voor Amfterdam gevoerd was. Dat Hol-
'L 5
                    «land,
-ocr page 364-
$6z VADERLANDSCHE LLBozti
iG68. f) land , voor diergelyke aanvallen van bin-
■ ■ ■ „ nen , en voor alle anderen van buiten ge-
„ dekt zou zyn , als men eenigc Steden aan
„ de Landzyde verfterkte. Dat het fterken
„van Naarden Amfterdam in 't byzonder
„ beveiligen zou : waarom men vertrouw-
n de , dat de Stad geene zvvaarigheid zou
„maaken, om 'er in te bewilligen." 't Stuk
dan by Burgemeesteren overwoogen zynde,
Haken de Hemmen, 't Zelfde gebeurde ook ,
zo men verzekert, in de zesendertig Raaden,
en zelfs, dat vreemd fcbynt, onder de agt
Gemagtigden uit de Regeeringe, wien 't o-
verleg des wciks aanbevolen was. Eindelyk,
gaf men te verftaan, dat de Stad in de ver-
irerking van Naarden bewilligen zou, zo de
Staaten haar belooven wilden, dat 'er geen
bevelhebber over gefteld, noch geene bezet-
ting, boven de zeshonderd manfterk, inge-
legd zou worden, dan met haare bewilliging.
Doch deeze voorwaarden behaagden den
Staaten niet. Amfterdam bleef 'er egter op
ftaan : 't welk oorzaak was, dat de verfter-
king van Naarden, ten deezen tyde, agter-
bleef (f).
rianrfe- Men hadt, federt eenigen tyd , in Hol-
lingover }anc}^ verfcheiden' Heerlykheden, Tienden,
^ervert Erfpagten en andere Domeinen der Graaf-
Far.de lykheid verkogt (»), en, by, deeze gelegen«
Jieeriyk- heid, in overweeging genomen, omdeHeer-
heueu lykheden van Geertruidenberg en van Bre-
de-!
CO Aitzfva Vf. Deel, tl. <p5.
(«j Zie Dm.tr »nd. JUJul. HoJ. a8 Sept. 1668 II. 5C.
f
-ocr page 365-
LI. Boek. HISTORIE. 365
der ode, die, ieder voor zes- of zevenduizend ifißif.
guldens , verpand geweest waren, de eerfte------
aan den Huize van Oranje, de andere aan den van
Huize van Brederode , wederom , te losfen, Ge.ej"
en, of te verkoopen, of aan den Staat te hou- ""' ea
den: tot welk katfte, de meerderheid neig- m-ede-
de. Doch de Prinfes, Weduwe van Oranje, rode.
verlyftogt aan de Heerlykheid van Geertrui-
denberg, en de Graavinne Weduwe van Bre-
derode verzogten, ernftelyk, dat men haar
niet ontzetten wilde van 't bezit haarer Heer-
lykheden (v). Men ging egter voort met het
aflosfen der pandpenningen; 't welk, ten op-
zigte van Geertruidenberg, reeds in Winter-
maand desjaars 1667, gefchied was. Sedert,
viel 'er vry wat gefchils, tusfchen de Raade«.
en Rekenmeesters van Holland en die des
Prinfen van Oranje, over zekere geestelyke
goederen, op welken de laatften oordeelden
geregtigd te zyn, niettegenftaande de aflos-
fing (w). De Hooge Raad deedt, hierover,
uitlpraak by voorraad, der Prinfesfe Wedu-
we de geestelyke goederen, het Regt van
Patroonfchap , en het Wind- en Moienregt
toewyzende , en de Rekenkamer bevestigen-
de , in het hoog en laag Regtsgebied der Ste-
de Geertruidenberg. Doch de Rekenkamer.
maakte zwaarigheid, om 't Regt van Patroon-
fchap te laaten aan de Prinfesfe, voorgeeven-
de dat daaruit merkelyke onlusten, tusfchen de
Wethouderfchap en den Kerkenraad, te dug-
ten
Cv) RefoJ. Holl. 17, 13, 11, 21 üec. iCCS,. H. C>s, 73
ivwj Refol. IMl- ü, 9
/Vir, 5, 16, «7 üfycrt, ij UK 16Ó7.
II. a» V»<7> 6, 7» 4*
I
-ocr page 366-
364 VADERLANDSCHE         LI. Boek/
é«<58. ten waren, 's Prinfen Raaden oordeelden,
...il. dat alle zwaarigheid weggeruimd zou zyn,
zo men goedvinden kon., de zaaken, door de
Prinfesfe begeerd, haar, tot een onverilerflyk
erfleen , te houden van de Graaflykheid van
Holland , op te draagen. Ondertusfchen ,
deedt men, van wege Holland , de Visfche-
ryen en andere Domeinen, waartoe het Huis
van Oranje oordeelde geregtigd te zyn, in 't
openbaar , vcrpagten ; waartegen , uit naam
van den Prinfe, vergeefs, geprotesteerdwerdt*
In 't volgende jaar 1669, raadpleegde men
nog, ter Vergaderinge van Holland, over de
beste wyze, om de zaak van Geertruiden-
berg, met den Huize van Oranje, af te doen,
by verdrag (#), zonder dat my bekend is,
dat hierop iet naders gevolgd zy. De zaak
van Geertruidenberg is, naar 't fchynt, bly-
ven hangen , zonder beflist te worden, tot
dat, na de verandering des jaars 1672 , de
Staaten den Prinfe van Oranje , alles , wat
tot het middelbaar en laag Regtsgebied dee-
zer Heerlykheid behoorde, tegen de voldoe-
ning van twintigduizend ponden , afi tonden
(j): waarmede zyne Hoogheid, in 't vol
bezit der Heerlykheid Geertruidenberg, her-
field werdt.
(*) Rcfol. HolJ. 28 Sefitemi. i6fïR. tk 74. Bfav idSj,
il. 24. Aitzrma VI. Deel, tl. 52«, 554, 55Ö, 6jo, 0.<7,
C y) RefoJ, Hol], 18 Nov. 1672. */. 13
VA-
-ocr page 367-
VAÜERLANDSCHË
HISTORIE.
TWEE-ENVYFTIGSTE BOEK,
INHOUD.
I. Handeling over 't verminderen van 's Landt
Krygsmagt.
II. Venetië verzoekt onderfiand.
Gezantfchap naar Konßantinoptl. Grensfckei-
ding van Vlaanderen. Hoefyzerfche fchuld
vereffend. Verdrag wegens Rynberk. Over-
eenkomst met de Ridderorde van Maltha.
III.
Handeling met Portugal. Verdrag wegens den
Zouthandel te S. Ubes.
IV. Verval en her-
flelling der Westindifche Maatfchappye.
V.
Frankryk zoekt de Staaten, vergeefs , af te
trekken van het drievoudig Verbond. De Witts
oordeel over dit Verbond. Handel der Fran-
fchen in Zweeden.
VI. Overeenkomst wegens
de onderflandgelden, door Spanje, aan Zwee-
den beloofd.
VII. Handel van Colbert in En-
geland.
VIII. Frankryk zoekt den Keurvorst
van Brandenburg te winnen. De Keurvorst
houdt zig aan de zyde der Staaten.
IX. De
Staaten treeden met Temple in onderhandeling
over 't Verdrag van Zeevaart, over 't verfaa-
gin der Engelfehen uit Makasfar3 over Suri-
name
|
-ocr page 368-
$66 VADERLANDSCHE LU. Boer;
name, en over den Schot f che Stapel, te Veere.
X. Verdrag met Luik , wegens La Rodictte.
Hevige twist met Zierikzee.
XI. Handel der
Franfchen aan
V Hof van Berlyn. De Keur-
vorst waarfchuwt de Staaten.
XTI. Karel de
IL treedt in een heimelyk Verbond met Lode-
wyk den XIV. Onderzoek, of de Witt kennis
hadt van Frankryks toeleg.
XIII. De Staaten
vaardigen verfcheiden Gezantfchappcn af. Zy
begroeten den Koning van Frankryk. Inval in
Lotharingen.
XIV. De Prins van Oranje krygf
zitting in den Raad van Staate.
Harmonie
of Overeenfiemming tusfehen de Gewesten. XV.
Raadpleegingen op het aanflellen van eenen
Kapitein - Generaal. De Prins van Oranje doet
eene reis naar Engeland.
XVI. Ongeoorlofde
yerflandhouding geftraft. Oktroi voor de Wis-
felbank te Amßerdam.
XVII. Handeling van
V Franfche Hof in Duitschland. De Koophan-
del wordt bekommerd. Invoer eeniger Franfche
v/aaren verbooden. Toerusting in Engeland.
XVIII. Zes Algierfche Schepen veroverd. Een
Ëngelsch Konings Jagt wil den Luitenant-
Admiraal van Gend noodzaaken te flryken.
Misnoegen, hieruit ontßaan.
XIX. Raadplee-
gingen op de aanßettinge van een Legerhoofd.
Lnzigten van de Witt. Voorßag eeniger Ge-
tnagtigden van Holland. De Gekommitteerde
Raaden oor deden, dat men den Prins van 0-
ranjetot Kapitein Generaal behoort aan te fiel-
ten. Gevoelen der Leden van Holland. Ont-
werp eener Infiruche. Overleg om den Prins,
voor zyn leeven, of voor eenen enkelen veld-
togtf aan te fidlen.
XX. Oordeel yan't En~
gelfcht
-ocr page 369-
&7
HISTORIE.
1,11. Boek.
gelfche Hof over 's Prinfen bevordering. Lo-
dewyk de XIV. verandert hieromtrent van in-
zigten.
XXI. Verdere verwy dering tusfehen
Frankryk en de Staaten.
XXII. .De Staaten
fchryven
, beleefdelyk, aan den Koning van
Frankryk.
XXIII. Gefprek van den Ambasfa-
deur de Groot met Le Tellier.
XXIV. Zyns
aanfpraak aan den Koning, 's Konings ant-
woord, 's Koning brief aan de Staaen.
XXV.
Overeenkomst met Spanje. XXVI. Verboni
tusfehen Frankryk en Zweeden. Geheime pun-
ten.
XXVII. Karel de II. zendt Doening
naar den Haagê. Onderhandelingen met hem
,
over 't fiuk der vlagge. De Staaten geeven
veel toe
; doch vorderen 'er niet mede. XXVIII.
Handeling van Boreel in Engeland. Klagten
der Engelfchen over fchimpende fchilderyen
,
penningen enfehriften. XIX. Slot der raad-
pleegingen over de bevordering van den Prinfe
van Oranje.
XXX. Ily wordt aangeßeld tot
Kapitein
- Generaal voor den aanflaanden
veldtogt.
Zo dra was de Vrede te Aken niet gefloo- kws.
ten, of de Staaten waren bedagt, op het --------
verminderen huner Landmagt. J)e Raad I.
van Staate, hierop gehoord, oordeelde, ^"^f"
in Hooimaand, dat men het volk van oorloge, >t °^.
welk thans , op 't papier, omtrent zeven- minde-
tigduizend man in alles beliep , behoorde ren van
te verminderen tot op vierhonderd en twee '^^
vendels , uitmaakende eenendertigduizend m,L
zeshonderd en tagtig knegten , en twee- en-
vyf-
1
-ocr page 370-
368 VADERLANDSCHE tlLBoie
Ï66&. vyftig kornetten, uitmaakende drieduizend
■------ en twintig paarden , in alles vierendertigdui-
zend zevenhonderd man (V). Doch de Staa-
ten van Holland verftonden, dat men 's Lands
Krygsmagt, by vermindering en afdanking,
behoorde te brengen op vierhonderd negen-
tien vendels, uitmaakende negenentwintig-
duizend negenhonderd vyfendertig knegten,
en twee - envyftig kornetten $ uitmaakende
zevenentwintighonderd en vyf paarden (£):
't welk 3 over 't geheel * tweeduizend en
zestig man minder Was, dan de Raad van Staate
in dienst wilde houden. De meeste andere
Gewesten oordeelden, daarentegen, dat Holland
het Krygsvolk te veel verminderen wilde,
en dat men zig ten minste behoorde te
houden aan 't gevoelen des Raads van Staate.
Utrecht alleen neigde tot eenige grooter
vermindering (c). Mar Holland, ongezind
om zig langer met den last van Krygsvolk,
welk men voor overtollig hieldt,te bezwaaren*
beftondt , eerlang , op eigen gezag, vieren-
twintig vendels te voet, flaande ter betaaünge
van dit Gewest, af te danken (</). De
Raad van Staate, hierop gevraagd zynde',
oordeelde , dat men de Staaten van Holland
verzoeken moest, zig, vandeeze afzonderiyke
afdanking te willen onthouden , onder an*
deren, tot ftaavinge deezer gedagten, aan-
haa-
O) Aitzüma V[. Deel hl. 575-581.
(*> Uefoi IM). 3 Aug. 1668. «. 67. AlTZKMA VI. DiuL
II. 582, 604V
CO Aitzema VI. Deei, il. 585, 589, 604.
(<0 AitüeMA VI. DhI, tl. 587, 5VO, 637, «51 f 6üjs
-ocr page 371-
LÏI.Boek.         HISTORIE. 369
haaiende het befluit der algemeene Staaten ióójf.
van den agttienden van Oogstmaand des jaars-------
1650 (<?) : 't welk by die van Holland, wel-
ken zig , ter deezer gelegenheid , te binnen
foragten 't gene, in dat jaar, voorgevallen
was , zeer euvel genomen werdt. Doch de
ïlaad van Staate liet het hier niet by ; maar
befloot, in Wintermaand , brieven te laaten
afgaan aan de Bevelhebbers van verfcheiden'
bezettingen, ter betaalinge van Holland ftaan-
de , hun daarby belastende , op bevel van
eenig byzonder Gewest, geene afdanking te
doen. De algemeene Staaten hadden den Raad
tot dit fchryven gemagtigd , by een befluit ,
genomen , terwyl 'er maar één Afgevaardig-
de van Holland in de Vergadering tegenwoor-
dig was, die , meent men , geene opmer-
king gehad hadt, op 't gene 'er verhandeld
en beflooten was (ƒ). Doch de Staaten
van Holland verfcheenen, den eenentwin-
tigften , in vollen getale, in de Generaliteits
Vergaderinge , klaagende, by monde van den
Raadpenfionaris de Witt, in 't breede , over
't bedryf des Raads van Staate „ die 'c fchry-
„ ven aan de Bevelhebbefen hadt gezogt te
„ regtvaardigen , met de bekende * gewei- * ^t.
„ denaaryen des jaars 1650 , . en wederom Untien.
9, kragt i'cheen te willen geeven aan de f af- ^ Geéx.
„ gedrongen' Refolutie van den agttienden torqucer*.
„ van Oogstmaand des gemelden jaars , wel- de.
yy
ke nogtans , by de Akte van VergüTenisfe,
„in
(*) Aitzema VI. Deel, II. 662.
(f)
Ajtzema VI. Dtel, il. 664, 666.
XIII. Deel.            Aa
-ocr page 372-
tfo VADERLANDSCHE LIL Boek.'
i<56S. ,) in 't volgende jaar 1651, door de geza*
------„ mentlyke Bondgenooten , op de groote zaa«
„ Ie van 't Hof van Holland , voor nietig >
„ kragteloos en van onwaarde verklaard was ;
„ en welke men belast hack te ligten uit de
w Registers , als zyude de nadeeligfte en aan-
„ ftootelykfte , die op de Refolutien van den
„ vyfden en zesden van Zomermaand ge-
volgd was." Voorts begeerde men ern-
ftelyk „ dat het Gefchrift des Raads, waar-
n in de haatelyke Refulutie aangehaald was ,
„aan denzelven mögt terug gegeven wor-
„ den , om naar gelegenheid der zaake , ver
„ anderd , en vooral van de onverdraaglyke
„aanhaaling der Refolutie van Oogstmaand
w des jaars 1650, en der voorgaande Refo-
„ lutien , daarop ftaande, gezuiverd te wor-
„den (g)" Ook gefchiedde dit, federt:
waarop de Staaten van Holland hunne fcher-
pe aanmerkingen tegen den Raad van Staate ,
insgelyks, introkken. Voorts, werdt de Raad
van Staate, van wege de algemeene Staa-
ten verzogt, de brieven aan de Bevelheb-
bers niet te willen laaten afgaan. De Staa-
ten van Holland ook aangeweezen hebben-
de , dat zy, door de byzondere afdanking,
alleenlyk gebragt waren op het waare aan-
deel , welk zy, in de gemeene lasten, draa-
gen moesten (/$), liet men dezelve voortgang
hebben , en het misnoegen der andere Gewes-
ten verdween allengskens. De vermindering
van
(,?) Refol. Holl. 20 Demi, 1668. Il ;j.
(h) Refol. Hollt 21 Utï-siM, J.GGÏÏ. ik »1. AlTZEMA VI»
litel, hl. 664.
-ocr page 373-
LIL Boek. HISTORIE. 371
van 's Lands Krygsmagt ftelde de gemeene nfófr.'
fchatkist in zo veel beteren ftaar , dat men ,
         i
onaangezien de kostbaare oorlogen, ledert de
Vrede met Spanje gevoerd, eerlang $ byna
twee millioenen oude fchulden kon afleg-
gen (/).
In den nazomer deezes jaars , was, in den voorflar
Haage, gekomen Frangois Louis van Bonfietten, om eeni-
den Staaten , uit den naam van het Kanton Re Zwit-.
Bern in Zwitferland, twee- of drieduizend cjjjjjji
man aanbiedende, en hun te gelyk hoop gee- dienst te
vende , dat de Zwitferfche Kantons zig, veel- laaten
ligt, begeeven zouden in het Verbond ,. tus- treeden»
lchen Groot- Britanje, Zweeden en de Staaten'
opgeregt. De inval des Konings van Frank-
ryk in het Franche Comté nadt gelegenheid
gegeven tot deeze opening , diergelyke , ook
in Engeland, gefchied was. De Staaten hoor-
denze gaarne , en fchreeven 'er over aan de
Regeering van Bern , £n aan die der Zwitfer-
fche Kantons in 't gemeen. Doch Bonftetten
begeerde, dat men , van nu af aan, twee of
drie vendels Zwitfers in dienst name: waar-
mede de algemeene Staaten zig , in deezen
tyd van vrede, niet belasten wilde. Maar
de Staaten van Holland beflooten, de aange-
booden' twee of drie vendels te betaalen ,
mids Bonftetten beloofde , te wege te zullen
brengen , dat Zwitferland zig verbondt, om
den Staaren, ten allen tyde , twee- of drie-
duizend man te laaten werven ; om de Aken-
fche Vrede te handhaaven , en om zig te be~
ge»
CO WicquEFORT ty brandt de R.uk«r, W, tfïj.
Aa 2
-ocr page 374-
%?2 VADERLANDSCHE LU. Boek.
gecvéii in het Verbond , tusfehen Groot- Bri-
tan je , Zweeden en deezen Staat, opgeregt.
Doch ik vind niet dat deeze handeling eenig
gevolg hadt ten deezen tyde. Ook verdroe-
gen de Zwitfers zig , daarna , met Frankryk ;
waardoor de begeerte, om zig van hunne troe-
pen te bedienen, merkelyk verflaauwde, hier
te Lande ; ichoon zyze den Staaten, van tyd
tot tyd, bleeven aanbieden ( k ).
Den Grooten Heer , federt eenigen tyd ,
bezig zynde met het beleg van Kandia ; nam
de Staat van Venetië zyne toevlugt, onder
anderen , tot de Vereenigde Gewesten, de-
zelven verzoekende, om eenigen onderftand
in geld , zo men geene manfchap misfen kon,
of zelden wilde. Doch de Staaten beriepen
zig op Groot-Britanje, eerst willende afwag-
ten , wat dit Ryk doen zou tegen de Turken ,
om zig daarnaar te voegen ( /). En nademaal,
uit Engeland, geen onderltand kwam , blee-
ven de Staaten ook agterlyk , in 't byftaan van
Venetië. De Franfchen alleen zonden eenen
merkelyken onderltand naar Kandia. Doch
de Plaats werdt, na een vierjaarig beleg , in
Herfstmaand desjaars 1669, by verdrag, den
Turken overgegeven (?»).
Terwyl Kandia belegerd werdt, vonden
de algemeene Staaten geraaden, wederom
eenen Refident naar Konflantinopel te zen-
den,
(_k~) De Witt rsrleveii IV. Deel, il. f41 , 8«,|. AnzEWA
V). biel, H. 4l», 587,. S'J2, 605 • 6v6. Hoi), Mare. xen,
4C69. U. 14^, ven i6/t- U. 133.
( t~) Aitzima VI. neet, hl. 428. Cofi,<5o7, 7SJ.
(m ) HoH. Merc. yen <i6y. II. 148.
1663.
ir.
Venetië
verzoekt
pnder-
ftand te-
gen den
Grooten
Heer.
Gezant-
fchap
naar Kon-
itantino-
pel.
-ocr page 375-
LH. Boek. HISTORIE.' 373
den, tot onderhouding van vriendfehap met de 1668;
Ottomannifche Porte, en tot bevordering van —■—*
't belang des Koophandels, in het Turkfche
Ryk, daar de handel met Venetië nu afgebro-
ken was. Jufliiius Co/jers trok, in Hooiinaand,
derwaards, rykelyk voorzien van gefchenken,
voor den Grooten Heer zelven, en voor de
aanzicnlykflen des Ryks. Ook Haagde hy zo
wel in zynde handeling, dat hem alles, wat hy
begeerde, werdt toegeftaan (»).
De Afgevaardigden der Staaten te Brusfel, 'E Regie-'
die zo veel hadden toegebragt, tot het fluiten ™eiU0P
der 'Akcnfche Vrede , bleeven nog eenigen fchei-6"8"
tyd in Brabant, en bragten, aldaar, eerlang, ding van
te wege, dat. het Reglement op de Vlaande-
Grensfcheiding- in Vlaanderen, reeds in 't r^n .
jaar 1664 gemaakt, eindelyk, bekragtigd bekrag-
werdt (0). Ook bevorderden zy, dat de groote tïjrd.
Raad te Mechelen, ten laatiten, uitfpraak uit-
deedt over het oud gefcliil tusfchen de Staaten ^?a^e°"
en den Keurvorst van Brandenburg, wegens Hoefy-
de zogenoemde Hoefyzerfche fchuld (J>);. zerfche
welk gefchil, in den jaare 1665, door partyen, fchuld.
aan deezen Raade verbleeven was {^}.
De Keurvorst moest, volgens deeze uitfpraak,
den Staaten betaalen honderdduizend Pat-
takons
of Ryksdaalers, met zo veel Intrest
en Intrest van Intrest, als 'er de Staaten van
betaald hadden, en een half ten honderd voor«
Makelaardye , by voorraad. Doch hiervan
zon,
(rt~) AiTZKMA VI. Titel, bU öj8-<Ï5f.
(o_> Groot-Plak.iatl) IK. Deel, bl. 313.
(U Sccr. Reib'. IIoU. 21 Maart 1660. III. Deel, W. 16,
(«) 'Zit het voor. U 312.
Aa 3
-ocr page 376-
3?4 VADERLANDSCHE Lil. Boek.
1668. zou hy mogen korten de penningen, welken
* hy kon bewyzen, op rekening der gemelde
fchuld, betaald te hebben. De Staaten moesten
hem , daarentegen, goeddoen alle de brand-
fchattingen, gelei en verlofgelden, welken zy ,
in de jaaren 1629, 1630, 1631 en 1636, in
't Land van Kleeve, hadden doen ligten. Om-
trent eenige andere punten, beval het Hef na-
der bewys in te leveren. De uitfpraak gefchied-
de, op den vyfden van Zomermaand (r).
Over-
         jyjet ^en Keurvorst van Keulen, nu verkoo-
komst ren tot Medehelper _ en vernioedelyken Op-
wegen* volger in 't Bisdom van Munster (5), waren
Ryit- de Staaten, reeds in Wintermaand des voor-
tark. leeden jaars, overeengekomen „dat, zo lang
„zyne Stad Rynberk Staatfche bezetting
w inhebben zou , de Kerspelkerk aldaar zou
„ gebruikt worden door de Gereformeer-
„den, die ook eene Kerk te Isfum zouden
„ mogen hebben ; dat de Wethouderfchap te
,, Rynberk, half uit Gereformeerden en half
n uit Roomfchen , beftaan zou , en verkoo-
„ren worden door zulken , die daartoe by
n Privilegien geregtigd waren , zonder dat
-iemand anders zig daarmede zou mogen
w moeijen : dat, eindelyk , de Landtol aan
„den Keurvorst blyven zou, zonder dat de
^ Staatfche bezetting daarop of op eenige
-j andere zaaken , het burgerlyk bewind der
n Stad betreffende, eenige indragt zou mogen
„doen CO-"
*                                                           De
O) Aitzrma Vf. Deel, il. R85.
Cv 3 AiTZPMA VI» '"el, tl. 354-
(tj Zie AITZ/.MA VI. Veel, tl. 357.
-ocr page 377-
LIL Boek. HISTORIE. 375
De eisch der Ridder-Orde'van Maltha, op 160&.
de Staaten der Vereenigdc Gewesten en op ------>
die van Holland in 't byzonder, werdt, ein- Verdrag
delyk, vereffend, by onderling Verdrag. ^g01^™
Reinier Kemping, Gemagtigde van den Printe ltn van"
Kardinaal en Landgraave van Hesfen , als Hoüand
Meester der Orde in Duitschland, hadt, hier- ende
toe, al van 't jaar i6qo , gearbeid . zonder £';}der"
. , J             v & i 11 i              Orde van
aan een einde van zaaken te hebben können Maltijat
geraaken. Doch de Graaf d'Estrades hadt de
zaaken van Maltha den Staaten, uit den naam
van den Koning van Frankryk, zo ernstelyk
aanbevolen, dat die van Holland, eindelyk,
beflooten , den Raadpénfionaris de Witt te
magtigen, om het oud gefchil af te doen met
Kemping. Ook waren zy, in Wintermaand
des voorleeden jaars, verdraagen, op 't behaa-
gen der wederzydfche Meesteren „ dat alle
„eisfehen, welken de Ridder-Orde zou mo-
„ gen hebben op eenige goederen , in Hol-
land gelegen, en af hangkelyk van de Kom-
„ manderye te Haarlem , dood en vernietigd
„verklaard zouden worden, onder de vol-
n gende voorwaarden : dat de Staaten van
n Holland , terilond na de bekragtiging van
n dit Verdrag, den Prinfe Kardinaal zouden
j, doen betaalen honderdvyftigduizend gul-
n dens eens ; dat de Orde haar regt behou-
w den zou op de goederen derzelve , in de
n andere Vereenigde Gewesten gelegen , en
Mdat de Staaten van Holland hun best zou-
w den doen , om door verdrag , of by wege
n van regte, der Orde , ook in deeze Gewes-
0 ten , voldoening te bezorgen: dat, eindo-
Aa 4
                   tolyk,
-ocr page 378-
376 VADERLANDSCHE LILBoe^
i<J68. wlyk, dit Verdrag, niet bekragtigd worden-
"
        „ de , zou geagt worden als niet gemaakt.1'
Voorts, hadt de Witt xm Jan Jakob, Baron
van Pal/and,
Kommandeur en Ontvanger der
Orde over Neder - Duischland, en aan den
Heere Kemping, in vergoeding van een ge-
deelte hunner zvvaare kosten, zesduizend gul-
dens te faamen, en voor ieder een' gouden ke-
ten , ter waarde van duizend guldens , toege-
zeid (V). De Staaten ftelden, terftond hierna,
orde om de beloofde penningen in gereedheid
te houden (v). Ook werdt het Verdrag, eer-
lang, behoorlyk bekragtigd, door den Groot-
Meester der Orde. Doch de postlooper, die
deeze bekragtiging herwaardsbrengen zou, be-
roofde de maale of het pakket, waarin dezelve
beilooten was (V); zo dat het nog tot in Slagt-
maand des jaars 1669. aanliep, eerde weder-
zydfche bekragtigingen werden uitgewisfeld (xj.
Mialerwyl, • bleef Kemping , geholpen van.
d'Estrades, ook aanhouden by de algemeene
Staaten, op het afdoen van 't gene de Orde
van de andere Gewesten te vorderen hadt (y).
Doch hier werdt de. zaak nog (kepende ge-
houden.
III. De Koning van Portugal liet, federt eeni-
Hande- ge jaaren, niet na , van tyd tot tyd , aan te
2ing met houden (V) op de herlevering van Köchin en
Portugal Kananorj door de Üostindifche Maafchap-
(«} Refbl. Holl. « Dtcem* 1667. il. 36.
Cv) Rclbl. Holl. 27 Jen. 1668. 61. 40.
(w)Rcfnl. Holl. 24 7«/>', lrtf>8. W. 43.
(*) Relol. Koll. 28 /Var. Ilóy. il. 33,
C.r) Aitzkma VI. D,-el, H. 8yi.
(.*) AnziMA V. Üetl, bh IC78.
-ocr page 379-
LH. Boek. HISTORIE.         $77
pye , tegen den inhoud der Vrede van den
jiiare 1661 , zo hy oordeelde, op zyne onder-
daanen veroverd (V). Ten deezen einde , was,
in Zomermaand des voorleeden jaars, her-
waards gekomen Don Francisko de Mello. Doch
van der Staaten zyde, werden 00k klagten
ingebragt tegen den Koning van Portugal,
die agterlyk bleef in 't voldoen der pennin-
gen, by 't Verdrag van den jaare 1661, be-
loofd; den prys van't, Zout niet naar behoo-
ren regelde; de Nederland!che Schepen in de
havens van Portugal te lang ophieldt, en den
ingezetenen der Vereenigde Gewesten gee-
ne voldoening bezorgde, wegens 't gene zy
in Brazil te vorderen hadden. De Gezant be-
loofde, den Staaten, op dit alles, te zullen
vergenoegen, zo men Köchin en Kananor
wederom afftondt (£). De Staaten van Hol-
land, op zynen eisch raadpleegende, namen
in bedenking,of men, Köchin en Kananor be-
houdende, den. Koning van Portugal, daar-
entegen, niet zou behooren te ontflaan vau.
het opbrengen van zekere geldfommen, waar-
toe hy zig, by het jong'fte Verdrag, verbon-
den hadt. Doch hierop werdt niets befloo-
ten (c). Men handelde ook , geduuriglyk,
met de Mello, zonder eikanderen te können
verftaan. Ondertusfchen, was de Regeering
in Portugal geheellyk veranderd. De Koning
was genoodzaakt geweest, 't gebied van 't
Ryk af te ftaan aan zynen Broeder, Don Pe-
dro
,
O) Zie hier voor. XLIX. Buik, W. 73.
C.
tt j Aitzema V| Deel, bl. a^t-TSS.
c5 Secr. Refol. Huil. 20 Aug.' 1667. II. itel, il. 5IH.
Aa 5
-ocr page 380-
*?3 VADERLANDSCHE Lil. Boek.
1&J8. dro, die alles, federt, op 's Konings naam,
f------ beftierde, (V), en, in Sprokkelmaand deezes
jaars, vrede maakte met Spanje: waarop de
Portugeezen zeer gefield geweest waren. By
deeze Vrede , werdt Alfonfus voor Koning
1669. van Portugal erkend (e). De Mello, daarna,
"
         een' keer naar Lisbon gedaan hebbende, om
verflag te doen, kwam, in Lentemaand des
jaars 1669, wederom in den Haage (ƒ), en
tradttoen, met den Raadpenfionaris de Witt,
in byzondere onderhandeling over een ver-
Verdrag drag. Men kwam, eindelyk, overeen , in
wegens Hooimaand .. dat Köchin en Kananor blyven
Zout- » Z0U(^en *n de n^S1 der Staaten, en in han-
hande! te » den der Nederlandfche Oostindifche Maat-
S. Uhes. „fchappye, tot een onderpand voor de ag-
n terftallen, die Portugal den Staaten nog
j,fchuldig waSj en die drie millioenen gul-
wdens beliepen. Dat Portugal een milliocn
j, guldens aan Zout te S. Ubes zou leveren,
*fnaïJ. „ tegen vierhonderd en tagtig rees de * mooi
n of mudde, en de regten op dit Zout, tegen
j, zevenhonderd rees de moois korten op het
„ gene het Ryk den Staaten nog fchuldig
„ was. Dat men dit Zout, niet te gelyk; maar
„ in den tyd van twintig jaaren zou ontvan-
„ gen. Dat, geduurende dien tyd, aan gee-
„ ne andere uitheemfchen, nog aan eenige-
B byzondere ingezetenen der Vereenigde
„ Gewesten, eeriig Zout zou mogen gele-
„ verd
(<n AitzemaVI. Deel, il. 370-173. D'Estrad. Turn. V/,
p. 207.
(O Aitzbma vr. Deet, U .190, £05-876.
ifj Wotl. M«re. vm i66<j. il. 31.
-ocr page 381-
LIL Boek. HISTORIE.           379
n verd worden , onder den prys van veer- 1669.
n tienhonderdentwintig rees de mooi. Dat .------
„het Verdrag van den jaare 1661, voortaan,
„in alle deelen, die, by dit Verdrag, niet
„ veranderd of vernietigd waren , itiptelyk ,
„ zou onderhouden worden. Dat zyne Ko-
„ ningklyke Hoogheid , de Regent van Por-
tugal, zig, voor alle zyne onderzaaten, en
„ de Staaten, voor de hunnen , met naame
„voor de Oost- en Westindifche Maatfchap-
„pyen, tot de naarkominge van dit Verdrag,
„ plegtiglyk , verbinden zouden (g)." De
Engelfche Ambasfadeur Temple hadt veel
toegebragt, tot het fluiten van dit Verdrag
(Ji), welk eerlang bckragtigd werdt (f): waar-
na de Staaten orde fielden , dat alle hunne
onderzaaten, Zout te S. Ubes willende laa-
den, zig, om verlof daartoe, zouden hebben
te vervoegen by de Bewindhebbers der West-
indifche Maatfchappye deezer Landen , en
aan dezelven , of aan den Gemagtigde der
Staaten te S. Ubes, veertienhonderdentag-
tig rees voor ieder mooi Zouts betaalen (fc).
Sterk werdt deeze Zouthandel, federt, ge-
dreeven, en bekwam de Westindifche Maat-
fchappy, door middel van den zelven, eeni-
ge vergoeding voor 't zwaar verlies vanBrazil,
welk haar egter, nimmer, naar behooren,
geboet werdt.
Zy was, federt dit verlies, in zo deerlyk IV.
een Verval
en
(Oncfol. Hnll. 18 7">v tffio, il. C.
(AJ Tïmple liricven, N XL VU. U. 345.
I i) RcloL Holl. 6 Decem'j. iC>.„ «. '45.
(ij Zie Groot Plakaatb. III, Utel, II. 137a.
-ocr page 382-
s8o VADERLANDSCHE LIL Boek.
HS69. een verval geraakt, dat zy thans niet alleen
-------geene uitdeeling meer deedt, maar noch
herfiel- Hoofdfom noch Intrest betaalde van de pen-
™jg «er ningen , welken men haar ter leen opgefchoo-
tlifche " ten hadt. Sommigen hadden, hierom, reeds
jviaac- in 't jaar 1667, voorgellaagen, dat men het
fchap. Oktroi der Maatfchappye, welk men hoop-
W9, te, tot het einde deezcr eeuvve, te doen ver-
lengen, met alle derzelver regten en bezit-
tingen , te koop behoorde te veilen; om met
het gene 'er voor gemaakt zou worden de
lchulden der Maatfchappye te voldoen. Doch
de Bewindhebbers vonden te veel zwaarig-
heid, in deezen voorllag. Ondertusfchen,
waren zy niet in Maat, om de honderddui-
zend Ryksdaalers te voldoen, welken zy, vol-
fens het Verdrag van den jaare 1667 , der
Aveedfche Afrikaanfche Maatfchappye nog
fchuldig waren (/). De algemeene Staaten
waren, derhalve, tot het befluit gekomen,
om deeze fomme, voor rekening der Maat-
fchappye, te doen ligteii tegen vier ten hon-
derd, en ,de gereedfte middelen der Maat-
fchappye, voor Hoofdfomme en Intrest, aan
zig te doen verbinden (tri). De handeling met
Portugal gaf den Bewindhebberen , federt ,
gelegenheid, om hunnen Hoog-Mogendhe-
den , in Hooimaand des voorleeden jaars,
den deerlyken lèaat der Maatfchappye te ver-
toonen, met ernftig verzoek, dat haar, ne-
vens de voldoening der agterfïalligc onder-
ftand-
(l) Nolul. Zeel. 05 JVovlml. 1667. il. liiö, Aitzema VI.
Veel, il rjy. iij7, 56?- f,Ci().
(.v'0 Air^EiiA VI. heel, tl. 232. 2J3-
-ocr page 383-
ttt.BoEK: HISTORIE. $3i
ftandgcldcn, bezorgd mögt worden, 't gene
haar, by 't Verdrag met Portugal van den
jaare 1661, beloofd was («). De deelgenoo-
ten in de Maatfchappye leverden een l'meek-
fchrift in, ten zelfden einde {trekkende (0):
waarop, eindelyk, het Verdrag wegens den
Zouthandel gevolgd was. Doch de Maat-
ichappy heeft, uit dit Verdrag, niet zo veel
voordeels können trekken, dat zy, eenigs-
zins, op haar verhaal komen kon, Zy bleef
belast met eene fchuld van zes millioenen gul-
dens, die zy onmogelyk kon afdoen. De Staa-
ten konden hierom niet goedvinden, haar
Oktroi, dat, met den eerften van Louwmaand,
des jaars 1672, ten einde liep, voor meer
dan agt maanden te verlengen. Diergelyke
verlenging gefchiedde, federt, nog twee
reizen. Doch in Herfstmaand des jaars 1674,
vonden de Staaten geraaden, de oude Maat«
fchappy, geheellyk, te vernietigen, en eene
nieuwe op te regten, die Oktroi kreeg voor
vyfentwintig jaaren, ingaande met het jaar
1675. De fchuld der oude Maatfchappye
werdt op dertig ten honderd gewaardeerd ,
en de Hoofdfommen der deelgenooten op
vyftien ten honderd. Van de verminderde
fchuld der oude Maatfchappye zou Intrest
betaald worden, welke men vinden zou, uit
het gene de nieuwe Maatfchappy van de
oude overnam \ uit het gene men nog van de
Kroone van Portugal te vorderen hadt, en
uit
(n} Aitzfma VI. Deel, M. 5^9-5fi.
{><) Aitzema VI. Deel, tl. "65g.                                          ,
-ocr page 384-
332 VADERLANDSCHE Lil. Boek*
KS69. uit de Rckognitie-gelden, die men, van tydt
------tot tyd, zou inkrygen voor 't vryltellen van
den handel, binnen de paaien van 't Oktroi
der Maatfchappye. De deelgenooten moesten
nog vier, en de fchuldeifchers nog agt teft
honderd voegen by hunne Hooiülbmmen,
waardoor de Maatfchappy honderdentwin-
tigduizend guldens in handen kreeg, die ,
nevens het gene de deelgenooten en fchuld-
eifchers, daarenboven, te vorderen hadden,
eene Hoofdlbm van omtrent zeshonderd en
dertigduizend guldens uitmaakten. De nieu-
we Maatfchappy kreeg, wyders, regt, om
alleen te mogen handelen langs de Afrikaan-
fche kusten , van den Kreeftskeerkring af,
tot op dertig graaden bezuiden de Even-
nagtslyn, en op alle de tusfehen beide gele-
gen' Eilanden: voorts, aan de kust van
Amerika, op Ifequebo en andere Plaatfen, met
naame op het Eiland Curacao. De Vaart
op al!e andere Plaatfen, gelegen binnen het
Oktroi der oude Maatfchappye , werdt nu
voor alle ingezetenen van den Staat open-
gefteld, onder beding, dat de Oostindifche,
of nieuwe Westindifche Maatfchappy , be-
zit neemende van eenigen dier Plaatfen,
de Vaart op dezelven alleen behouden zou,
zo lang zy in dit bezit ware Qt>). De West-
indiiche Maatfchappy, op deezen voet
herfteld zynde, is, tot heden toe , in wezen
gebleeven.
De
O) GrootP!akaatt>. HL Deel, II. 132p, 1330, 1331, 13331
«343-
-ocr page 385-
JUT. Boe*. HISTORIE. 3%
De Vrede te Aken hadt de rast in de Ne- iö^
derlanden heriteld , en de Staaten verzuim- -
den geene middelen , om dezelve te doen V.
duuren. Vooral, hielden zy de hand aan het ße Staa"
fterken van het drievoudig Veroond , de j,en jjSt
voornaame of eenige oorzaak der Vrede. De drievou-
Koning van Frankryk , daarentegen , zogt dit dig Ver.
Verbond te breeken , en de BoEtlgenooten te j?01!^te
verdeelen. 't Stak hem, vooral, in den krop, De £<,".
dat de Staaten hem, door middel van dit niog van
Verbond , genoodzaakt hadden , om zig met Frankryk
Spanje te verdraagen, zo hy zig geenen zwaa- ".c heï
ren oorlog op den hals hadt willen haaien, verbree»
om welken te voeren , de Staaten 3 gelyk hem ken.
verzekerd was, en gelyk uit egte ftukken af te
neemen is (#) , niet zouden hebben nagelaa-
ten, geweldige geldfommen te befteeden (r).
Ook hadt d'Estrades aan de Lionne gefchree-
ven „ dat de Staaten , meer Mogendheden
5, beweegende, om in het drievoudig Ver-
n bond te treeden , gelyk zy van zins fchee-
nen , den band zo llerk maaken zouden ,
w dat men dien niet wederom zou können
„breeken (j)." Lodewyk de XIV. zogt,
hierom, 't verfterken van het drievoudig
Verbond niet alleen te beletten j maar hy
deedt zyn best, om één of meer Leden van
dit Verbond tot zyne zyde over te haaien ,
waarin hy zo wel Haagde , dat de Staaten ,
eerlang , eer zy 't vermoeden konden, dit ge-
wig-
(<;") Secr. Refol. Holl. 2,6 Nev. 21 Dee, löfig. UI. Dsel, kh
»5 . 34-
< r) D Estrades Tom. VL p. 414.
O) J-TEstrades Tuut. VI. f. 444.
-ocr page 386-
3S4 VADERLANDSCHE LIL Eoeë,
1669. wigtig Verbond geknakt en verbroken zagen,
■ ■        en zig ingewikkeld vonden in eenen zwaaren
en gevaariyken oorlog, 't Gene van de zyde
van Frankryk gedaan werdt, tot bereiking van
zulk een oogmerk , en op welk eene wyze
'er tegen aan gearbeid werdt, door de Staa-
ten , maakt verre het voornaamfte gedeelte uit
van de gefchiedenisi'en des tegenwoordigen
tyds.
ïiy zoekt Lodewyk de XIV, de Bondgenooten zoe-
tte Staa. keelde van een te fcheiden , wierp, al vroeg,
ten, te jjet 00g 0p ^ staaten Zelven. 1)'Estrades
wn het'' fodt nem m ^e gedagten gebragt, dat hy een
zelve af nieuw en mauw Verbond met de Staaten zou
te trek- können fluiten , waarby men zig zou können
en> verbinden, om eikanderen te handhaaven irt
de tegenwoordige bezittingen , en waarby ook
geregeld werdt het groeten der Franfche en
Engelfche vlaggen, en 't wedergroeten der
Staatfche , waarover men, ledert eenigen
tyd , in Frankryk , gehandeld hadt, zonder
eikanderen te hebben können verftaan (;).
Zulk een Verbond , en 't punt der vlagge in-
zonderheid zou, dagt hy, Groot ■ Britanje en
de Staaten t'eenemaal verwyderen van eikan-
deren, zullende de Engelfchen, nimmer, vre-
delyk, gedoogen, dat eens anders vlagge eene
eer genoot, welke zy zig zelven , van regts-
wege, hielden toe te komen ; noch belluiten,
weder te groeten , op zulk eene wyze , als de
Staaten vorderden, al ware 't fchoon , dat
zy , hieromtrent, eens waren geworden met
Frank«
CO ß* Witt Brieven II. Deel, W. 47» i 472-
-ocr page 387-
HISTORIE;
S8S
LIL Boe te.
f rankryk (v). De Franfche Gezant, Simon i&#.
■Arnaud de Pompone, die, in Lentemaand dee- -----*•
zes jaars, in den Haage kwam (w), tradt dan
in byzondere onderhandeling met den Raad-
penfionaris de Witt, wien hy een afzonder-
lyk Verbond met Frankryk vooriloeg , welk,
zeide hy, zou können dienen , om de agter-
dogt te verdryven, en het onderling goed
vertrouwen te herftellen; mids men niet met
Frankryk en te gelyk met andere Mogendhe-
den verbonden lloote; welk laatfte hy hieldt
te ftryden met de eere zyns Meesters ; en
welk hem zo aariitootelyk voorkwam $ dat
het, voor eenen jongen, dapperen en magti-
gen Koning, niet te verdraagen was (x). Doch
de Witt gaf hem zulk antwoord, dat hy lig-
telyk belpeurde , dat de Staaten niet waren
af te trekken van het drievoudig Verbond.
Hoe de Raadpenfionaris, die gehouden
werdt, door zyn byzonder belang, meer dan
iemant, gedreeven te worden, om de Staaten
naauw vereenigd te houden met Frankryk
(j), hieromtrent, beftondt, kan men, uit
dit zyn eigen fchryven , afneemen: „ Het Oordeel
,, voornaam uitwerkfel van het drievoudig van de
w Verbond zal, myns oordeels, wezen, dat, w'"'. •"
„ by zo verre, 't gene God verhoede, Frank- y",
j, ryk wederom eenige nieuwe daadelykheid, boud.
„ met verbreekinge der Vrede, aan Spanje
jjzou willen aandoen, de drie Staaten > ge-
»2a-
fi>) D'Estrades Tum. VF. 0. 440, 444.
(wj Holl. Mire van 't jaar i6fio- bU 30.
(.r ) Trmple Brieven N. XXIX bl. 191.
lO D'EsTRAnEs Tom. VI. p. 444-
XIII. Deel.              Bb
-ocr page 388-
335 VADERLANDSCHE Lil. Boek:
„zamentlyk, zig * terftond, daartegen, met
„ al hunne magt en vermogen, zullen kanten,
j, en zo, niet alleen de Kroon van Spanje, by
„ haar regt en bezitting, maar ook zig zel-
jj ven , voor eenen te ontzaglyken nabuur ,
„ zullen bevvaaren (a)." De Koning van Frank-
ryk, derhalve, geene kans ziende, om de
.Staaten af te trekken van het drievoudig Ver-
bond, hadt d'Estrades, reeds in Herfstmaand
des voorleeden jaars, uit zyn Gezantfchap in
Holland, te rug geroepen (V), en, midlerwyl,
Pompone naar Zweeden, en Colbert naar En-
geland gezonden, om te beproeven, ofhy,
aan deeze Hoven, met meer vrugt, zou kön-
nen arbeiden.
Hände- Pompone was zeer gezien aan 't Zweedfche
üng des Hof, en deedt zulke voordeelige aanbiedin-
Konings gen, om Zweeden over te haaien tot een
£an . naauw Verbond met Frankryk , dat men zig
tvTc" om verwonderde, dat hy niet terftond flaagde in
tweeden zyne onderneeming. De Rykskanfelier , een
van hec .aangehuwde Oom des minderjaarigen Ko-
drievou- nfagg^ was geheel op zyne zyde, hebbende,
bofidaf zo men verzekerde, op ééne reize, over de
te trek- zestigduizend guldens, tot een pillegaave ,
k«n« ontvangen van den Koning van Frankryk (ß):
en lnen was thans zo zeer om geld verlegen
ten Hove, dat de aanbieding van eenen mer-
kelyken onderftand, welke Pompone deedt,
in de tegenwoordige omftandigheden , groo-
ten ingang fcheen te moeten vinden. Hicx
kwam
(z) Du Witt Brieven II. DetU il. 575. ;
C" j D'E--tr*dbs Tom. VI. p. 455.
(*) De Witt Brieven II. Üiel, il, 605*
<>
-ocr page 389-
LII.Boëk. HISTORIE. gB?
kwam nog by, dat de onder (landgelden , by
het drievoudig Verbond , aan Zwseden be-
loofd , niet voldaan werden. Alles fcheen,
derhalve, famen te loopen, om Zweeden af
te trekken van dit Verbond. Twee redenen
waren'er egter, die, zo fommigen meenden,
veel zouden toebrengen , om de Zweeden
ftandvastig te doen blyven. De meefte Ryks
Raaden waren van verftand, dat de grenzen
des Ryks niet behoorden uitgezet te worden s
en oordeelden, hierom, raadzaamer, zig ver-
bonden te houden met eenen Staat, die den
zelfden grondregel hieldt, dan met eenen,
die hem van den eenen oorlog in den anderen
zou inwikkelen, zonder hun daartoe zo veel
onderftands by te zetten, dat zy zig niet, van
tyd tot tyd, grooter' last op den hals haalden ,
tot nadeel der ingezetenen, en, als 't al ten
beste flaagen mögt, tot aanwas van 't Ko~
ningklyk gezag, welk zy, ter gelegenheid
van 's Konings minderjaarigheid, liever be*
fnoeijen dan verbreeden wilden. By deeze
reden, kwam eene andere : men misgunde
den RyksKanfelier 't gezag, welk hy zig aan-
gemaatigd hadt, en welk gefchaapen ftondt
toe te neemen, zo men zig verbonde met
Frankryk. Zelfs wil men, dat de Ryks-Raa-
den , heimelyk , met hem overeenkwamen,
dat het Ryk zig niet nader met Frankryk irc-
laaten zou (c). Ook deedt Pieter de Groot,
Penfionaris van Amfterdam, en thans ge-
woonlyke Ambasfadeur der Staaten aan 't
Zweed
fï) ©e Witt Brieven II. DerU H, sj-Ö, ö;?.
IIb 2.
-ocr page 390-
SSÜ VADERLANDSCHË LÏÏ.Boê&
1669. Zweedfche Hof(^), zynbest,om de Ryks^
Grooten te bevestigen in deeze gedägten.
vr. Doeh het niet voldoen der onderftandgel-
Overeen- den, by het drievoudig Verbond, aan Zwee-
ee"- den beloofd, gaf gegronde reden, om te vree-
i^'een zen' ^at ^ •^•5r'£' eindelyk, overgehaald zon
het vol- worden, om het Verbond te verlaaten 5 wes-
doen der halve de Staaten hunne poogingen verdub-
Onder- belden, om den Zweeden T hieromtrent, ge-
je"ld,gel' noegen te geeven. Zy handelden hiejover
Spanje aan '£ Zweedfche Hof; in den Haage, met
aan den Ridder Temple en den Zweedfchen Ge-
Zwee- zant Appelboom, en aan 't Hof van- Groot-
Britanje. Doch om een regt begrip- te het>
ben van de natuur deezer handeling© moeten
wy de zaaken, van wathooger, opnaaien^
Wy hebben reeds, in't voorbygaan, gemeld^
dat Zweeden niet in 't drievoudig Verbond
getreden was, zonder onderftandgelden te
bedingen. Men was, eerst, eenen geruimea
ryd, te Londen, in onderhandeling geweest:
over 't begrooten deezer onderftandgelden
(e), die, eindêlyk, op driehonderdduizend
Bankryksdaalers eens, en voorts op honderd-
entagtigduizend gelyke Ryksdaalers, alle
drie maanden, tot het fluiten der Vrede tus-
fchen Frankryk en Spanje toe, bepaald wer-
den (ƒ"). Doch men vondt meer zwaarigheid,
om Zweeden gerust te ftellen, dat deeze pen-
ningen betaald zouden worden. De Graaf van
Do
f</) Aitz'.ma VI. üi'.l, W. 9cS, 922.
(e.) D'£ Witt Brieven IV /Jee!, 01. 714 enz. 741, 772.
(ƒ) Secr. Refol. HoU. 17 May 166S. 11. Hiel, IL 681»
AiTZïma VI. Deel, il 9:0.
-ocr page 391-
LIL Boek. HISTORIE. 3S9
Bona ftondt 'er fterk op, dat Groot-Britan- 1669.
je en de Staaten zig., hiervoor, regelregt ver- ------
bonden. De Engelfchen en Staatlichen be-
weerden, daarentegen, dat Zweeden den on-
derftand van Spanje bedingen inoest , onder
borgtogt van Groot-Britanje en de Staaten.
Doch dat zy den Graaf van Molina, Spaan-
fchen Gezant in Engeland, en den Graaf
van Dona, hierin hebben können doen be-
willigen, blykt niet duidelyk (g). Waar-
fchynlyk is het, in tegendeel, dat de laatfte
2ig alleen gehouden heeft aan Groot - Britanje
en de Staaten. Doch deeze twee Mogend-
heden geenen zin hebbende, om zig, ten be-
hoeve van Spanje , met het voldoen deezer
onderftandgelden, te belasten; werdt 'er,
door beider Gevolmagtigden , , te Westmun-
fter, op den vyfentwintigften van Gras-
maand des voorleeden jaars, een afzonder-
lyk Verdrag getekend, waarby men verklaar-
de , Spanje geene hulp te zullen bewyzen tot
bekoming der Vrede, noch dit Ryk voor de
onderhoudinge der Vrede borg te zullen ftaan,
zo 't de onderftandgelden , aan Zweeden be-
loofd, niet vooraf betaalde (/4). De Vrede
werdt zo kort hierop geflooten , dat deeze
onderftandgelden niet meer dan vierhonderd
en tagtigduizend Ryksdaalers in alles belie-
pen. De Spaanfchen hielden, terftond hier-
na, aan, by Groot-Britanje en by de Staaten,
op het tekenen der Akte , tot handhaavinge
der
C/r") Zit A'TzRM/t VF. fi;el. bl 433.
(/>•) Secr. Refill. HoU- 17 May i6<58. II. Deel, U. GOl.
Ds Witt Brieven IV. Xitel, tl. 791.
Bb 3
-ocr page 392-
S90 VADERLANDSCHE LIL Boek.
»6£p, der Vrede. Doch men weigerde zulks , van
....... de eene en de andere zyde , zo lang Spanje
de onderftandgelden aan Zweeden niet vol-
deedt ( /). De Spaanfchen klaagden, dat men
hen dringen wilde, tot voldoening eener
fchuld, die zy niet gemaakt hadden. Doch
de Ambasfadeurs Meerman en Boreel beweer-
den hiertegen, dat Molina in 't eerst wel
zwaarigheid gemaakt hadt, om in den eisch
van Zweeden te bewilligen; maar zig , toen
't op 't nypen kwam, hadt laaten overhaalen
(&). Spanje bleef egter ongezind, om de Zwee-
den te voldoen: die, midlerwyl, by Groot-
Britanje en by de Staaten, ernstig drongen op
betaalinge (7). Beide deeze Mogendheden
waren , eindelyk, op den vyfden van Wyn-
maand des jaars 1668, in den Haage, over-
eengekomen „ dat zy, om de Kroon van
„ Spanje te fterker tot het opbrengen der
„ onderftandpenningen te beweegenj, beloo-
„ ven zouden, haar te zullen handhaaven,
„ in 't gene izy, in gevolge der Akenfche
n Vrede, bezat. Dat zy, wyders, van nu af
K aan, vastftellen zouden, door wat magt en
^ middelen, zy deeze handhaavinge geltand
^zouden doen. Dat zy Zweeden zouden
^ zoeken te beweegen, om alleenlyk een deel
jjder beloofde penningen rerftond, en het
-overige, op redelyke termynen, te ontvan-
ggen, en dat men der Jaatstgemelde Kroo*
„nea in geval de Vrede verbroken werdt,
n Tempi.e Brievai ff. XV. hl. 85.
i) Aitzeua VI. Diel, bt, 423, 434,
Qlj ArtzEMA VI. Detl, M. 937, yai.
-ocr page 393-
Lil. Boek.           HISTORIE. 391
eenen onderftand van zestigduizend Ryks- 166$
n daalers ter maand, op goede verzekering, ------
„zou toezeggen, te betaalen, voor de helft,
„ door hem, ten wiens behoeve de handhaa-
ving der Vrede geftand gedaan werdt, en
„ voor de wederhelft -, door den Koning van
„ Groot - Britanje en de Staaten der Veree-
„ nigde Gewesten (?«)•" Doch Spanje bleef,
ook na 't maaken van dit Ontwerp, ongene-
gen om Zweeden te voldoen. Temple was
van gedagten, dat, om een einde van zaaken
te bekomen , Spanje, Groot-Britanje en de
Staaten ieder een derde betaalen moesten.
Doch hiertoe konden de Staaten niet verftaan
(«). Ook gaf het vry wat agterdogt aan
de Witt, dat Karel de II. fcheen te zullen
können befluiten, om zulk eene merkelyke foni
te betaalen aan Zweeden, op eenen tyd, dat
Frankryk fterk handelde aan 't Engelfche Hof
(0). Doch de Koning van Groot- Britanje
fchoot geen geld. Zweeden, eindelyk, ziende,
dat 'er, van Karel den II. en van den Veree-
nigden Staat, geene betaaling te wagten
was, befloot zig te vergenoegen, met het gene
men hadt können bedingen van Spanje Q>),
welk zig, in Bloeimaand deezes jaars 1669,
verbondt, om Zweeden, in zekere termynen,
te betaalen, en den eerften termyn te vol-
doen 9
(in *\ Zie dit ProjcA by Aitzhma VI. Deel, M. 932. Vers.
©E Witt Brieven II. Deel, bl. 607. IV. Deel. hl. 904.)
(») Tetaple Brieven N. IV. II. 28, 29, 31. De Wits Brie*
<ven II. Deel, bl. 583. IV. Deel. bl. 860, b68.
Co) Tempi.e Brieven N. V. il. 16
^UO T*MM,JS nrieven N. XVI. XXXII. XXXV. Ü. 103, aiJJ
-ocr page 394-
392 VADERLANDSCHE LH. Boek,
1669. doen, zo dra Groot-Britanje, Zweeden endo
■------ Staaten de Akte, waarby deeze Mogendheden
beloofden, de Akenfche Vrede te zullei;
handhaaven, zouden hebben overgeleverd.,
Men hadt deeze Akte reeds orgefield en ge-
tekend. Doch zy bleef in bewaaring van den,
Ridder Temple , tot dat Spanje gereed zou
zyn, om den beloofden eerften termyn af te
leggen (q). 't Werk van 't voldoen der on-
derftandgelden aan Zweeden kreeg hiermede.
eindelyk zyn beflag. De Zweedfche Gezan-
ten in den Hange zogten, federt, te wege te
brengen , dat Groot-Britanje en de Staaten
zig verbonden , om den Koning, hunnen
Meefter, in geval de Vrede gebroken werdt.,
maandelyks , te onderfteunen met dertigdui-
zend Ryksdaalers. De Spaanfchen hadden
zig laaten verluiden, dat zy zig wilden ver-
binden, om 'er, in het genoemde geval, der-
tigduizend Ryksdaalers by te voegen. De
eisch der Zweeden kwam volkomenlyk over-
een met het Ontwerp van Wynmaand des,
voorleeden jaars. Doch Groot-Britanje, te-
genwoordig , naar alle waarfchynlykheid,
reeds diep gefpheept met Frankryk, toonde
geenen zin, om het drievoudig Verbond
meer te fterken. De Staaten waren ook niet
geneigd, om iet meer, ten behoeve van Spanje
pp te fchieten , ten ware hun, daarvoor,
eenige Plaatfen in de Spaanfche Nederlan-
den werden verpand: doch hiertoe kon Spanje
niet verftaan. De verdere voltrekking van
het
C f) Vl Wjtt Brieven, II. Deel, il. G47.
-ocr page 395-
UI. Boek, HISTORIE. 593
het Ontwerp van Wynmaand bleef, derhalve, i<$6% '
agter. Wyders, was 'er ook reeds een ont- ———
werp gemaakt van de wyze, waarop men zig
kanten zou, tegen hem, die de Vrede verbrak
(f). Doch de koelheid van Karel den II. was
oorzaak, dat ook dit Ontwerp niet voltrokken
werdt (s).
't Verdrag over 't voldoen der onderftand- VIL
gelden bevestigde Zweeden, voor eenen tyd, Hsnc!<?-
in het drievoudig Verbond. Pompone , die JenFraL
last gehad hadt, om deeze Kroon over te haa- fchenGe-
len in de belangen van Frankryk, was, reeds zant Col-
voor eenigen tyd, onverrigter zaake, zo men Jj*1* m
chgt, te rug gekeerd, en kwam, federt, de la!"^"
plaats van d'Estrades vervullen, in den Haa-
ge. Maar Colbert, die naar Engeland afge-
vaardigd was, fcheen beter in zyne handeling
geflaagd te zyn; fchoon het merg van 't gene
ïnet hem beraamd was een diep geheim bleef.
Men vernam zo dra in den Haage niet, dat
hy te Londen aangekomen was, of men kreeg
agterdogt, op het oogmerk zyner reize (V).
Hy haut vier of vyf maal met den Koning
geiproken, in weinige dagen. Hy verzeldc
zyne Majesteit in de Kaatsbaan en op 't Land.
Hy was, lbmtyds, een en twee uuren lang,
by Me vrouwe Oastelmame, eene van 'sKo-
nings Minnaresfen. Men befpeurde klaarlyk,
aan de luiden, die hy meest bezogt, dat hy
om
Cr") Secr. Refol. Holl. 6 Fth: 15 Maart 1670. III. Deel,
Il
40, 47
ff) Tkmpie Brieven A* XLIV. XLVI. U 333, 337. De
Witt ilrievcn II. titel, hl. 613.
(J) IJe Witt Brieven IV. Ded, il. 85(1, 85a. AnZR.UA
VJ, Ücsl, «. 430, 43S.
Bb K
-ocr page 396-
SP4 VADËRLANDSCHE LIL Boek.
om wat anders overgekomen was, dan om
zaafcen van Koophandel, gelyk hy voorgaf.
De Ambasfddeur Boreel, by eenige voornaa-
nic Staatsdienaars, zoekende te verneemen,
wat Colbert handelde, werdt, geduuriglyk*
van dit ontwerp op een ander gebragt. Men
zeide hem egter, in algemeene bewoordin-
gen, dat de Koning de verbindtenisfen, met
Zweeden en de Staaten aangegaan, onver-
breekelyk houden zou. Ook hieldt de Am-
basflideur zig hiervan verzekerd, en fchroomde
niet, zulks herwaards over te ichryven («}.
Doch de tyd deedt haast zien, boe zeer hy zig
bedroog. De Heer Puffendoif ook, die, in
deezen jaare, uit Frankryk, naar Zweeden,
te rug reisde, verhaalde den Ridder 'femple,
in den Haage, dat een Fransen Staatsdienaar
hem verzekerd hadt, dat het drievoudig Ver-
bond geenen ftand zou houden, en dat het
Engelfche Hof reeds veranderd was van
maatregels. Ook hadt de Maarfchalk de Tu-
renne hem, te Parys, eenen Brief getoond,
door Colbert gefchreeven, die, in den zelven ,
van de Engelfche Staatsdienaars fpreekende»
deeze woorden gebruikte: ik heb hun, eindelyk,
den gantfehen rykdom van
V Körtings mildheid
doen geweien
(v). Woorden, die niet don-
kerlyk te kennen gaven, door welke midde-
len , Frankryk het Engelfche Hof gezogt
hadt te winnen. Templc zelf gaf, in verfchei-
den'Brieven, welken hy, na de komst van
Col-
O) De Witt Brieven IV, Deel, II, Ztf, 848» 853, 854,
85s, H6.
<v) P. A. Samson Hifi. de Gull UI. Tom. I. f. ^60-^62»
m?jN Vm< Vi. f. aïió.
-ocr page 397-
LH. Boek. HISTORIE.           395
Colbert in Engeland, aan den Graave van 1669.
Arlington en aan den Sekretaris Trevor-------
fchreef, te verftaan „ dat hy vreesde , dat
whet drievoudig Verbond, in 't jaar 1669,
„ niet zo beftendig zyn zou, als het, in 't jaar
„ i663, geweest was (w)." 't Schynt egter,
uit het gene, in 't jaar 1670, voorviel, dat
'er, ten deezen tyde, nog niets met Colbert
geflooten was. Zyne reis heeft, vermoede-
lyk , ten voornaamen deele , geftrekt, om
den Koning te polfen, en om de voornaam-
ile Staatsdienaars te winnen, door gefchen-
kcn.
De Koning van Frankryk, niet verge- VUT.
lioegd, dat hy 't Engefche Hof aan 't wag- *»*nl»yk
gelen gebragt hadt, zogt ook eenige Duit- ^„ige
fchc Voriten, en vooral den Keurvorst van Duitfche
Brandenburg, op zyne zyde te winnen. De Vorften.
Staaten hadden hun best reeds gedaan , om ""j1*
den Keurvorst te doen treeden in het drie- Keur.'
voudig Verbond; doch hy begeerde onder- vorst van
ftandgelden, over de begrooting van welken, Branden*
men 't niet eens worden kon. De Koningvan ''"rg te
Groot-Britanje hadt den Ridder Gabriel Sil- Handel'
vius ook naar eenige Duitfche Hoven (#), van s\u
en onder anderen naar dat van Brandenburg vius»
gezonden; in fchyn om dezelven te bewee-
gen tot het aanvaarden van het drievoudig
Verbond; doch inderdaad, om te ondertas-
ten , of zy eer tot de zyde van Frankryk, dan
tot die der Bondgenooten zouden over te haa-
ien
(V) Temi>le Brieven N. V. VN. hl v?. ♦«»
1$) Templ* Brieven /V. XXIV, XXV. U 147, 155*
-ocr page 398-
396 VADERLANDSCHE LIL Boek.
lenzyn. Het Engelfche Hof vondt, naar 't
fchynt., geraaden, zig hiervan naauwkeurig
te doen onderregten, eer het zig nader ver-
bünde niet Frankryks en SilvhiSj die hiertoe
gebruikt werdt, en die, voorheen, in dienst
van het Huis van Oranje geweest was (y)»
was zo gebeten op de Vereenigde Gewes-
ten , dat hy, zo verzekerd werdt, al kort na
't fluiten der Bredafche Vrede, het EngeJfche
Hof gezogt hadt op te hitfen, om de Staaten
in te wikkelen in eenen oorlog niet Frankryk,
en zig, op deeze wyze, te wreekcn, wegens
den hoon, van hun ontvangen (s). Am 't
Hof van den Keurvorst, hieldt men Silvius
voor „ dat de Koning, zyn Meester, naar men
„zcide, onlangs een byzonder Verdrag met
„ Frankryk gemaakt hadt, en dat zyne Kear-
„ vorltelyke Doorlugtigheid behoorde on-
„ derregt te zyn van den inhoud van dit Ver-
„drag, en van de geheime punten van het
„ drievoudig Verbond , eer hy zig , wegens
„ het aanvaarden van dit Verbond, verklaa-
„ ren kon," Voorts begeerde men te wee-
ten „ of Silvias volmagt hadt, om met den
„Keurvorst te fluiten?" De Engelfche Ge-
zant antwoordde „ dat hy ook iet gehoord
„ hadt van een Verdrag met Frankryk, doeh
„ dat hy 't voor een uitftrooifel der Fran-
je fchen hieldt, die 't verfpreidden, om dat
„ zy 't gaarne zien zouden. Dat hy geen Af-
„fchrift van het drievoudig Verbondt hadt
»me-
(y~) 7.U hier voor, hl. 215.
izj Ut Witt Uricven IV. Deel, bl. 518.
-ocr page 399-
til. Boek. Kt I S T O RI E.           #7
^medegebragt, om dat hy vertrouwde, dat i<j6£.
„ het den Keurvorst uit den Haage zou toe- ——
„ gezonden zyn. Dat hy, eindelyk, geenen
„last hadt, om met den Keurvorst te flui-
„ten; doch dat zulks, in den Haage, zou
„ moeten gefchieden." Uit welk laatfte ge-
deelte van Silvius antwoord, ligtelyk te be-
fpeuren was, dat hy llegts gekomen was, om
den Keurvorst te pollen. Den Graaf fan
Schwerin,
die meest met hem handelde, over
't gedrag van Spanje en van de Staaten
geklaagd hebbende, nam hy hieruit gelegen-
heid, om de Staaten van onregtvaardigheid
jegens den Keurvorst te befchuldigen ; daa-r-
byvoegende, dat men zyner Doorlugtigheid
haast voldoening bezorgen zou, zo hy zig,
ten naauwfte, verbinden wilde met den
Koning> zynen Meester. Doch de Keurvorst
liet zig niet verftrikken. Onder dit handelen,
deedt de Keurvorst ook, by zekere gelegen-
heid j zeggen ,, dat de Raadpenfionaris de
„Witt hem altoos verdagt gehouden hadt,
n dat hy te veel ingenomen was, met zynen
„ Neeve, den Prinfe van Oranje ; doch dat
„hy nooit gedagt hadt, om hem groot te
„ maaken, ten nadeele van den Vereenig-
„den Staat." Waarop Silvius hernam, dat
de Koning, zyn Meester, 't ftuk even-
eens begreep , en begeerde , dat 's Prin-
fen verheffing van de Staaten zelven kwa-
rne. Silvius vertrok, eindelyk, van 't Hof
van den Keurvorst, zonder aldaar veel te
hebben können ontdekken. Hy was ook
aan de Vorften van Lunenburg en Hesfen
-ocr page 400-
393 VADERLANDSCHE LIL Boei?,
16C9. gezonden (a); daar hy, zo ik meen, niet
----r— beter Haagde.
en van Ten zelfden tyde, arbeidde Lodewyk de
rei-S'"* XIV- om de Duitfche Vorften en den Keur-
Fürs tem- vorst van Brandenburg, in 't by zonder, te
berg, aan winnen, zig hiertoe bedienende van Prinfe
't Hof "Willem van Furftemberg, Broeder des Bis-
Iva. ßer" fcnoPs van Straatsburg: die den Aartsbisfchop
van Keulen, den Bisfchop van Munfter, en
Ernst Augustus, Hertog van Brunswyk-Lu-
nenburg, en Bisfchop van Osnabrug (£), eer-
lang, bewoog, om den Koning van Frankryk
doortogt voor zyne troepen toe te ftaan. Om-
trent het einde deezes jaars, begaf hy zig,
met den titel van Afgevaardigde des Aarts-
bisfchops van Keulen, naar Berlyn, daar hy
den Keurvorst voorhieldt ,, dat Frankryk en
„de Vereenigde Staaten zig fterk begonden
„ te wapenen ; dat de Franfche Staatsdie-
„ naars en de Koning van Frankryk zelf hem
„ verzekerd hadden, dat men 't, met de toe-
„rustingen in Frankryk, niet op de Spaan-
„fche, maar op de Vereenigde Nederlan-
den gemunt hadt. Dat de Ryks- Vorften
„hierom dienden te overleggen, of 'er ook
„kans ware, om deezen oorlog te voorko-
„ men: en zo niet, of men zig onzydig zou
„können houden, of party moeten kiezen:
„in welk laatfte geval, in bedenking kwa-
„me, aan welke zyde men zig zou behoo-
„ ren te voegen. Dat de oorlog zo kort op
„han-
en) Pupmndorp de Rebus Geft. Frid. Wilh. Libr. XI. §.
3. 4- p *ȕ-
(4) Puk* Do- Mont Corps Diplom. Tom. VU. P. I*. 150»
-ocr page 401-
HISTORIE.
HL Boek.
399
»handen was, dat het onmogelyk fcheen, 1669:
»dien te beletten. Dat men, onzydig wil- -
»lende blyven, een talryk Leger op de been
» zou moeten houden, 't welk niet zou kon-
» nen gefchieden , zonder zwaare kosten ,
»die de Vorften niet konden draagen. Dat
» men, hierom, in de noodzaakelykheid ge-
»bragt was, om party te kiezen: 't welk best
»fpoedig gefchiedde , en ten minfle niet
»moest verfchooven worden , tot dat de
»vyandlykheden begonnen waren. Dat het
» den Keurvorst van Keulen, zynen Meester,
»onverfchillig was, of men zig voegde aan
»de zyde van Frankryk, of aan die der Staa-
kten ; doch dat hy oordeelde, dat men de
» zyde behoorde te volgen, die door Groot-
i) Britanje, gevolgd werdt, al ware 't fchoon ,
r> dat deeze Kroon zig voegde aan de zwak-
»fte zyde, te weeten, aan die der Staaten;
»om dat de beide Keurvorften als dan zou-
55 den können geraaken aan 't bezit der Plaat-
J5 fen, die de Staaten nog van hun inhielden.
»Doch zo de Engelfchen zig by Frankrylc
55 voegden , behoorde men ook deeze zyde
jpte houden, alzo de Staaten, in zulk een
„ geval, niet magtig genoeg zouden zyn,
5j om zig zelven te befc hermen , al werden
„ ze ook, door alle de Duitfche Vorften, on-
„dertleund, en te minder, om dat Zweeden
„zig ook by de Engelfchen voegen zou.
w Maar in geval men zig voegden by Frank-
„ ryk, zou men, om zig te dekken tegen de
„ontzaglyke nabuurfchap van dat Ryk, be-
ddingen moeten, dat de Plaatfen, die op
„de
-ocr page 402-
4oo VADERLANDSCHE LU. BöEtó
i65<) „de Staaten veroverd werden, terftond, den
-—— „ Bondgenooten in handen gefield zouden
„moeten worden; ^dat Frankryk het Leger
„ der Bondgenooten zou moeten onderhou»
„ den; die onder zig verdeelen zouden alles,
„ wat zy zelven overmeesterden, behalve 'e
„ gene, ten hunnen opzigte ,■ gelegen was
„aan de overzyde der Maazc, benevens 't
„ gene de Staaten in Braband en Vlaanderen
„ bezaten $ 't welk men den Koning van
„ Frankryk zou moeten overlaaten , indien
„ hy 't begeerde. Nog zou men van Frank-
„ ryk bedingen moeten , dat de Staat de»
„ Vereenigde Gewesten niet vernietigd,
„maar nog fterker gemaakt werdt. Nader-
hand, treedcnde tot byzonderer opening van
het laatfte gedeelte van deezen voorilag, Hel-
de Furftemberg voor ö dat den Aaitsbisfehop
„ van Keulen Utrecht; den Bisfchop van
„ Munfter Overysfel; den Keurvorst van
„ Brandenburg Gelderland en Zutfen ; den
„ Huize van Brunswyk - Lunenburg Friesland ;
„ den Hertoge van Nieuwburg Groningen ,
„ en den Prinfe van Oranje, in gevolge der
„begeerte des Konings van Groot-Britanje,
„ Holland en Zeeland zou behooren aanbedeeld
„te worden."
De Keur- De Gemagtigden van den Keurvorst van
vorst Brandenburg feheenen zig, in de onderhan-
houdtzu; jeüngen met den Prinfe van Furftemberg,
zydc der mecr toe te ^cggen om hem u^ teoren dan
Staaten, toe te vallen, en gaven hem, eindelyk, te
verftaan „dat de Keurvorst de Staaten ver-
„maaoen zou, om Frankryk genoegen te
-ocr page 403-
UI. Boek. HISTORIE. 40t
M geeven , en zig , zo lang hy kon , buiten I(ig9i
j, den oorlog zou zoeken te houden." Doch —___1
Furftemberg , om hen verder uittelokken ,
verklaarde, rondelyk , dat de Keurvorst van
Keulen zig by Frankryk dagt te voegen» en
toonde twee Ontwerpen van Verbonden,
welken de twee Keurvorften , onderling en
met den Koning van Frankryk, zouden kön-
nen maaken. Doch de Keurvorst van Bran-
denburg was wel een weinig misnoegd op de
Staaten ; maar hy begreep zyn belang te wel,
om mede te werken tot hun bederf. Hy weeS
dan alle verbindtenis van de hand (O, en
zondt, in den aanvang des volgenden jaars *
iemant naar Frankryk > die den Koning , uic
zynen naam , van den oorlog zogt af te maa-
nen, mids de Staaten hem redelyke voldoe-
ning gaven. Dochhy werdt, metalgemeene
woorden , opgehouden. Evenwel, vernam
hy, te Parys, dat de oorlog zo fpoedig niet
te wagten was i als Furftemberg voorgegeven
hadt (</).
Terwyl deeze handelingen duurden , waren IX.
de Staaten niet zonder bekommering , voor f??^
het verbreeken van het drievoudig Verbond, Temple,
van dezyde van Groot-Britanje. Zy vonden in den
den Ridder Temple , die , in Hooimaand des Hange,
voorleeden jaars , als 'sKonings gewoonlyke
Gezant, herwaards gekomen was (<»), koeler
dan naar gewoonte , zo dikwils als 'er van dit
Ver-
te) Pupfendürf dcRabus Ocft. Ftid. Wilh. Litr.Xl. S-5i*»
f. 582, 183.
Cd) Idem Libr. XI. §• 7. p. 584.
(_e) AiTZEUA VI. Deel, H, 430, 437.
XIII. Deel,              Cc
\
-ocr page 404-
4oz VADERLANDSCHE LIL Boek,
1669. Verbond gerept werde. Ook kwam 'er geen
e- ■■»■ einde aan verfcheiden' zaaken, welken men
nog met Groot - Britanje te vereffenen hadt,
Zy betroffen, voornaamlyk, het Verdrag van
Zeevaart, en het gefchil over Makasfar en Su-
riname. En 't zal hier niet te onpas komen,
dat wy eene korte fchets geeven van 't gene,
over deeze drie punten, in overweeging kwam 3
tusfehen de twee Mogendheden,
over ee- Teinple hadt, reeds op 't einde des voor-
nige ver- leeden jaars , voorgeflaagen, dat de Koning,
anderip- zyn Meester, in hetjongfte Verdrag van Zee-
p"' ,Q vaart, eenige veranderingen begeerde gemaakt
drag vaii te hebben , die voornaamlyk op üostindie
ZeevMrt;zagen. Hy vorderde „datde wederzydiche
„ Zeebrieven van eenen inhoud waren , of
n liever , dat de Koophandel, zonder eenige
0 verklaaringen , vryelyk gedreeven weidt;
„dat de Engelfchen vryelyk handelen mog-
„ ten op zulke Plaatfen in de Indien , die niet
f, belegerd of beflooten waren , zodanig, dat
„ 'er alle vaart door beiet werdt; ook op zul-
„ ken, die , door de Nederlandfche Maat-
£ fchappye , niet daadelyk bezeten werden j
„ dat de wederzydfche Maatfchappyen , vrye-
„ lyk , langs de Stroomen, naar eene Han-
„ delplaats vaaren mogten , alfchoon de eene
„ of de andere Maatfchappy eene Sterkte op
„ zulke ftroomen mögt geftigt hebbeu. Da«
„men geene Verdragen van Koophandel
„ zou mogen maaken met de Indiaanen,
m waardoor men eikanderen den handel af-
„ fneedt; zullende de Maatfchappy, die eerst
n overeengekomen was met de Indiaanen ,
geen
-ocr page 405-
LIL Boek. 'HISTORIE.         403
w geen regt verkrygen tegen de Maatfchappy, 1669.
j, die 'er zig , naderhand , mede verdroeg ; ■
„ maar tegen de Indiaanen alleen. Dat, in
j, geval van Oorlog , tusfchen eene der twee
w Maatfchappyen en eenig volk in Indie , dit
9) volk , door de andere Maatfchappy, niet
n zon- onderfteund worden. Dat de Vaartui-
n gen , voor eene der twee Maatfchappyen,
n of voor eenig Indisch volk , met welk de
„ eene Maatfchappy verbonden en de andere
„niet in vyandfchap was, handelende binnen
j, de paaien van derzelver Oktroi, na 't ver-
j, toonen van een behoorlyk Paspoort, niet
„ bezogt, gemoeid of opgehouden zouden
v worden (f)."
De meeste punten van deezen voorflag ,
zelfs zulken , waarby beide de Maatfchap-
pyen even zeer verbonden werden , of even
groote vryheid bedongen , ftrekten eigenlyk
alleen tot voordeel van de Engelfchen ; wier
handel in de Indien nog van klein belang was,
waarom allerlei evengelykheid , in opzigt van
denzelven , ten hunnen voordeele ftrekte , en
ten nadeele der Nederlandfche Maatfchap-
pye (g) De Engelfchen hadden byna geene
Sterkte in de Indien: de onzen zeer veelen.
't Kon dan genoegzaam alleen ten voordeele
van de Engelfchen zyn, dat men zig, we-
derzyds , verbondt, om eikanderen voorby
de Sterkten, die de ftroomen llooten , naar
hooger gelegen' Handelplaatfen te laaten
vaa-
(f) Refbl. Holl. 19 De.ctmb. 1668. «. (5o. Aitzema VI.
Deel, b'. 4U.
Ü) Tsmple.Brieven, N. I. H. 6.
Cc ä
-ocr page 406-
404 VADERLANDSCHE LILBoEfc*
tCfrj. vaaren. De onzen hadden veele Verdragen
r- «— van Koophandel gemaakt met de Indifche
volken ; de Engelfchen weinigen : weshalve
zy , door laater' Verdragen , den onzen meer
nadeels doen , dan van hun ontvangen kon-
den (/£). Evenwel, Honden de Staaten de
meeste punten van Temples voorflag, ge-
xeedelyk , toe , mids dezelve allen , weder-
zyd.s , even verbindende gefteld werden. Al-..
Ieenlyk, bedongen zy, dat men, in geval van
nader Verdrag met de Indiaanen , nadat eeiia
der twee Maatfchappyen met dezelven ver-
draagen was, niet alleen regt behouden zou
op de Indiaanen , maar ook op alle anderen,
die de Indiaanen hielpen. Ook oordeelden
ze, dat Paspoorten alleenlyk verbindende
waren , voor de onderzaaten dier Mogend-
heid , uit wiens last de Paspoorten waren ver-
leend. Maar het punt van de doorvaart, langs
itroomen, met Sterkten bezet, hielden zy met
alle billykheid te ftryden, alzo zulke Sterk-
ten , met geen ander oogmerk, geftigt en on-
derhouden werden , dan om zig te verzeke-
ren van den handel langs de ftroomen (7).
"Temple fprak , hierover , meermaalen s met
de Witt en van Beuningen ; doch hy merkte
Idaarlyk, dat zy tot dit punt niet over te haaien
waren (£). Men maakte dan , na veel han-
delens, een Ontwerp van de punten, waar-
over men eens was (7) , die, zo ik meen ,
fe-
O) Trmplb Brieven, N. X. il. 67.
(i) Uefol. Hol!. 19 Uecsmb. \C(iZ. il- (il.
CA) Temple Brieven, N. X. XIX, XX. XXX. tl. 64, KI,
I27, IQ',-
EO Sc«. Rrfol. HoU,ia April, 20 yuty 1663. «. 67, 25,
-ocr page 407-
til. Boek. HISTORIE.         405
federt, wederzyds , getekend werden.            1^9,
Met de zaak van Makasfar, die -gelegen---------
heid gegeven hadt, tot het ftellen van een over 't
punt in het nader Ontwerp op de Zeevaart t veriaa-
was het in deezer voege gelegen. De Neder- |enngeieE
landers en Engelfchen dreeven beide handel Cchan ui
jn de Stad en het Koningkryk van Makas- Makas*
far y gelegen op het Eiland Celebes, tusfchen far»
Borneo en de Molukken. De Nederlandfche
Maatfchappy ftondt in Verdrag van Koophan-
del met den Koning van Makasfar., Doch de
onzen klaagden, van tyd tot tyd, over inbreuk
op dit Verdrag. De Makasfaren voeren zelfs
dikvvils over naar de Molukken , en dreeven
'er handel in Speceryen, tegen 't flreng en
herhaald verbod der Maatfchappye, die dee-
zen handel voor zig alleen behouden wilde.
Men hieldt de Engelfchen verdagt, dat zy
de Makaslaren ophielden en onderfteunden.
Doch , op 't einde des jaars 1666, was Kor'
tielis Speelman
, met dertien fchepen , gezon-
den van Batavia , om den Koning van Ma-r
kasfiir den oorlog aan te doen, daar hy een
groot deel van 't volgende jaar mede door-
bragt. Eindclyk , overwon hy hem geheel*
lyk (»;) , en floot, in Slagtmaand des jaars
1667 , een Verdrag met hem , waarby , on->
der anderen , bedongen werdt B dat de En-
j, gelfchen , die , zegt het Verdrag , gehou-
n den moesten worden, voor de aanftookers,
„ van 't verbreeken der voorige Verdragen ,
M binnen zekeren tyd, met al hunnen aan«
(«) Holl. Mcrc. ran 1670. bh 75-84,
C c 3
-ocr page 408-
4o6 VADERLANDSCHE LIL Boek,
U6p. n hang, uit Makasllir zouden moeten vertrek-
—— j, ken, zonder 'er immer, wederom, 't zy om
f, te handelen of om andere redenen , te wor-
den toegelaaten («)•" Dit punt ftiet den
Éngelfchen zeer. ïemple kreeg last, om te
wege te brengen , dat het vernietigd werdt.
Doch de Witt en van Beuningen, met wien hy
'er over handelde, beweerden uit eenen mond,
dat het regt, welk de Maatfchappy zig verkree-
gen hadt, om alleen op Makasfar te handelen,
de vrugt was van eenen kostbaaren en lang-
duurigen oorlog, en zo ligt niet verwaarloosd
moest worden. Evenwel, bragt Temple het,
eindelyk , zo ver, dat men den Éngelfchen
wederom veroorloofde , in Makasfar te komen
handelen (o),
avcr Su- Maar over de zaak van Suriname viel meet
titumej te doen> De Engeifchen hadden s aan de Ri.
vier van Suriname (i) , eene Volkplanting
aangelegd , nevens eene Sterkte, die hun s
geduurende den jongften oorlog , in Lente-
maand des jaars 1667, door Abraham Krym-
zoon
, met drie fchepen , op bevel der Staa-
ten van Zeeland , derwaards gezeild , ontwel-
digd was. De ingezetenen , die den eed aan
de Staaten van Zeeland wilden afleggen, blee-
ven in 't bezit hunner goederen. Doch de
Landeryen en goederen der weigerigen wer-
dt a
f> ) Zh /Itt. VI. van 't Verdr. in Al Ho'1. More. van i6?a.
il
85.
(o > Temple Brieven , N XXXVII. XXXIX. XLII. XLHI.
XUV. hl. 952, 277, 305, 312, 319.
(i) Zie eene korte Befchryvinge van Suriname 'm
de Hullandfcbe Ülacuiïus
van 'c jaar 1670. bl. 55,
-ocr page 409-
UI. Boek. HISTORIE.         407
den verbeurd verklaard. De goedesen van
den Engellchen Bevelhebber, William Byam,
werden tot buit, en de foldaaten tot krygs-
gevangenen gemaakt. Voorts, moesten de
ingezetenen , terftond , honderdduizend pon-
den Suiker, ten behoeve der Staaten van Zee-
land , opbrengen ). De Sterkte , die den
naam van Zeelandia kreeg , bleef onder bevel
van den Kommandeur Maurice de Rame en
den Vaandrig Kolve , die honderd en twintig
inan onder zig hadden. Doch 't leedt maar
tot in Wynmaand des gemelden jaars , wan-
neer zy 'er wederom uit verjaagd werden. De
Engeli'che Bevelhebber , John Hermans, met
zeven Üorlogsfchepen, twee Kitfeu , eene
lange Bark en twaalfhonderd man , afgezeild
van Jamaica , vertoonde zig, op den dertien-
den der gemelde maand , voor de Rivier van
Suriname , welke hy , met eenige fchepen ,
opvoer tot voor de Sterkte, die drie mylen
van zee gelegen was. Op den zeventienden,
begon hy de Sterkte te befchieten, die, ter-
wyl men over een Verdrag in befprek was ,
veroverd werdt. De bezetting werdt toen
naar de Barbados gevoerd 3 vanwaar de Ge-
neraal William JVillougby , die over deeze
Volkplantng geboodt, zynen Zoon , Henry,
terftond, naar Suriname zondt, om 'er we-
derom bezit van te neemen (#). Midlerwyl,
was de Bredafche Vrede geflooten, en by het
zefde punt van dezelve beraamd, dat men,
we-
(p") Noeul. Zeel. 2a Sept. 16(17, W. is3. Capitul. van 6
Maart
i6'>7- il/S. Zie ook Holl. Merc. van 't jaar 1667. */. 41.
(S.) Ds Witt Brieven IV. Deel, tl. 042, 677.
Cc 4
-ocr page 410-
4o8 VADERLANDSCHE LIL Boek;
1660. wederzyds , in 't bezit blyven zou van 't gene
—— men , op den twintigften van Bloeimaand des
jaars 1667, bezeten hadt. Nademaal nu niet
getwyfeld kon worden , of de Zeeuwen wa-
ren , op dien tyd, in 't bezit van Suriname
geweest, vorderden de Staaten , dat de Ko-
ning van Groot-Britanje hun deeze Volkplan-
ting wederom inruimde. Hy toonde 'er zig
terftond bereid toe, tekenende, ten dien
einde, in Sprokkelmaand des jaars 1668, een
bevel aan Willougby , welk den Staaten van
Zeeland toegezonden werdt (r). Dit bevel
vorderde de ontruiming der Volkplantinge , in
zulk een' ftaat, als zy geweest was , wanneer
men aldaar kennis kreege van de geflooten'
Vrede ; 't welk voor eene geheele plondering
van Suriname vreezen deedt (_s~). Ook ftak
de Zoon van Willougby , zelfs na dat hem
de Vredepunten en 's Konings bevel vertoond
waren , een' Suikermolen in den brand , zon-
der zig te bereiden tot het ruimen der Ves-
tinge , welke hy zelfs dreigde te zullen Heg-
ten , eer hy vertrok (*). Men liet niet na,
hierover te klaagen aan den Koning, hem ver-
Zoekende, om nieuwen last aan Willougby.
Doch het Engelfche Hof verftondt nu , dat
de ingezetenen van Suriname , Engelfchen en
anderen , vryheid hebben moesten, om met
hunne goederen te vertrekken , werwaards
zy wilden , mids vergoedende de fchade , di§
zy , door pionderen en branden, den anderen,
in->
(e) De Witt Brieven IV. Deel, il. 640, 663.
f s ) De Witt Brieven IV.
Deel, il. 673.
CO D* Witt Brieven IV. Deel, il. 76^.
.
-ocr page 411-
LIL Boek. HISTORIE. 409
ingezetenen hadden aangedaan («). Ook 1669.
werdt dit, in eenen tweeden Brief des Ko- ——
nings, uitdrukkelyk aan Willougby bevolen
(V). Óndertusfchen, hadden de Zeeuwen, die
afgezonden waren, om bezit van de Volk-
planting te neemen, zig meester gemaakt van
den gewezen Engelichen Bevelhebber, Ja-
kob Bannister,
die naar Vlislingen gevoerd,
doch, op het eerfte verzoek van den Ridder
Temple, op vrye voeten gefield werdt (w)>
fchoon men hem verdagt hieldt, dat hy de
Indiaanen van Suriname hadt opgehitst te-
gen de onzen. Willougby hieldt zig nog niet
aan de herhaalde bevelen des Konings; maar
drong de Engelfchen, die liever blyven wil»
den, om de Volkplanting te verlaaten (#).
Doch Temple beweerde , dat zy vrywillig
moesten vertrekken, en, vorderde , dat het
hun toegelaaten werdt door de Staaten: waar-
in men, eindelyk, bewilligde (j). De Staa-
ten van Zeeland raakten, eerlang, in 't gerust
bezit van Suriname; fchoon de algemeene
Staaten beweerden, dat het allen ingezetenen
van den Staat vryftaan moest, zig aldaar ne-
der te zetten, en 'er op te handelen; zig voor-
ïiaamlyk hierop grondende, dat de Volkplan-
ting veroverd was met fchepen, uit de bui-
tengewoone onderftandgelden der Gewesten,
uit->
O) Aitzrma VI. Diel, U. 417, 435» 426.
(vj Zie Aitzbma VI Deel, bl. 4.27.
• (w) AlTZEMA Vi. Deel, hl. 419, 4*r>.
(*) Refol. HOU. 23 Febr. 1669. bl. 95.
(y ) Refol. Hol!. 28 May, aa Sept. 2!> Nov. 4 T)ec. 1669. M.
37, 40, 22, 38, 22 Maart i6?o. bl. 32. Tbkpls liricvcu.Äi
pX- X^.W4. XXXjX. tl. vj7, 242, 275.
Cc 5
-ocr page 412-
4io VADERLANDSCHE LIL Boek.
1669. uitgerust, en bemand met Krygsvolk van den
------- Staat, grootendeels zelfs niet ftaande ter be-
taalinge van Zeeland (z). Doch 't liep nog ee-
nige jaaren aan, eer men zig, hieromtrent,
met Zeeland verftondt.
over deu Men hadt nog eene zaak van Koophandel
Schot- je vereffenen met Temple, waarover ik niet
Stapel te vmd> dat men volkomen eens werdt. Die
Veere.' van Holland maakten, omtrent deezen tyd,
toeleg, om den Stapel der Schotfche waa-
ren, die, van ouds, te Veere in Zeeland, ge-
weest was, te verleggen naar Dordrecht:
waarby de Prins van Oranje, als Markgraaf
van Veere, jaarlyks, omtrent twaalfduizend
guldens verliezen zou; waarom hy, by Tem-
ple en by den Koning van Groot - Britanje zei-
ven, ernftelyk, aanhieldt, dat de Stapel te
Veere blyven mögt (a). Doch ik weet niet,
of zyn verzoek thans ingang vondt. De Maat-
fchappy der Engelfche Koopluiden te Dor-
drecht, die zig, na 't eindigen des oorlogs,
wederom dagt te herftcllen, wenschte ook,
gelyk eertyds, ontheeven te zyn van de ge-
woonlyke belasting van eene gulden op ieder
ftuk Laken, welk zy herwaards voerde. Tem-
ple arbeidde hiertoe by de Staaten, die, zo
hy dägt, niet in ftaat waren, om de grove
Lakens zo fterk en zo goed koop te laaten
maaken, als de Engelfchen, en daarom, dien
handel liever in hun Land zouden willen hou-
den , dan zien dat dezelve verlegd werdt
naar
f 2) Rcfol. Holl. 4. /fug. i6S8. bl. 84. s8 Sept. 28 Novemb.
ïfifïy. il. /io, 21, 22 blaart 1670. bl. g3. Notnl Zie). 2t July,
S3 /fug. 166H bl. 143, 17!!- 2K, jfr:;i. j6d<). bl. tr,.
(.1O TüMPLï Brieven, W. 1. AVI. XXX. {*'. 15, 141, 204»
-ocr page 413-
HISTORIE. 411
LU. Boek.
naar Vlaanderen, of Embden , of andere 1669,
Plaatfen in Duitschland , werwaards men, ——
van hier, de Engelfche Lakens plag te ver-
zenden. Hy hoopte, hierom, dat hy de En-
gelfche Maatfchappy te Dordrecht zou kön-
nen doen onthefli'n van deeze belasting (T),
Doch ik vind niet, dat hy in zyn oogmerk
gedaagd zy,
Tuslchen de Staaten en den Keurvorst van x.
Keulen, als Prins en Bisfchop van Luik, was, Verdrag
federt eenigen tyd, verfchil gerezen, over "?e5 den
de Heerlykheid en het Kasteel van La Ro- Bisfchop
cht te , welk de eeriten hielden voor een van Luit,
Leen van het Graaffchap Daalhem in het wegens
Land van Overmaaze , terwyl de Keurvorst J:a Ro'
beweerde, dat het van het Prinsdom van Ivaik c eue*
afhing (c) : waarom hy 't onlangs, door Krygs-
volkhadt doen bezetten. Doch in Wynmaand
deezes jaars, kwamen de twee Mogendhe-
den, by voorraad, in den Haage, overeena
„dat de vonnisfen, door den Raad van Bra-
bant, in den Haage, ge weezen, wegens
„ La Rochette, zouden uitgevoerd worden,
„zonder dat de Staaten zig, daartoe, van
„ Krygsvolk bedienen zouden; 't welk, zo
„ 't vereischt werdt, alleen door den Keur-
„ vorst, gefchieden zou. Dat de beide Mo-
„ gendheden elkauderen niet zouden ftoo^
„ren, in 't gerust bezit van 't gene zy van
„ La Rochette bezaten, en dat de Keurvorst
„ in 't byzonder zou bly ven heffen de regten
„op
O) TEMM.E Ikicvcii, A'. XVI. XXII. XXX. XXXI. tl. J»?,
I39, ujij. 203.
(O KeloJ. IIolU 28 8ép(. »Öög. il. 47.
-ocr page 414-
'•
412 VADERLANDSCHE LIL Boek;
ï65 . „op de Mynftoflen, welken hem, tot hier-
■------- „toe, opgebragt waren. Dat, eindelyk, La
„Rochette, terftond, van Luikfche knegtert
„ ontledigd zou worden (/)." Doch alzo dit
Verdrag flegts by voorraad geflooten was, ea
de Keurvorst, van zyne zyde, ook regt voor-
wendde op de Heerlykheid van Lith, in de
Meiery van 's Hertogenbosch, moest men tot
radere handeling komen, 't Liep aan tot in
Oogstmaand des jaars 1671, eer men overeen-
kwam , dat de Staaten van hunnen eisch op La
Rochette, en de Keurvorst van den zynen op,
Lith zouden afftaan: waarmede de twist byge-
legd werdt (è).
Hevipe Onder de Leden van Zeeland, was, in den
twist,on- Herfst des voorleeden jaars, merkelyk ver-
Ledén fchil ontdaan, over het afdanken van eenig
van Zee- Krygsvolk, beweerende Zierikzee en Goes,
land. dat men drie vendels meer afdanken moest ,
dan de meerderheid kon goedvinden (f). De
twist was zo hoog geloopen, dat de twee Ste-
den, eenen tyd lang, geen e Afgevaardigden
meer hadden willen zenden ter Staatsverga-
deringe: waartoe Goes zig egter, eindelyk,
overhaalen liet. Maar Zierikzee, fchoon be-
fchreeven en bezonden door de overige Le-
den , bleef agter (g). Ook hieldt deeze Stad
de penningen in, welken zy, ten dieniteder
ge-
Cd~) Refi>l. HnH. aü Novemh. 1669. U. i8. Holl. Merc. var.
1G69 hl. ik?. Verv. op Aitzema 1. Jiuck, tl. 20, uy, 61.
ie) Kefoi Holl. ij, 2i Aug l(>71- *'• 17°» '97- lieloK
Gencr. f en. 14
Av.g. 1671.
(ƒ; Notul Zeel. 15 0#si. i6rt8, H. 233.
(g) Notul. Zeel. 10 iïov. 10, 17 Dcc. 1ÓÖ8. il. 247, 2Ö4»
-ocr page 415-
Lïl. Boek HISTORIE. 413
gemeene zaake, gehouden was, op te bren- 1669.
gen. De ftaat van 's Lands geldmiddelen ———
raakte, hierdoor, zo zeer in verwarring, dat
de Staaten, by meerderheid van Hemmen,
beflooten, ftrenge en ongewoone middelen
te gebruiken, om Zierikzee te doen buigen
(Ji). De Kolonel Theodorus van Frybergen werdt, Ikou-
aan 't hoofd van zes vendelen knegten, uit wersha-
Vlisfingen en Veere geligt, naar Schouwen ^!."1"*56
gezonden. Hy hadt zes itukken gefchuts by
zig, en maakte zig, op den vierden van Sprok-
kelmaand , meester van Brouwershaven. Men
ftelde vast, dat hy naar Zierikzee komen zou,
waarom men, in deeze Stad, terftond, de
trom deedt roeren , waardgelders aannam,
de burgery in 't geweer bragt, en 't gefchut
naar de wallen fleepte (/). Midlerwyl, hadt
de Regeering, op 't eerfte gerügt van het
afzenden van Krygsvolk naar Schouwen, Af-
gevaardigden naar Middelburg gefchikt, met
last, om hiervan de oorzaak te verneemen.
Men kwam, eerlang, overeen, dat Zierik-
zee zou belooven, de gemeene penningen
niet langer te zullen ophouden, en de aange-
nomen' waardgelders te zullen afdanken,
waarna het Krygsvolk bevel kreeg, om Brou-
wershaven te ruimen. De Stad Zierikzee
zondt,nog voor't einde van Sprokkelmaand,
"haare gewoonlyke Afgevaardigden ter Staats-
vergaderinge, zig egter het regt voorbehou-
dende, om, wegens haare overige bezwaar-
njs-
(ft) Notul. Zeel. I, 4 Fifr, 16(19. hl, 28, 31,
Li.) HoU. Men; raff iG6y, H. 12,
1
-ocr page 416-
4h VADERLANDSCHF, Lil. Boek.
1669.   nisfen, in tyd en wyle, voldoening te vor-
------- deren (k). Sedert,werdt de rust,in Zeeland,
herfteld.
XI. De toeneemende gerügten van oorloge,
bc Stad- en het werven des Bisfchops van Munfter,
ken wel- 'È welk wederom voortging (/), deedt de Staa-
nige toe- ten ook bedagt zyn , om zig te wapenen*
bereid- Doch men nam geene ernftige befl uiten ten
fels ten deezen einde, ter oorzaake van het verfchü
oorloge. tusfciien de Gewesten, over de aanftellingc
van een Legerhoofd. Veelen wilden hiertoe
den Prins van Oranje verheeven hebben: 't
welk Holland en de Raadpenfionaris de Witt
in 't byzonder nog tegenhielden, om dat de
Gewesten nog niet bewilligen konden in zyn
Ontwerp, om het Kapitein - Generaalfchap en
het Stadhouderfchap, voor altoos, van een te
fcheiden. Het jaar 1669 en een gedeelte vaa
1670.   het jaar 1670 verliep, derhalve, zonder dat
'
          men zig, hier te Lande, eenigszins begon in
ftaat te flellen, om de dreigende gevaaren af
te keeren.
Verdere De Koning van Frankryk liet ondertus-
hnnrie- fchen, niet na, te arbeiden, om den Keur-
Fufstem- vorst van Brandenburg, ware 't mogelyk, te
berg,aan winnen. Furfternberg, die hem, allenthalve,
't Hof de hand boodt, vertoonde den Keurvorst,
n" ßer" »dat de oorlog tegen de Vereenigde Ge-
„ westen vastelyk beflooten was in Frank-
„ryk; doch dat de Koning alleenlyk voor-
„hadt, zig meester te maaken van de helft
van
(4) Notul. ZttX. 5, 6, 7, 11, 12, 15, 23 Mr, 1O69. fri
34, 36. 3fl, 44, 4?, 54, 55.
(_lj Hoil. Mcrc. van i6Cy. II. is, 30.
-ocr page 417-
Lil. Boek. HISTORIE. 415
„ van Maastricht; van 't gene eertyds tot igj^
„Brabant en Vlaanderen behoord hadt, en . —-
„ van eene of twee Steden aan den Ryn;
„ welke Steden hy, egter, niet langer dan
„ de oorlog duuren zou, dagt in te houden.
„ Dat hy al 't overige voor zyne Bondgenoot
„ten zou laaten, welken hy de helft hunner
„kosten voldoen zou, mids zy 't betaaJen
„ der Krygsbevelhebberen geheel ten hun-
„ nen laste namen." De Keurvorst bedankte
den Koning van Frankryk voor 't vertrou-
wen , welk hy in hem Helde; doch gaf, te ge-
lyk, te verftaan „ dat hy met de algemeene
„Staaten in een Verbond ftondt, welk hem
„verhinderde, zig tegen hen te irerklaaren;
„dat hy't ook niet zou können doen, zon-
„ der zyn eigen Land, terftond, in 't uiter-
„ fte gevaar te ftellen, gemerkt de Staaten
„bezetting hadden in zyne fterkfte Plaat-
„ fen, uit welken zy hem veel nadeels zou-
„den können doen, indien hy befloot, hun,-?,
„ne zyde te verlaaten (»;)." Zo duidelyk
een antwoord fneedt den Koning van Frank-
ryk de hoop byna af, om den Keurvorst te doen
wisfelen van partye. Evenwel, liet hy niet
na,hiertoe, nog in 't volgende jaar, aanzoek te
doen. De Keurvorst, ondertusfchen, ten volle De Keur-
onderregt van Frankryks oogmerk, verzuim- vorst van
de niet, den Staaten kennis te geeven van 't j~!"dfm*
gene hem ter ooren gekomen was, te gelyk waiir.
begeerende „dat zy hem de oorzaaken van fchuwt
„Frankryks misnoegen tegen hen openbaar- deStaa-
„ den." tïn'
C«) Piiffendohf de Relu;s (Jcfl. Frid. Wüh. Liir. XI. $.
7,
8, <j , ie, II. f. 584,585, 5»ö, 587, 5»8.
-ocr page 418-
4i6 VADERLANDSCHE LIL Boe«;
•»670. „ den." Voorts , riedt hy hun ,, zig met
fc------,j Frankryk te verdraagen; alzo zy, dagt hy,
„in geval van oorloge, geenen genoegzaa-
„men onderfland van hunne Bondgenooten
„zouden te wagten hebben. Van Zweeden
„was, zyns oordeels, weinig tehoopen, on-
„der eenen minderjaarigen Koning, en te
„minder, om dat Spanje de onderitandgel-
„den, aan deeze Kroone beloofd, nog niet
„ voldeedt. Eenige Duitfche Vorsten , "
waarfchynlyk de Keurvorst van Keulen en de
Bisfchop van Muniler „ waren, zeide hy, eer-
der vyanden dan vrienden van de Staaten.
„ Wat hem betrof, hy zou zyne verbindtenis-
„ Ten naarkomen,doch hen daarmede niet kon-
„nen beveiligen, tegen 't gevaar, welk hun
„dreigde: waarom hy nogmaals herhaalde,
„dat men Frankryk moest zoeken te verge-
„ noegen. Doch indien de zaaken tot een ui-
„terfte kwamen, verwagtte hy,dat de Staaten
„ zyn Land niet tot een tooneel des oorlogs
„maakenzoudea Ook verzogt hy, dat ze,
„eindelyk, hunne bezettingen, ten minften
„uit eene of twee Kleeffche Steden, trekken
„wilden (»)•"
Hnn am. De Staaten, den Keurvorst voor zyne
.woord, waarfchuwing bedankende, zouden hierop
geantwoord hebben WJdat zy zig naauwlyks
„ verbeelden konden, dat Frankryk hun zogt
„ te beoorloogen, alzo zy 'er geene reden al-
„toos toe gegeven hadden. Eerder dagten
f k") Puffendorf de Rebus Geft. Frid. Wilb. Lm. XI. S.
14. p. 59°-
-ocr page 419-
til.BoEfc. HISTORIE. 417
fc zy, dat de toerustingen in Frankryk op \Cjq,
b Lotharingen , op het Franche Comté, of-------
5, op de overige Spaanfchö Nederlanden za-
„gen. Voorts, wisten xe van geene gefchil-
„ len met de nabuuren, die niet, eerder door
„ den weg van Regte dan door de wapenen,
„ behoorden beflist te worden." Wat zy op
het verzoek om het inruimen van eene of twee
Kleeffche Steden antwoordden , vind ik niet
aangetekend. Doch veelligt verwekte het ee-
nige agterdogt in de Staaten > die niet onkun-
dig zyn konden, dat de Keurvorst, door Frank-
ryk , aangezogt werdt, en mogelyk vreesden,
dat het herleveren deezer Steden den Keur-
vorst eerder zou doen luisteren naar de voor-
flagen der Franfchen. En hierop ziet , ver-
moedelyk, het zeggen van zekeren Hiftorie-
fchryver, dat de Witt aan alle de bedryven
van den Keurvorst eene üinkfche uitlegging
gaf (o).
De Koning van Frankryk, niet naar zyn XII.
genoegen gedaagd zynde aan, het Hof van De Her-
Berlyn, zogt de onderhandelingen met Groot- oriëan«a
Britanje, die, in 't vooleeden jaar, begonnen haalt
waren, ten einde te brengen. Men meent dat haaren
Karel de II, omtrent deezen tyd vastgefteld Broeder,
hebbende, voortaan, onafhangkeiyker te re- jv",r °jn
geeren, dan hy tot hiertoe gedaan hadt, te Groot-
ligter luisterde naar de voorilagen van Lo- liritanje,
dewyk den XIV, die hem eenen jaarlykfchen over,tot
onderftand in geld aanboodt, zo hy het drie- "e"y""
voudig Verbond verlaaten, en zig met Frank- verbond
ryk met
C»^ PnFFKNnonF u'iifuprx.
XIII. Deel.                Dd
-ocr page 420-
4i8 VADERLANDSCHE LIL Boek.
. ryk verbinden wilde Q>). Om den Koning van
Groot-Britanje geheeilyk over te haaien in
de belangen van Frankryk, bediende men zig
van zyne Zuster, de Hertoginne van Orleans
(^), die, Lodewyk den XIV, in Grasmaand
deezes jaars, verzeilende, op eene reize naar
Duinkerken (>), zig, in f'chyn, begeerig toon-
de , om haaren broeder te bezoeken, en verlof
verwierf, om naar Douvres te mogen over-
fteeken. Hier hieldt zy een mondgefprek
met Koning Karel, dien zy, uit den naam des
Konings van Frankryk , van onderftand in
geld en manfchap verzekerde, waardoor hy
in ftaat zyn zou, om zig onafhangkelyk te
maaken van het Parlement, mids hy, van zy-
ne zyde , alleenlyk trade in de maatregels ,
welken men, in Frankryk, genomen hadt, om
den Vereenigden Gewesten den oorlog aan
te doen. Men wil, dat de Koning geneigd
geweest zou zyn, om de wapenen eerst te
voeren tegen zyn eigen volk ; doch dat de
Hertogin hem voorhieldt, dat de Vereenigde
Gewesten zig van zulk eene gelegenheid
bedienen zouden, om hunnen Koophandel
uit te breiden; waardoor zy magtiger zouden
worden, terwyl Engeland, door eenen in-
landfchen oorlog, verzwakt werdt. Zy oor-
deelde , hierom, dat men met de Vereenigde
Gewesten beginnen moest, en eerst om
Engeland denken , na dat deezen zouden te
ondergebragt zyn. En de Koning ging ge-
heel
(fO Rapin Tom. IX. p. s«)'». Bouncbrokes Letters, Vol, I.
p. aK4.
(lf) De Choisy Memoir. Tnm. III. p. 60, 81, 155.
fr) Hol!. Merc. van 1670. */. 32. 49> "'•
-ocr page 421-
LIL Boek.         HISTORIE. 419
heel over in haar gevoelen. Zy keerde, ter- tfyo,
ilond, wederom naar Parys , daar zy , kort ..... -.
hierna, fehielyk overleedt, niet zonder fterk
vermoeden, dat zy, door haaren eigen man,
den Hertoge van Orleans, vergiftigd was (*).
De Markgraaf van Bettefonds werdt, terftond
hierop, naar Engeland gezonden, als ware 't,
om den Koning den rouw te beklaagen ; doch
voornaamlyk, om het Verdrag ten einde te
brengen. De Hertog van Buckingham begaf
zig, ten zelfden einde , naar Frankryk, daar
men Karel den II. eene Vloot aanboodt, om
zig onafhangkelyk te maaken in zyn Ryk.
Doch de Koning van Groot-Britanje vondt
hierin te veel zwaarigheid; hoewel hy, zo fom-
migen meenen, zig naderhand beweegen liet,
om het toe te ftaan. Maar Buckingham heeft
aan iemant, die dit fchryft, verzekerd „ dat
„ hy nimmer bewilligen wilde, om eene
„ Franfche Vloot in de Engelfche havens te
5j ontvangen, fchoon men hem, in Frankryk,
wveertigduizend ponden fterlings beloofde,
„zo hy 'er den Koning toe konde overhaa-
„lcn." Hy voegde 'er by „ dat de Graaf van
„Arlington den Koning eindelyk bewoo-
„ gen , en zo hy vermoedde, het geld ge-
„ trokken hadt." Doch anderen hebben Inliond
Buckingham verdagt gehouden. Wat 'er va" het
van zy, men kwam, naar fommiger ver- ze!ve'
haal, eerlang, overeen „ dat Karel de II. de
„Staaten ter zee beoorloogen zou, terwyl
„de
(O RtTRNET Hift. of lus own Time. Tom. I. p. 301. I.uf>-
lows Memoirs Fol. III. p- 185, 186. Tindal Cuiilin. t/Ka-
pin VbL I. [w XVI.Jlmrod.p. li. Nut. (1).
pd a
A
-ocr page 422-
42ó VADERXANDSCHE LH. Boek,
„ de Koning van Frankryk hun , met een
j, magtig Leger, te lande, zou aantasten; dat
ö Frankryk den Koning van Groot Britanje}
fi
met eene Vloot en met driehonderd en
w vyftigduizend ponden fterlings in 't jaar 3
j, zo lang de oorlog duurde, onderfteunen
„ zou , en dat, in geval de Vereenigde Ge-
n westen te ondergebragt werden , Zeeland
„ den Koning van Groot - Britanje , en al het
M overige den Koning van Frankryk zou aan-
n bedeeld worden : Holland alleenlyk uitge-
w nomen, welk men den Prinfe van Oranje
„ zou afïtaan, zo hy zig in dit Verbond be-
„ geeven wilde (/)." De inhoud van het zelve
bleef, ondertusfchen , bedekt. Karel de II.
hadt, onlangs, merkelyke verandering ge-
maakt in zynen Raad , en zyne innigfte ge-
heimen vertrouwd aan vyf Grooten , Cliffbrd,
Arüngton, Buckingham, Ashley
en Lauthcrdalc,
die, naar de eerlte letters hunner naa-
men, de Cabal of aanhang genoemd werden.
In den agterraad van deezen vyf, waarby men
en Koning en den Hertog van Jork voegen
moet, werdt het Verdrag met Frankryk en
de oorlog met de Vereenigde Gewesten
beflooten (ti). Ook fchryven fommigen, dat 's
Konings minnaares, de Hertogin van Ports-
mout/i
, uit Frankryk herkomstig, zeer veel hadt
toegebragt, om den Koning over te haaien in
de Franfche belangen (v).
Doch hoe zeer de handel van het Franfche
Hof,
( t} Hurnpt Hist ofhis own Time. Fol I. p. 303, 304.
(ut RApin Tom. IX p auo, S94. cyc;. 297.
(r) FEUQijiF.wts Minioir. Hirtai'. & ftiilit. Tom. I. f. 4'M
-ocr page 423-
UI. Boek. HISTORIE. 421
Hof, in Engeland en elders, bedekt gehou- 1679;
den werdt; de Staaten konden niet nalaaten —-—
te merken , dat 'er iet gcwigtigs in til ware. zoek, of
Sommige Historiefchryvers hebbenden Raad- {j"6"^™
penfionaris de Witt, onzes oordeels zonder },e (
^Qn.
genoegzaamen grond, befchuldigd , dat hy nis van
Frankryk te veel vertrouwde, en geen werks Frank-
genoeg maakte, om, door geheime verftand- ^krskenS"
houding aan de Hoven van Parys en van Lon- hajt 0f
den, te ontdekken , wat 'er omging, 't Is niet.
waar,dat hy,mct deFianfche Gezanten, d'Es-
trades en Pompone, handelende, zig gehet,
als of hy Frankryk niet verdagt hieldt van
eenig flinksch oogmerk tegen den Vereenigden
Staat; doch het gedrag, welk hy, ten zelfden
tyde, hieldt, in de Vergaderingvan Holland;
de brieyen, welken hy aan zyne vertrouwdfte
vrienden buitens Lands fchreef , en
bovenal het bewerken van het drievoudig
Verbond, waarin hy de voornaam (Ie hand
gehad hadt, toonden, beter dan zyne gefprek-
ken met de Franfche Gezanten, wat hy van
Frankryk vreesde. Ook blykt, uit zyne Brie-
ven, dathy, al voor eenige jaaren, heimelyk
verftand hieldt, beide in Frankryk en in En-
geland ( w ). 't Is, derhalve, gantsch niet te
vermoeden , dat hy, in deezen gewigtigen
tyd , daar hy Frankryk aan alle Hoven zag
handelen; daarhy, uit Temple, merkte, dat
men, aan 't Engelfehe Hof, verflaauwde in
den yyer voor het drievoudig Verbond, en
daar hy wist, wat den Staaten, uit het Hof
van
O) De Wjtt 8ri»ven II, O tel, W. 207, aiä, s«p.
D d 3
-ocr page 424-
422 VADEPvLANDSCHE LU. Boek.
1670. van Berlyn, aangediend ware, zyn werk niet
-------gemaakt zou hebben, om naar te ipooren, wat
'er , tusfchen Frankryk en Groot - Britanje ,
gehandeld werdt. 't Gedrag, welk hy en de
Staaten zelven , ten deezen tyde , hielden ,
bewyst genoegzaam , dat men Frankryks oog-
merk, geheel of ten deele, ontdekt hadt. Want
terwyl Frankryk , in Engeland en elders,
handelde, beiloot men, op aanraadinge van de
Witt eerst ter Vergaderinge van Holland , en
daarna teralgemeene Staatsvergaderinge,totbet
doen van verfcheiden' bezendingen, die allen
ftrekten, om Frankryks inzigten nader te ont-
dekken en tegen te gaan.
XIII. In 't voorleeden jaar, was Meester Gerard
Bezen- jjamel Briiininks reeds gezonden naar 't Hof
^ingnaar van Weenen, met last om te onderzoeken,
Keizer, of aldaar iet, ten nadeele van den Staat, ge-
handeld werdt, en om de goede vriendfehap
en nabuurfchap tusfchen het Duitfche Ryk
en deezen Staat aan te kweeken en te beves-
naar eXÏ (s )• Doch nu werdt Pieter de Groot,
Frank- onlangs te rug geroepen uit Zweeden, en, in
ryk» zyn afzyn , verkooren tot Penfionaris van
mar En- Rotterdam (y), uit welk Ampt, fchreef de
en naar witt» zVn Vader» Hugo de Groot, wor-
Spanje. heen, onfatfoenlyk uitgefchopt was (V)j gezon-
den naar Frankryk , als gewoonlyke Ambas-
fadeur, in de plaats van den ouden Heere,
Willem Boreel, die, te Parys , overleeden
was. Doch fommigen merken aan , dat de
Groot
f>) Zie dl Tnftr. in ds Refr,l. Hol!, 23 Juty l66<j. !/!. 37,
(yj Refn' Holl 22 May U69. b'. 19.
(a) Uk Witt Brieven II. ücdt U. 647.
-ocr page 425-
LIL Boek.         HISTORIE. 423
Groot den Staat meer dienst zou hebben kön-
nen doen in Zweeden, dan in Frankryk, daar
men reeds maatregels genomen hadt met En-
geland , om de Vereenigde Gewesten te be-
oorloogen (0). Koenraad van Beuningen,
Oud - Burgemeester van Amfterdam , toog
naar Engeland , en Hieronimus van Bever-
ningk naar Spanje (#). Het voornaam oog-
merk van alle deeze bezendingen was , het
onheil , welk den Staat, van den kant van
Frankryk en Engeland, gedreigd werdt, af te
keeren : waaruit, klaarlyk blykt, dat men
in den Haage, niet zo onkundig was van 't
gene 'er broeide, als fommigen ons willen
doen gelooven. De luiden, die naar Frank-
ryk, Spanje en Engeland gingen, werden ge-
teld onder de bekwaamden en eerlykften in
de Vereenigde Gewesten. Ook waaren zy
altoos groote voorftanders geweest van de
maatregels, waaraan de Witt zig hieldt: hoe-
wel fommigen verzekeren , dat van Beunin-
gen en Beverningk, federt eenigentyd, meer
genegen waren geworden, om den Prins van
Oranje te bevorderen, dan zy voorheen ge-
weest waren (c), en de Witt nog was. Dê
benoeming van de Groot tot gewoonlyken
Ambasfadeur in Frankryk was den Raadpen-
sionaris zeer naar den zin ( d~), hoopende hy,
door middel van deezen, aan een Hof, daar
des-
(s) WrcQiTEFOlT Ambïsfad. Tom- I. p. 935.
(_bj Zie zyne lnflr. in de Secr. Rcfol. Holl. 3 Dec. irtyo.
III- Deel, bl. 79.
CO Meinolr. de Guiche Livr. IT. p. oafl.
(_d) D« Witt Brieven II. l'eel, bl. C,\n,
D d 4
-ocr page 426-
424 VADERLANDS CHE LIJ. Boe«,
iä?o. deszelfs Vader, eertyds, zo hoog geagt was
—— geweest, het welzyn vanden Staat, zo hy 't
begreep, te zullen können bevorderen. Men
hadt eenige moeite, om de Stad Rotterdam
in 't vertrek van de Groot te doen bewilligen.
Doch zy deedthet, eindelyk (e). Vanlteu-
ningen was, onder anderen, in 't byzonder,
gelast, om den Koning van Groot-Britanje aan
te moedigen en te beweegen, tot het fterken
van het drievoudig Verbond (ƒ): 't welk wel
toonde, dat men blyk of vermoeden hadt, dat
hy, in dit Verbond, verflauwde. Wyders,
moest hy den Koning ook zoeken over te haa-
ien, om in gemecnfchap te oorloogcn , tegen
die van Algiers, Tunis en Tripoli (g). Doch
de voorflaagen ten deezen einde ftrekten meest,
om 's Konings oogmerken te ontdekken , en
die der Staaten , welken zig, eerlang, ook
ter zee begonden toe te rusten, te verbergen.
De bezending van Beverningk naar Spanje
diende om een nader Verbond met dit Ryk
aan te gaan; doch zy hadt,eerst in 't volgende
jaar, voortgang.
De Staa- De Staaten hoopten , door toegeevin^ en
ten be- eerbewys, Frankryk te doen veranderen van
den'ïCo- g^agten. Zy beilooten zelfs, den Heer van
ning van Wasfenaar , in buitengewoon Gezantfehap,
Frank- aan den Koning te zenden, terwyl deeze zig
fyk' dooronthieldt in de Steden der Spaanlche Neder-
jjuheu- landen, welken hem, by de Akenfche Vrede,
gewoo- waren afgeitaan, Zy deeden hem, met deeze
aan,-
(rl Refol. Holl. s(5 April, 1, 2 Aug. IÖ?0. U, 32, 63,
(f) Refill. Holl. 24 May 1(170. tl. 12).
(#; Refol. Holl. 31 jfufy 1670. tl. 5a.
-ocr page 427-
MI. Boek. HISTORIE.         425
aanwinst, geluk wenfchen , en hem verzeke- i^9.
ren van de hooge agting , welke men hier
'hadt voor zyne vriendfehap, die men, op al- nen Am*
ierlei wyzen , gezind was, te bewaaren. De j>asfa'
Koning beantwoordde deeze beleefdheid , met eur"
heufche woorden ; en de Heer van Waslënaar
keerde , in Hooimaand , in den Haage, te
rug (/O-
De Ambassadeur de Groot kwam, niet voor Hande-
Oogstmaand, in Frankryk, en kreeg, in Slagt- lingvan
maand , voor 't eerst, gehoor by den Koning de Groot
(/), dien hy voorhieldt „ dat hy alleen geko- in ^rank-
„ men was , om de oude vriendfehap tusfehen ry '
„zyne Majefteit en de Staaten te onderhou-
„ den , en dat hy daartoe alle zyne zorgen
„aanwenden zou." De Koning antwoordde
„ dat de Staaten wel gedaan hadden, aan hem,
„ tot zulk een einde, af te zenden ; dat zyne
„ overkomst dienen zou , om de zaaken in
„ beteren ftaat te houden; doch dat hy
„ wenschte , zo veele verzekering te hebben
„ van de goede gezindheid der Staaten , als
„hy van de zyne hadt." De Groot, daarna,
met 's Konings Staatsdienaars in gefprek ge-
treden , verklaarde „ dat de Staaten , zyne
„ Meesters , befpeurd hebbende , dat zyne
„Majefteit eenig misnoegen tegen hen hadt
„opgevat, hem belast hadden naar de oor-
_ zaak daarvan te vraagen , alzo zy niet ver-
„ moeden konden , da!t de Koning kwalyk
„ name , dat zy voor hunne veiligheid ge -
„ zorgd
. OO Rcfol. Holl. 26 April, U) July 1670. il. 34, II,
£j) IIull. Merc. yaa 1070. */. 112, 144.
Dd 5
-ocr page 428-
■A&6 VADERLANDSCHE LIL Boek.
1670. » zorgd hadden , door het fluiten van het
•»------ „ drievoudig Verbond. Dat hy, voor 't ove,-
„ rige , hoopte , den Koning volkomen ge-
„ noegen te zullen können geeven, en allen
„argwaan tegen de Staaten te zullen doen
„verdwynen." Men antwoordde hem „ dat
„ de Staaten maatregels volgden , welken
„ ftreeden met de billykheid , en met de
„ agting, welke zy den Koning fchuldig
„ waren; dat zy hem zogten te verfteeken van
„het regt, welk hy, in het toekomende, op
„ de Spaanfche Nederlanden zou können ver-
„ krygen, uit eene ongegronde vrees voor
„hunne eigene veiligheid; dat zy, eindelyk,
„ zig niet ontzagen, de gantfche Christen-
„ weereld op te hitfen , tegen zyne Maje-
„fteit (/£)•" Uit welk antwoord, bleek,
waaruit het misnoegen van Frankryk , eigen-
lyk , ontftaan was. De Groot hadt, reeds in
Herfstmaand, gefchreeven, dat men , aan t
Franfche Hof, een kwaad voorneemen hadt,
tegen den Staat (/).
De Fran- Eenigen tyd te vooren, waren de Fran-
fc^en . fchen in Lotharingen gevallen, en hadden
Lotha-1" Zië meester gemaakt van Nancy (w). Dee-
ringen, zen inval hadt zig de Hertog , door zyne
naauwe verbindtenisfen met Spanje , op den
hals gehaald. De tyding daarvan veroorzaak-
te merkelyke ontfteltenis in den Haage , daar
men
C*) PfiFEEttixiRF de Reb. Geft. Frid. Wilh. Libr.XU §.!*.*■
p. 109.
(O ille Pleidooi van Mr. S. van Miduelgeest voor Mr.
P. nu Groot In 1676. MS.
C»0 Holl. Mcrc. van 1670. U. 112, 153.
-ocr page 429-
LIL Boek.         HISTORIE. 427
men ongaarne hoorde , dat Frankryk fterker ic?<x
werdt, naar den kant der Nederlanden, 't Is------
te vermoeden, dat men, van nu af, middelen
beraamd zou hebben, om den voortgang der
Franfche wapenen te fluiten. Doch de koel-
heid van Karel den II. was oorzaak , dat de
Staaten, die ondertusichen, door den Hertoge
van Lotharingen , om onderftand aangezogt
werden ( n ) , geene hertige befluiten neemen
konden. Van Beuningen arbeidde , midler-
wyl, in Engeland, te vergeefs, om den Ko-
ning tot het markomen van het drievoudig
Verbond op te wekken. Ook ftelde hy, ten
deezen tyde, vast, dat Karel de II. zig met
Lodewyk den XIV. verftondt ( o ). En men Temple
werdt, in den Haage , bevestigd in deeze ge- keert
dagten , door het vertrek van den Ridder naar J"-
Templej die, in Herfstmaand, t'huis ontboo- seland-.
den werdt uit zyn Gczantichap. Temple hadt
het drievoudig Verbond geflooten , en altoos
verftaan, dat men't behoorde te houden. De
Koning en 'sKonings geheime Raad, thans
andere maatregels genomen hebbende, oordeel-
den hem, derhalve , onbekwaam , om hun in
den Haage langer te dienen Q& ). Zyn vertrek
was een genoegzaam bewys van de omkeering
van 't Engelfche Hof.
De verwagting van eenen kort aanftaan- nx,p'.
den oorlog hieldt, midlerwyl, de gedagten v.^
om den Prins van Oranje te bevorderen lee- oränje
veil- kry^t ?it-
(■«") "oll. Me'c. tok Kïyo. W. ijQ.                                        un* "*
(o) PiiFPhNüoRF Ue Rebus Geftis Frid. Wilh. TJf/r. X!. §•
|ï. p <•!:,;.
(f} FvipiN Tom. IX. *. 2a8,
-ocr page 430-
428 VADERLANDSCHE LIL Boek.
1670. vendig , by veelen. De vStaaten van Holland
—----zelven fcheenen hem eenige meerdere be-
den Rnad leefdheid te willen betoonen , en hadden hem,
van Staa- jn Wintermaand des voorleeden jaars , toe-
geftaan de vrye jagt omtrent het Lusthuis
Honsholredyk , die zyne voorzaaten plagten
te hebben (#). Doch alzo zy nog by hun
befluit bleeven , om het Kapitein-Generaal-
fchap en Stadhouderfchap van een gefclieiden
te houden, en geene Stadhouders in den Raad
van Staate te gedoogen , icheen 'er weinig
kans , om den Prins te doen bekleeden met
de waardigheden zyner voorouderen. In
Zeeland , zou men ligtelyk beflooten hebben,
om hem 't Stadhouderfchap op te draagen ;
doch hierdoor zou men hem , zo Hollands
gevoelen goldt, en men wist wel, hoe zwaar
het thans nog woog, voor altoos van het
Kapitein - Generaalfchap , waarin de klem
van het Stadhouderfchap gelegen is, en van
de zitting in den Raad van Staate hebben
uitgeflooten. Men hadt ook reeds ondervon-
den , hoe bezwaarlyk Holland zou te bewee-
gen zyn , om den Prins tot Kapitein - Gene-
raal te verklaaren ; alzo zyne jeugd en onbe-
dreevenheid, altoos, aangemerkt zouden wor-
den , als wettige redenen , om hem niet aan
't hoofd van een Leger te ftellen. De Staa-
ten van Zeeland vonden , derhalve , geraa-
den, vooreerst, alleenlyk te wege te brengen,
dat de Prins zitting kreege in den Raad van
Staate. Hiervan was hy niet alleen niet uitge-
flooten ; maar de Staaten van Holland hadden
hem
(y) Rcfo!. Huil. ai Dcccmb. 1669. il. $9.
-ocr page 431-
LIL Boek. HISTORIE. 429
hem zelfs gefchikt, om in deezen Raad te 167«.
zitten, zo dra de andere Gewesten bewilligd -------■
zouden hebben in hun befluit, om het Kapi-
tein-Generaal fchap voor altoos afgefcheiden,
te houden van het Stadhouderfchap. Doch
deeze bewilliging viel Zeeland, Friesland en
Stad en Lande hard. Eindelyk, bezeffende,
dat Holland, reeds voorlang, drie Gewesten
overgehaald, en dus de meerderheid aan zy-
ne zyde hadt, en dat de Prins, op den eerden
trap geholpen zynde , te meer kans hebben
zou, om hooger te klimmen, beflooten, eerst
Zeeland (r), en toen de twee an-dere Gewes-
ten , nevens Holland en de drie overigen,te be-
willigen in den ontworpen voet van Harmonie Harm+
of eenftemmigheid , volgens welke, het nie of
Kapitein - Generaallchap en het Stadhouder- £^r*m.
fchap, voor altoos, afgefcheiden bleeven van mingtus-
elkanderen, en den Prinfe zitting in den Raad fclien do
van Staate vergund werdt (/)• De Gewesten, Gevves-
welken 't belang des Prinlën van Oranje dus ten*
lang verdeeld gehouden hadt, nu wederom
vereenigd zynde, raadpleegde men , terftond,
over de wyze , op welke men den Prins ten
Raade van Staate zou inleiden; over de
plaats , welke hy aldaar zou bekleeden, en
over de ftem , welke men 'er hem zou be-
hooren te geeven. De Gemagtigden der
Staaten van Holland oordeelden, ten opzig-
te van het eerile punt „ dat de inleiding des
„Prinfen van Oranje in den Raad van Staate
„zou
O) Nonil. Zeel. 13 July 1660. hl ifi Temple Urieveu, 2V.
XXV. >LV. H „8,5.^-
Qi) Refol. Iloli. »5 Maart 1670. tl. 41.
-ocr page 432-
430 VADERLANDSCIIE LIL Boek,
1670. n zou können gefchieden , door drie Afge-
------„ vaardigden uit de algemeene Staatsverga-
„ deringe , gelyk de inleiding van Graave
„ Henrik van Nasflui, naderhand Prinfe van
„Oranje, in den jaare 1600, gefchied was,
„ of door eenen Afgevaardigde, gelyk, ten
„ aanzien van Prinfe Willem , Vader van
'n den tegenwoordigen Prinfe , in den jaare
„ 1630, was gefchied , of op zulk eene an-
„ dcre wyze, als men, met de andere Gewes-
ten, zou können goedvinden te beraamen."
Op het tweede punt verftonden ze „ dat men,
„ wegneemende den armftoel, gefield aan
„'t einde van de tafel, en te vooren gediend
„ hebbende, eerst voor den algemeenen Land-
„ voogd [ Leicester ], en daarna voor den
„ Stadhouder van vyf of zes Gewesten, den
„ Prins zou können plaatfen in eenen van de
. „twee met fluweel bekleedde ftoelen, fbian-
„ de aan dezelfde zyde van de tafel, daar de
„ ftoel van den voorzittenden Heere ftondt,
„ en dus boven of aan de regterhand der
„ Afgevaardigden van Gelderland." Wegens
liet derde punt, begreepen ze „ dat men den
„Prinfe alleen eene raadgeevende ftem be-
„ hoorde toe te ftaan , die, in 't opmaaken
„ van 't befluit, niet gerekend werdt om de
„ ftemmen der Raaden over te haaien of te
„doen fteeken." Doch hierop werdt by de
Vergadering, geen ander befluit genomen,
dan dat men de zaak ter Generaliteit zou zoe-
ken te houden in haar geheel, tot dat 'er, by
de Leden van Holland, nader op bellooten
zou zyn. Maar Haarlem en Leiden deedeu
hier-
-ocr page 433-
LIL Boek.         HISTORIE; 431
hierop aantekenen, de eerfte Stad, dat zy, op kSj-qJ
deeze zaak, als zynde van groot gewigt, niet
         
geftemd hadt; de andere , dat zy niet ver-
ilondt, dat de zaak ter Generaliteit langer op-
gehouden zou worden, dan geduurende den
loopenden tyd van het aanftaande f affcheid *reau
der Vergadering van Holland (*). Wat laa-
ter, namen de Staaten van Holland egter, 0-
ver de twee eerfte punten, een befluit over-
eenkomftig met het gevoelen der Gemagtig-
den; doch omtrent het derde punt, ftonden
ze den Prinfe eene beflisfende ftem toe, ge-
lyk de andere Raaden hadden , waaruit egter
volgde , dat hy niet mögt ftemmen, of zelfs
tegenwoordig zyn, als 'er zaaken dienden ,
waarby iemant, hem, tot in den vierden
graad ingeflooten, in den bloede, beftaande,
belang hadt(«). Ook verftondt men, ter Verga -
deringe van Holland, dat de Prins, verfchy-
nende ter Generaliteit, aldaar, in geen e ande-
re hoedanigheid, dan als Raad van Staate, zou
toegelaaten worden, en zitten op eenen gely-
ken Stoel, als waarop hy in den Raad van Staa-
te zat (v). De algemeene Staaten, midlerwyl,
op 't inleiden des Prinfen in den Raad van
Staate, een befluit genomen hebbende, over-
eenkomftig met dat van Holland, en hebben-
de bewilligd in het fcheiden van het Kapitein-
Generaalfchap en het Stadhouderfchap (w),
werdt
(O Refol. Holl. a8 Maart 1670. hl. 6t.
C<0 Secr. Refol. Holl. 20 May 1670. III. De;l, il, 76. Ue«
Fut. Holt. 24 May 1670. hl. 115
' (v) Refid. Holl. 4 Octah. 1070. hl. 73.
f») Zit Groot-Plakaatb. UI. Vetl, il. 54.
-ocr page 434-
43* VADERLANDSCHE LII.Boifft
1670. werdt zyne Hoogheid , op den tweeden vari
------- Zomermaand, door drie Afgevaardigden der
algemeenc Staaten, ten Raade van Staate in-
geleid (#). Sedert werdt hem, wegens het
bekleeden der waardigheid van Raad van Staa-
te, eenjaargeld toegelegd, zo fommigen fchry-
ven, van vyftigduizend guldens (ƒ): hoewel
my, van elders, gebleeken is, dat Holland,
nog lang hierna, tot geen hooger jaargeld dan
van vyfentwintigduizend guldens verftaan wilde
(2) : onaangezien de andere Gewesten
reeds in vyftigduizend guldens bewilligd, en
Holland , ernstelyk , vermaand hadden , om
zig met hen te voegen («). De Heer van
Gend, die 's Prinfen Gouverneur geweest
was, werdt, zo dra zyne Hoogheid zitting
in den Raad van Staate genomen hadt, be-
dankt (£).
XV. Eer men nog over 's Prinfen zitting in den
Raad- Raad van Staate beflooten hadt, werdt, ter
pieejnn- Vergaderinge van Holland, voorgeilaagen, of
he" a°an- 's Prüfen zitting en flem niet behoorden op te
Hellen houden, wanneer hy, t'eenigen tyde, tot ee-
van ee- ne duurzaame waardigheid, mögt bevorderd
ïun Ka- worcJen. Doch men verftondt, dat dit aan de
Gen"-" vrYe verkiezing der toekomende lieden be-
iaai.c hoorde gelaaten te worden. Ten zelfden ty-
de,
(x) IJoll- Mcrc. ymt 1(170. II. <j6.
(vj Huil. Merc. van 1/S7». bl. 123-
(z) Uit Anntck. van tien Pet.fion. VIVIEN 2«;. Febr. 167s. MS.
(a) Mbfive van liiinne Hoog-Mog. aan hunne Ed. Gwioi-
Mogendh. van o Ociub. 1671. Zie ook Kei'ol. Iloll. 15 Aprit
ir, July 1671. II. 11, 95. Refol. tiener. 'Jtiv. 23 jfuly, f'.nft,
y Uciob 1671.
O) Rd'Gl. Holl. 26 July 167c. W. 37'
-ocr page 435-
LIL Boek. HISTORIE. 433
de , verklaarden de Edelen en verfcheiden'
Steden „dat, in het verkiezen van eenen
,, Kapitein - Generaal, of Hoofd over 't Leger
n van den Staat voor langer' tyd dan eenen
„veldtogt, niet zou können beflooten wor-
„ den by overitemminge , maar alleen , by
„ vryvvillige overgifte van alle de Leden."
Doch die van Amfterdam , gelast zynde zig
niet te verklaaren op dit punt, deeden aan^
tekenen „ dat zy niet konden aanzien , dat
„zodanig eene verklaaring in der Staaten
j, Registers te boek werdt gefield; voor hun-
n ne magtigers , wyders , voorbehoudende
„het regt, om daartegen zodanige verdere
„ aantekening te doen, als zy, naar 't gevvigt
„ en gevolg der zaake, zouden te raade wor-
„ den." Haarlem , Schoonhoven , Enkhui-
zen , Edam en Purmerende verklaarden zig
ongelast. Doch van de Vroedfchappen dee-
zer vyf Steden en van Hoorn kwam , eer-
lang, fchryvens aan de Vergadering van Hol-
land van verfchillenden inhoud. Haarlem
hieldt de Verklaaring voor aanftootelyk; doch
deedt ze egter mede , uit infehikkelykheid.
Schoonhoven en Hoorn voegden zig ronde-
lyk by de andere Leden. Enkhuizen verklaar-
de zig, omtrent als Haarlem. Edam en Pur-
merende , wat ronder. Doch de meesten be-
dongen de fpoedige inleiding van den-Prinfe
in den Raad van Staate (Y), die ook terftond
hierop volgde: alle welke byzonderheden wy
hier te liever melden, om dat 'er uit blykt,
dat
O) Refol. Holl. 24 May ifya. tl. iiö t:tz,
XJ1L Deel.                E e
-ocr page 436-
434 VADERLANDSCHE LIL Boek:
nSfo. dat Verfcheiden' HoUandfche Steden, en Am-
i——- fterdam zelf, meer en meer, begonnen te
neigen, om den Prins van Oranje te bevor-
deren. Zo veel invloed hadt, naar't fchynt,
de vrees voor nieuw misnoegen met den Ko-
ning van Groot-Britanje, die men wel wist,
dat zeer gezet was op de bevordering van
zynen Neeve.
De Prins * Ook vertrok de Prins, in Slagtmaand (V),
van o- naar Engeland, met oogmerk, zo Burnet
rcfsMiaar ^01*^ GO ■> om voldoening te vorderen van
Enge- 't gene Karel de I. zynen Huize fchuldig ge-
land, bleevenwas, en te gelyk, om te beproeven,
welke poogingen de Koning, zyn Oom, gezind
zou zyn aan te wenden, om hem te bevorde-
ren tot de waardigheden, door zyne Voorzaa-
ten, voorheen, in den Vereenigden Staat
bekleed. Dezelfde Hiftoriefchryver voegt 'er
by, uit 'sPrinfen eigen mond „dat Karel
wde II. hem zogt afkeerig te maaken van
B den Hervormden Godsdienst, en fmaak te
„ geeven van den Roomfchen , welken de
„Koning zelf, heimelyk, toegedaan was:
„ doch dat de Prins , geenen zin getoond
j,hebbende in 'sKonings redenen, niet dan
„ algemeene beloften verwierf, dat de fchuld,
5, die de Prins kwam vorderen, afbetaald zou
j, worden, en dat de Koning hem den Staa-
„ ten zou aanpryzen, tot het bekomen der be-
kende hooge waardigheden, zonder hem,
„tot dit laatfie einde, eenigen daadelyken
»by-
(<0 Uefol. Holl. 3 Oaob. ifijo. 11. 59, Holl. Merc. vtm
I670. bl %<). I",a.
CO Hifi, of Ins own Time. F«U I. p. 278«
-ocr page 437-
LIL Boek. HISTORIE. 435
„byftand te willen toezeggen." Of'er, wy- ie-
ders , ook eenige poogingen gedaan zyn, om
         .■
den Prins te trekken in het heimelyk Verbond
tusfchen Frankryk en Groot-Britanje, waarin
men, gelyk wy boven (ƒ) zagen, plaats voor
hem fcheen te willen open houden, heeft
onzes weetens, niemant aangetekend. De
Prins keerde, in Sprokkelmaand des volgenden
jaars, in Holland, te rug(g).
Hier, waren, in 't voorjaar, wederom ee- XVT.
nige Perfoonen in hegtenis geraakt, over pei'f
verbooden' verftandhouding. De voornaam- nee„ °j°"
fte van deezen, Abraham Keizer, was eertyds den HaaJ
in dienst geweest van den Refident Lieuwe ee over
van Aitzeina, die, in den jaare 1669, over- verboo.
leeden was. Sedert, was hy geworden On-ßanii.
derklerk van de Klerken der Provincie van houding
Friesland, in de Griffie der Generaliteit. Hy geftraft»
beleedt, gevat zynde „dat Aitzema, dage»
„lyks, berigt plag te krygen van 't gene
„ter algemeene Staatsvergaderinge voor-
hiel, al werdt het zelfs niet in de Regis«
„ters gebragt, uit den mond van Bootsma,
„die, wegens Friesland, of uit dien van den
„ Heere van Palland, die, wegens Overysfel,
„ter Generaliteit was afgevaardigd; en dat
„ hy, Keizer, en eenige andere Klerken hem
„voorzagen van alle Brieven en Stukken,
„welken zy konden magtig worden." Hy
voegde hierby „dat Aitzema gewoon was,
„ briefwisfeling en verftand te houden, met
„bui-
£ƒ) nhxtlx. 41D.
\g) Hail. Merc. w tó/i« W-<8» IB.
Ee 2
-ocr page 438-
4S6 VADERLANDSCHE LH. Boek.
tfyci „ buitenlandfche Hoven, zelfs met Enge-
• „ land en met den Bisfchop van Muniler, ten
„tyde van den jongsten oorlog (2), en met
„ de Gezanten van Spanje, Zweeden en Bran«
j, denburg, hebbende hy zelfs zeker geheim
n belluit, wegens de verzamelplaats van 's
5, Lands Vloote, naar Engeland willen over-
j, zenden: 't welk Keizer egter zeide voorko-
„ men te hebben. Voorts, zou Aitzema, voor
j, deeze briefwisfeling geduurendc den oor-
,, log, tien- of elfduizend guldens in 't jaar
„ getrokken hebben van het Engelfche Hof."
Maar Keizer zelf hieldt verftand met Pom-
pone, Ambasfadeur van Frankryk, en met de
Engelfchen ; leverende hy de ftof, waaruit
zekere du Ha, ook voorheen Klerk van Ait-
zema, de brieven opftelde. Ook verzorgde
hy den Gezanten van Spanje, Zweeden en
Deenemarke de gewigtigfte ftukken en be-
fluiten van den Staat, welken hy bekomen
kon, zig, om 'er affchriften van te krygen,
bedienende van verfcheiden' Klerken der Ge-
reraliteit, twee van welken. Jan Pesfer en
. Willem Hoppeveld, met hem in hegtenis ge-
raakt waren. Zy kreegen allen drie hun von-
nis van 't Hof, op den tweeden van Bloei-
maand. ' Keizer werdt met het zwaard over
't hoofd geftraft, en ten eeuwigen dage ge-
bannen. Hoppeveld ftondt te pronk, met
een' brief op de borst, waarop meineedig ge-
fchree-
(2) Uit Thurloe's Papen, bJykt ook, dat hy,
ten iyde van Kromwel, met Engeland, briefwisfeling
gehouden heef:.
-ocr page 439-
Lil. Boek.' HISTORIE.         437
fchreeven was, en werdt ook, voor altoos, i6?a
gebannen. Maar aan Pesfer werdt, flegts voor
         
tien jaaren, het Land ontzeid. Keizers goe-
deren werden verbeurd verklaard. De ande-
re twee alleen in de kosten der Regtsplee-
ginge verweezen (/5). 't Was noodig, de ver-
boodcn' verilandhouding met uitheemfche
Mogendheden te fluiten en te ftrafftn, voor-
al in eenen tyd, dat men voor oorloge bedugt
was. Ten deezen einde, vonden de Staaten
van Holland geraaden, een afl'chrift van Kei-
zers bekentenisfe, waarin twee Afgevaardig-
den van Friesland en Overysfel geraakt wa-
ren, over te zenden aan de Staaten deezer
twee Gewesten, om daarop zo veel agt te
flaan, als v zouden vinden te behooren (f).
Doch of hierop iet verders gevolgd zy, is iny
niet gebleéken.
Voor 't einde deezes jaars, verleenden de Oktroi
Staaten van Holland Oktroi aan de Stad Am- vo°r d«
fterdam, dat de penningen en 't ongemunt uVlSuel'
goud of zilver, berustende in de Wisfelbankj ^mfter.
daar ter Stede, tot geryf van den Koophan- dam.
del en om 't ileigeren der Munte te voorko-
men, in den jaare 1609, opgeregt: op gee-
nerhande wyze, zouden mogen bekommerd * pMFm
of * beflaagen worden (Jt).
                             resteer d,
Den Griffier der algemeene Staaten, Ni- Gaspar
kolaas Ruisch, op den tweeden van Siagt- Fagel
maand, overleeden zyndc, werdt Gaspar Fa- wordt
gel, Penfionaris van Haarlem, voorzien met Griffier.
dit
(/<) 7.UdeSemem. Inäe Holl. Merc. ven ifyo.ll.39)11, 45.
f i 1 Relol. Holl.
»4 May i6jo U. 122.
(ij Refol. Holl. iü
Dee. 1670. 61. 79.
Ee 3
-ocr page 440-
438 VADERLANDSCHE Lil. Boeit;
dit Ampt (7), op aanpryzinge der Staaten van
Holland (m).
De Koning van Frankryk was, op 't einde
van dit en in 't begin des volgenden jaars,
nog al bezig, om de Duitfche Vorften op te
ftooken tegen de Staaten, waartoe de Prins
van Furftemberg hem, by aanhoudinge, de
hand boodt. Hy hadt den Keurvorst van
Keulen in zo verre gewonnen, dat deeze
hem , eerlang, toeftondt, Krygsvolk byeen
te trekken binnen zyn gebied. Ook hadt de
Bisfchop van Munfter een heimelyk Ver-
bond gemaakt met Frankryk * ten nadeele
der Staaten. Maar de Keurvorst van Bran-
denburg , hoe zeer men 'by hem aanhieldt,
liet zig niet van de zyde der Staaten aftrek-
ken (»).
Den oorlog tegen de Vereenigde Gewes-
ten nu vastgefteld zynde aan 't Franfche Hof,
haperde het flegts aan het uitvinden van
fchynbaare redenen om het aanvaarden der
wapenen te billyken, voor 't oog der weereld.
Lodewyk de XIV. hadt, federt eenigen tyd,
de Koopmanfchappen, die uit deezen Staat
naar Frankryk gevoerd werden, of verbooden,
of zo zwaar belast, dat 'er de Nederlandfche
Handelaars geen voordeel meer op zagen (0),
De Staaten hadden hierop beflooten, eveneens
te werk te gaan, en de Waaren, die de Fran-
fchen,
(O Hell. Merc van 1670. il. 1313.                                  >
(m) Refol. Hnll. o N'jv »670. il. 9.
f n) Puffendorf de Rebus Geit. Frid. Wilh. Lier. XI. §,
16. 17. 18, 20, 21, p. 591, 5Q2, 593, 594, 595,*gf>, 597-
(o) Zit Valkenier Verw. Europa, I. Veel, Bylaag. N.
t. il. i'j.
1670.
XVII.
Handel
van
Frank-
ïyk iu
Duitsch-
land.
167 t.
DeKoop-
handel
der Ver-
eenigde
Gewes-
ten
wordt
bekom-
merd in
Frank-
ryk.
\
-ocr page 441-
LIL Boek. HISTORIE. 439
fchen, hier, met het meeste voordeel, plagten i67r.
te flyten, of zwaar te belasten, of geheellyk te ———
verbieden. Nogtans, was 'er een geheel jaar
verloopen, eer men tot dit gewigtig befluit
hadt können komen (p ). Maar met den aan- De Sta»-
vang deezes jaars i6;/i, werdt de invoer van ^n,vür"
allerlei Brandewynen, by openbaaren Pia- dj,* *:"_
kaate, verbooden: ook die van verfcheiden' voer der
Franfche geweeven' ftoftèn. Eenige anderen, Bramle-
waarvan de invoer nog vry ftondt, werden met wyn
vyftig ten honderd op het inkomen belast. reFnui?"
Op het honderd Fransch Zout, werdt eene be- fche '
lasting van twee honderd guldens gelegd. De Waaret^
vreemde Boter en Kaas werdt met vyfentwin-
tig,de meeste vreemde Siroop met vyf ten hon-
derd , op het inkomen, belast (q). Het Fran-
fche Hof nam dit verbod en deeze belastingen
ten hoogften euvel, en, ontleende 'er, nader-
hand, ééne der redenen uit, om den Staaten
den oorlog aan te doen.
Aan 't Engelfche Hof, van waar van Beu- Toerust
ningen, in Wintermaand des voorleeden ti»g in
jaars, te rug gekeerd was (V), geliet men zig pn^*
nog, als of men zig aan het drievoudig Ver- an
bond zou houden, terwyl men bezig was, om
een Vloot toe te rusten, die tegen een der
Leden van dit Verbond gefchikt was. De
Koning hadt, op 't einde des voorleeden jaars,
het Parlement doen voorhouden „dat Fraflb-
ryk
Cp~) Refol. Holl. 8 Febr. 26 April, 26" Jufy, 13 Nov. 1670.
U- -5» 57, 31, 25-
(y j '/.ie Groot-Plakamb. in. lied, hl. S64, s63, sfio,
1374- H<»1'. Merc. van i6yo. H 148.
(r) Rcfol. I|ull. 14 febr. 1671. U. 6t. lloll. M«e ys&
1670. bl. 148.
Ee 4
h
-ocr page 442-
440 VADERLANDSCHE LIL Boekt;
ff ryk en de Staaten zig, te lande en ter zee,
„ begonden te wapenen; dat het hierom on-
„genaden fcheen, dat men, in Engeland,
„ftil zate; dat hy, derhalve, bevel gegc-
,, ven hadt, om tegen de aanftaande Len-
„te, eene Vloot in zee te brengen; te meer,
„ om dat hy zig, by verfcheiden' Verdragen,
„verpligt hadt, om zynen Bondgenooten,
,, des noods, met manfchap, te onderfteu-
n nen. Dat, onder deeze Verdragen, byzon-
„derlyk gerekend moesten worden het drie-
Bvoudig Verbond, en nog een ander, ge-
„ maakt met de algemeene Staaten; die, zo
wwel als verfcheiden' anderen, zeer voor-
s deelig waren voor het Ryk. Dat hy, hier-
j, om, verwagtte , dat het Parlement hem,
j^met eene aanzienlyke fomme , tot ondcr-
„houd der gemaakte Verbindtenisfen, on-
wderfteunen zou.'' Uit welke aanfpraak,
men ziet, dat de Koning zyn oogmerk, om
de Staaten te beoorloogen, nog bedekt wilde
houden voor 't volk: welk, in 't algemeen,
van gedagten was, dat het houden van het
drievoudig Verbond heilzaam was voor het
Ryk. De Koning was hierom ook genood-
zaakt, dit te onderftellen, in de aanfpraak,
welke hy aan 't Parlement hadt laaten doen,
en die van zo veel kragt was, dat hem, eer-
lang, twee millioen en vyfmaalhonderd dui-
zend ponden fterlings, voor den dienst van
het volgende jaar , werden toegeilaan (s).
Het Parlement befloot, te eerder, tot deezen
mer-
(O Rawn Tom. IX. p. 297, V)%.
-ocr page 443-
LIL Boek.         HISTORIE. 441
merkelyken onderftand, om dat dezelve gehou- ;<57I.
den vverdt, te zullen (trekken tot handhaavin- -------
ge van het drievoudig Verbond. Het Engel-
fche Hof zogt dit niet flegts de Staaten; maar
de Engelfchen zelven te doen gelooven. Zelfs
fcheen men, omtrent deezen tyd, in Engeland,
te vermoeden, dat de Staaten van het drievou-
dig Verbond zouden afgaan. Doch zy dee-
den dit vermoeden, zo 't anders , waarlyk, by
iemant plaats gehad heeft, wel haast ver-
dwynen, door de aanbieding van een naauw
verdedigend Verbond te willen iluiten met Ko-
ning Karel (V). Maar hun voorflag werdt niet
aangenomen.
Midlerwyl hadden de Staaten , die beide xvnr.
Groot -Britanje en Frankryk vërdagt begon Vai)
den te houden, reeds in 't voorleeden jaar, ^"t ze,
beflooten, hunne Zeemagt merkelyk te ver- Algier.
Herken. Zy hadden toen alleenlyk eenige (the
fcheepen, onder den Luitenant-Admiraal van fchepe«
Gend, in zee gehad, die, vereenigd met eene jf^™**
Engelfche Vloot, onder den Vice-Admiraal
Allen, in Oogstmaand, ilaags geweest was,
met zes Algierfche Rooffchepen , welken ,
na een gevegt van vyf of zes glazen, by nagt,
op ftrand gejaagd, en, des anderendaags, ver-
overd en verbrand waren (u). Doch op 't ein-
de des jaars, werdt, op den voorflag van U-
trecht, ter algemeene Staatsvergaderinge ,
beflooten, nog zesendertig fchepen van oor-
loge , nevens eenige branders en galjöoten,
iu
(t ~) Niitul. Zeel. 1 Mnart 1671. bl %i.
(«) Misfive tan den Luit. Adiu. van Geuil 'm äs Holl. Merc.
ymi »670. bl. H5.
Ee 5
-ocr page 444-
442 VADERLANDSCHE LIL Boek.
i<5; i. in zee te brengen(V): waarvan de kosten op
-------drie millioenen begroot werden (V). 't Liep*
De Rui- aan, tot in Zomermaand deezes jaars, eer
teHoopc deeze Vloot, over welke de Ruiter wederom
Lands het opperbevel kreeg, in ftaat geraakte, om
Vloot in zee te können kiezen. Zy was gefchikt, om,
zee« tusfchen de Maaze en Oostende, zo digt aan
den wal, als bekwaamlyk gefchieden kon,
te kruisfen, en hadt last, om alle vyandlyk-
heden te myden, behoudens de agting van
den Staat (x). De Vloot leedt, op deezen
Zomertogt, veel, door gednurige ftorm winden ,
metnaame op den twee-entwintigften van Oogst-
maand, twee dagen waarna, zy eene ontmoe-
ting hadt, die veel gerugts maakte, en hier-
om naauwkeuriglyk verdient befchreeven te
worden.
Een En- Verfcheiden' fchepen van 's Slands Vloo-
geisch te^ 0p jen vierentwintigften, na 't bedaaren
Tast'wn vaü ^en ft°rm' zes of zeven mylen van West-
tien Lui- kapelle, ten anker leggende, terwyl het fchip
tenant- van de Ruiter op zyde lag en krengde; zag
Admiraal men een Engelsch Körtings Jagt, de Merlyn
J[oodzaa- genaamd, voerende eene Britannifche Vlag
ken te van de groote mast, van den kant der Maa-
flryken. ze % afkomen , en koers zetten naar Enge-
land. Terwyl het dwars door 's Lands Vloote
zeilde, begroette het den Generaal de Rui-
ter, met eenige eerfchooten; die, vermids
zyn fchip op zyde lag, niet in ftaat was, om
dee-
(v) Holl. Merc. van 1670- il. 147.
c w ) Itefol. Holl. s Oilnb. iy, m Dec. 1670. hl 55, po.
(xj Uefol. Genei'. Martis v. 'Jury 1671. fy Brandt de
Ruiter, il. óaé.
-ocr page 445-
LIL Boek. HISTORIE. 443
deeze beleefdheid, fpoedig genoeg, te beant- ^r,
woorden. Doch de Luitenant-Admiraal van -------,
Gend groette, terftond, wederom met zeven
ichooten. De Ruiter ook, zyn volk aanpres-
iende in 't krengen, voegde 'er, zo dra zyn
fchip wederom regt lag, nog negen ichooten,
by, daar niet op geantwoord werdt. Mid-
lerwyl, hadt het Jagt, terllond na dat vari
Gend gegroet hadt, tweemaal op deezen ge-
fchooten met fcherp, om dat hy zyne vlag
niet ftreek, en het topzeil niet vallen liet.
Van Gend zondt hierop zynen Kapitein aan
het Jagt, om reden van dit fchieten te vraa-
gen. De Kapitein van het Jagt antwoordde,
dat hy de Gemaalin van den Ridder Tcmple
ïnhadt, en begeerde, dat men voor hem ftree-
ke. Van Gend voer, hierop, zelfs aan boord
van 't Jagt, om Mevrouw ïemple te be-
groeten, te gelyk, den Engelfchen Kapitein
aandienende „dat hy, zonder uitdrukkelyk
„ bevel, op onze eigen' kust, en voor een
w enkel Konings Jagt, niet zou hebben mo-
rgen ftryken; doch zo zyne Majesteit van
„ Groot - Britanje oordeelde , dat hem dit
„van regtswege toekwame, moest dit ge-
„fchil, tusfehen hem en de Staaten, beilegt
„ worden." De Ruiter en de andere bevel-
hebbers der Vloote verllonden toen ook, dat
men, leggende, niet in de Britannifche zee,
maar op onze eigen' kust, óngehouden was,
te ftryken. Maar dit voorval werdt, in En- Misnoe-
geland, gebruikt, om de gemoeden op te Rfnhier
hitfen tegen de Staaten. Men ftrooidc uit, ^™'
dat yan Gend verklaard hadt, uitdvukkely-
ken
-ocr page 446-
444 VADERLANDSCHÈ LIL Boek.
t$7i. ken last te hebben, om, noch voorden Ko-
—— ning van Engeland, noch voor eenigen Ko-
ning ter weereld, te ftryken. Men riep, dat
de ftandaard der Koningklyke Hoogheid ver-
agt, en dat het regt der vlagge, hoogmoe-
diglyk, gefchonden werdt; dat alle regtfchaa-
pen' Engelfchen zig deezen hoon hadden aan
te trekken, en dat enkele fchepen niet flegts,
maar gantfche Vlooten, voor een enkel Ko-
nings Schip of Jagt, gehouden waren te ftry-
ken. De Ambassadeur Boreel zelf fchreef aan
de Staaten, dat de weigering van Van Gend,
by 't Hof en by 't volk in Engeland, zeer
zwaar gewoogen werdt. Zelfs vernam men,
dat de Koning iemant naar den Haage zenden
zou, om wegens 't gebeurde voldoening te ei-
fchen(j). Ondertusfchen, melden fommigen,
dat het Jagt de Merlyn, voor zyn vertrek
uit Engeland, bevel ontvangen hadt van de
Admiraliteit, om de Vl'oot der Staaten op te
zoeken, en, door fchicten met fcherp, tot
ilryken te noodzaaken (z). 't Welk, zo men
't aanneemt, duidelyk bewyst, dat de Engel-
fchen thans gefcliil zogten met de Staaten,
Ook werdt het voorgevallene met de Mer-
lyn, naderhand, ééne der redenen, waarme-
de de Koning van Groot -Britanje zyne oor-
logsverklaaring tegen de Staaten zogt te bil-
lyken. 's Lands Vloot hieldt nog zee, tot
omtrent het einde van Herfstmaand , wan-
neer
(jO Sccr. Refol. Holl. 30 July \(>ti. III. DetI, hl. 133.
Belo!- Hoil- 3
Oüob. 1(171. il. 74. Brand 'f tic Ruiter, W«
631 -ifi
Qzj Rapin Tem. IX. />. 307.
-ocr page 447-
LH. Boek. HISTORIE.
445
neer het ftormagtig weder , waarvan zy eg- ifyu
ter, ten deezen tyde, kleine fchade leedt, -------
haar noodzaakte, in 's Lands havens in te
vallen (a).
Onaangezien het misnoegen, welk men, in Karei de
Engeland, toon de, o ver 't weigeren van 't ftry- n- geeft
ken, fcheen de Ambasfadeur Boreel nog voor hei° dru?
geen Vredebreuk te vreezen , fchryvende , voudig
van tyd tot tyd, herwaards, dat de Koning Verbond
hem verzekerde, dat hy by het drievoudig Ver- te wlllen
bond volharden zou, en de Staaten, zelfs te- j°!.har"
gen Frankryk, byftaan, zo dit Ryk hun den
oorlog aandeedt (b~).
Doch men vreesde, in denHaage, het erg- XIX.
fte: en men bereidde zig, om, tegen 't vol- Kaad-.
gende voorjaar, eene aanzienlyke Vloot in j^®*£
zee te brengen, waarvan de kosten, in agt het aan-
maanden tyds, omtrent agt millioenen gul- ftc-iien
dens (3) beloopen zouden (c). Te lande, v'an ee»
ftelde men zig ook eenigszins in ftaat; doch ^{3"
niet met zo veel yver, als de tyds gelegen-
heid vorderde, tej: oorzaake van het verfchil
onder de Gewesten: welker fommigen tot
geene werving verftaan wilden, ten ware men
den Prins van Oranje aanftelde tot Kapitein-
Generaal, volgens eenen voorflag van Gel-
derland (üQ : waartoe anderen , inzonderheid
Holland, nog niet te beweegen waren. Zy
be-
fö) »randt de Ruiter, hl. 637.
( l/j Zie UiuNDT de Ruiter, lil. 638.
fc) Rraniit de Kuiter, bt. 639.
(dj Rclol. Holl. 5 Hccernb. 1671. bl. 39'
(3) Juist 7893970 guldeuj. Uit gefcbrttvm' Aan*
tekeningen van deezen tyd.
-ocr page 448-
446 VADERLANDSCHE LH. Boe«;
iifyi. beriepen zig, onder anderen, op het eenpaa-
r.........■ rig befluit der Gewesten, in BJoeimaand des
voorleeden jaars, genomen (e), waarby vast-
gefteld was, dat men niet fpreeken zou van
den Prins van Oranje tot Kapitein - Generaal
te verkiezen, voor hy den ouderdom van vol-
le twee-entwintig jaaren bereikt zou hebben:
't welk eerst in Slagtmaand des jaars 1672
zyn zou. Doch ïömmigen bragten in beden-
king, dat men, veelligt, door 't verheffen van
denPrinfe, den Koning van Groot-Britanje,
zynen Oom, zou winnen: 't welk hun reden
genoeg lcheen, om van het voorige befluit af
Inrtgten te wyken. De Raadpenfionaris de Witt, zien-
van den de verfcheiden' van de voornaamfte Leden
penfio. van Holland neigen, om den Prins verder te
Baris de bevorderen, verflondt, zo veelen meenden,
Witt op laat genoeg, dat hy 'tniet langer zou können
dii ftuk. tegenhouden. Hy befloot dan, alleenlyk zorg
te draagen , dat de magt van den Kapitein-
en Admiraal-Generaal, door Inftruftien, be-
paald werdt, en dat het Stadhouderfchap,
volgens de voorige Befluiten , voor altoos ge-
fcheiden bleeven van het Kapitein - en Admi-
raalfchap -Generaal. Doch alzo wy gelegen-
heid gehad hebben, om veele egte aanteke-
ningen en ftukken, betreffende 't gehandel-
de over dit gewigtig ontwerp, te zien, en
te onderzoeken, vertrouwen we den opmer-
kenden dienst te zullen doen, zo wy, hier,
een eenigszins uitvoerig verflag geeven van
't gene, omtrent de verkiezing van den Prin-
fe
(O y.k Groot-Plaksatb. III. Bcti, il. 54.
-ocr page 449-
LILBosir. HI S T'OR'lfi 44?
fe van Oranje tot Kapitein - Generaal, ter Ver- 1071»
gaderinge van Holland , merkwaardigs , is ■■
voorgevallen.
De Staaten van dit Gewest, op den vyfden Voorflag
van Wintermaand, eenigen uit hunne Ver- eeniger
gadering gemagtigd hebbende, om te over- ^gderf"
leggen, op wat wyze, het werk van den oor- van Hoi-
log, waarmede de Staat fcheen gedreigd te land op
worden, behoorde te worden beftierd; had- het werk
den deezen geoordeeld „dat men, weder- ^"w0
5,om, gelyk voorheen, het opperbeleid der
w Krygszaaken behoorde op te draagen aan
>,eenige Afgevaardigden te velde; dat men
wde opengevallen' hooge Krygsampten, ter-
w ftond, behoorde te begeeven, de oude Re-
w gementen te herftellen, den Neder - Rhyn
„ en Ysfel te fterken, eene fchans op te wer-
n pen by Roveen, eenige kundige luiden naar
de Grensfteden te zenden, om de bevelheb-
j,bers te dienen van goeden raad, en, ter-
j,ftond, te treeden tot het ontwerpen van
„eene Inftruétie voor eenen Kapitein-Ge^
„neraal, in welke, behoorlyk opzigt geno-
mmen werdt op de verzekering van 's Lands
wvryheid en veiligheid, en waarin ook be-
„ greepen waren de voorwaarden, vervat in
j, de Akte van * Overeenftemming onder de *Hamo*
0 Gewesten van den eenentwintigden van »'*•
j,Bloeimaand laatstleeden, voornaamlyk den
„afftand van het Stadhouderfchap betref-
fende." De Leden, deezen voorflag der
Gemagtigden overgenomen hebbende (f),
raad-
if) Refol. Heil. 9 Dtetmh 1Ö71 U. 60.
-ocr page 450-
443 VADERLANDSCHE LII.BoEKj
1671. raadpleegden, midlerwyl, onderling en met
de Gekommitteerde Raaden, op 't gewigtig-
De Ge- fte gedeelte van den zclven. De Gekommit-
kommit- teercie Raaden, verzogt om hun gevoelen
Raaden voorafte zeggen, verklaarden, op het punt
oor'dee- van de aanitellingen eens Legerhoofds , by
ie», dat monde van den Raadpeniionaris de Witt,
men den <jat 'cr zwaarc tyden voor den Staat op
I ritii van
Oranje n handen waren ; dat de magtigfte Vorften
tot Kapi- „ van Europa den Staat met oorlog dreigden;
tein-Ge- M dat men, totnogtoe, geene vrienden hadt;
?e™' „dat het Land klein, en zwaar belast was ,
aan °te n beloopende de lasten van Holland alleen ,
ttellen. „ in oorlogstyd, tusfchen de twintig en dcr-
„ tig millioenen, in 't jaar; dat men, hierom,
„ bedagt moest zyn op het aanbellen van zulk
„ een Hoofd over 't Krygsvolk, welk den an-
deren Gewesten aangenaam zyn, en dezel-
„ ven tot het rykelyk draagen in de gem'eene
„ lasten beweegen mögt; welk ook aan 't volk
„ behaagde, en den meesten luister gave aan,
„ de Krygsmagt van den Staat. Dat zy, Ge-
„ kommitteerde Raaden, hierom, oordeelden,
„ dat men den Prins van Oranje, die, binnen
„ eenige maanden, twee - entwintig jaaren
1 „ zyn zou, behoorde aan te ftellen tot Kapi-
„ tein - Generaal. Dat men Maurits wel aan 't
„hoofd gefield hadt, toen hy maar agttien
„ jaaren oud was. Dat de Prins van Condé,
„nog jonger zynde, een Leger hadt geboo-
„den. Dat de Harmonie wel vorderde, dat
„de Prins twee-entwintig jaaren oud moest
„ zyn; doch dat alle Rèfolutien ftilzwygens
„ondeiftelden, dat het uitvoeren derzelven
„niet
-ocr page 451-
fan. Bom: HISTORIE. 449
^niet met den welftand des Vaderktnds i6fi) ,
jjftreede. Dat het gemeen belang nu de «j
j, aanftelling van den Prinfe vorderde, al-
„ zo men hoop hadt, om Engeland hier-
j, door äan de hand te doen komen, en t«
j, beweegen , om te volharden by het Ver-
„ bond; 't welk alleen magtig was, het on-
n heil, dat den Landen dreigde , af te wee-
5, ren. Dat 's Lands zaaken Wänhoopig fton-
jj den , al bleef Engeland maar onzydig ;
walzo men zig, door het onderhouden van
* zwaare Legers , binnen weinige jaaren ,
„ in den grond bederven zou. Dat men,
j, Engeland op zyne zyde hebbende, niet te
w vreezen hadt van Frankryk. Dat de groote
j, zaak hierom was» Engeland te win-
j, nen. Dat men hiervan , hoe eer hoe beter,
5, zyn werk maaken moest a om dat dit
n Ryk ^ iets ondernomen hebbende ten
„ nadeele van den Staat, daarna \ bezwaarly-
j, ker zou te beweegen zyn , tot het nee-
„men van andere maatregels. Dat men,,
^ hierom , niet alleen den Prins tot Kapi-
j, tein - Generaal behoorde te verheften 5
to maar ook eene bezending te doen naar
j, Engeland , en den Koning , door eenen
jj Ambasfadeur, die hem aangenaam was.,
jj omtrent de vlagge, den Schotfchen Stapel en
j, de zaaken van Oostindie, voorflaagen laaten
ij doen , welken hem , insgelyks , be-
to haagden. Dat men , in de Inftruftie voor
„ den Kapitein Generaal, egter zorg moest
j,draagen, dat hy de wapenen van den Staat
j, niet misbruikte, en met alles zo veel fpoed
XIII. Deel.
                Ff            wmaa-
-ocr page 452-
«
450 VADERLANDSCHE LIL Boek,
167 i. „maaken, als mogelyk ware." De Edelen
-------waren 't, in alles , eens met de Gekommit-
Gedag- teerde Raaden. Maar Dordrecht verftondt
Lede!?
          anders, beweerende „ dat men niet af-
van Hol- »wyken mögt van de genomen' befluiten,
land en, derhalve, niet fpreeken, om den Prins
hierop. Kapitein - Generaal temaaken, eerhy twee-
w entwintig jaaren bereikt hadt. Dat de Prins
wden Predikanten en 't gemeen aangenaam
„ was , erkende men ; doch deeze aange-
„ naamheid gaf geen geld , en zou 't eene
„ jammerlyke regeering zyn , daar men naar
„ de Predikanten zou willen luisteren. Dat
„men niet wankelen moest, maar ftandvaste-
„lyk blyven by de genomen' befluiten. Dat
„ men Engeland niet winnen zou, door 't be-
förderen van den Prinfe En al gebeurde
jj dit fchoon; moest men daarom flaaven
„worden? Dat men op geene uitheemfche
„ aanpryzingen rekenen ; maar den Prins ,
n ondertusfchen , als Lid van den Raad van
„ Staate, eene eerlyke wedde toeleggen'
„moest." Haarlem ftemde met de Gekom-
mitteerde Raaden. Delft zeide, dat het ge-
voelen der Stad bekend was. Leiden en
Amfterdam waren 't ook met de Gekomm it-
teerde Raaden eens. Gouda wilde zig aan
de Akte van Harmonie houden ; maar den
Prins egter eene beter waardigheid dan die
van Kapitein-Generaal opdraagen. Rotter-
dam ftondt ftil op eene omftandigheid, be-
treffende de wedde van den Prinfe 3 waar-
van fommigen , meende men , ontydig ge-
fproken hadden ; zonder dat ik vind , hoe
zig
-ocr page 453-
- -- ■ "
m*
LIt. Roek, HISTORIE» 451
zig deeze Stad , over 's Piinfen bevordering nj~..
verklaarde. Alkmaar ftemde met Gouda. Hoorn —1—*-
verklaarde zig niet. Enkhuizen hieldt het met
de Edelen en met Leiden. De andere Leden
fchynen, by deeze raadpleeging, niet tegen-
woordig geweest te zyn. 't Bleek , midier-
wyl, klaar genoeg, dat de meeste Leden neig-
den, om den Prins te bevorderen. Men twy-
felde niet, of de overigen zouden zig, eer-
lang, voegen: waarom beflooten werdt, ter-
ftondt, aan het ontwerpen eener Inftruétie voor
den aanftaanden Kapitein-Generaal te arbei-
den (g).
De Leden der Vergaderinge, hiertoe ge- ^je,r
magtigd, verfchilden, in 't eerst, over 't in- raad- -
zigt, welk men, in het ontwerpen eener In- pleegt .
itrucVte, behoorde te hebben. Allen waren ze op het
1                       j /~i 1          • 1 11 ontwar«-
t wel eens met de Gekommitteerde Raa- pcn ee.
den, dat men zorgen moest, dat hy, wien ner in-
nren de wapenen in handen ftelde , dezelven ftmaie
niet keerde tegen 't Vaderland. Doch Am- Ij?0? 5,
ilerdam wilde over de Inftrudie raadplee- Gene-' '
gen, zonder opzigt te hebben op cenigen by- rail.
zonderen Perfoon, om zo veel te beter te kön-
nen waaken voor de vryheid. Leiden begreep ,
daarentegen „ dat men , over eene Inftruc-
„ tie raadpleegende 3 moest raadpleegen over
„eene Inftruftie voor den Prins van Oranje\
„ op wien de voorbehoedfels , welken men
„ in de Inftruétie moest brengen, behoorden
„te zien. Dat 'er tweeërlei gevoelen in 'c
„ Land was, willende fommigen den Prins
v ve1'-
(£) Befoigne 8 Deccmi. t(??t. mte prandhim SfSi
F f 2
-ocr page 454-
45a VADERLANDSCHE LIL Boek
1671. »verwerpen, en anderen hem als den, eenf-
■„____ „ gen behouder van het Vaderland hebben
„ aangezien. Dat men tusfchen deeze twee
„klippen doorgaan moest, en niet te veel,
„noch te weinig van den Prinfe- verwag*
„ten(^)." Voorts, tradt men tot het nazien
en onderzoeken van alles, wat, voorheen ,
by de aanftelling van eenen Kapitein - Gene-
raal , in agt genomen was: ook van de ont-
werpen , voor eenige jaaren, door Holland,
gemaakt, op de aanftelling van een Provin-
ciaal Overhoofd over 't Krygsvolk , en van
't geene verder, in dit ftuk, eenig licht gee-
ven kon : waarmede verfcheiden' dagen ge-
Punten, fleeten werden (/), De Gekommitteerde
door de Raacjen van beide de Kwartieren ontwier-
Gekom-                  ,                                      ,- • , 1
muteer- Pen' eerlang, eenige punten, die, in de In-
de Raa- ftru&ie, zouden moeten komen, en op dee-
den op zen zin uitliepen: 1. „ dat de Kapitein-Ge-
gegeven. wneraai geen Stadhouder zou mogen zyn
„ van eenige Provincie, en derhalve ner-
„ gens de Wet beftellen , nog ampten be-
„ geevcn. a. dat hy geene Patenten zou gee-
„ ven; maar dat men zig, in 't geeven der
„Patenten, houden zou aan de Refolutie
„van den zesden van Zomermaand des jaars
„ 1651 (£). 3- Dat hy in geenen dienst of
„eed van eenige uitheemfche Mogendheid
„ zou mogen zyn , de Leenmans eed en
„dien der Ridderorde van den Koufeband
„ egter uitgenomen. 4. Dat hy zig niet zou
„ moei-
£Ä) nefo;gne 12 Decemb. .Irt.71. ante praiidium MS
(i) Relbigne 17, 18, ai t)ec. 1671. 11 Jan. 167a. MS»
(*J git XII. Dul, bl. 186.
-ocr page 455-
LIL Boek. HISTORIE.         453
wmoeijen met den Godsdienst, Regeering, i^u
„ Regtsoefening , of Geldmiddelen: ook niet .?
,, met gefchillen onder de Gewesten , ten
„ ware hy daartoe verzogt werdt. 5. Dat
„ hy, buiten last der byzondere Staaten,
w geen gezag zou oefenen in eenig Gewest,
j, of omtrent eenige Leden , Steden , Re-
„ genten of ingezetenen van het zelve. 6.
„Dat hy, onder de Afgevaardigden te vel-
„ de , ßaan zou." Omtrent deeze zes pun-
ten , waren 't de Gekommitteerde Raaden
allen eens; doch daar was een zevende, waar-
omtrent zy verfchilden. Die van 't Noor- VerfcWf
derkwartier begreepen, dat men den Prins, °nt'er d^
flegts voor eenen veldtogt, behoorde aan merf d'ea
te ftellen. Die van 't Zuiderkwartier waren prins
't hierover oneens, mcenende fommigen , voor zya
dat men hem voor zyn leeven, anderen dat leJ?ven»
men hem ilegts voor eenen veldtogt verkie- éénen°C
zen moest. ■ En omtrent dit laatfte punt, veldtogt,
waren de Leden ook verdeeld. De Edelen, behoore
Haarlem , Leiden en Enkhuizen wilden den "*te
Prins, voor zyn leeven; Dordrecht, Delft, e etu
Rotterdam en Hoorn Ilegts voor eenen veld-
togt aangefteld hebben. De eerrten bedien- Redenen
den zig , tot ftaaying van hun gevoelen , voor de
voornaamlykj van deeze redenen; „ dat al- fj?eenine«
n Ie waardigheden voor het leeven , of tot
w kennelyk wederzeggen toe, plagten be-
„ geven te worden. Dat zulks de Ampten,
„ met meer yver en lust, deedt bekleeden.
„Dat een Kapitein-Generaal, voor zyn
„leeven aangelleld wordende, meer agting
„hadt onder 't Krygsvolk. Dat men den ..
F f 3
                     an-
-ocr page 456-
454 VAJDERLANDSCHE LH. Boek.
iéji. jj anderen Gewesten, welken men , in de
—,— 5J Akte van Oyereenitemming , zulke merk-
n waardige punten afgedongen hadt, het
„ genoegen behoorde te geeven van den
,j Kapitein -Generaal, voor 't leeven , aan
„te itellen. Dat de gemelde Akte van gee-
M ne bepaaling lprak, en dat de Gewesten
,, zig aan dezelve niet gehouden zouden re-
?> kenen 3 zo men ze bepaalen wilde. Dat,
„ by het eeuwig Edift, genoegzaam ge-
,? zorgd was voor de vryheid. Dat men den
n Prins Stadhouder zou können maaken ,
n wanneer hy niet te velde was, indien hy
j. maar voor denen veldtogt tot Kapitein-
jj Generaal aangefteid geweest was. Dat ,
B voorheen , de vryheid gevaar liep , toen
w de Kapitein Generaal te gelyk Stadhou-
„ der was, waarvoor men nu niet te vree-
„ zen hadt; vooral niet, als hy , by zyne
n Inltructie , zo bepaald werdt, als de Ge-
kommitteerde Raaden hadden voorgeflaa-
gen. Dat men , den Prins tot wederop-
jj zeggens toe aanftellende, hem van zyne
waardigheid zou können verlaaten, in ge-
val hy zig , door Huwelyk , verbonde met
' 's Lands vyanden ; hoewel 't ook niet on-
gemeen ware , dat de naaste vrienden el-
kanderen den oorlog aandeeden. Dat,
eindelyk, de vrede eerder te wagten ytras,
wanneer de Prins , door dezelve, niet
ontzet werdt van zyne waardigheid; daar
hy tot oorlog neigen zou , wanneer zyn
n aanzien aan tyden van oorlog bepaald was."
Redenen Doch zy, die den Prins , llegts voor ééner
Vefóh
-ocr page 457-
LIL Boek.         HISTORIE. 455
veldtogt, tot Kapitein - Generaal wilden aan- 167r.
gefield hebben, beriepen zig, hiertegen.
op verfcheiden' voorgaande Staatsbefluiten , voor de
inhoudende , dat men nimmer een Over- J^fL
hoofd over 't Krygsvolk ftellen zou , dan
voor eenen veldtogt. Zy voegden 'er by,
„ dat het zorgelyk ware iemand de wape-
nen, voor altoos, te betrouwen. Dat zulk
„een O verhoofd altyd op oorlog gefield
5, was, al vorderde het belang van den Staat,
„ dat men vrede maakte. Dat hy het Krygs-
„ volk zou willen aanhouden , en dus 's
„ Lands geldmiddelen den rug in ryden. Dat
„een altoosduurend hoofd over de Legers
„ gevaariyk voor de vryheid was, gelyk de
„ bevinding geleerd hadt. Dat de oude Ba-
„ tavieren geene aanblyvendc Legerhoofden
„plagten te kiezen (l). Dat zulke Leger-
„ hoofden de vrede te ligt konden fluiten,
„ en ,de wapenen misbruiken. Dat de andere
„Gewesten zouden vergenoegd zyn, dat
„ de Prins in den Raad van Staate was. Dat
„ zy hem geen' Stadhouder zouden maa-
„ken, voor hy twee-entwintig jaaren was,
wop dat zy hem niet van 't Kapitein-Ge-
n neraalfchap zouden mogen verfteeken. Dat
' zy 't, veelligt, daarna zouden doen, als
„ hy geen Kapitein - Generaal werdt; doch
dat men dan, hierover, eerst behoorde
te raadpleegen , hem nu alleenlyk aanftel-
„ lende voor eenen veldtogt." Andere Le- Sowmfg«
den deeden voorflagen, die tusfchen beide g^j"u4.
gin-
CO Zie I. Deel, il. 33.
Ff 4
-ocr page 458-
4|6 VADERLANDSCHE UI. Bos*
1671. gingen. Amlïerdam, meest neigende om
■------- den Prins , voor zyn leeven, te verkiezen,
fciien dagt egter, dat men hem last, by voorraad,
bejde. en tot wederopzeggens toe, zou können gee-
ven. Gouda begreep het, zo als Amfterdam;
doch voegde 'er by, dat, men 's Prinfen Com-
misfie.
, by eiken veldtogt, behoorde te ver-
nieuwen. Alkmaar verftondt het, als Gou-
da (zw), 't Ontwerp der Inftruftie voorden
Kapitein-Generaal, federt, goedgekeurd zyn-
de , ter Vergaderinge van Holland , werdt
ter algemeene Staatsvergaderinge overge-
leverd (»), daar men, by made van den
Raad van Staate, eerlang, een Ontwerp
maakte, welk, in de yoornaamfte opzigten,
Men overeenkwam met dat van Holland (o j. Men
komt tot ontwierp ook eenen voet, om den Prins op
$een be- te draagen de magt, 0111 de Krygsampten ,
fluit. te yeide openvajlende, te begeeven. 't Groot
yerichil bleef alleen, of men hem voor al-
toos of voor dénen veidtogt zou aanflellen.
Zes Gewesten en verfchciden' Leden van
Holland waren van het eerfle , qenige an-
dere Leden van Holland van het tweede ge-
voelen. En de rwist hierover was oorzaak,
dat men , over de aanftelling van den Prin-
ie, waarvan verfchciden' andere gewigti-
ge zaaken afhingen , tot geen befluit ko-
men kon.
XX. De raadpleegingen over 't verhelfen va«
JSerigt^ den Prinie tot Kapitein - Generaal maakten',
datdebe-
(m~) Befoigne al Ticcem}'. 1C171. il/S.
fn)Refu!. Holl. 23 Dccimi- 1671 tl. 9«,
(O Relöl. Genei. HUrt, 5 Jan, 167a.
-ocr page 459-
UI. Boek. HISTORIE.
457
binnen en buitens Lands, veel gerugts , en, 1671,
veelligt, werden ze, door den Raadpenfio- -------■
naris de Witt, te langer draagende gehuu- X°-e"
den, om te beproeven, of' zy ook eenigen denPria-
jn vloed hebben zouden, op de Hoven van re aange-
Frankryk en van Groot-Britanje. Wy heb- naamzyn
ben, uit deeze raadpleegingen zelven , reeds £alaan 'f
gezien, dat men Karel den II. beoogde te fct^Hof,
winnen, door het bevorderen van zynen Nee-
ve (p ). Ook fchreef Boreel, omtrent deezen
tyd „ hoe hem van een' voornaam' Engelsch'
„ Staatsdienaar verzekerd ware , dat het veel
„goeds zou doen, zo de Staaten eene aan-
„ genaame bevordering deeden, die zy, vol-
„ gens de orde der Regeeringe, doen kon-
den (#):" waarmede hy , ongetwyfeld ,
2ag , op de aanftelling van den Prinfe tot Ka-
pitein-Generaal, Doch zo aangenaam als 's
Prinfen bevordering in Engeland fcheen te
zullen wezen, zo onaangenaam moest zy,
dagt men, in Frankryk zyn , en dit, mis«
fehlen, den Koning beweegen, om een wei-
nig aan de hand te komen. Maar het Fran-
fche Hof, zig van Karel den II. verzekerd
hebbende, fchroomde de verheffing van den
Prinfe van Oranje niet meer, en kreunde zig
luttel aan de behoudenis der tegenwoordige
Regeering. 't Welk wy, om Frankryks in«
zigten nader open te leggen, der moeite waar-
dig agten, hier, een weinig omftandiger, voor
te draagen.
Wy
' Cf) Foiez muß Ramn Tom. IX. p. 316, 317.
(?) Misfiye van den Ambasfcd. I. Boreel in eliUo 3 Jan,
liji.. MS. '■....•.•
Ff $
-ocr page 460-
458 VADERLANDSCHE LIL Boek.
1671. Wy hebben, in 't voorgaande gedeelte
-------deezer Historie , dikwils , aangemerkt, hoe
Oorzaak L,odewyk de XIV. het van zyn belang re-
n ' kende, dat de Raadpenftonaris de Witt in 't
ryk" ver bewind, en de Stadhouderlooze Regeering
andering in wezen blceven. Hy vreesde , gelyk de
van in- Witt, dat de Prins , naauw vermaagfchapt
f/-gtbe°P met Groot-Britanje, de Vereenigde Gewesr
vorde- ten tc afhangkelyker maaken mögt van dit
ring van Ryk , wanneer hy 'er 't hoog bewind , in
«fcnl'rin- zaaken van oorloge en Regeeringe, in han-
**•
         den kreeg ( r). Hieruit ontflondt de oorlogs-
verklaring tegen Groot-Britanje; hoe wei-
nig nadeels 'er ook door mögt toegebragt
zyn aan de Engelfchen. Uit deeze oorzaak,
was ook, te vooren al, Pradel afgezonden,
om de Staaten by te flaan tegen den Bis-
fchop van Munster ; waarop a eerlang, de
Vrede met den Bisfchop en met den Koning
van Groot-Britanje gevolgd wasa die den
Staat der tegenwoordige Regeeringe, aan
't wankelen gebragt door den oorlog, we-
derom bevestigd hadt. Doch het drievou^
dig Verbond, welk hierop volgde, en Lode-
wyfc den XIV. noodzaakte, tot het teke-
nen der Vrede met Spanje, vervreemdde
hem t'ecnemaal, van den Raadpensionaris
de Witt en van de Staaten: en deedt hem,
eerlang, het befluit neemen , om hun den
oorlog aan te doen. Hy voorzag , ongetwy-
feld, wel 3 dat hieruit de omkeering der te-
genwoordige Regeeringe, het bederf van
(f) Zh hier voor, bl. 13$, 152, 177, 189, »3.
-ocr page 461-
UI. Boek. HISTORIE.         459
den Raadpenfionaris , en de verheffing van igp.
den Printe van Oranje te wagten was; doch-------
hiervan voorfpelde hy zig geen nadeel, zo
hy Karel den II. vooraf in zyne belangen
kon overhaalen, waarvan hy terftond zjai
werk maakte , en 't welk hem, eerlang , ge-
lukte. Hy bragt zig, vermoedelyk, te bin-
nen, 't gene hem, al voor lang, door d'Es-
trades gefclireven was „ dat Frankryk zig
„niet te zeer kanten moest tegen de ver-
„ heffing van den Prinfe van Oranje ; die ,
„ zeide hy , verftand en verdiensten hadt,
„zeer* bedekt was, en niets verzuimde., *^scm
„om zyne oogmerken te bereiken (5); 0111 u.
„dat hy bedugt was, dat men hem, by ver-
„ andering van tyden, bezwaarlyk in d«
„ belangen yan Frankryk zou kunnen over-
„ haaien." Waarby de Gezant gevoegd hadt,
„ dat de Koning den Prins aan zig behoorde
„te verbinden; houdende hy zig verzekerd,
„ dat de Prins, zo verftandig, ftaatzug-
„tig en geneigd ten oorloge als hy was,
„ niet zou können nalaaten , zig naarnv ver-
„eenigd te houden met zyne Majesteit.
„Het onderfteunen van de Witt zou, dagt
„ hy, den Koning geen voordeel meer kon-
„ nen doen - - ; maar zo de Prins van
„ Oranje herfteld was üj de waardigheden zy-
„ ner voorzaaten , zou hy zig wel haast zo
„ veele vrienden weeten te maaken , dat de
„ Staaten befluiten zouden , den Koning te
p helpen tegen Spanje. Zyn belang lag hier*
9 in,
CO CTsrEMEs Tom. IV. p. 345'
(
\
,
-ocr page 462-
460         VADERXANDSCHE LIL Boek,
tfti. »in» konnende hy nimmer opklimmen toe
—-----„ het aanzien , welk zyne voorouders bereikt
„hadden , zo lang de Staaten niet waren in-
„ gewikkeld in eenen oorlog te lande (/)."
Om zulke en diergelyke redenen , heeft de
Koning van Frankryk , naar 't fchynt, geoor-
deeld , dat hy , met Groot -Britanje verbon-
den zynde, niets te dugten hadt van de ver-
heffing des Prinfen van Oranje, fchoon de-
zelve ligtelyk zou können itrekken tot vermin-
dering van 't gezag van de Witt en van eenige
anderen , aan welken hy zig thans weinig
liet gelegen zyn. Ook vindt men niet, dat
hy eenige aanmerking gemaakt hebbe, op 't
gene hem van de raadpleegingen op de aan-
ftelling van den Prjnlè mögt ter poren geko-
men zyn.
XXI. De Ambasfadeur de Groot ontdekte haast
Verdere ?Q veej van je inzjnrten van 't Franfche Hof,
ringtui- dat "Y » reeds in Slagtmaand, herwaards
fchen fchreef „ dat de oogmerken konden veran-
Fratiicryk n deren; maar dat de haat onverzettelyk
{!n ^® ^ was ; dat de Koning van Engeland oor-
„zaak van al 't kwaad was, als hebbende
„de party verlaaten; dat Frankryk, hei-
#melyk? verbonden was met Engeland, om
„ eene Vloot van veertig fchepen te voe-
„ gen by zestig Engelfchen, en dat de Ko-
„ ning nog bleef arbeiden , om andere Mo-
„ gendheden og te hitfen tegen de Staaten ,
„of te beweegen tot onzydigheid («).*
De
f O D'Estiudes Tom. V. p. 380, 381.
fü) zu üRANDx tle Unieer, l/l. 63a. WiCQUBFoai Arabasft
Tui. II. p. 411.
-ocr page 463-
hu boe«. Historie, ^t
De verwydering tusfchèn Frankryk en de
Staaten nam toe, federt dat de Koning,
voortvaarende met het verzwaaren der be-
lastingen op de Nederlandfche Waaren, de
Staaten gedrongen hadt, om , by Plakaat,
den tweeden van Slagtmaand gedagtekend ,
den invoer der Franfche koele wynen, azy-
nen, kanafasfen, papieren en kastanje te'
verbieden (v). Dit verbod venvekte nieuw
misnoegen , in Frankryk. Men fchroomde
niet, ten Move, fe zeggen „ dat het geen
„ Gemeenebest voegde, tegen zo groot een'
H Koning op te ftaan :" hoewel fommigen
genoeg te kennen gaven, dat ze de Vloot der
Staaten vreesden, hebbende zy wel honderd-
duizend man noodig, om hunne kusten te
beveiligen tegen eene landing. En deeze aan-
merking hadt Frankryk, voornaamlyk , be-
woogen, om zig met Engeland te verbinden.
Voor de Landmagt der Staaten, waren
de Franfchen geheel niet bekommerd,
en fchreef de Groot „ dat men, aan 't Fran-
fche Hof, beter dan hier te Lande , wist»
„ hoe liegt liet, op de grenzen, gefield ware
„(w)." Ik weet niet, of Frankryk, ten
deezen tyde , of wat vroeger, in dit zelfde
jaar, den voorflag deedt, waarvan de Groot
gewaagt, in eenen zyner brieven. De Fran-
fchen begeerden , naamelyk, dat de Staaten
Spanje, door eene overgifte van gelyke
waarde , bewoogen, tot het afftaan van Ype-
ren
Ji
y) Groot-PUkaatb. III. Titel, il. 472.
w) Misfiven van P. de Groot vim 8 en II Jan. 167'a.
S. Zie ook B&ANDT de Ruiter, U. 638.
-ocr page 464-
4& VADERLANDSCHE LIÏ.Ëoèic.-
tfyu ren aan Frankryk, waardoor» zeiden ze, de
-------oorlog zou können voorkomen worden. De
Groot gaf de Witt, terftond, kennis van deezen
voorflag; doch deeze zou denzelven in den
wind geflaagen hebben (#).
De algeineene Staaten, geen twyffel meer
ti5?IL flaande aan de waarheid van 't gene hun*
De Siaa- van ^Q kanten , aangaande Frankryks oog-
fchryven merken , ter ooren kwam » lieten, op den
eenen tienden van Wintermaand , eenen beleefden
^ele^f".o Brief aan den Koning afgaan, waarin zy 4
aan d"n vooraf erkend hebbende , hoe zeer zy , van
Koning ouds, in de Koningen van Frankryk gehou-
vm den geweest waren , verklaarden „ dat het
F"n!l' „ moeilyk viel, geloof te flaan aan de ge-
r> ' „ rugten , die hun, dagelyks , voorkwamen ,
j, dat zyne Majesteit zig tegen hen toerustte
„ten ftryde ; dat zy, zig zelven naauw-
Ä keuriglyk onderzogt hebbende, niet kon-
„ den vinden > dat zy den Koning eenige
„billyke oorzaak van misnoegen gegeven
„hadden; dat zy , hierom, te minder den-
aken konden, dat de regtvaardigheid > die
Ä zyne bedryveri beftiefde , zou können ge-
tt hengen, dat hy de wapenen opname tegen
„ zyne oudlte en getrouwfte Bondgenooten t
„ zonder vooraf bekend te maaken , over
w welke zaaken, hy voldoening begeerde,
„ 't Was 'er zo ver Van af, dat zy hem eeni-
„ ge ftof van ongenoegen zouden willen
„ geeven, dat zy zig* in tegendeel, ftipte-
O) Lettre iU Mr. D» GkOoT, de Cologne du 24 Qiïiifot
-ocr page 465-
lilboek. Historie« 4%
„lyk, meehden gehouden te hebben aan het
„ Verbond van den jaare 1662 , en over-
„ boodig waren, te beteren, 't gene, zy door
n onvoorzigtigheid , zouden mogen te kort
j, gekomen zyn. Zy erkenden wel, dat men*
„ federt eenigen tyd, niet al te wel over-
w eengekomen was, in 't ftuk van zeevaart
n en koophandel; doch dit was hun zeer leed
,, geweest, en zy waren bereidwillig , om
w nog alles te doen , wat in hun vermogen
jj was, om deeze zwaarigheden weg te nee-
„ men, en den Koning te overtuigen van
„ de zugt, welke zy hadden * om hem, de eer
„ en agting op te draagen , welke men zy-
„ ner grootheid fchuldig was ; om hem, b
„ 't ftuk van den Koophandel, alle voldoe-
j, ning te geeven, welke hy van zynè beste
„ en toegenegenfte Bondgenooten zou
„ können verwagten, en om zyne belangen
n aan te kleeven, zo ver zulks , buiten be-
„ nadeeling hunner andere Bondgenooten,
„ zou können gefchieden. Zonder dan 's Ko-
., nings toerustingen, te water en te lande,
^,te können regt vaardigen, durfden zy, ron-
wdelyk, verklaaren, dat zy zig niet wapen-
M den , om iemand te beledigen , maar ge-
„ drongen, door den uiterften nood, en door
?>de onvermydelyke verpligting, om hun-
„ nen ftaat en onderzaaten te befchutten ;
„van zins, om zig, terftond, met vreugde,
Mte ontwapenen, wanneer men hen verloste
„van de ongerustheid, in hen veroor-
„ zaakt, door de wapenen, die hun , van
n alle kanten , fcheenen te dreigen." Ten
ba-
-ocr page 466-
4S4 VADERXANDScHE LILBoEtó
i67i4 belluite, verklaarden ze „dat zy den Ambas-
c-----„i'adeur de Groot gelast hadden, zyner Ma-
jesteit hunne meening, in een byzonder
„ gehoor, voor te draagen, met by voeging
„ van alles j wat dienen kon, om den Koning
te overtuigen van de opregtheid hunner oog-
„ merken (y)"
XXIII. De Groot, deezen brief ontvangen heb-
Gefprek bende, verzogt gehoor by den Koning, welk
V*. .f? hem , tegen den vierden van Louwmaand
Ambasla- , *. ° ,                   ,
deur de des jaars l672 > werdt toegezeid, Voorr
Croot af hadt hy een byzonder gelprek met Le Tel-
met I e ner9 waarin hy ophaalde, welk eene naau-
Tellier.
1672
we gemeenfchap , oudtyds , tusfchen Frank-
ryk en den Vereenigden Staat geweest was.j
zonder te verzwygen, welke diensten de
Staaten, weleer , ten tyde van Henrik deii
IV, en by andere gelegenheden, aan Frank-
ryk gedaan hadden; tevens te kennen gee-
vende , hoe jammer het zyn zou , dat dit
goed verftand nu verbroken werdt. Le Tel-
lier antwoordde „ dat de Koning zig, van
zyne zyde , altoos flipt aan de Verdragen
n gehouden, en nimmer oorlog tegen de
„ Staaten verklaard hadt; doch dat hy niet
„ kon zeggen , wat 's Kohmgs oogmerk , iri
B 't vervolg , zou magen zyn." De Groot
vertoonde hem, hierop „ welke nadeelige
w gevolgen de oorlog voor Frankryk heb-
^ben zou; hoe 'er bederf van landen en lui-
dden, en verloop van koophandel en hand-
je werken uit te wagten ftondt; van welk-
„ laat-
(/) Zit Holl. Mtrc. v«« 1671. hU 174«
-ocr page 467-
1
HISTORIE.
465
Lil. Boek.
v laatfte, zelfs na 't fluiten der Vrede, geen
,j volkomen herftel te hoopen was, zullende
„ veele handwerkslüiden , eens vertrokken
j, zynde , zekerlyk nimmer wederkeeren."
Hy voegde 'er by „ dat de Koning ook
5, vyanden en afgunstigen vinden zou , vooral
„als zyn Leger ver van de hand was." Le
Tellier hernam „ dat zyne Majefteit, vol-
w gens een Verbond van den jaare 1669 (2),
„ verpligt was, den Keurvorst van Keulen by
„ te ftaan." Op het overige , kon hy niet
antwoorden , maar nam aan, van alls verflag
te doen («).
Den beftemden tyd tot het gehoor geko-
men zynde , liet de Groot zig , ter oorzaa-
Ice zyner onpasfelykheid, of om dat hy kwa-
lyk ter gang was, met eenen draagftoel, naar
S. Germain brengen, daar hy , drie Kamers
doorgegaan zynde , den Koning , alleen, in
een binnenvertrek , aantrof, hem den brief
der : Staaten overleverde, en aanfprak ,
overeenkomstig met den last der Staaten, en
met den inhoud des briefs. Onder anderen ,
zeide hy „ dat men de Staaten niet erger
w behoorde te handelen dan misdaadigen,
„welken men niet gewoon was te
„ftraffen, dan na dat men ze gehoord hadt.
,, Dat men, zonder degen te trekken, zonder
„ krygsvolk te waagen, bloed te ftorten
wof geld te fpillen, voldoening zou kon-
„nert
C*0 foUz Du Mont Corps Diplom. Tom. VII. P. I,
f<?) Misfiven van den Ambasfad. P. DX Groot v«n 8 ,?«*
(fUiiry 1672. AJSS.
XIII. Deel,            Gg
167a;
XXIV.
Aan-
fpraalc
van de
Groot
aan den
Konirjg
van
Franfc.
ryk.
t
-ocr page 468-
466 VADERLANDSCHE Lil. Boek.
if;z. „ neu hebben, en dat hy zyner Majesteit
------- „den roem gaarne gunnen zou van Europa
's Ko- »m vrede te hebben bewaard." Toen hy uit-
nings hadt, antwoordde de Koning, met een ver-
ant. ontwaardigend gelaat „ dat hy geenen brief
woord. n behoefde , die door alle Hoven gewandeld
„ hadt, hebbende hy daarvan reeds een af-
„ fchrift in zynen zak; en dat hy zig gewa-
„pend hadt, om dat de Staaten zig hadden
„ gewapend." De Groot hervatte „ dat men
„ bereid was zig te ontwapenen, zo men 't
„ gerust doen kon, en zelfs de Plakaaten, op
,, den Koophandel uitgegaan , wederom in-
„trekken wilde." Waarop de Koning ant-
woordde „ dat hy bezig was met het verza-
5j melen zyner troepen , en met het uitrus-
j, ten zyner Vloote, en ondertusfchen zulk
„een belluit neemen zou, als met zyn be-
llang en met zynen roem best overeen-
„ kwame." 't Gefprek eindigde hiermede.
De Koning zondt de Groot, federt, een ant-
liriefdes Woord toe op den brief der Staaten (£)*
Konings wejjc ^ ^en zeS(jen van Louwmaand , gedag-
Staatea. tekend, en van deezen inhoud was: „ 't Was
„hem aangenaam geweest, dat de Staaten
„ erkenden , in vericheiden' gelegenheden ,
„ van de Koningen , zyne voorzaaten., be-
„gunstig geweest te zyn; doch hy hadt wal
„ gewenscht, dat zy 't voorgevallene , fe-
„ dert zyne komst tot de kroon, niet mog-
„ten vergeten hebben; wanneer zy van hun
„ gedrag te hemwaards zo gunstig niet zou-
den
(J) MisGren yan dtn AmbasfaJ. P. DB C.ROOr van 8 Jtf
iwti-y
1672.
MüS.
-ocr page 469-
LIL Boek.         HISTORIE. 467
den hebben können oordeelen , als zy nu tg^
„ deeden. Ten minste, zouden zig heb-
       
„ ben herinnerd, dat zy niet altyd de trouw
„ bewaard hadden, welke zy hunnen ou-
„ den Bondgenoot, die hun, in hunnen nood ,
„ zo gereedelyk , bygeftaan hadt, fchuldig '
„waren. Veelligt, zouden hun dan ook de
„ nieuwigheden in den Koophandel, inge-
„ voerd federt den jaare 1662 , niet zo on-
„ fchuldig toefchynen, als tegenwoordig.
„ Zo zy erkenden, gelyk. zy voorgaven te
„ gelooven , dat de regtvaardigheid zyne
„ daaden beftierde , behoefden zyne wape-
„ nen hen niet' ongerust te maaken. Hy
„ flondt toe, dat hy zyne krygsmagt, te lan-
„de en ter zee, verfterkt hadt, om dat hy
„gezien hadt, dat zy de hunne vermeerder-
„ den; om dat zy hunne Vloot hadden ge-
n zonden op zyne kusten, en om dat zy, aart
„ alle Hoven, woelden , om verbindtenisfen
w tegen hem te wege te brengen. Hierin
„hadt hy alleenlyk voldaan aan de regels
„ der voorzigtigheid, en der zorge voor de
„ befcherming zyner onderdaanen. Hy moest
„'er zelfs byvoegen, dat hy, met werven,
„ dagt voort te gaan , en zo dra hy zyne
„Krygsmagt gefield hadt indienftaat, waar-
„ toe hy ze dagt te brengen, zou hy ze ge-
„ bruiken, zo als hy oordeelde, zyner glo-
rie of roem meest te betaamen : waarvan
yy hy aan niemant rekenfchap fchuldig was.
„ Ondertusfchen , beloofde hy zig 's Hemels
„zegen over zyne régtvaardige voornee-
„ mens, die, vertrouwde hy , goedgekeurd
G g a
                 „ zou-
-ocr page 470-
468 VADERLANDSCHE UI. Bok«;
16-2, „ zouden worden van alle zulke Mogend-
-------„ heden, die zig niet, reeds voor lang, door
n de Staaten , hadden laaten voorinneemen
tegen het Franfche Hof. j Dit antwoord
w hadt hy willen geeven op hunnen Brief s
„ die egter minder voor hem gefchreeyen
,, was, dan voor andere Vorften, aan welker
Hoven dezelve gelezen was, eer hy dien
„ hadt können ontvangen ( c )." Uit dit fchry-
ven , was ligtelyk te merken , dat men den
oorlog voor onvermydelyk hadt te houden,
ten ware de Staaten, gelyk de Groot fchreef ,
zig in zulk een' ftaat wisten te ftellcn, dat 's
Konings toeleg bezwaarlyker was uit te voeren
( d): waartoe zig nog weinig gelegenheid
opdeedt.
XXV. De Staaten hadden, tot nog toe, met gee-
De Staa- ne Mogendheid , een verdedigend Verbond
ten flui- bonnen fluiten , dan met Spanje : waartoe
oraeen* Beverningk, die, in den aanvang des voorlee-
komse den jaars, derwaards vertrokken, en , in
met. Oogstmaand laatstleeden, te rug gekeerd was
Spanje. (>}, den weg bereid hadt. De Regeering van
Spanje zondt, ten zelfden tyde , herwaards
Don Manuel Francisko de Lira, die, op den
zeventienden van Wintermaand , in den Haa-
ge, eene overeenkomst floot met de Staaten s
waarby de twee Mogendheden zig verbon-
den, eikanderen, met al hunne magt, te zul-
len byftaan, zo eene van beide, door Frank-
CO Zie Holl. Merc. van 1671. hl. 17*.
(.
d^ Misfive van P. nE Groot van 8 jr.ti. 167Ï. MS,
<•) Huil. Merc. van 1671, 't/l, »3, 125.
-ocr page 471-
LH. Boek: 'HISTORIE.1 469
ryk, mögt worden aangetast (ƒ). In Sprok- 167a.
kelmaand deezes jaars , wanneer de gemeide ——-
overeenkomst, die zeer geheim bleef (g)3
reeds bekragtigd was, beloofde men , geene
Vrede of Beiland te zullen maaken met
Frankryk, dan met gemeene bewilliging (/$).
De Spaanfche Nederlanden waren zeer in
hunnen fchik , met deeze overeenkomst. Men Wisfe-
was , aldaar , binnen weinig jaaren , twee- Land?"
maal van Landvoogd gewisfeld. De Mark- V00g.
graaf van Kastel - Rodrigo was, in den jaare den,inde
1668, opgevolgd , door Don Inasko Melchior ^paan'
Fernandes de Velasko en Touar, Konftabel van ^rianT1
Kastilie, die op de jagt zynde, door de Ko- deni
ningiane , tot Landvoogd verkooren , en,
terftond, in zyn jagtgewaad, en zonder an-
der gevolg dan hy by zig hadt, herwaards ge-
zonden was (7). Doch in 't jaar 1670, kwam
Don Joan Domingo de Zuninga, Graaf van
Momerei
en Fueutes, zyne plaats bekleeden
( k ). En deeze heeft, zo lang hy Landvoogd
was, de zyde der Staaten, ftandvastelyk, aan-
gekleefd.
De Koning van Frankryk hadt zyne ui-
terfte poogingen aangewend , om Spanje tot
een verdedigend Verbond of tot ftilzitten te
beweegen, zendende derwaards eenen buiten-
ge woonen Gezant, die den Koning eene ver-
gul-
(ƒ) Voeiz Du Mont Corps Dipl. Tom. VH. P. I. p. 155«
(g-)Holl. Merc van 1671. bl. 177.
(A) Itei'nl. Hoil 4, 5 Maart 1672 bl. 7. l'okz ausji
Hont Corps Diplom. Tom. VU. />. I. p, ifa.
(i) Tkmplb Brieven N. i. bl. 15.
f «jHoJl. Merc. yan 1670 bl. 10&.
Gg 3
-ocr page 472-
4?o VADERLANDSCHE LIL Boek
1672. gulde Koets, met agt witte muilezels, en
——— der Koninginue een uurwerk fchonk; en be-
loofde, dat Groot-Britanje zig verbinden
zou, dat de Spaanfche Nederlanden niet zou-
den aangetast worden. Doch men hadt, in
Spanje ,' geene ooren naar Frankiyks voor-
flagen (/).
XXVI In Zweeden, flaagde de Koning beter.
Verbond Pompone, die dit Ryk en de Staatsdienaars
tusfchen kende , was , voor eenigen tyd , wederom
Frankryk derwaards gezonden. En men vernam, hier
enZwec- ^ Lancje f jn den aanvang deezes jaars, dat
hy de Zweeden bewoogen hadt, om een
jaar lang onzydig te blyven, mids daar voor
eenen onderltand van tweehonderdduizend
Ryksdaalers genietende (m). Doch deeze ty-
ding was ongegrond. Vaster gaat het, dat
'er, op den veertienden van Grasmaand dee-
zes'jaars, onaangezien, de tegenkanting van
eenige Ryks-raaden (»), te Stokholm, een
verdedigend Verbond, voor den tyd van tien
jaaren geflooten werdt, tusfchen Lodewyk
den XIV. en Karel den XI, welk, voor-
naamlyk, voorgegeven werdt, te ftrekken
tot handhaavinge der Westfaalfche Vrede van
den jaare 1648. Zweeden beloofde, by dit
Verbond, een Leger op de been te zullen
houden, waartoe Frankryk, jaarlyks, zeshon-
derdduizend Ryksdaalers verfchaften zou.
Doch
CO Misfive van den Ambasfad. Valkenier van 23 Dsccmb.
1671. MS-                                      ,               _                   . .,
rm) Misfive van den Ambasfad. de Groot van 8 januay
1 7«') Fo'iez Recherch. fur les Allianc. entre Ja France & Ia
3ue.de. f/. 6^.
-ocr page 473-
LIL Boek.          HISTORIE. 471
Doch by 't Verdrag, welk weinig byzon- 1572.
ders behelsde , waren wel zeventien geheime-------
punten gevoegd , die meer opmerking ver- Geheime
dienden : „ De beide Koningen verbonden P1"1^"
„ zig , eikanderen te zullen helpen , zo de zelve/'
„ Keizer, of eenig Duitsch Vorst een' van
„ hun , tegen den inhoud der Westfaalfche
„ Vrede , op den bodem des Ryks , be-
„ ftondt te beoorloogen. Zo , in 't byzon-
„ der , de Keizer , of eenige Duitfche Mo-
„ gendheid, de Staaten der Vereenigde Ge-
„ westen tegen Frankryk hielpe, en daar-
„ door de rust des Duitfchen Ryks Hoorde ;
„ zou Zweeden zig hiertegen , eerst op eene
„ minzaame wyze , en , daarna, door de
j, wapenen , verzetten. Zo Frankryk zig
„ genoodzaakt mögt vinden , om de Steden,
,, in 't Duitfche Ryk gelegen, en tegenwoor-
„ dig bezet door de Staaten , aan te tasten ,
„ zou Zweeden de Heeren deezer Plaatfen.
ö zoeken te beweegen, om den Franfchen
„ geenen tegenftand te doen , en het tegen-
n deel houden, voor eene Vredebreuk in 't
„ Ryk." Schoon de Koning van Zweeden
voorgaf, te denken , dat de Staaten der Ver-
eenigde Gewesten hem dit Verbond , alleen
gemaakt, om de rust in 't Ryk te bewaaren ,
niet kwalyk zouden können neemen ; onder-
ftelde men nogtans „ dat dit anders zou
„ können uitvallen ; in welk geval, Frankryk
„ Zweeden byftand beloofde, zo anders dit
n Ryk , door de Staaten , mögt beledigd wor-
„ den. Doch het Verbond zou , zo ver 1 et
opzigt hadt op de onlusten, die , ter gele-
G g 4
                  » gen»
-ocr page 474-
47* VADERLANDSCHE LIL Boek.'
*fc/£. genheid van den oorlog tusfchenFrankryk en
*~-----„ de Staaten , in het Duitfche Ryk, zoude»
„ mogen verwekt worden , niet langer duurea
„ dan drie jaaren ( o )." De inhoud van het
zelve bewees ten volle, dat de Staaten geen
voordeel altoos, en vermoedelyk nadeel te
wagten hadden van Zweeden, in den oorlog
met Frankryk.
xxvii. Maar Groot-Britanje, fchoon 't al veel eer-
Karel de derde zyde der Staaten verlaatenhadt, fcheen,
D wni'n' §e^ ^e Groot, uitParys, fchreef (p), hen
],e°. L' te willen ophouden , tot dat de Franfchen in
waards. de Vereenigde Gewesten zouden gevallen zyn.
Ten dien einde, was de Ridder Downing
herwaards gezonden (_q~), om de plaats
van Temple te vervullen. Hy kwam , in 't
begin van Louwmaand , in den Haage , voor-
geevende , volkomenlyk gezind te zyn, „ om
„de verfchillen, ten beste, te helpen by-
„ leggen , en water in den wyn , geen' wyn
w in het water te zullen doen ; alzo hy,
w uit zig zelven , niet fcherp was , maar , te
„ vooren , de taal zyns Meesters hadt moeten
Zyne „fpreeken (r)." Doch deeze zagte toon
Wagte duurde niet lang. Op den twaalfden , klaag-
GendVim de hy, by gefchrifte „ dat 'sKonings fchip,
^ yy de Merlyn , in Oogstmaand laatstleeden ,
„een Oorlogsfchip ontmoet hadt , welk
„ niet hadt willen ftryken , en, drie dagen
„ daar-
fo~) Voiez Du Mout Corps Dip!. Tom. VII. P. lp i6T.
(p) Misfive van dr.i Ambasfad. i»E Groot van n Jr.nur.ry
1672. NS.
(n) Holl. Mcrc. vnn ifi.'r. il. i8<;.
(f; Uit AaiiKk, vim de Feiifion.'VIVlEN en Kop. MSX
-ocr page 475-
LIL Boek. HISTORIE. 473
»daarna , een ander , welk , insgelyks , gc xffj%
.» weigerd hadt, het topzeil te laaten vallen. ——«
& Dat van Gend , hierop , aan boord van de
» Merlyn gekomen was, en verklaard hadt,
» geen' last tot ftryken te hebben ; maar dat,
n daarover , in den Haage, gehandeld moest
» worden. Dat hy hiertoe afgezonden was ;
„ dat de Koning oordeelde s dat men hem
0 hooglyk beledigd , en, tegen de oude ge-
w woonte en het negentiende Lid der Bre-
dafche Vrede , gezondigd hadt ; dat hy ,
„ deswege , fpocdige en volkomen' voldoe-
j, ning begeerde , waarna hy nu vyf maan-
„ den , vergeefs , gewagt hadt. Dat alle de
?, Nedcrlandfche fchepen behoorden te ilry-
jj ken voor die van Groot- Britanje, en daar-
„ door 's Konings opperst gezag over de zee
„ erkennen ; en dat van Gend , voorbeelde-
„ lyk , geftraft moest worden , om anderen
„ af te ichrikken van diergelyk een wange-
„ drag (j). " De Staaten benoemden, ter-Men
itond , Gemagtigden , om nader te handelen liandelt
met Downing ; die , federt, zynen eisch, in met h?m
een tweede Gefchrift, herhaalde. In de on- ^jlj
derhandeling met de Gemagtigden , beweer- viagge."
de hy „ dat het Regt der Viagge niet iteun--
w de op het Bredafche Verdrag, maar , van
w overoude tyden af, bezeten was , door de
„ Koningen van Engeland ; dat het een punt
„ van regt was , niet van eerbewys ; alzo
>} eerbewys altoos wedereerbewys vorder-
de,
(O Memorie ym den Ambasßul. nowning ven r? f tu.
O 5 5
-ocr page 476-
4?4 VADERLANDSCHE LIL Boek.
1672. » de , welk hier niet te pas kwam." De Ge-
.----- magtigden der Staaten hierop aanmerkende
„ dat zy nog minder wilden , nog meer be-
„ hoefden te doen , dan by het negentiende
>,, Lid der Bredafche Vrede bepaald , en voor
j, deezen gebruikelyk geweest was ," ant-
woordde Downing n dat hy niet gekomen was
„ om te twisten , en zig met geene fchool-
„ fche redekavelingen behelpen kon. " Men
hervatte „ dat de Staaten ïèipte bevelen had-
„ den gegeven aan alle de Admiraalen, om
j, zig te houden aan het negentiende punt
„ der Bredafche Vrede. Dat dit punt niet
„ fprak van het ftryken van geheele Vlooten,
„ voor een enkel fchip of jagt. Dat men ,
„ volgens het zelve , ilryken moest, op zulk
n eene wyze
, als, in voorgaande tyden , gebwi-
n kelyk gaveest was
Dat de Staaten overboo-
„ dig waren, om te onderzoeken , wat van
ouds gebruikelyk was geweest, en , zo
„ men bevondt, dat geheele Vlooten voor
n een enkel fchip geftreeken hadden , zou-
„ denze erkennen, dat het nog behoorde te
„gefchieden , en niets liever zien , dan dat,
w op dit fluk, een vast reglement beraamd
„werdt. Dat men te vrede was , alle eer-
„ bewys te toonen ; doch hoopte , dat 'er
„ niets nieuws gevergd zou worden." Voorts
merkte men ook aan , tegen 't gene de En-
gelt'chen, fomtyds, droeven „ dat de Britan-
nifche zee , in welke men ftryken wilde ,
„ zig niet verder ftrekte dan het Kanaal,
„ geenszins tot in de Noordzee, noch op 011-
5j ze kusten." Onder dit handelen , dat ette-
lyke
-ocr page 477-
LH. Boek. HISTORIE. 475
lyke dagen duurde (j) , zonder dat men el- it?<z,
kanderen verftaan kon , leverde Downing ,
op den -derden van Sprokkelmaand , eender- Pownïag
de Geichrift over , waarin hy klaagde, dat *"J6t
men hem ophieldt met antwoorden , daarby t*s CV'CT°
voegende „ dat hy, 's daags te vooren , last uekken,
w gekreegen hadt, om te rug te keeren , en
„ om een paspoort verzogt. Nogtans wilde
» hy g°ed verftand zoeken te houden met de
„Staaten."
De reden , waarom men Downing , van ■ .
wege de Staaten , nog niet geantwoord hadt, te|j b
was, dat de Gemagtigden niet eens waren , fluiten
wat men hem behoorde te antwoorden. Be- veel toe
verningk floeg voor, dat men zou aanbieden te gee"
overal te ftryken voor de Engelfchen , mids Iren'( net
'er , van hunne zyde, wederom gegroet punt dei
werdt. Doch de anderen meenden niet, dat vlagge.
men zig hiermede te vrede zou houden in
Engeland (k). Eindelyk, zeide de Witt, in
de Vergadering van Holland „ dat hy , des
M nagts , peinzende op 't ftuk der Vlagge , in
„ aanmerking genomen hadt , hoe men 't ge-
?, meen in Engeland eenen indruk zou zoe-
n ken te geeven , dat de Koning den Staaten
„ geenen oorlog aandeedt, ten gevalle der
„ Franfchen, maar om 't regt der Vlagge ;
5, dat hy , om den Engelfchen dit voorwend-
n i'eLte beneemen , den Koning wilde voor-
„ (laan, dat hunne Hoog - Mogendheden, op
»den
CO S;er. ReW. Hol!, a, 4 Fe'v 167s- III. DetJ, II. 217,
aaj. Sccr. Relol. Otner Mcrc 3 /VV. \frir.
f u~) Uit AcHttekcu- v«« den PenAiuar. ViviEn van 3 Fa'ir.
16,2- /1/5.
-ocr page 478-
476 VADERLANDSCHE LIL BoBir*
1672. „ den grondflag eener redelyke vriefidfchap 3
------- „ en mids zyne Majefteit, in gevolge van
., het vyfde Lid des drievoudigen Verbonds ,
„ den Staaten byftonde tegen Frankryk,
„ vrywüliglyk aanbooden en toeftonden ,
„ dat zo wel hunne gantfche Vloot als
„ enkele fchepen , voor een enkel Oorlogs-
„ fchip , voerende 's Konings Vlagge , ftry-
„ ken zou , mids het enkelyk gefchiedde , om
„alle eere aan zo groot een' Monarch en
„ Bondgenoot te betoonen , en dat daaruit
„ geen bewys, ten nadeele der vrye vaart,
Down ing ,5 ontleend wierdt." De Vergadering van
fia.-u hun- Holland bewilligde in het doen van deezen
bfeding voorflag ; doch Downing wilde dien niet aan-
»f, en neemen , voorgeevende , dat dezelve te laat
vertakt, kwam, en dat hy last hadt, om te vertrek-
ken (v). Ook nam hy, kort hierop, zyr>
affcheid.
XXVIII. De Staaten handelden, ondcrtusfchen, door
lïne^van ^oree^ > raet ^en Koning van Groot - Britanje ,
Eoreel, nem verzoekende, om den onderftand, be-
riet den loofd hy het drievoudig Verbond, uit hoof-
Koning de van welk Verbond , fchoon eerst van de
Groot- Engelfche zyde voorgellaagen , zy nu , door
Britanje. Frankryk, met oorlog gedreigd werden.
Doch Karel de II. hadt geene ooren naar dit
verzoek. Hy toonde zig , in tegendeel, ten
hoogfte misnoegd op de Staaten , om dat zy
't punt der Vlagge zo lang onafgedaan lieten a
en nog over eene andere zaak [ hy zag op
de
f v") Hef.>! TIoll. \t Fear. }f>?7. M. 37. n uil Aanteken.
ynn de Pcrfinnsr. VIVJEN m MOP yen 4 Ftir. 1(172. MSS,
fciUMiT de Kuiter, hl. 640, 641.
-ocr page 479-
UI. Boek.           HISTORIE. 477
de verheffinge van den Prinfe van Oranje tot \(,~i.
Kapitein - Generaal ] handelden , zonder te------
beiluiten ; waardoor zy , zeide hy , der par-
tyfchap gelegenheid gaven , om dezelve , te-
gen 't gevoelen van zes Gewesten en van
de meeste Leden van Holland , tegen te gaan
(w). De Ambassadeur Boreel fchreef, hier-
op , aan de Staaten „ dat de zaak van den
n Prinfe en van de Vlagge , ten fpoedigfte ,
w behoorde afgedaan te worden ; dat men ,
„ den Prins bevorderende, den Koning ; en
w 't regt der Vlagge erkennende, den Ko-
w ning, den geheimen Raad en 't gantfche
„ volk groot genoegen geeven , en mogelyk
9y den oorlog voorkomen zou (#)•" Hoe-
wel , ten zelfden tyde, uit Frankryk, her-
waards berigt werdt, dat de oorlog in Enge-
land vast ftondt, al ware 't fehoon , dat men
hier den Prins van Oranje tot Kapitein-Ge-
neraal aanftelde (j). Ook fchreef Boreel,
. kort hierna , dat het Verdrag tusfchen Frank-
ryk en Groot-Britanje geflooten en bekrag-
tigd , en dat het Franfche geld, welk, in ge-
volge van het zelve , betaald moest worden ,
reeds in Engeland aangekomen was (2). De
voorflag , dien Downing niet hadt willen aan-
neemenj werdt, federt, door Boreel, aan den
Koning gedaan , daar hy, insgelyks , van de
hand
Cw) Misfive van den Ambasfad. Boreel ytn a6 'january
167a MS.
(x) Mi&five van den Ambasfad. Boreel van a<j January
f.672. MS.
ly~) Misfive vaneen' Corrcesp. te Parys van 39 Jan.\(yjx. MS.
(«J Mij(ive vin den Ambasfad. Boreïl ren 30 Ja/.ïtr.ry
|*7ï. MS.
-ocr page 480-
47* VADERLANDS Cl IE LIL Boes.
hand geweezen werdt, begeerende den Ko-
ning niet, dat zyn volftrekt regt van Üpper-
heerfchappye over de zee , in 't allerminst ,
in twyfel werdt getrokken. Voorts, toonde
hy zig misnoegd, over eene bezending des
Heeren van 'Montbas naar Parys , met last ,
zo hy zeide, om den Koning van Frankryk
open' kaart aan te bieden. Doch Boreel ver-
zekerde hem , dat de reis van Montbas zulk
een oogmerk niet hadt. Nog klaagde de Ko-
ning , dat men hem , door ichampere Schil-
deryen , Gedenkpenningen en Schriften, on«
geftraft, gehoond hadt, in de Vereenigde
Gewesten («). Iiyzag3 hiermede, op het
gefchilderd af beeldiel van den Oud-Burge-
meester Kornelis de Witt, waarby 't gebeur-
de te Chattam vertoond werdt, en welk men,
op 't Stadhuis , te Dordrecht, te pronk ge-
hangen hadt. Ook was 'er een Gedenkpen-
ning gemunt op de Bredafche Vrede , die ,
insgelyks, 't werk van Chattam vertoonde ,
en hierom den Engelfchen geweldiglyk ftiet.
Doch de ftempel van deezen penning werdt,
op hoog bevel, ingetrokken en vernietigd, 't
Boek van Joannes Lydius, Predikant te Dor-
drecht, Belgium gloriofum oï Werheerlykt Ne-
derland
genoemd , hadt den Engelfchen ook
mishaagd. Nog willen eenigen , dat zy ,
onder den naam van Pilaaren, afkeurden
zeker gedigt van den beroemden Vondel op
de Bredafche Vrede , genaamd Vreêpilaar der
vrye
(a~) M:sfiven vau den Amb*sfa:1. Bureel run] 5, 6,
Telr. Iftj-2. tUSz.
1672.
Klagten
der En-
gelfchen,
over
fchampe-
re Schil-
deryen ,
Gedenk-
pennin-
gen en
Schrif-
ten.
I
-ocr page 481-
LIL Boek. HISTORIE. 479
vrye Nederlanden, waarin 't werk van Chattam i<jjt3;
ook was aigelcbetst (£); hoewel anderen -------«
meenen, dat het Engelsch woord Pillars, welk
men voor Pilaaren neemt, oudtyds, ook de
opfehriften , op de kcerzyde der penningen ,
betekend heeft (c). Eindelyk, lliet het den
Koning , dat men 't fchip de Royale Charles,,
tot fchimp van Groot-Britanje , voor elk ten
toon liet leggen. Boreel deedt zyn best, om
den Koning genoegen te geeven , op alle dee-
ze klagten. Zelfs gaf hy hem hoop, dat de
Staaten van Gend zouden ftraffen (J); hoewel
Holland hiertoe gantsch ongeneigd was. Doch
men bevondt, wel haast, dat de zaaken te
verre verloopen waren.
De Ambasfadeur Boreel alleen , dien fom- Boreel
migen afmaaien , als onbedreeven in de ftree- meent,
ken der Engelfche Staatsdienaaren (e), fcheen dat 'er
den moed nog niet geheellyk op te geeven. "5°f0^be-
Op den twaalfden en zestienden van Sprok- houdenis
keimaand , fchreef hy herwaards „ dat de der Vr»
„ zaaken met Groot - Britanje , zyns erag- de-
„ tens , nog wel te vinden zouden zyn , zo
„men den Koning volkomen voldeede in
„'t punt der Vlagge , en den Prins van
„ Oranje , zonder fchroom of aarzeling , be-
„ vorderde : zynde het belang van Engeland
„ gelegen in de behoudenis der Vrede (ƒ)."
1                         Ook
(SI Brandt de Ruiter, il. 610, 641, ö.ju.
fc) Le Clëiic Nederl. GelVhied. V(. Lesl, il. 161.
(_ü)
Misfive van den Amb. JSorkel van FÖr. 1672. MS,
CO Wioquefort Ambasfad. Tom. II. p 17.
( ƒ) Misfiven van den Ambaiflid. Boresl van 12 sn 16 Fe-
truary 16711. MSS.
-ocr page 482-
480 VADERLANDSCHE LIL Boek,:
1672. Ook volgje, kort op het ontvangen van dit
------ fchryven , de aaiiftelling van zyne Hoogheid
tot Kapitein - Generaal. Doch 't zal niet on-
dienftig zyn , dat wy een weinig te rug tree-
den , om te zien , wat 'er, eer 't hiertoe kwa-
me, over dit gewigtig ftuk, gehandeld vverdt,
in den Haagc.
XXIX.
Uefiuit
der han-
delinge
over de
amftel-
lingdes
Pt raren
van O-
rnnje tot
Kapitein-
Generaal,
Wy hebben , te vooren , verhaald , hoe
de Gewesten , eindelyk , allen eens gewor-
den waren , om den Prins van Oranje te be-
vorderen tot Kapitein - Generaal, en hoe 'er
alleenlyk nog gefchil bleef, of* men hem ,
voor zyn leeven , " of voor den aan (laanden
veldtogt, zou aanftellen : neigende zes Ge-
westen en verfeheiden' of de meeste Ledert
van Holland voor het eerfte, en eenige an-
dere Leden van Holland, voor het laatfte.
De Witt hieldt het met deezen , en men
meent , dat hy 't, eerlang, zo ver wist te
brengen , dat men , by 't nader raadpleegen
op de Inftructie en Commisfie , ter Vergade-
ringe van Holland , befloot, om den Prins ,
alleenlyk voor den aanftaanden veldtogt, Ka-
pitein- Generaal te maaken. Zeker is 't, ten
minfte , dat 'er zulk een befluit genomen
werdt (g) , 't zy dan door de Witt bewerkt,
of niet. Doch de algemeene Staaten had-
den 'er zo weinig behaagen in, datzy, han-
gende de raadpleegingen over dit ftuk , ee-
nen brief zonden aan de Staaten van Hol-
land } die toen zeer geheim gehouden werdt,
en daarom by niemant der Historiefchryve-
rert
Cs') Rcfol. Holl. 9, 13, IJ Jan. 1672. W. 05, 42, 73,
Merk-
waardige
brief der
algemee-
re Staa-
ten aan
de Staa-
-ocr page 483-
LIL Boek. HISTORIE.         481
ren gemeld wordt. Hy liep op deezen zin : i^2.
„ 's Lands gevaarlyken toeftand de Gewes--------
„ ten hebbende doen denken op middelen, ten van
„ om het dreigend kwaad te weeren , had- Holland.
„ den , federt eenigen tyd , gearbeid , om
„ Verbindtenisfen met Koningen en Vor-
„ ften te maaken , en bewilligd in de ver-
„ meerdering der krygsmagt, te water en te
„ lande; doch naardemaal de Verbindtenis-
„fen met uitheemfchen weinig helpen kon-
„ den , zo lang de Staat, inwendig verdeeld
„ ware , en 't verzamelen van Krygsvolk van
„ geene nuttigheid kon zyn , zo men 'er
„ geen Hoofd over ftelde ; zo haddenze, al
„ voor lang, ernftelyk gedagt, over de bes-
„te wyze , om eenen Kapitein - Generaal aan
„ te ftellen. Na ryp beraad, hadden zes
„ Gewesten beflooten , dat men den Prins
„van Oranje tot Kapitein-Generaal behoor-
„ de te kiezen. Hierdoor zou , dagtenze ,
„de eendragt in den Staat können herfteld
„ worden ; die, wel altoos, maar vooral in
„ tyden van oorloge, ten hoogfte noodzaa-
„kelyk was. Hierdoor, werdt ook voldaan
„ aan het ontwerp van * Overeenftemming * Har-
„ van den jaare 1670, en 't bewind over mui e,
„ den oorlog gefcheiden van 't bewind over
„ de Regeeringe ; uit de famenvoeging van
„ welken , den Landen , eertyds , zwaare on-
„lusten waren overgekomen. Hierdoor,
„ werdt het Krygsvolk, van ouds zeer ge-
„ negen tot het Huis van Oranje, genoegen
„ gegeeven ; 't welk van veel gewigt moest
„ gerekend worden, in tyden van oorloge ,
XIII. Deel.
            Hh               „wan-
-ocr page 484-
43a VADERLANDSCHE LIL Boek:
' 1672. »wanneer oude en ervaaren', doch onbe-
g .. . » minde Legerhoofden , dikwils, niets had-
w den können uitregten ; daar men , in te-
n gendeel, van beminde Bevelhebbers goe-
wde vrugten getrokken hadt. Waarby nog
j) kwam , dat den Staat thans veel gelegen
„was aan de vriendfehap des Konings van
„ Groot - Britanje , welke men niet beter
„ fcheen te zullen können winnen , dan door
„ de bevordering van den Prinfe , zynen
j, Neeve ; zynde 'er reden , om te bcfluiten ,
j, dat de genoemde Koning den Prins, en
„ den roem , by hem te verwerven , door
55 het befchermen deezer Landen , veel eer
„ zou helpen handhaaven , dan te kort doen.
„ Ook hadt men , uit Engeland en van el-
„ ders , reeds berigt, dat 's Prinfen bevor-
v dering gefchaapen ftondt van nuttigen in-
vloed te zyn aan het Engelfche Hof. De
„aanftelling van den Prinfe dan zo heilzaam
w zynde voor den Staat, hielden zy onge-
w raaden, daar mede te toeven. Nu was men
„eensgezind j verandering van tyden zou
„ligtelyk wederom oneenigheid verwekken
B können , wanneer 's Prinfen bevordering
„zo ligt niet vallen zou. Men moest dan
„ den tegenwoordigen tyd waarneemen , en
„eenige kleine zwaarigheden voorby zien,
„ Kleine zwaarigheden, om dat de zes Ge-
„ westen nu eens waren met Holland, om het
„ Kapitein - Generaalfchap en het Stadhou-
„ derfchap van een gefcheiden te houden ;
w om dat- men den Prins maar eenige maan-
„ den vroeger bevorderen wilde, dan eenige
-ocr page 485-
LIL Boek. HISTORIE.          483
5, Leden van Holland ; en om dat eenige Le-
„den nu toch den Prins voor den tegen-
„ woordigen Veldtogt verkiezen wilden ,
„dien men, in Slagtmaand aanftaande, voor-
„ hadt te verkiezen voor zyn leeven. Geene
„ reden was 'er, derhalve , om , door eene
„ aanftelling voor deezen veldtogt alleen ,
„ agterdogt te verwekken , by 't gemeen ,
„ by de Staaten der andere Gewesten, en by
„ den Prinfe en deszelfs hooge maagfchap ;
5, als of' men voorhadt, na 't eindigen van
„ deezen veldtogt, niet meer van eene ver-
„ kiezing tot Kapitein - Generaal te reppen,
„ vooral niet, als men hoop hadt op vrede.
„Te vooren , hadden die van Holland im-
„ mers geraadpleegd op de aanftelling van
n eenen Kapitein - Generaal, tot kennelylc
„ wederzeggen toe , en nu hadt men 't punt
„ van beraad , in zo verre , veranderd , dat
„ men alleen fprak , om den Prins voor den
„aanftaanden veldtogt aan te ftellen. Zy
„ werden , derhalve , op 't vriendelykst, ver-
„ zogt, te willen famenftemmen met de an-
„ dere Gewesten , en den Prins tot Kapitein*
„ en Admiraal - Generaal helpen aanftellen ,
„ op de Commisfie , door de Afgevaardigden
„ der algemeene Staaten , ontworpen. De
„ Gewesten, die dit verzogten, ftonden meest
„ bloot voor den oorlog, die den Staat in 't
„ gemeen overkwam , meest om de welvaart ,
„met welke Holland gezegend was. Hol-
„ land behoorde , derhalve , aan die Gewes-
„ ten, ten minfte , te gunnen eenen Kapi-
w tein - Generaal, die hun aangenaam was ,
H h 2
                   „ en
-ocr page 486-
434 VADERLANBSCHE LU. Boek.
t«;a » en dien men toch voorgenomen hadt. hun ,
——— „ na eenige maanden verloops, toe te (taan.
„ Zy zouden op zulk eene kleine zaak zo ern-
„ itig niet dringen , dreef 'er hen 't gevaar der
j, tyden niet toe , en zagen zy niet te gemoet,
w dat de aanftelliug, voor den aanitaandeu
„ veldtogt alleen , geene toeftemming vinden
„ zou by de Gewesten. Zy leefden , derhal-
„ ve , in de vaste hoope , dat Holland zig by
hen zou voegen, en door eene eenpaarige
„ aanftelling van den Prinfe tot Kapitein - en
„ Admiraal - Generaal, de Landzaaten in 't
„ gemeen verblyden , en de kwalykgczinden
„ befchaamd maaken (i)."
XXX. Doch deeze brief vondt kleinen ingang.
Commis- j-)e staaten van Holland bleeven by hun ge-
lnWuc- voelen. De andere Gewesten , overtuigd dat
tien voor men3 zig houdendc aan de Harmomie, nieniant
den Ka eenen Kapitein - Generaal mögt opdringen,
A^TsaN voncien z*£ met de zaak verlegen (;'). Men
Cc,ncrjal*zeide, daarbenevens , dat de Prins geen Ka-
ontwor- pitein - Generaal voor eenen veldtogt zou wil-
Pen- len zyn : 't welk eenige Steden, met naame
Leiden , Gouda en Enkhuizen , een weinig
aan 't wankelen bragt (k~). De Gemagtigden
der algemeene Staaten , om de verfchillende
begrippen te vereenigen , ontwierpen , ein-
delyk, twee Commisfien , eene voor den Ka-
pitein -, en eene voor den Admiraal - Gene-
raal ,
(*) Misflv. van hunne Hoog.Mojenito. aan hunue Ed. Cr.
Mog. van 19 Jan Ifi7»;
(ij Rel'ol. Gener. Jov* 27 Dec, 16711 Start. 5 Jov, 14
Iwitz 25 Jan. 1(572.
fAv Uit Aantek. van den Penßun. ViviBN van 4 , l8 $<t
ïrtiary
1672. MS,
-ocr page 487-
I
Lil. Boek. HISTORIE.         4^5
raal, volgens welken , hy, na 't eindigen van |<^3.
den togt te Lande of ter zee , zig het opper- ------
bevel over de Land- en Zeemagt van den Staat
niet zou mogen onderwinden , zonder , daar-
toe , op nieuws, van de Staaten gemagtigd en
gelast te zyn. Ook hadden zy twee Initruc-
tien ontworpen, volgens welken de Kapi-
tein- en Admiraal-Genetaal „geen Stadhou-
n der zyn mögt, noch zig moeijen met de
„ begeeving van Ampten van Regeeringe ,
,, noch van Krygsampteu , flaande ter begee-
B vinge der Staaten , en buiten 't Leger open-
„ vallende. Ook werdt hem het geeven van
» patenten , op den eed , verbooden. Hy
J5 mögt niet in dienst of eed zyn van eenige
,, uitheemfche Mogendheid , zig niet moeijen
n met zaaken van Godsdienst, Regeering ,
v, Regtsoefening of geldmiddelen ; noch met
„ zaaken, de Bondgenooten in 't byzonder
n betreffende , en binnen derzelver byzonder
„ gebied voorvallende. Voorts , moest hy
„zig fchikken naar het gevoelen der Afge-
0 vaardigden te Velde , of op de Vloote ,
„ in welker Vergaderingen hy tegenwoordig
„ zyn mögt, en zyn gevoelen vooraf ui-
fy ten. Hy mögt, eindelyk , als Admiraal-
Generaal, geene Inftruftien geeven aan de
„ Opperbevelhebbers over 's Lands Vloo-
„te (/)." Deeze Ontwerpen, ter algemee-
ne Staatsvergaderinge, gelezen zynde (»j),
ver-
CO Zie Grnnt-Plal;aatb. III. Titel, hl. tis eiiz, Uefol.
H-i'. Hi, 23 lehr. 1U72, bl 48, 75. Notul. -Zeel. 9 MaatS
,167a. hl. 14- en II. 411-44» 48-8»
i9j Refol. Genei t Altre. >i Febr. 1672, .                         ,
Hh3
-ocr page 488-
I
486 VADERLANDSCHE LU. Boek;
1672. verklaarden Gelderland, Zeeland, Friesland
------- en Stad en Lande , den Prins van Oranje ,
volgens dezelven , te verkiezen tot Kapitein-
en Admiraal-Generaal. Utrecht en Overys-
fel verklaarden daartoe mede bereid te zyn ,-
mids 't met eenpaarigheid gcfchieden kon.
De Prins Doch Holland zeide , nog niet gereed te
vanOrau-zyn tot de verkiezing , van nu af aan. De
je wordt a]gemeene Staaten , geene kans ziende , om
Genemi ^e van Holland tot andere gedagten te bren-
voor don gen , beilooten , derhalve , den "Prins alleen
aanftaan voor den aanftaanden veldtogt tot Kapitein-
den veld- Generaal aan te ftellen, op eene Inftruftie,
t0®' die , na genoeg met het Hollandsch ontwerp,
hiervoor («), te ^0^ gefield, overeen-
kwam , en waarin, beilooten werdt, geene
verandering te maaken, dan met eenpaari-
ge bewilliging der Bondgenooten (o~). De
Prins dealt den eed op deeze Inflruftie, en
ontving zyne Commisiïe tot het Kapitein-Ge-
heraalichap, op den vyfentwintigften van
Sprokkelmaand. ïerftond hierna , fielden de
Staaten van Holland, op den voorgang der
Edelen, vast, den Prins tot Kapitein- en
Admiraal - Generaal te verkiezen , zo dra hy
tweeëntwintig jaaren bereikt zou hebben (ƒ>).
't Mag , hierom , met te meer reden , vreemd
fchynen , dat de Staaten van Holland niet in
't gevoelen der andere Gewesten hebben be-
willigd, en den Prins, nevens hen, van nu af
'                                                         aan
j
C») BfrJz. tït'
(o) Groot.Piakaatb. IIT. Deel, hl 117.
{p) Uit Aaiitek. der Psiifljn. Vivien en H«P van a<J fihi
en 1 Maart 1672, MSS.
-ocr page 489-
LIL Boek. HISTORIE. 487
aan, verkooren ; ten ware zy 't hebben nage- 1572;
laaten , om zyne wedde , als Admiraal-Gene--------:
raal, nog eenige maanden, te fpaaren; of om
hem , voor deeze reize , nog geen gezag te
geeven over de Vloote , die van goede Admi-
raals voorzien was ; of, om zig ftipt te hou-
den aan de genomen' belluiten. Omtrent de
wedde van den Prinfe als Kapitein - Generaal,
lees ik, in gefchreeveu' Aantekeningen van
deezen tyd (#), datzy, voor 't Beftand, op
vierenzestigduizend, en onder en na 't Be-
ftand , op honderdentwintigduizend guldens
gefield geweest was; doch Holland wilde zyner
Hoogheid nu niet boven agtduizend guldens
ter maand , zo lang de veldtogt duurde , toe-
gelegd hebben (>). De Prins van Oranje, het
Kapitein-Generaalfchap aanvaardende, terwyi
hy zitting behieldt in den Raad van Staate,
deedt, midlerwyl, de tweede trede tot zyne
bevordering, die , na verloop van weinige
maanden , volkomen werdt. Doch 't verhaal
van 't gene tot deeze merkwaardige verande-
ring aanleiding gaf, fpaaren wy tot het vol-
gende Boek.
(#) Uit Aantak, yan am Petition. Vzvistj yeti 5 Maar' en
d April I6-I. MS.
(.O Rtfol. Holl. 8 dprft 1672. il. 40.
BE*
-ocr page 490-
BERIGT voor den BINDER.
Willem Fredrik, Prins van Nasfau,
teplaatfen tegenover Bladz. 98
Jacob, Baanderheer van en tot
W.Assenaar, Heer van Obdam ,
Luitenant-Admiraal-Generaal van Hol-
land...... 144
Egbert Meeuwszoon Korte-
naar, Luitenant-Admiraal van Hol-
land. ..... 146
Abraham van der hulst, Vice-
Admiraal van Holland en Westfriesland. 206
KoRNELis Evertsen, Luitenant-
Admiraal van Zeeland. .
         . 206
Jan Evertsen, Luitenant - Admiraal
van Zeeland. .... 21O
Mr. Johan Meerman, Burgemees-
ter en Raad der Stad Leiden, extra-
ordinaris Ambasfadeur van den Staat in
Engeland. .... 273
Aftekening der Schilderye, ter eere van
Kornelis de Witt, Ruwaard van Put-
ten , geplaatst op 't Stadhuis , te Dor-
drecht. ... ü t 47$