--1
|
||||||
VADERLANDSCHE
|
||||||
HISTORIE.
|
||||||
AGTSTE DEEL.
|
||||||
VADERLANDSCHE
HISTORIE,
VERVATTENDE DE
GESCHIEDENISSEN
D E R N U
VEREENIGDE NEDERLANDEN,
INZONDERHEID DIE VAN
HOLLAND,
VAN DE VROEGSTE TYDEN AF:
Uit de geloofwaardigfte Schryvers en egts
Gedenkftukken famengeßeid, DOOR
JAN WAGE NAAR.
Met Plaaten en Kaarten,
AGTS'TE D E E L, BEGINNENDE BIET DE AANSTEL I* INGE VAN
PRINSEMAURITS, TOT HOOFD DES RAADS VAN.
STAATE, IN 'T JAAR- 1584 ; EN EINDIGENDE
MET DE O V E R D R A G T DER NEDERLANDEN
AAN IZABELLA KLARA EUGENIA, DOG«
TER VAN SPANJE, IN 'f JAAR 1558.
|
||||||
Te AMSTERDAM, by /
'>2@? jOHANNB-S ALLART.
M D C C X C I I.
Met Privilegie van de Ed. Gr. Mog. Heeren Staatm
van Holland en Weitfrksland. |
||||||
VADERLANDSCHE
HISTORIE.
NEGENENTWINTIGSTE BOEK*
|
||||||
INHOUD,
I. De vereenigde Staaten ßellen eenen Raad van
Staate, en Graaf'Maurits van Nas- sau tot hoofd van denzelven aan. II. Berigt- fchrift voer hem en den Raad. Kollegie van Gekommitteerde Raaden opgeregt. Joos de Zoete, Heer van Filierx, wordt Stadhouder van Utrecht. III. Staat der Nederlanden. Antwer- pen benaaüwd, door Parma. HywintDender- monde, Vilvoorden en andere Plaat [en. IV. Imbize onthalsd. Gendgeeft zig over aan Par- ma. Aanflag op Kampen en Nieuwmegen. Ho- henlo wordt algemeen Feldoverße. Bergen op Zoom verzekerd. Muitery te Oostende. V. V Beleg van Antwerpen wordt voortgezet. Te- ligni gevangen. VI. Keulfche Oorlog. Moeite met eenige Predikanten. Vil. Handeling over de op dr agt der Landen aan Frankryk. VIII. De handeling met Engeland wordt ook hervat. Geheime raadpleegingen over den handel met Frankryk. Vertoog van Graave Maurits. IX. fVydlufdgVerioog van Gouda, tegen den Fran- fchen handel. De meerderheid be fluit tot de op- dr agt aan Frankryk, De Advokaai Buis legt VIII. Deel, A zm |
||||||
VADERLANDS CHE XXIX. Boek.
zy ft ampt nedef. X. Handeling met denEn-
gclfchen Gezant Davidfon. XI. Gezantjchap naar Frankryk. Foorwaarden van de inhuldi- ging des Körtings. XII. Brusfel geeft zig aan Parma over. De Koning van Frankryk wei- gert de Nederlanden te aanvaarden JLlll.Aan- flag der Staat[chen op''sHertogenbosck. Krygs- bedryven in Friesland. Hooge Schoof teFrane- ker, opgeregt. XIV. Twist met den Graavevan Oostfriesland. Inval in de Feluwe» Zutfen en Nieuwmegen tot de Spaanfche zyde over ge- bragt. XV. Kampen en Arnhem verzekerd* DoesbürgwordtSpaansch.Verfcheiden Huizen verhoren. Nuis gewonnen. Maarten Schenk kiest de Staatfche zyde. Gevegt by Amerongen. Filiers gevangen.X.VI.GraafWillems aan/lag op Groningen. XVII. Parmas Schipbrug op de Schelde vernield* Mechelen veroverd door Par- ma. Antwerpen geeft zig aan hem óver. Mis- noegen opAldegonde. ~X.VHl.Treslong van zyne ampten verlaatenen vastgezet. Geflaakt. Zui- ver verklaard. XIX.Bezending der Hanze Ste- den. XX. Nieuwe handeling met de Koninginne van Engeland. Zywyst de Opper-heerfchappy der Nederlanden van de hand. Men fluit een Verdrag met haar\over'tverieenen van bepaal^ den byftand. XXI.Nieuwenaar wordt Stadhou* der van Utrecht. Bemagtigt tweefchanfen. De Spaanfchen vallen in de Bommelerwaard\ XXIL De Graaf van Leicester wordt Over f e der Engel (che hulpbenden.Oogmerk van hem en van de Koninginne. Zyn geheim Berigtfchrifu XXIII. GraafMaurits wordt Stadhouder,Ka- pit ein Generaal en Admir aal v an Holland en Zeelqnd. Omwerp van zyn Berigtfchrift. XXLV,
|
||||
XXIXVBoÄfc HISTORIE. 3
XXIV. Aanmerkingen over zyne aanfielling.
Misnoegen van Leicester. XXV. IVankele fiaat der Regeer inget Leicester wordt Opper- Landvoogd. Groot gezag hem in handen ge- field. XXVI De Koningin houdt zig, hierover, te onvrede-. X XVIL Joan van Oldenbameveld wordt /Idvokaat van Holland. XXVIII Tas- fis valt in Vriesland). Oproer ige f ehr iften. XXIX. ÏVederzydfche Krygsbedryven. Par- ma wint Graave. De Heer van Hemert ont- halsd. XXX. Leicester geeft den Krygsbevel- hebbefen ongenoegen. Venlo verkoren. XXXI. Parma verovert Nuis Aformender hand. MaU' rits wint Axel. Rynberk belegerd* XXXII. Leicester wint Doesburg en de Schdnfen over Zutfen. Schenks aan/lag op'' Nieuwmegem Dood van de gewezen' Landvoogdes/è en van den'Kardinaal van Granvelle. ,' ;,.•./ De Staaten van Holland, te Delft ;yer- 1584«
gäderd zynde, hadden de tyding van j~~" 5s Prinfen dood gekreegen , een oogenblik Vooj. na dat 'zé voorgevallen was^ en gedroegen zorg der zig bedaarder en kloekmocdiger, dan men, Staaten by zulk eene ónverwagte en gewigtige ver- 7an,HoIi andering, zou hebben können hoopen, . Zy ^1 a'ood kwamen, terftond, op 't Stadhuis byeen» en des Prin» vaardigden., nog dien zelfden dag^ aan den feu van Graaf van Hohenlo , aan Graave Willem 0ranie,> Lodewyk van Nasfau, en aan de. Bevelheb- bers van Oostende, Sluis, ter Neuze, Ber- gen op Zoom en andere Grensplaatfen, brie- ven en gemagtigden af, met ernftige vèrmaar hingen, om 't Krygsvolfc en de Vestingen in der Staaten eed en gehoorzaamheid te bewaa. A s ren,,
|
||||
4 VADERLANDSCHE XXIX. Boek,
1584. ren, onder belofte van fpoedige betaaling
te men ook brieven naar Antwerpen, dat nu, door Parma , begon benaauwd te worden j ftrekkende, om deeze Stad aan te moedigen , tot het handhaaven der onderlinge Vereeni- ging. Ook gaaven de'Staaten, kort hierna, verlof, om eenige fchepen met Rogge der« waards te zenden (&). De Edelen en Steden werden, in grooten getale, te Delft befchree- ven , om orde te ftellen op 's Lands Regee- ringe , en zy verfcheenen allen , ten dee- zen einde , gelast: terwyl de Raad nevens zyne Doorlugtigheid verzogt en gemagtigd werdt, om, by voorraad, in dienst te bly- ven : ook, om de Brieven te openen , die aan zyne Doorlugtigheid komen zouden, en van 't gewigtige, daarin vervat, den Staa- ten, dien 't aanging, kennis te geeven (V). Men ftelde, vooraf, vast, de raadpleegingen op 't ftuk der Regeeringe geheim te houden, en de Leden verbonden eikanderen, om 't gevoelen der meerderheid op dit ftuk, voor: deeze Teize, te laaten gelden (/f): wordende zulks noodig geoordeeld, om dat de tegen- woordige toeftand der zaaleen een fpoedig befluit vorderde. Op den dertienden van Iiooiraaand, kwamen, behalve de Edelen, ter Dagvaart, de Gemagtigden der Steden Dordrecht, Haarlem, Delft, Leiden, An> fter-
(ß") Refol. HoH. io July I5Ü4- w« 370, 371.
(ft) Refol. Hell. 11, 13 July 1584. W. 37^. 376- Bor X'X.
Boek, hl. a [453]-
Cc"» Refol. I-Ioll. 13 July 1584. il. 376. Boa XIX. Iivck, tl. % [45+].
C<0 Refol. HoH. 13 > 15 7«'y 1584« W» 3?8» 4°4- |
||||
XXIX. Boek. HISTORIE. 5
fterdam , Gouda , Rotterdam , Gorinchem, 15B4.
Schiedam, Schoonhoven, Briele, Alkmaar, ~------«
Hoorn, Enkhuizen, Edam, Monnikendam,
Medenblik, Purmerende, Naarden, Weesp, Muiden, Heusden, Oudewacer, Woerden en Geertruidenberg. Men befloot, al ras, op den voet van de Vereeniging met Zeeland van den jaare-1576, een ontwerp op de Re- geering te maaken tusfchen Holland, Zeeland en Utrecht te famen, en tradt dus in onder- handeling met deeze twee gewesten (<?). Daar- De Ver- na vondt men geraaden , met de overige ce»igde vereenigde Gewesten, op dit ftuk te hande- ^a6]" ïen (f) : en men kwam, eerlang, op den ïëneenên agttienden van Oogstmaand , overeen , om Raadvau eenen Raad van Staate op te regten , aan Staate Welken, by voorraad, voor den tyd van drie j^aaf6" maanden, de Regeering ftaan zou van lira- Maurirs bant en Vlaanderen, zo ver deeze Landfchap- tot hoofd pen nog by de Vereeniging gebleeven waren, van d?n- en van Holland, Zeeland, Utrecht, Meche- zelven* len en Friesland (g~). Graaf Maurits van Nassau, tweede Zoon van den overleeden' Prinfe , werdt verzogt, zig te laaten gebrui- ken tot Hoofd van deezen Raad, welken last hy, na drie dagen beraads , aannam (h). Ouder- Maurits bereikte, ten deezen cyde , om- domen trent zeventien jaar en , zynde hy, op den ^°e' dertienden van Slagtmaand des jaars 1567 , Graave"* te Dillenburg, in 'c Graaffchap Nasfau, ge- Maiirits. boo-
CO Zie Refill. Hol!. 17 Jan. 1585. hl. 40.
<H Rcfol. Holl. 17, 22 , 23, 24 Jw'y, 14, 20 Aug. 1584.
PJ' 4C4> 411, 427, 428, 4'!i! 4?y5 «i.
1 S) Refol. Holl. 3o Aug. IS84 hl 553. (■'; Rt-fol. Hou. 2n Aus. 15S4« W. 5ai. |
|||||
A3
|
|||||
6 VADERLANDSCHE XXIX. Boek.
1584. booren. Toen Anjou, in 't jaar 158a, inde
•—r—r— Nederlanden was, fcheen men voor te heb- ben , den jongen Graaf naar Frankryk te trekken: waarop de Staaten van Holland be- flooten, hem, op 's Lands kosten, die jaar- lyks twaalfduizend ponden beloopen zouden, op de Hoogelchoole te Leiden te zenden; alwaar hy , tot deezen tyd toe , gebleeven was. Holland betaalde zevenduizend ponden tot deeze kosten, laatende de overige vyf- duizend voor rekening van Zeeland en U- trecht (f). Die van Holland droegen zo veel zorg voor den jongen Graave , dat zy, in Oogstmaand des jaars 1583, toen Parma zig ter zee begon toe te rusten, zynen Hofmees- ter uitdrukkelyken last gaven van hem niet aan itrand, te Katwyk of daaromtrent, te haten komen, opdat hy geen gevaar liepe van door den vyand geligt te worden (Jf). Xr. 't Berigtichiïfc voor Graave Maurits en Inhoud den Raad van Staate, welk, door de Ver-
van het eenigde Staaten boven genoemd, vascgefteld ?,?"•§£" was, kwam, in de merkwaardigfte punten, voor hierop uit: „ De Raad zou uit agttien Le- Graave „ den beftaan, drie van Brabant, twee van Maurits 5j Vlaanderen, vier van Holland-, drie van 3,11 d,en „ Zeeland, twee van Utrecht, een van Me-
Raadvan " , , ' ., ■ ' r» ■ ' -i j r-r j Staate, ' n chelen en drie van friesland. Uit deeze
„ Leden zou een Thefaurier, en, maande-
„ lyks, een Prefident gekooren worden. Zy-
„ ne Genade, Graaf Maurits, en de Raaden
„ zouden de eendragt tusichen de gewesten
n be"
(j) Refol. Hol!. 22 Jany, ii! July, 29 Kay. 1583. H. 309,
354, 564- " . (/;) Refol. Holl. il dug. 1583« #• 2<H<
|
||||
XXIX.Boek. HISTORIE, ff
,, bewaaren, de Privilegien handhaaven, de ts$.
,, ingewilligde lasten doen ontvangen, en de -V-— „ penningen ,. ten geme'enen oorbaar , be- „ keeren, zonder dat de Staaten hierin iets „ te zeggen zouden hebben, 't Werven en „ afdanken van Krygsvolk en 't begeeven „ der Krygsampten zou ook ftaan aan zyne „ Genade en den Raad. Zelfs werdt het op- „ peropzigt over den kryg te water in hun- „ ne handen gefteld, met niagt om Kollegien „ ter Admiraliteit op te regten, en zeeover- „ ften te kiezen. Zo 'er van de penningen , 3, gefchikt tot den oorlog te water , iet o- „ verfchoot, zou de Raad het doen beftee- „ den tot den oorlog te lande. Schoot 'er, s, daarentegen, van de penningen tot den „ kryg te lande verordend iet over, men zou „ het tot den kryg ter zee gebruiken. De „ Steden zouden zig, by hoogen nood, te 3, water mogen wapenen , mids daarvan , „ terftond, kennis geevende aan den Raad, „ voor wien zy, ook begrooting van de kos- „ ten zouden moeten open leggen, Doch de „ regtlpraak over veroverde perfoofien, „ fchepen en goederen zou blyven aan de „ Admiraliteit. Graaf Maurits en de Raad „ zouden zorg draagen, dat de Krygsover- „ ften en foldaateu den eed van getrouwheid „ aan de verbonden' Landen deeden, Han- 9, del mot Spanje, vrede of oorlog, verbon - „ den aangaan en munten zou zyner Genade ■>, en den Raade niet vryftaan, buiten bewil- 5' Hging der Staaten, die, gèwoonlyk» twee- s, maal 'sjaars, »op befchryvinge des Raads, s, vergaderen zouden. De gcfchülen tusfchen A 4 „ de |
||||
■t VADERLANDSCHE XXIX. Boek.
1584. „ de gewesten zouden, door onzydige Land-»
■------„ fchappen, of door derzelver Afgevaardig-
„ den , beflist worden. Graaf Maurits zou
?, zig, zonder bewilliging der Staaten, niet „ buiten de vereenigde gewesten mogen be- „ geeven. Hy en de Raaden hadden te zwee- „ ren, dat zy alleen het gemeen belang der „ bondgenooten, niet hun eigen, of dat der „ Landfchappen, waaruit zy gebooren of „ afgezonden waren , zouden behertigen : „ dat zy geene gefchenken ontvangen zou? „ den , noch deel neemen in verpagtingen „ van gemeene middelen. Elk der Raaden „ werden vyftienhonderd guldens, jaarlyks, „ toegelegd, waarop zy ten minften eenen „ dienaar moesten onderhouden, zonder iets „ daarboven , voor daggelden , vragten en „ diergelyke reiskosten, te mogen rekenen." De Wedde van Graave Maurits werdt, daar- na, van wege die van Holland, Zeeland en Utrecht alleen, op tweeduizend ponden van veertig grooren ter maand vastgefteld (/),. „ 't Verklaaren en veranderen van dit Be- „ rigtfchrift hielden de Staaten aan zig." Het was, op den agttienden van Oogstmaand, getekend (m ): en de Landfchappen hadden verklaard,« dat zy, door het beraamen van deezen nieuwen vorm van Regeeringe, niet begreepen wilden worden, zig, ten opzigte der gemeene befcherminge, en der midde- len , tot dezelve vereischt, te willen fchei- den
(O Refol. Holl. 1 Sept. f584. il 54*.
(;») Zie Refol. IIwll. 30 Aug. 1584. I'l. 5.26. BonXIX. Boei.
II. 6 [457], en Auth. Stukk. ](. Deel, il. 58.' Groot-l'lakuatb. V. Ded, 01. 28, |
||||
XXIX. Boek. HISTORIE. 9
den van de "andere Vereenigde Gewesten. 1584.
Zeeland hadt 00k, in de verheffing van Graa- -------■*
ve Maurits, bewilligd. Alleenlyk hadt Mid-
delburg , by deeze gelegenheid, wederom goedgevonden , zulks niet te doen dan met voorbehoudenis van het regt der Stad op de Privilegienj waarin zy zig, federt de beroer- ten des jaars 1566, hieldt verkort te zyn (n). De Staaten van Holland vonden ook, om- Opreg-
trent deezen tyd, geraaden, eenen Raad van tingvan Staate voor hun gewest in 't byzonder op te J1"1^" regten, aan welken 't beftier des Landfchaps Gekóta- en het uitvoeren der genomen' beüuiten , mïtteer- wanneer de Staaten niet vergaderd waren, de Raa- benevens de zorg voor de krygszaaken en oei!,vnl1,
, .. , ° 1 •,ö -11T Holland.
voor het invorderen der gemeene middelen, . !>■•:-.
ftaan zou. Men noemde deezen Raad het
Kollegie der Gekommitteerde of Gemagtigde Raaden der Staaten van Holland. Onder dee- zen naam, was, reeds eenige jaarengeleeden, een Kollegie in Westfriesland en 't Noorder- kwartier opgeregt (0), welk nog in ftand bleef: waaruit volgen moest, dat het nieuw Kollegie, ten voornaamen deele , bewind kreeg, over de zaaken van 't Zuiderkwartier. Men hadt, te vooren, meermaalen, Gemag- tigden aangefteld , om eenige zaaken af te doen, wanneer de Staaten niet vergaderd zouden zyn; doch, tot hiertoe, waren deeze Gemagtigden, in't Zuiderkwartier, nog geen vast Kollegie geworden. Nu werden, by 't feheiden der Staaten, in Herfstmaand, eeni- ge O) Regist. ten Raede van Midd. van Tfffl jFqfyl584.ƒ.558,
C°) Zie Vi. Deel., il. 450. AS
|
||||
ïo VADERLANDSCHE XXIX. Boek.
15S4. ge Leden benoemd , om, voor het nieuw
•--------Kollegie, een Berigtfchrift te ontwerpen (p),
welk , eerst in Sprokkelmaand des volgen-
den jaars, vastgeiteld werdt. Het Kollegie beftondt toen uit zeven Leden (q) 1 waarby; federt, nog twee Leden gevoegd werden (r), 't Liep egter aan, tot in 't jaar 1590 , eer het op den voet gebragt werdt, waarop het nog tegenwoordig beftaat, uitgenomen dat liet, daarna , nog met een tiende Lid ver- meerderd is. Negen deezer Leden worden, uit de Edelen en uit ieder der agt eerst ftem- mende Steden, aangefteld, waarby Schie- dam, Schoonhoven en Briefe, beurtswyze, het tiende voegen. Joos de De Staaten van Utrecht, insgëlyks bedagt, Zoete, 0p ket rep-elen der Regeeringe van hun Land- Vil!ers fchap, verkooren , in Wynmaand, Joos de ■wordt ' Zoete, Heer van Filiers, tot Stadhouder over Stadhou- het zelve : onaangezien men , in Holland, ^er vtn gaarne gewild hadt , dat zy zig hiermede Erfraad' zo zeer met gehaast hadden (s~). In de Stad, inde werdt, ten zyuen overftaan, eenen Erfraad Stad ü- van veertig Perfoonen opgeregt, die, ge- treent duurende hun leeven of bekwaamheid , die- Sfft!" nen zon^en- Niemant vermögt een Lid te zyn van deezen Raad, dan die een gebooren burger was , of gegoed binnen het Land- fchap, en ten miniten tien jaaren burger en inwooner geweest ; of een Riddermaatig of an-
<T«) Ucfol. Jïoll. 0 Sept. i«;84. hl. $66.
iq) Refol. Holl. 23 Juny 12 Off, 1584. hl. 347, 625. Cr) Refol. Holl, ,iy, 20, as i'thr. J9 Stjit. 15!^. Ol. Hg» 'W5, 1.13) 5?a. 3 Feir'. 7508. 'hl. 32. CO Refol. Hoü. 18 Oft. 1584. bh 4iu |
||||||
XXIX. Boek. .HISTORIE. ii
ander aanzienlyk Perfoon, gebooren en ge- 1584,
|
|||||||||||
■"».
|
|||||||||||
goed in eene der kleine Steden, of ten plat- -——-
jen lande, mids hy vyf jaaren in de Stad ge- woond hadt 3 of zo lang Burger geweest . was (7). ' Ten zelfden tyde, hadden de Staaten van Graaf ,
-Friesland hec Stadiiouderlchap van dit ge-, Willem, west van nieuws opgedraagen aan Graave ^'an N^s" Willem van Nasfau, die, op hun verzoek, wonic door cle algemeene Staaten, in dit bewind , stadhou- bevesrigd A¥erdt (&). Wy hebben, te vooren der van <>), gezien, dat hy zynen Lastbrief tot dit Jniv' Stadhouderfchap van den overleeden' Prinfe ^eg^ de gehadt hadt. Staaten. Graaf Maurits was zo. dra niet aangefteld jyjen be.
tot Hoofd des Raads van Regeeringe, of de willigt Staaten der Landfchsppen kwamen overeen, tot hcc om, tot de lasten des oorlogs, driehonderd- °?™g™ duizend guldens ter maand , zo lang deeze mcen°e Regeeringsvorm duuren zou, in te willigen: Lasteu. die over de . byzondere gewesten verdeeld werden. Holland, Zeeland en Utrecht droe- gen 'er tweehonderdduizend guldens van. Vlaanderen verbondt zig alleen tot het be- taalen der bezettinge van Gend, zo lang het belegerd bleeve ,. en tot het opbrengen der belastingen op de gemeene middelen ; die ook in de. andere gewesten zouden ingevoerd en den Raad van Regeeringe in handen ge- fteld worden: waarby men befloot, de ge- lei- |
|||||||||||
co Bor XIX. Doek, II. 9 [460], 34 [498]. Gr.' Utr. Ha»
fcmb. I. Deel, II. 15Ö, 158. OO Hor XIX. Doek, hl. 40 [5:7]. (.v) VU. Deel, U, 49g. |
|||||||||||
ia VADERLANDSCHE XXIX.Boek,
1584. leigelden te voegen, tot het onderhoud va«
*■ ' III. Dus bereidde men zig, om den kryg met
Staat der yereenigde kragten te voeren, onder 't op-
landen perbeleid van den jongen Maurits, die, zon- ten dee- der ervaarenis, in eenen hagchelyken tyd, aan zentyde. 't bewind kwam ; doch van wiens wakker- heid en moed men zig , reeds voor eenen geruimen tyd, iets goeds beloofd hadt. Hol- land, Zeeland en Utrecht vondt hy uit- en inwendig in tamelyke•• rust. In Gelderland, lagen , daarentegen , de Leden der Regee- ringe geweldig overhoop, zo dat 'er de Stad- houder , Graaf van Nieuwenaar, naauwlyks hefftellen aan wist: 't welk de reden fchynt geweest te zyn, waarom dit gewest zig niet onder 't opperbewind van Graave Maurits en den Raad van Regeeringe begeven hadt. Ook hielden 'er de Spaanfohen nog eenige Steden bezet. Overysfel werdt, vanden ee- nen kant, door Steenwyk, van den anderen, doorZutfen, Steden, die beiden in 'svyands handen gevallen waren, geweldiglyk be- naauwd: hoewel Zutfen , en meer nog de fchans daar tegen over op de Veluwe, van de Staatfchen itreng belegerd werd. In de Groninger Ommelanden en in Drente, fpeel- de Verdugo den meester, die, daarenboven, uit de Zevenwolden en Oostergo, deelen van Friesland , zwaare brandfehattingen haalde , waarvoor Westergo , het overig deel dee- zes Landfchaps , door de fchans te Otter- dum, eenigszins bevryd werdt. Maar Vlaan- O) Bou XIX. hoek, tl. 5 [45«].
|
||||
XXIX.BoEK. HISTORIE. 13
deren, daar Gend nog belegerd gehouden, 1584.
en dagelyks, door die van Brugge, tot af- —-— vallen gepord werdt, was zo goed als ver- looren* voor de Staaten. In Brabant, welk ook reeds gedeeltelyk in 's vyands magt was, lag Brusfel genoegzaam geblokkeerd, tus- fchen de naaste verlooren1 Steden. Mechelen en Antwerpen waren, al federt eenigen tyd, door de bezettingen van Lier en Leuven, gekweld; Antwerpen, eerlang, met der daad, belegerd geworden. De overige Nederland- fche gewesten hadden, of nooit de Staatfche zyde gehouden, of zig, al voor lang, met den Spanjaard verzoend. Voorts rekende men, dat de vyand, behalve de bezettelin- gen, drieduizend Knegten en vierentwintig Kornetten paarden hadt leggen in den Gel- derfchen oord: nog, omtrent Lillo, ter we- derzyde van de Schelde, vyfduizend foldaa- ten in alles: rondsom Gend, drieduizend, en by Dendermonde , vyfduizend: zo dat hy, in 't geheel, meer dan agtcienduizend man in 't veld hadt. Daarentegen, hadden de al- gemeene Staaten „fiegts drieduizend knegten en vyfentwintighonderd paarden in 't veld, die rondsom Zutfen lagen (ar). In deezen ftand der dingen, de beicherming der Staat- fche partye te aanvaarden , tegen zulk een' s loozen en bedreeven Krygsoveriïe als Par- ma, was, zeker, meer dan mannenwerk, en fcheen te zwaar een last, voor de zwakke fchouderen van Graave Maurits. De ge- ne-
|
||||||
, O) Bor. XIX. Boek, il. 5 [456].
Hooft XXI. Back, II. 927. |
||||||
U VADERLANDSCHE XXIX. Boek.
|
|||||
15S4. negenheid nogtans, die de meeste Leden van
-*—— Holland , welk gewest thans het zwaarst droeg in de gemeene lasten, den overleeden' Prinfe hadden toegedraagen , was , agt ik , eene der voornaämfte oorzaaken, waarom men hem 't opperbewind der tegenwoordige Regeeringe, die men wel voorzag, dat niet lang zou können duuren, durfde opdraagen. Wylen Van 't voorgenomen beleg van Antwer- de Prins pen , hadt wylen de Prins van Oranje, om- van O- trent eene maancj voor zynen dood , reeds droef' kennis gehad ; en den Burgemeester Aldegon- zorgte- de en den Griffier Willem Martini , onder gen 't be- dekfel van den doop zyns jongden zoons by leg van te woor]en, naar Delft ontbooden, om hun pen.Wer" zYnen raad mede te deelen. Hy hieldt hun toen voor 3, dat hy van zins was, de Stad, „ als ze belegerd zou zyn, binhen twee maan- 3, den, met Gods hulpe, te komen ontzetten." Hy raadt Voorts beval hy hun „ zorg te draagen, dat- tot het „ de Blaauwgarendyk $ van den drieiprong doorftee- ^er Schelde af, tot aan 't hoose land van den „ Bergen toe, zonder uitftel, geflegt werdt, Biaamv- „ alzo de ftfoom van Zierikzee en 'r Haring- garen- ti Vliet; regt op denzelven aanflaande, ge- dï'k- ,$ fchaapën Itondt, met den vloed , diepte ',? genoeg voor de vloote , tot ontzet ge-' „ fchikt, over of door den Kouwenfteih-* „ fchen dyk, tot voor de poorte van Ant* ., werpen , te zullen brengen 5 terwyl men „ zig van de Hollandfche en Zeeuwfche Oor- „ logsfehepen bedienen moest, om denvyant! „ van den dyk te houden , en hem , in 'Ê ,j, maaken zyner fchanfen, te hinderen." In Rgvolge van deezen raad-j hadt Aldegonde, ter-
|
|||||
XXIX. Boek» HISTORIE. 1.5
terftond na zyne te rugkomst, gedrongen, op 1584.
liet doorfteeken van den Blaauwgarendyk ,--------
en dd toeftemming der Wethouderen en Bur-
gefhopluiden reeds weg, Doch 't Vieesch- Dat door houwers gild, uit het bederven van een plek het weilands , waarop , jaarlyks , twaalfduizend Vieesch- Osfen vet gemaakt werden, groot nadeel te GildT" gemoet ziende , hadt 'er zig tegen gekant, belet met een Vertoog, waarin beweerd werdt, wordt» „ dat Parma de Schelde, gemerkt den fter- „ ken ftroom, dien zy hadt, onmooglyk jrt floppen kon, waarom men het doorfteeken 5, des dyks geheel noodeloos houden moest." Aldegonde bragt hiertegen in „ dat de vyand, „ eene brug over den ftroom leggende, dien, „ by gewoonlyk weder, geflooten zou kon- „ nen houden : harden wind, dooijen of 5, vriezen, daar de brug van zou können te 5, lyden hebben, hadt men in zyne hand niet, „ Wie wist óok, of Parma geene hegte vlot- „ ten op balken zou weetentoeteftellen,die, ,, leggende aan ankertouwen , welken men 5, vieren of inbaalen kon, zouden ryzen en „ daalen met het water, zonder door wind „ of ysgang befchadigd te worden." De Vleeschhouwers bleeven egter onverzetlyk-: en eenigen hunner wisten zelfs, eerlang, de Burgerhopluiden te doen wankelen, zodat zyzig, eindelyk, lieten verluiden, het doór- fteeken des dyks, zo 't ondanks hunne ver-' toogen ondernomen xverdt, geweldigerhand te zullen beletten, Aldegonde en de overi- ge Wethouders beflooten toen 't ftuk eenige dagen uit te fteJJen, en 's volks hevigheid een
|
||||
i6 VADERLANDSCHE XXIX. Boek;
|
|||||
1584. een weinig te vieren. Doch op den derden
---------van Hooimaand, kwam Parma, eene fchans deTbe-8' SeleSd hebbende te Kall°'. in 't Land van
naau- " Waas beneden de Stad , zig legeren boven wingvan dezelve, te Kalbeek, tegen over S. Bernaards. Aimvei- Van hier zette hyeen groot deel krygsvolks, peI1* onder Mondragon, over de Schelde, aan de Brabantfche zyde. Drie mylen beneden de Stad , te Lillo, hadden de Antwerpenaars een Blokhuis opgeworpen, tot beveiliging der Riviere. Tegen over het zelve, aan den Vlaamfchen kant, hadden z,y eene andere Lief. fchans, Lièfkenshoek genoemd, aangevangen;, kens- doeh nog niet voltooid. Terwyl de Mark- hoek graaf van Rysburg deeze fchans aantast en verioo- itormenderhand verovert, op den tienden van Hooimaand, dag van Oranjes dood , rukt Mondragon, met omtrent zevenduizend man , agter Antwerpen om, naar de fchans te Lillo , daar , behalve een vendel Fran- fchen onder Hopman Gau , een goed getal Liüover- Antwerpenaars binnen lag. Wat laater, kwa- geefs be- men 'er nog vier vendels Schotten uit Zee- jegerd' land by , onder den Kolonel Balfour. De Mondra- bezetting weerde zig zo wakkérlyk, met gou. uitvallen en anderszins, dat Mondragon, na verloop van omtrent drie weeken, 't beleg, opbreeken moest, hebbende hy, aan den kant van tweeduizend man, voor de Vesting, ver- looren. De huizen van Lillo en Kouwenfteiii en eenige andere plaatfen in deezen oord liet hy egter bezet, en onder deezen ook den Blaauwgarendyk, om welken door te ftee- ken, men nu, te Antwerpen, te laat, verlof ge-
|
|||||
XXIX. Boek. HISTORIE; i?
|
|||||
gegeven hadt, hebbende Parma zig, terftond i$a$
na zyne aankomst hieromtrent, van de we- de fchoonfte kans, om Antwerpen en gantsch Brabant te behouden, fchandelyk verkeeken was (jy). Heerentals ook, waaruit men, on-, Heeren- voorzigtelyk , de bezetting geligt hadt, om taisbezei ze nader by Antwerpen te leggen , werdt,: ^°0°rind^ terftond daarna, ingenomen van de Koning- fchen.S" fchen (z). Parma, dus eenen aanvang gemaakt Parma) hebbende van het belemmeren der vaarte naar neemt Antwerpen, uit de fehans teKallo en uit Lief- D^e?4 kenshoek, toog, eerlang, voor Dendermon- j™ de, uit welke Stad, onlangs, insgelyks, een deel der bezettinge geligt was. Ook was de Overfte Ryhove .vertrokken naar Holland om geld, hebbende hy 't opperbevel den Heere van Mortaigne in handen gelaaten, die, gee- ïien kans ziende, om de Plaats te houden, dezelve ,• by verdrag, overgaf, op den zeven- tienden van Oogstmaand Qa). Twee dagen OokVïï- daarna, trok het Leger naar Willebroek , voorden daar het twee Blokhuizen veroverde, en fcheideii voorts alle de fchansjes aan, de Brusfelfche fchanfené vaart tot Vilvoorden toe, welke Stad, insr gelyks zynde belegerd, op den zevenden van Herfstmaand, opgegeven werdt (f). Te Gend, alwaar Imbize, in Hooimäand, fv.
navier maanden zittens, om zyiien heime* imbize lyken handel met den vyand en andere eu- wo[d' , veldaaden, openlyk, onthalsd was (f), zat °mmii ■ , , men OD Bon XIX. Botte, li. 12 [4<J6] enzt
CO Bon XIX. Hoek, il. 14 [469],
(O Hok XfX. liotk. tl. 14 [469]. . '
(O Ror XIX. Hoek, bh, 15, 27 t47f]> 4»?Kj " )V
CO Bon XIX. Boek, M, 15 [460]. - ' , k
VIII. Deel. , J B
|
|||||
.i8 VADERLANDSCHÈ XXIX. Boek.
t$4> men nu, na 't overgaan van Dendermondes
^'""'' in groote benaauwdheid, by gebrek van toe- voer, die Parma geduuriglyk in handen viel; behalve dat Brabant genoeg met zyne eige- ne verweering te doen, en Holland, aan het beleg der fchanfe op de Veluwe, voor welke geduurige fchu'tgevaarten voorvielen , de handen ook vol werks hadt, waarom men den Gentenaaren weinig onderftands kon toe» Gend fchikken (d)t Men befloot dan, eindelyk, gaat over met Parma te handelen, en gaf hem de Stad jmu ltr" over, op den zeventienden van Herfstmaand, op zeer glimpige voorwaarden, uitgenomen ten opzigte van den Godsdienst, alzo de in- gezetenen beiluiten moesten, tot het oefenen van den Roomfchen, of tot het ruimen der Stede. Ook weeken, federt, veele trellyke Onroomfchen naar Holland, Zeeland en an- dere oorden. Het afgeworpen Slot werd eer- lang wederom herbouwd, op den ouden grond. De Heer van Champagne!, die, tot het overgaan der Stad toe, in ruime gevan- genis gezeten hadt, werdt tot Overfte der- zelve verheeven (V). De Staaten van Holland, federt, vernomen hebbende, dar de Baljuw Van Sluis , een Vlaaming , hun befchuldigd hadt, als de eenige oorzaak van 't verlies van Gend , verzogten de algemeene Staaten hem, hierom, te verlaaten van zyn Ampt (f)* Doch ik weet niet, of zulks gefchied zy. Aanflag Kort te vooren, hadt Verdugo voorgeno- op Kam« men 9 zjg van Kampen meester te maaken s Pen' " " doo? f d~) Zie Refol. Ho!). 30,31 Jiily, 6 /ititr. 1584. hl. 448,451, l&H
(«} ISor XIX. Boek, bl. 33 [490] «**• (.ƒ) Refol. Hollt 3 Octet. 1584. hh 606, |
||||
XXIX.BoEK. H ISTORIE. 19
|
|||||
'door verraad, ten welken einde , hy , uit 1584.
Steenwyk, derwaards getrokken was, aan 't ———- hoofd van agthonderd man. Doch de verraa- der, Jan Hendrikszoon van Amfterdam, die aangenomen hadt, de Stad in den brand te fleeken, raakte in hegtenis, en leedt de ver- diende ftraffe (g). Verdugo, naar Steenwyk ?" °P te rug gekeerd, zogt, op den zevenden van Ha"elt' Wynmaand , met het opengaan der poorte, Hasfelt te verrasfen j en fommigen waren reeds tot binnen de hameie gekomen , toen zy gewaar werden , dat men op zyne hoede tvas ; waarop Verdugo weder aftrok (£). öp den zestienden van Slagtmaand, poogden Nieuw- de Koningfchen den wal van Nieuwmegen 'nesen te beklimmen. Ook raakten 'er eenigen bin- verrast, nen. Doch de Overfte-Luitenant, geholpen van de burgerye, viel 'er op aan, en verfloeg zesennegentig vyandlyke knegten; maardagt, in den yver, niet.om 't vangen van eenigen, waardoor 't geheim van den toeleg, belleken, naar allen fchyn, met eenigen van binnen, be- dekt bleef (2). De algemeene Staaten, befpeurende hoe Veeie
veel voordeels de vyand trok uit het platte Dorpen Land van Breda , de Meiery van 's Herto- worden, genbosch, Overysfel, Drente en 't Graaf- £S fchap Zutfen, hadden, omtrent deezen tyd, ten, ver- het Woonen in een goed getal van Dorpen in woest, deeze Oorden, by openbaaren Hakaate, ver- booden, en daar op bevel gegeven aan 't krygs- volk j om veele Kerfpelen te verwoesten. Doch
(g~) Boft. X'X. Hoek, hl. 34 [408V
(/O Boa XIX. Boek, bh 34 [4981. CO tt'JR XlXi Boek, U. 42 [509]. B 2
|
|||||
ad VADERLANDSCHE XXIX. Boek,
|
|||||
1584. Doch dit bevel werdt zo ftrengelyk uitge-
———— voerd , dat 'er byftere klagten over vielen \ waarom het, eerlang, in Overysfel en daar- omtrent, wederom ingetrokken werdt, mids de üveryafelaars, maandelyks, zevenduizend eenhonderd guldens opbragten. De algemee- ne Staaten hebben, ledert, deezen voet ge- volgd , en 't platte Land in hunne befcher- ming genomen , onder zulk eene fchatting , als, van tyd tot tyd, bedongen werdt (&). De Graaf 't Benaauwen van Antwerpen ging den van Ho- Staaten van Holland en Zeeland zo zeer ter henlo herte , dat zy den Graaf van Hohenlo uit wordt, Gelderland ontbooden, om zig naar Zeeland Veld"" te hegeeven, van daar een waakend oog te Overftc* houden op 't gene in Brabant voorviel, en 't ontzet van Antwerpen te bevorderen. By deeze gelegenheid, onderzogt-.de Graaf, die nu, met 's Prinlèn dood, van zynen diens* van Luitenant- Generaal ontflaagen was (/)-, by die van Holland , onder wat naam hy, . voortaan, over 't Krygsvolk gebieden zou, welk , gelyk hy fchreef, tot nog toe, niet dan aan Graave Maurits en de Staaten van Holland hadt willen zweeren. Men begreep ligtelyk, dat hem, dien 'topperbewind over 't Krygsvolk der Vereenigde Gewesten in handen ftondt gelleld te worden, ook groo- ter titel toekwam , dan hy tot nog toe ge- voerd hadt, waarom by, met goedvinden van Graave Maurits en den- Raad der Re- geeringe, uit den naam van die van Holland en Zeeland, verzogt werdt, tot het aanvaar- den (i) Refol. Holl. 6 Aug. 1584. II. 461. Bor XÏX. Boekt bh
ï5 [4993- (O Refol« Holl, 10 Aug. 1504, II, 4(50. |
|||||
XXIX. Boek. HISTORIE. 21
den van den last van algemeen Veldoverfte, 15R4.
hem, door den gemelden Raad, op te draa-----——
gen, op eene wedde van vyftienhonderd of
ten hoogden tweeduizend guldens ter maand. Het Krygsvolk zou den eed van getrouw- heid aan die van de Regeeringe , dien van gehoorzaamheid aan den Graave doen (»). Hohenlo , zig laaiende genoegen met dit Hy ver- antwoord , en zig zelfs , naderhand , te zekert vrede houdende met den titel van Overfle ZIS van Veldheer of Luitenant-Generaal, onder Graa- BeJJSen ve Maurits en den Raad van Staate (n}> ver- trok nu, in alleryl, naar Zeeland, en varj daar naar Bergen op Zoom , welke Plaats gevaar liep van aan Parma verraaden te wor- den, door den Overfte Beerwoud, die,ziende dat men 't oog op hem hadt, overliep tol- den vyand , waarna de Heer van Marquette Overfte van Bergen op Zoom werdt; onder wiens beleid, de Staaten de Plaats merkelyk verfterken deeden (e). Wat laater, floeg de Muitery 'bezetting te Ooftende aan 't muiten., en lprak te 0ost- van zig met Parma te verdraagen. Doch fep,d,e SQ~ de Admiraal Treslong, reeds in Zomermaand aangefteld tot Overfte der Plaatfë, begaf zig derwaards, - en ftilde de muitelingen , met betaaling van eene maand folds. Voorts her- ftelde hy, na 't verwisfelen der bezetting, de- rust in de Stad Q>). Maar Parma, nk 't bemagtigen van gantsch v.
Vlaanderen , alwaar nu den Staaten niets o- £ei:i?g ver- va" Ant'
f*»") Bon xix. Boek, hl. 39 [505]. werpen. f«) Refol. Ho'!. 09 Nov. 1. io Uec. 1584. */. 739,748,778.
Q") 1-OR XIX. Roek, II. 12 [509]. ' '"■"'"• ■>" Q-V Baa XiX. Boek, bi. 51 ^a^j.
'B 3.
|
||||
as VADERLANDSCHE XXIX. Boek.
1584, verfchoot, dan Oostende, Sluis, de fchans
ter Neuze en eenige anderen , befloot het |
|||||||||
wordt beleg van Antwerpen fterker voort te zetten,
zet?ItSe" ^311 tot noS toe gefchied was. Hy deedt al 't grof geichut van Gend naar 't Slot te Be- veren brengen : en verzamelde, aldaar en op andere plaatfen , eenen grooten voorraad van krygs- en mondbehoeften. Tot hiertoe, hadt hy de vaart langs de Schelde, met fchie- ten uit de fchanfen , zo verre niet können belemmeren, of daar waren, meer dan eens, groote Vlooten met graanen voor de Stad gekomen, zonder dat 'er, boven een of twee vaartuigen, in zyne handen gevallen waren. Des rees 'er 't Koorn weinig , fchoon men Getal der rekende, dat de inwooners, begroot op vyf- Ingeze- entagtigduizend , jaarlyks, driehondcrddui- tenen. zencj vierteis van agtendertig op 't last, en Koom elk honderdentien pond weegende, noodig voor de- hadden. Doch toen de Overheid daarna prys zeiven 0p 't Koorn Helde, en 't opleggen verboodt, vereiscllt° lieten de Koopluiden, oordeelende, dat hun 't gevaar, dat zy liepen, niet naar behooren betaald werdt, het fterk aanbrengen agter , waardoor de Stad, eerlang, in merkelyk ge- brek verviel. Ook gebeurde het, dat eeni- ge fchippers zig willens neemen lieten, en hunne laading, om geld, den vyand lever- den , die, daarna, de fchepen teil oorlog Voqrflag toerustte. Fredrik GianibeUi van Mantua, die v?,n£ia" lang te Antwerpen gewoond hadt, en fchran- omS de' c^er *n uitvindingen was, floeg een middel Stad te voor , om de Stad, voor langen tyd , van voor- voorraad te voorzien. ,, Men moest, meen- zien» „ de hy, een genootfchap van eerlyke bur- » gers
|
|||||||||
\
\ |
|||||||||
XXIX. Boek. HISTORIE. ?3
„ gers opregten, en hun zo veel gelds in ,jg^
„ handen Hellen, als van den omllag eens - „ zen moesten, in Holland en elders , op 5, weekelykfche levering , voor zesendertig „ tonnen fchats aan mondbehoeften koopen, 9, een vierde gereed, drie vierde, over twee „ of drie maanden , te betaalen. Voorts 9, moest men deezen voorraad den gegoed- „ ften ingezetenen t'huis zenden, tegen ver- 3, fchot op dit pand van de penningen des „ inkoops, die zy, met de verhoppte winst, „ te rug te wagten hadden , wanneer het ,, Genootfchap iet verkogt; of beval te ver- „ koopen , terwyl zy , voor hunne huisge- 9, zinnen, van genoegzaamen nooddruft ver- 9, zekerd zouden können zyn.?' Doch deeze voorflag vondt geenen ingang by yeelen, die voor beter inzagen, dat men elk geboodt, zig, voor twee jaaren, van voorraad te voor- zien : waartoe nogtans de fchamele gemeen- te onmagtig was. Doch veelligt beoogde men dezelve, met dit gebod ter Stad uit te dryven. De ryken nogthans yoorzagen zig ook fchaarfelyk, vreezende , dat men hun, eerlang, het opgedaane mögt af haaien, Midlerwyl, was het Parma gelukt, wel Parma
twee - entwïntig pleiten , van Dendermonde bereidt tot aan Burgt, en daar, door een gat in den ^| ^n dyk, over het Land, welk, door het door- eener' ' fteeken van den dyk by Zaaftingen, een werk Schip. der Zeeuwen, aan de Vlaamfqhe zyde, on-r brusge dergeloopen was, door een ander gat byKalJo, Umj^ wederom in de Schelde te brengen, Varidee- ' '• '* ze pleiten wilde hy zig bedienen, tp% het leg- B 4 gen |
||||
*4 VADERLANDSCHE XXIX. Boek;
15S4. gen eener fchipbrugge tusfchen twee fchan-
en S. Filips en S.Maria genoemd. Behalvedee- Zen, ftigtte hy nog eene andere fchans, be« nedenwaards tegen Lillo , die den Kouwen- fteinfchen dyk dekte , welke men, uit de Stad, vergeefs zogt te 'bemagtigen. Hier, viel men ook aan 't maaken eener vlottende, brugge; doch zy beantwoordde het oogmerk niet, welk men 'er mede bedoeld hadt. On- dertusfchen, begonden eenige welgeftdde Burgers, in Wynmaand, tefpreeken van mee Parma te handelen, waarop groote beroerte, en een ftrerig verbod van diergelyke taal |
||||||||||||||||
Hy
fchryft
aan de Stad. |
volgde. Wat laater , fchikte Parma eenen
minnelyken Brief aan de Wethouders , om hen over te haaien , tot handelen. Zy be- |
|||||||||||||||
antwoordden dien , in beleefde bewoordin-
gen , te verftaan geevende, dat zy de vyand- 1'ykheden zouden willen ftaalcen , zo Parma zulks ook van zyne zyde deedt, en hun vry- heid van geweeten gunde Qf). D,och men be- greep ligtelyk , dat hy zo veel' niet toegee- yen zou. Ook vaardigde men, eerlang, den Heer van Teligni om onderftand af, naar Zeeland; doch hy hadt het ongeluk van in Pal- mas handen te vallen. Te Middelburg, werdt egter, met goedvinden of op aanraaden van den Graave van Hohenlo, beflooteh, 't ont- zet van Antwerpen by der handteneemen. De benaauwde Stad kreeg nog eene vloot van honderd zeilen binnen , omtrent het einde èes jaars , welk, aldaar, was doorgehragt u' *' ''.....'-': ■ me$ CO Een. XIX. Bock, U. 35 [500] «as.
|
||||||||||||||||
Teligni
wordt gpyan- gen. |
||||||||||||||||
XXIX. Boek. HISTORIE. 25
met byfter onderling ftribbelen van Wethou- J5§.
deren , Burgerhopluiden, Wykmeesteren en ____,-
Overluiden der gilden, die, elk om 't zeerst,
raaden en gekend zyn wilden (f). Ten deezen tyde, werden de Staaten der vL
Vereenigde Nederlanden , te over belaaden Keuifche met den oorlog tegen den Spanjaard , nog Oorlog. aangezogt, om zig te fteeken, in eenen uit- heemfchen kryg. Gebhard Truchfes, Aarts- bisfchop van Keulen, verliefd geworden op Ag- nes , Dogter des Graaven Joan George van Mamfeld, hadthaar, in den aanvang des jaars 1583 , ter vrouwe genomen , en federt ge- poogd, zyne waardigheid , onaangezien zyn Huwelyk, te behouden, en den Onroomfcheü Godsdienst, in zyn Aartsbisdom, in te voe- ren. Doch 't Kapittel kantte zig hiertegeri, en wist, door Parma onderfteund , Ernst, Zoon des Hertogs van Beyeren , tot Aarts- bisfchop te doen verheffen , dien men , fe- dert , ook hielp aan de Bisdommen van Luik, Munfter en Hildesheim. Midlerwyl, hadt Truchfes de wapenen opgevat (j), en den Hertoge Joan Kazimir en den algemeenen Staaten om onderftand aangezogt. Qok wer- den hem, van wege de Staaten, eenige penningen, manfchap en krygsbehoeften ber loofd, zo dra Kazimir een Leger te velde gebragt zou hebben (/)• Doch de ondernee- mingen van den gewezen Aartsbisfchop daagden zo kwalyk, dat hy zig genoodzaakt zag,
(O Refol. Holl. 15, 23 Oiïah. 158-1 M. (>4 2, 643, 645, 649.
Bor XIX. Boek. bl. 41 [507] enz. 52 [5.-3]. .(-!) Hor XVm. /hei, bl. 3 [%6c] en?* O) Refcl. Holl. 15 Sepe 1583. bl. 31?,, B s
|
||||
*6 VADERLANDSCHE XXIX. Boek,
i5?4. zag , de wyk te neemen naar Holland. De
*—------ Staaten namen , daarna , een gedeelte van
zyn volk in dienst (u). Hy hieldt zyn ver-
blyf te Delft, daar men hem, na, of veel- ligt al voor de dood des Prinfen van Oranje, de eer deedt van 't wagtwoord by hem te laa- ten haaien. Ook fchynt hy 'er vrydom van eenige lasten te hebben gehad, Daarenboven, leenden de Staaten van Holland , in Hooi- maand, hem geld en geloof, om eenige mondbehoeften te koopen en af te zenden naar Rynberk en Urdingen , welke Steden nog voor hem hielden (Y). Vervolgens, liet men zig nog verder met hem in, gelyk wy, hierna, ftaan te melden. Mneke De Wethouders van eenige Steden en de met ee- Staaten van Holland zelven hadden, in dee- nige Pre- zen jaare ^ Wederom eenige moeilykheid, met in %'n "' förmige Predikanten. Jan Pieterszoon, Pre- Haage en dikant in den liaage, hadt, eenigen tyd her- te Me- waards, met zynen amptgenoot, Hkronimus lieiiblik. Hortenjius , £oon "van Lambert , voorheen Rektor te Naarden, over hoop gelegen. Hor- tenfius ftelde , naar 't oordeel van Pieters- zoon , de waarde der goede werken te hoog, en zou geleerd hebben, dat God eenen, die voortging in 't zondigen, het eeuwig leevcn niet geeven kon, al wilde hy fchoon. Elk hadt zynen aanhang , en de twist liep zo hoog, dat men 'er geen flisfen aan wist, dan door het plaati'en van Pieterszoon te Kastri- kum, en van Hortenüus te Wasfenaar, waar- na C«0 RcfoJ, Boll. 18 Febr. 1584. IJ. 1«.
(y) Refill, Holl. 12, ij, 17, t» Jii^f', 10 Jug, 1584, Wj. 57A' 37>'> 4°3, 4'3> 4ö> |
||||
XXIX. Boek. HISTORIE. a?
na men andere Leeraars, in hunne ftede, be-
riep (w). Te Medenblik, was ook een he- vige Kerktwist ontftaan. De Predikant Ju- rïaan Henrikszoon, voor zwaarer onheil be- dugt, hadt zyn affcheid genomen van de Gemeente. Sonoi zondt toen eenen anderen Leeraar derwaards , die te Heerentals ge- ftaan hadt. Doch de Magiilraat weigerde hem te ontvangen, en verwierf, dat der Gemeente Petrus Hakkius van Leiden, voor den tyd van vier maanden, geleend werde. Een ftout Prediker was deeze, hebbende hy zig niet ontzien, tegen het laatfte Huwelyk van den overleeden' Prinie , uit te vaaren, en deszelfs ongelukkigen dood aan te mer- ken , als eene Hemelfche ftraf over de praal, vertoond ter gelegenheid van den plegtigen Doop zyns jongften Zoons (#). Men bragt hem egter op lïoel te Medenblik, tegen dtn zin des Kerkenraads en van Sonoi, die den Hopman der bezettinge last gaf, om Hak- kius te doen weeren. De onlust, die hier- uit ontftondt, werdt niet geftild , voor dat Sonoi, op bevel van Graave Maqrits en den Raad van Staate, honderd knegten in Me- denblik bragt, die den Leeraar aanpakten , en vertrekken deeden. De Slotvoogd, Rys- wyk, en de Burgemeesters vielen toen den Staaten klagtig, over 't fchenden hunner agtbaarheid. Doch de Staaten hielden, in dit geval, Sonoi de hand boven 't hoofd. Men vindt egter niet aangetekend, hoe de twist by-
Cw) Ror XIX. Boek, U. 43 [510] enz.
Oj Refbl. Holl. 24 Sept. 1584. il, 583a '
|
||||
28 VADERLANDSCIIE XXIX. Boek."
|
|||||
Ï5S4. bygelegd werdt (;y). Petrus Dathenus en nog
i"——7- een Lceraar, na 't overgaan van Gend, her- or'd'k"21 waarc*s geweeken zynde, hadden zig verftout, van Pe- de eerfte buiten Gouda, de andere te Leiden, trus Da- te prediken tegen den handel met Frankryk, thenus en tot lof van den Prinfe van Parma. De Staa- kmte'1 ten, dit vernomen hebbende, fchreeven den ou a' Wethouderen der Steden ernftelyk aan, dat zy geene Predikanten, uit Gend of Brugge komende, zouden hebben te ontvangen, dan met bewilliging der Staaten. Voorts, gaven zy den Advokäat Fiskaal bevel, om Dathe- nus van Gouda naar den Haage te brengen. Doch deeze , hiervan , naar 't fchynt, de Iugt gekreegen hebbende, was geweeken naar Viane, meenende, veelligt, aldaar vei- lig te zullen zyn. Hy werdt 'er egter aan- gevat (2), en, by handtasting , ontilaagen zynde, andermaal gegreepen , te Vreeswyk aan de Vaart. Men bragt hem , eerlang, naar Utrecht,. daar hy , eenigen tyd , op Haazenberg zat ; doch in Wintermaand on- der borgtogt geflaakt werdt. Sedert, niet befchuldigd wordende , ontfloeg het Geregt van Utrecht hem van den borgtogt: waarop, hy , deeze Landen verlaatende, met der woon vertrok naar Elbing , daar hy over- leeden is (a). Men bedient zig nog van zy- ne beryming der Pfalmen, in de Hervorm- de Kerken deezer Landen. Ten
(>-) Refill. Holl. 1? Fch: 1585, U. 102. Hor XIX. Boek,
II. 46 [S'5] enz. (z, lUföl. lid!. 12, J3 Ottcb. 3 Novaib. 1584. bU 635,
Oj Bcb. XIX. Bink, il. 48 [5IÜ].
|
|||||
XXIX. Boek. HISTORIE. &9
|
||||||
Ten deezen tyde, raakten ook eenige 1584.
Priesters in hegtenis , om het prediken en |
||||||
oefenen van den Roornfchen Godsdienst. Ps""k
Onder anderen werdt, te Haarlem , gevat p^e/ter' Meester Henrik Täkßus, en, op uitdrukly- teHaar- ken last der Staaten, gebragt op de Voorpoor- lem, ge- te van den Hove in den Haage. De Wet- ™' houders van Haarlem, dugtende, dat dit vervoeren ftrekken mögt tot krenking van de Privilegien der Stede, begeerden, dat de gevangen te rug gezonden werdt, om voor Schepenen gevonnist te worden. Doch de Staaten begreepen , dat die Privilegien al- leenlyk zagen op gefchillen, welken de bur- gers onderling hadden, niet op zaaken, die, gelyk deeze , den gerne enen Landitand be- troffen. Talefius werdt egter geilaakt, na eenige maanden zittens ; doch kreeg bevel, om zig buiten Haarlem te houden, en de Pla- kaaten , op 't Huk van den Godsdienst ge- maakt , naar te komen. Ook moest hy de kosten der gevangenisfe voldoen. Zyn Von- nis was door de Gekommitteerde Raaden geveld (T). Doch daarna werdt by, mids den eed van getrouwheid en gehoorzaamheid doende, wederom in Haarlem toegelaaten (c). Midlerwyl, hadt het verlies van het groot- vil.
fte deel van Vlaanderen, en het gevaar van Handel Brabant, waaraan dat van Holland en Zee- ov^r de land" verknogt was, de algemeene Staaten derLan- doen haaken, naar een voordeelig einde der den aan begonnen' onderhandeling met Frankryk, Franic- van r?k-
O) Refol. Holl. 3.7 Juty, 7, 14 Dtcemh, 1584. il. 4_,6 ,
77a, 784. (O Refol. Holl. van 24 "juny tot I Jul-j 1586. U. 256. |
||||||
30 VADERLANDSCHE XXIX. Boek.
van welke ons nu de uitkomst te vernaaien
ftaat. Kort na het overlyden des Hertogs van
Afijou, hadden de algemeene Staaten de Hee- ren la Mouilliere en Asfeüers naar Frankryk gezonden, om Koning Henrik de heerfchap- py der Landen aan te bieden , op dezelfde voorwaarden$ als waarin de Hertog , zyn Broeder, bewilligd hadt. Na 's Prinfen dood, voegde men hierby een nieuw verzoek , dat het, naamlyk, zyner Majefteit gelieven mögt, eenen agtbaaren Overfte herwaards te zen- den, om 's Prinfen plaats te bekleeden. 't Scheen, in 't eerst, dat de Gezanten, zonder gehoor te hebben können verwerven, afge- weezen zouden geworden zyn. Doch 's Prin- fen dood maakte eenige verandering. Men begon zig nu * ten Hove , te verbeelden , dat Holland en Zeeland, ligtelyk, befluiten zouden, zig j zo wel als de andere gewesten, aan den Koning te onderwerpen. De gezan- ten dan, ter gehoor geleid by de Koningin- ne Moeder , werden minzaam bejegend, eri kreegen voor befcheid, dat de Koning zyne meening, door zynen Gezant Pruneaux, den Staaten zou bekend maaken* Zy verzogten, om eenen fpoedigen onderftand van zes- of zevenduizend man , tot ontzet van" Antwer- pen, en van Gend , welk toen nog niet over was; welke troepen te Oostende en te Sluis konden aankomen, en deeze Steden j tot ver- zekering zyner Majefteit, inhouden. Doch de Koninginne Moeder verklaarde hun 9 dat de Koning vastgefteld hadt, zig niet inde Nederlandfehe zanken te fteeken, voor dat Pra*
|
||||||||
!5«4-
|
||||||||
Bejege-
ning der Keder- Iandfché Gezan- ten door de Ko- liinginne Moeder. |
||||||||
XXIX. Boek. HISTORIE. 31
|
|||||
Prüneaux zou te rug gekeerd zyn. Voorts 1584.
toonde zy zig verwonderd, dat men van Oost-----------
ende en Sluis gewaagd hadt, daar zy in 't
zeker berigt zeide te zyn, dat men deeze zelfde Steden en nog eenige anderen der Koninginne van Engeland aangebooden hadt; 't welk de gezanten verklaarden niet te kön- nen gelooveii. Sedert, vernamen zy, dat de Koning de Nederlanden, zonder Holland en Zeeland, niet zou willen aanvaarden, en dat Oostende en Sluis, in zyn oog, veel te klein een onderpand waren, om, op het zel- ve, de befcherming der Landen te ondernee- men. In Oogstmaand, keerden zy wederom gy fcee. herwaards, en deeden, te Delft, verflaghun- ren te ner verrigtingen. Prüneaux, die niet hen ge- ™g« reisd was , verfcheen , den twee - entwintig- ^™^x Iten, in der Staaten Vergadering , en ver- komt uit klaarde, kortelyk, gekomen te zyn, om te Frankryk verftaan , op Welke voorwaarden , men zig her_ werpen wilde in de armen zyner Majefteit, ^yn en welk een' invloed de verandering , on- voorftel. langs gebeurd, op dezelven gehad mögt heb- ben. Voorts hadt hy te verftaan gegeven, dat hy van byzonderen last aan die van Hol- land en Zeeland voorzien was. Het voorftel van Prüneaux, des anderen- Beden-
daags , by de algemeene Staaten overwoogen kinsen zynde * verklaarden die van Brabant zig ge- ^genèf** zind, om den Koning, mids hy hun vryheid Staaten van Godsdienst en behoudenis der voorreg- op het ten toeftondt, en hielp , naar vereisch des zelve,> tegenwoordigen noods, al het gezag der voorige Hertogen op te dfaagen. De Gel- derfthen veïzogten eerst verflag te mo- gen |
|||||
32 VADERLÄNDSCHE XXIX. Boek;
|
|||||
1584. gen doen. De Vlaamingen ftemden met Bra-
--------■ bant. Holland en Zeeland konden zig niet
uiten, vo'or zy den Heer van Pruneaux, die
byzonderen last aan hun hadt, in 't byzon- der, gehoord hadden. De Utrechtfchen brag« ten by, dat zy nooit gelast geweest waren 9 om met den Hertoge van Anjou, of met den Koning, zynen Broeder, te handelen , en derhalve noodwendig verflag moesten doen. De Mechelfchen vielen Brabant en Vlaande- ren toe. De Friezen zeiden, dat het hun, dife verre agter afgelegen waren, niet voe- gen zou , zig te verklaarën, voor dat de voorleggende Landfchappen zig geuit had- den. De Overysfelfchen fpraken met die van Utrecht uit eenen mond. pru. Pruneaux, daarna , aan die van Holland neausr en Zeeland, elk een' geloofsbrief behandigd'
handelt hebbende , deedt een Vertoog in de Ver- landden1" gering van Holland, uitkomende, in kragt i Zeeland °P net gene nY ^en algemeenen Staaten hadt afzonder-voorgehouden. Hy voegde 'er alleenlyk Ji'k- by , dat hy geloofde, dat de Koning, ook' niet Holland en Zeeland, over 't grootef punt, zou willen handelen, en deeze gewes- ten aanvaarden , op gelyken voet als de ove- rigen , in de hoedanigheid van Oppervorst, Ernrtige niet van Befchermheer Qf). Dus kwam het raadplee- dan , in Holland en Zeeland , aan, op het gingen aafi- of afftemmen van een punt, dat, naar <>pz.ynenhet oor(jeel van het Lid der Edelen, zyns voorüag. gelyken njet gehad,t hadt in gewigt, federï den
<V) Refol. Hou. 2», 28 Aug. 5,' 7 Sip', 1584. il. £07, 506',
5*8) 558i 5ÖS- |
|||||
XXIX. Boek. HISTORIE. S3
|
|||||
den aanvang des oorlogs. Men befloot, hier- 1584;
om , allen die van edelen geflagte waren, —*<*- zelfs de jonger zoonen op dit punt te befchry- ven, tegen den tweeden van Wynmaand (V) : wanneer ook de Gemagtigden van alle de Steden het befluit hunner Vroedfchappen zouden hebben in te brengen. Zelfs verzogt men, tegen dien tyd, het gevoelen van den Hoogen Raade, van den Hove van Holland en van de Graaflykheids Rekenkamer, op dat men, in eene zaak van zo veel aangele- genheid , niet dan na ryp overleg, zou be* fluiten, Intusfchen j trok Pruneäux , vaii gewest pfl!-
tot gewest, ja van Stad tot Stad, om de Re- ^"door genten over te haaien, tot een befluit, over- -t Land, eenkomltig met het gene hy voorgaf te zyn om de de begeerte zyns Meesters (ƒ), wiens zugt Leden tot de Nederlanden hy verhief, met keur van [j^pen woorden ; fchoon veelen oordeelden, dat de aes Ko- Koning, zelfs ten deezen tyde, weinig trek nings hadt tot de heerfchappy , die hy fcheen te over te zoeken ; en dat hy, met dit gezantfßhap, ha?-ie^ niet anders bedoelde , dan te verhinderen, dat men zig verdroeg met Engelandi Zeker., de onderhandeling niet dit Ryk Vlfr.
was, op het voorbeeld van wylen den Prin- i)e 0,J- fe, die altoos met Engeland en Frankryk te ^j^af" gelyk plag te handelen, reeds voor eenigen met En- tyd , door die van Brabant, en terftond na getond de aankomst van Pruneaux , door de alge- wordt meene Staaten, en door die van Holland in hemh 't
(e) ftefol. Holl. 26 Scpt. 1584. il. qSo.
Cf) lick XlX. Eoeki tl. 10 [462] inz. VUL Deel. O
|
|||||
34 VADÊRLANDSCIiE XXIX* Boek.
5584» 't byzonder ttervat: waartoe de Advokaat
■-----^ BüiSj die zig, federt, meen ik, in perfoon,
haar Engeland begaf (g), fterk hadt geraa-
den. Die van Brabant, zittende met het vuur voor de fcheenen, hadden alléenlyk geldligting en werving , en begunftiging des Franfeheri handels verzogt: waarop de Ko- ningin te verftaärt gegeven hadt, dat men haar geene nieuwe kosten behoorde te ver- gen , zonder haar eenige Plaatfen , ter haa- rer verzekering, aan te bieden. De Hervorm- de Gemeenten te Londen\t Walfche en Duit- fche, hadden nogtans negenduizend vyfhon- derd guldens gefchooten , waarvoor vyftieii- honderd knegten , onder den Kolonel Mor- gan , geworven waren (Ji). De algemeene Staaten vaardigden Joachim O f tel, voorheen Agent der Staaten van Holland in Engeland, af, mét eenen lastbrief, op hem en op Ja- kob de Gryze 4 weleer Hbogbaljuw van Brug- ge, en nu, van wege die van Brabant, naar Voordel Engeland gefchikt. Volgens twee byzonde- der alge- re Berigtfchriften, den vierentwintigften van Staaceiu Oogstmaand gedagtekend, moesten zy der Koninginne „ de tegenwoordige gelegenheid „ des Lands en oer onderhandeling met „ Frankryk openen, en haar verzoeken, om „ onverwylden en kragtdaadigen onderftand „ van zesduizend knegten en drieduizend „ ruiters, nevens driehonderdduizend pon- 5, den buskruids, mids de algemeene Staa- ,j ten, of eenige byzondere Steden, ter haa- „ iet
t|) Itefol.' Tfoll. 6 Augi 1584. W. 4C1.
(h) Bör XIX. foei, bh 15 [4?"^ |
||||
XXIX.BOEK. HISTORIE. 35
|
|||||
„ rer keure, haar fchuldbrieven leverden, 1584.
„ voor het beloop haarer verfchooten' pen----■—-
„ ningen ; en men zig, daarenboven, ver-
„ bondt, geen Verdrag met Spanje of ee- „ nige andere Mogendheid te zullen aangaan , „ dan met haare bewilliging." Hierbenevens en der hadt Ortël byzonderen last van de Staaten van Staaten Holland , om te beproeven, wat de Konin- j^d. gin voor hun , en voor die van Zeeland, Friesland en Utrecht, zou willen doen, en op Welke voorwaarden. De Koningin gaf Ortel, die haar den last Ant" .
van die van Holland, buiten bywezen van ^ko- iemant, dan den Geheimfchryver Walfing- ninginu« ham, opende, voor befcheid „ dat zy ge- aan die ,, zind Was, een magtig Leger, onder eenen van Hol- 5, treflyken Overfte , herwaards te zenden, an ' j, en te toonen, dat zy het belang van Hol- „ land en van de drie andere gewesten, bo- ,, ven dat der overige Nederlanden , beher- 5, tigen wilde , indien men haar eenige vas- 3, te Plaatfen, tot haare verzekering, wilde 9, afftaam'' Het antwoord, dat de Gryzê en enaand« Ortel te famen , als Gemagtigden der al- jfeges™f geméene Staaten , ontvingen, kwam hierop ten. uit: „ dat de Koningin geenszins verftaan ,, kon , tot het afzenden van zo veel man- „ fchap, tegen den winter, op zulke gerin- »» ge verzekeringen, als de fchuldbrieven ?•> der Staaten waren, van Welken zy 'er nog i-i veelen in handen hadt, die niet werden j5 afgelost. Dat zy ester volharden wilde, 9, in haare genegenheid tot de Landen , en ,, ten bewyze van dezelve, gezanten zenden j, naar Boulogne, om te beproeven, wat men Ca „ met |
|||||
afi VADERLANDSCHE XXIX. Boek.
Kt
jcgi 5, met Frankryk zou können fluiten ; kon-
J - „ nende de Staaten , insgelyks , gemagtig- ■j den derwaards fchikken, met volkomen ' last j om, met haar, zo 't met Frankryk i, niet gelukken wilde, te verdraagen." De alsemeene Staaten* en die van Holland in 't byzonder, berigt gekreegen hebbende van het antwoord der Koninginne, befpeurden de laatften*, dat men, hoe noode ook, ko- men zou moeten tot het overleveren eeniger vaste Plaatfen , zo men zig van Engelfche liulpe verzekeren zöu willen. Men was eg- tef nog geheel ongereed hiertoe (f), en ver- genoegde zig, niet dé Koningin beieefdelyk te bedanken voor haare aanbieding, zonder, voor eerst * iet te reppen van de voorwaar- de, op welke zy gedaan was (A). Men Ondertusfchen, hadden die van Gend, wei- dringt de ^ gtaä zig toen nog niet verdraagen hadt
aigemee- met parma, Voor het einde van Oogstmaand, "en en by de algemeene Staaten, en die van Brusfel, voo'rai wat laater, by de Staaten van Holland, fterk die van ^drongen op het voortzetten des Franfchen Holland, fiandels# Mecheien en die van Brabant hiel- v°oor? den ?er, insgelyks, op aan. De Heeren van zetten den Hoogen Raade, van het Hof en van de des Fraflp Graaflykheids Rekenkamer bragten hun ge- fchen voelen in , op den zesden van Herfstmaand handels. »■ hierop uitkomende, dat zy nergens wis- fen onderftand zagen te bekomen , dan van Frankryk. De Staaten van Zeeland fchree-* ven
(i^ tnvïmh liir. LXXX. P-JhA,
C*5 RefoU Holl. e.?, Sept. 7 Odoi. 1584. M, £97. Clï' Bo!3 KlX. Boek, hl. 23 [482] enz. (i) Refol. Holl. 11 Sept. 1534. il. 5S9.
|
||||
ÏXIX. Boek. HISTORIE, gr
ven, den vyftienden, dat zy reeds diergelyk 1584,
een befluit genomen hadden (m). De rede- —^——«. nen, met welken men die van Holland, tot dezelfde gedagten , en tot kort beraad zogt te beweegen, kwamen, voornaamlyk, hier- op uit; „ Dat Frankryk niet tot handelen Rede- „ over te haaien zou zyn, immers veti »en,wel- „ zwaarer voorwaarden vorderen , wanneer }l?u ™en 5, gantscli Brabant en Vlaanderen, waar- gebruik- „ voor met reden te dugten was, in 's vyands te. 9, magt gevallen zouden wezen. Dat mei? „ den Spanjaard, na 't afloopen der twee ge* 5, noemde gewesten , in Gelderland en U-j „ trecht te wagten hadt. Dat de dood des 5, Prinfen van Oranje Holland beroofd hadt „ van een Hoofd, welk men volftrektelyk „ behoefde , om de gewesten vereenigd en „ 't Krygsvolk tot 's Lands dienst genegen „ te houden. Dat zulk een Hoofd uit Duitschr „ land niet te bekomen was. Dat Engeland „ zig ook te koel hieldt, en gefchapen ftoiidt, „ by een ohverwagt overlyden der Konin- ., ginne, in bystere verwarringen te florten, „ Dat, uit den voorflag van Elizabet, om „ de zaak der Nederlanden, in maatfchappy „ met Frankryk , te aanvaarden , ook dui- „ delyk te befpeuren was, dat zy haare ei- „ gen' kragten mistrouwde. Dat men hierom ,, gedrongen werdt, zyne toevlugt tot Frank- s, ryk te noemen, en den raad te volgen, 5, door den Prinfe , hoogloffelyker gedagte- „ nisfe, zo dikwils gegeven. 'Frankryk lag „ gereed , om den yyand den toevoer af te » fuy-
C«; Refol. Holt. 17 Sept. 1584. bh 3»<J.
c « '
|
||||
38 VADERLANDSCHE XXIX. Boek.
|
|||||
1584. „ fnyden, en om den kryg naar den Wal-
■—n-r-r „ fclien bodem te trekken, ten minften dien
„ te houden van de Hollandfche grenzen.
„ De agtbaarheid des Konings van Frank-
„ ryk zou de Zondfche tollen können doen
„ affchaffen. De Godsdienst, dien hy toeliet
„ in zyn Ryk, zou hier niet van hem te ly-
„ den hebben: veeleer zou hy, mistrouwen-
„ de de Rqornfchen, als gezind tot den Span-
„ jaard, de Onroomfchen tot Ampten en
3, Magiftraatfchappen vorderen. Dat hy de
„ Steden den Spanjaard zou leveren , of de
„ Nederlanden, met hem, verwisfelen, te-
„ gen Milaan en Napels, of een van beide,
„ was geenszins te wagten. Hadt hy 't eerfte
„ in den zin gehad, nooit zou hy geweigerd
„ hebben , Oostende en Sluis te bezetten.
„ Ook waren hem de Nederlanden veel ge-
„ legener dan eenige Staat in Italië. Som-
„ migen vreesden voor krenking van 's Lands
„ vryheden: doch hiertoe zou, zo hy 't al
„ voorhadt, Krygsvolk vereischt worden;
3, welk hy, onmogelyk, in alle Steden,
5, zou können leggen. In allen geval, zou
3, men nooit zoo veel dwang van hem te wag-
5, ten hebben, als ons, door den Spanjaard,
„ gedreigd werdt. Ook wagtte de Kroon,
„ na zyn overlyden, op den Koning van Na-
5, varre , die den Hervormden Godsdienst
y, beleedt. Eindelyk, de hooge nood drong
„ tot handelen met Frankryk , wilde men
„ Brabant en Vlaanderen behouden. De dank-
3, baarheid jegens den Prinfe , hoogloffely-
„ ker gedagtenisfe, zou elk zekerlijk bewee-
„ gen , om Graaf Maurits tot Opperheer te
„ ver.
|
|||||
XXIX. Boek. HISTORIE. 39
|
|||||||||
verheffen , ware hy magtig de Landen te 15S4,
|
|||||||||
„ befchermen; doch de Vader zelf hadt ons --.
„ naar Frankryk geweezen, daar men rnid- „ del te over hadt, om de kinderen, met „ eenigen ftaat, . te vereeren: en mögt hy „ opzien, hy zou Holland, Zeeland en U- „ trecht den zelfden raad geeven , naardien „ de Koning de andere Nederlanden , zon- „ der deezen, niet aanvaarden wilde (»)." Alle deeze redenen en meer diergelyken, Geheime
vervat in yerfcheiden' Vertoogen , werden, "j*d^20' in de Vroedfchappen der HoUandfche Ste- oVeër 'c' den , rypelyk, overwoogen: ook ter Dag- werk van vaart, alwaar de Leden eikanderen, byeede, Frank- verbonden hadden, om de raadpleegingen r>'k' op dit ftuk geheim te houden (0). Midlerwyl, ontbrak het in Holland niet aan zulken, die in den handel met Frankryk nierkelyke zwaa- righeden zagen, De Advokaat Buis was 'er één van. Ook leverde Graaf Maurits , den Vertoog vierentwxntigften van Herfstmaand, een Ver- yaüGraa- toog ter HoUandfche Staatsvergaderinge over Xe M"1" (p) , waarin hy, zonder den Franfchen yergade- handel af te keuren , nogtans te bedenken ring°vaH gaf „ dat mjen dien niet te haastig behaorde iio'Uaud. „ door te dryven," Voorts herinnerde hy den Staaten van Holland „ hoe ver zy, met „ wylen zyne Doorlugtigheid, gevorderd „ waren, over de opdragt der Graaflykheid, „ verzoekende, dat zy, hierop«, in 't handelen „ met Frankryk , geliefden bedagt te zyn, .55 op dat hy en zyn Huis, daa^by, niet ver- |
|||||||||
geteti
|
|||||||||
00 Bor XfX. Boek. II. 16 [470], enz.
(o) Relol. Holt. aü Aa.;. 24 Stpt. i-nU- U. 51S, 584
{p) Rcl'ol. Hoil. af) Sept. 158+. l/l. 5S<i.
C 4
|
|||||||||
40 VADERLANDS CHE XXIX. Boek,
|
||||||||||||||||
15S4. „ geten werden ; maar veeleer in ftaat ge-
------■ „ fteld , om zig eenigszins te redden uit de
„ zwaare fchulden , met welken zyn Vader
„ den boedel hadt belast gelaaten."* Hy be- floot „ met eene beleefde aanbieding van „ zynen dienst, in alles, waartoe men hem, „ die zig nog te jong en te onervaaren kende, „ om de vereischte hulp byte brengen, ten „ minflen eenigermaate, bekwaam mögt oor- „ deelen: alzo hy vastelyk gezind was, alle „ zyne handelingen aan te leggen , tot wel- „ vaart van den Lande (#)•" |
||||||||||||||||
Onder-
zoek naar |
||||||||||||||||
't Is niet geheel zeker , of Mauiïts, met
|
||||||||||||||||
het 'oog- dit Vertoog, beoogd hebbe , de Staaten te
merk van vermaanen, om, by den handel met Frank- hetzelve. ryk, alleenlyk eenige voordeelen, in geld of goederen, voor zyn huis te bedingen; dan of hy 'verder hebbe gezien, en begeerd, dat zy het Graaffchap van Holland niet aan Frankryk zouden afitaan , maar voor hem behouden. Voor deeze laatfte gedagten is eenige fchyn, als men aanmerkt, dat het Vertoog zo omftaudiglyk ontvouwt, hoe ver men, met het opdraagen der Graaflykheid van Holland aan den overleeden Prinfe, ge- vorderd Avare. Op het Graaffchap van Zee- land , kon nu geen bedenken vallen by Graa- ve rViaurits, alzo de Staaten van dit gewest, die den vyand ook na aan hunne grenzen begonden te krygen, zig zo rondelyk voor den handel met Frankryk verklaard hadden. |
||||||||||||||||
IX.
Wydluf-
tig Ver- |
||||||||||||||||
Ook drongen de Zeeuwfche gemagtigden,
federt, zo fterk als die van Brabant, op het |
||||||||||||||||
be-
(O Zie dit Vertoog by Bor XIX. Boekt il. 27 [488].
|
||||||||||||||||
XXIX. Boek. HISTORIE. 41
befluit tot dien handel, in de Staaten van 1584.
Holland (r). Doch dit befluit wilde, by alle------—
de Leden, niet vlooten. Amfterdam en Mon- £°s/sn
nikendam verklaarden 'er zig tegen. Doch te,renl op verre na zo ernftig niet, als die van Gou- den hau- da, welke een wydluftig Vertoog ter Dag- 4el ™üt vaart inleverden , waarvan het merg hierop Fr;}"''c~ uitkwam. Vooraf verklaard hebbende , datr-'" zy beflooten hadden, nimmer in den han- del met Frankryk , te bewilligen, gavenze, voor redenen van dit hun befluit: „, dat zy, „ die deezen handel dreeven, 's Lands nood „ te zwaar fcheenen te weegen: en het mid- „ del te ligt, welk men gebruiken wilde, „ om uit dien nood verlost te worden. Drie ,., wegen waren 'er maar, om aan een einde „ van den oorlog te geraaken: Verdrag met „ Spanje, befcherming met eigen' magt, of „ aanzoek van uitheemfchen byftand. De „ eerfte weg moest , dit erkenden ze, vol- 5, ftrektelyk gemyd worden. De tweede was 3, vol zwaarigheden, maar behoorde nog- „ tans gekooren te worden, gelyk in 't be- „ gin van den oorlog gefchied was , zo de „ derde niet open ftondt. 't Was waar, dat „ men, uitheemfche hulp inhaalen willende, 5, nergens magtiger dan in Frankryk vinden ** zou ; maar zo deeze magt, naderhand, t, diende , om ons van onze vryheid te ber 5, rooven, wie zou ze willen inroepen? Immers »» gedroeg zig de Koning yverig Roomsch- 55 gezind , en zou, derhalve, onzen Gods- 55 dienst niet können handhaaven , zo lang „ hem
CO ReCoI. Hall. 2, sspt. 3 OSoi. 1584. hl, 592, fioö,
cs
|
||||
4a VADERLANDSCHE XXIX. Boel.
1534. „ hem de zyne ernst was, Dat hy, in Frank-
-——•— „ ryk, de Hervormden gedoogde, gefchied- „ de flegts uit nood, en om ltaatkundige re- „ denen, tot dat men ze handelde, als op den „ S. Bartholomeus dag des jaars 1572. De „ Koning hadt het voorbeeld van Karel den „ IX, zynen Broeder, van Henrik den II, 5, zynen Vader , voor zig. Hy was, door „ zyne Moeder, Katharina de Medicis, op- „ gewiegd in Italiaanlche fchalkheid , en „ zou 't verbond tot uitrooijinge der Kette- „ rye, in 't jaar 1558 opgeregt, en, zo men „ zeide, onlangs , vernieuwd , gewisfelyk, „ vroeg of laat, gedagtig zyn, Zyne looze „ Moeder, die nu deezen handel voornaam- „ lyk dreef, wat fchyn, dat zy 't ernstig met „ ons meende? De onderneeming van An- „ jou tegen Antwerpen, en tegen wylen den 5, Prinfe, kon ons leeren, wat men yan Frank- „ ryk te wagten hadt. 't Vleijen zelfs van „ Pruneaux, die herom trok, om Steden en „ Perfoonen te winnen, moest ons doen om~ „ zien. Men behielp zig, te vergeefs, met „ het oordeel van den overleeden Prinfe, „ die tot den handel met Frankryk geraaden ,, hadt. Want, om niet te zeggen, dat dee- „ ze doorzigtige Vorst zig, met Anjou, be- ., droogen hadt gevonden; wanneer toch s, hadt hy gewild, dat men , nevens de an- „ dere gewesten, ook Holland en Zeeland „ aan Frankryk opdraagen zou ? Immers ., hadt hy deezen twee, altoos, tot eene vei- „ lige wyk , voor zig behouden : niet uit „ itaatzugt, zeker! daarvan hielden ze zyu „ gemoed zuiver geweest te zyn ;. maar om „ dat
|
|||||
/
|
|||||
XXIX. Boek. HISTORIE. 43
„ dat hy den Franfchen de gantfclie zaak i5g^
„ niet durfde toevertrouwen. Zo men dan —— „ 't oordeel zyner Doorlugtigheid volgen „ wilde, nimmer moest men Holland en „ Zeeland aan deeze Kroone onderwerpen. „ Men roemde, wyders, 'sKonings Regee- „ ring, deugd en trouw, en bragt by, dat „ zyn belang hem noopen zou tot de befcher^ „ ming der Nederlanden. Doch 't ontbrak „ niet aan blyk, dat de vrede, zq dikwyls „ gemaakt met de Hervormden , niet te s, naauwkeurig onderhouden was van 's Ko- „ nings zyde, tot zo verre, dat de Koning „ van Navarre , zyn Schoonbroeder , zig, „ tot op deeze uure toe , nog niet van 's „ Konings viïendfchap verzekeren durfde. „ Weinig was 'er ook te tellen op de belof- „ ten van eenen Vorst, die 't, veelligt, meer „ eer zou rekenen 7 ons dan den Spanjaard „ te bedriegen ; dewyl toch een van beide „ gefchieden moest. Zeker, aan Spanje was „ hy, door de oude verbonden, pligt, eed en „ godsdienst, verknogt. 'tBreeken der nieu- „ we verbindtenisfe aan ons zou hy verde- ,, digen können met de uitfpraak der Kerk- „ vergaderinge van Conftans , dat men den „ Ketteren geen woord behoeft te houden. s, En wy zouden ons regte loon hebben, ver- „ raaden wordende van hem, dien wy, te- „ gens zynen eed , tot verraad poogden te 5, verleiden. De ondervinding moest ons „ leeren, dat Frankryk gezind was, 't Ver- 5> bond , met Spanje gemaakt, geftand te „ doen. Hoe ligt zou 't hem anders geval- s, len hebben , de Nederlanden te overhee- „ ren,
|
||||
44 VADERLANDS CHE XXIX. Boek.
1584. ■>•> ren, in de jaaren agtenzeventig, negenen-
------. „ zeventig , tagtig en eenentagtig, toen zy
„ in hun geheel waren, en Spanje daar bui-
„ ten. Zou hy toen Anjou met ons laaten „ handelen, of zynen Broeder zo flaauwelyk „ onderlteund hebben, hadt ons belang hem „ ter herte gegaan ? Gewisfelyk , Frankrylc „ en Spanje verftonden eikanderen, en trok- „ ken eene lyn. De dag van S. Bartholo- „ meus, de neêrlaag van den Heere van „ Jenlis, de aanflag op Antwerpen, het o- „ verleveren van Duinkerken en andere „ voorvallen beweezen , hoe ernstig zy 't „ met ons meenden, en hoe fraai zy elkan- „ deren in de hand werkten. Men dreef wel, ,, dat wy den misflag des Hertogs van An- „ jou door de vingeren zien moesten. Doch „ dit mögt de Koning van Spanje doen, die „ begreep, dat het hem ilegts aan beleid ge- „ faald hadt, en die den toeleg , om Ant- „ werpen en den Prins in Spaanfche handen „ te leveren, goedkeurde; niet wy, die 'er „ al de fchade van gehad zouden hebben, en „ ons hierom wagten moesten, dat men ons, „ ten tweede maak", 't net niet over 't hoofd „ itreek. Nog, bragtmenby, dat wy zulke „ voorwaarden zouden können bedingen van „ zyne Majesteit, dat alle vrees voor 't kren- „ ken van 's Lands vryheid zou behooren te „ verdwynen. Maar de Koning hadt im- „ mers nog niet meer dan algemeene belof- „ ten gedaan. Brabant ook, gewonnen, naar „ 't fcheen, door Pruneaux, dreef, dat men '„ op geene al te naauw bepaalde punten „ dringen moest: waaruit te vermoeden was, „ dat
|
||||
XXIX. Boek. HISTORIE, 45
rt dat de Koning zig de handen niet zou laa-
l, ten binden. Maar genomen , dat hy ons
„ de voorwaarden liet ftellen naar onzen
„ zin; wat men 'er aan hebben zou:, was aan
„ Anjou gebleeken. Hadt een handvol Ant-
„ werpenaars zig niet beter geweerd, dan
„ de blyde Inkomst van Brabant; men zoü
„ nu zo klaar begrypen, wat kragt bedon-
„ gen' voorwaarden hebben , als de Huge-
„ nooten het vonnis van den. S.- Bartholo-
„ meusdag; Hoe ligt zou de Koning de ge-
„ legenheid waarneemen , om Anjous mis-
„ flag te verbeteren, en eenige fterke Plaats
„ bemagtigen ? Of al deedt hy dit niet, zö
„ hyflegts eene wyle tyds wel regeerde, zou
„ men hem van zelve aan de hand gaan, en
„ zyne bezetting, gewisfelyk , ten minsten
„ in eenige voornaame Steden, ontvangen.
„ Een Huwelyk, kwaad in zig zelf, was,
9, door de beste Huwelyks-voorwaarden,
s, niet goed te maaken. De wyste en ervaaren-
„ fte Prins was bedroogen uitgekomen met
„ Anjou, en meenden wy verder te können
„ zien ? wy , Hollanders., onbedreeven in.
,, de hooflche ftreeken dér Franfchen ? En
„ genomen wy waren zo voorzigtig, dat de
„ Koning geen voordeel op ons kreeg; zou
„ hy ons niet, na ons onze geldmiddelen te
,5 hebben afgemelkt, ten prooyè laaten van
35 den Spanjaard , en als men hem maande
5? om het volbrengen zyner beloften , nog
55 klaagen, dat men hem geene volle pndef-
5, daanigheid beweezen hadt?. Men fcherni-
„ de met het Utrechtsen Verbond, maar dat
j» verpligtte de gewesten niet,, om zulk een'
... Vorst;
|
||||
46 VADERLANDS Cl IE XXIX. Boek.
JsHi „ Vorst aan te neemen, als een of twee zou-
„ den mogen goedvinden. En of de nood „ Brabant en Vlaanderen al dwingen mögt, „ om, uit Vertwyfeldheid, al op een te zet- „ ten, moesten wy, die nog zo veele fchoo- i, ne iterkten haddert, ons, daarom, met hen, „ ten vefderve laaten fleepen ? Zy, die dit „ dreevert, mogtert wel een ander hert in Hol- ,, land komen haaien, daar het arme Gouda j, twee of dfie jaareri omringd geweest was, „ zonder te kreuken t, daar het kleine Alk- ,, maar al de magt van Spanje geftüit hadt, j, daar de Leidfche burgery , gefmolten tot j, op de helft, doof honger en elende, egter 4, ftandvastig gebleeven was. Steunden wy „ toert op Köninglyken byftand? En hadden „ wy zo veel geleeden * om aan de Franfchen i,, geleverd te worden? De nood der Steden „ Brusfel * Mechelen en anderen was egter *, onloochenbaar. Maar al verdroeg men „ zig, op dit oogenblik, metFrankryk, zy- „ ne hulp zou, gelyk Pruneaux zelf beken- „ nert moest, te laat komen, om deeze Ste- „ den te verlosfen. En zo wy ze, met eigen' „ magt, tot in den nazomer behouden kon- „ den t, waarom ook niet langer, en tot in „ den volgenden winter? Onze magt was, „ voof waar! zo klein niet, als men ze maak- „ te. Zy hadt het, in den aanvang des krygs* „ ter Zee en te lande, vyf jaaren uitgehou- „ den, tegen den Spanjaard5 en zou ons nu i, 't gefugt van zyne aankomst, en dat Pru- „ neaux de fchouders optrok dermaate ver- „ baazett, dat wy hem Zelv', als eert Fransch» „ man vermomd , gingen innaaien ? Dart „ moest
|
||||
fcxnt Boek. HISTORIE. 47
„ moest het Gode geklaagd zyn, dat de vroo- 1584.
„ me Prins van Oranje en zo menig eerlyk—-----
j, man zyn leeven gelaaten hadt, voor eene
,, zaak, die wy niet tot het uiterfte toe zou- „ den durven handhaaven ? Ondertusfchen, ,^ ontkenden ze den hagchelyken ftaat der „ gemeene zaake niet. Maar die was, groo- „ tendeels, veroorzaakt, door den Franfchen si handel, waarby, 't gezag zyner Doorlug- „ tigheid , van welk onze verdediging zee? „ veel afhing, ttierkelyk geknakt was. Zo „ men nu nog zo veel wilde opbrengen, ab „ men , ten tyde van Anjou , beloofd, en „ Holland uitgevoerd hadt; men zou ons, uit „ Brabant, niet om het naarkomen onzer 5, beloften behoeven te maanen. Reden was „ 'er wel, om te dugten , dat de gemeente 5, eens oorloogens en geevens moede wor- „ den zou. Doch dit zou niet beteren, inet „ den Franfchen handel. Men gaf, uit liefde „ tot de vryheid of tot den Godsdienst. Wie )> zou dit doen können, onder eenen Vorst, 5, die beide Verdrukt hadt ? Zou *nen de „ goedwilligheid en ftandvastigheid' der ge* „ meente niet verliezen, die meer toege- „ bragt hadt, tot het fteunen van ons boüw- „ vallig Werk, dan het kloek beleid der Re- „ geeringe in \ gemeen, waarop wéinig te ,, roemen viel. Maar , zeide men ,.-Koning 3, Henrik mögt het ons kwalyk afneèttien,
9, zo wy nu te rug liepen: hy mögt'zélfs met 5, Spanje famenfpannen, tot ons-'-bederf. s, Vreemd befcheid! Zouden wy zyne bemin- „ de en groote vrienden zyn? zouhy, om ons, 4, met Spanje breeken; en zou dit zo ras kon-
„ neu
|
||||
48 VADERLANDSCHE XXIX. Boek,
*534- „ nen omflaan ? dan ware het ons dubbel
„ ongeftadigheid, te waagen. Zy beflooterj
,«, dan , dat, van de drie voorgeftelde we- ,) gen, die van befcherming met eigen'mid- & delen ^ voor tegenwoordig, de heilzaamfte „ was, tot dat zig hoop op beter' uitheem- „ fchen byftand opdeedt. Alleenlyk, moest „ 'er goede orde op 's Lands zaaken gefteld j, worden. Voor 't overige, waren zy zo 5, begeerig als iemant naar 's Lands verlos- j, fing, en zouden den Vorst, van wien men ,, ze met grond wagten kon, de eerfte te ge- „ moet gaan» Zy zouden 't zelfs Frankryk „ doen, zo zy van de gegrondheid der ge- „ geven' redenen hiertegen niet ten volle j, overtuigd v/aren. Hiertoe bragt hen geen *,, eigen belang. Zo Holland beoorloogd 5, werdt, Gouda hadt den eerften aanftoot „ te wagten. Van de nadeelen * te dugten „ uit den Franfchen handel, zou deeze Stad „ eerst na anderen haar deel ■krygen. Doch „ geene vrees voor gevaar hadt haar belet, «,$ uit de borst te fpreeken, op dat men nader ,j op 't ftuk zou letten , en zig, door de ,i meeningen van den Hoogen Raad, van 't „ Hof, van de Zeeuwfche Staaten, of van *,, de voorzittende Leden niet laaten innee- ,, men. Dit fmeekte men dan op 't ernstigst, s, Werden de gegeven' redenen te zwak ge- ^ keurd; men hadt ze te houden voor het laat- ,i fte bewys van yryheid en openhertige ge- ,4 meenfchap, begeerende zy, ten loon hun- „ ner trouwhertigheid, niets anders, dan «, met een gerust geweeten af te wagten, 't „ genö
|
||||
XXIX. Boek. HISTORIE. 49
|
|||||
„ gene hun de Allerhoogfte mögt toefchik- 1584.
„ ken, terwyl zy zig oni'chuldig hielden aan--------
„ de nadeelen, die den Landen uit deezen
„ handel over 't hoofd hingen : om welken „ af te weeren , zy de Hemelfche genade „ aanriepen (ƒ)•" Zo ernflig een Vertoog verhinderde egter De mees-
niet, dat de Edelen en Steden van Holland, te Lede« Amfterdam, Gouda en Monnikendam uitge- van Ho'- nomen, in 't begin van Wynmaand, befloo- ^136" ten „ dat men Frankryk en Engeland ver- toT de .„ zoeken zou, om de befcherming der Lan- opdragc „ den gezamenlyk op zig te neemen; en zo der Lan? „ de Koning van Frankryk zulks weigeren jj.en fa* „ mögt, dat men hem dan , met kennis en JJ" * „ bewilliging der Koninginne van Enge- " „ land, voor Prins en Heer zou ontvangen, „ op zulke voorwaarden, als de Vereenigde „ Gewesten zouden goedvinden, mids men ze „ vooraf in beraad leide met Zeeland, Fries- „ land en Utrecht" waartoe terftond eenige Heeren gemagtigd werden. Gouda verklaar- de zig , in 't byzonder, openlyk, voor den handel met Engeland: en volhardde hierby. Doch Amfterdam en Monnikendam vielen, eerlang, der meerderheid toe Q). Men fchik- te Gemagtigden naar Gouda, om deeze Stad te verzoeken, dat zy het overgeleverd Ver- toog tegen den handel met Frankryk gelief-' de in te trekken , en agter te houden («)• Doch my is niet gebleeken, of zulks gefchied zy. 't Gevoelen van Holland werdt, te ge- Ook d* lvk algemee-
CO noR XIX'. Boek, il. aC f489] enz. CO Refo. HoU. 1 Dec. 15S4. 01. 7tf. C«0 Rcfol. HoU. 6, 11 00. 1584.7U. fin, Ga. VIII. Deel D
|
|||||
50 VADERLANDSCHE XXIX. Boek;
|
|||||
1584. lyk met dat van Zeeland , ter algemeene
—.. "f Sq!" aldaar befloot, de hooge Overheid der Lan- verysreï den op te draagen aan den Koning en Kroo- uitgeno- ne van Frankryk , op voorwaarden , nader men. te beraameii. Gelderland bewilligde ook in dit beiluit. Doch niet Overysfel. Zelfs vindt men, dat eenige jonkers in dit gewest den Koning van Frankryk vrye oefening van den Roomfchen Godsdienst lieten aanbieden, be- oogende hiermede, het fluiten des handels te vertraagen, alzo zy wel wisten, dat de andere gewesten zo veel niet toeftaan zouden (V). De Ad- Terwyl 't zig, in Holland, fchikte tot de» vokaat handel met Frankryk, lei de Advokaat Buis, Buis legt wjen deeze handel zeer tegenftondt, zynen nede^mp£(^enst ne^er Cw)' Sommigen meenen, dat
hy onvoldaan was over zyne wedde of be- xigtfchrift. Anderen, dat hem 't hoofd hing naar den dienst des Konings van Deenemar- ke (x~). Doch 't is waarfchynlyker, dat zyn ongenoegen uit den handel met Frankryk ontftaan zy. Graaf Maurits, wien deeze han- del, ongetwyfeld, ook niet naai den zin was, heeft 'er zig, zo ver men naargaan kan, niet openlyk tegen verzet, 't Is egter te vermoe- den, dat hy, door die van Gouda, gewerkt hebbe , welke Stad nooit van handel met Frankryk gehouden hadt. Zy hadt thans ee- nen bekwaamen Penfionaris, Meester Frangois Franken, die, vermoedelyk, de opfteller ge- weest (y) Bon. XIX. H"ei, hl. it [495]. Hooft XXL Enk, bh
353. [eiglnlyk 945]- f W) Refol. HolJ. s Sept. 1584. H. 543.
O') Bor. XIX. £wk, lil. 32 [495]. |
|||||
XXIXBqek. HISTORIE. 51
weest is van het nadruklyk Vertoog, welks ^§4»
inhoud wy, hierboven, te boek gefteld heb-------—*
ben , en die, naderhand, bleek, een groot
vriend te zyn van Graave Maurits. De Franfche Gezant Pruneaux, kennis ge- Pru-
kreegen hebbende van het Befluit der Staa- "ea^ ten , keerde , nog voor 't einde van Wyn- j^r* maand, naar Frankryk, befchonken met ee- Frang- nen gouden keten, ter waarde van tweedui- ryk. zend guldens. Brabant betaalde tot den zel- ven vierhonderd guldens; Holland, Zeeland en Utrecht famen twaalfhonderd; Gelder- land tweehonderd ; Friesland tweehonderd ; en Mechelen 't fatfoen (y). Men befteedde het overig gedeelte des x.
jaars met het verkiezen van gezanten naar Davidfoii Frankryk , en met het beraamen der voor- k°mt>mt waarden, op welken men den Koning ftöndt ia"|^eri in te huldigen. En men was hier nog niet ge- waards. reed mede, toen de Koningin van Engeland den algemeenen Staaten, door haaren Gezant, Robert Davidjbn, eeniglyk ten deezen einde herwaards gezonden (2), op den agtften van Zyne Wintermaand, deedt voorhouden „ dat haa-'bood- i, re Majefteit gaarne de befeherming der fcl*aP- ,, Nederlanden , gezamenlyk met Frankryk, „ aanvaard zou hebben ; doch dat zy den 9, Koning hiertoe niet hadt können bewee- •>, gen : dat zy , hierom, hem, Davidfon, 3? herwaards gefchikt hadt, om den tegen- 5? woordigen ftaat van 's Lands zaaken te i, verftaaii, en op wat wyze men ze best zou köEH
CjO Refol. Holl. 24 Ortoh. 1584. U. 6£U (.«; Reyd IV. Boek, il. 53. D 2
|
||||
Si' VADERLANDSCHE XXIX. Boek:;
15S4. „ können redden : waartoe haare Majefteit
--------„ gaarne de behulpzaarae hand zou bieden,
„ zonder dat zy van zins was, het werk met
„ Frankryk , zo men daarin iets meer ge-
„ daan hadt, te veragteren, of zigter Heer-
„ fchappy over de Landen in te wikke-
„ len O)."
Ant- Of deeze bezending te wege gebragt wa-
woord re, door zulken hier te Lande, wien de Fran-
op dezei- ^Q handel tegen de borst was , dan of de
ve. „ , . . .0 . , , . ' Koningin , uit eigen beweeging en vrees,
dat men te diep met Frankryk verzeilen mögt,
Davidfon herwaards gefchikt hadt, mag men , met reden, in twyfel trekken. De Staaten, de Koningin hoogiyk bedankt hebbende voor haare genegenheid, benoemden terftond Ge- magtigden , om den Gezant nadere opening te doen, terwyl zy orde {telden, om hem, op 's Lands kosten, te huisvesten en te onthaa- len (£). De Gemagtigden der Staaten ver- klaarden den Gezant, eerlang, op zyn ver- zoek „ dat men, met kennis der Koningin- „ ne , in onderhandeling getreeden zynde, „ over de opdragt der Nederlanden aan „ Frankryk, op gelyken voet, als Keizer Ka- „ rel dezelven bezeten hadt, doch met be- „ houdenis van Godsdienst en Voorregten; „ federt ook de overige voorwaarden der „ inhuldiging beraamd hadt, zo dat de Ge- „ zanten, naar Frankryk gefchikt, reisvaar- „ dig waren, wagtende alleenlyk op goeden „ wind. Voorts, gaven zy te verftaan, dat O) Refhl. IIoïI. 8 Dtc. IRS4. ld. ■??%.
ii>) Relbl. Holl. 10, 37 Dn; 1384. il. 780, 3o&,
|
||||
wmmm
|
|||||
XXlX.BoEK. H I S T 0 R I E. 53
„ zy nog evenveel fchepen en volk van oor- tsfy,
„ loge in dienst hadden, als zy, voor eeni------— -s-
„ ge maanden, aan' haare Majefteit hadden
„ verklaard. Doch zy waren nogtans * fe- „ dert de dood zyner Doorlugtigheid , der- „ maate gekrenkt, dat zy de hulp haarer „ Majefteit hoognoodig hadden, weshalve „ zy 'er op 't vuurigst om fmeekten." Da- Wedar- vidfon gaf hierop voor befcheid „ dat hy a"t- ,, geen' last hadt om der Staaten zaaken in M,°01^ " b . ^ , 11 van Da-
„ verwarring te brengen , waarom hy, be- vjdfon.
„ fpeurende, hoe ver men met Frankryk ge- „ vorderd ware , geene nadere opening be- „ hoefde te doen van 't gene de Koningin, „ zyn Meesteres, met de Staaten, zou heb- „ ben willen handelen: dat hy haare Maje- „ fteit van 't gehoorde verwittigen zou, en „ haaren naderen last hier blyven afwagten." Veelen namen goed genoegen in zyn befcheid, en vooral in zyn verblyf, zig beloovende dat het den Koning' van Frankryk rekkely- ker zou maaken in 't bewilligen , of ten minften doen fpoeden, met het uiten zyner meening, over de beraamde voorwaarden (c). Midlerwyl, hadt het ontwerpen en vast- xi.
Hellen deezer voorwaarden den Staaten veel Raad. werks gekost. In Holland, waren de kleine PIeePn- Steden Woerden , Oudewater , Heusden , veon0°pde Geertruidenberg, Naarden, Weesp en Mui- waarden den , op dit ftuk, ter Dagvaart befchree- van 's ven (</). Doch de raadpleegingen en beflui- ^onings ten bleeven geheim Ce). Men vindt alleen- S" lyk, '
(O Bor XIX. Rotk, U. 4ï [500].
\d\ £ef°!' Hol,< «s oaoi. 1584. bu 6i5.
£0 Refol. Holl. 5 Aey. 1584. W. «i%.
D 3
|
|||||
£4 VADERLANDSCHE XXIX. Boek.
%Ü4. lyk, dat die van Dordrecht, op het negen-
• by bedongen werdt „ dat de Amptenaars, „ Regters , en Regenten , door den Prinfe „ van Oranje aangefteld , in dienst mogten „ blyven" verklaard hebben , dat zy hier- onder niet begreepen den Hoogen Raad, in Holland opgeregt , noch de orde op den zelven , by voorraad , beraamd (ƒ). Ook verbonden de Staaten der Vereenigde Ne- derlanden, te weeten Brabant, Gelderland, Vlaanderen , Zeeland , Utrecht, Friesland en Mechelen, (Holland vind ik hier niet ge- noemd) zig onderling, dat de byzondere Ge- westen, in de eifchen, welken zy op eik- anderen hebben mogten, niet zouden be- greepen worden verkort te zyn, by het gene men met Frankryk fluiten mögt (g). De Edelen en de Steden Dordrecht, Haarlem 9 Delft, Leiden , Amfterdam , Rotterdam , Schiedam, Briele, Schoonhoven, Alkmaar , Hoorn, Enkhuizen, Edam, Monnikendam , Medenblik, Woerden, Oudewater, Heusden, Geertruidenberg en Purmerende , zig llerk maakende voor de overige kleine Heerlyk- heden en Dorpen van Holland en Westfries- land , hadden Arend van Dorp en Leonard Cafembrood benoemd, om, van hunnen we- ge , naar Frankryk te gaan , met volmagt, om met den Koning te fluiten, op de voor- waarden , by de algemeene Staaten beraamd (Ji). Men meende, hierom, dat zy van gee- nen
ff) Rcfol. Hol!. 22, 2?, Noyemb. 11584. hl. jo6, 70-.
Ó?) Refill. Hüll. 23 Nov. 1584. bh 70H. CÄ) Refol. IloU. 1 Dec. 1584. bl. 746. |
||||
XXIX.BOEK. HISTORIE. 55
|
|||||||
tien byzonderen last voorzien zouden wor- iS84
den. Nogtans gaven de Staaten van Holland |
|||||||
hun een 'lieiraelyk Berigtfchrift mede , be- p.uilten
treffende , onder anderen, de yryheid , die hämefyfc men den Koning toeftaan zou, om den Room- Berigt-" fchen Godsdienst, hier te lande, in zyne Ka- fchrïft pel, te doen oefenen, voor zig zelv' en zyn der Ge~ Hofgezin alleen : ook, dat men hem , tot y^Hoi- zyne verzekering, geene andere Steden dan land. Oostende, Sluis en Bergen op Zoom, Brus- fel of Mechelen zou mogen in handen fiel- ten (£). Doch de algemeene Staaten, eenige kennis van dit geheim Berigtfchrift gekree- gen hebbende, hielden 'er zig gebelgd over, tot dat die van Holland hun verzekerden, dat hunne gezanten voliirekten last hadden, om zig , naar het Berigtfchrift der algemee- ne Staaten, te gedraagen, en dat hun geen heimelyk bevel, hiermede ftrydig, was rae- degegeven. Te gelyk, belastten ze van Dorp en Carembrood nergens iet van hun geheim Berigtfchrift te laaten uitlekken (jk). De gezanten, naar Frankryk gefchikt , Naam an
waren Richard van Merode, Meer van Oor- derNe- fchot, Joan Hinkaart, Heer van Dohain, j?erla"d" Joan van Str aaien, Heer van Merxem, die, ^nten?' voor zyn vertrek, overleedt, en Meester Kornelis Aarfens, Penüonaris van Brusfel, uit Brabant: de Kanfelier Elbert Leoninus, Joan van Gend,. Heer van Ooye en de Raadsheer Gerardus Voet, uit Gelderland.: No.ël van ïCaron, Heer van Schoonewal, uit Vlaande- ren: 0} Refol. Holl. 30 Nov. 1 Dec. 1584. M. 744, 749.
D 4
|
|||||||
56 VADERLANDSCHE XXIX. Boek,
1584. ren: Arend van Dorp, Heer van Maasdani,
—■------en Meester Leonard Cafembrood, Raadsheer
van den Hove , uit Holland ; doch Cafem-
brood werdt ziek in den Briele, en ontlchul- digde zig van de reize (7): voorts Meester Jakob Falke, Raadsheer van Staate, uit Zeeland : Godard van Rcede , Ridder, Heer van Amerongen, uit het Stigt van Utrecht; doch deeze werdt, ook in den Briele, van eenige kwaaie bezogt; waarom twee ande- ren , Joan Kengers en Amelis van Am fiel van Mynden, in zyne ftede , gekooren werden : uit Friesland kwam Jelger Feitsma en Hesjel Aisma, Prefident van den Hove. Van Me- chelens wege , waren die van Brabant ge- last, nevens Antoni van Lalaing, Heer van la Mouilliere, en Quintyn Taffyn, Heer van la Pré. Levyn Kaki art was Geheimfchryver Zy ver- van 'z g^ntichap (/«). Het vertrok te wa- trekken ter, op den derden van Louwmaand, bege- naar leid van veertien Oorlogfchepen , die, door Frank- tegenwind, te Boulogne inliepen. Van hier, r\ *8„ floegen de gezanten op weg naar Parys; doch ___J__zy kreegen, op reize, last van den Koning,
om zig veertien dagen te Scnlis op te hou-
den , alwaar zy, den vierentwintiglten, aan- kwamen , wordende , alomme, zeer heusch bejegend, en op 's Konings kosten onthaald («). Terwyl zy te Senlis vertoefden, zogt de Spaanfche Ambasfadeur, Don Bernardyn de Mendoza , den Koning te beweegen , om hun
(O Rcfol. Holl, 22, s? Du. 15S4. W. 795. 797-
lm) Rob. XIX. Roek, bi. 32 [495]. C«) Thuan'üs Lil/n LXXX.p, 714. Eo?. XIX. ßvek, il. 5«
["=5241. |
||||
XXIX.BoEK. HISTORIE. 57
hun gehoor te weigeren , voorgeevende, 1585.
„ dat hun, als muitelingen, zo veel eers niet--------
„ toekwam." Doch Henrik voegde hem
toe „ dat hy ze aanzag als verdrukten, die „ heul kwamen zoeken in Frankryk , daar „ men 't zig, van ouds , tot eer rekende, „ vreemdelingen , en mishandelde volken , „ zo wel als vervolgde Vorften, goedertie- „ renlyk te bejegenen (0)" Hy deedt, ver- Zy kry- volgens , de Nederlanders, met eenen aan- gen ge- zienlyken fleep van koetfen en ander rytuig, l100* by af haaien van Senlis, en verleende hun, op n^g# °* den dertienden van Sprokkel maand, gehoor. De Gelderfche Kanfelier Leoninus voerde het woord, ontvouwende, beknoptelyk, de ge- legenheid der Landen, welken zy zyner Ma- jefteit kwamen aanbieden, en die hy zeide, nog van negentig vaste Steden, behalve veele andere fterkten, een ontelbaar getal van fchepen , bootsvolk en bekwaame ree- den , havens en ftroomen, voorzien te zyn. Hy merkte aan, dat het enkel beletten van toevoer over Calais en Mezieres zeer veel toebrengen zou, tot krenkinge van den Span- jaard , dien zyne Majeiïeit, derhalve, het overheerde deel der Nederlanden ligtelyk zou können ontweldigen. Hy fmeekte, ein- delyk, den Koning de befcherminge en heer- fchappy te willen aanvaarden van volken, die, meestendeels, van ouds, Leden geweest waren van Frankryk (ƒ>). De Koning hoorde e]i beantwoordde zyne aanfpraak met toege- ne- CO Bor XIX. Bod, U. 53 [525]- TiiTJARBS Uit. LXXXl.
iïO Ben Xix, Bnek, il. 54 [525]. *>5
|
||||
58 VADERLANDSCHE XXIX. Boek,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
negenheid, en beval den gezanten, hunnen
last, fchriftelyk, over te leveren, op dat hy 'er zig op zou mogen beraaden (jf). Vervolgens , traden zy met Pruneaux in
gefprek , over de beraamde voorwaarden, welken, fclioon merkelyk ruimer dan die men van Anjou bedongen hadt, hem en an- deren , in ftyl en ftoffe, veel te fchor fchee- nen, om den Koning te worden voorgehou- den , zo men den handel niet plotfelyk wilde zien af breeken. De punten vorderden, n'aam- lyk „ den Hervormden Godsdienst te hand- „ haaven; geenen andere in te voeren; ee- „ nen Onroomfchen Landvoogd herwaards „ te zenden; dien toe te voegen eenen Raad |
|||||||||||||||||||||||||||||||
1585.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Zy tree-
den in onder- liande- ling,over de voor- waarden van de Opdragt der Ne- derlan- den aan den Ko- |
|||||||||||||||||||||||||||||||
•>•>
|
van' Onroomfche inboorlingen , aange-
|
||||||||||||||||||||||||||||||
naam den Staaten ; geene uitheemfchen
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
■>■>
|
noch Roomfchen tot Wethouderfchappen
|
||||||||||||||||||||||||||||||
of Regter-ajnpten te beroepen ; vryheid
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
■>•>
|
voor de byzondere Staaten, om , onbe-
|
||||||||||||||||||||||||||||||
fchreeven, en zo dikwils als 't hungoed-
„ dagt, te vergaderen, en meer diergelyke „ voorregten", die, zo de Franfche Hee- ren verklaarden, den Koning zeer aanftoo- telyk zouden fchynen. De Staatfchen be- fcliaafden en veranderden de punten, zo verre als 't hun byzonder Berigtfchrift toe- liet ; of nog verder (Y), en ftelden ze, ein- delyk, niet bedingender maar fmeekender- wyze in, waarna ze op deezen zin uitkwa- men : „ r. Zyne Majefleit neeme de Vereenig1
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Inhoud
der zel- ven. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
5?
|
de
|
||||||||||||||||||||||||||||||
(q) Th"anus Uhr. LXXXI. p. 9.
(O Bür. XIX. Hoek, U. 55 [528^ |
|||||||||||||||||||||||||||||||
XXIX.Boek. HISTORIE. 59
„ de Nederlanden , Brabant, Gelderland , 1585:
„Vlaanderen, Holland met Westfriesland-—— „ ( 1), Zeeland , Friesland , Zutfen , U- „ trecht en Mechelen aan, gelyk ze Keizer „ Karel bezeten heeft. Hy handhaave der- 9, zelver voorregten, en befcherme ze tegen „ elk, zonderling tegen den Spanjaard. „ 2. Hy bewaare de Landzaaten by de
5, oefening van den Hervormden Godsdienst, „ zo als ze thans plaats heeft, zonder op ie- 9, mants geloof onderzoek te doen. „ 3. Tot algemeenen Landvoogd ftelle hy
„ eenen Vorst van zynen Bloede, of eenen „ anderen Heer van aanzien, nevens eenen „ Raad van Staate, voor twee derde uit in- „ boorlingen, voor een derde uit Franfchen ,, of anderen beftaande , wordende zyne „ Majefteit ootmoedelyk gebeden , hiertoe „ te kiezen perfoonen , den Staaten aange- s, naam. „ 4. 't Berigtfchrift voor deezen Raad
„ worde opgefteld, door zyne Majefteit, by 5, goeddunken der Staaten. De Raaden beb- „ ben
Ci) De naam van Westfriesland begon , omtrent
deezen tyd, wederom in gebruik te raaken, om te be- tekenen het Noordelyk gedeelte van Holland, welk, van ouds, gedeeltelyk, IVestfriesland genoemd werdt. De Steden van dit Kwartier zogten , voornaamlyk , om haar byzonder Kollegie van Gekoinniitteerde Raa- den te behouden , zig te doen aanmerken , als een Landfchap op zur zelf: zy wilden, hierom, in de Handeling met Erankryk , niet, onder den gemeenen naam van Holland, vervangen zyn; maar hadden uic- dnikkelyk begeerd, dat men haar, met den naam van tveitfriesland, befchreeve, als gevoegd aan Holland. |
||||
€o VADERLANDSCHE XXIX.Boek;
»585. „ ben op hetzelve eed van getrouwheid en
-------„ van zuivering af te leggen. „ 5. Het behaage den Koning de tegen-
„ woordige byzondere Stadhouders in hun- „ ne ampten te laaten , op berigtfchriften, 5, als ten tyde van Keizer Karel. „ 6. By 't openvallen eens Stadhouder-
„ fchaps , vervulle hy het, met een' agt- „ baar' en den gewesten aangenaam' Perfoo- „ naadje. „ 7. Hy legge nergens bezetting, buiten
„ goedvinden der Staaten des Landfchaps, „ dan by dringenden nood, en in zulk een „ geval, by goeddunken des Raads van „ Staate. Hy herbouwe geene geflegte , „ noch ftigte nieuwe Kafteelen. „ 8. Hy doe 't Geregt, op dezelfde wyze
„ en door dezelfde Perfoonen, bedienen, als „ tegenwoordig, ten ware de Staaten hierin „ eenige verandering begeerden. Hy begee- „ ve de Regterampten en Magiftraatfchap- „ pen aan eerlyke en bekwaame inboorlin- „ gen, aangenaam den Staaten. „ 9. Hy (lelie niemant in zulk een' dienst,
„ die, ten tyde der beroerten, t'eeniger „ plaatfe uitgezeid of gebannen is, of 's vy- „ ands zyde gehouden heeft. „ 10. Hy aanvaarde 's Lands Domeinen,
„ zo als ze zyn, met de lasten, en ftelle gee- „ ne nieuwe tollen op, buiten wettig verlof „ der Staaten. „ 11. Hy veroorlove den algemeenen Staa-
„ ten, tweemaal 'sjaars, en den byzonderen, „ zo dikwils als zy 't goedvinden, te verga- „ deren. „ 12*
|
||||
XXIX.Boek. HISTORIE. 61
„ ia. Hy gedooge, dat dePlaatfen, dienu 1585«
,, in 's vyands magt zyn, herwonnen wor- ——-« „ dende, wederkeeren tot hun voorig Regts- „ gebied , en dat 'er de Hervormde Gods- 4, dienst geoefend worde.
„ 13. Hy hegte de Landen onaffcheidelyk
„ aan de Kroone van Frankryk. „14. Ten opzigte van het Regt van Au*
„ baine, en andere voorregten, den Koop- „ handel betreffende , handele hy de Land- „ zaaten, als inboorlingen zyns Koningryks. „15. Hy keure goed, 't gene de algemee-
„ ne en byzondere Staaten vastgefteld en ver- „ rigt hebben , en moeije niemant, om 't „ gene, federt de beroerten, is voórgeval- „ len. „ 16. Hy bevestige, 't gene wylen de
„ Prins van Oranje, met verlof en uit magt „ der algemeene of byzondere Staaten, en t „ gene de Prins van Espinoi, uit last der al- 5, gemeene Staaten, verrigt heeft.
„ 17. Hy ita den algemeenen en byzon-
„ deren Staaten het heffen toe van allerlei „ fchattingen , waarin zy zullen bewilligd „ hebben. „18. Hy brenge te wege, dat de afgezon-
„ derde Landfchappen, onder zyne gehoor- „ zaamheid gebragt zynde , in de reeds ge- „ maakte gemeene fchulden draagen. „ 19. Hy bevestige de giften van eenige
5, Landen en Heerlykheden, gedaan aan wy- 5, len den Prinfe van Oranje, ten aanzien van „ de zwaare fchulden, by hem, ten dienfte „j,, der Landen, gemaakt. 9, 20, Hy vergenoege den Huize van Nas-
„ fau
|
||||
6i VADERLANDSCHE XXIX. Boek,
1585. „ lau, waaraan de Landen zig grootelyks
--------„ verpligt rekenen.
„21. Hy onderhoude vriendfchap met het
■ „ RoomfcheRyk, met Engeland, Schotland , „ Deenemarke , de Duitfche Vorften , de „ Hanze-Steden en de Keizerlyken , bene- „ vens de andere gebuuren en bondgenoo™ .„ ten der Vereenigde Nederlanden: ook al- „ Ie verbonden, niet ftrydig met dit Verdrag, „ 22. Hy ontvange ook het Landfchap „ van Overysfel onder zyn gebied, wanneer „ het hierom bidt. „23. Hy fta , na 't ontvangen der Lan-
„ den op deeze voorwaarden, geene anderen „ aan eenigen derzelven toe, dan by bewilli- „ ging der overigen. „ 24. De voorwaarden by zyne Majefteit
„ bezwooren zynde, zullen de Stadhouders, „ Amptenaars, Wethouders en ingezetenen, „ ook de krygsoverften en foldaaten den Ko- „ ning, by eede, trouwe en gehoorzaamheid „ belooven. „ 25. 't Verdrag zal te boek gefield wor-
„ den, in alle de hooge Geregtshoven vare „ Frankryk, en in de Geregtshoven der Ver- „ eeni^de Landfchappen. „ 26. Ook doe de Koning het, ter eerlïer
„ gelegenheid, bekräftigen , door de alge- „ meene Staaten zyns Koningryks (>)." Aanmer- ^e gezanten vertoonden wyders volmagt, kingen om den Koning, zo dra hy deeze punten aan- overdee- iiara, den eed van getrouwheid te doen. Men ze voor zjet met eenen opflae, hoe zeer ze verfchü - waarden. * deH (O Zie Kor XIX, liuek, U. 55 [528],
|
||||
XXIX.BoEK. HISTORIE. 63
den van de punten , bedongen by het Ver- 1585.
drag met Anjou. Ook waren de Nederlan-------
den nu in veel nadeeliger omftandigheden
dan toen , en men handelde toen met een' Hertog, nu met eenen magtigen Koning. Voorts fcheen het drie-entwintigfte punt ee- niglyk gerigt, om te voorkomen, dat die van Holland , niet wederom , by een heimelyk Reuver faal, iets byzonders bedongen: hoewel, hiertoe, tegenwoordig, mids het groot ver- loop der zaaleen in Brabant en Vlaanderen, al hadt dit punt niet in 't Verdrag geftaan, geheel geen kans zou geweest zyn. Men ziet, uit het negentiende en twintigfte punt, hoe weinig men thans voor den Huize van Nasfau durfde vorderen. Graaf Maurits hadt zelfs te verwagten , dat hy geen Hoofd van den Raad van Staate zou blyven , zo dit Ver- drag getroffen werdt. ÄUeenlyk , mögt hy zig, uit hoofde van het vyfde punt, het Stad. houderfchap van Holland , en veelligt ook dat van Zeeland toeleggen ; indien men be- iloot, hem, voor het bekragtigen van 't Ver- drag , met deeze waardigheid, te vereeren. En dit was, ten minftenin Holland, te wag- ten , alwaar men hem , al federt eenigen tyd, als Stadhouder van Hollandy dus luidt de Refa- lu-tie^ de konynen toegeweezen hadt, die den Stadhouderen, van ouds , plagten geleverd te worden (t). Na 't befchaaven der voorwaarden, traden
de Gezanten tot nadere opening van den ftaat der Landen, waarover zy, door den Kanfe- lier
CO R«fol. Holl. 3 Noy. 1584. il. 63-.
|
||||
6i VADERLANDSCHE XXIX. Boek.
J585. lier Cheyerni, ondervraagd werden. By dee-
■
van Brusiel, waartoe Cheverni, in geenetwee
maanden, kans zag. Voorts zogt hy, in 't byzonder, te weeten , wat de Landen zou- den können opbrengen. Men zeide hem, voor 't eerfte half jaar, tweehonderdenvyf- tigduizend guldens ter maand toe, mids daar- uit vooraf de bezettingen betaald werden. Dit bod fcheen den Kanfelier te gevallen. De beraamde punten waren, midlerwyl, den Koning ter hand gevleid , zonder dat men vernam, dat hy 'er iets tegen hadt. De han- del ftondt dan, meende men, op eenen goe- den voet Qu), en de tyding hiervan waaide, al ras , herwaards over (j>). Ik vind, dat Jonkheer Arend van Dorp: op het ftuk der verzekering, wegens Holland, met den Ko- ning in eene byzondere onderhandeling ge- treden was, waarvan hy den Staaten, fchrif- telyk, berigt deedt. Doch wat hy gehandeld hebbe , is niet tot myne kennis gekomen, rJzo men , ter Staatsvergaderinge, beflcot, het zelve geheim te houden (wj. XII. Midlerwyl, zag Brusfel, dus lang vergeefs Brusfei gehoopt hebbende op ontzet uit Frankryk, geeft zig zjg genoodzaakt, met Parma, overeen te ko- Psrma." men- 'c Verdrag werdt getekend , op den tienden van Lentemaand. De Onroomfchen kreegen, by het zelve, verlof, om nog twee jaaren in de Stad te mogen blyven, mids zy zig ftil hielden en geene ergernis gaven. De b&-
(u~) Bok. XIX. Boeit, il. 56 [530].
(y) Relbl. Holl. 23 Febr. 15 Maart 1585. W. 141,18ste.
t»'J Reful. Hüll, i» Maart 151)5. hl. 1Ä3.
|
||||
XXIX.BoisÊ HISTORIE. 6§
|
||||||
bezetting, van buiten ingekomen, verwierf 1585.
vryheid, öm uit te gaan. Voorts verklaarde de -'je*«-! Prins van Parma, dat hy de Steden Antwer- pen, Bergen op Zoom, Meèhelen eri ande- ren , op gelyke voorwaarden, ontvangen wil- de; 's Daags na het tekenen derzelven, reedt Hohenlo, met negen of tien Kornetten, uit Bergen op Zoom, om Brusfel te fpyzigenj doch onder weg verneemende, dat de Stad over was, bragt hy den voorraad binnen Me- clielen, welk ook, met een naauwer beleg, gedreigd werdt (ar). Het overgaan van Brusfel fcheen den Fran- D@ Ko-
fchen handel agteruit te zetten. Men verklaar- Flng^an de den Nederlandfchen Gezanten „ dat de ry^^éi- i5 Koning zo ras geen bekwaam heir wist op gen de „ de been te brengen, ten ware de Staaten Neder-.. j, meer gelds konden verfchaffen ; dat de laildentl!
o -j/il ^ ■ j <. aanvaar- „ Spanjaard iterk aan t werven was, en dat ljeil#
„ het zyner Majefteit niet was te raaden,
„ zyne agtbaarheid in de waagfehaal te ftel-
„ len, zonder den Landen eenig nut te kon-
„ nen doen. *' De Gezanten baden „ dat
„ de Koning; ten minften, een deel volks,
3, in fchepen, die de Staaten verfchaffen zou-
i, den, naar Vlaanderen, Zeeland en Brabant
„ wilde fchikken, om de Plaatfen, die 't nog
„ hielden , te bewaaren: ook, dat het hem
„ behaagen mögt, de wegen van Calais eri
v) Mezieres, waar langs de Spanjaard zynen
i, toevoer kreeg, te fluiten (jy)." En Che-
*» verni nam aan, dit zyner Majefteit nog eens
VOOf
f -r) Box XX. Boek, II. 10 ^67]. Crj Bok X!X. Boek ,'bk 5<5 [,531] enzi VIII. Deel-, .....1
|
||||||
/
|
||||||
66 VADERLANDSCHE XXIX. Boek,
|
|||||
i5$5* voor te fl™- Kort hierna, verklaarde hy
* dat zyne Majefteit, hoe flerk zyne zugt ook
ware, om de Landen by te ftaan, vooreerst, hiertoe geen' kans zag. Men vervoegde zig toen, nog eens, met een imeekfchrift, aan den Koning, waarby eenige onderftand, in geld of manfchap, verzogt werdt. Doch hier- op kwam beleefd, maar weigerend antwoord. Toen onderftonden de gezanten, of de Ko- ning van Navarre , de Prins van Condé en andere Hoofden der Onroomfchen hun ook een getal van vier- of vyfduizend knegten konden byzetten. Doch deezen hadden thans Be ge- werks genoeg met hunne eigen' zaaken. De ^ltn Gezanten dan , openlyk aïfcheid genomen naar huis, hebbende van den Koning, van zyne Gemaa- 'linne, en van de Koninginne Moeder, keer- den, op den zeventienden van Lentemaand y naar huis (Y). Op den negenden van Gras- maand , deeden zy, in den Haage, verflag van hun gezantfchap, en werden, fchoon on- verrigter zaake "te rug gekeerd , ftaatswyze, voor hunne moeite en dienst, bedankt (a). Ooi-zaak Dus liep deeze handel te niet, die de Ver- van'sKo-eenigde Nederlanden, voor altoos, aan de nirigs Franfche Kroon zou onderworpen hebben. Jtojf0" Men was 'er toen, in 't algemeen , rouwig over; fchoon men 'er, naderhand, den He- mel , vuuriglyk, voor gedankt heeft. De waare reden, waarom Koning Henrik deeze gelegenheid, om de heerfchappy der Neder* Ltn-
Cs) Rob. XIX. Boet, U. m rwi mz. e*J Rcfo!. Heil. 2 4f'-K 1585- W. iflJ« |
|||||
mmmm
|
||||||||||
XXIX.BOEK. HISTORIE. 6j
landen te bekomen, van de hand wees, fcliynt, t$%§,
kortelyk, deeze geweest te zyn; De Koning--------
van Spanje, ziende Koning Henrik zig ftee-
ken in de zaaken der Nederlanden, hadt, om hem hiervan te doen afzien, en hem in zynRyk de handen vol werks te geeven, het verbond, cenige jaaren geleeden, geflooten met den Huize van Guize , onlangs, vernieuwd, en den Kardinaal van Bourbon en andere groo- \ ten van de Roomfche party in het zelve wes- ten te betrekken (#). Men gaf voor, den waaren Godsdienst te willen verdedigen te- gen de Hugenooten , en vooral tegen den Koning van Navarre ; doch men dagt, in- derdaad , deezen te verfteeken van de Kroon, die na 's Konings affterven op hem komen moest, en dezelve, in "t geflagc van Guize $ over te brengen. Terwyl de Nederland- fche gezanten te Parys waren, kreeg men, van alle kanten, tyding, dat die van Guize zig wapenden , en , op den dertigften van Lentemaand, kwam 'er eene OorlogsVerklaa- xing in 't licht, tegen den Koning van Na- varre, op den naam des Kardinaals van Bour- bon (c). Hierop volgde een inlandfche kryg in Frankryk, die Koning Henrik verhinder- de , om, te zien naar de Nederlanden. De Krygsbedryven deezes jaars waren, van xni.
de Staatfche zyde, begonnen met eenen aan- Aanflag Dag op 's Hertogenbosch, ondernomen, met ^staai- overleg van den Graave van Hohenlo, door >\ h««£ Hopman Juliaan van. Kkerhaage, die, den gen- twin- bosc-b.
|
||||||||||
*
|
||||||||||
(J) Thuanus Libr. LXXX. p. yi*. UW. LXXXJ, p. $, ♦.
CO fk»R XIX, fiaek, bt. 60, 63 [535, 5&J, E *
|
||||||||||
t>3 VADERLANDS CHE XXIX. Boek.
15854 twintigften van Louwmaand, met het openen
ter Stad in trok, en, fpoedig van een goed deel volks onder Hohenlo ingevolgd zynde, gefchaapen fcheen de Plaats te zullen over- meesteren, zo niet een hoop Ruiters, 's daags te vooren binnen gekomen tot geleide eeni- ger Koopluiden , en nu, by toeval, opge- zeten , om wederom uit te trekken, den fchrik gebragt hadt onder de Staatfchen, die waan- den, dat hun toeleg ontdekt, en die van bin- nen op hunne hoede waren. De Koningfchen kwamen, eerlang, in merkelyken getale, in de wapenen, en de Staatfchen werden, eerst door de poorte, en toen die gedopten was, 1 over de wallen, met verlies van ruim vier- honderd man, ter Stad uit gedreeven. Kleer- haage, die langst ftand gehouden hadt, fprong, eindelyk, van den kruistooren, in de graft, f en bergde zig ook, door de vlugt (/). Verdugo In Friesland, werwaards Parma eenen mer- I vak in kelyken hoop voet- en paardenvolk gezon- E Schoo- den hadt, werdt de fchans te Otterdum nog terbuu- benaauwd door Verdugo , onaangezien twee De prie. zyner fchanfen , om deeze Plaats opgewor- zéninde pen, door onweder en hoogen vloed,,veel Maine, geleeden hadden. Ook viel hy, op den agt- entwintigften van Sprokkelmaand, te Schoo- terbuurum, in de Kerk; doch werdt'er, door ;; eenig volk, dat 'er lag, zo ontvangen, dat; hy, met verlies, wyken moest. Van de an- i dere zyde, rukten de Friezen in de Marne, : daar zy den brand fhken in eenige woon in- f gen,.
(«O BorXX. Boek, il. 3 [5j3\
|
|||||
H ISTORI E. 69
|
|||||||||||||
XXIX. Boek.
|
|||||||||||||
gen, om de Landluiden dus te dwingen, tot IS%S;
het opbrengen der gevorderde fchattingen -——j (>). 'Doch midden onder dit woelen der wa- Hooge penen, vonden de Staaten van Friesland raad- jvan^kér zaam, eene Hoogefchool op te regten te Fra- 0p?re- neker, die nog in bloei is, en veele geleerde regt, mannen heeft uitgeleverd (ƒ). De Staatfche zaaken, hieromtrent, liepen xiv.
wat agterwaards , doordien de Graaf van Twist Oostfriesland , voorgeevende , zig onzydig ^et den te willen houden, een Keizerlyk bevel hadt varnaoott- weeten te verkrygen; waarby, aan beide de friesland, oorloogende partyen, 't verblyf in zyn Graaf- fchap verbooden werdt. Hy rustte, daarna, eenige Oorlogsfchepen uit, zo 't heette, tot beveiliging van den Eemsftroom en van den Koophandel op Embden (g). Doch ibrami- gen meenden, dat hy voorüadt, den Koning- lchen Steden mondbehoeften toe te voeren, en zyne havens voor haar open te houden. In Ynajaar, deeden de Staaten, die ook eenige fchepen op de Eems hielden (£), om den toevoer naar Groningen te beletten, eenige Embder fchepen aanhouden , die , door de Oorlogsfchepen van den Graave , fors ge- noeg , te rug geè'ischt werden. Men wei- gerde ze egter te ontflaan : doch een opko- mende ilorm , die de Staatfche vloot ver- ftrooide , verwierf hun de vryheid. De twist met den Graave, die zo hoog liep, datSonoi, in Lentemaand des volgenden jaars, last |
|||||||||||||
kreeg
|
|||||||||||||
9
|
|||||||||||||
£e) Bon XX. Bnik, bh ,i, 6 |5(>o, 562].
f/) F.OR XX. Boek, l/l. ai [672].
O) Kor XX. Honk, hl. 7 [563 U
0>) Rcfol. I-loU. x8 Maart, 5 Dec 1585. il. J34, 750.
i 3
|
|||||||||||||
7o VADERLANDSCHE XXIX. Boek.
|
|||||
1535. kreeg, om zig van Embden en andere fterk-
S—----ten daaromtrent te verzekeren, werdt, ein«
delyk, bygelegd, door een Verdrag, waarby :
de Graaf zig verhondt den Spanjaard, voort- aan, geene krygs- of mondbehoeften te zul- len toevoeren (ij. ■ Inval in ^aar ^e Veluwe was, zo. wel als naar Fiies» de Voiu- land , eenig Spaansch Krygsvolk gezonden, we, dat zig meester maakte van verfcheiden" fchanfen: onder anderen van eene, bezet met honderd Amfterdamfche knegten , onder Hopman Herman Roodenburg. Harderwyk en Elburg, waarvoor men bedugt was, wer- den, nog by tyds, van bezetting voorzien, door de Stad Amfterdam, aan welke, de Staaten van Holland vergoeding van haar Zutfen verfchot beloofden (£). Midlerwyl, werdt verzoent Zutfen geweldig gefoold, door de Spaanfche zigmet bezetting, tot dat Parma der Stad, in Sprok- nni£-Ko" keimaand, eenen bepaalden vergifnisbrief "fc toezondt, waarby zy , in haare voorregteri „ herfteld werdt, tot wederopzeggens toe, „ uitgenomen , dat het veranderen der jaar- „ lykfche Wethouderfchap, welk door de 3, Vroedfchap plag te gefchieden, aan Stad- ,, houder en Raaden van Gelderland gefield „ werdt. Ook moest men de Roomfche Re- „ genten wederom innaaien, en de Kerken „ en Godshuizen herbouwen. Voorts wer- 3, den verfcheiden' Perfoonen uitgeflooten ,, van deezen zoen, en Parma behieldt het „ uitleggen , veranderen eh maatigen van „ den-
en Bor XXr. Boek, bh 15 [<h>4] qiz, ■ (4) Bor XX. Boik, lil. 4 [552J.* |
|||||
XXIX.Böek. HISTORIE. ?i
„ denzelven geheellyk aan zig (/)." Wat —„
laater , viel hem Nieuwmegen van zelf in 1585. handen. De Roomschgezinden hadden hier , on- Niettw-
langs , volgens den inhoud der Geloofsvre- m^<jn de, eene iierlyke Kerk verzogt. De Graaf J^yü'stj van Nieuwenaar en Meurs hieldt dit voor aan 's eene ftoutheid, daar mogelyk meer agter Koning» ichool, en befloot, hierom, de Stad, daar Jgrf' maar tweehonderd Ruiters en driehonderd bra|,.. Knegten in lagen, te voorzien van meer volks. De Roomschgezinden, hiervan de lugt ge- kreegen hebbende, zogten 't te beletten, door het houden van fcherpe wagt aan de poorten. Toen wendde de Graaf het over eenen an- deren boeg. Hy kwam in de Stad, en zogt eenigen der voornaamfte belhamels daar uit te doen zetten. Doch deezen, 't gemeen heb- bende diets gemaakt , dat men zig van bet- zetting behoorde te ontdaan, om, geiyk 's Hertogenbosch, op zig zelven te zitten;, wa- ren hem te fterk, en kreegen zo veel toe- loops , dat het hem zyn leeven gekost zou hebben, zo hy zyn voorneemen hadt willen voltrekken. Hy zag 't werk dan aan, dat eindelyk , den vyftienden van Lentemaand, op het verjaagen der Staatfche Ruiteren en Knegten uitliep. Ten zelfden dage, zette men de Onroomfche Regenten af, en Roomfchen in de plaats. En toen leedt het niet lang, of de nieuwe Wethouders, vergeetende de belofte van onzydig te willen bïyven > met welke men 't volk gemompt hadt \ traden, door
(O B«-w XX. Hoek, il. 5 [,öo],
E 4
|
||||
7* VADERLANDSCHE XXIX. Boek.
|
|||||
1585. door bemiddeling van den Heere van Hau-
derland , in onderhandeling met den Prinfe yan Parma, die de Stad, op den vyftienden van Grasmaand , in genade ontving, onder beding, dat zy, niet dan by nood, met andere foldaaten, dan die zy reeds tot haare befcher-r ming hadt aangenomen, bezwaard zou wor- den. Den Onrqomfchen ingezetenen werdt twee jaaren vergund , om tot de Roomfche Kerke weder te keeren, of de Stad te verba- ten (m). XV. 't Omflaao van Nieuwmegen bragt de Kampen naaste Steden in gelyk gevaar. Te Kam- hem ver- Pen ÜePen de Spaanschgezinden te hoop, op zekerd. den zeventienden van Lentemaand. De Staats fche burgers greepen ook naar 't geweer, en 't raakte eerlang uit de fchede, van we- derzyde. Doch Hopman Maarten Wolfwin- kel ftilde den oproer gelukkiglyk. Sedert, kreeg men 'er meer Kfygsvolks binnen , en zulken, die 't meest in 't oog liepen, werdt de Stad ontzeid. De Graaf van Nieuwenaar wist ook behendiglyk volk te krygen in Arnhem,. daar men gelyken toeleg als te Nieuwmegen Does- gefmecd hadt. Maar te Doesburg, gelukte hiifgönt-het den Roomschgezinden , met hulp van vangt ' eenen grooten hoop boeren , kwanswys uit rheb"- deernis binnen gelaaten, de Staatfdie bezet- zetting! ting de Stad te doen ruimen, op den dertigften vän Lentemaand, waarna zy bezetting, van 's Konings weg'e, innam (V). Mid-
fffl) Refol. Holl. 20 Maart, 15 MrU 1585. il. 102, 216,
JiOR XX. Boek, bh 7 [56.31. ...,-.. . ■ C»J Ror. XX, Hoek, 14. 3 [56ÖJ,
|
|||||
XXIX. Boek. HISTORIE. 73
Midlerwyl , werdt de Veluwe deerlyfe-af- f585,
gelooperi door Joan Baptista Tasfis. Hy be------^
magtigde 't Huis te Makfoort,. daar de be- ™*V£-
zetting, op eenen fchryver na, deerlyk ver- ae Hui- moord werdt. 't Slot te Nieuwbeek viel hem zen te ook in handen: doch hier liet hy de knegten Hakfoort loopen, maar de bevelhebbers ophangen. In ^. - Grasmaand, viel hy in Gooiland, pionderde b^™' Emmenes, Huizen, Blaiikom, Laren, Hil- Hy valt yerforn en Ankeveen, en zo veele gevange- in Gooi- nen medefleepende , dat hun losgeld meer land* dan een tonne fchats beliep. Van vee, huis- raad en geldhadt hy, daarenboven, een'groo- ten buit behaald. Hy keerde, digt voorby Naarden en Amersfoort, naar Zutfen; waar- uit vermoeden rees , dat hy 't oog ook op deeze twee Steden hadt, en heimelyk ver- stand hieldt, met die van binnen. Wat hier- aan zy, de Heer van Villers, Stadhouder van Utrecht, kwam, kort hierna, te Amers- foort , en deedt 'er zesentwintig Roomsch* gezinde Burgers ter Stad uit leiden (0). Tasfis , die zig geene rust gunde , ver- De Haï-
meesterde, in Bloeimaand, 't Huis te Regte- zen te ren en 't Huk te Schuilenburg: waartegen Regtc- Graaf Willem van Nasfau , die tot bewaa- Zu- ring van de Veluwe afgezonden was, verder ïenburg zynde voortgetrokken , de fchanlen Slyken- verloo- burg en Oïdemarkt, waaruit Verdugo de ""• Zevenwolden kwelde , innam (p). In Zo- wMem mermaand , vertoonde Tasfis zig wederom over- op de' Veluwe, met zestienhonderd man, zig meestert ne- l.wee r
(o)Borxx. Boek, hl. 9 [566]. fchaufen rp) 'Bok XX. Beek, bï, 54 f684].
E 5
|
||||
74 VADERLANDSCHE XXK.Boe*;.
*5$5' nederflaande by Wouwenberg, in 't Stigt van
' Utrecht. Twee mylen verder, by Ameron- gen, lagen de Staatfchen, onder de« Graave
van Nieuwenaar, den Heere van Villers, en andere Bevelhebbers. Nieuwe- Nieuwenaar hadt, kort te vooren, op den naar ver- naam van Truchfes , verdreeven Keurvorst rastNuis. van Keulen, met omtrent duizend man ee- nen inval gedaan in dat Aartsbisdom, en 't was hem gelukt, Nuis te verrasfen, op den Schenk tienden van Bloeimaand (g). ïerwyl hy zig gaat tot hier ophieldt, was, met hem, over het wisfe- fcheSzvdê len van Partye' in onderhandeling getreden
OTer/ Maarten Schenk van Nideghem : en op den twintigften, kwam men, binnen Gelder, o- vereen, dat Schenk zyn Huis, Blyenbeek, den Staaten leveren zou, en voorts hunne zyde houden, mids zy hem eene Veldmaar- fchalks plaats, in hunne Legers, opdroegen, en hem een ander Huis , in de plaats van het zyne , verzorgden , of vierduizend gul- dens in 't jaar, zynde het beloop der inkom- ften van Blyenbeek. Na het fluiten van dit verding, ruimde Schenk zyn Slot, en ber- magtigde , nog voor het einde der maand, het Slot te Overasfelt, by Graave (V). Gevegt Thans hadt hy zig ook , te Anierongen , by Ame- by Nieuwenaar en Villers gevoegd. Tasfis rongen. overviei njer ^e Staatfchen, met zyne mees- te Ruitery , op den drie-entwintigften, laa- iende twee Kornetten een ftuk wegs agter zig , met al het voetvolk. De Staatfchen , dunt**
(<?) Kou XX. Beek, h'. si |V)24].
'r Refol. Hol!. 5 July 1^3. tl. 353. Bor XX, Boek, U
53 |ó-3]- |
||||
XXIX. Boek. HISTORIE. 75
daarentegen, rukten aan , met alle Vaanen 1585.
te gelyk; doch hadden geen' dienst van hun--------
voetvolk. De ftryd duurde eene wyle, met
wederzydsch voordeel of fchade: tot dat hon- derdenvyftig welgeflooten' paarden, geleid door de jonge Graavên van den Berge, Os- wald en Herman, op de Staatfchen kwamen ïnftorten, waardoor hunne matte Ruitery terftond in wanorde geraakte. Het voetvolk van Tasfis, midlerwyl genaderd, valt op de Staatfche knegten , die zig, gedeeltelyk , dapper weerden; doch eerlang te kort fchoo- ten , en met merkelyk verlies ruimen moes- ten (.?). Nieuwenaar ontkwam 't, binnen Amersfoort, Schenk, binnen Wyk te Duur- ftede. Villers , gewond zynde in 't hoofd, De Heer werdt gevangen genomen, en, na lang zitten, vimViu niet dan om hoog losgeld, geflaakt. De ty- '?rs ding deezer nederlaage bragt den fchrik in vTn^eif.6" de naaste Steden, die flegt voorzien waren. = Men vreesde voor eenen inval in 't Stigt en in Holland; doch Tasfis, zig te zwak hier- toe kennende, week, eerlang, met grooten buit, weder naar Zutfen. Midlerwyl, hadt men, in alleryl, het Dorp Vreeswyk van bezetting voorzien, en begonnen te befchan- fen. Ook werden de fluizen aan de vaart geopend, en, 't land daar door ondergezet. Naarden, Weesp en Zwol werden ook voor- zien van eenige Amfterdamfche foldaaten, en de verftrooide benden herzameld, en in Amers- foort, Wyk te Duurftede en Reenen gelegd (t), waar
fs~) Refo!. Holl. 14 Jv.uy 1585. il. 329.
CO COR X^. Boek, il. 55 [6^4]. |
||||
76 VADERLANDSCHE XXIX. Boek.
ï'585. waarmede men zig, aan deeze zyde, dit
--------jaar, genoegzaam beveiligd rekende. xvi. Omtrent deezen tyd, iineedde Graaf Wil-
Graaf lem van Nasfaü, aangezet door Roelof Ketel Willems van Groningen, eenen aanflag op deeze Stad, aanflag ^ ]iwajyic uitviel. Ketel, van eenigen gehol- nint'en°' Pen' nam aan' eene Poort te overweldigen,
mislukt, en den Graaf, door dezelve, ter Stad in te laaten. Ten beftemden • tyde , was Graaf Willem, met vyftienhonderd man, in Dren- te gekomen. Van hier, moest hy, voorby de fchans Noörich, naar Groningen trekken : en om dit te doen, zonder dat het in de Stad gemerkt werdt-, ftelde hy, des nagts, eene hinderlaage toe , welke hy beval, des mor- gens , ten negen of tien uuren, op te ryzen, en de koeijen weg te dryven: op dat men, in de Stad, na 't gerügt over het ro-oven der beesten, 't gerügt van zyne aankomst ver- neemende, denken zou, dat het nog 't zelf- de werk was. Doch de laag werdt ontdekt,- door een' boer, die 'er, op Nyenoord, 'ken- nis van gaf. Terftond trekt 'er Hopman Henrik van Delden op af; doch hy werdt bejegend door den grooten hoop, die hem noodzaakt, de wyk te neemen binnen Noö- rich. 'Graaf Willem omringt de vasting ter- ftond met honderd man, zo dät 'er niemant uit kon, om de Groningers te waarfchuwen. Doch een ferjant, last krygende om eenige foldaaten, die onder de vesting liepen fcher- rrmtfelen , af te haaien , leidt, uit misver- ftand, al de manfchap weg. Van deeze ge- ■ legenheid bedient zig Henrik van Delden, en rent fpoorflags naar de Stad, Ketel ver- neemt |
||||
XXIX. Boek. HISTORIE. 7y
neemt hier, haast, dat men op zyne hoede 1585.
is, en fchikt twee foldaaten naar buiten, om--------
Graave Willem hiervan te verwittigen; doch
zy vallen den Spaanfchen in handen, die hen, met den brief, welke ongetekend en hun niet door Ketel behandigd was, naar de Stad te rug zenden. De luiden, die de poort 0- verweldigd zouden hebben, waren, midler- wyl, ter Stad uit gevlugt. Doch Ketel, hun uitgeleide gedaan hebbende , was wederom ftedewaards gekeerd, waanende, dat op hem geen bedenken vallen zou. De fol- daaten, fchoon zwaar gepynigd, wisten nie- mant te noemen, zynde hun ook van 't ge- heim des aanflags niets anders gemeld, dan dat het overweldigen der poorte dienen zou, om eenen Koopman te ligten, die daar bui- ten plag te gaan wandelen. Evenwel liep Ketel by fommigen in 't oog. Den Burge- meester , Joachim Uhbena, die hem hierover aanfprak, onder vier oogen, meende hy met praaten gepaaid te hebben ; doch hy werdt , den volgenden nagt , van 't bedde geligt, voorts, door pynigen, tot bekente- nis gebragt, onthalsd en gevierendeeld. De brief brengers raakten vry , met eene gees- feling. 't Mislukken van deezen aanflag deedt Graave Willem belluken , nooit meer te bouwen op verftand met luiden van bin- nen ; maar zig van andere Krygslisten te die- nen , om Steden te verrasfen («). Doch 't was, ook te vooren, op het ein- XVIT.
de van Lentemaand , den Spaanfchen mis- Vmm- I , looza
, , .. IÜKr' aanllajj
( W R«yu IV. Uoek, il. Cr, enz.
|
||||
fè VADERLANDSCHE XXIX. .Boek,
|
||||||||||||
1585- hikt, Oostende, by verrasfin'g, in te neeroen.
-- Da Heer de la Motte, die binnen■ Grevelin- |
||||||||||||
van ia gen geboodt, was reeds in de oude Stad
|
9
|
|||||||||||
Oo°"en°.P daar hy ziS be§on te fterken en op meer
de, volks wagtte. Doch de Staatfchen gunden hem hiertoe geenen tyd , deeden eenen fei-
len uitval, en dwongen hem de plaats te rui- men (y). : . Parma Antwerpen, tot in Oogstmaand benaauwd voltrekt Zynde geweest, moest, eindelyk, bukken fchip- voor de sPaanfche overmagt. De Prins van brug op Parma hadt de fchipbrug over de Schelde , de Schei- al vroeg in 't voorjaar, voltooid gezien. Zy cie' beflondt uit tweeëndertig pleiten, verbonden door masten, draagende eenen vloer van planken, en leggende tusfchen twee hoofden van paalwerk , die , van de wederzydfche oevers af', naar 't midden der riviere, lie- pen , en insgelyks met planken gedekt wa- ven. De brug en de pleiten waren behoor- lyk voorzien van gefchut. De Staaten, die-rr 't buiten de gisfing ging, dat dit werk zo fpoedig en gelukkig voltrokken werdt, za- gen, te laat, dat zy 'c eer moesten verhin- Lief- clerd hebben. Nu gaven ze den Graave van kens- Iïohenlo en den Admiraal Justinus van Nas- andere11 faa last' om Liefkenshoek aan te tasten, en ichanfen ware 't mogelyk te herwinnen, op dat men f^ewon- de brug, van daar, zou können vermeeste- nen' ren. 't Gelukte. De Vesting werdt opgegeven by verdrag, en verfcheiden"'andere fchanièn in deezen oord, in den aanvang van Grasmaand 00-
Te
O) Hor X?r. nnek, II. 12 [570],
(w ) !!»(; XX. Huilt, il. ,,i L5ySl- |
||||||||||||
XXIX. Boek. HISTORIE. 79
Te Antwerpen, alwaar men begreep, dat jt5g5,
de behoudenis der Stede afhing, van het ver- —;— nieten van Parmas fchipbrug, fpitlte elk de De Ant- zinnen, op het uitvinden van middelen, hier- werpe- toe dienftig. Gianibelli ftelde, eerlang, ee- JJXen ne foort van brandfchepen toe, die, zo hy de brug, zig verzekerd hieldt, de brug moesten doen door in de lugt vliegen. Tien pleiten en twee ™ddel fchepen werden, behoorlyk voorzien , op l™nd- den vierden van Grasmaand , des avonds , fchepen. naar beneden gezonden. Doch een der twee fchepen bereikte de brugge niet, maar raakte vast onder weg, fprong daar, en doodde ee- nige Spaanfche foldaaten, leggende in eene fchans , aan den oever. Het ander fchip, gedreeven tot aan de brug , deedt heviger werking. Het borst, met zo geweldig een' llag , dat de aarde, drie mylen in 't ronde, fchudde, en de Schelde, over haare oevers gevloogen, de fchans S. Maria en de naaste landen onder water zette. De zwaare zerk- en andere fteenen, de yzeren bouten, nagels en fchakels, die 't brandfchip uitwierp, kwet- ften en doodden veele Spaanfchen, die met den flag niet gefneuveld waren. De brug werdt zeer zwaar befchadigd. Parma zelf, die 'er, nog even te vooren, op geweest was, en zig nu omtrent eene boogfcheut wegs van den dyk bevcndt, werdt, door den üag, ter •aarde gefmeeten. Vyf honderd of meer Spaan- fchen zyn 'er, by deeze gelegenheid, ge- fneuveld, en onder dezelven, de Markgraaf van Rysburg , de Heer van Billi en andere luiden van naame. Dat de Staatfche en Am- wcrpfche Vloot toen niet, terftond, vanbo- ven |
||||
8o VADERLANDSCHE XXIX. Boek:;
|
|||||
1585. ven en van beneden, aankwam op den vyand„
•--------wyt men aan de onkunde der Antwerpenaa- ren van de uitwerkinge der brandfchepen, waaruit zy, eerst op den derden dag, gered werden, door fchryven van den. Graave van Hohenlo, hebbende de luiden, die zy hadden afgezonden, zig niet na genoeg aan 't gevaar durven begeven , om behoorlyk te können berigten, wat'er, met de brandfchepen, wa- Zy wordt re uitgevoerd. Dit draalen gaf Parma gele- her- genheid * om de brug te hermaaken, dat hy maakt. jn ^rie dagen deedt (#). Aanval- Hohenlo ondernam, federt, des nagts na len op den zesden van Bloeimaand, eenen aanilag den Kon- op den Kouwenfleinfchen dyk; doch, door ze- w™ftem- ker misverftand, een weinig te vroeg, 't welk dyk" oorzaak was , dat hy, met fchade , wyken moest. Parma zig toen, van nieuws, gefterkt hebbende op dien dyk, ondernamen de Ant- werpenaars het breeken der brugge wederom ; doch een en andermaal, met ongelukkigen uitilag. Toen, een Spaansch fchansje te Lillo bemagtigd hebbende , doen de Staatfchen , des nagts na den vyfentwintigften, eenen tweeden aanval op den Kouwenfleinfchen dyk, die in 't eerst fcheen te zullen geluk- ken. Doch Parma , zelf op den dyk ver- feheenen, blies den zynen zo veel moeds in, dat de Staatfchen aan 't deinzen , en mids het vallen des waters en 't vertrekken der fchepen , die hen aan den dyk hadden op- gezet , geheel aan 't zwigten raakten. Zy lieten 'er meer dan veertienhonderd man, OIÏ-
O) ßflR XX. Jiuck, hl. 32 [596],
|
|||||
XX1X.B0EK. HISTORIE. 81
tóider welken, Filips de Zoete * Heer van 1585.
Hautain, in volle rusting, van den dyk ge- fprongen zynde, verfmoorde in den modder. vaenHf£. Des anderendaags , veroverde Parma een tainfneu- houten blokhuis, door de belegerden gefügt, velt. op een vlot vän balken, en gefchikt om de brug j op 'svyands fchanfen daar uit te be- ftoken. Zy hadden 't den naam van Fin de la Guerre, ofEinde des Oor logs, gegeven. Doch Parma deedc het, terftond , als nutteloos, floopen (jy). In de Stad, werdt nu de leeftogt dagelyks Nood en
fchaarfer, des men, by de Wethouders en verwar- onder de Gilden, begon te fpreeken van han- ""| jj^£ delen met den vyand. Aldegonde verzette werpen. zig hiertegen ; doch bewilligde , eindelyk, dat men, by Parma, bedektelyk onderflaan zou', of hy de Stad , op algemeene voor- waarden, met toelaating van den Hervorm- den Godsdienst, zou willen ontvangen. Al- degonde zelf fchreef, hem hierover ; doch kreeg geen antwoord. De gemoeden der Ingezetenen, vooral der Roomschgezinden, raakten, midlerwyl, hevig aan 't gisten. Men dreigde Aldegonde de dood, zo hy zig niet verdroeg met den Prinfe van Parma. Hy Aanvang en eenige anderen werden dan naar 't Leger (ies him- gezonden, met last om over eene algemeene p^sm™w verzoening der vereenigde gewesten te han- delen. Doch Parma wilde niet gedoogen, dat hec Verdrag met de Stad, door dit alge- meen Verdrag, welk nog veele voeten in de aarde hebben moest, vertraagd zou worden. Men
Cv) Ror XX. Boek, hl. 33 [597] snz,-
VIII. Deel. F
|
||||
8a VADERLANDSCHE XXIX. Boek.
1585. Men fcheidde dan vrugteloos. De algemee-
--------ne Staaten en de Staaten van Holland lieten,
ondertusfchen, niet na, der benaauwde Stad,
door brieven en gezanten, moed in tefpree- Meche- ken en ontzet te belooven. Doch 't be- ien ver- magtigen van alle de fterke huizen rondsom doord ^e ^ta(^' van verfcheïden' fchanfen omtrent farma. Mechelen , en eindelyk van Mechelen zelve op den negentienden van Hooimaand (2), deedt de Wethouderfchap, eerlang, beflui- ten, om, op zig zelve, met Parma te han- delen. Aldegonde en nog twintig anderen, uit de Wet, de Gilden en Schutteryen, wer- ' den, ten deezen einde, naar 't Leger afge- , vaardigd. Op den twaalfden van Oogstmaand, fchreef Graaf Maurits en de Raad van Staa- te den Antwerpenaaren aan, dat zy binnen twaalf dagen ontzet te wagten hadden. Ook maakte men de vloot hiertoe vaardig (V). Amwer- Doch op den zestienden, floot de Bezetting, pen geeft en des anderendaags , de Stad het verdrag zigover, met (jgn prjnfe van Parma, waarby Antwer- drag[er" Pen ï na zulk eene langduurige belegering,
wederom onder 's Konings gehoorzaamheid overging. Ten opzigte van den Godsdienst, werdt hier ook beftemd, dat men den Room- fchen oefenen , of de Stad ruimen moest, zonder dat men egter iemant , binnen vier jaaren , in 't geloof onderzoeken zou. De Stad moest, om 't Krygsvolk eenigszins te vergenoegen , vierhonderdduizend guldens opbrengen. Aldegonde beloofde , binnen 't jaar,
(z ) Bor XX. Hoek, tl. 4.1 [6otf].
{ 0) Bok XX. Hoek,. U. 43 [öoi-óiti]. |
||||
XXIX.Boek. HISTORIE. 83
|
|||||
jaar, de wapenen niet tegen den Koning te zul- 1583,
len voeren (£). Doch hy bragt zig, door het agting by de Staatichen, dat men hem, uit hier doos Zeeland, werwaards hy zig dagt te begee- behaald„ ven, riedt, zig daar niet te vertoonen (c). by M^** Als hy, hierop antwoordende, Parmas deug- S°nde* den en de Spaanfche magt ten hoogften ver- hief, en driftiglyk riedt tot vrede, liep het zo ver, dat hem de Vereenigde Nederlanden verbooden werden. Evenwel, verftoutte hy zig, naderhand, in Zeeland te verfchynen. Doch hy werdt hier, in zyn huis, gegyzeld (d), en fchoon hy, zig voor de algeraeene Staaten verdedigd hebbende , ondieeven werdt van de gyzeling, heeft men hem eg- ter , federt, genoegzaam niet gebruikt in zaaken van Regeeringe. Men nam hem, on- der anderen, zeer kwalyk, dat hy de eerfte aan Parma hadt gefchreeven. Ook liep het in 't oog, dat hy van Parma bedongen hadt, zyne goederen, niet flegts voor vier jaaren, gelyk de andere Onroomfchen , maar voor altoos, te mogen blyven bezitten. Men be- floot hieruit, dat hy te zeer helde over de. Spaanfche zyde (V), en deeze oude boezem- vriend van wylen den Prinfe van Oranje raakte , maar ruim een jaar na 't overlyden zyner Doorlugtigheid, t'eenemaal buiten be- wind van Regeeringe. De Griffier van Ant- werpen , Willem Martini, te Dordrecht ge- ka- W B'iR XX. Rwk, U. 4? [filolJ
CO jf»« ltsfol. Holl. 18 äug. 1585. hl. 484, {d) Refol. Hol!. 2I jyäv, 1585. U 711. C"J BgR XX. JM)(Mt lil. 46-50 L(>J4'fuï!> F a
|
|||||
84 VADERLANDSCHE XXIX, Boek.
|
|||||
i5?5. komen, was, van daar, naar den Haage ont-
•———- booden , alwaar hy ook, ruim veertien- da- gen, vast zat, en toen bevel kreeg, om 't Land te ruimen (ƒ). xvril. Doch eenige maanden te vooren, was nog De Ad- een ander oud dienaar van. den Staat en van miraai ^ zvne Doorlugtigheid verlaaten van zyne worft"5 Arripten. De Admiraal Willem van Blois van zyne van Treslong, ongenoegd op eenige Leden Ampten der Admiraliteit in Zeeland, welken, onder verlaaten auderen, verzuimden, lastbrieven uit te gee- gezet."" ven aan twee Hopluiden, door hem benoemd, hadt zulks, lcherp genoeg, te kennen gege- ven aan Graave Maurits en den Raad van Regeeringe te Middelburg, en onder ande- ren gezeid, dat hy den Lande geenen dienst wilde doen, zo de Raadsman Heins en de Ad- vokaat Fiskaal Valerius niet werden afgezet. Dit werdt zo hoog genomen, dat Treslong, op eenen voorflag. van Graave Maurits en den Raad van Regeeringe , van alle zyne Ampten verlaaten, en, op 's Graavenfteen „ te Middelburg, in hegtenis gezet werdt, op den zevenentwintigften van Sprokkelmaand. De Staaten van Holland, hiervan kennis be- komen hebbende , verzogten terftond aan Graave Maurits en den Raad, dat men hem als een Edelman wilde handelen ; en zyne voorgaande dienften gedagtig zyn , zo veel zulks naar Regte gefchieden mögt (g). Zyne Huisvrouw , verfcheiden' anderen, zelfs de Graaf van Hohenlo vervoegden zig aan Graa- ve (ƒ) Refbl. Holt. 2, 3, Iï, 29 Oct. 22 Kty. i^. U, 593,
C03, 629, ö.|6, 713. ig) Refol. Holl. tl April 1585. tl, LOJ |
|||||
XXIX. Boek. HISTORIE. 85
*ve Maurits en den Raad, verzoekende, dat 1585.
hy, voor zyne behoorlyke vierfchaar, mögt ■■■ rits en de Raad oordeelden „ dat de zaak „ hun aanging, en dat zy 'er Regters over „ fcelien konden : anders mögt men zig tot „ qe algemeene Staaten keeren." Treslong Befchul- werdt, eindejyk , in Grasmaand , te regt diging gefield voor 'c Geregt van Middelburg, daar te" ZT de Baljuw , David Zomer, hem Majeiteit- "f*1 la$* fcherinis en andere fnoode misdaaden aan-; tygde , en zynea hals en goederen eischte. Hy, ondertusfchen, in geheel Zeeland, nie- mant hebbende können vinden, die herts genoeg hadt, om voor hem te pleiten, moest, daartoe, eenen Advokaat uit den Haage doen komen, die hem, in zyn afwezen, deftig ver- dedigde, dingende, by voorraad, op ontflag onder borgtogr. Terwyl men de zaak fleepen- De Cï- de hieldt, riedt hem de Cipier te ontvlugten, pier be- en boodt hem daartoe gelegenheid aan, mids 5Jnest hem vooraf duizend, en na 't ontkomen nog eens duizend guldens betaald werden. Men floot den koop : dien de Cipier, met eenen fchriftelyken eed , bevestigde.. Doch alles was gefchied, met voorkennis van den Bal- juw, die de duizend guldens naar zig {treek, zo dra ze den Cipier, door Treslongs Huis- vrouw e , gebragt waren, fchoon ze zyne erf- genaamen , naderhand , jn gevolge van een vonnis des Hofs van Holland , met de in- trest , wederom hebben moeten uitkeeren. Voorts, maakte hy veel ophefs van Treslongs voorgenomen' ylügt , en vorderde hem aan «ds paleije. Doch" dit ontlejden zyne Advor F 3 ' kaar |
||||
86 VADERLANDSCHE XXIX. Boek.
|
|||||
1585. kaaten. De zaak bleef dan fteeken. De ge-
—
Koopluiden, over Krygszaaken, waarop zy-
- ne voornaamfte befchuldigingen liepen, niet konden oordeelen, verzoekende hy, hierom, voor den Krygsraad , gefterkt met gemag- tigden uit de algemeene Staaten, of voor den Hove van Holland te regt te mogen liaan; doch dit, en zelfs het fchryven der Engelfche Ko- ninginne, by welke hy veele vrienden hadt, mögt hem niet baaten. Hy zat op 's Graa- venlleen, tot na de verkiezing van den Graa- ve van Leicevster tot algemeenen Landvoogd, waarvan wy terftond fpreeken zullen. Deez' Hy be- gaf hem eerst zyn huis , daarna den Haagq tomt zy- tot: eene gevangenis, en eindelyk, in Slagt- hekL7" niaand des jaars 1586, verlof om te reizen, werwaards hy wilde , mi ds by eede beloo- vende, op alle vermaaning, voor den Hove van Holland, te zullen verfchynen. Daarna, met Leicester , naar Engeland getrokken , en , met nieuw voorfchryven der Koningin- ne, te rug gekeerd zynde, dagvaardde hy den Baljuw Zomer voor 't Hof, welk dee- zen egter ontfloeg van de verfchyning. De Wethouders van Middelburg ftelden ook het overzenden van de ftukken des gedings, van tyd tot tyd, uit. In 't jaar 1588, ver- zogt Treslong , dat de Advokaat Fiskaal en Prokureur Generaal van Holland zyne zaak roogten ter hand neemen; doch deezen ver- klaarden , geene ftof van befcliuldiging te- ITy gen hem te vinden. Treslong befloot, ten vor4t laatften, elk, die iets tegen hem hadt, voor zuiver 't ft0f te dagvaarden, en alzo niemant verr |
|||||
XXIX. Boek. HISTORIE. 87
|
||||||
fcheen, werdt hy, op den negentienden van 1585.
Zomermaand des jaars 1595 , van alle mis— |
||||||
daaden zuiver verklaard; waarvoor hem Waard
ook de Staaten van Holland erkenden. Doch V*n/U| zyn Ampt van Admiraal van Zeeland was, mis aac * al terftond na dat hy, in 't jaar 1585, aan- getast was, gegeven aan Justinus van Nasfau, natuurlyken Zoon van den overleeden Prin- fe. Ook werdt hy , in geene Krygsamp- en, door ten , meer gebruikt. Maar zyne Genade-, Graave Graaf Maurits , ftelde hem , eerlang , by ^la,urus > goeddunken der Staaten, aan tot zynen Lui- n^~ tenant Groot-Houtvester en Valkenaar van Houtves- Holland: in 't bekleeden van welke hoflyke ter en waardigheden, hy het overfchot zyns leevens Valke- heeft doorgebragt (Ä). ' ™"kf * In de Lente des jaars 1585, waartoe wy xix.
nu wederkeeren, zonden de Hanze - Steden, Bezen- binnen Lubek vergaderd , hunnen Geheim- ^ing der fchryver, Adolf van Osnabrug, aan de alge- S™J^ meene Staaten , om te verzoeken , dat de aan & ai_ Regten op de inkomende en uitgaande goe- gemeene deren werden vernietigd. Zy voegden 'er Staaten. eenen raad by tot vrede met Spanje, fchoon men al geene gewenschte voorwaarden mögt können bedingen. De Staaten vaardigden den Geheimfchryver af, met eenen beleef- den Brief, waarin zy egter te verdaan ga- ven, dat de Hanze-Steden, die haaren raad tot vrede, in dreigende bewoordingen, had- den doen voordraagen, regt nog gezag had- den, om hun regel van oorlog of vrede voor te fchryven. Voorts gaf men goede woor- den , C#) Bor XX. Boek, iL I2-3T [57«-ï9*3-
F4 |
||||||
88 VADERLANDSCHE XXIX. Boek;
1585. den, zynde thans het groot belang van den
-*s—— Staat, zig geene nieuwe vyanden te maaken (i). XX. Na 't afbreeken van den handel met Nieuwe prankryk, in Grasmaand, waren de alge- lingme* meene Staaten , eenen geruimen tyd , in o- de Ko- verweeging geweest , op het hervatten van ningiiine den handel met de Engelfche Koninginne. van En- Weinige uuren > na dat de Gezanten , uit (jelnnd. prankryk te rug gekeerd , verflag hunner verrigtingen gedaan hadden , leverde de Heer de Gryze , die , van Brabants wege, in Engeland geweest was , den algemeenen Staaten eenen Brief over, waarby de Konin- gin hen beklaagde, dat zy zig van Franfche hulpe verfteken zagen, te gelyk betuigende, hoe haare zorg voor hunnen welftand, door den tyd, niet af- maar toegenomen v/as. De Gezant Davidfon hadt ook te verftaan gege- ven , dat zyne Meesteres genegen fcheen, tot byftand der Staaten. Men befloot dan, zig van deeze opening te bedienen , en de byzondere Staaten te doen vergaderen, om te overleggen , of men der Koninginne de Opperheerfchappy zou aanbieden, of met haar over eene altoosduurende befcherming der Landen handelen (k). De raadpleegingen hierover duurden, tot in den aanvang van Zo- mermaand. De Staaten van Holland hadden, al terftond, aan die van Zeeland gefchree- ven? om hunne gemagtigden, op dit gewig- tig ftuk, waarop ook alle de Edelen en de klei- ne Steden van Holland befchreeven waren, met
(i~) Bon XX. Boek, H. 55 [625].
(t) Bor XIX. BoekviI, 62 [539]. XX, Roek x IL 3 1.55*11,
59 [Ö20J ««*• |
||||
HISTORIE. 89
|
||||||||
XXIX. Boek.
|
||||||||
met volkomen last, herwaards te fchikken (/)• 1585;
En de Edelen en meeste Steden beflooten, ----—a
op den agttienden van Grasmaand , der Raad-
Koningïnne' de Opperheerfchappy aan te L^wêr bieden, of, zo zy ze afwyzen mögt, haar over ter om önderftand te verzoeken, onder behoorr Vergade- lyke verzekerdheid. Amfterdam, Gouda en ™g.ev*n Alkmaar maakten, in 't eerst, zwaarigheid, lolland' om zig te voegen by de overige leden Qn)? Amfterdam en Alkmaar lieten zig egter fpoe- dig overhaalen. Doch Gouda kon alleen be- woogen worden, om in 't verzoek van ön- derftand te bewilligen , niet in de opdragt der Opperheerfchappye («). Wyders beloof- den alle de Steden , behalve Gouda , wel- ke Stad flegts Brieven van verzekerdheid wil- de aangebooden hebben (0), dat zy Engel- fche bezetting inneemen zouden, zo de.Ko- ningin eëne of twee Hollandfche Steden, tot haare verzekering, vorderen mögt (ƒ>). Men ontwierp twéé volmagteri, op den naam van Ridderfchap, Edelen en groote en kleine Steden, vertoonende de Staaten, en zig fterk maakende , voor de andere kleine Steden , Heerlykheden en Vlekken van Holland en Westfriesland. In de eerfte, waarin de naam van Gouda niet gefpeld werdt , werden de gezanten, tot de aanbieding der Opperheer- fchappye ; in de andere, tot het verzoeken van önderftand gemagtigd Qf). Doch in Zee- land CO Refol. TTolI. 11 Jtprlliste. bl. awï, 207.
Cm) ReM'. Holl. 18 Ai-rll 1585. bl. 2«.
C«) Relol. IIoll. 25 April i Rfny t ,85. hl. 239, 445.
Co; Refol. Holl. 8 May 158s. H. 25g.
Qp ) Relbl. Holl. 2 May 1 <;»*;. hl. 24fi.
Cj; Refol. Holl. 8 May 1585, hl. 2G3.
F 5
|
||||||||
-f •
|
||||||||
9o VADERLANDSCHE XXIX. Boek.
i 585- land was men zo fpoedig niet gereed, 't Liep
—— -■- aan tot den aanvang van Zomermaand , eer dit Gewest zig , met Holland en de andere Landen, vereenigde (V). Die van Holland Vonden zig toen, om 't werk door te zetten, gedrongen, te verklaaren, datzy, over gee- ne zaaken van belastinge of Regeeringe , begeerden te raadpleegen, zo lang de Gezan- ten naar Engeland niet werden afgevaardigd He Staat- (s). Kort hierna, vertrokken de Gezanten, fche Ge- te weeten Jakob de Gryze, van Brabant; vertrek- ^tffgerf van Haarfolte, Burgemeester van Har- ken naar derwyk , van Gelderland; Noël van Karon, Enge- Heer van Schoonewal, van Vlaanderen; Joan ia*d. van der Does , Heer van Noordwyk, Joost van Menyn, Penfionaris van Dordrecht, Joan van Oldenbarneveld, Penfionaris van Rot- terdam , en Francais Maalzon, Penfionaris van Enkhuizen , van Holland en Westfries* land ; Jakob Valke, Raadsman van Staate, van Zeeland ; Paulus Buis , voorheen Ad- vokaat van Holland , van Utrecht; Jelger Feitsma, Raadsman van Staate, Hesfel Ais- ma, Prefident van den Hove, en Laas Jon- gema van Friesland (a). Zy ftaken, op den agtnenden, in zee; doch moesten, wel twee- maaien , door tegenwind, wederom inloo- pen (/•). Terwyl zy verwagt werden, kreeg men,
fr~) Refol. Ho'l. 4 'funy 15Ü5, hl. J05.
(s~) Uefol. Holl. 3 Juny 15^5. W. 299. (t) Hou XX. Hack, lil."rtj f6351. Remonfcr. van Olrienbant. in de Waar. Hst. hl \jf\.
( ) Men vindt de Vol magten voor die van Gelder-
land , Vlaanderen en Utrecht, en de Volmagt, den Ge- zanten in 't gemeen, door de algemeene Staaten, me- degegevtin, in de Act. Publ. Angl. Tom. VI. V. IV. p. i8a, 183. |
||||
XXIX.BoEK. HISTORIE. 91
men, in Engeland, tyding, dat Filips de Hol- 1535.
landfche en Zeeuwfche niet flegts• maar ook ——— de Hoogduitfche , Oosterfche en Engelfche fchepen, in Spanje, hadt doen beflaan (V), 't welk fommigen Engelfchen aanleiding gaf, om de Koningin fterk te raaden, tot het aanvaarden der Heerfchappye over de Ne- derlanden : waartegen anderen haar voor- hielden , dat zy zig 't bedryf der Neder- landeren , die men niet hooger dan muite- lingen te agten hadt, niet behoorde aan te srekken, 't Gevoelen der eerften, die dree- ven ,. dat men openlyk met Spanje breeken moest, werdt ten minden in zo verre ge- volgd, dat de Koningin ook op alle Spaan- fche fchepen beilag deedt leggen (v). Op T)e Ro- den zesden van Hooimaand, kwamen de ninë''n Staatfche gezanten in Londen. 33e Koningin H^n^ gaf hun den negenden gehoor. Menyn voer- wy'st de de het woord, boodt der Koninginne de Op* Opper- perheerfchappy der Nederlanden aan, en heer- 'leverde, te gelyk, de punten over, waarop J^j^ zy verzogt werdt, dezelve te ontvangen. Zy derta- beriedt zig , maar weinige dagen , en wees den van toen de aanbieding der hooge Overheid van de liandi de hand. Vervolgens, zogt men, met haar, over een te komen, op eene altoosduurende befcherming der Landen. Doch hiernaar luis- Ook de terde zy even weinig. Men tradt dan, ein- p'toc*- delyk , in onderhandeling, over bepaalden j"11^"" onderftand , geduurende den oorlog. De fciier_ Staat- ming.
r«) Relbl. TTol1. 4, 20 July 15R5. W 350, 389. Ror XX.
Beek, hl. 53 [621). O) STRAüA'■ Uec. II. I.ï't. VII. p. 357. Hooft XX'.H. Hork,
Ijk 1026. |
||||
9* VADERLANDSCHE XXIX. Boek:
|
|||||||||||
Staatfchen verzogten tienduizend knegten en
tweeduizend paarden , en daalden allengs- kens tot op de helft, het uiterfte van hun- nen last, biedende zy haarer Majefteit de Steden Briel ,en Vlisfingen aan, tot een on- derpand voor haar verfchot. De Staaten van Holland en Zeeland hadden, eindelyk, moe- ten beüuiten , tot het geeven deezer verze- kering , die altoos de grootfte zwaarigheid in den handel met Engeland gemaakt hadt («')• T)och de Koningin begeerde niet meer dan vierduizend knegten en vierhonderd rui- ters herwaards te zenden: welk aanbod de Gezanten, op 't believen hunner meesteren, omhelsden. Te vooren , hadt zy reeds an- dere vierduizend knegten, voor den tyd van drie maanden, toegeitaan, om 't ontzet van Antwerpen, dat toen nog niet over was, te vorderen : waartegen haar Sluis en Oostende, ten onderpand, aangebooden waren (#). Ook waren, in 't begin van Oogstmaand, reeds een goed deel deezer knegten in Zeeland en ver- volgens in Holland aangekomen (jy). Doch zy hadden 't overgaan van Antwerpen niet können beletten. Over den nieuwen onder- ftand , werdt, federt, een verding gemaakt van den volgenden inhoud. „ De Koningin belooft, tea dienfte der
„ algemeene Staaten der Vereenigde Neder- „ landen, te zullen onderhouden vierduizend „ Knegten en vierhonderd Ruiters, zo lang „ de oorlog duurt, behalve nog zevenhon- „ derd
r»i Zie Relol. Holl. i jfunv 158^. W. 29t.
O) I'.mi: XX. llnek, hl. d [635] enz.
OO lUful. Holl. 27 jfuly, 9, i2Aug.t$%5 lil.429,460,4^4.
|
|||||||||||
i$85.
|
|||||||||||
Men ver-
draagt zig met haarover 't verwe- rten van bepaal- den by- fland. |
|||||||||||
Voor-
waarden van dit Verdrag. |
|||||||||||
XXIX. Boek. HISTORIE. 9a
„derd man, te leggen in de plaatfen van
„ onderpand: over welk Krygsvolk zy ee- „ nen Overfle van naam en van den waaren „ Christelyken geloove zal aanftellen. Bin- „ nen 't jaar na 't treffen der: vrede, zullen „. de Staaten der Koninginne voldoening „ geeven van haar verfchot, in 't eerite jaar ,, gedaan , het overige betaalende , binnen „ de vier volgende jaaren, in gelyke dee- „ len. Binnen eene maand, na 't voltrekken „ van dit Verdrag , zullen de Staaten den „ Overile, door de Koninginne te ftellen, „ overleveren de Stad Vlisfingen met het „ Slot Rammekens, in Walcheren , en de „ Stad Briel, met de twee fterkten, daarby „ behoorende , in Holland , om voor haar „ bewaard te worden, tot zy van haar ver- „ lchot voldaan zy. Een deel des gemelden „ Krygsvolks zal, op verzoek der Staaten, „ ook in andere Steden gelegd mogen wor- „ den. De Plaatfen van onderpand moeten „ van gefchut en andere Krygsbehoeften be- „ hoorlyk voorzien zyn, mids men daarvan „ aantekening houde , en verantwoording „ doe. De Staatfche bezetting alleen en gee- „ ne andere Perfoonen zullen, uit de gemel- „ de Plaatfen , moeten vertrekken : en de „ Üverften der Koninginne binnen dezelven „ zullen zig niet moeijen met de Burgerlyke „ Regeering. Ook zullen zy en de knegten s, onder hen geene gemeenl^hap mogen hou- „ den met de vyanden der Staaten. Voorts „ zullen de gemelde Plaatfen, by de Veree- „ niging met de algemeene en bj'zondere 9, Staaten , en by haare yoorregten en ge- „ woon-
|
||||
94 VADERLANDSCHE XXIX. Boek.
1585. „ woonten , de verpanding niet raakende,
— „ re Majefteit, met eenige beden of andere „ lasten , te mogen worden bezwaard. De „ bezettelingen zullen tollen en lasten draa- „ gen , gelyk de andere bezettelingen van „ den Staat ; doch niet zonder verlof van „ den algemeenen Stadhouder haarer Ma- „ jefteit, van nieuws, mogen bezwaard wor- „ den. De Koningin zal bezorgen, dat de „ bezettelingen in de verpande Plaatfen „ wel betaald en in goede krygstugt gehou- „ den worden. De gemelde Plaatfen zullen, ,, na 't voldoen der verfchooten' pennin- „ gen , aan de Staaten „ en aan niemant „ anders , behoorlyk wederom geleverd „ worden. De Overften , aldaar gefteld „ „ midsgaders de Hopluiden , Bevelhebbers „ en foldaaten , zullen der Koninginne en „ den algemeenen Staaten trouwe zwee- „ ren, en dat zy de Plaatfen behouden zul- „ len , by den waaren Christelyken Gods- „ dienst, zo als die in Engeland en hier ge- „ oefend wordt. Ook zullen de burgers en „ inwooners den eed van getrouwheid doen „ aan haare Majefteit. Het Engelsch Krygs- „ volk, te velde leggende , zal men , ten „ redelyken pryze , herbergen en fpyzigen, „ en niet boven 't ander Krygsvolk van den „ Staat belasten. De foldy der bezetting in „ de verpande Plaatfen zal, van maand tot „ maand, agt of tien dagen onbegreepen, aan „ de Bevelhebbers, betaald worden. De O- „ verften en bezettelingen zullen , in elke „ Stad, eene Kerk hebben, om den Gods- „ dienst j
|
||||
XXIX. Boek. HISTORIE. 95
„ dienst, op de Engelfche wyze, vryelyk 1585.
„ te oefenen. Voorts zal men hen, in huis---------
„ vesting , onderhoud en verzorging, han-
„ delen, gelyk de Engelfche bezettelingen, M hier te Lande, plagten gehandeld te wor- „ den. 't Zal haarer Majefteit vryftaan , „ boven haaren algeraeenen Stadhouder, nog „ twee haarer Onderdaanen , luiden van „ rang en van den gemelden Godsdienst, te „ ftellen in den Raad van Staate, tot welken „ ook toegang zullen hebben de Overften „ der verpande Plaatfen , om iets voor te „ draagen, de gemelde Plaatfen of den dienst „ haarer Majefteit betreffende; zonder egter „ hierom geagt te worden voor Leden van „ den gameiden Raad. In den Krygsraad, „ zal de Koningin, des noods, zodanige Per- „ foonen mogen ftellen, als haar algemeene „ Stadhouder raadzaam zal vinden. Ook zal „ deeze, met den Raad van Staate, de mis- „ bruiken herftellen , in 't ftuk der Impos- „ ten , de overtollige Amptenaars affnyden * „ en 's Lands penningen , ten meesten oor- „ baar, doen befteeden. Haare Majefteit „ of haar Stadhouder en de Raad van Staa- „ te zullen ook bevorderen , dat de Krygs- „ tugt en de agtbaarheid der Regeeringe , „ beide thans zeer vervallen , door de ge- „ lykheid van magt der Regeerderen en de „ vermenging der Raaden, in den voorigen „ luister herfteld worden. De gemelde O- „ verfte en de Raad van Staate zullen voor- „ zien op alles , wat de genieene welvaart „ raakt, mids niets onderneemende tegen „ den waaren Godsdienst of de Privilegien. »De
|
||||
tj6 VADERLANDSCHE XXIX. Boek.'
I58S. „ De Staaten zullen niet met den vyand
«'-----*r-„ handelen , zonder kennis haarer Maje-
„ fteit, noch met eenige andere uitheem-
„ fche Mogendheid, zonder kennis van „ haar of haaren Stadhouder. Zy gelieve „ ook met Spanje of eenigen anderen vyand „ der Staaten niet te handelen, vanzaaken, „ de vereenigde Landen betreffende, buiten „ raad en toeftemming der algemeene Staa- „ ten , wetriglyk daartoe befehreeven. Al „ 't uitheemsch Krygsvolk , noodig tot be- „ fcherraing der Landen, zal, door den ge- „ melden Stadhouder en Raad van Staate, „ met bewilliging der algemeene Staaten, „ aangenomen en betaald worden. Tot O- „ verllen der Landen of der Grensfteden „ zullen de Staaten van 't gewest , daar ze „ noodig zyn, twee of drie Perfoonen noe- „ men : waaruit de gemelde Stadhouder en „ Raad van Staate eenen kiezen zullen. Zo „ haare Majetteit eenige fchepen tusfchen „ Frankryk en Engeland , of tusfchen En- „ geland en de Nederlanden brengen wil- „ de, tegen 's vyands Vloote aldaar , zul- „ len 'er de Staaten een gelyk getal byvoe- „ gen, mids het beftek van den jaare 4584 „ niet te boven gaande : en zal, in zulk een „ geval, de ganifche Vloot ftaan onder den „ Engelfchen Admiraal; doch de buit gely- „ kelyk gedeeld worden. De wederzydfche „ Öorlogsfchepen zullen elkanders havenen „ vryelyk inloopen, en zig aldaar van 't noo- „ dige voorzien mogen. De gefchillen tus- „ fchen de Nederlanden of eenige Steden „ derzeiven ,j niet door den gewoonen weg „ van
|
||||
XXIX. Boek. HISTORIE. 97
„ van Regte konnende worden afgedaan, 1585.
„ zullen, door haare Majesteit, of door haa---------■
„ ren Stadhouder en den Raad van Staate,
„ binnen de Vereenigde Landfchappen, be- „ flist worden. De onderdaanen der Konin- „ ginne zullen de paarden, hiergekogt, onder „ betaaling der gcwoone regten, vryelyk naar „ Engeland brengen; doch van daar nergens „ anders voeren mogen. Ook zullen zy, op' „ enkel Paspoort van haaren Stadhouder, al^ „ toos wederom naar Engeland mogen kee- „ ren, mids het getal der beloofde Krygsluiden ,, fteeds vol gehouden worde, en de Staaten „ ongehouden blyven, tot de kosten der 0- „ vervoeringe. De algemeene Overfte, Be- „ velhebbers en foldaaten zullen den ge- „ woonlyken eed aan de Staaten der Lan- „ den doen, onverkort hunne pligt van „ hulde aan haare Majesteit (z). De meeste gezanten keerden, met dit Ver- De Ko-
ning , herwaards , om het te laaten bekrag- jlinëin. tigen, door de algemeene Staaten: gelyk, ^ewee-3 op den tweeden van Wynmaand , gefchied- gen, om de (ö). Doch Noordwyk, Valke, Buis en den be- Aisma bleeven te Londen , en verwierven, Io<->fdeu na "t overgaan van Antwerpen, dat de Ko- ftand^e ningin den ' beloofden onderftand vermeer- vermeer- derde op vyfduizend knegten en duizend rui- deren, ters , boven de bezetting van den Briele en ■ de twee naaste fchanfen in Holland, nu ge- fteld op vierhonderdenvyftig man, en boven tiie van Vlisfmgen en Rammekens in Zeeland, wel-
T>5 Zie Ron XX. Boek, il. 68 [Ö41]. '
C<0 Refol. Holl. 10 Sept. 2 Oclob. 15IS5. il. 547, 600. VIII. Deel. G
|
||||
93 VADERLANDSCHE XXIX. Boek.
£585. welke nu op zevenhonderd man gebragt
——• werdt : waartegen men der Koninginne toe- ftaan moest, in ieder der andere Landfchap- pen, eene Stad of Sterkte te mogen kiezen, om ze met Engelfche knegten, uit de vyfdui- zend, te bezetten: aan al 't welke de alge- meene Staaten, insgelyks , hun zegel hin- gen (&). De Engelfche hulpbenden kwamen , mïdlerwyl, van tyd tot tyd, herwaards, en werden, by voorraad, gelegd in verfcheiden' Steden. In Wynmaan.d, namen ze bezit van de verpande Plaatfen (c). De Regeering van Briele en Vlisfingen en Graaf Maurits, als Markgraaf der laatstgemelde Stede (3), ontvingen Brieven van fchadeloosftelling van de Staaten van Holland en Zeeland en van de algemeene Staaten, wegens alles wat zy, ter oorzaake deezer verpandinge, mogten te lyden hebben (i). 't Krygsbevel over den Briele werdt, door de Koninginne, aan Tho- mas Cecile dat over Vlisfingen aan Filips Sid- nei opgedraagen (V). xxï- De aangelande Engelfche hulpbenden De Graaf ]jWamen ai terflond te pas - tot het aantasten
van Nisu- * ^ (S) Ror XX. Roek, hl. 57 [645].
(c) Sie the Cïbala or Myfccries of State P. H. p. 2, 3, 34> 35«
«BR XX. lïnek, hl. 72 [647]. <d) Rcfol. Holl. 10, 30 Seft. 2, 3, 6, H, 25 03oh. 1585=.
hU ^48, 588, 593, 595= 599» 603, 609, 623, 625, 642. Bor XX. ßoek,bl. 74 [649]. tt> (O Act. Publ. Angl. Turn. VI. P. IV. p. 185, 185.
(3) De algemeene Staaten (dus lees ik, fchooa 't
vreemd fchynt) hadden het Markgraaffchap van Veere en Vlisfingen, op verzoek van Graave Maurits , aan hem overgedraagen. Zie Refol, Holl, 6 O&ob. 1585, fel- 609. |
||||
■*■
|
|||||||||||||||||||
5ÜWW" *■ ■ ■ "'—B—---------
|
|||||||||||||||||||
r^A^.-r^- . ■-■■
|
|||||||||||||||||||
XXIX. Boek. HISTORIE. 99
der fchanfe by Ysfeloord. De Graaf van Nieu-
wenaar en Meurs, die, door de Staaten van Utrecht, gedrongen door eenigen uit de Burgerye, op den eenentwintigden van Herfstmaand , by voorraad, en geduurende de gevangenis des Heeren van Villers , tot Stadhouder van dat gewest verklaard was (ƒ), kwam, omtrent veertien dagen laater, in de Betuwe, aan 't hoofd van- eenige Engelfche en Duitfche vendels; belegerde en befchoot de fchans te Ysfeloord, welke zig, eerlang, by verdrag , aan hem overgaf (g). Daarna bemagtigde hy eene fchans by 't Bergfche hoofd, boven Heusfen, die onlangs was in- genomen, door Hautepenne." Hy en Schenk, heimelyk- verftand houdende binnen Nieuw- megen, zogten zig ook, by verrasfing, van deeze Stad meester te maaken. Doch de toe- leg werdt ontdekt, 't welk eenen der meê- wustigen den hals kostte. Nieuwenaar, fe- dert , eene fchans te Lent hebbende opge- worpen, kwelde de Stad, van daar, eenigen tyd, met fchieten ; doch regt'te meer niet uit, dan dat hy, nu en dan, brand ontftak in eenige huizen, die egter fpoedig gebluscht werdt. Ook deedt Hautepenne, met omtrent vyfduizend man in de Betuwe gevallen zyn- de, hem eerlang van daar verhuizen (h~). Omtrent den aanvang van Wintermaand,
deedt Graaf Karel van Mansfeld, aan 't hoofd van vier- of vyfduizend man, overgefcheept van
|
|||||||||||||||||||
1585.
wenaar
wordt,by voor-
raad, Stadhou- der van Utrecht. |
|||||||||||||||||||
Hy be-
magtigt de i'chans te Ysfel- oord en aan 't Bergfche hoofd. |
|||||||||||||||||||
Hy kwelt
Nieuw-
megen,
|
|||||||||||||||||||
Inval der
Spaan-
fchen
in de
Bomme-
lenyaard,
|
|||||||||||||||||||
Cf) Groot Utr. Plakaatb. I. Deel, U. 157. Kor XX. llock,
lil. 57 \Ci?\. (g) Refol. Holl. 27 OB. 1585. hl. 644,
£A) ïlou XX. Hoek, l/l. 72'[648], 74 [6503, G a
|
|||||||||||||||||||
loo VADERLANDSCHE XXIX. Boek.
|
|||||
1585. van 's Hertogenbosch, eenen inval in de Bom-
"~------ meierwaard. De boeren hadden kennis van
zynen toeleg gekreegen, en zig, te vooren,
met hunnen meesten voorraad, geborgen binnen Bommel. Hohenlo , eenige vaartui- gen op de Maaze gebragt hebbende, paste, hier en daar, de dyken door te iteeken, en den Spaanfchen 't water op 't lyf te jaagen. Dit bragt hen, die met moeite de hoogte be- reikt hadden, eenige dagen, by gebrek van 1 leeftogt , in de uiterfte benaauwdheid , tot dat een felle opgekomen vorst Hohenlo nood- zaakte , af' te zakken met zyne vloote , en den Spaanfchen gelegenheid gaf, om 't; veer op te byten , en daar over binnen ,'sHerto- genbosch te geraaken. Hier werden ze van de burgers, met medelyden, ontmoet, geher- bergd, en door. goed onthaal verkwikt, hoe- wel veelen, by het ongemak, op deezentogt geleeden, het leeven infchooten, of vingers of teenen, door de felle koude, verlooren (£).. XX'I. Terwyl de winter de verdere Krygsbedry- r>e ito ven eenigszins ltremde, begon men zig, in ningin Holland, te bereiden& tot het ontvangen van geland"1' den algemeênen Overfte der Engelfche hulp- fteit den benden , die , dag aan dag , ta- gemoet ge- Graaf van zien werdt. De Koningin hadt deeze waar* Lei"ster digheid opgedraagen aan Robert Dud- meeÏS" tEI, GrAAVE VAN LeICESTER (&),
Dverfte die, tot hiertoe, in de blaakende gunst.haarer.
haarer Majelteit, geftaan hadt, en dien fommigen,
hulp- hierom , gaarne van de hand zagen , terwyt
benden. ö hv (i ï Bor XX. Boek , il. 87 [oCfi ]. Rbyd V. Boek , W. 75*
Stumm J)ec II. l,l>r- VllYp. :syo, f * j Act. P11W. A;)gl. lm, VI. P. IV. f. 184. x'H> |
|||||
XXIX. Boek. HISTORIE. ioi
hy , geflreeld door roem- en ftaatzugt, het 1585.
aangebooden bewind greetiglyk aanvaard —-----•
hadt. Maar eer wy voortgaan, tot hec ver-
haal zyrier bedryven hier te Lande, moeten- \ve hera, zyne inzigten , en die der Konin- ginne den Leezer een weinig nader doen kennen. Hy was gefprooten uit een oud en aan Wie dee-
zienlyk geflagr. Zyn Grootvader , Edmond ze was* Dudlei , die , onder Henrik den VII, veel deels aan de Regeeringe gehadt hadt, was, onder Henrik den VIil, openlyk onthaisd. 't Zelfde lot hadt zyn en Vader, Jan Dudlei, getroffen, onder Maria, om dat hy de Kroon op 't hoofd zynerSchootidogter, Joanna Gray, hadt tragten te zetten. Roberts Broeder, Gilford, gehuwd met Joanna, deelde in zyns Vaders ongeluk. Doch onder Elizabet verhief zig het Huis van Dudlei wederom uit de laagte, waartoe het vervallen was. Onze Robert, de jongfte der Zoonen van Jan Dud- lei , geraakte in haare gunst, werdt voor- zien met ampc op ampt, en eindelyk ver- heeven, tot Graave van Leicefter (f). Doch deeze hoogheid werdt hem benyd door ande- re Hovelingen, die, hem vleijende met de eere van 't bewind over de Nederlanden, ligtelyk te wege bragten, dat hy eene waar- digheid aannam, welke hem verwyderde van 't Hof. Sommigen hebben gemeend, dat hy Zyn in_ zelf het oog hebbe gehad op de Opperheer 2itjt, ichappy der Vereenigde Landen , die zyne meesteres van de hand geweezen hadt; doch 't
CO Sï'iUBA Die. U. Liir. VII. p. 39Ï,
G3 |
|||||
:
|
|||||
tos VADERLANDSCIIE XXIX. Boek.
. 1585. 't heeft ons, uit den gantfchen loop zyner
—------ bedryven, toegcfchcenen, dat hy zig zelven
alleenlyk de algemeene Landvoogdy heeft
toegelegd , en verder willen voldoen aan de inzigten der Engellche Koninginne , die zy gewoon was zeer bedekt te houden, en die men , hierom , niet dan by waarfchynlyke gisfingen, opmaaken kan, uit het gene, hier en daar, van dezelven gebleeken is. Ï-Ieime- Wy hebben , te vooren , gezien , dat de lyk oog ftaatkundige Vorilin, de Opperheerfchap- Enpeider Py» en ze^s ^a altoosduurende befcherming 1'che Ko- der Nederlanden van de hand geweezen heb- niagiii- bende , alleenlyk bepaalden onderiland , zo ne' lang de kryg duurde, hadt willen belooven. 't Was , naamlyk, haar belang, Spanje, zo
weinig te vertoornen als mogelyk was. 't Be- wyzen van hulpe aan de Nederlanden kon nog verdedigd worden met de oude Verbon- den , die, gelyk zy, in ecne gedrukte verklaa- ring (»z), beweerde, meer met het volk dan met den Vorst, geilooten waren. Doch het openlyk aanvaarden der Opperheerfchappye, door iemant, die geheel geen regt op de Lan- den voorwenden kon, was zo ligt niet goed ... te maaken, en zou den Koning van Spanje, \ ten minften , zeer geilooten hebben. Daar- y' enboven, wist men nog niet, of het opper- / \ gebied, of de altoosduurende befcherming der Nederlanden Engeland , door den tyd, niet in zwaare kosten inwikkelen zou ; om dat men niet wist, of de Nederlanden zig met hunne eigen' middelen zouden können be-
(«O Zie dezelve hy Bon. XX. Buk, hl. 27 [667.}
|
||||
XXIX. Boek. HISTORIE, 103
befchermen, of niet. De Koningin vreesde, 1585,
hierom, met reden, dat het haaren Onder---------
zaaten kwalyk genoegen zou, zo zy zig, ia
deeze onzekerheid, te diep ftak, in de Ne- derlandfche zaaken. Dat zy nogtans verder gezien hebbe, dan op het verleenen van on- deritand , en het verkrygen van zekerheid voor haar verfchot, is niet moeilyk te befpeu- ren. Het verding, op dien onderitand ge- maakt , toont zelfs, dat zy zig ook met de burgerlyke Regeering der Landen heeft wil- len moeijen „ dezelve herftellende in haare „ agtbaarheld , de Imposten regelende , en „ voorziende op alles, wat de gemeene wel- „ vaart betrof." In 't Berigtfchrift voor den Punters Graave van Leicester , was hem niet flegts u" Let* bevolen, „na te vorfchen, wat bezettingen, Berïgt« „ door de Staaten, onderhouden werden, en fchrift, „ op welk eene wyze; noch hoe hy zig dien- „ de van het op- en afzetten der munte, „ op dat de foldaat het geld niet hooger ont- „ vinge dan uitgave;" maar ook „ naaritig- „ lyk te verneemen naar 't vermogen der „ Landen, alzo haare Majefteic beraaden „ was, de Opperheerfchappy over dezelven „ te aanvaarden, zo men ze met hunne eigen* „ middelen befchermen kon (») f' waaruit men zien kan, dat zy zo vreemd niet was van het aanvaarden der hooge Overheid, als zy zig hieldt. Alleenlyk, heeft zy, ten min- iten, voor eerst, willen beproeven, of zulks gefchieden kon, zonder haare oude Onder- daanen te bezwaaren. Het gantfche beloop van
£ïO Zie Hooft XXIII. lloik, il. 103«), 1042.
G 4
|
||||
io4 VADERLANDSCI-IE XXIX.Boek.
1585, van Leicesters gedrag zal ons leeren, dat hy
"—------ aan deeze inzigten der Koninginne heeft
willen voldoen ; en haar, door het nafpoo-
ren van het uiteifte vermogen der Landen, door het oefenen van een volftrekt gezag in de Regeeringe , en vooral, door het bezet- ten en bemagtigen van verfcheiden' fterke Plaatfen, den weg baan en, tot het veilig en voprdeelig aanvaarden der Opper he erfchap- pye over de Vereenigde Nederlanden , of over een voornaam gedeelte derzelven. De Staa- Maar de Staatfche Gezanten in Engeland |
||||||||||||
ten kry- hadden , by geluk of door behendigheid
|
5
|
|||||||||||
nis van' kennis bekomen van den inhoud van. Leices
Leicc-s- ters Berigtfchrift : en het punt, welk het ters ge- aanvaarden der hooge Overheid betrof, als heim ße- jg Lan(jen vermogens genoeg hadden om fèhrifc. z*£ zelven te befchermen , hadt bystere ag- terdogt in hen verwekt. Oldenbarneveld hadt ook, van ter zyde, gerooken, dat Leicester op het Stadhouderfchap van Holland vlam- de. En fchoon 't een en 't ander, by de Ge- zanten , en by zulken onder de Staaten, wel- ken zy 'er kennis van gaven, onder een diep ftilzwygen, bedekt werdt, heeft het nogtans te wege gebragt, dat men Leicester met loo- den fchoenen naging, en zynen toeleg, zelfs eer hy hier was, zogt te dwarsboomen. XXIII. 't Eerst dat men, ten deezen einde, on- Graaf " dernarn, was het opdraagen der Stadhouder- |
||||||||||||
Maurits lyke waardigheid over Holland en Zeeland
|
■3
|
|||||||||||
WOTrdt aan Graave Maurits. 70e eerfte voorflag hier
iteidwt toe werdt door Oldenbarneveld gedaan, na Stadliou- dat men , ter algerneene Staatsvergaderinge, der Ka- geraadpleegd hadt, om de Qpperlandvoog- dy
|
||||||||||||
XXIX. Boek. HISTORIE. 105
|
||||||
dy der Vereenigde Nederlanden, op den 1585.
zelfden voet, als die , ten tyde van Karel-----— -
den V, bekleed was, aan den- Graave van pitein-
Leicester op te draagen. De fchrandere Pen- Ge"eraa fionaris begreep , naaralyk , dat, onder de f^{ cv™ algemeene Landvoogdy der Vereenigde Lan- Holland den , ook de byzondere van Holland, zou en Zee- konnen geagt worden vervat te zyn, even land* gelyk het byzonder Stadhouderfchap van Brabant, tot de algemeene Landvoogdy der Nederlanden , plag te behooren. Doch hy en anderen oordeelden , dat het gezag van Leicester eer een weinig betoomd , dan zo hoog opgevyzeld behoorde te worden, 't Punt der aanftellinge van Graave Maurits tot Stadhouder werdt dan, in Wynmaand, ter Vergadering van Holland, daar ook Ge- magtigden van Zeeland waren, overwoogen. De meeste Leden neigden hiertoe. Zelfs had- den die van Holland hunnen Gernagtigden naar Engeland, reeds voorheen, gelast, dat zy , in geval haare Majefteit de Opperheer- . fchappy wilde aanvaarden , ten opzigte der byzondere Stadhouderen, bedingen moesten, 't gene men van Frankryk bedongen zou hebben (0): en zo de Koningin de naamen der Stadhouderen begeerde te weeten, zou- den zy mogen verklaaren , dat Graaf Mau- rits voor Stadhouder van Holland en Zeeland gehouden werdt (/>). Nu, drongen ook die van Zeeland, dugtende, veelligt, dat men hun eenen Engelfchen Stadhouder mögt toe- fchik-
f O Zit liicr voor, il. 60.
lp) Refol. Holl. 5 Juny 1585. hl. 306.
G 5
|
||||||
■
|
||||||
io6 VADERLANDS Cl IE XXIX. Boek,
1585. fchikken , op de aanftellinge van Graave
------ Maurits (</). In de Vergadering van Holland,
viel 'er egter nog eenig geichil over. Men be-
floot "er toe, met de meerderheid, op den eerften van Slagtmaand (r). ïe vooren, wa- ren reeds eenige Leden der Vergaderinge ge- magtigd geweest, tot het opftellen van een Berigtlchrift : waarin Amfterdam, nevens Gouda , verzogt hebbende, dat het hunnen Vroedl'chappen mögt worden medegedeeld , nog eenige veranderingen maakte. Ook be- floot men, te wege te brengen, dat Utrecht zig, gelyk eertyds, wederom onder het Stad- houderfchap van Graave Maurits begaf (5). Graaf Maurits decdt den eed, en nam zit- ting in den Hove, op den veertienden van Slagtmaand. Ten zelfden dage, werdt vast- gefteld, dat hem de titel van gehören Prinfe van Oranje gegeven zou worden (*) : waarom wy hem, voortaan, ook Prins Maurits noe- men zullen, fchoon het Prinsdom van Oran- ■ )t, eig-enlyk, op zynen oudilen Broeder, Fi- lips Willem, vcrftorven was. Zyn Lastbrief was gefield op den naam der Staaten van Hol- land en Zeeland (u). Wat zyn Berigtfchrift be- treft, het werdt eerst opgemaakt, na dat hy den eed gedaan had (V), en ik vind niet, dat het immer vastgefteld is, hoewel men, in den jaare 1587, Prins Maurits meer ge- zags opdragende, zig, op zyn Berigtfchrift, zo
(q~) Rcfol, Holl. 16 Sepl 1585. hl. 56^
Cr) Hooft XXlIl. Boek, hl. 1039
(Ó Refot- Holl. 60*?. i,i4 2Vev. 158*. hl. 000,655,655,684,
(tj Reib!. Hoil. 14 Nov. Ktf*. hl, 685.
00 K<>r- XX. Hoek, hl. 85 [664].
\^v) Rciól. Holl. a6 Noy. 1585. hl, 724,
|
||||
XXIX. Boek. HISTORIE. 107
zo wel als op zynen lastbrief, beroepen heeft 1585.
(V). Het ontwerp van dit Berigclchriit liep -------
op deezen zin: „ De Stadhouder, Kapitein- Ontwer-
„ Generaal en Admiraal zy gehouden, de vanzya „ hoogheid , voorregten en welvaart der ^"rift." „ Landen, ook de oefening van den Chris- „ teiyken Godsdienst voor te liaan, en te „ wege te brengen, dat Utrecht, gelyk voor- „ heen, met Holland, Zeeland en Friesland, „ onder zyn Stadhouderfchap vereenigd wor- „ de. Hy doe regt aan elk, die 't hem ver- „ zoekt. Hy verleen e Provifien van Regte, „ en doe alle Ordonnantlen en Vonnisten uit- „ voeren, by goeddunken van den Prefident „ en Raaden over Holland, Zeeland en Fries- „ land. Hy zal, met der Landen Gekom- „ mitteerde Raaden, hem toe te voegen, de „ Burgemeesters , Schepens en Wet veran- „ deren, naar behooren, en daar 't de nood „ vereischt; en de ampten, te vooren, ter „ begecvinge der Stadhouderen, geftaan heb- „ bende, begeeven aan getrouwe en bekwaa- „ me liefhebbers des Vaderlands; doch o- „ vergiften van Ampten van den een' aan „ den anderen zullen, niet dan by bewilli- „ ging der Staaten, worden toegelaaten. Ook „ zal hy, met de genoemde Gekommitteer« „ de Raaden, by voorraad, en tot nader or- „ de , verkenen alle Brieven van genade , „ vergiffenis , wettiging , uitftel van betaa- „ ling en diergelyken , die, by den gehei- „ men Raad te Brusfel, plagten verleend te „ worden, mids daarop, vooraf, verilaan- „ de
(«0 Zie, hier na, XXX. Bvk, %. XVIII.
|
||||
ïo3 VADERLANDS CHE XXIX. Boek.
J5S5. „ de het goeddunken van den Officier en
Magiilraat der Plaatfe, en mids de ver- |
|||||||||||
„ kreegen' Brieven aldaar geinterineerd of
„ wettig verklaard worden. Doch van voor--
„ bedagte doodflagen en andere ihoode mis-
„ daaden zal geene vergiffenis v/orden ver-
„ leend. Hy voorzie, wyders, met de Ge-
„ kommitteerde Raaden, op de verzekering
5, en befeherming der Landen , en gedraa-
„ ge zig, te water en te lande, als een goed
„ Stadhouder, Kapitein - Generaal en Admi-
„ raal behoort: zo egter, dat hy eerbied toe-
„ draage aan den algemeenen Landvoogd,
„ door haare Majefteit van Engeland, her-
„ waards te ichikken: en dat hy de bevelen
„ van deezen en van den Raad van Staate,
„ overeenkomftig met derzelver lastbrief en
,5 berigtfchrift gegeven , in de Praatten van
„ zyn Stadhouderfchap, doe ter uitvoeringe
„ brengen. Eindelyk, behouden de Staaten
„ van Holland de magt aan zig, om dit Be-
„ rigtfchrifi, naar den nood en 's Lands oor-
„ baar, te veranderen, te vermeerderen, of
„ te verminderen (V)."
|
|||||||||||
AAI
|
Prins Maurits werdt dus de 'eerfte Stad-
|
||||||||||
Onder-_ houder van Holland en Zeeland, die zynen
icheid in lastbrief ontving van de bvzondere Staaten
Hellinge deezer gewesten , welken, hierin, een der
vanPrin- eerfte en uitfteekendfte blyken gaven , dat
fe Man zy zig, voortaan, als hebbende de opperfte
rrus en mast over hunne bvzondere Landfchappen,
dar voor- , ° , J ^ , rZu. / &?.m\e aagten te gearaagen. De voorgaande btad-
Stadbou- houders en Prins Willem zelf waren aange-
deren. fteld (.r) Zie Bor XX. Boek, U. 85 [665].
|
|||||||||||
XXIX. Boek. HISTORIE. 109
Held geweest, door de Graaven. De Staaten 1585.
hadden hem, in de jaaren 1575 en 1576, niet het Stadhouderfchap, maar voor zo veel in hun- was , de hooge Overheid der twee Gewes- ten , geduurende den oorlog, opgedraagen. Na 't afzweeren van Filips , arbeidden de Staaten, om hem tot Graave, niet tot Stad- houder, te kiezen. Maurits was, derhalve, de eerfte , die de waardigheid van Stadhou- der , van wege de Staaten , bekleedde, 't Was , in de byzondere Landfchappen , in deezen onzekeren en wankelen ftaat van 's Lands Regeeringe , met de aanftelling der byzondere Stadhouderen , op verfcheiden' tyden, zeer engelylc toegegaan, om dat men overal niet eenerlei begrip hadt van de op- per (te magt over elk Gewest. In Holland% daar de hoogfte Overheid den Prinfe van O- ranje toegeiehikt werdt, (telde hy, al vroeg, Stadhouders onder zig aan (3?).. Doch in Friesland en Groningen, werdt de Stadhou- der aangefteld, nu eens door de algemeens Staaten, dan door den Aaitshertoge Mat- thias, in den tyd, dat deeze Opperlandvoogd was (V). Toen zelfs de Staaten van Fries- land, na de dood van den Prinfe van Oran- je, Graaf Willem Lodewyk tot Stadhouder, verkooren, deeden ze hem bevestigen in dee- ze waardigheid , door de algemeene Staaten (a). Maar de Staaten van Gelderland fielden' zelven hunne Stadhouders, zonder de alge- meene Staaten of iemant anders te ken- nen OO vt- Deel. lil- "61, 380.
(z) VU. Deel, H. 127, 105, 3S5. • •
(Vi) Hitï vuor, lil. 11,
|
||||
iïo VADERLANDSCHE XXIX. Boek.
1535. nen (b~). Zo deeden ook die van Utrecht,
------• na de dood des Prinfen van Oranje ; den
Heer van Villers, en na hem, den Graaf van
Nieuwenaar , tot hunnen byzonderen Stad- houder, verkiezende (c), onaangezien zy , te vooren , met Holland en Zeeland, onder eenen Stadhouder geftaan hadden , en het niet onbiliyk feheen, dat zy, in dit opzigt, met deeze twee gewesten , vereenigd blee- ven. Doch de verkiezing van Nieuwenaar, welke men den Staaten , in eenen oproer, afgedrongen hadt, was, mooglyk, bewerkt, door Engelfchen of Engelschgezinclen, die 't gezag, welk men Prinie Maurits wilde opdraa- gen, paaien zogten te ftellen. Ook drong meer en meer door het gevoelen, dat de Staaten der byzondere Gewesten, na 't verlaaten des Konings van Spanje, de hooge Overheid wa- ren van elk gewest, en hunne byzondere huis- houding, naar welgevallen, regelen mogten: 't welk men zag overeen te komen met den ouden onderfcheiden' ftaat der byzondere Landfchappen. De byzondere Staaten, met naame die van Holland, hadden, na 's Prin- fen dood, ten blyke hunner opperfte magt, meer dan eens, vergiffenis van misdaaden verleend (d). Ook hadt men, in Holland, reeds voor eenigen tyd, vastgelteld , een nieuw zegel te doen maaken , met het ora- fchrift, SigiUum Ordinum Hollandia, dat is, ze- gelder Staaten van Holland: wordende, ten zelf- den (b VII. neet, bl 504.
(c"> Hier voor, bl. 10 en 99. (V)Refo\. Huil. 9, 15 Jan. 4, 5 Maart, 12 April 1585»
bl 13, 2<j, 142, 143, 209. |
||||
XXIX. Boek. HISTORIE. 111
|
|||||||
den tyde, vastgefteld, dat de vergaderde Le- 1585.
den deezen titel voeren zouden: De Ridder* |
|||||||
fchap, Edelen en Steden van Holland * vertoo *repre-
nende de Staaten van den zelve Lande (e): fentef- waaruit bleek, dat de vergaderde Edelen en ren e' Gemagtigden der Steden zig voortaan aange- merkt wilden hebben, als 's Lands opperfte magt verbeeldende. En 't was op deezen voet, dat de Staaten van Holland en Zeeland het Stadhouderfchap deezer gewesten aan Prinfe Maurits opdroegen. Doch de Graaf van Leicester, hiervan ken- Onge*
nis gekreegen hebbende, in Engeland, toon- noegcn_ de 'er zig zeer geftoord over , vraagende, va" Lei" „ wat hy in Nederland te doen hadt, daar 0VTei. „ een ander het Stadhouderfchap van Hol- Maurits „ land en Zeeland bekleedde (ƒ)." Ook verhef- vondt hy vreemd, dat men Graave Maurits fin*»* den naam van Prinfe gegeven hadt, als of men dien daarmede boven hem hadt willen verheffen. Doch hy liet zig ter neder zetten, toen hem vertoond werdt „ dat 'er, van „ ouds, in elk gewest, een byzondere Stad- „ houder plag te zyn , die onder den alge- „ meenen ftondt : dat ook de titel van „ Prinfe , naar de Duitfche wyze , Graave „ Maurits toekwam , te meer , doordien „ hem de Regeering des Prinsdoms Oranje, ,j geduurende de gevangenis zyns Broeders, „ aanbevolen was (g)." Midlerwyl, wankelde 's Lands algemeene xxv.
Hegeering. De Raad van Staate, wiens last, Wankele van ft£Wt vaa
(O Refol. Holl. 9 Jan. itfz. II. 11; 's Lands
(./) Rbïd. V. Boek, hl. 8t. -
(ß) Hooft XXXIII. Boek, U. 1041,
|
|||||||
ui VADERLANDSCHE XXIX. Boek,'
van drie maanden tot drie maanden, ver-
lengd was , Meldt zig nu ontflaagen van 't bewind , en was bezwaarlyk byeen te hou- den. Men arbeidde vast aan een nieuw Be- rigtichrift voor deezen Pvaad Qk); doch men maakte 'er geen einde van, doordien Lei- cester, binnen kort, te gemoet gezien werdt, wanneer 'er toch verandering in zou moeten vallen. Ook beftondt de vergadering der al- gemeene Staaten tegenwoordig flegts uit Gemagcigden van twee of drie Landfchap- pen ; zo dat men 'er niets gewigtigs beflui- ten kon. Ailcenlyk, werden Prins Maurits,. de Graaven van Hohenlo en Willem Lo- dewyk, en eenige Leden der Vergaderinge van Holland verzogt, om zig, tot het ont- vangen van Leicester, naar Vlisüngen te begeeven Qi). De Graaf, van eenen aanzien- lyken ftoet van Engelfche Heeren verzeld , landde hier , op den twintigften van Win- termaand (£). Hy ftak, na een kort verblyf, van daar, over,, naar Dordrecht,- en werdt,.. hier, en in andere Hollandlche Steden, zeer feestelyk ingehaald. De toeftel van toonee- len , fpiegelgevegten , ' triomf boogen , en-, andere praalgevaarten, met welken hy, ia den Haage, vereerd werdt, liiuntte zo zeel- uit , dat men eenen Vorst naauwlyks heer- lykerhadt können ontvangen (/)• Jonkheer, Arend van Dorp, die geweigerd hadt, den Hof-
'■'-■" ■''<■"'] (h^ Bor XX. Bock-, bl. 86 [865].
0*3 Refol. Hoi. 15 Nov. 1585. bl. 6Z7. 1 *) Refol, HoU. 22 üec. 1585. bl. 774.. ,1 <l) Reibt. Holl. 24/25, 26 Dac. 15ÏÏ5. bl. 781, 784a 7R5, 7 Januar. 15ÜC). l/l. 5. ■:;:;,'.. |
||||
XXIX.Boek:. HISTORIE. 113
Hofmeester des Gräaven te huisvesten, werdt 1585.
daartoe , op uitdruklyken last der Staaten ,--------
door den Prökureur Generaal, WillemMaar-
tenszoon Kalf, genoodzaakt. Immersik vind, dat men beflooten heeft, deezén zulk een' last te geeven (m). De Gemeente , vooral. de Gene-' ■Hervormde, toonde den Graave , allenthal- §enh=id ve , uitbundige blyken van genegenheid, ^enté en verheugde zig, dat zy, in plaats van den te hem- Hertog van Anjöu , dagelyks, ter Misfe te waard«, srien gaan, nu deezen Heer, openlyk, met haar , het Christelyk Avondmaal zou zien houden. Ook ging hy , inderdaad, vlytig ter Kerke. -Men begon zig dan meer van hem te belooven, dan men van wylen den Prinfe van Oranje genooten hadt: die, fprak men nu, veel te flap Was geweest, in,het bevor- deren van de belangen der waare Kerke. Lei- eester zelf liet zig, fomtyds, iets diergelyks verluiden, en gaf voor, dat hy, in 't voor- ftaan van den Godsdienst en van 's Lands weivaaren, niemant verfehoonen zou («). . Op den zevenden van Louwmaand, werdt De Op- hy, door den Kanfelier Leoninus, verwei- Perla"d- komd, met eene fierlyke rede, uit den naam ^ordt/ der algemeene Staaten, die, op den tienden, hem op- beflooten ^ hem de Opperlandvoogdy aan te gedraa- bieden,, op gelyken voet, als diev ten tyde ge"* , van Keizer Karel den. V, bediend geweest *5 ■'■■.. was (0). Doch Friesland had, in 't eerst, in deeze opdragt, niet können bewilligen (/»). Ook
(»O Refbl. Hoil. 30 Jan. 1586. II. 31.
(n ) Rey» V. Boek, bl. 74. Hoopt XXIIt. Boek, bh 1042. (ft) Kor XXL Hoek, bl. 4 f684! enz. O») Refol. Genet. 10, 11 Jan, 8 Ju/ty 1586. l/v Bor Auttó Stuk'k. II. Deel, lil. 50, 60, 62. VUL Deeu. H
|
||||
114 VADBRLANDSCHE XXIX. Boek,
1586. Ook bedong Holland de behoudenis der Pri-
------- vilegien, en byzonderlyk, dat de gefchillen,
op 't ftuk der belastingen, in Holland en Zee-
land ontftaande, door Prinfe Maurits en ee- nigen uit den Hoogen en Provinciaalen Raa- de , zouden worden beflist. Het Noorder- kwartier ftondt op het behouden van zyn Kollegie van Gekommitteerde Raaden , en Gouda beweerde, dat men den Godsdienst en 't geweeten niet aan 's Graaven gebied onderwerpen moest (q~). Men hadt den Graa- ve van Leicester op deeze waardigheid reeds in Engeland doen hoopen. Doch nu ze hem opgedraagen werdt, fcheen hy , in 't aan- vaarden derzelve, merkelyke zwaarigheden Verfchil te vinden. Men wees hem aan, dat de ftaat met hem der Landen zulk een Hoofd vereischte. En over den ^y gehet zig te luisteren , tot dat men van Staate!311 eenen Raad van Staate fprak, by wiens goed- dunken , hy alles te verrigten hadt. Toen toonde hy zig wederom af keerig van 't aan- vaarden der Landvoogdye, niet ichroomen- de, zo vroeg al te doen zien, dat hem alle inbinding zyns gezags mishaagde. De Staa- ten hielden hem voor , dat de raad van lui- den , die grondige kennis van 's Lands gele- genheid hadden, hem, die daar onlangs ge- komen was, zeer nuttig zyn kon, en den last merkelyk verligten zou. Hy verklaarde, ein- delyk, eenen Raad van Staate by zig te zul- len gedoogen, mids dezelve beftondt uit twee Engelfchen, volgens het Verdrag met de Koninginne gemaakt, en voorts uit inboor- lin-
(ï) Refol. Holl. 6, 8, 10 7»«. 1586. II. 4, 8, iö.
|
||||
KW
|
|||||||
■■ " ■ ' —r.——""—.....- --::—.'. •.•T—:....• ■'.—:
|
|||||||
XXIX. Boek. HISTORIE; 115
ïingen, by hem te kiezen, naar zyn welge- I5g,j.
Vallen. De Staaten booden hem de keuze____*
aan uit een dubbel getal : waarop hy her-
2iam, dat hy altoos wilde gebruiken, uit Gel- derland, den Kanfelier Elbert Leoninus, uit Vlaanderen, den Prefident Adolf van Meet- ïcerke , uit Holland , Walraven , Heer van Brederode, uit Zeeland, Jakob Valke, en uit Utrecht, Paulus Buis: voorts mögt men bekwaame luiden voordraagen, waaruit hy \ overig getal vol maaken zou (f). Onder- tusfchen , kon hy niet verbergen, hoe zeer hem tegenftondt, dat men Overften in eeni- ge Landfchappen, en zelfs in gedeelten van Landfchappen , gelyk in het Noorden var! Holland, hack aangefteld. Voorts begeerde hy zelfs 't Betigtfchrift voor den Raad in te flellen; doch, noch daaraan , noch aan ee- nig befluit des Raads gebonden te zyn; maar alleenlyk aan de bevelen der Eoninginne. Fi- ïips Sidnei, Zoon zyner Zuster, die zig, zö men meent, het Stadhouderfchap van Zee- land toegelegd hadt, dreef ook, dat Berigt- fchriften en bepaalingen ftreeden met de waardigheid van Opper-Land voogd, die men Leicestef wilde opdraagen. Zeer hard dagt dit den Staaten; doch bevroedende, dat men hem nu ingehaald hadt, en op de beste wy-» ze vergenoegen moest (s) , floot men * op den eerften van Sprokkelmaand , een ver* ding met hem, op den volgenden voet: ^De tfétditig 4, Staaten zouden, behoudens 't Verdrag met tnet hed » haa- g*>-
(r) Bon XXL Iloèk, il. 5,.« [rt85,■ 690];
(jj hooft xxiu, nuk, ü. 1043.
H a |
|||||||
n6 VADERLANDSCHE XXIX. Boek-,
1586. „ haare Majefteit gemaakt, hem aasnee-
~ -1- „ men tot algemeenen Landvoogd der Ver- „ eenigde Gewesten, te weeten, Gelderland „ en Zutfen, Vlaanderen, Holland en West- „ friesland, Zeeland, Utrecht, Friesland, „ en de anderen , met dee-zen, door bond- „ genootfchap, verknogt. Hy zou het op- *abfilut. „ perst en * volftrekt gebied hebben over „ zaaken van oorloge , zo te water als te „ lande. Gelyk gezag zou hy hebben, ïn „ zaaken, de burgerlyke regeeringe en regts- „ oefening betreffende , volgens de wettige „ gewoonten der tyden van Keizer Karel den „ V. De renten en lasten, en de wedden ,-, der Amptenaaren zouden betaald worden, „ uit de Domeinen van elk gewest, zo ver „ ze reikten, 't Overige zouden de Staaten „ verzorgen. De voornaamfte Ampten van „ Regeeringe en Regte, die ter begeevinge „ des algemeenen Landvoogds plagten te „ ftaan , zou hy begeeven aan Peribonen * „ te kiezen, uit een twee- of driedubbel ge- „ tal, benoemd door de Staaten van 't ge~ „ west, daar 't voorviel. Hy zou, uit vee- „ Ie bekwaame inboorlingen, by de Staaten „ te noemen, eenen Raad van Staate opreg- „ ten, die , met de twee Raadsheeren , te „ magtigen door haare Majefteit , zyner a Doorhigtigheid byftaan zouden , in het „ beleiden van 's Lands zaaken. De alge- „ meene Staaten zouden, ten allen tyde, ver- „ gaderen, daar hy 't goedvondc. Ook zou- „ den zy en de Staaten der byzondere ge- „ westen zo dikwils byeenkomen mogen, „ als zy zulks zouden geraaden. vinden. Al- „ ie
|
||||
XXIX. Boek. HISTORIE. 117
„ Ie Regten , vryheden, verdingen, orde- 158,5.
„ ningen, keuren en gewoonten der Landen-------
„ zouden in volle kragt blyven: waarop zy-
„ ner Doorlugtigheid zou gelieven den ver- „ eischten eed te doen, geiylc de Staaten be- „ reid waren, hem hulde en trouw, van we- „ ge der Landfchappen , te zweeren (0-" Na 't maaken van dit 'Verding , ontving de Midde- Graaf van Leicester .zynen lastbrief van de jen,-hem algemeene Staaten , waarby hy ook tot het •'" han* invorderen van alle ingewilligde en nog in te a^d^' willigen lasten van den kryg gemagtigd werdt. Voorts werden hem de middelen op de verteering in Gelderland en in de Brabant- fche en Vlaamfche Steden, die 't nog met de Staaten hielden , en de brandfchattingen ten platten lande , daar men geene middelen op de verteeringe kon heffen, in handen gefield. Holland, Zeeland, Utrecht en Friesland be- loofden hem, daarenboven, voor een geheel jaar , ingegaan met den tienden van Louw- maand , tweehonderdduizend guldens ter maand, benevens alle de middelen, die men, geduurende den zelfden tyd, uit Overysfel;, Drente, de Ommelanden en andere vyand- lyke Plaatfeu, zou können trekken. Men bewilligde, eindelyk, ook ïn het aanhouden der gelei- en verlofgelden op de uit- en in- gaande waaren , voor den zelfden tyd, top onderhoud der gewoone Oorlogsfchepen en der zulken, die de Koningin, uit kragte van het verding, zou mogen vorderen (u). Doch toen
<0 Zit Groot-PIalsaatb. IV. Deel, il. 8l. Bor. XXL Boek,
il. 6 [686]. C») Boa XXI. Boek, il. S [ïfao]. H3
|
||||
ii8 VADERLANDSCHE XXIX. Boek.
1586. toen dit alles , ter Vergaderinge van Hol-
■*—— land , pverwoogen werdt, hadt Amfterdam verklaard, dar. deeze Stad niet voor de fehul- den van andere Steden of Gewesten, en ook niet verder dan voor lasten, die zy zelve in- gewilligd hadt, verbonden wilde zyn. Ook hadden Gorinchem en Schiedam begeerd, over de verdeeling der ingewilligde lasten, gehoord te worden. Hierop werdt, van we- derzyde, de eed gedaan, op den vierden van Sprokkelmaand (*>); en de aanneeming des Graaven , by Elakaat van den zesden , den volke bekend gemaakt (V). Zyn na- Leicester nogtans , oordeelende dat hein dervoor- nog te weinig was ingewilligd, deedt, ter* ftei' ftond hierna, verzoeken, om het leggen ee- ner nieuwe belasting van vyftig guldens op het honderd fyn Zouts, van twee ftuivers op de tonne biers, en van twaalf Huivers op de tonne zeeps. Voorts begeerde hy nadere ope- ning van den ftaat der gemeene middelen, en Van d;e van ieder Landfehap, hem toegevoegd, ook van de lasten, op de Geleigelden ftaan-r de , en , eindelyk, ook vyfentwintig Oor- • logsfchepen , met Hopluiden van vermogen voorzien (so). Dit voorftel was, in de Fran- fche taaie, gefchied, en werdt den Staaten Ant- fchriftelykbehandigd. Zy antwoordden „dat woord „ zy de belastingen op het zout en de andere der Stasi- ^ waaren zelven noodig hadden, om de twee • vn' 3, tonnen fchat ter maand uit dezeken te „ vin-
(y) Refol. Holl. A Mr. 1586. U. 37, 38.
(w) Groot-PIakaatb. I. Deel, koh 47. Rqr XXI. Doek, IL
' i,x) 'Zie Bor XXI. Boek, bh 9 [ƒ91].
|
|||||
,
|
|||||
--1 '"-'w ■'■ ■ ■ '■'' "»^^wwwiipppifllli!«
|
|||||
^XIX.Boek. HISTORIE. u9
9, vinden. Doch hoopten zy de Landfchap- ï58<j.
„ pen te verwilligen, tot eene belasting op —-----
„ de Lakens, te betaalen, door den eerften
„ kooper; zo haare Majeffceit wilde toeftaan, „ dat de Engelfche Lakens, op hier of naar „ 't Oosten gefchikt, in ééne van de Steden 9, der Vereenigde Gewesten gebragt werden, „ mids op het inkomen niets betaalende. Het „ opmaaken der lasten op de Geleigelden had- „ den zy den ouden Raaden van Staate aanbe- „ volen. En om op het uitrusten der Oorlogs- „ fchepen te mogen letten, baden zy hem, 9, te willen verklaaren, van welke foort hy „ ze begeerde (y)." Onder dit handelen, werdt hem een ont- Groot
werp van een Berigtfchrift voor den Raad gezag, van Staate behandigd; doch hy begeerde het aanLei- te hervormen naar zyn welgevallen. En men ge'araa- moest, hierin, na veele redenen over engen.' weder (z), bewilligen, ja hem zelf verklaa- ren, dat men hem niet, maar den Raad al- leen , aan dit Berigtfchrift dagt te binden, en dat hy zig niet naar de meeile ftemmen zou behoeven te fchikken, maar, den Raad gehoord hebbende, zelf mogen befluiten, 't gene hy, ten dienfte der Landen, heilzaamst oordeelde. Toen veranderde hy 't Berigt- fchrift (d): welk de algemeene Staaten, fe- dert, op hunnen naam, uitgaven, en dat een jaar zou ftand houden. Voorts koos hy de Le-
- fiO nelbï. Holl. 12 F'br. 1585. U. 6a enz. Ror XXI. Beek,
II. 9 [65,1]. (-K) Zie ook Refo). Gener. 6, 20, ai, 22, 25 Jan. 1536 ly
Boa Auih. Stukk. II. Deel, bl. 60, 61, 6i. C«0 ZU het by Bor XXI. /i"«. bl. 7 [6SJ8J.
H 4
|
|||||
jao VADERLANDSCHE XXIX. Boe^
|
|||||
1586. Leden des Raads, uit de benoeming van een
~—— ruim getal door de Staaten ; die hem , ten opzigte der Perfoonen van Leoninus, Meet- kerke, Brederode, Valke en Buis, ook te wille waren. Daarna deedt hy den Graave van Hohenlo het algemeen Luitenantfchap over 't Krygsvolk van den Staat onder hem 'aanbieden. Doch deeze bedankte voor zulk eene eer, en verkoor, de Staaten van Holr land en Zeeland, die hem, tot Luitenant van hunnen byzonderen Kapitein-Generaal, had- den aangenomen , liever , tot zyne Betaals- heeren, te hebben (£). Maar Prins Maurits zelf en Graaf Willem Lodewyk namen, tot hunne byzondere Stadhoüderfchappen , last- brieven van den Graave van Leicester (O, die zig nu ernftelyk begon te zetten, tot het fchikken der zaaken van Regeeringe , naar zynen zin. XXVI. Doch , kort hierop , kwam 'er fchryvens De Ko- uit Engeland, aan hem en aan de algemeene mngm _ Staaten, waarby de Koningin zig hieldt, zeer t^on^? misnoegd te zyn op beide, over't opdraa- de,over gen en aanneemen der Opper-Landvoogdye , 'topdraa- 't welk , buiten haare kennis gefchied zyn- gen der ^e ^ j^j. 0f Naaren Onderzaat nogtans byna voogdye fcheen in te wikkelen ter hooge Regeeringe aan Lei- deezer Landen, die, door haar, van de hand ce§ter. geweezen was. De Staaten, die wel begree- pen, dat de Koningin zo fchryven moest, om de gevoeglykheid , voor de weereld , en , vooral, voor Spanje, te bewaaren, zo lang het mogelyk ware; geheten zig haare veiri- (b~) Bor XXI. Riek, bl. 14 [698].
(_cj Hooft XXIII. Hoek, bl, 1045, |
|||||
XXIX.Boek. HISTORIE. iu
aery niet te bemerken, en antwoordden haar, ^ss.
beleefdelyk „ dat het gebied, aan Leicester „ opgedraagen, niet verder ging dan dat der p, algemeene Landvoogden, van ouds, plag „ te gaan. Dat het woord * volßrekt flegts *abfoluf. 3, diende, om hem, boven de byzondere „ Stadhouders, te doen uitfteeken, en, ten „ fcherpllen genomen , niet verder getrök- ,, ken icon worden, dan tot het beleid dés „ oorlogs (4). Dat de hoogfte Overheid bleef „ by de Staaten der byzondere Gewesten, •„ en by gevolge ook de magt om Leieesters „ lastbrief, wanneer 't hun goeddagt, te ■„ herroepen." Welk fchryven een regelregt antwoord was op de fchynklagten der Kó- ninginne , en te gelyk pene fchrandere be- paaling van' het uitgebreid gezag, welk men Leicester fcheen opgedraagen te hebben. D^ Graaf zelf fehreef ook aan de Koninginne, in de eerbiedigde en deerlykfte bewoordin- gen; waarmede zy zig, ten laatiten, naar 't fcheen, zoetelyk, paaijen liet (d). '■•-' ■ < - ' Ten
(<0 Rou XXI I\oek,M. 14 P>97, 698]. Hooft XX.lll.Baek,
il. io,)ó. , : ' .
(4) Zo fchreeven de Staaten, zonder 't Verding,
mét Leicester gemaakt, behoorlyk té hebben nage- lezen, of, inogeiyk, in verWagting, dat de Koningin het niet ten feherpften naleezen zou. Want wy heb- ben, hier voor (bh uó) gezien, dat aan Leicester ge- Jyke magt , in zaaken van lle^eeringe, als in zaaken. van Oorloge, opgedraagen was. De woorden van hèi öörfpronglyk. Verding zyn zeer nadruklyk. Dus lui- den ze: Item fal zyn Excel/, volle macht en abfohift fe-ztield hebhen in de voorfz. Provintien en van baergc- nsfocieerde, in 't fiuck van de Politie en Juflitie, '/.[ft Bor XXL Boek, bl. 6'[686].'en GrM-Plakaatb. IV. Deel, bl. 81. • ' ■ • ; ' ■■'■>■. II 5
|
||||
122 VADERLANDSCHE XXIX. Boek,
|
|||||
1586. Ten deezen tyde, vonden de Staaten van
fei
XXMII. gujs tot 's Lancjs Advokaat, te beroepen
Toan van ,. „ ; T .-. r
ülden- Meester Joan van Oldenbarneveld ,
barne- thans Penüonaris van Rotterdam; doch te A.
veid mersfoort gebooren, en, te vooren, reeds, wordt jn verfcheiden' gewigtige Staats-handelingen, kaat^an gebruikt. Hy maakte eenige zwaarigheüen Holland, tegen het aanvaarden van deezen dienst; doch nam dien eindelyk aan , onder beding, dat hy terllond ontilaagen zou zyn, in gevalle van handel om 't Land aan Spanje te bren- gen , waarvoor hy bedugt was; en dat hy, buiten zyne bewilliging , in geene uitheem- fche bezending, gebruikt zou worden (e). Hy deedt den eed , den agtiten van Lente- maand, op den lastbrief en het Berigtfchrift, den zesden ingefteld, waarby zyne jaarlykfche wedde, op twaalfhonderd ponden van veer- tig grooten, bepaald was (ƒ), Ten zelfden dage, beflooten de Hollandfche Staaten, aan Leicester en den Raade, geene Vertoogen te doen, dan in de Nederduitfche taaie : ook, hem te verzoeken , zyne voorftellen aan hun te willen doen , in de zelfde fpraake (g) : gelyk 5 federt, meen ik, altoos ge- fchied is. XXVIII. -De Krygsbedryven deezes jaars werden, De Over- van de Spaanfche zyde, byna met den aan- fteTasfis vang van het zelve, begonnen. De Overfte Tas-
C<0 Uemonftr. van ]. v. Oldenbarn. in de Waar. H t. hl.
ISO. Bor XX. Boek, il. 72 [647]. XXI. Èoek, bh ie [7°°^ Hooft XXIII. Boek, hl. 1347, CO B-clbl. Holl. 11 Febr. (• Bfeart 1586. tl, 55,86, 88 enz,
(g) Keibl. Holl. 7 Maart ïsiiö. Ol, IC5.
|
|||||
XXIX.Boek. HISTORIE. 12.3
Tasfis viel, in het afzyn van Graave Wil- i5g<.
lern, op den drie-entwintigften van Louw--------
maand, in Friesland, met vyfentwintighon- ^ ni
derd knegten en vierhonderd Paarden, liep ,a„^" de Zevenwolden af, en wendde zig vervol- gens naar de hoogte van de Bilt. Graaf Wil- lem , in alleryl, naar Stavere gekeerd, zag zig, ongelukkiglyk, afgefneeden van een deel zyns volks , onder Stein van Malfem , die, zig te Buxum'nedergeflaagen hebbende, door de Koningfchen, overvallen, en, met groot verlies, op de vlugt gejaagd werdt. Graaf Oswald van den Berge, zig van een Friesch Vendel meester gemaakt hebbende , werdt, hier, doordezynen, voor een"ötaat- fchen Vendrig aangezien, en , uit misver- ftand, doorfteken (h). Zyn broeder, Herman, werdt gewond. Voorts waren 'er, ook van de Spaanfche zyde, een goed getal gefneu- veld. Een opkomende ftofregen , die Tas- fis bedugt voor dooijen maakte, dreef hem, daarna, met agterlaatinge van alle zyne doo- den en van de veroverde Veldftukken , ten lande uit (7). Doch deeze togt baarde zo veel fchriks , door gantsch Friesland, dat beide Steden en Dorpen Blieven van Vrywaaringe kogten van Verdugo, en deeze geheele oord in eene foort van verzoening raakte met de Koningfchen. Verdugo , die heet was op lof van heuschheid , boodt, federt, Graave Willem de brandfehatting der Ommelan- den (h~) ReyijIIV. Iksk, li. 68. Steaiia Dec. II. Uhr. VU.
p. &)6. (U Ron XXf. nnek, hl. 10 [öy2J. Hooft XXIV. liue.ï,
il. ÏQJ7. |
||||
124 VADERLAND3CHE XXIX. Boek
1386. den aan, mids deeze hem die van Friesland
■------- liet toekomen. Doch de Graaf, dugtende dat
de luiden , eens aan de rust gewend, niet
wederom tot het weigeren van brandfchat- ting zouden te krygen zyn, floeg deeze aan- bieding van de hand. Hy gaf, daarna, be- vel tot het houden van goede wagt, in alle bezette Plaatfen; ook tot het uitzetten van verdagte Perfoonen , tot het optekenen der eetwaaren , en tot het openbyten der be- vrooren' wateren. Voorts werdt de derde man uit de huisluiden opontbooden, 't welk, in Friesland , drieduizend koppen kon uitle- veren (&). Oproeri- Doch, terwyl Graaf Willem zig dus te weer gefclirif- ftelde, deedt Verdugo, door zekeren Fran- ten in ^0-ls ßodemond, weleer Geheimfchryver des Friesland prinfen yan 0ranjg5 daarna Griffier des Hofs ftrooid. van Friesland, doch nu tot de Spaanfche
zyde overgegaan, boekjes in Friesland ftrooi- jen , waarin de Staaten werden uitgemaakt „ voor baatzugtige luiden, die, om in 't be- „ wind te blyven, 't volk ftreelden met de „ fchoone naamen van Vryheid en Gods- „ dienst, en met Nasfaufche Hoofden, wien „ niet 's Lands welvaart, maar eigen glorie „ ter herte ging. Voorts riedt men den Frie- „ zen , zig te houden van den handel met „ Engeland , daar eindelooze flaaverny en „ gcduurige oorlog uit te wagten ftpndt. „ Veeleer behoorde de Gemeente zig te ver- „ zoenen met haaren Koning, daar meer niet „ toe.
(*) Bor XXr. Bonk, U. 22 [709]. Reyu IV. Bpek, U 6y.
yo. Kouft 'XXiV. Huik, U, lOjü, I05y. |
||||
XXIX. Boek. HISTORIE. 125
„ toe vereischt werdt, dan dat men eenigen . „__
5, blooden boeven" (dien naam kreegen de 1586,
Staaten) „ den kop kloofde." Eenige hon- derden van deeze boekjes werden te Oost- merhorn, in een Embder fchip, aangehaald, en Graave Willem toegefchikt (f). Terwyl Friesland dus ontrust werdt, lie- xxïx.
pen andere oorden niet vry. De Koning- ^fe* fchen, twee Sloten by Venlo bemagtigd heb- Krygs- bende , toogen, omtrent het midden van bedry- Louwmaand, naar Lottum, en zonden, van ven- daar, tweehonderd oude Spaanfche foldaa- ten, over de Maaze, die 't Klooster Beeters- waard innamen. Doch hier overviel hun Schenk, wien.'t onlangs gelukt was, de Kor- net van Appio Conti te flaan , en die nu 't Klooster in den brand ftak , en de meeste Spanjaards verfloeg: 't welk hunne fpitsbroe- ders, te Lottum , derwyze verbitterde, dat zy eenige Staatfche gevangens in koelen bloe- de van 't leeven beroofden Qn). Maar Schenk en Herman Fredrik Kloet, Overfte van Nuis, beftonden , op lastbrief van den verdreeven Keurvorst Truchfes , Werle in Westfaalen te verrasfen, in den aanvang van Lentemaand, 't Slot aldaar weigerde men egter op te gee- ven. Ook zondt Hautepenne, weinige dagen laater, den regeerenden Aartsbisfchop eenige benden te hulpe, waar door Schenk bewoo- gen werdt, de Stad leeg te pionderen en te verlaaten, gelyk op den agttienden van Len- temaand gefchiedde. Hy begaf zig toen naar Schenk Lei- wordt
(O «RVD IV. nnck, hl. 70. Hooft XXIV. Boek, tl. 1060.
. i«0 Kor XXI, Boek, tl. 11 [(S933. |
||||
iaö VADER LANDSCHE XXIX. Boek»
1586. Leicester, die hem Ridder lloeg, en befchonk
—.—- met eenen keten van tweeduizend guldens («). Ridder De Stad Graave, binnen welke, Lubbrecht geflaa- Turk, Heer van Hemert, geboodt, was, eeni- Graave §e weeken ■> belegerd geweest, door Graave /ooi- ' Karel van Mansfeld , en ftondt nu over te Parma gaan , door verraad, wanneer de fchelmery belegerd. geiukkiglyk , ontdekt en geftraft werdt. In Grasmaand , wist Hohenlo eenigen voorraad in de Stad te krygen. Hy en Norrits wer- den, daarna, nog eens, door Leicester, ten zelfden einde, derwaards gezonden. Zy be- magtigden toen eene vyandlyke fchans, te Lithoyen; en federt de Huizen te Batenburg en te Enrpel, na 't houden van een fcherp gevegt, met eenen hoop Koningfchen. Zy wisten de Stad toen van dertig of veertig fchuiten , met krygs- en mondbehoeften, te voorzien ', des Parma, geenen kans ziende, om haar, door gebrek, te dwingen, op den twaalfden van Bloeimaand, zelf in 't Leger kwam, ftraks Batteryen opwierp, en de Plaats , van den overkant der Maaze, uk vierentwintig ftukken, befchieten deedt. N* 't maaken eener tamelyke opening , liet hy llorm loopen , die egter mannelyk afgeflaa- gen werdt. Maar als zig, des anderendaags, het gantfche Leger in flagorde vertoonde, ging 'er zulk een byfter misbaar op in de Stad van vrouwen en kinderen, dat den fol- daaten , den -Wethöuderen en den meesten bevelhebberen de moed ontzonk. De Heef van Hemert, die, 's daags te vooren, nog aan
(X) Bor XX[. Beuk. il. 15, 16 [6'jn, 700].
|
||||
XXIX.BOEK. HISTORIE. 127
aan Leicester gefchreeven hadt, dat hy de 1585.:
Stad genoeg zag te verdedigen, liet zig nog- ■ tans nu, door eenige Hopluiden , overhaa- len, om te beproeven , of Parma tot een -1 billyk verdrag zou willen verftaan. Hop- De Stad
ihan Denys de Charrette was fchier de eenig- wordt,by fte , die zig tegen dit verhaast befluit ver- verdras» zettede. Men kwam dan te woorde met den v£,,#" vyandlyken Veldheer, die de Stad, op re- delyke voorwaarden , overnam, den zeven- den van Zomermaand (V). De tyding hier- van deedt de Staatfche bezetting verïoopen uit Megen. Ook werdt Batenburg, kort hier- na, wederom opgegeven aan de Spaanfchen. Leicester, opgetrokken, om Graave te ont- zetten , en onder weg de fchanfen Knod- zenburg en aan 't Bergfche hoofd bemagtigd hebbende , ontving de maare van het ver- lies der Stad, terwyl hy gereed ftondt, om, derwaards , over de Maaze, te zetten. Des keerde hy, met een verftoord gemoed, naar de Bommelerwaard , daar hy zyn Leger ne- derfloeg. Te Bommel, kwamen by hem de Heer van Hemert en eenige Hopluiden, om hun gedrag, in 't overgeeven van Graave, te verantwoorden. Hemert en eenige anderen werden terftond vastgezet. Leicester beriep ., eenen Krygsraad, te Utrecht, voor welken zy te regt gefteld werden. Hemert en twee De Heer Hopluiden werden , om de beweézen' laf- va™ He~ hertigheid in 't overgeeven der Stad, ter ^ordt, dood veroordeeld ; doch men gedroeg zig , om't op- om- gecven 00 RoR- XXr. Boek, U. 15 [(Jool. 20, si f707. -ro81. Stra-
ÜA Dsc. II. Libf. VII. p. 403. "' ' ■ J |
||||
i*8 VADERLANDSCHE XXIX. Boek.'
|
|||||||
iijsö. omtrent het uitvoeren of vernietigen van \
vonnis, tot den Graave van Leicester: die |
|||||||
vanGraa-zjg egter niet beweegen liet, tot het bewy-
haïsct!nt" zen van genïtc*e. Pe Heer van Hemert, een: jong Geldersen Edelman van aanzienlyken Huize , werdt ftaande onthalsd. Voor zyn fixrven, verklaarde hy den volke , in twee taaien, dat hy zig van ontrouw zuiver ken- de ; doch, uit mededoogen met kermende vrouwen en kinderen , tot bloodigheid ver- vallen was. De twee Hopluiden droegen dezelfde ftraf (p). Ik vind, dat de Staaten van Holland, onder anderen, fterk aangehouden' hadden, dat men , met den Heere van He- mert, naar ftrengheid van Regte, wilde han- delen (#)• xxx. In Bloeimaand , ; hadden de Baron Wil- Spiwisch loughy en de Ritmeesters Paulus en Marcel-. Se(ieaa-e lus Bax een fterk Spactnsch geleide, dat een' fen.aa" grooten voorraad van graanen, uit Luiker- land en het Kleeffche, naar Antwerpen voer- de , verflaagen en beroofd Qr~). Hohenlo en de Engelfche Maarfchalk William Pelham deeden, daarna, eenen inval in Brabant, en Leicester pionderden de Langeftraat. Ook overviel' neemt Hohenlo , op deezen togt, de Kornet van' ceirchen" Camillo del Monte, by Breda, daar hy den' overioo- Engelfchen Hopman Weltz , die voor dee- perinzy-zen, Aalst verkogt, en federt den vyand ge-' "!n diend hadt, gevangen kreeg. Men zondt ïenst. jiem aan Lejcester jn verwagting dat dee- ze hem , niet minder ftreng dan den Heef
va»
(ƒ>") Kor XXT. linek, hl. 11 [708], 25 [712].
(j) RefiJ. Hel), van 34 ,Junv tos 1 July 1586. hl. tw,
Ir) üsm. xxi. mn, i>i. 23 [?°y>
|
|||||||
XXIX. Boek. HISTORIE. ia$
van Hemert, zou doen handelen. Doch dit 1586.
viel anders uit. Leicester ichonk den ver- -------■
raader niet flegts het leeven en de -vryheid;
maar nam hem zelfs aan onder zyne Lyf- bende (s). Hierdoor verwekte hy groot Hy geeft misnoegen onder de luiden van oorloge : het Re- veelen van welken , federt, nog verdrieti- ^^"11- ger werden , als zy hem het Regement van tain aan den Heere van Hautain, die aan den Kou- Siduei. wenfteinfchen dyk gebleeven was, aan zynen Neeve, Filips Sidnei, zagen opdraagen. De Misnoe- klagten , die twee - entwintig der voornaam- een Wer- fte Bevelbebberen hier over, fchriftelyk, aan over* den Graave van Hohenlo, gedaan hadden , werden Leicester overgeleverd. Doch hy hieldt zulks te fmaaken naar muitery , en wees het vertoog, met verontwaardiging , van de hand (*). Na 't inneemen van Batenburg, zondt Defcham
Parma den Graaf van Mansfeld, om 't Huis te Wel en de fchans te Wel te overmeesteren. Hy Jee„lo°" kreeg de fchans, na 't flaaken van tagtig fchooten. Doch 't Slot flegts opgeëischt, en van Hopman Splinter van Helmich , die 't 1 bewaarde, weigerend antwoord bekomen heb- bende, rukte hy voor Venlo, dat toen, bei- Venlo de van de Gelderfche en Brabantfche zyde, belegerd, belegerd werdt. Schenk , kort te vooren , uit Venlo getrokken, om eene fchans te ftigten, op den hoek, daar de Waal uit den Ryn fchiet, zogt, een weinig te laat, door het vyandlyk Leger, te liaan, en zyne Ge- rnaa-
O) Bor XXI. Boek, tl. 51 [750].
tO Hoopt XXIV. Boek, l/l. IC65. VIII. Deel. I
|
||||
130 VADERLANDS CHE XXIX. Boek.
|
|||||
1586". maaliii, die in de Stad gebleeven was, te
■
de herberg van den Prinfe van Parma. Doch
toen 't gantfche heir in beweeging ziende ,
was hy genoodzaakt, te rug te keeren , en
Sehen- kragt het, niet zonder verlies, binnen Wag-
keu- tendonk. Sedert, voltrok hy de begonnen'
fchaus vesting, die, naar hem, Schenkenfchans ge-
geftigt. noemc{ Werdt (V).
Voor Venlo , in de Maaze, lag eene
fterkte , op een Eilandje, waaruit de vyand zeer befchadigd werdt. Parma deedt, der- halve , een houten bolwerk ftigten , op drie ponten , en bemannen met driehon- derd knegten , die voet kreegen op 't Ei- landje , en de Staatfchen , uit de flerkte , naar de Stad jaagden. De bezetting toonde egter herts genoeg, om 't beleg door te ftaan; De Bur- doch werdt, eerlang, door de burgery, met gery van ^e wapenen in de vuist, gedwongen, om zig Jwhigt met Parraa te verdraagen, gelyk , op den de bezet- agtentwintigften van Zomermaand, gefchied- ting tot de. By 't Verdrag, werdt de vrye uittogt het op- voor Schenks Huisvrouwe en Schoonzuster Ier slad. bedongen , die 'er egter veel gelds laaten ' moesten. Leicester geboodt, federt, de goe- deren en Perfoonen der burgeren van Venlo aan te tasten, waar men ze in de Vereenigde Landen wist te agterhaalen (V). Het Slot Na 't overgaan van Venlo werdt het Slot te Wel, te Wel andermaal opgeëischt, door Haute- door on- penne £)e Bevelhebber van Helmich zogt irouw, * |e Cv) Hor XXI. Hoek, il, 24, 25 [711, 713].
(«O Bor XXI. Bock, hl, 26 [71 jj. Strada Dec. II, Liir. VII. p. 412. |
|||||
XXIX. Boek. HISTORIE. 131
de Plaats te houden, ten minften tot dat 'er {§%$.,
behoorlyke bres gefchooten zou zyn; doch——■— hy werdt, door ontrouw en muitzugt van zyn verioo- eigen volk, genoodzaakt, tot verdrag met den ren' vyand te komen. Hautepenne luisterde naar geene billyke voorwaarden. Nogtans beloof- de hy Heinrich vryen uittogt met zyn paard» Doch hy Meldt zyn woord niet. De Hop- man en zyn gezin werden , na 't overleve- ren der Plaatfe, naakt uitgefchud en van alles beroofd. Hy en een groot deel zyns volks kwamen te Utrecht, daar drie van de muiters , op zyne aanklagte , ter galge ver- weezen werden. Een derzelven, een Schots- man van geboorte , was niet by naam e on- der de nïisdaadigen genoemd geweest; doch hadt, met de overigen, om dë galg moeten looten, en een gelukkig lot getroffen (#)< Midlerwyl , werdt het Stigt Keulen en xxxi.
Westfaalen , door Nieuwenaar , Schenk, Parma * Kloet en anderen, in geduurige onrust, ge- belegert houden. Een deel Krygsvolk, 't zy Staatsch Nmw of Keulsch, want dit is twyfelagtig, beftondt Zelfs, op den derden van Hooimaand, eenen hoop van drieduizend menfchen , die naar Keulen ter markt toögen, aan te tasten, ge- deeltelyk te verdaan, en van alles'te beroo- ven. Wat laater, ftaken de Staatfcbën den brand in omtrent vyftig Dorpen of Heeren- wooningen te gelyk (y). Diergelyke oVer> !ast bewoog den regeerenden Keurvorst ,- den Pr infe van Parma aan te zoeken ., om ort- der-
(tf) BW XXI. Hoek, hl. 26, ij [714, 715],
O') Hooft XXIV. llrck, bt. 1085« |
|||||
I 2
|
|||||
iga VADERLANDSCHE XXIX. Boek.
derftand, tot het herwinnen van Nuis, voor
welke Stad, deeze, op den tienden van Hooi- maand , 't beleg lloeg, met een Leger van zestienduizend knegten en omtrent vyfen- twintighonderd paarden. De bezetting der Stede , over welke Herman Fredrik Kloet geboodt, was , daarentegen , maar zestien- honderd man fterk. Egter deedt zy meer dan eenen uitval, eer de belegeraars de batte- ryen gereed hadden. Toen deezen klaar wa- ren , werdt de Stad opgeëischt. Men ver- zogt tyd van beraad, die vergund werdt, en te gelyk beftemd, dat men zig, midlerwyl, ter wederzyde , van daadelykheden onthou- den zou. In deezen tusfehentyd, trade Par- ma zelf tot digt onder de veste, en zig ge- ratende , eenen Gemagtigden te zyn van den Keurvorst, vermaande hy den beleger- den , hun befluit niet te verwylen. Doch ter- wyl hy hier ftondt, werdt 'er, van binnen en van buiten, hevig gefehooten: en 't is twy- felagtig, van waar men eerst begonnen heb- be : lchoon 'er reden is, om te vermoeden, dat de Stedelingen , den Spaanfchen Veld- heer beter kennende , dan hy waande, den oorlog hebben willen eindigen, met het ver- delgen van zynen Perfoon; en dat zy, hier- om , buiten weeten van Kloet, 't Beftand gefchonden , en 't fchieten begonnen heb- ben. Parma nogtans, lchoon hem de kogels om de ooren morden, kwam behouden in 't Leger te rug. De handeling werdt, hierop, afgebroken, en de Stad, des anderendaags, zo hevig befchooten, dat 'er twee wyde ope- |
||||
XXIX. Boek. HISTORIE. 133
ningen in den muur door gemaakt werden. l5$gm
't Gemeen der belegeraaren toonde zig toen_____
jookerig naar den ftorm. Doch Parma beval,
dat men zig, voor den nagt, alleenlyk nog meester van een' tooren maaken zou, in 't verdedigen van welken, Kloet gevaarlyk ge- wond werdt. Met den dag, bereidden de belegeraars zig tot den aanval. Kloet zogt, daarentegen , te daadingen. Doch Parma antwoordde, dat het uur van genade voorby was. Soldaaten en burgers vertoonden zig, met gevouwen handen en geboogen knieën, in de bresfen. Vergeefs. De Spanjaards, 't De Stad zy met of buiten last van den Veldheer, viie- wordt gen de eerften ter breuke op. De Italiaanen ^0T™etï en de anderen volgen. In een oogenblik zyn inege™_ zy binnen. Tweehonderd bezetteiingen om- men. trent, de eenigiten die zig te weer fielden, werden allen verllaagen. Men riep, terftond, dat men geene mannen zou laaten leeven. Doch vrouwen en kinderen Werden, door de voorzorg van Parma , aan lyf en eere ver- fchoond. Maar met de lyken der mannen lagen de ftraaten, alomme, of opgehoopt, of be- zaaid. Eenige Koningfchen vielen in 't Huis van den Overfte Kloet, die 't bedde hieldt aan zyne wonde, en zeiden hem aan, dat hy, als in den Ryksban zynde, zig tot fier- ven te bereiden hadt. Wat hy hier tegen by- brengen mögt hielp niet. Men fmeet hem, in 't byzyn zyner Vrouwe, eenen ftrop om den hals, fcheurde hem van 't bed, worgde hem, en hing hem dus ten venfter uit. Qn- dertusfchen, was de Stad in den brand geraakt, I 3 on-
|
||||
134 VADERLANDSCHE XXIX. Boeh,
1586. onzeker door wiens bedryf. De vlam Meldt
«-—,— den geheelen dag en den volgenden nagt aan, en verteerde de meeste huizen (z). Parma behaalde veel eers door dit inneemeft van Nuis: en oordeelde men, dat hy, hieraan, alleen, verdiend hadt het eerengeichenk van een zwaard en eenen hoed, hem, in Bloei- maand te vooren, gedaan door Paus Sixtus den V (V). Kort hierna, kreeg hy Meurs Rynberk in, en de Sloten van Alpen en Krakau. En belegerd, op den dertien den van Oogstmaand, begon hy 't beleg van Rynberk, dat agthonderd man, Engelichen en anderen , onder Schenk en Morgan, inhadt, en van genoegzaamen voor- raad voorzien was (£). Doch dit beleg werdt, in de volgende maand, in eene biokkeering veranderd. Prin* Terwyl Nuis belegerd was , deeden Prins Maurits Maurits en Sidnei, op Jast van Leicester, ee-
enSidnd nen jnvai jn Vlaanderen, en maakten zig, bemagti- Q^ ^en zeventienden van Hooimaand, raees- £en ie * ter van Axel en van eenige fchanlen in dee- zen oord. Parma, hiervan, voor Nuis, ken- nis bekomen hebbende , gaf den Heere- van la Motte bevel, om, met eenige bezettelin- gen , Axel, van alle kanten , te befluiten. Doch Prins Maurits belette 't hem, met het doorfteeken der dyken. En Sidnei zelf on- dernam iet tegen Grevelingen ; daar la Motte geboodt. Hy hieldt heimelyk verftand met eenige bezettelingen der Plaatfe; doch toen '■'■ de (z~) Hok XXI. floek, bl. 41 [737]. Str/sda Dec. II. Uhr.
VJII. p. 418 & fm ■ O) Bor XXI. Boek. bl. 43 [-38]. ('0 ßoR XXI. Boek, bl. 44 [738].
|
||||
XXIX. Bosk. HISTORIE. 135
de aanflag op 't punt ftondt van uitgevoerd 153^.
te worden, kreeg Sidnei vermoeden, dat men--------
hem dagt op te ligten; waarom hy onverrig-
ter zaake te rug toog (c)« Leicester, federt, den bloem der Neder- xxxil.
Iandiche Krygsmagt, ten getale van zeven- Leiceller of agtduizend knegten en veertienhonderd JJk™£» paarden, byeen gerukt hebbende, floeg zig, zet van den zesden van Herfstmaand, by Elten, in Ryn- 't Kleeffche, neder, van zins, om Parma te berk. dwingen, tot het verlaaten van Rynberk. Tendeezen einde, vondt hy geraaden, Does- Hy be- burg aan te tasten, en begon, op den der- magtigt tienden, de Stad te befchieten, die zig, ter- bu°"" ffcond overgaf, en Engelfche bezetting in- b kreeg (d~). Van Doesburg toog Leicester naar Hy bele- Zutfen , bemagtigende onderweg de Huizen 8£« Zut' Hakvoort, Boksbergen en Nieuwbeek. Zut- tcn* fen was flegt voorzien , 't welk Parma be- woog, Rynberk geblokkeerd te laaten , en, met het gros zyns Legers, Leicester te vol- gen. De Graaf, midlerwyl, berigt beko- anen hebbende , dat Deventer neigde naai- den Spanjaard , verzekerde de Stad, wer- •waards hy zig in perfoon begaf, met eenige meerdere bezetting. Met zyne wederkomst, vondt hy zyn Leger, op de tyding van Par- mas naderen, eenigszins bewald: 't welk hy, zig door Hopman Roeland Jork, die wel eer in Spaanfchen dienst geweest was, hebbende laaten diets maaken, dat de Spanjaards, in 't vlakke veld, tegen de Engelfchen, niet op- mog-
(O Hor XXI. Boek, hl. 48 [738].
{d) !5or XXI. Boek, U. 51 [7501. I4 -
|
||||
13
|
o
|
6 VADERLANDSCHE XXIX. Boek.
|
|||||||
1586. mogtcn , fcbier hieldt, zyne eere te na te
1 — gaan. Aan Jorks raad, die verre goldt, bo- ven dien der Overften, welken, te vooren, in Staaten lbldy geftaan hadden, werdt ook toegefchreeven , dat men de toegangen naar Zutfen niet aan alle kanten floct; waardoor het Parma, eerlang, gelukte, eenigen voor- raad in de Stad te brengen. Hy ondernam het, voor de tweede reize , op den twee- entwintigften van Herfstmaand , en zondt, tot geleide der behoefte, omtrent tweedui- Gevegt zend man mede. By Warnsfeld, viel, tus- *>y fchen dit volk en de Engelfchen , een feid™" fcherp gevegt voor, waarin, van wederzy-
de , eenige manfchap fneuvelde : onder an- Sidnei deren, werdt Filips Sidnei hier gewond in de fueuvelt. ^Ci) waaraan hy, na eenige weeken lydens, ftierf. De voorraad geraakte binnen Zutfen , welk, binnen weinige dagen, nog eens ge- fpysd werdt. Op den negenentwintigiten, hieldt men wederom eenig i'chutgevegt, aan- gevangen , naar 't fcheen , van de Spaan- fche zyde, om de Engelfchen in eene laage te lokken, voor welke deezen zig egter wis- Leicesterten te hoeden (<?). Eindelyk bragt Parma, verlaat ^ ^en twaaifden van Wynmaand, wel honderd doch b'e- wagens met voorraad in de Stad, 't welk Lei- magtigt cester deedt afzien van het bemagtigen der- de fchan- zelve. Hy tastte , federt, de drie vyandly- de"stader ^ce *"crianfen teS'en over Zutfen aan, verover- de 'er twee, ftormenderhand : waarna de der- de en grootfte verlaaten, en zonder flag of floot ingenomen werdt. By "t beftormen der twe.e»
Qe~) Bor XX!, Bush, tl. 5« [?5°> ?5'1«
|
|||||||||
HISTORIE. 137
|
|||||||
XXIX. Boek.
|
|||||||
tweede fchanfe, kreeg Hohenlo eene wonde 1586.
in 't aangezigt, die mids 'er 't koud vuur in —— kwam gevaarlyk werdt. Hy genas 'er egter gelukkiglyk van. Voorts werdt Roeland Jork, door Le'icester, tot Overfte der groote fchan- fe over Zutfen, William Stanlei tot Overfte van Deventer, aangefteld, zeer tegen den zin der Staaten, alzo zy beide Roomschgezind wa- ren , en beide den Spanjaard gediend hadden (ƒ). Ten deezen tyde, zogt Schenk, met ee- Schenks nige Engelfchen, Hoog- en Nederduitfchen, aaullag Nieuwmegen te verrasfen. tly toog op weg, °p by nagt, tot op eene halve myle aan de Stad. J^gwü daar hy de Engelfchen, eene poos , moest laaten rusten. Doch toen het tyd was, om voort te trekken, kon hy ze niet wederom op de been krygen. Hy ftuwde dan de andere knegten voort, waartegen de Engelfchen , , zelven de eer van den voortogt begeerende, zig kanteden met gevelde fpietfen : 't welk zo veel verwarring' baarde, dat de aanilag t'ee- nemaal te loor liep (g). Parma, Zutfen voorzien hebbende, lei zyn doo \
volk in de winterlegeringen , en begaf zig van Par- naar Brusfel, daar hy de uitvaart hieldt van "™s Va" zynen Vader, O&avio Earneze, die, op den hoeder agttienden van Herfstmaand overleeden zyn- de , hem de waardigheid van Hertoge nage- laaten hadt (Ji). Oftavios Gemaalin, Marga- reet, de gewezen' Landvoogdes, was, reeds voor hem , in Louwmaand deezes jaars, te Or-
(ƒ) Bor XXI. Boek, il. 51 [752].
(g) Hooft XXIV. Boek, U. loof. \h) Bor XXI. Boek, tl. 54 [753J. IS
|
|||||||
i38 VADERL. HIST. XXIX. Boek,
1586. Ortona, in 't Ryk van Napels, geftorven (f).
•--------De Kardinaal van Granvelle , die , na zyn
en van vertre]c ujt de Nederlanden , dit Ryk, als
dfnaaiai' Onderkoning , beftierd , daarna, eenen tyd vanGran-lang , te Rome gewoond, en eindelyk, aan veile. 't Hof te Madrid , in 's Konings blaakende gunste geleefd hadt, was ook, op den eenen- twintigden van Herfstmaand, overleéden (k). Leicester Leicester vondt, na 't opbreeken van het breekt vyandlyk Leger, geraaden, ook het zyne de het Le- wiiiterlegeringen te doen betrekken Q). Zelf ser op' begaf hy zig naar Utrecht, en eerlang naar den Haage; daar een nest van misnoegen te- gen henTbroeide , waarvan wy de oorzaak en uitkomst, in 't volgende Boek, zuilen- ontvouwen. CO Hor XXr. Boek, U. 11 [693].
f*) Cor XXI. Boek, hl. 54 [754]. (O Bor XXI. Boek, hl. 53 [753]» |
||||||
*
|
||||||
VA-
|
||||||
VADERLANDSCHE
HISTORIE.
DERTIGSTE BOEK.
|
|||||
INHOUD
I. Oorzaaken van het misnoegen tegen Leices ter.
II. Onlust tusfchen de Burgeryen van Utrecht enAmflerdam. III. Leicester houdtgemeen- fchap met Rein goud, Prounink en den Burg- graaf. Hy doet munten, te Amfierdam. Geeft een Piakaat uit op de Zeevaart. Vleit de Pre- dikanten. IV. Kerktwist te Utrecht. Leerwy- ze van Huibrecht Duif huis. Sinode in den Ilaage. Kerkenorde. V. De Gekommitteerde Raaden fchryven tegen V Piakaat op de Zee- vaart. Leicester regt eene Kamer van Geld- middelen op. Reingoud'wordt Thefaurier. VI. De Burger hopluiden te Utrecht willen de op- perfle magt van dit gewest En geland op dr aa- gen. Paulus Buis gevangen. Ge/laakt. VII. Dagvaart in den tlaage. Bultengewoone Bede. Wedde van Leicester. Eenige Burgers uit U- trecht gezet. Verandering der Regeeringe al- daar. Leicester zoekiOldenbarneveldin handen \e krygen. VIII. Par et, Barbara Boots en Rein goud gevat. De laat/te ontkomt en loopt over tot den vyand. Agternogt op Leicester. IX. Vertoog van Holland, Zeelanden Friesland le- gen |
|||||
140 VADERLANDSCHE XXX. Boek,
gen hem. Onderhandeling met hem. X..Prou-
nink geweerd uit de algemeene Staaten. Men poogt het Lid der Gekoorenen, te Utrecht., af te zetten. XL Leices ter wil een keer naar En- geland doen. Hy maakt de Duit [che werving vrugteloos. Onderzoekt, waarom men, in Hol- land enZeeland.tde opper heerfchappy En geland niet aanbiedt. Xli. Hy draagt het bewind, in zyn afzyn, den Raad van Staate op. Be- paalt deszelfs gezag, heimelyk. XIII. De Staa- ten van Holland aanvaaraen de Kerkenor de. Veranderingen in V Stigt. XIV. Bezending naar Engeland. Handeling met deKoninginne. XV. Wouw verkogt aan Parma. Stanlei en "Jork verraaden Deventer en de fchans over Zutfen. XVI. Aan/lag van Norrits op Deven- ter. DeEngelfchen vallen in Holland, "t Plakaat op de Zeevaart ingetrokken. XVII. De alge- meene Staaten fchryven aan Leicester. Ver- andering in den Raad van Staate. XVIII. Maurits krygt meer gezags. Waardgelders ge- worven. Een Deensch Gezant geligt. Vrcde- handeling met Spanje verworpen. XIX. Twist met Sonoi, die Prins Maurits en Plohenlo bui- ten Medenblik houdt. XX. Prounink woelt ^ em eenige gewesten met Utrecht te doen famen- jpannen. Byeenkomst te Utrecht. XXL Voor- ßag der StaatJ'che gezanten aan de Koninginnc van Engeland. Leicester begraauvst hen. Zy vertrekken. Verzierde Brieven. XXII. Twist in Friesland over de bezending naar Ev geland. Handel tegen eenige Kerkelyken. XXllI. Lei- cester fiyf't de tweedragt, hier te Lande, door brieven. XXIV. Staat derVereenigde enSpaan- fche Nederlanden. Parma belegert Sluis. Gel- der |
||||
XXX. Boek. HISTORIE. 141
|
|||||||
der verraaien. XXV. Leicester keert te rug.
Verzoent zig, eenigszins, met de Staaten. Sluis gaat over. Nieuwe bezwaarpunten te- gen Leicester. Hy /laat den Vredehandelmet Spanje voor. XXVI. Handeling tusfehen En- geland en Spanje baart agterdogt. Leicesters dubbelheid. XXVII. Punten uit zyn geheim Berigtfchrift. Hy zoekt Maurits, den Advo- kaat en anderen te ligten. XXVIII. Hy komt te Utrecht. Te Anißerdam. Zyne zonderlinge- ontmoeting aldaar. XXIX. Twist onder de Stigtfche Edelen. Leicester verandert de Wet te Utrecht. Hy trekt naar Hoorn. XXX. Ee- 11 ige Predikanten, de Staaten vermaanende, worden [eherp afgezet. XXXI. Vertoog over den fiaat der Regeeringe. XXXÏI. Bewee- ging te Dordrecht. Muitery te Leiden, door Leicester verwekt. XXXIII. Hy vertrekt naar Engeland, en doet af ft and van V bewind over de Nederlanden. |
|||||||
Y hebben, in 't voorgaande Boek, 1586.
de Krygsbedryven deezes jaars , en---------
wat deel 'er Leicester in gehad hebbe, kor- *•
telyk , verhaald. Nu ftaat ons te toonen, PorZM-
\ 1 -uii ^ ■ Ken van op wat wyze , hy zig hebbe gedraagen, in het mi*.
zaaken van Regeeringe en Regtsoefeninge , noegen
en welke de grond zy geweest van het on- te^n genoegen , welk men , in Holland inzon- ^'ces" derheid, tegen hem opgevat hadt. Doch om dit klaarlyk en met orde te doen, moe- ten wy de zaaken van wat hooger opnaa- ien. De Graaf van Leicester was hier gekomen,
om , volgens zyn Berigtfchrift, het uiterfte van
|
|||||||
i4» VADERLANDSCHE XXX. Boek,
1586. van 's Lands vermogen naar te vörfchen (a).
,___1. De byzondere Staaten, met naame die van
Holland, waren 'er, daarentegen, altoos op
gefield geweest, om dit hun vermogen, zo- veel 't zyn kon , bedekt te houden. Hier kwam het van daan , dat zy , tot de lasten des krygs , wel bepaalde fommen toeilaan 5 doch hunne gemeene middelen den Graaven of den Landvoogden zeer noode in handen1 Hellen wilden. Leicester moest zig, derhal- ve , groot gezag over 's Lands Regeeringe aanmaatigen, om hierin verandering te kön- nen maaken, en om aan het voornaam punt van zyn Berigtfchrift te können voldoen. De Hollanders en Zeeuwen , die , door hunne gezanten , zynen grond reeds in Engeland gepeild hadden, waren hem zeer in den weg geweest, met het verkiezen van Prinfe Mau- 'rits, tot hunnen Stadhouder. Om 's Lands magt wel te kennen, moest hy vooral Hol- land en Zeeland wel kennen: en om "s Lands meeste magt in zyn geweld te hebben, moest hy, inzonderheid in Holland en Zeeland, het hoogfte gezag voeren. Doch dit was hem beide grootendeels belet, door de verhei- lt edan, finge van Prinfe Maurits. Hy befloot ook, waarom waarfchynlyk om deeze reden , zig , door- h? zy" gaans, niet in Holland of Zeeland; maar in te U. een der andere Gewesten op te houden. U- trecht trecht was hem hiertoe ver het gelegenlte. neemt. De Vergaderingen der algemeens Staaten plagten in de Hoofdftad van dit gewest ge- houden te worden. De Stadhouder over het zeï-
|
|||||
(<0 Zie XXI?C. Boek, il. 103«
|
|||||
XXX^oek. HISTORIE. 143
|
|||||
zelve zag Leicester eeniglyk naar de oogen, 1585.
en was te gelyk Stadhouder over Gelderland,--------
welk aan 't Stigt grensde; terwyl Friesland,
welk anderszins ook te afgelegen was, on- der 't bewindt ftondt van eenen Stadhouder uit den Huize van Nasfau. Voeg hier by, dat de Burgery van Utrecht thans zeer ge- itoofd was op de Hollanders, met naame op die van Amfterdam. Zie hier, om welke reden. De algemeene Staaten , aangepord door ir.
Prinfe Maurits en den regeerenden Raad, Onlust hadden, in Oogstmaand des voorleeden jaars, ^s^a tot krenkinge des vyands , die groot gebrek geryUvän aan fpyze hadt, den uitvoer van alle eetwaa- Utrecht ren verbooden* De Staaten van Holland, en de vreezende voor verloop des handels , had |jfrd^ den, daarentegen, in Herfstmaand, den uit- voer van fpyze, uit hun gewest, graanen, kaas en boter uitgenomen , naar Breemen en verder oostwaards , vry gefteld , onder borgtogt, dat de Haring en 't zout niet naai- den vyand gevoerd zouden worden. De ftroo- men bleeven nogtans geflooten. Doch dit verdroot dien van Dordrecht, alwaar men,' hierom, fterk ftondt op eene algemeene flui- ting. De Staaten werden op nieuws befchree- ven. En terwyl zy zaten, werdt den Ont- vanger der Geleigelden te Amfterdam, door Prinfe Maurits en den Raad , gelast, gee- nerlei eetwaaren te laaten uitgaan. Zeer kwa- lyk kwam dit den Amfterdammeren, die, fteunende op het verlof der Staaten van Hol- land , eene groote menigte gelaaden' fche- pen gereed hadden leggen, welken, bebal- VCJl
|
|||||
144 VADERLANDSCI-IE XXX. Boek.
iS85. ven eetwaaren, ook veele toegelaaten' Koop-
-———manfchappen inhadden , en , voor den win- ter , met graanen , uit de Oostzee , te rug keeren moesten. Zy vertoonden dit den Raad van Regeeringe , die hen wees aan de alge- meene Staaten. Terwyl de zaak dus ftondt, ftaken zig, in dezelve, de Burger-hopluiden van Utrecht , zig , zonder hunne Wethou- derfchap gekend te hebben , vervoegende aan den regierenden Raad, met een vertoog, waarin zy fmaadelyk fpraken van de Amfter- dammers , als of deeze de agtbaarheid des Raads en der algemeene Staaten met voeten getreeden hadden, om dat zy te verftaan had-' den gegeven, dat zy zig aan het beiluit der Staaten van Holland wilden houden. Voorts booden de Utrechtfchen den Raad en den algemeenen Staaten hunnen dienst en de mid- delen der Stad en des Lands van Utrecht aan, begeerende, ten beflmte, dat men naar En- geland zonde of fchreeve, om de herwaards- komst van den Graave van Leicester te doen fpoeijen; en dat men, midlerwyl, den ver- booden uitvoer fcherpelyk verhinderde. Men antwoordde hun , dat hun vertoog, fchoon zy 't wel aan hunne Wethouderfchap of aan de Staaten van Utrecht hadden behooren te rig- ten, egter in 't goede genomen werdt. Doch Amfterdam ftiet 'er zig zeer aan, en fchreef 'er over aan de algemeene Staaten en aan de Wethouderfchap van Utrecht. Ook verde- digde de Stad zig , fchriftelyk, ter Verga- deringe van Holland (&). Daarna, raakten de
C&) Rcfol. Holl. 24 Du, 1585. bh 780.
|
||||
XXX. Boek. HISTORIE. 145
|
|||||
de Utrechtfche en Amflerdamfche Iioplui- 1586.
den, over dit ftuk, aan 't wisfelen van ee- -**m?r nige brieven , die nogtans heufchelyk inge« field waren, en tot eendragt rieden. Hier- toe werden partyen ook vermaand, by fchry- ven van Prinfe Maurits en den regeerenden Raad. En alzo het befluit der algemeene Staaten, zo ver het met dat der Staaten van Holland ftreedt, geichorst bleef, liep de twist, voor dien tyd, niet hooger (c). Het ongenoegen tusfchen de Utrechtfche burge- ry en Holland bleef egter duuren, en was a naar allen fchyn, eene der redenen van Lei- cesters verblyf binnen Utrecht. Doch derwaards fchynt hem ook te heb- iir.
ben getroond Jakob Reingoud, die, voor vee- Leicester Ie iaaren , den ouden Graave van Egmond, ^udt voor Geheimfchryver •, gediend hebbende , fchap naderhand, onder Granvelle , Alva en Re- met on- quefens, Kommis der Geldmiddelen geweest; rustige doch, na de Gendfche Vrede, van ontrouw ^j,,. in 't handelen der gemeene penningen be- zondèr^? fchuldigd, en van zyn ampt verlaaten was. heid met Sedert, waren 'er verfcheiden' jaaren ver- Iak°b loopen, zonder dat hy in iets van belang ge- ™^" bruikt werdt. Doch, eindelyk, was hy de 6 s Staatfche Gezanten naar Frankryk gevolgd, en hadt zig daar zo diep weeten te dringen in de gunst der Franfche Grooten, dat men hem het Berigtfehrift der Gezanten vertoon- de, en toeliet, dat hy 'er aanmerkingen op maakte, welke beweezen, dat hy den handel ist
CO Boa XX. Boek, VI. 76 [652] «J2.
VIII. Deel. K
|
|||||
I4<5 VADERLANDS CHE XXX. Boek.
|
|||||
i$%6. in den grond verftondt. Eindelyk, volgde hy
p——— ook de Staatfche Gemagtigden naar Londen, en, zig tot nog toe Roomsen gedraagen heb- bende, keerde hy den rok om, en ging, te Utrecht te rug gekomen, ftipt ter Hervorm- de Kerke. Na de herwaardskomst van Lei- cester , nam hy 't zelf zo naauw, dat hy gee- ne dienstboden huurde dan die Lidmaaten Gemd der Kerke waren (d). Hy hieldt gemeenfehap vanProu- met Gerardvan Prounink, genoemd Deventer, nink,!ie- en met Daniel de Burggraaf', de eerfte van venter " 's Hertogenbosch , de andere uit Vlaanderen eiiDaniel herkomiiig: en 't waren deeze drie luiden, de Burg- die , te Utrecht , eenen aanhang maakten graaf. van vleijers van Leicester en misnoegden op de Staaten, welken men, federt, Reingoudis- Eüzabet ten genoemd heeft (e). De Koningin van En- fchryft geland hadt ook, al voor Leicesters aankomst, minzaam eenen vriendelyken Brief aan de Staaten van van u! Utrecht gefchreeven , waarin zy betuigde, trecht. met genoegen verftaan te hebben, dat dit ge- west haar, onder alle de Vereenigde Gewes- ten , eene byzondere agting toedroeg. Zy voegde 'er by, dat zy den Graave van Lei- cester, hierom, uitdruklyk gelast hadt, die van Utrecht, voor anderen, by te ftaan, met zynen raad ( ƒ). Uit al het welke, wy zien, dat de Koningin en Leicester beoogden, meest door die van Utrecht te werken. Leicester Leicester dan begaf zig, na een kort ver- £oet blyf in Holland, naar Utrecht, daarhy, den iwbels" eer^en van Grasmaand, aankwam, 't Eerst, , dat
C«~) Reyd V. Boek, b'. 76. Uooi'T XXlU.Bo;k,h!. 1050enz
(ƒ) Zie den Brief fy Bob. XX. Boek, i. <ji ï6-f.
|
|||||
XXX.Boek. HISTORIE. 147
|
|||||
dat hy ondernam, was het opregten van ee- 1586.
ne Munt te Amfterdam, over welke hy 't be---------•*.
wind aan eenen Hans de Vlaming gaf, die 'er, mul"eI*
eerlang , dubbele Roozenobels floeg , met fter(jani. het wapen van Engeland; welken wel veer- tig ftuivers boven de waarde werden uitge- geven. De Staaten in 't algemeen, en voor- al de Stad Dordrecht, die alleen, in Hol- land , 't Regt der Munte oordeelde te hebben, waren 'er zeer te onvrede over (g). Te Dordrecht, weigerde men, om deeze reden, den eed te doen aan den Graave van Leices- ter (£). Doch het munten te Amfterdam hadt geen gevolg. Op deeze nieuwigheid, volg- Hy geeft de het uitgeeven van een Plakaat, den vier- £en p.la" den van Grasmaand gedagtekend , waarhy 0', de aan een' iegelyk, ingezeten of vreemdeling, zeevaart, het voeren van eenigen voorraad van mond of oorloge , naar Landen onder den Span- jaard ftaande, ten fcherpften verbooden werdt (/). Hy beoogde, met dit Plakaat, de Spaan- fche Nederlanden, daar 't gebrek aan mond- behoeften dagelyks toenam, en zorgelyke be- roerten begon te veroorzaaken , t'eenemaal in 't naauw te brengen. Ook hadt hy, reeds in Wynmaand des voorleeden jaars, den al- gemeenen Staaten vermaand, den uitvoer van eetwaaren naar den vyand te beletten (&), en kort nä zyne aankomst hier te Lande, ee* nige fchepen, met Boteren Kaas, in Noord- hol-
(g) Refol. Holl. 7*17 Maan 1586. il. ioii etfS. Meteuk»
XIV. Bwk, f. i.\i), verf. ( h) KlToI. Holl. 9-19 April 158(5. il. 155, (i 1 Bor XXI. Boek, il. 17 [702J e.,z, t* ) Bor XX. Ustk* H, 75 [65ij- |
|||||
i48 VADERLANDSCHE XXX. BoEif;
1586. holland gelaaden , het uitloopen verbooden
--------(/). En hiermede, maar vooral met het Pla-
kaat, ilreelde hy de Utrechtfche Gemeente,
die , gelyk wy te vooren zagen, ook op 't verhinderen van den uitvoer gefield was. Ong«- De Landen, die zig met de fcheepvaart ge- noegen neeren, waren 'er, daarentegen, zeer mis- in^HoU noe§d over> ■>•> ^ Hakaat fprak, meenden ze, land. ?? als of Leicester de gantfche zee in zyn „ geweld hadt , en onze Koopluiden niet „ flegts, maar ook de Franfchen, Schotfchen, „ Deenfchen en Oosterfchen wist te doen „ pasfen op zyne bevelen, 't Zou, oordeel- „ den ze, ftrekken, om de Oosterlingen te doen „ famenfpannen tot ons bederf, en het her- „ waards voeren ftremrnen van waaren, die „ wy hier meest behoefden." De Staaten zel- ven, welken hy, gelyk wel behoorlykgeweest was, op zo gewigtig een ftuk, niet geraad- pleegd hadt, hielden Leicester deeze en dier- gelyke zwaarigheden voor; doch hy floeg ze in den wind, eindelyk, alleen het voeren van eenige geringe eetwaaren , naar Hamburg,, Breemen en verder Oostwaards, veroorloven- de. > Reingoud en de zynen, van welken hy zig tot agterraad diende, maakte hem diets, dat de Oosterlingen, op de Spaaniche Nederlan- den willende handelen, zyne Paspoorten zou- den komen koopen , en dus eenen tol op- brengen , tot onderfteuning des Krygs (in). Doch de Graaf begreep niet, dat dit de vaart en handel uit Holland en Zeeland verjaagen Z,OUj
(J ") nou. xxr. Boek, hl. 11 \6<)z).
(in) Hos XXI. Boek, tl. iy [-04J. |
||||
XXX. Boek. HISTORI E. 149
zou, terwyl de vyand, niet minder dan voor- i^bó«
heen, voorzien zou worden. Ook gedoogden — — Reingoud en de zynen, die hem geduurig op Leicest« zyde hingen, niet, dat hy hiervan meerder "{j;^ begreep. Zy maakten, dsgelyks, hun werk tegen de van 's Lands Staaten by hem zwart te maa- Suattn,. ken: dezeiven afmaaiende als eenen hoop Koopluiden, die flegts op gewin uit waren; en hem raadende „ tot het in 't werk flehen „ van een onbepaald gezag: alzo hy toch niet „ gebonden was aan 't gevoelen des Raads „ van Staate; en veel minder nog de alge- „ meenc Staaten behoefde te hooren, die ten „ deele naar den Spanjaard en 't Pausdom hel- „ den, ten deele uit geringe luiden beftonden» „ welken weinig wisten, wat tot eene goede „ Regeeringe vereiseht werdt (»)." En't was hun niet genoeg, met zulke redenen, Leices- ter de ooren te vullen; zy zaaiden ze ook on-' der de Gemeente, die den Staaten de fciuüd leerde geeven van de ongelukken, welke den Landen, in de twee laatfte jaaren, waren overgekomen, zonder dat men 'svy- ands groote magt, en de kleine midde- len , om die te wederftaan, de eigenlyke oorzaaken van 's Lands rampen, eens in aanmerking nam. De Graaf zelf fcheen, in korten tyd, zo overtuigd van 't flegt beleid •der Staaten , dat hy al wat zy voorftelden verdagt hieldt, en hun de agting , die zy , hy de deftigften en bedagtzaamften, nog be- houden hadden, geheellyk zogt te benee- men (0). 't Plakaat op de zeevaart was hier £<;) RïYD V. r,nek hl. 75.
(1?) Hoopt XXHJ. Boei, M, 1049, 1050»
K 3.
|
||||
ISO VADERLANDSCHE XXX. Boek,
|
|||||
158Ä. één flap toe. De tweede was het vleijen der
--------- Predikanten, die, doorgaans, 't oor hebben
dU'redl- ^er Gemeente , en zig, dikwils, gebruiken
Junten." laaten, om haar diets te maaken, 't gene men hun van zaaken van Regeeringe ingeboezemd heeft. En Leicester, door zynen yver voor de Hervormde Kerke, de gunst van eenigen deezer luiden gewonnen hebbende, wist zig meesterlyk van hun te bedienen, tot bevor- dering zyner oogmerken. IV. Verliefd op den eernaam van Voedfter- twist't- ^eer ^er Kerke, beftondt hy, te Utrecht ,
Utrecht. een' Kerktwist te flisfen , die reeds eenige jaaren geduurd hadt. Na het treffen der Gend- fche Vrede, hadden de Kalvinilchen of Her- vormden, gelyk ze zig, gemeenlyk, noem- den, hier ter Stede, wederom, begonnen te prediken, met zo groot een' toeloop, dat de Wethouders geen herts genoeg hadden, om het te fluiten, en hun, eerlang, de Minder- Leew/- broeders Kerk vergunnen moesten. Ten zelf- ze van den tyde, ftondt 'er een Priester in S. Jakobs Priester Ker^e' Huibrecht Duifhuis genoemd, en van Hui- ons, reeds, by eene andere gelegenheid, ge- brecht meld; die, in 't jaar 1578 , eenen afkeer van 't Duif huis. pausdom kreeg, en, met verlof der Wethou- derfchap , zyn begrip der Hervorminge den volke zediglyk begon te leeren. Hy liet nog- tans de beelden in de Kerke, en hieldt het witte Koorkleed aan, als hy predikte. Voorts, doop- te hy eenvoudiglyk, vraagende alleenlyk den naam van 't Kind, en de ouders of getuigen tot niet iets verbindende. Tot het Avond- maal ontving hy elk, op eigen' proeve, zon- der iemant belydenis zyns geloofs af te vor- de-
|
|||||
XXX. Boek. HISTORIE. 151
deren: ook zonder boek te houden van naa- 1585.
men. Van bannen wist hy niet, agtende, ----—
dat het der Christelyke Overheid toekwam,
openbaare zondaars te beteugelen. Hy ftelde hierom geen Confißorie of Kerkenraad aan, ge- lyk de andere Hervormden deeden; maar be- diende zig van de gewoone Kerk- en Armmees- ters , in zaaken, die de anderen aan Ouderlingen en Diakenen vertrouwden. Het trouwen voor de Magiftraat, of in de Kerk, of in een by- zonder huis, voor Ouders en Vrienden, mids 'er drie geboden of afkondigingen voorgin- gen , ftondt hy toe, tot dat 'er de Staaten nader orde op zouden Hellen. Voorts predik- te hy , des Zondags , over de verdeelingen der Evangelien en Epistelen, by de Room- fche Kerke in gebruik, meest toeleggende, op het buigen der herten tot liefde en god- zaligheid, zonder zig met gefchillen en ver- borgenheden op te houden. De heilige fchrift was, zeide hy, zyn Catechismus. Ook leer- de hy geenen anderen Doch toen de Wet- houders, naderhand, de beelden uit de Ker- ke deeden neemen, liet hy ook 't witte kleed af, en predikte in den langen zwarten tab- baard. De andere Hervormden , welken men die van de Confißorie noemde , gingen hem, eerlang, aan, om zig met hen te ver- eenigen. Hy hieldt dit nog ontydig; fchoon hy verklaarde, in zaaken des geloofs, geen gefchil met hen te hebben ; doch toen hy, naderhand, vernam, dat eenigen hunner Pre- dikanten niet vreemd waren van het ftraffen der Ketteren met de dood, weigerde hy hun, K 4 rond- |
||||
i$* VADERLANDSCHE XXX. Boek.
tftó. ronduit, zyne gerneenfchap (o). Van dien tyd,
——. viel men hem zo lastig, van de zyde der Con- fiftorie, dat hy de Wethouderfchap om ont- flag verzogt. Doch zy hieldt hem de hand boven 't hoofd (j>). En de Prins van Oran- je hoorde hem , in 't jaar 1580 , met veel genoegen, prediken (#), Doch hy overleedt, op den derden van Grasmaand des volgenden jaars. Zyne gezindheid, hoe zeer 'er zig de andere. Hervormden tegen kanteden, was eg- ter niet met hem geftorven. Zy was zelfs zo aangegroeid, dat men haar eene tweede Kerk, die van S. Maria, naamlyk, moest toevoe- gen. En van de zeven Predikanten, die thans te Utrecht {tonden, waren drie van Duif huis gezindheid. Twee van deeze drie, lieten zig nu, tegen den zin der gemeente, op 't aanhouden van Leicester, door den Graave van Nieuwenaar, beweegen, om zig, onder zekere voorwaarden, te vereenigen met die van de Cbnfiftoiïe. De derde nam zyn af- fcheid (r). De Hervormden hadden veel ge- wonnen by deeze vereeniging. De gunst, wel- ke Leicester hun bewees, maakte hen vry- moedig genoeg, om hem verlof te verdoe- ken , tot het houden eener Kerkelyke Ver- gadering , om de eenigheid in de Leere en Kerkentugt, daar 't, niet flegts te Utrecht, maar ook elders, hier te Lande, aan haperde, op eenen vasten voet te brengen. Hy bewil- lig-
(o"> Boft XXI. Boek, il. ic6 [830] enz.
O) Boft XIV. Boek, bh 185 \i(>6\.
(?) Kor XXL Boek, tl. 111 l"«37 I
O) Bor XXI. Hoek, U. Ui [A38]- ÜTTBNBOBABRT LeVCB
fa VeranuY, C«#. I. W. 1 enz.
|
||||
XXX. Boek. HISTORIE. 153
ligde hierin, zonder de Staaten te kennen (V), 158«,
en fchreef den Stadhouderen en Geregtsho- ——— ven aan, dat zy de Walfche en Nederduiifche Kerken deezer Landen, tegen den twintigften van Zomermaand, op de begeerde Kerkver- gadering in den Haage, hadden te nuodigen (t): gelyk gefchiedde. In deeze Sinode of Kerkelyke Byeenkomst, Sinorfeia
werdt de Vereeniging tusfchen die van de denHaa- Conilftorie en die van S. Jakobs Kerke te U- §e fen trechc bevestigd (u). Voorts werden 'er ee- nige gefchillen over de Leere, met ibmmige Predikanten , verhandeld. Doch het voor- Kerken- naamfte , dat hier verrigt werdt, was het «rde>*!- inftellen eener Kerken- ordening (v ) , die maaaarkcsc" men , de Staaten voorbygaande , in Oogst- door maand, Leicester aanboodt, en die, terftond, Lekefter by voorraad , door hem, bekragtigd werdt, kevés- zonder het oordeel der Staaten, weiken hy ze u* ' nogtans gezonden hadt, daarover af te wag- ten. De Staaten en veele anderen vonden, ondertusfcben , deeze Kerken - ordening , in verfcheiden' opzigten , aanftootelyk. Men hadt 'er in vastgefteld, alle drie jaaren, eene diergelyke Sinode te zullen houden, zonder dat men gewag gemaakt hadt, van eerst ver- lof daartoe te verzoeken aan de Overheid. Men hadt den Wethóuderen der Steden ook te weinig zeggens gelaaten, in de verkiezing tier Predikanten, Ouderlingen en Diakenen, hoe-
f-O Refol. Holl. 24 Juny —. t Jidy 1^86. il. 334.
O 1 Croot-Plakaatb. UI. Deel, hl. 445. BoR X&.L Hoek, W,
C«) Hor XXI. Boek, il. 112 [8?p].
( y ) Zie dezelve by Bon XXI. hack, il. 79 [790. |
K 5
|
||||
ï54 VADERLANDSCHE XXX. Boek.
|
|||||||||||
hoewel men, aan eenen anderen kant, we-
derom fcheen gezorgd te hebben, voor het gezag der Magiftraaten , vastftellende , dat zy een of twee uk de hunnen, Ledemaaten der Kerke zynde , in de Kerkenraden mog- ten zenden, niet flegts om te hooren, maar ook om mede te beraadüaan, over de voor- vallende zaaken. Verfcheiden' andere pun- ten waren 'er , in deeze Kerken - ordening, die den Staaten kwalyk gevielen , waarom het 'er wel verre van af was, dat zy 'er hun zegel aan zouden gehangen hebben. Ook wa- ren 'er verfcheiden' Predikanten in 't Stigt, die, op den voet van S. Jakobs Kerke, ge- predikt hebbende, de Sinodale befluiten wei- gerden aan te neemen, waarom zy, eerlang, van den dienst ontzet werden , en voor lui- den van de Confiftorie plaats maaken moes- ten (V). Het ongenoegen tegen Leicester, die dus,
in 't Kerkelyke en in 't burgerlyke, wetten maakte of bevestigde , buiten bewilliging der Staaten, vermeerderde vast, hand over hand. Die van Holland, verneemende, dat men hunne Gemagtigden in den Raad van Staate van de hand zondt, als men voorhadt, iet door te dryven, dat met het belang van hun gewest ftreedt, fchreeven denzelven aan, dat zy zig van alle bezigheden hadden te ver- fchoonen , die 't meerderdeel van hun , zy waren drie in getal, beletten zouden , den Raad geltaadig by te woonen (#). Ten zelf- den |
|||||||||||
Ï5S6.
|
|||||||||||
V.
De Ge- kommit-
teerde
Raaden van Hol- land fchryven
tegen 't Piakaat op de zeevaart, en we- gens an- dere be- ZA'aar- nisfen. |
|||||||||||
f W') Bo* XXÏ' 5o<*> #• "2 [8Wl-
(*) Bóa XXI. Uvek, bl. 3y Ï7H>1' |
|||||||||||
XXX. Boek. HISTORIE. 155
den tyde, fchreeven ze ook aan hunne afge- i5g£
vaardigden ter Vergaderinge der algeme Staaten , dat zy hiervoor te zorgen hadden. En als deeze tweeërlei Gemagtigden nadere opening' begeerden van 't gene, waarin hunne Meesters meenden beledigd te zyn , ontvin- gen de Afgevaardigden van Holland in de al- gerneene Staaten eenen wydlditigen Brief van Gekommitteerde Raad en , waarin ver- toond werdt „ dat men Holland niet of wei- „ nig fcheen te agten, fchoon het meer dan „ het verfchot der Koninginne beliep moest „ opbrengen , dat het Engelsen Krygsvolk „ veelerlei moedwil pleegde, en de Brielfche „ bezetting zig verftoutte, onderzoek te doen „ op de in- en uitvaarende fchepen; dat men, „ over zaaken, den Koophandel betreffende, „ befloot, in afzyn der Raadsluiden, uit Hol- „ land gemagtigd ; dat eenigen vastftelden, „ dat het jongfte Plakaat op de zeevaart geen' P, voortgang zou genomen hebben , zo de „ Hollandfche Raadsluiden daarover gekend „ waren. Dat men ook, zonder Holland, welk „ 'er 't meeste belang by hadt, te hooren, . „ bepaald hadt, dat de Geleigelden betaald „ moesten worden, ter eerfter Plaatfe, daar „ de goederen doorkwamen; waartegen Hol- „ land altoos beweerd hadt, dat zulks, ter 5, Plaatfe daar ze gelaaden of gelost werden, „ behoorde te gefchieden. Voorts noemden ,, ze andere byzondere zaaken op, die, ten „ nadeele van Holland, werden afgedaan, „ klaagende , wyders , dat men de Hollan- „ ders, uit groote en kleine A'mpten, fcheen „ te willen weeren, onaangezien die van de „ Re-
|
||||
15« VADERLAND5CHE XXX. Boek,
1586. „ Regeering 't bewind over 't Hollandfche
"' ' ' „ geld , en flegts over een tiende deel van , „ 't Utrechtfche hadden; terwyl de Zeeuwen „ en Friezen de handeling van 't hunne be- „ hielden , en uit Gelderland , Brabant en „ Vlaanderen niet veel inkwam (y)." Doch Lekester dit Vertoog hielp weinig. Leicester ging zy- gcbruikt nen gang, zig, aan alle de fchriften, die, pen tot van wege de algemeene Staaten , gezegeld een te- moesten worden, behalve van 's Lands ze- genzegel, gel, van zyn geheele wapen, tot tegenzegel, bedienende (2).
lly on- Doch kort hierna, beftondt hy eene nieu- <3erneemt -^viglieid van grooter invloed , het opregten mer van van eene Kamer van Geldmiddelen. Rein- geidmid- goud , die op het algemeen ïhefaurierfchap delen op vlamde, hadt hem hiervan fmaak gegeven, te regten, dryvende , onder anderen , dat 'er , in dit foik, groot misbruik fchuilde, onder de Staa- ten en Ontvangers, welk men ontdekken en affchaffen moest; 't gene , allerbest, door zulk eene Kamer , geleideden kon. Leices- ter , hiervan , nu en dan , een woord ge- waagd hebbende , in den Raad van Staate, vertoont, eindelyk, op den zevenentwintig- ften van Zomermaand, een Gefchrift aan dien Raad, waarby deeze Kamer ingefteld, en tot Hoofd derzelve benoemd wordt de Graaf van Nieuwenaar. Voorts tot tweeden en derden Raadsheer Henrik Killegrei en Rei- nard van Azewyn , Heer van Brakel ; tot Thefaurier Jakob Reingoud, Heer van Kou- wea-
iy~) TioR XXI. flntk, hl. 30 [730],
Lzj Bor XXI. Boek, U. 33 L7H> |
||||
XXX. Boek. HISTORIE. t$r
wenberge ; tot Kommifen, Sebastiaan Loo- lss&
fen, Joost Teeling en Paulus Buis, tot Au-------mm
diteur Dan iel de Burggraaf. Vreemd kwam
dit Gefchrift den Hollandfclien Raadsluiden voor , alzo 't (treedt niet het Berigtfchrift des Raads van Staate: vvaarby deezen 't werk der geldmiddelen aanbevolen was. Men fprak 'er over met Killegrei, die fors befcheid gaf. Leicester, om 't opregten der nieuwe Kamer met kragt door te dryven, voerde, den twee^ den van Hooimaand , zonder omvraag te doen, den Graaf van Kuilenburg in tot een nieuw Lid des Raads van Staate. Daarna de Hollandfche Raaden , Walraven , Heer van Brederode , Sebastiaan Loofen en Willem Bardes, by zig ontbooden hebbende; vielen 'er hevige woorden , over 't opregten der nieuwe Kamer. Men bragt veel in tegen Reingoud , die , een' vreemdeling zynde, onbevoegd gehouden werdt, tot het beklee^ den van het ampt van Thefaurier. Men oor- deelde ook, dat de Staaten, in dit (luk, ge- kend moesten Avorden. Maar Leicester ver- klaarde , dat hy met het werk voort wilde s en 't by de Staaten, die ook niet ter goeder trouwe met hem gehandeld hadden, wel zag te verantwoorden. Des anderendaags , ver- fcheen hy, verzeld met de Graaven Willem Lodewyk van Nasfau en Adolf van Nieuwe- naar, killegrei, Teeling, Brakel, Reingoud en de Burggraaf, wederom in den Raad; daar Killegrei, van nieuws, drong op het op- regten eener Kamer van geldmiddelen, door welke, Reingoud, zeiden ze, den Lande fchat- ten wist te verfchaffen. En deeze, vermaand ^« |
||||
ï58 VADERLANDS CHE XXX. Boek»
|
||||||||
1586. tot opening van zynen vond, verklaarde, kans
te zien, om twintig tonnen gouds te trekken |
||||||||
goud hier van de Lorrendraaijers, zo noemde men de
doelde£" h^en» ^e' tegen de Plakaaten, en onaan- gezien de borgtogten , by hen gefield, den vyand goederen toegevoerd hadden. Doch hy begeerde , dat hem de borgtogten wer- den geleverd, en dat de zaaken, niet by de Magittraaten , maar voor onpartydigen, zig met geenen Koophandel geneerende, en door zyne Doorlugiigheid gekooren , beregt wer- den. Den Graave van Leicester hadt hy reeds te verdaan gegeven, dat hy zig des werks troosten wilde, zo men hem Kommifen toe- voegde, en magt gave, om alle Ontvangers van Geleigelden en tollen niet flegts , maar Notarisfen en Koopluiden, tot het overleve- ren hunner boeken en rekeningen , te be- dwingen. Hy hadt Requefens , weleer, in gelyk geval, den zelfden raad gegeven, die toen, uit vreeze voor ondank en verbittering, verworpen was (0). Doch 't bleek haast, van NK- ^oe vee* ^n8'anS dezelve nu gevonden hadt koiaasde by Leicester, alzo fommige Steden gedreigd Dryver, werden met Amptenaars , die , op deezen ie Gouda. voet ? zouden waaken tegen de lorrendraai- jers. Te Gouda, vertoonde zig , eerlang, zekere Nikolaus de Dryver, die voorgaf, hier- toe, door Leicester, gemagtigd te zyn, en den byftand des Baljuws verzogt. Doch alzo hy weigerde zyn Berigtfchrift te toonen, en eenen eed van getrouwheid te doen (f), dee- den
CO P'0R XXr. Hoek, il. 51 [721] enz.
C*; Refol. Holl. 6 Feh: 1587. W. 415 |
||||||||
XXX. Boek. HISTORIE. 159
den Burgemeesters hem de Stad, ende Staa- 1586,
ten , daarna , gantsch Holland ruimen : 't------—
welk zy ook begeerden, omtrent diergelyke
luiden , in andere Steden, waargenomen te hebben (Y). 't Straffen der Lorrendraaijeren werdt van elk in den Raad redelyk gekeurd, alleenlyk gaf Bardes in bedenking , of het zonder gevaar van oproer te doen ware. Doch over 't opregten eener Kamer van geldmid- delen merkte hy aan , dat alle nieuwigheid ongemak baarde, en dat hy 'er zo veel voor- deels niet uit te haaien zag. In 't voorbygaan, liet hy iets merken van de klagten, die hem en zynen Amptgenooten uit Holland gedaan waren , over 't dringen van vreemdelingen in de Regeeringe , waarover Leicester zeer verltoord werdt, Bardes verzogt, dat men zyne woorden , als fpruitende uit zugt toe voorftand van 's Lands vryheden, ten goede neemen wilde : waarop de Graaf hernam, dat de woorden goed, maar de werken gering waren Maar met dit ftribbelen tegen 's Graa- ven welbehaagen werdt niets gevorderd. De Kamer werdt opgeregt , en Reingoud The- faurier gemaakt. Doch Buis weigerde, fier- lyk , Kommis onder hem te zyn; Leicester in 't aangezigt zeggende , dat hy Reingoua Buis wil niet tot-zynen Kommis zou beseeren, zohyzigal fleen . bekwaam kennen mögt, tot lietwaarneemenvan oude»: het Thejaurierfchap; zo ver was V 'er vanaf, Rein. dat hy, als Kommis, onder Reingoud zou wil- &0X]d len dienen (7/). Woorden, die denGraaveen Zi'n# Rein-
f O Bon. XXI. Boek, II. s,6 broT.
GO Boa XXI. Buek, 61, 51 [7i2j. |
||||
i6o VADERLANDSCHE XXX. Boek,
1586. Rein goud in den krop bleeven fteeken , en
Buis, eerlang, zuur genoeg opbraken. |
||||||
Plakaat Op den vyfden van Hooiraaand, tekende
van Lei- Leicester wederom een Plakaat, waarby de aHthaf-0t Vrywaaringen, ten platten Lande van Brabant, fing der Gelderland , Holland, Friesland en Overys- Vrywaa- fel, werden afgeichaft, en elk bevolen, zig , ringen binnen tien dagen , naar eene verzekerde te" Laii- Pi'aatl'e •> te begeeven, onder bedreiging van de. daarna vyandlyk behandeld te zullen wor- den. Doch dit Plakaat, gelyk de voorigen van dien aart, verwekte zo zwaare klagten, dat het meest overal gelchorst, en in Brabant alleen flaauwelyk ingevolgd werdt (e). VI. Te Utrecht werkte men zo fterk, en met De Dur- zo veej gevolg, onder de Bureerye, om aan-
ger-hop- •, b r ■ .. < • j !»
luiden hang voor Leicester te winnen, dat er, ein-
van U- delyk, op den laaslten van Zomermaand, trecht door de llopluiden, een fmeekichriit werdt zoeken ingeleverd, waar by den Raad der Stad ver- perfieP" Z08fc werdt, by zyne Doorlugtigheid te wil- magtvan len bearbeiden „dat men, van wege de Stad, dat ge- ,? Steden en Landen van Utrecht, de gant- westcer fc^Q Reeeering en volkomen magt over ginne van" ^lt gewest, zonder eemge voorwaarde or *Engê- -. ,, bepaaling , opdroege aan de Koninginne land zon- „ Van Engeland , behoudens alleenlyk den l,eyv°or" „ waaren Christelyken Godsdienst, en die te'Toèn „ voorregten, waarby het gezag haarer Ma- opdraa- „ jefteit niet verkort werdt, alzo het hunne gfcn- „ en aller vroomen wensch was, dat het be- „ ftier des gantfehen Vaderlands in de magt „ der Koninginne gefield weidt (ƒ)." Som- mi-
(O Bhu XXI- Hoek, hl. 33 l>24l.
CQ 1'iiK X.XI. linde, U. il [72Jj, |
||||||
M»^Ll.-s.-'-'..--?'.v- -r1.:■■,■-.!'■ .■'■.■■J '■'■"■ ' -m
|
|||||
XXX. Boek. HISTORIE. iói
migen vermaanen van een Latynsch Gefchrift 1585.
van dief gelijken inhoud , welk men Leices----------
ter zelv' zou hebben overgeleverd (g). De
Vroedfchap van Utrecht bewilligde in 't ver- zoek , zo veel in haar was. Zo deeden ook die van Amersfoort en Reenen. Doch die van Wyk en Montfbort bedongen de behou- denis der voorregten in 't gemeen , zonder zulken uit té zonderen, die 't gezag der Ko- ninginne deefen mogtem De Utrechtfche Bur- gerhopluiden, de eenigften, die dit rad open*- lyk draaiden , zogten eerlang ook de burge- ry van Gouda in hun verftand te trekken; doch dit mislukte. Ook vervoegden ze zig aan die van Friesland enOverysfel, en wy zullen, in 't vervolg, zien, hoe veel ingang zy hier vonden. Ondertusfchen, toonde hun handel, ten duidelykfte, waar men 't van de Engel- fche zyde op toegelegd hadt: want dat zy zo veel, binnen en buiten hun Landfchap , on- dernomen zouden hebben , zonder heimely- ke bewilliging van Leicester, die , uit het gemelde Latynsch of een ander diergelyk Ge- fchrift , grondige kennis hebben moest van hunne inzigten, is buiten alle waarfchynlyk- heid. Wat zy zig, binnen Utrecht, durfden ver- DeBur-
meeten j bleek op den negentienden van Hooi- gertop- maand. Leicester was toen, met den dag, l\lld.f"hte verzeld van den Raad van Staate en van die neemen van de Geldmiddelen, vertrokken naar den Paulus Häage. Doch hy was pas ter poorte uit, of Bu« ge- Jaques de Potter, een Vlaaming, toen Sehe- vanpn ■> " x ' ö 3 op lust,
P£ll ze men
Gr) Reyd V. Boek, IL SC.
VIII. Deel. L
|
|||||
i6% VADERLANESCHE XXX. Boek.
|
|||||
158Ö. pen der Stad, en zekere Kommies van Lei-
--------cester , Thomas Webbes genoemd, begeeren
voorgaf, van den Burgerhopman, Kornelis Gysbrechts?
cester " zom van ^u^en^urg ■> net byeenroepen der
Burgerhopluiden , welken zy iets, uit last van zyne Doorlugtigheid, hadden voor te draagen. 't Gefchiedt. En Potter en Webbes verzoeken de hulp der Hopluiden, tot het vatten, van Meester Paulus Buis , 't welk hun, zeiden ze, door Leicester, gelast was. De Hopluiden, zonder fchriftelyk bevel te vorderen, begeevën zig, terflond, naar de wooning eens Oud - Burgemeesters , alwaar Buis t'huis was ; dringen, met veel ge- druisch, in zyne flaapkamer, daar hy nog te bedde lag, doen hem opftaan , verzege- len zyne papieren in eene koffer, en bren- gen ze, op hunne Kamer; daarna op 't Hof, in bewaaring van den Graave van Nieuwe- naar. Buis werdt ook eerst naar de gemel- de Kamer; doch, drie of vier uuren laater, naar de Stads Wynkelder gebragt. Hier werdt hy, tot op den vyftienden van Oogstmaand, door Burgers , bewaard. Toen bragt men hem op Haazenberg, de Stads gevangenis, daar hy zat, tot op den agtften van Slagt- maand ; wanneer hem vergund werdt , ten huize van den Onderfchout, op den plom- pen Tooren , gevangenis te houden , onder borgtogt van vyfentwintigduizend guldens , te verbeuren, zo hy.ontvlugtte. Tot hiertoe, hadt hy geene aanfpraak mogen hebben dan in 't byzyn van Potter of iemant anders uit de Wethouderfchap. Ook hadt hy pen noch |
|||||
XXX. Boek. HISTORIE. 163
inkt mogen gebruiken. Ondertusfchen, wist lS%&
men zo weinig tot zyne bezwaarnis in te bren----------
gen, dat men zig behelpen moest, met een Wat men
gefprek, by hem, in de gevangenis, gehou-*e§e" den, zo een enkele Prokureur verklaarde ,m hadr* ën hierop uitkomende „ dat de Koningin 5, van Engeland de Opperheerfchappy der „ Nederlanden nimmer aanvaarden zou, en „ dat Utrecht alleen haar die niet opdraa-" „ gen mögt, alzo zulks ftreedt met de UV „ trechtfche Vereeniging ; dat ook Leices- „ ter zelf, niet het ontwerp van opdragt der „ onbepaalde heérfchappy aan haare Ma- „ jefteit, gegekt hadt." Maar zo hem zulk zeggen tot misdaad toegerekend werdt, moest men, in Engeland, zoo vreemd niet zyn, als :; men voorgaf, van het aanvaarden der hoo- ge Overheid, 't Vatten van Buis werdt, mid Leicefter lerwyl, in Holland, zo zwaar gewoogen, dat ontkent Leicester niet bekennen durfde, ja zelfs rond- lastgese- uit loochende , dat hy 'er last toe gegeven hebben, hadt. Zyne maagen drongen dan by den Graa- om hem ve op zyn ontflag. Doch hy hieldt hen op den .tevatteïj. tuil. De Staaten van Holland zelven zogten hem te beweegen, om Buis te regt te doen ftellen (h). Maar 't baatte even weinig. Elk hadt vast den mond vol van zulk eene hard- heid. Want fchoon Buis, in deftigheid van zeden , op de ftrengfte proef, niet beftaan kon; fchoon hy ook, naar veeler oordeel (T) •> Leicester, in 't eerst, veel te veel hadt in- gewilligd, en hem, naderhand, flegts fcheen te-
t*) Refol. Holl. 14 0-7. 15HC, W. 464..
( i) Rev'b V, /loci, hl. 80. |
|||||
L 2
|
|||||
t64 VADERLANDSCHE XXX. Boek;
|
|||||
1586. tegen gevallen te zyn, orn dat hy, in alles,
—-— geen doen en laaten by hem was; hy hadt egtef, meende men, te veel aan de Landen, en zelfs aan den Graave verdiend, om, zon- der reden, dus mishandeld te worden. Doch de haat van Reingoud, die Leicester de 00- ren vol argwaans blies, deedt hem, dagt men , Hy raakt, deezen bitteren pil verzwelgen (T). Hy zat, na lang ' tot in 't begin des volgenden jaars, wanneer zitten, de Onderfchout, op aanfchryven der alge- los" meene Staaten, by welken zyne maagen voor vyfentwintigduizend guldens borg gefteld hadden , dat hy , des vermaand , altoos ïn Regte verfchynen zou, hem ter fluik ont- fl"eg CO-
vil. Leicester was , in Hooimaand, naar den Dagvaart Haage vertrokken, om den Staaten van Hol- Haa'en *an(* en Gernagtigden van Zeeland, aldaar ter Leicester Dagvaart befchreeven , eene buitengewoone doet ee- Bede te doen van vierhonderdduizend gul- ne bui- dens: 00k te verzoeken, dat men hem de nieu- woone we adelen op het zout, het bier en de zeep ■Bede,aan in handen ftelde , het aandeel van Holland Holland en Zeeland in honderdduizend guldens, door en Zee \l&xn gelige, op voorgegaan verlof, op- hragt, en hem zyne wedde, waarop hy nög
maar tienduizend guldens ontvangen hadt,
Ant- maandelyks , betaalen deedt Qn). De Staa-
woord ten ftonden, in hun eerfle antwoord op
der Staa- &jt V00rftel («) , den Graave van Leices-
C!L ter , de gevorderde vier tonnen fchats toe,
doch begeerden, dat hy een vierde deel der-
zeï»
C*) Roti XXt. Boek, il. »4 [ras].
CO Hor SCX1I. Boek, il. 26 [8fci] enz. f »O Ref°)- Holl> 2I J"ly -------' 'J AuS" 158Ö. IL »98.
(«5 ReJW. Holl. als boven, tl. 302-310.
|
|||||
XXX. Boek. HISTORIE. 165
zelven heffen deedt, uit den tol op de La- 1586.
kens, dien zy, voor een jaar, in zyne han- ■ ■ den ftellen, en zelfs, naar zyn welgevallen, verhoogen wilden, zo hy den ftapel derEn- geifche Lakenen , alleen in de Vereenigde gewesten, deedt houden. Als de Raad van Staate hun rekening deedt van ontvangst en uitgaave, wilden ze ook orde Hellen, op het afleggen der opgenomen' honderdduizend guldens (<?)• Van de wedde zyner Doorlug- Wedde tigheid fpraken zy niet; doch naderhand ver- van Lei- klaarden ze, ter algemeene Staatsvergaderin- cescei> ge , dat dezelve op honderdduizend ponden ■van veertig grooten in 't jaar behoorde ge.- fteld te worden , mids de onkpsten der ge- heime kondfchappen, zo lang ze njet boven de twintigduizend ponden beliepen, ten zy- , jien laste bleeven (p), Ondertusfchen, wa- De Staa- ren ze hem, op den tweeden van Oogstmaand, ten £-c- ten opzigte van het voornaamfte gedeelte „5?.j van zyn vqorftel, nader te gemoet gekomen, voldoe- en hadden, in het opbrengen van de volle vier ning. tonnen, zo goed als bewilligd, zonder hem, voor een gedeelte der zelven , naar den tol op de Lakens te wysen, mids hy billyk be- fluit name, op twee hunner Vertoogen, het eene, tegen het Plakaat op de zeevaart, het andere tot afdoening van eenige andere be- zwaarnisfen. Op het laatfte Vertoog, gafhy fchriftelyk eenige voldoening. Doch op het eerfte antwoordde hy, flegts by monde, dat hy niets dan der Landen welvaart zogt, en dat men hem dit moest toevertrouwen. Ook gaf hy, kör-t
O) Ror XXI. Roek, f/l. 36 [>i31 enz.
{p) Relol. IioH. iS Xsy. 158(1. M. 507. |
||||
i66 VADERLANDSCHE XXX. Boek.
1586. kort hierop , twee Plakaaten uit, waarvan
op nieuws verboodt het handelen, op vyand-
lyke, niet flegts, maar ook op eenige onzydi- ge gewesten, in Frankryk en Duitschland (jf) -? doch dit laatfte werdt, in 't begin des vol- genden jaars, wederom ingetrokken. Eenige Terwyl de Staaten van Holland en Zee- aanzien- iand nog vergaderd waren, viel 'er, te yke^ur' Utrecht, iets voor, welk hun aan nieuw fenS1ui°r" werk hielp, DeVroedfchap aldaar beftondt, Utrecht op 't aanhouden van een' Engelsch Heer , gezet. North genoemd, die ook gedreeven hadt, dat Buis naauw bewaard moest worden , en nu wederom, gelyk toen, uit Leicesters naam boodfchapte, een groot getal ingezetenen van aanzien ter Stad uit te zetten. Onder de- zelven, bevonden zig Jonkheer JSikolaas van Zuilen van Br aakenburg, Schout der Stad, 's Lands Advokaat, Floris Thin, en Jan Ra- bertszaon van Dreunen, die;, geweeken naar Montfoort, den Staaten van Holland kennis gaven van hun weder vaaren. Deezen, hen houdende voor eerlyke luiden , verwierven vrygeleide voor hun van Leicester, en noo- digden hen, en eenige andere uitgezetten naar Holland, om zig daar in Regte te komen ver- antwoorden :(r). De Graaf, voorgeevende, dat hy flegts last gegeven hadt, om verdag- te Perfoonen, geene trouwe liefhebbers des Vaderlands, uit te zetten, fchreef den Gr'aa- ve van Nieuwenaar, der Wethouderfchap en : den (5) ÏIor XXI. Boek, il 45 [740], 4!), [742], 47 [743], 4Q
Cr«]» so t?4«>„ '
K.Tj Refol. Holl. 2a «July —— 9 Aug. 1586, hl. 3135 3*4-
|
||||
XXX.Boek. HISTORI E. i67
|
|||||
den Burgerhopluiden aan, dat zy hem hun- 15U6.
ne redenen, tot het uitzetten der voornoem- ——— de en andere Perfoonen, waarop hy vernam geen kwaad vermoeden te vallen, hadden bekend te maaken. De Hopluiden namen het antwoord op zig, doch voeren, in hun- nen brief, zo vinnig uit tegen de Staaten van Holland, die zig, fchreeven ze, moeiden, met het gene hun niet aanging, dat Leices- ter goedvondt, dien agter te houden. Mid- Nieuwe lerwyl, bragt Nieuwenaar de Utrechtfche e" fc^er_ Staaten en de Wethouderfchap en Ampte- {^red« naars der Stad, onder eenen nieuwen eed van gevor- getrouwheid aan de algemeene Staaten , aan derd. Leicester als Landvoogd, en aan zig zelven, als Stadhouder over het Land van Utrecht. By deezen eed, die naderhand ook door de gantfche gewapende Burgery gedaan werdt, beloofde men, onder anderen, geen verftand altoos te zullen houden met de uitgezetten, en alle fpraak van vrede met den Spanjaard, buiten eenpaarige bewilliging der Vereenig- de gewesten, te zullen myden en ontdekken. Leicester, op den twaalfden van Oogstmaand, De uit- te Utrecht, te rug gekeerd zynde, werdt, gezetten door eenige uitgezetten, welken hy vrygelei- ]!! [jZle~t de verleend hadt, verzogt „ dat hy hun on- „ partydige regters toeftaan, en hunnen par- „ tyen beveelen wilde , derzelver befchul- „ digingen , voor deezer regtbank, te ope- „ nen , of ze hem, ten minften, ter hand te ,, fteilen." Doch zy kreegen geen gehoor. Men zondt hun zelfs briefjes t'huis, waarby Zywor- hun, van nieuws, gelast werdt „ zig, bin- den ge- „ nen vyf dagen, te begeeven naar onparty- dreiSd- L 4 ., di- |
|||||
x68 VADERLANDS CHE XXX. Boek,
|
|||||
1586. „ dige plaatfen," waardoor zulken verftaan
ren „ anders zouden hunne goederen, tot „ 's Lands gebruik aangeflaagen , en hunne „ huizen geplonderd worden." Zy vertrok- ken dan andermaal (O? en moesten, ledert, zien, dat hunne ahipten aan Brabanders, Vlaamingen en andere vreemdelingen gege- Verande- ven werden. Hopman Kar el van TWZ/owerdt, ring der kwanswys by voorraad, tot Schout der Stad, Regee- aangefteld: Henrik Agileus, van 's Hertogen- Utrecht b°$ch herkomftig, tot Raad en Prokureur- Generaal: en Jaques Bellechere, een Vlaamfche Waal, tot Prefident 's Hofs van Utrecht, Herman Wynhoj' en Jan van den Berge wer- den Raaden; Filips Rat aller, Griffier; de bo- vengenoemde de Potter Rentmeester der Stigt- fche Domeinen. De Gekoorenen en Edelen keurden, op Leicesters verzoek, de gemaak- te veranderingen goed , voor deeze reize. Doch de Vroedfchap der Stad moest ook, buitens tyds , veranderd worden , zou men Trillo, eenen Vreemdeling, ten Schoutamp- Sroumnk te invoeren. Dit gefchiedde dan insgelyks, wordt 0p last van Leicester, die Jonkheer Bieter meester ^U'SG^ tot'eerften, en Gerard Prounink, ge- zeid Deventer, tot tweeden Burgemeester deedt aanftellen (*). In Hoi- Doch terwyl, te Utrecht, de hekken der La"d ar" Regeeringe dus verhangen werden, zogten de inenten Staaren van Holland Leicester te beweegen yoordee- tot het hooren der uitgezetten: maar verwier r ven
CO Koa XXf. Boek, II. 38 f73 i'l c:iz,
Zn Kor. XXI. Boek, lil. 40 [735]. |
|||||
XXX. Boek. HISTORIE. 169
|
|||||||
ven anders niet, dan dat zy zig eenigen tyd i^
in Friesland konden gaan onthouden (u). Zy |
|||||||
bleeven nogtans in Holland ; daar men van ie derU-
Zuilen, Heermale, Thin, van Dreunen, Al- ^cht\ brecht Fook en Robert van Hondhorst in der gcez^t"n* Staaten hoede nam, hun zelf verlof geevende, vergeefs', om de fchade, die han mögt aangedaan wor- den, wettiglyk, te vernaaien op zulken, die 'er oorzaak van waren (v). Leicester , die dit yveren voor de uitge- Leiceftsr
zette Utrechtfchen , voornaamlyk, weet aan ontbiedt den Advokaat Oldenbarneveld, zelv' een P " Stigtsman, ontboodt hem, met eenen Brief Vdd,ta van den zevenentwintigften van Oogstmaand, Utrecht. by zig te Utrecht. Doch de Staaten van Hol- Doch hy land, onder voorgeeven, dat zy huhnen Ad- ^er[chy™ vokaat uit de Vergadering niet misfen kon- den, weigerden, heufchelyk, hem te laaten vertrekken (V). Waarfchynlyk, vreesden zy iet ergers , en dat men hem, veelügt, by Buis plaatfen mögt. Ook was 'er, ten deezen tyde, in Holland, iet ontdekt, welk dg agterdogt tegen Leicester zeer deedt toe- neemen, Steven Baret, van Antwerpen, te Rotter- yni.
dam, met der woon gekomen, werdt daar, Steven weinige dagen laater, om 't voeren van op- Earet ge- roerige taal, en op vermoeden , dat hy de vat' opfteller was van zekere fchimpfchriften te- gen de Staaten, op last derzelven, met alle zyne papieren, in hegtenis genomen (x). Hy zat
O) Kor XXr. Boek, »/■ 4« [?S5>
f v") Refnl. Holl. 22 fyify ----— 9 /lug. f,8rt. II. 327.
Cv) Refol. Moli. 52 '>/v .------; y Aug. 1586. bl. 327. Rott
XXI. Boek, UV5i [749] • •• " .'
(..r) Rofol. Holl. 2S July------- 9 Aug. 1586. il. 3IS.
|
|||||||
i;o VADERLANDSCHE XXX. Boek.
T5Ü6. zat zo dra niet, of Reingoud bragt te we-
■———' ge, dat de Raad van Staate aan de Staaten van Holland fchreef „ men hadt Paret, met ,j zyne papieren , terftond naar Utrecht te „ zenden, op dat hy daar onderzogt wierdt." Doch met dit fchryven werdt niet uitgerigt. Men hadt, uit Parets fchriften, reeds ont- dekt , dat hy verftand met Reingoud Meldt, en wat deezen twee zogten. Men zondt dan, terftond, gemagtigden naar Utrecht, om den Raad van Staate voor te leggen, 't gene men gevonden hadt. Reingoud was, kort te vooren, van daar vertrokken, naar 't Leger voor Doesburg, om Leicester te fpreeken. Doch zyne papieren werden agterhaald, fchoon hy ze hadt tragten te verdonkeren (y). Ook Bar-Ik vind, dat men, wat laater , te Middel- bara burg, in Zeeland, zekere Barbara Boots in heg- Boots. tenjs nam ^ rïjg 00y. verfl-aJ1(j hieldt met Rein- goud. Zy hadt verfcheiden' koffers met pa- pieren en fchimpfchriften by zig (z), en dee- zen zyn, vermoed ik, een deel der papieren Wat men van Reingoud geweest *. uit welken, en uit uit dee- die van Paret men ontdekte „ dat zy kwaad ukRein- " nad^en zoeken te ftooken, tusfchen zyne gouds ,-, Dooiiugtigheid en de Staaten ; dat zy de papieren „ gemeene middelen tot eene onmaatige ontdek- ^ hoogte , en zo te niet hadden zoeken te '" „ brengen; en dat zy zig hadden zoeken te „ verryken, ten koste der Landen (V)." Men
dien-
OO W XXT. Hoek, hl. 55 ï7r^].
(z) R/.-foI. Holt. 26, 27 Sept. 3, 4 Ociuti. 25 Nov. 1586". hl.
418, +20, 43s, 436, 514. ' a 1 Refol. Holt, 27 Sept. 158G. hl. 430. P.ciR XXI. Huik,
il' 55 [?55] enz. |
||||
XXX.Boek. HISTORIE. 171
diende deeze punten Leicester aan, met ver- 15s <5f
zoek , dat Reingoud 'er op gehoord , en , —— naar bevindtenis van zaaken, geltraft mögt worden. Doch de Graaf verfchoof dit on- derzoek. Nogtans kon hy niet voorby, Rein- goud in verzekering te doen neemen, door den algeraeenen Provoost. In Slagtmaand Rein- daaraan, drongen die van Holland zeer op s°l'd, zyne te regtftelling. Leicester, daarentegen, wf^ wilde hem eerst onder borgtogc doen ont- flaan, op dat hy zig, buiten hegtenis, ver- dedigen mögt; doch hy fcheen , eindelyk , te bewilligen, in 't gene de Staaten op hem begeerden. Evenwel, zogt hy hem heime- lyk den Geregte te ontfutfelen. De algemee- ne Provoost, een Engelschman, liet hem nu zonder wagt. De Staaten van Holland, dit verneemende, fchikten den Prokureur-Gene- raal , met vier Boden , naar zyne Herberg, om toe te zien, dat hy hun niet ontfnapte. Maar de Provoost dreef de boden, met fla- gen, ter deure uit. Leicester verdedigde den Provoost, en, ftaande nu op zyn vertrek naar Engeland , beloofde hy den Staaten , Rein- goud niet te zullen medeneemen, maar on- der den Provoost, in den Haagg, te zullen laaten. Doch terwyl de Graaf naar Dordrecht Hy om- vertrok , paste Reingoud in den Briel te zyn. komt' Van hier, zondt Leicester hem naar Utrecht, en bewilligde mondeling in de wederleve- ring zyner papieren, ten deele daar, ten dee- le in den Haage leggende. De eerften ver- kreeg hy eerlang , door toedoen van den Schout Trillo; doch naar de anderen, durf- de hy niet komen vraagen. Midlerwyl, hadt Lei-
|
||||
i/a VADERLANDSCHE XXX. Boek.
|
|||||
1586. Leicester die van Holland verzekerd, dat
Brie! gevoerd was; doch dat hy hem weder-
om naar den Haage zou doen brengen. Maar en be- hier kwam niets van. Reingoud begaf zig, geeft zig eerlang, met der woon, naarVlisfingen, daar finffeIihS" ky > on^er de befcherming van den Engel- fchen Bevelhebber, leefde, tot dat Leices- Loopt ter afftand deedt van de Landvoogdye. Toen over tot zag men deezen fynman, die geene dienst- vvand boden dulden kon , dan die van den Her- en fterft vormden Godsdienst waren, overloopen naar Roomsch.Brusfel, daar hy zig, ter oorzaake zyner fchuldeifcheren , verborgen houden moest, en eindelyk, in de belydenis van hetRoomsch geloof, overleedt (b~). Wat Paret betreft, hy zat tot in Zomermaand des jaars 1587, op de Voorpoorte in den Haage. 't Hof ont- floeg hem toen , onder beloften van , des verzogt zynde, binnen veertien dagen, we- derom in Regte te verfchynen (Y). Twee jaaren laater , werdt hy, door 't Hof, ge- vonnist , om openlyk te verklaaren, dat hy berouw hadt van 't gene hy , ten laste der Staaten , hadt gefproken ($). Doch hoe 't met Barbara Boots afliep, is my niet geblee- ken. De Staaten hadden van 't gene zy uit Reingouds papieren ontdekt hadden terftond kennis gegeven aan den Engelfchen Raads- heer van Staate, Thomas IVilkes, die 'er zeer over geraakt fcheen, en hun allen goeden dienst hierin beloofde (e). Doch 't bleef by woor-
C 'O RoR XXI. Boek, il, 6^,70 [776,777]. XXlV.Doek, bU 85O65],
C«) Refül. Holl. 55 "ftiny 1587. il. 173. ld} Refol. Holl. ai July 1589. H. 500. £<!J Uok XXI. Boek, bl. 57 LTö^ü- |
|||||
XXX, Boek. HISTORIE. 173
|
|||||||
woorden. De agterdogt tegen Leicester was, 1586.
ondertusfchen , zo fterk toegenomen hier te |
|||||||
Lande, dat men, naar fommiger verhaal, Kwaad
hem, omtrent deezen tyd, en, veelligt, toen vermoe- hy, uit het Leger, over Utrecht, naar den Lee"c°£ Haage reisde (f)., te Amfterdam, wel met ter, to veel uiterlyke praal, ontving; doch eenige Amfter- jonge fchutters, onder bevel van den Hop- dam» man Jan Korneliszoon Hooft, uitmaakte, om * onder fchyn van hem tot lyfwagt te dienen, by dage en by nagte, op hem te pasfen: ja men plaatfte, op eene hangkamer, in 't ver- trek van 't Stadhuis, daar men hem onthaal- de, een goed getal fchutters, met gelaaden geweer, agter de tapyten, die op hem vuur geeven moesten , zo dra zy eenigen onraad van den kant der Engelfchen vernamen, 't Schynt, dat men vreesde voor eene over- rompeling der Stad; doch men raakte met de vreeze vry (g). Na 't eindigen van den veldtogt deezes IX.
jaars, verfcheen de Graaf in den Haage, op Leic<jste!f den zesden van Slagtmaand. Hy werdt 'er ^°tr elen. ftaatelyk verwelkomd, en, op dat men hem grooten de klagten, die men tegen hem dagt in te vergul- brengen, te Ügter zou doen verzwelgen, be- ^e|?^op fchonken met een' zilveren vergulden kop £'£ on" van negenduizend guldens; die eens mans hoogte hadt, en van hem , dankelyk , aan- vaard werdt (h). Men hadt, ter Vergaderin- Geheime ge van Holland, reeds federt eenigen tyd , raadpiee- ge- ging«»»
CD Zie XXIX. Ihek, 4/. 158.
Cg) Hooft'XXVI. i'oek, il. 1108.
C&j ltefol. Huil. 4 OHob. 9 Nor. i£85. il, 442» 493. Bor
|
|||||||
174 VADERLANDSCHE XXX. Bom
i5'!6.. geraadpleegd'-^ op het gene inen tegen Lei-
cesters Regeeringe zou inbrengen, en elkan- |
|||||||||||
tegen deren by éede"verbonden tot het geheim hou-
hem, ter ^en ^eezer faadpleegihgen : ook beflboten, |
|||||||||||
väMH*j 't ge"e iennint, binneri of buiten de Landen
|
5
|
||||||||||
land. over 't vrymoediglyk voorftelleu zyner mee-
ninge ter Dagvaart, overkomen mögt, te zullen aanmerken, als betrof het den Staat in 't algemeen (z). 't Gevolg deezer raadplee- gingen was het opftellen van een Vertoog, welk den Graave, kort na zyne aankomst. Venoog behandigd werdt. Men vertoonde hem, by der Staa- het zelve, dat de Staaten van Holland, Zee- ten van jall(j en Friesland, uit welker naam het fprak, Zeeland °P ^un Jongfte Vertoog wel gunftig befcheid en Fries- gekreegen ; doch geene verdere uitwerking land. vernomen hadden : en vorderde , wyders, „ het voltallig houden der Engelfche hulp- „ troepen , het monfteren en betaalen der- ..... „ zelven , ten overftaan-van Gemagtigden
, „ der algemeerie Staaten: voorts, geene uit-
„ heemiche werving te doen i dan by verlof,
„ en geene Overften van Plaatfen te ftellen, „ dan op benoeming dier Staaten ; het her- „ ftellen der krygstugt, vooral in de bezet- „ tingen der Grensplaatfen ; geene onraie- „ flagen te doen, zo als onlangs gefchiedwas, „ buiten der Staaten bewilliging ; niemant „ buiten zyn gewest in Regte te betrekken, „ waarvan men ook reeds voorbeelden ge- „ zien hadt: de algemeene en by zonder e Staa- „ ten en Wethouders der Steden, in derzel- „ ver agtbaarheid en voorregten, te Utrecht, „ on-
CO Refsl. Holl. Aug. — OU. 1586. il. 371» |
|||||||||||
XXX. Boek. HISTORIE. 175
„ onlangs zo zeer gefchonden, te herftellen; I5%$.
,,, het Stadhouderfchap van Utrecht te doen -------
„ bekleeden, door Prinfe Maurits van Nas-
„ fau;, den vryen handel op de Landen van ..','', „ bondgenoqtenen onpartydigen toe te ftaan: „de zeezaaketï Prinfe Maurits en den Raa- j, den ter Admiraliteit! te beveelen ; nieu- „ wigheid. te: weeren tiit den ophef der ge- „ meene middelen^, af t£e ftaan-van den twist, „aangeheeven over.'t bewind der geestely- .,.,. „ ke, verbeurdverklaarde en aangetekende „ goederen , waaruit eenige onrustige gees- *' „ ten zig hadden zoeken te verryken: ein- „ delyk , in zaaken van Regeeringe, belas- „ tingen en anderen, Holland, Zeeland en „ Friesland betreffende, geen gehoor te gee- „ ven aan luiden, die ^ in Brabant, Vlaan- „ deren of andere afgefcheider/ Landen, in „ Regeeringe geweest waren; maar zig, in „ alle zulke zaaken, te bedienen van den „ raad der Staaten: konnende de vertooners „ niet anders zien , of veele uitgeweeken' „ Brabanders en Vlaamingen , de vroomen „ niet te na gefproken, zogten het oor zy- „ ner Doorlugtigheid te winnen , om over „ Holland,; Zeeland en Friesland te heer- „ fchen, naar hun welgevallen (£)•" Lei- c ester, dit Vertoog ontvangen hebbende, begeerde 'er, met gemagtigden der Staaten,, nader over te handelen. Hiertoe werden benoemd de Advokaat Oldenbarneveld, Ni- kafius van Silla, Penfionaris van Amiter- dam, en Reinier Kromhout, van wege Hol- land ; Gaspar van Vosbergen, van wege Zee-
(/0 Zie l'o» XXI. Boek, l/l. 57 [/f*,] enz.
|
||||
i7<5 VADERLANDSGHE XXX. Boek.
|
|||||||||
1586. Zeeland, en voor Friesland, Vitus van Kam-
tninga. De Graaf, met hen in gefprek ge- |
|||||||||
Onder- treden, verfchoönde fömmige punten van
hande- bezwaarnis , verdedigde anderen , en eisch- Lefcenerte' °P anderen, nadere opening (/), die hem, en Ge-' gegeven werdt. By deeze gelegenheid, werdt magtig- geklaagd, over eenen breeden lastbrief, door Naaten1 den Graave, verleend aan Sonoi, en zig, ook oveiver- over de burgerlyke Regeering van 't Noor- fcheiden' derkwartier, uitftrekkende. Doch hy ftondt bezwaar- toe , dat de Staaten , Graave Maurits of ms.en. 'sLancjs voorregten, by dien lastbrief, bena- deeld rekenende, daarop nader orde mogten ftellen (m). Voorts fprak men van de O- verften, buiten bewilliging der Staaten, ge- field, over Oudewater, Viane, Gorinchem en Woudrichem: waarop weinig voldoening gegeven werdt. Over 't gebeurde te Utrecht, onderhieldt Oldenbarneveld den Graaf, met eene'wydluftige rede, waarin de Burgerhop- luiden en de Predikant Herman Modet niet gefpaard werden : ook vermaand, dat zy 's waren, die Leicester bewoogen hadden, om- den Predikanten van Gorinchem te fchryven, „ dat zy den Overfte Kleerhaage , in zyne „ aanflagen, met hunne gebeden en met dei' „ daad, zouden byftaan." De Graaf ant' woordde „ dat men hem, te Utrecht, ze- „ ker Gefchrift hadt behandigd, fpreekende „ van 't opdraagen der Heerfchappy over „ dat gewest aan de Koninginne, en vertoo- „ nende , dat Buis zig, over dit punt,' in „ Én-
(O Bon. XXI. Knek, 11. 0*0 \7(>%\ e,iz.
(m) Hooft XXIV. Boek) bl. nou |
|||||||||
XXX. Boek. HISTORIE. 177
„ Engeland, niet behoorlyk van zynen last
„ gekweeten hadt; hoewel hy Buis hadt ver- „ dedigd, tegen de Burgerhopluiden." Hy voegde" hierby „ dat het vangen van Buis, „ buiten zyne kennis, gefchied was; hoewel „ deeze zig, tegen haare Majefteit en tegen „hem, vergreepen hadt; dat hy, Leices- „ ter, kennis gekreegen hebbende , dat de „ vyand heimelyk verihnd hieldt, in U- „ trecht, Amfterdam, Haarlem en Kampen, „ den Graave van Nieuwenaar gelast hadt, „ agc te geeven op verdagte Peribonen bin- „ nen Utrecht; dat deeze hem hierop eene „ lyst van tagtig of honderd Perfoonen hadt „ toegefchikt, die, door hem, op een min- „ der getal gebragt waren; dat Nieuwenaar „ en de Utrechtfchen beweerden , dat zy, „ voor welken de Hollanders fpraken , wel „ van de fchadelykften waren, en datMees- „ ter Floris ïhin, na de neêrlaag by Ame- „ rongen, zelf ter Vergaderinge voorgeflaa- „ gen hadt, dat de tyd geboodt, met den „ vyand te handelen ; hoewel hy dit van „ Thin niet gelooven kon. Voorts, verklaar- „ de hy, niette weeten, van zulk een fchry- „ ven naar Gorinchem, als waarvan men „ vermaand hadt; begeerende, eindelyk, dat „ men hem de zorg voor de agtbaarheid der „ Regeeringe gerustelyk toevertrouwde." De Advokaat hernam , hierop „ dat men „ niet gemeend hadt te zeggen , dat zyne „ Doorlugtigheid iet tegen de agtbaarheid „ der Regeeringe gedaan zou hebben; maar „ alleenlyk, dat zulks, door de Utrechtfche „ Burgerhopluiden , gefchied en ongeftraft VIII. Deel. M „ ge- |
|||||
.'
|
|||||
i?8 VADERLANDS CHE XXX. Boek.
„ gebleeven was. 't Stondt deezen, vervolg-
„ de hy, buiten 't ftuk der wagte, niet vry, „ den geringften perfoon , veel min eenen ,, Raadsman zyner Doorlugtigheid , in heg- „ tenis te neemen. Hem vast te houden , „ tegen 't bevel zyner Doorlugtigheid, krenk- „ te de agtbaarheid der Regeeringe. En men „ behoorde hem te ontflaan , of-voor den „ Raad van Staate te regt te {lellen. Ook „ behoorde men de uitgezetten, met naame „ ïhin, die zig altoos tegen den Spanjaard 5, gekant hadt, voor hunne bevoegde Reg- „ ters, te hooren. De brief aan de Gorin- „ chemfche Predikanten was , onder 't ei- „ gen handteken zyner Doorlugtigheid, alge» „ vaardigd, tot groote droefenis der Wethou- 9, deren, welker trouw men verdagt hieldt, „ onaangezien zy hunne Stad 20 lang en dap- „ perlyk verdedigd hadden." Leicester, bly- vende by zyn voorig antwoord, voer, hierop, heviger dan te vooren, uit tegen Buis, die, zeide hy, niet wettiglyk tot Raadsman ge- kooren was. Doch de zaak der uitgezetten wees hy aan de algemeene Staaten. Met den Brief aan de Predikanten van Gorinchem, hadt hy alleenlyk beoogd, de agtbaarheid van zo wakker een' Krygsman, als Kleerhaa- ge was, te ftyven. Tot de vereeniging van Utrecht met Holland en Zeeland onder ee- nen Stadhouder, verklaarde hy zig genegen ; doch hadt nu geenen tyd, om daarop orde te ftellen. Brakel fprak hier tusfchen, dat men, als V hier al toe kwam, den Utrechtfchen Stadhouder, als eerder gehören, het Stadhou- der [chap over Holland en Zeelandbehjorde in ts |
||||
XXX. Boek. HISTORIE. 179
ruimen. En 't is te vermoeden, dat Leicester 1585.
die, voor tegenwoordig, zo gaarne , als de Hollanders en Zeeuwen noode , gezien zou hebben. Daarna tradt men ook tot het over- weegen der Plakaaten op de Zeevaart. Lei- cester merkte aan „ dut de uitvoer der eet- „ waaren, al voor zyne aankomst hier teLan- „ de, vevbooden was geweest; dat hy dit ver- „ bod flegts vernieuwd hadt, om dat hy 't „ hieldt voor't eenig middel, om den vyand „ te krenken." Hiertegen wees Oldenbarne- veld aan „ dat men zyne Doorlugtigheid de „ zwaarigheden iu dit verbod zo klaarlyk „ vertoond hadt , dat 'er een nieuw befluit „ op verworven was. Doch dat dit befluit, „ op 't aanhouden van eenige amptelooze „ luiden , meest vreemdelingen , vernietigd „ was, om Reingouds wille, waardoor de „ Landen , in dit jaar, by verval van nee- „ ring, verloop van koophandel, ftremming „ van zeevaart en verlies van fchepen, meer» „ fchade geleeden hadden, dan in twaalf jaa- „ ren tevooren, gelykmen, by de ftukken, „ kon doen blyken." Dit verhaal fcheen den Graaf te treffen, en deedt hem bekennen, dat de Landen, zonder zeevaart en koophandel, groeijen noch bkeijen konden. Men fhibbelde, nog eene wyl, over de andere punten : en toen men tot het begeeven van ampten aan vreemdelingen kwam , fprak Leicester veel tot lof van Daniel den Burggraaf, dien hy tot buitengewoon en Geheimfchryver des Raads van Staaten hadt aangelteld , beweerende voorts, dat het Christenen betaamde, luiden, uit hun Vaderland en goederen gezet, voorc Ma «.% |
||||
i8o VADERLANDSCHE XXX. Boek.
|
|||||
1585. „ te helpen." Men antwoordde „dätdeStaa-
------— „ ten meenden, dat zyne Doorlugtigheid zo
„ groot een geloof aan Reingoud gegeven
„ hadt, door aanraading van Meetkerke en „ den Burggraaf, waarom deeze twee by „ hen verdagt waren." Voorts verklaarde men „ de vreemdelingen gaarne te willen „ voorthelpen ; doch zig niet van hun laa- „ ten beheerfchen." 't Gefprek werdt be- flooten met een ernftig verzoek, om gunftig antwoord op der Staaten vertoog ; 't welk Leidester toezeide («). X. Doch terwyl men, in Holland, arbeidde, DeBur- om Leicester, tot het ftellen van beter orde
feTproü °P ^et beleid ^er Regeeringe, te beweegen„ «ink, ter raakte Utrecht, van nieuws, in roere. De algeuiee- Staaten van dit gewest hadden den nieuwen ne Staats- Burgemeester , Gerard van Prounink , an- riiK^af- ^ers D£Ventel'' gemagtigd , om, van hun- gezon- nen wege , ter algemeene Staatsvergaderin- den, ge, zitting te neeraen: en byzonderlyk, om vordcais die van Holland en Zeeland, daar, te over- vrcemde- reeden ■> tot net neemen van gelyk befluit,
üng ge-" als by die van Utrecht genomen was , raa- wraakt. kende de Opdragt der hooge Overheid aan de Koninginne van Engeland: waaruit men, in 't voorbygaan , wederom befpeuren kan," wat de toeleg der Engelschgezinden, en ge- volgelyk ook het heimelyk oogmerk der Ko- ninginne geweest zy. Prounink vervoegde . 2.ig , op den elfden van Slagtmaand, in de Vergadering der algemeene Staaten. Doch men wraakte hem, als het Burgermeesterfchap van Utrecht verkreegen hebbende tegen de Pil»
; O) Hooft X3ÜV. Eatk, W» noo.1107.
|
|||||
|
|||||
XXX.BOEK. HISTORIE. i3r
Privilegien , die aldaar geenen Brabander in i<0&
de Regeeringe gedoogden. De Staaten van----——
Holland befiooten zelfs, geene gemagtigden
ter algemeene Staatsvergaderinge te zullen zenden, zo lang hun de wettigheid van Prou- ninks Burgemeesterfchap niet gebleeken was. Ook verklaarden zy, ten zelfden dage , te verdaan , dat men éis van 't Vrye geene zitting meer , onder de algemeene Staaten, behoorde te gunnen (o). Prounink, onder- tusfchen , zeer verftoord , dat men hem af- geweezen hadt, klaagde het den Graaye, die Oldenbarneveld en vyf anderen uit de algemeene Staaten by zig ontboodt, en hun afvraagde , wat men tegens Prounink hadt in te brengen? Zy zeiden 't: en Prounink,' vervolgens , binnen geroepen , het zyne daar tegen. Eindelyk, gaven hem de alge- meene Staaten tot affcheid, dat hy naar U- trecht hadt te gaan, om te bezorgen , dat een ander, in zyne plaatfe, wierdt afgevaar- digd; Zeer fpeet dit hem en Leicester, die, op zyn verzoek, eerlang, eenen,brief fchreef aan de Staaten van Utrecht, waarin hy ver- klaarde , Prouninks agtbaarheid te zullen ïiandhaaven: begeerende, dat zy't zelfde zou- den doen Q>y Tenvyl Prounink nog in Holland was , DeBur-
raakten de Burgerhopluiden, te Utrecht, we- gerhop- derom aan 't hollen: en, ophaalende 't gefchil 'l,u!e" te ' van den jaare 1582, begeerden zy, de * Ge- #g^-" koorenen in de plaatfe der Geestelykheid, geerden,; uit
f o) Rcfol. Holl. in Nov. 15M. M. 49Ä.
|/>j ISiHi KXi. Bock, lil. 76 [77»I ems, M 3
|
|||||
i8a VADERLANDSCHE XXX. Boek.
1586. uit de Regeering gezet, en het eerfte Lid
*■--------der Staaten vernietigd te hebben. De Vroed-
tragten fchap der Stad viel hun toe , befindende tot
der Ge- affchaffing der Gekoorenen , op den eer il en koore- van Wintermaand. Hierop, kwam Proli- nen af te nink te rug uit den Haage, en verzogt, op petten. jen berden ? verllag van zyn wedervaaren aldaar te mogen doen, aan de Edelen en Steden, zynde het Lid der Gekoorenen af- wezig. Doch de Edelen verklaarden zig on- gezind, om hem te hooren, zo lang men de Gekoorenen buiten (loot. De Stad Helde zig tegen 't gevoelen der Edelen , die 'er nog- tans by bleeven. Prounink deedt dan alken der Vroedfchap verilag , klaagende , dat de Utrechtfche Gemagtigdcn zyne hardlte par- tyen waren geweest, in de algemeene Staa- ten, 't Afzetten der Gekoorenen keurde hy nogtans af, dugtende , dat men 't niemant meer dan hem wyten zou. Hierop, werden de Utrechtfche Gemagtigden H.inrïk 'Buth en Bartholomäus van de Waal, Heer van Moers- bergen, op den naam der Steden, t'huis ge- roepen uit de algemeene Staaten. Doch de Gekoorenen en Edelen bevalen hun, daaren- tegen , hunnen dienst waar te neemen, en zelfs herftelling te vorderen van 't gene, te- gen 't verding met Engeland, tegen Leices- ters lastbrief, en tegen de Stigdche voor- regten, onlangs, gedaan of gehandeld was Qq). Xj# Onder dit itribbelen van de Leden der Staa- .üe' liie ten van Utrecht, waardoor Leicesters agt-
in Rein- baarheid geene geringe afbreuk leedc , ftel- ^ouds " de C«) »or. XKI. noik, II. 68 [7;5].
|
||||
XXX. Boek. HISTORIE. 183
de hy, in Reingouds plaats, Joris de Bie, tot x$S&
algemeenen ïhefaurier, en Filips Doubldt tot-----—■
algemeenen Ontvanger : luiden , die deeze J?,laarstoc
ampten , met zeldzaamen lof van getrouw r-i(£au"
heid, hebben waargenomen (r). Doch kort Doublet
hierna, verklaarde de Graaf, dat hy van zins tot oae-
was , met den eeiften, eenen keer te doen v™£er
naar Engeland. Hy gaf, by de Staaten, voor, ftel^"
dat hy 't Parlement bywoonen moest, alwaar Leicêfler
hy ook de Nederlandfche zaaleen behertigen -ra-kiaarc
zou. Onder 't gemeen, werdt, vast, ver- dilt hy
/• • 1 j 1 1 -.. • ' een keer fpreid , dat hy vertrok , uit misnoegen op „aar En_
de Staaten (*). Dit werdt zelfs den volke, geland
van de Predikftoelen, ingeftampt : 't welk, wildoen, den Graave zynde aangediend , hem dubbei- zinniglyk deedt antwoorden „ dat men de 9, Leeraars wel anders zou doen prediken." Doch het eigenlyk oogmerk van zyn vertrek Oog- fchynt geweest te zyn, der Koninginne den merk.zy" ftaat der Nederlandfche zaaken , omftandig- nerretze" ïyk, te ontvouwen, en veeliigt eenige nieu- we middelen met haar te beraaincn, tot be- reiking van 't gene men voorhadt. Olden- barneveld en andere Gemagtigden der alge- meene Staaten- zogten hem de reize te ont- raaden , of ten minften te doen uitftellen. Doch hy liet zig niet verzetten , betuigende egter, byna met eede, dat hy niet vertrok, uit ongenoegen op de Staaten (t), fchoon hy zig ontvallen liet, dat hem het Vertoog der Staaten van Holland en eenige andere dingen - wat tegen waren geweest. Op 't verzoek der
O) Hooft XXV. Keek, hl. Uis.
CO Refbl. Holl. ai Nay. 1586. W. 511, CO Hooft XXV. Bask, il. 1112. M 4 |
|||||
'(
|
|||||
ï84 VADERLANDSCHE XXX. Boek.
15S6. der algemeene Staaten , beloofde hy, 'c be-
-----— wind der Regeeringe, in zyn afwezen, den
Raad van Staute in handen te zu-Ikn Hellen.
Aan Norrits zou hy gaarne 't Opperbevel over 't Krygsvolk gegeven hebben; doch men verzogt hem, dat hy 't bewind der zaaleen van oorloge ook aan den Raad van Staate Hellen wilde (v), gelyk hy, ledert, in fchyn, Trek van deedt. De Graaf van Kieuweraar was, ec- Leices- rtigen tyd geleeden „ door Leicester, naar eer, om de Oostland gezonden, om tweeduizend ruiters, werving6 drieduizend knegten en duizend del vers aan vrugte- te neemen. Dit volk was geworven, en 't loos te geld , tot den ootogt vereiseht, byeen ge- maaken. kragt# Nogtans bleef het agter («'), zonder dat men, in eenen geruimen tyd, wist, waar 't haperde. Eindelyk, kreeg men blyks ge- noeg , dat Leicester, bedugt dat de Hoog- duitfehen, te zeer geneigd tot den Ffuize van Nasfau en den Graave van Hohenlo , hem, veelligt, over de hand zouden zyn, befïelcen hadt, dat zy niet opkwamen. Hierover viel ook gelprek , voor Leicesters vertrek. De Graaf fchreef het marren der Hoogduitfchen, blaauw genoeg, toe aan zeker niisverftand, waardoor Nieuwenaar, 't Klooster Lochen], byBrunswyk, voor Lochern, in Gelderland, daar de zamelplaats moest geweest zyn, ge- nomen hadt. Voorts, drong hy de Staaten tot afrekening met Nieuwenaar en de Duit- fche Overften , welken men , wat laater , met zeventigduizend guldens voideedt (x). Daar-
O) Tieft»!. Holl. 17Nm: 1586. U. 51a. BorXXI.lksk, bU
77JL777] «»*•
Cv) Hor. XXI. Hoek, hl. 31, 52 [712, 75!].
Cx) Boa XXI. Boek, hl, 71 [779]. Hooft XXV./tocijW. 1114,
|
||||
XXX. Boek. HISTORIE. 185
|
|||||
Daarna vertoonde Leicester den algerneenen 1586.
Stalten, dat Gelderland, Overy'sfel, Utrecht —;-----•*
en Friesland haarer Maiefteit de Opperheer- Leicester
i'chappy aangebood en hadden ; doch de al- zo^t
genieene Staaten niet: ook niet die van Hol- waarom
land en Zeeland. Maar men gaf, hierop , die van
te verftaan „ dat zulk eene opdxagt, zo ze bolland
f , • 1 , , j r -en Zee- „ geichied was, voor t bedryl eener muit- lanJ hMj(,
„ zieke geprente gehouden moest worden; rerMaje-
„ dat Holland en Zeeland hunne genegen- ftcit de „ heid, um zig der Koninginne te onderwer- opper- „ pen , niecrniaalen , betoond hadden , en j-Zlfappy „ nog de laatften niet zyn zouden, zo dra niet aan* „ zy wisten, dat haare Majefteit de heer- bieden. „ fchappy, op redelyke voorwaarden, begeerde „ te aanvaarden." Maar aan deeze voor- waarden haperde het, naar 't fchynt, met de Konluginue; clie 't hoog gebied, zonder voorwaarden^ gelyk men 't, te Utrecht, be- greepen hadt, liever zou hebben aangeno- men. Den Graaf zig ook verwonderd ge- toond hebbende , dat men hem geene ken- nis gegeven hadt van eene voorgenomen' be- zending naar Engeland; behandigde men hem den Lastbrief en t Berigtfchrift, op deeze be- zending ingeiteld, die hem niet kwalyk fchee- nen te gevallen (j>). Doch. hy begreep, dat Hy be- men Graaf Maurirs tot het hoofd der bezen- £e«" dat dinge (lellen moest, en met hem naar Enge- 9™^. land laaten reizen (z). De Hollandfche Ede- henuiaar len zagen hierin egter merkelyke zwaarig- Enge- heid : ook lieten de Steden, fchoon 'er de la»d ver- mees- ^1!?1/' welkaf- 00 Bor XXI. Bock, V. 72 [780]. gefla*-
izj RelW. Holl. 2(1 Ney. y Dec. 15ÜU. il. 407. °
|
|||||
m VADERLANDSCHE XXX. Boek,
ijSiS» meesten toe neigden, zig omzetten door 01-
denbarneveld: waarop het, beïeefdeiyk, af- |
|||||||||||||||||||||||
en ,.
|
&^-"""_Ö
|
en werdt. Leicester was 'er zeer mis-
|
|||||||||||||||||||||
wcrflt.
|
|||||||||||||||||||||||
noegd over, en kon niet bedekt houden, dat
hy de wyt van 't gemeen befiuit aan Oldenbar- neveld gaf. Ook borst zyn ongenoegen te- gen de Staaten, van dag tot dag, nader uit; fchoon men hem, van der Staaten zyde, heu- Hy fchelyk onderging. Midlerwyl, hadt hy den fr!l.ap.. algemeenen Staaten zekere punten overgele-
befcheid ö , i j v i ..
op zeke- verc* ' raakende t gene hy , ter zyner aan-
ti pini- komst in Engeland, der Koninginne , van
ten. hunnen wege, hadt aan te dienen: de gewig- tigften waren deeze twee : Wat hoop hy haa- rer Majefleit geeven kon op bewilliging in zw aar er beden, voor twee, drie of vier jaar en? en, wat befluit zy neemen zouden, zo de Span- jaard, hun of haar er Majefleit vrede aanboodt, en wat verfland zy begeerden dat met hem ge- Am- houden werdt ? Men antwoordde, op het eerfle woord pUnt „ Dat men, federt eenigentyd, voor drie |
|||||||||||||||||||||||
der Staa-
ten |
|||||||||||||||||||||||
„ of zes maanden, en eindelyk voor een jaar, in
|
|||||||||||||||||||||||
„ de gemeene lasten, bewilligd hadt: niet
„ om daarna de handen te fluiten; maar om „ te beter te zien, wat men zou können op- „ brengen. Op de veeljaaiïge Beden , eer- |
|||||||||||||||||||||||
tyds , den Nederlandichen Vorften inge-
willigd , moest men geen agt flaan; alzo dezelven, in een geheel jaar, zo veel niet hadden uitgebragt, als de tegenwoordigen, in eene maand bedroegen.". Op het ander |
|||||||||||||||||||||||
punt, werdt verklaard „ hoe men dikwils
„ bevonden hadt, dat de uitrooijing van den „ waaren Godsdienst vast ware aan de ver- „ zoening met Spanje ; waarom men zyne „ Door-
|
|||||||||||||||||||||||
XXX. Boek. HISTORIE. ig/
|
|||||
„ Doorlugtigheid badt,, allen handel over 15&J.
„ verdrag met den vyand te willen verhoe- ——■*
5, den , alzo men daarin niet treeden kon,
„ zonder de gemeente onwillig te maaken ,
„ tot het drangen der gemeene lasten , of
„ zonder de Overheid, by dezelve, in ver-
„ denking te brengen («)."
De Graaf Helde, wyders, op den vieren- XIT.
twintigften van Slagtinaand, het bewind der Leieeftef burgeiiyke Regeeringe en des oorlogs te heTbe- Lande , geduurende zyn afzyn , den Raad wind in van Staate in handen , laatende het beleid zyn af- van den kryg te water aan Prinfe Maurits, Jez^n als Admiraal, en aan de Kollegien ter Adriii- v*° Staaaa_ raliteit, alles, tot dat hy weder hier kwam, te over, of tot op nader orde, te ftellen by de alge- meene Staaten (£). Des anderendaags, nam en neemt hy aflcheid van de algemeene Staaten, hun , nffcheid voor 't laatst, den Godsdienst en het invoe- *an de ren der beraamde Kerkenorde, ernftelyk, aanbeveelende. Het wederzydsch misnoegen fcheen nu geheel geflist. Men bejegende eikanderen, met veel heuschheid. Maar de Graaf, te Dordrecht gekomen, ftelde daar zekeren Joan Kouwai tot Admiraal over den Vlaamfchen oord, en regtte eene Admirali- teit op, te ()ostende ; hoewel dit werk ha- perde, willende die van Holland en Zeeland geene Admiraliteit in Vlaanderen gedoogen (c). Van Dordrecht, voer Leicester naar-Zynbe- Zeeland: en toefde, twee weeken, te Vlisfin- dryf in gen, Zeeland-
C<0 Hor XXT. Hoek, IK 7% [7811.
(J) Groot-Plaksatb. IV. Deel, U. 81. Bon XXI. R$ek,-. hl.
74 früaj. (O Bor XXI. ßoek, hl. 75 [783].: |
|||||
188 VADERLANDSCHE XXX. Boes,
|
||||||||||||||||||
1586. gen, naar den wind. Midlerwyl, maakte hy
*----— de bezetting van Veere op, tegen Prinie Mau-
rits (d), fchreef verfcheiden' brieven aan zy-
ne vertrouwelingen, en beval zynen Request- raeester Hotman, dien hy hier liet, Sonoi.en de Overften der Plaatfen, by monde en by |
||||||||||||||||||
Hy
wordt, in
Enge- land, wel ont- vangen. |
brieven, uit zynen naam, te lief koozen. Ein-
delyk, ging hy onder zeil, en werdt, in En- geland , zeer feestelyk ontvangen , door de Koningïnne. Men droeg zorg, dat de Bur- gerhopluiden te Utrecht hiervan terftond |
|||||||||||||||||
kennis kreegen, op dat zy 'er door aange-
moedigd werden, om op den begonnen voet voort te gaan (/). Leicesters dubbelheid brak, terftond na
zyn vertrek van Zeeland, zigtbaarlyk uit. Hy hadt, op den zelfden dag, waarop hy 't be- wind over den kryg te Lande den Raad van Staate hadt opgedraagen , een Gefchrift ge- tekend, welk nu eerst voor den dag kwam, en waarby hy hun, in de gewigtigfte Krygs- zaaken, de handen bondt. Zy mogten, by voorbeeld „ geene Overften van fterke Plaat- „ fen af- of aanftellen, geene hooge Krygs- „ ampten vervullen, dan by voorraad, gee- „ ne gevangenen ontdaan, geene uitgezetten „ t'eeniger Stede inlaaten, dan by wege van „ gewoonlyk Regt, niets doen in 't ftuk der verbeurdverklaarde goederen, buiten zyn
|
||||||||||||||||||
Leices-
ters dub- belheid, in 't be- paalen van't ge- zag des Raads van Staa- te. |
||||||||||||||||||
verlof
|
en de lysten der Engelfche bezet-
|
|||||||||||||||||
„ tingen, by hem gemaakt, ftiptelyk vol-
„ gen (/)." Volgens deeze Lyften, van wel- ken C<0 Reyd. V. Boek, hl. 92.
CO Bor XXI. Boek, il. 76, 77 [?87, 7S31.
C/5 Groot-Makaatb. IV. Deel, il. S4.
|
||||||||||||||||||
XXX. Boek. HISTORIE. 18p
ken men ook affchriften kreeg, wilde hy de 153&
Engelfchen , die de Koningin betaalde , en folciye ftonden, verdeeld hebben, de eerften , in de Steden Arnhem, Wageningen, Tiel, Doesburg, Kuilenburg, Utrecht, Amersfoort, Reenen, Wyk te Duurftede, Kampen, Zwol, Barlingen en Oostende: de anderen, in Har- derwyk, Elburg, Hattum, Lochern,defchans voorZutfen, Gorinchem, Viane, Deventer, Bergen op Zoom, Willenrftad en Sluis (g): waaruit men zien kan, van welke vestingen de Graaf zig, door middel zyner Engelfchen en Ieren, die tienduizend man fterk waren, dagt te verzekeren. Het gefchrift, waarby 't gezag des Raads ingebonden werdt, was, door den Heere van Brakel, ontworpen (K). De Staaten keekeu vreemd toe, toen het be- kend werdt; en ondervonden 'er haast de fchadelyke gevolgen van. Het prediken tegen de Staaten ging , na xiir.
Leicesters vertrek, niet minder dan te voo- De Staa* ren, in zwang. Men voer hevig uit, over 't Vjn V!U1 weigeren van de bekragtiging der Kerken- n^ea orde , door de algenieene Staaten, die 'er de Ker- egter nog geenen last toe hadden van de Staa- itenorde ten van elk gewest. Die van Holland bewil- *an» ou* ligden, eindelyk, tot wederopzeggens toe, in k(frreze" de Kerkenorde, mids de Lidmaaten der Her voor- vormde Kerke daarin alleen gehouden zou- waarde«, den zyn: en mids de Staaten, Edelen, Wet- houders en anderen , in hunne voorregten, onverkort, en de Predikanten 3 Ouderlingen eu
(£•) bor xxr. iioik, ii. 76 [>3<a ih) ÖOWT XXV. Biek, tl. laf,
|
||||
199 VADERLANDSCHE XXX. Boek,
|
|||||
f586 en Diakenen den Overheden onderworpen
»~----- bleeven, gelyk de andere poorters en 111-
wooners. Dordrecht alleen hieldt zig, om-
trent de Kerken ordening, aan de verklaaring van Leicester, betuigende egter, wel te mo- gen lyden, dat de andere Leden hierop zulk een befluit namen, als zy goedvonden (7). Het eer- l)e algemeene Staaten , uit het afzetten fte Lid des eerlten Staats te Utrecht, dezelfde na- der Staa- deelen te gemoet ziende, die Gend, Nieuw- uVcht meêen en anderé Steden hadden doen ver- wordt, looren gaan, bewoogen, nog voor 't einde by voor- des jaars, den Graaf' van Nieuwenaar, om raad,her- 'tj by de Vroedichap van Utrecht, zo ver te fleld* brengen, dat de Gekoorenen, by voorraad, in hunnen voorigen rang, herfteld werden, Voordag en de Dagvaart wederom bywoonden. Doch der Ge- 't eerst, dat zy en de Edeien hier voordroe- koore- gen ? was ? 0f men niet behoorde te beteren Edeleu. 'ü §ene ' eenigen tyd herwaards , tegen de verdingen met de Koningin en Leicester, en tegen de Utrechtfche Verééniging, binnen de Stad en 't Land van Utrecht, was doorge- Ontflel- dreeven. Deeze voorflag ontitelde de nieu- tenis we Utrechtfche Regenten geweldiglyk. Prou- daarover* nink, die, te vooren, het afzetten van den; eerften Staat mispreezen hadt, begon 'er nu, Ratnlier zo ftei'k a*s iemant, op te dringen. Hy bragt enModette wege , dat de Griffier, Filips Rataller, naar En- door de Vroedichap , naar Engeland gezon- gel_a"d den werdt, om bekragtiging van 't gene in len,11" dit ftuk gedaan was , by Leicester, te ver- werven. De Predikant Herman Modet ver- zel-
(0 BonXXI./totf, il. !Ji [794]«
|
|||||
XXX. Boek.
|
HISTORIE. t9x
|
||||||
zelde Rataller. De Kerkenraad hadt hem 1585.
gelast, om de Koningin tot nadere ontfer- ——— ming over de benaauwde Kerke en tot fpoe- dige herzending van Leicester te beweegen (k). Voorts weigerde de Stad met de ande- re Leden ter Dagvaart te zitten, zo men Buth en Moersbergen niet terftond uit de algemee- ne Staaten herriep. De twee andere Leden, zig hieraan niet kreunende, beflooten her- itelling der bezwaarnisfen, vervat in hun voor- itel, aan de algemeene Staaten te verzoeken, en verbooden hunnen Geheimfchryver , een affchrift van die beiluit te geeven aan die van de Stad. Prounink , dit niet konnende dul- Prouninfc den, breekt, van eenigen uit den Geregte verkrage en eenige Burgerhopluiden verzeld, de Se- jjet™ kretary open, en ligc 'er 't beiluit uit. De der twee eerfte Leden, zig tot onderlinge hand- Staaten, haaving verbonden hebbende , gaan hunne Vergaderingen te Wyk te Duuriiede beleg- gen. De Wethouderfchap verbiedt toen al- le inwooneren , die tot de Gekoorenen of Edelen behoorden , ergens, buiten de Stad, ter Dagvaart te trekken, of daar weder in te komen , zo zy 't egter deeden. Leicester, hiervan verwittigd, door Rataller en Mo- det, benoemde eenige gemagcigden , om 't gefchil, ten beste, by te leggen. Doch eer 'tGefchil deeze twee te rug keerden , hadt de Graaf '"sfth?11 van Nieuwenaar eenige punten, by voorraad, Leden S ontworpen, volgens welken, de Vroedfchap, Wordt,by die, ondertusi'chen, ziende dat de Raad van voor- Staatehaar gedrag afkeurde, vrv wat bedaard raad>by- i>eles"rl
was, Leiesrt*
£*) Bor XXII. Boek, hl. i [856]««.
|
|||||||
ip» VADERLANDS CHE XXX. Boek,
1587. was, geraaden vöndt, nevens de twee ande-
hierna , week sneu nogtans wederom af van
deeze punten, om zig aan 't Verdrag van dert
jaare 4582 te houden (7) : waarmede de een-
dragc tusichen de drie Leden van den Staat
eenigszins hersteld was.
xrv. Nu brengt de orde der gefchiedenisfe ons
Bezen- tot de bezending naar Engeland, waarvan
ding der Wy ^ reeds in 't voorbygaan, gewaagd heb-
ïiaa^En- ^en' en waarover *ariS' ky. ^e Staaten geraad-
geland. pleegd was, hebbende verfcheiden' Holländ- ische Steden, met naam e Amfterdam, Gouda en Rotterdam, zig niet of naauwlyks können laaten beweegen, om haarer Majefteit de hoo- ge Overheid op nieuws aan te bieden Qn): waartoe de andere Leden neigden. Tot het aanncemen van den last des Gezantfchaps lieten zig overhaalen Jonkheer Willem van Zuilen van Nyveld , Heer van 's Heeren- Arendsberge, Drosfaard van Muiden en Bal- juw van Gooiland, Joost van Menyn, Pen- fionaris van Dordrecht, Nikafius van Silla3 Penüonaris van Amfterdam, Jakob Valke , Raadsman van Staate , en Vitus van Kam- minga, Ridder. Joan , Heer van Schagen , verkooren om mede te gaan, iloeg het be- leefdelyk af. Joachim Ortel, Agent der algemeene Staaten in Engeland, moest, in gelyke waardigheid van Ambasfadeur, nevens de anderen, dienen. Nyveld en Valke waren, al in Wintermaand, te Londen geweest (n) j doch'
(/) Hor XX«. Boek, lil. 5 [858! enz.
[»O Refol, Holl. 8, 13 Oä. 18 Nov. 1586. l/l. 446,457,59". , C»J Hoüft XXV. ßwA, tl. 1125. |
||||
XXXi Boek; HISTORIE. 1533
|
|||||
doch de overigen verfcheenen 'er eerst op 158^
den eenentwintigften van Louwmaand. Zy -^------
werden ter gehoor ingeleid by de Koningin- (
ne, op den vyfden van Sprokkelmaand. Me- Voorftel
nyn voerde het woord. Na breede uitmeé- aan .de ting van de weldaaden der Koninginne , en K.oni^" van der Staaten dankbaarheid , verklaarde ^™116* hy „ dat de vereenigde Landfchappen nog „ bleeven hoopen, dat haare Majefteit, zig „ nader bedagt hebbende, de aangebooden . „ Heerfchappy over dezelven, onder billyke „ voorwaarden, eindelyk, zou gelieven, te aari- „ vaarden, alzo zy dit hielden voor 't beste „ middel, tot redding hunner vervallen* „ zaake." Vervolgens, wees hy den ftaat der- zelve beknoptelyk aan, en verzogt, dat haa- re Majefteit derzelver hulptroepen , tot op| tienduizend knegten en tweeduizend paarden, geliefde te vermeerderen, en de Staaten èé geryven, met zestigduizend ponden fterlings', tot het opregten van een Leger (0). De ftaat van 's Lands zaaleen was breeder ontvouwd, in een gefchrift, welk by haarer Majefteit , overleverde. By hét zelve , bleek ,4 dat Staat der „ men, hier, in 't voorleeden jaar, boven Kfy§'? , „ de beloofde tweehonderdduizend guldens ,{0stei2- j, ter maand , nog vyf tonnen fchats hadt „ opgebragt. Thans, diende rnen dertiën- 5, of" veertiénduizend knegten, en vyf- of zes-' „ duizend Ruiters te velde te brengen.',, Tot „ het bewaaren der vaste pïaatfen , werden j, zevenentwintigduizend knegten , drieduf- ;, zend ipeerruiters , en vyf honderd ligtgé- j, wa~
CO Boa XXir. Boek, il. 14 [8723.
VIII. Deel/ N
|
|||||
194 VADERLANDSCHE XXX. Boek.
|
|||||
»587. „ wapende paarden vereischt. Hiervan be-
-—— „ taalde haare Majefteit duizend man te paar- „ de , en vyfdiüzend te voet , behalve de „ bezettingen van den Briel, Vlisfingen en „ Rammekens, zo dat de Staaten tvvee-en- „ twintigduizend knegten , tweeduizend „ fpeerruiters , en vyfhonderd ligte paar- „ den ten hunnen laste hielden. De kosten „ beliepen tvvee-endertig tonnen gouds en „ zesenzeventigduizend guldens in 't jaar: „ waaruit volgde, dat de Staaten, aan hun- „ ne gewoonlyke fchatting van tweehonderd- „ duizend guldens ter maand, tot het bezet- „ ten der fterkten alleen , agthonderdzesen- „ zeventigduizend guldens te kort kwamen. „ Doch als 'er een Leger te velde gebragt „ werdt, zou men, uic de bezettingen, zes- „ duizend knegten en drieduizend ruiters „ können ligten, waarby men zevenduizend „ knegten en tweeduizend ruiters zou behoo- „ ren te voegen, die, behalve de delvers en „ andere legerlasten, in vyf maanden , zes- „ honderdvyfentagtigduizend guldens kosters „ zouden (p)." Bits aflt- Doch terwyl Menyn nog fprak, hadt men , woord in 't gelaat der Koninginne, duidelyke te- ï?a!^r kens van verftoordheid können merken. Ook fleh!" nadt hy naauwlyks gedaan, of zy begon he- vig uit te vaaren tegen de Staaten „ dezel- „ ven befchuldigende van ondankbaarheid „ tegen haar , van mishandeling des Engel- „ fchen Krygsvolks en van fchamperen hoon „ des Graaven van Leicester, dien zy af? » ge-
C/>) IIcopt XXV. Bock, bh 1126,
|
|||||
XXX. Boek. HISTORIE. 195
„ gezonden hadt, in verwagting, dat -de
„ Staaten hem opening doen zouden van de „ gelegenheid hunner geldmiddelen en fchat- „ tingen : doch dien men, met den naam „ van algemeenen Landvoogd , gemompt , „ en flegts een' ichyn, een fchaduw van ge- „ zag gelaatea hadt, om welken te verkry- „ gen, hy nog gevaar hadt geloopen van lyf 9, en goed , en 't gene hem meer waardig „ was dan die beide, de gunst zyner Vor- 9, ftinne te verliezen. Slegter beraaden' Staa- 3, ten of volken dan de Nederlandfchen wa»- „ ren 'er, fprak ze, ja zwoer ze, by denlee- s, venden God, niet op den gantfchen aard- „ bodem. Men ftrooide uit, vervolgde ze, „ dat zy , buiten der Staaten kennis , van „ vrede met Spanje wilde handelen. Ydel^ „, heid. De Staaten verftonden 't gedrag def 9, Vorften niet, die den een' en den ander" „ konden hooren fpreeken, zonder iemants „ benadeeling. Zo zy iets meer voorde Staa- „ ten doen zou, wilde zy eerbiediger beje^ 5, gend zyn: ook meer weeten van de Neder* 5, landfche zaaken : waartoe zy gemagtigden „ ftellen zou (<?)." Zo ftherp een antwoord was, meent men*
niet flegts door 't oorblaazen van Leicester en de zynen verwekt, maar ook, door de netelige omftandigheden, waarin de Koningin zig toen bevondc, zynde zy bezig met te be- fluiten, tot het vonnisfen van Maria Stuart„ Koninginne van Schotland, die, negentien jaa- ren, in Engeland, gevangen gezeten hebbende, wei-
<?) Uqk XXII. llwk, tl. 15 [874].
N a
|
||||
196 VADERDANDSCHE .XXX.Boïk,
|
|||||
1387* weinige dagen;hierna,-befchüldigd van eeneö
. ÏConinginneElizabet, in 't openbaar» onthalsd werde. De Staatfche gezanten, diep getroffen door het antwoord der Koninginne ', befloo- ten tot het opftellen en overleveren eener fchriftelyke Verdediging hunner meesteren j waarin vertoond weidt, dat de Staaten, aan de gemaakte Verdingen, behoorlyfc, voldaan hadden (r). Doch de flegte tydingen, die men eerlang van hier ontving, ftelden de on- zen in ftaat, om.zig zelyen nog ernftiger te verdedigen. , XV. Het heimei yk Gefcluïft, waarby de magt
wSlot te Ä&? Raads van Staate bepaald was, hadt den- wordT zelven genoodzaakt, het Slot te Wouw, by aanPar- Bergen op Zoom , te laaten onder 't bevel ma ver- van eenen Franschman, Marchand genoemd, kogt. ^ie zeer verdagt was. Ook leverde hy 't Slot aan .Parma, om tienduizend guldens voor hem, en drie maanden folds voor zyne kneg- ten , op den zeventienden van Louwmaand Stanlei .(ƒ). Um dezelfde reden, moest men William en jork stanlei en Roeland Jork 't bevel behouden denDe- ^aaten oyer Deventer en de fchans over Zut- vemeren fen, welk-hun, door Leicester, zeer tegen de fchans den zin der Staaten, was toevertrouwd.- Men' over Zut- ontdekte, eerlang, eenige handeling tusfehen fen" deeze twee en Joan Baptista Tasfis, Overfte van Zutfen. Ook gingen Stanleis Ieren, een woest volk, dat half naakt liep en van gee- ne erbarming wist , dagelyks te Zutfen ter mis-
CO Kor XXII. Boek, il. 17 [875].
O) Bur XXII. Boek, II. 18 [b?8> |
|||||
^XX.Boek. HI ST O R I È. ipr
misfe. De burgery té Deventer, die veel x
van hun te lyden hadt; 'en voor erger vreesde, _ verzogt Norrits, 6m eenige meerdere en ver- trouwde bezetting. Hierdoor openbaarde zig 't broeijend kwaad te-eerder. Stanlei, mer- kende dat hy der burgerye in 't oog liep,rydt, des nagts na 'den agtemvvintigften van Louw- maand, met eènigê paarden '\ ter Stad uit; heb- bende hy der Wethouderfchap diets gemaakt, dat hy een' aanflag voorhadt;' en der bezet- ting, dat hy , ter haarer verzekering tegen de burgëry, nog een of twee Engelfche Ven- dels ging haaien. In den morgenftond, om- trent vyf uuren, keert hy' té rug, met den Overfte ïasfis en negenhonderd man , die, binnen gelaaten , zig op de markt fchaaren, De Wethouderfchap, nog niet weetende wat 'er gaans ware, zendt eenen Burgerhopman naar de markt, om kondfchap. StanJei treedt hem tegen , fpreekt hem moed in , en veiv klaart hem, dat niemant eenig leed gefchie- den zou. Voorts, brengt hy hem by Tasfis, dien hy met naam en titel toefpreekt, en den Hopman, zy'nen goeden vriend, aanbeveelt. Toen eerst raakte deeze uit den droom, en vergeetendé, waar hy ftondt, ach! fprakhy, hoe zyn wy zo jammertyk vermeiden ! Daar Tas- fis, befcheidenlyk, op antwoordde, dat laat ik hem, dien V raakt, verdedigen; ik dien den Koning, mynen Heer. Voorts' werdt de Wet» houdeifehap vergaderd: voor welke Stanlei, ftamelende en met een verbaasd gelaat, het overgeeven der Stad verantwoordde, zo goe"4 als hy kon. Naderhand, gaf'hy voor, nooit N 3 • ■ • in
|
||||
i9$ VADERLANDSCHE XXX. Boek.
1587. in der Staaten, maar alleen in Leicesters eed
«—<—■ geweest te zyn, die hem, by een Paspoort, welk hy toonde, ontflaagen hadt. Tasfisdeedt terftond met de trompet omblaazen , dat de Koning den ingezetenen lyf en goed fchonk. Wie hem zweeren en in 't Roomfche geloof leeven wilden konden blyven : de overigen vertrekken, met een Paspoort, welk men hun leveren zou. Voorts handelde Tasfis, in alles, zeer heufchelyk met de Ingezetenen» Eenige Ieren, die aan 't pionderen gevallen waren, deedt hy ftraffen met de galge. De Magiftraat werdt niet veranderd , voor den .sewoonlyken tyd ; doch toen uit enkele Roomschgezinden gekooren (t~). Ten zelfden dage, als Deventer aan Tas-
fis geleverd werdt, gaf Jork 'er kennis van aan zyne foldaaten , daarby voegende , dat hy gezind was Stanleis voorbeeld te volgen; die hem byblyven wilden , zouden gelyke belooning genieten, als de bezetting van Deventer '7 de anderen mogten vryelyk ver- trekken. Twee Hopluiden vlooden , hier- op, met hunne vendels, ter fchanfe uit; de overigen (lelden ze, terftond, in de magt der Spaanfchen («). Omtrent deezen tyd, lie- pen ook eenige Engelfche knegten uit Zwol, en een Kornet uit Arnhem over tot den vyand (v). De Raad De overlevering van Deventer en de fchans vanStaa- op de Veluwe baarde eenen byfteren roep teftelt " door ft) Rf.vd v. nnek. II. 85. Vf. Boek, U. 96. Bor X^ll.
Boek, bl. uj [R78J. •(«1 BnR XXIf. Boek, bl. 20 [879]. (>) Bor XXIJ. Boek, hl. So [881 j. |
||||
'. ..-■ .".' .....
|
|||||
XXX. Boek. HISTORIE. 199
door 't gantfche Land, vervulde elk met wan- 1587.
trouwen op de Engelfchen, en ftrekte tot mer- ■-------
kel'yke afbreuk der agtbaarheid van Leices- geld op
ter, die, na deezen tyd , veelen van zyne ^ lvvetl aanhangeren verloor. De Raad van Staate ^Terf'1' ftelde drieduizend guldens op de lyven van jork. Stanlci en Jork; doch verboodt, te gelyk, om 't misdryf van deeze twee , de Engel- fchen in 't gemeen te lasteren (V): ook gaf Prounmk Prounink een boekje in 't licht, waarin hy, verde- om den haat tegen de Engelfchen te koelen, j^L. door het ophaalen der verraaderyen van ver- fchen fcheiden' Nederlandfche Heeren, zogt te too- Land. nen , dat men den gantfehen Landaart niet aart* naar weinige fchelmen behoorde te fchat- ten (#). Norrits, verneemende dat Stanlei nog O- xvr.
verfte binnen Deventer bleef, zogt hem te Aanflag bekooren, tot het houden der Stad voor de v?in Nor" Koninginne. Doch toen dit haperde, beftondt i"esv°^_ hy de Stad, by verrasüng, te overvallen; maar ter. moest, met verlies, afwyken Qf). 3n Harlingen lagen, federt eenige jaaren, iiariin-
twee vendels , welken door Holland betaald gen werden. De Friezen, die, te vooren, Engel- "ee™£ fche bezetting in deeze Stad hadden afge- bäatii weezen, wisten ?t nu, met hunnen Stadhou- in. der, zo te beftellen, dat zelfs de Hollandfche bezetting voor Friefche verwisfeld werdt (z). Doch de haat tegen de Engelfchen nam inval der
toe , ter oorzaake van eenen inval eeniger Eneel- beir- in
(«0 Bon XXII. lïosk, bl- 22 [882]. " Holland.
OO Bor XXII. roek, ld. aa..l'iai].3
fy) Boa XXII. Boek, VI. 14 [&6\. (g') Bon XXII. hoek, bl. 28 [892]. N 4
|
|||||
aoo VADBRLANDSCHE XXX. Boek»
|
|||||
1587. benden Engelfche ruiteren in Holland, die
' ' """' was , in den Haage , wilden komen haaiend ft Geragt liep, dat zy, door North en Bra- kel, waren opgemaakt. Men paaide hen, ëindelyk , met agtduizend guldens. En M dat zy 't platte Land tusfchen Utrecht, Am- sterdam en Gouda , benevens de Alblasfer- en Krimpenerwaarden afgeloopen hadden, keerden zy, door 't Stigt^ daar hun de boe- ren op 't lyf vielen, naar hunne bezettingen, in Gelderland en 't Graaffchap Zutfen , te rug O). Leices- : Omtrent het einde van Louwmaand, maak- ters te men geene zwaarigheid , om Leicesters Piakaat piakaat op de zeevaart te herroepen, en den op de , uitvoer van allerlei waar en , behalve wape- Vordt Ui-nen , buskruid en falpeter , naar onpartydi- 'getrok-: ge plaatfen, uitgenomen Calais enEmbden, ken. ^ry te ftellen, by Piakaat, op den naam van Leicefter en den Raad van Staate gegeven (T). De Staaten van Holland openden, wai? laater, de vaart op Calais en Embden , ins- gelyks , alzo toch de Engelfchen, Schotten, en andere volken op deeze- havens handel- den (V). XVII, Maar 't ftnk van Scanlei en Jork hadt den De alge- algemeenen Staaten zo diep' getroffen , özt, Staaten z^ beflooten, hierover, en over andere be-^ rchryven zwaaimisfen, eenen Brief te laaten afgaan aan aan Lei- Leicesccr. Zy zonden 'er een affchrift var} cester. aan je Koningimie , welk een gepast ant- '-'•-'' woord,
f<1 Ita XXII. Fl-'k , f/f. s>5 [«RfiJ. :. '■ »
C ft) Bor. XXII. Boek, l/L 25 [Ï87, iiü?].
f cj Hooft XXV* Boek,- -W. 113a. |
|||||
^XXBoek. HISTORIE, aoi
woord was, op de bitfe befchuldigingen 1587;
haarer Majefteit. Men hadt den Brief, die —^-* 'den vierden van Sprokkelmaand gedagte- kend was , den Engelfchen Raadsheer van 'Staate, Thomas-Wilkes, eerst läaten leezen? en hy' hadt 'hem noodig geoordeeld. Doch hierom en' om andere redenen , hieldt men hem, in Engeland, vcrdagt, dat hy te zeer heulde met de Staaten. Ook erkent hy, in eenen brief aan Leicester, die nog voorhan- den is' „ dat hy geen geloof plag te flaan, „aan 't gene hem, by gerügte , ter 00- *, ren gekomen was van dé gebreken der „luiden, die men hier Staaten noemde." Doch hy voegt 'er by „ dat hem de onderr „ vinding , federt, desaangaande, meer ge- „ leerd hadt, dan veelen voor hem geweer „ ten' hadden , hebbende hy, in hen, niets „ gevonden, dat'zyne goedkeuring verdierï- „ de (W)." ïri eenen anderen brief, wat eer- der gefchreeVen , onderrigt Wilkes Leices- ter , dat 's Lands inkomften , van den aan- vang zyns bè\vinds, tot op den tienden van Louwmaand des jaars 1587, drie millioenen;, en de uitgaaven , daarentegen, vier millioe- nen guldens beloopen hadden (e). Doch wat inhoud den brief der algemeene Staaten betreft; de van hun- klagten over Leicesters agterraad van vreem- nenBr5ef» delingen, die hem den dubbelen Rozenobel, f endden te Amilerdam, hadden doen munten, en om- vierden treilt veertig ftuivers boven de waarde doen van zetten; die hem ook 't ge'even van het Pia- Sprok- • knar liel" ',
Kaa!: maand.
frf) Ca.bsUor Myftcries of State. P- II. p. 5.
(c) Cïbala P. 11. p. 4." •■ '■ • • 1 ' ' ? ' N5
|
||||
soa VADERLANDS CHE XXX. Boek.
|
|||||
1587.. kaat op de zeevaart hadden aangeraaden,
---------werden 'er in vernieuwd : 't ftrejmmen der
Duitfche wervinge niet voorby gegaan : 't
dringen van vreemdelingen in 't bewind af- gemaaid met de haatelykfte verwen. Ook verzuimde men niet, te klaagen, over 't hei- melyk fchrift, waarby 't gezag des Raads van Staate bepaald was, en welk de Staaten voor oorzaak hielden van het leveren van verfcheiden' fterkten aan den vyand. Aller- meest , werdt het verraad van Stanlei en Jork afgekeurd , en Leicester, in 't voorbygaan, herinnerd , hoe hy den eerften tot algemee- nen Veldheer hadt willen verheffen. Men befloot, met een verzoek, dat hetKrygsvolk, voortaan , beftierd mögt worden , door de Raaden van Staate, by de algemeene Staaten te ftellen, nevens twee Engelfchen, volgens Stoornis ^et vercmig met de Koninginne (ƒ). Doch der En. deeze Brief werdt zeer kwalyk genomen, geifchen in Engeland. De Koningin voer 'er hevig overdk over uit, tegen de Gezanten. Men liet af- fciiryven. dmkfels van den Brief, hier te Lande loo- pen, onder 't volk, om het op te hitfen te- gen de Staaten: alzo men elk inftampte, dat alles , door hen , verzierd was, om Leices- ter en de Koningin van de Landen af keerig te maaken, en zelven in 't bewind te blyven. 't Welk by de meeften, gewoon het ergfte van hunne Overheden te vermoeden, geloofd werdt; en alleen by de doorzigtigften gee- nen ingang vondt (g). Verande- De tyd van den dienst des Raads van Staa- te (f) Bon XXir. Boek, il. 65 [94?,].
Cgj Hor XXII. Bosk, bl. 5y [948y |
|||||
XXX. Boek. HISTORI E. 003
|
|||||
te was, ondertusfchen, geëindigd : weshal- i5%~t
ve de algemeene Staaten beflooten, dat, by -'..-,—-» voorraad, voor den tyd van drie maanden, ttag 'm- in den zelven te zitten hadden Leoninus, des Raad van wege Gelderland, Brederode, van Loo- ™nStaa" Jen en Bardes, van wege Holland, Valke en Joost Ewoüdszoon Teelink, van wege Seeland; van Utrechts wege, Paulus Buis, of een ander , by de algemeene Staaten te kiezen , uit twee, door de Staaten van dat gewest, benoemd: van Frieslands wege, twee, uit vier, op gelyke wyze benoemd, te kiezen. Van Overysfels wege, de Doktor Dorri, of een ander, ook dus gekooren: voorts de by- zondere Stadhouders, twee Engelfche Hee- -. ren , van wege de Koninginne, de Thefnu- rier, en niemant meer, als Lid des Raads(A), Door dit befluit werden Meetkerke en Bra- kel, en de Friefche gemagtigden Aisma en Feitsma, alle aanhangelingen van Leicester, uit den Raade geweerd. De algemeene Staa- ten gaven voor reden van het weeren der Friezen, dat hun nog niet gebleeken was, dat Friesland zig onder de Regeeringe van Lei- cester en den Raad begeven, en de twee ge- melde Perfoonen wettiglyk benoemd hadt (f). De Staaten van Flolïand en Zeeland namen xviir.
ook maatregels, om zig tegen den aanhang De staa- van Leicester te fterken, magtigende Prins tfJn van ÏVlaurits „ om 'c gezag hem, by Lastbrief en ]^y"f „ Berigtfchrift, als Stadhouder en Kapitein h",d geê- 5, Generaal, epgedraagen , met derdaad te ven Prin- ts Se- fe Mau* 9 rits
(h~) Bor XXn. Boek. bh *8 [tyi]. "40 Hoopt XXV. Hoek, bl. 1136, |
|||||
so4 VADERLANDSCHE XXX. Boek.
|
||||
ïS8/. „ gebruiken (&); om allen Overften, bezet-
'------— „ ting houdende in de gemelde gewesten,
zag? êe" " lastbrief te geven, en zig en den Staaten
„ gehoorzaamheid en getrouwheid te doen „ zweeren." 't Veranderen der bezettingen ftelden ze aan hem of aan Hohenlo, zyrieh Luitenant, by goeddunken van de Staaten of derzelver gemagtigden. 't Verkenen der Patenten , tot inlegering of doortogt, moest op gelyke wyze gelchieden: en men ftelde, ftaatswyze , vast, Prins Maurits en Hohei> ïo, in dit hun opgedraagen gezag , te zul- len handhaaven. Dordrecht alleen kantte zig een weinig , tegen deeze genomen' maatre- Zy wer- gels (7). Voorts, befloöt men, tagtig ven- ven tag- dels knegten te werven , en onder 't gebied tig ven- van prinfe Maurits te Hellen (jn). Dit volk ' '" deedt den eed van getrouwheid aan de alge- rrieene Staaten, blyvende by de Unie en handhaaving van den waaren Christelyken Godsdienst, niet naame aan de Staaten van Holland , Zeeland en Westfriesland : dien van gehoorzaamheid aan Prinfe Maurits, den Graave van Hohenlo, en den Hollandfchen, Zeeuwfchën en Westfriefchen Staaten en der- zelver Gekommitteerden Raaden,' beloovende men, wyders, ook den eed, aan Leicester Waard- gedaan, 'te zullen naarkomen'"(»). Voorts geiders in werden ook, in verfcheiden' Hollandfche de ste- Steden , tot verzekering derzelven , in ge-
denaan- • • • - ■■ ■ - °. • > ' • JP* VOI-?
Qk~) Refol. Holl. iii &br. (>, 24. Maurt^S?. il. 56, 79, 9'.
(_l ) ftefol. Holl. 5 May 1587. hl. 138.
C«0 Refol. Holl. 16 Jiiiiy 15Ü7. bl. löj.
OO Groot-Plakaatb. IV. Oiil, il. 85. Kor. XXII. Boek, «,
30 Um}-
|
||||
XXX. Boek. HISTORIE. 205
völge van een befluit dier Staaten (0), eenige 1587.
knegten, in waardgeld, aangenomen (J>~). .De Kleerhaage uit Gorinchem vertrekken , en ^61^ ftelden de Plaats onder bewind van Graave Vg"^e Filips, Broeder van Graave Willem Lode- maatre- wyk van Nasfau. Zy veranderden de bezet- gels. tïng van Woerden, en wisten jfoan Bax van 't Slot te Muiden te krygen, welk hem, als de regte breidel voor Amfterdam, duur aan- bevolen was, door Leicester (q). 't Zeeuwsen. Regement; over welk Sidnei ge'booden, en welk zig William Rüsfeï, zyn opvolger in 't bevelhebberfchap over Vlisfingen, toegelegd hadt, werdt aan den Graave van Solms ge- geven. De Baron van Hohenfaxen kreeg, by bewilliging des Graaven van Nieuwenaar, toezigt over de grenzen van Gelderland en Overysfel. Voorts ftelde men , in Holland en Zeeland, ook orde op den kryg te water en op de goede betaaling van 't fcheepsvolk, dat, onlangs, tweemaal, te Rotterdam aan 't muiten geilaagen, en niet dan met veele moeite wederom geftild was (r). Met al het welke, de byzondere Staaten toonden, hoe groot een gezag zy zig, elk in zyn gewest, toefchreeven , en welken weg zy dageen te houden , om 's Lands Regeering op eenen beteren voet te brengen. Men hadt, ten deezen zelfden einde , reeds te vooren , in Hol-
(o~) Refol. Holl. 31 Jan. 13, a8 Febr. 7 May 1587. W..34,
48, Óf, UI.
(ƒ> ) Bob. XXII. Hoek , U. 879 van dm tweeden Druk,
l q') Reyd VI. Hoek, M. lol. £r) Bok XXII. Hoek, tl. 29 [893]. |
||||
2o6 VADERLANDS CHE XXX. Boek«"
1587. Holland, beflooten, de zaaken van Regee-
■------- ringe, wanneer de Staaten niet zaten, dooi?
Gekommitteerde Raaden, te doen beleiden;
gelyk in Zeeland, Utrecht en Friesland ge- fchiedde: waardoor de kennis derzelven den Hove Provinciaal ontrokken werdt (>). Kajus Midlerwyl, was het gebeurd, dat een hoop llautfoa, Staatfche knegten, getrokken uit Bergen op
Deenfche Zoom , tusfchen Brusfel en Namen, eenige word"1' luiden van aanzien hadt opgeligt : en on- door de der dezelven, een' jong' Edelman, Kajus Rant- bezetting jbu genoemd, die, van wege den Koning van van Ber- Deenemarke , in Spanje , eenigen voorflag IoomP van Vrede, tusfchen Filips en Elizabet, ge- geiigt/ daan , en daarvan ook , onlangs , met den Hertoge van Parma, gehandeld hadt. De foldaateii, hem , zo men, federt, voorgaf, niet kennende , openden , onderweg , zyne koffers , en vonden 'er brieven in van den Spaanfchen Koning en van Parma , 't werk der vrede betreffende (7). Voor eenige maan- den, hadt men, ook totdeezen einde, eenen Deenfchen Gezant in Engeland gezien , op den zelfden tyd, als Chrißoffel Sleskou, Se- kretaris van Steven Battor, Koning der Poo- len, in Holland gekomen was, om de alge- meene Staaten , uit naame zyns meesters , tot bevrediging met den Koning van Spanje, hunnen wettigen Overheer, te vermaanen («_). Doch met dit gezantfchap was niets uitgerigt. Rantfou werdt, eerst naar Ber- gen , en van daar naar den Haage gebragt, daar
O) Refol. Hall. 15-24 May 1586. U. 109.
(O Ron XXtl. tïotk, hl. 29 [8<>.V|-
00 Bok- XXI. liuek, H. 551 $0 [727, 74p].
|
||||
XXX. Boek. HISTORIE. 207
|
|||||
daar de algemeene Staaten , zig ontfchuldi- 1587.
gende met de onkunde der foldaaten, hem
in vryheid fielden, en hem zyne papieren
weder gaven. De Koning van Deenemarke Moeiiyk- nam, egter, het aantasten van zynen gezant ï?lf\t en het doorfnuffelen van deszelfs papieren 0^ftgim. zo euvel, dat hy, daarna, wel zevenhonderd Hollandfche fchepen in de Zond deedt be- flaan (ji), en niet vryliet, voor dat zy hem dertigduizend Ryksdaalders hadden opge- bragt (v). Doch de kundigheden, gefchept De Staa- uit Rantfous papieren, bewoogen de Staaten, ten ver- tot het fchryven van eenen wydluftigen brief Maaren aan de Koninginne , waarby zy zig , gelyk *j1eflt'vre- meermaalen te vooren, tegen alle vredehan- dehan- deling met Spanje verklaarden, beweerende, dei« met klem van redenen, dat men den Koüing, al ftondt hy fchoon toe, 't gene men begeer- de, niet vertrouwen kon. Men befpeurt, uit deezen Brief, dat de Deenen den Koning drie punten hadden voorgefteld, vryheid van. Godsdienst in de Vereenigde Nederlanden* behoudenis van Voorregten in dezelven, en verzekering der Koninginne tegen 't be- fchadigen van haaren ftaat. Het eerfte punt was, door den Koning, vlakuit afgeflaa- gen: de twee anderen aan Parma verbleeven, (w). Het laatfte punt werkte veele bekom- mering in de Staaten. Men begreep, zon- der moeite, dat de verzekering, waarvan dit punt fprak, in 't bezit yam een gedeelte dei- Ne-, O) Refül. Holl. 14 May 27 July 15H7. W. 146, 197.
Cv) R£l'°'- Holl. aa Aug. 1587. hl. 226. &EYO VLäi/ek, hl. 108. üor XXIi. Boek. l/l. 29 [893], «2 [067J. Qw) Bok XXU. Mcei, tl. 66 0/452« |
|||||
ftö8 VADERLANDSCHE XXX. BoééV
|
|||||
i&7. Nederlanden zou moeten beftaan
'*———- men vreesde, dat deeze handel, zo hy voort- ging , ligtelyk uitloopen. zou op eene ver- deeling der Landen, tusfchen Spanje en En- geland. PeKo- ïerwyl deeze en diergelykë zorgen de niiigin Staaten onledig hielden , verzogten de Ko- verzoek: njngin en Leicester hun om tienduizend las- eenepar- t£n R0gge te mogen uitvoeren naar Enge- te mogen land. De Raad van Staate en Wilkes in 't iiitvoe- byzonder drongen fterk op de bewilliging in ren:'t <jit verZ0ek.- Doch de Hollandfche (x) en weiaerd" algemeene Staaten, agt geevende op den worde, kleinen voorraad van graanen hier te Lan- de, floegen 't af (jy): 't welk veel ongenoe- Wilkes gen veroorzaakte, by de Engelfchen. Wil- dryft,dat kes dreef, by deeze gelegenheid, dat de Staa- de opper- ten 's Lands hoogheid, in 't ftribbelen tegen £.e ™af de agtbaarheid van Leicester en den Raad i gemeene1 gefchonden hadden : a dat ook de opper- volkis. „ heerfchappy niet by de Staaten, maar,- zo „ 'er eenige in deeze gewesten ware, by den „ gemeenen man, gezogt moest worden; zo „ dat de Staaten, in 't op- en afzetten van „ Krygsoverften , en in 't veranderen van „ den eed, zig * zyns oordeels, groflyk ver- „ greepen hadden (2)." Doch de Staaten van Holland wederleidden deeze bedenkingen fchriftelyk (a), gelyk hy ze ook, in een wyd- luftig vertoog, aan hun en aan de algemeene Staaten, voorgedraagen hadt. Wy
O) Refol. Holl. 14 Fcir. 1587- «■ 49-
Cr) Ror XXII. Boek, W. 29 [89;;]. (z~) Zie noR XXII: Boek, bl. 46 [918J. (a) Zie Bon XXII. Hoek, tl. +3 [94ij.; |
|||||
XXX.Éoëk. HISTORIE. aop
Wy hebben, in 't voorbygaan, gezien (f), 158^.
|
||||||||
|
||||||||
hoe die van Holland, te onvrede over het -
|
||||||||
gezag, door Leicester, aan Sonoi opgedraa- xiX.
gen (V), voor zyn vertrek, verworven had- lwif den, dat zy 't bepaalen mogten, zo zy het ten en hunne of dat van Prinfe Maurits daarby ver- des Prin- kort rekenden. De Staaten ontbooden So- ftnMau- noi , derhalve , en vergden hem , lastbrief glts ™et te neemen van Prinfe Maurits, en den nieu- wen eed te doen. Doch hy weigerde het beide , zig beroepende op den eed , door hem , aan Leicester gedaan. De tyding der verraaderye van Stanlei en Jork, hierop vol- gende , was oorzaak , dat hy naar Gelder- land en Overysfel gezonden werdt, om voor de grenzen te zorgen, zonder dat men hem verder gedrongen hadt, tot het vernieuwen van lastbrief en eed. Tervvyl hy uit was, zogt men één zyner vendelen uit Medenblik te doen vertrekken , en de Plaats van een ander, onder Jonkheer Arend van Duivenvoor- de , te voorzien. Doch Sonois Luitenant in Medenblik weigerde , buiten last van zynen Overfte, te ruimen. Sonoi, na zyne te rug- komst , van 't gebeurde kennis gekreegen hebbende, hieldt 'er zig zeer gebelgd over. Kort daarna , werdt hem , op nieuws, een' lastbrief van Prinfe Maurits aangebooden, waarby hy, mids doende den nieuwen eed, tot Slotvoogd van Medenblik, in de plaats van Kornelis van Ryswyk, eenige maan- den te vooren overleeden, werdt aangefteld. Doek
(O Hier voor, U. 17C.
(ej Zii Refoi. Hall. 9 Qitai. 1566. il. 44.8.
VIII. Deel. O
|
||||||||
aio VADERLANDSCHE XXX. Boek:
|
|||||
1587. Doch hy bleef by zyne voorige weigering*
-".------ Men vondt dan geraaden , dat Prins Mau- Maurits rits en Holienl° » in perfoon, naar Meden-
<n Ho- blik. gingen, om orde te ftellen. Sonoi, hier-
henio van verwittigd , en de gunst van de Konin-
trekken ginne en van Leicester ftellende boven die
Senblik!' van de Staaten en van Prinfe Maurits, zondt
twee mannen uit , om den Prins te verzoe- ken , dat hy , voor deeze reis, niet binnen Medenblik geliefde te komen. Doch ter- ftond hierop, kreeg hy berigt, dat de Hee-
Sonoi ren geen foiXi£ uur van ^g gtaij wareru Hy de'poort *aat zi§ dan door dezelfde mannen verfchoo-
voor 't nen by zyne Doorlugtigheid; bezet voorts feoofd» de Poort, en fluit ze den Prinfe voor 't hoofd. Maurits , moetende geduld neemen , keerds naar Enkhuizen, en voorts naar Hoorn. So- noi tradt, daarna , door gemagtigden , in onderhandeling met den Prinfe en de Staa- ten; doch vrugteloos. Ook behielp hy zig met de tusfchenfpraak eeniger Predikanten, die, ten zynen verzoeke, verklaarden „ dat „ hy, met het weigeren van den eed, niets „ onredelyks bedreef, maar Gods eer , e» „ den welftand van Kerk en Staat hertelyk „ zogt te bevorderen." Midlerwyl, vernam hy, dat men ook van zins was, nieuwe be- zetting te leggen , in Hoorn en in Enkhui- zen. Des ontboodt hy twee van zyne ven- dels uit Overysfel, begeerende dat men ze, in deeze Stede , inname. Te gelyk waren 'er eenige knegten van Hohenlo voor Enk- huizen , en een Haarlemsen burgervendel voor Hoorn gekomen: doch de Steden wei- gerden zo wel Sonois volk als dit te ontvan- gen |
|||||
XXX. Boek. HISTORIE, an
|
|||||
gen. Wat laater j ondernam Dirk Joosten, te '158?*,
Hoorn, uit last van Prinfe Maurits, een nieuw «——« vendel op te regten. Doch de andere party dwong hem, 't werk te ftaaken (V). Hohen- lo was zo zeer geftoord op Sonoi, dat hy dreigde zynen dienst te willen verlaaten, zo de Staaten hem geen verlof gaven, om den wederfpanneling, mee geweld , tot reden. te brengen (<?). Men fprak zelfs van Sonoi, in Medenblik, te belegeren (f). Doch de Staaten van Holland en Prins Maurits , be- dugt voor meerder verwydering, beflooten den tyd een weinig toe te geeven, alzo So- noi verklaarde , niet args voor te hebben ; maar alleen te willen wagten , tot dat men hem, uit Engeland, van zynen voorigen eed ontflaagen hadt. Ondertusichen , werdt hy, van daar , door fchryvens van Leicester en van de Koninginne zelve , geftyfd in zyne wederfpannigheid (g) : tot dat men hem, daarna , geweldigerhand , bedwong : gelyk wy, in 't vervolg, ftaan te verhaal en. De Burgemeester Prounink, geflooten uit XX.
de Vergadering der algemeene Staaten , be- Prounltik woog, geduurende de onderhandelingen met ^°frCgm Sonoi, deUcrechtfcheVroedfchap, en; door gewëftea deeze , den Graaf van Nieuwenaar, tot het met U- aanleggen eener Byeenkomst binnen Utrecht, trecht te waarop ook de Staaten van Gelderland en ^°^ea~ Overysfel verzogt werden Gemagtigden te ' zen-
(O Bon XXIII. Boek, II 7 [10].
( e ) llefol. Holl. 15 Maart 1587» tl. Qï. (ƒ) Reyd VI. Boek, hl. iot. (g~) Cabala or Myfteries e/State P. II.p.p. Bon XXII.SttÜ
U, 30-3^ [S95"p04j. Reïd VI. Jiotk, il. lai. O 2,
|
|||||
sis VADERLANDSCI-IE XXX. Boek,
|
||||||||||
zenden (k~). De Vroedfchap hieldt verftand
met eenige luiden, in deeze twee gewesten, in Groningerland , en vooral in Friesland: alwaar zy dreef, dat men, nevens die van Utrecht, de hooge Overheid der Landen aan de Koninginne behoorde op te draagen ; wanneer , meende ze, Holland en Zeeland wel volgen zouden. In Friesland, waren 't de Predikanten zo verre eens over dit ftuk9 dat zy , na 't houden van twee Byeenkom- ften, tegen de vermaaning van Graave Wil- lem Lodewyk , die hun riedt, zig niet in Staatszaaken te fteeken, eenen Leeraar, op kosten der Kerken, naar Engeland zonden. Een groot getal andere Ingezetenen van dit gewest, inzonderheid uit Oostergo, haaken- de naar verandering, of geftoord op de Staa- ten, hieldt ook, van tyd tot tyd, Byeenkom- ften te Leeuwaarden, alwaar men, zonder op eene voorgaande vergadering van den Adel en Eigenerfden hiertoe gemagtigd te zyn , twee gezanten, Wybrand Aylua en Domini- kus Richaus van Poßella, verkoor, om, op den naam der gemeene volmagten van Oos- tergo en derzelver bondgenooten van Wes- tergo , de Zevenwolden en de Steden, der Koninginne van Engeland de hooge Over- heid van Friesland aan te bieden. Hoofd- aanleiders van dit werk waren Hesfel Aisma, Prefident van den Hove , en zyn Broedei en Zwager, luiden, die, meent men, haak- ten naar eene Koninglyke Regeering, om, onder dezelve, 't beleid der Friefche Lands- zaa-
CO Boa XXII. Doek, Il 38 [907] «w,
|
||||||||||
1587.
|
||||||||||
Bewee-
gingen in Fries- land. |
||||||||||
Eenige
Friezen zenden Gezan- ten naar Enge- land. |
||||||||||
XXX.Boek. HISTORIE. 113
zaaken, wederom, gelyk voorheen, gefteld i^p.
te zien aan 't Hof, dat zig nu alleen met -------
Regtszaaken ophieldt (/). Men hadt den Stad-
houder en Raaden goedkeuring van dit ge- zantfehap , of ten minften verklaaring van hun gevoelen over het zelve verzogt.. Graaf Willem Lodewyk hadt zig , voorzigtelyk , verklaard, voor de opdragt der hooge Over- heid aan de Koninginne, mids zulks, in ge- meenfehap 'met de andere Gewesten , wier gezanten, ten deezen einde, reeds in Enge- land waren , gefchiedde. Doch die van 't Hof hadden 't Gezantfchap , als overeenko- mende met de verdingen tusfehen de Landen en Engeland aangegaan, eenvoudiglyk, goed- gekeurd. De Friefclie Gezanten vertrokken dan, en verwierven, in Engeland gekomen, tot fpyt van die der algemeene Staaten, tcr- ftond gehoor by de Koninginne (F), die hen, met algemeene woorden, bedankte voor hun- ne genegenheid, en, eerlang, met eenen be- flooten brief, aan de Friefclie Staaten te rug zondt. Ondertusfchen, was de Byeenkomst te U- Gevoi-
trecht gehouden , ondanks de vermaaningen sen d& des Raads van Staate, tegen het houden van fch|cß| zulke byzondere Vergaderingen, die niets een- dan fcheuring konden voortbrengen. Eer nog komst, de Overysfelfche Gemagtigden aangekomen waren, hadden de Gelderichen en Utrecht- fchen ook die van Holland en Zeeland, op de Utrechtfche Byeenkomst , genodigd ; doch,
(/) Reyii VI. Boei, il. los.
C*.) Bor XXJUi Bock, bh 23 [884] enz.
O 3
|
||||
214 VADERLANDSCHE XXX. Boek.
1586. doch deezen zonden den Brief aan de alge-
E aanweezen „ dac men, 't gene men vooriiel-
„ len wilde, in hunne Vergadering, kon voor- „ {lellen , en dat men, afzonderlyk byeen- „ komende, 't fpoor der Waaien fcheen te 9, willen houden, die, met hun raadilaan op „ zig zelven , de eerfte fcheuring der Lan- „ den veroorzaakt hadden." De Utrechtiche Vroedfchap , zig voelende geraakt door dit fchryven, gaf eenen Brief in; 't licht, gerigt aan de Wethouders , Vroedfchappen, Bur- gerhopluiden en goede Gemeente der Ste- den van Holland en Zeeland, waarin 't ge- drag der Staaten deezer twee gewesten, ten ergiten , werdt afgemaaid. Prounink, in 't byzonder, gaf insgelyks, eene verdediging uit, die de Staaten van Holland en Zeeland vinnig {tak. De Staaten deeden een antwoord op den Brief der Vroedfchap drukken, hou- dende aan Schout, Burgemeesteren, Sche- penen, Raad en de goede Gemeente van U« trecht. 't Bedryf der Utrechtiche Regee- ringe werdt , in dit antwoord, voor wette- loos verklaard. Ook las men 'er in, hoe ee- nige Overften van Hollandiche grensvestin- gen duidelyk gezeid hadden, dat zy last had- den om dezelven te bedwingen, niet tot be- fcherming der Landen, maar om 'er de heng- ften , zo noemde men de treflykfte en ge* trouwfte Steden, mede te bedwingen (/). XXI. Onder dit ftribbelen, met mond en penne, Nader y^ te Lande, hadden de Gezanten der al- CO fioa XXU. Boik, bh -ß-+6 [9'7->'38>
|
||||
HISTORIE. &ï§
|
|||||||||
XXX. Boek.
|
|||||||||
gemeene Staaten in Engeland een Gefchrift 1587.
overgeleverd; waarby de Staaten, boven de |
|||||||||
gewoonlyke twee tonnen fchats ter maand, f^o1"
en vier ton buitengewoon op te brengen, zantetl nog tweeduizend ruiters, drieduizend kneg- aan da ten en duizend delvers, Hoogduitfchen, be- Konin- loofden te zullen onderhouden, zo de Ko- smne' ningin, boven de kosten, die zy reeds droeg, de Landen wilde geryven met eene leening van vyftig- of zestigduizend ponden fterlings, tot opregting eens Legers van dertien- of veertienduizend man te voet, zesduizend te paarde en duizend delvers (m). Naar ant- Hevige woord op dit gefchrift wagtten de gezanten woor- eene poos : handelende, ondertusfchen, met t™f^* den Raad der Koninginne en met Leicester, i,en en die, t'eenigen tyde, hevig uitvoer tegen Buis, Leices- welke, fchoon hy, fprak de Graaf, de galg ver- ter« diend hadt, egter, door de Staaten geflaakt, en •wederom in den Raad van Staate getrokken was. Men antwoordde „ dat zyne Doorlug- „ tigheidBuis nimmer hadt willen doen te regt „ ftellen." Doch de Graaf hernam, dat zulks valsch was, hebbende hy Buis Raadsheeren tot Reglers gegeven («). Ook verneemt men, in- derdaad , van elders, dat Leicester, pas voor dat Buis ontfnapte, het Hof van Utrecht en eenigen uit den Raad van Staate gemagtigd hadt, om over hem te zitten (0). Eindelyk, Affcheid Kreegen de Gezanten hun affcheid van de Ko- «ierstaat- ninginne, hierop uitkomende „ dat zy gee- fche Gz' j, ne genegenheid tot het aanvaarden der zanteu' „ Heer-
fs«) Bos. XXU. Boet, il. 70 [950]. C«) Ron XXII. Bock, il. 71 [051] enz. i/O Zie Boa XXIi. Boet, tl. 45 [916]. O 4 |
|||||||||
ai6 VADERLANDSCHE XXX, Boek.
|
|||||||||||
I5?f. „ Heerfchappye hadt: ook, voor dien tyd,
—----„ nog geene gelegenheid, toe het verkenen
„ van meerder hulpe , alzo zy, uit Spanje
„ en van elders, met oorlog gedreigd werdt; „ doch zy zou, eerstdaags, den Baron van Buk- „ horst afvaardigen , om den itaat der Ne- „ derlandfche zaaken., in den.grond, te ver- „ ftaaa : waarna zy op het herzenden van „ Leicester en het vermeerderen van haaren „ byftand beüuiten zou." Van dit befcheid deeden de Gezanten verflag in den Haage, op den eenendertigden van Lentemaand (p). O« U- Doch Rataller en Modet waren , veertien |
|||||||||||
trecht-
fchen |
|||||||||||
dagen te vooren, met gantsch ander berkt,
|
|||||||||||
beengen uü Engeland, te Utrecht, te rug gekomen,
andere Zy bragten mede, dat Leicester, haast, met tyding meerder luister en in breeder bewind dan uu En- 00}t te vooren, wederqm herwaarcis itondt te keeren. Ook hadt de Koningin hun weder- om eenen vleienden Brief, aan Burgemeesters. en Schepens niet flegts , maar ook aan de Gemeente van Utrecht ter hand geiteld, die van 't Stadhuis werdt afgelezen. Leicester hadt, in't byzonder, gelchreeven aan de Bur- gerhopluiden, die, in hun antwoordt, drif- tig uitvoeren tegen de opftellers van den Brief aan Leicester van den vierden van Sprokkelmaand. Deezen kreegen geenen be- teren naam dan dien van Verraaders, en zou- den, zeiden ze, met alle de Staaten, op eenen dag, door de Burgery, verdelgd geworden zyn > zo men haar niet gezeid hadt, dat de brief, buiten bewilliging der byzondere Staaten , ge-
(ƒ0 Bok XXII. Ikth,, hl. ?2 [55*]*
|
|||||||||||
XXX. Boek. HISTORIE. 217
gefchreeven was. Men vertoonde, omtrent 1587%
deezen tyd, ook Brieven, die gezeid werden--------•
uit Engeland te komen; waarin, met gelyke
verfoeijmg, van den Brief van Sprokkel- maand geiproken , en geraaden werdt, den toorn der Koningione , hierover opgevat, op de beste wyze, te ftillen (jf). Doch men Donel- hieldt deeze brieven voor verzierd, en voor lus, om't den opfteller Hugo Donellus, Hoogleeraar der verZie- Regten te Leiden , die hierom , en om dat b"^"" hy kwalyk gefproken hadt van de Staaten 611 als kwa- yan Prinfe Maurits (>), afgezet werdt, van men ze zyn ampt (/). Nogtans zonden die van U- ]wfng% trecht affchriften of uittrekfels van deeze gezce^a Brieven naar Gelderland, Overysfel , Fries- land en de Ommelanden , zoekende deeze Landfchappen te beweegen , tot eene ver- klaaring, dat zy geenen last gegeven hadden, tot het inftellen van den Brief des vierden, van Sprokkelmaand (>). Hun wroeten wrogt Die van zo veel uit, dat die van Gelderland Joan Geider- yan Wynbergen, hunnen Gemagtigden ter al- land gemeene Staatsvergaderinge , om 't ftaan o- ^f,^ ver 't afzenden des gemeiden Briefs, uit den Gemag- Haage te rug riepen: doch hy en de alge- tigdemifc meene Staaten voelden zig , hierover , der- de ^S6" maate gebelgd, dat zy 't den Staaten van Gel Naaten derland, in fcherpe Brieven, te kennen ga- te rug. ven. Ook meen ik , dat Wynbergen zyne plaats in de algemeene Staaten behieldt (u). De
(?) Bor XXII Jltei, hl, 73 [953] enz.
(f) Reiol. Hol]. 25 April 4, 15 Juny 15S7. IL 128,182, 189.
(.O KP.ïB Vr. llnek, hl. 105,
CO lïf>u XXII, Boek, U. 73", ;6 FösSj 9=8].
iMj Bor XX.U. Boek, tl. 77 [960].
O S'
|
||||
ai8 VADERLANDSCHE XXX. Boek.
15S7. De ophef over 't ichryven aan Leicester
-------verviel ook , na de aankomst van den Ën- |
||||||
XXII. gelfchen Ambassadeur, Thomas Bukhorst, die
D^f^n" rondelyk verklaarde, dat hy zig volkornen- Ambask- tyk verzekerd Meldt van de goede meening deur Buk- der algemeene Staaten en des Raads, jegens horst ver- 't Land, haare Majefteit en den Graave van dedigt de Leicester ? jn alles, wat 'er, na 't overgaan van Deventer, gedaan was. Hy fchreef, op gelyken voet, aan de Koninginne, aan den Geheim- ichryver Wallingham, en zelfs aan Leicester, ter verfchooninge der Staaten (y~). Met hem , beraamde men terftond de krygskosten dee- zes jaars , die , behalve 't gene de Konin- gin gewoonlyk betaalde , omtrent vyftien tonnen fchats beloopen zouden (V). Én hy nam aan, de Koningin, tot het opfchieten van Plakaat een derde deezer fomme, te beweegen. De tegen het Raad van Staate gaf, volgens zyn goeddun- ksteren keri ? 0p Leicesters naam , een Plakaat uit, geH'che" waar^y eik verbooden werdt, de Koningin, of iniand- den Èngelfchen Landaart, de inlandi'che O- iche O- verheden of eenige Perfoonen in dienst van verhe- haare Majefteit of van de Staaten, by mon- {' ' de of by gefchrifte, te lasteren (x). Bukhorst vertrok , federt, naar Utrecht, daar hy de gemoeden tot eendragt fcheen te willen bren- gen ; doch weinig vrugt deedt (y). Oiden- De Advokaat Oldenbarneveld, de weder- barne- komst van Leicester, tegen wienhy, dikwils, veld ver- alleen het fpits af byten moest, te gemoet
zoekt zien. entllag ^ ^ Seg ihe Cabala or MyCteries of State P. II. p. io, u
13, t/i, iß, 20. (w 1 Ror XXII. /hek, hl. 74, 75 [yr.ö, y57> C«) 7.H het hy BoR XXII. Boek, lil. 75 [yg7],
00 Bor XXU. Boek, tl. 7y [5/60] enz,_
|
||||||
XXX Boek. HISTORIE. 219
|
|||||
ziende, begon, ten deezen tyde, aan te hou- 1587.
den, om ontilag van zynen dienst, en liet ■ — zig, na veel aanhoudens van der Staaten zy- YjjJzyn de, alleenlyk overhaalen , om 'er nog vier Dochbe- of vyf maanden in te volharden ; mids men houdthec hem , ter Dagvaart, zo veel mogelyk by- 0!!c|er ftondt, hem niet bepaalde aan zyn Berigt- ^k^pre fchrift, noch hem verbond!:, tot het houden Waarden. zyner vaste woonplaatfe in den Haage. Voorts behieldt hy de vryheid, om , in geval van handel over vrede , of over het opdraagen der Landen, zonder beding van behoudenis van Godsdienst en Voorregten, zyn ampt terftond te mogen nederleggen (2): waaruit men zien kan, voor welke ongemakken, de voorzigtige Staatsman thans meest bekom- merd was. Hiertusfchen , waren ook de Friefche ge- Verfchil
zanten uit Engeland wedergekeerd. Den onder de brief, hun medegegeven door de Koningin- Star,teil ne, begeerden ze, op eenen vollen Landdag, Friesland over te leveren , en daar voorts verflag te over de doen van hunne verrigtingen. Doch zy wer- afzen- den afgeweezen , als niet behoorlyk gemag- di"Kna:i* tigd geweest zyndé. Moeilyk hierover, klaag- land." den ze hunnen nood den Engelfchen Ambas- fadeur Bukhorst, die, met de zaak verlegen, in beraad nam , om zelf naar Friesland te gaan ; doch federt den Raadsheer van Staa- te , Willem Bardes , verzogt, de reis voor hem te doen. Deeze, te Leeuwaarden, met den Stadhouder, en daarna, met andere eer- lyke
00 K-efbl. iioll, »o 4Prii 15S7. tl, i.-.n, Bon XXII. Bock.
|
|||||
220 VADERLANDSCHE XXX. Boek.
»587. lyke luiden, in gefprek getreden , vernam
<——- haast, dat de bezending naar Engeland her- voort kwam van eenige misnoegden , voor- naamlyk uit Oostergo, die, door de Utrecht- fchen, waren opgezet. Hy hoorde, daarna, deeze misnoegden zelven, die breed opga- ven, van hunne zugt tot de Engeliche Re- geering, en in hunne partyen vry wat te be- rispen vonden. Doch alzo lry alleen was, en niet behoorlyk gemagtigd tot het afdoen der gelchillen, vermaande hy partyen tot vre- de , en keerde, met genoegen van een ieder, te rug (#). De Pre- Maar te Utrecht ontftondt nieuwe bewee- MkafC ging, op den vyfden van Zomermaand. Ds wordt Graaf van Nicuwenaar , misnoegd op den gevat en Predikant Herman Stryker of Modet, om afgezet, dat deeze , zo men meende, hem den voet dagt te ligten, en , door beroerte onder 't gemeen, den Baron North tot Stadhouder te doen verkiezen ; hadt hem doen aantasten, en hierdoor zo veele gisting verwekt in de ' gemoeden , dat de poorten geflooten wer- den, de burgery in 't geweer raakte, en de sgt Burgerhoplïiiden op 'sBisfchops hof kwa- men, daar de Stadhouder zyn verblyf hieldt. En 't ftondt 'er deerlyk gefchaapen, hadden de gewezen Keurvorst Truchfes en de oud Veldheer Norrits , door hunne tusfchen- fpraak , de gemoeden niet tot bedaaren ge- bragt. De Magiftraat Helde egter Modet Komt buiten dienst. Doch na verloop van eenige wederom weeken werdt het gefchil met Nieuwenaat 111 gunst. o I
(<0 Bor XXII. Bock";, hl. $3 [<}f8] ^2.
|
|||||
\
|
|||||
HISTORIE, aai
|
|||||||
XXX. Boek.
|
|||||||
bygelegd, en de Predikant wist zig, federt, 1587.
zo diep in te dringen in zyne gunst, dat hy,
dikwils , van hem geraadpkc-gd werdt, en
groote gemeenichap met hem onderhieldt (£). Kort te vooren , hadden de Staaten van Eenige
Holland , befpeurende , dat het uitvaaren j^erkeiy- der Predikanten tegen hunne Regeering, niet den fa*" minder dan voorheen, in zwang ging, befloo- den ten, Adriaan Saravia, Hoogleeraar der God- Haags geleerdheid te Leiden , nevens twaalf der °ntboa* voornaamfte Hollandfche Predikanten, in den en' Haage te ontbieden (c). Zy verfcheenen, op den veertienden van Bloeiniaand. • Eenige Wat men Gemagtigden der Staaten en der Geregtsho- hun da« ven hielden hun voor „ hoe veel onheus ^j^j* „ 'er, uit den argwaan der Ingezetenen te- s „ gen der Staaten Regeering, voor Land „ en Kerk , te wagten ware : hun voorts „ hoop geevende op verbetering van onder- „ houd, en begeerende , dat ze hunnen ,, toahoorderen eendragt en gehoorzaamheid „ aan de Overheid zouden infcherpen." Zy verklaarden zulks altyd te hebben gedaan en daarin te zullen volharden: doch lietew, on- clertusfchen, geene kleine zugt tot de Engel- fchen blyken , en gaven, in 't voorbygaan, te verdaan , dat een groot deel der Staaten, zelden te Kerke, de meeften nimmer ten A- vondmaal kwamen, 't ßleef hier niet by. Zy roerden vericheiden' misbruiken aan, in Staats- en Krygs- en Regtszaaken, waarover, zeiden ze, 't gemeen morde. De gemagtig- den CU Bor XXII. Boei, il. os [981].
(O Rcfol, Holl. '7, 9 May 1507» W. 141, 143.
|
|||||||
222 VADERLANDSCIIE XXX. Boek,
1587. den boorden hen met geduld, en verfchoon-
—'-----den alles met bondige redenen. Doch einde-
lyk hielden de Leeraars aan , om , over 't
fiuk der Kerkeiiordening, in onderhandeling te treeden, waartoe de gemagtigden niet ge- , last waren. De Leeraars verklaarden , der- halve , in 't affcheid neemen , dat zy eeni- gen uitmaaken zouden, om breeder gehoor by de Staaten te verzoeken (jf). XXIII. Doch, terwyl de Staaten arbeidden om 't Leicester vouc tot eendragt te bewecgen , werdt de twee- 6 tw*st en ^iet morren gevoed door brieven
dragt van Leicester, gerigt aan Wethouders, Amp- door tenaars van alle iborten, Predikanten en by* brieven. ZOndere Perloonen , in grooten getale (V). Zy waren , volgens gewoonte, gevuld met bitfe klagten tegen de Staaten, en dienden om de zugt te hemwaards leevende te hou- den, tegen zyne aankomst, die nu op han- den was. De Ambasladeur Bukhorst zelf le- verde den algemeenen Staaten eenige punten van bezwaaringe over , waarop zy hem, fchriftelyk, voldoening gaven, te gelyk den vermaarden Brief aan Leicester nader ver- dedigende (ƒ). Behalve verfcheiden' En- gelfche brieven, gerigt aan Utrechtfche Bur- gerhopluiden , en fnorkende van de uitftee- kende magt, met welke Leicester ftondt her- Zyn zon- waards te komen, vertoonden ze 'er hem ee- deriing nen, door Daniel de Burggraaf gefchreeven , fchryven ^oor Leicester getekend , en gerigt aan Tu- »an zy- ° 00 o
3 mus 5
f<0 Hor XXII. Boek, M. 88 \<)7S] 'ir,.
CO Cabala or Myfteries of State I'. II. p. 42. Bon XXII.
Boeit, hl. 95 [ySt;]. (f) Hor XXü. Boek, tl. 96 [986].
|
||||
XXX. Boek. HISTORIE. 223
nius , Leicesters Sekretaris. De Advokaat I5s/.-
Oldenbarneveld, de lugt gekreegen hebben- ■-------
de, dat Junius zulk een' Brief ontvangen en "en s.e"
deezen en genen te leezen gegeven hadt, !"„","* wees den Staaten van Holland den weg, om agter den Brief te geraaken. Junius werdt aangetast en genoodzaakt den Brief over te leveren: dien hem de Staaten, nadat ze 'er een affchrift van genomen hadden , nogtans wederom gaven. In den Brief kreeg hy last, „ om eenen keer door de goede Steden te „ doen, en de weigezinden te troosten, met „ de verzekering van de genegenheid der ,, Koninginne tot de Landen, en van zynen „ yver tot hunnen dienst. En aangezien Buk- „ horst, of anderen verfpreid hadden, dat „ de Koningin neigde tot vrede met den „ Spanjaard ; hadt hy hun ronduit te ver- • „ klaaren , dat deeze Ambasfadeur hiertoe • „ nimmer eenigen last ontvangen hadt, en „ dat de Koningin zig, veeleer, flerker dan „ te vooren , zou toerusten tegen Spanje. „ Voorts moest Junius zulken , die bevel „ voerden over de Gemeenten onderrigten, „ dat hy , Graaf van Leicester, wederom „ herwaards kwam , in 't betrouwen, dat „ zy hem 't gezag , noodig tot beleid der „ hooge Heerfchappye , zouden doen toe- „ voegen, zonder dat hy meer met het dwars- „ dryven der Staaten gekweld wierdt. Dee- „ zen behoorden zig, fehreef hy, te verge- „ noegen met de behoudenis van't gene zy, „ onder de Stadhouders van Keizer Karel en „ Koning Filips, gehad hadden, zullende hy „ niets handelen van gewigt, dan ten over- „ ftaan
|
||||
S24 VADERLANDSCHE XXX. Boek,
|
|||||
1587. „ ftaan der Raaden van Staate , wettiglyk
——-----„ uit Landzaaten gekooren. Zo begreep het,
^„ befloot hy, haare Majeflcit, die hem be-
„ last hadt, naar Engeland te rug te keeren, 5, zo hy ilegts Landvoogd in fchyn en fchrift „ zou moeten zyn (g)." Wat zig de Staaten, uit zulk fchryven, van Leicesters wederkomst belooven moesten, is ligtelyk te bevroeden: ook hoe de Brief Bukhorst gefmaakt hebbe. Van zyn gefprek over de vrede met Spanje, zullen wy, hierna, by bekwaamer gelegen- heid , verilag doen. Wyders ontvingen de Raad van Staate en de algemeene Staaten zelven ieder twee Brieven van de Koningin- ne , waarby Leicesters gedrag opgehemeld , en zy in 't ongelyk gelteld werden (/z). Al het welke veroorzaakte , dat men hier de hoop fchier opgaf van Leicester tot het nee- men van eenen beteren voet op 't (luk der Regeeringe te zullen können brengen. XXIV. Onder dit woelen, voor en tegen "t gezag, Wel- jat zjg de Engelfchen hier dagten te verkry- Ver"e-er 8en ' za&' llien ^e welvaart der Vereenigde
nigde en Landen , hand over hand , toeneemen, met deeriyke het toeneemen van den Koophandel , die, ftaat der voor een gT00t gedeelte, uit de Steden van fche'lMe- Brabant en Vlaanderen , welke den vyand derian- in handen gevallen waren, naar Holland en den. Zeeland geweeken was. In de Spaanfche Ne- derlanden, zat men, daarentegen, byna nee- ringloos. Steden en Dorpen raakten beroofd van Ingezetenen. In de wooningen der Dor- pen» O) Zi' Bo» XXII. Koek, hl. 100 [ypt],
C*) Bob XXXI. Buik, il. ïai [992]. |
|||||
XXX. Boek. HISTORIE. 225
pen, nestelde het wild gedierte. Akkers en 158?;
weiden begroeiden digt met ruigte* Gebrek--------
aan toevoer veroorzaakte byftere duurte in
de graanen; zo dat de rogge op agthonderd guldens het last te ftaan kwam, de tarw naar evenredigheid meerder goldt. De armen hiel- den 't lyf by ongewoon voedfel, daar zeld- zaame ziekten uit ontftonden. De Edelen en ïyke burgers verarmden, en men heeft fom^ migen van deezen, by donkeren avond, om brood zien bidden. Derenten, die men, te- gen den penning zestien » agttien of twin- tig plag te koopen, waren thans te bekomen, tegen den penning zeven. De duurte der graanen nam egter eerlang af, van twintig tot een, doordien men het loopen en ftroopen des Krygsvolks ernftiger begon te weeren, en zig meer op het beploegen en bezaaijen der verwoeste akkeren begon toe te leggen i waarop, in 't naafte jaar, eén gezegende oogst volgde (T). . . . De. deerlyke ftaat der Spaanfche Neder- Parrta
landen was oorzaak, dat de Hertog van Par- bel?ger£ ma , dit jaar , laater dan te vooren , in 't Sluis" veld verfcheen. In bloeimaand eerst, zondt hy Hautepenne, met vyfduizend man, naaf de Veluwe , als hadt hy voorgehad, daar langs, in Holland te dringen. Doch hy hadt het oog op Sluis , welk hy, op den elfden van Zomermaand, begon te belegeren. Bin- nen deeze vesting geboodt Jonkheer Arend van Groeneveld, die den belegeraaren, in me- nigen uitval, merkelyke fchade toebragt. Lei-
CO Bor XXII. Boek, hl. 95 ^84], VIII. ÜEE.L. P
|
||||
S2Ö VADERLANDSCHE XXX. Boek.
|
|||||
1587. Leicester, van dit belegd in Engeland, ken-
■------- nis gekreegen hebbende, beloofde den Over-
Maurits ^e ontzet. In den aanvang van Hoóimaand,
e-,1 hö- deeden Prins Maurits en de Graaf van Ho- henlo _ henlo eenen inval in Brabant, om, ware 't vallen in mogelyk , Parma van Sluis af te trekken, Gelder' Doch het naderen van Hautepenne, die, zig, verraa- door verraad, meester gemaakt hebbende den. van Gelder, waarover Ariflote Fatol, een Schotsman, geboodc. Wederom naar Brabant gekeerd was , deedt hen den hertogt nee- men. Prins Maurits begaf zig naar Zeeland; Doch Hohenlo belegerde de fchans te Enge- Haute- len* Hautepenne kwam hem hier beflooken^ penne en werdt 'er gefchooten , dat hy 't beftierf. fneuvelt. De fchans ging daarna over, en kreeg, mer- Creve- kelylc fterkcr gemaakt zynde, den naam van ceftigt. Crevecosur. Hohenlo zou hierop iets tegen 's Hertogenbosch ondernomen hebben; doch kreeg, door beftel, zo men meent, der aan- hangelingen van Leicester, zo veel volks niet, als hy verwagt hadt, weshalve hy zynen toeleg ftaaken moest (k). XXV. De Graaf van Leicester, eindelyk, de te Leicester rug reize van Engeland hebbende aangeno- Z^ïaud men' was' den zesden van Hoóimaand, in té rug! Zeeland geland , en maakte terftond gereed- fchap om Sluis te ontzetten, de belegerden, midlerwyl , opbeurende, door troöftelyk fchryven. Ook hieldt men moed in de Stad, onaangezien het heftig fchieten des vyands* die de vesting allengskens naderde. Leices- ter 3 te Oostende gekomen, vertoonde zig* eer-
C*0 Bon XXII. Ihtk, VI. 94 [9%]. XXIII. Back, U. fti*
|
|||||
XXX.Bosic. HISTORIE. H27
eerlang, met zestig fchepen, Voor 't Sluifche 1587.
gat, zonder iets uit te regten. Te rug ge------—■—
keerd naar Oostende , ontfcheepte hy daar
zyn volk, en trok 'er mede naar Blanken- berg. Doch Parma deedt hem vanhier wy- ken naar Oostende : vanwaar hy, eerlang, naar Zeeland toog, de fchuld zyner vrugte- looze önderneeming fchuivende op de Staa- ten en derzelver Amptenaars, die hem van geld en volk onvoorzien gelaaten hadden. Op den vyfden van Oogstmaand, werdt de sluis vyartd meester van een ftuk wals te Sluis, 't geeft zig welk zo veel fchriks bragt in de belegerden, over« dat zy , de hoop op ontzet t'eenemaal ver- looren geevende, tot handeling met Parma, beflooten, en hem, den zelfden dag, de Stad, by eerlyk verdrag, opgaven; Leicester deedt de Hoofden der Bezettinge, naderhand, hun gedrag verantwoorden , 't welk zy wel genoeg deeden ; doch niet zonder van ter zyde de Bevelhebbers der vloote, die wind en ftroom mede gehad hadt, over 't verzuimen Van 't ontzet der Stad, te befchuldigen (7). Terftond na 't verwelkomen van Leices-Leicester
ter, waren hem, meest door beleid der Staa- raakt in ten van Holland, eenige punten onder 't oog ^et de" gebragt, raakende de onlusten, öntftaan fe- Gemag-
dert zyn afwezen ; vooral ter oorzaake van tigden
zyn fchryven aan Junius. Den Graave zig der Staa- genegen getoond hebbende tot weeringe van teo* allen misverftand, kwam men wederom te woorde: by welke gelegenheid, Leicester uit- iloeg „ dat fommige Leden der Vergadering „ van
(Ij fioft XXW. r.sek, II. 3-fi [5-9]) 10-15 [H-2I]. ,
p 2
|
|||||
\
|
|||||
id% VADERLANDSCHE XXX. Boe«,
|
||||||
1587. „ van Holland hem geen goed hert toedroe-
:-------- „ gen ; dat de Graaven Maurits en Willem
„ van Nasfau, met die van Hohenlo, Nieu-
9, wenaar en anderen , tegen hem famenge- „ fpannen waren ; hoewel het den jongen „ Heere Maurits niet te wyteri ftoüdt: dat „ hy haare Majefteit ook berigten zou, hoe 5, men 't geld, bewaard tegen zyne over- „ komst, aan't herwaards troonen der Duit*- „ fche Ruiteren en Knegten gelpild hadt." Voorts fprak hy, met veel veragting , van de Engelfehe Heeren, die wel ftonden by de Staaten, gelykBukhorst, Norries en Wilkes: zig niet ontziende, den eerften eenen nar te noemen : en dreigende, het Land te zullen verlaaten, zo Sluis, dat toen nog niet over was, den vyand in handen viel: welke be^ dreiging, bekend geworden onder 't volk, zo veel wrogt op de Predikanten, dat zy hem , door eene plegtige bezending, lieten bidden, dat hy toch Gods Kerke niet ten roof laaten wilde , hem, daarenboven, alles aanbieden- Hy de, wat in hunne magt was (in). De algemeev- fchync ne Staaten zelven, na 't overgaan van Sluis, ?gs™et geenen beteren raad weetende, dan op ds ten te*" Engelfehe genade te dryven, leverden Leir verzoe- cester een Gefchrift over , waarby zy hem »en. verzogten „ ten goede te willen neemen, 't „ gene zy, te vooren, de vrymoedigheid „ genomen hadden , om hem voor te hou- „ den; en zo zy daarin de grenzen van 't ver- „ eischt ontzag mogten overfchreeden heb- „ ben, zulks gunftelyk te willen verfchoo- „ nen„
|
||||||
C»0 BOR XXIII. ROCk, il. IS [2I]'W23V
|
||||||
XXX. Boek, HISTORIE. 229
<% neu , hebbende zy nooit voorgehad het t^Sj.
„ gezag zyner Dooiiugtigheid te verminde- „ ren; maar willende zy, in tegendeel, hem
9, alle fchuldige gehoorzaamheid en eer be- „ wyzen en doen bewyzen: in verwagcjng, 9, dat hy hen ook, in hir«jne agtbaarheid en „ voorregten, handhaaven zou, en in 't be- 9, fchikken der zaaken van Regeeringe, goed „ verftand houden met de Staaten, die niet, „ gelyk fommigen ten pnregte waanden, uit „ tien of twaalf Perfoonen 'beftonden 's maar „ uit de Ridderfchap, Edekn en Pfaden of „ Vroedfchappen der Steden van alle de ge- „ westen, en, door derzelver Gemagtigden „ ter algemeene Staatsvergaderinge, \yerden „ vertoond." Met dit geichrift , welk met (dankzegging aanvaard werdt, fcheen men Leicester vergenoegd te hebben {jp). Sedert Men a*. arbeidde men ook om hem met den Graave beide, van Hohenlo. , die grootelyks op hem mis- vergeef*s» noegd was, te verzoenen, Doch dit gelukte ^"^0" niet. Hohenlo hieldt zig niet flegts in perfoon met ham verongelykc door Leicester; maar hy begreep ts bevre? ook , dat Prins Maurits en de Staaten van d'êen' Holland en Zeeland, welken hy diende, in verfcheiden' voorregten verkort waren: wan- neer deeze bezwaarnisfen waren weggeno- men, en de Regeering gebragt in den flaat, waarin zy geweest was, ten tyde van Prinfe Willem, hoogloflyker gedagtenjsfe, wilde hy • de Plaatfen, by hem bezet, wel wederom rui- men , en den dienst der Landen verlaaten (o). De
C«) Qroot-Plakaatb. IV. Deel, hl. 86. Boa XXIII. Boek, il.
O) 'Bor XXIII. Boet, il. 18 [27] enz. P3 |
||||
230 VADERLANDSCHE XXX. Boek.
€587. De verzoening van Leicester met de Staa-
misnoe- ^ ' z*§ no§ ophoudende in Zeeland, be- gen tus- fchreef de algemeene Staaten, tegen den vier- fchen of vyfemwintigfte^ van Oogstmaand, te Dor- Leicester drecht, en zondt' midlerwyl zynen Geheim- steen ^Wver Junius naar Arnemuiden, om te ver- ftaan, hoe men daar, ten diende haarer Ma- jefteit, gezind ware. Dit verwekte nieuwe agterdogt: die gefterkt werdt, door de ge- rugten der Vredehandelmge tusfchen Enge- land en Spanje. Leicester hadt pok nieuw misnoegen getoond, doordien de Staaten, uit Bukhorsts redenen (ƒ>), vertrouwen gefchept hebbende , dat de Koningin hun vyf tonnen gouds verftrekken zou , zo zy tien tonnen buitengewoon opbragten, gelyk zy reeds, gedeeltelyk , gedaan hadden, en nu vernee- mende , dat haare Majeftek de handen ge- flooten hieldt; oordeelden, ook niet aan hunne belofte gehouden te zyn: 't welk Lei- cester geweldig buiten de gisfing ging (#). Toen hy te Dordrecht kwam, waren 'er de algemeene Staaten nog niet allen. Des zondt hy den Raadsheer van Staate, Willem Bar- des, aan de Staaten van Holland, om te ver- ftaan, welke middelen van oorloge zy voor- hadden hem toe te voegen (r). Men gedroeg zig, in antwoord , tot een vertoog, welk reeds gereed lag, en denGraave, kort hierna, De Stsa- behandigd werdt. Het behelsde negen punten, ten vau i. Eene belofte, om 't verding, met haa- llollsuid re f p~) Zie hier voor, IL 21C
f q~) BoR XXIII. Boek, hl. ia [30].
(;■) Bor XXIII. ISo:k, il. Sl-SS [31-33]-
|
||||
XXX.Boek. HISTORIE. 231
|
||||||||||||||||||||||
re Majefteit gemaakt, getrouwelyk naar te 1557.
komen. 2. Ëene verklaaring, dat, by ge- ------
|
||||||||||||||||||||||
vertoo-
tientiegea |
||||||||||||||||||||||
brek van een' Vorst, de hooge Overheid
|
||||||||||||||||||||||
„ der gewesten wederom verviel aan de Rid- merk.
„ derfchap , Edelen en Steden derzelven, waardige „ die ook, in deeze hoedanigheid, met haa- punten 5, re Majefteit gehandeld en den Graaf tot *™r^" |
||||||||||||||||||||||
cestev.
|
||||||||||||||||||||||
„ Landvoogd beroepen hadden. 3. Dat men,
„ ten anregte , voorgaf, dat deeze hooge „ Overheid niet verbeeld werdt , door de ,, Gemagtigden ter Dagvaart. 4. Dat, deeze „ Gemagtigden maar byzondere Perfoonen 3, zynde , hunne byzondere misflagen den „ Staaten niet geweeten moesten worden, 5. „ Dat de Staaten, met het kiezen van den „ Graaf tot Landvoogd, zig niet ontdaan 5, hadden van de hooge Overheid. 6. Dat 9, zyne Doorlugtigheid met den Raad van „ Staate egter alle die zaaken te befchikken „ hadt, die, door Keizer Karel, aan de al- ,, gemeene Landvoogden verbleeven waren, „ overeenkomftig met het Berigtfchrift , „ daarop gemaakt, of nog te maaken. 7. Dat 5, de byzondere Stadhouders , de Overften, 9, van Steden, de Bevelhebbers en het Krygs- |
||||||||||||||||||||||
55
|
volk, den algemeenen Staaten, den Graave,
|
|||||||||||||||||||||
als algemeenen Landvoogd, en den Gewes-
ten en Steden, daar zy gebruikt werden, hulde en trouw zouden zweeren :• zullen- de het Krygsvolk, in 't byzonder, den eed van, gehoorzaamheid aan zyne Doorlug- tigheid en aan de byzondere Stadhouders en Bevelhebbers hebben te doen. 8. Dat de Graaf wel volitrekte magt over zaaken van oorloge zou hebben, doch geen meer P 4 5, kjygs- |
||||||||||||||||||||||
3?
|
||||||||||||||||||||||
«3* VADERLANDSCHE XXX. Boek,
„ krygsvolk mogen ligten, dan uit den onder-
„ ftand der Koninginne en verdere ingewil- „ ligde lasten kon worden betaald, worden- „ de hy ook verzogt, de zeezaaken te belci- „ den by den Admiraal, en 't verleggen der „ bezettingen by de Stadhouders van elk ge- „ west. 9. Dat het hem mögt gelieven, de „ veranderingen, op zynen naam, door 011- „ geruste menfchen , in ?t voorleeden jaar, „ bewerkt, te herftellen." Op dit vertoog, antwoordde Leicester, den eerften van Herfst- maand , dat de eerfte zes punten hem niet betroffen , hebbende hy nimmer naar meer gezag geftaan , dan hem opgedraagen was, waarby hy ook alleen wilde gehandhaafd worden. Den eed,'aan de byzondere Land* fchappen, Steden en Leden , in 't zevenda punt gevorderd, vondt hy onbehoorlyk en van gevaarlyken gevolge. Voor 't gene by het agtfie punt begeerd werdt, beloofde hy te zullen zorgen. Op het negende, begeerde hy nadere verklaaring van 't gene men herfteld wilde hebben, wanneer hy doen zou, 't ge- ne hy , naar billykheid , zou vinden te be- haoren (/). Des anderendaags, verfcheenen, ter Ver-
gaderinge van Holland, uit Leicesters naam, Jakob Valke en Joost van Menyn, met' eene boodfehap, voor welke men lang bedugt ge-* weest was. Zy floegen voor „ of het, zo „ men de Landen, met eig^n' middelen ea „ met de gewoonlyke hulp der Koninginne, ...■'.:.-.. . - ... niet |
|||||||||||||
*5$7-
|
|||||||||||||
Ant-
woord van den Graave. |
|||||||||||||
Leicester
doet de Vrede- li au de- ling met Spanje voor- ilaan ter Vergade- ring. |
|||||||||||||
35, Boe, XX;II. Sosk, £.';
|
|||||||||||||
f.O Groqt-Plakastb. III. Deel,
22 £s2] etiz'i ., |
|||||||||||||
XXX. Boek. HISTORIE. 233
|
||||||
„ niet zage te befchermen, gelyk zyne Door- 15I7; 1
„ lugtigheid zulks niet doenlyk hieldt; niet „ den, vrede te maken met den Spanjaard. „ Haare Majefteit wilde, hiertoe, den Staa- „ ten de hand leenen. Öf verkoos men ,, liever, afzonderlyk, te handelen met den „ Hertoge van Parma; zy mögt het ook ■„ wel lyden (/)•" Doch om het oogmerk van dit voorftel wel te verftaan, moeten wy, 't gene eenige betrekking tot het zelve heeft, wat omftandiger ontvouwen. ' De Koningin van Engeland, bevroedende, Onder-
dat de kryg in de Nederlanden meest gevoerd z°ek o« werdt, met penningen, uit Spanje, overge- ver et maakt, en dat deeze penningen, uit de West oogmerk indiiche fchatten , gevonden werden ; hadt van dee- zo dra niet beflooten, den Nederlanderen by ze«voor- te ftaan,o£zy zóndtFrancaisDrake,'meteen1 g* entwintig fchepen, naar Amerika, om Filips aldaar afbreuk te doen. Hy ftak, in Iierist- Engel- maand des jaars 1585, in zee: en 't gelukte ^hs hem, de Stad S. Jago, gelegen op het Eiland jgjj* van den zelfden naam; ook S. Domingo, op -m de ' Hispaniola , te pionderen. Daarna , geland Westin- aan de vaste kust, bemagtigde hy Kartagena, diè«i,en en nog twee andere Plaatfen, en keerde, in sPanJe' den zomer .des volgenden jaars, te rug («); Hy kwam, in 't najaar, in Holland, met den titel van Ambasfadeur der Koninginne , en zogt de algemeene Staaten tebeweegen, om twintig .fchepen te voegen , • by eenigen van i haare (O P>CR XXIII. Boek, 1)1. 23 r.'4>
(.//^ Boft XXI. Jluekf.bl, 2" [?l7j enz. P5
|
||||||
f
|
||||||
234 VADERLANDSCHE XXX. Boek.
15$?, haare Majefteit, tot onderfteuning van Don
-—*—— Antonio , verdreeven Koning van Portugal; doch men hadt hier geene ooren naar. Bra- ke Itak dan alleen, met zyne vloot, in zee, en vernielde , in de Haven van Kadix, een merkelyk getal van fchepen, die, met mond- en andere behoeften, voor de fchepen, wel- ken, Filips, tegen Engeland, uitrustte, gelaa- den waren. De Agent van Don Antonio ver- zogt toen de Staaten, op nieuws, om eenige fchepen: breed opgeevende van Diakes Ver- legungen , en van den kans, die 'er was, om de Spaanfche wapenen van Nederland te wenden, en zynen meester, in't bezit van Por- tugal , te herftellen. Ook ftonden de alge- meene Staaten hem negen fchepen toe. Doch Prins Maurits en die van Holland en Zeeland verwylden de uitrusting, zo dat 'er niets van kwam, ten deezen tyde, Zelfs kon de Por tugeefcbe Agent geen verlof krygen, tot het opregten eener Loterye: waaruit liy de kos- ten van eenige fchepen meende te zullen kön- nen vinden (V),, XXVL Midlerwyl, hadden beide Filips en Eliza- Looze bet, om hunne oogmerken, ten nadeele van handê- eikanderen, bedekter te houden, al in 't voor- jiiW"" leeden jaar, eene Vredehandeling begonnen, tusfchen door middel van twee Koopluiden, Andries de Filips en /,00, een' Antwerpenaar, en Augustyn.Grafig- Eiizabet. na^ een^ Italiaan • ^och te Londen woonag- rig. De. laatfte handelde met de Engelfche Staatsdienaars : de Loo, die ook dikwils o- veï
O) V.OR XXf. /hek, bl. 51 [>53]> fa [7r,8].'ni. XXil F.Jcky
il. ya [<jil~\ enz. XXill. i.oeï, l/i 7; [ii,i] euz. |
||||
XXX. Boek. HISTORIE. 235
ver en weder reisde , met den Hertoge van 1587.
Parma (w). Men feheen , van wederzyde,------r
genegen tot de Vrede; doch men beoogde,
van wederzyde, onder den fchyn deezer Vre- dehandeling , tyd te winnen, en eikanderen flaauwhertig te maaken ; om eikanderen, daarna, met te beter gevolg, te können be- fchadigen. Dit handelen, waarvan 't gerugt Zy t>»art haast herwaards over waaide (#), verwekte |^?tr'b veel agterdogt, vooral in de Staaten van Hol- ^ y land, die toenam, doordien Oldenbarneveld, Staaten, uit Bukhorst, verftaan hadt, dat de Koningin tot vrede neigde: welk zeggen de Ambasla- deur , naderhand , ten aanhooren var den Advokaat, van den Prefident van der Myle en van den Penfionaris Menyn, geftand deedt (3?), daar alleenlyk, tegen den Advokaat in 't byzonder , byvoegende , dat het geheim gehouden moest worden, alzo de Koningin, na de laatfte onderneeming van Drake, van welker gelukkigen uitflag hy, maar even te vooren, de tyding gekreegen hadt, van ge- 4agten zou können veranderd zyn. De Ko- ningin en Leicester fcheenen hem , federt, d.-eze ontdekking kwalyk te neemen (2). Maar men gaf, meen ik, deezen fchyn flegts, om de Staaten te eer te doen denken, dat de Vrede der Koninginne ernst was ; doch dat zy dit haar oogmerk, welk zy wel wist den Staaten niet te zullen fmaaken, liefst bedekt ge-
rw^ ncfol. Holl. 22 Juny 1^,7. il. 1(6. Straim Dec. IT.
Uhr. IX. p. . 12. OOi^ ■«■ X\r. n >*, il. 82 [966]. XXIII. Boek, W.ao[3o].
O') ie* Caba'a 07 Mylteries of State 1'. I ■ p- 31, ?.-, 40. V.Ä) IU.yu Vi. Uu k,'il. 107. Hooft ÄXV. JS<tk, il. 1152. |
||||
ä30 VADERLANDSCHE XXX. Boek.
1587. gehouden hadt. Midlerwyl, werdt de Vre-
—**— dehandel langs hoe rugtbaarer, onder 't volk (a). Elk fprak 'er van, als of Engeland en Spanje de zaak reeds genoegzaam eens wa- ren geweest. In deezen ftand der dingen , deeden Valke en Menyn den voorflag aaii Holland, van welken Wy gefproken hebben: waarmede Leicester, naar 't fchynt, niets anders beoogd heeft, dan de Staaten, diehy wel wist afkeerig te zyil van de Vrede, te be- weegen , tot het draagen van zwaarer las- ten, zonder welken de oorlog niet gevoerd kon worden. ' Ondertusfchen, hadt de voor- flag eene geheele andere uitwerking. ' De ge- moeden ' der ' aanhangelingen beide vari Lei- cester 'en van de Staaten werdender zeer over ontfteld. Men begon te vermoeden, dat de Engelfchen voorhadden , de Landen aan Spanje te verraaden. 't Haat'elyk 'bedryf van Stanlei en Jork werdt opgehaald, en veelert konden zig niet onthouden van het den gant- Leicester fchen Engelfchen Landaart te wyten. Leices- poogc ter? derhalve, befpeurende, dat de voorflag zyne!11 „ de uitwerking niet hadt, die hy 'er van ver- voorflng o, _ . ' , ■ < .■ ,
ce ver wagtte, zogt de Staateil te doen gelooven, dat
draaijen. Valke en Menyn zyrte meening kwalyk ge- vat hadden. Doch Menyn, die de voorzig- tigheid gebruikt hadt van den voorflag, dien hy fchrif"telyk hadt overgeleverd, eerst in 't ■ Italiaansch (1) te vertaaien, en dien Leices- ter voor te leezen , bewees het tegendeel, mee
(«) See Cabala or Myfceries of State P. II. p. 29, 32.
(ï) Leicester fprak, behalve zyne moedertaal, niet
dan Italiaansch en liegt Latyn. |
||||
XXX. Boek. HISTORIE. 537
met het vertaalde voorftel, welk, door Lei- i5g7;
cester, hier en daar, verbeterd was (V). De |
||||||
Graaf deedt, federt, eene wydluftige verde- % ver-
diging van zyn gedrag in druk uitgaan (O»Aft«! waarin hy , aan den voorflag van Valke en t| k> Menyn, eenen anderen draai gaf. Hy zondt ze den byzonderen Gewesten en Steden toe: ook den Raaden des Hofs van Holland, die 'er, eerlang, befcheidelyk, op antwoordden, en allen Vredehandel ontrieden (i). Doch, Vaart uft by 't ontvangen van dit antwoord, beftondt tegen ou Leicester hevig uit te vaaren tegen OJden- ^"j^jT" barneveld „ die, in de Vergadering der Staa- „ ten, gezeid zou hebben, dat hy, by een „ affchrift van 's Graaven Berigtfchrift, kon „ doen blyken, hoe deeze last hadt, om zig te „ doen magtigen , tot de onbepaalde Land- „ voogdye, waarna hy de Landen wederom „ onder den Spanjaard zou doen keeren." Diergelyk gefprek hieldt hy ook met gemag- tigden der Staaten van Holland (e). De Raads- Zweert lieeren verklaarden , hiervan niets , maar geen'last wel eenige gerügten van Vredehandel ver- yr£dde nomen te hebben, die fcheenen van buiten hande- le komen: waarop de Graaf hun, met vloe- ling te ken en zweeren, dat hy geenen last tot han- hebben» delen met den Spanjaard hadt, tot andere gedagten zogt te brengen {ƒ). De Koningin hadt den Agent der Staaten , Joachim Or- te!, ook verzekering gedaan, datzytotgee- ne
(70 Ror XXHI. Boek, il. 23 l'34l-
re) Zie Bor XXIII. Boek, l/l. s.6 [37]. Cabala or Myfteries
»ƒ State P. II. p. y. (d) rtoR XXII. Boek, tl. SI [47l-
C«) Refol. Holl. 14, 15 Sept. 1^87. tl. 251, 553.
(ƒ) Bor XXIII. Bvek, il. 33 [50]. , ",
|
||||||
ê38 VADERLANDSCBE XXX. Boek.
i$$?. ne eindelyke Vredehandeling komen zou *
zonder de Staaten te kennen (g). De Staaten |
|||||||
Wat fom- van Gelderland en Utrecht, daarna ook ant-
vraten woordende op Leicesters verdediging, gaven enSteden te verftaan, dat zy de gerügten van den Vre- op zyne dehandcl hielden te zyn üitgeftrooid , door verdedj- &e vyanden der Engelfche Regeeringe, Zy woord-1" voegden 'er by, dat zy gezind waren ^ den den. Graave by 't opgedraagen gezag te haüdhaa- ven , of het zelfs te vermeerderen , was 't rioodig; en dat zy hem en zynen Raade hun- ne gemeene middelen in handen wilden Hel- len, gelyk hy onlangs begeerd hadt. Doch die van Holland (Ji), Zeeland en Friesland kon- den tot dit laatfte niet befluiten, onaangezien men ook, in het laatstgemelde gewest, on- langs , wederom, zeer fterk gewoeld hadt, ten voordeele van Leicester; In Holland j marde men vast met antwoorden op Leices- ters verdediging, om dat nien verfchilde, of zulks ftaatswyze, of door dë byzondere Ste- den , behoorde te gefchieden. Dordrecht fchreef, afzonderlyk , aan Leicester , niet kwalyk naar zynen zin ; doch met volftrek- te verwerping der handeling met Spanje (*)• Gouda hadt ook 's Graaven Brief afzonder- lyk beantwoord, en, dat. met reden, vreemd fchynen mag , in de Vredehandeling bewil- ligd (*). XXVII. Wyders, 't gene Leicester, wegens Olderl- Eenige denbarneveld , tegen de Raadslieeren deä punten ° ïi r ,
«k Lei- Hotü »
O) Hor XXTIT. É»ek, hl. n [*%]•
(70 Refol. Holl. %Sspt. j'fiy. bl. 23S.
tO l!nn- XXI|T- Boek. M. 36, 37 TS4, Mi \-> 5<5]i
iki, Reful. Holl. ió Olïoi. 1587. l/l. sSj.
|
|||||||
XXX. Boek. HISTORIE. 039
|
|||||||
Hofs, hadt aangemerkt, was niet geheel zon- 1587.
der grond. Ortel was, in Engeland, behen- |
|||||||
diglyk geraakt aan eenige punten uit Leices- cesters
ters geheim Berigtfchrift, welken hy Olden- |ee^™ barneveld toegezonden hadt. Zy kwamen, fchrim in 't voornaamfte, hierop uit. „ De Graaf „ moest zig in zyn voorig gezag doen her- ,, ftellen , én zo de Staaten hem, daarin , 5, fcheenen te willen verkorten, moest hy 'er ,, eenige Steden kennis van geeven, en 'er 9, de Gemeenten van onderrigten , op dat 5, deezen de Staaten tot eenpaarigheid brag- 1,, ten. Hy moest eenen Vredehandel met „ Spanje voorflaan, en zo de Staaten daar- 5, toe niet neigden, moest hy hun verklaa- ,, ren , dat haare Majefteit in de noodzaak- „ lykheid gebragt zou worden, om afzonder- „ lyk mét Parma te handelen. Hy moest „ deezen voorflag, door vertrouwde Perfo- „ nen , der Gemeente fmaakelyk maaken , „ haar vertoonende, hoe men, met zo kleine „ magt, zonder Engelands byftand, tegen „ Spanje niet oorloogen kón, en hoe men, „ daarentegen , in vrede , verligüng van 3, lasten te wagten hadt. Den Graaven Mau- „ rits van Nasfau en Filips van Hohenlo, ,, 't fluiten der vrede zoekende te ftremmen, ,, moest hy doen verzekeren, dat, by 't ver- ,, drag, voor hunne belangen, behoorlyk „ gezorgd zou worden (/)." Van deezé punten ichynt Oldenbarneveld aaii fommigén iet ontdekt te hebben: 't welk, Leicester ter 00-
CO Zie Boa XXII. totk , it. 9«J, 907 ran i!sa tvet.!en
"uk*
|
|||||||
s4o VADERLANBSCHE XXX. Boek;
|
|||||||||
1587. ooren gekomen zynde, hem niet flegts hevig
deedt uitvaaren tegen den Advokaat; maar |
|||||||||
Berip . hem ook, meent men, tot het befluitbragt,
cesters1" om Z*S van zynen Perfoön en zelfs van dien toeleg op van Pxinfe Maurits te verzekeren. Zo veel de Per- is 'er , ten minften, van , <kt hy , eenige ibonen Engeliche Vendels naar Maaslandsiluis en Prinfe Delftshaven hebbende doen trekken, zelf, in Maurits, alleryl, van Dordrecht, naar den Haage den Ad- verreisde} en dat, 's nagts na zyne aankomst, vokaat oidenbar.neveld, door de Raadsheeren van ren.™ e" Wyngaarden en Kaafenbrood, gewaarfchuwd werde, dat de Graaf voorhadt,• hemte.ligten en naar Engeland te zenden. De Advokaat begaf zig, hierop, nog voor den dag, naar Delft, en vernam daar, hoe, in Zeeland, de ipraak ging, dat men Prins Maurits, hem en eenige andere Leden der Staaten, in verze- kering genomen hadt, om ze naar Engeland te voeren. Hy dan, bevroedende, dat zul- ke gerügten , fchoon eerst valseh * egter,, dikwils, naderhand, waar worden, bewoog Prins Maurits, om den Haage te verlaaten. Leicester kreeg 'er haast kennis van : en., te gelyk verneemende , dat de Prins eu Hohenlo, onder voorwendfel van eenen aaii- fiag des vyands op Zeeland te willen voorr komen , eenig Krygsvolk byeen bragten (m), gaf hy voor, dat men 't, daarmede , op het verdryven der Engelfchen van Maaslandsiluis en Delfshaven gemunt had-t '(tz). Hohenlo heeft, federt, tegen vefr fchei-
O") See the Cabala or Myfteries of State P. II. p- 32»
CO Bor XXIII. Boek, U. 34 [51]. |
|||||||||
XXX. Boek. HISTORIE. 241
fcheiden' Perfoonen verklaard, dat Leicester 15g;.
een' aanflag op zyn leeven gefmeed hadt (0). ----—
Dat de Koningin last hadt gegeven, om hem
te vatten, blykt, uit eenen ontcyferden Brief van den Gezant Bukhorst, die nog voor- handen is , en waarin hy de zwaarigheden optelt, die, in zulk eene onderneeming, ge- legen waren. Zv kwamen hierop uit: „ dat „ de Graaf van Hohenlo thans groot gezag „ hadt, hier te Lande; dat men de Steden „ en Plaatfen, die onder zyn bewind flon- „ den, niet ligt zou können meester worden, „ gemerkt het weinig Engelsch Krygsvolk, „ welk thans hier te Lande was; en dat het „ vangen van Hohenlo Graaf Maurits , die s, hem als zyn' Vader aanmerkte , ligtelyk, „ zou können brengen tot het wanhoopig be- „ fluit, om, met hulp "van iemant" wiens naam, door een onbekend cyfer, uitgebeeld wordt; doch dien ik meen Oldenbarneveld te zyn „ de Vereenigde gewesten geheellyk „ van Engeland te vervreemden." Om dee^ ze redenen, hadden Bukhorst, Wïlkes en Joan Norrits beflooten , het vatten van Hohenlo uit te ftellen, tot op. naderen last der Konin- ginne (ƒ>)> die, nryns weetens, federt, niet gegeven is. In deezen ftand der zaaken , ftonden de Groote
txouwfte liefhebbers des Vaderlands als voor ongemsc- 't hoofd geflaagen, niet weetende, wat keer beid in't, dezelven neemen zouden. De grootfte' hoop aiu' der Hervormden hieldt het met Leicester , en
Co) See the ral)a'a or Myft?rics af State P. II. p. «, 2',
(/> / i a'ualj P. II. p. 2j, i<$. VUL Deel. Q
|
||||
s4a VADERLANDSCHE XXX. Boek.
1587. en befchuldigde de Staaten. Eene menigte
'•*—— van war- en woelzieke geesten roeide hier- onder. De groote Steden ftonden in een biyk- baar gevaar van oproer. Om dit te fluiten, hadt men , te Amfterdam , eenige metaalen ftukken , voor 't Stadhuis, geplant, en 'er deeze regels , op een geichilderd bord , by doen hangen (jf): „ Oft 'er verraadt oft oproer qunadt, wicrdc vemoomen;
„ Men zal tot baat, gefchut op ftraat, hier uit doen kooincn. XXVIII. Leicester, peinzende op het ftyven zyner
Leiccster party e, begaf zig, uit den Hange, over U- komt te trecht, naar deeze Stad (r). Te'Utrecht hadt tiecn' hy heimelyke gefprekken gehouden met ver- fcheiden' luiden , die , tegen de aanftaande verandering der Regeeringe, zyne gunst zog- Moppen ten. Ook vondt hy 'er veelen zeer misnoegd ingeno- 0p fen Graave van Nieuwenaar, wiens kneg- wederom tcn' on^angs ■> net Steedje Meppen in West- verlaa-' faalen bemagtigd hebbende , tot vordering, ten. meent men, van de aankomst der Hoogduit- iche benden; doch het, na het verloopen dee- zes Krygsvolks , wederom hebbende verlaa- , ten (f) , veel overlast in 't Stigt bedreeven Misnoe- hadden. Doch Nieuwenaar hadt den mees- gen op ten ondank behaald, met het ftyven eeniger Nieuwe- Edelen, die herftelling begeerden van 't gene, naar. eenigen tyd herwaards, tegen de voorregten, gedaan was. Leicester, zig hebbende laaten onderrigten van de gefteldheid der dingen te Utrecht, was van daar naar Amfterdam ver- trok-
C*"5 Hooft XXVI. /hei, tl.- nyfi.
(r) Bok XXII Boei, bh 41 [62}. I.O Kur XXOl. ßvck, il. 39 [5y> |
||||
XXX. Boek. HISTORIE. 043,
trokken, op den derden van Wynmaand (f). 1$?,?,
Men kreeg hier van zyne aanftaande komst —------■
geene kennis , voor hy op weg floeg ; des Leicester
moest men alles, in der y], tot zyne ontvan ^nfter- genis , vervaardigen. Midlerwyl, bevonden dam. zig de Wethouders in geen en kleinen kom- Wat hy mer, alzo men hun aangediend hadt, dat de dnar Graaf voorneemens was, zig van de Kerk, ^adt." zo noemden zyne aanhangers Amfterdam, te verzekeren, 't Wantrouwen was toegeno- men , doordien men, eenige dagen geleeden, Fredrik Gianibelli, uitvinder der vuurwer- ken tegen Parmas brug by Antwerpen, en thans Ingenieur der Üngelfche Koninginne, in de Stad gezien hadt. Om op deezen, wien de Staaten, onlangs, Oktroi tot het maaken van watermolens en fonteinen verleend had- den («), te pasfen, hadt men eenen man te- gen over zyne herberg geplaatst, die agt gaf, waar hy ging , en wie met hem te woorde kwam. Met den avond, naderde Leicester de Reguliers poort. De Burgerhopman, Lau- rens Jakobszoon Reaal, hieldt hier de wagt, ■ met zyn vendel. Hy hadt, bedugt voor on- raad, zynen Serjant, Willem van Buil, ter poorte uit laaten gaan, en deeze hadt aan- gebooden , een teken met fluiten te zullen geeven, als hy bevondt, dat Leicester meer volks by zig hadt, dan men liefst binnen ge- laaten zou hebben. Doch van Buil deedt geen teken , waarop men den Graaf inliet. Hy werdt, in 't Latyn, verwelkomd, door den Sche-
er) Bor XXIII. Boek, bh 42 [fa]. Cu) Refol, Huil. 6 Febr. 24 Maart 1587. tl. 42, 88, |
||||
Ê44 VADERLANDCHE XXX. Boek.
ïS87. Schepen jan Verhee, alzo Meester Maarten
"■ \ Koster, Arts en Oud-Burgemeester, om dat zvn hoofd , welk hem naar Leicester hing, niet sevolgd werdt, der Stad deezen dienst, waartoe hy niemant dan zig zelven bekwaam kende geweigerd hadt. De Landvoogd, treedende door de Kalverftraat, daar, ten allen huizen uit, Lantaarnen hingen , werdt wederom, gclyk voorleeden jaar, m t Prm- fenhof geherbergd. Tegen over eene der Poorten van dit gebouw, hadt Meester Maar- ten die in de Doeleftraat woonde, eene ag- terdeur, waaruit 's nagts een man, die hem 7eer wel eeleek, ten Hove uitloop, en kort daarna wederkeerde. Des anderendaags, hadt T eirester de ' Burgerkolonellen , Kapitemen én Luitenants ter maaltyd. Na 't omgaan van eenen ftyven dronk, werdt hun, door Daniel de Bur «Staaf, wel niet rondelyk gevergd, maar genoegzaam in den mond gegeven, dat ry van zelven behoorden te verklaaren, ge- zind te zyn , om de Burgemeesters by den hals teervperf.' Duidelyk, verzogt hy, dat men, all! avonden', zo lang de Landvoogd m de Stad was, 't woord van hem haaien het. On- der dit gezelfchap , hadt zig , fchoon geen Lid van den Krygsraad, ook-vervoegd Her- tan Betfin Roodénburg, een driftig aanhanger van Leicester, misfehien, om 't eerfte woord te ilaaken , als 'er iets; vreemds mqgt voor- gefield worden. Terwyl men vast de hooiden j3U,ge. g™ ktV,.om- te,.raadflaaff, of men aea SSTr Ifdvoogd eene eer zou können ontzeggen Kiotde J doorgaans, den Grooten, daar zy ver- vitvoe- narren 'cAunè wordt, treedt Bieter KoMf-
ïingvan naaien, b & ^ __. ^r. |
||||
XXX. Boek. HISTORIE. 24s
liszoon Boom, regeerend Burgemeester, heb- 1587;
bende, als Opperkolonel, den degen op zy- —■— de gehangen, ter Kamer in-. Naauyvlyks ver- z^n |
||||||||||
voomee=
men. |
||||||||||
neemt hy Roodenburg, of hy vraagt hem,
|
||||||||||
wat hy daar te doenhadt ? De ander, beteuterd,
wist niets by te brengen, dan dat hy daar ook , als een opregt Patriot, gekomenwas. Boom ge- biedt hem, terftond, te vertrekken: waarop Roodenburg , hoe fors hy anders ook zyn mögt, zonder fpreeken, afdroop. Boom toen, onderrigt van de Burggraafs vooritel,, liet het haatelyke daarvan, welk de Wethouders betrof, onbeantwoord; doch verklaarde, dat niemant dan de Vroedfchap verandering maa- ken mögt, omtrent het haaien v an" twagtw oord. Elk dagt toen agterwaards. Niemant wilde Lei- cester middel geeven, om, met het uitfpree^ ken van 't woord , alle wagten weerloos tp manken, de bnrgery te vermeesteren P de ou- de Regenten af-, en nieuwen in de plaats tQ getten:: 't welk het .minst was , dat hy zig voorgefteld hadt. Naderhand , vernam men zelfs 4 dat hem een' lyst^van veertien dei vroomfte voorftanderen van 's Lands vry-s heid en van den Huize van Nasfau geleverd was, onder welken, ook de naam des Oud- burgemeesters , Kornelis Pieterszoon Hooft s gefpeld.werdt: alle welken hy, meent men,? voorhadt, eenen fchandelyken dood te doen fterven. Zulten,. die meest by hem in 't oog! liepen , waren, derhalve, op hunne hoede. Reinier Kant ging met eene rusting onder 7'yn' Kazak, en kwam' dèti Graaf niet fpree- ken , dan verzeld van eenen ftoet gewapen- de fchutters, die hem, voor de deur, opwag- Q 3 «** |
||||||||||
ä4<5 VADERLANDSCHE XXX. Boek.
|
||||||||||||
1587. teden (V). Leicester dan, ziende zyn oog-
■ merk te leur gefteld, keerde, den volgen- den dag , wederom naar Utrecht (V). Hy
gaf, omtrent deezen tyd, te kennen , dat hy van zins was, een' keer te doen, door eenige Hollandfche Steden: 't welk de Wet- houders der zelven zo bekommerd maakte voor eenigen geweldigen toeleg, dat zy, gee- ne buitengewoone befcherming hebbende dan van de onlangs geworven' Waardgelders , ftaatswyze , beflooten, zyne Doorlugtigheid te verzoeken van met niet meer dan twee- honderd Perfoonen in de Steden te komen, wanneer men hem, alomme, eerlyk ontvan- |
||||||||||||
gen zou (3;). Ruim eene maand te vooren
|
•>
|
|||||||||||
hadt de Koningin hem gelast, om, vooral,
zorg te draagen, dat hy meester bleeve van Walcheren, en, dat de Graaf van Hohenlo |
||||||||||||
Veere niet voorzage van bezetting, gelykhy
|
•>
|
|||||||||||
onlangs, hadt zoeken te doen (y). Doch in
Utrecht viel meer te verrigten , voor den Graave. XXIX. Agt Stigtfche Edelen, die men ter Staats- Hevige vergaderinge plag te befchryven , kwamen twist on- hem hier, terftond na zyne aankomst, ver- St?ftfche zoeken , om betering van 't gene, voorlee- Edelen den jaar, tegen de voorregten en verdingen, over het gedaan was. Leicester begeerde nadere ope- verdedi- ning# Zy, om hun ftuk wis te neemen, ric- Voorder Pen ^e Gekoorenen en de andere Edelen by- terreg" em
(r) Geflagtrek. van den Huiae van Heemskerk, bt,
22. MS. O") Hooft XXVI. Ëotk, hl. 1199, 1200. (.*) Refol. HoU. 17 Oä. 15«7- «• i'^' »SÖ. Cy) Cabala or Myflcries of State P. II. p. 50. |
||||||||||||
XXX. Boek. HISTORIE. 247
een, hun afvraagende, of zy gezind waren,
de voorregten voor te flaan, en de inbreuken daarop gedaan, te helpen affchaffen. De Ge- koorenen antwoordden van ja. De Edelen ver- fchilden. Brakel en Zuidoord maakten on- derfcheid , tusfchen voorregten en voorreg- ten , en begeerden fommigen te handhaaven, anderen niet. Gy wilt dan de voorregten niet handhaaven ? hervatte Moersbergen, zig wen- dende naar Zuidoord , die laatst gefproken hadt: en liet 'er terftond op volgen, ipree- kende tegen een1 Notaris, daar tegenwoor- dig , Teken dat aan. Maar Zuidoord, vergramd , dat men hem dus dagt pal te zetten, dreef den anderen toe, Gy liegt het: ik zeg dat nog niet. Op dit woord, raakten ze handgemeen. Moersbergen ftiet Zuidoord, met het gevest van den degen, op de borst, enzouhemdoor- fteken hebben, hadden 't de anderen niet be~ let. Zuidoord liep, eindelyk, ter deure uit. Doch van dit omvraagen en de moeilykheid, daarait gevolgd , deedt Prounink,) van vyf Schepenen verzeld, getuigenis beleggen. Zes der agt Edelen , die herftelling der misbrui- ken begeerd hadden, werden in hegtenis ge- nomen, door den Schout, Kar el vanTrilïo, uit den naam, zeide hy, van Leicester. Doch drie dcrzelver, Bor van Amerongen, Baare en Renesfe , werden terftond geflaakt : de drie anderen, Moersbergen, Ryzenburg en Nyveld , ook , in 't kort, door bevel van Leicester, die, toen hy vernam, hoe groot een' roep het aantasten van eenige Edelen 9 om een enkel verzoek, door 't gantfche Land , verwekt hadt, voorwendde, dat het buiten Q 4 zyne |
||||
24B VADERLANDSCHE XXX. Boek,
|
||||||||||
1587. zyne kennis gefchied was (Y). Naderhand
veranderde Leicester de Wet te Utrecht. |
||||||||||
Leicester Zynen zjn> onaangezien de Graaf van Nieu-
de Wet wenaar beweerde, dat dit hem,' als Stadhou* te u- ' der, te doen llondt. Prounink bleef aan, als »recht, in Burgemeester (V). vS'L Dat hy' in HoIland' dit zdfde niet doen
wenaar. * k°n' was oorzaak, dat dit gewest hem zo Hy trekt weinig aan de hand ging. In 't midden van naar't Wynmaand, befloot hy egter, te beproeven, Noorder- wat j^y ^ ^oor lniddel van Sonoi, in 't Noor- Holland, derkwartier, zou können uitvoeren. Doch die van Enkhuizen, kennis bekomen hebben- de , dat hy derwaards ftondt te reizen, ba- den hem , tot verhoeding van ongelukken, voor dien tyd , daar niet te komen. Men mompelde, dat hy, nu 't hem met de Kerke, dat is Amfterdam , gemist was , zig van de Kapel, zo noemde men Enkhuizen, dagt mees- ter te maaken, Hy trok egter naar Hoorn, daar hy eerlyk ontvangen Averdt. Hierna, zig verbeeldende, dat die van Enkhuizen , welken hy, door eenen vriendelyken brief, hadt zoeken gerust te ftellen, hem de Poort niet voor 't hoofd zouden durven fluiten , floeg hy derwaards op weg. Doch men zondt hem Gemagtigden te gemoet, die hem zo diep een' indruk gaven van den hoon, hem befchooren, dat hy zyn opzet vaaren liet, en in de Streek bleef vernagten. Voorts toog hy naar Medenblik, daar Sonoi hem, eeni- ge dagen, trerFelyk onthaalde (b~). |
||||||||||
De
|
||||||||||
Cz~) Ror XXTII. Doek, W. 4j [64] enz.
(rt) Hor XXIir. Hoek, hl. 42 I63J. (*■) Uw. XXÜI. Hoek, il. 45 [67] enx* |
||||||||||
XXX. Böek. HISTORIE. S49
De Prefident Aisma en anderen hadden iß f;
hem, reeds te vooren, de reis naar Friesland —-------«
zo fterk aangeraaden, dat hy, den Stadhouder Leices-
en Gemagtigden Staaten voorbygaande, den Friesland Grietenyen en Steden , uit Medenblik , willende, fchreef, zy zouden eene Dagvaart beleggen, wordt waarop hy zelf verfchynen wilde. Doch eer verzöge men deezen Brief in Friesland ontving, had- ^e den de Gemagtigde Staaten den Prefident waärds Aisma afgezet van zyn Ampt. Hierop vaar- te wille« digden ze eenen Brief af aan Leicester, waarby ftaakea- hem vertoond werdt, hoe 't alleen aan hun ftondt, eenen Landdag te befchryven, 't welk zy thans ondienflig hielden, hem voorts verzoekende, zyne reis naar Friesland, voor tegenwoordig , te willen ftaaken , alzo men daaruit, door het bedryf van fommige woei- geesten , die hem deeze reis in 't hoofd ge- bragt hadden, niet dan onlust voorzien kon. Ten zelfden tyde, weigerden ze, met die van Gelderland, Utrecht en Overysfel, eene af- zonderlyke Vergadering, over de Vredehan- deling, te houden (V). Leicester, in Fries- land ook het hoofd ftootende, begon de hoop fchier op te ge even, om zyne daalende ag- ting ftaande te houden. In deezen ftand der dingen , namen de De Pre-
HoUandfche Predikanten de vrymoedigheid, dikante» om de Staaten van Holland, fchriftelyk, te ^ee™rel* vermaanen „ tot het handiiaaven der een- moedig- „ dragt , en het voorkomen van verdere heid van „ verwydering, tusfehen zyne Doorlugtig- de" Staa- „ heid en hen, waartoe zy hen baden, zonder ten eene " ' J ' . vermaa-
„ DOt jjjug
CO Bor XXIII. Bask, il. 29, 34> 47 [44> 51 j ?ol. te doen
Qs
|
||||
S50 VADERLANDSCHE XXX. Boek.
„ bot te vieren aan hinderlyke hertstogten,
j, en zonder byzondere inzigten , te willen „ arbeiden." Men antwoordde, in 't eerst, zagtelyk, dat op het Gefchrift gelet zou worden; doch daarna deeden de Staaren den Predi- kanten, door den Advokaat Oldenbarneveld, aanzeggen, dat, in hun vertoog, niets flondt, of de Heeren wisten V, en nog veel meer daartoe; dat deezen 's Lands welvaart niet minder dan zy ter her te namen, en dat zy wel t'huiswaards keer en mogten, en de Heeren met de zaaken be- gaan laaten (ß). Wat laacer , kreegen ze fchviftelyk antwoord, waarin de oorzaaken der oneenigheid tusfehen Leicester en de Staa- ten een weinig nader geopend, en de Predi- kanten vermaand werden, zig aan het voor- beeld van Vlaanderen te fpiegelen (V). Die ■ van Holland ontvingen ook eenen Brief van de Utrechifche Vroedfchap, ten zelfden einde als de vermaaning der Predikanten, behalve dat 'er de tegenwoordige Regeering der Stad in verdedigd werdt (ƒ}. De Staaten beant- woordden dien Brief eerst den zestienden van Wynmaand, niet zonder Prounink vanterzyde te fteeken (g') : waarop een nader Berigt van die van Utrecht volgde, welk men, zo wel als het voorige, houdt, door Prounink, op- gefteld te zyn. Hierin werdt rondelyk be- weerd „ dat de meeste deelen der opperfte „ magt Leicester waren afgeftaan, de overi- » gen
(rf) I!or XXIII. Hoek, t>l. 49 [73L
(e ' Refol. Moll. 16, 230*^.1587. 'tl;280,290. PjOrXXIH.
Hoek, U. 57 [85]. (f) Dim XX!Ff. Biiek, hl. 48 [72].
(g) Bor XXIII. Boek, bl. 58 [86].
|
|||||||||
1587.
|
|||||||||
Zy wor-
den fcherp afgezet. |
|||||||||
Schrifte-
lyke han-
deling tir-fchen Holland en U- trecht. |
|||||||||
XXX. Boek. HISTORIE. &$i
„ gen gelaaten aan het welbehaagen haarer 1587.
,' Majefteit. Ook dreef men, in deezen Brief,-------■* ' dat het ligter gezeid dan beweezen was,
', dat Utrecht alle Brabanders en Vlaamingen '», „ floot uit de Regeeringe. In Zeeland wer- '; , den ze toegelaaten. De Advokaat van u
Holland zelf en vyf Penllonarisfen der voor-
" naamfte Steden waren buiten dit gewest \ gebooren." Verfcheiden' andere aanmer-
" kingen verlatte dit gefchrift (Ji), welk die van Holland, agtende reeds genoeg gezeid te. hebben, onbeantwoord lieten. Zeker, men begon, in deezen tyd, in Holland, te oor- deelen , dat iemant, die, binnen de vèree- nigde fchattingdraagende gewesten (O» of zelfs in zulken , die de Hollanders niet uit- flooten , gebooren was, aldaar wel Ampten bekleeden mögt. Leicesters reis naar Noordholland hadt zo Dagvaart
veel agterdogt veroorzaakt in de HoUandfche te Haar- Staaten , dat zy geraaden vonden , hunne lem* Dagvaart in eene beflooten' Stad te houden, en hiertoe Haarlem te verkiezen. De verga- dering was op verre na niet voltallig , toen de Raadsheer Valke haar kwam afvraagen „ of Hohenlo voorhadt, met het Krygsvolk, „ door hem verzameld, de Engelfchen van „ Maaslandsfluis, Maasland en Delftshaven „ te verdry ven, gelyk men den Graave van „ Leicester hadt aangediend , en deeze van „ den Raad van Staate hadt willen weeten ? " Men antwoordde, dat men 't hieldt voor een uit-
Cft) 7Ae het hy Boa XXIU. Hoek, U. 6a [88>
XO Refol. Holl. 5 OU. 1586. il. 427. |
||||||
25a VADERLANDSCHE XXX. Boek,
1587. uitftrooifel, welk geen geloof verdiende s
*—----- waar mede Valke zig fcheen te iaaten ge- zeggen (£). xxxr. ïe Haarlem befloot men, den zestienden £>e Staa- van Wynmaand, drie vertoogen, te vooren Holland reeds °Pgefteld? in openbaaren druk, uit te geeven' geeven: te weeten, eene nader Verklaaring driewyd--der punten, in 't laatst van Oogstmaand, aan luftige Leicester overhandigd, en door hem , reeds, genrt°te- fcnriftelyk ■> beantwoord (f) ; een Antwoord op gen'Lei- zYn Vertoog, in 't begin van Herfstmaand, tester,in uit Dordrecht, omgezonden, en eene vertoo- 't licht, ning van het Regt der Edelen en Steden van Holland, in zaaken van Regeeringe. In het eerfte Vertoog, verklaarden de Staaten, ron- delyk „ dat zy Leicester geen grooter gezag <,, toefchreeven , dan de Landvoogden , ten „ tyde van Keizer Karel, wettelyk bekleed $, hadden , en dat zy verftonden, zelven te j, mogen doen, 't gene, op 's Keizers naam, „ plag gedaan te worden, als 't maaken van „ vrede of beftand, 't aanneemen van nieu- „ wen oorlog , 't maaken van verbindtenis- j, fen met uitheemfche Mogendheden , 't „ maaken van Plakaaten, op 't veranderen „ der Munte, tot bepaaling van den Koop- „ handel op vreemde en onpartydige Lan- „ den, en tot invoering van nieuwe regten „ en gewoonten: benevens het opleggen van ,, nieuwe lasten, en diergelyken (mj." Hét tweede Vertoog fprak, uit den naam van de Ridderfchap, Edelen en meefle Steden van Hot'
CO lioR XXIII. Bock, II. 48 [7i], 53 [76].
CO Zie bier voor, hl, 232*
O'O Zie liet t>y Bon. XXlU. Boek, b, 54 [80J
|
||||
XXX. Boek. HISTORIE. 253
Holland en Westfriesland , alzo Dordrecht, 158^.
Gouda, Hoorn en eenige andere Leden den—-—^*l Graave van Leicester afzonderlyk geant- woord hadden. Het haalde , van vroeg af, op al 't gene men, met Engeland, en met den Graave van Leicester , in 't byzonder , ge- handeld hadt, en -verdedigde , omilandiglyk, het gedrag der Staaten van Holland (#)'. Vaii het derde Vertoog , welk by het eerfte ge- voegd was , en het begrip behelsde,, welk de Staaten, ten deezen tyde, van de gron- den van 's Lands Regeering hadden, of gaar- ne inboezemen wilden, moeten wy een wei- nig omftandiger verflag doen. Het kwam, grootendeels , overeen , met het vertoog , welk men, voorheen, den Raadsheere Wilkes overhandigd hadt (0), en liep op deezeri zin, „ De Regeering van Holland met Westfries Inhoud „ land en Zeeland hadt, federt agthonderd van een „ jaaren , gellaan aan Graaven en Graavin- der ze}~ „ neii, welken, door de Ridderlchap, Ede- ^"t" de£" „ leri en Steden , uitbeeldende de Staaten Regee- „ der gemelde Landen, de hooge Heerfchap- finge be, ,, py wettelyk was opgedraagen. Deezen, "effen~ „ doorgaans verzeld van eenen Raad van * „ Edelen en Inboorlingen, hadden nooit oor- „ log aangevangen , vrede gemaakt, fchat- „ tingen geheeven, of iets anders verrigt, de-' „ gemeene zaak betreflende, zonder bewil- „ liging der Staaten , hiertoe wettelyk be- „ fchreeyen (V), welken zy, daarenboven, „ over
(«) Zie het Hor XXIII. Boek, U. 50 frff].
(_o) Zie liicr voer, hl. 208. (2) In de meeste uhgaaven van dit Vertoog, lui-
den de woorden j- die wy hier verkotten, dat de &• >■- - de-
|
||||
«54 VADERLANDSCHE XXX. Boek.
T6$7'' •>•> over Ländszäakeh, altyd gunftiglyk hoor-
------ „ den , goed geloof en goed befcheid ga-
„ ven. Op zulk een' grond van Regeeringe,
„was de grootheid der Graaven ten hoog- „ ften top opgeklommen. Holland en Zee- „ land waren, in agthonderd jaaren, nimmer „ overwonnen geweest. De Staaten verfchaf- „ ten den Vorst middel, om de Amptenaars „ te betaalen. Zy bragten hem tot reden, „ als hy, door kwaaden raad, misleid was, „ zelfs met ftraffen zyner raadsluiden. Zy „ gaven den minderjaarigen en krankzinni- „ gen mombers of voogden, kooren eenen „ Ruwaard , by verfcheiden' gelegenheden, „ en aanvaardden, by aflyvigïieid van den „ Vorst, 's Lands hooge Regeering. Fi- „ lips, de Staaten, door uitheemsch Krygs- „ volk, willende dwingen, tot het gene men, „ ftaatswyze, fchadélyk gevonden hadt, was, „ wat men 'er ook van zeide, de eenige oor- „ zaak van den oorlog geweest. Doch dit „ gezag der Staaten berustte niet in dertig „ of veertig Perfoonen, die ter Dagvaart ver- „ fc heen en. Maar, gelyk niemant ooit wet- „ telyk Regeering voerde, dan by opdragt „ en bewilliging der Landzaaten, die zig al- „ toos voorzien hielden van middel, om zig „ te verzetten , tegen de looze aanilagen „ der grooten; zo waren hier de Landzaaten „ ver-
delen en Steden van den Lande - - worden hefchreeven
en vergadeit, zonder meer. Doch fommigen , (als S. v. Leeuwen Handv. van Rynl, bl. 624. en Handv. en Pri- vil. der Graaven. Haagc 1663. N. \6)\<mze\\,hefchree- ven en vergadert , voor V Hof van Hollaridt: 't welk eeue merkwaardige verandering in den zin maakt. |
||||
XXX. Boek. HISTORIE. 255
„ verdeeld in twee Staaten, de Edelen en de 1587.
,, Steden. Dj Edelen, gehouden voor een ------
„ Lid van den Staat, ten aanzien hunner af-
„ komst en Heerlykheden, meest allen voor- „ zien van hoog, middelbaar en laag Regts- „ gebied, raadflaagden, onderling, op Lands- „ zaaken, en bragten hun gevoelen, nevens „ de Gemagtigden der Steden, ter Dagvaart „ in. De Steden hadden omtrent eenerlei wy- „ ze van Regeering, te weeten, eene Vroed- „ fchap van veertig, zesendertig, agtentwin- „ tig , vierentwintig of twintig Peribonen, ,, uit de aanzienlykften der Burgerye gekoo- „ ren, en dienende, zo lang als hun leeven „ of Poorterfchap duurde. En deeze Kolle- „ gien waren zo oud als de Steden, ten min- „ ften men vondt geen geheugen van hun „ begin (3). Aan hun ftondt het ftemmen „ en befluiten op zaaken, die 't Land of de „ Stad in 't gemeen aangingen. De open- „ gevallen' Plaatfen werden, door de overi- „ gen, vervuld. De Vroedfchappen kooren „ de jaarlykfche Magiftraat, te weeten, vier, „ drie of twee Burgemeesters, en zeven of „ meer Schepens. Sommige Steden hadden „ volkomen keuze; doch anderen alleenlyk „ de benoeming van een dubbel getal, waar- „ uit de Stadhouder der hooge Overheid de „ verkiezing deedt. De burgerlyke Regee- „ ring, de bewaaring van en 't bewind over „ de goederen der Stad was Burgemeesteren, „ de Regtslpraak Schepenen aanbevolen. „ Voorts ftelde de Graaf, van ouds, eenen „ Hoofd-
(3) Hoe dit te verftaan zy, zie III. Deel, bl. 363. |
||||
z56 VADERLANDSCHE XXX. Boek,
1587. „ Hoofdofficier in elke Stad , om 't Regt,
—~ „ uit zynen naam, te vorderen. Deeze Vroed- „ fchappen nu, gevoegd by de Vergadering „ der Edelen, verbeeldden het gantfche lig- ,, haam der Landzaaten. Doch alzo zy de „ Regeering der Steden niet konden laaten „ dryven, werden hun de hoofdpunten, die ,, ter gemeene Dagvaart te verhandelen fton- „ den, fchriftelyk bekend gemaakt, met ver- „ zoek, dat zy, daarop, Gemagtigden, be- „ hoorlyk gelast, ter Dagvaart wilden zen- „ den. De Edelen verfcheenen dan, in be- „ hoorlyken getale , en uit elke Stad een „ Burgemeester en eenigen uit de Vroed- „ fchap. Deeze Gemagtigden verbeeldden, „ uit kragt van den last, hun medegegeven, „ 's Lands Staaten: en 't was niet te vermoe- „ den, dat iemant, in deezen kommerlyken „ tyd, uit ftaatzugt, deezen last zou willen „ aanvaarden. Ook waren de Gemagtigden „ gehouden, op hunne wederkomst, hunnen „ magtigers getrouw verflag te doen. Dit „ was de grondflag van 's Lands Regeering: „ van welke men zelfs aan veele kleine Ste- ,, den deel gegeven hadc, en den Leden toe- „ gelaaten, ter Dagvaart te verfchynen, met ,; zo veele Perfoonen , als zy goedvonden, „ mids dezelven, by geen Privilegie, werden' „ uitgeflooten. Zo iemant der Gemagtigden „ zynen last te buiten ging; zy, die 't ont- ,, dekten , deeden den Staat dienst ; doch „ grooten ondienst zy, die de Gemagtigden „ valfchelyk verdagt maakten , en Vorst en „ Staaten tegen eikanderen zogten op te hit- „ fen. Zy, die beweerden, dat de hooge O ver- |
||||
XXX. Boek. HISTORIE. 25?
& heid der Länden by de Staaten was, verfton- i$5f;
;,, den, door Staaten, niet de Gömagtigden ■"—>■*•
3, ter Dagvaart; maar derzelver magtigers,
5, dé Edelen en Steden zelven. En zo deezen
i,, thans de hooge Overheid niet waren, dan
„ hadden zy niet wettiglyk met de Konin-
„ ginne h over de opdragt dier Overheid,
„ können handelen , ja zelfs geen verding
*, met haar maaken. Uit al het welke bleek,
5, hoe noodzaaklyk het gezag der Staaten ge^-
,, handhaafli moest worden , en beweerd ,
5, dat by hen, niet min dan by 's Lands Vor-
„ ften eertyds, het Regt was , om. de opper-
,, heerfchappy te voeren (ƒ>)•"
Doch dit en de andere veftöögen hielpen xxxir»'
weinig, om Leicester van maatregels te doen Bewee- veranderen. Zyn'voorneemen ontdekte zig, sin§ ce van dag tot dag , klaafer. De Gemagtigden ^eht» van Dordrecht toonden , op den zeventien- den van Wynmaand, ter Dagvaart van Haar- lem, een Verzoekfchrift (q~), welk Prounink ter hand gefteld hadt aan Goverd Havens, van 's Hertogenbosch herkomftig, doch nu te Dordrecht woonagtig, met verzoek, dat hy het eenigen Poorteren , ter ondertekening , wilde voorleggen. Het was gerigt aan den Landvoogd , en klaagde ,, over eenige Le- », den der Vergadering vaii Holland, die 9, voorgaven , dat men de Engelfchen , als „ die de Landen den Spanjaard zogten te „ levereu, niet betrouwen mögt, daar zy zel- „ ven niet beter dan verraaders waren." Wy> ders
(/>) Zie Bob XXIIf. Hoek, IL j6 [8*]. Groot-PiïkastL'. Ij
Besl, kol. %i) en elders. (a , Rcl'ol. Holl. *7 Qltoi. 1587. il 28a. VIII. Deel. R
|
||||||
s58 VADERLANDSCHE XXX. Boek;
ders vondt men 'er eene belofte in der Dor-
drechtfche Burgerye , om goed en bloed te willen waagen , ter bevestiging van het ge- zag zyner Doorlugtigheid ; en eene verklaa- ring i dat andere Steden gelyken zin hadden. Havens hadt dit fchfift, in de tegenwoordig- heid van Lukas Janszoon, Schilder, aan den Predikant Henrik van Kor put vertoond., en 't fchynt, door geenen anderen Burger, gezien te zyn. Ook hadt de Predikant het overleve- ren , voor dien tyd , ontraaden ; zo dat dé zaak geen verder gevolg hadt (V). Maar te Leiden was eene gevaarlyker mui-
tery ontdekt, waarvan de Gemagtigden dier Stad, ten zelfden tyde, ter Dagvaart fcennis gaven (f). Eenige duizenden van Brabanders en Vlaamingen, gevlugt om den Godsdienst3 waren, al federt eenige jaaren, binnen deeze Stad, ontvangen, en, met geen minder min- zaamheid dan de ingeböoren burgers, ge- koesterd. Dit volk egter, moeiziek van aart en heethoofdiger dan de Hollanders; gedfee- ven ^ daarenboven, van yver voor 't geloof, maakte zig ligtelyk wys, dat de Staaten, en in 't byzondér de Leidfche Heeren ohgelyk hadden, in den twist, die tusfehen Leicester en hen in zwang ging. Eenige woelzieke •geesten flookten dit vuur, onder welken de voorbaarigften geweest zyn Adolf van Meet- kerke , die, onlangs, door de Staaten, uit den Raad van Staate , gezet was; Adrianus Safavia , Hoogleeraar der Godgeleerdheid * de
O) Bin XX'II. Hoek, il. f,% \<)ï\.
O) ilcfö). Holl. 17 Uftol/. 1587. Ui 2?>%i
|
||||
XXX. Boek. HISTORIE. 259
de Predikant Chrißiaan van den Wouw er e, de 1587.
Ouderling Jakob Volmar, Jakob Schot, oud-------
Schepen, HobbeFloriszoon, Henrik vanZoest,
Gerrit Janszoon du Byn, Jan Kabbeljaauw en Willem van der Weege, Men hitfte eikanderen óp , tegen de Leidfche Regeeringe. „ Zy „ was 't, riep men, die de Synode hadt zoe- „ ken te ftremmen , zeggende, dat dezelve ,, niet dan door de Staaten kon beroepen „ worden, daar wylen de Prins van Oranje „ zulks tweemaal gedaan hadt. Zy hieldt on- „ zuivere Leeraars de hand boven 't hoofd, „ onder welken Hakkius hadt durven uit- „ flaaa, dat de Heeren van Leiden , na 't „ weoérftaan van den Spanjaard en Fransch- „ man, wel weg met den Engelschman wee- ,, ten zouden (f)." Door zulke en dierge- 3yke redenen , werden de gemoeden, meer en meer, gaande gemaakt tegen de Regee-. linge. In den aanvang van Oogstmaand , kreeg zy kennis, dat 'er een verderflyke aan- ikg fmeulde tegen de Stad, waarop zy be- floot, de gewoonlyke wagt van vyftig man, met nog honderd te vermeerderen («): en op den eerften van Wynmaand, werdthaar, uit Gouda , een affchrift toegezonden van $enen open' brief, waarby Kapitein Cosmo Pescarengis , die te Leiden gewoond en de bank van Leeninge gehouden hadt (v), ver- zogt , dat men de knegten, welken hy, door Gouda, naar Sonoi zondt, fpoediglyk wilde voort-
O) Hooft XXVII. Ilnii, ld, 124t.
O) Refol. Holl. 7 Aug. 1587. bl. 209. Bon XXIII. Boek,
11.20 r»i)]-
O) Rsyd VI, Boei, bl, 133.
R 2
|
|||||
.•
|
|||||
sfo VADERLANDSCHE XXX. Boes;
1587. voorthelpen (V). 't Luidde vreemd, dat een
tv- ~a—Kapitein zig verftoutte, op eigen' naam, be~ OTroeri-r zettin§ te verplaatfen. Men kreeg dan kwaad gen wor- vermoeden op Pescarengis, die, terwyl Am- den ge- fterdam en eenige andere Steden zorg droe- Vat» gen , dat zyne knegten afgedankt en ver- ftrooid werden, te Leiden, in hegtenis ge- nomen werdt (x*). Leicester hadt deezen, al voor eenige maanden , fehrifteiyken last gegeven, om een nieuw vendel van driehon- derd koppen te werven; waartoe hy verzogt hadt, de trom, binnen Leiden, te mogen roeren; doch dit was hem, van der Staaten wege, verbooden (y). Zo dra hy zat ^naak- ten verfcheiden' anderen , die deel aan ded aanllag gehad hadden, zig t'zoek. Cosmo, onderwyle fcherpelyk ondervraagd zynde , beleedt, dat de toeleg was, met behulp van de knegten van Kapitein Nikolaus de Maulds, en van het vendel van Heraugiere, beide on- langs van Sluis gekomen , de Stad te over- meesteren , eenigen uit de Regeeringe en uit de Burgerhopluiden in hegtenis te nee- men, en de hekken geheellyk te verhangen, Volmar werdt, midlerwyl, ook gevat, en ■beroepen Manlde , te Woerden , agterhaald. Cosmo «ig op en Volmar beriepen zig beide op Leicester last van Qzy- Maulde op Cosmo, die hem, uit Lei- Leicej- cesters naam ^ geboodfchapt hadt. Eenige Gemagtigden der Staaten en Prins Maurits zelf hoorden de gevangenen (a). Men hadt ver-;
(w)Rcfot. Holl. 2 Otfiih. 15%?. W. a')'9.
Qx) Kor XX(/f. tinek, l/l. 4X 17t). (y; Reib). Holl. 17 Jitly 1587. tl 103. (.ORefol. Holl. 17 (Mob. 1587. bh 281, Qu; ttefol. Holl.aOj2ijS403.1587. W. 283,287, 292,296^
|
||||
XXX. Boek. HISTORIE. %6i
vermoeden, dat Joos de Menyn, Penfionaris 1587-,
van Dordrecht, zig ook met dit werk ge---------
moeid hadt, en vroeg het Pescarengis af (è).
Doch 't bleek, dat dit vermoeden geenen grond hadt. De gevangenen werden , eer- worden lang, allen drie ter dood veroordeeld, en, onthaisd, voor 's Graavenfteen , te Leiden, onthaisd, op den vyfentwintigften van Wynmaand (V). Ten zelfden dage, werdt, op den naam van Prinfe Maurits, van 't Raadhuis, te Leiden, eene algemeene vergiffenis afgekondigd, voor zulken, die zig, uit onnozelheid, in dit ver- raad, hadden laaten inwikkelen; doch Meet* kerke, van den Wouwere, Saravia, die naar Engeland week, en nog eenigen werden van deeze vergiffenis uitgeflooten (V). In de von- nisfen , was niet uitgedrukt, dat de misdaa- digen last van Leicester hadden voorgewend. Doch de bekentenisfen, waarby 't bleek, wer- den aan de Steden gezonden, met last van ze geheim te houden (e). Ook werdt het ge- noegzaam erkend , in eene verdediging der genen, die van den zoen uitgeflooten waren, welke naderhand in 't licht kwam (ƒ). Sa- ravia zogt zig, federt, voor den Hove van Holland te zuiveren (g); doch hierop is niets gevolgd." Te Gouda, raakte, omtrent dee- zen tyd , ook zekere Engelschman , Jakob IVilliams genoemd, in hegtenis, die iets dier- gelyks, als men te Leiden in den zin hadt, te
O) Brief van f. de Menyn iy Hor XXXI. lhitk,U.84[8861.
CO Bon XXIII. Boek, bl. 63 ]o3] enz.
frf) noR XXIII. ISnek, bl. 66 [97].
I e~) Refol. Holt. 24 Oltob. 1587- il. 2511.
(f) /Je Kon XXIII. Roek, bl. 67 f"o8J.
1S) Bok XXIJJ. Motk, bl. 1% [loïj.
R 3
|
||||
,t>6z VADERLANDSCHE XXX. Boek,
|
|||||
1587. te Gouda, fchynt voorgehad te hebben. Im-
——— mers hy werdt, als fchuldig aan de misdaad van gekwetfte Hoogheid, zo der Koningin- ne als der Staaten , ter dood veroordeeld. Ook werdt, ter zelfder Stede, en, naar 't fchynt, om diergelyke reden, Meester Am- brofius Martini gebannen Qi). Zuilen In 't begin van Slagtmaand, zogt Leicester vanNy- Jonkheer Willem van Zuilen van Nyveld te \p\d .doen ligten ; doch hy, gewaarfchuwd door vaar van eenige boeren, ontweek de laage, die hem geiigtte gelegd was (i). Wat laater, poogde Nyveld worden. zig yan Naarden, dat geheel op Leicesters zyde was , en Engelfche bezetting inhadt, voor de Staaten van Holland, te verzekeren. Doch zyn toeleg, door den Schout der Ste- de , op wien hy zig vertrouwd hadt, ontdekt zynde, mislukte (T). xxxill. Leicester , midlerwyl, alomme zyne aan- Leicesterßagen ziende te loor loopen, zelfs in Fries- mar Vlis- land' en in Utrecht, de gemoeden der voor- fingen. naamften , meer en meer , van zig ziende vervreemden , bevondt, eindelyk , dat hy zynen toeleg, om een onbepaald gebied over de Landen te voeren, onmogelyk zou kön- nen voltrekken. Men vindt zelfs, in egte -Gedenkfchriften, vermeld, dat de tyding van het mislukken zyner onderneeming te Lei- den hem zo zeer verbaasde, dat hy zig liet ontvallen, hoe V nu tyd ware, om zyn hoofd te wagten: waarop hy, fchielyk, en niet zon- der vfeeze* uit Noordholland, naar Utrecht, voorts
(h~) Rcfbl. Hol!. 12, 13 Nov. 15$?. lil. 302, 303, 306, 307,
O') Boa KXriI. Boek, hl. 72 [106]. (k) JioR XX1I1. Hoek, lil. 103 [148J. |
|||||
XXX. Boek. HISTORIE. 263
|
|||||
voorts naar Dordrecht, en van daar, in 1587.
Slagtmaand, naar Viisüngen week (/) , al--------
waar hy nog eenige weeken vertoefde.
Midlerwyl, droegen de algemeene Staaren De Staa-
's Lands Regeering , in zyn afwezen , den ie" fteJ~ Raad van Staate op. Hy hadt het opperbe- ()e" °d"e vel over't Engelfche Krygsvolk Peregrin Bar- Regee- ty, Baron van fVillougby, in handen geiteld (f/z). rin£* De Koningin, die deezen, reeds in Oogst- maand , tot haaren Stedehouder en algemee- nen Legeroverfte, in Leicesters plaats, ver- klaard hadt («), en nu zeer te onvrede was, over 't itraftën der oproerigen te Leiden , zondt, nog voor 't einde des jaars, den Heer Herben Herbert herwaards , die , op nieuws , eene . et °P
■*■ nieuws
Vredehandeling met Spanje voorfloeg en aan- VOorfla»
riedt. De Staaten , nu, naar 't fchynt, de van eene
fterke toerustingen in Spanje in aanmerking Vrede- neemende , fcheenen wat meer gezind tot j1." "de* den handel, en bellooten, eindelyk, eenige ~' Perfoonen naar Engeland te zenden, met zo- danigen last op dit Huk, dat zy vertrouwden, haare Majefteit, daarmede, te zullen verge- noegen (0). Heimelyk nogtans neigden zy geenszins tot verdrag met den vyand: en om *er ook 't gemeen afkeerig van te maaken, gaven zy zekeren Franfchen fchryver, Sailly genoemd, inftilte, verlof, om'er zeker Ver- topg tegen te doen drukken; hem, om den fchyn
(O Remojiftr. van J. v. Oldenbarnev. in de Waar. Hist.
il. 156. Zie ook Reyd VI. Hoek, tl. 134. (»O Bo" XXÜi. /kiek, bh 98, 99 [142, 143]. ( n) Aft. Publ. Angl. Tom. VII. /'. I. p. 7. \o~) Bok. XXUI. Ikieii, lil. 91 [132] ene. R 4
|
|||||
2(54 VADERLANDSCHE XXX. Boek,
|
|||||
*$%?. fchyn te bewaaren, dat het tegen hunnen
«.------zjn gefchiedde, beveelende , voor' het zelve,
noch zynen naam, noch dien des drukkers,
noch zelfs de Plaats, daar 't gedrukt werdt, te doen flehen (/>). Leicester Leicester, ondertusfchen, met eenen Brief vertrekc van den zesden van "Wintermaand, affcheid na?r f"" genomen hebbende van de algemeene Staa- gean ' ten, ftak, kort daarna, van Vlisfingenin zee Zyne ((?)• In Engeland gekomen zynde, en verno-- ontmoe- men hebbende, dat Bukhorst en anderen zig tfng al- gereed maakten , om hem te befchuldigen , "''"' wegens wangedrag in het bewind over de Nederlanden, fmeekte hy de Koningin, met traanen, dat zy hem, door haar gezag, voor deeze fchande behoeden wilde. Zy gaf hem haar woord. Des anderendaags, in 't Iloo- gerhuis geroepen zynde, om onderzogt te worden , plaatfte hy zig, in zynen rang , « onder de Heeren, en niet, knielende, aan 't einde van de tafel , gelyk de misdaadigen plagten. En zo dra hadt de Geheimfchry- ver de punten zyner befchuldiging niet be- ginnen te leezen , of de Graaf viel hem in de reden , zeggende „ dat zyne openbaare „ Berigtfchriften , door heimelyken , be- „ paald geweest waren," Voorts beriep hy zig op de Koningin , waardoor hy den op- hef, die tegen hem gemaakt was, tot befchaa- ming zyner partyen, t'eenemaal verydelde (V). Un-
(p") Refbl. HoH. 10 Bec. 1587. hl. 343.
(•4) Hor XXIII. Bask, bl. <ß [140] enz. XXIV. Btck, $&
( f') ft. Baker. Cliromcle of England, f. 37.3,
|
|||||
XXX. Boek. HISTORIE. 265
Ondertusfchen , wordt hierdoor bevestigd , I5g7.
't gene wy, te vooren (s ), hebben aange-~------.
merkt, dat Leicesrer, in de Nederlanden,
beantwoord heeft, aan het heimelyk oog- merk der Koninginne , die het oppergebied bedektelyk zogt , fchoon zy 't, ten deele, om Spanje niet te zeer te itooren , ten dee- le, om dat het haar, met te veele bepaalin- gen , werdt aangebooden , openlyk van de hand wees. Elizabet begreep eg eer'zo klaar, dat dit haar oogmerk, voor eerst en door middel van Leicester, niet te bereiken was, dat zy hem beval, afftand te doen van 't be- Hy doet wind over de Nederlanden, en het den alge- afftand meenen Staaten wederom op tedraagen, ge- va.n,tbe~ lyk hy, den zeventienden van Wintermaand, 0"er de deedt (?) , hoewel de Staaten de Brieven , Neder- waarby zulks gefchied was, niet voor den landen, eerften van Grasmaand des volgenden jaars, ontvingen (11). Dus eindigde de Leicesterfche Regeering,
over de Vereenigde Gewesten. De verwar- ringen, die dezelve, dit gantfche jaar, hadt veroorzaakt, hadden de krygsbedryven, van de zyde der Staaten, grootelyks belemmerd. Allecnlyk was het Schenk , die Roeroord , Roer- in Louwmaand, bemagtigd, en, in Gras-..oorden maand, wederom verlaaten hadt (y), nog Bon iu" op den drie-entwintigften van Wintermaand, ;^ec"°~ gelukt, op den naam van den Oud Keurvorst Truch-
O) XXIX. ISo?'?, hl- loï.
(t Zie Groot-Plafcaatb. IV. Deel, bl, ??.
C«) Bon XXIV. Boekt il. 4 [151]-
f v) Don. XXil, Boni, il. 19 [878].
|
||||
ü66 VADERL. HIST. XXX. Boek,
1587. Truchfes, die zig thans, met der woon, op
------- het Huis Honsholredyk , onthieldt (w), de
Stad Bon, aan den Ryn, by verrasiing, in te
neemen (x~). 't Vertrek en de afftand van Lei- cester gaf, eerlang, aan de Regeering der Vereenigde Nederlanden, byna dezelfde ge- daante, welke zy, federt, altoos, onder het Stadhouderlyk bewind, gehad heeft. Cw) Refol. Holl. 16 Febr. 7 Ney. 1587. l/l, 52, 301»
O } Hor XXIII. llvik, OU yy [143]. |
||||||
*
|
||||||
V A
|
||||||
VADERLA.NDSCHE
II ISTORIE.
EENENDERTIGSTE BOEK.
INHOUD
L Staat der Fereenigdegewesten. Muitery onder
'tKrygiVolk. ll.Qpfiand te Medenblik. Prins 'Maurits belegert de Stad. Zy onderwerpt zig. Sonoi krygt zyn affcheid. Sterft. lll.B'lui- tery te Geertruidenberg. Maurits befchiet de Stad, die aan Parma verkogt wordt. IV. De kryg te lande verflaauwt. V. Magtige Vloot in Spanje uitgerust. Zy komt onder Engeland. Ferfi rooit door ßorm.Leicester ßerft. Vl.Aan- ßag op Thooien. Parma belegert Bergen op Zoom. Verlaat de Stad. VIL Bon verlooren. Tas/is [keuvelt. Mansfeld wint PVagtendonk. Vlil. Ferfchil met Engeland. Bezending naar Schotland. IX. Beweeging te Utrecht. Ver- andering der Regeer inge aldaar. Handel van Prounink. Hy, Trillo en anderen worden gevat. Prounink gebannen. X. Vervolg van V beleg van Rynberk. "'t Gaat over. Aanflag op JSieuwmegen. Schenk verdrinkt. XI. Niéuwe- haar komt om. iïeusden belegerd. XII. Par- ma wordt ziek. Krygsbedryven in Friesland. XIII. Onderhandeling met Engeland. XIV. Ver ander in gin Frankryk. FerJchilmetDeene- mar.-
|
||||
z6$ VADERLANDSCHE XXXI. Boek,
marke. Geneve onderfteund. XV. Hoorn,
JKnkhuizen en Medenblik beweeren een gewest op zig zelven te zyn. De twist hierover wordt bygelegd. XVI. Verandering in de admirali- teit s Kollegien. Verjchil met Zeeland. Hande- ling over Woerden en andere verpande Heer- ly kneden. XVII. Twee Kollegien van Gekom- mit te er de Ka aden op geregt. Prins Maurits wordt Stadriouder van Utrecht, Overysfsl en Gelderland XVIII. Schets van den tegenwoor- digen fiaat der Regeeringe van de Vereenigde Nederlanden. Tver van Prinfe Maurits ter be- vestiging vanden Staat. XIX.Heraugierever- rast het Kasteel van Breda, door middel van eenTurfjchip'. Mansfeldbelegert Breda. Ver- laat het. Wint Zevenbergen. Maurits fügt Knodfenburg. Wint verfckeiden' Sterkten. Ven- lo wordt Stnatsch. XX. Klagten der Duit [che Vor ft en. XXI. Verdugo wint Ementil. Gronin- gen benaauwd, door Graave Willem. Muitery. XXII. Handel met de Koninginne van Enge- land. Woudrkhem en Altena, door de Staaten van Holland, gekogt. Voofdeeligetoeftand der Vereenigde gewesten. XXIII. Prins Maurits wint Zutfen en Deventer. Hy belegert Gronin - gen. Verlaat het Bemagtigt Hulst. XXiV. Verovert ISieuwmcgen. Verfielt aldaar de Wet. XXV. Ontwerp eener nieuwe Kerkenorde.
XXVI. Krygsbedryven in Frankiyk. Maurits
wint Steenwyk, Ootmarfum en Koeverden. XXVII. Parma per ft. Mansfeldwordt Land-
voogd, by voorraad. Staat van Oorlog. Pia- kaaten op V affchaffen der vrywaaringen. XX VUL Franfche zaaken. Maurits bemag- tigt Geertruidenberg. XXIX. Krygsbedryven |
||||
XXXI. Boek. HISTORIE. 269
in Friesland. Verfcheiden1 fchanfen verko-
ren. Koeverden belegerd. Muitery onder '£ Spaansch Krygsvolk. XXX. Zwaar onwe- der. Bommel en de Bommelerwaard heree- nigdmet Gelderland. XXXI. Ernst, Aarts- hertog van Oostenryk , wordt Landvoogd. Raakt in veragting. XXXII.danflagertvan Prinfe Maurits. Koeverden verlaaten. XXXIII. Prins Maurits en Graaf Willem belegeren en bemagtigen Groningen. Tet ophouden der Akte, waarby Leices- r.
^.LJL ter van de Regeering der Nederlanden Staat des afftondt, ilelde den ftaat derzelve in merke- Lands n* lyk gevaar, alzo men met wist, waar men ftamivatt 'r oppergezag, voortaan, zoeken moest. De Leices- Engeliche Ambasfadeur Herbert ontving dee- ter. ze Akte niet voor den twee-entwintigften van 1588. Louwmaand, toen hy op zyn vertrek ftondt ——■» naar Engeland. Hy nam ze dan wederom derv/aards, voorgeevende, dat het overleve- ren derzelve zyne reis te zeer vertfaagen zou (a). Leicesters aanhangers namen, hier- uit , gelegenheid, om kwaad te flooken tegen de Staaten, breed opgeevende van het onge- noegen der Koninginne, over 's Graaven on- verwagt vertrek, 't Morren werdt gevoed, door brieven vanLeicestei', en van de Konin- ginne zelve 5 aan zulken, die 's Graaven ftreng, hier, getrokken hadden tegen de Staaten. De Predikanten roeiden 'er onder (¥). En fommigen ontzagen zig niet, de Staaken, die, ., ' zei- fsl Bon XXIV. Boek, V. 4 [i<;0,
l'fi) Reyd VU. Lud. t/. IJS» " |
|||||
/
|
|||||
i7o VADERLANDS CHE XXXI. Boek;
|
|||||
ij88. zeiden ze, Leicester misnoegd hadden laaten
------- vertrekken, aan te merken als de oorzaaken
der elenden, die de Landen dreigden, wan-
neer men de Engelfche hulp, gelyk te dugten was, eens misfen zou. Doch na 't overleve- ren der Akte van Afftand , op den eerften van Grasmaand, door den Raadsheer Henrik Killegrei (ƒ)> hernamen de Staaten 't gezag, welk men hun zogt afhandig te manken, en de Regeering kreeg allengskens eene beften- diger gedaante. Muitery Maar eer 't zo ver kwam, was de muitery onderde onder de bezettingen, in verfcheiden' Ste- *^e"g"rgden, tot hevige daadelykheden uitgeborften. fcheiden' 'c Krygsvolk van den Staat hadt zig, al federt Plaatferi: eenige jaaren, laaten genoegen, met de be- met taalinge van twee derde dèelen der foldye, naame terwyl hun, voor 't overig derde deel, fchuld- jbriëven geleverd werden, die, by gedeelten, en wanneer 's Lands penningen wat ruimer omkwamen, voldaan werden. Nu vorderden zy volle betaaling, en weigerden den Staaten en Prinfe Maurits gehoorzaamheid ; zig be- roepende op den eed, aan Leicester gedaan,; Onder Sonois volk, te Medenblik, werden de beginfels der muiterye allereerst befpeurd > in den aanvang van Louwmaand. Van hier floeg zy over naar Heusden, Woudrichem, Schoonhoven , Geertruidenberg , Naarden 9 Veere, Arnemuiden, Bergen op Zoom en an- te Heus- dere Plaatfen. Te Heusden, werden de Wet- clen, houders, op 't Stadhuis, gevangengenomen, door het Krygsvolk ; de Overfte Ysfelftein op
(O Refol. IïoH. 1 /Ipfll 15IJ3. VI. r/,,
|
|||||
XXXi.BoEK. HISTORIE. ±?i
op 't Slot belegerd (d). Elders viel men aan 1588.
't pionderen, en aan 't ftroopen ten platten-------
lande. Robert Sacquet of Sucquet, een Engelsen- ,e wij..
man, misbruikende den naam der Koningin- ïemftadj ne, zogt de bezetting te Willemftad ook aan 't muiten te helpen, en zig van de Plaats en van den Perfoon des Bevelhebbers meester te maaken. Doch zyn toeleg ontdekt zyn- de , werdt hy , gevangen, naar den Haage gevoerd. Hy beleedt hier, dat hy voorhadt ? de vesting aan Parma te leveren: waarop hy ter dood veroordeeld werdt (e). Op dé mees- te Plaatfen nogtans , lieten de muiters, dié hier en daar nog geen twee derden der be- dongen' foldye ontvangen hadden, zig, met eenige maanden betaalinge, ftillen, en wisfel- den, op bevel van Prinfe Maurits, van leg- plaats (ƒ). Willougbys fchryven bragt veel te Veere. toe , tot het ftillen der muitery, te Veere, alwaar Prins Maurits , , op den twintigften van Slagtmaand, als Markgraaf, werdt in- gehuldigd. Te Vlisfingen ,, werdt de inhul- diging, op verzoek van de Regeeringe zelve, die voor opfehuddinge bedugt was, voordien tyd, verfchooven. Zy gefchiedde hier, eerst op den zesentwintigften van Oogstmaand des jaars 1590 (g). Maar de muitery onder de Staatfche bezettingen, in den jaare 1588, hadt nergens gevaarlyker gevolgen, dan te Medenblik en te Geertrui'denberg, waarom wy
C<0 Refo!. TToïl. 2 mr. 1^88. bl. a8.
(e) Refol. HoU. ij, lö April 1588. bl. 104, 128. BorXX,V1. Boek, hl. 40 f4573- (ƒ) Reyii VII. Hoek. bl. 138, 14t.
(g) liois. XXIV. /loei, bl. lou (3(j,5]. XXV. Boek, bl. 40
|
|||||||
ft*
|
|||||||
(
|
|||||||
272 VADERLANDSCHE XXXI. Boek-,
158s. wy 'er, een weinig byzonderer, van gewaä-
•------- gen moeten.
IL Te Medenblik , hadt het Krygsvolk volle
Gevaar betaaling gevorderd (h~), en Sonoi, die hun
lyke op- goede woorden gaf, ten minften in fchyii «and te q~) genoodzaakt, te wyken op 't Slot (k). blik.6"" -^e niiuters 1 de burgery ontwapend, het: Stadhuis ingenomen , en nieuwe Hopküdeil gekooren hebbende (/), fcheenen alles te „willen doen buigen naar hunnen zin. Ds Staaten , Sonoi , die vierhonderdenvyftig knegten meer in Medenblik gebragt hadt .> dan hem belast was, verdagt houdende van het ftyven der muiterye , zonden Gemagtigderl af, om hem en zyn volk tot reden te bren- gen. Doch zy zagen 'er niets te verrigten, met gemoede. Men hadt, te vooren al, op den naam van Leicester, een deel der be- zetting, die, in 't geheel, omtrent vyfhon* derdenvyfdg man fterk was (ni), uit de Stad willen ligten 5 maai4 de muiters floegen geeh- rte agt op zulke bevelen. Ook zogt Prins Maurits, met even weinig vrugc, in byzon* dere onderhandeling met hen te komen. So- noi was reeds met hen verdrängen, dat men geene andere bezetting in de fctad ontvangen zou ; en dat zy dezelve niet verbaten zou- den , voor dat zy volle betaaling bekomen badden. Ook wist men, dat hy zes tonnen Buskruid van Amflerdam hadt doen komen; waar-
(h~\ Refol. IIoll. 27 Jan. i5R8. U. 20.
CO O A. W. Beleg van Medcnbi. M. S. f. 3 verf. (k 1 Reyd VU. Boek, il. 13B. ( / f Reibl. IIoll. 2, 14, i-j Febr. 1588. il. 29, 38, 39. <J,
A. W. Boleg van Medenbl. M. S. f. 5. / sjnj G. A. W. Beleg van Meilenbl. M. S. /'. 2 verf. |
||||
XXXÏ. Boek. HISTORIE. 273
waaruit, ten klaarilen bleek, dat hy zig dagt 1588.
te hefchermen, binnen Medenblik. De Staa----——
ten en Prins Maurits beflooten, derhalve,
tot het uiterfte te komen , en zig, niet ge- xveld, meefter te maaken van de Stad (n). In Prins Sprokkelmaand , begaf zig Prins Maurits , Maurits verzeld van 's Lands Advokaat Oldenbarne- ^1^" veld en van eenige andere Heeren , der- waards, over Hoorn, alwaar 't hem , niet zonder veel moeite en gevaar , gelukt was, een vendel van Sonoi, onder Dirk van Dreu- nen, genoemd Haastrecht, ter Staduittefchik- ken y waarna hy 'er een zyner vendelen bin- nen gebragt hadt. Voor Medenblik, vertoon- de hy zig, op den zevenentwintigften, met eenige vendelen Noordhollandfche Poorters en weinig Krygsvolk (0). De Raad van; Staate, nog in Leicesters eed, hadt hem deezen togt, fchriftelyk, ontraaden. Doch hy/ hadt geantwoord, dat hy niet dagt te gaan, buiten de paaien van den last , hem, door 's Lands Staaten, opgelegd. De Raad zondt, daarna, Willem Bardes naar Medenblik, die de bezetting, nogmaals, zogt te beweegen, om zig zyner Doorlugtigheid van Nasfau te onderwerpen. Doch zy bleef onverzettelyk. De Prins begon zig, derhalve, te verfchan- fen , op de toegangen naar de Stad. Men fchoot, van wederzyde, nu en dan, op ei- kanderen. Ook werden 'er, van tyd tot tyd, fchutgevegten gehouden, tusfchen de belege- raars O) Bor XXIV. Boek, tl. 29.34 [187-195]-
OjVeuus Hoorn, il. 481. Bor. XXIV. Boei, il. 34 [tf)S] enz. VIII. Deel. S
|
|||||
l
|
|||||
S74 VADERLANDSCHE XXXI. Boek.
|
|||||
ï5§8. raars en de bezetting (p). De haven werde
■--------beflooten met Oorlogsschepen (q), uit wel- ken ook, fomtyds , op de Stad gevuurd werde (V), zynde men bedugt, dat de En- gelfchen onderneemen mogten , haar te wa- De En- ter te ontzetten (j). Ook vertoonde de geifcheti Admiraal, Karel Howard, zig, omtrent het haafte midden
van Lentemaand , in Zeeland, met
•willen z& groote fchepen en zes Pinasfen, welken , ontzet- volgens het fchryven van Jan Michielszoon , ten. Predikant te Grootebroek, aan Sonoi , tot Handel zYn ontzet, gefchikt waren. Daniel de Dieu9 der Pre- Predikant te Vlisfingen , hieldt, omtrent dikamen deezen tyd , ook briefwisfeling met Sonoi: j1" fnse" en deeze kerkelyke luiden arbeidden, in En- geland , zonder dat my gebleeken is uit wiens last, om Prins Maurits tot algemeenen Stad- houder te doen verklaaren j mids het bewind over al 't Krygsvolk eenen Engelfchen Hee- re in handen gefield werdt (>). Ook werdt 'er , wat laater, eene algemeene bezending der Nederlandfche Kerken naar Engeland gedaan , ftrekkende om de Koningin te be- weegen , tot het handhaaven van den Her- vormden Godsdienst hier te Lande, by de Vredehandeling met Spanje. De Hollandfche Kerken alleen hadden geen deel in deeze bezending gehad. De Gemagtigden der overi- gen werden, met goede woorden, afgevaar- digd (v). ~" On- Cp) G. A. W. Releg van Modcnbl. M. S. f. 5 verf, C, p
verf'. 10, 11, 14 verf. 15. (?) Ban XXIV. Hoek, hl. 36, 37 li97-l99\'
. (j ) O. A. W. Beleg van Mcdcnbl M. S. ƒ'. 7. Cs) U.cl'01. Holl. 13, 14 Maart 158«- W. »4* 85» 86.
CO Bui XXIV. Heek, tl. 44, 45 i>o8> 20fA-
(v) Uor XXIV. Boek. U. 74-^5 [sfii-aös, a66].
|
|||||
\
|
|||||
XXXI. Boek. HISTORIE. 275
; Ondertusfchen, hadt Sonoi twee Knegten 1588.
naar Kampen en Harderwyk gezonden , om--------
te verneemen, of het gedeelte van zyn Re- Meden-
gement , welk daar lag , gezind was, zyne ^men« zyde te houden. Een Vendrig en twee Kor- Zjg7 rp poraals , afgevaardigd , om Sonoi hierop te antwoorden, vielen den Nasfaufchen in han- den, en werden te Hoorn vastgezet. Sonoi fchikte, eerlang, Willem Mostaard, die zy- ne ftreng trok, naar Engeland (w~). Willoug- by en Killegrei arbeidden, op bevel der Ko- ninginne, tot een verdrag (ar) , terwyl 'er, voor en tegen Sonoi, blaauwboekjes in 't licht kwamen. De Ut'rechtfche Burgemees- ter Prounink fchreef 'er een, meent men, tot zyne verdediging, waarin de Staaten vin- nig werden doorgeftreeken (y). Midlerwyl, hadt Sonoi ondernomen , den dyk by Me- denblik door te delven, om dus 't binnenland onder water te zetten, en 't Staatfche Leger 'te verjaagen ; tegen de nitdrukkelyke aan- tuiging van Jelle Adriaanszoon IVyns, Dyk- graaf van Medenblik, en van de tegenwoor- dige Heemraaden: waartegen de Kogmeefter Kormlis Klaaszoon Mans en eenige anderen hem de behulpzaame hand booden (z). Doch dit werk bleef fteeken. Voorts bewoog Sonoi, door beloften en bedreigingen , eenigen uit de burgery, tot omtrent zestig in getal, om hem en der bezetting, by eede, hunne hulp toa
O) Roti XXIV. liaek, hl 37, 39 [199, aoi"|.
- (x) Refol. Holl. 14, 15, 30 Maart 1588. tl. 87, 89, 93. (y) Bok. XXIV. Kotk, bl. 39-43 [201-208], 53, 54 [220^ 422]-
Qz) G. A. VV. Beleg van Medenbl. M. S.f. 7, 15 verf. i6vfrf.
S 2 |
|||||
S7-5 VADERLANDSCHE XXXLBoEifi
ïs88. toe te zeggen: waarop zy hun geweer te rug
——• kreegen , en onder een vendel gefchaard werden. De overige burgers waren, te voo- ren , met hem overeengekomen, dat zy de bezetting noch helpen noch krenken zouden: aan welk verdrag, de meeden zig hielden (<z)„ Midlerwyl, troostte Sonoi de zynen met de hoop op Engelfche hulpe, vertoonende, van tyd tot tyd , brieven , die hy voorgaf, uit Engeland, ontvangen te hebben. Doch fom- migen hielden Joannes Petri, Grietman van Stellingwerf , die toen binnen Medenblik was, voor den verdigter deezer brieven, en het oosteinde van Twisk voor het Londen, vanwaar de nieuwe tydingen, met jagten * naar de Stad, gehaald werden (b~). De Vroed- fchap Allert Pieterszoon Koster, befchuldigd, gezeid te hebben , dat 'er geen ontzet uit Engeland te wagten was , werdt in hegtenis genomen (V). Dus ftondt het, te Medenblik, in den aanvang van Grasmaand, wanneer Sonoi berigt kreeg, uit Engeland, dat Lei- cester aflland van de Regeeringe gedaan hadt: waaruit volgde, dat hy en zyn volk van den eed, den Graave gezwooren, ontflaagen wa- ren. Op den twaalfden , werdt zulks , by P'lakaat der algemeene Staaten , den volke bekend gemaakt (d). De Engelfche Bevel- hebber in den Briele weigerde, in 't eerst, dit Plakaat te laaten afkondigen (<?); doch hy werdt 'er, eerlang, toe genoodzaakt. De zaa-
, C«) G. A. W. Iiekg van Medetibl. KI. S. f. 6 verf. 17, i\
■ (ir) G. A. W. Beleg van Medenbl. M. S. f. u, 15. t O G. A. W. Tieleg van Medenbl. M. i'. ƒ. l6.
(dj Bok. XXIV. Bock, bl. 55 [2s 1] enz.
CO Kelol. Huil. 2ö /tpïl 15Ö8. bl. 140,
|
||||
mwnwuwmmwLMB.. i.1 . --—■
|
|||||
XXXI. Boek. HISTORIE. &7?
zaaken te Medenblik veranderden toen van 1588.
gedaante. Prins Maurits tradt, door bewer---------
king van Willougby en andere Gemagtigden, Verd"f»
op nieuws , met Sonoi, in onderhandeling: noi> en men kwam eerlang overeen „ dat Sonoi 3, in bewind en binnen Medenblik zou bly- „ ven, met zo veel volks, als Graaf Mau- ,, rits en de Gemagtigden van Willougby „ zouden raadzaam vinden, mids hy beloof- 5, de , geene nieuwigheid te zullen aanreg- „ ten, zonder uitdrukkelyke bewilliging van „ den genoemden Graave. Voorts, zou de „ Raad van Staate Sonoi eenen billyken last- „ brief doen leveren, of anders een eerlyk .,, affcheid verzorgen. Den Knegten werdt „ drie maanden folds in gereeden gelde toe- 5, gelegd, mids zy lang genoeg gediend had- „ den , om zo veel te goede te hebben." Prins Maurits deedt, den negenentwintigften van Grasmaand , zyne intrede binnen Me- denblik , en beval, des anderendaags , by openbaaren Plakaate, vergetenis en vergif- fenis van al 't voorleedcne. De bezetting werdt gemonfterd, en gedeeltelyk verlegd (ƒ): waarmede de rust in deezen oord, voor eene wyletyds, herfteld was. 't Leedt egter Sonoï siiet lang , of Sonoi klaagde „ dat men 't klaagt, „ gemaakt verdrag kwalyk hieldt;. dat de ,C,!U '?en „ Wethouderfchap der Stad hem geenen be- jfoud" 15, hoorlyken eerbied toedroeg, en met goe- 9, de oogen aanzag , dat twintig of dertig -,, kryters hem, voor de tweede brugge van „'t
Cf) Corr Verhael v«n 't glicliandelde met Sonoy , gedn&l
45öS. Kou XStV. Moei, il. 58-63 [227-335]- |
|||||
s;8 VADERLANDSCHE XXXI. Boek.
„ 't Huis , kwamen hoonen en dreigen."
Zeker, de gantfche burgery fcheen derwyze tegen hem verbitterd, dat Prins Maurits hem, in zyne byzondere befcherming, nee- men moest, om hem voor den overlast van 't gemeen te beveiligen. Ook viel men hem lastig met regtsgedingen. Alles fcheen aan- gelegd , om hem wars te maaken van 's Lands dienst. De Staaten van Holland, ook mis- noegd op Sonoi , öm dat hy nog handelde met de muitende knegten aan verfcheiden' oorden (g), verklaarden, zelfs, rondelyk, ter, algemeene Staatsvergaderinge, dat zy zynen dienst niet meer begeerden Hy verzogt en verkreeg dan zyn aficheid van de algemeene Staaten. Doch men bleef hem, meende hy, nog veel fdraldig , waarvan hy voldoening vorderde. Prins Maurits zelf beval zyne zaak den Staaten van Holland. Sonoi deedt, ondertusfchen , eene reis naar Engeland, en verwierf ook voorfchryvens der Koninginne aan de Staaten (//)• 1*1 Lentemaand des.jaars I5V3? werdt hem, door de Staaten van Hol- land, by afrekening, tweeduizend ponden vol- daan, en daarenboven een jaargeld van,-dui- zend ponden toegelegd: welk, na zyn over- lyden, op zyne Dogter, Emereniiana Sonoi j verderven zou (T). IN'iet lang hierna, keerde, hy, uit Engeland, te rug, en begaf zig, met der woon , naar Norden in Oostfriesland. Van daar , kwam hy, na 't overgaan van 'v-'Gro-
f#5 Refol. Holl. 23 May i«;88. U. l?<>.
CA; Vide Act. Pub). Aqgl. lom. VII. 1'. T, f, 41., Refoi, Holl. 8-r --ï Jimy 1592- W« 55"; ■" ' '. lO.IUfol. Holl. 8-19 Maart 1593* M> 99 enz,- |
||||
■Ni
|
|||||
XXXLBoEK. HISTORIE, 279
•
Groningen, in 't jaar 1594» op 't Kafteel ten 1588, Dyke , in Groningerland, woonen, alwaar------—*
liy, in Zomermaand des jaars 1597, in den ïtyflerft«
ouderdom van agtenzestig jaaren , overlee- den is (£). Te Geertruidenberg, hadt de muitery nog III.
erger gevolgen dan te Medenblik. De Staa- Muitery ten van Holland verzogten, in den aanvang te -?"r" van Grasmaand, die van Dordrecht, dat zy ^"rg. eenigen naar Geertruidenberg wilden fchik- lcen , om der bezetünge te vertoonen , dat ■Leicester affland gedaan hadt van de Regce- ïing, en om haar beloften van goede betaa- linge te doen (/). Doch zy luifterden naar geene redenen, voorgeevende, met niemant dan met Willougby te willen handelen, en wel te weeten, waar zy geld zouden können lcrygen. Willougby kwam "er , eindelyk, op den dertienden van Bloeimaand, van ee- ïiigen uit de Dordrechtfche Wethouderfchap verzeld , juist als men , 's nagts te vooren, eenen heimelyken handel met den vyand ont- dekt hadt, die eenen Hopman en een' ge- meenen den hals kostte. Willougby vertrok na twee dagen; de bezetting bewoogen heb- bende , eene maand te toeven naar betaaling. De Staaten en Prins Maurits zogten, federt, jiader te handelen met de bezetting(V), doch zy beriep zig op Willougby. Men was dan genoodzaakt, deezen 't bevel der Stede, ee- ne Heerlykheid van den Huize van Oranje, , ''...• op
(10 ß°R XXtV. Boek, hl. 91-103 [270-200].
(I) Reib). Holl. 3 April 158«. hl, 99. («O Refol. Holl. 31 May 2, 24, a? Juny 1588. II. 190.
X5IJ, 217, 224, 225. S 4
|
|||||
±8o VADERLANDSCHE XXXI. Boek;
1588. op te draagen, onder belofte, dat hy ze voor
•-------den Graave van Nasfau bewaaren zou. Doch
hy was niet in ftaat, om 't Krygsvolk te ftil-
len , by gebrek aan geld. Zy eischten wel eenendertig maanden folds, die meer dan drie tonnen fchats beliepen. In Hooimaand, kwam men overeen, om hun twintig maan- den of twee tonnen fchats en nog zestiendui- zend guldens daarboven te voldoen, mids zy den eed deeden aan de algemeene Staaten en Prinfe Maurits (n). Doch de bezetting fchondt dit verdrag. Zy ontwapende eerlang de burgery, en liet zig, noch Soor de rede- nen van Willougby, noch door het fchryven der Engelfche Koninginne, voor wier belang zy egter voorgaf te waaken , tot bedaaren brengen, 't Ontbrak ondertusfchen niet aan zulken, die Willougby verdagt hielden van eenen toeleg op de Stad; welke hy, voor 't einde des jaars , rykelyk voorzag van En- gelsch Krygsvolk. 't Muiten hielde, mid- lerwyl, aan, waarom de Staaten en Prins Maurits, wederom berigt gekreegen hebben- de van eenigen handel met den Hertoge van Maurits Parma, fchoon het, naderhand, bleek ver- belegert zierd geweest te zyn (V), in Lentemaand des en be- jaars 1589, beflooten* de Stad, zo wel als Sä" Medenblik, te belegeren, Willougby was 'er, ' federt eenige maanden, niet binnen geweest,, en 't bevel ftondt 'er nu aan zynen Zwager, jfoan Wingfield: die de Stad den Prinfe wei- gerde te leveren , voorgeevende » dezelve ..,' ;! vooi
O) Ron XXIV. Boek, hl. 104-106 [292-295]. ,. /..,. ,.
(o) B. ÜBiNGLo Vcranfw. 1. Veel, tl <fê. |
||||
XXXI. Boek. HISTORIE. 281
|
|||||
voor zyne meefteresfe , de Koninginne van 153s»
Engeland, te bewaaren. Maurits deedt 'er,-----—
derhalve , zeventien ftukken gefchuts voor
planten , na dat hy de toegangen, alomme , ifcerk bezet hadt. 't Gerügt van dit beleg vloog haast over naar Engeland, daar men 't zeer vreemd vondt. Willougby, die nu eenen keer derwaards gedaan hadt, dreef, ten Hove, dat de Stad, binnen veertien da- gen , in Parmas handen zou overgeleverd worden, zo men der bezettinge geene betere 'Voldoening gave. Op den laatften van Len- temaand , befchoot Prins Maurits de Stad - hevig, en dreigde ftorm te zullen loopen Qd) ; die aan 't welk de bezetting ester voorkwam , door Pnrma eene looze handeling, die zy zolang wist te den rekken , tot dat Parma zig met zyn Leger wordt, vertoonde omtrent de Stad. Prins Maurits was toen genoodzaakt, het beleg op te bree- ken. De Stad werdt terftond aan Parma ge- leverd, op den tienden van Grasmaand (#). Hy ftondt der bezettinge vyftien maanden folds toe ; der burgerye de voorige vryhe- den, mids ze niet met 'sKonings hoogheid en 's Lands welvaart ftreeden. De algernee- ne Staaten gaven, federt, een fcherp Pla- kaat uit (f) , waarby de Overleveraars van Geertruidenberg , of Bergverkoopers , gelyk men ze noemde, met naame, befchreeven, en voor doodfchuldige fchelmen verklaard wer- den, wordende, daarbenevens, eene zekere fom-
O) Refol. Hol!. 1, 4 /?/t« 1589. il. 223.
(4) Refol. Holl. 14 April 15Ü9. W. 249. Reyd VIII. Beek, tl. J52-. Qrj Zie Reibl, Holl, l3 Afrit 15O9. l/l. 25Ö. S5
|
|||||
232 VADERLANDSCHE XXXI.Boek«
i$8g, fomme beloofd, aan elk, die 'er eenen ge-
s—--— vangen leverde. Eenige maanden laater, ver- klaarden ze, daarenboven, allen, die, voort- aan, eenige verkeering zouden houden, niet de verraaders van Geertruidenberg, te zullen aanmerken als derzelver medeftanders (*)« Zo lcherp oordeelden de Staaten te moeten handelen met de overleveraars deezer Grens- ftad; om het Krygsvolk ftefk af te fchrikkea van zulke euveldaaden, en tevens van de mui- tery, die 'er gelegenheid toe gegeven hadt. jY. 't Was een groot geluk voor de Vereenig- Oorzaa- de Nederlanden, dat de Hertog van Parma, fonvan kort na 't ontdaan der muiterye onder de het ver- Staatfche bezetting, in verfcheiden' Steden wen-des tevens ? niets ondernam tegen Holland en krygste Zeeland. De verwarringen, waarin deeze Lande, twee gewesten en Utrecht thans ftaken, zou- den hem fchoonen kans gegeven hebben, om meer dan eene Grensvesting te bemag- tigen. Doch hy en Koning Fiiips hadden andere oogmerken , en de gedagten, federt eenigen tyd , byna geheellyk gewend naar Engeland. Wy hebben, reeds meer dan eens, in 't voorbygaan, gewaagd, van de Vloote, die te Lisbon werdt verzameld. Parma hadt zig ook te water beginnen te wapenen. Hy hadt verfcheiden' fchepsn gebouwd en voor- zien, en hieraan zo veel gelds-hefteed, dathy niets van belang ,te lande onderneemen kon. Midlerwyl, werdt de Koningin van Enge- land , met eene looze vredehandeling , op- ge-
' 'O Bore XXV. Bock, il. 39 [565], 46 [374]. XXVI. Boeh
K i-'5 [40^-4^3= lö [|2ó, /)2ij) 34 [443J. |
||||
-XXXI. Boek. HISTORIE. sSj
gehouden, op dat zy zig niet wapenen zou, i58g,
te water, gelyk ze, inderdaad , laat genoeg -----—i
deedt. In de Lente deezes jaars 1588, be-
gon zy eerst vast te ftellen, dat het op haar gemunt was; en in Zomermaand, vertoonde zig de Spaanfche Vloot reeds , omtrent de Engelfchè kusten. Tot den zesden dier maand toe, was de'Vredehandeling, tusfchen Span- je en Engeland, eerst te Brugge, en daarna te Bourbourg, voortgezet (7): onaangezien Elizabet reeds kennis gekreegen hadt, dat Paus Sixtus de V. haar, by eene Bulle, ver- vallen verklaard hadt van haare Ryken, en met Filips overeengekomen was , om haar van dezelven met der daad te ontzetten. Doch het naderen der Spaanfche Vloote deedt alle onderhandelingen, plotfelyk, afbreeken (u). Van hoe veel gewigt 'sKonings toerusting geweest zy, en welken uitflag zy gehad heb- be , ftaat ons , hier, beknoptelyk, te ont- vouwen. [ ■- -; De Vloot, die, in alle havens van Spanje v. en Italië, was uitgerust, beftondt uit omtrent De Ko- honderdenveertig, meest zeer groóte en zwaa- "ing.yan re fchepen: behalve een goed getal van min- ^teene dere vaartuigen. Zy was, met omtrent twin magtige tigduizend koppen, bemand, 't Opperbevel viootuit, derzelve was Alfonzo Perez de Gusman, Herto- ^?2"?11" ge van Medina Sidonia, opgedraagen (v~)i In't & midden der Lente, werden de fchepen, te Lijs- bon , byeen gebragt. Midlerwyl, hadt Parma een Leger van dertigduizend man , in Vlaande- ren, CO B°R XXIV. Boek, il. «6-83 [267-270].
(u) Meterkn XXIV., llock,.tf.--265 ycrf.-i(-.6,-*6iï yerf.
v.. Cv.) Rkyu VIII. ßuek, M.141. SiiuDA lAc.\ 11. Libr, IX. 2'.542j 545. |
||||
aÄ4 VADERLANDSChE XXXI. Boek,
ï5§8. ren , op de been , gereed om gefcheept te
f-------worden in agtentwintig Oorlogsfchepen ■»
die, in de haven van Duinkerken, verzameld
waren. Vierhonderd platbodemde vaartui- gen , ten deele , nieuwlings gebouwd , ten "deele , aan alle kanten, opgekogt, dienden hem, om 't volk en den voorraad aan boord te voeren, langs verfcheiden' vaarten, wel- ken hy zelf, onlangs, hadt doen graaven (V). In Engeland, en hier te Lande, fcheen men weinig vrees te hebben voor de Spaanfehë • Vloote. Sommigen maakten zig diets, dat zy ilegts dienen zou, om de Westindifche fche- pen te geleiden. Anderen dreeven, dat zul- ïce groote fchepen, in de enge Engelfche zee- ën, weinig zouden können uitvoeren. Men flelde zig dan, naar gelang van 't gevaar, in %ede- geenen behoorlyken ftaät van tegenweer. De iande- Vredehandeling vertraagde ook, meer of ling met min, de toerustingen ten oorlog. In Holland, Spanje. jiajt men? jn ^e groote en kleine Steden beide, "v reeds geraadpleegd , over de voorwaarden, welken men van Spanje behoorde te bedin- gen (#). Zelfs hadt Prins Maurits dienftig ge- vonden , den Predikanten af te vraagen, of - men vrede zou mogen maak en , zonder de vrye oefening van den Hervormden Gods- dienst te behouden. Hy wist, naamlyk, wel, wat zy hierop antwoorden zouden, en meen- de hen , die door Leicester zo zeer gevleid .waren, in dit geval, veilig te mogen itree- Jen , met de eere der raadpleeginge. Ook ont-
O) Grotii Hfflor. lier.- I. p. 118. *
, .,.: t* ) Refol. Heil. 14, *>, 20 May 1588. bl. 161, 163, ypi
|
||||
XXXI. Boek. HISTORIE. a8£
ontrieden ze, gelyk hy verwagt hadt, alle 158S;
• vredehandeling, waarby de vrye Godsdienst- ■
oefening niet vooraf vastgefteld werdt (3)).
Doch de fterke toerustingen in Spanje, en in de Spaanfche Nederlanden , en eenige hei- melyke berigten van het oogmerk derzelven deeden de Engelfche Koningin, eindelyk 3 ontwaaken uit haare zorgeloosheid. In Gras- maand , hieldt zy by de Staaten aan , om twintig Oorlogsfchepen , en men befloot haar met dezelve te dienen, fchoon men toen , hier te Lande, nog onkundig fcheen, of Fi- lips het, op Engeland, of op de Vereenig- de gewesten, gemunt hadt. In Zeeland, was men ook op zyne hoede, en begon zig, t» wapenen (z). Sommigen hadden den Koning geraaden, zig van Vlisfingen meefter te maa- ken , eer hy iets op Engeland ondername. Parma zelf was van dit gevoelen. Doch de Koning begreep het anders (a). In Engeland, werdt, in alleryl, eene vloot uitgerust, en de oever van de Theems, ter plaatfe, daar de landing gevreesd werdt, bezet met Krygsvolk. De Spaanfche Vloot, aan welke men, uit hoog- Da moed, of om fchrik te baaren, den naam van Spaaa- Qnverwinnelyke gegeven hadt, ftak, eindelyk, ^ omtrent het einde van Bloeimaand, van Lisbon fteektia in zee. Zy was niet verre van Engeland, toen zee. de Koningin, misleid door een loos gerügt, dat zy niet komen, immers lang agterblyven zou, haaren Admiraal Howard belastte, zy- ne (y~) Ror XXIV. Boek, !•!. 68 [241] enz, 74 [2-50].
(2) Reiol. Huil. »6, 28 /Ipril 2, 6 May 1588. 'il. IS«, 141*
f44, 149. ' £*?) STBAPA ücc, U. Libr, IX, p, 530, |
||||
£56 VADERLANDS CHE XXXI. Boek*
ï5§8. he zwaarfte fchepen te ontwapenen. En die
- --------was maar even gefchied, toen men de vyand-
Komton-lyke fchepen in 't gezigt kreeg, die, meent
der En- men ? jn jeeZe verbaasdheid , het overige £e an ' der Engelfche Vloote zouden hebben können flaan , en Engeland overvallen , zo zy gee- nen last gehad hadden , om niets te onder- neemen, voor dat zy zig, met Parmas fche- pen, vereenigd hadden. Maar deezen wer- den vast beflooten gehouden, binnen de ha- ven van Duinkerken , door den Engelfchen Admiraal, Henry Seimours, en door de Hol- landfche en Zeeuwfche fchepen, onder den Heere van Warmond en Juftinus van Nas- raakt fau. De Spaanfche en Engelfche Vlooten flaags raakten , niet voor den eenenuertigften van En»el- Hooimaand , aan elkandercn , voor Ply- fchen. mouth. Een Spaansch Gallioen, zwaar be- fchadigd, door het fchieten der Engelfchen, werdt, den volgenden dag, veroverd, door den Admiraal Drake. Wat laater , floeg de brand in 't fchip van den Spaanfchen Onder- Admiraal , Michiel d'Oquendo , welk, met verfcheiden menfchen, voor een gedeelte , verteerd werdt, en voorts den Engelfchen in handen viel. Des anderendaags, den twee- den van Oogstmaand, raakten de Vlooten we- derom Haags. De Spaanfchen verlooren toen verfcheiden' fchepen en een goed deel volks. Vier dagen laater, ankerde de Spaanfche Vloot voor Calais (b~). Herwaards zonden de En- gelfchen agt branders, die zo gelukkige wer- king deeden, dat de Spaanfche Vloot geheel in
O) Reib!. Holl. 8 Aug. 15S8. U. 297.
|
||||
■ , _.-»-.—T—-
|
|||||
XXXLBoER. HISTORIE. 287
in wanorde raakte, en, met verlies van ver- 158g.
fcheiden' fchepen , de wyk neemen moest.--------
Het Gallioen van Don Diego de Piemontel, ge- d<. on-
heel reddeloos gefchooten, werdt, onder der-Ad- Duinkerken, genomen, door het Hollandsen miraal fchip van Jonkheer Piet er vun der Does, On- j)0es £' der-Admiraal van den Heere van Warmond, neemt die een' veroverden wimpel, in de Kerke te een Leiden, ophing (<:)• Don Diego, in den Spaansch Iiaage ondervraagd zynde, gaf opening van ^31110211* de gelegenheid en het oogmerk der vloote, verklaarende, dat men 't, daarmede , op Engeland gemunt hadt, zonder iets te wil- len weeren van eenen toeleg op de Veree- nigde Nederlanden. Midlerwyl, hadt men zig, in Holland en Zeeland, op zyne hoede gehouden , wagten langs de ftranden gefield, en tonnen , kaapen en bakens weggenomen (i). Een ander Spaansch fchip, omtrent dee- zen tyd , by Blankenburg geftrand zynde , werdt, door de bezetting van Oostende, ge- plonderd. 't Gros der Vloote, toen niet veel °e boven de zeventig fchepen fterk (V), geenen Spaan, kans ziende, om zig nïet Parmas fchepen te ^ot vereenigen, en de Engelfchen niet durvende keert afwagten, befloot, eerlang, noordwaards aan, naarhuis. agter Ierland om, naar huis te keeren, door eene zee, op welke de Spaanfche Stuurlieden t'eenemaal onbedreeven waren. Hier werdt Be'°opt het ,>. in Wynmaand, van eenen hevigen en f^irea aanlioudenden ftorm beloopen , die veele ß0rm. fchepen op de Ierfche kusten deedt ftran- den (c) Meteuen' XV. Hoek, f. 0.71.
14 Refni. Holl. «o 'Jtily , 4 Aug. 1588. il. 280, 293.
£#) iteibl. Holl. 10 /Ing. ij«8. lil, 3C0.
|
|||||
2S8 VADERLANDSCHE XXXI. Boer;
'I5g8. den (ƒ). Men wil, dat 'er van de gantfche
-——- Vloot maar ruim vyftig fchepen in Spanje te rug gekomen zyn. Ook was de helft der man- fchap geiheuveld op deezen hagchelyken togt, en onder deeze zo veelen van edelen geflag- te, die zig vrywillig fcheep begeven hadden, dat de Koning het rouwdraagen, na verloop van eenige dagen, alomme, verbieden liet (g), op dat de grootheid van 't verlies, aan de al- gemeenheid van het treurgewaad, niet te zeer blyken mögt. In Slagtmaand, kreeg .men hier nog tyding uit Schotland, dat 'er, kort te vooren, een groot Spaansch Oorlogs- fchip, in 't westen van Engeland, geftrand was. Aanmerklyk is 't, ondertusfchen, dat de Engelichen , door 't gefchut der Spaan- fchen , wel vry wat fchade geleeden, doch geen een fchip verlooren hadden (Ji). In Holland, hadt men reeds beflooten, nog dertig Koopvaardyfchepen in beflag te nee- men , en ten oorloge uit te rusten (ï); doch 't vertrek der vyandlyke Vloote ftremde de uitvoering van dit befluit (k). Omtrent hon- derdenzestig Spanjaards, die men hier ge- vangen bekomen hadt, werden , in ver- fcheiden' Steden en in den Haage , eenen geruimen tyd , bewaard , en niet geflaakt, zonder losgeld, welk, door den Hertoge van Parma, verfchaft wèrdt (7). De zege, op de Spanjaard behaald , werdt, in Engeland en hier
(ƒ) Refol. Holl. 3 Nov. 1588. VI. 471.
("#) Str/UM ])ec. IJ. Libr. IX. p. 563.
Ca; Bok XXV. /los/c, H. 3-13 [314-328], 43 [377].
( O Refol. Holl. 12 Aug i<;88. W. 302.
Ck) Reful. Holl. y Sept. 1588. hl, 3«.
(O Rtlo!. Holl. 15 Aug. 24 Oec. 1588. tl. 308. 525, ' .1
|
||||
&XXI. BoEfc. HISTORIE. 289
hier te Lande, als een byzonder gunstbewys i58&.
der Hemelfche voorzienigheid $ aangemerkt, —L— en op plegtige dankdagen gevierd. De Graaf van Leicester, wien de Konin- De Graaf
pin het opperbevel over haare Landmagt in p^^ " Engeland opgedraagen hadt, oveiieedt, kort fterft, na 't vertrek der Spaanfche Vloote, op den veertienden van Herfstmaand (?»), ten tien uuren des morgens Qi), Men was, hier te Lande , niet rouwig over zynen dood, alzo hy , tot kort voor den zelven * het misnoe- gen tegen de Staaten , door brief op brief» gevoed hadt. Maar Parma , verdrietig over den on ge-- VT;
lukkigen uitflag dei* onderneeraingc op En- Aanf]li£, geland, liet zig, als tegen zynen zin, over- ™ £&** haaien , tot het onderneemen der belegerin- Th od» ge van Bergen op Zoom, de eenigfte Stad in ien. Brabant , zo men Willemftad niet .rekent, die thans de Staatfche zyde hieldn De Stad en het Eiland Thoolen in Zeeland waren, flegts door eenen arm der Schelde, de Vos- femaaf genoemd, afgefcheiden van het Land van Bergen op Zoom, en zeer gelegen, om de vesting, van daar, van al het noodige te voorzien. Doch om dit te beletten, befloot Parma zig eerst van Thoolen te verzekeren. Montigni en Oktaaf * een der jonge Graa- ven van Mansfeld, werden, met agthonderd man , derwaards gezonden : die, 't laagfte water waarneem ende , door de Vosfemaaf lobberden * gedekt van tweeduizend fchut- f «") Hrvn VUT. floik,U. 148. Bon XXV. Botk, tl. i5 ^jajr
00 Re!bJ. HolJ. 20 Sfpt. 1583. tl. S73. VUL Deel. T
|
|||||
•
|
|||||
«9o VADERLANDSCHE XXXLËoÈk.
»588. ters, die op den dyk lägen. Doch Everard,
>-^—— Graaf van Solras, die op 't Eiland geboodt, belette hun de landing , en dreef hen, met verlies van vierhonderd man, door 't water j te rug. Montigni en Mansfeld raakten vast in 't flyk , en werden , niet dan met veel moeite, gered door de hunnen. Naderhand b'ragten de Staaten meer volks in 't Eiland 5 zo dat Parma den moed om het te bemagti- gen verlooren gaf (0). ft beie- '*" B^eS van ßergen op Zoom werdt egter
gin Ber" ondernomen. Op den drie-entwintigften van %èn dp Herfstmaand, vertoonden zig de Spaanfchen Zoom. voor de Stad , die nu, uit Zeeland en uit Holland , van al 't noodige voorzien werdt. Prins Maurits en de Gemagtigden der Staa- ten begaven zig , eerlang, derwaards. Ook bevondt zig, binnen de vesting , de Engel- fche Krygsbevelhebber Willougby. De be- legerden vielen wakker uit, en deeden den vyartd veel afbreuk. Van de twee fchanfen, A auflag tusfchen de Stad en de Schelde gelegen, zogt Noord- Parma de éene , de Noordfchans genoemd, fehaia. eerst door geweld, en'toen dit niet gelukte, door verraad, te bemagtigen. Een Zoetelaar en een Engelfche Vendrig, Grimßon gehee- ten, lieten zig, naar 't fcheen, bevveegen, om Parma den weg te wyzen tot het innee- men der fchanfe: doch Thomas Morgan, Be- velhebber van Bergen op Zoom', beltierde deezen handel; die, met zyne kennis, 011- , dernomen werdt , ora Parma te misleiden. De Hertog nogtans« meenende. zyn Huk wis» te-
CO Bcjr XXV. Boik, Ü. 13 [328]- |
||||
XXXI. Boek. HISTORIE. 291
te neeraen , liet zig niet in met de gewaan- 1588.
de verraaders , dan onder beding , dat zy,-----——
geketend aan twee gewapende Krygskneg-
ten , eenen hoop van drieduizend man naar de fchanfe geleiden zouden. Dit namen ze aan. Men vondt, voor de fchans gekomen, de poort open. De leidsluiden, van de eerlten vyftig man gevolgd , trokken naar binnen. Doch terftond hierop , liet men het tweede winket vallen. De ingekomen' Spanjaards, zig overmand ziende, durfden hunnen Leids- luiden niet aanvallen. Die van buiten, fchoon befpeurendë dat zy bedroogen waren, had- den egter herts genoeg, om, door de waad- baare graft, tegen de borstweering op te klauteren ; doch zy werden hier zo ontvan- gen , dat zy , met verlies van agthonderd man (p), te rug moesten, 't Mislukken dee-'t Beleg zer onderneeminge, en de geduurige regen, ™n Ber" die 'er op volgde , deedt Parma, eerlang, ^e"rdt befluiten , tot het opbreeken van het Beleg opgebro- van Bergen. Tusfchen den twaalfden en der- ken. tienden van Slagtmaand , verliet hy de Stad (q). Willougby trok hem na, en floeg, in 't gezigt van den wykenden vyand, eenige Engelfche en Nederlandfche Heeren Rid- der, uit den naam zyner Koninginne (r). Doch kort voor dat het beleg van Bergen VII.
ondernomen werdt, was Bon , dat, op 't Bon ver- einde des voorgaanden jaars , door Schenk, looren* verrast was, by verdrag, hernomen door de vSpaanfchen. Parma hadt de Stad, van Len- te- zo Rcfo!. Ho!!. 22 Och'j. 1588. U. 446. f,;) 11 dol. Moll. 3, 17, iS Nov. 1538. il. 467,4? I > 4>;8 , 499. (_r; Hor XXV. iiotk, IL 20-24 C33'.:-343j- T 2
|
||||
spa VADÊRLANDSCHE XXXI. Boek,
i^38. temaand af, doen belegeren , door den
— — Prinfe van Chimai. In Grasmaand, hadt |,onn. Joan Baptist ïasiis , die zig in 't Spaan- Tasfis" ^Q Leger bevondt, en de vesting, by nagt, iiieuvelt. kwam befpieden , het ongeluk van door ee- nen jongen, dien men buiten geflooten hadt, met een lood, door 't hoofd, getroffen te worden, dat hy 't bedierf (Y). De Spaan- fchen verlooren aan hem eenen hunner dap- perfte Krygsluiden. 't Beleg van Bon duur- de wel zes maanden. Schenk en de Oud- Keurvorst Truchfes hielden fterk aan by de Staaten, om ontzet. Doch alzo 's Lands ge- reedfte middelen, ten deezen tyde, tot den oorlog te water befïeed moesten worden , vondt men zig buiten ftaat, om hun behoor- lyk by te fpringen. Parma zondt, na 't ver- trek der Spaanfche Vioote, ook meer volks, voor Bon; waarom Schenk, eindelyk, den Baron van Podelits, die in de Stadgeboodt, bevel gaf, om zig, ten besten doenlyk, te verdraagen met den vyand. Op den negen- tienden van Herfstmaand, werdt de Stad op- gegeven. De bezetting trok 'er uit, in volle rusting, Wordende begeleid naar Rynberk en Wagtendonk (f), de naaste vestingen, die Mansfeld ^e Staatfche zyde hielden. Doch Wagten- wint donk viel, eerlang, den Spaanfchen in han- wagten- den. Graaf Pieter Ernst van Mansfeld floeg donk, 'er^ terftond na het overgaan van Bon, 't beleg voor. 't Liep egter aan , tot op den twintigften van Wintermaand , eer hem de Plaats, daar weinig volk en voorraad bin- nen » OyBoR XXIV. Boek , hl. 64 [*'.6], 9-1 [iß\
CO Bob. XXV. Boek, II. 13 [32SJ. |
||||
XXXI. Boek. HISTORIE. 293
nen was, werde opgegeven. Mansfeld ont- 1588.
ving ze, in den naam van Ernst vanBeyeren, — ■ Aartsbisfchop van Keulen '9 1'choon hy 'er Spaaniche bezetting in liet. 't Gros zyner benden deedt hy toen de winterlegeringen betrekken in 't Land van Gulik: dat, f eiioon onzydig , den overlast der Spaanfchen dulr den moest (ii). Het Leger des liertogs van Parma fchoor, deezen winter, Brabant kaal; gelyk het 5 te vooren , Vlaanderen gedaan hadt. Ten deezen tyde , werden verfcheiden' VUT.
Hollandfehe fchepen in Engeland heflaagen, Verfcini ter oorzaake van oude fchulden , gemaakt p^anci" door de Nederlanden in 't gemeen (v). Ook Bezen-, hadt William Stuart, voor deezen, Kolonel ding naar in Staatfchen dienst, van Jakob den FL Ko- ^c,1.üC" ning van Schotland, Brieven van fchaver- ?AU° haaling op de Nederlanders verzogt: alzo hy meer dan zes tonnen fchats by hen meende te goede te hebben. Koning Jakob liet hem nogtans niet toe , zig van deeze Brieven te bedienen, voor dat hy de Staaten , door eenen Heraut, gewaarfchuwd hadt. Terftond hierop, zonden de Staaten Meester Leonard de Voogd, Penfionaris van Delft, naar Schots land. Hy nam zynen weg over Engeland: doch alzo de Koningin de Nederlanders en Schotten niet gaarne naamver verbonden zag, wist zy, onder belofte dat-zy Koning Jakob, ten voordeele der Staaten, ichryven zou, te wege-te brengen, dat de Voogd de reis naai' Schott
(:■:') P.or XXV. r. <el;, '<!■ :; [s«].
(_ïj MffEuBN XV. Bock, f. 275. verf. T 3
|
||||
294 VADERLANDSCHE XXXI. Boek
1588. Schotland ftaakte , en in 't begin des jaars
—— 1589 naar huis keerde Qw~). Hy en Joan van der Werks, Penfïonaris van Amfterdam, wer- den egter, wat laater, regelregt naar Schot- land afgevaardigd, en hadden , den tienden van Bloeimaand , te Edenburg , gehoor by den Koning, die hen gunftig ontving. Zy vertoonden hem „ dat Stuart op verre na „ zo veel niet te eisichen hadt, en dat alle „ de Nederlanden , zelfs die thans in de „ magt van Spanje waren, voor 't gene hy „ met regt kon vorderen, waren verbonden , „ dat Holland en Zeeland zig nimmer in ge- „ meenfchap van lasten met de andere ge- „ westen in 't gemeen begeven hadden, en „ derhalve niet aanfpraakelyk waren voor „ de gemeene fchulden: dat het, eindelyk, „ met alle regten en gebruiken ftreedt, eene „ fchuld, al was ze fchoon wettig, door 't „ Land in 't gemeen , gemaakt, op de by- „ zondere ingezetenen, te willen vernaaien." Alle welke redenen , onderfteund door de voorfpraak des Engelfchen Gezants, zo veel ingang vonden by den Koning, dat hy den Staatfchen toeftondt, naar huis te keeren, en hunnen meefteren verllag te doen van de redenen, waarop Stuart zynen eisch grond- vestte. Koning Jakob, daarna, verneemende, dat Stuarts eisch weinig reden hadt, en veel- ligt ook vermoedende, gelyk fommigen, dat de Hertog van Parma hieronder roeide, be- gunftigde hem niet verder : waarmede dee- ze ophef verdween (V). Stuart egter, in 't jaar
O) Kor XXV. ßoek, hl. 47 [375] «w.
O-) Boe. XXV. /lort, tl. 52 [382J enz. |
||||
XXXI. Boek. HISTORIE. 295
|
||||||||
jaar 1590, in dienst des Konings van Dee- 1588.
nemarkè getreden zynde, wist, door voor- -------*■
fpraak van deezen Vorst, zo veel te wege
te brengen, dat. de algemeene Staaten hem, in 't jaar 1593, nog zesenvyftigduizend gul- dens toeftonden, die, op onderfcheiden' ty- den , betaald werden (y). Met Engeland, hadt men zig , wegens 't beflaan der fche- pen , reeds in den aanvang des jaars 1589, verdraagen. Te vooren, in Wynmaand des jaars 1588 , IX.
was de Regeering te Utrecht t'eenemaal ver- Geme- anderd , waartoe de gelegenheid van wat f)"^*6 liooger moet opgehaald worden. Wy hebben, waaruit' in 'c voorgaande Boek (2), gezien, hoe agt de ge- Stigtfche Edelen , kort voor Leicesters ver- *>ee,e trek, by hem, op de herftelling van eenige ^r|jef misbruiken , aangehouden hebbende , om Regee- het fterk ftaau hierop, meest allen in hegte- ringe nis genomen, doch, federt, wederom ge- o«1^- flaakt waren. Zy hadden zig, hierop , naar 110ee™je* Woerden begeven, alwaar zy, op den laat- Edelen ften dag des jaars 1587, een fcherp Protest tekenen tekenden ; waarin. de tegenwoordige Wet- ";c" houderfchap van Utrecht, die door Leices- proetre^t ter gefield was, vinnig doorgeftreeken werdt. tegen ds Zy zonden dit Protest aan den Graave van Regee- Nieuwenaar , by wien zy, met meer hoop "ngv.ari dan voorheen by Leicester, om verbetering der misbruiken aanhielden (a). Nieuwenaar was zelf t'onvrede op de Utrechtfche Wet- houderfchap, die Leicester gefteld hadt |
||||||||
zon-
|
||||||||
(y~) Bor XXVni. Hoek, VI. 6 [$•}?].
(z) Bladz. 246.
(.<0 li01t XXlil. Boek, hl. 100 [144].
T 4 '
|
||||||||
sp6 VADERLANDSCHE XXXI. Boek,
f588. zonder hem te kennen : en hy begreep, dat
yrr--——zyn Stadhouderlyk gezag nooit behoor!yk erkend zou worden in 't Stigt, zo de aan- hang van Leicester de Regeering der Stad in handen hielde. Verandering' in de Wet te maaken hadt, ondertusfehen , veele voeten in de aarde. Het Krygsvolk, welk bezetting hielde in 't Stigt, was nog 'm den eed van Leicester, en de Burgerhopluidcn hielden 't met de tegenwoordige Regeeringe. De Stad-- houder hadt, derhalve , geduld en beleid noodig, om de zaaken in 't Stigt eenen an- deren keer te doen neemen. Nieuwe- 't Eerst dat hy ondernam was den Staaten naar ^ des Landfchaps kennis te geeven van de klag- 'Se-efc'ter. teil en van het Protest der misnoegde Ede- ten ken- ien : waarover die van de Stad zeer geiloord iiis van. waren. Midlerwyl , hadden de misnoegden zig ook met een verzoekfehrift vervoegd aan de algerneene Staaten , die Gemagtigden noemden, om, nevens de Gemagtigden des Raads van Staate en der Staaten van Utrecht, te Woerden, met hen in onderhandeling te treeden. Dit gei'chiedde in Sprokkelmaand deezes jaars. Men hoorde elkanders klagten ; men wisfelde verfcheiden' fchriften ; doch fcheidde vrugteloos. De Edelen vorderden eene gtoote verandering in de Utrechtfcbe Wethouderfehap: waartoe de Regeering dei' Stad niet verflaan kon (b~). In Hooimaand,le- verden zy een nieuw Verzoekfehrift over aan de algerneene Staaten, die Leoninus en Val- ke naar Utrecht zonden« om, met den Graa- \e
O) Dor XXIV. Boek, bh 9-23 [160-175].
|
||||
XXXLBoek. HISTORIE. 297
|
|||||
ve van Nieuwenaar, middelen te beraamen, 1588.
tot het beflisfen der zweevende gefchillen -——3 onder de Leden der Staaten. Doch dit aan- houden by de algemeene Staaten werdt den misnoegden Edelen, door de overige Leden der Stigtfche Regeeringe , zo kwalyk geno- men, dat zy den Prokureur-Generaal, Hen- rik Agileus , last gaven, om hen, deswege, voor 't Hof, te dagvaarden; gelyk hy deedt. De Edelen verzogtën uitftel: doch eer dit geding vervolgd werdt, was Agileus reeds geweeken naar Engeland , en de Regeering te Utrecht veranderd (c). De Staaten van Utrecht, met naame die De Re-
van de Stad, befpeiirende, hoe zeer 'er tegen geering hen gewoeld werdt, en geenen kans ziende, £er Stad om zig, zonder hulp van Engeland, in 't ver- jïpgmads kreegen bewind , te bandhaaven, vaardig- 0:f'deRo- den , ten deezen tyde, Nikolaus van Meetker- ningin ke af, naar Engeland, met last, om nog eens va!lE?^ te onderdaan, of de Koningin zou können cfppèr"" bewoogen worden, om de hooge Regeering heer- der Nederlanden , of ten miniten die van fchappy Gelderland, Utrecht, Overysfel en 't beste f00™*" deel van Friesland te aanvaarden. De Bur- neemeii". gerhopluiden van Utrecht, zig, vooraf, by Handel eede, verbonden hebbende, tot het geheim vanProu- houden hunner raadpleegingen , zonden ook nmk' eenen hunner, Frans 'Gerritszoon Brouwer, naar Engeland, om te bewerken, dat' Lei- cester en de Koningin den BurgemeeftérProu- fliiik rieden , tot het behouden der Burge- mees-
C«) Bor XXIV, (lock, hl. 108,113 Uwiofi.
T 5
|
|||||
Êp8 VADERLANDSCHE XXXI. Boek.
|
||||||
ï58H. meesterlyke waardigheid, die hy voorgaf te
i—■------willen afleggen, al fchoon ze hem, by de aan-
ftaande verandering der Regeeringe , van
nieuws, mqgt opgedraagen worden (77). Nie- mant twyfelde egter, of Prounink hadt dit zelf zo befteken met de Hopluiden, op dat de Stadhouder hem, op aanpryzing der Ko- ninginne, in de Regeering laaten zou. Brou- wer flaagde gelukkiglyk. Hy keerde' fpoe- dig te rug, niet brieven van de Koninginne en van Leicester , waarby de Graaf van Nieuwenaar verzogt werdt, den Burgernees- Nieuwe- ter Prounink in 't bewind te houden. Nieu- naar weiiaar, gantsch andere gedagten hebbende, houdt hieldt , federt eenigen tyd, heirnelyke by- kellBy-y" eenkomften met eenige ontfläagen' Burger- eenkom- hopluiden en anderen , die op Prounink en iten met op den Leicesterfchen aanhang gebeeten wa- de ont- ren# QqJj vertoonde hy de Engelfche brie- Burger- ven aan ^e Staaten, te gelyk verklaarende, hopiui- dat hy niet gezind was naar te komen, 't ge- tien, ne 'er hem in verzogt werdt. Zelfs gaf hy dit der Koninginne te verftaan , 'in eenen Brief, dien hy haar in Herfstmaand, fchreef en waarin hy zeer klaagde, over de heersch- zugt van Prounink. Terwyl deeze Brief on- derweg was, overleedt Leicester, zeer on- tydig voor Prounink, alzo 'er, kort hierna, fchryvens uit Engeland kwam , dat de Ko- ningin, met haaren voorigen brief, niet be- oogd hadt, Nieuwenaar , in de vrye ver- kiezing der Utrechtfche Wethouderfchap, te hinderen. De
CO Ron XXIV. /hek, bh II4[3C>4]. XXV.ßorf, II. I4l>9]r
|
||||||
;
|
||||||
XXXI. Boek. HISTORIE. 299
De gewoonlyke tyd van de verandering i5S8.
der Regeeringe , te Utrecht, viel op den-------
eerften van Wynmaand ouden , dat is, op De Buis-
den elfden, nieuwen ftyl, tegen welken tyd, pjyv^\ elk zyne banden zogt te Ipggen, om de keu- „^j,^!1 ze, naar zynen zin, te doen uitvallen. Prou- komt in nink verzogt Willougby, tegen dien tyd, te dewape- Utrecht te willen komen. Ook deedt ïiy het nen- vendel van Kleerhaage in de Stad trekken, en hieldt 'er dat van Hopman Blunt, een' En- gelschman, op, tot in Wynmaand (ƒ). Voorts, lag 'er nog een Walsch vendel van Hopman Matthieu de Villers in de Stad. E enige dagen voor den tyd der veranderinge , werdt 'er dubbele wagt gehouden , door de burgers van beiderlei aanhang. Henrik Janszoon van Ratingen , gewezen Burgerhopman, zig te- gen de Walfche kuegten van Villers hebben- de laaten ontvallen, dat zy niet -wisten men zy dienden; doch dat zy V wel haast weeten zou- den, werdt, op bevel der Wethouderfchap, gevat, en op Haazenberg gelegd. Dit ver- oorzaakte merkelyke beweeging onder 't volk. Op den vierden van Wynmaand, hadt Frans Gerritszoon Brouwer de wagt op de Plaats voor 't Stadhuis. De burgers, die 't met Nieuwenaar hielden, in den waan ge- bragt, dat men deezen tyd gefchikt hadt, om eenigen hunner te ligten, waren op hun- ne hoede, en waakten, den gantfchen voor- gaan den nagt. Nieuwenaar was ook by der hand, in zyne wooning. Prounink en eeni- ge Raaden kwamen, 's nagts, op 't Stadhuis, 1 en
CO Cor XXV. Bock, il. 14-16 [329-334].
|
||||
3oo VADERLANDSCHE XXXI. Boek.
|
|||||
f588, en decden Kornelis Gysbrechtszoon van Kui-
•-------lenburg, in wiens huis eenige burgers de wagt
hielden, met nog twee anderen, die men
daar vondt, door den Schout, in hegtenis neemen. Midlerwyl, hadden de burgers van Nieuwenaars aanhang zig van eenig buskruid en kogels meester gemaakt, en daarna van 't gantfche ïuighuis. Ook hadden zy de toegangen naar 't Stadhuis, met bierflellin- gen , gedopt ; zo dat 'er de Ruiters niet door konden. Kleerhaage zelf, naar 't Stad- huis willende, werdt gekwetst en gevat. Zyn vendel werdt , eerlang, ter Stad uit ge- fchiki, in turflchouwen, op dat men de poor- ten niet zou behoeven te openen. Toen hieldt men aan om 't ontdaan der gevangen' Poorteren , daar Prounink noode toe kwam; doch, verneemende, dat Villers, met zyne Waaien, de zyde van Nieuwenaar gekoören prou. hadt, gedwongen, toe befluiten moest. Pas nink waren de gevangenen los i of Henrik Janszoon wordt van Ratingen begeeft zig, aan 't hoofd van gevat. eenen grooten hoop burgeren, naar 't Stad- huis, en zegt Prounink aan, dat hy terftond by den Stadhouder komen moest. Het Bur- gervendel van Reinier Vereinig dat de wagt op de Plaats van S. Maria hadt, was, ondertus- fchen , op last van den Hopman, die door Nieuwenaar gewonnen was, uit eikande- ren , en naar huis gegaan, en de fchutters, die, onder Frans Gerritszoon, voor 't Stad- huis ftonden , toonden zig ongezind , om zyne bevelen te gehoorzaamen. Prounink dan, ziende hoe 't gefchaapen ftondt, liet zig, door Ratingen en de zynen , ageer uit het |
|||||
-P-^-ï-WTT-------- ' —---~
|
|||||||||
XXXI. Boek. HISTORIE. 301
Stadhuis, naar des Stadhouders wooning lei- 1538.
den, daar hy eene wyle tyds bewaard werdt. |
|||||||||
Toen werdt de Schout, Karel van Trillo, Ook de
die op het Toorentje van 't Stadhuis ge- Schout, vlugt was, aangetast, en op Iiaazenberg ge- ^a.r.j!vna bragt. Hopman Frans Gerritszoon, zig zien- en an|e. de verlaaten van zyne fchutters, week naar ren. zyn huis, en verftak zig onder 't hooi; doch men ontdekte hem haast, en bragt hem, ins- gelyks, in hegtenis. Ook vind ik (ƒ), dat de Heer van Brakel gevat werdt. De Stadhouder , zig toen genoegzaam Nieuwe-
meester ziende van de Stad, deedt, terwyl naar vei* de burgers nog in de wapenen bleeven, de *" ^,» Staaten vergaderen; ere hem, op zyn ver- magt der zoek , en tot voorkoming van meerder on- Staaten, heil , magtigden , tot het veranderen der d* ^- Regeering , 't welk , op den zesden van seermg* Wynmaand, en dus vyf dagen voor den ge- woonlyken tyd, gefchiedde. In de plaats van Ruisch en Prounink, werden Burgemees- ters Jonkheer Dirk Kamer en Dirk 4e Goyer. In de Schepens en Raaden, kwam ook groote verandering. De Burgerhopluiden werden allen vernieuwd. De uitgezeiden kwamen ook wederom binnen ; en Jonkheer Niko- laas van Zuilen van Draakenburg werdt in het Schoutampt herfteld. De nieuwe Wet- houderfchap gaf van de gemaakte verande- ring terftond kennis aan den Baron van Wil- lougby , de ongeregeldheden , die dezelve verzeld hadden, zo veel mogelyk ware, verfchoonende. Ook verzuimde de Graaf |
|||||||||
van
|
|||||||||
(f) Refol. Hol!. 7, 8 OM. 15««. il. 392, 39S,
|
|||||||||
3C2 VADERLANDSCHE XXXI. Boek,
15H8. van Nieuwenaar niet, de uitgezeiden , die
------- hem getrouwheid zweeren moesten , open-
lyk, in hunnen goeden naam, te herftellen.
ï>e Staa- De Staaten van Holland, van 't gebeurde, ten van te Utrecht verwittigd , vonden geraaden , bezwnd ^at Priiis Maurits en eenigen hunner Gemag- renProu- tigden zig te Schoonhoven vervoegen zou- nink. den, om van naby te arbeiden, aan de her- ftelling der eendragt, tusfchen Holland en 't Stigt (g). Ook bragten ze verfcheiden'be- zwaarnisfen in tegen Prounink , op welken zy begeerden, dat hy gehoord werdt (h _). Daarentegen , kwamen 'er eerlang brieven van voorfchryving uit Engeland, zo ten be^ hoeve van hem, als van de andere gevange- Triüo en nen. Trillo, beweezen hebbende, dat hy, anderen als Schout, niets verrigthadt, dan op fchrif- worden telyken last van hun, onder welken hy flondt, ge aa <t. werc|t ras ujt Zylie jiegtenis ontflaagen. Ook wërdt Frans Gerritszoon, kort na hem, on- der borgtogt, geflaakt. De Heer van Brake! raakte insgelyks los. De Graaf van Hohenlo hadt zig, in 't voorleeden jaar, meester ge- maakt van deszelfs Huis te Brakel in de Bom- melerwaard , alzo de bezetting van het zel- ve aan het muiten geflaagen was. De Heer van Brakel fchreef dit inneemen van zyn Slot toe aän byzönderen haat tegen zynen Perfoon , en gaf 'er heimelyk den misnoeg- den Stigtfchen Edelen de wyt van. Hy maak- te veel beweeging, dm wederom herfteld te , worden, in 't bezit van zyn Slot. Ook be- loofden de Staaten van Utrecht, hem te zui- len CgJ Refol. Holl. ?, 11, 14 Oänh. 1588. il, 392,4öS, 4x4.
O') Rcfol. Holl. 30 O'Jto'j. »5<iiä. tl. 457. |
||||
XXXI. Boek. HISTORIE. 303
len bevryden van de fchade , die hy reeds 1588.
geleeden , en verder te wagten hadt. De ■--------
Raad van Staate beval, federt, het Slot te
entledigen van de bezetting, die 'er, door Hohenlo, op gelaaten was. Zelfs fprak men van deezen in regten te willen betrekken. Doch de verandering, die, ten deezen tyde, ïn Utrechc, voorviel, en het vertrek van den Heere van Brakel naar Engeland, bragt te wege , dat deeze zaalc niet verder ver- volgd werdt ($). Met Prounink viel meer te doen. Die van Holland hadden eenendertig punten tegen hem ingebragt. De Schout Draakenburg ftelde eenen fchriftelyken eisch in, die uit vierhonderd Leden beftondt. Prou- nink, een fchrandere geest, wist zig nogtans, op de meeste befchuldigingen ten zynen las- te, zeer wel te verdedigen. De haat tegen hem Was egter zo groot, dat hy 'er zynen hals, dien de Schout geëischt hadt, bezwaar- lyk zou afgebragt hebben; zo niet de Konin- gin van Engeland , haar Geheimfchryver Walfingham en andere Engelfchen j zo ernftig , in zyn voordeel gefchreeven had- den , dat hy alleenlyk uit de Stad en vry- Pröu- heid van Utrecht gebannen, en tot alle amp- ninkfe- ten onbekwaam verklaard werdt. Hy zat tot baunen• in Hooimaand des jaars 1589, wanneer dit vonnis geveld werdt. Kleerhaage was, reeds te vooren , geflaakt, op voorfchryvens der Koninginne. Prounink begaf zig, terftond, naar Engeland. Hy heeft naderhand nog ee- Zyn ver- nige poogingen gedaan, om, hier te Lan dèr be~ de,;,ryf-
CO Bou XXIV. llaek, il. HÓ [306];
|
||||
304 VADERLANDSCHE XXXLBoeiü
1588. de, immers in Holland, wederom, in zyne
1------- agtinge herfteld te worden. Doch 't heeft
hem niet mogen gebeuren. In Engeland,
hieldt hy 't niet lang. In den aanvang des jaars. 155)0, keerde hy wederom naar'Hol- land , met Brieven der Koninginne, welken hy den Staaten gaarne in perfoon zou over- geleverd hebben. Doch men weigerde hem deeze gunst (&). Nogtans meen ik, dat hy, tot zyneu dood toe, in Holland, doch bui- ten openbaare bediening, geleefd heelt. Hy hieldt zig , voortaan , met andere oefenin- gen, bezig, en gaf, in 't jaar 1605 (1), een boek in 't licht, over de uitneemendheidvan het gebed des Heeren (f). Doch waar en wanneer hy geftorven zy, vind ik nergens aangete- kend. X. Na 't overgaan van Bon en Wagtendonk» 't Beleg befloot Parma, het beleg van Rynberk, dat,
van Ryn- voor ruim twee jaaren , was aangevangen, berk fterker voort te zetten. De last hiertoe werdt voortge- Graave Karel van Mansfeld opgedraagen, zet. ° die, eerlang, met zeventig vendelen, voor 1589- de Stad kwam. In den aanvang des jaars —^__ jggp^ hadden 'er de Staatfchen nog eenigen voorraad weeten binnen te krygen. De O- verfte Schenk, wien de zorg voor deeze Stad aanbevolen was, hadt zig, na 't verlies van Bon,
C*) Refel. Holl. 23 jan. 8 Frhr. 1590. il. 164, an.
CO "uk- xxv- IJos/e> *'• 24-3Ö [343-36"J- XXVII. /laek,tt<i
17 fel6]- ( i) Ik vind , dat hy dit Boek , reeds in 't jaar
looi, in de Franfche taaie, ge<"cbreeven, en den St;iä" teu van Holland "aangebooden liadt, die 'er hem twee- honderd. guldens vot>r vereerden, Refol. Holl. 13 A- pril 1601. bl. 113. |
||||
.XXXI. Böek. HISTORIE. 305
|
|||||
Bon, welk men, zyns oordeels, hadt moe- ttfp;
ten ontzetten , ten hoogfte misnoegd ge----------1
toond op de Staaten, zelfs tot zoverre, dat Sdienlt,
men hem, in den Haage, verdagt hieldt van imru en* eenen aanflag op 't Huis te Wyk (m), en op vniers andere PJaatfen. Ook waren zyne knegten fpyzigen zeer muitziek : waarom men zig van hem deStad» en zyn volk weinig dienst belooven kon, tot behoudenis van Rynberk. Zelfs liet hy zig verluiden , dat hy den dienst der Staaten verkaten wilde: 't welk de Staaten zeer be- kommerd maakte voor Rynberk. Nieuwe- naar en Villers , welke laatlre, op 't einde des jaars 1587 - tegen twee Spanjaards, uit- gewisfeld , en tot Veïdmaarfchalk aangefteld; was (??) , hadden egter, in 't fpyzigen van Rynberk, nog eenige hulp van Schenk wee- ten te trekken (0). Ook werdt hy , in zö verre, te vrede gefield , dat hy, reeds ge- ftoord op de Spaanfehen om het bemagtigen va*n zyn Huis Blyenbeek , dat, in Zomer- maand, verlooren werdt Q&), zig beweegen liet, om, op nieuws, voorraad binnen Ryn- berk te brengen: 't welk hem, omtrent het einde van Hooimaand, gehikte {V). De be- legeraars waren, midlerwyl, gefterkt gewor- den, door eenen hoop volks onder Markus van Rye , Mafkgraave van Varrahon, die thans Stadhouder van Gelderland was van 's Konings wege. Weinige dagen hierna , geraakte , Schenk /
im ) Refol. Holl. a% Oêfob. 1588. il. 447.
C«) Bor XXIII. Back, hl. 90 [132!.
(„■) Kor XXV. Boek, hl. 41 r37.il, 5" C3;9]. 52 [j8ï>
(p) Bor XXVI. Hoek, il. 31 [444'l.i;
(j) (5UR XXVI. Boek, il. Al [45«J-
VIII. Deel. " V
|
|||||
306 VADERLANDS CHE XXXI. Boek.
1589. Schenk ongelukkiglyk aan zyn einde, gelyk
------- wy, in 't vervolg, zullen melden. De tyding
hiervan verbaasde de belegerden geweldig-
lyk. Men zondt, op nieuws, aan de Staaten om onverwylde hulpe (r). Doch 't liep aan tot in Wynmaand , eer de Stad wederom voorzien werdt van voorraad, die 'er, door Overllein , Podelits en Frangois Vere, met groot gevaar, werdt binnen gebragt. Graaf Karel van Mansfeld, daarna, de fchans voor Rees belegerd en ingenomen hebbende (V), Zy geeft benaauwde^ de Stad meer en meer. 't Liep zigover. egter aan, tot op den derden van Sprokkel- maand des jaars 1590, eer zy, by verdrag, aan hem opgegeven werdt. Men rekende, dat Gelderland het meeste lcedt, by 't verlies van Rynberk , welk , voor de Vereenigde gewesten in 't gemeen , zo zwaar niet ge- woogen werdt (f). De Oud Keurvorst Truch- fes, op wiens naam, de kryg in deezen oord gevoerd was, kreeg, na 't verlies van Ryn- berk , eenen weerzin in denzelven. Hy hadt den Staaten , met naame die van Holland , veel gelds gekost (u), en was, reeds in Zo- mermaand des jaars 1589, uit Holland, naar Deutschland vertrokken (j>). Het Huis te Honfel of Hontsholredyk, alwaar hy zyn verblyf gehad, en welk, onder de verbeurd verklaarde goederen van den Graave van Aremberg , behoord hadt, werdt, federt, door.
(r^ Ren XXVT. B'iei., hl. 53 \tfc,~\.
Qs ) Bon. XXVI. Doek, lil. <;<; [479! enz.
£/)13ie XXVII. Hoek, hl. 'f,-i. [501-506].
(jk ) Relbl. Holl. 14, vj 04. Iritis. Ol. 417, .434.
J£v) Refol. Holl. 14, 17, ü2 'Juny 15S9. l/l. 414, 416 a 417J
|
||||
XXXI. Boek. HISTORIE. 307
door de Staaten van Holland , aan Pünfe j$$g.
Maurits gefchonken (w).-------
Met het begin desjaars 1589, waarvan het ^anflag
verhaal van den uitilag der Belegeringe van 0p Rynberk ons een weinig heeft afgeleid, hadt Nieuw- de Overfle Schenk wederom eenen aanflag ge- me£en* fmeed op Nieuwmegen, door heimelyk ver- ftand met eenige burgers. Doch gebrek aan volk en hoog water in de Waale was oor- zaak , dat dezelve, voor dien tyd, niet voort- ging (V). Hy hervatte dien dan, in Oogst- maand, en komt, op den tienden, in 't holst van den nagt, met omtrent twintig fchepen en vyf pleiten, gepropt met krygsvolk, van 's Graavenwaard of Schenkenlchans , de Waal afzakken , tot voor de Stad. De S. Antonis Poort werdt opgeloopen. Ook deedt hy de yzeren traliën breeken uit een huis, waardoor hy op de markt meende te geraa- ken. Doch 't ongeluk wilde, dat men hier juist bruiloft hieldt, en derhalve op de been was. Dus kon de toeleg niet verhoolen blyven. In een' oogcnblik, raakte de burgery en de bezetting in 't geweer, 't Ingenomen huis werdt befchooten en overweldigd. Schenks volk werdt 'er uit, en naar de poort gedree- ven. Hier zogt elk zig te bergen in de fche- pen en pleiten, die, door den fterken ftroom, gedeeltelyk , de Stad voorby gedreeven wa- ren. Eenige vaartuigen werden zo zeer over- iaaden met volk, dat zy omiloegen of zonken. De Overfte Schenk, die, zwaar gewapend zyn-
Cw) Itofol. Holl, 13 Jttly 1589. hl. 472. 27 Maart 1590,il>
-835- (,*) B.JK. XXV. Hutk, il. 50 [380].
V a
|
||||
308 VADERLANDSCHE XXXI. Boek;
|
|||||
1589 zynde, in eene fchuit, gefprongen was ,
TT" ~- raakte, door 't omflaan der zelve, in 't wa- Vgr,en ter, en ging terftond te gronde. Die van drinkt. Nieuwmegen vonden, naderhand, zyn lylc, waarvan zy 't hoofd en de vier deelen, op en omtrent de S. Antonis poorte , ten toon ftelden. Varrabon deedt egter de Hukken, kort hierna, in eene kist bewaaren, die Prins Maurits, twee jaaren laater, na 't over- gaan der Stad , eerlyk begraaven liet. Zo deerlyk een einde hadt Maarten Schenk van Nideghem , die , van de laagfte Krygsdien- ften , tot de waardigheid van Veldoverfte, opgeklommen, en, door Leicester, Ridder geflaagen was. Men wil, dat het hem nim- mer aan moed, fomtyds aan beleid en voor- zigtigheid gehaperd hebbe. Drie dagen voor zynen dood , hadt hy , op de Lipperheide, nog eenen hoop Spaanfchen, die naar Fries- land toog, geflaagen. Voor Nieuwmegen liet hy omtrent tweehonderdenvyfdg der zy- nen. De overigen bergden zig, door de vlugt De te- (y). De bezetting van 's Graavenwaard floeg, zetting terftond na het omkomen van haaren Overfte, ™° aan 't muiten, vorderende volle betaaling, of leen-'1" van ^e Staaten, of van Schenks Weduwe, de fchans Vrouwe van Afferden. 't Liep aan tot in muit. Wynmaand, eer zy zig ftillen liet. De Staa- ten , haar eenige voldoening verzorgd hebben- de , deeden haar naar Utrecht en naar verfchei- den Steden in Gelderland vertrekken , en bragten nieuw volk in de fchanfe (z). Om«
Cv5 B'or XXVI. hoek , tl. 42 [459]- GaoTii Hift, Uit. i,
*. 13 . (s) Bok. XXVI. &*t, II. 43 [460J enz.
|
|||||
XXXI. Boek. HISTORIE. 30^
|
|||||
Omtrent twee maanden na het omkomen 1589»
van Schenk, raakte de Graaf van Nieuwe- — ~~~ naar even ongelukkig aan zyn einde. Te U- Dx!; ., trecht, bezig met het bezigtigen der krygs- vanNieu- behoeften, gefchikt tot het ontzet van Ryn- wenaar berk, welk toen nog niet over was, valt 'er komt on- een vonk in 't buskruid ; twee nieuwlyks fßh}\ uitgevonden' fchietgereedlclwppen fpringen ^J los", en kwetfen den Graaf zo gevaarlyk, dat hy, na tien dagen, overleedt. Hy was met de Weduwe van den onthalsden Graave van Hoorn e gehuwd geweest; doch hadt geene kinderen 'by haar verwekt. Met zynen dood , vielen de Stadhouderfchappen van Gelderland , Utrecht en Overysfel open. Doch zy werden eerst, in de twee volgende jaaren, vervuld (V). De Graaf van Nieuwe- Ge- naar hadt, weinige dagen voor dat hem dit woon'y. ongeluk trof, te iamen met de Staaten k.e ve.r" 's Lands van Utrecht, de Wet der Stad, naar "^"^wet gewoonte, vernieuwd. Hy beweerde eerst, te u- dat hem dit regt alleen toekwam , zig, on- trecht. der anderen, behelpende, met het gevoelen van den Advokaat Oldenbarneveld, hem, in 't jaar 1587 , overgefchreeven. Doch de Staaten hem hebbende doen verftaan , dat zy, by zyne aanftelling tot Stadhouder, hier- omtrent , een byzonder verding met hem gemaakt hadden , waaraan zy zig gaarne zouden houden , zonder dat zy egter voor- hadden, zyn gezag eenigszins. te, befnoeijen; Jiet hy zig gezeggen , en gefchiedde de i. ver- '<0 Kor XXVI. Boek, hl. 55 [479]. XXVII. Boei, lU 2
C502].
V 3
|
|||||
•310 VADERLANDSCIIE XXXI. Boek.
Ï589. vernieuwing der Wet, met onderling over-
*-——• leg van hem en de Staaten (b~). Kareivau 't Mislukken van den aaullag op Nieuw- Mansfeld megen Icheen den Staatlchen de lust beno- ^Ä_ert men te hebben, om dit jaar iets van belang, acn>" hieromtrent, te onderneemen. Daarentegen, maakte de Hertog van Parma, na dat hem Geertruidenberg in handen gevallen was, zig tot eene nieuwe belegering gereed. Men ver- nam haast, dat hy 't op Heusden gemunt hadt (c). De onderneeming werdt Graave Karel van Mansfeld toevertrouwd, die zig, vooraf, door verraad, zogt meester te maa- ken van Bommel, alwaar zyn toeleg ontdekt, en , in de medewustige inwooners, geftraft werdt. Maar 't beleg van Heusden werdt, in den aanvang van Zomermaand , onderno- men. Karel van Levin, Heer Van Famars, ge- boodt binnen deeze vesting. Hyfchreefden Staaten en Prinfe Maurits terftond om volk en voorraad. De Prins zogt, in Oogstmaand, eenige vendelen in de Stad te brengen. Doch zy werden, gedeeltelyk , geflaagen door de Spaanfchen, die, in de Bommelerwaard ge- *tHuis te vallen, 't Huis te Heel belegerden en inna- Heeiver- men. Mansfeld zogt, daarna, ook de Voor- looren. nerfchans te bemagtigen: doch Maurits, die zig, geduuriglyk, in deezen oord onthieldt, onaangezien de Staaten hem fchier dagelyks vermaanden, dat hy zig buiten 't gevaar zou begeeven (i) , noodzaakte hem Ipoedig tot het opbreeken van het ondernomen beleg, Do
f b ) lioit XXVI. Koek, lil. 55 U7*\-
CO I'.ort XXVI. Hoek. bl. 22 [490]. l_4) K-elbl. Huil. 23 An%. 1589« bl. 57e. |
||||
XXXI. Boek. HISTORIE. 31 f
|
|||||
De muitery der Spaanfche knegten in de Bom- 158p.
meierwaard , die geweigerd hadden over de -------"s
Waale te trekken, zo men hun vooraf geene
betaaling bezorgde, ftremde de voornaamfte aanilagen des vyands, welken, door 't vertrek der muiter en naar Graave, geheellyk verydeid ■ werden (e), 't Beleg van Heusden werdt eg- ^'"j^
ter nog voortgezet tot in Wynmaand; doch veria*- toen ook vrugteloos opgebroken (ƒ*). ten. De Hertog van Parma hadt zig, of uit ver- xil.
driet over den ongelukkigen uitfiag der on- Ziekte derneeminge op Engeland, of om 't misluk- vanden keu der belegeringe van Bergen op Zoom, of va^[£ p^. uit gemeener oorzaaken, omtrent deezen tyd, 1T|a, cene ziekte op den hals gehaald; die hem een reisje naar Spa deedt doen; om aldaar de wateren te gebruiken. Doch hy kreeg nim- mer zyne voorige gezondheid weder. De Ita- liaancn hebben geklaagd, dat'hy, door de Spanjaards, vergiftigd was. Zeker is 't, dat hy veele vyanden hadt, onder deezen Land- aart: die hem, ter oorzaake dat hy de Spaan- fche Vloot, in 't voorleeden jaar, niet te hulp gekomen was, ten deezen tyde, zogten zwart te maak en ten Hove (g). Doch hy, Richar- dot afgevaardigd hebbende naar Spanje, wist zig, tegen de lasteringen zyner partyen, zo wel te verdedigen (/?),, dat hy 's.Koning« gunst, nog eenen geruimen tyd, of'vcelligt wel tot zynen dood toe, behouden heeft. IH
(O Kor XXVF. Mik, bl. 42 [467] enz.
(f) Kor XXVI. Ihek, bl. 54 [477] enz. Of) Rïvd VUT. Boek, tl. 1^2. C*; Boä XXVI. Hoek, bl. 31 [443], 4° [45?]» V4
|
|||||
312 VADERLANDSCHE XXXI. Boek,
1589. In Friesland , voerde Graaf Willem van
1--------Nasfau, federt eenigen tyd, den kryg ilegts
Krygs- verweerender wvze, zonder dat hy eeter na-
in Fries- "et' geduuriglyic toe te leggen, op het be- land, naauwen van Groningen. In Lentemaand , bemagtigde hy Ementil , een fchansje be- westen de Stad, aan eene vaart, waarlangs, zy haaren toevoer uit Friesland kreeg. Hy zogt zig ook van Delfzyl meester te maaken , over v/elke Plaats, uit Groningen, op Emb- den , gehandeld werdt. Doch dit mislukte hem ($). Daarna befchanfte hy de Jouwer, op dat hy de brandfchattingen, hieromtrent, te beter zou können invorderen (/f). Verdu- go, daarentegen, herftelde, in Zomermaand, de oude fchans aan den Opflag, meenende, door dezelve, de fchanfen te Ementil en te Nieuwzyl te benaauwen. Graaf Willem, ver- geefs gepoogd hebbende, hem hierin te hin- deren , voerde, zonder dat 'er Verdugo op verdagt was , een deel volks, over 't Reir derdiep, naar de Eems, en bemagtigde eerst de fchans te Zwaagfterzyl, en daarna de twee fchanfen te Reide, in de plaats van wel- ken, hy, daaromtrent, eene groote en vaste fchans ftigtte. In Hooimaand, pvervielen de Spaanichen de fchans te Zwaagfterzyl, daar eenige Staatlichen omkwamen , eenigen gevangen werden. Op den vyfden van Wyn- maand, toog Graaf Willem, met agthonderd man, voor de fchans op den Zoltkamp, ee- nen uithoek , digt aan 't Reiderdiep gele- gen. fOREYi) VIII. Boek, W. 150, Bor XXV. Ikck, bh 52,
|39']- (Ä) Reyd VIII, Boek, il, 159.
|
||||
XXXLBoek. HISTORIE. 313
gen. Zy werdt hevig befchooten, en ftor- 1589.
menderhand veroverd. Graaf Willem ftigtte ——i hier, nog voor den winter, ook eene fchoo- ne fterkte. Voorts viel 'er niet veel gewig- tigs voor, in deezen oord (7), 't Vertrek en de afftand van Leicester zou, xiir.
waarfchynlyk , merkelyke verkoeling ver- Onder- oorzaakt hebben in de vriendfchap tusfchen j1-*" ^" Engelanden deeze Landen, zo niet de Spaan- Enge_ fche toerusting ter zee, in 't voorleeden jaar, land. de Koningin en de Staaten beide geleerd -> hadt, dat men elkanders hulp niet misfen
kon. Men hieldt dan de vriendfchap, door wederzydfche gezantfchappen., leevende. De Ridder Joan Norrits kwam, op het einde des jaars 1588, herwaards. Men vertoonde dee- zen, in hoe groot een gevaar, Utrecht en 't gantfche Land gebragt waren , door den raad van Spaanschgezinden en vreemdelin- gen. Men deedt hem zien, hoe noodig de eendragt tusfchen de byzondere gewesten ware. En hy en Willougby begonden, door den tyd, de middelen, welken men ter hand geflaagen hadt, om ze te bevestigen, goed te keuren (ni). De Staaten klaagden, ondertus- fchen , dat de Engeifche hulptroepen niet voltallig gehouden werden: waartegen de Koningin, met de monfterrollen, bewees, dat zy 't vereischte getal, van tyd tot tyd, geleverd hadt Qi). Doch 't bleek, eerlang, dat
CO Rbyd VIII. Boek, il. i54-139. Bon XXVI. Boek, hl. 4e
[459]> 57 [482] XXVII. ßnek, il. 3 [495]. enz. Cm) JioR XXV. Boek, hl. 37-39 [361-365]. Qf.j Relbl. Huil, 3,47a«. 1589. 01. i, 3. Hor XXVI. BQtk, v5
|
||||
3T4- VADERLANDSCHE XXXI. Boek,
1589. dat de Engelfehe Hopluiden geleend volk,
--------voor vol, hadden doen monlteren, en dat de
Koningin veel minder manfchap in daade-
lyken dienst hadt, dan zy, of de Staaten be- taalden (0). Van tyd tot tyd, vielen 'er, wyders , andere zaaken te vereffenen, tus- fctien Engeland en de Staaten, den Koop- handel en de beweegingen onder de zoge- naamde Engelschgezinden deezer Landen be- treffende; zo dat 'er geduurig gezanten over Engel- en weder reisden (p). In 't laatst van 't voor- fchetoe- leeden jaar , hadc de Koningin eenige Hol- r'zel touche Koöpvaardyfchepen doen beflaan tegen in Engeland, om zig van dezelven te bedie- Spaiije. nen in de Vloote, die zy, tegen Spanje uit- rustte. Doch Antonio , verdreeven Koning van Portugal, voegde zig op deeze Vloote. De Staaten hadden hem verlof gegeven, om eenige buizen te mogen koopen in Holland (q), en om vyftienhonderd knegten te mogen werven , die onder bevel ftonden van Ni- kosias van Meetkerke. De Vloot Hak, in de Lente deezes jaars, in zee, en behaalde eenige voordeden op de Spanjaards. Doch Don Antonio won 'er niets by: 't zy dat de Portugeezen hem zo genegen niet waren, als hy zig zeiven en den Engelfchen diets ge- maakt hadt: 't zy ook, dat de Engelfchen, meer op buit vlammende, dan gezet op de herftelling van den verjaagden Vorst, hem zo veel byftand niet beweezen , als hy van hun
O") Reyii VIII. Boek, il. 145.
.< P) Rx'fot. Heil. iï Mav, 14, 00 Juiy 15S9. hl. 333» 4*S»
498, 45,. Kon XXVI. Doek-, l/l 18 [4233 enz. 35 [449] enz* (3) Rcfol. Hoil. 20 Jan. 1589. U. 24. |
||||
XXXI. Boek. HISTORIE. 315
hun verwagt hadt (V). De Vloot bemagtigde, 1589.
op haare te rugkomst, een goed getal van-------
üosterfehe fchepen, die met mond- en krygs-
behoeften naar Lisbon zeilden. De Hanze- Steden klaagden ten hoogfte, over deeze vyandlykheid. Doch Elizabet verdedigde zig, tegen deeze klagten, in openbaaren druk (ƒ). Midlerwyl, bleef de hoofdzaak, die de Nederlandfche Gezanten, in Engeland, te verhandelen hadden, het aanmoedigen der Koninginne , tot het vermeerderen van haaren onderftand;. doch alzo zy hierin niet Haagden naar genoegen, keerden zy, in den aanvang van Slagtmaand, hervvaards , om verflag van den Haat der zaaken in Engeland te doen, aan de vergaderde Staaten (?). De Engelfche Heeren, die zig hier te Lande onthielden , zogten de Koningin te overtui- gen , dat zy den Heere Willougby, hier, het zelfde gezag moest doen opdraagen, welk de Graaf van Leicester gehadt hadt (u). Doch de gedaante der Regeeringe was , fe- dert Leicesters afftand, zo zeer veranderd, dat men dit met geene reden verwngten kon. Maurits, die, toen Leicester nog in 't Land was, de grootheid zyns verftands, onder een diep ftilzwygen , verborgen hadt (y) , gaf 'er nu, dagelyks, duidelyke bewyzen van , en toonde , eerlang , ten klaarfte, dat hy niet gezind was, den Engelfchen zo veel ge- zags
Cf) Reyd VIII. Boek, II. 159.
(y) Bor XXVI. Boek, hl. 21 [430] enz. (tS Ilott XXVI. Hoek, 01. 50 I417J enz. 58 [483] enz. Aft. publ. Anal. Tom. VII. P. I. p. >6. 1-, 21. (SO A&- Publ- A»gl. Tom- v"' P' i< ï' aö« [yj GßOTii Annal. V. p. lot. |
||||
Si6 VADERLANDSCHE XXXI.Boek«
ï5gp, zags over de Regeeriiige af te ilaan, als zy
w——- en hunne aanhangers hier te Lande gaarne gehad zouden hebben. Dit, in Engeland ge- merkt zynde, bragt te wege, dat de onder« ftand niet alleen niet vermeerderd werdt, maar zelfs, dat de beloofde troepen nimmer voltallig gehouden werden. XIV. in Frankryk, viel, dit jaar, eene merk- Gewigti- vvaardige verandering voor , die grooten Indering invloed haclt op den flaat der Vereenigde in Frank- Nederlanden : waarom wy 'er een kort berigt ryk. van geeven moeten. Wy hebben, op zyne plaats (w), gemeld, dac Koning Henrik de III. de oppermagt over de Nederlanden van de hand geweezen hadt, voornaamlyk ter oorzaake van den binnenlandfchen kryg, in de Lente des jaars 1585, door die van Gui- ze , verwekt tegen den Koning van Navar- re en de Hugenooten. Deeze kryg duurde verfcheiden' jaaren. De Koning van Navarre dreef dien ook te water, en verzogt, in de Lente des jaars 1587, eene vrye Haven van de Vereenigde Staaten, en regtfpraak aldaar, over zyne pryzen en buiten: ook dat deFran- fche fchepen, die toen hier te Lande waren, vryelyk vertrekken mogten. 't Laatfte werdt hem toegedaan ; doch 't eerfte geweigerd (#). Nogtans onderhieldt by de vriendfehap met de Staaren, zendende, in 't volgende jaar, ' den Heer Du Fay aan hun af, om een ver- bond met hen te fluiten. De Staaten van Holland toonden 'er zig terltond genegen 1 toe
Cw) XX!X. Hoek, hl 66.
<>•; Refol. Hóü. 2 Maart 1587. il. ég.
|
||||
XXXLBoek. HISTORIE. 317
toe (y). De algemeene Staaten insgelyks , 15^;
mids zulks, met goedvinden, der Koningin- ■ ' ne van Engeland , gefchiedde. Sedert liet men den Koning van Navarre toe, zig van gefchut en andere krygsbehoeften, hier te Lande, te komen voorzien (z). Midlerwyl, hadden die van Guize zig meester gemaakt van Parys , en den Koning van Frankryk zelv' genoodzaakt de Hoofdftad zyns Ryks te ruimen (#). Hy floot toen een verdrag met hen, waarby hy hun verfcheiden' Plaat- fen afftaan moest (£). De hoon, dien zy hem aandeeden, ftak hem nogtans zo zeer in den krop, dat hy den Hertoge van Guize en den Kardinaal , deszelfs Broeder , in Winter- maand des jaars 1588, te Blois, deedt van kant helpen (c). Doch hierop verklaar- de hun gantfche aanhang en de Stad Parys zig tegen hem. Hy zag zig, derhalve, ge- noodzaakt , zyne toevlugt te neemen tot den Koning van Navarre en de Hugenooten (d), en ondernam het beleg van Parys, met der- zelve hulpe. Hy was op het punt van de ingezetenen tot onderwerping te noodzaa- ken, toen Jakob Element, een Dominikaaner Monnik, hem, met een mes, in den buik griefde; aan welke wonde hy, des anderen- daags, overleedt, op den tweeden van Oogst- maand deezes jaars (e). Hy hadt den Ko- ning GO Refol. Holl. 6, 13, 24 May 1^8. II. 1495 159, 178.
(2) Refol. Holl. 31 Awf. ic33. bl. 331.
{a) Bon XXIV. Boek, hl. 83 [271] enz.
(b ) Bor XXIV. Boek, bl. 117 [308].
CO Bon XXV. Boel:, bl. 41.4s [366-37".].
(<0 Bok. XXV. Boek, hl. rfi.63 ["301-398].
£fi} Tiwakvs Lil/r. XCVÏ. f. 456,
|
|||||
/
|
|||||
3i § VADERLANDSCHE XXXI. Boek.
ning van Navarre benoemd tot zynen Op-
volger , die den naam van Henrik den IV. aan- nam Cg). De Guiziiche aanhang, den Her- tog van Mayenne nu aan hun hoofd hebben- de , weigerden hem te erkennen, en riepen, eerlang, den ouden Kardinaal van Bourbon, die thans in hegtenis zat, voor Koning uit, onder den naam van Karel den X. Wyders moest Koning Henrik, om de meeste Groo- ten te voldoen, belooven, dat hy zig in den Roomfchen Godsdienst zou laaten onderwy- zen (A), dat is, met andere woorden, dat hy zig , eerlang, Roomsch- Katholyk zou verklaaren, gelyk hy, in't jaar 1593, deedt. De binnenlandiche kryg duurde , ondertus- fchen, in Frankryk, en Koning Henrik zag zig genoodzaakt, beide Engeland (f) en de Staaten der Vereenigde Nederlanden , van tyd tot tyd, aan te zoeken om onderftand. Vanhier werden hem, op ernftige aanbevee- linge van Prinfe Maurits , in Herfstmaand deezes jaars (&) , dertigduizend kroonen ter leen opgefchooten (/)• Ook bleef hy zig, hier, voorzien van verfcheiden' krygs- en mondbehoeften (m). Dj Koning van Spanje verklaarde zig , daarentegen, openlyk voor den gevangen Kardinaal , dien hy Koning Karel den X. noemde. De Guizifche aanhang droeg Filips zelfs den titel op van Befchermer der Kroone van Frankryk Qi). De Hertog van Par-
(",?) Hor XXVI. Boek, hl. 4^-47 [4(53-466],
(h) Vide Aèï. Publ. Angl. Tom VII- I>. i.'p. 10.
(i) Act. Publ. Angl. Tum. VI!. P. I- p. 12. 13.
(*) ÏU'fol, doli. 23 Aug. 9 Sept. 1581). U. 571, 612.
CO Roa XXVI- Boek, hl. 53 [476], 62 [.,89].
{»ij Uel'ol. lloll. 22, 23, 25 Sspt- '"%. */. ÖS4» 027,620»
{tij A&. Publ. Angl. Tom. VU. P. I.p. 17.
|
||||
XXXI. Boek. HISTORIE. 31^
Parma zondt een goed deel volks naar Frank- 1585»;
ryk, welk zig by den Hertoge van Mayen- ~——* ne voegde (0). De burgerkryg in Frankryk hielp dus de Nederlanden aan ademtogt (ƒ>). Van deszelfs aanvang af, werdt de oorlog hier flaauwer voortgezet, van de Spaanfche zyde, en Prins Maurits kreeg, eerlang, ge- legenheid , om merkelyke voordeden te be- haalen op de Spaanfchen. Met Deenemarke viel, in den zomer dee- Verfch
zes jaars , wederom eenig gefchil, over de met Dee-* verhooging der tollen op het Hout, welk, nemarlt'?"* ïn Noorwegen, gelaaden werdt. De Staaten ■wendden, federt eenigen tyd, alles aan, wat ïn hun vermogen was, om de goede vriend- fchap met Deenemarke te onderhouden. Zelfs hadden zy den tegenwoordigen Koning, Christiaan den IF, die zynen Vader, Fredrik den II , in 't voorleeden jaar , opgevolgd •was , door een plegtig Gezantfchap, welk den Graaf van Hohenlo aan 't hoofd hadt Qf), over zyne komst tot de kroon, geluk ge- wenscht (f). Doch deeze heuschheid voor- kwam de moeilykheden niet, die, van tyd tot tyd, over den handel, ontftonden. De Staaten van Holland, wier onderzaaten meest ïeeden, door het verhoogen der tollen, en door verfcheiden' knevelaaryen van 'sKo- nings bedienden , vaardigden, in Zomer- maand , eenen beleefden Brief aan Koning Chris-
fO Boa XXVit. Roek. II. 18-21 [510-521].
(p~) Riïvn VIH. /lock, hl. 160. (?) Rafol. Ho'1. ia, <u May 1588. il. iört, tgn. ■ O) Ik« XXIV. Bnek, hl. J07 [aoöj. XXV. Boei,'VU 4« |
||||
gso VADERLANDSCHE XXXI. Boeit;
4589. Christiaan af (.r), die, meen ik, niet ge-
"--------heel vrugteloos was.
De Ver- Op het einde van dit jaar, werden de
eenigde Staaten der Vereenigde Nederlanden om on- Lafen derftand verzogt, door die van Gerieve (V), fteunen welken, in 't voorleeden jaar, door Henrik die vnn den III, Koning van Frankryk, waren in- Gc-neve. gewikkeld, in eenen kryg niet Émanuel Fi- liberc , Hertog van Savoye, dien wy, in 't begin der Regeeringe van Koning Filips , als algemeenen Landvoogd deezer Landen , gekend hebben. De Hertog, verbonden met die van Bern, hadt het beleg geflaagen voor de Stad. De algemeene Staaren fchree- ven aan de byzondere Gewesten, en bragten te wege , dat elk gewest den Genevoizen, met eenige penningen, ouderfteunde Qu). In den Herfst des volgenden jaars, toen de Stad op 't ftrengst belegerd was, beflooten die van Holland haar nog twaalfduizend ponden over te maaken (V). De kryg duurde tot in 't jaar 1593, wanneer de Staaten vaneenige Gewesten der Stad nog eenigen onderftand in geld toeitonden (V). Kort hierna, nam men , van wederzyde , het Beftand aan, welk tusfehen Koning Henrik den IV. en die van de Ligue of het Verbond gellooten was. Doch toen, eenige jaaren laater, de Her- tog (O R-efbl. HoU. 7 Juni I&9- M- 3<»-
ft) Refol. Holl. a Dec. 151:9. iL 773. 23 Januar, iggo. U.
lfi7. («) ReC"1- Holl. 12 Sept. 1590. hl. 348- Bon XXVII. llacx,
hi. 4 r,)()7). ' v~) Refol, Holt. 9 Oäoh. 1^90 hl. 414.
" Cw) Refill. HoU 31 May ■— 5 Juny [593. il. 119. BOR XXX., Doek, u. 6$ [758]. |
|||||
!
|
|||||
3&XI.B0EK. HISTORIE, gai'
tog van Savoye , aangezet, door den Paus 158p.
en den Koning van Spanje , wederom eeni- ':"J ge vyandlyklieden aanving tegen Gëneve,
zondt de Stad, in 't jaar 1^98, den Heer da Sully naar Holland, om nieuwen onderftand, en kwytfchelding van den verleenden Q). De Staaten van Holland, die vierentwintig- duizend ponden te vorderen hadden* kon- den , in Wintermaand, alleenlyk belluiten j om de verloopen' Rente deezer fomme kwyt te fchelden, en om, tot onderhoud van eert vendel knegten, op nieuws, twaalfduizend ponden eens toe te ftaan , mids de andere gewesten Geneve, insgelyks, hielpen onder- ïleunen(z). Hoe't hier verder mede afliep, i& ray, uit het Register der Staatsbefluiten '? niet gebleeken. Sommigen melden , in 't algemeen, dat de Heer de Sully vergenoegd vertrok (o). Anderen, dat Holland der Stad de vierentwintigduizend ponden kwytfcholdÉ (£). Zeker is 't, dat zy toen ook, in de Vre- de, te Vervins, tusfchen Frankryk en Span- je getroffen, begreepen Werdt (/). Terwyl de Staaten dus meer en meer ge- XV,
mengd werden in büitenlandfché zaaken, p0.0,"'? was 'er een hevig gefchil ontdaan , met f "u èii e enige Steden van 't Noorderkwartier van Meden- Holland. De Steden Hoorn, Enkhuizen en blik bé- Me'denblik , gelegen binnen de aloude paa- weereti len van de Heerlykheid Westfriesland, oör- opptrfie deel- Rege*-
CjO Rctol. HoU. zo, a5 Jtmy, i Juiy 1598. W. 194, s&öj
£36. is) Refill. Holl. 33 T)ec. 1598. tl, 466. (ilj f-lRlEKRN XX- Hock, f. 38I.
C*) Hou XXXV. Boek, hl. 59 [497];
(O Meteren XX. Hoek. f. stfi« VIII. Deel. X
|
||||
3.24 VADERLANDS CHE XXXI. Boek*
|
|||||
j>gp. deelden , dat de opperfte magt over deeze
-------■ Heerlykheid , na de afzweering des Ko-
ïing op nings van Spanje , aan haar vervallen was ^
zig zei. met a} z0 veei regt ais (je Staaten van Hol- z,,tii land en van Zeeland zig de opperfte magt
over huniie byzondere gewesten toefchree- ven. In gevolge van dit begrip, hadden zy <, te gelyk met de andere Steden van bet Noor- derkwartier, fterk geftaan op de behoudenis van het byzonder Kollegie van Gekommit- teerde Raaden, welk in den jaare 1573 eenen aanvang genomen hadt (J). Hier kwam 't ook van daan, dat men, in de onderhandelin- gen met Frankryk, in 't jaar 1585, West- friesland afzonderlyk genoemd , en niet on- der Holland vervangen wilde hebben (<?)= Zelfs hadden de drie Steden , in den jaare 1586, geld doen munten, met het opfchrift Moneta nova Domini Westfrisi^e , dat is, Nieuwe munt der Heerlykheid Westfries- land (ƒ)* En omtrent op den zelfden tyd, regtte de Graaf van Leicester, die deezen oord, daar hy, door middel van Sonoi, veel gezags hadt 5 gaarne tot een byzonder gewest zou gemaakt hebben , een Kollegie ter Admira- Maalzon Hteft op, binnen Hoorn (g). Francois Maal- yvert zon , daarna äangefteld tot Syndicus of Ad- voor vokaat van Westfriesland, yverde zeer voor deeze jie£ afzonderlyk oppergezag van dit gewest leen ^^ Hy wilde wel gedoogen, dat Edam en Mon-
• , (/!") VT. Veel, hl. 456.
Ie) XXIX. Reek, H. 59. /laut. (1).
f/) Vrxius Hoorn hl. 470. Handv. van Eikhi il. 97«
Cg") Velius Hoorn, hl. a?2-
C«3 Handv. van Enkh. hl. <ß, 99.
|
|||||
XXXLBoEiri HISTORIE. 323
Monnikendam, als van den aanvang der be- 1589.
roerten af, met de drie Steden, vereenigd-------
geweest zynde , ter Staatsvergaderinge van
Westfriesland, zitting hadden; doch hy be- geerde Purmerende , als eene byzdlidere Heerlykheid, uit te fluiten van deeze Staats- vergaderinge. Ook moest, zyns oordeels , de oude Westfriefche Stad Medenblik, in rang, na Enkhuizen volgen, niet na Êdam en Monnikendam. Alkmaar wilde zig, zo fommigen fchryven (O » niet onder West- friesland , maar onder Holland, gerekend hebben : hoewel anderen het tegendeel, uit fchriften van deezen tyd, meenen te hebben ontdekt (_ƒ). Zeker is 't, dat deeze Stad, eene lyn trekkende met Edam, Monniken- dam en Purmerende, beweerde, dat de zaa- ken bly ven moesten in den ftaat, waarin zy, tot nogtoe, geweest waren. De drie Steden, daarentegen , verbonden zig onderling, in Hooimaand deezes jaars 1589 ,' om het op- perst gezag van Westfriesland voor te ftaan, en Maalzon, die zig verluiden liet, dat hy zynen dienst wilde verlaaten, te handhaaven in het bewind, hem toevertrouwd (&). Maal- zon hadt, onder anderen, voor, het getal der Gekommitteerde Raaden in 't Noorderkwar- tier te verminderen, of zelfs een afzonderlyk Kollegie voor de drie Steden op te regten. Hiervan gaf hy den Staaten van Holland "ken- De Staa- nis : die 't zeer vreemd, vonden , en, van ten van toen af^ nevens Prins Maurits, arbeidden, Ho'^"d
' en Prins
om (O Bon XXIV. .Roek, H. r/, [48ij.
O') E.IKEI.ENB. Alkm. bl. 16.
(£) llaiidv. van Eufcli; U. 93,99.
X 2 |
|||||
/
|
|||||
324 VADERLANDSCHE XXXI. Boek.
|
|||||
1589. om de gefchillen in 't Noorderkwartier by
■——;— te leggen (7). Zo ver liep eerlang de ver- Maurits WV(jering, dat de drie Steden noch bewil- zig in't Mgden in de gemeene lasten, noch ter gemee- gsfchii. ne Dagvaarten verfcheenen (m). Eindelyk, beflooten de Staaten, op eene Dagvaart, ten deezen einde, in Wynmaand, te Alkmaar , befchreeven, ernftelyk de hand te leggen aan het beilegten der gereezen' gefchillen. Hier werdt aan de drie Steden vertoond „ dat West- 9j friesland, oulings , door 's Lands Graa- „ ven, met de wapenen, overwonnen zyn- „ de, onder Holland gebragc was; en dus „ geenzins voor een gewest op zig zelve „ gehouden kon worden; dat men ook, met „ reden, het regt der Westfriefche raunte „ in twyfel zou können trekken"; met meer andere bedenkingen , die gefchaapen fchee- nen, verdere verwydering te zullen veroor- 'r Wordt zaaken. Doch de Prins en andere Gemagtig- byge- den, toen wederom tusfchen beide getreden, legd. troffen eerlang een verdrag, by voorraad , volgens welk het Kollegie , tot den eerften van Bloeimaand aanftaande, op den voorigen voet, blyven zou, mids voortaan de Hem- men der drie Steden famen zo veel golden, als de andere vier, en dat alle Ordonnan- tien, door eenen uk de drie en eenen uit de vier Steden, getekend zouden moeten wor- den, of anders kragteloos zyn (n). 't Ver- drag was den twintigften van Wynmaand ge- trof- (/) Uefol. Holl. s° May i, 9 Juny 1589. il. 364, 37®,
397- Cm) Refol. Holl. 4, 6, 13 July, 8 /ing. 1585. £/.441,4553
t77> 532. (.«) Refqk Holli 20 Otteh 1580« W. 671.
|
|||||
XXXI. Boek. HISTORIE. 325
troffen. En fchoon 't, alleen by voorraad, 158p.
gemaakt was, heeft men 'er zig, federt? aan-------
gehouden. De Advokaat Maalzon, die fterkst
voor de opperde magt van Westfriesland geyverd hadt, werdt, kort hierna, tot Raad iicvens zyne Doorlugtigheid aangefteld: waar- mede zyn last als Syndicus ophieldt. Dit was eene der voornaamfte redenen , waarom het voorig gefchil niet verder geroerd werdt (0). De Westfriefche Steden verfcheenen , ter- ftond na het treffen van 't verdrag, wederom in de Vergadering van Holland, en droegen in de gemeene lasten (£). In het beftier van de zaaken der Admira- XVL
liteit hier te Lande, kwam, in dit jaar, ook Veranda- eenige verandering, die hier verdient gemeld ^dm^ '-* te worden. De Graaf van Leicester hadt, in ïiteits " den jaare 1586, niet alleen, gelyk wy reeds Koiie- gemeld hebben Qf), een Kollegie ter Admi- ëieil« raliteit, te Hoorn , opgeregt; maar nog twee anderen, te Rotterdam en te Veere (V), zynde te Amfterdam , federt de omkeering des jaars 1578, de zeezaaken, door eenige Gemagtigde Raaden ter Admiraliteit, waar- genomen, zonder dat 'er, tot nog toe, een vast Kollegie geweest was. Evenwel kreegen deeze Kollegien toen nog hunne volkomen' gedaante niet; fchoon zy, niet lang hierna, in 't bewind raakten. Men nam, al in den aanvang des volgenden jaars, in overleg, om
C") Ror XXVI. Bock, il. tf, [481].
(£) Relbl. Holl. y-: Octob. en 15 Oei. ------. 15 Nov. 158g.
il. 6Ü3, 738.
CO Hier voor, il. 3S3.
(r) Refol. Holl. ir-vj July i^Sfi. IL 265. Zie cp'c Balen
fjordr. tl. 497. |
||||
32Ö VADERLANDSCHE XXXI. Boek.
ï^Sp, om een Opper KoUegie ter Admiraliteit in te
>■■------— ftellen , waarvan Prins Maurits het hoofd
zou zyn (V). Doch 't bleef by overleggen,
tot in Zomermaand deezes jaars 1589. De algemeene Staaten fielden toen een Su- perintendent KoUegie ter Admiraliteit over de Vereènigde Gewesten , beftaande uit zyne Doorlugtigheid, als Admiraal-Generaal, en zes Raaden, gekooren uit Holland met West- friesland , uit Zeeland , en uit Friesland ; doch Gelderland en Utrecht behielden aan zig, om hunne Raaden, wanneer zy 't goed- vonden , by deeze zes, te voegen CO" ^en raadpleegde toen ook, om de ondergefchik- te Kollegien ter Admiraliteit op eenen goe- den voet te brengen, en van bekwaame Le- den te voorzien. Het KoUegie te Hoorn was, zo ik meen, na het einde van Leicesters Re- geeringe , naar Amfterdam overgebragt; al- waar men 't begeerde te houden. Doch dit mishaagde den Noordhollandererr, die 't we- derom in hunnen oord wilden hebben, be- * fubrep- weerende , dat het, * met loosheid , naar tivelyk. Amfterdam verplaatst was (u). Amfterdam ftondt het Noorderkwartier wel een KolleT gie toe, mids het zelf zyn KoUegie behieldt: doch Hoorn, Enkhuizen en Medenblik dree- ven fterk, dat 'er te Amfterdam geen KoUe- gie zyn moest (y). De Prins begreep het an- ders, en ftelde, in ieder der drie Kollegien 9 te Amfterdam , te Rotterdam en te Hoorn, vier
(s~) Refol. Holl, 30 Jan. 4 Febr. 6 Blaart; 2 Dec. 1587.
bl.'^l, 39- 79, 333- (t > Brut XXVf. Ittmk, tl. 33 I446}. C«) Refol. Huil. 24 Febr. l«8p. b'i. 10». (y) Refol. Iloll. 4, y ^iwrt ia0y. il. ióli, 160. |
||||
HISTORIE. 327
|
|||||||
XXXI. Boek.
|
|||||||
vier Raaden, voor den tyd van agt maan- 15^.
den, aan (w), welke tyd, naderhand , ver--------—
lengd werd (V). Henrik Laurenszoon Spiegel,
Koopman te Amfterdam , geweigerd heb- bende den last van Raad ter Admiraliteit te Hoorn te aanvaarden, werdt in eene boete, ten behoeve der arme Godshuizen in den Haage, veroordeeld (j). Het Opper- KoHe- gie ter Admiraliteit hadt, zo lang het in ftand was, het voornaam bewind der zaaleen, die, door de ondergefchikte Kollegien , werden uitgevoerd. Deezen waren , in 't volgende jaar, reeds vyf in getal; en zaten toen te Rot- terdam, te Amfterdam, te Hoorn, te Mid- delburg , en in Friesland (z). Doch die van Zeeland hadden niet willen Verfchil
bewilligen in het Superintendent Kollegie ter ™^Ze°" Admiraliteit (V), waarvan, ten minften on- ver het der anderen, oorzaak was, zeker gefchil met vorderen die van Holland, welk, omtrent deezen tyd, ^an de ontftondt, en waarvan de grond nimmer ^^. geheellyk heeft kannen weggenomen wor- mirali-" den. De Vereenigde Gewesten waren over- reit. eengekomen , om de uitgaande en inkomen- de Regten, alomme, te doen heffen op ee- nen cenpaarigen voet, en geene * Gelei- of * Convo- f Verlofgelden te vorderen van goederen, die ^"'L. van een dier gewesten naar een ander ver- ten,Ken' yoerd werden. Maar de Zeeuwen klaagden, ten
rw) Refol. Holl, 7 Maart 1589. bl. 146.
(£) Refol. Holl. 14, 28 Nov. 1589. hl. 732, 764. 13-20
April, 21-31 Mav 1590. H. 33, 40I O j Refol. Holl. 27 Dccemb. 1589. bl. 794. Zie ook II. I.,
SpiEfiHÉLs Leeven voor den Hertfpieghel. (2) Reiol. Holl. 4 Jan. ------- 15 Febr. 1590. bl. 16.
(<0 Refol. Hol!. 30 JJec. 1591. — 24 Jan. 'j-siIUaart 1592,
II. 12, 27,
|
|||||||
028 VADERLANDSCHE XXXI. Boes;
j«#g_, ten deezen tyde, dat de Hollanders verlof-
—-■— geld vorderden van goederen, die uit Hol- land naar Zeeland werden gebragt. Onre- delyk fcheen dit, in den eerften opflag. Doch de Hollanders merkten, op de klagten der Zeeuwen, aan „ dat zy geen verlofgeld be- ,, geerden van goederen, die in Zeeland „ verbruikt werden ; maar alleen van zul- „ ken, die, over Zeeland, naar vyandlyke „ of onxydige Plaatfen , werden vervoerd. „ Dat zy, tot het invorderen van dit ver- ?, lofgeld, bewoogen waren geworden , om „ dat Zeeland de gelei- en verlofgelden niet „ bragt in.de kasfe van 't gemeene Land, ,) gelyk de andere gewesten deedcn; en om 3, dat men zig, aldaar, niet hieldt aan de ,, gemeene lyst van 's Lands Regten; maar, „ om neeiïng te trekken ,• minder verlof- , „ geld , dan de lyst inhieldt, vorderde van „ goederen, die naar Frankryk en elders ge- ,, zonden werden (£)." 't Gefehil tusfchen de twee gewesten kwam voor de aigemeene Staaten, die, in 't eerst, zeer neigden naar cjè zyde van Holland (V). Doch naderhand werdt geoordeeld, dat de zaaken, by voor- raad, op den ouden voet, behoorden te blyven. 't Leedt tïog eenen genumen tyd, eer de hoofdzaak werdt afgedaan. Ik vind, dat die van Holland , by gelegenheid van deezen twist, aanmerkten, dat de gelei- en verlofgelden , in hun gewest, een millioen had-
C*0 Refoi. Holl. 31 OU, R, iOj 14 Nov 1589. tl. 486, 711.,
jat), 729, 744. Jan. 1591. vi. j. ,"Qf j llefol. Holl. 4 Jan. —r— 15 i'ebr. 1590. il. 2, |
||||
XXXI. Boek, HISTORIE. 329
|
|||||||
hadden opgebragt, en maar weinig minder 1589.
jn Zeeland (d). |
|||||||
De Heerlykheid van Woerden , die het nnnde-
Huis van Brunswyk in pandfchap bezeten lingwe- hadt, werdt, in den Herfst des jaars 1589, sens ten behoeve der Graaflykheid van Holland, ^j^ verbeurd verklaard. De Staaten hadden, na alldere de dood van Hertog Erik van Brunswyk, Heeriy- die , op den zeventienden van Slagtmaand ke §oe- des jaars 1584, voorgevallen was <Y), 't be- ^e"eB wind deezer Heerlykheid aanvaard. Zyn' na- Huize ' tuurlyken Zoon, Willem van Brunswyk, aan van ivien, en aan wiens Zuster, ftatharina,,hy Bnms- zyna Heerlyke goederen in Holland gemaakt w^c> hadt, federt ook overleeden zynde, verzogt Hertog Julius van Brunswyk, dat de- Staaten het opzigt over deeze Heerlykheid, en over die yan Liesveld en andere Brunswykfche goederen hier te Lande , ten behoeve van den regthebbenden, wilden bly ven behouden; gelyk zy deeden (ƒ). Hertog Julius overleedt, op den tweeden van Bloeimaand deezes jaars 1589 (g). Zyn Zoon en Opvolger, Henrik Ju- lius, begeerde toen, dat de Staaten hem de Heerlykheden Woerden en Liesveld , met zekere Huizinge in den Haage, benevens de ontvangen' inkomflen deezer goederen, wel- ken de Staaten ingehouden hadden, zouden overdraagen. Doch de Staaten begreepen, dat deeze goederen , na het affterven van Wil-
(<0 Hor XXVII. ßaek, bL 3 [494!.
£<?) Bor XIX. Hoek, bl. 40 [507].' O) KcCol. llöll. 7, 15 Aus. i;,H5. U. 454, 478. 6 Jpi'll
S587. */. 100. . (j) Uuii XJfVI. Butk, lil. 4$ UM. A 5
|
|||||||
330 VADERLANDSCHE XXXI. Boek,
158p, Willem van Brunswyk , op dcszelfs Zuster,
------ Katharina, vervallen waren. Deeze nu was
met Andreas Dor ia getrouwd, die den Ko-
ning van Spanje, tegen de Staaten, diende ï uit welken hoofde, de Heerfykheden en goe- deren van den Huize van Brunswyk, hier te Lande , allen verbeurd verklaard werden, Men liet den Hertoge de vryheid wel, om zig, hier, tegen deeze verbeurdverklaring, van de gewoone middelen van Regte te be- dienen (/*). Doch ik vind niet, dat hy dee- ze zaak vervolgd heeft, voor 't jaar 1593, wanneer hy den voorgaanden eisch vernieuw- de. Ten zelfden tyde, deedt Katharina vai* Brunswyk , die toen Weduwe was van An- dreas Doria, de Staaten, om de Brunswyk- fche goederen, voor haar zelve, verzoeken. De Staaten beflooten toen , den Hertoge handligting der zelven aan te bieden , mids hy borg ftelde voor de wedergeeving, wan- neer de Weduwe bewees , dat zy eene na- tuurlyke Dogter van Hertoge Erik was , 't welk hy ontkend hadt : hoewel de Staaten, in zulk een geval, hun regt nog voorbehiel- den tegen haar, als gehuwd geweest zynde met eenen vyand deezer Landen (f). De Graaf van Hohenlo , federt , het regt ver- kreegen hebbende, welk Hertog Henrik Ju- lius op de Brunswykfche goederen in Hol- land gehad hadt, bragt zo veel te wege by de Staaten, dat zy hem dezelven afftonden. Zyne Weduwe, Maria van Nasfau7 met wel- kt: fh) nefol. Holl. 3 Oïïoh. 2 Nov. 1389. W. 650, «94.
CO R-efol. Holl. 6-18 Sept. 9-20 Nov. 1593. hl. 14«, lóc* |
||||
XXXI. Boek, HISTORIE. 331
|
|||||
ke hy, in 't begin des jaars Ï595, getrouwd i5g^
was (&), heeft ze, nog na zynen dood, be-.-------
zeten (/). Doch het Pandfchap van Woer-
den is, in den jaare 16x7, afgelost, en dee- ze Heerlykheid wederom, met de Graafiyk- j heid van Holland, vereenigd geworden. De Regeering van Holland en Zeeland XViI-
was, na 't vertrek van Leicester , nog op ^f~n geenen vasten voet gebragt. Men begreep , cwee dat het Kollegie van Gekommitteerde Raa- Koiie- den in Holland herlleld diende te worden , êie" vau en dat men Prinfe Maurits meer gezags, dan ^f„^ hy , tot nog toe, geoefend hadt, behoorde de Raa-) op te draagen. Ook moest de eenigheid on- den , in der de Gewesten bewaard , en middelen be- Holland, raamd worden, om de gefchillen tusfchen de Steden , bekwaamlyk , af te doen. Deeze en diergelyke zaaken hielden de Staaten van Holland, in deezen jaare 1589, dikwils bezig (/«). Doch men kwam, omtrenteenigender- 1590. zelven , niet voor den aanvang des volgen* " den jaars, tot een befluit. De Staaten van
Holland en Westfriesland fielden toen twee Kollegien aan, een tot het beleid der zaaken van Regeeringe, genoemd het Kollegie van Gekommitteerde Kaaien, nevens zyne Doorlug- tigheid; en een,* tot het beleid der zaaken van belastinge en geldmiddelen, blootelyk het Kollegie van Gekommitteerde Raaden ge- noemd. Het eerstgemelde Kollegie beflondt uit
m Bon XXXI. hisek, W. 89 [893,].
(/) Refol. Huil. 23 Juny iöio. Ol. 2(5. Bor XXX. ISvelt,
il. 5» [74»] enz. (m) Rcfoi. Hol!. 3-22 July, 7-14 /lm'. 15 Kuy. 15% hl,
5ö4! 557" ."iSlU 7i7: |
|||||
33a VADERLANDSCHE XXXI. Boek,
|
|||||
ï59o. uit den Prinfe en vier Raaden, en diende op
p-_—«. een ßerigtfchrjft s wei]c den twee-entwintig- ften van Louwmaand was vastgefteld («)r
Hec Berigtfchrift voor het ander Kollegie, welk uit negen Raaden beftondt, was, op den zelfden dag, beraamd (e). Voorts ar- beidde men, om Utrecht, gelyk voorheen, met Holland en Zeeland, onder eenen Stad- houder , te brengen , waartoe de Advokaat Gldenbarneveld, die met Thin, Heermaa- Ie en andere Stigtfchen verfland hieldt, zeer Prins veel vlyts aanwendde. In Sprokkelmaand, Maurits droegen de Staaten van 't Stigt Prinfe Mau- Jtadhou- rits het Stadhouderfchap op. Het Berigt- der van fchrift, waarnaar hy aannam te rege eren , Utrecht, werdt, eerlang , door hem , getekend en Overys- beëedigd. Hy beloofde, by het zelve „U- Geider- " trec^c te zx&Qn beftieren, als een byzon- land. 95 der Gewest, en de Wet, in de Steden, re 9, zullen ftellen , by raade en believen der „ Staaten. Doch in de Stad Utrecht, al- „ leenlyk, by raade en b'elieven van zulken „ uit de Staaten, die in dezelve tegenwoor- „ dig zouden zyn. Voorts zou hy de Staa- „ ten ook kennen, in 't begeeven van Amp- „ ten (p)." Omtrent deezen tyd , werdt Prins Maurits ook vereerd met het Stadhou- , derfchap van Overysfel. De Raaden van Staa- ten hadden geoordeeld, dat zy, hier, de ver- kiezing van eenen Stadhouder moesten doen uit
(n~j llïfol. Hol'. 1«, M Jan. 1590.U. 134, 152. BorXXVII.
Roek, hl. ïti [so'ïj. Cn ) Rew!. Ho i. 17, zzjan, 1590. W. i.-,6, 157. Dor. XXVII,
Boek, U, 13 f?ce], it) Bok XKVil. Beek, hl. 14 C5103j i6 £512].
|
|||||
XXXI. Boek. HISTORIE. 333
|
|||||
tiit eene benoeming van drie Perfoonen door 1590;
de Staaten van Overysfel, in gevolge van land, in 't jaar 1585, gemaakt (#). Doch die van Overysfel bragten hiertegen in, dat zy dit verdrag nimmer hadden aangenomen, verzoekende , wyders , dat de algemeene Staaten den Stadhouder , dien zy verkooren hadden, lastbrief verleenen wilden, op derzel- vernaam(r): gelyk,federt,gefchiedde. Prins Maurits werdt, na 't overgaan van Zutfen, op gelyke wyze, tot Stac houder van Gelder en Zutfen verkooren , door da Staaten des Landfchaps. Hy ontving van deezen zyn Berigtfchiïft, en van de algemeene Staaten zynen Lastbrief, in Bloeimaand des volgen- den jaars (f) : en zag zig dus Stadhouder van vyf der Vereenigde Gewesten. Omtrent deezen tyd, kreeg de Regeering XVIII*
deezer Landen byna dezelfde gedaante, die Schets zy, federt, altoos, onder het Stadhouderlyk ™°^a bewind , gehad heeft; waarom wy agten , Woordi- dat het hier de regte plaats is, om den ftaat gen ftaac derzelve beknoptelyk te befchryven. Zulk der Re- eene befchryving zal van dienst zyn , om lever- den Lezer 't vervolg deezer Historie beter eenigde te doen verftaan. '. Neder- De Vereenigde Nederlanden waren,. om- landen.
trent deezen tyd , zes in getal, Gelderland Yei-*n"-
met Zutfen , Holland met Westfriesland, dezelve"
Zeeland, Utrecht, Friesland en Overysfel: naden
ichoon afftand
(?) Zie XXIX. Boek, h. 96.
(r ) Refol. Huil. 8 Fe'or. 1590. hl. au. CO Zie Ron XXVil. liosk, lil, 515 van den tyceJen Druk, gXVUl. Boek, i/l. 4 [533]. |
|||||
334 VADERLAND5CHE XXXI. Boek.
1590. fchoon eenige Steden van fommigen deezer
T Gewesten nog in de magt van Spanje waren, in Lei- Qroningen en de Ommelanden zyn hier , eerst in 't jaar 1594 , bygekornen. Deeze gewesten en verfcheidén' anderen waren, fchoon onder verfchillende titels , nogtans allen, door Keizer Karel den V, en na hem, door zynen Zoon, Filips, beheerd geweest, en werden j hierom i, en om dat zy , met de andere Nederlanden , aan eikanderen grensden , dikwils aangemerkt, als famen één gewest uitniaakende. Het Utrechtsen Verbond van den jaare 1579 vereenigde ver- fcheidén' van deeze gewesten zo naauw, dat zy, gelyk het, in 't hoofd van dit Ver- bond , uitgedrukt wordt, maar één Land- ichap fcheénen. Voor en na de afzweering van Koning Filips , hadt Willem, Prins van Oranje, en na deszelfs dood, de Graaf van Leicester het hoog bewind over deeze gewesten gevoerd. De laatile met merkely- ke tegenkanting der Staaten, met naame van Holland, die oordeelden, dat hy zyn gezag te wyd uitftrekte , ten nadeele van 's volks vryhederi. De Staaten dan, geleerd door de ervaarenis, vonden , na zyn vertrek en af- ftand, geraaden, de opperfte magt over de Landen onder veelert te verdeèlen: en een' hieuwen Regeefingsvorm in te Hellen , die veiliger fcheen voor de gëmeene vryheid , fchoon hy , in fommige gelegenheden, ge- vaarlyker bevonden is voor de eendragt (f). Op dat egter de Gemeente, gewoon 's Lands hoö-
CO Gnom Annal. V. pi iof'i
|
||||
■
|
|||||
XXXI. Boek; HISTORIE. 335
hooge Regeering te zien in handen van ee- 15^9.
nen Vorst , die 't ontzag der zelve wist té -----»—
bewaaren, en de liefde der Landzaaten te
verwekken tot 's Lands best, een voorwerp Stad- van agtinge, voor 't gezigt, hebben mögt*, houder, droeg men Prinfe Maurits de waardigheid fnap^"1 op van Stadhouder, Kapitein en Admiraal- mimi_" Generaal van verfcheiden' gewesten , en Gene- plaatfte hem aan 't hoofd van den Raad van raal- Staate , die , onder Leicester, 't hoog be- wind over de algemeene Regeeringe plag te hebben. Zulke treflyke Ampten zetten den Prinfe groot aanzien by, fchoon Prins Wil- lem, zyn Vader, die tot Hoofd en heogfle O- verheid verheeven geweest was, boven hem , üitgefteken hadt, in waardigheid en vermo- gen ; en fchoon men den Landvoogd Lei- cester ook meer gezags hadt opgedraageii. Maar 't gene het Stadhouderfchap aan ge- zag verlooren hadt, hadt het gewonnen, aan gunst der Gemeente. Eerampten en vergif- fenis kwamen van den Stadhouder: lasten en fchattingen van de Staaten, die daarenbo- ven nog de wyt kreegen van de tegenfpoe- den; terwyl de eer der overwinningen den Kapitein • Generaal opgedraagen werdt («); De luister en roem der opperfte magt ver- toonden zig dus meest in den Stadhouder. De Staaten droegen 'er egter den naam van , en hielden den klem derzelve, doorgaans * in handen. Twyfelagtig fcheen het egter, ten deczen Verfcliil tyde j of deeze opperfte magt, in de Staa- over de
, opperfte
magt in £w) GaoTU Annsl. V. p. 10". |
|||||
i$6 VADERLANDSCHE XXXÏ.Ëoeiw
1590. ten van elk Gewest, moest geplaatst worden,
«------- dan of men ze zoeken moest, by de algemee-
de Ver- ne Staaten, en deezen als de opperfte magfc
Neder-6 der Vereenigde Gewesten met eikanderen landen, aanmerken. De algemeene Staaten zelven ichynen zig fomtyds zo te hebben aange- merkt. Kort na de dood van Prinfe Willem * verklaarden zy, toen te zyn de hoogfle Over- heid van den Lande (v). Ook fchynt men, in fommige Gewesten , 't ftutk , dikwils , dus te hebben ingezien , en hierom lastbrieven , tot zulk een voornaam Ampt, als dat van Stadhouder was , van de algemeene Staaten verzogt te hebben. Men dagt, vermoedelyk , dat, gelyk Keizer Karel en Koning Filips, die Heeren van alle de Nederlanden geweest: waren, Stadhouders in de byzondere gewes- ten plagten te ftellen, dit nu, door de alge- meene Staaten, behoorde te gefchieden; als aan welken, uit hoofde van het Utrechtscb Verbond , ook bewind toekwam, over het gene den Vereenigden Gewesten, met ei- kanderen , aanging. Maar in andere Land- fchappen , vooral in Holland, werdt dit an- ders begreepen. De opperfte magt was, oor- deelde men, na 't afzweeren van Filips, ver- vallen aan de Staaten der byzondere Land- fchappen, die , zelfs toen ze onder eenen Heer flonden, naar verfchillende wetten ert gebruiken, en als onderfcheiden' Heerlyk- heden of Vorftendommen , geregeerd weis den. Sterk dreef men dit gevoelen, ten tyde vatï
<>) Refol- Genet'. 3 4ug. 1584. h Bor Aiith, Swkk» lly
piel, il. 58. |
||||
XXXLËoék; tt I S T O ït I & 337
tyan Leicester, toen alle de gewesten niet t$$oi,
eens waren, over het gezag, welk hy zig,-——- met regt, aanmaatigen mögt. De Advokaat Oldönbarneveld ftondt .toen .zeer op de op- perde magt der byzondere Gewesten: waar- door 't gezag van Leicester en van den Raad van Staate geenen kleinen krak kreeg;. En, gelyk het den mensch eigen is, zyn gevoe- len in uiterften te dry ven; Maalzon, zo als wy boven (V) zagen, beweerde zelfs 4 dat Westfriesland, op zig zelf, eene oppermag« tige Heerlykheid uitmaakte, 't Gevoelen , dat de opperfte rnagt over de byzondere ge- westen by de Scaaten van elk Gewest huis^ vest, heeft ook den meesten ingang gevon- den , en is , doorgaans, by de fchranderfte kenners van deezen vStaat , vóór gegrond aan-' gezien (V)» .• ... ■',.».(, De Staaten der byzondere Gewesten hu Wie ié
beftäan niet in de Gemagtigden ter Staats- Staaten vergaderinge ; maar in het gantfche lighaam rondere der Edelen en Steden. De êèrften worden Gewe?- Vertoorid en vervangen, door den befchree- tenzyn'„ veil Adel, die, gemeenlyk, de Dagvaarten bywóont; de anderen, door de Raaden of Vroedfchappen van elke ftemmende Stad $ uit welken , een1 of meer Gemagtigden ter Dagvaart gezonden worden. En deeze Edelen en Gemagtigden der Steden vertöonen^ ver- gaderd zynde , de Staaten van den Lande*' Zy worden , op gewoone, of, des noods, Öp buiteiïgöwo'one tydeii, op zekere punten, bë»
Cv) Eladz. 322.
<jw)V\de Cv. Bynuerïhoek Oussfl:. Jur» Pabl, Libr.li
Cup. XXItl. p. 165, VIII. Deel. Y
|
||||
§33 VADERLÄNDSCHE XXXI. Bosr.
|
|||||||||||||
befchreeven; en doen, zo zy 'er algemeeneri
■ of byzonderen last toe hebben , ook andere zaaken af, die voorkomen, terwyl zy ver- gaderd zyn. Doch de uitvoering van 't ge- ne zy beflooten hebben wordt, nadatzyge- fcheiden zyn , een Kollegie van gemagtigde Raaden of Staaten aanvertrouwd. In Hol- land , hadt dit Kollegie , tegenwoordig, al- leen bewind over zaaken van geldmiddelen. De zaaken van Regeeringe iïonden daar nu aan het Kollegie van Gekommitteerde Raa- den nevens zyne Doorlugtigheid: 't welk zeer veel toebragt tot vermeerdering van 's Prin- fen aanzien in Holland. Doch dit Kollegie is , naderhand, met dat van Gecommitteer- de Raaden der Staaten vereenigd geworden (x). 's Lands Advokaat, die de vergaderin- gen der Staaten en der Gekommitteerde Raa- den van Holland * gewoonlyk , bywoont, vraagt de gevoelens, uit den naam der Ede- len , wier Penfionaris hy is , vereenigt ze , zo ze verfchillen, en is, binnen en buiten de vergadering , amptshalve , verbonden , de welvaart, vryheden en voorregten des Lands te vorderen en te verdedigen. Zyn Ampt was , na dat des Stadhouders, het aanzien- lykfte in dit Gewest. De Regeering der an- dere Landfchappen verfchilt, hier en daar, van de Hollandfche. Doch ons. beitek ge- hengtniet, datwy, in deeze byzonderheden, treeden. De Afgevaardigden van de Staaten der'
byzondere Gewesten maaken de algeineene
,. Staa-
|
|||||||||||||
t-S$ö.
|
|||||||||||||
Gemäg-
tigde Raaden of Staa- ten. |
|||||||||||||
Advo-
kaat van Holland. |
|||||||||||||
Aige-
méene Staaten |
|||||||||||||
O) Zie Guot. Veraiitw. Cr.p. XII. Vi 12!!
|
|||||||||||||
HISTORIE. 339
|
|||||||
XXXI. Boek.
|
|||||||
Staaten uit, die eerst te Utrecht plagten te 1590.
vergaderen: daarna te Delft en in den Haa- Ten tyde van Leicester*, begon hunne ver-- gadering geduurig te worden. De Staaten had' den toen verfcheiden' zaaken te verhandelen, van welken zy den Raad van Staate geene kennis wilden geeven. Hunne Afgevaardig- den vergaderden hierom dikwils; en kwamen, allengskens, geduuriglyk byeen (3»). Zy handelen , op bepaalden of onbepaalden last der Gewesten , van welken zy afgevaardigd zyn, over zaaken van vrede en oorlog , en anderen, het Bondgenootfchap betreffende. Zy doen bezendingen en ontvangen uitheem- fche Gezanten, insgelyks over zaaken, den Bondgenooten in 't gemeen raakende. De Raadvaa Raad van Staate, die, onder Leicester, groot Staate, gezag over zaaken van Regeeringe hadt, be- ftondt uit Afgevaardigden der. verfcheiden' gewesten, te weeteh, drie uit Holland, twee uit Zeeland, twee uit Friesland, en een' uit ieder der anderen. Na 't vertrek van Lei- cester, kreeg deeze Raad een nieuw Berigt- fchrift, waarby de bezorging van 't gene tot den oorlog te Lande vereischt wordt, en de invordering der penningen, die, ten deezen einde , door de byzondere gewesten, opge- bragt worden j aan denzelven toevertrouwd werdt (2). Tot het beleid van den oorlog te Admirn- water, waren, gelyk wy boven (a) zagen, Ir6!.18. onlangs , in de voornaamlte Zeelieden van „}eiu Hol-
fy') Grotii Anna!. V. p. 99.
<;0 Zie Ror XXIV. Boéki bh 6$ [238].
I«) Bladz, 327.
Y 2
|
|||||||
34o VADERLANDSCHE XXXI. Boek;
1590. Holland, Zeeland en Friesland , vyf Kolle-
>— gien ter Admiraliteit ingefteld^ en nog een opperst Kollegie, boven deeze vyf, waarvan
zyne Doorlugtigheid het Hoofd was. Doch dit laatfte bleef niet lang in f band (&). En in 't jaar 1597 > werden de vyf Kollegien ook afhanglyk gemaakt van de algemeene Staa- ten, daar zy, te vooren, afhingen van de byzondere Gewesten. Zy kreegen toen een nieuw Berigtfchrift, dat , fchoon flegts by voorraad, en voor den tyd van een jaar ge- geven (O, tot heden toe, nog niet veran- derd is. Wy fpreeken niet van de algemeene en byzondere Reken- en andere Kamers en van veelerlei Amptenaars, in deeze Landen. Wy beoogen, alleenlyk, een kort berigt te geeven van den tegenwoordigen ftaat van 's Lands Regeeringe; waartoe deeze fchets , zo wy agten,'zal können voldaan, Nu her- vatten wy den afgebroken draad der gefchie- denisfe. Yver van Van den aanvang deezes jaars af, begon Prinfe zjg een gunftiger beloop der dingen te ont- om d"ii dekken. De vyand , verzwakt, door de Qaat des önderneeming op Engeland, en, van nieuws, Lands te ingewikkeld in den Franfchen kryg, was bui- bevesti- ten ftaat geraakt, om den oorlog, in de Ne- £en* derlanden, met ernst, door te zetten. Prins Maurits hadt zig, daarentegen, van den tyd ' af, dat hem 't opperbeleid des oorJogs toe- vertrouwd was, zo zeer bevlytigd, in de oe- fening der Krygskunde , dat hy 'er , fchier da-
co Zie liefol. HoH. 14-23 Dec. 1593. il, 168. icj Groot-Piakaatb. II. Deel, kol. 155.5. |
||||
XXXI. Boek" HISTORIE. 341
dagelyks , in vorderde, boven verwagting. 1590.
Voortvaarend en wakker , in 't voortzetten-------—
zyner zaaken, wist hy den vyand, dikwils ,
eenen kans af te zien, en deszelfs aanflagen te verydelen.- De geringfte dingen zelven ontilipten zyner opmerkinge niet. Hy hieldt de vestingen in behoorlyken ftaat van te- genweer , en bezorgde , dat alomme goede wagt gehouden werdt. Zonderling bedree- ven toonde hy zig, in het uitkippen der be- kwaamlte Legerplaatfen. Het ftormtuig hieldt hy, in belegeringen , altoos by der hand. Het krygsvolk, tot hiertoe, zeer our bedreeven in veldflagen en aantasten van fterkten, leerde hy, uit eigen' oefening, op eene nieuwe wyze, te paarde ryden, de ger lederen bewaaren, ipys met zig voeren, en. aan loopgraaven en borstweeringen arbeiden, ZynLeger werdt, eerlang, eeneoefenfchool, daar , inzonderheid na dat hem 't geluk des oorlogs begon mede te loopen, de uitheenir fche adel de Krygskonst kwam leeren (<ƒ). Kortom, hy heeft de zaaken der Vereenigde gewesten tot eenen ftand van vastheid en vei- ligheid gebragc, waarvan zyn Vader weinig meer dan de grondflagen hadt beginnen te leggen. 't Verrasfen van Breda was de eerfte zyner xix.
gelukkige onderneemingen, in de Lente dee- i<areh»ait zes jaars. Karel van Heraugiere hadt, op f!eiai,T aanraading van Graave Füips van Nasiau, rasc iiec den aanflag overlegd met Printe Maurics; en Kaïteei Lambert Charles, een' wakker krygsm in , van Bre-
vei> Ja, door
(_(!) Grjtii Annal. V, p. 112
Y3;'
|
|||||
-)
|
|||||
342 VADERLANDS CHE XXXT. Boek.
1590. verkooren , om dien , nevens hem , uit te
—------voeren. Adriaan Janszoon van Bergen was
middel gewoon turf en brandhout te leveren op 't
van een g^fteel te Breda, en voer, op wedefzydsch fchlp". vrygeleide, geduuriglyk, af' en aan. Van het Turffchip van deezen man vondt men geraa- den zig te bedienen. Tegen het einde van Sprokkelmaand , verkoor Heraugiere om- trent zeventig foldaaten , uit verfcheiden vendels, met welken hy zig, des nagts, te Zevenbergen, in 't Turffchip begaf, zonder van iemant gezien te worden. Het fchip was met eene zoldering van planken, in 't mid- den , voorzien , en boven bedekt met turf. Veel ongemaks leedt het volk , op deezen korten togt, zo door koude en honger, als door tegenwind, die te wege bragt, dat men, langer dan twee dagen, op ééne plaats, moest blyven leggen. Eindelyk , genaakte men 't Kafteel, en kwam binnen de laat- fte boom; die terftond agter 't fchip gefloo- ten werdt. Hier kwam een Korporaal het fchip bezigtigen ; doch zo onagtzaam , dat hy geen onraad vernam, 't Was een geluk, dat niemant zig toen openbaarde, door hoes- ten , waarmede veelen , egter, de gantfche reize door, zeer gekweld geweest waren. Een , die 't niet myden kon , boodt zynen fpitsbroederen zyn leeven aan , op dat zy ook het hunne niet verliezen mogten (e). De Italiaanfche bezetting van 't Kafteel, ge- brek aan brandftof beginnende te krygen , fleepte het fchip, dat aan deü grond geraakt was
|
|||||
CO Retd VIII. Jk/ek, II. ifc.
|
|||||
XXXI. Boek. HIST' O R ï E. 343
was en een lek gekreegen hadt, op den der- 1590.
den van; Lentemaand, door 't ys, naar bin- ■------
nen Terftond viel men aan 't losfen , tot
zo ver zelfs, dat de foldaaten, in 't fchip, het daglicht, door de reeten der zolderinge, begonden te ontdekken , wanneer de Schip- per en zyne knegts, zig gelaatende vermoeid van werken te zyn, het verder ontlaaden uitftelden , . tot 's anderendaags. Ter mid- dernagt , doch niet zonder maanefchyii, deedc Heraugiere de knegten, die reeds verdrietig begonden te worden, en morden, dat men hen op de flagtbank bragt, uit het Turfichip treeden, terwyl men fterk aan- hieldt met pompen, waardoor de fchildwagt belet werdt, het gerügt, dat de knegten maakten , te hooren. Terftond , werdt de wagt overvallen en afgemaakt, de overige bezetting gedreeven tot in 't binnenfte van 't Kafteel, daar Paulo Antonio'Landjävechia, een onbedreeven jongeling, in 't aizyn zyns va- ders , geboodt. Deez' onderneemt eenen uitval, met zesendertig man , die meest al- len verflaagen werden. De burgers, drei- gende op 't Kafteel in te ftorten , werden, door 't volk van Heraugiere , met musket- ten , afgekeerd. De Graaf van Hohenlo en Prins Maurits zelf, 't gelukken des aanilags vernomen hebbende, naderden de Stad, met een groot deel des Legers, rukten't Kafteel in, en dreigden, van daar, de Stad te over- vallen, die toen de plondering af kogt, voor twee maanden folds , ten behoeve der ver- rasferen. Ondertusfchen , was de bezetting gevlugt. Maurits deedt eene deftige intre- Y 4 " de |
||||
344 'VADERLANDSCHE XXXI. Boek;
de in zyne Vaderlyke erfenis , nam den in-
wooneren den eed van getrouwheid af, en gaf Heraugiere 't bevel over de Stad, in wel- ke eene bekwaame bezetting van ruitery en voetvolk gelaaten werdt. De Roomfchen behielden 'er eene openbaare Kerk;. de an- deren werden den Hervormden ingeruimd (ƒ). Maurits fchreef, zonder uitftel, om voorraad van krygs- én mondbehoeften naar Holland , alzo hy wel voorzag , dat Parma terftond zyn werk maaken zou van het her- winnen der vestinge. Ook werdt zy fpoedig voorzien van het noodige (g). De fchipper en zyne twee knegts werden, door de Staa- ten , met een geichenk in gereeden gelde, en met een jaargeld voor hun leeven begif- tigd. Ook kreeg ieder foldaat, die in 't Turffchip geweest was , boven de twee maanden folds, eenen gouden penning , ter waarde van vyfentwintig guldens (J£). De Advokaat' Oldénbarneveld , die , in deezen aanflag, ook zeer Veel gearbeid hadt, werd: vereerd met eenen fchoonen vergulden kop, waarop de gantfche gefchiedenis, konftelyk, gedreeven was' (*")• Ter gelegenheid van de geboorte zyns Zoons, Willem, fchonken de- Scaaten van ' Holland , die óver den Doop geftaah hadden, hem, wat laater, tot eene Pillegave ook eenen kop van zeshonderd gul- dens ,; en aan zynén Zoon eene Lyfrente van tweehonderd guldens 's jaars (k~). De
CO Bor XX Vit. line.k, hl. 22-25 [522-527],
Or) Refol. Holl. 5, 6 Maart 1590. hl. 2H0, 2gt. f ft) Refol. Holl. 16 Maart 1590. W. 308. f«) Ror- XJJVJI. ßaek, bl. 25 [526]. ikj Htft)!. Holl. iü Aoy. 1590. bl. 470, 471» |
||||
XXXLBoek. HISTORIE. 345
|
|||||
De Hertog van Parma, van Spa en Aken, 1-90. '
te Binch in Henegouwen , te rug gekeerd,------—
ftondt gereed , om , met een Leger, naar Mansfeld
Frankryk te trekken, tot onderfteuning der Breite, Ligueurs of Verbondelingen (/), toen hy de tyding ontving van het inneemen van Breda, ïerftond gaf hy Graave Karel van Mansfeld bevel , om zig wederom meester te maaken van de Stad. Mansfeld berende haar, nog voor het einde van Lentemaand, floeg eene fchans op de Merk, by het Dorp ter Heide, wint Ze- en bemagtigde Zevenbergen , dat deerlyk yenber- geplonderd werdt. In Bloeimaand, viel hy &tn' aan op de fchans van Noorddam, by Zeven- bergen, binnen welke Matthys Heldgeboodt, die hem zo wakker te keer ging, dat hy, eerlang , afwyken moest. Prins Maurits, midlerwyl, om hem van Breda af te trekken, toog , met vierduizend knegten en weinige paarden , naar de Betuwe , als hadt hy ee- nen aanflag op Nieuwmegen in de zin ge- had. Mansfeld, geenen kans ziende om Breda verlaat met geweld te winnen, verliet, eindelyk, de Breda. Stad Qn) , volgde Prins Maurits , en floeg zig , omtrent Nieuwmegen, tusfchen de Maaze en Waale , neder, Maurits bleef in de Betuwe, met zyn Leger; doch hieldt den WaaHtroom met fchepen, en deszelfs oever met krygsvolk bezet, tot aan de plaats toe, daar 'er ce Maas in valt. Zelfs wierp hy eene Maurits fchans op , tegen IN'ieuwmegen over, die jtigt den naam kreeg van Knodjenburg; waar r- ^"^2 de
CO Bon XXVII. Boek, hl. 18 friff].
f» Boa XXVII. Boek, U. 25 [527] enz Y5
|
|||||
34« VADÉRLANDSCHE XXXI. Boek.
15^0. de een groot deel van den Zomer geilee-
-—— ten werdt («). : - • < : Parma Tegen 't einde van den zelven, toog Par-
trekt ma, op uitdnikkelyk hevel des Konings, met naar jiet grootfte deel zyns Legers, naar Frankryk, r-!k'u~ laatende 't hoog' bewind der Nederiandfche zaaken in handen van Graave Pieter Ernst van Mansfeld, wiens Zoon Karel 't voornaam beleid des Oorlogs opgedraagen werdt. Doch hy hadt geenen last om iet te onderneemen 1 maar moest het overfchot des Legers ter- ftond in de vaste Plaatfen verdeelen (o). Schoone gelegenheid gaf dit Prinfe Maurits om 't platte Land , tot Duitschland toe, al- Maurits ommc , af te loopen. Ook bemagtigde hy, wint ver- in Herfst- en Wynmaand, met een klein Le- fcheiden'.ggj.^ ^et Huis te Hemert, de fchanfen Tels- Ste ten'hout en Crevecoeur , benevens het Huis te Heel of Hedel en de fchans ter Heide (/>), daal- de bezetting van Breda en Bergen op Zoom, kort te vooren, eenen vergeeffchen aanval op gedaan hadt. Nog vielen hem Steenber- gen (q) en de fchans te Roozendaal in han- Venlo den (r). De Burgery van Venlo dreef, om- verjaagt trent deezen tyd , 's Konings bezetting ter 's.Ko' Stad uit, fchoon zy den Graave van Mans- zètclng.6" feld fchreefi. dat ZY •> desonaangezien , zy- ner Majefteit getrouw blyven wilde (/)• xx. Midlerwyl, vernam men, by gerügte, dat Deïtyks- ' ' Dlütsch- f») Bon XXVIII. Bock, IL 3 [532] ?"*•
(o) l'.on XXVlil. Hoek, l/L' 4 [f,34] ">*' • ip) Rcfol. Holl. 12 Oiïab. 1590. bL 418. I <7) Rcfol. Huil. ïli Oclob. 159<"- H' 't-6- Cr) lioR XXVIII. /loek, lil. 4 [533]- 8 [539]) 34 [S^'l- ■ (f) Ijou XXVÜU Jlaek, H. 12 L544J« |
||||
XXXLBoEK, HISTORIE. 3#
|
|||||
Duitschland zig ten oorloge toerustte , om 1590.
het fchenden van den llyksbodem, beide 0p-—-*=*- de , Spaanfchen en Staatfchen, te wreek en. j^™' Doch de raadpleegingen der Kreitfen , die over >t voor hertiger befluit deeden dugten, liepen fchenden uit , op eene bezending aan den Hertoge vanden van Parma en aan de algemeene »Staaten. fc^ü Parma , die de Duitfche gezanten ontving , bodem. terwyl hy reisvaardig was naar Frankryk , gaf trots befcheid op hunne klagten , dry- vende, onder anderen, dat zy de geleeden' fchade gaarne behoorden te draagen , om dat ze hun , tot voorftand van den ouden Godsdienst, aangedaan was. Maar by de Am- Staaten , daar zy de inruiming van 's Graa- woord venwaard en andere Sterkten op den Duit- tee„ m" fchen bodem, en opening van de ftroomen den Ryn en de Eems vorderden, werden zy befcheidener bejegend. „ Men weet, hier, „ de rampen, die Duitschland geleeden hadt, „ eeniglyk, aan de geweldenaaryen der „ Spanjaarden, waardoor de Nederlanders „ gedrongen waren gewonden , tot het op- „ vatten der wapenen. Men verfchoonde „ het äfloopen der Duitfche grenzen , met „ de gewoone balddaadigheid der Krygs- „ knegten, die zig, door het gezag der O- „ verften , nooit geheellyk liet beteugelen. „ 't Regt op 's Graavenwaard was betwist- „ baar; doch 't werdt, hoe 't 'er ook mede „ wezen mögt, alleenlyk tot verdediging „ der grenzen, ingehouden. De overige „ Sterkten wilde men gaarne ruimen. Doch „ de ftroomen te openen hieldt men niet ,, vei-
|
|||||
348 VADERLANDSCHE XXXI. Boek.
1590' ->•> veilig, alzozy, terftond, door den vyand,
ir—— „ bezet zouden worden Q)" Met dit ant- woord , waarop, eerlang, het overleveren eeniger afgelegene Sterkten volgde , werden de gezanten afgevaardigd Qi). De Steden Keulen en Luik deeden, ten deezen tyde , ook eene bezending aan de Staaten, om ge- lyke reden. De Aartsbisfehop Ernst van Beye- ren was Heer van beide deeze Steden, en de Staaten hadden den Oud-Keurvorst Truchfes, tegen hem, onderfteund. Nu beloofden ze Keulen volle veiligheid, zo de Stad zig, van haaren kant, onzydig hieldt. Maar Luik, dat zig dikwils vyandig getoond hadt, werdt fcherper bejegend, 't Slot was, nogtans, dat de Stad op de vriendfehap der Staaten hoo- pen mögt, zo zy zig dezelve waardig maat- te (v). Doch diergelyk antwoord werdt , naderhand, dikwils, op diergelyke klagten, gegeven ; alzo de vyandlykheden tegen de Duitfche volken , beide van de Staatfche en Spaanfche zyde , bleeven duuren , naardat ieder volk, uit moedwil of vreeze, te veel helde, naar de eene of de andere partye. De Hertog van Parma ruimde geheel geene Sterkten op den Duitfchen bodem; fchoon hy zulks beloofd hadt te zullen doen, wan- neer de Staaten hem zouden voorgegaan zyn. Hierover vielen klagten van onze zyde; doch zy vonden geenen ingang, 't welk den Staa- ten CO Zie Rafol. Holl. 4-15 Sept. 1590. t'l. 76.
(k) '*"«• XXVlU. Hoek, hl. 12 [544] enz. Meteren XVI.
t,mk, ƒ. 292 verf. (v) Kor. XXVIir. Boek, hl. 11 [543]. XX]X, Boek, hl. I«C
[Ö2j] enz. Metkiujn XVI. Hoek, f. 294 verf. |
||||
XXXI. Boek. HISTORIE. 34$
|
|||||
ten te meer voet gaf, om zig zelven regt te 1590;
doen, door de wapenen. Midlerwyl, drong Keizer Rudolf de II. de Staaten, ten deezen
tyde, en federt, dikwils, tot het aangaan, van eene vrede met Spanje; doch, alzo men, hier, uit onderfchepte Brieven (w), ontdekt hadt, dat Koning Filips nog even zeer ver- bitterd bleef tegen de Onroomfchen , leende men geheel geene ooren, aan 's Keizers ver- maaningen. Verdugo, eenige hulp uit Brabant gekree- XXI.
gen hebbende , tastte , in Zomermaand, de 7perd"g(* fchans te Ementil aan, en vermeesterde ze, tjgt^" by verdrag. Graaf Willem , die nogal niet mentii. afliet , Groningen te benaauwen, floeg zig, Gronia- ecrlang, te Kollum neder , niet verre van j^"uJ^ den vyand ; die egter niet geraaden vondt, door hem, in zyn voordeel, aan te tasten (re). Ten Graave deezen tyde , werden twee Spaanfche fol- Willem, daaten onthalsd , die beleeden hadden , uit- gemaakt te zyn van Verdugo , om Graaf Willem van kant te helpen (y). Wegens de aangelegenheid van Groningen, binnen wel- ke Stad, de Staatfchen heimelyk verftand hiel- den, met eenigen uit de Wet, hadt men zelfs de Koningin van Engeland onderrigt; en zy hadt Brieven herwaards gezonden , waarby zy de Stad van haare gunst en befcherming verzekerde, zo ze deStaatfche zyde koos (2); doch daar verliepen nog omtrent vier jaaren, eer dit gebeurde. Te-
fw) Reibt. Moll, a- Dec. i^jk.. hl. 507, 512, 5T4, 515. Act.
Puifl. Anal. Tom. Vil. P. \,p. 34.' rioR XXVllï. Baèk, II. h [^«y> O) Hor XXVIII. floek, ld. 4 [531]. t v) REYD VIII. £<uk, lil. 16-!. (_2j Att. Piibl. Atigl. Tom. VII. P, I. f. 40, 3a, |
|||||
35o VADERLANDSCHE XXXI. Boek,
jjjpö. • Tegen 't einde des jaars, keerde Parma te
rrrr—r rug uit Frankryk, daar 't hem gelukt was, Far|ria|.t Parys, welk, door Koning Henrik den IV, Frankr?k ftrengelyk belegerd werdt , te ontzetten, te rug. Doch de Gemeente in Frankryk mistrouwde hem zo zeer, dat men zyne bezetting ter gee- ner Stede wilde inneemen , zo dat hy ge- noodzaakt was, zyne benden, midden door Mükery 'svyands Leger, te rug te leiden. Op zyne onder 't te rugkomst, vondt hy de bezetting van ver- Krygs- fcheiden' Steden aan 't muiten , by gebrek wik. van betaaling. De Staaten hadden van dit ongemak ook bevinding gehad, in dit en in het voorleeden' jaarj en de bezettingen van Tiel (V), van Lief kenshoek (V), van Schen- kenfehans (c) en van Zwartfluis (#), aan 't muiten zien liaan. Doch deeze beweegingen waren fpoedig en gelukkig geftild. In de Spaanfche Nederlanden, hadden zy zwaarer gevolgen. De bezettingen van Diest, Leu- ven en Heerentals ftonden op tegen de O- verften, en bragten de gantfche Brabantfche Kempen onder brandfehatting , plonderendê en verwoestende al 't platte Land in deezen oord, zo deerlyk, als of 'er de vyand huis- gehouden hadt (e), 't Liep eenen geruimen tyd aan, eer zig de muitende menigte bevre- digen liet (ƒ). De Hertog van Parma zondt^ kort na zyne hefwaardskomst, den Prins van Atkolï) met eenige benden, naar Frankryk, tot
fs) Ron XXV. Hoek, hl. 51 fa 82]«
"(6) RnR- XXV£. Boek, 1,1. 57 [4S2J. r<0 Hor XXVII. Boek, bh [4 \.V<ji]. (,.') link XXVII. /hek, U. ai f>,2tl. (e) Hiiii XXVIH. Bnek, U. 15 L54!i"U (/) Uu« XXV1U. /hek, W. Sy L565J. |
||||
"■■■- — :■-------------*--------------- -m wm
|
||||||||
XXXI. Boek. HISTORIE. 351
tot onderfteuning van den Hertoge van Ma- i5p<,.T
yentie. De Staaten hadden , daarentegen |
||||||||
vyf Oorlogsfchepen in zee gebragt , tot be- De Staa-
fcherming der kusten van Normandye en «n be-
Bretagne , zynde zy, door Koning Henrik, v^f™6'1
. ° 7 Ji / „.,. i . ° Oe Kusten
bengt geworden, dat Mips bezig was , ora van Bre,
eene Vloot uit te rusten, met welke hy 't op tagne.
deeze kusten gemunt hadt. De Heer van S. Al-_Aide- degonde, die, dus lang, buiten openbaare be- gondi in diening, geweest was, bekleedde, ten deezen Frj"lk- tyde , de waardigheid van Gezant der alge- ry * meene Staaten aan het Franfche Hof (g). Na- derhand , te rug gekeerd, werden hem agt- honderd ponden toegelegd, voor 't gene hy, wegens agterftalien van zyne wedde, tot den jaare 158a toe, te vorderen hadt (A). Ook werdt hy, in 't jaar 1594, door de algemee- ne Staaten, op eene wedde' van vierentwin- tighonderd guldens, in 't jaar, behalve drie- honderd guldens, voor huishuur, aangefteld, om den Bybel, uit het Hebreeuwsch, over te zetten (T). Doch dit werk is, metzynendood, die, op 't einde des jaars 1598 , voorviel, blyven fteeken (F). Met Engeland, viel, dit jaar, weinig by- XXII.
zonders te handelen. De Koningin hadt eene Handel groote menigte kleederen, hoeden en fchoe- g"n^. nen , voor haar Krygsvolk , herwaards ge- ^me van zonden , welke zy, zonder 't betaalen der ge- Enge- woonlyke regten, dagt in te voeren* waar- laiu'' toe de Staaten niet verftaan konden. Hier- over , (;■•) Bor XXVIir. llotk, hl. TI, 12 [543, 544"1-
1 hj Relbl. IIoll. 29 Aptü 1594. U. loy.
CO Bor XXXI. Heek. bl. 74 [874L
(/.■) Bok XXXV. Bvct, U. C!j [510]. , . ■:. ,
|
||||||||
§§4 VADEULANDSCHË XXXLBöeüj
|
||||||||||
1590. over, en over andere zaaken van klein be-
|
||||||||||
de Staaten dringen op het voltallig houden
der Engelfche hulptroepen (7). Ook brag-i ten zy te wege, dat de Koningin, in Bloei- maand, eene verklaaring uitgaf, waarby zy de beweegingen, die, op haaren naam, of * zo men voorgaf, ten haaren dienile, eenigen tyd herwaards, verwekt waren, veroordeel- de ; de ingezetenen, te gelyk, vermaanende 4 tot gehoorzaamheid aan 's Lands Overheid (?«). Joachim Ortel, die, veele jaaren, A- gent der Staaten van Holland , te Londen, geweest was, overleedt, op den derden van Wynniaand deezes jaars(»). Noël vanKaron,- Heer van Schoonewal, bekleedde , nader- hand , zyne plaats (0). Vrouw Walburg, Weduwe van den Graave
van Nieuwenaar en Meurs, zig , na haars Mans overlyden, met veelg fchulden be- zwaard vindende, befloot, de Heerlykheid der Stede Woudrichem en des Lands van: Altena, haar, door haaren eerftenMan, den Graave van Hoorne, nagelaaten, voor twee- ennegentigduizend guldens, te verkoopen aan de Staaten van Holland, die, hierdoor, deeze Heerlykheid , welke men, fomtyds ^ beweerd hadt, tot Brabant te behooren, met Holland vereenigden. De opdragt gefchied- de, voor Leenmannen der Graaflykheid van Holland, op den tweeden van Wynmaand y met
(/) Aét. Publ. Anel. Tom. VIT.P.J.p. 27,29, 30,33 ,39,42*
lm) Aft. Publ. Angl. Tom. VII. P. I. p. 3s- C«) Refo!. Hol). 6 OSloh. 1590. II. 410 in marg. iè) H«u XSVIII. Boek, U. ao [555], |
||||||||||
De Agent
Ortel
fterft.
|
||||||||||
De Staa-
ten van Holland koopen de Heer- lykheid vr.n Woudri-
chem en Altena. |
||||||||||
XXXI. Boek. HISTORIE. 353
met de gemeene plegtigheid van de overle- 1593.*
" veringe vaa eenen halm (ƒ>). —-—■» De voordeden, door de Vereenigde Staa- voor-
ten, dit jaar, op den vyand, behaald, kwa- deeiige men niet in vergelyking, by de overwinnin- A^der gen des jaars 1591, waarin wy nu treeden „jg^Ga. moeten. De Hertog van Parma hadt zyne westen. Krygsmagt moeten verdeden , en grooten- deels naar Frankryk zenden. Het overfchot was , by mangel van betaalinge, onwillig, om te dienen, en, op verfgheiden' Plaatien„ zelfs in Groningerland en in den Gelderfchea oord , aan 't muiten geflaagen. Men hieldt voor zeker, dat het Spaanfche Leger nooit in zulk eenen flegten ftaat geweest was, als tegenwoordig (</). De voorfpoed des jong- ften Krygstogts gaf den Staaten ook merke^ lyken moed. Graaf Willem van Nasfau hadt hun, reeds voor eenigen tyd, geraaden, niet meer verweerender maar aanvallender wy- ze, te oorloogen (V). Ook hadt de Konin- gin van Engeland hen en Prins Maurits ern- ftelyk aangefpoord, om eenen inval in Vlaan- deren te doen (Y). En zy, die, te vooren, naauwlyks in ifaat waren geweest, om hun- ne eigene grenzen te befchermen, lieten zig nu, door deeze aanfpooringen, en, door de gelegenheid, opwekken, om den vyand, op de zynen, aan te tasten. De Raad van Staa- te hadt, op 't einde des jaars, den ftaat van, Oor-
OD'IUfol, Holl. is-flc Apf. 21-31 M*y, s, 8 Oftoh 159**
fd. 35, 42, 405, 412- 1'OR XXVni. Hoek, W, 19 f553]. CO 1!llR XXVII. Hoek, hl. a7 [5gt|. Cr) Hbyd Vin. Boek, l/l. 160. ' Cs y Aft. Publ. Angl, Tifm. VU. F. I. p. a$r VIII. Deel. Z
|
||||
354 VADERLANDSCHE XXXI. Boek,
i5po. Oorlog, voor 't volgende jaar, ingeleverd,
■------- en geraamd, dat men, boven omtrent twin- tigduizend man, die de Staaten, tegenwoor- dig , in dienst hadden (>), nog drieduizend knegten en driehonderd Paarden moest lig- ten. De gewesten hadden zig tamelyk ge~ reed getoond , om te bewilligen in de kos«- ispi. ten, die hiertoe vereischt werden. Zy fton- -~
een' onderftand toe van honderdduizend gul-
dens , om welken hy hen, in Louwmaand , door zynen Gezant Paul Chouart, Heere van Buzanval, verzogt hadt (ii). Hun eigen Leger werdt zo wel voorzien , dat het in ftaat geraakte, om, met de naderende Len- te, iets van gewigt te onderneemen. XXIII. De vyandlyke bezettingen langs den Ys- Zntfen fel hielden de Veluwe en 't Stigt onder brand- p°.orr fchatting. Men vondt , derhalve, geraa- Maurks den, de Steden en Sterkten, die de Spaan- gewon- fchen hier inhadden, met meer gewelds »en. dan tot nog toe gefchied was, aan te tasten. Terwyl Maurits, wien een goede Krygs- raad, en eenigen uit den Raade van Staate bygevoegd waren, met het Leger der Staa- ten, uit agtduizend knegten en tweeduizend paarden beftaande , in aantogt was naar Zutfen, gelukte het den Ridder Francois Vere , wien nu 't bevel over 't Engelsen Krygsvolk opgedraagen was, de fchans te- gen i over deeze Stad, by verrasfing, in te neemen , op den drieentwintigflen van Bloei- maand»
(t~) Reyd VIII. B»"k, bh 161.
£«) ISaR XXVUi. Boek , tl. 14 [547]s 16 [550] «S»
|
||||
XXXI. Boek. HISTORIE. 355
maand. Eenige weinigen van zyn volk had- i&u.,
den zig vermomd, in boeren- en boerinnen- -—-— kleederen, en waren, veinzende met eenige goederen te vlugten voor het naderend Le- ger , ter fchanfe ingelaaten : daar zy , ter- Hond, de bezetting overweldigd hadden (v). Des anderendaags, vertoonde Prins Maurits zig voor Zutfen, daar men hem in 't geheel niet verwagtte, alzo hy, te vooren, verfpreid hadt, dat hy Geertruidenberg, of eenige Stad in Brabant belegeren wilde, en om den vyand te mompen, een ftuk wegs, de Maa- ze langs getrokken was. De bezetting van Zutfen was gering, en de Stad flegt voor- zien van mondbehoeften. Graaf Joan Filips van Valkenflein , die den Oud-Keurvorst Truchfes gediend hadt, werdt, in eenen uit- val der belegerden , doorfchooten. Prins Maurits , de Stad , driemaal, uit al 't ge- fchut, hebbende doen befchieten, eischte ze, daarna , op , haar , te gelyk , het uiterfte dreigende, zo zy 't aangebooden verdrag'niet aannam. Men verzogt tyd van beraad, 't Werdt geweigerd. Waarop de Stad zig ter- ftond overgaf, op den dertigften van Bloei- maand. De bezetting bedong den vryen uit- togt: de Stad behoudenis van voorregten. In't {tuk van den Godsdienst, zou men haar, gelyk de andere Steden der Vereenigde Gewesten, handelen (V). Op deezen voet, gingen daarna de Steden gemeenlyk over : -waarom wy 't noodeloos rekenen, zulks geduuriglyk te her- haaien. ' Van ,; <» Bon. XXVIII. Boek, hl. as, a6 [5Ö1, 562].
Cv) Bok. XXVIU. Botk, «. 26 [562]. |
||||
356 VADERLANDSCHE XXXI.Boek:
1591. Van Zutfen, rukte Prins Maurits, zonder
toeven, naar Deventer, dat beter veriterkt, |
|||||||
üok De- bezet en voorzien was. Graaf Herman van
venter. fen gerg geboodt binnen deeze Stad. De Prins egter, uit eenige vlugtelingen, berigt bekomen hebbende, dat de bezetting onee- nig, en de voorraad zo groot niet was, als men gewaand hadt, maakte zig, op 't fpoe- digfte, meester van de toegangen, endeedt-, daarna, de Stad heviglyk en lang befchieten en beftormen, daar veelen, van wederzyde, onder fneuvelden. De belegerden en Graaf Herman, wien een Spanjaard, ten onregte, nagegeven hadt, dat hy zig, met zynen Nee- ve, Prinfe Maurits, verrtondt, weerden zig dapperlyk. Voor den tweeden ftorm nog- tans, gaf de Stad zig over, by verdrag, op den tienden van Zomermaand (pc). Zulke gelukkige beginfels ipoorden den
«rt Gro- ^r*ns tot ver(^ere onderneemingen aan. Op ningen. 't ftei'k aanhouden der Friezen, deedt hy 'c Leger trekken , over de veenen en moeras» fen van Drente, naar Groningen, welke Stad, met een beleg, gedreigd werdt. Maar Verdugo , den aantogt der Staatfchen ver- nomen hebbende , hadt zig , na 't bezetten van Koeverden en Steenwyk, in de Voor« ftad van Groningen gelegerd. Ook Mep het gerügt, dat Parma zig gereed maakte 9 tot het ontzet van Groningen. De Prins dan, bevroedende, dat het verder benaauwen der Stad haar ligtelyk noodzaaken zou , tot het ontvangen van Verdugos Leger binnen haa- re |
|||||||
f #) Bun XXVIII. U<%k, II. 27 [563] «M,
|
|||||||
XXXI. Boek. HISTORIE. 357
|
|||||||
re muuren , waarna zy niet te bemagtigen 1591.
zou zyn; ook bedugt voor de aankomst van |
|||||||
Parma, befloot, maar zes dagen na zyne aan- Doch
komst, op te breeken van voor de Stad (y). verlaag Hy benaauwde haar egter zeer, door het in- ^eromT neemen der omleggende fterkten , den Op- flag, Ementil en Lettebert. Zelfs maakte hy zig meester van de fchans Delfzyl, wel- ker vestingwerken , federt, merkelyk ver- beterd werden (2). Doch Verdugo, loeren- de op gelegenheid, om de Stad te voorzien van voorraad , herwon Slogteren , eene der zwakfte fchanfen, waardoor haar een weg uit Westfaalen naar de Bourtange geopend werdt (V). De Hertog van Parma was, inderdaad Parma
op weg geflaagen , om Groningen te ont- belegen: zetten ; doch hy werdt afgefchrikt van den ^gtea* togt, door de woestheid der wegen, en wend- de zig, federt, naar den Waalkant, daar hy 't beleg floeg voor de nieuwe fterkte Knod- fenburg, tegen over Nieuwmegen, die, door Gerard de Jonge, een' wakker' krygsman, met zeshonderd bezettelingen, verdedigd werdt. Oktaaf, Graaf van Mansfeld, fneuvelde voor deeze vesting. Prins Maurits, die, na 't verlaaten van Groningen, 't oog op Steen- wyk geworpen hadt, vernam zo dra't beleg van Knodfenburg niet, of hy fpoedde zig derwaards, en trok, by Arnhem, de Betuwe in , vanwaar hy den belegerden , door te- kenen en boden , kennis gaf van zyne aan- komst. (jO noR XXVUl. Bock, il. 29, 30 [5ft>, 567].
(z) bor xxvm. Hoek, bi. 31, 32 isoa, 569].
C«5 Bon XXVIU. Bock, tl. 35 [573].
23
|
|||||||
358 VADERLANDSCHE XXXI.Boek.
|
|||||
ï59i. komst. Een hoop Ruiters, door Parma af-
--------gezonden , om 't Leger der Staatfchen te
onderkennen , werdt gelokt in eene hinder-
Breekt laage , en grootendeels afgemaakt : 't welk op van zo veel fchriks baarde in Parmas Leger, dat voor de ^y ^ terftond, opbrak van voor Knodlènburg , c a e' en zyn volk naar de winterlegeringen zondt (£). De fpyt, dien hy hierover gevoelde, en eenige onheufche bejegeningen, hem aan- gedaan te Nieuwmegen, veroorzaakten hem, zo men wil, eene nieuwe onpasfelykheid, die hem wederom naar Spa deedt verreizen. Maurit? Maurits, die 't oog op Nieuwmegen hadt, valt in't Welk, mids de hoogte der Waale, thans Waas en no§ n*et aangetast kon worden, deedt, om bemag- den vyand te misleiden , zyne benden, die ugtHulst. toen, op zesduizend negenhonderd vyfenveer- tig knegten en vyftienhonderd vyfendertig paarden , gemonfterd waren , ook naar de winterlegeringen trekken, en begaf'zig, eer- lang, met driehonderd vaartuigen vol volks, uit Zeeland , naar 't Land van Waas, daar hy zig eerst van de fchanfen in deezen oord, en toen, binnen vyf dagen, van de Stad Hulst meester maakte , op den vyfentwintigften van Herfstmaand, 't Land van Waas , een vrugtbaar gewest , werdt het Krygsvolk ter plonderinge overgegeven, tot dat de opgeze* tenen beloofden , brandfehatting te zullen betaalen; die zy egter, na dat Mondragon, Bevelhebber van 't Kasteel van Antwerpen, kort hierop, de fterkten om Hulst herwon,- -nen hadt, wederom weigerden, De Stad „ bin-
V) Ror. XXVIII. Boeh, U. ai» 32333» 34 [5*8,5<&>57°»5?»ï
|
|||||
XXXI. Boek. HISTORIE. 35«?'.
binnen welke, de Graaf van Solms 't bevel j 1591.
hadt, bleef nogtans in de magt der Staaten •— (Y). Eduard Norrits, Bevelhebber van Oost- ver- ende , hadt, in Lentemaand , de fchans te fcheiden' Blankenberg , ftormenderhand , veroverd , Sterkten geflegt en wederom verlaaten; doch zy werdt, £om v{e daarna, van de Spaanfchen , veel fterker staat- herbouwd en bezet (i). Wat laater, hadt fchen. de bezetting van Breda de Slooten te Turn- hout en te Westerlo bemagtigd (V). Na 't overgaan van Hulst, en toen nu xxiy.
Gelderland ontbloot was van vyandlyk Krygs D? Prms volk, oordeelde Prins Maurits de gelegenheid Njeuw_ xyp , om Nieuwmegen aan te tasten. Vee- megea» Ie Ingezetenen neigden, hier, reeds tot ver- andering , alzo de Stad, nu zes jaaren gelee- den, flegts door beftelling van eenige weini- gen, Parmas zyde gekooren hadt. Doch de bezetting hieldt zo goede wagt, dat de Stad, door heimelyk verftand met eenigen van bin- nen , niet te winnen was. Men moest dan befluiten, tot eene belegering. De Prins, 't volk , in alleryl, wederom geligt hebbende uit de winterlegeringen, fpoedt zig naar Gel- derland , en (laat, met twaalf vendelen, on- der Graave Willem Lodewyk, verfterkt zyn- de, 't beleg voor de Stad, omtrent het mid- den van Wynmaand. Die van binnen hoop- ten , in 't eerst, op ontzet van Verdugo, wien, na 't fcheiden van Parmas Leger, de zorg voor Gelderland aanbevolen was. Doch verneemende, dat hy gebrek aan volk hadt, en
Ce") li'iR XXVtlt. Boek, hl. 34. Sä. 36 [57*» 573» 57*1»
1 (V) Bon. XXVIII. Boek, hl. 19 [554]. CO Bon XXVIII. Buek, U. 21 [556J. Z 4
|
||||
S<fe VADERLANDSCHE XXXI. Boek,
iSiji. en de Stad nu, door het hevig fchieten, en
--------het werpen van granaaten en andere vuur- werken, in 't uiterfte gevaar ziende gebragt, ontzakte den meesten de moed, Sommigen, Hoffende op 'sKonings magt, vleiden zig„ nogtans , met ontzet, dat uit Friesland en Vlaanderen verwagt werdt. Maar 't gemeen, fchielyk fameagerot, ftoof ten Raadhuize op, en drong daar, met kragt van redenen, op het overgeeven der Stad; waartoe einde- lyk, op den eenentwintigden van Wyn- Hy ver- maand, beflooten werdt. De Prins ver- fielt 'er ftelde 'er terftond de Regeering, behouden- de Re- (je5 naderhand, geduurende den oorlog, de goenng. magt van ket ver]<:[ezen der jaarlykfehe Wet- houderfchap aan zig, die anders aan de Gil-
den plag te ftaan. De bezetting trok uit, met alle tekenen van eere. Doch de vrye oe- fening, van den Roomfchen Godsdienst, wel- ke men begeerd hadt, werdt afgeflaagen (ƒ')* Met het overgaan deezer Stad, de eerfte in ïang onder de Gelderiche Steden, was gantsch Gelderland byna veroverd. Prins Manrits, het Krygsvolk , voor goed, gezonden heb- bende naar de winterlegeringen , keerde te rug naar Holland, daar hy, van grooten en kleinen , met de uitbundigfte tekenen van eerbiedenis en vreugde, ontvangen werdt. Men merkte hem niet flegts aan als 's Lands befchermer, maar als den uitbreider der ge- nieene grenzen, en in- en uitheemfchen za- gen zyn beleid en wakkerheid, in zulke jon- ge (f) Kon XXVIIT. Rtmk, II. 36, S7> 3", 3S>> 42 [571» 5;5i
5?tf> 577, S'i>j- R<"D lx" Be''k' *'• '74- |
||||
XXXLBok. HISTORIE. %6t
ge jaaren, niet dan met de hoogde verwon- i^x: '
dering. Het bemagtigen van zulke treffe---------■
lyke Steden , als den Prinfe, dit jaar, in
handen gevallen waren , maakte de Staaten genoegzaam meester van de ftroomen , en beveiligde een voornaam gedeelte van den handel en fcheepvaart der Ingezetenen. Ge- duurende den winter en 't volgend voorjaar, werden , van wederzyde , nog eenige aan- flagen ondernomen ; van de Staatfchen op Geertruidenberg , Maastricht en Sluis ; van de Spaanfchen op Breda: doch zy mislukten allen feg~). De oorlog in Frankryk ging, midlerwyl, zynen gang. Henrik de IV. de Koningin van Engeland, om eenigen onder- ftand in volk , verzogt hebbende , bewoog zy de Staaten, in 't voorjaar, om tweedui- zend Engelfchen, van hier, naar Frankryk, te voeren : waarvoor, in Bloeimaand, nieuwe benden , uit Engeland, herwaards werden overgefcheept (Ji). In Holland , was het ftuk der Kerkelyke XXV.i
Regeeringe, tot nog toe, op geenen vasten DeStaa- voet gebragt. Wy hebben, te vooren (7), Holland meer dan eens, aangetekend, dat de Ker- doen ea- ken-ordeningen, in de Synoden, ontworpen, ne Ker- den Staaten niet gevielen , vooral, om dat, kenor<le daarby , der Overheid te weinig gezags ge- pen laaten werdt, over de verkiezing der Ker- ken-Dienaaren. Hierom hadden de Staaten, al voor eenige jaaren , geraaden gevonden, zelven de hand te leggen aan het ontwerpen ee-
(/>■•) Bor XXIX. Boet, i/.i6[6i<a GiiOT.Hift. Ufr.Il.fi. 159.
CA) Bon XXVIII. /hek, 01. 21 [1555].
(,ij VU. Deel, U. 337. en M"r vuor XXX. /toeftt W. 193.
25
|
||||
3<& VADERLANDSCHE XXXI. Boek,
eener Kerken-orde: waartoe zy, in den jaa-
re 158a , eenigen uit hun , nevens die van den Hoogen Raade , gemagtigd hadden, Deezen leverden, in 't volgende jaar, een ontwerp in (£), welk toen, en federt, mids den byfteren itaat van 's Lands zaaken, den moord des Prinfen van Oranje , en de be- zwaarlyke tyden van Leicester, niet tot fland gebragt was. De Advokaat Oldenbarneveld, dien 't bovenal verdroot , dat dit ftuk dus (loerde, en die zelf de hand gehad hadt, in 't ontwerp van den jaar e 1583, riedt de Staa- ten, omtrent deezen tyd, dit ontwerp, door agt Geraagtigden uit hunne Vergadering en uit de Geregtshoven, en door agt Predikan- ten, te doen overzien, en in orde brengen: gelyk, in Sprokkel- en Lentemaand deezes jaars 159«, gefchiedde. Men meende dus den Kerkelyken genoeg te hebben toegege- ven , door het opftel ook aan hun oordeel te onderwerpen, 't Werdt, overzien en in orde gebragt zynde , aan de Geregtshoven gezonden, die het goed keurden. De Edelen en meeste Steden zouden 'er ook niet tegen gehad hebben ; doch Delft, Gouda , Rot- terdam , Hoorn en Medenblik hielden, dat 'er den Kerkelyken te veel gezags in gege- ven wierdt. Dit zag, voornaamlyk, op de verkiezing der Predikanten, die, by de ont- worpen' Kerkenordening (7) , gefield was, aan
C*) Zie Refol. Holl. hy Bor Auth. Stiikk. III. Deel, M.
6-8. CO Zie dezelve by Bor XXViri. Boek, hl. 22 [557] en ia
de Refol. Holl 23 April ------- 7 May 1591. bh 31 enx, verg.
Hou Auth. Stukk. Hl. Deel, bh 3, y, 10, 11. j
|
|||||
\
|
|||||
XXXLBoek. HISTORIE. 363
aan een gelyk getal van Gemagtigden uit de 1591*
Regeeringe der Steden en Dorpen en uit de ———m- Kerkenraaden of Klasfen. Van de andere zyde, ftieten de Kerkelyken zig ook aan ver- fcheiden' punten, met naame , aan een , vvaarby der Overheid eenige kennis over de Kerkelyke tugt en ban werdt toegeftaan. Ook' begeerden zy, dat de Kerkenorde, zo zy al by alle de Steden aangenomen werdt, niet in gebruik gebragt zou worden, dan na dat zy, in eene Provinciaale Synode, zou zyn goedgekeurd. En men heeft, naderhand, beweerd, dat de Stad Amilerdam, hiervoor, insgelyks, geftemd zou hebben, fchoon zulks, in de aantekeningen der Dagvaarten, niet gemeld wordt Qn). De Kerkenorde werdt, die niet derhalve , niet bevestigd door de Staaten , tieves- onaangezien de Advokaat Oldenbarneveld, ngi. die dit werk dus verre voortgezet hadt, daarop, naderhand, nog dikwils, bleef aan- houden (ti). De gelukkige Krygstogt deezes jaars hadt De Staa-
den Staaten der Vereenigde Gewesten , zo ten.bs- veel moeds gegeven, dat zy, op hunne Ver ^"^ gadering in den Haage , die in Slagtmaand voortzet- aangevangen werdt , ernftige befluiten na- ten des men , tot het voortzetten van den oorlog, ooriogs. in het volgende jaar (0). De vier Gewesten, Holland , Zeeland , Utrecht en Friesland , die, tot nog toe, alleen den last des gemee- nen krygs droegen, hebbende de anderen ge-
f »O Grot. Verantw. Cap- VII. H. Va.
O) B»r XXVIII. Boek, il. 21 [556] enz. Brandt Re- form. I. Deel, bl. 6Ü5, 771. (,»j lioii XXVlü. lSueky bl. 42 [582]; |
||||||
5^4 VADERLANDSCHE XXXI. Boek,
ï5pi. genoeg te doen, met hunne eigene befcher-
•-------ming, bragten hunne Confènten, op den ftaat
des oorlogs, ook fpoedig in. Holland bewil-
*59*- ligde , omtrent den aanvang des volgenden -------jaars , voor zyn aandeel, in tweehonderd- duizend guldens ter maand, tot de gewoone, en nog negenhonderdduizend guldens, tot de buitengewoone lastendes oorlogs (ƒ>), en ik meen, dat de drie andere gewesten het voorbeeld van Holland, kort hierna, volg- den. Prins Maurits deedt, in 't voorjaar, een reisje naar Overysfel, naar Gelderland, •naar Breda, en naar Zeeland, om orde te Hellen op verfcheiden' zaaken, en om de ge- westen , tot het vaardig bewilligen in de noodige lasten des krygs, te beweegen (#). XXVL Henrik de IV, verfterkt mee twintig ven- Krygsbe- delen voetvolks, hem, door de Staaten, toe- dry ven in gefchikt, en met eenige Duitfche regemen- fX" ten, hadt nu 't beleg geflaagen voor Rouan. Derwaards begaf zig, diep in de Lente, de Hertog van Parma , met eene aanzienlyke magt, om de Plaats te ontzetten: 't welk hem gelukte. Toen floeg hy den weg op naar Pa- rys, omtrent welke Stad, verfcheiden'fchut- gevegten voorvielen , in welken beide Par- ma en de Koning gekwetst werden. De Hertog begaf zig toen wederom naar Spa. Zyn Leger keerde, door de grenzen van Ver- mandois, in den nazomer , naar de Neder- landen, te rug (r). Steen- Het afzyn van den Spaanfchen Landvoogd
wyk, * gaf (*ORefol. Holl. 30 Dec. 1591 . 24 Jan. i<;92. bU 1.,
(?) Bob XXIX. Boek, hl. 9, 10 [613, 614, 615].
CO Bon XXIX. Boek, hl. 16 [6*5] *«*• |
||||
XXXI. Boek. HISTORIE. 365
gaf Prinfe Maurits wederom gelegenheid, om 159z;
iets te onderneemen. Omtrent het einde van ------
Bloeimaand, rukte hy, met een Leger van door _
agt- of negenduizend man, voor Steenwyk, ^f1™ welk, federt dat 'er de Spaanfchen meester ge- e eg weest waren, aan de landzyde inzonderheid, merkelyk verfterkt was. Antonio de Coquel geboodt over de bezetting, die duizend kneg- ten en zestig ruiters fterk was. De Prins en Graaf Willem,, die 't beleg ook bywoonde, hadden zig zorgvuldiglyk verfchanst; doch werden, in 't maaken der loopgraaven , nu en dan, gehinderd, door de uitvallen der be- legerden. Daarna werdt de Plaats lang en he- vig befchooten. Lodewyk, Broeder des Graa- ven van den Berge , lheuvelde , in dit be- leg. De belegerden droegen zig dapperlyk, zonder te willen hooren van verdrag: zelfs niet , na dat de Staatfchen den buitenften wal reeds vermeesterd, en de graft gedempt hadden. De onderhandeling, waarin men _ toen tradt, werdt vrugteloos afgebroken. Ook ontvingen de belegerden , kort hierna, driehonderd man van Verdugo, 't welk hun den moed deedt wakkeren. Maurits dreef, ondertusfchen , uit vreeze voor ontzet, 'c ■beleg ernftig voort. In den aanvang van Hooi- maand, waren 'er twee mynen gereed onder de Bolwerken, die egter, ontfteken zynde, weinig fchade deeden. Doch 't heir, dat vast gereed ftondt, om ftorm te loopen, vuur- de, daarna, zo vinnig op de vesting, dat 'er verfcheiden' Bevelhebbers omkwamen. In de Stad , bleef men den belegeraaren niet fchuldig met fchieten, naar alle kanten : by wel-
|
||||
366 VÄDERLANDSCHE XXXI. Boek.
1592. welke gelegenheid, Prins Maurits een kogel,
■------- door de linkerwang, kreeg. Doch hy ge- nas fpoedig van deeze wonde. De Kolonel, Willem van Dorp, werdt, ten zelfden tyde, door de dye gefchooten, en overleedt des anderendaags. De Staatfchen hadden nu op twee plaatfen post gevat, en rekenden de Stad en zo goed als gewonnen. Coquel, geene hoop •wonnen, hebbende tot ontzet, befloot, eindelyk, tot
het overgeeven der Stad, op den vyfden van Hooimaand. De bezetting trok uit met haar zydgeweer, en moest zweeren , dat zy, in zes maanden, beoosten den Ryn, niet die- nen zou. De driehonderd man , door Ver- dugo afgezonden , was hiertoe egter niet verpligt. De overleveraars van Geertrui- denberg, die zig in de Stad bevonden, wa- ren niet begreepen in dit verdrag. De Staa- ten , met naame die van Holland, oordeel- den, dat men't, deezen zomer, by dit beleg, behoorde te laaten, en fchreeven 't den Prin- fe, dien zy ook rieden, zig voor merkelyk gevaar te hoeden, en eenige rust te neemen, vooral tegen de naderende Hondsdagen, waarin de meeste wonden gevaarlykst zyti (Y). Doch de Prins liet zig zo ligt niet flui- ten. Zo dra hadt hy geene orde gefield op de verfterking van Steenwyk , welks ves- tingwerken deerlyk befchadigd waren, of hy maakte zig gereed tot het beleg van Koe- verden, welk, nog voor 't einde van Hooi- maand , met goedvinden der Vereenigde Staa- ten , ondernomen werdt. Ootiuar- Van veel aangelegenheid was deeze Plaats, uif,
; (O Bon XXiX. Bask, bh 19 [öaöj enz.
|
||||
, XXXI. Boek. HISTORIE. 367
uit welke men Groningen benaauwen , en 1592;
Friesland voor de ftrooperyen des vyands —7—* beveiligen kon. Om den toevoer naar 't Le- fumin§e- ger voor Koeverden te verzekeren, befloot nomen*' de Prins zig meester te maaken van Ootmar- fum, gelegen op de Twentfche grenzen. Derwaards gerukt, met een deel zyner ben- den , verdreef hy de Spanjaards, en bemag- tigde het Steedje. Doch hier verloor hy Ka- rel van Levin, Heer van Famars, Overfte over 't Gefchut, die , in 't jaar 1566 , 't verbond der Edelen getekend, en federt de Staatfclie zyde gehouden hadt ("?). Na dat Beleg liet Leger voor Koeverden verfchanst was, van Koe- viel men aan 't graaven. Graaf Fredrik van verden» den Berg, die 't Kafteel van Koeverden ver- dedigde , hadt het vlek , welk niet te hou- den was, in den brand gefteken, en deedt, nu en dan, gelukkige uitvallen, zynen grond verdedigende , voet voor voet. Maurits , genaderd tot binnen 't vlek, kreeg berigt, dat op 't Kasteel overvloed van alles was, behalve van water, welk men, uit maar ééne put binnen de vesting, of, by nagt, met gevaar , uit de graft, bekomen moest. De Prins deedt dan eenige middelen in 't werk ftellen, om de put te doen droog loopen ; doch zy gelukten niet. De put bleef voor- zien van water. Toen viel men aan 't aflei- den van 't water der grafte, en begon te graa- ven in de bolwerken. Maar omtrent deezen Êyd , was Parmas Leger , uit Frankryk, te rug gekeerd; met een deel van welk, Ver- du-
£» Jtoa. XXIX. Iheh, il. 25 [633]. '
|
||||
368 VADERLANDSCHE XXXI. Boek.
1592. dugo, door eenen langen omweg, by Ryn-
■—— berk, over den ftroom getrokken zynde, in aantogt was, om Koeverden te ontzetten. Maurits, ook verfterking van volk beko- men hebbende , befloot, zig , door eenige nieuwe werken, te verfterken, en Verdugo, voor Koeverden, af te wagten. Deez'floeg zig, eerlang, neder by Emlichem, niet ver- re van Maurits: en befloot, op eenen vroe- gen morgen, het water de Vegt over te trek- ken, en op 't Leger der Staatfchen aan te vallen. Doch hy werdt, met verlies, afge- flaagen. Graaf Willem van Nasfau werdt, by deeze gelegenheid, gekwetst. De Prins vondt ongeraaden, den vyand te vervolgen, die zig federt, dag aan dag, in flagorde ver- toonde, zonder dat Maurits zig lokken liet, uit zyn voordeel. Midlerwyl, verzuimde DePlaats hy 't voortzetten des belegs niet. De bele- gautover gerden , eindelyk , de hoop op ontzet ver- by ver- iooren geevende, beflooten tot verdrag, op ag* den twaalfden van Herfstmaand. De Prins ftondt der bezettinge ,dcn uittogt met alle krygseer toe. Hy gaf het Slot, daarna, den Friezen te bewaaren, zeer tegen den zin der Overysfelfchen, die dreeven, dat Koeverden met- de gantfche omleggende Landftreek tot hun gewest behoorde , terwyl de Friezen ilaande hielden, dat die van Drente, in welk Landfchap, Koeverden gelegen was, van ouds, hun eigen gebied gehad hadden, en nimmer, dan by byzonder verdrag, met Overysfel verbonden geweest waren. Eindelyk werdt* door Gemagtigden der algemeene Staaten , verilaan, dat de ïïiezen bezetting in Koever- |
||||
XXXI. Boek. HISTORIE. 369
|
|||||
den houden ; doch, daarentegen, hun volk i5p2;
ligten zouden , uit Hasfèlt, waarin ook, ——r federt eenigen tyd , Friefche bezetting lag (u). Doch de Friezen namen, hieruit, ge- legenheid , om de Hollanders , naderhand, te dringen , tot het ligten der Hollandfche bezettinge uit Staveren: waartoe, met moei- te , beflooten werdt (v). De wederzydfche Legers bleeven , na 't XXVIL
overgaan van Koeverden, nog eenigen tyd, DeHer- ongefcheiden, houdende eikanderen in vree- ^JJ^11 ze, zonder iets te onderneemen. Doch Par- fterft„ ma, eerlang, bevel uit Spanje bekomen heb- bende, om wederom naar Frankryk te kee- ren, floeg, nog voor 't einde van Wynmaand, van Brusiel, op weg. Terwyl het Leger op- trok, hieldt hy zig, de gantfche Slagtmaand door, te Atrecht, alwaar hy, op den twee- den van Wintermaand, van zulk eene zwaa- re flaauwte, overvallen werdt, dat hy, den volgenden dag, overleedt. Kort te vooren, was , uit Spanje, in de Nederlanden geko- men Don Pedro Henriques d'Azevedo^ Graaf vanFuentes, met last, om een waakend oog op de Nedeiiandfche zaaleen te houden, en in- dien dezelven, ter oorzaake van Parmas zwakheid, in eenig verloop raogten geraakt zyu, de hand te flaan aan de herftelling. Som- migen hebben gemeend, dat hy ook bevel hadt, om Parma te ontflaan van 't bewind, en in hegtenis te neemen, en dat deeze hier- om , te fpoediger, den togt naar Frankryk on-
O) Ii()R XXIX. Boek, il. 23-27 [630636]. jw-J2 [639-644].
•(.O »OR XXXI. Jioek, M. 4 [782]; VUL Deel. Aa
|
|||||
§70 VADERLANDS CHE XXXI. Boek.'
|
|||||
%S92, ondernam , zonder den Graaf van Fuentes
*—'— gezien te hebben. Voorts heeft men zynen dood ook toegefchreeven aan vergif, zon- der dat iemant bepaalen durft, wie 't hem hebbe ingegeven. Veertien jaaren was hy 'sKonings Landvoogd over de Nederlanden geweest. Het krygsgeluk, hem, in de ne- gen eerfte jaaren, gediend hebbende, begoß hem, in de vyf laatften, geweldiglyk, tegen te loopen : welk laatfte, veelligt, meer dan iets anders, tot zyne kwynende ziekte en Graaf opgevolgde dood, toegebragt heeft. De pieter Landvoogdye werdt, by voorraad, aan den MansfSd ouden Graave Pieter Ernst van Mansfeld op- wordt gedraagen j fchoon de klem van 't bewind Lasd- in handen bleef van twee Spanjaarden , der» voogd by Qraave van Fuentes en Don Eft&van dlbar-
voor- ,. N. J raad. ra O?)-
De Ad- De Advokaat Oldenbarueveld hadt, in
vokaat den aanvang deezes jaars, wederom ontilag Olden- verZ0gt van Zyn Ampt, 't welk hy, reeds meer veicTver- dan eens, te vooren, gedaan hadt (#). Hy zoekt hadt zig egter altoos nog laaten beweegen van zy- orn m 'sLands dienst te volharden , tot dat "?n 'sLands zaaken op eenen beteren voet zou- omflaa- den genaken, mids men hem , ondertus- gen te fchen , niet bonde aan zyn Berigtfchrift. worden, Doch nu beriep hy zig op zyne zwakheid , begeerende ernftelyk , ontheeven te worden laat zig van zyn zwaarwigtig ampt. De Staaten be- bewee- woogen hem egter wederom, om te volhar- de"0111 te jen verhoogende , ten dien einde, zyne volhar- ' ° •; den "' '' ' jticu-
rw~) Brm XXIX.7te/;, 7;/. 44, 43 \C16a, C>6t, 66a].
*■*{*•> Zie XXX« tt/ek, il. aili. en MpJ. HölU 15 /Jgt. IS§8» W. iaj. |
|||||
XXXI. Boes. HISTORIE, 37*
jaaiiykfche wedde tot op tweeduizend pon- 1592.
den van veertig grooten : gelyk zy , om-----—-«
trent deezen tyd , ter oorzaake der toenee-
inende duurte van veele waaren, ook de wedden van andere Amptenaaren merkelyk verhoogden (y). . Tegen 't einde des jaars, werdt de ftaat Staat van.
van oorlog, door zyne Doorlugtigheid en Oorlog, den Raad van Staate, ter algemeene Staats- vergaderinge, in den Haage, ingeleverd, ert wederom , gelyk voorleeden jaar, boven de tweehonderdduizend guldens ter maand, ne- gen tonnen fchats van de gewesten gevor- derd. De Prins vaardigde Brieven af aan de gewesten, over welken hy Stadhouder was, om dezelven te beweegen tot fpoedige bewilliging- De Staaten fcheidden, in Win- termaand, om verflag van verfcheiden' pun- ten , en vooral van 't ftuk der belastingen te doen aan de byzondere Gewesten, en der- zelver befluit , desaangaande , ter naaster Dagvaart, in te brengen (z). Ook vind ik, tS93* dat Holland , al vroeg in 't volgend jaar,---------
;voor zyn aandeel in de gevorderde oorlogs-
lasten, bewilligd heeft (V). ■ Met de verandering der Regeeringe over Mansfeld
de Spaanfche Nederlanden , werdt ook ver- fchaftds , andering gemaakt, in 't beleid der dingen. Vrywaa" Fuentes , die van eenen ftrengen aart was, " "^fen* dreef, eerlang, door in den Krygsraad, die der ge, thans 't voornaam bewind der Regeeringe aan vange- ' .gig getrokken hadt, dat men de Vrywaaringen nea &■ <■: ■■ ten <3') Bor XXIX. Hoek, hl. 2 [Co<t],
I (z) Öou. XXrx. link, U. 43,'46,47C<5ffo,662,663,*Ö4a665). {,*) Rofol. Holl. 5--7 Jan. 151J3. W. 1, . Aa a
|
||||
37a VADËRLANDSCHE XXXI.Boek:
tm ten platten lande moest affchaffen , en de
J2L. gevangenen niet meer op losgeld ftellen of Sn 5 maar , gelyk in den aanvang des oóriog , zonder genade ter dood brengen, Terftond hierna, kwam hiervan een Plakaat in 't licht, op den naam van den Graave van ft *,,« Mansfeld. Doch de Vereenigde Staaten ver- X- zuSen niet dit Plakaat tegen te gaan, door eenigde een diergelyk , waarby 't zelfde gedieigd Staaten werdt ten ware Mansfeld hec zyne, binnen hierte" bekeren tyd, herriep (O- Men begon reeds gCn- aan 't rooien en pionderen te gaan, ten plat- S lande, de fo&aaten, ^e men m handen kreeg , werden opgehangen : toen er , aan de Spaanfche zyde, zo zwaafe klagten vie- len van de Geestelykheid en den Adel m Brabant, die brandlchatting aan de Staaten Sne geeven, en nu voor den moedwil SeflSySvolks bloot ftonden, dat de mtge- kom n'^Plakaaten , tülengskens , m onbruik r-nl-teii en men , ter wederzyde , keerde tof de'voorige gewoonte, brandfchattmg vorderende val Landilreeken , die zig niet Schermen konden, en met de gevangenen • handelende naar krygsgebrurk (O- . vvvir Deonderftand, dien de Staaten, m t voor- Ä'leeden'jaar, onder Graave Mips van Na- zanken. feu, naar Frankryk, gezonden hadden, was, Intidaar merkelyk gefmolten, te rug ge- keerdDol Koning Henrik hadt federt den Heete van Buzanval, zynen Ambassa- deur * herhaalden last gegeven, om nieuwe |
|||||
' (O-----
|
|||||
XXXI. Boek. HISTORIE. 373
hulp van de Staaten te verzoeken. Die van 1593;
Holland bewilligden, de eerften, in een re- —-— gement knegten , voor den tyd van vier maanden , waartoe vyfentwintigduizend pon- den ter maand vereischt werden (V) En toen nu, met den aanvang deezes jaars, de Her- tog van Mayenne de Franfehe Edelen en Grooten byeen geroepen hadt, om, in de plaats van den oveiieeden' Kardinaal van Bourbon, een' nieuwen Koning te kiezen , terwyl Graaf Karel van Mansfeld zig gereed maakte, om , met het Leger, door Parma verzameld, dit voorneemen te onderfleunen, befloot men, om hem op de grenzen op te houden , omtrent drieduizend man , onder Inval der Graave Filips van Nasfau, naar Luxemburg fl?at'. te zenden;- daar 't hem byna gelukt was, S. Luxere- Vit te verrasfen. Nu regtte hy weinig meer burg en uk, dan dat hy eenige Dorpen, hier, en in Limburg. Limburg, pionderde en verbrandde; waar- na hy, met merkelyken buit, te rug keerde (e). Mansfeld, Pikardye zynde ingerukt, maakte zig meester van Noyen en daarna van Imbercourt en S. Valeri. Op de Vergade- ring, die , tot het kiezen eens nieuwen Ko- nings , byeen geroepen was, verlcheen ook de Hertog van Feria, Ambasfadeur des Ko- nings van Spanje , met last, om het regt der Infante Izabella Klara Eugenia, voor te liaan , en te bewerken, dat de Koninglyke waardigheid aan eenen haarer Neeven, Ernst of
f «O HoR XXIX. Hoek, hl. z?, ?8. 43 [6r,fi, 63?, 659].
(O Hor XXIX. Jhek, il. 46 [663', XXX. Boek, bh ltf, [<SCytf78j. Aa 3
|
|||||
.
|
|||||
§7'4 VADERLANDSCHE XXXI.Boe'x,
of Maxïmlïiaan van Oostenryk, werdt opge-
draagen, dien zy dan ten Huwelyk gegeven zou worden. Filips neigde egter meest tot den eerften van deeze twee. Doch de voor- naamften hadden geenen zin in deezen voor» (lag. Sommigen , bevroedende , dat de ge- •wigtigfte. reden , waarom men Henrik den IV. onbevoegd hieldt, tot het bekleeden van den Franfchen Troon, zyne zogenaamde Kettery was , waarom hy zelf, door den Paus, in den ban was gedaan, drongen hem zo fterk , tot het verlaaten der Hervormde Leere (ƒ), dathy'er, eindelyk, toebeiloot. In Bloeimaand deezes jaars, deedt hy open- baare belydetris van den Roomfchen Gods- dienst, zonder welke, geen kans fcheen tot lïerftelling van de rust en eendragt in 't Ryk. Hy gaf, terftond, kennis van zyne verande- ring aan de Vereenigde Staaten, die 'er niet zeer mede vergenoegd waren; doch evenwel zorg droegen , dat men 'er, hier te Lande, op de Predikstoelen , geen nadeelig gewag- van maakte. • Op den laatften van Hooimaand, werdt 'er een Beftand voor drie maanden in" Frankryk gcflooten. Rouan, Orleans en Parys onderwierpen zig daarna aan den Koning, De rust in 't Ryk werdt allengskens herfleld. Doch de Koning van Spanje liet niet na, Frankryk, nog eenige jaaren, van den kane der Nederlanden , te beftooken : waardoor de Vereenigde Staaten genoodzaakt wer- den , den Koning van Frankryk , in krygs- be-
CjO Bor XXX. Rock, II. 8-15 töSo-689], '29 [710].
|
||||
-*?m—.1 -«■ ,i
|
|||||
XXXI. Boek. HISTORIE. Z7S
behoeften , geld en manfchap, by aanhou- 15513.
ding, te onderfteunen (g).---------
In Holland , werdt de veldtogt deezes Maurits
jaars begonnen, met de belegering van Geer- belegert truidenberg, waartoe men, geduurende den 9ee,nrl"" winter , de noodige toebereidfels gemaakt n ö* hadt. De Stad was rykelyk voorzien van be- zetting , die onder bevel ftondt van Bismas van Barge, Heere van PFaierdyk. De Ruitery, die te Breda en te Heusden bezetting hieldt, berende de Stad, op den zevenentwintigften van Lentemaand. I3es anderendaags , ver- toonde Prins Maurits zelf zig voor de Stad: terwyl het voetvolk, zevenenzestig vende- len ilerk, vast aankwam. De Prins wendde al zynen vlyt aan , om de Stad te bemagti- gen, eer zy, door de benden, die uit Frank- ryk verwagt werden , ontzet kon worden. Op den vyfden van Grasmaand , overmees« terde hy de fchans Steelhoven, niet verre van de Stad. Wat laater , leeden de loopgraa- ven , welken men reeds hadt beginnen te maaken , veel van het hoog getyde, aange- zet door eene ftyve koelte, uit den Noord- westen. Ook deeden de belegerden, nu en dan, eenen gelukkigen uitval. Maar het onlTuimig weder en de zwaare regen hinder- den den Prins meer dan iets anders. Hy was nog maar weinig gevorderd in den aanvang van Zomermaand , toen men berigt kreeg , dat de Ruitery des Graaven van Mansfeld reeds tot by Turnhout gekomen was. Doch Mau-
GO B°R XXX. Boek, II. 25-29 [704-710], 36-41 [710-722],
C3 [757j' 65-73 [758-770], 77 [775. 77«}. XXXI. Hoek, V. 19-24-[«00-806], 52 [844], 53-57 [846-850], 60 [855], §.Z, »7 [883,830], J* Aa 4
|
|||||
S?6 VADERLANDS CHE XXXI. Boek.
1593. JMaurits hadt de toegangen naar Geertrui-
--------. denberg zo wel bezet, dat zy nergens door-
breeken kon , en zelfs gedeeitelyk geflaagen
werdt. Ook lag 's Prinfen Leger , naar ge- woonte , zo fterk begraaven , dat het be- zwaarlyk zou hebban können aangetast wor- den : behalve dat eenige fchepen , halve- maanswyze voor de Stad gelegd, haar, ook van den waterkant, ongenaakbaar maakten. Mansfeld, die zig, met zyn Leger, in 't ge- zigt der belegeraaren, nedergellaagen hadt, werdt , mids hem de toevoer afgefueeden werdt, door de bezetting van Breda, eenen andermaal, genoodzaakt van Legerplaats te wisfelen , zonder iets te können toebrengen tot ontzet van Geertruidenbcrg. Tusfchen de wederzydfche benden, vielen egter eenige fchutgevegten voor, in eene van welken , de Graaf van Hohenlo gekwetst werdt. Mau- rits., midlervvyl , nog. vier Eranfche vende- len bekomen hebbende , zettede zyne wer- ken zo vlytig voort, dat hy zig in ftaat vondt, om een der Ravelynen voor de Stad aan te tasten, en op den vierentwintigften van Zo- De Stad mermaand te bemagtigen. Toen floeg de geeft zig fchrik in de belegerden, die, nog dien zelf- °P* den dag, de Stad opgaven, bedingende de bezetting den vryen uittogc met zydgeweer
en pakkaadje. Doch drie foldaaten, die de Stad , vyf jaaren te vooren, hadden helpen verraaden, werden gegreepen en opgehan- gen. De Graaf van Mansfeld , bekommerd voor 's Hertogenbosch, zogt zig, na 't over- gaan van Geertruidenberg, meester te maa- ien van de fciians Crevecceur, die Staatfche -fes?
|
||||
XXXI. Boek. HISTORIE. 377
bezetting inhadt, en 's Hertogenbosch zeer 1553,
benaauwde. Doch Maurits voorkwam hem,
zig nederflaande tusfchen hem en de fchan-
fe 1 en hem eerlang noodzaakende, de wyk te neemen naar het Land van Kuik. De Prins, federt, eenige looze bevveegingen gemaakt hebbende , als hadt hy voorgehad , 's Her- togenbosch aan te tasten , zondt, eerlang, een deel zyns Legers naar Friesland, zonder, dit jaar, eenige verdere belegering te onder- neemen. De Graaf van Solms viel, op den dag van het overgaan van Geertruidenberg , in 't Land van Waas, en bemagtigde, aldaar, wederom eenige Sterkten; doch Mondragon- dwong hem dezelven, eerlang, te verbaten. Het bevel van Geertruidenberg werde den Prins jongen Prinfe Henrik Fredrik opgedraagen pC1\n?f («). De Staaten van Holland hadden deezcn kr "lieE ook, onlangs , een Regcment van twintig bevel vendelen knegten vereerd (T) , op dat zyne over Vrouw Moeder, uit de inkomften van het ?et!rt™" zelve, een deel der kosten zyner opvoedin- en CTS' ge zou können vinden (k). Na 't overgaan van Koeverden en Steen- XXIX.
wyk, en 't bezetten der Friefche Steden en Krygshe- Sterkten, was Groningen alle gemeenfehap, pjfevs!niu met de Plaatfen langs de binnenzyde des Ys- land. fels , en met de zee en ftroomen afgefnee- den. De weg naar Duitschland over de Bour- tange, eene moerasfige heide, was de eenig- fte , die der Stad toevoer verfchafte. Ver- dugo lag, ten deezen tyde, met vyftienhon- derd
CM Bon XXX. Biek, U 17-21 [6911-590].
O') Refol. Holl. 5-27 Jan. 1*93- lil. 20. Ik) JiOR XXX, lititkt il. b [6?9]. AaD-
|
||||
378 VADERLANDSCHE XXXI. Boek.
IJ93, derd man, onder de Stad, en hadt nog een
------— goed deel knegten in Drente en Twente; zo
dat hy, binnen kort, vierduizend man byeen
brengen kon. Met dit volk, beftondt hy 't platte land van Friesland af te loopen. Waar- om Graaf Willem van Nasfau , die reeds befchuldigd werdt, dat hy zig niet genoeg aan Friesland gelegen liet leggen (/) , om den haat geen verder voedfel te geeven, by tyds , in de,weer was, om de grenzen, te- gen de vyandlyke invallen, te dekken, en de ilerkten, met naame Koeverden, daar thans groot gebrek aan alles was, te voorzien van voorraad (m). Ook ftigtte hy eene fterkte op de Bourtange, en trok, daarna, met den grootfï.en hoop zyns Legers, voort, tot agter Groningen , in verwagting , dat de Stad , nu van alle zyden beflooten , zig voor hem verklaard zou hebben ; waarin hy zig nog- tans bedroogen vondt. Ootmar- Midlervvyl, maakte Graaf Fredrik van fum en den ßerg ? door den Graave van Mansfeld , verfchei- mQt e£ne aanzienlyke magt, herwaards ge- fchanfen zonden , zig meester van het Steedje Oot- verioo- marfurn, en van Aduwarderzyl, Slogteren, ren. Wedde en Winfchooten , allen fchanfen in • deezen oord , te vooren door Graave Wil- lem bemagtigd , waardoor Groningen we- derom aan eenigen ademtogt geraakte. Toen. begeeft hy zig, van Verdugo verzeld, naar de Bourtange , om , ware 't mogelyk, de nieuwe ilerkte aldaar te overweldigen, 't welk
f O Bon XXX. Roek, hl. 23 froil enz.
m) Buk XXX. Rock, l/l. 24, 25 [703, 704]. . , |
||||
XXXI. Boek. HISTORIE. 379
welk de moerasfige grond hem, in 't vogtig 1593.'
jaargetyde, ondoenlyk maakte. Hierop be- ———' fluit de vyand Koeverden aan te tasten; doch ?oe^!f" de Plaats was te wel voorzien , om fchielyk „^ s" te können bemagtigd worden. De bevelheb- .*" ber, Kaspar van Eufum, aangezogt door Ver- dugo, liet zig, noch door vreeze, noch door .,:-*/ beloften, beweegen, om in zyne trouwe te wankelen. Midlerwyl, was in 't Spaanfche Leger zo groot een gebrek aan voorraad , tegen het naderen van den winter , dat de knegten, by hoopen, ja by geheeie vendelen tevens , verliepen. Desonaangezien , bleef Verdugo , met het overfchot zyns heirs , den geheelen winter over , voor "Koeverden leggen. Doch Graaf Willem brak op met zyn Leger, omtrent het midden van Wyn- maand, voorts weinig uitregtende., in dit jaar, Alleenlyk hernam hy 't Huis te Wedde, Win- fchooten en Midwolde , en belegerde Adu- warderzyl. Verdugo veroverde Ruwynen: waarmede de veldtogt in deezen oord befloo- ten werdt (n). Ook viel elders niet veel meer te doen.
In Slagtmaand, ondernam Graaf Filips van Nasfau Limburg, en Prins Maurits Brugge te verrasfen. Doch beide deeze aanflagen mislukten. Zo ging 't ook , aan de andere zyde , met eenen toeleg op Zuidbeveland , dien de Graaf van Mansfeld, ten zelfden tyde, in den zin hadt (0). Eenige maanden te vooren, hadt 'er een fterk gerügt gelóo-1 pen,
f»~» Ror XXX. Boni, il. gä-33 [714-718J. XXXI. Boek-, W.
4, 8 [tüi, 786]. Qo'j BorXXX. Bock, MïG\, 65 [757, 753], |
|||||
/
|
|||||
33o VADERLANÜSCHE XXXI. Boek,
S593. pen , dat hy voorhadt Oostende te belege-
nen is Q>).
Muitery Gebrek aan betaaling en mondbehoeften onder't aan eenige oorden hadt, omtrent deezen Krv^sSCh *y ' wederom eene gevaarlyke muitery ver- volk." wekt, onder het Krygsvolk. Het Staatfche was 'er niet geheel vry van (q) -v doch dit kwaad toonde zyne meeste kragt, onder de vyandlyke knegten. Te Rynberk , nam de bezetting hare Overften gevangen , verkoor zig eenen Raad van drie Perfoonen uit ieder vendel, die de Bisfchoplyke Regten en Tol- len ontvingen , en, uit dezelven, leeningen deeden onder de foldaaten. Te Nuis , was de helft der bezetting om buit uitgetoogen op vrienden-land. I)och de andere helft werdt, midlerwyl, ter Poorten uit gejaagd , door de Burgerye, die, federt, meester der Plaatfe bleef. Graaf Herman van den Berg moest de bezetting van Rynberk ten volle betaalen, eer zy de Stad ruimen wilde, waar- na hy 'er ander volk binnen bragt. Op de grenzen van Frankryk, waren de Spanjaards ook aan 't muiten geflaagen, en hadden Graa- ve Karel van Mansfeld , hunnen Veldheer, beroofd van zyn pakkaadje en zilverwerk , daarna zig meester maakende van S.Pol in Artois, waaruit zy 't naaste Land onder brandfchatting bragten. Toen men hen met geld te vrede gefteld hadt, volgden de Waa- ien en Italiaanen, die minder ontvangen had- den» (pï noR xxx. /ma, ti. 18. 19 [005],i (?) Boa XXX. Boek, W, 32 [713], "
|
||||
XXXI. Boek; HISTORIE. 381
den, hun voorbeeld , veroverden Pont op 15p».1
de Sambre , in Henegouwen , en leefden , -------•*
eenen geruimen tyd , van de brandfchattin-
gen, die zy, uit Henegouwen en Luikerland, ophaalden (r). Doch terwyl de Spaanfche Krygsmagt, XXX.
door deeze onorde , gezwakt werdt , leedt Zwaars de Hollandfche en Zeeuwfche Koopvaardy m' veel, door eenen geweldigen ftorm, die, den vierentwintigften van Wintermaand, opftak. In 't Marsdiep, Texel en 't Vlie, lagen toen omtrent honderdenveertig Koopvaardyfche- pen zeilreede, meest naar Italië; werwaards, mids het groot gebrek aan graanen federt twee of drie jaaren (f), een zeer voor* fpoedige handel gedreeven was. De ftorm floeg de meesten deezer Schepen van hunne ankers, en ftiet 'er meer dan twintig aan {tukken, waarby een groot getal van boots- gezellen omkwam. Dit ongeval ftelde veele voornaame Koopluiden buiten ftaat, om hun- ne fchulden te voldoen, en veroorzaakte een deerlyk verloop , in verfcheiden' neeringen (7). Kort te vooren, hadt Henrik Antoniszwn. Wis fel, met zyne medeftanders, een ontwerp gefmeed , om , hier te Lande , Komptoiren van Wisfel, Banken van Leeninge en Hallen op te regten, tot voortzetting van den Koop- handel , verhindering van ongeoorlofden woeker, en voorkoming der menigvuldige bankbreuken, onder de Koopluiden. Da algemeene Staaten kreegen kennis van die ont-
(r~) r.oR XXX. Hoek, U. 29, 31 [710, 7131,
f/ ) iJoE. XXVU1. Jtuek , tl. 15 [549]. It) Boa XX£. Boek, U. 77 [776J. |
||||
3Ü2 VADERLANDSCHE XXXI. Boek.
7593 ontwerp (u): doch ik vind niet, dat 'er iets
------- op beilooten werdt. |
||||||
Bommel Op detl Gelderfchen Landdag , die , in
en de Wintermaand , te Arnhem gehouden werdt, Bomme- handelde men, onder anderen, over de her- lerwaard eenjging Van Bommel en de Bommelerwaard, tTi'pr t pi
dérland" (lie ziS no§ als * verbonden aan Holland wil-
hEfee- den gehouden hebben , met het Hertogdom nigd. Gelder : waartoe , eindelyk , een voet be- * geasfo- raamcj werdt , in welken men , van weder- zyde, genoegen nam (y).
XXXI. Weinige weeken te vooren , hadt men ,
De Und- hier te Lande , tyding gekreegen , dat de
voo;;dy :Konjng van Spanje de Landvoogdy der Ne-
derirn-" herlanden hadt opgedraagen aan Ernst,
den' AaRTSHERTOGE VAN OoSTEN;RYK
wordt en Broeder des Keizers, en dat deeze met een
aan Ernst amzienlyk Leger op weg was , met last om te3nryk°S" den kry§ mer fterk door te zetten , of de
0rJe- Staaten te noodzaaken tot de vrede. Men di-aagen. hadt zelfs eenige Brieven onderfchept, waar- by Filips zynen Gezant ten Keizerlyken Ho- ve last gaf, om den Aartshertog te vermaa- «nen, tot het fpoeden der reize herwaards, »en om naauw agt te geeven op deszelfs be- :dryf («'). De Staaten van Holland , in 't jbyzonder hiervan verwittigd , beflooten, op eenen voorflag van Prinfe Manrits en den Raad van Staate , terftond te bewilligen in twaalfmaalhonderdduizend guldens , boven :de twee tonnen fchats ter maand , tot de roorlogslasten des aanftaanden jaars, door de %:. vier C«) Bor XXX. Ë'ick, hl. 73 [770] enz.
O) Bor. XXX. Hoek, bl, 73 [770]. 1
Oj Boa XXX. Hoek', il. 76, 77 [774, 775], , t
|
||||||
XXXI. Boek. HISTORIE. 383
vier gewesten , Holland, Zeeland, Utrecht 1593:
en Friesland , op te brengen. Ook zogten -
de algemeene Staaten de Koningin van En-
geland te beweegen , om haaren onderftand met vierduizend man te vermeerderen , en dezelven, voor den tyd van vier maanden , te onderhouden. Doch zy kreegen alleenlyk verlof, om tweeduizend man, ten hunnen eigen' koste , in Engeland , te mogen wer- ven (#). In den aanvang des jaars 1594, i594« kwam de nieuwe Landvoogd te Luxemburg, -------■
en van daar, over Namen, te Brusfel, alwaar Hy doet
hy, op den dertigften van Louwmaand, zyne zyne '«*■ intrede deedt. Hy was van eenen aanzien- j^jkf lyken Hofftoet verzeld % doch van geen tal- ' ryk Leger, gelyk men verfpreid hadt. Men
ontving hem met uitbundige tekenen van vreugde. Ook hadt Filips hem breeden last gegeven , over de zaaken van Regeeringe , na 't vertoonen van «welken , de Graaf van Mansfeld afftondt van de magt, die hem , by voorraad., opgedraagen was Qy). Men beloofde zig, in 't eerst, veel van de regee- ringe des Aartshertogs , wiens deftige min- zaamheid veele herten innam. Ook hadt de zagtheid van zynen nart, die zig ligtelyk leiden liet, door raad of bevel, den Koning van Spanje derwyze bekoord, dat hy hem, met de Landvoogdye, zyne Dogter ter Vrou- we hadt toegefchikt. Doch toen men, door den tyd , "ondervondt, dat de Vereenigde Staaten, in Duitschland, vierduizend Kneg- ten
C«0 Bor XXX. Boek, II. 41 [72?].
OO Bob XXXI. Boek, lil. 4 [7S1]. |
||||
384 VADERLANDSCHE XXXI. Boek:
ten en eenige Ruiters geworven hebbende
(V) , hem het byeenbrengen van Krygsvolk op de Duitfche grenzen wisten te beletten, verdween de hoop, die men van hem opge- vat hadt, allengskens. Zyne poogingen, om Spaanfche bezetting te leggen in Rysfel en Namen, die dezelve volftandiglyk weiger- den te ontvangen; zyne vadzighèid en zyne geneigdheid tot de vrouwen bragten hem , daarna, in de algemeene kleinagting , tot zo verre zelfs , dat men zig niet ontzag , hem , in fmaal- en ichimpfchriften , lelyk door te ftryken (a): al het welke niet weinig toebragc om het aanzien van Prinfe Maurns en van de Vereenigde Staaten, by in- en uitheemfchen, te hooger te doen ryzen. De krygsbedryven deezes jaars werden ,
van der Staaten zyde, aangevangen, met twee aanflagen tegen twee voornaame Ste- den, welken beide mislukten. In Sprokkel- maand , dagt Prins Maurits 's I Iertogenbosch te verrasfen, en hadt reeds eenige knegten, in ililte , over de hameye , doen klimmen 5 doch 't onverhoeds vallen van eenen fteen uit den muur wekte de fchildwagt, en deedt hem zo veel gerugts maaken, dat de Staatfche knegten bevel kreegeh, om af te trekken. Wat laater, meende de Prins Maastricht, daar hy heiraelyk verftand hieldt, te over- rompelen ; doch de Hopluiden , welken de aanllag toevertrouwd was, werden, toen 't op 't uitvoeren aankwam, van vreeze bevan- |
|||||||||||
"«594.
raakt ras
in alge- meene verag- ting. |
|||||||||||
XXXII.
Annfla-
gcn van Prinfe fi'laurits op 's Herto- genbosch en Maas- tiicht. |
|||||||||||
gen*
|
|||||||||||
C~) Bon XXXr. Boek, hl. f [785!.
ia) GiUH'ii Hiflur. Liir. 111. />. 1Ï2, 1R4.
|
|||||||||||
XXXI. Boek, HISTORIE. 385
gen, terwyl het Krygsvolk zig te zeer op- 155+'
hieldt , met vrybuiten ten platten lande , —— |
|||||||
waardoor de toeleg in rook verdween (F).
Van de Spaanfche zyde, broeide 'er, ten dee- Aa5*}«« zen tyde, ook een bedekte äahflag op Thoo- j0^ e°°" len en Bergen op Zoom , die , door eenen Bergen der medewustigen, en , uit onderfchepte ppZoora. brieven , ontdekt zynde , insgelyks 9 te niet Mep (V). Verdugo Viel, terwyl \ ys nog in 't water Verdugo
lag, aan* op de fchans te Delfzyl, daar ver- breekt fcheiden' Staatfche bevelhebbers fneuvelden. ?!etbj5leë Nogtans moest hy, na een vinnig gevegt, Ve?de£e~ te rug keeren (d). Doch in Bloeimaand, op. overmeesterde Eduard Norrite, Bevelhebber van Oostende , eenige vyandlyke fchanfen ïn Vlaanderen, welken hy egter flegten deedt, en verliet (e), 't Voornaamfte geweld des 'krygs fcheen zig naar den Friefchen bo- dem te zullen wenden, toerwaards Prins Maurits j vah by Maastricht, over den Ryn, op weg floeg. Graaf Willem en het nieuw geworven Krygsvolk voegden zig by hem; Zyn Leger, dat uit tienduizend Knegten eit éenige Rüitefy beftondt, trok regt aan op- Koeverden. Verdugo lag nog voor deeze vesting, en ftelde zig, op 't vefnéemen van Maurits aankomst, voor dezelve in flagorde. Hy 'hadt egter niets minder in den zin dan eenen veldflag. Zyne magt was 'er, inderdaad ,1 te gering toe. Terwyl Maurits dan in be-> md
Ci) Kor XXXI. /loei, il. S [783!..
("O Gou XXXI. Xr*k, hl. 6, 7 r783j 785"!.
(rf) Hok. XXXI. Boek , 1,1. 5 [7821.
f O Eon XXXI. Hoek, il. 7, 8 [785, 780],
VIII. Deel. Bb
|
|||||||
$26 VADERLANDSCHE XXXI. Boek.
*S9<k raad neemt, of hy de moerasfen ftevigen,
i—— en zig binnen de vesting werpen wil, of aanvallen op 'svyands verfchanfingen, breekt Verdugo, des nagts na den zesden van Bloei- maand, met ftille trom, op van voor Koe- verden, neemende zynen wegnaarOldenzeel, vanwaar hy zyn volk, voor welk hy geene betaaling van den Aartshertoge krygen kon j toeliet te ftroopen op den Duitfchen bodem. Daarna, voerde hy een gedeelte van het zelve over de Eerns naar Lingen, dat Spaan- fche bezetting inhadt, een ander gedeelte naar Groningen , om de burgery, die nu gefchaapen ftondt het oog te wenden naar Prinfe Manrits, te beter in bedwang te hou- den. Met het aanbreeken van den dag, vernam men, in en om Koeverden , dat de vyand geweeken en de vesting ontzet was ( ƒ). XXXIII. En nu ftondt het beleg van Groningen voor Beleg vande deur '■> want fchoon fommigen gaarne ger Gronin- zjen Zouden hebben, dat men zig eerst van s<jn* Twente en 't Graaffchap Zutfen verzekerd hadt, begreepen nogtans de Prins , Graaf Willem en de Raaden van Staate , die zig te Zwol onthielden, en aan welke allen, de algemeene Staaten 't ftuk verbleeven hadden,, dat men het aantasten van Groningen niet langer moest uitftellen. 't Gefchut, fch.oon Vitus van Kamminga, die, wegens Friesland, in den Raad van Staate zat, meende , dat de Stad, mids de tweedragt tusfchen de bur- gers en bezetting, zonder gefchut wel te winnen ware ; werdt egter te Zwol fcheep ge-
(ƒ) Boü XXXI. Hoek, il. 17, iS L797"79i>]-
\
|
||||
Xjda.BoÊK. U ï S f O il I E. $$y
gedaan , en , over de Zuiderzee en Wad- 1524,
den, door 't Reitdiep, voor Groningen ge- —~- bragt. De Prins, Graaf Willem en 't gant- fche Leger, den negentienden van Bioei- "maand opgebroken zynde $ floegen zig, op den derden dag daarna, neder aan de zuid- zyde der Stad, die hier, door toorens en buitenwerken * allermeest verfterkÉ wa& 't Heir lag geftrekt öp eeöe hooge en droo- fe vlakte j tusfchen twee watertjes» het
loornfche- en Schuiten-diepj die, fpruiten- de uit de moerasfen van Drente , de Stad doorloopen, en zig, door 't Reitdiep^ ver- mengen mèt de Wadden der Lauwers. Maürits zette, door 't opftopperi deezer ftroompjesi het naastgelegen laage land onder waters Ook deedt hy, hieroihtrent, eenige vaarten* graaven, langs welken 't gefchut werdt aan> gevoerd , tegen verfeheiden' fehanfen, die, hier en daar, door 't land, verfpreid la- gen* Eenigen van deeze fehanfen warerf leeds Verlaaten ; efi werden , zonder moei- te , ingenomen. Doch de fchans- te Adü« warderzyl wërdt dapperlyk verdedigd, eiï eerlang ftormenderhand veroverd, waarna de toevoer veel getmklyker uit friesland in 't Leger kwam. Die vam Embden zon- den ook niet weinig* tot dat zy 'er, door de zwaare bedreigingen van Verdugo, van Werden afgefchrikt. JVÏidlerwyl,- werdefi de belegeraars, in hunne verfchanfihgen m nadérnisfen * gehinderd * door meer adan eenen gelukkigen Uitval der belegerden, en! éoQt eenen aanhoudenderi regen. Des-nagtstia- Bb é derf |
||||
388 VADERLANDSCHE XXXI. Bost.
!J94, den derden van Zomermaand , hragf. men ,
------- tegen over de Ooster- en Heéren-Poorte, 't
D<s Stad gefchut op de Batteryen» waaruit hevig ge-
hevigbe- d°ndei'd werdt op.de Stad. Bruggen, poor- fchoo- ten, toorens, huizen raakten om verre. Van ten. binnen , werdt ook geweldiglyk gefchooten op de belegeraars. Maurits, de Stad fchrif- telyk vermaand hebbende tot de overga- ve j kreeg ftout befcheid. Nogtans tradt men , omtrent het einde van Zomermaand j in befprekj terwyl de belegerden naar Brus- fel gezonden hadden, om onderftand, of verlof om zig den Hertoge van Brunswyk te onderwerpen, waartoe fommigen neig- den. Doch 't laatfte werdt afgeflaagen ;, 't eerfte verfchooven. In de Stad, kreeg men vast gebrek aan buskruid» Maar Maurits, na 't afbreeken der onderhandelingen, her- haalde 't geweldig fchieten en werpen van handgranaaten en vuurballen, die, by don- keren nagt, aan verfcheiden' oorden tevens, brand verwekten , en de inwooners in de Oproef uiterfte verlegenheid bragten. Ook was-de in dczel- Stad verdeeld, fpreekende fommigen van ve* overgeeveri $ terwyl.de Burgemeester; $ ar- ges , die 't graauw op zyne hand hadti de Jefuiten en anderen fnoefden van de trouw, die men den Koning fchuldig was. . Hieruit rees eene byftere beroerte, die, door 't af- leggen van eenen nieuwen eed aan den "Ko- ning, geftild werdt (g). De Prins, zig ge- ratende de wérken, die, door 't gefchut, -.'.. be-
00 Ikm XXXI. Boel, ik M-*7 [8cs?-8io],
|
||||
XXXI.Boek. H I S TO 11 IE. 389
befchadigd waren , ftarmenderhand , te ÏS^,
willen bemagtigen , deedt onderwyie het-------*-
grootile Ravelyn, dat binnen de graft en
een overblyffel van 't Kasteel des Hertogs van Al va was, ondergraaven; by welke ge- legenheid, zyne Doorlugtigheid groot ge? vaar zyns leevens liep, wordende , onder 't bezigtigen van 't werk , met een' kogel, getroffen , die hem byna ter aarde wierp , dooli op zyne rondasfe afiïuitte. Op den vyftienden van Hooimaand , deedt de myn onder 't Ravelyn haare werking, vernier- Jende ruim veertig man, die, onder, het dekfei van ftormen , derwaards gelokt war ren. Graaf Filips van Nasfau , gevolgd van eenen hoop Schotten , maakte zig, hierop , meester van 't Ravelyn. Men re? kende de Stad nu zo. goed als gewonnen, en de fojdaat, vlammende op roof, floeg openlyk uit, dat zy verdiend hadt, hem ten prooije te worden overgeleverd. Doch de Prins en de Raaden van Staate hegree- pen 't anders. Zy hoorden de Gemagtig- den der Stad; die kort hierna in 't Leger kwamen, gunftiglyk. Ook ontving de Prins ^ eenige dagen laater, afgezondenen uit de bezetting, 't Hadt egter nog veele voeten in de aarde, eer men eens was over de voorwaarden, die., eindelyk, den twee-Zy geaff entwintigften van Hooimaand , beraamd zte ov-r. werden, op den volgenden voet: „ De Stad ,, zou '6 Verbond van Vereeniging aannee- ,, men, en den algemeenen Staaten getrouw „ zyn. Voorts.,, onverkort blyven in haa: Bb 3 „ rs |
||||
390 VADERLANDSCHE XXXI. Boek,
|
|||||
I5S4. ?j re VQorregten, met geen Kasteel bezwaar<|
„ Stadhouder aanneemen , vyf of zes ven- „ delen voetvolks ontvangen , en zig , ne- „ vens de Ommelanden , in 't ftemmen ter „ algemeene Staatsvergaderinge , en zaaken „ daaraan paaiende, fchikken naar de or- „ de , daarop , by de algemeene Staaten , 9, met goede kennisfe , te beraamen. De v Hervormde Godsdienst zou alleen bin- „ nen de Stad geoefend worden: de kloos- „ ters en geestelyke goederen blyven , in „ den tegenwoordigen ftaat, tot op de na- „ dere fcnikking der algemeene Staaten. De „ Wethouderfchap zou , voor deeze reize „ alleen , door iPrinfe Maurits en Graave ?, Willem , by raade van den Raad van „ Staate, worden gefteld j doch daarna ge- ,, kooren worden, naar ouder gewoonte, „ alleenlyk met deeze verandering, dat „ Graaf Willem , als Stadhouder , vyf uit „ de vierentwintig gezwooren' Gemeenten v zou mogen noemen , die de Wethoudet- ?, fchap zouden kiezen." Aan de bezet- ting werdt vrye uittogt , met vollen ge- weer , toegeftaan. Ook kreegen, by hes verdrag, met haar gemaakt, de Geestely- ken en andere Inwooners verlof om de Stad te verlaaten (A). Op den vierentwintigften» deedt de Prins zyne intrede in de Stad , en yerftelde de Wet. Het in- en uitheemscb, Erygsvolk vertrok, ten zelfden dage, en de ' * ' ' Stad (&3 Zie Refol. Holl. 28 Juny 1594, II. a8a enz.
|
|||||
|
|||||
XXXI. Boek. HISTORIE. 3571
Stad werdt voorzien van Staatfche bezet- fS^,
ting , waarna Prins Maurits, naar Holland , te rug keerde (;'). Graaf Willem Lodewyk, in gevolge van het gemaakt verdrag , tot Stadhouder van Groningen en Ommelanden verkooren zynde, ontving, in Zomermaand des volgenden jaars , zynen * Lastbrief van * Com- de algemeene Staaten (&). Op dusdanig ee- »'#• fie wyze , werdt Groningen gehegt aan hec lighaam der Vereenigde Staaten. Eenigen der voornaamfte Leden van Friesland had- den ongaarne gezien , dat men deeze Stad tot het Bondgenootfchap zogt te brengen, bedugt, dat zy, geene vyandin meer zynde der Bondgenooten, een groot deel des Frie- fchen Koophandels naar zig trekken zou (/). Doch 't gemeen belang der gewesten woog zwaarer dan dat der Friezen. Het bemag- tigen van Groningen ftrekte te zeer tot be- veiliging der Staatfche Plaatfen over den Ryn , dan dat men het langer zou hebben willen verwylen. De Vereenigde Gewes- ten, die, tot hiertoe, maar zes in getal ge- weest waren, werden nu, met het zevende en laatfte, vermeerderd. De Staaten, ge- noodzaakt eene fterke bezetting te houden in Groningen, daar 't nog vol was van kwa- lykgezinden , en , daarenboven , verpligt, den Koning van Frankryk te onderfteunen, bellooten, na 't bemagtigen van Groningen, geen
f O BorXXXI. Boek, bh ó,l-4$ [830-83«;].
(*) /Je Bort XXXII. Bask, bl. 12*5 [154], (J) üiioïii Ihlh Lik. Uli p. ii>'6. Bb 4
|
|||||
!*■"-"<• """■'''
|
|||||||
39a VADERL. HIST. XXXI. Boek.
1594. geen nieuw beleg te onderneemen. Het
--------aantasten van Grol, waartoe reeds befloo-
ten was , moest, by gebrek van manfchap,
tot in 't volgende jaar , verfchooven wor- den (m). O) b«r xxxr. riotkf H. 53 E84">
|
|||||||
*
|
|||||||
VA-
|
|||||||
VADERLANDSCHE
HISTORIE,
TWEE ENDERTÏGSTE BOEK.
INHOUD.
I. Aanvang eetier Vredehandeling met de Ver-
eenigde Gewesten.. II. Aanflagen op het lee- ven van Prinfe Maurits. De Staaten ßaan over den Doop. van den jongen Prinfe van Schotland. III. Handel met Deenemarke. De Spaanfchen winnen Kameryk. Muitery onder V Italiaansch Krygsvolk, Verdugo valt in- Friesland, IV. Jonkheer Arepd van Dorp in, verzekering genomen. Ontflaagen. V, Fran- fche Krygsbedryven. Hgraugiere verrast Huy. La Motte herwint de Stad. VI. De Aarts- hertog Ernst fterft. De Graaf van Fuentés •wordt Landvoogd,by voorraad, VIL Opening tot eenen nieuwen Vredehandel,, Bedenkingen hierop. De handel hapert. VIII. Kleef/che onlusten. De Staaten neemen ''er deel in. IX. Twist, tusfchen den Graave van Oostfriesland . en deStadEmbden, door de Straten bygelegd.
X. Wederzydfche Krygsbedryven. Verdugo fierft. La Motte fneuvelt. XI, Maurits be- legert Grol. Verlaat het. Filips van Nasfaii fneuvelt. Dood van Mondragon. Lier verrast. Duurte. XII. De Kardinaal Albertus, Aarts- Bb 5 hertog |
||||
394 VADERLANDSCHE XXXII.Boek.
hertog ^anOostenryk^wordtLandvoogd. Fi Ups
Willem, Prins van Oranje, keert met hem uit Spanje. XIII. De Aartshertog bemagtigt Calais en Ardres. Hy wint Hulst. De Staaten neemen Waardgelders aan. XIV. Keizer Ru- dolf arbeidt tot bevordering der Vrede. Kleef- j'che zaaken. XV. Togt der Engelfchen en Staatjehen naar Spanje. Kadix geplonderd. Geldgebrek in Spanje. XVI. Handeimg der Staaten met Frankryk en Engeland. Toerus- ting ter zee, in Spanje en Portugal, verydeld, dooreen'Jiorm. XVU.Verbond tusfchenFrank- ryk en Engeland, waar in de Staaten treeden. Byzonder Verbond tusfehen Frankryk en de Staaten, Verklaaring van Koning Henrik den IV. ten voordeele van V Lands Hooge Schoole te Leiden. Handel met Deenemarke, XVIII. Oor- fprong van het Regt des eefßeii Edele in Zee- land en gefchiüen deswege. XIX. Gevegt by Turnhout. Amiens verhoren en herwonnen. Vycndlyke onderneemingen. XX. Maurits ver- overt Alfen, Rynberk, Meurs, Grol, Breê voort, Enjchede, Gotmarfum, Oldenzeel en Lingen. Graaf Ffedrik van den Bet ge valt in de Zeven- wolden. XXI. Ongelukkige Scheepstogt der Engelfchen en Staatjehen. XXII. De Koning van Poolen raadt tot Vrede. Handel met het Ryk. Deensch.Gezantfchap. XXIII. Twist tusfehen Groningen en de Ommelanden. Ver- fehlt met Zeeland, over V heffen der Verlof- gelden. XXIV. Vyf Kollegien ter Admiraliteit cpgeregt. XXV.- Huwelyk van Don Emmanuel van Portugal enEmilia van Nas/au. XXVI. Muitery onder 's vyands Krygsvolk. Opening •san Vredehandel tusfehen Frankryk en Span- |
||||
XXXII. Boek. HISTORIE. 395
je. XXVII. Overdragt der Nederlanden aan
de Infante Izabella Klara Eugenia. Ge- zant fchap naar Frankryk en naar Enge- land, XXVIII. Handeling der Staaten, in Frankryk. XXIX. Vrede tusfchen Frankryk en Spanje. Verdrag tusfchen Engeland en de Staaten. XXX. Voomaamfle inhoud van de Voorwaarden der overdragt aan de Infante. De aartshertog aanvaardt de heerfchappy % uit den naam, zyner Gemaalinne. DE Aartshertog Ernst van Oostenryk, i5S>4«
die zig, terftond na zyne aankomst in------- de Nederlanden, hadt laaten verluiden, dat *• ■
hy voorhadt, de gewesten , onderling , en ],eert0g met den Koning, te bevredigen, fcheen vangt ee< hiervan, eerlang, zyn werk te willen maa- ne Vre- ken, en gaf aan Otto Hartius en Jeronimus j^liande- Komans, die, op vrygeleide, herwaards ge- meuk11' komen waren, om eenige byzondere zaaken Verea- te verrigten voor de Prinfesfe van Chimai, »igde'ga- eenen Brief mede aan de Staaten der Ver- weste11* eenigde gewesten , gedagtekend den zesden van Bloeimaand. De Advokaat Oldenbarne- veld hadc, reeds in 't voorleeden jaar, be- rigt gekreegen van het oogmerk van dee- ze twee, en Hartius, een Nieuwmegenaar van geboorte, was hem afgemaaid, als fchran- der, doortrapt en weinig te vertrouwen (V). Den zestienden van Bloeimaand , leverden zy den Staaten , in den Haage , den Brief des Aartshertogs over, die, zo wel als het voox-
(«} nou xx.x. ßiqck, hi. 42 E?2&3- |
||||
3S*6 VADERLANDSCHE XXXII.Bosk.
1554. voorftel, welk zy 'er nevens deeden, ftrek-
— te, om te vertoonen „ welke nadeelen,de „ Landen leeden door den oorlog, en hoe „ veele voordeden zy te wagten hadden, ,, zo zy zig, op redelyke voorwaarden, wil- ,, den begeeven onder de voorige gehoor- ,, zaamheid:" wordende , daarin, wyders , aangemerkt „ dat de Aartshertog, gefproo- v ten uit het beroemde Huis van Oosten- „ ryk, van geene trouwloosheid, by de ?, Staaten , verdagt gehoviden, en daarom, „ als bemiddelaar deezer voorwaarden, veir ;, lig aangenomen kon worden. Dat hy;, „ om de vrede in de Nederlanden te bewer- „ ken, zyn eigen Vaderland en zyns Broe- „ ders Hof verlaaten hadt. Dat de Staaten „ zig, door het voorfpoedig beloop hunner „ zaaleen , niet moesten laaten verblinden , „ maar de gelegenheid , die hun nu voorr , ,, kwam, waarneemen, eer de kans des ooiv 3, logs wederom keerde." In den Brief des Aartshertogs, werdt den Staaten de titel ge-> geven van welgebooren , edelen, er ent festen ^ ierzaamen, voorzienigen, lieven, by zonder e» (b). In 't antwoord, welk zy den twee afgezon- denen gaven, weezen zy aan ,, hoe hunne „ zaak , eertyds, door Keizer Maximiliaan „ den II, en, door den Aartshertoge Mat- 5, thias , goedgekeurd en verdedigd was \ ,, hoe de Voorzienigheid hen nu, door eigen' „ dapperheid, en door denbyftand van mag*- „ tige bondgenooten, in ihiat gefield hadt, „ om der Spanjaarden hoogmoed te fnuir „ ken :
(£) Rafb'? Ho'J, i Juriy l$()t. hl. yy/,
|
||||
XXXILBoEK. HISTORIE. 397
,i ken: waarom zy die 'zelfde Voorzienigheid
„ liever dan eenen trouwloozen vyand dee- y, ze hunne zaak bevolen wilden laaten." Ook verzuimden zy niet, door voorbeelden» en, uit onderfchepte brieven (V), te toonen, hoe weinig 'er te tellen ware, op de belof- ten , die Filips flu mögt goedvinden te doen: daar by voegende $, dat het beraamen der- „ Vredepunten den Landvoogden aanbe- „ trouwd werdt ; terwyl het onderhouden „ derzelven aan den Koning ftondtj en dat „ 'er geene hoop tot vrede zyn kon, zo lang „ het uitheemsch Krygsvolk in de Nedér- „ landen bleef, en de Spaanfche Heeren,'al „ 't bewind in handen houdende, de vreed- ,;, zaame oogmerken des Aartshertogs om .-, verre ftieten (d)" Uit dit Antwoord, welk, naderhand t, van de Spaanfche zyde, in open- baaren druk, wederlegd werdt (Y), was lig- telyk te fpeuren , hoe weinig men hier ge- neigd was tot de vrede. Om 't gemeen ook van dezelve afkeerig te maaken, veripreid- de men , hoe veelen onder de Roomschge- zinden dreeven, dat men niet verpligt w&Sj den ketteren zyn woord te houden t waaruit men wilde afgenomen hebben , hoe weinig 'er , op een verbond met den Koning van- Spanje, te tellen ware. De VQOrflag des Aarts- hertogs vóndt dan nergens ingang; Ook hadt de ontdekking van eenen toeleg tegen 't lee- ven van Prinfe Maurits veel bygebfagt, om dien van de hand te doen wyzen. Mi-
CO ZU 'er eenigcn ly Bon XXXT. Hoek, hl. 8-17 [786-797}.
(<0 Retbl. Holl. 1 >',r,-1594. hl. 1ÏÏ2. »oftXXXï.A, itiè?- 30 j 8to-ü>5"J. (;*j B»ft XXXI. iieek, U. 32 [S17] i-z. |
|||||
(
|
|||||
398 VADERLANDSCHE XXXII. Boek,
1594. Michiel Renkhon, Priester in 't Land van
*■-------Namen , op vermoeden , dat hy eenen aan-
A}h (lag op Breda in den zin hadt, in Lentemaand
gm op laatstleeden, in foldaatengewaad, gevat, en, het lee- federt, naar den Haage gebragt zynde, hadt ven van zig s aldaar , met eenen Itrop , het leeven |
||||||||||
Prinfe
Maurits* |
||||||||||
willen beneemen ; waarop hy , fcherpelyk-
|
||||||||||
ondervraagd zynde, beleeden hadt, dat hy,-
door den Graave van Barlaimont, met ken- nisfe van-den Aaitshertoge, omgekogt was, om Prins Maurits van kant te helpen ; ten welken einde, hy en meer andere Perfoonen zig herwaards begeven hadden : een van welken, dien hy noemde, ook toeleg maak- te , om den jongen Henrik Fredrik, die thans op de Hooge Schoole te Leiden was, om te brengen. Hy voegde 'er by, dat Oldenbar- neveld, Aldegonde en andere voornaame luiden ook gevaar liepen van hun leeven. Al het welke bekend geworden was , niet lang voor de aankomst van Hartius en Ro- mans. Doch deeze beweerden, dat de ge- vangen , die, nogtans, zyne belydenis, ifï hunne tegenwoordigheid , bevestigde , alles verdigt hadt. Zelfs verzogten zy, dat hy, onder goede verzekering, gevoerd mögt worden , naar Antwerpen of Brusfel, om, daar, tegen den Graave van Barlaimont, ge- hoord te worden: of, zo dit den Staaten niet geviel, zou Barlaimont, meenden ze, zig, op ^ehoorlyke zekerheid, wel naar Breda begee- ven willen, daar men hem en Renichon zou können onderzoeken. In deezen laatften voor- flag, fchoon men veele moeite met het vin- den van zekerheid gehad zou hebben, zou- dea
|
||||||||||
XXXII. Boek. HISTORIE. 399
|
|||||
den de Staaten egter hebben bewilligd, zo 1594,
de afgezondenen hadden können verklaaren, —— dat zy dien, uit den haam van den Graave, of van den Aartshertoge , gedaan hadden. By gebrek van zulk eene verklaaring, bleef het verder onderzoek van dit ftuk agter, en Renichon werdt, volgens een vonnis van eenige Raaden , hiertoe , byzonderlyk, ge- magtigd door de algemeene Staaten, op den derden van Zomermaand, onthalsd en ge- vierendeeld (ƒ). Ook werdt, in Slagtmaand hieraan volgende, te Bergen op Zoom, ter dood gebragt zeker foldaat, Pierre du Four genoemd , die , insgelyks , beleeden. hadt, dat la Motte, Asfonvüle en de Aartshertog zelf hem hadden aangezet, om Prins Mau- rits te vermoorden; en dat hy zig, met zulk een voorneemen, herwaards begeven hadt (g). Het ontdekken van zulke fno.odheden bragt hier zo grooten afkeer voort van de Vredehandeling, dat 'er, van de Spaanfche zyde zelve, vooreerst, niet meer opgedron- gen werdt. In den aanvang van Bloeimaand deezes De Staa-
jaars , waren de algemeene Staaten , door ten daan een plegtig Gezantfchap, van wege den Ko- °ver den ning van Schotland , verzogt, om, nevens v™den de Koningen van Frankryk en Deenemarke, jonge« en de Koningin van Engeland, als getuigen Pnnfe te. willen ftaan , over den Doop van 's Ko ga£ nings eerften Zoon, die hem zyne Gemaa- la^°" lin Anna, Prinfesfe van Deenemarke, ge- baard ff) Refol, Hall. 3 Jwtiy »594- M.' W- B»R XXXI. Boek,
il. 28 [8w], 31 [815]. ' , Cf) ßOR XXXI. llvek, tl. 81 [88sJ.
|
|||||
400 VADERLANDSCHE XXXII. Boek.
1594. baard hadt(h~). De vriendfchap tusfchènKö-
——-^— ning Jakob en deezen Staat was volkomenlyk herfteld geworden, federt dat men in Schot- land , eene faraenzweering van Spaanscb- en Roomschgezinden tegen de Regeering Ontdekt hadt: waardoor de Koning, dié reeds verdagt geworden was van te grooté geneigdheid tot de Roomschgezindeh, ande- re maatregels hadt beginnen te neem en. Hier- op, hadthy William Stuart, iii de Lente des voorleeden jaars , herwäards gezonden , om een Verbond van Vriendfchap en onderlinge befcherming met de Vereenigde Gewesten te fluiten. En hoewel dit,werk toen zyn be- flag niet kreeg, befloot men, egteir, eenen Agent in Schotland te houden, tot aankwee- king der onderlinge vriendfchap (7). De Staaten vaardigden nu Walrave, Heer van Breder ode, en Meester Jakob Valke, aan 't hoofd van veele Edelen, naar Schotland af, om, uit hunnen naam, te ftaan over 's Prinfen Doop, die, op den negenden van Herfst- maand , gefchiedde. Tot eene Pillegave, fchonkert de Staaten den jonggebooren' twee gouden koppen , benevens eenen" Lyfxente- brief van vyfduizend guldens in 't jaar, leg- gende in eene gouden dooze. De oude Ver- ■ bonden Vän Vriendfchap werden, ten zelf- den tyde, vernieuwd en bevestigd (k). De Koningin van Engeland zag deeze mildheid . der
. (Ji~) Reibt. Hol!, io funy 1594. il. 19S, 199. Bor. XXXfi
hoek, il. 36 [823] enz. (O Bob XXX. Boek, il. 29&10]. XXXI. Bock, hl. 3 [780].
( k) ttcfol. Holl. 28 Juh, 7. 23 Nov. 155)4. W. 28!!, 280,
390, 291,292,3C0,457,4.38. BorXXXI. Hoek,»l.4«52[837-Ü43']. |
||||
XXXII. Boek. HISTORIE. 401
der Staaten, omtrent haaren nabuur en naas* 1594.
ten erfgenaam , met afgunftige oogen , en ------'
liet 'er zig fcherp over uit tegen de Gezan-
ten , die haar, op de te rug reize, waren ko- men begroeten; vorderende, volgens haare gewoonte , wanneer zy misnoegd was , de agterftallen, welken de Staaten haar fchuldig waren. Doch men paaide haar, eerlang, mee eenige fchepen (7), die zig, by haare vloo- te , voegden , om de Spanjaards te verdry- ven van de kusten van Bretagne; alwaar zy, federt eenigen tyd, de vaart naar 't Westen, grootelyks, belemmerden (m). De Staaten van Bretagne zelven hadden, onlangs , de Vereenigde Gewesten om onderfland ver- zogt , en derzelver Gemagtigden waren, niet zonder hoop op eenige hulpe, te rug gezon- den (n). Met Deenemarke, zogt men ook goed ver- III.
ftand te houden. Ten dien einde, was, reeds I,!,nd^1 voor 't einde des jaars 1593, beilooten, een ne"larkj gezantfehap derwaards te zenden (o): welk egter, eerst in den zomer deezes jaars, op reis ging. De jonge Koning, Christiaan de IV, verleende den Gezanten gunftig gehoor; doch het vernieuwen der^ voorige verbind- tenisfen werdt uitgefteld, tot na dat de Ko- ning zelf de Regeering aanvaard zou hebben (f). De Aartshertog Ernst deedt ook, kort hier-
CO Refol. Hol). 10, 23 Juny 3 Juiy 1594- W. 199, 237.;
Cm) Grotii Hift. Ubr. III. p. 106.
(») Refol. Hol). 7 May 1594. 61. 127. Büß XXXI. Buek,
a. 36, 46 [8«s, 830].
(o) Refol. Holl. 6-18 Sept. 1593. U. 139. Kor XXX. Buti,
M> 57 [748]. 0>) Refol. Hotl. 3-13 May, 16" Juny, 28 July, n/Iui'. riy*.
»ft »55. 803, 2c'ö. $oz, 324. Bon XXXI. Dock, U. ",!! ÏHaii. VIII. Deel. Cc
|
||||
402 VADERLANDSCHE XXXII. Boek,
1594. hierna , eene bezending naar Deenemarke,
'--------om den Koning te verzoeken , dat hy den
Vereenigden gewesten allen handel in zyn
Ryk verbieden wilde , zo zy zig niet lieten bevredigen met den Koning van Spanje; doch dit verzoek werdt platuit afgeflaa- gen (</). Beleg en Het Spaansch Krygsvolk, tot nu toe, in 't overgang muiten volhard hebbende, en buiten dp Ste- meryk?" ^en ge^00ten zynde, werdt, in Herfstmaand deezes jaars, gezonden, om Kameryk te be- legeren. Deeze Stad was, voor eenige jaa- ren, bemagtigd, door de Franfchen, en de Heer van Batigni was 'er thans Bevelhebber over. 't Beleid der Belegeringe werdt den Prinfe van Chimai toevertrouwd. Terwyl zy duurde, verklaarde Henrik de IV. open- lyk den oorlog aan Filips(r), zoekende, te gelyk, die van Artois en Henegouwen te beweegen, om het Spaansch Krygsvolk, dat Kameryk van verre beflooten hieldt, en, op hunnen, zo wel als op den Franfchen bodem ,> veel overlast deedt, uit het Kamerykfche te verdryven. Doch de vrees verhinderde de Waaien Henriks begeerte en hunne eigene te voldoen. Van Frankryks wege , hadt,, hieromtrent, het beleid des krygs Henrik de la Tour i'Auvergne, nuverheeven tot Herzoge van Bouillon, en onlangs gehuwd met Eliza- bet van Nasfau, halve Zuster van Prinfe Mau- rits (O. Füips van Nasfau hadt zig, met den onderftand der Vereenigde Gewesten , ge- voegd C?") Boa XXxr. Heek, hl. 80 [881].
(r) l'-»R XXXI. Hoek, hl. 1 hl- CO Bon XXXI. Boek, U. 74, 77 [8?4 , 877}. |
||||
XXXII. Boek. HISTORIE. 403
voegd by zyn Leger, dat nogtans te zwak 1594..
was , om iet van belang te onderneemen.
Kameryk bleef belegerd , tot in Wynmaand
des volgenden jaars, wanneer de Stad * met het Kasteel, aan den Graave van Fuentes , overgegeven werdt (>). Eene nieuwe muitery onder de Italiaan en Muitery
was oorzaak, dat de Aartshertog , dit najaar, "^.er d@ zo weinig kon uitvoeren. De muiters, mis- ffche^ïeö* noegd, dat de Spanjaards betaald en zy voor- den. bygegaan waren, maakten zig meester van 't Steedje Sichern in Brabant, waaruit zy 't platte land, alomme , afliepen , of onder brandfchatting fielden. Ook vorderden zy zekere regten van de uitgaande goederen, en kreegen, eerlang , zo veel toeloops van allerlei Krygsvolk, dat zy eene foort van geregelde Regeeringsvorm opregteden, en zig, boertswyze , de ItaHaanfche Republiek aioemden. Prins Maurits en de Staatfchen ilookten 't vuur deezer muiterye, en flooten zelfs een Beftand met de muitelingen. Ten Hove des Aartshertogs, werden vast ftrenge maatregels tegen hen genomen. Doch zy hadden kondfchap van alles, en verzekerden zig , zo veel zy konden , tegen een Leger -van Spanjaarden , dat op hen afkwam, en hen, eerlang, uit Sichern,, tot digt by 'sJHertogenbosch, wyken deedt («). Hief voorzag Maurits hen van gefchut enruiteryJ waarop het pionderen en brandfchatten, van nieuws, aanging. De bezettingen'van Duin-- kef-
CO HoR XXXII. Hoek, il. 40-43 [W5?].
O) ^eigl« HyU. 19 £tec, 159.4. hl. 550, Cc »
|
||||
404 VADERLANDSCHE XXXILBoek.
|
|||||
1594. kerken, S. Amand en andere Plaatfen, zelfs
■--------de Spanjaards , dien 't wederom aan geld
begon te ontbreeken , volgden, daarna, het
voorbeeld der Italiaanen (v). Al deeze wan- orde fproot, uit den liegten ftaat der geld- middelen , in de Spaanfche Nederlanden en in Spanje. En 't was niet vreemd, dat 'sKonings kas uitgeput was. De Westindifche Vloot was, door onituimig weder, en door ziekte onder 't fcheepsvolk, agtergebleeven. Ook hadden de Engelfchen Fernambuk in Brazil bemagtigd, en aldaar eenen ryken buit bekomen. Hierbenevens , werdt ge- klaagd , over 't flegt beftier van 's Konings penningen , in de Nederlanden : alle welke rampen zigtbaarlyk medewerkten , tot den toeneemenden welftand der Vereenigde ge- westen. Verdu go De ftrenge vorst, die, deezen winter, om- valt in trent tien weeken duurde (V) , gaf Verdu- fnf" g° » *n Wintermaand, gelegenheid, tot het onderneemen van eenen inval in Groninger- land en in Friesland : doch hy deedt geen nadeel van belang. Alleenlyk , fleepte hy eenigen buit en weinige gevangenen met zig te rug (pc). IV. Omtrent den aanvang van Wintermaand » Jonkheer was Jonkheer Arend van Dorp, die, ten ty- Arend de van Prinfe Willem, in veele gewigtige wordt°2 zaaken' gebruikt was; doch nu buiten be- verzeke- wind leefde ; op vermoeden van handeling ring ge- met den vyand, in zyn Huis, in den Haa- nomen, ge, ( v") Bor XXXI. Boek, tl. 77 [«77] ™z'
(w) Reyii IX. Boei, hl. 253.
lx) Bor XXXI. Bock, W. 88 [890].
|
|||||
XXXII. Boek. HISTORIE; 405
ge , verzekerd, en , daarna, op de Voor- 1
po orte van den Hove, o vergebragt (31). On- der zyne papieren , die terftond doorzogt werden , vondt men verfcheiden' Brieven van Hartius, afgevaardigden van den Aarts- hertoge Ernst: ook de kladden van eenigen, door Dorp , aan Hartius gefchreeven : en zelfs zekeren verbeterden Brief van Dorp , waarby hy vooriloeg „ dat de Aartshertog „ Ernst, met klein gevolg en heimelyk, in „ den Haage komen moest, en daar den „ Staaten de vrede aanbieden, op zulke voor- „ waarden, als zy zelven begeeren zouden: „ 't welk , meende hy , zulken, die naar „ vrede haakten, aanmoedigen zou, om zig „ te openbaaren, en anderen, die 't voort- „ zetten des oorlogs zogten, vrees voor den „ gemeenen ondank inboezemen. In allen „ geval, zouden, zyns oordeels, de Staaten „ blyde zyn , dat zy den Aartshertog, die „ verklaaren moest, de wapenen nimmer te- „ gen hen gevoerd te hebben, veilig mog- „ ten laaten te rug keeren." Men vraagde van Dorp , voor wien hy deezen Brief ge- fchikt hadt; doch hy weigerde zig hierop te verklaaren (2), voorwendende, allesflegts gefchreeven te hebben , om zynen geest te oefenen. Wyders , hadt men ook by hein gevonden een Affchrift van 't verdrag, laat- ftclyk gemaakt met den Koning van Deene- marke , en tot hiertoe geheim gehouden, Hy hadt dit Affchrift bekomen van Joos de Me-
Cr) Refol. Holl. 6 Dec. 1594. hl. 51t.
(z) Relbl. Holl. iö Dec. 1594- M- 541- Cc 3
|
||||||
•
|
||||||
%
|
||||||
4o6 VADERLANDSCHE XXXII. Boek.
|
||||||||||||||||
IS94-. Menyn, eenen der gezanten naar Deenemar-
'"'"l"' ke , en men meende , dat hy 't den vyand hadt medegedeeld , alzo de gezanten des Aartshertogs Koning Christiaan, eenigen tyd geleeden , dit verdrag verweeten hadden. Doch hiervan wilde van Dorp niets bekend ftaan. Menyn, gedagvaard voor 't Hof, er- kende, dat hy van Dorp, dien hy altoos voor eenen trouwen liefhebber des Vaderlands ge- houden hadt, het gemelde Affchrift, waarin hy meende geen geheim te fteeken, hadt doen leveren, 't Bleek , eerlang , dat men niets van gewigt hadt, ten laste deezer luiden: doch alzo zy der Engelfche Regeeringe te zeer wa- ren toegedaan geweest, en Menyn, inzonder- heid , van eenen onrustigen aart was (ö), wil- de men hen gaarne loozen. Van Dorp kreeg zyn huis tot eene hegtenis (è), van welke hy |
||||||||||||||||
Hy
wordt
pntflaa- gen. Joosde Menyn
wordt Historie- fchryver van Hol- land. |
egter , daarna , onder borgtogt, ontüaagen
werdt. Menyn, eerst van zyn Penfionarisfchap van Dordrecht verlaaten; en voorts buiten be- wind gebleeven zynde, werdt, op eene wed- de van twaalfhonderd guldens, in 't jaar (V), aan geteeld tot Historieichryver van Holland, Doch di vrügten van zynen arbeid, van wel- ken hy naauwlyks eenen aanvang gemaakt hadt, hebben nimmer het licht gezien. Al- |
|||||||||||||||
leenlyk is 'er een verhaal van het gevegt by
Turnhout van den jaare 1597, zonder naam, uitgekomen, welk men houdt, door hem op- gefteld te zyn (d). ' . I De
|
||||||||||||||||
(x) Gnorn Hill Ijbr, 111. p.
|
sou
|
|||||||||||||||
O') Revo IX. Boek, hl. 245.
(e) Refol. Holt. V13 en 26 Julv 1593- hl. 248, Z1%-> 338-
{_») UuR^X.vi. ßoik, Ol. 82-87 [884-890].
|
||||||||||||||||
XXXII. Boek. HISTORIE. 407
|
|||||||
De Koning van Frankryk zette den kryg», 1594.
den gantfchen winter door, voort, door den |
|||||||
Hertoge van Bouillon; die egter weinig meer V.
uitregtte , dan dat hy zig van de kleine Fran(che Steden van Luxemburg meester maakte , en d^ven.6" 't platte land daaromtrent deerlyk afliep. De Aartshertog Ernst, onpasfelyk aan de Raad- koorts, die eerlang op eene teering uitliep, Pleesing raadpleegde , midlerwyl, van tyd tot tyd , A^ts_ over de gemeene zaaken , aan Avelken hy hertogs, fchier geen redden wist. Met den aanvang over 't des volgenden jaars, riep hy de twee eerfte ™eikder Leden der Staaten, de Geesteïykheid en den ,^5* Adel, te Brusfel, byeen (e), en kennende____L_
's volks geneigdheid tot vrede , vraagde hy
hun, naar middel, om 'er aan te geraaken, hun te gelyk verklaarende, dat de Koning ook verlangde , naar eene volkomen' bevre- diging zyner Nederlanden. Don Eftevan en Don Diego d'Ibarra woonden deeze vergade- ring by. Doch de Graaf van Fuentes was agtergebleeven, om dat hy niet begeerde te zitten beneden den Hertoge van Aarfchot, die hem geene hooger plaats zou hebben töegeftaan. En vindt men , dat Aarfchot, Vrymoe- in deeze vergadering , rondelyk verklaard dige ver- heeft „ dat 'er geene vrede te wagten ware, klaanrig „ zo lang men 't uitheemsch Krygsvolk in 't " ve^ „ Land hièldt, en den Spanjaarden 't voor- Aarfchot. „ naam bewind der Regeeringe gaf." De Le- den der Staaten hoorden deeze verklaaring , met verwondering en genoegen. Doch de Aartshertog gaf voor, dat men, hierop, niets be-
CO "t"1 XXXII. Hoek', II. 1 [5].
Cc 4
|
|||||||
'408 VADERLANDSCHE XXXII. Boek.
Ï595. befluiten kon, buiten den Koning, wien hy
"■ — van alles berigt geeven, en, tot het bevor- deren der vrede, ernftelyk, raaden zou (f) i waarmede de raadpleegingen werden afge- broken. Herau- Karel van Heraugiere , Bevelhebber van giere ver- Breda , ondernam , ten deezen tyde , Huy rastHuy. te verrasfen , om, door deeze Stad, eenen weg over de Maäze te hebben , en, langs den zelven, den Hertoge van Bouillon, in Luxemburg, als 't nood deedt, te voorzien van onderftand. De Plaats lag in Luiker- land, en dus op eenen onzydigen grond ; doch alzo Ernst van Beieren , Bisfchop van Keulen en Luik , zig dikwils vyandelyk ge- noeg getoond hadt tegen de Staaten, en den Spanjaarden toeliet, zyne Merke Plaatfen bezet te houden ; oordeelde men, regt te hebben , om zig van Huy te verzekeren. Heraugiere dan , den aanflag overlegd heb- bende met Prinfe Maurits, trekt, den zes- den van Sprokkelmaand , met twaalfhon- derd knegten en zeshonderd paarden , naar Diepenbeek. Hier ftal houdende, zendt hy omtrent dertig man, rappe gasten, naar Huy, die zig verfteeken in zeker huis, daar He- raugiere heimelyk verftand hieldt , en dat in 't hangen van den heuvel ftondt, waar- op 't Kasteel van Huy gefügt was. Des nagts , onderneemt deeze manfehap, 't Kas- teel te beklimmen, overweldigt de bezetting, die hun niet overtrof in getal, en laat He- raugiere j met het overige volk, terftond , bin-
(ƒ) Groth Hirt. Uhr. IV, p. 2QJ.
|
||||
XXXII. Boek. HISTORIE. 409
binnen de vesting. De burgery van Huy, iS9$.
't Kasteel bemagtigd ziende , boodt geenen den minften tegenftand ; maar gaf de Stad
ook over. De Bisfchop klaagde, terftond, over deeze vyandlykheid aan de Staaten der Vereenigde Gewesten, begeer.ende, dat hem Huy wederom overgeleverd werdt. Doch men antwoordde, dat zulks, eerst na 't we- derzydsch afleggen der wapenen, en na 't rui- men der Plaatlën , die de Spanjaard onder 'sBisfchops gebied inhieldt, zou können ge- fchieden. De Bisfchop dan, beipeurende, dat men hem op den tuil Meldt, vervoegde zig by den Aartshertoge, die den Heer van Ln Motte la Motte, met zeven Regementen voetvolks, herwint afvaardigde , om Huy te herwinnen. Hy de Scad' vertoonde zig , den zevenden van Lente- maand, voor de Plaats, die, in deezen kor- ten tusfehentyd , niet behoorlyk hadt kön- nen verfterkt worden. De Heer van Groes- beek voegde zig , met tweeduizend Luike- naars, by hem. De Plaats werdt, terftond , vinnig befchooten : en Heraugiere , geen ontzet voorhanden ziende, gaf haar over, by verdrag, volgens welk, hy en de zynen, mee wapenen en draagbaare pakkaadje, uit- toogen, op den eenentwintigden. La Mot- te lei, terftond, Spaanfche bezetting binnen Huy, welk, door den Bisfchop, van alle zy- ne vryheden beroofd werdt (g). Doch terwyl Huy nog in de handen der vr.
Staatfchen was, hadt de ziekte des Aarts- DeA™s- hertogs zo zeer de overhand genomen , dat Ej"s°8 zy- fterft.
Cg) Bon XXXII. Boek, H. 6, 7, 8 [10, ia].
Cc 5
|
||||
410 VADERLANDSCHE XXXII. Boek.
|
|||||||
1595. zy' hem , na een overval van bloeden , op
den twintigflen van Sprokkelmaand , uit het |
|||||||
De Graaf leeven rukte. Voor zyn overlyden , hadt
vanFuen-nv den Graaf van Fuentes, bv voorraad, be- ff>c ssri— "
vaardtde noemd, tot zynen opvolger in het bewind:
Land- die, na verloop van eenigen tyd, door Filips , v,oogdy , in het zelve, bevestigd werdt Qi). De Neder- by voor- jandfche Grooten zagen zig dus wederom ge- bragt onder eene Spaanfche Landvoogdye , en morden 'er heimelyk en openlyk over. Fuentes en Ibarra hielden hen ook, meer en Karel van meer, buiten bedryf. Graaf Karel van Mans- Mansfeid feid 9 die 't voornaam beleid des oorlogs plag fterfu te hehlen , werdt naar Hongarye gezon- den, om den Keizer, in eenen togt tegen de Turken, te dienen (z), alwaar hy, midden in 't gevaar, aan eene ziekte, overleedc, op den vierentwintigften van Oogstmaand (&). AarfcHot De Hertog van Aarfchot zelf, de aanzienlyk- venrekt fl-e der Nederlandfche Edelen, verliet deeze «aarVe- Landen, en begaf zig, met der woon, naar Venetië, daar V hem, zeide hy, ten minflen, geoorlofd zyn zou, vry te ßerven. Ook over- leedthy 'er, op den elfden van Wintermaand , laaiende zynen Zuon, Karel van Kroi, Prins van Chimai, in 't bezit zyner Heerlykheden. De Graaf van Fuentes, hebbende Brusfel wil- len voorzien van Spaanfche bezetting , hadt zig ook by 't gemeen in haat gebragt. Doch hy bekreunde 't zig luttel, volgende, in vee- Ie opzigteii, den voet van Regeeringe, dien ' de (A) Bor XXXII. Hoek , U. 7 [12]. GtiOTii Hill, Lifo. IV.
p. 2->;s.
CO Bon XXXf. Hoek, hl. 76 _[87(5J.
{kj ÜOK XXXU. Hoek, il. 22 [30J. |
|||||||
XXXII. Boek. HISTORIE. 411
de andere Spaanfche Landvoogden, voor 1593.
hem , gehouden hadden (7). Maar de Ko- Midlerwyl, rees 'er, in de Spaanfche Ne- Vir.
derlanden , onder grooten en kleinen , een Opening vuurig verlangen naar de vrede, dat, van on- ^uwen ze zyde, gevoed werdt, om de gemoeden Vrede- -aldaar te afkeeriger te maaken van de Span- handel, jaarden. De Markgraaf van Havrech deedc zelf eenige voorflagen tot vrede , in eenen brief, gerigt aan Jakob van-Malderé, weleer zynen Huisgenoot , en thans in dienst van Prinfe Maurits. Malderé gaf 'er den Prinfe kennis van , die , met de Staaten geraad- pleegd hebbende, hem belastte, te antwoor- den , dat 'er geene hoop tot vrede was, ten ware 't Spaansch Krygsvolk niet alleen de Nederlanden ruimde, maar zelfs het Graaf- ichap ßourgondie , alwaar Velasko , Kon- ftabcl van Kastilie , toen de wapenen voer- de , tegen den Hertoge van Bouillon. Ha- vrech maakte , in zyn wederantwoord op dit fchryven* geheel geen gewag van deeze voorwaarden : waarop Malderé, andermaal, bevel kreeg, om hem te doen verftaan, dat de Vereenigde Staaten wel met de Staaten der andere gewesten; doch geenszins met de Spanjaards begeerden te handelen. De Her- tog van Aarfchot, die toen nog in 't Land was, bragt, hierna, eene bezending her- \v aards te wege, beftaande uit Dirk Liesveld , eertyds Kanlèlier van Brabant, Jakob Maas en
(O Bor XXXII. Hoek, tt, 120 [150]. Gmtii Hill:. Libt,
IV. p. 209. |
||||
■ !
|
||||||
p
|
||||||
41a VADERLANDSCHE XXXII. Boek.
1595. en O'to Hartius , Regtsgeleerde , die , in
——— Grasmaand, te Middelburg, gekomen, den
Prinfe en weinigen anderen hunnen last o-
v n penden. Zy vertoonden , dat de Regee-
de°r°r ag 55 rmS m handen gefteld was van den Raad
spaan- „ van Staate, die, weleer, de binnenlandfche
fchen. ?J beroerten geftild hadt, en het uitheemsch
„ Krygsvolk doen vertrekken : welk laatfte
„ nu ook niet moeilyk vallen zou, wanneer
,, de gewesten maar eerst bevredigd waren.
„ Dat zy de Vereenigde Staaten hiertoe kwa-
„ men nodigen , niet twyfelende , of Mau-
„ rits zou den roem, dien hy reeds ve-rwor-
„ ven hadt, liever in veiligheid willen ftel-
„ len, dan verder aan den onzekeren kans
„ des oorlogs waagen. Dat het Huis van
„ Nasfau zig, in vrede zo wel als in oorlog,
„ hadt weeten doorlugtig te maaken. Of was
„ hem geen lof zo waardig, dan die in den
„ kryg behaald werdt ; daar was gelegen-
„ heid t'over, om deeze begeerte elders te
„ voldoen. Hy hadt zig , door zyn beleid
„ en heldenmoed, reeds zulk eenen groo-
„ ten naam verworven , dat 'er, onder de
„ Europifche Mogendheden , niemant ge-
„ vonden zou worden, die hem 't opperbe-
„ wind des krygs niet vrywillig zou afitaan."
Door zulk ftreelen, meenden ze Maurits op
Ant, zyn zwakst te hebben aangetast. Doch de
woord Prins, verwittigd, dat zy, fchoon voorgee-
vanPrin- yende te fpreeken uit den naam der Staaten,
fe Mau- evenwel , niet zonder medeweeten van den
,u" Graave van Fuentes, vertrokken waren, wist
hun, eerlang, te antwoorden „ dat hy niets
„ liever wenschte, dan een einde des inland-
„ fchea
|
||||||
XXXII. Boek. HISTORIE. 413
„ fchen oorlogs te zien, en den roem van 1595.
„ hiertoe gearbeid te hebben hooger reken- ■--------
„ de, dan dien van overwinnaar. Doch dat
„ men , om hiertoe te geraaken , niet met „ de Spanjaards of met den Spaanfchen Ko- ,, ning, die niet te vertrouwen waren, han- „ delen moest. Droeg men, in de andere ge- „ westen , den Spanjaarden zo groot een* „ haat toe, als hier; men moest zig van hun- „ ne overheerfching ontflaan : waarna de „ Staaten alleen, als vryen met vryen over- „ eengekomen zynde, door de magtige bond- „ genooten der Vereenigde gewesten, zou- „ den können befchermd worden, 't Ver- „ fchü van Godsdienst zou, hier, zo weinig „ oorzaak tot oneenigheid behoeven te gee- „ ven , als het tegenwoordig in Frankryk „ deedt." Liesveld , toen 't woord vatten- de, betuigde, dat zy alleenlyk den last der Nederlandfche Staaten kwamen uitvoeren, zonder dat de Spanjaards gemengd waren , in 't gene zy zouden handelen. Doch Mau- rits, die beter onderrigt was, tastte hem, zo men wil, in den boezem, en trok 'er de vry- geleibrieven uit, welken hem , door Fuen- tes, waren medegegeven, en die beweezen, hoe men heulde met den Spanjaard. Sedert, bleek ook, dat de gezanten niets fluiten mog- ten , dan op 'sKonings naam: waarom zy hun affcheid kreegen van de Staaten , en onverrigter zaake te rug keerden. De Spaan- fche aanhang dreef toen den fpot met deeze bezending, die zy, reeds te vooren, hadden afgekeurd. Doch andere Nederlanders blee- Beden- ven nogal aanhouden op 't voortzetten der kiu:Jen yre. vmieeni-
|
||||
4H VADERLANDSCHE XX.XII.Boek.
Ï595» Vredehandelinge , beweerende „ dat het
------- „ verzenden van 't uitheemsch Rrygsvolk,
Se Ne_ „ waarop de Vereenigde Staaten ftonden,
tl^san" „ gantsch niet onredelyk , en aller Neder- de Vre- v> landeren wensch was. Ook mögt Filips, dehan- „ meenden ze, in 't ftuk van den Godsdienst, delinge. ^ we] jet door de vingeren zien, dat hy niet „ goedkeurde. In allen geval , de Neder- ., landen, die nog onder 'sKonings gehoor? „ zaamheid ftonden , waren , door verloop „ van neering, moedwil des Krygsvolks , „ zwaare lasten en andere rampen, zo ver- „ re buiten adem gebragt, dat het hun on- „ mogelykviel, langer te oorloogen." Som- migen voegden hierby „ dat de Vereenigde „ Gewesten, wars van den kryg, veelligt, „ befluiten zouden , om zig eenen uitheem- „ fcheu of inlandichen Vorst te kiezen, in „ welk geval, men geene dan eene fchande- „ lyke en nadeelige Vrede zou weeten te „ verkrygen : daar men hoop hadt op eene „ eeriyke, zo lang 't Gemeenebest nog zon- ,,. der hoofd was." Wyders, waren oók eenigen van gedagten, dat men een Beftand voorflaan moest. Zy dreeven „ dat de Ver- „ eenigde gewesten ftaande bleeven door „ eendragt, die gevoed werdt door vree- „ ze. Dat, de vreeze verdweenen zynde „ door 't Beftand, de gebreken, welken de „ gelykheid onderworpen is, herleeven zou- „ den. Dat men naaryver onder de Steden, „ tweedragt en ontrouw , door giften en „ omkoopingen, zou können verwekken en „ voeden, Dat het volk , ontheeven van- „ lasten geduurende het Beftand, daarna , v> BJwt
|
||||
XXXII. Boek. HISTORIE. 415
|
|||||||
„ niet ligtelyk, tot het wederopneemen der- 1595.
„ zelven , zou können bewoogen worden.------■
„ Dat tyd gewonnen veel gewonnen was
„ voor den Koning, die, de Vereenigde „ Staaten onder de knie gekreegen hebben- „ de, zyne wapenen , tegen Frankryk, of „ tegen Engeland, zou können keeren, naar „ hy 't geraaden vondt O)." En voor dee- ze meening yverde , onder anderen, Justus JJpfius, Hoogleeraar in de oudheid en wel- fpreekendheid , te Leuven , die , hierover, zyne gedagten opende, in eenen Brief, wel- ke nog voorhanden is (n). Doch Joan Bap- tista Tas-ßs, bloedverwant van eenen beroem- den Spaanfchen Veldoverfte van den zelfden naam, beweerde, dat de Nederlanden, die onder 's Konings gehoorzaamheid ftonden , grooter fchade uit het Beiïand te wagten had- den , dan de Vereenigde Gewesten. Ook i-iedt hy den Koning , in eenen Brief, die onderfchept werdt „ dat hy de wederzyd- 9, fche Staaten wel, als gelyken, mögt laa- „ ten handelen; doch 't opperbeleid van al- 5, les aan den Graave van Fuentes behoorde „ te verblyven, mistrouwende de bemidde^ „ ling des Keizers, en vooral het Spaansch- „ Krygsvolk in 't Land laatende (>)." Ze- ker, de Keizer hadt, onlangs, wederom de vredehandeling, door brieven, tragten voort te zetten. Doch de Staaten antwoordden ron- de- |
|||||||
CffO Boa XXXII. Boek, IL 28 [37]. Grot. Wil. Li!r. IV,
t>. 210, 211 , 312, 213,
OO Hy Bor XXXII. Bvtk, bl. 2 [61.
C»; Dok JppCII. Boek, tl. f,8 [a3j. |
|||||||
4i6 VADERLANDSCHE XXXÏÏ.Boek;
|
|||||||
1595. delyk, dat zy zig op de Spanjaards niet ver-
trouwen konden (J>\). |
|||||||
De Vre- Dus haperde dan, volgens gewoonte, de
delende- Vredehandeling.- In de Spaanfehe Nederlan- ling ha- den, gaf men voor, dat zy llegts uitgefteld Ven' was, voor eenen tyd. Doch hier deedt men zyn best, om 't volk de bevrediging met den Spanjaard te doen aanzien als onmogelyk, zo lang men geene meer reden hadt, om zig Cnee- °P zYne tr°uw te verbaten. De gewesten nïgheid bleeven ook ten naauwite verbonden tegen indeVer- den gemeenen vyand; fchoon de onderlinge eeiugae eendragt ^ jn andere opzigten , wel grooter ien. geweest zyn mögt. Onder anderen, reezen 'er, ten deezen tyde, zwaare onlusten over den prys des gelds, die, mids elk gewest zig 't regt der Munte aangemaatigd hadt, en de waarde der penningen, naar zyn wel- gevallen , bepaalde, op geenen eenpaarigen voet, te brengen was (#): waaruit merkely- ke ftremming in den handel ontilondt. VIII. In de nabuurige gewesten, waren, onlangs, Kleef- eenige onlusten gereezen, waarin de Staaten fcheOn- ^er Vereenigde Nederlanden, ook, door den tuiten. ty^^ deel namen. Jan, Hertog van Klteve, Gülik en Berg, was, federt eenigen tyd, ver- vallen in eene foort van zwaarmoedigheid of mymering, die, eerlang, tot dolheid overge- flaagen zynde, gelegenheid gaf, dat men hem in eene kamer opgeflooten hieldt. Terftond hierna, viel 'er gefchil over de Regeering; die de Hertogin, onderfteund door de Span- jaards, wier konstenaaryen, reeds onder de voo*
Cp) B°R XXXII. Hoek, H. S8 [38].
Cf5 Grotii Hiftt £*• IV« t> 2«J, 2iü. |
|||||||
XXXII. Boek. HISTORIE. 417
voorige Regeeringe , iri deeze Vorftêndom- 15^5.
men, bekend geworden waren (V), zig zogt •— aan te maatigen. Doch Joan Sigisihund, Mark- graafvan Brandenburg, die met eene Zusters Dogter , en Filips Lodewyky Paltsgraaf van JNieuwburg, die met eene Zuster des Hertogs van Kleeve gehuwd was, kanteden zig hier- tegen , beweerende , dat hun, als naasten erfgenaamen uit hoofde hunner Gemaalin- nen , het bewind der' Regeeringe , voor de Hertoginne, toekwam: onaangezien de Kei- zer begreep,, dat de Vorftendommen van Kleeve, Gulilc en Berg niet aan hun, maar, by mangel van manlyk oir, aan 't Ryk ver- vallen moesten. De Protestanten deezer Vor- ftendommen en eenïge Roomschgezinden vielen den Vorften van Brandenburg en Nieuwburg toe; die eerlang uitwerkten, dat de krankzinnige Vorst, door eenigen. uit den adel, in vryheid gefteld, en de Hertogin * daarentegen , in hegtenis genomen, werde. Tegen deeze , werden toen zwaare befchul- digingen ingebragt, onder anderen, dat zy ± voor haar Huwelyk , gemeenfehap gehad hadt en verloofd geweest was, met den Graa- Ve van Manderfcheid: waaruit men befloot, dat haar Huwelyk met den Hertoge van Kleeve wetteloos verklaard moest worden. Doch de Robmsch- en Spaanschgezinden, die op de zyde der Hertoginne waren, brag- ten te wege , dat 'er eenig volk geworven werdt , door den Graave van Zwartferï- imrg, waarvan men zig dagt te bedienen, om de
f>5 B$>r XXIX.'/;««*, il. 6 röoé].'
VUL Deel, Dd
|
||||
413 VADERLANDSCHE XXXII.Boek,
|
|||||
*5ï>5- de Hertogin te herftellen in 't bewind.
--------Terwyl de zaaken das Honden, zogt Bran-
De Ver- denburg de vriendichap der Vereenigde
Staafen Staaten (*)• Zyn toeleg was , een verbond neemeti te fluiten , tusfchen hen en de Ridderfchap 'er deel en Steden der Vorftendornmen des Hertogs *"• van Kleeve: waarvan het oogmerk zyn zou, deeze Vorftendornmen te bewaaren, by der-
zelver vryheden en wettige Regeeringe. De Staaten zelven zonden, in Herfstmaand dee- zes jaars, eenigen naar Emmerik af, om na- der, doch zeer in 't heimelyk, met eenige vertrouwde Kleeffche Grooten, te fpreeken. Men verzogt toen eene goede fomme gelds van de Staaten, wanneer men zig fterk maak- te , de Regeering op eenen goeden en vas- ten voet te zullen können brengen. Doch de Staaten , bezettende , dat het Land vol Roomschgezinden ftak, die, tot nog toe, de meeste magt in handen , en de naaste Bis- dommen op hunne zyde hadden, oordeelden» voorzigtelyk, dat de zaak der Patriotten, ge- ïyk ze zig noemden (7), nog tot geene ge- noegzaame rypheid gekomen was, om 'er zig in te fteeken (u). Wat gevolg zy, na- derhand, gehad hebbe, zullen wy, ter zyner plaatfe, aantekenen. IX. * Te Embden , ontftonden, ten deezen ty- Twist de, ook onlusten, die geenen kleinen nafleep ÏÏgÏÏ hadden- De Srad ftondt, federt veele jaaren, ve vaa *~ onder de befcherming der Graaven van Oost- fries-
f O Boa XXXr. Boek, U. 90 [804>
f O Zie Kor XXXIV. /loet, l/l. 66 [383]. OO Bor XXXII, Boek, l/h 116 [144] e«. Meteben XVIII. Euek,.f. 331 verf. |
|||||
XXXII. Boek. HISTORIE. 419
friesland ; doch behieldt haare eigene wet- 1595.
ten, vryheden en Regeering. Ook beleeden ———' de Ingezetenen in 't gemeen den Hervorm- ®?n' , den Godsdienst. Doch hieruit, en uit andere en dg v oorzaaken (V), was, in 't voorleeden jaar, stad eejiig verfchil gereezen, met Graave Edzard Embden, den II, die der Augsburgfche belydenis toe- gedaan was, en, door zyne Gemaalin, zeer tegen die'van Embden werdt opgezet. Om deezen onder de knie te krygen , deedt hy belastingen leggen op de koopwaaren, en voerde Wethouders en Raaden naar zynen zin ter Regeeringe in. Eindelyk, dryvende, dat de Godsdienstige Byeenkomsten der Embderen oproerige Vergaderingen, en de aalmoefen, welken men daar verzamelde, gefchikt waren , om hem , met geweld, te wederftaan, bragt hy bezetting op 't Kasteel, met welke, hy zig de Stad geheellyk dagt te onderwerpen. De burgery, reeds te vooren, zeer geftoord op den Graave, verloor toen allen geduld. Men hadt haar, voorheen, reeds geweezen op het voorbeeld haarer nabuu- ren, de Hollanders en Friezen, en vermaand, om, even gelyk deezen, haaren Godsdienst en vryheid, met de wapenen, te befchermen: ook om, ware 't mogelyk, een verbond aan 'ie gaan met de Vereenigde Gewesten» Nu fcheenen deeze redenen te klemmen. De Ingezetenen , zig een opperhoofd verkooren hebbende , grypen de wapenen op, en ver- zekeren zig van 't gefchut, van 't Raadhuis en van de Poorten. Voort«, verftellen zy de
•C*) 2f> RkïP XI. rmk% U. a$c.
Dd 2
|
||||
42o VADÈRLANDSCHE XXXII. Boeki
|
||||||||||||
de Wet, ëh noodzaaken 's Graaven bezetting i
door honger, tot het ruimen van 't Slot (^); Toen wendden de Graaf en de Stad beide het oog naar de Vereenigde Gewesten, oni on-4 dérftarid. Men ontving beider afgezonde- neri in den Häage. Elk fprak zyn fchoonsti Dé Graaflyke gezanten befchuldigden de Stedelingen van muitzügt; De Embdérs den Graave van het befnoeijen hunner vryhedeiï; itï 't bufgerlyke én in 't Go'dsdienftige; gee- vende zy, voorts, niet ddnkerlyk, te verftaan , dat de Graaf Spaanfchë hulp zogt, ja gezind fcheeri, de Stad aan den, Spanjaard, tégen andere goederen , af te ftaan. De Staaten 4 beiderlei gezanten gehoord hebbende, gaven zulk antwoord, dat noch Graaf Edzafd buiten vrees gefield werdt, noch de Embders zig verzekeren konden van hunnen byftarid-(VK Doch toen , daarna , tyding kwam ( 'dat 's Graaven Zoon, Ennó, Krygsvolk te hoop rukte, en zig verfterktè, tegen over Delfzyl (y) , verfterkten zy ook dé Vloot, dié ge- woonlyk den Èemsftróom bewaarde * en deeden een' Règement Friezen naar Embdefl trekken, welk, met ópen' armen, 'ontvangen wërdt. Graaf Edzafd, geeiié andere uitkomst ziende , nam , kort hierna , de Skaten' tot middelaars aan, tüsfch'en hém én dé- Stad* Ook bevredigden' zy' partyen , door één Ver- |
||||||||||||
«S95-
|
||||||||||||
Waar in
deVeree- nigde Staaten betrok- ken wor- den , |
||||||||||||
die eeii
Verdrag tusfcheiï de par- tyen be- midde- len. |
||||||||||||
dfag (z)* dat', óp den vyftïéridën- van
Hobimaand , te -Delfzyl ^ geflöoten werdt, 'en
f «O k«vn' XI. Boek, U. ast. Kor XXXU' Boek, W.'jjö [8«4^-
r.Tl Mp.tkkhn XVIII. ftnek, ƒ. 331 verf.
C;0 Ekvd Xr Roek, bh a*,2.
(_z) Zie liet by Boa JfjCXtt. Biet, VI. 46 [66].
|
||||||||||||
SXXILBöEK. HISTORIE. 411.
en vari deezen inhoud was: „ In de Stad, 1595.
„ zou de gewQone Godsdienst vryelyk ge- „ de zyne, daar buiten, vry Haan. In de „ Kerkelyke Byeenkomften , waarby de ,, Raad der Stad een' Gemagtigde zou mo- „ gen zenden, zouden geene dan Kerkelyke „ zaaken mogen worden verhandeld. De „ Predikanten zouden , door deeze Verga- „ deringen, verkooren , door den Graave , „ goedgekeurd worden. Van de vier Bur- „ gemeesteren en negen Schepenen zou „ „ jaarlyks, de helft afgaan; zo dat niemant, „ langer dan twee jaaren, in 't bewind zou „ können blyven. In de plaats der afgaanden, „ zou de Graaf andere kiezen, uit een dub- „ bel getal, door den Raad benoemd. De „ Raad, uit veertig Perfoonen beftaande % „ zou zyne eigen' Leden kiezen. Alle be- „ lasdngen , ftrydig met de vryheden der „ Stad, zouden afgefchaft blyven. De Graaf „ zou 't Kasteel flegten, en der Stad onder-, „ werpen. Hy zou de vaart yoorby de Stad, „ door- geene nieuwe fterkten, hinderen • en, „ deeze weldaaden des Graaven zou de Stad „ aan hem , met eene goede fomme gelds, „ erkennen. Zyne opvolgers en de Regen- ;, ten der Stad/ouden deeze punten, |n Yer~ „ volg van tyd , ook bezweeren mpeten." Het wederzydsch aangenomen 'tCrygsvolk werdt, na 't fluiten van dit verdrag , afge- dankt, en de Staatfche bezetting, naar ïïies- land, te rug gezonden (V). Doch de een- " draei
O) MilTEREN XVHt. Bock, ƒ, 3S.1.
Dd 3
|
||||
4aa VADERLANDSCHE XXXII. Boek!
|
|||||
1595. dragt was zo niet herfteld , of dezelfde on-
-------lusten borrelden, van tyd tot tyd, wederom
op: gelyk wy, ter zyner plaatfe, nader ftaan
te melden.
x De veldtogt deezes jaars, die , van der
Weder- Staaten zyde , laat begonnen werdt, flaagde
zydfche ongelukkiglyk. In Luxemburg, hieldt men
Krygs- zjg flegts bezig , met het veroveren eeniger
bedryven fterkten ^ . waama pi]ips ^ NasfaUj die Spaan- hier de Staatfche benden geboodt, zyn voet-
fchen en volk naar de naaste zeehaven in Frankryk Stauen. zontit, om, van daar, naar Holland overgé- fcheept te worden , terwyl hy zelf, met de Ruitery , diep door Dtütschland, herwaards keerde (c). De meeste onderneemingen der Spanjaarden gelukten, daarentegen, naar wensch. De Graaf van Fuentes, de muiten- de Italiaanen te vrede gelteld hebbende, ver- pynde zig , om den Koning van Frankryk , die thans in Bourgondie oorloogde , op de grenzen zynsRyks, afbreuk te doen. Ver- dugo belegerde la Ferté , en ftondt op 't punt om de Stad te bemagtigen, toen zy, door eenen hoop Franfchen , gelukkiglyk , ontzet werdt. Verdugo , 't beleg hebbende opgebroken , veroverde , daarna * eenige Plaatfen van minder aangelegenheid ; doch werdt, in den loop zyner overwinningen , Dood geituit, door eene ziekte, die hem, op den vani-rjm- tweeden &in Herfstmaand , uit het leeven ©otsVer- yy^j-g, q£\/ Midlerwyl , vermeesterde Fuen- w&0' tes Chatelet, in Vermandois: ook Han, door ver-
no Ron xxxnr. nnck, w. 1 [5], >y [27]. CO liDR XXXIt. Boek, lil. 20 [2-8].
ld) ßuR XXXII. Hoek, W. is U«J> sw 08J.
|
|||||
XXXII. Boek. HISTORIE. 423
|
|||||
verraad ; doch 't Kasteel aldaar bleef in de 1595.
raagt der Franfchen (e). Toen floeg hy 't -------
beleg voor Dourlans, alwaar Valentin de
Pardieu, Heer van la Motte, door een'mus- taM°^te ketfchoot, van 't leeven beroofd werdt. De IneUv€it- Stad en 't Kasteel werden, ftormenderhand, overweldigd (f), 't Bemagtigen van Dour- lans baande den weg, tot het inneemen van Kameryk , welke Stad, met het Kasteel, in Wynmaand , by verdrag , overging , gelyk wy reeds hebben aangetekend. Koning Hen- rik, die een geheel Leger, onder Velasko , in 't Graaffehap Bourgondie, tegen zig ge- had hadt, was egter meester geworden van de Stad Dijon, en nu op weg, om Kameryk te ontzetten , toen hem de tyding van het: overgaan der Stad ter ooren kwam. Hy gaf 'er den Staaten de voornaamfte fchuld van , als hadden ze hem den beloofden en verleen- den byfland, ontydig, onttrokken. Doch zy verdedigden zig met den algemeénen nood van dit jaar, en zonden den Koning, die zig hadt laaten verluiden, dat hy zig met Span- je verdraagen wilde , op nieuws , twee Re- gementen voetvolks en eenigen ouderftand in geld en graanen toe , zig, deswege , by de Koninginne van Engeland, die hieruit wederom aanleiding nam , om op de betaa- ling van 't gene men haar fchuldig was re dringen, ten beste mogelyk , verfchoo- nende (g). Mid-
O) Ron XXXII. Boek, !'!. 12 [18], 20 [28].
CO Rott XXXn./}«*, W S9 [38] eiia. CS) Grotu Hift. Lib. IV. p. 2.27. Roe. XXXIII. Beek, >/. 42 L563 enz. Dd 4
|
|||||
4M- VADERLANDSCHE XXXII. Boek.
1595. Midlerwyl, was Prins Maurits , met het
■■
XI. den ónder Filips van Naslau, in Hooimaand
b^w'" getr°kken voor Grol, daar zeshonderd.man GroU binnen lag. Doch Mondragon, die lasthadt, om een waakend oog te houden op de bewee- gingen van den Priniè , volgde hem , met Vyfduizend man, op de hielen, en noodzaak te hem , door vreeze vpqr 't affnyden van den toevoer, tot het opb/reeken van het pas b 't begonnen beleg. Mondragon, daarna, ge het beleg weeken over de Lippe , werdt, door Mau op. rits , wien men 's vyands magt , yoorheen , te groot befchreeven hadt, terftonc) agter na gezet. Filips van Nasfau trok , met vyf honderd Paarden, over den ftroom, pm de vyandlyke voederhaalers te overvallen ; doch Mondragon, berigt van den toeleg , door èenige' overloopers, ging' hem te keer , met zyne gantfche Ruitery, en bragt de Najsfau fche Paarden haast in wanorde en op de vlugt, Filips Filips zelf kreeg hier eene wonde, die hem, van Nas- eerlang, dedooddeedt. Zyn broeder, Ernst, om van Nasfau •> ^e» nevens hem, gevangen ge- nomen was, kogtzig, naderhand, vry. Ernst een der Graaven van Solms, liet hier pok Aanflag het leéven (Ä). Eer de beide Legers de witi- "P terkwartieren betrokken, ondernam het volk JVJeurs. van pa.jnfe Maurits, by nagt, de Stad Meurs,
die de Spanjaard« bezet hadden, by verras- iing, in te neemen. Doch deeze toeleg mis- lukte , doordien de aanbreekende dag den knegten fpöediger overviel, dan zy 'gegist b,ad-
(/0 I!f« XSXII. fUitk, W. S3 [43] tnz. W4['.i9],iog[i3i].
|
|||||
/
|
|||||
XXXII. Boek. HISTORIE. 435
|
|||||
hadden (/). Maar eene hoop Staatfche Rui- 1595.
ters bemagtigde, daarna, het Slotte Weerd,'——— in 't Graaffghap Hoorne, welk zy egter, als ™ew\t. te afgelegen, om bezet gehouden te worden, {Jen'en naderhand, wederom verlieten. Ook gelukte wederom het hun , een Spaansch geleide op te ligten veriaa- (&). Herangiere had Lier verrast, qp den ?."• veertienden van Wynniaand \ doch de pn- verrast, gebondenheid zyner knegten, die, tegen zynen last, aan 't pionderen geflaagen waren, was oorzaak, dat hy, oyervallen van de Spaanfchen ,' de Plaats, met merkelyk ver- lies , wederom ruimen moest (f). Ondertus- ibhen , hadt Mondragon eerst het veld ver- laaten. Hy overleedt, kort hierna ("1)5 in ■Do0(1 den ouderdom van omtrent twee-ennegentig, ^ijf^ jaaren (m). Doch nog in dit jaar 1595, ver- ' maard door de dood van verfcheiden' aan-
zienlyke mannen, ftierf ook, teParys, op den en van vierentwintigften van Oogstmaand, Don An- Dcn An- tonio, verdreeyen Koning van Portugal, niet ^refe- zonde.r fterk vermoeden van vergiftigd te venKo-" zyn, door de Spanjaard? (n). Prins Maurits ning van deedt zyn Leger, eerlang, ook de winter- Portugal, kwartieren betrekken. Het werdt, by mon- lïering, zesduizend tweehonderd twee-ender- tig knegten, en eenduizendzeyenenvyftigRui- ters fterk bevonden (0), Men hadt, in Holland, dit jaar, zo groot Duurte een ,n, Ho^.
C O B"r- XXXII. Boek. bl. 104 [130]. laild'
(*) Bon XXXII. Mei, bl. 35'[47] = '104 [130], 105 [131].
(/) BüR XXXIJ. Snek, bh \K [140]. OO v><>* X'XXHI.'/Juei, bl. 5 f1671. |' O) Bon. XXXTl. llufk, bl. 58 [50]. (0) Bon XXXII. Jloek, bl. 35 [47j.
(1) Op den tierden van Louwmaand de? jaars 1596.
Dd 5
|
|||||
426 VADERLANDS CHE XXXII. Boek.
|
|||||
1595. een gebrek aan graanen , dat de prys der
•-------Kogge , aan fbmmige oorden , van vyftig
tot honderdenvyftig goudguldens iteigerde.
Te Amfterdam, vondt men, by opneeming, den voorraad zo klein, dat de Wethouders eikanderen, by eede, verbonden, zulks ge- heim te houden. Ook gaven ze 'er niemant kennis van , dan den Advokaat Oldenbarne- veld. Zy vreesden , aan den eenen kant, voor eenen opftand onder 't gemeen , en aan den anderen, voor een verbod van uit- voer , wanneer de weinige voorraad van graanen in hunne Stad rugtbaar gemaakt werdt. De duurte ontftondt, voornaamlyk, uit gebrek van aanvoer te Dantzig ; daar veele Hollandfche fchepen lagen, zonder vragt te können krygen (p). Doch zy ver- minderde , toen deeze fchepen , belaaden , t'huiswaards keerden. XII. De voorfpoed der Spaanfche wapenen, in Fiiips Frankryk en elders , hadt de Ingezetenen Kan/2" van 's K°nrngs Nederlanden vervuld met Eaal. nieuwen moed : die nog hooger ree,s, toen Aartsher- zy vernamen, dat Fiiips de Landvoogdy tog, Al- derj Kardinaal- Aartshertoge , Albertus van Oos- VAN 0°STENRYK' jongften Broeder van
teiiryk," den Landvoogd Ernst, opgedraagen hadt, tot Land- en dat deeze , met eenen aanzienlyken on- voogd derftand, in geld en in manfchap, herwaards aan' op weg was (jf). De Koning hadt hem, reeds eenigen tyd , beproefd, in de Landvoog- dye van Portugal : en oordeelde hein b.:- kwaapi,
Cp} Boa XXXIT. Jiotk, hl, 121 [152].
(?) Hor XXXil. Boek, l/l. 9II, 107 [123, 134]«
|
|||||
XXXII. Boek. HISTORIE. 4a?
kwaam, tot die der Nederlanden. Hy kwam, 1595.
uit Portugal, door Spanje in Italië , en —— hieldt zig , eenige weeken , te Genua , op die in ds (>). Eindelyk nam hy zynen weg, door Sa- ^6^*" voye en Bourgondie, naar Luxemburg, daar komt> hy, den negenentwintigften van Louwmaand des jaars 1596 aankwam. Hy bragc om- *59<5. trent drieduizend Spanjaarden mede , d#ie , -------
om de kosten van nieuwe Bevelhebberen uit
te winnen , gedeekelyk, geiteken werden onder oude Regementen. Ook voerde hy een deel ongemunt zihvers herwaards , om de fchade te ontwyken, die op het overmaaken der penningen , door wisfel, geloopen zou hebben. Op den elfden van Sprokkelmaand, deedt hy zyne intrede te Brusfel, alwaar de Staaten hem, na 't veitoonen van zynen Last- brief, als Landvoogd , aannamen. Hy be- reikte, ten deezen tyde, omtrent vyfendertig jaaren (j), en de meesten meenden, dat de Spanj aards nu hun gezag in de Nederlanden kwyt zouden zyn. Doch 't ontfchoot hun: want fchoon Fuentes en Ibarra te rug ont- booden werden, zag men, eerlang, het op- perbeleid des oorlogs opdraagen aan Don Francisco de Mendoza, Admirant van Arra- gon (O, en verlcheiden' andere Spanjaarden voorzien met hooge ampten : waaruit, met reden, beüooten wcrdt, dat de nieuwe Regeering de oude kwaaien niet verdryven zou fu~). Mid- -
(r~) Bor XXXII. Hoek, il. 122 fml].
(O Hou XXXÜf. /luek, bl. 5, 9 [107, i?3> (f) Bon XXXII'. /;»«*, bl. 90 [293]. {«.'3 Gnom Hirt. Iwr. V. p/240. |
||||
4n8 VADERLANDSCHE XXXILBobs,
1595. Midlerwyl, hielden de Vereenigde Staa-
--------ten een waakend oog op de bedryven van
Fiijps den Kardinaal-Aartshertoge. Hy had zig ,
Prins'van reec*s voor eeruSen ^' bemind zoeken te
Oranje, maaken, by de Hollanders an Zeeuwen, te komt wege brengende , dat een groot getal van met hem fchepen , in de Spaanfche en Portugeefche wair 1= havens , in beflag genomen, wederom ont- Jlaagen waren (?). Daarbenevens, bragt Iry met zig herwaards Filips Willem, oudften Zoon van wylen den Prinfe van Oranje, die, nu omtrent agtentwintig jaaren in Spanje ge- vangen gezeten hebbende, geflaakt was, op dat hy, of een werktuig zou ftrekken tot bevordering der vrede, of tweedragt ver- wekken , onder de Vereenigde Staaten. Men hieldt zig, in Spanje , verzekerd van zyne; trouwe , doordien hy belydenis deedt van den Roomfchen Godsdienst, in welken hy w« de opgebragt was. Doch hierdoor, maakte hy Staaten zig te meer verdagt by de Vereenigde Staa- met dee- ten, die, hem, fchriftelyk, geluk gewenscht; zen^ hau- |iebbende over zyne Verlosung, te gelyk ver- <?iSn' klaarden „ dat de tegenwoordige oorlog „ zyne komst binnen hunne grenzen nies „ gedoogde , zonder vrygeleide ; welk zy „ hem, by betere gelegenheid, wilden toe- „ fchikken, terwyl zy zig verzekerd hiel- „ den, dat hy, die de Spaanfche wreedheid, s, zo veele jaaren, beproefd hadt, niets onT „ derneemen zou, welk de vryheid van ee- „ »en Staat, gegrondvest door de wakker*- „ heid, den raa,d, en het bloed zyns Vadqrs „ „ zou
f?) Hor XXXII. Hoek, il. m [139], .
|
||||
XXXILBoek. HISTORIE. 4ï<>
$, zou können krenken." De Prins Filips i$$$,
antwoordde beleefdelyk op dit fchryven, be- ——<** tuigende, niets te willen onderneemen, dan 't gene hy vertrouwde, aan beide de partyen te zullen behaagen. Doch 't gene zyneh Va- der betrof ging hy, met ftilzwygen, voorby. Ook heeft hy, naderhand, een bedryVeloös leeven vêrkooren; ziende zig, om zyne .af- komst j in kleinagting onder de Spanjaards, en, ter oorzaake zyns geloofs, verdagt in de Vereenigde gewesten; De Graavin van Hö- henlo, zyhe volle Zuster, en Prins Maurits zelf hadden een mondgefprek met hem ge- houden , in 't* Land van Kleeve ± en hem ee- ne aanzienlyke fomme gelds, uit de inkom- ften der Vaderlyke goederen, aangebooden: Veelligt, hebben zy hem toen ook bewoo- gen, om zig ftil te houden. Wyders, ver- leende de Kóniag van Spanje hem, door den tyd, handligting Van zyne goederen in Bour- gondie ^ welker inkomften hy, geduurende zyn leeven, genoöten heeft (V). De Kardinaal - Aartshertog hadt iiu eerl XIII.
Leger van vyftienduizend man byeen , en DeAarts- oordeelde zig in ftaat, om iet van gewigt ^[tog , té onderneemen. Eerst wendde hy 't oog mk/;^ naar Frankryk ^ werwaards dë Vereenigde Frank- Staaten, in Wynmaand des voorleeden jaars, rYk' twee Regementen voetvolks^ onder Justinus van Nasiaü, gezonden hadden (ar): Koning Henrik , die den Heer de la Tuilkrie ^ ten deezen einde , herwaards hadt afgevaardigd \ daar-
(v) Rok XXXII. Boek, hl 102, 124 fr^f, 153]. XXJ4HI.
lioeli. hl. 5 \Uty]. GttOTii Hifi libr. V," ». 241, s*ï, r x) Uor XXXtf, ISbsk, IL iQ.% [ij|)j. |
||||
43o VADERLANDSCHE XXXII. Boek:
i5j)6. daarbenevens , verlof geevende , om vyftig
—-----duizend ponden buskruids, op hun geloove,
in Holland, te doen koopen (j> De Koning,
dus verfterkt, hadt, na 't overgaan van Ka- rn eryk, het beleg geflaagen voor la Fere in Vermandois , van welke Stad, de Kardinaal hem zogt af te trekken. Henrik , daarente- gen, deedt de Staaten, door den Heere van Buzanval, in den aanvang deezes jaars, ver- zoeken , om de manfchap onder Justinus van Nasfau, die, anders, met het einde van Louw- maand , wederom naar huis keeren moest, nog eenigen tyd, te mogen behouden (z) : 't welk hem werdt toegeftaan. La Fere werdt belegert toen ïiaauwer beflooten. De Aartshertog, e«, be- geenen kans ziende, om de Stad te ontzet- magrigt tell5 rukte voor Calais, in den aanvang van Ardres!" Grasmaand. Agt vendelen knegten lagen hier binnen, onder welken twee Staatfchen wa- ren. De Stad werdt, fpoedig, overweldigd, en de bezetting genoodzaakt, te wyken op 't Kasteel, welk, eerlang, ook ftormender- hand ingenomen werdt. Beide gebeurde het nog in dezelfde Grasmaand. Omtrent zestig Staatfche knegten, zig wakkerlyk geweerd hebbende, bedongen vryen uittogt. De En- gelfche en onze fchepen, die voor Calais ge- kruist hadden , en vierduizend Franfchen , van voor la Fere derwaards gezonden, waren niet in ftaat geweest, om de Plaats te ont- zetten O). De Kasteelen van Guines en Hames werden toen ook overweldigd. Ar- dres,
ty} T!oR XXXII. £oek, II. 113, «5 ['4Ij M3]-
Cz) Bon XXXIII. Boek, bU 8 [170] enz. («> Bor XXXUJ, Batk, tl. 26 {i&öjenz. |
||||
XXXII. Boek. HISTORIE. 431
|
|||||
dres, dieper landwaards in gelegen, viel den 159$#
Aartshertoge Albertus, in Bloeimaand daarna,-------
insgelyks, in handen (&). Zyn Leger, gebrek
aan mondbehoeften krygende , verliet toen den Franfchen bodem, en keerde naar Vlaan- deren te rug. Hier zogt men den Aartsher- tog te beweegen, tot het beleg van Oosten- de. Doch Maurits kreeg 'er de lugt van, en voorzag de Stad zo rykelyk van krygs- en mondbehoeften (Y), dat Albertus befloot, de onderneeming te verfchuiven, tot betere ge- legenheid. De Staatfche Ruiters liepen, mid- lerwyl, het platte land van Brabant af. Ook overweldigden zy 't Steedje Epternach , in Luxemburg. Voorts werdt 'er, dit jaar, van de Staatfche zyde, niets van belang, te lande , ondernomen (V). Maar de Kardinaal-Aartshertog, in Vlaan- Hy flaat
deren te rug gekomen , wierp het oog op hret beleS Hulst (e) , aan het bemagtigen van welke ^°Jt# Stad , de veiligheid van Brabant, gedeelte- lyk, hing, en Vlaanderen ook dienst gefchie- den zou. Prins Maurits hadt, na 't inneetnen van Hulst, in 't jaar 1591, de graften wyder gemaakt, en van eenige werken voorzien. Doch de Zeeuwen, op zig genomen hebben- de, de Plaats verder te fterken, hadden zig hierin zulks gekweeten, dat hun naarging , dat zy meer zorg voor 't omgelegen land ge- draagen hadden, dan voor de Stad. Zeker, 5t vlakke veld was bezet met eenige fchan» feu,
(4") Kor XXXIII. Boek, l/l. 25 [193].
CO Boa XXXIII. Boek, il. 24 [19a], 38 raiil %dï Hor XXXIII. Iheh, II. 25, 76, 80 [103, 2<ït, 267]. te) Bon XXXIU, ÜQtk, il. a« L'SSl- |
|||||
43i VADÊRLANDSCHE XXXII. Bofeß.
|
||||||
t5p5. fen , én aan de Stad weinig gedaan (ƒ>
' gelast hebbende , over de Schelde, in Bra- bant, te rukken, als hadt hy 't op Breda of Bergen op Zoom gemunt gehad, lokt Mau- ïits met 's Lands meeste magt derwaards. George, Graaf van S6lmsx was, meteenemaa- tige bezetting, gelaaten binnen Hulst. Claude la Barlotte, een wakker Krygsman, werdt, terftond hierop, met eenige manfchap, afge- zonden, tegen deeze Stad. En't gelukte hem, by nagt, in 't begin van Hooimaand, over de vaart te geraaken, daar het Staatfche Boots- volk veel te flordige wagt Meldt. Voorts vermeesterde hy eenige hoogten en dykjes omtrent de Stad. 't Beleg zo gelukkig zynde begonnen , vervoegde Albertus zig voor Hulst, met nieuwe manfchap. Prins Maurits toog ook wederom derwaards, en {telde orde in de Stad; doch vondt zig niet in ftaat, dm de bemagtigde Plaatfen te herwinnen: waar- om hy zig ^ te Kruiningen , op het uiterfte Van Zuidbeveland , nederfloeg, vanwaar hy Hulst, van tyd tot tyd, volk toefchikte. l)e Stna- Het Leger der Staaten was geweldig ver- ten nee- zwakt j ten deezen tyde. Men hadt, om kos- 5^eu , ten te fpaaren, beilooten, de Duitfche kneg- g^iders ten a^te danken. De manfchap, naar Frank- en, ryk gezonden, en een goed deel volks, ge- legd op de fchepen, die men der Koninginne van Engeland toegefchikt hadt, hadden, daar- enboven, 's Lands kleine krygsmagt zeer ge- fmaldeeld. Voorts, moesten verfcheiden' , ' Grens- |
||||||
(ƒ) Grot. Hill. Lil/r. V. p. 245;
|
||||||
XXXII. BoeIc. HISTORIE. 43$
Gfensplaatfen, langs den Ryn en elders * be- 150&
zet gehouden. worden: zo dat Prins Maurits, m-«« tegenwoordig, naauwlyks tweeduizend man byeen hadt» De Zeeuwen, zittende met het: vuur voor de fcheenen, drongen^ derhalve \ - zo fterk op nieuwe werving , dat men de Steden over den Ryn en elders , met twee^ ! duizend man, aangenomen als waardgelders * of op halve foldye , voorzag ■, en de geoe- fende bezetting herwaards ontboodt. Ook werden tweeduizend knegten geworven in Engeland: waarby de Koningin, op verzoek der Staaten, nog tweeduizend anderen voeg^ de (g). Wyders, zo dra de Kardinaal -Aartsher- Huist
tog den moerasfigen grond omtrent Hulst,wordt b^ met takken en rysbosfen, geftevigd, en eene ^00160' fchipbrug over de vaart geüaagen hadt, voer- de hy 't grof gefchut voor de Stad, die, zo wel als zeker Ravelyn, gehegt aan den wal, en uitziende op de Schelde, van toen af, he- vig befchooten werdt. Het Ravelyn werdt* eerlang, veroverd door Rhöne , die zig , hierdoor , den toevoer te water beveiligde* Niet lang hierna, fneuvelde hy aan een' ko- Rhóité gel, die uit de Stad op hem af kwaim De heuvel«, belegerden deeden ook verfcheiden' uitval- len, van welken zy, doorgaans, met buk en gevangenen , te rug keerden. SomtydSj gelukte het hun , het vyandlyk gefchut te vernagelen. Ook deeden zy eene myn iprin- gen onder een bolwerk, welk de vyand be- rnag-
rilrVur Xflm\, ,!"ek' ß' 35-43» 59 [192. 2«7, 8Ü6J.
GS.HT11 Hiit. Liir. V. f. 246, 247. . VIII. De Et. E e
|
||||
434 VADERLANDSCHE XXXII. Boek.
|
|||||
1596. magtigd hadt. Doch al dit verliinderde niet,
—— dat de belegeraars , eindelyk , tot aan den wal doorgedrongen, de Stad, naar krygsge- De Stad bruik, opeischten, op den zestienden van wordt Oogstmaand. Men gaf hun moedig befcheid: °?§?" waarop zy niet terltond aan 't ftormen vie- mc ' len , gelyk men vervvagt hadt; maar, afge- fchrikt door 't verlies van omtrent tweedui- zend man , die , in de voorige aanvallen , gefneuveld waren , beflooten , den wal te ondergraaven. En terwyl dit werk, in ftilte, zynen gang gaat, bekruipt eene heimelyke vrees, voor de overmagt des vyands en voor zyne bedekte laagen, de herten der meeste bezettelingen , bevelhebbers en gemeenen. Men fpreekt den Graave van Solms, en raadt hem tot het opgeeven der Stad, die toch niet lang meer te houden zou zyn. De eenige Matthys Held kantte zig tegen zulk een' raad; doch de Graaf leende 'er ooren aan. en geeft De Stad en de fehans Nasfau werden , by zig over, verdrag , overgegeven , op den agttienden by ver- van Oogstmaand (fi), zo men wil, boven de dfag* verwagting van den Aartshertog« , die zelf rekende, dat hy.'er zestig Overften, en niet - - minder dan vyfduizend gemeenen voor ver- looren hadt. Groot nadeel leeden de Ver- eenigde Staaten, by het verlies van Hulst, waarmede zy ook de brandfchattingen over een gedeelte van Vlaanderen kwyt raakten. De Zeeuwen waren zeer te onvrede op den Graave van Solms, die zig, meenden ze, te laf gedraagen hadt. Ook zeiden ze hem, eer- lang , W) B9R XXXIII. Btiek) U. 39-50 [ïia-aaft].
|
|||||
XXXILBoEK. HISTORIE. 435
lang, 't bevel over hunne regeraenten op,
voorgeevende zynen dienst niet meer te be- hoeven. Dan de Vereenigde Staaten, voor welken hy zig fchriftelyk verdedigd hadt (*'). gaven hem, federt, een nieuw Regement, zonder dat Zeeland zig daartegen ftelde (£)» De Kolonel Piron ondernam, in Wyn- maand hierna, I luist te verraslen. Ook was hy reeds, op eenen donkeren nagt, over 'c verdronken Land, geraakt, en naar de Stad in aantogt. Doch die van binnen, verwit- tigd van den toeleg, waren op hunne hoede5 waarom hy, onverrigter zaake, te rug toog (ï). Na 't veroveren van Hulst, was men, hier te Lande, bedugt, voor verdere onder- neemingen des vyands, die nog een goed deel van 't jaar voor de borst hadt; doch de Kardinaal - Aartshertog , den beloofden 011- derftand uit Spanje misfende , en daarbene- vens belemmerd, door de muitery der Hoog- duitfchen, die zig verzekerden van Heeren- tals , fcheidde vroeg uit den veldtogt, er* keerde naar Brusfel, daar hy, met eene alge- meene toejuiching , ontvangen werdt. Men begon hem reeds aan te merken als den her- fteller van 'sKonings zaaken, in de Neder- landen, en als den herbrenger van 't geluk, welk, federt zeven jaaren, de Spaanfche zyde fcheen verlaaten te nebben (m). Doch deeze gunftige hoop verdween, door den tyd: gelyk ons 't gevolg deezer Gefchiedenisfe leeren zal. Met
(i)ft Bor XXXIir. Boek, tl. 51 [22?] enz.
C*5 Grotii Libr. V. p. 2^3. CÓ »on- XXXm. Hoek, M. Cs [247]. (mj üRöTll Hift. liir. V. f. 254« |
|||||
Ee a
|
|||||
4$6 VADERLANDSCHE XXXII.Boes.
|
|||||||||
Met den aanvang van Herfstmaand, deedt
- de Maarfchalk van Biron, op bevel des Ko~ nings van Frankryk , aangezet door de Ver- eenigde Staaten («)■> eenen inval in Artois. Varenbon, Stadhouder van dit gewest, trok hem tegen, met eene bende Paarden: doch kreeg de nederlaag, en werdt, nevens den Graave van Montecuculi en anderen, gevan- gen genomen: waarna 't platte land van Ar- tois en van Vlaanderen deerlyk afgeloopen werdt, door de Franfchen, die, wat laater, ook den Prins van Chimai op de vlugt floe- gen (o). Meer zouden zy en de Staatichen, die, in fchepen, voor Bergen op Zoom, la- gen , ondernomen hebben, zo 't hun de aan- was der ftroomen en het koude jaargetyde niet belet hadt (p). Midlerwyl, was Keizer Rudolf, aange-
maand door den Kardinaal - Aartshertoge , wederom te raade geworden, om een Gezant- fchap herwaards te zenden, tot bevordering der vrede. Sommige Ryksleden hadden, op den jongden Ryksdag , gedreeven, dat de Vereenigde Staaten den Koning van Spanje behoorden te vertrouwen, wanneer de Kei- zer en 't gantfche Ryk borg voor hem blee- ven : waartegen anderen , nogtans, hadden aangemerkt, hoe weinig het den Staaten ge- lyken zou, zo de Spaanfchen 't verdrag niet hielden, eerst aan 't Ryk te klaagen, en daar- na af te wagten , dat partyen gedaagd, ge- hoord en geoordeeld werden. Men voegde 'es
f «1 Refol. Holl. a Sept. 159«. hl. 443,
(o) Hob XXXIII. Hnek, hl. 56 1235]. lp) Grot« Hill, til/r. V. p. aC8.
|
|||||||||
1596'
Biron
vak in Artois. Varen-
bon en Chimai
geflaa-
gen.
|
|||||||||
XIV.
Kei?.er
Rudolf arbeidt, op nieuws,
tot be- vorde- ring der vrede. |
|||||||||
XXXII. Boek. HISTORIE. 437
'er by , dat de Staaten, al werdt fchoon 1595.
Spanje in 't ongelyk gefield, zig geen e hulp
van 't Ryk zouden können belooven, alzo
zelfs de Westfaalfche Kreits, die, naar den inhoud der Landvrede, door 't Ryk, tegen vreemd Krygsvolk , befchermd moest wor- den, hulpeloos gelaat en werdt (q). De Kei- zer befloot nogtans, voort te vaaren met het bewerken der vrede. Vooraf, deedt hy vry- geleide voor zyne gezanten verzoeken van de Vereenigde Staaten. Doch deezen wei- gerden, heufchelyk, in eenige onderhande- ling te treeden met Spanje (r) : waarom men hun, in Duitschland, befchuldigde, dat zy de vrede niet zogten. Don Guilliam de S. Cle- ment, Gezant van Spanje in Duitschland, trok voordeel uit deeze omftandigheden. De Herto- Kieef- gin van Kleeve was onlangs zeer fchielyk over- fche zaa- leeden : waarna 's Hertogs Raaden, de bc- ken* terfcbap van den krankzinnigen Vorst voor- geevende, hem, terftond, eene andere Ge- maalin, uit den Huize van Lotharingen, toefchikten , en, ondertusfchen , 't bewind der Regeeringe in handen hielden. Zo zeer fteunden ze zelfs op den voorfpoedderSpaan- fchen, hunne vrienden, dat zy de afgevaar- digden der Vorften van Brandenburg en ISfieuwburg ten Lande uit deeden vertrekken, en den algemeenen Staaten ftoutelyk afvraag- den , wat ze van hun te wagten hadden ? waarop deezen befeheidener antwoordden „ dat zy, 9ï fchoon vrienden der Vorften van Bran- „ den-
<>) BOR XXXIII. Doek, hl. 9 [173].
Ir) Eou XXXIU. Boek, H. 23 [iyi]. Ee 3
|
||||
438 VADERLANDSCHE XXXII. Boek.
i5p5. „ denburg en Nieuwburg , vrede met hen
•------„ houden wilden, mids zy ze zelven heilig-
„ lyk hielden , en geene uitheemfche magt
„ in Duitschland haalden." De Spaanfche Gezant by den Keizer en Don Francisko de Mendoza, Adrairant van Arragon, die, ten deezen tyde, Duitschland doorreisde, wisten, hieruit, en uit het verder gebeurde, de Ver- eenigde Staaten te vertoonen, als t'eenemaal afkeerig van de vrede, en bragten te wege, dat de tegenwoordige Regeering van Kleeve en Gulik , die geheel Spaanschgezind was , door een Keizerlyk Plakaat, bevestigd werdt (j): van welke en andere byzonderheden , men, eerlang, hier te Lande, uit venchei- den' onderfchepte Brieven (0 •> kennis kreeg. XV. Terwyl het Filips dus, met handelen , en, Togt der met ^en kryg te iande, fchier alom me, geluk- fchen "en te» bragten de Engelfche en Staatfche fchepen Staat- hem, in zyn eigen Ryk, ge ene kleine fchade fchen toe. De Koningin van Engeland, berigt ge- "aar. s kreegen hebbende, dat de Koning van Span- s,panje. -e ^ wederom ter zee toerustte, en, niet zonder reden , vastftellende , dat hy 't op haare Staaten gemunt hadt, bcfloot , voor hem, gereed te zyn, en eene aanzieniyke Vloot naar Spanje te zenden. In Lentemaand, vaardigde zy den Ridder Frar^ois Vere her- waards af, om vierentwintig fchepen te ver- zoeken van de Vereenigde Staaten, die haar, fchoon men de kosten, op meer dan vyf ton- nen fchats, in den tyd van vyf maanden, be- re-
(O Nou XXXIII. Koek, bl. 99 [193]. Grotii Hift Lttt.V.
?• »54-
CO ZU dezclven by Hor XXXHJ. Roek, tl. 92-96 [a83-a»9> |
||||
XXXII. Boek. HISTORIE. 439
rekend hadt, egter gereedelyk toegeftaan i$9<$.
werden («). Ook waren deeze fchepen fpoe- —.— dig uitgerust, en liepen, den zestienden van Grasmaand, uit Texel, in zee, onder 't be- leid van Joan van Duivenvoorde, Heere van Warmond. Te Plymouth, vereenigden zy zig met de Engelfche Vloote (v) , die honderd- enzestig fchepen fterk was, en, op den der- tienden van Zomermaand , onder zeil ging. Karel Howard hadt het opperbevel over de Vloote: doch de Landfoldaaten ftonden on- der 't gebied van Robert, Graave van Esfex (w). Zy hadden last, om alleenlyk de Spanjaards, en zulken, die de Spanjaards met krygs- of mondbehoeften ftyfden , te befchadigen. Mydende voorts de Franfche en Spaanfche kusten, om niet ontdekt te worden, zeilden ze, door de ruime zee, op Kadix aan, daar thans eene aanzienlyke Vloot in de haven lag, gedeeltelj^k ten oorloge , gedeeltelyk ter Koopvaardye uitgerust. De vereenigde Vloot kreeg zo dra deeze fchepen en de Stad . niet in 't gezigt, of Esfex dreef, dat men 'er op invallen moest. De Heer van Warmond gaf'er zyne flem toe. Maar Howard, wien de Koningin uitdruklyk belast hadt, haare fchepen in geen gevaar te ftellen van den wind, die toen juist heviger opgefteken was, drong door , dat men den fing, tot 's ande- rendaags , uitftelde1. Toen , 't was de eer- Scheeps- fte van Hooimaand, vielen de Engelfche en ^7d onze fchepen aan op de Spaanfch'en , die, dix ge-
O) noR XXXIII. Boek, tl. 15 [180] enz.
(yj Bon. XXXIII. Hoek, U. 23 [iyij. («O Boa XXXUI. Hoek, bl, 25 [*«7j. Ee 4
|
|||||
-.'
|
|||||
440 VADERLANDSCHE .XXXII.Boek,
|
|||||
159Ö- gedeeltelyk , naar Porto Real geweeken ,
«-—r* gedeeltelyk, omtrent Kadix gebleeven waren , en, wel haast, de Straat door, naar de IMid- dellandfche zee, of, by de plaats, daar zy lagen , op 't drooge gejaagd werden. Een Hollandsen fchip, gevoerd door Willem Hen- rikszoon , geraakte, by deeze gelegenheid, door zyn eigen kruid, in den brand. Een Engelsch en verfcheiden' Spaanfche fchepen werden ook, door 't vuur, verteerd. Na't overmeesteren of verjaagen der Spaanfche Vloote, deedt Esfex 't Krygsvolk , -op den Uithoek, 't Puntal genaamd, aan Land gaan: waarna 't Hollansch Bootsvolk 't Kasteel, dat aan den zeekant lag , geweldigerhand, veroverde, De brug, die Kadix, op een Eiland gelegen, hegt aan de vaste kust, werdt, hierop, afgebroken. Lodewyk van Nasfau, Broeder van Graave Willem Lodewyk, trok, aan 't hoofd van vierhonderd Engelfehe fpietferi, op, tegen omtrent zeshonderd Spaanfche E- delen, te paarde gelteegen, tot verdediging- der Stad. Doch deezen, onbedreeven in den kryg, werden, zonder moeite, overwonnen; Kadix voorts, werdt de Stad ingenomen; daar men wordtin- een verdrag floot, volgens welk , de plon- geno- dering, voor twee millioenen guldens, werdt men, afgekogt. - Maar de Hertog van Medina Si- donja, Landvoogd van deezen oord , weir gepjon- £erde dit verdrag te bekragtigen: waarop de, derd, Stad geplonderd werdt. De Koopvaardy- vloot,_die in de Haven lag, werdt, door de Spanjaards zelven, verbrand: en wil men , dat, by degze gelegenheid, wel tien, millioe- nen |
|||||
XXXII.Boek. HISTORIE. 441
ïien fchats aan de vlam opgeoiFerd zyn. Doch jjjp$.
de Hollandfche Koopluiden , die op Spanje, en, -------
op den naam van Spanjaarden, op Amerika
handelden , droegen wel driemaalhonderd- duizend guldens , in deeze fchade. Zelfs werde een Hollandsen fchip, door de Engel- fchen , beroofd van vyftigduizend guldens , onder voorwendfel , dat het vyanden geld was: al het welke te wege bragt, dat de ty- ding van het inneemen van Kadix , hier te Lande , kleine vreugde veroorzaakte. De Graaf van Esfex floeg voor, de Stad in te hou- den ; doch de Admiaal Howard wees aan, dat men haast gebrek aan mondbehoeften hebben zou : en fchoon de Heer van War- mond aanboodt, de Engelfche Vloot, eene maand lang, uit zyne fchepen, te fpyzigen; terwyl men , naar dat de wind diende , uit Italië , uit Engeland , of zelfs uit Afrika , voorraad zou können haaien ; dreef egter Howrirds gevoelen boven. Men ftak dan , verbrand na 't pionderen, den brand in de Stad en in *a ver" eenige Dorpen, en verliet de Spaanfche kust, aaten* op den zestienden van Hooitnaand, koers zettende naar Engeland. De Engelfche Vloot kwam, den agttienden van Oogstmaand, in de Haven van Plymouth, behouden aan. De Heer van Warmond werdt, fchriftelyk, voor zynen dienst, bedankt, door de Koninginne. Doch 't fcheen , dat zy hem liefst niet ten Hove zag. Hy keerde dan naar Holland, in 9c verflag, welk hy van zyne verrigtingen deedt aan de algemeene Staaten , zeer klaa- gende over de Engelfchen, die den Hollan- seren hun aandeel in den gemaakten buk E e 5 " ont- |
||||
441 VADERLANDSCHE XXXII. Boek;
|
|||||||
ijptf. onthouden hadden (#). De Koning van
Spanje hadt veel geleeden , door deezen in- |
|||||||
Groot val in Kadix. De inkomften des volgenden
verval jaars waren 'er jn gefmolten, de Spaanfche middelen zeemagt geknakt , twaalfhonderd ftukken des ko- gefchuts gezonken. Al het welke de Koning- nings van iyice fchatkist, die reeds veel ten agteren Spanje. was? jn zo deerlyken ftaat bragt, dat Filips, in Slagtmaand , de tollen des Ryks , die, meest allen verpand waren voor 's Konings fchulden, en voor rekening van byzondere Koopluiden geheeven werden, wederom naar zig nam, om aan geld te geraaken» Doch door dit middel, gehouden voor niet zeer eerlyk, verloor hy al zyn geloof by de Ren- teniers en Koopluiden: waarom hy genood- zaakt werdt, de geflaakte tollen zynen lchuld- eifcheren wederom in handen te ftellen (ƒ). De groote behoefte des Konings was oorzaak, dat de veldtogt in de Nederlanden, in 't vol- gende jaar, zo gelukkig niet Haagde, voor den Aarts hertoge- In Hol- In de Vereenigde Gewesten, waren, met land het afneemcn der duurte in Jtalie (*), de ge- pookt rneene en byzondere inkomften ook merke- vereèei's, tyk geminderd. Des men, in Holland, te de kost-' raade werdt, een e nieuwe belasting te leg- baare gen , op de gouden, zilveren en zyden la- ftoffente y-enSmi welken tot kleedinge gebruikt werden. e asten. -qoc^ 't gene vreemcj fchynen mag, zy,die verdroegen , dat de noodige leevensmid.de- len
£ x t Veil.aal in de Rcfo!. Holl. ly Aug. 1596. hl. 346 enz.
Bor XXXIII. Boek, bl. 54-56" [232-235!' O) Grot» Hill. Libr. V. p. 250, 260. (,*) Zie XXXI. Uuek, bl. 3S1. |
|||||||
XXXII. Boek. HISTORIE. 443
len belast werden, zagen het belasten van 't 15p«?.
overdaadige , en 't gene flegts tot pronk--------
diende, aan, als eene inbreuk op hunne vry-
heid : hoewel, misfchien , de maakers der kostbaare ftoffen , meer dan de gebruikers , zig aan den Impost op dezelven geftooten heb- ben. Men kantte zig, in verfcheiden" Ste- den , met naame te Amfterdam , tegen de Pagters van dcezen Impost, met woorden eerst, en toen met daaden, zo htvig en hals- fterrig , dat de Staaten genoodzaakt waren, ilil te ilaan met het invorderen deezer be- lastinge (0). Een groot deel van 'tjaarwerdt, wyders, XVI.
gefleeten, in eene onderhandeling met Frank- Handa- ryk en Engeland, die, vroeg in 't voorjaar, §"1^ begonnen was. Ieder deezer twee Ryken met hack, tot hiertoe , den Staaten hulp toege- Frankryk fchikt of afgevorderd , naardat het hun ge- en Engo- legen kwam : en beurtelings geklaagd over * de Staaten ; hun zelfs dreigende , met het fluiten eener afzonderlyke vrede met Spanje; waarby de Vereenigde Gewesten, die deeze. magtige nabuuren gaarne met Filips in oor- log zagen, zekerlyk, hunne rekening niet ge- vonden zouden hebben. Zy zogten dan, door het zenden van onderftand naar hunne gele- genheid , beide de Mogendheden te vriend te houden, zonder dat zy egter, of uit on- magt, of uit voorzigtigheid, dien onderftand zo groot maakten. dat Filips tot de vrede met Frankryk of Engeland gedwongen werdt. Doch dit gebrek van onderftand veroorzaak- te geduurige klagten : ook nam 'er Koning Hen-
(ß) Bor XXXIU. Boek, H. 76 [261].
|
||||
444 VADERLANDSCHE XXXII. Boek.
't&é. Henrik gelegenheid uit, om de hulp, den
—-----Staaten toegefchikt tot ontzet van Hulst, te
rug te houden. Elizabet, die den miniten
onderftand , welken men , van hier, aan Frankryk zondt, met afgunftige oogen aan- zag , drong, van den anderen kant , federt eenigen tyd , op de betaaling van 't gene men haai" fch.uldig was. De Staaten vonden zig dan dilcwils bedremmeld, en buiten ftaat, om Frankryk en Engeland, te gelyk, genoe- gen te geeven, Zy zogten, om uit deezezwaa- ïïgheid te geraaken , een vast verbond van onderlinge befcherming met beide de Ryken .": te fluiten : en hunne Gemagtigden traden , ten deezen einde, in Lentemaand, eerst met Vqorflag den Engelfchen Raad van Staate, Thomas Bod- van den lei, in onderhandeling. Bodiei floeg voor, als f.ï'fel" lut Z^S zei ven „dat de Koningin en de Staaten Raad " zig verbinden zouden, om met Spanje in Bodlei •>■> oorlog te bly ven, geene vrede maakende afi de 5, dan met wederzydsch goedvinden. Dat Staaten. ^ <je Staaten hunne Oorlogsfchepen by de „Engelfchen zouden voegen, wanneer de „ Koningin befluiten mögt, Spanje, te wa- „ ter, te beoorloogen. Dat zy , daarente- „ gen, zouden verzoeken, om een goed ge- „ tal van Engelfchen in hunne foldy te mo- |
|||||||||||||||
5? 6
|
en houden. En om der Koninginne, ook
|
||||||||||||||
wegens haare agterftallen, genoegen te gee-
|
|||||||||||||||
5Ü
|
ven, moesten de Staaten haar, jaarlyks, zo
|
||||||||||||||
„ lang zy leefde, een gezantfchap toezenden,
,, om haar, op haaren geboortedag, te bedan- „ ken voor den onderftand, den Landen be- „ weezen; haar, of haaren opvolger, daarbe- s, nevens,zo lang de oorlog duurenzou,eene „ jaar-
|
|||||||||||||||
XXXII. Boek. HISTORIE. 445
„ jaärlykfche erkentenis van twintigduizend t$jj@
„ ponden flerlings of tweemaalhonderddui------~»!
„ zend guldens overmaakende. Doch zo de
„ oorlog, by haar leeven, eindigde, of zo „ alle de Nederlanden , mee eikanderen, „ vereenigd werden •, zou men haar, vier „ jaaren agtereen, jaarlyks , tagtigduizend „ ponden flerlings aanbieden : waartegen zy „ den Staaten alles, wat zy te vorderen „ hadc, kwytfchelden zou; en waarmede „ ook het verdrag van den jaare 1585 ver- „ nietigd zou zyn : terwyl het aan de be- „ fcheidenheid der Koninginne ftaan zou, s, de verpande Steden wederom over te le- „ veren , of, geduurende den oorlog, te „ blyven bewaaren." De Staaten , weinig fmaaks hebbende Dar Staar
in deezen voorflag , vonden nogtans onge- c™ m*- raaden, daarop weigerend antwoord te gee- woo:&' ven. Zy vaardigden dan Bodlei af , met een erniHg verzoek „ dat de Koningin, by „ 't verdrag van den jaare 1585, blyven wü- „ de, hun den onderftand, in het zelve be- „ loofd , ftiptelyk toezendende. Doch kon „ men dit niet verwerven ; dan verzogten 9, ze verlof, om vier- of vyfduizend Engel- . ,„. , ,, fchen, op hunne eigene kosten, te mogen „ ligten en onderhouden, zo lang 's Lands „ dienst zulks vorderen zou: ook, dat haare .„ Majefteit de hulptroepen, tot nu toe, hier „ te Lande, in dienst geweest, met naamede „ bezettingen der verpande Steden, niet te ï, rug ontboodt, dan twee maanden na het 9, fluiten van dit verdrag; ten zelfden tyde, ?, den Staaten de gemelde Steden wederom „' in
|
||||
446 VADERLANDSCHE XXXII. Boek.
I595. „ in handen ftellende. Of, indien-zy dezel-
„ de in bewaaring te houden , zou zulks, „ zonder benadeeling van 't Regt der Staa- „ ten en der Steden, en niet, dan volgens 't 99 verdrag van den jaare 1585, mogen ge- fchieden." Voorts booden de Staaten aan, 95 jaarlyks, zo lang de Koningin leefde, een 9, plegtig Gezantfchap naar Engeland te zen- 9J den , om de Koningin te bedanken voor J9 den verleenden onderftand; haar te gelyk „ twintigduizend ponden fterlings aanbie- „ dende , welke fomme zy haar, jaarlyks, „ geduurende den kryg , zouden becaalen. „ Maar na 't fluiten der vrede, of na de ver- „ eeniging van alle de Nederlanden, zouden „ de Staaten, vier jaaren agtereen, een Ge- „ zantfchap afvaardigen , en jaarlyks tagtig- „ duizend ponden betaalen. Doch alle deeze „ befaalingen zouden niet gefchieden dan „ tegen eigen' handtekening der Koningin- „ ne , elk jaar gedaan." Welk laatfte men zogt te bedingen, om dat men niet van zins was , zig omtrent de opvolgers der Konin- ginne te verbinden. Gezant- ' Met dit befcheid , vertrok Bodlei naar fchap Engeland (£). De Staaten beflooten, in naar En- Zomermaand , tot het afvaardigen van een geland. Qezantfchap derwaards (c) ; waartoe Leo- ninus, Loofen en Frankena benoemd wer- den : die nogtans, niet voor 't midden van Herfstmaand, in zee ftaken. Zy bleeven , tot
(J) Kon XXXIII. Boek, hl. 18, 19 [183-186].
CO Bor XXXUI. Bpekt M> 38 [auj. |
||||
XXXIL Boek. HISTORIE. 44?
tot omtrent het einde van 't jaar, te Londen, i$9$t
zonder veel te verrigten : alzo de Koningin ■ oordeelde , dat de twintigduizend ponden flerlings , die men haar aanboodt, zelfs het onderhoud der bezettingen in Briele en Vlis- fingen niet konden goedmaaken ; zodat zy nog jaarlyks kosten zou moeten doen , zon- der van haare agterftallen eenigszins voldaan te worden. Zeker is 't wel, dat de Staaten niets liever gezien zouden hebben , dan dat zy deeze Plaatfen ontledigde, en zig dus van het onderhoud deezer bezettingen ontfloeg. Doch hiertoe hadt zy geenen zin. De Staa-, ten dan, befpeurende, dat zyzig, inditop- zigt, aan het verdrag van 't jaar 1585 hou- den wilde, drongen haar, om 'er, ook in an- dere opzigten, by te blyven (d). De Konin- gin vondt het, daarentegen , vreemd , dat men uitftelde, haare agterftallen te voldoen, tot na eene vrede , die de Staaten zo lang verfcliuiven konden, als zy wilden: en drong fterk , op het opbrengen van meer gelds in 't jaar. De Staaten beriepen zig op hunne behoefte; doch de Koningin wierp hun te- gen den voorfpoed hunner wapenen en den aanwas hunnes Koophandels , blykbaar , uit de toeneemende pragt hunner gebouwen; daar haare inkomften uitgeput werden, door zwaare toerustingen tegen Spanje, zonder dat zy, gelyk Filips, goud- en zilver-mynen te baat hadt, om haare fchatkist te vullen. Maar fommigen, die den tegenwoordigen ftaat beide van Engeland en van de Vereenig- de
. C<0 Bon XXXIII. Boek, il, 63, 64 [a«"2^.
|
||||
44^ VADERLANDSCHË XXXII. Boek»
i59(?, de Gewesten wel meenden te kennen , oor-
was, als zy voorgaf, en de Staaten alleenlyk zo fterk drong , tot het voldoen der agter* Italien, op dat zy hen te beter onder be- dwang houden zou , en op dat de betaaling van \ gene zy te vorderen hadt niet van de goedwilligheid haarer fchuldenaaren zou af- hangen : dat ook de Staaten de voldoening hunner fchulden niet uit onvermogen uit- ftelden; maar om de Koningin, door 't be- lang , welk zy by hunne welvaart hadt, te nader aan zig te verbinden (<?). Het twisten over dit ftuk duurde, tot dat men, te Lon- den , tyding kreeg, dat de Koning van Span- je zig wederom fterk wapende tegen Enge- land. Elizabet, toen bevroedende , dïit zy den byftand der Staaten, te water, wederom behoeven zou, liet voor eenen tyd af van het dringen op betaaling haarer agterftallen (ƒ). Toerus- Men had reeds , in Wynmaand , in den thig ter Haage , omftandig berigt gekreegen van de zee in toerusting eener magtige Vloote, in de ha- Poruiga"vens van Spanje en Portugal, en op eene "'"' Dagvaart, in Slagtmaand gehouden, hadden de Staaten van Holland, ernftelyk , geraad- pleegd op de voorzorg , die men te gebrui- ken hadt, tegen de aankomst der Spaanfche Vloote. Deeze , honderdagtentwintig fche- pen fterk, was, onder bevel van Don Martin Pedilla, van Lisbon in zee gefteken: doch '£ behaagde der Voorzienigheid, even als voor agt
f<0 Gbotii Hifi. Libr. V. 1>, 261, 2Ö3,
t/; Ramn Tok. Vi. p. 458. |
||||
XXXÏI.Boek. HISTORIE. <4&i
|
||||||||
'agt jaaren , déeze onderneeming te veryde- t$9$.
len, door eenen hevigen ftorm, die wel veer- |
||||||||
tig fchepen, by Kaap Finisterre, op het droo- wordt
ge, en vier- of Vyfduizend menfchen aan hun ^Sj einde hielp (g). Men weet deeze ramp, groo- door tendeels, aan het wantrouwen dér Spanjaar- eenen den, die de Nederlandfche en Hoogduitfche ftorm* Stuurlied-én> welken op de Vloote waren, en een' anderen koers houden wilden , met den degen in de vuist, gedwongen hadden, de vlag te volgen van hun, die, vooruit, in hun eigen bederf liepen. De agterfte fche<- pen alleen gaven geloof aan zekeren Holland- fchen Schipper, die, Voor agt jaaren, ook Verfcheidén' Spaanfche fchepen gered hadt, keerden te rug, en kwamen, behouden, doch onverrigter zaake, wederom t'huis. De Duin- kerkfche Oorlogsfchepen , die last hadden, de Spaanfche Vloot in te wagten, deeden»,f; om deeze redéh, dit jaar, geen nadeel. Daar-».;;-i ;■„ entegen, gelukte het den onzen, twee fche- pen , dié te Nieuwpoort op ftapel ftondenj te verbranden (Ii). >• tï Doch eer dit alles gebeurde, was de on- XviL
derhandeling tusfchen Frankryk én Engeland v<*b<>'iul ten einde gebragt, en een onderling Verbond KSs getroffen : waarin ook de Staaten deel na- eu Eage» mén. De Hertog van Bouillon en de Baron land t. ym Sancy, omtrent den tyd Van hét innee- nien van Calais, naar Ertgelatid gezonden zynde, om dit Verbond te bewerken (7), iiadden meer niet dan eenen onderftand van vyf-
(S~) Bou XXXtlI. «bet, bl. 6Ï-67 fa^asól.
(A) Grotii Hift. Llbr. V. p. afiy. .
(O ■Z'V B0K.XXXIÜ. Baek, il. 36 Tao8] «4. - ' v >
VIII. Deel. Ff
|
||||||||
459 VADERLANDSCHE XXXII. Boek.
|
|||||
*5S>6. vyfentwintigduizend kroonen können ver-
~,iö1"-werven. Bouillon nogtans keerde , na ver- ''■' -loop van eenigen tyd, nog eens naar Enge^ land, en floot toen een befchadigend en ver- dedigend Verbond tu^fchen de twee kroo- nen: waarby, onder anderen, bedongen werdt, -: ■'-■'" „ dat men geene vrede maakenzou, dan met .„. wederzydsch goedvinden, en zig benaarfti- „ gen, om ook andere Mogendheden , tot „ het aanneemen van dit Verbond , te be- ,i weegen (£)." In gevolge van dit laatfte beding, begaf Bouillon zig, terftond, naar waarin de Holland (f). De algemeene Staatentraden, Stauten., ■*** k°rt beraad met Prinfe Maurits en den deH.tie2" ■Raad van Staate, ook in dit Verbond. Zelfs Byzon-' flooten zy, op den laatften yan Wynmaand, derVer- nog een byzonder Verbond met den Koning bond van prankryk , waarby bedongen .werdt, Rankryk*» ^at Henrik , met den aanvang der, naaste cn hen;-?» Lente, een Leger op de grenzen van Pi- „ kardye en Artois voeren zou:} eP dat de ^, Staaten, van de andere zyde, met agtdui- „ zend knegten en vyftienhonderd paarden, V 55 in 't veld zouden verfchynen; ten welken ' „ einde zy , by de twee regementen-, den 9, Koning reeds ter hulpe toegefchikt, nog ., „ twee anderen voegen zouden: welken on- „ derftand, vermeerderd met nog duizend „ paarden , zy wederom van Frankryk te 9, wagten zouden hebben, zo dra 'sKonings „ zaaken zulks gehengen zouden. Elk zou, „ op zynen bodem, het opperbevel hebben „ over
(.*) Refol. Hol!, i OSioh. 1591?. II. 417 enz. Bor XXXIII.
Soek, tl. 35, 68 [106, 2So]. CO Zit Bor XXXIII. Boek, tl. 73 [258] enz. 76 [af*}. |
|||||
w
|
|||||
XXXII. Boek. HISTORIE. 451
„ over zyne hulptroepen, 't Zou den Ko- 159& ;
„ ning gelieven, te volharden in zyne by-------—
„ zondere gunst over de Steden der Veree^
„ nigde Gewesten, en vooral over den Hui- „ ze van Nasfau , om deszelfe onfterfelyke „ dienften, den Lande gedaan. Voorts zou- „ den de oude verbindtenisfen, omtrent het „ Regt van Aubaine, den vryen handel, en „ in andere opsigten, ftand grypen, zo ver „ zy, door het tegenwoordig verdrag, niet „ veranderd werden (»»)." Wegens het regt van Aubaine, gaf de Koning eene byzondere verklaaring , in Oogstmaand des volgenden jaars(«). Het fluiten deezer Verbonden werdt, Vreujr- in de Vereenigde Gewesten, met openbaare de, hier vreugdetekenen, gevierd (V): en't was, voor- te lande. waar, geene kleine eer voor de Staaten, met"^6^^ Koningen, als met huns gelyken , in maat- bondeiü fchappye te mogen treeden. Hierdoor werden zy, in fpyt van Spanje, openlyk, aangemerkt, als hebbende in zig zelven het regt van op- perde rrragt. Koning Henrik, die zulks, ten dienfte zyner eigene zaaken, en in erkente- nis der hulpe , hem, door de Staaten, be- weezen, gevoeglyk oordeelde, hadt het door- gedrongen tegen de Koninginne van Enge- land; die, in 't eerst, dreef, dat men, met' de Staaten, als ftaande onder haare befcher- ming, handelen moest. Zo noode befloot Zy, volken, die zig naauwlyks van eens an- ders heerfchappye ontflaagen hadden, met ge-
(m~) Traite entre' la ÏYaiice Sc ies Provinc. Unies M. S. Bun
JTCXIII. Bock, bl. 78 [265] enz. " O ) ftedaration du Droit d'Aubaine M. S.
(<0 Grotii Hift. LHr, f. p. só5. Ff a
|
|||||
4£2 VADERLANDSCHE XXXII. Boer,-
|
|||||
i,&6. gekroonde hoofden , gelyk te ftellen. De
-------Staaten hielden 't Verbond , met Frankryk
gemaakt. Alleenlyk zonden zy , in plaats
van volk, geld derwaards : waarmede de Ko- ning beter gediend was. Doch ook dit baar- de wederom argwaan in Engeland, daar men Frankryk gaarne altoos in oorlog zou gezien' Verklaa- hebben. Maar Henrik erkende de gunst der[ Ttegvan Staaten ten deezen tyde , door eene ver-' Ten voor- ^1"1!?' dat de getuigenisfen der Hooglee- deeieder raaren van 's Lands Hooge Schoole te Lei- Hoiiand- den , voortaan , ook in Frankryk , zouden fche van waarde gehouden, en derzelver titels Schone van hevorderinge, aldaar, aangenomen Wor- te Lei- den Q). den. Omtrent deezen tyd, hadden de Veres-
Gezant- nigde Staaten wederom een Gezantfchap ge-
marDee- zon^en naar^ Deenemarke, om Christiaan den. «emarke. IV , die nu meerderjaarig geworden en ge- kroond was , deswege , te begroeten , en de oude vefbindtenisfen met hem te vernieu- wen. De plegtigheid der Krooninge was, op den agtften van Herfstmaand, verrigt. Doch de Staatfche Gezanten hadden ze niet willen bywoonen , om over den rang geen gefchil te hebben met den Spaanfchen Ge- zant, Joan Baptista Tasfïs, die hen niet voor afgevaardigden van eenen onafhangkolyken Staat zou hebben willen erkennen. Zy werden beleefdelyk ontvangen van den Koning, dien 2y een fraai gebouwd vaartuig, groot veertig lasten, en zes fchoone merrie« vereerden. Ook
C*0 Meteren XVIII. Boek, f. 349. P.efol. Holl. aö.SW
t% Maan 1597. U, 139.
|
|||||
\X-XXII.Boek. HISTORIE. 453
Ook werden de voorregten, den Amfterdam- i^g.
meren verleend , door den Koning, beves- den van Enkhuizen en Schiedam werdt uit- gefteld: orri dat men ze, ook niet van 'sKo- nings Vader, hadt können verwerven Qj): 't zy dat de Koning zelf redenen hadc, om deeze Steden minder gunftig te zyn ; 't zy dat hy 'er , door de Stad Amfterdam, wier Penfionaris, Nikafius Silla, een der gezanten was , heimelyk , toe bewoogen ware. De 'Gezanten , elk met eenen gouden keten be- fchonken, kwamen, in Slagtmaand, weder- om in Holland. In Wintermaand, werdt, te Veere, gevat James
Jeunes Wlmes , een Schotsch Edelman , die Wimes Hopman Rollé hadt tragten te beweegen , °™ ^' öm de Stad aan den Spanjaard te verraaden. voorge- Hy beleedt, dat hy, tot dit ftuk, door ee- nomen nen Schotfchen' en twee Spaanfche Jezuiten, verraaii ïn Brabant, was omgekogt. Rollé hadtzig, ™£eK(, met kennisfe der Regeeringe, eerst gelaaten, als of hy hem behulpzaam wilde zyn; doch, fchrift yau zyne hand • bekomen hebbende , hem aangebragt. Hy werdt, op denagtften van Louwmaand des Volgenden jaars , onthalsd èn gevierendeeld (r). Het affteryen van Piel er de Ryke, die den XVJII,
ftaat van eer'ßen Edele., in Zeeland, bekleed Pieterde hadt, en , in Sprokkelmaand , overleeden v^^m was (f) , gaf, dit jaar/? aanleiding tot een nende ge- denaer-
(j) Bon. XXXIII. Doek, bl. 57L23G] Meieren XVIII. Boek,
ĥ S4y. Cr) )'-OR XXXHI. Boekt tl. 91 rti'.i}.
co BaR xxxm. /kek; u. ^ r 179-1.
Ff 3 |
||||
454 VADERLANDSCHE XXXIÏ.Boek.
159Ö. gefchil, tusfchen de Zeeuwfche Staaten en
——— Prinfe Maurits, welk, in laater tyden, ge- iten E- wigtige gevolgen gehad heeft. Om den aart Zeeland van gefchil wel te verftaan , moeten wy fterft. ' de zaaken van wat hooger ophaalen. qon Lang voor den aanvang der Nederlandfche fprong beroerten, beftonden de Staaten van Zeeland
van het uit drie Leden, den Abt der Lieve Vrouwen- ÏX?eS AbdtdJre te Middelburg, de Rjdderfchap en Ëdek Edelen des Lands, en de vyf goede Steden, en ver-
Middelburg, Zierikzee, Reimerswaale, Goes
haai der en Thoolen. Deeze drie Leden bragten meer
gefchil- njet ^an drje ftemmen ter Sïaatsvergaderinge wege eS"lut 5 waarvan de Abt de eerfte hadt, de Ede- gevallen, len de tweede, en de Steden met elkandelen de derde. Sommigen willen, dat de Staats- vergaderingen, in overoude tyden , alleen uit de Edelen en Steden beftonden, en das de Abt, met den aanwas zyner goederen , een der breedfte geërfden van Zeeland ge- worden zynde, eerst in laater' tyd , op de- zelven, toegelaaten werdt: wanneer men hem , als een' geestelyke , de eerfte fem , eershalve, zou hebben opgedraagen (f). Doch hiervan is my geen duidelyk blyk voorgeko- men : en nog minder van de wyze, waarop men, zonder den Abt, ter Staatsvergade- ringe, ftemde. Veel waarfchynlyker is 't my, dat 'er, in overoude tyden, zelden of «ooit, byzondere Staatsvergaderingen gehou- d r\ zyn, in Zeeland : naderhand, ook niet afzonderlyk, dan over Beden \ en dat toen de Abt reeds aapziens en goederen genoeg ver-
|
|||||
CO Leven van Willem den I. I. Deel, il. 281.
|
|||||
XXXILBoek. HISTORI E. 455
verkreegen hadt, ora, nevens de Edelen en
Steden, zitting en ftem te hebben ter Dag- vaart. Ten tyde van Karel denV, muntte, otider de Zeeuwfche Edelen , uit, in aan- zienlyke titels en Ampten, MaXimiliaan van Bourgondie, Heer van Beveren enz. Hy was Markgraaf van Veere en Vlisfirigen, Stadhouder van Hollanden Zeeland, en Ad- miraal-Generaal («). Deeze, om zyne uit- fleekendheid te doen kennen, nam den titel van eerfien Edels aan, gelyk hy waarlyk was * hieldt den voorrang boven de andere Edelen ter Dagvaart, en befchikte Veele zaaken s naar zyn welgevallen: waarmede hem de an- dere Edelen, om zyn aanzien ten Hove, en de dienften, die hy hun doen kon, doorgaans, beworden lieten. Hy, in 't jaar 1558, over- leeden zynde (y~), werdt zyn boedel bezwaard gevonden met zo veele fchulden, dat zyner Zusters Zoon, Maximiliaan , tweede Zoon van Jan de Hennin, Heere van Bosfu, dien hy tot erfgenaam verklaard hadt (V) , niet aan de erfenis geraaken kon. Wy hebben reeds, by eene andere gelegenheid, gemeld, hoe eenigen zyner goederen, met naame het Markgraaffchap van Veere en Vlisfingen, naderhand , openlyk verkogt, en in handen van Willem , Prinfe van Oranje, gekomen ' zyn (x). Met de dood nu van Heere Maxi- miliaan , en ter oorzaake van den verwarden Haat
(») Zie V. Deel, hl. 294., 423.
f v) VI. Deel, hl. 36. O, Exlratt uit ln:c Testam. hy BoxKORN op R.KIOERSB. I.
Deel, hl. 224. Qx) VII. Dal, tl. 3S1. Ff 4
|
||||
45<? VADERLANDSCHE XXXII, Boek;
}$96, ftaatzyns boedels, was de titel van-eerßen E-,
,« , dele verdweenen ; dien niemant zig aanmaa- nde, tot dat Prins Willem, als Voogd van zynen Zoon, den jongen Graaf van Buuren, wien de Heerlykheid van S. Maartensdyk in 't Eiland Thoolen, van zyne Moeder, aan- beftorven was, zig als den aanzienlykften of eerßen Edele van Zeeland begon aan te mer- ken, en, op den twaalfden van Wynmaand des jaars 156a, Füib'ert van Seryoskerke en A~ y dolf van Borfelen, Zeeuwfche Edelen, last gaf, om den perfooh zyns Zoons, als eerften Ede- le, ter.Dagvaarten van Zeeland, te verbeelden: den eerften, naar 't fchynt, met opzigt op Zeeland Bewester-Schelde; den tweeden, met opzigt op Zeeland Beopster-Schelde. Ten zelfden tyde, magtigde hy Pieter Haak, Bal- juw van Middelburg , Filibert van Seroos- kerke en Jqques van Hearenthout % tot hec hoo- ren en fluiten van 's Lands Rekeningen Be- wester-Schelde, en Adolfyßn Llaamßedt■, Joos van der JVerve en Adolf van Borfelen, ten zelfden einde, Beooster-SghelJe(31). De be- zorgers des boedels van Heere Maxjmüiaart kantten zig hier wel tegen, beweerende, dat $e titel van eerften Edele tot het Mark- graaffchap van Veere en Vlisfingen behoor- de ; doch de Prins, geftyfd door de Land- voogdesfe Margareet, bleef in 't bezit der nieuwe waardigheid (2). Het Markgraaf- fchap van Veere en VJislingen , daarna, in 't jaar 1567, voor .den grooten Raad te Meche-
C.y} 7Jc de Brievm'i hy Aitzema III. Deel, II. rtio- fao,-
r'z) Remonfir. du PrinCe d'Orange & Lettre dp firn AftsnT? fy AiT2EMA Ui. Deel, U. 635, 63Ö. |
||||
JCXXILBoek. HISTORIE. 457
Mechelen , te koop geveild , en door den 159&
Koning van Spanje genaast zynde, oordeelde —— deeze , te gelyk, in het bezit der waardig- heid van eerften Edele geraakt te zyn , en ftelde Adolf van Bourgondie, Heer vanWak- Icene-Kapelle, aan, om zynen Perfoon en het lighaam der Steden Veere en Vlisiingen, in de Staaten van Zeeland , te vértóonen (#), Dit .duurde tot na den aanvang der Neder - landfche beroerten, en het omflaan van Vlis- fingen en Veere. De Heer van Wakkene- Kapelle week toen ten Lande uit, en Prins Willem ftelde, na dat gantsch Zeeland zyne zyde gekooren hadt, Christo f el Koels, Pen- sionaris van Zeeland, aan, om den perfoon zyns Zoons, als Heer van S. Maartensdyk ien eerften Edele , te verbeelden , op ééne der eerfte' Dagvaarten na 't omflaan van al- le de Zeeuwfche Steden; die in Grasmaand des jaars 1578 gehouden werdt ,Q>\ Midlerwyl, was 'er merkelyke verande-
ring gekomen, in de wyze van ftemmen ter Staatsvergaderinge. De Abt was 'er geen Lid meer van : veele Edelen bleeven, ins- gelyks, agter. De Gemagtigde van den eer- ften Edele bekleedde , veeltyds , de plaats des gantfehen Adels (2). De Steden Vlis- fiu-
(rt) 7.1e zyne Commisfie Vy Bnx<;oRN op Remgersb. Il, Deel,
K. 523- en by /MTZlïMA III. Deel. l/l. 60. (£; RetnouUr. der Staat, van Zed ranA. 157$.Art.XXXIV.
iy Boxhoiln op E.EIGERSB. II. Deel, bl, 594. (2) Nogtans, vind i!c, dat, op eene Dagvaart, in den
jaarei575, te Middelburg, gehouden. Mr. Adriaan de
'Jonge, ah reprefenteerende de edele -van Zeeland-, ende
L, P, Lopa- ah reprefenteerende da breedè geërfde ver-
Ff 5 fchee-
|
||||
45« VADERLANDSCHE XXXII.Boek,
1596. fingen en Veere hadden, by Oktroi van den
•-------Prinfe van Oranje , het regt verkreegen ,
om, in plaatfe van den Abt, ter Dagvaart,
te verfchynen Qc~). Zo men dan nu maar drie ftemmen gehadt hadt, gelyk voor doe- zen ; zou zyne Doorlugtigheid de eerfte, de Steden Vlisfingen en Veere, die veel aan den Prinfe verfchuldigd waren ; als gekomen in de plaatfe van den Abt, eene andere , en alle de overige goede Steden alleenlyk de derde ftem gehad hebben : 't welk deezen ongeraaden dagt. Om evenwel niet geree- delyk en geheellyk te wyken van de oude gewoonte , floeg men voor , dat houdende den eerften Edele de eerfte ftem , Middel- burg en Zierikzee de tweede , en Reimers- waale, Goes, Thoolen, Vlisfingen en Vee- re de derde hebben zouden : of anders, Mid- delburg , Vlisfingen en Veere, als Steden van het zelfde Eiland, de tweede, en Zierikzee, Reimerswaale , Goes en Thoolen de derde. Doch beide deeze voorfiagen werden ver- worpen (d); waarom men de ftemmen, van den eerften Edele eerst, en daarna van de Steden, eene voor eene, in haaren rang, op- nam -, zo dat 'er geene drie, gelyk van onds, maar agt ftemmen waren , of liever zeven, alzo Reimerswaale, grootendeels van 't zee- water ingezwolgen, geene Gemagtigden meer ter Dagvaart zondt. Maar in Bloeimaand des jaars
(<0 Zie Vr. Deel, hl. 463.
(a) llemunftr. der Staat. vaiiZeel. y«»/7.1579,/ƒ;■/, XXVII.—'
XXXIII. U. 593. fcheenen zyn. Regist. ten Raede van Middelh. 27 D3-
cemb. 1575. f. 225. |
||||
HISTORIE. 459
|
|||||||
XXXILBoek.
|
|||||||
jaars 1579, zogt Jonkheer Arend van Dorp, t^si
die, toen, wegens den Graave van Buuren, -------
als Heer van S. Maartensdyk , ter Dagvaart
verfcheen, de ftemmen wederom tot drie te brengen (e). Doch Middelburg, Zierikzee, Goes en ïhoolen kanteden zig hier ernftelyk tegen , leverden een Vertoog over aan den Prinfe, te Antwerpen, en verzogten , daar- by „ dat 'er, gelylc federt eenigen tyd, agt ji, ftemmen bly ven mogten , immers geduu- „ rende den oorlog: na 't eindigen van wel' „ ken, men de zaaken, naar behooren, zou „ können herfchikken (ƒ)." De Prins, be- fpeurende , dat 'er geene befluiten ter Dag- vaart genomen zouden worden , zo lang 't ftuk van 't ftemmen hangen bleef, was den vier Steden gedeeltelyk te wille , beveelen- de „ dat 'er , geduurende den oorlog , agt „ ftemmen zyn zouden , te weeten van de „ Edelen, en van de Steden, Middelburg, „Zierikzee, Reimers w aale , Goes, Thoo- „ len, Yiisfingen en Veere, in haaren rang"; l, doch na 't fluiten van de vrede maar drie, „ eene voor de Edelen, de tweede voor de „ vyf goede Steden, en de derde voor Vlis- „ fingen en Veere (g)." Men heeft zig egter aan deeze orde niet gehouden , en, ook na 't eindigen van den oorlog, gelylc te vooren , Stad voor Stad, geftemd. Na van Dorp, be- kleedde Pieter de Ryke de plaats des Graa- ven
(e~) Rcmonr. der Staat, van 2eef. van A. 1579» Art. V. —
XI. hl 5Ü9. £f) Re-monftr. ah boven Art LXKU. -------LXXVII. W.599.
(#) Aüc vau zyne Excell. by Boxhorn »p ReigErsb. XI.
B:el, l/l. 600. |
|||||||
^m^mmmmmmmmmmm^B^—i^^BB—immtHi
|
|||||||
w
|
|||||||
460 VADERLANDSCHE XXXII. Boek.
1596, ven van Buuren, als Heer van S. Maartens-
*—— dyk. Prins Willem , die hem aangefteld hadt, gaf hem geenen nieuwen last, fchoon hy, in 't jaar 1581, het Markgraaffchap van Veere en Viisfingen, in 't openbaar, gekogt hadt (/z), met het Regt, om, uit hoofde van dit Markgraaffchap , den ftaat van eerfteu Edele te bekleeden. Prins Maurks zelf, al- hoewel , na zyns Vaders dood, tot Mark- graaf ingehuldigd (f), liet de Ryke dienen, op zynen voorgaanden last. Dé Graaf van Buuren, Heer van S. Maartensdy'k, was in 't leeven , en 't fcheen ohgerymd , eenen last in te trekken , die, uit zynen naam, gege- ven was. Maar, toen de Ryke nu overlee- den was , en een ander in zyne plaats ge- field moest worden, deedt zig eene nieuwe zwaärigheid op. Den Graave van Buuren , die nü zyne vryheid wederom bekomen hadt, en in 'de Nederlanden te rug gekeerd was, deeze aanftelling over te laaten, was onge- raaden , alzo by de S'paanfche zyde hieldt. De Heerlykheid van S. Maartensdyk, ten be- hoeve van Prinfe Maurits, verbeurd te ver- klaaren , fïreedt met de rèdeïykheid. Mau- rits befloot, derhalve, zig'te bedienen van de voorwaarden, waarop het Markgraaffchap van Veere en Viisfingen verkogt was, en, in de hoedanigheid van Markgraaf, Jonkheer Jakob van Maldere aan te Hellen, om zynen p'erfoon, als eerften Edele, te verbeelden. Doch .hierin leedt hy dubbele tegenkan-
ting, zo van de zyde des Gnuiven van Ho- henlo
(70 vr. Deel, II. 3«r.
CO XXXI. Hoek, k 271. |
|||||||
XXXïï.Boek. HISTORIE, 461
henlo en eeniger Zeeuwfche Edelen, als van
de zyde der Staaten van Zeeland* Hohenlo was met de volle Zuster des Graaven van Buuren gehuwd, en beweerde , dat men hem hehoorde toe te laaten , om den ftaat van, eerften Edele, of zelf* of 1 door eenen anderen, te doen bekleeden. De Heer van Kruiningen en Willem van Kats, Zeeuwfche Edelen, betwistten Prinfe Maurits het Regt van eerften Edele niet; doch begeerden, ge- lyk hunne voorzaaten, ook ter Dagvaart be- fchreeven te worden. De Staaten vonden zig zeer bedremmeld, om deezen Heeren en Prinfe Maurits tevens te vergenoegen. Zy beflooten egter, den Prinfe, als tegenwoor- dig den voornaamften Edele van; Zeeland , het vervullen der Plaatfe van de Ryke, met eenen Perfoon, den Staaten aangenaam, toe te ftaan , zonder dat zy verftaan konden , dat de Staat van eerften Edele, aan eenige Huizen, Geflagten of Plaatfen gehegt was. De Prins hadt, m 't eerst, weinig- genoe- gen in dit befluit. Hy fchikte 'er zig egter naar. De lastbrief, dienhy, als Markgraaf, aan Maldere gegeven hadt, werdt wederom ingetrokken, en, naar het oogmerk der Staaten , veranderd. Voorts , hadt het den Staaten, en den Steden Zierikzee, Goes en Thoolen, inzonderheid, vry wat geftooten, dat Maldere, een Vlaamsen Edelman, met deeze waardigheid, bekleed werdt. Doch Thoolen werdt overgehaald, door den Prin- fe; waarna Zierikzee en Goes zig overftem- men lieten, zonder egter Maldere voor aan- genaam te willen, verkkaren. De Staaten ftel-
|
||||
4fo VADERLANDSCHE XXXII. Boek.
ftelden den Graaf van Hohënlo, met goede
woorden , te vrede, hem verkkarende, dac zy, ter oorzaake van 'sPrinfen fchielyken' togt naar Calais , in haast hadden moeten befluiten , om hem , met het vervullen de* Plaatfe van Pieter de Ryke , te laaten be- worden; doch dat zulks onverminderd eens iegelyks geregtigheid gefchied was. Den twee Zeeuwfchen Edelen werdt iets dierge- lyks geantwoord, en daarenboven, dat men, tot nadere gelegenheid, hadt uitverteld, op hun Vertoog te befluiten (f). De zaak van den eerften Edele bleef hierby berusten , voor deeze reize, en Maldere begaf'zig, in Wintermaand deezes-jaars , met der woon, naar Zeeland (£)• In 't jaar 1615, deeden de Zeeuwfche Edelen een nieuw Vertoog, ten zelfden einde ftrekkende (7); doch met gelyken vrugteloozen uitflag. Na van Mal- dere , heeft Adriaan van Manmaker den ftaat van eerften Edele bekleed (m), tot na de dood van Prinfe Maurits. Doch eenige maan- den voor dezelve, was zyne Doorlugtigheid in onderhandeling getreden , over dit zyn Regt, met Jonkheer Henrik van Tuil van Se- rooskerke, als Gemagtigde van de bekende nakomelingen der oude Zeeuwfche Edelen: die , in deeze hoedanigheid , den Prinfe af. ftondt „ het Regt, om alleen den Zeeuw- en fchen Adel uittebeelden, mids hy altoos „ ee-
C«) Zie verfch. Stulcken hy Aitzema HF. Deel, tl. 62a
enz. en Laeveii van Willem I. I. Deel, tl. 292 enz. OO Eon- XXXIU. Boek, hl. 99 [293].
CO Zie Notul. Zeel. 9 Maart löirt. tl. 35. AnztMX IW
Hiel, hl. 624 enz. , (ra) Notul, zeel, 21 Qic.f iCi7%lh243.2 Ft&r. 1618.bh 14s
|
||||
XXXII. Boek. H I S T O RIS. 4*3
|
|||||
„ eenen uit de Zeeuwfche Edelen verkoor, 1596.
„ om zynen Perfoon te vertoonen, en om ——« „de ampten en ftaaten te bekleeden, die, „ van ouds, tot den eerften Edele benoord ,,, hadden." Maurits nam deezen afftand aan, en de voorwaarde, waarop dezelve gefchied was, by eene Acte van den eerften van Sprokkelmaand des jaars 1625 , waarvan my een net Affchrift ter hand gekomen is. Doch alzo men van deeze handeling geene aante- kening vindt, in de Notulen der Staaten van Zeeland, fchynt zy niet ftaatswyze bevestigd geweest te zyn, en dus haar vol beflag niet gekreegen te hebben. Het jaar 1596 liep, beide aan de Spaan- XIX«
fche en onze zyde, teneinde, met het maa- J^^il ken van de noodige toebereidfels tot den tDt ^n aanftaanden veldtogt, die, beter dan de aanftaan- laatfte , Voor de Staaten , fcheen te zullen den uitvallen. De Aartshertog ontving geenen «veldtogu onderftand uit Spanje, en klaagde, in eenen Brief van den negenden van Wintermaand, die gelukkiglyk. onderfchept werdt, over de zwakheid zyns Legers (■«), welk, in 't Beleg van Hulst, en , in verfcheiden' gevegten , geweldig 1 gefmolten was. Daarentegen , vonden de Staaten zig gefterkt, door het Verbond met den Koning van Frankryk ,. van wien zy. grooten 'dienst op de Neder- landfche grenzen te gemoet zagen Voorts, hadt men den ftaat des oorlogs opge- maakt , en, middelen beraamd , tot voldoe- ning van den zelven j fchoon deeze mid- v ' de- fn) BOR XXXIV..Betk,'il. «.[299]». .'- ' -SU."
|
|||||
4H VÄDERLÄNDSCHE XXXII. Boek,
1597. delen, thans, met naame in 'Holland » zeer
Gëvëpt jaar was naauwlyks begonnen, of Prins Mau- tóuc " r*ts' vyfduizend Knegten en agthonderd Paarden Uit de bezettingen geligt, en te Geertruidenberg verzameld 'hebbende, on- dernam het vyandlyk Leger onder den Graa- ve van Farax, welk by Turnhout lag , en vierduizend Knegten en vyfhonderd Paar- den tterk was, te beftooken. Op den drie- entwintigften van Louwmaand, trok hy op, met het Leger, en kwam, tegen middernagt, te Ravels , omtrent een uur gaans van de vyandlyke Legerplaats , aan',' van zins, met- den ogtendftond, aan te vallen op de Spaan- fche verfchanfiiigen, of den Gra'ave van Va- rax, in 't open veld , flag te leveren. De vyand hadt, midlerwyl, in den nanagt, de pakkaadje gezonden naar Heerentals, wer- »waards men dagt te wyken, als de nood aan den man komen mögt. Maurits, uit de groo- te ftilte in 's vyands Leger, afneemende, dat men daar vol vreeze was*1 zondt,,met den dag , de' ruitery'en tweehonderd uitgelezen* knegten naar de Thieltfche heide, belastende het overig voetvolk, van verre, te volgen. Franoois Vere , met eenige ligt gewapende knegten, vooruit gerukt, verdryft eenige' foldaaten , die een klein ftroompje bewaar- den, welk men over moest, en valt den vyand , reeds op weg naar Heerentals, in den ftaart. Toen rent Hohenlo , met vier- honderd paarden, den Spaanfchen op zyde-y eß
|
|||||
Ce) Zie Refsl. Holl, 24 Dec. ij$6> hU 606.
|
|||||
XXXlLBctEK. HISTORIE. 46$
|
|||||
en eerlang voorby: waarna hy, wendende , 1597s
den eerften aanval doet. Varax , een jong ----—«
Krygsrnan, hadt de onvoorzigtigheid gehad
van zyne Regementen, niet digt op een, maar verfpreid te plaatfen, 'c welk*, nevens den fchrik , oorzaak zyner nederlaage was. In een oogenblik, raakten ruiters en knegten Neder* in wanorde en aan 't vlugten. Doch terwyl laag en de onzen zig, ten deele met afmaaken, ten «jood van deele met pionderen, bezig hielden, keerde venvan Nicola Basta, die 's vyands Ruitery geboodt, Varajo met losien toom, naar 't flagveld te rug, en zou den Prinfe de zege byna ontwrongen hebben , hadt deeze geene vier Kornetten Paarden uit het gevegt gehouden: die, toen aanvallende, Basta andermaal wyken deeden. Van 'sPrinfen zyde , waren niet boven tien man, in dit gevegt, gefneuveld. Van den anderen kant, werden 'er meer dan twee- duizend begraaven , vyf honderd gevangeÉ genomen. De Graaf van Varax zelf was, in den eerften aanval, gedood. Het Kasteel van Turnhout gaf zig, den volgenden dag* over, by verdrag. Agtendertig veroverde vendels en de kornet van Mondragon wer^ den naar den Haage gevoerd, en , op de groote zaale van 't Hof, ten toon gehangen. De Prins zondt het lyk van den verflaagen' Graave den Aartshertoge Albertus toe, met eenen beleefden brief, die heufchelyk be- antwoord werdt. Maurits , het voetvolk wederom naar de winterlegeringen gezonden hebbende, keerde, terilond, naar den Haar ge, wordende, over dit eerfte proefstuk zy- a«r bekwaamheid in 'c open veld , met al- V1IL Deel. Gg £#• |
|||||
4ÖS VADERLANDSCHE XXXII. Boess
f&p. gemeene toejuiching , begroet Qp). Toen
------- hy , ter Staatsvergaderinge , verflag deedt
van deeze zege , verklaarde hy, dat dezel-
ve , grootendeels, toe te ichryven was, aan het verzuim des vyands van het afbreeken eener kleine brugge (q~). Atniens De Aartshertog , bedrukt over zo groot verioo- eene. nederlaag, die gevolgd werdt van 't ren en verloopen zyner beste knegten , by mangel hen. ° " van betaaling , werdt , eerlang , wederom een weinig verkwikt, door de tyding van het verrasfen van Amiens, 't welk den Spaanfchen Bevelhebber over Dourlans, Don Femandes Poftocarrera, in Lentemaand, ge- lukt was. De Koning van Frankryk , ver- geefs gepoogd hebbende , Atrecht, Käme- ryk en Dourlans, op zyne beurt, te verfchal- ken (r) , floeg , in Bloeimaand , het beleg voor Amiens, welk , na 't fn euvelen van ^ortocarrera, die de Stad dapperlyk verde- digd hadt, niet voor den negentienden van Herfstmaand, by verdrag, aan hem over- ging CO- Asnflft- De Lente en een groot deel van den Zo- len des mer verliep, zonder dat 'er, van de Spaan- vjands. £che 0f staatfche zyde, iet voorviel van be- lang. De eerften] ondernamen te vergeefs Schenkenfchans te verrasfen (O. Ook mis- lukte hun een welbelegde aanflag op Steen- wyk, daar zy den wal reeds beklommen, en, aan verfcheiden' oorden, met ftormen, be- gon- CjO Boa XXXIV. Boek, hl. 6-8, 10 [301-304, 3"6>
(«5 R«fcl. Holl. 24, 28 Ja». 1597. H 24, 25.
Cr) Bor XXXIV. Jluek, II. itf, 17 [S14, 314].
(.O Bon XXXIVi Hoek, hl. 24, <>4» 65 [325> S^o» jSl §>
(O E«* XXXIV. Usekf M. 16 [314]'
|
||||
XXXII. Boek. HISTORIE. 467
gönnen hadden : doch, door de wakkerheid tS9?,
der bezettelingen, met verlies, werden afge--------—
weezen («). Prins Maurits ook, den twintig- MauritJ
ften van Bloeimaand* met eenig volk, in twee po0gt fchepen, uit Nieuwmegen vertrokken zyn- Venio de, om Venlo, door heimelyk verftand met die in te van binnen, te vermeesteren, zag zyneonder- neemên' neeming, door 't (tillen van den wind, 't welk één der twee vaartuigen te rugge hielde, en door de tegenweer der Stedelingen, verydelen. De dappere Hopman Matthys Held verloor hier het leeven. Anderen, gevangen genomen zynde, werden ter dood veroordeeld (v). De Staatfche Ruitery,. uit de bezettingen van DeStaaï- Brabant en Gelderland, op voordeel uitge- fche toogen , werdt, omtrent deezen tyd , aan ^"jj* verfcheiden'oorden, geflaagen (y>y 't Scheen, |en! * dat het Krygsgeluk, welk den onzen, vroeg ïn 't jaar, hadt begonnen te begunftigen „ llen, ïn 't grootfte gedeelte van het zelve, voorhadt te verlaaten. Doch in den nazomer, keerde de kans: XX.
waartoe 't langduurig beleg van Amiens aan- 9*JfgeH& leiding gaf. De Kardinaal Aartshertog, voor- g^y.. Jiebbende deeze Stad te ontzetten, hadt zyn ger 0n- Leger, uit Brabant, derwaards gevoerd, en «kniee- den ortzen 't veld vry gelaaten. Van deeze mineei1 gelegenheid befloöt men zig te bedienen, p^-g Prins Maurits , Graaf Willem Lodewyk en Maurits. de Raad van Staate, welken de Gewesten 't beleid van den voorgenomen krygstogt o~ yergelaaten hadden, vonden raadzaam , de Spaan-
f «) WsTP.n.XIX.Bnek,f.355- EouXXXlV.5ctó,W.2i[32o
C*) Bor XXXIV. Boei. U. .19 £3i9j.
Q»} l5ü»XXJÜ,V.A(fA,W.a<Sb28]. GKOT.UiR.Lih. VjU.aêtt
Gg a
|
||||
468 VADERLANDSCHE XXXIÏ.Boek,
|
|||||
*597' Spaanfchen te verdfyven uit Overysfel e-n 't
-—-^ Graaffchap Zutfen, daar zy nog eenige wei- nige Plaatfen inhadden: waarna de zetel des krygs zou verplaatst zyn, aan de linkerzyde des Rynftrooms, en de regteroever bevryd van 't opbrengen van brandfchattingen aan den vyand. Doch hiertoe was dienftig, dat men zig, vooraf, verzekerde van de Plaat- fen , daar de vyand, zo hy, verdreeven zyn- de, te rug wilde, of zo hy te raade werdt Amiens te verlaaten, over den Ryn zou kön- nen trekken: waardoor, te gelyk, de handel op Duitschland zou beveiligd zyn. De Prins dan , verzeld van zynen jongen Broeder, Henrik Fredrik, die nu van de HoogeSchoo- le te Leiden gekomen was; en van de voor- n'aamfte Legerhoofden , begeeft zig, in den aanvang van Oogstmaand, naar 'sGraaven- waard, waaromtrent, een Leger van zeven- duizend knegten en twaalfhonderd paarden verzameld was, welk, terftond, met ponten, over den Ryn, en met eene fchipbrug, over de Waale, gezet zynde, langs den linkeroe- ver der eerstgemelde Riviere, opwaards trok. Hy Prins Maurits, de Stad en 't Kasteel Alfen, 5°i|mt. in 't voorby trekken, by verdrag, hebbende
enm' ingenomen O), deedt, nog dien zelfden a- Beiegert von(j ^ Rynberk berennen. Daarna verze- ^" kerde hy zig van een Eilandje of Waard, voor de Stad, in den Ryn leggende, befluitende, voorts, He toegangen naar de Plaats , die van allen voorraad, en bovenal van gefchut, rykelyk voorzien was. Terwyl men aan de loopgraaven arbeidde , werdt Lodewyk van Nas-
CO Bor XïöüV. Hoek, U. 3? [344> |
|||||
XXXII. Boek. HISTORIE. 469
|
|||||||||
Nasfau, uit de Stad, met een' kogel, in de 1597.
dye, getroffen ; terwyl een andere door-------
'sPrinfen tent vloog, niet zonder zyn merke-
lyk gevaar. Het regenagtig jaargetyde ver- traagde het werk aan de loopgraaven. Toen dezelven , eindelyk, voltooid waren, werdt de grafc gevuld, de Stad befehooten , en een- en andermaal opgeëischt : 'c welk, voor de tweede reize, zo fcherp géfchiedde, dat den |
|||||||||
belegerden de moed ontzonk, en de Stad
|
15
|
||||||||
by verdrag, overging, op den negentienden De Stad
van Oogstmaand (y). De Aartsbisschop van geefc ziS Keulen zondt, terltond , een Gezantfchap DeAms- aan Prinfe JVIaurits, en in den aanvang des bisfchop volgenden jaars, ,aan de algemeene Staaten^ van Keu- verzoekende de herlevering van Rynberk, ^n als qnzydig zynde, en onder zyn gebied be- ^gder-" hoorende. Doch men hadt geene ooren naar ora. dit verzoek. De Staaten antwoordden , eg- Äm- ter , heufchelyk „ dat, fchoon al, wat de woord ,, vyand bezeten hadc, hun, naar het regt des ^ Slas" „ oorlogs , fcheen toe te komen ; zy cgter „ de Stad den Aarts bisfchop inruimen zou- „ den , ware hy magtig dezelve te befcher- „ men. Maar nu hy ze overliet aan de eer- „ fte begeerte des Spanjaards , en hierdoor „ een gedeelte der Vereenigde Gewesten „, bloot ftelde voor de vyandlyke ftroope- „ ryen , kwam het hun niet gelegen., de „ Plaats, voarals nog, te ruimen. Zy wilden „ ze, veel liever, nog eenen tyd lang, tegen „ den Spanjaard, befchermen, of, zo men. „ wilde, tegen hunne gemaakte kosten, in fiO R-cfol. Holl. 25 Aug. I597- H.3Ö0.. BoRXXXlV./fae^,
M. 3« [344>
Gg 3
|
|||||||||
47ö VADERLANDSCHE XXXH.Boek.
i 1597- 55 den voorigen kryg, te pandejiouden. Dè
— „ plag te doen beffen, zou men hem laaten „ geworden (2)." Met welk antwoord, de Keulfche Gezanten, voor dien tyd, werden afgeweezen. Voorts, fchreeven de Staaten aan de Vorften van Brandenburg en Nieuw- burg „ dat zy hun den weg naar Kleeve, lie- „ ver met de daad dan met woorden, had- ,, den willen baanen, hun, voor 't overige, $, bevolen laatende 't waarneemen van den „ bekwaamen tyd, om hun regt te verzeke- „ ren (a)" Mautits Maar Maurits, eerst in beraad gelegd heb- *<jemt . bende, of hy, na 't veroveren van Rynberk, Meurs in. qï0^ ZQU abasten ? kwam 9 0p den negenen- twintigften, met het Leger, voor Meurs, een
weinig boven Rynberk, landwaards in, gele- gen, en, nevens het fterk Kasteel, voor om- trent elf jaaren , ingenomen door de Span- jaards, die 't nog bezet hielden. Graaf Her- man van den Berge, 's Konings Stadhouder in Gelderland, hadt de bezetting onlangs ver- meerderd , onder anderen, ten deezen einde, verlaatende da Kamille Schans hieromtrent, die Maurits , naderhand , Hegten deedt. Voor Meurs, legerde hy zig, aan twee zyden, vie.I terftond aan 't maaken van loopgraaven, en, op den derden dag, aan 't vullen der grafte, op drie plaatfen. De bevelhebber der Ves- ting, Andreas de Miranda, wagtte egter^den ftorm niet af; maar gaf ze over, by eerlyk verdrag, op den twaalfden van Herfst- maand Cz) nou XXXIV. Roek, hl. 40 [34«]. XXXV; Hoek , li. 7
{416] enz. (_,tij GïiOTH Hïft. Lïbr.. VI. p. 293.
|
||||
XXXII.Boek. HISTORIE. 471
maand (£). De Stad en het Graaffchap Meurs I5J>^
was, door de Graavinne Weduwe van Nieu- «—*— wenaar en Meurs, reeds in 't jaar 1594, aan Prinfe Maurits afgeftaan : welke afitand, in Sprokkel- en Zomermaand des jaars 1598, in denHaage, en te Delft, daar zy toen haar ver- blyfhadt, bekragtigd werdt (c). Kort na 't inneemen van Meurs, ontving Vymtï-
men, in't Leger, berigt, dat Graaf Fredrik van ^® ia:r den Berge, met de bezettingen van Lingen en zeVè". andere Plaatfen, eenen inval in de Zevenwol- wpldent den gedaan, verfcheiden' hoeven afgebrand, en eenigen buit bekomen hadt. Het afzyn van 'ê Friesch Krygsvolk, welk het Leger volgde, hadt hem , hiertoe , gelegenheid gegeven. Maurits befloot, hierom, te eerder, over den Ryn te trekken, en den vyand nader te ko Grol fee- men (jf). Des doethy, by Orfoi, eene fchip- le6er<^ brug leggen, en voert 'er. 't Leger over, het zelve, op den elfden van Herfstmaand, ne- derflaande voor Grol, daar agthonderd kneg- ten en drie Kornetten ruiters, onder Graave JanvanStyrum, binnen lagen. Naarftig deedt de Prins aan de vei-fchanfingen en loopgraa- * ven arbeiden : ook, eerlang, het water der graf te aftappen, in welken arbeid, de uitval- len der belegerden hem egter dikwils belem- merden. Doch de Prins, de Plaats hebbende doen befchieten, met gloeijende kogels, waar- door wel zestig huizen in brand raakten, en daarna vierentwintig ftukken geplant heb- , ben-
(*) R«Col. Hol!. 4 Sept. l$97- W. 434. Bor XXXIV. Boek,
H. 40 [346] enz. (<;} Zie Regt van zyne Hoogjj. ƒ. W.Ftusoon Meurs en Lvngcii
Jtyltutg. hl. 3. 5- Siippl. ««Corps Dipl. Tom, 11. AI. «.230, 241. (Vj ÖKOTJl Hilt. LU/r. VI p. 2,3. ' "
Gg 4
|
||||
47* VADERLANDSCHE XXXII. BoexJ
*5s7' bende tegen den wal, bewoog die van bin-
—'■—- nen tot de overgave, op den zevenentwin- en inge- tigften van Herfstmaand. De bezetting be- nomen, loofde, binnen drie maanden, geene wape- nen, aan deeze zyde van de Maaze, te zul- len voeren (e). Beleg Van Grol, toog de Prins naar Breêvoort, vanBreê- eeiie Plaats, gehouden voor zeer fterk van ge-
voort, legenheid, als zynde omringd van moerasfen, " en werwaards men geenen toegang hadt, dan„ langs eenen dyk, die door de Stad liep., en, langs een fmal voetpad. Maurits, Breêvoort opgeëischt, en moedig' bei'cheid bekomen hebbende, naderde de Plaats, van drie kanten., ten wedereinde van den dyk, en over den weeken grond , die-, met ongelooflyken ar- beid , geftevigd werdt: waarna hy eene hoogte 4 • inkreeg, op welke twintig Hukken geplant Iconden worden. In agt dagen tyds, was hy5 tot aan de graft genaderd; doch zag geen' kans, om ze droog te maaken, alzo zy * door den regen en de wellen, die de grond opgaf, geduurig wederom gevuld werdt. De luldaat, heet op roof, jookte vast naar den ftorm, zy- nen mond vol hebbende van het pionderen der vestinge. 't Gefchut hadt nu reeds geweldige breuken gemaakt in de muuren, wanneer de belegeraars eene kurkbrug (3 ) , toegefteld door de bootsgezellen, in de graft wierpen, en, over dezelve, den wal naderden en be- weik, klommen, rriet zo veel felheid en aandrang, dat
(O fiefol. Hol.1. 27 $ept. 1597. hl. 478. Bon XXXIV- Buik,
hl. 40 [347] enz. (3) Zie, wegens de uitvinding deezer Kuikbrugjren,,
Bor. XXXlV. Doek, bl. 28 [330]. |
||||
XXXII. Boek. HISTORIE. 473
|
||||||||
dat de belegerden, allen moed tevens zakken jS9?,
laatende , de hoeden om hoog ftaken , ten —-—- teken dat zy begeerden te verdraagen. Doch ftormen- hiertoe lcheen 't nu telaat. Zeventig omtrent derhand, werden 'er, in den eerften aanval, afgemaakt, \^l°' de overigen gedreeven naar 't Kasteel, welk, wordt. terftond hierna , by verdrag, opgegeven werdt. Doch de Prins bedong eene fomme gelds voor 't Krygsvolk , welke den Stede- lingen egter , naderhand , kwytgefcholden werdt. De Bevelhebber, Damman Gar dot ^ zig gehaat gemaakt hebbende by de Burgerye * werdt, door Maurits , eerst, met de dood gedreigd; doch verwierf, daarna, door finge* ken, hetleeven. 't Veroveren van Breêvoort was voorgevallen , op den negenden van Wynmaand (/'). Eenigen tyd te vooren, hadt Maurits Goor, dat door de Spaanfchen verlauten was, doen bezetten (g). ; Het Eeger hadt, te Breê voort, maar wei Maurits
nige dagen uitgerust, toen de Prins het deedt Goor ba- voorttrekken naar Overysfel: een togt, die, ?etjeb" in dit jaargetyde, langs glibberige wegen, bemag' ongelyk veel moeilyker' was, dan het vero- tigt veren der Plaatfen; die de Spaanfchen hier Enfche- nog inhielden. Enfchede, verlaaten van een de»'P"1" gedeelte zyner bezettinge , welk de Prins, gna 01. onder weg, geflaagen hadt, werdt, zo dra denzeel, overgegeven als opgeëischt, op den agttienden van Wynmaand. Ootmarfum volgde, drie da- gen laater; na dat 'er 't gefchut, op den twin- tigften , voor gebragt was. Ondertusfchen, was Oldenzeel ook opgeëischt, en, op 't ont- |
||||||||
van-
|
||||||||
(/■ Ron XXXW. Boek. bU 4',', [358] enz.
(£■) ISOR XXXiV. Boek, tl. 40 [348]. |
||||||||
G#5
|
||||||||
474 VADÉRLANDSCHE XXXII, Boek.
tin* vangen van weigerend befchëid , hevig be-
-------■ fchooten: waarna de Stad zig, den twee-en-
twintigften, opgaf. Enfchede en Ootmarfum
werden, federt, ontmanteld (£). Hybeie« Toen wendde de Prins het oog naar Lin- gerc gen, gelegen over den Eemsftroom. De Stad Lingen. en ^et Graaffchap waren, weleer, door Ka- rel den V, die ze, in den Duitfchen oorlog des jaars 1546, op den Graave van Tekelen- burg, veroverd hadt (t), aan Maximiljaan, Graave van Buuren, ter leen gegeveii: doch de Keizer hadt zig, na 's Graaven affterven zonder zoonen, dit leen wederom toegeëi- gend: 't bewind over het zelve opdraagende aan den Stadhouder van Friesland (k). Wil- lem , Prins van Oranje, die met 's Graaven Erfdogter gehuwd geweest was, oordeelde regt te hebben op Lingen, en fchonk het zig zelve, by Brieven, op den naam van Koning Filips, in den jaare 1578, gegeven: waarby hy zig verbondt, het van Överysfel ter leen te zullen houden, en 'er zyne Dogter, Ka- tharina Belgica , drieduizend guldens , jaar- lyks, uit te zullen betaalen (7). Sedert was Lingen, door de Spaanfchen, ingenomen. En Graaf Fredf ik van den Berge was 'er, onlangs, binnen getrokken, met het puik der Spaan- fche knegten in deezen oord. Maurits, Lin- gen aanmerkende als zyn erfgoed, vertoonde zig, na 't overtrekken van de Dinkel, en daarna van den Eemsftroom, op den agtentwintigften van
( h) Refbl. Moll. 23 OS. lf,')7. il 505. Boa XXXIV. Boei,
il. 51 [?<5z] ertx. O') Zie'V. Deel, il. 1291.
C*) Zie V. Deel, U. 332. VI. Deel, U. 42, 31«. VII.Dseh.
il. ii">5, 340. CO Supplem. au Corps Diplom. Tem. II. P, I. p. 178.
|
||||
XXXII. Boek. HISTORIE. 475
van Wyiimaand, regt voor de Stad: uit wel- 1597.'-
ke, in 'teerst, hevig, gefchooten werdt. De —-— Prins hadt, om weg te fpoeden, alleenlyk, ee- nige ligte ftukken gefchuts met zig gevoerd, en belast, de zwaaren, door den mond van de Eems, te fchepe, aan te brengen. Dit vertraag- de 't beleg eenige dagen. Doch zo dra 't grof gefchut in 't Leger aangekomen was, werdt al 't geweld van het zelve gekeerd tegen 't Kasteel. Veel moeite hadt men met het aflei- den en vullen, der grafte; toen dit werk, eindelyk, volbragt was, werdt het Kasteel en de Stad opgeëischt. Graaf Fredrik van den De Stad Berge , bevel ontvangen hebbende van den Seeft ziS Kardinaal- Aartshertoge, om zig zelven en zyn over* volk te fpaaren, tot betere gelegenheid, gaf de vesting over, op den twaalfden van Slagtr maand (m). Met de verovering van Lingen, maakte Maurits een einde van den tegen- woordigen veldtogt, waarin hy zig van ver- fcheiden' ftroomen verzekerd, en eene ruime ftreek Lands van de vyandlyke brandfchattin- gen verlost hadt. Zyn volle betrok, terftond hierna, de winterlegeringen. Hy zelf keerde naar den Haage, daar hy, met meer dan ge* meene toejuichingen, verwelkomd werdt. De onderneemingen tegen Spanje waren, xXT.
dit jaar, ter zee, ongelukkiger dan te lande, Onge- uitgevallen. De Graaf van Esfex, verlekkerd lukkige door den uitflag van den jongften togt naar Ka- f^.6^?" dix, hadt de Koningin van Engeland bewoo- Engel- gen , om zestien groote üorlogsfchepen on- fchan en der zyn opperbevel, te ftellen : waarby de Sfaat' Staa- fchen'
O) Reih». Holl. 13 N»v. 1597.M. 549. BorXXXIV.ÄmA,
l'1' 53 I3<M] <**•
|
|||||
•'
|
|||||
'i?6 VADERLANDSCHE XXXII.Boek.
i$9f. Staaten tien anderen voegden , onder den
«------ Heere van Warmond. Men hadt voor, de
Spaanfche Vloot, onder Don Martin dePadil-
la , te Ferrol leggende, te vernielen: voorts op de Indifche fchepen te pasfen, en, daarenbo- ven, Terfera, een der Vlaamfche Eilanden, in te neemen. De Vlooten verzamelden te Pfymouth, en gingen, van daar, onder zeil, op den twintiglten van Hooimaand, zynde, met de mindere vaartuigen, omtrent honderd fchepen fterk. Een zagte koelte uit den Noor- den voerde haar tot op de hoogte vanGalli- cie, daar zy van eenen geweldigen ftorm uit den Zuiden beloopen werden, die de fchepen verre van een verltrooide. Veelenliepen,voor wind, te rug. Esfex, fchoon zyn fchip zwaar befchadigd was, wilde de reis voortzetten ; doch 'c ysfelyk weder en de angst van 't fcheepsvolk drong hem te wenden. Hy bragt het, met de meeste fchepen, nog voor 't einde van Hooimaand, behouden, in Engeland aan. Daarna , ondernam hy eenen tweeden togt naar de Vlaamfche Eilanden, alwaar hy de In-s difche Vloot dagt te onderfcheppen; doch zy^ ne fchepen, andermaal door ftorm verftrooid zynde, heeft hy zig moeten te vrede houden , ■ met het pionderen van eenige Eilanden. Mid- :, i Jerwyl, was de Spaanfche Vloot de haven van Angra agter Terfera ingeloopen, daar.de En- ; geliehen % door tegenwind verhinderd , haar « niet befchadigen konden. Drie fchepen al- leen , afgedwaald van de overigen, werden veroverd, o£ op ftrancl gejaagd, door Walten JLa&leigh, wien de onzen nogtans befchuldig- den, dat'hy hun een Spaaiisch fchip, door; |
||||
XXXII. Boek. HISTORIE. 47?
hen genomen , ontweldigd hadt, terwyl zy 15p/.
jagt op een ander maakten, Voorts, hebben-------
de Engelfchen, op deezen togt, nog eenige
open' Steedjes in brand gefte.ken: waarna zy, tegen den winter, te rug keerden (n~). Eeni- De gen tyd te vooren, hadt Don Martin de Pa- Spaan- dilla, met honderdenagt fchepen, naar En- ^heot geland, in zee gefteken zynde, een deerlyker iydtwe- jot getroffen. Een noordelyke ftorm hadt drie derotn Gallioenen en zes andere fchepen doen ver- veel, gaan: waarnahy, met de ontheisterde Vloote, ^°°^ t'huis gekomen zynde , verbaten werdt van zyn Admiraal - ampt , welk aan Don Diego Brocaro werdt opgedraagen (0). De Span- jaards waren dus, zo wel als de onzen en de Engelfchen, die jaar, ongelukkig ter zee. Doch terwyl men, van onzen kant, den XXir.
kryg inzonderheid te lande zogt voort te zet- D.e K°- ten, waren verfcheiden Mogendheden in de p1"!^™ weer, om de Vereenigde Staaten te dringen mdtde tot vrede met Spanje. Slgismond de III, Ko- Staaten ning van Poolen, zondt, ten deezen einde, tot vrede een Gezant herwaards, die, op den eenentwin- ^tS?^ tigften van Hooimaand, gehoor kreeg, in de Vergadering der algemeene Staaten. Hy deedt zyn voorftel in 't Latyn, en, nadat hy breed hadt uitgeweid , over de pligten der onder- daanen omtrent hunne Vorften, dreigde hy den Vereenigden Gewesten eenen gewisfen on- dergang , door de magt van 't Huis van Oos- tenryk, zo zy niet, by tyds, fchuld bekenden, en hunnen zoen zogten by Filips, wiens goe-
(») Rclbl. Hol). 21 i\oy. J597. tl. 554. Eon XXXIV, .tó,
il. ,31 [335] enz- (e J Bon XXXIV. Boek, U. 23 [335].
|
||||
478 VADERLANDSCHE XXXILBoek.
1597. goedertierenheid en trouw hy hemelhoog ver-
•------- hief: waartoe de Koning, zyn meester, hun
Hun ant- zvne bemiddeling aanboodt. De algemeene
woord. Staaten antwoordden hem, na eenig beraad, „ dat de kryg, dien zy tegen Spanje voerden, „ regtvaardig, en de vrede vol gevaar was, „ waarom zy, vooralsnog, tot geene hande- „ ling, verftaan konden." En wanneer de Ge- zant hen, hiertoe, op nieuws, fterk drong, niet zonder bedreiging, dat de Koophandel op Poolen geftremd ftondt te worden, zo zy lan- ger weigerig bleeven, fchroomden hunne Ge- magtigden niet, te kennen te geeven, dat, in- dien Poolen goedvinden kon, V Regt der volken te fchenden; zy zo wel de vrugten van dit Ko~ ningryk, als ditRyk hun geld, zouden konn&a ontbeer en. Met welk befcheid, verzeld van heufche brieven aan de PoolfcheMajeiteit, de Gezant werde afgevaardigd (jp ). Handel De Keizer, de Duitfche Vorften en verfcheï- ™et. ^ den' Steden des Ryks hadden ook vrygeleide Rvk.C 6 verz°gt voor een aanzienlyk gezantfehap: en als de Staaten zig daarvan beleefdelyk ont- fchuldigd hadden , Kar el Natzej^ afgezonden met brieven, waarby zy zig beklaagden „over „ de weinige eerbiedenis, die men hier den „ Ryke toedroeg, weigerende men, den ou- „ den Duitfchenßondgenooten, vriendenen „ weldoeneren , 't gene zelfs den vyanden „ plag toegeftaan te worden, 't Welk te „ vreemder fcheen, om dat de gezanten niet „ flegts last hebben zouden, om van vrede te „ handelen; maar ook van andere zaaken, de „ wel-
CP ) Bor XXXIV. Roek, hl. 29 [352] enz. Refol. IMl. 21, sc »
«3 7"ly J597« W« 337j 338,345. G*ot« Hill./.«fa« VI. ƒ• 283. |
||||
XXXII. Boek. HISTORIE. 479
,, welvaart der Vereenigde Gewesten niet 1597.
„ minder betreffende, dan die des Duitfchen--------
„ Ryks:" door welke zaaken, zo Nutzel voor-
gaf, het vernieuwen der oude verbindtem'sfen verftaan werdt. Voorts dreigden ook de Duit- fcbeBrieven, dat niemantdeMajeßeitdesRyks ongefiraft befpotten zou. De Staaten antwoord- den , fchriftelyk „ dat eerbiedenis tot het „ Duitfche Ryk alleen hen tot het doen der x „ gemelde waarfchuwing bewogen hadt, op „ dat men de moeite fpaaren zou van het zen- „ den eens Gezantfchaps, welk toch vrugte- „ loos zou zyn : alzo niemant beter kennis >, „ hadt van hunne zaaken , dan zy zelven." Voorts, vastftellende, dat het DuitschGezant- fchap, zo't komen mögt, ook over 'tflroopen op den bodem des Ryks klaagen zou , ver- fchoonden ze dit, met de oude redenen, het regt en de noodzaakelykheid des oorlogs, en diergelyk bedryf der Spanjaarden: waarby zy nog voegden „ dat zy nu meer hoop hadden ,„ dan immer, om de ongebondenheid der „ knegten te können beteugelen, alzo zy „ ten deezen einde, hunne foldy, nog on- „ langs, verhoogd hadden (?)•" De Koning van Deenemarke zondt, watlaa- Gezant-
ter, een Gezantfchap herwaards, welk deStaa- fehapdes ten, insgelyks, tot vrede kwam vermannen. ^DeL Hem was zo veel gelegen aan den Koophandel nematkei op Spanje, dat hy, meent men, Filips deezen om de ' dienst niet hadt durven weigeren, fchoon 't Staaten verfchil in den Godsdienst and&rs maakte, [°cv^ dat hy den Spanjaarden niet veel goeds toe- mtaeu. Ver-
CO Refill. Won. aa julj 1397. U. 341 enz. Bok XXMV. $$e/t, tl. g>-j$ [355-35*1- |
||||
48o VADERLANDSCHE XXXII. Boek.
|
|||||||||||||||
vertrouwde. De Staaten, uit de minzaame
wyze, waarop de Deenen hun de vrede aan- _preezên , Ügtelyk konnende opmaaken , dat zy, van deezen kant, geenen fterken aandrang te wagten zouden hebben (r), vonden raad. zaam, hun de omftandigfte opening te doen van de redenen, waarom zy, voorals nog, alle Vredehandeling verwierpen. En opgehaald hebbende „hoezy, met Frankryk en Engeland „ verbonden, aan Prinfe Maurits ten hoog- „ ften verpligt zynde, geene byzondere vrede „ konden aangaan; vertoonden zy, doorwel- „ ken nood, zy, tot het opneemen der wape- „ nen, gedrongen waren, en hoe dikwils men, „ vrugteloos, gehandeld hadt van vrede; die „ Spanje in ichyn aanboodt, om de Veree- „ nigde Gewesten gehaat te maaken by uit- „ heemfche Mogendheden, of om, zo hy ze „ verwierf, zyne magt te keeren tegen ande- „ ren, die met hem in Godsdienst verfchil- „ den, zynde den Spanjaarden in den mond „ beftorven, dat men ketters met ketters dem- „ ,j>cn moest: onder welke fchandelyke benaa- „ ming, zy zo wel die van de Augsburgfche be- |
|||||||||||||||
1594-
|
|||||||||||||||
Vertoog
van de redenen, wanrom dS Staa- ten nog geene vrede können aangaan. |
|||||||||||||||
Aanmer-
kelyke befchry- ving der tegen- woordi- ge Re- geeringe. |
|||||||||||||||
„ lydenis als de Hervormden verftonden."
Voorts was, in hun antwoord, aanmerkelyk, dat zy van de tegenwoordige Regeeringe fpra- ken, als beftondt dezelve nog, gelyk ten tyde derVorften, in eenealleenlieerfching, bepaald door 's Lands wetten en gewoonten: 't zy dat ze |
|||||||||||||||
't ftuk waarryk dus begreepen, of, gelyk fom-
migen meenen (O, zo fpraken, enkelyk om zïg te voegen naar de Deenen, onder welken eene
f>) OüOTii Hirt. Uhr. Vf. f. 2Ü3.
Q'5 ©Roth Hift. -Liir. VI, •$. 284, |
|||||||||||||||
XXXII. Boek. HISTORIE. 481
|
|||||
eene bepaalde alleenheerfching plaats hadt :
„ De Nederlanders waren, zeiden ze, nooit „ dienstbaar geweest dan aan de wetten, aan „• welken ook de Vorften onderworpen wa- „ ren. De Vorftelyke Regeering was wel, van „ de ouders, afgedaald op de kinders; doch „ nooit hadden de Vorften onbepaald gebied „ gevoerd. , Vorst en volk waren eikanderen „ trouw gebleeven, tot dat Filips, zynen eed „ en Goddelyke en merifchelyke wetten met „ voeten. treeden.de, de onderzaaten genood- „ zaakt hadtj de wapenen aan te neemen, tot „ hunne eigene befcherming: 't welk egter, „ niet los en verwardelyk, maar onder 't wys L„ beleid des Prinfén van Oranje geichied was. „ Filips, daarna aangezogt, door Koningen „ zelven, om zig met de Nederlanders te laa- „ ten bevredigen, en onvermurwbaar geblee- „ ven zynde, was, 't gene, zelfs by volken, die „ onder Koningen leefden , niet ongemeen „ waSjOpenlyk afgezwooren. Eenigen waren „ toen te raade geworden, 't hoog bewind der „ Regeeringe op te draageu aan den Broeder „ des Konings van Frankryk. Anderen hadden „ Oranje verkooren: onder wiens Regeering, „ zy gebleeven waren j tot dat hem de fchel- „ mery der Spanjaarden van 't leeven beroofd „ hadt. Toen hadden zy Maurits tot zynen „ opvolger in de Regeering verklaard} die „ nu, onderfteuhd door het bondgenootfehap „ van magtige Koningen, de grenzen, door ,, de wapenen, uitbreidde (*)." Hoe weinig verzagting 'er, wyders, in 't ftuk van den Gods* dienst,
(O Refol. Huil. i3, 21-27 Oei. 1597.. il. '^03, /521, 514. Bq£
/tXXlV. llock, M. 59 [372] mz. Giwm lliit. Lilr. Vip. iiti VIII. Deel. Hh
|
|||||
48 a VADERLANDSCHE XXXII. Boek.
|
|||||||||
dienst te wagten ware, werdt, met een versch
voorbeeld, beweezen. Anneke van den Hove, Dienstmaagd te Brusfel, was , onlangs, al- daar , om de ftandvastige belydeilis van der Hervormden of Doopsgezinden Leere , lee- vende in de aarde gedolven , niet zonder kennis van den Kardinaal-Aartshertogé, die, zo men wil, gezeid hadt, dat men haar, naai' de Plakaaten, hadt te handelen. Haar omko- men verdient te meer gedagt te worden, om dat men niet vindt, dat'er, na haar, iensant, om den Godsdienst, in de Spaanfche Nederlan- den , ter dood gebragt is. Midlerwyl, bedien- den de Staaten tier Vereenigde Gewesten zig van haar voorbeeld, om hunne afkeerigheid van de Vredehandeling, binriens Lands en by uitheemfchen, te billyken (u). De Poolfche en Deenfche Gezanten ver-
trokken, van hier, naar Engeland, met last, om by de Koninginne te bewerken , dat de handel der twee Ryken op Spanje onbelem- merd bleeve vandeEngelfchen. DochElizabet weigerde hun dit rondelyk. In den Haage, was het hun, daarentegen, uitdrukkelyk, ver- gund (V). De Hollanders, in 't byzonder, be- greepen , dat men allen anderen volken het regt laaten moest, om mondbehoeften naar 't "westen te voeren; waarvan zy zelven hun werk maakten, als 't hun niet fcherpelyk ver- booden werdt (V). Terwyl de Staaten,dus de Vredehandeling
met Spanje van de hand weezen, lieten ze niet na, de gewesten, onderling, en met eikande- ren, C *ó Meter. XIX. lloek, f. 357. Grotii Hift. Lil/r. V/.^. 285.
(r) Hor XXXIV. Bolk, U. 42 [350], Ö2 [377]. (>) Grotk HiH. Liir. VI. p- 286. |
|||||||||
1597-
Anneke
van den Have, oin den Gods- dienst, gedood. |
|||||||||
XXIII.
Twist
tusfcben de Stad |
|||||||||
XXXII. Boek. HISTORIE. 483
ren, te bevredigen. De Stad Groningen en de 1597.
Ommelanden tusfchen de Lauwers en de Eems------*■
flaken nog in de oude tweedragt, die, aange Gronin-
groeid in den oorlog, en terwyl de Stad de genen de Spaanfche zyde hieldt, zo ligt niet was uit te ]a™^ rooijen. De Stad ftondt flyf op de behoudenis eeniger voorregten, haar, door tusfchenfpraak van den Hertoge van Parma, fchoon niet als eene eeuwigduUrende wet, toegeftaan. De Ommelanden, daarentegen, gewoon op zig zelven te ftaan, merkten alle verbintenis met de Stad aan, als eene inbreuk op hunne vry- heid, en dreigden het oude bondgenootfchap te breeken: waarby der Stad groot gezag in den Koophandel en in 't ftuk der Regtspleeginge over de Ommelanden was toegeftaan. Doch dit, oudtyds, vrywilliglyk gefchied, hadt nu kragt van Regt bekomen, en 't fcheen j in de tegenwoordige omftandigheden, ongeraaden <j 't vermogen der bondgenooten, dat door een- dragt magt kreeg, te verdeelen, en de banden té breeken, die de Leden verknogt hielden, op welken voet, die ook , eertyds, gelegd mogten zyn. De algemeene Staaten dan, aan bygeiegd gezogt tot het effenen der gefchillen, fielden door de ten dien einde, in den jaare 1595, eerst drie alg"»e*> (#), daarna agt of negen regters; welker uit- "een^aa* fpraak, in Louwmaand deezes jaars, door de algemeene Staaten, bevestigd werdt, en, on- der anderen, behelsde „ dat de Stad en de Om- ,, melanden famen ééne Heerlykheid en Land- „ fchap uitmaaken, en, door de gezamenlyke „ Staaten van Stad en Lande, geregeerd wor- $, den zouden. Dat men zaakcn van groot ge- „ wigt,
(z) Bos XXXII, fioek, II. o tu] M&
Hh a
|
||||
484 VADERLANDSGHE XXXII. Boek.
wist in eenealgemeeneLandfchapsVerga- " dering, zou afhandelen: de overigen,door ' GeStigden der Staaten, die ook 't beleid " der fchattingen, genieene middelen, heer- '* lvke en geestelyke goederen hebben zou- r den In 't ftemmen, zou de Stad voorgaans " doch anders geen gezag boven de Om, " melandeii hebben. Doch de vier regten, i; £fdmanncn genaamd zouden, naar t oud gebruik, ingevoerd, door de Gelde - " frhen en gevolgd, door 't Huis van Oos- " n ykdoor den'Raad der Stad gekoo- " ren worden : de overige regters van de " Kamer des Geregts , binnen. Groningen, " door de Staaten." Ten opzigte van den Koophandel, werft beraamd „ dat men de waaien die in de Ommelanden vielen, of " gemaakt werden, niet zou mogen uitvoe- " feT, voor dat ze, in de Stad, ter markt ge- " brast waren: dat men ook, ten platten lande, " S ander bier dan Groninger zou mogen ?' Sn Doch uitheemfche waaren mogten " SI de Ommelanden vryelyJc vervoerd wor- " ïen<V>" Meer andere punten behelsde dee- ™ TT^Vnriak die ons van te weinig" belang SÄföbSn, om 'er breeder over uitte fvdden Wyders, hieldt men zig, federt, aan Ie U Jfpi-aak zo flapt niet, of men zag de ge- dempte twist, daarna,meer dan eens weder- kwelen Het Gewest van Stad en Lan- T Ä onlangs, insgeiyks, verichil gehad ^dï'andere Vereeligde Gewesten, over ï£ aandeel in de gemeine lasten, welk ver- kil verbkeU zynde aan de uitfpraak van (y) Boa XXXIV. Boek, U. 9 [30*] «»
|
||||||
1597-
|
||||||
XXXII.Boek. HISTORIE. 485
|
|||||
de Stadhouders, Mauiits en Graave Willem 15^.
Lodewyk ; hadden deezen geoordeeld, dat •-------
Stad en Lande zestienduizendvyfhonderd gul-
dens opbrengen noest, zo dikwils Holland, Zeeland, Utrecht en Friesland, famen twee- honderdduizend guldens opbragten (V). Holland en Zeeland waren ook wederom Nieuwe
oneenig geworden, over 't heffen der verlof- onlnst gelden, 't welk, volgens zeker verdrag, by ^[f116]1 voorraad gemaakt, voor de helft, in Zeeland en zaen£. gefchiedde , van goederen, die, in Holland land, o» gelaaden zynde , over de Zeeuwfche ftroo- ver't lief- men, werden uitgevoerd. Maar dit verdrag y"jd!r hadden de Hollanders onlangs opgezeid, zig" z^lh beroepende op een Plakaat der algemeene " Staaten, inhoudende, dat het verlofgeld be- taald moest worden, ter plaatfe , daar de goe- deren gelaaden werden. Voorts, werden de voörige befchuldigingen van de oogluikingen der Zeeuwen, omtrent het verkorten der ver- lofgelden, wederom opgehaald. De Zeeuwen. daarentegen , verweeten den Hollanderen hunne begeerlykheid ; om welke te bedek- ken , zy zig van 's Lands Plakaaten bedienden. De onderlinge hevigheid vast groeiende, werden, met'dit, ook andere gefchillen ge-t mengd, die zo hoog liepen , dat Zeeland, eindelyk, weigerde, te draagen in de gemee- ne lasten. Andere gewesten volgden dit voorr beeld, welk gevaarlyke gevolgen gehad zou. hebben , was men niet, na veel haspelens, overeengekomen, om Zeeland eenige byzon-t dei'e, yoardeelen te laaten genieten, en, in hét
(z) Böu XXXIII. /lot/-., VI. 58 [237], v
Hh 3 '
|
|||||
486* VADERLANDSCHE XXXII.Boee.
1597. het overige, 't gezag der algemeeneStaaten,
— den , ongekrenkt te laaten (a). De Koningin van Engeland zelve hadt zig gemoeid met deezen twist, en de Staaten van Holland, tot eendragt rnet de Zeeuwen, vermaand (Z>). XXIV. Wat laater, vonden de algemeene Staaten, VyHCoi- by raade van Prinfe Maurits , dienitig , in legisn ter jjet beleid, van de zaaken der Admiraliteit, de liteit op- verandering te maaken, van welke wy, reeds geregt, by eene andere gelegenheid (V), in 't voorby- gaan, gewaagd hebben. De Prins, oordee,- lende , dat de Kollegien ter Admiraliteit te veel afhingen van de Staaten van Holland en Zeeland, alwaar de voornaamften zaten; en begrypende, dat zulks hinderlyk was aan de invoeringe van eenen eenpaarigen voet op den ophef der gemeene middelen te water ; bragt, deezen zomer, te wege, dat 'er vyf nieuwe Kollegien ter Admiraliteit werden op- geregt; doch, om de byzondere gewesten niet te zeer te ftooten, behoudens elk gewest zyne vryheid , en alleenlyk by voorraad en voor den tyd van een jaar. Welke Kollegien zit- ten zouden, te Rotterdam, in Zuidholland5 te Amfterdam, in Noordholland; te Hoorn, of te Enkhuizen, in Westfriesland; te Mid- delburg, in Zeeland, en te Dokkum, in Fries- land: in welk laatftc gewest, men, bereids, federt eenigen tyd , in beweeging geweest was, om, op eigen gezag, en.in gemeenfehap met Stad en Lande, een byzonder Kollegie ter
(«O Zie Groot-Plakaatb, I[T. Deel, hl. 1253. BoR XXXIV.
Hoek, bh 10-15 [30Ó-313]. 67 [385]. (J) Refol. Hon. ï« Juty 1597. bi. 334, , \c) xxxi. ■/;«*, n. is'-.-.
|
||||
XXXII. Boek. HISTORIE. 487
|
|||||
ter Admiraliteit op te regten (i). De drie Kol- 1597.
legien in Holland zouden elk uit zeven Raa--------
den beftaan,' die hunnen last van de algemee-
ne Staaten bekomen zouden; doch van wel- ken 'er vier, door die van Holland en West- friesland , en vier, door de overige Vereenig- de Gewesten, zouden worden voorgeflaagen. In Zeeland, daar men nog geen byzonder Kol- legie ter Admiraliteit hadt willen gedoogen, zouden de Gekommitteerde Raaden der Staa- ten van 't gewest, als Raaden ter Admiraliteit, gemagtigd worden, door de algemeene Staa- ten, 't Kollegie in Friesland zou op gelyken voet liaan, als de Hollandfche Kollegien. Gel- derland zou, in de byzondere Kollegien, drie Raaden in alles voorflaan, Holland en West- friesland vyftien, Zeeland tien, Utrecht twee, Friesland vier, Overysfel twee, en Groningen en Ommelanden ook twee. Het Berigtfchiïft voor deeze Kollegien werdt, op den dertien- den van Oogstmaand, vastgeiteld (e) ; en wordt in 't voornaamfte , nog tegenwoordig, ge- volgd : gelyk de vyf Kollegien, fchoon maar voor een jaar ingefteld, met weinige verande- ring, ook tot heden toe, inftändgebieevenzyn. 't Gezag van Prinfe Maurits, als Admiraal- XXV.
Generaal, ook over de zeemagt dier gewes- Verhaal ten, waarvan hy geen Stadhouder was, reeSj^V^, niet weinig, door deeze nieuwe fchikking op vanEmi- de Admiraliteit: waarby gevoegd zynde den Ha van roem, dien hy, thans, door de wapenen, be^ Nasfim haalde, 1che en zyn geluk, ten deezen tyde, ™et ,Don tCn nuel van
Cd) Bon. XXXI1T. Boek , 1:1. 19 [|8fi"|. 1'nrmiril f«) Zip llefol. Holl. i6Avg,- — yiSept. 1597. W,45t. Groot- luiu-'*,u»
S^tüctiatb. II. lied, col. 1529. IVni XXKiV.Jläek, W.>2[-3£)ij. Hh 4
|
|||||
488 VADERLANDSCHE XXXII. Boek.
ten top geklommen te zyn , was het niet
doormengd geweest, met eenig huisfelyk ver- driet , welk hem na aan 't hert ging. De; na- gelaaten' Dogters van den overleeden' Prinfe van Oranje waren, meest allen, aan deftige Huizen, uitgehuwelykt, en by die gelegen- heid, treffelyk begiftigd, door de Vereenig- de Staaten. Maria, de oudfte, was getrouwd metEilips, Graave van Hohenlo; Anna, vol- le xusteï van Prinfe Maurits, met haaren Neeve , Willem Lodevvyk, Stadhouder van Friesland; Louife juliana, met Fredrik, Palts- graave aan den Ryn; Elizabet, met Henrik de la Tour d'Auvergné, Hertoge van Bouil- lon; en Katharina Belgica, met Filips Lode- wyk, Graave van Hanau. Qok trouwde, nog dit jaar, Charlotta Brabantina, met Klaude, Hertoge van Tremouille en Thouars. Haare Zuster Flandrina verzelde haar naar Frank- ryk , omhelsde daar den Roomfehen Gods- dienst, en werdt Abtdis van 't H. Kruis, te, Portiers. Emilia de tweede trouwde, wat ka- ter, met Fredrik Kazimir, Hertoge van Lans- berg , uit den Huize van Tweebrugge. Maar de andere volle Zuster van Prinfe Maurits, ook Emilia genaamd, was, tot in dit jaar, ongehuwd gebleeven, en trouwde nu , bui- ten bewilliging, en geheel tegen den zin van haaren broeder en van 's Lands Staaten. Don Emmanuel en Don Christo f el, zo.onen van Don Antonio, verdreeven Koning van Portugal s waren, na 't omzwerven door Erankryk en Engeland, indeLentedeezes'jaars, in Holland gekomen. En de Staaten van dit gewest had- den toen in beraad gelegd, om Don Emmanuel |
||||
XXXII. Boek. HISTORIE. 489
hier te houden, op eene wedde van honderd
Kroonen ter maand, en Don Christoffel, op zyn verzoek, te laaten vertrekken naar Bar- barye , om, by den Koning van Marokko, den dienst deezer Landen waar te neèmen( ƒ). Zy bleèven nogtans beide, eenigen tyd, inden" Haage; binnen welken, Don Emmanuel zig zo diep wist te dringen in de gunst der Prinfesfe Erailia, dat zy reeds zeer met hem ingenomen was, eer men Prinfe Maurits het Huwelyk verzoeken liet. Hy Üoeg het niet terftond af; doch gaf genoeg te verdaan, dat hy'er noode in bewilligen zou. Don Emmanuel bleef, onder- tusfchen, verkeeren met de Prinfesfe, die, eer- lang« in perfoon, naar 't Leger trok, om haa- ren broeder haare genegenheid tot den Portu- gëefchen Prins te verklaaren. Maurits ver- toonde haar 's Prinfen bekrompen ftaat, 't verfchil in beider Godsdienst, en boven al* dat Don Emmanuel voor eenen bastaard ging, en, tot hiertoe, nog niet beweezen hadt, dat Don Antonio , met zyne Moeder , gehuwd geweest was. Alles vergeefs. DePrinfes, naar den Haage te rug gekeerd, deedt zig, op den zevenden van Slagtmaand, heimelyk, met Don Emmanuel in de egt verbinden, door eenen Priester, ten Hove ontbooden, zonder te wee- ten waartoe. Toen 't werk verrigt was, gaf men 'er den algemèenen Staaten kennis van, die 't zeer euvel namen, en Don Emmanuel, terftond, uit den Haage, vertrekken deeden ; hem beveelende, zig, tot naderen last, binnen Schiedam, op te houden. Maurits beval ook zyne
(ƒ) Rêfol. Höll. 9 May, 3-13 J.""v l597' *'• aI3s 2'io'
Hïi 5
|
||||
4po VADERLANDSCHE XXXII. Boek.
I5P7 zyfle Zuster zyn Hof te ruimen. Zy begaf zig
, naar Delft, en verviel daar tot groote zwaar- moedigheid , weigerende , eenen tyd lang , fpyze te gebruiken, waartoe zy zig, egter, door de behendigheid van Joannes Heurnius, Hoogleeraar in de Geneeskonst, te Leiden, eindelyk, nog beweegen liet. Midierwyl,had- den de Staaten Don Emmanuel, te lchepe, doen vertrekken naar Wezel. Sedert, maakten zy hun werk van de Prinfes te beweegen, om hem uit haare gedagten te zetten. Doch alle moeite was vrugteloos. Zy beriep zig op haa- re meerderjaarigheid , en op 's Lands Privi- legien. Haar broeder dreigde haar met zyne hoogfte ongenade, 't Baatte even weinig. Zy volgde haaren man, op de hielen, naar We- zel, keerde, daarna, met hem wederom her- waards, baarde hem verfcheiden' kinderen, en verkoos , eindelyk , Geneve voor haare verblyfplaats, in welks nabuurfchap, zy, in de belydenis der Hervormde Leere , geftorven is. Maurits is, nog eenen geruimen tyd voor haaren dood, met haar verzoend geworden. Maar Don Emmanuel, na haar, eene Spaan- fche Vrouw getrouwd hebbende, is tot de Spaanfche zyde overgegaan (g). XXVI De vyand, dit jaar, niets van gewigt, in Vï/and-' de Nederlanden, hebbende können onder- ly'keam- neemen, hieldt zig, van tyd tot tyd, op, met ilagen. eenige bedekte aanflagen , die egter op niet uitliepen. In Siagtraaand , zogt hy Bergen op Zoom, en daarna Geertruidenberg te ver- iasfen; doch de toeleg werdt tydig ontdekt, en
0~) ROR XXXIV. lUick, hl. 21 [3211 ßlETEr.ENXIX.i'W*,
ƒ. 36C Spün Iliit. van Geneve 111. ßoek, il. 540.
|
||||
XXXII. Boek. HISTORIE. 491
en gefluit (fi). Een aanflag op Thoolen hadt, 1597.
wat vroeger, twee verraaders, Pieter Harink- ——— man en Dirk van Sypeßein, diebeide in 's Lands dienst waren, en niet den vyand heulden, den hals gekost (f). Voorts, was 'er, onlangs, meer- maaien, brand ontftäan, te Amfterdam , die vermoed werdt, door 's vyands list, ontfteken te zyn (&). Met zulk werk der duisternisfe, Muitery moest hy zig bezig houden, die nu, door onder muitery zyns Krygsvolks, belet werdt, iets ^3". openlykers te onderneemen. Dit euvel, eerst you^ • pntftaan in Gelder , was haast overgeflaagen naar Wagtendonk. Daarna werden 'er Calais, Kameryk , Ardres , la Cbapelle, Chatelet, Lier, Dourlans, Sluis en Sas van Gend van aangetast. Hier verdreef de bezetting de be- velhebbers , elders voegden de hoofden zig by de muitende knegten. De betaaling, aan fommigen gedaan, ftrekte ilegts,'om ande- ren , die zig, tot nog toe, ftil gehouden had- den, oproerig te maaken. De Steden fchrik- ten , hierom , voor 't inneemen van bezet- ting, en 't was den Kardinaal-Aartshertoge zelven gebeurd, te Venlö, met zyn gevolg, buiten geflooten te worden CO: a^ het welke den ftaat der Spaanfclie Nederlanden in de uiterfte ,verwarring bragt. Zo veel onrust inwendig, gevoegd by den Filips
voorfpoed van Maurits wapenen, en by den "pigttqt kostbaaren kryg' tegen Frankryk en Enge- Vrede* land, deeden Filips, die nu ook hoog bejaard en doorgaans ziekelyk was, inderdaad, Ver- lan- en • Ron XXXIV. Sich, hl <tf h6°.\ CO Is"[l XXXIV. jit.sk, ld. 62 [37;]. Qk) Grotii Hift. Ll'.r. VI. p. 300. (O Grbt.i Hill. Libr. VI. p. 300. |
||||
49* VADERLANDSCHE XXXII. Boek.
Ï5P7. langen naar de vrede. Ten minften, hielde
-------hy nöodig, zig, met eenen zyner vyanden te
verdraagen , om hunne magt düs te zwak-
ken , en zig zelven den last des I£rygs ligter te maaken. Ook hadt Paus Kkmens de Fllt. hem , een en andermaal, vermaand, om zig met Frankryk te verzoenen. Henrik zelf verlangde , zyn Ryk gerustelyk te bezitten. Eerfte Hem werdt dan de eerfte opening gedaan , opeuMjg tot eene Vredehandeling, door 's Paufen Ge.' van hau- Zant, Alexander de Medicis. Henrik kon 'er del met egter njeC toe befliüten, voor men hem ver- jyj^ zekerd hadt, dat hem, by de Vredepunten 9 't Franfche Ryk geheel gelaaten zou wor- den. In deeze verwagting, kwamen zyne Ge- zanten en die van den Aartshertoge Alber- tus , wien Filips volmagt tot het fluiten der vrede gegeven hadt, te S. Quintin, byeen: daar de onderhandelingen nogtans traaglyk werden voortgezet (m). Henrik , ondertusfehen , bezeffende, hoe
hy verpligt ware , niet zonder kennis zyner Bondgenooten, met Spanje te fluiten, deedt der Koninginne van Engeland weeten „ dat „ zyn Ryk, uitgeput door den oorlog, nood- „ zaakelyk vrede behoefde; en dat hy de ge- „ legenheid, om dezelVe te verkrygen, dagfc „ waar te neemen, zo men hem niet fpoedig „ byftondt meteen Leger, op kosten der bond- „ genooten verzameld. Dat hy,nogtans,voor „ zyne bondgenooten , gelyke voorwaarden „ als voor zig zelven, zou tragten te bedingen, „ indien zy dezelven geliefden te aanvaar- „ den: indien niet, moest men 't niet vreemd ?j viü-
(»C Grotii (lift^ Lfir. VI. p. 301*
|
||||
XXXtl. Boek. HISTORIE. 493
|
||||||||
5) vinden, dat hy, die zig bedierf door den 15.97.
„ oorlog, eene voordeelige vrede floot, voor |
||||||||
„ zig zelven («)•" De Heer van Buzanval waarvan
deedt diergelyk een' boodfchap aan de Ver- Henrik eenigde Staaten, daar hy, in 't voorbygaan, de" Staa- byvoegde ,, dat de hulp, den Koning, zynen ^"„^fi* „ meester, door hen, beweezen, zeer gering „ geweest was, en rykelyk vergoed werdt,- j, door de voordeden, die de Staaten trok- „ ken, uit den Franfchen Koophandel (o)-" In Engeland en hier, merkte men, ligtelyk^ waar de Koning heenen wilde; De voordee- len, hem, van den Spaanfchen kant, aange- booden, deeden hem neigen tot een byzon- der Verdrag; Elizabet, die, uit haaren aart^ ook vreedzaam was , vergenoegde zig met hem haare hulp toe te zeggen, zo hy den kryg wilde voortzetten; doch verkoos hy de vre- de , zy wilde zig laaten vinden, om de pun- ten aan te hooren. Doch de Staaten merkten 't ftuk anders aan. Hunne
Zy hielden voor gewis, dat Filips, met hen, bekom- op geenen anderen voet, dan als een Vorst met mering zyne onderzaaten zou willen handelen: 't welk irgSWe~ hun nu gantsch niet gelegen kwam. De han- ° * del tusfchen Spanje en Frankryk, waarby zig ook Engeland fcheen te zullen voegen, za- gen ze zeer kommerlyk in, zig niet magtig genoeg kennende, om al 't geweld van Span- je alleen af te weeren. Zy deeden hun best dan, om den Koning van Frankryk in oorlog te houden : hem vermeerdering van onder- ftand, ter zee en te lande, aanbiedende (ƒ>). Mi-d-
f«) Grotii I-Iiftor. libr. VI. p. 302.
(o) ZU BorXXXtV. ttóek, hl. 76 [398] eiix.
rp) lioR xxxiv. Hicki #/. 76 [400J
|
||||||||
494 VADERLANDSCHE XXXII.Boék.
|
|||||
1597. Midlerwyl, werden zy, ook van de Spaan-
•-------fche zyde, door eene onverwagte bekoorin-
Tyding ge, tot handeling aangelokt. Op 't einde van
van de 't jazv^ vernam men, dat Filips zyne oudfte dragtder Dogter, Izabella Klara Eugenia, verloofd hadt Neder- aan den Aartshertoge Albertus, die den ftaat landen van Kardinaal ftondt af te leggen, en Bom> ifnIza~ gondie en de Nederlanden tot eenen Bruid- K^araaEu_ïchat te ontvangen. Door dit middel, dagt genia, men , de afgevallen' gewesten , welken de Filips Spaanfche grootheid te zeer in de oogen ge- oudiie fteken hadt, ligter te zullen beweegen tot! °ser' handeling: waarop Brabant, en vooral Vlaan- deren zeer gezet was. De Vereenigde S:aaten nogtans hielden alles verdagt: zelfs deezen afftand, dien zy meenden flegts in fchyn ge- fdhied te zyn, om hen te ligter in 't net te Gezant- 'krygen(^). Zy beflooten dan, in den aanvang fchap des volgenden jaars, tot het afvaardigen van Frankryk ^11 Gezantfchap naar Frankryk en naar En- en En- geland (>), om beide deeze Mogendheden te geland, beweegen, tot het Volharden in den oorlog. I598' De Gezanten vertrokken in Lentemaand (/)* Naar Frankryk gingen Justinus van Nasfau, Admiraal van Zeeland en Joan van Oldenbar- neveld, Advokaat van Holland: naar Enge- land, Joan van Duivenvoorde, Heer van War- mond, Meester Joan van der Werke, Raad en Penfionaris van Middelburg, en Jonkheeï Joan van Hottinga, afgevaardigd wegens Fries- land in de Vergadering der algemeene Staa- ten (t"). Wyders, was, eenigen tyd geleeden, ia
Qq~) ClnoTii Hifi. Lli. VI. p. 303.
CO Itefbl. Holl. 16 Maart 1598. U. l\Cu CO Refol. Holl. voor 19 Maart 1598. kh 134t CO Gk,oth Hift. Litr. Vll.p. 313. |
|||||
XXXII. Boek. HISTORIE. 495
in 't gezelfchap van zyne Vrouw Moeder, 159g.
naar Frankryk, gereisd, de jonge Graaf Hen-----^-^=
rik Fredrik , wien de Staaten van Holland,
op zyn vertrek, hadden vermaand, te geden- ken , dat hy in Holland gebooren was, en ge- houden, den dienst der Landen, ook buiten dezelven, te behertigen («). In Engeland, zogt men, de Koningin, door Wat 'er
veelerlei redenen, af te fchrikken van de Vre- jn Enge« dehandeling, en aan te zetten, tot kragtiger j^j,dffj ónderfteuninge van den Koning van Frank- werdt. ryk. De heerschzugt des Konings van Spanje, die 't, meer dan eens, op het bemagtigen van Engeland, toegelegd hadt, werdt haar, met leevendige verwen, voorgefchilderd; en daar- uit afgeleid, dat Engeland geene geruste vre- de met hem hebben kon. Voorts, maakte men, heufchelyk, gewag van 't belang, welk Enge- land hadt by de vryheid der Vereenigde ge- westen , wier magt ook gefchaapen ftondt toe te neemen , als zy van haare bondgenooten behoorlyk werden bygeftaan: daar hun on- dergang Engeland dreigde met een onvermy- delyk gevaar. Men wees aan, dat het voordee- lïger voor dk Ryk was, op den Nederland- fchen bodem, dan op zyne eigene kusten, te- gen Spanje te oorloogen. En alzo 't niet on- bekend zyn kon, dat Êlizabet zeer ingenomen was met haar Koninglyk gezag, en de Staaten, hefmelyk, verdagt hjeldt van onbehoorlyke wederfpaHnigheid tegen hunnen Vorst, ver- toonde men, ten befluita „ hoe zy niets an- „ ders gezogt hadden, dan 't gene hunne „ voorouders , voor hun, hadden bezeten, „ de
£u) ftefol. Hall. 17 Dec. 1(97. il. 59a, 593, 616.
|
||||
496 VADERLANDSCHE XXXII. Boek.
1598. ?» de vryheid, naamlyk; die zy gemeend had»
~— „ den , best te bloeijen , onder een wettig „ Vorftendom. Hierom waren ze, ook na 't „ verlaaten vanFilips, niet bevreesd geweest „ voor uitheemfche heerfehappye: en, zo ie- <,, mant niet op den naam, maar op den klem „ van't bewind zag, werden ze, nogtegen- 5, woordig,door eenen, beftierd." DeRaadeii der Koninginne, zelfs de aanzienlykften, wa- ren , over den voorflag der Staatfche Gezanten * verdeeld van gevoelen. De Graaf van Esfex, een driftig krygsman, fteinde voor 't voort- zetten van den oorlog. Thomas Burglei, fpaar- zaam uit den aart, en hierin gelyk aan de Koninginne, riedt, ernftelyk, tot vrede. De Koningin antwoordde den Gezanten, met' gemaatigdheid ; doch toonde , niet donker- lyk, dat zy meest tot vrede neigde. „ Hadt „ men haar, zeide zy, in de wapenen willen „ houden ; men moest haar meer verzeke- „ rïng voor haar verfchot hebben aarigeboö- „ den, dan tot nog toe gefchied was." De' meeste Engelfche Heeren, den Staaten niet zeer gunftig zynde, voeren, watfcherper,uit, over het inhouden van de agterftallen der Ko- ninginne „ daar men, zeiden ze, aan den ryk- „ dom der Hollandfche Steden en der gemee- „ ne fchatkiste, die zelfs tot het doen van ge- „ fchenken voorzien was, wel fpeuren kon, „ dat het den Landen aan geen geld mangel- „ de." Met het verwyt omtrent de gefchen- ken, zagen ze, of op de giften, onlangs aan Prinle Maurits en Graave Willem Lodewyk gedaan (V), of liever.* op het kostbaar Lyn- C»0 Grotii M&i Lil/r. VU. pi 306.
|
||||
XxXÏI.BóÉk. HISTORIE. 497
waat, welk men den Franfchen Grootén ver- 159S.
eerd, en welk, te Haarlem, tot zeven, ja elf-------■"
guldens de eile toe, gegolden hadc (V). Wy-
ders hielden ze ook ondraaglyk, dat men, in Holland en Zeeland, winst trok uit den oor- log , den vyand voorziende van mondbehoef- ten , terwyl de Engelfchen den handel op Spanje ontbeeren moesten (ar). Onder dit ftribbelen, {laakte men de Vre- xxviit.
dehandeliiig in Engeland j om eerst eens te Handel zien, welk een' keerde zaaken, inFrankryk, fc^Ge'- neemen zouden. De Spanjaards hadden hier zamen ia voorgegeven, dat zy, onder den naam van Frank- Bondgenooten van Frankryk, geene anderen ri'k> wilden verftaan hebben, dan die den Room- fchen Godsdienst beleeden: waarop de drift der Engelfchen tot vrede reeds merkelyk be-*- koeld was. Midlerwyl, waren de Staatfche Gezanten in Frankryk aangekomen. Zy von- den den Koning te Angers, en werden ter ge- hoor geleid;, door den Heere van Buzanval, die, niet hen, van hier^ naar Frankryk, ge- keerd was. Oldenbarneveld vertoonde * in eene beknopte rede, de kragt van 't onlangs geilooten Verbond, en met hoe veel grond* van zyrte Majefteit, het houden van het zel- ve verwagt werdt. Hy beloofde, uit naame •der Staaten, onderftand in geld, in fchepen en in mänfchap, te water en te lande, en prikkelde den Koning, door den roem", die 'er gelegen was, in 't vernederen der Spaan- fche grootheid, gefteld tegen dé fehande vaö zig*
(«ORcfol. H°H- 9 ƒ**• I598- *'• *3*
(*) Bor XXXV. Boek, il. 16 [440]. GÜOTU Hut. Litfi
Vu. pt 314-318.
VIII. Deel. ii |
||||
498 VADERLANDSCHE XXXII. Boek.
1598. zig, door eenen vyand, die, reeds buiten a-
-------dem, ligtelyk verder op de knie te brengen
was , eene ontydige vrede te laaten opdrin-
gen. Henrik antwoordde, met vertoog van openhertigheid, dat de nood hem drong tot de vrede : doch dat hy in de wapenen bly- ven zou, zo Fiiips Calais en Blavet, welke laatfte plaats de Giüzifche aanhangers hem ingeruimd hadden , weigerde te rug te gee- ven; gelyk te dugten was De Staatfchen, geenen kans ziende, om den Koning te doen veranderen , verklaarden, eindelyk, te ver- trouwen „ dat hunne aanbieding ftrekken „ zou, om zyne Majefteit beter voorwaarden „ te doen bedingen van den Spanjaard." Voorts verzogten ze „ dat het geflooten Ver- ,, bond in (tand blyven mögt, onaangezien „ de vrede met Spanje getroffen wierdt; op „ dat , ouder dekl'el van het zelve , zy zig „ van de Franfche vrede zouden mogen be- „ dienen , tot heimelyke pnderlteuning, en „ de Franfchen , van den Nederlandfchen „ oorlog , tot hunne meerdere verzekerd- „ heid:" waarop de Koning den Staaten ver- zekerde van de duurzaamheid zyner vriend- fchap, welke zy ook, naderhand, in der daad, ondervonden hebben (y~). Aan Oldenbarne- veld, in 't byzonder, verklaarde hy „de Staar „ ten te willen onderfteunen met twee mil- „ lioenen en negenhonderdduizend guldens, „ in den tyd van vier jaaren, onder dekfel „ van 't voldoen .der lommen, hem, voor „ deezen, door de Staaten verilrekt; zonder „ dat hy ooit wedergeeving der penningen, (f) G8.0TU Hifi. Liir. Vil. f. 315.
|
||||
XXXil. Boste. HISTORIE. 499
|
|||||
„ die hy hun opfchoot, vorderen zou," daar 1598,
by voegende „ dat zy, ten allen tyde, van ■ „ zyn beste volk van oorloge in dienst zou- „ den mogen neemen («)."'' De onderhandeling tusfehen de Franfche Vrede tö
en Spaanfche Gemagtigden was , ondertus- Vervins fchen, verlegd van S. Quin tin naar Vervins, praI|ijryjj alwaar, op den tweeden van Bloeimaand, de enSpanj» Vrede tusfehen Frankryk en Spanje getekend gefloo- werdt. Füips ftondt, by dezelve, Calais en an- ten* dere Steden in Champagne en Pikardye, ook Blavet aan Frankryk af. Henrik herftelde hem, daarentegen, in 't bezit van 't Graaf- fchap Charolois, mids hy 't van Frankryk ter. leen hieldt. Voorts werden de wederzydfehè bondgenooten in de Vredehandeling begree- pen, mids zy 'er zelven toe verftaan konden (&). Terftond na't fluiten van de Vrede, werdt Buzanval naar denHaage te rug gezonden, oiri de geheime onderhandeling, tusfehen Koning Henrik en de Staaten, ten einde te brengen (V). Maar Filips zag zig zo dra niet verzekerd Vrymoe-
Van de vrede met Frankryk, of hy liet duide- ^ge taai lyk genoeg merken, dat hy, met Engeland, fc^e'ce- liever in oorlog blyven, dan zig, opbillyke zanten ia voorwaarden, verdraagen wilde. Nasfau en Enge- Oldenbarneveld, hunnen last in Frankryk land* hebbende afgelegd, ftaken, hierom, over naar Engeland, vanwaar het voorig Gezantfchap bereids te rug gekeerd was , en vertoonden, der
(a~) Memorie van een' vnoniaam' Regent van Aiiifr. M* S,
PoUz auffy Negot. de Jüannin Tom. I. p. 431. en Remonftr. van [■ v. O'ldcnbarnev. 'ii de Waar. Hift. l/l. 17Ö. 'b') Nor. XXXV. Roek, hl. 1:1-24 [443-450].
. (c : Refol, Holl. 7-12 Sepl. 15951- «. 8'9* CrÖTÏI Hifi' L\br. VU. p. 321. Ii %
|
|||||
500 VADERLANDSCHE XXXII.Boek.
der Koninginne, met eene vrymoedigheid ,
• die men, te vooren, niet hadt durven gebrui- ken ,i,'dat, zo zy zig, op 't voorbeeld van „ Frankryk, met Spanje verdroeg, de Staa- ,j ten liever de gevaarlyke vrede zouden „ willen aanvaarden, dan alleen al den last „ des krygs op zig neemen." Door welk voor- ftel, deEngelfchen, looslyk, getoetst werden, of zy zelven de vrede niet van de hand wyzen zouden, als zy dagten, dat 'er de Staaten toe zouden konden befluiten. Voorts, boodt men der Koninginne alle redelyke voorwaarden aan, zo zy in den oorlog volharden wilde , zelfs de hoop op het afdoen der agterftallen: al 't welk zo veel te wege bragt, dat de han- deling, voor eene poos, gefchorst bleef. Maaf 't leedt niet lang, of de Koningin fcheen we- derom geneigd tot vrede. Zy verklaarde den Franfchen Gezant, de Maisfe, dat de Veree- nigde Nederlanden niet waardig waren, dat zy haarRyk, ten behoeve derzelven, in gevaar ftelde(V), en vaardigde, op een' en den zelf- den tyd, Francais Vere naar den Haage, en een ander gezantfchap aan den Aartshertoge Albertus af, aan welken laatften, zy verklaa- ren deedt „ dat de vrede, tot hiertoe, on- „ geflooten gebleeven was, om dat zy de wa- „ penen wenschte af te leggen, te gelyk met „ hun, voor welken zy ze hadt aangenomen." Vere vorderde de Staaten fcherpelyk, tot het voldoen der agterftallen. Ook deedt hy fterke vermaaningen tot vrede. „ 't Was, zeide hy, „ billyk, dat de Koningin de middelen om uit „ den oorlog te geraaken, of om dien, in het » toa«
(<0 T. Birch Ncgotisj. fnm 159a is 1617. p. 5?t
|
||||||||
155)8.
|
||||||||
EHzabet
fchynt ook tot vrede te neigen. |
||||||||
I lenige
woorden van den |
||||||||
XXXII. Boek. HISTORIE. 501
„ toekomende, te voeren, begeerde van'hun, 159S.
„ die haar in den kryg hadden ingewikkeld.-------
„ Hoewel haar, in 't laatfte geval, by de Vor- Ridder
„ ften, ftondt nagegeven te worden, dat zy Ver-* „ alleen de vrede van Europa verhinder- „ de. Immers, 't was niet te dulden, dat zy, „ door een ondankbaar verfchuiven van 't „ voldoen haarer agterftallen, den Koningen „ ten voorbeeld ftrekken zou, om zig te wag- „ ten voor het byftaan van volken , die, „ zonder eenige eerbiedenis voor Vorften te „ hebben, alleen hun eigen voordeel ter her- „ te namen." De Staaten, inderdaad bedugt, dat de Koningin tot vrede mögt overflaan, fchoon fommigen beweeren, dat zy, in 't ge- heim , beflooten hadt, in den oorlog te blyven (e), vaardigden dezelfden, die de twee laatst- Nieuw® gemelde gezantfchappen bekleed hadden, ne- bezen- vens Andries Hes fels, naar Engeland af, met ding naar heimelyken last, om der Koninginne tien mil- laJj*j'~ lioenen guldens, voor haare agterftallen, toe te ftaan (ƒ). De Advokaat Oldenbarneveld hadt, voor zyn vertrek, bedongen, dat hy, zyne boodfchap gedaan hebbende, terftond, al was 't zelfs met ongenoegen van haare Majefteit, zou mogen te rug keeren (g). De Gezanten kreegen versheiden' reizen gehoor by de Ko- ninginne, die eene fterke zugt tot de vrede betoonde, om de Staaten te fterker te dringen, tot het rykelyk voldoen haarer agterftallen. 't Geviel, omtrent deezen tyd, dat Burglei, op zyn doodbedde leggende, de Koningin, by God en
(<0 IUpin Tom. VI. p. 465.
Xf) Zie hunne fecreeteliiftr. by Bon. XXX V. Boek, il. 45 [drRl.
ff) Refol. Holl. 15 July 159s. W. 25».
Ii 3
|
||||
502 VADERLANDS CHE .XXXII. BoÄjfc
|
|||||
•1598. en al wat dierbaar was, bezwoer, om haar Ry k
—'■— de vrede te geeven. Hy ftierf hierop. En Eli- zabet geliet zig, zeer geraakt te zyn, door zy- ne betuigingen. Ook werdt 'er veel ophefs van gemaakt, by de Staatfche gezanten. Mentradt dan tot het onderzoek van de rekeningen der agterftallen (Ji), die, eenen tyd lang, betwist werden, Hellende de Engeli'chen, naar het oordeel der onzen, het ligten en overzenden en, de foldy des Krygsvolks te onmaatig hoog. Verdrag Eindelyk, kwam men overeen „ dat de Staaten. tusfchen J? zjg fchriiteiyk verbinden zouden, om der hi'cPên " Koninginne, tegen alle haare agrerilallen, de Staa- ■>•> agt mülioenen guldens te betaalen : de helft, ren. „ met driehonderdduizend guldens, jaarlyks, „ geduurende den oorlog. Doch zo 'er, na 't „ eindigen van den zei ven, van deeze helft, „ nog iets te betaalen bleef, zou men, met ,, twintigduizend guldens in"t jaar, volftaan „ können. Wegens 't voldoen der andere helf- „ te en 't herleveren der verpande Steden,- „ zou men met eikanderen, na 't fluiten der „ vrede, in 't minnelyke, verdraagen. Inde ,', verpande Steden , zouden elf hqnderden- „ vyftig Engelfche knegten leggen, aan wel- „ ken de Staaten, niaandelyks, vyfduizend- ,, eenhonderd guldens tellen zouden : hun „voorts doende leveren, 't gene men den fol- „ daaten te verfchafFen gewoon is. Voorts, ,, zou de Koningin, voor het toekomende, van ,, het overzenden van hulptroepen ontilaagenj ,, zyn. De Engelfchen, die nu in der Staaten j, dienst waren, of, in 't gevolg, ttonden ge- „ worven te worden ■> zouden alleen den Staa- » ten
, (h) T. B1R.CH Negotiat. front 1592 to 1617, p. 171.
|
|||||
XXXII. Boek. HISTORIE. 503
|
||||
„ ten zweeren, onder hun bevel Haan, en door 1593.
„ hen onderhouden worden : waarmede de -----—
„ magt eens Engelfchen Legerhoofds vernie-
„ tigd was. Doch de Koningin behieldt nog „ aan zig, het ftellen van een Lid in den Raad ,j van Staate. Zo zy te water of te lande beoor- „ loogd wcrdt, of oorloogde, waren de Scaa- „ ten verpligt, haare Vloot, met dertig of „ veertig bekwaarae fchepen, en haar Leger „ te lande, met vyfduizend knegten en vyf- „ honderd paarden, te verfterken. Eindelyk , „ werdt de overeenkomst van den jaare 1585 „ bekragtigd, in alles, wat by dit Verdrag niet „ veranderd was." Het was, op den zestienden van Oogstmaand, te Westmunfter, getekend (*')• Eenigen hebben geoordeeld, dat de Ko Ondar- ïiingin merkelyke voordeelen bedong, by dee- z°ek > of ze overeenkomst, en dat zy zig, looslyk, van t£en ^" der Staaten vrees voor vrede hadt weeten te dit Ver- bedienen , om de Staatfche gezanten te ver drag, te kloeken (k). Doch zo men de zaak dieper in- ^eei heh" ziet, zal men, vertrouw ik, bevinden, dat het ^n Verdrag ook zeer voordeelig was , voor de Vereenigde Gewesten. De nieuwe voordee- len , welken de Koningin bedong, waren, voor- naamlyk, deeze twee, eene aanzienlyke fom- me gelds tot voldoening haarer agterftallen, en ontflag van het overzenden van hulptroe- pen, voor het toekomende. Maar de fomme, die men haar beloofde, beliep flegts twee der- de deelen van 't gene zy gevorderd hadt (/_), en verfchilde nog twee millioenen van 't gene baar
( O Refol. Holl. 5 O». 150B. il. 335. Aa. Pub] Angl, Tom.
Vil. P. I. p. 251. Roe. XXXV. linek, bl. & [475] enz. (.*) Rapin Tom. VI. p. tfü, 4C7. CI) Remonftr. van J. v. Qldenbarnev. in de Waar. Uisit. il. 177. Ii 4
|
||||
504 VADERLANDSCHE XXXII. Boek,
159S. haar de Staatfche Gezanten zouden hebben,
—*=« mogen toeftaan. Zy moest,daarenboven,voor de helft, op tyd betaald worden , en voor de andere helft, eerst na het treffen der vrede, zonder bepaaling van tyd. De Staaten zouden, voortaan, de Èngelfche hulptroepen moeten misfen; doch zy behielden, egter, het Krygs- volk, welk zy in daadelyken dienst hadden; en waren verzekerd, dat men hun niet weigeren zou, des noods, meer volks te werven, in En- geland. En fchoon zyderKomnginne, beide in aanvallenden en verweerenden kryg, een' aan- Zienlyken onderftand moesten toefchikken 9 begreepen zy zeer wel, dat allen kryg, die te- gen Spanje gevoerd werdt, meer of min, ten, hunnen voordeele, ftrekte, en dat het hun raadzaamer was, elders, dan op hunne eigene grenzen, tegen Spanje, de wapenen te voeren, De voordeden, welken de Koningin bedon- gen hadt, ftrekten, derhalve, niet zeer ten na- deele der Staaten, die 't, daarenboven, voor merkelyke eere en voordeel rekenen mogten, dat zy zig hadden weeten te ontflaan van een voornaam deel der afhangkelykheid van En- geland, alzo zy al'tEngelsch Kiygsvolk, in hunnen byzonderen eed, kreegen; maar ééne Èngelfche item, in de plaats van twee, in den Raad van Staate» zouden behoeven te gedoo? gen , en aan geene Èngelfche Legerhoofden onderworpen zyn; van welker woelzieken en heerschzugtigen aart zy, in den Graave van Leicester, zulk een fchadelyk voorbeeld ge? zien hadden. Alle welke aanmerkingen, onzes agtens, doen zien, dat de Staaten, by 't fluiten van dit verdrag, niet minder dan de Engel- fchen, voor hunne belangen s gezorgd hadden. |
||||
XXXII. Boek. HISTORIE. 505
|
|||||
Kort na 't afkondigen der Vrede van Ver- 1598.
vins in de Spaanfche Nederlanden, kwamen-------
aldaar de Brieven in 't licht, waarby Filips de XXX.
heerfchappy over de Nederlanden, en over de ^enBrie" Graaffchappen van Bourgondie en Charolois Waarby aan zyne Dogter Izabella Klara Eugenia af- deover- ftondt. De Brieven waren, te Madrid, den drngtd« zesden van Bloeimaand, gedagtekend, en,ten ^tten zelfden dage , bekragtigd , door 's Konings aall ^e minderjaarigenZoon, Filips, 's Konings befluit infame om zyne Dogter uit te trouwen aan den Aarts- se". hertoge Albertus, die, door den Paus, ontflaa- ^enï* gen van zyne geestelyke waardigheid , den >t iicilt> Kardinaals hoed, reeds in 't voorjaar, naar Rome te rug gezondenhadt (m), werdt 'er ook in verklaard. De voornaamfte reden van dee- Merk- ze overdragt was, naar de taaie des Konings, waardige „ dat de Nederlanders, tot het wel waarnee- P™tenin „ men der tegenwoordige Regeeringe, of tot v^e * „ bevordering der vrede, hunnen Vorst by „ zig behoorden te hebben. Zo 'er, wyders, „ iet in deeze Brieven gefield ware, welk, „ naar 's Lands wetten, niet befïaan mögt, „ zulks belastte de Koning, volgens zyne, „ hoogfte en Koningklyke magt: " waar- uit men, in 't voorbygaan, ziet, welke be- grippen hy zig van de Nederlandfche Re- geering vormde. Byzonder aanmerkelyk was ook de zorg, welke hy, by deeze Brieven, gedraagen hadt, om de Landen, zo veel magelyk ware, aan de Kroon van Spanje ge- hegt te houden, „ Aan deeze Kroon moesten „ ze vervallen i zo de gehuwden geene kin- „ deren verwekten, of zo 'er, t'eenigen tyde, » man-
Q>ö Por «XXV. Jieek, il. 2 r«n].
Ii 5
|
|||||
So6 VABERLANDSCHE XXXII. Boek,
|
||||||||||||||||
ï5S>8. „ rnannelyke en vrouwelyke nazaaten ont-
-------„ braken. Albertus zou egter Landvoogd bly-
„ ven, zo Izabella voor hem overleedt. De
„ Nederlanden mogten , buiten bewilliging 5, der Koningen van Spanje, nimmer ver- „ deeld, noch vervreemd worden. Zo eenige |
||||||||||||||||
35
|
Vrouw in 't bezit dier Landen kwame, zou
|
|||||||||||||||
men haar aan den Koning van Spanje, of zy-
nen erfgenaam ten huwelyk beiteeden. De Nederlandfche Vorften zouden hunne kin- |
||||||||||||||||
35
|
deren niet mogen uithuwelyken, dan met
|
|||||||||||||||
„ goedvinden des gemelden Koning«. Zy en
„ de hunnen zouden zig van den handel op de „ Oost- en Westindien onthouden: en deeze „ punten en den Roomfchen Godsdienst, by „ 't aanvaarden der Regeeringe, bezweeren. „ Zo 'er, tegen dezelven, iet misdaan werdt, „ zou het regt over de Nederlanden weder- „ om aan Spanje vervallen zyn (»).** Oordee- Veelerlei gefprek viel 'er over deeze over- len over dragt der Nederlanden : waarin men hieldt „ deeze O- ^ <je Vorst de paaien zyns gezags overfchree- ver gi. ^en jia(jt. vooraj ^ om ,jat (jezeive 5 niet, gelyk eertyds door Keizer Karel den V, in eene vol-
le vergadering der Staaten, en aan zynennaas- ten mannelyken erfgenaam; maar, door eenen enkelen brief, en aan zyne Dogter, gefchied was. Doch anderen verheugden zig, dat ze , op hoedanig eene wyze ook, van de Spaan- fche heerschzugt verlost waren; hoewel, in de meesten, eene gegronde vrees overbleef van t'eenigen tyde wederom onder 't gebied van Spanje te zullen moeten buigen. Ook viel, in fommigen, 't vermoeden, dat men eene maagd ■ van
f r) ReCol. Holl. ia Sept. 1558. il. 306. Groot-Plakaatb. IV«
Deel, W. 87, 92. Bor X^.'vV. Boek, hl. 3,z [4G1.J enz. |
||||||||||||||||
XXXILBoEK. HISTORIE, $c?
|
|||||
van volle twee-endertig jaaren niet zou heb- 1598,
ben uitgehuwelykt, zo men haar niet on--------
vrugtbaar, of geagt, of gemaakt hadt (0).
Midlerwyl, kwam 'er volmagt van Izabelle De Aarts?
aan den Aartshertoge , om de heerfchappy , hertog in haaren naam , te aanvaarden Q>). Dit ^„_erui* ftreedt, meenen fommigen (#), met de wet- vaardtde ten, vorderende, dat de Vorst, in perfoon, de heer- Regeering aanvaardt. Doch wy hebben, in 't fciiappy, voorgaande gedeelte deezer Gefchiedenisfe, J!" ?j" 0. o , , , 1 ,, ' naam dct
ten minste voorbeelden ontmoet, dat zulks, infante,
eertyds , in fommige gewesten van Neder- land, by volmagt, gefchied is (r). Albertus vondt raadzaam , geene volle vergadering, maar alleenlyk afgezondenen der Staaten, te- gen den eerften van Oogstmaand, te befchry- ven, te Brusfel, welke Stad hy opgepropt hadt met Krygsvolk, uit vreeze voor eenige onder- neeming der misnoegden. In eene aanfpraak , die Richardot deedt, uit den naam des Aarts- hertogs, werden alle de onheilen, den Neder- landen overgekomen, aan het afzyn des Vor- ften geweetcn. De Gemagtigden der Staaten, voor welken, Maas het woord voerde „ dee- 9, den den Aartshertoge hulde, onder beding, „ dat hun, binnen drie maanden, blyk van „ het voltrekken zyns Huwelyks geleverd „ wierdt; dat hy zelf, voor Bloeimaand des „ volgenden jaars, uit Spanje te rug keeren 5, zou, binnen welken tyd, door Stadhouders „ noch Krygsoyerften, iet nieuws onderno- ,, men zou worden: zullende by, inmiddels, 't
C o ) Cu OTii Hill. LH. V. p. 342- B:ir XXXVI. Hoek, il. co[5|o].
($) ÄVGr.Plakaatb. IV. Decl,'4.^ IJ011XXXV./J.M.35L465J. (q ) GnoTii Hift. Llbr, VU. p. 326. '' (O V. Deel, bl. 332. • |
|||||
§o8 VADERL. HIST. XXXÏLBoek,
*5S>8. » '* bewind der Regeeringe eenen Land-
— ■■ „ Voorts, zoü men, eerst na de terugkomst 5, van Albertus en Izabelle, de wederzydiche 5, eeden doen, in eene Vergadering der Staa- ,, ten van alle de gewesten ($}." Het pleg- tig huldigen van den Aartshertoge, in den naam zyner Gemaalinne , gefchiedde, in 't Hof te Brasfel, met veel uiterlyk bewys van vreugde, op den vyftienden van Oogst- maand (t). ft") Groth Hift. Lïbr. VII. p. 32Ä,
CO BoR *XXV. Hoek, l/l. 36 [467]. |
|||||
*
|
|||||
ËERIGT voor den BINDER,
|
|||||||
Robert Dudlei, Graaf van Leices-
ter, tegen ever Bladz. ioo Aankomst van den Graave van Leices-
ter te Vlisfingen, in 't jaar 1585. na Deventer, door den Overfte Wil-
liam St an lei, verraaden aan de Spaanfchen, in 't jaar 1587. 196 De Overfte Maarten Schenk ver-
drinkt, voor NiEuwMECEN, in 't jaar 1589. 308 Dr. Fr Anco is Ma AL zon, Syndi-
cus van Westfriesland. 3 a» Maurits, Prins van Oranje enz.enz. 340
't Kasteel van Breda verrast, door
middel van een Turffchip, in 't jaar |
|||||||
VERBETERINGEN
in 't VII. Deel.
BI. 66 reg. 7. flaat: Doch ik meen, dat de last hiertoe
te laat gegeven, en niet uitgevoerdwerdt. lees: Ook gefchiedde dit terftond: en heeft de Alblasferwaard ten rninfte, verfcheideu' jaaren, onder water gelegen. ---------— p, flaat egter /«?j_.ook
|
|||||||